10 maart 2016 39ste Jaargang • nr. 22
“Ze kregen een rekbandje rond de penis” Pagina 9
Graffiti spuiten met psychologen. ‘Het lijkt wel een drol’
Propagandafilms van IS. Gewelddadig, maar wel heel erg slick
Hoe overspel alles kapot maakt. ‘Iedereen krijgt iets met iedereen’
Pagina 3
Pagina 8
Pagina 11
‘Welke actie?’ Zware NS-delegatie bezoekt universiteit
Dhaka, Bangladesh, 16 juli 2015: Duizenden mensen proberen per trein op tijd thuis te komen voor het Suikerfeest. Foto Corbis/Hollandse Hoogte
Omdat de NS kampt met overvolle treinen, gaat de universiteit peilen of er héél, héél misschien wat te schuiven valt in de eveneens volle collegeroosters. ‘Als de studenten zeggen: daar piekeren we niet over, dan ben ik er snel klaar mee’, zegt universiteitsbestuurder Willem te Beest. Ruim 27 duizend studenten zouden dinsdag de treinen overspoelen, uit protest tegen het plan van de NS om studenten uit de overvolle spits te weren. Althans: zoveel hadden zich aangemeld voor het Facebookevent NK Treinreizen tijdens de spits. Op het station van Leiden is het dinsdagochtend rustig. Er lopen wel wat studenten rond, maar ze voeren niet
echt actie. Ze zijn gewoon op weg naar college. Dion Hilhorst (student psychologie) deed wel mee aan het NK treinreizen en riep Leidse studenten op Facebook op om met hem mee te reizen. Onder zijn berichtje lieten sommigen weten mee te doen aan de actie, maar alleen door te reizen op het traject waarop ze sowieso al de trein pakten. Daarna hadden ze immers tentamens en colleges. ‘De opkomst valt inderdaad een beetje tegen’, zegt hij vanuit de trein. ‘We zijn nu met twintig man op weg naar Amsterdam. Vanmorgen waren we in Utrecht en straks gaat een groepje nog door naar Groningen.’ ‘Wij gaan studenten echt niet uit de spitstreinen weren’, zegt NSwoordvoerder Eric Trinthamer intussen. ‘We willen samen met de universiteiten overleggen op welke manier gebouwen beter benut kun-
nen worden en voorzieningen effectiever gebruikt kunnen worden. Misschien is er wat ruimte te vinden in de roosters.’ Met die missie trok NS-topman Roger van Boxtel langs universiteiten en hogescholen in het land. Vorige week kwam hij in Leiden, bij Willem te Beest, vice-voorzitter van het college van bestuur van de universiteit. ‘Hij kwam niet alleen, maar met een zware delegatie, ook van HTM’, vertelt Te Beest. ‘Ik ben begonnen met zeggen dat het niet ons probleem is en ook niet dat van de studenten. Dat realiseert hij zich.’ Van Boxtel kwam dan ook niet met een eis. Te Beest: ‘Alleen met een verzoek: of we wilden nagaan of het mogelijk was om bij enkele opleidingen de eerstejaarsvakken iets later te laten beginnen, een kwartier of een half uur.’
De universiteit heeft nog niets toegezegd. Te Beest: ‘We gaan het bespreken met de universiteitsraad, met de studenten daar, met de faculteiten en daarna gaan we analyseren of het überhaupt mogelijk is, in de roosters. Met die boodschap is hij weggegaan. Dat er vervolgens in de media te lezen was dat de Universiteit Leiden heel welwillend was, is wellicht wat groots opgevat.’ ‘De mogelijkheden zijn beperkt’, denkt Dennis Hoitink van het Rechtenbestuur. ‘Rechten zoekt al de randen van de dag op. Van negen uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds zijn onze zalen al optimaal benut.’ Hoogleraar sociaal recht Barend Barentsen vult aan: ‘Als je de colleges later wil laten beginnen, loop je echt tegen grenzen aan. Eerder beginnen lijkt me ook niet echt mogelijk, want dan rij je het karretje van de NS nog
College begrenst nieuwe opleiding
Studenten vaak niet WA-verzekerd
Vrees voor perverse onvoldoendes
De addertjes onder de proefdieren
De Haagse faculteit start in 2017 met de bachelor cyber security. Die mag jaarlijks niet meer dan 150 eerstejaars aannemen van het college van bestuur.
Studenten die stagelopen zijn niet WAverzekerd via deze universiteit, in tegenstelling tot bij andere universiteiten. Soms krijgen ze daardoor geen stage.
Voldoendes herkansen of niet? Faculteiten mogen dat tegenwoordig zelf kiezen, maar de geesteswetenschappers kwamen er nog niet uit.
Door een nieuwe telmethode nam het aantal proefdieren landelijk toe. Maar niet in Leiden.
Pagina 4
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 5
verder in de poep, om het zo maar eens te zeggen.’ ‘Irreëel’, noemt hoogleraar burgerlijk recht en faculteitsraadslid Willem van Boom het verzoek. ‘De roostermakers hebben het al moeilijk genoeg, zonder de zorgen van de NS.’ Johan Memelink, opleidingsdirecteur bij biologie, kan zich de plannen van de NS goed voorstellen. ‘Maar onze contacturen lopen van 09.00 uur tot 17.30 uur. Het gebouw gaat om 18.00 uur automatisch dicht en de portier is dan al naar huis. Als we onze contacturen zouden verschuiven, dan zou dat betekenen dat iedereen pas laat naar huis kan. Dat lijkt me vooral voor docenten vervelend.’ DOOR: VINCENT BONGERS, ISA DE GROOD, PETRA MEIJER EN MARLEEN VAN WESEL
> Verder lezen op pagina 5
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 10 maart 2016 Geen commentaar
Slacktivism BART BRAUN Jongens, jongens, jongens, wàt stond de media klaar voor jullie,
Colofon Redactie-adres Reuvensplaats 3, 2311 BE Leiden Postbus 9500 2300 RA Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail
[email protected] De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie
Frank Provoost
[email protected] Redactie
Vincent Bongers
[email protected] Bart Braun
[email protected] Petra Meijer
[email protected] Marleen van Wesel
[email protected] Isa de Grood (stagiaire)
[email protected] Medewerkers
Laura Kervezee • Monica Preller • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher • Tim Meijer Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Dokwerk Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • Birgül Açiksöz • Joline Cramer • drs. Bart Funnekotter • drs. Malou van Hintum • mr. Folkert Jensma • Merian Kuipers • Josephine Say • Prof. dr. Nico Schrijver • Marieke Vinkenoog • Dr. Hans Vollaard • Christian van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op IBAN NL68RABO0103257950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200092091) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar
[email protected]. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
dinsdag. Met bijna 30.000 studenten, gehuld in oranje of rood-wit-blauw, zouden jullie tijdens de ochtendspits laten zien dat jullie je niet zomaar uit de trein laten plannen. Je zou bijna vergeten dat de NS helemaal geen spitsverbod voor studenten wilde. Topman Van Boxtel had alleen maar beleefd aan jullie opleidingen gevraagd of er misschien eens naar de roosters gekeken kon worden, en of er, alleen als het ècht kon, misschien iets minder vaak college rond de spitsuren kon zijn? Zoals zijn eigen personeel ook buiten de spits reist, wanneer het kan, zeg maar? Die vraag die hij al zeker een half jaar stelt, maar waar jullie deze week ineens zo boos over waren? Maar nee, dat kon zeker weten absoluut NOOIT. Ook niet bij die studies met maar een handjevol contacturen per week. Jullie waren ook boos omdat er niet met ‘de studenten’ was overlegd. Dat valt van studentenvertegenwoordigende organisaties als de LSVb en het ISO nog te begrijpen. Maar laten we wel wezen: jullie dertigduizend mensen, jullie weten helemaal niet wat het ISO en de LSVb zijn of doen, en malen helemaal niet om studentenvertegenwoordiging op welk vlak dan ook. Jullie wilden gewoon in de spits reizen, net zoals iedereen in Nederland in de spits wil reizen, hoe ellendig dat ook is. Beetje merkwaardig dat van alle studentaantastende maatregelen van de afgelopen jaren juist deze jullie op de kast kreeg, maar het was goed om te zien dat er nog een beetje pit in studerend Nederland leek te zitten. Hoopvol rolden de cameraploegen uit, werden de notitieboekjes geslepen, stonden de journalisten een uurtje eerder op om…te zien hoe jullie sjaakten. ‘Studenten draaiden zich nog een keertje om’ concludeerde de NOS. ‘Studentenactie zonder studenten en zonder actie’, kopte een Utrechtse lokalo. Jullie hadden je kans, en jullie hebben gefaald. Geen zin om een treinritje te maken om je punt te maken, geen zin om je aan de dresscode te houden, en al helemaal geen zin om een spandoek te knutselen. En dan vervolgens op Facebook klagen dat de media je een oor aannaaien: alsof studenten die toch al hun dagelijkse ochtendspits naar college nemen hetzelfde is als een massale actie tegen de NS. Als ik over jullie roosters ging, zou ik Van Boxtel mailen dat ik in ruil voor een flesje wijn best jullie college wil verplaatsen naar een of andere klotetijd. Als ik jullie
minister van Onderwijs was, stak ik dat leenstelselgeld lekker in wat luxe dienstreisjes naar Hawaii. Wat gaan jullie doen? Een boze Facebookpost maken? Actievoeren doe je niet op Facebook, maar in het echte leven. Voor de volgende keer: pak met alle dertigduizend studenten, nu wèl in kekke pakjes, de ochtendspitstrein van Utrecht naar Amsterdam. Het kan echt: gans het raderwerk staat stil, zo uw machtige OV-kaart het wil. Voor wie echt alleen online kan functioneren: de wifi op Utrecht Centraal is gratis.
Column
Positie van de missionaris Stoel 12A van het vliegtuig dat mij naar New York brengt, de eerste stap naar mijn postdoc in Yale. De man naast mij vertelt over hoe hij in de jaren negentig met een klein vliegtuigje door Afrika vloog. Hij was namelijk zendelingpiloot. Een piloot die zendelingen heenzond, naar Afrika, om zieltjes te winnen. Protestantse zieltjes, om precies te zijn. Uit het voortvloeiende gesprek kwamen een aantal uitermate interessante feitjes die, geheel tegen mijn verwachtingen in, grote raakvlakken hebben met waar ik in mijn eigen werk tegenaanloop. De moderne zendeling is een postmoderne zendeling, die haar werk in een postmoderne omgeving moet verrichten. Vroeger was de waarheid absoluut. Het stond geschreven, dus het was waar. En in zoverre dat het geschrevene ambigu was, kon je erop vertrouwen dat de predikant die ambiguïteit zou verhelpen. Tegenwoordig vraagt iedereen onmiddellijk waar die waarheid vandaan komt. ‘Wie is die Jezus die mij vrede en geluk komt brengen, en waarom is jouw interpretatie van de Bijbel de juiste?’ Als ongelovige columnist lijken mij dit uitstekende vragen. Maar tegelijkertijd is deze waarheidstwijfel iets waar ik ook vaak in de kroeg mee te maken krijg. Vorige week nog betoogde iemand de onzinnigheid van mijn vakgebied. Iedereen wist immers dat een land nooit meer dan twintig procent duurzame energie kon hebben. Technisch onmogelijk. Wind en zon zijn nu eenmaal onbetrouwbaar. Dat dit feitelijk niet waar is (Denemarken zit bijvoorbeeld op ruim 42 procent duurzame energie) werd niet geaccepteerd. Het geopperde Wikipedia-bewijs werd afgedaan met een ‘daar kan iedereen iets op schrijven.’ Interessant dus om te horen hoe de zendelingen hier mee omgaan. Door minder vanuit hun waarheidsbesef te spreken, en meer vanuit relaties. Niet: ‘Dit is hoe de wereld is’, maar: ‘Luister persoon die ik probeer te bekeren,
ik vertel enthousiast een verhaal over hoe fantastisch mijn relatie met God is. Wat jij daar mee doet is jouw keuze.’ Misschien nog wel interessanter was zijn betrokkenheid bij het overseas ministries study center (www.OMSC.org), waar ze het werk van de zendeling actueel proberen te houden. Voorbeeld: zendelingen spreken over het ‘vaderschap’ van God. Maar in moderne eenoudergezinnen hebben mensen vaak een slecht beeld van vaderschap. Dus worden zendelingen tegenwoordig getraind om eerst uit te leggen hoe een vader zou moeten zijn, en dan te laten zien dat God die ideale vader-karakteristieken heeft. Voor voorspellingen op de langere termijn bouwen ze toekomstscenario’s. Precies analoog aan de scenario’s die wij in wetenschappelijke journals publiceren. Een van de belangrijkste zendelingentrends die uit hun scenariowerk rolt, is de steeds overheersender rol van angst. Die levert, mits de boodschap goed wordt afgesteld, kansen op. Zie bijvoorbeeld hoe kerken volstromen zodra er een grote ramp gebeurt. De zendelingenorganisatie is nu bezig de boodschap aan te passen. Ben je bang? Heb je hulp nodig? De protestantse kerk is er voor je. Niet omdat de zendelingen wetenschappelijk kunnen aantonen dat geloof in God daadwerkelijk tot een beter leven leidt, maar toch. Gedeelde smart is halve smart. Een mooie samenvatting van georganiseerde religie. Ik ben vooral heel benieuwd naar hoe die scenario’s precies in elkaar steken. Bij de volgende vergadering van de scenariogroep in Yale neem ik een onverwachte gastspreker mee. BENJAMIN SPRECHER
is bijna gepromoveerd bij het Centrum voor Milieuwetenschappen, en vers begonnen aan zijn postdoc in de VS.
10 maart 2016 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Het is genoeg geweest Vervolgd om hulp bij doodswens Albert Heringa werd vervolgd, omdat hij zijn 99-jarige moeder hielp bij haar doodswens. Binnenkort spreekt hij op het symposium van JFV Grotius: Sterven op Verzoek. DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘U weet zeker wel waarom ik bel’, zei de nachtzuster, nadat Albert Heringa (1942) om zes uur ’s ochtends, juni 2008, gewekt was door de telefoon. Moek was overleden, op 99-jarige leeftijd. De vrouw die sinds zijn derde voor hem gezorgd had, eerst als huishoudster, niet veel later als echtgenote van zijn vader. Heringa’s moeder kwam om in een concentratiekamp. De avond ervoor had hij Moek zelf geholpen op haar kamer in de zorginstelling. Volgens de huisarts voldeed ze niet aan de wettelijke criteria voor euthanasie, maar zelf wilde ze geen honderd meer worden. Heringa voorzag haar van pillen, die zij met een bakje yoghurt en tussendoor wat slokken Martini innam. Hulp bij zelfdoding is verboden, van de risico’s was hij zich heus bewust. ‘Maar daar heb ik me niet door laten leiden.’ Voor de zekerheid maakte hij filmopnames. ‘Het was wel even schrikken, die mededeling van de nachtzuster. Slaapdronken heb ik er niet echt op gereageerd. Gelukkig, want zij doelde gewoon op een telefoontje van haar, op zo’n tijdstip.’ Een half jaar later las hij over de filmplannen van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE). ‘Over het probleem van het voltooide leven. Dat kende ik. Moek was eigenlijk een schoolvoorbeeld. Misschien moest de film maar over haar gaan.’ De laatste wens van Moek, van documen-
‘Ik was me bewust van de risico’s en ben op alles voorbereid.’ tairemaker Nan Rosens, met daarin ook Heringa’s eigen opnames, werd in februari 2010 vertoond in het televisieprogramma Netwerk. Twee weken later zat hij in een verhoorkamer tegenover twee rechercheurs. ‘Ik werd als verdachte genoteerd, en mijn moeder als slachtoffer, maar
ik voelde mij niet als misdadiger behandeld. Het was eerder hilarisch om te zien hoe wonderlijk het juridisch bedrijf werkt.’ Intussen schreef hij een boek, eveneens getiteld De laatste wens van Moek. Het verhaal, vervlochten met de vragen in de verhoorkamer,
eindigt in 2013, nog altijd in afwachting van de rechtszitting. Inmiddels heeft hij meer kritiek. ‘Wat ik het OM echt kwalijk neem, is dat er dingen gezegd zijn die evident bezijden de waarheid zijn. Dat ik misschien vertroebeld was, toen ik mijn moeder hielp. Dat kán natuurlijk, maar is op basis van alle gegevens geen zuivere aanname.’ Zijn commentaar, ook op de inefficiëntie van de rechtsgang, staat al op papier. ‘Ik denk over een artikel in het Nederlands Juristenblad. Ik wacht nog even tot het hele proces voorbij is.’ Het OM ging namelijk nog in cassatie, nadat hij vorig jaar door het gerechtshof ontslagen was van alle rechtsvervolging. ‘Het is een principezaak geworden voor het OM. In de praktijk zullen de gevolgen waarschijnlijk meevallen, maar ik ben op alles voorbereid.’ ‘Het enige dat inmiddels veranderd is, is de handreiking van artsenfederatie KNMG. Voortaan kan ook een stapeling ouderdomsklachten de medische verantwoording vormen voor euthanasie. Het medisch excuus, noem ik dat. Want Moek had weliswaar verschillende kwalen, maar de achtergrond van haar wens was niet medisch. Die was existentieel: het is genoeg geweest.’ ‘Als het met mij zover komt, heeft mijn dochter al aangegeven te willen helpen, maar ik hoop niet dat het dan nog nodig zal zijn. De situatie zal sowieso anders zijn. Moek had niet veel meer dan een euthanasieverklaring. Ik heb de pillen al in huis. Vooralsnog heb ik nog genoeg om mezelf van straat te houden, hoor. En uit het graf.’ Symposium van JFV Grotius: Sterven op Verzoek Sterrewacht, vrijdag 18 maart, 13.00 uur. Aanmelden via
[email protected]
Frutti di Mare
Blije unicorns en huilende aliens ‘Niet aarzelen, just go with the flow. Heb je wel eens gefrisbeed? Gesjoeld? Bij graffiti gebruik je diezelfde beweging’, zegt Jassine Anaflous terwijl hij de kop van een spuitbus verf indrukt en met soepele bewegingen wat vormen op een stuk hout spuit. ‘Als je te lang wacht gaat de verf druipen. Dat wil je niet.’ Een twintigtal psychologiestudenten kijkt geïntrigeerd toe terwijl hij dunne lijnen en brede sprays introduceert. Anaflous deelt vrolijke overalls uit die duidelijk al vaker graffiti hebben gezien. ‘Ik voel me net een regenboog’, zegt Tim van Os (23). ‘Je bént een regenboog!’, antwoordt Celine Mons (22). Ze hoeft niet lang na te denken over het ontwerp van hun gezamenlijke graffiti-kunstwerk. ‘We maken een unicorn!’ ‘Deze graffiti-activiteit wordt voor en door internationale studenten georganiseerd’, zegt Julia Sinnige, voorzitter van studievereniging voor psychologen Labyrint. ‘Door de invoering van de Engelstalige bachelor zijn er ook veel internationale leden. Daarom is het leuk als er speciaal voor hen activiteiten georganiseerd worden waarbij de voertaal Engels is’, legt Eduardo Montbrun (20) uit. Sinnige: ‘We dachten er eerst over om kaas gaan te maken, een klompendans te doen of Volendam te bezoeken. Maar dit is toch leuker, en de Leidse Hout is lekker dichtbij.’
Ondertussen verschijnt er een turquoise unicorn met grote ogen en schattige vleugeltjes op een van de houten ondergrondjes. Andere duo’s werken aan de kop van een olifant, een idyllisch landschap of een wereldbol. Grace Theola Hanani (26) en Erissa Putri M (21),
beiden uit Indonesië, hebben in grote letters “’16NL” gespoten. ‘Als herinnering aan onze studietijd in Nederland. Hoewel ik niet denk dat we het mee kunnen nemen in het vliegtuig.’ Sinnige maakt met Senne Braun (24) een dinosaurus voor de autistische jon-
‘Als je te lang wacht gaat de verf druipen. Dat wil je niet.’ Foto Taco van der Eb
gen die ze begeleidt. ‘Hij is gek op dino’s, maar ik weet niet of zijn ouders blij zijn met zo’n groot ding aan de muur.’ De studenten ontdekken al snel dat ze alles wat ze lelijk vinden kunnen overspuiten. Zo raakt de dino ineens zijn staart kwijt en begint een van de studenten maar helemaal opnieuw. Het groepje van de unicorn begint aan een regenboog op de achtergrond, maar de gekleurde strepen gaan over elkaar heen en bij het corrigeren wordt dat alleen maar erger. ‘Iedereen is zo getalenteerd, behalve wij’, zucht Stefanie Kloos (20, Duitsland) terwijl ze vol bewondering naar de unicorn en olifant kijkt. Ze wilde Cheshire Cat uit Alice in Wonderland maken, maar koos uiteindelijk voor een bruin stripfiguurtje dat de handen voor de ogen houdt. Ze werpt een blik op haar eigen werk en schudt het hoofd. ‘Het lijkt wel een drol.’ Mateja Perovic (20, Servië) heeft ruzie met de ogen van haar alien. Om ze mooi rond te krijgen, moet ze met de groene verf van het hoofd de zwarte ogen overspuiten. ‘Maar zo worden de ogen steeds kleiner.’ Ze besluit ze met zwarte verf weer wat groter te maken, maar de verf druipt onverbiddelijk langs het doek naar beneden. ‘Oh nee, nu lijkt het alsof hij huilt!’ Met de doeken wandelen ze even later de Leidse Hout uit. De unicorn krijgt een plaatsje in het Labyrint-hok.
Onbedoelde effecten De interventies van het Internationaal Strafhof (ISH) in Afrikaanse landen hebben onvoorziene gevolgen, aldus de Amerikaanse onderzoeker Christian De Vos. U hoopt op 16 maart te promoveren op een onderzoek naar de rol die het Hof speelt in Kenia, Oeganda en de Democratische Republiek Congo. Waarom deze landen? ‘Ik ben geïnteresseerd in het principe van complementariteit. Het Strafhof vervolgt personen, bijvoorbeeld voor oorlogsmisdaden, in Den Haag maar is ook actief in een aantal landen. Het idee is dat wat het Hof doet, een aanvulling is op het juridische systeem van een land. Ik heb gekeken hoe dat idee in de praktijk werkt. Ik heb drie Afrikaanse landen met elkaar vergeleken waar recentelijk veel geweld is geweest en waar wordt gepoogd daders te vervolgen. Ik heb bestudeerd wat de gevolgen zijn van de bemoeienissen van het Hof met deze landen.’ En? ‘Het blijkt dat de interventies allerlei onbedoelde effecten hebben gehad. Zaken die de medewerkers van het Hof absoluut niet hadden zien aankomen.’ Wat gebeurde er dan? ‘In Oeganda en Congo is het Strafhof gevraagd om een rol te spelen. In Kenia niet. Maar dat land had wel het Statuut van Rome ondertekend. Daarmee erkende het land het Hof. In Kenia vielen er bij verkiezingsrellen in 2007 en 2008 veel doden. Het was de bedoeling dat er daders vervolgd gingen worden. Het ISH zou dat gaan doen. ‘Toen gebeurde er iets opvallends. Twee gezworen politieke vijanden: Uhuru Kenyatta en zijn rivaal William Ruto zagen het niet zitten dat het Hof uit ging zoeken welke rol zij hadden gespeeld in het geweld. ‘Het Hof zei eigenlijk: “Als jullie zelf niet je zaakjes opknappen dan komen wij dat doen.” De aartsvijanden werkten echter liever samen dan dat zij onder het vergrootglas van het IHS kwamen te liggen. Dus werd er een politieke alliantie tussen de twee gesmeed om vervolging te voorkomen. Het Hof werd de vijand. Nu ze aan de macht zijn, is het nog moeilijker om misdaden gepleegd door bondgenoten en aanhangers van deze partijen aan te pakken. De inmenging van het ISH had grote invloed op de politieke ontwikkelingen.’ Moet het Hof meer rekening houden met de politieke verhoudingen in een land? ‘Ja. De staf van het Hof werkt keihard aan het verbeteren van de rechtsspraak in deze landen. Het IHS zegt: “We doen aan rechtvaardigheid. We zijn een juridisch orgaan en doen niet aan politiek. Maar zo werkt het niet. Je mengt je in ingewikkelde politieke processen. Daar moet het Hof zich heel erg van bewust zijn.’ Zijn er ook onverwachte gunstige ontwikkelingen? ‘Zeker. In Congo was er best een positief effect. Er waren daar al militaire rechtbanken die dit soort misdaden vervolgden, maar daar was weinig vertrouwen in. Het feit dat het ISH zich ging bemoeien met het land, activeerde het maatschappelijke middenveld, nongouvermentele organisaties en donorlanden om een grotere rol te spelen in het opzetten van mobiele rechtbanken. De organisaties karakteriseren met opzet deze rechtbanken als een uitbreiding van en complementair aan het werk van het Hof. Terwijl het Hof nauwelijks met deze instellingen te maken heeft. De inmenging heeft als een soort katalysator gewerkt. ‘In Oeganda is er weinig succes. Daar is alle aandacht komen te liggen op het vervolgen van leden van rebellen van het Verzetsleger van de Heer. Dat terwijl er ook gruwelijkheden zijn gepleegd door de regering. Maar die blijft buiten schot. Niet dat er al veel gebeurt. Er is een procedure in gang gezet tegen een van de rebellen. Maar dat proces is nog niet eens gevoerd.’ VB
4 Mare · 10 maart 2016 Nieuws
Den Haag eigen ‘El Cid’ Dit jaar krijgen de Haagse studenten van de Universiteit Leiden een eigen introductieweek. Van 22 tot 26 augustus, dus een week na de Leidse El Cid, is het The Hague Orientation Programme, kortweg de HOPweek. De week is zowel bedoeld voor Nederlandse als internationale studenten, dus de activiteiten zijn vooral in het Engels. Vorig jaar waren er ook al introductie-activiteiten in Den Haag, maar die vonden plaats als onderdeel van de El Cid, en nu krijgen ze een eigen commissie. De allereerste HOP-commissie is nog hard op zoek naar mentoren, crewleden en andere vrijwilligers, via de website hopweek.org
College remt Haagse studie Faculteit vindt grens aan instroom bezwaarlijk
Vrouwen beter dan mannen Meer vrouwen dan mannen studeren door, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. 46 procent van de jonge vrouwen is hoger opgeleid tegenover 41 procent van de mannen. Volgens het CBS studeren vrouwen sneller en is er lagere studieuitval onder vrouwelijke studenten dan onder mannelijke studenten. De genderverdeling is nog ongelijk in technische en bètaopleidingen als natuurwetenschappen en informatica, die vooral mannelijke studenten aantrekken. Wel feminiseren veel opleidingen die van oudsher ook overwegend door mannen bezet werden zoals bedrijfskunde en diergeneeskunde. Uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt echter dat vrouwen vaker in deeltijd werken en ondervertegenwoordigd zijn in hogere posities. Waar het vrouwen nog aan ontbreekt, volgens Jet Bussemaker in het Radio 1 Journaal, is zelfvertrouwen: ‘Vrouwen mogen best iets minder bescheiden zijn.’
Beste belasting-watcher Hoogleraar Rechten Allard Lubbers is afgelopen vrijdag geëerd met de titel ‘watcher van de belastingkamer.’ Bij de belastingkamer van de Hoge Raad worden cassatiezaken behandeld die betrekking hebben op het belastingrecht. De Hoge Raad is het hoogste rechtsorgaan in Nederland. De prijs is toegekend door de Hoge Raad in verband met het lustrum 100 jaar belastingkamer. De jury heeft Lubbers als best ‘innoverende, stimulerende en kritische’ volger van de belastingkamer gekozen. Lubbers heeft in verscheidene academische artikelen en boeken aandacht besteed aan het werk van de belastingkamer van de Hoge Raad. De titel ‘watcher van de belastingkamer’ bevestigt de wetenschappelijke positie van Lubbers. De prijs bestaat vooralsnog uit ‘de eer’ die Lubbers ten deel valt, al belooft de jury ‘te zijner tijd een uniek aandenken.’
Hoop voor de hyacint De Hortus heeft de hyacintententoonstelling, gepland voor 1 maart, moeten uitstellen. De Hortus wilde de rond 1560 naar Nederland gehaalde bloemen in het zonnetje zetten, maar de hyacinten laten op zich wachten. De Hortus voorspelt dat de bloemen zich volgende week wel laten zien, als het kwik wat is gestegen. De inmiddels typisch Hollandse lentebloemen zijn van origine Aziatisch en werden aan het eind van de zestiende eeuw voor het eerst gekweekt in de Hortus.
Ze komt: de T-rex De Leidse T-rex zal vanaf 10 september te zien zijn in Naturalis. In 2013 trok een team van het Naturalis Biodiversity Centre op opgravingsexpeditie naar Wyoming in de Verenigde Staten. Daar waren botjes van een linkervoet van een Tyrannosaurus rex gevonden. Tijdens de Leidse Binnenstadborrel werd afgelopen week meer verteld over de langverwachte komst van het skelet. Het gaat om een vrouwtje en haar naam wordt in mei bekendgemaakt bij Humberto Tan in het televisieprogramma RTL Late Night. Op 26 augustus zullen haar botten onder politie-escorte de stad worden binnen gereden, aangevoerd door Freek Vonk.
De faculteit Governance and Global Affairs in Den Haag wil in 2017 van start gaan met de bachelor cyber security. De opleiding mag van het college van bestuur jaarlijks maximaal 150 eerstejaars aannemen. Het faculteitsbestuur is niet blij met deze grens aan de groei, bleek tijdens de faculteitsraadsvergadering vorige week. DOOR VINCENT BONGERS De Engelstalige studie wordt de derde bacheloropleiding van de faculteit en valt onder het nieuwe instituut Security and Global Affairs (ISGA). Het is nog niet helemaal zeker dat de studie er ook daadwerkelijk komt. Het ministerie van Onderwijs gaat
nog kijken of de studie iets toevoegt aan het al bestaande aanbod. En opleidingenkeurder NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie moet nog ‘een go geven,’ aldus Jos Schaeken van het faculteitsbestuur. ‘Maar we hebben goede hoop dat dat allemaal gaat lukken. We beginnen met 75 eerstejaars. We gaan rustig groeien en zo voorkomen dat we eventueel met een capaciteitsprobleem komen te zitten.’ Van de minister mag er vanaf collegejaar 2017-2018 niet meer geloot worden. Dus als de opleiding een numerus fixus wil dan kan dat alleen gekoppeld worden aan decentrale selectie. ‘Komt er een numerus fixus?’ vroeg personeelslid Patrick Overeem. ‘Wij hadden zelf een maximum, een cap aangevraagd voor 250, zei Jolan-
da Riel. ‘Maar het college wilde een lager getal.’ Overeem: ‘Om welk cijfer gaat het?’ Decaan Kutsal Yesulkagit: ‘Om 150 eerstejaars structureel. Ik vind het instellen van een maximum wel bezwaarlijk. Dat heb ik ook tegen het college van bestuur gezegd. Deze faculteit staat in zijn geheel in Den Haag en we zouden gewoon moeten kunnen groeien zonder een cap. Maar die is er wel gekomen. Het college wil dat er ook ruimte overblijft voor andere activiteiten in Den Haag. Opleidingen uit Leiden die hier actief zijn, hebben niet zo’n maximum. Die kunnen groeien in Den Haag. We zijn er niet helemaal gelukkig mee. We voelen ons gecapt.’ ‘We snappen dat je groei beheersbaar moet houden’, voegde Schaeken daaraan toe. ‘En niet meteen
met driehonderd beginnen. Dan zakt een opleiding geheid door zijn hoeven. Maar structureel een opleiding begrenzen, is toch iets anders.’ Een andere geplande deels Haagse opleiding gaat niet door. ‘Het gaat om law, economics and organisation oftewel LEO’, zei Yesulkagit. ‘Met de opzet van deze bachelor is omstreeks 2013 begonnen. Het ging om een samenwerkingsverband tussen bestuurskunde en rechten. Het programma kwam nog niet helemaal uit de verf en we beginnen al met de bachelor cyber security, dus er is besloten om deze opleiding terug te trekken. Het was een moeilijke beslissing om afscheid te nemen van LEO. We gaan wel samen met rechten kijken of we alsnog een nieuwe studie op kunnen zetten. We maken een frisse start.’
Toetsing moet beter Leidse studenten De Onderwijsinspectie vindt dat universiteiten meer aandacht moeten besteden aan de kwaliteit van toetsing. De dienst heeft onderzoek gedaan naar hoe de toetsing nu wordt vormgegeven. Het ontbreekt, mede door de hoge werkdruk, soms aan professionaliteit als het gaat om het goed toetsen. ‘Studenten moeten erop kunnen vertrouwen dat hun kennis, inzicht en vaardigheden valide en betrouwbaar worden getoetst’, schrijft de dienst. ‘Zij moeten kunnen leren van een toets. Goede toetsing is bovendien noodzakelijk om de waarde van het diploma te kunnen garanderen.’ Het ontbreekt volgens de Inspectie bij sommige docenten nog wel eens aan professionaliteit als het gaat om de kwaliteit van toetsing. De eisen en eindtermen zijn ook lang niet bij alle opleidingen goed geformuleerd. ‘Sommige docen-
ten, zo werd tijdens de gesprekken voorzichtig geopperd, zijn zich er wellicht niet van bewust wat er nodig is om kwaliteit van toetsing te realiseren’, aldus de Inspectie. Verder is de opbouw en de samenhang tussen de tentamens en opdrachten die studenten maken niet altijd even duidelijk. Het beleid om de kwaliteit van toetsing te verbeteren is ook nog te ‘vrijblijvend.’ Docenten ervaren het als een ‘volgende extra belasting’ als ze zich bezig moeten houden met het verbeteren van tentamens en opdrachten. De Inspectie: ‘Een complicerende factor is dat veel ervaren docenten, onder wie erkende hoogleraren, nooit zijn aangesproken op hun toets- en didactische deskundigheid. Zij worden nu soms ‘plotseling’ gevraagd om zich hierin te professionaliseren. Daar zitten ze in eerste instantie niet altijd op te wachten.’ VB
niet WA-verzekerd ‘Zonder WA-verzekering van de universiteit kunnen studenten soms geen stage krijgen’, zei raadslid Koen Giezeman van studentenpartij BeP tijdens de laatste faculteitsvergadering van Geesteswetenschappen. Daar kwam de vernieuwde stageregeling voor bachelor en (research)master ter instemming langs de raad. ‘Momenteel zijn studenten die een stage lopen niet WA-verzekerd via de universiteit. Bij andere universiteiten in het land is dit wel het geval’, staat inderdaad te lezen in het document. Een WA-verzekering, oftewel een aansprakelijkheidsverzekering, dekt de schade die een stagiair anderen of hun bezittingen toebrengt. Hoewel het niet verplicht is, hebben veel mensen zelf een persoonlijke WA-verzekering afgesloten. In de
memo van de regeling wordt erkend dat het ‘wenselijk’ is dat de huidige situatie verandert, maar dat moet nog besproken worden door het Onderwijsberaad en het college van bestuur. Een meerderheid stemde uiteindelijk in met de regeling, en dat voornemen voor een WA-verzekering. Op verzoek van de raadsleden was eerder al wat duidelijker geformuleerd dat stageopdrachten een ‘passend academisch niveau’ moeten hebben. ‘Naar begeleiders en docenten wordt standaard nog verwezen met “hij”’, merkte raadslid Nicchelle Buyne van studentenpartij LVS nog op over de versie die besproken werd. Dat wordt in de definitieve versie verbeterd, maar de WA-verzekeringen moeten dus nog even wachten. Niet te lang, hoopt Giezeman: ‘Geen WAverzekering blijkt een groot bezwaar te zijn voor stagebedrijven.’ MVW
10 maart 2016 · Mare 5 Nieuws
Vrees voor perverse onvoldoendes Studenten en personeel FGW oneens over voldoendes herkansen ‘Het is vreemd dat iedereen twee kansen krijgt, behalve wie bij de eerste kans al een voldoende haalt’, vindt Christianne Alvarado van studentenpartij LVS. De raadsleden van Geesteswetenschappen kwamen er tijdens de vergadering afgelopen week niet uit: moeten voldoendes herkanst kunnen worden, of niet? Faculteiten mogen sinds dit jaar zelf kiezen of ze die mogelijkheid bieden. Vervolgens wordt dat vastgelegd in de facultaire Onderwijs en ExamenreDOOR MARLEEN VAN WESEL
gelingen, oftewel: de OERen, voor 2016-2017. Afgelopen vergadering moest de raad daarover stemmen. Het bestuur is, evenals de opleidingsvoorzitters, geen voorstander van het invoeren van de herkansingsmogelijkheid. Het verstoort de beleidsrust en het leidt tot discussies over welk cijfer uiteindelijk telt: het hoogste of het laatste. Bovendien heeft zo’n verandering behoorlijk wat voeten in de aarde voor medewerkers. ‘Het kan leiden tot meer werkdruk. Daar klagen docenten nu al over en dat moet serieus genomen worden. Bovendien mag het momenteel eigenlijk al, mits je toestemming krijgt na een verzoek aan de examencommissie’, zegt Eg-
bert Fortuin, portefeuillehouder onderwijs en vice-decaan. Bij Geesteswetenschappen is die route niet heel bekend, volgens het advies dat de commissie Onderwijs over de kwestie uitbracht. Daar moet volgens de commissie wat aan gedaan worden, maar een standaard herkansingsmogelijkheid ziet ook zij niet zitten. Bij Wiskunde en Natuurwetenschappen werkt de herkansingsmogelijkheid voor voldoendes ook op die manier. Raadsvoorzitter Jan Sleutels beaamt het belang van continuïteit en vreest verder botsingen met het huidige deeltoetsenbeleid. ‘Dat bijt elkaar.’ Bovendien staat het toch al op de planning dat het faculteitsbestuur
eind deze zomer het toetsbeleid onder de loep gaat nemen. ‘De huidige praktijk levert maar zelden problemen op en de problemen díe we hebben, kennen we. Laten we het voorlopig maar op die problemen houden, in plaats van er meer te creëren.’ Verschillende studenten in de raad denken er echter heel anders over. Bert van Laar van BeP: ‘Ik erken het probleem van de werkdruk, maar ik vind het eng als er gezegd wordt: “De werkdruk is zo hoog, dus we gaan aan een ander probleem niks doen.”’ Bovendien, zegt Alvarado: ‘In de praktijk zullen maar weinig studenten van de optie gebruik maken.’ Bente de Leede van CSL: ‘Iemand met allemaal zessen
zal niet snel álles herkansen. En anders zou ik dat juist knap vinden.’ Fortuin neigt er juist naar om voor zulke gevallen de cum-lauderegeling dan aan te passen. ‘We moeten niet willen dat iemand elk cijfer gaat herkansen tot hij cum laude staat.’ Wel denkt hij dat de toename van selectieve masters de behoefte aan herkansingsmogelijkheden kan stimuleren. ‘Er kan een pervers effect optreden dat studenten anders expres onvoldoendes halen, om de herkansing extra goed te doen.’ Hij beëindigt de discussie: ‘We moeten er nog even intern over praten.’ Het besluit over de OERen staat nu gepland voor de volgende overlegvergadering in april.
Minder dierproeven Leiden Op papier zijn er in Nederland in 2014 veel meer dierproeven gedaan. In Leiden daalde het cijfer juist een beetje. In 2014 werden er in Nederland 621.027 dierproeven uitgevoerd, volgens de Nederlandse Voedingsen Warenautoriteit. Dat is bijna honderdduizend dieren meer dan het jaar ervoor, maar dat komt vooral door een andere manier van tellen. De jonkies van genetisch gemodificeerde dieren tellen nu ook mee als dierproef, en vroeger niet. Volgens deze tellingsmethode wordt ongeveer een kwart van alle dierproeven uitgevoerd op dieren met aangepast DNA.
Dj Boeddha Tot en met 14 augustus is de tentoonstelling De Boeddha – Van levensverhaal tot inspiratiebron in Museum Volkenkunde te zien. Maar op 19 en 20 maart organiseert het museum ook een speciaal boeddhisme-weekend. Bezoekers kunnen een meditatie-, mindfulness- of Kung Fu-workshop volgen, of een lezing bijwonen over de misverstanden in het boeddhisme. Naast de muziek van DJ Kareem Raïhani zijn er Oosterse hangdrums en vele kinderactiviteiten. Er geldt geen speciale toeslag boven op de museumentree. Kunstwerk door Yang Kyung Soo
Universiteitsbestuurders zijn meer gaan verdienen Hoewel universiteitsbestuurders in 2014 gemiddeld tienduizend euro meer gingen verdienen, nam het aantal topinkomens boven het toegestane maximum af. Dat blijkt uit de monitor WNT 2014. Afwijkende normen buiten beschouwing gelaten, verdienden universiteitsbestuurders in 2014 gemiddeld 211.023 euro. Een jaar eerder was dat nog 201.304 euro. Toch lijkt de Wet normering topinkomens (WNT) te werken. ‘De neergaande lijn van het aantal bezoldigingen boven de norm die tussen 2012 en 2013 zichtbaar was, zet zich door’, schrijft Onderwijsminister Jet Bussemaker in een bijgaande brief aan de Tweede Kamer. ‘Het doel van de monitor is te kunnen vaststellen in hoeverre zelfregulering middels beloningscodes en bestuurderscao’s werkt en te bezien of er geen opdrijvende werking naar het sectorale maximum ontstaat.’ Op 1 januari 2013 werd de eerste WNT ingevoerd, om de topinkomens van onderwijsbestuurders te reguleren. Bestuurders in de pu-
blieke sector mochten niet meer dan 130 procent van het ministerssalaris verdienen. In 2013 zaten negen universiteitsbestuurders boven de sectornorm, in 2014 waren dat er nog vier. Opvallend is dat hogeschoolbestuurders gemiddeld minder gingen verdienen. Daar wordt gewerkt met zogeheten klassenormen, gebaseerd op de grootte van de hogeschool. In 2013 overschreden 24 hogeschoolbestuurders deze normen, in 2014 waren dat er nog 15. In haar brief wees Bussemaker nog op de nieuwe regeling voor 2016, waarbij instellingskenmerken, zoals het aantal opleidingen en het aantal studenten, een grotere rol zullen gaan spelen bij het bepalen van de maximale bezoldiging van de bestuurder, zoals nu al deels het geval is bij het hbo. ‘Wij zijn van mening dat bestuurderssalarissen in het onderwijs redelijk, transparant, controleerbaar en handhaafbaar moeten zijn. De ontwikkeling van de bezoldiging in de onderwijssectoren heeft onze permanente aandacht’, schrijft de minister. PM
Er zitten een paar addertjes onder het gras: om te beginnen tellen alleen proeven op gewervelde dieren en inktvissen als dierproef. Wormpjes, watervlooien, fruitvliegjes en nog-niet-uitgekomen vissen- of kippeneieren spelen in veel experimenten een rol, maar zitten niet in dat getal van 621.027. Ten tweede betekent dat cijfer niet dat er ook 621.027 dieren dood zijn gemaakt voor dierproeven: niet elke proef is dodelijk het kan zelfs zo zijn dat meerdere van die zeshonderdduizendnogwat proeven zijn uitgevoerd op hetzelfde beest. Omgekeerd hebben de proefdierafdelingen van universiteiten, ziekenhuizen en bedrijven ook dieren die uiteindelijk doodgaan
zonder dat er een proef op wordt gedaan; het zogeheten fokoverschot. Dat waren er 420.547 in 2014. De Universiteit Leiden gebruikte 3.210 dieren, waarvan meer dan 75 procent muis. Daarnaast ondergingen 650 vissen en 457 ratten een proef, en 149 vogels. Het Leids Universitair Medisch Centrum deed in 2014 bijna tien keer zoveel dierproeven: 30.321. Ook dat zijn vooral muizen en ratten, maar er werden ook 187 goudhamsters en drie cavia’s gebruikt. Voor allebei de instellingen is het aantal dierproeven lager, ondanks de nieuwe telmethode. In 2013 deed de Universiteit Leiden 5.343 experimenten met dieren, en het LUMC 29.621. BB
Liever volle trein, dan later thuis > Vervolg voorpagina Bij opleidingen met lange dagen valt de winst ook niet te halen, volgens Te Beest. ‘En het heeft ook geen zin bij een klein college met vier studenten.’ Hij heeft nog geen idee waar dan wel. ‘We gaan het nu eerst in de volgende vergadering met de universiteitsraad bespreken, en met de faculteitsbesturen. Als de studenten zeggen: daar piekeren we niet over, dan ben ik er snel klaar mee. Maar als niemand bezwaar heeft, kunnen we misschien een pilot doen.’ Maar dat is nogal de vraag. ‘Een docent wil ook sporten en met zijn gezin kunnen eten’, zegt Hoitink. ‘Voor studenten met een bijbaan is het ook lastig.’ Van Boom voorziet daarbij nog een extra effect: ‘Colleges na het avondeten zullen ertoe leiden dat studenten sneller voor het webcollege gaan.’ Student Dédee Bouwens (Korea Studies) reist van Den Haag naar Leiden, maar heeft meestal geen last van de spits. ‘Mijn colleges beginnen
normaal gesproken allemaal om elf uur. Dit is een uitzondering, omdat ik om negen uur een tentamen heb.’ Desalniettemin ziet ze niets in de plannen van de NS. ‘Belachelijk. Ik begrijp dat de NS problemen heeft, maar die moeten ze niet verhalen op arme studenten.’ ‘Het uitsluiten van een bevolkingsgroep slaat nergens op. Dan kun je net zo goed zeggen dat iedereen met blauwe ogen niet meer in de spits mag reizen’, zegt haar studiegenoot Machteld Forkink. Aan de studentenactie heeft Bouwens niet meegedaan. ‘Welke actie?’, vraagt haar studiegenoot Kina Koopmans. Actievoerder Hilhorst woont tegenwoordig in Leiden, maar reisde eerst op en neer. ‘Drie uur per dag, regelmatig in volle treinen. Dat er problemen zijn weet iedereen.’ Er is een tekort aan treinstellen, na het fiasco van de Fyra en het afschrijven van oude rijtuigen, terwijl het nog wachten is op nieuwe treinen. Intussen groeit het aantal reizigers. ‘De treinen zijn voller geworden
door het stoppen van de stufi, OVkaarten voor MBO-studenten en doordat het onderwijs intensiever geworden is. Maar meer studenten betekent nu eenmaal niet meer gebouwen’, zegt Te Beest, die zelf meestal met de bus naar zijn werk gaat. Hij merkt de toenemende drukte ook. ‘Eigenlijk moet ik tegenwoordig een halte eerder instappen voor een zitplaats. Soms ga ik met de trein. Die zie ik ook drukker worden, maar daarin zit ik in de eerste klas.’ ‘Tot de nieuwe treinstellen geleverd worden moeten we het er gewoon mee doen’, denkt Hilhorst. Een andere oplossing weet hij ook niet. ‘De treinen zitten misschien vol, maar je kunt er wel in. Liever volle treinen, dan later thuis.’ Ook in de avondspits leek het dinsdag niet veel drukker dan normaal. Een petitie waarmee geëist wordt ‘dat de NS stopt met zeuren bij onderwijsinstellingen en zich gewoon richt op haar taak’ heeft inmiddels wel ruim 44 duizend ondertekeningen. VB, IDG, PM, MVW
Bèta-restaurant is net even te ver weg ‘Ik ga niet buitenom voor een kroket’, stelde decaan Geert de Snoo maandag tijdens de faculteitsvergadering van Wiskunde en Natuurwetenschappen. Daar werd de bouw van de nieuwe bètacampus besproken, waarbij een verouderd deel van het Gorlaeus Laboratorium vervangen wordt
door nieuwe en duurzame kantoren en onderwijsruimtes. Die worden echter aan de achterkant van het bestaande complex gebouwd, terwijl het restaurant zich bij de vooringang bevindt. Decaan De Snoo voorziet een probleem door de grote afstand daartussen. Naar verwachting zal het restaurant over voldoende capaciteit
beschikken om alle campusbezoekers te voorzien, dus de bouw van een extra restaurant, dichterbij, lijkt onnodig. Er werden meer problemen genoemd. Zo moet de centrale ingang waarschijnlijk naar een zijdeur verplaatsen, omdat er in de in het midden gelegen gang nog een asbestsanering moet plaatsvinden. IDG
6 Mare · 10 maart 2016 Brief
Brief
In deze rubriek kunnen lezers reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar
[email protected]
Open brief: Studentenorganisaties over de NS
Vrouwennetwerk Kennelijk als aanloop naar de Internationale Vrouwendag besteedde Mare uitgebreid aandacht aan het vroegere vrouwennetwerk van de universiteit, helaas onder de wat merkwaardige titel ‘Geen tuinbroeken maar netkousen’ (Mare 21, 3 maart). Ik ben vanaf het eerste begin betrokken geweest bij de activiteiten van vrouwen die opkwamen voor een betere en vooral volwaardige positie in alle functies bij de universiteit. Ik herken nauwelijks het beeld dat wordt geschetst over de periode tot 1995. Het zou een vraag voor historici kunnen zijn of de beschreven cultuuromslag niet heeft geleid tot het besluit van het College van Bestuur om de betaalde ondersteuning van het vrouwennetwerk in 2000 te stoppen. Het netwerk startte in 1984 nadat rond 1980 al een Emancipatiecommissie bij de universiteit was ingesteld. Er kwam een medewerkster die verkende hoe een netwerk zou kunnen worden opgericht en wat het zou kunnen betekenen. Elly van Venetiën, die in 1985 werd aangesteld, had een scherpe visie over de wijze waarop het netwerk zou kunnen functioneren. Eén van haar eerste bijzondere activiteiten was de organisatie van een maandelijkse borrel voor alle vrouwen van de universiteit. Elke bijeenkomst trok ruim 30 vrouwen, die het contact benutten voor informeel overleg of het bespreken van op emancipatie gerichte onderwerpen. Onder meer door dit soort ac-
tiviteiten ontstonden er informele netwerkactiviteiten. Die activiteiten resulteerden in overleggroepen waarin de werksituatie van de deelnemers en de ervaren problemen werden besproken. Dit soort overleg bleek een stimulans om de eigen situatie onder ogen te zien en van elkaars ervaringen te profiteren. Er kwamen groepen voor onder meer secretaresses, analistes, bètavrouwen, promovendi en wetenschappers. Er werden ook trainingen verzorgd zoals vergadertechnieken, intervisiegroepen, time management, carrière gerichte activiteiten, sollicitatie training enz. Onderzoek werd uitgevoerd naar de positie, werkomstandigheden en carrièremogelijkheden voor analistes en secretaresses. En diverse beleidsstukken over tal van onderwerpen kwamen tot stand. Ook het tiende interuniversitaire bètavrouwenweekend werd georganiseerd. In die periode zijn er functionele contacten en vriendschappen ontstaan tussen vrouwen van verschillende faculteiten die tot op heden voortduren. Er werd serieus werk geleverd. De vrouwen werden niet gelokt met bubbeltjesdrank maar er was gewoon koffie, thee en frisdrank en een enkele keer waren er ook nootjes. Bij haar vertrek als netwerkcoördinator werd Elly van Venetiën enorm geprezen om datgene wat zij had opgezet en bereikt. Maar ik begrijp nu dat er na haar vertrek hiermee de draak werd gestoken en dat het tijd werd voor een
meer ludieke aanpak waar niet iedereen het mee eens was. Het zou best kunnen dat de nieuwe tijd uiteindelijk leidde tot het verslappen van de belangstelling. Want voor een modeshow of een sherryproeverij heb je geen vrouwennetwerk nodig. De vraag is natuurlijk of het doel van het vrouwennetwerk in 2000 was bereikt. Je kunt wel signaleren dat er meer vrouwelijke hoogleraren in het cortège meelopen, maar wie de cijfers ziet over de positie en salaris van vrouwen bij de universiteit kan natuurlijk allerminst tevreden zijn. Het aantal vrouwelijke studenten vormt bij veel faculteiten een meerderheid, maar welke indruk moeten zij krijgen van het aandeel van vrouwen in de talloze functies voor wetenschappelijk en hoger ondersteunend personeel? Als het er op aan komt vissen vrouwen steeds weer achter het net. Ik zie soms commissies, o.a. promotiecommissies, waar vrouwen kennelijk niet voor beschikbaar zijn. Het is denk ik niet voor niets dat overal initiatieven ontstaan, ook nu weer in Leiden, voor het opzetten van netwerken. Niet voor ludieke acties of luxe activiteiten maar voor het serieuze werk waarmee het eerste netwerk in 1984 startte. Ik hoop dat er nog voldoende archiefmateriaal te vinden is om uit te kunnen leren. RINNY E. KOOI Gepensioneerd onder zoeker en docent biologie
Geacht College van Bestuur, Met verbazing vernamen wij via de media dat de NS in gesprek was met hogeronderwijsinstellingen om studenten uit de spits te krijgen door de roosters aan te passen. In het verleden heeft de Universiteit Leiden aangegeven niets te zien in de plannen van de NS. De reden hiervoor was dat het uur van 9-10 gewoon gebruikt moest worden wegens de capaciteit van de universiteit. Daarom verbazen wij ons erg dat de universiteit van kant lijkt veranderd. Er heeft vorige week al een gesprek plaatsgevonden tussen de heer van Boxtel van de NS en het universiteitsbestuur over dit uit de mottenballen getoverde plan. Afgelopen dinsdag werd dit voorstel bij het College van Bestuur besproken in de vergadering. In Nijmegen en Utrecht blijkt dat studentenorganisaties en medezeggenschapsraden hier niet bij zijn betrokken, daarom sturen wij deze open brief.
Dit plan zou voor studenten veel kunnen veranderen en daarom moet hun mening zwaarwichtig worden meegenomen. Als hogeronderwijsinstelling zou de universiteit in ieder geval een goede discussie niet uit de weg moeten gaan. We zouden daarom graag een gesprek willen over dit plan en de positie van het College van Bestuur. Met vriendelijke groeten, Bestuur Leidse Studenten Belangen organisatie 2015/2016 Freek Carstens, voorzitter Maico Mariën, secretaris Danique Reidsma, penningsmeester Renee van Elk, algemeen lid De Leidse Studenten Belangenorganisatie werpt zich op als belangenbehartiger van alle studenten van de Universiteit Leiden, de Hogeschool Leiden en Webster University.
Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@ mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 2 met vergoeding van €4 per les. *Spelling, rekenen, groep 7, €5-6 per les. *Rekenen, groep 8, €10,- per les. *Rekenen groep 4, €10,- per les. Voortgezet onderwijs: *Duits, 2vmbo-tl. *Nederlands, Engels, brugklas havo-vwo. *Wiskunde, Nederlands, 2vmbo-kader. *Rekenen, brugklas havo-vwo, €5,- per les. * Nederlands, brugklas havo. *Engels, Nederlands, 3havo. *Wiskunde B, 4havo, €5-6 per les. *Economie, 5vwo. *Wiskunde, economie, 2havo. *Engels, 4vwo.
*Nederlands, geschiedenis, 3havo. *Wiskunde, 4vmbo-tl. *Wiskunde, 3vwo. *Wis-, natuurkunde, 4havo. *Wiskunde A, 4havo. *Wiskunde, brugklas havo-vwo. *Wiskunde, Engels, 6vwo. *Twee leerlingen wiskunde, 3vmbo-tl. Leiden-Zuid, 17 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8. Voortgezet onderwijs: *Twee leerlingen Engels, brugklas vwo. *Wiskunde, Engels, geschiedenis, 4havo. *Biologie, Nederlands, wiskunde, brugklas mavo-havo. *Engels, Frans, brugklas havovwo. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel. 071-5214256. E-mail:
[email protected]. Maretjes-extra zijn bedoeld voor semicommerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail:
[email protected]
Academische Agenda
Ruimte voor vrouwen De fotoportretten van honderd vrouwelijke Leidse hoogleraren werden afgelopen dinsdag, op Internationale Vrouwendag, onthuld in de Senaatskamer van het Academiegebouw. Normaal is daar slechts één vrouwenportret te vinden: van de eerste vrouwelijke Leidse hoogleraar Sophia Antoniades, tussen 117 mannen. In de Senaatskamer vinden ceremonies plaats, zoals promotieplechtigheden. Sinds 1735 kunnen olieverfschilderijen van succesvolle Leidse
Ik start een Zumbamarathon. Wat doe jij? Ga naar kwfmarathonweken.nl
hoogleraren na hun dood opgenomen worden in de galerij. Het fotoproject, getiteld Ruimte voor Vrouwen!, is een initiatief van de Universiteit Leiden en Athena’s Angels, een samenwerkingsverband tegen seksisme van de Leidse hoogleraren Eveline Crone, Judi Mesman, Ineke Sluiter en Naomi Ellemers, die sinds dit collegejaar hoogleraar is aan de Universiteit Utrecht. De foto’s blijven een maand te zien. Foto Marc de Haan
Mw. W.K. van Deen hoopt op dinsdag 15 maart om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Value-Based Health Care in Inflammatory Bowel Diseases’. Promotor is Prof.dr. D.W. Hommes. Mw. I. Molendijk hoopt op dinsdag 15 maart om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Mesenchymal stromal cell therapy for Crohn’s disease’. Promotoren zijn Prof.dr.ir. H.W. Verspaget en Prof.dr. D.W. Hommes. Dhr. O. Ligorio hoopt op dinsdag 15 maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Serbo-Croatian Accent Retraction: Its Course and Character in the Dialect of Dubrovnik’. Promotoren zijn Prof.dr. A. Lubotsky en Prof.dr. F.H.H. Kortlandt.
Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. www.alzheimer-nederland.nl
Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen.
Mw. C.M. De Vos hoopt op woensdag 16 maart om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘A Catalyst for Justice? The International Criminal Court in Uganda, Kenya, and the Democratic Republic of Congo’. Promotoren zijn Prof.dr. C. Stahn en Prof.dr. L. van den Herik. Dhr. F.G.J. Calkoen hoopt op woensdag 16 maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Mesenchymal Stromal Cell in Pediatric Disease’. Promotor is Prof.dr. R.M. Egeler. Mw. A.M. Groos hoopt op donderdag 17 maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Een hard en waakzaam woord’. Promotoren zijn Prof.dr. Y. van Dijk en Prof.dr. A.G.H. Anbeek van der Meijden.
de eerste minuten, van levensbelang. www.hartstichting.nl voor een reanimatiecursus bij jou in de buurt.
78x50 6min.indd 1
24-10-13 17:05
10 maart 2016 · Mare 7 Wetenschap
Koper Leidse en Twentse onderzoekers beschrijven in Nature Communications een methode om koolstofdioxide (CO2) om te zetten in koolmonoxide (CO). De slimme truc is dat ze een holle kopervezel met gaatjes gebruiken als elektrode. Uit het artikel blijkt dat zo’n vezel stukken beter werkt dan de allerbeste massieve koperelektroden, en vergelijkbaar met elektroden van veel duurder spul als goud of platina. Als je een stroompje over de vezel laat lopen, terwijl je CO2 door de poriën laat lopen, wordt aan de buitenkant van de elektrode koolmonoxide gevormd. Heb je eenmaal koolmonoxide, dan kun je daar van alles mee doen: de chemische industrie gebruikt het bijvoorbeeld voor de productie van formaldehyde, maar je kan het gas ook gebruiken om synthetische brandstof te maken. Met die holle elektrodes valt nog veel meer nuttige scheikunde te bedrijven, vermoeden de auteurs.
Welvaartsziekten
Tanzaniaanse jager-verzamelaars opzoek naar knollen
Oervoedsel in de poepmachine Hi-tech analyses van in het wild verzamelde knolletjes Archeologe Stephanie Schnorr ging langs bij Tanzaniaanse jagerverzamelaars om te kijken naar de knollen die ze opgraven. Dat leert je iets over hoe vroegere mensen planten aten, een onderwerp dat in de archeologie relatief weinig aandacht krijgt. DOOR BART BRAUN Pas in de negentiende eeuw begonnen schrijvers te zeggen dat je bent wat je eet, maar het was al veel langer waar. Levende wezens zijn aangepast aan hun eten, je voedselkeuze zegt iets over je status en is in hoge mate bepalend voor je gezondheid. Eten is scheikunde en biologie, maar ook psychologie, geneeskunde en culturele antropologie. En dus is het ook archeologie, de wetenschap die alle andere wetenschappen incorporeert als het maar over het verleden gaat. De archeologie van eten ging traditioneel vooral over het eten van vlees. Dat heeft een beetje te maken met het feit dat archeologen vroeger vooral mannen waren, die Man the Hunter als belangrijkste mens zagen. Het heeft ook te maken met het feit dat dieren botten hebben, en dat botten goed bewaard blijven. Ook de dingen die bij dierconsumptie horen zoals speerpunten en vuistbijlen, gaan eeuwenlang mee. Plantenresten zijn na een paar maanden al omgezet in compost. Pas de laatste decennia komt er meer aandacht voor de rol van vis en schelpdieren, en de rol van plantaardig voedsel in de archeologie. ‘Het is moeilijker dan botten opgraven, want je weet niet goed wat je eigenlijk moet zoeken’, vertelt promovenda Stephanie Schnorr. Onderzoek naar tandsteen of hele kleine fossielen brengt bijvoorbeeld nieuwe inzichten aan het licht over wat mensen vroeger aten. Schnorr zelf ging langs bij de Hadza, jager-verzamelaars in Tanzania. Ze leven in de buurt van het Eyasi-meer, en er zijn nog zo’n tweetot driehonderd Hadza die volledig van het jagen en verzamelen leven.
De mannen jagen en verzamelen honing, de vrouwen verzamelen knollen en boabab-fruit. Die knollen graven ze op met een graafstok, waarvan de punt hard wordt gemaakt in het vuur. Schnorr: ‘Ze hebben heel veel kennis over hun omgeving, dus meestal weten ze de knollen snel te vinden. Ze lopen naar een plek waarvan ze weten dat hij goed is, kloppen wat op de grond om te horen of het hol klinkt, en iets later komen er allemaal knollen naar boven.’ De Hadza eten de knollen soms rauw, en soms roosteren ze ze even boven een vuurtje. Koken is archeologisch gezien reuze interessant: het neutraliseert sommige gifstoffen, en maakt allerlei eten makkelijker verteerbaar. Aardappels zijn gezond genoeg om die vent uit The Martian maandenlang in leven te houden, maar met een rauwe aardappel kun je iemand een gat in zijn hoofd gooien. In 2010 stelde de Britse anthropoloog Richard Wrangham zelfs dat we zonder koken nooit Homo sapiens waren geworden: rauw eten kost veel meer energie om te verteren, en alle peut die naar je darmen gaat, kunnen je hersenen niet gebruiken. Schnorr kent het verhaal, maar benadrukt dat je altijd goed moet kijken of het verhaal ook opgaat voor een bepaalde regio. ‘Veel mensen kijken naar de knollen van de Hadza, en denken “Het is een knol, dus het is een soort aardappel, dus het zit vol zetmeel.” In werkelijkheid zitten er complexere polysachariden in (die veel moeilijker te verteren zijn dan zetmeel, red.), en veel water.’ Dus, wat dragen ze precies bij het eetpatroon van de Hadza?’ Om dat uit te zoeken ging Schnorr naar TNO in Zeist. Daar staat een opmerkelijk apparaat: een maagdarm-machine. Het is een arrangement van buizen en slangetjes dat de menselijke vertering simuleert. In de kunstmaag komt er maagzuur en verteringssap bij, de darmen knijpen samen, een pompje voegt pancreassap en galzout toe, de kunstdarm moet geënt worden met bacteriën. Als je de machine bonen laat ‘eten’,
In een opiniestuk in The American Journal of Tropical Medicine and Hygiene trekt de LUMC-gerontoloog Jacob Koopman samen met drie collega’s van het verouderingsinstituut Leyden Academy aan de bel. Ze maken zich zorgen over de snelheid waarmee welvaartsziekten zich verspreiden in ontwikkelingslanden: er gaan nu ook daar meer mensen dood aan overgewicht en roken dan aan ondervoeding en infectieziekten. De mensen daar krijgen onze problemen nog harder voor de kiezen dan wij, omdat de overgang van arm naar rijk sneller gaat, en omdat westerse mensen genetisch nog relatief goed bestand zijn tegen de ongezondheid van het westerse eetpatroon. ‘Westerse populaties hebben hun kans gemist, maar ontwikkelingslanden staan nu op het beslissende moment om hun omgeving aan te passen aan hun genetica. Zo kunnen ze datgene voorkomen dat het Westen probeert te genezen.’ Omgevingen zouden een gezond eetpatroon en voldoende beweging moeten aanmoedigen, en de ontwikkelingsagenda van de Verenigde Naties zou die aanpassing moeten aanmoedigen, stellen Koopman en co.
Stelsel
‘Veel water, veel vezels en weinig calorieën. Hadza-knollen zijn zeker geen aardappels.’ gaat hij scheten laten. ‘Je kan er gewoon dingen indoen, en zien wat er gebeurt, zonder dat er vrijwilligers, ethische commissies en ziekenhuisbedden aan te pas komen’, somt Schnorr de voordelen op. De Amerikaanse stopte wat door de Hadza-vrouwen verzamelde knollen in de TNO-machine. Er zitten grote verschillen tussen de plantensoorten, maar over de gehele linie dringt één conclusie zich op: ‘Dit zijn zeker geen aardappelen. Er zit veel water in, en veel vezels, en maar weinig calorieën. Geen stevige maaltijd.’ Opmerkelijk genoeg veranderde het korte roosteren dat de Hadza doen eigenlijk niets aan de verteerbaarheid. Schnorr: ‘Er is allerlei literatuur die vertelt waarom mensen koken, maar die zegt slechts weinig over wat mensen daadwerkelijk doen, en hoe je dat dan zou moeten extrapoleren naar hoe mensen dat vroeger deden.’ Toch eten de Hadza soms dagenlang niets anders dan de knollen, ook al leveren die weinig energie. Zit er iets anders in dat goed voor ze is? Ze blijken heel rijk te zijn aan vitaminen en mineralen, en ook wat meer eiwit te bevatten dan je op het eerste gezicht zou verwachten. In het droge Tanzania zijn de waterrijke knollen ook belangrijk om uit-
droging te voorkomen. ‘Het zijn een soort levende veldflessen’, vertelt de archeologe: ‘Ze stellen je in staat om verder uit de buurt van bronnen reizen. Misschien waren zulke knollen voor vroegere mensen niet alleen een bron van voedsel, maar ook een werktuig om mee te kunnen migreren.’ Schnorr inoculeerde de darmen van de verteermachine in Zeist ook met Hadza-poep. De jager-verzamelaars hebben een behoorlijk andere darmflora dan Westerlingen. De zogeheten Bifido-bacteriën die bij Westerlingen heel algemeen zijn en als ‘goede’ darmbewoners worden gezien, zijn daar afwezig. Allerlei andere soorten vullen die niche. Schnorr vermoedt dat de Hadza een darmflora hebben die ze helpt met het verteren van de knollen, net zoals Japanners darmbacteriën hebben die goed zijn in het verteren van zeewier. Maar of dat ook zo is? ‘Dat weet ik nog niet. Ik heb de proef die het aan moet tonen al gedaan, maar ik moest eerst een proefschrift afmaken voor ik met de data aan de slag kon.’ Stephanie Schnorr Nutritional Contribution of Plant Foods to Human Diet in Evolution Promotie 22 maart
Een internationaal team van sterrenkundigen, waaronder Leidenaars Marijn Franx, Ivo Labbé en Rychard Bouwens, heeft het allerverste sterrenstelsel ooit gevonden. Alweer. Verder kijken dan iemand ooit, is hun specialiteit. In een binnenkort verschijnend artikel in The Astrophysical Journal beschrijven ze het sterrenstelsel GN-z11, op 13,4 miljard lichtjaar afstand. Die afstand betekent dat ze het stelsel zien zoals het er 13,4 miljard jaar geleden uitzag. Het universum zelf is zo’n 14 miljard jaar oud, dus het gaat hier om een peuterfoto van ons heelal. Het stelsel is ook echt nog klein; zo’n vijfentwintig keer kleiner dan onze Melkweg. Het is echter hard aan ’t groeien; het groeit twintig keer zo snel als de Melkweg nu doet. Door die snelle groei is het stelsel vrij helder, en dat zorgde ervoor dat het überhaupt te zien was. De sterrenkundigen zijn er wel wat verbaasd over: volgens hun ideeën over de ontwikkeling van het universum zouden er zo vroeg nog niet zulke heldere stelsels moeten zijn geweest.
8
Mare · 10 maart 2016
Achtergrond
De vrouwen van IS ‘Ik onthoofd de volgende Amerikaan’
Terrorismedeskundige Seran de Leede onderzoekt de rol van vrouwen in extremistische organisaties. ‘Een deel van de vrouwen van IS schuwt het geweld niet.’ ‘De oproep tot jihad geldt voor iedereen, maar mannen en vrouwen spelen wel verschillende rollen in de strijd. Alleen als de Oemma, de islamitische ge-
DOOR VINCENT BONGERS
meenschap, zo wordt bedreigd dat het niet anders kan, mogen vrouwen meevechten op het slagveld. ‘Dat kan nog best gaan gebeuren. Een deel van de vrouwen van IS schuwt het geweld niet. Sterker nog, ze willen er graag aan meedoen,’ zegt Seran de Leede die is verbonden aan het International Centre for Counterterrorism in Den Haag. Zij doet onderzoek naar de rol van vrouwen in extremistische organisaties en gaf dinsdag een lezing over
vrouwen en terrorisme op een symposium georganiseerd door CoDe, de studievereniging van criminologie. ‘Als er executies zijn geweest, delen meiden die beelden op sociale media en ze moedigen het moorden aan. Je ziet ook foto’s met vrouwen bij lichamen van geëxecuteerde mannen. Khadijah Dare, een Britse die is getrouwd met een IS-strijder, tweette toen de Amerikaanse journalist James Foley werd vermoord: “Any links 4 da execution of da journalist plz. Allahu Akbar. UK must b shaking up ha ha. I wna b da 1st UK woman 2 kill a UK or US terorrist!”’ Vrouwen die zich bij IS aansluiten houden zich voornamelijk bezig met het rekruteren van nieuwe aanhang en het verspreiden van het gedachtengoed van het kalifaat. ‘En uiteraard met het opvoeden van hun kinderen tot toekomstige strijders.’ Er is ook een brigade speciaal voor vrouwen: Al Khansaa. ‘Dat is een soort moraalpolitie die de straat op gaat en controleert of de vrouwen die daar rondlopen zich wel aan de regels houden. De patrouille checkt dan of de stof van de niqaab wel dik genoeg is, en of er misschien blote enkels te zien zijn. Bij een overtreding volgen zweepslagen. Er wordt niet op basis van leeftijd gediscrimineerd. Ook als je 65 bent, riskeer je straf.’ Wat drijft vrouwen in de armen van extremistische bewegingen? ‘Dat is heel lastig om te duiden,’ legt De Leede uit. ‘Het verhaal van Sop-
hie Kasiki schetst hoe moeilijk het is om in te schatten wie er radicaliseert en naar Syrië vertrekt om zich bij IS aan te sluiten. Oorspronkelijk komt zij uit de Democratische Republiek Congo, is katholiek en groeit op in een warm nest. Als ze een jaar of elf is, overlijdt haar moeder. Ze vertrekt naar haar zus in Parijs en trouwt daar met een atheistische man. Ze krijgt een kindje.’ Niets wijst in de richting van radicale ideeën. ‘Ze werkt als sociaal werker in een van de banlieus en ontmoet drie islamitische jongens. Ze beschouwt hen als haar jongere broertjes. De dood van haar moeder heeft een gat in haar hart geslagen. Ze is op zoek, wil die leegte vullen. Kasiki denkt antwoorden te vinden in de islam. Ze bekeert zich en vertelt dat niet aan haar man. ‘De jongens radicaliseren en vertrekken naar Syrië. Kasiki blijft contact met ze houden en probeert ze terug te halen. Maar uiteindelijk lukt het de jongens juist om háár om te praten. ‘Volgens Kasiki kennen de jongens haar zwakke plekken en daar maken de drie gebruik van. Ze laat haar man in de steek en reist met haar zoontje van vier naar kalifaathoofdstad Raqqa. ‘Een man van IS wil daar haar zoontje meenemen naar koranles in de moskee. Ze verzet zich, en krijgt een klap. Dan beseft Kasiki dat ze een grote fout heeft gemaakt. Met hulp van de lokale bevolking weten ze te ontsnappen naar Turkije waar ze door haar man wordt opgehaald. Ze doet nu heel erg haar best om
te voorkomen dat anderen dezelfde fout maken.’ Er zijn rond de veertig Nederlandse vrouwen die zich in Syrië bij IS hebben aangesloten, aldus De Leede. Sommigen hebben hun kinderen meegenomen. Een enkeling is weer teruggekeerd. Een bekend voorbeeld is Aïcha die in 2014 op 19-jarige leeftijd naar Syrië vertrekt om met een Turks-Nederlandse jihadstrijder te trouwen. Uiteindelijk weet ze te ontkomen en wordt door haar moeder bij de Turks-Syrische grens opgepikt. De Leede gelooft niet in het treffen van ‘heel forse maatregelen tegen terugkeerders die tot inkeer zijn gekomen.’ ‘Behalve als ze misdaden hebben gepleegd natuurlijk. En ze moeten zeker ook gemonitord worden. Maar iedereen kan een fout maken. Het is wel een grote fout, maar daar hoef je niet iemand zijn hele leven keihard op af te rekenen. ‘Sterker nog, er zijn meerdere mensen die vroeger zelf in een extremistische beweging hebben gezeten, tot inkeer zijn gekomen en die nu hun leven wijden aan het proberen anderen voor dezelfde fout te behoeden. Verschillende programma’s zoals bijvoorbeeld Exit Deutschland werken al jaren op deze wijze en zijn succesvol in het reïntegreren van voormalig rechts-extremisten in de Duitse maatschappij.’ Sophie Kasiki en Aïcha zijn schuilnamen.
Slick en schokkend Hoe internet de jihad verandert
De propagandamachine van IS draait op volle toeren en overheden nemen steeds ingrijpendere maatregelen om het kalifaat monddood te maken. De Britse onderzoeker Gary Bunt geeft een lezing over hoe islamitische groepen informatietechnologie gebruiken om hun boodschap te verspreiden. Vier mannen van verschillende afkomst lachen naar de camera. De jongens dragen militaire kledij maar toch verwacht de kijker dat ze op het punt staan een zoet lied in te zetten over dat oh zo leuke meisje van om de hoek. Het lijkt haast wel een clip van een succesvolle multiculti-boyband. De IS-propagandafilm No Respite verandert snel van toon. Animaties van bloed en explosies voeren plots de boventoon. Trotse strijders staan triomfantelijk naast de smeulende resten van tanks en brokstukken van een gesloopte tempel in Palmyra. ‘Een voice-over vertelt in keurig Engels dat het Amerikaanse leger gedemoraliseerd is. Per dag schieten achttien getraumatiseerde soldaten een kogel in hun eigen hoofd omdat ze de strijd tegen het kalifaat niet aankunnen, claimt No Respite. Dat cijfer illustreren de makers van de clip met een splatter van bloed en brokjes hersenen op een witte achtergrond.
DOOR VINCENT BONGERS
‘De inhoud van de IS-clips is vreselijk gewelddadig en de shock value is hoog, maar ze zien er ook heel slick uit,’ zegt de Britse islamonderzoeker Gary Bunt, die is verbonden aan de University of Wales. Hij geeft vrijdag in Leiden een lezing over hoe Islamitische groepen gebruik maken van internet en social media. ‘De kwaliteit van het materiaal is natuurlijk veel beter dan de gruizige videoboodschappen van Bin Laden. Het is tegenwoordig natuurlijk betrekkelijk eenvoudig om aan een HD-camera te komen en iedereen met een
laptop kan edit-software installeren en zelf gaan monteren. Maar het ziet er heel professioneel uit. ‘Ze tonen tussen de gruwelen door ook een paar religieuze citaten die hun ideeën lijken te ondersteunen.’ IS houdt dat heel kort, alsof het reclameslogans van een hippe start-up zijn. ‘Hun glossy magazines en clips verschijnen in steeds meer talen.’ Er wordt in de media veel aandacht besteed aan de manier waarop het kalifaat informatietechnologie gebruikt om hun boodschap te verspreiden. ‘Ze gebruiken tiendui-
Still uit de IS-propagandafilm No Respite
zenden Twitter accounts en channels tegelijkertijd. Dan zetten ze een propagandaclip heel kort online en halen die dan weer weg. Maar dat filmpje is dan al viral gegaan. En wordt ook opgepikt door traditionele media zoals televisie en radio. Daar rekent IS gewoon ook op. Dus het is niet zo dat de propaganda van IS alleen maar succesvol is door het gebruik van nieuwe technologie.’ De Britse tabloid Daily Mirror werkt bijvoorbeeld hard mee aan de verspreiding. Ze plaatsen de clips en spreken dan schande van de
‘zieke beelden’ die IS heeft gemaakt. De Britse overheid probeert de stroom aan propaganda in te dammen. ‘In de UK worden per week iets van duizend aan IS gelinkte sites en social media-accounts uit de lucht gehaald’, vertelt Bunt. ‘Het is twijfelachtig of dat helpt, want het is net als Whac - A- Mole: een spel dat je in arcades in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië kunt vinden. Elke keer als een mol z’n kop boven de grond uitsteekt, en jij die vervolgens een dreun met een hamer geeft, piept er weer een mollensmoel uit een ander hol.’ De regering wil echter nog verder gaan. ‘Er ligt al een wet klaar, ook wel het Snoopers’ Charter genoemd, die chatdiensten zoals WhatsApp en iMessage verplicht de encryptie van hun programma’s vrij te geven aan inlichtingsdiensten. Dan kunnen deze diensten ook met alle chats mee te lezen en zo gaat het maar door.’ Maar het heeft als gevolg dat de vrijheid van mensen steeds meer wordt ingeperkt. ‘Terwijl radicalen hun activiteiten naar het dark web verplaatsen of nieuwe apps vinden om informatie uit te wisselen en propagandafilmpjes online te krijgen.’ Symposium ‘Jihad: between theory and practice’ Vrijdag 11 maart, 14.15 uur, lezing Gary Bunt om 16.15 uur Gravensteen zaal 1.11, Toegang gratis
10 maart 2016 · Mare
9
Achtergrond
Aangeleerd geilen Kennis van seksuele conditionering kan helpen bij stoornissen Kaarsjes, rode lingerie, blauwe ogen: wat we opwindend vinden is grotendeels aangeleerd, zegt psychologe Mirte Brom. ‘Die prins op het witte paard komt heus niet zomaar uit de lucht vallen.’ DOOR PETRA MEIJER ‘Mijn onderzoek vroeg nogal wat van de proefpersonen’, vertelt klinisch neuropsychologe Mirte Brom. ‘De vrouwen moesten een meetinstrumentje inbrengen dat de doorbloeding van de vagina meet, en aangesloten worden op een vibratortje. Mannen kregen een rekbandje rond de penis. Ik dacht even dat mijn onderzoek misschien rare mensen aan zou trekken, maar het waren juist hartstikke leuke normale mensen: van coassistent tot student. Ze wilden me allemaal helpen omdat ze dachten dat het lastig zou zijn om proefpersonen te vinden. Daardoor viel het juist heel erg mee. Ik ben ze echt dankbaar.’ Geef een hond een brokje en hij gaat kwijlen. Rinkel met een belletje voor je hem een brokje geeft, en hij gaat kwijlen. Na een aantal keer begint de hond al te kwijlen als hij een belletje hoort, ook als hij geen brokje krijgt: het conditioneringseffect van Pavlov. Voor haar promotieonderzoek deed klinisch neuropsychologe Mirte Brom zulk soort conditioneringsexperimenten: maar dan met seks. ‘In ons lab laten we bijvoorbeeld twee neutrale plaatjes zien van cartoonmannetjes, die net iets verschillen. Daar is echt helemaal niets opwindends aan’, zegt Brom. ‘Maar bij één van die cartoonmannetjes geven we de proefpersonen een genitale vibratie, door middel van een klein vibratortje. Na een tijdje zie je dat de proefpersonen opgewonden raken van het cartoonmannetje, ook als er geen vibratie meer volgt.’ Ze gooit meteen even alle romantische ruiten in. ‘Zo werkt het waarschijnlijk ook met kaarsjes, hoge hakken of rood ondergoed. We zijn die dingen opwindend gaan vinden, omdat ze seksueel beloond werden. En daarom kiest die vriendin ook stééds weer voor hetzelfde type. Die prins op het witte paard komt heus niet zomaar uit de lucht vallen. Die is waarschijnlijk gecreëerd dor je eigen eerdere ervaringen.’ Kennis van seksueel beloningsleren is handig bij de behandeling van mensen met seksuele stoornissen. ‘Zo’n twintig procent van de vrouwen ervaart gedurende een periode in het leven een verminderde zin in seks. Soms denken ze dat er iets mis met ze is,
maar wij kunnen aantonen dat ze lichamelijk meestal gewoon in orde zijn. Als we ze pornofilmpjes laten zien blijkt dat ze lichamelijk wel opgewonden raken, maar ze geven aan zich niet opgewonden te vóélen. Die positieve associaties kun je proberen aan te leren.’ Vaak is de verminderde zin in seks het resultaat van negatieve ervaringen, zoals pijn bij het vrijen. ‘We bootsen na wat er mis gegaan kan zijn. Als we gezonde proefpersonen tijdens de conditioneringsfase een elektrisch schokje aan de pols geven terwijl we een seksueel opwindend plaatje tonen, zullen ze dat plaatje minder opwindend gaan vinden.’ Na verloop van tijd dooft die reactie wel uit. ‘Als je maar lang genoeg geen schokje toedient, verdwijnt de negatieve associatie.’ Dat lijkt goed nieuws voor vrouwen die pijn bij het vrijen hebben. ‘Als ze weer gaan vrijen zonder dingen te doen die pijn doen, zal de opwinding waarschijnlijk vanzelf terugkomen. We hebben het dan niet over vrouwen met grote trauma’s. Een positieve connectie met seks moet waarschijnlijk wel ooit gemaakt zijn.’ Geconditioneerd seksueel leren gaat ook wel eens ‘per ongeluk’ mis, waardoor bijzondere seksuele voorkeuren ontstaan. Brom: ‘Er zijn mensen die niet seksueel opgewonden kunnen raken zonder leer, ballonnen of pijn. Zo is er een casus bekend van een persoon die zijn eerste orgasme had gehad vlak na een kinderfeestje met ballonnen. Die had zichzelf daarna geconditioneerd en
Illustraties Gil Elvgren
kon op een gegeven moment niet meer klaarkomen zonder het geluid van een knallende ballon. Een ander kreeg straf van zijn moeder en had vlak daarna zijn eerste orgasme gehad. Zo legde hij mogelijk de link tussen seksuele opwinding en pijn.’ ‘Wat dat betreft verschillen we niet van andere dieren’, zegt Brom. ‘Seksueel naïeve mannetjesratten die voor het eerst paarden met vrouwtjesratten die waren voorzien van een amandelgeur, verkozen voortaan vrouwelijke ratten die naar amandel roken boven normale vrouwtjesratten. Bij een ander experiment werden ratten zo geconditioneerd dat ze enkel nog opgewonden werden van ratten met een jasje aan. Die onderzoekers hebben kunstmatig een fetisj bij ratten gecreëerd. ’ Waar vrouwen eerder last hebben van verminderde zin in seks, hebben sommige mannen last van het omgekeerde: hyperseksualiteit. ‘Zij hebben juist veel positieve associaties gemaakt en reageren daardoor sterk op allerlei prikkels. Op hun werk pakken ze bijvoorbeeld constant hun telefoon om pornofilmpjes te kijken. Hyperseksualiteit kan ten koste gaan van relaties, werk, geestelijke gezondheid en bij grensoverschrijdend gedrag kan het zelfs juridische gevolgen hebben.’ Volgens Brom is het gedrag vaak contextafhankelijk, en daarom is het belangrijk om
hyperseksualiteit niet alleen in de behandelkamer aan te pakken. ‘Het is het beste om iemand te leren hoe hij zijn eigen telefoon of computer moet gebruiken zonder hierbij op zoek te gaan naar pornografisch materiaal, of bij veelvoudig prostitueebezoek juist het Red Light District te bezoeken om te oefenen met het beheersen van gedrag.’ Helaas lijken hyperseksualiteit en afwijkende seksuele voorkeuren moeilijk te behandelen. ‘Aangeleerde responsen doven uit, maar het affect kan lang blijven.’ De vrouwen die door vibraties het cartoonmannetje opwindend gingen vinden, raakten na 48 keer kijken naar de plaatjes zonder vibratie (het zogeheten extinctieleren) niet meer opgewonden. ‘Maar uiteindelijk beoordeelden ze het cartoonmannetje waarbij ooit vibratie was gegeven toch nog positiever dan het andere cartoonmannetje, al was het fysieke effect uitgedoofd.’ Er zijn stofjes die kunnen helpen bij het uitdoven van seksuele reacties, en die het extinctieleren minder contextafhankelijk kunnen maken. Een voorbeeld is de stof D-cycloserine (DCS). ‘We lieten vrouwen een plaatje van een mannenlichaam in een blauwe of gele onderbroek zien. Bij de gele onderbroek dienden we een vibratie toe, maar alleen als de ruimte geel verlicht was. Bij paarse verlichting gebeurde er niets. Vrouwen kregen dan geen vibratie meer als de foto met de gele onderbroek te zien was. Vervolgens gaven we de helft van de vrouwen DCS en de andere helft een placebo. Een dag later bleek dat het seksuele extinctiegeheugen van de vrouwen die DCS hadden genomen beter te werken, en speelde de context van de gele of paarse verlichting geen rol meer. Dat zou betekenen dat DCS mogelijk kan helpen voorkomen dat aangeleerde ongewenste seksuele responsen weer de kop op steken.’ Tot slot blijkt uit onderzoek van Brom dat proefpersonen zelf invloed kunnen uitoefenen op seksuele opwindingsresponsen door hun emoties te reguleren, maar dat dat minder goed gaat als ze gestrest zijn. ‘We hebben gezonde mannelijke proefpersonen in een fMRI-scanner gelegd. Krijgen ze een opwindend plaatje te zien, dan kunnen ze die opwinding versterken door bijvoorbeeld verder te fantaseren en de getoonde seksuele handelingen in gedachten op zichzelf te betrekken. Ze kunnen de impact van de afbeelding verkleinen door de seksuele foto afstandelijk te bekijken en te interpreteren. Als we een beetje gemeen doen tegen onze proefpersonen en ze een stressvolle taak geven, dan lijken ze minder goed in staat om de opwinding zelf te verminderen. Of ze moeten in elk geval alle zeilen bijzetten om de seksuele opwinding te onderdrukken.’
10
Mare · 10 maart 2016
English page
Switch off the cameras please The debate about the future of web-lectures Students are glad they can watch their lectures again in the comfort of their own home, but some lecturers abhor web-lectures. At Vrije Universiteit Amsterdam’s Law Faculty, they’re switching off the cameras because no one’s attending lectures anymore. Will Leiden follow suit? Or does the university welcome digital education? BY VINCENT BONGERS Vrije Universiteit Amsterdam (VU) began recording lectures in 2011, but started gradually reducing the numbers this academic year. “At the time, we noticed that some students were selling home-made recordings, so we decided to put our own recordings online”, recalls Professor Hemme Battjes of the Amsterdam Law Faculty’s Board. “However, the side effects took us by surprise.” “Very few people were attending lectures any more and it encouraged poor study conduct. Some students listened to everything more or less at once, although it’s very important to pace the work for the course. Offering web-lectures is giving the wrong impression,” he explains. “Doing away with them works: far more students are turning up for lectures, although I must admit we haven’t noticed any significant differences in exam marks,” Battjes continues. What do Leiden students think about it? “I wouldn’t like it if Leiden followed VU’s example”, remarks Mireille van Dijk, a third-year Law student and first-year Psychology student. “Oh, no, no, no, they really mustn’t”, agrees Michelle Griffioen, a third-year Criminology student and first-year Psychology student. Van Dijk explains: “I nearly always go to lectures but I watch the recordings quite a lot too. I watch them if I missed them the first time, or if it’s a difficult course – having the option to see them again is quite nice. Besides, sometime I have two subjects at the same time so it’s great to be able to follow the ones I missed on a monitor.” Griffioen adds: “It’s nice to sit at home and watch in comfort. Some lecturers speak quickly and then it’s useful to put it on hold. And it’s easier to make notes. It takes longer though and it’s tempting to watch everything at once.” The opinions of Leiden lecturers on the lecture recordings are divided. “We could hardly stop putting them online now, even we wanted to”, remarks Ymre Schuurmans, Professor of Constitutional and Administrative Law. “We once held a survey as to which forms of education students thought important and watching lectures again at home came first by a long stretch.” According to Schuurmans, the web-lectures have an immense impact. “A lot is mandatory in the first year, so there’s not really a striking effect there, but with subjects like Constitutional and Administrative Law in the second year and Procedural Administrative Law in the third year, I always notice a huge drop. Sometimes, there are 350 students on the course but fewer than sixty in the audience. And in my view, response from the audience is important. When there are fewer students in the hall, it’s harder to tell whether your lectures still tie in with the way students see the
world.” “Not all students turn up”, says Jan Crijns, Professor of Criminal and Procedural Law. “That’s always been the case. I didn’t notice a particularly drop after we started recording lectures. There is some effect, but it’s insignificant. It’s even possible that students who wouldn’t go to lectures anyway watch them now. Perhaps a number of students who had given up hope of passing their courses will pass now.” Schuurmans suspects that a recorded lecture does not come across as well as the real thing: “You try to make the matter interesting, but it’s not television. It could be extremely boring to watch a lecture on a screen. It strikes me as quite difficult to concentrate on it at home, too.” There those at the Law Faculty who do not approve of the web-lectures at all. “Attending a lecture in a hall is good practice”, claims Andreas Kinneging, Professor of Legal Philosophy. “You need to listen carefully. Con-cen-trate! Exercise your attention span. When a student gets a job later on, he or she will need to understand everything that’s said straight away. You can’t rewind a case or put it on hold. Real life doesn’t have a pause button.” Nonetheless, Kinneging puts his lectures on Blackboard. “That’s the custom here and I follow it. But actually, I want to stop doing it.” Michael Klos thinks web-lectures give students more freedom. “If you don’t put them online, you’ll stifle the students’ creativeness”, he says. “Students want to do internships, or follow courses at other universi-
ties, so they might miss lectures in Leiden. In that case, it’s important that they can rely on the web-lectures. The student loan system is forcing students to find jobs, making it even more important to make the lectures available. And don’t forget: the recordings are a real help to students with impairments.”
‘When a student gets a job later on, he or she will need to understand everything straightaway. Real life doesn’t have a pause button.’ The Faculty Council discussed the lecture recordings in January. “Our policy is to stick to our chosen path”, Peter van Es, of the Faculty Board, said at the time. “That means that all major lectures must be recorded and published at least two weeks before the exams. It was enough trouble to get everyone to agree on this point and if we decide to change it, it’s going to be chaos. We mustn’t cause confusion.” The recordings are popular. “A web-lecture from the Law faculty usually has between 300 and 1,700 views’, says Jeroen Leijen, the faculty’s ICT & Education programme coordinator. “If the system suffers downtime, the emails soon flood in. Students are immediately aware of it when it happens.” What are other major programmes at Leiden doing? “Almost
all of the forty Bachelor courses at Psychology are recorded, says Psychology’s programme director, Arjaan Wit. “They’re only available to students who are following the courses in question. The lectures are published within two days.” Psychology lecturer Jop Groeneweg’s lectures are not included, with the exception of one or two.” “I think you lose some of the spontaneity if you’re under surveillance and the quality of the lectures deteriorates. If you’re recording, students hesitate to ask anything that pops into their heads. The lecture, with everything the lecturer and students say, becomes available to the whole world and I don’t think it’s a good thing.” Besides, Groeneweg uses disturbing photographs in his lectures: “Pictures of humiliation and torture from the Iraqi prison Abu Ghraib, for instance. I warn my audience that I’m going to show them disturbing pictures so they can leave the room or close their eyes. I would never show those pictures if the lecture were recorded, so I could never give that lecture. That means I’d be restricted by the recordings. I don’t think that lecturers should be forced to toe the line because a small group of students miss lectures – voluntarily or not.” Schuurmans recognises the problem. “The disadvantage is that I can’t just share any old, real-life anecdote with your audience. I’m a deputy judge as well as being a lecturer. I have to be more careful with detailed stories about legal cases, lawyers and judges when there’s a camera present.”
But weren’t students already recording lectures with their phones before web-lectures were offered? “I don’t allow them to make any recordings, but you can’t stop them, can you? Students who do it anyway know what they’re flouting the rules. But it’s something else again to institutionalise recordings,” Groeneweg replies. “The web-lectures mean great progress,” says Wit, the psychologist. “I sometimes comment on the literature, or correct an error in a book. Now I can now incorporate that in the exam topic. The same applies to guest lecturers’ talks. I can ask questions about everything because the web-lectures are available. Although there used to be some confusion, voice and sheets are now accepted parts of the exam topics.” According to Wit, it would be a pity if VU’s decision catches on. “Many ideas about the web-lectures are based on assumptions, but all that’s about to change. Our faculty’s research agency SOLO has studied the use of the recordings. We’re still busy analysing the data but we already know that students really appreciate this service. It truly helps them prepare for their exams. The students also like it because they can catch with a lecture whenever it’s convenient for them.” “Students who make use of the web-lectures during the course score an average of 7.5. Students who watch them just before the exam score a 6.5. It’s a big difference, but that depends on the study style. Students who work systematically score better marks on average,” he adds.
10 maart 2016 · Mare Cultuur
Agenda
Als het maar groove heeft Conservatoriumstudenten in de finale van Leidse jazzprijs
‘De kunst is niet teveel aan de wedstrijd denken’
Jazzpianist Robert Koemans, student aan Codarts Rotterdam, staat zondag in de finale van de Leiden Boonekamp Jazz Award. ‘In Rotterdam zit ik in de scene, in Berlijn kreeg ik op mijn donder.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘Het is haast Russische roulette’, zegt jazzpianist Robert Koemans (22). Hij is een van de zes overgebleven conservatoriumstudenten, die aanstaande
Foto Bram van den Berg
zondag in de Stadsgehoorzaal strijden om de Leiden Boonekamp Jazz Award. ‘We spelen allemaal goed. Het wordt een mooie finale, met diverse bands en verschillende stijlen.’ Die van hemzelf, begeleid door Tomek van Leeuwen op bas en Willem Romers op drums, kenmerkt zich door Koemans’ eigen composities. ‘Geschreven met veel respect voor de jazztraditie uit de jaren veertig tot zestig. Bebop, kun je zeggen, maar tegelijkertijd klinken we ook weer niet heel erg bebop. Als
het maar groove heeft, swingt en gewoon mooi is.’ Een publieksjury met afgevaardigden van Augustinus, Catena, Minerva, Quintus en SSR beloonde hem tijdens de voorrondes al met de publieksprijs. ‘Dat was een verrassing. Toen ik hen achteraf sprak, bleek dat sommigen veel van jazz wisten, maar een aantal heel wat minder. Het is een compliment dat beide groepen mijn muziek leuk vinden.’ Hij hoopt zondag vooral op een goede klik. ‘Het gebeurt wel eens, dat je met nieuwe muzikanten moeilijk een muzikale klik vindt. Met mijn eigen band, Coal Harbour, zitten we de meeste avonden vanaf de eerste noot op één lijn, maar soms ook niet. Als iemand er iets minder bij is, of als het geluid niet helemaal goed is. En wanneer het om een prijs gaat, gebeurt zoiets misschien sneller. De kunst is om niet al te veel aan de wedstrijd te denken. Gewoon muziek maken dus.’ Dat doet hij al sinds zijn zesde. ‘Aanvankelijk niet heel serieus. Pas toen mijn gitaarleraar me op de middelbare school in contact bracht met een jazzleraar, ontstond het idee om naar het conservatorium te gaan. Via een vooropleiding in Amsterdam kwam ik bij Codarts in Rotterdam terecht.’ Inmiddels zit hij in het laatste jaar van de bachelorop-
leiding jazzpiano. Vorig collegejaar studeerde hij aan het Jazz-Institut Berlin. ‘Op die school was alles heel goed geregeld. Ik heb een jaar lang alleen maar muziek gemaakt. Wat vooral leerzaam was, was een nieuwe omgeving, met nieuwe muzikanten, waardoor ik mezelf opnieuw moest bewijzen. In Rotterdam zit ik in de scene, met een hoop vrienden. In Berlijn kreeg ik in het begin goed op mijn donder. Ik moest flink aan de bak. Het is bovendien een fantastische stad, waar een hoop gebeurt, ook qua muziek.’ Als jazzstad telt Leiden tegenwoordig ook wel mee. ‘We hadden het er laatst nog over met een groep jazzmuzikanten. Er gebeurt nu heel veel in Leiden. Iedereen in het circuit weet wel van de Boonekamp Award. We spelen allemaal regelmatig in De Twee Spieghels en er zijn wel meer podia en festivals. Na de finale zondag treedt bovendien Brad Mehldau op in de Stadsgehoorzaal. Dat wil ook wel wat zeggen, want dat is onwijs uniek, dat doet hij bijna nooit in Nederland.’ Finale Leiden Boonekamp Jazz Award Stadsgehoorzaal, 15.00 uur, gratis Onderdeel van het Rythm, Groove and Bass Festival, met o.a. Brad Meldau, Orgel Vreten en Shirma Rouse
Emoties moet je niet polijsten Toneelstuk over lust, angst en afbrokkelende liefde Theaterregisseur Mustafa Duygulu zag de film Closer en werd geraakt door de onmogelijkheid van de liefde. ‘Closer toont de lelijkste kanten van onszelf. Dat is ontzettend mooi.’ ‘Lying is the most fun a girl can have, without taking her clothes off. But it’s better if you do’, zegt stripper Alice tegen dermatoloog Larry, vlak voor ze haar string voor hem laat zakken. In de film Closer ontmoeten de twee elkaar in de stripclub waar Alice werkt, nadat ze beiden hun geliefde aan elkaars geliefde verloren. ‘Ook ik heb eerst de film gezien’, zegt theaterregisseur Mustafa Duygulu. ‘Ik vond de karakters intrigerend. Ze verlangen naar liefde, maar maken het op vrij destructieve wijze ook weer kapot. Toen ik het stuk, geschreven door Patrick Marber, ontdekte, bleek daar nog veel meer herkenbaars in te zitten. Ik wilde er graag een eigen versie van maken.’ In Closer gaan een schrijver zonder verhaal, een succesvolle fotografe, een ex-stripper en een lompe dermatoloog op zoek naar liefde en waarheid. ‘Ze willen intimiteit met elkaar beleven, maar liefde is ook een schuilplaats voor angsten waarmee ze nog niet hebben afgerekend. De spelers krijgen allemaal iets met elkaar. Hun overspel en bedrog zorgt er langzaam voor dat alle liefde afbrokkelt’, zegt Duygulu. De film Closer is bekend om de grove dialogen en harde beelden. Ook Duygulu gaat die niet uit de weg. ‘Primaire emoties als woede, jaloezie en verdriet moet je niet po-
DOOR PETRA MEIJER
11
lijsten. Wel doseren, anders vindt het publiek de spelers meteen vier eikels. Ik wil dat ze denken: “Jezus, hoe kunnen ze zo met elkaar omgaan?”, maar zich desondanks in de personages kunnen inleven.’ Dat levert rauwe scènes op. ‘In de tweede akte krijgt dermatoloog Larry te horen dat zijn vriendin Anna is vreemdgegaan. Dat verraad kan hij niet verdragen, en dus begint hij haar op pijnlijke wijze uit te horen. Over waar de seks precies plaatsvond, wat ze precies deden. Dat loopt behoorlijk uit de hand. “Vind je het fijn als hij in je gezicht spuit?” Uiteindelijk schreeuwt ze te-
‘Ik wil dat het publiek denkt: “Jezus, hoe kunnen ze zo met elkaar omgaan?’ Foto Jean van Lingen
rug: “Ja, ik vind het heerlijk.” “Hoe smaakt hij?” “Naar jou, maar zoeter.” In zo’n geval maakt de waarheid alles kapot. Closer laat de lelijkste kanten van onszelf zien. Dat is ontzettend mooi.’ Ondertussen werkt Duygulu aan een nieuw script voor theatergroep Likeminds, gebaseerd op de film Before the devil knows you’re dead. Zijn korte film Omega gaat in première op het Nederlands Film Festival 2016 en samen met Victor D. Ponten schreef hij het script voor de nieuwe bioscoopfilm Catacombe. ‘Film en theater staan voor mij niet los van elkaar. Het een inspireert het
ander. Als ik een film mocht kiezen waarvan ik met het script aan de slag zou willen gaan, zou dat de laatste Batman zijn. De verdorven stad op de rand van de afgrond, waar Gotham City symbool voor staat, vind ik erg interessant. De Joker ziet de wereld het liefst in de fik gaan. Batman worstelt met zijn eeuwige woede en frustratie, en is daardoor eigenlijk ontzettend eenzaam. Ik houd ervan als dingen niet te mooi zijn.’ Likeminds – Closer Theater Ins Blau 21 mrt. 20.30u, €12,30
FILM
TRIANON Opera in het Trianon - Jonas Kaufmann: an Evening With Puccini al. Zo 13 maart 14.30 Hail, Caesar! Dagelijks 18.45 Vr. zo. di. wo. 21.30 KIJKHUIS Room dagelijks 18.30 Do. za. ma. wo. 16.00 Belgica Vr. zo. di. 16.00 Do. za. ma. wo. 21.00 LIDO How to be single dagelijks 21.30 Do. za. ma. wo. 18.45 The 5th wave Za. zo. 12.45 + 15.30 Wo. 14.30
MUZIEK
DE TWEE SPIEGHELS Dagelijks live muziek, vrij entree Tilman Andris, Do 10 maart 21:30 Fluks, Vr 11 maart 21:00 Emilio Tritto band, Za 12 maart 16:00 Alban Claret swing trio, Zo 13 maart 16:00 Jamsessie olv Kurt Schwab, Ma 14 maart 21:00 QBUS RGB festival: Charllotte & band Vr 11 maart 21.00 €7,50 RGB festival: de X: Azure Hiptronics +The Preacher Men Za 12 maart 21.00 €12,50 MARKTSTEEG 1 Funked Up XL festival Vr 11 maart 20.00 €15,GEBROEDERS DE NOBEL Baars & friends Vr 11 maart 23.00 v.a. €5 Herman Brood Academie on Tour Do 17 maart 20.00 vrij entree VRIJPLAATS LEIDEN Groene Ideecafé film: Normal is over Vr 11 maart 21.00 vrij entree Pocket Knife Army + Lost Highways Za 12 maart 21.00 €5 Unplugged Sessions March Wo 16 maart 20.00 vrij entree aanmelden via Facebook HERENGRACHTKERK Passieconcert ‘Nieuwe tranen om oude schuld’ Vr 11 maart 20:15 v.a. €12
THEATER
THEATER INS BLAU Kerst in Paramaribo Do 10+ vr 11 maart 20.30 v.a. €15 IMPERIUMTHEATER Leidse theatersportvereniging Vr 11 maart 20:30 €8 reserveren via moedersmooiste.net.
DIVERSEN
NATURALIS Fototentoonstelling: The wildlife photographer of the year. 5 maart t/m 29 mei ma-zo 10.00-17.00 €4 Fototentoonstelling Marloes Janson T/m 31 maart, Matthias de Vrieshof 4 MIDDELSTEGRACHT 87F Bureau Talent - Workshop efficiënt studeren Di 15 maart 15:30-17:00 aanmelden via
[email protected]. KOETSHUIS DE BURCHT Debat over referendum Oekraïneverdrag bij CDA Leiden Wo 16 maart 20.00 GEBROEDERS DE NOBEL Puur gelul #2 Zo 13 maart 19.30 vrij entree LOKHORSTKERK Lezing en muziek ‘op zoek naar stilte in jezelf’ Vr 11 maart 20.00 vrij entree HET LEIDSE VOLKSHUIS Expositie Kunstprijs BplusC 14 maart t/m 23 april
12
Mare · 10 maart 2016
Het clubje
Column
Buikschuivertjes
Foto Taco van der Eb
‘Leuk, mensen slaan’ De studentkickboksers van het USC Sander Hilgen (25, archeologie): ‘Tijdens het kickboksen is er geen tijd om aan andere dingen te denken dan waar je mee bezig bent. Bij hardlopen kun je stoppen wanneer je wil. Bij kickboksen niet, want dan krijg je klappen.’ Charlotte (26, religiewetenschappen): ‘Ik denk ook helemaal nergens aan tijdens de training. Dat is het enige moment op de dag dat het me lukt, want normaal gaan m’n gedachten alle kanten op.’ Anna (18, geneeskunde): ‘Ik kickbokste al voordat ik student was, maar dan tegen een bokszak. Tegen mensen boksen is veel leuker, want dan leer je ook hoe je moet blokken (verdedigen, red.).
Bandirah
Dat is moeilijker dan het slaan zelf, omdat je steeds moet inschatten wat de ander doet.’ Charlotte: ‘Ik vind het leuk om mensen te slaan (lacht). Of laat ik het zo zeggen: ik kan er goed m’n agressie in kwijt.’ Hilgen: ‘Het is fijn om raak te slaan, maar het gaat er niet om dat je het hard doet. Een slag is pas goed als je een gat in de verdediging bij je tegenstander ziet. Daar haal ik de meeste voldoening uit. Je moet continu gefocust zijn, anders maak je er een potje van.’ Charlotte: ‘Vorige week zei iemand tegen me: ‘Je ziet er zo schattig uit, jou sla ik niet.’ En mensen sparen me omdat ik klein ben. Maar ik trap gewoon hard.
In de training sta ik altijd tegenover een vrouw, maar ik wil ook wel eens tegen een man. Gelukkig heb ik een hoge pijngrens.’ Anna: ‘Met de pijn valt het meestal wel mee. Tenminste, als je de tegenstander goed blokt.’ Hilgen: ‘Alleen op je knieën en schenen doet het soms pijn. De scheenkappen kunnen die niet altijd tegenhouden.’ Remco Stolk (26, biotechnologie): ‘Kickboksen heeft een energieke stijl. Veel meer dan de passievere vechtsporten als karate en judo. Daardoor kom je dichter bij het echte vechten. Het geeft je een zelfverzekerd gevoel. En, als je een keer in een vechtpartij belandt, kan het
je op z’n minst de illusie geven dat je kan terugslaan.’ Charlotte (na de training): ‘Zo, ik heb voor het eerst tegen een man gebokst. Ik zag dat hij zich inhield, maar ik niet. Het was heerlijk. Eindelijk een keer gezweet.’ Stolk (na de training): ‘Ik heb een stoot op mijn neus, lip en gezicht gekregen. Ik had mijn armen niet voor mijn gezicht, omdat ik hem wilde aanvallen. Maar hij deed hetzelfde en was sneller. Vervolgens heb ik hem niet goed geblokt. Na de klap was ik een beetje dizzy, maar dat trok snel weg. Ik voel het alleen nog wel in m’n hoofd.’ SEBASTIAAN VAN LOOSBROEK
Al tientallen keren was ik er langsgelopen onderweg naar college. Een kapsalon waar de tijd leek te hebben stilgestaan. ‘Herenkapsalon’ stond er op het raam geschreven. Daaronder, in sierlijke krulletters, stond de naam van de kapper: Jos. Binnen zaten er meestal oudere mannen op de bank te wachten op hun beurt. Omdat ik al een tijdje vond dat ik weer eens naar de kapper moest en ik toevallig niemand op de bank zag zitten toen ik langsliep, stapte ik op goed geluk naar binnen. ‘Ga zitten jongen’, zei de kapper, nadat hij zijn schort had omgedaan. ‘Hoe gaat het met je studie?’ De vraag viel me wat tegen. Dit soort gesprekken voerde ik meestal ook met de inwisselbare kapsters van de vele goedkope kapsalons die ik in mijn leven al bezocht had. Ik probeerde het gesprek om te draaien. ‘Daarmee gaat het prima, dank u. Ik ben bijna klaar. Bent u Jos?’ Dat bleek inderdaad zo te zijn. ‘Dit jaar zit ik 49 jaar in het vak, jongen. Deze zaak heb ik al bijna dertig jaar. Toen ik voor mezelf begon mocht ik m’n klanten meenemen van mijn baas. Zelf komt hij hier ook nog altijd. Zodra het mannetje van de PTT, zo heette dat toen nog, de telefoon had aangesloten…’ Jos wees met zijn schaar op een bruine telefoon met draaischijf in de hoek. ‘…Begon ‘ie te rinkelen. Of ik al open was. Volgend jaar mag ik met pensioen. Maar ik denk dat ik gewoon blijf knippen want ik heb geen idee wat ik anders zou moeten doen.’ ‘Heb je nog plannen voor de zomer?’ ging Jos verder. Weer een standaardvraag. ‘Jazeker, Vietnam, met m’n vriendin. We willen twee brommers kopen en de kust afzakken.’ ‘Azië. Leuk, al moet ik eerlijk zeggen dat ik nog nooit buiten Europa geweest ben.’ Ik zag de vakanties van Jos voor me. Samen met zijn vrouw met de caravan over de Autobahn. Oostenrijk vermoedde ik, misschien het Gardameer. Lezen voor de caravan, een beetje naar de bergen kijken en gewoon om zes uur avondeten. ‘Ook na uw pensioen geen grote plannen?’ ‘Nee hoor, ik zou niet weten wat ik aan de andere kant van de wereld zou moeten. Ik heb een paar oude brommers waar ik graag aan sleutel, dat is genoeg.’ Zijn ogen begonnen te glimmen. ‘Een Zundapp en een Kreidler, van die buikschuivertjes weet je wel. En dan in de zomer langs de ringvaart rijden.’ ‘Mijn vader heeft vroeger ook nog Zundapp gereden! Hij ging zelfs wel eens kamperen met dat ding!’ riep ik net iets te enthousiast, omdat ik blij was dat we iets gemeen hadden. ‘In de buurt van Leiden?’ vroeg Jos. ‘Nee ik kom uit Haarlem. Maar toen z’n brommer voor derde keer gestolen werd was ‘ie er wel klaar mee.’ ‘Wat toevallig, ik heb mijn Zundapp in Haarlem gekocht.’ Het zou toch niet, dacht ik bij mezelf. Jos legde de schaar weg en pakte een spiegel. Ik was klaar. En m’n nieuwe kapsel? Alsof het daar om gaat bij een kappersbezoek. DOOR TIM MEIJER