Bestuursakkoord Provincie Antwerpen

Bestuursakkoord Provincie Antwerpen

2012-2018

1

De deputatie van de provincie Antwerpen Voorzitter

Cathy Berx, gouverneur

Leden

Luk Lemmens Ludwig Caluwé Inga Verhaert Bruno Peeters Peter Bellens Rik Röttger

Provinciegriffier

Danny Toelen

2

De provincie werkt voor u!

5

Op maat, gespecialiseerd en voor uw welzijn 5 Algemeen beleid 7 Financiën 7 Personeel8

De provincie laat u genieten en ontdekken ...

9

Vrije tijd Cultuur

9 10

De provincie zet in op uw toekomst

13

Onderwijs13 Veiligheid14 Jeugd15 Noord - Zuid 16

De Provincie zorgt voor u

17

Welzijn17

De Provincie werkt aan uw werkgelegenheid 19 Economie, Innovatie en Internationale samenwerking 19 Europa21 Sociale economie 21 Platteland en landbouw 22

De provincie geeft u ruimte

23

Milieu en natuur 23 Landschap24 Milieuvergunning25 Energie en duurzame ontwikkeling 25 Waterbeleid26

De provincie plant voor u

27

Ruimtelijke planning 27 Stedenbouwkundige beroepen 27 Gebiedsgericht beleid 28 Mobiliteit28

De provincie, tot uw dienst

31

Infrastructuur en dienstverlening 31 Communicatie32 Ict32

3

4


De provincie werkt voor u! Op maat, gespecialiseerd en voor uw welzijn Bij het begin van elke bestuursperiode hoort een credo. Een slagzin die bondig samenvat wat de regeringsploeg de komende zes jaar wil gaan doen. Het credo van deze, nieuwe ploeg is duidelijk: de provincie werkt voor u. Het provinciebestuur vertrekt daarbij van de uitvoering van de interne staatshervorming zoals die samen met de Vlaamse Regering wordt afgesproken. Namelijk als een oefening tegen de bestuurlijke verrommeling die het Vlaamse bestuurlijke landschap te lang heeft gekenmerkt. Een oefening in transparantie en efficiëntie. Zowel steden als gemeenten én de Vlaamse overheid kunnen daarom rekenen op de ondersteuning door het provinciale niveau. De provinciale taakstelling wordt met een wijziging van artikel 2 van het provinciedecreet duidelijk gesteld. Deze wijziging voorziet in een focus op grondgebonden bevoegdheden. Ook een aantal persoonsgebonden bevoegdheden worden -mits decretale of bestuurlijke afspraken- verankerd. De nieuwe taakverdeling heeft een reeks overhevelingen van bevoegdheden tot gevolg tussen verschillende besturen. Conform het witboek wordt een verschuiving van een taak of bevoegdheid ook gevolgd door de bijhorende middelen in deze of gene richting. Deze verschuivingen zullen in eerste instantie worden verrekend via het provinciefonds. 2013 wordt voor het provinciebestuur dus een belangrijk transitiejaar. Begin 2014 moet in een bestuursakkoord met de Vlaamse overheid en haar vakministers de taakstelling van de provincies helemaal duidelijk worden. Op dat moment wordt het ganse provinciale budget herbekeken. Zowel de inkomsten als de uitgaven. We hebben de missie en visie van de provincie Antwerpen opnieuw geformuleerd. Steeds met een duidelijk doel voor ogen. Het provinciebestuur van Antwerpen wil vandaag en ook in de toekomst besturen vanuit luisterbereidheid en behulpzaamheid. Inwoners, verenigingen en besturen, we werken graag voor u.

Onze missie, op maat De provincie Antwerpen is een verkozen overheid met de expertise en ervaring om antwoorden op maat te bieden voor bovenlokale maatschappelijke uitdagingen in de provincie. Ze werkt vanop voldoende afstand en toch steeds dichtbij. De schaal van ons bestuur stelt ons in staat maatwerk te leveren. Soms gaat het daarbij om gebiedsgericht beleid. Dat maken we in samenspraak met lokale besturen. Telkens anders, telkens geïntegreerd en vooral: op vraag van die lokale besturen. Soms zal het gaan om maatschappelijk relevante problemen. Die kunnen we, door onze schaal, meteen trefzeker en voor vele inwoners tegelijk oplossen. Wat het ook zij, binnen de domeinen waarin we werken, blijven we aanspreekbaar en besluitvaardig.

5


Onze visie, gespecialiseerd De Provincie Antwerpen wil de meest vanzelfsprekende partner zijn voor alle bovenlokale behoeften en uitdagingen. Ze wil zich duidelijk positioneren tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten door haar aanpak en focus. Ze wil uitblinken in duurzame vernieuwing door leiderschap en vakmanschap. Ze wil herkenbaar zijn door een geïntegreerd en resultaatgericht beleid. Ten slotte, wil de Provincie Antwerpen gewaardeerd worden als een samenwerkende, open en lerende organisatie die ruimte geeft aan haar medewerkers om creatief te zijn. Focus, vakmanschap en verdieping eerder dan verbreding: dat is wat ons de komende jaren zal bezighouden. Die aanpak sluit perfect aan bij de interne staatshervorming en de afspraken die we ma(a)k(t)en met onze bestuurlijke partners.

Onze kerntaken, voor uw welzijn De provincie Antwerpen ontwikkelt en stimuleert sociaal - economische speerpunten op basis van een geïntegreerde, multidisciplinaire en duurzame visie op de provincie en haar deelgebieden. Ze is de instantie voor streekontwikkeling. De provincie voert daarvoor een geïntegreerd gebiedsgericht beleid, door interne en externe samenwerking vanuit een gedragen visie. Ze ontwikkelt en promoot een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod. De provincie past zuinig ruimtegebruik toe en vrijwaart de open ruimte. Als leidraad binnen het provinciale beleid om tot een duurzame ruimte te komen We willen werken aan welvaart en welzijn in de provincie in haar geheel. Niet zomaar, zonder focus. Wel met speerpunten en met oog voor de toekomst. Wat vandaag “hot” lijkt en voor welvaart zorgt, mag straks geen hypotheek leggen op het welzijn van onze kinderen en kleinkinderen. Natuurlijk hebben we daarbij voldoende aandacht voor de sociale samenhang en voor initiatieven van onze inwoners. Op welzijnsvlak krijgt de problematiek van armoede bij jongeren onze bijzondere aandacht. We benaderen de regio’s in de provincie graag vanuit hun eigenheid. En we gaan er aan de slag met meerdere instrumenten tegelijk. Zo geven we de ontwikkeling alle kansen op succes. Het welzijn van onze inwoners? Dat bewaken we mee. Door er borg voor te staan dat iedereen zich kan ontspannen op een kwalitatieve manier. Iedereen heeft recht op ruimte. Maar niet onbeperkt en niet voor om het even welke doeleinden. Het provinciebestuur staat alvast tot uw dienst (en die van uw (klein)kinderen) om de open ruimte te bewaken. Wat hebben deze kerntaken met elkaar gemeen? Dat de provincie telkens haar schaal inzet in het voordeel van haar inwoners en besturen. In die zin zijn we, naast ‘intermediair’ bestuur tussen Vlaanderen en de gemeenten, duidelijk ook een burgergericht streekbestuur: dienstverlenend en participatief. Er is nog één karaktertrek die ons bestuur kenmerkt: nieuwsgierigheid. Daarom werken we ook als ideeënfabriek, als geschikt labo voor innovatieve projecten en beleidsprocessen binnen de domeinen die de onze zijn. De ervaringen die we opdoen, leveren we graag op aan anderen: inwoners, besturen en belanghebbenden in het algemeen. Want, u weet het, de provincie werkt graag voor u.

6


Algemeen beleid De provincie focust haar beleid op een duidelijk doel: we moeten doeltreffend voldoen aan de relevante bovenlokale maatschappelijke behoeften. Daarvoor dient het beleid resultaatgericht te zijn. De provincie streeft er naar om bij elke beleidsbeslissing de effectiviteit op voorhand zo duidelijk mogelijk in te schatten en er in de uitvoering voor te zorgen dat we het resultaat zo goed mogelijk realiseren. Vermits wij omgaan met gemeenschapsgeld gaan we hierbij kostenbewust te werk. Wij brengen vanaf het begin van een beslissingsproces alle kosten en opbrengsten transparant in beeld. Deze performante beleidsvoering vraagt om een goede dialoog en samenwerking tussen politici en ambtenaren. Zo kunnen we alle relevante informatie samen brengen in betrokkenheid met de doelgroepen en kunnen we na de beslissing de resultaten opvolgen om ze eventueel nog bij te sturen. In de beleidsuitvoering gaat een efficiënt werkende provincie gepaard met een hoge vorm van responsabilisering van de medewerkers. Die mogen en moeten in deze fase eigen verantwoordelijkheid opnemen en hierop aanspreekbaar zijn. De huidige technische evolutie moet het mogelijk maken dat beleidsmakers in de loop van deze bestuursperiode de informatie die ze nodig hebben steeds elektronisch ter beschikking te hebben. Onafhankelijk van waar ze zijn. Dit vraagt om een verdere digitalisering van deputatie- en provincieraadstukken. Deze digitalisering heeft ook een belangrijke ecologische impact. Het vermindert immers drastisch het papierverbruik en postkosten. Een belangrijk deel van het provinciale beleid wordt uitgevoerd door extern verzelfstandigde agentschappen. Dat is doeltreffend en efficiënt. Wij zorgen er voor dat zij ook effectief binnen hun autonomie op het terrein de doelstellingen van de provincie uitvoeren.

Financiën Elk lokaal bestuur heeft nood aan een modern en gezond financieel en budgettair beleid. Op regelmatig momenten wordt er verslag uitgebracht. De provincie zorgt voor duidelijke doelstellingen waardoor de middelen niet onnodig versnipperd raken of onvoldoende ten dienste staan van de “kerntaken”. Het provinciedecreet verplicht alle lokale besturen om vanaf 1 januari 2014 een nieuwe beleids- en beheercyclus (BBC) te hanteren voor de opmaak van het budget en het voeren van de boekhouding. Deze methode vertrekt van de doelstellingen met streefwaarden en indicatoren die men wil bereiken met daaraan de benodigde financiële middelen. De provincie hanteert al enkele jaren deze methodologie. We zullen die methode nu wel aanpassen aan de voorgeschreven Vlaamse richtlijnen. Het provinciale belastingstelsel, eenvoudig en gebaseerd op solidariteit, blijft de basis van een groot deel van het provinciale inkomen. Na de verevening met Vlaanderen wordt het totaal budget herbekeken, net zoals de provinciale fiscaliteit. We starten gesprekken op om de mogelijkheid tot uniforme financiering van de politieke fracties in de verschillende provincies te onderzoeken. Het uitgeven en investeren van die gelden gebeurt op de meest rechtvaardige manier en het moet voor de burgers ook duidelijk zijn wat er met hun geld gebeurt.

7


Personeel De provincie moet een flexibele, wendbare, creatieve en dynamische organisatie willen zijn. Dat is ze aan haar inwoners verplicht in de huidige economische, bestuurlijke en maatschappelijke context. Want enkel een flexibele en wendbare organisatie kan een antwoord bieden op uitdagingen en opdrachten die veranderd zijn. Personeelsverloop leidt niet automatisch tot vervangingen. Het provinciebestuur wil een moderne werkgever zijn en dus sterk inzetten op nieuwe werkvormen, meer specifiek op tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Het is dus aangewezen om dit beleid te onderzoeken en op te volgen, o.a. op vlak van tijdsregistratie. We zullen de competenties van de medewerkers optimaal aanwenden. Dat doen we door de HR -processen verder uit te bouwen en dat op een positief stimulerende manier. We spreken dan over personeelsontwikkeling, een waarderende evaluatiecyclus en interne mobiliteit. De provincie bouwt deze processen verder uit binnen een geïntegreerde HR - tool, met een verbeterde en verder uitgebouwde selfservice. Projectwerking zal de basis zijn voor een organisatie in voortdurende verandering, waarbij er organisatiebreed, en dus departements- en dienstoverschrijdend, moet samengewerkt worden. Het departement HRM zal zijn organisatiestructuur aanpassen, zijn opdracht verschuift immers van louter personeelsbeheerder naar interne HR - dienstverlener. Het provinciebestuur wil daarenboven een warme werkgever zijn, met aandacht voor diversiteit. Een werkgever die zijn medewerkers vertrouwen wil geven, maar hen ook vraagt om verantwoordelijkheid op te nemen. We onderzoeken of elders verworven competenties (EVC’ s) ingeschakeld kunnen worden in de rechtspositieregeling. We maken verder werk van de verschuiving naar een contractueel aanwervingsbeleid. Intussen wil de provincie het onderscheid tussen de rechtsposities van de statutaire en de contractuele medewerkers zo klein mogelijk maken. We zullen de organisatiecultuur onderzoeken en de tevredenheid van het personeel op geregelde tijdstippen opvolgen. De vakorganisaties zijn voor de provincie de partners voor de toekomst. De provincie wil met hen de engagementen uit het akkoord over de opdeling van het toenmalige pensioenfonds integraal en onverkort uitvoeren. Dat doen we door het nieuwe pensioenfonds structureel en definitief van een bufferkapitaal te voorzien. We zullen ook het inmiddels opgerichte kenniscentrum voor lokaal en provinciaal personeelsbeleid duidelijk vorm geven binnen een nauwe en langdurige samenwerking met de Universiteit Antwerpen.

8


1 De provincie

laat u genieten en ontdekken ... Zoals we in de inleiding al aangaven stelt de provincie zich een duidelijk doel. Op maat, gespecialiseerd en voor uw welzijn. Ook op het vlak van vrije tijd en cultuur werken we zo voor u en laten we onze inwoners hun vrije tijd ten volle beleven.

Vrije tijd Vrije tijd is een relatief modern verschijnsel. En toch is het al een basisbehoefte geworden, één die steeds kostbaarder en noodzakelijker wordt. Vrije tijd en levenskwaliteit zijn nauw verbonden. We kennen de gezondheidsvoordelen (zowel mentaal als fysiek), we weten dat het de sociale samenhang bevordert en ook de economische waarde van vrije tijd wordt meer en meer erkend. De provincie Antwerpen wil al langer dat zoveel mogelijk mensen hun vrije tijd kwaliteitsvol, betaalbaar, duurzaam en dichtbij huis kunnen beleven. Door deel te nemen aan recreatie, sport en toerisme. Het blijft dus een brandend actuele ambitie. Een belangrijke taak ook, nu open ruimte steeds schaarser wordt en verder verstedelijkt. De provincie moet daarom toegankelijke open groene ruimte vrijwaren en garanderen voor (natuur-)recreatie en natuurbeleving. En daarom gaan we als provincie resoluut voor een vrijetijdsaanbod dat hedendaags is, laagdrempelig en tegelijk kwaliteitsvol. De publieke toegankelijkheid en het gebruik staan voorop. Voor recreatie, met de groen- en recreatiedomeinen, ligt de klemtoon op ons eigen vrijetijdsaanbod. Voor sport en toerisme richten we ons eerder op het promoten, stimuleren en ondersteunen van derden.

Groendomeinen en recreatieparken De provincie heeft extra aandacht voor recreatief medegebruik. Via ons eigen bovenlokaal aanbod dat verspreid en divers is. Daarnaast stimuleren we ook anderen om hun private, groene ruimte en trage wegen open te stellen en we beschermen het natuurlijk, landschappelijk en levend erfgoed. We spelen deze domeinen verder uit als visitekaartje van de provincie met aandacht voor de regionale knooppuntfunctie. Een ander aandachtspunt is duurzame ontwikkeling. Dat gebeurt op een heel spontane manier. Toegankelijke groene ruimten brengen mensen immers opnieuw in contact met de natuur en maken natuurbeleving mogelijk op een onge-

9


dwongen manier. De provincie werkt ook heel actief aan duurzame ontwikkeling. Zo organiseert ze o.a. gerichte natuureducatieve activiteiten voor scholen. Het is evident dat we daarvoor op een doordachte manier mensen en middelen inzetten en dat we duurzaam investeren in het eigen patrimonium.

Sport Voldoende sporten en bewegen is goed voor de gezondheid, maar daar stopt het niet bij. Sport is ook een tastbaar bindmiddel voor de samenleving. Sport brengt mensen immers bij elkaar, zorgt voor sociale integratie, leert jongeren omgaan met respect, winst en verlies en fair play. Sport maakt mensen trots op hun stad, gemeente of provincie, kortom sport verbindt! Het is deze sociaal-maatschappelijke waarde die centraal staat in het sportbeleid van de provincie Antwerpen. Een beleid waarmee het provinciebestuur versterkend wil optreden voor het Vlaamse niveau en dienstverlenend voor het gemeentelijke niveau. De provincie Antwerpen gaat resoluut voor een uitgesproken bovenlokale taakstelling met de focus op gehandicaptensport (G-sport). De transversale samenwerking met andere beleidsdomeinen is daarbij een belangrijk aandachtspunt. De keuze voor sponsoring van (top)sportevenementen gebeurt zorgvuldig. De uitleendienst voor sportmaterialen wordt geoptimaliseerd.

Toerisme Toerisme Provincie Antwerpen vzw (TPA) is de stuwende kracht achter de ontwikkeling van het toerisme en het toeristisch onthaal in de provincie Antwerpen. Toerisme = economie. TPA wil het toeristisch aanbod helpen versterken en promoten met oog voor de markt. Ze bewaakt en bevordert de kwaliteit ervan. Dat doet TPA met haar regiowerking, door de sector te ondersteunen en door partnerships aan te gaan met het bedrijfsleven, verenigingen, steden en gemeenten en andere overheden. De provincie heeft daarbij bijzondere aandacht voor streekproducten en voor de eigen drank-, eet- en tafelcultuur. Deze marketingopdracht is bovenlokaal, reikt over de provinciegrenzen en ook tot in Brussel en Wallonië. Bestemmingsgericht is zij toegespitst op de regio’s Antwerpse Kempen en Scheldeland. Ook in dit toeristische luik vormt laagdrempeligheid een belangrijk aandachtspunt. Zo zetten we in op initiatieven zoals ‘Toerisme voor Allen’. Daarnaast heeft TPA met de toeristisch-recreatieve bovenlokale routes (fiets-, wandel-, en ruiterknooppunten) ook een belangrijk eigen aanbod ontwikkeld. Deze netwerken willen we verder uitbouwen met de nodige voorzieningen zoals parking, fietsverhuur, sanitair, horeca en bewegwijzering.

Cultuur De provinciale musea onderscheiden zich. Door een nieuwe ‘museumervaring’ aan te bieden, door hun tentoonstellingsaanbod en door hun communicatie. Met hun prijzenbeleid profileren ze zich als toegankelijke musea. De digitale ontsluiting van de collectie wordt deze bestuursperiode een speerpunt.

10


Concreet verzekert de provincie een snelle doorstart van het Zilvermuseum en het Diamantmuseum op een nieuwe locatie. Het Modemuseum wordt onder meer uitgebreid en stelt zijn toekomst veilig op lange termijn. Voor het Fotomuseum investeren we in een depot- en boekentoren. En de samenwerking met Cinema Zuid wordt geëvalueerd en herijkt. De diversiteitswerking van de Arenbergschouwburg krijgt een voorbeeldfunctie. Deze legislatuur zal de provincie investeren in het gebouw en in de exploitatie van De studio. We verzekeren de toekomst van APB De Warande als regionaal kunstencentrum. Het Kasteel d’Ursel en het domein krijgen één beheer met het oog op een breed en kwaliteitsvol publieksaanbod. De provincie heeft de opdracht en de ambitie om de cultuurgids te zijn van het volledige culturele aanbod voor de Antwerpse bevolking. Prospekta vormt daarin het speerpunt. Het Provinciaal Bibliotheek Centrum en de Dienst Cultuurspreiding en Kunsten evolueren tot één aanspreekpunt. Dat ondersteunt gemeenten en bovenlokale culturele projecten. Ruimte voor nieuw artistiek talent, cultuureducatie, kwaliteitsverbetering in de amateurkunsten én kunst in de openbare ruimte. Dat zijn de prioriteiten. Het provinciebestuur bouwt samen met de vzw Festival van Vlaanderen Mechelen/Kempen aan een kwaliteitsvol en publieksvriendelijk klassieke muziekfestival in de provincie. De provincie ontwikkelt een regionaal depotbeleid en richt hiervoor onder meer erfgoeddepots in. We bouwen een kenniscentrum ‘depotbeleid’ uit. De provincie focust op specifieke campagnes voor prioritaire ‘bovenlokale collecties’. Enkele dingen zijn essentieel: de kwaliteitsverbetering van de lokale erfgoedsector, de ondersteuning van de regionale musea en de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten. De provincie coördineert ook de herdenking van W.O. I op haar grondgebied. De provincie ondersteunt de zoektocht naar nieuwe werkvormen die sociale samenhang en een warme samenleving creëren. Dat doet ze samen met het socio - cultureel verenigingsleven. Een buurt of wijk krijgt zo meer veerkracht. Hiervoor maken we gebruik van impulssubsidies.

11

12


2 De provincie

zet in op uw toekomst Onderwijs Tijdens de voorbije bestuursperiode heeft de provincie als inrichtende macht voor haar hele onderwijsaanbod een duidelijke ambitie naar voor geschoven. Het provinciaal onderwijs heeft een duidelijke identiteit en plaats veroverd binnen het Antwerpse onderwijslandschap. Een goed afgelijnd aanbod heeft daar mee voor gezorgd. Ook in de komende bestuursperiode blijven we het onderwijslandschap breed en kritisch bekijken, we sporen relevante onderwijsnoden op die aansluiten bij ons profiel en vullen die in waar nodig. Met het provinciaal secundair onderwijs vullen we regionale behoeften binnen het onderwijs in. Met extra aandacht voor het technisch- en beroepsonderwijs. Onderwijs dat knelpuntberoepen in de regio kan invullen en met aandacht voor nicheopleidingen. Ook binnen het volwassenenonderwijs kiezen we de opleidingen doelgericht: met oog voor de arbeidsmarkt. Het aanbod secundair volwassenenonderwijs wordt efficiënter gemaakt en dat zorgt voor een duidelijk en afgetekend aanbod rond voeding en mode. Het SIRA project in Stabroek blijft procesoperatoren opleiden voor de petrochemie. Ons hoger beroepsonderwijs (HBO5) zorgt voor de ontbrekende trede op de onderwijsladder. We voorzien een aanbod dat naadloos aansluit bij onze professionele bachelors in de hogeschool. Veel aandacht voor de arbeidsmarkt en voor nicheopleidingen dus. En dat trekt de provincie ook door in het hoger onderwijs met een groot aanbod aan professionele bachelors en de kunstenopleidingen. Want als één van de inrichtende machten van de nieuwe Artesis Plantijn Hogeschool zijn we ambitieus. De provincie wil een nieuwe onderwijsinstelling uitbouwen met centraal uitmuntende opleidingen, vakmanschap en betaalbaarheid. We gaan op zoek naar waardevolle en betaalbare internationale ervaringen voor onze studenten. We bekijken het draagvlak voor innovatieve/internationale stageprogramma’s die we samen met het bedrijfsleven opzetten. Naast de inhoudelijke focus is er ook een fysieke integratie. Het volwassenenonderwijs en het hoger beroepsonderwijs kennen een verschuiving: voor een groot deel verplaatst het aanbod zich van de traditionele dagscholen naar de voedingscampus PIVA én naar de (nieuwe) Artesis Plantijn campussen. Die evolueren zo naar echte ‘dag en nachtcampussen’. De provincie heeft een duidelijk traject voor ogen, een weg die ze tijdens deze bestuursperiode verder wil bewandelen. We maken ons als inrichtende macht sterk voor een specifiek en samenhangend onderwijsaanbod.

13


We richten een multidisciplinair opleidings- en kenniscentrum op met een internationaal karakter. Dat zorgt voor opleiding en innovatie binnen de havensector, chemie en logistiek. De belangrijkste doelgroep van het centrum zijn de leerlingen van het provinciaal deeltijds onderwijs. Later komen er ook andere doelgroepen aan bod. De provincie Antwerpen richt dus haar eigen onderwijs in én voert daarnaast ook een netoverschrijdend flankerend onderwijsbeleid. We nemen hier de rol over van de vroegere Vlaamse ‘proeftuinen’. We ontwikkelen projecten en bezorgen de Vlaamse overheid en/of lokale besturen de resultaten en beleidsaanbevelingen. Twee voorbeelden van projecten die er aan komen: het ‘Talentencentrum’ en het implementatietraject ‘maximumfactuur eerste graad’. In samenwerking met het Provinciaal Vormingscentrum Malle bouwt de provincie een Talentencentrum. Dat centrum daagt jongeren uit om hun eigen talenten en vaardigheden te ontdekken en om die te gebruiken wanneer ze later een studierichting of beroep moeten kiezen. Voortgaand op het project ‘maximumfactuur eerste graad’ voeren we ook de maximumfactuur in voor de eigen provinciale scholen. We versterken het traject met goede praktijken. Betaalbare schoolrekeningen voor kwalitatief hoogstaande opleidingen, dat is wat voorop staat. De verschillende instellingen en diensten van de provincie hebben een breed educatief aanbod. Dat moet toegankelijker worden en daarom komt er een cel onderwijsondersteuning binnen het flankerend onderwijsbeleid. Met onze bestuursschool Inovant, ten slotte, wordt de provincie meer dan ooit de vanzelfsprekende partner van de lokale besturen voor opleiding, ontwikkeling en HRM. Inovant werkt voortdurend aan kwaliteitsverbetering van het aanbod. Dat doet de school door meer vormingstrajecten op maat te ontwikkelen en ze stimuleert lokale besturen om onderling meer ervaringen uit te wisselen.

Veiligheid De provincie onderzoekt of het Provinciaal Veiligheidsinstituut kan integreren in het APB Campus Vesta, om zo in Ranst één provinciaal veiligheid- en kenniscentrum in te richten. Met het Provinciaal Veiligheidsinstituut (PVI) levert de provincie aanzienlijke inspanningen om het welzijn van de bevolking te verbeteren. Op het werk én thuis. Het PVI speelt daarin al decennialang een voortrekkersrol. Vooral via vorming en bewustmaking. Tijdens deze nieuwe bestuursperiode willen we op de ingeslagen weg voortgaan en een aantal nieuwe accenten leggen. Daarom zal het PVI blijven inzetten op opleidingen en navormingen voor veiligheidsdeskundigen en preventieadviseurs, conform de wet op het welzijn op het werk. Kwalitatief, praktijkgericht en interactief, dat zijn de kernwoorden. Het PVI zal daarvoor zijn opleidingsaanbod uitbreiden tijdens deze bestuursperiode en investeren in een opleiding ‘gedragsmanagement’, een opleiding preventieadviseur niveau 1 en doe-modules in het nog te ontwikkelen doe-labo. Daarnaast zal het PVI ook doeltreffende sensibiliseringscampagnes blijven voeren. Dat gebeurt via een mix van doelgroepen en activiteiten. Zo kan de provincie de hele bevolking informeren, bewustmaken en waar mogelijk een gedragsverandering teweeg brengen. Het uiteindelijke doel blijft hetzelfde: ongevallen vermijden door veiligheidsrisico’s thuis te voorkomen of te beheersen. Tijdens deze bestuursperiode wil het PVI zoveel mogelijk samenwerken met spelers in het veld die lokaal verankerd zijn. Het PVI zal hen ook ondersteunen. Steden, gemeenten, scholen, brandweer, enzo … staan vaak dichter dan de provincie bij de doelgroep en kunnen zo voor een grotere impact zorgen. Er komen ook nieuwe programma’s of samenwerkingsverbanden voor een aantal nieuwe doelgroepen: de sociale eco-

14


nomiesector (i.s.m. het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie), de leerlingen van het buitengewoon onderwijs en de leerlingen TSO/BSO. Het PVI wil ook bij deze doelgroepen de kennis over veiligheid en het gedrag errond verbeteren. Campus Vesta is hét opleidingsinstituut voor iedereen die bij publieke veiligheid betrokken is. De school staat in voor de opleidingen van politie, brandweer, ambulanciers en rampenmanagers. Maar Campus Vesta wil meer zijn dan een plaats waar kennis uit het werkveld wordt doorgegeven aan nieuwelingen. Campus Vesta wil, eventueel in samenwerking met andere provincies, een kenniscentrum worden dat kennis en kunde verzamelt en ontwikkelt voor de korpsen en ambulancediensten. We willen zover gaan dat korpschefs en brandweercommandanten zich automatisch tot de school richten wanneer ze met complexe vraagstukken geconfronteerd worden. Ze weten immers dat er gespecialiseerde kennis aanwezig is. Bovendien zal de deelname aan en het ontwikkelen van (wetenschappelijk) onderzoek ook het onderwijs ten goede komen. De provincie Antwerpen heeft de op één na grootste cluster van chemische bedrijven op haar grondgebied. De haven trekt grote bedrijven aan. Het is essentieel dat deze belangrijke economische activiteiten op een veilige manier plaatsvinden. De korpsen van de brandweer, politie en de ambulanciers moeten voorbereid zijn op calamiteiten, hoe klein de kans ook. Maar ook de chemische bedrijven moeten de mogelijkheid hebben om hun veiligheidspersoneel grondig te trainen. APB Campus Vesta heeft de ambitie om, in overleg met de bedrijfswereld, een tweede brandoefenplaat te bouwen met het oog op industriële en chemische brandbestrijding. Onze korpsen en bedrijven moeten dan niet meer naar het buitenland om te trainen. De provincie onderzoekt of ze een rol kan spelen in de verdere ontwikkeling van nieuwe reglementering qua veiligheid en aanverwante sectoren, zoals bijvoorbeeld de correcte vaststelling van GAS boetes.

Jeugd Een provincie waar alle kinderen en jongeren zichzelf kunnen zijn, waar ze zich kunnen ontplooien en waar ze zich dus goed in hun vel voelen. Dat is waar het provinciaal jeugdbeleid aan wil meewerken. Voor de jeugdwerkorganisaties gelden nieuwe afspraken sinds de interne staatshervorming. De provincie werkt daarom een eenvoudig subsidiereglement uit voor organisaties die kunnen aantonen dat ze een regionale werking hebben en die geen structurele financiering van andere overheden krijgen. Verder onderzoekt de provincie nieuwe manieren om jongeren inspraak te geven en te betrekken bij het beleid van de provincie. We willen ook individuele jongeren bereiken, die niet verbonden zijn aan een jeugdorganisatie. De inspraak hoeft ook niet beperkt te blijven tot de “klassieke” jeugdthema’s, maar kan rustig ook ruimer gaan.

We werken concrete projecten uit rond het thema ‘inclusie’. We bekijken het ruimer. De klemtoon verschuift van jongeren met een beperking naar de bredere groep ‘maatschappelijk kwetsbare jongeren’. ‘Sav(f )e fun’! Onder die noemer blijft de provincie inzetten op sensibiliserende acties rond gehoorschade. Met het project fuifbussen investeren we verder in veilig verkeer van, naar en rond fuiven. Het provinciaal jeugdbeleid heeft deze bestuursperiode bijzondere aandacht voor jeugdcultuur. Het ondersteunen van jeugdcultuur is niet alleen een strategische doelstelling in het huidige Vlaams jeugdbeleidsplan. Eén van de 6 bevoegdheden die door de interne staatshervorming expliciet aan de provinciebesturen wordt toegekend heeft hetzelfde doel: het voeren van een impulsbeleid dat jong artistiek talent ondersteunt. Een provinciaal beleid rond jeugdcultuur zal omwille van deze redenen dus duidelijk vanuit het jeugdbeleid vormgeven worden. In de vorige bestuursperiode werd hiervoor

15


de basis gelegd door het aanstellen van een voltijds jeugdcultuurconsulent. De voorbereidende studie zetten we nu om in acties. De provincie richt zich, binnen het jeugdbeleid, voor jeugdcultuur duidelijk op de meer landelijke gemeenten. We bundelen het aanbod en maken als het ware een ‘catalogus’ van jeugdculturele activiteiten waarop de gemeenten kunnen intekenen. De wedstrijdformules zoals Frappant Pop behouden we met de nodige vernieuwingen.

Noord - Zuid De provincie Antwerpen onderschrijft een universeel aanvaard principe: elke overheid moet een maatschappelijke rol opnemen om inspanningen te leveren die bijdragen tot internationale solidariteit en duurzame ontwikkeling. Dit vertaalt zich in het engagement om minimaal netto 0,7 % van de gewone begroting te besteden aan het Noord –Zuidbeleid van de provincie. Het Noord - Zuidbeleid wil in de eerste plaats het maatschappelijk draagvlak voor Noord - Zuidsamenwerking vergroten binnen de provincie Antwerpen. Met een transparant en participatief ondersteuningsbeleid vervult de provincie een versterkende rol naar scholen, NGO’s, 4de pijlerorganisaties en gemeenten. Samen met het provinciale NME/EDO- expertisenetwerk ligt de focus op bovenlokale educatie- en sensibilisatie initiatieven en op het stimuleren van samenwerking tussen gemeenten. De provincie kiest voor een geïntegreerde visie en beleid rond duurzame ontwikkeling. We zetten in de hele organisatie in op maatschappelijk verantwoord ondernemen, we voeren een duurzaam aankoop- en evenementenbeleid, we kiezen consequent voor Fair Trade, waaronder ook de hoeve- en streekproducten, en ten slotte realiseren we een groeipad naar een klimaatneutrale werking. De provincie Antwerpen kiest voor een bestuurlijke samenwerking met partnerregio’s in de wereld. De versterking en de uitwisseling van bestuurskracht staan centraal en dit vanuit een beleidscoherente visie op internationale samenwerking. Daarvoor worden de huidige werking en de samenwerkingsverbanden met de verschillende regio’s inhoudelijk onderzocht en geëvalueerd. Wanneer de provincie subsidies wil toekennen aan Noord-Zuidprojecten zal ze voortaan beroep doen op een reglement dat is gebaseerd op deze geïntegreerde visie en het beleid rond duurzame ontwikkeling. Projecten met een bovenlokaal karakter en intergemeentelijke samenwerking worden gestimuleerd. De provincie wil actieve wereldburgers maken van haar inwoners. Ook in de nieuwe bestuursperiode zal ze daarom een mondiaal festival organiseren onder de naam Mano Mundo. We doen dat met veel aandacht voor duurzaamheid, interculturaliteit en toegankelijkheid. Essentieel is dat we solidaire ontwikkeling en rechtvaardigheid als basisrechten vooropstellen, in een partnerschap met de brede Noord - Zuidbeweging. Mano Mundo is zo meer dan een mondiaal festival. Het biedt ons als provinciebestuur ook de kans om andere festivalorganisatoren te inspireren en blijvend kennis op te bouwen en door te geven.

16

De provincie zorgt voor u

3 De provincie

zorgt voor u Welzijn Ook voor deze dienst wordt 2014 een kanteljaar. De provincie zal loyaal meewerken aan de uitvoering van de interne staatshervorming. Daarin zijn een aantal kerntaken toegewezen aan de dienst Welzijn. Namelijk sociale planning, impulsbeleid en netwerkvorming. Die laatste taak betekent ook: de samenwerking tussen en binnen de verschillende sectoren bevorderen op bovenlokale schaal. Vanaf 1 januari 2014 staat de Vlaamse overheid zelf in voor alle structurele werkingssubsidies aan de sociale organisaties die ze subsidieert. Deze administratieve vereenvoudiging is een extra steun voor het provinciebestuur om haar impulsbeleid te verfijnen. De dienst welzijn werkt sectoroverschrijdend en gericht op verschillende thema’s en doelgroepen. Sector overschrijdend richt we een Provinciale Welzijnsraad op. Die wordt als het ware het advies- en evaluatieplatform voor het beleid. Wat sociale planning betreft, zal de provincie een actievere rol opnemen. Ze kan dan bepaalde maatschappelijke behoeften, tendensen en accenten die aan het licht komen omzetten in een actiegericht planningsinstrument. Dat gebeurt o.a. met thematische studies. De Sociale Kaart krijgt interprovinciaal een nieuwe injectie. We bouwen de kaart uit tot een efficiënt digitaal sociaal platform, inclusief sociale kaarten ‘op maat’ van specifieke doelgroepen en lokale besturen. Eerder is de provincie al gestart met het promoten van de zorgberoepen, dat blijven we verder doen. In onze hele organisatie willen positief omgaan met diversiteit, in eerste instantie binnen ons eigen personeelsbeleid. We ondersteunen verder ook het verenigingsleven dat actief is in Welzijn. Het thema ‘Gelijke Kansen’ wordt een leidthema voor het welzijnsbeleid. We zetten daarvoor de hele organisatie in. Intern inspireren we, in samenspraak met deze doelgroepen en met experts, tot een beleid voor het ganse provinciebestuur en alle beleidsdomeinen. Extern voeren we een voorbeeldbeleid. De gemeenten zijn hiervoor onze eerste partners. We ondersteunen regionale netwerken van vrouwelijke mandatarissen. De dienst welzijn werkt, zoals hierboven gezegd, ook thema- en doelgroepgericht. Een eerste thema is armoede. Tijdens deze nieuwe bestuursperiode krijgt een erg actueel onderwerp onze bijzondere aandacht: jongeren in armoede. Dit wordt toegevoegd aan het globaal armoedebeleidsplan dat startte in 2010. We blijven de provinciale voedselbank van nabij opvolgen en we ondersteunen de inclusieve sociale kruideniers en buurtwinkels via impulsen. Het gaat hier in het bijzonder om de winkels die door vrijwilligers worden open gehouden. De provincie zet ook in op ouderenbeleid. Het Provinciaal Overleg Ouderenzorg kent een nieuwe start. Zo kan het de samenwerking in de sector ondersteunen en aanzetten tot vernieuwing. We denken hierbij aan de uitbreiding van de nachtzorg, crisishulp en zorg rond dementie. Het Digitaal Netwerk Centra voor Kortverblijf en het elektronisch zorgplan worden verfijnd. 17

De provincie zorgt voor u

Naast ouderen hebben we ook aandacht voor jongeren met jeugdwelzijn. Via studie en impulsen krijgt de preventie van zelfdoding bij jongeren onze bijzondere aandacht. Onze regierol voor de bijzondere jeugdbijstand wordt onderstreept in onze stimulansen tot samenwerking. Zo kunnen we uiteindelijk komen tot een sluitend en kwaliteitsvol hulpaanbod en kunnen we verder krachtgerichte methodieken voor het cliëntoverleg uitwerken. Ook bij Triple P hebben we specifieke aandacht voor kwetsbare doelgroepen. De zorg voor personen met een beperking is een ander thema. Het Provinciaal Coördinatiepunt voor Personen met een Beperking ondersteunt de registratie, het regionaal overleg en de planning en blijft zo een betrouwbare referentie in de sector. We moedigen de samenwerking tussen de verschillende sectoren, zoals thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg en integrale jeugdhulp sterk aan. We dragen verder bij tot de ontwikkeling van vernieuwende projecten rond intrafamiliaal geweld (IFG). Zoals het project CO3. Dat project realiseert en promoot een multidisciplinaire ketenaanpak bij intrafamiliaal geweld. Waar mogelijk, assisteren we bij de realisatie van meer woonzekerheid voor zeer kwetsbare doelgroepen. We denken dan aan legale en kwaliteitsvolle oplossingen voor alle types van huisvesting. We ontwikkelen een beleidsvisie rond precaire, kleinschalige woonvormen en zoeken mee naar bovenlokale, duurzame oplossingsstrategieën hiervoor. Het Centrum voor Toegankelijkheid Provincie Antwerpen (CTPA) adviseert, sensibiliseert en informeert over toegankelijkheid in ruime zin. Het doet dat voor ons eigen bestuur, voor de lokale besturen en voor het brede publiek. Het CTPA geeft technisch advies over toegankelijkheid bij stedenbouwkundige vergunningen voor publieke gebouwen en het controleert of er aan de opgelegde voorwaarden voldaan wordt. We onderzoeken of het mogelijk is om een provinciale mobiliteitscentrale voor aangepast vervoer (MAV) op te richten. Die centrale zou de dienstverlening gebiedsdekkend kunnen maken en zo wordt de gebruiker zo snel en zo dichtbij mogelijk geholpen. Tenslotte zijn er ook verschillende buitendiensten. De Provincie draagt het Provinciaal Centrum voor de Opsporing van Metabole Aandoeningen (PCMA) tijdens deze bestuursperiode over aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. De hoofdopdracht van het documentatiecentrum Docatlas blijft hetzelfde. Het centrum maakt het mogelijk om materialen te verspreiden die de kennis van het Nederlands bevorderen. De provincie zal Docatlas in het begin van deze bestuursperiode omvormen tot een autonoom provinciebedrijf (APB). In dat licht bekijken we ook de huisvesting. Met de vzw Kinsbergen – Gielsbos. draagt de provincie bij tot een kwaliteitsvol, representatief zorgaanbod. In haar eigen voorziening worden de zwaar zorgbehoevenden begeleid en ondergebracht en dat met de nieuwste inzichten. Voor de tweedelijnszorg wil de provincie de meest geavanceerde mogelijkheden en technische hulpmiddelen bieden voor testing.

18

De provincie werkt aan uw werkgelegenheid

4 De provincie

werkt aan uw werkgelegenheid Economie, Innovatie en Internationale samenwerking Meer dan ooit bundelen we de krachten. De Dienst Economie en Internationale Samenwerking (DEIS), POM Antwerpen, Het Provinciaal Havencentrum Lillo, Kamp C en INNOTEK geven samen vorm aan het economisch beleid van de provincie. Zo zorgt DEIS voor het voorbereidend werk en anderen voor de uitvoerende kant. DEIS zal voor nauwkeurige economische informatie zorgen, naast algemene statistische data en grondige inzichten. Allemaal gericht op en afgestemd met andere beleidsdomeinen en externe partners. De dienst zal, samen met de Universiteit Antwerpen, ook een economische barometer uitwerken. We hebben immers vlotte en bruikbare statistische gegevens nodig om het economische beleid van de provincie goed te kunnen plannen. Deze statistieken voeden de sociaal - economische acties van de provinciale instellingen en dienen als referentiekader voor de steden en gemeenten en de partners in de sociaal - economische streekontwikkeling. De economische speerpuntsectoren. Die staan centraal in de economische agenda voor 2013 tot en met 2018. Transformatie en innovatie verankeren de sectoren chemie en life sciences, bouw, metaal, logistiek, agro-complex, creatieve industrie,… in onze regio. Samen met de sectoren en kennisinstellingen gaan we op zoek naar nieuwe (cross-) sectorale innovatie niches. We gaan zo verder op de weg die is ingeslagen tijdens de voorbije bestuursperiode. Het vormen van een visie over het aanbodbeleid per subregio staat voorop. Omtrent de inplanting van grootschalige detailhandelsvestigingen, zal de provincie verder bouwen op de provinciale visie die eerder werd uitgetekend. De provincie vraagt een vergunningsbevoegdheid in het kader van de geregionaliseerde socio-economische vergunningen. De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen werkt verder aan de opbouw van een ijzeren voorraad aan bedrijventerreinen. Open ruimte is schaars en daarom focussen we op het activeren van brownfields en verouderde sites. We werken ook voorbeelden uit waarbij geclusterd wordt en waarbij bedrijventerreinen minder ruimte in beslag nemen. De provincie neemt haar regisseursrol op. Het daadwerkelijk ontwikkelen van bedrijventerreinen blijft een kerntaak voor POM Antwerpen. We versterken drie projecten: Bestemd onbenut, Onderhandelingsteams en Activeringsteams. De huidige ontwikkelingen worden in deze legislatuur afgerond. POM Antwerpen zal steden en gemeenten en externe partners begeleiden en expertise delen. We evolueren van generalistische naar gespecialiseerde bedrijvencentra. De provincie brengt de coördinatie van onze eigen bedrijvencentra onder één hand. Duurzaamheid is cruciaal en staat centraal, ook wat parkmanagement betreft. Wanneer het voor een economische meerwaarde zorgt, zetten we in op internationale samenwerking. We toetsen ook de hui-

19


dige samenwerkingsverbanden aan deze voorwaarde. De samenwerking met de omliggende regio’s wordt echter wel uitgebreid. Om haar economische agenda te realiseren zal de provincie de middelen uit de Europese structuurfondsen en Europese programma’s optimaal benutten. De Vlaams-Nederlandse Delta (VND) is een lichte netwerkstructuur. Binnen deze structuur pakken we grensoverschrijdende en essentiële randvoorwaarden voor een sterk speerpuntenbeleid samen aan. Met dit bestuurlijk overleg rond mobiliteit, logistiek, infrastructuur, ruimtelijke orde en energiebeleid, willen we zorgen voor een langetermijnvisie op de regio en voor een stabiel ondernemersklimaat. In de schoot van de VND is het zeehavenoverleg (Antwerpen, Gent, Zeebrugge, Rotterdam, Moerdijk en Vlissingen) structureel ingebed. Streekontwikkeling is een provinciale taak bij uitstek. Het beleid rond streekontwikkeling vertrekt vanuit het beleidsdomein economie. Maar ook verschillende andere beleidsdomeinen worden betrokken: onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt, welzijn, sociale economie, leefmilieu, innovatie, mobiliteit, ruimtelijke ordening, toerisme en recreatie, landbouw en platteland. In de eerste plaats gaat streekontwikkeling hand in hand met gebiedsgerichte werking. De provincie volgt de werking van de Regionaal Sociaaleconomisch Overlegcomité’s (resocs) van dichtbij op. Ze onderzoekt hoe de samenwerking het best georganiseerd wordt. Samen met de Vlaamse overheid zijn de steden en gemeenten de belangrijkste institutionele belanghebbenden voor het provinciaal economisch beleid. De provincie vertaalt het Vlaams economisch beleid, net als het Vlaams beleid sociale economie, op maat van de steden en gemeenten en de subregio’s. Het provinciale beleidsniveau vervult zo een scharnierfunctie tussen het Vlaamse beleidskader en de steden en gemeenten. Per decreet is vastgelegd dat de steden en gemeenten moet ondersteunen, ook in hun lokaal economisch beleid. De provincie informeert, faciliteert en begeleidt de steden en gemeenten hierin. En biedt hen een goede dienstverlening. We evalueren de instrumenten die we daar momenteel voor gebruiken. Wat de detailhandel betreft zet de provincie verder in op een beleid dat kernversterkend en duurzaam is. Hiermee voert de provincie de “Winkelnota” van de Vlaamse regering uit. Net zoals het samenwerkingsakkoord detailhandel met de Vlaamse regering, het Agentschap Ondernemen en de VVSG. Het overleg met de belangrijkste belanghebbenden vindt plaats in het provinciaal platform detailhandel (PPD). De interprovinciale studie detailhandel, met de uitbouw van een kenniscentrum detailhandel, stellen we ten dienste van de steden en gemeenten. We bouwen ook de dienstverlening aan de mandatarissen en ambtenaren lokale economie verder uit. Twee dingen staan centraal: een goede communicatie en lokale dienstverlening tussen de steden en gemeenten en hun ondernemingen. De provincie stelt een op maat gemaakt instrumentarium ter beschikking. Dat bestaat uit onderzoek, opleidingen netwerksessies, handleidingen en een elektronisch platform. De economie is wereldwijd volop in beweging. Ook in de provincie Antwerpen is de nood aan innovatie in bepaalde sectoren erg dringend. Denk maar aan de chemiesector. We willen de provincie Antwerpen als een sterke economische regio handhaven. En gaan daarom, samen met de sectoren en kennisinstellingen, op zoek naar nieuwe (cross-) sectorale innovatie niches. Een belangrijk invalshoek hierbij is Cleantech. Cleantech staat voor ‘Clean Technology’ ofwel schone en zuivere technologie. Het gaat over het slimmer uitvoeren van de huidige processen, het zorgen voor nieuwe processen en het zoeken naar totaal nieuwe structuren. De provincie Antwerpen zet in op Cleantech. En start met de speerpuntsector bouw. In de loop van de bestuursperiode willen we dit uitbreiden naar andere speerpuntsectoren. We gaan zo verder op de ingeslagen weg. Om de transformatie en innovatie gestalte te geven zal de provincie inspanningen leveren om de samenwerking tussen alle innovatie actoren te maximaliseren. Zowel universiteit, hogescholen, kennisinstellingen (VITO, innovatiecentra,Kamp C, Innotek, …) als industrie (werknemersfederaties, VOKA, UNIZO,…). Met Kamp C, het Provinciaal Centrum voor duurzaam bouwen en wonen en INNOTEK trekken we voluit de kaart van innovatie. Als centrum voor duurzaam bouwen en wonen wil Kamp C de overgang naar een duurzame samenleving in de provincie Antwerpen versnellen. Hiervoor willen we alle potentiële bouwheren motiveren om de principes van duurzaam

20


bouwen te integreren in (ver)bouwen infrastructuurprojecten. Verder wil Kamp C de vanzelfsprekende partner zijn voor burgers, bouwprofessionelen en gemeenten wanneer die op zoek zijn naar de ondersteuning in de overgang naar een duurzame samenleving. Tenslotte wordt de uitbouw van de provinciale Cleantech antenne (Kamp C) in 2013 versneld. Innotek is in de eerste plaats een incubatiecentrum voor alle innovatieve ondernemingen. Daarnaast wordt er nieuwe bedrijvigheid gecreëerd. Enerzijds via spin-offs en anderzijds via NBD. We zetten Innotek zoveel mogelijk in om de hierboven geformuleerde doelstellingen te realiseren Deze doelstellingen sluiten aan bij de drie prioriteiten uit de Europa 2020-strategie. Slimme groei (een economie op basis van kennis en innovatie), duurzame groei (koolstofarme, concurrerende economie) en inclusieve groei (een economie met veel werkgelegenheid en sociale en territoriale cohesie). Om haar economische agenda te realiseren zal de provincie de middelen uit de Europese structuurfondsen en Europese programma’s optimaal benutten. Dit wordt in het volgende punt uitgebreid toegelicht.

Europa Europa hervormt haar regionaal beleid en heeft daarbij veel aandacht voor de groeistrategie en EU2020. Om dit te realiseren neemt de provincie haar rol als intermediair bestuur op. We bepalen binnen dit kader onze eigen focus. We mikken op een optimale benutting van zoveel mogelijk Europese financieringsmogelijkheden. Dat doen we door het wegwijs maken en het ondersteunen van projecten door een sterkere Europa-werking. Naast de inhoudelijke en technische ondersteuning, bouwen we ook onze financiële ondersteuning verder uit. We verhogen daarvoor het co - financieringsfonds voor Europese projecten. Europa staat heel dicht bij ons. Via onze communicatie en educatie informeren we ook onze burgers en gemeenten over Europa in het algemeen en over de concrete mogelijkheden die we mee (helpen) realiseren. We staan open voor initiatieven die bijdragen tot een betere verstandhouding en het vergroten van het Europees draagvlak.

Sociale economie De Provincie Antwerpen blijft inzetten op de sociale economie. Het is als het ware de hefboom voor kansengroepen op de arbeidsmarkt. We werken daarvoor in 2013 een nieuw beleidsplan uit: ‘Strategische initiatieven’. Dat plan ondersteunt de creatie van 150 kwaliteitsvolle en duurzame arbeidsplaatsen in de sociale economie in de provincie Antwerpen gedurende de bestuursperiode. De Provincie Antwerpen werkt hiervoor nauw samen met de gemeenten en VDAB. Flankerend zullen we in Antwerpen de herbestemming van het voormalige dominicanenklooster en kerk verder invullen. Met de gemeentebesturen wil de Provincie Antwerpen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden oprichten om het lokaal sociaal economiebeleid uit te tekenen. Deze samenwerkingsverbanden zijn maximaal gebiedsdekkend en passen in de Vlaamse decreten daarover. We sluiten een samenwerkingsovereenkomst met VDAB af. Ter ondersteuning van de diverse provinciale beleidsdomeinen zal in het nieuwe beleidsplan sociale economie ruimte voorzien worden om provinciebrede initiatieven uit te werken en te realiseren. Ondermeer in het beleidsdomein milieu, toerisme, veiligheid, openbaar domein willen we samen met de gemeentebesturen deze arbeidsplaatsen realiseren. De Provincie Antwerpen zal initiatieven van clusters van lokale besturen in de toekomst blijven ondersteunen via de

21


klaverbladfinanciering. We proberen hierbij de link te leggen naar het provinciale beleid. In provinciale bestekken voor aankoop van goederen of diensten nemen we sociale criteria op. Zo geven we de maatwerkbedrijven alle kansen tot groei.

Platteland en landbouw We onderbouwen ons landbouw- en plattelandsbeleid met degelijk cijfer- en kaartmateriaal. Zo kunnen we inspelen op de specifieke kansen en knelpunten van het Antwerpse platteland en haar verschillende gebieden. De landbouwkaart voor de provincie Antwerpen zal deze bestuursperiode niet alleen klaar zijn, de kaart moet ook uitgroeien tot een belangrijk beleidsinstrument. Ze kan onder meer dienen om advies te geven over initiatieven van andere beleidsdomeinen. We ontwikkelen ook een provinciale ruimtebarometer. Die dient dan als beleidsinstrument om het provinciaal landbouw- en plattelandsbeleid mee te ondersteunen. We willen alle aspecten van het platteland meenemen in ons beleid en we hebben daarbij bijzondere aandacht voor de landbouw als belangrijke drager van de open ruimte. Via innovatieve projecten stimuleren we het multifunctioneel ruraal ondernemerschap. Plattelandsontwikkeling betekent voor ons gebiedsgericht, gedifferentieerd en geïntegreerd samenwerken met verschillende beleidsdomeinen en belanghebbenden. Zo willen we de vitaliteit en de leefbaarheid van het platteland verhogen. Dit vertaalt zich in een gebiedsgerichte geïntegreerde plattelandsvisie voor onze provincie. De visie van alle sectoren wordt daarin opgenomen. Om dit doel te bereiken nemen wij het projectmanagement voor het Europees Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) op ons . De provincie en de Vlaamse overheid co- financieren daarin. Naast de opmaak van een provinciaal plattelandsontwikkelingsplan en lokale ontwikkelingsstrategieën, informeren en begeleiden wij gemeenten, middenveldorganisaties en provinciale spelers. Zo kunnen zij kwalitatieve plattelandsprojecten opzetten en uitvoeren. Via evenementen zoals PROMinANT laten we het grote publiek kennismaken met het platteland. Onder het logo “Lekkers met streken” willen we onze provinciale hoeve- en streekproducten ondersteunen. We sensibiliseren de producenten en de afzetkanalen, we zorgen ervoor dat de distributie kan plaatsvinden, we ondersteunen gemeenten en we voeren een promotiecampagne voor de consumenten. Naast een economisch doel beogen we ook duurzaamheid, streekidentiteit en -ontwikkeling, toerisme en een draagvlak voor de landbouw. De gebiedsgerichte plattelandsvisie (gebiedsgericht, gedifferentieerd en geïntegreerd) moet gebaseerd zijn op een integrale visie. Landbouw wordt als een belangrijke drager gezien van de open ruimte. En ook als een belangrijke economische sector. De landbouwsector vindt in de provincie dan ook een partner om de gangbare landbouwactiviteiten in te passen in het maatschappelijk en sociaal weefsel. Zo moet er bijvoorbeeld bij PDPO en Leader plaats zijn voor milieu en natuur, naast landbouw en platteland. De provincie ontwikkelt een langlopende toekomstvisie voor de Hooibeekhoeve, in combinatie met het Prinsenpark. In de vorige bestuursperiode werd op de Hooibeekhoeve een landschapsarchitecte vast in dienst genomen. Zij ondersteunt land- en tuinbouwers die willen werken aan de landschappelijke integratie van hun bedrijf en vanuit hun bedrijf. De focus ligt hierbij in eerste instantie op de bedrijfsvoering en de beeldkwaliteit. We zetten ook de werking verder van het proefbedrijf Pluimveehouderij en de glastuinbouwdossiers in Hoogstraten, BoechoutRanst en Sint Katelijne Waver. Dat gebeurt via de POM. Via het witboek interne staatshervorming is er een hervorming op komst van de provinciale landbouwkamers. Het is voor ons essentieel dat de landbouwkamer een orgaan blijft dat de provincie adviseert vanuit landbouwkringen. Naast het volkstuinenbeleid (zie ook verder in het hoofdstuk milieu en natuur) onderzoeken we de mogelijkheden van een beleid rond pluktuinen. De provincie moedigt ook stadslandbouw aan. 22


5 De provincie

geeft u ruimte Milieu en natuur Als overheid wil de provincie Antwerpen het goede voorbeeld geven. Daarom zetten we blijvend in op het verkleinen van de milieu-impact van onze organisatie. We rollen het ISO14001 milieumanagementsysteem verder uit. Met dat systeem kunnen we duurzaamheid concreet, objectief en aantoonbaar maken in onze organisatie. En dat vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. We tonen dus de goede weg. Met onze eigen bedrijfsvoering en (internationale) best beschikbare technieken integreren we maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) organisatiebreed in beleidsmaatregelen. We blijven inzetten op het duurzaam maken van het aankoopbeleid en van onze evenementen. We willen ook sociale criteria verder verankeren in de provinciale overheidsopdrachten. We zetten eens te meer in op duurzame ketens van leveranciers en/of diensten. Tegelijk investeren we in innovatie rond duurzaam ondernemen. Via het MVO-charter maken we duurzaam ondernemen zichtbaar en doenbaar in de provincie Antwerpen. Zo bieden we vanuit onze eigen expertise en ervaring een algemeen kader. Binnen dat kader kunnen we op maat van de organisatie of het bedrijf op een praktisch manier werken aan de integratie van MVO. Ook als het over klimaatbeleid gaat, nemen we onze verantwoordelijkheid. In 2020 is onze organisatie klimaatneutraal. Het provinciaal klimaatplan vormt de leidraad om dat doel te behalen. Als onderdeel daarvan willen we het provinciaal patrimonium dus duurzamer maken en inzetten op de aankoop en/of productie van hernieuwbare energie door zowel de provinciale als lokale overheden, particulieren als bedrijven . We ondersteunen gemeenten in hun klimaatbeleid en trachten via provinciale campagnes ook burgers aan te zetten om ook hun steentje bij te dragen. De provincie Antwerpen wil ook in de toekomst blijven inzetten op het verhogen van de bestuurskracht van de gemeenten in onze provincie. Want werken aan milieu, natuur en landschap is een verhaal van bovenlokale samenwerking. Samenwerking tussen de verschillende overheden en andere partners op het terrein, dat is de sleutel om mensen en middelen efficiënt in te zetten en te komen tot succesvolle terreinrealisaties. De regierol van de provincie vormt de allereerste basis voor een geïntegreerd gebiedsgericht beleid. Bossen leveren een belangrijke bijdrage in de strijd tegen de opwarming van de aarde en CO2-concentraties. De provincie kan een belangrijke rol spelen als bovenlokaal bestuur. Tijdens de volgende bestuursperiode kunnen we de voortschrijdende ontbossing in Vlaanderen tegengaan en meer bosuitbreiding realiseren op daartoe bestemde gronden. De provincie moet de initiatieven van burgers, grote en kleine middenveldorganisaties, overheden, bedrijven, … ondersteunen. Dat kan als rechtstreekse partner of onrechtstreeks via de bosgroepen, regionale landschappen of lokale besturen.

23


De regiowerking zal ook in de toekomst een ondersteuningsaanbod uitwerken op maat en afgestemd op de noden van de gemeenten. Met het Provinciaal Instituut voor Hygiëne beschikken we over een performant overheidslaboratorium met veel expertise inzake milieu en gezondheid. Vanuit de opgebouwde expertise willen we een interprovinciaal kenniscentrum mee vorm geven. De aanwezige expertise zal optimaal ingezet worden in het onderbouwen van het provinciale leefmilieubeleid. Geluid en stilte, groen en gezondheid zijn twee van de mogelijke te vormen tandems. De provincie zet sterk in op biodiversiteit. We beschikken immers over tal van instrumenten die de biodiversiteit in onze provincie positief beïnvloeden. Denken we maar aan de groendomeinen, vzw Kempens Landschap, ruimtelijke uitvoeringsplannen, waterlopenbeheer, vergunningen, biodiversiteitsscans voor bedrijven,… Deze instrumenten zetten we in om complementair te zijn aan de economische en/of landbouwactiviteiten. Vanuit een samen sterk verhaal zorgt de provinciale studiedienst natuur en landschap voor de inhoudelijke onderbouwing. Vertrekkend vanuit de landschapsbeelden biodiversiteit wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het vergroten en/of het verbeteren van de biodiversiteit. Het bereik multifunctionele groene infrastructuur in onze provincie vormt hierbij een belangrijke focus. De gemeenten worden op een wervende wijze ondersteund

Landschap Kempens Landschap, de regionale landschappen en bosgroepen zijn onze bevoorrechte partners wanneer we projecten, samen en in overleg met alle betrokken belanghebbenden, op het terrein vormgeven. Als intermediair bestuur zal de provincie Antwerpen een vooraanstaande rol op nemen in samenwerkingsverbanden zoals de regionale landschappen en bosgroepen. We breiden de werking van Kempens Landschap uit, in de mate dat de partners daartoe bereid zijn en de middelen voorhanden zijn. Hoewel we deze legislatuur vooral willen focussen op de verdieping van de huidige werking, is de uitbreiding van het werkingsgebied op termijn mogelijk. Landschapsbeleid vormt de samenhang tussen landbouw, natuur en erfgoed. En is op die manier de motor voor dynamische landschapszorg en streekontwikkeling. We zetten blijvend in op lopende landschapsprojecten zoals de beschermde landschappen, erfgoed- en landschapsverhalen, de landduinen en trage wegen. We coördineren en/of participeren in nieuwe processen zoals de Noorderkempen, het Landschapspark Zuidrand en het strategisch project Rupel. Voor landschapszorg maken we naast de sociale economie ook gebruik van agrobeheersgroepen. De provincie gaat voor een gebiedsgericht beleid en creëert een duurzame economische toekomst. Tegelijk verbeteren we de leefkwaliteit. We creëren een aantrekkelijke omgeving die in evenwicht is met de andere functies van het landschap. Dat is een eerste vereiste om het landschap en bossen multifunctioneel te maken. Er is ook overleg nodig met privé eigenaars over het verder openstellen van hun bedrijven, (kasteel)domeinen, groen- en bosgebieden. Zo kunnen we deels tegemoetkomen aan de stijgende vraag naar omgevingsrecreatie. De provincie moet er dan ook voor zorgen dat het recreatief medegebruik van de groene ruimten wordt uitgebreid. Het Trage Wegenbeleid van de provincie is daarvoor een belangrijke hefboom. Dit beleid omvat een participatief proces. Daarin onderzoeken we zowel de bevestiging als de afschaffing van in onbruik geraakte trage wegen. Zo geven we rechtszekerheid en toegang tot het landschap . De vraag naar volkstuinen in Vlaanderen blijft groot. Uit een studie blijkt dat het belang van volkstuinen zal blijven groeien. Maatschappelijke evoluties, zoals de vergrijzing en het toenemende aantal mensen dat in de stad op een appartement woont, zijn daar niet vreemd aan. De nood verschilt van regio tot regio maar is in absolute cijfers het hoogst in

24


Antwerpen. De vraag blijft echter niet beperkt tot de grote steden. De provincie zal tijdens de komende bestuursperiode een echt volkstuinenbeleid voeren. De provincie kan zo zelf gronden verwerven met de Vlaamse subsidies die hiervoor gecreëerd zijn. Ze kan de gronden dan inrichten op een verantwoorde ecologische en duurzame manier. De provincie Antwerpen maakt werk van een duurzaam leefmilieubeleid. De vele acties die worden opgezet dragen bij aan een duurzamere samenleving. Maar ook doelgroepen zoals burgers, scholen, verenigingen kunnen helpen om milieu- en natuurdoelstellingen te behalen. Educatie en sensibilisatie zijn daarom belangrijke elementen in ons duurzaam leefmilieubeleid. Het Provinciaal Instituut voor Milieueducatie staat ook in de toekomst garant voor een vernieuwend en eigentijds NME/EDO aanbod voor het secundair en basisonderwijs in onze provincie. We blijven inspelen op nieuwe onderwijs- en maatschappelijke ontwikkelingen. Het provinciale team Milieuzorg op School blijft de scholen ondersteunen om milieuzorg op school zelf vorm te geven. Vanuit leefmilieu willen we de trekker zijn van een sterk provinciaal expertisenetwerk inzake NME/EDO. Hierin staan kennisdeling, kruisbestuiving en afstemming centraal tussen alle provinciale educatie-aanbieders, waaronder onder meer de groendomeinen en recreatiecentra. Dit moet resulteren in de opmaak en implementatie van een bovenlokale visie voor een divers NME/EDO aanbod in de hele provincie. Natuurlijk werken we hiervoor samen met interne en externe partners.

Milieuvergunning De provincie Antwerpen vormt de motor van de Vlaamse economie. Om een goed ondernemersklimaat te garanderen is het dan ook cruciaal dat we snel en efficiënt milieu(omgevings)vergunningen afleveren. De provincie kan met haar expertise en capaciteit niet alleen een grote stroom dossiers verwerken, ze kan ook ingewikkelde dossiers correct en snel vergunnen. Het juist toepassen van subsidiariteit is belangrijk voor de ondernemers in onze provincie. Naar de toekomst toe willen we verder inzetten op e-government (e-loket) zodat de administratieve lasten van de bedrijven dalen en de klantvriendelijkheid toeneemt. Het invoeren van een permanente vergunning zit in de pijplijn. Vandaag is de milieuvergunning met beperkte termijnen een goed instrument om ondernemingen aan te zetten tot innovatie en duurzaam ondernemen. Dat komt een leefbare en gezonde leefomgeving ten goede. De provincies willen ook na het invoeren van een permanente vergunning hun verantwoordelijkheid opnemen en een belangrijke bemiddelende rol blijven spelen. Een gewijzigde vergunningsprocedure betekent ook dat het handhavingsbeleid moet worden aangepast. Ook hier wil de provincie als intermediair bestuur een actieve rol opnemen. Zo dienen er duidelijke bevoegdheidsverdelingen en afspraken te worden gemaakt tussen de lokale toezichthouders en andere provinciale en gewestelijke entiteiten die toezichtacties uitvoeren. Er is de vraag om het aanbod van ondersteunende instrumenten te centraliseren, zoals opleiding en organisatorische tools. Vanuit haar expertisenetwerk kan de provincie daar een antwoord op bieden. Zo kan ze bijvoorbeeld een lerend netwerk opzetten dat iedereen die bij de handhaving betrokken is samen brengt.

Energie en duurzame ontwikkeling De provincie Antwerpen organiseerde al drie keer een massale groepsaankoop groene energie. Ze gebruikte daarmee uitdrukkelijk haar schaal in het voordeel van haar inwoners. Nadat we onze kennis deelde met de andere provincies, zien we de concurrentie op de energiemarkt eindelijk spelen. Mensen stappen sneller over naar een goedkopere leverancier en door het wegvallen van verbrekingsvergoedingen zijn ze niet meer opgesloten in hun huidige energiecontract. Naast een onmiddellijke effect, namelijk lagere energierekeningen, heeft de Antwerpse groepsaankoop groene energie dus heel wat in gang gezet.

25


Toch blijft de markt van energieleveranciers en -contracten een complexe markt om wegwijs in te worden. Er liggen nog heel wat uitdagingen op het gebied van advies en dienstverlening. Ook in deze bestuursperiode wil de provincie een partner blijven van haar burgers in hun zoektocht naar de meest voordelige groene stroom- en gastarieven. We zoeken naar de meest optimale methodes om dit te realiseren. De groepsaankoop energie voor bedrijven, een organisatie van POM Antwerpen, Limburg en West-Vlaanderen, wordt verder georganiseerd en uitgedragen bij de Antwerpse bedrijven, kmo’s en zelfstandigen. We willen ook andere vormen van samenwerking met het bedrijfsleven onderzoeken om het duurzaam energiegebruik/productie te stimuleren. We achterhalen of we een rol kunnen spelen in duurzame energieproductie en of we een deel van het ‘eigenaarschap’ hiervan bij burgers kunnen leggen. We bekijken of en hoe we burgers kunnen laten participeren in bijvoorbeeld windmolenparken of andere vormen van duurzame productie met de provincie als initiatiefnemer of partner. We werken efficiëntere procedures uit en creëren hiervoor een maatschappelijk draagvlak. De energie-efficiëntie van het eigen patrimonium wordt doorgelicht. We achterhalen waar we het energie-performanter kunnen maken en waar we hernieuwbare energie kunnen inzetten. Met de budgetlijn ‘projecten groene stroom’ blijven we duurzame investeringen doen.

Waterbeleid Het integraal waterbeleid wordt sterk door Europa beïnvloed en vraagt een gedreven bovenlokale speler die in samenwerking met de lokale besturen een duurzaam en geïntegreerd waterbeleid kan realiseren. De provincie Antwerpen gaat deze uitdaging gretig aan en wil van een dynamisch Integraal Waterbeleid haar handelsmerk maken. De betrokkenheid van de diverse maatschappelijke geledingen blijft, naast die van de lokale besturen, zeer belangrijk. De provincie zal blijvend inzetten op een proactieve en constructieve samenwerking met de landbouw- en de natuursector. De stuwtjesprojecten in de Noorderkempen verdienen navolging. Dat project wil komen tot waterbeheersing via vrijwillige, actieve inzet van landbouwers. Ook de samenwerking met de lokale besturen zal, zeker bij een bevoegdheidsoverdracht van het gemeentelijke waterlopenbeheer naar de provincie, nog opgedreven worden. Deze bevoegdheidsoverdracht betekent een financiële ontlasting voor de gemeente, in overeenstemming met het witboek. De provincie Antwerpen beschouwt het beheer en onderhoud van de provinciale waterlopen bovendien als een van haar belangrijkste kerntaken, ook de waterlopen die door de gemeenten overgedragen worden aan de provincie. Het huidige kwaliteitsniveau wordt minstens behouden. Historische slibophoping wordt aangepakt en geflankeerd door de nodige maatregelen opdat het watersysteem als geheel niet negatief wordt beïnvloed. Het zwaartepunt van het provinciale waterbeleid blijft: ‘ruimte voor water’. De provincie zal zowel overstromingsgebieden blijven aanleggen, als initiatieven nemen om bestaande overstromingsgebieden te vrijwaren en te optimaliseren. Hierbij zullen we rekening houden met het huidige landgebruik en de erfenissen van het vroegere waterlopenbeheer. De huidige samenwerking met de dienst Ruimtelijke planning inzake de signaalgebieden wordt verdergezet. De bestrijding van invasieve watergebonden exoten en de sanering van vismigratieknelpunten blijven belangrijke aandachtspunten. De provincie zal met het oog op een daadkrachtig Integraal Waterbeleid verder beroep doen op een mix van instrumenten zoals een gericht aankoopbeleid, een adviesverlening en planologische processen. De provincie zal, indien haar de kans wordt geboden, ook een actieve rol spelen in de nieuwe bekkenwerking. De provincie blijft verder investeren in mensen en middelen om haar toekomstige rol als bovenlokale waterloopbeheerder en als belangrijke actor in de aanpak van de overstromingsproblematiek waar te kunnen blijven maken.

26


6 De provincie plant voor u

Ruimtelijke planning Het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen dateert van 2001. Het grootste gedeelte van de acties die in dit plan staan is uitgevoerd. We starten dan ook met een globale herziening van het provinciaal ruimtelijk structuurplan. We stemmen dat plan maximaal af op het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. We zorgen ervoor dat er een strategisch en realisatiegericht beleidsplan wordt gemaakt, met aandacht voor zuinig ruimtegebruik en kernversterking. Op basis van dit vernieuwd structuurplan zal de provincie haar ruimtelijk beleid verder vorm geven. We maken daarvoor kaderplannen en provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen op. Die moeten een goede basis vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen. We zullen dit jaarlijks vastleggen in een jaarprogramma ruimtelijke ordening. In eerste instantie zetten we in op de lopende projecten rond water, de bestemming van bedrijventerreinen en de afbakening van de kleinstedelijke gebieden. Ook bij de opmaak van kaderplannen moeten we inspraak van bevolking en sectoren waarborgen. De provincie onderzoekt vernieuwende manieren om inspraak mogelijk te maken. Maar de provincie wil verder gaan. Het beleid legde eerder in het eerste structuurplan de ruimtelijke en juridische randvoorwaarden voor acties vast. Dat willen we ombuigen naar een actiever beleid. Een beleid dat op projectmatige basis mee oplossingen zal uitwerken voor ruimtelijke problemen. We stappen af van een zuivere sectorale aanpak en streven naar een globale visie voor een gebied die sectoren overschrijdt. De provincie wil hierbij inzetten op strategische gebieden. We gaan verder dan louter planmatige oplossingen, we zetten ook in op de effectieve realisatie op het terrein. Het speerpunt voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid? De provincie wil inzetten op een ruimtelijk beleid dat zoveel mogelijk rekening houdt met regionale en gemeentelijke eigenheid, binnen de hoger vastgelegde ruimtelijke beleidskaders. Daarnaast willen we aan de gemeenten een begeleiding op maat aanreiken en hen actief ondersteunen in de verdere ontwikkeling van hun ruimtelijk beleid.

Stedenbouwkundige beroepen Een kwalitatieve en laagdrempelige procedure voor stedenbouwkundige beroepen. Daartoe engageert de provincie zich. Dat betekent dat de beroepen binnen de gestelde termijnen worden behandeld. De provincie waakt over de rechtvaardige en billijke toepassing van bestaande beleidslijnen en wetgeving. De provincie is principiële voorstander van een omgevingsvergunning. Stedenbouwkundige en milieuvergunningen worden geïntegreerd, zo komen we tot een transparant vergunningsysteem en koppelen we tijdwinst en efficiëntie. De provincie zal actief meewerken aan de opstart van de omgevingsvergunning en zal zich voorbereiden om dit systeem in te voeren. 27


Gebiedsgericht beleid Het nemen van initiatieven met het oog op gebiedsgerichte samenwerking, dat is volgens het provinciedecreet één van de provinciale taken bij uitstek. De provincie wil zich hier verder in engageren door volgende projecten, die nu al lopen, verder te zetten. SS Kempense meren SS De Rupel SS Scheldeboord (Hemiksem-Schelle) SS Het bebouwd perifeer landschap (Brasschaat, Schilde, Schoten, Kapellen, Zoersel) SS De fortengordels rond Antwerpen SS De Merode SS Glastuinbouw regio Hoogstraten SS Glastuinbouw regio Boechout-Ranst SS Noorderkempen SS Albertkanaal Antwerpen-Schoten SS Landschapspark Zuidrand Als er zich kansen voordoen of wanneer er in de gemeenten noden worden opgemerkt, dan kunnen er nieuwe projecten worden opgezet. De provincie zal zich ook inspannen om mee te werken aan de uitvoering van het Vlaams ruimtelijk beleid en projecten in dit kader opstarten.

Mobiliteit Het fietsbeleid blijft een speerpunt in het mobiliteitsbeleid van de provincie. De provincie wil het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk verder helpen uitbouwen en ontwikkelen. Met een actief subsidiëringsbeleid stimuleren we de gemeenten en de stadsdistricten om de gemeentelijke fietspaden te verbeteren. De provincie zal hierbij als steunpunt voor de gemeenten optreden. We zullen met onze expertise en terreinkennis het gemeentelijk fietsbeleid begeleiden. Maar de provincie wil zich zelf ook inzetten voor realisaties op het terrein. De realisatie van de fietsostrades helpen we in het bijzonder voort door op strategische plekken mee de kunstwerken (tunnels, fietsbruggen, …) aan te leggen. We werken de volgende fietsverbindingen verder af: fietsostrade Antwerpen - Essen, fietsostrade Antwerpen - Mechelen, fietsostrade Herentals - Balen en de verbinding havengebied - noordoosten Antwerpen. Verder zet de provincie in op de aanleg van nieuwe bijkomende fietsverbindingen tegen 2018. De provincie neemt een rol op in het project ‘veilig fietsen’ in de haven en neemt zo deel aan het centraal netwerk voor de verdere ontwikkeling van de Antwerpse haven. De provincie moedigt het gebruik van het openbaar vervoer aan en heeft hierbij bijzondere aandacht voor veilige fietsstallingen rond stations. De provincie zal zich opstellen als kwaliteitsbewaker voor het fietsbeleid en het openbaar vervoer in de gemeentelijke en andere begeleidingscommissies. Er is een gebiedsgerichte aanpak van de mobiliteitsproblemen in de provincie Antwerpen nodig. De provincie Antwerpen wil samenwerking stimuleren tussen overheden om zo oplossingen voor mobiliteit te creëren. De provincie moedigt de intergemeentelijke samenwerking aan binnen het convenantenbeleid. Als het van de provincie verlangd wordt, dan

28


zorgt ze voor overleg over de mobiliteitsdossiers rondom Antwerpen en ondersteunt ze dat overleg ook. De provincie engageert zich om de acties van de mobiliteitsstudie Noorderkempen verder uit te werken, samen met de gemeenten. Er wordt deze bestuursperiode ruimte gemaakt voor een analoge studie in een andere regio. De provincie wil meedenken over de uitbouw van voorstedelijk (openbaar) vervoer rond Antwerpen, Mechelen en Turnhout. De Lightrailnetwerken krijgen daarbij de nodige aandacht. In al deze acties zal de provincie nauw samenwerken met de vervoersmaatschappijen De Lijn en NMBS. De provincie wil bedrijven in de provincie Antwerpen blijven aanmoedigen om duurzaam woon-werkverkeer te ontwikkelen. Het provinciaal mobiliteitspunt zal deze bedrijven met raad en daad bijstaan. Het mobiliteitspunt wil ook ontwikkelaars van bedrijventerreinen ondersteunen bij de inrichting van een bedrijventerrein in functie van duurzaam woon-werkverkeer. De provincie wil een rol spelen in mobiliteitseducatie en sensibilisatie. Met het project ‘Label10op10’ bieden we zowel de scholen als de gemeenten en de stadsdistricten de nodige ondersteuning in hun lespakketten rond mobiliteit en verkeersveiligheid.

29


30


7 De provincie,

tot uw dienst Infrastructuur en dienstverlening Het succes van de beleidsinitiatieven wordt in grote mate bepaald door het feit of er voldoende middelen zijn bij de ondersteunende diensten. Het gebouwenpatrimonium en alle diensten die noodzakelijk zijn om het comfortabel te gebruiken, vormen een niet onbelangrijke vaste kost. Een kost die permanent blijft toenemen en weegt op de beleidsvoering. In meerdere gevallen ontstaat er een onevenwicht tussen de beschikbare middelen en de dienstverlening die er gevraagd wordt. Dat brengt de kwaliteit van het patrimonium en de dienstverlening in het algemeen in gevaar. Het bestuur zal dan ook inzetten op zuinig, doch oordeelkundig gebruik van de beschikbare middelen. Zo kunnen we het gebouwenpatrimonium en de dienstverlening, die in en rond dit vastgoed noodzakelijk is, verder in stand houden en uitbouwen. We maken een grondige analyse van het patrimonium en onderzoeken een mogelijke inbreiding van het vastgoed. Daarmee trachten we budgettaire ruimte te creëren. De opmaak van masterplannen per beleidsdomein moet toelaten om een globale visie rond het provinciale vastgoed te ontwikkelen en een evenwichtige meerjarenplanning voor onroerende investeringen op te maken. Nieuwe behoeften moeten op tijd worden voorzien, zo raken we weg uit actie-reactie en kan deze ondersteunende dienst zijn rol ten volle spelen. De bouw van het nieuwe provinciehuis blijft voor deze dienst evenwel het belangrijkste project voor de komende jaren, waarmee ook werk wordt gemaakt van inbreiding, efficiënter werken (waaierwerken) en kostenvermindering. Het departement logistiek zelf bouwen we verder uit tot een geïntegreerd facilitair departement. Dat krijgt de aangepaste middelen ter beschikking om een kwaliteitsvolle klantenbenadering en dienstverlening te kunnen bieden. De ambitie is om, in overleg met alle sectoren, voor de hele provincie een aankoopsysteem uit te werken en verder uit te bouwen. Binnen dat systeem integreren we onder meer milieu, sociale economie, eerlijke handel, lokale en streekproducten. Ook hier krijgen alle gemeenten dit instrument ter beschikking zodat ze hun aankoopbeleid kunnen verduurzamen. Tegelijk zal de provincie inspanningen leveren om lokale ondernemers hierin te laten participeren, in overleg met de sector.

31


Communicatie De provincie heeft haar rol in het bestuurlijk landschap gevonden. Er is een nieuwe, duidelijke taakverdeling tussen de provincie, Vlaanderen en de lokale besturen en dus is het ook tijd voor een vernieuwde communicatiestrategie. Dat wil zeggen dat we op een heldere, doelgerichte manier communiceren over het beleid. De heruitgevonden provincie krijgt een nieuw gezicht met een eenvoudige en klare huisstijl. We ontwikkelen een overkoepelend merkverhaal. Dat verhaal verbindt de producten en diensten van de provincie met elkaar vanuit een duidelijk organisatieperspectief. Wat provinciaal is dient als dusdanig herkenbaar te zijn. Het organisatiebreed marketing- en communicatieplan is het instrument dat richting geeft aan alle departementen en diensten. Provinciale diensten en instellingen, én hun producten, passen de afspraken in het kader van de merkarchitectuur toe en dragen zo de provinciale identiteit consequent mee uit. We zetten hierbij ook in op het ‘ambassadeurschap’ van het provinciaal personeel. Dankzij een sterke interne communicatie over provinciale projecten en producten zijn onze personeelsleden enthousiaste ambassadeurs die het provinciaal beleid mee uitdragen. We stellen de algemene communicatie over provinciaal beleid voortaan scherp in één heldere, uitnodigende publicatie voor de inwoners van de provincie. De overige communicatie gebeurt in digitale vorm of in samenwerking met derden. We zetten breed in op online informatieverstrekking en dienstverlening. Er komt een nieuwe website die de verschillende doelgroepen (burgers, bedrijven, andere overheden) snel naar de gewenste informatie en dienstverlening loodst. Met een frisse, uitnodigende en functionele website én met de nodige aandacht voor sociale media, zijn we een modern en toegankelijk bestuur voor onze inwoners. Vanuit een samenhangende visie in haar hele communicatiebeleid profileert de provincie zich verder als dé slow-provincie van het land. In veel publicaties komt de provincie immers naar voor als dé plek bij uitstek om “traag” te genieten van wat de regio te bieden heeft. Op alle gebieden: toerisme, recreatie, groen, streekproducten, waterlopen, platteland, steden, cultuur,... De slow-visie wordt vanuit communicatie consequent doorgetrokken. We organiseren regelmatig algemene perstoelichtingen om de politieke besluitvorming toe te lichten.

Ict De provincie hecht veel belang aan ICT. Dat leidde ertoe dat de dienst ICT op het einde van de vorige bestuursperiode omgevormd werd tot een volwaardig departement. Dit schept kansen: naast een eerder interne en ondersteunende rol zal ICT deze bestuursperiode ook een beleidsmatige rol krijgen. We onderzoeken in dat kader hoe we de schaal van het provinciale ICT beleid kunnen inzetten in het voordeel van de burger. Het departement ICT heeft dus een ondersteunende en strategische rol binnen de organisatie. Drie doelstellingen staan daarbij centraal. Ten eerste willen we een krachtige ICT dienstverlening voor de provinciale ‘klanten’. Een efficiënte provinciale website en e-loket functies (de ‘online strategie’) en een efficiënt beheer van klanten- en relatiegegevens zijn het doel. In dit kader ontwikkelen we ook een visie op GIS-dienstverlening aan lokale besturen.

32


Ten tweede willen we een ICT omgeving creëren die de provinciale medewerkers ondersteunt vanuit de provinciale visie op de werkomgeving. De interne papierberg, die dringen we terug. Met een digitale werkomgeving voor het beheer en uitwisseling van documenten en dossiers. Deze omgeving maakt ook de visie op ‘waaierwerken’ mogelijk. Ten derde wil de provincie het departement ICT positioneren als een departement dat steeds in staat is om aan de snel veranderende behoeftes van een moderne overheidsorganisatie tegemoet te komen. Een cultuur van ‘continu verbeteren’, servicemanagement en kennismanagement maakt dit mogelijk. Naast de grote interne projecten BBC, Sindala en Delphi, moeten we als topprioriteit de kwaliteit van de gewone dienstverlening voor het provinciepersoneel waarborgen.

33

34

35

Bestuursakkoord Provincie Antwerpen

Recommend Documents