PROGRAMMAREKENING 2010 Jaarverslag en jaarrekening

PROGRAMMAREKENING 2010 Jaarverslag en jaarrekening

Gemeente Cuijk, mei 2011

INHOUDSOPGAVE INLEIDING

5

Aan de leden van de gemeenteraad van Cuijk DEEL A: JAARVERSLAG 1.

2.

7 9

PROGRAMMAVERANTWOORDING

11

Programma 0

Bestuur

13

Programma 1

Veiligheid en handhaving

23

Programma 2

Verkeer en vervoer

31

Programma 3

Lokale economie

39

Programma 4

Onderwijs en kinderopvang

45

Programma 5

Cultuur, recreatie en sport

51

Programma 6

Werk, inkomen en zorg

61

Programma 7

Volksgezondheid en milieu

73

Programma 8

Bouwen en wonen

81

FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

3. PARAGRAFEN

89 105

PARAGRAAF 1 LOKALE HEFFINGEN

107

PARAGRAAF 2 WEERSTANDSCAPACITEIT

113

PARAGRAAF 3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN

125

PARAGRAAF 4 FINANCIERING

133

PARAGRAAF 5 BEDRIJFSVOERING

141

PARAGRAAF 6 VERBONDEN PARTIJEN

149

PARAGRAAF 7 GRONDBELEID

163

DEEL B: JAARREKENING

169

1. PROGRAMMAREKENING

171

2. TOELICHTING OP DE PROGRAMMAREKENING

175

3. BALANS

205

4. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

209

5. TOELICHTING OP DE BALANS

215

6. VERANTWOORDING SPECIFIEKE UITKERINGEN (SISA)

235

ACCOUNTANTSVERKLARING

243

3

4

INLEIDING

5

6

Aan de leden van de gemeenteraad van Cuijk Cuijk, mei 2011 AANBIEDING PROGRAMMAREKENING 2010 Inleiding Hierbij bieden wij uw raad de programmarekening 2010 aan, opgesteld met inachtneming van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. De jaarstukken bestaan uit: I. Het jaarverslag onderverdeeld in: II. De jaarrekening onderverdeeld in:

a. b. a. b. c.

de programmaverantwoording de paragrafen de programmarekening en de toelichting de balans en de toelichting de bijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen

Jaarverslag Het jaarverslag volgt de indeling van de programmabegroting. In   

de programmaverantwoording zijn de drie “w-vragen” beantwoord: Wat wilden we bereiken? Wat hebben we daarvoor gedaan (activiteiten)? Wat heeft het gekost?

In een afzonderlijk hoofdstuk zijn de aspecten ‘Financiering en Algemene dekkingsmiddelen’ opgenomen. Daarin is ook transparant gemaakt welke aanwendingen van en stortingen in reserves hebben plaatsgevonden. Daarnaast is een overzicht van de aanwending van de post onvoorziene uitgaven en een overzicht van de restant kredieten per ultimo 2010 opgenomen. De voorgeschreven zeven paragrafen, met elk een specifiek aandachtsveld, vormen een dwarsdoorsnede van de jaarrekening. Jaarrekening In de programmarekening wordt een overzicht gegeven van de gerealiseerde baten en lasten per programma evenals een overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen. Verder wordt inzicht gegeven in het resultaat vóór bestemming, de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en het resultaat na bestemming. Van de voornaamste afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening is per programma een analyse met toelichting opgenomen. De jaarrekening bestaat verder uit de balans met toelichting. De balans geeft de stand van zaken weer voor wat betreft de omvang en samenstelling van het vermogen. Het laatste onderdeel van de programmarekening betreft de verantwoording over specifieke uitkeringen. Met ingang van 2006 dient verantwoording van een groot aantal specifieke uitkeringen van het Rijk en de provincie afgelegd worden via een apart overzicht in de jaarrekening. Er is hierbij sprake van het principe van Single information, Single audit (SiSa). Dit houdt in dat er jaarlijks eenmalig informatieverstrekking en accountantscontrole plaatsvindt.

7

Accountantscontrole De reikwijdte van de opdracht tot controle van deze jaarrekening is vastgelegd in het meerjarig controleprotocol dat door uw raad is vastgesteld op 25 januari 2010. De gemeenteraad heeft het normenkader voor het onderzoek naar de jaarrekening 2010 voor de accountant en voor de eigen gemeentelijke organisatie vastgesteld op 18 april 2011. Het verheugt ons dat een volledig goedkeurende accountantsverklaring is verkregen, dat wil zeggen zowel op het gebied van getrouwheid als op het gebied van rechtmatigheid. Voor de bevindingen en aanbevelingen van de accountant en onze reactie hierop verwijzen wij naar de bij deze jaarrekening gevoegde bijlage. Resultaat De jaarrekening 2010 sluit met een negatief saldo van € 1.015.963. Dit resultaat is als volgt tot stand gekomen: Nadelig resultaat vóór bestemming Totaal mutaties reserves (per saldo voordelig) Totaal nadelig resultaat na bestemming

-/- € € -/- €

2.822.786 1.806.823 1.015.963

Totstandkoming resultaat In bovenstaand resultaatoverzicht zijn wettelijke termen genoemd. Het resultaat is ook als volgt te verklaren: Resultaat bouwgrondexploitatie -/- 1.863.000 Vrijval voorziening rationeel rioolbeheer +/+ 955.000 Resultaat overige activiteiten -/- 108.000 Totaal -/- 1.016.000 De najaarsnota 2010 gaf een voorlopig negatief rekeningresultaat te zien van € 1.542.926. De mutaties in de jaarrekening, na vaststelling van de najaarsnota, bedragen per saldo € 526.963 positief zodat het resultaat van de jaarrekening € 1.015.963 nadelig bedraagt. Onderdeel van dit negatieve resultaat is een positief resultaat ad. € 955.000 als gevolg van de vrijval van een overschot in de voorziening rationeel rioolbeheer. Een uitvoerige specificatie van de voor- en nadelen per programma, gevolgd door een overzicht van incidentele baten en lasten met een toelichting daarop is opgenomen in de toelichting op de programmarekening. Procedure In de planning- en controlcyclus 2011 zijn met betrekking tot de behandeling en vaststelling van de jaarrekening de volgende data gepland:  

Onderzoek jaarrekening door Commissie Controle en Onderzoek op 9 juni 2011; Vaststelling jaarrekening door gemeenteraad op 30 juni 2011.

Slotopmerking Met dit jaarverslag en deze jaarrekening wordt door het college van burgemeester en wethouders verantwoording afgelegd over het in 2010 gevoerde bestuur. Wij stellen uw raad voor:   

Het voorliggende jaarverslag evenals de jaarrekening vast te stellen. Van het resultaat over 2010 € 955.000 toe te voegen aan de reserve rationeel rioolbeheer. Het resterende negatieve resultaat over 2010 ad € 1.970.963 te onttrekken aan de algemene reserve.

Burgemeester en wethouders van Cuijk, P.M. v.d. Koolwijk secretaris

mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester

8

DEEL A: JAARVERSLAG

9

10

1. PROGRAMMAVERANTWOORDING

11

12

Programma 0

Bestuur

Het programma bestuur omvat de verdere ontwikkeling van de interne en externe dienstverlening van de gemeentelijke organisatie en het ondersteunen van het lokaal bestuur. Integriteit en kwaliteit staan hierbij voorop. Trends 

Het centraliseren van alle publieksdiensten binnen de afdeling Publiekszaken is enige jaren geleden gebeurd en heeft een aanzienlijke verbetering van de klantgerichtheid van de gemeente opgeleverd. De trend Klantgericht Werken zal in de vervolgjaren verder worden ontwikkeld. Het landelijk ontwikkeld model ‘Antwoord’ is er op gericht om in 2015 de gemeenten hét centrale loket van de hele overheid te laten zijn: het Klantcontactcentrum (KCC). Niet alleen moeten dan alle gemeentelijke producten via één loket worden aangeboden, klanten moeten van daaruit ook terecht kunnen voor dienstverlening van het Waterschap, de provincie en de rijksoverheid. Ambitieus is ook de gedachte dat men terecht moet kunnen voor alle overheidsgerelateerde dienstverlening, zoals van de belastingdienst. De definitie van ‘loket’ is niet alleen het fysieke loket, maar ook de digitale, schriftelijke en de telefonische dienstverlening moet via één kanaal nl. de gemeente. Mede op basis van deze ontwikkelingen heeft het college de volgende missie vastgesteld met betrekking tot de dienstverlening: De burger wordt door de gemeente een eenduidig, helder en toegankelijk aanspreekpunt geboden voor het geheel van de (semi-) overheidsdienstverlening, waar zo mogelijk direct de gezochte informatie, producten en/of diensten worden verstrekt. Bij deze missie past de volgende visie:  Het loket is herkenbaar  Het loket is toegankelijk  Het loket is dichtbij, met adequate openingstijden  Telefonisch met adequate bereikbaarheidstijden  Elektronisch met adequate informatie en helder gedefinieerde inputkanalen  Het loket kan elke burger bedienen  Gedifferentieerd naar doelgroep (groot bedrijf maar ook bijstandsmoeder)  Gedifferentieerd naar vraag (informatieve vraag maar ook verzoek om complex product)  Het loket streeft naar maximaal mogelijke directe afhandeling.  Het loket beschikt over voldoende kennis  Het loket beschikt over voldoende informatie  Het loket beschikt over voldoende middelen  Het loket vraagt de burger geen informatie, waarover de overheid al beschikt en leidt bij eventuele niet directe afhandeling de vergaarde informatie door naar de afhandelaar die de dienstverlening actief gaat aanbieden (eenmalige uitvraag).



De missie en de visie op dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen zal in de komende tijd verder worden uitgewerkt in een concreet plan van aanpak op basis waarvan de totstandkoming van het KCC vorm en inhoud zal krijgen. In de organisatie is een attitude aanwezig die alle voorwaarden in zich bergt om deze missie uit te voeren. De eerder gesignaleerde tendens in overheidscommunicatie zet zich ook de komende jaren voort. De kritische burger verwacht van een gemeentelijke overheid herkenbaarheid, openheid en naast een efficiënte dienstverlening ook informatie in een vroegtijdig stadium over zaken die de inwoner betreft. Meedenken, meepraten en als dat even kan soms zelfs meebeslissen wordt steeds belangrijker. In de notitie communicatie 2008 is een aantal

13

voorstellen gedaan dat die vormen van participatie verder mogelijk moet maken. Daarnaast biedt de nieuwe website (eind 2009) de mogelijkheid om digitaal/interactief met de inwoners en andere belangstellenden in discussie te gaan en meningen te peilen (chatten, enquêteren, forum, et cetera). Wat wilden we bereiken? 0.1 0.2 0.3

Een zich voortdurend verbeterende dienstverlening op het brede overheidsveld. Grotere betrokkenheid en participatie van de burger bij de ontwikkeling van de gemeente. Met andere woorden: het verkleinen van de afstand tussen bestuur en burgers en begrijpelijke politieke besluitvorming. Efficiënt en transparant besturen door college en raad.

Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 0.1 Dienstverlening aan inwoners en relaties 0.1.1. Verbeteren en verder ontwikkelen van de rol van de front office als klantcontactcentrum voor de overheid in zijn volle breedte.

0.1.2

Het aantal diensten dat via Internet wordt aangeboden en geheel of gedeeltelijk kan worden afgehandeld wordt vergroot. Inmiddels wordt al voldaan aan de eis van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, om 65% van de diensten van de gemeente via Internet aan te bieden. Doel is om dat in 2010 verder uit te breiden en te verbeteren.

14

Toelichting In ons collegeprogramma is aangegeven dat we ons voorbereiden op een nieuwe vorm van dienstverlening: klantgericht, bereikbaar via post, telefoon, balie en internet en vanaf 2015 overheidsbreed; de gemeente Cuijk als de toegangspoort voor de gehele overheid. In 2010 is in lijn met het collegeprogramma de ingeslagen weg van vraaggericht werken verder uitgebouwd met voorbereidingen om te komen tot breed inzetbare medewerkers, de zogenaamde generalisten met een specialisatie binnen één van de deelgebieden van publiekszaken te weten: Wonen en Woonomgeving, Zorg en Welzijn en Inwonerszaken. Vanuit de doelstelling uit het collegeprogramma om fors in te zetten op regionale samenwerking op bestuurlijk en ambtelijk niveau, zijn we in 2010 gestart met het verkennen van de voordelen van een samenwerking op het terrein van een klantcontactcentrum met de gemeenten Mill en Sint Hubert en Grave. Dit proces is nog in volle gang en is breed getrokken van ICTtoepassingen tot gebruik makend van elkaars personele capaciteiten. De in 2009 vernieuwde website is verder uitgebreid. Om uitvoering te geven aan het voornemen uit het collegeprogramma dat de klant keuzevrijheid heeft via welk kanaal het met ons zaken wil doen, is het in 2010 mogelijk gemaakt om meldingen over de openbare ruimte geheel online af te handelen. Inmiddels is in het eerste kwartaal 2011 een nieuwe productencatalogus aangeschaft die in juni 2011 in gebruik wordt genomen. Met deze catalogus kunnen klanten sneller en beter de informatie over producten op onze website vinden.

Wat (activiteiten) 0.1.3 Verder ontwikkelen van een transparante en herkenbare organisatie op basis van de in 2009 vastgestelde missie. Een consequent doorgevoerde huisstijl is hiervoor essentieel; niet alleen wat betreft de visuele elementen, maar vooral ook de (klantgerichte) werkattitude van onze medewerk(st)ers waarbij de waarden dienstbaar, integraal, resultaatgericht en initiatiefrijk leidend zijn. Voorstellen om dat verder te realiseren zijn opgenomen in de nota communicatie 2008-2010.

Toelichting In het collegeprogramma staat de heldere doelstelling dat de gemeentelijke organisatie staat voor een open en klantgerichte communicatie. In 2010 is de voorbereiding gestart om te komen tot eenduidige communicatie-uitingen. In november/december 2010 zijn bij 500 verzonden brieven een reactiekaartje bijgevoegd, waarop de ontvanger kon aangeven of de brief voor hem duidelijk was. Deze reactiemogelijkheid was er ook via de website en werd bekendgemaakt in de krant. Hier zijn slechts 10 reacties op gekomen, maar de reactiekaarten die terugkwamen waren allemaal positief en met complimenten in plaats van verbeterpunten. In het eerste kwartaal van 2011 is het huisstijlhandboek ‘Duidelijk Cuijk’ opgeleverd met richtlijnen voor zowel de visuele huisstijl als de manier waarop we als gemeente communiceren. In 2010 is de voorbereiding gestart om te komen tot heldere afspraken van onze interne dienstverlening. In het eerste kwartaal 2011 heeft dit geleid tot de vaststelling van het kwaliteitshandvest interne dienstverlening. De invoering is gepaard gegaan met interactieve workshops met deelname van een aantal raadsleden, het college en het ambtelijk apparaat.

0.1.4

Presenteren van een duidelijk en consistent beleid richting burger. Een proactieve houding richting lokale pers en andere media draagt hiertoe bij. Bij de interne beleidsontwikkeling wordt het aspect communicatie in een vroegtijdig stadium betrokken. De informatievoorziening en de communicatie aan en met inwoners via de website worden geïntensiveerd, onder andere door interactieve elementen toe te voegen aan de gemeentelijke website.

15

In 2010 heeft de buitendienst een opgefriste uitstraling gekregen volgens de bestaande huisstijl, met bedrijfskleding en een nieuw wagenpark. In het collegeprogramma hebben we ons ten doel gesteld dat interactieve beleidsvoorbereiding verder wordt doorontwikkeld en bij de passende vraagstukken actief wordt toegepast. Voorafgaande aan de besluitvorming luisteren wij naar raad, wijken dorpsraden, belangengroepen en inwoners. Het betrekken van de interne communicatieadviseurs maakt inmiddels in het beginstadium onderdeel uit van beleidsontwikkeling, waarmee op proactieve wijze recht wordt gedaan aan het participatietraject van inwoners.

Wat (activiteiten)

0.1.5

0.2 0.2.1

Toelichting Op de gemeentelijke website worden minimaal alle nieuwsberichten opgenomen die ook op de gemeentepagina verschijnen, waar mogelijk worden op de website meer berichten geplaatst. Deze nieuwsberichten worden allemaal ook via Twitter verstuurd. De twitteraccount van gemeente Cuijk heeft op dit moment 165 volgers en dat worden er iedere week meer.

De beantwoording van brieven was één van de speerpunten van 2009. De kernbegrippen daarbij: “beantwoording binnen de toegezegde termijn”, “heldere informatie” en “toegankelijk taalgebruik” zijn steeds meer werkelijkheid geworden. Evaluatie heeft plaatsgevonden. In 2010 moet de verbeterde werkwijze algemeen gebruik geworden zijn. Betrokkenheid bestuur Bevorderen van interactieve contacten met bewoners door middel van bijvoorbeeld een (klanten)panel, een stadsgesprek, een enquête of het werken met wijken dorpsraden. In eerste instantie ligt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de gemeenteraad.

Daarnaast investeren we in het onderhouden van een optimale relatie met pers en andere media, door het regelmatig sturen van persberichten, het organiseren van persgesprekken en persconferenties en het snel en juist beantwoorden van persvragen. Zoals aangegeven bij activiteit 0.1.3 is de verbeterde werkwijze inmiddels een feit.

De rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar burgerparticipatie. Hierin concluderen zij met name dat participatiemogelijkheden nog niet goed zijn ingebed in de politiek-bestuurlijke besluitvorming. Zoals aangegeven bij activiteit 0.1.4 maakt communicatie voortaan in een vroegtijdig stadium deel uit van beleidsontwikkeling. Het gemeentelijk klantenpanel kwam in 2010 drie keer bij elkaar. Met hen is gewerkt aan een vernieuwde opzet waarin zij de rol van focusgroep op het gebied van dienstverlening vervullen. In combinatie met de werving van nieuwe panelleden wordt het klantenpanel een scherpere gesprekspartner. Daarnaast zijn voor veel andere projecten informatieve bijeenkomsten georganiseerd, zoals de Cuijkse Cantheelen, de Randweg Haps, de Monumentale Bomennota en het Regionaal Bedrijvenpark Laarakker.

16

Wat (activiteiten) 0.2.2 Het stimuleren van goed burgerschap. Het in evenwicht brengen van de rechten én plichten van de burger (“Afgesproken”, kwaliteitshandvest 2008).

0.2.3

Relaties onderhouden met samenwerkingsverbanden, zoals de Ondernemersvereniging, Industriële Kring en ZLTO. Dit goede overleg wordt voorgezet.

0.2.4

Het participeren van de ambtelijke organisatie en het college in de samenleving van Cuijk: de wijken en dorpen in!

0.2.5

Aantrekkelijker maken van het politieke debat en de besluitvorming voor burgers, door te experimenteren met andere overlegvormen, of variaties op de klassieke vergadering van raad of commissie: denk aan hoorzittingen, opiniërende raadsvergaderingen, etc. Dit thema is belangrijk voor de nieuwe raad. In het kader van het thema raadscommunicatie is een aantal activiteiten te noemen dat de betrokkenheid tussen burgers en bestuur versterkt:

0.2.6

0.2.6.1

Aantrekkelijker maken van de vergaderingen door gebruik te maken van presentatietechnieken, het beperken van de totale vergaderduur en het verhogen van de kwaliteit van het debat, door: - Kritisch agendabeheer op onderwerpen die door commissie en/of raad moeten worden behandeld; - Verbeteren van vergader- en debatvaardigheden; - Project Gast van de Raad verlevendigen.

17

Toelichting Onze inzet is er op gericht om kwaliteit te leveren binnen de afgesproken termijnen. Onze klanten hebben hier een belangrijke rol in, door helder en compleet de benodigde informatie aan ons te leveren. Goede voorlichting aan de klant, ondermeer met onze servicenormen die in het kwaliteitshandvest 2008 staan, blijkt van grote waarde te zijn. In het collegeprogramma stellen wij duidelijk dat Cuijk van ons allemaal is, dus betrekken wij onze inwoners, instellingen, verenigingen en bedrijven op een actieve wijze bij ons werk. De contacten met de samenwerkingsverbanden zijn op actieve wijze voortgezet.. Ook hier hebben we de lijn gevolgd uit het collegeprogramma dat Cuijk van ons allemaal is, waardoor er feitelijk over alle beleidsterreinen actief participatie heeft plaatsgevonden. Uiteraard zullen wij dit blijven voortzetten. Zie de toelichting onder 0.2.6.1.

De vergaderingen van raad en commissies worden aangekondigd in het Cuijks Weekblad. Dat geldt eveneens voor de themabijeenkomsten. Voor die bijeenkomsten worden burgers en organisaties ook gericht uitgenodigd. Over de begroting communiceert de raad in het Cuijks Weekblad. De vergaderingen van de raad worden live uitgezonden via internet. De raad heeft in 2010 een drietal raadsconferenties georganiseerd. Eén van de thema's was de kwaliteit van het besluitvormingsproces van de raad. De raad wil komen tot een expliciet onderscheid tussen de verschillende fasen van het besluitvormingsproces: Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming (BOB model). Naast commissie- en raadsvergaderingen is de raad in 2010 gestart met themabijeenkomsten. Deze bijeenkomsten

Wat (activiteiten)

Toelichting richten zich op de beeldvormende fase van het besluitvormingsproces. Hiermee samenhangend werd afgesproken dat er in de commissies geen ruimte meer was voor presentaties. Op 6 december 2010 werd een bezoek gebracht aan de raad van Voorst om kennis te maken met het zogenaamde "Voorster model". In dat model is een duidelijke vertaling gemaakt van het BOB model. In 2011 worden vervolgstappen gezet om te komen tot een herijkte of nieuwe vergaderstructuur. Het presidium stelt de conceptagenda's van commissies en raad vast. Om de agenda's daadwerkelijk te kunnen beheren zal de planning voor de raad moeten worden verbeterd.

0.2.6.2

0.2.6.3

0.2.6.4

0.3 0.3.1

Actuele bekendmaking van raadsbesluiten en raadsactiviteiten, met name via de gemeentelijke website en gemeentepagina. Zo ook bekendheid geven aan individuele raadsleden. Uitzenden raadsvergaderingen via internet.

Het burgerjaarverslag wordt per 2010 niet meer eenmaal per jaar uitgegeven, maar verschillende momenten in het jaar via verschillende kanalen (gemeenterubriek, website et cetera). Efficiënt en doelmatig bestuur Verbeteren van het functioneren door het vergelijken van prestaties met andere gemeenten (benchmarken).

18

In 2010 heeft het project Gast van de Raad voor inwoners gedraaid. Verder is het project ook eenmaal intern gedraaid. Inmiddels hebben meerdere medewerkers zich aangemeld voor het project, dat in 2011 zal worden voortgezet. Bestuursbrieven worden op de website geplaatst. Door middel van een RSSfeed is het voor iedereen mogelijk om hierop te abonneren en dit bij te houden. Alle raadsvergaderingen worden uitzonden via de gemeentelijke website en zijn zowel live als achteraf te bekijken. Dit wordt aangekondigd op de homepage en op de gemeentepagina. Enkele honderden belangstellenden volgen maandelijks de uitzending. In de gemeenterubriek en op de website geven we actuele informatie over de lopende projecten. Daarnaast worden er voor grote projecten met regelmaat nieuwsbrieven verspreid. In 2010 deden wij mee aan de benchmark Publiekszaken en aan Waar staat je gemeente. Bij ‘de burger als klant’ behaalden we voor dienstverlening een rapportcijfer 7,6 en scoorden goed op de kwaliteit van de dienstverlening (deskundigheid 8,3).

Wat (activiteiten) 0.3.2 Het bewust omgaan met gemeenschapsgeld door efficiënt en doelgericht te functioneren.

0.3.3

Het beheersen van de kosten door bezinning op het takenpakket.

0.3.4

Stroomlijnen beleids- en beheersinstrumentarium.

0.3.5

Het bevorderen van een burgergerichte ambtelijke cultuur door middel van opleiding en goed voorbeeldgedrag.

0.3.6 0.3.7

Schrijven van heldere ambtelijke nota’s. Waar mogelijk samenwerken met andere gemeenten in het Land van Cuijk.

19

Toelichting Helder stelt het collegeprogramma dat een verantwoord budgetbeheer de basis moet zijn, waarbij we kritisch staan ten opzichte van verdere investeringen en we open staan voor een betere inzet van publiekrechtelijke middelen. In 2010 stelden wij de programmabegroting 2011 vast, waarbij wij de bezuinigingen vormgaven aan de hand van de twee belangrijke thema’s ‘effectiviteit’ en ‘doelmatigheid’. Ook hier hebben wij gewerkt aan de hand van het uitgangspunt uit het collegeprogramma zoals hiervoor (0.3.2) is verwoord. Het maken van de afweging wat doen we wel en wat doen we niet of minder, is leidend bij de discussie over de invulling van de bezuinigingen. De verbetering van de P&C-cyclus is een voortdurende actie. Zo is in 2010 de P&Ccyclus verder geautomatiseerd om het maken van P&C-producten als deze Jaarrekening te vereenvoudigen en te verbeteren. Aan de hand van het eerder aangehaalde punt uit het collegeprogramma van vraaggerichte en klantgerichte dienstverlening (zie verantwoording bij 0.1.1, 0.1.3 en 0.1.4 ), zijn klantvriendelijkheid en servicegerichtheid nadrukkelijk de kerncompetenties die al onze medewerkers moeten hebben. De verdere ontwikkeling van deze competenties krijgt veel aandacht, bijvoorbeeld door het Kwaliteitshandvest en de cultuurverandering waaraan de organisatie werkt. Zie de toelichting bij 0.1.3. Vanuit de doelstelling uit het collegeprogramma om fors in te zetten op regionale samenwerking op bestuurlijk en ambtelijk niveau is in 2010 een verkenning gestart naar de mogelijkheden tot ambtelijke samenwerking met buurgemeenten Mill en Sint Hubert en Grave. Uiteraard blijven we contact onderhouden met de overige twee gemeenten in het Land van Cuijk.

Wat (activiteiten) 0.3.8 Het waarborgen van de rechtsbescherming door het behandelen van bezwaar- en beroepsschriften, klachten en aansprakelijkheidsstellingen.

0.3.9

In 2008 is een startnotitie Deregulering opgesteld. Daaraan wordt in 2010 verder uitvoering gegeven.

0.3.10

Naast de mogelijkheid voor het uitzenden van raadsvergaderingen (en bij voorkeur zoveel mogelijk commissievergaderingen, huwelijken etcetera vanuit de raadzaal), komt er een “sub-site” van de gemeentelijke Intranetsite speciaal gericht op de (informatie van de) gemeenteraad. Dit als onderdeel van thema raadscommunicatie.

Toelichting Bezwaarschriften zijn volgens de daarvoor geldende procedure afgehandeld. Hierover wordt verslag gedaan in het jaarverslag van de commissie voor de bezwaarschriften. Het verslag wordt jaarlijks besproken met de commissie Bestuur. Ook klachten en aansprakelijkstellingen zijn volgens een vaste werkwijze in behandeling genomen en afgehandeld. In het collegeprogramma stellen we dat we nog nadrukkelijker dan voorheen verder gaan met deregulering. In 2010 is een vervolgonderzoek gedaan naar de stand van zaken van deregulering. Een voorstel wordt in 2011 aan de raad aangeboden in samenhang met een voorstel tot aanpassing van de APV. Op dit moment is er nog geen subsite voor raadsleden beschikbaar, omdat dit voor de gemeenteraad pas echt voordelen heeft op het moment dat zij papierloos kunnen werken. Er is gestart met een traject om hier in kleine stappen naartoe te werken, waarbij een intranet voor raadsleden een van de eerste stappen is. Over het uitzenden van andere vergaderingen dan raadsvergaderingen wordt gesproken met Gemeenteoplossingen om de technische mogelijkheden in kaart te brengen.

20

Nieuw beleid exploitatie Wat (activiteiten) Kosten voorlichting Voor het scholierenproject “Wegwijs in het gemeentehuis” was tweejaarlijks en structureel een bedrag van € 2.500 gereserveerd. In de begroting 2009 is het totaalbedrag inmiddels structureel verhoogd tot € 3.846. Het geld voor “Wegwijs op het gemeentehuis” werd gebruikt om jongeren uit het middelbaar onderwijs op een realistische manier bekend te maken met en te enthousiasmeren voor (gemeentelijke) democratische besluitvorming. In 2008 is gekozen om aan “Wegwijs op het gemeentehuis” een andere invulling te geven. Er is gekozen om een proef te draaien met leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs. Zij hebben een onderwijsprogramma gevolgd dat door het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) wordt aangeboden (Kies voor Kids). Bij dit programma zijn zij begeleid door leerlingen van het Merletcollege. Op basis van dat programma maakten de deelnemende klassen een plan voor jeugdvoorzieningen in onze gemeente (budget € 1.000 voor uitvoering uit de € 3.846). De plannen presenteerden zij in de Jeugdgemeenteraad met hulp van raadsleden (uitvoering 2009). Het budget van € 1.000 bleek in alle gevallen te klein om een gedegen plan voor de jeugd van Cuijk op te maken. Om jonge burgerparticipatie verder te bevorderen wordt voorgesteld om “Wegwijs op het gemeentehuis’ onder de nieuwe naam “Jeugdgemeenteraad” jaarlijks te organiseren voor het bedrag van € 6.000. In de begroting is voor 2010 en 2012 € 3.846 beschikbaar. Dit betekent een bijraming van € 6.000 in 2011; een bijraming van € 2.154 voor 2010 en 2012 en een structurele jaarlijkse bijraming van € 6.000 vanaf 2013.

Toelichting Ingegeven het uitgangspunt uit het collegeprogramma dat Cuijk van ons allemaal is, hebben we in 2010 het project Jeugdgemeenteraad uitgevoerd. Begeleid door een groep leerlingen van het Merletcollege (getraind door het Instituut voor Publiek en Politiek) hebben vier groepen 8 van het basisonderwijs deelgenomen aan het project. Het project genoot grote belangstelling en het winnende plan (een skatedemonstratie voor alle groepen 8 uit de gemeente op het Louis Jansenplein) is uitgevoerd.

Bestaand beleid De bestuurlijke kaders zijn:        

Integriteitsnota en bijbehorende deelregelingen van 1998-2002. Inspraakverordening 1995. Beleidsnota Wijk- en Dorpsraden 2005. Nota communicatie 2008. Beleidsnotitie Cuijk Promotie 2007-2010. Nota Interactief Beleid 2002. Wet Dualisering Gemeentebestuur 2002. Verordening Ambtelijke Bijstand 2003.

21

    

Collegeprogramma 2006 -2010. Verordening Burgerinitiatieven Cuijk 2005. Verordening Rekenkamercommissie Cuijk 2008. Reglement van Orde Gemeenteraad 2008. Verordening op de Raadscommissie 2006.

Wat heeft het gekost ? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 0 Bestuur Primitieve begroting 1.576.296

Gewijzigde begroting 2.204.619

Rekening 1.929.062

Verschil 275.557

Bestuurondersteuning

972.501

904.902

816.170

88.732

Budgetcyclus en fractieondersteuning

448.367

448.937

432.578

16.359

88.007

84.157

91.221

-7.064

512.446

473.271

437.050

36.221

43.429

43.429

37.963

5.466

Nr 101

Omschrijving Bestuursorganen

102 103

rekenkamer 104

Rechtsbescherming

105

Voorlichting en promotie

106

Bijzondere wetten en verordeningen

107

Burgerzaken

Totaal lasten

788.889

815.419

811.837

3.582

4.429.935

4.974.734

4.555.881

418.853

101

Bestuursorganen

-684

-1.758

-5.895

4.137

102


-26.074

0

0

0

103


-20.856

-20.856

-21.493

637

rekenkamer 104

Rechtsbescherming

105


106


107

Burgerzaken

Totaal baten Saldo programma 0 Bestuur

0

0

0

0

-200

-200

-59

-141

-16.617

-16.617

-9.065

-7.552

-497.372

-453.072

-425.850

-27.222

-561.803

-492.503

-462.362

-30.141

3.868.132

4.482.231

4.093.521

388.710

22

Programma 1

Veiligheid en handhaving

Het programma veiligheid en handhaving omvat: het verbeteren van veiligheid, het verminderen van onveiligheidsgevoelens en het adequaat ingrijpen op een calamiteit. Het handhaven van regelgeving draagt er aan bij dat onveilige situaties kunnen worden vermeden. Trends   

Doorontwikkeling van de Districtsbrandweer Land van Cuijk. Komen tot één regionale brandweerorganisatie onder een eenhoofdige leiding in de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Implementatie van de bestuurlijke strafbeschikking in 2010.

Wat wilden we bereiken? Het verhogen van sociale en fysieke veiligheid binnen de openbare ruimten. Evaluatie is daarbij een interactief onderdeel met de bedoeling om bij te sturen. Aandachtspunten zijn: Sociale veiligheid 1.0 Het opstellen van actieplannen veiligheid* 1.1 Het beheersen van drugsoverlast.* 1.2 Het terugdringen van jeugdoverlast.* 1.3 Het tegengaan van geweld op straat.* *

(door)ontwikkeling Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf als belangrijk uitvoeringsinstrument van beleid.

Fysieke veiligheid (rampen en zware ongevallen) 1.4 Het voorkomen van het ontstaan van rampen en zware ongevallen. 1.5 Het bestrijden van rampen en zware ongevallen. Handhaving 1.6. Het voorkomen van het ontstaan van onveilige situaties/hinder/aantasting van de openbare ruimte, op het gebied van verkeer, milieu, woningbouw, horeca, onderwijs etc. door het handhaven van regelgeving. Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 1.0 Sociale veiligheid 1.0.1 Het opstellen en uitvoeren van een integraal veiligheidsplan gericht op criminaliteit en overlast. 1.0.2 Het opstellen van een nota integraal veiligheidsbeleid 2010-2012 . Daarin borging van de maatregelen van de notitie onveiligheidsgevoelens. 1.0.3 Inventariseren en opstellen van actieplannen van veiligheidsproblematieken geografisch (in kernen van de gemeente) dan wel thematisch.

23

Toelichting Betreft 1.2 Dit zal worden vormgegeven in 2011.

Diverse actieplannen opgesteld. Ondermeer project aanpak vuurwerkoverlast; actieplan aanpak jeugdoverlast en onveiligheidsgevoelens in de De Valuwe.

Wat (activiteiten) 1.0.4 Uitvoeren van Integrale Veiligheid-Power: op deze wijze vorm en inhoud geven aan de gemeentelijke regie inzake integrale veiligheid. 1.0.5 Uitvoering Keurmerk Veilig Ondernemen Industriegebied Haven Cuijk (bevordering objectieve en subjectieve veiligheid op industrieterrein).

Ontwikkeling Keurmerk Veilig Ondernemen bedrijventerrein De Beierd en ‘t Riet.

1.0.6

Doorontwikkeling van het thema nazorg van ex-gedetineerden in het veiligheidshuis ter voorkoming van recidivering.

1.0.7

Ontwikkeling van het thema nazorg van jeugdige ex-gedetineerden in het veiligheidshuis. Uitvoeren van de Integrale Veiligheidsmonitor.

1.0.8

1.1 1.1.1

1.1.2 1.1.3

Drugsoverlast Samenwerken met o.a. politie, scholen, dorps- en wijkraden, ouders, NovadicKentron en Radius op basis van bestaand beleid. Evaluatie convenant Veilige School. Samenwerken met woningbouwcorporaties: a. Uitvoering convenant gezamenlijke aanpak drugsoverlast vanuit (huur)woningen; b. Evaluatie van dit convenant.

24

Toelichting De waarnemend burgemeester heeft besloten hier geen inhoud aan te geven. Maatregelen Keurmerk Veilig Ondernemen Haven Cuijk zijn in december 2010 geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie kan gesteld worden dat de veiligheidssituatie licht verbeterd is. Certificatie is verkregen tot 1 januari 2013. Uitvoering van het hieruit bijgestelde plan van aanpak. Hieraan wordt in 2011 uitvoering gegeven. Vanuit het MKB is in 2011 administratieve ondersteuning toegezegd om het keurmerk op te zetten t.b.v. de certificering. Ultimo 2010 is een aanvang gemaakt met een schouw van het bedrijventerrein. Ter uitvoering hiervan vindt m.i.v. 2009 coördinatie en casusoverleg over nazorg aan ex-gedetineerden plaats in het Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf. Er zijn 22 personen besproken. De tijdstermijn is nog te kort om conclusies te trekken over recidivepercentages. De eerste cijfers van de gemeente Oss – die als pilot een jaar eerder is aangevangen – zijn hoopgevend. Ook t.a.v. jeugdigen wordt m.i.v. 2010 casusoverleg gevoerd. Deze monitor is ultimo 2009 / aanvang 2010 uitgevoerd. Het betreft een eerste representatieve meting. De bewoners oordelen dat de gemeente Cuijk een veilige gemeente is. De gemeente wijkt daarin niet af van de gemeenten in de politieregio Brabant-Noord. Samenwerking gericht op preventie (project gezonde school en genotsmiddelen en convenant Veilige School) en curatie (casusoverleg) In 2010 heeft geen evaluatie plaatsgevonden. Vindt plaats in 2011. In 2010 5 hennepkwekerijen aangetroffen en 1 woning in gebruik als coffeeshop. Een woning is ontruimd; van een andere woning is de rechterlijke procedure nog gaande. Het convenant in het Land van Cuijk voldoet in de gemeente Cuijk aan de verwachtingen. Partners komen de inspanningsverplichtingen na.

Wat (activiteiten) 1.2 Jeugdoverlast 1.2.1 Samenwerken met Radius, politie, scholen en leerplichtambtenaar ter voorkoming /vermindering/beheersing van jeugdoverlast. Op uitvoeringsniveau samenwerken in het Regionaal Veiligheidshuis. 1.2.2

Voorkomen en terugdringen van overlast en vernielingen door vuurwerk door jongeren rond de jaarwisseling zowel preventief als repressief.

1.2.3

Projectmatig in de veiligheidsregio vormgeven aan alcoholpreventie onder jeugd, onder meer ter beperking van verstoringen van de openbare orde. Geweld Samenwerken met horeca en handhaven van opgestelde huisregels om horecagerelateerde overlast tot een minimum te beperken. Evaluatie van het convenant Veilig Uitgaan.

1.3 1.3.1

1.3.2

1.3.3

Voorbereiden en uitvoeren van de aanpak van huiselijk geweld volgens opdracht van het Driehoeksoverleg Land van Cuijk. Uitvoering van het huisverbod.

25

Toelichting Regulier overleg in het casus overleg risicojeugd binnen het verband van het Veiligheidshuis waarbij alleen de leerplicht ambtenaar aansluit. Op uitvoeringsniveau vindt overleg en afstemming lokaal plaats met de uitvoerende instanties zoals politie, jongerenwerk en het jeugdpreventiewerk. Ook dit jaar hebben we door een projectaanpak aandacht geschonken aan het voorkomen en terugdringen van overlast en vernielingen door vuurwerk. Politie, brandweer en gemeente werken hierin samen. Afgelopen jaar is de aanpak uitgebreid door gerichte preventieonderwijs op het ROC. Betrof de schade aan gemeentelijke eigendommen in 2009/2010 nog € 14.800. In 2010/2011 betrof dit € 5.200. In verband met de noodzakelijke bezuinigingen heeft de raad ermee ingestemd dat Halt vanaf 2011 geen preventielessen meer op de scholen verzorgt. Deelname via regionale werken projectgroepen aan ‘alcohol 16- geen goed begin’. Implementatie in het onderwijs. Wordt voortgezet in 2011. Het is een vast agendapunt in het overleg met de horeca; horeca neemt dit zelf serieus op. Convenant veilig uitgaan bestuurlijk geëvalueerd; doorontwikkeling naar een kwaliteitsmeter veilig uitgaan in 2011. Dit biedt meerwaarde omdat dan tussentijds concrete afspraken kunnen worden gemaakt tussen partners i.v.m. veranderde omstandigheden of problematiek. Doorontwikkeling van dit convenant is om capaciteitsredenen naar 2011 doorgeschoven; het convenant veilig uitgaan is onverkort van kracht. De Wet tijdelijk huisverbod is in werking getreden op 1 januari 2009. In de politieregio Brabant-Noord is hieraan sinds 1 maart 2009 uitvoering aan gegeven. In 2009 heeft de burgemeester vijf maal een beschikking van een huisverbod opgelegd; in 2010 twee maal. Bij evaluatie blijkt dat de uitvoering de politie veel tijd kost. In het bestuurlijk overleg heeft de regionale politie aangegeven door een organisatorische wijziging meer capaciteit te geven aan de uitvoering.

Wat (activiteiten) Toelichting 1.4 Voorkomen rampen en zware ongevallen De organisatie Brandweer Land van Cuijk is 1.4.1 Doorontwikkeling van de Brandweer per 1 januari 2011 opgegaan in de District Land van Cuijk. Veiligheidsregio Brabant-Noord. In 2011 zullen de verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Brandweer Land van Cuijk worden afgebouwd. De verwachting is dat de raden in 2012 worden geadviseerd deze regeling in te trekken. Zie 1.5.1 1.4.2 Vorming van één regionale brandweerorganisatie onder een eenhoofdige leiding in de Veiligheidsregio Brabant-Noord. besluitvorming in raden in 2009; implementatie in 2010 (indien akkoord raden). Is voortdurend actiepunt. Alle daarvoor in 1.4.3 Organiseren van opleidingen en aanmerking komende sleutelfunctionarissen oefeningen rampenbestrijding. zijn opgeleid. De gemeente Cuijk neemt deel aan het opleidings- en oefentraject in het Land van Cuijk. Beoogd wordt te komen tot poolvorming op de onderwerpen c.q. draaiboeken in de rampenbestrijding. 1.5 Bestrijden rampen en zware ongevallen De gemeentelijke draaiboeken zijn 1.5.1 Het uitvoeren en onderhouden van het rampenplan en draaiboeken deelgebieden. geactualiseerd. Het lokale rampenplan zal door de invoering van de Wet op de Veiligheidsregio’s worden vervangen door een regionaal crisisplan. Hierover zal de raad worden geïnformeerd. De raad heeft al de zienswijze ingebracht op het regionaal risicoprofiel dat hiermee verband houdt. 1.6 Handhaving Er is gestart met het actualiseren van het 1.6.1 Het implementeren van het handhavingbeleidsplan en werkprocessen gemeentebreed (integraal) handhavingsbeleid gericht op het besturen, conform de Wabo. Cuijk neemt deel aan diverse Brabantse projecten inzake integrale beheersen en verbeteren van handhaving. Er zijn handhavingprocessen. samenwerkingsovereenkomsten met de provincie en het waterschap. Een Wabo werkgroep was actief ter implementatie van de Wabo vereisten. De medewerkers handhaving zijn eind 2010 1.6.2 Het optimaliseren van de organisatorische meer gaan samenwerken teneinde de inbedding van de handhaving in de aanpak van handhaving meer strategisch en gemeentelijke organisatie. meer integraal vorm te geven binnen de organisatie. Een Coördinator handhaving is aangesteld.

26

Wat (activiteiten) 1.6.3 Deregulering APV als handhavinginstrument (duidelijke en eenvoudige regels, schrappen van overbodige en niet-handhaafbare voorschriften). 1.6.4

Uitbreiding met één BOA-functionaris.

1.6.5

Poolvorming BOA’s in het Land van Cuijk ter verhoging efficiency en vermindering kwetsbaarheid (project SLvC).

1.6.6

Implementatie van de bestuurlijke strafbeschikking. Overige veiligheid Het aanpakken van zwerfvuil conform het Milieubeleidsplan 2004-2007.

1.7 1.7.1

1.7.2

Het onderhoud van wegen en groen in het kader van veiligheid overeenkomstig de door de raad vastgestelde beheerplannen.

27

Toelichting Projectmatig wordt gemeentebreed uitvoering gegeven aan deregulering m.b.v. rijkssubsidie. De raad wordt hierover in 2011 een voorstel aangeboden. Tevens wordt dan de raad het hiermee verband houdende wijzigingsvoorstel van de APV ter vaststelling aangeboden. Begin 2010 zijn twee toezichthouders openbare ruimte tijdelijk voor een periode van 2 jaar aangesteld. Zij zijn in het bijzonder belast met het toezicht en de controle op de Kraaijenbergse Plassen en de Heeswijkse Plas. Eind december 2010 is door de 5 gemeenten in het Land van Cuijk en de gemeente Boekel een samenwerkingsovereenkomst getekend betreffende de collegiale uitlening van buitengewoon opsporingsambtenaren. Gerealiseerd; de raad is hierover geïnformeerd. De aanpak van zwerfvuil is opgenomen in het regulier onderhoud van de plantsoenen. Bij elke onderhoudsronde wordt ook het zwerfvuil verwijderd. Daarnaast worden er extra opruimacties uitgevoerd. E.e.a. conform het door uw raad vastgestelde groenbeheerplan. Het onderhoud aan de wegen is in 2010 slechts voor een deel conform het beleidsplan Rationeel Wegbeheer 20102015 uitgevoerd. Er heeft een nieuwe aanbesteding van de onderhoudswerkzaamheden plaatsgevonden waardoor een deel van de werkzaamheden zijn doorgeschoven naar het voorjaar van 2011. De wegen in onze gemeente voldoen aan de kwaliteitsnorm die is vastgelegd in het door uw raad vastgestelde wegbeheerplan.

Nieuw beleid exploitatie Wat (activiteiten) Uitvoeringskosten Veiligheidsmonitor Het ministerie van BZK heeft vorm gegeven aan één nieuw meetinstrument op het gebied van sociale veiligheid, namelijk de (integrale) Veiligheidsmonitor. De monitor, die specifiek voor onze gemeente zal worden gehouden, beoogt inzicht te geven in objectieve en subjectieve (sociale) veiligheid in de gemeente en is daarmee input voor het integraal veiligheidsbeleid. Ons voornemen is in 2009 en 2011 aan de monitor deel te nemen. Deelname zal (ook regionaal) worden bezien. Ook de politie participeert in de kosten. De provincie stelt per deelnemende gemeente € 7.500 subsidie beschikbaar. De kosten ad € 6.300 worden betaald uit het incidenteel beschikbaar gestelde budget voor maatregelen voor veiligheidsgevoelens.

Toelichting Deze monitor is ultimo 2009 / aanvang 2010 uitgevoerd. Het betreft een eerste representatieve meting. De raad wordt hierover op korte termijn geïnformeerd in samenhang met de evaluatie van het actieplan onveiligheid De Valuwe. Ultimo 2011 / begin 2012 zal de vervolgmeting plaatsvinden.

Uitbreidingsinvesteringen nieuw Wat (activiteiten) Straatwaterkanon op tankautospuit Door het regionaal wegvallen van de tweede compagnie, dient de tweede tankauto te zijn uitgerust met een straatwaterkanon. Hiervoor een krediet beschikbaar stellen van € 3.500. Aanvullend bestek BZK voor voertuigen In het kader van de districtsvorming “Land van Cuijk” dienen alle voertuigen te voldoen aan het bestek van BZK. De voertuigen zijn geïnventariseerd door de regionale brandweer. Teneinde alle voertuigen aan de gestelde eisen te laten voldoen is een bedrag nodig van € 18.200. Ladderwagen Cuijk 550 Voor de aanschaf van een nieuw redvoertuig is voor 2010 een krediet in de begroting geraamd van € 77.000 (gebaseerd op aanschafprijs van een tweedehands voertuig). De betrouwbaarheid van het huidige redvoertuig laat steeds vaker te wensen over (23 jaar oud). Voor de aanschaf van een nieuwer redvoertuig (2 tot 3 jaar oud) dient een aanvullend krediet van € 373.000 beschikbaar te worden gesteld. Het redvoertuig wordt ook regionaal ingezet waarvoor onze gemeente jaarlijks een vergoeding ontvangt van € 31.800.

28

Toelichting Is gerealiseerd.

Wordt gerealiseerd in 2011.

Gerealiseerd.

Wat (activiteiten) Ademluchttoestellen Tijdens de laatste keuring is gebleken dat diverse ademluchttoestellen (20 stuks) niet meer aan de gestelde ARBO-eisen voldoen. Deze ademluchttoestellen dienen in 2010 vervangen te worden, waarmee een bedrag gemoeid is van € 39.000.

Toelichting Worden binnen de gestelde termijnen van de Arbo-eisen vervangen. 10 stuks zijn in 2010 vervangen; de overige 10 in 2011.

Bestaand beleid Dit programma is gebaseerd op de volgende bestuurlijke kaders:       

Faseplan Integraal Veiligheid / Notitie Integrale Veiligheid Regionaal College 2004 Algemene Plaatselijke Verordening 2008. Convenant Veilig Uitgaan. Convenant Veilige School. Convenant Aanpak Drugsoverlast (huur)woningen. Rampenplan gemeente Cuijk 2006. Rijkswetgeving.

Wat heeft het gekost ? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 1 Veiligheid en handhaving Nr 108

Omschrijving Bijzondere wetten en verordeningen

110

Openbare orde en veiligheid

120

Brandweer en rampenbestrijding

Totaal lasten

Primitieve begroting 360.907

Gewijzigde begroting 565.617

Rekening 394.428

Verschil 171.189

170.290

163.290

150.311

12.979

1.203.371

1.497.067

1.478.590

18.477

1.734.568

2.225.974

2.023.329

202.645

108


-32.221

-34.221

-37.344

3.123

110


-22.061

-12.061

-2.995

-9.066

120


0

-54.730

-104.700

49.970

-54.282

-101.012

-145.039

44.027

1.680.286

2.124.962

1.878.289

246.673

Totaal baten Saldo programma 1 Veiligheid en handhaving

29

30

Programma 2

Verkeer en vervoer

Het programma verkeer en vervoer omvat het verhogen van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid door het nemen van fysieke maatregelen, voorlichting en educatie. Het omvat eveneens het beheren en in stand houden van alle openbare wegen genoemd in het Burgerlijk Wetboek, bruggen, viaducten, bermen, alsmede de regulering van de aanleg van leidingen en het bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer en van de fiets. Trends 









Uit onderzoek van het SWOV (stichting wetenschappelijk onderzoek verkeersveiligheid) is gebleken dat de verkeersveiligheid in 30 km-gebieden en 60 km-gebieden nog te wensen overlaat. Met name de sobere inrichting van deze gebieden leidt nog steeds tot gevaarlijke situaties. Daarom wordt in het Verkeersveiligheidsplan gestreefd naar extra maatregelen, gericht op die plekken waar verbetering van de verkeersveiligheid het meest gewenst is. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben op 18 april 2006 ingestemd met het ontwerp Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan Noord-Brabant (PVVP). Het streven is gericht om samen met gemeenten afspraken te maken over het realiseren van een samenhangend maatregelenpakket met inzet van middelen die van alle betrokken partijen afkomstig zijn. In tegenstelling tot het oude PVVP, heeft het nieuwe PVVP tot gevolg dat de gemeente zelf veel meer vorm moet geven aan het verkeers- en vervoersbeleid op de middellange en lange termijn. Onder de noemer Beter Bereikbaar Brabant is een traject gestart om de betrouwbaarheid van de reistijd voor de weggebruikers te verbeteren, evenals het beter met elkaar verbinden en benutten van wegen om de doorstroming te optimaliseren. De provincie Noord-Brabant gaat samen met de gemeenten en Rijkswaterstaat een mix van maatregelen samenstellen voor het hoofdwegennet alsmede voor het regionale en stedelijke wegennet. De regionale aanpak Integraal Openbaar Vervoer gaat uit van het idee om in Brabant het reguliere openbaar vervoer, de Buurtbus, de Haltehopper en de Taxihopper te integreren. Deze aanpak zal door de provincie in samenspraak met de gemeenten worden geëffectueerd. Inmiddels is een basisvoorzieningenniveau vastgesteld, waarmee kernen tot 2000 inwoners verzekerd zijn van OV. Daarnaast zal het zgn. kleine kernenbeleid (OV voor kernen met minder dan 200 inwoners) worden uitgewerkt. Op 1 januari 2005 is de Wet Brede Doel Uitkering (BDU) Verkeer en Vervoer in werking getreden. Via deze wet worden diverse geldstromen die vanuit het Rijk voor de uitvoering van specifieke onderdelen van het verkeers- en vervoersbeleid naar de decentrale overheden gaan, gebundeld en ontschot. De BDU is opgebouwd uit Duurzaam Veilig, Gebundelde Doel Uitkering (GDU-deel), Exploitatie Openbaar Vervoer en een bedrag voor kleine maatregelen. De geldstromen worden vanuit het Rijk niet langer aan diverse deelonderwerpen gekoppeld. De decentrale overheden wordt de ruimte geboden om zelf binnen de brede doeluitkering prioriteiten te stellen. De Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) Brabant-Noordoost, waar onze gemeente onderdeel van uitmaakt, formuleert de ambities voor het gebied met een samenhangend regionaal maatregelenpakket. In dat pakket zijn projecten opgenomen op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. De projecten worden geprioriteerd. Een en ander is vastgelegd in een nieuw Wegbeheerplan.

Wat wilden we bereiken? 2.1 2.2 2.3

I.s.m. de provincie het realiseren van een randweg rondom Haps. Het bevorderen c.q. in stand houden van het openbaar vervoer. Het stimuleren van het fietsgebruik.

31

2.4 2.5

Het toetsen en actualiseren van beleidsplannen. Het bevorderen van een veilig en comfortabel gebruik van gemeentewegen, d.m.v.: - het creëren van veilige wegen voor iedere weggebruiker - van voetganger tot automobilist; - mede op basis van ongevallenstatistieken; - het comfortabel inrichten van wegen door rekening te houden met CROW-normen (Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water-, Wegenbouw en Verkeerstechniek) voor vlakheid en milieuwetgeving voor geluidsoverlast; - het zodanig inrichten van wegen dat de beheerskosten laag zijn, op basis van de verkeersklassen en standaardbepalingen RAW 2002 (Rationalisatie Automatisering in de Wegenbouw); - het efficiënt en overlastbeperkend tewerk gaan bij de aanleg en het onderhoud van wegen.

Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 2.1 Convenant 2.1.1 Invulling geven aan educatie, handhaving en voorlichting. 2.2 Randweg Haps 2.2.1 Het voeren van overleg binnen Aanpak GebiedsGerichte Verkeer en Vervoer Noordoost-Brabant.

2.3 2.3.1

Openbaar vervoer Het voeren van overleg met Veolia en vervoersbedrijven over goede aansluitingstijden.

2.3.2

Het periodiek evalueren en aanpassen van het collectief vraagafhankelijk vervoerssysteem (Taxihopper). Fietsgebruik Het realiseren van aaneengeschakelde fietsverbindingen en veilige fietspaden op basis van het Fietsbeleidsplan.

2.4 2.4.1

2.5 2.5.1

Actualiseren beleidsplannen Het evalueren en actualiseren van het programma.

2.5.2

Het opstellen van een nieuw uitvoeringsprogramma Wegbeheer, één keer per twee jaar. Het actualiseren van het beleidsplan Openbare Verlichting.

2.5.3

32

Toelichting Dit krijgt voortdurend aandacht. Er is een klankbordgroep opgericht, waarin tijdens een aantal sessies is toegewerkt naar 4 alternatieve tracés. De richtlijnen zijn vastgesteld en de Mer-procedure is opgestart. Project verantwoordelijkheid ligt thans bij RMO. Het gaat in meerdere mate om de afstemming van verkeer en busroutes (ARRIVA). Er vindt regelmatig overleg plaats. Dit krijgt doorlopend aandacht

In verband met de bezuinigingen is het Meerjaren Uitvoeringsprogramma van de Fietsnota, over de jaren 2011 en 2012, beëindigd. Het Rationeel wegbeheer is in 2009 geëvalueerd en herzien. Dit heeft geleid tot een nieuw beheerplan voor de periode 2010 tot en met 2014. Wordt in het voorjaar 2011 ter kennisgeving aan de raad voorgelegd. Het actualiseren van het beleidsplan Openbare Verlichting heeft als gevolg van de snelle opeenvolgende ontwikkelingen op het gebied van Led-verlichting, enige vertraging opgelopen. Dit plan zal nu in de loop van 2011 aan de raad ter vaststelling worden aangeboden.

Wat (activiteiten) 2.5.4 Het implementeren van het GVVP. 2.5.6 2.6 2.6.1

Het implementeren van de fietsnota. Gemeentewegen Veiligheid Het zichtbaar plaatsen van verkeersborden en het onderhouden van bestaande verkeersborden

2.6.2

Verlichten van wegen volgens de standaard NSvV (Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde) 1981 en Politiekeurmerk Veilig Wonen.

2.6.3

Periodieke controle en beheer op uitgevoerde werken.

2.6.4

Comfort Jaarlijkse inspectie van wegen, fietspaden en trottoirs door derden.

2.6.5

Bijstellen onderhoudsprogramma wegen op basis van inspecties.

2.6.7

Uitvoeren van het onderhoudsprogramma wegen.

2.6.8

Constructie Afstemmen op veilig gebruik, zodat aanlegkosten binnen de normen blijven en wegen comfortabel en veilig.

33

Toelichting Het huidige programma loopt tot en met 2012. Zie het antwoord bij 2.4.1 Met het schoonmaken en het herstellen van verkeersborden is een aanvang genomen. Daarnaast is een begin gemaakt met de sanering van de bebording in het centrum van Cuijk. Bij nieuwe aanleg wordt voldaan aan het keurmerk veilig wonen. Ook wanneer er reconstructies van wegen worden uitgevoerd dan wordt de openbare verlichting aangepast conform de jongste richtlijnen. Onlangs zijn de nieuwe normen vastgesteld, bij de herziening van het beheerplan in de loop van 2011 zal hieraan aandacht worden geschonken Aan de controle op het uitgevoerde werk van derden heeft in het verleden als gevolg van een onderbezetting op de afdeling wat geschort. Inmiddels zijn er maatregelen genomen om een en ander te verbeteren. Dit is nu een taak van de gebiedsopzichters. Wel dient gewezen te worden op de nieuwe manier van werken waarbij de eindverantwoordelijkheid meer bij de aannemer wordt gelegd. Controle achteraf. De jaarlijkse inspectie van wegen, fietspaden en trottoirs wordt consequent uitgevoerd. De bevindingen worden vastgelegd en vormen de basis voor het onderhoudsprogramma. Op basis van de jaarlijkse inspecties wordt het onderhoudsprogramma opgesteld. Het onderhoud van wegen heeft wat vertraging opgelopen. In 2010 zijn we vooral bezig geweest met het herstellen van de vorstschade. Daarnaast lag het in het voornemen het onderhoud van asfaltwegen samen met de buurgemeenten aan te besteden. Door het afhaken van enkele deelnemers hebben wij zelf de uitvoering ter hand genomen. Dit alles heeft geleid tot enige vertraging. Als gevolg van juridische procedures, is het werk ook nog opnieuw aanbesteed. Zowel het ontwerp van nieuwe wegen als bij het opstellen van reconstructieplannen wordt bijzondere aandacht geschonken aan het veilig gebruik van de wegen.

Wat (activiteiten) 2.6.9 Inspelen op nieuwe ontwikkelingen om kosten te besparen en waar mogelijk comfort en veiligheid te verhogen. 2.7 Efficiënt 2.7.1 Interne afstemming met andere projecten en plannen.

Toelichting Nieuwe ontwikkelingen worden daar waar mogelijk toegepast.

2.7.2

Er wordt steeds gewerkt volgens de door de raad vastgestelde beheerprogramma’s.

Werken volgens beheerprogramma’s.

Dit krijgt steeds bijzondere aandacht van de betrokken medewerkers.

Uitbreidingsinvesteringen nieuw Wat (activiteiten) Omvormen middengeleiders en verkeerdruppels Door aangescherpte milieuwetgeving mogen er steeds minder bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Op middengeleiders en verkeersdruppels leidt dit tot veel onkruid dat niet met een conventionele straatveegmachine kan worden verwijderd. Oorzaak is de open structuur van veel middengeleiders en verkeersdruppels, waardoor onkruid kans krijgt om te groeien. Voor de onkruidbestrijding wordt nu een aparte reiniger ingehuurd waarmee jaarlijks een bedrag is gemoeid van € 6.000. Een oplossing is het onderhoudsvrij maken van de geleiders en druppels door deze om te vormen met Streetprint. Dit is het aanbrengen van asfalt met daarin een bestratingsprint gedrukt. De kosten van deze omvorming belopen een bedrag van € 100.000. Opleidingskosten DgDialog In het beheersysteem voor wegen worden de wegen ingedeeld in wegvakken en wegvakonderdelen. Deze zijn echter alleen in een database opgenomen en niet op een kaart weergegeven. Hierdoor kan er geen optimale afstemming worden bereikt met de andere disciplines en blijken er bij inspectie steeds weer fouten. Een oplossing voor het probleem is het maken van een kaartkoppeling binnen DgDialog van alle wegvakonderdelen. Hiervoor dient DgDialog te worden uitgebreid wat een investeringsbedrag vraagt van € 45.000 inclusief € 2.000 opleidingskosten.

34

Toelichting Deze werkzaamheden zijn nagenoeg geheel uitgevoerd, echter i.v.m. faillissement van de aannemer heeft de afronding vertraging opgelopen.

Deze opleidingen zijn nog niet gevolgd in afwachting van het nieuwe nog aan te schaffen computerprogramma

Wat (activiteiten) Inrichting omgeving Mariakapel Na de verplaatsing van de Mariakapel aan de Zwaanstraat naar de overzijde van de straat dient de directe omgeving te worden ingericht met bestrating, beplanting en inrichtingelementen zoals bankjes. Hiervoor in 2010 een krediet beschikbaar stellen van € 30.000 Verbetering verkeersveiligheid Raamweg De vele letselongevallen op de Raamweg tussen Beersebaan en Van der Valk vragen dringend om maatregelen. Het is het gevaarlijkste wegvak in onze gemeente. Ook de politie dringt hier sterk op aan. Ongevallen lijken vooral te maken te hebben met veel afslaande bewegingen (McDonalds, Ewinkel, Carpoolplaats). Ter plaatse komt ook nog een Tango-pomp. Het scheiden van de twee rijrichtingen en twee keer oversteken kan de situatie aanzienlijk verbeteren. De kosten voor het verbeteren van de verkeersveiligheid ter plaatse worden bruto geraamd op € 175.000. Uitvoering uiterlijk 2010. Bijdrage provincie € 74.000. Aanpassing rotonde Cranenburghshekken De rotonde Cranenburghshekken heeft tijdens ochtend- en avondspits regelmatig onvoldoende capaciteit om de vervoersvraag op te vangen. Twee verkeersstudies dringen aan op het treffen van capaciteitsverruimende maatregelen. Bovendien wordt gestudeerd op een grootschalige oplossing waarin de Raamweg en de aansluiting op de A73 worden meegenomen en waarbij de afwikkeling van het fietsverkeer veilig kan plaatsvinden. Ingeschat wordt dat met het treffen van genoemde maatregelen een bedrag gemoeid is van bruto € 80.000. Bijdrage provincie € 34.000. Aanpassing fietspad Beersebaan, Grotestraat en Hapsebaan In de fietsnota 2008 is het asfalteren van tegelfietspaden als speerpunt genoemd om het comfort van de fietsers te verbeteren. Daarbij is aangegeven dat dit via het budget van het reguliere wegonderhoud zal plaatsvinden. Dit budget is evenwel ontoereikend, omdat het bedoeld is voor het onderhoud aan bestaande tegelpaden. Voorgesteld wordt om in 2010 het tweerichtingsfietspad langs de Beersebaan tussen Heggerank en Rembrandtstraat te asfalteren. Als alternatieven (na onderzoek naar leidingen) zijn de Grotestraat en de Hapsebaan in beeld. Kosten bruto € 200.000. Bijdrage provincie € 115.000.

35

Toelichting De inrichting is nog niet aan de orde omdat de verplaatsing van de kapel vertraging heeft opgelopen.

De voorbereiding van deze werkzaamheden zijn e in volle gang. Uitvoering staat gepland in het 3 kwartaal van 2011. Het Tango tankstation is inmiddels gerealiseerd.

De aanpassing van de rotonde is in het kader van de bezuinigingsmaatregelen uitgesteld. Het krediet is door de raad in november 2010 geschrapt. Zodra er zich capaciteitsproblemen voordoen zullen wij dit opnieuw ter hand nemen.

Om technische problemen (kabels en leidingen en problematiek rond boomwortels) is alternatief 2, de Hapsebaan, nader uitgewerkt. Dit werk wordt uiterlijk 2e kwartaal 2011 uitgevoerd. De kosten bedragen ongeveer de helft van het oorspronkelijke krediet. De gemeenteraad heeft daarom in november 2010 het krediet gehalveerd en de te verwachten subsidie-inkomsten naar € 65.000 teruggebracht. Naar verwachting zal de provinciale subsidie maximaal de helft, namelijk € 50.000,- bedragen.

Wat (activiteiten) Fietsstraat Jan van Cuijkstraat In de Fietsnota is voorzien, dat Jan van Cuijkstraat in 2012 wordt omgevormd tot fietsstraat. Het betreft het gedeelte van de Jan van Cuijkstraat gelegen tussen Kouwenberg en de Stationsstraat, ca 950 m. Het bedrag dat in de nota is opgenomen ( € 50.000) is niet toereikend om de werkzaamheden uit te voeren. Daarvoor is een bedrag nodig van naar schatting bruto € 800.000. Bijdrage provincie € 431.000. Inventarisatie wegmarkeringen Van de wegmarkeringen in onze gemeente is geen inventarisatie aanwezig. Dit maakt het in de praktijk lastig een goede inschatting te maken van de jaarlijkse onderhoudsnoodzaak en –kosten. Verder is het uit verkeerskundig oogpunt van belang een goed beeld te hebben van de aanwezige markeringen voor het bordensaneringsproject. De beoogde inventarisatie vraagt een investering van € 25.000 ten laste van de algemene reserve.

Toelichting De gemeenteraad heeft in november 2010 besloten dit krediet met € 500.000 te verlagen, waarmee beperktere ingrepen mogelijk zijn. Hierdoor is het restantkrediet nog € 250.000,-. Het krediet is bedoeld voor fietsmaatregelen op de Jan van Cuijkstraat tussen Het Zand en de Stationsstraat. Inmiddels zijn de eerste stappen gezet om samen met bewoners te komen tot een ontwerp voor de aanpassingen. In het kader van de bezuinigingen is dit werk uitgesteld.

Bestaand beleid Het programma is gebaseerd op de volgende bestuurlijke kaders:       

Verkeerscirculatieplan 1995 (VCP centrum wordt in 2011 vastgesteld). Parkeernota Cuijk 2007. Verkeers Veiligheid Plan (VVP) 2008. Fietsnota 2008. Wegbeheerprogramma 2004-2009. Uitvoeringsprogramma Wegbeheer 2007-2008 Beleidsplan Openbare Verlichting 2005.

36

Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 2 Verkeer en vervoer Primitieve begroting 2.972.635


Rekening 3.137.425

Verschil 221.869

Verkeer en vervoer

470.436

485.671

546.465

-60.794

Parkeren

176.471

176.696

224.015

-47.319

221

Haven Cuijk

141.736

148.455

186.484

-38.029

223

Veerdiensten

2.093

2.093

2.042

51

240

Waterkering en afwatering

48.060

48.060

36.153

11.907

3.811.431

4.220.269

4.132.584

87.685

-17.776

-17.446

-46.866

29.420

Nr 210

Omschrijving Wegen en verlichting

211 214

Totaal lasten 210

Wegen en verlichting

211

Verkeer en vervoer

-949

-6.599

-19.627

13.028

214

Parkeren

-181.672

-183.272

-161.563

-21.709

221

Haven Cuijk

-166.766

-166.766

-188.614

21.848

223

Veerdiensten

0

0

0

0

240


Totaal baten Saldo programma 2 Verkeer en vervoer

-8.904

-8.904

-8.904

0

-376.067

-382.987

-425.574

42.587

3.435.364

3.837.282

3.707.011

130.271

37

38

Programma 3

Lokale economie

Het programma lokale economie omvat het ontwikkelen van de lokale economie, het adviseren over economische ontwikkelingen en het herstructureren van bestaande bedrijventerreinen. Trends        

Toenemend bezoek aan het winkelhart Cuijk. Economische crisis die wordt gekenmerkt door langdurige hogere werkloosheid, achterblijvende investeringen en een lagere productiviteit. Stabiliserende vraag naar bedrijfshuisvesting. Afnemende werkgelegenheid en stijgende werkloosheid. Verschuiving van aandacht voor nieuwe bedrijventerreinen naar de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen. Groeiende behoefte aan samenwerking op economisch gebied binnen het Land van Cuijk en Maasduinen o.a. door middel van het Platform Integraal Overleg (PIO) Land van Cuijk en Noord-Limburg. Versterking van de economische samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid door met name de 5-sterrenregio Noordoost-Brabant. Groeiende toeristische recreatieve sector.

Wat wilden we bereiken? 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

3.6 3.7 3.8 3.9

Het ontwikkelen van nieuwe bedrijvenlocaties voor een exploitatieperiode tot tenminste het jaar 2020. Het herstructureren/opwaarderen van bestaande bedrijventerreinen voor vestiging, uitbreiding of verplaatsing van bedrijven, met name het herstructureren van bedrijventerrein De Beijerd en ’t Riet, naar aanleiding van het vastgestelde masterplan. Voor het opwaarderen van bedrijventerreinen wordt onder meer ingezet op de vestiging van een overslagterminal in het gebied “Haven Cuijk” en het verbeteren van de communicatie-infrastructuur op de Beijerd en ’t Riet. Het aantrekken van nieuwe bedrijven naar uitgeefbare bedrijventerreinen en het hervestigen van bestaande bedrijven met het oog op de bevordering van duurzame werkgelegenheid. Het met de overige gemeenten in het Land van Cuijk (en Maasduinen) tot stand brengen en implementeren van een gezamenlijk economisch beleid o.a. met betrekking tot de uitgifte van bedrijventerreinen en het bevorderen van continuïteit van werkgelegenheid in het Land van Cuijk. Stimuleren van een duurzame economische ontwikkeling, ook in het landelijk gebied. Vergroten ontwikkelingsmogelijkheden van de agrarische sector (met name intensieve veehouderij). Versterking van het horeca-aanbod, onder meer door vestiging nieuwe bedrijven aan de Heeswijkse Plas en de Maasboulevard. Versterking van het winkelhart Cuijk.

Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 3.1 Nieuwe locaties 3.1.1 Het regionale bedrijventerrein aan de A73, afslag Haps gefaseerd uitgeven vanaf eind 2009.

39

Toelichting Omdat de procedure voor de totstandkoming van het bedrijventerrein nog wordt doorlopen, zal uitgifte pas vanaf 2012 mogelijk zijn.

Wat (activiteiten) 3.1.2 Bedrijventerrein Groot Heiligenberg.

3.1.3

3.1.4

3.1.5 3.2 3.2.1

3.2.2

3.2.3

3.3 3.3.1 3.3.2

Toelichting Op Bedrijventerrein Groot Heiligenberg zijn in 2010 vier bedrijfspercelen verkocht. De kantoormarkt stagneert, maar vrijwel alle overige bedrijfspercelen zijn uitgegeven. In deelgebied 1 zijn nog twee percelen Bedrijventerrein Heeswijkse Kampen, fase beschikbaar waaromtrent gesprekken plaats 3. vinden. Voor de andere deelgebieden geldt, dat deze nog niet uitgeefbaar zijn, omdat het bestemmingsplan daarvoor nog moet worden herzien. De Beijerd en ’t Riet West. Op Bedrijventerrein De Beijerd en ’t Riet is in 2010 één perceel verkocht. Voor diverse andere percelen zijn voorkopen in voorbereiding. Het gedeelte ten westen van de Van Galenweg is grotendeels gereserveerd voor een bedrijf, dat wegens de Homburg campus moet worden verplaatst. Verdere verkaveling van dit gedeelte is daarom nu niet mogelijk. Dit bedrijventerrein is geïntegreerd in de Lokaal bedrijventerrein aan de A73, afslag plannen voor het Regionaal Bedrijventerrein Haps uitgeven vanaf 2012. Laarakker. Revitalisering bestaande bedrijventerreinen De parkeerplaats voor vrachtverkeer aan de Herstructurering van een gedeelte van “de Simon Homburgstraat is in overleg met het Beijerd en ’t Riet”. bedrijfsleven heringericht. In samenwerking met Kamer van Koophandel, DBO en Industriële Kring is bedrijventerreinvereniging De Beijerd en ’t Riet opgericht. Andere herstructureringsprojecten zijn inmiddels opgestart. Indien mogelijk wordt meegewerkt aan Bevordering hergebruik bestaande particulier initiatief ter sanering en bedrijventerreinen. herontwikkeling van bestaand vastgoed op bedrijventerreinen, bijv. op bedrijventerrein Haven en De Beijerd en ’t Riet. Dit heeft in 2010 tot enkele incidentele grondverkopen geleid. De besluitvorming van de raad over de Aanleg multipurposekade t.b.v. cofinanciering op 24 januari 2011 is overslagterminal. voorbereid in samenwerking met de bureaus Ecorys en Grontmij. Bevorderen werkgelegenheid Ter bevordering van de acquisitie van Intensivering acquisitie van bedrijven bedrijfspercelen is een contract gesloten met en promotie van Cuijk. Makelaar Poels. De gemeente heeft in 2010 totaal 1,43 ha Het aantrekken van bedrijven door het bedrijfsgrond uitgegeven voor lokale verkopen van uitgeefbare gronden op de bedrijven. Voor grotere en meer regionaal lokale en regionale bedrijventerreinen. georiënteerde bedrijven was dit nog niet mogelijk, omdat deze bedrijven vooral op RBT Laarakker zijn aangewezen.

40

Wat (activiteiten) 3.3.3 Het opzetten en in stand houden van overleg met belangengroeperingen en instanties bijv. Provincie, Waterschap, gemeenten Land van Cuijk, 5Sterrenregio (voorheen REAP (Regionaal Economisch Actieplan Noordoost-Brabant) en Industriële Kring.

Toelichting Het regionaal overleg is gereorganiseerd door de komst van het Regionaal Ruimtelijk Overleg voor Noordoost-Brabant. De diverse toeleverende overleggen moet nog hun plek krijgen. Het samenwerkingsverband van 21 gemeenten en 2 waterschappen in Noordoost-Brabant heeft ook veel voorbereidingstijd gevergd. Door de reorganisatie van het regionaal overleg is de economische samenwerking met de gemeenten in Noord-Limburg wat vertraagd. Wel is een tripartiete bestuurlijk overleg geïntroduceerd over de bedrijventerreinen De Brem (Gennep), Sterckwijck (Boxmeer) en Laarakker (Cuijk). Verder is met succes het zogenaamde BTWsymposium georganiseerd. Het bezoek aan bedrijven is geïntensiveerd.

3.3.4

Economische samenwerking met de gemeenten in het Land van Cuijk en (op termijn) de gemeente Maasduinen.

3.3.5

Versterking van het accountmanagement voor bedrijven. Deze samenwerking wordt vooral Uitwerking van de samenwerking op gecontinueerd in de 5-sterrenregio. economisch terrein in de regio Noordoost Brabant. Centrumontwikkeling detailhandel en horeca Ontwikkelingen van het centrum zijn frequent Aanscherpen centrumvisie voor onderwerp van overleg met de OVC. detailhandel. Implementeren horecavisie. De horecanota is in concept gereed gekomen; deze wordt in 2011 afgerond en aan de raad voorgelegd. Het overleg met de OVC is geïntensiveerd. Overleg met belangengroepen en Instanties bijv. OVC (Ondernemersvereniging Cuijk). Deze plannen zijn om diverse redenen Vestiging horecabedrijven aan o.a. aangehouden. Maasboulevard, Lavendelkade en Heeswijkse Plas. Versterken sociaal economische structuur De provincie heeft aangekondigd dat in 2012 Herziening economisch beleidsplan uit een nieuwe regiovisie voor werklocaties 1997. wordt opgesteld in nauw overleg met de werkgelegenheidsgemeenten in NoordoostBrabant. Aan de hand hiervan zal worden bezien of een nieuw lokaal beleidsplan nodig is. Log De Ass: Uitwerking Landbouw OntwikkelingsHet ontwikkelingsplan is gereed. De gebieden (LOG’s). infrastructurele inrichting van het log is uitgevoerd. Het bestemmingsplan op basis waarvan de bedrijfsverplaatsingen planologisch mogelijk worden gemaakt, is in procedure gebracht.

3.3.6 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.5 3.5.1

3.5.2

41

Wat (activiteiten)

3.5.3

Toelichting Log Haps-Rijkevoort: In 2007 is in samenwerking met de gemeente Boxmeer gestart met het opstellen van een ontwikkelingsplan voor dit gebied. Het ontwikkelingsplan is ter accordering voorgelegd aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Bestaande bedrijven worden wel gefaciliteerd bij uitbreidingsplannen.

Intensivering toeristische recreatieve Sector.

Log Beers-west: Dit log is secundair aangeduid. Derhalve geen actie. Bestaande bedrijven worden wel gefaciliteerd bij uitbreidingsplannen. Hiervoor wordt verwezen naar programma 5

Uitbreidingsinvesteringen nieuw Wat (activiteiten) Maatregelen bestrijding economische crisis 2010 Voor een aantal maatregelen om de crisis te bestrijden dan wel zijn gevolgen te dempen, vragen wij in 2010 een krediet van € 570.000 ten laste van de Algemene Reserve.

Integraal dorpsontwikkelingsplan Haps Voor het integrale dorpsontwikkelingsplan (iDOP) Haps, dat in 2010 zal worden uitgevoerd, worden de kosten geraamd op € 40.000. Daarbij wordt rekening gehouden met een subsidie van de provincie van € 20.000 (=50%). In de begroting 2010 een bruto krediet ramen van € 40.000 en subsidieinkomsten ad € 20.000. Voor de IDOP Beers wordt het reeds begrote budget van € 20.000 met € 20.000 verhoogd waarbij gerekend wordt op subsidie van de provincie van € 20.000 (50%).

Toelichting In het kader van de beschikbaarstelling van dit totale krediet is een bedrag van € 100.000 geoormerkt t.b.v. de tijdelijke aanstelling van 2 toezichthouders openbare ruimte, die in het bijzonder zijn en worden belast met het toezicht en de controle van en op de Kraaijenbergse Plassen/Heeswijkse Plas. Deze toezichthouders zijn aangesteld voor een periode van 2 jaar. In samenwerking met het bureau LOS Stadomland BV en de Dorpsraad Haps is begin 2011 gestart met het IDOP voor Haps. Naar verwachting zal het eindrapport IDOP Haps na de zomervakantie het bestuurlijk traject ingaan.

Bestaand beleid Dit programma is gebaseerd op de volgende bestuurlijke kaders:      

Werk voor Cuijk 1997. Notitie bedrijfsvestigingen Cuijk 2005. Beleidsanalyse Grond Exploitatie (BGE). 5-Sterrenregio (REAP Noordoost-Brabant). Economische Ontwikkelingskansen en Ruimtelijke Strategie Land van Cuijk 2008. Masterplan De Beijerd en ’t Riet 2009.

42

Wat heeft het gekost ? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 3 Lokale economie Nr 310

Omschrijving Economische Zaken

320

Industrie

330

Nutsbedrijven

Totaal lasten 310

Economische Zaken

320

Industrie

330

Nutsbedrijven

Totaal baten Saldo programma 3 Lokale economie

Primitieve begroting 1.223.962


Rekening 2.209.510

Verschil -1.028.474

179.733

171.383

142.360

29.023

0

12.955

13.718

-763

1.403.695

1.365.374

2.365.588

-1.000.214

-538.026

-1.420.892

-1.286.881

-134.011

0

0

0

0

0

-47.350

-47.350

0

-538.026

-1.468.242

-1.334.231

-134.011

865.669

-102.868

1.031.357

-1.134.225

43

44

Programma 4

Onderwijs en kinderopvang

Dit programma omvat de zorg voor onderwijshuisvesting, het beheer van gymlokalen, het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden, het ontwikkelen van lokaal onderwijsbeleid, de Leerplicht/ Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) voor voortijdige schoolverlaters, het stimuleren van educatieve projecten, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Trends     

Het bevorderen van de aansluiting van de voorschoolse periode naar het basisonderwijs en vervolgens het voortgezet onderwijs waarbij de zorg voor het kind voorop staat. Samen met partners speel-/leercentra (Brede Scholen) ontwikkelen. Dit is de breedste zin van het woord, niet alleen in de stenen vorm maar tevens in de samenwerkingsvorm. Het bevorderen van een brede toegankelijkheid voor kinderopvang met aangescherpte beleidsregels Wet Kinderopvang. Ontwikkelen van naschoolse vrijetijdsactiviteiten in samenhang met het integraal jeugdbeleid. Het realiseren van combinatiefuncties onderwijs, sport en cultuur.

Wat wilden we bereiken? 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

Adequate huisvesting van het onderwijs op basis van de verordening “Voorzieningen Huisvesting Onderwijs” en het Gemeentelijk Integraal Huisvesting Plan (GIHP). Het realiseren van speel-/leercentra (het Brede Schoolconcept) op diverse locaties in onze gemeente. Het terugdringen van onderwijsachterstanden. Het verminderen van het aantal vroegtijdige schoolverlaters van 12 – 23 jaar. Uitgangspunt daarbij is, dat iedereen de school verlaat met een diploma dan wel een startkwalificatie. Het vervoeren van leerlingen op basis van de Verordening Leerlingenvervoer naar scholen voor basis- en (voortgezet) speciaal onderwijs. Bevorderen van brede toegankelijkheid van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang door middel van voorwaardenscheppend beleid. Alle doelgroepen moeten gebruik kunnen maken van deze voorzieningen. Het creëren van faciliteiten voor het onderwijs, buiten de wettelijke verplichting zoals schoolzwemmen. Het opzetten van cursussen voor volwassenen, met integratie en volwaardige participatie in de samenleving als doel.

Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 4.1. Huisvesting 4.1.1 Het uitvoeren en het jaarlijks actualiseren van het Gemeentelijk Integraal Huisvesting Plan (IHP) alsmede het doorvoeren van onderwijskundige vernieuwingen.

45

Toelichting Ook in 2010 is een IHP vastgesteld. Het belangrijkste deelproject was ‘Frisse Scholen’, waarbij een drietal scholen zijn aangepakt. In 2011 wordt dit deelproject afgerond.

Wat (activiteiten) 4.2 Speelleercentra (Brede Scholen) 4.2.1 Het uitvoeren van het Convenant Brede School 2001 in samenwerking met de bibliotheek, Stichting Kinderopvang Cuijk en de schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs. 4.2.2

Ontwikkeling van speel-/leercentra in Padbroek en op diverse andere gemeentelijke locaties.

4.2.3

Realiseren van een aanbod t.b.v. naschoolse vrijetijdsactiviteiten.

4.2.4

Realiseren van een aanbod t.b.v. naschoolse vrijetijdsactiviteiten. Het onderzoeken van de mogelijkheden voor de inzet van combinatiefuncties.

4.3 4.3.1

Onderwijsachterstanden Het vervullen van de regierol om het OABplan 2006-2010 te realiseren, aan te passen en de beschikbare gelden op de juiste wijze te verdelen.

4.3.2

Het jaarlijks monitoren van het OAB-beleid en het rapporteren hierover aan het Rijk.

4.4 4.4.1

Leerplicht Het registreren van alle leerlingen van 0-23 jaar en het bijhouden van alle mutaties.

46

Toelichting In 2010 is samen met de ketenpartners jeugd en onderwijs gewerkt aan een nieuw beleidskader. De samenwerking tussen de genoemde organisaties wordt tot stand gebracht bij de uitvoering van de nota jong geleerd 2.0 2011- 2014 en de daarbij behorende productkaarten Aangescherpte integrale samenwerking. Locaties waarbij fysieke samenwerking mogelijk is / wordt gemaakt hebben zich in 2010 niet aangediend. De brede school in Padbroek maakt deel uit van de vitalisering van de wijk. Medio 2011 zal een besluit genomen ten aanzien van de locatiekeuze. Dit wordt gerealiseerd in de stuurgroep NaSchoolseActiviteiten, onderdeel van Cuijk Beweegt. Elke 3 maanden volgt een nieuw aanbod. Dit is in 2010 opgepakt. Zie 4.2.3. Onderdeel van Cuijk beweegt is het onderzoeken naar mogelijkheden om dit project structureel te maken. Hierin worden de mogelijkheden van combinatiefunctionarissen meegenomen. Tijdens de begrotingsbehandeling 2011 is een motie aangenomen waarin verzocht wordt de mogelijkheden te onderzoeken van de inzet van vakdocenten gym op het basisonderwijs, met inzet van alle mogelijke geldstromen. Ook dit wordt hierin meegenomen. Projectaanvragen zijn beoordeeld en toegekend of afgewezen in het kader van het onderwijs achterstandenbeleid, c.q. de lokale educatieve agenda. Advisering door de werkgroep Educatie en de regiegroep Jeugd. Partners op het gebied van welzijn, jeugdhulpverlening, veiligheid,onderwijs en peuterspeelzaalwerk zijn vertegenwoordigd in deze overlegvormen. Middels SiSa wordt financiële verantwoording afgelegd. Jaarlijks wordt ook inhoudelijk verantwoording afgelegd bij het definitief vaststellen van de subsidies. Dit wordt uitgevoerd door het Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten BNO in Oss.

Wat (activiteiten) 4.4.2 Het bewaken van de leerplicht door middel van handhaving (proces-verbalen) voor (partieel) leerplichtigen tot en met 18 jaar.

4.4.3

Het geven van uitvoering en toepassing aan de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC).

4.4.4

Het jaarlijks rapporteren aan de raad (leerplichtverslag en het Rijk (RMCrapport).

4.5 4.5.1

Leerlingenvervoer Realiseren van adequaat en efficiënt vervoer voor de doelgroep.

4.6 4.6.1

Kinderopvang Het uitoefenen van toezicht op geregistreerde en in de gemeente gevestigde opvanginstellingen. Het financieel ondersteunen van werkloze ouder(s), ouders met een reintegratietraject en sociaal-medische indicaties.

4.6.2

47

Toelichting Dit wordt uitgevoerd door het Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten BNO in Oss. Cuijk voert dit in opdracht van de gemeente Oss uit voor de gemeenten in het Land van Cuijk. Drie leerplichtambtenaren werken vanuit de frontoffice in Cuijk. Verantwoording wordt afgelegd in het jaarverslag. Dit wordt uitgevoerd door het Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten BNO in Oss. Cuijk voert dit in opdracht van de gemeente Oss uit voor de gemeenten in het Land van Cuijk. Een trajectbegeleider werkt vanuit de frontoffice in Cuijk ondersteund door een administratief medewerker. Verantwoording wordt afgelegd in het jaarverslag. Met ingang van schooljaar 2009-2010 wordt het jaarverslag gemaakt door het Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten BNO en vastgesteld door de gemeente Oss. Hierna wordt het ter kennisname aangeboden aan ons college en vervolgens aan de raad. Het leerlingenvervoer, zoals aangeboden kan efficiënter worden ingezet. De kosten van het leerlingenvervoer zijn in 2010 met €1.000 per leerling gestegen tot €4.500. In 2011 wordt gekeken naar de mogelijkheden een efficiencyslag te maken. Dit wordt onderzocht door Forseti, Regiotaxi en een ambtelijke regiegroep. Dit voorstel moet nog worden aangenomen. De GGD voert in onze opdracht inspecties uit bij de geregistreerde en in onze gemeente gevestigde opvanginstellingen. Deze mogelijkheid is in specifieke situaties van belang om uitkeringsgerechtigden te ondersteunen zodat men kan re-integreren dan wel werk kan aanvaarden. Ook in 2010 is gebleken dat dit een goed middel is in specifieke situaties.

Wat (activiteiten) 4.6.3 Het voorzien in een goed programmatisch en doelgericht aanbod om toegankelijkheid en laagdrempeligheid van het peuterspeelzaalwerk te bewerkstelligen.

4.6.4

De evaluatie van het peuterspeelzaalwerk betreffende de periode van de budgetovereenkomst 2007 – 2010.

4.7 4.7.1

Lokaal onderwijsbeleid Het voeren van doelgroepenbeleid en het financieel ondersteunen van het zwemonderwijs en de onderwijsbegeleiding.

4.8 4.8.1

Volwasseneneducatie Het inkopen van diensten bij het ROC de Leijgraaf.

Toelichting Aanbod en programmatische aanpak in de toeleiding naar het peuterspeelzaalwerk gerealiseerd. Het consultatiebureau, peuterspeelzalen, kleuterscholen en kinderdagverblijven hebben een signaalfunctie en kunnen doelgroepkinderen doorverwijzen naar een begeleidingstraject. Doelgroepkinderen die niet deelnemen aan peuterspeelzaalwerk of kinderopvang worden door het consultatiebureau door middel van huisbezoeken en consultatiemomenten gevolgd. Evaluatierapport is ter kennis gebracht aan de commissie Burger en de Raad. Voortbordurend op de afgelopen periode zijn de volgende uitgangspunten (beleidskaders) voor het peuterspeelzaalwerk 2011 - 2014; toegankelijke peuterspeelzalen voor alle peuters - één pedagogisch-didactisch concept voor de leeftijdsgroep 0 - 13 jaar schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de partners en het vormgeven van de het kindcentrum of brede maatschappelijke voorziening -de uitvoerder peuterspeelzaalwerk heeft een belangrijke signalerende functie - de stichting biedt activiteiten aan het aantal peuters zoals is overeengekomen in de uitvoeringsovereenkomst - bekostiging peuterspeelzaalwerk middels inkomensafhankelijke ouderbijdrage en gemeentelijke subsidie. In 2010 hebben wij het openbaar, bijzonder en speciaal basisonderwijs gesubsidieerd in het kader van onderwijsbegeleiding. Ook subsidiëren wij het zwemonderwijs en het vervoer hiervoor. In samenwerking met het ISD worden de diensten ingekocht. Vanuit welzijn wordt alleen het VaVo (Voorgezet Algemeen VolwassenOnderwijs) ingekocht.

Bestaand beleid Dit programma is gebaseerd op de volgende bestuurlijke kaders:    

Jong geleerd 20.0 Speerpuntenbeleid jeugd en onderwijs 2011-2014. Gemeentelijk Integraal Huisvesting Plan (GIHP). Bouwbesluit onderwijs. Notitie “Vooruitzien en budgetcontract 2007-2010”.

48

        

Verordening “Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Cuijk 2003”, gewijzigd bij raadsbesluit van 5 juli 2004 en 3 juli 2006. Verordening Leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2009. Verordening Kinderopvang gemeente Cuijk 2004. Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) (onderdeel van het Participatiebudget). Wet Inburgering 2007. Leerplichtwet 1969. Wet Kinderopvang. Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht. WMO Impuls combinatiefuncties.

Wat heeft het gekost ? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 4 Onderwijs en kinderopvang Nr 420

Omschrijving Bestuurssecr. en mat. instandh. openb. onderwijs

Primitieve begroting

Gewijzigde begroting

Rekening

Verschil

648.958

690.903

610.976

79.927

1.201.771

1.231.057

1.160.499

70.558

Bijz. voortgezet spec.onderwijs

604.125

762.079

754.841

7.238

Bijzonder voortgezet onderwijs

148.292

149.562

140.547

9.015

480

Lokaal onderwijsbeleid

410.609

620.993

658.077

-37.084

482

Volwasseneducatie

310.213

237.132

246.139

-9.007

483

Gemeenschappelijke lasten en baten

393.810

393.810

648.854

-255.044

234.386

332.173

255.573

76.600

3.952.164

4.417.709

4.475.506

-57.797

422

Bijzonder basisonderwijs

432 442

onderwijs 650

Kinderopvang

Totaal lasten 420

Bestuurssecr. en mat. instandh. openb. onderwijs

-31.503

-14.817

-18.251

3.434

422


-31.990

-36.150

-29.097

-7.053

432


-8.819

-3.319

-3.602

283

442


0

0

0

0

480


-164.092

-261.554

-264.518

2.964

482

Volwasseneducatie

-308.789

-235.708

-235.708

0

483

Gemeenschappelijke lasten en baten -354.650

-354.650

-635.909

281.259

0

-69.340

0

-69.340

-899.843

-975.538

-1.187.085

211.547

3.052.321

3.442.171

3.288.421

153.750

onderwijs 650

Kinderopvang

Totaal baten Saldo programma 4 Onderwijs en kinderopvang

49

50

Programma 5

Cultuur, recreatie en sport

Het programma levert een bijdrage aan een aantrekkelijk en gezond leef- en verblijfsklimaat voor bewoners en bezoekers. Trends           

Het ontwikkelen van een onderhoudsplan voor kunstbezit. Het ontwikkelen van een plekkenplan voor kunstaankopen. Het ontwikkelen van een beleidsvisie op bibliotheekwerk. Het bepalen van de toekomst voor Schouwburg Cuijk v.w.b. de huisvesting Het behouden van het cultureel erfgoed. Het stimuleren en bevorderen van cultuureducatie en erfgoededucatie o.a. in speelleercentra (Brede School). Het ontwikkelen en versterken van toeristisch-recreatieve mogelijkheden van het platteland. Het afstemmen van het gemeentelijk sportbeleid op specifieke doelgroepen zoals jeugd, allochtonen, ouderen en mensen met een fysieke beperking Het - waar mogelijk - verzelfstandigen van beheer en exploitatie van binnensportaccommodaties. Het op adequaat niveau brengen en houden van alle gemeentelijke sportparken. Het implementeren van de voorstellen uit de Sportnota 2007-2010.

Wat willen we bereiken? Cultuur 5.1. Het breed toegankelijk maken en laten zijn van kunst en cultuur. 5.2 Kunst en cultuur laten aansluiten op de verschillende doelgroepen en specifieke behoeften. 5.3. Bevorderen van kunst in de openbare ruimte. Recreatie 5.4. Het creëren van nieuwe mogelijkheden alsmede het versterken en behouden van de bestaande mogelijkheden in de gemeente op het gebied van recreatie en toerisme. Sport 5.5. Sportbeoefening voor en door iedereen. Stimuleren sportbeoefening door middel van activiteiten vanuit de Buurt-Onderwijs-Sportimpuls (BOS-impuls). 5.6 Zorgen voor een adequaat niveau van sportaccommodaties. 5.7 Sportbeleid.

51

Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 5.1 Cultuurbeleid 5.1.1 Uitvoering geven aan de aanbevelingen opgenomen in de cultuurnota.

5.1.2

5.1.3

5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3

Voorwaarden scheppen en mede zorg dragen voor activiteiten en voorzieningen op het gebied van cultuur, passend bij het cultureel profiel in termen van cultuurbereik, -aanbod, -afname, kwaliteit en kwantiteit Subsidiëren van activiteiten op het gebied van kunst en cultuur

Voor alle doelgroepen Het aanbieden van laagdrempelige professionele kunsteducatie, toegankelijk voor alle doelgroepen Het financieel ondersteunen/subsidiëren van de schouwburg Ontwikkeling van adequate huisvesting voor de schouwburg

52

Toelichting Diverse actiepunten zijn ‘onder handen’, dan wel gereed. Zo is gewerkt aan de historische canon, 2 rotondekunstwerken en is de cultuurprijs is weer uitgereikt. Naschoolse culturele educatie krijgt vorm, ook met andere partners dan De Meander. Bij cultuureducatie binnen school speelt de Marktplaats Cultuureducatie een rol van betekenis. Het klooster van St.Agatha is subsidie verleend, omdat met betreffend project –bezoekerscentrum- de naamsbekendheid van Cuijk kan worden vergroot. Er is een keuze gemaakt i.v.m. de huisvesting van de schouwburg. M.n. incidentele en structurele subsidiëring zijn hierin veel gebruikte instrumenten.

Diverse (sociaal)culturele activiteiten werden ondersteund met een subsidie. Een incidenteel subsidie is toegekend aan bijvoorbeeld: de amateurkunstmanifestatie te Beers, optredens “Hops vur Hops”, boek Andries Nielen, fotografieproject Zibra. De professionele, culturele organisaties: schouwburg, BiblioPlus en Kunstencentrum De Meander ontvingen structureel subsidie voor de afgesproken prestaties. Ook diverse amateurmuziekgezelschappen ontvingen dit jaar weer subsidie op basis van het aantal spelende leden uit onze gemeente. De gilden, 3 cursusinstituten en het openbaar carnaval ontvingen weer een waarderingssubsidie. De Beeldentuin, Stichting Cultureel Hart Cuijk, de Fotoarchiefdienst, Werkgroep Archeologie en museum Ceuclum ontvingen ook structureel subsidie voor hun werkzaamheden in het belang van onze gemeente. Nieuwe subsidieafspraken met kunsteneducatiecentrum De Meander worden voorbereid. Nieuwe subsidieafspraken met Schouwburg Cuijk worden voorbereid De keuze is gemaakt de schouwburg op haar huidige locatie te vernieuwen.

Wat (activiteiten) 5.3 Fysieke leefomgeving 5.3.1 Het aankopen, plaatsen en onderhouden van beeldende kunst.

5.4 5.4.1

Recreatieve mogelijkheden Het initiëren, coördineren en deelnemen aan samenwerkingsverbanden zoals het Cultureel Hart Cuijk, de Culturele Route, Regio VVV en Via Romana.

5.4.2

Het deelnemen aan ontwikkelingsactiviteiten op het gebied van recreatie en toerisme zoals o.a. het fietsknooppuntensysteem en het wandelroutenetwerk. Het begeleiden van verzoeken van recreatieondernemers in planologisch, juridisch en recreatief opzicht. Verstrekken van subsidies aan toeristischrecreatieve instellingen en projecten.

5.4.3 5.4.4

5.4.5

5.5 5.5.1

5.5.2

Het initiëren en coördineren van ruimtelijke en/of ontgrondingprojecten zoals Dommelsvoort, herinrichting oevers Heeswijkse en Kraaijenbergse Plassen. Sportbeoefening Verstrekken van reguliere subsidies en stimuleringssubsidies.

Het bevorderen van samenwerking tussen instellingen op het terrein van de sport.

53

Toelichting Twee rotondekunstwerken zijn opgeleverd. De Kunstadviescommissie leverde hieraan een belangrijke bijdrage. In het kader van bescherming archeologisch erfgoed is een belangrijk museumstuk van museum Ceuclum gerepareerd: het dolium. Binnen de maatwerkvoorschriften zijn er (extra) carillonbespelingen en – bezoeken geweest. Er wordt meegewerkt aan de totstandkoming van de duurzaamheidnota. Er wordt gewerkt aan nieuwe plattegronden voor onze gemeente met een accent op de culturele attracties (i.p.v. voormalige bebording culturele route). Periodiek overleg met de Regio VVV en de Via Romana-gemeenten heeft plaatsgevonden. Het Cultureel Hart Cuijk is betrokken bij de nieuwe plattegronden voor de gemeente (zie 5.3.1). Het project fietspendelboot heeft geresulteerd in het varen van een fietspendelboot gedurende het seizoen van 2010. Diverse toeristisch/recreatieve verzoeken zijn begeleid. Projecten als de herstart van de fietspendelboot en de realisatie van een bezoekerscentrum in het poortgebouw van het klooster in St. Agatha zijn financieel ondersteund. Aan genoemde projecten wordt continu gewerkt. Voor de Kraaijenbergse Plassen is een Notitie Plassengebied Cuijk opgesteld; deze is nog niet vastgesteld. In 2010 is er jeugdsubsidie verstrekt daarnaast zijn er enkele incidentele subsidies verstrekt aan sportverenigingen/organisaties ter tegemoetkoming van de organisatiekosten omtrent sportevenementen. Vanuit het project ‘Cuijk Beweegt’ hebben er diverse activiteiten plaats gevonden waarbij meerdere (sport)instellingen bij betrokken waren. Ook via Radius is samenwerking ontstaan rondom sport en de maatschappelijke stage en jongeren.

Wat (activiteiten) 5.5.3 Het stimuleren van sportparticipatie d.m.v. activiteiten in het kader van de BOS (buurtonderwijs-sport) impuls. 5.6 Sportaccommodaties 5.6.1 Het jaarlijks inspecteren van gebouwen en veldsportaccommodaties. 5.6.2

Binnen de vigerende beleidsuitgangspunten het aanleggen, beheren en onderhouden van veldsportaccommodaties.

5.6.3

Het exploiteren en beheren van binnensportaccommodaties.

5.6.4

Verzelfstandiging van beheer en exploitatie van de sporthal annex gemeenschapsaccommodatie “De Stappert” te Haps. Realisatie van de herinrichting van sportpark de Groenendijkse Kampen

5.6.5 5.7 5.7.1

Sportbeleid Uitvoering geven aan de aanbevelingen opgenomen in Sportnota.

5.7.2

Jaarlijkse huldiging kampioenen.

54

Toelichting Het project ‘Cuijk beweegt’ richt zich via diverse kapstokken op sportparticipatie. De BOS-impuls is onderdeel van dit project. Deze inspectie heeft ook in 2010 plaatsgevonden. Het betreft klein onderhoud wat besproken wordt met de verenigingen. e In 2010 is de 2 fase van de herinrichting van sportpark de Groenendijkse Kampen gerealiseerd. Daarnaast worden veldsportaccommodaties door de afdeling Ruimtelijk Beheer onderhouden. De gemeentelijke accommodaties worden conform planning geëxploiteerd. De gymzaal aan de Mgr. Zwijssenstraat is eind 2010 opgeknapt. Wij zijn nog in overleg over mogelijke verzelfstandiging van beheer en exploitatie van de Stappert naar een lokale beheerstichting. De 2e fase van dit project is grotendeels in 2010 gereed. Op 1 mei 2011 vind de officiële heropening plaats. De huidige sportnota liep in 2010 af. Er heeft een interne evaluatie plaats gevonden en de eerste stappen zijn ondernomen met betrekking tot de nieuwe nota. Ook hebben er activiteiten plaats gevonden die opgenomen waren in de sportnota. Onder andere zijn er diverse cursussen/informatiebijeenkomsten georganiseerd die bijdrage aan professionalisering van de verenigingen. Dit is staand beleid. In juni 2010 heeft de jaarlijkse sportkampioenhuldiging plaatsgevonden in de Kloosterhof te Beers. In 2011 zal de huldiging plaatsvinden op 1 juli.

Nieuw beleid exploitatie Wat (activiteiten) Stelpost Homburgcampus schouwburg In de Kadernota 2010 hebben wij de lasten die voortvloeien uit de Homburgcampus verwerkt. Op die wijze hebben wij u laten zien dat de Homburgcampus betaalbaar is. Naar verwachting beginnen wij in 2012 met de realisatie. In dat jaar en in 2013 zal bijvoorbeeld de schouwburg nog niet volledig operationeel zijn; hij moet immers eerst gebouwd worden. De lasten voor de Homburgcampus lopen op van € 500.000 in 2012 tot € 750.000 in 2013 en bereiken hun volle omvang in 2014 (€ 1.250.000). Subsidie Voor het jaarlijks te houden kampioenschap Maasheggenvlechten wordt sinds 2006 elk jaar een bijdrage van € 3.000 beschikbaar gesteld ten laste van de Reconstructie. Voorgesteld wordt de stichting Heg en Landschap vanaf 2010 een structureel subsidie te verstrekken van € 3.000. Stelpost onderhoud Kraaijenbergse Plassen De plicht om de oevers van de Kraaijenbergse en Heeswijkse plas te onderhouden ligt bij onze gemeente vanaf het moment dat de afgravingen stoppen. Dat is naar verwachting in 2012/2013. Het onderhoud moet gebaseerd zijn op een onderhoudsplan. Dat plan zal binnenkort ter vaststelling aan uw raad worden aangeboden. De uitkomst daarvan is dat wij een jaarlijkse last in de exploitatie op moeten nemen van € 275.000 vanaf 2013. Uit de inkomsten die de afgravingen voor de gemeente opleveren, gebruiken wij nu jaarlijks € 90.000 euro ter dekking van ambtelijke kosten. Als de afgravingen stoppen, stoppen ook de inkomsten. Dat verlies verwachten wij in 2012 en verwerken we nu in de meerjarenramingen. Met ingang van 2013 een stelpost opnemen van € 365.000.

Toelichting Eind 2010 is door de raad besloten dat de schouwburg niet verplaatst wordt naar het Homburg terrein. In 2011 wordt onderzocht op welke wijze invulling kan worden gegeven aan de Homburg Sportlifestyle Campus.

Op 13 maart 2011 is het NK Maasheggenvlechten gehouden. Stichting Landschapsbeheer Boxmeer heeft hiervoor een bijdrage van € 3000 ontvangen.

Het beheerplan Kraaijenbergse Plassen is op 8 september 2009 vastgesteld. Het onderhoud wordt conform dit beheerplan uitgevoerd. Over het gevoerde beheer wordt een evaluatie uitgevoerd die ter kennis van de raad wordt gebracht.

Uitbreidingsinvesteringen nieuw Wat (activiteiten) Uitbreiding ballenvanger Hapse Boys Door de aanleg van een particuliere vijver achter het doel van het hoofdveld van Hapse Boys moet de ballenvanger verlengd worden. Dit voorkomt dat ballen in de vijver terechtkomen. De uitbreiding van de ballenvanger vergt een investering van € 5.500.

55

Toelichting Is in 2010 gerealiseerd.

Wat (activiteiten) Duits Lijntje In het kader van het project Duits Lijntje is voor de gezamenlijke gemeenten een communicatieplan opgesteld. De kosten voor de uitvoering van dit communicatieplan worden verdeeld over de betrokken gemeenten. De kosten voor onze gemeente bedragen in 2010 en 2011€ 5.000. Dekking ineens uit de algemene reserve. Agrarisch Natuurbeheer De uitvoering van de pilot project Agrarisch natuurbeheer is een groot succes in onze gemeente. Gedurende 4 jaar is € 30.000 beschikbaar gesteld, welk bedrag verdubbeld is door de provincie. Het beschikbare budget is te klein om alle aanvragen in dit kader te kunnen honoreren. Voor het vierde jaar (2010) wordt € 10.000 extra gevraagd. Dekking ineens uit de algemene reserve. Wandelpad, ommetjes Cuijk – Sint Agatha In het kader van het Integraal Gebiedsproject Maasheggen worden in het Maasheggengebied ommetjes aangelegd, zowel in de buurt van Cuijk als Sint Agatha. Hiervoor is € 20.000 nodig. Reconstructieproject. Naar verwachting is 50% van de kosten subsidiabel. Aanleg heggen en beheer en onderhoudsmaatregelen In het kader van het Integraal Gebiedsproject Maasheggen worden nieuwe heggen aangeplant en worden beheer- en onderhoudsmaatregelen uitgevoerd. Het betreft een gezamenlijk project met de gemeente Boxmeer. Voor het gehele Maasheggengebied is € 500.000 nodig. Reconstructieproject. Naar verwachting is voor 50% subsidiering mogelijk. Onze gemeente wordt geacht € 5.000 bij te dragen. Dekking ineens uit de algemene reserve. Egalisatie aangelegde ijsbaan Haps De door zelfwerkzaamheid aangelegde ijsbaan te Haps moet worden geëgaliseerd. Hiervoor in 2010 een bedrag te ramen van € 5.000. Dekking uit de algemene reserve.

56

Toelichting Er is in 2010 onder meer uitvoering gegeven aan het communicatieplan. De website is gevuld. Er is een digitale belevingskaart gemaakt en er wordt een fietsroutekaart opgesteld. Tevens worden informatieborden ontwikkeld die langs het tracé van het Duits Lijntje worden geplaatst. In 2010 is in totaal € 20.000 extra beschikbaar gesteld door ons. Ook dit bedrag is verdubbeld door de provincie. Het totale budget is inmiddels uitgeput, hetgeen een groot succes genoemd kan worden. De voorbereiding van een doorstart van het project zijn in volle gang.

De ommetjes maken onderdeel uit van een wandelpad van de Stier in Cuijk door de uiterwaarden. Er is inmiddels via de IDOP Sint Agatha 50% subsidie verleend. Aan het wandelpad wordt hard gewerkt. Pad met ommetjes wordt volgens planning in 2011 aangelegd. De provincie heeft op dit moment geen geld beschikbaar voor het project aanleg en beheer Maasheggen. In 2011 wordt bezien of het beschikbare gemeentelijk budget ingezet kan worden voor aanleg en beheer.

Is in 2010 gerealiseerd.

Wat (activiteiten) Groeiplaatsverbetering bomen Heeswijkse Kampen In de Heeswijkse Kampen zijn veel problemen met bomen die de bestrating opdrukken en schade veroorzaken. De oorzaak is de slechte ondergrond voor de bomen en werkzaamheden tijdens de opbouw van de nieuwbouwwijk. De bomen hebben onvoldoende groeimogelijkheden door verdichte grond als gevolg van bouwwerkzaamheden en het aanbrengen van verhardingen. Jaarlijks wordt er al veel geld en moeite gestoken in het herstraten en verwijderen van wortels. Dit blijkt evenwel onvoldoende en biedt ook geen structurele oplossing. Om de bomen te kunnen handhaven en om te voorkomen dat er jaarlijks veel onderhoud gepleegd moet worden aan de bestratingen is het nodig om groeiplaatsverbetering toe te passen. Hiermee is een investeringsbedrag gemoeid van € 600.000. Aanleg fiets/wandelpad in Maasheggengebied Er wordt een integraal gebiedsprogramma Maasheggen opgesteld, waaraan de provincie uitvoering geeft. Een onderdeel van dit programma is de aanleg van (fiets)paden in het Maasheggengebied. De kosten voor de aanleg van een dergelijk pad tussen de Loswal Cuijk en St. Agatha bedragen € 150.000. Het in 2009 beschikbare gestelde bedrag ad € 63.000 (struinpad Maasheggen gebied) komt te vervallen. Rekening wordt gehouden met een subsidie van 50%. De onderhoudskosten komen voor rekening van de gemeente. Deze zijn nog niet in te schatten. Aanleg fietspad In het kader van het Integraal Gebiedsproject Maasheggen wordt in het hele Maasheggengebied een aaneensluitend fietspad aangelegd. In onze gemeente is een klein gedeelte van dit pad (in de nabijheid van het klooster) nog onverhard. Om dit stuk te verharden is € 55.000 nodig. Reconstructieproject. Naar verwachting is voor 75% subsidiering mogelijk. Informatieborden In het kader van het Integraal Gebiedsproject Maasheggen worden 2 informatieborden geplaatst. Eén bij de kade in Cuijk, ingang van het Maasheggengebied en één bij het klooster in Sint Agatha. Hiervoor is € 5.000 nodig. Reconstructieproject. Naar verwachting is een subsidie van 50% beschikbaar. Dekking ineens uit de algemene reserve.

57

Toelichting Conform afspraak wordt dit nog in 2011 ter definitieve goedkeuring voorgelegd aan de raad. Daarin wordt aangegeven waarvoor dit budget bedoeld is en wat er voor gedaan zal worden.

Voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van het fiets/wandelpad zijn in volle gang. Er vindt overleg plaats met Rijkswaterstaat, Waterschap en Staatsbosbeheer. Pad maakt onderdeel uit van het IDOP Sint Agatha. Op basis van € 63.000,- is in dit kader 75% subsidie verleend. In de begroting 2011 is het bedrag van € 150.000,- echter geschrapt. Hiervoor moet een hersteloperatie uitgevoerd worden. Conform de planning van het IDOP Sint Agatha dient het pad in 2011 te worden aangelegd. In 2011 wordt in overleg met de gemeente Boxmeer bekeken of het in verband met aaneensluiting van paden noodzakelijk is om dit stuk fietspad te verharden. Vooralsnog bedrag laten staan. Subsidiemogelijkheden zijn niet (meer) aanwezig.

Nadat fiets/wandelpad is aangelegd (zie aldaar) worden deze infoborden geplaatst. In het kader van het IDOP Sint Agatha is 50% subsidie beschikbaar gesteld. Realisering in 2011.

Wat (activiteiten) Recreatieve Poort De Bungelaar Aan de westkant van de Kraaijenbergse Plassen ligt boerderij De Bungelaar. Dit pand moet ontwikkeld worden tot een Recreatieve Poort waarin diverse milieueducatieve en toeristische functies een plek krijgen. In 2010 kan de uitvoering naar verwachting starten. Hiervoor wordt € 1.000.000 geraamd. Eventueel te ontvangen subsidiebedragen zijn op dit moment nog niet bekend. Dekking ineens uit de algemene reserve. Fietsknooppuntensysteem voor Via Romana Onze gemeente participeert in de Via Romana fietsroute van Nijmegen naar Xanten. De betrokken gemeenten wensen de route om te vormen naar een fietsknooppuntensysteem met nieuwe bebording en de uitgifte van een nieuwe brochure. De kosten worden per gemeente geraamd op € 3.000 waarvan 50% te verwachten subsidie. Dekking ineens uit de algemene reserve. Wandelknooppuntensysteem De gemeenten in het Land van Cuijk wensen een wandelknooppuntensysteem te ontwikkelen en uit te voeren. De uitwerking van het plan en de uitvoering kunnen in 2010 plaatsvinden. Hiervoor wordt per gemeente € 100.000 geraamd waarvan naar verwachting 50 % subsidiabel is.

Toelichting Op de beschikbaar gestelde gemeentelijke middelen is bezuinigd. Bij de vaststelling van de begroting 2011 is beslist dat de ontwikkeling van de Poort afhankelijk is van investeerders cq. externen en subsidies, beiden nog onbekend. Doordat het inzicht in de middelen nog ontbreekt is een verwachte uitvoering nog niet te stellen. De gemeenten die participeren in het project Via Romana zijn het uiteindelijk niet eens geworden over de uitvoering van de route via een fietsknooppuntensysteem. Dit komt mede doordat aan de Duitse zijde en de Nederlandse zijde verschillende knooppuntensystemen in gebruik zijn. Nu wordt gekeken of de fietsroute Via Romana in de toekomst op een andere wijze kan worden gemoderniseerd. De wens om dit uit te voeren bestaat nog altijd. Uitvoering in 2010 bleek echter niet haalbaar waarna de beschikbare middelen zijn afgeraamd. Het project is inmiddels verder uitgewerkt en zeven gemeenten participeren in de ontwikkeling. Voor de Kadernota 2012 wordt het wandelknooppuntenssysteem dan ook opnieuw opgevoerd.

Bestaand beleid Dit programma is gebaseerd op de volgende bestuurlijke kaders:         

Subsidieverordening Welzijn Cuijk 2001. Toeristisch Recreatief Beleidsplan 1997. Subsidieverordening Jeugdsport 1996. Beleidsuitgangspunten inzake aanleg, beheer en onderhoud van veldsportaccommodaties 1996. Gemeentelijke gebruiksvoorwaarden en tarievenregeling. Beleidsuitgangspunten privatisering sportaccommodaties 1995. Cultuurnota gemeente Cuijk 2008-2012 “Cuijk cultureel beschouwd”. Sportnota 2007 tot en met 2010 Gemeente Cuijk “Cuijk maakt tijd voor sport”. Tijdelijke stimuleringsmaatregel Buurt Onderwijs Sport (BOS) van het Ministerie van VWS.

58

Wat heeft het gekost ? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 5 Cultuur, recreatie en sport Primitieve begroting 533.729


Nr 510

Omschrijving Openbaar bibliotheekwerk

511

Ontwikkelingssamenwerking

2.707

25.922

25.922

0

530

Sport

1.183.492

1.345.524

1.190.900

154.624

540

Kunst en cultuur

1.178.575

1.215.416

1.153.102

62.314

550

Natuur en landschap

187.349

412.726

242.015

170.711

560

Openbaar groen

2.343.124

2.711.621

2.185.468

526.153

561

Evenementen

88.618

118.657

256.018

-137.361

562

Recreatie en toerisme

1.153.766

1.204.150

93.920

1.110.230

580

Overige recreatieve voorzieningen

Totaal lasten

Rekening 544.154

Verschil 1.315

102.978

110.478

136.538

-26.060

6.774.338

7.689.963

5.828.037

1.861.926

510

Openbaar bibliotheekwerk

0

0

0

0

511


0

0

0

0

530

Sport

-145.878

-144.878

-156.212

11.334

540

Kunst en cultuur

-55.382

-55.382

-62.087

6.705

550

Natuur en landschap

560

Openbaar groen

561

Evenementen

562


580


Totaal baten Saldo programma 5 Cultuur, recreatie en sport

0

0

0

0

-436.938

-436.938

-114.382

-322.556

-52.439

-61.239

-58.093

-3.146

0

0

0

0

-2.050

-2.050

-350

-1.700

-692.687

-700.487

-391.124

-309.363

6.081.651

6.989.476

5.436.912

1.552.564

59

60

Programma 6

Werk, inkomen en zorg

Dit programma valt uiteen in twee onderdelen: individuele ondersteuning en persoonsoverstijgend beleid. Organisatorisch zijn de taken verdeeld over respectievelijk de afdeling Werk, Inkomen en Zorg en de afdeling Ruimtelijke en Maatschappelijke ontwikkeling, team welzijn. Werk en inkomen De gemeente verzorgt de toeleiding naar de arbeidsmarkt en is verantwoordelijk voor bijstandsverstrekking. De gemeente is bovendien verantwoordelijk voor en financieel risicodrager bij het beheersen en/of beperken van het volume van de aanspraak op deze gemeenschapsmiddelen. Eerste doelstelling is het activeren en re-integreren van bijstandsgerechtigden. Dit wordt als volgt geoperationaliseerd: A. Ten aanzien van nieuwe aanvragers: Iedere nieuwe aanvrager krijgt direct bij aanvraag een onderzoek naar de inzet van “Snel in Dienst”. 60% van de aanvragers dient onder verantwoordelijkheid van de gemeente geplaatst te worden in “Snel in Dienst”. B.

Ten aanzien van het zittende bestand: Van iedere klant (100%) is actueel bekend of hij/zij toegeleid kan worden naar arbeid of participatie. 30% dient actueel geplaatst te zijn in een traject of in een vorm van maatschappelijke participatie. 70% beschikt over een actuele en gemotiveerde tijdelijke of permanente ontheffing.

C.

Ten aanzien van uitstroom en de omvang van het bestand: Per jaar dient minimaal 5% volumebeperking te worden gerealiseerd. Uitkeringsontwikkeling dient zodanig te zijn, dat uitkeringen betaalbaar blijven binnen het beschikbare Rijksbudget.

Tweede doelstelling is het tijdig en rechtmatig verstrekken van een adequate uitkering. Dit wordt als volgt geoperationaliseerd: De rechtmatige verstrekking blijkt uit een interne controle en een goedkeurende accountantsverklaring. Zorg 1 (individueel beleid) Door middel van individuele ondersteuning aan inwoners met een minimuminkomen wordt getracht armoedeproblemen te voorkomen en de deelname aan het maatschappelijke leven aangemoedigd (Bijzondere Bijstand, Declaratiefonds). Wij zetten in op een toereikend niveau van bereikbare voorzieningen en bestrijden onderbenutting. Dit wordt als volgt geoperationaliseerd: Via netwerkoverleg helpen maatschappelijke partijen bij het bewaken van het voorzieningenniveau. Onderbenutting wordt bestreden door het geregeld actief benaderen van bekende minima. Aan personen met beperkingen worden via Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) rolstoelen, vervoer rond de woning, woningaanpassingen en hulp bij het huishouden aangeboden. Dit is een open-eind verplichting. Hulp bij het huishouden is een nieuwe taak, die afzonderlijk vanuit het Rijk wordt gebudgetteerd. Dit wordt als volgt geoperationaliseerd: Faciliteren van hulp binnen de door het rijk beschikbaar gestelde budgetten.

61

Intensieve operationele contacten met uitvoerende instellingen, gericht op voorkomen van wachtlijsten. In contracten met uitvoerende instellingen wordt ruimte afgesproken voor maatwerk voor bijzondere situaties Zorg 2 (groepsgericht welzijnsbeleid). Het welzijnsbeleid is enerzijds gericht op specifieke doelgroepen zoals ouderen of mensen met een beperking, anderzijds op leefbaarheid en sociale samenhang in wijken en kernen. De Wmo verschaft een overkoepelend beleidskader. De integraliteit van het gemeentelijke welzijnsbeleid ten aanzien van wonen, welzijn en zorg, met name daar waar het gaat om preventie, zal in de komende jaren toenemen. Dit beleid is vastgelegd in het Beleidsplan Wmo. Trends 

     

Na het budgettaire open einde risico voor de Wet werk en bijstand (Wwb) is een vergelijkbaar risico bij de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ontstaan. Het Rijksbudget volgt landelijke volumeontwikkelingen en is daardoor zeker op de langere termijn onvoorspelbaar. Het is zowel voor de Wmo als voor de Wwb moeilijk om meerjarig een stabiel beeld te begroten. In 2010 start een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie voor Wmo en Wwb voor de gemeenten Cuijk, Grave en Mill & Sint Hubert. Vestigingsplaats Cuijk. In 2009 wordt een aanvraag voor ESF subsidie ingediend om naast het reguliere Participatiebudget (voorheen W-Deel WWB) extra trajecten te kunnen starten. Er wordt intensiever naar werkgevers geluisterd om werkkansen te creëren. Ook zijn wij begonnen met het rechtstreeks bemiddelen van werkzoekenden. Wettelijk dient met ingang van 2011 een centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) beschikbaar te zijn. Wegtrekken jeugd uit gemeente om zich elders (blijvend) te vestigen. De Wet Inburgering kwam moeizaam uit de startblokken. De achterstand wordt in 2009 grotendeels goedgemaakt, maar zal nog in 2010 doorwerken omdat het gaat om meerjarige trajecten van inburgeraars.

Wat willen we bereiken? Werk en inkomen 6.1 Duurzame vermindering van het aantal burgers dat een beroep moet doen op een uitkering. Dit betekent reductie van het aantal bijstandsuitkeringen (jonger dan 65) tot 234 in 2009 en 222 in 2010. De economische crisis maakt dat het halen van deze doelstelling onzeker wordt. 6.2 Financieel doel is: Budgettair neutrale uitvoering van het inkomensdeel Wwb; Sterke verlaging van het I-deel budget in 2009 maakt samen met de crisis dat het halen van deze doelstelling onzeker wordt. 6.3 Maximaal gebruikmaken van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers, ook in economische zin. 6.4 Aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt intensiever aanpakken. Overleg met werkgevers. Concrete plaatsingen bij werkgevers worden inmiddels gerealiseerd, een aanpak die in 2010 doorloopt. In de kadernota 2010 zijn extra middelen gevraagd om hiervoor een Leer- werkbedrijf in te richten. Zorg 1 individueel beleid 6.5 Adequaat helpen van minima bij het bestrijden van noodzakelijke kosten en bij het maatschappelijk participeren. Het aantal in aanmerking komende personen voor voorzieningen in beeld brengen en het bereik van die voorzieningen verhogen naar 75% voor deze doelgroep.

62

6.6 6.7

Adequate mogelijkheden scheppen voor wonen, huishoudelijke verzorging en mobiliteit voor gehandicapten. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning.

Zorg 2 Groepsgericht welzijnsbeleid 6.8 Implementeren Wet maatschappelijke ondersteuning op basis van het meerjarig Wmo Beleidsplan. 6.9 Het bevorderen van zelfredzaamheid, een gezonde levenshouding/levensstijl en het maatschappelijk actief zijn van en bij ouderen. 6.10 Het overmatige gebruik van alcohol en genotsmiddelen voorkomen. Gok- en andere verslavingen tegengaan. Het voorkomen van overlast van met name alcohol- en drugsverslaafden. 6.11 Het bieden van maatschappelijk opvang en begeleiding voor mensen in acute crisissituaties. 6.12 Het bevorderen van preventieve activiteiten op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg en bemoeizorg. 6.13 Een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van de jeugd (0 – 23jr) door middel van een samenhangend, herkenbaar en toegankelijk aanbod op het brede terrein van het lokaal jeugdbeleid. 6.14 Het ontwikkelen van een adequaat welzijnsaccommodatiebeleid. 6.15 Volwaardig burgerschap van minderheden in de lokale samenleving. 6.16 Het bevorderen van maatschappelijke participatie als onderdeel van het welzijnsbeleid. 6.17 Het bieden van ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 6.1 Volume bijstandsuitkeringen 6.1.1 Volumebeperking met 5% per jaar.

6.1.2

Toelichting

“Snel in Dienst” aanpak bij uitkeringsaanvragen onder gemeentelijke verantwoordelijkheid.

63

Volumebeperking is in 2010 niet gerealiseerd doordat door de crisis landelijk de werkloosheid en daarmee ook het aantal bijstandsaanvragen niet daalde maar juist opliep. Het uitkeringsvolume WWB/WIJ Cuijk is in 2010 opgelopen met 8,5 %. De uitgaven hieraan zijn evenwel opgelopen met bijna 16% (dit is inclusief Ioaw/Ioaz en BBZ). Dit wordt verklaard doordat de stijging van het aantal bijstandsgerechtigden vooral heeft gelegen in het eerste kwartaal 2010 en het bovendien in verhouding meer gehuwden betrof (hogere uitkeringsnorm). De oplopende bijstandsaanvragen en de hiermee gepaard gaande nog sterker oplopende werkprocessen hebben gezorgd voor een verminderde aandacht voor reintegratie in zijn geheel. Het onbekend zijn bij een deel van het team van het digitaal verwerken van trajecten in een clientvolgsysteem hebben hiernaast geen goed aan gedaan.

Wat (activiteiten)

Toelichting De slag is gemaakt dat alle drie de ISD gemeenten nu ook de klanten individueel in het clientvolgsysteem IWS inzichtelijk hebben en alle medewerkers de eerste stappen gezet hebben tot deze wijze van verwerken. Blijvend zorgpunt is het erg op de rechtmatigheid gericht zijn van het grootste deel van de medewerkers terwijl in het kader van schadelastbeperking voor de gemeente het doelmatig gericht zijn hoe langer hoe meer van belang is.

6.1.3

Samenwerking Sociale Diensten Cuijk, Grave, Mill & Sint Hubert.

6.2 6.2.1

Budgettair neutrale uitvoering Monitoren van het budget.

Snel in Dienst is in 2010 ingevoerd voor gehele ISD. Met name het aspect cultuurverschil is bij het inzetten van de SID aanpak duidelijk tot uiting gekomen. De Work-First benadering heeft lang nodig gehad om bij alle medewerkers geaccepteerd te worden. Per 1-1-2010 is de samenwerking in één uitvoeringsorgaan voor de Sociale Diensten Cuijk, Grave en Mill & Sint Hubert een feit geworden. Door de oplopende bijstandsaanvragen wordt een tekort voorzien van € 548.480. Dit tekort kan bij een toekenning door het ministerie van een tegemoetkoming (ad € 349.747) verminderen tot € 198.733. De VNG verwacht dat driekwart van de Nederlandse gemeenten over 2010 een tegemoetkoming aan zullen vragen. 2010 is gebruikt om een systeem op te zetten waarbij de budgetten nauwgezet per kwartaal worden gemonitord. In het tweede helft van het jaar opgevoerd tot maandelijkse en in het laatste kwartaal naar twee wekelijks monitoren.

6.3 6.3.1

Gebruikmaken van zelfredzaamheid “Snel in Dienst” aanpak bij uitkeringsaanvragen onder gemeentelijke verantwoordelijkheid.

64

Op basis van voortschrijdend inzicht is ingezet op gemeentelijk job-hunters en is ervoor gekozen om de Work-First benadering part-time aan te bieden. Deze benadering haakt meer aan op een beroep op eigen inzet dan overige reintegratie ondersteuning. Uitdrukkelijk heeft de uitvoeringsorganisatie de klanten gewezen op hun zelfredzaamheid en aanspreken op eigen verantwoordelijkheid.

Wat (activiteiten) 6.3.2 Doorontwikkelen van re-integratieinstrumenten.

6.3.3

Samenwerking met Stichting Actief rond trajecten sociale activering.

6.3.4

Oprichten van een aanvullend Leerwerkbedrijf Vraag en aanbod arbeidsmarkt Afspraken met werkgevers om mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verminderen. Plaatsingen bij werkgevers.

6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.5 6.5.1

6.6 6.6.1

6.6.2

6.7 6.7.1

Het realiseren van een bedrijfsverzamelgebouw rond Werk, Inkomen en Zorg. Individuele ondersteuning minima Onderzoek naar effectiviteit minimabeleid.

Toelichting Het continue doorontwikkelen van reintegratie voorzieningen is een blijvend aandachtspunt. In 2010 is aandacht uitgegaan naar m.n. doorlooptijd en part-time Workfirst voorzieningen. Tevens is een eerste stap gezet naar de herbeoordeling van de educatieve voorzieningen welke vanuit WEB gefinancierd worden. Samenwerking is gecontinueerd doch tevens meer smart gemaakt. Afspraken zijn gemaakt om trajecten voor sociale activering na 6 maanden standaard te evalueren. Zoals gemeld is hiervan afgezien. Heel concreet is hier ingezet op jobhunters die de mismatch verminderen en vraag en aanbod bij elkaar brengen. Idem middels jobhunters waarvan in 2010 er een tweede jobhunter gestart is. Loopt.

De effecten van het tot nu toe gevoerde minimabeleid zullen worden meegenomen in het besluitvormingstraject rond de voorgenomen beheersmaatregelen Minimabeleid.

Individuele ondersteuning gehandicapten De wet maatschappelijke ondersteuning Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning in invoeringsjaar en daarna. (Wmo) wordt met inachtneming van de landelijke en gemeentelijke regelgeving (o.a. Verordening voorzieningen gehandicapten) uitgevoerd. Door middel van diverse netwerk overleggen Bekendheid en toegankelijkheid van met allerlei welzijnsorganisaties; de vorming voorzieningen bevorderen. van het Welzijnsplein en gesprekken met individuele klanten wordt de bekendheid van de Wmo vergroot. Wet maatschappelijke ondersteuning In de 1e helft van 2011 vindt een evaluatie Uitvoeren van het meerjarig WMO beleidsplan. van het Wmo Beleidsplan 2008 plaats. De uitkomsten van deze evaluatie worden bij het nieuw vast te stellen Beleidsplan 2012 betrokken. Dit beleidsplan wordt opgezet in samenwerking met de gemeenten in het LvC.

65

Wat (activiteiten) 6.7.2 Het opzetten van een lokaal loket maatschappelijke ondersteuning met het oog op de uitvoering Wmo.

6.7.3

6.8 6.8.1

6.8.2

6.9 6.9.1

Samen met de overige gemeenten Land van Cuijk mantelzorgbeleid ontwikkelen en toezien op de dienstverlening van de mantelzorgorganisaties. Ouderenbeleid Het verstrekken, monitoren en toetsen van subsidies, onder andere aan de Stichting Welzijn Ouderen Cuijk (SWOC), de afdelingen van Katholieke Bonden van Ouderen, met professionele ondersteuning via Radius Land van Cuijk. Het binnen de beschikbare kaders subsidiëren van projecten ten aanzien van bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van openbare gebouwen. Verslavingszorg Samen met de centrumgemeente Oss toezien op de dienstverlening in de regio en in de gemeente in het bijzonder wat betreft de zorg voor verslaafden en preventieactiviteiten.

6.9.2

Het maken van afstemmingsafspraken over individuele trajecten van klanten van Novadic/Kentron met bijstandsuitkering.

6.10 6.10.1

Crisisopvang Op basis van het regionaal beleidsplan bieden van maatschappelijke opvang (Centrumgemeente Oss).

6.10.2

Het financieren van preventieve woonbegeleiding.

Toelichting Eind 2011 zal het Welzijnsplein in Cuijk geopend worden. Hierin zal intensief samengewerkt worden met ketenpartners die met alle prestatievelden van de WMO te maken hebben (o.a. maatschappelijk werk, ouderenwerk, welzijnswerk, thuiszorg, CJG, verslavingszorg, vrouwenopvang). Hierin zal integrale indicatiestelling door diverse partijen plaatsvinden. Daarnaast vindt multicasemanagement plaats en een warme overdracht waarin der cliënt gevolgd wordt. Tevens zal een snelloket operationeel worden. Beleidsplan komt in 2011 gereed in samenwerking met de overige gemeenten LvC. In de beschikking van 7-1-2010 is aan SWOC € 90.597 subsidie verleend. Dit is via de Najaarsnota verhoogd met € 9.800 vanwege kostenstijging van huur en personeelskosten (activiteitenbegeleiders). In 2010 is er een overleg geweest met bestuur SWOC over begroting, rekening en beleid, de productafspraken 2011 en verder. In 2010 zijn er geen aanvragen ingediend.

In 2010 is beleid uitgevoerd in overleg met de centrumgemeente Oss.

Het lag in de bedoeling om met Novadic afspraken te maken om over en weer informatie te kunnen verstrekken zonder daarbij privacy-regels te overtreden. Novadic heeft op enig moment te kennen gegeven hier minder waarde aan te hechten waardoor hierin verder geen energie gestoken. Beleid is uitgevoerd. Er zijn gesprekken geweest met Verdihuis. Als noodhuisvesting bij preventieve woonbegeleiding worden de kosten gereserveerd. Er is in 2010 geen gebruik van gemaakt.

66

Wat (activiteiten) 6.11 Openbare geestelijke gezondheidszorg 6.11.1 Op basis van regionaal gemaakte afspraken uitvoeren van preventie activiteiten. 6.11.2 Eenzaamheidspreventie ouderen. Medio 2009 start in Cuijk-centrum een pilot. 6.12 6.12.1

Integraal Jeugdbeleid Het subsidiëren van het vrijwillige en professionele jeugden jongerenwerk

6.12.2

Het ontwikkelen van een centrum voor Jeugd en Gezin.

6.12.3

Realiseren van een sluitende lokale jeugdketen als onderdeel van het centrum voor Jeugd en Gezin.

6.12.4

Het subsidiëren van het schoolmaatschappelijk werk (smw) in basis-, voortgezet- en middelbaar beroeps onderwijs en het jeugdpreventie werk (jpw).

6.12.5

Het bewaken van de samenwerkingsovereenkomst School en Veiligheid. Het bewaken van de voortgang van het Coördinatiepunt Risicojeugd in samenhang met het Veiligheidshuis. Het voorkomen van jeugdoverlast in de openbare ruimte in samenwerking met de politie en het ambulant jeugden jongerenwerk.

6.12.6 6.12.7

6.12.8

Het ontwikkelingen van activiteiten in de driehoek Buurt, Onderwijs en Sport.

67

Toelichting Beleid is uitgevoerd. Er is overleg geweest met GGZ-Brabant Noordoost. In 2010 is de pilot Eenzaamheidspreventie ouderen uitgevoerd, afgesloten met een evaluatie en inbedding in het reguliere takenpakket van de betrokken organisaties. Productfinanciering bij welzijnsinstelling Radius voor de uitvoer van het (ambulante) jeugden jongerenwerk. Voor vrijwillig jeugden jongerenwerk zijn op basis van jeugdleden subsidies verstrekt aan Scouting, Jong Nederland Beers, ’t Staagje, Caboose en de Klup. Een projectleider CJG zorgt, in overleg met de beleidsmedewerkers, voor de opzet van het Centrum voor Jeugd en Gezin Land van Cuijk. Bij de ontwikkeling vindt tijdens het kernteam jeugd Land van Cuijk nauw overleg met de betrokken instanties plaats. De besluitvorming vindt plaats in het portefeuillehouderoverleg Welzijn Land van Cuijk. Eind 2011 moet het CJG zijn gerealiseerd. Het bewaken en faciliteren van de keten is onderdeel van het JCG. Er vindt afstemming plaats tijdens het kernteam jeugd Land van Cuijk nauw overleg met de betrokken instanties plaats. De subsidiering vindt plaats vanuit de raamovereenkomst met het Regionaal Maatschappelijk Centrum LvC (RMC LvC) Het RMC LvC heeft in 2010 middelen voor SMW en JHV ontvangen. Inzet RMC is ambtelijk en bestuurlijk geëvalueerd. Het bewaken van de overeenkomst is regionaal opgepakt en wordt gecoördineerd door de gemeente Boxmeer. Het bewaken van de voortgang werd gecoördineerd vanuit het Regionaal Veiligheidshuis. Naast de structurele aanpak ter voorkoming c.q. bestrijding van jeugdoverlast is in 2010 met een pilot specifiek ingezet op de samenwerking rondom de aanpak van een overlast gevende jeugdgroep. Het project ‘Cuijk beweegt’ richt zich middels diverse kapstokken op sportparticipatie en leefstijl. De BOS-impuls is onderdeel van dit project. Gedurende het jaar zijn er meerdere activiteiten georganiseerd die binnen het project vallen.

Wat (activiteiten) 6.12.9 Structureel overleg voeren met de regiegroep Jeugd Cuijk.

6.13 6.13.1 6.13.2

Toelichting Structureel overleg gevoerd en daarbij is de regiegroep jeugd intensief betrokken bij de opstelling van het beleidsplan ‘Jong geleerd 2.0’, speerpunten in het jeugden onderwijsbeleid.

Accommodatiebeleid De implementatie van het gemeentelijk accommodatiebeleid. Het voorbereiden, realiseren en inrichten van een definitieve locatie voor huisvesting CJC.

6.13.3

Het realiseren van nieuwbouw voor Scouting en Caboose Haps.

6.13.4

Het uitvoeren van onderhoud aan gemeenschapsaccommodaties op basis van een onderhoudsplan.

6.13.5

Het voeren van overleg met de besturen van de gemeenschapsaccommodaties. Het uitvoeren van de aanbevelingen voortvloeiend uit heronderzoek en rapportage inzake gemeenschapsaccommodaties. Voorbereiding van een multifunctionele accommodatie in de Cuijkse Cantheelen, in Sint Agatha en tijdelijke huisvesting van ’t Fort.

6.13.6

6.13.7

6.14 6.14.1 6.14.2

Minderheden Het uitvoeren van de nota Lokaal Integratiebeleid. Het beschikbaar stellen van middelen voor het Meldpunt Discriminatie Land van Cuijk.

6.14.3

Het subsidiëren van allochtone zelforganisaties, incidentele sociaalculturele activiteiten en de professionele ondersteuning via Radius.

6.14.4

Het subsidiëren van vrouwenorganisaties.

6.14.5

Uitvoering van de nieuwe Wet Inburgering.

68

In 2011 wordt de nota accommodatiebeleid in commissie en raad behandeld. De tijdelijke huisvesting van het jongerencentrum in Cyou is met maximaal 5 jaar verlengd. In deze periode zal een definitieve locatie gezocht worden, waarschijnlijk binnen het Schouwburgproject. De nieuwbouw voor Scouting wordt in 2011 gerealiseerd, nieuwbouw Caboose Haps zit op dit moment in de ontwerpfase, realisatie is voorzien in 2012. In vervolg op de nota accommodatiebeleid zal het onderhoudsplan van alle gemeenschapsaccommodaties geactualiseerd moeten worden. Geschiedt momenteel op ad-hoc basis. Na vaststelling nota accommodatiebeleid.

‘Fort is tijdelijk gehuisvest in ‘de Beurs’, over de exacte invulling in de Cuijkse Cantheelen wordt met besturen gesproken. De MFA in Sint Agatha wordt conform planning in 2011 gebouwd. Doorlopend. Herijking van het beleid vindt plaats in 2011. Aan stichting Basta! en het Regionaal Maatschappelijk Centrum is subsidie verstrekt. Subsidie verstrekt aan de Turkse, Molukse en Sri Lankaanse organisaties, de stichting voor Vluchtelingen en Nieuwkomers Cuijk en voor de professionele ondersteuning via Radius. Jaarlijkse waarderingsubsidie verstrekt aan KVO Haps, Vianen en Katwijk, vrouwenbeweging Beers, vrouwenvereniging Linden en NISA. Op de uitvoering van inburgering is extra ingezet in 2010. Dit kon omdat eenmalig aanvullende Rijksmiddelen beschikbaar werden gesteld. Uiteindelijk is in 2010 aan 87 personen een inburgeringvoorziening aangeboden welke ook in 2010 gestart zijn.

Wat (activiteiten) 6.15 Maatschappelijke participatie 6.15.1 Het ondersteunen van de Participatieraad Welzijn.

6.15.2

Ontwikkelen van Integrale Dorps- en Wijkontwikkelingsplannen (ID/WOP’s).Beers, Haps en Padbroek Utvoering geven aan ID/WOP’s Sint Agatha, Linden, Katwijk, Vianen en de Valuwe.

Toelichting In 2010 hebben er 7 vergaderingen plaatsgevonden van de Participatieraad Welzijn. De raad is ambtelijk en secretarieel ondersteund. Financieel wordt de raad ondersteund door middel van een werkbudget en presentiegelden. De PRW heeft in 2010 wensen over de mate van ondersteuning verwoord in een advies. In 2011 wordt hier uitvoering aan gegeven. IDOP Sint Agtaha 2005/MFA 2009 IDOP Linden 2007 IDOP Katwijk 2008 IDOP Vianen 2010 IDOP Beers 2010 IDOP Haps start 2011 IWOP de Valuwe 2007 IWOP Padbroek start 2010

Nieuw beleid exploitatie Wat (activiteiten) Externe advieskosten Voor de aanvraag, uitvoering en verantwoording van de ESF middelen zullen projectmatig werkzaamheden worden uitgevoerd. Incidenteel 2010 bijramen € 50.000. Uitstroomtrajecten ESF Deze uitgaven zijn een gevolg van de uitvoering van een ESF project (inzet 30-40 trajecten) Incidenteel 2010 bijramen € 300.000. Europese subsidie Als aanvulling op het Participatiebudget (voorheen werkdeel WWB) wordt een ESF subsidie aangevraagd. Incidenteel voor 2010 een bedrag van € 150.000 aframen. Uitkering uit gemeentelijke reserve IBN Voor de dekking van het eigen aandeel in de cofinanciering van het ESF project wordt een beroep gedaan op de gemeentelijke reserve. Voor de aanwending van de reserves incidenteel in 2010 een bedrag van € 200.000 aframen. Uitvoeringskosten In de raadsvergadering van 23 maart 2009 is besloten een werkbudget ad € 3.000 ter beschikking te stellen aan een Platform Minimabeleid ten behoeve van verbetering van het armoedebeleid. Volgens het raadsvoorstel worden de kosten in 2009 betaald uit het reguliere budget minimabeleid en vanaf 2010 aangemeld als nieuw beleid. Per 2010 structureel € 3.000 ramen ten behoeve van uitvoeringskosten.

69

Toelichting Dit begrotingsonderdeel is komen te vervallen bij de kadernota 2011.

Dit begrotingsonderdeel is komen te vervallen bij de kadernota 2011. Dit begrotingsonderdeel is komen te vervallen bij de kadernota 2011.

Dit begrotingsonderdeel is komen te vervallen bij de kadernota 2011.

Dit bedrag is bedoeld om mogelijkheden te creëren voor het Platform om voor schrijnende gevallen, die tussen de wal en het schip vallen voor wat betreft mogelijkheden voor hulpverlening, toch op incidentele basis iets te kunnen betekenen. In 2010 is hier verder geen gebruik van gemaakt.

Wat (activiteiten) Subsidie Het behouden van de vele vrijwilligers van de SWOC en hun inzet voor zorgbehoevende ouderen, vraagt veel ondersteuning door de ouderenwerkers. Dat maakt een verhoging noodzakelijk van het aantal uren met 10 per week. Het geraamde budget voor ouderenwerk dient om die reden structureel met € 25.946 te worden verhoogd. Structureel bijramen vanaf 2010 € 25.946. Coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg Er is een structurele vraag naar meer ondersteuning van mantelzorgers. Verbeteren van de mantelzorg is een speerpunt van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen voor de coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg is sinds 2006 niet meer verhoogd. Door uitbreiding van de vraag naar mantelzorgondersteuning dient de raming van de subsidie van de mantelzorg met € 22.500 structureel verhoogd te worden.

Toelichting Het budget voor ouderenwerk is vanaf 2010 verhoogd met € 25.946 ten behoeve van 10 uur ouderenwerk.

Voor ondersteuning van mantelzorg is de bijdrage vanaf 2010 verhoogd met € 22.500.

Uitbreidingsinvesteringen nieuw Wat (activiteiten) Evaluatie peuterspeelzaalwerk 2007-2010 De evaluatie van het peuterspeelzaalwerk betreffende de periode van de budgetovereenkomst 2007 – 2010 zal door een extern bureau worden uitgevoerd. De kosten worden geraamd op een bedrag van € 25.000. Dekking uit de Algemene reserve. Bijramen voor 2010 € 25.000.

Toelichting De evaluatie is uitgevoerd en de uitkomsten zijn behandeld in de Commissie Burger en de gemeenteraad. De uitkomsten zijn meegenomen in de beleidskaders en uitvoeringsovereenkomst 2011-2014.

Bestaand beleid Dit programma is gebaseerd op de volgende bestuurlijke kaders: Cluster Werk, Inkomen & Zorg  Plan van aanpak Bedrijfsverzamelgebouw Land van Cuijk 2002.  Dienstverleningsconcept Bedrijfsverzamelgebouw Land van Cuijk 2005.  Beleidsvisie Werk en Inkomen gemeente Cuijk 2004.  De notitie Invoering Casemanagement 2001.  Raadsbesluit Implementatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2007.  Evaluatie Vijf jaar Wet Werk en Bijstand 2009.  Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).  Wet werk en bijstand (Wwb).  Wet Inburgering (WI).  Verordening Wet Inburgering gemeente Cuijk. Cluster Maatschappelijke Zaken  Raamovereenkomst Regionaal Maatschappelijk Centrum Land van Cuijk 2008 – 2012.  Beleidsnota Maatschappelijke Opvang 2005.

70

            

Integraal Ouderenbeleid gemeente Cuijk 2002 en Uitwerkingsplan 2003. Nota Gehandicaptenbeleid 1998. Integratienota 2004. Nota Ruimte voor de Jeugd 2007-2010.Subsidieverordening Welzijn Cuijk 2001. Samenwerkingsovereenkomst School en Veiligheid. Beleidskader Jeugd, Provincie Noord-Brabant 2005-2008. Wet op de Jeugdzorg. Koersen op het Kind, sturingsadvies deel 1 en 2. Alle kansen voor alle kinderen. Programma voor jeugd en gezin 2007-2010. Samen werken, samen leven. Beleidsprogramma Kabinet Balkenende IV 2007-2011. Centra voor Jeugd en Gezin en regierol gemeente. Beleidsbrief programma ministerie Jeugd & Gezin 2007. Beleidsnota Maatschappelijke Ondersteuning 2008-2011.

Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 6 Werk, inkomen en zorg Primitieve begroting 24.553


Rekening 15.176

Verschil 4.335

Inkomensvoorziening

5.105.825

5.601.095

5.259.604

341.491

Uitstroombevordering

8.710.906

9.891.811

8.915.667

976.144

Gemeentelijk minimabeleid

847.074

941.885

895.232

46.653

Maatschappelijke zorg

528.001

573.293

517.517

55.776

Ouderenzorg

2.359.303

2.496.193

2.662.079

-165.886

Nieuwkomers

491.826

890.753

450.255

440.498

1.634.227

1.661.929

1.677.239

-15.310

43.513

57.829

49.459

8.370

Jeugd- en jongerenwerk

370.369

370.211

369.516

695

Sociaal-cultureel werk

856.690

833.634

814.120

19.514

634

Gemeenschapsaccommodaties

282.921

336.058

271.437

64.621

635

Wijks- en Dorpsraden

83.142

106.074

82.745

23.329

651

Gehandicaptenzorg

Nr 600

Omschrijving Sociale zekerheid algemeen

610 611 614 621 622 623 625

Maatschappelijke Ondersteuning

630

Minderheden

631 633

25.248

22.158

4.823

17.335

Totaal lasten

21.363.598

23.802.434

21.984.869

1.817.565

610

Inkomensvoorziening

-3.713.175

-4.168.898

-3.834.733

-334.165

611


-8.317.952

-8.534.010

-8.763.744

229.734

614


-20.000

-86.211

-92.396

6.185

622

Ouderenzorg

-154.170

-239.320

-290.558

51.238

623

Nieuwkomers

-342.305

-724.838

-279.438

-445.400

625


-25.000

-15.000

-44.772

29.772

630

Minderheden

0

0

-10.003

10.003

631


-52.180

-102.180

-59.576

-42.604

634


-7.185

-12.485

-12.054

-431

-12.631.967

-13.882.942

-13.387.274

-495.668

8.731.631

9.919.492

8.597.594

1.321.898

Totaal baten Saldo programma 6 Werk, inkomen en zorg

71

72

Programma 7

Volksgezondheid en milieu

Het programma volksgezondheid en milieu omvat:  Behoud en verbetering van de volksgezondheid en het wegwerken van gezondheidsverschillen tussen groepen van de bevolking.  Het beheren van begraafplaatsen en het uitvoeren van de verplichte taak ingevolge de Wet op de Lijkbezorging.  Het aanleggen en beheren van het rioleringssysteem.  Zorg dragen voor een verbetering van de leefomgeving, streven naar duurzaamheid en een schone gemeente Cuijk. Trends  



   



De Wet Publieke Gezondheid verplicht de gemeente elke vier jaar het gemeentelijke gezondheidsbeleid te actualiseren. Begin 2008 is het beleid voor de periode 2008-2012 vastgesteld. Roken, te veel alcohol, te veel en te vet eten en te weinig bewegen leiden op den duur tot gezondheidsproblemen. Het aantal mensen met diabetes, chronische hart- en vaatziekten of longziekten neemt sterk toe o.a. door vergrijzing en leefstijl. Er komen risicogroepen bij, zoals jongeren die experimenteren met roken, drinken of vrijen. Steeds ontstaan er trends die invloed hebben op (on)gezond gedrag. Overgewicht is eveneens één van de grote gezondheidsproblemen en een belangrijke factor bij de stagnatie van de gezondheid in Nederland. GGD en Thuiszorg zijn een overeenkomst tot integratie aangegaan. De beoogde samenwerking is een belangrijke stap naar integrale jeugdgezondheidszorg en naar één inhoudelijke, organisatorische en financiële uitvoering van de gezondheidszorg voor 0 (-9 maanden) tot 23 jaar. De kans op epidemieën met grote gevolgen voor de volksgezondheid wordt groter doordat ziekteverwekkers zich sneller verspreiden. Op het gebied van de milieuvergunningverlening vinden veranderingen plaats als gevolg van de introductie van de omgevingsvergunning, het Activiteitenbesluit en het Landbouwbesluit. Steeds meer inrichtingen zullen onder het meldingenregiem gaan vallen. In 2010 is gestart met het opstellen van een milieubeleidsplan. Deze is in 2011 gereed. De komende jaren zal de vraag toenemen naar begravingen op bijzondere begraafplaatsen en daarmee samenhangend onderhoud van gemeentewege. Daarbij staat de gemeente voor de keuze of het leveren van maatwerk of het sluiten van de bijzondere begraafplaatsen. Jongeren drinken te vroeg, te veel en te vaak! Alcohol is schadelijk voor jongeren. Overmatig alcoholgebruik leidt tot maatschappelijke problemen en veel gezondheidsrisico’s. Redenen voor gemeenten, GGD Hart voor Brabant, Novadic-Kentron en andere partijen om een gezamenlijk preventieproject te starten. Doel hiervan is onder andere het bewust maken van jongeren en ouders van de gevolgen van het gebruik van alcohol door jongeren onder de 16 jaar en het terugdringen van het alcoholgebruik door de jongeren.

Wat wilden we bereiken? Volksgezondheid Bij de uitvoering van het gezondheidsbeleid richten we ons op een aantal speerpunten: 7.1 7.2

Het invullen van de gezondheidszorg voor 0 tot 19-jarigen. Daartoe werken Thuiszorg en GGD met elkaar samen en stemmen hun werkwijze en kwaliteitseisen op elkaar af. Gezondheidsbescherming en –bevordering voor inwoners van Cuijk met behulp van voorlichting, aanhakend bij de landelijke campagnes om zo de leefstijl van de bevolking

73

7.3.1 7.3.2

7.3.3 7.3.4 7.3.5

positief te beïnvloeden. Mensen meer laten bewegen. Gezonde, levenslustige en actieve Cuijkenaren. Alcoholpreventie jeugdigen met behulp van een regionaal opgezet programma gericht op publiek draagvlak, beleid en regelgeving, vroegsignalering en handhaving. Het bestrijden van overgewicht o.a. met behulp van activiteiten die worden uitgevoerd onder de noemer Buurt Onderwijs Sport (BOS-impuls), het Nationaal Aktieplan Sport en Bewegen Impuls (NASB) en het grensoverschrijdende programma “Gesunde Kinder und Gesunde Kommunen”. Preventie eenzaamheid ouderen/depressie. Aanvullende maatregelen voor logopedische screening, aanvullend op het basistakenpakket GZ. Het zogenaamd “hart veilig maken” van onze gemeente met behulp van de stimuleringsregeling voor de aanschaf en het beheer van Automatische Externe Defibrillatoren.

Begravingen 7.4 Het aanleggen, uitbreiden en in stand houden van gemeentelijke begraafplaatsen. 7.5 Voldoen aan de wettelijke verplichting, zoals onderhoud en registratie van de begraafplaatsen op basis van vigerende wetgeving en het Groenbeheerplan. Rioleringen 7.6 Voorkomen van verdere vuiluitworp naar bodem- en oppervlaktewater. 7.7 Voorkomen van wateroverlast door uitbreiding en verbetering van het rioleringssysteem. 7.8 Het doelmatig beheer en goed gebruik van de riolering op basis van het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). Milieu 7.9 Het Milieuplan Cuijk vormde tot en met 2007 het kader voor het milieubeleid en het behalen van de basismilieukwaliteit als minimaal streven. Tot de basiskwaliteit behoren beleidsonderdelen die zich richten op wettelijke (verplichte) milieutaken i.c. bodem, lucht, water, afval en geluid. Een voorbeeld hiervan is het doelmatig en milieuvriendelijk inzamelen en afvoeren van afval door preventie, hergebruik, nuttige toepassingen, verbranden en storten. Het maximale streven is een duurzame samenleving. Tot de vaststelling van het nieuw beleidskader in 2011 geeft voornoemd Milieuplan nog de richting aan. Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 7.1 Gezondheidszorg 0 tot 19-jarigen 7.1.1 Het bevorderen van de samenwerking tussen Thuiszorg en GGD inzake Jeugdgezondheidszorg. 7.2 7.2.1

7.2.2

Toelichting Op 14 december 2010 heeft het college ingestemd met het onderbrengen van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar bij de gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant.

Gezondheidsbescherming en- bevordering Met de Thuiszorg zijn maatwerkafspraken Het bekostigen van het uniforme en gemaakt binnen het budget van € 31.229. maatwerkdeel dat de Thuiszorg levert en Met de GGD zijn de lokale accenten van het basistakenpakket en de lokale afgesproken voor een budget van € 37.712. accenten die de GGD leveren. Het vervullen van een regierol. Gemeenten zijn bestuurlijke verantwoordelijk voor de GGD. In die hoedanigheid bepalen zij mede de afstemming in de jeugdgezondheidszorg (0-19 jarigen), ook rond Elektronische Kind Dossier.

74

Wat (activiteiten) 7.2.3 Het samenwerken en afspraken maken met Thuiszorg en GGD met betrekking tot de invulling van te leveren diensten. 7.2.4 Het maken van een koppeling met het jeugdbeleid. 7.2.5

7.3 7.3.1

7.3.2

7.3.3

7.3.4 7.3.5

Toelichting Zie onder 7.1.1.

In de regiegroep jeugd, waarin thuiszorg en GGD zijn vertegenwoordigd, wordt de afstemming vorm gegeven. Deze regiegroep komt 4 x per jaar bijeen. Bemoeizorg is wegens goede resultaten Inzet van het Bemoeizorgteam Land van sinds 2009 overgegaan van een project tot Cuijk in het kader van de openbare een reguliere voorziening. GGZ-NOB is geestelijke gezondheidszorg. hoofdaannemer, verdeelt de middelen met overige maatschappelijke partners en voert de gesprekken met de gemeenten regio’s Oss/Maasland, Uden/Veghel, LvC. Uitvoering gezondheidsprogramma 2008-2012 Alcoholpreventie jeugdigen. In de regio Brabant Noord Oost loopt het alcoholproject “alcohol 16-, geen goed begin”. Ook onze gemeente neemt hieraan deel. Vanuit dit project is een aantal lokale en regionale activiteiten uitgerold. Alcoholpreventie jongeren wordt via het project ‘Cuijk beweegt’ opgepakt. Diverse activiteiten worden via de GGD ingekocht. Overgewicht. Binnen het project Cuijk Beweegt wordt ruimschoots aandacht besteed aan de preventie van overgewicht. Onder andere door de monitoring van alle kinderen op het basisonderwijs op het gebied van overgewicht en het toeleiden naar speciale beweegprogramma’s en het bevorderen van beweging door het aanbieden van activiteiten. Dit wordt voornamelijk gedaan vanuit de BuurtOnderwijs en Sportimpuls en Gezonde Kinderen in Gezonde Kernen (GKGK). Leefstijl is een aandachtgebied binnen het project ‘Cuijk beweegt’. Via financieringsstromen van onder andere NationaalActieplanSport en Bewegen (NASB) en GKGK worden er diverse activiteiten georganiseerd ter bestrijding en voorkoming van overgewicht. In 2010 is de pilot Eenzaamheidspreventie Preventie eenzaamheid ouderen: vanaf ouderen uitgevoerd, afgesloten met een medio 2009 start voor Cuijk-centrum een evaluatie en inbedding in het reguliere pilot. takenpakket van de betrokken organisaties. Logopedische screening. Als plustaak heeft de GGD de opdracht om extra onderzoeken op verzoek uit te voeren. Stimuleringsregeling AED. Regeling is opgepakt en loopt tot en met 2011. In 2011 is een evaluatie van deze regeling.

75

Wat (activiteiten) 7.4 Begraafplaatsen 7.4.1 Het delven en dichten van de graven, het registreren van de graven en het innen van de rechten.

7.4.2

Uitbreiding gemeentelijke begraafplaats Hanshof.

7.5 7.5.1

Wettelijke verplichting begraafplaatsen Uitvoeren van controle op basis van vigerende wetgeving en het onderhouden van het groen op begraafplaatsen conform het Groenbeheerplan. Oppervlaktewater Uitvoeren van controle op basis van vigerende wetgeving en het onderhouden van het groen op begraafplaatsen conform het Groenbeheerplan. Wateroverlast Het creëren van extra berging door verruiming buisdiameters bij rioolaanpassingen. Het afkoppelen van minimaal 15% regenwater voor 2015. Beheer en goed gebruik riool Het opstellen van een inspectie-, reinigings- en vervangingsprogramma. Het eens per twee jaar evalueren van het Operationeel Programma en de Rioolrechtberekening.

7.6 7.6.1

7.7 7.7.1 7.7.2 7.8 7.8.1 7.8.2

7.8.3 7.8.4

Het jaarlijks evalueren van de financiële uitvoering. Actualisatie verbreding Gemeentelijk RioleringsPlan.

7.9 7.9.1

Milieu Het behouden en ontwikkelen van natuur.

7.9.2

Meer draagvlak creëren bij burgers en bedrijven voor uitvoering milieuplannen door het geven van milieuvoorlichting. Handhaving (op basis van handhavingprogramma en het uitvoeren van milieuwetgeving (vergunningen).

7.9.3

76

Toelichting Dit is een permanente en constante uitvoeringstaak. In 2010 zijn besprekingen gestart tot overname van de bijzondere begraafplaats nabij de Martinuskerk. Mogelijk dat deze in 2011 wordt overgenomen. De uitbreiding van deze begraafplaats binnen het project Hanshof/Zevenhutten gaat gestaag voort en zal in juni 2011 zijn gerealiseerd. Een eindrapportage wordt daarna ten behoeve van de subsidieverleners gemaakt en zal ook de raad worden aangeboden. Dit is een permanente en constante uitvoeringstaak.

Dit is een permanente en constante uitvoeringstaak.

Heeft permanente aandacht. Het afkoppelen van regenwater verloopt volgens schema. Is opgenomen in het VGRP. Dit is eveneens opgenomen in het VGRP en wordt ook als zodanig uitgevoerd. De eerstvolgende evaluatie zal in de loop van 2011 worden aangeboden. Dit heeft enige vertraging opgelopen in verband met vertrek van rioolmedewerker Is op dit moment nog niet noodzakelijk. Jongste VGRP is in september 2009 vastgesteld voor de periode 2009 tot en met 2012. In de loop van 2012 volgt een herziening Het Landschapsontwikkelingsplan wordt in 2011 vastgesteld. In 2010 zijn diverse communicatieprojecten uitgevoerd op het gebied van het thema Klimaat en Energie. Deze basistaak wordt jaarlijks uitgevoerd.

Wat (activiteiten) 7.9.4 In het kader van de Wet Bodembescherming streven naar een zo optimaal mogelijke bodemkwaliteit. 7.9.5 In het kader van de Wet Geluidhinder beperken van geluidsoverlast i.c. het niet overschrijden van de wettelijke geluidsgrenzen. 7.9.6 Uitvoeren van het Klimaatbeleidsplan om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. 7.9.7 7.9.8

Uitvoeren Convenant Duurzaam Bouwen. Opstellen Duurzaamheidsvisie.

7.9.9

Opstellen Lichthinderplan.

7.9.10

Aanschaf windmolen.

Toelichting Deze basistaak wordt jaarlijks uitgevoerd. Deze basistaak wordt jaarlijks uitgevoerd.

Uitvoering van het klimaatbeleidsplan is gereed. Nieuw beleid ten aanzien van klimaat en energie wordt opgenomen in het Milieubeleidsplan dat in 2011 wordt vastgesteld. Uitvoering loopt conform planning. Het Milieubeleidsplan wordt in 2011 vastgesteld. De regionale lichtvisie is gereed, volgende stap is het opstellen van lichtbeleid. Dit zal in 2011 plaatsvinden. Gereed, de windmolen is geplaatst bij basisschool de Bongerd in Haps.

Nieuw beleid exploitatie Wat (activiteiten) Subsidie Thuiszorg Pantein is verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen. Met die instantie en met de thuiszorgorganisatie in de regio Den Bosch en Tilburg vindt intensief overleg plaats over de nieuwe bekostigingsstructuur en de integratie van de 019 jarigen JGZ. De uitkomst ervan is ongewis. Duidelijk is wel dat er fors meer geld zal moeten worden ingezet voor de 0-4 jarigen JGZ. Op basis van inschattingen wordt voorgesteld om het beschikbare budget vanaf 2010 jaarlijks met € 30.000 te verhogen. Structureel bijramen vanaf 2010 € 30.000. Subsidieregeling duurzaamheidsfonds Voor het opzetten en vullen van de subsidieregeling energiebesparende maatregelen is een gemeentelijk budget nodig. Het gaat om een bedrag van € 15.000. De regeling wordt in 2009 opgezet en zal in 2010 in werking treden.

77

Toelichting De werkelijke kosten jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar 2010 bedragen € 313.364. In 2009 was dat € 304.667. De nieuwe bekostigingsstructuur is gunstiger uitgevallen mede doordat de thuiszorg gedwongen werd een aantal bezuinigingen door te voeren. Voor het op 1 december 2010 heropende consultatiebureau in Haps ontvangt de thuiszorg voor de 0-4 jarigenzorg additioneel € 22. 574 per jaar. Voor 2010 ging het om € 1881 (1/12 deel). Per 1 januari 2010 is de gemeente Cuijk toegetreden tot het Vlagheidefonds. De regeling stimuleert particuliere huiseigenaren en nonprofit instellingen in het aanleggen van duurzame voorzieningen, zoals PV-cellen, zonneboilers, warmteterugwinningen, kleinschalige windenergietoepassing en voorzieningen voor warmtekoude opslag.

Uitbreidingsinvesteringen nieuw Wat (activiteiten) Omzetten Stramis Voor het overzetten van gegevens uit het bestaande milieugegevensprogramma Stramis naar een nieuw programma is een bedrag van nodig van € 10.000. Dekking ineens uit algemene reserve.

Toelichting Door de inwerkingtreding van de Wabo per 1 oktober 2010, was het noodzakelijk dat ook de bestaande softwareprogramma (Stramis) werd vervangen door een nieuw programma, genaamd MPM. Dit programma is geïmplementeerd en operationeel.

Bestaand beleid Dit programma is gebaseerd op de volgende bestuurlijke kaders: Volksgezondheid  Wet publieke gezondheid 2008.  Beleidsprogramma Volksgezondheid 2008-2012.  Collegeprogramma 2006-2010.  Beleidsplan Integrale Jeugdgezondheidszorg 2004-2007.  Wet Collectieve Zorg. Riolering  GRP (Gemeentelijk Riolerings Plan) 2005-2008.  Wet gemeentelijke watertaken.  Waterplan.  Milieuwetgeving 1993.  Gebouwenbeheerplan 2008 (i.v.m. binnenriolering). Begravingen  Wet op de Lijkbezorging 1991.  Beheersverordening Gemeentelijke Begraafplaatsen Cuijk 1995.  Groenbeheerplan. Milieu  Kuuks Akkoord 2007.  Afvalstoffenverordening 2007.  Convenant Duurzaam Bouwen 2009.  Milieubeleidsplan Cuijk 2004-2007.  Klimaatsbeleidsplan 2005-2008.  Diverse bestuurlijk geaccordeerde notities van het RMB.  Gebiedsvisie en Verordening Wgv Cuijk 2008.

78

Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 7 Volksgezondheid en milieu Primitieve begroting 1.211.454


Rekening 1.203.592

Afvalinzameling

1.532.471

1.491.700

1.489.702

1.998

Rioleringen

2.097.525

2.156.020

2.104.499

51.521

723

Milieu

1.002.760

1.128.757

1.063.209

65.548

724

Begraven

149.534

138.120

131.045

7.075

5.993.744

6.190.995

5.992.047

198.948

Nr 710

Omschrijving Gezondheidszorg

721 722

Totaal lasten

Verschil 72.806

710

Gezondheidszorg

-530.921

-655.039

-625.223

-29.816

721

Afvalinzameling

-1.572.465

-1.531.700

-1.527.690

-4.010

722

Rioleringen

-2.115.525

-2.174.020

-3.080.345

-906.325

723

Milieu

0

-37.500

-51.305

13.805

724

Begraven

Totaal baten Saldo programma 7 Volksgezondheid en milieu

-156.895

-143.395

-142.410

-985

-4.375.806

-4.541.654

-5.426.973

-885.319

1.617.938

1.649.341

565.073

1.084.268

79

80

Programma 8

Bouwen en wonen

Het programma bouwen en wonen omvat het ontwikkelen van ruimtelijk en volkshuisvestingsbeleid, het realiseren van woningbouwlocaties en het zorg dragen voor een adequate woningvoorraad. Trends   

De huidige woningmarktsituatie brengt met zich mee dat bijzondere aandacht is vereist voor de huisvesting van starters en senioren. Herstructurering van de ruimtelijke structuur van het landelijk gebied. Stagnerende bouw door economische crisis.

Wat wilden we bereiken? 8.1 8.2 8.3 8.4

Het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen en het actualiseren van vigerende plannen, alsmede het opstellen van een structuurvisie. Het opstellen c.q. actualiseren van woningbouwprogramma’s. Nieuwbouw en/of verbouw van woningen voor de verschillende doelgroepen, rekening houdend met de (primair plaatselijke) woningbehoefte. Activering van de lokale woningbouwmarkt.

Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) Toelichting 8.1 Opstellen van een structuurvisie, nieuwe bestemmingsplannen en actualiseren van vigerende plannen 8.1.1 Opstellen van een structuurvisie. In overleg met een extern bureau is een Plan van Aanpak en een overlegstructuur opgezet. Fase 2 (analysefase en uitgangspunten) is nagenoeg afgerond. Met de commissie Ruimte heeft op 11 januari 2010 een werksessie plaatsgevonden. In het proces is vertraging ontstaan vanwege de bestuurswisseling en de gewenste afstemming met zowel Beeldenstorm 2025 als de regiogemeenten. Daarnaast wordt ook gezocht naar samenhang met de door de gemeenteraad uitgesproken wens tot het opstellen van een Ontwikkelvisie. In 2010 zijn 15 bestemmingsplannen 8.1.2 Opstellen van nieuwe vastgesteld. Momenteel zijn er 10 bestemmingsplannen. bestemmingsplannen als ontwerp in procedure gebracht. De verwachting is dat deze in 2011 worden vastgesteld. Het actualiseringprogramma is vastgesteld 8.1.3 Actualiseren van bestemmingsplannen op door uw Raad op 28 februari 2010. basis van het door uw Raad vastgestelde In 2010 zijn de plannen ‘Beers NB’ en Actualiseringprogramma ‘Katwijk NB’ vastgesteld. De plannen bestemmingsplannen gemeente Cuijk ‘Industrieterrein Haven Cuijk’ en 2009-2010. ‘Buitengebied 2010’ kunnen in 2011 vastgesteld worden. Een vijftal andere plannen is in behandeling genomen.

81

Wat (activiteiten) 8.1.4 Digitaliseren van bestemmingsplannen.

8.1.5

Uitvoeren reconstructieplan

Toelichting De aangeschafte software voldoet. Er zijn inmiddels 25 digitale plannen beschikbaar gemaakt. De plancontourenkaart is bijgewerkt en de eerste ‘oude’ plannen zijn via de contouren als pdf beschikbaar gemaakt. In 2011 worden alle plannen gescand en gekoppeld aan de contouren. Als alles dekkend is, kan deze informatie ook aan derden beschikbaar worden gesteld. Alle plannen voor de actualisering worden wat toelichting en regels betreft, vanaf 2011 in eigen beheer opgesteld. Het teken- en koppelwerk wordt nog wel door externen gedaan. In 2010 heeft de uitvoering van het reconstructieproces verder gestalte gekregen. Diverse uitvoeringstrajecten lopen: Leefbaarheid / sociale economie / recreatie. In Katwijk en Vianen wordt uitvoering gegeven aan het leefbaarheidsplan / IDOP. In Beers is een IDOP tot stand gekomen. In Haps is een provinciale subsidie ontvangen voor het opstellen van een IDOP. In St. Agatha wordt gewerkt aan de realisering van een gemeenschapsaccommodatie. Het project Rest-o-Super bleek in Vianen niet haalbaar te zijn. Middels het project “voorraadkast” wordt een alternatieve levensmiddelenvoorziening gerealiseerd. Agrarische ontwikkelingen. De infrastructurele inrichting van het log De Ass is uitgevoerd. Het bestemmingsplan Log De Ass is in 2011 vastgesteld. De 2 bedrijfsverplaatsingen Beerseweg 14 en Beerseweg 19 te Haps worden daarmee planologisch mogelijk gemaakt. Er is tussen ondernemer en de gemeente overeenstemming over de verplaatsing van het bedrijf Drogesestraat 10 te Sint Agatha uit extensiveringsgebied natuur naar een duurzame locatie. Het voorontwerpbestemmingsplan dat hierop betrekking heeft is in 2010 in procedure gebracht. Gedeputeerde staten van Noord-Brabant zijn voornemens om ontheffing te verlenen voor het vergroten van het agrarisch bouwvlak voor het varkensbedrijf tot 2,5 ha.

82

Wat (activiteiten)

Toelichting Er is medewerking verleend aan diverse bedrijfsuitbreidingen op duurzame locaties. Natuur, milieu en landschap. Onze gemeente is betrokken bij diverse projecten zoals de realisering van de EVZ Ottersgraaf en Laarakkerse Waterleiding, de uitvoering van de Integrale Dassennota Cuijk te weten de verplaatsing das Dommelsvoort, de uitvoering van de natuurcompensatie in verband met het RBL, uitwerking project Duits lijntje en het Integraal gebiedsproject Maasheggen. De inrichting van de dassencorridor krijgt nadere invulling door het Integraal gebiedsproject Laarakkerse Waterleiding.

8.2 8.2.1

Overig. Onze gemeente financiert de streekmanager die met name op sociaal/economisch vlak particuliere initiatieven stimuleert en ondersteunt. De gemeente voert structureel overleg met de ZLTO. De gemeente heeft een financiële bijdrage geleverd aan Streekimpuls. Opstellen c.q. actualiseren van woningbouwprogramma’s Actualisering volkshuisvestingsrapportage. Actualisering van de volkshuisvestingsrapportage (bekend onder de naam "Companenrapport") stond op het programma voor 2010. In dat verband is voor 2010 ook een krediet van € 50.000 beschikbaar gesteld voor externe advieskosten. Bij gelegenheid van de behandeling van de Begroting 2011 is in antwoord op vraag 8 van D66 ingegaan op de stand van zaken betreffende actualisering van de volkshuisvestingsrapportage. Medegedeeld is dat en waarom ons college had besloten om nog niet in 2010 opdracht te geven voor een nieuw volkshuisvestingsonderzoek. Ook is gemeld dat en waarom ons college van opvatting is dat de gemeente ook in 2011 nog niet, althans niet eigenstandig, een volkshuisvestingsonderzoek zal moeten laten uitvoeren.

83

Wat (activiteiten) 8.2.2 Verzamelen van demografische en marktgegevens en informatie aan de hand van de registratie van woningzoekenden.

8.2.3

8.2.4

8.3 8.3.1 8.3.2

Toelichting Verzamelen van demografische- en marktgegevens geschieden veelal door externe partijen, niet altijd in opdracht van de gemeente, en is een (algemene) activiteit die niet steeds, c.q. niet elk kalenderjaar leidt tot rapportages. Verzamelen van informatie aan de hand van de registratie van woningzoekenden geschiedt in de praktijk, voor zover nog sprake is van registratie, door woningcorporatie Mooiland Maasland. Overleg met marktpartijen en instellingen is Overleg met marktpartijen (woningcorporaties en een vast onderdeel van het werk en behoeft projectontwikkelaars/aannemers) en als zodanig geen toelichting. Dit is een instellingen. voortdurend aandachtspunt. Monitoren van woningbouwprojecten. Monitoren van woningbouwprojecten is eveneens een vast onderdeel van het werk. Tussentijds wordt uw raad over woningbouwprojecten op verschillende manieren en momenten geïnformeerd. In 2006 is de afspraak gemaakt dat jaarlijks de resultaten van monitoring in een breed overzicht met de gemeenteraad en de commissie Ruimte zullen worden besproken. In 2009 is dat in december gebeurd. Als een en ander volgens planning is verlopen heeft bespreking van woningbouwontwikkelingen en -resultaten betreffende 2010, (intussen) begin 2011 plaatsgevonden. Nieuwbouw en/of verbouw van woningen, rekening houdend met de (primair plaatselijke) woningbehoefte Een vast onderdeel van het werk en een Plannen maken en uitvoeren volgens voortdurend aandachtspunt. woningbouwprogramma’s. Revitalisering De Valuwe. In 2010 zijn de gronden aan Mooiland overgedragen ten behoeve van de realisatie van fase 1 van de revitalisering van de Valuwe. In deze fase worden 10 grondgebonden woningen gerealiseerd (5 koop en 5 huur), twee koopwoningen in de vrije sector en 36 sociale huurappartementen. De start bouw van het appartementencomplex is gepland in het eerste kwartaal van 2011. Verder is in 2010 gestart met de ontwikkeling en realisatie van fase 2 van de revitalisering van De Valuwe.

84

Wat (activiteiten) 8.3.3 Vitalisering Padbroek.

8.4 8.4.1

8.4.2

Toelichting In 2010 is in samenwerking met diverse betrokkenen en adviseurs gewerkt aan de Vitalisering van Padbroek. Daaruit zijn twee plannen voortgekomen, te weten een stedenbouwkundig en een wijkontwikkelingsplan. In het eerste plan wordt de locatiekeuze voor een mogelijke Brede School vanuit stedenbouwkundig perspectief onderbouwd. In 2011 zullen de financiële gevolgen van 2 mogelijke locaties in kaart worden gebracht en wordt de raad hierover nader geïnformeerd. Activering van de lokale woningbouwmarkt In alle opzichten is hierin geslaagd. Het leveren van maatwerk bij individuele Resultaat is dat op 1 januari 2011 160 projecten. woningen in aanbouw waren. In het eerste kwartaal van 2011 zijn daar nog weer ca. 75 woningen bijgekomen. In 2010 is voor 3 projecten Gebruikmaken van de steun- maatregelen nieuwbouwwoningen financiële steun van de van provincie en Rijk provincie Noord-Brabant verworven en voor 1 project is financiële steun van het Rijk binnengehaald. De realisering van deze projecten is vanwege het maatwerk van de gemeente en de subsidie van de provincie en het Rijk (intussen) ook gestart.

Nieuw beleid exploitatie Wat (activiteiten) Onderhoudskosten software pda’s Vanwege de aanschaf van pda’s moet het budget gebruikskosten met ingang van 2010 structureel met € 3.800 worden bij geraamd.

85

Toelichting De pda’s zijn nog niet aangeschaft, omdat onvoldoende duidelijk was of deze konden “communiceren” met het automatiseringsprogramma OVX, dat is aangeschaft ten behoeve van de uitvoering van de Wabo. Dit betekent, dat in 2010 nog geen uitgaven zijn gedaan voor onderhoud van de software.

Uitbreidingsinvesteringen nieuw Wat (activiteiten) Reconstructie buitengebied 2010 kleinere projecten Voor de uitvoering (evt. in de vorm van cofinanciering) van het reconstructieproces dient een budget beschikbaar te zijn. Naast de inzet van personele capaciteit is tevens geld nodig voor de uitvoering van diverse actiepunten. Uit dit budget wordt bijvoorbeeld de gemeentelijke bijdrage voor de streekmanager gefinancierd en wordt ingespeeld op ontwikkelingen die nu nog niet concreet kunnen worden opgevoerd. Het gaat daarbij om relatief kleinere projecten. Hiervoor dient een krediet van € 30.000 te worden geraamd. Dekking ineens uit de algemene reserve. Reconstructie buitengebied 2010 bedrijfsverplaatsing Voor de dekking van extra kosten in verband met het doorlopen van een plan-merprocedure in het kader van de planologische procedures voor de bedrijfsverplaatsingen is een krediet nodig van € 25.000. Aanschaf software invoering Wabo. Ten behoeve van de invoering van de Wabo per 1 januari 2010 dient software te worden aangeschaft. Kosten worden geraamd op € 25.000. Aanschaf pda’s Voor adequaat bouwtoezicht is de digitale versie van het landelijk toezichtprotocol een must. De toezichthouder heeft hierdoor meer tijd voor controle op de bouw. De kwaliteit van het toezicht verbetert, waardoor de kans op calamiteiten kleiner wordt. De kosten voor de aanschaf van de digitale versie van het landelijk toezichtprotocol met twee pda’s bedragen € 14.000. Externe advieskosten In 2010 wordt de volkshuisvestingsrapportage (bekend onder de naam "Companenrapport") geactualiseerd. Voor externe advieskosten dient een krediet beschikbaar gesteld te worden van naar schatting € 50.000. Dekking ineens uit de algemene reserve.

86

Toelichting Verwezen wordt naar de tekst onder 8.1.5

De kosten voor het doorlopen van de planologische procedures in verband met de bedrijfsverplaatsingen Beerseweg 14, Beerseweg 19 te Haps en Drogesestraat 10 te Sint Agatha worden via dit krediet gefinancierd. Voor het overige zij verwezen naar de tekst onder 8.1.5. De Wabo is op 1 oktober 2010 inwerking getreden. De daarvoor benodigde software is aangeschaft en volledig geïmplementeerd. De pda’s zijn nog niet aangeschaft, omdat onvoldoende duidelijk was of deze konden “communiceren” met het automatiseringsprogramma OVX, dat is aangeschaft ten behoeve van de uitvoering van de Wabo. In het bevestigende geval zal in de loop van dit jaar worden overgegaan tot de aanschaf van twee pda’s. De geplande investering is uitgesteld. Verwezen wordt naar de tekst onder punt 8.2.1.

Bestaand beleid Het programma is gebaseerd op de volgende bestuurlijke kaders:        

Actualiseringprogramma Bestemmingsplannen gemeente Cuijk 2009-2010. Woningbouwprogramma gemeente Cuijk 2005-2015. Volkshuisvestingsrapportage 2002. Uitwerkingsplan Land van Cuijk. Reconstructieplan Peel en Maas. Wet ruimtelijke ordening. Reconstructiewet. Diverse vigerende bestemmingplannen.

Wat heeft het gekost ? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Programma: 8 Bouwen en wonen Primitieve begroting 1.039.692


Rekening 1.115.635

Verschil 234.127

89.179

110.035

179.644

-69.609

Bouw- en woningtoezicht

1.007.176

1.049.279

982.542

66.737

Overige volkshuisvesting

328.398

289.595

211.514

78.081

14.766.217

5.755.431

17.759.588

-12.004.157

17.230.662

8.554.102

20.248.923

-11.694.821

Nr 810

Omschrijving Ruimtelijke ordening algemeen

821

Stads- en dorpsvernieuwing

822 823 830

Bouwgrondexploitatie

Totaal lasten 810

Ruimtelijke ordening algemeen

-19.903

-52.003

-60.160

8.157

821


-15.080

-35.241

-103.478

68.237

822


-693.038

-693.038

-897.891

204.853

823


-205.039

-157.380

-156.534

-846

830


-15.155.442

-6.144.656

-12.910.145

6.765.489

-16.088.502

-7.082.318

-14.128.208

7.045.890

1.142.160

1.471.784

6.120.713

-4.648.929

Totaal baten Saldo programma 8 Bouwen en wonen

87

88

2. FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

89

90

Inleiding We maken een onderscheid tussen algemene dekkingsmiddelen en specifieke dekkingsmiddelen. We zijn vrij in het aanwenden van de algemene dekkingsmiddelen. De besteding van deze inkomsten is niet aan een bepaald programma (doel) gebonden. Uit de algemene dekkingsmiddelen betalen we de negatieve saldi van de programma’s 0 tot en met 8. In deze paragraaf behandelen we de Algemene dekkingsmiddelen. Dekkingsmiddelen die samenhangen met een concreet beleidsveld (specifieke dekkingsmiddelen) staan opgenomen in de betreffende programma’s. Voorbeelden hiervan zijn: de bijdragen van het Rijk voor bijvoorbeeld de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (programma 6), de opbrengst van de verkoop van gronden (programma 8), betalingen voor concrete gemeentelijke diensten zoals reisdocumenten (programma 0), verstrekken van vergunningen (programma 0 en 8), ophalen afval en onderhouden van het riool (programma 7) etc. Deze dekkingsmiddelen verlagen de uitgaven op de betreffende programma’s in de begroting. We kunnen de dekkingsmiddelen slechts beperkt beïnvloeden. De Algemene uitkering uit het Gemeentefonds, bijvoorbeeld, is gebaseerd op een wettelijk kader. Ook de ontvangsten uit specifieke uitkeringen kunnen wij niet sturen. We mogen niet meer afvalstoffenheffing innen dan we lasten hebben en ook de onroerende zaakbelasting is om politieke en wettelijke redenen niet oneindig te verhogen. Wij zetten ons in om de financiële ontwikkeling beheersbaar te houden, waarbij begrotings- en budgetdiscipline vanzelfsprekend zijn en uw raad zodanige keuzes maakt dat de inhoudelijke programma’s op het gewenste niveau kunnen worden uitgevoerd. Risico’s met betrekking tot de bedrijfsvoering dienen inzichtelijk te zijn. De daarmee mogelijk samenhangende financiële gevolgen worden door middel van een solide reservepositie en een vastgestelde buffer voor onvoorziene uitgaven afgedekt (€ 100.000). Trends Toelichting bij de trends. Wat wilden we bereiken? Een verantwoord financieel beleid bestuursperiode 2006-2010, waarbij matiging van de lastendruk voor de burger één van de speerpunten van beleid blijft. Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 1 Financiële cultuur Een beheerst uitgavenpatroon en een mede daarop afgestemd tarievenbeleid voor belastingen en retributies, adequate voeding van reserves en voorzieningen en periodiek geactualiseerde beheerplannen zijn voor ons blijvende beleidshandvatten.

91

Toelichting Wij hanteren de uitgangspunten dat wij onze uitgaven beheersen, een goede afweging maken tussen wensen en middelen, tarieven slechts gematigd laten stijgen, onze reserves en voorzieningen op een adequaat niveau houden en onze beheerplannen periodiek herijken. In een tijd waarin het financieel moeilijk wordt, voegen wij daar graag budget- en begrotingsdiscipline aan toe.

Wat (activiteiten) 2 Financieel beleid 2a Principe van "sluitende begroting": Deze wettelijke verplichting wordt jaarlijks consequent uitgevoerd.

2b

2c

2d

Efficiënt beleid: Goed financieel beleid is de meest essentiële randvoorwaarde. Het Cuijkse beleid kent een aantal beleidshandvatten dat al jaren heeft gezorgd voor een gezonde financiële grondslag, te weten:  een beheerst uitgavenpatroon  een mede daarop afgestemd tarievenbeleid voor belastingen en retributies  adequate voeding van reserves en voorzieningen  periodiek geactualiseerde beheerplannen. Er vindt een jaarlijkse exercitie plaats waarin politieke keuzes gemaakt worden voor de afweging tussen oud en nieuw beleid op basis van kwaliteitsniveau, intensivering, extensivering etc. Taakmutaties worden als regel formatief verwerkt en daarvoor wordt in beginsel de financiële ruimte gecreëerd.

2e

De samenwerking in het Land van Cuijk is zowel gericht op het verbeteren van het kwaliteitsniveau als op het behalen van efficiëntie c.q. financieel voordeel.

2f

De efficiëntie en effectiviteit van de bedrijfsvoering worden vergroot door het verbeteren van de ICT-middelen.

2g

Kortingen op (rijks-)uitkeringen worden uit de algemene middelen niet aangevuld: Bezuinigingen op doeluitkeringen en op specifieke compensaties binnen de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds worden in beginsel een - op- een doorvertaald richting derden.

92

Toelichting Dit is een van de belangrijkste, zo niet het belangrijkste uitgangspunt in ons financieel beleid. Vanwege de crisis heeft de toezichthouder de wettelijke eis van een sluitende begroting tijdelijk iets versoepeld. Maar dat doet voor ons geen afbreuk aan de eis die we ons zelf opleggen. Om de doelmatigheid van ons beleid vast te stellen, moeten we een beter inzicht ontwikkelen in de kosten en de resultaten van ons beleid. Daar kunnen en moeten we nog een verbeterslag in maken.

Dat doen we jaarlijks bij de Kadernota.

Nieuwe taken voeren we uit op een wijze die van ons verwacht mag worden. Om de ambtelijke capaciteit voor deze nieuwe taken te organiseren, hebben we jaarlijks € 58.000 beschikbaar. De samenwerking is gestart om de kwaliteit te verbeteren en de kwetsbaarheid terug te dringen. Naar mate de samenwerking vordert, wordt duidelijk dat zeker op de korte termijn niet altijd financiële voordelen gerealiseerd worden. Hier werken we voortdurend aan. ICT wordt steeds belangrijker in ons werk en in de dienstverlening. Dat vraagt echter wel forse investeringen voor automatisering en een andere werkwijze in de organisatie. Dit is een uitgangspunt dat we hanteren en waarvan alleen na raadsbesluit wordt afgeweken.

Wat (activiteiten) 2h Overschot jaarrekening wordt niet ingezet als structureel dekkingsmiddel: Het beleid van structurele uitgaven versus structurele dekking en incidentele uitgaven op te vangen door incidentele dekking wordt onverminderd voortgezet. Een overschot op een jaarrekening wordt derhalve, conform bestaand beleid, in beginsel gestort in de algemene reserve. 2i Overschotten jaarrekeningen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vloeien in beginsel terug naar de gemeente. Organisatiebreed zal deze beleidslijn zowel in de bestuurlijke als de ambtelijke overlegsituaties moeten worden uitgedragen. Deze beleidslijn kan echter alleen met succes worden gerealiseerd indien gemeenten duidelijk en vooral gezamenlijk richting" verlengd lokaal bestuur" opereren. 2j Duurzame aanwending incidentele baten: Betreft een voortzetting van reeds bestaand beleid. Incidentele baten volgen steeds de weg richting algemene reserve. 3 Fiscaal beleid 3a Matiging van de lastendruk voor de burger is een van de speerpunten van beleid. 3b Verhoging lastendruk burger alleen bij herkenbaar "Nieuw beleid": Binnen het OZB-ontwikkelingsplan moet het mogelijk zijn nut en offer van grotere, maatschappelijk van belang zijnde projecten af te wegen en daarvoor van de burger een extra offer te verlangen. 3c Kostendekking gemeentelijke tarieven en heffingen: Er wordt gewerkt volgens het principe van kostendekkend werken. Ten aanzien van Reinigingsheffingen, Rioolrechten en Leges wordt het principe van 100% kostendekking voortgezet. Bij de overige heffingen wordt in beginsel jaarlijks de inflatie gevolgd, waarbij ten aanzien van de Marktgelden, Begraafrechten en de Scheepvaartrechten steeds met de tarieven van de omliggende gemeenten rekening wordt gehouden. De tarieven Hondenbelasting en Begraafrechten worden grosso modo driejaarlijks herzien.

93

Toelichting Het rekeningresultaat is per definitie een incidenteel voordeel. Incidentele voordelen kunnen nooit als structureel dekkingsmiddel worden ingezet en dat doen we dan ook niet.

Dit uitgangpunt bepaalt onze opstelling in de betreffende samenwerkingsverbanden.

Incidentele baten vloeien via de rekening naar de algemene reserve.

Dit uitgangspunt is ook in 2010 toegepast. Zie hierboven.

Dit is weliswaar een uitgangspunt, maar hebben we bewust nog niet overal doorgevoerd omdat kostendekkendheid soms grote gevolgen heeft waar uw raad een standpunt over in moet nemen, bijvoorbeeld bij de leges voor vergunningen voor evenementen.

Nieuw beleid exploitatie Wat (activiteiten) Stelpost “Formatie-uitbreiding nieuwe taken” Zoals ieder jaar is voor ook 2010 een stelpost opgenomen ten behoeve van “Formatie nieuwe taken”. De hoogte van de stelpost is indicatief bepaald op € 58.000. Uit deze stelpost worden de budgettaire gevolgen afgedekt van alle formatieve bij- en aframingen tengevolge van: - wijzigingen in gemeentelijke taken; - wijzigingen in de volumes per taakonderdeel. Stelpost accommodatiebeleid Alle op basis van de uitgevoerde inventarisatie voor de nota accommodatiebeleid bekende wensen, plannen en beleidsbeslissingen zijn financieel vertaald in een investerings- en kostenoverzicht (kapitaallasten, huurkosten en aanvullende storting in de onderhoudsvoorziening). Voor de jaren 2010 -2014 zijn vooralsnog alleen die voorzieningen opgenomen die voorvloeien uit al concreet genomen besluiten danwel uit vigerende integrale plannen. Voor de komende jaren moet op grond van die insteek rekening worden gehouden met de volgende budgettaire gevolgen: 2010: € 2011: € 2012: € 2013: € 2014: €

100.000 200.000 275.000 275.000 275.000

Nieuwe plannen/wensen zijn in de overzichten nog niet opgenomen. Die komen in een later stadium aan bod.

94

Toelichting De stelpost is in 2010 ingezet voor versterking van de juridische functie (huisverbod, bestuurlijke strafbeschikking) en Kabinetszaken (met name Koninklijke onderscheidingen).

In 2010 is hieraan nog geen invulling gegeven. De stelpost is bij de najaarsnota 2010 vrijgevallen ten gunste van het resultaat.

Wat (activiteiten) Herziening wervings- en selectiebeleid t/m 2013 In casu betreft het de volgende activiteiten/werkzaamheden:  Het intensiveren van contacten met scholen/studenten (actief studenten benaderen om hen na hun afstuderen in dienst te nemen, waarbij een combinatie wordt aangeboden van werken en leren (incl. opleidingen inhoudelijk en opleidingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling);  Meer investeren in stagebeleid en trainees (koppeling met het seniorenbeleid);  Arbeidsmarktcommunicatie;  Het (laten) opstellen van een notitie ter verbetering van de concurrentiepositie van de organisatie ten opzichte van het bedrijfsleven, in het besef, dat door de kredietcrisis de gemeente op de duur wellicht weer een aantrekkelijke werkgever zal worden. Voor deze activiteiten/werkzaamheden voor de periode 2010 t/m 2013 jaarlijks € 50.000 ramen. Stelpost - Harmonisatie arbeidsvoorwaarden Land van Cuijk De samenwerking in het Land van Cuijk op de diverse onderdelen, maakt het noodzakelijk de arbeidsvoorwaarden van het personeel te harmoniseren. Een vergelijk van de arbeidsvoorwaarden tussen de gemeenten in het Land van Cuijk laat zien, dat de harmonisatie niet zonder additionele kosten voor onze gemeente kan worden gerealiseerd. Aangezien de uitgaven betrekking hebben op meerdere kostenelementen in de begroting, is vooralsnog gekozen voor een stelpost met een geraamde omvang van € 100.000. De kosten worden t.z.t. functioneel geboekt.

95

Toelichting In 2010 hebben wij deelgenomen aan het traineeprogramma dat door de Provincie is opgezet. Jonge en talentvolle afgestudeerden hebben via het programma kennis gemaakt met verschillende lokale overheden en hun werkzaamheden. Wij hebben twee traineeplekken gecreëerd: één in 2010 en de volgende in 2011. Ook hebben wij stageplekken gecreëerd op verschillende niveaus in de organisatie. Daarbij maken we een afweging tussen de investering (inwerken, begeleiding) en de ‘opbrengst’ (zinvolle werkzaamheden die worden verricht). Ook in 2010 hebben we gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het seniorenbeleid om een ‘warme overdracht’ te realiseren bij het vertrek wegens FPU van, met name, medewerkers op eenmansfuncties.

Bij de Kadernota 2011 hebben we € 91.000 van deze stelpost ingezet om in het kader van de harmonisatie een vergoeding woon-werkverkeer te introduceren.

Uitbreidingsinvesteringen nieuw Wat (activiteiten) Deskundigheidsbevordering personeel Wij constateren dat op sommige plekken in de organisatie de politieke en bestuurlijke sensitiviteit onvoldoende ontwikkeld is. Bovendien is het voor nieuwe medewerkers lang niet altijd duidelijk wat een gemeente nu eigenlijk is en op welke punten wij afwijken van een “gewoon” bedrijf. Beide constateringen leiden ertoe, dat de kwaliteit van ons werk soms te wensen overlaat, met name in de sfeer van bestuursondersteuning (zowel van college als raad). Om nieuwe medewerkers een goede introductiecursus te geven (werken bij een gemeente) en om beleidsadviseurs beter toe te rusten op de eisen die werken in een politieke omgeving stelt, zullen we hen moeten scholen. Daar is extra budget voor nodig. Hiervoor een krediet ramen van € 100.000. Onderhoud Software/hardware Het tijdsregistratiesysteem dient in 2010 vervangen te worden. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 10.000. Doorontwikkeling organisatie Met medewerkers die een nieuwe functie hebben gevonden buiten onze organisatie zijn afspraken gemaakt. In een enkel geval zijn wij overeengekomen dat het verlaten van onze organisatie de beste oplossing is, maar dat wij een deel van het pensioenverlies dat daardoor ontstaat, compenseren door een bedrag ineens te voldoen. Hiervoor is in 2010 een krediet geraamd van € 30.000. Seniorenbeleid Het ligt in het voornemen dit jaar seniorenbeleid te ontwikkelen gekoppeld aan traineebeleid. In casu komt het erop nee, dat voor bepaalde functies jonge medewerk(st)ers bovenformatief worden aangenomen, die wordt ingewerkt door een medewerk(st)er die met pensioen gaat. De junior gaat dan uiteindelijk de vrijkomende formatieplaats invullen. Deze aanpak brengt in de komende jaren extra kosten met zich mee. De hoogte daarvan kan worden ingeschat mede aan de hand van beschikbare kengetallen van medewerk(st)ers die met pensioen gaan. Voor 2010 een krediet ramen van € 120.000.

96

Toelichting In 2009 is een begin gemaakt met een forse investering in de verbetering van de kwaliteit van ons werk. Nieuwe wetgeving zoals de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening en de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo) hebben tot hoge opleidingskosten geleid. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in ‘algemene kennis’ door het introduceren van een introductieprogramma ‘werken bij een gemeente’ en cursussen ‘werken in een politieke omgeving’ te verzorgen. Het reguliere budget plus het aanvullende budget zijn in 2010 overschreden (in totaal met circa € 34.000).

Deze investering heeft niet plaatsgevonden en schrappen we. Aan het project doorontwikkeling organisatie is in 2010 € 63.000 besteed. De overschrijding is veroorzaakt door het inhuren van externen ten behoeve van het opstellen van een Kwaliteitshandvest en voor een ‘doorlichting’ van de organisatie teneinde op grond van een goed advies verbeteringen te realiseren.

Het oorspronkelijke krediet ad € 120.000 is in 2010 volledig aangewend. In de kaderbrief 2011 is een aanvullende krediet voor seniorenbeleid beschikbaar gesteld van € 80.000. Hiervan was eind 2010 circa € 52.000 nog niet besteed. Wij verzoeken u dit restant over te laten boeken naar 2011.

Wat (activiteiten) Digitalisering facturen Voor het digitaliseren van inkoopfacturen is een krediet van € 20.800 nodig. Na installatie van dit programma worden de inkoopfacturen door de kredietbeheerders rechtstreeks in het financieel systeem gebracht/gecodeerd met als bijlage de gescande factuur.

Toelichting Dit project is in 2010 nog niet gestart. Bij de Begroting 2011 hebben we dit in de investeringsplanning voor 2011 opgenomen.

Wat heeft het gekost ? In de onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen. Financiering en algemene dekkingsmiddelen Nr 911

Omschrijving Geldleningen

913

Deelnemingen

920

Belastingen

921

Financieel Beleid



Rekening 126.245

Verschil 84.887

5.879

5.879

5.059

820

Totaal lasten 911

Geldleningen

913

Deelnemingen

920

Belastingen

921

Financieel Beleid

627.632

594.186

603.516

-9.330

1.630.884

5.437.527

6.522.600

-1.085.073

2.475.527

6.248.724

7.257.420

-1.008.696

-3.756.223

-3.200.307

-2.972.732

-227.575

-107.400

-80.310

-80.310

0

-3.722.255

-3.724.755

-3.742.265

17.510

-25.364.801

-33.057.223

-35.181.004

2.123.781

Totaal baten

-32.950.679

-40.062.595

-41.976.311

1.913.716

Saldo financiering en algemene dekkingsmiddelen

-30.475.152

-33.813.871

-34.718.892

905.021

Hierna gaan we in op: a. Aanwending post onvoorziene uitgaven; b. Stortingen/onttrekkingen reserves; c. Overzicht restant kredieten. a. Aanwending post onvoorziene uitgaven Wijziging primitief 1 4 5 10 13 15 18 19 28

Omschrijving Begroting 2010 Bijdrage regionale samenwerking Regiofonds Noordoost Brabant Voortgang Basisregistratie Adressen en Gebouwen Budgettaire effecten raadsbesluiten augustus-december 2009 Herinrichting sportpark Groenendijkse Kampen Waarneming raadsgriffier 2010 Hulp Slachtoffers Haiti Vaststelling Verordening rechtspositie Wethouders Raads- en commissieleden 2010 Kosten selectieprocedure burgemeester Najaarsnota 2010

97

Toevoeging 100.000

Onttrekking

Saldo

24.387 15.924 2.318 2.420 8.000 23.215

75.613 59.689 57.371 54.951 46.951 23.736

4.715 16.300 2.721

19.021 2.721 0

b. Overzicht onttrekkingen aan en stortingen in reserves Binnen het vigerend beleid vinden er jaarlijks allerlei onttrekkingen aan en stortingen in reserves plaats. Deze worden verwerkt in het onderdeel ‘Financiering en algemene dekkingsmiddelen’. De in deze programmarekening opgenomen mutaties met betrekking tot reserves zijn verwerkt in onderstaande tabel. Deze gegevens zijn ook van belang voor de bepaling van het gezuiverd resultaat. De mutaties vanuit en naar voorzieningen hebben conform BBV rechtstreeks op het betreffende programma plaatsgevonden. Onttrekkingen reserve Algemene reserve

doel/reden Afboeking investeringen ineens volgens Bbv of afschrijvingstabel

bedrag 1.545.632

programma div.

Afkoop huurcontract Tango

907.999

3

Exploitatietekort 2010 Kraaijenbergse Plassen Bijstorten reserve GIHP a.g.v. integraal huisvestingsplan onderwijs 2010

299.638

5

165.000

9

Ontslag griffier en meerkosten vervanging griffier

138.499

9

Tijdelijke huisvesting ISD Tijdelijke boventallige formatie wegens wijziging werkwijze buitendienst

85.303

3

48.800

9

Kosten voorlichting buitendienst

19.762

9

5.791.792

8

Onvoorzienbare risico's bouwgrondexploitatie

Toevoeging aan reserve onvoorzienbare risico’s

Egalisatie BTW/BCF

Compensatie i.v.m. invoering BTW Compensatiefonds (BCF)

290.070

div.

Kapitaallasten gemeentehuis etc.

Dekking kapitaallasten 2010

472.591

div.

Winstuitkering HNG

Inzet uitkeringsjaar 2010

47.638

9

Gemeentelijk integraal huisvestingsplan

Exploitatietekort onderwijshuisvesting 2010

131.181

4

Kunstaankopen

Dekking ineens aankoop en plaatsing diverse kunstwerken Vrijval restant reserve

Onderhoud wegvak N610

Afboeking ineens investeringen Heerstraat Totaal

13.814

5

512

9

127.734

2

10.085.965

98

Stortingen reserve

doel/reden

Algemene reserve

Resultaatbestemming jaarrekening 2009

622.601

9

Onvoorzienbare risico's bouwgrondexploitatie


1.015.354

9

Winstnemingen bouwgrondexploitatie 2010

2.805.792

8

10.527

9

10.101

9

Bijstorting a.g.v. integraal huisvestingsplan onderwijs 2010 t.l.v. Algemene Reserve

165.000

9

Jaarlijkse storting t.l.v. exploitatie onderwijs

150.000

4

Rationeel rioolbeheer


839.500

9

Homburgcampus

Storting decentralisatieuitkering Spoorse doorsnijdingen

1.289.072

2

Storting 1% OZB verhoging schouwburg

30.000

5

Arbeidsvoorwaardenbeleid

Gemeentelijk integraal huisvestingsplan

bedrag

Overschot middelen lokaal arbeidsvoorwaardenbeleid Overschot middelen cafetariasysteem (koop en verkoop verlof)

Totaal

programma

6.937.947

c. Overzicht restant kredieten per ultimo 2010 Prog

Jaar kredietverlening

Omschrijving krediet

Restant krediet ultimo 2010

0

Kosten afscheid receptie Burgemeester Schoots 2009

2009

0

Voorbereidingskosten samenwerken Land van Cuijk 2009

2009

9.660

0

Personen informatiesysteem PIV4ALL 2009

2009

65.019

0

Vervangen grafische PC 2010

2010

Totaal programma 0

2.501

2.100 79.280

1

Opleiding rampenbestrijding 2009

2009

1

Maatregelen bestrijding economische crisis 2009 3

2009

37.334

1


2010

100.000

Totaal programma 1

10.821

148.155

2

Opstellen beheersplan verkeersborden 2005

2005

2

Inv. i.v.m. inrichting oude Veerstoep Katwijk 2007

2007

9.800

2

Reconstructie Smidstraat en Haagsestraat 2008

2008

493.490

2

Revitalisering fietsenstalling NS Station 2008

2008

9.994

2

Nieuwe communicatiemiddelen/software op.ruimte 2008

2008

14.512

2

Reconstructie wegen 2008

2008

12.900

2

Uitvoeringsprogramma wegbeheer 2009

2009

196.063

2

Herinrichting dorpsplein Vianen 2009

2009

398.816

2

Voetpadenstructuur Vianen 2009

2009

164.349

2

Verbeteren omgeving Stationsplein 2009

2009

82.874

2

Aanpassing OV reconstructie wegen de Valuwe 2e fase 2009

2009

47.389

2

Aanschaf veegwagen 2009

2009

6.050

2

Maatregelen openbaar vervoer 2009

2009

10.292

2

GVVP 2009

2009

107.272

2

Uitvoering fietsplan 2009

2009

202.729

99

7.363

Prog




2

Aanleg Rondweg Haps 2010

2010

106.160

2

Reconstructie wegen de Valuwe 3e fase 2010

2010

547.488

2

Uitvoeringsprogramma wegbeheer 2010

2010

457.516

2

Omvormen middengeleiders en verkeerdruppels 2010

2010

70.280

2

Implementatie kaartkoppeling DgDialog wegen 2010

2010

43.000

2

Opleidingskosten DgDialog 2010

2010

2.000

2 2

Inrichting omgeving Mariakapel 2010 Aanpassing OV reconstructie wegen de Valuwe 3e fase 40 jr 2010

2010 2010

30.000 52.500

2

Aanpassing OV reconstructie wegen de Valuwe 3e fase 20 jr 2010

2010

35.000

2

Vervanging armaturen 2010

2010

20.000

2

Programma Groepsremplace 2010

2010

109.000

2

Programma schilderen lichtmasten 2010

2010

22.816

2

Maatregelen openbaar vervoer 2010

2010

30.000

2


2010

192.676

2

Verbetering verkeersveiligheid Raamweg 2010

2010

172.967

2

Aanpassing fietspad Beersebaan, Grotestraat en Haps 2010

2010

160.529

2

GVVP 2010

2010

147.859

2

GVVP kosten gedragsbeïnvloeding / educatie 2010

2010

Totaal programma 2

2.124 3.965.808

3

Revitalisering haven incl. baggeren 2007

2007

3

Herstr. kosten bedrijventerrein de Beijerd 2009

2009

374

3

Aankoop pand dienstencentrum 2009

2009

2.933.217

3

Technische installaties dienstencentrum 2009

2009

313.000

3

Inrichting pand dienstencentrum 2009

2009

Totaal programma 3

1.739.108

500.000 5.485.699

4

Renovatie dak, zolderverdieping Akkerwinde Vianen2007

2007

8.482

4

Groot onderhoud schoolgebouw / gymzaal bijzonder onderwijs 2006/2007

2007

25.652

4

Evaluatieonderzoek peuterspeelzaalwerk 2007-2010

2007

25.000

4

Renoveren gymzaal Mgr. Zwijssenstraat 2008

2008

43.008

4

Vervangen deur, anti-klimbeugels de Waai 2008

2008

302

4

Onvoorziene uitgaven diverse scholen (2009)

2009

181

4

Onderwijskundige vernieuwingen Akkerwinde 2009

2009

26.790

4

Onvoorziene uitgaven diverse scholen (2010)

2010

2.961

4

Conserv. onderhoud extra exploitatielasten Zevensprong 2010

2010

12.500

4

Verbouw Lindekring 5e groepslokaal (2010)

2010

60.000

4

Afkoopsom onderhoud speeltoestellen diverse scholen 2010

2010

5.600

4

Coördinatie brede school Padbroek (2010)

2010

25.000

Totaal programma 4

235.477

5

Voorbereidingskrediet Renovatie Schouwburg 2006

2006

19.241

5

Herinrichting sportpark Groenendijkse Kampen 2008

2008

150.740

5

Kunstwerk Merlettenoctet rotonde Hapsebaan

2008

370

5

Opstellen nota lokaal monumentenbeleid 2008

2008

314

5

Uitvoering speelplekkenbeleidsplan 2008

2008

10.505

5

Externe advieskosten verzelfstandiging de Stappert 2009

2009

19.945

5

Verplaatsing politiehondenvereniging 2009

2009

108.500

5

Aanpassen toren Martinuskerk t.b.v. carrillon 2009

2009

15.824

5

Duits lijntje 2009

2009

9.143

5

Dassentunnel Heikantseweg 2009

2009

25.000

5

Dassentunnel A73 Overhage 2009

2009

99.976

100

Prog




5

Restauratie gebouw heemtuin 2009

2009

99.869

5

Heemtuin inrichting gebied 2009

2009

20.429

5

Aanpassing groen reconstructie wegen Valuwe (2e fase) 2009

2009

22.071

5

Extra paaiplaats visvijver Haps 2009

2009

1.495

5

Aanschaf tractor, wagen en kraan 2009

2009

12.878

5

Aanleg recreatieve wandelpaden Zevenhutten 2009

2009

152.511

5

Herinrichting veerstoep Katwijk 2009

2009

240.000

5

Actualisering borden Culturele Route Cuijk 2009

2009

3.774

5

Monumentale bomenlijst 2009

2009

20.523

5

Kappen en herplanten bomen langs Heerstraat 2009

2009

32.873

5

(natte) Ecologische verbindingszone 2010

2010

200.000

5

Duits Lijntje 2010

2010

5.000

5

Wandelpad, ommetjes Cuijk-Sint-Agatha 2010

2010

20.000

5

Aanleg heggen,beheer en onderhoudsmaatregelen 2010

2010

5.000

5

Aanpassing groen reconstructie wegen de Valuwe (3e fase) 2010

2010

35.000

5

Grondruil t.b.v. Zevenhutten/Hanshof 2010

2010

60.000

5

Aanleg voetpaden Zevenhutten/Hanshof 2010

2010

16.834

5

Inrichting Zevenhutten 2010

2010

95.646

5

Groeiplaatsverbetering bomen HK 2010

2010

600.000

5

Aanleg fietspad 2010

2010

55.000

5

Informatieborden 2010

2010

5.000

5

Fietsknooppuntensysteem 2010

2010

3.000

5

Vervangen speeltoestellen 2010

2010

19.050

Totaal programma 5

2.185.511

6

Wijkaccommodatie Heeswijkse Kampen Bredeschoolprojecten 2004

2004

153.987

6

Huisvesting Caboose 2008

2008

280.024

6

Huisvesting Scouting 2008

2008

484.051

6

Wijkontwikkelingsplan Padbroek 2008

2008

9.750

6


2009

225.720

6


2009

20.000

6

Voorbereidingskosten gem. acc. Katwijk 2009

2009

12.860

6

Dorpsontwikkelingsplan Beers 2009

2009

16.913

6


2010

425.000

6


2010

20.000

6

Krediet integraal Dorpsontwikkelingsplan Haps 2010

2010

40.000

6

Realisatie MFA (IDOP St. Agatha) 2010

2010

2.097.624

6

Steunfuncties (IDOP St. Agatha) 2010

2010

20.000

6

Verkeersveiligheid school (IDOP St. Agatha) 2010

2010

110.000

6

Verkeersveiligheid uitrit Kepserplein (IDOP) 2010

2010

145.000

6

Maasheggenvlechten (IDOP St. Agatha) 2010

2010

9.000

6

Inrichten dassencorridor (IDOP St. Agatha) 2010

2010

12.500

6

Fietsen en wandelen (IDOP St. Agatha) 2010

2010

143.000

6

Communicatie (IDOP St. Agatha) 2010

2010

Totaal programma 6

20.000 4.245.429

7

Vervaning rioolleiding D.vd Ackerhof parkpl. 60 jaar 2008

2008

158.305

7

Aanleg randvoorz.riol. Dvd Ackerhof bouwk 45 jaar 2008

2008

668.250

7

Aanleg randvoorz.riol. D vd Ackerhof mech 15 jaar 2008

2008

45.000

7

Arch.begeleid.aanleg rioler. Dvd Ackerhof 1 jaar 2008

2008

25.000

7

Milieubeleidsplan 2008

2008

4.990

101

Prog




7

Begraafplaatsenadministratie Software 2008

2008

5.475

7

Uitvoeringsprogramma rioolbeheer 60 jaar 2009

2009

342.658

7


2009

1.008

7

Uitvoeringskosten waterplan 2009

2009

38.491

7

Bodeminformatiesysteem: software (RO) aanschaf 2009

2009

21.000

7

Communicatie Integrale handhaving 2009

2009

5.000

7

Onderzoekkosten riolering 2010

2010

58.105

7


2010

502.776

7


2010

Totaal programma 7

97.002 1.973.060

8

Startnotitie Centrum Cuijk in ontwikkeling 2002

2002

21.102

8

Aanleg landbouw ontwikkelingsgebied 2008

2008

44.582

8

Actualisering bestemmingsplan stedelijk gebied 2008

2008

35

8

Ruimtelijke plannen advisering archeologie 2008

2008

21.355

8

Meetapp. veldwerk Bouw- en Woningtoezicht 2008

2008

441

8

Hardware i.v.m. nieuwe wetgeving RO 2008

2008

12.656

8

Onderh woonwagens, bijbeh. gebouwen en terr. 2008

2008

30.000

8

Actualisering bestemmingsplan stedelijk gebied 2009

2009

7.725

8

Structuurvisie Cuijk 2009

2009

18.648

8

Bestemmingsplan buitengebied Cuijk 2009

2009

34.327

8

Reconstructie buitengebied kleinere projecten 2010

2010

2.080

8

Rec. buitengebied bedrijfsverplaatsing 2010

2010

3.301

8

Aanschaf pda's 2010

2010

14.000

Totaal programma 8

210.252

9

Pinautomaat restaurant 2006

2006

1.468

9

DIS-verkenner 2007

2007

27.942

9

Vervanging kantoormeubilair 1e fase 2007

2007

36.020

9

Content Management Systeem (internet/intranet) 2008

2008

15.407

9

Vervanging kantoormeubilair 2e fase 2008

2008

39.400

9

Vervanging Data Distributie Systeem (DDS4ALL) 2008

2008

8.548

9

Automatiseringssmodules van WOZ-processen 2009

2009

81

9

Netwerk PC's - 1e fase 2009

2009

297

9

Vervanging kantoorautomatisering 2009

2009

100.886

9

Project AO/IC 2009

2009

11.658

9

Doorontwikkeling Vastgoedinformatiesysteem 2009

2009

102.556

9

Basisregistratie BAG externe ondersteuning 2009

2009

13

9

Laptop Beheer en Onderhoud (incl. software) 2009

2009

1.304

9

Centrale balie reguliere investering ICT 2009

2009

101.415

9

Vervanging kloksysteem 2010

2010

10.000

9

Netwerk PC's 2e fase 2010

2010

21.636

9

Vervanging Groupware (e-mail/agendabeheer) 2010

2010

33.400

9

Kantoorautomatisering (software en licenties) 2010

2010

36.800

9

Totale herziening IP-adressering 2010

2010

25.000

9

Aanvullend krediet seniorenbeleid 2010

2010

52.477

9

Inhuur personeel ivm uitstel samenwerking LvC 2010

2010

216.335

9

Postregistratiesysteem 2010

2010

32.000

9

Vervanging WOZ- en belastingpakket VGS4U 2010

2010

175.000

9

Digitalisering facturen 2010

2010

20.800

9

Basisregistratie BAG bestandsopbouw 2010

2010

311

102

Prog 9


Omschrijving krediet Klepelmaaier Jumbo 190 Merk: Votex 2010

2010

Totaal programma 9

Restant krediet ultimo 2010 6.529 1.077.283

Totaal restant kredieten per 31 december 2010

19.605.954

103

104

3. PARAGRAFEN

105

106

PARAGRAAF 1

LOKALE HEFFINGEN

1.1 Algemeen kader Voor het belastingtarievenbeleid 2010 golden de volgende uitgangspunten: 1. Voortzetten van de gemaakte keuzes vanuit het verleden. Voorwaarde hierbij is dat deze keuzes nog voldoende aansluiten bij de huidige situatie; 2. Het principe van kostendekkend werken; 3. Tarieven volgen in beginsel het door de gemeente vastgestelde inflatiepercentage van 1,5%; 4. Verhoging van de tarieven onroerende-zaakbelastingen (OZB) met 3,5%; 5. Verhoging van de tarieven hondenbelasting met 2,25% (percentage vastgesteld in raadsvergadering van 12 november 2009); 6. Verhoging van de tarieven rioolheffing met gemiddeld € 5 per gezin per jaar in verband met de voorlopige doorrekening van het “verbreed” gemeentelijke rioleringsplan 2009-2012; 7. Het tarief van de reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) vanwege de stand van de voorziening handhaven op het niveau 2009. Deze uitgangspunten zijn, conform het beleid, daadwerkelijk toegepast in 2010. De voorgestelde tariefsverhogingen en redactionele aanpassingen/verbeteringen zijn op 14 december 2009 door de raad geaccordeerd. De gewijzigde verordeningen zijn op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt. De financiële gevolgen van de verhoging van de tarieven zijn in de ramingen 2010 tot en met 2013 opgenomen. Het beleid op het gebied van de lokale lasten is opgenomen in de navolgende stukken en beleidsnota’s:  Wettelijk kader;  Collegeprogramma 2006-2010 - hoofdstuk financiën;  Diverse belastingverordeningen, beleidsregels en jurisprudentie;  Uitgangspunten begroting 2010;  Herziening betaalmogelijkheden gemeentelijke belastingaanslagen (1-11-1993);  Notitie Mogelijkheden tariefsdifferentiatie en kwijtschelding gemeentelijke belastingen (8-51995);  Notitie Invoering rioolaansluitrecht eigenaren (4-3-1996);  Verruiming gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid (7-11-1996);  Beleidsnotitie Verblijfsbelastingen Cuijk 2003 (10-3-2003);  Parkeerbesluit (24-5-2004);  Leidraad invordering Gemeentelijke belastingen (5-1-2010);  Verbreed gemeentelijke rioleringsplan Cuijk 2009-2012 (VGRP) inclusief berekening tarieven rioolheffingen 2010-2012 (9-11-2009).

107

1.2 Geraamde en gerealiseerde inkomsten 2010

Soort heffing OZB

Begroting 2010 (voor wijziging)

Begroting 2010 (na wijziging)

Realisatie 2010

3.313.000

3.313.000

3.361.675

Rioolrechten

2.115.500

2.115.500

2.099.727

Afvalstoffenheffing

1.267.000

1.267.000

1.276.288

Bouwleges

693.038

693.038

897.791

Secretarieleges

527.664

456.364

434.283

Parkeerbelastingen

181.672

183.272

161.563

Hondenbelasting

126.000

126.000

122.521

Graf- en begrafenisrechten

153.452

139.952

138.119

Toeristenbelasting

110.000

110.000

79.225

Scheepvaartrechten

157.260

157.260

177.463

Baatbelastingen

46.230

46.230

48.645

Reinigingsrechten

29.000

29.000

32.200

Marktgelden

13.180

13.180

10.413

Brandweerrechten

8.636

0

0

Liggelden woonschepen

4.844

4.844

4.765

8.746.476

8.654.640

8.844.678

Totaal

1.3 Omschrijving en beleidsvoornemens per heffing Hieronder volgt een overzicht op hoofdlijnen van de belangrijkste heffingen. Als belangrijk worden aangemerkt alle heffingen met een jaarlijkse opbrengst van meer dan € 100.000. a. Onroerende zaakbelastingen Onder de naam onroerende-zaakbelastingen (OZB) worden een gebruikers- en een eigenarenbelasting geheven. Op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wordt vanaf 2007 ieder jaar van elke, niet vrijgestelde, onroerende zaak de waarde vastgesteld. De WOZ-waarde vormt de grondslag voor de berekening van de OZB-aanslag(en). De OZBopbrengstenramingen 2010 waren gebaseerd op het tarief 2009, vermeerderd met 3,5%. Op 14 december 2009 zijn de OZB-tarieven 2010 door de raad vastgesteld. Daarbij is ook rekening gehouden met de waardeontwikkelingen van de woningen en de bedrijven tussen 1 januari 2008 en 1 januari 2009. Vervolgens zijn de volgende opbrengsten verantwoord: Begroot inkomsten OZB 2010 € 3.313.000

Realisatie inkomsten OZB 2010 € 3.361.675

Verschil + € 48.675

De meeropbrengst (1,4% van de totaalopbrengst) is een resultaat van de verschillen tussen de geraamde en werkelijke verminderingen, nieuwbouw, verbouw en sloop. b. Afvalstoffenheffing / reinigingsrecht Afvalstoffenheffing wordt geheven voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Reinigingsrecht wordt geheven voor het ophalen van klein bedrijfsafval. De in 2009 doorgevoerde verlaging van het jaartarief met € 11 (van € 139 naar 128) kon gelet op de stand van de eerdergenoemde voorziening ook in 2010 worden gecontinueerd. Begroot reinigingsheffingen 2010 € 1.267.000

Realisatie reinigingsheffingen 2010 € 1.276.288

108


De opbrengst reinigingsheffingen valt in totaal slechts € 9.288 (0,7%) hoger uit dan was ingeschat. c. Rioolheffing De met ingang van 2010 ingevoerde rioolheffing (vervanging van de rioolrechten) is een bestemmingsheffing. Hierdoor kan de gemeente naast de zorg voor het riool tevens voorzieningen bekostigen die het mogelijk maken in te spelen op de zorg voor het hemelwater en grondwater binnen de gemeente. Een belangrijk deel van deze nieuwe zorgtaken is in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) 2009-2012 opgenomen. De doorrekening van het VGRP heeft er toe geleid dat de tarieven vanaf 2010 en volgende jaren gefaseerd moeten worden verhoogd om kostendekkend te blijven. Op 14 december 2009 heeft de gemeenteraad een nieuwe verordening rioolheffing vastgesteld. Het eigenarentarief 2010 is daarbij bepaald op € 120,50 (was € 114,00). De gebruikersheffing is met € 3 omhoog gegaan van € 58,50 tot € 61,50. Begroot rioolheffing 2010 € 2.115.500

Realisatie rioolheffing 2010 € 2.099.727

Verschil - € 15.773

De opbrengst rioolheffingen (eigenaren en gebruikers) is € 15.773 (0,7%) lager uitgevallen dan vooraf was ingeschat. Vooral veroorzaakt doordat er in vanaf 2009 minder water door de bedrijven op de riolering is afgevoerd. Het waterverbruik is bij grote lozers bepalend voor de hoogte van de gebruikersaanslag. Hierdoor is vooral de opbrengst van de gebruikers lager uitgevallen. d. Bouwleges Onder de naam “leges” is een aantal verschillende rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Uitgangspunt voor de legesopbrengsten is een jaarlijkse stijging wegens inflatie, die zoals eerder is opgemerkt op 1,5 % was geraamd. Dit uitgangspunt is toegepast in 2009. De belangrijkste opbrengsten in dit verband zijn de bouwleges: Begroot inkomsten bouwleges 2010 € 693.038

Realisatie inkomsten bouwleges 2010 € 897.891


Het was aannemelijk dat de hoogte van de geraamde bouwleges zou dalen als gevolg van de economische crisis. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en bouwmarktpartijen vreesden een forse daling van de nieuwbouw- en verbouwplannen. Dat is in onze gemeente uiteindelijk meegevallen. Daarnaast zijn er drie grote bouwaanvragen met een zeer hoge legesopbrengst in behandeling genomen, waarvan twee bouwplannen buiten het woningbouwprogramma. Deze drie aanvragen waren op zichzelf al goed voor een legesopbrengst van ruim € 222.000. e. Secretarieleges Onder de verzamelnaam Secretarieleges zijn met name de opbrengsten verantwoord van vergunningen bijzondere wetten, rijbewijzen, reisdocumenten, drank- en horecavergunningen, naturalisatieverzoeken, burgerlijke stand (waaronder huwelijksleges) en vergunningen op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De tarieven zijn gemiddeld met 1,5% verhoogd ten opzichte van 2009. Daarnaast is op 14 december 2009 een nieuwe verordening vastgesteld. De nieuwe legesverordening en de geheel herziene legestarieventabel zijn afgestemd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, omgevingsvergunning) en de Europese Dienstenrichtlijn (EDR).

109

Begroot inkomsten secretarieleges 2010 € 465.364

Realisatie inkomsten secretarieleges 2010 € 434.283


De lagere opbrengst secretarieleges ad € 31.904 is met name veroorzaakt doordat er minder rijbewijzen en reisdocumenten uitgegeven zijn dan geraamd. Vooral het verwachte aantal bromfietsrijbewijzen is lager uitgevallen dan geschat (€ 5.000 minder opbrengsten). Met betrekking tot de reisdocumenten is onder meer de invoering van het jeugdtarief voor identiteitskaarten per 1 januari 2010 van grotere invloed dan gedacht. Daarnaast stellen steeds meer personen de vervanging van verlopen reisdocumenten uit ondanks dat men daar actief door de gemeente aan wordt herinnerd. Totaal lagere opbrengsten voor reisdocumenten € 23.000. f. Scheepvaartrechten (met name Doorvaartrechten) Onder de naam Doorvaartrecht is een recht geheven voor het passeren van de keersluis bij het invaren van de haven. Begroot inkomsten scheepvaartrechten 2010 € 157.260

Realisatie inkomsten scheepvaartrechten 2010 € 177.463


Een ontzander in de Kraayenbergse Plassen heeft (tijdelijk) vergunning gekregen om vanuit andere ontzandingsgebieden tijdelijk zand in te voeren en op te slaan in genoemde plas. Naast de privaatrechtelijke vergoeding die voor deze opslag wordt betaald, heeft een en ander in 2010 geleid tot meer opbrengsten doorvaartrechten dan was ingeschat. g. Graf- en begrafenisrechten Graf- en begrafenisrechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Het gaat hierbij om de gemeentelijke begraafplaatsen Haps, Hanshof en Kouwenberg. De tarieven zijn gemiddeld met 1,5% verhoogd ten opzichte van 2009 (raadsbesluit 14 december 2009). Begroot inkomsten graf- en begrafenisrechten 2010 € 139.952

Realisatie inkomsten graf- en begrafenisrechten 2010 € 138.119


De lagere opbrengsten zijn vooral veroorzaakt doordat enkele nabestaanden van op de gemeentelijke begraafplaats Kouwenberg begraven overledenen het recht op een eigen graf niet meer wensen te verlengen. Daar was niet voldoende rekening mee gehouden. h. Parkeerbelastingen Vanaf 1 juli 2004 geldt in het centrum van Cuijk het volgende parkeerregiem: betaald kort parkeren in de winkelstraten en een parkeerduurbeperking in de directe omgeving van het centrum door middel van een blauwe zone. Het uurtarief bedraagt sinds 31 maart 2008 € 1,00. De overige parkeertarieven zijn geïndexeerd (+1,5 %). Op 28 september 2009 heeft de gemeenteraad besloten om met ingang van 1 januari 2010 de heffing van parkeerbelastingen voortaan uitsluitend strafrechtelijk te handhaven. De financiële consequenties van dit besluit manifesteren zich voor het eerst in de jaarrekening 2010. Begroot inkomsten parkeerbelasting 2010 € 183.272

Realisatie inkomsten parkeerbelasting 2010 € 161.563

110


Het negatieve verschil tussen raming en werkelijke opbrengst wordt veroorzaakt doordat er minder ontheffingen blauwe zone zijn uitgegeven (€ 4.000) en minder parkeergunningen voor de parkeergarage aan het personeel zijn verstrekt (€ .3000). Daarnaast is een op deze plaats geraamde eenmalige vrijwillige bijdrage van € 13.500 in verband met afkoop parkeerplaats niet op deze post maar op programma 2 Verkeer en vervoer verantwoord. i. Hondenbelasting Hondenbelasting is een algemene heffing. Een deel van de opbrengst is echter ingezet voor voorzieningen voor honden. Op de naleving van de aangifteverplichting wordt jaarlijks gecontroleerd. Met ingang van 2010 worden de tarieven jaarlijks met 2,25% verhoogd. Begroot inkomsten hondenbelasting 2010 € 126.000

Realisatie inkomsten hondenbelasting 2010 € 122.521


De lagere opbrengst (2,75% van de raming) is een resultaat van meer afmeldingen en minder aanmeldingen van hondenbezit. Wellicht weerhoudt de financiële crisis de aanschaf van een (neuwe) hond. Ondanks de jaarlijkse huis-aan-huis-controle op niet aangegeven honden door een extern bureau loopt ook dit jaar de opbrengst meer terug dan verwacht. j. Toeristenbelasting Deze belasting wordt via de nachtverblijfbiedende ondernemers geheven. De ondernemers mogen deze weer verhalen op degene die verblijf houdt. De netto-opbrengst uit deze belasting wordt ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Er is geen aanleiding geweest voor verhoging van het tarief. Begroot inkomsten toeristenbelasting 2010 € 110.000

Realisatie inkomsten toeristenbelasting 2010 € 79.225


De lagere opbrengst is met name veroorzaakt doordat de in 2010 verantwoorde definitieve aanslagen toeristenbelasting in sommige gevallen fors lager uitvielen dan de in 2009 via de voorlopige aanslagen in rekening gebrachte bedragen. Daardoor zijn de voorlopige aanslagen 2010 (die in 2010 worden geboekt) ook lager. In 2011 en volgende jaren is hier al op geanticipeerd. 1.4 Lastendruk Het totaalbedrag van de gemeentelijke belastingaanslag 2010 voor een gemiddeld huishouden, de zogenaamde lastendruk, was voor een huurder 1,2% hoger dan in 2009. Voor een eigenaar / bewoner bleek de lastendruk gemiddeld 2,9% hoger. Het ging daarbij met name om de effecten van de verhoging van de OZB-tarieven met 3,5% en de verhoging van de tarieven rioolheffing in verband met de doorrekening van het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (VGRP). 1.5 Specifiek a. Macronormen OZB 2010 De macronorm voor 2010 was 4,3%. In het coalitieakkoord kredietcrisis staat dat moet worden ingezet op het vermijden van de stijging van de lokale lasten. Die lokale lasten zijn in onze gemeente overigens zeer laag gebleven (zie 1.4 hiervoor). Met de vastgestelde verhoging van de OZB-tarieven met 3,5% is onze gemeente binnen deze macronorm gebleven.

111

b. Aantal WOZ-bezwaren In 2010 zijn 252 (2,1%) bezwaarschriften tegen de WOZ-waarde afgewikkeld. Voor de gemeente Mill en Sint Hubert waren dat er 98 (2%). In Cuijk en in Mill en Sint Hubert zijn in 2010 respectievelijk 6 en 5 reclamanten (totaal 11) in beroep gegaan tegen de uitspraak. Daarvan lopen nog 8 zaken. Daarnaast heeft 2010 in het teken gestaan van herwaardering van in totaal 17.000 belastingobjecten voor het belastingjaar 2010. Voor Cuijk 11.800 objecten en voor Mill en Sint Hubert 5.200. Herwaarderen moet vanaf 2007 jaarlijks. 1.6 Kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke belastingen Belastingschuldigen kunnen kwijtschelding van (bepaalde) gemeentelijke belastingen aanvragen. Voor het antwoord op de vraag of een belastingschuldige voor kwijtschelding in aanmerking komt, toetst de gemeente aan de hand van door de belastingschuldige verstrekte gegevens het vermogen en het inkomen. De toets werd handmatig uitgevoerd. Het geautomatiseerd kwijtschelden van belastingen levert gemeenten en aanvragers een administratieve lastenverlichting op. De gemeente Cuijk maakt vanaf oktober 2008 gebruik van de diensten van de Stichting inlichtingbureau die deze toets uitvoert en de gemeente daarover advies geeft. Betrokkenen hebben begin 2010 bericht gekregen of al dan niet automatisch kwijtschelding wordt verleend. De kwijtscheldingsnormen in Cuijk zijn ruim. Dit betekent dat in principe alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm) of lager bedraagt, in aanmerking komen voor kwijtschelding. Vermogensbestanddelen en bovenmatige aflossingsverplichtingen aan andere schuldeisers kunnen kwijtschelding in de weg staan. Kwijtschelding kan alleen worden verleend als het een aanslag betreft voor afvalstoffenheffing, rioolrechten en hondenbelasting (alleen voor de eerste hond). Bij de overige heffingen is kwijtschelding uitgesloten. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste kwijtscheldingsgegevens over 2010 opgenomen. Begroot 2010 Aantal toekenningen Bedrag 370 € 61.000

Realisatie 2010 Aantal toekenningen Bedrag 360 € 60.031

1.7 Conclusie Met deze paragraaf is beoogd de relevante verantwoordingsinformatie die met de gemeentelijke belastingen en heffingen in 2010 te maken hebben op één plaats te concentreren.

112

PARAGRAAF 2

WEERSTANDSCAPACITEIT

2.1 Algemeen Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiële tegenvallers op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn gesloten. In schema: Weerstandsvermogen:

Risico’s

Relatie

Weerstandscapaciteit

Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar zelf, maar ook voor de meerjarenramingen. Hoe hoog het weerstandsvermogen van een gemeente dient te zijn, in casu welke algemene norm hiervoor gehanteerd dient te worden, kan niet eenduidig worden beantwoord. Dit komt omdat de risico’s die de gemeenten lopen, onderling (sterk) verschillen. Ook vanuit het provinciaal toezicht bezien, zijn geen hieraan gerelateerde normen te geven. De provincie ziet er wel op toe, dat de algemene en vrije reserves aan een bepaalde omvang voldoen. Als indicatie voor de noodzakelijke omvang van de algemene reserve denkt de provincie aan een bedrag van 10% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, inclusief de verfijningen, verhoogd met de tot 100% herrekende OZB-capaciteit. Voor onze gemeente zou dit neerkomen op een algemene reserve van minimaal € 5.474.000. In de herziene beleidsnotitie Reserves en Voorzieningen Cuijk 2009 heeft de raad voor de algemene reserve een minimale omvang van € 7,5 miljoen vastgesteld. De weerstandscapaciteit van een gemeente bestaat in het algemeen uit de volgende elementen:  de in de begroting opgenomen ruimte in de stelpost onvoorziene uitgaven;  het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve;  de onbenutte belastingcapaciteit;  de stille reserves, zijnde die activa waarvan de boekwaarde lager is dan de werkelijke waarde en die direct verkoopbaar zijn. 2.2 Beleid Het gevoerde beleid ten aanzien van het weerstandsvermogen bestaat uit een periodieke risicoanalyse op diverse beleidsterreinen, onder meer uitmondend in diverse beheerplannen die conform de financiële verordening minimaal eenmaal per 4 jaar moeten worden geactualiseerd. In dit verband noemen we de volgende beheerplannen:  Rationeel Rioolbeheer;  Rationeel Wegbeheer;  Rationeel Gebouwenbeheer;  Rationeel Groen- en bomenbeheer;  Beheerplan Openbare verlichting;  Gemeentelijk Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (GIHP)  Bouwgrondexploitatie (BGE);  Beheerplan Kraaijenbergse Plassen.

113

Jaarlijks wordt over elk beheerplan gerapporteerd om een bestuurlijke toets achteraf en een bijsturing van het te voeren beleid mogelijk te maken. In de Kadernota 2010 is voor de begroting 2010 en het meerjarenperspectief aangegeven, dat de uit bovengenoemde beheerplannen voortvloeiende risico’s in voldoende mate zijn afgedekt in de vermogenspositie van onze gemeente. Voor een nadere toelichting met betrekking tot de actualiteit en uitvoering van de beheerplannen wordt verwezen naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen en paragraaf 2.4 Risico’s voortvloeiend uit eigen beleid. 2.3 Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat doorgaans uit een structurele (exploitatie) en een incidentele component (vermogen). In onderstaande tabel is, gebaseerd op de gegevens uit de jaarrekening 2010, de weerstandscapaciteit aangegeven. Jaarrekening 2010

Weerstandscapaciteit Cuijk (bedragen x € 1.000) Weerstandscapaciteit exploitatie: Onbenutte belastingcapaciteit:  OZB  Afvalstoffenheffing  Rioolrechten Onvoorzien Totaal structureel Weerstandscapaciteit vermogen: Rekeningsresultaat 2010 Vrij aanwendbare reserves Stille reserves Totaal incidenteel Totaal weerstandscapaciteit

Begroting 2010

27 0 116 0 143

27 0 0 100 127

-/- 1.016 19.237 9.896 28.117

0 31.860 5.256 37.116

28.260

37.243

Onbenutte belastingcapaciteit: De onbenutte belastingcapaciteit is de capaciteit ten opzichte van de zgn. ‘artikel 12-normen’. Aan de tarieven rioolrechten, reinigingsheffingen en leges is het uitgangspunt verbonden dat ze steeds 100%-kostendekkend zijn. Rekeningsresultaat 2010: Het nadelig rekeningsresultaat 2010 ad. € 1.015.963 is in afwachting van de besluitvorming afzonderlijk opgenomen en beïnvloedt c.q. maakt onderdeel uit van de totale incidentele weerstandscapaciteit. Vrij aanwendbare reserve: De algemene reserve bedraagt per ultimo 2010 € 19.237.076. Stille reserves: De in de materiële vaste activa begrepen stille reserves betreffen de (verpachte) landbouwgronden en niet-bedrijfsgebonden vaste activa (diverse panden). Het opgenomen bedrag in de jaarrekening 2010 bedraagt € 9.896.000. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2009 heeft uw raad, mede n.a.v. opmerkingen van de accountant, ons college opgedragen onze risico’s te kwantificeren. Daar waar wij zicht hebben op de omvang van de financiële risico’s hebben wij deze zoveel mogelijk gekwantificeerd en in beeld gebracht. De financiële positie van onze gemeente is van dien aard, dat onverwachte tegenvallers en/of calamiteiten voortkomend uit niet afgedekte risico’s (zie hierna onder 2.4) ruimschoots kunnen worden opgevangen.

114

2.4 Risico’s In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de risico’s die de financiële positie van onze gemeente kunnen beïnvloeden. Het inzicht in de potentiële risico’s geeft een beter fundament voor het oordeel over de financiële positie. Een risico kan worden omschreven als het gevaar voor schade of verlies tengevolge van interne en/of externe omstandigheden. Het gaat dan om risico’s waarvoor geen voorzieningen kunnen worden gevormd omdat het niet mogelijk is een redelijke inschatting van het bedrag van de schade of het verlies te maken. Voor de beoordeling van de financiële positie van een gemeente zijn niet alleen van belang de in de begroting gepresenteerde gegevens zoals budgetruimte, meerjarenperspectief, investeringsplan en reservepositie. Ook dient inzicht te bestaan in ontwikkelingen die zich binnen of buiten de organisatie kunnen voordoen en die van invloed kunnen zijn op de financiële positie van een gemeente. Om een evenwichtig financieel beleid te kunnen voeren is het van belang dat periodiek een zo breed mogelijke analyse wordt opgesteld van de gevaren die kunnen leiden tot verstoringen van het (meerjarige) budgettaire beeld. Een risicoanalyse kan hierin voorzien. Door middel van een toetsing met de beschikbare middelen en het aanwezig financieel weerstandsvermogen kan vervolgens een evenwichtiger beeld wordt gevormd van de financiële positie van een gemeente en de ontwikkeling daarvan. De risico’s kunnen worden ingedeeld in: 1. risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid; 2. risico’s voortvloeiend uit het beleid van een andere overheid; 3. risico’s voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten of instanties; 4. risico’s voortvloeiend uit het doen/nalaten van derden; 5. risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente niet te beïnvloeden (autonome) ontwikkelingen. Risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid a. Herziening beheerplan gebouwenbeheer. Het gebouwenbeheersplan 2008- 2011 is op 17 maart 2008 door uw raad vastgesteld. De financiële consequenties zijn in de begroting 2010 en volgende jaren verwerkt. Voor het groot en cyclisch onderhoud is een adequate voorziening gevormd. Met name voor het onderhoud van monumenten (3 molens en de toren waarin het museum Ceuclum is gevestigd) is het budget ontoereikend. Gekozen is voor het in stand houden van het casco maar feitelijk moet er meer onderhoud aan de molens gepleegd worden. Daarvoor wordt een meerjarenplan voor de gemeentelijke monumenten opgesteld om inzicht te verkrijgen in de verwachte kosten. b. Aanleg overslaghaven in Haven Cuijk Rijk en provincie hebben subsidiebeschikkingen afgegeven voor de realisatie van een multipurposekade in de haven van Cuijk. Deze beschikkingen zijn het gevolg van een door onze gemeente aangevraagde subsidie in het kader van de tijdelijke regeling quick wins binnenvaart van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Tot de vereiste cofinanciering door de gemeente is door de raad besloten op 24 januari 2011. De begroting 2011 voorzag hierin niet. De totale projectinvestering voor de kade is geraamd op ca. € 2.100.000. De subsidies van Rijk en provincie bedragen respectievelijk € 1.040.000 en € 260.000 zodat voor de gemeente een eigen bijdrage (cofinanciering) resteert van ca. € 800.000. Het Rijk heeft een voorschot verstrekt van € 800.000 maar het resterende bedrag van de toegezegde subsidies (€ 500.000) moet de gemeente voorfinancieren. Er bestaat altijd het risico van onvoorziene kostenoverschrijdingen waardoor het totale projectbudget ontoereikend blijkt te zijn. Dit hangt mede af van nog te houden aanbestedingen. Voorts bestaat de mogelijkheid dat beschikkingstermijnen worden overschreden of dat anderszins onvoldoende aan de subsidievoorwaarden van Rijk en provincie wordt voldaan, waardoor een deel van de toegezegde subsidies in gevaar komt.

115

c. Adequaatheid reserves In de raadsvergadering van 2 juli 2009 is de beleidsnotitie Reserves en Voorzieningen Cuijk 2009 vastgesteld. De adequaatheid van de reserve/voorziening groot onderhoud schoolgebouwen dient in 2011 nog nader te worden vastgesteld. Voor een nadere toelichting zie ook de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. d. Onderwijshuisvesting Elk jaar wordt aan de hand van aanvragen van de schoolbesturen in onze gemeente en vanwege nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs een beroep gedaan op de reserve “Gemeentelijk Integraal Huisvestingsplan” en de voorziening “Groot onderhoud onderwijsgebouwen”. Een Integraal Huisvestigingsplan (IHP) probeert zoveel mogelijk alles in zicht te brengen en door te rekenen. Bij de toekomstige investeringen hebben we niet alle wensen en waarschijnlijkheden doorgerekend. Wel hebben wij u gemeld, dat bij de uiteindelijke afweging rond bijvoorbeeld de gymzalen voor de Valuwe (Startblok) en voor Padbroek ( Harlekijn/Zevensprong) gekozen kan worden voor nieuwbouw. Een nieuwe gymzaal in de Valuwe, als solitair gebouw, zal tussen € 600.000 en € 800.000 kosten. Daar staat tegenover dat uitgaven voor groot en renovatief onderhoud komen vervallen. De keuze is nog niet gemaakt en daarom zijn de financiële gevolgen niet doorgerekend voor de reserve GIHP/voorziening groot onderhoud schoolgebouwen. In Padbroek dient zich de kans aan om de gymzaal in een nieuwe MFA setting te integreren. Een financieel plaatje is daarvoor nog niet te geven. Bij de realisering van de Brede School Padbroek vormt een op/nabij de locatie gelegen voormalige vuilstort zowel een plannings- en als een algemeen financieel risico. Met de provincie is een traject gestart voor een oplossing en het verkrijgen van eventueel aanvullende financiële middelen. In het kader van het project “Frisse Scholen” heeft de inventarisatie - gebaseerd op het technische kader zoals door het ministerie aangegeven - laten zien, dat met de beschikbare de middelen slechts een 10 deel van de mogelijke maatregelen kan worden uitgevoerd. Op basis van maatschappelijke druk kan de gemeente zich uiteindelijk gedwongen zien verdergaande maatregelen te bekostigen. Hieruit zou een budgetvraag van € 1 miljoen + kunnen ontstaan. Er worden geen (onverantwoorde) risico’s genomen als slechts een deel van de maatregelen worden uitgevoerd. Voor de reserve en voorziening onderwijshuisvesting GIHP geldt de afspraak van een periodieke doorrekening. De eerstvolgende doorrekening is voorzien in 2011 behoudens bijzondere omstandigheden. In 2010 hebben wij verder geen risico gelopen. e. Integraal accommodatiebeleid De Beleidsrapportage van HC Consultants, onder de titel “Integraal Accommodatiebeleid” op 14 juli 2009 is in concept is aangeboden aan de commissie Burger. Deze is niet in de raad behandeld en vastgesteld. Afzonderlijk zijn wel een aantal projecten in uitvoering genomen. Daarvoor is deels via de Kadernota 2010 gegeven extra financiële ruimte benut. Het gaat om de vervanging van de kleeddouche- voorzieningen voor de voetbalverenigingen Vianen Vooruit, Hapse Boys en HBV Beers. Daarnaast zijn de nieuwbouw voor Scouting en de nieuwbouw voor Caboose apart besloten en in voorbereiding gegeven. Verder is de MFA “De Agaath” in St.Agatha in voorbereiding genomen. Ter dekking van dit project is € 1 miljoen provinciaal subsidie verkregen. Recentelijk heeft aanbesteding plaatsgevonden en eind 2011/begin 2012 zal dit gebouw gerealiseerd zijn. Open zijn nog de projecten rond de vernieuwing/vervanging van de gemeenschapsaccommodaties in de wijken de Valuwe en Padbroek. De vraag of er in Beers NB accommodatievernieuwing/verruiming aan de orde is, is nog open, evenals de oplossing van dit vraagstuk voor Katwijk NB. Ook moet nog beslist worden of de FAD zich in de huidige tijdelijke accommodatie definitief kan vestigen. Voorts wordt onderzocht of en op welke wijze “de Bungelaar” in Beers NB moet worden opgeknapt en geëxploiteerd.

116

Omdat van de provincie geen substantiële subsidies meer te verwachten zijn, is meerjarig in onze begroting geen c.q. onvoldoende dekking voor deze voorzieningen verzekerd. Het meerjarig onderhoud c.q. vervangingen voor de gymzalen is niet structureel in de voorziening gebouwenonderhoud opgenomen, hiervoor is jaarlijks ± € 50.000 benodigd. Tijdens de raadsbehandeling van de definitieve nota accommodatiebeleid zullen bedragen worden benoemd en vastgesteld. f. Toekomst schouwburg De gemeenteraad heeft 13 december 2010 besloten over te gaan tot zo spoedig mogelijke realisatie van een (ver)nieuwbouw schouwburg. Het project betreft de renovatie van het huidige schouwburgpand inclusief herontwikkeling van het aangrenzende (openbare) gebied. De maximale kosten zijn voor grondexploitatie € 806.000, voor bouwkosten € 18.000.000 en voor overige kosten € 1.720.000. Een totale eenmalige investering van € 20.526.000 (het betreft de raming zonder kapitaallasten, eigenaars- en overige jaarlasten en opbrengsten vanuit verhuur e.d.). In de meerjarenraming is voor de kapitaal- en exploitatielasten een stelpost opgenomen vanaf 2012 van € 500.000 oplopen tot € 1.250.000 in 2015. g. Risico stort Padbroek Uit de algemene discussie inzake de “Vitalisering” van de wijk Padbroek en vanwege milieukundige voorschriften rond de stort in die wijk volgt een (minimale) verplichting voor onze gemeente. De stort moet op vakkundige wijze definitief worden “gesealed”: afgedekt en van een leeflaag worden voorzien. Een uitgevoerde quickscan becijfert de kosten in een minimale variant op € 1,25 miljoen. De maximale variant beloopt een bedrag van € 3 miljoen. Dit heeft onder andere te maken met de dichtheid van het materiaal bij het afgraven. Deze kosten zijn in beginsel niet elders te verhalen. Mogelijk kan wel deels een subsidie worden verkregen. In dit geval is eerder uit te gaan van de minimale variant, omdat de huidige bovenlaag voor het grootste deel bestaat uit grondmateriaal. De kosten voor een volledige verwijdering zijn niet goed in te schatten. Verdergaand onderzoek is nodig om te komen tot een valide kostenraming en een variantenkeuze. h. Leerlingenvervoer In 2008 heeft op de schaal Land van Cuijk een Europese aanbesteding van het leerlingenvervoer plaatsgevonden en heeft gunning van het vervoer plaatsgevonden aan het projectbureau Taxihopper. De kosten voor het leerlingenvervoer vallen hoger uit dan geraamd. Er heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de aanbestedingsprocedure en de uitvoering van het leerlingenvervoer. Bestuurlijk is besloten om het contract niet te verlengen. Het projectbureau heeft echter nagelaten het contract met de vervoersbedrijven in zowel 2010 als 2011 op te zeggen. Momenteel wordt overwogen of het contract wordt verlengd met het projectbureau Taxihopper tot augustus 2012, of er een schadeclaim ingediend wordt bij het projectbureau of dat er opnieuw een Europese aanbesteding gaat plaatsvinden in samenwerking met 5 andere gemeenten. Het is niet aan te geven wat hiervan de financiële consequenties zijn. In 2011 is € 525.000 geraamd. i. Agrarische bedrijfsverplaatsing / woningbouw. In verband met de verplaatsing van het agrarisch bedrijf Beerseweg 14 te Haps zijn in een overeenkomst tussen ondernemer en de gemeente afspraken gemaakt over de ontwikkeling van vier bouwkavels. Daarbij is onder meer vastgelegd dat de gemeente bereid is de vier te ontwikkelen kavels onder bepaalde omstandigheden aan te kopen voor een bedrag ad. € 275.000 excl. btw per kavel. j. Gemeentelijk bouwgrondexploitatie (BGE) De BGE 2010 nieuwe stijl, versie mei 2010, met de daarbij behorende bijlagen is in de raadsvergadering van 1 juli 2010 vastgesteld.

117

Alle met het beleidsproduct bouwgrondexploitatie gepaard gaande risico’s zijn in de BGE 2010 geanalyseerd voor alle lopende projecten, alsmede voor de nog niet in exploitatie genomen projecten (NIEGG). Voor een nadere opsomming en analyse van die risico’s wordt kortheidshalve verwezen naar de BGE 2010. De risico’s voor grondexploitaties kunnen worden onderscheiden in voorzienbare c.q. exploitatierisico’s en onvoorzienbare c.q. algemene risico’s. Voorzienbare risico’s De voorzienbare risico’s worden door middel van actualisatie en herziening in de exploitatieopzetten verwerkt. Voor meer gedetailleerde informatie wordt kortheidshalve verwezen naar de BGE 2010. Onvoorzienbare risico’s Onvoorzienbare risico’s hangen samen met algemene conjuncturele exogene ontwikkelingen waardoor bijvoorbeeld gronduitgifte over de hele linie gaat stagneren. Voor de grondexploitatie gaat het hierbij om faseringsrisico’s, renterisico’s en prijsrisico’s. Maar ook kan hier worden genoemd het risico dat planuitkomsten verslechteren door bestuurlijke besluitvorming op gebieden als fasering, bouwprogramma’s, planindeling en planvoorzieningen. Een noodzakelijke voorwaarde voor het beheersen van risico’s, is de mogelijkheid de gevolgen van de risico’s te kwantificeren. Wij hanteren in dit kader reeds sinds 2007 het risicomodel van onze huisaccountant Ernst&Young. Dit model is gebaseerd op een drietal risicovariabelen, te weten: I.

Waarderingsrisico Hieronder wordt verstaan het risico dat aangekochte en/of deels ontwikkelde gronden ten behoeve van de woningbouw en bedrijventerreinen niet, of niet op het veronderstelde tijdstip, in exploitatie kunnen worden genomen (inkooprisico’s), dan wel dat deze gronden niet tegen de gecalculeerde waarde kunnen worden ingebracht in de grondexploitatie (inkoopprijsrisico).

II. Marktrisico Bedoeld wordt het risico dat door externe invloeden de gecalculeerde inkomsten en uitgaven niet worden gerealiseerd. Deze risico’s kunnen betrekking hebben op de onvoorziene kosten van de projecten (kostenrisico’s), de onvoorziene subsidies/bijdragen van andere overheden (subsidierisico’s) en de onvoorziene opbrengsten (afzet- c.q. volumerisico en verkoopprijsrisico). III. Organisatierisico Dat is het risico dat gecalculeerde uitgaven en inkomsten niet worden gerealiseerd, omdat onvoldoende organisatorische maatregelen zijn getroffen om voor de gemeente de meest optimale situatie te bereiken. Het model genereert een objectieve norm voor het aanhouden van een risicobuffer voor onvoorzienbare risico’s. Deze bufferruimte moet worden gezien als de minimaal aan te houden positie, een ondergrens dus. De reserve onvoorzienbare risico’s bouwgrondexploitatie dient als buffer c.q. weerstandsvermogen om de onvoorzienbare risico’s af te dekken van de grondexploitaties binnen de BGE. De basis voor het berekenen van het gewenste weerstandsvermogen wordt gevormd door het hiervoor vermelde en in de praktijk toegepaste risicoanalysemodel. Ultimo 2010 bedraagt de reserve onvoorzienbare risico’s bouwgrondexploitatie € 3,1 miljoen.

118

k. Prognose woningbouwprogramma in relatie tot uitkering gemeentefonds. Mocht de in het woningbouwprogramma opgenomen prognose van het aantal woningen geen werkelijkheid worden dan wordt op rekeningsbasis risico gelopen. Elke woning minder ten opzichte van de prognose betekent in de algemene uitkering een nadeel van circa € 316 per jaar. Dit geldt ook voor de aan de woningbouwprogramma gerelateerde prognose voor de groei van het Cuijkse inwonertal. Voor elke inwoner minder dan de prognose moet in het betreffende begrotingsjaar € 202 als negatief effect worden ingeboekt. Gezien de verslechterde economische situatie vormt dit een financieel risico, waarvan de omvang op dit moment niet in te schatten is. Risico’s voortvloeiend uit het beleid van een andere overheid a. Aangekondigde bezuinigingen Ten aanzien van het jeugdbeleid is 2011 het laatste jaar dat de brede doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin (BDU CJG en JGZ) wordt ontvangen. Naar alle waarschijnlijkheid zal het ministerie in de meicirculaire 2011 laten weten op welke manier dit vanaf 2012 wordt opgepakt. De provincie Noord-Brabant heeft besloten vanaf 2011 geen subsidie meer beschikbaar te stellen voor de uitvoering van Integraal Dorpsontwikkelingsplannen. Dit heeft financiële consequenties voor de uitvoering van de IDOP’s Beers NB, Katwijk NB en de nog te ontwikkelen IDOP Haps. Andere mogelijkheden van financiering moeten worden gezocht. b. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is nog in beweging. Het budget is, zonder overleg met de VNG gekort met € 166.985 voor het jaar 2011. Reden voor deze korting is de veronderstelde efficiencywinst voor gemeenten. Onduidelijk is waar deze winst te halen valt. De Kanteling van de Wmo kan wellicht mogelijkheden hiertoe bieden. In deze ‘andere aanpak’ is het namelijk de bedoeling dat bij individuele aanvragen niet slechts gekeken wordt naar de aanvraag zelf. Mensen worden meer gewezen op de eigen verantwoordelijkheden, mogelijkheden in de sociale omgeving en voorliggende voorzieningen. Dit vergt meer en anders werken door het ambtelijk apparaat. Hiermee is al een start gemaakt. 2011 zal moeten uitwijzen of deze handelwijze zich ook vertaalt in geringere financiële consequenties. Er moet echter anderzijds opgemerkt worden dat door vergrijzing het aantal aanvragen verder zal gaan stijgen waarbij bovendien deze aanvragen vaker een meer complex karakter zullen krijgen. De gunstige tarief-effecten van de eerste ronde aanbestedingen zijn voorbij. In 2007 hadden gemeenten forse kortingen bedongen op de voorheen geldende Awbz tarieven. De nog in de markt zijnde partijen offreren niet langer voor dergelijke tarieven. Daarbij heeft het wettelijk verbod op het inzetten van alpha-hulpen voor een opwaartse druk gezorgd. Tarieven zijn teruggekeerd rond het oude Awbz-niveau van 2007. De verwachting is dat ook bij nieuwe aanbestedingsronden hier geen voordeligere tarieven meer te behalen zijn. Hierboven is al gerefereerd aan de vergrijzing en het toenemen van het aantal (complexere) aanragen. Te verwachten is een verder stijging van de kosten op dit vlak, temeer daar het algemene beleid is om Awbz-zorg zoveel mogelijk uit te stellen. Dit betekent zoveel zorg via andere kanalen (mantelzorg, Wmo). Er worden voorzieningen uit de Awbz geschrapt. Een voorbeeld hiervan is de bezuiniging op de ondersteunende en begeleidende functie. Op dat moment is besloten om reeds aanwezige personen in de Parasol alsnog deze mogelijkheid te blijven bieden en dit te bekostigen met eigen middelen. Inmiddels is er echter nog maar 1 persoon die hiervan gebruikt maakt. Naar verwachting wordt de in 2013 de hele functie ondersteuning en begeleiding uit de Awbz geschrapt. De gemeente krijgt dan echter wel een compensatieplicht in het kader van de Wmo. Het gaat hier om een majeure operatie waardoor het huidige Wmo budget in één klap verdubbeld zou kunnen worden, met daaraan gekoppeld de bijbehorende werkzaamheden maar ook de risico’s die op dit moment niet in te schatten zijn.

119

c.  

  

d.    





Wet werk en bijstand (I-Deel) De inkomsten komen (niet-geoormerkte doeluitkering) van het Rijk. Het budget voor 2012 wordt pas ultimo 2011 voorlopig bekendgemaakt en ultimo 2012 (dus in wezen achteraf) definitief. Het budget voor 2011 wordt in het najaar van 2011 definitief vastgesteld. Begroot voor 2011 is op de voorlopige vaststelling van het budget voor 2011. Dit budget bedraagt € 3.566.475 en is een bedrag van € 339.473 lager als definitief budget 2010. Reden daarvan is de vermindering van het macrobudget n.a.v. lagere schattingen van de werkloosheid door het CPB. De kosten zijn afhankelijk van de ingediende aanvragen en verstrekte uitkeringen. Deze zijn zo goed mogelijk ingeschat, maar blijven onzeker. De verschraling van de voorliggende voorzieningen WW en WAO/WIA leidt tot een sneller en groter beroep op bijstand. Het risico voor de gemeenten is afgetopt op 10% (circa € 356.648). Hogere tekorten worden door het Rijk afgetopt, zij het onder voorwaarden. Indien veel gemeenten hierop een beroep doen, kan het zijn dat het Rijk claims geheel of gedeeltelijk moet afwijzen. Participatiebudget Dit is een samenvoeging van Inburgeringsgelden, Educatiemiddelen beroepsbevolking (WEB) en Re-integratiegeld WWB (W-deel). De samenstellende delen zijn nu reeds deels ontschot en per 2013 geheel. De inkomsten komen (via een geoormerkte doeluitkering) van het Rijk. Het budget voor 2012 wordt pas ultimo 2011 bekendgemaakt. De budgetten worden stapsgewijze ingrijpend gekort. Re-integratie: Bij ongewijzigd beleid is er al in 2011 maar ook in latere jaren sprake van een stevig beroep op eigen gemeentelijke middelen (zeker € 200.000). Alternatieve financieringsbronnen zijn vooralsnog niet voorhanden. Een heroverweging is in voorbereiding. Het participatiebudget bevat merendeels geen voor burgers afdwingbare afspraken (geen open-einde financiering). Inburgering: De inburgering wordt in 2014 afgerond (behoudens voor nieuwe burgers). Het risico op terugbetaling van het geoormerkt budget is afgedekt door storting in een voorziening en deels door verlegging van het risico naar de uitvoerder van de inburgeringstrajecten. Educatie: dit budget wordt het sterkst gekort. Gelijktijdig verdwijnt per 2013 de gedwongen inkoop bij het ROC. Onzeker is wat dit betekent voor de hoogte van de tarieven.

e. Algemene uitkering gemeentefonds De gemeentelijke inkomsten bestaan voor een groot gedeelte uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het is daarom van groot belang dat de gemeente tijdig een beeld heeft van de omvang van de uitkering. Jaarlijks informeert het rijk ons over de ontwikkelingen van het gemeentefonds via de circulaires. De fluctuaties in dit fonds hangen samen met macroeconomische ontwikkelingen en zijn door ons als gemeente niet te beïnvloeden. In april 2009 zijn er afspraken gemaakt over de gevolgen van de huidige economische situatie en het Beleidsaccoord hierover tussen de coalitiepartijen. Een belangrijk gevolg van deze afspraken is, dat de normeringsystematiek binnen de algemene uitkering ‘samen de trap op, samen de trap af’ tijdelijk buiten werking is gesteld. Verder heeft de verslechterde economische situatie eveneens zijn weerslag op de hoogte van de Algemene uitkering en vormt een groot extra financieel risico voor de komende jaren, met name de lange termijn (de periode 2012 en verder) is extreem slecht te voorspellen. Voorlopig zijn we uitgegaan van een korting van het Rijk op het gemeentefonds van € 286.000 voor 2012 en oplopend tot € 1.144.000 in 2015. Hiermee is in de meerjarenraming reeds rekening mee gehouden Via de meicirculaire 2011 zal er meer duidelijkheid ontstaan hoe het accres van het gemeentefonds zich verder ontwikkelt en in welke mate de aangekondigde bezuinigingen effect hebben op de hoogte van de algemene uitkering.

120

Daarnaast vormen de door het Rijk opgelegde / uitgelokte beleidsintensiveringen, waarbij geen of onvoldoende additionele financiële dekking wordt verstrekt, voor de gemeentebegroting onverminderd een risicofactor. Hierbij valt op dit moment te denken aan de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), invoering Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het decentraliseren van de Awbz, jeugdzorg en de regelingen voor uitkeringen en reintegratie voor de arbeidmarkt. Risico’s voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten of instanties a. Bezuinigingen professionele instellingen. In de kaderbrief 2011 is aangegeven dat grote professionele instellingen die door onze gemeente gesubsidieerd worden een taakstelling krijgen opgelegd van totaal 5%. Ook de gemeente Boxmeer en mogelijk andere gemeenten gaan bezuinigen op de subsidies aan het Kunsteducatiecentrum De Meander en de openbare bibliotheekvoorziening Biblioplus. Beide organisaties maken afspraken op grond van beleidgestuurde contractfinanciering met de vijf gemeenten in het Land van Cuijk en in de kop van Noord-Limburg. De voorgestelde bezuinigingen zullen in samenhang met de bestaande afspraken met de andere gemeenten afgewogen moeten worden. b. Samenwerking in het Land van Cuijk bij de uitgifte van bedrijventerreinen. Bij de vaststelling van het Bestemmingsplan Regionaal Bedrijvenpark Laarakker (RBL) in de raad van 15 juli 2009 heeft u kennis kunnen nemen van het ‘Exploitatieplan Regionaal bedrijvenpark Laarakker’, d.d. 7 juli 2009. Hierin wordt bevestigd dat de gemeente voor 50% aandeelhouder is en de aansprakelijkheid is beperkt tot de hoogte van het ingebrachte vermogen. Het risico voor de gemeente Cuijk is aldus beperkt tot het maximaal benodigd vermogen, in casu € 4,6 miljoen. Verder is er nog het risico dat de boekwaarde van de kosten die zijn gemaakt door de gemeente niet geheel ten laste van het RBL kan worden gebracht. De totale boekwaarde bedraagt ultimo 2010 ca. € 11,5 miljoen. In de eerste helft van 2011 zal voor ca. € 6 Miljoen aan gronden en bijkomende kosten worden vergoed door het RBL. In verband met bovenvermelde risico’s is een voorziening getroffen voor het RBL. D voorziening bedraagt: € 2 miljoen. c. Bestuursacademie Zuid-Nederland in liquidatie De wachtgeldverplichtingen lopen nog tot en met 2011. De kosten van deze verplichtingen kunnen naar verwachting volledig worden voldaan uit de bijdragen in de liquidatiekosten die door de gemeenten in 2002 zijn betaald. Onduidelijk is of nadien extra kosten in rekening worden gebracht bij de gemeenten. Dit vormt een financieel risico. d. Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) In 2010 is de ISD gevormd. Aanloopproblemen zijn overwonnen. In 2011 vindt verhuizing plaats naar de definitieve huisvesting. De hoogte van de huurprijs is nog niet bekend evenals de exploitatiekosten. Per 2012 worden uitvoeringskosten (overhead) van de ISD doorberekend aan de overige gemeenten. Vooralsnog wordt uitgegaan van een vast bedrag van € 28.000. Of dit toereikend is om alle lasten te dragen is op dit moment niet bekend. Tot 2012 worden salariskosten en huisvestingskosten van de tijdelijke huisvesting afzonderlijk berekend en doorbelast, maar niet de overige lasten.

121

Risico’s voortvloeiend uit het doen/nalaten van derden a. Inhuren personeel van derden In het recente verleden was het de taak van de aannemer en/of uitzendbureau te onderzoeken of van derden ingehuurd personeel bevoegd was om in Nederland te werken. Op grond van de Wet ketenaansprakelijkheid zijn de gemeente verplicht dit onderzoek thans zelf uit te voeren in het geval van inleen van personeel van derden. Een risico vormt de boete die de Arbeidsinspectie de gemeenten kan opleggen in het geval van een geconstateerde overtreding waarbij geen verhaal op de aannemer mogelijk is. c. Voorfinanciering kosten project Dommelsvoort en verwerving grond Conform de in 2006 met het Consortium JV Dommelsvoort vof afgesloten Ontwikkelings- en Realisatieovereenkomst worden diverse kosten voor de ontwikkeling van het project voorgefinancierd. Voor de voorfinanciering houdt onze gemeente een speciale projectadministratie bij. Het saldo van de voorfinancieringen bedraagt per ultimo 2009 in totaal ruim € 3.9 miljoen. Dit saldo zal in 2011 verder oplopen. Dit komt mede doordat in april 2008 is ingestemd met een verzoek van het consortium om voor de komende jaren een bedrag van € 1,4 miljoen voor te financieren voor het treffen van dassenmaatregelen. Per ultimo 2010 bedraagt de boekwaarde van het complex Dommelsvoort binnen het verzamelcomplex Verspreide percelen een bedrag van € 5.234.300,03. In de jaarrekening/jarverslag BGE is voor het complex Dommelsvoort, ter afdekking van mogelijke risico’s een (rekenkundige) voorziening opgenomen van € 1.700.000. d. Planschade Planschadeverzoeken vinden hun oorsprong in een planologische maatregel (zoals een bestemmingsplanherziening of een afwijking van het bestemmingsplan). Dat zijn besluiten van uw raad respectievelijk van ons college die het beleid van de gemeente raken. Op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening kan een verzoek om tegemoetkoming in planschade worden ingediend. De basis van zo’n verzoek is derhalve een planologische maatregel. Voor het indienen van dit verzoek geldt een verjaringstermijn van 5 jaar. Het aantal verzoeken om tegemoetkoming in planschade is niet bij benadering vast te stellen. Wie de kosten draagt is eveneens niet altijd duidelijk. Wegens de economische uitvoerbaarheid van een planologische maatregel wordt doorgaans bedongen, dat de initiatiefnemer de eventuele planschadevergoeding betaalt. Bij de meer grootschalige bestemmingsplanwijzigingen is dat minder aan de orde. Het is evenwel niet geheel uit te sluiten dat de gemeente wordt gedwongen om in specifieke gevallen toch planschade uit te keren. Risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente niet te beïnvloeden (autonome) ontwikkelingen a. Wet werk en bijstand (WWB I-deel) De eind 2008 voorziene stijging van uitkeringsaantallen heeft zich in 2009 (zij het later dan verwacht) voluit doen gelden. Thans (medio 2011) lijkt er van een economisch herstel sprake te zijn en stabiliseert het beroep op uitkeringen zich. Dit is conform eerdere inschattingen en we kunnen ervan uitgaan dat het in de kaderbrief 2012 geschetste beeld voldoende accuraat is. Zoals eerder in deze paragraaf aangegeven, is het risico voor onze gemeente afgetopt op circa € 356.648. b. Minimabeleid Het minimabeleid wordt geheel door de gemeente betaald. Op grond van door de gemeente zelf vastgestelde beleidskaders/beleidsregels is sprake van open-einde aanspraken van burgers. Door de crisis kan (bij gelijkblijvend voorzieningenpakket) sprake zijn van een overschrijding in 2011. De budgettaire vertaling van het voorzieningenpakket wordt op dit moment onderzocht. Er zullen voorstellen gemaakt worden om de kosten te kunnen reduceren.

122

2.5 Conclusies Een aantal risico’s waarmee onze gemeente wordt geconfronteerd is opgelost of afgedekt. Andere risico’s bestaan nog steeds en dienen derhalve kritisch gevolgd te worden. De financiële middelen (weerstandsvermogen per 31-12-2010 € 28.260.000) om deze risico’s op te kunnen vangen, zijn momenteel nog in voldoende mate aanwezig. Een en ander is overigens sterk afhankelijk van de definitieve besluitvorming rond een aantal ‘zware projecten’. Het voeren van consistent risicomanagementbeleid is / blijft absoluut noodzakelijk om de omvang van de weerstandscapaciteit zo beperkt mogelijk te houden. Risico’s dienen zo goed mogelijk en in een zo vroeg mogelijk stadium te worden gemonitord en financieel te worden afgedekt. Daarvoor dient de bedrijfsvoering voortdurend ‘in control’ te zijn.

123

124

PARAGRAAF 3

3.1

ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN

Algemeen

De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare ruimte. In die ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats op het gebied van wonen, werken en recreëren. Voor deze activiteiten bestaat de openbare ruimte uit een aantal kapitaalgoederen dat als volgt kan worden gerubriceerd: - Infrastructuur (wegen, water, riolering, kunstwerken); - Voorzieningen (groen, verlichting, sportfaciliteiten); - Gebouwen. Al deze kapitaalgoederen moeten onderhouden worden. Gezien de eindige duurzaamheid van die kapitaalgoederen is dat onderhoud een gemeentelijke activiteit die continu budgettaire middelen vergt. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen bij de begroting zijn de kaders gesteld voor het onderhoud van de materiële vaste activa (zoals schoolgebouwen, wegen, riolering etc.). In deze paragraaf wordt ingegaan op de realisatie van het vastgestelde beleid. De feitelijke totale omvang van de materiële activa, vastgesteld bij de jaarrekening 2010, bedraagt per 31 december 2010 € 55,8 miljoen. In 2010 hebben de totale uitgaven voor beheer en onderhoud met betrekking tot het openbare gebied € 2.968.000 (exclusief investeringen) bedragen. Geraamd was € 2.776.000. Daarnaast werd er in 2010 tot een totaalvolume van € 5.456.000 voor investeringen beschikbaar gesteld, waarvan ultimo 2010 € 1.075.000 was besteed. De volgende tabel laat zien hoe deze bedragen zijn opgebouwd.

Omschrijving Onderhoud wegen Beheerplan wegen Onderhoud straatmeubilair Onderhoud openbare verlichting Bebording en bewegwijzering Beheer en onderhoud watergangen Onderhoud/renovatie groenvoorzieningen/bomenbeheer Rioolbeheerplan Dagelijks beheer rioleringen Speelterreinen Gebouwen Onderwijshuisvesting Kraaijenbergse en Heeswijkse Plassen Onderhoud haven, loswal en passantenhaven Sportaccommodaties (binnen en buiten) Jeugdaccommodaties Monumenten Beeldentuin – toeristische/recreatieve projecten Onderhoud begraafplaats Onderhoud woonwagens Totaal

x € 1.000 exploitatie investeringen begroting rekening begroting rekening 875 899 1.237 243 495 37 28 30 63 67 272 15 63 65 25 0 35 25 767

895

256 52 258

265 42 258

237 9 111 4 3 7 6 2 2.776

282 31 91 3 1 6 8 0 2.968

635 902

0 244

21 126 428

2 138 331

11

11

1.304

54

5.456

1.075

3.2 Beschrijving per beheerplan Het kwantificeren dan wel in kaart brengen van de financiële/budgettaire risico’s van beheerplannen - mede ter bepaling van het adequate niveau van de daarvoor aan te houden voorzieningen - is een vereiste.

125

De beheerplannen omvatten conform het bepaalde in de gemeentelijke financiële verordening (ex. artikel 212 Gemeentewet) een periode van maximaal 4 jaar. Daarna volgt een grondige actualisatie en een hernieuwde vaststelling door de raad. De jaarlijkse uitvoering vindt plaats op basis van operationele jaarplannen. De afgelopen jaren zijn door de raad, vooral ter beperking van de risico’s op de middellange en langere termijn, diverse beheerplannen vastgesteld. Wij noemen in dit verband: Beheerplan Rationeel Rioolbeheer (VGRP) Rationeel Wegbeheer Rationeel Gebouwenbeheer Rationeel Groen- en Bomenbeheer Beheerplan Openbare Verlichting Groot onderhoud schoolgebouwen Bouwgrondexploitatie (BGE) Beheerplan Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas

Rbs Rbs Rbs Rbs Rbs Rbs Rbs Rbs

Vastgesteld 2009 2009 2008 2005 2005 2010 2010 2009

Cyclus 4 jaar 4 jaar 4 jaar 4 jaar 4 jaar 1 jaar 1 jaar 4 jaar

Herziening 2013 2013 2011 2011 2011 jaarlijks jaarlijks 2013

Aan het eind van elk jaar wordt volgens een bepaald patroon per beheerplan over de voortgang c.q. afloop gerapporteerd om een bestuurlijke toets achteraf mogelijk te maken. Bovendien wordt daarmee een extra bijsturingsmoment gecreëerd. De beheerplannen zullen vanaf de eerstvolgende herziening eveneens een meer gedetailleerde confrontatie tussen voor- en nacalculatie van de verschillende onderhoudsprojecten mogelijk moeten maken. Het beheerplan Bouwgrondexploitatie wordt in deze paragraaf niet behandeld. Verwezen wordt naar de wettelijke voorgeschreven paragraaf grondbeleid.

126

Specificatie per beheerplan Naam beheerplan Naam voorziening

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) Rationeel rioolbeheer

Jaar van raadsvaststelling Actualisatie voorzien in

2009 2013

Te onderhouden kapitaalgoederen: Rioleringsstelsel. Doel: De bescherming van de volksgezondheid, het waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving en de bescherming van bodem- grond- en oppervlaktewater zijn de gestelde doelen voor de komende periode. Operationele onderzoeks- en maatregelenplannen voor de komende twee jaar worden opgesteld. De kostendekking van het rioleringsbeheer wordt continu bewaakt. Zo nodig worden tariefaanpassingen rioolrechten voorgesteld en doorgevoerd. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Onderhouds- en reconstructiewerkzaamheden worden uitgevoerd volgens het beheerplan, uitgaande van optimalisatie van het onderhoudsniveau in relatie tot de beschikbare financiële middelen en in afstemming met de renovatiewerkzaamheden van het rioolbeheer. Financiële consequenties beleidsdoel: Volgens de berekeningen in het VGRP 2009-2012, is met het onderhoud en de vervanging van de riolering in deze periode ongeveer € 4,7miljoen gemoeid. De totale vervangingswaarde van de riolering is becijferd op € 76 miljoen exclusief btw, milieumaatregelen en eventuele verbeteringen. Genoemde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 2009. Naast de vervangingskosten van het rioolstelsel worden er ook kosten gemaakt voor operationele onderzoeken maatregelenplannen, zoals beheer van het stelsel, onderzoek naar het functioneren van het stelsel, aanleg van bergbezinkbassins en realisering van nieuwe milieumaatregelen. De in stand houdingskosten over de planperiode 2009 tot en met 2068 bedragen ongeveer € 65 miljoen (prijspeil 2009). Financiële consequenties in de jaarrekening: Vanuit het beleidstandpunt, dat de gemeentelijke beleidstaak rioleringen in financiële zin een gesloten systeem dient te zijn, vindt kostendekking geheel plaats door de heffing van rioolrechten (eigenaren en gebruikers). Alle kostenontwikkelingen op deze beleidstaak worden dan ook in de tarieven rioolrechten meegenomen (zie paragraaf lokale heffingen). Op 9 november 2009 is door de raad het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) Cuijk 2009 -2012 vastgesteld. Dit VGRP heeft gediend als basis om de voorziening te actualiseren en af te stemmen op de nieuwe voorschriften. Uit deze actualisatie bleek dat de voorziening per ultimo 2009 € 839.000 te hoog was. Dit overschot is vrijgevallen in het resultaat van de jaarrekening 2009. Na vrijval van dit bedrag bedroeg de stand van de voorziening per 1 januari 2010 € 2.067.000. Na afloop van 2010 bleek wederom dat de voorziening per ultimo 2010 te hoog was. Ten gunste van het rekeningsresultaat 2010 is € 955.000 vrijgevallen uit de voorziening waardoor de stand ultimo 2010 bedraagt € 1.297.000. Stand van zaken planuitvoering: Het reguliere (vaak periodieke) onderhoud, zoals het reinigen van de riolering, het schoonmaken van de kolken en het onderhoud aan drukrioleringspompen en gemalen verloopt volgens planning. De vervangingsinvesteringen lopen enigszins achter op het schema vanwege een onderbezetting op de afdeling Ruimtelijk Beheer en als gevolg van de afstemming met andere plannen. Te denken valt aan de realisering van de Maasboulevard, Cuijkse Canthelen en de revitalisering van de wijk “De Valuwe”. Ook de realisering van milieumaatregelen door aanleg van bergbezinkbassins is volgens schema uitgevoerd, met dien verstande dat het bergbezinkbassin in de Deken van den Ackerhof gelijktijdig zal worden aangelegd met de realisering van de plannen met betrekking tot de Maasoeverzone. In voorbereiding is inmiddels de relining van riolering in de Burg. Hultenstraat en omgeving te Haps, de reconstructie van de Zoetendaalstraat. Ook het uitdiepen van de Wiel in Beers, een uitvoeringsplan op grond van het waterplan, is inmiddels in uitvoering. Programma begrotingsjaar: Het onderhoudsprogramma wordt via een afzonderlijk voorstel aan de raad voorgelegd.

127

Naam beheerplan Naam voorziening

Rationeel wegbeheer Rationeel wegbeheer


2009 2013

Te onderhouden kapitaalgoederen: Alle bestaande wegverhardingen. Doel: Uitvoering onderhoudswerkzaamheden. Optimalisatie van het onderhoudsniveau in relatie tot de beschikbare financiële middelen. Wegwerken van het achterstallige onderhoud binnen de planperiode tot circa 5%. Afstemming met de renovatiewerkzaamheden van het rioolbeheer en diverse plannen in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): In de systematiek van rationeel wegbeheer worden alle werkzaamheden met betrekking tot het onderhoud/het in stand houden van de bestaande verharding opgenomen. Het beleidskader is verwerkt in de hiervoor genoemde doelstellingen en vastgelegd in de Nota Rationeel Wegbeheer Cuijk 2010-2015 te weten:  door jaarlijks nagenoeg gelijke investeringen streven naar een doelmatig onderhoud;  het gelijkmatig wegwerken van achterstallige onderhoudssituaties;  uitgaan van een minimum verantwoord wegbeheer (kwaliteitsniveau 6 – op een schaal van 1-10). Financiële consequenties beleidsdoel: Het Rationeel Wegbeheerplan Cuijk 2010-2015 is in november 2009 door de raad vastgesteld. De stand van de voorziening per ultimo 2010 bedraagt € 811.000. Financiële consequenties in de jaarrekening: In de rekening 2010 is conform begroting een bedrag van € 518.000 gestort in de voorziening. Ten laste van de voorziening is in totaal € 344.000 uitgegeven. Dit bedrag is als volgt samengesteld:  uitvoeringsprogramma wegbeheer 2007 € 19.000;  uitvoeringsprogramma wegbeheer 2008 € 106.000;  uitvoeringsprogramma wegbeheer 2009 € 182.000;  uitvoeringsprogramma wegbeheer 2010 € 37.000. Voor regulier onderhoud was in de exploitatie € 78.000 beschikbaar en werd werkelijk € 80.000 uitgegeven, voor calamiteitenonderhoud was € 280.000 beschikbaar en werd € 301.000 uitgegeven. Stand van zaken planuitvoering: Het geplande onderhoud over 2007 en 2008 is in zijn geheel uitgevoerd. De werkzaamheden van 2009 zijn deels uitgevoerd. De geplande werkzaamheden van 2010 zijn nog niet afgewerkt in verband met een nieuwe openbare aanbesteding die medio 2010 heeft plaatsgevonden. In het voorjaar 2011 worden deze werkzaamheden ter hand genomen. In 2010 is er veel aandacht uitgegaan naar het herstel van wegen als gevolg van vorstschade. Hiervoor is een extra budget beschikbaar gesteld van € 200.000. Deze werkzaamheden zijn in 2010 uitgevoerd. Programma begrotingsjaar: Globaal is in 2010, naast het herstel van vorstschade, in het totaal € 37.000 volgens het uitvoeringsprogramma aangewend voor het onderhoud van asfaltwegen en elementenverhardingen (gebaseerd op de nota Rationeel Wegbeheer Cuijk 20102015). Het onderhoudsprogramma wordt via een afzonderlijk voorstel aan de raad voorgelegd.

128


Rationeel gebouwenbeheer Rationeel gebouwenbeheer


2008 2011

Te onderhouden kapitaalgoederen: Gebouwen in eigendom bij de gemeente. Doel: Inzicht geven in de te verwachten onderhoudsuitgaven in de komende jaren, waarbij naar de meest optimale verhouding wordt gestreefd tussen het gewenste kwaliteitsniveau en de beschikbare financiële middelen. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Het beleid is gericht op instandhouding. Daarom is gekozen voor een onderhoudsniveau waarbij uitsluitend het technisch noodzakelijke onderhoud wordt uitgevoerd. (Grote) renovaties en esthetisch onderhoud zijn in de plannen dus niet voorzien. De meerjarenplanning is op 17 maart 2008 opnieuw vastgesteld voor de periode 2008 t/m 2011. Financiële consequenties beleidsdoel: Op basis van het Gebouwenbeheerplan wordt jaarlijks een bedrag toegevoegd aan de voorziening rationeel gebouwenbeheer. In 2010 € 258.000. Financiële consequenties in de jaarrekening: Het uitvoeringsprogramma 2010 was begroot op € 126.000. Hiervan is in 2010 € 138.000 uitgegeven. Met betrekking tot het onderhoud wordt een onderscheid gemaakt in de diverse onderhoudssoorten (dagelijkse klachten, cyclisch en groot onderhoud) teneinde de adequate omvang van de hieraan gerelateerde voorziening te kunnen toetsen. Voor het dagelijkse en klein onderhoud zijn afzonderlijke budgetten in de exploitatie opgenomen. Voor de groot onderhoudsprogramma’s worden jaarlijks door de raad kredieten beschikbaar gesteld. Deze kredieten worden ten laste van de voorziening rationeel gebouwenbeheer gebracht. De stand van de voorziening bedraagt per ultimo 2010 € 184.000. Stand van zaken planuitvoering: Het onderhoud in 2010 is grotendeels conform planning uitgevoerd. Met name zijn er onderhoudswerkzaamheden verricht aan molens in Cuijk en Haps. Voorts zijn er schilderwerkzaamheden verricht aan de overige gebouwen en is het periodiek onderhoud conform planning uitgevoerd Programma begrotingsjaar: Jaarlijks worden ondermeer de navolgende onderhoudswerkzaamheden aan de gemeentelijke gebouwen gepland: het buitenschilderwerk; de vervanging van technische installaties; het onderhoud aan daken en regenwaterafvoeren. Daarnaast worden bouwtechnische werkzaamheden verricht om de gebouwen in een adequate onderhoudstoestand te houden.

129


Rationeel groen- en bomenbeheer Niet van toepassing


2005 2011

Te onderhouden kapitaalgoederen: Plantsoenen, gazons, bermen, landschappelijke elementen en bomen. Doel: Regulier beheer, waaronder begrepen instandhouding en vervanging. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Er zijn twee typen zoneringen ingesteld: voor bodemsoort en voor onderhoudsintensiteit. Het onderhoud wordt onderscheiden naar extensief (voor buitengebied, bermen en oevers / 1x per jaar), normaal (binnen bebouwde kom / 3x per jaar) en intensief. Op basis van de oppervlakte van het groenbestand in onze gemeente wordt een eenheidsprijs per m2 bepaald voor het areaalaccres (gemiddeld openbaar groen). Er zijn door de raad criteria vastgesteld om de overlast van bomen te kunnen bepalen. In 2010 zal overgegaan worden tot het evalueren van deze criteria. Financiële consequenties beleidsdoel: Het beleidsplan kan (in principe) binnen de huidige financiële kaders uitgevoerd worden. Voor het groen en bomenbeheer is geen voorziening gevormd. Financiële consequenties in de jaarrekening: In de programmabegroting 2010 was een bedrag van € 662.000 (€ 573.000 voor groenbeheer en € 89.000 voor het bomenbeheer) opgenomen voor dagelijks onderhoud. In de loop van 2010 is het budget voor groenbeheer verhoogd tot € 678.000. In totaal was dus beschikbaar € 767.000. Uitgegeven werd € 895.000. Het Groen- en bomenbeheerplan is in de raad van 11 april 2005 vastgesteld. In het bedrag voor bomenbeheer is ook een budget opgenomen voor het kappen van overlast veroorzakende bomen. Stand van zaken planuitvoering: De onderhoudswerkzaamheden aan de plantsoenen en de laanbeplanting werden conform de planning uitgevoerd. Programma begrotingsjaar: Het onderhoud aan plantsoenen, gazons, bermen, landschappelijke elementen en bomen zijn conform het vigerende beleidsplan uitgevoerd. Naam beheerplan Naam voorziening

Openbare verlichting Groepsremplace openbare verlichting/schilderen lichtmasten


2005 2011

Te onderhouden kapitaalgoederen: Openbare verlichting. Doel: Beheer en onderhoud van de openbare verlichting binnen de gemeentegrenzen. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Het streven is erop gericht het energieverbruik verder terug te dringen door toepassing van energiezuinige lampen en armaturen. Tevens wordt gezorgd voor een (adequaat) verlichtingsniveau op alle openbare wegen en pleinen dat zoveel mogelijk beantwoordt aan de veiligheidseisen en veiligheidsbeleving. Bij de eerstvolgende herziening van het beheerplan moet meer concreet een uitspraak worden gedaan over de adequaatheid c.q. de kwaliteit van het verlichtingsniveau. Financiële consequenties beleidsdoel: Het beleidsplan kan binnen de huidige financiële kaders worden uitgevoerd. Financiële consequenties in de jaarrekening: Het beleidsplan Openbare Verlichting is door de raad op 31 januari 2005 vastgesteld. De hoogte van beide voorzieningen is afgestemd op de vastgestelde beheerplannen en daarom adequaat. De stand van de voorziening schilderwerk lichtmasten bedraagt per 31-12-2010 € 109.000 en van de voorziening groepsremplace openbare verlichting € 95.000. Stand van zaken planuitvoering: Het onderhoud aan de openbare verlichting werd conform de planning uitgevoerd. De onderhoudswerkzaamheden zijn in 2010 opnieuw aanbesteed. Het onderhoud dat voorheen door de Nettenbouw werd verricht moet thans uitgevoerd worden door ZIUT. Di heeft wel tot enige vertraging geleid. Inmiddels lopen de onderhoudswerkzaamheden weer volgens schema. Programma begrotingsjaar: De programma’s van het schilderwerk en groepsremplace zijn of worden op korte termijn volledig uitgevoerd.

130


Groot onderhoud schoolgebouwen Groot onderhoud schoolgebouwen


2010 jaarlijks

Te onderhouden kapitaalgoederen: Onderwijsgebouwen in eigendom (economisch dan wel juridisch) van de gemeente. Doel: Het permanent onderhouden van schoolgebouwen ten behoeve van het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. De uitvoering van investeringsplannen (uitbreiding en reconstructie) komen ten laste van de voor dit doel gevormde reserve gemeentelijk integraal huisvestingsplan (Gihp). Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Onderhoud vindt plaats op grond van concrete aanvragen van schoolbesturen en vanuit meerjarige onderhoudsplannen. Financiële consequenties beleidsdoel: Over de periode 2009 t/m 2015 is voor het onderhoud een bedrag benodigd van € 319.000. De stand bedroeg op 1 januari 2010 € 286.000 en is daarmede gelijk aan het vereiste niveau. Financiële consequenties in de jaarrekening: Jaarlijks wordt de stand van de voorziening geactualiseerd. Zo nodig wordt ten laste van de exploitatie bijgestort tot het vereiste niveau. Deze storting komt ten laste van de onderwijshuisvestingsbudgetten en wordt gedekt uit de reserve gemeentelijk integraal huisvestingsplan. Het groot onderhoudsplan 2009 is in 2010 door de raad vastgesteld. Stand van zaken planuitvoering: De onderhoudswerkzaamheden worden conform planning uitgevoerd. Programma begrotingsjaar: Het onderhoudsprogramma is gebaseerd op de van de scholen ontvangen onderhoudsplanningen.


Kraaijenbergse plassen en Heeswijkse plas Kraaijenbergse plassen / Heeswijkse plas


2009 2013

Te onderhouden kapitaalgoederen: Kraaijenbergse plassen en Heeswijkse plas Doel: Het plegen van periodiek onderhoud aan oeverstroken, aan de op de oevers getroffen voorzieningen en aan de aanwezige beplanting. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Het streefbeeld - een betere ecologische samenhang tussen de noordoever van de Kraaijenbergse plassen en de Maasdijk / Maasuiterwaarden en een versterking van de ecologische verbinding met landgoed Tongelaar tussen Gassel en Beers - is bepalend voor het uit te voeren onderhoud. Het streven is gericht op een verdere ontwikkeling van de recreatieve functie van de plassen 1 t/m 4, 7 en 8 en een natuurfunctie voor plas 5 en de zuidwestoevers van plas 7. Voorts worden alternatieve beheermogelijkheden overwogen om kostenbesparingen te kunnen realiseren. Het beheer en het onderhoud gebeurt conform het Beheerplan Kraaijenbergse plassen en Heeswijkse plas 2009-2019. Financiële consequenties beleidsdoel: Alle kosten die verband houden met het beheer van de Kraaijenbergse plassen (onderhoud aan bomen, beplantingen, hakhoutwallen, oevervegetatie, gras, verhardingen, oevers, aanlegsteigers, toiletunits, terreinmeubilair en opruimen zwerfafval) worden gedekt uit de opbrengsten uit de zandwinning in de Kraaijenbergse plassen. Financiële consequenties in de jaarrekening: Tot en met 2009 werden alle kosten (inclusief onderhoud) van de Kraaijenbergse plassen gedekt uit de ontzandingopbrengsten. Voor zover deze opbrengsten niet toereikend waren werden de reserves groot onderhoud Kraaijenbergse plassen en de bestemmingsreserve Kraaijenbergse plassen ingezet. Alle exploitatielasten van de Heeswijkse plas kwamen ten laste van de bestemmingsreserve Heeswijkse plas. In het kader van de beleidsnotitie Reserves en voorzieningen gemeente Cuijk zijn genoemde reserves per ultimo 2009 opgeheven en toegevoegd aan de algemene reserve. Tot en met 2012 worden eventuele exploitatietekorten van beide plassen ten laste van de algemene reserve gebracht. Na beëindiging van de ontzandingwerkzaamheden vanaf 2013 worden de, op basis van het beheerplan berekende exploitatielasten van de plassen, jaarlijks in de begroting opgenomen. Stand van zaken planuitvoering: Het onderhoud aan de Kraaijenbergse plassen en de Heeswijkse plas is conform planning uitgevoerd. Programma begrotingsjaar: Het ecologisch beheer van dit gebied wordt volgens het beleidsplan uitgevoerd. Met de uitbreiding van het plassengebied neemt o.a. het jaarlijks onderhoud evenredig toe.

3.3

Conclusie

De meeste beheerplannen zijn of worden op korte termijn geactualiseerd. In algemene zin is er sprake van een beheersmatige onderhoudsaanpak van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Deze aanpak waarborgt doorgaans een adequate staat van onderhoud.

131

132

PARAGRAAF 4

4.1

FINANCIERING

Algemeen

De Wet Financiering decentrale overheden (Fido) stelt een treasuryparagraaf voor decentrale overheidslichamen verplicht. Deze treasuryparagraaf is geïntegreerd in de op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht voorgeschreven ‘financieringsparagraaf’. Deze financieringsparagraaf is zowel voor de begroting als voor de jaarrekening, in samenhang met het treasurystatuut, een belangrijk instrument voor het transparant maken, het sturen, het beheersen en het controleren van de financieringsfunctie. Doelstelling treasuryfunctie De treasuryfunctie van onze gemeente dient tot:  Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;  Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals rente-, koersen liquiditeitsrisico’s;  Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;  Het optimaliseren van renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut. Uitgangspunten risicobeheer Voor risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:  De gemeente mag leningen of garanties uitsluitend uit hoofde van de “publieke taak” verstrekken. Het gemeentebestuur bepaalt de publieke taak en wint vooraf schriftelijk advies in van de treasurer over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij.  De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van het treasurystatuut.  Het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s. De risico’s die gelopen worden bij de uitvoering van de treasuryfunctie binnen onze gemeente bestaan voornamelijk uit renterisico’s. Om deze risico’s te beperken is er wettelijk o.a. een kasgeldlimiet en een renterisiconorm ingevoerd. 4.2

In- en externe ontwikkelingen

a. Toekomstige financieringsbehoefte In het treasurystatuut is opgenomen, dat de gemeente naast de meerjaren-liquiditeitenbegroting tevens een korte termijn liquiditeitenplanning opzet. Hierin zijn de toekomstige inkomsten en uitgaven van de gehele organisatie gepland. Dit geschiedt ter verkleining van het intern liquiditeitsrisico. Dit is het risico dat de organisatie onvoorzien met tekorten aan liquide middelen of overschotten van liquide middelen wordt geconfronteerd. In beide gevallen kan dit budgettaire gevolgen hebben. Tot dusver is volstaan met een meerjarenplanning voor het onderdeel investeringen van de algemene dienst. In de loop van 2009 is een start gemaakt met een meerjarenplanning voor de bouwgrondexploitatie. Zolang nog geen definitieve grip op het investeringsstuwmeer is verkregen, blijft het moeilijk een adequate investeringsplanning op te zetten. Pas daarna kan een begin worden gemaakt met een korte termijn liquiditeitenplanning.

133

b. Stuwmeer slepende investeringen Naar aanleiding van het grote stuwmeer aan investeringen in voorgaande jaren werden zowel ambtelijk als bestuurlijk afspraken gemaakt over de aanpak en afbouw van het investeringsvolume. Om een beter beeld te krijgen van de nog onderhanden zijnde kapitaalwerken is onder meer de interne richtlijn ingevoerd dat investeringen ouder dan twee jaar in beginsel worden afgevoerd. Jaarlijks worden daartoe de investeringen, na het opmaken van de jaarrekening, beoordeeld op de noodzaak tot handhaving. De (restant) investeringen die kunnen vervallen worden vervolgens door middel van een begrotingswijziging afgeraamd. Na het opmaken van de jaarrekening bedraagt het saldo van de restantkredieten nog € 19.606.000. Dit saldo schuift vooralsnog door naar 2011. In onderstaand overzicht is per programma het totaal van de restantkredieten ultimo 2010 opgenomen. Programma 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Totaal

Omschrijving Bestuur Veiligheid en handhaving Verkeer en vervoer Lokale economie Onderwijs en kinderopvang Cultuur, recreatie en sport Werk, inkomen en zorg Volksgezondheid en milieu Bouwen en wonen Financiering en algemene dekkingsmiddelen (incl. kostenplaatsen)

Restant krediet ultimo 2010 (x € 1.000) 79 148 3.966 5.486 236 2.186 4.245 1.973 210 1.077 19.606

Een voorstel voor het aframen van een deel van deze restantkredieten zal in het voorjaar 2011 aan de raad worden voorgelegd. c.

Rentevisie en economisch beeld

Rentevisie De overheid moest in de voorgaande jaren veelvuldig ingrijpen en met forse kapitaalinjecties met name de noodlijdende bankensector overeind houden. Teneinde investeringen en daarmee economische activiteit zoveel als mogelijk te stimuleren, daalden rentes tot historische laagten: het belangrijkste rentetarief van de Europese Centrale Bank (ECB), de ‘ReFi’-rente (herfinancieringsrente), heeft een continue stapsgewijze daling laten zien van 4,25% vanaf juli 2008 naar het niveau van 1,0%, waarop deze rente al staat sinds mei 2009. De BNG verwacht dat de ECB het monetaire beleid geleidelijk zal gaan verkrappen. De herfinancieringsrente zal naar verwachting tweemaal met 0,25% worden verhoogd naar 1,5 % aan het einde van dit jaar. De lange rentetarieven lopen naar verwachting nog wat op. Nadat de lange rentetarieven in 2010 aanvankelijk nog daalden, was vanaf september 2010 sprake van een stijging van de lange rente. Ook in de eerste 3 maanden van 2011 is sprake van een lichte stijging tot 3,45% per 25 maart 2011. De gemeente hanteert een rentepercentage van 5,5% voor investeringen. Voor een eventueel financieringstekort dat onder de kasgeldlimiet valt, kan een rentepercentage worden gehanteerd dat op de geldmarkt geldt. Economisch beeld (bron: BNG) De onzekere externe politieke ontwikkelingen hebben het vertrouwen in de economie in de eurozone nog niet merkbaar aangetast. In Frankrijk en Nederland nam het ondernemersvertrouwen in maart 2011 toe, in Duitsland bleef het vertrouwen in het bedrijfsleven in dezelfde maand vrijwel stabiel. Ook de voorlopige inkoopmanagersindices van maart 2011

134

duiden vooralsnog op aanhoudende groei van de bedrijvigheid in zowel de industrie als de dienstensector. De arbeidsmarkt in ons land trekt aan. In het vierde kwartaal van 2010 lag het aantal banen voor het eerst sinds het begin van 2009 weer hoger dan een jaar geleden. Er kwamen 34.000 banen bij. Vooral in de zakelijke dienstverlening nam de werkgelegenheid flink toe, gevolgd door de handel en de gezondheids- en welzijnszorg. Onder invloed van het herstel van de werkgelegenheid zien we de consumptie geleidelijk aantrekken. De expansie van de wereldeconomie zal in 2011 naar verwachting wat terugvallen naar iets meer dan 4,0 %. De opkomende landen groeien sterk. Het herstel van de bedrijvigheid in de westerse landen blijft gematigd. In de Verenigde Staten groeit de bedrijvigheid in 2011 met ca. 2,6 % tegen 2,9 % in 2010. De consumptie groeit wat sterker, mede dankzij een toename van de werkgelegenheid. Ook de bedrijfsinvesteringen trekken wat aan. De woningbouw blijft naar verwachting zwak. De inflatie loopt op van 1,6 % in 2010 naar 1,9 % in 2011. Het bbp van de eurozone groeit in 2011 met 1,6 %, 0,1 %-punt minder dan in 2010. De economische groei wordt meer dan vorig jaar gedreven door de consumptie en de investeringen. De uitvoergroei vlakt af. De inflatie loopt op van 1,6 % in 2010 naar 2,3 % in 2011 onder invloed van oplopende energie- en grondstoffenprijzen. Als gevolg van een gematigde loonontwikkeling blijft de kerninflatie naar onze inschatting laag. 4.3

Kasgeldlimiet

De netto vlottende schuld dient conform de Wet Fido te worden getoetst aan de kasgeldlimiet. Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de netto vlottende schuld wordt de omvang van de jaarbegroting op 1 januari aangehouden. De kasgeldlimiet wordt berekend op basis van een per ministeriële regeling vastgesteld percentage van de jaarbegroting, thans vastgesteld op 8,5 %. De kasgeldlimiet is gebaseerd op de omvang van de exploitatie van het dienstjaar. Voor 2010 bedroeg deze € 69.170.000. De kasgeldlimiet bedroeg dus van 8,5 % hiervan ofwel € 5.879.000. Boven deze norm moet worden overgegaan tot consolidatie (omzetting van kasgeldleningen in vaste geldleningen). In 2010 is het verloop van de kasgeldlimiet als volgt geweest: Kasgeldimiet (bedragen x € 1.000) Vlottende schuld (a) Maand 1 Maand 2 Maand 3 Vlottende middelen (b) Maand 1 Maand 2 Maand 3 Saldo ( b-a) Maand 1 Maand 2 Maand 3 Gemiddeld saldo Kasgeldlimiet Ruimte t.o.v. limiet Overschrijding t.o.v. limiet Totaal begrotingsbedrag Percentage conform Wet Fido Kasgeldlimiet

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

794 1.950 0

455 1.900 402

1.690 0 0

0 0 0

0 0 492

0 0 0

0 1.217 7.331

- 5.318 - 6.366 - 4.513

794 1.950 - 492

455 1.900 402

1.690 - 1.217 - 7.331

- 5.318 - 6.366 - 4.513

751 5.879 5.129

919 5.879 4.960

- 2.286 5.879 8.165

- 5.399 5.879 11.278

69.170 8,5% 5.879

Conclusie: In 2010 is de kasgeldlimiet niet overschreden.

135

4.4 Renterisiconorm Met behulp van de renterisiconorm wordt bepaald welk renterisico de gemeente loopt op haar vaste schuld (leningen met een looptijd van langer dan één jaar). De renterisiconorm is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Dat wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Hierbij is een minimumbedrag bepaald van € 2,5 miljoen. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen, dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten. Renterisiconorm 2010 (bedragen x € 1.000) 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 1c Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 2 Aflossingen 3 Renterisico ( 1c + 2) Renterisiconorm

4 5

Begroting 2010 0 0 0 1.017 1.017

Realisatie 2010 0 0 0 1.018 1.018

Begrotingstotaal 1 januari Het per ministeriële regeling vastgestelde % Renterisiconorm Toets Renterisiconorm

69.000 20 13.800

69.000 20 13.800

Renterisiconorm (minimum van € 2.500.000) Renterisico Ruimte (+) / Overschrijding (-) (4-3)

13.800 1.017 + 12.783

13.800 1.018 + 12.782

Conclusie: Het renterisico op de vaste schuld is gedurende 2010 ruim onder de renterisiconorm gebleven. 4.5 Koersrisicobeheer Het doel van koersrisicobeheer is het beheersen van de risico's die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. In 2010 is geen koersrisico gelopen. 4.6 Financiering In a. b. c. d. e. f.

de gemeentelijke financieringsbehoefte wordt als volgt voorzien: Financiering met vaste geldleningen; Financiering met eigen reserves en voorzieningen; In rekening courant met huisbankier; Dag- en kasgeldleningen (tijdelijk tekort aan liquide middelen); Rekening courant en deposito’s (tijdelijk overschot aan liquide middelen); Overige uitzettingen.

a. Financiering met vaste geldleningen De leningenportefeuille bestaat uit een viertal vaste geldleningen met een restantschuld op 31 december 2010 van € 17.557.020 en een gemiddeld rentepercentage van 4,69 %. Verder is een geldlening in portefeuille met een restantschuld op 31 december 2010 van € 1.310.157. Deze geldlening is doorverstrekt aan Woonmaatschappij Mooiland Maasland.

136

b. Financiering met reserves en voorzieningen Op 2 juli 2009 heeft de raad de “Beleidsnotitie Reserves en Voorzieningen Gemeente Cuijk 2009” vastgesteld. De voornaamste besluiten van deze notitie zijn:  Met ingang van 2010 wordt geen bespaarde rente meer berekend en bijgeschreven op de reserves.  Een aantal bestemmingsreserves w.o. Kraaijenbergse Plassen is vervallen of is toegevoegd aan de Algemene Reserve.  De reserve Structuurversterking en de Exploitatiereserve zijn opgeheven en toegevoegd aan de Algemene Reserve. Er resteert nog slechts één Algemene reserve waarvan € 5 miljoen als weerstandsvermogen achter de hand wordt gehouden en € 2.5 miljoen bestemd is om investeringen ineens te dekken.  De reserve Gemeentelijk Integraal Huisvestingsplan onderwijs is voor de komende 25 jaar op peil gebracht.  Alle voorzieningen voor de bouwgrondexploitatie zijn per ultimo 2008 getroffen en de reserve onvoorziene risico’s is op niveau gebracht. Het verloop van de reserves en voorzieningen geeft over 2010 onderstaand beeld te zien. Soort reserve/voorziening (bedragen x € 1.000) Algemene reserve Resultaat jaarrekening 2009 Resultaat jaarrekening 2010 Bestemmingsreserves algemeen Bestemmingsreserves bouwgrondexploitatie Totaal reserves Voorzieningen risico’s algemeen Voorzieningen i.v.m. gelijkmatige verdeling lasten Totaal voorzieningen Totaal reserves en voorzieningen

Saldo begin 2010 21.825 2.477 0 16.968 5.085 46.355

Saldo eind 2010 19.237 0 -/- 1.016 18.378 3.114 39.713

2.022 3.767 5.789

2.179 3.276 5.455

52.144

45.168

Op grond van de voorschriften worden de voorzieningen verband houdend met dubieuze debiteuren en de voorzieningen getroffen voor verliezen op complexen van de bouwgrondexploitatie in mindering gebracht op de betreffende balansrekeningen c.q. complexen en niet meer afzonderlijk als voorziening gepresenteerd. De afschrijving van een aantal investeringen geschiedt op grond van het Besluit begroting en verantwoording of op grond van de Financiële verordening Cuijk 2003 ineens ten laste van de exploitatie. Conform bestaand beleid worden deze afschrijvingen ineens gedekt uit (bestemmings-)reserves. Van een aantal investeringen die nog niet (volledig) zijn uitgevoerd en dus ook niet zijn afgeschreven dient in 2011 de afschrijving nog volledig ten laste van de reserves te worden gebracht. In onderstaand overzicht zijn de in 2011 nog te verwachten mutaties opgenomen. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de effecten op de reserves en voorzieningen van de af te ramen investeringen. Nog aan te wenden na 2010 (x € 1.000) 2.817 106 14 2.937

Reserve Algemene reserve Reserve toekomstig onderhoud N 610 Reserve kunstaankopen Totaal

137

c. Rekening courant Met de huisbankier Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag is in 2010 een nieuwe financieringsovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst is een kredietarrangement opgenomen waarin o.a. de kredietlimiet in rekening courant is vastgesteld op € 5,5 miljoen. Tevens zijn basisafspraken vastgelegd over de te ontvangen respectievelijk te betalen rente en de daarbij behorende tarieven. Verder wordt een rekening courantrekening zonder krediet aangehouden bij de Rabobank en de ING Bank. d. Dag- en kasgeldleningen Bij een (tijdelijk) tekort aan liquide middelen (boven de rekening courantlimiet) wordt hierin voorzien door het aantrekken van dagen/of kasgeld. De voorwaarden waaronder dit gebeurt zijn in het treasurystatuut beschreven. Gelet op de liquiditeitspositie behoefde in 2010 geen dagen kasgeld te worden opgenomen. e. Rekening courant en deposito’s Het overschot aan liquide middelen werd deels in rekening courant aangehouden voor het dagelijkse betalingsverkeer en de overtollige middelen werden belegd in deposito’s bij instellingen met een triple A-rating. Na het medio 2009 bekend worden van de effecten van de IJslandaffaire is de rente op deposito’s tot nagenoeg nihil gedaald. Vanaf dat moment is het overschot aan liquide middelen uitsluitend in rekening courant aangehouden. f.

Overige uitzettingen

1. Vastrentende uitzettingen In de tabel onder punt 4.7 wordt een overzicht gegeven van de verstrekte geldleningen gerangschikt naar risicogroep. 2. BNG APPA Fonds In afwachting van het op termijn onderbrengen van een eigen wettelijke pensioenregeling voor politieke ambtsdragers binnen het ABP moeten gemeenten het lang leven risico in eigen beheer uitvoeren en beheren. Om het rendement op de gereserveerde middelen te optimaliseren en de middelen tijdig liquide beschikbaar te hebben is het gewenst deze middelen te beleggen. Hiertoe is door de Bank Nederlandse Gemeenten een speciaal fonds opgericht, het BNG APPA Fonds. De middelen van de pensioenvoorziening voor de wethouders zijn in dit Fidoproof fonds belegd. Op 31 december 2010 was € 1.326.718 ingelegd in het fonds. De marktwaarde bedroeg op dat moment € 1.540.610. Deze waarde kan fluctueren doch kan nooit lager zijn dan het ingelegde bedrag. 4.7 Kredietrisico verstrekte leningen In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de kredietrisico’s op het gebied van de verstrekte geldleningen (gerangschikt naar risicogroep): Omschrijving Woningcorporaties: Overige verstrekte langlopende geldleningen: Geldlening i.v.m. transacties bouwgrondexploitatie Brandweer Land van Cuijk Enexis Diverse instellingen en verenigingen

Zekerheid Waarborg WSW Geen Hypotheek Gemeenschappelijke Regeling Aandeelhouder Geen/verrekening subsidie

Totaal

138

Restantschuld 31-12-2010 1.314.635 287.757

Voorzienbare waardedaling in % 0% 0%

197.960

0%

481.456 278.715

0% 0%

407.980 2.968.503

0% 0%

4.8 Financiering In deze tabel is een overzicht gegeven van de financieringsposities per ultimo 2009 en 2010. Bedragen x € 1.000 Te financieren Boekwaarde vaste activa Investeringen nog uit te voeren na dienstjaar Totaal te financieren Financieringsmiddelen Opgenomen geldleningen Reserves Voorzieningen Voorzieningen in mindering op balansrekeningen Resultaat jaarrekening 2009 Resultaat jaarrekening 2010 Totaal financieringsmiddelen

Ultimo 2009

Ultimo 2010

56.826 18.444 75.270

59.386 19.606 78.992

19.885 43.877 5.789 24.879 2.478 0 96.908

18.867 40.729 5.455 36.969 0 -/- 1.016 101.004

Financieringsoverschot

21.638

22.012

Boekwaarde bouwgrondexploitatie

19.039

14.168

Op de boekwaarde van de bouwgrondexploitatie zijn de getroffen voorzieningen nog niet in mindering gebracht. Bouwgrondexploitatie Bij de berekening van de financieringspositie wordt de boekwaarde van de bouwgrondexploitatie buiten beschouwing gelaten. Financieringsmiddelen Ten behoeve van de financiering van de investeringen behoefde in 2010 geen vaste financieringsmiddelen te worden aangetrokken. De investeringen zijn gefinancierd uit de nog beschikbare liquide middelen en uit de autonome liquiditeitengroei. 4.9

Rentekosten en - opbrengsten

Onderdeel van de in juli 2009 vastgestelde “Beleidsnotitie Reserves en Voorzieningen gemeente Cuijk 2009” is het afschaffen van de berekening van bespaarde rente over reserves. Tegelijkertijd is besloten om de van de bouwgrondexploitatie te ontvangen rente over de boekwaarde niet meer te storten in de rentereserve van de bouwgrondexploitatie maar ten gunste te lasten komen van de exploitatie en een deel daarvan vervolgens toe te voegen aan de algemene reserve van de algemene dienst. Systematiek renteomslag Aan de activa wordt als volgt rente toegerekend:  Middels een vast percentage van 6% van de (maandelijkse) boekwaarde voor investeringen van vóór 1 januari 2004;  Middels een vast percentage van 5,5% van de (maandelijkse) boekwaarde voor investeringen van na 1 januari 2004;  Middels een uitzonderingspercentage voor een aantal specifieke investeringen. De op bovenstaande wijze berekende totale omslagrente wordt geconfronteerd met de daadwerkelijke rente ( = verschuldigde rente over gesloten geldleningen). Omdat de werkelijke rente lager is dan de volgens de gekozen methodiek berekende omslagrente, ontstaat hierdoor een rente overschot in de exploitatie. In de volgende tabel is de berekening van dit overschot opgenomen:

139

Bedragen x € 1.000 Rente te berekenen over de boekwaarde volgens renteomslag Rente verschuldigd over gesloten geldleningen Renteoverschot

Begroting 2010 3.721

Begroting 2010 na wijzigingen 3.874

Realisatie 2010 3.495

- 895 2.826

- 1.089 2.785

- 941 2.554

Tengevolge van het achterblijven van de boekwaarde in de jaarrekening ten opzichte van de begroting wegens nog onderhanden zijnde investeringen, kon in werkelijkheid minder rente worden omgeslagen. Het renteoverschot is hierdoor € 231.000 lager dan was begroot (na wijzigingen). Bouwgrondexploitatie Door de bouwgrondexploitatie wordt over de netto boekwaarde per 1 januari van het dienstjaar een rente vergoed van 6 %. Een vergelijking van de begrote en werkelijke rente over de boekwaarde van de bouwgrondexploitatie geeft over 2010 het volgende beeld: Bedragen x € 1.000 Boekwaarde per 1 januari 2010 Rente 6 %

Begroting 2010 15.500 930

Begroting 2010 na wijzigingen 415

Realisatie 2010 6.782 419

Als gevolg van het naar achteren schuiven van investeringen is de werkelijke boekwaarde lager dan begroot. Hierdoor is ook de rentevergoeding lager uitgevallen dan in de primaire begroting 2010 verwacht werd.

140

PARAGRAAF 5

BEDRIJFSVOERING

5.1 Algemeen kader Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer (waaronder de administratieve organisatie en de interne controle) en huisvesting. Bedrijfsvoering is van belang voor het verwezenlijken van de taken van gemeente. De paragraaf bedrijfsvoering geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering, zulks met het oog op het uitvoeren van de programma’s in de begroting en met het oog op de continuïteit van de gemeente. 5.2 Wettelijk kader voor de bedrijfsvoering Het beleid betreffende de bedrijfsvoering van een gemeente, valt in zijn algemeenheid terug te vinden in:  artikel 212 Gemeentewet en de daaruit voortvloeiende financiële verordening;  artikel 213 Gemeentewet en de daaruit voortvloeiende controleverordening;  artikel 213a Gemeentewet en de daaruit voortvloeiende verordening onderzoeken doelmatigheid- en doeltreffendheid;  artikel 160 Gemeentewet en het op basis daarvan te nemen organisatiebesluit. Onze gemeente kent daarnaast nog een aantal andere specifieke bedrijfsvoeringkaders:  de nieuwe organisatiestructuur vanaf 1 juli 2009 in het kader van de zogeheten doorontwikkeling;  een samenhangend stelsel van integriteitregelingen;  een managementmissie. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) stelt minimale eisen aan de verplicht op te nemen paragraaf bedrijfsvoering. Er dient ‘slechts’ inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van bedrijfsvoering te worden gegeven. In deze paragraaf bedrijfsvoering zal het beleid op de uiteenlopende middelenonderdelen worden toegelicht. Voorts wordt opgemerkt, dat in het Collegeprogramma 2010–2014 eveneens diverse onderwerpen zijn genoemd, die de gemeentelijke bedrijfsvoering regarderen. 5.3 1

Bedrijfsvoering Personeel

a. Algemeen Het traject Doorontwikkeling van de organisatie heeft ertoe geleid, dat er in 2009 een nieuwe organisatiestructuur is ingevoerd en inmiddels hebben alle medewerkers hun plekje daarin gevonden. Het traject is daarmee echter niet afgerond. Er is in 2010 verder gewerkt aan een verandering van de cultuur en een verbetering van de kwaliteit in de organisatie. In het financiële meerjarenperspectief is aangekondigd dat er bezuinigd moet worden op de personele lasten. Voor de medewerk(st)ers in onze organisatie zijn het onrustige en drukke tijden, zeker in combinatie met een snelle opeenvolging van wetswijzigingen en andere landelijke ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het Klantcontactcentrum (KCC) en de intergemeentelijke samenwerking die op diverse deelterreinen wordt nagestreefd. Ingaande 2010 is de intergemeentelijke sociale dienst (ISD) Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert van start gegaan.

141

b. Personele formatie en bezetting In het voorjaar van 2010 is veel aandacht besteed aan het formatiebeheer. De formatie, tijdelijk en structureel tezamen, is per 1 april 2010 formeel vastgesteld op 186,25 fte. De werkelijke bezetting bedroeg 174,23 fte. Dit betekent dat er op dat moment sprake was van een vacatureruimte van ca. 12 fte. Op 31 december 2010 bedroeg de bezetting 180,58 fte. Behoudens de op dat moment openstaande vacatures is de voor 2010 opgelegde bezuinigingstaakstelling van € 100.000 in ruimschoots gehaald (€ 121.000). c. Ziekteverzuimbeleid De werkdruk in onze organisatie is in 2010 ervaren als hoog tot zeer hoog. Steeds vaker brachten medewerk(st)ers een bezoek aan de bedrijfsarts met arbeidsgerelateerde klachten. Een punt van zorg en daarmee dus een punt van aandacht. Op individueel niveau is daar in 2010 bijzondere aandacht aan besteed. Het totale verzuim is in 2010 ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van 2009, ondanks de toename van werkgerelateerd verzuim. In het totale verzuim is het aandeel verzuim door langdurige klachten afgenomen. Jaar 2007 2008 2009 2010 d.

Verzuimpercentage 4,1% 5,4% 4,7% 4,7%

Leeftijdsfase bewust personeelsbeleid Jaar (peildatum juli) 2009 2010

Medewerkers 44 jaar of ouder 64,2 % 64,4%

Medewerkers 55 jaar of ouder 30,1% 28,3%

Gemiddelde leeftijd 45,7 46,6

De gemiddelde leeftijd van de huidige medewerkers (peildatum juli 2010) is 46,6 jaar. Hoewel in de afgelopen periode enkele jonge medewerk(st)ers zijn aangesteld, betekent dit toch een stijging ten opzichte van 2009. Om de continuïteit en kwaliteit van de bedrijfsvoering naar de toekomst te kunnen garanderen, is in 2010 onder meer een traineetraject gestart en zijn er mogelijkheden geboden aan stagiaires om werkervaring op te doen. De vergrijzing vroeg in 2010 in individuele situaties om bijzondere maatregelen in het kader van het behoud van kennis voor de organisatie en zorgvuldige overdracht van lopende werkzaamheden. Hiervoor is een beroep gedaan op het budget voor seniorenbeleid. e. Werving/verbetering wervingskracht Als gevolg van de economische/financiële crisis is het makkelijker geworden vacatures te vervullen. Vanwege de hogere baanzekerheid willen meer mensen werken binnen de overheid. Hierdoor zijn er in 2010 geen problemen geweest met moeilijk vervulbare vacatures. Het budget voor versterking van de wervingskracht is in 2010 onder meer aangewend voor het aantrekken van een trainee, via het provinciaal traineeprogramma De toekomst van Brabant 2010-2012. Er is ook geïnvesteerd in het aantrekken van extra stagiaires, waarvoor een budget van € 10.000 beschikbaar was en besteed. f. Arbeidsvoorwaardenakkoord 2009 e.v. jaren over salarisontwikkeling Op 1 juli 2010 hebben de partijen in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) een nieuwe CAO gemeenten afgesloten. De looptijd van dit akkoord is twee jaar, te weten van 1 juni 2009 tot 1 juni 2011.

142

In dit akkoord zijn de volgende loonafspraken opgenomen: 2010: - 1 % eenmalig (van maandsalaris april 2010 x 12). In onze gemeente is deze salarisuitkering gedaan in de maand mei. - 0,5% eenmalig (van maandsalaris april 2010 x 12) ter compensatie van 2009. - 0,5% structurele verhoging eindejaarsuitkering, met een structurele verhoging van de bodem (dus de minimale uitkering) van € 836 naar € 1750. 2011: - 0,5% structurele loonsverhoging in januari. - 0,5% structurele verhoging eindejaarsuitkering in december. Verder zijn er afspraken gemaakt over werkzekerheid (geen gedwongen ontslagen), arbeidsmarkt, mobiliteit, scholing en inzetbaarheid (individueel loopbaanbudget, regionale mobiliteitscentra, eenduidig functiewaarderingssysteem), flexibilisering en levensfase (verbetering inzetbaarheid medewerkers ouder dan 62, verplichte thuiswerkregeling, mogelijkheden tot mantelzorg) alsmede over agressie en geweld (aanstelling coördinator agressie en geweld, verbetering registratie incidenten).

g. Rechtspositie In 2010 zijn de volgende nieuwe regelingen ingevoerd: Reiskostenregeling woon-werkverkeer In 2010 is besloten om medewerkers met een reisafstand van meer dan 10 kilometer enkele reis een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer toe te kennen. Omdat deze vergoeding is gemaximeerd op 22 kilometer enkele reis bleef ook de mogelijkheid tot uitruil van de nietvergoede kosten met fiscaal voordeel bestaan. De kosten van deze regeling werden deels gedekt door inzet van het budget Lokale Arbeidsvoorwaarden en deels door inzet van het budget Harmonisatie Arbeidsvoorwaarden. Telewerken Er is een regeling opgesteld die het mogelijk maakt om, op tijdelijke basis, een deel van de werkzaamheden thuis te verrichten. De afspraken die hierover gemaakt worden met de leidinggevende worden in een telewerkovereenkomst vastgelegd. Minimale arbeidsduur Om de efficiency en de effectiviteit te waarborgen zijn er afspraken gemaakt over de minimale arbeidsduur van medewerkers die parttime werken. De “ondergrens” van parttime werken is afhankelijk van de functiecategorie bepaald, bijvoorbeeld voor afdelingshoofden en teamleiders op 32 uur per week; voor beleidsmedewerkers op 24 uur per week en voor overige functies op 18 uur per week. Mogelijkheid 4 x 9 uur per week te werken Er ontstond steeds meer vraag naar de mogelijkheid om 4 dagen van 9 uur te werken. Daarmee ontstaat meer flexibiliteit om bijvoorbeeld zorgtaken met werk te combineren. In 2010 zijn afspraken gemaakt om dit mogelijk te maken. Uiteraard moet de bezetting van de afdelingen gewaarborgd zijn. De vrijdagmiddagsluiting van het gemeentehuis voor medewerkers is hiermee losgelaten. Uitvoeringsregeling overwerk De afspraken rondom overwerk zijn in 2010 herzien. Onder andere is bepaald dat overwerkvergoeding in voorkomende gevallen wordt uitbetaald aan medewerkers met een functieschaal 10A of lager. De afspraken zijn vastgelegd in een aanvulling op de Bezoldigingsverordening. Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010 De rechtspositie van de wethouders, raads- en commissieleden is in 2010 geactualiseerd. De Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2001 is komen te vervallen. De rechtspositie van de raads- en commissieleden is in de nieuwe verordening opgenomen.

143

Regeling gladheidsbestrijding en bereikbaarheid buitendienst In 2010 is gekeken naar de afspraken en werkwijze rondom gladheidsbestrijding en bereikbaarheid voor de medewerkers van de buitendienst. Inmiddels worden (nagenoeg) alle medewerkers van de buitendienst ingezet bij gladheidsbestrijding en in het kader van bereikbaarheid bij storingen. Over de vergoedingen zijn nadere afspraken gemaakt en vastgelegd. h. Harmonisatie arbeidsvoorwaarden. In 2010 zijn de lokale verschillen in de rechtspositieregelingen tussen de gemeenten Cuijk, Mill en St. Hubert en Grave geïnventariseerd als voorbereiding op de harmonisatie daarvan. Hierbij is rekening gehouden met de op handen zijnde invoering van de werkkostenregeling, die uiterlijk 1 januari 2014 moet zijn voltooid. i. Naar één afdeling P&O in het Land van Cuijk In 2009 is besloten dat het Samenwerken Land van Cuijk verder gaat met 3 gemeenten (Cuijk, Mill en St. Hubert en Grave). In 2010 zijn hiertoe de definitieve besluiten genomen en is de ingangsdatum bepaald op 1 maart 2011. Zoals bekend wordt de gezamenlijke personeelsdienst voor de 3 gemeenten gehuisvest in het stadhuis van Grave. 2

Ontwikkeling organisatie

a. Ontwikkeling organisatie Op 1 juli 2009 is de nieuwe organisatiestructuur formeel van start gegaan. Het aantal afdelingen is teruggebracht, de ambtelijke top is versmald, het MT is kleiner geworden, we hebben binnen de afdeling ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkeling een projectbureau opgericht en we verbeteren de integraliteit en de bestuursondersteuning aan zowel college als aan uw raad. In de nieuwe structuur hebben we ons in 2010 gericht op de cultuur in de organisatie. De kwaliteit van ons werk, de integraliteit daarvan en het principe ‘afspraak is afspraak’ zijn daarbij belangrijke thema’s. Ook de bedrijfsvoering moet verbeteren. Het MT heeft vijf ‘plannen van aanpak’ gemaakt om vast te leggen wat de doeltellingen zijn, langs welke weg we die bereiken en wanneer het resultaat geleverd moet worden. De uitvoering van die plannen van aanpak is begin 2011 gestart. In 2010 is eveneens een kwaliteitshandvest opgesteld dat vastlegt wat de houding en het gedrag is van onze medewerkers. Die zijn heel concreet gemaakt voor de belangrijkste processen. Een groot deel daarvan betreft de kwaliteit van het werk dat we aan uw raad en het college leveren. In 2011 wordt het kwaliteitshandvest verder uitgevoerd en ‘geborgd’. De intergemeentelijke sociale dienst is per 1 januari 2010 van start gegaan in een noodhuisvesting op het Zwaanplein gekoppeld aan het gebouw van de UWV. Daarmee werd het aantal afdelingen van onze organisatie feitelijk met 1 uitgebreid en gebracht op een totaal van 5. De organisatorische afstemming en inpassing heeft inmiddels plaatsgevonden. Het hoofd van de ISD maakt integraal deel uit van het managementteam. b. Centrale inkoop Op 1 maart 2011 is door ons college de nota Duurzaam Inkopen 2010 vastgesteld. Voorbereidingen om te komen tot vaststelling van die nota hebben in de loop van 2010 plaatsgevonden in samenwerking met een groot aantal Brabantse gemeenten. Door middel van een schriftelijke mededeling hebben wij u over onze beslissing geïnformeerd. Wij brengen bij u in herinnering, dat de nota zich tot doel stelt beleidsuitgangspunten te formuleren voor het toepassen van duurzaamheidscriteria in inkoop- en aanbestedingsprocedures op basis van door SenterNovem ontwikkelde criteria. In alle fasen van het inkoopproces worden milieuaspecten en sociale aspecten toegepast, hetgeen dient te leiden tot de levering van een product, dienst of werk dat voldoet aan deze aspecten.

144

Ter uitvoering van de beleidsvoornemens in de nota wordt In de gemeentelijke bedrijfsvoering wordt bij de inkoop van producten e.d. zoveel mogelijk rekening gehouden met de duurzaamheidsaspecten o.m. bij de inkoop van kantoorartikelen. Ook de meergenoemde aanschaf van een auto rijdend op aardgas is hiervan een voorbeeld. In z’n algemeenheid concluderen stellen wij, dat het vastgestelde inkoopbeleid zijn vruchten afwerpt. Er zijn / worden inkoopvoordelen en het risico op het niet verkrijgen van een goedkeurende accountantsverklaring is aanzienlijk verkleind. Ook voor de accountant is zichtbaar geworden hoe er wordt ingekocht binnen onze organisatie. Voor het jaar 2011 zal worden gewerkt conform het vastgestelde beleid. In het geval van nieuwe wetgeving vanuit het rijk zal het gemeentelijke inkoopbeleid worden aangepast. Zoals meermalen aan u gemeld, hebben de gemeenten in het Land van Cuijk een gezamenlijk inkoopbeleid. 3. Financiën Het Collegeprogramma 2006-2010 kent het principe van kostendekkend werken. Zo passen wij het profijtbeginsel toe: iemand die een dienst/product bij ons ‘koopt’, betaalt daarvoor de kostprijs. Wij brengen de kosten daarvoor in principe niet in rekening bij alle belastingbetalers via de OZB. Soms wordt daar noodgedwongen van afgeweken. Er is een groot scala aan gemeentelijke dienstverleningen waarvan de opbrengsten en het aantal verleende diensten relatief heel gering zijn. Onderzoeken tot verbetering van de kostendekking op deze onderdelen zijn zeer arbeidsintensief en ondoelmatig. Daarnaast geven deze onderzoeken een onzuiver beeld omdat het veelal om geringe aantallen gaat. Voorts heeft de raad, gelet op het maatschappelijk belang en de aard van de instelling of vereniging, besloten voor een aantal van deze diensten vrijstelling te verlenen. De derving van deze opbrengsten komt in dat geval wel ten laste van de algemene middelen. Dit laat onverlet dat wij alert moeten blijven op de hoogte van de andere tarieven. Een nadere toelichting op de ontwikkeling van de tarieven is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen. 4. Automatisering In het recente verleden hebben wij niet of nauwelijks geïnvesteerd in onze ICT omdat we verwachtten snel te gaan samenwerken met de andere gemeenten in het Land van Cuijk. Toen die samenwerking niet doorging, werden wij geconfronteerd met veel ‘achterstallig onderhoud’, zowel wat kwaliteit als kwantiteit betreft van onze systemen en onze medewerkers. In 2010 hebben we een grote slag gemaakt met het inhalen van de achterstand op personeel gebied. De openstaande vacatures zijn ingevuld met kwalitatief goede medewerkers. Samen met ‘de drie gemeenten’ hebben we afgestemd wat onze behoefte aan investeringen in systemen is zodat we die niet alleen gezamenlijk kunnen aanbesteden, maar we ook zorgen dat we een gezamenlijke ontwikkeling doormaken: we groeien in dezelfde richting en kunnen zo in de toekomst beter en makkelijker samenwerken op ICT-gebied. Die afstemming in beleid, systemen en toekomstvisie moet begin 2011 leiden tot een gezamenlijke stap voorwaarts in de kwaliteit van onze ICT. 5. Kwaliteitshandvest (servicenormen) Zoals eerder aangegeven, dwingt de wet Dwangsom ons om alert met service- en kwaliteitsnormen normen om te (blijven) gaan. In de loop van 2010 hebben wij een proces op gang gebracht om te komen tot een zogeheten intern kwaliteitshandvest. Dit handvest richt zich op een aantal primaire processen inzake de bedrijfsvoering in gezamenlijkheid te duiden als ‘interne dienstverlening’ in de meest brede betekenis. Het gaat daarbij om gedrag en houding en over de vraag ‘hoe krijgen we zaken blijvend tussen de oren?’. Er is sprake van een (gefaseerde) aanpak die voorziet in de navolgende verbetersporen: - verbetering van de ondersteuning en advisering van college en raad;

145

-

verbetering uitvoering van de bedrijfsvoering w.o. vervolmaking van de planning- en controlecyclus, het beschrijven van werkprocessen en de bewaking van de realisatie van concreet geplande acties; - doorvertaling van de externe servicenormen naar interne servicenormen/prestaties. Uitvoering en borging van de activiteiten is voorzien eind 2010 en in de loop van 2011 en wordt ondersteund d.m.v. een interactieve aanpak. Beoogd is de kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening en dus van onze organisatie op een hoger peil te brengen.

6. Juridische kwaliteitszorg Het Juridisch Kwaliteitsoverleg heeft in 2010 een aantal keren plaatsgevonden. Diverse onderwerpen zijn besproken. Naast de juridisch - inhoudelijke zaken staat sinds het najaar van 2010 ook de spreiding van de juridische functies en taken binnen de organisatie op de agenda van dit platform, in overleg met het managementteam. Bekeken wordt hoe de juridische functies in de organisatie het beste kunnen worden gestructureerd mede in het licht van de taakstellingen. Wat betreft deregulering en vermindering van administratieve lasten wordt afgezien van het voornemen om een beleidsnotitie op te stellen. In plaats daarvan wordt de stand van zaken geïnventariseerd, wordt bekeken wat al is doorgevoerd en waar op korte termijn concrete voorstellen kunnen worden gedaan. 7. Huisvesting De huisvesting van de gemeentelijke organisatie heeft in 2010 geen wezenlijke veranderingen ondergaan. Het voornemen om mogelijke knelpunten in de huisvesting van het ambtelijke apparaat op te lossen en om de organisatie volgens de nieuwe structuur in het gemeentehuis te huisvesten, kon niet tot uitvoer worden gebracht aangezien de gezamenlijke personeelsdienst in dat jaar niet van start is gegaan. In 2011 dienen mogelijkheden daartoe zich wel aan. Dat geldt ook voor de definitieve huisvesting van de intergemeentelijke sociale dienst in de nieuwbouw van het Dienstencentrum. 8. IV-Power Wisselingen in de bestuurlijke wacht zijn er de oorzaak van, dat in 2010 geen IV-Power bijeenkomst is georganiseerd. In 2011wordt bezien of en op welke wijze en met welke frequentie soortgelijke bijeenkomsten kunnen worden voortgezet. U wordt daarover op de gebruikelijke wijze geïnformeerd. 9. Samenwerken Land van Cuijk (SLvC) Per 1 januari 2010 is de Intergemeentelijke sociale dienst (ISD) in Cuijk van start gegaan. Aan de realisatie van één gezamenlijke personeelsdienst is in 2010 met voortvarendheid gewerkt. Inmiddels is bekend, dat dit traject succesvol is afgerond en dat deze dienst ingaande 1 maart 2011 in het stadhuis van Grave met haar werkzaamheden is begonnen. De bestuurlijke samenwerking tussen de 5 gemeenten in het Land van Cuijk is in 2010 gecontinueerd binnen het basisoverleg (gezamenlijk overleg colleges), het coördinatieoverleg (gezamenlijk overleg burgemeesters en secretarissen), de regiegroep (gezamenlijk overleg gemeentesecretarissen) en de diverse Poho’s (gezamenlijk portefeuillehoudersoverleg op tal van deelterreinen). De ambtelijke samenwerking heeft zich in dat jaar geconcentreerd op de gemeenten Cuijk, Grave en Mill. De verdere opschaling van de regionale brandweer naar het niveau van de Veiligheidsregio Brabant-Noord is per 1 januari 2011 gerealiseerd. 10. Misbruik en Oneigenlijk Gebruik (M&O-beleid)/Intern controleplan De externe werking van het M&O-beleid betreft in hoofdzaak het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik door burgers en bedrijven. Echter, de mogelijkheden van de gemeente om dit te voorkomen dan wel tegen te gaan worden vaak begrensd door wat wettelijk is toegestaan. Landelijk gezien is deze kant van het M&O-beleid nog een betrekkelijk braakliggend terrein dat nog tot ontwikkeling moet komen. In het gemeentelijk M&O-beleid wordt in elk geval aandacht besteed aan de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. Op lokaal nivo wordt de aanvrager van een gemeentelijke dienst of een uitkering in het intakegesprek om authentieke bewijsstukken, loonstroken etc. gevraagd.

146

In de sfeer van de sociale uitkeringsregelingen (waaronder de Wet Werk en Bijstand) vinden er systematisch en maandelijks wederzijds gegevensuitwisselingen plaats met externe databanken teneinde misbruik en oneigenlijk gebruik van die regelingen zoveel mogelijk te voorkomen. Eenmaal verstrekte uitkeringen worden periodiek getoetst. Tenslotte wordt, op basis van ingekomen signalen, ook de sociale recherche regelmatig ingezet. Qua voorkoming en opsporing van fraude en oneigenlijk gebruik kan sinds 1 januari 2008 gebruik worden gemaakt van een geactualiseerde database die wordt gevoed door alle uitkeringsinstanties. De wettelijke onderbouwing hiervan is vastgelegd in de Wet eenmalige uitvraag (WEU). Op basis van de 4e tranche Algemene wet bestuursrecht (AWB) kan de gemeente met ingang van 1 juli 2009 op een meer eenvoudige wijze het sanctiebeleid uitvoeren bij fraude en oneigenlijk gebruik van uitkeringsregelingen. Het gaat daarbij om het stopzetten van de uitkering en het terugvorderen van onterecht ontvangen uitkeringen. Daar waar dat mogelijk is, zullen wij de komende jaren in nauwe samenwerking met de door uw raad aangewezen externe accountant verdere maatregelen nemen om misbruik en oneigenlijk gebruik van weten regelgeving te voorkomen/tegen te gaan. De wet BIBOB is inmiddels van toepassing verklaard op een aantal gemeentelijke activiteiten.

147

148

PARAGRAAF 6

VERBONDEN PARTIJEN

6.1 Algemeen kader In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de relaties en verbindingen van de gemeente met (verbonden) derde partijen, waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend én waarmee financieel belang is gemoeid. Met ‘bestuurlijk belang’ wordt bedoeld: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met “financieel belang” wordt bedoeld, dat de gemeente de middelen die zij ter beschikking heeft gesteld kwijt is in geval van een faillissement van de verbonden partij en/of dat er in geval van financiële problemen bij de verbonden partij, verhaal op de gemeente Cuijk kan plaatsvinden. Subsidies bijvoorbeeld vallen veelal niet onder het criterium “verbonden partijen”, omdat deze zich vaak beperken tot slechts een financieel belang. Voor het inzicht van de gemeenteraad is het van belang, dat de relatie tussen verbonden partijen en het publieke belang, zoals geconcretiseerd in de programma’s, op hoofdlijnen wordt aangegeven. Verbonden partijen voeren vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De verbonden partij wordt in die situatie gemandateerd door de gemeente. De gemeente of samenwerkende gemeenten, blijven de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. De raad heeft echter een kaderstellende en controlerende taak bij de programma’s. Vooral dient afgevraagd te worden of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd kunnen worden. Andere belangrijke aspecten bij verbonden partijen zijn de kosten en de financiële risico’s die dat met zich meebrengt. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) geeft aan, dat deze paragraaf ten minste bevat: a. de visie die de gemeente heeft op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; b. de realisatie van de beleidsvoornemens omtrent de verbonden partijen.

149

6.2 Overzicht verbonden partijen 1

Gemeenschappelijke regeling Streekgewest Brabant-Noordoost (in liquidatie) Publiek belang Gemeentelijke taken worden om uiteenlopende redenen in gewestelijk verband uitgevoerd. Bestuurlijk belang

Financieel belang

Beleidsvoornemens Problemen / risico’s

2

Per 1 januari 2002 is de gemeenschappelijke regeling van het Streekgewest BrabantNoordoost aangepast. Daarbij is het college van burgemeester en wethouders van Oss aangewezen als het bestuurlijk orgaan dat belast is met de behartiging van de financiële belangen van het streekgewest en in het bijzonder met de vaststelling van de jaarlijkse lasten die uit de liquidatie voortvloeien. Daarbij is het Streekgewest als rechtspersoon blijven bestaan. Daarnaast is op dat moment een commissie van drie personen gevormd, uit de deelregio’s Oss, Uden-Veghel en Land van Cuijk, die het college van Oss daarin adviseert. Namens de regio Land van Cuijk maakt de burgemeester van Boxmeer deel uit van de commissie. De commissie heeft als taak te adviseren over de verdere afwikkeling van het Streekgewest en toezicht te houden op de liquidatieoverzichten. De raden van alle deelnemende gemeenten hebben in 2009 of 2010 een besluit genomen tot opheffing van het Streekgewest Brabant-Noordoost, waarmee ook de rechtspersoon van dit streekgewest wordt beëindigd. De resterende taken zijn overgedragen aan de gemeente Oss als rechtsopvolger. De liquidatie bestreek meerdere jaren en houdt verband met lopende wachtgeldverplichtingen aan personeel in dienst van het voormalige streekgewest. In 2009 is er een prognose opgesteld van de bijdrage per gemeente voor 2009 t/m 2026. Voor onze gemeente bedraagt deze bijdrage € 39.100. De speciaal voor dit doel gevormde voorziening is hiervoor op peil gebracht in 2009. Ten laste van de voorziening liquidatiekosten streekgewest is deze afkoopsom in 2010 betaald aan de gemeente Oss. Geen. Uitsluitend in geval van onverwachte ontwikkelingen die in totaal een effect hebben van minimaal € 50.000 wordt het bedrag dat de € 50.000 te boven gaat verrekend met de voormalige deelnemende gemeenten. De kans dat in de toekomst daadwerkelijk nog een verrekening plaats zal vinden is hiermee aanzienlijk verkleind.

Gemeenschappelijke regeling Bestuursacademie Zuid-Nederland (in liquidatie) Publiek belang Gemeenschappelijke educatie voor overheidsorganen en andere openbare lichamen in de provincies Limburg, Brabant en Zeeland. Bestuurlijk belang In de jaren zeventig hebben de lagere overheden voor de opleiding en vorming van hun ambtenaren per provincie een bestuursacademie in het leven geroepen. Voor deze bedrijfsopleiding werd een organisatievorm gekozen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen. In 1992 zijn de Bestuursacademies Limburg, Noord Brabant en Zeeland gefuseerd tot de Bestuursacademie Zuid Nederland BAZN. De organisatievorm bleef gehandhaafd. Eind 2001 is besloten tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling Bestuursacademie Zuid Nederland en is een liquidatieregeling vastgesteld. Financieel belang In het overdrachtsjaar 2002 is een voorlopige bijdrage van de deelnemende gemeenten gevraagd van € 1,80 per inwoner bedoeld om de GR-BAZN vrij van schulden en verplichtingen te kunnen ontbinden. Dit bedrag is destijds door het toenmalige bestuur, na ingewonnen advies van de accountant, geschat op basis van redelijke aannames en veronderstellingen. Per augustus 2010 verwacht het bestuur nog altijd met de oorspronkelijk van de deelnemers ontvangen bijdragen uit te kunnen komen. Voorwaarde hierbij is wel dat door de rechtsopvolger van de GR-BAZN, de Stichting Bestuursonderwijs, de verstrekte achtergestelde lening uiteindelijk geheel wordt afgelost. Beleidsvoornemens Geen. Problemen / risico’s Het zag er (in augustus 2010) naar uit dat het resultaat van de Stichting Bestuursonderwijs over het verslagjaar 2009 zodanig is dat er, conform de gemaakte afspraken, geen aflossing van de lening wordt gedaan door de Stichting. Overigens vertrouwt het bestuur van de GRBAZN erop dat het resultaat van de Stichting Bestuursonderwijs over 2010 zodanig zal zijn, dat er over dat jaar wel een aflossingsbedrag tegemoet kan worden gezien.

150

3

Gemeenschappelijke regeling IZA Nederland (in liquidatie) Publiek belang De regeling IZA Nederland was een collectieve ziektekostenregeling voor ambtenaren in gemeentedienst en ambtenaren in dienst van de Provincie Limburg. Bestuurlijk belang Tengevolge van de invoering van een nieuw ziektekostenstelsel hebben de raden van de gemeenten die aan de IZA Nederland regeling deelnamen en de Provincie Limburg eind 2005 ingestemd met de opheffing van de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2006. Het Instituut IZA Nederland is vervolgens in liquidatie gegaan. De verwachting hierbij was dat de liquidatie in ongeveer drie jaar zou zijn afgerond. Financieel belang De financiële afwikkeling met de deelnemers vindt in twee tranches plaats. In 2009 is 90 % van het uit te keren vermogen aan de gemeenten uitgekeerd. Na finale liquidatie, naar verwachting in 2013, volgt de tweede tranche. Beleidsvoornemens Geen. Problemen / risico’s Geen.

4

Gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal Publiek belang Het bevorderen, ondersteunen en coördineren van de regionale grensoverschrijdende samenwerking van de deelnemers op de beleidsterreinen genoemd in paragraaf 3.2 van de Gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal. De Gemeenschappelijke Regeling voert projecten uit, vraagt en verstrekt middelen van en aan derden en adviseert bij grensoverschrijdende activiteiten en problemen aan meerdere belanghebbenden. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Euregioraad door twee raadsleden en een lid van het college van burgemeester en wethouders. Voor alle vertegenwoordigers zijn vervangers aangewezen. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner. Bij opheffing van de Gemeenschappelijke regeling is de gemeente verplicht om naar rato van de hoogte van haar deelnemers-bijdrage een extra bijdrage te verstrekken ter voldoening aan de verplichtingen die na verzilvering van het vermogen resteren. Hieronder vallen ook de verplichtingen die bij derden ontstaan, doordat zij personeel ter beschikking hebben gesteld waarvoor tengevolge van de liquidatie geen werk meer is. De bijdrage voor 2010 bedroeg € 6.350. Beleidsvoornemens Midden december 2007 is het programma Interreg 4 a goedgekeurd. Dit is een Europees subsidieprogramma dat betrekking heeft op het hele Nederlands – Duitse grensgebied (vier Euregio’s). Samen met partners wordt een aantal projecten opgepakt en uitgevoerd. Prioriteiten zijn: 1. Economie, technologie en innovatie 2. Duurzame regionale ontwikkeling en 3. Maatschappij en integratie. In 2010 zijn enkele projecten gestart op gebied van natuur, milieu en economie. Deze zijn voor de gemeente Cuijk minder interessant. Problemen / risico’s Geen.

5

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Publiek belang Het behartigen van het belang van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde, waar mogelijk integrale, uitvoering van de hulpverlening in het werkgebied evenals voorbereiding daarvan. Bestuurlijk belang Bestuurslidmaatschap van de raadsvoorzitter. Een wethouder treedt op als plaatsvervangend lid. Financieel belang

Jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bedrag per inwoner. In geval van opheffing, op basis van een besluit van het algemeen bestuur, is de gemeente partij in de liquidatie. De bijdrage 2010 inclusief afrekening 2009 bedroeg € 235.447, te specificeren als volgt: - Voorschotbijdrage 2010 € 247.788 - Afrekening bijdrage 2009 -/- € 12.341

Beleidsvoornemens

Problemen / risico’s

De terugontvangen doorgeschoven BTW over 2010 bedroeg € 19.919 De raad heeft in 2009 ingestemd te komen tot één regionale brandweerOrganisatie onder een eenhoofdige leiding in de Veiligheidsregio per 1 januari 2011. Het Algemeen Bestuur heeft hiertoe een convenant afgesloten met de minister van BZK. Geen.

151

6

Gemeenschappelijke regeling Brandweer Land van Cuijk 2008 Publiek belang Een doelmatige en effectief georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van de brandweerzorg en rampenbestrijding in de deelnemende gemeenten (Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en St. Hubert, en St. Anthonis) Bestuurlijk belang Bestuurslidmaatschap van de raadsvoorzitter. Een wethouder treedt op als plaatsvervangend lid. Financieel belang De bijdrage bestaat uit een vast bedrag per gemeente en een bedrag per inwoner. De bijdrage 2010 inclusief afrekening 2009 bedroeg € 1.067.700, te specificeren als volgt: - Voorschotbijdrage 2010 € 1.091.806 - Afrekening bijdrage 2009 -/- € 24.106 Beleidsvoornemens Problemen / Risico’s

De terugontvangen doorgeschoven BTW over 2010 bedroeg € 115.001. De raad is in de vergadering van 9 februari 2009 deze gemeenschappelijke regeling aangegaan met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2009. In het jaar 2009 is aan de organisatie daadwerkelijk vorm gegeven. De raad heeft in de vergadering van 14 december 2009 ingestemd met de regionalisering van de brandweer in de Veiligheidsregio Brabant-Noord per 1 januari 2011. De brandweertaken worden dan overgedragen aan deze veiligheidsregio. De uitname van de financiële middelen aangaande de Brandweer Land van Cuijk zullen worden ingebracht in de regionale organisatie, die daarmee een taakstellend karakter heeft. Het bestuur is voornemens de gemeenschappelijke regeling op te heffen. In 2011 zullen de verplichtingen worden afgebouwd. Aan de raad zal dan een voorstel worden aangeboden tot opheffing hiervan.

7

Stichting Beheer en Exploitatie Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf Publiek belang De instandhouding van de voorziening en het faciliteren van het personeel en de organisatie van het Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf (RVML). Bestuurlijk belang Bestuurslidmaatschap van de raadsvoorzitter. Een wethouder treedt op als plaatsvervangend lid. Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bijdrage per inwoner. In geval van liquidatie zullen resterende kosten worden verdeeld. Deze zijn gering omdat het Veiligheidshuis geen personeel in dienst heeft. Voor 2010 bedroeg de bijdrage € 34.162 te specificeren als volgt: - algemene bijdrage: € 21.137 - nazorg ex-gedetineerden: € 13.025 Beleidsvoornemens In verband met onzekerheid over c.q. teruglopende bijdragen van het rijk en het openbaar mnisterie wordt bezien of en hoe samenwerking gestalte kan krijgen met het veiligheidshuis ’s-Hertogenbosch. De raad heeft op 9 februari 2009 ingestemd om in het RVML vorm en inhoud te geven aan het thema nazorg aan ex-gedetineerden. Op projectbasis en met provinciale subsidie is hieraan vorm en inhoud gegeven. Problemen / risico’s Geen.

8

Gemeenschappelijke regeling Brabants Historisch Centrum Publiek belang Behoud van archiefbescheiden door toezicht en beheer daarop en de bevordering van lokaal en streekhistorisch onderzoek. Bestuurlijk belang De deelnemende gemeenten/waterschappen zijn met drie leden vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur/ Dagelijks Bestuur. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner. In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daartoe regels op. De totale bijdrage voor 2010 bedroeg € 95.152. De terugontvangen doorgeschoven BTW over 2010 bedroeg € 2.900. Beleidsvoornemens Verwoord in het beleidsplan 2009-2012 van het BHIC. Problemen / risico’s Geen.

152

9

Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden – West – Noord Publiek belang De gemeentelijke taak op het gebied van ambulancevervoer, ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling vanwege de publieke borging en afstemming met GHOR. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder en neemt deel aan het regionaal ambtelijk overleg en het portefeuillehouderoverleg. Financieel belang Het financieel belang van de gemeenten beperkt zich tot een relatief klein deel van de exploitatiekosten die niet door zorgverzekeraars worden gedekt. In geval van opheffing besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en stelt een liquidatieplan op. De totale bijdrage voor 2010 inclusief afrekening 2009 is als volgt te specificeren: Bijdrage 2010 Terugstorting dekking meerkosten publiek organisatie en kosten regeling bezwarende beroepen Totaal Beleidsvoornemens Problemen / risico’s

10

€ 10.734 -/- € 59.117 -/- € 48.383

De terugontvangen doorgeschoven BTW over 2010 bedroeg € 184. De inspanningen richting Nederlandse Zorgautoriteit om de kosten van voorfinanciering Regeling Bezwarende Functies volledig vergoed te krijgen (was 60 %) zijn succesvol gebleken. De kosten van de regeling bezwarende beroepen zijn aanzienlijk gedaald als gevolg van een gerechtelijke uitspraak. Met terugwerkende kracht vergoedt de Nederlandse Zorgautoriteit de gehele kosten regeling bezwarende beroepen vanaf 2006. Vanwege het gunstige bedrijfsresultaat heeft de GR RAV de meerkosten publieke organisatie teruggestort.

Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst ‘Hart voor Brabant’ Publiek belang Gemeentelijke taak op het gebied van “Preventieve gezondheidszorg” voor alle leeftijdsgroepen, ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in zowel het Algemeen bestuur als het Dagelijks bestuur door de portefeuillehouder Volksgezondheid en neemt deel aan het regionaal ambtelijk overleg en het portefeuillehouderoverleg. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie op basis van de af te nemen diensten/producten. In geval van opheffing op basis van een besluit van het Algemeen bestuur, is de gemeente partij in de liquidatie. De totale bijdrage voor 2010 is als volgt te specificeren: : Openbare gezondheidszorg incl. autonome kosten 2010 Jeugdgezondheidszorg uniform deel 2010 Jeugdgezondheidszorg maatwerkdeel 2010 Bijdrage Elektronisch Kinddossier (EKD) 2010 Doorbetaling Algemene uitkering tbv EKD 2010


€ 137.824 € 179.440 € 37.712 € 11.678 € 23.044 € 389.698

De terugontvangen doorgeschoven BTW bedroeg € 16.040 Geen. De invoering van het Elektronisch Kind Dossier vanaf eind 2009 stelt de deelnemende partijen (drie thuiszorgorganisaties en de GGD Hart voor Brabant) voor financiële problemen. Er is sprake van een eenmalig tekort van € 1,5 miljoen en € 1,9 miljoen jaarlijks t/m 2010. Voor de dekking van een deel van de € 1,9 miljoen heeft de GGD de inwonerbijdrage GGD met € 0,48 over 2010, 2011 en 2012 verhoogd. Voor Cuijk is dat een bedrag van circa € 11.680 per jaar. Daarnaast betalen gemeenten de (geoormerkte) rijksbijdragen voor het EKD door aan de GGD, aldus het voorstel van het dagelijks bestuur van de GGD. Na de invoering kan het EKD gefinancierd worden met geoormerkte rijksbijdragen van de Brede Doeluitkering Jeugd.

153

11

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Milieubedrijf (RMB) Publiek belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van milieu en de fysieke leefomgeving. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het Algemeen bestuur door de portefeuillehouder Milieu. Daarnaast is een andere wethouder aangewezen als plaatsvervanger. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner voor de zogenaamde type 1 taken. In geval van opheffing besluit het Algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daartoe regels op. De totale bijdrage voor 2010 incl. afrekening 2009 bedroeg: - Voorschotbijdrage 2010 - Afrekening bijdrage 2009 Beleidsvoornemens Problemen / risico’s

€ 40.930 -/-€ 4.960 € 35.970

Bezuiniging van 2,5 % in de jaren 2012-2015. Geen.

12

Gemeenschappelijke regeling Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel Publiek belang Het inzamelen en verwerken van huishoudelijk restafval en het exploiteren van milieustraten. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Bestuurscommissie Afvalinzameling door de portefeuillehouder milieu. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner. De totale bijdrage voor 2010 incl. afrekening 2009 bedroeg: - Voorschotbijdrage 2010 € 1.149.270 - Afrekening bijdrage 2009 -/- € 121.487 € 1.027.783 De terugontvangen doorgeschoven BTW over 2010 bedroeg € 26.032. Beleidsvoornemens Geen. Problemen / risico’s Geen.

13

Gemeenschappelijke regeling Kleinschalig Collectief Vervoer Brabant-Noordoost Publiek belang Het bevorderen van de beschikbaarheid van een collectieve, vraagafhankelijke vervoersvoorziening voor diverse doelgroepen, in samenwerking tussen de Provincie NoordBrabant en in totaal 14 gemeenten en vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Stuurgroep en de Projectgroep. Financieel belang Jaarlijkse bijdrage aan de vervoerskosten van WMO-reizigers. Tevens betaalt de gemeente een jaarlijkse bijdrage aan het projectbureau. Er is geen sprake van een financieel belang in de zin van een kapitaaldeelname. De totale bijdrage 2010 incl. afrekening 2009 bedroeg: - voorschotbijdrage beheerkosten 2010 € 33.007 - voorschotbijdrage exploitatiekosten 2010 € 147.496 - afrekening exploitatiekosten 2009 € 934 € 181.437 Ontsluiting Kleine Kernen Beleidsvoornemens Openbaar vervoer is een ongedeelde verantwoordelijkheid van de provincie. Eind 2009 is het tarief kleine Kernen ingevoerd, dat bewoners in de kleinere kernen van de provincie de mogelijkheid biedt met de Taxihopper naar het dichtstbijzijnde OV-knooppunt te rijden. E.e.a. wordt overigens betaald door de provincie, omdat het openbaar vervoer betreft.


Integratie vervoersvormen In deze GR wordt (als continu beleidsvoornemen) bekeken in hoeverre andere vormen van collectief vervoer (bijvoorbeeld zwemvervoer en evt vormen van openbaar vervoer) opgenomen kunnen worden in het vervoersaanbod, zodat schaalvoordelen zoveel mogelijk benut worden. 1. In de regio Land van Cuijk is een onderzoek verricht naar de gang van zaken naar de kostenstijging bij het onderdeel leerlingenvervoer. Deze inspanningen hebben niet geleid tot duidelijkheid over de kostenstijging. Enkele gemeenten hebben besloten per 31 juli 2010 het leerlingenvervoer niet meer via deze GR te laten uitvoeren. De gemeente Cuijk en de overige gemeenten die het leerlingenvervoer thans nog door de Regiotaxi laten uitvoeren, kunnen dat op zijn vroegst pas per 1 februari 2012 doen. Dit betekent dat voorlopig rekening moet worden gehouden met de huidige verhoogde kosten van het leerlingenvervoer. 2. Het WMO-vervoer is per 1 januari 2011 als gevolg van een aanbestedingsprocedure gegund aan een nieuwe vervoerder (De Munckhof groep). In tegenstelling tot hetgeen verwacht werd, zullen de exploitatiekosten in 2011 nagenoeg gelijk blijven ten opzichte van 2010. Wel dient er door het Algemeen Bestuur van de GR nog een uitspraak gedaan te worden over een nieuwe systematiek van toerekening van de beheerskosten. Afhankelijk van de te kiezen verdeelsystematiek kunnen de beheerskosten wat hoger uitvallen.

154

14

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Publiek belang De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (lager dividend). De gemeente bezit 32.253 aandelen nominaal € 2,50. Over het resultaat 2009 is 50 % als dividend aan de aandeelhouders betaald wat neerkomt op € 2,49 per aandeel. Voor de gemeente Cuijk betekende dit een dividend van € 80.310 welk bedrag in 2010 is verantwoord. Aan de aandeelhouders zal in 2011 worden voorgesteld om over het resultaat 2010 € 2.30 per aandeel aan dividend uit te keren. Beleidsvoornemens Geen. Problemen / risico’s BNG ziet 2011 met vertrouwen tegemoet. Het renteresultaat ligt naar verwachting om en nabij het hoge niveau van 2010. Gegeven de volatiliteit van de financiële markten tegen de achtergrond van de internationale schuldencrisis en alle overige onzekerheden acht de bank het evenwel niet verantwoord een uitspraak te doen over de nettowinst 2011.

15

Brabant Water N.V. Publiek belang Bestuurlijk belang Financieel belang

Beleidsvoornemens Problemen / risico’s 16

Het veilig stellen van de kwaliteit van het waterleidingnet en het genereren van dividend door belegging van middelen. Deze middelen kunnen in beginsel vrij worden aangewend voor gemeentelijke taken. De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 23.154 aandelen nominaal € 0,10. Bij Brabant Water komen alle inkomsten ten goede aan de water-voorziening. Winst wordt gebruikt om de kwaliteit van het drinkwater op een hoog niveau te houden, scherpe tarieven te bieden en investeringen nu en in de toekomst zo veel mogelijk uit eigen middelen te realiseren. Bovendien zien de aandeelhouders van Brabant Water vrijwillig af van dividend. Geen. Geen.

Administratiekantoor Oost-Brabant B.V. Publiek belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de oud-aandeelhouders in het gasnetwerk van NV Obragas. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het Algemeen bestuur door de portefeuillehouder Financiën. Bij diens afwezigheid wordt de portefeuillehouder vervangen door de concerncontroller. Financieel belang De gemeente Cuijk is houder van en rechthebbende op 1.176 geplaatste aandelen in de vennootschap. De gemeente Cuijk heeft in 2010 € 9.320 dividend ontvangen en € 1.644 dividendbelasting terugontvangen. Beleidsvoornemens De Besloten vennootschap is vooralsnog in stand gehouden om de mogelijkheid te hebben/houden te participeren in een groter netwerk dat de werkgebieden van Obragas en NRE (gemeente Eindhoven) zou kunnen omvatten. De situatie rond de netwerken van Obragas en NRE is inmiddels dermate complex en met risico’s omgeven dat het raadzaam is af te zien van participatie. Daarnaast zijn de rendementsverwachtingen zeer beperkt. Daarmee ontvalt de belangrijkste bestaansgrond van Administratiekantoor Oost-Brabant B.V. Reden om een traject gericht op ontbinding (en vereffening) van de vennootschap in gang te zetten. 4 maart 2010 is tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van het Administratiekantoor tot de ontbinding en vereffening van het Administratiekantoor besloten. Problemen / risico’s Geen.

155

17

Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant Publiek belang Gemeentelijke taak in het kader van Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), ondergebracht in de onderhavige gemeenschappelijke regeling. Hiermee wordt bevorderd dat inwoners uit de regio Noordoost-Brabant met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt hulp wordt geboden bij het verkrijgen van betaald werk. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het Algemeen bestuur door de portefeuillehouder ISD. Financieel belang In geval van opheffing besluit het Algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daartoe regels op. De bijdrage in de bestuurs- en secretariaatskosten is in 2010 ten laste van de Algemene Gemeentelijke Reserve van het werkvoorzieningschap gebracht. De Rijksbijdrage Wsw wordt via de gemeente beschikbaar gesteld aan het werkzieningschap. Over 2010 zijn de ontvangen rijksmiddelen ad. € 7.562.158 doorbetaald aan het werkvoorzieningschap. De terugontvangen doorgeschoven BTW over 2010 bedroeg € 38.348. Het werkvoorzieningschap stort jaarlijks 50% van de uit te keren winst in de zogenaamde Algemene Gemeentelijke Reserve (AGR). Dit dividend is gerelateerd aan de mate waarin de gemeente diensten van de IBN heeft afgenomen. Uit deze reserve kan de gemeente incidentele opdrachten aan de IBN verstrekken, welke hieruit worden betaald. Het verloop van het Cuijkse aandeel in de reserve in 2010 is als volgt: Stand 1-1-2010 Bij: dividenduitkering 2009 Af: inzet in 2010 Stand 31-12-2010 Beleidsvoornemens

Problemen / risico’s 18

€ 1.029.008 € 486.770 - /- € 509.888 € 1.005.890

Waarvan ultimo 2010 nog vrij besteedbaar conform doel € 409.442 Momenteel wordt door het Ministerie van Sociale Zaken een nieuwe regeling voorbereid zijnde werken naar vermogen. Hierin zullen opgaan: de Wsw, de WWB en de Wajong. Voor deze nieuwe regeling zal er één budget gaan komen. Hoe de regeling er precies zal gaan uitzien is op dit moment nog niet bekend. Niet duidelijk is op dit moment welke financiële consequenties dit voor de gemeenten zal hebben. Vrees is dat dit gepaard zal gaan met verlaging van de budgetten.

Gemeenschappelijke regeling openbaar basisonderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert. Publiek belang Het schoolbestuur van het openbaar primair onderwijs in de gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave en Mill en Sint Hubert is per 1-1-2004 ondergebracht in de Stichting Openbaar Onderwijs A-73. De gemeentelijke taak op het gebied van openbaar onderwijs is met ingang van 1-1-2004 ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Voor de uitvoering van de regeling is een gemeenschappelijk orgaan ingesteld. De doelstelling van het gemeenschappelijk orgaan is het coördineren en het uitoefenen van de bevoegdheden van de gemeenteraad als bedoeld in art. 48 van de Wet op het primair onderwijs en in de statuten van de stichting, met uitzondering van opheffing van de scholen. Dit komt neer op het behartigen van het belang van het openbaar onderwijs in voornoemde gemeenten. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het gemeenschappelijk orgaan door de portefeuillehouder onderwijs en neemt deel aan het bestuurlijk overleg. Financieel belang De uitvoering van het secretariaat van het gemeenschappelijk orgaan wordt door de gemeente Cuijk verzorgd. De overige gemeenten dragen ieder hier financieel € 250 per jaar aan bij. Beleidsvoornemens Het belang van het openbaar onderwijs in de deelnemende gemeenten behartigen, vooral door toe te zien op de instandhouding van het openbaar basisonderwijs als zodanig. Problemen / risico’s Geen.

156

19

Gemeenschappelijke regeling Welstandszorg Noord-Brabant Publiek belang Welstandszorg Noord-Brabant heeft tot doel de gemeenten bij te staan in hun zorg voor de vormgeving van gebouwen en bouwwerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan. De activiteiten bestaan uit welstandsadvisering, het geven van toelichting en informatie over verstrekte adviezen, voorlichting, samenstellen algemene notities, maken van welstandstoelichtingen bij nieuwe bestemmingsplannen, bijstaan gemeenten bij het ontwikkelen van eigen welstands- en monumentenbeleid, commentaar op bestemmingsplannen en stimulering van de architectonisch ruimtelijke kwaliteit. Bestuurlijk belang Het bestuur bestaat uit een Algemeen Bestuur, bestaande uit bestuurlijke vertegenwoordigers van alle aangesloten gemeenten, waaruit de leden van het Dagelijks Bestuur worden gekozen. Financieel belang De vaste inwonersbijdrage per gemeente is € 0,20 per inwoner. De totale bijdrage 2010 bedroeg € 4.862. Beleidsvoornemens De opvattingen betreffende de uit te voeren taken worden niet langer eenduidig door de leden gedeeld en de ambities betreffende gewenste ontwikkelingen lopen ver uiteen. Een basis om in gemeenschappelijkheid een pakket van helder gedefinieerde taken uit te voeren is er niet langer. Om die redenen is ervoor gekozen de Gemeenschappelijke Regeling Welstandszorg NoordBrabant per 1 januari 2012 op te heffen. Problemen / risico’s De gemeenschappelijke regeling blijft in stand tot 1-1-2012. Ten behoeve van de ontvlechting en liquidatie is een reorganisatieplan opgesteld. Na verwachting zal de liquidatie eind 2011 zijn beslag krijgen. De eventuele financiële gevolgen zullen na verwachting beperkt blijven.

20

Regionaal Bedrijvenpark Laarakker B.V. / C.V. Publiek belang Behoud en bevordering van werkgelegenheid middels realisatie van een bedrijventerrein. Bestuurlijk belang Gemeente Cuijk is voor vijftig procent aandeelhouder van Regionaal Bedrijvenpark Laarakker B.V. (RBL B.V.). Het bestuur van RBL B.V. wordt te allen tijde gevormd door twee statutair directeuren. Één directeur is benoemd op voordracht van de gemeente Cuijk en één op voordracht van O.P.P. Ontwikkelings- en Participatiebedrijf Publieke Sector B.V. (OPP). RBL B.V. is beherend vennoot van RBL C.V. Besluiten van de RBL C.V. betreffende daden van beschikking of beheer worden genomen door het bestuur van de RBL B.V. De gemeente Cuijk heeft stemrecht als commanditaire vennoot van RBL C.V.

Financieel belang


Voor bepaalde te nemen directiebesluiten is de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen nodig, respectievelijk de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de RBL B.V. De Raad van Commissarissen van RBL B.V. evenals de vertegenwoordiging in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders is paritair samengesteld. Er zijn evenveel commissarissen en vertegenwoordigers op voordracht van de gemeente Cuijk als op voordracht van OPP. Leidende kaders zijn vervat in een tussen partijen gesloten samenwerkingsovereenkomst. De gemeente brengt grond, tegen boekwaarde, en eigen vermogen in. De private ontwikkelpartner en de gemeente Cuijk brengen ieder voor 50% eigen vermogen in. In 2008 en 2009 heeft de gemeente Cuijk elk jaar € 500.000 ingebracht in de RBL C.V. In 2010 heeft de gemeente Cuijk € 850.000 ingebracht. Geen. De gebruikelijke risico’s bij dit soort participaties en grondexploitatie.

157

21

Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant Noordoost (RBL- bno) Publiek belang De gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint Oedenrode, Uden en Veghel hebben de gemeentelijke taken op het gebied van de leerplicht en voortijdig schoolverlaten met ingang van 01-08-2009 ondergebracht bij het Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant Noordoost (RBL bno) van de gemeente Oss. De gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden op het gebied van Leerplichtwet 1962 en de Wet Regionale Meld- en Coördinatiefunctie 2001 zijn daarvoor ondergebracht in een Gemeenschappelijke Regeling, zonder oprichting van een openbaar lichaam, conform artikel 8 lid 2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Bestuurlijk belang De gemeente Cuijk neemt deel aan het bestuurlijk overleg van het algemeen en dagelijks bestuur van het RBL-bno en wordt hierin vertegenwoordigd door de portefeuillehouder onderwijs. Financieel belang Zowel de personeelskosten als de uitvoeringskosten die verbonden zijn aan de uitvoering van taken van het RBL-bno worden omgeslagen over de deelnemende gemeenten op basis van inwonersaantal. De gemeente Cuijk droeg voor 2010 € 56.666 bij aan deze regeling.

Beleidsvoornemens Problemen / Risico’s

23

Enexis Holding N.V. Publiek belang

Bestuurlijk belang Financieel belang

Beleidsvoornemens


De gemeente Cuijk is opdrachtnemer van het RBL-bno voor de uitvoering van deze taken in de subregio Land van Cuijk en heeft daartoe specifiek, extra personeel in dienst. Deze kosten worden gedeclareerd bij de gemeente Oss. Doel van deze regionale samenwerking is het komen tot een uniforme werkwijze en een hogere kwaliteit van uitvoering en dienstverlening van de gemeentelijke taken op het gebied van leerplicht en voortijdig schoolverlaten. Er is sprake van een prille samenwerking; financiële risico’s zijn afgedekt door gemeentelijke bijdragen en door een rijksbijdrage aan de regiogemeente. Deze rijksbijdrage wordt in de algemene heroverweging als gevolg van de financiële crisis vanaf 2011 bedreigd met kortingen.

Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer in Nederland dient Essent gesplitst te worden in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is al doorgevoerd per 30 juni 2009. Op basis van de wet worden de publieke aandeelhouders van Essent N.V. voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van Enexis. De vennootschap heeft ten doel: het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie; het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. De provincies en gemeenten trachten met hun aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen. De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 23.177 aandelen van nominaal € 1 per aandeel. Over 2009 heeft de gemeente Cuijk € 10.384 dividend ontvangen en € 1.833 dividendbelasting terugontvangen in 2010. Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht. In de statuten is vastgelegd dat de dividend pay-out ratio over de boekjaren 2009 en 2010 maximaal 30 % mag bedragen. Risico’s relatief gering.

158

24

Vordering op Enexis B.V. Publiek belang De economische eigendom van de gas- en electriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis B.V. Omdat Enexis B.V. over onvoldoende contante middelen beschikte is deze onverschuldigd gebleven en omgezet in een lening van Essent Nederland B.V. Deze lening is niet mee verkocht aan RWE maar overgedragen aan de aandeelhouders via de vennootschap Vordering op Enexis B.V. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 310 aandelen. De aandeelhouders krijgen jaarlijks een rentevergoeding uit deze vennootschap, gebaseerd op de door de vennootschap ontvangen rente-inkomsten m.b.t. de lening. In 2010 heeft de gemeente Cuijk € 775 dividend ontvangen. Beleidsvoornemens Vordering op Enexis zal - mede afhankelijk van de condities op de kapitaalmarkt - er naar streven om samen met Enexis Holding N.V., na verloop van tijd, (een deel van) de vordering op Enexis te herfinancieren op de kapitaalmarkt, al dan niet via uitgifte van obligaties. Problemen / risico’s Risico’s relatief gering.

25

Verkoop Vennootschap B.V. Publiek belang De door Essent afgegeven garanties bij de verkoop van de aandelen van het productie- en leveringsbedrijf aan RWE zijn overgedragen aan Verkoop Vennootschap B.V. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening wordt aangehouden (in vakjargon: in escrow zal worden gestort).


Beleidsvoornemens Problemen / risico’s 26

Attero Holding N.V. Publiek belang



De functie van Verkoop Vennootschap is tweeërlei. Als vennootschap die vrijwel alle garanties onder de verkoopovereenkomst heeft overgenomen van de verkopende aandeelhouders zal zij eventuele garantieclaim-procedures voeren tegen RWE. Daarnaast treedt de B.V. op als vertegenwoordiger van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow agent voor wat betreft het beheer van het bedrag dat in escrow wordt gestort. De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). Het rendement op de general escrow wordt gebruikt als werkkapitaal voor de B.V. De kosten van de B.V. bestaan voornamelijk uit het inhuren van externe adviseurs voor de afwikkeling van (potentiële) claims van RWE. Een eventueel overschot op het einde komt ten goede aan de aandeelhouders. De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de periode dat claims onder deze escrow kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Risico’s relatief gering. Essent N.V. was aandeelhoudster van Essent Milieu Holding N.V. Essent Milieu maakte geen deel uit van het verkoopproces aan RWE. De aandeelhouders van Essent N.V. zijn rechtstreeks aandeelhouder van Essent Milieu Holding N.V. geworden. Per 1-1-2010 heeft Essent Milieu Holding N.V. haar naam gewijzigd in Attero Holding N.V. Het doel van deze N.V. is deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en –verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 23.177 aandelen van nominaal € 1 per aandeel. Over 2009 heeft de gemeente Cuijk € 1.316 dividend ontvangen en € 233 dividendbelasting terugontvangen in 2010. Geen. Risico’s relatief gering.

159

27

Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Publiek belang Het juridische en het economische eigendom van Essent haar 50 % belang in de N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ, welke vennootschap onder meer eigenaar is van de kerncentrale te Borssele, mocht niet worden mee verkocht aan RWE. Dit eigendom is dus ook verkregen door de verkopende aandeelhouders van Essent. Dit belang is ondergebracht in de vennootschap Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Hiermee verkrijgen de aandeelhouders ook de rechten om de publieke belangen te borgen. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 23.177 aandelen van nominaal € 1 per aandeel. Over 2009 heeft de gemeente Cuijk € 1.448 dividend ontvangen en € 255 dividendbelasting terugontvangen in 2010. Beleidsvoornemens De Hoge Raad geeft Delta, mede-eigenaar van EPZ (kerncentrale), in cassatie op het kort geding opnieuw gelijk in zijn verzet tegen de overdracht van het 50%-belang in EPZ door publieke aandeelhouders aan RWE. De uitspraak is vrijdag 21 januari 2011 gedaan. De Hoge Raad volgt daarmee de lijn die lagere rechters al gevolgd hadden. Er loopt nog wel een bodemprocedure. Deze kan nog jaren duren. Problemen / risico’s Risico’s relatief gering.

28

CBL Vennootschap B.V. Publiek belang De functie van deze CBL Vennootschap B.V. is dat zij de verkopende aandeelhouders van Essent N.V. vertegenwoordigt als medebeheerder (naast RWE AG, Enexis Holding N.V. en Essent N.V.) van het CBL Fonds en in eventuele andere relevante CBL-aangelegenheden en fungeert als "doorgeefluik" voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Het CBL Fonds is een bankrekening (in vakjargon: escrow) waarop een adequaat bedrag aan voorziening wordt aangehouden. Voor zover er na beëindiging van alle CBL’s en de betaling uit het CBL Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Fonds, wordt het resterende bedrag weer in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE AG en verkopende aandeelhouders.


Beleidsvoornemens


Naast het feit dat deelname in de Vennootschap de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent N.V. en een optimale (financiële) risico-afdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de verkopende aandeelhouders in de vennootschap in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 310 aandelen. In 2010 heeft de gemeente Cuijk € 2.717 dividend ontvangen. De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de nog openstaande CBL -contracten en de claims die onder deze escrow (CBL-fonds) kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Op het beheerde geld zal een rentevergoeding worden toegevoegd aan het fonds. Een eventueel overschot in het CBL-fonds komt op het einde voor 50% ten goede aan de verkopende aandeelhouders. Risico’s relatief gering.

160

28

Claim Staat Vennootschap B.V. Publiek belang Het bleek praktisch moeilijk te zijn de procedure over de vraag of de splitsingswetgeving onverbindend is over te dragen aan de verkopende aandeelhouders. Daarom is bepaald dat deze procedure ook na afronding van de transactie met RWE AG zal worden gevoerd door Essent. De schadevergoedingsvordering, die nog zou kunnen voortvloeien uit de procedure, is gecedeerd aan de Claim Staat Vennootschap B.V. (zodat deze vordering niet achterblijft binnen de Essent Groep). Deze deelname in de Claim Staat Vennootschap B.V. creëert de noodzakelijk randvoorwaarden voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale risico-afdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen ook in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het is voor de aandeelhouders eenvoudiger, beter en goedkoper om gezamenlijk via de band van de Claim Staat Vennootschap B.V. te procederen dan dit ieder voor zich te moeten doen. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Financieel belang Door bovengenoemde splitsing is er een aandeel verworven in het nominaal aandelenkapitaal van deze vennootschap. Een eventuele schadevergoeding komt geheel ten goede aan de verkopende aandeelhouders. Beleidsvoornemens De looptijd van deze BV is afhankelijk van de uitspraak in de gerechtelijke procedure. Problemen / risico’s Risico’s relatief gering.

161

162

PARAGRAAF 7

GRONDBELEID

7.1 Inleiding De wetgever schrijft in het Besluit Begroting en Verantwoording 2004 (artikel 16 BBV) voor, dat een gemeente in de jaarlijks bij de programmabegroting op te nemen paragraaf grondbeleid inzicht geeft in de volgende zaken:  Een visie op het grondbeleid in relatie tot de te realiseren doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting;  Een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd;  Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale bouwgrondexploitatie;  Een onderbouwing van de geraamde winstneming;  De beleidsuitgangspunten met betrekking tot de reserves bouwgrondexploitatie (in relatie tot de risico’s). In de financiële verordening van Cuijk, die gebaseerd is op artikel 212 van de Gemeentewet is een en ander verder uitgewerkt en vorm gegeven. Jaarlijks wordt binnen onze gemeente de zogenaamde beleidsanalyse grondexploitatie (BGE) opgesteld. In die BGE worden de financieel-economische aspecten van al onze geactiveerde ruimtelijke projecten in ogenschouw genomen. De BGE 2010 is vastgesteld in de raad van 1 juli 2010. 7.2 Grondbeleid Grondbeleid kan op de volgende wijze worden gedefinieerd: ‘Het op verantwoorde wijze handhaven van het bestaande grondgebruik en onroerende zaken (beheer), dan wel het op een actieve wijze realiseren van gewenste veranderingen in het grondgebruik, binnen de gestelde termijnen en tegen maatschappelijk aanvaarbare offers, opdat dit past in de door de gemeente geformuleerde doelstellingen op het gebied van ruimtelijk beleid’. Grondbeleid is ondersteunend beleid en staat ten dienste van het gemeentelijk volkshuisvestings-, economisch en ruimtelijk beleid. De motieven voor het voeren van een gemeentelijk grondbeleid zijn op hoofdlijnen als volgt: - het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik; - het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, afnemers, exploitanten, eigenaren en overheid; - het tijdig kunnen realiseren van nieuwe noodzakelijke bouwlocaties; - het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger alsmede de werking van de grondmarkt. Over het algemeen wordt op een tweetal wijzen grondbeleid in de gemeente vorm gegeven: actief en/of passief (faciliterend). Onder ‘actief grondbeleid’ wordt verstaan dat de gemeente - teneinde een ruimtelijk plan te realiseren c.q. een locatie te ontwikkelen - eigenstandig de nodige gronden verwerft, deze tijdelijk beheert, ze bouwrijp maakt en vervolgens uitgeeft. De gemeente kan dan zelf bepalen welke bestemmingen waar en wanneer gerealiseerd moeten worden en heeft dus de regie volledig in handen. De instrumenten die de gemeente voor de verwerving van onroerende zaken kan gebruiken zijn in eerste instantie minnelijke aankoop en daarna achtereenvolgens eventueel de Wet Voorkeursrecht Gemeenten en de Onteigeningswet.

163

Bij ‘passief grondbeleid’ (ook wel ‘faciliterend grondbeleid’ genoemd) in de meest enge vorm beperkt de gemeente zich tot het reguleren van de activiteiten van de private sector. Instrumenten hiervoor zijn het bestemmingsplan, de exploitatieovereenkomst en eventueel als ultiem middel de invoering van een baatbelasting. Bij faciliterend grondbeleid wordt het initiatief tot het exploiteren van bouwgrond overgelaten aan private partijen, doch draagt de gemeente de zorg voor de aanleg van het openbaar gebied en het realiseren van de objecten ten behoeve van maatschappelijke doeleinden (zoals scholen en gemeenschapsvoorzieningen). Dit kan door de gemeente zelf worden uitgevoerd, maar ook de betrokken private partijen kunnen dit realiseren. In het algemeen hebben die daar echter minder belangstelling voor. De gemeente oefent natuurlijk wel toezicht uit op het bouwen woonrijp maken en geeft de nodige (bouw)vergunningen af. Als passieve instrumenten zijn ook nog te noemen: de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (waaronder de ‘oude’ grondexploitatiewet) en de Woningwet. In 2010 zijn door de gemeente Cuijk geen nieuwe initiatieven genomen op het gebied van ‘actief grondbeleid’ (lees: zijn geen strategische eigendommen/gronden verworven ten behoeve van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen). Als het gaat om ‘passief grondbeleid’ kan worden vermeld dat in 2010 één nieuwe ontwikkeling aan de orde is, namelijk de private ontwikkeling van het Regouincomplex te Cuijk. In dit kader is eind 2010 een startnotitie opgesteld. In de loop van 2011 zal een en ander verder worden uitgewerkt. 7.3 Gemeentelijk grondbeleid Beleidsanalyse grondexploitatie (BGE) De datum 1 juli 2010 is de BGE 2010 door de raad vastgesteld. In deze BGE 2010 zijn de ruimtelijke ontwikkelingsprojecten individueel en in totaliteit getoetst op hun financieeleconomische haalbaarheid. Voor meer inhoudelijke en gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de BGE 2010. De in de BGE geactiveerde projecten worden op een actieve wijze gerealiseerd (actief grondbeleid). De gemeente heeft op een aantal relatief kleinere onroerende zaken na, binnen die projecten alle gronden in handen. Het gaat om de navolgende projecten (complexen):           

Maasoeverzone Uitbreiding Beijerd en ’t Riet West Heeswijkse Kampen fase 3 e Heeswijkse Kampen Noord 2 fase De Schans St. Agatha Groot Heiligenberg Katwijkseweg De Valuwe e Dienstenas 1 fase Homburg Campus

Wat betreft de ontwikkeling van de Homburg Campus heeft de raad in 2010 besloten de Schouwburg niet te verplaatsen naar dit gebied, maar deze op de huidige locatie te herontwikkelen. Overige BGE-gerelateerde projecten Voor een aantal ruimtelijke projecten geldt, dat ze geen ‘zuivere’ actieve BGE-projecten zijn, maar dat (gedeeltelijke) projectadministratie- en financiering wel onder de reikwijdte van het beleidsproduct bouwgrondexploitatie plaatsvindt of op korte termijn plaats gaat vinden. Het gaat om de navolgende projecten (complexen):

164

  

Dommelsvoort Cuijkse Cantheelen Regionaal Bedrijvenpark Laarakker (RBL)

Overige strategische gronden In het verleden heeft de gemeente een divers aantal strategische locaties verworven die nog niet zijn opgenomen in een van de hierboven genoemde projecten. Deze zijn ondergebracht in het cluster ‘verspreide percelen’ en verantwoord onder het ‘administratieve complex’. In 2010 zijn hierin geen wijzigingen aangebracht. Gronden algemene dienst Grondbeleid is niet alleen het domein van de bouwgrondexploitatie. Ook de gronden van de algemene dienst kunnen bijdragen aan de realisatie van de door uw raad gestelde doelen. In beginsel worden voor de door de algemene dienst in te brengen gronden marktconforme prijzen in rekening gebracht. Dit mede om te voorkomen, dat op grond van min of meer toevallige eigendomsverhoudingen binnen de gemeentelijke administratie kostenvervalsing optreedt. 7.4 Afzet bouwgrond/opbrengsten grondverkoop De BGE-productiecijfers over 2010 zien er als volgt uit: Primaire begroting 2010

Gerealiseerd 2010

Afzet Aantal nieuwbouwwoningen

135

117

Bedrijfsterreinen/Voorzieningen (in ha)

2,2

1,1

10,5

10,2

2,4

1,1

Opbrengst (bedragen in mln) Woningbouw Bedrijfsterreinen/Voorzieningen

De reserve onvoorzienbare risico’s bouwgrondexploitatie dient als buffer voor in de exploitatieberekeningen niet voorzienbare risico’s. Daarbij kan gedacht worden aan:  conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan inzakken en renteverliezen kunnen ontstaan;  het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen van gronden;  milieurisico’s;  planschadeclaims;  het wellicht niet kunnen komen tot volledig kostenverhaal in geval van particuliere exploitaties;  hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in de exploitatieberekeningen;  wetgeving en procedures;  marktafzetrisico’s;  politieke besluitvorming;  het niet kunnen krijgen van voldoende woningbouwcontingenten.

165

7.5 Stand reserves en voorzieningen In onderstaand overzicht is de stand van de binnen het beleidsproduct bouwgrondexploitatie aanwezige reserves en voorzieningen weergegeven: Balans per Reserve / voorziening

31-12-2010

Reserve onvoorzienbare risico’s bouwgrondexploitatie

3.114.000

Voorziening toekomstig verlies Maasoeverzone

11.029.771

Voorziening toekomstig verlies St. Agatha

526.113

Voorziening planvorming Reg. Bedrijventerrein Haps

2.000.000

Voorziening Dommelsvoort

1.700.000

Voorziening Dienstenas

1.343.339

Voorziening De Valuwe

4.240.000

Voorziening Homburg Campus

14.593.918

Voorziening complex Verspreide percelen

872.051

Totaal

39.419.192

N.B.: De voorzieningen voor de toekomstige verliezen van de actieve grondexploitatiecomplexen zijn in deze complexen verdisconteerd De totale boekwaarde van de binnen de bouwgrondexploitatie verantwoorde gronden bedraagt per 31-12-2010 afgerond € 34,4 miljoen (exclusief voorzieningen voor tekorten). 7.6 Winstnemingen In onderstaande tabel zijn de winstnemingen vermeld van de BGE-projecten. Tussentijdse winstnemingen 2009

2010

Maasoeverzone

46.046

De Beierd en 't Riet (West)

16.740

26.711

Heeswijkse Kampen

3e fase

-/- 601.055

2.037.249

Heeswijkse Kampen

2e fase

711.502

168.758

87.277

221.796

De Schans Groot Heiligenberg Katwijkseweg St. Agatha Totaal

166

7.226

320.971

71.329

-/- 10.791

9.578

-/- 4.948

302.597

2.805.792

20.236.647

Totaal voorraden bouwgrond

Boekwaarde 31-12-2010

14.168.640

8.757.674 132.735 -2.296.940 -1.599.007 -621.828 757.912 631.445 -2.068.442 6.347.067 10.040.616

2.099.888 2.028.136 4.128.024

11.511.797 5.234.300 67.808 200.816 941.786 467.242 132.051 15.156 5.935 367.227 11.473 428.603 852.453

(in BW 31-12-2010)

Winstnemingen totaal

25.132.063

46.046 0 13.653.193 3.003.614 3.112.764 4.630 -10.791 142.016 0 19.951.472

549.837 4.630.754 5.180.591

(in BW 31-12-2010)

Boekwaarde 31-12-2010

Reg.Bedrijventerrein Laarakker Dommelsvoort Tussen de Molens, Beers Heeswijkse Kampen Zuid 2e fase Thomassen Beers Percelen grond Liefkeshoek Katwijk Voormalige gemeentewerf Beers Voormalige gemeentewerf Haps Irenestraat/ Anna Frankstraat Woonzorgas Burg. Thijssenstraat Beers Lange Linden 33 Taxibedrijf Molenstraat Cuijk

Voorraden bouwgrond

Looptijd

2013 2013 2025 2011 2015 2014 2015 2018 2017

Maasoeverzone Dienstenas Heeswijkse Kampen fase 3 Heeswijkse Kampen fase 2 De Schans St. Agatha Katwijkseweg De Valuwe Homburg Campus

Totaal onderhanden werk

2015 2016

Looptijd

Groot Heiligenberg Verkeersplan-Uitbr.Beijerd-'Riet

Onderhanden werk

Winstnemingen totaal

Nog te maken kosten

90.610.830

4.424.687 1.210.604 41.760.301 832.592 321.139 546.572 1.079.055 13.939.673 25.455.311 89.569.934

547.606 493.290 1.040.896

Nog te maken kosten

Nog te realiseren opbrengsten

83.352.048

2.153.044 0 41.875.530 80.000 1.169.940 778.370 2.643.844 7.631.231 17.208.460 73.540.419

4.037.448 5.774.181 9.811.629

Nog te realiseren opbrengsten

Batig saldo

21.427.421

11.029.317 1.343.339 -2.412.169 -846.415 -1.470.629 526.113 -933.344 4.240.000 14.593.918 26.070.130

-1.389.954 -3.252.755 -4.642.709

Batig saldo 0 0 0

167 4.572.051

2.000.000 1.700.000 30.003 88.855 416.748 195.226 58.428 6.706 2.594 70.255 2.584 652 0

Voorziening 31-12-2010

31.732.687

11.029.317 1.343.339 0 0 0 526.113 0 4.240.000 14.593.918 31.732.687

Voorziening 31-12-2010

15.664.596

9.511.797 3.534.300 37.805 111.961 525.038 272.016 73.623 8.450 3.341 296.972 8.889 427.951 852.453

Boekwaarde na waardecorrectie

-17.564.047

-2.271.643 -1.210.604 -2.296.940 -1.599.007 -621.828 231.799 631.445 -6.308.442 -8.246.851 -21.692.071

2.099.888 2.028.136 4.128.024


Vermoedelijk resultaat

-10.305.266

0 0 -2.412.169 -846.415 -1.470.629 0 -933.344 0 0 -5.662.557

-1.389.954 -3.252.755 -4.642.709

Vermoedelijk resultaat

Contante waarde

-6.933.126

0 0 -1.006.514 -798.505 -1.098.939 0 -697.450 0 0 -3.601.408

-1.038.655 -2.293.063 -3.331.718

Contante waarde

852.468

653.031 107.449 10.359 1.215 23.000 19.034 3.950 4.420 8.948 15.024 402 4.980 656

Te verkopen m2

359.461

0 0 222.205 0 4.588 2.684 13.220 28.031 13.539 284.267

31.806 43.388 75.194

Te verkopen m2

7.7 Specificatie boekwaarde bouwgrondexploitatie

7.8 Tot slot In de beleidsanalyse grondexploitatie 2011 (BGE 2011) zal uitgebreid worden ingegaan op de huidige positie van de bouwgrondexploitatie. Volgens planning zal de BGE 2011 ter vaststelling worden aangeboden in de raad van 30 juni 2011.

168

DEEL B: JAARREKENING

169

170

1. PROGRAMMAREKENING

171

172

Gezuiverd rekeningsresultaat Primitieve begroting Programma 0. Bestuur

Lasten 4.429.935

Begroting na wijziging

Realisatie

Baten -561.803

Saldo 3.868.132

Lasten 4.974.734

Baten -492.503

Saldo 4.482.231

Lasten 4.555.883

Baten -462.362

Saldo 4.093.521 1.878.289

1. Veiligheid en handhaving

1.734.568

-54.282

1.680.286

2.225.974

-101.012

2.124.962

2.023.328

-145.039

2 Verkeer en vervoer

3.811.431

-376.067

3.435.364

4.220.269

-382.987

3.837.282

4.132.584

-425.573

3.707.011

3. Lokale economie

1.403.695

-538.026

865.669

1.365.374

-1.468.242

-102.868

2.365.588

-1.334.231

1.031.357

3.952.164

-899.843

3.052.321

4.417.709

-975.538

3.442.171

4.475.506

-1.187.084

3.288.422

6.774.338

-692.687

6.081.651

7.689.963

-700.487

6.989.476

5.828.037

-391.125

5.436.912

21.363.598

-12.631.967

8.731.631

23.802.434

-13.882.942

9.919.492

21.984.867

-13.387.273

8.597.594

4. Onderwijs en kinderopvang 5. Cultuur, recreatie en sport 6. Welzijn, werk, inkomen en zorg 7. Volksgezondheid en milieu 8. Bouwen en wonen

5.993.744

-4.375.806

1.617.938

6.190.995

-4.541.654

1.649.341

5.992.046

-5.426.973

565.073

17.230.662

-16.088.502

1.142.160

8.554.102

-7.082.318

1.471.784

20.248.921

-14.128.208

6.120.713

1.571.422

-29.786.185

-28.214.763

1.747.972

-30.200.267

-28.452.295

2.796.928

-30.874.384

-28.077.456

68.265.557

-66.005.168

2.260.389

65.189.526

-59.827.950

5.361.576

74.403.688

-67.762.252

6.641.436

904.105

-3.164.494

-2.260.389

4.500.752

-8.319.402

-3.818.650

4.460.492

-10.085.965

-5.625.473

69.169.662

-69.169.662

0

69.690.278

-68.147.352

1.542.926

78.864.180

-77.848.217

1.015.963

Financiering en algemene dekkingsmiddelen Totaal resultaat voor bestemming Totaal reservemutaties Totaal resultaat na bestemming

173

174

2. TOELICHTING OP DE PROGRAMMAREKENING

175

176

Analyse resultaat 2010 Bij de najaarsnota 2010 werd een negatief resultaat geraamd van € 1.542.926. Het werkelijke negatieve resultaat bedraagt € 1.015.963. Een toelichting op het verschil ad € 526.963 is in onderstaand overzicht opgenomen.

progr.

x € 1.000 voordelen nadelen

omschrijving

0

Loonkosten college B&W

0

Storting voorziening pensioenen wethouders

2

Gladheidbestrijding

3

Afkoop huurovereenkomst Tango

3

Huuropbrengsten

3

Verkoop gronden en opstallen

4

Leerlingenvervoer

5

Kraaijenbergse Plassen

5

Groenbeheer

6

Gebundelde uitkering (BUIG)

6

Bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ)

141

6

Werkdeel WWB (onderdeel participatiebudget)

438

6

Voorzieningen WMO

6

Integraal jeugdbeleid

7

Gezondheidszorg

153

7

Rioolbeheer / rioolrechten

792

8


8

Leges bouwen

209

9

Rente kort geld

81

9

Omslagrente

9

Algemene uitkering

9

49 110 76 908 66 68 95 400 82 171

62 70

4.331

231 72

Mutaties reserves

1.807

div.

Kapitaallasten

3.915

div.

Saldo kostenplaatsen

289

Overige posten

361

Resultaat jaarrekening

527 7.752

7.752

Voor een nadere toelichting op de genoemde posten wordt verwezen naar de verschillenverklaring op programmaniveau, de toelichting op de (hulp)kostenplaatsen en de kapitaallasten die eveneens in deze toelichting op de programmarekening zijn opgenomen.

177

Overzicht incidentele baten en lasten met toelichting Op grond van artikel 28, lid c van het BBV dient in de toelichting een overzicht van de incidentele baten en lasten opgenomen te worden. Baten en lasten voortkomende uit éénmalige activiteiten en projecten, afwikkelingsverschillen, onvoorziene inkomsten en uitgaven alsmede (eenmalige) onttrekkingen aan de algemene reserve worden als incidentele baten en lasten beschouwd. Als definitie van het begrip 'incidenteel' is, conform de toelichting op artikel 19, onderdeel c, uitgegaan van lasten en baten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. De belangrijkste incidentele baten en lasten (groter dan € 10.000) treft u in het volgende overzicht per programma aan: (bedragen in duizenden Euro's) begroting 2010 programma/omschrijving

baten

rekening 2010

lasten

baten

lasten

Programma 0 Bestuur Ontslag griffier en meerkosten vervanging griffer

140

Onttrekking algemene reserve t.b.v. hogere kosten griffier

140

141 138

Kosten selectieprocedure burgemeester

15

6

Onderzoek telefonische bereikbaarheid en benchmark publiekszaken

13

13

83

110

-

-/- 36

e

Verkiezingen 2 Kamer en gemeenteraad Cuijk Programma 1 Veiligheid en handhaving Resultaatverdeling 2009 Brandweer Land van Cuijk en Politie Brabant-Noord Programma 3 Lokale economie Tijdelijke huisvesting ISD

121

Onttrekking algemene reserve t.b.v. tijdelijke huisvesting ISD

257

52


123

-

Onttrekking algemene reserve t.b.v. afkoop huurcontract Tango

293

85

-

908 908

Programma 5 Cultuur, recreatie en sport Donatie t.b.v. wederopbouw Haïti

24

24

Programma 6 Werk, inkomen en zorg BOS-project

100

90

50

91

276

278

219

236

Programma 7 Volksgezondheid en milieu Centrum Jeugd en Gezin Vrijval voorziening rationeel rioolbeheer

955

Programma 8 Bouwen en wonen Reserve vrijval BWS Regionaal Milieubedrijf RMB

29

29

Verhoging voorzieningen tekorten onderhanden werk (complexen St. Agatha, Maasoeverzone en Homburg Campus)

-

Toevoeging reserve onvoorzienbare risico’s bouwgrondexploitatie

-

7.707 5.792

Financiering en algemene dekkingsmiddelen Verhoging voorziening dubieuze debiteuren

-

37

(Hulp)kostenplaatsen Opbrengst inruil volledig afgeschreven voertuigen van de buitendienst Totaal incidentele baten en lasten

718

178

27 900

8.326

9.530

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het resultaat over 2010 in belangrijke mate is beïnvloed door incidentele baten en lasten. In de begroting was uitgegaan van per saldo € 182.000 aan incidentele lasten. De realisatie over 2010 laat per saldo € 1.204.000 aan incidentele lasten zien. De mutaties in de voorzieningen tekorten onderhouden werk en reserve onvoorzienbare risico’s vormen een belangrijk deel van de incidentele posten. Na eliminatie van het negatieve resultaat op de incidentele baten en lasten van € 1.022.000 resteert een beperkt positief resultaat van circa € 6.000 op de reguliere activiteiten van de gemeente.

179

Programma: 0 Bestuur Primitieve begroting 1.576.296


Rekening 1.929.062

Verschil 275.557


972.501

904.902

816.170

88.732


448.367

448.937

432.578

16.359

Nr 101

Omschrijving Bestuursorganen

102 103

rekenkamer 104

Rechtsbescherming

105


106


107

Burgerzaken

Totaal lasten

88.007

84.157

91.221

-7.064

512.446

473.271

437.050

36.221

43.429

43.429

37.963

5.466

788.889

815.419

811.837

3.582

4.429.935

4.974.734

4.555.881

418.853

-684

-1.758

-5.895

4.137

101

Bestuursorganen

102


-26.074

0

0

0

103


-20.856

-20.856

-21.493

637

0

0

0

0

rekenkamer 104

Rechtsbescherming

105


106


107

Burgerzaken

Totaal baten Saldo programma 0 Bestuur

-200

-200

-59

-141

-16.617

-16.617

-9.065

-7.552

-497.372

-453.072

-425.850

-27.222

-561.803

-492.503

-462.362

-30.141

3.868.132

4.482.231

4.093.521

388.710

De verschillen worden veroorzaakt door: Omschrijving

Voordelen

Raadsvergoedingen

Nadelen

Saldo

8.800

Loonkosten college B&W

49.400

Opleidingen, congressen en cursussen college B&W

7.400

Storting voorziening pensioenen wethouders

110.000

Storting voorziening wachtgelden wethouders

20.900

Selectieprocedure burgemeester

9.800

Samenwerking Land van Cuijk

16.100

Legesopbrengsten vergunningen drank en horeca

18.400

Kapitaallasten

41.900

Doorbelastingen kostenplaatsen

354.200

Diverse mee- en tegenvallers

8.610

Totaal programma 0 Bestuur

517.110

128.400

388.710

Toelichting voornaamste verschillen:  

De raadsvergoedingen zijn lager omdat in de begroting alle loonkosten verhoogd zijn met de salarisverhoging volgens de CAO voor ambtenaren, terwijl deze CAO niet van toepassing is op raadsleden. Het voordeel op de loonkosten van het college is het gevolg van een daling van het aantal fte’s t.o.v. het vorige college. Ook ontvangt een waarnemend burgemeester de helft van de reguliere ambtstoelage.

180



    





De kosten voor opleidingen, congressen en cursussen college B&W zijn lager dan geraamd omdat één oud-wethouder gebruik heeft gemaakt van het aanbod voor loopbaanheroriëntatie terwijl voor twee trajecten budget beschikbaar was gesteld via de kaderbrief 2011. De omvang van de voorzieningen voor pensioenen en wachtgelden wethouders wordt achteraf berekend op basis van een actuariële berekening. De raming was gebaseerd op gemiddelden van de afgelopen jaren. De betaalde wachtgelden in oktober tot en met december 2010 waren lager dan bij de doorrekening van de voorziening wachtgelden werd verondersteld. Hierdoor was de bijstorting in de voorziening wachtgelden wethouders lager dan geraamd. De kosten van de selectieprocedure voor een nieuwe burgemeester vielen lager uit dan was geraamd, omdat er geen assessments hebben plaatsgevonden. De inkomsten en uitgaven in het kader van de intergemeentelijke samenwerking Land van Cuijk zijn afhankelijk van de ontwikkelingen. In 2010 was sprake van een betrekkelijk rustig jaar waardoor er per saldo minder kosten zijn gemaakt. De legesopbrengsten vergunningen drank en horeca zijn lager doordat er minder aanvragen ingevolge de drank- en horecawet zijn ingediend en er als gevolg van een wijziging in de legesverordening in geval van kleine wijzigingen volstaan kan worden met een melding. Daarnaast zijn er minder rijbewijzen en reisdocumenten uitgegeven dan geraamd. Vooral het aantal bromfietsrijbewijzen is lager uitgevallen dan geraamd. De invloed van het jeugdtarief voor identiteitskaarten per 1 januari 2010 is grote dan gedacht. Verder stellen steeds meer personen de vervanging van verlopen reisdocumenten uit. De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

181

Programma: 1 Veiligheid en handhaving Nr 108

Omschrijving Bijzondere wetten en verordeningen

110


120


Totaal lasten



Rekening 394.428

Verschil 171.189

170.290

163.290

150.311

12.979

1.203.371

1.497.067

1.478.590

18.477

1.734.568

2.225.974

2.023.329

202.645

108


-32.221

-34.221

-37.344

3.123

110


-22.061

-12.061

-2.995

-9.066

120


Totaal baten Saldo programma 1 Veiligheid en handhaving

0

-54.730

-104.700

49.970

-54.282

-101.012

-145.039

44.027

1.680.286

2.124.962

1.878.289

246.673


Voordelen

Brandweer Land van Cuijk

Nadelen

Saldo

24.100

Veiligheidsregio Brabant-Noord

12.300

Kapitaallasten

151.600


54.200


4.473

Totaal programma 1 Veiligheid en handhaving

246.673

-

246.673

Toelichting voornaamste verschillen:   



In 2010 is van de Brandweer Land van Cuijk in het kader van de resultaatverdeling 2009 een bedrag van € 24.100 ontvangen. Hiermede was in de begroting geen rekening gehouden. In 2010 is van de Politie Brabant-Noord in het kader van de resultaatverdeling 2009 een bedrag van € 12.300 ontvangen dat eveneens niet was geraamd. De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

182

Programma: 2 Verkeer en vervoer Primitieve begroting 2.972.635


Rekening 3.137.425

Verschil 221.869

Verkeer en vervoer

470.436

485.671

546.465

-60.794

Parkeren

176.471

176.696

224.015

-47.319

221

Haven Cuijk

141.736

148.455

186.484

-38.029

223

Veerdiensten

2.093

2.093

2.042

51

240


48.060

48.060

36.153

11.907

3.811.431

4.220.269

4.132.584

87.685

-17.776

-17.446

-46.866

29.420

Nr 210

Omschrijving Wegen en verlichting

211 214

Totaal lasten 210

Wegen en verlichting

211

Verkeer en vervoer

-949

-6.599

-19.627

13.028

214

Parkeren

-181.672

-183.272

-161.563

-21.709

221

Haven Cuijk

-166.766

-166.766

-188.614

21.848

223

Veerdiensten

0

0

0

0

240


Totaal baten Saldo programma 2 Verkeer en vervoer

-8.904

-8.904

-8.904

0

-376.067

-382.987

-425.574

42.587

3.435.364

3.837.282

3.707.011

130.271


Voordelen

Nadelen

Openbare verlichting

28.300

Calamiteiten onderhoud wegen

20.700

Gladheidbestrijding

76.300

Haven Cuijk, loswal en passantenhaven

21.600

Watergangen

10.200

Scheepvaartrechten/doorvaartrechten

20.200

Kapitaallasten

Saldo

563.200


319.300


2.871

Totaal programma 2 Verkeer en vervoer

596.471

466.200

130.271


 

De hogere uitgaven voor openbare verlichting zijn met name veroorzaakt door afrekeningen over voorgaande jaren inzake het elektriciteitsverbruik. Bij de kadernota 2011 is vanwege het krediet ‘Groeiplaatsverbetering Heeswijkse Kampen’ het calamiteitenonderhoud structureel € 20.000 afgeraamd. De maatregelen van groeiplaatsverbetering zijn echter nog niet uitgevoerd en ook in 2010 is er weer veel wortelschade geweest waardoor het budget overschreden is. In 2010 was sprake van twee strenge winterperiodes. Daarnaast waren de kosten voor zout als gevolg van de strenge winter hoger. Bij de haven Cuijk, loswal en passantenhaven is sprake van hogere materiaalkosten. Als gevolg van een asbreuk in de tandwielkast zijn er extra onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Hiervan is het college in november 2010 op de hoogte gesteld. De toen geraamde kosten bleken achteraf te laag te zijn ingeschat. Het herstel heeft circa € 20.000 gekost.

183

 





Als gevolg van het faillissement van de aannemer zijn de vijvers in 2010 niet meer uitgemaaid. Dit is pas in 2011 uitgevoerd. De kosten drukken derhalve op de begroting 2011. Een ontzander in de Kraayenbergse Plassen heeft (tijdelijk) een vergunning gekregen om vanuit andere ontzandinggebieden tijdelijk zand in te voeren en op te slaan in genoemde plas. Naast de privaatrechtelijke vergoeding die voor deze opslag wordt betaald, heeft dit in 2010 geleid tot meer opbrengsten doorvaartrechten dan was geraamd. De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

184

Programma: 3 Lokale economie Nr 310

Omschrijving Economische Zaken

320

Industrie

330

Nutsbedrijven

Totaal lasten 310

Economische Zaken

320

Industrie

330

Nutsbedrijven

Totaal baten Saldo programma 3 Lokale economie



Rekening 2.209.510

Verschil -1.028.474

179.733

171.383

142.360

29.023

0

12.955

13.718

-763

1.403.695

1.365.374

2.365.588

-1.000.214

-538.026

-1.420.892

-1.286.881

-134.011

0

0

0

0

0

-47.350

-47.350

0

-538.026

-1.468.242

-1.334.231

-134.011

865.669

-102.868

1.031.357

-1.134.225


Voordelen


Nadelen

Saldo

908.000

Projecten

16.200

Gasverbruik gebouwen

15.100

Tijdelijke huisvesting ISD

33.400

Huuropbrengsten

65.500

Pachten

11.600

Verkoop gronden en opstallen

67.500

Kapitaallasten

90.700


25.300


7.125

Totaal programma 3 Lokale economie

53.100

1.187.325

- 1.134.225


 

  

De huurovereenkomst met Tango is afgekocht. Deze kosten waren niet geraamd en worden gedekt middels een onttrekking aan de algemene reserve. Aan de projecten is minder uitgegeven. Van het Platform Noordelijke Maasvallei (voorheen PIO) is geen rekening ontvangen (verschil circa € 5.000). Er zijn verder nog geen projectkosten voor ondernemen in het centrum gemaakt (verschil circa € 10.000) en het restantbudget voor beursdeelname is mede vanwege de geannuleerde regiobeurs niet uitgegeven (na aframing bij najaarsnota 2010 nog circa € 1.000). In 2010 was sprake van zeer koude wintermaanden. Dit in combinatie met slecht geïsoleerde panden heeft geleid tot een hoger gasverbruik. De in het kader van de tijdelijke huisvesting ISD opgevoerde en geraamde kosten werden opgesteld op basis van schattingen. Er waren destijds nog geen afspraken gemaakt tussnde het UWV en de gemeente. De werkelijke kosten zijn gebaseerd op de in 2010 afgesloten samenwerkingsovereenkomst tussen UWV en gemeente en vallen hoger uit. De door UWV in rekening gebrachte kosten zijn correct. De akte inzake de huur tankstation Tango is pas op 31 december 2010 gepasseerd waardoor ook pas per die datum huur zal worden gegenereerd. De pachtinkomsten zijn hoger door onder meer een eenmalige verkoop van mais (€ 5.600) en vernattingschade (€ 3.900). Er zijn minder gronden en opstallen verkocht dan was geraamd.

185





De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

186

Programma: 4 Onderwijs en kinderopvang Nr 420

Omschrijving Bestuurssecr. en mat. instandh. openb. onderwijs

Primitieve begroting

Gewijzigde begroting

Rekening

Verschil

648.958

690.903

610.976

79.927

422


1.201.771

1.231.057

1.160.499

70.558

432


604.125

762.079

754.841

7.238

442


148.292

149.562

140.547

9.015

480


410.609

620.993

658.077

-37.084

482

Volwasseneducatie

310.213

237.132

246.139

-9.007

483

Gemeenschappelijke lasten en baten

393.810

393.810

648.854

-255.044

234.386

332.173

255.573

76.600

3.952.164

4.417.709

4.475.506

-57.797

onderwijs

-31.503

-14.817

-18.251

3.434

422


-31.990

-36.150

-29.097

-7.053

432


-8.819

-3.319

-3.602

283

442


0

0

0

0

480


-164.092

-261.554

-264.518

2.964

482

Volwasseneducatie

-308.789

-235.708

-235.708

0

483

Gemeenschappelijke lasten en baten -354.650

-354.650

-635.909

281.259

0

-69.340

0

-69.340

-899.843

-975.538

-1.187.085

211.547

3.052.321

3.442.171

3.288.421

153.750

onderwijs 650

Kinderopvang

Totaal lasten 420

Bestuurssecr. en mat. instandh. openb.

onderwijs 650

Kinderopvang

Totaal baten Saldo programma 4 Onderwijs en kinderopvang


Voordelen

Onderwijshuisvesting

Nadelen

Saldo

11.000

Leerlingenvervoer

94.800

Regionaal Bureau Leerplicht

14.200

Peuterspeelzaalwerk

14.900

Coördinatie Brede School

27.100

Kapitaallasten

65.500


21.300


650

Totaal programma 4 Onderwijs en kinderopvang

201.600

47.850

153.750

Toelichting voornaamste verschillen: 

De huisvestingskosten voor onderwijs komen, met uitzondering van het groot onderhoud, ten laste van de reserve gemeentelijk integraal huisvestingsplan (GIHP). Per saldo is onderwijshuisvesting budgettair neutraal. Dit is echter niet te zien bij dit progamma, omdat mutaties in reserves niet op programmaniveau plaatsvinden, maar bij de financiering en

187

  

 



algemene dekkingsmiddelen. Het nadeel ad. € 11.000 dat bij programma 4 te zien is bestaat uit voor- en nadelen m.b.t. energielasten, klein onderhoud, huurlasten en –baten. Het voordeel bij leerlingenvervoer is veroorzaakt door een striktere toepassing van de verordening leerlingenvervoer en investeringen in contacten met ouders. Dit resulteerde in meer passende vormen van vervoer waardoor de kosten daalden. Door het samenwerkingsverband Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten zijn de kosten rondom projecten minder groot dan in eerste instantie verwacht. Ook vallen de telefoonkosten lager uit dan geraamd. Het tekort m.b.t. peuterspeelzaalwerk bestaat uit een overschot ad. € 8.600 op het budget externe adieskosten en een tekort ad. € 23.500 m.b.t. harmonisering peuterspeelzaalwerk. Er zijn minder externe advieskosten geweest, omdat inspecties van basisscholen niet zijn uitgevoerd. T.b.v. de harmonisering is een decentralisatieuitkering ontvangen van het Rijk. Per abuis is de stelpost voor de hiermee samenhangende kosten uit de begroting geschrapt, terwijl er geen uitvoeringsbudget voor in de plaats is gekomen. Er is echter wel € 23.500 besteed in dit kader. Het budget voor coördinatie Brede School is nagenoeg niet besteed omdat de brede school in Padbroek nog niet is gerealiseerd. Om uiteenlopende redenen neemt het proces lange tijd in beslag. De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

188

Programma: 5 Cultuur, recreatie en sport Primitieve begroting 533.729


Nr 510

Omschrijving Openbaar bibliotheekwerk

511


2.707

25.922

25.922

0

530

Sport

1.183.492

1.345.524

1.190.900

154.624

540

Kunst en cultuur

1.178.575

1.215.416

1.153.102

62.314

550

Natuur en landschap

187.349

412.726

242.015

170.711

560

Openbaar groen

2.343.124

2.711.621

2.185.468

526.153

561

Evenementen

88.618

118.657

256.018

-137.361

562


1.153.766

1.204.150

93.920

1.110.230

580


Totaal lasten

Rekening 544.154

Verschil 1.315

102.978

110.478

136.538

-26.060

6.774.338

7.689.963

5.828.037

1.861.926

510

Openbaar bibliotheekwerk

0

0

0

0

511


0

0

0

0

530

Sport

-145.878

-144.878

-156.212

11.334

540

Kunst en cultuur

-55.382

-55.382

-62.087

6.705

550

Natuur en landschap

560

Openbaar groen

561

Evenementen

562


580


Totaal baten Saldo programma 5 Cultuur, recreatie en sport

0

0

0

0

-436.938

-436.938

-114.382

-322.556

-52.439

-61.239

-58.093

-3.146

0

0

0

0

-2.050

-2.050

-350

-1.700

-692.687

-700.487

-391.124

-309.363

6.081.651

6.989.476

5.436.912

1.552.564


Voordelen

Binnensportaccommodaties

Nadelen

Saldo

32.400

Subsidies bomenbeheer

9.800

Kraaijenbergse Plassen

400.400

Groenbeheer

82.300

Groenafval

13.700

Kermissen en overige evenementen

13.000

Buurtbeheer

9.100

Kapitaallasten

1.620.000


360.900


2.364

Totaal programma 5 Cultuur, recreatie en sport

2.048.264

495.700

1.552.564


De huuropbrengsten bij de binnensportaccommodaties waren € 13.900 hoger dan begroot hetgeen onder meer veroorzaakt werd door de niet geraamd verhuur aan basisschool de Lindekring in 2010. De kosten van het beheer van de sporthal de Stappert waren € 18.500 lager dan geraamd als gevolg van ziekt van de ‘vaste’ beheerder. Hierdoor was in een deel

189

 



   



van 2010 sprake van een onderbezetting. De vervanger van de zieke beheerder was daarnaast ook goedkoper. Er zijn minder aanvragen ontvangen voor subsidies inzake onderhoud van monumentale bomen. De onderhoudskosten Kraaijenbergse Plassen zijn circa € 42.000 hoger dan begroot omdat uit deze post zijn de kosten van de herinrichting UBO-noord (aanleg wandel en fietspaden betaald. Deze kosten werden in het verleden rechtstreeks ten laste gebracht van het Fonds Kraaijenbergse Plassen en zijn een uitvloeisel van de overeenkomst met de ontgronder. Verder zijn er in 2010 geen zanden aangevoerd en dus ook geen inkomsten (nadeel € 25.000). Er is minder afzet geweest in 2010, er is dus ook minder zand en grind gewonnen dan was voorzien (nadeel € 334.000). Als gevolg van de weersomstandigheden is er een extra onderhoudsronde aan het openbaar groen uitgevoerd. Daarnaast is het areaal fors uitgebreid. Onderhoudswerkzaamheden aan de groenvoorziening die eerst door de wijkploegen uitgevoerd zouden worden zijn door de IBN medewerkers overgenomen, omdat de buitendienst daar door tijdgebrek niet aan toekwam. Ook zijn de gazons vaker gemaaid dan was voorzien. Een en ander heeft geleid tot deze forse overschrijding (circa € 98.000). Bij de aankoop van een nieuwe trekker is de oude trekker ingeruild. De opbrengst van deze trekker ad € 16.000 was niet geraamd. De kosten inzake groenafval zijn lager als gevolg van de bijstelling van het contract met de afvalverwerker en een daling van de hoeveelheid aangeboden afval. Als gevolg van de aankoop van nieuwe dranghekken, het vernieuwen van de brandkraan en het (ver)plaatsen van 2 kerstbomen op andere locaties, zijn de onderhoudskosten voor kermissen en overige evenementen hoger uitgevallen. Door ziekte van een medewerker zijn er minder activiteiten verricht op het gebied van buurtbeheer. De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de onderdelen ‘kostenplaatsen’ en ‘hulpkostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

190

Programma: 6 Werk, inkomen en zorg Primitieve begroting 24.553


Rekening 15.176

Verschil 4.335

Inkomensvoorziening

5.105.825

5.601.095

5.259.604

341.491


8.710.906

9.891.811

8.915.667

976.144


847.074

941.885

895.232

46.653


528.001

573.293

517.517

55.776

2.359.303

2.496.193

2.662.079

-165.886

Nr 600

Omschrijving Sociale zekerheid algemeen

610 611 614 621 622

Ouderenzorg

623

Nieuwkomers

625


630

Minderheden

43.513

631


370.369

633


856.690

634


282.921

635


651

Gehandicaptenzorg

Totaal lasten

491.826

890.753

450.255

440.498

1.634.227

1.661.929

1.677.239

-15.310

57.829

49.459

8.370

370.211

369.516

695

833.634

814.120

19.514

336.058

271.437

64.621

83.142

106.074

82.745

23.329

25.248

22.158

4.823

17.335

21.363.598

23.802.434

21.984.869

1.817.565

0

0

0

0

600

Sociale zekerheid algemeen

610

Inkomensvoorziening

-3.713.175

-4.168.898

-3.834.733

-334.165

611


-8.317.952

-8.534.010

-8.763.744

229.734

614


-20.000

-86.211

-92.396

6.185

621


0

0

0

0

622

Ouderenzorg

-154.170

-239.320

-290.558

51.238

623

Nieuwkomers

-342.305

-724.838

-279.438

-445.400

625


-25.000

-15.000

-44.772

29.772

630

Minderheden

0

0

-10.003

10.003

631


-52.180

-102.180

-59.576

-42.604

633


0

0

0

0

634


-7.185

-12.485

-12.054

-431

635


0

0

0

0

651

Gehandicaptenzorg

Totaal baten Saldo programma 6 Werk, inkomen en zorg

0

0

0

0

-12.631.967

-13.882.942

-13.387.274

-495.668

8.731.631

9.919.492

8.597.594

1.321.898

191


Voordelen

Gebundelde uitkering (BUIG)

Nadelen

Saldo

170.600

Bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ)

141.200

Sociale werkvoorziening (WSW)

38.300

Werkdeel WWB (onderdeel participatiebudget)

438.100


42.100

Voorzieningen WMO

61.800

Integraal jeugdbeleid

70.300

Huur Lavendel

45.400

Kapitaallasten

868.300


134.900


7.098

Totaal programma 6 Welzijn, werk, inkomen en zorg

1.669.998

348.100

1.321.898


 

 



Het tekort op de gebundelde uitkering (BUIG) is veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van het rijksbudget voor de bekostiging van de uitkeringen. Er zijn minder leningen verstrekt aan zelfstandigen dan was voorzien naar aanleiding van de kredietcrisis. Dit resulteert in een voordeel op de bestandsverlening aan zelfstandigen (BBZ). Daarnaast zijn er meer aflossingen ontvangen dan was begroot hetgeen eveneens tot een voordeel heeft geleid. Het werkvoorzieningschap heeft over 2010 voor het eerst de BTW doorgeschoven naar de gemeente. Hiermee was in de begroting nog geen rekening gehouden. Dit levert een voordeel op van € 34.300. Het voordeel op het werkdeel WWB wordt enerzijds veroorzaakt doordat de geraamde verhoging van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling sociale werkvoorziening niet volledig is aangewend (voordeel € 297.000). De gemeente heeft een jobhunter in dienst. De loonkosten van de jobhunter (circa € 117.000) zijn niet specifiek op het product werkdeel WWB verantwoord, maar vormen een onderdeel van de totale loonsom en worden middels de reguliere kostenverdeling toegerekend aan de programma’s en producten. Bij de maatschappelijke zorg was in de begroting een eenmalige subsidie voor het RMC Land van Cuijk opgenomen. De aanvraag is nog in behandeling en waarschijnlijk zal slechts een beperkt deel van het gereserveerde bedrag toegekend. Het nadeel op de WMO voorzieningen is met name veroorzaakt door hogere uitgaven (€ 93.900) in het kader van de hulp in het huishouden (zorg in natura) en het persoonsgebonden budget (Pgb). In 2010 is een groter beroep gedaan op deze voorzieningen. Deze stijging was in voorgaande jaren reeds zichtbaar. In 2010 zijn er daarentegen minder aanvragen ontvangen voor aanpassingen van gebouwen hetgeen een voordeel heeft opgeleverd van € 15.600. Van het beschikbare budget voor het project eenzaamheid ouderen is slechts deels gebruik gemaakt omdat er eveneens minder aanvragen zijn ingediend (voordeel € 16.500). Het nadeel bij het integraal jeugdbeleid is onder meer veroorzaakt doordat in 2010 de voor 2011 bestemde bijdrage voor de BOS-impuls ad € 50.000 in de begroting 2010 reeds als bate was verantwoord. Het bedrag is weliswaar ontvangen in 2010 maar is bestemd voor het dekken van uitgaven in 2011. Ten behoeve van de impuls ‘brede scholen, sport en cultuur’ is een decentralisatieuitkering ontvangen. Bij de kadernota is de stelpost voor de met deze impuls samenhangende kosten per abuis afgeraamd. De werkzaamheden ten behoeve van deze impuls hebben in 2010 echter wel deels plaatsgevonden waardoor het budget met circa € 38.000 is overschreden. De ouderlijke bijdragen voor naschoolse activiteiten die vanuit het

192







project ‘Cuijk Beweegt’ worden georganiseerd, bedroegen ruim € 7.000 en waren niet geraamd. Ten aanzien van het project wijkaccommodatie Heeswijkse Kampen is door de raad besloten tot inbouw/inrichting van de wijkaccommodatie ‘De Nielt’ als vervanging voor de voormalige Zwamhut in het gebouwcomplex Lavendel. De ruimte is daartoe gehuurd van Woonmaatschappij Mooiland Maasland. Er is een krediet beschikbaar gesteld en voorwaardelijk een bedrag voor de huur. Er zou worden bezien of de reeds gehuurde ruimte eventueel ook gekocht kon worden. Koop bleek echter voor Mooiland Maasland geen optie. De huurlasten over 2010 zijn hierdoor hoger dan begroot. Tegenover deze hogere huurlasten staan lagere kapitaallasten als gevolg van het niet volledig besteden van het investeringskrediet. De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

193

Programma: 7 Volksgezondheid en milieu Primitieve begroting 1.211.454


Rekening 1.203.592

Afvalinzameling

1.532.471

1.491.700

1.489.702

1.998

Rioleringen

2.097.525

2.156.020

2.104.499

51.521

723

Milieu

1.002.760

1.128.757

1.063.209

65.548

724

Begraven

149.534

138.120

131.045

7.075

5.993.744

6.190.995

5.992.047

198.948

Nr 710

Omschrijving Gezondheidszorg

721 722

Totaal lasten

Verschil 72.806

710

Gezondheidszorg

-530.921

-655.039

-625.223

-29.816

721

Afvalinzameling

-1.572.465

-1.531.700

-1.527.690

-4.010

722

Rioleringen

-2.115.525

-2.174.020

-3.080.345

-906.325

723

Milieu

0

-37.500

-51.305

13.805

724

Begraven

Totaal baten Saldo programma 7 Volksgezondheid en milieu

-156.895

-143.395

-142.410

-985

-4.375.806

-4.541.654

-5.426.973

-885.319

1.617.938

1.649.341

565.073

1.084.268


Voordelen

Gezondheidszorg

Nadelen

Saldo

153.200

Afvalinzameling / reinigingsrechten

7.700

Rioolbeheer / rioolrechten

791.600

Milieubeheer

44.600

Kapitaallasten

66.100


24.400


3.332

Totaal programma 7 Volksgezondheid en milieu

1.087.600

3.332

1.084.268






De voordelen bij de gezondheidszorg zijn onder meer veroorzaakt door: o het slechts beperkt besteden van de projectgelden in het kader van Nationaal Aktieplan Sport en Bewegen. Dit betrof Cuijk Beweegt en Gezond Doen (voordeel € 64.900); o het doorschuiven van de BTW de GGD Hart voor Brabant hetgeen een voordeel oplevert van € 16.000; o in 2010 zijn de implementatiekosten van de websites voor het Centrum voor Jeugd en Gezin Land van Cuijk terugontvangen van het Regionaal Maatschappelijk Centrum Land van Cuijk (€ 64.600). Het resultaat van de producten afvalinzameling/reinigingsrechten wordt ten gunste of ten laste van de voorziening afvlakking tarieven reinigingsrechten gebracht. Er is over 2010 een bedrag van € 17.372 aan de voorziening toegevoegd. Na wijzigingen was een onttrekking aan de voorziening begroot van € 30.421. Het verschil (voordeel) is onder meer veroorzaakt doordat het Regionaal Milieubedrijf (RMB) in 2010 de BTW heeft doorgeschoven hetgeen een voordeel oplevert van € 26.000. Daarnaast was de oud papierprijs dusdanig gunstig in 2010 dat meer vergoeding van Reparco is ontvangen dan geraamd (voordeel circa € 14.000). Het resultaat van de lasten en baten van het product riolering wordt jaarlijks ten gunste of ten laste gebracht van de voorziening rationeel rioolbeheer. Ook de kwijtscheldingen rioolheffingen (verantwoord onder programma 6) worden hierbij betrokken. Op

194

begrotingsbasis werd per saldo uitgegaan van een onttrekking aan de voorziening van € 44.000. Over 2010 heeft uiteindelijk een storting in de voorziening plaatsgevonden van € 235.000. Het verschil (voordeel) van circa € 279.000 kan als volgt worden verklaard: o lagere doorbelasting kostenplaatsen (minder inzet personeel) € 144.000 o lagere kapitaallasten (onder meer i.v.m. doorschuiven investeringen) € 22.000 o lagere kosten elektriciteitsverbruik als gevolg van afrekening in verband met wijziging leverancier € 16.000 o teruggave verontreinigingsheffing over 2008 naar aanleiding van het indienen van een bezwaarschrift € 89.000 o meer opbrengsten uit het verhalen van schade (vervuiling van het riool). Daartegenover staat dat de post schoonmaakkosten ook hoger is uitgevallen. € 12.000 o nadeel overige exploitatiebudgetten -/- € 4.000 ________ € 279.000 Na afloop van 2010 is de stand van de voorziening rationeel rioolbeheer vergeleken met de benodigde stand volgens het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2012. De voorziening bleek circa € 955.000 te hoog te zijn en is daarom vrijgevallen ten gunste van het resultaat van programma 7. 





De uitgaven voor milieubeheer zijn lager dan begroot. In 2010 is vooral gewerkt aan het opstellen van een nieuw milieubeleidsplan. De uitvoering van milieubeleid wordt in de tweede helft van 2011 na vaststelling van het milieubeleidsplan door de gemeenteraad weer opgepakt (voordeel in 2010 circa € 7.000). Een drietal klimaatprojecten is niet volledig afgerond in 2010 en drukken financieel op 2011 (voordeel in 2011 € 15.000, dekking in 2011 middels aanwending van de balanspost ‘vooruitontvangen subsidies’). Van de provincie Noord-Brabant is meer subsidie ontvangen voor het programma Brabant Veiliger (voordeel € 14.000). De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

195

Programma: 8 Bouwen en wonen Nr 810

Omschrijving Ruimtelijke ordening algemeen

821


822


823


830


Totaal lasten



Rekening 1.115.635

Verschil 234.127

89.179

110.035

179.644

-69.609

1.007.176

1.049.279

982.542

66.737

328.398

289.595

211.514

78.081

14.766.217

5.755.431

17.759.588

-12.004.157

17.230.662

8.554.102

20.248.923

-11.694.821

810

Ruimtelijke ordening algemeen

-19.903

-52.003

-60.160

8.157

821


-15.080

-35.241

-103.478

68.237

822


-693.038

-693.038

-897.891

204.853

823


-205.039

-157.380

-156.534

-846

830


-15.155.442

-6.144.656

-12.910.145

6.765.489

-16.088.502

-7.082.318

-14.128.208

7.045.890

1.142.160

1.471.784

6.120.713

-4.648.929

Totaal baten Saldo programma 8 Bouwen en wonen


Voordelen


Nadelen

Saldo

4.330.900

Soft- en hardware bouwen woningtoezicht

23.800

Leges bouwen

208.600

Kapitaallasten

157.900


718.600


10.271

Totaal programma 8 Bouwen en wonen

400.571

5.049.500

- 4.648.929








Het negatieve resultaat op de bouwgrondexploitatie (BGE) bedraagt ruim € 4,3 miljoen en is in belangrijke mate veroorzaakt door het verhogen van de voorzieningen voor verwachte tekorten op complexen met € 7,7 miljoen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar het jaarverslag 2010 van de BGE dat in het bijlagenboek bij deze programmarekening is opgenomen. De soft- en hardware voor de bouwcontroles zijn nog niet aangeschaft, omdat onvoldoende duidelijk was of deze konden ‘communiceren’ met het automatiseringsprogramma OVX, dat is aangeschaft ten behoeve van de uitvoering van de Wabo. Dit betekent, dat in 2010 nog geen uitgaven zijn gedaan voor onderhoud van de software. In verband met de economische crisis werd een daling van de bouwleges verwacht en is de raming naar beneden bijgesteld. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en bouwmarktpartijen vreesden een forse daling van de nieuwbouw- en verbouwplannen. Dat is in onze gemeente uiteindelijk meegevallen. Daarnaast zijn er drie grote bouwaanvragen met een zeer hoge legesopbrengst in behandeling genomen, waarvan twee bouwplannen buiten het woningbouwprogramma. Deze drie aanvragen waren op zichzelf al goed voor een legesopbrengst van ruim € 222.000. De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering.

196



Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening.

197

Financiering en algemene dekkingsmiddelen Nr 911

Omschrijving Geldleningen

913

Deelnemingen

920

Belastingen

921

Financieel Beleid

Totaal lasten 911

Geldleningen

913

Deelnemingen

920

Belastingen

921

Financieel Beleid



Rekening 126.245

Verschil 84.887

5.879

5.879

5.059

820

627.632

594.186

603.516

-9.330

1.630.884

5.437.527

6.522.600

-1.085.073

2.475.527

6.248.724

7.257.420

-1.008.696

-3.756.223

-3.200.307

-2.972.732

-227.575

-107.400

-80.310

-80.310

0

-3.722.255

-3.724.755

-3.742.265

17.510

-25.364.801

-33.057.223

-35.181.004

2.123.781

Totaal baten

-32.950.679

-40.062.595

-41.976.311

1.913.716

Saldo financiering en algemene dekkingsmiddelen

-30.475.152

-33.813.871

-34.718.892

905.021


Voordelen

Rente kort geld

Nadelen

Saldo

80.600

Omslagrente

231.200

Algemene uitkering

71.900

Onroerende zaakbelasting

48.700

Toeristenbelasting

30.800

Onvoorziene uitgaven

34.900

Mutaties reserves

1.806.800

Kapitaallasten

47.300


346.600


22.184

Resultaat jaarrekening

526.963

Totaal programma 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen

2.077.484

1.172.463

905.021






Over de mutaties in de bouwgrondexploitatie (kosten bouwrijp maken minus opbrengsten uit grondverkopen) wordt al na gelang het negatieve dan wel positieve resultaat rente ontvangen c.q. vergoed aan de bouwgrondexploitatie. In de begroting wordt daarom rekening gehouden met rente van opgenomen/uitgezet kort geld. Per saldo behoefde over 2010 minder rente aan de bouwgrondexploitatie te worden vergoed hetgeen een netto voordeel op het onderdeel kort geld van € 80.600 oplevert. De rentelasten worden middels een percentage van de boekwaarde aan de activa toegerekend. Tengevolge van het achterblijven van de boekwaarde in de jaarrekening ten opzichte van de begroting wegens nog onderhanden zijnde investeringen, kon in werkelijkheid minder rente worden omgeslagen. Het renteoverschot is hierdoor € 231.200 lager dan was begroot (na wijzigingen). Het voordeel bij de algemene uitkering uit het gemeentefonds is in belangrijke mate veroorzaakt door afrekeningen over voorgaande jaren. De omvang van de algemene

198

 

 

uitkering over 2010 is gebaseerd op de laatst gepubliceerde circulaire (de maartcirculaire 2011). De meeropbrengst bij de onroerende zaakbelasting is veroorzaakt door verschillen tussen de geraamde en de werkelijke verminderingen, nieuwbouw, verbouw en sloop. De lagere opbrengst uit toeristenbelasting is met name veroorzaakt doordat de in 2010 verantwoorde definitieve aanslagen in sommige gevallen fors lager uitvielen dan de voorlopige aanslagen die in 2009 waren opgelegd. Daardoor zijn de voorlopige aanslagen 2010 ook lager. In 2011 en de daarop volgende jaren is hier al op geanticipeerd. De post onvoorziene uitgaven heeft met name betrekking op de storting in de voorziening dubieuze debiteuren algemene dienst ultimo 2010. Op functie 980 worden de mutaties in de reserves verantwoord. Het betreft aanwendingen van reserves of stortingen in reserves verband houdende met de exploitatie verdeeld over de diverse programma’s. Door aanwending van of storting in deze reserves wordt het resultaat op de betreffende onderdelen geneutraliseerd. In de toelichting op de programma’s is, in voorkomende gevallen, verwezen naar deze functie. De werkelijke stortingen en aanwendingen wijken als volgt af van de ramingen: Stortingen: Reserve onvoorzienbare risico's bouwgrondexploitatie: winstnemingen BGE 2010 Storting overschot cafetariamodel in reserve arbeidsvoorwaardenbeleid Storting budget lokaal beleid in reserve arbeidsvoorwaardenbeleid

- 2.416.567 - 10.101 - 10.527

Verschillen stortingen reserves:

- 2.437.195

Aanwendingen: Algemene reserve: lagere afboeking investeringen ineens Algemene reserve: afkoop huurcontract Tango Algemene reserve: exploitatietekort 2010 Kraaijenbergse Plassen Algemene reserve: kapitaallasten nieuwe investeringen onderwijshuisvesting Algemene reserve: tijdelijke huisvesting ISD Algemene reserve: overige mutaties Reserve onvoorzienbare risico's bouwgrondexploitatie: vrijval reserve n.a.v. actualisatie gewenste stand van de buffer voor onvoorzienbare risico’s m.b.v. risicomodel Reserve gemeentelijk integraal huisvestingsplan: lagere aanwending als gevolg van lager exploitatietekort huisvesting Reserve toekomstig onderhoud wegvak N610: lagere aanwending reserve a.g.v. minder investeringen



 

- 2.615.040 907.999 299.638 - 73.876 33.203 7.849 5.791.792 40.844 - 148.391

Verschillen aanwendingen reserves:

4.244.018

Voordelig resultaat mutaties reserves

1.806.823

De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering. Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar het onderdeel ‘(hulp)kostenplaatsen’ van de toelichting op de programmarekening. Bij de najaarsnota 2010 werd een negatief resultaat geraamd van € 1.542.926. De mutaties in de jaarrekening, na vaststelling van de najaarsnota, bedragen per saldo € 526.963 positief zodat het resultaat van de jaarrekening € 1.015.963 nadelig bedraagt.

199

(Hulp)kostenplaatsen Algemeen Op hulpkostenplaatsen (interne producten) worden kosten, die niet rechtstreeks aan een product kunnen worden toegerekend, verzameld. Dit zijn bijvoorbeeld kosten voor personeelsbeleid, automatisering en exploitatie gemeentehuis. Door middel van vooraf bepaalde verdeelsleutels 2 (bv. fte, beeldschermen, m ) worden deze kosten doorberekend aan kostenplaatsen (lees: afdelingen). Per organisatieonderdeel (bv. griffie, middelen & ondersteuning, ruimtelijk beheer) is een kostenplaats ingesteld. De lasten van de kostenplaatsen bestaan behalve uit de directe lasten zoals salarissen en overige loonkosten uit indirecte lasten die vanuit de hulpkostenplaatsen worden doorbelast aan de kostenplaatsen. Lasten (hulp-)kostenplaatsen Begroting incl. wijzigingen 113.422

Naam Gemeentesecretaris Controller

Rekening 114.616

Verschil -1.194

90.856

90.245

611

210.407

192.020

18.387

Middelen & Ondersteuning

2.875.747

2.857.720

18.027

Ruimtelijke & Maatschappelijke Ontwikkeling

2.070.057

1.993.218

76.839

Ruimtelijk Beheer

2.907.878

2.903.490

4.388

Publiekszaken

1.098.446

1.144.434

-45.988

Werk, Inkomen en Zorg

1.496.186

1.457.868

38.318

0

-631

631

3.550.265

3.119.324

430.941

14.413.264

13.872.304

540.960

Griffie

Brandweer Hulpkostenplaatsen Totaal

Deze netto-lasten bestaan uit diverse soorten lasten en baten. Begroting incl. wijzigingen

Omschrijving soort netto-lasten Loonkosten en inhuur personeel van derden Energieverbruik Overige goederen en diensten

202.383

107.258

107.738

-480

1.238.825

1.380.351

-141.526

0

-26.500

26.500

43.752

42.752

0

2.235.741

1.781.658

454.083

14.413.264

13.871.304

540.960

Storting in voorzieningen Totaal

Verschil

10.585.305

Opbrengst verkoop duurzame zaken Kapitaallasten

Rekening

10.787.688

Toelichting op de voornaamste over- en onderschrijdingen: Loonkosten en inhuur personeel van derden: 

Bij de najaarsnota zijn de salarisbudgetten, budgetten voor overige loonkosten en inhuur externen doorgerekend tot en met het einde van het jaar (op basis van de op dat moment

200

bekende gegevens). Deze doorrekening heeft ook plaatsgevonden voor de inkomsten die betrekking hebben op bovenstaande kosten, zoals bijvoorbeeld zwangerschapsuitkeringen en loonkostensubsidies). De netto lasten zijn in werkelijkheid € 202.000 lager uitgevallen. Overige goederen en diensten:       



  





Er is door het personeel voor € 12.000 meer gebruik gemaakt van vergoedingen in het kader van het fietsplan dan waarmee in de begroting rekening mee was gehouden. Overschot budget voor werving- en selectie van nieuw personeel is € 23.500. Pas vanaf september 2010 is gestart met een traineeship. Verder is er door de bezuinigingen minder personeel geworven. Het budget voor teambuilding, loopbaanbegeleiding en –ontwikkeling is met € 12.700 overschreden voornamelijk als gevolg van extra coaching- en outplacementtrajecten van medewerkers. De post representatiekosten personeel is overschreden met € 8.600, omdat er in 2010 uitzonderlijk veel recepties voor jubilea en afscheid van personeel hebben plaatsgevonden. Het budget voor deskundigheidsbevordering is met € 24.000 overschreden, voornamelijk als gevolg van cursussen bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst. Vakliteratuur en kostenvergoedingen aan personeel hebben € 10.600 meer gekost dan begroot. Het algemene budget onderhoud soft- en hardware is overschreden met € 10.600. Door onderbezetting en gebrek aan toegepast specialisme hebben wij extra menskracht moeten inhuren voor implementatie van nieuwe hard- en software en upgrades van bestaande producten. De jaarlijkse kosten van automatisering van de belastingen en de WOZ zijn € 13.000 hoger uitgevallen. Dat komt vooral door naijlende kosten van de verplichte overgang naar een andere systeemtaal (oracle). Ook zijn er extra uitgaven gedaan om problemen bij het inlezen van externe gegevensbestanden het hoofd te kunnen bieden. Met deze tegenvallers was geen rekening gehouden. Onderhoud van software bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst levert netto een tekort van € 6.600 op, voornamelijk door een omvangrijke upgrade van het softwarepakket voor sociale uitkeringen. De restauratieve voorzieningen hebben € 16.000 meer gekost dan begroot. Dit is veroorzaakt door hogere kosten inkoop levensmiddelen en inhuur cateringmedewerkers bij IBN als gevolg van toename van jubileum- en afscheidsrecepties en overige activiteiten in de raadzaal. De kosten voor beheer en onderhoud van het gemeentehuis zijn € 20.000 hoger uitgevallen. Hoewel de kosten voor gasverbruik lager zijn dan voorgaande jaren is het budget met € 7.500 overschreden. In de loop van 2010 is het budget voor gasverbruik te ver afgeraamd. Het budget voor inhuur bodes bij IBN is met € 5.000 overschreden, omdat er vanwege werkdruk tijdelijk een extra bode is geplaatst. Verder zijn de overige exploitatiekosten en onderhoudskosten voor het gemeentehuis hoger dan begroot. Dit is het gevolg van stijging van het aantal alarmmeldingen en overwachte gebouwproblemen die direct opgelost moesten worden. Het budget voor reprografie en bodewerkzaamheden is met € 14.700 overschreden a.g.v. hogere kosten kopieerapparaten en hogere kosten drukwerk/inkoop papier. Dit is o.a. het gevolg van een stijging van het aantal visistekaartjes dat is gedrukt. Door de WABO zijn de printers / kopieerapparaten meer in gebruik waardoor er meer papier en inkt verbruikt worden. Ook is er een verschuiving van gebruik van de bulkprinter naar de kleinere afdelingsprinters. Pas na vervanging van de huidige printers / kopieermachines kan de software om het gebruik van de machines te analyseren goed gebruikt worden. Het budget voor dwanginvordering is met € 25.800 overschreden. De kosten van de deurwaarder zijn gekoppeld aan het invorderingsbedrag. De overschrijding is grotendeels het gevolg van één grote vordering. Inmiddels zijn afspraken gemaakt dat deze kosten verrekend gaan worden met de nog te betalen kosten t.b.v. de Dienstenas.

201

Opbrengst verkoop duurzame zaken: 

Inruil van volledig afgeschreven voertuigen van de buitendienst heeft een niet begrote opbrengst van € 26.500 opgeleverd.

Kapitaallasten: 

De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening en naar paragraaf 4 Financiering.

Doorbelastingen De lasten minus eventuele baten worden per kostenplaats door middel van een uurtarief doorbelast aan de diverse producten. Dit uurtarief wordt bij de begroting berekend (voorcalculatorisch uurtarief). De doorbelasting vindt plaats op basis van tijdschrijven. Iedere medewerker registreert hiertoe wekelijks de werkelijk gewerkte uren per product. De doorbelaste kosten betreffen de geregistreerde uren maal het uurtarief. In werkelijkheid ontstaan ten opzichte van de begroting verschillen in doorbelastingen naar programma’s (bestaande uit producten) doordat:  aan bepaalde producten meer of minder uren worden besteed dan begroot;  de door medewerkers gemaakte uren afwijken van de normen die in de begroting zijn gehanteerd (bv. afwijking uren ziek of verlof);  personeelsmutaties en organisatiewijzigingen hebben plaatsgehad;  afwijkingen tussen begrote en werkelijke directe en indirecte lasten zijn ontstaan. Door deze verschillen resteren saldi op kostenplaatsen die niet aan producten worden toegerekend (niet alle werkelijke kosten zijn d.m.v. het voorcalculatorisch uurtarief doorbelast of er zijn te veel kosten doorbelast). Over 2010 bedroeg het saldo op de kostenplaatsen dat niet aan de producten is toegerekend € 289.000 (over 2009 was dit € 274.000).

202

Toelichting op de kapitaallasten Wijze van berekening Afschrijvingen De afschrijving van activa geschiedt met inachtneming van de bepalingen in het Besluit begroting en verantwoording alsmede met de bij de financiële verordening van de gemeente Cuijk behorende tabel afschrijvingstermijnen (vastgesteld door de raad op 20 februari 2006). Rente Over de activa wordt als volgt rente berekend: 1. Door middel van een vast percentage van 6 % van de (maandelijkse) boekwaarde voor investeringen gedaan vóór 1 januari 2004. 2. Door middel van een vast percentage van 5,5 % van de (maandelijkse) boekwaarde voor investeringen gedaan na 1 januari 2004. 3. Door middel van een uitzonderingspercentage voor een aantal specifieke investeringen. Door deze wijze van renteberekening ontstaat een positief verschil tussen de toegerekende rente (omslagrente) en de werkelijke rente. Dit positieve verschil wordt ten gunste van de exploitatie gebracht. Het renteoverschot heeft over 2010 € 2.554.077 bedragen. Dekking Activa waarop op grond van het Besluit begroting en verantwoording of op grond van de financiële verordening (< € 10.000) niet wordt afgeschreven, worden voor de berekening van de kapitaallasten als een investering beschouwd waarop ineens wordt afgeschreven. Over deze investeringen wordt geen rente berekend. De op deze wijze berekende kapitaallasten worden functioneel verantwoord. De dekking geschiedt ten laste van de algemene reserve dan wel ten laste van een specifieke bestemmingsreserve (functie 980). In deze jaarrekening zijn op bovenstaande wijze activa ineens afgeschreven ten laste van de volgende reserves: ● Algemene reserve 1.545.632 ● Reserve toekomstig onderhoud N 610 127.734 ● Reserve kunstaankopen 13.814 ________ 1.687.180 Verder worden de jaarlijkse kapitaallasten van enkele investeringen gedekt uit bestemmingsreserves/voorzieningen t.w.: ● Reserve kapitaallasten nieuwbouw gemeentehuis, brandweerkazerne en gemeentewerf; ● Voorziening rationeel rioolbeheer; ● Reserve integraal huisvestingsplan onderwijs. Voor zover kapitaallasten betrekking hebben op de bouwgrondexploitatie worden deze doorberekend. Analyse verschil begrote en werkelijke kapitaallasten Rekening houdend met voorgaande uitgangspunten is de volgende analyse van het resultaat van de kapitaallasten 2010 gemaakt: Totaal begrote kapitaallasten (na wijziging) Werkelijke kapitaallasten volgens de staat activa jaarrekening Voordelig verschil

12.285.739 8.370.806 3.914.933

Dit voordelig verschil wordt voor een deel teniet gedaan doordat de besparing terugvloeit naar reserves. Het betreft de kapitaallasten verband houdend met: ● onderwijsinvesteringen 40.459 ● rioleringen 22.071 62.530 3.852.403

Voordeel op kapitaallasten na correctie

203

Een deel van dit voordeel bestaat uit kapitaallasten die ineens ten laste van reserves worden gebracht en derhalve geen budgettair voordeel opleveren. Het betreffen kapitaallasten nog te dekken uit de volgende reserves: ● Algemene reserve 2.816.489 ● Reserve afkoop onderhoud N 610 106.329 ● Reserve kunstaankopen 13.814 2.936.632 Netto voordeel op kapitaallasten

915.771

Voornaamste oorzaken besparing op kapitaallasten Ultimo 2010 was nog tot een bedrag van € 17,4 miljoen aan investeringen onderhanden. De restantkredieten zijn overgebracht naar 2011. De kapitaallasten van deze investeringen zijn in de begroting 2010 geraamd doch ten gevolge van het doorschuiven van de investeringen vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. In de loop van 2010 is € 7,1 miljoen geïnvesteerd. Van deze investeringen is de afschrijving over een heel jaar begroot en de rente over een half jaar. In werkelijkheid wordt de rente en afschrijving berekend vanaf het moment van daadwerkelijke investering waardoor incidenteel een deel van de kapitaallasten vrijvalt. In het jaarverslag is bij het onderdeel financiering en algemene dekkingsmiddelen onder punt c een overzicht per programma opgenomen van de per ultimo 2010 nog onderhanden zijnde investeringen.

204

3. BALANS

205

(bedragen in duizenden Euro's) ACTIVA

31-12-2010

31-12-2009

Vaste activa Immateriële vaste activa Kosten onderzoek en ontwikkeling

5

0

Totaal immateriële vaste activa

5

0

46.540

44.188

Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut

9.254

9.630

55.794

53.818

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

113

113

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen

481

571

1.603

1.682

Leningen aan deelnemingen

279

279

Overige langlopende leningen u/g

606

659

Overige uitzettingen met een rentelooptijd van 1 jaar of langer

482

529

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

505

275

4.069

4.108

59.868

57.926

15.702

11.806

-17.565

-4.987

Totaal materiële vaste activa Financiële vaste activa

Leningen aan woningbouwcorporaties

Totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Niet in exploitatie genomen bouwgronden Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie Gereed product en handelsgoederen

2

3

-1.861

6.822

Vorderingen op openbare lichamen

3.878

5.082

Overige vorderingen

3.311

7.378


1.327

1.227

Totaal uitzettingen rentelooptijd korter dan 1 jaar

8.516

13.687

Totaal voorraden Uitzettingen met rentelooptijd korter dan 1 jaar

Liquide middelen Kassaldi

1

1

Bank- en girosaldi

4.514

2.110

Totaal liquide middelen

4.515

2.111

Van overheidslichamen nog te ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen

156

0

Vooruitbetaalde bedragen

323

99

Nog te ontvangen bedragen

307

304

Totaal overlopende activa

786

403

Totaal vlottende activa

11.956

23.023

TOTAAL ACTIVA

71.824

80.949

206

(bedragen in duizenden Euro's) PASSIVA

31-12-2010

31-12-2009

Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserve

19.237

21.825

Bestemmingsreserves

21.492

22.052

Nog te bestemmen resultaat jaarrekening

-1.016

2.477

Totaal eigen vermogen

39.713

46.354

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's

2.179

2.022

Voorzieningen ter egalisering van lasten

3.276

3.767

Totaal voorzieningen

5.455

5.789

18.867

19.885

Voorzieningen

Vaste schulden Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële instellingen Waarborgsommen

15

69

Totaal vaste schulden

18.882

19.954

Totaal vaste passiva

64.050

72.097

Overige schulden

4.255

5.774

Totaal netto vlottende schulden

4.255

5.774

Vlottende passiva Netto vlottende schulden

Overlopende passiva Verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen Van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen Overige vooruitontvangen bedragen

829

698

2.486

2.190

203

190

Totaal overlopende passiva

3.519

3.078

Totaal vlottende passiva

7.774

8.852

TOTAAL PASSIVA

71.824

80.949

Borg- en garantstellingen

65.086

65.359

207

208

4. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

209

210

Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Algemene uitgangspunten In het BBV zijn de algemene uitgangspunten geformuleerd waaraan de in de jaarrekening toe te passen grondslagen van waardering en resultaatbepaling dienen te voldoen. De belangrijkste uitgangspunten luiden: - de jaarstukken geven volgens normen die voor gemeenten als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de baten en de lasten. - de jaarstukken geven getrouw, duidelijk en stelselmatig: o de baten en lasten van het begrotingsjaar weer, alsmede het saldo ervan; o inzicht in de financiële positie aan het eind van het begrotingsjaar. Andere relevante uitgangspunten zijn: - waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten; - de baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid (toerekeningsbeginsel); - winsten worden slechts opgenomen voor zover zij zijn verwezenlijkt (realisatiebeginsel); - verliezen en risico’s die de oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar moeten in acht worden genomen indien deze bekend zijn geworden vóór het opmaken van de jaarrekening (voorzichtigheidsbeginsel); - de afschrijvingen en waardeverminderingen van activa dienen onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking te worden genomen. Waarderingsgrondslagen Vaste activa Immateriële vaste activa Deze groep activa bestaat in theorie uit verschillende onderdelen. In Cuijk komen alleen de kosten van onderzoek en ontwikkeling voor. De waardering daarvan is gebaseerd op historische kostprijs, verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen. De afschrijvingstermijn bedraagt ten hoogste 5 jaar. Afschrijving vindt plaats op lineaire basis. Materiële vaste activa Deze groep activa bestaat uit investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut. Investeringen met een economisch nut hebben als kenmerk dat deze: - of verhandelbaar zijn (er is een markt voor) - en / of opbrengsten kunnen genereren. Investeringen die niet aan één van deze kenmerken voldoen, behoren automatisch tot de investeringen met een maatschappelijk nut. Wegen, fietspaden en bruggen zijn voorbeelden van dit soort investeringen. Investeringen met een economisch nut moeten worden geactiveerd; investeringen met een maatschappelijk nut kunnen worden geactiveerd. In Cuijk is in de raadsvergadering van 13 november 2003 de verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet vastgesteld. Daarin is vastgelegd, dat de investeringen met een maatschappelijk nut slechts bij uitzondering met toestemming van de raad mogen worden geactiveerd. Tot op heden is die uitzondering tot regel verheven en worden alle investeringen met een maatschappelijk nut geactiveerd.

211

De afschrijvingstermijn voor investeringen met een maatschappelijk nut varieert: - voor reeds vóór 1-1-2004 begrote investeringen tussen de 2 en 40 jaar; - voor nieuwe investeringen tussen de 10 en 45 jaar (dit op grond van de afschrijvingstabel, die behoort bij genoemde verordening). Terzake zijn geen bestemmingsreserves beschikbaar. De afschrijvingstermijnen van investeringen met een economisch nut zijn: Soort investering Gronden en terreinen Kantoorinventaris / installaties e.d. Brandweermaterieel en -voertuigen Materieel en voertuigen afdeling ruimtelijk beheer Gebouwen/sociaal culturele accommodaties

Scholen Sportaccommodaties Begraafplaatsen Rioleringen

Afschrijvingstermijn (gebaseerd op de economische levensduur) Wordt niet op afgeschreven Varieert van 2 tot 15 jaar Varieert van 2 tot 20 jaar Varieert van 2 tot 12 jaar De afschrijvingstermijn is afhankelijk van de aard van het gebouw: Permanent gebouw: 40 jaar Semi-permanent gebouw: 15 jaar Verbouwing / restauratie: 25 jaar Varieert van 10 tot 40 jaar Varieert van 10 tot 25 jaar Varieert van 20 tot 40 jaar Varieert van 15 tot 60 jaar

Deze afschrijvingstermijnen zijn overeenkomstig de hierboven genoemde afschrijvingstabel en verordening. Deze tabel is van toepassing op nieuwe investeringen met ingang van 2004. Reeds eerder gedane investeringen worden overeenkomstig de oorspronkelijk vastgestelde termijn afgeschreven (tenzij het BBV verplicht tot een aanpassing). Over het algemeen wordt de lineaire afschrijvingsmethode toegepast. De belangrijkste uitzonderingen hierop zijn het hanteren van de annuïtaire methode voor automatiseringsapparatuur en rioleringswerken. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, onder aftrek van bijdragen van derden en verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen. Financiële vaste activa Deze groep activa bestaat uit de volgende investeringen: - kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen (aandelen); - leningen aan woningbouwcorporaties; - overige langlopende leningen u/g; - overige uitzettingen met een rentelooptijd van één jaar of langer; - bijdragen aan activa in eigendom van derden. De waardering is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de aflossingen op geldleningen en jaarlijkse afschrijvingen. Op de deelnemingen wordt in principe niet afgeschreven, tenzij de werkelijke waarde lager is dan de boekwaarde. Indien de werkelijke waarde van deelnemingen hoger is dan de boekwaarde, wordt dit wel toegelicht in de balans, maar niet in de balanswaardering meegenomen. Dit overeenkomstig de bepalingen van het BBV. Vlottende activa Voorraden De voorraden bestaan in hoofdzaak uit grondvoorraden (wel en niet in exploitatie genomen gronden). Deze zijn gewaardeerd tegen de historische kostprijs of lagere marktwaarde, verhoogd

212

met de gemaakte kosten voor het bouwrijpmaken c.a. en verminderd met de gerealiseerde verkoopopbrengsten. Op de boekwaarden van de niet in exploitatie genomen bouwgronden worden voorzieningen voor financieel technische verliezen in mindering gebracht. Op de boekwaarden van de in exploitatie genomen gronden worden voorzieningen voor gecalculeerde verliezen in mindering gebracht. Uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar De uitzettingen bestaan uit: - vorderingen op openbare lichamen; - verstrekte kasgeldleningen (termijndeposito); - overige vorderingen; - overige uitzettingen. De uitzettingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor de dubieuze debiteuren zijn voorzieningen getroffen, welke in mindering zijn gebracht op de boekwaarde van de vorderingen. Voor belastingvorderingen worden geen voorzieningen getroffen, maar oninbare vorderingen worden in mindering gebracht op de belastingopbrengst. Overige balansposten De overige balansposten van de vlottende activa (liquide middelen en overlopende activa) zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Vaste passiva Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit: - algemene reserve; - bestemmingsreserves; - nog te bestemmen resultaat jaarrekening. Kenmerk van de bestemmingsreserves is dat de raad hieraan een specifieke bestemming heeft gegeven; dit in tegenstelling tot de algemene reserve en het nog te bestemmen resultaat van de jaarrekening. Alle reserves zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Rekening is gehouden met de beleidsnota reserves en voorzieningen, welke in de raadsvergadering van 2 juli 2009 door de raad is vastgesteld. Voorzieningen De voorzieningen bestaan uit: - voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's; - onderhoudsegalisatievoorzieningen; - van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen het nominale bedrag van de verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op vastgestelde beheerplannen en meerjarenramingen, zoals is weergegeven in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Vaste schulden De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. Overeenkomstig het BBV, zijn ook de aflossingsverplichtingen voor het komende

213

jaar onder de vaste schulden opgenomen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva Overige balansposten De overige balansposten van de vlottende passiva (netto vlottende schulden en overlopende passiva) zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Resultaatbepaling Overeenkomstig het BBV is het resultaat op de volgende wijze gepresenteerd:  resultaat voor bestemming (exclusief reservemutaties);  reservemutaties;  resultaat na bestemming.

214

5. TOELICHTING OP DE BALANS

215

216

VASTE ACTIVA Het verloop van de vaste activa was in 2010 als volgt: (bedragen in duizenden Euro's) Omschrijving

Stand 1-1-2010

Vermeerderingen

Verminderingen

Afschrijving/ aflossing

Extra afschrijving

Bijdragen van derden

Stand 31-12-2010

15

5

15

5

Immateriële vaste activa Kosten onderzoek en ontwikkeling Totaal immateriële vaste activa

-

20

-

20

-

-

-

Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut: - gronden uitgegeven in erfpacht - overige investeringen met economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut Totaal materiële vaste activa

-

-

44.188

4.769

9.630 53.818

1.309 6.078

2.065 44 24.488

312

2.360

57

46.540

1.060 1.117

9.254 55.794

2.317

7 737

11

2.377 37 26.057

12.057 9.631 94

1.237 1.309 607

783 625 83

45 1.060 1

12.466 9.255 617

3.376 -

59

215

2.063 53.818

237 6.078

-

625 2.985

-

Onderverdeling conform art. 52, lid 1 BBV: Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, wegen waterbouwkundige werken: - economisch nut - maatschappelijk nut Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties: - economisch nut - maatschappelijk nut Overige materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa

-

535 2.985

3.220 -

1.117

1.765 55.794

Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Kapitaalverstrekking aan gemeenschappelijke regelingen 2 Effecten (leningen aan deelnemingen) Leningen aan woningcorporaties Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen langer dan 1 jaar 3 Bijdragen aan activa in eigendom derden Totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa

113

113

571

90

481

279

279

1.682

79

1.603

659

53

606

48

482

529

1

275 4.108

255 256

-

25 295

-

-

505 4.069

57.926

6.354

-

3.280

-

1.132

59.868

217

De post kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen is als volgt samengesteld: Boekwaarde 31-12-2010

(bedragen in duizenden Euro's) Aandelen Regionaal Bedrijvenpark Laarakker B.V.

10

Aandelen N.V. Bank Nederlandse Gemeenten

73

Aandelen Brabant Water N.V.

2

Certificaten DataLand B.V.

1

Deelnemingen verkregen door verkoop aandelen Essent: - Enexis Holding N.V.

7

- Attero Holding N.V. (voorheen: Essent Milieu Holding N.V.)

1

- Verkoop Vennootschap B.V.

-

- CBL Vennootschap B.V.

-

- Claim Staat Vennootschap B.V.

-

- Vordering op Enexis B.V.

-

- Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V.

3 16

- Kredietverstrekking aan PBE N.V.

113

Totaal

De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De marktwaarde is hoger, maar deze mag op grond van het BBV niet in de balanswaardering worden opgenomen. De kapitaalverstrekking aan gemeenschappelijke regelingen betreft een lening aan de Brandweer Land van Cuijk. De post overige uitzettingen is als volgt samengesteld: Boekwaarde 31-12-2010

(bedragen in duizenden Euro's) Vordering Bouwfonds Nederlandse Gemeenten

476

Betaalde waarborgsom TNT Post

6

Totaal

482

De langlopende vordering op het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten is ontstaan naar aanleiding van de verkoop van het hypotheekfonds Noord-Brabantse gemeenten. De vordering wordt tot en met 2020 in jaarlijks gelijke termijnen afgelost. Nadere toelichting vaste activa Hierna volgt een nadere toelichting op de vaste activa. Voor een meer gedetailleerde specificatie van de vaste activa en de mutaties daarop, wordt verwezen naar de staat van investeringen, zoals opgenomen in de bijlagen. (bedragen in duizenden Euro's)

Vermeerderingen


Immateriële vaste activa Kosten onderzoek en ontwikkeling Onderzoekskosten overslagterminal haven Cuijk

20

15

Totaal immateriële vaste activa

20

15

218

(bedragen in duizenden Euro's)

Vermeerderingen


Materiële vaste activa Gronden en terreinen Gronden pand Grotestraat 41-43

312

-

Totaal gronden en terreinen

312

-

Bedrijfsgebouwen Wijkaccommodatie Heeswijkse Kampen

446

-

Onderwijskundige vernieuwingen de Zevensprong

1

-

Huisvesting Caboose

1

-

Aankoop pand dienstencentrum Onderwijskundige vernieuwingen Harlekijn Aanpassing bestrating, zandbak schoolplein Startblok Verbouw Lindekring 5e groepslokaal Aankoop pand Grotestraat 41-43 Realisatie MFA (IDOP St. Agatha)

4

-

110

-

45

-

120

-

1.542

-

48

11

2.317

11

Herinrichting sportpark Groenendijkse Kampen

724

-

Uitvoeringsprogramma rioolbeheer 2009 (60 jaar)

157

-


45

-

Aanleg randvoorziening riolering D. vd Ackerhof

15

-


178

-


24

-

Aanleg rondweg Haps

94

45

Reconstructie wegen de Valuwe 1e fase

49

-

Aanpassing groen reconstructie wegen de Valuwe

13

-

348

-

40

-

Reconstructie wegen de Valuwe 3e fase

2

-

Uitvoering GVVP 2008

3

-

Revitalisering haven inclusief baggeren 2008

-

216

Revitalisering haven inclusief baggeren 2009

97

428

Renovatie keersluis haven

65

7

Reconstructie wegen

47

-

6

-

Totaal bedrijfsgebouwen Grond-, wegen waterbouwkundige werken

Reconstructie wegen de Valuwe 2e fase Aanpassing OV reconstructie wegen de Valuwe 2e fase

Herinrichting dorpsplein Vianen Maatregelen openbaar vervoer

20

-


192

114


195

75


9

96


90

40

Vervanging lichtmasten

13

-

Omvormen middengeleiders en verkeerdruppels

30

-

2

-

39

-

Verbetering verkeersveiligheid Raamweg Aanpassing fietspad Beersebaan, Grotestraat en Haps

219

(bedragen in duizenden Euro's)

Vermeerderingen

Aanleg recreatieve wandelpaden Zevenhutten Aanleg parkstructuur Zevenhutten/Hanshof

Bijdragen van derden 17

-

-

65

31

19

1

-

2.546

1.105

Vrachtwagen en kraan

153

1

Tractor, wagen en kraan

126

-

Veegwagen

134

-

5 pick-ups buitendienst

194

-

Totaal vervoermiddelen

607

1

Aanleg voetpaden Zevenhutten/Hanshof Inrichting Zevenhutten Totaal grond-, wegen waterbouwkundige werken Vervoermiddelen

Machines, apparaten en installaties Netwerk PC's 1e fase 2008

3

-

Brand- en alarminstallatie Molenstraat 19

17

-

Klepelmaaier Jumbo 190

20

-

Afzuiginstallatie gemeentewerf

19

-

Totaal machines, apparaten en installaties

59

-

Uitrukkleding (51 stuks)

2

-

PC voorzieningen raadsleden

5

-

Content management

5

-

Vervanging Data Distributie Systeem

1

-

Uitvoering speelplekkenbeleidsplan

21

-


27

-


5

-

Vervangen speeltoestellen

2

-

Personeels informatiesysteem PIV4ALL

5

-

Veranging kantoorautomatisering

3

-

Centrale Balie ICT

6

-

Hardware i.v.m. nieuwe wetgeving RO

7

-

Overige materiële vaste activa

Vervanging fileserver

8

-

Doorontwikkeling vastgoedinformatiesysteem

12

-

Netwerkserver

12

-

Applicatieserver

11

-

Software WABO

38

-

Automatiseringsmodules WOZ processen

11

-

Basisregsitratie BAG bestandsopbouw

45

-

Meubilair 1e groep de Lindekring

11

-

237

-

Totaal overige materiële vaste activa

220

Stille reserves De in de materiële vaste activa begrepen stille reserves bedragen indicatief: Stand 31-12-2010

(bedragen in duizenden Euro's) (Verpachte) landbouwgronden

8.532

Niet bedrijfsgebonden materiële vaste activa

1.364

Totaal

9.896

221

VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Niet in exploitatie genomen bouwgronden Het verloop van deze post was in 2010 als volgt: x € 1.000 Boekwaarde begin boekjaar 2010 (excl. correctie voorzieningen tekorten complexen) - erfpachtgronden

37

- verspreide percelen - NIEGG

16.341

Totaal

16.378

Mutaties 2010

3.896

Boekwaarde ultimo boekjaar 2010

20.274

Correctie voorzieningen tekorten complexen

-4.572


15.702

De boekwaarde omvat de volgende onderdelen: (bedragen in duizenden Euro's)

31-12-2009

2

Erfpachtgronden (960 m ) Verspreide percelen - NIEGG (853.269 m2)

31-12-2010

37

37

16.341

20.237

16.378

20.274

Het stand van de voorziening is

-4.572

-4.572

Gecorrigeerde boekwaarde

11.806

15.702

2

De gemiddelde boekwaarde per m bedraagt € 23,72. Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie Het verloop van deze post was in 2010 als volgt: x € 1.000 Boekwaarde begin boekjaar 2010 (excl. correctie voorzieningen tekorten complexen)

19.039

Mutaties 2010

-4.871

Boekwaarde ultimo boekjaar 2010

14.168

Correctie voorzieningen tekorten

-31.733


-17.565

De boekwaarde is als volgt samengesteld: (bedragen in duizenden Euro's)

31-12-2009

De boekwaarde is excl. correctie voorzieningen tekorten De stand van de voorziening is Gecorrigeerde boekwaarde

222

31-12-2010

19.039

14.168

-24.026

-31.733

-4.987

-17.565

Het geraamde eindresultaat bedraagt: x € 1.000 Boekwaarde ultimo boekjaar

14.168

Geraamde nog te maken kosten

90.611

Geraamde opbrengsten

83.352

Geraamd eindresultaat (nadelig)

-21.427

Specificatie boekwaarde per complex:

Naam complex

Looptijd t/m

Boekwaarde ultimo 2010

Voorziening verlieslatend complex

Balanswaarde ultimo 2010

Groot Heiligenberg

2015

2.099.888

0

Verkeersplan + uitbreiding Beyerd en 't Riet

2016

2.028.136

0

2.028.136

Maasoeverzone

2013

8.757.674

-11.029.317

-2.271.643

2013

132.735

-1.343.339

-1.210.604

Dienstenas (incl. Zwaanplein) e

2.099.888

Heeswijkse Kampen 3 fase

2025

-2.296.940

0

-2.296.940

Heeswijkse Kampen-Noord, 2e fase

2011

-1.599.007

0

-1.599.007

De Schans

2015

-621.828

0

-621.828

St. Agatha / Kepser

2014

757.912

-526.113

231.799

Katwijkseweg

2015

631.445

0

631.445

De Valuwe

2018

-2.068.442

-4.240.000

-6.308.442

Homburg Campus

2017

Totaal

6.347.067

-14.593.918

-8.246.851

14.168.640

-31.732.687

-17.564.047

Bovengemelde resultaten per complex zijn gebaseerd op kostprijsberekeningen van april 2010. Voor een specificatie van de boekwaarde van de voorraden en de geraamde eindresultaten per complex wordt verwezen naar het verloopoverzicht in de paragraaf grondbeleid.

Gereed product en handelsgoederen (bedragen x € 1.000) Het verloop van deze post was in 2010 als volgt: x € 1.000 Boekwaarde begin boekjaar

3

Mutaties 2010

-1

Boekwaarde ultimo boekjaar

2

Dit betreft voornamelijk de voorraad eigen verklaringen.

223

Uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar De post uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar is als volgt samengesteld: x € 1.000 Vorderingen op openbare lichamen

3.878

Overige vorderingen - algemene vorderingen *

2.368

af: voorziening dubieuze debiteuren algemene dienst

-45

blijft: netto saldo algemene overige vorderingen

2.323

- gemeentelijke belastingen

304

- diverse voorschotten sociale zaken

61

- diverse vorderingen sociale zaken *

1.241

af: voorziening dubieuze debiteuren sociale zaken

-618

blijft: netto saldo vorderingen sociale zaken

623

Totaal overige vorderingen

3.311


*

BNG APPA Fonds

1.327

Totaal overige uitzettingen

1.327

Totaal uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar

8.516

Deze vorderingen zijn reëel gewaardeerd tegen de nominale waarden. Op basis van berekeningen is de omvang van de oninbaarheid bepaald. Hiervoor is een voorziening dubieuze debiteuren gevormd. Van het saldo algemene vorderingen ultimo 2010 ad € 2.368 (x € 1.000) was per 11-04-2011 nog niet afgewikkeld € 1.286 (x € 1.000).

Liquide middelen De post liquide middelen is als volgt samengesteld: x € 1.000 Kassaldi - diverse kassen

1

Bank- en girosaldi: - Bank Nederlandse Gemeenten

4.504

- Rabobank

7

- ING Bank

3 4.514

Totaal liquide middelen

4.515

224

Overlopende activa De post overlopende activa is als volgt samengesteld: x € 1.000 Van overheidslichamen nog te ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen

156

Vooruitbetaalde bedragen - vooruitbetaalde verzekeringspremies

46

- Laco sportcentrum

38

- licentie LIAS

27

- contributie VNG

33

- overige posten

179

Totaal vooruitbetaalde bedragen

323

Nog te ontvangen bedragen - bijdrage huisvesting ISD 2010 gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert

20

- te ontvangen algemene uitkering

179

- rente leningen

49

- te ontvangen (afrekeningen) subsidies

18

- overige posten

41

Totaal nog te ontvangen bedragen

307

Totaal overlopende activa

786

Overzicht van de van overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen specifieke uitkeringen als bedoeld in art. 52a lid 2 BBV: Naam uitkering Subsidieregeling Verkeer en

Project Uitvoeringsprogramma

Verstrekker uitkering Provincie Noord-

Vervoer Noord-Brabant

Verkeersveiligheidsplan

Brabant

2010 Subsidieregeling Verkeer en

Meerjaren

Provincie Noord-

Vervoer Noord-Brabant

Uitvoeringsprogramma

Brabant

Fietsnota 2010 Ontwikkelen integrale

IDOP Beers

Toevoegingen

Ontvangen bedragen

Saldo 31-12-2010

0

70.000

0

70.000

0

40.000

0

40.000

0

16.000

-13.000

3.000

0

4.911

0

4.911

0

2.019

0

2.019

0

8.000

0

8.000

Provincie NoordBrabant

dorpsontwikkelingsplannen Noord-Brabant 2009-2010 Algemene

Multipurpose kade haven

Provincie Noord-

Subsidieverordening Provincie

Cuijk

Brabant

Regeling Eenmalige Uitkering

Baggerwerkzaamheden

Rijk

Baggerwerkzaamheden

gemeente Cuijk

Noord-Brabant

Bebouwd Gebied Subsidieregeling Leefbare

De Valuwe; vernieuwd

Provincie Noord-

Wijken 2008

sociaal wijkbeheer

Brabant

Regeling Programma Brabant

Externe Veiligheid 2010

Provincie Noord-

Veiliger

Saldo 1-1-2010

Brabant

Totaal

225

0

28.237

0

28.237

0

169.167

-13.000

156.167

VASTE PASSIVA Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen was in 2010 als volgt:

Omschrijving

Stand 1-1-2010

Bestemming resultaat 2009

(bedragen in duizenden Euro's) Vermindering t.b.v. afschrijvingen Toevoeging

Onttrekking

Stand 31-12-2010

Algemene reserves Algemene dienst

21.825

622

Totaal

21.825

622

0

0

3.210

19.237

3.210

19.237

16.967

840

215

5.085

1.015

1.655

869

18.378

2.806

5.792

22.052

1.855

3.114

4.461

6.661

21.492

2.477

-2.477

1.016

-1.016

46.354

0

10.887

39.713

Bestemmingsreserves Algemene dienst Bouwgrondexploitatie Totaal Nog te bestemmen resultaat jaarrekening Totaal eigen vermogen

215

215

4.461

In het volgende hoofdstuk is een overzicht opgenomen waarin per reserve de aard en reden alsmede de toevoegingen en onttrekkingen zijn vermeld. Dit is conform artikel 54 van het BBV. Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen was in 2010 als volgt: (bedragen in duizenden Euro's) Omschrijving

Stand 1-1-2010

Toevoeging

Vrijval

Aanwending

Stand 31-12-2010

Voor verplichtingen, verliezen en risico's

2.022

607

450

2.179

Ter egalisering lasten

3.767

1.109

955

645

3.276


5.789

1.716

955

1.095

5.455

In het volgende hoofdstuk is een overzicht opgenomen waarin per voorziening de aard en reden alsmede de toevoegingen en onttrekkingen zijn vermeld. Dit is conform artikel 55 van het BBV. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de voorzieningen wordt verwezen naar de paragraaf kapitaalgoederen. Vaste schulden De post vaste schulden is als volgt samengesteld: x € 1.000 Onderhandse leningen van binnenlandse banken

18.867

Waarborgsommen

15

Totaal vaste schulden

18.882

Van de onderhandse leningen van binnenlandse banken heeft € 1.310.157 betrekking op rijksleningen woningbouw.

226

Het verloop van de onderhandse leningen was in 2010 als volgt: Jaar van laatste aflossing

Rentepercentage

Datum renteherziening

385.713

2013

5,450%

n.v.t.

61.714

2.805

15.429

46.285

10.000.000

2033

4,780%

n.v.t.

8.000.001

369.784

333.333

7.666.667

BNG / 81606

3.709.653

2033

4,700%

n.v.t.

2.967.723

138.353

123.655

2.844.068

BNG / 99164

10.000.000

2024

4,585%

n.v.t.

7.500.000

330.057

500.000

7.000.000

BNG / 74229 Totaal leningen

1.815.121

2029

4,570%

01-03-2014

1.355.245 19.884.682

100.353 941.353

45.088 1.017.505

1.310.157 18.867.177

Bank/ lening-nummer

Oorspronkelijk bedrag geldlening

BNG / 72468 BNG / 97090

227

Restant hoofdsom 1-1-2010

Rente 2010

Aflossing 2010

Restant hoofdsom 31-12-2010

VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden De netto vlottende schulden zijn als volgt samengesteld: x € 1.000 Overige schulden - BNG (rente onderhandse leningen)

511

- Boer Speeltoestellen B.V.

55

- Braam Wegenbouw B.V.

189

- Belastingdienst (BTW, loonheffing en premies volksverzekeringen)

1.078

- IBN Facilitair Vof

120

- Engelen Groen Uden B.V.

78

- Stichting Schouwburg Cuijk

85

- Smals Bouwgrondstoffen B.V.

79

- Ballast Nedam Infra Zuid Oost B.V.

51

- A.W.M. van Oorschot

57

- Infrascoop Grond-, Weg- en Waterbouw

155

- Kroeze B.V. Aannemersbedrijf grond & wegen

168

- Bodem & Ontwikkeling B.V.

81

- Overige (posten kleiner dan € 50.000)

1.548

Totaal netto vlottende schulden

4.255

Overlopende passiva De overlopende passiva zijn als volgt samengesteld: x € 1.000 Verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen - netto uitkeringen sociale zaken

253

- inzet BOS-consulent

46

- bonus begeleid werken voor werkvoorzieningschap

26

- harmonisatie wet OKE

15

- huur en servicekosten UWV-gebouw

19

- rente leningen

45

- verlaging ouderbijdrage VVE

12

- kosten WMO

185

- subsidies

25

- salarissen

16

- diversen

188

Totaal verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen

830

Van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen

2.486

Overige vooruitontvangen bedragen Vooruitontvangen subsidies (NASB en SLOK)

192

Diverse vooruitontvangen bedragen (met name huur)

11

Overige vooruitontvangen bedragen

203

Totaal overlopende passiva

3.519

228

Overzicht van de van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen als bedoeld in art. 52a lid 1 BBV: Naam uitkering Participatiebudget Besluit Bijstandsverlening zelfstandigen Wet inburgering Schuldhulpverlening Regeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet Tijdelijke stimuleringsregeling SUWI-bedrijfsverzamelgebouw Stimuleringsregeling Ruimte voor Contact Subsidieregeling Leefbare Wijken 2008 Subsidieregeling uitvoeren integrale dorpsontwikkelingsplannen Beleidsregel Combifonds 2007

Project n.v.t. n.v.t.

Verstrekker uitkering Rijk Rijk

n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Rijk Rijk Rijk

n.v.t.

Rijk

Vernieuwd Sociaal wijkbeheer (De Valuwe) De Valuwe; vernieuwd sociaal wijkbeheer IDOP Sint Agatha

Rijk

MFA Scouting Cuijk

Specifieke uitkering voor bestrijding onderwijsachterstanden Regeling stimulering aanpassing huisvesting brede scholen 2009 Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin Subsidieregeling Jeugd & Gezin Noord-Brabant 20082011, verbeteragenda Subsidieregeling Beleids- en stuurinformatie Keten Jeugd 2007 Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport Beleidsregel Kunst en Media

n.v.t.

Provincie NoordBrabant Rijk

Quick wins binnenvaart Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2009 Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2009 Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen Totaal

Provincie NoordBrabant Provincie NoordBrabant

Basisscholen Harlekijn en Zevensprong

Rijk

n.v.t.

Rijk

n.v.t.


N.v.t.


Jong in beweging

Rijk

Kunstwerk keramisch wandkleed Multipurpose kade haven Cuijk Woningbouwproject Arcis Vidêre Woningbouwproject Entrada Meuse n.v.t.

Provincie NoordBrabant Rijk

Saldo 1-1-2010 196.170

Toevoegingen 1.658.644

Vrijval -1.691.570

Saldo 31-12-2010 163.244

0 635.360 27.811

59.025 0 39.936

-47.850 0 -27.811

11.175 635.360 39.936

67.200

0

0

67.200

26.481

0

0

26.481

40.516

16.192

-56.708

0

23.734

0

-23.734

0

79.580

0

-10.704

68.876

40.000

0

0

40.000

140.712

495.248

-635.909

51

231.916

0

0

231.916

128.458

457.165

-359.164

226.459

41.803

74.253

-108.477

7.579

97

2.179

-2.276

0

0

100.000

-50.000

50.000

10.880

0

0

10.880

30.250

796.628

-9.895

816.983

229.264

0

-229.264

0

150.000

0

-150.000

0

90.000 2.190.232

0 3.699.270

0 -3.403.362

90.000 2.486.140

Rijk Rijk Provincie NoordBrabant

229

POSTEN BUITEN BALANSTELLING De post borgen garantstellingen is als volgt samengesteld: x € 1.000 Borgstellingen

2.208

Garantstellingen

62.878

Totaal borgen garantstellingen

65.086

De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Geborgde geldleningen Geborgde geldleningen zorginstellingen Stichting Zorgcentra Pantein Geborgde geldleningen bij Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel Medewerkers gemeente Cuijk

(bedragen in duizenden Euor’s) Oorspronkelijk Percentage Restant bedrag borgstelling 1-1-2010

Restant 31-12-2010

1.950

100%

1.827

1.762

446

100%

446

446

Totaal geborgde geldleningen

2.208

De garantstellingen zijn als volgt samengesteld: Omschrijving Stichting Mooiland Maasland

x € 1.000

Diverse garantstellingen (achtervang)

60.078

(deze geldleningen zijn primair gewaarborgd bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De gemeente is gehouden een renteloze lening te verstrekken zodra de middelen van het WSW ontoereikend zijn. Het WSW kent een triple A-rating en de risico’s voor de gemeente zijn gering) Stichting Pantein Wonen Garantstelling (achtervang)

2.800

(zie opmerkingen over WSW bij bovenstaande post)

Totaal verstrekte garanties

62.878

Uit hoofde van borgen garantstellingen hebben tot en met 2010 geen betalingen plaatsgevonden. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN Er zijn ons geen verplichtingen van materiële omvang bekend. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum.

230

OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN

231

232

Totaal reserves

Bestemmingsreserves grondexploitatie Reserve onvoorzienbare risico's bouwgrondexploitatie

Reserve rationeel rioolbeheer

Reserve toekomstig onderhoud wegvak N610 Reserve Homburgcampus

Reserve nieuwbouw wijkaccommodatie Heeswijkse Kampen

Reserve winstuitkering HNG

Reserve gelden inburgering nieuwkomers

Reserve kunstaankopen en restauratie kunstvoorwerpen Reserve gemeentelijk integraal huisvestingsplan

Reserve arbeidsvoorwaardenbeleid

Reserve egalisatie BTW i.v.m. compensatiefonds

afdekking onvoorzienbare risico's bouwgrondexploitatie

afdekken lasten nieuwbouw wijkaccommodatie Heeswijkse Kampen afdekken onderhoudslasten wegvak N610 afdekken extra exploitatielasten (nieuwe) schouwburg afdekken eventuele extra kosten uitvoering Verbreed gemeentelijk rioleringsplan

lokaal arbeidsvoorwaardenbeleid te ontwikkelen i.o.m. georganiseerd overleg aankoop en restauratie kunstvoorwerpen afdekken huisvestings- en inrichtingskosten openbaar en bijzonder onderwijs afdekken lasten projecten i.v.m. inburgering nieuwkomers inzet ten gunste van exploitatie t/m 2020 € 47.638

afdekking kap.lasten nieuwbouw gem.huis, brandweerkazerne en gem.werf afdekking gevolgen invoering btw compensatiefonds

algemeen weerstandsvermogen

Algemene reserve Algemene reserve Resultaat jaarrekening

Bestemmingsreserves Reserve nieuwbouw gemeentehuis/werf/brandweerkazerne

Reden

Aard

Overzicht reserves als bedoeld in artikel 54 van het Besluit begroting en verantwoording.

46.354.793

5.084.646

-

30.000

530.000 805.262

524.016

130.995

3.444.529

2.805.792

1.319.072

315.000

2.477.455

1.015.354

9.870.757

5.791.792

127.734

47.638

131.181

290.070

257.383

3.210.633

5.102.558

839.500

622.601

Onttrekkingen via resultaatbestemming programmarekening

14.326

20.628

1.015.963-

Toevoeging uit hoofde van bestemming resultaat voorgaand boekjaar

99.419 14.326

1.757.250

7.973.758

21.825.108 2.477.455

Saldo 1-1-2010

Toevoeging via resultaatbestemming programmarekening

2.477.455

2.477.455

Onttrekking uit hoofde van bestemming resultaat voorgaande boekjaar

215.208

215.208

Verminderingen ter dekking van afschrijvingen

39.713.357

3.114.000

839.500

1.349.072

530.000 677.528

476.378

130.995

5.286.377

120.047 0

1.467.180

7.501.167

19.237.076 -1.015.963

Saldo 31-12-2010

233

risico-afdekking risico-afdekking risico-afdekking

egalisatie lasten egalisatie lasten egalisatie lasten egalisatie lasten egalisatie lasten egalisatie lasten egalisatie lasten egalisatie lasten

Voorzieningen algemene risico's Voorzieningen liquidatiekosten Streekgewest Voorziening pensioenverplichtingen wethouders Voorziening wachtgeldverplichtingen wethouders

Voorzieningen i.v.m. gelijkmatige verdeling lasten Voorziening afvlakking tarieven reinigingsheffingen Voorziening schilderwerk lichtmasten Voorziening groepsremplace openbare verlichting Voorziening onderhoud/vervanging ANWB bewegwijzering Voorziening rationeel wegbeheer Voorziening rationeel rioolbeheer Voorziening rationeel gebouwenbeheer Voorziening onderhoud schoolgebouwen


Reden

Aard

5.789.152

461.115 74.214 54.313 13.296 637.656 2.067.181 111.465 348.238

39.100 1.541.269 441.305

Saldo 1-1-2010

1.715.877

17.372 36.716 40.388 4.000 517.500 234.613 258.102

260.057 347.129

Toevoegingen

Overzicht voorzieningen als bedoeld in artikel 55 van het Besluit begroting en verantwoording.

954.619

954.619

Vrijgevallen t.g.v. rekening van baten en lasten

1.094.936

1.570 344.084 49.875 185.461 62.006

2.184

39.100 73.922 336.734

Aanwendingen

5.455.474

478.487 108.746 94.701 15.726 811.072 1.297.300 184.106 286.232

1.727.404 451.700

Saldo 31-12-2010

234

6.

VERANTWOORDING SPECIFIEKE UITKERINGEN (SISA)

235

Onderwijsachterstandenbeleid niet-GSB (OAB)

D2

Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2009 derde tranche

Investering stedelijke vernieuwing (ISV)

r e mmu N

C7C

C5

gni r ekti u ekei fi ce p S

236

44 9 Investeringsbudget

Aard controle R

€ 450.000 € 450.000 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

Zie Nota baten-lastenstelsel

Aard controle R

€0

SW16843902 SW16843901 Hieronder per regel één beschikkingskenmerk en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie

Aard controle n.v.t.

1553919- Cuijkse Cantheelen 1552288-revitalisatie Valuwe Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt


Aard controle R

€0 Beginstand 2010 van voorziening / overlopende post

€ 1.800 Aantal deelnemende kinderen aan voorschoolse educatie in 2010

Aard controle D2

365

Aard controle R

€ 185.338

Aard controle R


€ 23.976 Besteding 2010 aan voorschoolse educatie

Aard controle R

Besteding 2010 voor overige of coördinerende activiteiten inzake onderwijsachterstandenbeleid

Aard controle R

Besteding na 2007 voor dit doel niet meer mogelijk

€ 462.569 Besteding 2010 aan voorbereiding inrichten schakelklassen

Bestedingen voor overige of coördinerende activiteiten inzake onderwijsachterstandenbeleid van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

Aard controle D1


Aard controle R

Aantal woningen waarvan de bouw voor 1 januari 2011 is gestart of voortgezet

Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie

€ 95.554

€0

Aard controle R


Zie Nota baten-lastenstelsel Aard controle R

Uitgaven aan voorschoolse educatie van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

€0 €0

Aard controle R

Overige bestedingen 2010

€0 Bestedingen aan voorschoolse educatie van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

Aard controle R


Uitgaven voor overige of coördinerende activiteiten inzake onderwijsachterstandenbeleid van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

€ 250.228 € 210.000

Aard controle R

Besteding 2010 ten laste van provincie


Toelichting afwijking

Nee Nee


Eindverantwoording Ja/Nee

I N D I C A T O R E N

Realisatie

Afspraak Aard controle D1

Alleen in te vullen na afloop project


Aard controle D1

Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen)






237

Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (incl. bestrijding spoorweglawaai)

E3

Regeling brede scholen 2009

Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009

r e mmu N

D5

D4

gni r ekti u ekei fi cep S

€0 Eindverantwoording Ja/Nee

0 Besteding tot en met 2010 ten laste van rijksmiddelen


Nee Besteding 2010 t.l.v. rijksmiddelen

Aard controle R

€0 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt


Aard controle R

€0

Aard controle R

€ 165.000 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie


LMV2000146083 Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt


Aard controle R

€0


Aard controle R

Aard controle R

€0

Aard controle R


€0

Aard controle R


Nee



€0

Aard controle R


€ 10.473 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt


Nee


€0 Eindverantwoording Ja/Nee

100,00% Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

Aard controle R


Uitgaven aan voorschoolse educatie voor verlaging ouderbijdrage van doelgroepkinderen op de peuterspeelzaal van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

Aard controle R

€ 105 Besteding 2010

Aard controle R

Aard controle R

Bestedingen aan voorschoolse educatie voor verlaging ouderbijdrage van doelgroepkinderen op de peuterspeelzaal van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

€ 33.144 Aantal afgeronde projecten in 2010

€0 % doelgroepkinderen bereikt in 2010 met voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal en kinderdagverblijven


Aard controle R

Aard controle R

€0 Gemiddelde prijs ouderbijdrage in 2010 voor voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal voor doelgroepkinderen

€ 31.544 Besteding 2010 aan voorschoolse educatie voor verlaging ouderbijdrage van doelgroepkinderen op de peuterspeelzaal

Aard controle R

Aard controle R


€0


Aard controle R €0 Uitgaven aan vroegschoolse educatie van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

Aard controle R

85 Bestedingen aan vroegschoolse educatie van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

Aard controle D2

€ 246.217 Besteding 2010 aan vroegschoolse educatie

Bestedingen aan schakelklassen Uitgaven aan schakelklassen van vóór 2010, waarvan de van vóór 2010, waarvan uitgave in of na 2010 plaatsvindt besteding in 2010 plaatsvindt

Aantal deelnemende leerlingen aan schakelklassen in 2010

Aard controle R

Besteding 2010 aan schakelklassen

r e mmu N

Programma Externe Veiligheid (EV)

E30

238


Ja Percentage van de verstrekte bijdrage 2010 dat is gebruikt voor het in dienst nemen vast personeel EV

Aard controle D2

10,00% 15,00% Besteding 2010 ten laste van provincie

Aard controle R

€ 19.736

€ 24.912

€0

€ 1.016

€ 59.891

€ 17.114 € 94.914 € 14.894 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt


Aard controle R

Aard controle R

€ 29.921 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie


2608896 2608896 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie


N-F-006-10

N-F-007-10

N-N008-10

N-W-004-10

N-W-007-10

N-N-08-09 N-W-08-09 N-W-09-09 Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt


Aard controle R

Aard controle R

€ 9.895 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt


Aard controle R

€0


Multipurpose kade Haven Cuijk Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt


Aard controle R

€0

€0 Besteding 2010 ten laste van rijksmiddelen

Eindverantwoording ja/nee

Besteding 2010 ten laste van provinciale middelen

€0 Quick wins binnenhavens Hieronder per regel één projectaanduiding en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie

E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer

E9B

gni r ekti u ekei fi cep S € 9.895

Aard controle R


€ 4.279 € 94.914 € 14.894

€ 59.891

€ 1.016

€0

€ 24.912

€ 19.736

Aard controle R

door Bregje van de Aa door RMB Overige bestedingen 2010


€0 Toelichting afwijking

Aard controle R


Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

Nee

Nee

Nee

Nee



Nee

Aard controle R


Nee subsidiebedrag in 2010 nog niet gedeclareerd fcl 7211041 betreft restant 2009 Nee betreft restant 2009 Nee betreft restant 2009 Nee

bedrag wordt in 2011 bij gemeente en daarna bij provincie gedeclareerd fcl 7210136 uitvoering declaratie in 2011 fcl 7211037

subsidiebedrag in 2010n nog niet gedeclareerd fcl 72110035

subsidiebedrag in 2010 nog niet gedeclareerd fcl 72110039




r e mmu N

G2

G1C

Aard controle R

Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2010, exclusief deel openbaar lichaam

239

Baten 2010 IOAZ (excl. Rijk)


€0

Baten 2010 Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen


€ 364

Baten 2010 WWIK (excl. Rijk)


€0


€ 38.938

Besteding 2010 Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen


€ 14.653

Besteding 2010 WWIK


€0

Baten 2010 IOAW (excl. Rijk)

Besteding 2010 IOAW

€ 2.356

€ 13.583

€ 185.962

Besteding 2010 IOAZ



€ 201.746

Baten 2010 WIJ (excl. Rijk)

Besteding 2010 WIJ


€ 114.235

€ 3.735.189


Aard controle n.v.t. €0

Aard controle R


Uitgaven WWB-inkomensdeel van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

€0

Aard controle R

Bestedingen WWIK van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

€0

€0

Aard controle R

Uitgaven WWIK van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

€0

Aard controle R



Uitgaven Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

€0

Bestedingen Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

€0

Aard controle R



Uitgaven IOAZ van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

€0

Bestedingen IOAZ van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

€0

Aard controle R



Uitgaven IOAW van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

€0

Aard controle R


Bestedingen IOAW van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

€0

Aard controle R


Bestedingen WIJ van vóór 2010, Uitgaven WIJ van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na waarvan besteding in 2010 2010 plaatsvindt plaatsvindt

€0

Aard controle R


0,00 Baten 2010 WWB-inkomensdeel Bestedingen WWB(excl. Rijk) inkomensdeel van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

Aard controle R

Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren, exclusief deel openbaar lichaam


0,00 Gebundelde uitkering Besteding 2010 WWB(WWB+WIJ+IOAW+IOAZ+l inkomensdeel evensonderhoud beginnende zelfstandigen Bbz 2004+WWIK)

Wet sociale werkvoorziening (Wsw)

gni r ekti u ekei fi ce p S


G6

Schuldhulpverlening

Wet participatiebudget (WPB)

G5

240

€ 27.811

Aard controle R

Besteding 2010

0

87

Aard controle D1

Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald

€ 10.756

Aard controle R

Baten 2010 (niet-Rijk) participatiebudget

Aard controle D1

Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald

€0

Aard controle R

Waarvan baten 2010 van educatie bij roc’s

€ 12.463

Aard controle R

Terug te betalen aan rijk

€0

Aard controle R

Aard controle D1

Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald

€ 163.244

Aard controle R

(bij overheveling van een tekort wordt een negatief getal ingevuld)

óf Omvang van het in het jaar 2010 rechtmatig bestede bedrag participatiebudget als voorschot op het participatiebudget van 2011

Aard controle D1

Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3,7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald

€0

Aard controle R

Omvang van het aan het rijk terug te betalen bedrag, dat wil zeggen Omvang van het in het jaar 2010 het in het jaar 2010 niet-bestede niet-bestede bedrag dat wordt bedrag voor zover dat de gereserveerd voor het reserveringsregeling overschrijdt, participatiebudget van 2011. Dit alsmede het in het jaar 2010 ten bedrag is exclusief het bedrag onrechte niet-bestede bedrag aan dat een gemeente ten onrechte educatie bij roc’s niet heeft besteed aan educatie bij een roc; hiervoor geldt geen reserveringsregeling (het ten onrechte niet-bestede wordt teruggevorderd door het rijk).

Reserveringsregeling: overheveling overschot/tekort van 2010 naar 2011

€ 24.758

Aard controle R

I N D I C A T O R E N Baten 2010 kapitaalverstrekking Besteding 2010 aan onderzoek Besteding 2010 Bob (excl. Bob) (excl. Rijk) als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (excl. Bob)

86 82 83 86 Bovenstaande indicatoren verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI)

Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2010 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen

Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2010 een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen

Aard controle D1

€ 235.708

€ 1.702.326

Aard controle D1

Aard controle R

Waarvan besteding 2010 van educatie bij roc's

Aard controle R

Aard controle R € 3.467 Besteding 2010 participatiebudget

€ 3.139

€ 14.800

€ 34.891 Baten 2010

Baten 2010 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob) (excl. Rijk)

Aard controle R

Aard controle R

Besteding 2010 kapitaalverstrekking (excl. Bob)

Aard controle R

Besluit bijstandverlening Besteding 2010 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen 2004 zelfstandigen (excl. Bob) (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)

Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV)

r e mmu N

G4

G3

gni r ekti u ekei fi ce p S €0

Aard controle R

Besteding 2010 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004

Aard controle R

1

Aard controle D1

€0 0 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald

Aard controle R

Het aantal in 2010 gerealiseerde Besteding 2010 Regelluw duurzame plaatsingen naar werk van inactieven Dit onderdeel dient uitsluitend ingevuld te worden door de Dit onderdeel moet door alle gemeenten die in 2009 gemeenten worden ingevuld. duurzame plaatsingen van Indien ingevuld met een nul, dan inactieven naar werk hebben bestaat er voor 2011 geen recht gerealiseerd en verantwoord aan op regelluwe bestedingsruimte het Rijk.

€0

Aard controle R

Baten 2010 Bob (excl. Rijk)

€0

€0

Aard controle R



Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt

r e mmu N

H10

H2

€ 599.802

Aard controle R

Beschikking VWS: 27-749553865-576780-06 Brede doeluitkering Centra Besteding 2010 aan voor jeugd en gezin (BDU jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning CJG) jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.


Regeling Buurt, Onderwijs Hieronder per regel één beschikkingskenmerk invullen en Sport (BOS) en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie

gni r ekti u ekeifi ce p S

241

€0

Aard controle R


Activiteiten lopen nog tot eind 2011. Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt


Activiteit

€0

Aard controle R


Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt

1 = gedeelte uitgevoerd

Aard controle D2

0 = niet uitgevoerd 1 = gedeelte uitgevoerd 2 = uitgevoerd

Realisatie



Nee


I N D I C A T O R E N Eindverantwoording Ja/Nee

242

ACCOUNTANTSVERKLARING

243

244

245

246

PROGRAMMAREKENING 2010 Jaarverslag en jaarrekening

Recommend Documents