Gouverneur
vzw
Kinsbergen
Gehandicaptenzorg Provincie Antwerpen
GOUVERNEUR KINSBERGENCENTRUM JAARVERSLAG 2009
Kunstwerk op voorpagina: SUZY VAN DEN LANGENBERGH Kleurige herfstblaadjes 2009 ecoline op papier 39 x 48 cm Suzy Van den Langenbergh is een bewoner van Het GielsBos.
2
Inhoud VOORWOORD
4
vzw gouverneur kinsbergen
7
De cliënten
7
De medewerkers
8
De overlegorganen
9
De financiën
11
Communicatie
12
centrum voor ontwikkelingsstoornissen antwerpen
14
Inhoudelijke werking
14
Extern overleg
20
Werking in cijfers
22
oriëntatiecentrum
50
Tewerkstelling
50
Gespecialiseerd diagnostisch centrum
58
Interne werking
62
Statistische gegevens over het aantal onderzoeken
64
MODEM
Adviesverlening en ondersteuning via consultaties
86
Contacten met externe organisaties
95
Publicaties van MODEM
109
Website
110
Extern gefinancierde projecten
110
Bekendmaking vzw Gouverneur Kinsbergen
114
projectontwikkeling
117
Samenwerkingsverband OpMaat
117
Coördinatiecentrum niet-aangeboren hersenletsel (NAH) Provincie Antwerpen
120
Projecttoegankelijkheid gebouwen
122
Project mobilhome
122
Raad van bestuur
124
Dagelijks bestuur en directie
124
Contactadressen
125
85
Teamsamenstelling
85
Begeleidingscommissie
86
Gouverneur
vzw
Kinsbergen
Gehandicaptenzorg Provincie Antwerpen
3
Voorwoord In 2008 vierde Het GielsBos zijn 30ste verjaardag en
In het Gouverneur Kinsbergencentrum te Wilrijk is
bereikte ons huis het potentieel van 287 bewoners.
er sinds maart 2009 een nieuwe directie en zijn er
Keerzijde van de medaille is echter dat onze woningen nu 30 jaar oud zijn en dringend aan vervanging toe. In 2009 heeft het bestuur van de vzw Gouverneur Kinsbergen – Gehandicaptenzorg Provincie Antwerpen samen met de Vlaamse Bouwmeester een wedstrijd georganiseerd om een nieuw GielsBos uit te tekenen. Architectenbureau DierendonckBlancke kwam als winnaar uit de bus en zowel het hele plan als de woningen afzonderlijk zijn veelbelovend voor de toekomst van de voorziening maar vooral voor onze bewoners. In 2010 en 2011 zullen wij als bestuur onze krachten bundelen om in 2012 met de bouw van de eerste woningen te kunnen starten.
bijkomende initiatieven genomen om de dienstverlening aan mensen met beperkingen verder uit te bouwen. Het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen heeft in 2009 verder geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderzoek en het beheer van de instroom. Daarnaast leverde het COS in 2009 inspanningen om een Europees project in te dienen, zodat het in 2010 vensters en deuren kan opengooien naar partners in Bulgarije en Roemenië. Het
Oriëntatiecentrum
zette
zichzelf
sterker
op de kaart als Gespecialiseerde Arbeidsonderzoeksdienst, met aandacht voor de mens met een (arbeids)handicap als geheel. Modem realiseerde opnieuw meer dan 900 consultaties, zowel over communicatiehulpmiddelen als over computergebruik.
Voorwoord
4
Kortom, onze organisatie kende het voorbije jaar een belangrijke vooruitgang in moeilijke dossiers. De zorg voor personen met een beperking blijft de kern van onze werking. Maar hoe goed die zorg ook gekaderd wordt in beleidslijnen en procedures, de persoonlijke toets en inzet van alle medewerkers, stagiairs en vrijwilligers is onontbeerlijk. Zij verdienen hiervoor een pluim én een bloemetje. Namens het bestuur dank ik alle bewoners, cliënten en familie voor hun vertrouwen en al degenen die door subsidies en giften onze werking mogelijk maken. De voorzitter, Marc Wellens gedeputeerde
Voorwoord
5
Gouverneur
vzw
Kinsbergen
Gehandicaptenzorg Provincie Antwerpen
VZW GOUVERNEUR KINSBERGEN Gehandicaptenzorg Provincie Antwerpen De vzw Gouverneur Kinsbergen – Gehandicapten-
delijke handicap logeren in Het GielsBos, 1
zorg Provincie Antwerpen stelt zich tot doel bij te
kind met een verstandelijke handicap kreeg
dragen tot het welzijn, de maatschappelijke inte-
dagopvang en 1 cliënt verbleef 10 dagen in Het
gratie en de zorg voor personen met een handicap,
GielsBos ten laste van zijn Persoonlijk Assisten-
voor personen met een functiebeperking en voor
tieBudget.
minderjarigen van wie de gelijke ontwikkelingskansen in het gedrang zijn of dreigen te komen door
- In 2009 onderzocht het COS Antwerpen 644
een problematische leef- en opvoedingssituatie.
verschillende kinderen, waarvan 442 probleem-
De cliënten
kwamen en 202 prematuren in het kader van het
- Het GielsBos is een woongemeenschap voor personen met een verstandelijke handicap die
follow-upprogramma. - Het
Oriëntatiecentrum
voerde
433
indivi-
een intensieve ondersteuning nodig hebben voor
duele onderzoeken uit, 111 coördinatiesessies,
alle facetten van het leven. Op 31 december
175 groepsscreeningen, 320 meerbanenplan-
2009 woonden er een totaal van 285 personen:
screeningen, 92 basisscreeningen en 77 loop-
243 volwassen mannen en vrouwen en 42 min-
baanbegeleidingen. Dit geeft een totaal van
21-jarigen. 252 van hen verblijven op het terrein
1196 onderzoeken.
van Het GielsBos in Gierle en 33 in 5 woningen geïntegreerd in de gemeente Beerse.
kinderen die voor een ontwikkelingsonderzoek
Er kwamen ook 7 personen met een verstan-
- MODEM, communicatie- en computercentrum voor personen met een handicap, verrichtte consultaties voor een totaal van 703 cliënten.
vzw Gouverneur Kinsbergen
7
73% van hen zijn individuele cliënten en 27% organisaties. MODEM gaf 116 studiedagen, lezingen, cursussen en workshops voor bijna
DE MEDEWERKERS Op 31 december 2009 waren er 484 personeelsleden in dienst van de vzw.
3000 luisteraars.
titularissen 2009 433
425
6
6
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (COS) Antwerpen
19
16
uit de provincie. Alleen al bij de gespecialiseerde
Oriëntatiecentrum (GA)
18
15
tandarts van Het GielsBos kwamen 158 personen
MODEM, Communicatie- en computercentrum
6
5
met een handicap op consultatie. Andere cliënten
Projectontwikkeling
3
1
ondergaan een aangepast gehooronderzoek bij de
totaal
484
467
Dit brengt het aantal cliënten van de vzw op 2837. Naast deze cliënten biedt de vzw ook ondersteuning aan vele andere personen met een handicap
logopedisten, krijgen advies over aangepaste hulpmiddelen of gebruiken de infrastructuur van Het
Het GielsBos
titularissen 2008
Gouverneur Kinsbergencentrum
Opmerking: Zowel in 2008 als in 2009 was één personeelslid tewerkgesteld in twee voorzieningen.
GielsBos voor vrijetijdsactiviteiten zoals zwemmen en snoezelen.
vzw Gouverneur Kinsbergen
8
De overlegorganen Ondernemingsraad De Ondernemingsraad heeft bevoegdheden van sociale en financieel-economische aard. In dit kader bezorgt de werkgever de leden van de Ondernemingsraad jaarlijks de economische en financiële informatie. Op het sociale vlak mag de Ondernemingsraad advies uitbrengen, suggesties of bezwaren formuleren over maatregelen die de arbeidsorganisatie, de arbeidsvoorwaarden en het rendement kunnen beïnvloeden. De Ondernemingsraad heeft elk jaar weer een drukke agenda. Onderwerpen zoals de procedure voor selectie en aanwerving van personeel, de herprofilering van de woningen van Het GielsBos, de toepassing van de sociale wetgeving in Het GielsBos, de problemen van personeelsleden van Het GielsBos die werken op woningen waar de bewo-
ners agressief gedrag vertonen en het IPA 2009-2010
of moeten uitgebreid worden naar de andere pijlers
(InterProfessioneel Akkoord) werden uitgebreid
binnen Het GielsBos.
besproken. Ook de volgende agendapunten kregen in 2009 speciale aandacht.
In paritair subcomité 319.01 is op 29 mei 2009 een
De laatste jaren nemen meer en meer medewer-
en de financiële bijdrage van de werkgever in de
kers tijdskrediet en ouderschapsverlof tijdens
vervoerskosten van de werknemers afgesloten.
de zomermaanden. Dit bemoeilijkt het opstellen
Deze CAO trad in werking op 1 juli 2009. De aanpas-
van de uurroosters en het vinden van vervangers
singen zijn opgenomen in beleidsnota 2007-002
tijdens die periode. Daarom is in overleg met de
Vervoer en de personeelsleden werden hierover
werknemersafgevaardigden
geïnformeerd.
nieuwe sectorale CAO over het woon-werkverkeer
een
afsprakenkader
over ouderschapsverlof en tijdskredieten tijdens de zomermaanden opgesteld. Dit afsprakenkader biedt een leidraad bij het opstellen van de vakantieplanning en bepaalt de hiërarchie van afwezigheden wanneer er discussie is over de planning. Na evaluatie in het najaar bleken de gemaakte afspraken goed te hebben gefunctioneerd. De betere spreiding van afwezigheden zorgde voor minder druk op de werkvloer. Bekeken zal worden of ze ook kunnen
COMITÉ VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK In het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) overleggen werkgevers– en werknemersafgevaardigden samen om, in overeenstemming met de wetgeving, alle problemen te behandelen die verband houden met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
vzw Gouverneur Kinsbergen
9
Onder impuls van het CPBW werden nieuwe afspraken gemaakt voor het verwijderen en ophalen van restafval in Het GielsBos. De nieuwe afspraken
160
leidden in 2009 tot een besparing van meer dan
140
8000 euro. Het CPBW voerde ook een postercam-
120
pagne in verband met de andere types van afval,
100
aantal containers 2008
80
aantal containers 2009
met het oog op verbeterd sorteren en besparen.
60
besparing in 2009
40 20 0
mrt
apr
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
Besparing op restafval – 2009
vzw Gouverneur Kinsbergen
10
Het CPBW boog zich in 2009 ook over de verkeers-
Op basis van de evaluatie van die oefening zijn
veiligheid op het terrein van Het GielsBos. Door
afspraken gemaakt voor het houden van evacuatie-
doorgedreven snoeiwerk is de zichtbaarheid in de
oefeningen in elke woning van Het GielsBos in de
bochten verbeterd. Er zijn plannen voor een reor-
loop van 2010.
voorzieningen bedragen 27.236.000 euro:
Een ander initiatief van het CPBW had te maken
- COS
1.090.000 euro
met de veiligheid van het rollend materiaal. Nieuwe
- Oriëntatiecentrum
1.019.000 euro
afspraken zijn gemaakt voor het verbeterd onder-
- MODEM
439.000 euro
houd van fietsen,
- Projectontwikkeling
153.000 euro
gingssystemen in de busjes voor bewonersvervoer.
- algemene diensten
333.000 euro
In het kader van het globaal preventieplan is
0%
ganisatie van het rond punt ter hoogte van paviljoen Merel, wat ook de veiligheid van bewoners en personeel ten goede zal komen. Maar er is nog veel ruimte voor verbetering: door de installatie van een U rijdt x km/uur-bord op de hoofdbaan van Het GielsBos is gebleken dat 21% van de chauffeurs nog sneller rijdt dan de limiet van 30 km/u. Naar aanleiding van de installatie van een nieuw branddetectiesysteem in Het GielsBos is in de schoot van het CPBW een nieuwe brandprocedure ontwikkeld en een powerpointpresentatie voor het toelichten van de nieuwe procedure aan de medewerkers van de dagdienst Wonen. In de maand december had een eerste brandoefening plaats op woning L1.
DE FINANCIËN De totale exploitatiekosten van de vzw en haar - Het GielsBos
rolstoelen en rolstoelbevesti-
ook een aanvang gemaakt met de registratie van gevaarlijke producten. Het doel is om op termijn
4%
4%
2%
24.202.000 euro
1% Het GielsBos
een up-to-date lijst van gevaarlijke producten te
COS
hebben, gekoppeld aan een database van MSDS-
Oriëntatiecentrum
fiches (informatiefiches van de leveranciers) en om
MODEM
op basis daarvan eenvoudige maar duidelijke fiches
Projectontwikkeling
te maken voor gebruik op de werkvloer. 89%
Algemene diensten
Exploitatiekosten van de vzw en haar voorzieningen
vzw Gouverneur Kinsbergen
11
Deze kosten worden gefinancierd door: - het VAPH
19.072.000 euro
- de VDAB - de provincie Antwerpen van bewoners/cliënten o.m. Nationale Loterij
van alle stijlkenmerken. Aan het einde van het
1.699.000 euro
zieningen in de vorm zoals deze moet worden
jaar was dit project in die mate gevorderd dat een
neergelegd bij de Nationale Bank van België
bestelling kon worden geplaatst voor kantoordruk-
(incl. sociale balans)
werk – briefpapier, enveloppen, visitekaartjes enz. -
2.555.000 euro
- de jaarrekening 2009 van het Oriëntatiecentrum 3.393.000 euro
zoals deze moet worden neergelegd bij de VDAB - de economische en financiële inlichtingen te verstrekken aan de Ondernemingsraad - de begrotingsvergelijkingen per 31 december
13%
VAPH VDAB
9%
Provincie Antwerpen 6%
2009 van de vzw en haar voorzieningen - de begroting 2010 van de vzw en haar voorzieningen.
persoonlijke bijdragen gebruikers
2%
huisstijlhandboek op te stellen voor implementatie
- de jaarrekening 2009 van de vzw en haar voor-
- andere ontvangsten,
over 2009 is beschikbaar in:
opdracht om een nieuw logo te ontwerpen en een
547.000 euro
- de persoonlijke bijdrage
Het verdere overzicht van de financiële toestand
andere ontvangsten 70%
In 2010 zal de huisstijl geleidelijk zijn weg vinden naar andere applicaties zoals de website van de vzw, De Kr@nt van Het GielsBos, folders enz. De website zal echter niet enkel van stijl veranderen. De informaticadienst zocht en vond een open source content management software dat aan de vereisten van alle voorzieningen van de vzw
COMMUNICATIE In de zomer van 2009 is een start gemaakt met het ontwerpen van een nieuwe huisstijl voor de
Financiering van de vzw en haar voorzieningen
in de nieuwe stijl.
vzw Gouverneur Kinsbergen – Gehandicaptenzorg Provincie Antwerpen. Een ontwerpbureau kreeg de
voldoet en is ondertussen al enige tijd bezig met het naar onze hand zetten van deze webapplicatie. In het voorjaar van 2010 zullen we als resultaat van al deze inspanningen een volledig nieuwe site kunnen voorstellen.
vzw Gouverneur Kinsbergen
12
Centrum voor
Ontwikkelingsstoornissen vzw Gouverneur Kinsbergen
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen INHOUDELIJKE WERKING INLEIDING Het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (COS) in Wilrijk is één van de 4 Centra voor Ontwikkelingsstoornissen in Vlaanderen. De hoofdopdracht van een COS is een zo vroegtijdig mogelijke detectie, diagnosestelling en oriëntering van kinderen met een (vermoeden van) een ontwikkelingsstoornis. Om ze zo snel mogelijk op de meest gepaste manier te ondersteunen, moeten kinderen met een ontwikkelingsstoornis zo vroegtijdig mogelijk worden opgespoord. Daartoe voeren artsen, psychologen, kinesisten en logopedisten een diepgaand, gespecialiseerd, multidisciplinair onderzoek uit. Dat onderzoek heeft als doel een diagnose te stellen en de mogelijkheden en beperkingen van het kind in kaart te brengen. Volgende aspecten komen daarbij aan bod: - het al dan niet bevestigen van het vermoeden
Daarnaast heeft het COS ook een wetenschap-
van een stoornis - het vaststellen van de graad en ernst van de
pelijke opdracht. De systematische registratie en follow-up van hulpvragen resulteert in een schat
beperkingen - het opsporen van de oorzaak van de stoornis
aan gegevens. Deze gegevens zijn uiterst waardevol
- het
voor verder onderzoek naar de ontwikkelingsprog-
vinden
en
typeren
van
bijkomende
problemen - het evalueren van de verdere ontwikkelingsmogelijkheden. Op basis hiervan geeft het COS adviezen en tracht het team om het kind en zijn ouders naar de meest passende ondersteuningsvorm te oriënteren. Dit betekent: - het oriënteren naar het best aansluitende hulpaanbod op het vlak van begeleiding, behandeling en/of onderwijs - het beoordelen of het kind nood heeft aan therapie en/of een specifieke pedagogische aanpak - het verlenen van advies over het gebruik van materiële of didactische hulpmiddelen.
nose van kinderen met ontwikkelingsstoornissen. DOELGROEP COS Het COS heeft een aanbod voor kinderen tussen 0 en 6 jaar (bij aanmelding) behorend tot één van de volgende doelgroepen: - prematuur geboren baby’s (te vroeg) - dysmatuur geboren baby’s (te licht/te klein volgens de duur van de zwangerschap) - voldragen
baby’s
met
ernstige
perinatale
problemen (problemen rondom de geboorte) - kinderen bij wie uit de familiale voorgeschiedenis of uit klinisch onderzoek blijkt dat er een verhoogd risico bestaat op het ontwikkelen van een ernstige handicap - kinderen bij wie een ontwikkelingsachterstand
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
14
of -stoornis wordt vermoed of al werd vastge-
De eigenlijke onderzoeksprocedure start dan met
Het COS-team voert ook onderzoeken uit in het
steld
een intakegesprek op basis waarvan het verdere
kader van het follow-upprogramma van het UZA
- kinderen bij wie de stoornis zo ernstig of complex
onderzoekstraject wordt bepaald. Afhankelijk van
voor pre- en/of dysmatuur geboren baby’s en risi-
is dat een grondig multidisciplinair onderzoek
de vraagstelling en van wat er al van diagnostische
cobaby’s. Dit follow-upprogramma richt zich speci-
nodig is
gegevens beschikbaar is, brengt het COS de niveaus
fiek tot kinderen geboren met een geboortegewicht
op de verschillende ontwikkelingsdomeinen in kaart
van minder dan 1.500 gram en/of geboren na een
en/of gebeurt er specifiek onderzoek in functie
zwangerschapsduur van minder dan 32 weken of die
van het gedrag. Het onderzoek wordt opgesplitst
ernstige problemen rondom de geboorte hebben
in een aantal deelonderzoeken bij verschillende
ervaren. Deze kinderen worden op vaste leeftijden
disciplines (arts, psycholoog, kinesist, logopedist)
uitgenodigd voor onderzoek (op 3 en 12 maanden
en verspreid over verschillende onderzoeksdagen.
gecorrigeerde leeftijd en eventueel tussentijds op
- kinderen bij wie de aard van de stoornis aangepaste onderzoekstechnieken vereist. BEKNOPTE VOORSTELLING VAN DE WERKING Wanneer ouders of verwijzers denken dat een diepgaand multidisciplinair onderzoek van een kind aangewezen is, kunnen zij telefonisch contact opnemen met het onthaalteam van het COS. De medewerkers beluisteren en verhelderen de hulpvraag en bepalen of het aangemelde kind in de doelgroep valt. In 2009 zijn we erin geslaagd om de wachttijd voor een multidisciplinair onderzoek terug te dringen van 18/22 maanden tot ongeveer 1 jaar. Voor de baby’s en peuters tot 30 maanden bleef de wachttijd zoals in 2008: 3 tot 6 maanden.
Nadat het volledige onderzoek is afgerond, leggen de verschillende disciplines hun resultaten en bevindingen samen. Zo komen ze tot een uitgebreide diagnose (of de vaststelling dat er geen diagnose kan gesteld worden). In een eindgesprek met de ouders lichten de arts en de psycholoog de
7 maanden) bij een kinderarts (neonatoloog), een kinesist en een psycholoog. Op basis van de onderzoeksgegevens geeft het follow-upteam gericht advies. In 2009 bedroeg de bijdrage van de ouders 60 euro voor het volledige onderzoeksprogramma tijdens het eerste levensjaar.
resultaten toe en geven ze advies voor de verdere
Het COS treedt ook op als multidisciplinair team
aanpak en begeleiding. Ten slotte krijgen de ouders
(MDT) in het kader van de opmaak van dossiers
en de betrokken professionele hulpverleners (mits
voor zorgvragen, individuele materiële bijstand en
toestemming van de ouders) een schriftelijk verslag
persoonlijk assistentiebudget bij het Vlaams Agent-
met het resultaat van het onderzoek en de inhoud
schap voor Personen met een Handicap (VAPH).
Zodra er een perspectief op onderzoek is, neemt
van ons advies. In 2009 bedroeg de bijdrage voor
het COS contact op met de ouders of verwijzers.
het onderzoek 60 euro.
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
15
HET COS-TEAM In 2009 maakten volgende medewerkers deel uit van het COS-team Antwerpen: functie
naam
directeur Gouverneur Kinsbergencentrum
Lieve Heene (vanaf 01/03/2009)
COS
KWALITEITSBELEID: RESULTATEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK CLIËNTEN 2009
coördinator
Ilse Van Grimbergen
kwaliteitscoördinator
Ilse Van Grimbergen
artsen - kinderarts
dr. Christel De Borger dr. Inge Schramme dr. Viki Vanderstraeten dr. Annick Laridon dr. Sabrina Laroche
met de vraag aan de ouders om die anoniem in te
An Callewaert (tijdskrediet) Nele Coertjens Nienke Deblonde Ann Eyskens Kristel Liesens Hannelore Maddens Sofie Proost (van 01/03/2009 tot 31/12/2009)
pre- en/of dysmatuur geboren baby’s en risico-
Caroline De Gand Inge Laurent Hilde Van Impe
slechts de mening van een bepaald segment van
logopedisten
Miek Claes Stephanie Gillebert Lien Martens
formuleren.
sociaal verpleegkundige maatschappelijk werkster
Annemie Michielsen Dulcineia (Meneia) Steel Lebre
LIJSTEN FOLLOW-UP
administratief medewerkster onthaalmedewerksters
Nancy Celis Annika De Bruyn/Veerle Moens
- neonatologe psychologen
kinesitherapeuten
Net zoals in voorgaande jaren, voegden we in 2009 bij elk verslag een tevredenheidsvragenlijst vullen en terug te sturen. In het kader van het follow-upprogramma van baby’s kregen we 41 van de 66 vragenlijsten ingevuld terug (62,12%). Voor de overige onderzochte kinderen was de respons 142 op 366 (38,80%). Ook al krijgen we via de ingevulde vragenlijsten onze cliënten, toch kunnen we op basis hiervan een aantal conclusies trekken en verbeterpunten
BELANGRIJKSTE CONCLUSIES UIT DE VRAGEN- De ouders vonden dat we goed naar hun verhaal luisterden; ze waren tevreden over de bespre-
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
16
king van de resultaten en konden zich meestal
zoek zouden hebben bij de schoolstart (dus rond
ingezet op het voortraject. Zo hebben we bij de
vinden in het advies.
de leeftijd van 2,5 jaar). Nu gebeurwt dit enkel
mensen waarbij geen intakegesprek plaatsvond,
wanneer er tijdens het laatste onderzoek een
extra telefonische toelichting gegeven over het
expliciete bezorgdheid is vanuit het team of
verloop van het onderzoek. Daarnaast hebben
wanneer de ouders ons opnieuw contacteren.
we in 2009 meer intakes gedaan, onder andere
- Een aantal ouders was vragende partij voor een schriftelijk verslag van het onderzoek. Dit wordt nu enkel aan de betrokken kinderarts bezorgd. Naar praktische haalbaarheid verwerkt het team de gegevens van het onderzoek op 3 maanden in het verslag op 12 maanden (tenzij er vroeger
- De mensen waren (zeer) tevreden over het eerste, vaak telefonische, contact met het COS. Ze vonden de verkregen informatie helder, correct en verstaanbaar.
- Omdat blijkt dat ouders niet altijd goed op de follow-uponderzoek in het COS, zou het goed
- Ook over de intakegesprekken waren de meesten uitermate tevreden. Ze voelden zich au sérieux
zijn hun hierover via een folder bij het ontslag
genomen, zagen het als een kans om hun verhaal
uit de neonatale afdeling van het UZA in te
te doen, vragen te stellen en goed geïnformeerd
lichten. Dit zal in 2010 mee opgenomen worden
te worden.
in de verdere uitwerking van ons beleid op het gebied van externe communicatie. - Tot slot gaven een aantal ouders aan dat ze in opvolging van de onderzoeken van het followupprogramma graag ook standaard een onder-
een drietal jaar geleden op onderzoek kwamen.
VRAGENLIJSTEN
opvolging noodzakelijk is).
hoogte zijn van de inhoud en het belang van het
bij heronderzoek van kinderen die langer dan
BELANGRIJKSTE CONCLUSIES UIT DE OVERIGE
Omdat in 2008 de mensen waarbij vooraf geen intake gebeurde frequenter aangaven geen duidelijk zicht te hebben op wat het onderzoek in het COS zou inhouden, hebben we in 2009 meer
Dergelijke werkwijze laat ons toe om het individuele onderzoekstraject van elk kind zo goed mogelijk vooraf te bepalen en de mensen bij aanvang alle onderzoeksmomenten (tot en met het eindgesprek) door te geven. Dat werd als zeer positief ervaren. Terwijl verscheidene mensen aangaven dat we voldoende rekening houden met hun agenda’s bij het maken van de afspraken, gaven anderen aan dat de eerste afspraak voor het onderzoek niet voldoende op voorhand werd doorgegeven.
- Zeer veel mensen gaven aan dat ze dankzij de one-way spiegelramen zeer goed betrokken waren bij het onderzoeksproces. De meeste
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
17
mensen hadden graag nog een extra woordje
hun kind gaven, waren de meningen verdeeld.
bleek niet altijd even duidelijk te zijn, noch qua
uitleg bij wat er gebeurde. Net zoals in 2008
Sommigen vonden dat we dit zeer duidelijk en
inhoud, noch qua vorm. Bij het versturen van
waren de meningen verdeeld over de duurtijd
met veel voorbeelden deden. Anderen vonden
het verslag is het een aandachtspunt om ervoor
van de onderzoeken en de afstemming van de
dat het eindgesprek meer gestructureerd zou
te zorgen dat alle testgegevens correct ingevuld
onderzoeksmomenten op elkaar.
moeten verlopen. Bepaalde respondenten gaven
zijn en de lege cellen verwijderd worden.
aan dat de diagnose hun te direct werd meege
Op basis hiervan hebben we ons planningsys-
deeld, terwijl anderen net vonden dat er te veel
- De meeste mensen uitten zich zeer positief over
teem aangepast. We blijven ervoor kiezen om
rond de pot werd gedraaid. Hoe dan ook bleven
de houding van de medewerkers in het COS.
per onderzoeksmoment verschillende disciplines
mensen vaak op hun honger zitten over hoe nu
en onderzoeken te combineren, zodat mensen
verder na een diagnose.
slechts een beperkt aantal keer tot in het
- Het onderzoek beantwoordde bij de meeste respondenten goed tot zeer goed aan de
centrum moeten komen. Maar in tegenstelling
- Omdat we ons streefdoel met betrekking tot het
tot voordien combineren we sinds kort maxi-
versturen van het verslag, nl. 1 maand na het
maal 3 verschillende onderzoeken op één voor-
eindgesprek, niet altijd halen, gaven een aantal
- Ook het feit dat ons centrum voor de adminis-
of namiddag zodat het niet te zwaar is voor het
mensen aan dat de verslaggeving te lang op zich
tratieve opvolging kan instaan, werd als positief
kind. In 2010 zullen we deze nieuwe manier van
liet wachten en er kostbare tijd verloren ging.
ervaren.
werken evalueren.
De termijn van het versturen van het verslag is dus een blijvend werkpunt.
- Wat de bespreking van de resultaten en adviezen betreft en de antwoorden die mensen op hun
verwachtingen.
- De overgrote meerderheid vond het onderzoek zinvol en zou ons centrum aanraden aan
Veel mensen vonden de verslagen duidelijk,
anderen, maar de lange wachttijd vormt een
vragen kregen (al dan niet achteraf), gaven ze
terwijl anderen vonden dat het verslag te veel
probleem.
aan tevreden tot zeer tevreden te zijn. Over
moeilijke woorden en vakjargon bevatte. De
de manier waarop we hun een diagnose over
tabel met testresultaten achteraan het verslag
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
18
SAMENWERKINGSVERBANDEN REFERENTIECENTRUM AUTISME (RCA) In 2005 erkende het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) het COS en het Oriëntatiecentrum samen met de Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen (UKJA) als ReferentieCentrum Autisme (RCA). In 2009 rondde het COS in het kader van het RCA 109 diagnostische modules van 4 uur af en voerde het 31 coördinatiesessies uit. In tegenstelling tot in 2008 haalt het COS met deze aantallen het voor-
CEREBRAL PALSY REFERENTIECENTRUM ANTWERPEN
De investering van elke projectpartner is opge-
(CEPRA) – DIENST NEONATOLOGIE UZA
nomen in een samenwerkingsprotocol. Concreet
Ook in 2009 hebben we de samenwerking tussen het COS en de dienst neonatologie van het UZA en het CePRA voortgezet en uitgediept. Dr. Sabrina Laroche, neonatologe en dr. Annick Laridon, kinderneurologe, zorgen voor de continuïteit en opvolging van een groep kinderen met ontwikkelingsproblemen die zowel in het UZA als in het COS opgevolgd worden. OPMAAT
vervulde de sociale dienst van het COS tijdens de tweede helft van 2009 gedurende 4 halve dagen per week de telefonische permanentie van Opmaat. In functie van de informatieoverdracht namen de medewerkers van de sociale dienst ook wekelijks deel aan een deel van de teamvergadering van Opmaat. Aanvullend nam Lieve Heene, directeur van het Gouverneur Kinsbergencentrum, een ondersteunende rol op betreffende het financiële beheer van Opmaat. PROJECTWERKING
opgestelde streefcijfer. De input van deze extra
Het COS maakt samen met het Oriëntatiecentrum
middelen helpt om een meer uitgebreid onderzoek
en 6 andere voorzieningen (De Lier, Iona, Oikonde
bij een vermoeden van ASS te garanderen, maar ook
Mechelen, Begeleid Wonen Aarschot, Pegode, De
de bijkomende administratieve formaliteiten in het
Bricke) deel uit van het samenwerkingsproject
In december 2009 ontving het COS een goedkeu-
kader van de terugbetaling door het RIZIV vergen
OpMaat. Opmaat tracht zo onafhankelijk mogelijk
ring voor het project Prevent institutionalisation
extra opvolging.
vraagverduidelijking, trajectbegeleiding en zorg-
of disabled children by developing centres for
bemiddeling aan te bieden aan personen met een
early diagnosis and early intervention in Bulgarije/
handicap in de regio Groot-Antwerpen en Zuidkant.
Roemenië (PREVI). Dit project is ingediend in het
PREVI
kader van het Daphne II-programma 2007-2013.
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
19
Het betreft een vrij uitgebreid project dat loopt
TESTFASE D-DOCUMENT INTERSECTORALE
over een periode van 2 jaar (2010-2011) met de
TOEGANGSPOORT INTEGRALE JEUGDHULP
volgende partners: ADO Icarus vzw (België), Comber (For a future without orphanages) (Ierland), Samaritans Association (Bulgarije) en Fundatia Inima de Copil (Heart of a Child Foundation) (Roemenië).
EXTERN OVERLEG In 2009 volgde de coördinator van het COS de verga-
Het COS nam deel aan de testfase van het D-docu-
deringen van volgende overlegorganen op:
ment voor het aanleveren van diagnostische gege-
- Overleggroep kinderen en jongeren provincie
vens in het kader van de Intersectorale Toegangs-
Antwerpen van het Regionaal Overleg Gehandi-
poort van de Integrale Jeugdhulp. In de toekomst
captenzorg (ROG)
Het doel van het project is (een aanzet geven
zou het de bedoeling zijn om alle vragen naar
- Overleggroep kinderen en jongeren van het
tot) het oprichten van initiatieven in Bulgarije en
niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (wat
Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg
Roemenië gelijkaardig aan de Centra voor Ontwik-
ongeveer overeenkomt met het huidige aanbod
Provincie Antwerpen (OGGPA)
kelingsstoornissen in België door:
van het Vlaams Agentschap voor Personen met een
- Netwerkstuurgroep rechtstreeks toegankelijke
- de organisatie van ervaringsuitwisseling (werk-
Handicap en van de Bijzondere Jeugdbijstand) op
jeugdhulp Antwerpen Stad van de Integrale
bezoeken in België en Ierland, en organisatie
basis van dergelijk D-document te stofferen en voor
Jeugdhulp
van seminaries in Bulgarije en Roemenië)
te leggen aan deze Intersectorale Toegangspoort.
- de organisatie van 2 trainingen voor de teams in Bulgarije en Roemenië (elk jaar één) - het creëren van een interactieve website voor communicatie en ondersteuning - het ontwerpen van een handleiding voor de ontwikkeling van dergelijke centra - de organisatie van partnermeetings voor een goed verloop van het project.
Zoals gevraagd, vulden we hiervoor 2 D-documenten in en zorgden we voor een uitgebreide evaluatie met onze bedenkingen. De resultaten van dit project worden in de eerste maanden van 2010 verwacht.
- Algemene Vergadering van het Vlaams Forum voor Diagnostiek (VFD) - Stuurgroep
actieonderzoek
urgentiecodering
vanuit het VFD. De directies/coördinatoren van de 4 Centra voor Ontwikkelingsstoornissen kwamen een viertal keer samen om de inhoudelijke werking verder op elkaar af te stemmen en te optimaliseren. Daarnaast
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
20
VORMING vonden er 2 bezoeken aan het kabinet Welzijn, Volksgezondheid en Gezin plaats in het kader van de verdere invulling van onze in 2008 aangepaste
In 2009 volgden één of meer COS-medewerkers volgende studiedagen en vormingen. datum
onderwerp
organisatie - plaats
22/01/09
Software voor de begeleiding van personen met ASS
Modem, Wilrijk
07/02/09
Openingssymposium Centrum voor Adoptie
AZ Klina, Brasschaat
13/02/09
Cerebrale Visuele Inperkingen: een multidisciplinaire kijk
SEN vzw, Gent
03-04/03/09
Stressmanagement en autisme
Autisme Centraal, Gent
07/03/09
Handicap in kleur
VSVVO, Gent
Vereniging voor Neonatologie in het kader van
10/03/09
LNF-symposium: Neonatal follow-up child and environment
LNF, Utrecht
het opstellen van een Belgisch onderzoekspro-
19/0307/05/09
Autisme en angst
Autisme Centraal, Gent
21/03/09
Jaarlijkse Algemene Vergadering Belgische Bobath Vereniging ABBV vzw
24/03/09
Toelichting gebruik webapplicatie zorgregie
Dienst Welzijn Provincie Antwerpen
27-28/04/09
Agressie en probleemgedrag
Autisme Centraal, Gent
28/04/09
Emoties en autisme
Autisme Centraal, Gent
29/05/09
Interne studiedag 4 Centra voor Ontwikkelingsstoornissen
4 COS-centra
02/06/09
Symposium CePRA: Van Little tot referentiecentrum Antwerpen
CePRA, UZA
regelgeving en de langetermijnplanning van de Centra voor Ontwikkelingsstoornissen. Verschillende medewerkers woonden één of meer bijeenkomsten bij van: - het overleg Vlaamse ReferentieCentra Autisme - een werkgroepje in de schoot van de Belgische
tocol voor de follow-up van prematuur geboren baby’s - de stuurgroep die het Modem-project Inzetten van
ICT
om
aanstuurde.
visualisaties
uit
te
werken
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
21
WERKING IN CIJFERS 10-11/09/09
7de Vlaams Congres Kinder- en Jeugdpsychiatrie en psychotherapie: Van hieraf kan je gaan…
UGent
18/09/09
OGGPA-forum: Wij zien jullie zitten! Over doelgroepgerichte samenwerking tussen en met GGZ-partners
OGGPA, Duffel
AANTAL MULTIDISCIPLINAIRE ONDERZOEKEN
28/09/09
Toelichting testfase D-document Intersectorale Toegangspoort IJH
IJH, Brussel
In 2009 vonden 933 multidisciplinaire onderzoeken
06/10/09
PAB en inschaling
VAPH, Brussel
centrum 92,56% van het door het Vlaams Agent-
29/10/09
RCA-symposium: Autisme en psychose
Vlaamse RCA’s, Brussel
schap voor Personen met een Handicap opgelegde
06/11/09
Gedragsproblemen en kinderpsychiatrische diagnostiek
SIG, Destelbergen
programmatiecijfer van 1008 onderzoeken heeft
17/11/09
Diagnostiek en behandeling: een kwestie van wederzijdse afstemming?
Vagga, Antwerpen
03/12/09
SOS: een instrument voor screening van schrijfmotorische problemen
SIG, Destelbergen
11/12/09
31ste congres Vlaamse Vereniging voor Logopedisten
VVL, Antwerpen
11/12/09
Nieuwe ontwikkelingen en recente inzichten in autisme
Autisme Centraal, Antwerpen
plaats in het COS Antwerpen. Dit betekent dat het
Ilse Van Grimbergen (coördinator) startte in 2008 de eenjarige Voortgezette Training Leidinggevenden in het Instituut voor Communicatie, Kortrijk en rondde die in oktober 2009 af.
OVERZICHT ONDERZOEKEN
gerealiseerd. De multidisciplinaire onderzoeken worden opgesplitst in enerzijds de onderzoeken die het COS in het kader van het follow-upprogramma (pre- en/of dysmatuur geboren baby’s en risicobaby’s) uitvoert en anderzijds onderzoeken van kinderen met (het vermoeden van) ontwikkelingsproblemen. Het onderzoek in het kader van het follow-upprogramma voor pre- en/of dysmatuur geboren baby’s en risicobaby’s vindt het eerste levensjaar plaats
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
22
2009 op de termleeftijd van 3 maanden, 12 maanden en
aard van het onderzoek
eventueel 7 maanden. Zoals in 2008 vonden ook in
onderzoeken in het kader van follow-up (op 3, 7 of
2009 in het kader van de INOT-27 studie een aantal
12 maanden) + INOT 27
follow-uponderzoeken plaats op de leeftijd van 24 maanden. Bij de overige ontwikkelingsonderzoeken gaat het grotendeels om kinderen die via andere kanalen tot het COS komen, deels om kinderen die uit het follow-upprogramma komen en waarbij er tijdens
2008
aantal
percentage
aantal
percentage
265
28,40%
240
27,09%
ontwikkelingsonderzoeken
668
71,60%
646
72,91%
totaal
933
100,00%
886
100,00%
Net zoals in 2008 kenden we in 2009 een verhoging van onze capaciteit met 25 multidisciplinaire onderzoeken (van 983 tot 1.008). In de praktijk zijn we erin geslaagd om er in 2009 meer dan 25 extra uit te voeren dan in 2008.
het ontwikkelingsonderzoek op 12 maanden opnieuw
We constateren niet alleen een verhoging van het aantal multidisciplinaire onderzoeken in de groep van
een heronderzoek gepland wordt. Afhankelijk van
de ontwikkelingsonderzoeken (668 in 2009 t.o.v. 646 in 2008). Ook in de groep kinderen van het follow-
de problematiek vindt dit plaats op de leeftijd van
upprogramma realiseerden we meer onderzoeken (265 in 2009 t.o.v. 240 in 2008). Deze stijging vindt haar
18 maanden, 24 maanden of op kleuterleeftijd.
oorsprong in het feit dat in de loop van 2008 de inclusiecriteria voor dit programma zijn verruimd (kinderen geboren na een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken i.p.v. 31 weken). AANTAL ONDERZOCHTE KINDEREN In 2009 onderzocht het COS Antwerpen 644 verschillende kinderen, waarvan 442 probleemkinderen die voor een ontwikkelingsonderzoek kwamen en 202 prematuren in het kader van het follow-upprogramma. Dit betekent dat het COS in 2009 in totaal 42 meer kinderen wist te bereiken dan in 2008.
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
23
VERHOUDING NIEUWE ONDERZOEKEN – HERONDERZOEKEN Van de 644 kinderen kwamen er in 2009 444 (of 68,94%) voor de eerste keer op onderzoek in het COS. De overige kinderen waren in het verleden al in het COS onderzocht. Dit betekent dat we er in 2009 goed in geslaagd zijn de instroommoge-
aard van het onderzoek
aantal
132 133
bereikten we 59,30% nieuwe kinderen, terwijl dit in
onderzoeken in het kader van follow-up (op 3, 7 of 12 maanden) nieuwe aanmeldingen heronderzoek op 7 of 12 maanden
2007 slechts 38,41% was.
subtotaal
265
271 van het totaal aantal onderzochte kinderen kwam in hetzelfde jaar (2009) eenmaal op heron-
andere ontwikkelingsonderzoeken nieuwe aanmeldingen heronderzoeken
312 356
derzoek, 6 kinderen een tweede keer, en 2 kinderen
subtotaal
668
nog een derde keer, wat een totaal maakt van 933
totaal
993
lijkheden van nieuwe kinderen te vrijwaren door het aantal heronderzoeken te beperken. In 2008
percentage
vergelijking met 2008
49,81% 50,19%
40,00% 60,00%
46,71% 53,29%
40,40% 59,60%
multidisciplinaire onderzoeken. Wat de heronderzoeken betreft, gaat het om
In grote lijnen kent het COS 3 instroommogelijkheden voor de heronderzoeken.
kinderen die in het kader van het follow-uppro-
Om te beginnen zijn er de ouders of verwijzers die na 1 of meerdere jaren opnieuw beroep doen op het COS
gramma terugkwamen, of om andere kinderen die
voor de herevaluatie van een kind. Het COS-team bekijkt deze vragen tot heronderzoek met de ouders en de
in een ver of nabij verleden in het COS zijn onder-
eventuele verwijzers om te bepalen welke rol het kan opnemen in het kader van diagnostiek en advisering.
zocht.
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
24
- een ontwikkelingsonderzoek (met intelligentie-
Daarnaast is het COS vaak ook zelf vragende partij
een uitgebreide anamnese en medisch-klinisch
voor een heronderzoek. Door de verjonging van
onderzoek. Tijdens het tweede onderzoeksmoment
de populatie is het soms nodig om de kinderen op
gebeurt er een klasobservatie, een gestandaardi-
- een bijkomend psychopedagogisch onderzoek,
een later tijdstip terug te vragen voor een heron-
seerde spelobservatie, indien nodig aangevuld met
bestaande uit aandacht- en concentratieonder-
derzoek. Het betreft hier heel jonge kinderen met
het bepalen van de schoolse vaardigheden, neuro-
zoek, onderzoek naar theory of mind en sociale
ontwikkelingsproblemen waarbij de ouders nog niet
psychologisch onderzoek enz.
cognitie of onderzoek naar schoolse vaardig-
kunnen terugvallen op de omkadering van een thuisbegeleidingsdienst, school en CLB, semi-internaat en/of therapeuten of waarbij het nog te vroeg is om definitieve uitspraken te doen en de ontwikkeling moet worden opgevolgd. Ten slotte worden er in het COS ook steeds meer kinderen met een complexe gedragsproblematiek aangemeld die onmogelijk in één multidisciplinair onderzoek uit te zuiveren is. Het gaat dan in hoofdzaak om gedragsdiagnoses (autismespectrumstoornis en ADHD). Bij deze kinderen zijn 2 multidisciplinaire onderzoeken nodig. Tijdens het eerste onderzoek vindt een algemeen ontwikkelingsonderzoek plaats om de verstandelijke, verbale en motorische vaardigheden in kaart te brengen, naast
bepaling)
heden AANTAL DEELONDERZOEKEN
- een gerichte spelobservatie (ADOS)
Bij de 933 multidisciplinaire onderzoeken waren verschillende teamleden betrokken, die elk vanuit hun discipline het kind onderzochten. Uit volgend overzicht blijkt dat de COS-mede-
- een motorisch onderzoek met onderzoek naar de grof- en fijnmotorische vaardigheden - een psychomotorisch onderzoek - een video-opname en analyse van de general movements
werkers in 2009 in totaal 4.908 deelonderzoeken
- een taal-communicatief onderzoek
uitvoerden.
- een pragmatiekonderzoek
Onder
het
begrip
deelonderzoek
verstaan we:
- een voedingsobservatie
- een intake of huisbezoek
- een thuis-, kribbe- of klasobservatie
- een
psychosociale
en
medisch-etiologische
anamnese - een medisch-klinisch en ontwikkelingsgericht neurologisch onderzoek
- een nabespreking van de onderzoeksresultaten met de ouders (en eventueel het kind) - een nabespreking van de onderzoeksresultaten met de school, het CLB, eventueel GON, paramedici en andere betrokken instanties.
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
25
deelonderzoeken
aantal
percentage t.o.v. de totale populatie
vergelijking met 2008
Naast deze hier beschreven deelonderzoeken
intake of huisbezoek
272
29,15%
17,72%
hebben de teamleden nog heel wat andere taken:
anamnese
933
100,00%
100,00%
klinisch-neurologisch onderzoek
691
74,06%
66,82%
ontwikkelingsonderzoek
528
56,59%
54,97%
taal-communicatief onderzoek
402
43,09%
39,39%
- de verslaggeving
(psycho)motorisch onderzoek
693
74,28%
75,28%
- het plannen en organiseren van aanvullende
opname en analyse van general movements
107
11,47%
9,93%
gerichte spelobservatie
223
23,90%
22,12%
bijkomend psychopedagogisch onderzoek
72
7,72%
8,80%
kribbe-, klas- of thuisobservatie
51
5,47%
7,90%
3
0,32%
0,90%
933
100,00%
100,00%
- het ontvangen van telefonische aanmeldingen - het opvragen van gegevens bij externe diensten - het multidisciplinair bespreken van de testresultaten
medische onderzoeken - het opmaken van een MDV voor het Vlaams Agentschap - het opstellen van een PAB- of IMB-dossier voor het Vlaams Agentschap - het opmaken van attesten voor de inschrijving in het buitengewoon onderwijs.
voedingsobservatie nabespreking ouders/derden totaal
4908
Zoals voorgaande jaren voerde het COS in 2009 gemiddeld 5 deelonderzoeken per multidisciplinair onderzoek uit, met een spreiding van 3 tot 7 deelonderzoeken. We kunnen een stijging vaststellen van het aantal intakes en/of huisbezoeken. Dit weerspiegelt onze beleidskeuze om in te zetten op het voortraject. We kozen voor een uitbreiding van onze sociale dienst waardoor
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
26
KENMERKEN VAN DE ONDERZOCHTE POPULATIE
we bij meer kinderen een intake konden realiseren (zo ook bij heronderzoeken van kinderen die in het verleden in het COS onderzocht werden) en we op
LEEFTIJD leeftijd
follow-up
probleemkinderen
totaal
percentage
0
160
12
172
18,44%
1
94
27
121
12,97%
2
11
99
110
11,79%
3
-
70
70
7,50%
4
-
103
103
11,04%
5
-
140
140
15,00%
problemen. In vergelijking met voorgaande jaren,
6
-
70
70
7,50%
stellen we een daling in het aantal observaties
7
-
61
61
6,54%
buitenshuis vast. Omwille van de grote tijdsinves-
8
-
27
27
2,89%
tering van dergelijke observaties, zetten we deze
9
-
19
19
2,04%
10
-
17
17
1,82%
11
-
16
16
1,72%
Sinds de start van het ReferentieCentrum Autisme
12
-
6
6
0,64%
(RCA) Antwerpen, gebeurt een deel van de bijko-
13
-
1
1
0,11%
265
668
933
100,00%
basis van de vooraf verzamelde informatie onze onderzoeken zo gericht mogelijk konden plannen. Het in 2008 gestegen aantal spelobservaties en bijkomend psychopedagogisch onderzoek blijft behouden. Dit is te verklaren door de toegenomen vraag naar onderzoek in het kader van gedrags-
enkel in wanneer we schatten dat het onderzoek in het COS niet volstaat.
mende onderzoeken (o.a. spelobservatie en klasobservatie) in het kader van een vermoeden van een
totaal
autismespectrumstoornis onder de noemer van het RCA. Logischerwijs zijn deze deelonderzoeken niet
Zoals ook in 2007 en 2008 het geval was, blijkt uit bovenstaande gegevens dat de groep van de jonge kinderen
terug te vinden in deze tabel.
(0 tot 2 jaar) zeer sterk vertegenwoordigd is. In 2009 bestond 43,20% van de totale populatie uit baby’s en
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
27
peuters waarvan het overgrote deel nog niet gestart was in het kleuteronderwijs. De groep kleuters (3 tot 6
dingsleeftijd te beperken tot 6 jaar werpt eindelijk
jaar) bedroeg 41,04% van de totale populatie. In de leeftijdsgroep tussen 7 en 12 jaar verrichtte het COS 147
vruchten af. De beperkte middelen hebben ons tot
multidisciplinaire onderzoeken, of 15,76% van het totaal.
deze prioriteitenstelling gedwongen. Ontwikke-
Deze cijfers liggen in de lijn van de doelstelling van het COS Antwerpen om zich in hoofdzaak te richten naar heel jonge kinderen zodat een vroegtijdige en adequate ondersteuning kan gestart worden.
lingsonderzoek bij +zesjarigen moet dan inboeten, omdat het erg tijdrovend is omwille van zeer complexe probleemsituaties die differentiaaldiagnostiek bemoeilijken. Uitzonderingen op deze leeftijdsbegrenzing zijn heronderzoeken van kinderen
50%
die in het verleden al in het COS onderzocht zijn.
40%
0-2 jaar
Het COS Antwerpen blijft echter sterk overtuigd
30% 3-6 jaar
20% 10%
van de noodzaak aan multidisciplinair onderzoek bij lagere schoolkinderen. De vaak schrijnende onzekerheid bij de kinderen en hun ouders en de
7-12 jaar
0% 2007
2008
2009
weinige alternatieven die voor schoolkinderen beschikbaar zijn, bevestigen dit fenomeen.
Leeftijd van de onderzochte kinderen Uit bovenstaande grafiek blijkt dat het aandeel baby’s/peuters en kleuters in 2009 aanzienlijk hoger lag dan het aandeel lagere schoolkinderen. De in 2006 genomen beslissing van het COS Antwerpen om de aanmel-
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
28
aard van het onderzoek
GESLACHT De verhouding jongens - meisjes bedroeg in 2009 voor de totale groep 63% - 37%. Bij de verhoudingen per leeftijdsgroep blijkt het verschil jongens - meisjes in de groep pre- en/of dysmatuur geboren baby’s kleiner: 57% jongens ten opzichte van 43% meisjes. In de groep kinderen met het vermoeden van ontwikkelingsproblemen is het verschil dan weer iets sterker: het COS zag in deze groep 65% jongens voor een globaal multidisciplinair onderzoek ten opzichte van 35% meisjes, wat overeenstemt met de in wetenschappelijk onderzoek en literatuur gekende spreiding van ontwikkelingsproblemen tussen jongens en meisjes.
jongens
meisjes
totaal
onderzoeken in het kader van follow-up
151 (56,98%)
114 (43,02%)
265
ontwikkelingsonderzoeken
435 (65,12%)
233 (34,88%)
668
totaal
586 (62,81%)
347 (37,19%)
933
HERKOMST Ook in 2009 blijkt dat het overgrote deel van de onderzochte kinderen (90,89%) in de provincie Antwerpen woont. Slechts een kleine minderheid is afkomstig uit de aangrenzende provincies. Het COS-team ervaart de vrij sterke provinciale afbakening als een positief gegeven. Het is immers onmogelijk om op de hoogte te blijven van alle nieuwe initiatieven in het hulpverleningsaanbod in heel Vlaanderen. Bovendien blijven verplaatsingen in functie van huisbezoeken en klasobservaties op die manier haalbaar. regio provincie Antwerpen
follow-up
probleemkinderen
totaal
percentage t.o.v. totale populatie
220
628
848
90,89%
provincie Oost-Vlaanderen
28
17
45
4,82%
provincie Vlaams-Brabant
8
12
20
2,15%
provincie Limburg
5
5
10
1,07%
Nederland
4
6
10
1,07%
265
668
933
100,00%
totaal
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
29
OVERZICHT VAN DE VERWIJZERS EN REDEN VAN AANMELDING BELANGRIJKSTE VERWIJZERS
zoek wijzen, maar dit wordt niet altijd op die manier geregistreerd. Voorts deden heel wat verschillende hulpverlenende instanties een beroep op het COS voor aanvullend, meer gespecialiseerd en diepgaand onderzoek. verwijzers dienst neonatologie UZA
follow-up
probleemkinderen
totaal
percentage
128
-
128
28,83%
Van de 444 kinderen die in 2009 voor een eerste
CLB’s, scholen
-
80
80
18,02%
evaluatie in het COS terechtkwamen, maakten
eigen initiatief
-
70
70
15,77%
kinderartsen
4
35
39
8,78%
dienst kinderneurologie UZA
-
32
32
7,21%
vroegbegeleidingsdiensten
-
19
19
4,28%
consultatiedienst Kind en Gezin en CKG’s
-
18
18
4,05%
huisartsen
-
13
13
2,93%
psychologen/orthopedagogen
-
12
12
2,70%
huis Antwerpen (UZA). 4 kinderen werden door hun
sociaal netwerk
-
8
8
1,80%
kinderarts doorverwezen in het kader van het CMV-
kinesitherapeuten
-
6
6
1,35%
protocol (waarbij kinderen met een congenitale
andere diensten UZA
4
4
0,90%
besmetting met het cytomegalovirus eveneens op
andere artsen
-
3
3
0,68%
pleeggezinnendienst
-
3
3
0,68%
observatiecentra
-
2
2
0,45%
Wat de nieuwe ontwikkelingsonderzoeken betreft,
logopedisten
-
2
2
0,45%
waren de CLB’s en scholen de belangrijkste aanmel-
revalidatiecentra
-
2
2
0,45%
MPI
-
2
2
0,45%
bijzondere jeugdbijstand (CBJ, SD JRB)
-
1
1
0,22%
132
312
444
100,00%
er 132 deel uit van het follow-upprogramma. De overige 312 waren probleemkinderen die voor een algemeen ontwikkelingsonderzoek en/of gedragsonderzoek kwamen. Bijna alle kinderen opgenomen in het follow-upprogramma werden rechtstreeks verwezen door de dienst neonatologie van het Universitair Zieken-
standaardleeftijden moeten worden opgevolgd in een COS).
ders. Daarnaast vormden de ouders op eigen initiatief een belangrijke verwijzersgroep. Meestal zijn het echter andere instanties die de ouders op het bestaan van het COS en het belang van een onder-
totaal
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
30
reden van aanmelding
aantal
percentage
REDEN VAN AANMELDING Het uitgangspunt in het diagnostisch proces is de hulpvraag van de ouders. Vaak blijkt dat deze aanmeldingsvraag slechts betrekking heeft op een
vergelijking met 2008
gedragsproblemen
388
41,59%
38,37%
follow-up prematuren
251
26,90%
25,17%
globaal ontwikkelingsbilan
173
18,54%
21,22%
deelaspect van de ontwikkeling: ‘Mijn kind kan
alg. ontwikkelingsvertraging en/of mentale handicap
65
6,97%
6,89%
nog niet alleen zitten of stapt nog niet, mijn kind
spraak- en taalproblemen
21
2,25%
2,60%
praat nog niet, mijn kind stoort de klas enz.’. Uit
motorische problemen
14
1,50%
3,72%
schoolse problemen en schooloriëntatie
11
1,18%
1,24%
administratieve vragen
7
0,75%
0,34%
contactproblemen
2
0,21%
0,11%
lijke aanmeldingsvraag, waarna de problematiek in
voedingsproblemen
1
0,11%
0,11%
een ruimer kader kan worden geschetst.
second opinion
-
-
0,23%
933
100,00%
100,00%
het multidisciplinair onderzoek blijkt vaak dat deze signalen te kaderen zijn in een ruimere ontwikkelingsproblematiek. Toch is het belangrijk om in een eindgesprek terug te grijpen naar de oorspronke-
Uit analyses van de aanmeldingsvragen komt een grote verscheidenheid aan klachten en vragen tot uiting.
totaal
Ongeveer 67% van de onderzoeken in het COS gebeurde in het kader van de vraag naar een globaal ontwikkelingsbilan (en/of ontwikkelingsvertraging) of in functie van vragen van kinderen met gedragsproblemen. Vooral de groep kinderen met gedragsproblemen blijft stijgen (41,59% in 2009 t.o.v. 38,37% in 2008 en 30,80% in 2007). Logischerwijs vertegenwoordigen de kinderen uit het follow-upprogramma eveneens een belangrijke groep.
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
31
PRE- EN PERINATALE AANDOENINGEN stoornissen
aantal
percentage
vergelijking met 2008
48
5,14%
5,53%
P07.2: prematuriteit 28 – 37 weken
185
19,83%
18,51%
P22.2: RDS
136
14,58%
13,77%
P22: hyalijne membraanziekte
3
0,32%
0,11%
P24: meconium aspiratie syndroom
6
0,64%
0,34%
P25.1: pneumothorax
8
0,86%
1,69%
P27: BPD
50
5,36%
4,63%
P28: apnoe/bradycardie syndroom
12
1,29%
1,81%
P29: PDA
44
4,72%
6,09%
P14.0: erbse parese door geboorteletsel
1
0,11%
-
P94.2: congenitale hypotonie di/hemiplegie
5
0,54%
-
P52.1-4: hersenbloeding graad I - IV
64
6,86%
7,79%
P91.10-12: peripartale asfyxie graad I - III
37
3,97%
3,50%
P05: intra-uteriene groeiretardatie
22
2,36%
3,05%
P05.1: dysmaturiteit
37
3,97%
3,39%
P35-36: (congenitale) infecties
52
5,57%
7,00%
P10-11: (intracraniële) bloeding
14
1,50%
1,02%
8
0,86%
1,47%
20
2,14%
2,14%
4
0,43%
0,23%
P07.1: prematuriteit < 28 weken
DIAGNOSES Onderstaande tabellen geven een overzicht van de in 2009 onderzochte stoornissen en van de meest gestelde diagnoses, zowel op vlak van de verstandelijke, motorische, mentale, verbale als gedragsmatige ontwikkeling.
P77-78: gastro-intestinale problemen P90: convulsies P91.2: leucomalacie
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
32
P92: voedingsproblemen van de neonaat
54
5,79%
3,84%
O26.9: HELPP (zwangerschapscomplicaties)
10
1,07%
1,47%
O14: pre-eclampsie
19
2,04%
3,16%
O15: eclampsie
3
0,32%
-
O24: diabetes mellitus
4
0,43%
0,45%
O41.1: chorioamnionitis
17
1,82%
1,92%
O68: foetale distress
38
4,07%
4,06%
medisch begeleide conceptie
20
2,14%
2,71%
O30.1: tweeling
61
6,54%
6,32%
O30.2: drieling
7
0,75%
0,90%
percentage
vergelijking met 2008
CONGENITALE AANDOENINGEN stoornissen
aantal
G91.0: communicerende hydrocefalie
1
0,11%
-
G91.1: obstructieve hydrocefalie
4
0,43%
0,34%
Q02: microcefalie
3
0,32%
0,56%
Q03: congenitale hydrocefalie
1
0,11%
0,23%
Q04.0: corpus callosum afwijkingen
3
0,32%
0,23%
Q04.3: Dandy Walker, pachygyrie, polymicrogyrie, …
2
0,21%
0,11%
Q05.1: spina bifida aperta
2
0,21%
-
Q07.03: Arnold chiari
1
0,11%
-
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
33
Q76.0: spina bifida occulta
1
0,11%
0,23%
Q65.2: congenitale afwijking van heup nos
1
0,11%
-
Q70: syndactylie
1
0,11%
-
Q87.2: multisysteemaantastingen Vater
1
0,11%
-
15
1,61%
1,24%
Q92: trisomie en partiële trisomie
3
0,32%
-
Q93: catch 22 (velocardiofaciaal syndroom)
1
0,11%
-
Q99.9: chromosomale afwijking nos
2
0,21%
0,23%
Q20: congenitale afwijkingen van hartkamers en – verbindingen
4
0,43%
0,23%
Q21.0: VSD: ventrikel septum defect
8
0,86%
0,34%
Q21.1: ASD
4
0,43%
0,45%
Q25.0: PPDA
1
0,11%
-
Q25.1: coarctatie
1
0,11%
-
Q39: slokdarmatresie
1
0,11%
0,11%
Q43.1: ziekte van Hirschsprung
1
0,11%
-
Q79.3: gastroschisis
1
0,11%
-
Q54: hypospadias
3
0,32%
0,11%
E16.1: hypoglycemie nos
4
0,43%
-
182
19,51%
16,59%
Q90: syndroom van Down
E80.7: hyperbilirubinemie (geelzucht)
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
34
AANDOENINGEN VAN HET ZENUWSTELSEL stoornissen centraal motorische stoornis G25.0: tremor, essentiële G80.0: congenitale spastische tetra/triplegie G80.1: congenitale spastische diplegie G80.2: congenitale spastische hemiplegie G80.3: congenitale dystone hemiplegie G80.4: congenitale ataxie tetra/triplegie G83.0: verworven spastische diplegie G83.1: verworven spastische monoplegie
aantal
percentage
vergelijking met 2008
24 1 3 8 5 2 3 1 1
2,57%
4,51%
G40: epilepsie
6
0,64%
1,02%
G37: andere demyeliniserende aandoeningen
1
0,11%
-
R90: abnormale bevindingen bij diagnostische beeldvorming
9
0,96%
1,69%
R90A: focaal beperkte IPE
2
0,21%
0,23%
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
35
OVERIGE MEDISCHE DIAGNOSES stoornissen
aantal
percentage
vergelijking met 2008
R56.8: koortsstuipen
2
0,21%
0,11%
R63.3: eet- en drinkproblemen nos
4
0,43%
0,68%
D18: hemangioom
3
0,32%
0,23%
N31: neuromuscular dysfunction of bladder
1
0,11%
-
SENSORIËLE AANDOENINGEN stoornissen visuele stoornissen H50.9: strabisme, niet gespecificeerd H47.9: centraal visuele inperking H53.9: vermoeden van CVI H53.9: visuele stoornissen, niet nader gespecificeerd H35.1: retinopathie H55: nystagmus/onregelmatige oogbewegingen auditieve stoornissen H91.9: gehoorstoornis, niet gespecificeerd H90.2: geleidingsdoofheid
aantal 48 9 1 10 3
percentage
vergelijking met 2008
5,14%
5,30%
0,75%
1,02%
24 1 97 6 1
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
36
COGNITIEVE, (PSYCHO)MOTORISCHE, TAAL/SPRAAK-, GEDRAGS- EN EMOTIONELE STOORNISSEN EN VERSTANDELIJKE ONTWIKKELING stoornissen
aantal
percentage
vergelijking met 2008
verstandelijke ontwikkeling F7.B: hoogbegaafdheid (IQ>130) F7.C: ontwikkelingsvertraging F7.D: disharmonisch profiel F79: zwakbegaafdheid F70: lichte verstandelijke handicap F71: matige verstandelijke handicap F72: ernstige verstandelijke handicap
266 4 78 47 77 38 11 11
28,51%
27,31%
leerstoornissen F81.0+9: leesprobleem en -stoornis F81.1+9: spellingprobleem en –stoornis F81.2+9: rekenprobleem en -stoornis F81.A: vermoeden van leerstoornis F99: visuo-spatiële problemen
56 19 11 11 12 3
6,00%
6,77%
223 2 221
23,90%
26,98%
stoornissen in de motorische vaardigheden R27.01: mineure neuromotorische stoornis R62: vertraagde motorische ontwikkeling
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
37
psychomotorische stoornissen F82.9: psychomotorische ontwikkelingsstoornis of vertraging nos F82: DCD – ontwikkelingscoördinatiestoornis F82: DCD – planningsproblemen F82: risico neuromotore/psychomotorische ontwikkelingsstoornis
60 2
6,43%
7,45%
53 3 2
taal- en communicatiestoornissen F47.8: verbale ontwikkelingsdyspraxie F47.A: risico verbale ontwikkelingsdyspraxie F80: fonetische/fonologische stoornis F80.1: expressieve taalontwikkelingsstoornis F80.2: receptieve taalontwikkelingsstoornis F80.9: vertraagde spraak- en taalontwikkeling F80.9: semantisch-pragmatische stoornis R47.1: dysarthrie
260 17 1 3 5 3 227 1 3
27,87%
26,86%
autismespectrumstoornissen F84.A: vermoeden van ASS F84.0: autisme F84.B: autistiforme kenmerken, niet passend binnen autisme
443 223 210 10
47,48%
47,97%
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
38
aandachts- en gedragsstoornissen F90.A: vermoeden van ADHD F90.0: ADHD – gecombineerd type F90.0: ADHD – hyperactief-impulsief type F98.8: ADHD – inattentieve type F91.9: gedragsstoornis nos F91.A: risico gedragsstoornis F92.9: gemengde stoornis van gedrag en emotie nos
99 66 19 1 3 1 7 2
10,61%
14,00%
overige stoornissen F32.A: vermoeden van depressieve stoornis F93.0: separatieangststoornis F94.1: reactieve hechtingsstoornis F94.A: vermoeden van hechtingsstoornis F99.A: vermoeden van NLD Z60.9: problemen in sociale context, niet gespecificeerd Z63.9: problemen gerelateerd aan de gezinsomstandigheden, niet gespecificeerd
2
3,43%
3,61%
1 2 6 1 6 14
Bijna alle percentages van de gestelde diagnoses liggen in dezelfde lijn als vorig jaar. Het aantal diagnoses van autismespectrumstoornissen blijft even opvallend hoog. Het aantal diagnoses van aandachtsstoornissen is terug wat gedaald, wat vermoedelijk te verklaren is door de verjonging van onze populatie (waarbij we diagnoses van aandachts- en gedragsstoornissen minder frequent kunnen stellen).
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
39
ADVIEZEN
paramedische begeleiding
Net zoals de voorbije jaren kwam ook in 2009 het hele gamma van mogelijke adviezen aan bod.
kinesitherapie
Onderstaande tabellen geven een overzicht van het
aantal follow-upkinderen
aantal probleemkinderen
totaal
percentage t.o.v. de totale populatie
35
92
127
13,61%
logopedie
2
68
70
7,50%
aantal keer dat het COS aan ouders een bepaalde
revalidatiecentrum
1
39
40
4,29%
hulpverleningsvorm adviseerde.
totaal
38
199
237
25,40%
PARAMEDISCHE BEGELEIDING Uit onderstaande tabel blijkt dat het percentage kinderen waarbij het COS voorstelde om kinesitherapie/psychomotoriek of logopedie op te starten of de al gestarte therapie verder te zetten 25,40% bedraagt wat ongeveer hetzelfde is als in 2008 (23,59%).
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
40
THUISBEGELEIDING Het starten of voortzetten van al gestarte thuisbe-
een vaste plaats heeft ingenomen in de adviesverlening door het COS-team (15,44%), wat niet onlogisch is gezien het hoge aantal diagnoses van ASS dat het COS stelt.
geleiding was in 2009 een advies in 23,37% van de gevallen. Dat is een gelijkaardig percentage als de
thuisbegeleiding
2 voorgaande jaren (21,56% in 2008 en 23,07% in
aantal follow-upkinderen
aantal probleemkinderen
totaal
percentage t.o.v. de totale populatie
autismespectrumstoornis
-
144
144
15,44%
mentaal
3
42
45
4,82%
motorisch
3
12
15
1,61%
meestal heel sterk gewaardeerd wordt. Het is
auditief
2
4
6
0,64%
echter jammer dat er in de diensten voor vroegbe-
visueel
1
4
5
0,54%
geleiding ook steeds langere wachtlijsten ontstaan.
gedragsproblemen
-
1
1
0,11%
Het COS hoopt dat hier in de toekomst nog meer
TB bijzondere jeugdzorg
-
2
2
0,21%
totaal
9
209
218
23,37%
2007). Uit de informatie van de ouders die starten met thuisbegeleiding blijkt dat deze begeleidingsvorm
uitbreidingsmogelijkheden gepland worden, zodat de nazorg na het ontvangen van een diagnose zonder uitstel kan worden gestart. Zoals ook voorgaande jaren het geval was, blijkt uit onderstaande gegevens dat thuisbegeleiding voor kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS)
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
41
PSYCHOLOGISCHE OF PSYCHIATRISCHE BEGELEIDING
begeleiding
Het aantal kinderen doorgestuurd voor psycholo-
aantal follow-upaantal kinderen probleemkinderen
totaal
percentage t.o.v. de totale populatie
gische of psychiatrische begeleiding (10,29%) lag
CGG
3
5
8
0,86%
in 2009 tussen de percentages van 2008 en 2007
kinderpsychiatrische dienst
1
7
8
0,86%
(respectievelijk 13,54% en 8,08%).
ander begeleidingscentrum
1
6
7
0,75%
privé-therapeuten (kinder)psychiater psychologen
2 2
71 21 50
73 21 52
7,82% 2,25% 5,57%
totaal
7
96
96
10,29%
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
42
(SEMI-)RESIDENTIËLE OPVANG
(semi-)residentiële opvang
aantal followup-kinderen
aantal probleemkinderen
CKG
2
17
19
2,04%
kinderen waarvoor een (semi-) residentiële opvang
(gespecialiseerd) kinderdagverblijf
-
4
4
0,43%
nodig was, bleef in 2009 op hetzelfde lage peil als
MPI voor niet-schoolgaanden
-
13
13
1,39%
in 2008 (respectievelijk 5,25% en 4,06%). Dat komt
MPI semi-internaat
-
3
3
0,32%
o.a. door de erg jonge gemiddelde leeftijd, maar
MPI internaat
-
3
3
0,32%
ander internaat
-
6
6
0,64%
kortverblijf
-
1
1
0,11%
totaal
2
47
49
5,25%
Bij een aantal kinderen blijkt ambulante begeleiding ontoereikend en moet gezocht worden naar meer
intensieve
begeleiding.
Het
percentage
dit weerspiegelt ook de keuze van de huidige generatie ouders om te zoeken naar inclusieve ondersteuningsmogelijkheden.
totaal
percentage t.o.v. de totale populatie
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
43
ONDERWIJS Zoals in 2008 adviseerde het COS in ongeveer 15%
onderwijs
aantal followup-kinderen
aantal probleemkinderen
totaal
percentage t.o.v. de totale populatie
van de onderzoeken een vorm van buitengewoon
gewoon onderwijs
3
40
43
4,61%
onderwijs en in 13% GON-begeleiding in het gewoon
klasje overzitten
-
8
8
0,86%
onderwijs. Onderstaande tabel geeft een verte-
taakleerkracht
-
2
2
0,21%
kend beeld, zeker wat het percentage kinderen in
GON-begeleiding
-
125
125
13,40%
BKO type 2
-
47
47
5,04%
BKO type 3
-
1
1
0,11%
BKO type 4
-
10
10
1,07%
BKO type 7
-
4
4
0,43%
BLO type 1
-
20
20
2,14%
BLO type 2
-
11
11
1,18%
BLO type 4
-
2
2
0,21%
BLO type 7
-
14
14
1,50%
BLO type 8
-
29
29
3,11%
BuSO type 4
-
1
1
0,11%
BuSO type 7
-
1
1
0,11%
totaal
3
315
318
34,09%
het gewoon onderwijs betreft. Dit komt omdat in het geval dat de schooloriëntering niet expliciet in het eindadvies opgenomen werd, dit ook niet in de tabel terug te vinden is.
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
44
MEDISCHE ADVIEZEN
medische adviezen
aantal followup-kinderen
aantal probleemkinderen
aanvullend medisch-klinisch onderzoek
2
28
30
3,21%
aanvullend medisch-technisch onderzoek
8
44
52
5,57%
advies tot medicatie
-
37
37
3,97%
de opvolging hiervan naar de behandelende huis- of
opvolging door kinderarts
-
11
11
1,18%
kinderarts doorverwijzen.
totaal
10
120
130
13,93%
ondersteunende adviezen
aantal followup-kinderen
aantal probleemkinderen
totaal
communicatiehulpmiddelen
-
7
7
0,75%
orthopedische hulpmiddelen
1
9
10
1,07%
CP-referentiecentrum
2
16
18
1,93%
Referentiecentrum Autisme
-
44
44
4,72%
totaal
3
76
79
8,47%
Het aantal adviezen voor verdere medische opvolging lag in dezelfde lijn als in 2008 (13,93% in 2009 t.o.v. 12,31% in 2008). Wat het advies tot medicatie betreft, gaat het voornamelijk om aandachtsondersteunende medicatie. Gezien de beperkte nazorgopdracht van het COS moet het team voor
ONDERSTEUNENDE ADVIEZEN In 2009 bedroeg het aantal ondersteunende adviezen 8,47%, wat in dezelfde lijn ligt als vorig jaar.
totaal
percentage t.o.v. de totale populatie
percentage t.o.v. de totale populatie
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
45
HET COS ALS MULTIDISCIPLINAIR TEAM (MDT) VAN HET VAPH Naast de rol als ambulant diagnostisch centrum is
aanvraag thuisbegeleiding
aantal
aantal goedgekeurd
aantal afgekeurd
nog geen beslissing
125
71
-
54
26
16
1
9
het COS ook erkend als multidisciplinair team (MDT)
semi-internaat
door het Vlaams Agentschap voor Personen met een
internaat
9
5
-
4
Handicap (VAPH).
kortverblijf
2
-
-
2
pleegzorg
2
1
-
1
164
93
1
70
In 2009 diende het COS 154 multidisciplinaire verslagen (MDV) in bij het VAPH. Dit zijn er 20 meer dan in 2008. Bij enkele dossiers werden 2 zorgvragen aangevraagd, wat het totaal aantal aanvragen op 164 brengt.
totaal
Het COS Antwerpen is ten slotte ook bevoegd voor het opmaken van dossiers in het kader van het Persoonlijk Assistentie Budget (PAB) en dossiers in het kader van de Individuele Materiële Bijstand (IMB). Samen 10 dossiers, wat een halvering t.o.v. 2008 is.
Het grootste deel van de MDV’s betreft vragen naar thuisbegeleiding autisme (100 van de 164 = 60,98%).
aanvraag
aantal
Dit is niet onlogisch gezien het aantal diagnoses
aantal goedgekeurd
aantal afgekeurd
nog geen beslissing
autisme dat we stellen (zowel in het COS als in het
PAB
2
-
-
2
RCA) en de adviezen die we hierbij geven.
IMB
8
3
-
5
10
3
-
7
totaal
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
46
AANMELDINGEN EN WACHTLIJST De initiatieven om de wachtlijst terug te dringen (beperking aanmeldingsleeftijd tot 6 jaar, strikte doelgroepafbakening qua problematiek, beper-
over volgende leeftijdscategorieën: - tussen 0 en 2 jaar (geboortejaar 2007-2009): 11,61% (5,64% in 2008 en 5,36% in 2007) - tussen 3 en 6 jaar (geboortejaar 2003-2006): 77,42% (74,82% in 2008 en 60,83% in 2007) - ouder dan 7 jaar (geboortejaar 2002 en vroeger): 10,97% (19,54% in 2008 en 33,81% in 2007).
king aantal heronderzoeken enz.) leverden in 2009
Ten opzichte van 2007 en 2008 zien we vooral een daling van het aantal kinderen in de oudste leeftijdsgroep.
eindelijk resultaten op. De wachttijd voor kinderen
Dit betekent dat onze politiek om de aanmeldingen te beperken tot de leeftijd van 6 jaar, effectief vruchten
vanaf 30 maanden daalde van 18-22 maanden tot
afwerpt.
ongeveer één jaar. Voor kinderen tot 30 maanden bij aanmelding, slaagde het COS er al langer in om de wachttijd te beperken tot maximaal 6 maanden. De kinderen in het follow-upprogramma doorlopen
geboortejaar
aantal kinderen
percentage
geboortejaar
aantal kinderen
percentage
geen wachttijd aangezien onderzoeken gebeuren
1999
1
0,32%
2004
71
22,90%
op de termleeftijd van 3 maanden, 12 maanden en
2000
-
-
2005
71
22,90%
eventueel 7 maanden.
2001
1
0,32%
2006
54
17,42%
2002
32
10,33%
2007
27
8,71%
2003
44
14,20%
2008
7
2,26%
2009
2
0,64%
Eind 2009 bestond de wachtlijst uit 310 kinderen (daling met 115 kinderen t.o.v. eind 2008), verdeeld
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
47
In 2009 zijn 203 kinderen aangemeld die niet als dusdanig op de wachtlijst werden geregistreerd, wat er ongeveer evenveel zijn als in 2008 en 2007. Ofwel
reden van niet-registratie
aantal
percentage
leeftijd (ouder dan 6 jaar)
147
72,41%
betrof het mensen die de wachtlijst te lang vonden
problematiek (eerstelijn of psychiatrisch)
11
5,42%
en op zoek gingen naar alternatieven (22,17%).
wachtlijst te lang
45
22,17%
Ofwel besloot het COS hen niet op te nemen op
totaal
203
100,00%
de wachtlijst omwille van de leeftijd (ouder dan 6 jaar) (72,41%) of omwille van de soort problematiek (5,42%). Het feit dat er zoveel kinderen aangemeld worden die buiten ons vooropgestelde leeftijdsbereik liggen, maakt dat we hierover duidelijker naar de buitenwereld moeten communiceren.
Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Antwerpen
48
Oriëntatiecentrum vzw Gouverneur Kinsbergen
Oriëntatiecentrum Het Oriëntatiecentrum streeft ernaar om personen met (het vermoeden van) een (arbeids)handicap te helpen om een optimale integratie in de maatschappij mogelijk te maken. Dit gebeurt door hun mogelijkheden en beperkingen te evalueren, een verklaring te zoeken voor de moeilijkheden en advies te verlenen op de verschillende levensdomeinen, op maat van de cliënt. Het Oriëntatiecentrum biedt een onafhankelijk, laagdrempelig en gespecialiseerd diagnostisch- en adviesverlenend aanbod met een brede specialisatie op het vlak van differentiaaldiagnose (ontwikkelingsstoornissen, psychische stoornissen enz.) en assessment betreffende arbeidscompetenties bij
TEWERKSTELLING BESTUURLIJKE OVERHEVELING De overheveling van de bevoegdheden in verband met de begeleiding naar werk van personen met een arbeidshandicap van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) naar de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) is sinds 2008 realiteit. En vanaf 1 oktober 2008 was ook het toekennen van arbeidsondersteunende maatregelen voor personen met een handicap niet langer een opdracht van het VAPH. Hoewel de ondersteunende maatregelen nagenoeg ongewijzigd zijn, is de procedure voor indicatiestelling en toekenning
lende procedures en hoewel bij de start van 2009 veel procedures uitgeklaard waren, was nog niet alles helder. Daarom zijn ook in 2009 veel inspanningen geleverd om het aanbod en de werking van de verschillende partners op elkaar af te stemmen. Door de invoering van de nieuwe regelgeving en procedures was het Oriëntatiecentrum genoodzaakt zich te reorganiseren en te bezinnen over de toekomst. In 2008 startte het team met de wijziging van interne procedures. Dit proces werd verder gezet in 2009 en is nog steeds niet afgerond. Het is en blijft een hele uitdaging om het aanbod en de werking van het Oriëntatiecentrum af te stemmen op de verwachtingen en bedrijfseconomische
personen met een handicap.
grondig gewijzigd. De VDAB spreekt van Bijzon-
De activiteiten van het Oriëntatiecentrum zijn
of korter BTOM. De gespecialiseerde arbeidson-
ondergebracht in 2 grote pijlers: tewerkstelling en
derzoeksdiensten (GA’s) blijven een belangrijke rol
diagnostiek. Het activiteitenverslag is ingedeeld
vervullen in de aanvraag van deze maatregelen. In
Voor de financiering van de GA’s stelt VDAB jaar-
volgens deze twee pijlers.
2008 was er veel onduidelijkheid over de verschil-
doelstellingen op. Het aantal gespecialiseerde
dere Tewerkstellingsondersteunende Maatregelen
context van de VDAB. De missie, visie en waarden van het Oriëntatiecentrum zijn immers niet altijd te verzoenen met die context.
Oriëntatiecentrum
50
screeningen
die
het
Oriëntatiecentrum
moet
Oriëntatiecentrum voor een profiel van arbeidscom-
derzoek (GAO) dat zowel in groep als individueel
uitvoeren, ligt hoog en zorgt zelfs met maximale
petenties, een oriëntering naar de arbeidsmarkt
kan plaatsvinden en van een basisscreening (BS).
personeelsinzet voor een hoge werkdruk.
en advies over de tewerkstellingsondersteunende
GA-WERKING Sinds de overheveling is het Oriëntatiecentrum erkend als gespecialiseerde onderzoeksdienst (GA)
maatregelen.
Het assessment in groepsverband (GOS) heeft als
METHODIEK ASSESSMENT VOOR PERSONEN MET EEN
van de persoon. Op basis van gedragsproeven en
ARBEIDSHANDICAP
individuele testen (medisch onderzoek, handvaar-
door VDAB. Het Oriëntatiecentrum maakt deel uit
Sinds 2004 screent het Oriëntatiecentrum personen
van een gespecialiseerd netwerk van diensten voor
met een (vermoeden van arbeids)handicap. Aanvan-
gespecialiseerde dienstverlening voor werkzoe-
kelijk was dit in de vorm van een basisscreening
kenden met een arbeidshandicap in de provincie
(BS) en gespecialiseerde oriënterende screening in
Antwerpen. VDAB of GTB (Gespecialiseerde Traject-
groepsverband (GOS). Ook na de bestuurlijke over-
bepalings- en Begeleidingsdienst) kunnen een
heveling bleven deze vormen bestaan, maar in een
beroep doen op het Oriëntatiecentrum voor het in
verder ontwikkelde vorm. Het individuele, multi-
kaart brengen van arbeidscompetenties en onder-
disciplinaire onderzoek dat voor de bestuurlijke
steuningsbehoeften van de werkzoekende met een
overheveling werd uitgevoerd onder de vlag van
arbeidshandicap en advies en begeleiding op vlak
het CGVB (Centrum voor Gespecialiseerde Voorlich-
van tewerkstelling en opleiding. Concreet betekent
ting bij Beroepskeuze) maakt nu deel uit van de
dit dat VDAB en GTB en eventueel andere gespeci-
methodiek van assessment maar wijzigde grondig.
aliseerde diensten een beroep kunnen doen op het
Nu spreken we van een gespecialiseerd arbeidson-
doel het opstellen van een uitgebreid functieprofiel
digheid, IQ-bepaling enz.) verkrijgen we een beeld van
(arbeids)competenties
met
voorspellende
waarde voor de toekomstige tewerkstelling. Dit functieprofiel vormt de basis van een goede trajectbepaling door trajectbegeleiders van VDAB en GTB. Een individueel onderzoek zal ook een functieprofiel van de persoon bepalen, maar focust minder op het bepalen van arbeidscompetenties. Het heeft als doel de persoon met een arbeidshandicap te oriënteren op het continuüm gaande van een tewerkstelling in het normaal economisch circuit (NEC) tot dagcentrum of zorgcircuits en advies te geven op vlak van de nodige ondersteuning op het domein van tewerkstelling en andere domeinen. Om te bepalen
Oriëntatiecentrum
51
of een persoon recht heeft op een van de Bijzon-
In 2009 ging zoals eerder vermeld veel energie naar
dere Tewerkstellingsondersteunende Maatregelen
het aanpassen van procedures. We probeerden de
is ook een individueel onderzoek aangewezen. Dit
methodiek van de verschillende soorten onder-
onderzoek is altijd multidisciplinair.
zoeken te verbeteren en aan te passen om een zo
Bij een basisscreening gaat het om een kort onderzoek waar over een bepaald aspect van het functioneren van de persoon informatie wordt gevraagd. Het kan gaan om een allocatiescreening (heeft deze persoon nood aan een gespecialiseerd traject?), een grondig onderzoek van één domein van het functioneren (medisch, cognitief, motorisch enz.) of een beroepsinteresseonderzoek of Sapphire-onderzoek (Work Capacity Assessment System). Een basisscreening heeft als doel informatie te verschaffen aan GTB en VDAB om een betere trajectbepaling te doen, om te onderzoeken of de trajectbegeleiding het best door VDAB of door GTB gebeurt, om een indicatie te bepalen, om de aanvraag van tewerk-
goed mogelijk antwoord te bieden op de vraag van trajectbegeleiders en de persoon met een arbeids-
UITGEBREIDE GOS In 2009 pasten we de bestaande GOS aan om de R-pas (zie later) te integreren in de bestaande methodiek. Dit zijn vooral testen die individueel worden afgenomen. We breidden de GOS uit met
handicap.
een extra assessmentproef. We proberen in de mate
GOS+
onderzoek te plannen.
GOS+ is de naam van een intern project om een
ESF-PROJECTEN
jobspecifiek assessment te kunnen aanbieden. In overleg met GTB besloten we te starten met poetshulp en logistiek medewerker. In 2009 bekeken we de competentieprofielen (o.a. SERV) van poetshulp, stelden we mogelijke assessmentproeven op en zochten we naar stageplaatsen in bedrijven in het NEC. Dit laatste was echter niet evident en zorgde ervoor dat GOS+ niet van start ging in 2009.
van het mogelijke en als het nodig is een medisch
LOOPBAANBEGELEIDING Het project Inzicht voor loopbaandienstverlening (doelstelling 3, zwaartepunt 4) van de Consultatiebureaus1 met als promotor DGO/LITP wordt verlengd voor de periode 1/01/2010 tot 31/12/2011. In 2009 is het aantal loopbaanbegeleidingen verhoogd van 50 naar 80 begeleidingen. De loopbaandienstver-
stellingsondersteunende maatregelen te vervolle-
lening is bedoeld voor alle werknemers en zelf-
digen (BTOM) enz.
standigen die vragen hebben over hun loopbaan.
1
De term consultatiebureau is een benaming voor die diensten die gespecialiseerd zijn in diagnostiek en oriëntering op vlak van zorg en tewerkstelling en erkend zijn als o.a. GA en MDT.
Oriëntatiecentrum
52
Onze aandacht gaat hierbij specifiek uit naar de
diagnose heeft, kan die in het Oriëntatiecentrum
(Unizo) en Groep Intro. De rol van het Oriëntatie-
zwakkeren binnen de groep van tewerkgestelde
terecht voor diagnostiek en advies.
centrum was om door screening en onderzoek in de
personen. De dienstverlening heeft een vraagver-
beginfase van het arbeidstraject de afstand tot de
helderende, begeleidende en oriënterende functie.
IMPALA
Het Oriëntatiecentrum waarin het project is
Onder impuls van de Federatie van Consultatie-
ingebed is o.a. gekend voor de specialisatie in differentiaaldiagnostiek
van ontwikkelingsstoor-
nissen. Werkende personen met bv. AD(H)D of een autismespectrumstoornis zijn vaak gebaat bij een loopbaanbegeleiding. In 2009 werkten we samen met Zit Stil een aanbod uit voor de doelgroep werknemers met AD(H)D. Dit aanbod bestaat uit een combinatie van psycho-educatie en individuele loopbaanbegeleiding. Bij de psycho-educatie klaart men uit wat de diagnose ADHD voor de persoon betekent. Bij de loopbaanbegeleiding bekijkt men de gevolgen voor de loopbaan van de persoon en stelt men samen met de persoon een actieplan op om de vastgestelde problemen aan te pakken en kansen te creëren. Indien de persoon nog geen
arbeidsmarkt te bepalen en de aard en intensiteit
Bureaus (fCB) is in 2008 bij het Europees Sociaal Fonds (ESF) een projectaanvraag goedgekeurd met de titel IMPALA. Dit letterwoord staat voor Innovatief Maatwerk voor Personen met een Arbeidshandicap gericht op een Langdurige Arbeidsloopbaan. Het doel was om 50 personen met een ticket voor beschutte/sociale werkplaats, toe te leiden naar het NEC. De verwachting was dat intensief maatwerk, samenwerking tussen verschillende instanties, de inzet van begeleiding en van financieel-compenserende
maatregelen
(supported
employment)
voor deze doelgroep een krachtdadige en realis-
van ondersteunende maatregelen in het verdere traject te adviseren. Het resultaat van deze fase was een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) met een medewerkerprofiel en een werkplekprofiel. In totaal zijn er 12 personen gescreend in 2008. 1 hiervan haakte af. Voor 2 personen werd in 2009 een tewerkstelling gerealiseerd. In 2009 werd enkel nog deelgenomen aan inhoudelijk overleg en de stuurgroep van het project. Het Oriëntatiecentrum gaf in het voorjaar van 2009 een presentatie van IDA-arbeidsvaardigheidstoetsen voor de medewerkers van het project Impala. In juni 2010 loopt het project af.
tische hefboom zouden zijn tot arbeidsintegratie. Het Impalaproject was ontwikkeld door een partnerschap van de consultatiebureaus, Jobkanaal
Oriëntatiecentrum
53
ASSESS TO SUCCES Het Europees Sociaal Fonds – Agentschap Vlaanderen keurde in 2009 actie 2 van het project Assess to Succes (ESF-programma doelstelling 2, sociale inclusie) van de fCB goed. Het projectvoorstel voor actie 2 is ingediend begin 2009. Via een partnerschap met diverse arbeidsmarktorganisaties wordt er stapsgewijs een kennisdatabank opgebouwd. Deze zal enerzijds jobfuncties en competenties aan elkaar koppelen en anderzijds ook specifieke gegevens toevoegen over arbeidshandicap en organisatieomgeving. Deze data hebben betrekking op:
Het project heeft tot doel bij te dragen tot de
staat voor TOEkomstkansen door Competenties
ontwikkeling in Vlaanderen van een kennisdatabank
te Assessen en Normeren en kadert binnen het
waarin we actuele functie-eisen kunnen vertalen
ESF ervaringsbewijs 2009 (oproepronde 2009 met
naar competenties en mogelijkheden voor personen
oproepnummer 82). Het doel is om verworven
met een handicap. De focus van het project ligt
competenties voor het beroep monitor in een
niet op het ontwikkelen van softwaretechnologie
beschutte/sociale werkplaats zichtbaar te maken.
maar op het toepassen van matching-software uit
Het beroep monitor in een beschutte/sociale werk-
de HRM-sector en vacaturedatabanken in de sector
plaats is een knelpuntberoep. Je kunt jezelf niet
van assessment, trajectbepaling en –uitvoering voor
voorbereiden op dit beroep door een specifieke
personen met een arbeidshandicap. Deze kennisda-
opleiding te volgen. Je moet wel over een uitge-
tabank is de basis om het jobspecifiek assessment
breid pakket aan vaardigheden beschikken om dit
van personen met een handicap te verbeteren.
beroep succesvol te kunnen uitvoeren (gaande van
- verrijkte eisenprofielen (job)
In 2009 nam het Oriëntatiecentrum deel aan het
- competentieprofielen voor personen met een
overleg van het project en is er gewerkt aan de
arbeidshandicap - matching van eisenprofielen (job) en competentieprofiel van personen met een arbeidshandicap - noodzakelijke randvoorwaarden voor personen met een arbeidshandicap.
gidslijn en de competentiekaart. TOECAN In 2008 keurde ESF het project Toecan, ingediend door de Federatie van ConsultatieBureaus, goed. Het project startte op 1 januari 2009. Toecan
een breed pallet aan sociale vaardigheden, leiding geven tot een aantal technische capaciteiten). De combinatie van deze uiteenlopende vaardigheden en het ontbreken van een voorbereidende opleiding maakt instroom in deze beroepscategorie moeilijk. Toecan wil personen met een gedegen ervaring in een beroep en die om de een of andere reden een wending in hun loopbaan wensen, perspectief bieden om (langer) aan het werk te blijven. Toecan
Oriëntatiecentrum
54
richt zich in eerste instantie op personen die een
De bekendmaking gebeurde in 2009 door folders te
plaatsen arbeidszorg te realiseren in de sociale
uitgeblust gevoel kennen op de huidige werkplek,
verspreiden via GTB en de Lokale Werkwinkels van
economie. Zo kunnen de sociale economiebedrijven
herintreders, personen met een arbeidshandicap
VDAB. Bij infosessies over het GA was er de nodige
(beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen
enz.
aandacht voor het project en er was overleg met
enz.) meewerken aan integrale trajecten door
VDAB. In 2009 kregen 12 personen individueel infor-
werkuren en arbeidsplaatsen te reserveren voor
matie over het project en werden 7 begeleidingen
activering en screening en een pilootproject rond
opgestart. 2 begeleidingen werden afgebroken. Op
erkenning betreffende arbeidszorg opzetten. De
één na behoorden alle personen tot een kansen-
Vlaamse regering wil zo voor een harde kern van
groep. In 2009 werden 2 portfolio’s opgesteld.
langdurig werkzoekenden met de grootste afstand
De taak van het Oriëntatiecentrum is naast het verspreiden van informatie over en de toeleiding naar het project, het begeleiden en ondersteunen van kandidaten bij het opstellen van een portfolio. We streven naar een maximale zelfverantwoordelijkheid van de cliënt (vanuit de empowermentgedachte) maar met een ondersteuning op maat. De beoordeling van het portfolio door de assessoren vindt plaats op Vlaams niveau. Het Oriëntatiecen-
In totaal moeten op het einde van het project (september 2010) 15 personen begeleid zijn in het project waarvan er 10 personen moeten deelnemen aan het examen.
trum voert wel het eindgesprek met de deelnemer
SCREENING ARBEIDSGEHANDICAPTEN IN HET KADER
waarbij we met de persoon het portfolio overlopen
VAN HET MEERBANENPLAN
en de evaluatie van de assessoren bespreken. De resultaten worden overgemaakt aan de erkenninginstantie (subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie).
Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse regering een nota betreffende arbeidszorg en activeringstrajecten goed. Met deze nota besliste de Vlaamse regering om een uitbreiding van het aantal arbeids-
tot de arbeidsmarkt gespecialiseerde activeringstrajecten aanbieden in partnerschap met actoren uit de welzijnssector of de sociale economie en/ of naar jobs buiten het NEC. De doelgroep die in aanmerking komt voor een screening heeft een meervoudige problematiek op mentaal, medisch en/of psychisch of psychiatrisch vlak (MMPP), die een inschakeling in het normaal economisch en beschermd circuit verhindert. De GA’s kregen de opdracht om deze doelgroep te screenen en te oriënteren naar een traject naar
Oriëntatiecentrum
55
werk op het continuüm van het NEC tot een plaats in arbeidszorg. Een GA kan ook aangeven dat de persoon niet toeleidbaar is naar een traject naar werk of naar een activeringsbegeleiding. In 2009 zijn 320 cliënten gescreend. Aan de procedure is in 2009 niets gewijzigd maar toen ging wel het tenderproject zorgbegeleiding binnen activering van start. Met dit project wenst VDAB drempels weg te werken die een traject naar tewerkstelling of arbeidszorg verhinderen bij personen met een MMPP-problematiek. De zorgbegeleiding kadert binnen het Vlaamse activeringsbeleid van werkzoekenden en draagt bij tot het verhogen van de werkzaamheidgraad van kansengroepen. De activering van deze werkzoekenden omvat de zorgbegeleiding en een aangepaste trajectbegeleiding. De zorgbegeleiding wordt georganiseerd door partner-
SAMENWERKING MET PARTNERS PROVINCIALE SAMENWERKING MET GA, GTB EN VDAB De nieuwe regelgeving voor de gespecialiseerde trajectbepaling- en begeleidingsdiensten, de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten en de gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdiensten was gefinaliseerd en bekrachtigd in
op elkaar af te stemmen en de verwijzing van de cliënten vlotter te laten verlopen. Informatiedoorstroming over nieuwe initiatieven verloopt via dit frequent overleg vlotter. GTB heeft in 2009 de werking van het intaketeam hervormd waardoor het niet evident is dat GA-medewerkers op alle intaketeams aanwezig kunnen zijn. INTAKETEAM AUTISME DE PLOEG: ASPECT
2008. Procedures in verband met overleg en samen-
Het Oriëntatiecentrum neemt deel aan de verga-
werking waren echter nog onvoldoende uitgewerkt.
dering Aspect die GOB De Ploeg een zestal keer
In 2009 was er nog veel overleg met VDAB/GTB over
per jaar organiseert. Hier worden cliënten aange-
de procedures en werkwijzen. In wat volgt geven
meld en besproken die misschien in aanmerking
we een kort overzicht van overleg met partners in
komen om te starten in het opleidingsproject voor
de provincie Antwerpen.
personen met autisme. Tijdens de bespreking is het
INTAKETEAM
schappen bestaande uit VDAB, GTB en partners die zorg aanbieden. De screening van personen gebeurt
Tweewekelijks is er een intaketeam om te komen
binnen dit project niet uitsluitend door de GA’s.
tot een tewerkstellingstraject voor aangemelde
Enkel waar de trajectbegeleider van GTB/VDAB het
cliënten. Daarnaast worden de mogelijke kandi-
nodig vindt, wordt een screening bij een GA aange-
daten voor het screeningproject besproken. Deze
vraagd.
vergaderingen zijn ook nuttig om de werking beter
de bedoeling van de verschillende partners (GOB De Ploeg, GTB, GA’s, Ergasia, individuele hulpverleners enz.) om vanuit eigen kennis en referentiekaders mee te denken over de cliënt, met als doel het meest aangewezen traject (binnen of buiten het autismeproject) aan te bieden.
Oriëntatiecentrum
56
PROVINCIAAL OVERLEG ARBEIDSGEHANDICAPTEN Dit overleg is samengesteld uit de belangrijkste vertegenwoordigers van de partners van de verschillende regio’s die zich richten op de doelgroep van werkzoekenden met een arbeidshandicap met als doel de concrete werking op te volgen en indien
doel van dit overleg is de concrete werking op te volgen en indien nodig bij te sturen. OVERLEG GA’S PROVINCIE ANTWERPEN VDAB vroeg de GA’s in 2009 om inspanningen te leveren voor schaalvergroting. De GA’s in de
dieken en tools - gegevensverzameling over de doelgroep in functie van standpuntbepaling, rapportering en beleidsvoorbereiding. FEDERATIE CONSULTATIEBUREAUS
provincie Antwerpen onderschrijven de doelstel-
De Federatie van de Consultatiebureaus (fCB) is
lingen van de schaalvergroting. Een grotere slag-
opgericht begin 2006 als een fusie van de vroegere
kracht van de diensten, een optimale inzet van
federaties VFCG en FCPH. De nieuwe federatie is
de beschikbare middelen en een transparante en
een feitelijke vereniging van alle Vlaamse Consulta-
gelijkwaardige dienstverlening en behandeling is
tiebureaus die momenteel actief zijn. De fCB heeft
een meerwaarde voor de 3 GA’s. Deze schaalvergro-
als doel een hulpstructuur te zijn voor het reali-
ting zal gefaseerd verlopen. In 2009 is gestart met
seren van een aantal overkoepelende sectorspeci-
regionale werking van VDAB in de provincie.
de oprichting van een stuurgroep met de 3 coördi-
fieke activiteiten: reflectie, debat, visie- en stra-
natoren van de GA’s en de directie van het Gouver-
tegieontwikkeling en het uitwerken van concrete
OVERLEG MEERBANENPLAN
neur Kinsbergencentrum als procesbegeleider. Deze
voorstellen op het vlak van inhoud en (Vlaams)
stuurgroep is een forum waar werkafspraken tot
beleid. De federatie positioneert zich als gespreks-
samenwerking worden gemaakt op 3 terreinen:
partner voor het beleid via gezamenlijke (strate-
- de externe vertegenwoordiging
gische) actie en communicatie en via coproductie
- het ontwikkelen van initiatieven in functie van
in projectuitvoering en –management. Dit ook in
een grotere uniformiteit betreffende metho-
functie van de bestuurlijke overheveling. In 2009
nodig bij te sturen. Het gaat om het opvolgen van de behaalde cijfers, instroom van VDAB naar de gespecialiseerde diensten, doorstroom tussen de verschillende partners, wachtlijsten en het opvolgen van de resultaten van de trajectwerking (uitstroom). Dit overleg bevordert ook de samenwerking tussen de verschillende diensten en de
Dit overleg is samengesteld uit vertegenwoordigers van de diensten betrokken bij het project meerbanenplan (VDAB, GA, Arbeidszorginitiatieven, diensten die activeringsbegeleiding aanbieden). Het
Oriëntatiecentrum
57
kwam de federatie op maandelijkse basis samen.
een meer uniforme toolbox te hanteren waarbij het
onmiddellijk aansluitend op het R-Pas 2007-project
De vergadering is samengesteld uit leidinggevenden
Passerinstrumentarium werd geïntegreerd. Passer
is in april 2008 de projectfase R-Pas 2008 gestart.
van de GA’s.
is een verzamelnaam voor het project dat tot doel
In deze vervolgstudie, die een jaar later werd
had een nieuw instrumentarium voor onderzoek
afgerond, is een bijkomende set aan inschaling-
van personen met een arbeidshandicap te ontwik-
instrumenten ontwikkeld die we R-Pas 2 noemen.
kelen. Het project bestond uit twee luiken: A-Pas
De R-Pas 2-batterij omvat instrumenten voor de
en R-Pas. In het A-Pas-luik is een assessmentmetho-
inschaling van de arbeidsinteresse, de sociale rand-
diek voor arbeidscompetenties uitgewerkt, speci-
voorwaarden en de begeleidingsnood op de werk-
fiek voor mensen met een psychische problematiek.
vloer in arbeidszorgcentra en maatwerkbedrijven.
niveau te ontwikkelen, expertise te verhogen door
In het R-Pas-luik is een gestandaardiseerd ruggen-
De Federatie is vertegenwoordigd in overlegorganen
uitwisseling tussen GA-medewerkers, het aanbod af
graatinstrument voor inschaling van de afstand tot
en werkgroepen met GTB en VDAB. In 2009 nam het
te stemmen op de noden van VDAB/GTB/partners
de arbeidsmarkt uitgewerkt en genormeerd. Het
Oriëntatiecentrum deel aan de POWA Werkgroep
en een betere externe communicatie te voeren over
R-Pas project is afgerond in 2 opeenvolgende fasen,
operationalisering en overleg tussen GA en GTB.
het aanbod en de expertise van de GA’s. Dit door
R-Pas 2007 en R-Pas 2008. In de R-Pas 2007 project-
het oprichten van werkgroepen die elk een thema
fase is een inschalinginstrument ontwikkeld voor
uitwerken. In 2009 namen verschillende medewer-
het meten van arbeidscompetenties. Dit instru-
kers van het Oriëntatiecentrum actief deel aan de
ment, R-Pas 1, is genormeerd bij vier werkvormen
verschillende werkgroepen.
in Vlaanderen waarin personen met een arbeids-
Naast de federatievergadering is er regelmatig overleg tussen medewerkers van diverse GA’s. Zo is er overleg over methodieken, instrumenten, aspecten van kwaliteit enz. Op 15 januari 2009 startte de fCB met het project GA voor methodiek. Dit project heeft tot doel methodieken op Vlaams
Een belangrijk thema was het instrumentarium (de toolbox) van de GA’s. De GA’s engageerden zich om
handicap
worden
teruggevonden:
arbeidszorginitiatieven,
dagcentra,
maatwerkbedrijven
en
bedrijven in het reguliere arbeidscircuit. Vrijwel
GESPECIALISEERD DIAGNOSTISCH CENTRUM Het Oriëntatiecentrum is een onafhankelijk, laagdrempelig en gespecialiseerd diagnostisch centrum met een brede specialisatie in differentiaaldiagnostiek. In 2009 kregen 433 personen een individueel onderzoek. 69% van de cliënten had een vraag naar
Oriëntatiecentrum
58
diagnostiek in de ruime zin van het woord of naar
logisch (neuropsychologisch onderzoek, intelligen-
die de persoon met een handicap vrij kan kiezen.
ondersteuning op het vlak van wonen. 31% had een
tiebepaling, sociaal-emotioneel onderzoek enz.),
Die ondersteuning is elke immateriële hulp en elke
expliciete vraag naar een differentiaaldiagnose.
een psychiatrisch (anamnese, medisch onder-
vorm van hulp- en dienstverlening die met het oog
Het Oriëntatiecentrum kan deze vragen beant-
zoek, klinisch onderzoek), een ergotherapeutisch
op hun maatschappelijke integratie aan personen
woorden door de steun van de provincie Antwerpen
(psychomotoriek, handvaardigheid enz.) en indien
met een handicap wordt verstrekt. De rol van het
aan de vzw Gouverneur Kinsbergen. Gezien de grote
nodig een logopedisch onderzoek. Alle onderzoeken
Oriëntatiecentrum als MDT situeert zich in de fase
nood aan diagnostiek voor jongeren en volwassenen
worden multidisciplinair besproken. De persoon
van de inschaling van de zorgzwaarte van personen.
zijn de wachtlijsten voor diagnostisch onderzoek
krijgt steeds advies op verschillende levensdo-
Voor deze inschaling heeft het VAPH een inscha-
lang. Ook voor methodiekontwikkeling is er weinig
meinen.
linginstrument ontwikkeld. Het Oriëntatiecentrum
ruimte. Het Oriëntatiecentrum is dan ook actief op zoek naar samenwerking met partners en naar nieuwe projectmogelijkheden om aan het hoge aantal reële noden tegemoet te komen. Daarnaast
PROJECTEN ZORGVERNIEUWING: PROJECT PGB
is het Oriëntatiecentrum erkend door het Vlaams
Het Oriëntatiecentrum engageerde zich in 2008 om
Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
deel te nemen aan het experiment voor de toeken-
als Multidisciplinair Team (MDT) en is het Oriënta-
ning van een persoonsgebonden budget (PGB) aan
tiecentrum mee opgenomen in het Referentiecen-
bepaalde personen met een handicap. Dit experi-
trum Autisme voor de provincie Antwerpen.
ment startte effectief in 2009. Het PGB heeft tot
Het diagnostisch onderzoek is altijd multidisciplinair en bestaat uit een intakegesprek, een psycho-
doel de sturing van het zorgaanbod door personen met een handicap te verhogen door de gehele of gedeeltelijke tenlasteneming van de ondersteuning
heeft in 2009 12 personen ingeschaald die deelnamen aan het experiment. Verder was het Oriëntatiecentrum ook aanwezig op overleg georganiseerd door het PPG en het Verwijzersplatfom om het experiment te evalueren. RCA Het Referentiecentrum Autisme Antwerpen (RCA) is gestart op 01/09/2005 onder leiding van directeur dr. Hans Hellemans van het Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (UCKJA). Zowel het Oriëntatiecentrum als het Centrum voor Ontwik-
Oriëntatiecentrum
59
kelingsstoornissen (COS) zijn partners in het RCA
regelmatig overleggen. Het Oriëntatiecentrum is in
die in Vlaanderen gebruikt worden op te lijsten en
voor de provincie Antwerpen. Het doel van het RCA
het RCA één van de enige diensten die zich specia-
te evalueren en anderzijds een aanzet te geven
bestaat erin personen met een ernstig vermoeden
liseren in volwassenen.
tot een protocol voor de diagnostiek van autisme-
van een autismespectrumstoornis de beste kansen te bieden op een snelle, grondige diagnose. De overeenkomst biedt bovendien de mogelijkheid om, eens de diagnose gesteld is, via individuele coördinatiesessies de noodzakelijke zorgtrajecten op elkaar af te stemmen. De RCA-werking biedt aan onze cliënten en voor onze dienst een duidelijke meerwaarde. Cliënten worden na het stellen van een diagnose niet onmiddellijk en uitsluitend doorverwezen, maar kunnen verder begeleid worden bij de eerste verwerking van de diagnose. Voor het centrum betekent dit de mogelijkheid om de specialisatie in diagnostiek
VAPH PROJECTGROEP ASS PROTOCOL Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) startte in 2008 met het ontwikkelen van een aantal diagnostische protocollen en in het project Diagnostiek & Indicatiestelling van het VAPH. Voor het protocol Diagnose van pervasieve ontwikkelingsstoornissen bij volwassenen werden 3 experten gevraagd. May Van Gool, medewerker van het Oriëntatiecentrum, werkte in 2009 mee aan dit protocol. INTERVISIE ASS
autisme steeds verder te versterken. Op Vlaams
In navolging op het project Kwaliteitsbevordering
niveau wordt de werking van het RCA gestuurd door
diagnostiek autismespectrumstoornissen bij (jong)
het Vlaams Overleg RCA, samengesteld uit verte-
volwassenen, waarbij het de bedoeling was om
genwoordigers van de verschillende partners die
enerzijds de gebruikte instrumenten en procedures
spectrumstoornissen bij (jong)volwassenen, zal het Oriëntatiecentrum in 2010 een werkgroep oprichten met een tweeledig doel: overleg en intervisie tussen experts op het vlak van diagnostiek ASS bij (jong) volwassenen en het aanvullen van het eindrapport en protocol van het vorige project. In 2009 nam dit overleg al een start, maar er is slechts 1 bijeenkomst kunnen doorgaan. Door de steun van SEN vzw kunnen we in 2010 meer tijd vrijmaken om dit overleg te organiseren en kunnen de deelnemers rekenen op een vergoeding. OVERLEG REGIONAAL OVERLEG GEHANDICAPTENZORG Aan het Regionaal Overleg (ROG) participeren alle VAPH-voorzieningen en diensten voor personen met
Oriëntatiecentrum
60
een handicap, de vertegenwoordigers van verwijzers en de vertegenwoordigers van gebruikers. Door middel van zorgbemiddeling, zorgafstemming en zorgplanning wil het ROG zich engageren om een geïntegreerd geheel van hulp- en dienstverleningsvormen tot stand te brengen. Het ROG is provinciaal georganiseerd. Binnen het ROG zorgt men ook voor de Centrale Registratie van Zorgvragen (CRZ). Dit houdt in dat de gegevens van de individuele zorgvragen die gesteld worden aan de VAPH-voorzieningen en -diensten in de provincie beheerd worden. Het Oriëntatiecentrum neemt niet meer deel aan de vergaderingen in het kader van de CRZ omdat ze een te grote tijdsinvestering vergen. In het overleg van de MDT’s van de provincie Antwerpen nam de directeur van het Gouverneur Kinsbergencentrum deel; deze zetelt samen met nog 4 andere leiding-
VERWIJZERSPLATFORM In het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Zorgregie is de mogelijkheid tot de oprichting van een vereniging van verwijzende instanties opgenomen, met als opdracht het organiseren van de vertegenwoordiging van deze instanties in het ROG en in de Permanente Cel van het VAPH. Vertegenwoordigers van diverse koepelorganisaties en federaties die beschikken over diensten of centra die erkend zijn als MDT hebben deze nieuwe vzw gestalte gegeven. Het Oriëntatiecentrum is vertegenwoordigd via de fCB bij monde van (onder andere) de directeur van het Gouverneur Kinsbergencentrum. ANDERE EXTERNE VERTEGENWOORDIGING
gevenden van andere MDT’s namens de MDT’s in de
Het Oriëntatiecentrum is via zijn medewerkers
provinciale stuurgroep van het ROG.
vertegenwoordigd in overleg, intervisies, stuur-
belangrijkste zaken die nog niet hoger vermeld zijn: - Intervisie Autismespectrumstoornissen georganiseerd door Autisme centraal - Intervisie ADHD - Stuurgroep Autisme en provinciaal overleg van provincie Antwerpen van het Steunpunt Expertise Netwerken - Stuurgroep VAPH van het PPG - Werkgroep MDT, PGB en PAB van het PPG - Vlaamse Vereniging Psychiaters sectie ontwikkelingsstoornissen - Algemene vergadering Vlaams Forum voor Diagnostiek - ROG - AD Hoc Commissie Inschrijving en Evaluatie (VAPH) - AD Hoc Commissie Individuele Materiële Bijstand (VAPH).
groepen enz. We geven een kort overzicht van de
Oriëntatiecentrum
61
personeelsbezetting december 2009 naam
functie
team
Anne Bleumers
assistent i/d psychologie
tewerkstelling
Katia Willems
lic. orthopedagogiek
tewerkstelling en diagnostiek
80
Greet Du Bois
A1 ergotherapeute
tewerkstelling en diagnostiek
80
Kathrine Goffart
lic. orthopedagogiek
coördinator
80
Karin Heyde
psychiater
diagnostiek
83
In 2009 kende het team van het Oriëntatiecen-
Ine Jespers
kinder-en jeugpsychiater
diagnostiek
33
trum een uitbreiding voor tewerkstelling. Er werd
Michiel Mael
neuroloog-revalidatiearts
tewerkstelling
38
voor gekozen om het team uit te breiden met een
Kristien Van Hoof
arbeidsgeneesheer
tewerkstelling
33
May Van Gool
lic. klinische psychologie
diagnostiek
60
Veroniek Vandenrijdt
maatschappelijk assistent
diagnostiek
100
Veronique Verreijt
maatschappelijk assistent
tewerkstelling en diagnostiek
80
Joke Leenknecht
lic. klinische psychologie
tewerkstelling en diagnostiek
90
Ilse Vanmaldegem
lic. orthopedagogiek
tewerkstelling
100
Joke Evrard
assistent i/d psychologie
meerbanenplan
100
Katrien Andriessen
assistent i/d psychologie
meerbanenplan
100
Karin Verstockt
assistent i/d psychologie
meerbanenplan
80
Lenie Vanooteghem
lic. arbeidspsychologie
tewerkstelling en loopbaanbegeleiding
50
Tine Seghers
lic. klinische psychologie
tewerkstelling en diagnostiek
60
Tinne Krijnen
A1 med. secreatriaat
administratie
50
Kristof Franq
A1 ergotherapeut
tewerkstelling
100
INTERNE WERKING PERSONEEL
voltijdse ergotherapeut en bijkomende uren arts. Voor de diagnostische werking werd gekozen voor de aanvulling met een logopediste, die een zinvolle aanvulling bleek voor het multidisciplinaire team.
% 100
Oriëntatiecentrum
62
KWALITEITSBELEID ALGEMEEN Na de overheveling van de GA’s van het VAPH naar de VDAB was er ook in 2009 nog altijd geen duidelijkheid over de toekomstige verplichtingen betreffende het kwaliteitsbeleid. Het Oriëntatiecentrum zette het interne kwaliteitsbeleid, dat in het verleden aangestuurd werd door het kwaliteitsdecreet voor de welzijnssector, voort. Bovendien beschikt het Gouverneur Kinsbergencentrum over een ESF-kwaliteitslabel. AUDIT Op 15/12/2009 voerde het ESF-agentschap in Wilrijk een kwaliteitsaudit uit in functie van de verlenging van het kwaliteitslabel. De audit was leerrijk en de evaluatie positief, zodat wij het ESF-label verwierven. TEVREDENHEIDSONDERZOEK
denheidsonderzoek is een zicht te krijgen op de tevre-
Ook de deelnemers van het project Inzicht voor loop-
denheid van het volledige onderzoeksproces om later
baandienstverlening ontvingen een tevredenheidsvra-
eventueel bij te sturen op specifieke deelgebieden waar
genlijst. Al de cliënten zijn positief over de begeleiding.
de cliënt minder tevreden is. De resultaten zijn geba-
De bereikbaarheid van het centrum wordt iets minder
seerd op een tevredenheidsmeting bij de cliënten en
goed geëvalueerd.
de verwijzers over een periode van 12 maanden. Algemeen bleek een hoge mate van tevredenheid. Bij de cliënten die een individueel onderzoek kregen, was er een respons van 47%. Wat de cliënten minder positief vonden waren de lange wachttijd, de duur van het onderzoek en de moeilijkheidsgraad van het verslag. De respons bij de verwijzers was te klein om conclusies te formuleren. 58% van de cliënten van de groepsscreening stuurde de vragenlijst terug. Over het algemeen waren ook deze cliënten tevreden. De situering van de groepsscreening voor de cliënt in zijn/haar traject blijft een aandachtspunt omdat zij vaak andere verwachtingen hebben van het onderzoek. Zo geven zij ook regelmatig aan dat niet
Ook in 2009 organiseerde het Oriëntatiecentrum een
al hun mogelijkheden aan bod konden komen tijdens
tevredenheidsmeting. De doelstelling van het tevre-
het onderzoek.
TEVREDENHEIDSONDERZOEK PERSONEEL EN FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Het Oriëntatiecentrum organiseerde in 2009 geen functioneringgesprekken omdat het Gouverneur Kinsbergencentrum startte met het project Mobilhome. PROJECT MOBILHOME De bedoeling van dit project is om voor alle functies in het Gouverneur Kinsbergencentrum individuele functie- en competentieprofielen op te stellen als fundament van een breder personeelsbeleid. De startvergadering vond plaats op 23 oktober 2009. Het managementteam en een medewerker van elke entiteit dragen dit project.
Oriëntatiecentrum
63
STATISTISCHE GEGEVENS OVER HET AANTAL ONDERZOEKEN
INDIVIDUEEL ONDERZOEK In 2009 behandelde het Oriëntatiecentrum in totaal 433 dossiers in het kader van individueel onderzoek. Dit zijn de
ALGEMEEN Het Oriëntatiecentrum volgt een vaste procedure voor de opvolging van cliënten. We noteren de gegevens na het onderzoek op een formulier en de administratie
onderzoeken waar de cliënt meer dan 1 individueel onderzoeksmoment heeft met meer dan 1 discipline. Dit zijn zowel onderzoeken in het kader van diagnostiek en aanvragen bij het VAPH, als onderzoeken in het kader van tewerkstelling (VDAB). Individuele onderzoeken bespreken we altijd multidisciplinair. We lichten de resultaten en het advies in een individueel gesprek aan de cliënt en eventueel rechtstreeks betrokkenen toe.
registreert ze in een accessdatabank. De gegevens van
Het aantal volledige onderzoeken is gestegen. Dit is te verklaren door de stijging van het aantal onderzoeken in het
cliënten van de basisscreening, de groepsscreening, de
kader van tewerkstelling. Dit gegeven beïnvloedt de verdere analyse van de gegevens. Het aantal onvolledige onder-
meerbanenplanscreening en loopbaanbegeleiding en
zoeken is gedaald omdat we vanaf 2009 op een andere manier registreren. De medische onderzoeken in het kader van
projecten houden we apart bij. Deze gegevens worden
tewerkstelling tellen we apart.
ook geregistreerd in het Cliëntvolgsysteem (CVS) van VDAB. In 2009 voerde het Oriëntatiecentrum in totaal 433 individuele onderzoeken uit, 111 coördinatiesessies, 175 groepsscreeningen, 320 meerbanenplanscreeningen,
aantal onderzoeken
2008
2009
volledige onderzoeken
243
280
onvolledige onderzoeken
201
153
1910
2193
444
433
92 basisscreeningen en 77 loopbaanbegeleidingen. Dit
deelonderzoeken
geeft een totaal van 1.196 onderzoeken.
totaal
Oriëntatiecentrum
64
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aantallen per soort deelonderzoek. Hieruit blijkt de multidisciplinaire
We zien in verhouding tot het aantal onderzoeken
aanpak van het grootste deel van de dossiers.
een stijging van het aantal deelonderzoeken in vergelijking met 2008 (n = 1.910). Het aantal
onderzoeken
aantal
aanvragen bij het VAPH daalt. Dit is een recht-
sociaal
308
streeks gevolg van de administratieve overheveling
medisch-etiologisch en klinisch-neurologisch
290
van het arbeidsonderzoek ten behoeve van mensen
psychologisch
224
met een handicap van het beleidsdomein welzijn
gedragsevaluatie en/of neuropsychologisch
170
ergotherapeutisch
209
logopedisch
naar het beleidsdomein tewerkstelling. Tewerkstellingmaatregelen voor personen met een (arbeids) handicap moeten sinds oktober 2008 aangevraagd
52
worden bij de VDAB. Het aantal adviezen in kader
0
van BTOM (n = 80) compenseert deze daling. Het
zelfredzaamheid
247
aantal medische onderzoeken en consultaties is
multidisciplinaire bespreking, verzamelen van info en telefonische contacten
246
adviesbespreking
232
kinesitherapeutisch
consultatie Vlaams Agentschapdossier multi-elementen-advies totaal
9
gedaald om dezelfde reden dat het aantal onvolledige onderzoeken daalt. Sinds 2009 is het diagnostisch team versterkt met een logopediste, wat de stijging van 1 tot 52 onderzoeken verklaart.
126 80 2.193
Oriëntatiecentrum
65
leeftijdscategorie
aantal
percentage
12 - 18 jaar
69
16%
19 - 25 jaar
86
20%
26 - 35 jaar
90
21%
36 - 45 jaar
91
21%
individueel onderzoek deelnam.
+ 46 jaar
97
22%
OVERZICHT PER LEEFTIJDSGROEP
REGIO VAN HERKOMST
Het aandeel 46+ stijgt ook dit jaar weer, ten nadele
Het Oriëntatiecentrum richt zich in eerste instantie naar de inwoners van de provincie Antwerpen. Het aantal
van de groep tussen 26 jaar en 45 jaar. Een duide-
cliënten van buiten de provincie Antwerpen is lichtjes gestegen. Het is de keuze van het Oriëntatiecentrum
lijke verklaring is hier niet voor, tenzij de toene-
om zoveel mogelijk cliënten van buiten de provincie door te verwijzen naar andere diensten. De vragen uit de
mende activering van oudere werklozen op de
andere provincies gaan voor 80% naar diagnostiek, voor 4% naar tewerkstelling en voor 16% naar de categorie
arbeidsmarkt. Bij de groep 46+ heeft 25% een vraag
andere.
KENMERKEN VAN DE POPULATIE In deze paragraaf bespreken we de kenmerken van de populatie die in het Oriëntatiecentrum aan een
naar tewerkstelling, 22% een zorgvraag, 8% een vraag naar ondersteuning bij wonen en 28,5% een
regio
vraag in de categorie anderen. Het aantal onder-
provincie Antwerpen
zoeken bij de doelgroep 12-18 jarigen steeg ook in 2009.
aantal
percentage
402
92,8%
provincie Oost-Vlaanderen
14
3,2%
provincie Vlaams-Brabant
10
2,3%
provincie Limburg
5
1,1%
provincie West-Vlaanderen
1
0,3%
andere
1
0,3%
Oriëntatiecentrum
66
Binnen de provincies zijn er regionale afspraken
100 90
tussen de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten (GA’s). Toch krijgen we soms doorverwijzingen
88,0%
uit de regio Mechelen en Turnhout, voornamelijk
80
in het kader van diagnostische vragen. Ongeveer
70 60
47% uit Turnhout en 37% uit Mechelen. Uit Turnhout hadden we geen vragen over tewerkstelling, uit
50
Mechelen 10%. Het aandeel personen uit de regio
40
Mechelen daalt met ruim 6%. Dit kan te verklaren
30
zijn doordat de GA-dienst van Mechelen pas in 2009
20 10
5,4%
4,9%
7,3%
Boom
Mechelen
Turnhout
goed van start ging. Het aantal cliënten uit de regio Turnhout stijgt lichtjes.
0 Antwerpen
Verdeling provincie Antwerpen
Oriëntatiecentrum
67
WOONSITUATIE 45 40
Daarnaast zijn 37% vragen van alleenwonenden,
35
samenwonenden of mensen die een eigen gezin
30
15
een vraag naar diagnostiek. 69% van de samenwo-
0
cliënten die verblijven in het ouderlijke gezin heeft een vraag naar diagnostiek en 18% een vraag rond ondersteuning bij werk.
6%
5% 0%
0%
samenwonend
heeft 56,6 % een vraag naar tewerkstelling, 29%
8%
7%
pleeggezin
10 5
nenden hebben een vraag naar werk. 47% van de
18%
ouderlijk gezin (wel begeleiding)
naar diagnostiek. Bij personen met een eigen gezin
19%
ouderlijk gezin (geen begeleiding)
63% een tewerkstellingsvraag en 22 % een vraag
20
instelling/ziekenhuis
Binnen de groep alleenwonende cliënten heeft
25
eigen gezin (wel begeleiding)
verblijft in een voorziening of een ziekenhuis.
eigen gezin (geen begeleiding)
hebben. 7% is alleenwonend met begeleiding, 8%
34%
alleenwonend (wel begeleiding)
lijk gezin. Dit is hetzelfde aandeel als vorig jaar.
alleenwonend (geen begeleiding)
Ruim 34% van de cliënten verblijft nog in het ouder-
Woonsituatie
Oriëntatiecentrum
68
OPLEIDINGSNIVEAU Personen met een diploma hoger onderwijs stelden voornamelijk een vraag over diagnostiek (41%) en tewerkIn 2007 was een duidelijke stijging te zien van het
stelling (38%). Personen met een universitair diploma hadden veelal diagnostische vragen (75%)
aantal personen dat zijn opleiding niet afmaakte. In 2008 was dit zelfs de grootste groep geworden 25 22%
groep naar 14% ten voordele van de groep die BuSO-
vraag in de categorie andere.
0
Personen die BSO volgden, richtten zich voorname-
opleiding niet afgemaakt
vraag op het vlak van wonen en 18% stelde een
2%
5%
niet bekend
nostiek (31%) en tewerkstelling (24%). 22% had een
2%
5%
UNI
of BuSO stelden voornamelijk een vraag over diag-
5
8%
HOBU
De personen die onderwijs volgden in het BLO en/
10
11%
BSO
een diagnostische vraag.
11%
TSO
een vraag naar tewerkstelling (68%) en 17% stelde
14%
15
ASO
zich voornamelijk tot het Oriëntatiecentrum met
16%
BLO
Personen die hun opleiding niet afmaakten, richtten
20
GLO
onderwijs volgde.
BuSO
(21%). In 2009 zien we terug een daling van deze
lijk tot het Oriëntatiecentrum met een diagnostische vraag (31%) en met de vraag over uitklaring van de mogelijkheden naar tewerkstelling (46,5%).
Opleidingsniveau
Oriëntatiecentrum
69
BEROEPEN
vraag over diagnostiek. 62% is ouder dan 36 jaar. Bij de bedienden u heeft 19% een vraag over tewerkstelling, 53% over diagnostiek, 25% heeft een andere vraag. 64% is ouder dan 36 jaar.
Het hoge aantal inactieve personen valt te kaderen binnen de vragen naar tewerkstellingsadvies. In 2008
35
25
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB). In
20
personen.
15 10
10,4%
5
of sociale werkplaats. 24% is schoolgaand en 2,3% volgt een opleiding. Ruim 4% ontvangt een ziekteuitkering. In de groep inactieven heeft 74% een vraag over tewerkstelling, 9% een vraag over diagnostiek, 5% een vraag op het vlak van wonen en 10,5% een
bediende
of bediende. 2% is tewerkgesteld in een beschutte
2,0%
2,3%
4,7% 0,2%
0 arbeider
Ruim 18% is aan het werk in het NEC als arbeider
9,7%
7,7%
ziekte-uitkering
dele van het aandeel werkende en schoolgaande
24,1%
schoolgaand
voor Personen met een Handicap (VAPH) naar de
andere
30
sociale werkplaats
een arbeidshandicap van het Vlaams Agentschap
2009 daalde het aandeel weer tot 36,5% ten voor-
36,5%
inactief (werkloos/werkzoekend)
met de begeleiding naar werk van personen met
40
in opleidng
de overheveling van de bevoegdheden in verband
beschutte werkplaats
groeide deze groep tot 48,6%. Dit is het effect van
andere vraag. Het grootste deel van de groep (57,5%) is ouder dan 36 jaar. Bij de groep arbeiders heeft 43% een vraag over tewerkstelling en 47% een
Beroepen
Oriëntatiecentrum
70
AANNMELDINGSVRAGEN
aanmeldingsvraag
aantal
percentage
Arbeidsoriëntatie en differentiaaldiagnostiek zijn
arbeidsoriëntatie + dagbesteding
145
38%
in het Oriëntatiecentrum de twee meest gestelde
differentiaaldiagnostiek
117
31%
evaluatie mogelijkheden
8
2%
schooloriëntatie
5
1%
vragen. De tewerkstellingsvragen zijn dit jaar gestegen met 10%. Dit komt door de stijging van het aantal onderzoeken opgedragen door de VDAB. Het aantal diagnostische vragen bleef status-quo.
wonen
34
9%
De categorie schooloriëntaties is dit jaar gedaald.
andere
73
19%
Vragen naar schooloriëntatie kunnen ook door andere diensten beantwoord worden, het Oriëntatiecentrum probeert deze cliënten dan ook zoveel mogelijk door te verwijzen.
Oriëntatiecentrum
71
VERWIJZERS Een groot deel van de aanmeldingen blijft op particuliere basis. Zoals vroegere jaren al is aangegeven, komen veel mensen in het Oriëntatiecentrum
13% in 2009. Dit is het effect van de overheveling van de bevoegdheden in verband met de begeleiding naar werk van personen met een arbeidshandicap van het VAPH naar de VDAB. Personen met een vraag over tewerkstelling moeten sinds 2008 doorverwezen worden door VDAB, GTB of door VDAB erkende trajectbegeleiders. In 2008 was het Oriëntatiecentrum nog onvoldoende gekend bij de trajectbegeleiders van de VDAB.
terecht via mondelinge reclame. Het betreft vooral vragen naar diagnostiek. Die is meestal zo complex
verwijzers
dat de cliënt nergens anders terecht kan. Ongeveer
particulier
27% wordt doorverwezen door andere hulpverleners zoals artsen, voorzieningen en diensten zoals OCMW’s en CLB’s. Het aandeel doorverwijzingen door GTB voor individueel onderzoek is in vergelijking met 2008 sterk
percentage 36%
screening (GOS, allocatie en MBP)
4%
dienst
7%
GTB
18%
arts/paramedicus
10%
tehuis
8%
begeleid wonen
2%
ook doordat de inhoud van een tewerkstellingson-
PGB (experiment VAPH)
2%
derzoek meer is afgestemd op de vraag van GTB en
VDAB
gestegen. Dit is te verklaren door de stijging van het aantal tewerkstellingsonderzoeken. Het kan
13%
de wacht- en doorlooptijden korter geworden zijn in vergelijking met 2008. Ook het aandeel doorverwijzingen door de VDAB steeg van 1% in 2008 naar
Oriëntatiecentrum
72
diagnose
KENMERKEN DIAGNOSTIEK Diagnoses In vergelijking met 2008 constateren we een sterke toename in aandeel van de medisch-somatische problematieken en de motorische problematieken. Dit is te verklaren door de toename van individuele onderzoeken in het kader van tewerkstelling. Bij 10,5% van de onderzochte personen bleek er sprake te zijn van een autismespectumstoornis, bij ongeveer 9% is AD(H)D vastgesteld, 18,5% had een verstandelijke beperking en bij 14% is een psychiatrische stoornis gediagnosticeerd. Het percentage binnen de vragen diagnostiek van diagnoses ASS en AD(H)D is hoog. Dit kadert in de bekendheid van het Oriëntatiecentrum i.v.m. differentiaaldiagnostiek bij adolescenten en volwassenen en de RIZIVerkenning als ReferentieCentrum Autisme.
aantal
percentage
autismespectrumstoornis (+ 3 vermoeden van ASS)
56
10,5%
psychiatrische problematiek stemmingsstoornis persoonlijkheidsstoornis angststoornis psychotische stoornis verslavingsproblematiek gedragsstoornis hechtingsstoornis
74 27 23 7 1 3 9 4
14,0%
mentale handicap zwakbegaafd licht mentale handicap matig mentale handicap ernstig mentale handicap diep mentale handicap
98 44 29 17 8
18,5%
medisch-somatische problematiek gehoorstoornis visuele stoornis andere
81 7 10 64
15,0%
114 57 4 53
21,5%
ADD ADHD
4 45
9,0%
leerstoornis NLD
10 2
2,0%
neurologische problematiek epilepsie andere
31 6 25
6,0%
geen diagnose of diagnose uitgesteld
19
3,5%
534
100%
motorische problematiek rugproblematiek parese andere
totaal
Oriëntatiecentrum
73
Leeftijd
Diagnostiek autismespectrumstoornis
We zien een stijging bij het aantal diagnoses voor de leeftijdscategorie 12 -18 jarigen maar ook een stijging
Algemeen
(bijna verdubbeling) voor de categorie +46 jarigen. Dit toont aan dat er nog heel wat mensen zijn bij wie de
In totaal onderzocht het Oriëntatiecentrum in 2009 63 personen die rechtstreeks vroegen of er sprake zou kunnen zijn van een autismespectrumstoornis.
diagnose slechts op late leeftijd wordt gesteld. leeftijd diagnose autisme
percentage
12 - 18 jaar
30,5%
we deze diagnose. In 2008 was dit zo bij 37 personen.
19 - 25 jaar
21,5%
Dit kan erop wijzen dat door de werking van het
26 - 45 jaar
28,0%
Referentiecentrum
> 46 jaar
16,0%
In 2008 waren er dit 94. Bij 39 personen bevestigden
Autisme
mensen
gerichter
worden doorverwezen. Bij 16 cliënten bleek er sprake te zijn van AD(H)D, en bij 2 personen was er sprake van een psychiatrische aandoening. Bij 17 personen stelden we een verstandelijke handicap vast. Bij 1 cliënt was sprake van een taalstoornis. Bij 4 personen konden we geen diagnose stellen. Bij 26 personen stelden we de diagnose autisme zonder dat ze deze specifieke vraag stelden, 8 personen van deze groep stelden wel de vraag naar differentiaaldiagnostiek. Bij de overige groep omvatte de initiële vraag zowel vragen over wonen, werken als schooloriëntatie, waarbij we tijdens de
Niveau van functioneren Personen met autisme kunnen ondanks behoorlijke intellectuele vaardigheden in het dagelijks leven toch opvallend onderpresteren. Het merendeel van de onderzochte personen met autisme functioneert op vlak van zelfredzaamheid op een lager niveau dan we op basis van hun verstandelijke mogelijkheden zouden verwachten. 77% van de normaal tot goed begaafden functioneren in het dagelijks leven op een verstandelijk beperkter niveau. Een aanzienlijk aandeel hiervan presteert zelfs op niveau van personen met een licht verstandelijke beperking. In de groep zwakbegaafde personen functioneert het merendeel op een licht verstandelijk niveau.
evaluatie van de mogelijkheden op de problematiek
In de groep personen met een lichte verstandelijke beperking functioneert 75% op een lager niveau dan we
stootten.
op basis van hun verstandelijke mogelijkheden zouden verwachten.
Oriëntatiecentrum
74
Van de personen die de diagnose autisme kregen
delijke handicap. Ongeveer 26% van de personen die functioneren op een zwak begaafd niveau heeft een
en bij wie we over IQ-gegevens beschikten, hadden
bijkomende ontwikkelingsstoornis en 29% heeft een bijkomende medische problematiek. Bij de personen
6 personen een bijkomende verstandelijke beper-
met een verstandelijke beperking heeft 6% een bijkomende medische problematiek en 38% een bijkomende
king (2 personen waren zwakbegaafd, 3 hadden een
ontwikkelingsstoornis.
lichte verstandelijke beperking en 1 een ernstige verstandelijke handicap). Diagnostiek verstandelijke handicap
We zien een stijging van het aantal personen met een zwakke begaafdheid. I.Q.
aantal
20 – 34 (ernstig verstandelijk)
2
35 – 49 (matig verstandelijk)
9
50 – 70 (licht verstandelijk)
36
van hen behoort tot de groep van personen met een
71 – 85 (zwakbegaafdheid)
62
lichte verstandelijke handicap. Anderzijds blijft de
86 – 100
58
groep die een normale tot goede intelligentie heeft
101 – 115
29
groot (40%), al heeft de grootste groep hier een
> 115
18
Bij 22% van de onderzochte personen waarvan het IQ gekend is (resultaten op WAIS of WISC) is er sprake van een verstandelijke beperking. Het grootste deel
eerder beneden gemiddelde intelligentie. Bij 29% kunnen we spreken van een zwak begaafd niveau.
totaal
214
Vaak is er sprake van comorbiditeit. Dit is zo bij 41% van de personen die functioneren op een zwak begaafd niveau of bij personen met een verstan-
Oriëntatiecentrum
75
Diagnostiek psychiatrische stoornissen Bij de psychiatrische diagnoses blijven de stemmingsstoornissen de grootste groep uitmaken, gevolgd door de persoonlijkheidsstoornissen. Stemmingstoornissen zoals o.a. depressie gaan bij de doelgroep van het Oriëntatiecentrum dikwijls gepaard met andere problemen zoals medische problemen of ontwikkelingsstoornissen. Bij de totale groep heeft 61% een vraag over tewerkstelling, 26% een vraag over diagnostiek, 9% een vraag over wonen en 4% heeft een andere zorgvraag. Bij de groep met de diagnose stemmingsstoornis heeft 54% een vraag over tewerkstelling, 42% een vraag over diagnostiek en 4% een vraag over wonen. ADVIEZEN De verdeling i.v.m. het soort advies is gelijk aan de verdeling in 2008.
adviezen
aantal
percentage
advies individuele begeleiding hulpgroep financiële ondersteuning bijkomend onderzoek
251 133 44 51 23
48%
tewerkstelling NEC VOP trajectbegeleiding opleiding beschutte werkplaats dagcentrum arbeidszorg vrijwilligerswerk activeringsbegeleiding loopbaanbegeleiding niet toeleidbaar
180 19 76 5 9 28 17 13 3 5 1 7
35%
woonvorm begeleid en zelfstandig wonen beschermd wonen tehuis werkenden tehuis niet-werkenden beschut wonen geïntegreerd wonen
69 32 8 1 23 3 2
13%
schooloriëntatie
22
4%
Oriëntatiecentrum
76
Advies tewerkstelling
Bij de groep die het advies VOP kreeg, heeft 8% een verstandelijke handicap. Een verstandelijke handicap
35% van de adviezen was gericht op tewerkstelling.
zonder bijkomende problemen komt zo goed als niet voor. Verder komen zowel ontwikkelingsstoornissen
Bij 42% hiervan betrof het een advies voor tewerk-
(20%) als medische (29%) en psychiatrische (15%) problemen veel voor. Ook hier zien we een sterke stijging
stelling in het NEC met een Vlaamse ondersteu-
van het aantal personen met een medische problematiek. Bij de adviezen naar een beschutte werkplaats is
ningspremie (VOP) van VDAB. Bij slechts 2% gaven
het aandeel van personen met een verstandelijke handicap veel groter (33%), maar ook hier is er meestal
we het advies begeleiding door GTB. De verklaring
sprake van een meervoudige handicap. De combinatie met een medische problematiek komt vaak voor.
van dit lage cijfer is dat personen doorverwezen voor tewerkstellingsvragen vaak al bij GTB in begeleiding zijn en we dat dus niet meer in de databank
Om aan te tonen dat de tewerkstellingsvragen meestal gebaseerd zijn op een vrij complexe problematiek, maakten we een analyse van de problematieken (zie onderstaande tabel).
aanduiden.
VOP
beschutte werkplaats
8%
33%
We hebben 19 personen met een vraag over tewerk-
verstandelijke handicap
stelling na een individueel onderzoek georiënteerd
ontwikkelingsstoornis
20%
3%
naar het NEC zonder bijkomende ondersteunende
psychiatrische problematiek
15%
12%
medische problematiek
29%
28%
motorische problematiek
26%
21%
2%
3%
maatregelen tegenover 1 persoon in 2008. 15,5% van de adviezen over werk waren adviezen naar een beschutte werkplaats. Dikwijls is dit een uitbreiding van de zorgvraag na falen in het NEC. 9% van de
andere
adviezen was een doorverwijzing naar een dagcentrum, vaak in het kader van begeleid werken. Het aantal adviezen voor arbeidszorg ligt rond de 7%.
Oriëntatiecentrum
77
Advies wonen Ongeveer 13% van de adviezen betrof het wonen. Zoals vorig jaar situeert het grootse deel van de adviezen (46%) over wonen zich op het vlak van begeleid en zelfstandig wonen. Dit is te relateren aan het algemeen hoger niveau van cliënten die zich aanbieden. Advies schooloriëntatie We adviseerden 5 jongeren BuSO, 9 gewoon onderwijs zonder GON-begeleiding en 6 met GON-begeleiding. 2 jongeren adviseerden we een MPI. Advies hulpverlening Bij 48% van de adviezen gaven we een bijkomend advies in de hulpverlening. Dit advies was heel verscheiden en afhankelijk van de problematiek. De grootste groep is de doorverwijzingen voor individuele begeleiding (in totaal 53%) waaronder
psychotherapeutische begeleiding, psychiatrische
Als we naar de beperkingen in de participatie
dagbehandeling of hospitalisatie, begeleiding leer-
kijken bij de totale groep zien we dat er voorname-
problematiek enz.
lijk ondersteuning nodig is op het vlak van sociale
PARTICIPATIE IN DE MAATSCHAPPIJ We gaven al eerder aan dat het niveau van dagelijks functioneren sterk kan verschillen van de zuiver intellectuele mogelijkheden. Het Oriëntatiecentrum besteedt altijd aandacht aan het functioneren van de cliënten op de verschillende levensdomeinen.
relaties, organisatie van het huishouden en arbeidsparticipatie. Ongeveer 49% van de onderzochte personen heeft matige tot ernstige beperkingen op het domein sociale relaties, 53% op vlak van de organisatie van het huishouden en ongeveer 69% op het domein arbeidsparticipatie. Daarnaast voornamelijk voor huishouden en gemeenschapsleven. Slecht 3% geeft aan geen beperkingen te ervaren op vlak van tewerkstelling. De minste beperkingen
Dankzij een registratiesysteem kunnen we momen-
vinden we op het vlak van persoonlijke ADL en
teel per afzonderlijke problematiek of zorgvraag
mobiliteit.
kijken op welke domeinen van het dagelijks leven de cliënten de meeste ondersteuning nodig hebben. Dit is weliswaar een vrij subjectieve beoordeling. Tijdens de multidisciplinaire bespreking overlopen we samen in welke mate er beperkingen zijn in de participatie voor de betrokken cliënt (ernstigmatig-licht-geen) op de verschillende domeinen.
Als we naar de beperkingen in de participatie kijken bij de tewerkstellingsvragen zien we dat er - zoals verwacht - voornamelijk ondersteuning nodig is op het vlak van arbeidsparticipatie. Ongeveer 71% van de onderzochte personen heeft matige tot ernstige beperkingen op het domein arbeidsparticipatie en
Oriëntatiecentrum
78
29% lichte problemen. Daarnaast zijn er voorna-
problemen ervaren maar 44% heeft een lichte
Personen met een diagnose AD(H)D ervaren de
melijk beperkingen op vlak van de organisatie van
beperking in mobiliteit.
meeste beperkingen op het domein van de organi-
het huishouden (43% ervaart ernstige tot matige beperkingen) en educatie ( 43% ervaart ernstige tot matige beperkingen). De minste beperkingen vinden we op het vlak van persoonlijke ADL en
Bij de personen met een vraag naar diagnose en/ of zorg die onderzocht werden in het kader van het ReferentieCentrum Autisme worden de meeste
mobiliteit.
beperkingen aangegeven op vlak van sociale rela-
Bij de personen met een vraag naar diagnose en/
75% ervaren ernstige tot matige beperkingen. Voor
of zorg die niet onderzocht werden in het kader
het domein uitwisselen van informatie is dit 61%
van het ReferentieCentrum Autisme worden op
en voor de organisatie van het huishouden 64%.
alle domeinen minstens bij 27% van de onder-
Op het domein van arbeidsparticipatie ervaart 59%
zochte personen matige tot ernstige beperkingen
ernstige tot matige en 32% lichte beperkingen.
aangegeven. Voor het domein arbeidsparticipatie heeft 61% matige tot ernstige beperkingen. Bij het domein sociale relaties is dit 51% en nog eens 41% ervaart lichte beperkingen. 62% geeft matige tot ernstige beperkingen aan op het vlak van huishouden en zorgen voor derden. Dit is 47% bij beperkingen op het vlak van het gemeenschapsleven. Op het domein van mobiliteit geven zij de minste beperkingen aan. Zo zou 28% matige tot ernstige
ties en gemeenschapsleven. Respectievelijk 79% en
Bij de personen die uiteindelijk de diagnose autisme kregen, blijkt zoals verwacht hoge nood aan ondersteuning op het vlak van sociale relaties. Ongeveer 91% heeft matige tot ernstige beperkingen op dit domein. Geen enkele persoon heeft geen problemen op het vlak van sociale relaties. Maar ook voor de andere domeinen wordt de nood aan ondersteuning heel hoog geschat.
satie van het huishouden. Bij 64% werden matige tot ernstige problemen aangegeven. Dan volgt het domein arbeidsparticipatie met voor 54% van hen matige tot ernstige en 32% lichte beperkingen. Voor educatie is dit 34% en 47% voor gemeenschapsleven 34% en 30% en voor sociale relaties 38% en 45%. Mobiliteit en persoonlijke ADL zijn vaak niet of licht beperkt. SCREENING VAN ARBEIDSCOMPETENTIES GESPECIALISEERD ARBEIDSONDERZOEK EN BASISSCREENING In het kader van de samenwerkingsovereenkomst tussen de VDAB en het GTB-netwerk screent het Oriëntatiecentrum
sinds
2002
werkzoekenden
op arbeidscompetenties. Sinds 1 april 2006 is de administratieve overheveling van de bevoegdheden in verband met de begeleiding naar werk van personen met een arbeidshandicap van het
Oriëntatiecentrum
79
VAPH naar de VDAB een feit. Vanaf 1 januari 2008
in de individuele onderzoeken (zie hoger), 102
Een allocatieonderzoek heeft als doel op basis van
wordt, hoewel er nog veel onduidelijkheid was, de
onderzoeken werden uitgevoerd.
verworven informatie te kunnen oordelen of een
regelgeving toegepast. Ook vanaf 1 oktober 2008 worden de indicering van een (arbeids)handicap en het toekennen van arbeidsondersteunende maatre-
De gespecialiseerde oriënterende screening in groepsverband heeft als doel een algemeen func-
persoon over voldoende capaciteiten beschikt om in het reguliere circuit (met ondersteuning van de VDAB) verder te kunnen, of de persoon in aanmer-
gelen geregeld door de VDAB.
tioneringsprofiel te verwerven. We evalueren de
De twee werkvormen die vandaag worden toege-
een groepsproces. Op basis van een functionerings-
past zijn de basisscreening (BS) en het gespeciali-
en/of competentieprofiel wordt een verder traject
seerd arbeidsonderzoek (GAO). Een GAO kan zowel
naar werk uitgestippeld. We bekijken of er sprake
een gespecialiseerde oriënterende screening in
is van een handicap en gaan na of er een oorzaak
Een Sapphire-onderzoek maakt gebruik van gestan-
groepsverband als een individueel onderzoek zijn.
te achterhalen is voor de moeilijkheden die zich
daardiseerde testen, bestaande uit gedefinieerde
aanbieden. Ongeveer 175 personen namen deel aan
werkactiviteiten die gelijk zijn aan fysieke activi-
de gespecialiseerde oriënterende screening.
teiten zoals die in een werksituatie daadwerkelijk
Gespecialiseerd arbeidsonderzoek Een individueel onderzoek is een onderzoek naar de algemene mogelijkheden (cognitief, motoriek,
mogelijkheden en beperkingen van een persoon in
Basisscreening
sociaal-emotioneel enz.) van een persoon in functie
Een basisscreening (BS) is een korte screening: een
van oriëntering en advies op het vlak van tewerk-
allocatiescreening, een grondig onderzoek van één
stelling/dagbesteding en nodige ondersteuning op
domein van het functioneren (intelligentie, moto-
het domein van tewerkstelling en andere domeinen
rische vaardigheden, medisch enz.), een beroeps-
(ook nood aan arbeidsondersteunende maatre-
interesse-onderzoek en een Sapphire-onderzoek
gelen). Deze laatste onderzoeken zijn opgenomen
(Work Capacity Assessment System).
king komt voor gespecialiseerde ondersteuning en of verder onderzoek noodzakelijk is. Via een allocatieonderzoek kan ook bepaald worden of er sprake is van een arbeidshandicap.
voorkomen. In 2009 kregen in de regio Antwerpen-Boom 92 cliënten een basisscreening. De volgende gegevens zijn gebaseerd op een groep van 92 cliënten: we nodigden 49 personen uit in het kader van een allocatiescreening, 29 kwamen voor een medisch onderzoek, 13 voor intelligentie-onderzoek en 1 voor een
Oriëntatiecentrum
80
beroepsinteresse-onderzoek. De groep bestond uit
De groep van 320 personen bestond uit 51% mannen
of maatschappijgebonden redenen, niet (meer)
42% vrouwen en 58% mannen. De grootste groep had
en 49% vrouwen. Slechts een klein percentage was
kunnen werken onder arbeidscontract in het regu-
een leeftijd tussen 26 en 45 jaar (56%) maar ook
jonger dan 25 jaar (12%), 53% was tussen de 25 en
liere of beschermende tewerkstellingscircuit. Dit
de groep 46+ was goed vertegenwoordigd (40%).
45 jaar en 35 % was ouder dan 45 jaar.
gebeurt door het aanbieden van arbeidsmatige
Slechts 4 % was jonger dan 25 jaar. Screening in het kader van het meerbanenplan De screening in het kader van het meerbanenplan heeft als doel: - te bepalen of personen nog georiënteerd kunnen worden naar een traject naar werk en onder welke voorwaarden - of om te bepalen dat een persoon niet meer toeleidbaar is naar de arbeidsmarkt. Het gaat om werkzoekenden met een meervoudige problematiek op verstandelijk, medisch en/of psychisch of psychiatrisch vlak (MMPP). In 2009 werden in de regio Antwerpen-Boom 320 cliënten gescreend in het kader van het meerbanenplan.
Een groot deel van de cliënten kreeg het advies activeringsbegeleiding (42%). Die staat in functie van de activering en begeleiding van de individuele cliënt. Binnen de activeringsbegeleiding moeten de nodige acties ondernomen worden om de belemmeringen van de cliënt in kwestie te behandelen in functie van de voorbereiding van een traject naar
activiteiten in een productieve en/of dienstverlenende werkomgeving. LOOPBAANBEGELEIDING Inzicht is een project van de Vlaamse GA’s met als promotor DGO Hasselt. De loopbaandienstverlening is bedoeld voor alle werkende personen die zich
werk of een toeleiding naar minimaal arbeidszorg.
vragen stellen over hun loopbaan, die het gevoel
Ongeveer 18% wordt gelabeld als niet toeleidbaar
kwijt zijn tussen werk en privé. Inzicht richt zich
naar enige vorm van tewerkstelling binnen de 2
voornamelijk tot werknemers uit de kansengroepen
jaar, ook niet mits intensieve begeleiding.
en in het bijzonder tot personen met een handicap.
28% krijgt het advies arbeidszorg. Dit omvat een
In 2009 begeleidde Inzicht in Wilrijk 73 personen:
continuüm aan ondersteunende maatregelen die
26 mannen en 47 vrouwen. De leeftijden van de
het gewaarborgde recht op arbeid aanbieden
personen zijn verspreid. Ongeveer 50% van de
aan die personen die, omwille van persoons- en/
personen behoorden tot één van de kansengroepen.
hebben vast te lopen in hun baan of het evenwicht
Oriëntatiecentrum
81
TAAK ALS MULTIDISCIPLINAIR TEAM In 2008 maakte het Oriëntatiecentrum 126 dossiers op voor het VAPH, goed voor 148 aanvragen. Dit betekent weer een sterke daling in vergelijking
niet-werkenden. Hierbij zien we 2 keer een afkeuring voor de doelgroep motorische A, 1 afkeuring voor de doelgoep ernstige/diepe mentale handicap, 1 voor matig mentale handicap en 1 voor de doelgroep autisme. aantal
percentage
tewerkstelling CAO 26 dagcentrum
23 2 21
1,4% 14,0%
wonen begeleid & beschermd wonen tehuis werkenden tehuis niet-werkenden logeerfunctie
73 37 2 32 2
25,0% 1,4% 21,5% 1,4%
IMB
29
19,5%
dienden 13 dossiers in voor een aanvraag PAB. Zowel
PAB
13
9,0%
voor IMB als voor PAB zijn de aanvragen gestegen
internaat
1
0,8%
tegenover 2008.
thuisbegeleiding
9
6,0%
met 2008. Vanaf 1 oktober 2008 is het de VDAB die de indicering van een (arbeids)handicap en het toekennen van arbeidsondersteunende maatregelen regelt. Voor arbeidsondersteunende maatregelen moeten cliënten sindsdien dus geen aanvraag meer indienen bij het VAPH. Vragen over wonen maken 49% uit. We stelden 29 dossiers op voor Individuele Materiële Bijstand en
Van de dossiers waar al een beslissing voor ontvangen
VAPH aanvragen
totaal
148
is, is 63% goedgekeurd en 10% niet goedgekeurd. Dit omvat ook de dossiers die na heroverweging positief of negatief zijn geadviseerd. De meeste weigeringen zijn voor de aanvraag van een tehuis
Oriëntatiecentrum
82
VAPH-beslissingen IMB
positief
negatief
10
1
-
1
begeleid wonen
15
2
tehuis niet-werkenden
13
4
4
-
11
-
tehuis werkenden
4
-
internaat
0
-
thuisbegeleiding
5
2
kortverblijf
1
-
63
10
CAO 26
beschermd wonen dagcentrum
totaal
Oriëntatiecentrum
83
Modem
vzw Gouverneur Kinsbergen
MODEM Sinds 2002 doet Modem een beroep op vrijwilligers
TEAMSAMENSTELLING
om tegemoet te kunnen komen aan de vele vragen
Medewerkers:
uit het werkveld. In 2009 waren er 4 vrijwilligers
Naam
Functie
%
Wim De Backer
gegradueerde in de ergotherapie, A1 indu- 100 striële informatica
actief: - Paul Devos: vanaf november 2003 (thuiswerk) - Herman Claes: vanaf december 2003 (thuiswerk) - Jorgen Cuyckens: start in september 2007 (40%)
Nancy Celis
A1 secretariaat
10
Tinne Krijnen
A1 secretariaat
10
Dirk Lembrechts
gegradueerde en licentiaat in de logopedie 100
Lien Martens
gegradueerde en licentiate in de logopedie 50 (na 01/10/09 30% wegens tijdskrediet)
- Nande De Jong: tot 15 april 2009 (20%). Onze vrijwilligers ontwikkelen toepassingen en aangepaste handleidingen voor de software voor personen met een handicap die bij Modem beschik-
Marleen Meermans licentiate in de fysica en de informatica
70
baar is in het demonstratielokaal. Dit verhoogt de
Veerle Moens
10
toegevoegde waarde van deze ruimte en zorgt voor
Marianne Papeliers gegradueerde in de ergotherapie
100 (01/09 - 31/12/09)
een kwalitatieve verbetering van de adviesverle-
Bart Serrien
gegradueerde in de orthopedagogie
80 (vanaf 01/09/09)
Karen Vermeire
gegradueerde in de logopedie
80 (01/01/09 – 31/08/09 - zwangerschap
A1 secretariaat
tot 31/12/09) Martine Van Dorst
gegradueerde in de logopedie
ning. Jorgen Cuyckens nam deel aan het beheer van de harde schijven van het computerpark van Modem.
50 (tot 31/05/09)
MODEM
85
ADVIESVERLENING EN ONDERSTEUNING VIA CONSULTATIES CONSULTATIES AANTAL CONSULTATIES EN CLIËNTENSERVICE BEGELEIDINGSCOMMISSIE Modem realiseerde in 2009 in totaal 909 consultaties. Dit is een daling met 13 consultaties ten opzichte van De begeleidingscommissie vergaderde in 2009
2008 (1,8%). De werkbelasting die deze voortdurende stroom van vragen met zich meebrengt, blijft erg groot.
tweemaal, op 23 maart en 30 november, in Wilrijk.
Het totaal aantal consultaties komt daarmee op 11.197 sinds de start van Modem.
Tijdens deze bijeenkomsten bespraken we vooral de volgende agendapunten:
617
690 662 728
2009
2008
2005
2004
2003
2002
2001
0
558
2000
singen.
894 925 909
148
1999
steunde communicatie en computeraanpas-
200
1998
- recente nieuwe dingen op de markt over onder-
1997
capten tot Centrum voor Zorgtechnologie
372
400
1996
- evolutie Centrum Technologie voor Gehandi-
511 464 462 471 509 428 451
1995
standig Leven
600
1994
- plannen i.v.m. het Competentiecentrum Zelf-
800
1993
- bijscholingsaanbod 2009
956 866
1992
- projectwerking van Modem
1000
1991
[email protected] 2010
2007
1200
- evaluatie
[email protected] 2009 en planning
2006
- voorstelling jaarverslag 2008
Evolutie van het aantal consultaties
MODEM
86
Per maand zijn er gemiddeld 75,8 consultaties. In
per jaar. In 2008 is duidelijk gebleken dat dit soort cliëntencontacten veel hoger ligt. Modem vervult dus ook
tijdsduur kan een consultatie sterk schommelen,
op dit vlak een centrale rol in het Vlaamse werkveld. De acts zijn zeer complementair bij het advieswerk. Het
naargelang de aard van de consultatie en de aard
gaat hierbij niet over volledige adviezen, maar wel over reële cliëntenservice via telefoon of e-mail. Zoals
van de hulpvraag. Een consultatie in Modem duurt
vragen naar een adres, de prijs van een toestel of assistentie bij een niet-werkend hulpmiddel. Heel veel van
gemiddeld 4 uren, een consultatie als gemachtigd
deze vragen betreffen ook de niet-transparante terugbetalingprocedures van het Vlaams Agentschap voor
expert gemiddeld 6 uren.
Personen met een Handicap (VAPH), de inschakeling van een gemachtigd expert, de vragen over doelgroepen en hulpmiddelen die door het VAPH niet worden erkend enz.
63,8% van de 909 consultaties gebeurden op vraag van personen (580) en 36,2% op vraag van organisaties (329). Deze verhouding, die ooit nagenoeg 50/50 was, helt al enkele jaren meer over in de
AARD VAN DE CONSULTATIES Op welke wijze verlopen de consultaties?
richting van personen. Mogelijk hebben de inspanningen die het Modemteam in de voorbije jaren heeft gedaan om professionelen bij te scholen resultaat gehad en kregen deze de vaardigheid om meer problemen zelf op te lossen. Naast deze consultaties levert Modem ook nog een zeer groot aantal kleinere acts (843). We deden al 3 jaar lang inspanningen om ook dit soort werk zo zorgvuldig mogelijk te registreren. Aanvankelijk schatten we dat het zou gaan om een 500-tal acts
personen
organisaties
totaal
Modem
204
35,2%
35
10,6%
239
26,3%
schriftelijk
196
33,8%
162
49,2%
358
39,4%
telefonisch
45
7,8%
33
10,0%
78
8,6%
telefonisch en schriftelijk
38
6,6%
24
7,3%
62
6,8%
verplaatsing
97
16,7%
75
22,8%
172
18,9%
totaal
580
329
909
Het percentage consultaties met direct cliëntcontact, in de demoruimte van Modem of op verplaatsing, steeg met 45,2 % (41,4 % in 2008, 43,6 % in 2007).
MODEM
87
Het aantal schriftelijke consultaties (bijna uitsluitend via e-mail) is na een jarenlange stijging eindelijk gesta-
Zoals verwacht kan worden, is dit een behoorlijk
biliseerd. Het aantal consultaties dat we op verplaatsing uitvoerden, bij de cliënt thuis of in een voorziening,
stabiel gegeven. De grootste groep is kinderen van
was 18,8% (2008 14,2%, 2007 15%).
onderwijsleeftijd. Deze groep is duidelijk groter dan de groep volwassenen van arbeidsleeftijd.
LEEFTIJD VAN DE CLIËNTEN DIE CONSULTEERDEN IN 2009 leeftijd
percentage 2008
Interessant is ook de vaststelling dat er anno 2009 percentage 2009
kleuter (<7j)
5,4%
4,90%
LO (7j - 12j)
26,9%
30,26%
MO (12j - 18j)
10,6%
9,51%
18j – 30j
5,9%
6,92%
30j – 40j
4,8%
2,59%
40j – 65j
9,5%
10,95%
>65j
4,1%
4,76%
grove schatting < 20j
10,9%
6,48%
grove schatting > 20j
8,1%
10,66%
alle leeftijden
9,7%
9,08%
niet precies gekend
4,0%
3,89%
nog steeds meer kleuters naar Modem komen dan 65-plussers.
MODEM
88
Van deze 703 cliënten waren er:
WIE CONSULTEERT MODEM? In 2009 consulteerden 703 cliënten Modem. Nagenoeg identiek met 2008. Deze cijfers liggen natuurlijk in de lijn van de evolutie van het aantal consultaties.
- 73% (511) personen (in 2008 71%, in 2007 70%) - 27% (192) organisaties (in 2008 29%, in 2007 30%). Van de 703 cliënten beperkten 84% zich tot één
800
722 656
700 600 500 400
343
200
Modem tweemaal en 6% driemaal of meer. In 2009 namen 474 cliënten (67%) voor het eerst contact op met Modem, in 2008 65%, in 2007 66%. Ook dit zijn
526
dus zeer stabiele gegevens.
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
96
1991
0
437
689 688 703
260 268 221 237 202 200 177
300
100
371
410
480
consultatie. 10% van de cliënten consulteerden
Evolutie van het aantal cliënten
MODEM
89
beperking WELKE HANDICAP HEBBEN DE PERSONEN DIE EEN BEROEP DOEN OP MODEM?
aantal
percentage
communicatief
162
17,8%
leerprobleem
114
12,5%
26
2,9%
mentaal
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de
motorisch
140
15,4%
beperkingen van de cliënten zoals die bij de hulp-
pervasief
14
1,5%
vraag werden vastgesteld. In 2007 dachten we dat
sensorisch
3
0,3%
het aantal consultaties voor personen met leer-
cognitief
12
1,3%
problemen zou blijven stijgen, maar dit is niet het
motorisch en mentaal
67
7,4%
geval. Het cijfer daalde naar 12,5% (in 2008 17%,
motorisch en pervasief
15
1,7%
in 2007 19%). De groepen communicatief en moto-
motorisch en sensorisch
11
1,2%
risch, de meest voor de hand liggende doelgroepen,
motorisch en leerprobleem
12
1,3%
blijven groot. Samen vertegenwoordigen ze 33% van
motorisch en cognitief
14
1,5%
de cliënten.
communicatief en mentaal
30
3,3%
communicatief en motorisch
58
6,4%
communicatief, mentaal en motorisch
38
4,2%
communicatief en pervasief
2
0,2%
communicatief en sensorisch
2
0,2%
communicatief en cognitief
14
1,5%
leerprobleem en pervasief
6
0,7%
169
18,6%
overige combinaties
MODEM
90
In vergelijking met vorige jaren stellen we enkele
WELKE ORGANISATIES CONSULTEREN MODEM?
verschuivingen vast tussen de 4 koplopers, maar de type organisatie
totaal
%
trends blijven dezelfde. De 37,5% consultaties uit
dienstverlening
(adviescentrum, vereniging, zelfhulp, …)
29
15,1%
de categorie onderwijs is echt wel indrukwekkend
onderwijs
(school, opleidingscentrum,..)
72
37,5%
( 33,2% in 2008).
onderzoek en ontwikkeling (universiteit, onderzoekscentrum)
4
2,1%
productie en verkoop
(firma, dealer,…)
3
1,6%
werken – activeren
(dagcentrum, beschutte werkplaats,..)
14
7,3%
woonvoorziening
(gezinsvervangende tehuizen, MPI,...)
29
15,1%
zorgverstrekking
(ziekenhuis, bejaardenhuis, RC, …)
35
18,2%
6
3,1%
192
100,0%
andere totaal
MODEM
91
WIE WAS DE DOORVERWIJZER?
doorverwijzers
percentage
Na een start in 2007 met een eerste inventarisatie
MPI’s en dagcentra
6,8%
van de instanties die personen doorverwezen naar
multidisciplinaire teams
7,1%
Modem voor een consultatie in de demonstratie-
scholen
7,8%
afdelingen van ziekenhuizen (ook neuromusculaire referentiecentra)
9,0%
zelfstandige therapeuten
7,5%
ruimte of op verplaatsing, hebben we die gegevens in 2008 en 2009 opnieuw geïnventariseerd. De resultaten bevestigen de indruk dat de door-
gekend op Modem
20,9%
verwijzers erg divers zijn. We hebben meer dan 20 verschillende deelgroepen afgebakend. Bijna 21% van de cliënten werden niet doorverwezen omdat ze Modem al kenden uit het verleden. Ze namen dus uit eigen initiatief opnieuw contact. Er is ook een percentage dat niet werd doorverwezen omdat ze Modem ontdekten via de website. 5 van deze deelgroepen behaalden een percentage van meer dan 5%: voorbeelden van deelgroepen die geen 5% behaalden zijn revalidatiecentra, cliëntenverenigingen en thuisbegeleiding.
MODEM
92
50
VERDELING PER PROVINCIE
40 30
50 40
38
22
39
20
16 11
10
30
6
6
2
onbekend
rest
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Limburg
Brabant
Antwerpen
0
onbekend
rest
West-Vlaanderen
3
Oost-Vlaanderen
11
8
8
10
Limburg
15
Brabant
0
16
Antwerpen
20
Procentuele verdeling organisaties per provincie Deze cijfers kunnen we voor het Modemteam als normaal beschouwen. Limburg blijft nog steeds ondervertegenwoordigd. De globale verhouding bij de personen en organisaties is gelijkaardig. Momenteel is in de andere provincies nog steeds
Procentuele verdeling personen per provincie
een tekort aan onafhankelijke adviesverlening. Deze conclusie geldt zowel voor de organisaties als voor de personen.
MODEM
93
Als we de regio rest bekijken dan zien we een stijging van het aantal consultanten uit Nederland. Mede door de bijscholingsinspanningen wordt Modem in Nederland meer bekend. Er waren 22 consultanten uit Nederland, 6 uit Dubai, 2 uit Wallonië, 2 uit Duitsland, 1 uit Finland, 1 uit USA en 1 uit Italië.
50 40
35 27
30
Naar welke provincies gebeurden de verplaatsingen? Vooral in de provincie
20
20
Antwerpen of net naar de uithoeken van het land?
8
10
4
50
5
14
10
1 rest
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Limburg
0 Brabant
rest
Procentuele verdeling organisaties per provincie voor verplaatsing
6
Antwerpen
West-Vlaanderen
21
19
20
Oost-Vlaanderen
30
Limburg
36
Brabant
40
Antwerpen
0
Wanneer we deze cijfers vergelijken met de vorige jaren valt een stijging van Limburg op bij de consultaties op verplaatsing. Vorig jaar 5% (voor personen) en 2% (voor organisaties) en nu 14% en 8%. West-Vlaanderen zit echter in dalende lijn. De start van het centrum Open-IT in Kortrijk zou hierbij een rol kunnen spelen. Het is niet zo dat de afstand een grote rol speelt bij de bepaling of een consultatie al dan niet op verplaatsing zal doorgaan. Het belangrijkste criterium blijft
Procentuele verdeling personen per provincie voor verplaatsing
de ernst van de aandoening en de verplaatsbaarheid (als het gaat over personen).
MODEM
94
- Blisskerngroep
AARD VAN HULPVRAGEN Via onderstaande tabel trachten we een beeld te geven van de procentuele verdeling van de hulpvragen in de 3 hoofdcategorieën van de Modemdatabank.
- Studiecel Pictogrammen - SPACE - Theraplay
computer
communicatie
computercommunicatie
andere
49,7%
35,7%
12,8%
1,9%
De situatie in dit verband blijft vrij constant.
- Adibib (vroeger Digibib) - ICT-Helpt - voordrachten, introductiecursussen - gevolgde studiedagen (vorming) / bezochte beurzen - opleidingen die een beroep doen op Modem
CONTACTEN MET EXTERNE ORGANISATIES
- Internationale contacten.
Het is zeer belangrijk dat een centrum zoals Modem zich voortdurend inzet om het aantal contacten met
EXTERNE CONTACTEN: GEBRUIKERSBIJEENKOMSTEN
externe organisaties hoog te houden. In de voorbije jaren hebben we een groot netwerk van contacten met andere professionelen uitgebouwd. Dit is de enige juiste weg. Het zorgt voor een win–winsituatie: professionelen vinden vlot de weg naar Modem en de Modemmedewerkers kunnen regelmatig een beroep doen op
Het betreft hier een tweemaandelijkse samenkomst van professionelen die in hun respectie-
een aantal hooggespecialiseerde professionelen wanneer de adviesvragen dit vereisen.
velijke organisaties verantwoordelijk zijn voor
De volgende topics komen aan bod:
communicatiehulpmiddelen. In samenspraak met
- gebruikersbijeenkomsten
de deelnemers wordt door de Modemmedewerkers
- Werkgroep Ondersteunde Communicatie Vlaanderen
telkens een thema bepaald en voorbereid. Marleen
de computeraanpassingen en/of de technische
Meermans coördineert deze bijeenkomsten.
MODEM
95
De groep kwam vijfmaal samen in de lokalen van
- MPI St. Lodewijk (Wetteren)
Modem. De 29 deelnemende organisaties zijn:
- Nationaal MS Centrum (Melsbroek)
- @ACT (Roermond)
- RC Overleie (Kortrijk)
Fringe, twee ICT-beurzen in Londen. We bekeken
- BC Ter Heide (Genk)
- Sint Gregorius (Gentbrugge)
het programma 2DoItYourself. We gaven ook een
- Centrum Ganspoelinstituut (Huldenberg)
- Stedelijk Mytyl Instituut (Brasschaat)
voorproef van het Onderwijsproject dat voorziet
- Dagcentrum vzw Driehuizen (Kontich)
- Stichting Delacroix (Tienen)
in het maken van op pictogrammen gebaseerd
- De Kangoeroe (Melle)
- vzw Pegadoe - Dagcentrum Piramide
lesmateriaal voor leerlingen met uiteenlopende
- De Kleine Beer (Antwerpen)
(Brasschaat)
wat tips en ideeën uitgewisseld. - 25-03-09: verslag van BETT 2009 en Special Needs
beperkingen. - 27-05-09: we gaven een voorstelling van Easy-
- Dienstencentrum De Mozaïek (Oostakker)
- vzw Pegode – Dagcentrum (Kontich)
- Dienstencentrum Sint Gerardus (Diepenbeek)
- vzw Stijn (Overpelt)
Teach. We lichtten de nieuwe mogelijkheden
- DVC H. Hart (Deinze)
- Windekind (Leuven)
van MindExpress toe en toonden door Modem
- DVC St. Jozef (Antwerpen)
- Zevenbergen (Ranst).
nieuw aangekochte materialen.
- Eigen Thuis (Grimbergen) - GVBBO St. Jozefinstituut (Antwerpen) - Het GielsBos (Gierle) - Het Veer (St. Niklaas) - Kinderrevalidatie- en Epilepsiecentrum (Pulderbos) - KOC – Kenniscentrum Hulpmiddelen (Brussel) - Merlijn (Antwerpen) - MPI Spermalie (Brugge)
Dienstencentrum Sint Gerardus en KOC – Kenniscentrum Hulpmiddelen zijn 2 nieuwe leden. De volgende hoofdthema’s kwamen aan bod in 2009: - 28-01-09: tonen van zelfgemaakte voorbeelden van niet-technische hulpmiddelen (communicatie & computer). Iedere deelnemer bracht eigen materiaal mee. Op deze manier zijn heel
- 23-09-09: demonstratie van het programma Communicate SymWriter en MyBoard. Tevens werden de voor- en nadelen afgewogen van allin-one computers als communicatietoestel. - 18-11-09:
deze
vergadering
ging
door op
verplaatsing in het Revalidatiecentrum Pulderbos (Zandhoven). We kregen er een rondleiding en een demonstratie van TOLECOM elektronisch afstandsonderwijs.
MODEM
96
EXTERNE CONTACTEN: WERKGROEP ONDERSTEUNDE
- Mytyl (Rozendaal - NL)
Het werkbezoek vond plaats op 19 maart. Het was
COMMUNICATIE VLAANDEREN
- ’t Prieeltje (Hakendover)
een bezoek aan de grote voorziening Spermalie in
- St. Jozefinstituut (Antwerpen)
Brugge met vooral aandacht voor de communicatie
- St. Oda (Overpelt)
van kinderen met meervoudige, maar vooral visuele
- St. Franciscus (Roosdaal).
beperkingen. Dit bezoek werd als zeer leerzaam
Deze werkgroep is samengesteld uit 15 logopedisten uit verschillende grote instellingen voor personen met een handicap, een opleiding Logopedie en
ervaren.
twee adviescentra. Lien Martens coördineert deze
In 2009 werden 1 studiedag en 1 werkbezoek geor-
werkgroep. Ze zorgt ook voor de administratieve
ganiseerd:
EXTERNE CONTACTEN: BLISSKERNGROEP
De studiedag vond plaats op 8 december in het
Deze werkgroep stuurt alle initiatieven rond het
De kerngroep vergaderde tweemaal, op 20 januari
Provinciehuis van Antwerpen. Het was een samen-
Bliss-symbolensysteem in Vlaanderen. De Bliss-
en 24 september 2009.
werking met Multiplus (K.U.Leuven). De spre-
symbolen zijn unieke symbolen die personen die
kers waren Chris De Bal (Het GielsBos en Lessius),
niet kunnen lezen of schrijven maar die toch rela-
Martine Van Dorst (MPI Merlijn), Anneleen Penne
tief goede intellectuele mogelijkheden hebben, in
(Multiplus), Linda Kuipers (St.Oda) en Lien Martens
staat stellen te communiceren op een hoger niveau
(Modem). Het onderwerp was Communicatie bij
dan met de meer klassieke pictogrammen. Voor
personen met ernstige, meervoudige beperkingen.
Modem neemt Karen Vermeire deel aan deze kern-
ondersteuning en de vergaderplaats.
De volgende instellingen zijn erin vertegenwoordigd: - Arteveldehogeschool, Afdeling Logopedie (Gent) - Dominiek Savio (Hooglede-Gits) - Ganspoelinstituut (Huldenberg)
groep.
- Het GielsBos (Gierle)
Voor deze studiedag was er zeer grote belangstel-
- Kennis- en Ondersteuningscentrum (KOC)
ling. De zaal was volledig vol (ruim 100 deelne-
In 2009 vergaderde deze kerngroep driemaal: op 12
- Modem
mers). We moesten meerdere kandidaat-deelne-
februari, op 23 april en op 2 juli.
- MPI Delacroix (Tienen)
mers teleurstellen.
- MPI Ter Heide (Genk)
MODEM
97
EXTERNE CONTACTEN: STUDIECEL PICTOGRAMMEN
EXTERNE CONTACTEN: SPACE
EXTERNE CONTACTEN: THERAPLAY
Op initiatief van Mediander (toen TAU-groep) is
Het project SPACE (Speech Algorithms for Clinical
Het project Theraplay is een TETRA-project dat
in 2002 de Studiecel Pictogrammen opgericht met
and Educational applications) werd gecoördineerd
wordt geleid door Groep T (Leuven) en het Centrum
vertegenwoordigers van meerdere instellingen van
door prof. Hugo Van Hamme van de KULeuven
voor User Experience Onderzoek (CUO) van de
Mediander en externe deskundigen: prof. G. Van
(ESAT). Het verliep in samenwerking met prof.
KULeuven. Het is gestart in 2008 en loopt tot 2010.
Hove van de Universiteit Gent en Annemie Van Roy,
Marc De Bodt (Universiteit Antwerpen), prof. Pol
voormalig voorzitster van ISAAC-NF.
Ghesquière (KULeuven), prof. Jean-Pierre Martens
Het project werd gesubsidieerd door IWT-Vlaan-
(Universiteit Gent) en prof. Werner Verhelst (VUB).
deren. Het gaat over therapeutische games met de
27 januari, 31 maart, 30 juni, 27 oktober en 10
Het project werd gesubsidieerd door IWT-Vlaan-
sche beperkingen. Modem is lid van de gebruikers-
december. De vergaderingen gingen door in Gent.
deren. Modem was lid van de gebruikerscom-
commissie die voor dit project werd ingesteld.
Dirk Lembrechts nam deel aan deze vergaderingen.
missie die voor dit project werd ingesteld. Op 5
De studiecel vergaderde in 2009 vijfmaal: op
Plannen werden onder meer gemaakt voor de organisatie van een workshop over ondersteunde communicatie op de werkvloer. Er werd tevens gewerkt rond het thema communicatiepaspoort en PECS.
en 6 februari 2009 vond het afsluitende symposium plaats in Leuven waarin aan de leden van de gebruikerscommissie, alle betrokken partners en alle geïnteresseerden de mooie projectresultaten werden voorgesteld.
WII-afstandsbediening voor personen met motori-
EXTERNE CONTACTEN: ADIBIB (VROEGER DIGIBIB) Na het succesvolle project De computer, mijn surfplank bij het leren dat in 2007 is afgerond, zetten we de samenwerking met de vzw Die’s-Lekti-kus verder in het nieuwe project Digibib. Namens Modem zit Dirk Lembrechts in de stuurgroep. Hij nam in 2009 deel aan de vergadering van 23 oktober.
MODEM
98
In 2009 werd er beslist tot een naamsverandering
dert. Modem maakt deel uit van deze stuurgroep
workshops informatie over de nieuwste communi-
van Digibib naar Adibib. In Adibib worden school-
maar kon in 2009 aan de vergadering niet deel-
catiehulpmiddelen en computeraanpassingen. Deze
boeken omgezet naar een digitale vorm zodat
nemen.
com@modemdag was opnieuw een hoogtepunt in
ze kunnen worden gebruikt door leerlingen die compenserende software inschakelen bij het leren. De stuurgroep maakte plannen om dit project in de toekomst verder te zetten met steun van het departement Onderwijs. Er zal onder meer worden gewerkt aan software-onafhankelijke omzettingen. EXTERNE CONTACTEN: ICT-HELPT Na de opeenvolgende initiatieven ICT-wijs en ICTHelpt (waaraan Modem telkens deelnam), is het beheer van de website ICT-Helpt overgenomen door Klassement. Dit is de uiterst grote portaalwebsite voor het onderwijs in Vlaanderen. De deelwebsite ICT-Helpt bevat specifiek materiaal voor leerkrachten in het buitengewoon onderwijs. Voor het beheer van dit onderdeel van Klassement is een stuurgroep samengesteld die jaarlijks verga-
EXTERNE CONTACTEN: VOORDRACHTEN, INTRODUCTIECURSUSSEN We kunnen hierbij opnieuw 3 luiken vermelden: - de
organisatie
van
een
jaarlijkse
com@
modemdag - 20 bijscholingsmodules in het voor- en najaar (met herhaling van de sessies die snel volzet zijn) - de lezingen, cursussen en studiedagen à la carte (op vraag dus). COM@MODEMDAG VLAANDEREN EN NEDERLAND De vierde com@modemdag op 6 februari 2009 was weer een bijzondere gebeurtenis. In totaal namen 320 professionelen deel aan deze studiedag. Het volledige Modemteam gaf via plenaire sessies en
het werkjaar van Modem en een voorbeeld van een knappe teamprestatie. Voor de eerste keer organiseerde Modem in 2009 een com@modemdag in Nederland. In samenwerking met Kentalis vond op 27 november in SintMichielsgestel (Viataal) deze studiedag plaats. De zaal zat met 110 aanwezigen overvol. We moesten veel kandidaat-deelnemers teleurstellen. De evaluaties van de deelnemers waren erg positief. BIJSCHOLINGSMODULES Bij de bijscholingsmodules is het aantal deelnemers beperkt tot 20. Elk module duurde een halve dag en ging door in het Gouverneur Kinsbergencentrum. Overzicht van de 20 bijscholingsmodules (10 voorjaar en 10 najaar): - Zelf aangepast speelgoed maken (6 maart)
MODEM
99
- Computers en DCD: gratis aan de slag (12 maart) - Zelf oefeningen maken in PowerPoint: basis (19 maart) - Zelf oefeningen maken in PowerPoint: gevorderden (19 maart) - Compenserende hulpmiddelen voor ernstige lees- en spellingsproblemen (24 maart) - Ondersteunde communicatie bij personen met NAH (26 maart) - Als
ze
geen
- Ondersteunde communicatie bij personen met dementie (22 oktober)
begrijpen, wat dan? (26 maart) - Communicatiekaarten maken in Mind Express (5 mei)
herhaald in januari 2009. Van de voorjaarsessies
- Op maat: aan de slag met gratis software om
(zie boven) werden module 1, 7 en 9 herhaald,
oefeningen te maken voor personen met verstan-
van de najaarsessie module 3 (zie boven). In totaal
delijke beperkingen (27 oktober)
gaven we dus in 2009 27 modules, waaraan telkens
- Hulpmiddelen om tijd, activiteiten, handelingen enz. te visualiseren voor personen met autisme (29 oktober) - Computeraanpassingen
pictogrammen/afbeeldingen
voor
personen
met
autisme en een normale begaafdheid (29 oktober) - Meer dan 1300 nieuwe en vernieuwde pictogrammen voor het onderwijs (+ lessen, stappen-
- Communicatiekaarten maken in Grid II (14 mei)
plannen, praktische tips enz.) (17 november)
- Software voor personen met ernstige verstande-
- Eenvoudig Aangepast: demonstraties van de
lijke beperkingen (7 mei) - Software voor personen met ernstige verstandelijke beperkingen (13 oktober) - Zelf aangepast speelgoed maken (16 oktober) - Hoe maak ik zelf handige en functionele communicatieboeken (PODD)? (22 oktober)
We hebben ook 3 modules van het najaar 2008
hulpmiddelen uit de map (1 december) - De computer aanpassen voor personen met een motorische handicap, een algemeen overzicht (3 december).
10 tot 20 personen deelnamen. LEZINGEN, CURSUSSEN EN STUDIEDAGEN À LA CARTE Met 87 sessies à la carte (lezingen, cursussen, studiedagen, lessen en workshops) sneuvelde opnieuw het vorige record (zie grafiek). Er blijft dus een grote informatie- en bijscholingsnood. Meerdere lezingen waren voor het Modemteam erg belangrijke afspraken. De lezingen in het Rashid Centrum in Dubai spraken het meest tot de verbeelding. Modem bracht deze lezingen op uitnodiging van een Vlaamse logopediste die nu daar werkt met kinderen met een handicap. Daarnaast waren ook de dubbele lezing tijdens de studiedag voor het
MODEM 100
ministerie van Onderwijs in Brussel (250 aanwezigen) en de lezing tijdens de studiedag in de Universiteit Gent (200 aanwezigen), belangrijke momenten. Het was ook de eerste keer dat een collega van Modem een lezing gaf voor Act Desiron op een studiedag over communicatie- en computerhulpmiddelen voor verkeersslachtoffers. 100 90
80
80 70
62
68
68
2005
2006
86
87
2008
2009
60 50 40 30 20 10 0
11
1998
15
1999
18
2000
25
2001
30
2002
35
2003
2004
2007
Evolutie van het aantal bijscholingen dat Modem gaf
MODEM 101
datum
aanvrager
collega
algemene onderwerpomschrijving
07/01/2009 KHL, dep. lerarenopleiding
WDB
overzicht computeraanpassingen
09/01/2009 Basisschool De Linde
MM
Sprint Plus en Omnipage
12/01/2009 logopedisten groepspraktijk
MM
overzicht compenserende hulpmiddelen
15/01/2009 Zonnebos
LM
bijscholing over communicatiehulpmiddelen
09/02/2009 vzw De Brug
MM
software voor volwassenen met verstandelijke beperkingen
10/02/2009 Emmaüs, spec. beroepsschool
MM
compenserende software
12/02/2009 Zewopa
KV
bijscholing communicatie- en computerhulpmiddelen
13/02/2009 Blijdorp
KV
bijscholing Mind Express
20/02/2009 Vesalius Gent, opl. ergotherapie
WDB
cognitieve trainingssoftware
20/02/2009 Vesalius Gent, opl. ergotherapie
WDB
overzicht computeraanpassingen
09/03/2009 ICT-dagen
KV
bijscholing map Eenvoudig aangepast
10/03/2009 Groenlaar Reet
KV
bijscholing map Eenvoudig aangepast
12/03/2009 RUGent, Logo. en Audiologie
LM
bijscholing communicatie
20/03/2009 Lutgardisschool, Etterbeek
MM
compenserende hulpmiddelen dyslexie en DCD
20/03/2009 Lutgardisschool, Etterbeek
MM
bijscholing compenserende hulpmiddelen
24/03/2009 GON SO Antwerpen
KV
bijscholing map Eenvoudig aangepast
27/03/2009 Driehuizen (Kontich)
KV
infosessie Grid II
31/03/2009 Gezin en Handicap – Antwerpen
WDB
lezing overzicht computer & communicatie
31/03/2009 UZ Gasthuisberg, pediatrie
MM DL
computeraanpassingen en tijdsplanning (psychiatrie)
MODEM 102
02/04/2009 Bruggenbouwen
MM
bijscholing hulpmiddelen dyslexie en DCD
03/04/2009 Zeelandnet
KV
bijscholing over hulpmiddelen bij dysarthrie en afasie
03/04/2009 HIKE
WDB
algemeen overzicht computeraanpassingen
06/04/2009 (cliënt)
KV
infosessie optimaal gebruik Tellus mobi
20/04/2009 Universiteit Gent, dienst BSH
DL
intro over compenserende hulpmiddelen vanuit de Modemvisie
21/04/2009 KIDS
KV
bijscholing Mind Express en Bet 5.O
23/04/2009 Karel De Grote Hogeschool, orthopedagogie
WDB
algemeen overzicht vooral computer, ook communicatie
24/04/2009 COS Antwerpen
LM
visualiseren: met pictogrammen, afbeeldingen, foto's enz.
24/04/2009 Vesalius Gent, opl.ergotherapie
WDB
voorstelling Modem op Revabeurs
25/04/2009 Rett Syndroom Vereniging
WDB
lezing actie reactie, eenvoudige scanning, knoppen, …
30/04/2009 HIKE
WDB
algemeen overzicht computeraanpassingen
30/04/2009 (cliënt)
MM
bijscholing TextEase
06/05/2009 KHL, dep. Lerarenopleiding
LM
les VOBO communicatietoestellen
08/05/2009 HIKE
WDB
algemeen overzicht computeraanpassingen
13/05/2009 KHL, dep. Lerarenopleiding
LM
niet-technische communicatiehulpmiddelen, COCP
13/05/2009 KHK, ergo
WDB
overzicht vooral computer & beetje communicatie
14/05/2009 ACT Desiron
WDB
hulpmiddelen computer communicatie voor verkeersslachtoffers
14/05/2009 KULeuven, lic. Logo. en Audio.
DL
limieten van technologische hulpmiddelen voor OC
14/05/2009 De Klim
MM
praktische bijscholing Sprint
20/05/2009 Zonneken
WDB
overzicht aanpassingen dcd & autisme
MODEM 103
24/05/2009 Rashid Centre
LM
bijscholing
25/05/2009 Rashid Centre
LM
bijscholing aan ouders
25/05/2009 Rashid Centre
LM
bijscholing aan professionelen
26/05/2009 Rashid Centre
LM
bijscholing aan staff Rashid Centre
26/05/2009 Rashid Centre
LM
bijscholing aan staff Rashid Centre
28/05/2009 Vlaams-Europees verbindingsagentschap
DL
MODEM als voorbeeld van good practice in Europa
29/05/2009 BETA
DL
lezing over 20 jaar visualisaties
05/06/2009 ministerie van de Vlaamse gemeenschap - dep. Onderwijs
MVD
lezing over 1300 nieuwe onderwijspictogrammen voor het onderwijs
05/06/2009 ministerie van de Vlaamse gemeenschap - dep. Onderwijs
DL
Map Eenvoudig aangepast
08/06/2009 BO De Berk
KV
Mind Express (deel 1)
09/06/2009 BO De Berk
KV
Mind Express (deel 2)
09/06/2009 BO De Berk
KV
Mind Express (deel 3)
19/06/2009 UZ Gasthuisberg, ziekenhuisschool
MM
compenserende hulpmiddelen, licht motorisch, structureren
23/06/2009 (cliënt)
WDB
Textease
02/07/2009 (cliënt)
MM
Opleiding gevorderd gebruik van Sprint
30/07/2009 (cliënt)
LM
bijscholing over Mind Express
04/08/2009 (cliënt)
MM
bijscholing Sprint Plus en OmniPage
17/09/2009 ACT Desiron
WDB
algemene lezing over computeraanpassingen en communicatiehulpmiddelen
29/09/2009 Ritmica
MM
bijscholing Omnipage samen met Sprint
30/09/2009 Scholengroep Noord-Limburg
MM
compenserende hulpmiddelen bij leerlingen met dyslexie en DCD
30/09/2009 Sprankel
DL
Eenvoudig aangepast & de computer mijn surfplank bij leren
MODEM 104
3/10/2009 Vzw ‘t Spinneke
WDB
veel uitleg op infomiddag, soort beursstand
06/10/2009 Katrinahof, O.C.
MM
computergebruik bij volwassenen met een verstandelijke beperking
07/10/2009 Lessius, logopedie
LM
communicatiehulpmiddelen: technisch en niet technisch: Lien
07/10/2009 Lessius, logopedie
DL
compenserende hulpmiddelen
09/10/2009 REN Antwerpen
DL
les over Sclera Onderwijspictogrammen
09/10/2009 REN Antwerpen
DL
les over ICT zonder beperkingen
16/10/2009 Vzw ‘t Spinneke
WDB
les aanpassen speelgoedjes
19/10/2009 KOC
WDB
algemeen overzicht computeraanpassingen voor mdt's vaph
26/10/2009 Vesalius, opl. Logopedie
DL
inleiding OC voor laatstejaars logopedie
28/10/2009 Plantijnhogeschool
DL WDB
introductie over OC en aangepast computergebruik
30/10/2009 Plantijnhogeschool
DL WDB
introductie OC en aangepast computergebruik
06/11/2009 SIG
DL
overzicht OC-hulpmiddelen (breed)
12/11/2009 Zonneken
MP
opleiding Mind Express
13/11/2009 Universiteit Gent, licentie Logopedie & Audiologie
DL
effectiviteit van OC
17/11/2009 REN Antwerpen
MM
aangepaste hulpmiddelen voor dyspraxie
17/11/2009 REN Antwerpen
MM
eenvoudige aanpassingen in MS Word 2007 of Open Office Writer voor personen met lees- en schrijfproblemen
19/11/2009 KOC
DL
overzicht communicatiehulpmiddelen
20/11/2009 KOC
WDB
overzicht computeraanpassingen
MODEM 105
20/11/2009 Groenlaar Reet
MP
opleiding In Print
20/11/2009 AZ Alma
DL
lezing over KPT, Life Long Learning
20/11/2009 Sint-Lutgardisschool, Merksem
MM
overzicht compenserende - nadruk op Sprint
02/12/2009 BSGO De Esdoorn
MM
opleiding Sprint voor gebruik voor een kind met een DCD
02/12/2009 REN Antwerpen
MM
bijscholing 'Op Maat'
03/12/2009 Artevelde Hogeschool, logo
DL LM
communicatiehulpmiddelen, wanneer starten met communicatiehulpmiddelen
03/12/2009 REN Gent
MM
overzicht compenserende hulpmiddelen
03/12/2009 Gehandicaptenraad Duffel
DL
voorstelling Modem
11/12/2009 Zonnebloem leefschool
MM
compenserende hulpmiddelen dyslexie en DCD
Door alle bijscholingsinitiatieven, in totaal 116, bereikte Modem in 2009 opnieuw meer dan 2.500 luisteraars. Deze activiteiten vergen erg veel tijd en energie van het Modemteam, maar ze hebben een zeer belangrijke functie in de informatieverspreiding en de bekendmaking van de activiteiten van Modem en de vzw Gouverneur Kinsbergen.
MODEM 106
EXTERNE CONTACTEN: GEVOLGDE STUDIEDAGEN (VORMING) / BEZOCHTE BEURZEN GEVOLGDE STUDIEDAGEN
onderwerp – organisatie - plaats
collega
datum
Studiedag In-Ham
Dirk Lembrechts
21/04/2009
Bijscholing Mind Express
Karen Vermeire
27/04/2009
Hulpmiddelen voor slachtoffers van ongevallen
Wim De Backer
14/05/2009
Verrassend Mind Express
Karen Vermeire Marleen Meermans
Geschikte bijscholing vinden, blijft voor Modem een
probleem.
De
gespecialiseerde
Wim De Backer
bijscho-
lingen worden veelal in het buitenland gegeven.
Viering 20 jaar Beta
In het volgende overzicht zitten 3 bijscholingen die we (gratis) konden volgen omdat 1 van de teamleden er ook zelf een lezing gaf en 1 bijscholing die we zelf organiseerden (WOCV). Het aantal is vergelijkbaar met de vorige jaren.
Karen Vermeire
29/05/2009
Dirk Lembrechts
Een frequent bezoek aan deze cursussen zou het bijscholingsbudget sterk de hoogte in jagen.
15/05/2009
KUL Seminarie JVDE
Dirk Lembrechts
01/09/2009
Dyslexie - van onderzoek naar verantwoord (be)handelen
Marleen Meermans
17/09/2009
Dirk Lembrechts Bijscholing The Grid
Marianne Papeliers
29/09/2009
Bijscholing The Grid
Marianne Papeliers
20/10/2009
AT-VET (afsluitende conferentie van Europees project in
Dirk Lembrechts
21/10/2009
Effectiviteit van logopedie en audiologie (UZ Gent)
Dirk Lembrechts
13/11/2009
Studiedag Werkgroep Ondersteunende Communicatie
Lien Martens
08/12/2009
Brussel)
Dirk Lembrechts VVL-congres
Dirk Lembrechts
11/12/2009
MODEM 107
BEZOCHTE BEURZEN MET TEVENS MODEMSTAND - 23 to 25 april 2009: REVA beurs in Gent (Dirk Lembrechts, Marianne Papeliers, Lien Martens en Wim De Backer). - 25 en 26 september 2009: Engelenbeurs in Ravels (Dirk Lembrechts en Wim de Backer).
EXTERNE CONTACTEN: OPLEIDINGEN In de voorbije jaren deden steeds meer scholen een beroep op Modem om lessen te geven voor hun studenten of om eindwerken te begeleiden. In het jaar 2009 ging het over 15 opleidingen van allerlei aard. Dit aantal was en blijft hoog.
BEZOCHTE BEURZEN (ZONDER MODEMSTAND)
Een alfabetisch overzicht:
- 14 en 15 januari 2009: BETT-beurs en Special
- Arteveldehogeschool in Gent, afdeling Logo-
Needs Fringe in London: grote internationale beurs over hard- en software voor personen met een handicap (Wim De Backer en Marleen Meermans).
- Hogeschool Antwerpen, departement Gezondheidszorg: Ergotherapie - Hogeschool Brugge-Oostende in Brugge, afdeling
- 15 oktober 2009: REHA-beurs in Dusseldorf: grote internationale beurs over hard- en software,
pedie
en
communicatiehulpmiddelen
voor
personen met een handicap (Marianne Papeliers en Dirk Lembrechts).
Logopedie - Hogeschool Gent, departement Gezondheidszorg Vesalius, opleiding Logopedie - Hogeschool Gent, departement Gezondheidszorg Vesalius, opleiding Ergotherapie
- Katholieke Hogeschool Kempen in Geel, afdeling Ergotherapie - KULeuven, licentie Logopedie en Audiologie - KULeuven, licentie Orthopedagogie - Lessius Hogeschool in Antwerpen, afdeling Logopedie - Neurologische spraak- en taalstoornissen, Gent - Opleiding ADL-assistenten (ZEWOPA) - Plantijn Hogeschool in Antwerpen, graduaat Orthopedagogie - Universiteit Gent, licentie Logopedie en Audiologie - Voortgezette opleiding Buitengewoon Onderwijs in Heverlee. Deze contacten resulteerden onder meer in de begeleiding van eindwerken/scripties/thesissen/ programmeeropdrachten.
- Karel de Grote Hogeschool, Banaba Buitengewoon Onderwijs
MODEM 108
In 2009 werden volgende projecten afgerond:
peer-reviewed tijdschriften.
EXTERNE CONTACTEN: INTERNATIONAAL
- Lessius Hogeschool, afdeling Logopedie. Eind-
- KUL, licentie Logopedie. Modem wordt als
werk over criteria voor de selectie van techni-
externe deskundige betrokken bij het docto-
sche communicatiehulpmiddelen bij afasiepati-
raatsonderzoek van Stien Meuris over Key-
ënten. Dirk Lembrechts is externe promotor.
word signing (Spreken met ondersteuning van
Andere projecten werden opgestart of voortgezet: - KUL, licentie Logopedie. Modem wordt als externe deskundige betrokken bij het doctoraatsonderzoek van Joke Vandereet over ondersteunde communicatie bij kinderen met ernstige communicatiebeperkingen. Omdat dit in Vlaanderen het eerste doctoraat in de logopedie is dat handelt over ondersteunde communicatie is dit een belangrijke betrokkenheid van Modem bij het relevante wetenschappelijk onderzoek. Via dit doctoraat is Modem immers ook aanwezig op het nationale en internationale wetenschappelijke forum: posters en lezingen op nationale en internationale wetenschappelijke congressen, wetenschappelijke artikels in internationale
gebaren, SMOG). Net zoals het doctoraat van Joke Vandereet gaat het hier over een samenwerking tussen prof. Inge Zink (licentie Logopedie en Audiologie) en prof. Bea Maes (Orthopedagogie). - KHBO, afdeling Logopedie. Eindwerk over de meerwaarde van dynamische communicatiehulpmiddelen bij personen met een verstandelijke handicap. Dirk Lembrechts is externe promotor. - Neurologische
Spraak-
en
taalstoornissen
(Gent, voorgezette opleiding). Eindwerk over
Vooral via de medewerking aan het IMPACT-project en de deelname aan de Special Interest Group over ICT van de EASPD waren er in 2009 contacten met organisaties uit Nederland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië, Macedonië, Portugal, Duitsland, Dubai, Curaçao en de USA (zie verder). Contacten met Nederlandse collega’s waren en blijven veelvuldig
(ISAAC-NF,
Nederlandse
TaalUnie,
het
centrum ACT in Roermond, de com@modemdag in Nederland, voorbereiding van een Euregio-project (2009) enz.). In dit verband zijn ook de jaarlijkse bezoeken aan de BETT-beurs in London en de REHAbeurs in Dusseldorf erg belangrijk. PUBLICATIES VAN MODEM
computerhulpmiddelen zoals Nintendo om het
In 2009 hebben we opnieuw een vijftal Modeminfo’s
geheugen te trainen bij personen met een NAH.
bijgewerkt en geactualiseerd. Dit zijn informatiebrochures over specifieke thema’s, samengesteld door de medewerkers van Modem. We geven ze
MODEM 109
mee met cliënten in functie van een consultatie.
de 20 bijscholingsmodules in het voor- en najaar)
missie van Modem besloten om de inspanningen
Er bestaan zo een 50-tal informatiepakketten. Het
en de map Eenvoudig aangepast.
van het team naast de basisopdracht (advies voor
is een zeer zware opgave om ze allemaal actueel te houden.
In 2009 is de website www.eenvoudigaangepast.be
Modem publiceerde daarnaast in 2009 met regel-
fiches van de map Eenvoudig aangepast, zie verder.
maat in de tijdschriften Logopedie van de Vlaamse Vereniging voor Logopedisten. Hieronder de andere publicaties: - Ingmar ….(verslag en getuigenis van bezoek van Ingmar en zijn ouders aan Modem). Handiscoop, mei 2009. - Communicatie en computergebruik voor mensen met beperkingen. Tijdschrift van de Universiteit Antwerpen Inbox, oktober 2009, p.5.
geopend. Hierop staan de actualisaties van de
In 2010 zal de website van Modem volledig worden vernieuwd, samen met de sites van de andere voorzieningen van de vzw Gouverneur Kinsbergen. De nieuwe website zal meer mogelijkheden bieden voor informatieverspreiding, het downloaden van informatie, de bekendmaking van projectresultaten, de elektronische inschrijvingen voor de bijscholingen georganiseerd door Modem enz.
WEBSITE
EXTERN GEFINANCIERDE PROJECTEN
Sinds 2002 heeft de website van Modem een nieuwe,
INLEIDING
eenvoudigere domeinnaam: www.modemadvies.be. Sinds 2008 kondigt Modem op zijn website de eigen bijscholingsactiviteiten aan (com@modemdag en
personen met een handicap en hun omgeving) ook te richten op projecten waarvoor externe financiering beschikbaar is. In 2002 waren de eerste resultaten hiervan zichtbaar (FASTY-project). Vanaf 2003 is deze doelstelling jaar na jaar volwaardig gerealiseerd. Dit leverde al zeer veel concrete resultaten op, zowel financieel als inhoudelijk. Via de internationale projecten komt Modem ook in contact met de recente visies over personen met beperkingen in Europa en in de meest vooruitstrevende landen. Overzicht: - Consultaties als gemachtigd expert - Eenvoudig aangepast - ICT en Leerzorg - Nederlandse Taalunie - Impact
Omdat een vaste financiering van Modem door de
- Anysurfer
Vlaamse of federale overheid uitblijft, is in 2001
- ICT-beelden zeggen meer dan woorden.
in overleg met de directie en de begeleidingscom-
MODEM 110
CONSULTATIES ALS GEMACHTIGD EXPERT In 2002 erkende het Kennis- en Ondersteunings-
90
centrum van het VAPH Modem als gemachtigd
80
expert. Hierdoor kunnen het Vlaams Agentschap
70
voor Personen met een Handicap en multidiscipli-
60
naire teams Modem inschakelen in het kader van
50
aanvragen voor terugbetaling van hulpmiddelen binnen de wetgeving van de Individuele Materiële Bijstand.
40 30 20
Het aantal dossiers als gemachtigd expert blijft
10
dalen (in 2009 waren dit er 28). Dit is een veront-
0
rustende evolutie. Het aantal personen in Vlaan-
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
deren met complexe vragen waarbij de inschakeling van een gemachtigd expert gewenst is, daalt immers niet. Dezelfde evolutie wordt vastgesteld bij andere diensten in Vlaanderen die erkend zijn als gemachtigd expert.
De evolutie van het aantal dossiers als gemachtigd expert In 2007 berekenden we de doorlooptijd van een dossier bij Modem als gemachtigd expert; het was gemiddeld 105 dagen vanaf het moment dat de persoon is aangemeld bij Modem tot het ogenblik dat we het afgewerkte expertverslag versturen naar het multidisciplinair team. Regelmatig werd veel tijd besteed aan langere uitprobeerperiodes, alvorens er een definitief advies werd gegeven.
MODEM 111
EENVOUDIG AANGEPAST Voor kinderen en volwassen met beperkingen moeten communicatie en computer sterk vereenvoudigd worden. Zo kunnen zij beter participeren in hun omgeving. Modem bewijst al 15 jaar dat dit mogelijk is. Dagelijks stelt het team echter vast dat deze kennis en informatie niet voorhanden zijn bij de personen die er nood aan hebben. Met een heldere en zeer toegankelijke publicatie met veel
In 2009 is een nieuwe oplage gedrukt van 1.000 exemplaren. De eerste oplage was immers uitverkocht en er was een bijkomende bestelling van 500 exemplaren van het departement Onderwijs voor alle scholen voor buitengewoon onderwijs in Vlaanderen. In functie van deze bijkomende bestelling hebben we de eerste versie van de map volledig geactualiseerd. Er gebeurden ongeveer 50 (kleinere) aanpassingen.
informatie over handige en eenvoudig te gebruiken
Met een totale oplage van 2.000 exemplaren,
hulpmiddelen wil Modem deze leemte vullen.
waarvan er eind 2009 al ongeveer 1.750 verkocht
Het project startte in januari 2007 en loopt 3 jaar. In het eerste jaar ontwikkelden we de map met daarin
waren, oversteeg de verkoop van deze map de stoutste verwachtingen.
meer dan 125 fiches over eenvoudige communica-
In 2009 werd ook een website geopend www.
tiehulpmiddelen en computeraanpassingen voor
eenvoudigaangepast.be. Daar kan iedereen de in
personen met beperkingen en hun begeleiders. De
2009 geactualiseerde fiches gratis downloaden.
map is gedrukt op 1.000 exemplaren. In 2008 werd dit product bekendgemaakt en verspreid in heel Vlaanderen. Er werden daardoor in dit eerste jaar al nagenoeg 700 exemplaren verkocht, een groter
ICT EN LEERZORG Sinds 1 december 2008 had Modem een samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid (departement Onderwijs) in het kader van het project ICT en zorg. Voor dit project heeft de Vlaamse regering 66.121 euro vrijgemaakt. Het project ICT en zorg liep tot 31 augustus 2009 en resulteerde in: - de ontwikkeling van ICT-lesmateriaal (in 3 deelprojecten) dat verzameld werd op een cd - advies van Modem bij de samenstelling van de cd – Modem leverde het nodige materiaal aan - het drukken van de map Eenvoudig aangepast in 500 exemplaren (zie boven) - een publicatie over ICT zonder beperkingen, waarvan Modem medeauteur is.
Cera gaf 63.500 euro financiering over deze periode
Dit alles werd op 5 juni 2009 voorgesteld op een
van 3 jaar.
studiedag in het departement Onderwijs in Brussel met 250 aanwezigen.
succes dan aanvankelijk verwacht.
MODEM 112
Bij de ontwikkeling van het ICT-lesmateriaal werd
adviseur van een rapport dat zal worden geschreven
Koninkrijk, Nederland en België. Bij de gelegenheid
er gewerkt rond 3 deelprojecten:
over Taal- en spraaktechnologie voor personen met
van de goedkeuring van dit project werd ook Dirk
- de inzet van digitale schoolborden en aangepast
taal- en spraakpathologie. De projectschrijver
Lembrechts van Modem vice-voorzitter van deze
ICT-lesmateriaal voor leerlingen met beper-
(M. Ruiter) werkt in de St. Maartenskliniek van
ICT-Interest Group.
kingen. Modem besteedde dit deelproject uit
Nijmegen. Eind 2009 werd dit rapport afgerond.
aan het team van Edutools. - het ontwikkelen van lesmateriaal in de Vlaamse Gebarentaal voor kinderen met een auditieve beperking. Dit deelproject werd uitgewerkt door BO Kasterlinden, een school voor buitengewoon onderwijs type 6 en type 7. - het ontwikkelen van lesmateriaal en visuali-
Het rapport geeft aan hoe de onderzoeksbudgetten van de Nederlandse en Vlaamse overheid, gericht op personen met spraak- en taalbeperkingen, in de
Het totaal projectbedrag bedraagt 540.856 euro, voor Modem is dit circa 50.000 euro. In 2009 werden er al projectmeetings gehouden in
komende jaren het best kunnen worden ingezet.
Brussel en Nottingham (VK). Parallel aan deze part-
IMPACT
dermeetings. Dirk Lembrechts was aanwezig tijdens
nermeeting waren er ook erg interessante stakeholdeze meetings, de voorbereidende vergaderingen
saties voor het onderwijs met de sclera-picto-
Door de Europese commissie werd het project
grammen. Dit deelproject resulteerde in 1.300
Impact goedgekeurd (voor 3 jaar, start 1 januari
nieuwe en vernieuwde sclera-pictogrammen
2009). Het is een netwerkproject met ICT-speci-
De voornaamste taak van Modem in dit project
specifiek voor het onderwijs. Modem zorgde zelf
alisten, ingediend door de EASPD (European Asso-
betreft de werkfase van de Training Needs Analysis.
voor de uitwerking van dit deelproject.
ciation for Service Providers for People with Disa-
Modem zal ook verantwoordelijk zijn voor de eind-
bilities). De vzw Gouverneur Kinsbergen is lid van
conferentie van dit project in november 2011 in
de EASPD via PPG. De 9 partners zijn allen lid van
Brussel.
NEDERLANDSE TAALUNIE Sinds 2008 bouwen we een nieuwe samenwerking uit met de Nederlandse Taalunie. Dirk Lembrechts is
en 2 telefoonconferenties.
de ICT-interest Group van de EASPD. Er zijn partners uit Portugal, Finland, Frankrijk, het Verenigd
MODEM 113
ANYSURFER
ICT-BEELDEN ZEGGEN MEER DAN WOORDEN
BEKENDMAKING VZW GOUVERNEUR KINSBERGEN
In 2009 werd Modem uitgenodigd deel te nemen aan
In september 2009 startte Modem met een project
Net zoals in de voorbije jaren vervulde Modem een
het Anysurfer Netwerk. Het betreft een netwerk
op vraag van REN-Vlaanderen (Regionaal Exper-
belangrijke functie bij het bekendmaken van het
met de volgende partners: Blindenzorg Licht en
tise Netwerk). Dit is de organisatie die zorgt voor
bestaan en de activiteiten van de vzw Gouverneur
Liefde, VOCVO/Wai-Not, Wablieft, Fevlado en de
de bijscholing van de Vlaamse leerkrachten. Het
Kinsbergen. Door de werkzaamheden van dit kleine
KHKempen.
project loopt tot 2010.
team van 6 tot 7 personen realiseerden zich in 2009
Deze groep werkt rond de toegankelijkheid van het
In dit project wordt ICT-materiaal ontwikkeld dat
internet voor personen met beperkingen. In 2009
specifiek gericht is op het maken van visualisaties
werden 2 gefinancierde projecten uitgevoerd: één
in het onderwijs voor leerlingen met beperkingen.
voor de Telenet Foundation en één voor POD Maat-
Het gaat vooral om video-illustraties, screencast-
De belangrijkste kanalen:
schappelijke Integratie.
illustraties over het werken met een videocamera.
- De Modemmedewerkers gaven 116 bijscholings-
Voor Modem gaat het hier om een opportuniteit tot
Modem zorgt zowel voor een dvd met heel veel
samenwerking met Vlaamse experts betreffende
illustratiemateriaal (meer dan 5 uur video) als een
toegankelijkheid van het internet. Modem richt in
studiedag op 23 februari 2010 in het departement
deze groep zijn aandacht vooral op de toegankelijk-
Onderwijs in Brussel waarin dit materiaal wordt
heid voor personen met motorische beperkingen en
voorgesteld.
personen met ernstige lees- en spellingproblemen.
In functie van dit project is Bart Serrien op 1 september als projectmedewerker aangeworven.
weer meer dan 4.000 personen dat ze in contact kwamen met de diensten van onze vzw. Het betreft hier slechts een voorzichtige schatting.
activiteiten voor in totaal meer dan 2.500 luisteraars. In deze uiteenzettingen lichtten wij toe dat Modem een voorziening is van de vzw Gouverneur Kinsbergen. - Van de 909 consultaties (703 cliënten) zijn er 239 uitgevoerd in de demonstratieruimte van Modem en 172 op verplaatsing. 239 cliënten en een veelvoud aan begeleiders bezochten dus
MODEM 114
het Gouverneur Kinsbergencentrum of namen er rechtstreeks contact mee. - Natuurlijk zijn er ook een reeks kleinere kanalen: de postmailings (tot 800 exemplaren) voor de studiedagen van de Werkgroep Ondersteunde Communicatie Vlaanderen, voor de eigen bijscholingsmodules en de com@modemdagen. Er waren ook zeer grote elektronische mailings van meer dan 1.300 uitnodigingen voor deze activiteiten. - Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de website, de veelvuldige externe e-mailcontacten, vergaderingen en werkgroepen, de publicaties over Modem enz.
MODEM 115
Projectontwikkeling vzw Gouverneur Kinsbergen
Projectontwikkeling Het Gouverneur Kinsbergencentrum levert diverse inspanningen om werk te
Oikonde Mechelen
maken van projectontwikkeling. Projectontwikkeling kan immers op diverse punten een toegevoegde waarde hebben voor de organisatie en ook voor de
De Bricke
Pegode
cliënten: - kwaliteit - innovatie - netwerking. De keuze van de projecten die we initiëren of waarin we participeren is uiter-
OpMaat
COS
lona
aard ingebed in de organisatiestrategie van het Gouverneur Kinsbergencentrum op langere termijn. Vanuit die optiek nam de projectwerking in 2009 verschillende vormen aan. Een aantal projecten kwam al aan bod in andere gedeelten van dit jaarverslag, een aantal andere willen we graag afzonderlijk vermelden. SAMENWERKINGSVERBAND OPMAAT Het Gouverneur Kinsbergencentrum participeert via het COS en het Oriëntatie-
De Lier
OC BeWo Aarschot
centrum actief in het samenwerkingsverband OpMaat, een nieuw project sinds 2008. Samen met een aantal zorgvoorzieningen in de regio wil het Gouverneur Kinsbergencentrum op die manier vraagverduidelijking en zorgtrajectbegeleiding bieden aan cliënten met een handicap, zodat zij een adequaat antwoord
In 2009 lag in de werking van OpMaat vooral het accent op het verder vorm geven
vinden op hun vragen naar hulp en ondersteuning. OpMaat richt zich vooral tot
aan de concepten en methodieken betreffende vraagverduidelijking en zorg-
cliënten in de regio Groot-Antwerpen en Zuidkant.
trajectbegeleiding. Vanaf de start midden 2008 kwamen er veel vragen binnen
Projectontwikkeling 117
en het team van medewerkers zette zich ook in 2009 in om daar met vallen en
projectontwikkeilng
opstaan zo goed mogelijk antwoord op te bieden.
4%
- Zorgvraagverduidelijking verwijst naar het verduidelijken van vragen die specifiek gericht zijn op geprofessionaliseerde zorg.
kwaliteitsbevraging
- Trajectbegeleiding is van toepassing voor ondersteuningsvragen breder dan
traject
zorg of als het bestaande zorgaanbod onvoldoende aansluit bij de behoeften. Dit proces vraagt meer tijd om tot duidelijke antwoorden te komen.
51%
zorgvraagverduidelijking
- Zorgbemiddeling gebeurt door de partners en omvat het registreren, opvolgen en bemiddelen van de zorgvragen op de CRZ (Centrale Registratie Zorgvragen, de wachtlijsten) voor de Zuidkant en Groot-Antwerpen.
45%
OpMaat is een feitelijke vereniging die vorm heeft gekregen via een samenwerkingsovereenkomst tussen de partners. De partners van het samenwerkingsverband participeren zowel inhoudelijk als financieel in het project. ENKELE CIJFERS In het totaal realiseerde OpMaat in 2009 1.396 uren aan directe cliëntcontacten, verdeeld over de verschillende functies. In deze directe cliëntcontacten is geen verslaggeving, overleg, registratie of verplaatsing meegerekend. De ondersteu-
Dienstverleningsfuncties In 2009 ontving OpMaat 135 nieuwe aanmeldingen in het kader van de CRZ, sinds de start van OpMaat in september 2008 zijn dit 227 nieuwe aanmeldingen. OpMaat is voor 591 cliënten die een actieve zorgvraag hebben op de CRZ de hoofdcontactpersoon.
ning is min of meer gelijk verdeeld over zorgvraagverduidelijking en trajectbegeleiding.
Projectontwikkeling 118
OVERLEG 7% 24%
OpMaat 24%
OpMaat De Bricke OpMaat Pegode OpMaat-De Lier
3%
Stuurgroep
Beleidsgroep
Dagelijks bestuur
OpMaat-Iona 7%
OpMaat Oikonde Mechelen
35%
Team
Nieuwe registraties CRZ 2009 Elke partnerorganisatie vaardigt iemand af die zetelt in de beleidsgroep van OpMaat, het bestuurlijk orgaan. De beleidsgroep bestaat dus uit 7 leden, waarvan er één het voorzitterschap opneemt. De opdracht van de beleidsgroep is vergelijkbaar met die van een raad van bestuur in een vzw. De cel draagt de
Projectontwikkeling 119
verantwoordelijkheid voor de organisatorische en
de beleidsgroep en de stuurgroep. Het dagelijks
gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg,
sociaal-juridische aspecten van de dienst.
bestuur zorgt voor de afstemming tussen beleid en
ziekenhuis- en revalidatiesector en thuiszorg. Zij
team.
kwamen samen op 14/01, 11/02, 11/03, 08/04,
Het team van OpMaat bestaat uit 6 trajectbegelei-
09/09 en 09/12 en werden daarin begeleid door
ders en 1 coördinator. Hun opdracht is tweeledig:
En tot slot is er de stuurgroep, die inhoudelijke
investeren in de teamwerking (opstellen van werk-
ondersteuning en sturing aan het project geeft. De
procedures, afstemming van taken en functies) en
stuurgroep is samengesteld met een pariteit tussen
professionele ondersteuning geven aan cliënten
vertegenwoordigers van gebruikers en professio-
Binnen dit samenwerkingsverband bestaan werk-
(individuele begeleiding, wekelijkse teamvergade-
nelen. Daarnaast is er ook een vertegenwoordiger
groepen die tot doel hebben om de zorgverlening
ringen, inhoudelijke bespreking van trajecten en
uit het team om voldoende gespreksstof te kunnen
in diverse sectoren optimaal toegankelijk te maken
vraagverduidelijking enz.).
aanleveren vanuit het werkveld. Thema’s die al
voor personen met een NAH. Deze werkgroepen
besproken zijn in de stuurgroep zijn onder meer
focussen hun activiteiten op de volgende 4 essen-
visie en definiëring van trajectbegeleiding, afba-
tiële functies:
kening doelgroep, bekendmaking en beeldvorming.
- onthaal
Medewerkers in 2009: - Christel Janzen, trajectbegeleider - Joris Braem, trajectbegeleider - Tinne Poels, trajectbegeleider - Nancy Vanderbiesen, trajectbegeleider - Lieve Bouwens, trajectbegeleider - Reza Manssens, trajectbegeleider - Sven Destaercke, coördinator/trajectbegeleider
COÖRDINATIECENTRUM NIET-AANGEBOREN HERSENLETSEL (NAH) PROVINCIE ANTWERPEN Ook in 2009 was het provinciaal samenwerkingsverband voor mensen met een niet-aangeboren hersen-
Sofie Bettens, medewerker van het coördinatiecentrum.
- procesondersteuning - zorgbemiddeling - intervisie en vorming. WERKGROEP ONTHAAL / PROCESONDERSTEUNING
letsel actief. De stuurgroep van dit samenwer-
De intersectorale werkgroep Onthaal/Proceson-
Er is ook een dagelijks bestuur, samengesteld uit de
kingsverband bestaat uit een 15-tal geëngageerde
dersteuning streeft naar het optimaliseren van
coördinator van OpMaat en een afgevaardigde van
personen, afkomstig uit verschillende sectoren:
het onthaal van personen met een NAH en naar
Projectontwikkeling 120
continuïteit in de hulpverlening. In 2009 werden
van de partners in het project participeerde het
de instrumenten die eerder door deze werkgroep
coördinatiecentrum regelmatig aan het zorgoverleg
ontwikkeld waren, aangepast en uitgebreid naar
voor individuele cliënten.
In 2009 zijn ook een aantal nieuwe initiatieven
Eind 2009 stelde de werkgroep vast dat het samen-
schrijven van een themanummer voor de dienst
werkingsverband niet de best geplaatste organi-
Welzijn van de Provincie Antwerpen. In september
satie is om deze vragen op te nemen. De werkgroep
2009 werd dit tijdschrift verspreid.
andere doelgroepen. Voor deze doelgroep betekende dit gedeeltelijk het loslaten van deze instrumenten. In 2009 is het sporenboek omgevormd tot een trajectboekje. Het samenwerkingsverband NAH blijft dit instrument ondersteunen en bekend maken, in samenwerking met het Steunpunt Exper-
besliste dan ook om de pijler zorgbemiddeling om te vormen naar meldpunt. De verdere uitwerking
UITBREIDING VAN DE WERKING
gestart. Een eerste belangrijke actie was het
Daarnaast startte ook een werkgroep Kinderen en
tisenetwerken (SEN) en RONDPUNT.
van dit meldpunt staat op de agenda voor 2010.
Jongeren met niet-aangeboren hersenletsel. Deze
WERKGROEP ZORGBEMIDDELING
INTERVISIE EN VORMING
terrein. Sensibilisering van de hulpverleners staat
Het uitgangspunt van deze werkgroep is het recht
Het doel van intervisie is om de kennis van profes-
van iedere persoon met een NAH op een aangepaste ondersteuning in de eigen regio. Naar analogie met de werking in de regio Groot-Antwerpen is in 2009 een samenwerking opgestart tussen diverse hulpverleners en voorzieningen in de regio Kempen. Tegelijk is ook het therapeutisch project 19 Afstemming zorg voor personen met een psychiatrische problematiek en een niet aangeboren hersenletsel met de steun van het RIZIV verder gezet. Als één
sionele hulpverleners over de specifieke problema-
doelgroep kan je omschrijven als onontgonnen nog altijd op de agenda, ook voor de komende jaren.
tiek van mensen met een NAH te verbreden en te
Er werden ook 2 bijeenkomsten georganiseerd voor
verdiepen. In 2009 kwamen de bestaande intervi-
lotgenoten. Er kwamen al enkele jaren signalen van
siegroepen bijeen met ondersteuning van het SEN.
hulpverleners dat er nood is aan lotgenotencon-
Op 19 november 2009 organiseerde het samenwer-
tact. In 2009 zijn hierover een aantal lotgenoten
kingsverband samen met het SEN een studiedag
bevraagd.
met als thema Sociale beperkingen als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel. Een 80-tal enthousiaste deelnemers waren daarvoor aanwezig.
Ook de regionale werking in de Kempen werd verder gezet. In 2009 kwam deze werkgroep van mensen en organisaties uit de regio 3 keer samen om de
Projectontwikkeling 121
regionale knelpunten met betrekking tot de proble-
die overeenkomst 13 toeristische accommodaties gescreend op hun toegankelijkheid. In opdracht van de
matiek van NAH te bespreken en om te netwerken.
provinciale sportdienst zijn ook 19 sportcentra gescreend. En voor Gelijke Kansen Vlaanderen hebben we
pROJECT TOEGANKELIJKHEID GEBOUWEN Voor dit project heeft het Gouverneur Kinsbergencentrum een structurele samenwerking met het Centrum voor Toegankelijkheid van de provincie
3 Meldpunten Discriminatie in de provincie gescreend. Het project toegankelijkheid werd in 2009 gedragen door Fanny Dooms en vanaf augustus ook door Katrien Vandenlindenloof. Zij werden bijgestaan door een vrijwilliger, Roger Mertens. pROJECT MOBILHOME
Antwerpen. Het doel van dit project is om recente
Project Mobilhome is een intern project van het Gouverneur Kinsbergencentrum met als doel het
en accurate gegevens te verzamelen over de
uitwerken van volwaardige functie- en competentieprofielen voor de medewerkers van het COS, Oriënta-
toegankelijkheid van openbare gebouwen. Daarvoor
tiecentrum en Modem. De titel Mobilhome komt van (t)huis in beweging en verwijst naar het belang van
worden toegankelijkheidsonderzoeken gedaan aan
goede funderingen, cement en bouwstenen als je als organisatie werk wil maken van competentiebeleid.
de hand van een eenduidige definitie van toegankelijkheid die in heel Vlaanderen van toepassing is bij de diverse toegankelijkheidscentra en dien-
Waarom doen we dit, what’s in it for me?
sten. De resultaten van de toegankelijkheidsonderzoeken komen in een databank die raadpleegbaar is
= cement = betrokkenheid
op www.toevla.be. Zo kunnen de gebruikers infor-
is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Toerisme Vlaanderen. In 2009 zijn in het kader van
B
Profiel 2
O
Profiel 3
matie opzoeken. Om de doelstellingen van het project te realiseren
Profiel 1
Binnen welke structuur doen we dit? = funderingen = kader
Profiel 4 Profiel 5
U W E N
projectontwikkeling 122
De projectgroep bestaat uit de leidinggevende en een medewerker van elk team. Bij de start van het project in september 2009 keurde de projectgroep een visienota goed. De doelstelling is om midden 2011 voor elke medewerker een gedragen functieen competentieprofiel te hebben. Met gedragen bedoelen we een profiel dat onderschreven wordt door de medewerker en dat als hefboom kan dienen voor organisatieontwikkeling en persoonlijke groei via feedbackgesprekken.
Projectontwikkeling 123
RAAD VAN BESTUUR voorzitter Marc Wellens, gedeputeerde ondervoorzitters Koen Helsen, gedeputeerde Rudy Cornelis, directeur Gezondheid en Welzijn van De VoorZorg – Socialisti-
Ellen Moermans, verantwoordelijke sociale dienstverlening Onafhankelijk Ziekenfonds Sabine Vander Mierde, teambegeleider regio Noord CAW dienst maatschappelijk werk Christelijke Mutualiteit Turnhout Luc Vloemans, gemeenteraadslid en vertegenwoordiger van de gemeente Lille Charles De Weze, eregedeputeerde Martine De Graef, eregedeputeerde
sche Mutualiteit van de provincie Antwerpen
adviseurs
secretaris
Andries Kinsbergen, minister van Staat en eregouverneur van de provincie
Els Bénéré, directeur administratie van de Christelijke Mutualiteit van het arrondissement Antwerpen penningmeester Leo Van Miert, provincieraadslid bestuurders Lut Cateau, provincieraadslid Dirk De Smedt, provincieraadslid Michel Meeus, provincieraadslid Helmer Rooze, provincieraadslid Lili Stevens, provincieraadslid (lid van het dagelijks bestuur) Jan Zander, provincieraadslid Marcel Ceulaers, bestuurder Liberale Mutualiteiten Provincie Antwerpen Lutgard Luyten, diensthoofd CAW – Sociale Dienst van het Vlaams & Neutraal
Antwerpen dr. Alfons Uytterhoeven waarnemer Gustaaf Meeus, vertegenwoordiger van de gebruikersraad van Het GielsBos dagelijks bestuur In de schoot van de raad van bestuur fungeert een dagelijks bestuur. Dit dagelijks bestuur omvat de voorzitter, de twee ondervoorzitters, de secretaris, de penningmeester en een bestuurder. DIRECTIECOMITE Piet De Roeck, algemeen directeur Het GielsBos Guy Bruyninckx, directeur zorg Het GielsBos Lieve Heene, directeur Gouverneur Kinsbergencentrum
Ziekenfonds
124
VZW GOUVERNEUR KINSBERGEN – GEHANDICAPTENZORG PROVINCIE ANTWERPEN Maatschappelijke zetel Koningin Elisabethlei 22 B-2018 ANTWERPEN
[email protected] www.vzwkinsbergen.be Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (COS) Antwerpen Tel. 03 830 73 10
VOORZIENINGEN
Fax 03 828 69 64
[email protected]
Het GielsBos Vosselaarseweg 1 B-2275 Gierle
Oriëntatiecentrum (GA)
Tel. 014 60 12 11
Tel. 03 821 03 00
Fax 014 61 71 71
Fax 03 828 69 64
[email protected]
[email protected]
Gouverneur Kinsbergencentrum
MODEM
Doornstraat 331
Tel. 03 820 63 50
B-2610 Wilrijk
Fax 03 828 69 64
[email protected] Coördinatiecentrum Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) Provincie Antwerpen Tel. 03 830 73 45 Fax 03 828 69 64
[email protected]
Gouverneur
vzw
Kinsbergen
Gehandicaptenzorg Provincie Antwerpen