Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam
Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam
Opdrachtgever:
Provincie Zuid-Holland Dienst Beheer Infrastructuur Projecten en Programma’s
Adres:
Postbus 90602 2509 LP Den Haag
Contactpersoon:
Mevrouw A.M.A. van der Eijk Projectmedewerker Telefoon: (070) 441 73 44 E-mail:
[email protected]
Projectcode: Datum:
14293 21 augustus 2014
Inleiding In opdracht van de Provincie Zuid-Holland, Dienst Beheer Infrastructuur, mevrouw A.M.A. van der Eijk, heeft Bomenwacht Nederland een boomtechnisch onderzoek uitgevoerd bij 157 bomen binnen de grenzen van het project ‘Bochtafsnijding Delftse Schie’ ter hoogte van het gebied Overschie te Rotterdam. Aanleiding van dit onderzoek vormt de aanpassing van de Delftse Schie. De Provincie Zuid-Holland is momenteel bezig met de voorbereiding van het project. De huidige haakse bochten in de Delftse Schie (ter hoogte van Overschie) kunnen leiden tot aanvaringen en veroorzaken daarnaast vertragingen, extra brandstofgebruik, extra omgevingsgeluid en beperking van de lengte van de schepen. Verder ondervinden omwonenden hinder van de scheepvaartbewegingen. Daarom is de Provincie voornemens de huidige bocht ‘af te snijden’. De bomen die binnen de werkgrenzen staan, kunnen hierdoor niet op hun huidige standplaats worden gehandhaafd. De doelstelling van het onderzoek is drieledig. Ten eerste dient de kwaliteit (vitaliteit) van de betreffende (jonge) bomen in de huidige situatie te worden vastgesteld. Ten tweede dient de verplantbaarheid van de bomen te worden beoordeeld. Tot slot dient per boom de juiste boomsoort in kaart te worden gebracht. Het onderzoek is uitgevoerd op 7 juli 2014 door P. van Es (European Tree Technician), boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland.
Situatie De onderzoeksbomen staan op de kade aan de oostzijde van het bedrijventerrein Rotterdam Noord-West in het gebied Overschie. Het kadegedeelte waarlangs de bomen staan, loopt parallel aan de Innsbruckweg. Over de kade loopt een fiets- en voetpad dat zowel aan de zuid- als aan de noordzijde aansluit op de Matlingeweg. Aan de oostzijde van de kade bevindt zich het water van de Delftse Schie.
Boomtechnisch onderzoek
1
Bochtafsnijding Delftse Schie
Het betreft voornamelijk gewone essen (Fraxinus excelsior), iepen (Ulmus ‘New Horizon’) en zwarte elzen (Alnus glutinosa). De bomen verkeren veelal in de jeugd- of halfwasfase van hun ontwikkeling en zijn enkele jaren geleden aangeplant. De namen van de boomsoorten zijn gecontroleerd met behulp van gegevens uit het Beheer Systeem Buitenruimte van de gemeente Rotterdam. Ulmus ‘New Horizon’ is een hoog-resistente iep, wat inhoudt dat de vatbaarheid voor de iepziekte zeer gering is. Deze bomen zijn daarnaast ‘op eigen wortel’ gekweekt zodat van een mogelijke onverenigbaarheid van de ent met de onderstam geen sprake is. De bomen staan aan de buitenzijde van de kade aan de oostzijde van het pad. Ze staan voornamelijk als enkele rij boven aan het talud, op enkele plaatsen bevindt zich een tweede rij onder aan het talud. De jonge bomen staan in de schaduw van grotere populieren die aan de westzijde van het pad staan. In bijlage A is een overzichtstekening van de locatie opgenomen, waarop de onderzoeksbomen genummerd terug te vinden zijn.
Onderzoeksmethode De kwaliteit van elke onderzoeksboom is vastgesteld aan de hand van drie aspecten: conditie, veiligheid en beheerbaarheid. Bij de conditiebeoordeling is met name gekeken naar de scheutlengte, de kroonstructuur en de bladgrootte, -kleur en -bezetting. Tevens is er gelet op symptomen die wijzen op een aantasting (insecten, bacteriën, virussen, schimmels). Bij de beoordeling van de veiligheid is gekeken naar biologische en mechanische aspecten die van invloed kunnen zijn op de stabiliteit en breukveiligheid van de boom. Voorbeelden hiervan zijn aantastingen, holten, scheuren, zware takken en plakoksels. De beheerbaarheid is beoordeeld aan de hand van diverse factoren. Naast de conditie en veiligheid zijn onder andere ook de standplaats, de groeifase, de boomsoort en het boombeeld bepalend.
Bochtafsnijding Delftse Schie
2
Naar aanleiding van de kwaliteitsbeoordeling is een advies opgesteld met veiligheids- en/of onderhoudsmaatregelen. Indien actieve veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn om de risico’s voor de omgeving te minimaliseren, is de boom benoemd als risicoboom. Vergen de afwijkingen in de huidige situatie (nog) geen actieve maatregelen maar is jaarlijkse inspectie wel gewenst, dan is de boom als attentieboom aangemerkt. Daarnaast is de verplantbaarheid van de bomen vastgesteld. Eerst is door middel van een indicatieve bovengrondse beoordeling gekeken naar de (boom)technische uitvoerbaarheid van een eventuele verplanting. Daarbij is onder meer gelet op conditie, veiligheidsrisico’s, boomstructuur, boomsoort, resterende levensduur, werkruimte en standplaats. Vervolgens is bij de relevante bomen aanvullend ondergronds onderzoek verricht. Het belangrijkste doel van dit onderzoek is te bepalen of het mogelijk is een stabiele verplantingskluit van voldoende omvang te prepareren. Het ondergronds onderzoek is uitgevoerd door bij 5 representatieve bomen profielboringen te verrichten aan de rand van de verplantingskluit of door de kwekerijkluit vrij te graven. Met behulp van deze boringen en graafwerkzaamheden is een indruk verkregen van het aanwezige bodemprofiel (bodemopbouw, -type en -structuur) en het bewortelingspatroon (worteldikte, intensiteit). Op basis van de bovengrondse beoordeling en (indien van toepassing) het ondergronds onderzoek is een advies opgesteld over de verplantbaarheid van de onderzoeksbomen. Indien relevant wordt bij het advies aangegeven welke maatregelen en/of randvoorwaarden in acht moeten worden genomen bij het uitvoeren van een eventuele verplanting.
Resultaten kwaliteitsbeoordeling Hieronder worden de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling besproken. Van de 157 onderzoeksbomen zijn tijdens de beoordeling 6 bomen niet aangetroffen. Deze staan wel aangegeven op het door de opdrachtgever verstrekte kaartmateriaal, maar blijken op locatie niet aanwezig te zijn. Bij de bespreking van de resultaten wordt dan ook uitgegaan van 151 onderzochte bomen. Per boom zijn de resultaten terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.
Boomtechnisch onderzoek
3
Bochtafsnijding Delftse Schie
Een deel van de jonge bomen staat in de
De concurrentie heeft de ontwikkeling van
schaduw van de populieren.
de kronen belemmerd.
Bij aanplant is verzuimd de kluitverpakking
Door een slechte verankering waaien de
te verwijderen.
bomen snel scheef.
Bochtafsnijding Delftse Schie
4
Conditie De conditie is bij 133 bomen als voldoende tot goed beoordeeld.
Bij 9 bomen is de conditie als onvoldoende tot slecht aangemerkt. Het gaat om 6 essen en 3 zwarte elzen. Bij 1 es zijn de verschijnselen van essensterfte aangetroffen.
Aan 9 bomen (5 essen en 4 elzen) is het waarderingscijfer 0 toegekend, deze bomen zijn (vrijwel) afgestorven.
Veiligheid De veiligheid is bij 139 bomen als voldoende tot goed beoordeeld. Deze bomen vertonen geen noemenswaardige afwijkingen in het kader van de veiligheid en vereisen dan ook geen gerichte veiligheidsmaatregelen.
Van 3 bomen is de veiligheid als matig aangemerkt (waarderingscijfer: 5) vanwege aanzienlijke vraatschade aan de stam. Deze afwijking veroorzaakt in de huidige situatie geen veiligheidsrisico, maar kan in de toekomst wel breuk- en/of instabiliteitsgevaar opleveren. Vanwege dit mogelijke gevaar in de toekomst zijn de 3 bomen als attentieboom benoemd. Actieve maatregelen zijn op dit moment niet noodzakelijk. Wel dient tijdens de toekomstige jaarlijkse inspecties extra aandacht te worden besteed aan de aangetroffen afwijking (zie Conclusie en advies).
Bij 9 bomen is de veiligheid als slecht beoordeeld. Deze afgestorven bomen zijn breukgevaarlijk, waardoor ze in de huidige situatie een veiligheidsrisico met zich meebrengen. De 9 bomen zijn dan ook als risicoboom geclassificeerd. Om het gevaar weg te nemen, zijn actieve maatregelen noodzakelijk (zie Conclusie en advies).
Beheerbaarheid De beheerbaarheid is bij 73 bomen als voldoende tot goed beoordeeld.
Boomtechnisch onderzoek
5
Bochtafsnijding Delftse Schie
Bij 62 bomen is de beheerbaarheid als (ruim) onvoldoende aangemerkt. Het gaat om bomen met conditie- of concurrentieproblemen. 60 bomen hebben een eenzijdige kroon door concurrentie van de nevenstaande grote populieren. In de huidige situatie kunnen de bomen geen volwaardige kroon ontwikkelen.
Bij 7 bomen is de beheerbaarheid als slecht beoordeeld. Het gaat om bomen met een aanzienlijke scheefstand of afstervingsverschijnselen.
Opvallend is dat de scheefstand veel voorkomt bij de iepen. Enkele van deze bomen zijn omgevallen, waarbij de kluitverpakking boven de grond is gekomen. Het betreft een doorlatende kluitverpakking die volgens het voorschrift op het etiket dient te worden verwijderd bij aanplant. De verpakking belemmert de wortels in hun ontwikkeling, waardoor de bomen zich onvoldoende verankeren.
Aan 9 bomen is het waarderingscijfer 0 toegekend, bij deze (afgestorven) bomen is duurzaam beheer niet langer aan de orde. Voor alle bomen geldt dat onderhoudsmaatregelen gewenst zijn (zie Conclusie en advies).
Kwaliteitsbepaling Op basis van de conditie, veiligheid en beheerbaarheid is de kwaliteit van de onderzoeksbomen bepaald. De volgende tabel laat zien hoe de bomen verdeeld zijn over de diverse kwaliteitscategorieën.
Kwaliteitscategorie
Aantal
%
Slecht
10
6
Matig
72
46
Voldoende
69
44
6
4
157
100
Niet aanwezig Totaal
Bochtafsnijding Delftse Schie
6
Resultaten verplantbaarheidsonderzoek Hieronder worden de resultaten van het verplantbaarheidsonderzoek besproken.
Zoals aangegeven zijn tijdens het onderzoek 6 bomen niet aangetroffen. Er wordt hier dan ook uitgegaan van 151 onderzochte bomen.
Per boom zijn de onderzoeksresultaten terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.
Bovengrondse verplantbaarheidsbeoordeling Op basis van de (indicatieve) bovengrondse verplantbaarheidsbeoordeling wordt bij 36 iepen een eventuele verplanting als redelijk uitvoerbaar beschouwd. Er zijn hier geen omstandigheden of eigenschappen aangetroffen die een verplanting zouden kunnen verhinderen. Wel vormt de standplaats van de bomen een aandachtspunt. De bomen staan langs een smal pad en in of aan de rand van het talud. Dit beperkt de mogelijkheden van transport.
Bij 38 bomen wordt op basis van de bovengrondse beoordeling een verplanting lastig uitvoerbaar geacht. Het gaat om essen en zwarte elzen die zich als soort minder goed laten verplanten.
Bij 51 bomen wordt op basis van de bovengrondse beoordeling een verplanting slecht uitvoerbaar geacht. Het betreft hier zwarte elzen met conditieproblemen en essen die door concurrentie van de populieren een eenzijdige kroonvorm hebben ontwikkeld.
Bij 10 bomen wordt op basis van de bovengrondse beoordeling een verplanting zeer slecht uitvoerbaar geacht. Bij deze bomen is sprake van een beperkte resterende levensduur en beschadigingen.
Voor 16 bomen geldt dat een verplanting als niet-uitvoerbaar wordt beschouwd. Het betreft afgestorven bomen of bomen met aanzienlijke scheefstand, afstervingsverschijnselen of beschadigingen.
Boomtechnisch onderzoek
7
Bochtafsnijding Delftse Schie
Hierbij dient overigens nog te worden vermeld dat er tijdens de bovengrondse beoordeling geen informatie beschikbaar was over de eventuele aanwezigheid van kabels en/of leidingen in de grond.
Ondergronds verplantbaarheidsonderzoek De 125 bomen waarbij bovengronds geen (ernstige) belemmeringen voor een eventuele verplanting zijn geconstateerd, zijn geselecteerd voor aanvullend ondergronds onderzoek. Bij alle 125 bomen wordt op basis van het ondergronds verplantbaarheidsonderzoek een eventuele verplanting als redelijk uitvoerbaar beschouwd. Over het algemeen kan bij de onderzoeksbomen een goede verplantingskluit worden gevormd. De bomen zijn slechts enkele jaren geleden aangeplant in kleigrond. De verplantingskluit zou iets ruimer dan de oorspronkelijk kwekerijkluit kunnen worden gevormd. Aandachtspunt bij de iepen is dat de wortels zich voornamelijk binnen de kluitverpakking hebben ontwikkeld. Het wortelvolume is daarom niet in evenwicht met het kroonvolume.
Conclusie en advies Op basis van de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling en het verplantbaarheidsonderzoek volgen hieronder de conclusie en het advies. Van de 157 onderzoeksbomen zijn tijdens het onderzoek 6 stuks niet aangetroffen. Er wordt hier dan ook uitgegaan van 151 onderzochte bomen.
Kwaliteit De kwaliteit is bij 69 bomen als voldoende aangemerkt, bij 72 bomen als matig en bij 10 bomen als slecht. De meeste bomen met een matige kwaliteit hebben last van concurrentie door de populieren. De bomen in de klasse slecht hebben conditieproblemen of zijn afgestorven. In het kader van veiligheid en beheer zijn maatregelen geadviseerd, deze zijn per boom terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.
Bochtafsnijding Delftse Schie
8
Verplantbaarheid In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het verplantbaarheidsadvies in combinatie met de reden(en) en de boomsoort.
Verplantbaarheidsadvies
Reden(en)
Els
Es
Iep
Negatief
Beschadigingen en soorteigenschappen
3
3
Scheve boom en soorteigenschappen
1
1
Scheve boom Conditieproblemen en soorteigenschappen
Eik
Populier
5 1
5
5
6
Boom in bosplantsoen en soorteigenschappen
1
Beperkte levensduur Dode boom Terughoudend
Soorteigenschappen
4
1
5
9
49
49
2 14
2 24
Positief Totaal
1 1
Slechte kroonopbouw en soorteigenschappen Conditieproblemen en soorteigenschappen
Totaal
38 36
21
87
41
36 1
1
151
Voor 26 bomen geldt een negatief verplantbaarheidsadvies. Deze bomen zijn afgestorven of vertonen afstervingsverschijnselen, beschadigingen, scheefstand of andere afwijkingen.
Voor 89 bomen geldt een terughoudend verplantbaarheidsadvies. Deze jonge zwarte elzen en essen zijn technisch gezien verplantbaar. Echter, als soort verdragen ze een verplanting doorgaans minder goed. Daarnaast is bij de essen sprake van een eenzijdige kroonontwikkeling door concurrentie van de populieren. Deze factoren vertragen of belemmeren een goede hergoei. Verder hebben de bomen een standplaats langs een smal pad en in het talud, wat de uitvoering van een eventuele verplanting bemoeilijkt (inzet materieel).
Boomtechnisch onderzoek
9
Bochtafsnijding Delftse Schie
Voor 36 iepen geldt een positief verplantbaarheidsadvies. Het gaat om een boomsoort met een krachtig herstelvermogen. In verband met de minder goede wortelontwikkeling adviseren wij de bomen te snoeien om het kroonvolume te reduceren.
Overigens is het voor de bomen waarvoor een terughoudend of positief verplantbaarheidsadvies geldt, goed mogelijk ze te vervangen door nieuwe kwekerijbomen. Het betreft namelijk jonge bomen van een beperkte omvang. In verband met logistieke belemmeringen is het verplanten van de huidige bomen vrijwel zeker een duurdere oplossing. Bij kwekerijbomen is bovendien het risico van uitval minder groot en ze zullen sneller aanslaan dan de onderzoeksbomen. Bomen van een kwekerij zijn namelijk voorbereid op een verplanting en in principe vrij van afwijkingen en gebreken.
Mocht de voorkeur uitgaan naar het verplanten van de bomen, dan is het wel van belang nog het volgende op te merken. Ondanks de zorgvuldigheid van het onderzoek kan niet worden uitgesloten dat er in de nabijheid van de bomen kabels, leidingen en/of andere obstakels aanwezig zijn. Is dat het geval, dan kunnen deze alsnog van invloed zijn op de uitvoerbaarheid van de (eventuele) verplanting. Uiteraard bepalen niet alleen de boven- en ondergrondse omstandigheden op de huidige locatie van de boom of een verplanting kans van slagen heeft. Zo is het tevens van belang dat de beoogde transportroute vrij is van obstakels, dat de toekomstige locatie van de boom voldoende kwaliteit biedt en dat de verplantwerkzaamheden op deskundige wijze worden uitgevoerd. Ten slotte speelt ook de nazorg een rol. Met name in de periode die volgt op de verplanting, heeft de boom extra verzorging en toezicht nodig.
Bochtafsnijding Delftse Schie
10
Bijlagen
Bijlagen
Bijlage A
Overzichtstekening
Bijlage B
Registratieformulier
11
Bochtafsnijding Delftse Schie