Projectplan Kadeverbetering polder Schieveen langs Schie, gemeente Rotterdam

Projectplan kadeverbetering langs de Schie, Polder Schieveen

Projectplan Kadeverbetering polder Schieveen langs Schie, gemeente Rotterdam

Opstellers: Status: Projectfase: Projectnummer: Datum:

Esther van der Hoek Definitief

Kopie:

Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

701740 27 oktober 2014


1.

Inleiding

1

2.

Beschrijving van het betrokken werk

2

2.1 2.2 2.2.1 2.3 2.4 2.5 2.6

Locatie Werkzaamheden Overige werkzaamheden buiten dit projectplan Relatie met het bestemmingsplan Relatie met de legger Relatie met de beleidregels Relatie met vergunningen/meldingen en andere besluiten

2 2 3 4 4 5 5

3.

Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd

6

3.1 3.2

Werkmethode Bouwlogistiek en planning

6 6

4.

Beschrijving van de te treffen voorzieningen

7

4.1 4.2 4.3

Monitoring tijdens uitvoering Beperken nadelige effecten Financieel nadeel

7 7 8

5.

Onderzoeken

9

5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7

Bodem Niet gesprongen explosieven Archeologie en cultuurhistorie Flora en Fauna Geotechnisch Niet waterkerende objecten Kabels en leidingen

9 9 9 9 10 10 10

6.

Beheer en onderhoud

11

7.

Procedure

11

7.1 7.2

Betrokken partijen/vooroverleg Rechtsbescherming

11 11

BIJLAGEN 1. Kadastrale grenzen en perceelnummers 2. VO rapportage, (kadeverbetering langs Schie, polder van Schieveen. RPS d.d. 6-3-2014) 3. Ecoscan van Aqua Terranova d.d. 9-4 -2014 4. Advies BOOR


1. Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna Delfland) is belast met de zorg voor het watersysteem in zijn beheergebied. Deze zorg omvat het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater, het beheer van de waterkeringen, het kwantiteitsbeheer van het grondwater en de zuivering van stedelijk afvalwater. De Waterwet en de op grond daarvan vastgestelde Waterverordening schrijven voor dat Delfland met betrekking tot het beheer van het watersysteem een beheerplan opstelt, dat is afgestemd op het Nationale Waterplan en het Provinciale Waterplan Zuid-Holland. Delfland heeft in het Waterbeheerplan 2010-2015, het strategisch werkplan van Delfland, de doelen en maatregelen voor de periode met ingang van 22 december 2009 vastgelegd. Hieronder valt een aantal maatregelen uit het programma Stevige dijken. Programma Stevige dijken Delfland is als waterschap verantwoordelijk voor de instandhouding van de primaire, regionale en overige waterkeringen. Delfland inspecteert en onderhoudt alle keringen, toetst ze aan de veiligheidsnormen en stelt verbeteringsplannen op en voert deze uit. Delfland hanteert onder andere de volgende doelstellingen: - Het uitvoeren van kadeverbeteringen bij instabiele regionale kades. - Het ophogen van te lage regionale kades. Uit de toetsing blijkt welke waterkeringen moeten worden versterkt of opgehoogd. Om de doelstellingen van het programma Stevige dijken te behalen, zijn maatregelen geformuleerd. Daartoe moeten waterstaatswerken worden aangelegd en gewijzigd. De Waterwet schrijft voor dat de waterbeheerder (in dit geval Delfland) een projectplan moet vaststellen bij de aanleg of wijziging van waterstaatswerken door of vanwege de waterbeheerder. Waterstaatswerken zijn: - een oppervlaktewaterlichaam (water, waterbodems, oevers, flora en fauna); - een bergingsgebied; - een waterkering; - een ondersteunend kunstwerk, zoals stuwen, gemalen en duikers. Het projectplan bevat ten minste de beschrijving van de te wijzigen en/of aan te leggen waterstaatswerken, de uitvoeringswijze en de voorzieningen om nadelige invloeden te beperken of te voorkomen. Bij het opstellen van het projectplan is getoetst in hoeverre deze werkzaamheden passen binnen de doelstellingen van de Waterwet. Dit projectplan behandelt de aanleg van een damwand langs een bestaande kade. De damwand heeft als doel de kade voldoende veilig voor de toekomst te maken door een damwand als oeverbescherming, in de Schie, te plaatsen. Voorgaande besluitvorming Het kadeverbeteringstraject, kade 31, Polder Schieveen (projectnummer 701740) maakt deel uit van het kadeverbeterings- en onderzoeksprogramma waartoe op 4 februari 2010 door de Verenigde Vergadering is besloten.

Datum: 12 juni 2014

pagina 1 van 12


2. Beschrijving van het betrokken werk 2.1 Locatie Op onderstaand bovenaanzicht is de projectlocatie inclusief de onderverdeling in trajecten weergegeven. De projectlocatie is gelegen aan de Schie langs de Delftweg ten westen van de A13. Grofweg tussen de huisnummers 144 tot en met 172. Lengte 575 m (zie groene lijn in afbeelding 2.1). In bijlage 1 is een kaartje opgenomen met de kadastrale grenzen en perceelnummer.

A13

Afbeelding 2.1 Ligging projectlocatie 2.2 Werkzaamheden Het project maakt onderdeel uit van het programma ‘Stevige Dijken’, waarbij Delfland ernaar streeft om de meest risicovolle keringen in 2015 op orde te hebben. Het traject is methodisch goedgekeurd, echter het beheerdersoordeel geeft aan dat de kade het veiligheidsoordeel: “voldoet niet aan de norm” krijgt. De bekleding (en veelal de beschoeiing) van het buitentalud is namelijk over de gehele lengte in een zeer slechte conditie. Er vindt afkalving van het buitentalud plaats, waardoor het waterkerend vermogen van de kade wordt aangetast. De afkalving wordt versterkt door golven en stromingen van de beroepsvaart. De geconstateerde afkalving is een doorgaand proces, waardoor kruinverlaging- en versmalling plaatsvindt. Door het plaatsen van een damwand kan de oever hersteld worden. Het voorontwerp is in samenwerking met de provincie Zuid-Holland (DMS 1141558) en adviesbureau RPS gemaakt. Voor details wordt verwezen naar de ontwerprapportage van RPS (zie bijlage 2).

Datum: 12 juni 2014

pagina 2 van 12


De grote lijnen van het voorontwerp zijn als volgt (zie afbeelding 2.2):  het gestaffeld en zettingsvrij aanbrengen van een stalen damwand met het type AZ18 10/10 (planklengte 18,0 m), afgewisseld met een stalen damwand met het type AZ13770 (planklengte 7,0 m). Dit voldoet aan de toekomstige vaarwegeisen van de provincie (en eisen die Delfland stelt). De damwanden reiken tot een diepte van respectievelijk NAP -18,30 m (in pleistoceen) en NAP-7,30 m. Voor het plaatsen van de damwand zal de aanwezige stortsteen worden afgevoerd.  Voor de damwand is rekening gehouden met een levensduur van 100 jaar  Een gording (houten balk) op de waterlijn, om de flora en fauna in stand te houden.  Tevens vindt er kruinverbreding (circa 2 meter) \ verhoging tot NAP +0,25 m over de volledige projectlengte plaats. Deze werkzaamheden vallen buiten dit projectplan (zie 2.2.1 Overige werkzaamheden) omdat het groot onderhoud betreft.

Afbeelding 2.2, Dwarsdoorsnede kadeverbetering Schieveen

2.2.1 Overige werkzaamheden buiten dit projectplan Damwand Door de continue afkalving vindt niet alleen versmalling van de kade plaats maar ook verlaging van de kade. De kade moet dus ook opgehoogd en verbreed worden. Deze werkzaamheden vallen binnen de legger en maken daarom geen onderdeel uit van dit projectplan.

Datum: 12 juni 2014

pagina 3 van 12


Inlaten In en nabij de waterkering zijn twee waterinlaten geïnventariseerd. Met het plaatsen van de damwanden zal zorg gedragen worden voor de instandhouding van deze inlaten. De inlaat voor Delftweg 166 zal worden aangepast met een afsluiter en rooster zowel aan de polder- als boezemzijde (Schie). De eigenaar van de inlaat zal hiertoe een Watervergunning bij Delfland moeten aanvragen. Deze werkzaamheden vallen buiten dit ontwerp-projectplan.

Afbeelding 2.2.1: Locatie inlaten

2.3 Relatie met het bestemmingsplan Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is voor een deel van het gebied waar het project zal worden uitgevoerd het bestemmingsplan Schiezone (BP0646, 2011-09-07, gemeente Rotterdam) vastgesteld. De gronden zijn bestemd als : - groen (art. 7) - water (art. 21) - waterstaat/waterkering (art.26) - Keurzone De voorgenomen activiteiten passen binnen het geldende bestemmingsplan.

2.4 Relatie met de legger De kade langs de Schie en de Delftweg in de polder Schieveen is opgenomen in de legger Regionale waterkering 2013. Door het wijzigen van het waterstaatswerken moet de Legger worden mogelijk worden gewijzigd. In overleg met BBC-waterkering is besloten om voor deze kade nu geen leggerwijziging te doen. Reden hiervoor is dat het nog onduidelijk is hoe om te gaan met damwanden in relatie tot oeverbescherming/ buitenwaarste stabiliteit. De zoneringen en ligging buitenkruinlijn en grondprofiel van de kaden blijven hier overigens nagenoeg ongewijzigd.

Datum: 12 juni 2014

pagina 4 van 12


2.5 Relatie met de beleidregels De volgende beleidsregels van Delfland zijn van toepassing op het project: - Algemeen Waterkeringenbeleid - Beleidsregel medegebruik regionale waterkeringen (mei 2014) - Keur Delfland en Algemene regels behorend bij de Keur 2010 - Beleidsregel werken in het profiel van wateren 2009 - Functioneel Ontwerpproces Boezemkaden Het technisch ontwerp van het te wijzigen waterstaatswerken voldoet aan de beleidsregels. 2.6 Relatie met vergunningen/meldingen en andere besluiten Voor sommige activiteiten die binnen het project vallen, dient naast het projectplan een aparte vergunningen- of meldingprocedure te worden opgestart. Deze vergunningen/meldingen zijn géén onderdeel van het projectplan en volgen een separate procedure. Wet en regelgeving waarvoor Delfland bevoegd gezag is: Besluit Bodemkwaliteit Voor het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen geldt een meldplicht. Het Besluit Bodemkwaliteit is van toepassing op de volgende activiteiten: -

opvullen van ruimte tussen beschoeiingen/damwanden en insteek watergang kadeverbetering waarbij grond op de kade wordt toegepast het aanbrengen van grond op oevers en talud voor onderhoud of ter versteviging

Voor het ophogen van de kade wordt gebruik gemaakt van schone grond (erosiebestendige klei). De activiteiten worden gemeld door de aannmer bij het bevoegd gezag. Overige wet en regelgeving Voor de uit te voeren werkzaamheden worden de volgende vergunningen/ontheffingen, in het derde kwartaal van 2014, aangevraagd: Omgevingsvergunning Omgevingsvergunning door het Hoogheemraadschap van Delfland bij de gemeente Rotterdam voor de volgende deelactiviteit: - grondkering of damwand plaatsen Vaarwegvergunning Door het Hoogheemraadschap van Delfland wordt een aanvraag, tot ontheffing van het werken in een vaarweg (Schie), bij de provincie Zuid-Holland ingediend voor het werken in een vaarweg.

Datum: 12 juni 2014

pagina 5 van 12


3. Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd 3.1 Werkmethode De damwand kan trillend of drukkend de grond in worden geduwd. De damwanden zullen vanaf een ponton, waarop een kraan staat, worden geplaatst. Voor het op hoogte brengen van de kade volstaat klein materieel (max. 7 ton) op de kade. Globaal wordt de volgende uitvoeringsvolgorde aangehouden: 1. Plaatsen ponton en vaarbak in de Schie 2. Afvoeren stortsteen en puin t.p.v. de aan te brengen damwand 3. Plaatsen damwand ( lengte planken 7 en 16 m, gestaffeld) 4. Ophogen kade met klei 5. Afwerken kade Er zal gewerkt worden met een geintegreerde contractvorm. De aannemer is verantwoordelijk om op een goede manier de mogelijke verontreinigde puin en stortsteen af te voeren. Tevens zal de aannemer in zijn Uitvoeringsontwerp moeten kunnen aantonen dat de kade tijdens de uitvoering voldoende stabiel is en blijft. Met name het moment waarop de stortsteen verwijderd wordt en de damwand nog niet geplaatst is. 3.2 Bouwlogistiek en planning De werkzaamheden worden grotendeels vanaf het water uitgevoerd. De damwanden worden geplaatst door te werken vanaf een ponton. Een kraan aanwezig op dit ponton zal voorafgaand aan het plaatsen van de damwanden het puin en storsteen uit de watergang verwijderen en op een vaarbak plaatsen welke wordt afgevoerd naar een aangewezen locatie. Mogelijk zullen (tijdelijke) verkeersmaatregelen worden genomen, bij bijvoorbeeld het plaatsen van de diepe damwanden, het aanhelen van de kade of andere werkzaamheden welke risico’s meebrengen voor langsrijdend verkeer. Door de aannemer worden hier afspraken over gemaakt met de gemeente Rotterdam. Door de aannemer zal worden voorzien in een passende tijdelijke afzetting. De aan te brengen kleilaag kan in één laag worden aangebracht. Waarna deze kan worden ingezaaid.

Datum: 12 juni 2014

pagina 6 van 12


4. Beschrijving van de te treffen voorzieningen 4.1 Monitoring tijdens uitvoering De uitvoering van het werk dient door de aannemer uitvoerig gemonitord te worden om mogelijke effecten op de omgeving vast te kunnen stellen. Bij een geïntegreerd contract ligt de verantwoordelijkheid voor het voldoen aan de eisen uit dit contract bij de aannemer. De aannemer dient aantoonbaar te maken dat tijdens de uitvoering wordt gewerkt volgens de door Delfland gestelde eisen en randvoorwaarden, en dat nadelige effecten op de omgeving voorkomen of beheerst worden. De volgende aspecten komen bij de monitoring in ieder geval aan de orde: Tabel 1: Monitoring tijdens uitvoering

Onderdeel Waterkerend vermogen en schade aan waterkering

Wijze van monitoring Uitvoeren van voor- en naopnames en inmeting. Inspectie gedurende uitvoering

Naleven van voorschrift vergunningen

Door aannemer aantoonbaar maken van gevolgde procedures

Ecologische effecten

Werken volgens gedragscode en zorgplicht in acht nemen (zie 5.4 voor de te nemen maatregelen). Uitvoeren van bouwkundige voor- en naopnames.

Schade aan bebouwing en wegconstructies

Aanbrengen van meetbouten ter plaatse van panden.

Schade aan woningen door een verandering of fluctuering van het grondwater Hinder vaarwegen

Monitoring middels peilbuizen in een raai (kruin, teen en voortuin) gedurende ongeveer een jaar Werken conform vaarwegenverordening

Doel Voorkomen van afname in waterkerend vermogen en nemen van beheersmaatregelen om veiligheid te waarborgen. Vaststellen of aannemer zich houdt aan de voorschriften en bepalingen zoals opgenomen in de afgegeven vergunningen. Ecologisch verantwoorde realisatie conform voorschriften. Vaststellen van objectieve nul-situatie en situatie gedurende de uitvoering van het werk. Vaststellen van trillingen door verkeer of materieel om schade te voorkomen. Aantonen dat door de kadeverbetering de grondwaterstand niet verandert Voorkomen van hinder vaarwegverkeer

4.2 Beperken nadelige effecten In onderstaande tabel zijn de belangrijkste nadelige effecten op de omgeving opgenomen die op kunnen treden door het uitvoeren van het werk. Verder zijn de beheersmaatregelen opgenomen die deze effecten moeten beperken of voorkomen. Daarnaast wordt beschreven op welke wijze dit gecontroleerd wordt.

Datum: 12 juni 2014

pagina 7 van 12


Tabel 2: Beheersing van nadelige effecten op omgeving

Nadelige effecten Verkeershinder voor omwonenden

Tijdelijke afsluiting van wegen en wandelen fietspaden

Bereikbaarheid woningen en bedrijven

Onveilige situaties op het water Afkalven oevers door golfslag a.g.v. grondtransport over het water Verstoring broedvogels en andere (strikt) beschermde diersoorten, zoals vleermuizen

Schade en geluidsoverlast aan woningen

Beheersmaatregel In het contract worden eisen gesteld ten aanzien van transportroutes. Op basis daarvan stelt de aannemer een uitvoeringsen transportplan op dat door Delfland wordt goedgekeurd. In het contract worden eisen gesteld voor het opstellen van een uitvoeringsen transportplan door de aannemer in afstemming met wegeigenaren en wegbeheerders: uitgangspunt is dat routes zoveel mogelijk open moeten blijven. In het contract worden eisen gesteld om de bereikbaarheid van woningen en bedrijven te waarborgen (bijvoorbeeld het beperken van steile toeritten). Opstellen van uitvoeringsen transportplan door de aannemer: alternatieve routes en parkeerplaatsen aangeven, periodes beperken waarin routes tijdelijk worden afgesloten. De aannemer dient waarschuwingen in te stellen in afstemming met de vaarwegbeheerder. In het contract worden, in afstemming met de vaarwegbeheerder, snelheidsbeperking en maximale diepgang opgelegd. Het kappen van bomen dient te gebeuren buiten het broedseizoen. Werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de gedragscode Flora- en faunawet 2012 van de waterschappen. In het contract worden eisen gesteld om het werken met groot materieel en veel transportbewegingen nabij woningen te beperken. Er wordt gewerkt conform de voorschriften in de ter plaatse geldende APV.

4.3 Financieel nadeel Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die de uitvoering van het project in de weg staat. Indien een belanghebbende ten gevolge van dit besluit toch schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan op grond van artikel 7.14 van de Waterwet een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. Voor de wijze van indiening van een dergelijk verzoek en voor de procedure wordt verwezen naar de Verordening schadevergoeding Delfland.

Datum: 12 juni 2014

pagina 8 van 12


5. Onderzoeken In de voorbereiding van het project zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd: Tabel 3: overzicht uitgevoerde onderzoeken

3

Opsteller Delfland RPS + Witteveen BOS RPS

4

RPS

5 6

Aqua Terra Nova Gemeente Rotterdam

1 2

Rapport/memo Startdocument Kade 31: Schieveen Gedetailleerde toetsing boezemkade schieveen langs Delftse Schie Voorlopig ontwerp varianten, kadeverbetering langs de Schie, polder Schieveen, incl risico analyse en klicmeldingpolder Schieveen Voorlopig ontwerp, kadeverbetering langs de Schie, polder Schieveen Eindrapportage eco-scan Brief noodzaak uitvoeren archeologisch (voor)onderzoek

Datum 13-12-2012 02-05-2010 2-8-2013

05-03-2014 9-4-2014 13-3-2014

Op basis van onderzoeken 1 en 2 zijn onderzoeken 3 en 4, respectievelijk ‘Voorlopig ontwerp varianten kadeverbetering’ en ‘voorlopig ontwerp kadeverbetering’, opgesteld (zie bijlage 2). Onderzoeken 5 en 6 (bijlagen 3 en 4) zijn uitgevoerd om te bepalen of vervolgonderzoeken noodzakelijk waren met het doel om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. In dit hoofdstuk staan korte samenvattingen van de uitgevoerde onderzoeken. 5.1 Bodem Ten tijde van de werkzaamheden zal de steenbestorting worden verwijderd. De steenbestorting welke mogelijke verontreinigd is zal worden afgevoerd naar een daarvoor aangewezen locatie. Indien noodzakelijk zal de aannemer hiertoe aanvullende maatregelen treffen. 5.2 Niet gesprongen explosieven Voorafgaande aan de graafwerkzaamheden zal de aannemer met een grondradar het gebied verkennen. Hierdoor is de veiligheid afdoende gewaarborgd. 5.3 Archeologie en cultuurhistorie Het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) ziet geen reden tot archeologisch vooronderzoek op de planlocatie. 5.4 Flora en Fauna Bij dit project moet rekening gehouden worden met de Flora- en faunawet (zie bijlage 3). Het project ligt buiten de invloedssfeer van beschermde natuurgebieden of ecologische verbindingszones. Een nadere toetsing aan de Natuurbeschermingswet of de Ecologische Hoofdstructuur is niet nodig. Per (potentieel) aanwezige beschermde soortgroep wordt de vervolgprocedure aangegeven.

Vogels De nesten van vogels in het projectgebied zijn beschermd tijdens het broeden. Om verstoring van broedvogels te voorkomen, wordt geadviseerd de werkzaamheden buiten het broedseizoen (grofweg van 15 maart t/m 15 juli) uit te voeren. Indien de werkzaamheden in de periode maart t/m juli worden uitgevoerd, dient de aanwezigheid van vogelnesten voorafgaand aan de werkzaamheden gecontroleerd te worden.

Datum: 12 juni 2014

pagina 9 van 12


Indien vogelnesten aangetroffen worden, dienen de werkzaamheden nabij het nest uitgesteld te worden totdat de jongen uitgevlogen zijn of dient een verstoringsvrije zone rond het nest opgesteld te worden. Ter voorkoming van broedgevallen in het projectgebied, wordt geadviseerd het aanwezige groen in het projectgebied buiten het broedseizoen te verwijderen.

Algemeen voorkomende dieren van tabel 1 Voor het verwijderen van verblijfplaatsen en het verwonden van de potentieel aanwezige tabel 1soorten geldt een vrijstelling. Vanwege de beperkte omvang van de activiteiten en de beperkte geschiktheid van het projectgebied wordt het niet noodzakelijk geacht om gerichte maatregelen voor tabel 1-soorten te treffen in het kader van de Zorgplicht.

Vleermuizen De uitvoering van het project kan een effect hebben op beschermde functies voor vleermuizen. Om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen dient aanwezige verlichting tussen zonsondergang en zonsopkomst in de periode maart t/m oktober naar de grond toe en van de watergang afgericht te worden. Indien dit niet mogelijk is, is nader ecologisch onderzoek naar vleermuizen en eventueel een ontheffing van de Flora- en faunawet noodzakelijk om het project uit te kunnen voeren.

Vissen Het vergraven van de steenbestorting in de periode maart t/m juli kan een effect hebben op beschermde voortplantingslocaties van rivierdonderpad. Om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen dienen de werkzaamheden uitgevoerd te worden conform een goedgekeurde gedragscode, bijvoorbeeld de gedragscode van de Unie van Waterschappen (17). Hierbij dienen werkzaamheden onder de waterlijn uitgevoerd te worden in de periode 15 juli t/m 31 oktober. Indien de werkzaamheden in de periode november t/m februari uitgevoerd worden is extra voorzorg nodig. Indien de werkzaamheden in de periode maart t/m 15 juli uitgevoerd worden is nader onderzoek naar rivierdonderpad en eventueel een ontheffing van de Flora- en faunawet noodzakelijk om het project uit te kunnen voeren.

5.5 Geotechnisch Het traject is methodisch goedgekeurd voor de stabiliteitseisen, het beheerdersoordeel geeft aan dat de kade veiligheidsoordeel “Voldoet niet aan de norm” krijgt. De bekleding (of beschoeiing) van het buitentalud is namelijk over de gehele lengte in een zeer slechte conditie (575 m). Er vindt afkalving van het buitentalud plaats, waardoor het waterkerend vermogen van de kade kan worden aangetast. De afkalving wordt versterkt door golven en stromingen van de beroepsvaart. De geconstateerde afkalving is een doorgaand proces, waardoor kruinverlaging/versmalling plaatsvindt. 5.6 Niet waterkerende objecten Onder niet waterkerende objecten (NWO’s) worden alle objecten verstaan die geen functioneel deel uitmaken van de waterkering. NWO’s zijn veelal harde constructies of elementen binnen de invloedszone van de waterkering. In en nabij de waterkering zijn twee waterinlaten geïnventariseerd zie 2.2.1 voor de ligging en omgangswijze van deze inlaten. 5.7 Kabels en leidingen Middels een KLIC melding zijn de kabels en leidingen in beeld gebracht. Er zijn op de KLIC melding geen leidingen aanwezig. Er zijn derhalve geen gesprekken gevoerd met leidingbeheerders.

Datum: 12 juni 2014

pagina 10 van 12


6. Beheer en onderhoud De waterkering blijft in beheer en onderhoud bij Delfland. Met de provincie zijn afspraken gemaakt dat de kosten voor beheer en onderhoud worden gedeeld. De gronden blijven in eigendom van de huidige grondeigenaar (voor 2/3 gemeente Rotterdam (Overschie) en 1/3 deel Delfland).

7. Procedure 7.1 Betrokken partijen/vooroverleg In 2014 zullen op diverse momenten overleggen plaatsvinden met de betrokken grondeigenaren, de gemeente Overschie en beheerders van de kade. Deze overleggen zijn gericht op het bereiken van overeenstemming over het gebruiken van de betreffende gronden voor het uitvoeren van de voorziene kadeverbeteringswerkzaamheden. De eigenaar van de Delftweg 144 t/m 172 worden op korte termijn geïnformeerd over de gevolgen van de kadeverbetering. Deze gesprekken worden in de tweede helft van 2014 gevoerd. De Rotterdam en de deelgemeente Overschie zijn geïnformeerd over de werkzaamheden. 7.2 Rechtsbescherming Het ontwerp-besluit en het ontwerp-projectplan hebben ter inzage gelegen van 10 september tot en met 21 oktober 2014. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Het besluit wordt bekendgemaakt door kennisgeving van de zakelijke inhoud daarvan in het digitale Waterschapsblad en op de website van Delfland, met vermelding van het feit dat belanghebbenden die bij de voorbereiding van dit besluit tijdig hun zienswijzen naar voren hebben gebracht, of belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij hier redelijkerwijs niet toe in staat zijn geweest, gedurende een periode van 6 weken na bekendmaking een beroepschrift kunnen indien bij de rechtbank. In de kennisgeving wordt ook vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage worden gelegd. N.B. Op dit besluit is de Crisis- en Herstelwet van toepassing. Dit betekent dat belanghebbenden de gronden in hun beroepschrift moeten aangeven en dat na afloop van de beroepstermijn geen nieuwe gronden meer kunnen worden aangevoerd. In het beroepschrift moet worden vermeld dat de Crisis- en Herstelwet van toepassing is.

Datum: 12 juni 2014

pagina 11 van 12


Bijlagen

Datum: 12 juni 2014

Projectplan Kadeverbetering polder Schieveen langs Schie, gemeente Rotterdam

Recommend Documents