Jachthaven Allround Watersport Meerwijck
Ontwerp - Projectplan Waterwet
Kadeverbetering Meerwijck Kropswolde
Projectnummer: 500/18 Datum:
17-5-2013
Opsteller: Versie: Toegang "De Leine" bij de Rietzoom
Inhoudsopgave Projectplan Waterwet .............................................................................................................................. 1 DEEL I - AANLEG OF WIJZIGING VAN KADEVERBETERING MEERWIJCK KROPSWOLDE........... 2 1 Aanleiding en doel ......................................................................................................................... 2 2 Ligging en begrenzing plangebied ................................................................................................. 4 3 Beschrijving van de waterstaatswerken (= gewenste situatie) ...................................................... 5 4 Beschikbaarheid gronden .............................................................................................................. 9 5 Effecten van het plan ................................................................................................................... 10 6 Wijze waarop het werk zal worden uitgevoerd ............................................................................ 10 6.1 Globale planning. ......................................................................................................................... 10 6.2 Uitvoeringsaspecten. ................................................................................................................... 10 6.3 Calamiteiten of ongewoon voorval. ............................................................................................. 10 7 Beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van nadelige gevolgen ................................................................................................................................. 11 7.1 Beperken nadelige gevolgen van het plan .................................................................................. 11 7.1.1 Voorkoming en waar nodig beperking overstromingen, wateroverlast en waterschaarste. ........ 11 7.1.2 Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen. . 11 7.1.3 Vervulling van de maatschappelijke functies van het watersysteem........................................... 11 7.2 Beperken nadelige gevolgen van de uitvoering........................................................................... 11 7.3 Financieel nadeel ......................................................................................................................... 11 8 Legger, beheer en onderhoud ..................................................................................................... 12 8.1 Legger .......................................................................................................................................... 12 8.2 Beheer en onderhoud .................................................................................................................. 12 DEEL II - VERANTWOORDING ............................................................................................................ 14 1 Verantwoording op basis van wet- en regelgeving ...................................................................... 14 2 Verantwoording op basis van beleid ............................................................................................ 14 2.1 Toets beleid waterschap .............................................................................................................. 14 2.2 Toets overig beleid ...................................................................................................................... 14 3 Benodigde vergunningen en meldingen ...................................................................................... 15 4 Procedure .................................................................................................................................... 15 5 Communicatie .............................................................................................................................. 16 DEEL III - RECHTSBESCHERMING .................................................................................................... 17 DEEL IV - BIJLAGEN ............................................................................................................................ 19 Bijlage 1 ................................................................................................................................................. 19 Bijlage 2 ................................................................................................................................................. 24
Projectplan Waterwet voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet
Leeswijzer Het
projectplan Kadeverbetering Meerwijck Kropswolde bestaat uit vier delen. In deel I wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel II geeft een toelichting op waarom dit werk wordt uitgevoerd. Dit deel is, met andere woorden, de onderbouwing van het plan. Deel III geeft informatie over de rechtsbescherming en de procedures, en deel IV bevat rapporten en onderzoeken die voor het plan van belang zijn.
1
DEEL I - AANLEG OF WIJZIGING VAN KADEVERBETERING MEERWIJCK KROPSWOLDE 1
Aanleiding en doel
Momenteel voldoet het veiligheidsniveau van de kaden in het plangebied Meerwijck te Kropswolde niet aan de daarvoor geldende norm. Om het boezemgebied van de Eemskanaal - Dollardboezem en de daarvan deel uitmakende kaden aan de vereiste veiligheidsnormen te laten voldoen heeft het Algemeen bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s in 2004 het Masterplan Kaden vastgesteld. In dit plan is aangegeven welke maatregelen op hoofdlijnen nodig zijn voor de verbetering van de kaden langs het water van de Eemskanaal- Dollardboezem. Eén onderdeel van dit Masterplan Kaden is de verbetering van de veiligheidssituatie van het gebied Meerwijck te Kropswolde. Het gebied dat de huidige kade beschermt betreft de aan de oostzijde liggende polders en strekt zich uit tot in de bebouwing van Kropswolde en Hoogezand. Huidige situatie In het plangebied zijn de volgende vier delen, met daarbij aangegeven de huidige kerende hoogte, te onderscheiden: • Gebied 1, de straten Aak, Bark en Tjalk. De hier aanwezige woningen hebben alle een drempelhoogte van N.A.P. + 1,80 m; • Gebied 2, de Maaslaan, Waallaan, Rijnlaan IJssellaan, Merwedelaan en Vechtlaan met een drempelhoogte lager dan N.A.P. + 1,80 m; • Gebied 3, de Recreatiewoningen van de Rietzoom met een drempelhoogte van ca. N.A.P. + 1,40 m; • Gebied 4, Camping De Leine. met een huidige hoogte van N.A.P + 1,65 m / N.A.P. + 1,70 m. • Gebied 5, de kade langs het recreatiegebied Meerwijck met een huidige hoogte van N.A.P + 1,50 m / N.A.P. + 1,70 m. ..
2
•
•
•
•
De gebieden 1 en 2 zijn ontwikkeld in opdracht van de gemeente Hoogezand Sappemeer. In gebied 1 en 2 worden de waterpartijen van de bewoonde gebieden omzoomd door kaden, die met vergunning van het waterschap, tijdens de realisatie van de woningen, door de gemeente Hoogezand Sappemeer zijn aangelegd. Deze kaden zijn deels beplant, deels bebouwd en deels vrij toegankelijk. De aanleghoogte was destijds bij de realisatie lager dan de huidige maaiveldhoogte. De vereiste normen zijn daarna ook aangescherpt. De gemeente is verantwoordelijk voor het op vergunning-hoogte houden van de kade (N.A.P. +1,70 m). Het waterschap heeft de verantwoordelijkheid om de kade van de huidige hoogte naar de gewenste hoogte van N.A.P. + 2,00 m te brengen. Gebied 3 ligt nu binnen de boezem. Bij hoogwater op het Zuidlaardermeer zijn deze woningen onvoldoende beschermd tegen hoog water. Afgelopen 10 tot 15 jaar zijn deze “recreatie woningen” opgewaardeerd door grootschalige renovatie. Gebied 4 is een camping terrein met stacaravans. De stacaravans op camping “De Leine” zijn niet beschermd tegen hoog water volgens de huidige normstelling. Het maaiveld is hoger gelegen dan het maaiveld in gebied 3. De kade voldoet niet aan de gewenste hoogte van N.A.P. + 2,00 m. Gebied 5 is het bestaande recreatiegebied met daarin extensieve recreatie, maar ook een camping en een strandpaviljoen.
Doel van dit plan Doel van het plan is om de kaden in het gebied aan de vereiste veiligheidsnormen te laten voldoen. Dit wordt gerealiseerd door in voldoende mate een waterkering tussen de boezem en het plangebied te hebben en de kaden te laten voldoen aan de vereiste afmetingen. Op een belangrijk deel van het traject is de aanpassing problematisch vanwege de ligging van de waterkering in tuinen en in beboste gebieden. In een deel van het plangebied ligt de bebouwing in het boezemgebied die daardoor een lager veiligheidsniveau heeft dan de overige bebouwde gebieden. De uitgangspunten voor de afmetingen zijn: • Een kadehoogte van N.A.P. + 2,00 m bij toepassing van een zachte kade ( grondlichaam ); • In situaties waarin sprake is van een harde kade ( damwand of naastliggende weg ) wordt een kadehoogte van N.A.P. + 1,80 m toegepast; • De grondkade heeft een kruinbreedte van minimaal 3 m; • Het talud aan de waterzijde heeft een helling van 1: 2, het talud aan de landzijde 1: 3; • Op plaatsen waar deze afmetingen vanwege ruimtegebrek of het aanwezig zijn van bomen niet gehaald kan worden zal er een praktische oplossing worden gekozen die wel een voldoende veiligheid waarborgt en goed te onderhouden is. Oplossing van het knelpunt In het plan wordt voor een gedeelte een nieuw kadetracé voorgesteld waardoor een betere oplossing voor de te lage kaden kan worden gerealiseerd. Dit alternatieve tracé biedt de volgende voordelen. • De veiligheid van de bestaande, achter de huidige kaden gelegen polders wordt op het vereiste niveau gebracht; • De veiligheid voor een groot aantal woningen neemt toe; • Er hoeft geen verhoging van de kade rondom de bewoonde gebieden naar de gewenste hoogte plaats te vinden; • De kadelengte wordt aanzienlijk verkort; • Gebied 3 komt bij hoog water buiten de boezem te liggen waardoor een extra gebied met een hoge economische wordt beschermd; • Met de geraamde investering van ca. € 1.100.000,- (ex. BTW) wordt een aanzienlijk groter gebied met grote economische waarde beter beschermd tegen hoog water.
3
2
Ligging en begrenzing plangebied
Het plangebied ligt geheel in de gemeente Hoogezand Sappemeer aan de noordoostkant van het Zuidlaardermeer. Het tracé van de kade is opgesplitst in de volgende delen die op de onderstaande tekening zijn aangegeven (zie voor een grotere tekening bijlage 2): A. Traject camping Meerwijk – Strandweg - Waesingeweg A.1 Kade bij jachthaven Meerwijck- deel Strandweg A.2 Van camping Meerwijck tot Strandweg: A.3 Strandweg A.4 Strandweg - Waesingeweg B. In dit gedeelte wordt de kade Traject Strandweg - afsluiting tot watersportbedrijf Allround Watersport Meerwijck B1. Meerweg B2. Klein Scheveningen B3. Allround Watersport Meerwijck C. Traject afsluiting “Allround Watersport Meerwijck” – afsluiting De Leine C1. langs Meerweg - Kanoclub “De Fuut” C.2 Zeilschool C.3 Rietzoom D. Traject afsluiting De Leine - tracé over de camping De Leine
4
3
Beschrijving van de waterstaatswerken (= gewenste situatie)
De werkzaamheden bestaan voor het overgrote deel uit de verbetering van bestaande kaden. Op een aantal plaatsen wordt een nieuwe kade aangelegd. Op twee plaatsen wordt een constructie aangelegd om alleen in hoogwatersituaties de open verbinding met het Zuidlaardermeer af te sluiten. Traject A. Van camping Meerwijck tot kruising Waesingeweg/Schoener: Hier worden de te laag gelegen gedeelten van dit traject op de vereiste hoogte gebracht. De aangegeven gedeelten zijn momenteel niet op de hoogte van N.A.P. + 2,00 m. A.1 Kade bij jachthaven Meerwijck- deel Strandweg Het gedeelte kade dat langs de jachthaven parallel aan het Zuidlaardermeer loopt, wordt versterkt met klei. Deze kade wordt op N.A.P. + 2,00 m hoogte gebracht. Het onderhoud is bij het waterschap. A.2 Van camping Meerwijck tot Strandweg: Globaal de eerste helft van dit tracé vanaf de camping is op de vereiste hoogte van N.A.P. + 2,00 m. Het resterende deel is niet op hoogte. De ophoging vindt plaats met zand en aan de waterzijde wordt een kleilaag aangebracht. De hoogteligging van dit gedeelte varieert sterk. Het betreft een bestaand tracé. De gemeente Hoogezand kapt c.q. snoeit bomen op dit tracé zodat er een vrij tracé van 5,00 m breed ontstaat.
Strand "Meerwijck"
Jachthaven bij camping Meerwijck
5
A.3 Strandweg De bestaande kade komt te vervallen, Voor het grootse deel van dit traject ligt de weg en de wegberm boven de vereiste hoogte. In het te laag gelegen deel wordt een nieuwe kade aangelegd in oostelijke de berm van de Strandweg. A.4 Strandweg - Waesingeweg De bestaande kade komt te vervallen, er wordt een nieuwe kade aangelegd. In dit gedeelte wordt de kade op een nieuw tracé aangelegd ter vervanging van de kade langs het water, die moeilijk te onderhouden is. De gemeente Hoogezand gaat een kade aanleggen met een hoogte van N.A.P. +2,00 m in de berm van de Waesingeweg en de Strandweg. - De kade langs de Strandweg wordt opgebouwd uit zand met aan de hoogwaterzijde een 0,60 m dikke kleilaag. De aanleghoogte wordt N.A.P. +2,00 m. - De kade langs de Waesingeweg wordt volledig opgebouwd uit klei. De taluds krijgen aan weerszijden een helling van 1 : 1, waardoor een kruinbreedte van 3,00 m kan worden gerealiseerd. De bomen in de berm kunnen worden gehandhaafd. Wel dienen deze te worden gesnoeid. Traject B. Dit traject loopt langs de Meerweg richting Klein Scheveningen tot en met Allround Watersport Meerwijck. B1. Meerweg Langs de Meerweg en de parkeerplaats wordt deels een kade van klei tot N.A.P. + 2,00 m aangelegd. Over een klein gedeelte in de berm wordt een L – wand aangebracht. Langs dit tracé wordt de afwatering van de weg niet verstoord. Aansluiting van deze kade vindt plaats op de bestaande houtwal naast de parkeerplaatsen. Deze houtwal voldoet aan de vereiste hoogte. De L – wanden en de kade komen in onderhoud bij het waterschap. B.2.Klein Scheveningen De situatie op het recreatieterrein Klein Scheveningen wordt beschermd tegen hoog water door het plaatsen van L – wanden. De toegang naar de drie recreatiewoningen worden door middel van schotbalken dichtgezet tijdens hoog water. Op de bijlage bij dit plan is de constructie weergegeven hoe de bescherming tegen hoog water van het naastliggende gebied plaats vindt. De woningen van “Klein Scheveningen” blijven binnen de boezem liggen. Financieel/technisch is het met het beschikbare budget niet haalbaar om deze woningen buiten de boezem te brengen. B.3 Allround Watersport Meerwijck Ter plaatse van het watersport bedrijf wordt een kade van klei over het bestaande grasveld aangelegd. De hoogte bedraagt N.A.P. + 2,00 m. De kruinbreedte 4,00 m. Naast de bedrijfswoning wordt een coupure van 5,00 m breed gerealiseerd.
6
Meerweg nabij Allround Watersport Meerwijck
Jachthaven bij Allround Watersport Meerwijck Traject C. Dit traject loopt langs de bestaande weg (Meerweg) vanaf de geplande afsluitvoorziening bij het watersportbedrijf tot de afsluitvoorziening naast camping “De Leine” . C1. langs Meerweg - Kanoclub “De Fuut” Dit traject loopt vanaf de geplande afsluitvoorziening bij het watersportbedrijf tot en met het deel van de Meerweg naast de Fuut. Langs dit bedrijf wordt een L- wand geplaatst vanwege de aanwezigheid van kabels en leidingen. De inrit van het terrein wordt geïntegreerd in de Meerweg. De aanleghoogte van dit tracé bedraagt N.A.P.+ 1,80 m. De naastliggende weg wordt als “harde” kade aangemerkt. C.2 Zeilschool Er wordt een nieuwe kleikade aangebracht met daarop een hekwerk met een hoogte van 1,00 m. De bestaande coniferen worden verwijderd. De inrit van het terrein wordt geïntegreerd in de Meerweg. De parkeerplaats wordt opgehoogd met steenslag tot N.A.P.+ 1,80 m. C.3 Rietzoom Langs de Meerweg aan de kant van het terrein van de Rietzoom wordt de kade opgebouwd door de bestaande kade te verzwaren met klei en gedeeltelijk een L-wand aangebracht. De inrit van de Rietzoom wordt geïntegreerd in de Meerweg. De Rietzoom blijft binnen de boezem van het Zuidlaardermeer liggen. Op basis van een kostenbatenafweging is het niet haalbaar De Rietzoom buiten de boezem te brengen. De aanwezige bomen die de uitvoering belemmeren dienen te worden gesnoeid of gekapt. De gemeente Hoogezand zal dit verzorgen. De kade en de L- wanden komen in onderhoud bij het waterschap.
7
Zeilvereniging Zuidlaardermeer Traject D. Het betreft een nieuw tracé De nieuwe kade beschermd Camping en Recreatiegebied De Leine en de Recreatiewoningen de Rietzoom. De kade wordt aangelegd op particulier terrein van Camping en Recreatiegebied De Leine. Dit tracé loopt grotendeels over bestaande toegangswegen op de camping. Ophoging zal plaatsvinden met steenslag tot N.A.P. + 1,80 m. De aanleghoogte van N.A.P. + 1,80 m. is voldoende, omdat er geen kans is op het optreden van opwaaiing en of golfslag vanwege de aanwezigheid van een omvangrijke vooroever met een sterk dempende werking. Om financieel/technisch redenen is het met het beschikbare budget niet haalbaar om de botenhuizen van de Leine buiten de boezem te brengen. Afsluitvoorzieningen In het water tussen het Zuidlaardermeer en de gebieden 2, Meerweg zuid, en het gebied 3, Recreatiewoningen ”De Leine”, wordt op twee plaatsen een afsluitvoorziening tegen hoog water gebouwd. I. De afsluiting bij Allround Watersport Meerwijck bestaat uit twee openingen met ieder een doorvaartbreedte van 7 m. Eén opening voor de jachthaven en één opening ten behoeve van de woonwijk (gebied 2). II. De afsluitvoorziening bij Recreatiewoningeterrein "De Leine is 4 m breed. De constructie van de afsluitvoorziening zal bestaan uit een stalen damwand waartussen schotten kunnen worden aangebracht. De drempelhoogte van deze afsluitvoorzieningen komt op de huidige bodemhoogte te liggen. Als de waterstand oploopt en een niveau N.A.P. + 1,10 m bereikt en daarna op het Zuidlaardermeer nog hoger wordt dan worden deze keringen dicht gezet. Na afsluiting is het niet mogelijk om bij hoog water per boot de woning in gebied 2 en 3 vanaf het Zuidlaardermeer te bereiken. Onder alle andere omstandigheden staat de afsluitvoorziening open en is er normaal gebruik van de boot mogelijk zoals dat nu ook mogelijk is. Tijdens de afsluiting van het gebied van het Zuidlaardermeer wordt er een pomp geplaatst die het waterniveau op N.A.P.+ 1,10 m (of lager) moet houden. Onder de Meerweg zal een duiker worden gelegd die de waterpartijen in het gebied met de recreatiewoningen verbindt met de jachthaven van Allround Watersport Meerwijck. Door deze maatregel is het gebruik van één pompopstelling voldoende. Deze pomp zorgt bij afsluiting voor de
8
bemaling van zowel de waterpartijen bij de zomerhuisjes als de jachthaven en de waterpartijen van gebied 2.
Recreatiewoningeterrein "De Leine"
Toegang jachthaven van N.A.P.+ 1,80 m.
De afsluitvoorziening zal er op hoofdlijnen als volgt uitzien. Er zullen twee tegenover elkaar gesitueerde stalen damwanden in een U-vorm worden aangebracht. Hiertussen worden aluminium schotten aangebracht bij hoog water. Deze beide kunstwerken worden nieuw aangelegd. Realisatie zal zo veel mogelijk buiten het vaarseizoen plaatsvinden. Gepland is dit in september – november 2013 uit te voeren.
4
Beschikbaarheid gronden
De gronden zijn eigendom van de gemeente Hoogezand Sappemeer, het Waterschap en enkele particulieren. Met een groot deel van de grondeigenaren is overeenstemming bereikt over het gebruik voor de aangegeven werken. Indien de laatste eigenaren geen medewerking willen verlenen is een goed werkbaar alternatief mogelijk. Zie ook de kaart in bijlage 1 d. fasering.
9
5
Effecten van het plan
Het plan heeft op hoofdlijnen de volgende effecten: • Door de realisatie van dit plan wordt een veilige situatie voor de door het huidige kadetracé beschermde poldergebieden bereikt. Een groot gedeelte van het plangebied dat nu niet aan dit veiligheidsniveau voldoet krijgt een grotere veiligheid tegen overstroming. • De lengte kade wordt hiermee verminderd. • Door het aanbrengen van afsluitvoorzieningen wordt in hoogwatersituaties de vaarverbinding met het Zuidlaardermeer gedurende korte tijd gestremd. Dit zal echter in een periode zijn waarin er voor de boezemwateren een vaarverbod is afgekondigd.
6 6.1
Wijze waarop het werk zal worden uitgevoerd Globale planning.
Het streven is de werkzaamheden in 2013 uit te voeren. De aanbesteding is gepland in augustus/september 2013. De realisatie start daarna. De afsluitvoorzieningen worden uitgevoerd in de maanden september – december.
6.2
Uitvoeringsaspecten.
De benodigde bouwstoffen, zand en klei en stalen damwand, worden over de openbare weg aangevoerd De transportroutes van de klei zullen in overleg met de gemeente worden bepaald. De bouwstoffen dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals omschreven in het Besluit Bodemkwaliteit. De gemeente Hoogezand is bevoegd gezag voor het Besluit Bodemkwaliteit. Voorafgaand aan de uitvoering van de werken zal de opdrachtnemer een melding van graafwerkzaamheden doen. Tijdens uitvoering van de werkzaamheden kunnen trillingen optreden. De locaties van de uit te voeren werkzaamheden liggen op geringe afstand van bebouwing. Bij het aanbrengen van de stalen damwand zullen trillingsmeters worden geplaatst. Geluid- en andere- overlast zal zoveel mogelijk worden beperkt.
6.3
Calamiteiten of ongewoon voorval.
Indien dit zich voordoet zal het waterschap alle directe belanghebbenden onmiddellijk op de hoogte van het voorval brengen en mededeling doen van de maatregelen die getroffen worden om de nadelige gevolgen te beperken. Het waterschap houdt een logboek bij van alle ongewone voorvallen en calamiteiten.
10
7
Beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van nadelige gevolgen
7.1 7.1.1
Beperken nadelige gevolgen van het plan Voorkoming en waar nodig beperking overstromingen, wateroverlast en waterschaarste.
Het waterschap Hunze en Aa’s heeft haar beleid over het voorkomen van wateroverlast uitgewerkt in het maatregelenplan Masterplan Kaden, vastgesteld in 2004. Aan de hand van toetsingscriteria vastgesteld door de provincie Groningen, worden de kaden geconstrueerd en aangepast. De samenstelling van het Masterplan kaden in 2004 is gebaseerd op het rapport HOWA 2000. Dit rapport is samengesteld op basis van praktijk ervaringen die opgedaan zijn tijdens de hoogwaterperiode in 1998. Boezemcompensatie: Het verlies aan waterberging als gevolg van afsluiting van de waterpartijen bij hoog water zal gecompenseerd worden binnen andere projecten rondom het Zuidlaardermeer.
7.1.2
Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen.
In hoogwaterperioden is er geen terugstroming uit de boezem mogelijk. De waterkwaliteit wordt niet negatief beïnvloed. In het boezemgebied heeft dit plan geen negatieve invloed omdat de waterkwaliteit in het Zuidlaardermeer onder die omstandigheden voor het overgrote deel bepaald wordt door de regenval. Extra beschermingsmaatregelen tegen een verslechtering van de waterkwaliteit in deze periode is niet aan de orde.
7.1.3
Vervulling van de maatschappelijke functies van het watersysteem.
De recreatieve vaarfunctie voor het beschermde gebied zal tijdens hoogwater perioden niet kunnen worden uitgeoefend.
7.2
Beperken nadelige gevolgen van de uitvoering
Voor uitvoering van de werken zal de opdrachtnemer een melding van graafwerkzaamheden (KLICmelding) doen.
7.3
Financieel nadeel
Als gevolg van dit projectplan wordt geen financiële schade voorzien die de uitvoering van het project in de weg staat. Indien een belanghebbende ten gevolge van dit besluit toch schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan op grond van artikel 7.14 van de Waterwet een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. Dit artikel bepaalt – kort gezegd - dat het waterschap op verzoek schade vergoedt, die ontstaat als gevolg van rechtmatige uitoefening van zijn taak. Daar valt ook het uitvoeren van werken onder. Het gaat dan om nadeel, dat niet op een andere manier wordt gecompenseerd en dat volgens redelijke maatstaven voor vergoeding in aanmerking komt. Het verzoek tot vergoeding van de schade wordt om advies voorgelegd aan de onafhankelijke Adviescommissie schadevergoeding. Die commissie houdt o.a. een hoorzitting voor partijen. Voor de wijze van indiening van een dergelijk verzoek en voor de procedure wordt verwezen naar de Procedureverordening Schadevergoeding van het waterschap Hunze en Aa’s.
11
Artikel 7.14 en volgende van de Waterwet bevat een algemene regeling voor het vergoeden van onevenredige schade als gevolg van een besluit of handeling van het waterschap in verband met wateroverlast of overstromingen als gevolg van maatregelen, gericht op het vergroten van de afvoerof bergingscapaciteit van het watersysteem. Wie dus schade lijdt, kan zich op deze artikelen beroepen. Het waterschap vergoedt de schade alleen als deze niet of niet geheel voor rekening van de benadeelde behoort te blijven. Het kan ook zijn dat de geleden schade op andere wijze wordt vergoed, bij voorbeeld door aankoop of onteigening. De toepassing van deze artikelen kan nader uitgewerkt zijn in de verordening–of regeling- schadevergoeding van het waterschap.
8 8.1
Legger, beheer en onderhoud Legger
Na realisering van het plan komt er een aantal kaden te vervallen. Zie ook tekeningen op bijlage … Het op de kaart aangegeven nieuwe tracé wordt de kade waarop de Keur van het waterschap van toepassing is. De legger en de keurkaarten worden aangepast. Op plaatsen waar de gemeente Hoogezand nu onderhoudsplichtig is blijft dit onveranderd, mits dit nadrukkelijk in projectplan is vermeld. Het beheer en onderhoud van de nieuwe werken wordt in de legger vastgelegd.
8.2
Beheer en onderhoud
Het waterschap is verantwoordelijk voor het kadebeheer. De in het plan verbeterde of aangelegde kaden en overige waterkerende constructies komen in beheer en onderhoud bij het waterschap, behalve het reguliere onderhoud bij het watersport bedrijf Allround Watersport en het reguliere onderhoud van de wegen op camping de Leine. Enkele hierna aangegeven kadetracés zijn nu in onderhoud bij de gemeente Hoogezand Sappemeer. Een deel van deze tracés verliezen de functie als waterkering. De te handhaven tracés komen na realisatie van dit plan in onderhoud bij het waterschap. Traject A. Traject camping Meerwijk – Strandweg - Waesingeweg A.1 Kade bij jachthaven Meerwijck- deel Strandweg Dit traject is en blijft in beheer en onderhoud bij het waterschap. A.2 Van camping Meerwijck tot Strandweg: Dit traject is en blijft in beheer en onderhoud bij het waterschap A.3 Strandweg De bestaande kade komt te vervallen, er wordt een nieuwe kade aangelegd. De nieuwe kade komt in beheer en onderhoud bij het waterschap A.4 Strandweg - Waesingeweg De bestaande kade komt te vervallen, er wordt een nieuwe kade aangelegd. De bestaande kade is in onderhoud bij de gemeente Hoogzand Sappemeer. De nieuwe kade komt in beheer en onderhoud bij het waterschap Traject B. In dit gedeelte wordt de kade Traject Strandweg - afsluiting tot watersportbedrijf Allround Watersport Meerwijck B1. Meerweg Dit traject is en blijft in beheer en onderhoud bij het waterschap. aangelegd. De aan te brengen L – wand komt in onderhoud bij het waterschap.
12
B.2.Klein Scheveningen Dit traject komt in beheer en onderhoud bij het waterschap. De coupures komen in beheer en onderhoud bij het waterschap. Dit geldt ook voor het eventueel te realiseren aangegeven alternatieve tracé. B.3 Allround Watersport Meerwijck Het regulier onderhoud (maaiwerk, gaten vullen, schoon houden, onderhoud grasmat, etc.) van deze nieuwe kade ligt bij de eigenaar van het watersportbedrijf. Het groot onderhoud komt ten laste van het waterschap. Traject C. Traject afsluiting “Allround Watersport Meerwijck” – afsluiting De Leine C1. langs Meerweg - Kanoclub “De Fuut” Dit traject komt in beheer en onderhoud bij het waterschap. De aan te brengen L – wand komt in onderhoud bij het waterschap C.2 Zeilschool Het onderhoud van deze kade ligt bij het waterschap. Het onderhoud van het hekwerk komt ten laste van de zeilschool. C.3 Rietzoom De kade en de L- wanden komen in onderhoud bij het waterschap. Traject D. Traject afsluiting De Leine - tracé over de camping De Leine Het betreft een nieuw tracé.Het regulier onderhoud (maaiwerk, gaten vullen, schoon houden, onderhoud grasmat, etc.) van deze nieuwe kade en het reguliere onderhoud van de wegen op camping de Leine berust bij de eigenaar. Het groot onderhoud komt ten laste van het waterschap. Onder groot onderhoud wordt verstaan het op het vereiste profiel (hoogte en breedte) houden van de kade. Afsluitvoorzieningen Beheer en onderhoud van de nieuwe afsluitvoorzieningen bij tussen het Zuidlaardermeer en de gebieden 2, Meerweg zuid, en het gebied 3, Recreatiewoningen ”De Leine” ligt bij het waterschap Voor het gebruik van deze voorzieningen de daarbij behorende maatregelen stelt het waterschap een protocol van inzet op waarin is vastgelegd onder welke omstandigheden de afsluitvoorzieningen en overige voorzieningen worden gebruikt.
13
DEEL II - VERANTWOORDING 1
Verantwoording op basis van wet- en regelgeving
Toetsing Waterwet De toepassing van de Waterwet is op grond van artikel 2.1 van de Waterwet gericht op: a) voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met b) bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c) vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Conclusie toetsing doelstellingen Waterwet. De uitvoering van dit plan is in overeenstemming met de doelstelling van de Waterwet.
2
Verantwoording op basis van beleid
2.1 Toets beleid waterschap Het waterschap Hunze en Aa’s heeft haar beleid over het voorkomen van wateroverlast uitgewerkt in het maatregelenplan Masterplan Kaden, vastgesteld in 2004. Aan de hand van toetsingscriteria vastgesteld door de provincie Groningen, worden de kaden geconstrueerd en aangepast. De samenstelling van het Masterplan kaden in 2004 is gebaseerd op het rapport HOWA 2000. Dit rapport is samengesteld op basis van praktijk ervaringen die opgedaan zijn tijdens de hoogwaterperiode in 1998. Met dit plan wordt uit het Masterplan Kaden gerealiseerd voor het kadegedeelte en de daarachter liggende polders waardoor ook dit deel aan het vereiste veiligheidsniveau voldoet.
2.2 Toets overig beleid Provinciale omgevingsvisie en verordening In de omgevingsvisie en verordening van de provincie Groningen zijn de uitgangspunten voor het vereiste veiligheidsrisico vastgelegd. Bestemmingsplan/ Planologische inpassing. De gemeente Hoogezand Sappemeer heeft in het verleden het bestemmingsplan Meerwijck vastgesteld. De voorgenomen activiteit past binnen het geldende bestemmingsplan. De gemeente heeft enige tijd geleden de procedure voor de herziening van bestemmingsplannen opgestart. Voor dit gebied is het bestemmingsplan Woongebieden in voorbereiding. In dit bestemmingsplan ligt de kade binnen de bestemmingen “Groen” en “Recreatie”. In de bijbehorende regels is aangegeven dat een van de ondergeschikte functies ‘water’ is. In dit plan is het nodig dat duidelijk wordt gemaakt en aangegeven dat onder deze ondergeschikte functie ook de waterkering (kade) wordt verstaan. Dit dient in overleg met de gemeente in het bestemmingsplan geregeld te worden.
14
3
Benodigde vergunningen en meldingen
Flora- en faunawet / Natura 2000 In de voorbereiding zal een flora en faunaonderzoek worden uitgevoerd. Wanneer blijkt dat kwetsbare soorten in het gebied voorkomen dan zullen voor deze soorten maatregelen worden getroffen conform de richtlijnen in het vigerende wet- en regelgeving. Voorts wordt de gedragscode van het waterschap inzake de flora en fauna wetgeving gevolgd. Indien er extra maatregelen genomen dienen te worden in het kader van Natura 2000 zullen deze ingepast worden. Eventueel kan dit een beperking in de uitvoeringsperiode geven. Bouw- en aanlegvergunning Voor het bouwen van de twee kunstwerken is een bouwvergunning vereist. De aanpassing van de kaden past in het bestemmingsplan Hiervoor is echter wel een omgevingsvergunning voor de activiteit bouw vereist. Archeologie Provincie Groningen zal worden gevraagd of er aanvullend archeologisch onderzoek vereist is. Wanneer dit het geval is zal op aanwijs van de archeologen aanvullend onderzoek plaatsvinden. Kapvergunning Daar waar in het tracé van de kade gewerkt moet worden en er bomen staan die een uitvoering van het werk bemoeilijken of onmogelijk maken, zal de gemeente Hoogezand een eventuele vereiste kapvergunning regelen. Bemaling De aanleg van de kunstwerken vindt plaats onder de grondwaterspiegel zodat er een tijdelijke bronbemaling noodzakelijk is. Per kunstwerk zal een grondwaterstandsverlaging plaatsvinden van maximaal vier weken plaatsvinden. Benodigde vergunningen voor het onttrekken van en vervolgens lozen van het bronneringswater zullen bij het waterschap aangevraagd worden cq de benodigde meldingen worden gedaan.. Bouwstoffen De bouwstoffen dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals omschreven in het Besluit Bodemkwaliteit. De gemeente Hoogezand Sappemeer is hiervoor bevoegd gezag.
4
Procedure
Tijdens de voorbereiding van het project heeft overleg plaats gevonden met de meeste direct betrokkenen. Voor zover dit nog niet gebeurd is zal dit alsnog plaats vinden. Voorts heeft er overleg met de gemeente Hoogezand plaats gevonden over het kappen van bomen, het aanleggen van nieuwe kaden en de vereiste vergunningen. Ook het huidige beheer en onderhoud is besproken. Voorafgaand aan de ter visie legging van dit projectplan zal het waterschap in samenwerking met de gemeente Hoogezand Sappemeer een info middag/ avond organiseren. Deze bijeenkomst zal het karakter hebben van een inloop, waarbij men de plannen kan bekijken en zo nodig vragen stellen aan de betrokken medewerkers van het waterschap of gemeente.
15
Volgens artikel 5.4. van de Waterwet is voor aanleg of wijziging van waterstaatswerken een projectplan nodig. Het algemeen bestuur heeft het vaststellen van projectplannen aan het dagelijks bestuur gedelegeerd, voor zover van die plannen niet in betekenende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie te verwachten is. Dit projectplan is teveel omvattend en te ingrijpend om nog te kunnen spreken van een plan, dat onder het delegatiebesluit valt. Het algemeen bestuur dient het daarom vast te stellen. Het is in verband met een zorgvuldige voorbereiding gewenst eventuele zienswijzen van belanghebbenden af te kunnen wegen bij de definitieve vaststelling van het projectplan. Het volgen van de inspraakprocedure, die is vastgelegd in de Inspraakverordening is daarom van belang. Gelet op het bovenstaande wordt voor dit projectplan de volgende procedure doorlopen: - vaststelling van het ontwerp projectplan door het dagelijks bestuur; - bekendmaking en ter inzagelegging van het ontwerp met de mogelijkheid voor belanghebbenden gedurende zes weken een zienswijze in te dienen; - vaststelling van het projectplan en de reactienota zienswijzen door het algemeen bestuur; - bekendmaking van het projectplan met vermelding van de mogelijkheid er beroep tegen in te stellen bij de rechtbank. Na beroep op de rechtbank is nog hoger beroep mogelijk op de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak; - toezending van het vastgestelde projectplan aan Gedeputeerde Staten ter kennisname.
5
Communicatie
Tijdens de voorbereiding van het project heeft overleg plaats gevonden met de meeste direct betrokkenen. Voor zover dit nog niet gebeurd is , zal dit alsnog plaats vinden. Voorts heeft er overleg met de gemeente Hoogezand Sappemeer plaats gevonden over het kappen van bomen, het aanleggen van nieuwe kaden en de vereiste vergunningen. Ook het huidige beheer en onderhoud is besproken. Voorafgaand aan de ter visie legging van dit projectplan zal het waterschap in samenwerking met de gemeente Hoogezand Sappemeer een info middag/ avond organiseren. Deze bijeenkomst zal het karakter hebben van een inloop, waarbij men de plannen kan bekijken en zo nodig vragen stellen aan de betrokken medewerkers van het waterschap of gemeente. De afdeling communicatie zal betrokken worden bij de organisatie van deze bijeenkomst. Tijdens de uitvoeringsperiode en eventueel bij de start hiervan zal een info-bulletin worden uitgebracht met daarin de voorgenomen uit te voeren activiteiten.
16
DEEL III - RECHTSBESCHERMING
• Beschrijf de procedure en mogelijkheden van zienswijzen, bezwaar of beroep. Uit de Beslisboom projectplan Waterwet volgt welke procedure van toepassing is. Geadviseerd wordt hier als waterschap per procedure een eigen standaardtekst op te nemen. Korte procedure Als een projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Belanghebbenden kunnen gedurende deze periode bezwaar op dit projectplan kenbaar maken. Dat kan schriftelijk of mondeling. Een bezwaarschrift moet vóór afloop van de termijn van zes weken bij het waterschap zijn ingediend. De bezwaarschriftencommissie zal het bezwaar behandelen. Tegen de beslissing op bezwaar staat vervolgens beroep en hoger beroep open bij de rechtbank en de Raad van State (zie voor een verdere toelichting bij “Beroep en hoger beroep”, “Crisis- en herstelwet” en “Verzoek om voorlopige voorziening”). In beginsel kunnen uitsluitend degenen die een bezwaar hebben ingediend, tegen het definitief vastgestelde plan beroep, instellen. Uitgebreide procedure conform afdeling 3.4 Awb Zienswijze Als een ontwerp-projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Voordat het waterschap een definitieve beslissing neemt, kunnen belanghebbenden en ingezetenen gedurende deze periode hun zienswijze op dit ontwerp-projectplan kenbaar maken. Dat kan schriftelijk of mondeling. Een reactie moet vóór afloop van de termijn bij het waterschap zijn ingediend. In beginsel kunnen uitsluitend degenen die tijdig een zienswijze hebben ingediend, tegen het definitief vastgestelde plan beroep instellen. Beroep en hoger beroep Als het projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Gedurende zes weken vanaf de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Belanghebbenden kunnen beroep indienen. Voor het indienen van een beroep- schrift is griffierecht verschuldigd. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan vervolgens hoger beroep worden ingediend bij de Raad van State. Crisis- en herstelwet Op de vaststelling van een projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbenden in het beroepschrift moeten aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroeps- gronden meer worden aangevoerd. Belanghebbenden wordt verzocht in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. NB: Geef in de publicatie aan dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Verzoek om voorlopige voorziening Het projectplan treedt na vaststelling in werking, ook al wordt er een bezwaarof beroepschrift ingediend. Dit betekent dat de maatregelen opgenomen in het projectplan kunnen worden uitgevoerd. Om dit te voorkomen kunnen belanghebbenden gelijktijdig of na het indienen van een beroepschrift een zogenaamd “verzoek voor het treffen van een voorlopige voorziening” vragen bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank. Ook in dat geval is griffierecht verschuldigd.
17
Projectprocedure paragraaf 5.2 Waterwet (coördinatie besluitvorming door GS) Als een ontwerp-projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Voordat het waterschap een definitieve beslissing neemt, kan een ieder gedurende deze periode zienswijzen over dit ontwerp-projectplan kenbaar maken. Dat kan schriftelijk of mondeling. Een reactie moet vóór afloop van de termijn bij het waterschap zijn ingediend. In beginsel kunnen uitsluitend degenen die tijdig een zienswijze hebben ingediend, tegen het definitief vastgestelde plan beroep instellen. Goedkeuring door GS Als het projectplan is vastgesteld wordt het voor goedkeuring naar Gedeputeerde Staten gezonden. Beroep Als het projectplan is goedgekeurd, wordt dit bekend gemaakt. Het goedkeuringsbesluit en het projectplan liggen gedurende zes weken ter inzage. Gedurende zes weken vanaf de dag na die waarop de stukken ter inzage zijn gelegd kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Degenen die tijdig een zienswijze hebben ingediend en belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingediend, kunnen beroep indienen. Voor het indienen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Crisis- en herstelwet Op de vaststelling van een projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbenden in het beroepschrift moeten aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroeps- gronden meer worden aangevoerd. Belanghebbenden wordt verzocht in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. NB: Geef in de publicatie aan dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Verzoek om voorlopige voorziening Het projectplan treedt na vaststelling in werking, ook al wordt er een bezwaar- of beroepschrift ingediend. Dit betekent dat de maatregelen opgenomen in het projectplan kunnen worden uitgevoerd. Om dit te voorkomen kunnen belanghebbenden gelijktijdig of na het indienen van een beroepschrift een zogenaamd “verzoek voor het treffen van een voorlopige voorziening” vragen bij de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook in dat geval is griffierecht verschuldigd. NB: Bij projectplannen voor primaire waterkeringen, maar ook bij project- plannen bij of krachtens de provinciale verordening, kunnen GS de besluit- vorming coördineren voor de besluiten die nodig zijn voor de uitvoering van het projectplan. In dat geval is het handig om met de provincie afspraken te maken over de procedure.
18
DEEL IV - BIJLAGEN • Tekeningen • Relevante onderzoeken en rapporten Bijlage
Bijlage 1 A. B. C. D.
Bestaande situatie Vervallen kaden Nieuwe waterkering Fasering
19
20
21
22
23
Bijlage 2 Wetsartikelen 5.1 (legger) en 5.4 (verplichting projectplan) Artikel 5.1 1. De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. Van de legger maakt deel uit een overzichtskaart, waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones staat aangegeven. 2. De legger gaat vergezeld van een technisch beheersregister met betrekking tot primaire waterkeringen dan wel waterkeringen ten aanzien waarvan toepassing is gegeven aan artikel 2.4, waarin de voor het behoud van het waterkerend vermogen kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand nader zijn omschreven. 3. Bij of krachtens provinciale verordening of, ten aanzien van water- staatswerken in beheer bij het Rijk, algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven ten aanzien van de inhoud, vorm en periodieke herziening van de legger voor daarbij te onderscheiden categorieën van waterstaatswerken. Voorts kan daarbij vrijstelling worden verleend van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen met betrekking tot bepaalde waterstaatswerken die zich naar hun aard of functie niet lenen voor het omschrijven van die elementen dan wel van geringe afmetingen zijn Artikel 5.4 1. De aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder geschiedt overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Met de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk wordt gelijkgesteld de uitvoering van een werk tot beïnvloeding van een grondwaterlichaam. 2. Het plan bevat ten minste een beschrijving van het betrokken werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd, alsmede een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. Voor in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen bevat het plan een inventarisatie van maatschappelijke functies en ambities en mogelijke innovaties waarmee de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk gecombineerd zou kunnen worden, inclusief de mogelijkheden om het desbetreffende werk middels een concessie voor werken of andere vorm van publiek-private samenwerking te realiseren. 3. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de inventarisatie wordt uitgevoerd en private partijen daarbij betrokken worden. 4. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. 5. Indien het plan de verlegging van een primaire waterkering betreft, kan het voorts voorzieningen bevatten met betrekking tot de inpassing in de omgeving van het gebied tussen de plaats waar de oorspronkelijke primaire waterkering is gelegen, en de plaats waar de nieuwe primaire waterkering komt te liggen.
24
6. Het eerste lid is niet van toepassing, indien ten aanzien van een in dat lid bedoeld werk de Tracéwet of de Spoedwet wegverbreding van toepassing is, of indien ten aanzien van dat werk toepassing wordt gegeven aan afdeling 3.5 van de Wet ruimtelijke ordening.
25