2015 Onderzoek Rapport
Hogeschool Rotterdam 10-4-2015
Community of Practice (CoP) “Future Mobility” Parkeergarages voor zelfsturende auto’s “Onderzoek rapport”
Auteurs:
Bons, Arjan Elkoubaï, Nasser Lee, Chu Him Vreugdenhil, Jochem Wolters, Marika
0850813 0864366 0851724 0857214 0861617
Project: Projectperiode: Onderwijsinstelling: Opdrachtgever:
Parkeergarages voor zelfsturende auto’s Februari 2015 – Juli 2015 Hogeschool Rotterdam Community of Practice “Future Mobility” Hogeschool Rotterdam
1
Inhoudsopgave 1: Inleiding............................................................................................................................................... 3 1.1 Achtergrondinformatie ................................................................................................................. 3 1.2 De opdracht .................................................................................................................................. 3 2.0 Locatie parkeergarage ...................................................................................................................... 4 2.1 Realisatie parkeergarage .............................................................................................................. 6 3.0 Gevolgen voor het straatbeeld ......................................................................................................... 7 4.0 Afmetingen........................................................................................................................................ 8 4.1 Hellingbaan ................................................................................................................................... 9 4.2 Rijbaan ........................................................................................................................................ 10 4.3 Bufferruimte in en uitrit .............................................................................................................. 14 5.0 Wet en Regelgeving parkeergarages .............................................................................................. 15 5.1 Handreiking meten en rekenen luchtkwaliteit ........................................................................... 16 5.3 Brandveiligheid ........................................................................................................................... 16 5.4 Randbeveiliging........................................................................................................................... 16 6.0 Het gebruik van de zelfsturende auto’s .......................................................................................... 17 6.1 Autodelen.................................................................................................................................... 17 6.2 Aandachtspunten ........................................................................................................................ 18 7.0 De volgende stap............................................................................................................................. 19 Literatuurlijst......................................................................................................................................... 20 Bijlage 1: bepalen soort parkeergarage ................................................................................................ 21 Bijlage 2: Afmetingen ............................................................................................................................ 22 Bijlage 3: Afmetingen ............................................................................................................................ 23 Bijlage 4: Afmetingen ............................................................................................................................ 24
2
1: Inleiding In dit hoofdstuk is de kerninformatie voor deze opdracht gegeven. Door het lezen van deze kerninformatie wordt duidelijk door wie en waarom de opdracht wordt uitgevoerd en wat de opdracht inhoudt. 1.1 Achtergrondinformatie Begin 2015 krijgt de Community of Practice (CoP) “Future Mobility” langzamerhand vorm. In dit expertiseprogramma werkt de Hogeschool Rotterdam samen met het bedrijfsleven en diverse overheden. Studenten van onder andere EAS en IGO doen onderzoeken, onder leiding van de lector en diverse experts. Het eerste concrete onderzoek voor studenten van IGO richt zich op het toekomstige gebruik van parkeervoorzieningen. Stel dat de auto in de toekomst zelf stuurt. Dan word je voor de deur afgezet, en vindt de auto zelf zijn plek. Naar verwachting zal dat zijn in een stalling en niet meer op straat. Wat betekent dit voor de inrichting van de buitenruimte, en voor de stallingen? Dit PI-project daagt de studenten uit om vanuit dit toekomstperspectief terug te kijken naar wat we nu al anders kunnen of moeten doen. 1.2 De opdracht Voor het onderzoek begon is er binnen de Community of Practice (CoP) “Future Mobility” twee onderzoeksvragen opgesteld: ‘Welke invloed heeft de opkomst van de zelfsturende auto op de parkeervoorzieningen, zowel op straat als in stallingen?’ ‘Hoe kan een stalling er uitzien als er geen mensen meer hoeven in of uit te stappen?’ Na enkele weken onderzoek is op basis van deze twee onderzoeksvragen en overleg een hoofdvraag opgesteld: Hoe kunnen de opdrachtnemers, 5 leerlingen van de Hogeschool Rotterdam in samenwerking met studenten van het RDM Autotechniek, binnen 20 weken een adviesrapport opstellen voor een parkeergarage voor zelfsturende auto’s waarbij aan de behoefte van de opdrachtgever wordt voldaan maar wel tegen zo laag mogelijke kosten en kapitaalgebruik, daarbij rekening houdend met de vier invalshoeken: Logistiek, economie, bouwkunde en facilitair management. In dit onderzoeksrapport worden de onderzoeksresultaten van de afgelopen 10 weken weergegeven.
3
2.0 Locatie parkeergarage Waar kan de parkeergarage gerealiseerd worden? Het concept waarbij werknemers vervoerd worden door niet persoonsgebonden auto’s, zal een ruimtelijke vertaling moeten hebben die zich vestigd op een gunstig en centrale locatie. Doordat dit concept een pilot wordt, zal het ingekaderd worden tot het gebied van Den Haag naar. De gebruikers zullen dus in dit gebied wonen en werken. Het belangrijkste voor de ligging van de parkeer garage is: Centraal gelegen, de zelf sturende auto’s moeten zowel Den Haag als Rotterdam snel kunnen bereiken. Het is belangrijk dat de garage NIET gemakkelijk voor personen toegankelijk HOEFT te zijn, het zou dus niet slim zijn om een dergelijk garage in het centrum van de stad te plaatsen. De grondprijs is hier niet alleen relatief duur, maar logistiek gezien heeft een ligging in het centrum ook geen meerwaarde. Een auto die van centrum Rotterdam naar centrum Den Haag zou moeten gaan, zou nu dan een drukke centrum eerst moeten passeren voordat deze zich op een hoofdweg kan begeven. Inafbeelding 2.0 zijn de gebieden Rotterdam en Den Haag omcirkeld, ook zijn de gebieden hiertussen omkaderd door een rode rechthoek.
Afbeelding 2.0: Regiokaart van Rotterdam en Den Haag, bron: www.openstreetmap.org
Het is niet slim om een parkeergarage voor zelfsturende auto’s in het centrum te plaatsen, echter zou het nog steeds gemakkelijk bereikbaar moeten zijn. De garage zou in de zones moeten liggen die net buiten het centrum zijn, zoals de zones die steeds met een lichtere tint zijn aangeven op de kaart. Een ander belangrijk punt is dat de parkeergarages bereikbaar moeten zijn voor de tegenovergestelde stad, een garage in Den Haag zou dus bereikbaar voor auto’s in Rotterdam moeten zijn. Dit betekend simpelweg dat de garages in de buitenzone richting de tegenoverstelde stad moeten richten.
4
Afbeelding 2.1: Regiokaart van Den Haag, bron: www.openstreetmap.org
Voor Den Haag betekent het dat de parkeergarage, zoals in de kaart afbeelding 2.1, dat de parkeer garage in de buurt van Wateringen, Rijswijk, Voorburg, Nootdorp en Haagoord. De parkeergarages zouden dus gemakkelijk toegankelijk moeten zijn voor de zelfsturende auto’s. Een concept die toegankelijkheid ook hoog in het vaandel heeft staan, zijn de P+R parkeergelegenheden. Het verschil tussen deze twee concepten is vooral het feit dat P+R wel een persoongebonden concept is, echter passen de locaties hierdoor niet minder bij ons concept. In de regio van Den Haag zijn er 2 grote P+R terreinen: P+R Hoornwijck, een P+R die zeer centraal gelegen is, waarbij toegang tot de snelwegen vrijwel direct is. Een grote pluspunt is dat direct via de A13 naar richting Rotterdam gereden kan worden, tevens is het ook mogelijk om via de A4 Den Haag binnen te komen via de snelweg. P+R station Ypenburg, zoals de P+R Hoornwijck is deze ook erg goed bereikbaar via de snelweg, waarbij er direct toegang is tot Den Haag via de A12. Een minpunt is echter dat er een klein stukje gereden moet worden om op de A13 te komen die richting Rotterdam gaat. Als de parkeergarage voor zelfsturende auto’s dus in Den Haag geplaatst moet worden, dan zou het erg gunstig zijn om deze te plaatsen op het kavel waar P+R Hoornwijck staat.
5
Afbeelding 2.2: Regiokaart van Den Haag, bron: www.openstreetmap.org
Voor Rotterdam betekent het dat de garage vlakbij de gebieden Schipluiden, Schiedam, Oude Leende en Rotterdam the Hague Airport moeten zitten. Deze zijn ook omcirkeld in de afbeelding hieronder. Zoals bij regio Den Haag is er ook bij regio Rotterdam gekeken naar de P+R terreinen, hierbij zijn de volgende 2 het meest geschikt: P+R Meijersplein, een terrein die goed bereikbaar is vanaf de snelwegen via de N209 en de N471, waarbij deze P+R direct ligt aan de N471. Via de provenciale wegen kunnen de zelfsturende auto’s via de A13 en A20 zowel Den Haag als Rotterdam makkelijk bereiken. P+R Melanchtonweg, dit terrein ligt niet ver van meijersplein vandaag. Echter is het wat moeilijker toegankelijk omdat het wat verder ligt van de provenciale weg (N471). Bij een parkeergarage in Rotterdam zal er dus gekozen worden voor een plaatsing van de garage op het kavel van de P+R Meijersplein. Deze is namelijk toegankelijker dan het stukje grond op de Melanchtonweg. Voor beide steden zijn er dus potentiële en gunstige locaties bepaald, de vraag nu is waar de parkeergarage geplaatst moet worden. Er zijn nu 3 opties die uitgevoerd kunnen worden: De garage komt in regio Den Haag, hierbij is een groot nadeel dat de zelfsturende auto’s ver moeten reizen om in Rotterdam te zijn; De garage komt in regio Rotterdam, hierbij is een groot nadeel dat de zelfsturende auto’s ver moeten reizen om in Den Haag te zijn; Er komt een garage in zowel Den Haag als Rotterdam, hierdoor zijn beide steden goed toegankelijk en kunnen de auto’s efficiënt van garages wisselen wanneer dit nodig is. 2.1 Realisatie parkeergarage Waar kan de parkeergarage gerealiseerd worden? De parkeergarage, of liever de parkeergarages, kunnen het beste in Meijersplein en Hoornwijck gerealiseerd worden. Deze 2 garages zullen dan goed bereikbaar zijn en kunnen efficiënt dienen als opvanggarage voor auto’s die in het andere gebied moeten blijven dan waar ze vandaan kwamen.
6
3.0 Gevolgen voor het straatbeeld Wat zijn de gevolgen voor het straatbeeld bij toepassing van een garage voor zelfsturende auto’s? Traditionele garages zijn vaak erg saai qua uiterlijk, deze zijn namelijk puur bedoeld om een auto te parkeren/stallen. Echter zijn er ook uitzonderingen zoals de parkeergarage ontworpen door Zaha Hadid.
Afbeelding 3.0: Parking Garage proposal by Zaha Hadid, Miami
Van buitenaf is het helemaal niet duidelijk dat de inhoud van het gebouw een parkeergarage is. Echter is dit echt een prachtig beeld dat het straatbeeld upgrade. De parkeergarage voor zelfstuderende auto’s zou dus een saai en uitgesproken gebouw kunnen zijn, of juist een iconisch gebouw zijn. Het zou vanzelfsprekend zijn dat het gebouw iconisch moet zijn, doordat het een primeur is dat er een parkeergarage voor zelfsturende auto’s gemaakt wordt. Echter moet het esthetische plaatje van het gebouw niet lijden onder de functionaliteit, dit staat namelijk bovenaan op het lijstje van prioriteiten. Een derde optie is het ondergronds realiseren van de parkeergarage, hierdoor heeft het gebouw geen effect op het straatbeeld. Dit zou echter niet bij het concept passen doordat het een iconisch gebouw moet worden voor voorbijgangers. Wat zin de gevolgen voor het straatbeeld bij toepassing van een garage voor zelfsturende auto’s? De locatie van deze garages zal langs een provinciale weg en een snelweg liggen, dit betekent dus dat de garage snel opvalt langs deze uitgerekte wegen. Het gebouw zal dus een groot effect hebben op het beeld langs de snelweg. Mede dankzij haar iconische functie moet het gebouw dus een herkenbaar uiterlijk krijgen dat niet storend is voor de weggebruiker op deze wegen.
7
4.0 Afmetingen Wat zijn de standaard afmetingen van een auto waarmee de afmetingen van de parkeergarage worden bepaald volgens NEN2443? In NEN2443:2013 staan de afmetingen van een gemiddelde auto, aan de hand van deze afmetingen wordt de parkeergarage gedimensioneerd. De parkeergarage die in dit project wordt ontworpen wordt niet gebruikt door normale auto’s. De zelfsturende auto is kleiner dan een normale auto daarom zal de parkeergarage anders gedimensioneerd zijn. Voertuigkenmerk Lengte Breedte zonder spiegels Hoogte Aantal assen Aantal wielen Wielbasis Draaicirkel
NEN2443 4,88 1,83 1,73 2 4 2,77 11,58
Hoe worden de afmetingen van een normale auto omgerekend naar een zelfsturende auto zo dat deze gebruikt kunnen worden voor het dimensioneren van de parkeergarage? De afmetingen van de normale auto zijn gebruikt voor het dimensioneren van de parkeergarage norm. Er zit een verhouding tussen de afmetingen van de auto en de minimale doorrijbreedte, hoogte, draaicirkel, parkeervakken en dergelijke. Aan de hand van deze verhouding worden de afmetingen van de te ontwerpen parkeergarage bepaald.
Afbeelding 4.0: parkeervoorzieningen begrippen
8
4.1 Hellingbaan
Afbeelding 4.1: Hellingbaan
Overgangshelling is maximaat de helft van de toegestane helingspercentage. Stallingsgarage 24% Niet openbare garage 20% Openbare garage 14% Openbare garage (d’humy-heling) 15% Tabel 4.0: Hellingpercentage per type parkeergarage (NEN2443:2013 hoofdstuk 5.4.2)
Afbeelding 4.2: beschadigingspunten
9
4.2 Rijbaan De afmeting van een rechte rijbaan is gemeten tussen de redresseerstroken of optakelvrije zone. Deze breedtes zijn ook toepasbaar op een rechte hellingbaan. Type garage Openbare garage
Stalling/niet openbare garage
Rijbaan Rijbaan voor één richtingsverkeer Rijbaan voor twee richtingsverkeer Rijbaan voor twee richtingsverkeer
Afbeelding 4.3: rijbaanbreedte
Afbeelding 4.4: Afmetingen
10
Afmeting 2,75 meter 5,5 meter 5 meter
Gebogen rijbaan Type parkeergarage Tussen twee rijbanen Tussen personen auto en constructie
1 meter 0,5 meter
Afbeelding 4.5: Gebogen rijbaan
Bochten met een binnenstraat groter dan 10 meter moeten een rijbaan hebben van 4,45 meter bij eenrichtingsverkeer en 3,95 meter bij twee richtingsverkeer.
Afbeelding 4.6:
11
S-bochten
Afbeelding 4.7
Afbeelding 4.8
12
Parkeervak
Afbeelding 4.9: parkeervakstrook
Langsparkeren
Afbeelding 4.11: Langsparkeren
De afmetingen van de parkeervakken, parkeerwegen en parkeerstroken zijn afhankelijk van het gebruik. Type parkeergarage Afmeting parkeervak Openbaar gebruik Intensief gebruik 2,5 meter breed Niet intensief gebruik 2,4 meter breed Niet openbaar/stallinggarage Intensief gebruik 2,30 meter breed
Bijlage 2 t/m 4 overzicht van verschillende afmetingen
13
4.3 Bufferruimte in en uitrit Maat gevend is het aantal voertuigen per uur. Bufferruimte inrit Type garage Stallinggarage Niet openbaar Openbaar
Afmeting X X 5 meter
Bufferruimte uitrit Type garage Stallinggarage Niet openbaar Openbaar
Afmeting 5 meter 5 meter 6 meter
Afbeelding 4.12: Bufferruimte
14
5.0 Wet en Regelgeving parkeergarages Aan het bouwen parkeergarages zijn wetten, eisen en normen verbonden. Er moet voldaan worden aan deze onderdelen om een veilige constructie te krijgen. In dit hoofdstuk worden al deze wetten en eisen, die van toepassing zijn op een parkeergarage, beschreven en toegelicht. Onderwerpen die aan bod komen zijn: Eisen vanuit Bouwbesluit Eisen vanuit NEN normen Constructieve eisen Vanuit het Bouwbesluit zijn eisen gesteld voor onder andere ventilatie en brandveiligheid. Ventilatie is nodig in verband met de ongewenste productie van koolmonoxide (CO), koolwaterstoffen, stikstofoxiden, lood- en zwavelverbindingen, benzeen of warmte, rook en vocht. Een parkeergarage dient altijd minimaal geventileerd te worden, omdat ook stilstaande auto’s benzeen emissies veroorzaken. Het systeem moet zo ontworpen zijn, dat er in het geval van brand en rookontwikkeling voldoende ventilatie beschikbaar is om de parkeergarage rookvrij te houden (Henri Bontenbal, 2010). Vanuit het Bouwbesluit wordt gesteld dat de ventilatiecapaciteit bij permanent ventileren minimaal 3.10-3m3/s per m2 (drie liter per seconde per vierkante meter vloeroppervlak) moet bedragen, bepaald volgens NEN 1087:20011. Hiervan mag alleen worden afgeweken als er gebruik wordt gemaakt van een CO/LPG detectiesysteem of bij het gebruik van een in- en uitrijdregeling voor kleinere garages. De norm van CO-concentratie van 120 ppm mag niet worden overschreden. Het aantonen dat op een andere wijze aan de gestelde eisen wordt voldaan (gelijkwaardigheid), kan via een CFD-berekening (Computation Fluid Dynamics). Om de vanuit het bouwbesluit geëiste ventilatiecapaciteit te behalen, kan er gebruik worden gemaakt van natuurlijke of mechanische ventilatie. Natuurlijke ventilatie Bij natuurlijke ventilatie laten de gevels voldoende reine lucht door. Daarbij gelden volgens NEN 2443 de volgende randvoorwaarden: Ten minste twee tegenover elkaar staande wanden moeten buitenwanden zijn en voorzien zijn − van niet afsluitbare openingen; De tegenover elkaar staande buitenwanden, waarin niet voor lucht afsluitbare openingen − voorkomen, mogen voor ten minste twee zijden van de garage niet meet dan 54 meter van elkaar zijn verwijderd; De laagste vloer van de garage mag ten hoogste 1,30 meter onder het maaiveld zijn gelegen; − De binnenwanden mogen voor de ventilatie geen beperking opleveren, te berekenen volgens − NEN1087;
15
5.1 Handreiking meten en rekenen luchtkwaliteit In de handreiking “meten en rekenen luchtkwaliteit” (ministerie van VROM, Den Haag, juli 2007) staat dat er geen extra toetsing hoeft plaats te vinden indien de parkeergarage is ontworpen conform NEN 2443 "Parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages" en indien de maatregelen zijn uitgevoerd die beschreven staan in de algemene maatregelen van bestuur (AmvB’s):
Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer; Besluit horeca-, sport-, en recreatie-inrichtingen milieubeheer; Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer; Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer.
Deze maatregelen luiden: Bij een mechanische ventilatie in een parkeergarage met tenminste 20 parkeerplaatsen, die deel uitmaakt van de inrichting: −
−
“Zijn de aanzuigopeningen ten behoeve van de ventilatie aangebracht: a. in een verkeersluwe omgeving of, indien dat niet mogelijk is, op tenminste 5 m boven het straatniveau, en b. buiten de beïnvloeding van de uitblaasopeningen"; “Wordt de uit de parkeergarage afgezogen lucht verticaal uitgeblazen op ten minste 5 m boven het straatniveau of, indien binnen 25 m van de uitblaasopening een gebouw is gelegen met een hoogste daklijn die meer dan 5 m boven het straatniveau is gelegen, ten minste boven de hoogste daklijn van dat gebouw en bedraagt de snelheid van de uitgeblazen lucht, gemeten bij de rand van de uitblaasopening, ten minste 10 m/s en ten hoogste 15 m/s.”
5.3 Brandveiligheid Gebouwen dienen aan een vereist niveau van brandveiligheid te voldoen welke is vastgelegd in de Nederlandse bouwregelgeving. Het Bouwbesluit is onderdeel van deze regelgeving. Het besluit stelt prestatie eisen aan de brandwerendheid met betrekking tot het bezwijken van de hoofddraagconstructie, oftewel onderdelen van de constructie die bij bezwijken aanleiding geven tot instorting. De eisen zijn gebaseerd op een zogeheten standaardbrand: dat is een fictieve, gemodelleerde brand. Het Bouwbesluit stelt daarnaast ook eisen ten aanzien van het voorkomen van brand, de verdere verspreiding en ontwikkeling van brand en rook, het vluchten en het bestrijden van brand. Onderdeel hiervan is de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO). 5.4 Randbeveiliging De aanwezigheid van randbeveiliging voor personen wordt volgens afdeling 2.3 van het Bouwbesluit als volgt omschreven: "Een vloer heeft bij een rand een niet beweegbare afscheiding als die rand meer dan 1 m hoger ligt dan een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water." Dit geldt niet ter plaatse van de aansluiting van de vloer op trappen en hellingbanen. De hoogte van de randbeveiliging moet minimaal 1 meter zijn, gemeten vanaf de bovenzijde van de vloer.
16
6.0 Het gebruik van de zelfsturende auto’s Zelfsturende auto’s zijn een relatief nieuw en wereldwijd fenomeen. Op dit moment is de zelfsturende auto bezig aan een opmars. 6.1 Autodelen Voordat een zelfsturende auto ingezet kan worden moet er een systeem komen dat mensen op elk moment van de dag en voor elk gewenste tijdsduur een zelfsturende auto laat gebruiken. Hieruit is er onderzoek gedaan naar verschillende manieren om dit te kunnen realiseren en wij zijn opgekomen bij het principe Autodelen. “Waarschijnlijk de beste definitie van autodelen is een systeem dat mensen in staat stelt om lokaal beschikbare auto’s te huren op elk gewenst moment en voor elke tijdsduur. Autodelen verschilt dus van traditionele autoverhuur, waarbij de klant de auto dient op te halen bij het verhuurbedrijf en de auto doorgaans alleen per dag kan huren. Autodelen verschilt ook van leasen, omdat een leaseauto niet wordt gedeeld in het dagelijks gebruik. Tot slot verschilt autodelen van taxidiensten in de zin dat een autodeler de auto zelf bestuurt.” (Frenken, 2013) Deze manier kan ook als vervanger gezien worden voor de OV en het brengt veel voordelen met zich mee voor de gebruiker:
Het gebruik van zelfsturende auto’s is goedkoper dan het bezitten van een eigen auto wanneer deze weinig gebruikt wordt. Het is een aantrekkelijk alternatief voor mensen die geen auto hebben en af een toe tegen dure prijzen een auto huren. Zelfsturende auto’s maken efficiënter gebruik van schaarse parkeerruimte. De deuren van een zelfsturende auto hoeven niet open na het parkeren waardoor de parkeervlakken een kleiner oppervlak nodig hebben. Zelfsturende oplaadbare auto’s zijn milieuvriendelijker. Het rijden op elektriciteit i.p.v. benzine of diesel zorgt voor minder CO₂ uitstoot. Menselijk fouten speelt geen factor meer wanneer auto’s zelf rijden. Hierdoor zullen er in potentie veel minder ongelukken en dus gewonden en doden zijn. Ook neemt de filedruk af.
Afbeelding 6.0: Autodelen
17
6.2 Aandachtspunten Wat kost opladen? Het opladen van de auto’s is niet gratis hiervoor zijn er ook kosten aan verbonden. Voor het voorzien van stroom moet je een laadabonnement afsluiten om van publieke laadpalen gebruik te mogen maken. Zo’n laadpas kost je ongeveer 7 euro per maand. Wat de stroom kost die je afneemt, is afhankelijk van het gehanteerde tarief van de laadpaalleverancier en hoeveelheid stroom dat een auto nodig heeft. Fysieke installatiecheck De laadpallen moeten natuurlijk ook geïnstalleerd en geplaatst worden in de garages. Een uitgebreid installatierapport wordt door Cofely opgeleverd. Dit kost je € 250,- (ex. btw) Wanneer banden vervangen? Een elektrische auto heeft weinig onderhoud nodig. Ze hebben geen versnellingsbak, er hoeft geen motorolie in, je hoeft geen bougies te wisselen. En aangezien alleen de bewegende delen slijten, zijn dat bij een elektrische auto vooral de banden en de remmen. Dat betekent dat je ook op onderhoudskosten bespaart. De vaste kosten bestaan uit wegenbelasting, verzekering en het lidmaatschap voor de ANWB zijn wederom gunstiger voor de elektrische auto omdat deze wegenbelastingvrij is Ook als de banden nog voldoende profiel hebben kunnen ze wel beschadigd zijn of door veroudering droogtescheurtjes vertonen. Het rubber van de band droogt namelijk uit door zonlicht, blootstelling aan de buitenlucht, Uv-straling en hoge temperaturen. Na zo'n 6 jaar is het dan ook verstandig om de band te vervangen, ook als er nog voldoende profiel op zit. voor de remblokken: tussen 30 000 en 50 000 Km (maar om de 15000 km nakijken) Om de risico te verlagen maken wij de keuze om de banden om de 4 jaar te vervangen ongeacht ze niet of wel beschadigd zijn. De remblokken worden om de 30.000 km vervangen. Verantwoordelijkheid Wie is verantwoordelijk als bestuurder en technologie samen de auto besturen? De studie richt zich op de wisselwerking tussen slimme auto’s en slimme infrastructuur. Het is ook nog niet duidelijk over wat voor soort zelfsturende auto het gaat: een zelfstandige robotauto, zoals de Google car, of een coöperatieve auto die communiceert met andere auto’s en de weg? Bron: ANWB
18
7.0 De volgende stap Voor de informatie in dit rapport is er op verschillende vlakken onderzoek naar gedaan op basis van onze opleiding achtergrond. Met deze informatie moeten we ons nu gaan richten op het daadwerkelijk laten zien van resultaten door de juiste beslissingen te maken. Dit rapport helpt ons om verder te werken tot een eindproduct. De volgende stap is het:
Ontwerpen van de garage na resultaat ontwerpwedstrijd. Bouwlogistiek organiseren. Inrichting van de garage. Het financiële plaatje
Deze punten zullen naar voren komen in het eindrapport, dit onderzoek rapport geeft ons de mogelijkheid om verder te kunnen werken op de punten dat hierboven worden vermeld.
19
Literatuurlijst www.streetmap.org Regiokaarten Den Haag en Rotterdam http://www.mymodernmet.com/profiles/blogs/zaha-hadids-ultra-sylish-parking-garage Foto garage Zaha Hadid Kosten opladen: http://www.gaslicht.com/energiebesparing/kosten-opladen-elektrische-auto https://www.anwb.nl/premieberekenen/autoverzekering Regelgeving: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bouwregelgeving/bouwvoorschriften
20
Bijlage 1: bepalen soort parkeergarage
21
Bijlage 2: Afmetingen
22
Bijlage 3: Afmetingen
23
Bijlage 4: Afmetingen
24