PROGRAMMAREKENING 2013 Jaarverslag en jaarrekening
INHOUDSOPGAVE AANBIEDING PROGRAMMAREKENING 2013
-5-
DEEL A JAARVERSLAG
-9-
1.PROGRAMMAVERANTWOORDING
- 11 -
PROGRAMMA 0 BESTUUR
- 11 -
PROGRAMMA 1 VEILIGHEID EN HANDHAVING
- 17 -
PROGRAMMA 2 VERKEER EN VERVOER
- 25 -
PROGRAMMA 3 LOKALE ECONOMIE
- 31 -
PROGRAMMA 4 ONDERWIJS EN KINDEROPVANG
- 35 -
PROGRAMMA 5 CULTUUR, RECREATIE EN SPORT
- 39 -
PROGRAMMA 6 WERK, INKOMEN EN ZORG
- 45 -
PROGRAMMA 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU
- 53 -
PROGRAMMA 8 BOUWEN EN WONEN
- 59 -
2. FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
- 65 -
3. PARAGRAFEN
- 73 -
PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN
- 75 -
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN
- 81 -
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
- 89 -
PARAGRAAF FINANCIERING
- 99 -
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING
- 105 -
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN
- 109 -
PARAGRAAF GRONDBELEID
- 123 -
DEEL B JAARREKENING
- 135 -
PROGRAMMAREKENING
- 137 -
TOELICHTING OP DE PROGRAMMAREKENING
- 139 -
BALANS
- 167 -
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
- 171 -
TOELICHTING OP DE BALANS
- 175 -
VERANTWOORDING SPECIFIEKE UITKERINGEN (SISA)
- 191 -
CONTROLEVERKLARING
- 195 -
-3-
-4-
AANBIEDING PROGRAMMAREKENING 2013 Aan de leden van de gemeenteraad van Cuijk Hierbij bieden wij uw raad de programmarekening 2013 aan, opgesteld met inachtneming van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De jaarstukken bestaan uit: Het jaarverslag (deel A) onderverdeeld in: de programmaverantwoording; de paragrafen. De jaarrekening (deel B) onderverdeeld in: de programmarekening en de toelichting; de balans en de toelichting; de bijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen. Jaarverslag Het jaarverslag volgt de indeling van de programmabegroting. In de programmaverantwoording zijn de drie ‘w-vragen’ beantwoord: wat wilden we bereiken? wat hebben we daarvoor gedaan (activiteiten)? wat heeft het gekost? Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de in de programma’s opgenomen doelstellingen, ontwikkelingen en activiteiten één op één afkomstig zijn uit de programmabegroting 2013. In een afzonderlijk hoofdstuk zijn de aspecten met betrekking tot de financiering en algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Daarin is ook transparant gemaakt welke aanwendingen van en stortingen in reserves hebben plaatsgevonden. Daarnaast is een overzicht van de aanwending van de post onvoorziene uitgaven en een overzicht van de restant kredieten per ultimo 2013 opgenomen. De voorgeschreven zeven paragrafen, met elk een specifiek aandachtsveld, vormen een dwarsdoorsnede van de jaarrekening. Jaarrekening In de programmarekening wordt een overzicht gegeven van de gerealiseerde baten en lasten per programma evenals een overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen. Verder wordt inzicht gegeven in het resultaat vóór bestemming, de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en het resultaat na bestemming. Van de voornaamste afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening is per programma een analyse met toelichting opgenomen. De jaarrekening bestaat verder uit de balans met toelichting. De balans geeft de stand van zaken weer voor wat betreft de omvang en samenstelling van het vermogen. Het laatste onderdeel van de programmarekening betreft de verantwoording over specifieke uitkeringen. Van een groot aantal specifieke uitkeringen van het rijk en de provincie dient verantwoording afgelegd te worden via een apart overzicht in de jaarrekening. Er is hierbij sprake van het principe van single information, single audit (SiSa). Dit houdt in dat er jaarlijks eenmalig informatieverstrekking en accountantscontrole plaatsvindt. Accountantscontrole De reikwijdte van de opdracht tot controle van deze jaarrekening is vastgelegd in het meerjarig controleprotocol dat door uw raad is vastgesteld op 25 januari 2010.
-5-
De gemeenteraad heeft het normenkader voor het onderzoek naar de jaarrekening 2013 voor de accountant en voor de eigen gemeentelijke organisatie vastgesteld op 24 februari 2014. Voor de van de accountant ontvangen oordelen over de getrouwheid en de rechtmatigheid van de jaarrekening 2013 verwijzen wij u naar het betreffende rapport van bevindingen en bijbehorende accountantsverklaring. Resultaat De jaarrekening 2013 sluit met een positief saldo van € 1.233.450. Na verwerking van alle begrotingswijzigingen werd een positief resultaat geraamd van € 393.931. De mutaties in de jaarrekening, na vaststelling van alle begrotingswijzingen, bedragen per saldo € 839.519 zodat het resultaat van de jaarrekening € 1.233.450 bedraagt. Een uitvoerige specificatie van de voor- en nadelen per programma, gevolgd door een overzicht van incidentele baten en lasten met een toelichting is opgenomen in de programmarekening. Bij de vaststelling van het rekeningresultaat wordt voorgesteld het resultaat 2013 als volgt te bestemmen: Resultaat na mutaties reserves Overheveling niet benutte budgetten 2013 naar 2014 Bestemming voor handhaving WIZ Totaal resultaat toevoegen aan algemene reserve
€ 1.233.450 -/- € 471.290 -/- € 100.000 € 662.160
Overheveling budgetten 2013 naar 2014 Voorgesteld wordt om een aantal incidentele budgetten van 2013 over te hevelen naar 2014 zodat deze middelen in 2014 beschikbaar zijn. Deze overheveling ad € 471.290 vindt plaats door een storting in en onttrekking uit de algemene reserve in respectievelijk 2013 en 2014. Toelichting over te hevelen budgetten: Omschrijving product Intergemeentelijke samenwerking LvC
Toelichting
Bedrag Het restant-budget wordt in het kader van de samenwerking Land van Cuijk ingezet t.b.v. het regieteam raden, conferenties en kosten externe voorzitter. 15.839 Economische zaken Opstellen plan van aanpak breedband Land van Cuijk. In 2014 wordt een start gemaakt met een verdere inventarisatie onder de bewoners. Afhankelijk van dit onderzoek zal de raad gevraagd worden met het plan van aanpak in te stemmen. 28.000 Monumenten Onderhoudsbudget toren Ceuclum is niet volledig uitgegeven. Er is een budget geraamd van € 50.000 waarvan € 10.000 is uitgegeven. Uitvoering in de loop van 2014. 40.000 Natuur en landschap Tuin Paters Oblaten openbaar gebied dient nog toegankelijk gemaakt te worden voor het publiek. 50.000 Groenbeheer Revitalisering de Valuwe openbare ruimte (groen, paden, plantsoenen, speelplekken etc.) 138.000 Kermis en overige De aanschaf van nieuwe kerstverlichting is een jaar evenementen uitgesteld omdat die niet meer tijdig geleverd kon worden en zal nu in 2014 aangeschaft worden. 7.000 Woon-zorgdiensten Transitiekosten AWBZ naar WMO. Wordt veroorzaakt door uitstel. Aanloopkosten worden in 2014 gemaakt. 94.000 Participatiebudget Transitiekosten participatiewet/AWBZ. 72.619 Participatiebudget Uitvoeringskosten voor de handhaving van de inburgeringsverplichting in 2014 en volgende jaren. 23.032 Wijk en dorpsraden Communicatiebudget voor informeren inwoners over projecten Vianen IDOP-gelden. 2.800 Totaal 471.290
-6-
Bestemming deel resultaat 2013 voor handhaving Werk Inkomen Zorg (WIZ) in 2014 De crisismiddelen waaruit de fraudeonderzoeken door de sociaal rechercheurs werden betaald zijn inmiddels besteed, echter stijgt het aantal aanvragen om uitkeringen. Gezien die toename is het wenselijk om te investeren in het onderzoeken van de uitkeringsfraude WWB. Gelet op het bewezen positieve resultaten en geldelijke winsten die deze fraudeonderzoeken met zich meebrengen (zie hiervoor de RIB van 18-04-2013), wordt u gevraagd om incidenteel € 100.000 te reserveren ten behoeve van handhaving WIZ. De komende periode wordt bezien, in samenwerking met CGM, hoe het uitvoeren van fraudeonderzoeken beter en structureel (procesmatig en beleidsmatig) verankert kan worden.
Procedure In de planning- en controlcyclus 2013 zijn met betrekking tot de behandeling en vaststelling van de jaarrekening de volgende data gepland: Onderzoek jaarrekening door commissie controle en onderzoek op 18 en 19 juni 2014; Vaststelling jaarrekening door gemeenteraad op 7 juli 2014. Slotopmerking Met dit jaarverslag en deze jaarrekening wordt door het college van burgemeester en wethouders verantwoording afgelegd over het in 2013 gevoerde bestuur. Wij stellen uw raad voor: het voorliggende jaarverslag evenals de jaarrekening vast te stellen. van het resultaat over 2013 de in de programmarekening genoemde niet benutte budgetten ad € 471.290 over te hevelen naar de begroting 2014. van het resultaat over 2013 € 100.000 te bestemmen voor handhaving WIZ in 2014. het resterende resultaat over 2013 € 662.160 toe te voegen aan de algemene reserve
-7-
-8-
DEEL A JAARVERSLAG
-9-
- 10 -
1.PROGRAMMAVERANTWOORDING PROGRAMMA 0 BESTUUR Het programma bestuur omvat de verdere ontwikkeling van de interne en externe dienstverlening van de gemeentelijke organisatie en het ondersteunen van het lokaal bestuur. We kiezen ervoor om nadrukkelijk te werken aan bestuurlijke vernieuwing en cultuurverandering. Cuijk is van ons allemaal, dus betrekken wij onze inwoners, instellingen, verenigingen en bedrijven op een actieve wijze bij ons werk. Wij bieden hen de mogelijkheid om maximale invloed uit te oefenen op de beleidsvoorbereiding en de voorbereiding van plannen en streven naar een maximaal draagvlak. Maatschappelijke initiatieven worden waar mogelijk ondersteund. De gemeentelijke organisatie staat voor een open en klantgerichte communicatie. We zijn een dienstverlenende organisatie en een gemeente die de administratieve lasten voor haar inwoners en bedrijven beheersbaar houdt door in te zetten op het verminderen van regels. Om gezamenlijk te werken aan deze uitgangspunten is goede en tijdige communicatie van essentieel belang. Naast het verder uitbouwen van onze dienstverlening en het aanhalen van de banden met onze burgers, sluiten we de ogen niet voor het feit dat we moeten werken met minder financiële middelen. Dit verplicht ons om kritisch te kijken naar het kostenaspect. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen
De gemeentelijke organisatie werkt in toenemende mate vraaggericht in plaats van aanbodgericht vanuit het principe dat alle zaken onder één dak worden aangeboden (klantcontactcentrum) en de klant keuzevrijheid heeft via welk kanaal het met ons zaken wil doen. De klant kan via elk gekozen kanaal (post, telefonie, internet en balie) op termijn dezelfde dienstverlening verwachten. Maatschappelijke initiatieven worden waar mogelijk ondersteund. De gemeentelijke organisatie staat voor een open en klantgerichte communicatie. De raad wordt in staat gesteld om te kunnen kiezen. Onze voorstellen omvatten dan ook waar mogelijk alternatieven. We gaan de inkoop verder professionaliseren, zowel kwalitatief als financieel, door innovatief aan te besteden en gunning van werken en diensten daar waar mogelijk op basis van afkoop te laten plaatsvinden. Bij de kadernota en de najaarsnota rapporteren wij aan uw raad over de behaalde voordelen op inkoop.
Ontwikkelingen
Een ondernemende overheid heeft steeds meer behoefte aan risicomanagement, waarbij niet alleen inzicht wordt gegeven in de mogelijke risico’s maar ook mogelijkheden voor beheer en beperking daarvan en waarbij alternatieven worden aangedragen. Het landelijke programma Antwoord© vormt ons kader om vorm en inhoud te geven aan de opdracht die de gemeente heeft om in 2015 via het klantcontactcentrum (KCC) het centrale loket van de overheid te zijn. Een belangrijk instrument om de doelen van Antwoord© te realiseren is het i-NUP (implementatie Nationaal uitvoeringsprogramma). In i-NUP zijn 23 bouwstenen (bijvoorbeeld het stelsel voor basisregistraties) voor de eoverheid opgenomen die gemeenten voor 2015 moeten realiseren. Deze bouwstenen dragen bij aan verbetering van de dienstverlening. De voorbereidingen voor de ambtelijke samenwerking tussen Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert zijn in 2013 in volle gang. Ook op het gebied van dienstverlening werken de drie gemeenten samen aan een visie en plan van aanpak. Dit moet er vanaf 2014 - 11 -
voor zorgen dat er een goede basis ligt voor een verbeterde en efficiëntere dienstverlening.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Bestaand beleid Wat (activiteiten) 0.1 0.1.1
0.1.2
0.1.3
Realisatie
Dienstverlening We blijven ons digitale loket verder uitbouwen. Zo gaan we het aantal diensten dat via internet tot op transactieniveau wordt aangeboden opnieuw verruimen met drie extra diensten eind 2013. De keuze van deze diensten en de invoeringsdatum wordt in overleg met de verantwoordelijke vakafdelingen bepaald. Voor de top 20 van veelgevraagde diensten e-formulieren beschikbaar maken via de website, zodat deze diensten geheel of gedeeltelijk online afgehandeld kunnen worden. In 2012 is een groot gedeelte van de top 20 veelgevraagde diensten gehaald. Op peildatum 1-8-2012 waren dit 10 formulieren. De rest volgt in 2013 met de nieuwe formulierentool.
In 2010 voerden we voor het eerst een onderzoek uit naar de kwaliteit van het taalgebruik in de gemeentelijke teksten en brieven. Dit onderzoek geldt als de nulmeting voor de tweede meting die in november/december 2012 plaatsvindt. Eind 2013 voeren we opnieuw een meting uit en maken de vergelijking met de nulmeting uit 2010 en de tweede meting uit 2012. Afhankelijk van de resultaten wordt hier intern aandacht aan besteed en waar nodig een verbeterplan opgesteld.
- 12 -
Toelichting
In februari 2014 komt er een nieuwe digitale balie voor Cuijk Grave en Mill. Zodra deze gelanceerd is werken we er naar toe om nog meer producten en diensten tot op transactieniveau aan te bieden. Uiterlijk eind 2014 zullen we minimaal drie extra diensten digitaal aanbieden. De ontwikkeling van nieuwe eformulieren is vertraagd, doordat de leverancier de oplevering van de nieuwe formulierenmodule uitstelde. Inmiddels is de module beschikbaar. Alle huidige (reeds bestaande) eformulieren gaan we opnieuw beoordelen en ombouwen in de nieuwe module. De uitrol van deze formulieren zal fasegewijs plaatsvinden. Voor de top 20 van veelgevraagde producten zijn hiermee eind 2014 alle e-formulieren beschikbaar via de website van de gemeente/digitale balie. Ons uitgangspunt is om dit onderzoek eens in de twee jaar uit te voeren: 2010, 2012, 2014 enzovoort. In 2010 ontvingen we slechts enkele reacties, waardoor dit niet voldoende was om te gebruiken als een nulmeting. Eind 2012/begin 2013 voerden we opnieuw een uitgebreid onderzoek uit, waarop we 144 reacties ontvingen. Hiervan gaf 92,3% aan de communicatie van de gemeente Cuijk duidelijk te vinden. Per abuis is in de programmabegroting van 2013 als activiteit opgenomen om in dat jaar een nieuwe meting uit te voeren. We doen dit dus eind 2014, waarbij het mogelijk is om dit onderzoek op CGM-
0.1.4
Onze klanten de baliedienstverlening op afspraak aanbieden. Hierbij is het streven dat we in 2013 5 % meer dan in 2012 van onze balietransacties via een afspraak afhandelen. Het streven voor eind 2012 is 20%, dit zal als nulpunt voor 2013 gebruikt worden.
0.1.5
Een doel binnen Antwoord© is om 80% van de vragen en verzoeken aan de gemeente bij de frontoffice te kunnen beantwoorden. In 2012 voeren we binnen de klantvraagafhandeling een aantal veranderingen door. In 2013 willen we dit de eerste keer meten, zodat we in de komende jaren onze doelstelling kunnen concretiseren. Op rijksniveau zijn er plannen om per 1 oktober 2013 de geldigheidsperiode van reisdocumenten van 5 jaar te verruimen naar 10 jaar. Dit heeft voor de bedrijfsvoering gedurende de 5 jaar daarna nog geen gevolg, omdat de tot die datum uitgegeven documenten in de komende 5 jaar moeten worden vernieuwd. Mogelijk dat er in het eerste jaar wel een geringe stijging zal komen.
0.1.6
0.1.7
De huidige Wet gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens (GBA) wordt opgevolgd door de Basisregistratie Personen (BRP), als één van de 13 basisregistraties die samen het Stelsel van Basisregistraties vormen. De BRP wordt in de periode 2013 - 2016 gefaseerd ingevoerd. Als eerste bij een kleine groep gemeenten, de zogenoemde koplopers. Als samenwerkende gemeenten kiezen we voor de aanvullende modules voor de BRP. Daarvoor moet eerst de keuze voor één leverancier worden gemaakt. - 13 -
schaal uit te voeren. Hiermee ontstaat dan een nieuwe nulmeting voor de werkorganisatie CGM. In mei 2013 is een pilot gestart met het volledig werken op afspraak (m.u.v. de woensdag, voor deze dag blijft het mogelijk om op vrije inloop te komen). Tijdens de pilot zagen we het aandeel van klanten dat op afspraak kwam stijgen van 40% in juni tot 70% in september. Uit klantonderzoek bleek een grote tevredenheid over deze vorm van baliedienstverlening. Zodoende besloten we om het werken op afspraak definitief in te zetten. Inmiddels maakt vergunningverlening onderdeel uit van de frontofficedienstverlening. Hierdoor vinden er nauwelijks nog doorverwijzingen plaats en is deze doelstelling behaald.
Per 9 maart 2014 wordt de geldigheidsperiode van reisdocumenten van 5 jaar verruimd naar 10 jaar. Dit heeft voor de bedrijfsvoering gedurende de jaren 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 nog geen gevolg, omdat de tot en met 2013 uitgegeven documenten in de komende 5 jaar moeten worden vernieuwd. Mogelijk dat er na 9 maart 2014 wel een geringe stijging zal komen. De Wet Basis Registratie personen is per 6 januari 2014 ingevoerd. Het Stelsel van Basisregistraties wordt nu niet in de periode 2013 - 2016 maar in de periode van 2015 – 2018 gefaseerd ingevoerd. Keuze is gemaakt voor leverancier Centric. Deze leverancier zal te zijner tijd met een aanbod komen.
0.2 0.2.1
0.2.1.1
Communicatie en betrokkenheid bij het bestuur De kwaliteit van het besluitvormingsproces bevorderen en inwoners actief betrekken bij het besluitvormingsproces van de raad, door: De themabijeenkomsten verder te ontwikkelen en het organiseren van politieke avonden raden Land van Cuijk.
0.2.1.2
Raadsplanning die doorlopend wordt geactualiseerd.
0.2.1.3
Adviseren presidium bij agendabeheer, welke onderwerpen, met welke werkvorm behandelen
0.2.1.4
Trainen van vaardigheden, waaronder vergader- en debatvaardigheden. Om inwoners, ondernemers, instellingen en andere organisaties te kunnen betrekken bij het besluitvormingsproces, wordt sterk ingezet op communicatie en burgerparticipatie. Bij elk beleidsproces denken we concreet na over de inzet van participatie en de rol hiervan in de bestuurlijke besluitvorming. We willen/gaan hierbij gebruikmaken van de uitgangspunten en hulpmiddelen uit de in 2012 vast te stellen nota Burgerparticipatie. Open communicatie betekent dat we transparant besturen en actief communiceren. De transparantie wordt zichtbaar door onder andere de openbare besluitenlijsten en het uitzenden van vergaderingen. Actief communiceren doen we onder andere via gemeentenieuws, website, twitter, persberichten, de maandelijkse persgesprekken en
0.2.1.5
- 14 -
Zie onderdelen 0.2.1.1 tot en met 0.2.1.6
De aansluiting tussen onderwerpen themabijeenkomsten en de raadsplanning is verbeterd. Het BOB model komt hierdoor beter tot z’n recht. Eind 2012 heeft de eerste themabijeenkomst raden Land van Cuijk plaatsgehad. In 2013 waren er drie themabijeenkomsten Land van Cuijk. De raadsplanning is doorontwikkeld, mede in het licht van de komst van de CGM organisatie. De planning van de themabijeenkomsten komt aan de orde in het presidium waarmee het presidium ook kan sturen met onderwerpen die in de fase van beeldvorming aan de bod komen. In voorkomende gevallen adviseert de griffier over de procedurele behandeling van stukken in raad en commissies. Is in 2013 geen aandacht aan besteed. Eind 2012/begin 2013 is gestart met het in de praktijk brengen van de nota Burgerparticipatie. De nadruk lag hierbij vooral op de interne werkwijze: Hoe zorgen we ervoor dat burgers op tijd en op een juiste manier kunnen participeren bij de totstandkoming/uitvoering van beleid. De “evaluatie-quick scan” over het eerste uitvoeringsjaar van deze nota wordt in het voorjaar van 2014 gepresenteerd. In de volgende fase (2014/15) zal nog meer worden ingezet op informatie-uitwisseling met deelnemers aan een participatietraject: Hoe ervaren zij de participatie? Waar zien zij verbeterpunten?
0.2.1.6
0.3 0.3.1
informatiebijeenkomsten. In principe kent het project ‘Gast van de raad’ drie doelgroepen: jeugd, burgers en (beleids)medewerkers. Om de doelgroep jeugd een ‘kijkje in de lokale politieke keuken te laten nemen’ organiseren we het project ook het komende schooljaar maandelijks voor 4VWO-leerlingen van het Merletcollege. Het aantal deelnemers was in 2011/2012 ruim 40 leerlingen. In 2012/2013 wordt dat circa 60. Burgers wordt de gelegenheid geboden aan het project deel te nemen. Mocht de deelnemende groep jeugd en burgers tijdens een cyclus te groot worden, dan bekijken we of er voor burgers een aparte cyclus kan worden georganiseerd. Ook (beleids)medewerkers zullen de komende periode betrokken worden bij de commissie- en raadscyclus. Met name de opstellers van commissie- en raadsstukken zullen ‘hun voorstel’ actief volgen om zo de betrokkenheid en politieke sensibiliteit te versterken. Dit zal gebeuren in overleg met het betreffende afdelingshoofd.
Efficiënt en doelmatig bestuur Verbeteren van het functioneren door het vergelijken van prestaties met andere gemeenten (benchmarken) via de landelijke benchmark Waar staat je gemeente. In 2013 worden de resultaten van het onderzoek in 2012 gebruikt om te verbeteren voor de nieuwe meting in 2014.
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
- 15 -
Ook 2013/14 zijn over deelname aan het project Gast van de raad afspraken gemaakt met het Merletcollege. Dit (school)jaar nemen circa 70 leerlingen deel. De voorbereiding van de leerlingen op school is in 2013 verder uitgebouwd. Uit de jaarlijkse evaluatie is gebleken dat deelname nog steeds zeer op prijs wordt gesteld. Ook vanuit de raad/commissies zijn de reacties positief. De samenwerking met het Merletcollege maakt deelname door/een combinatie met burgers lastig. Per cyclus nemen zo’n 20 leerlingen deel. Daarmee is de maximale en praktisch te hanteren groepsgrootte bereikt. Toch blijven burgers die “een kijkje in de Cuijkse politieke keuken” willen nemen welkom. Wij proberen een en ander dan te combineren of (indien haalbaar) een aparte cyclus op te zetten. Intern hebben afdelingshoofden en teamleiders nog steeds een belangrijke rol bij het stimuleren van de betrokkenheid van medewerkers bij het politieke proces. Dit natuurlijk naast eigen verantwoordelijkheid van de (beleids)medewerkers. De resultaten uit de meting van 2012 zijn in 2013 meegewogen bij het stellen van de prioriteiten in de werkprogramma’s die als onderlegger dienen van de programmabegroting.
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Lasten Programma
Product
Begroting primitief
0 - Bestuur 101 - Bestuursorganen 102 - Bestuurondersteuning 103 - Budgetcyclus en fractieondersteuning rekenkamer 104 - Rechtsbescherming 105 - Voorlichting en promotie 106 - Bijzondere wetten en verordeningen 107 - Burgerzaken
4.406 1.899 896 413 64 379 34 720
Begroting 4.586 2.108 894 413 51 381 34 704
Werkelijk 5.056 2.820 622 385 41 404 132 653
Restant -470 -711 273 28 10 -23 -98 51
Baten Programma
Product
Begroting primitief
0 - Bestuur 101 - Bestuursorganen 102 - Bestuurondersteuning 103 - Budgetcyclus en fractieondersteuning rekenkamer 104 - Rechtsbescherming 105 - Voorlichting en promotie 106 - Bijzondere wetten en verordeningen 107 - Burgerzaken
Begroting
Werkelijk
Restant
436 1 0 25
387 0 0 25
499 97 0 27
-112 -97 0 -2
0 0 12 397
0 0 14 347
0 0 12 363
0 0 2 -16
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
0 - Bestuur 101 - Bestuursorganen 102 - Bestuurondersteuning 103 - Budgetcyclus en fractieondersteuning rekenkamer 104 - Rechtsbescherming 105 - Voorlichting en promotie 106 - Bijzondere wetten en verordeningen 107 - Burgerzaken
3.970 1.898 896 388 64 379 22 323
Begroting 4.199 2.108 894 388 51 381 20 357
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening.
- 16 -
Werkelijk 4.557 2.723 622 358 41 404 120 290
Restant -358 -615 273 30 10 -24 -100 67
PROGRAMMA 1 VEILIGHEID EN HANDHAVING Iedereen moet zich in de gemeente Cuijk veilig kunnen voelen, zowel in zijn of haar directe woonomgeving als daar buiten. Dit geldt voor onze inwoners, maar ook voor onze bezoekers. Het programma veiligheid en handhaving omvat: het verbeteren van veiligheid, het verminderen van onveiligheidsgevoelens en het adequaat ingrijpen op een calamiteit. Handhaven van regelgeving draagt er toe bij dat onveilige situaties kunnen worden vermeden. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen Het verhogen van sociale en fysieke veiligheid binnen de openbare ruimten. Sociale veiligheid De raad heeft op 28 juni 2012 het integraal veiligheidsprogramma 2012-2016 vastgesteld. Hierin heeft de raad de volgende speerpunten bepaald: jeugdoverlast, huiselijk geweld, buren- en woonoverlast, drugsoverlast en fietsendiefstal. Deze speerpunten zijn in het programma nader uitgewerkt in ambities voor 2016 en afgeleide doelstellingen voor 2012 en 2013. Uitvoering persoonsgerichte ketenaanpak via het regionaal veiligheidshuis Maas en Leijgraaf op de domeinen huiselijk geweld, veelplegers (jeugdigen en volwassenen), risicojeugd en nazorg. Fysieke veiligheid (rampen en zware ongevallen) Het voorkomen en bestrijden van het ontstaan van rampen en zware ongevallen. Handhaving Het ongedaan maken van met wet- en regelgeving strijdige situaties in de openbare ruimte, alsmede voorkomen van het ontstaan van onveilige situaties/hinder/aantasting van de openbare ruimte, op het gebied van verkeer, milieu, woningbouw, horeca, onderwijs etc. door het handhaven van de relevante regelgeving. Ontwikkelingen
De Veiligheidsregio Brabant-Noord in casu Brandweer Brabant-Noord is genoodzaakt sterk te bezuinigen. In de begroting 2013 zijn al tijdelijke maatregelen genomen (niet opvullen vacatures e.d.). De uitkomsten van het missie- en visietraject (MVSO) dienen m.i.v. 2014 te leiden tot een sluitende begroting. Invoering van de Wet nationale politie per 1 januari 2013. Hierdoor zijn de politieregio’s Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost omgevormd tot de nieuwe regionale eenheid OostBrabant. De wet beoogt de slagvaardigheid van de politie te vergroten met het oog op een veiliger leefomgeving, en de democratische inbedding, zowel landelijk als lokaal, te versterken. Het veiligheidshuis Maas en Leijgraaf beziet de samenwerking met het veiligheidshuizen Oost-Brabant om de exploitatiekosten te verminderen en de efficiency te verhogen. Implementatie van de wijziging van de Drank- en horecawet. Deze is op 1 januari 2014 in werking getreden.
- 17 -
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten)
Realisatie
1.1 1.1.1
Sociale veiligheid De uitwerking van de speerpunten van het integraal veiligheidsprogramma 2012- 2016. Dit is hieronder op hoofdlijnen in de volgende paragraven 1.2 t/m 1.6 aangegeven.
1.1.2
Uitvoering keurmerk veilig ondernemen Industriegebied Haven Cuijk (bevordering objectieve en subjectieve veiligheid op industrieterrein). Ontwikkeling en uitvoering van het keurmerk veilig ondernemen bedrijventerrein De Beijerd en ‘t Riet.
1.1.3
1.1.4
1.1.5
Doorontwikkeling van het thema nazorg van (jeugdige) exgedetineerden in het veiligheidshuis ter voorkoming van recidivering. Uitvoeren van de integrale veiligheidsmonitor.
- 18 -
Toelichting
In het programma is een uitvoeringsplan 2012 – 2013 opgenomen. Enkele resultaten over de volgende door de raad gestelde prioriteiten: - Jeugdoverlast: Geen overlastgevende jeugdgroepen in de gemeente; overlast wordt zo veel mogelijk pro-aktief opgepakt. Vandalisme en baldadigheid zijn afgenomen (2011 32; 2013 14) - Woninginbraken: Het aantal woninginbraken is door vele inspanningen op het niveau van 2010 kunnen blijven (in 2010: 89; in 2011: 102; in 2012: 79 in 2013: 90) - Huiselijk geweld: zie rubriek 1.4 - Wijken woonoverlast: sociale overlast (meldingen woonoverlast, overlast door gestoord persoon, zwervers, drugsoverlast) toegenomen (in 2011 272; in 2013 324); vernielingen afgenomen (in 2011, 207; in 2013 154) De raad zal over dit uitvoeringsprogramma nader worden geïnformeerd. KVO-certificaat is in april 2013 verkregen. Op basis hiervan de gemeenschappelijke aanpak van de veiligheid in het gebied. KVO-certificaat is in november 2012 verkregen. Op basis hiervan de gemeenschappelijke aanpak van de veiligheid in het gebied. Er wordt t.a.v. jeugdigen specifiek casusoverleg gevoerd. De monitor is in 2013 niet uitgevoerd vanwege de hoge kosten. Gemeenten ontvangen geen subsidie meer van provincie. Ook de politie betaalt niet mee. Er kon geen kostenvoordeel behaald worden doordat ook andere
gemeenten in de regio niet de meting lieten uitvoeren. In het driehoeksoverleg Maas en Leijgraaf is door de burgemeesters afgesproken iedere vier jaar de meting te houden. Eerstvolgende meting ultimo 2015. Om deze leemte enigszins op te vullen, wordt gebruik gemaakt van de metingen “Waar staat je gemeente”. De bevragingen en resultaten op het gebied van veiligheid zijn echter aanzienlijk beperkt. 1.2 1.2.1
Jeugdoverlast Uitvoeren ketenaanpak met Radius, RMC, politie, scholen, leerplichtambtenaar en BOA’s van de gemeente ter voorkoming/ vermindering/beheersing van jeugdoverlast in samenwerkingsverband Jong in de Buurt en met het regionaal veiligheidshuis.
1.2.2
Voorkomen en terugdringen van overlast en vernielingen door vuurwerk door jongeren rond de jaarwisseling zowel preventief als repressief. Hierbij het ROC-project te betrekken, waarbij leerlingen van de opleiding beveiliging met de BOA’s toezicht houden en daarbij jongeren van min of meer dezelfde leeftijdscategorie aanspreken op het gedrag.
1.2.3
In de veiligheidsregio op projectmatige wijze vormgeven aan alcoholpreventie onder jeugd o.m. ter beperking van verstoringen van de openbare orde.
- 19 -
Het 6-wekelijkse overleg Jong in de Buurt verloopt conform de hierover gemaakte afspraken. De onderlinge lijnen zijn kort, waardoor zaken snel opgepakt kunnen worden. Waar nodig voert de gemeente de regie over de aanpak rondom jeugdoverlast. In de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs zijn de materialen om vuurwerklessen te verzorgen aangeleverd door bureau Halt. Meldtelefoonlijn vuurwerkoverlast ingesteld; 52 meldingen ontvangen. Door leerlingen van het ROC Nijmegen van de opleiding beveiliging is met de BOA’s gezamenlijk toezicht gehouden. Aantal Halt-verwijzingen: 19. 9x PV meerderjarige (te vroeg afsteken vuurwerk en gebruik illegaal vuurwerk). De schade aan gemeente-eigendommen bedroeg circa € 17.500. Dit is een sterke toename t.o.v. het jaar ervoor; ultimo 2012 schade circa € 5.000. Toename is vermoedelijk veroorzaakt door zwaarder en illegaal vuurwerk. Raad is reeds over de resultaten geïnformeerd. De twintig gemeenten van veiligheidsregio Brabant-Noord en de ketenpartners (GGD HvB, Novadic-Kentron, Halt, Politie BN en de Voedsel en Waren-autoriteit) werken samen op het gebied van alcoholpreventie bij jongeren in het project ‘Think Before You Drink’ (voorheen: ‘Alcohol 16geen goed begin’).
1.2.4
Toezicht van de BOA’s op de naleving van de drank- en horecawet (o.m. gebruik alcoholhoudende drank door jeugdigen onder de 16 jaar).
1.2.5
Actualisatie van het convenant veilig uitgaan.
1.3 1.3.1
Woninginbraken Het geven van informatie over inbraakpreventie op twee wijkbijeenkomsten en via de lokale media.
1.3.2
Het invoeren van burgernet.
1.3.3
Evalueren van het Valuwe Informatie Netwerk en bezien of een Buurt Informatie Netwerk van belang kan zijn voor andere wijken.
1.3.4
Eenmaal per jaar in elke wijk een wijkschouw.
1.4 1.4.1
Huiselijk geweld Implementatie van de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishan- 20 -
De gemeenten en partners werken hierbij samen op het gebied van educatie/draagvlak, beleid/regelgeving, handhaving, en vroegsignalering. Op basis van de gewijzigde Drank- en horecawet wordt m.i.v. 1 januari 2014 het toezicht op de naleving van deze wet uitgevoerd door een Boa, die daarvoor het vereiste diploma heeft behaald. In het kader van CGM is per 1 januari 2014 sprake van twee gecertificeerde Boa’s; een derde Boa volgt nog de opleiding. Het huidige convenant is nog steeds van kracht. Door de invoering van de Drank- en horecawet en de vaststelling van de drank- en horecaverordening is de actualisatie uitgesteld. Actualisatie van het convenant veilig uitgaan in 2014. Bijeenkomsten gehouden in het wijkgebouw van de Heeswijkse Kampen en in Haps. Tevens konden (andere) inwoners aan deze bijeenkomsten deelnemen. Gemeente communiceert pro-actief over inbraakpreventie, m.n. voorafgaande aan carnaval, vakantieperiode en als het ’s avond vroeg donker is. Burgers worden regelmatig geactiveerd hierin deel te nemen, o.a. tijdens de themabijeenkomsten inbraakpreventie en via de lokale media. Tijdens periodiek overleg met de vertegenwoordiger van de wijkraad vindt tussenevaluatie plaats met de bedoeling de deelname te vergroten. In 2014 is de (algehele) evaluatie voorzien. De wijkschouw wordt doorgaans geïnitieerd door de wijkraad van de betreffende wijk en wordt gehouden indien er behoefte naar is. Hierdoor verschilt de frequentie van wijk tot wijk (en dorp tot dorp). De meldcode is ingevoerd bij organisaties waarvoor dit
deling.
1.4.2
Vergroting bekendheid van Steunpunt Huiselijk Geweld.
1.4.3
Opleggen tijdelijk huisverbod wanneer sprake is van ernstige (dreiging van) huiselijk geweld. Wijk- en woonoverlast Opstellen van een protocol werkafspraken aanpak woonoverlast.
1.5 1.5.1
het
1.5.2
Buurtbemiddeling inzetten conflicten tussen inwoners.
1.5.3
Uitvoeren ketenaanpak drugsoverlast met o.a. politie, scholen, dorps- en wijkraden, ouders, Novadic-Kentron en Radius op basis van bestaand beleid. Uitvoering van het convenant 'gezamenlijke aanpak drugsoverlast vanuit (huur-) woningen'.
1.5.4
bij
1.6 1.6.1
Fietsendiefstal Uitvoering lokaal veiligheidsarrangement stationsgebied Cuijk.
1.6.2
Uitvoeren fietsbeheersplan.
1.6.3
Preventiecampagne fietsendiefstal.
1.6.4
Onderzoek mogelijkheden cameratoezicht station.
- 21 -
verplicht is. De gemeente implementeert in 2014 de meldcode bovendien bij medewerkers sociale zaken en bij het WMO-loket. De gemeente communiceert actief over de aanpak van huiselijk geweld en de rol van het steunpunt hierin. Aantal opgelegde huisverboden: 2 (aantal 2012: 5)
Op basis ervaringen van de wijkgerichte aanpak om de veiligheid, leefbaarheid en sociale samenhang te verbeteren, verbetering en uitbreiding van werkafspraken. 26 gemelde kwesties: - 24 cases in behandeling genomen - 2 cases door coördinator telefonisch afgehandeld Alle kwesties zijn in 2013 afgesloten. Samenwerking gericht op preventie. Voorlichting en inzet van de veldwerker van Novadic-Kentron De politie heeft 2 hennepkwekerijen aangetroffen. De wooncorporatie heeft de huurovereenkomst ontbonden. Doorlopend. Met name beheersaangelegenheden gerealiseerd t.b.v. veiligheid in de openbare ruimte: - In- en uitgang stationsfietsenstalling vergroot. - Extra toegang tot de stalling - Behoud en borging goed onderhoud station en omgeving - Plaatsing abri bij bushalte Doorlopend; zie 1.6.5. Overlast van fietsen is afgenomen. Informatiemarkt op het station gehouden in februari 2013 Dit onderzoek is van het Platform sociale veiligheid Maaslijn. Het onderzoek is gericht op zowel menselijk als mobiele cameratoezicht. Dit onderzoek is in 2013 afgerond. Vanaf medio januari 2014 wordt voorzien in menselijk toezicht
1.6.5
1.7 1.7.1
1.7.2
1.8 1.8.1
1.8.2
op de stations en de omgeving daarvan, in de vorm van vliegende brigades. Daarnaast zal naar alle waarschijnlijkheid in 2014 een pilot starten op het station Cuijk met mobiel cameratoezicht. De gesprekken daarover starten begin 2014. Verwijdering verkeerd geparkeerde Doorlopend. Aangezien de fietsen op overlastgevende locaties stallingen bij het station vol (centrum, stationsgebied). staan, kan pas op verkeerd geparkeerde fietsen gehandhaafd (bekeurd) worden wanneer de stallingen zijn uitgebreid (planning ProRail zomer 2014). Deze fietsen worden wel verwijderd door terugplaatsing. Op weesfietsen en fietswrakken wordt wel gehandhaafd. Voorkomen en bestrijden rampen en zware ongevallen Implementatie van de organisatie en Implementatie van bevolkingsinvulling van de bevolkingszorg in de zorg is gerealiseerd: nieuwe Veiligheidsregio Brabant-Noord. De regionale functies op piket zijn gemeentelijke taken bij rampen en onder meer: zware ongevallen worden eenduidig Algemeen commandant uitgewerkt door poulevorming, bevolkingszorg (piketregeling opleidingen en oefeningen. - Officier van Dienst (piketregeling) - Hoofd Publieke Zorg / Omgevingszorg. De medewerkers zijn opgeleid en beoefend. Nadere (deels regionale) uitwerking Lokale draaiboeken en van de gemeentelijke taken bij checklists worden voortdurend rampen en zware ongevallen in actueel gehouden. Regionale draaiboeken en checklists. uitwerking van de gemeentelijke deelgebieden (bevolkingszorg) heeft plaatsgevonden in 2013; loopt door in 2014. Uitrol hiervan aan gemeenten in 2014. Handhaving Uitvoering handhavingplan 2011Ook in 2013 is de integrale 2014: de doorontwikkeling van handhaving verder door integrale, programmatische en ontwikkeld en zijn concrete vernieuwende handhaving, gericht op resultaatgerichte projecten het besturen, coördineren, beheersen procesmatig ter hand genomen. en verbeteren van handhavingprocessen. In het uitvoeringsprogramma In het Uitvoeringsprogramma handhaving 2013 aangeven waar in 2013 zijn de genoemde dat jaar de accenten op het gebied aspecten nader belicht. van handhaving zijn gelegen, hoe de voor dit programma benodigde capaciteit per taakveld wordt ingezet, welke naleefdoelen worden gesteld en hoe de kwaliteit van de handhaving in dat jaar kan worden bevorderd. - 22 -
1.8.3
1.8.4
Monitoring van de handhaving m.b.v. een uitbreidingsmodule van het geautomatiseerd systeem BWT4all. Ook met het oog op de jaarlijkse handhavingcyclus. Handhavingsbeleid als belangrijk en integraal onderdeel opnemen in het op te stellen plan fysieke leefomgeving.
1.9 1.9.1
Overige veiligheid en handhaving Versterking van de aanpak van de georganiseerde criminaliteit, door deelname aan het RIEC en verbreding van het toepassingsbereik van de Wet Bibob.
1.9.2
Het aanpakken van zwerfvuil conform het milieubeleidsplan 2004-2007. Het onderhoud van wegen en groen in het kader van veiligheid overeenkomstig de vastgestelde beheerplannen.
1.9.3
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
- 23 -
Deze module is in 2012 geïmplementeerd. Met het oog op CGM vindt vanaf 2014 een verdere verdieping plaats. In het plan IFO (Plan Innovatief Fysieke Leefomgeving) wordt het handhavingsbeleid vorm gegeven. Vaststelling door de colleges van CGM in het eerste kwartaal 2014. Het RIEC ondersteunt de gemeente bij de aanpak van de georganiseerde criminaliteit. De (uitbreidings)wet BIBOB is onlangs vastgesteld. Verdere uitbreiding van het toepassingsbereik in CGM-verband vanaf 2014. Het zwerfvuil wordt periodiek opgeruimd en afgevoerd Ook het onderhoud aan wegen en het groen is conform afspraak uitgevoerd. Verwezen wordt naar de jaarlijkse evaluaties die aan de raad worden aangeboden.
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Lasten Programma
Product
Begroting primitief
1 - Veiligheid en Handhaving 108 - Bijzondere wetten en verordeningen 110 - Openbare orde en veiligheid 120 - Brandweer en rampenbestrijding
Begroting
1.965 326 201 1.438
1.952 326 203 1.424
Werkelijk 1.912 280 226 1.406
Restant 40 46 -23 17
Baten Programma
Product
Begroting primitief
1 - Veiligheid en Handhaving 108 - Bijzondere wetten en verordeningen 110 - Openbare orde en veiligheid 120 - Brandweer en rampenbestrijding
Begroting 60 45 15 0
79 48 31 0
Werkelijk 65 49 15 0
Restant 15 -2 16 0
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
1 - Veiligheid en Handhaving 108 - Bijzondere wetten en verordeningen 110 - Openbare orde en veiligheid 120 - Brandweer en rampenbestrijding
1.905 281 186 1.438
Begroting 1.873 278 171 1.424
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening.
- 24 -
Werkelijk 1.848 231 211 1.406
Restant 25 47 -39 17
PROGRAMMA 2 VERKEER EN VERVOER Wij streven ernaar dat iedereen zich in de gemeente Cuijk veilig en vlot kan verplaatsen per auto, per fiets, te voet of met een ander vervoermiddel. Ook werken we aan het gedrag van verkeersdeelnemers en spannen we ons in voor goed openbaar vervoer. Het programma verkeer en vervoer omvat alle werkzaamheden die gericht zijn op het waarborgen van veilige wegen met voldoende doorstroming alsmede van de kwaliteit van de wegen en verlichting. Het werkveld loopt uiteen van beleid op het gebied van hoofdwegenstructuur, regionale samenwerking, advies bij bouwplannen, inspraakvoorstellen en afhandeling van klachten, tot weginspecties, onderhoudsplannen, reconstructies en kleinschalig onderhoud. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen
Het streven naar veilige wegen en veilig weggedrag. Hiertoe is in 2012 het Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) vastgesteld. Dit plan behelst naast een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden een uitvoeringsprogramma waarin de belangrijkste verkeersknelpunten in de gemeente Cuijk worden benoemd. Het streven naar een goede verkeersafwikkeling voor alle vervoerwijzen. Ook hierin biedt het VVP de nodige handvatten. De voorbereidingen voor Randweg Haps leiden op termijn tot een sterk verbeterde verkeersafwikkeling rond deze kern. Het streven naar duurzaam verplaatsingsgedrag. Het gaat hierbij niet alleen om het stimuleren van andere vervoerwijzen dan de auto (bijvoorbeeld meer gebruik van fiets en openbaar vervoer), maar ook om het zuiniger of duurzamer autogebruik. Deze doelstelling is voor de volledigheid toegevoegd. De concrete maatregelen komen terug in programma 7 Volkshuisvesting en milieu. Veilig en comfortabel gebruik van gemeentewegen door bestendig onderhoud aan wegen en verlichting.
Ontwikkelingen
Verkeersgedrag: Eind 2011 is door de provincie en alle gemeenten van Noord-Brabant het verkeersveiligheidsbeleid bijgesteld door veel aandacht te gaan besteden aan verkeersgedrag onder de titel ‘Maak van de 0 een punt’. Alle verkeersdeelnemers en andere betrokkenen dienen zo veel mogelijk mee te helpen bij het streven naar 0 verkeersslachtoffers. Het beleid richt zich vooral op de zwakkere verkeersdeelnemers. In 2013 was de doelgroep De Fietser. Vanuit de provincie en de regio zijn diverse acties worden georganiseerd, bijvoorbeeld voor brugklassers. De gemeente Cuijk heeft hier actief aan meegewerkt. Verkeer- en vervoerplan: Eind 2012 is het Verkeer- en Vervoerplan Cuijk door de raad vastgesteld. Naast de nodige beleidsuitgangspunten wordt ook een meerjaren uitvoeringsprogramma vastgesteld, waarbij in een periode van 4 jaar de belangrijkste verkeersknelpunten worden aangepakt. Ook is er in aansluiting op de regionale acties aandacht voor verkeersgedrag. Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP): Cuijk werkt met de gezamenlijke gemeenten van de GGA-regio Noordoost Brabant (Gebieds Gerichte Aanpak, het regionale samenwerkingsverband van gemeenten en provincie) aan een RVVP, waarmee gezamenlijke doelstellingen op gebied van verkeer met meer bestuurlijk draagvlak verwezenlijkt kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de
- 25 -
verbetering van de leefbaarheid van kleine kernen aan provinciale wegen en de verbetering van het openbaar vervoer. Er is gewerkt aan het verminderen van het aantal verkeersborden. Daar waar mogelijk zijn borden weggehaald en op andere locatie’s is het aantal borden verminderd. Samen met het KAN (Knooppunt Arnhem Nijmegen) is onderzoek verricht naar een snelle fietsverbinding Cuijk- Nijmegen. Randweg Haps: In het voorjaar van 2012 heeft de provincie na een lang voorbereidingstraject het besluit genomen tot de aanleg van een randweg ten zuiden van Haps. In 2013 is een start gemaakt met het opstellen van een bestemmingsplan hetwelk naar verwachting in 2014 zal worden vastgesteld. Ontwikkelingen in het openbaar vervoer: De provincie werkt sinds twee jaar aan nieuw beleid op het gebied van openbaar vervoer (OV), mede omdat het rijk haar dwingt om de broekriem aan te halen. De provincie wil het OV gaan afstemmen op de woorden vraaggericht, verbindend en verantwoord (OV-visie 2012). Men zal sterke lijnen versterken en zwakke lijnen willen schrappen. Dit zal duidelijk merkbaar worden met de nieuwe busconcessie in 2015. Momenteel bereidt men de aanbesteding hiervan voor. Samen met de GGAregiogemeenten van Noordoost-Brabant bepleit Cuijk dat het OV in de regio zo goed mogelijk gewaarborgd blijft. Daarnaast is met alle gemeenten van het Land van Cuijk en in samenwerking met de provincie een proef gestart om te zoeken naar alternatieve vormen van openbaar vervoer, afgestemd op bewoners in kleinere kernen, waar het openbaar vooral onder druk staat. Verder volgt Cuijk de ontwikkelingen van de Maaslijn op de voet en trekt indien nodig bij de betrokken instanties aan de bel (provincies Limburg, Noord-Brabant en de Stadsregio Arnhem-Nijmegen). Het betreft hier onder meer de voorwaarden voor de nieuwe vervoerconcessie in 2016 en mogelijke uitbreiding van de capaciteit.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 2.1 2.1.1
2.1.2
2.1.3
2.1.4
Verkeersbeleid Nadere uitwerking Verkeer- en Vervoerplan, onder meer door realisatie van het Uitvoeringsprogramma. De raad neemt over het Verkeeren Vervoerplan eind 2012 een besluit. In 2013 staan de kruising Hapsebaan-De Hork (rotonde) en de kruising Zwaanstraat-Smidstraat op het programma. Het opstellen van een Regionaal Verkeeren Vervoer-plan, in samenwerking met het GGA Noordoost Brabant. Het opstellen en afstemmen van het beleid inzake verkeersveilig weggedrag via het provinciale Veiligheidsplan ‘Maak van de 0 een punt’. In GGA-verband wordt de grote lijn van de maatregelen en het programma voor latere jaren bepaald. Planvorming ten behoeve van
Realisatie
Toelichting
In overleg met uw raad is de aanleg van de rotonde Hapsebaan / De Hork doorgeschoven naar 2014. Een aantal werken zijn inmiddels uitgevoerd zoals de Jan van Cuijkstraat, kruising Zwaanstraat/ Smidstraat.
geel
groen
Plan is in voorbereiding. Het zogenaamde Mobiliteitsplan zal in 2014 ter vaststelling worden aangeboden. Zowel in GGA verband als binnen de gemeente diverse projecten uitgevoerd. O.a. het filmproject groep 8, fietsachterlicht, dodehoekspiegel.
Bestemmingsplanprocedure - 26 -
2.1.5
2.1.6
2.1.7
2.1.8
2.2 2.2.1
2.2.2 2.2.3
2.2.4 2.2.5
2.2.6
de Randweg Haps. Het betreft het opstellen van de bestemmingsplannen en de nadere uitwerking van het provinciale besluit. Actieve deelname in voorbereidend overleg over een concreet en breed gedragen besluit om de Fietsbrug Cuijk-Mook te realiseren; het initiatief ligt bij de Stadsregio en de provincie Noord-Brabant.
is opgestart en de realisatieovereenkomsten zijn afgesloten
Bestuurlijk wordt de komst van de brug ondersteund. Voorbereiding loopt in overleg met Stadsregio. In het meerjarig investeringsprogramma is voor 2016 een bedrag van € 400.000 opgenomen. Het krediet moet nog formeel door de raad beschikbaar gesteld worden. continu proces
Het adviseren bij ruimtelijke plannen en bestemmingsplannen op gebied van verkeer en parkeren. Het voeren van overleg ten behoeve van de verbetering van het openbaar vervoer in Cuijk, te weten bus- en treinvervoer. Deelname aan het project Vraaggericht OV Land van Cuijk. Verkeersmaatregelen Het uitwerken en afhandelen van concrete verkeersmaatregelen. Het afhandelen van vragen vanuit college en raad. Het afhandelen van meldingen, brieven en e-mails op gebied van verkeer. Het opstellen van verkeersbesluiten. Het voeren van overleg met de basisscholen inclusief het opstellen en monitoren van een jaarlijks werkplan. De afgelopen jaren is het aantal deelnemende scholen met het Brabants verkeersveiligheidlabel opgelopen tot 6, met als laatste nieuwkomer basisschool Jan de Quay in Beers. De gemeente Cuijk streeft ernaar dat alle 11 basisscholen deelnemen, en biedt de basisscholen hiertoe jaarlijks, met forse steun van de provincie, budget voor de nieuwste verkeerseducatiematerialen. Het begeleiden en uitvoeren van maatregelen inzake
Er wordt gewerkt aan de verbetering van de Maaslijn en aan de elektrificatie.
Proefproject opgestart.
Vianen
is
Continu proces
Continu proces Continu proces
Continu proces Er vindt driemaal per jaar overleg plaats met de scholen.
Zie ook activiteit 2.1.3
- 27 -
2.3 2.3.1
verkeersgedrag. In 2013 is de doelgroep specifiek de fietsers vanuit het verkeersveiligheidlabel scholen. Actualiseren beleidsplannen Het evalueren en actualiseren van het wegenbeheersplan in 2013.
2.3.2
Het actualiseren van het beleidsplan openbare verlichting in 2013.
2.4 2.4.1
Wegen en verlichting Het uitvoeren van onderhoud aan gemeentewegen volgens het in 2012 door u vastgestelde onderhoudsprogramma wegen 2013. Het reconstrueren van de Hapsebaan vanaf het spoor tot aan de komgrens en het reconstrueren van de Haagsestraat en Smidstraat.
2.4.2
2.4.3
2.4.4
2.4.5
2.4.6
2.4.7
2.4.8
Het geactualiseerde wegbeheerplan wordt in de raadsvergadering van 16 juni 2014 behandeld. In de vergadering van 9 september jl. hebt u het beleidsplan openbare verlichting vastgesteld. In juni 2014 zal het beheerplan ter vaststelling worden aangeboden. Het onderhoud is volgens het door u vastgestelde operationeel plan 2013 uitgevoerd
De reconstructie is in overleg met uw raad doorgeschoven naar 2014. Voorbereidingen zijn wel in 2013 opgestart. Reconstructie Haagsestraat is uitgevoerd, Smidstraat in 2014 Is i.v.m. overgang naar nieuw beheerprogramma uitgesteld tot voorjaar 2014 Het onderhoud is volgens planning uitgevoerd In de raadsvergadering van juni 2014 wordt u een geactualiseerd beheerplan voor de openbare verlichting voorgelegd. Vergt doorlopende aandacht
Jaarlijkse inspectie van wegen, fietspaden en trottoirs door derden. Het onderhouden van de openbare verlichting.
Het afhandelen van meldingen, brieven en e-mails op gebied van wegen en verlichting. Controle op uitgevoerde werken.
Elk werk wordt middels de standaardprocedure gecontroleerd. Bij reconstructies van wegen en bij nieuwe uitleggebieden wordt indien enigszins mogelijk Ledverlichting toegepast
Inspelen op nieuwe ontwikkelingen om kosten te besparen en waar mogelijk comfort en veiligheid te verhogen. Bijvoorbeeld het toepassen van LED-verlichting. Afstemming met andere beheerdisciplines en ruimtelijke projecten.
Is een continu proces
- 28 -
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
Lasten Programma
Product
Begroting primitief
2 - Verkeer en Vervoer 210 - Wegen en verlichting 211 - Verkeer en vervoer 214 - Parkeren 221 - Haven Cuijk 223 - Veerdiensten 240 - Waterkering en afwatering
Begroting
3.663 2.711 445 235 231 0 41
Werkelijk
5.568 4.543 502 249 233 0 42
4.525 3.516 575 193 195 0 46
Restant 1.043 1.027 -73 56 38 0 -4
Baten Programma
Product
Begroting primitief
2 - Verkeer en Vervoer 210 - Wegen en verlichting 211 - Verkeer en vervoer 214 - Parkeren 221 - Haven Cuijk 223 - Veerdiensten 240 - Waterkering en afwatering
Begroting
Werkelijk
Restant
330 37 25 161 99
334 29 31 134 132
341 47 25 109 152
-6 -18 7 24 -21
0 9
0 9
0 7
0 2
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
2 - Verkeer en Vervoer 210 - Wegen en verlichting 211 - Verkeer en vervoer 214 - Parkeren 221 - Haven Cuijk 223 - Veerdiensten 240 - Waterkering en afwatering
3.333 2.674 419 75 133 0 32
Begroting 5.234 4.514 470 115 101 0 33
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening.
- 29 -
Werkelijk 4.184 3.469 550 84 43 0 38
Restant 1.050 1.045 -80 31 58 0 -6
- 30 -
PROGRAMMA 3 LOKALE ECONOMIE Het programma lokale economie omvat het ontwikkelen van de lokale economie, het adviseren over economische ontwikkelingen, de uitgifte van nieuwe bedrijventerreinen en het herstructureren van bestaande bedrijventerreinen. Een goede lokale economie is essentieel voor alle inwoners van Cuijk, maar ook voor onze directe omgeving (o.a. Land van Cuijk en Noord Limburg). Met grote spelers op de terreinen food, farma, health en technische innovatie, is de regio een krachtig onderdeel van de 5 Sterrenregio Noordoost Brabant. We liggen strategisch tussen andere ‘pieken in de delta’, zoals de Food Valley (rond Wageningen), Health Valley (rond Nijmegen), Maintenance Valley (West- en Midden-Brabant) en Greenport Venlo. Deze strategische ligging geeft bijzondere kansen om bij diverse economische topclusters aan te haken, bijvoorbeeld de Topsector Agrofood. Door de komst van de multimodale terminal in Cuijk krijgt de logistieke sector nieuwe kansen in de regio. Daarnaast bieden de 'value added' componenten van het logistieke proces in hun multimodale context door de overslag van water naar weg, rail of luchtvaart goede mogelijkheden voor aanpalende bedrijfssectoren (verpakken, ompakken, labellen, prijzen, assembleren). De terminal zal in 2013 in exploitatie worden genomen. In 2012 is het beleid ten aanzien van de werklocaties in het Regionaal Ruimtelijk Overleg vastgesteld. Dit zal jaarlijks geëvalueerd worden. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen
We willen een actieve rol vervullen bij de intergemeentelijke samenwerking in het Land van Cuijk en in Noordoost-Brabant. De bedrijvenlocatie Laarakker wordt in uitvoering genomen. We herstructureren en/of opwaarderen de bestaande bedrijventerreinen voor vestiging, uitbreiding of verplaatsing van bedrijven, met name het bedrijventerrein 'De Beijerd en ’t Riet' volgens de planning van het in 2012 geactualiseerde masterplan. We stimuleren voortdurend een duurzame economische ontwikkeling, ook in het landelijk gebied. We versterken het winkelhart van Cuijk in samenwerking met de centrumondernemers. Initiatieven van de OVC voor het inrichten van centrummanagement zullen worden gefaciliteerd. We creëren nieuwe arbeidsplaatsen en economische toegevoegde waarde door de uitgifte van bedrijventerreinen.
Ontwikkelingen
Toenemende concurrentie van internet voor centrumondernemers. Stagnerende vraag naar bedrijfshuisvesting. Ontbrekende vraag naar kantoorhuisvesting. Oplopende werkloosheid, maar anderzijds op middellange termijn een dreigend tekort aan technisch geschoold personeel. In belang toenemende toeristische recreatieve sector. In het kader van de werklocaties gedeeltelijk uitruilen lokaal terrein (noord) met regionaal terrein (zuid) op Bedrijvenpark Laarakker.
- 31 -
Herontwikkeling van het Homburg-terrein als uit te geven bedrijvenpark voor de lokale economie. Ontwikkeling project BBE-park Cuijk (Bio Based Economy). Ontwikkeling project New Sourcing Cluster Site (innovatie in de voedselindustrie).
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten)
Realisatie
3.1 3.1.1
Uitgifte nieuwe locaties Bedrijventerrein Laarakker (gefaseerd)
3.1.2
Bedrijventerrein Groot Heiligenberg.
3.1.3
Bedrijventerrein Heeswijkse Kampen.
3.1.4
De Beijerd en ’t Riet West.
3.1.5
Homburg-terrein op Beijerd en ‘t Riet.
3.2 3.2.1
Revitaliseren bestaande bedrijventerreinen Herstructureringsmaatregelen 'De Beijerd en ’t Riet', inclusief herontwikkeling Homburgterrein en omgeving.
3.2.2
Bevordering hergebruik bestaande bedrijfsterreinen en medewerking verlenen aan nieuwe initiatieven.
3.2.3
Exploitatie multipurpose overslagterminal.
Haps
kade/
- 32 -
Toelichting
Eerste verkoop/uitgifte heeft plaatsgevonden. In 2014 wordt vervolguitgifte verwacht. Gesprekken met meerdere geïnteresseerden hierover zijn gaande. Geen kavels uitgegeven in 2013 Geen kavels uitgegeven in 2013 Principeafspraak gemaakt over één kavel + optie. Verder geen kavels uitgegevens in 2013. Eén kavel uitgegeven + optie; dit was nog niet gepland in de BGE. In 2013 zijn stappen gezet met betrekking tot de opzet van duurzaam parkmanagement op het bedrijventerrein. Er is een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om het terrein duurzaam te maken. De ideeën zijn opgenomen in het door ons college vastgestelde visiedocument Sportief Werklandschap Homburg Cuijk. Daarnaast is het KVO verkregen en zijn verwijzingsborden geplaatst. a. Door de uitgifte op het Homburg terrein wordt bestaand bedrijventerrein weer uitgegeven. Daarnaast biedt het nieuwe bestemmingsplan Bedrijventerrreinen Cuijk meer mogelijkheden. b. Medewerking aan de ontwikkeling van een Bio Based Economy park op Industrieterrein Haven. Voor de exploitatie van de kade t.b.v. de overslag van containers en bulk is een overeenkomst gesloten met Inland Terminal Veghel. In de Haven-verordening zijn daartoe
3.2.4
Waar mogelijk versterking van de 'natte' functie van Industrieterrein Haven.
3.3 3.3.1
Bevorderen werkgelegenheid Intensivering acquisitie van bedrijven en promotie van Cuijk, onder andere door contracten met makelaars.
3.3.2
Het aantrekken van bedrijven door het verkopen van uitgeefbare gronden op de lokale en regionale bedrijventerreinen.
3.3.3
Het opzetten en in stand houden van overleg met belangengroeperingen en instanties bijv. provincie, waterschap, gemeenten Land van Cuijk, 5-Sterrenregio, Industriële Kring Land van Cuijk en NoordLimburg en Bedrijventerrein Vereniging De Beijerd en ’t Riet.
3.3.4
Economische samenwerking met de gemeenten in het Land van Cuijk en Noordoost-Brabant; waar mogelijk specifieke samenwerking met Gennep en Boxmeer voor de bedrijventerreinen De Brem, Sterckwijck en Laarakker.
3.4 3.4.1
Centrumontwikkeling detailhandel en horeca Faciliteren centrummanagement op initiatief van OVC.
3.4.2
Overleg met belangengroepen en instanties bijv. ondernemersvereniging Cuijk (OVC/KHN).
3.4.3
Vestiging horeca aan Lavendelkade en Noordzijde Heeswijkse Plas. Evaluatie winkelopenstelling op zondag.
3.4.4
3.5 3.5.1
Versterken sociaal economische structuur Actualiseren beleid (grootschalige) detailhandel.
- 33 -
kadegelden opgenomen. Door de aanleg van de kade is de “natte” functie van het Industrieterrein Haven versterkt. Ook een bedrijf heeft aan eigen terrein een kade aangelegd. Deelname Bedrijvenbeurs Cuijk. Doorlopend contract met makelaar voor verkoop bedrijventerreinen. Door de economische crisis is er weinig vraag naar nieuwe bedrijfshuisvesting. Toch zijn er nieuwe contacten met bedrijven gelegd en zijn enkele kavels uitgegeven. Vanuit EZ wordt georganiseerd en/of deelgenomen aan: - Overleg Bedrijventerreinvereniging De Beijerd en ’t Riet - Regionale overleggen NOBrabant en RRO (provincie) - Overleg met de Industriële Kring (o.a. afd. Cuijk-Grave) - Werkgroep werken (provincie) - Subsidiecommissie REAP - Economische Zaken Euregio Er heeft enkele malen overleg plaatsgevonden met Boxmeer en Gennep over o.a. de bedrijventerreinen. Tevens is in het RRO (Regionaal Ruimtelijk Overleg) gesproken over afstemming van planning bedrijventerreinen, kantoren en detailhandel. In 2013 is het CM van start gegaan en de gemeente ondersteunt deze initiatieven. EZ organiseert of neemt deel aan: - Overleg Centrummanagement - Overleg Koninklijke Horeca Nederland Bestemmingsplanprocedure in 2013 opgestart . Nieuwe verordening is door de gemeenteraad op 9 september 2013 vastgesteld. Het college heeft in 2013 een actieve rol gespeeld in de provinciale en regionale discussie rondom detailhan-
3.5.2
Intensivering toeristische recreatieve sector (relatie met plannen Dommelsvoort).
delsontwikkelingen. Er is bewust voor gekozen om geen nieuw beleid te maken voordat de provinciale kaders duidelijk zijn. Zie programma Cultuur, recreatie en Sport.
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Lasten Programma
Product
Begroting primitief
3 - Lokale economie 310 - Economische Zaken 320 - Industrie 330 - Nutsbedrijven
1.335 1.194 129 12
Begroting 1.649 1.508 129 12
Werkelijk 1.908 1.766 133 9
Restant -259 -257 -5 3
Baten Programma
Product
Begroting primitief
3 - Lokale economie 310 - Economische Zaken 320 - Industrie 330 - Nutsbedrijven
Begroting
Werkelijk
Restant
786 756
2.377 2.348
1.308 1.277
1.069 1.071
0 30
0 30
0 32
0 -2
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
3 - Lokale economie 310 - Economische Zaken 320 - Industrie 330 - Nutsbedrijven
549 439 129 -18
Begroting -729 -839 129 -18
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening.
- 34 -
Werkelijk 599 489 133 -23
Restant -1.328 -1.328 -5 5
PROGRAMMA 4 ONDERWIJS EN KINDEROPVANG Onderwijs is hét middel bij uitstek voor iedereen om zich te (kunnen) ontplooien naar eigen aard en aanleg. Onderwijs/scholing is een van de belangrijkste pijlers, waarop de ontwikkeling van jonge mensen tot zelfstandige, mondige burgers berust, met als resultaat dat zij als volwaardige en gelijkwaardige leden kunnen deelnemen aan onze complexe samenleving. Dit programma omvat de zorg voor onderwijshuisvesting, het beheer van gymlokalen, het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden, het bestrijden van schoolverzuim, van schooluitval en het voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie, het stimuleren van educatieve projecten voor volwassenen en het beleid met betrekking tot kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen
Het uitwerken en vergunnen van het bouwplan (gereed eind 2012) van het IKC (integraal kindcentrum) voor Padbroek en de start/uitvoering van de bouwwerkzaamheden in periode 2013 tot begin schooljaar 2013/14. Het betreft een tijdelijk schoolgebouw en de complete nieuwbouw. Creëren van een verkeersveilige omgeving door middel van schoolzones, veilige oversteekplaatsen en veilige fietsroutes bij en naar scholen. Adequate huisvesting van het onderwijs op basis van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en het gemeentelijk integraal huisvestingplan (GIHP). Het terugdringen van onderwijsachterstanden. Het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters van 18 – 23 jaar. Uitgangspunt is, dat iedereen de school verlaat met een startkwalificatie. Bevorderen van brede toegankelijkheid van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang door middel van voorwaardenscheppend beleid. Alle doelgroepen moeten gebruik kunnen maken van deze voorzieningen. Het in samenwerking met de schoolbesturen en betrokken sportverenigingen projectmatig invullen van de te verrichten werkzaamheden door de combinatiefunctionarissen onderwijs, sport en cultuur. Het inzetten van leerlingenvervoer op de meest adequate en efficiënte manier waarbij het kind centraal staat en de zelfredzaamheid wordt bevorderd. Het registreren van gastouders, gastouderbureaus, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen in het Landelijk Register Kinderopvang en peuterspeelzalen in het kader van de Wet kinderopvang.
Ontwikkelingen
Het bevorderen van een brede toegankelijkheid voor kinderopvang met aangescherpte beleidsregels Wet kinderopvang. Ontwikkelen van naschoolse vrijetijdsactiviteiten in samenhang tussen onderwijs, sport, cultuur en gezondheid. In het voorjaar van 2012 zijn een drietal combinatiefunctionarissen onderwijs en sport aangesteld. Nu de verschillende activiteitenprogramma's zijn opgesteld, is met ingang van het schooljaar 2012 – 2013 gestart met de verzorging van de schoolgymlessen en sporttrainingen. De functie van combinatiefunctionaris cultuur is in najaar 2012 tijdelijk ingevuld. Vanaf 2013 wordt gekeken naar een structurele invulling hiervan. Passend onderwijs. Transitie jeugdzorg.
- 35 -
Herzien van de verordening leerlingenvervoer in samenhang met de gemeenten Mill & Sint Hubert en Grave.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten)
Realisatie
4.1
Het uitvoeren van de leerplichtwet door het Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten.
4.2
Het inkopen van schoolmaatschappelijk werk en jeugdpreventiewerk.
4.3
Het uitvoeren van de nota Jong Geleerd 2.0.
4.4
Het opstellen van het GIHP.
4.5
Het uitvoeren van de verordening leerlingenvervoer.
4.6
Het registreren in het Landelijk register Kinderopvang (LRKP) en peuterspeelzaal.
4.7
Het laten uitvoeren van inspecties in het kader van de Wet kinderopvang door de GGD. Afstemming met het onderwijs in het kader van het Passend Onderwijs en in samenwerking met de gemeenten in het Land van Cuijk.
4.8
- 36 -
Toelichting
Uitvoering heeft plaatsgevonden conform het beleidsplan. Verantwoording vindt plaats via het jaarverslag 2012-2013. Tussenrapportages zijn positief. Het schoolmaatschappelijk (smw) en jeugdpreventiewerk is bij het Regionaal Maatschappelijk Centrum (RMC) ingekocht. Het smw is op alle scholen ingezet. Het smw ontwikkelt zich steeds meer als schakel naar het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), waardoor vroegtijdig signaleren en eventuele inzet van jeugdhulpverlening in een vroeg stadium mogelijk wordt. De speerpunten uit de nota zijn in uitvoering. Ouderparticipatie is een speerpunt dat geïntensiveerd moet worden. Monitoring en afstemming vindt plaats in de Regiegroep Jeugd en in de werkgroep Jeugd en Educatie. Het IHP 2014 is opgesteld en in februari 2014 vastgesteld. Het leerlingenvervoer is onder eigen regie strak, doel- en klantgericht uitgevoerd. Uw raad is daarover in dec 2013 in een raadsinformatiebrief geïnfor-meerd Volgens de normen wordt geregistreerd in het LRKP. We hebben inmiddels de A-status bereikt. Jaarlijks worden locaties op basis van risico-analyse de GGD geïnspecteerd. Afstemming heeft plaatsgevonden met de samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
Lasten Programma
Product
Begroting primitief
4 - Onderwijs en Kinderopvang 420 - Bestuurssecr. en mat. instandh. openb. onderwijs 422 - Bijzonder basisonderwijs 432 - Bijz. voortgezet spec.onderwijs 442 - Bijzonder voortgezet onderwijs 480 - Lokaal onderwijsbeleid 482 - Volwasseneducatie 483 - Gemeenschappelijke lasten en baten onderwijs 650 - Kinderopvang
3.338 532 1.152 486 159 439 0 305 264
Begroting 7.430 703 1.352 413 2.560 1.840 0 305 256
Werkelijk 5.448 499 1.129 514 2.497 185 0 360 263
Restant 1.982 204 223 -101 63 1.655 0 -55 -7
Baten Programma
Product
Begroting primitief
4 - Onderwijs en Kinderopvang 420 - Bestuurssecr. en mat. instandh. openb. onderwijs 422 - Bijzonder basisonderwijs 432 - Bijz. voortgezet spec.onderwijs 442 - Bijzonder voortgezet onderwijs 480 - Lokaal onderwijsbeleid 482 - Volwasseneducatie 483 - Gemeenschappelijke lasten en baten onderwijs 650 - Kinderopvang
Begroting
Werkelijk
Restant
614 7 9 4
614 7 9 4
655 7 15 23
-41 -1 -5 -19
0 271 0 305 18
0 271 0 305 18
0 257
0 15 0 -27 -3
0 333 22
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
4 - Onderwijs en Kinderopvang 420 - Bestuurssecr. en mat. instandh. openb. onderwijs 422 - Bijzonder basisonderwijs 432 - Bijz. voortgezet spec.onderwijs 442 - Bijzonder voortgezet onderwijs 480 - Lokaal onderwijsbeleid 482 - Volwasseneducatie 483 - Gemeenschappelijke lasten en baten onderwijs 650 - Kinderopvang
2.723 525 1.143 483 159 168 0 0 245
Begroting 6.815 696 1.343 409 2.560 1.569 0 0 238
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening.
- 37 -
Werkelijk 4.792 491 1.115 492 2.497 -71 0 28 241
Restant 2.023 205 228 -82 63 1.640 0 -28 -4
- 38 -
PROGRAMMA 5 CULTUUR, RECREATIE EN SPORT Een aantrekkelijk cultureel klimaat vergroot de leefbaarheid en vormt een schakel tussen de ruimtelijke, sociale en economische pijlers van de gemeente. Goede culturele voorzieningen vergroten de aantrekkelijkheid als vestigingsplaats voor bedrijven en dragen zelf weer bij aan de kracht van de lokale economie. Zo werkt de aanwezigheid van een museum en schouwburg katalyserend voor horeca en middenstand. We vinden het van belang dat de natuur-, recreatieve- en toeristische ontwikkelingen worden gestimuleerd. Enerzijds om onze gemeente nog aantrekkelijker te maken voor haar inwoners en bezoekers en anderzijds vanwege het belang voor de lokale economie; recreatie en toerisme zal in de toekomst één van de drijvende krachten zijn voor de Cuijkse samenleving. De Kraaijenbergse Plassen zijn het concentratiepunt voor de waterrecreatie van bovenregionale betekenis; op geschikte locaties worden grootschalige, aan de watersport gerelateerde, toeristischrecreatieve voorzieningen gerealiseerd. Wij zijn ons bewust van de belangrijke functie die sport binnen een gemeenschap vervult, zowel voor de individuele inwoners, als voor de leefbaarheid in de gemeenschap als geheel. Sport en bewegen wordt ervaren als ontspannend en het draagt bij aan de lichamelijke en geestelijke gezondheid, doel is dan ook om zoveel mogelijk mensen aan het sporten en bewegen te krijgen en te houden. Sport moet voor iedereen bereikbaar zijn, waarbij gebruik kan worden gemaakt van voldoende en kwalitatief goede accommodaties. Sport dient niet alleen als doel ingezet te worden, maar ook als middel. Sport dient nog meer ingezet te worden om doelen binnen andere beleidsterreinen te realiseren. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen
We maken voort met de ontwikkeling van Dommelsvoort en willen helderheid rond realisatie en uitvoer. Een leefbaar platteland, waarbij toeristische initiatieven op het platteland worden gestimuleerd. Het creëren van nieuwe mogelijkheden evenals het versterken en behouden van de bestaande mogelijkheden op het gebied van cultuur, recreatie en toerisme. Nieuwe initiatieven worden positief benaderd. Toeristische promotie van de gemeente Cuijk en het Land van Cuijk. Sportdeelname wordt breed toegankelijk en gestimuleerd. Behouden en ontwikkelen van natuur. Ons cultuurbeleid wordt herijkt. Aandacht voor het cultureel hart. Bewaken van de eigen culturele identiteit. Archeologie een vastere vorm geven. Verbeteren huisvesting van de schouwburg; in juli 2013 wordt de schouwburg daarom tijdelijk gesloten. Een bijdetijds cultuureducatiebeleid wordt verder vormgegeven. Sport dient als middel worden ingezet binnen andere beleidsterreinen. Het organiseren van enkele sportevenementen voor de Cuijkse jeugd. Aansluiting zoeken bij de impuls Buurt – Sport – Coaches. Privatiseringsovereenkomst met Cuijk Recreatie BV openbreken. De mogelijkheid onderzoeken van het realiseren van een sport multicourt in Padbroek. - 39 -
Ontwikkelingen
Het ontwikkelen en versterken van toeristisch-recreatieve mogelijkheden van het platteland. Het afstemmen en een intensievere samenwerking realiseren van het gemeentelijk sportbeleid tussen de gemeenten Cuijk, Grave en Mill & Sint Hubert. Het op adequaat niveau brengen en houden van alle gemeentelijke sportparken. Het ontwikkelen en versterken van natuur- en landschappelijke kwaliteiten van het buitengebied. Op cultuur wordt door het rijk bezuinigd. Door de gemeenteraad van Cuijk is besloten 510% te bezuinigen op het subsidie voor de openbare bibliotheek en het kunsteducatiecentrum in de jaren t/m 2014. De subsidieafspraken met het regionale cultuureducatiecentrum eindigen, vooralsnog, per 31 december 2012. Het rijk wil cultuureducatiebeleid anders gaan vormgeven: o.m. naar een doorlopende leerlijn in het primair onderwijs. Deelname programma Sport en Bewegen in de Buurt. Toenamen van Cuijkse sportevenementen met regionale uitstraling.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 5.1 5.1.1
5.1.2
5.1.3
5.1.4
5.1.5
5.1.6
Realisatie
Cultuurbeleid Openbare bibliotheekvoorziening subsidiëren op basis van producten dienstafname. Cultuureducatie subsidiëren; het cultuureducatiebeleid, dat daaraan ten grondslag ligt, verder concretiseren op basis van vastgesteld beleidskader. Schouwburg als cultureel centrum met sociaal-maatschappelijke functie behouden door adequate huisvesting en subsidiëring. Amateurkunstverenigingen (harmonie, fanfare, koor, toneel) subsidiëren. Kunst onderhouden en aankopen; de beeldentuin/heemtuin subsidiëren. Museum Ceuclum, Fotoarchiefdienst en Werkgroep Archeologie Cuijk subsidiëren.
5.1.7
Overdracht cultureel erfgoed stimuleren, mogelijk via de combinatiefunctionaris cultuur.
5.1.8
Professionele carillonbespelingen betalen en het Severijnorgel subsidiëren. Een lokale omroep subsidiëren. De cultuurprijs uitreiken en de culturele dag subsidiëren.
5.1.9 5.1.10
- 40 -
Toelichting
Diensten zijn afspraken geleverd.
conform
Stichting Doejemee wordt gesubsidieerd voor de inzet van de Combinatiefunctionaris Cultuur op school; kunstencentrum Muzelinck voor het vrijetijdsaanbod in cultuur. Aanbesteding van de renovatiewerkzaamheden heeft plaatsgevonden. Met werkzaamheden is gestart. Er zijn amateurkunstverenigingen gesubsidieerd. Ook “Het Pakhuis” ontvangt per 2013 subsidie. Voor de WAC is ook nieuwe huisvesting gerealiseerd op Maasstraat 17 tezamen met VVV. Er ontstaat een ‘cultuurstraat’. Cultureel erfgoed is een thema in de in ontwikkeling zijnde doorlopende leerlijn voor de basisscholen. Is gerealiseerd.
Is gerealiseerd. Is gerealiseerd.
5.1.11
5.1.12 5.1.13
5.2 5.2.1
5.2.2
Korte cursussen, carnaval, Cultureel Hart Cuijk, gilden en oudmilitairen subsidiëren. Voor culturele projecten incidentele subsidies beschikbaar stellen. Behouden cultureel erfgoed.
Recreatieve mogelijkheden Het initiëren, coördineren en deelnemen aan samenwerkingsverbanden zoals het Cultureel Hart Cuijk, de Culturele Route, Regio VVV en Via Romana. Het deelnemen aan ontwikkelingsactiviteiten op het gebied van recreatie en toerisme zoals o.a. het fietsknooppuntensysteem en het wandelroutenetwerk.
5.2.3
Het begeleiden van verzoeken van recreatieondernemers in planologisch, juridisch en recreatief opzicht.
5.2.4
Verstrekken van subsidies aan toeristisch-recreatieve instellingen en projecten.
5.2.5
Het initiëren en coördineren van ruimtelijke en/of ontgrondingsprojecten zoals Dommelsvoort, herinrichting oevers Heeswijkse en Kraaijenbergse Plassen.
5.3 5.3.1
Sportbeoefening Verstrekken van reguliere subsidies en stimuleringssubsidies.
5.3.2
Het in 2013 opstellen van geactuali-
Is gerealiseerd.
Er zijn incidentele projecten gehonoreerd. In het kader van monumentenzorg zijn 18 gemeentelijke monumenten aangewezen. Een tweede tranche is in uitvoering. Daarnaast is een subsidieverzoek ingediend bij de provincie Brabant voor een project om met inzet van cultuurhistorie (archeologie) de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Dit subsidieverzoek is gehonoreerd en de werkzaamheden worden de komende 3 jaar uitgevoerd met inzet van verschillende vrijwilligersorganisaties.
opm
- 41 -
Met diverse samenwerkingsverbanden heeft in 2013 overleg over toeristischrecreatieve mogelijkheden plaatsgevonden. In 2013 is een Kwaliteitsimpuls voor het fietsknooppuntensysteem uitgevoerd. Hieruit komen verbeterpunten voor 2014 naar voren. Het Wandelroute-netwerk Land van Cuijk, Veghel en Boekel is opgeleverd. Het beheer en onderhoud hiervan krijgt in 2014 verder vorm. Dit is gebeurd in 2013. Plannen voor Jachthaven Brasker, camping ’t Loo en recreatiebedrijf De Hostert in Linden zijn begeleid. Diverse subsidies zijn verstrekt. Onder andere aan de Via Romana en aan het Verrassende PlatteLand van Cuijk vanwege een advertentie in de brochure. Voor het project Dommelsvoort is het bestemmingsplan, na uitspraak van de Raad van State, onherroepelijk geworden. De bestemmingsplanprocedure voor het Aquahotel bij het park dient nog te worden vervolgd. De jeugdsportsubsidies en diverse stimuleringssubsidies zijn dit jaar uitgekeerd. De raad heeft opdracht
seerde subsidieregels.
5.3.3
Het bevorderen van samenwerking tussen instellingen op het terrein van de sport.
5.3.4
De inzet van de van combinatiefuncties sport, onderwijs en cultuur overeenkomstig het raadsbesluit van september 2011 verder vorm geven. Het organiseren van diverse schoolsport toernooien.
5.3.5
5.3.6
De mogelijkheid bestuderen om aansluiting te vinden op de impuls Buurt-Sport-Coaches.
5.3.7
Aansluiting zoeken bij het project ‘De sportiefste school’.
5.3.8
Middels naschoolse activiteiten jeugd stimuleren tot meer beweging.
5.4 5.4.1
Sportaccommodaties Het jaarlijks inspecteren van gebouwen en veldsportaccommodaties.
5.4.2
Binnen de bestaande beleidsuitgangspunten het aanleggen, beheren en onderhouden van veldsportaccommodaties. In 2013 wordt de accommodatie van Vianen Vooruit vernieuwd. Het opstellen van een geactualiseerd onderhoudsplan voor alle veldsportaccommodaties.
5.4.3
5.4.4
5.5 5.5.1
Het exploiteren en beheren van binnensportaccommodaties. In 2012 is in de nieuwe MFA te Sint Agatha een gymlokaal, onder meer voor basisschool de Lindekring, gerealiseerd, medio 2013 staat een grootschalige renovatie van gymzaal Welniettoch te Vianen op het programma. Sportbeleid Uitvoering van sportbeleid - 42 -
gegeven om de subsidiekaders te herijken daarom is deze actie niet in 2013 opgepakt. Er zijn diverse gesprekken gaande om een intensievere samenwerking te realiseren met oa Radius, Spring, fitnessscholen en gezondheidsinstellingen. Is gerealiseerd.
De combinatiefunctionarissen bieden het onderwijs en verenigingen ondersteuning bij het realiseren van deze toernooien (voetbal en volleybal) Met het aanstellen van een vierde combinatiefunctionaris Onderwijs & Wijkgerichte activiteiten is hier invulling aangegeven. Dit onderdeel is gefaseerd opgepakt door de combinatiefunctionarissen. Met Spring en Radius is de samenwerking gerealiseerd. Met Sjors Sportief & Creatief en met de combinatiefunctionarissen is invulling gegeven aan naschoolse activiteiten. De jaarlijkse inspectie is uitgevoerd en de besturen van sportverenigingen hebben de onderhouds-rapportages ontvangen. In het najaar van 2013 is gestart met de bouw van een nieuwe accommodatie voor Vianen Vooruit, oplevering is voorzien in mei 2014. De veldsportaccommodaties zijn opgenomen in het Meerjaren Onderhouds Plan 2013-2016 De renovatie van gymzaal Welniettoch te Vianen heeft in 2013 plaatsgevonden. Het gebouw is op verzoek van de Dorpsraad Vianen uitgebreid met extra opslagruimte en een centrale ontmoetingsruimte, ook te gebruiken door jeugdvereniging de Klup Wordt gefaseerd uitgevoerd.
5.5.2
5.5.3
5.5.4
5.5.5
5.6 5.6.1
overeenkomstig de in februari 2012 vastgestelde sportnota. Een integrale benadering van sport nastreven.
In juni is de jaarlijkse verkiezing van sportman, sportvrouw, sporttalent en sportploeg van het jaar. Tevens worden dan alle sportkampioenen gehuldigd. Het ondersteunen van diverse sportevenementen met Cuijkse en regionale uitstraling. Het ondersteunen van burger initiatieven die een bijdrage leveren aan doelstellingen. Openbaar groen Opstellen bomenbeheersplan. Dit plan wordt u in 2013 voorgelegd.
5.6.2
Uitvoeren bomen.
5.7 5.7.1
Natuur en landschap Uitvoeren landschapsontwikkelingsplan. Aanleggen ecologische verbindingszone en ecologisch bermbeheer.
5.7.2
5.7.3 5.7.4 5.7.5
nota
monumentale
Uitvoeren groen-blauw stimuleringskader, project Horst en Raam. Uitvoeren projecten IGP Maasheggen. Doorstart ’t Kuuks Akkoord initiëren.
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
- 43 -
Wij zijn als gemeente aangesloten bij het landelijke project Jongeren op Gezond Gewicht die een integrale aanpak voorstaan. Is gerealiseerd.
Gebeurt doorlopend afhankelijk van vragen en initiatieven. Gebeurt doorlopend afhankelijk van vragen en initiatieven.
Het bomenstructuurplan is inmiddels door de raad vastgesteld. Het groenbeheerplan is in voorbereiding en daarna wordt het bomenbeheerplan opgepakt. Vaststelling in 2014-2015. Er wordt volop uitvoering gegeven aan de nota Monumentale bomen. Uitvoering LOP conform planning Aanleg natte EVZ’s is in uitvoering, afgerond in voorjaar 2014; ecologisch bermbeheer gestart in 2012. Uitvoering Groenblauw Stimuleringskader conform planning. Uitvoering conform planning. Vaststelling Kuuks Akkoord heeft plaatgevonden in de raad op 24 februari 2014.
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
Lasten Programma
Product
Begroting primitief
5 - Cultuur, Recreatie en Sport 510 - Openbaar bibliotheekwerk 511 - Ontwikkelingssamenwerking 530 - Sport 540 - Kunst en cultuur 550 - Natuur en landschap 560 - Openbaar groen 561 - Evenementen 562 - Recreatie en toerisme 580 - Overige recreatieve voorzieningen
Begroting
6.477 506 2 1.490 1.407 146 2.318 277 128 204
Werkelijk
10.421 557 2 1.748 3.641 259 2.980 762 129 345
6.019 561 2 1.600 1.108 174 1.995 266 119 193
Restant 4.402 -5 0 148 2.533 85 984 496 10 152
Baten Programma
Product
Begroting primitief
5 - Cultuur, Recreatie en Sport 510 - Openbaar bibliotheekwerk 511 - Ontwikkelingssamenwerking 530 - Sport 540 - Kunst en cultuur 550 - Natuur en landschap 560 - Openbaar groen 561 - Evenementen 562 - Recreatie en toerisme 580 - Overige recreatieve voorzieningen
Begroting
Werkelijk
Restant
685
628
577
51
0 0 138 55 1 424 64
0 0 139 40 1 374 71
0 0 116 1 0 380 71
0 0 23 40 1 -6 0
0 2
0 2
0 9
0 -7
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
5 - Cultuur, Recreatie en Sport 510 - Openbaar bibliotheekwerk 511 - Ontwikkelingssamenwerking 530 - Sport 540 - Kunst en cultuur 550 - Natuur en landschap 560 - Openbaar groen 561 - Evenementen 562 - Recreatie en toerisme 580 - Overige recreatieve voorzieningen
5.792 506 2 1.352 1.351 145 1.894 212 128 202
Begroting 9.793 557 2 1.609 3.600 258 2.605 691 129 343
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening.
- 44 -
Werkelijk 5.442 561 2 1.484 1.107 174 1.615 195 119 184
Restant 4.352 -5 0 125 2.493 84 990 496 10 159
PROGRAMMA 6 WERK, INKOMEN EN ZORG De gemeente streeft naar een maatschappij waarin alle mensen mee kunnen doen. Een duurzame toekomst waar samen met burgers en bedrijven in wordt geïnvesteerd. Daarbij wordt meer dan voorheen uitgegaan van de zelfredzaamheid, talenten en eigen kracht van mensen en het bieden van de ondersteuning die nodig is om zelfstandig te functioneren. Mantelzorgers en vrijwilligers verdienen daarbij alle steun. Er zal steeds meer rekening gehouden dienen te worden met een veranderende samenleving. De vraag achter de vraag verhelderen en een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid zijn hierin de centrale begrippen. De gemeente verzorgt de toeleiding naar de arbeidsmarkt en is verantwoordelijk voor bijstandsverstrekking. Zij houdt daarbij de regie in handen en stelt zich proactief en preventief op. Waar mogelijk wordt een concreet werkaanbod gedaan, als direct werk of via een jobhunter of sporadisch in samenwerking met het UWV WERKbedrijf. De gemeente neemt initiatieven om werkgelegenheid te behouden of te verruimen en bevordert het goed werken van de arbeidsmarkt. Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de inzet van jeugdzorg. Hierbij is het van belang om een samenhangend zorgstelsel te organiseren waarbij het Centrum voor Jeugd en Gezin een belangrijke plaats inneemt. Ook de voorliggende voorzieningen zoals het reguliere jongerenwerk en het maatschappelijk zijn hierbij van belang. Door te zorgen voor een goed integraal jeugdbeleid kan instroom in de dure jeugdzorg in de toekomst mogelijk voorkomen worden. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen
De gemeente stelt zich actief naar (mogelijke) klanten op om de mogelijkheden onder de aandacht te brengen en middels goed doorvragen te bepalen wat de behoefte van de klanten daadwerkelijk zijn (door middel van een integrale benadering). Doel hiervan is om mensen met een achterstand of beperking betere kansen te geven om zo volwaardig mogelijk mee te doen aan de samenleving. Binnen de Wmo van de gemeente is de ontwikkeling van de Kanteling ingezet. De kern van de Kanteling is eigen kracht eerst en vervolgens de inzet en/of versterking van de nabije omgeving (sociale omgeving). Voor de ondersteuning betekent dit een kanteling van individuele voorziening naar collectief aanbod en versterking sociale context. Zorg op maat wordt gezien als het sluitstuk binnen een benadering van getrapte verantwoordelijkheid. Een nieuw re-integratiebeleid is ontwikkeld en vastgesteld. Het IDOP voor de kern Haps, Beers en Vianen worden binnen de financiële gestelde randvoorwaarden uitgevoerd. Een nieuwe nota ouderenbeleid wordt ontwikkeld en vastgesteld. Basis voor de nieuwe nota is het behoeftenonderzoek onder de ouderen in het Land van Cuijk. Doorontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin Land van Cuijk gericht op preventieve jeugdhulpverlening. De kern hierbij is het versterken van de eigen kracht van jeugdigen en opvoeders. Het ontwikkelen van een samenhangend jeugdzorgstelsel. Het Centrum Jeugd en Gezin Land van Cuijk gaat meer out-reachend werken om de doelgroep beter te kunnen bereiken.
- 45 -
Ontwikkelingen
Zowel voor de Wet werk en bijstand (Wwb) als bij de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is sprake van een budgettaire open eind regeling. Het rijksbudget volgt landelijke volumeontwikkelingen en is daardoor zeker op de langere termijn onvoorspelbaar. Het is zowel voor de Wmo als voor de Wwb moeilijk om meerjarig een stabiel beeld te begroten. Ook in onze gemeente is er sprake van een ontgroening, vergrijzing en verdunning van de huishoudens. Het (inmiddels demissionaire) kabinet Rutte 1 was voornemens om de functie begeleiding in de AWBZ per 1 januari 2013 over te hevelen naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Na de val van dit kabinet is het wetsvoorstel betreffende de Transitie AWBZ controversieel verklaard. Dit betekent dat de begeleiding van de AWBZ niet per 1 januari 2013 wordt gedecentraliseerd en dat gemeenten in 2013 nog niet verantwoordelijk worden voor begeleiding voor deze nieuwe cliënten vanuit de AWBZ. De kans is echter groot dat een volgend kabinet de transitie AWBZ voortzet. De voorbereidingen voor deze transitie zijn in volle gang en vinden plaats in samenwerking met de gemeenten in het Land van Cuijk en de regiogemeenten Brabant Noordoost. Het is de bedoeling om op basis van een gedegen inventarisatiefase te komen tot een nieuwe visie op de uitvoering van begeleiding in het kader van de Wmo, onder de verantwoordelijkheid van gemeenten vanaf 2014. Dit traject is naar verwachting nog steeds van belang. Gemeenten worden met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg, waarbij het doel is dat kinderen, jongeren en gezinnen in een vroegtijdig stadium, snel en zo licht mogelijk te ondersteunen en te helpen bij het opgroeien en opvoeden tot volwassen en zelfstandige burgers in de context van hun leefomgeving. We geven de transitie van de jeugdzorg in samenwerking met de gemeenten in het Land van Cuijk en Brabant Noordoost vorm.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 6.1 6.1.1
6.1.2
Realisatie
Volume bijstandsuitkeringen Ons streven is erop gericht om een volumebeperking te bewerkstelligen. Landelijke ontwikkelingen laten echter zien dat een groei van de werkeloosheid te verwachten is waardoor een groei van ons bestand realistisch geacht moet worden. 'Snel in dienst' aanpak bij uitkeringsaanvragen onder gemeentelijke verantwoordelijkheid, ook in 2013 met inzet van 2 jobhunters.
6.2
Budgettair neutrale uitvoering
6.2.1
De kosten voor uitkeringen zullen zoveel als mogelijk binnen het door het rijk toegewezen budget gehouden worden. De kosten voor reintegratieactiviteiten zullen uitsluitend bekostigd worden met rijksgelden. Monitoren van budgetten: de monitoring van de budgetten voor het inkomensdeel en het participatiebudget vinden plaats per peildatum 1 april, 1
6.2.2
- 46 -
Toelichting
Het aantal uitkeringsgerechtigden is in 2013 met toegenomen van 325 naar 366.
In 2013 is gebruik gemaakt van het traject Snel in dienst. Daarnaast zijn samen met het ROC een tweetal pilot-projecten gestart waarbij klanten op werkervarings-plaatsen zijn geplaatst. Kosten voor uitkeringen zijn binnen de toegewezen budgetten gebleven. Idem tav re-integratieactiviteiten.
Wordt volgens planning uitgevoerd door middel van de kwartaalrapportages.
6.3 6.3.1
6.3.2
juli en vervolgens maandelijks. Gebruikmaken van zelfredzaamheid 'Snel in Dienst' aanpak bij uitkeringsaanvragen onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Doorontwikkelen van re-integratieinstrumenten.
6.3.3
In 2013 continueren van het project Ketenaanpak in de zorg.
6.4 6.4.1
Vraag en aanbod arbeidsmarkt Via de gemeentelijke jobhunters vraag en aanbod met werkgevers en werkzoekenden zo veel mogelijk op elkaar afstemmen. Het gezamenlijk team van gemeenten en UWVmedewerkers is in 2012 ontbonden. Eind 2012 hopen gemeenten in Noordoost-Brabant een nieuwe gezamenlijke werkgeversbenadering geformuleerd te hebben welke dan per 2013 operationeel gemaakt dient te worden. Plaatsingen bij werkgevers.
6.4.2
6.5 6.5.1
6.6 6.6.1
Individuele ondersteuning minima Verder uitvoering van de herziening van het beleid conform keuzes van de raad in december 2011. De nadruk is komen te liggen op individuele bijzondere bijstand en dus maatwerk. Een nieuw beleidsplan schuldhulpverlening vormt de basis voor de uitvoering van het gemeentelijke beleid. De insteek is maatwerk, passend bij de situatie van de klant, maar de klant blijft, zover mogelijk, zelf verantwoordelijk. Individuele ondersteuning gehandicapten Verdere uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning.
- 47 -
Is ingezet.
Naast het rechtstreeks matchen van uitkeringsgerechtigden op reguliere banen is door de sterk verslechterde situatie op de arbeidsmarkt, ook ingezet op plaatsingen op werkervaringsplaatsen. In 2013 heeft een groep kandidaten de opleiding MBO Zorg-/ schoonmaak afgerond. De methodiek wordt door de verslechterende situatie in de Zorg niet gecontinueerd maar wordt voortgezet in de logistiek en procestechniek. Er is een werkgeversbenadering op schaal LvC geformuleerd. Door onduidelijkheden rondom de Pariticipatiewet is op schaal Noordoost-Brabant deze nog niet gerealiseerd. De verminderde capaciteit vanuit het UWV blijft een feit.
Plaatsingen bij werkgevers worden bereikt door het inzetten van de twee gemeentelijke jobhunters. Naast plaatsing op reguliere banen is tevens geplaatst op werkervaringsplaatsen. In 2013 zijn de regelingen voor het minimabeleid conform de geldende richtlijnen en wet- en regelgeving uitgevoerd. Hierbij is bestuurlijk ingezet op het opstellen van een Preventieplan Schuldhulpverlening. Dit is in december 2013 gerealiseerd en zal in 2014 en verder tot uitvoering gebracht worden.
De uitvoering van de Wmo geschiedt conform het proces van de Kanteling, zoals vastgesteld in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012.
6.6.2
Burgers adequaat informeren over de kanteling met als kerngedachte eigen kracht eerst en vervolgens de inzet en/of versterking van de nabije omgeving (sociale omgeving) Ingezet wordt op de eigen mogelijkheden, het sociale netwerk en omgeving, het collectief aanbod en versterking sociale context. Pas als deze mogelijkheden niet leiden tot een adequate oplossing kunnen individuele voorzieningen worden ingezet.
6.7 6.7.1
Wet maatschappelijke ondersteuning Uitvoeren van het Wmo beleid.
6.7.2
Het doorontwikkelen van een lokaal loket welzijn en maatschappelijke ondersteuning inzake uitvoering Wmo.
6.7.3
Samen met de overige gemeenten Land van Cuijk mantelzorgbeleid ontwikkelen en toezien op de dienstverlening van de mantelzorgorganisaties. Samen met de gemeenten Land van Cuijk beleid ontwikkelen ten aanzien van de transitie van de jeugdzorg.
6.7.4
6.7.5
6.7.6
6.7.7
6.8 6.8.1
6.9 6.9.1
Samen met de gemeenten Land van Cuijk en de regiogemeenten Brabant Noordoost voortzetten van de voorbereidingen om beleid te ontwikkelen ten aanzien van de transitie van de Awbz-taken die naar verwachting met ingang van 2014 overgaan naar de Wmo. Het vervullen van de ambtelijke kartrekkersrol voor het Centrum Jeugd en Gezin Land van Cuijk. Het verstevigen van het Centrum voor Jeugd en Gezin Land van Cuijk, waardoor dit kan fungeren als frontoffice voor de jeugdzorg. Maatschappelijke zorg Stimuleren van het zelfstandig kunnen functioneren en volwaardig deelnemen aan de samenleving van inwoners. Verslavingszorg Samen met de centrumgemeente Oss toezien op de dienstverlening in de regio en in de gemeente in het - 48 -
Zowel via persoonlijke gesprekken als via periodieke publicaties worden burgers op de hoogte gehouden over de mogelijkheden en werkwijzen van de Wmo. Tevens zijn in 2013 Wmo folders over specifieke onderwerpen van de Wmo ontwikkeld en breed verspreidt. In 2013 werden regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor de Ketenpartners om de Wmo en de nieuwe “gekantelde” werkwijze ook bij hen nader onder de aandacht te brengen. De uitvoering van de Wmo geschiedt conform het proces van de Kanteling, zoals vastgesteld in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012. In samenhang met de ontwikkelingen van de transitie AWBZ is de toegang verder uitgewerkt en opgenomen in het beleidsplan. De Beleidsnota Mantelzorg Land van Cuijk 2013 is vastgesteld.
De visie transitie jeugdzorg is vastgesteld in de raad en het functioneel ontwerp staat geagendeerd voor 24 februari. Het Beleidsplan Transformatie AWBZ naar de WMO, Deel I is vastgesteld. Het beleidsplan Deel II wordt medio 2014 vastgesteld.
Continu proces.
Er is een aanzet gemaakt met de versteviging en dit wordt voortgezet in 2014.
Mantelzorgondersteuning en respijtzorg is meer zichtbaar in LvC.
Op basis van de regionale beleidskaders Wmo 7,8,9 BNO 2012-2015 zijn inkoop afspraken
bijzonder wat betreft de zorg voor verslaafden en preventie activiteiten.
6.9.2
6.9.3
6.10 6.10.1
Overleg met Novadic-Kentron, huurders en omwonenden over de methadonverstrekking aan heroïneverslaafden in het Land van Cuijk. Het maken van afstemmingsafspraken over individuele trajecten van klanten van Novadic-Kentron met bijstandsuitkering. Crisisopvang Op basis van het regionaal beleidsplan bieden van maatschappelijke opvang (centrumgemeente Oss).
6.10.2
Het ondersteunen van de instandhouding van vier opvangwoningen.
6.11 6.11.1
Openbare geestelijke Gezondheidszorg Op basis van regionaal gemaakte afspraken uitvoeren van preventie activiteiten.
6.11.2
Eenzaamheidspreventie ouderen.
6.12 6.12.1
Integraal Jeugdbeleid Het subsidiëren van het vrijwillige en professionele jeugd- en jongerenwerk.
6.12.2
Het subsidiëren van het schoolmaatschappelijk werk in basis, voortgezet- en middelbaar beroeps onderwijs en het jeugdpreventie werk. Het bewaken van de samenwerkingsovereenkomst school en veiligheid. Het voorkomen van jeugdoverlast in de openbare ruimte in samenwerking met de politie en het ambulant jeugd- en jongerenwerk. Het ontwikkelen van activiteiten in de driehoek buurt, onderwijs en sport en het inzetten van combinatiefuncties. Structureel overleg voeren met de regiegroep Jeugd Cuijk.
6.12.3 6.12.4
6.12.5
6.12.6
6.13 6.13.1
Accommodatiebeleid Het verder uitzetten en uitvoeren van het gemeentelijk accommodatiebeleid
- 49 -
gemaakt. Er is Ketenregie op de uitvoering van beleid met Het Regionaal Kompas als Plan van Aanpak. Geen acties meer geweest maar dit heeft geen problemen opgeleverd. Vindt plaats in regulier zorgmijders overleg.
Op basis van de regionale beleidskaders Wmo 7,8,9 BNO 2012-2015 worden dak- en thuislozen opgevangen en begeleid. Er is Ketenregie op de uitvoering van beleid met Het Regionaal Kompas als Plan van Aanpak. Omdat er al jaren geen gebruik van deze opvangwoningen is gemaakt en er andere oplossingen en mogelijkheden zijn, is deze ondersteuning niet meer noodzakelijk. Er vindt een ambulantisering plaats van de GGZ. Vanuit de transities AWBZ/Jeugd en de GGZ wordt de Basis GGZ vormgegeven. Maakt onderdeel uit van het Wmo-beleid. Het professionele jongerenwerk is in 2012 door Radius verzorgd, zij hebben hiervoor een subsidie gekregen. Het RMC is gesubsidieerd om het schoolmaatschappelijk werk en het jeugdpreventiewerk te verzorgen. Overeenkomst loopt. Monitoring, afstemming en -waar nodig- inzet vindt plaats binnen het overleg Jong in de Buurt. Dit gebeurt via inzet van de combinatiefunctionarissen en SjorsSportief en Creatief. Dit overleg is een aantal keren gevoerd in 2013. Hierin is het jeugdbeleid integraal besproken Uitvoering van het gemeentelijk accommodatiebeleid geschiedt
6.13.2
6.13.3
6.13.4
6.13.5
overeenkomstig de door raad in juni 2011 vastgestelde beleidsnota ‘Gemeentelijke Accommodaties Cuijk’. Besluitvorming over definitieve huisvesting van het Cultureel Jongeren Centrum. Het uitvoeren van onderhoud aan gemeenschapsaccommodaties op basis van het in 2012 geactualiseerde onderhoudsplan. Het voeren van overleg met de besturen van de gemeenschapsaccommodaties. Onderzoeken van mogelijkheden inzake een MFA in de Cuijkse Canthelen.
6.13.6
Besluitvorming ten aanzien van een MFA in Cuijk-Noord.
6.13.7
Onderzoek naar mogelijkheden herontwikkeling de Burcht in Linden.
6.13.8
Uitbreiding van sporthal De Kloosterhof met twee kleedlokalen. Minderheden Jaarlijks wordt er overzicht gegeven over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan integratie binnen de verschillende beleidsvelden
6.14 6.14.1
6.14.2
6.14.3
Het beschikbaar stellen van middelen voor het meldpunt discriminatie Land van Cuijk. Het subsidiëren van allochtone zelforganisaties, incidentele sociaalculturele activiteiten en de professionele ondersteuning via Radius.
6.14.4
Het subsidiëren vrouwenorganisaties.
6.14.5
Uitvoering van de Wet inburgering.
van
- 50 -
het hele jaar doorlopend.
Definitieve locatie is gerealiseerd. We zijn in overleg met Radius over de uitvoering. Onderhoud aan gemeenschapsaccommodaties vindt plaats conform het vastgestelde meerjaren onderhoudsplan Overleg met besturen van gemeenschapsaccommodaties vindt op ad-hoc basis plaats. Partijen zijn het eens over de wenselijkheid, nut en noodzaak van een MFA in de Cuijkse Canthelen, de (rand)voorwaarden moeten nog worden overeengekomen. Vanwege het niet doorgaan van een MFA in nieuwbouwproject Mooiland Maasland worden alternatieve locaties (kerk) onderzocht. Het onderzoek is in 2013 afgerond. Raadsbehandeling voorstel 24 februari 2014. Bij instemming raad uitvoering plan e 1 halfjaar 2014. Realisatie uitbreiding heeft in 2013 plaatsgevonden. Begin 2013 is de rapportage tav integratie binnen de verschillende beleidsvelden middels een raadsinformatiebrief aan de raad voorgelegd. Wij stellen hiervoor middelen beschikbaar. Drie allochtone zelforganisaties hebben een waarderingssubsidie ontvangen. Via Radius wordt op professionele wijze ondersteuning gegeven aan integratiewerk en vluchtelingenwerk. Enkele vrouwenorganisaties hebben een waarderingssubsidie ontvangen. Het betreft de vijf KVO’s en de Turkse vrouwenorganisatie Nisa. De gemeentedoelgroep inburgeraars is gewijzigd. Per 01-01-2013 is Dienst Uitvoering Onderwijs te Groningen verantwoordelijk voor nieuwe Inburgeraars. In het kader van handhaving hebben 139 onderzoeken plaatsgevonden.
6.14.6
Het beschikbaar stellen van middelen voor het taalcoachproject van VVN, dat tot doel heeft de integratie en taalkennis van vluchtelingen en nieuwkomers te bevorderen.
6.15 6.15.1
Maatschappelijke participatie Het ondersteunen van de participatieraad welzijn. Het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid bij de uitvoering van integrale dorpsen wijkontwikkelingsplannen (ID/WOP’s). Het binnen de gestelde financiële randvoorwaarden uitvoeren van een Dorpsontwikkelingsplan voor Haps, Beers en Vianen.
6.15.2
6.15.3
6.16 6.16.1
Jeugdzorg Samenwerken met 20 gemeenten in Brabant Noordoost om de transitie jeugdzorg invulling te geven.
6.16.2
Het vervullen van de kartrekkersrol, bestuurlijk en ambtelijk voor de transitie jeugdzorg voor het Land van Cuijk.
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
- 51 -
Aan de Stichting voor Vluchtelingen en Nieuwkomers (VVN) Cuijk zijn middelen beschikbaar gesteld om 15 taalkoppels een (financiële) steun in de rug te geven. De PRW wordt gefaciliteerd om hun taken te kunnen uitvoeren. Momenteel wordt voor de wijk Heeswijkse Kampen een Iwop opgesteld. Dit proces wordt door de wijkraad getrokken. Er zijn Dorpontwikkelingsplannen voor Haps, Beers en Vianen opgesteld. Via het extra IDOP budget van € 2,5 miljoen zijn deze plannen in voorbereiding of zelfs al deels uitgevoerd. De visie transitie jeugdzorg is vastgesteld in de raad en het functioneel ontwerp staat geagendeerd voor 24 februari. Op dit moment wordt gewerkt aan het implementatieplan. Burgemeester Hillenaar vervult de bestuurlijke kartrekkersrol. De beleidsadviseur CGM vervult de rol van projectleider transitie jeugdzorg LvC.
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Zie voor een toelichting op de afwijkingen Deel B Jaarrekening. Lasten Programma
Product
Begroting primitief
6 - Werk, Inkomen en Zorg 600 - Sociale zekerheid algemeen 610 - Inkomensvoorziening 611 - Uitstroombevordering 614 - Gemeentelijk minimabeleid 621 - Maatschappelijke zorg 622 - Ouderenzorg 623 - Nieuwkomers 625 - Maatschappelijke Ondersteuning 630 - Minderheden 631 - Jeugd- en jongerenwerk 633 - Sociaal-cultureel werk 634 - Gemeenschapsaccommodaties 635 - Wijks- en Dorpsraden 651 - Gehandicaptenzorg
Begroting
20.502 3 6.710 6.406 867 517 2.786 18 1.633 40 309 759 368 82 3
Werkelijk
22.393 3 6.907 7.602 961 531 2.766 18 1.561 38 340 830 722 109 3
Restant
22.110 5 7.036 7.260 955 502 2.440 20 1.517 21 335 1.579 343 94 1
283 -2 -129 342 6 29 327 -2 44 18 5 -749 379 15 2
Baten Programma
Product
Begroting primitief
6 - Werk, Inkomen en Zorg 600 - Sociale zekerheid algemeen 610 - Inkomensvoorziening 611 - Uitstroombevordering 614 - Gemeentelijk minimabeleid 621 - Maatschappelijke zorg 622 - Ouderenzorg 623 - Nieuwkomers 625 - Maatschappelijke Ondersteuning 630 - Minderheden 631 - Jeugd- en jongerenwerk 633 - Sociaal-cultureel werk 634 - Gemeenschapsaccommodaties 635 - Wijks- en Dorpsraden 651 - Gehandicaptenzorg
Begroting
Werkelijk
Restant
12.125
13.571
13.599
-28
0 5.122 6.374 50
0 5.796 7.247 50
0 5.721 7.345 47
0 75 -98 3
0 448 6 115
0 448 6 15
0 473
0 -25 6 15
0 0
0 0
0 10 0
0 10 0
0 0 0 13
0
0
0 0
0 0
0 0 0 -3 0 0
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
6 - Werk, Inkomen en Zorg 600 - Sociale zekerheid algemeen 610 - Inkomensvoorziening 611 - Uitstroombevordering 614 - Gemeentelijk minimabeleid 621 - Maatschappelijke zorg 622 - Ouderenzorg 623 - Nieuwkomers 625 - Maatschappelijke Ondersteuning 630 - Minderheden 631 - Jeugd- en jongerenwerk 633 - Sociaal-cultureel werk 634 - Gemeenschapsaccommodaties 635 - Wijks- en Dorpsraden 651 - Gehandicaptenzorg
8.377 3 1.588 32 817 517 2.338 13 1.518 40 309 759 358 82 3
- 52 -
Begroting 8.822 3 1.111 355 911 531 2.319 13 1.546 38 340 830 712 109 3
Werkelijk 8.510 5 1.315 -85 909 502 1.967 20 1.517 21 335 1.579 330 94 1
Restant 311 -2 -204 440 3 29 352 -7 29 18 5 -749 382 15 2
PROGRAMMA 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU We hechten belang aan de uitvoering van het Milieubeleidsplan 2011-2015, waarin naast het goede voorbeeld als gemeente, ook de marktsector wordt gestimuleerd om innovatief te zijn en een bijdrage te leveren aan de bescherming van het milieu. Wij geven consequent uitvoering aan de richtlijn duurzaam inkopen. Een goede gezondheid is een groot goed. En het is een voorwaarde om zoveel mogelijk volwaardig en gezond aan de samenleving deel te kunnen nemen. Wij vinden het belangrijk de gezondheid van onze burgers te beschermen en te bevorderen. Onze bijdrage daaraan leggen wij in 2013 vast in een geactualiseerde nota lokaal gezondheidsbeleid; ter uitvoering daarvan worden jaarlijks werkplannen opgesteld met concrete activiteiten.
Het programma volksgezondheid en milieu omvat: Behoud en verbetering van de volksgezondheid en het wegwerken van gezondheidsverschillen tussen groepen van de bevolking. Het beheren van begraafplaatsen en het uitvoeren van de verplichte taak ingevolge de Wet op de lijkbezorging. Het aanleggen en beheren van het rioleringssysteem. Zorg dragen voor een verbetering van de leefomgeving, streven naar duurzaamheid en een schone gemeente Cuijk. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen
In gemeentelijke gebouwen worden energiebesparende maatregelen gestimuleerd. We stimuleren nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie Het doelmatig beheer en goed gebruik van de riolering op basis van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP). We zullen het gemeentelijk gezondheidsbeleid actualiseren, in samenwerking met de andere gemeenten uit het Land van Cuijk.
Ontwikkelingen
De komende jaren zal de vraag toenemen naar begravingen op bijzondere begraafplaatsen en daarmee samenhangend onderhoud van gemeentewege. Daarbij staat de gemeente voor de keuze of het leveren van maatwerk of het sluiten van de bijzondere begraafplaatsen. Jongeren drinken te vroeg, te veel en te vaak! Alcohol is schadelijk voor jongeren. Overmatig alcoholgebruik leidt tot maatschappelijke problemen en veel gezondheidsrisico’s. Redenen voor gemeenten, GGD Hart voor Brabant, NovadicKentron en andere partijen om een gezamenlijk preventieproject te starten. Doel hiervan is onder andere het bewust maken van jongeren en ouders van de gevolgen van het gebruik van alcohol door jongeren en het terugdringen van het alcoholgebruik door de jongeren. Welzijnsorganisaties werken beter samen om eenzaamheid onder ouderen tijdig te herkennen. Voeding- en beweeggedrag van kinderen in Cuijk vertoont een positieve trend. Stimuleren van actieve en gezonde leefstijl bij diverse doelgroepen. De vorming van de regionale uitvoeringsdiensten (RUD's) is waarschijnlijk per 1 januari 2013 een feit. De CGM gemeenten sluiten aan bij het uitvoeringsstation in Cuijk (het Regionaal Milieubedrijf (RMB) wordt omgevormd tot uitvoeringsstation). Wettelijk is bepaald dat alle deelnemers het basistakenpakket (alleen milieugerelateerd) - 53 -
overdragen. In totaal gaat het in CGM verband om ongeveer 4,1 fte en voor Cuijk gaat het om 1,4 fte. Daarnaast staat het gemeenten vrij om meer taken over te dragen. Afhankelijk van de mate van uitbesteding neemt de behoefte aan controle en regie toe, omdat gemeenten zowel inhoudelijk als ook financieel verantwoordelijk blijven.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 7.1 7.1.1 7.2 7.2.1
Realisatie
Gezondheidszorg 0 tot 19-jarigen De GGD is partner in het Centrum Jeugd en Gezin Land van Cuijk. Gezondheidsbescherming en- bevordering Het bekostigen van het basistakenpakket en de lokale accenten dat de GGD levert.
7.2.2
Het vervullen van een regierol.
7.2.3
Het samenwerken en afspraken maken met de GGD met betrekking tot de invulling van te leveren diensten.
7.2.4
Het maken van een koppeling met het jeugdbeleid.
7.2.5
Inzet van bemoeizorg Land van Cuijk in het kader van de openbare geestelijke gezondheidszorg.
- 54 -
Toelichting
De GGD is een van de partners binnen het CJG. De bekostiging van het basistakenpakket en de lokale accenten van de GGD heeft conform afspraak plaatsgevonden. De gemeente heeft – samen met de andere vier gemeenten in het Land van Cuijk – regie gevoerd als het gaat om het opstellen van het nieuwe regionale gezondheidsbeleid. Hierbij zijn meerdere partijen betrokken, zoals de GGD, Fyne, Robuust en Syntein. Ook is er, onder gemeentelijke regie en in regionale samenwerking, een uitvoeringsprogramma voor 2014 opgesteld. De gemeente en de GGD hebben frequent afstemmingsoverleggen gehad. Ambtelijk onder meer tijdens het voorjaarsgesprek, het najaarsgesprek en meerdere overleggen met de regio BNO. Bestuurlijk tijdens de portefeuillehouders overleggen en de vergaderingen van het Algemeen Bestuur. Met de integratie van JGZ 0-4 jarigen enerzijds (al in 2012) en de participatie van de GGD in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) anderzijds, is er ingezet op een integrale benadering van gezondheids- en jeugdbeleid. In alle Zorgnetwerken van het Land van Cuijk wordt met de gemeenten, de maatschappelijk werkers, Novadic Kentron, GGZ Oost Brabant, politie, GGD en de woonmaatschappijen samengewerkt. Daarnaast worden er ook contacten onderhouden met o.a. het FACT-team, huisartsen,
scholen en buurtbemiddeling. Er zijn hiermee snelle lijnen ter consultatie en afstemming naar het bemoeizorgteam BNO. Uitvoering gezondheidsprogramma’s Alcoholpreventie jeugdigen.
7.3.2
Preventie overgewicht.
7.3.3
Preventie eenzaamheid ouderen.
7.3.4
Logopedische screening.
7.3.5
Stimuleringsregeling AED.
7.4 7.4.1
Begraafplaatsen Het delven en dichten van de graven, het registreren van de graven en het innen van de rechten. - 55 -
De twintig gemeenten van veiligheidsregio Brabant-Noord en de ketenpartners (GGD HvB, Novadic-Kentron, Halt, Politie BN en Voedsel en Warenautoriteit) werken samen op het gebied van alcoholpreventie bij jongeren in het project ‘Think Before You Drink’ (voorheen: ‘Alcohol 16- geen goed begin’). De gemeenten en partners werken hierbij samen op het gebied van educatie/draagvlak, beleid/regelgeving, handhaving, en vroegsignalering. Cuijk zet al enkele jaren nadrukkelijk in op preventie overgewicht, m.n. middels het project Cuijk Beweegt. Enkele voorbeelden hiervan zijn het (aanvullend) inkopen van interventies en cursussen bij de GGD en Pantein, maar ook het aanstellen van de combinatiefunctionarissen. Daarnaast is in 2013 besloten om per 2014 JOGG gemeente (Jongeren Op Gezond Gewicht) te worden. Werkzaamheden van SWOC, RMC en Radius zijn er onder andere op gericht om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan. In juni heeft het afstemmingsoverleg ouderen, waarin alle partijen deelnemen die met ouderenzorg te maken hebben (SWOC, RMC, Radius, Pantein, GGD, Dichterbij, de gemeente, etc), een goed bezochte bijeenkomst over eenzaamheidspreventie georganiseerd. In 2012 zijn er bij de GGD uren ingekocht voor de logopedische screening van kinderen. In 2013 hebben de wijk- en dorpsraden zelf nadere invulling gegeven aan de in 2012 uitgekeerde AED stimuleringsbijdrage van € 18.500 i.h.k.v. “Cuijk Hartveilig”. Dit zijn doorlopende werkzaamheden welke worden uitgevoerd als opdracht tot begraven is
7.4.2
Uitbreiding gemeentelijke plaats Hanshof.
7.5 7.5.1
Wettelijke verplichting begraafplaatsen Uitvoeren van controle op basis van vigerende wetgeving en het onderhouden van het groen op begraafplaatsen conform het groenbeheerplan. Oppervlaktewater Het terugdringen van ongezuiverde lozingen via de overstorten op het oppervlaktewater door toepassing van bergbezinkbassins en sanering van de overstorten. Daarnaast wordt ingezet op het afkoppelen van verhard oppervlakte waardoor er minder regenwater in de riolering terecht komt. Wateroverlast De wateroverlast wordt teruggedrongen door het creëren van extra berging door verruiming buisdiameters bij rioolaanpassingen en door het beter aansturen van de gemalen. Het afkoppelen van minimaal 15% regenwater voor 2015.
7.6 7.6.1
7.7 7.7.1
7.7.2
7.8 7.8.1
7.8.2
7.9 7.9.1
begraaf-
Beheer en goed gebruik riool Het jaarlijks evalueren van de uitgevoerde werkzaamheden en de daaraan verbonden financiële consequenties. Actualisatie verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) in samenwerking met de gemeente Grave en Mill ca. Deze actualisatie zal u in de loop van 2014 ter vaststelling worden aangeboden. Milieu Meer draagvlak creëren bij burgers en bedrijven voor uitvoering milieuplannen door het geven van milieuvoorlichting.
- 56 -
gegeven. Project is in 2013 geheel afgerond. Plaatsing van gedenksteen op knekelput, uitgevoerd op 01-11-2013, was laatste activiteit binnen dit project. Controle ingevolge de Wet op de Lijkbezorging geschiedt op basis van de interne controle procedure steekproefsgewijs.
Continu proces gedurende de looptijd van het verbreed Gemeentelijke RioleringsPlan (vGRP).
Continu proces tot 2020.
Continu proces gedurende de looptijd van het verbreed Gemeentelijke RioleringsPlan (vGRP). De evaluaties worden jaarlijks aan de raad voorgelegd.
Er is inmiddels een begin gemaakt met het opstellen van een nieuw vGRP.
Milieucommunicatie vormt een belangrijk onderdeel van diverse projecten (ook uit het Milieubeleidsplan). Onder andere bij de volgende projecten heeft communicatie in 2013 veel aandacht gekregen: ♦ Groene gevels en daken ♦ Zwerfafval (Landelijke opschoondag en Beestenbende en No Wayste) ♦ (start) Energie coöperatie ♦ project zonnepanelen scholen sportverenigingen ♦ Miniseminar duurzame mobiliteit
7.9.2
Handhaving: op basis van handhavingbeleidsplan, handhavingprogramma en het uitvoeren van milieuwetgeving(vergunningen).
7.9.3
In het kader van de Wet bodembescherming streven naar een zo optimaal mogelijke bodemkwaliteit. In 2012 wordt gestart met het opstellen van een bodemkwaliteitskaart. Deze zal in 2013 worden afgerond. In het kader van de Wet geluidhinder beperken van geluidsoverlast i.c. het niet overschrijden van de wettelijke geluidsgrenzen. In 2013 wordt uitvoering gegeven aan de in het Milieubeleidsplan 2011-2015 genoemde projecten voor dat jaar. De uit te voeren projecten zijn gerelateerd aan de thema’s klimaat en energie, duurzame leefomgeving, duurzame gebiedsontwikkeling en groen en water.
7.9.4
7.9.5
7.9.6
Evaluatie van het Convenant duurzaam bouwen 2009-2012 vindt in 2012 plaats. Dan ook wordt bepaald of, en zo ja op welke wijze, er een vervolg komt op het convenant.
- 57 -
Op het gebied van milieutoezicht en handhaving zijn in onze gemeente in 2013 door, voorheen het RMB, thans de ODBN, (her)controles uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan is handhavend opgetreden tegen vergunninghouders, deelactiviteit milieu, wegens het niet naleven van de aan een vergunning en/of melding verbonden voorschriften. Daarbij zijn de beleidsuitgangspunten neergelegd in het Integrale Handhavingsbeleidsplan 2011-2014 in achtgenomen. De uitgevoerde (her)controles en de op basis daarvan uitgevoerde handhavingsacties zijn in overeenstemming met het door het college vastgestelde Handhavingsprogramma 2013. Het opstellen van de bodemkwaliteitskaart heeft enige vertraging opgelopen. Begin 2014 is de kaart gereed.
Betreft een reguliere taak die binnen de wettelijke taak is uitgevoerd. In 2013 zijn de volgende projecten uit het Milieubeleidsplan gestart: 1. Groene gevels en daken 2. Energiemanagement 3. WijCuijk willen zon 4. Mobiliteitsplan (campagne elektrische fiets) 5. Energiebesparingsweken (Energie coöperatie, zonnepanelen projecten, miniseminar duurzame mobiliteit). Niet alle projecten zijn afgerond, sommige lopen nog door in 2014. De Monitor Milieubeleidsplan 2013 brengt de resultaten van het Milieubeleidsplan nadrukkelijk in beeld. De monitor wordt in mei 2014 aan de raad voorgelegd. Begin 2013 is een nieuw regionaal convenant Duurzaam Bouwen vastgesteld en uitgerold in de organisatie. Leuk detail, met het convenant heeft de regio de Duurzaam Bouwen Award 2014 gewonnen!
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
Lasten Programma
Product
Begroting primitief
7 - Volksgezondheid en Milieu 710 - Gezondheidszorg 721 - Afvalinzameling 722 - Rioleringen 723 - Milieu 724 - Begraven
5.952 1.460 1.412 1.835 1.049 196
Begroting
Werkelijk
6.114 1.544 1.435 1.891 1.035 209
5.983 1.986 1.259 1.926 611 201
Restant 131 -442 176 -36 424 9
Baten Programma
Product
Begroting primitief
7 - Volksgezondheid en Milieu 710 - Gezondheidszorg 721 - Afvalinzameling 722 - Rioleringen 723 - Milieu 724 - Begraven
4.246 284 1.614 2.157 35 156
Begroting
Werkelijk
4.348 284 1.647 2.268 40 108
4.621 690 1.478 2.315 37 102
Restant -273 -405 169 -47 3 7
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
7 - Volksgezondheid en Milieu 710 - Gezondheidszorg 721 - Afvalinzameling 722 - Rioleringen 723 - Milieu 724 - Begraven
1.705 1.176 -202 -322 1.014 40
Begroting
Werkelijk
1.766 1.260 -212 -377 995 101
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening.
- 58 -
1.362 1.296 -219 -389 574 99
Restant 404 -36 7 12 420 2
PROGRAMMA 8 BOUWEN EN WONEN In een dichtbevolkt land als Nederland is ruimtelijke ontwikkeling onmisbaar voor het optimaal indelen en het gebruik van de beschikbare ruimte. De daarbij behorende regelgeving behoort eenvoudig, duidelijk en zo beperkt mogelijk te zijn. Onder het motto van ontwikkelingsplanologie wordt steeds meer de nadruk gelegd op kwaliteit en het zo flexibel mogelijk inspelen op al dan niet voorziene ontwikkelingen. Maatwerk is daarbij belangrijk waarbij de inzet van het instrumentarium onder andere afhankelijk is van de dynamiek in het betreffende gebied en het type ontwikkelingen. Duurzaamheid en zuinig ruimtegebruik zijn daarbij doelstellingen. Het programma bouwen en wonen omvat het ontwikkelen van ruimtelijk en volkshuisvestingsbeleid, het realiseren van woningbouwlocaties en het zorg dragen voor een adequate woningvoorraad. Naast nieuwbouw gaat er meer aandacht uit naar de bestaande woningen en woonwijken. In met name De Valuwe en Padbroek wordt in het kader van noodzakelijke (re)vitalisering en herstructurering ingezet op differentiatie in woningtypen in de breedste zin van het woord (huur en koop, prijs, vorm, doelgroep, etc.). Een algemene analyse van de toekomstige bevolkingssamenstelling wijst uit dat er op middellange termijn (rond 2025) door verdergaande vergrijzing en ontgroening sprake zal zijn van een dreigende bevolkingskrimp. Het spreekt voor zich dat dit consequenties zal hebben voor de woningvoorraad en de aard van de op termijn beschikbare woningen. Wat wilden we bereiken? Doelstellingen
Uiterlijk 1 juli 2013 zijn alle bestemmingsplannen geactualiseerd, zodat aan de verplichtingen uit de nieuwe Wet ruimtelijke ordening wordt voldaan. Specifieke nieuwbouw en/of verbouw van woningen worden gerealiseerd voor de verschillende doelgroepen waaronder starters, jongeren en ouderen, rekening houdend met de (primair plaatselijke) woningbehoefte. De uitgifte van bouwkavels is afgestemd op de behoefte. Vrijkomende agrarische bedrijven (VAB) krijgen onder voorwaarden een woonbestemming, eventueel in combinatie met kleinschalige bedrijvigheid. Er is meer aandacht voor particulier initiatief en innovatieve stedenbouwkundige concepten als ook meer aandacht voor vernieuwende architectuur van woningen en voorzieningen. Het vaststellen van een integrale ruimtelijke visie voor de lange termijn, die als afwegings- en inspiratiekader kan dienen voor ruimtelijke beslissingen en de basis vormt voor de uitwerking en uitvoering van plannen.
Ontwikkelingen
De huidige woningmarktsituatie brengt met zich mee dat bijzondere aandacht is vereist voor de huisvesting van starters en senioren. Herstructurering van de ruimtelijke structuur van het landelijk gebied. Stagnerende bouw door economische crisis. Het schrijven van een beleidsplan voor de fysieke leefomgeving (Wabo+) waarbij het bestuur in zijn beleid met beperkte middelen risico’s beheersbaar maakt. Via dit beleidsplan wordt straks ook in CGM-verband professioneel samengewerkt en uniform opgetreden. Het beleidsplan biedt verder een integraal kader ten behoeve van de
- 59 -
interne kwaliteitszorg, om zodoende strategie en uitvoering te kunnen aansturen en primaire productieprocessen te kunnen beheersen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten) 8.1 8.1.1
8.1.2
8.1.3
8.1.4
8.1.5
Realisatie
Toelichting
Opstellen van een structuurvisie, nieuwe bestemmingsplannen en actualiseren van vigerende plannen Vaststellen van de structuurvisie in De vastgestelde Strategische 2013. Visies (voor Cuijk en het Land van Cuijk), vormen mede de input voor de Structuurvisie Cuijk 2030. De ambities uit deze visies zijn, in combinatie met de eerste toekomstige globale ruimtelijke kaders voor de gemeente Cuijk, in november 2013 besproken met de gemeenteraad (thema-bijeenkomst). Conform het gestelde in de Programma-begroting 2014 zal de Structuurvisie ook dat jaar ter vaststelling worden aangeboden. Opstellen van nieuwe bestemmingsIn 2013 zijn 15 bestemmingsplannen. plannen onherroepelijk geworden. Vaststellen van een actualiseringActualisatie is afgerond. programma bestemmingsplannen Vervolgens is het programma gemeente Cuijk 2013-2018. opgestart en zal mee worden genomen in de harmonisatie van CGM. Revitalisering 'De Valuwe'. Ultimo 2013 is tussen de ontwikkelaar (woningcorporatie Mooiland) en de gemeente overen-weer grond overge-dragen in fase 2a (=locatie aan het Valuweplein, tegenover de kerk) ten behoeve van de realisatie van een appartementencomplex (26 woningen) en 11 grondgebonden woningen. Alle 37 woningen vallen in de categorie sociale huur. Ultimo 2013 is de gemeente juridisch eigenaar geworden van de laatste kiosk aan het Valuweplein. Hierin waren gevestigd een kapperszaak en een café. Deze kiosk was reeds een jaar eerder al verworven door de gemeente. Vitalisering Padbroek. Het proces van vitalisering krijgt uitvoering in diverse projecten, met apart beschikbaar gestelde budgetten: Nieuwbouw school + opknap Hazeleger + Onderhoud Doehuis + Omgeving Doehuis. - 60 -
8.2 8.2.1
8.2.2
8.2.3
8.3 8.3.1
8.4 8.4.1
Hiervoor zijn in 2013 plannen nagenoeg uitvoeringsgereed gemaakt. Uitvoering/bouw zal in 2014 starten en deels ook worden afgerond. Proces en ontwikkeling gaat in 2014 Opstellen c.q. actualiseren van woningbouwprogramma’s Verzamelen van demografische en Recent nog, in 2012, is in marktgegevens alsmede informatie opdracht van de 5 gemeenten in aan de hand van de registratie van het Land van Cuijk woningzoekenden. demografische gegevens en gegevens betreffende de woningmarkt van het Land van Cuijk verzameld en daarover gerapporteerd in het kader van het vaststellen van de regionale woningmarktstrategie. Een en ander is aan de orde geweest in de raadsvergadering van 18 maart 2013. Verzamelen van informatie aan de hand van de registratie van woningzoekenden geschiedt in de praktijk, voor zover nog sprake is van registratie, door woningcorporatie Mooiland. Overleg met marktpartijen (woningOverleg met marktpartijen en corporaties en projectontwikkelaars instellingen is een vast /aannemers) en instellingen. onderdeel van het werk en behoeft als zodanig geen toelichting. Dit is een voortdurend aandachtspunt. Monitoren van woningbouwprojecten. Monitoren van woningbouwprojecten is eveneens een vast onderdeel van het werk. Tussentijds wordt uw raad over woningbouwprojecten op verschillende manieren en momenten geïnformeerd. Jaarlijks worden de resultaten van monitoring met commissie en gemeenteraad besproken. In 2013 is dat op respectievelijk 13 en 27 juni gebeurd. Nieuwbouw en/of verbouw van woningen, rekening houdend met de (primair plaatselijke) woningbehoefte Plannen maken en uitvoeren volgens Dit is een vast onderdeel van woningbouwprogramma’s. het werk en een voortdurend aandachtspunt. Activering van de lokale woningbouwmarkt Het leveren van maatwerk bij Ook in 2013 is met succes aan individuele projecten. woningbouwprojecten gewerkt. Het resultaat is dat die projecten tot realisering zijn gekomen of met zekerheid zullen worden gerealiseerd. Als voorbeelden worden genoemd: 2e fase Cuijkse Cantheelen en een nieuw plandeel in Heeswijkse - 61 -
8.4.2
Gebruikmaken van steunmaatregelen van provincie en rijk.
8.5 8.5.1
Vrijkomende agrarische bedrijven Regeling treffen in nota bebouwingsconcentraties.
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
- 62 -
Kampen, Wonen in het Groen. Per 1 januari 2014 waren ruim 190 woningen in aanbouw. Vanwege de economische omstandigheden zijn, zoals al was aangekondigd, ondanks alle inspanningen in de voorafgaande jaren, in 2013 minder nieuwe woningen gereedgekomen dan over meerdere jaren gezien in Cuijk gewoon is. Het gaat om 44 woningen. In 2013 is geen gebruik gemaakt (kunnen worden) van (rechtstreekse) steunmaatregelen van de provincie en/of het Rijk terzake -specifiekwoningbouw. In 2013 is wel besloten tot het verstrekken van startersleningen door de gemeente, en aan deze financiële steun verlenen de provincie en het rijk een bijdrage. Reeds in 2011 afgewikkeld.
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
Lasten Programma
Product
Begroting primitief
8 - Bouwen en Wonen 810 - Ruimtelijke ordening algemeen 821 - Stads- en dorpsvernieuwing 822 - Bouw- en woningtoezicht 823 - Overige volkshuisvesting 830 - Bouwgrondexploitatie
13.948 827 171 989 139 11.822
Begroting
Werkelijk
14.017 905 159 993 139 11.822
15.357 1.051 153 882 152 13.118
Restant -1.339 -146 6 111 -14 -1.296
Baten Programma
Product
Begroting primitief
8 - Bouwen en Wonen 810 - Ruimtelijke ordening algemeen 821 - Stads- en dorpsvernieuwing 822 - Bouw- en woningtoezicht 823 - Overige volkshuisvesting 830 - Bouwgrondexploitatie
12.754 28 36 804 75 11.811
Begroting
Werkelijk
12.662 35 36 710 70 11.811
14.340 146 20 727 69 13.378
Restant -1.678 -111 16 -17 1 -1.567
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
8 - Bouwen en Wonen 810 - Ruimtelijke ordening algemeen 821 - Stads- en dorpsvernieuwing 822 - Bouw- en woningtoezicht 823 - Overige volkshuisvesting 830 - Bouwgrondexploitatie
1.193 799 134 186 63 11
Begroting
Werkelijk
1.355 870 123 283 68 11
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening.
- 63 -
1.016 905 133 155 83 -259
Restant 338 -35 -10 128 -15 271
- 64 -
2. FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
- 65 -
- 66 -
In de huidige omstandigheden is het meer dan ooit van belang de financiële ontwikkelingen beheersbaar te houden. Daarvoor moet uw raad in de positie gebracht worden twee maal per jaar een integrale afweging te maken tussen de politieke wensen en de beschikbare middelen. Dat doen we bij de kadernota en de begroting. Om uw keuzes goed uit te kunnen voeren, is begrotings- en budgetdiscipline noodzakelijk. Om het hoofd te kunnen bieden aan onvoorziene situaties, zorgen we voor een solide reservepositie en een buffer voor onvoorziene lasten (€ 50.000 per jaar). Wat wilden we bereiken? Doelstellingen Wij voeren een verantwoord financieel beleid dat onder andere leidt tot een begroting die duurzaam in evenwicht is. Wij matigen de lastendruk voor onze inwoners.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Wat (activiteiten)
Realisatie
Wij zorgen voor een sluitende begroting. Twee maal per jaar, bij de kadernota en de begroting, maakt uw raad een integrale afweging om te bepalen waar eventuele beleidsintensiveringen nodig zijn en waar eventueel bezuinigd moet worden. Onze tarieven zijn kostendekkend.
Wij matigen de lastendruk.
De beheerplannen voor bijvoorbeeld riool en onderhoud groen herijken we periodiek. Kortingen op (rijks-)uitkeringen vullen wij als regel niet aan uit de algemene middelen. Voor de gevolgen van het bestuursakkoord kunnen we daarvan afwijken omdat we middelen daarvoor hebben gereserveerd. Structurele lasten worden structureel gedekt. Een positief saldo van de jaarrekening vloeit in beginsel naar de algemene reserve. Overschotten op jaarrekeningen van intergemeentelijke samenwerkingsver-banden vloeien in beginsel terug naar de gemeente.
- 67 -
Toelichting De begroting 2013 vertoont (ook meerjarig) een positief saldo. Dit heeft ook in 2013 plaatsgevonden.
Dit principe is consequent toegepast. Wel is rekening gehouden met wettelijke beperkingen en de concurrentiepositie van de gemeente (bijvoorbeeld bouwleges). Dit uitgangspunt is in 2013 toegepast. Cuijk behoort tot de goedkoopste gemeenten van Noord Brabant. In 2013 zijn geen beheerplannen herijkt. Dit uitgangspunt is in 2013 gehanteerd. De effecten van het bestuursakkoord dienen binnen de huidige ramingen opgevangen te worden. Dit uitgangspunt is in 2013 gehanteerd. Via het voorstel resultaatbestemming worden afwijkingen op dit principe aan uw raad voorgelegd ter goedkeuring. Dit uitgangspunt is gehanteerd bij het indienen van zienswijzen op de jaarrekeningen van de samenwerkingsverbanden.
Legenda realisatie Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)
Wat heeft het gekost? In de onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen verbonden zijn. Lasten Programma
Product
Begroting primitief
9 - Financiering en Algemene Dekkingsmiddelen
Begroting
Werkelijk
Restant
1.213
10.353
8.741
911 - Geldleningen
2
22
25
1.612 -4
913 - Deelnemingen
5
5
137
-132
920 - Belastingen
580
589
575
15
921 - Financieel Beleid
626
9.737
8.004
1.733
Baten Programma
Product
Begroting primitief
9 - Financiering en Algemene Dekkingsmiddelen 911 - Geldleningen
921 - Financieel Beleid
Werkelijk
Restant
30.761
49.481
41.051
8.430
3.524
3.586
3.385
201
37
48
48
0
4.126
4.110
4.045
65
23.074
41.737
33.573
8.163
913 - Deelnemingen 920 - Belastingen
Begroting
Saldo Programma
Product
Begroting primitief
9 - Financiering en Algemene Dekkingsmiddelen 911 - Geldleningen 913 - Deelnemingen 920 - Belastingen 921 - Financieel Beleid
Begroting
Werkelijk
Restant
-29.548
-39.128
-32.310
-6.817
-3.523
-3.564
-3.360
-204
-32
-43
89
-132
-3.546
-3.521
-3.470
-51
-22.447
-32.000
-25.569
-6.431
Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar Deel B Jaarrekening. Hierna gaan we in op: a. Aanwending post onvoorziene uitgaven; b. Stortingen/onttrekkingen reserves; c. Overzicht restant kredieten. a. Aanwending post onvoorziene uitgaven De stelpost onvoorziene uitgaven was in de begroting 2013 opgenomen voor € 50.000. Dit bedrag is bij kadernota 2014 verhoogd met € 10.000. Deze post is in 2013 voor € 11.623 aangewend ter dekking van - Afschrijvingslasten aanvullend krediet Welniettoch € 1.248 - Kapitaallasten tractor € 10.375 Ultimo 2013 resteert € 48.377 op de stelpost onvoorziene uitgaven. - 68 -
b. Overzicht onttrekkingen aan en stortingen in reserves Binnen het vigerend beleid vinden er jaarlijks allerlei onttrekkingen aan en stortingen in reserves plaats. Deze worden verwerkt in het onderdeel ‘Financiering en algemene dekkingsmiddelen’. De in deze programmarekening opgenomen mutaties met betrekking tot reserves zijn verwerkt in onderstaande tabel. Daar waar in onderstaande tabel “programma 9” staat, moet worden gelezen onderdeel financiering en algemene dekkingsmiddelen. Deze gegevens zijn ook van belang voor de bepaling van het gezuiverd resultaat. De mutaties vanuit en naar voorzieningen hebben conform BBV rechtstreeks op het betreffende programma plaatsgevonden. Onttrekkingen reserve Algemene Reserve
Bedrag x € 1.000 Programma 2.681 div.
doel/reden Resultaatbestemming 2012 Dekking overgehevelde budgetten van 2012 naar 2013 bij najaarsnota 2012
148
div.
Dekking overgehevelde budgetten bij resultaatbestemming 2012 naar 2013
108
div.
2.400 2.808
4 div.
Compensatie i.v.m. invoering BTW Compensatiefonds (BCF)
193
div.
Dekking kapitaallasten 2013
410
div.
48
9
510 1.887
4 4
Vrijval reserve t.b.v. inzet voor personeel gemeente Cuijk
142
9
Dekking uitgaven sloop ongewenste bebouwing buitengebied en andere uitgaven in kader van kwaliteitsverbetering buitengebied.
35
5
20 11.390
6
Dekking storting in reserve Gemeentelijk integraal huisvestingsplan t.b.v. doordecentralisatie Merletcollege Dekking investeringen 2013 ineens Egalisatie BTW/BCF Kapitaallasten gemeentehuis, -werf en brandweerkazerne Winstuitkering HNG Gemeentelijke integraal huisvestingsplan
Arbeidsvoorwaardenbeleid Kwaliteitsverbetering buitengebied
Uitvoering IDOP's
Inzet uitkeringsjaar 2013 HNG-depot
Dekking jaarlijkse bijdrage doordecentralisatie Merletcollege Dekking 50% eenmalige bijdrage nieuwbouw Merletcollege
Dekking investeringen IDOP's Totaal
Stortingen reserve Algemene reserve
Onvoorzienbare risico's bouwgrondexploitatie Gemeentelijke integraal huisvestingsplan
Participatie
doel/reden Resultaatbestemming 2012 Positief exploitatieresultaat 2013 Kraaijenbergse Plassen
Bedrag x € 1.000 Programma 136 div. 71 5
Resultaatbestemming 2012
4.181
8
Jaarlijkse storting t.l.v. exploitatie onderwijs Storting t.b.v. doordecentralisatie Merletcollege Positief exploitatieresultaat onderwijshuisvesting
150 2.400 4
4 4 4
Vorming reserve bij resultaatbestemming 2012 Totaal
200 7.142
6
- 69 -
c. Overzicht restant kredieten per ultimo 2013 progr. 0
omschrijving krediet
jaar votering
Voorbereidingskosten Key2Burgerzaken 2012
2012
Totaal programma 0
restant krediet ultimo 2013 18.000 18.000
1
Bluswater De Beijerd en 't Riet
2013
8.563
1
Brandweerkazerne Haps 2013
2013
125.403
Totaal programma 1
133.966
2
Herinrichting dorpsplein Vianen 2009 IDOP
2009
219
2
Voetpadenstructuur Vianen 2009 IDOP
2009
6.573
2
Uitvoeringsprogramma wegbeheer 2012
2012
64.760
2
Aanpassing/herstructurering Maasoeverzone 2012
2012
476.026
2
Aanpassing OV ivm reconstructie wegen 2012 20jr
2012
10.917
2
Programma Groepsremplace 2012
2012
21.000
2
Groepsremplace 2011
2011
11.083
2
Herinrichting hoofdstraten Vianen fase 1 IDOP 2012
2012
38.036
2
Reconstructie Smidstraat/Haagsestraat 2013
2013
322.461
2
Recontructie Hapsebaan (spoor tot komgrens) 2013
2013
26.176
2
Vervanging lichtmasten 2013
2013
17.172
2
Aanp. OV armaturen (jaarlijks) 2013
2013
12.388
2
Gladheidsbestrijding (sneeuwploeg) 2013
2013
2.555
2
Programma schilderen lichtmasten 2013
2013
9.630
2
Programma groepsremplace 2013
2013
15.000
2
Uitvoeringsprogramma wegbeheer 2013
2013
57.837
2
Extra invest.plan reconstr. Jan van Cuijkstraat 2013
2013
264.938
2
Herinrichting v.d. Braakplein Beers IDOP 2013
2013
50.000
2
Voorber. Herinr. Dorpshart/Kerkstr. Haps IDOP 2013
2013
50.000
2
Aanleg en renovatie voetpaden Padbroek IDOP 2013
2013
200.000
2
Aanleg trottoir en P-pl. Akkerweg Vianen IDOP 2013
2013
15.000
2
Stoep Koebaksestr. & vrachtw. p-pl. Vianen IDOP 2013
2013
40.000
2
Herinrichting Jan van Cuijkstraat 1e fase 2011
2011
643
2
Herinrichting hoofdstraten Vianen fase 2 IDOP 2012
2012
24.199
2
Verkeersveiligheid school IDOP St. Agatha 2012
2012
7.783
2
Verkeersveil. Uitrit Kepserplein IDOP St. Agatha 2012
2012
18.011
2
Aanpassing kruispunt Heggerank-Potbreker 2012
2012
1.230
2
Uitvoeringsprogramma V&V plan 2013
2013
310.043
2
Herinrichting Jan van Cuijkstraat 2013
2013
50.000
2
Verkeersveiligheidsmaatregelen 2013
2013
34.504
2
Fietsenstalling Marijkeplein Haps 2013
2013
15.000
2
Verbeteren omgeving Stationsplein 2013
2013
30.000
2
Galgenberg aansluiting Katwijkseweg 2013
2013
20.000
2
Overslagterminal haven Cuijk 2009
2009
153.546
2
Grondoverslagterminal Haven Cuijk 2009
2009
94.309
2
Tractor Deutz-Fahr 2013
2013
299
Totaal programma 2
2.471.338
3
Aankoop pand dienstencentrum 2009
2009
89.417
3
Voorbereidingskst huisvesting dienstencentrum 2009
2009
103.917
3
Uitvoeringsprogramma gebouwenbeheer 2013
2013
Totaal programma 3
2.056 195.390
4
Conserv. onderh&extra expl.lst De Harlekijn 2013
2013
12.500
4
Startkr nieuwb. Brede School Padbroek (openb) 2012
2012
21.068
4
Vervanging en herstel erfafscheiding Nienekes 2013
2013
9.030
4
Herstel dakbedekking De Nienekes 2013
2013
7.500
4
Vervangen en verplaatsen noodoverstort Startblok 2
2012
5.921
- 70 -
4
Sportzaal bredesch Padbroek openb.onderw IDOP 2013
2013
150.000
4
Herstraten schoolplein BBS Lindekring 2011
2011
3.600
4
Renovatie gymzaal Welniettoch 2012 IDOP
2012
9.819
4
Sportmaterialen gymaccomm. bijz. onderw. 2012
2012
5.072
4
Groot onderh.schoolgeb./gymz.bijz.onderw.2006/2007
2006
1.314
4
Vevangen dakbedekking Dr. jan de Quay 2012
2012
1.116
4
Aanbr. veiligheidsglas schoolwon. Regenboog 2012
2012
6.335
4
Vervangen bestrating schoolplein De Waai 2013
2013
9.790
4
Sportzaal bredesch Padbroek bijz.onderw. IDOP 2013
2013
150.000
4
Bijdr in verv. speeltoestellen SBO De Wingerd 2011
2011
9.400
4
Vervangen dakbedekking De Wingerd 2012
2012
15.830
4
Vervangen buitenzonwering De Wingerd 2012
2012
652
4
Groot onderhoud De Wingerd 2013
2013
17.878
4
Grond-en projectkost. scholencom. Merletcoll. 2011
2011
973.391
4
Grond- en projectkosten huisvesting ROC 2011
2011
Totaal programma 4
297.746 1.707.962
5
Herinricht. sportpark Groenendijkse Kampen 2008
2008
97.522
5
Uitbrd. met 2 kleedlokln Vianen Vooruit 2010 IDOP
2010
121.000
5
Verplaatsing politiehondenvereniging 2013
2013
109.000
5
Bouwkosten schouwburg 2012
2012
6.182.711
5
Technische installaties schouwburg 2012
2012
7.608.540
5
Grondexploitatie schouwburg 2012
2012
759.815
5
Frictie-/aanloopkosten schouwburg 2012
2012
1.337.500
5
Herplaatsing Hapse kunstwerk IDOP 2013
2013
26.750
5
Restauratie gebouw heemtuin 2009
2009
4.914
5
IGP Laarakkers Waterleiding 2013
2013
100.000
5
Kraaijenbergse Plassen zandstrand 2013
2013
250.000
5
Kraaijenbergse Plassen peilopzet van de Maas 2013
2013
355.000
5
Inrichting Zevenhutten 2010
2010
1.423
5
Groeiplaatsverbetering/ overlastgevende bomen 2012
2012
129.947
5
Actualisering borden Culturele Route Cuijk 2009
2009
3.774
5
Veerstoep Katwijk 2012
2012
34.083
5
Wandelknooppuntensysteem 2012
2012
16.853
5
Fietsen en wandelen IDOP St Agatha 2012
2012
7.180
5
Aanpassing groen ivm reconstructie wegen 2013
2013
11.385
5
Vervanging stroomaansluiting markt 2013
2013
25.000
5
Aanleg strand Bungelaar IDOP 2013
2013
208.500
5
Verpl & herst monument dorpsentree Beers IDOP 2013
2013
16.000
5
Aanleg parkje dorpsentree Beers IDOP 2013
2013
46.500
5
Renovatie kerktuin Katwijk IDOP 2013
2013
165.000
5
Renovatie paden en groen Hazeleger Padbr IDOP 2013
2013
125.000
5
Vergroten veiligheid rond Doehuis Padbr. IDOP 2013
2013
40.000
5
Aanpak locatie Jantje Lamers Vianen IDOP 2013
2013
6.800
5
Renovatie speelplekken 2012
2012
11.899
5
Renovatie aanleg speelplekken 2013
2013
57.678
5
Renovatie speeltoestellen 2013
2013
42.000
5
Multifunct. speel en sportveld Beers IDOP 2013
2013
123.900
Totaal programma 5
18.025.674
6
Maatregelen bestrijding econ. crisis 2009 1 ISD
2009
116.282
6
Maatregelen bestrijding economische crisis 2010 1
2010
49.285
6
Maatregelen bestrijding economische crisis 2009 2
2009
20.000
6
Maatregelen bestrijding economische crisis 2010 2
2010
20.000
6
Wijkacc. Heesw.Kampen Bredeschoolprojecten 2004
2004
6.000
6
Krediet integraal Dorpsontwikkelingsplan Haps 2010
2010
2.784
- 71 -
6
Huisvesting Caboose 2012
2012
11.702
6
Realisatie MFA (IDOP St. Agatha) 2010
2010
24.879
6
Project leefbaarheid kleine kernen IDOP 2013
2013
50.000
6
Onderz. leefbaarh. en soc.samenh. H.K. IDOP 2013
2013
14.704
6
Renovatie De Burcht LInden IDOP 2013
2013
190.852
6
Renovatie Doehuis Padbroek IDOP 2013
2013
143.380
Totaal programma 6
649.868
7
Verv. rioolleiding D.vd Ackerhof parkpl. 60jr 2008
2008
7
Onderzoekskst. uitvoering Rioolbeheer 2012
2012
439
7
Uitvoeringsprogramma Rioolbeheer 2012 45 jaar
2012
19.497
7
Uitvoeringsprogramma Rioolbeheer 2012 15 jaar
2013
24.853
7
Arch. begeleiding rioolbeh. Deken vd Ackerhof 2013
2013
55.000
7
Uitvoeringsprogramma rioolbeheer 60 jr 2013
2013
389.474
7
Uitvoeringsprogramma rioolbeheer 45 jr 2013
2013
782.219
7
Uitvoeringsprogramma rioolbeheer 15 jr 2013
2013
12.111
7
Bodeminformatiesysteem: Software(RO) Aanschaf 2009
2009
4.084
7
Bodemkwaliteitskaart 2012
2012
3.549
7
Zonnepanelen 2012
2012
50.000
Totaal programma 7
29.700
1.370.926
8
Archeologisch beleidsplan 2013
2013
8
BP buitengebied Cuijk 2013
2013
6.473
8
Structuurvisie Cuijk 2013
2013
25.000
Totaal programma 8
17.650
49.123
9
Digikoppeling 2012
2012
22.738
9
Digitaal werken met kaarten en tekeningen 2012
2012
40.635
9
Planontwikkeling papierloos werken 2012
2012
78
9
Beheer software ICT-omgeving 2012
2012
15.000
9
Verv. en uitbreiden terminal serveromgeving 2012
2012
471
9
Kantoorautomatisering (officepakket) 2012
2012
14.540
9
Vervangen netwerk PC's vierde fase 2012
2012
33
9
Voortzetting matregelen vergrijzing organis. 2012
2012
15.527
9
Vervanging ESX Server 2013
2013
10.469
9
Uitbreiding pilot papierloos werken 2013
2013
4.842
9
Binnengemeentelijk basisadministratie 2013
2013
19.923
9
Vervanging kantoormeubilair 1e fase 2012
2012
9.193
9
Geluidsinstallatie en camera gemeentehuis 2013
2013
4.992
9
Invoeren verplichtingenadministratie 2012
2012
25.000
9
Per. hertaxatie verz.opstal gem.gebouwen 2013
2013
16.000
9
Doorontwikkeling Vastgoedinformatiesysteem 2009
2009
5.538
9
Implementatie DgDialog Wegen 2012
2012
14.984
9
Vastgoedbeheer (BGT) 2013
2013
83.000
9
Vervanging PIN-automaten 2013
2013
Totaal interne bedrijfsvoering
1.475 304.438
Totaal restant kredieten per 31 december 2013
24.926.685
- 72 -
3. PARAGRAFEN
- 73 -
- 74 -
PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN Algemeen kader Voor het belastingtarievenbeleid 2013 golden de volgende uitgangspunten: Voortzetten van de gemaakte keuzes vanuit het verleden. Voorwaarde is dat deze keuzes nog voldoende aansluiten bij de huidige situatie; Tarieven volgen in beginsel het inflatiepercentage (voor 2013 vastgesteld op 1,25%); Het principe van kostendekkende en marktconforme tarieven; Verhoging van de tarieven onroerende-zaakbelastingen (OZB) met 2,76%; In 2013 net als in 2011 en 2012 afzien van de verhoging van de tarieven rioolheffing in verband met de stand van de reserve rationeel rioolbeheer; Het tarief van de reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) vanwege de stand van de voorziening ook in 2013 handhaven op het niveau vanaf 2007. Deze uitgangspunten zijn daadwerkelijk toegepast in 2013. De voorgestelde tariefsverhogingen en redactionele aanpassingen/verbeteringen zijn op 17 december 2012 door de raad geaccordeerd. De gewijzigde verordeningen zijn op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt. De financiële gevolgen van de verhoging van de tarieven zijn in de meerjarenbegroting opgenomen. Het beleid op het gebied van de lokale lasten is opgenomen in de navolgende stukken en beleidsnota’s: Collegeprogramma gemeente Cuijk – bestuursperiode 2010-2014; Wettelijk kader, diverse belastingverordeningen, beleidsregels en jurisprudentie; Uitgangspunten begroting 2013; Herziening betaalmogelijkheden gemeentelijke belastingaanslagen (rbs 1-11-1993); Notitie mogelijkheden tariefsdifferentiatie en kwijtschelding gemeentelijke belastingen (rbs 8-5-1995); Notitie invoering rioolaansluitrecht eigenaren (rbs 4-3-1996); Verruiming gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid (rbs 7-11-1996 en rbs 20-6-2011); Beleidsnotitie verblijfsbelastingen Cuijk 2003 (rbs 10-3-2003); Parkeerbesluit (rbs 24-5-2004);
- 75 -
Geraamde en gerealiseerde inkomsten 2013 (bedragen x € 1.000)
soort heffing
prim itieve
gew ijzigde
realisatie
begroting
begroting
2013
2013
2013
verschil realisatie gew ijzigde begroting
verschil in %
Onroerendezaakbelastingen
3.801
3.701
3.664
-37
-1,0%
Rioolheffing
2.157
2.157
2.139
-18
-0,8%
Afvalstoffenheffing
1.324
1.324
1.303
-21
-1,6%
Bouw leges
798
706
724
18
2,5%
Secretarieleges
477
443
441
-2
-0,5%
Parkeerbelastingen
143
134
109
-25
-18,7%
67
67
60
-7
-10,4%
Graf- en begrafenisrechten
153
105
99
-6
-5,7%
Toeristenbelasting
108
108
100
-8
-7,4%
Reclamebelasting
85
85
73
-12
-14,1%
Scheepvaartrechten
89
122
143
21
17,2%
Baatbelastingen
28
28
29
1
3,6%
Reinigingsrechten
42
42
40
-2
-4,8%
Marktgelden
10
10
10
0
0,0%
5
5
5
0
0,0%
9.287
9.037
8.939
-98
-1,1%
Hondenbelasting
Liggelden w oonschepen Totaal
Omschrijving en per heffing > € 100.000. Onroerende zaakbelastingen Onder de naam onroerende-zaakbelastingen (OZB) worden een gebruikers- en een eigenarenbelasting geheven. Op basis van de wet waardering onroerende zaken (wet WOZ) wordt vanaf 2007 ieder jaar van elke, niet vrijgestelde, onroerende zaak de waarde vastgesteld. De WOZ-waarde vormt de grondslag voor de berekening van de OZBaanslag(en). De OZB-opbrengstramingen 2013 waren gebaseerd op het tarief 2012, vermeerderd met 2,76%. Op 17 december 2012 zijn de OZB-tarieven 2013 door de raad vastgesteld. Daarbij is ook rekening gehouden met de waardeontwikkelingen van de woningen en de bedrijven tussen de waardepeildatum van 1 januari 2011 en 1 januari 2012. De lagere opbrengst (1% van de totaalopbrengst) is het gevolg van bijstellingen als gevolg van effecten gehonoreerde bezwaren tegen de vastgestelde WOZ-waarde. - 76 -
Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Reinigingsrecht wordt geheven voor het ophalen van klein bedrijfsafval. Overschotten en tekorten op dit onderdeel worden vereffend met de voorziening afvlakking tarieven reinigingsheffingen. Deze voorziening bood nog voldoende ruimte om ook in 2013 onder het tarief te blijven dat eigenlijk nodig is om alle kosten te dekken (€ 139). Met een aanwending van € 202.000 in 2013 kon het jaartarief net als de afgelopen jaren nog steeds worden gehandhaafd op het niveau 2007 (€ 128). De totale opbrengst van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten bleef in 2013 achter ten opzichte van de raming (1,6% resp. 4,8%). Absoluut gezien doet de grootste afwijking zich voor bij de afvalstoffenheffing; dit wordt met name veroorzaakt door de toename van leegstand bij woningen. Het absolute verschil bij de reinigingsheffing is te verwaarlozen. Zie de tabel hierboven. Rioolheffing De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Hierdoor kan de gemeente naast de zorg voor het riool tevens voorzieningen bekostigen die het mogelijk maken in te spelen op de zorg voor het hemelwater en grondwater binnen de gemeente. Een belangrijk deel van deze nieuwe zorgtaken is in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) opgenomen. Gezien de stand van de reserve rationeel rioolbeheer heeft de gemeenteraad -net als in 2011 en 2012besloten ook voor 2013 van tariefverhoging af te zien. De opbrengst rioolheffingen (eigenaren en gebruikers) is 0,8% lager uitgevallen dan vooraf was ingeschat. Net als bij de afvalstoffenheffing wordt dit met name veroorzaakt door een toename van leegstand. Omgevingsvergunningen: onderdeel bouwen Eind 2013 zijn nog enkele grotere bouwplannen in behandeling genomen. Reden waarom uiteindelijk meer leges zijn ontvangen dan ingeschat (+2,5%). Secretarieleges Onder de verzamelnaam secretarieleges zijn met name de opbrengsten verantwoord van vergunningen bijzondere wetten, rijbewijzen, reisdocumenten, drank- en horecavergunningen, naturalisatieverzoeken, burgerlijke stand (waaronder huwelijksleges) en vergunningen op grond van de wet op de ruimtelijke ordening (WRO). De lagere opbrengst (-/- 0,5%) is ook absoluut gezien te verwaarlozen. Parkeerbelastingen In het centrum van Cuijk gold in 2013 het volgende parkeerregiem: betaald kort parkeren in de winkelstraten en een parkeerduurbeperking in de directe omgeving van het centrum door middel van een blauwe zone. Omdat minder vaak gebruik is gemaakt van betaald parkeren blijft de gerealiseerde opbrengst achter bij de raming (-/- 18,7%). Hondenbelasting In 2013 zijn de tarieven gehalveerd en vanaf 2014 wordt geen hondenbelasting meer geheven. De werkelijke opbrengst 2013 is lager dan de raming (-/- 10,4%) vanwege het feit dat minder honden zijn aangemeld en ook geen controles meer zijn uitgevoerd. Reclamebelasting In 2013 is reclamebelasting ingevoerd. Als heffingsmaatstaf geldt de WOZ-waarde. De opbrengst van de reclamebelasting is na aftrek van de perceptiekosten (€ 5.000) via een subsidie beschikbaar gesteld aan de Stichting Centrummanagement Cuijk. Deze stichting heeft als doel de aantrekkelijkheid van het centrumgebied van Cuijk te vergroten door het benutten van de specifieke kwaliteiten, om zo meer bezoekers te trekken, hogere bestedingen te genereren, de verblijfsduur te verlengen en de bezoekers vaker te laten terugkomen. De werkelijke opbrengst 2013 is lager dan de raming (-/- 14,1%) vanwege WOZwaardes die zijn verlaagd en de wettelijke vrijstelling van de woondelen bij de waardebepaling van woon-/winkelpanden.
- 77 -
Graf- en begrafenisrechten Graf- en begrafenisrechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Het gaat hierbij om de gemeentelijke begraafplaatsen Haps, Hanshof en Kouwenberg. De tarieven zijn in 2013 met 5% verhoogd om de kostendekking te verbeteren (=raadsbesluit van 10 november 2011). De lagere opbrengsten (-/- 5,7%) zijn onder andere veroorzaakt door een afname van het aantal begravingen (meer crematies) en te veel geraamde opbrengsten wegens verlengingen van het grafrecht. Toeristenbelasting Deze belasting wordt via de nachtverblijfbiedende ondernemers geheven. De ondernemers mogen deze weer verhalen op degene die verblijf houdt. De netto-opbrengst uit deze belasting wordt ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Er was geen aanleiding voor verhoging van het tarief. De lagere opbrengst (-/- 7,4%) wordt veroorzaakt door een afname van het aantal overnachtingen. Scheepvaartrechten (met name doorvaartrechten) Onder de naam doorvaartrecht is een recht geheven voor het passeren van de keersluis bij het invaren van de haven. De opbrengsten zijn hoger uitgevallen (+ 17,2%) in verband met een hogere invoer door een ontzander dan was ingeschat.
Lastendruk Het totaalbedrag van de gemeentelijke belastingaanslag 2013 voor een gemiddeld huishouden, de zogenaamde lastendruk, was voor een huurder even hoog als die in 2012. Voor een eigenaar/ bewoner bleek de lastendruk gemiddeld 1% hoger. Het ging daarbij met name om de effecten van de verhoging van het OZB-tarief met 2,76%. De tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn in 2013 niet verhoogd ten opzichte van 2012.
Algemene actuele ontwikkelingen Macronormen OZB 2013 De macronorm voor 2013 was 3%. De overschrijding van de macronorm 2012 is verrekend met de macronorm van 2013. De reële macronorm, rekening houdend met de vermindering bedraagt 2,76%. Met de vastgestelde verhoging van de OZB-tarieven met 2,76% is onze gemeente binnen deze macronorm gebleven.
Kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke belastingen Belastingschuldigen kunnen kwijtschelding van (bepaalde) gemeentelijke belastingen aanvragen. Voor het antwoord op de vraag of een belastingschuldige voor kwijtschelding in aanmerking komt, toetst de gemeente aan de hand van door de belastingschuldige verstrekte gegevens het vermogen en het inkomen. De toets werd handmatig uitgevoerd. Het geautomatiseerd kwijtschelden van belastingen levert gemeenten en aanvragers een administratieve lastenverlichting op. De gemeente Cuijk maakt vanaf oktober 2008 gebruik van de diensten van de Stichting inlichtingbureau die deze toets uitvoert en de gemeente daarover advies geeft. Betrokkenen hebben begin 2013 bericht gekregen of al dan niet automatisch kwijtschelding wordt verleend. De kwijtscheldingsnormen in Cuijk zijn ruim. Dit betekent dat in principe alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm) of lager bedraagt, in aanmerking komen voor kwijtschelding. Vermogensbestanddelen en bovenmatige aflossingsverplichtingen aan andere schuldeisers kunnen kwijtschelding in de weg staan.
- 78 -
In verband met wijzigingen op het terrein van de kosten van kinderopvang en nieuwe normen voor 65-plussers heeft uw raad op 17 december 2012 een nieuwe/integrale verordening kwijtschelding vastgesteld welke in 2013 is toegepast. Kwijtschelding kan alleen worden verleend als het een aanslag betreft voor afvalstoffenheffing, rioolrechten en hondenbelasting (alleen voor de eerste hond). Bij de overige heffingen is kwijtschelding uitgesloten. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste kwijtscheldingsgegevens over 2013 opgenomen. begroot 2013 realisatie 2013 aantal toekenningen bedrag aantal toekenningen bedrag 360 € 74.000 378 € 73.000 N.b.: in 2013 zijn relatief veel kwijtscheldingsverzoeken binnengekomen voor aanslagen die later in het jaar zijn opgelegd. Het gaat dan om mensen die pas in de loop van 2013 in Cuijk zijn komen wonen of door een andere mutatie pas later in het jaar een aanslag hebben ontvangen. Deze personen hebben een relatief laag aanslagbedrag opgelegd gekregen. Dit is de verklaring voor het feit dat meer kwijtscheldingsverzoeken zijn toegekend dan geraamd terwijl in totaliteit een lager bedrag aan kwijtscheldingen is verleend.
Conclusie Met deze paragraaf is beoogd de relevante verantwoordingsinformatie die met de gemeentelijke belastingen en heffingen in 2013 te maken heeft op één plaats te concentreren.
- 79 -
- 80 -
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN Inleiding Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiële tegenvallers op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn gesloten. In schema: Weerstandsvermogen: Risico’s
Weerstandscapaciteit
Relatie
Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar zelf, maar ook voor de meerjarenramingen. In navolging van de bouwgrond exploitatie (BGE) zijn de algemene risico’s financieel in beeld gebracht. Een weging heeft plaatsgevonden van de mate van het afbreukrisico en de kans dat zich het risico zal voordoen. Op basis van deze weging zal jaarlijks worden afgewogen hoe groot de minimale weerstandscapaciteit moet zijn. Dan zal duidelijk zijn of de vastgestelde ondergrens van € 7.500.000 toereikend is dan wel een onnodige claim legt op de algemene middelen.
Beleid weerstandsvermogen Hoe hoog het weerstandsvermogen van een gemeente moet zijn, of welke algemene norm hiervoor gehanteerd kan worden, is niet eenduidig te beantwoorden. Dit komt omdat de risico’s die gemeenten lopen onderling verschillen. Vanuit het provinciaal toezicht zijn hiervoor ook geen gerelateerde normen gegeven. De provincie ziet er wel op toe, dat de algemene en vrije reserves een bepaalde omvang hebben. In de herziene beleidsnotitie reserves en voorzieningen Cuijk 2009 heeft de raad voor de algemene reserve een minimale omvang van € 7,5 miljoen vastgesteld. Het gevoerde beleid ten aanzien van het weerstandsvermogen bestaat uit een periodieke risicoanalyse op diverse beleidsterreinen.
Weerstandscapaciteit De gemeente beschikt/kan beschikken over diverse middelen om niet voorziene financiële tegenvallers te dekken. Te denken aan; de in de begroting opgenomen ruimte in de stelpost onvoorziene uitgaven; het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve; de onbenutte belastingcapaciteit; de stille reserves, zijnde die activa waarvan de boekwaarde lager is dan de werkelijke waarde en die direct verkoopbaar zijn.
- 81 -
Weerstandscapaciteit Cuijk (bedragen x € 1.000)
Jaarrekening
begroting
2013
2013
Weerstandscapaciteit exploitatie: Onbenutte belastingcapaciteit:
OZB
0
823
Afvalstoffenheffing
0
202
Rioolrechten
0
0
Onvoorzien
0
50
Totaal structureel
0
1.075
Weerstandscapaciteit vermogen: Rekeningsresultaat 2013 Vrij aanwendbare reserves Stille reserves
1.233
0
17.188
18.763
9.639
9.660
Totaal incidenteel
28.060
28.423
Totaal weerstandscapaciteit
28.060
29.498
Risico's Hieronder wordt een overzicht gegeven van de risico’s die de financiële positie van onze gemeente kunnen beïnvloeden. Het inzicht in de potentiële risico’s geeft een beter fundament voor het oordeel over de financiële positie. Een risico kan worden omschreven als het gevaar voor schade of verlies tengevolge van interne en/of externe omstandigheden waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen omdat het niet mogelijk is een redelijke inschatting van het bedrag van de schade of het verlies te maken. Om een evenwichtig financieel beleid te kunnen voeren is het van belang dat periodiek een zo breed mogelijke analyse wordt opgesteld van de gevaren die kunnen leiden tot verstoringen van het (meerjarige) budgettaire beeld. Een risicoanalyse, onderdeel van risicomanagement, is hiervoor een geschikte methode.
Kans en gevolg Voor wat betreft de kans dat een risico zich daadwerkelijk voordoet, wordt uitgegaan van de volgende tabel:
1. 2. 3. 4. 5.
Kans Zelden Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Bijna zeker
waarde tussen 0 – 20% 20 – 40% 40 – 60% 60 – 80% 80 – 100%
is gemiddeld 10% 30% 50% 70% 90%
Door middel van een toetsing met de beschikbare middelen en het aanwezig financieel weerstandsvermogen kan een evenwichtiger beeld wordt gevormd van de financiële positie van een gemeente en de ontwikkeling daarvan. De risico’s kunnen worden ingedeeld in: risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid; risico’s voortvloeiend uit het beleid van een andere overheid; risico’s voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten of instanties; risico’s voortvloeiend uit het doen/nalaten van derden; risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente niet te beïnvloeden (autonome) ontwikkelingen.
- 82 -
Risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid. Onderwerp Gewaarborgde geldleningen
Risicobeschrijving De gemeente staat garant voor een aantal leningen. Deze gewaarborgde leningen betreffen de zorgsector (1 lening) en diverse plaatselijke sport- en culturele verenigingen. De risico’s die de gemeente op dit gebied loopt zijn zeer moeilijk in te schatten. Het bedrag aan gewaarborgde geldleningen bedraagt afgerond € 1.967.000 Kans Zelden
Maximaal risico € 1.967.000
Onderwerp Gemeentelijke bouwgrondexploitaties (BGE)
Maximaal risico Voor de risico’s binnen de grondexploitatie is een reserve gevormd ter grootte van 4,8 miljoen (zie paragraaf grondbeleid)
Risicobeschrijving Voor de jaarrekening 2013 zijn alle grondexploitaties geactualiseerd. Alle met het beleidsproduct bouwgrondexploitatie gepaard gaande risico’s zijn geanalyseerd voor alle lopende projecten. Voor een nadere opsomming en analyse van de risico’s wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid en het vertrouwelijke scenariooverzicht waarin de uitkomsten van het meest realistische, een pessimistisch en een optimistisch scenario zijn gepresenteerd. De scenario-analyse is de basis voor het berekenen van de hoogte van de benodigde risicoreserve. Kans
Onderwerp Samenwerking in het Land van Cuijk bij de uitgifte van bedrijventerreinen. Bij de vaststelling van het Bestemmingsplan Regionaal Bedrijvenpark Laarakker (RBL) in de raad van 15 juli 2009 heeft u kennis kunnen nemen van het ‘Exploitatieplan Regionaal bedrijvenpark Laarakker’, d.d. 7 juli 2009.
Risicobeschrijving In het exploitatieplan wordt bevestigd dat de gemeente voor 50% aandeelhouder is en de aansprakelijkheid is beperkt tot de hoogte van het ingebrachte vermogen. Voor de omvang van de boekwaarde, risico’s, voorzieningen en reserves verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid waarin deze informatie is opgenomen.
Maximaal risico Voor de risico’s binnen de grondexploitatie is een reserve gevormd ter grootte van € 4,8 miljoen (zie paragraaf grondbeleid)
Kans
Onderwerp Voorfinanciering kosten project Dommelsvoort Conform de in 2006 met het Consortium JV Dommelsvoort vof afgesloten ontwikkelingsen realisatieovereenkomst worden diverse kosten voor de ontwikkeling van het project
Risicobeschrijving Voor de voorfinanciering houdt onze gemeente een speciale projectadministratie bij. Voor de omvang van de boekwaarde, risico’s, voorzieningen en reserves verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid waarin deze
- 83 -
voorgefinancierd. Maximaal risico Voor de risico’s binnen de grondexploitatie is een reserve gevormd ter grootte van 4,8 miljoen (zie paragraaf grondbeleid)
informatie is opgenomen. Kans
Onderwerp Saneringskosten gronden centrum Cuijk De gemeente Cuijk heeft in het verleden twee panden verkocht in de Molenstraat aan een derde. Maximaal risico € 375.000
Risicobeschrijving De gemeente is een verplichting aangegaan met betrekking tot de mogelijke kosten voortvloeiende uit de sanering van de grond.
Onderwerp Afwaarderen panden in eigendom De gemeente heeft verschillende panden in bezit die op de nominatie staan verkocht te worden. Deze panden hebben een grotere boekwaarde dan waarde in het economisch verkeer. Maximaal risico € 400.000
Risicobeschrijving Wanneer panden niet worden verkocht dan stijgt de waarde van een pand door de rentebijschrijving. In deze tijd van economische crisis en waardedaling van onroerend goed heeft dit in een aantal situaties geleid tot (te) hoge boekwaarden. Kans Mogelijk
Onderwerp Gebouwenbeheer
Risicobeschrijving Door de bezuinigingstaakstelling en de vele mutatie in het beheer van de panden (wel dan niet verkopen, matige en onduidelijk verhuurconstructies) wordt het onderhoud maar beperkt uitgevoerd. Uitstel van onderhoud betekent in de meeste gevallen dat bij een ingreep meer geld betaald moet worden en dus op termijn meer zal gaan kosten. Kans Waarschijnlijk
Maximaal risico € 50.000
Kans Mogelijk
Risico’s voortvloeiend uit het beleid van een andere overheid.
Onderwerp Wachtgeldrisico voor bestuurders
Maximaal risico pm
Onderwerp Algemene uitkering gemeentefonds
Risicobeschrijving Het risico voor wachtgeld ligt bij de gemeente. De wet- en regelgeving (APPA) gaat uit van het loopbaanprincipe. Dit betekent dat het “arbeidsverleden” als bestuurder in een andere gemeente meetelt bij de bepaling van de hoogte en duur van wethoudersuitkeringen. Kans Waarschijnlijk
Risicobeschrijving De verslechterde economische situatie heeft zijn weerslag op de hoogte van de algemene - 84 -
De gemeentelijke inkomsten bestaan voor een groot gedeelte uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het is daarom van groot belang dat de gemeente tijdig een beeld heeft van de omvang van de uitkering. Jaarlijks informeert het rijk ons over de ontwikkelingen van het gemeentefonds via de circulaires. De fluctuaties in dit fonds hangen samen met macro-economische ontwikkelingen en zijn door ons als gemeente niet te beïnvloeden.
Maximaal risico € 615.000
uitkering en vormt een groot extra financieel risico voor de komende jaren. Het effect van de benodigde extra bezuinigingen op de omvang van het gemeentefonds is nog niet bekend. Verwachting was dat in de septembercirculaire 2013 meer duidelijkheid zou worden geboden over de ontwikkeling van het gemeentefonds. Dat is niet gebeurd. Daarom wordt uitgegaan van de aanname dat voor 2014 e.v. mogelijk € 6 miljard wordt bezuinigd. Voor Cuijk zou dit een structurele korting van ongeveer € 615.000 kunnen betekenen Kans Bijna zeker.
Onderwerp Invoering transitie jeugdzorg
Risicobeschrijving De transitie jeugdzorg gaat gepaard met een bezuiniging. De financiële risico’s worden zoveel mogelijk beperkt door in gesprek te gaan met de uitvoerders. Bij onderdelen kunnen wettelijk geen budgetplafonds worden aangegeven, wat een financieel risico met zich meebrengt.
Maximaal risico € 175.000
Kans Mogelijk
Onderwerp Wet werk en bijstand (I-Deel) / Wet werken naar vermogen
Risicobeschrijving De inkomsten komen (niet-geoormerkte doeluitkering) van het rijk. De kosten zijn afhankelijk van de ingediende aanvragen en verstrekte uitkeringen. Deze zijn zo goed mogelijk ingeschat, maar blijven onzeker. De verschraling van de voorliggende voorzieningen WW en WAO/WIA leidt tot een sneller en groter beroep op bijstand. Het risico voor de gemeenten is niet beperkt Gezien de aanhoudende tegenvallende werkloosheidscijfers is het zeer waarschijnlijk dat de gemeente geconfronteerd wordt met hogere uitkeringslasten. Kans Mogelijk
Maximaal risico € 750.000
Onderwerp Chemische onkruidbestrijding op verhardingen:
Maximaal risico € 75.000
Risicobeschrijving Het onkruid op de verhardingen wordt momenteel chemisch bestreden. Vanaf 2015 komt hier mogelijk een landelijk verbod op. Alternatieve onkruidbestrijding is echter veel duurder.Het verbod op het gebruik van glyfosfaten gaat bijna zeker ingevoerd worden. Kans Bijna zeker
- 85 -
Onderwerp Inhuur personeel van derden.
Risicobeschrijving In het recente verleden was het de taak van de aannemer en/of uitzendbureau te onderzoeken of van derden ingehuurd personeel bevoegd was om in Nederland te werken. Op grond van de Wet ketenaansprakelijkheid is de gemeente verplicht dit onderzoek thans zelf uit te voeren in het geval van inleen van personeel van derden. Een risico vormt de boete die de Arbeidsinspectie de gemeente kan opleggen in het geval van een geconstateerde overtreding waarbij geen verhaal op de aannemer mogelijk is. Kans Zelden
Maximaal risico € 10.000 per werknemer
Risico’s voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten of instanties. Onderwerp Deelnemingen in gemeenschappelijke regelingen
Risicobeschrijving De gemeente loopt financiële risico’s in gemeenschappelijke regelingen. Voor zover daarvan sprake is worden deze toegelicht in de paragraaf ‘verbonden partijen’. Kans Onwaarschijnlijk
Maximaal risico € 140.000
Onderwerp Samenwerking Meander, In de bezuinigingsoperatie 2010-2014 zijn taakstellingen opgenomen voor onder andere de instellingen Meander. Op basis van samenwerkingsovereenkomsten wordt over de taakstelling overleg gevoerd met die instellingen en de deelnemende gemeenten.
Maximaal risico € 800.000
Risicobeschrijving I.v.m. de bezuiniging bij Meander hebben wij in 2012 een compensatiesom van € 21.000 betaald. In de afronding m.b.t. de Meander lopen nog een aantal rechtspositionele kwesties. Dat kan leiden tot een claim van maximaal € 800.000 Naar gelang de afwikkeling langer loopt is de kans op natuurlijk verloop groter en zal de schadelast lager zijn. Kans Waarschijnlijk
Risico’s voortvloeiend uit het doen/nalaten van derden
Onderwerp Naheffing Afvalinzameling
Risicobeschrijving Jaarlijks betalen de gemeente Cuijk, Grave en Mill een bedrag voor de afvalinzameling. Het restafval wordt verwerkt door Attero. Hiervoor is een langdurig contract afgesloten met deze partij. Hierin staat een jaarlijkse volumeplicht voor alle Brabantse gemeenten in opgenomen. Sinds 2011 wordt aan deze volumeplicht niet meer voldaan. De mogelijkheid bestaat dat Attero een naheffing oplegt aan de Brabantse gemeenten omdat ze te weinig restafval hebben aangeleverd de
- 86 -
Maximaal risico over 2011-2017 totaal: € 400.000 (worst case € 1.100.000)
Onderwerp Afnameverplichting kavels In het kader van bedrijfsverplaatsing heeft de gemeente zich garant gesteld tot afname van vier kavels indien de ondernemer zelf zijn kavels niet kan verkopen.
Maximaal risico € 375.000
afgelopen jaren (over de periode 2011-2017) Voor Cuijk, Mill en Grave is door Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel (BCA) berekend wat de boete mogelijk kan zijn. Verwacht wordt dat de positieve saldo’s van de BCA over 2013, 2014 en de reservering in de begroting 2015 voldoende zullen zijn om de reëel veronderstelde naheffing te kunnen financieren. De gemeenten hoeven dan geen eigen middelen in te zetten om de naheffing te betalen. Overigens is nog niet duidelijk of gemeenten überhaupt de naheffing moeten betalen. Hierover vindt nog overleg plaats. Kans Mogelijk
Risicobeschrijving Dit leidt tot een afnameplicht van de grond. Echter de gemeente krijgt hier bezit voor terug. Dit zal derhalve niet leiden tot een financieel nadeel. Echter door het bijschrijven van rente en de dalende prijzen kan afboeking bij verkoop in de toekomst wel leiden tot een financieel nadeel. Kans Onwaarschijnlijk
Risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente niet te beïnvloeden (autonome) ontwikkelingen.
Onderwerp Schadeclaims als gevolg van klimaatontwikkelingen
Maximaal risico Variabel (er ligt thans een claim van circa € 150.000 voor een geval).
Risicobeschrijving De gemeente wordt steeds vaker aansprakelijk gesteld voor schades die ontstaan als gevolg van klimaatontwikkelingen (intensievere buien met meer neerslag die de riolering niet kan verwerken.) Kans Mogelijk
- 87 -
Inschatting risico’s Bij het inschatten van de risico’s is rekening gehouden met het maximale bedrag van het risico en de kans dat dit zich voor doet. De inschatting van de hiervoor genoemde risico’s levert het onderstaande beeld op. Risicoanalyse Omschrijving risico
I/S
max. risico in €
kans
Berekend risico
Gewaarborgde geldleningen Saneringskosten gronden centrum Cuijk Afwaarderen panden in eigendom Gebouwenbeheer Wachtgeldrisico voor bestuurders Invoering transitie jeugdzorg Wet werk en bijstand (I-deel) / Wet werken naar vermogen Inhuur personeel van derden Meander Naheffing afvalinzameling Afname verplichting kavels Schadeclaims agv klimaatontwikkeling Totaal incidentele risico's
I I I I I I
1.967.000 375.000 400.000 50.000 pm 175.000
10% 50% 50% 70% 70% 50%
196.700 187.500 200.000 35.000 pm 87.500
I I I I I I
750.000 10.000 800.000 400.000 375.000 150.000 5.452.000
50% 10% 70% 50% 30% 50%
375.000 1.000 560.000 200.000 112.500 75.000 2.030.200
Algemene uitkering gemeentefonds Chemische onkruidbestrijding op verhardingen Deelnemingen in gemeenschappelijke regelingen Totaal structurele risico's
S S S
615.000 75.000 140.000 830.000
90% 90% 30%
553.500 67.500 42.000 663.000
Benodigde weerstandscapaciteit
6.282.000
2.693.200
Conclusie Op basis van de geïnventariseerde risico’s en de kansberekening dat deze risico’s zich daadwerkelijk voor zullen doen is berekend dat het benodigde weerstandsvermogen € 2.693.200 bedraagt. Er is op dit moment in de algemene reserve € 17.188.000 beschikbaar en de benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 6.282.000. Het weerstandsvermogen wordt daarom ruim voldoende geacht voor de opvang van de nu bekende risico’s. De door de raad vastgestelde minimum grens van de algemene reserve van € 7.500.000 is hoger dan het bovengenoemde berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.
- 88 -
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Algemeen De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare ruimte. In die ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats op het gebied van wonen, werken en recreëren. Voor deze activiteiten bestaat de openbare ruimte uit een aantal kapitaalgoederen dat als volgt kan worden gerubriceerd: - Infrastructuur (wegen, water, riolering, kunstwerken); - Voorzieningen (groen, verlichting, sportfaciliteiten); - Gebouwen. Al deze kapitaalgoederen moeten onderhouden worden. Gezien de eindige duurzaamheid van die kapitaalgoederen is dat onderhoud een gemeentelijke activiteit die continu budgettaire middelen vergt. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen bij de begroting zijn de kaders gesteld voor het onderhoud van de materiële vaste activa (zoals schoolgebouwen, wegen, riolering etc.). In deze paragraaf wordt ingegaan op de realisatie van het vastgestelde beleid. De feitelijke totale omvang van de materiële activa bedraagt per 31 december 2013 € 66 miljoen. In 2013 hebben de totale uitgaven voor beheer en onderhoud met betrekking tot het openbare gebied € 2,9 miljoen (exclusief investeringen) bedragen. Daarnaast werd er in 2013 tot een totaalvolume van € 10,5 miljoen voor investeringen beschikbaar gesteld, waarvan ultimo 2013 € 4 miljoen was besteed. De volgende tabel laat zien hoe deze bedragen zijn opgebouwd. (bedragen x € 1.000) exploitatie Omschrijving
begroting
Onderhoud wegen Onderhoud straatmeubilair Onderhoud openbare verlichting
investeringen
rekening
begroting
725
721
19
27
112
107
Bebording en bewegwijzering
22
30
Beheer en onderhoud watergangen
23
21
1.079
997
rekening
3.318
1.525
144
67
Onderhoud/renovatie groenvoorzieningen/ bomenbeheer Rioolbeheerplan Dagelijks beheer rioleringen Speelterreinen Gebouwen
290
282
64
64
306
306
195
153
Onderwijshuisvesting Kraaijenbergse en Heeswijkse Plassen Onderhoud haven, loswal en passantenhaven Sportaccommodaties (binnen en buiten) Jeugdaccommodaties
17
13
107
105
3
4
Monumenten
63
12
Beeldentuin – toeristische/recreatieve projecten
15
11
Onderhoud begraafplaats
59
61
3.099
2.915
Totaal
- 89 -
696
154
2.496
1.161
303
68
2.274
649
460
0
490
356
331
63
10.513
4.043
Beschrijving per soort kapitaalgoed/beheerplan Het kwantificeren dan wel in kaart brengen van de financiële/budgettaire risico’s van beheerplannen, mede ter bepaling van het adequate niveau van de daarvoor aan te houden voorzieningen, is een vereiste. De beheerplannen omvatten een periode van maximaal 4 jaar. Daarna volgt een grondige actualisatie en een hernieuwde vaststelling door de raad. De jaarlijkse uitvoering vindt plaats op basis van operationele jaarplannen. De afgelopen jaren zijn door de raad, vooral ter beperking van de risico’s op de middellange en langere termijn, diverse beheerplannen vastgesteld. Wij noemen in dit verband: Beheerplan
Vastgesteld
Cyclus
Herziening
Rationeel rioolbeheer (VGRP)
Rbs
2009
4 jaar
2015 *
Rationeel wegbeheer
Rbs
2009
4 jaar
2014
Rationeel gebouwenbeheer
Rbs
2012
4 jaar
2016
Rationeel groen- en bomenbeheer
Rbs
2005
4 jaar
2014
Rbs
2005
4 jaar
2013
reconstructie schoolgebouwen
Rbs
2010
4 jaar
2013**
Beheerplan Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas
Rbs
2009
4 jaar
2013
Beheerplan openbare verlichting (groepsremplace/schilderen) Groot onderhoud schoolgebouwen/uitbreiding en
* in 2012 is de looptijd verlengd i.v.m. samenwerking CGM ** wordt 2014 i.v.m. doordecentralisatie onderhoud onderwijs
Aan het eind van elk jaar wordt volgens een bepaald patroon per beheerplan over de voortgang c.q. afloop gerapporteerd om een bestuurlijke toets achteraf mogelijk te maken. Bovendien wordt daarmee een extra bijsturingsmoment gecreëerd. De beheerplannen zullen vanaf de eerstvolgende herziening eveneens een meer gedetailleerde confrontatie tussen voor- en nacalculatie van de verschillende onderhoudsprojecten mogelijk moeten maken.
- 90 -
Specificatie per beheerplan Naam beheerplan Naam voorziening
Verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) Rationeel rioolbeheer
Jaar van raadsvaststelling Actualisatie voorzien in
2009 2014
Te onderhouden kapitaalgoederen: Het volledige rioleringsstelsel, bestaande uit buizen, putten, overstortputten, pompen, kolken en bergbezinkbassins. Doel: De bescherming van de volksgezondheid, het waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving en de bescherming van bodem- grond- en oppervlaktewater zijn de gestelde doelen voor de komende periode. Operationele onderzoeks- en maatregelenplannen voor de komende twee jaar worden opgesteld. De kostendekking van het rioleringsbeheer wordt continu bewaakt. Zo nodig worden tariefaanpassingen in de rioolheffing voorgesteld en doorgevoerd. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Onderhouds- en reconstructiewerkzaamheden worden uitgevoerd volgens het beheerplan, uitgaande van optimalisatie van het onderhoudsniveau in relatie tot de beschikbare financiële middelen en in afstemming met de renovatiewerkzaamheden van het rioolbeheer. Verder wordt er tegenwoordig op basis van het Bestuursakkoord Water, nauw samengewerkt met de overige gemeenten in het Land van Cuijk en met het waterschap Aa en Maas. Financiële consequenties beleidsdoel: Volgens de berekeningen in het VGRP 2009-2015, is met de vervanging/verbetering van de riolering in de periode 2013 tot en met 2014 ongeveer € 2,9 miljoen gemoeid. De totale vervangingswaarde van de riolering is becijferd op € 76 miljoen exclusief btw doch inclusief milieumaatregelen en eventuele verbeteringen. Genoemde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 2012. Naast de vervangingskosten van het rioolstelsel worden er ook kosten gemaakt voor operationele onderzoek- en maatregelenplannen, zoals beheer van het stelsel, onderzoek naar het functioneren van het stelsel, aanleg van extra bergingscapaciteit om wateroverlast te voorkomen en de realisering van nieuwe milieumaatregelen. De in stand houdingskosten over de planperiode 2009 tot en met 2068 bedragen ongeveer € 85 miljoen (prijspeil 2009). Financiële consequenties in de jaarrekening: Vanuit het beleidstandpunt, dat de gemeentelijke beleidstaak rioleringen in financiële zin een gesloten systeem dient te zijn, vindt kostendekking geheel plaats door inning van een rioolheffing (eigenaren en gebruikers). Alle kostenontwikkelingen op deze beleidstaak worden dan ook in de tarieven rioolheffing meegenomen (zie paragraaf lokale heffingen). Op 9 november 2009 is door de raad het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) Cuijk 2009 -2012 vastgesteld. In de vergadering van 17 december 2012 hebt u besloten om de looptijd van dit plan met 2 jaar te verlengen tot en met 2015. Dit in verband met de op handen zijnde ambtelijke samenwerking tussen de gemeenten Cuijk, Grave en Mill & St. Hubert, met als doel om in 2015 een gezamenlijk VGRP op te stellen voor het Land van Cuijk. Het vastgestelde VGRP heeft gediend als basis om de voorziening te actualiseren en af te stemmen op de nieuwe voorschriften. Bij het opmaken van de jaarrekeningen 2009 tot en met 2011 bleek dat de voorziening te hoog was. De overschotten zijn vrijgevallen en vervolgens gestort in de reserve rioolbeheer. Voor 2012 is het voordeel van € 357.000 ten gunste van de exploitatie gebracht. Per ultimo 2013 dient voor een sluitende exploitatie op rioolbeheer de voorziening voor een bedrag van € 175.000 te worden aangewend. Deze reserve rioolbeheer bedraagt per 31 december 2013 € 2.228.000. De stand van de voorziening rationeel rioolbeheer bedraagt eind 2013 € 145.000. Stand van zaken planuitvoering: Het reguliere (vaak periodieke) onderhoud, zoals het reinigen van de riolering, het schoonmaken van de kolken en het onderhoud aan drukrioleringspompen en gemalen verloopt volgens planning. Sinds 1 juli 2013 wordt het onderhoud aan de gemalen tot tevredenheid uitgevoerd door de technische dienst van het waterschap Aa en Maas. De vervangingsinvesteringen lopen enigszins achter op het schema vanwege de afstemming met andere werken. Het mag niet zo zijn dat twee belangrijke wegen gelijktijdig worden afgesloten. Op 10 juni 2013 is de raad bij vaststelling van het operationeel programma rioleringen 2013-2014 geïnformeerd over de voortgang van de geplande werkzaamheden in de afgelopen periode en over de nog uit te voeren werkzaamheden in 2013 en 2014. In 2012 is een hernieuwde doorrekening uitgevoerd met betrekking tot de financiële dekking van het rationeel rioolbeheersplan 2009-2012 waarbij rekening is gehouden met de nieuwe planning m.b.t. de uitvoering. Hierbij is ook het verloop van de voorziening rationeel rioolbeheer, het saldo van de reserve rationeel rioolbeheer en de ontwikkeling van de tarieven betrokken. Vooralsnog bestaat er geen aanleiding om de rioolheffing te verhogen. Op 10 juni 2013 heeft de raad ingestemd met de heffingsberekening. In 2014 wordt een begin gemaakt met het opstellen van het VGRP Land van Cuijk. Hierin wordt onder meer aandacht geschonken aan het waterspoor en de mogelijke besparingen door samen te werken. Programma begrotingsjaar: Het onderhoudsprogramma wordt via een afzonderlijk voorstel aan de raad voorgelegd evenals het vervangingsschema.
- 91 -
Naam beheerplan Naam voorziening
Rationeel wegbeheer Rationeel wegbeheer
Jaar van raadsvaststelling Actualisatie voorzien in
2009 2014
Te onderhouden kapitaalgoederen: Alle bestaande wegverhardingen inclusief bermen. Doel: Uitvoering onderhoudswerkzaamheden. Optimalisatie van het onderhoudsniveau in relatie tot de beschikbare financiële middelen. Er voor waken dat het achterstallig onderhoud binnen de planperiode beperkt blijft tot circa 5%. Afstemming met de renovatiewerkzaamheden van het rioolbeheer en diverse plannen in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): In de systematiek van rationeel wegbeheer worden alle werkzaamheden met betrekking tot het onderhoud/het in stand houden van de bestaande verharding opgenomen. Het beleidskader is verwerkt in de hiervoor genoemde doelstellingen en vastgelegd in de nota rationeel wegbeheer Cuijk 2010-2015 te weten: door jaarlijks nagenoeg gelijke investeringen streven naar een doelmatig onderhoud; het gelijkmatig wegwerken van achterstallige onderhoudssituaties; uitgaan van een minimum verantwoord wegbeheer (kwaliteitsniveau 6 – op een schaal van 1-10). Financiële consequenties beleidsdoel: Het rationeel wegbeheerplan Cuijk 2010-2015 is in november 2009 door de raad vastgesteld. De stand van de voorziening per ultimo 2013 bedraagt € 462.000. Financiële consequenties in de jaarrekening: In de rekening 2013 is conform begroting een bedrag van € 538.000 gestort in de voorziening. Ten laste van de voorziening is in totaal ruim € 470.000 uitgegeven. Voor regulier onderhoud was in de exploitatie € 105.000 beschikbaar en werd werkelijk € 105.000 uitgegeven, voor calamiteitenonderhoud was € 76.000 beschikbaar en werd € 78.000 uitgegeven. Stand van zaken planuitvoering: Het geplande onderhoud over 2013 is nagenoeg in zijn geheel uitgevoerd. Het restant van deze werkzaamheden zal in het voorjaar van 2014 worden uitgevoerd. De raad wordt middels een afzonderlijke rapportage van de stand van zaken op de hoogte gesteld middels de jaarlijkse evaluatie over het gevoerde onderhoud. Programma begrotingsjaar: Het onderhoudsprogramma wordt telkens voor een periode van twee jaar via een afzonderlijk voorstel aan de raad voorgelegd.
- 92 -
Naam beheerplan Naam voorziening
Rationeel gebouwenbeheer Rationeel gebouwenbeheer
Jaar van raadsvaststelling Actualisatie voorzien in
2012 2016
Te onderhouden kapitaalgoederen: Gebouwen en kunstwerken zoals viaducten en duikers in eigendom bij de gemeente. Doel: Inzicht geven in de te verwachten onderhoudsuitgaven in de komende jaren, waarbij naar de meest optimale verhouding wordt gestreefd tussen het gewenste kwaliteitsniveau en de beschikbare financiële middelen. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Het beleid is gericht op instandhouding. Daarom is gekozen voor een onderhoudsniveau waarbij uitsluitend het technisch noodzakelijke onderhoud wordt uitgevoerd. (Grote) renovaties en esthetisch onderhoud zijn in de plannen dus niet voorzien. De meerjarenplanning is op 10 september 2012 opnieuw vastgesteld voor de periode 2012 t/m 2016 Financiële consequenties beleidsdoel: Op basis van het gebouwenbeheerplan wordt jaarlijks een bedrag toegevoegd aan de voorziening rationeel gebouwenbeheer. In 2013 € 306.000. Financiële consequenties in de jaarrekening: Het uitvoeringsprogramma 2013 was begroot op € 250.000 In 2013 is € 248.000 uitgegeven. Het restant zal in de loop van 2014 worden uitgevoerd. Met betrekking tot het onderhoud wordt een onderscheid gemaakt in de diverse onderhoudssoorten (dagelijkse klachten, cyclisch en groot onderhoud) teneinde de adequate omvang van de hieraan gerelateerde voorziening te kunnen toetsen. Voor het dagelijkse en klein onderhoud zijn afzonderlijke budgetten in de exploitatie opgenomen. Voor de groot onderhoudsprogramma’s worden jaarlijks door de raad kredieten beschikbaar gesteld. Deze kredieten worden ten laste van de voorziening rationeel gebouwenbeheer gebracht. De stand van de voorziening bedraagt per ultimo 2013 € 478.000 (2012: € 457.000). Stand van zaken planuitvoering: Het onderhoud in 2013 is grotendeels conform planning uitgevoerd. Het betrof in grote lijnen het gebruikelijke onderhoudswerk. Voorts zijn er schilderwerkzaamheden verricht aan de overige gebouwen en is het periodiek onderhoud conform planning uitgevoerd. In verband met een herijking van het gebouwenbeheerplan zijn inmiddels alle gemeentelijke gebouwen geïnspecteerd. Ook is er een meerjaren onderhoudsprogramma opgesteld. De raad zal middels een uitgebreide evaluatie op de hoogte gesteld worden van de uitgevoerde werkzaamheden in 2013. Programma begrotingsjaar: Jaarlijks wordt er een onderhoudsschema opgesteld voor de gemeentelijke gebouwen. Naast jaarlijks terugkerende activiteiten zoals controle van cv-installaties, electriciteitsvoozieningen, brandblusapparatuur, regenwaterafvoeren etc.) worden ook bouwtechnische zaken uitgevoerd ter behoud van de constructieve delen, een en ander om de gebouwen in een adequate onderhoudstoestand te houden. Te denken valt aan schilderwerk, herstel voegwerk, herstel/vernieuwing dakbedekkingen.
- 93 -
Naam beheerplan Naam voorziening
Rationeel groen- en bomenbeheer Niet van toepassing
Jaar van raadsvaststelling Actualisatie voorzien in
2005 2014
Te onderhouden kapitaalgoederen: Plantsoenen, gazons, bermen, landschappelijke elementen en bomen. Doel: Regulier beheer, waaronder begrepen instandhouding en vervanging. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Het groenbeleidsplan is in oktober 2013 door uw raad vastgesteld. In het voorjaar van 2014 zal het groenstructuurplan ter vaststelling worden aangeboden en tenslotte zal daarna het beheerplan worden opgesteld. Het groen- en bomenbeheerplan zal uit drie delen gaan bestaan, een zoneringsplan, een beeldkwaliteitsplan en een onderhoudsplan. In het zoneringsplan zijn de verschillende onderhoudsniveaus uitgewerkt naar locaties en gebieden. Het beeldkwaliteitsplan is kort samengevat een samenhangend pakket van intenties en aanbevelingen en het onderhoudsplan vormt de basis voor het uitvoeringsbestek. Financiële consequenties beleidsdoel: Het beleidsplan kan (in principe) binnen de huidige financiële kaders uitgevoerd worden. Voor het groen en bomenbeheer is geen voorziening gevormd. Financiële consequenties in de jaarrekening: In de begroting 2013 (na wijzigingen) was een bedrag van € 1.079.000 (€ 921.000 voor groenbeheer en € 158.000 voor het bomenbeheer) opgenomen voor dagelijks onderhoud. Uitgegeven werd € 997.000 Het groen- en bomenbeheerplan is in de raad van 11 april 2005 vastgesteld. In het bedrag voor bomenbeheer is ook een budget opgenomen voor het kappen van overlast veroorzakende bomen. Stand van zaken planuitvoering: De onderhoudswerkzaamheden aan de plantsoenen en de laanbeplanting werden conform de planning uitgevoerd. Programma begrotingsjaar: Het onderhoud aan plantsoenen, gazons, bermen, landschappelijke elementen en bomen is conform het vigerende beleidsplan uitgevoerd. Dit betekent, dat de geplande onderhoudsfrequenties gehaald zijn. Voor boombeheer is een meerjaren onderhoudscontract afgesloten.
- 94 -
Naam beheerplan Naam voorziening/ reserve
Groot onderhoud schoolgebouwen/uitbreiding en reconstructie schoolgebouwen Groot onderhoud schoolgebouwen en reserve GIHP
Jaar van raadsvaststelling
2010
Actualisatie voorzien in
2013
Te onderhouden kapitaalgoederen: Onderwijsgebouwen in eigendom (economisch dan wel juridisch) van de gemeente. Doel: Het permanent onderhouden van schoolgebouwen ten behoeve van het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. De uitvoering van investeringsplannen (uitbreiding en reconstructie) komen ten laste van de voor dit doel gevormde reserve gemeentelijk integraal huisvestingsplan (GIHP). Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Onderhoud vindt plaats op grond van concrete aanvragen van schoolbesturen en vanuit meerjarige onderhoudsplannen. Het jaar 2014 staat in het teken van doordecentralisatie van buitenonderhoud van schoolgebouwen. Hierbij zijn we voor een belangrijk deel afhankelijk van landelijke wetgeving. Daarnaast wordt in samenspraak met de schoolbesturen de mogelijkheid van lokaal maatwerk onderzocht. Financiële consequenties beleidsdoel: De kosten van onderwijshuisvesting zijn meerjarig doorgerekend over een periode van 25 jaar. Hierbij is rekening gehouden met een jaarlijkse structurele last van € 500.000 in verband met de mogelijkheid tot doordecentralisatie van het voortgezet onderwijs. Om de structurele lasten van de doordecentralisatie van het voortgezet onderwijs te kunnen dekken, is het noodzakelijk dat vanaf 2009 t/m 2033 structureel jaarlijks € 150.000 wordt gestort in de reserve GHIP. Financiële consequenties in de jaarrekening: Jaarlijks wordt de stand van de voorziening geactualiseerd. Zo nodig wordt ten laste van de exploitatie bijgestort tot het vereiste niveau. Deze storting komt ten laste van de onderwijshuisvestingsbudgetten en wordt gedekt uit de reserve gemeentelijk integraal huisvestingsplan. Het integraal huisvestingsplan onderwijs 2013 is op 17 december 2012 door de raad vastgesteld. De stand van de voorziening groot onderhoud schoolgebouwen bedraagt per 31-12-2013 € 174.000 De reserve GIHP bedraagt per 31-12-2013 € 5.742.000. In het jaar 2014 zal opnieuw een algehele doorrekening van alle huisvestingsbehoeften plaatsvinden, voor zowel onderhoud - als investeringswerken, dit mede in het kader van voornoemd onderzoek doordecentralisatie onderhoud basisonderwijs. Op basis van deze gegevens wordt t.b.v. de begroting 2015 de hoogte van de noodzakelijke reserve (incl. voorziening) en dus de jaarlijkse voeding van de reserve herijkt. Stand van zaken planuitvoering: De onderhoudswerkzaamheden/investeringen worden conform planning uitgevoerd. Programma begrotingsjaar: Het onderhouds- en investeringsprogramma is gebaseerd op de van de scholen ontvangen verzoeken.
- 95 -
Naam beheerplan Naam voorziening
Openbare verlichting Groepsremplace openbare verlichting/ schilderen lichtmasten
Jaar van raadsvaststelling Actualisatie voorzien in
2005 2013
Te onderhouden kapitaalgoederen: Openbare verlichting. Doel: Beheer en onderhoud van de openbare verlichting binnen de gemeentegrenzen. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Het streven is erop gericht het energieverbruik verder terug te dringen door toepassing van energiezuinige lampen en armaturen. Tevens wordt gezorgd voor een (adequaat) verlichtingsniveau op alle openbare wegen en pleinen dat zoveel mogelijk beantwoordt aan de veiligheidseisen en veiligheidsbeleving. Bij de eerstvolgende herziening van het beheerplan moet meer concreet een uitspraak worden gedaan over de adequaatheid c.q. de kwaliteit van het verlichtingsniveau. Financiële consequenties beleidsdoel: Het beleidsplan kan binnen de huidige financiële kaders worden uitgevoerd. Financiële consequenties in de jaarrekening: Het beleidsplan openbare verlichting is door de raad op 9 september 2013 vastgesteld en zal in 2017 worden geactualiseerd. Verder is bij de vaststelling van het beleidsplan afgesproken dat er in de eerste helft van 2014 een nieuw beheerplan zal worden opgesteld. De hoogte van beide voorzieningen moet worden afgestemd op het nieuw vast te stellen beheerplan. De stand van de voorziening schilderwerk lichtmasten bedraagt per 31-12-2013 € 190.000 en van de voorziening groepsremplace openbare verlichting € 58.000. Stand van zaken planuitvoering: Het onderhoud aan de openbare verlichting werd conform de planning uitgevoerd. Programma begrotingsjaar: De programma’s van het schilderwerk en groepsremplace zijn volledig uitgevoerd. De actualisatie van het beheerplan openbare verlichting heeft enige vertraging opgelopen. In de eerste helft van 2014 zal dit ter vaststelling aan de raad worden aangeboden.
- 96 -
Naam beheerplan Naam voorziening
Kraaijenbergse plassen en Heeswijkse plas Kraaijenbergse plassen / Heeswijkse plas
Jaar van raadsvaststelling Actualisatie voorzien in
2009 2014
Te onderhouden kapitaalgoederen: Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas Doel: Het plegen van periodiek onderhoud aan oeverstroken, aan de op de oevers getroffen voorzieningen en aan de aanwezige beplanting. Beleidskader inclusief gewenst onderhoudsniveau (kwalitatieve normeringen): Het streefbeeld - een betere ecologische samenhang tussen de noordoever van de Kraaijenbergse Plassen en de Maasdijk / Maasuiterwaarden en een versterking van de ecologische verbinding met landgoed Tongelaar tussen Gassel en Beers - is bepalend voor het uit te voeren onderhoud. Het streven is gericht op een verdere ontwikkeling van de recreatieve functie van de plassen 1 t/m 4, 7 en 8 en een natuurfunctie voor plas 5 en de zuidwestoevers van plas 7. Door toepassing van alternatieve beheermogelijkheden (zoals de inzet van grote grazers) worden kostenbesparingen gerealiseerd. Het beheer en het onderhoud gebeuren conform het beheerplan Kraaijenbergse plassen en Heeswijkse plas 2009-2019.(vastgesteld bij raadsbesluit dd 28 september 2009) Financiële consequenties beleidsdoel: Alle kosten die verband houden met het onderhoud en het beheer van de Kraaijenbergse plassen (onderhoud aan bomen, beplantingen, hakhoutwallen, oevervegetatie, gras, verhardingen, oevers, aanlegsteigers, toiletunits, terreinmeubilair en opruimen zwerfafval) worden gedekt uit de opbrengsten uit de zandwinning in de Kraaijenbergse plassen. Tot en met 2014 worden eventuele tekorten gedekt uit de algemene reserves, overschotten worden toegevoegd aan deze reserve (onder aftrek van een bedrag van € 90.756). Vanaf 2015 drukken de exploitatielasten volledig op de begroting van de gemeente Cuijk. Financiële consequenties in de jaarrekening: Tot en met 2009 werden alle kosten (inclusief onderhoud) van de Kraaijenbergse plassen gedekt uit de ontzandingopbrengsten. Voor zover deze opbrengsten niet toereikend waren werden de reserves groot onderhoud Kraaijenbergse plassen en de bestemmingsreserve Kraaijenbergse plassen ingezet. Alle exploitatielasten van de Heeswijkse plas kwamen ten laste van de bestemmingsreserve Heeswijkse plas. In het kader van de beleidsnotitie reserves en voorzieningen zijn genoemde reserves per ultimo 2009 opgeheven en toegevoegd aan de algemene reserve. Tot en met 2014 worden eventuele exploitatietekorten van beide plassen ten laste van de algemene reserve gebracht. Na beëindiging van de ontzandingwerkzaamheden (uiterlijk 31 december 2014) worden de, op basis van het beheerplan berekende exploitatielasten van de plassen, jaarlijks in de begroting opgenomen. Stand van zaken planuitvoering: Het onderhoud aan de Kraaijenbergse plassen en de Heeswijkse plas is conform planning uitgevoerd. Sinds 1 januari 2012 is het onderhoud aan de beplanting rondom de Kraaijenbergse Plassen voor 3 jaar gegund aan een bedrijf. Het onderhoud wordt uitgevoerd conform het door de raad vastgestelde beheerplan. Programma begrotingsjaar: Het ecologisch beheer van dit gebied wordt volgens het beleidsplan uitgevoerd. Met de uitbreiding van het plassengebied neemt o.a. het jaarlijks onderhoud evenredig toe. In een van de eerste vergaderingen van 2014 zal uw raad een tussentijdse evaluatie van het gevoerde beheer worden aangeboden.
Conclusie De beheerplannen zijn binnen de afgesproken termijnen geactualiseerd. In algemene zin is er sprake van een beheersmatige onderhoudsaanpak van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Deze aanpak waarborgt doorgaans een adequate staat van onderhoud. Van elk beheerplan wordt in de loop van het dienstjaar een evaluatierapport opgesteld en aan de raad ter vaststelling aangeboden. In deze evaluaties wordt uitvoerig en gespecificeerd uiteengezet wat er in het afgelopen dienstjaar allemaal is gedaan.
- 97 -
- 98 -
PARAGRAAF FINANCIERING Algemeen De wet financiering decentrale overheden (Fido) stelt een treasuryparagraaf voor decentrale overheidslichamen verplicht. Deze treasuryparagraaf is geïntegreerd in de op grond van het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht voorgeschreven ‘financieringsparagraaf’. Deze financieringsparagraaf is zowel voor de begroting als voor de jaarrekening, in samenhang met het treasurystatuut, een belangrijk instrument voor het transparant maken, het sturen, het beheersen en het controleren van de financieringsfunctie. Doelstelling treasuryfunctie De treasuryfunctie van onze gemeente dient tot:
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals rente-, koers- en liquiditeitsrisico’s; Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; Het optimaliseren van renteresultaten binnen de kaders van de wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.
Uitgangspunten risicobeheer Voor risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De gemeente mag leningen of garanties uitsluitend uit hoofde van de ‘publieke taak’ verstrekken. Het gemeentebestuur bepaalt de publieke taak en wint vooraf schriftelijk advies in van de treasurer over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van het treasurystatuut. Het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s.
De risico’s die gelopen worden bij de uitvoering van de treasuryfunctie binnen onze gemeente bestaan voornamelijk uit renterisico’s. Om deze risico’s te beperken is er wettelijk o.a. een kasgeldlimiet en een renterisiconorm ingevoerd.
Kasgeldlimiet Ter beperking van renterisico’s op de korte schuld dienen de gemeenten te voldoen aan de kasgeldlimiet. Dit betekent dat de korte schuld voor gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag bedragen. De korte schuld bestaat uit de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd korter dan één jaar en de schuld in rekening-courant en is bedoeld voor het financieren van lopende uitgaven. In 2013 is het verloop van de kasgeldlimiet als volgt geweest:
- 99 -
Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Vlottende schuld (a) Maand 1
4.992
7.193
12.174
4.954
Maand 2
5.157
8.385
7.236
6.214
Maand 3
7.109
10.423
4.463
9.166
Maand 1
0
0
0
0
Maand 2
0
0
0
0
Maand 3
0
0
0
0
Maand 1
-4.992
-7.193
-12.174
-4.954
Maand 2
-5.157
-8.385
-7.236
-6.214
Maand 3
-7.109
-10.423
-4.463
-9.166
Gemiddeld saldo
-5.753
-8.667
-7.957
-6.778
5.338
5.338
5.338
5.338
0
0
0
0
415
3.329
2.620
1.440
Vlottende middelen (b)
Saldo (b-a)
Kasgeldlimiet (8,5% van het begrotingsbedrag ad € 62.797.000) Ruimte t.o.v. limiet. Overschrijding t.o.v. limiet
Conclusie: de kasgeldlimiet is in 2013 overschreden. De reden hiervoor is dat er maximaal gebruik is gemaakt van de lage rente voor kort geld. Om verdere overschrijding van de kasgeldlimiet te voorkomen is in januari 2014 een vaste geldlening van € 5 miljoen aangetrokken om de vlottende schuld te consolideren.
Renterisiconorm Met behulp van de renterisiconorm wordt bepaald welk renterisico de gemeente loopt op haar vaste schuld (leningen met een looptijd van langer dan één jaar). De renterisiconorm is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Dat wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Hierbij is een minimumbedrag bepaald van € 2,5 miljoen. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen, dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten. Renterisiconorm 2013 (bedragen x € 1.000)
begroting 2013
realisatie 2013
1a
Renteherziening op vaste schuld o/g
0
0
1b
Renteherziening op vaste schuld u/g
0
0
1c
Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)
0
0
2
Aflossingen
1.023
1.023
3
Renterisico ( 1c + 2)
1.023
1.023
62.797
62.797
20
20
12.559
12.559
12.559
12.559
1.023
1.023
+ 11.536
+ 11.536
Renterisiconorm Begrotingstotaal 1 januari Het per ministeriële regeling vastgestelde % 4
Renterisiconorm Toets Renterisiconorm
5
Renterisiconorm (minimum van € 2.500.000) Renterisico Ruimte (+) / Overschrijding (-) (4-3)
- 100 -
Conclusie: Het renterisico op de vaste schuld is gedurende 2013 ruim onder de renterisiconorm gebleven.
Koersrisicobeheer Het doel van koersrisicobeheer is het beheersen van de risico's die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. In 2013 is geen koersrisico gelopen.
Financiering In de gemeentelijke financieringsbehoefte wordt als volgt voorzien: a. Financiering met vaste geldleningen; b. Financiering met eigen reserves en voorzieningen; c. In rekening courant met huisbankier; d. Dag- en kasgeldleningen (tijdelijk tekort aan liquide middelen); e. Rekening courant en deposito’s (tijdelijk overschot aan liquide middelen); f. Overige uitzettingen.
a. Financiering met vaste geldleningen De leningenportefeuille bestaat op 31 december 2013 uit zes vaste geldleningen met een restantschuld op 31 december 2013 van € 31.228.292 en een gemiddeld rentepercentage van 3,49%. b. Financiering met reserves en voorzieningen Het verloop van de reserves en voorzieningen geeft over 2013 onderstaand beeld te zien. soort reserve/voorziening (bedragen x € 1.000)
saldo begin 2013
Algemene reserve
25.125
Resultaat jaarrekening 2012
1.836
Resultaat jaarrekening 2013
saldo eind 2013 17.188 0 1.233
Bestemmingsreserves algemeen
21.718
21.225
598
4.779
49.277
44.425
Voorzieningen risico’s algemeen
3.310
3.293
Voorzieningen i.v.m. gelijkmatige verdeling lasten
2.142
2.896
Totaal voorzieningen
5.452
6.190
54.729
50.615
Bestemmingsreserves bouwgrondexploitatie Totaal reserves
Totaal reserves en voorzieningen
Op grond van de voorschriften worden de voorzieningen verband houdend met dubieuze debiteuren en de voorzieningen getroffen voor verliezen op complexen van de bouwgrondexploitatie in mindering gebracht op de betreffende balansrekeningen c.q. complexen en niet meer afzonderlijk als voorziening gepresenteerd. De afschrijving van een aantal investeringen geschiedt op grond van het Besluit begroting en verantwoording of op grond van de financiële verordening ineens ten laste van de exploitatie. Conform bestaand beleid worden deze afschrijvingen ineens gedekt uit (bestemmings-) reserves. Een aantal uitgaven dat nog niet (volledig) is uitgevoerd dient in 2014 ten laste van de reserves te worden gebracht. Dit betreft een bedrag van € 4,5 miljoen dat in 2014 ten laste van de algemene reserve zal worden gebracht. Dit betreft o.a. investeringen met betrekking tot de schouwburg, grond- en projectkosten Merletcollege en ROC, aanpassing- en herstructurering Maasoeverzone.
- 101 -
c. Rekening courant Met de huisbankier Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag is in 2010 een nieuwe financieringsovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst is een kredietarrangement opgenomen waarin o.a. de kredietlimiet in rekening courant is vastgesteld op € 5,5 miljoen. Tevens zijn basisafspraken vastgelegd over de te ontvangen respectievelijk te betalen rente en de daarbij behorende tarieven. Verder wordt een rekening courantrekening zonder krediet aangehouden bij de Rabobank en de ING Bank. d. Dag- en kasgeldleningen Bij een (tijdelijk) tekort aan liquide middelen wordt hierin voorzien door het aantrekken van dag- en/of kasgeld. De voorwaarden waaronder dit gebeurt zijn in het treasurystatuut beschreven. Gelet op de liquiditeitspositie is in 2012 een kasgeldlening opgenomen ad € 5 miljoen. Deze lening werd afgelost op 5 september 2013. In 2013 zijn daarnaast in juni, juli, oktober en november kasgeldleningen met een looptijd van één maand aangetrokken. Deze leningen varieerden in hoogte van 4 tot 6 miljoen euro. e. Rekening courant en deposito’s Bij een (tijdelijk) overschot aan liquide middelen wordt dit in rekening courant aangehouden ten behoeve van het dagelijkse betalingsverkeer en belegd in deposito’s. Omdat in 2013 sprake was van een tekort aan liquide middelen, zijn er geen middelen uitgezet. f.
Overige uitzettingen
Vastrentende uitzettingen In de tabel onder kredietrisico's verstrekte leningen wordt een overzicht gegeven van de verstrekte geldleningen gerangschikt naar risicogroep. BNG APPA Fonds In afwachting van het op termijn onderbrengen van een eigen wettelijke pensioenregeling voor politieke ambtsdragers binnen het ABP moeten gemeenten het lang leven risico in eigen beheer uitvoeren en beheren. Om het rendement op de gereserveerde middelen te optimaliseren en de middelen tijdig liquide beschikbaar te hebben is het gewenst deze middelen te beleggen. Hiertoe is door de Bank Nederlandse Gemeenten een speciaal fonds opgericht, het BNG APPA Fonds. De middelen van de pensioenvoorziening voor de wethouders zijn in dit Fidoproof fonds belegd. Op 31 december 2013 was € 2.070.718 ingelegd in het fonds. De marktwaarde daarvan bedroeg op 31 december 2013 € 2.438.154. De marktwaarde kan fluctueren doch kan nooit lager zijn dan het ingelegde bedrag.
Kredietrisico’s verstrekte leningen In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de kredietrisico’s op het gebied van de verstrekte geldleningen (gerangschikt naar risicogroep): omschrijving Woningcorporaties
zekerheid Waarborg WSW
restantschuld 31-12-2013 1.168.792
voorzienbare waardedaling in % 0%
Geen
174.961
0%
Geldlening i.v.m. transacties bouwgrondexploitatie
Hypotheek
177.541
0%
Veiligheidsregio Brabant Noord
Gemeenschappelijke regeling
583.526
0%
Enexis
Aandeelhouder
131.615
0%
Diverse instellingen en verenigingen
Geen/verrekening 269.897
0%
2.506.332
0%
Overige verstrekte langlopende geldleningen:
subsidie Totaal
- 102 -
Financiering In deze tabel is een overzicht gegeven van de financieringsposities per ultimo 2012 en 2013. bedragen x € 1.000
ultimo 2012
ultimo 2013
Te financieren Boekwaarde vaste activa
67.395
72.582
Investeringen nog uit te voeren na dienstjaar
28.828
24.995
Totaal te financieren
96.223
97.577
Opgenomen geldleningen
17.252
31.228
Reserves
47.441
43.193
5.452
6.190
12.627
12.703
1.836
0
Financieringsmiddelen
Voorzieningen Voorzieningen in mindering op balansrekeningen Resultaat jaarrekening 2012 Resultaat jaarrekening 2013 Totaal financieringsmiddelen
Financieringsoverschot / -tekort
Bouwgrondexploitatie Bij de berekening van de financieringspositie bouwgrondexploitatie buiten beschouwing gelaten.
wordt
de
0
1.233
84.608
94.547
- 11.615
- 3.030
boekwaarde
van
de
Financieringsmiddelen Ten behoeve van de financiering van de investeringen is in 2013 een nieuwe vaste geldlening ad. 15 miljoen euro met een looptijd van 20 jaar aangetrokken.
Rentekosten en - opbrengsten Onderdeel van de in juli 2009 vastgestelde 'beleidsnotitie reserves en voorzieningen gemeente Cuijk 2009' is het afschaffen van de berekening van bespaarde rente over reserves. Tegelijkertijd is besloten om de van de bouwgrondexploitatie te ontvangen rente over de boekwaarde niet meer te storten in de rentereserve van de bouwgrondexploitatie maar ten gunste te lasten komen van de exploitatie en een deel daarvan vervolgens toe te voegen aan de algemene reserve van de algemene dienst.
- 103 -
- 104 -
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING Algemeen Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer (waaronder de administratieve organisatie en de interne controle) en huisvesting. Bedrijfsvoering is van belang voor het verwezenlijken van de taken van gemeente. De paragraaf bedrijfsvoering geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering, zulks met het oog op het uitvoeren van de programma’s in de Begroting en met het oog op de continuïteit van de gemeente. Het besluit begroting en verantwoording (BBV) stelt minimale eisen aan de verplicht op te nemen paragraaf bedrijfsvoering. Er dient ‘slechts’ inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van bedrijfsvoering te worden gegeven. In deze paragraaf bedrijfsvoering zal het beleid op de uiteenlopende middelenonderdelen worden toegelicht. Wettelijk kader voor de bedrijfsvoering Het beleid betreffende de bedrijfsvoering van een gemeente, valt in zijn algemeenheid terug te vinden in: artikel 212 gemeentewet en de daaruit voortvloeiende financiële verordening; artikel 213 gemeentewet en de daaruit voortvloeiende controleverordening; artikel 213a gemeentewet en de daaruit voortvloeiende verordening onderzoeken doelmatigheid- en doeltreffendheid; artikel 160 gemeentewet en het op basis daarvan te nemen organisatiebesluit. Onze gemeente kent daarnaast nog een aantal andere specifieke bedrijfsvoeringkaders: de nieuwe organisatiestructuur vanaf 1 juli 2009 in het kader van de zogeheten doorontwikkeling; een samenhangend stelsel van integriteitregelingen; een managementmissie. Bedrijfsvoering Personeel Algemeen De wereldeconomie is instabiel en het einde van de crisis komt in zicht. De gemeenten krijgen via de decentralisaties van het Rijk taken erbij. Tegelijkertijd moet er flink bezuinigd worden. Ook op de personele formatie. Door die bezuinigingen zijn we terughoudend met het invullen van vacatures. In de nabije toekomst gaat dit beeld veranderen. Ontgroening en vergrijzing gaan de komende jaren hand in hand en leiden tot een krimpende beroepsbevolking. Gemeenten hebben in vergelijking met andere sectoren meer hoger opgeleiden in dienst. In een krapper wordende arbeidsmarkt zijn deze medewerkers straks moeilijk te vinden. We zullen ons hiervan bewust moeten zijn en we moeten maatregelen treffen waardoor we de juiste mensen in huis houden en halen. Voor de medewerk(st)ers in onze organisatie zijn het onrustige en drukke tijden, zeker in het perspectief van enkele opeenvolgende wetswijzigingen, landelijke en regionale ontwikkelingen en de beoogde realisatie van de ambtelijke samenwerking per 1 januari 2014. Personele formatie In het financiële meerjarenperspectief is aangekondigd dat er bezuinigd moet worden op de personele lasten. Besloten is dat in 2014 sprake moet zijn van een besparing op de personele lasten met € 700.000. Door middel van natuurlijk verloop, herschikking/uitbesteding van taken, het efficiënter inrichten van bedrijfsprocessen, samenwerking met andere gemeenten, sturen op competenties en het betrachten van terughoudendheid met het scheppen c.q. invullen van banen is een proces op gang gebracht om de opgelegde bezuinigingstaakstelling te realiseren. Deze is volledig gerealiseerd.
- 105 -
Harmonisatie arbeidsvoorwaarden In 2012 zijn de lokale verschillen in de rechtspositieregelingen tussen de gemeenten Cuijk, Mill & Sint Hubert en Grave geïnventariseerd. Deze inventarisatie leidt tot een nieuwe arbeidsvoorwaardenregeling per 1 januari 2014. Hierbij is rekening gehouden met de op handen zijnde invoering van de werkkostenregeling, die uiterlijk 1 januari 2014 moet zijn voltooid. De werkkostenregeling is een verplichte fiscale regeling waarin door de werkgevers vooraf moet worden bepaald welke vergoedingen/verstrekking zij belast of onbelast voortaan wensen te gaan verstrekken. De harmonisatie arbeidsvoorwaarden is meegenomen en uitgewerkt bij de totstandkoming van de CGM organisatie. Ziekteverzuimbeleid Het verzuimpercentage 2013 bedraagt voor Cuijk 4,63%, voor Grave 7,07% en voor Mill en St. Hubert 5,63%. Vorig jaar werd gesteld dat een verzuimpercentage van 5% tot 5,5% realistisch zou zijn. Voor Cuijk is deze doelstelling gehaald. De aandacht van de organisaties blijft erop gericht om het ziekteverzuim zo laag mogelijk te krijgen/houden, door een preventief ziekteverzuimbeleid, door te werken met strakke procedures, plannen van aanpak, aanwijzing van casemanagers en behandeling van casuïstiek in het sociaal medisch team (SMT). Werving/verbetering wervingskracht Binnen CGM zijn maatregelen getroffen om de ontstane vacatures eerst ‘intern’ in te vullen. Daar waar niet tot kwalitatieve invulling kan worden overgegaan wordt in eerste instantie gewerkt met tijdelijke aanstellingen tot 01-01-2014. Op deze wijze wordt formatieve ruimte gecreëerd met het oog op de fusie. Dat is positief om het plaatsingsproces CGM soepel te laten lopen en efficiencywinst te kunnen realiseren. Staat de continuïteit van de dienstverlening onder spanning of is er sprake van een politiek-bestuurlijk risico dan behoren vaste aanstelling tot de mogelijkheden. Ook de manier van werving ondergaat een verandering. Steeds meer wordt gebruik gemaakt van de digitale mogelijkheden, waardoor de kosten beheersbaar blijven zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de werving. Leeftijdsfase bewust personeelsbeleid Met de komst van één CGM organisatie is voor Cuijk geen apart leeftijdsbewust personeelsbeleid meer opgezet. Wel is er voor individuele gevallen aandacht geweest en is, waar nodig, maatwerk geleverd. In de nieuwe organisatie zal leeftijdsbewust personeelsbeleid onderdeel worden van de strategische personeelsplanning. De vergrijzing en ontgroening van de werkende maatschappij vragen hierom. Ook zal in het personeelsbeleid worden nagedacht over het al dan niet structureel invullen van vrijgevallen vacatures. Per vacature wordt - rekeninghoudend met de ontwikkelingen - gekeken welke invulling het beste past. Verder krijgt elke medewerker vanaf 1 januari 2013 een aanstelling in algemene dienst. Gemeenten krijgen meer taken en gaan steeds meer samenwerken. De organisatie verandert daardoor voortdurend en medewerkers moeten met dit veranderingsproces flexibel mee kunnen bewegen. De aanstelling in algemene dienst onderstreept dit. Door een aanstelling in algemene dienst is de medewerker in dienst van de gemeente en kan worden ingezet op alle passende functies bij de gemeente. Inzetbaarheid en daarmee mobiliteit wordt hiermee gestimuleerd. Organisatie Eind mei 2012 hebben de gemeenteraden van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert positief besloten over de samenvoeging van hun ambtelijke apparaten per 1 januari 2014. Bestuurlijk blijven de vijf gemeenten in het Land van Cuijk, zoals vastgelegd in het Graafs Manifest, onveranderd samenwerken. Ondertussen zijn diverse ambtelijke werkgroepen bezig om de nieuwe organisatie vorm te geven. Dit proces wordt zoveel als mogelijk door de eigen medewerkers uitgevoerd. Daarnaast blijft de winkel open. Dat betekent, dat sommige medewerk(st)ers tijdelijk meer uren werken dan het aantal uren waarvoor ze zijn aangesteld. Zij worden hiervoor financieel gecompenseerd, waarvoor extra middelen beschikbaar zijn. In de structuur van de organisatie vinden met het oog om de CGM samenwerking per 01-01-2014 geen ingrijpende wijzigingen plaats. Dat heeft ook de instemming van de ondernemingsraad. - 106 -
Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) De vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) is per 1 januari 2013 een feit geworden. De CGM gemeenten sluiten aan bij het uitvoeringsstation RMB te Cuijk van de RUD Brabant Noordoost (= 20 gemeenten + provincie). Wettelijk is bepaald, dat alle deelnemers de milieutaken uit het basistakenpakket overdragen. In het totaal gaat het voor de CGM-gemeenten om 3,7 FTE, te weten voor Cuijk (ca 1 fte), Grave (ca 2,7 fte) en Mill en Sint Hubert (0 fte, omdat zij de verplichte taken al hebben uitbesteed). Met het overhevelen van deze taken gaat tevens een aantal medewerk(st)ers over. Elke gemeente individueel, maar ook CGM breed, bekijkt of nog meer taken/ formatie (kunnen) worden uitbesteed. Afhankelijk van de mate van uitbesteding neemt de behoefte aan regie en controle toe, omdat de gemeenten zowel inhoudelijk als financieel verantwoordelijk blijven. Dat verloopt naar verwachting niet budgettair neutraal. Exacte cijfers zijn echter nog niet te geven. Samenwerken Land van Cuijk (SLvC) Ten aanzien van de regionale samenwerking, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de bestuurlijke samenwerking met betrokkenheid van alle gemeenten in het Land van Cuijk en de ambtelijke samenwerking tussen Cuijk, Grave en Mill en St.Hubert enerzijds en Boxmeer en St.Anthonis anderzijds (3 en 2). De bestuurlijke samenwerking is in 2013 gecontinueerd binnen het basisoverleg (gezamenlijk overleg colleges), het coördinatieoverleg (gezamenlijk overleg burgemeesters en secretarissen), de regiegroep (gezamenlijk overleg gemeentesecretarissen) en de diverse Poho’s (gezamenlijk portefeuillehouder overleg op tal van deelterreinen). De bestuurlijke samenwerking relateert ook het door de gemeenteraden in het Land van Cuijk vastgestelde “Graafse Manifest”. Als uitvoering van het door de raden van de CGM-gemeenten in mei 2012 vastgestelde implementatieplan, wordt in 2013 via de zogeheten fusie-/integratiefase toegewerkt naar de voorgenomen operationalisering van de samenwerking CGM per 1 januari 2014. Voorts blijven de gemeenten in het Land van Cuijk in gezamenlijkheid opereren in diverse regionale en provinciale samenwerkingsverbanden. Informatisering en automatisering In 2013 zijn de volgende doelen op het gebied van informatisering en automatisering gerealiseerd: 1. In het kader van de samenwerking Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert zijn twee plannen opgeleverd te weten het harmonisatie- en het informatiebeleidsplan 2. Decos Document Management Systeem is gedeeltelijk (post en archief) geïmplementeerd. 3. Sjablonen applicatie is geïmplementeerd 4. CMS applicatie is uitgebreid met een aantal modules om de dienstverlening voor de burgers uit te breiden 5. Werkplekken zijn gemoderniseerd 6. Koppelen van de basisregistraties en backoffice systemen ten behoeve van uitgangspunt: eenmalig registreren meervoudige uitgifte zijn uitgebreid. Juridische kwaliteitszorg In 2012 heeft een onderzoek naar de juridische functies binnen de gemeentelijke organistie plaatsgevonden. Bij de totstandkoming van de CGM organisatie heeft de positionering van de e e juridische functie uitdrukkelijk aandacht gekregen en is er naast de 1 en 2 lijns juridische advisering tevens een juridische control functie gecreëerd die juist werk moet maken van de juridische kwaliteitszorg in de CGM organisatie. Centrale inkoop
- 107 -
In het kader van de totstandkoming van de CGM organisatie is in 2013 een nieuw inkoop- en aanbestedingen beleid opgesteld en door de raad vastgesteld. In dit nieuw inkoopbeleid is duurzaamheid, social return en lokaal ondernemerschap meegenomen. Verder heeft de inkoopfunctie een plaats gekregen in de nieuwe CGM organisatie. Huisvesting De huisvesting van de gemeentelijke organisatie heeft in 2013 geen veranderingen ondergaan anders dan reeds in 2012 aangekondigd. In 2013 is naast het klein regulier onderhoud, het klimaatsysteem aangepast.
- 108 -
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN Inleiding In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de relaties en verbindingen van de gemeente met (verbonden) derde partijen, waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en waarmee financieel belang is gemoeid. Met ‘bestuurlijk belang’ wordt bedoeld: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met ‘financieel belang’ wordt bedoeld, dat de gemeente de middelen die zij ter beschikking heeft gesteld kwijt is in geval van een faillissement van de verbonden partij en/of dat er in geval van financiële problemen bij de verbonden partij, verhaal op de gemeente kan plaatsvinden. Subsidies bijvoorbeeld vallen veelal niet onder het criterium ‘verbonden partijen’, omdat deze zich vaak beperken tot slechts een financieel belang. Voor het inzicht van de gemeenteraad is het van belang, dat de relatie tussen verbonden partijen en het publieke belang, zoals geconcretiseerd in de programma’s, op hoofdlijnen wordt aangegeven. Verbonden partijen voeren vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De verbonden partij wordt in die situatie gemandateerd door de gemeente. De gemeente of samenwerkende gemeenten, blijven de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. De raad heeft echter een kaderstellende en controlerende taak bij de programma’s. Vooral dient afgevraagd te worden of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd kunnen worden. Andere belangrijke aspecten bij verbonden partijen zijn de kosten en de financiële risico’s die dat met zich meebrengt. Gezien het grote aantal verbonden partijen hebben gemeenten in de regio Brabant NoordOost een adoptieregeling afgesproken. Dit houdt in dat een klein aantal gemeenten de kadernota, begroting en jaarstukken van een verbonden partij analyseert en overleg heeft met de betreffende verbonden partij hierover. Hierover worden de overige deelnemende gemeenten door de adoptiegemeenten geadviseerd. De verbonden partijen 1
Gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal Doel Het bevorderen, ondersteunen en coördineren van de regionale grensoverschrijdende samenwerking van de deelnemers op de beleidsterreinen genoemd in paragraaf 3.2 van de gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal. De gemeenschappelijke regeling voert projecten uit, vraagt en verstrekt middelen van en aan derden en adviseert bij grensoverschrijdende activiteiten en problemen aan meerdere belanghebbenden. Partijen Diverse gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen. Bestuurlijk belang De gemeente is met twee raadsleden en een lid van het college van burgemeester en wethouders vertegenwoordigd in de Euregio-raad. Voor alle vertegenwoordigers zijn vervangers aangewezen. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner. Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling is de gemeente verplicht om naar rato van de hoogte van haar deelnemersbijdrage een extra bijdrage te verstrekken ter voldoening aan de verplichtingen die na verzilvering van het vermogen resteren. Hieronder vallen ook de verplichtingen die bij derden ontstaan, doordat zij personeel ter beschikking hebben gesteld waarvoor tengevolge van de liquidatie geen werk meer is. De gemeentelijke bijdrage is gebaseerd op een bedrag per inwoner en de hoogte daarvan wordt jaarlijks in de begroting/rekening tot uiting gebracht onder het beheerproduct ‘intergemeentelijke samenwerking’. De bijdrage voor 2013 bedraagt € 4.302 (2012: € 6.400). Risico’s Eigen Vermogen per 31-12-2012 € 1.302.000 en per 31-12-2011 € 1.299.000. - 109 -
Beleidsvoornemens
Ontwikkelingen
2
Vreemd Vermogen per 31-12-2012 € 2.350.000 en per 31-12-2011 € 2.820.100. Binnen het Europees subsidieprogramma Interreg IV A, dat betrekking heeft op het hele Nederlands-Duitse grensgebied (vier Euregio’s), worden samen met de partners aantal projecten opgepakt en uitgevoerd binnen de ‘prioriteiten’ 1. Economie, technologie en innovatie 2. Duurzame regionale ontwikkeling en 3. Maatschappij en integratie. Van een directe Cuijkse betrokkenheid is sprake bij de projecten ‘Duits lijntje’ en ‘Gesunde Kinder und Gesunde Kommunen’. Voor het overige blijven we de ontwikkelingen binnen dit samenwerkingsverband volgen en sluiten wij aan waar dat inhoudelijk en financieel (in relatie tot eventuele subsidieverstrekking) mogelijk/respectievelijk gewenst is. Geen
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Publiek belang Het behartigen van het belang van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde, waar mogelijk integrale, uitvoering van de hulpverlening in het werkgebied evenals voorbereiding daarvan. Partijen De Veiligheidsregio Brabant-Noord omvat Brandweer Brabant-Noord, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen BrabantNoord en het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord. In de veiligheidsregio werken 20 gemeenten, de GGD en de Politie BrabantNoord samen. Verder werken ook het Waterschap Aa en Maas, het Waterschap De Dommel en het Regionaal Militair Commando-Zuid in de veiligheidsregio samen. Bestuurlijk belang Bestuurslidmaatschap van de raadsvoorzitter. Een wethouder treedt op als plaatsvervangend lid. Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bedrag per inwoner. In geval van opheffing, op basis van een besluit van het algemeen bestuur, is de gemeente partij in de liquidatie. De bijdrage over 2013 bedraagt € 1.173.779. Risico’s Eigen Vermogen per 31-12-2011 € 8.818.000 en per 31-12-2012 € 9.546.000. Vreemd Vermogen per 31-12-2011 € 23.384.000 en per 31-12-2012 € 12.664.000. In verband met de integratie van de lokale brandweertaken zijn de cijfers 2011 en 2012 niet met elkaar te vergelijken. Beleidsvoornemens Het Regionaal Beleidsplan 2012-2015 werd ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur aangeboden. In samenhang hiermee zal ook het Regionaal Dekkingsplan Brandweer worden aangeboden. Mede in samenhang met het landelijke veiligheidsbeleid zal het accent meer op het voorkomen en beperken van fysieke onveiligheid worden gelegd. Naast een goed opgeleide en toegeruste rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie zal ook de zelfredzaamheid van de burgers moeten worden bevorderd. Ontwikkelingen Het veiligheidsveld maakt grote organisatorische veranderingen door. Zo zal de vorming van de Nationale Politie in het algemeen en van de regionale eenheid Noord en Zuidoost-Brabant in het bijzonder leiden tot een herinrichting van de samenwerking. De plannen om het aantal meldkamers terug te brengen heeft bij de vijf zuidelijke veiligheidsregio’s tot het ontwikkelen van een businesscase naar de vorming van een gemeenschappelijk meldcentrum geleid. Hierover vindt afstemming plaats met het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Wet Veiligheidsregio’s en de Wet Publieke Gezondheid leiden eveneens tot een heroriëntatie op de taken en verantwoordelijkheden van de GHOR.
- 110 -
3
Stichting Beheer en Exploitatie Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf Publiek belang De instandhouding van de voorziening en het faciliteren van het personeel en de organisatie van het Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf (RVML). Partijen Gemeenten Oss, Bernheze, Lith, Maasdonk, Uden, Veghel, Sint Anthonis, Grave, Landerd, Cuijk, Boxmeer, Mill en St.Hubert, Boekel. Bestuurlijk belang Bestuurslidmaatschap van de raadsvoorzitter. Een wethouder treedt op als plaatsvervangend lid. Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bijdrage per inwoner. In geval van liquidatie zullen resterende kosten worden verdeeld. Deze zijn gering omdat het Veiligheidshuis geen personeel in dienst heeft. De bijdrage over 2013 bedraagt € 31.492 (2012: € 31.375). Risico’s Eigen Vermogen per 31-12-2010 € 97.731 en per 31-12-2011 € 52.992. Vreemd Vermogen per 31-12-2010 € 53.660 en per 31-12-2011 € 95.209. Beleidsvoornemens In verband met onzekerheid over c.q. teruglopende bijdragen van het rijk en het openbaar ministerie wordt bezien hoe samenwerking gestalte kan krijgen met het Veiligheidshuis ’s-Hertogenbosch. Ontwikkelingen Met de structurele toewijzing van middelen door het Ministerie van Veiligheid en Justitie kan het wegvallen van de provinciale subsidie opgevangen worden voor het basispakket aan werkzaamheden.
4
Gemeenschappelijke regeling Brabants Historisch Centrum Publiek belang Behoud van archiefbescheiden door toezicht en beheer daarop en de bevordering van lokaal en streekhistorisch onderzoek. Partijen Het Rijk, 18 gemeenten en 2 waterschappen. Bestuurlijk belang De deelnemende gemeenten/waterschappen zijn met drie leden vertegenwoordigd in het algemeen bestuur/dagelijks bestuur. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner. In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daartoe regels op. Tot en met 2015 zal voor Cuijk de 0-lijn worden gehanteerd. De totale bijdrage voor 2013 bedraagt € 89.107 ( 2012 € 89.606). Risico’s Eigen Vermogen per 31-12-2011 € 545.003 en per 31-12-2012 € 475.657. Vreemd Vermogen per 31-12-2011 € 3.177.563 en per 31-12-2012 € 3.039.477. Beleidsvoornemens Verwoord in het beleidsplan 2009-2012 van het BHIC. Ontwikkelingen Als vervolg op het beleidsplan 2009-2012 is in 2011 de beleidsvisie “Gegist bestek: het BHIC in 2019” verschenen. In deze notitie worden de meerjarige trends onderscheiden die de toekomstagenda van het BHIC zullen bepalen: verdere daling van het fysieke publieksbereik, sterke stijging van het digitale publieksbereik, voorts de noodzaak tot toenemende samenwerking met andere erfgoedaanbieders en verdere afslanking van de eigen organisatie.
5
Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden – West – Noord Publiek belang De gemeentelijke taak op het gebied van ambulancevervoer, ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling vanwege de publieke borging en afstemming met GHOR. Partijen 47 gemeenten in Noord-Brabant. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder en neemt deel aan het regionaal ambtelijk overleg en het portefeuillehouderoverleg. Financieel belang Het financieel belang van de gemeenten beperkt zich tot een relatief klein deel van de exploitatiekosten die niet door zorgverzekeraars - 111 -
Risico’s
Beleidsvoornemens Ontwikkelingen
6
worden gedekt. In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt een liquidatieplan op. De gemeentelijke bijdrage voor de ambulancevoorziening is komen te vervallen vanaf 2011. Het vervallen van de gemeentelijke bijdrage en de invoering van de Tijdelijke Wet Ambulancezorg waardoor de zeggenschap over de ambulancezorg exclusief de bevoegdheid is van de minister van VWS, zorgen ervoor dat de ambulancezorg als gemeentelijke taak komt te vervallen. Externe ontwikkelingen zoals rijksbezuinigingen en/of kostensaneringen bij de zorgverzekeraars kunnen leiden tot een (hogere) gemeentelijke bijdrage. Eigen Vermogen per 31-12-2010 € 11.620.070 en per 31-12-2011 € 8.704.722 Vreemd Vermogen per 31-12-2010 € 16.211.315 en per 31-12-2011 € 19.168.924. Geen De bijdrage die de gemeenten vanaf 2006 hebben moeten betalen voor de dekking van de meerkosten voor de Regeling Bezwarende Functies is grotendeels komen te vervallen. De Zorgverzekeraars nemen deze kosten voor 95% voor hun rekening. De nieuwe Wet op de Ambulancezorg zou op 1 januari 2011 in werking treden, waarbij onder andere de marktwerking ingevoerd zou worden. Met de komst van het nieuwe kabinet werd dit traject bevroren. De minster heeft per 1-1-2012 een voorlopige vergunning voor 5 jaar toegewezen aan de huidige RAV’s.
Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst ‘Hart voor Brabant’ Publiek belang Gemeentelijke taak op het gebied van ‘preventieve gezondheidszorg’ voor alle leeftijdsgroepen, ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Partijen 29 Brabantse gemeenten. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur door de portefeuillehouder volksgezondheid en neemt deel aan het regionaal ambtelijk overleg en het portefeuillehouderoverleg. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie op basis van de af te nemen diensten/producten. In geval van opheffing op basis van een besluit van het Algemeen bestuur, is de gemeente partij in de liquidatie. De totale bijdrage is als volgt te specificeren: - openbare gezondheidszorg, inclusief autonome kosten - jeugdgezondheidszorg uniform deel - jeugdgezondheidszorg maatwerkdeel - bijdrage Elektronisch Kinddossier (EKD) Risico’s
Beleidsvoornemens
Ontwikkelingen
€ 125.036 € 457.253 € 77.361 € 31.377
Totaal € 691.027 Eigen Vermogen per 31-12-2010 € 13.668.757en per 31-12-2011 € 12.427.610. Vreemd Vermogen per 31-12-2010 € 7.806.423 en per 31-12-2011 € 9.821.158. De GGD bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid van iedereen, met speciale aandacht voor risicogroepen. Dit doen ze door risico’s voor de gezondheid te voorkomen en de gezondheid van alle inwoners te bevorderen. Verwezen wordt naar de vijf programma’s, te weten: Zicht op gezondheid, Jeugd, gezin en school, Leefstijl, Infectieziektebestrijding en Geestelijke gezondheidszorg en Crisisaanpak. In 2008 is de nieuwe Wet publieke gezondheid in werking getreden. - 112 -
Deze wet vervangt de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de infectieziektewet en de Quarantainewet. Naast de verbeterde samenhang in de infectieziektebestrijding wordt in deze wet ook aandacht gevraagd voor ouderen en de sociaal economische gezondheidsverschillen. Een ander belangrijk onderdeel is de verplichte invoering van het Elektronisch Kinddossier. Vanaf 2009 presenteert de GGD haar activiteiten in een nieuwe indeling van vijf programma’s. Elke gemeente dient in samenwerking met de GGD een eigengezondheidsbeleid vaststellen. 7
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) Publiek belang Ten behoeve van de deelnemers taken uitvoeren op het gebied van de fysieke leefomgeving en om als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage leveren aan een leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant Noord. Partijen Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, St. Anthonis, Sint Oedenrode, Uden, Veghel, ’s Hertogenbosch, Boxtel, Sint-Michielsgestel, Vught, Schijndel en Haaren. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder Milieu. Daarnaast is een andere wethouder aangewezen als plaatsvervanger. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie op basis van de af te nemen taken. Zie toelichting onder 8. Risico’s In verband met de eigendomsverhoudingen tussen het voormalige RMB (Regionaal Milieubedrijf) en het ODBN is er nog geen beginbalans opgesteld. In de jaarstukken 2013 zal gepresenteerd worden hoe de afspraken verwezenlijkt zijn. Beleidsvoornemens De omgevingsdienst Brabant Noord draagt met kwalitatief hoogwaardige uitvoering van VTH-taken en het adviseren van het openbaar bestuur bij aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving voor burgers en bedrijven in Brabant Noord. Ontwikkelingen De omgevingsdienst Brabant Noord start op 1 september 2013 en vervangt dan het Regionaal Milieubedrijf (RMB)
8
Gemeenschappelijke regeling Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel (m.i.v. 1 sept. 2013 ODBN) Publiek belang Het inzamelen en verwerken van huishoudelijk restafval en het exploiteren van milieustraten. Partijen Gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill, Oss, St. Anthonis, Sint Oedenrode, Uden en Veghel. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Milieu. Financieel belang De bijdrage over 2013 bedraagt in totaal € 942.239. Dit is onderverdeeld in de volgende taken: - landelijke basistaken/verzoek taken/collectieve taken: € 81.622 - voormalige RMB-taken (afvalinzameling): € 860.617. De voormalige RMB heeft in 2013 een deel van de opgebouwde Algemene reserve ad. € 289.576 uitbetaald. In het kader van de afrekening over 2012 is inzake afvalinzameling € 183.403 terugontvangen. Voornoemde bedragen zijn verwerkt in het exploitatieresultaat Risico’s De kosten afvalverwerking worden voor 100% doorberekend in de tarieven reinigingsrechten. De gemeentelijke voorziening bedraagt op 31-12-2013 € 585.552. Beleidsvoornemens De strategie van het afvalbeleid van de BCA sluit aan bij het landelijke, provinciale en regionale beleid. Ontwikkelingen Geen.
- 113 -
9
Gemeenschappelijke regeling Kleinschalig Collectief Vervoer Brabant-Noordoost
Publiek belang
Partijen
Bestuurlijk belang Financieel belang
Risico's
Beleidsvoornemens
Ontwikkelingen
Het bevorderen van de beschikbaarheid van een collectieve, vraagafhankelijke vervoersvoorziening voor diverse doelgroepen, in samenwerking tussen de provincie Noord-Brabant en in totaal 14 gemeenten en vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling. Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en St.Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel. De gemeente is vertegenwoordigd in de stuurgroep en de projectgroep. Jaarlijkse bijdrage aan de vervoerskosten van WMO-reizigers. Tevens betaalt de gemeente een jaarlijkse bijdrage aan het projectbureau. Er is geen sprake van een financieel belang in de zin van een kapitaaldeelname. De bijdrage voor 2013 bedraagt € 225.298. Eigen vermogen per 31-12-2010 € 750.000 en per 31-12-2011 € 1.097.968. Vreemd vermogen per 31-12-2010 € 2.112.231 en per 31-12-2011 € 1.246.335. Ontsluiting Kleine Kernen Openbaar vervoer is een ongedeelde verantwoordelijkheid van de provincie. Eind 2009 is het tarief kleine kernen ingevoerd, dat bewoners in de kleinere kernen van de provincie de mogelijkheid biedt met de regiotaxi naar het dichtstbijzijnde OV-knooppunt te rijden. Dit wordt overigens betaald door de provincie, omdat het openbaar vervoer betreft. Integratie vervoersvormen In deze GR wordt (als continu beleidsvoornemen) bekeken in hoeverre andere vormen van collectief vervoer opgenomen kunnen worden in het vervoersaanbod, zodat schaalvoordelen zoveel mogelijk benut worden. In 2011 is gestart met project substitutie van Wmo naar OV. Dit is een project onder leiding van de provincie, waarvoor medewerking wordt gevraagd aan de gemeenten op basis van de samenwerkingsovereenkomst Regiotaxi 2011-2015. Vanaf 2013 is het aan de regionale projectbureaus om de jaarlijkse substitutie van 2% zelf te realiseren.
10 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Publiek belang De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Partijen Aandeelhouders zijn de Staat, provincies en gemeenten. Het maatschappelijk aandelenkapitaal bestaat uit 100 miljoen aandelen van € 2,50 nominaal, waarvan 55.690.720 aandelen zijn geplaatst en volgestort. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (lager dividend). De gemeente bezit 32.253 aandelen met een nominale waarde van € 2,50 per aandeel. Over het resultaat 2012 is 25% als dividend aan de aandeelhouders betaald, wat neerkomt op € 1,15 per aandeel. Voor de gemeente Cuijk betekende dit een dividend van € 48.057 welk bedrag in 2013 is verantwoord. - 114 -
Risico's
Beleidsvoornemens Ontwikkelingen
Rapportages
De BNG heeft een tripple A-rating. Indien de moeilijke omstandigheden op de kapitaalmarkt aanhouden dient rekening te worden gehouden met een afnemende nettowinst. Herfinancieringskosten vallen hoger uit. Herwaardering van activa kan leiden tot beïnvloeding van de resultaten. Eind 2010 heeft het Basels Comité voor Bankentoezicht nieuwe richtlijnen uitgevaardigd met betrekking tot kapitaal- en liquiditeitseisen. Voor BNG is vooral het voornemen om de Leverage-ratio vanaf 2018 op minimaal 3% vast te stellen van belang. Gezien het doel van BNG ligt het voor de hand dat de gemeente Cuijk zijn aandelenbezit ziet als een duurzame belegging. BNG ziet 2013 en volgende jaren met vertrouwen tegemoet. De ontwikkeling van het nettoresultaat 2012 kan afwijken van de relatief gunstige ontwikkeling van het renteresultaat. Het resultaat financiële transacties kan nog verder onder druk komen, afhankelijk van de wijze waarop de Europese schuldencrisis wordt opgelost. Tevens dient de BNG rekening te houden met nieuwe regelgeving die de winstgevendheid van de bank raakt. Op 23 april 2012 heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders ingestemd met de jaarrekening 2011 en het nieuwe kapitalisatie- en dividendbeleid.
11 Brabant Water N.V. Publiek belang Het veilig stellen van de kwaliteit van het waterleidingnet en het genereren van dividend door belegging van middelen. Deze middelen kunnen in beginsel vrij worden aangewend voor gemeentelijke taken. Partijen Het maatschappelijk kapitaal bestaat uit 10.000.000 aandelen van € 0,10 nominaal. De aandelen luiden op naam en zijn in eigendom van gemeenten en provincie. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 23.154 aandelen met een nominale waarde van € 0,10 per aandeel. Bij Brabant Water komen alle inkomsten ten goede aan de watervoorziening. Winst wordt gebruikt om de kwaliteit van het drinkwater op een hoog niveau te houden, scherpe tarieven te bieden en investeringen nu en in de toekomst zo veel mogelijk uit eigen middelen te realiseren. Bovendien zien de aandeelhouders van Brabant Water vrijwillig af van dividend. Risico's Eigen vermogen per 31-12-2011 € 398.295.000 en per 31-12-2012 € 437.682.000. Vreemd vermogen per 31-12-2011 € 394.228.000 en per 31-12-2012 € 380.049.000 Beleidsvoornemens In de AVA van 24 juni 2011 is het financiële beleid voor de derde planperiode (2012-2016) vastgesteld: 1. Periode tot afwikkeling Tilburgse Waterleiding-Maatschappij - verdere kostenreductie - gematigde tariefstijging - MVO-inspanningen op huidige niveau (maximaal 0,5% omzet) - bedrijfsresultaat t.g.v. weerstandsvermogen 2. Periode na afwikkeling TWM - tarieven tot laagste drie van NL - solvabiliteit tussen 40 -45% - resultaat keuze AVA: tariefverlaging/ streefsolvabiliteit/budget MVOactiviteiten/ uitkering aandeelhouders. Ontwikkelingen Geen.
- 115 -
12 Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant Publiek belang Gemeentelijke taak in het kader van wet sociale werkvoorziening (WSW), ondergebracht in de onderhavige gemeenschappelijke regeling. Hiermee wordt bevorderd dat inwoners uit de regio Noordoost-Brabant met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt hulp wordt geboden bij het verkrijgen van betaald werk. Partijen Gemeenten Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Bernheze, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en St. Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden en Veghel. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in zowel het dagelijks bestuur als het algemeen bestuur door de portefeuillehouder ISD. Financieel belang In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daartoe regels op. Naast een bijdrage per inwoner in de bestuurs- en secretariaatskosten stelt de gemeente de rijksbijdrage WSW 2013: (€ 7.341.519) beschikbaar aan het werkvoorzieningschap. De bijdrage in de bestuurs- en secretariaatskosten wordt sinds 2010 ten laste van de algemene gemeentelijke reserve van het werkvoorzieningschap gebracht. Het werkvoorzieningschap stort jaarlijks 50% van de uit te keren winst in de zogenaamde algemene gemeentelijke reserve (AGR). Dit dividend is gerelateerd aan de mate waarin de gemeente diensten van de IBN heeft afgenomen. Uit deze reserve kan de gemeente incidentele opdrachten aan de IBN verstrekken, welke hieruit worden betaald. Het Cuijkse aandeel in de reserve bedroeg per 1 januari 2013 € 560.348. Risico's De materiële uitvoering van de WSW is opgedragen aan de 100% deelneming IBN-Holding B.V. In een sociaal-economisch contract zijn de wederzijdse rechten en verplichtingen vastgelegd. De bevoegdheden van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden uitgeoefend door het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant. De bedrijfsvoeringsrisico’s zijn hiermee indirect voor de deelnemende gemeenten. Eigen vermogen per 31-12-2011: €44.000.000 en per 31-12-2012 € 45.600.000. Vreemd vermogen per 31-12-2011: € 29.600.000 en per 31-12-2012 € 29.400.000. Beleidsvoornemens Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen via werk in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, voert het kabinet de Participatiewet in. Deze wet zal per 1 januari 2014 inwerking treden. Ontwikkelingen Structurele samenwerking met gemeenten, UWV en bedrijfsleven staan komende jaren op de voorgrond. Bezuinigingen van het Rijk op de WSW zullen de exploitatie onder druk zetten. 13 Gemeenschappelijke regeling openbaar basisonderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert. Publiek belang Het schoolbestuur van het openbaar primair onderwijs in de gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave en Mill en Sint Hubert is per 1 januari 2004 ondergebracht in de Stichting Openbaar Onderwijs A-73. De gemeentelijke taak op het gebied van openbaar onderwijs is met ingang van 1 januari 2004 ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Voor de uitvoering van de regeling is een gemeenschappelijk orgaan ingesteld. De doelstelling van het gemeenschappelijk orgaan is het coördineren en het uitoefenen van de bevoegdheden van de gemeenteraad als bedoeld in art. 48 van de Wet op het primair onderwijs en in de statuten van de stichting, met uitzondering van opheffing van de scholen. Dit komt neer op het behartigen van het belang van het openbaar onderwijs in voornoemde gemeenten. Partijen De gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave en Mill en St. Hubert. - 116 -
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Risico's Beleidsvoornemens Ontwikkelingen
De gemeente is vertegenwoordigd in het gemeenschappelijk orgaan door de portefeuillehouder onderwijs en neemt deel aan het bestuurlijk overleg. De uitvoering van het secretariaat van het gemeenschappelijk orgaan wordt door de gemeente Cuijk verzorgd. De overige gemeenten dragen ieder hier financieel € 250 per jaar aan bij. Geen. Geen. Het Gemeenschappelijk Orgaan heeft op 18 december 2008 ingestemd met een wijziging van de statuten van de Stichting A73. Het scheiden van de rollen van toezicht houden en het besturen, binnen het huidige bestuur van de Stichting, wordt vormgegeven door een raad van toezicht en een college van bestuur.
14 Regionaal Bedrijvenpark Laarakker B.V. / C.V. Publiek belang Behoud en bevordering van werkgelegenheid middels realisatie van een bedrijventerrein. Bestuurlijk belang Gemeente Cuijk is voor 50% procent aandeelhouder van Regionaal Bedrijvenpark Laarakker BV (RBL BV). Het bestuur van RBL BV wordt te allen tijde gevormd door twee statutair directeuren. Één directeur is benoemd op voordracht van de gemeente Cuijk en één op voordracht van Ontwikkelings- en Participatiebedrijf Publieke Sector BV OPP). RBL BV is beherend vennoot van RBL CV. Besluiten van de RBL CV betreffende daden van beschikking of beheer worden genomen door het bestuur van de RBL BV. De gemeente Cuijk heeft stemrecht als commanditaire vennoot van RBL CV. Voor bepaalde te nemen directiebesluiten is de voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen nodig, respectievelijk de algemene vergadering van aandeelhouders van de RBL BV. De raad van commissarissen van RBL BV evenals de vertegenwoordiging in de algemene vergadering van aandeelhouders is paritair samengesteld. Er zijn evenveel commissarissen en vertegenwoordigers op voordracht van de gemeente Cuijk als op voordracht van OPP. Leidende kaders zijn vervat in een tussen partijen gesloten samenwerkingsovereenkomst. Financieel belang De gemeente brengt grond (tegen boekwaarde) en eigen vermogen in. De private ontwikkelpartner en de gemeente Cuijk brengen ieder voor 50% eigen vermogen in. In 2008 en 2009 heeft de gemeente Cuijk elk jaar € 500.000 ingebracht in de RBL C.V. In 2010 heeft de gemeente Cuijk € 850.000 ingebracht. In 2012 heeft de gemeente een bedrag van € 1.085.000 ingebracht in het eigen vermogen. Beleidsvoornemens Geen. Problemen / risico’s De gebruikelijke risico’s bij dit soort participaties en grondexploitatie.
15 Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant Noordoost (RBLbno) Publiek belang De gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint Oedenrode, Uden en Veghel hebben de gemeentelijke taken op het gebied van de leerplicht en voortijdig schoolverlaten met ingang van 1 augustus 2009 ondergebracht bij het Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant Noordoost (RBL bno) van de gemeente Oss. De gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden op het gebied van leerplichtwet 1962 en de wet regionale meld- en coördinatiefunctie 2001 zijn daarvoor ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zonder oprichting van een openbaar lichaam, conform artikel 8 lid 2 wet gemeenschappelijke regelingen.
- 117 -
Partijen Bestuurlijk belang
Financieel belang
Risico's Beleidsvoornemens
Ontwikkelingen
Gemeenten Boekel, Bernheze, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel. De gemeente Cuijk neemt deel aan het bestuurlijk overleg van het algemeen en dagelijks bestuur van het RBL-bno en wordt hierin vertegenwoordigd door de portefeuillehouder onderwijs. Zowel de personeelskosten als de uitvoeringskosten die verbonden zijn aan de uitvoering van taken van het RBL-bno worden omgeslagen over de deelnemende gemeenten op basis van inwonersaantal. De bijdrage 2013 van de gemeente Cuijk bedraagt € 52.252 De gemeente Cuijk is opdrachtnemer van het RBL-bno voor de uitvoering van deze taken in de subregio Land van Cuijk en heeft daartoe specifiek, extra personeel in dienst. Deze kosten worden gedeclareerd bij de gemeente Oss. Reserves per 31-12-2010 € 504.095 en per 31-12-2011 € 429.112. Doel van deze regionale samenwerking is het komen tot een uniforme werkwijze en een hogere kwaliteit van uitvoering en dienstverlening van de gemeentelijke taken op het gebied van leerplicht en voortijdig schoolverlaten. Er is sprake van een prille samenwerking; financiële risico’s zijn afgedekt door gemeentelijke bijdragen en door een rijksbijdrage aan de regiogemeente.
16 Enexis Holding N.V. Publiek belang Als gevolg van de invoering van de wet Onafhankelijk netbeheer in Nederland dient Essent gesplitst te worden in een netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf. Deze verplichte splitsing is al doorgevoerd per 30 juni 2009. Op basis van de wet worden de publieke aandeelhouders van Essent N.V. voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van Enexis.
Bestuurlijk belang Financieel belang
Risico's
Beleidsvoornemens
Ontwikkelingen
De vennootschap heeft ten doel: - het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; - het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie; - het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; - het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. De provincies en gemeenten trachten met hun aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen. De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 23.177 aandelen met een nominale waarde van € 1 per aandeel. Over 2013 heeft de gemeente Cuijk € 15.070 (na aftrek van 15% dividendbelasting) dividend ontvangen. De dividendbelasting ad. € 2.660 is van de Belastingdienst terugontvangen. Het nominaal aandelenkapitaal van deze vennootschap bedraagt € 149.682.196. Gezien het geringe belang van de gemeente Cuijk is daarmee zijn op grond van de wet (art. 2:81 BW) de verplichtingen en daarmee de aansprakelijkheid jegens Enexis Holding N.V. beperkt tot dit bedrag. Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht. Enexis Holding NV opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht - 118 -
van de Energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht. Daarnaast is bepaald dat het dividenduitkeringspercentage vanaf 2012 (op basis van de Aanwijzing van de Minister en vastgelegd in de statuten) mag worden verhoogd van 30% naar 50%, wat zal leiden tot een hoger dan verwachte dividenduitkering. 17 Vordering op Enexis B.V. Publiek belang De economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis B.V. Omdat Enexis B.V. over onvoldoende contante middelen beschikte is deze onverschuldigd gebleven en omgezet in een lening van Essent Nederland B.V. Deze lening is niet mee verkocht aan RWE maar overgedragen aan de aandeelhouders via de vennootschap Vordering op Enexis B.V. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 310 aandelen. De aandeelhouders krijgen jaarlijks een rentevergoeding uit deze vennootschap, gebaseerd op de door de vennootschap ontvangen rente-inkomsten m.b.t. de lening. Beleidsvoornemens Vordering op Enexis B.V. zal - mede afhankelijk van de condities op de kapitaalmarkt - er naar streven om samen met Enexis Holding N.V., na verloop van tijd, (een deel van) de vordering op Enexis te herfinancieren op de kapitaalmarkt, al dan niet via uitgifte van obligaties. Risico’s Risico’s relatief gering.
18 Verkoop Vennootschap B.V. Publiek belang De door Essent afgegeven garanties bij de verkoop van de aandelen van het productie- en leveringsbedrijf aan RWE zijn overgedragen aan Verkoop Vennootschap B.V. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening wordt aangehouden (in vakjargon: in escrow zal worden gestort). De functie van Verkoop Vennootschap is tweeërlei. Als vennootschap die vrijwel alle garanties onder de verkoopovereenkomst heeft overgenomen van de verkopende aandeelhouders zal zij eventuele garantieclaim-procedures voeren tegen RWE. Daarnaast treedt de B.V. op als vertegenwoordiger van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow-agent voor wat betreft het beheer van het bedrag dat in escrow wordt gestort. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). Het rendement op de general escrow wordt gebruikt als werkkapitaal voor de B.V. De kosten van de B.V. bestaan voornamelijk uit het inhuren van externe adviseurs voor de afwikkeling van (potentiële) claims van RWE. Een eventueel overschot op het einde komt ten goede aan de aandeelhouders. In 2013 heeft de gemeente Cuijk € 930 dividend 2012 ontvangen. Na overleg met de Belastingdienst werd op het interim-dividend geen dividendbelasting ingehouden. Beleidsvoornemens De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de periode dat claims onder deze escrow kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Problemen / risico’s Risico’s relatief gering. - 119 -
19 Attero Holding N.V. Publiek belang Essent N.V. was aandeelhoudster van Essent Milieu Holding N.V. Essent Milieu maakte geen deel uit van het verkoopproces aan RWE. De aandeelhouders van Essent N.V. zijn rechtstreeks aandeelhouder van Essent Milieu Holding N.V. geworden. Per 1-1-2010 heeft Essent Milieu Holding N.V. haar naam gewijzigd in Attero Holding N.V. Het doel van deze N.V. is deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en –verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. Partijen Tal van gemeenten. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 23.177 aandelen met een nominale waarde van € 1 per aandeel. Over 2013 heeft de gemeente Cuijk € 987 (na aftrek van 15% dividendbelasting) dividend ontvangen. De dividendbelasting ad € 175 is van de Belastingdienst terugontvangen. Risico's Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap. Daarnaast wordt prudent omgegaan met het ramen van dividendopbrengsten. Attero hanteert een minimum dividenduitkering van € 7,5 miljoen. Beleidsvoornemens Geen. Ontwikkelingen a. De marges van de drie kernactiviteiten van Attero (verbranden, storten en composteren) komen in de komende jaren steeds meer onder druk te staan waardoor kansen gepakt moet worden op het gebied van innovatie en klantgerichtheid. Attero zal nieuwe activiteiten moeten ontwikkelen om deze ontwikkeling te mitigeren en in de toekomst winstgevend te blijven. b. Attero zal zich richten op het verder optimaliseren van de verwerkingsinstallaties voor brandbaar afval, dit vanuit de oogpunten van kostenefficiency en energie- rendement. Duurzaamheid dient te verbeteren door het ’vergroenen’ van de verwerken van de afvalstromen. c. De financiële ontwikkeling van Attero wordt in belangrijke mate bepaald door volumes en afvalverwerkingtarieven van het aangeboden afval, energieopbrengsten, kosten voor de afval van reststromen en operationele kosten. Er zijn geen grote veranderingen te verwachten in de verwachte winstcapaciteit en de solvabiliteit van de onderneming. 20 Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Publiek belang Het juridische en het economische eigendom van Essent haar 50 % belang in de N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ, welke vennootschap onder meer eigenaar is van de kerncentrale te Borssele, mocht niet worden mee verkocht aan RWE. Dit eigendom is dus ook verkregen door de verkopende aandeelhouders van Essent. Dit belang is ondergebracht in de vennootschap Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Hiermee verkrijgen de aandeelhouders ook de rechten om de publieke belangen te borgen. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 23.177 aandelen met een nominale waarde van € 1 per aandeel. Over 2012 is € 65 (na aftrek van 15% dividendbelasting) dividend ontvangen. In 2013 is geen dividend ontvangen. - 120 -
Beleidsvoornemens
Risico’s
De Hoge Raad geeft Delta, mede-eigenaar van EPZ (kerncentrale), in cassatie op het kort geding opnieuw gelijk in zijn verzet tegen de overdracht van het 50%-belang in EPZ door publieke aandeelhouders aan RWE. De uitspraak is vrijdag 21 januari 2011 gedaan. De Hoge Raad volgt daarmee de lijn die lagere rechters al gevolgd hadden. Er loopt nog wel een bodemprocedure. Deze kan nog jaren duren. Risico’s relatief gering.
21 CBL Vennootschap B.V. Publiek belang De functie van deze CBL Vennootschap B.V. is dat zij de verkopende aandeelhouders van Essent N.V. vertegenwoordigt als medebeheerder (naast RWE AG, Enexis Holding N.V. en Essent N.V.) van het CBL Fonds en in eventuele andere relevante CBL-aangelegenheden en fungeert als ‘doorgeefluik’ voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Het CBL Fonds is een bankrekening (in vakjargon: escrow) waarop een adequaat bedrag aan voorziening wordt aangehouden. Voor zover er na beëindiging van alle CBL’s en de betaling uit het CBL Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Fonds, wordt het resterende bedrag weer in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE AG en verkopende aandeelhouders. Naast het feit dat deelname in de vennootschap de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent N.V. en een optimale (financiële) risico-afdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de verkopende aandeelhouders in de vennootschap in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het financiële belang bij effectenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (daling dividend). De gemeente bezit 310 aandelen. Over 2011 heeft de gemeente Cuijk € 9.285 (na aftrek van 15% dividendbelasting) dividend ontvangen. De dividendbelasting ad € 1.639 is van de Belastingdienst terugontvangen. Over 2012 en 2013 is geen dividend uitgekeerd. Beleidsvoornemens De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de nog openstaande CBL contracten en de claims die onder deze escrow (CBL-fonds) kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Op het beheerde geld zal een rentevergoeding worden toegevoegd aan het fonds. Een eventueel overschot in het CBL-fonds komt op het einde voor 50% ten goede aan de verkopende aandeelhouders. Risico’s Beperkt zich tot de hoogte van deelname in het nominale aandelenkapitaal. 22 Claim Staat Vennootschap B.V. Publiek belang Het bleek praktisch moeilijk te zijn de procedure over de vraag of de splitsingswetgeving onverbindend is over te dragen aan de verkopende aandeelhouders. Daarom is bepaald dat deze procedure ook na afronding van de transactie met RWE AG zal worden gevoerd door Essent. De schadevergoedingsvordering, die nog zou kunnen voortvloeien uit de procedure, is gecedeerd aan de Claim Staat Vennootschap B.V. (zodat deze vordering niet achterblijft binnen de Essent Groep). Deze deelname in de Claim Staat Vennootschap B.V. creëert de noodzakelijk randvoorwaarden voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale risico-afdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het - 121 -
Bestuurlijk belang Financieel belang
Beleidsvoornemens
Risico’s
deelnemen ook in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het is voor de aandeelhouders eenvoudiger, beter en goedkoper om gezamenlijk via de band van de Claim Staat Vennootschap B.V. te procederen dan dit ieder voor zich te moeten doen. De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Door bovengenoemde splitsing is er een aandeel verworven in het nominaal aandelenkapitaal van deze vennootschap. Een eventuele schadevergoeding komt geheel ten goede aan de verkopende aandeelhouders. De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de uitspraak in de gerechtelijke procedure. Een eventuele schadevergoeding komt geheel ten goede aan de verkopende aandeelhouders. Er wordt geen rekening gehouden in de begroting met dividendontvangsten. Beperkt zich tot de hoogte van deelname in het nominale aandelenkapitaal.
- 122 -
PARAGRAAF GRONDBELEID Inleiding De wetgever schrijft in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (kortweg: BBV) voor dat een gemeente in de jaarlijks bij de programmabegroting op te nemen paragraaf grondbeleid inzicht geeft in de navolgende zaken. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de te realiseren doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; Een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd; Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale bouwgrondexploitatie; Een onderbouwing van de geraamde winstneming; De beleidsuitgangspunten met betrekking tot de reserves bouwgrondexploitatie in relatie tot de risico’s van de grondzaken. Naast deze wettelijk bepaalde onderwerpen geven wij door middel van deze paragraaf grondbeleid ook inzicht in de navolgende zaken. Het grondprijsbeleid; De parameters in de grondexploitatie; Een korte toelichting op de status van de grondexploitatieprojecten; De planning van het woningbouwprogramma (WBP). Zoals bekend is in overleg met de externe accountant met ingang van 2013 de verantwoordingsfrequentie met betrekking tot de grondexploitaties verhoogd naar twee keer per jaar (bij de Jaarrekening en Begroting) om zodoende het proces nog steviger te verankeren in de P&C-Cyclus. Verder worden de tussentijdse bestuurlijke rapportages van de P&C-Cyclus gebruikt om –zo nodig- verantwoording af te leggen over de grondexploitaties (in de volksmond: het grondbedrijf) van de gemeente.
Beleidskaders Grondprijsbeleid In de raad van 22 april 2013 is het nieuwe grondprijsbeleid vastgesteld. Belangrijkste wijziging ten opzichte van het ‘oude’ grondprijsbeleid is dat bij nieuwe contractafspraken met ontwikkelaars, vanaf 1 juli 2013, bij de berekening van de grondprijs voor grondgebonden woningen en meergezinswoningen/appartementen de residuele grondwaardemethodiek zal worden gebruikt. Bij de begroting 2014 en verder zal dit nieuwe grondprijsbeleid als uitgangspunt dienen. De parameters in de grondexploitatie In onderstaande tabel zijn de parameters verwerkt zoals deze worden gehanteerd binnen de grondexploitatieprojecten. Parameters Rente Kostenstijging Opbrengstenstijging
2014 3,50% 2,00% 0,00%
2015 3,50% 2,00% 0,00%
2016 3,50% 2,00% 1,00%
2017 3,50% 2,00% 1,00%
2018 3,50% 2,00% 1,00%
Grondbeleid Het grondbeleid in onze gemeente is de afgelopen jaren, mede naar aanleiding van externe omstandigheden zoals de vastgoedrecessie, veranderd van actief naar passief. We kopen in principe geen nieuwe gronden meer aan en zetten ons maximaal in om de bestaande grondposities van de gemeente te ontwikkelen.
- 123 -
We kunnen 4 soorten (grond)projecten van de gemeente onderscheiden, namelijk de volgende. Bouwgrond in exploitatie (BIE) BIE is een grondexploitatie in uitvoering. De Gemeenteraad heeft in dit geval de grondexploitatiebegroting vastgesteld die wordt uitgevoerd. De grondexploitatiebegroting geeft onder andere inzicht in de vervaardigingkosten van bouwrijp en woonrijp maken van de locatie. Die kosten worden geactiveerd ofwel bijgeschreven op het balansactief. Activering van de gemaakte kosten is acceptabel omdat grondexploitatie geen éénjarig proces is. Is er sprake van een gepland tekort dan wordt dat verlies onmiddellijk genomen in de vorm van een voorziening. Is er echter sprake van een gepland overschot dan wordt het resultaat gewoonlijk genomen voor zover dat met voldoende zekerheid gerealiseerd is of bij voortdurende onzekerheid pas geheel aan het einde van het proces. Niet in exploitatiegenomen grond (NIEGG) Niet in exploitatie genomen (bouw)grond (NIEGG) is meestal anticiperend of strategisch aangekocht. Er is dan nog geen grondexploitatiebegroting, maar de grond past wel in gedachten (verwachtingen) over gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Voor deze grond moet een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode. NIEGG bevindt zich dan als het ware op de startlijn van de “vervaardigingfase” vanwege de intenties met de grond. Verspreide gronden Hieronder vallen de zogenoemde ruilgronden. Deze gronden zijn dus niet aangekocht met het stellige voornemen tot toekomstige bouw, maar om op afzienbare termijn te ruilen voor gronden waarop wel een toekomstige bouw is c.q. wordt voorgenomen. Omdat er voor deze ruilgronden geen vervaardigingproces zal gaan plaatsvinden, kan er geen sprake zijn van activeerbare vervaardigingkosten. BGE gerelateerde projecten Er zijn ook ruimtelijke projecten waarbij de gemeente niet (helemaal) zelf verantwoordelijk is voor de grondexploitatie, maar slechts een faciliterende rol vervult. Dit zijn aan de bouwgrondexploitatie (BGE) gerelateerde projecten. De gemeente dient in dit soort projecten aan kostenverhaal te doen in het kader van de grondexploitatiewet. De te ontvangen vergoedingen (exploitatiebijdragen) en te maken kosten worden bij de algemene dienst geadministreerd, uitgevoerd en verantwoord.
Uitvoering van het grondbeleid Bouwgrond in exploitatie (BIE) Voor de gronden die in bezit zijn van de gemeente zijn grondexploitatieberekeningen gemaakt en vastgesteld. Deze zijn geactualiseerd per 1 januari 2014. Een financieel en programmatisch overzicht van de grondexploitaties is opgenomen in de tabel onder ‘Resultaten bouwrondexploitatie’. Met onze huidige grondexploitaties kunnen we nog minimaal 15 jaar vooruit. Voor meer inzicht in de nieuwe woningen die in deze periode zijn gepland wordt verwezen naar de planning van het WBP 2012 – 2027; deze is verderop in deze paragraaf opgenomen. Voor wat betreft de grondposities die we hebben met het doel om lokale bedrijventerreinen te realiseren geldt dat op basis van de huidige grondvoorraad jaarlijks ca. 2 ha. grond kan worden uitgegeven tot 2020. In de periode daarna, 2020 tot 2025, is dan nog ca. 0,5 ha. per jaar beschikbaar. Niet in exploitatiegenomen grond (NIEGG) In de raad van 19 december 2011 is besloten de zogenaamde NIEGG-complexen over te hevelen naar de Algemene Dienst. De NIEGG bestaat dus niet meer. De projecten RBL en
- 124 -
Dommelsvoort die destijds ook onderdeel uitmaakte van de NIEGG worden sindsdien verantwoord onder de noemer ‘BGE gerelateerde projecten’. Zie hierna. Verspreide gronden De gemeente is eigenaar van ca. 205 ha. landbouwgrond, waarvan ca 140 ha. in vaste pacht is uitgegeven. Deze pachtvorm wordt telkens van rechtswege met 6 jaar verlengd. De overige ca 65 ha. wordt in tijdelijke pacht uitgegeven en is na verloop van de pachttermijn direct beschikbaar om ingezet te worden bijvoorbeeld voor compensatiedoeleinden. Hierbij valt te denken aan de realisatie van ecologische verbindingszônes, verplaatsen van dassenleefgebied en verwerving van andere gronden. Daarnaast geeft de gemeente tegen huur een aantal volkstuintjes en groenstroken in gebruik uit. De opbrengst van de door de gemeente in vaste pacht uitgegeven 140 ha. grond is geraamd op € 85.000,- per jaar. De hoogte van deze pachtopbrengst is onder andere afhankelijk van het periodiek door de rijksoverheid vast te stellen pachtnormenbesluit. De door de gemeente in tijdelijke pacht uit te geven grond levert een pachtopbrengst op die is geraamd op € 40.000,- per jaar. De opbrengst van deze pacht kan per jaar sterk wisselen omdat deze grond vaak direct nodig is voor compensatiedoeleinden. De opbrengst van de huur van volkstuintjes en groenstroken is geraamd op € 10.000,- per jaar. BGE gerelateerde projecten Zoals hiervoor vermeld worden hiermee onder andere bedoeld de projecten RBL en Dommelsvoort. De gemeente voert met betrekking tot deze projecten niet zelf de grondexploitatie maar heeft wel belangrijke verplichtingen met derden om een en ander te realiseren. In casu is sprake van publiek private samenwerking (PPS). Voor deze projecten heeft de gemeente ook financiële reserves en voorzieningen getroffen. Daarover hierna meer. Tot slot voert de gemeente ook nog grondbeleid met het doel maatschappelijke projecten te realiseren. In dit kader valt te denken aan de realisatie van bijvoorbeeld multifunctionele accommodaties, een schouwburg en onderwijsgebouwen. Overigens zijn dit over het algemeen projecten waarbij de grondexploitatie een ondergeschikte rol vervuld en de opstalexploitatie een veel grotere impact heeft op de gemeentelijke begroting. Over deze projecten wordt separaat gerapporteerd aan de raad.
Resultaten bouwgrondexploitatie De economische ontwikkeling en in het bijzonder de bouwsector blijft zorgelijk. De woningmarkt verkeert nog steeds in een crisis. De financiële ontwikkeling van de grondexploitaties heeft dan ook aanhoudend bijzondere aandacht. In 2011 heeft een aanzienlijke bijstelling/sanering plaatsgevonden van de BGE en zijn reeds forse verliezen genomen. De gedachte destijds was: we zullen verliezen moeten nemen en laten we het dan ook meteen goed doen zodat we de BGE toekomstbestendig maken. Bij de actualisatie per 1 januari 2014 zijn de exploitaties per saldo met € 914.818,00 (op basis van netto contante waarde) verbeterd. Dit resultaat vloeit met name voort uit geactualiseerde ramingen voor civiele werken, uitgestelde investeringen en renteopbrengsten bij de plannen met een positief saldo. Vanwege het hoge plansaldo is dit effect het grootst bij de Heeswijkse Kampen. In de tabel op de volgende pagina is een samenvattend overzicht opgenomen van alle grondexploitaties.
- 125 -
Grondexploitatieprojecten
Netto Contante Waarde / Plansaldo 2013
de Valuwe Katwijkseweg Dienstenas Heeswijkse Kampen, fase 3 de Schans St. Agatha Groot Heiligenberg Beijerd en 't Riet-West Homburgterrein Zicht op Parkbos vm scoutinglocatie Kouwenberg Heggerank-Wegedoorn Katwijk -Liefkeshoek Lange Linden Bouwkavel De Wisse Bouwkavel Burg. Thijssenstraat vm gemeentewerf Haps (CPO) Risicoreserve
€ € € € € € € € € € € € € € € € €
4.218.540569.487 1.293.7151.983.152 1.289.411 669.767488.701 1.993.592 3.464.502541.560 436.083 170.391 8.092 575.310 72.784 12.95129.966
TOTAAL BGE
€
Overige projecten
Voorzieningen
€
4.218.540
€
1.293.715
€
669.767
€
3.464.502
€
12.951
1.500.946- €
9.659.475
Netto Contante Waarde / Plansaldo
Voorzieningen
Risicoreserve
€
829.050
TOTAAL Grondbedrijf (incl. reserves en voorzieningen) € € 569.487 € € 1.983.152 € 1.289.411 € € 488.701 € 1.993.592 € € 541.560 € 436.083 € 170.391 € 8.092 € 575.310 € 72.784 € € 29.966 € 829.050 €
Risicoreserve
Looptijd t/m…. 2019 2022 2016 2026 2017 2016 2019 2018 2020 2019 2016 2014 2022 2018 2015 2014 2019
8.987.579
TOTAAL Looptijd
2013 RBL Dommelsvoort TOTAAL OVERIGE PROJECTEN
Nvt. Nvt.
€ €
500.000 1.800.000
€ €
1.500.000 2.200.000
€ €
2.000.000 4.000.000
Nvt.
€
2.300.000
€
3.700.000
€
6.000.000
- 126 -
2027 2021
Programma (nog te realiseren) # # m² # m² woningen bedrijven Overig 190 17 17 584 5 5 16 2 2 17 1 1 10
36.370 29.062 35.589 51.000 13.340 -
800 -
867
165.361
800
Programma (nog te realiseren) # # m² # m² recreatie -woningen bedrijven Overig 650.000 550 - 700 550 - 700
650.000
-
Winstnemingen De regels voor winstnemingen zijn van hogerhand aangescherpt. In 2012 is door de commissie BBV de notitie grondexploitaties gewijzigd. In deze notitie staan zogenaamde stellige uitspraken en aanbevelingen waar gemeenten rekening mee moeten houden bij hun grondexploitaties. Ten aanzien van de winstnemingen heeft de commissie in zijn aanbevelingen aandacht gevraagd voor het voorzichtigheidsbeginsel. Naar aanleiding hiervan en gelet op de aanhoudende malaise op de vastgoedmarkt is in de jaarrekening 2013 en verder voorlopig geen rekening meer gehouden met tussentijdse winstnemingen uit de grondexploitaties.
Reserves, Voorzieningen en Weerstandsvermogen Reserves Net als bij de voorzieningen (zie hierna) is onderscheid gemaakt in grondexploitatieprojecten en overige projecten waarin de gemeente participeert (RBL en Dommelsvoort). Voor de grondexploitaties is een uitgebreide risicoanalyse uitgevoerd. Deze analyse heeft ertoe geleid dat de risicobuffer, ofwel ‘de reserve onvoorzienbare risico’s grondexploitaties’ bij de jaarrekening 2013 is gesteld op € 829.050,00 voor de reguliere grondexploitaties. Verder is de risicoreserve voor de zogenaamde BGE-gerelateerde projecten, te weten het RBL en Dommelsvoort, gehandhaafd op in totaal € 3.700.000,00. Voorzieningen In de tabel op de vorige pagina is de huidige stand van de voorzieningen vermeld van de BGE-gerelateerde- en grondexploitatieprojecten. In het eerste geval zijn de voorzieningen getroffen om het aandeel van de gemeentelijke kosten af te dekken. In het tweede geval zijn de voorzieningen getroffen ter afdekking van de verwachte negatieve grondexploitatieresultaten van betreffende projecten. Weerstandsvermogen Het totale bedrag van de voorzieningen, ad € 9.659.475,00 voor de grondexploitatieprojecten is aanzienlijk hoger dan de boekwaarde van deze projecten ad € 2.782.960 (per 1-1-2014). Verder is voor de grondexploitatieprojecten een risicoreserve aanwezig van afgerond € 829.050,00. Met andere woorden: in casu is ruim voldoende weerstandsvermogen aanwezig.
Zakelijke toelichting grondexploitatieprojecten Grondexploitatieprojecten De Valuwe Ultimo 2013 is tussen de ontwikkelaar (woningcorporatie Mooiland) en de gemeente over-enweer grond overgedragen in fase 2a (=locatie aan het Valuweplein, tegenover de kerk) ten behoeve van de realisatie van een appartementencomplex (26 woningen) en 11 grondgebonden woningen. Alle 37 woningen vallen in de categorie sociale huur. In 2014 zal worden gestart met de bouw van deze woningen. Ultimo 2013 is de gemeente juridisch eigenaar geworden van de laatste kiosk aan het Valuweplein. Hierin waren gevestigd een kapperszaak en een café. Deze kiosk was reeds een jaar eerder al verworven door de gemeente. Begin 2014 zal deze kiosk worden gesloopt. Het programma voor fase 3 en 4 is gewijzigd. Over de financiële uitgangspunten m.b.t. de realisatie van het MFA in de plint van het appartementencomplex van Mooiland is met Mooiland geen overeenstemming bereikt. Mooiland heeft daarna met de huisartsen verder gesproken over de invulling van de plint met medische voorzieningen. In het najaar van 2013 hebben de huisartsen en Mooiland eveneens geen overeenstemming weten te bereiken, waardoor de huisartsen zich hebben teruggetrokken uit de nieuwbouw de Valuwe. - 127 -
In de wijk De Valuwe is verder gezocht naar een geschikte locatie voor de MFA. Hierbij ligt in eerste instantie de focus op de St. Jozefkerk. De twee belangrijkste uitgangspunten daarbij zijn dat: de toekomstige MFA financieel haalbaar moet zijn zowel wat betreft de investering als wat betreft exploitatielasten, en;
dat er geprobeerd wordt om andere (semi-) commerciële partijen te vinden die als kostendrager kunnen fungeren.
Er is een Quick Scan uitgevoerd om te onderzoeken of de St. Jozefkerk kan worden herontwikkeld van een kerkfunctie naar een MFA, eventueel aangevuld met andere functies. De resultaten van de Quick Scan laten zien dat er mogelijkheden zijn een MFA in de St. Jozefkerk te realiseren. De financiële haalbaarheid dient nader te worden onderzocht. Katwijkseweg Dit betreft een locatie aan de Katwijkseweg in Cuijk tegenover de locatie waar het nieuwe schoolgebouw van het Merlet college is gepland. De gemeente is eigenaar en geeft zelf kavels uit ten behoeve van de bouw van vrije sectorwoningen. Er zijn nog zeventien kavels beschikbaar. Grondgebonden woningen tegenover Dienstencentrum Ingevolge het in september 2012 vastgestelde bestemmingsplan ‘Centrum Cuijk’ mogen tegenover het Dienstencentrum aan de Zwaanstraat te Cuijk 17 grondgebonden woningen worden gebouwd. Deze woningen waren oorspronkelijk in beeld als koopwoningen. De grondprijs is hier ook op gebaseerd. Gezien de ontwikkelingen op de huidige koopmarkt wordt momenteel met Mooiland gestudeerd op een alternatief plan, met sociale huurwoningen. Het project wordt vooralsnog niet verder in procedure gebracht. Heeswijkse Kampen, fase 3 Eind 2013 heeft een zogenaamde hercontractering plaatsgevonden inzake het bouwclaimcontract van projectontwikkelaar Van Wanrooij. Hieraan liggen twee belangrijke redenen ten grondslag, te weten: Een verschuiving van de bouwafspraken van het deelproject ‘Wonen in het Groen’ naar het deelproject ‘De Nielt’ (fase 3).
Een wijziging van het grondprijsbeleid van de grondquotemethodiek naar de residuele grondwaardemethode.
Per saldo heeft deze hercontractering geen nadelige gevolgen voor de BGE, omdat het nieuwe grondprijsbeleid reeds is verwerkt in de BGE 2013, c.q. begroting 2014/, welke is vastgesteld in de raad van juni 2013. Over deze hercontractering is de raad nader geïnformeerd door middel van de vertrouwelijke raadsinformatiebrief van 19 december 2013. Deelproject De Nielt Binnenhaven Onderdeel van het deelproject ‘Wooneiland De Nielt’ binnen het project ‘Heeswijkse Kampen’ is de binnenhaven. De datum 26 februari 2013 heeft het college besloten om de binnenhaven op De Nielt in het jaar 2014 te realiseren. De totale kosten hiervan, ad € 1 Mln. zijn opgenomen in de grondexploitatie. Volgens planning zal de binnenhaven na de zomer van 2014 gereedkomen.
- 128 -
Fase 2 Op 25 april 2013 heeft de gemeente Cuijk met VOF Klein Linden een ontwikkelingsovereenkomst gesloten voor de blokken 5 en 16 op het wooneiland. Het betreft de realisatie van 16 koopwoningen (blok 5), 20 sociale huurwoningen (blok 16) en 15 woningen in de vrije sector (blok 16). De verwachting is dat het project eind 2014 in productie kan worden genomen. Fase 3 De gemeente en Van Wanrooij Projectontwikkeling zijn in gesprek met elkaar over de ontwikkeling van De Nielt fase 3 (=ten noorden van de binnenhaven). In 2014 hopen partijen concrete afspraken te kunnen maken over de ontwikkeling van deze fase, in casu de realisatie van 95 nieuwe woningen. De gemeente heeft de wens uitgesproken om de bouwclaim van Van Wanrooij in deelgebied ‘Wonen in het Groen’ gedeeltelijk te vervangen door toekenning op koop van bouwrijpe kavels in het deelgebied ‘Wooneiland De Nielt fase 3’’. Hierdoor kan het deelgebied ‘Wooneiland De Nielt’ eerder worden afgerond en zullen opbrengsten sneller worden gerealiseerd. In 2014 zal Van Wanrooij starten met de verkoop van een deel van fase 3. Wonen aan het Water Ultimo 2013 zijn nog 3 kavels te koop. De belangstelling voor deze dure kavels lijkt enigszins verzadigd. Zodra deze zijn verkocht zal het eiland Waterkering ook woonrijp worden gemaakt. De andere wooneilanden zijn, zoals bekend, reeds gerealiseerd. Wonen in het Groen Cuijkse Tuinen fase 1 (Van Wanrooij) De verkoop van het project ‘Cuijkse Tuinen’ is medio 2013 gestart. Inmiddels zijn 19 woningen verkocht zijn er nog slechts 4 onverkocht. Eind 2013 is de ontwikkelaar gestart met e de bouw. Inmiddels zijn ook de voorbereidingen gestart voor de 2 (vervolg)fase van het project ‘Cuijkse Tuinen’. Mijn Watermerk (VOF Klein Linden) Eind 2013 zijn de nieuwbouwwoningen van het project ‘Mijn Watermerk’ opgeleverd door de ontwikkelaar. In totaal zijn 13 woningen gerealiseerd waarvan er 11 zijn verkocht. Thans zijn nog 9 bouwkavels binnen dit project te koop. Bedrijventerrein In het bedrijventerrein Heeswijkse Kampen deelgebied I is het laatste beschikbare perceel van 1.485 m² in 2012 verkocht. Dit is volgens planning. De uitgifte van de deelgebieden 2, 3 en 4 ligt verder weg (vanaf 2017) omdat hiervoor eerst het bestemmingsplan nog moet worden aangepast. De Schans Dit betreft een locatie aan de rand van de kern Haps waar de gemeente zelf kavels uitgeeft ten behoeve van de bouw van vrije sectorwoningen. Medio 2013 zijn nog vijf kavels beschikbaar. St. Agatha (Kepserterrein) Het voormalige Kepsersterrein in Sint Agatha wordt ontwikkeld door Hofmans Wonen. In totaal zullen door deze ontwikkelaar elf woningen worden gebouwd. Deze woningen hebben via het binnenterrein ontsluiting met de ingang aan de Gildeweg. Het plangebied is in 2012 grotendeels bouw- en woonrijp gemaakt en alle voorzieningen zijn aangelegd. Ultimo 2013 zijn zeven woningen verkocht. Verder is een exploitatieovereenkomst gesloten met de eigenaar van het aangrenzende perceel Kloosterlaan 2 met betrekking tot de bouw van vier
- 129 -
woningen en de bijdrage van de exploitant in de kosten van de aanleg van de voorzieningen van openbaar nut. Groot Heiligenberg Er zijn voor ambachtelijke of handelsbedrijven en voor perifere detailhandel nog maar enkele gemeentelijke percelen te koop (totaal 3). Wel is er veel ruimte voor zakelijke dienstverlening (kantoren) aan de zijde van de Beerse Baan. Voor kantoren is echter geen enkele belangstelling. Daarom zou kunnen worden overwogen om de bouwmogelijkheden zodanig aan te passen dat een andere gebruik beter mogelijk wordt. De Beijerd en ’t Riet –West Medio 2013 is principeovereenstemming bereikt met een bedrijf te Beers over een perceel van 8.000 m². Dit bedrijf wil verplaatsen naar de locatie ten westen van de Van Galenweg. Medio 2013 zijn nog 5 kavels beschikbaar in grootte variërend van 1.400 - 14.000 m² met een totale oppervlakte van ca. 27.500 m². Homburgterrein In 2013 is een bedrijfsperceel verkocht ter grootte van 6.877 m². Er is optionele belangstelling voor nog eens 3.455 m². Dan resteert thans nog ca. 5,4 ha. bruto (dus inclusief openbare ruimte zoals wegen) aan uitgeefbare bedrijfsgrond. In december 2013 heeft ons college de visie ‘Sportief Werklandschap Homburg Cuijk’ vastgesteld. In deze visie wordt een toekomstbeeld geschetst van een innovatief duurzaam bedrijventerrein voor de strook langs het spoor. In 2014 zal worden onderzocht of er marktpartijen geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van deze visie. Daarnaast worden subsidiemogelijkheden bezien waardoor eventueel middelen vrij komen om de herinrichting van het openbare gebied op het Homburg terrein mogelijk te maken. Zicht op Parkbos Eind 2013 is met de ontwikkelaar, De Cuijkse Bouwers, een overeenkomst opgesteld voor het realiseren van van 16 twee-onder-een kapwoningen. De start verkoop is gepland in het eerste kwartaal van 2014. De woningen zijn opgenomen in het in 2011 vastgestelde bestemmingsplan “Cuijkse Cantheelen”. Voormalige scoutinglocatie Kouwenberg Eind 2012 is het betreffende perceel, welke is gesplitst in 2 woningbouwkavels, in de verkoop gegaan. In 2013 zijn geen woningbouwkavels verkocht. Beide kavels zijn nog te koop. Heggerank-Wegedoorn Op dit perceel, gelegen in de Heeswijkse Kampen, stond een schoolgebouw waarin de wijkvoorziening “De Zwamhut” was gevestigd. Zoals bekend is “De Zwamhut” verhuisd naar voorzieningencentrum Lavendel. Daarmee is deze locatie vrijgekomen. Het perceel is gesplitst in drie kavels waarvan er één reeds in 2011 is verkocht ten behoeve van de realisatie van een woning met tandartspraktijk. De andere twee kavels hebben een woonbestemming en zijn ultimo 2013 nog niet verkocht. Liefkeshoek Katwijk In 2010 heeft het college besloten om op de middellange termijn tot woningbouwontwikkeling te komen op de locatie Liefkeshoek te Katwijk. De gemeente is eigenaar van deze locatie. Het consortium van Cuijkse Bouwers is de beoogde partij die deze ontwikkeling zal uitvoeren. De gemeente heeft voor de betreffende woningbouwlocatie een eerste aanzet voor een stedenbouwkundige opzet opgesteld. In 2013 is overleg met de Dorpsraad Katwijk geweest. Er zijn twijfels bij de Dorpsraad over de behoefte aan woningbouw in Katwijk. De Dorpsraad gaat de woningbehoefte opnieuw inventariseren. In het voorjaar 2014 wordt hierover meer
- 130 -
bekend. Mede afhankelijk van deze resultaten zal de uitwerking van de plannen nader worden bezien. Lange Linden Het betreft een bedrijfskavel, in eigendom van de gemeente, aan de Lange Linden 33 te Katwijk (NB). In maart 2013 is het betreffende bestemmingsplan (Noordoever Heeswijkse Plas) vastgesteld. De kavel wordt uitgegeven voor geluidarme bedrijven in milieucategorie 1 en 2. Voormalige gemeentewerf Beers (CPO) Ultimo 2013 is het CPO-project van 14 woningen gereed gekomen. In de loop van 2014 zal worden onderzocht of de locatie kan worden uitgebreid ten behoeve van woningbouw ter plaatse van de bestaande gemeenteloods in de richting van de tennisbanen. Betreffende locatie is reeds in bezit van de gemeente. Bouwkavel De Wisse In Beers is de vm. locatie van ‘De Wisse’ beschikbaar gekomen voor de bouw van één vrijstaande woning. Ultimo 2013 is de betreffende woningbouwkavel nog niet verkocht. Bouwkavel Burg. Thijssenstraat In Beers is aan de Burg. Thijssenstraat één kavel beschikbaar voor de bouw van een vrijstaande woning. Op deze kavel is een verontreiniging aanwezig. De sanering hiervan is voorzien in 2014. Voormalige gemeentewerf Haps De voormalige locatie van de gemeentewerf in Haps maakt onderdeel uit van het WBP 20122027 en is als zodanig bestemd om in de toekomst te worden ontwikkeld. De definitieve invulling is nog niet bekend. Een bestemmingsplanprocedure is nog niet opgestart. RBL (Ontwikkeling Regionaal Bedrijventerrein Laarakker te Haps) Recent is de grondexploitatie van het RBL herzien. Het effect van deze herziening is dat: Het rendement op eigen vermogen terug loopt van 1,59% (herziening 2013) naar 1,26% (herziening 2014), doch dus nog altijd positief blijft. In het kader van verdere optimalisatie zullen de mogelijkheden van herfinanciering in 2014 nader worden onderzocht door de directie van het RBL BV omdat de rente die de gemeente in rekening brengt hoger is dan de huidige marktrente. Een van de mogelijkheden die zal worden onderzocht is het systeem van een geborgde lening (gemeentegarantie met 50% contragarantie BNG GO). In 2014 door beide partijen elk € 1,5 Mln. eigen vermogen moet worden ingebracht. Tot nu toe is door partijen elk afgerond € 3 Mln. aan eigen vermogen ingebracht. In de samenwerkingsovereenkomst en allonge is vastgelegd dat in totaal door elk der partijen ruim € 4,6 Mln. aan eigen vermogen moet worden ingebracht. Deze ontwikkeling past derhalve binnen het financiële kader waarmee de raad destijds heeft ingestemd. Uitgangspunt is nog steeds dat beide partijen uiteindelijk, als het plan volledig is gerealiseerd, de volledige inbreng van het eigen vermogen terug krijgen. Op basis van de huidige inzichten het mogelijk is dat op termijn extra eigen vermogen nodig zal zijn voor een bedrag van € 3 Mln. Dit is wederom € 1,5 Mln. voor elk der partijen. Zodra dit ook feitelijk aan de orde is, zal de goedkeuring van de raad worden gevraagd.
- 131 -
Dommelsvoort (Ontwikkeling Recreatiepark) Ultimo 2013 zijn concrete afspraken gemaakt met de ontwikkelaar JV Dommelsvoort VOF over de aanleg van de nieuwe brug. Gepland is dat deze voor de start van de Nijmeegse 4daagse in gebruik kan worden genomen. Over de financiële consequenties in verband met de aanleg van deze brug is de raad in december 2013 (vertrouwelijk) geïnformeerd. In 2013 zijn diverse percelen aangekocht in het projectgebied. Deze aankopen zijn voorgefinancierd via de projectadministratie. Het (globale) bestemmingsplan ‘Kraaijenbergse Plassen, Waterpark Dommelsvoort’ is op 11 december 2013 onherroepelijk geworden. Wel is er een zogenaamd reparatieplan Dommelsvoort gemaakt om enkele, kleinere onderdelen te herstellen. Dit is momenteel in procedure. Het uitwerkingsplan voor fase 1, de centrumlocatie, wordt in 2014 verwacht. Het ministerie van Economische Zaken, JV Dommelsvoort VOF en de gemeente Cuijk hebben in 2013 diverse malen overleg gevoerd over een ontheffing om de dassenfamilie Dommelsvoort te mogen verplaatsen. Eind januari 2014 heeft JV Dommelsvoort VOF een ontheffing met nadere voorschriften ontvangen van de rijksoverheid.
Het woningbouwprogramma (WBP) Inleiding In de gemeenteraadsvergadering van 19 december 2011 is het nieuwe WBP voor de periode 2012-2027 vastgesteld. Het nieuwe WBP bestaat uit het basiswoningbouwprogramma dat steunt op het rapport van Companen van mei 2011, en de zogenoemde werklijst woningbouwprogramma die een vertaling is van het basiswoningbouwprogramma naar projectlocaties. Het nieuwe WBP is enerzijds een kompas voor de uitvoering van plannen op korte termijn en geeft anderzijds speelruimte aan het college en aan de gemeenteraad om te anticiperen op eventuele marktinitiatieven. Regionale woningmarktstrategie Land van Cuijk In de raad van 18 maart 2013 is de Regionale woningmarktstrategie Land van Cuijk vastgesteld. De regionale woningmarktstrategie is een gemeenschappelijk product van de samenwerkende gemeenten in het Land van Cuijk en de in de regio werkzame woningcorporaties Mooiland en Wonen Vierlingsbeek. Daarnaast is zorginstelling: Zorgcentra Pantein, betrokken bij het project. De regionale woningmarktstrategie kent twee belangrijke opgaven. Enerzijds is er sprake van teruglopende verkoopcijfers, waardoor nieuwbouwprojecten moeizaam van de grond komen. Anderzijds is er nog steeds sprake van een groeiende behoefte aan woonruimte. De opgave is hiermee tweeledig: a. aanpak van de huidige woningmarkt en het vlottrekken daarvan; b. faciliteren van de duurzame vraag; zorgdragen voor voldoende woningen in aantallen en kwaliteit. Afgelopen periode zijn de deelnemende partijen met deze opgaven aan de slag gegaan conform een uitvoeringsprogramma, oftewel Uitvoeringsagenda, waarvoor in de woningmarktstrategie een aanzet is gegeven. De gemeenteraad wordt op de hoogte gehouden over de vorderingen van het project. De planning uit het WBP In onderstaande tabel is de planning van het WBP opgenomen.
- 132 -
Realisatie (w oning gereed)
Monitoring WBP 2012 - 2027 Centrum/HK/kerkdorpen Centrum
Totaal centrum Heeswijkse Kampen
Totaal HK Kerkdorpen
locatie Anne Frankstraat Cuijkse Cantheelen De Messemaker Dienstenas ING-banklocatie Zwaanstraat Katwijkseweg OMO-terrein Regouin Stationsplein en omgeving Zicht op Parkbos HK/De Nielt HK/Kralensnoer HK/Wonen aan het Water HK/Wonen in het Groen Beers Beers/vm gemeentewerf Haps Haps/De Schans Haps/locatie Reijs Haps/vm gemeentewerf Katwijk/locatie Loeffen Linden/particulier St. Agatha/Kepserterrein Vianen/Beekdal
Totaal kerkdorpen Gereed/ verwachting gereed
Totaal
<2014
2014
2015
13 19
148
4
6 12
2016
2017
2018
120
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
63
14 5
5
18 6 36 28 28 13 69 3
0
17 17
4 170 44 22
5 28 56 19
4 129 36
0 39
69 56 19
14 21
0
0
0
0
0
30 96
30 105
21 57
21 60
21 96
18 39
18 18
19 19
19 19
19 19
14 14
19 10 6
4
4
3
3 4 42 308
4 4 12 145
4 8 194
3 63
0 165
0 53
0 18
0 19
0 19
0 19
0 14
14 13 7
2 7 18 50 155
2
16 33
- 133 -
2026 Eindtotaal 10 10 344 19 17 17 14 20 12 18 6 13 27 473 280 60 28 260 0 628 31 34 14 48 61 9 19 10 17 2 14 30 79 210 106 1311
- 134 -
DEEL B JAARREKENING
- 135 -
- 136 -
PROGRAMMAREKENING Gezuiverd rekeningsresultaat (Bedragen x € 1.000) Programma
Primitieve begroting Lasten
0. Bestuur
4.406
1. Veiligheid en handhaving 2 Verkeer en vervoer
Baten
Begroting na wijziging
Saldo
Lasten
436
3.970
4.586
1.965
60
1.905
3.663
330
3.333
3. Lokale economie
1.335
786
4. Onderwijs en kinderopvang
3.338
5. Cultuur, recreatie en sport 6. Welzijn, werk, inkomen en zorg 7. Volksgezondheid en milieu
Baten
Realisatie
Saldo
Lasten
387
4.199
5.056
1.952
79
1.873
5.568
334
5.234
549
1.649
2.377
614
2.723
7.430
6.477
685
5.792
20.502
12.125
8.377
Baten
Saldo
499
4.557
1.912
65
1.848
4.525
341
4.184
-729
1.908
1.308
599
614
6.815
5.448
655
4.792
10.421
628
9.793
6.019
577
5.442
22.393
13.571
8.822
22.110
13.599
8.510
5.952
4.246
1.705
6.114
4.348
1.766
5.983
4.621
1.362
8. Bouwen en wonen
13.948
12.754
1.193
14.017
12.662
1.355
15.357
14.340
1.016
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
36.815
65.901
-29.086
48.872
75.679
-26.808
46.205
73.665
-27.459
Totaal resultaat voor bestemming
98.399
97.937
462
123.001
110.681
12.320
114.521
109.670
4.851
184
670
-486
7.659
20.373
-12.714
2.625
8.710
-6.084
98.583
98.607
-24
130.660
131.054
-394
117.146
118.380
-1.233
Totaal reservemutaties Totaal resultaat na bestemming
- 137 -
- 138 -
TOELICHTING OP DE PROGRAMMAREKENING Analyse resultaat 2013 Na verwerking van alle begrotingswijzigingen 2013 werd een positief resultaat geraamd van € 393.931 Het werkelijke positieve resultaat bedraagt € 1.233.450. De verschillen groter dan € 50.000 die een verklaring vormen voor het positieve verschil ad. € 839.519 zijn in onderstaand overzicht opgenomen. Programma 0 3 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 7 7 8 8
Omschrijving Storting in voorziening pensioenen wethouders Beheer gronden en opstallen Kunsteducatie Groenbeheer en -onderhoud Groenbeheerproject Padbroek Minimabeleid Sociale werkvoorziening Hulp bij het huishouden WMO Woon-zorgdiensten WMO Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Participatiebudget Vorming voorziening Kunstencentrum De Meander Jeugdgezondheidszorg uniform deel Beschikkingen/handhaving WABO - deelactiviteit milieu Ruimtelijke ordening algemeen Bouwgrondexploitatie
x € 1.000 voordelen nadelen 52 1.054 360 53 138 63 106 288 97 82 69 804 82 267 51 145
Fin. & alg. dekkingsm.
Rente kort geld
Fin. & alg. dekkingsm.
Omslagrente
Fin. & alg. dekkingsm.
Algemene uitkering gemeentefonds
306
Fin. & alg. dekkingsm.
Onvoorziene uitgaven en inkomsten
977
Fin. & alg. dekkingsm. Diverse Diverse Diverse
Mutaties reserves Saldi kostenplaatsen Kapitaallasten Overige posten (< € 50.000)
Fin. & alg. dekkingsm.
Verschil tussen begroot en werkelijk resultaat jaarrekening 2013 Totaal
54 255
6.630 110 6.446 233 840 9.781
9.781
Voor een nadere toelichting op de genoemde posten wordt verwezen naar de verschillenverklaring op programmaniveau, de toelichting op de (hulp)kostenplaatsen en de kapitaallasten die eveneens in deze toelichting op de programmarekening zijn opgenomen.
Overzicht incidentele baten en lasten met toelichting Op grond van artikel 28, lid c van het BBV dient in de toelichting een overzicht van de incidentele baten en lasten opgenomen te worden. Baten en lasten voortkomende uit éénmalige activiteiten en projecten, afwikkelingsverschillen, onvoorziene inkomsten en uitgaven alsmede (eenmalige) onttrekkingen aan de algemene reserve worden als incidentele baten en lasten beschouwd. Als definitie van het begrip 'incidenteel' is, conform de toelichting op artikel 19, lid c BBV, uitgegaan van lasten en baten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen.
- 139 -
De belangrijkste incidentele baten en lasten (groter dan € 10.000) treft u in het volgende overzicht per programma aan: Bedragen x € 1.000 Begroting Rekening 2013 2013 Programma
Omschrijving Incidentele lasten: 0 Storting overgedragen pensioenkapitaal in pensioenvoorziening wethouders (zie ook baten) 3 Plan van aanpak breedband Land van Cuijk
0
80
28
0
1.888
1.888
30
5
4 50% eenmalige doordecentralisatievergoeding Merletcollege 4 Onderzoek doordecentralisatie buitenonderhoud scholen primair onderwijs 5 Groen-blauwstimuleringskader 5 Vitalisering openbare ruimte Padbroek 5 Aanpassingen toren museum Ceuclum 6 Vorming voorziening Kunstencentrum De Meander 6 Transitiekosten AWBZ naar WMO 6 Transitiekosten Participatiewet 7 Opstartkosten RUD (omgevingsdienst Brabant Noord) 8 Uitwerken omgevingsplan 8 Actualiseren bestemmingsplannen 9 Kosten voormalig personeel 9 Dotatie voorziening dubieuze debiteuren KPL * Aanpak representatieve ruimtes gemeentehuis KPL * Werving- en selectiebeleid
30
30
162
23
50
10
0
804
125
31
79
6
20
13
15
19
48
18
47
29
0
103
30
30
50
0
0
-80
0
-10
-300
-300
-35
-31
0
-290
Incidentele baten: 0 Door wethouder overgedragen pensioenkapitaal van andere pensioenfondsen naar gemeente (zie ook lasten) 0 Vrijval voorziening wachtgeld oud-wethouders 5 Ontgrondingsvergoedingen Kraaijenbergse Plassen (vervallen m.i.v. 2015) 7 Subsidie Provincie Noord-Brabant inzake externe veiligheid 7 Uitkering algemene reserve RMB 8 Vergoeding subsidieverwervingskosten Cuijkse Cantheelen 9 Extra uitkering BTW-compensatiefonds voorgaande jaren
0
-32
0
-995
-1.888
-1.888
379
-537
ALG* Onttrekking reserve integraal huisvestingsplan onderwijs ter dekking 50% eenmalige doordecentralisatievergoeding Merletcollege
Saldo incidentele baten en lasten (- = baten)
* KPL = kostenplaatsen (indirecte kosten), ALG = Financiering en algemene dekingsmiddelen
- 140 -
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het resultaat over 2013 in belangrijke mate is beïnvloed door incidentele baten en lasten. In de begroting was uitgegaan van per saldo € 379.000 aan incidentele lasten. De realisatie over 2013 laat per saldo € 537.000 aan incidentele baten zien. Na eliminatie van het positieve resultaat op de incidentele baten en lasten van € 916.000 resteert een positief resultaat van circa € 317.000 op de reguliere activiteiten van de gemeente.
- 141 -
Programma: 0 Bestuur Lasten Programma
Product
0 - Bestuur 101 - Bestuursorganen 102 - Bestuurondersteuning 103 - Budgetcyclus en fractieondersteuning rekenkamer 104 - Rechtsbescherming 105 - Voorlichting en promotie 106 - Bijzondere wetten en verordeningen 107 - Burgerzaken
Begroting primitief 4.406 1.899 896 413 64 379 34 720
Begroting
Werkelijk
4.586 2.108 894 413 51 381 34 704
Restant
5.056 2.820 622 385 41 404 132 653
-470 -711 273 28 10 -23 -98 51
Baten Programma
Product
0 - Bestuur 101 - Bestuursorganen 102 - Bestuurondersteuning 103 - Budgetcyclus en fractieondersteuning rekenkamer 104 - Rechtsbescherming 105 - Voorlichting en promotie 106 - Bijzondere wetten en verordeningen 107 - Burgerzaken
Begroting primitief
Begroting
Werkelijk
Restant
436 1 0 25
387 0 0 25
499 97 0 27
-112 -97 0 -2
0 0 12 397
0 0 14 347
0 0 12 363
0 0 2 -16
Saldo Programma
Product
0 - Bestuur
Begroting primitief 3.970
Begroting
Werkelijk
4.199
Restant
4.557
Rechtmatigheid Het BBV schrijft voor toe te lichten als er sprake is van overschrijding van de lasten op programmaniveau en aan te geven of deze overschrijding rechtmatig is. De overschrijding op dit programma is rechtmatig, omdat de overschrijding past binnen bestaand beleid/genomen besluiten (accountantskosten, kapitaallasten, doorbelasting kostenplaatsen (uren)) of er hogere baten tegenover staan (overdracht pensioenkapitaal). De verschillen worden hierna verder toegelicht. De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Raad en raadscommissies Vrijval voorziening wachtgeld oud-wethouders Storting in voorziening pensioenen wethouders Overdracht pensioenkapitaal wethouders Salariskosten burgemeester en wethouders Accountantskosten Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 0 Bestuur
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 12 10 52 80 80 23 21 230 236 32 209 567
saldo
-358
- 142 -
-358
Toelichting voornaamste verschillen: Raad en raadscommissies De raadsvergoeding is minder hard gestegen dan vooraf gecalculeerd. Vrijval voorziening wachtgeld oud-wethouders Ten opzichte van resterende wachtgeldverplichtingen per 31 december 2013 was de voorziening voor wachtgeld oud-wethouders € 10.216 te hoog. Dit bedrag dient vrij te vallen. Storting in voorziening pensioenen wethouders De benodigde omvang van de voorziening voor wethouderspensioenen wordt jaarlijks achteraf bepaald aan de hand van actuariële berekeningen. De begrote jaarlijkse storting in de pensioenvoorziening ad. € 213.000 is gebaseerd op een gemiddelde van de afgelopen jaren. Op basis van de actuariële berekening diende € 160.676 gestort te worden. Dit is derhalve € 52.324 minder dan het begrote bedrag. Overdracht pensioenkapitaal wethouder Conform door wetgeving geboden mogelijkheid heeft een van de wethouders in het najaar 2013 bij andere pensioenfondsen opgebouwd pensioenkapitaal overgedragen aan de gemeente Cuijk. Het van andere pensioenfondsen ontvangen bedrag ad. € 80.000 is doorgestort naar de pensioenvoorziening. Omdat zowel de ontvangsten als de stortingen in de voorziening niet begroot zijn, is dit zowel een voordeel als een nadeel, maar per saldo nihil. Salariskosten burgemeester en wethouders In de begroting worden 3,67 Fte voor wethouders geraamd. De bezetting bedraagt 3,55 Fte. Hierdoor is een voordeel van ruim € 10.000 ontstaan. Per wethouder is € 3.350 te hoog geraamd zodat een bedrag van ruim € 10.000 te hoge salarisuitgaven zijn geraamd. Daarnaast zijn door mutaties bij de voormalige wethouderspensioenen de uitgaven tot een bedrag van € 3.200 lager uitgevallen dan geraamd. In totaal is hierdoor een verschil ontstaan van ruim € 23.000. Accountantskosten Overschrijding accountantsbudget wordt veroorzaakt door afrekening controle 2012 en hogere voorschotten controle 2013. Kapitaallasten De overschrijding van de kapitaallasten wordt grotendeels veroorzaakt door uitgaven implementatietraject samenwerking CGM. Deze lasten worden gedekt door de algemene reserve. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting op de programmarekening.
- 143 -
Programma: 1 Veiligheid en handhaving Lasten Programma
Product
1 - Veiligheid en Handhaving 108 - Bijzondere wetten en verordeningen 110 - Openbare orde en veiligheid 120 - Brandweer en rampenbestrijding
Begroting primitief 1.965 326 201 1.438
Begroting
Werkelijk
1.952 326 203 1.424
Restant
1.912 280 226 1.406
40 46 -23 17
Baten Programma
Product
1 - Veiligheid en Handhaving 108 - Bijzondere wetten en verordeningen 110 - Openbare orde en veiligheid 120 - Brandweer en rampenbestrijding
Begroting primitief
Begroting
60 45 15 0
Werkelijk
79 48 31 0
Restant
65 49 15
15 -2 16 0
0
Saldo Programma
Product
1 - Veiligheid en Handhaving
Begroting primitief 1.905
Begroting
Werkelijk
1.873
Restant
1.848
De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Bijdrage aan Veiligheidsregio Brabant Noord Proces verbaalvergoeding Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 1 Veiligheid en handhaving
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 25 13 18 5 43 18
saldo
25
Toelichting voornaamste verschillen: Bijdrage aan Veiligheidsregio Brabant Noord Het voordeel wordt veroorzaakt door BTW-compensatie. Het Rijk compenseert via de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) de Veiligheidsregio’s voor het wegvallen de BTWcompensatie op een aantal taken van de Veiligheidsregio’s. De Veiligheidsregio keert de BDUR uit aan de deelnemende gemeenten. Voor een aantal andere taken vraagt de gemeente, op basis van een opgave van de Veiligheidsregio, aan de belastingdienst BTW terug. Er is meer BTW-compensatie ontvangen dan geraamd, omdat de hoogte van de BDUR niet bekend is bij het opstellen van de begroting en de uitgaven (en bijbehorende BTW) afwijken van begrote uitgaven van de Veiligheidsregio. Proces-verbaal vergoeding De in 2013 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie ontvangen proces-verbaal vergoeding heeft betrekking op 2012. Het bedrag over 2013 dient in 2014 nog van het Ministerie te worden ontvangen. Dit is de reden waarom sprake is van een onderschrijding van deze baten. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting op de programmarekening.
- 144 -
25
Programma: 2 Verkeer en vervoer Lasten Programma
Product
2 - Verkeer en Vervoer 210 - Wegen en verlichting 211 - Verkeer en vervoer 214 - Parkeren 221 - Haven Cuijk 223 - Veerdiensten 240 - Waterkering en afwatering
Begroting primitief 3.663 2.711 445 235 231 0 41
Begroting
Werkelijk
5.568 4.543 502 249 233 0 42
Restant
4.525 3.516 575 193 195
1.043 1.027 -73 56 38 0 -4
0 46
Baten Programma
Product
2 - Verkeer en Vervoer 210 - Wegen en verlichting 211 - Verkeer en vervoer 214 - Parkeren 221 - Haven Cuijk 223 - Veerdiensten 240 - Waterkering en afwatering
Begroting primitief
Begroting
Werkelijk
Restant
330 37 25 161 99
334 29 31 134 132
341 47 25 109 152
-6 -18 7 24 -21
0 9
0 9
0 7
0 2
Saldo Programma
Product
2 - Verkeer en Vervoer
Begroting primitief 3.333
Begroting
Werkelijk
5.234
Restant
4.184
De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Gladheidsbestrijding Loswal haven Cuijk Wegen Parkeerheffingen Scheepvaartrechten Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 2 Verkeer en vervoer
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 25 10 15 11 21 1.131 70 21 1.177 127
saldo
1.050
Toelichting voornaamste verschillen: Gladheidsbestijding In het winterseizoen 2012 -2013 hebben wij vaker dan gemiddeld moeten uitrukken. Dit heeft ook zijn weerslag op het gebruik van strooimiddelen. Hierdoor heeft er een overschrijding plaatsgevonden van € 25.000. Loswal haven Cuijk De boombakken en de vlonders zijn afgelopen dienstjaar maar twee keer verplaatst en de kosten hiervan zijn verantwoord op de kermis en overige evenementen. Er is geen extreem hoogwater geweest waardoor tussentijdse verplaatsing niet noodzakelijk was.
- 145 -
1.050
Wegen Er zijn inritten gemaakt op de Messemaker die betaald zijn door de aanwonenden. De kosten van aanleg zijn verantwoord op onderhoud/aankoop materialen. Parkeerheffingen In het centrum van Cuijk gold in 2013 het volgende parkeerregiem: betaald kort parkeren in de winkelstraten en een parkeerduurbeperking in de directe omgeving van het centrum door middel van een blauwe zone. Omdat minder vaak gebruik is gemaakt van betaald parkeren blijft de gerealiseerde opbrengst achter bij de raming (€ 11.000). Scheepvaartrechten/doorvaartrechten De inkomsten uit scheepvaartrechten liepen de laatste jaren terug. Reden waarom de ramingen vanaf 2011 structureel zijn verlaagd. Echter de in 2013 verantwoorde definitieve aanslag 2012 voor invoer en deponeren van zand uit andere ontzandingsgebieden hoger uit is gevallen dan in 2012 voorlopig was opgelegd, verantwoord en bij de Najaarsnota 2012 was voorzien. Kapitaallasten De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen o.a. reconstructie Jan van Cuijkstraat (afdekking uit de algemene reserve) en IDOPprojecten (afdekking reserve uitvoering IDOP’s). Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting op de programmarekening.
- 146 -
Programma: 3 Lokale economie Lasten Programma
Product
3 - Lokale economie 310 - Economische Zaken 320 - Industrie 330 - Nutsbedrijven
Begroting primitief 1.335 1.194 129 12
Begroting
Werkelijk
1.649 1.508 129 12
Restant
1.908 1.766 133 9
-259 -257 -5 3
Baten Programma
Product
3 - Lokale economie 310 - Economische Zaken 320 - Industrie 330 - Nutsbedrijven
Begroting primitief
Begroting
Werkelijk
Restant
786 756
2.377 2.348
1.308 1.277
1.069 1.071
0 30
0 30
0 32
0 -2
Saldo Programma
Product
3 - Lokale economie
Begroting primitief 549
Begroting
Werkelijk
-729
Restant
599
Rechtmatigheid Het BBV schrijft voor toe te lichten als er sprake is van overschrijding van de lasten op programmaniveau en aan te geven of deze overschrijding rechtmatig is. De overschrijding op dit programma is rechtmatig, omdat de overschrijding past binnen bestaand beleid/genomen besluiten (huisvesting dienstencentrum, kapitaallasten, doorbelasting kostenplaatsen (uren)). De verschillen worden hierna verder toegelicht.
De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Economische zaken Beheer gronden en opstallen Huisvesting dienstencentrum Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 3 Lokale economie
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 39 1.054 37 253 76 53 92 1.420
saldo
-1.328
Toelichting voornaamste verschillen: Economische zaken Bij najaarsnota 2013 is een bedrag geraamd van € 28.000 voor het opstellen plan van aanpak breedband Land van Cuijk. In 2014 wordt een start gemaakt met een verdere inventarisatie onder de bewoners. Afhankelijk van dit onderzoek zal de raad gevraagd worden met het plan van aanpak in te stemmen. Voorgesteld wordt het budget over te hevelen naar 2014. De bijdrage aan Stichting Centrummanagement Cuijk is € 12.000 lager dan begroot. E.e.a. is gebaseerd op de ingediende voorschotnota’s. Beheer gronden en opstallen Bij de najaarsnota 2013 is er een extra opbrengst bijgeraamd van € 1.094.000. Een belangrijk deel van deze bijraming is niet geëffectueerd en zal in 2014 plaatsvinden. Het betreft hier o.a. opbrengst - 147 -
-1.328
verplaatsing politiehondenvereniging (€ 75.000), verkoop Walterbos (€ 637.500), niet gerealiseerde verkoop reguliere pachtgronden en restantopbrengst IGP Laarakkerse Waterleiding. Huisvesting dienstencentrum De lagere inkomsten huur ad. € 37.000 worden veroorzaakt door latere eigendomsoverdracht van het dienstencentrum. Kapitaallasten De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting op de programmarekening.
- 148 -
Programma: 4 Onderwijs en kinderopvang Lasten Programma
Product
4 - Onderwijs en Kinderopvang 420 - Bestuurssecr. en mat. instandh. openb. onderwijs 422 - Bijzonder basisonderwijs 432 - Bijz. voortgezet spec.onderwijs 442 - Bijzonder voortgezet onderwijs 480 - Lokaal onderwijsbeleid 482 - Volwasseneducatie 483 - Gemeenschappelijke lasten en baten onderwijs 650 - Kinderopvang
Begroting primitief 3.338 532 1.152 486 159 439 0 305 264
Begroting 7.430 703 1.352 413 2.560 1.840 0 305 256
Werkelijk
Restant
5.448 499 1.129 514 2.497 185
1.982 204 223 -101 63 1.655 0 -55 -7
0 360 263
Baten Programma
Product
4 - Onderwijs en Kinderopvang 420 - Bestuurssecr. en mat. instandh. openb. onderwijs 422 - Bijzonder basisonderwijs 432 - Bijz. voortgezet spec.onderwijs 442 - Bijzonder voortgezet onderwijs 480 - Lokaal onderwijsbeleid 482 - Volwasseneducatie 483 - Gemeenschappelijke lasten en baten onderwijs 650 - Kinderopvang
Begroting primitief
Begroting
Werkelijk
Restant
614 7 9 4
614 7 9 4
655 7 15 23
-41 -1 -5 -19
0 271 0 305 18
0 271 0 305 18
0 257
0 15 0 -27 -3
0 333 22
Saldo Programma
Product
4 - Onderwijs en Kinderopvang
Begroting primitief 2.723
Begroting 6.815
Werkelijk
Restant
4.792
De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Vergoeding gemeentelijke belastingen bijzonder voortgezet onderwijs Onderzoek buitenonderhoud scholen primair onderwijs Uitvoering leerlingenvervoer gemeente Grave Exploitatiekosten sportzalen bijzonder basisonderwijs Regionaal Bureau Leerplicht Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 4 Onderwijs en kinderopvang
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen saldo 28 25 20 22 15 1.595 351 41 2.060 37 2.023
Toelichting voornaamste verschillen: Gemeentelijke belastingen bijzonder voortgezet onderwijs Vanwege doordecentralisatie van het Merletcollege betaalt de stichting OMO vanaf 2013 zelf de gemeentelijke belastingen voor het gebouw van het Merletcollege. Derhalve overschot ad. € 28.000.
- 149 -
2.023
Onderzoek buitenonderhoud scholen primair onderwijs Het onderzoeksbudget met betrekking tot doordecentralisatie buitenonderhoud van scholen voor het primair onderwijs is niet geheel besteed. Overschot € 25.000. Uitvoering leerlingenvervoer gemeente Grave In 2013 heeft de gemeente Cuijk het leerlingenvervoer voor de gemeente Grave verzorgd. Hiervoor is een niet begrote vergoeding ad. € 20.000 ontvangen. Hiervoor zijn overigens ook meer uren besteed door medewerkers van Cuijk. Exploitatiekosten sportzalen bijzonder basisonderwijs Schoolbesturen waren dit jaar eerder met het indienen van de einddeclaratie voor de exploitatie van gymzalen, waardoor deze nog in 2013 verwerkt konden worden. Omdat nu zowel eindafrekening 2012 als 2013 ten laste van 2013 komt, is er sprake van een overschrijding ad. € 22.000. Regionaal Bureau Leerplicht Er is voor € 15.000 minder aan salaris- en overheadkosten bij het Regionaal Bureau Leerplicht gedeclareerd dan begroot. Kapitaallasten De onderschrijding van de kapitaallasten wordt grotendeels veroorzaakt door de minimale investeringen in 2013 met betrekking tot grond- en projectkosten voor Merletcollege en ROC in relatie tot de begrote bedragen. Deze lasten worden gedekt door de algemene reserve. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting op de programmarekening.
- 150 -
Programma: 5 Cultuur, recreatie en sport Lasten Programma
Product
5 - Cultuur, Recreatie en Sport 510 - Openbaar bibliotheekwerk 511 - Ontwikkelingssamenwerking 530 - Sport 540 - Kunst en cultuur 550 - Natuur en landschap 560 - Openbaar groen 561 - Evenementen 562 - Recreatie en toerisme 580 - Overige recreatieve voorzieningen
Begroting primitief 6.477 506 2 1.490 1.407 146 2.318 277 128 204
Begroting
Werkelijk
10.421 557 2 1.748 3.641 259 2.980 762 129 345
Restant
6.019 561 2 1.600 1.108 174 1.995 266 119 193
4.402 -5 0 148 2.533 85 984 496 10 152
Baten Programma
Product
5 - Cultuur, Recreatie en Sport 510 - Openbaar bibliotheekwerk 511 - Ontwikkelingssamenwerking 530 - Sport 540 - Kunst en cultuur 550 - Natuur en landschap 560 - Openbaar groen 561 - Evenementen 562 - Recreatie en toerisme 580 - Overige recreatieve voorzieningen
Begroting primitief
Begroting
Werkelijk
Restant
685
628
577
51
0 0 138 55 1 424 64
0 0 139 40 1 374 71
0 0 116 1 0 380 71
0 0 23 40 1 -6 0
0 2
0 2
0 9
0 -7
Saldo Programma
Product
5 - Cultuur, Recreatie en Sport
Begroting primitief 5.792
Begroting
Werkelijk
9.793
Restant
5.442
De verschillen zijn veroorzaakt door: Omschrijving Kunsteducatie Kunsteducatie huur Onderhoud sportvelden Onderhoud monumenten Subsidie monumenten Natuur- en landschap Groenbeheer en -onderhoud Groenbeheerproject Padbroek Bomenbeheer Kraaijenbergse Plassen onderhoud Groenafval Kermis en overige evenementen Binnensportaccommodaties huur Schouwburg Cuijk Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 5 Cultuur, recreatie en sport
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 360 18 18 50 26 13 53 138 12 42 18 10 22 22 3.520 254 68 4.498 146
saldo
4.352
- 151 -
4.352
Toelichting voornaamste verschillen: Kunsteducatie subsidie Met ingang van 2013 wordt cultuureducatie uitgevoerd door een andere instelling dan de Meander en levert voor 2013 een incidenteel voordeel op van € 142.000. Verder ligt er nog een vordering bij het Kunstencentrum Meander van terug te betalen subsidies 2011/2012 van € 218.000. Per saldo een voordeel van € 360.000. Kunsteducatie huur Met ingang van 2013 is de subsidierelatie met Kunstencentrum Meander beëindigd. Hierdoor zijn er geen huurinkomsten € 18.000. Onderhoud sportvelden De kosten van onderhoud van de sportvelden zijn gestegen als gevolg de accijnsverhoging op brandstoffen, extra kosten renovatie van het sportpark in Haps (aanpassen pompput en extra beregening door derden) en extra kosten bestrijding mollenplaag en belijningskosten. Hierdoor is er een overschrijding van € 18.000. Onderhoud monumenten De diverse verbeteringen en aanpassingen toren museum Ceuclum hebben nog niet volledig plaatsgevonden. De uitvoering zal in 2014 plaatsvinden. Van het budget is €40.000 niet besteed. Verder is € 10.000 voor onderhoud molens niet besteed. Voorgesteld wordt om het restantbudget voor museum Ceuclum ad. € 40.000 over te hevelen naar 2014. Subsidie monumenten De subsidie is bedoeld voor onderzoek door de Monumentenwacht van de gemeentelijke monumenten. Door vertraging in de uitvoering is geen beroep gedaan op de subsidieregeling waarvoor een budget is geraamd van € 20.000. Verder is er subsidie ontvangen voor restauratie van de molens van € 6.200. Natuur- en landschap De overschrijding van € 13.000 wordt veroorzaakt in verband met extra kosten afwikkeling subsidieverzoeken sloop panden 2012 in het buitengebied. De extra kosten worden afgedekt uit de reserve kwaliteitsverbetering buitengebied. Groenbeheer onderhoud Het onderhoud van het groen heeft meer gekost dan van te voren was voorzien. Enerzijds komt dit door areaaluitbreidingen ten opzichte van het jaar van inschrijving (2011) en anderzijds door een schadegeval. De kosten van dit schadegeval zijn verhaald op de veroorzaker en onder de inkomsten verantwoord (€ 6.000). Per saldo is er sprake van een overschrijding van € 20.000. De overschrijding van exploitatiekosten (onderhoud/aankoop materialen) wordt o.a. veroorzaakt doordat we verplicht waren om de houtopstanden onder de hoogspanningsleidingen te verwijderen. Daarnaast heeft het ecologisch bermbeheer meer gekost dan was voorzien en zijn er rond de molen van Haps extra werkzaamheden aan de beplanting uitgevoerd. De meerkosten hiervan bedragen € 27.000. Groenbeheer project Padbroek Op de projecten is in 2013 minder uitgegeven dan was geraamd. Dit komt omdat wij dat jaar gebruikt hebben om een visie op te stellen voor revitalisatie van de wijk Padbroek. Een en ander heeft geresulteerd in een plan van het adviesbureau Donker Groen dat onlangs is goedgekeurd. Uitvoering zal in 2014 geschieden. Voorgesteld wordt om het restantbedrag ad. € 138.000 over te hevelen naar 2014. Bomenbeheer De actualisatie van het bomenbeheerplan is doorgeschoven naar het dienstjaar 2014. Er zijn wel vooronderzoeken opgestart. Per saldo een voordeel van € 12.000.
- 152 -
Kraaijenbergse Plassen onderhoud Als gevolg van een gunstige aanbesteding is het onderhoud goedkoper uitgevallen dan was voorzien. Daarnaast hebben wij geen herinrichtingsmaatregelen (waaronder fiets- en wandelpaden) behoeven te bekostigen. Dit was wel voorzien, maar door de trage zandwinning als gevolg van de economische crisis, is dit naar achteren geschoven. Dit levert een voordeel op van € 42.000. Groenafval Er is meer groenafval door eigen personeel afgevoerd dan door derden. E.e.a. levert een voordeel op van € 18.000. Kermis en overige evenementen De kermisattracties worden steeds vaker aangesloten op de eigen energievoorziening (aggregaten) en minder op het stroomnet van de gemeente. Dit betekent lagere energielasten (€ 10.000). Binnensportaccommodaties huur De huurinkomsten van basisschool De Bongerd worden verantwoord in 2014. Daarnaast hebben we te maken met teruglopende huur van verenigingen. Lagere huuropbrengst van € 22.000. Schouwburg Cuijk I.v.m. de verbouwing van de schouwburg zijn er voor 2013 lagere huurinkomsten. Dit levert een nadeel op van € 22.000. Kapitaallasten De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen o.a. bouw van de schouwburg. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting op de programmarekening.
- 153 -
Programma: 6 Werk, inkomen en zorg Lasten Programma
Product
6 - Werk, Inkomen en Zorg 600 - Sociale zekerheid algemeen 610 - Inkomensvoorziening 611 - Uitstroombevordering 614 - Gemeentelijk minimabeleid 621 - Maatschappelijke zorg 622 - Ouderenzorg 623 - Nieuwkomers 625 - Maatschappelijke Ondersteuning 630 - Minderheden 631 - Jeugd- en jongerenwerk 633 - Sociaal-cultureel werk 634 - Gemeenschapsaccommodaties 635 - Wijks- en Dorpsraden 651 - Gehandicaptenzorg
Begroting primitief 20.502 3 6.710 6.406 867 517 2.786 18 1.633 40 309 759 368 82 3
Begroting 22.393 3 6.907 7.602 961 531 2.766 18 1.561 38 340 830 722 109 3
Werkelijk
Restant
22.110 5 7.036 7.260 955 502 2.440 20 1.517 21 335 1.579 343 94 1
283 -2 -129 342 6 29 327 -2 44 18 5 -749 379 15 2
Baten Programma
Product
6 - Werk, Inkomen en Zorg 600 - Sociale zekerheid algemeen 610 - Inkomensvoorziening 611 - Uitstroombevordering 614 - Gemeentelijk minimabeleid 621 - Maatschappelijke zorg 622 - Ouderenzorg 623 - Nieuwkomers 625 - Maatschappelijke Ondersteuning 630 - Minderheden 631 - Jeugd- en jongerenwerk 633 - Sociaal-cultureel werk 634 - Gemeenschapsaccommodaties 635 - Wijks- en Dorpsraden 651 - Gehandicaptenzorg
Begroting primitief
Begroting
Werkelijk
Restant
12.125
13.571
13.599
-28
0 5.122 6.374 50
0 5.796 7.247 50
0 5.721 7.345 47
0 75 -98 3
0 448 6 115
0 448 6 15
0 473
0 -25 6 15
0 0
0 0
0 10 0
0 10 0
0 0 0 13
0
0
0 0
0 0 0 -3 0
0 0
0
Saldo Programma 6 - Werk, Inkomen en Zorg
Product
Begroting primitief 8.377
Begroting 8.822
Werkelijk
Restant
8.510
- 154 -
311
De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Uitkering BBZ Minimabeleid Sociale werkvoorziening Woon-zorgdiensten WMO Hulp bij het huishouden WMO Participatiebudget Integraal jeugdbeleid Vorming voorziening Kunstencentrum De Meander Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wet BUIG (inkomensdeel WWB) Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 6 Werk, inkomen en zorg
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 46 63 106 97 288 69 42 804 82 37 650 314 23 1.466 1.155
saldo
311
Toelichting voornaamste verschillen: Uitkering BBZ Het positief saldo is te verklaren doordat het verstrekken van met name rentedragend bedrijfskapitaal in 2013 niet heeft plaatsgevonden. Het verstrekken van bedrijfskapitaal is geheel afhankelijk van het aantal toe te kennen aanvragen BBZ in een jaar. Dit is moeilijk te begroten aangezien één enkele aanvraag van een ondernemer direct tot een grote uitgave kan leiden. Minimabeleid Onderschrijding wordt veroorzaakt aan een daling van de gemiddelde kosten per aanvraag. Het aantal aanvragen ligt iets lager dan in 2012, maar dit hoeft niet te betekenen dat dit ook direct een gevolg heeft voor de hoogte van de kosten. Schuldhulpverlening blijft stijgen terwijl de lasten voor de rest van het minimabeleid in de pas lopen met de landelijke trends. Sociale werkvoorziening Het voordeel inzake de sociale werkvoorziening wordt veroorzaakt door een BTW-teruggave van de belastingdienst die we op basis van opgaves van het werkvoorzieningschap hebben aangevraagd. Woon-zorgvoorzieningen WMO Evenals het restant budget 2012 (dat naar 2013 is overgeheveld), wordt aan uw raad voorgesteld het restant invoeringsmiddelen transitie AWBZ 2013 over te hevelen naar 2014. Juist voor de daadwerkelijke invoering van de nieuwe wet op 1 januari 2015 zijn invoeringsmiddelen nodig om het ontwikkelde beleid te implementeren. Hulp bij het huishouden WMO Als gevolg van de Kanteling worden minder aanvragen/ uren hulp bij het huishouden geïndiceerd dan voorheen. Ook is sprake van een dalend aantal gebruikers van persoonsgebonden budget. Participatiebudget Omdat de door het rijk voorgeschreven berekeningswijze van het particpatiebudget afwijkt van de boekhoudkundige verwerking, is er een positief verschil te zien van € 68.861. Integraal jeugdbeleid Het aanstellen van de vierde combinatiefunctionaris heeft langer dan gepland op zich laten wachten omdat de overeenkomst met de betrokken partijen langer heeft geduurd dan gepland. Ook heeft de derde combinatiefunctionaris vlak voor de zomer afscheid genomen, hierdoor konden we pas na de zomer de sollicitatieprocedure voor de vervanger opstarten.
- 155 -
Vorming voorziening Kunstencentrum De Meander De beëindiging van de subsidierelatie met Kunstencentrum De Meander vanaf 2013 heeft contractueel een verplichting tot betaling van een compensatiesom tot gevolg. In de jaarrekening 2012 hadden we dit genoemd onder de “niet uit de balans blijkende verplichtingen”. Omdat de compensatiesom nog niet is bepaald, is voor deze verplichting, waarvan het bedrag nog niet exact vast staat, een voorziening gevormd. De storting in de voorziening ad. € 804.000 is niet begroot. Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De kosten van de vervoersvoorzieningen (kosten van koop en huur) zijn in 2013 iets hoger dan verwacht. Woonvoorzieningen zijn incidenteel van aard. De omvang van de hoogte van de verstrekking is niet exact in te schatten. De kosten van de rolstoelvoorzieningen (kosten van koop en huur) zijn in 2013 minder hoog van verwacht. Wet BUIG (inkomensdeel WWB) Het nadelig verschil is volledig te verklaren doordat de post “Vorderingen uitkeringsgerechtigden” minder inkomsten heeft opgeleverd dan begroot. Het innen van vorderingen is lastig te begroten. Kapitaallasten De onderschrijding van de kapitaallasten wordt onder andere veroorzaakt door het niet geheel besteden van investeringskredieten voor bestrijding economische crisis, renovatie De Burcht Linden, renovatie Doehuis Padbroek, onderzoek leefbaarheid kleine kernen. Met betrekking tot genoemde kredieten heeft overigens ook een lagere onttrekking aan de algemene reserve en de reserve uitvoering IDOP’s 2013 plaatsgevonden (nadeel bij algemene dekkingsmiddelen). Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting
- 156 -
Programma: 7 Volksgezondheid en milieu Lasten Programma
Product
7 - Volksgezondheid en Milieu 710 - Gezondheidszorg 721 - Afvalinzameling 722 - Rioleringen 723 - Milieu 724 - Begraven
Begroting primitief 5.952 1.460 1.412 1.835 1.049 196
Begroting
Werkelijk
6.114 1.544 1.435 1.891 1.035 209
Restant
5.983 1.986 1.259 1.926 611 201
131 -442 176 -36 424 9
Baten Programma
Product
7 - Volksgezondheid en Milieu 710 - Gezondheidszorg 721 - Afvalinzameling 722 - Rioleringen 723 - Milieu 724 - Begraven
Begroting primitief 4.246 284 1.614 2.157 35 156
Begroting
Werkelijk
4.348 284 1.647 2.268 40 108
Restant
4.621 690 1.478 2.315 37 102
-273 -405 169 -47 3 7
Saldo Programma
Product
7 - Volksgezondheid en Milieu
Begroting primitief 1.705
Begroting
Werkelijk
1.766
Restant
1.362
De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Openbare geestelijke gezondheidszorg Overige gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg uniform deel Jeugdgezondheidszorg maatwerk Centrum Jeugd en Gezin Beschikkingen/handhaving WABO - deelactiviteit milieu Begraafplaats Riolering Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 7 Volksgezondheid en milieu
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 14 17 82 47 37 267 10 46 25 55 8 506 102
saldo
404
Toelichting voornaamste verschillen: Openbare geestelijke gezondheidszorg De Wmo-subsidies zijn getoetst aan beleid gericht op de veranderingen in het sociaal domein. Ten gevolge hiervan wordt het ene budget gedeeltelijk afgebouwd/herschikt. Verder is er scherper ingekocht. Dit levert een voordelig resultaat op van € 14.000. Overige gezondheidszorg Het voordeel van € 17.000 wordt veroorzaakt door achterstand in uitvoering van enkele projecten.
- 157 -
404
Jeugdgezondheidszorg uniform deel Het voordeel van € 82.000 ontstaat doordat de doorberekende salariskosten ook in de subsidieafwikkeling met de 5 gemeenten Land van Cuijk betrokken dienen te worden. Echter in de verschillenverklaringen in deze jaarrekening worden de doorbelaste salaris- en overheadkosten genoemd onder het kopje “doorbelastingen kostenplaatsen”. Per saldo loopt dit budgettair neutraal. Jeugdgezondheidszorg maatwerk Het besluit om het consultatiebureau open te houden is abusievelijk niet opgenomen in de begroting. Het nadeel van € 47.000 wordt veroorzaakt door de afrekening subsidie aan consultatiebureau Haps voor de jaren 2012 en 2013. Centrum Jeugd en Gezin Het nadelig verschil van € 37.000 wordt o.a. veroorzaakt door lagere salaris- en telefoonkosten en hogere projectkosten. Beschikkingen/handhaving WABO – deelactiviteit milieu In verband met liquidatie van het Regionaal Milieubedrijf (RMB) is een deel van de opgebouwde algemene reserve teruggestort naar de voormalige deelnemers van het RMB. Het voordelig verschil ad. € 267.000 wordt in belangrijke mate hierdoor veroorzaakt. Begraafplaats Het nadeel van € 10.000 wordt in belangrijke mate veroorzaakt door extra kosten lijkbezorging en realiseren van koppeling met GIS-portaal. Riolering Het voordelig verschil van € 46.000 wordt veroorzaakt door wijziging in toerekening kosten die betrekking hebben op riolering. Op begrotingsbasis is e.e.a. niet budgettair neutraal verwerkt. Kapitaallasten De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van investeringen Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting op de programmarekening.
- 158 -
Programma: 8 Bouwen en wonen Lasten Programma
Product
Begroting primitief
8 - Bouwen en Wonen 810 - Ruimtelijke ordening algemeen 821 - Stads- en dorpsvernieuwing 822 - Bouw- en woningtoezicht 823 - Overige volkshuisvesting 830 - Bouwgrondexploitatie
13.948 827 171 989 139 11.822
Begroting
Werkelijk
14.017 905 159 993 139 11.822
Restant
15.357 1.051 153 882 152 13.118
-1.339 -146 6 111 -14 -1.296
Baten Programma
Product
Begroting primitief
8 - Bouwen en Wonen 810 - Ruimtelijke ordening algemeen 821 - Stads- en dorpsvernieuwing 822 - Bouw- en woningtoezicht 823 - Overige volkshuisvesting 830 - Bouwgrondexploitatie
12.754 28 36 804 75 11.811
Begroting
Werkelijk
12.662 35 36 710 70 11.811
Restant
14.340 146 20 727 69 13.378
-1.678 -111 16 -17 1 -1.567
Saldo Programma
Product
8 - Bouwen en Wonen
Begroting primitief 1.193
Begroting
Werkelijk
1.355
Restant
1.016
338
Rechtmatigheid Het BBV schrijft voor toe te lichten als er sprake is van overschrijding van de lasten op programmaniveau en aan te geven of deze overschrijding rechtmatig is. De overschrijding op dit programma is rechtmatig, omdat tegenover de overschrijding hogere baten staan (grondexploitatie). De verschillen worden hierna verder toegelicht.
De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Ruimtelijke ordening algemeen Ruimtelijke plannen WABO-beschikkingen, deelactiviteit ontheffingen Opbrengsten WABO-beschikkingen, bouwen Revitalisering De Valuwe Bouwgrondexploitatie Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Totaal programma 8 Bouwen en wonen
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 51 29 21 17 16 145 48 377 2 522 184
saldo
338
Toelichting voornaamste verschillen: Ruimtelijke ordening algemeen Voor het project Cuijkse Cantheelen is een vergoeding voor subsidieverwervingskosten ad. € 31.500 ontvangen van Mooiland. Ook zijn er meer leges ontvangen en minder externe adviezen gevraagd dan geraamd
- 159 -
Ruimtelijke plannen Vanwege het deels zelf opstellen van ruimtelijke plannen, zijn er meer kosten bespaard dan verwacht. Daarbij was het aantal gemeentelijke plannen lager dan gemiddeld. WABO-beschikkingen, deelactiviteit ontheffingen Door de economische crisis zijn minder aanvragen om een omgevingsvergunning, deelactiviteit bouwen, ingekomen die uitsluitend met een of meerdere ontheffingen konden worden verleend. Daardoor is sprake van minder legesopbrengst. Opbrengsten WABO-beschikkingen, bouwen Er zijn meer aanvragen voor omgevingsvergunningen verleend dan verwacht. Revitalisering De Valuwe Bijdragen van derden zijn niet ontvangen. Deze worden in 2014 verwerkt. Bouwgrondexploitatie Het verschil ad € 145.000 is minimaal ten opzichte van de bedragen die omgaan in de bouwgrondexploitatie. Kapitaallasten De onderschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van uitgaven voor het archeologisch beleidsplan en structuurvisie Cuijk (afdekking uit de algemene reserve). Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen” bij het onderdeel Financiering en algemene dekkingsmiddelen van de toelichting op de programmarekening.
- 160 -
Financiering en Algemene Dekkingsmiddelen Lasten Programma
Product
Begroting primitief
Begroting
9 - Financiering en Algemene Dekkingsmiddelen
Werkelijk
Restant
1.213
10.353
8.741
911 - Geldleningen
2
22
25
1.612 -4
913 - Deelnemingen
5
5
137
-132
920 - Belastingen
580
589
575
15
921 - Financieel Beleid
626
9.737
8.004
1.733
Product
Begroting primitief
Begroting
9 - Financiering en Algemene Dekkingsmiddelen
30.761
49.481
41.051
8.430
3.524
3.586
3.385
201
37
48
48
0
4.126
4.110
4.045
65
23.074
41.737
33.573
8.163
Product
Begroting primitief
Begroting
9 - Financiering en Algemene Dekkingsmiddelen
-29.548
-39.128
Baten Programma
911 - Geldleningen 913 - Deelnemingen 920 - Belastingen 921 - Financieel Beleid
Werkelijk
Restant
Saldo Programma
Werkelijk
Restant
-32.310
-6.817
De verschillen zijn veroorzaakt door:
Omschrijving Rente kort geld Omslagrente Algemene uitkering gemeentefonds Baten onroerende zaakbelastingen Baten reclamebelasting Onvoorziene uitgaven en inkomsten Saldo kostenplaatsen Mutaties reserves Kapitaallasten Doorbelastingen kostenplaatsen Diverse mee- en tegenvallers Verschil tussen begroot en werkelijk resultaat jaarrekening 2013 Totaal Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Bedragen (x €1.000) voordelen nadelen 54 255 306 37 12 977 263 6.630 132 14 1 840 1.352 8.169
saldo
-6.817
Toelichting voornaamste verschillen: Rente kort geld Over netto-uitgaven in het kader van de bouwgrondexploitatie (BGE) wordt rente vergoed door de bouwgrondexploitatie. Doordat de hoogte van de uitgaven en de spreiding door het jaar niet exact zijn te plannen, wijkt de rente altijd af van de begroting. Over 2013 heeft dit een voordeel opgeleverd van € 54.000.
- 161 -
Omslagrente De rentelasten worden middels een percentage van de boekwaarde aan de activa toegerekend. Tengevolge van het achterblijven van de boekwaarde in de jaarrekening ten opzichte van de begroting wegens nog onderhanden zijnde investeringen, kon in werkelijkheid minder rente worden omgeslagen. Het renteoverschot is hierdoor € 255.000 lager dan begroot. Algemene uitkering gemeentefonds De omvang van de algemene uitkering over 2013 is gebaseerd op de laatst gepubliceerde circulaire (decembercirculaire 2013). Per saldo een voordeel van € 306.000. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door het positieve effect herfstakkoord (€ 102.000) en de vrijval onderuitputting gemeentefonds 2012 (€ 131.000). Baten onroerende zaakbelastingen Relatief iets minder opbrengst als gevolg van effecten bezwaar en beroep. Baten reclamebelasting Minder opbrengst als gevolg van effecten herwaardering (lagere WOZ-waarden), vrijstelling woondelen bij niet-woningen en effecten bezwaar en beroep. Onvoorziene uitgaven en inkomsten Het voordelig verschil ad € 977.000 op dit onderdeel heeft uiteenlopende oorzaken: Budget onvoorziene uitgaven Van het budget voor onvoorziene uitgaven resteert ultimo 2013 € 48.000. Dit is een voordelig verschil. Bijdrage ambtelijke uren Regionaal Bedrijventerrein Laarakker Jaarlijks worden ambtelijke uren doorbelast aan Regionaal Bedrijventerrein Laarakker. In 2013 heeft dat een voordeel opgeleverd van € 37.000. Dotatie voorziening dubieuze debiteuren Een dotatie aan de voorziening voor dubieuze debiteuren ad. € 103.000, vormt een nadeel omdat dit niet begroot is. Deze voorziening moet ultimo boekjaar bepaald worden aan de hand van de op dat moment openstaande debiteurenvorderingen. BTW voorgaande jaren In 2011 heeft de gemeente Cuijk een extern bureau de opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de verwerking van de BTW en de compensabele BTW in haar financieel systeem. Aanleiding voor instellen van het onderzoek destijds had meerdere redenen: Het BTW compensatiefonds had zijn intrede gedaan in 2003 en waren de met de belastingdienst gemaakte afspraken aan herziening toe, De wet- en regelgeving en de interpretatie van het BTW compensatiefonds is sinds de instelling van het BTW compensatiefonds aan verandering onderhevig geweest (jurisprudentie). Begin van 2012 is het onderzoek gestart naar de verwerking van de compensabele BTW en de ondernemers BTW van de gemeente Cuijk voor de jaren 2006-2011. In de Kadernota van 2013 is destijds een voorzichtige aanname gedaan van een bedrag van € 250.000 dat door Cuijk terugontvangen zou kunnen worden. Dat het uiteindelijke bedrag veel hoger is uitgevallen heeft te maken met de “voorzichtige” inrichting van de BTW component in het financieel systeem bij de intrede van het BTW compensatiefonds en verbeterde inzichten in het BTW compensatiefonds. Voordeel € 995.000. Saldi kostenplaatsen De lasten minus eventuele baten worden per kostenplaats door middel van een uurtarief doorbelast aan de diverse producten. Dit uurtarief wordt bij de begroting berekend (voorcalculatorisch uurtarief). De doorbelasting vindt plaats op basis van tijdschrijven. Iedere medewerker registreert hiertoe wekelijks de werkelijk gewerkte uren per product. De doorbelaste kosten betreffen de geregistreerde uren maal het uurtarief. In werkelijkheid ontstaan ten opzichte van de begroting verschillen in doorbelastingen naar programma’s (bestaande uit producten) doordat: - 162 -
aan bepaalde producten meer of minder uren worden besteed dan begroot; de door medewerkers gemaakte uren afwijken van de normen die in de begroting zijn gehanteerd (bv. afwijking uren ziek of verlof); personeelsmutaties en organisatiewijzigingen hebben plaatsgehad; afwijkingen tussen begrote en werkelijke directe en indirecte lasten zijn ontstaan.
Door deze verschillen resteren saldi op kostenplaatsen die niet aan producten worden toegerekend (niet alle werkelijke kosten zijn d.m.v. het voorcalculatorisch uurtarief doorbelast of er zijn te veel kosten doorbelast). Over 2013 bedroeg het saldo op de kostenplaatsen dat niet aan de producten is toegerekend € 263.000. Mutaties reserves Onder het onderdeel financiering en algemene dekkingsmiddelen worden alle mutaties in reserves verantwoord. Het betreft aanwendingen van reserves of stortingen in reserves verband houdende met de exploitatie verdeeld over de programma’s. Door aanwending van of storting in deze reserves wordt het resultaat op de betreffende onderdelen geneutraliseerd. De werkelijke stortingen en aanwendingen wijken als volgt af van de begroting: Bedragen x € 1.000 Verschillen stortingen reserves Reserve Gemeentelijke Integraal Huisvestingsplan: lager exploitatieoverschot onderwijshuisvesting
15
Algemene reserve: lager exploitatieoverschot Kraaijenbergse Plassen geraamde storting i.v.m. aframing krediet komt tot uiting als lagere onttrekking (niet als storting)
201 300
Totaal verschillen stortingen reserves (voordelig)
516
Verschillen aanwendingen reserves Reserve Gemeentelijke Integraal Huisvestingsplan: geen exploitatietekort onderwijshuisvesting, derhalve geen aanwending maar storting
-97
Reserve kwaliteitsverbetering buitengebied: lagere aanwending omdat de te dekken uitgaven lager waren dan begroot.
-78
Reserve uitvoering IDOP's: lagere aanwending omdat de meeste te dekken kredieten nog niet besteed zijn.
-1.812
Algemene reserve: Lagere aanwending vanwege achterblijven uitgaven op te dekken kredieten
-5.159
Totaal verschillen aanwendingen reserves (nadelig)
-7.146
Nadelig resultaat mutaties reserves
-6.630
Verschil tussen begroot en werkelijk resultaat jaarrekening 2013 Na verwerking van alle begrotingswijzigingen (incl. kadernota 2014 en najaarsnota 2013) werd een positief resultaat begroot van € 393.931. Het werkelijke resultaat 2013 bedraagt € 1.233.450 voordelig. Het verschil tussen het begrote en het werkelijke resultaat 2013 bedraagt € 839.519. Dit is een voordelig verschil, maar dit wordt in het verschillenoverzicht in de kolom nadelen gepresenteerd, omdat het resultaat een sluitpost is.
- 163 -
Kapitaallasten De overschrijding op de kapitaallasten wordt voornamelijk veroorzaakt door de rentelasten over het aandelenkapitaal in BV Regionaal Bedrijvenpark Laarakker dat in 2012 sterk gestegen is, maar nog niet meegenomen was in de begroting. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel ‘toelichting op de kapitaallasten’ van de toelichting op de programmarekening. Doorbelastingen kostenplaatsen Voor een toelichting op de over- en onderschrijdingen op de doorbelastingen wordt verwezen naar de toelichting “saldi kostenplaatsen”.
- 164 -
Toelichting op de kapitaallasten Wijze van berekening Afschrijvingen De afschrijving van activa geschiedt met inachtneming van de bepalingen in het Besluit begroting en verantwoording alsmede met de bij de Financiële Verordening Cuijk 2012 behorende tabel afschrijvingstermijnen vastgesteld door de raad op 22 oktober 2012. Rente Over de activa wordt als volgt rente berekend: 1. Door middel van een vast percentage van 6 % van de (maandelijkse) boekwaarde voor investeringen gedaan vóór 1 januari 2004. 2. Door middel van een vast percentage van 5,5 % van de (maandelijkse) boekwaarde voor investeringen gedaan na 1 januari 2004 tot 1 januari 2011. 2. Door middel van een vast percentage van 4,5% van de (maandelijkse) boekwaarde voor investeringen gedaan na 1 januari 2011. 3. Door middel van een uitzonderingspercentage voor een aantal specifieke investeringen. De totale kapitaallasten op activa bedragen in 2013 € 10.505.252. Dit bedrag is gesplitst in een rentecomponent ad. € 3.747.864 en afschrijvingscomponent ad. € 6.757.388. Dekking Activa waarop op grond van het Besluit begroting en verantwoording of op grond van de Financiële Verordening (< € 10.000) niet wordt afgeschreven worden voor de berekening van de kapitaallasten als een investering beschouwd waarop ineens wordt afgeschreven. Over deze investeringen wordt geen rente berekend. De op deze wijze berekende kapitaallasten worden verantwoord via de desbetreffende programma’s. De dekking geschiedt ten laste van de Algemene Reserve dan wel ten laste van een specifieke bestemmingsreserve. Mutaties in reserves mogen niet verantwoord worden op programmaniveau, maar via hoofdstuk Financiering en algemene dekkingsmiddelen. De totale kapitaallasten van investeringen die ineens worden afgeschreven (t.l.v. algemene reserve) bedragen in 2013 € 2,8 miljoen. Verder worden de jaarlijkse kapitaallasten van enkele investeringen gedekt uit bestemmingsreserves/voorzieningen: ● Reserve kapitaallasten nieuwbouw gemeentehuis, brandweerkazerne en gemeentewerf ● Voorziening rationeel rioolbeheer ● Reserve integraal huisvestingsplan onderwijs Analyse verschil begrote en werkelijke kapitaallasten Rekening houdend met voorgaande uitgangspunten is de volgende analyse van het resultaat van de kapitaallasten 2013 gemaakt: Totaal begrote kapitaallasten (na wijziging) Werkelijke kapitaallasten volgens de staat activa jaarrekening Voordelig verschil
16.951.713 10.505.252 6.446.461
De grootste verschillen zijn in onderstaand overzicht weergegeven: Kapitaallasten op product (bedragen x 1.000) Wegen Specifiek lokaal onderwijsbeleid Schouwburg Cuijk Groenbeheer Kermis en overige evenementen Club- en buurthuizen
Begrote Werkelijke kapitaallasten kapitaallasten Verschil 2.486 1.403 1.084 1.374 121 1.253 2.704 663 2.041 518 72 445 463 0 463 521 166 355
- 165 -
Het grootste gedeelte van het verschil wordt veroorzaakt door de kapitaallasten op bovenstaande producten. Van nieuwe investeringen is de afschrijving over een heel jaar begroot en de rente over een half jaar. In werkelijkheid wordt de rente en afschrijving berekend vanaf het moment van daadwerkelijke investering waardoor incidenteel een deel van de kapitaallasten vrijvalt. Daarnaast zijn reeds kredieten gevoteerd (met begrote kapitaallasten), maar zijn kredieten nog niet uitgevoerd. Een deel van het voordeel op kapitaallasten wordt teniet gedaan, omdat er (door achterblijven investeringen) minder onttrokken wordt aan de algemene reserve (€ 4,3 miljoen). In het jaarverslag is in het hoofdstuk Financiering en Algemene Dekkingsmiddelen een overzicht per programma opgenomen van de per ultimo 2013 nog onderhanden zijnde investeringen.
- 166 -
BALANS
- 167 -
(bedragen x € 1.000) ACTIVA
31-12-2013
31-12-2012
Vaste activa
Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut
55.128
50.731
Investeringen met een maatschappelijk nut
11.149
10.653
Totaal materiële vaste activa
66.277
61.383
2.972
2.972
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen
77
77
1.344
1.434
Leningen aan deelnemingen
132
209
Overige langlopende leningen u/g
447
490
Overige uitzettingen met een rentelooptijd van 1 jaar of langer
339
387
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
411
442
Leningen overige verbonden partijen
584
Leningen aan woningbouwcorporaties
Totaal financiële vaste activa
6.305
6.011
72.582
67.394
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
22.689
13.564
Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie
-6.877
-6.697
Totaal vaste activa Vlottende activa
Voorraden
Gereed product en handelsgoederen
8
2
15.820
6.869
Vorderingen op openbare lichamen
5.987
4.600
Overige vorderingen
2.746
3.131
Overige uitzettingen
2.071
1.959
10.804
9.689
Totaal voorraden
Uitzettingen met rentelooptijd korter dan 1 jaar
Totaal uitzettingen rentelooptijd korter dan 1 jaar
Liquide middelen Kassaldi
19
1
5
2.587
24
2.588
Van overheidslichamen nog te ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen
302
602
Vooruitbetaalde bedragen
808
52
Nog te ontvangen bedragen
44
238
Totaal overlopende activa
1.154
891
27.801
20.037
100.383
87.431
Bank- en girosaldi Totaal liquide middelen
Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA
- 168 -
(bedragen x € 1.000) PASSIVA
31-12-2013
31-12-2012
Vaste passiva
Eigen vermogen Algemene reserve
17.188
25.125
Bestemmingsreserves
26.004
22.316
Nog te bestemmen resultaat jaarrekening
1.233
1.836
44.426
49.277
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
3.293
3.310
Voorzieningen ter egalisering van lasten
2.896
2.142
Totaal voorzieningen
6.190
5.452
31.228
17.252
Totaal eigen vermogen
Voorzieningen
Vaste schulden Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële instellingen Waarborgsommen
7
7
Totaal vaste schulden
31.235
17.259
Totaal vaste passiva
81.851
71.988
Overige schulden
17.121
13.290
Totaal netto vlottende schulden
17.121
13.290
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden
Overlopende passiva Verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen
394
906
Van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen
808
1.089
Overige vooruitontvangen bedragen Totaal overlopende passiva
Totaal vlottende passiva TOTAAL PASSIVA Borg- en garantstellingen
210
158
1.412
2.153
18.532
15.443
100.383
87.431
52.852
67.976
- 169 -
- 170 -
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft.
Algemene uitgangspunten In het BBV zijn de algemene uitgangspunten geformuleerd waaraan de in de jaarrekening toe te passen grondslagen van waardering en resultaatbepaling dienen te voldoen. De belangrijkste uitgangspunten luiden: - de jaarstukken geven volgens normen die voor gemeenten als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de baten en de lasten. - de jaarstukken geven getrouw, duidelijk en stelselmatig: o de baten en lasten van het begrotingsjaar weer, alsmede het saldo ervan; o inzicht in de financiële positie aan het eind van het begrotingsjaar. Andere relevante uitgangspunten zijn: - waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten; - de baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid (toerekeningsbeginsel); - winsten worden slechts opgenomen voor zover zij zijn verwezenlijkt (realisatiebeginsel); - verliezen en risico’s die de oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar moeten in acht worden genomen indien deze bekend zijn geworden vóór het opmaken van de jaarrekening (voorzichtigheidsbeginsel); - de afschrijvingen en waardeverminderingen van activa dienen onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking te worden genomen.
Waarderingsgrondslagen Vaste activa Immateriële vaste activa Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in 5 jaar afgeschreven. Geactiveerde kosten voor het afsluiten van geldleningen alsmede het saldo van agio en disagio worden lineair afgeschreven gedurende de looptijd van de lening. Materiële vaste activa De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), worden lineair afgeschreven. Dit evenwel met uitzondering van investeringen inzake aanleg en renovatie van rioleringen. Deze investeringen kunnen ook annuïtair worden afgeschreven. Ter bepaling van de lengte van de afschrijvingsduur van een activum wordt de economische levensduur van het onderhavig activum aangehouden. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen en activa welke via tarieven aan derden in rekening kunnen worden gebracht. Deze laatstgenoemde soorten worden altijd geactiveerd. Onder activa met een maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), worden verstaan investeringen in de openbare ruimte (zoals aanleg en reconstructie van wegen, fietspaden, voetpaden, openbare verlichting, bruggen, openbaar groen), die geen economisch nut hebben, hetgeen wil zeggen dat deze investeringen niet verhandelbaar zijn en/of niet bijdragen aan het genereren van middelen.
- 171 -
Aankoop en vervaardiging van activa, die een meerjarig maatschappelijk nut hebben, worden onder aftrek van eventuele bijdragen van derden en bestemmingsreserves geactiveerd. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. Het actief wordt lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur. Onderdeel van de “Financiële verordening gemeente Cuijk 2012” is de tabel afschrijvingstermijnen. Hierin staan per soort activum de afschrijvingstermijn De afschrijvingstermijn voor investeringen met een maatschappelijk nut varieert: - voor reeds vóór 1-1-2004 begrote investeringen tussen de 2 en 40 jaar; - voor investeringen vanaf 1-1-2004 tussen de 10 en 45 jaar Terzake zijn geen bestemmingsreserves beschikbaar. De afschrijvingstermijnen van investeringen met een economisch nut zijn: soort investering Gronden en terreinen Tijdelijke terreinwerken (scholen) Gebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Speelplaatsen en speeltoestellen Inrichting scholen Inventaris, kantoormeubilair, vloerbedekking Automatisering (software)
afschrijvingstermijn (gebaseerd op de economische levensduur) Wordt niet op afgeschreven 10 jaar De afschrijvingstermijn is afhankelijk van de aard van het gebouw: Permanent gebouw: 40 jaar Semi-permanent gebouw: 15 jaar Verbouwing / renovatie: 25 jaar Sport- en kleedaccommodatie: 25 jaar Renovatie sport- en kleedaccomodatie: 15 jaar Varieert van 15 tot 60 jaar Varieert van 5 tot 20 jaar Maximaal 15 jaar Varieert van 12 tot 20 jaar 20 jaar 10 jaar 5 jaar
Deze afschrijvingstermijnen zijn overeenkomstig de hierboven genoemde tabel afschrijvingstermijnen. Deze tabel is van toepassing op nieuwe investeringen met ingang van 2004. Reeds eerder gedane investeringen worden overeenkomstig de oorspronkelijk vastgestelde termijn afgeschreven (tenzij het BBV verplicht tot een aanpassing). Over het algemeen wordt de lineaire afschrijvingsmethode toegepast. De belangrijkste uitzonderingen hierop zijn het hanteren van de annuïtaire methode voor automatiseringsapparatuur en rioleringswerken. Vanaf de inwerkingtreding van de financiële verordening 2012 wordt automatiseringsappartuur lineair afgeschreven. Financiële vaste activa Deze groep activa bestaat uit de volgende investeringen: - kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen (aandelen), gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen; - leningen aan woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen; - overige langlopende leningen u/g; - overige uitzettingen met een rentelooptijd van één jaar of langer; - bijdragen aan activa in eigendom van derden. De waardering is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de aflossingen op geldleningen en jaarlijkse afschrijvingen. Op de deelnemingen wordt in principe niet afgeschreven, tenzij de werkelijke waarde lager is dan de boekwaarde. Indien de werkelijke waarde van deelnemingen hoger is dan de boekwaarde, wordt dit wel toegelicht in de balans, maar niet in de balanswaardering meegenomen. Dit overeenkomstig de bepalingen van het BBV. Vlottende activa Voorraden De voorraden bestaan in hoofdzaak uit grondvoorraden (wel en niet in exploitatie genomen gronden). Deze zijn gewaardeerd tegen de historische kostprijs of lagere marktwaarde, verhoogd met de - 172 -
gemaakte kosten voor het bouwrijpmaken c.a. en verminderd met de gerealiseerde verkoopopbrengsten. Op de boekwaarden van de niet in exploitatie genomen bouwgronden worden voorzieningen voor financieel technische verliezen in mindering gebracht. Op de boekwaarden van de in exploitatie genomen gronden worden voorzieningen voor gecalculeerde verliezen in mindering gebracht. Uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar De uitzettingen bestaan uit: - vorderingen op openbare lichamen; - verstrekte kasgeldleningen; - rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen; - overige vorderingen; - overige uitzettingen. De uitzettingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor de dubieuze debiteuren zijn voorzieningen getroffen, welke in mindering zijn gebracht op de boekwaarde van de vorderingen. Voor belastingvorderingen worden geen voorzieningen getroffen, maar oninbare vorderingen worden in mindering gebracht op de belastingopbrengst. Overige balansposten De overige balansposten van de vlottende activa (liquide middelen en overlopende activa) zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Vaste passiva Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit: - algemene reserve; - bestemmingsreserves; - nog te bestemmen resultaat jaarrekening. Kenmerk van de bestemmingsreserves is dat de raad hieraan een specifieke bestemming heeft gegeven; dit in tegenstelling tot de algemene reserve en het nog te bestemmen resultaat van de jaarrekening. Alle reserves zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Rekening is gehouden met de beleidsnota reserves en voorzieningen, welke in de raadsvergadering van 2 juli 2009 door de raad is vastgesteld. Voorzieningen Er zijn een drietal categoriën voorzieningen: - voorzieningen voor verplichtingen en risico's; - voorzieningen ter egalisering van kosten; - van derden verkregen middelen waarvan de bestemming gebonden is. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen het nominale bedrag van de verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op vastgestelde beheerplannen en meerjarenramingen, zoals is weergegeven in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Vaste schulden De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. Overeenkomstig het BBV, zijn ook de aflossingsverplichtingen voor het komende jaar onder de vaste schulden opgenomen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva Overige balansposten De overige balansposten van de vlottende passiva (netto vlottende schulden en overlopende passiva) zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
- 173 -
Resultaatbepaling Overeenkomstig het BBV is het resultaat op de volgende wijze gepresenteerd: resultaat voor bestemming (exclusief reservemutaties); reservemutaties; resultaat na bestemming.
- 174 -
TOELICHTING OP DE BALANS
- 175 -
- 176 -
Vaste activa Het verloop van de vaste activa was in 2013 als volgt: (bedragen x € 1.000) Omschrijving
stand 1-1-2013
vermeerderingen
verminderingen
afschrijving/ aflossing
herrubricering
bijdragen van derden
stand 31-12-2013
Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut: - erfpachtgronden - overige investeringen met economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut Totaal materiële vaste activa
-
-
50.731
8.214
3.001
10.653
2.077
670
911
61.384
10.291
670
3.912
816
55.128 11.149
0
816
66.277
657
3.896 16 31.161
Onderverdeling conform art. 52, lid 1 BBV: Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken: - economisch nut - maatschappelijk nut Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties: - economisch nut - maatschappelijk nut Overige materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa
3.915 23 27.235
19 7 1.093
5.676
12.831 10.653 447
1.280 2.077 112
3.769
364
307
2.509
782
684
61.383
10.291
670
670
778 911 114
3.913
63
13.269 11.149 446
3.828
0
96
2.511
816
66.277
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Effecten (leningen aan deelnemingen) Leningen aan woningcorporaties Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen langer dan 1 jaar Bijdragen aan activa in eigendom derden Leningen overige verbonden partijen Totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa
3.048
3.048
209
77
132
1.434
90
1.344
490
43
447
387
48
339
442
32
411
0
584
6.011 67.394
584 10.874
584 0 670
289 4.202
0 0
0 816
- 177 -
6.305 72.582
De post kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen is als volgt samengesteld: boekwaarde 31-12-2013 2.945
(bedragen x € 1.000) Aandelen Regionaal Bedrijvenpark Laarakker B.V.
73
Aandelen N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Aandelen Brabant Water N.V.
2
Certificaten DataLand B.V.
1
Deelnemingen verkregen door verkoop aandelen Essent: - Enexis Holding N.V.
7
- Attero Holding N.V. (voorheen: Essent Milieu Holding N.V.)
1 3
- Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V.
15
- Kredietverstrekking aan PBE N.V.
3.048
Totaal
De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De marktwaarde is hoger, maar deze mag op grond van het BBV niet in de balanswaardering worden opgenomen.
De post overige uitzettingen is als volgt samengesteld: boekwaarde 31-12-2013
(bedragen x € 1.000) Vordering Bouwfonds Nederlandse Gemeenten
333
Betaalde waarborgsom TNT Post
6
Totaal
339
De langlopende vordering op het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten is ontstaan naar aanleiding van de verkoop van het hypotheekfonds Noord-Brabantse gemeenten. De vordering wordt tot en met 2020 in jaarlijks gelijke termijnen afgelost. Nadere toelichting vaste activa Hierna volgt een nadere toelichting op de vaste activa. Voor een meer gedetailleerde specificatie van de vaste activa en de mutaties daarop, wordt verwezen naar de staat van investeringen, zoals opgenomen in de bijlagen. (bedragen x € 1.000)
vermeerderingen
bijdragen van derden
Materiële vaste activa
Gronden en terreinen Diverse gronden
0
0
Totaal gronden en terreinen
0
0
Bedrijfsgebouwen Renoveren gymzaal Mgr. Zwijssenstraat Aankoop pand dienstencentrum Realisatie MFA (IDOP St. Agatha) Vier kleedlokalen Vianen Vooruit Huisvesting Caboose Brede school Padbroek Bouwkosten Schouwburg Cuijk Gymzaal Welniettoch Veiligheidsglas school Regenboog
11 2.519 44
-8
218 29 8 1.760
14
321
46
20
- 178 -
(bedragen x € 1.000)
vermeerderingen
bijdragen van derden
Dakveiligheid openbaar onderwijs
141
Brandweerkazerne Haps
605
605
Totaal bedrijfsgebouwen
5.676
657
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Sportpark Groenendijkse Kampen Vervanging rioolleiding D. v/d Ackerhof
4 59
Uitvoeringsprogramma rioolbeheer – 60 jaar
292
Uitvoeringsprogramma rioolbeheer – 45 jaar
314
Uitvoeringsprogramma rioolbeheer – 15 jaar
372
Fietsen en wandelen (IDOP St. Agatha)
11
Riolering Fransenstraat (Vianen)
75
Randweg Haps Totaal grond-, weg- en waterbouwkundige werken
153
63
1.280
63
Vervoermiddelen Dienstauto boa’s Peuget Boxer Tractor Deutz-Fahr Totaal vervoermiddelen
7 22 83 112
Machines, apparaten en installaties Technische installaties dienstencentrum Technische installaties schouwburg
327 23
Gladheidsbestrijding
9
Geluidsinstallatie en camera gemeentehuis
5
Totaal machines, apparaten en installaties
364
Overige materiële vaste activa Content management systeem Bodeminformatiesysteem Vastgoedinformatiesysteem Groupware (e-mail / agendabeheer) Inrichting pand dienstencentrum
4 1 31 62
Intern gebruik basisadministraties
18
Digikoppeling
12
Digitaal werken met kaarten en tekeningen
19
Planontwikkeling papierloos werken Terminal serveromgeving
4 109
Kantoorautomatisering (officepakket)
22
Vervangen netwerk pc’s
21
Klimaatbeheersingssysteem
94
Koppeling WOZ – BAG
29
-65
11
5
Vastgoedbeheer XEIZ (wegen, groen, riolen)
17
DgDialog
28
Overlastgevende bomen
96
Renovatie speelplekken
53
Speeltoestellen
15
- 179 -
(bedragen x € 1.000)
vermeerderingen
bijdragen van derden
Bodemkwaliteitskaart
11
Wandelknooppuntensysteem
32
Midoffice
69
Netwerk pc’s
30
ESX-server
12
Oracle
20
Papierloos werken
15
Pin-automaten
9
Klantcontactcentrum
14
Ondergrondse glascontainer
24
Totaal overige materiële vaste activa
56
782
96
Stille reserves De in de materiële vaste activa begrepen stille reserves bedragen indicatief :
(bedragen x € 1.000) (Verpachte) landbouwgronden
stand 31-12-2013 5.982
Niet bedrijfsgebonden materiële vaste activa
3.657
Totaal
9.639
- 180 -
Vlottende activa Voorraden Niet in exploitatie genomen bouwgronden Het verloop van deze post was in 2013 als volgt: x € 1.000 15.864
Boekwaarde begin boekjaar 2013 (excl. correctie voorzieningen tekorten complexen) Mutaties 2013
9.125
Boekwaarde ultimo boekjaar 2013
24.989
Correctie voorzieningen tekorten complexen
-2.300
Boekwaarde na waardecorrectie
22.689
De boekwaarde omvat de volgende onderdelen: (bedragen x € 1.000) Erfpachtgronden (960 m2) Verspreide percelen - NIEGG (735.467 m2)
31-12-2012 -63
31-12-2013 -39
15.927
25.028
15.864
24.989
Het stand van de voorziening is
-2.300
-2.300
Gecorrigeerde boekwaarde
13.564
22.689
2
De gemiddelde boekwaarde per m bedraagt € 33,96
Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie Het verloop van deze post was in 2013 als volgt: x € 1.000 4.880
Boekwaarde begin boekjaar 2013 (excl. correctie voorzieningen tekorten complexen) Mutaties 2013
1.854
Boekwaarde ultimo boekjaar 2013
3.026
Correctie voorzieningen tekorten
-9.723
Boekwaarde na waardecorrectie
-6.697
De boekwaarde is als volgt samengesteld: (bedragen x € 1.000) De boekwaarde is excl. correctie voorzieningen tekorten De stand van de voorziening is Gecorrigeerde boekwaarde
31-12-2012 3.026
31-12-2013 2.783
9.723
-9.659
-6.697
-6.877
Het geraamde eindresultaat bedraagt: Boekwaarde ultimo boekjaar Geraamde opbrengsten – geraamde nog te maken kosten
x € 1.000 2.783 -/ -1.481
Geraamd eindresultaat (nadelig)
4.264
Specificatie boekwaarde per complex:
- 181 -
Naam complex Groot Heiligenberg
looptijd t/m 2019
boekwaarde ultimo 2013 2.889
voorziening verlieslatend complex
balanswaarde ultimo 2013 2.889
Bedrijventerrein Homburg
2020
5.664
Complex Lange Linden
2018
26
Beijerd en 't Riet
2018
1.979
de Valuwe
2019
-447
4.218
-4.665
Dienstencentrum (incl. Zwaanplein)
2016
266
1.294
-1.028
Heeswijkse Kampen fase 3
2026
-8.274
-8.274
De Schans
2017
-834
-834
St. Agatha
2016
635
Katwijkseweg
2022
836
836
Scouting Kouwenberg
2016
26
26
Loeffen Katwijk
2022
100
100
Gemeentewerf Haps
2019
10
10
Burg. Thijssenstraat
2014
4
de Wisse Beers
2015
8
8
Heggerank/Wegedoorn
2014
-105
-105
Totaal
2.783
3.464
2.200 26 1.979
670
-35
13
-9
9.659
-6.877
Bovengemelde resultaten per complex zijn gebaseerd op kostprijsberekeningen van april 2014. Voor een specificatie van de boekwaarde van de voorraden en de geraamde eindresultaten per complex wordt verwezen naar het verloopoverzicht in de paragraaf grondbeleid.
Gereed product en handelsgoederen Het verloop van deze post was in 2013 als volgt: x € 1.000 Boekwaarde begin boekjaar
2
Mutaties 2013
6
Boekwaarde ultimo boekjaar 2012
8
Dit betreft voornamelijk de voorraad eigen verklaringen. Uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar De post uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar is als volgt samengesteld: x € 1.000 Vorderingen op openbare lichamen
5.987
Overige vorderingen - algemene vorderingen af: voorziening dubieuze debiteuren algemene dienst
2.557 102
blijft: netto saldo algemene overige vorderingen
2.455
- gemeentelijke belastingen
265
- diverse voorschotten sociale zaken - diverse vorderingen sociale zaken af: voorziening dubieuze debiteuren sociale zaken
9 659 642
blijft: netto saldo vorderingen sociale zaken
17
Totaal overige vorderingen
2.746
- 182 -
Overige uitzettingen BNG APPA Fonds
2.071
Totaal overige uitzettingen
2.071
Totaal uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar
10.804
Liquide middelen De post liquide middelen is als volgt samengesteld: x € 1.000 Kassaldi - diverse kassen
19
Bank- en girosaldi: - Rabobank
2
- ING Bank
3 5
Totaal liquide middelen
24
Overlopende activa De post overlopende activa is als volgt samengesteld: Van overheidslichamen nog te ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen
x € 1.000 302
Vooruitbetaalde bedragen - Kruisposten (facturen betrekking op boekjaar 2014)
768
- Kruisposten (overigen)
2
- Valorisatieplan 2014 en 2015
20
- Regiofonds
16
- Overigen
2 808
Nog te ontvangen bedragen - Rente Mooiland Maasland
43
- Rente lening Enexis
2
- Rente lening Schouwburg
1
Totaal nog te ontvangen bedragen
44
Totaal overlopende activa
1.154
- 183 -
Overzicht van de van overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen specifieke uitkeringen als bedoeld in art. 52a lid 2 BBV: naam uitkering Algemene
project Multipurpose kade
verstrekker uitkering Provincie Noord-
subsidieverordening
haven Cuijk
Brabant
Quick wins
Multipurpose kade
Rijk
binnenvaart
haven Cuijk
ESF 2007 – 2013
Cuijk heeft antwoord:
(herzien)
Invoering digitaal
Provincie Noord-
saldo 1-1-2013
toevoegingen
ontvangen bedragen
saldo 31-12-2013
167.464
58.966
0
226.430
0
69.091
0
69.091
18.000
0
-18.000
0
65.700
0
-65.700
0
34.060
0
-34.060
0
310.558
0
-310.558
0
6.191
0
0
6.191
601.973
128.057
-428.318
301.712
Brabant
Europese Unie
werken Subsidieverordening
IDOP Vianen
inrichting Landelijk
Provincie NoordBrabant
Gebied 2007 - 2013 Besluit
N.v.t.
Rijk
Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBZ) Subsidieverordening
IDOP St. Agatha
inrichting Landelijk
Provincie NoordBrabant
Gebied 2007 - 2013 Brabant Veiliger
Uitvoeringsprogramma
Provincie Noord-
(2011 – 2014)
2012
Brabant
Totaal
- 184 -
Vaste passiva Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen was in 2013 als volgt:
Omschrijving Algemene reserves
stand 1-1-2013
bestemming resultaat 2013
(bedragen x € 1.000) vermindering t.b.v. afschrijvingen toevoeging
onttrekking
stand 31-12-2013
Algemene dienst
25.125
-2.545
72
8.144
17.188
Totaal
25.125
-2.545
72
8.144
17.188
21.718
200
2.554
3.247
21.225
598
4.181
0
22.316
4.381
2.554
1.836
-1.836
1.233
49.277
0
3.859
Bestemmingsreserves Algemene dienst Bouwgrondexploitatie Totaal
4.779 3.247
26.004
Nog te bestemmen resultaat jaarrekening
Totaal eigen vermogen
1.233
8.710
44.426
In het volgende hoofdstuk is een overzicht opgenomen waarin per reserve de aard en reden alsmede de toevoegingen en onttrekkingen zijn vermeld. Dit is conform artikel 54 van het BBV. Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen was in 2013 als volgt: (bedragen x € 1.000) stand 1-1-2013 3.310
toevoeging 240
Ter egalisering lasten
2.142
1.773
Totaal voorzieningen
5.452
2.013
Omschrijving Voor verplichtingen, verliezen en risico's
aanwending 247
stand 31-12-2013 3.293
212
808
2.896
222
1.055
6.190
vrijval 10
Vaste schulden De post vaste schulden is als volgt samengesteld: Onderhandse leningen van binnenlandse banken
x € 1.000 31.228
Waarborgsommen
7
Totaal vaste schulden
31.235
Van de onderhandse leningen van binnenlandse banken heeft € 1.163.523 betrekking op rijksleningen woningbouw. Het verloop van de onderhandse leningen was in 2013 als volgt:
- 185 -
bank/ leningnummer
jaar laatste aflossing
rentepercentage
datum renteherziening
385.713
2013
5,450%
n.v.t.
15.428
283
15.428
0
10.000.000
2033
4,780%
n.v.t.
7.000.000
321.984
333.333
6.666.667
3.709.653
2033
4,700%
n.v.t.
2.596.757
120.918
123.655
2.473.102
10.000.000
2024
4,585%
n.v.t.
6.000.000
261.282
500.000
5.500.000
1.815.121
2029
4,570%
01-03-2014
1.214.373
47.924
50.850
1.163.523
15.000.000
2033
2,800%
n.v.t.
0
125.920
0
15.000.000
425.000
2015
n.v.t.
n.v.t.
425.000
0
0
425.000
878.311
1.023.266
31.228.292
oorspronkelijk bedrag
BNG / 72468 BNG / 97090 BNG / 81606 BNG / 99164 BNG / 74229 BNG / 108494
restant hoofdsom 1-1-2013
opgenomen in 2013
15.000.000
rente 2013
restant hoofdsom 31-12-2013
Aflossing 2013
Provincie NoordBrabant
Totaal leningen
17.251.558
15.000.000
Vlottende passiva Netto vlottende schulden De netto vlottende schulden zijn als volgt samengesteld:
x € 1.000 - Bank Nederlandse Gemeenten (banksaldo)
9.155
- Gemeente Grave
1.138
- Belastingdienst, Kantoor Helmond
1.121
- Dirkzwager Advocaten en Notarissen
581
- Bank Nederlandse Gemeenten NV
467
- Notariskantoor Cuijk
440
- Omgevingsdienst Brabant Noord
377
- Laarakkers Aannemingsbedrijf BV
279
- Greenchoice
233
- Centric Netherlands BV
220
- Den Ouden Aannemingsbedrijf BV
161
- WVS-NB, Werkvoorz.schap Nrd-Oost Brabant
143
- Neteyes B.V.
117
- Infrascoop Grond-, Weg- en Waterbouw
102
- Brandweer Brabant-Noord
96
- Loyens & Loeff NV
95
- Waterschap Aa en Maas
88
- Comparex
85
- GGD Hart voor Brabant
79
- Laco Cuijk BV
70
- IBN-Facilitair
69
- Mouwrik Waardenburg B.V.
68
- SIM groep
63
- Eemfors BV
51
- Lamers & Visser V.O.F. Bouwmanagement en Bouwtechnieken - Overigen schulden (minder dan 50.000 euro) Totaal netto vlottende schulden
50 1.774 17.121
- 186 -
Overlopende passiva De overlopende passiva zijn als volgt samengesteld: x € 1.000 Nog te betalen bedragen algemene dienst
288
Tussenrekening OZB
40
Tussenrekening Centrum Jeugd en Gezin (Land van Cuijk)
54
Overige posten
12
Totaal verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen
394
Van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen
808
Vooruitontvangen bedragen Bijdrage uitvoering beheer ICT voor Gemeente Mill en Sint Hubert Centrum Jeugd en Gezin Totaal vooruitontvangen bedragen
23 187 210
Totaal overlopende passiva
1.412
Overzicht van de van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen als bedoeld in art. 52a lid 1 BBV: naam uitkering Participatiebudget
project N..v.t.
verstrekker uitkering Rijk
Besluit Bijstandsverlening
N.v.t.
Rijk
zelfstandigen (BBZ) Tijdelijke
N.v.t.
saldo 1-1-2013
toevoegingen
saldo 31-12-2013
vrijval
223.632
596.475
-682.664
137.443
0
36.740
-7.197
29.543
26.481
0
-26.481
0
231.916
0
-231.916
0
247.693
0
0
247.693
166.775
0
-166.775
0
175.000
0
0
175.000
17.733
332.714
-217.955
132.492
0
85.600
0
85.600
1.089.230
1.051.529
-1.332.988
807.771
Rijk
stimuleringsregeling SUWIbedrijfsverzamelgebouw Regeling stimulering
Basisscholen
aanpassing huisvesting
Harlekijn en
brede scholen 2009
Zevensprong
Brede doeluitkering Centra
N.v.t.
Rijk
Rijk
voor Jeugd en Gezin Quick wins binnenvaart
Multipurpose kade
Rijk
haven Cuijk Heffingsverordening
Recreatieve poort De
Provincie Noord-
Ontgrondingen
Bungelaar
Brabant
Onderwijsachterstanden-
N.v.t.
Rijk
beleid 2011 – 2014 Cultureel Ergoed &1
Ontmoet de
Provincie Noord-
Erfgoed in context
Romeinen in de
Brabant
noordelijke Maasvalei Totaal
- 187 -
Posten buiten balanstelling De post borg- en garantstellingen is als volgt samengesteld: x € 1.000 1.967
Borgstellingen Garantstellingen
50.885
Totaal borg- en garantstellingen
52.852
De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Geborgde geldleningen Geborgde geldleningen zorginstellingen Stichting Zorgcentra Pantein
Oorspronke lijk bedrag
(bedragen x € 1.000) percentage restant borgstelling 1-1-2013
restant 31-12-2013
1.950
100%
1.620
1.544
446
100%
446
421
2
100%
2
2
2.068
1.967
Geborgde geldleningen bij Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel Medewerkers gemeente Cuijk Sportverenigingen Tafeltennisvereniging Cevelum
Totaal geborgde geldleningen
2.396
De garantstellingen zijn als volgt samengesteld: x € 1.000
Omschrijving Stichting Mooiland Maasland Diverse garantstellingen (achtervang)
50.885
(deze geldleningen zijn primair gewaarborgd bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De gemeente is gehouden een renteloze lening te verstrekken zodra de middelen van het WSW ontoereikend zijn. Het WSW kent een triple A-rating en de risico’s voor de gemeente zijn gering)
Totaal verstrekte garanties
50.885
Uit hoofde van borg- en garantstellingen hebben tot en met 2013 geen betalingen plaatsgevonden.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Er is geen sprake van niet in de balans opgenomen verplichtingen.
Gebeurtenissen na balansdatum Er is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum.
Wet Normering Topinkomens Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna: WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd.
- 188 -
Conform de Wet Normering Topinkomens volgt hieronder het overzicht van topfunctionarissen. Naam
Functie
Van
Tot
Dienst verband
Beloning
Sociale verzekerings premies
Pensioen premies
R.M. van der Weegen
griffier
1-1-2013
heden
30,00
65.942,17
14.132,97
14.583,24
R.P. Hoffmann
Gemeente secretaris
1-1-2013
1-1-2014
36,00
96.676,57
19.247,61
23.616,24
Belastbare kosten vergoeding
2.077,50
- 189 -
- 190 -
VERANTWOORDING SPECIFIEKE UITKERINGEN (SISA)
- 191 -
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer C7C
Specifieke uitkering
Departement BZK
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Investering stedelijke vernieuwing (ISV) II
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de Provinciale beschikking verantwoordingsinformatie en/of verordening
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
I N D I C A T O R E N Overige bestedingen (jaar T) Cumulatieve bestedingen ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Project-gemeenten (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 01
Aard controle R Indicatornummer: C7C / 02
1 1553919/1703765 (ISV2 CC) € 93.500 2 1552288/1703763 (ISV2 Valuwe) € 0 Kopie beschikkingsnummer Eindverantwoording Ja/Nee
OCW
D9
1 2 Onderwijsachterstanden beleid 2011-2014 (OAB)
Gemeenten
Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO)
Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
E27B
€ 90.719 Brede doeluitkering Hieronder per regel één verkeer en vervoer SiSa beschikkingsnummer en in de tussen medeoverheden kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Provinciale beschikking en/of verordening
€ 16.494 € 2.102.315 Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen)
Afspraak
Realisatie
Toelichting afwijking
Alleen in te vullen na afloop project
Alleen in te vullen na afloop project
Alleen in te vullen na afloop project
Aard controle D1 Indicatornummer: C7C / 09
Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01
1 2 3 4 5 6 I&M
E30
Quick wins binnenhavens Tijdelijke regeling Quick Wins Binnenvaart Provincies en gemeenten
SZW
G1
N-W-011-13 N-F-007-13 N-F-008-13 N-W-003-13 N-N-007-12 N-N-007-13 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 06 N-W-011-13 N-F-007-13 N-F-008-13 N-W-003-13 N-N-007-12 N-N-007-13
Hieronder per regel één projectaanduiding en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Aard controle D1 Indicatornummer: C7C / 10
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04
Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde overige bestedingen
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 04
€ 94.986 €0 € 59.380 €0 € 5.858 €0 Cumulatieve overige Toelichting bestedingen tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 07
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E30 / 01
Aard controle R Indicatornummer: E30 / 02
1 5000001208 Wet sociale Het totaal aantal geïndiceerde werkvoorziening inwoners van uw gemeente dat (Wsw)_gemeente 2013 een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en Wet sociale beschikbaar is om een werkvoorziening (Wsw) dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 Alle gemeenten van de wet te aanvaarden op 31 verantwoorden hier het december (jaar T) gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners Aard controle R werkzaam waren bij Indicatornummer: G1 / 01 een Openbaar lichaam 1,00 o.g.v. de Wgr.
€ 218.104 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 09
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10
Ja Nee Nee Nee Ja Nee Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: E30 / 03
Aard controle R Indicatornummer: E30 / 04
Ja € 218.104 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze
Aard controle R Indicatornummer: G1 / 02
0,00
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 05
Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 08
€ 94.986 €0 € 59.380 €0 € 5.858 €0 Overige bestedingen (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 11
€ 34.908 Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van provinciale middelen
€ 72.096 €0 € 45.199 €0 € 23.433 €0 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
€ 72.096 €0 € 45.109 €0 € 23.433 €0 Besteding (jaar T) ten laste van rijksmiddelen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 06
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€ 15.382 Overige bestedingen (jaar T)
Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
1 2 3 4 5 6
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 05
€ 343.728 € 210.000 Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
€ 111.854 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 04
Toelichting afwijking
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
€0 € 1.092.834 Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen)
Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 07 Indicatornummer: C7C / 08 1553919/1703765 (ISV2 CC) Nee 1552288/1703763 (ISV2 Valuwe) Nee
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
I&M
Aard controle R Indicatornummer: C7C / 03
Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 03
Nee
- 192 -
SZW
G1A
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2012 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T-1); inclusief deel openbaar lichaam
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
SZW
G2
1 1684 (Cuijk) Gebundelde uitkering Besteding (jaar T) algemene op grond van artikel 69 bijstand WWB_gemeente 2013 Gemeente Alle gemeenten verantwoorden hier het I.1 Wet werk en bijstand (WWB) gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. Aard controle R
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeent e 2013
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2013 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
€0 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€0
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
€0 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
€ 70 € 27.025 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€0 € 2.859 € 18.913 Besteding (jaar T) aan Volledig zelfstandige uitvoering uitvoeringskosten Bob als Ja/Nee bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
€0 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 05
Gemeente
€ 194.420 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
€ 10.849 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 04
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
€ 108.400 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
284,03 11,80 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Besteding (jaar T) IOAZ Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
G3
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
21,52 Besteding (jaar T) IOAW
€ 4.710.102 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 4.786 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
372,75 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Indicatornummer: G2 / 01
SZW
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€ 8.765
€0
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Besteding (jaar T) Regelluw
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
€0
Ja
Besteding (jaar T) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/02 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
826 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk
De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/03 tot en met G5/07 Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 02
Ja
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 691.553
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€ 82.653
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€ 902
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 07
€0
- 193 -
- 194 -
CONTROLEVERKLARING De controleverklaring van de accountant wordt separaat toegezonden.
- 195 -