Jaarrekening en jaarverslag 2013
Inhoudsopgave Jaarverslag 1. Inleiding
3
2. Bestuurlijke verantwoording
4
3. Programmaverantwoording
7
4. Financiële verantwoording
31
Jaarrekening
2
5. Overzicht van baten en lasten
37
6. Balans met toelichting
42
1. Inleiding Voor u ligt een beknopte versie van de jaarrekening en het jaarverslag van 2013. Met deze beknopte versie willen we u in vogelvlucht de essentie van de jaarrekening 2013 laten zien. Wat zijn in grote lijnen de cijfers en trends/ontwikkelingen? En waar heeft de gemeente Emmen in 2013 aan gewerkt? U leest het in dit boekwerk. De complete jaarrekening met het jaarverslag kunt u vinden op de website: www.emmen.nl/jaarrekening. De jaarrekening De jaarrekening geeft een beeld van de inkomsten en uitgaven van de gemeente Emmen in het afgelopen jaar. Daarnaast geeft de rekening een beeld van de bezittingen en schulden van de gemeente. De jaarrekening 2013 wordt op 27 mei 2014 door de gemeenteraad behandeld. Daarna wordt de jaarrekening doorgestuurd naar de provincie voor goedkeuring. Het jaarverslag In het jaarverslag kunt u lezen wat de gemeente in 2013 allemaal gedaan heeft. De activiteiten van de gemeente zijn over 11 programma’s (thema’s) verdeeld. Per programma worden beknopt de relevante ontwikkelingen geschetst.
Voor een completer beeld verwijzen wij u naar het complete jaarverslag op de website. In deze jaarrekening wordt voor het eerst gewerkt met zogenaamde verkeerslichtrapportages voor de behaalde doelen en maatschappelijke effecten (“wat hebben wij bereikt”). Daarbij worden de volgende mogelijkheden gebruikt: De prestatie is gerealiseerd danwel loopt volgens planning De prestatie is deels gerealiseerd danwel vertraging in de planning De prestatie is niet gerealiseerd danwel nog niet opgestart Emmen, 25 april 2014 College van Burgemeester en Wethouders
3
2. Bestuurlijke verantwoording De context: landelijke ontwikkelingen en een vernieuwende lokale overheid Het jaar 2013 kenmerkte zich door de decentralisatieopgaven, bezuinigingen en de wens om onze rol als lokale overheid te vernieuwen. Op landelijk niveau komen deze ontwikkelingen samen in de beleidsnota ‘Bestuur in Samenhang’ (maart 2013). Het Rijk stuurt aan op verdergaande samenwerking tussen gemeenten. Daarnaast geeft het Rijk aan in te zetten op het overdragen van bevoegdheden aan gemeenten (bijvoorbeeld in het sociale domein). De gezamenlijke Drentse gemeenten hebben in VDG (Vereniging Drentse Gemeenten)-verband uitgesproken dat Drenthe kiest voor samenwerking van gemeenten en niet voor samenvoeging. Gezien de historie die wij in bestuurlijk Drenthe hebben, zijn wij ervan overtuigd dat door samenwerking tussen gemeenten een goede invulling aan onze beleidsambities kan worden gegeven. Gemeenten hun moeten taken uitvoeren met fors minder budget. Deze bezuinigingsopgave dwingt tot een andere manier van werken. Maar de bezuinigingen en decentralisaties zijn niet de enige drijvende kracht achter de veranderingen die onze gemeente bestuurlijk en organisatorisch doormaakt. Naast de noodzaak is het ook onze eigen wens om de lokale overheid te vernieuwen en in te spelen op de veranderingen in de maatschappij. Dat betekent een minder bureaucratische opstelling en meer gebruik maken van de organisatorische kracht die in de maatschappij aanwezig is. Samen met onze inwoners willen wij initiatieven ontplooien.
4
De gemeente faciliteert en ondersteunt waar zij kan, geeft meer beslisruimte aan bewoners maar is ook duidelijk over de spelregels en randvoorwaarden. Dit is de context waarbinnen in 2013 stappen zijn gezet op weg naar een toekomstbestendige gemeente. Financiën en bedrijfsvoering Ook in 2013 was de druk van de bezuinigingsopgaven sterk voelbaar. De financiële huishouding is desondanks onder controle. Dankzij een evenwichtig financieel beleid is 99% van de totaal vastgestelde bezuinigingen voor 2013 gerealiseerd. Het jaar 2013 wordt afgesloten met een resultaat van € 4,4 miljoen positief, het weerstandsvermogen is op peil. Uit de in 2013 uitgevoerde stresstest blijkt dat we op indicatoren (reservepositie en financieel evenwicht) die de financiële houdbaarheid op de lange termijn weergeven, goed scoren. Nadere details over de financiële verantwoording zijn opgenomen in hoofdstuk 4. De bezuinigingsopgave en de veranderende rol van de lokale overheid zijn leidende ontwikkelingen bij het verder optimaliseren van de bedrijfsvoering. In 2013 zijn in dat opzicht concrete stappen gezet. Zo is, nog los van de vorming van de Regionale uitvoeringsdienst en regionalisering brandweer, de formatie gedaald met 48 FTE. Daarnaast is de Strategische HRM-Koers bepaald en door ons vastgesteld in 2013. In deze koers wordt de acties met betrekking tot Human Resource Management uiteengezet voor de komende jaren. Een flexibele organisatie en werknemers,
professionalisering en inzetten op verbindingen zijn daarbij belangrijke thema’s. De in 2013 geherformuleerde kernwaarden voor de gemeentelijke organisatie staan daarbij centraal (Verbinden, Ruimte, Daadkracht en Realistisch). De drie decentralisaties in het sociale domein (de 3D’s) De Rijksoverheid draagt alle vormen van maatschappelijke ondersteuning, met uitzondering van medische zorg en de allerzwaarste intramurale zorg, over aan de gemeenten. Deze zogenaamde decentralisaties betreffen de Participatiewet, de transitie van extramurale begeleiding en beschermd wonen vanuit de AWBZ naar de Wmo en de transitie van de Jeugdzorg. Met deze decentralisatieopgaven krijgt de gemeente verantwoordelijkheden over vrijwel het gehele sociale domein, maar zal dit met minder middelen moeten gaan uitvoeren. Naast de bezuinigingsopgave heroriënteren we ons op onze rol en positie in een snel veranderende samenleving. In dit proces is Meer van de samenleving en een andere overheid het kernmotto. Voor de herinrichting van het sociale domein is dit motto van grote betekenis. Het leidt tot de wens om taken en verantwoordelijkheden - voortkomend uit de 3 D’s - zo veel mogelijk te beleggen in de samenleving en niet op voorhand in de gemeentelijke organisatie. De gemeentelijke visie op de 3 D’s is voor een belangrijk deel gestoeld op de inhoud van het beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2012-2016 ‘Van Zorg naar Participatie’, het meerjarenbeleidskader ‘Arbeidsmarkt- en participatiebeleid 2012 2016’, het Beleidskader Jeugdbeleid 2008-2020 en het Beleidskader ‘Kaders voor continuïteit en vernieuwing’. De inhoudelijke rode draad van deze documenten wordt de komende periode inhoudelijk door ons verder uitgewerkt. Gezien de omvang van de opgaven en de overlap in doelgroepen heeft het college in februari 2013 gekozen om de transitie vorm te geven in een geïntegreerde, samenhangende, programmastructuur, inclusief het instellen van een nieuwe reserve ‘bestemmingsreserve decentralisatieopgaven’. Dit alles onder de verantwoordelijkheid van een ambtelijke aansturing. Verder hebben wij nadrukkelijk oog voor het uitgangspunt dat binnen de vastgestelde structuur Emmen niet los gezien kan worden van de regionale aanpak. Het gaat hierbij om zowel verplichte als noodzakelijke bovengemeentelijke samenwerking op onderdelen, als samenwerkingsvoordelen met betrekking tot efficiëntiewinst en kennisdeling. Het programma zal in zijn ontwikkeling dan ook steeds afstemmen en samenwerken met de buurgemeenten Borger-Odoorn en Coevorden en, indien noodzakelijk, met overige gemeenten. Bij de uitvoering van de decentralisaties is, zoals dit nu al het geval is, een gezamenlijke aanpak met de (maatschappelijke) partners een uitgangspunt.
dan om de vorming van werkbedrijven, de baangarantie, de inrichting van loonkostensubsidies, de uitwerking van de quotumwet, een nieuwe Wmo en de monitoring van gemaakte afspraken. In het Sociaal Akkoord zijn afspraken gemaakt over de Participatiewet en een quotum voor mensen met een arbeidsbeperking. Het sociaal akkoord heeft geleid tot aanpassing van de Participatiewet. Het in april 2013 gesloten Zorgakkoord heeft grote gevolgen voor gemeenten. Het kabinet gaat vanaf 2015 enorme ombuigingen in de zorg en ondersteuning in de gemeentelijke budgetten doorvoeren die overigens in het Zorgakkoord wel worden verzacht. Centrumvernieuwing Emmen In 2013 is hard gewerkt aan de realisatie van Centrumvernieuwing Emmen. Er heeft een nadere invulling en uitwerking van diverse projecten binnen CvE plaatsgevonden en een aantal projecten is in 2013 daadwerkelijk in uitvoering genomen (zoals bijvoorbeeld de sloop van de Traverse, de aanleg Hondsrugwegtunnel, en diverse infrastructurele aanpassingen in het centrum), terwijl andere projecten binnen CvE in 2013 zijn afgerond (Parkeergarage Westerstraat, Ondergrondse Infrastructuur, Reconstructie Boermarkeweg 1e fase, etc.). Ook Dierenpark Emmen is in 2013 daadwerkelijk gestart met de bouw van het nieuwe beLEVENspark. In 2013 is voor een groot aantal projecten binnen CvE het ontwerp vastgesteld. Zo zijn de definitieve ontwerpen voor Wereld van Theater / Wereld van Ontmoeting, Centrumplein, Markt Emmen en Boulevard Noord en Boulevard Zuid in 2013 door het college vastgesteld. Ook zijn in 2013 door de raad ondermeer kredieten verleend voor de projecten Centrumplein en Markt Emmen binnen Centrumvernieuwing Emmen. Ook heeft de raad in 2013 het krediet voor de algemene proces- en voorbereidingskosten CvE 2013-2015 beschikbaar gesteld. Voor de Parkeergarage Westerstraat is in 2013 een extra krediet van ruim € 2,6 miljoen door de raad beschikbaar gesteld. Eind 2013 is met de provincie Drenthe bestuurlijk overeenstemming bereikt over de uit te voeren RSP Bereikbaarheidsprojecten Emmen Centrum en de inzet van de RSP Bereikbaarheidsbijdragen hiervoor. Tevens is in 2013 een wijzigingsverzoek voor de EFRO-subsidie de Economie van de Verbinding ingediend bij SNN. Door de bestuurscommissie EZ van SNN is met dit wijzigingsverzoek ingestemd. In het 4e kwartaal 2013 zijn de aanbestedingen voor de Markt Emmen, het Centrumplein en Wereld van Theater / Wereld van Ontmoeting opgestart. Voor wat betreft de Wereld van Theater / Wereld van Ontmoeting is, na heroverweging, besloten de wijze van aanbesteding te baseren op basis van Best Value Procurement (BVP) – methodiek en de contractvorm te wijzigen in Engineering & Build. Wij verwijzen u voor nadere informatie over Centrumvernieuwing Emmen naar de afzonderlijke paragraaf Centrumvernieuwing Emmen in de internetversie jaarrekening 2013.
Het kabinet heeft in de herfst 2013 de drie decentralisaties in overleg met de VNG nader uitgewerkt in het verlengde van het, eerdere tussen het kabinet en sociale partners afgesloten, sociaal akkoord en het zorgakkoord. Beide akkoorden bevatten afspraken op hoofdlijnen. In de akkoorden is opgenomen dat de afspraken nadere uitwerking vergen, onder andere met gemeenten. Het gaat
5
Regionale samenwerking De Rijksoverheid zet in op meer samenwerking tussen gemeenten. Door de krachten te bundelen kunnen gemeenten hun dienstverlening verbeteren. In Zuidoost-Drenthe vindt deze samenwerking al plaats in het intergemeentelijk samenwerkingsverband BOCE (BorgerOdoorn, Coevorden, Emmen). In 2013 is de BOCE-samenwerking geëvalueerd. Gebleken is dat de wil om samen te werken groot is en de belangen worden gedeeld. De drie colleges zien mogelijkheden om de samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering verder te intensiveren. Een duidelijke differentiatie naar samenwerkingsvorm en kostensystematiek zijn daarbij punten van aandacht. Ook de gezamenlijke sturing op de BOCE 3D-agenda is daarbij aan de orde geweest. In 2014 zal hieraan een vervolg worden gegeven. In 2013 is naast de BOCE-samenwerking ook een concrete stap voorwaarts gezet in de samenwerking met de provincie Drenthe. In 2013 zijn de eerste verkennende gesprekken geweest om te bekijken waar provincie en gemeente elkaar kunnen verstreken en kosten kunnen besparen als het gaat om bedrijfsvoering. Wij zoeken de winst in effectiviteit en efficiëntie in de verschillende vormen van samenwerking en bouwen daarmee aan een toekomstbestendige regio en gemeente. De andere overheid en organisatieontwikkeling Maatschappelijke en politieke ontwikkelingen vragen om andere rol van de lokale overheid. De decentralisatie van taken vanuit het Rijk en de verminderde financiële armslag dwingen ons tot een andere manier van werken. Daarnaast willen wij gehoor geven aan de wens van de samenleving meer dan voorheen maatschappelijke initiatieven te ondersteunen en onnodige regels los te laten. De interne organisatie heeft zich de afgelopen jaren al ontwikkeld tot een meer klantgerichte en proactieve organisatie. Dit proces van ontwikkeling blijft echter actueel. De visie ‘Meer van de samenleving, een andere overheid’ is daarbij leidend. De zeven innovatie-experimenten zijn ook in 2013 voortgezet. Het experiment ‘Drank – Horecabeleid’ is daarbij in 2013 succesvol afgerond. De bij dit experiment betrokken partijen hebben hun waardering uitgesproken over het behaalde resultaat en de nieuwe
6
vorm die is gekozen om dat te bereiken. Andere gemeenten hebben inmiddels hun belangstelling getoond als het gaat om de Emmense aanpak. De in 2013 opgedane lessen en ervaringen zijn waardevolle ingrediënten voor de vervolgaanpak. Die vervolgaanpak richt zich op de bestuurlijke vernieuwing. Raad en College zullen hun rol moeten vinden in de vernieuwende samenwerking met onze inwoners. Van wezenlijk belang is ook de vernieuwingsopgave voor onze interne organisatie. De experimenten laten zien dat inspelen op de kracht van de samenleving vraagt om een ambtelijke organisatie die zich flexibel opstelt en haar blik heeft gericht op de samenleving. RUD en regionalisering brandweer De vorming van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Drenthe is in september 2013 voltooid. Alle Drentse gemeenten en de provincie hebben hun uitvoerende milieu- en bodemtaken gebundeld in deze nieuwe organisatie. De RUD Drenthe is gestart met haar werkzaamheden per januari 2014. Ook de gemeentelijke brandweertaken zijn in 2013 ondergebracht bij een regionale organisatie. Per januari 2014 is de regionalisering van de brandweer een feit en zal de brandweer haar taken uitvoeren onder de vlag van de Veiligheidsregio Drenthe (VRD). Demografische ontwikkelingen De bevolkingsomvang ontwikkelt zich de laatste jaren in een neergaande lijn. In 2013 is het totaal aantal inwoners van de gemeente Emmen gedaald met 341, bestaande uit een sterfteoverschot van 220 en een negatief migratiesaldo van 121. Daarmee is het jaar 2013 afgesloten met een bevolkingsomvang van 108.053. In de afgelopen 10 jaar is het geboortecijfer gedaald en het sterftecijfer licht toegenomen. Jarenlang kende Emmen een geboorteoverschot maar dat is sinds 2009 een sterfteoverschot geworden. Wat migratie betreft was er in de afgelopen 10 jaar aanvankelijk sprake van een positief migratiesaldo (meer vestiging dan vertrek), maar de laatste vijf jaar is het een negatief saldo geworden.
3. Programmaverantwoording Waaraan heeft de gemeente in 2013 gewerkt? En waar is het geld naartoe gegaan? Hieronder staan enkele wetenswaardigheden benoemd, verdeeld over de verschillende programma’s, met daarbij een overzicht wat dit heeft gekost. De complete jaarrekening is te vinden op: www.emmen.nl/jaarrekening.
3.1 Inwoners en bestuur Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 Eerste Overheid/Dienstverlening/ Klant- en marktonderzoek Wij hebben de afgelopen jaren gewerkt aan belangrijke bouwstenen, zoals het dienstverleningsconcept Antwoord© en de invoering van zaakgericht werken op diverse afdelingen, om invulling te geven aan de belangrijke opdrachten voor de komende jaren: decentralisaties, bezuinigingen en tegelijk de modernisering en digitalisering van de dienstverlening. Het overheidsbrede programma i-NUP (Implementatieagenda voor het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid) omvat diverse instrumenten om de dienstverlening aan inwoners en ondernemers sneller, beter en efficiënter te maken. De invoering van het dienstverleningsconcept Antwoord© is hier onderdeel van. Door zaakgericht te werken wordt de afhandeling van de dienstverlening volledig transparant. Ook is op elk moment de status van een aanvraag bekend bij de belanghebbende teams en bij de burger zelf. Deze laatste kan zijn/haar eigen overheidsdossier inzien via www.MijnOverheid.nl of Emmen.nl/MijnLoket. De meerwaarde van zaakgericht werken werpt steeds meer haar vruchten af, waardoor het zaakgericht werken per 1 oktober 2014 voor de gehele gemeentelijke organisatie gaat gelden. Het Klant Contact Centrum (KCC) van de gemeente Emmen heeft zich afgelopen jaar steeds verder ontwikkeld in het Antwoordconcept en handelt steeds meer klantcontacten direct af, ongeacht of dit contact verloopt via balie, internet, e-mail, post of telefoon. Burgers en bedrijven ervaren bij deze gemeente dus echt één gemeente-ingang. Het herkenbare 14+netnummer van Antwoord© (14-0591) van het KCC draagt hieraan bij. Vanuit ons dienstverleningsconcept blijven wij onze dienstverlening vraaggericht aanbieden, dus vanuit het perspectief van de burger. Dat wil zeggen dat de vragen en verzoeken van de burgers centraal staan en wij onze organisatie daar zoveel mogelijk op inrichten. We kiezen daarbij voor de meest optimale kanalen voor onze dienstverlening. Dit vraagt van ons de omslag van aanbodgericht naar vraaggericht werken. Niet alleen zaakgericht werken, maar ook klantgericht werken bleef het uitgangspunt. De gemeente wil haar klanten laten zien dat ze echt welkom zijn. De thema’s ‘gastvriendelijk & professioneel’ in combinatie met ‘nabij & gemakkelijk bereikbaar’ stonden centraal. Zo heeft het KCC regelmatig de kwaliteit van dienstverlening onderzocht over de drie kanalen: balie, telefoon en internet,
waarbij intern het streven ligt op het behalen van het rapportcijfer 7.0 als minimale norm. Innoveren en inrichten van relaties met derden Momenteel worden er verschillende innovatieve experimenten uitgevoerd die invulling geven aan de inrichting van de veranderende relatie met onze inwoners. Vanuit de visie “Meer van de samenleving, een andere overheid’ vinden momenteel experimenten plaats die invulling geven aan het opbouwen van een andere relatie met onze inwoners. In verschillende experimenten zoals: Dorpsbudget Grijs/Groen Zwartemeer, de Dorpscoöperatie Nieuw Dordrecht en het eerste Drentse Bewonersbedrijf ‘Op eigen Houtje’ in Emmerhout krijgt burgerinitiatief vorm en krijgt de vitaliteit in die dorpen en wijken een positieve impuls. In het afgelopen jaren hebben de lokale dorps- en wijkteams teams, ondersteund vanuit Emmen Revisited, een belangrijke rol gespeeld
7
in het vormgeven van vitale dorpen en wijken. Emmen Revisited wordt doorontwikkeld en de bestaande programma’s worden kritisch bekeken op actualiteit, uitvoering en concreetheid. Daar waar nog geen programma is worden de lokale teams nadrukkelijk gevraagd om hun maatschappelijke agenda op te stellen. In de komende jaren blijven wij actief werken met en aan de vitale dorpen en wijken in Emmen. Deze vitaliteit omvat het fysieke, sociale en economische domein. In vitale wijken en dorpen wordt samengewerkt in vitale coalities. Per dorp en wijk kennen die een eigen relevante invulling en samenstelling. De lokale teams blijven hierbij de kern. Zij kunnen rekenen op ondersteuning vanuit de partners. In het aangaan van samenwerkingsrelaties staan de kernwaarden van ER centraal. Voor de decentralisatie opgaven van de gemeente is het wel van belang dat partners samen optrekken op gebiedsniveau en gaat uit van de eigen kracht en vermogens van alle betrokken organisaties. Regiomarketing Regiomarketing Emmen. Maak het mee! Vanuit het citymarketingbeleid 2012-2016 is de marketing van het gebied Emmen vanaf 2013 belegd bij de Stichting Marketing Regio Emmen (SMRE). Deze stichting heeft een regiomarketeer aangetrokken, die in januari 2014 het nieuwe logo en de nieuwe slogan Emmen. Maak het mee! heeft geïntroduceerd. Emmen positioneert zich hierbij als een gebied waarin inwoners en bedrijven bijzondere prestaties leveren die een podium verdienen.
Digitale voorziening gemeenteraad In 2013 is gestart met een pilot ‘papierloos vergaderen’ voor de raads- en commissieleden met behulp van tablets (i-pads) en vergadersoftware, die ook door het college en de ambtelijke organisatie worden gebruikt. De proef voor de raads- en commissieleden loopt tot aan de nieuwe raadsperiode in maart 2014. Daarna wordt de definitieve oplossing voor papierloos vergaderen geïntroduceerd. In het kader van de doorontwikkeling van de website van de gemeenteraad (fase 2 )worden begin 2014 een aantal functionele verbeteringen voltooid. In dit kader komt o.a. een digitale brievenbus beschikbaar voor de raadsleden. De verzending van stukken per post kan daarmee substantieel worden verminderd en zal tot een daling (en daarmee besparing) van het papiergebruik moeten leiden. Corporate communicatie De uitgangspunten van het Corporate communicatiebeleid geven invulling aan de identiteit van het gebied benoemd: Emmen is een energieke gemeente, van aanpakken en doen! En hebben geleid tot aanpassing van de huisstijl, een vernieuwd logo, een uitgebreider kleurenpallet en kleurrijke, dynamische foto’s. De communicatiemiddelen worden vanuit deze visie en identiteit gemaakt. Een van de opdrachten in het corporate communicatiebeleid is te komen tot een corporate story. In dit kader is de missie en visie geherformuleerd en kernwaarden benoemd. De corporate story is een onderdeel van een proces van internal branding, waarbij medewerkers meer betrokken worden bij de koers van de organisatie en vanuit hetzelfde doel en dezelfde visie hun werk uitvoeren.
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan Bevorderen burgerparticipatie; meer invloed van de burger op het gemeentebestuur
Vanuit verschillende experimenten zoals: Dorpsbudget Grijs/Groen Zwartemeer, de Dorpscoöperatie Nieuw Dordrecht en het eerste Drentse Bewonersbedrijf ‘Op eigen Houtje’ in Emmerhout krijgt burgerinitiatief verder vorm en worden ervaringen opgedaan met het andere vormen van burgerparticipatie. De betrokkenen leren veel van deze experimenten.
Bevorderen van het vertrouwen van de burger in het gemeentebestuur
Wij geven ruim baan om in vernieuwende vormen te werken aan het bevorderen van het vertrouwen in het gemeentebestuur. Via diverse communicatiemiddelen is continu aandacht voor transparantie en openheid (waaronder bijeenkomsten, gesprekken, persberichten, artikelen In Emmen, internet en twitter).
Bevorderen positieve beeldvorming over de gemeente Emmen als aantrekkelijke werk-, woon- en leefgemeente
De Stichting Marketing Regio Emmen tijd en energie gestoken in de ontwikkeling van de strategie van de stichting. De gezamenlijke aanpak heeft geresulteerd in een groot draagvlak en dient als basis voor een succesvol resultaat
Verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening
In 2013 zijn nieuwe normen vastgesteld in het kwaliteitshandvest voor onze dienstverlening naar onze klanten. Door hier sterk op te sturen wordt de kwaliteit van de dienstverlening verbeterd. Deze nieuwe servicenormen zijn 1 juli 2013 intern van kracht gegaan en per 1 jan. 2014 ook extern. De omslag van aanbodgericht naar vraaggerichte dienstverlening heeft afgelopen jaar steeds meer vorm gekregen. Op tal van fronten is de dienstverlening verbeterd. Zo reageren serviceteams binnen 24 uur op meldingen openbaar gebied en wordt gestreefd om meldingen binnen twee werkdagen af te handelen. De burger ontvangt de motivatie of en hoe de melding wordt afgehandeld.
8
3.2 Economie en werkgelegenheid
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 De Kadernota Economie 2011-2015 is in uitvoering en op alle actielijnen is voortgang geboekt. Ter versterking van de economische structuur is een verdere aansluiting gerealiseerd met het topsectorenbeleid van de regering. Emmen is uitgeroepen tot één van de vijf belangrijkste knooppunten in Nederland voor de ontwikkeling van (groene) chemie. De aanwijzing van ZuidoostDrenthe als topregio van Nederland op het gebied van groene, op plantaardige grondstoffen gebaseerde, chemie is een belangrijke impuls voor de regio en voor Drenthe. Het biedt economische kansen die de werkgelegenheid ten goede komen. De regio Emmen is in 2013 opgeklommen van de 17e naar de 15e plaats op de ranglijst voor logistieke hotspots, een door de logistieke sector samengestelde ranglijst. In Noord-Nederland neemt Emmen op deze ranglijst de hoogste plaats in. Voor de verbetering van de productieomgeving zijn vorderingen gemaakt inzake de revitalisering van De Tweeling (prioriteit binnen de Structuurvisie Werklocaties). Door de aanhoudende economische en financiële situatie bleef het ook in 2013 lastig om enkele projecten voor winkelcentra van de grond te krijgen. Voor marktpartijen is het verkrijgen van de benodigde financiering in dit kader niet eenvoudig. Bedrijventerrein Rundedal is onder de aandacht gebracht bij verschillende stakeholders en dit heeft geleid tot ‘leads’ (interesse van enkele nieuwe bedrijven) die we aan het bewerken zijn. De kadernota Vitaal Platteland is in 2013 voorbereid en is januari 2014 door de gemeenteraad vastgesteld. Met deze nota is een integratiekader aanwezig waarmee wij optimaal willen inspelen op Europese, nationale en provinciale programma’s voor een vitaal platteland. Centraal staat de plattelandseconomie waarbij oog is voor een goede balans tussen recreatie en toerisme, landbouw en natuur en landschap. De verdere ontwikkeling van het Ondernemersplein draagt bij aan het ondernemingsklimaat. Voor de kennis- en netwerkeconomie is het thema biobased economy verder vormgegeven en is het chemiecluster versterkt. Voor de monitoring en sturing van de uitvoering van de Kadernota Economie wordt de planning en controlcyclus benut. Inzake recreatie & toerisme hebben we in 2013 uitvoering gegeven aan het jaarprogramma TROP (Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan). We zijn samen met de sector gestart met het opstellen van een nieuw beleidskader. Dit beleidskader wordt opgebouwd langs vier pijlers: Dierenpark, Geopark, Veenvaart en Natuurpark Bargerveen. Dit beleidskader wordt in 2014 aangeboden aan de raad. De opening van de Veenvaart en ontwikkelingen daaromtrent, waaronder het Jaar van het Water”, hebben het afgelopen een bijdrage geleverd aan een goede promotie voor Emmen en ondernemerschap langs de Veenvaart. De aanhoudende macro-economische situatie heeft ook invloed
op de economische ontwikkeling in Emmen. Aanvankelijk daalde de werkloosheid in Emmen in 2013 van 12,6% in januari naar10,9% in juni, maar daarna steeg deze naar 13,4% in december, een stijging van 6,3%. De werkloosheid in Drenthe en de rest van Nederland steeg sneller dan in Emmen met respectievelijk 8,1% en 25,9%. Wel is de werkloosheid in Emmen beduidend lager dan 7 jaar geleden. De gemeente Emmen bevindt zich op dit moment in een fase van grootschalige ontwikkelingen. De eerste ontwerpen van de centrumvernieuwing worden werkelijkheid en de contouren van het vernieuwde centrum worden steeds meer zichtbaar. Een andere groot project is de Veenvaart, die Emmen aantrekkelijker maakt voor een breed publiek. De ontwikkelingen van nu bieden ons de kans om de andere kant van Emmen te laten zien: een prachtige gemeente, waar veel gebeurt en waar het goed wonen, werken en recreëren is. Daarom is in 2013 de notitie ‘Emmen op kop’ opgesteld waarin staat aangegeven welke extra inspanningen we de komende jaren willen leveren om een positief beeld van Emmen te schetsen. De ambitie is om meer mensen te verleiden naar Emmen te komen om te genieten van al het moois dat Emmen nu en straks te bieden heeft. Dat doen we om meerdere redenen. Meer bezoekers, betekent meer mensen die hun geld uitgeven in onze gemeente, wat ten goede komt aan de economie van Emmen en de regio. Ook voor het aantrekken van nieuwe (jonge) inwoners en bedrijven is een positief beeld essentieel. De opzet is in de periode 2013 tot 2017 ieder jaar tenminste één evenement te organiseren, dat landelijk of zelfs internationaal positief de aandacht op Emmen vestigt. Voorwaarde is wel dat dit een uniek evenement is en iets extra’s te bieden heeft wat leidt tot veel publiek in Emmen en landelijke media-aandacht. Deze evenementen moeten wel passen bij Emmen (“een energieke gemeente van aanpakken en doen én met de kernwaarden jong, ondernemend, natuurlijk). Door ze te koppelen aan een natuurlijk opleveringsmoment o.a. in het kader van de centrumvernieuwing, wordt dat moment optimaal benut. Immers; een groot en goed georganiseerd evenement trekt veel meer publiek en media-aandacht, dan alleen een openingshandeling. Het evenement zorgt bovendien voor de free publicity, die de projecten alleen nooit zullen krijgen. We bundelen de krachten, zowel financieel als in menskracht en samen zetten we evenementen neer, waar niemand omheen kan. De economische kracht van Emmen is in de loop der jaren geleidelijk verbeterd. Emmen is één van de vier steden van het Noorden waar stedelijke voorzieningen zijn geconcentreerd. Het is de grootste industriekern en de tweede winkelstad van het Noorden. Emmen onderscheidt zich van de andere grote steden in het Noorden door het relatief hoge percentage werkgelegenheid in de door de regering onderscheiden topsectoren. Emmen heeft van alle gemeenten in het Noorden de grootste werkgelegenheid in de topsectoren hightech systemen en materialen, chemie, agrofood en tuinbouw. Juist in deze tijd van economische tegenwind blijven we inzetten op activiteiten die een bijdrage leveren aan het behoud en toename van werkgelegenheid.
9
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan Robuuste en evenwichtige economische structuur
Ontwikkeling transport & logistiek Jaarlijks wordt door de logistieke sector de Logistieke kaart van Nederland samengesteld. Hierop staan de 20 belangrijkste logistieke hotspots in Nederland. In 2013 staat de regio Emmen-Coevorden op de 15e plaats. Onze positie op deze kaart vergroot de aandacht van logistiek Nederland voor deze regio en draagt daarmee bij aan het vestigingsklimaat. Behoud belastingdienst De belastingdienst blijft na een intensieve lobby in Emmen. Daarmee zijn circa 280 arbeidsplaatsen voor Emmen behouden gebleven. AOT opleiding De AOT (Allround Operationeel Technicus) opleiding ontwikkelt zich succesvol. Er wordt hierbij samengewerkt tussen bedrijven, Drenthe college en gemeente. De instroom van het aantal leerlingen is gestegen. Deze opleiding draagt bij om tekorten aan hooggekwalificeerde technici tegen te gaan. In 2015 komen de eerste afgestudeerden op de markt.
Wervende productieomgeving
Opening Mediamarkt De opening van de Mediamarkt draagt bij aan de aantrekkingskracht van de bewinkeling in Emmen en heeft geleid tot een impuls voor het noordelijk deel van het winkelgebied. Centrumvernieuwing Emmen (CVE) Het afgelopen jaar zijn forse stappen in de realisatie gezet. Ondermeer de bouw van de ondertunneling van de Hondsrugweg en de aanpak van het marktplein is gestart. In paragraaf 9 wordt nader ingegaan op de CVE. Beste warenmarkt van Nederland De warenmarkt in Emmen-centrum is in 2013 door het HBD verkozen tot “beste grote warenmarkt van Nederland”. Een goed functionerende warenmarkt is een wezenlijk onderdeel van een krachtige centrumfunctie.
Aantrekkelijk ondernemingsklimaat
Betere profilering De regionale samenwerking hebben wij benut voor een betere profilering van de regio Emmen. Door SNN zijn op aangeven van Emmen chemie en hightech systemen en materialen als kansrijke clusters toegevoegd in de Regionale Innovatie Strategie voor het Noorden. In rijksbeleid maakt Emmen nu deel uit van 1 van de 5 regionale clusters van de topsector chemie.
Florerende kennis- en netwerkeconomie
Versterking chemische sector Emmen is uitgeroepen tot één van de vijf belangrijkste knooppunten in Nederland voor de ontwikkeling van (groene) chemie. De regiegroep Chemie van het Rijk heeft Stenden Hogeschool samen met Emmtec Industry & Businesspark in Emmen benoemd tot Centre for Open Chemical Innovation (COCI). De aanwijzing van Zuidoost-Drenthe als topregio van Nederland op het gebied van groene, op plantaardige grondstoffen gebaseerde, chemie is een belangrijke impuls voor de regio en voor Drenthe. Het biedt economische kansen die de werkgelegenheid ten goede komen. De toekenning is het resultaat van doelgerichte samenwerking tussen de kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de betrokken overheden.
Economische promotie; ruime bekendheid van Emmen bij ondernemers, consumenten en toeristen
Vestiging nieuw bedrijf De werkgelegenheid in Emmen krijgt een impuls door de vestiging van een nieuw bedrijf. MBS Beton uit Soest is inmiddels gestart met de bouw van een productiehal. De verwachting is dat de productie van betonelementen start in het voorjaar van 2014. Opening Menicon Met de opening van het pand van Menicon zijn de R&D, de verkoop en de distributie van contactlenzen en toebehoren voor de hele Europese en Amerikaanse markt in Emmen ondergebracht. Hiermee wordt een impuls gegeven aan de hoogwaardige werkgelegenheid in Emmen. Deze werkgelegenheid bij het bedrijf is inmiddels gestegen. Citymarketing Vanuit het citymarketingbeleid 2012-2016 is de marketing van het gebied Emmen vanaf 2013 belegd bij de Stichting Marketing Regio Emmen (SMRE). Emmen positioneert zich als een gebied waarin inwoners en bedrijven bijzondere prestaties leveren die een podium verdienen. Vanuit dit merk richt SMRE zich de komende jaren op het creëren van een compleet, eerlijk en eenduidig beeld van wat de regio Emmen inwoners, bedrijven en bezoekers te bieden heeft. Voor het speerpunt werkgelegenheid wordt door de SMRE onder andere samengewerkt met Gemeente Emmen, Stenden Hogeschool en ondernemers in de regio.
10
Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan Een sterk totaal toeristisch totaalproduct Emmen
Geopark de Hondsrug Begin september verkreeg het Geopark de Hondsrug de status van Europees Geopark en daarmee is deze forse ambitie binnen de gestelde termijn van drie jaar gerealiseerd. Ons geopark is daarmee het eerste Nederlandse geopark dat onderdeel uitmaakt van het European Geopark Network (EGN). Het EGN werkt samen met het Department of Earth Sciences of UNESCO. Om die reden kan nu ook het Unesco-logo bijdragen aan de cultuurtoeristische profilering van Emmen-Drenthe. Opening Veenvaart In juni 2013 is de “Veenvaart” geopend. Ons doel is het aantal vaarbewegingen richting de Veenvaart én meerdaags verblijfstoerisme rondom de Veenvaart te vergroten.
3.3 Veiligheid
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 Wij hebben alle activiteiten voortvloeiend uit de kaders Integraal veiligheidsbeleid (IVB) 2011-2014 gemeente Emmen en het Regionaal beleidsplan veiligheid Noord-Nederland 2013-2014 uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma Veiligheid 2013-2014 gemeente Emmen. Wij sluiten aan bij de afgesproken NoordNederlandse prioriteiten, te weten: Jeugd en Veiligheid, Geweld, Woninginbraken, Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit. Fysieke/Externe Veiligheid Sinds 1 januari 2014 zijn de brandweertaken overgeheveld naar de Veiligheidsregio Drenthe. Uitgangspunten voor de geregionaliseerde brandweer zijn: het behoud van de lokale inbedding, een goed financieel fundament en aansluiting bij reeds bestaande ontwikkelingen. In de loop van 2013 is een aantal belangrijke besluiten genomen, zoals de voorgenomen opheffing van de gemeentelijke brandweer, de vaststelling van de nieuwe gemeenschappelijke regeling en instemming met de begroting van de veiligheidsregio. In de regionalisering is een taakstellende bezuiniging van 10% (5% in 2014 en 5% in 2015) opgenomen. Wij hebben in het project Octopus integraal samengewerkt met Politie, brandweer, OM, Regionaal Informatie en Expertise centrum (RIEC), belastingdienst en FIOD op o.a. Kamerverhuur in Emmen, Klachten en meldingen, Vergunningen op orde, Arbeidsmigranten, Vervallen panden, Exploitatie aanpak en tenslotte Aandachtsgebiedcontrole. Uitgangspunt was en blijft dat we kennis delen en vergroten alsmede kennis objectiveren. We willen hiermee het naleefgedrag verder stimuleren bevorderen met als einddoel om een veilige, prettige woon- en leef- en recreatieomgeving voor inwoners en bezoekers. Sociale veiligheid De gemeente Emmen kent op dit moment weinig overlastgevende groepen. Wel zien we dat overlast wordt ervaren in Nieuw – Weerdinge en de Rietlanden. Er zijn initiatieven genomen om hier verbetering in te brengen. Afgelopen jaar zijn met Politie en vertegenwoordigers van de VO-scholen ervaringen uitgewisseld betreffende veiligheid en zijn bepaalde thema’s besproken. Zo zijn
het afgelopen jaar thema’s als ‘Schoolshooting’ en groepsdynamica in negatief functionerende groepen behandeld. In het afgelopen jaar zijn in Weiteveen, Zandpol, NieuwAmsterdam en Emmen voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd over woninginbraken. Tijdens deze voorlichtingsavonden werden bewoners geïnformeerd over het aantal woninginbraken in hun wijk/dorp en de preventieve maatregelen die inwoners zelf kunnen treffen om de kans op woninginbraak te verminderen. Bewoners werden geïnformeerd over mogelijke aanpassing van het hang- en sluitwerk. Wij zijn op 17 september 2012 gestart met Burgernet. Inmiddels heeft onze gemeente 7.000 deelnemers en een deelnemerspercentage van 6,5 %. Voor een 100.000+ gemeente een zeer goed resultaat in korte tijd. We hebben geconcludeerd dat er sprake is van een goede spreiding van deelnemers over alle wijken en dorpen. De invoering van de nieuwe Drank en horecaverordening vormt een onderdeel van de bestuurlijke innovatie-experimenten. Met de betrokken maatschappelijke organisaties zoals sportverenigingen, buurthuizen, horeca, scholen, GGD, ziekenhuis is gesproken over hun verschillende zienswijzen op de inhoud van de Dranken horecaverordening, en de eigen verantwoordelijkheid bij de uitvoering van deze verordening. De uitkomsten van de discussie
11
vormen de basis voor de Drank- en horecaverordening welke in december ter besluitvorming aan de raad is aangeboden. De burgemeester vanuit zijn bevoegdheid in de Opiumwet en wij vanuit onze bevoegdheden in de Woningwet hebben bij besluit van 4 september 2012 het nieuwe gemeentelijk handhavingsbeleid hard- en softdrugs vastgesteld (met naderhand een wijziging t.a.v. de coffeeshops op 6 mei 2013). Doel van het beleid is de leefbaarheid in dorpen en wijken te bevorderen en de georganiseerde criminaliteit tegen te gaan. Vanaf deze datum zijn tot op heden reeds 40 panden tijdelijk gesloten.
Verkeersveiligheid Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan, met het daaraan gekoppelde uitvoeringsplan, is in december 2013 door de raad vastgesteld. De aanleg van het fietspad langs de Mr.Ovingstraat staat voor 2014 in de planning. Het schoolomgevingsplan Erica, dat door de erkende overlegpartner zelf was geïnitieerd, is uitgevoerd. Met de werkgroep Vastenow is een inrichtingsplan opgesteld en gepresenteerd. Op dit moment worden de reacties verwerkt. Het uitvoeringsprogramma verkeerseducatie is uitgevoerd. Dit jaar is voor de eerste keer een E-bike dag voor senioren georganiseerd.
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan FYSIEKE VEILIGHEID Het huidige niveau van brandweerzorg in stand houden
De parate sterkte van de brandweer is in 2013 gelijk gebleven. De paraatheid van de vrijwillige posten is gemonitord en geborgd. In die gevallen waarin de paraatheid niet door vrijwilligers kon worden gegarandeerd is er door beroepskrachten ondersteuning geboden.
Crisismanagementorganisatie borgen en actueel houden
De nieuwe CMO en de verbeterslag die heeft plaatsgehad heeft de gemeente in relatie tot de andere partners beter in positie gebracht. Dit zal zich de komende jaren voortzetten en heeft ook invloed op de samenwerking met de andere partners.
Emmen voert een actief beleid ter verbetering van de fysieke externe veiligheid
Alle partijen worden tijdig betrokken in het proces van de vergunningverlening. Een actieve communicatie omtrent de externe veiligheid blijft van groot belang zowel voor de bedrijven als bewoners.
Het huidig niveau van vergunningverlening en de toezicht- en handhavingtaak van de gemeente borgen
In navolging van het toezicht en handhavingsbeleid is er in 2013 gestart met het opstellen van vergunningenbeleid. Wij willen medio 2014 komen tot een naleefstrategie en prioriteitenmatrix binnen de gehele VTH keten.
SOCIALE VEILIGHEID
TOELICHTING
Het veiligheidsgevoel bij de burger verbeteren (veilige woon- en leefomgeving)
Wij hebben momenteel geen inzicht in kengetallen die het veiligheidsgevoel van burgers weergeven. Door deelname aan de Veiligheidsmonitor 2013 kunnen wij pas medio 2014 beschikken over de resultaten (op gebiedsniveau) betreffende het veiligheidsgevoel van burgers.
Gebiedsgebonden aanpak van sociale overlast en verloedering
In de wijk -en dorpsprogramma’s wordt dit aspect meegenomen en wordt uitvoering gegeven aan diverse projecten die de overlast en verloedering moeten doen afnemen.
Vermindering aantasting lichamelijke integriteit
Het aantal incidenten Huiselijk geweld is in Emmen licht gedaald van 719 in 2012 naar 622 in 2013. Opvallend is dat het aantal aangiften (2013: 158 en 2012: 173) fors achterblijft bij het aantal incidenten. De tijdelijke huisverboden zijn in Drenthe gestabiliseerd op een aantal van ca. 60 maal per jaar. In Emmen was in 2013 een daling zichtbaar van 24 naar 14.
Terugdringen recidive en overlast exgedetineerden en veelplegers
De nazorg voor ex-gedetineerden is geïmplementeerd in de gemeentelijke taken. Voor de aanpak veelplegers is een gemeentelijk aanspreekpunt die faciliterend vanuit de gemeente werkt t.b.v. het plan van aanpak
Minder jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast
De gemeente Emmen kent op dit moment weinig criminele of overlastgevende groepen. Wel zien we dat hinderlijke groepen overlast veroorzaken in Nieuw –Weerdinge en de Rietlanden. Er zijn initiatieven genomen om hier verbetering in te brengen.
Terugdringen overmatig drugs- en alcoholgebruik onder jongeren
Door eerder genoemd overleg met buurthuizen en sportverenigingen, scholen VO en horeca is de bewustwording over de nadelige gevolgen van overmatig alcohol bij jongeren zeer toegenomen.
Een veilige openbare ruimte, waardoor een aantrekkelijk vestigingsklimaat blijft bestaan voor nieuwe en bestaande bedrijven
Vanuit een groot aantal gemeentelijke beleidsterreinen krijgt dit aspect volledige aandacht. Al meerdere jaren kent de gemeente Emmen een veilige openbare ruimte.
12
Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan VERKEERSVEILIGHEID
TOELICHTING
Minder verkeersdoden en verkeersslachtoffers
De ongevalcijfers 2013 zijn nog niet bekend. In 2013 zijn twee dodelijke verkeersslachtoffers gevallen. Vier minder dan het jaar daarvoor. Beide slachtoffers waren senioren die bij het oversteken geen voorrang kregen (een als voetganger de ander als fietser).De dalende lijn van het aantal verkeersslachtoffers van de afgelopen jaren is afgezwakt
Belangrijke fietsroutes naar scholen moeten veilig zijn
De twee grootste veiligheidsknelpunten van Emmen zijn in 2013 aangepakt: Op de oversteek Boermarkeweg / Angelsloerdijk zijn verkeerslichten geplaatst en het kruispunt Wilhelminastraat / Baander is gereconstrueerd. Ook zijn er fietspaden aangelegd langs de Splitting en het Verlengde Scholtenskanaal waar in het verleden fietsers zijn verongelukt.
3.4 Onderwijs en jeugd
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 Decentralisatie jeugdzorg
In 2013 is verder gewerkt aan het richten en (daar waar mogelijk) inrichten van de beleidskaders die betrekking hebben op de decentralisatie van de jeugdzorg. Dit passende binnen de bredere ontwikkelingen van de drie decentralisaties. In oktober 2013 is het Regionaal Transitie Arrangement vastgesteld waardoor de continuïteit van jeugdzorg voor de jaren 2015 en 2016 is geborgd. In 2013 is ervoor gekozen te werken met een opdrachtformulering aan het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Deze opdrachtformulering is een doorvertaling van landelijk en lokaal beleid en beschrijft resultaatverwachtingen en indicatoren die in gezamenlijkheid met de CJG-kernpartners zijn opgesteld. Op hoofdlijnen heeft het CJG in 2013 uitvoering gegevens aan het verstrekken van informatie en advies aan ouders, kinderen en jeugdigen, vroegtijdig signaleren van problemen en opvallend gedrag, snelle en eenduidige organisatie van zorg en ondersteuning aan gezinnen, licht pedagogische ondersteuning aan gezinnen en coördinatie van zorg. Passend onderwijs In het jaar 2013 is samen met de samenwerkingsverbanden van het primair en secundair onderwijs gewerkt aan de ondersteuningsplannen passend onderwijs. In de regionale ondersteuningsplannen heeft het samenwerkingsverband in samenwerking met ons beschreven hoe het passend onderwijs voor elk kind wil realiseren. De ondersteuningsplannen zijn geschreven op hoofdlijnen en worden verder uitgewerkt in jaarlijkse activiteitenplannen. Belangrijkste onderwerpen waarin het onderwijs en wij willen samenwerken zijn de jeugdhulp, leerlingenvervoer, onderwijshuisvesting en leerplicht.
afgestemd pakket aan voorschoolse voorzieningen tot stand te brengen is achtergebleven bij de verwachtingen. Op het punt van de kwaliteitsverbetering zijn, onder meer door gerichte scholing en training, goede stappen gezet. Gedurende 2013 is besloten om het beleid per 2014 te wijzigen om te voldoen aan de kwantitatieve en kwalitatieve opgaven van de Bestuursafspraken. Jeugdbeleid Met het beleidskader ‘Samenspel voor jeugd in Emmen’ is in 2008 de basis gelegd voor het jeugdbeleid voor de periode 2008-2020. In 2013 zijn op de drie programmalijnen ‘talentontwikkeling en participatie’, ‘gezondheid en steun bij opgroeien en opvoeden’ en ‘bescherming en veiligheid’ doelen, resultaten en bijbehorende indicatoren opgenomen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma jeugd.
Bestuur openbaar primair onderwijs Daling leerlingaantal basisonderwijs Sinds 2008 is een daling in het leerlingenaantal waarneembaar in deze regio. Deze trend zet zich voort in de komende jaren. Openbaar Onderwijs Emmen verwacht nog een daling van 9% in de komende 4 jaren. Door een daling in het leerlingenaantal neemt ook de vergoeding vanuit het Rijk af (de lumpsumvergoeding). Op deze afname van het aantal leerlingen en de lumpsum wordt geanticipeerd door een aantal maatregelen. Deze maatregelen aangaande het flankerend beleid zijn vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de rol van schoolbestuur Openbaar Onderwijs Emmen. Deze maatregelen zijn in 2012 en 2013 doorgevoerd. In 2013 hebben medewerkers nog gebruik kunnen maken van flankerend beleid, door bijvoorbeeld eerder te stoppen met werken, uren in te leveren of gebruik te maken van BAPO. Door het flankerend beleid is de vaste personeelsformatie afgenomen en is een ‘flexibele schil’ gecreëerd middels een payroll constructie. Met deze ‘flexibele schil’ is het eenvoudiger te anticiperen op fluctuaties in leerlingenaantallen. Verder is in 2013 nog verder ingezet op kostenreductie.
Onderwijsachterstandenbeleid In 2013 is in het beleid voor de voorschoolse voorzieningen gewerkt met peuterarrangementen en peuterarrangementen plus. Bedoeling was dat per Brede School een afgestemd pakket tot stand werd gebracht. Tevens werd een goede spreiding van het aanbod en verhoging van de kwaliteit nagestreefd. Gedurende 2013 moest geconstateerd worden dat de samenwerking om een
13
Instandhoudingsbeleid Voor de komende 5 schooljaren is nieuw instandhoudingsbeleid geformuleerd. Dit instandhoudingsbeleid is gebaseerd op een gemiddelde schoolgrootte met een ondergrens van 75 leerlingen en/of minimaal 4 groepen. Met dit aanvullende beleid is er een mogelijkheid om in een voorkomende situatie af te wijken van het algemene beleid (gemiddelde schoolgrootte) en kan er een op maat genomen besluit worden genomen voor situaties, waarin niet was voorzien. Bijvoorbeeld bij een onverwacht optredende daling in het leerlingenaantal in een wijk of dorp.
Herstructurering afdeling Openbaar Onderwijs In 2013 is de structuur van de afdeling gewijzigd. De aanleiding hiertoe was een veranderde context met andere vraagstukken. De veranderde context wordt o.a. veroorzaakt door daling van het leerlingaantal en de daarmee gepaard gaande afname van de rijksvergoeding, bezuinigingen van het Ministerie van OC&W, noodzaak begrotingsdiscipline en doelstellingen uit het Bestuurlijk Koersplan 2011-2015. De afdeling zal doorontwikkelen naar een vraaggerichte organisatie in 2016. Naast de afdeling heeft het onderwijsveld eveneens een ontwikkelopdracht tot 1 augustus 2016. In 2014 wordt hiervoor een onderwijsvisie geformuleerd voor 2016-2020. Belangrijk hierbij is dat de kwaliteit van het onderwijs blijft behouden of waar mogelijk kan worden verhoogd.
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan Dat alle kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar optimale ontwikkelingskansen hebben en goed voorbereid zijn op hun start in het basisonderwijs door het bezoeken van een kwalitatief hoogwaardig voorschoolse voorziening, een voorschool of een nulklas.
Doorlopend ontwikkel- en verbeterproces.
Dat er extra aandacht/begeleiding en een gericht aanbod is voor alle jonge kinderen die risico lopen op (taal-) ontwikkelingsachterstand.
Hier is uitvoering aan gegeven door scholen en voorschoolse voorzieningen. De onderwijsinspectie heeft dit onderzocht in 2013. De resultaten volgen nog.
Dat door een volledig geharmoniseerd voorschools aanbod van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang er geen segregatie is van kinderen van werkende en niet-werkende ouders en dat doelgroepkinderen worden onderscheiden van andere kinderen vanwege hun taalachterstand. Dat ouders ondersteund worden bij de opvoeding en bij het combineren van zorg en arbeid van ouders door een flexibel en laagdrempelig aanbod van opvang en opvoedings-ondersteuning.
Door verschillende cursussen, trainingen, ouderavonden etc. heeft het Centrum voor Jeugd en Gezin uitvoering gegeven aan deze ondersteuning.
Dat de ontwikkelingskansen van jongeren verder worden gestimuleerd. Dat de jeugdwerkloosheid is verminderd.
Er is veel ingezet om jeugdwerkloosheid te voorkomen en verminderen. Er zijn veel factoren van invloed of de jeugdwerkloosheid ook daadwerkelijk daalt.
Dat Jongeren meer worden betrokken bij de invulling van hun eigen leef, leer- en werkomgeving. Dat samenwerkingsverbanden van onderwijs, werk, zorg, veiligheid en overlast, waarin professionals samenwerken bij de uitvoering van de doelstellingen van het jeugdbeleid worden geïntensiveerd en gestimuleerd. Taal- en ontwikkelingsachterstanden vroegtijdig voorkomen en bestrijden in de voor- en vroegschoolse periode.
14
De jeugdgezondheidszorg (0 tot 4 jarigen in 2013 nog Icare) heeft de ontwikkelingsachterstanden gesignaleerd. Voorschoolse partners en onderwijs hebben gerichte programma’s ingezet om achterstanden aan te pakken.
3.5 Bouwen, wonen en milieu Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 Wonen Door achterblijvende bevolkings- en huishoudenontwikkeling en de voortdurende crisis op de woningmarkt, worden woningbouwkavels moeizaam afgezet en is de nieuwbouwproductie laag. Om de woningmarkt te stimuleren, heeft de provincie Drenthe het initiatief genomen voor een startersmanifestatie. Onderdeel daarvan was de openstelling van alle gemeentehuizen in Drenthe op 25 mei 2013. In Emmen was de openstelling gekoppeld aan een kavelactie: 10 kavels met 50% korting. De actie was een succes. Alle 10 kavels zijn na loting verkocht. In 2013 is uitvoering gegeven aan de Woonvisie 2012-2017 ‘Thuis in Emmen’. De raad heeft in april 2013 het ‘Aanvalsplan Bouwen, Duurzaamheid en Jeugdwerkloosheid’ vastgesteld. Aan dit plan is een budget gekoppeld voor de verduurzaming van de particuliere woningvoorraad, het aanjagen van nieuwbouwprojecten, pilotprojecten en begeleidingstrajecten ter bestrijding van jeugdwerkloosheid. In oktober 2013 is de ‘Verordening Duurzaamheidslening en Stimuleringslening’ vastgesteld door de raad. Eigenaren van oudere en goedkopere woningen kunnen een lening krijgen om hun woning energiezuiniger en/of levensloopbestendig te maken. Samen met marktpartijen is gewerkt aan een projectmatige aanpak voor verduurzaming. In 2013 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een consortium bestaande uit bouw(gerelateerde) bedrijven. Dit consortium ‘Sam&’ gaat in 2014 aan de slag. De Stichting Marketing Regio Emmen pakt de promotie voor wonen in Emmen op. Met het vastgestelde plan van aanpak “Promotie verkoop woningbouwkavels” is een aantal ontwikkelingen in gang gezet. Er is een website ontwikkeld. De functie van accountmanager woningbouwkavels is geformaliseerd. Deze accountmanager (komt voort uit de Task Force Grondexploitaties) begeleidt potentiële klanten om zo de verkoop van kavels te bevorderen. Daarnaast is door een gezamenlijke aanpak een initiatief ontstaan om te komen tot verbetermogelijkheden voor de verkoop van woningbouwkavels. Deze verbetermogelijkheden worden in de praktijk toegepast. Woonwagencentra De woonwagencentra in Emmen (De Ark en vijf kleinere centra) worden geherstructureerd. Met als doel een duurzame situatie met kwalitatief goede woningen in een duurzaam kwalitatief goede woonomgeving, waarbij de leefbaarheid voorop staat. De Ark is inmiddels afgerond. De raad heeft aangegeven een variant te willen met 23 woonwagenwoningen voor de verhuur ter uitbreiding van de sociale kernvoorraad. Er is en wordt gewerkt aan het overdragen van de exploitatie van de standplaatsen, huurwoonwagens en woonwagenwoningen aan de woningbouwcorporaties Lefier en Domesta per 1 januari 2015. De exploitatie wordt daarbij opgenomen in een gesloten vastgoedexploitatie, conform de gebruikelijke indicatoren. De woningbouwcorporaties Lefier en
Domesta zijn betrokken bij het proces en bij de selectie (adviesrol) van de aannemers die de herstructurering uitvoeren. Handhaving en normalisering nu en in de toekomst hebben een grote rol gespeeld bij het herstructureren van de wonenwagencentra. Leefbaarheid wijken en dorpen In 2013 hebben de lokale dorps- en wijkteams een belangrijke rol gespeeld in het vormgeven van vitale dorpen en wijken. Met de dorpen en wijken zijn voorbereidingen getroffen om te komen tot maatschappelijke agenda’s, inclusief uitvoeringsparagraaf voor hun dorp of wijk. De Emmen Revisited werkwijze wordt in stand gehouden. De bestaande programma’s zijn kritisch bekeken op actualiteit, uitvoering en concreetheid. Daar waar nog geen programma is zijn de lokale teams nadrukkelijk gevraagd om hun maatschappelijke agenda op te stellen. Dit geldt ook voor die dorpen en wijken waar nu nog gewerkt wordt aan de totstandkoming van een programma. De bestaande afspraken tussen de bewoners en lokale teams zijn nagekomen. Zij worden uitgenodigd om mee te werken in een nieuwe werkwijze waar samen resultaten halen en oplossingen bedenken centraal staan. De samenhang blijft geborgd op het niveau van dorpen en wijken en in de lijnorganisaties. Milieu Door energiezuinige maatregelen te combineren met kwaliteitsingrepen in de woningvoorraad willen wij de wijken en dorpen aantrekkelijk houden voor huidige en nieuwe bewoners. Om hiermee kennis en ervaring hiermee op te doen, is in de vorm van een pilot een ontwerptraject gevolgd waarin de diverse aspecten zijn verkend. Er heeft een koppeling met het Aanvalsplan Bouwen, Duurzaamheid en Jeugdwerkloosheid plaatsgevonden om middelen beschikbaar te krijgen. Er zijn een drietal mogelijk interessante clusters aangewezen voor een te realiseren warmtenet (Emmencentrum, omgeving Scheperziekenhuis en Angelslo-Emmerhout). Voor deze clusters is een stakeholdersanalyse uitgevoerd. In 2012 hebben marktpartijen voor een initiatief in Emmen-centrum en ziekenhuis en Emmtec een intentieovereenkomst getekend. De WMD trekt dit als mogelijk exploitant van het warmtenet. De gemeente heeft een faciliterende rol. De WMD bereidt de interne finale besluitvorming voor. Na het ondertekenen van de ‘Letter of intent’ voor het ontwikkelen van geothermie in januari 2011, heeft de werkgroep Aardwarmte Erica, waarin de tuinders vertegenwoordigd zijn, gewerkt aan een businesscase voor de realisatie. In 2012 heeft dit geresulteerd in een bijdrage voor een kennisnetwerk. De Werkgroep Aardwarmte heeft de rechtspersoon van een BV gekregen. De tuinders hebben het afgelopen jaar gewerkt aan het rondkrijgen van de financiering. De gemeenteraad heeft in 2006 met het vaststellen van het gemeentelijk energie en klimaat beleid besloten om het initiatief te nemen tot onderzoek en stimuleren van de mogelijkheden van windenergie, in het bijzonder voor wat betreft plaatsing van een windmolenopstelling. Hierbij wordt de samenwerking en
15
afstemming gezocht met marktpartijen en de provincie Drenthe. In 2012 is met het vaststellen van de Energienota besloten om 60 MW windenergie mogelijk te maken in de gemeente Emmen. De windenergieopgave maakt onderdeel uit van integrale gebiedsontwikkeling, waarbij ook wordt gekeken naar nieuwe vormen van eigendom en beheer. Er is een (concept) structuurvisie Windenergie opgesteld. Dit is in nauwe samenwerking met de provincie Drenthe en bewoners (door onder andere organiseren informatiebijeenkomsten, betrekken EOP’s en instellen Windteam) gedaan. De structuurvisie met bijbehorende PlanMER hebben ter inzage gelegen en zullen ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Naast de milieutechnische en gezondheid (geluid, landschap, schaduw, flora en fauna e.d.) afwegingen om te komen tot een windmolenopstelling is gebiedsontwikkeling belangrijk voor het gebied waar de windmolenopstelling mogelijk wordt gemaakt. Ruimtelijke planvorming Het bestemmingsplan Buitengebied is door de Raad vastgesteld. Tegen het vaststellingsbesluit is beroep aangetekend bij de Raad van State. Een zitting bij de Raad van State wordt in 2014 verwacht. Het bestemmingsplan Werkas is medio 2013 weer opgepakt, nadat de voorbereidingen voor dit bestemmingsplan Werkas hebben stilgelegen door het ontbreken van financiën voor de vereiste onderzoeken. Vooruitlopend op een geactualiseerd bestemmingsplan is een beheersverordening voor het gebied Werkas vastgesteld, zodat de mogelijke derving van legesinkomsten wordt voorkomen. Parallel aan de voorbereiding voor het bestemmingsplan is eind 2013 ook duidelijkheid gekomen over de visie op geluid. De geluidsvisie is belangrijk voor de bestemmingsplannen Buitengebied en Werkas. In Nieuw-Amsterdam/Veenoord hebben initiatiefnemers in samenwerking met de gemeente Emmen een structuurvisie voor het centrumgebied in voorbereiding en ter besluitvorming aan het college aangeboden. Dit is een proces waarbij het dorp leidend is en de gemeente een faciliterende rol heeft. De structuurvisie Vaarverbinding Erica – Ter Apel is vastgesteld door de raad. De ingediende initiatieven zijn gefaciliteerd. Welstand In BOCE-verband is gestreefd naar samenwerking op onder meer het gebied van advisering over welstand en monumentenzorg. De afbouw van de Stichting Drents Plateau in 2012, en de overname van de taken door de Stichting Libau, heeft geleid tot bestuurlijke afspraken over inschakelen van Stichting Libau door de Drentse gemeenten. In dit kader is in 2013 voorgesteld om een nieuwe gecombineerde welstand- en monumentencommissie Emmen te vormen. Deze maakt deel uit van de Drentse commissie, gefaciliteerd door Stichting Libau. Per 1-1-2014 is dit in uitvoering. Doelstelling bij de nieuwe opzet is professionalisering, efficiency, waarborgen van continuïteit en kostenbeheersing. De toegezegde evaluatie Welstandsnota is opgestart en zal in de
16
loop van 2014 aangeboden worden aan de raad. Water De gemeenten en het waterschap Vechtstromen hebben het initiatief genomen om samen onderzoek te doen naar samenwerkingsmogelijkheden binnen deze regio. Dit heeft geleidt tot het regionaal feitenonderzoek ‘samenwerking afvalwaterketen’. Wanneer de kansen uit het feitenonderzoek worden benut, lijkt voor de regio een gezamenlijke jaarlijkse kostenbesparing in de afvalwaterketen van € 2 miljoen op jaarbasis vanaf 2020 (‘minder meer’) haalbaar. Dit is nu onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst Noordelijke Vechtstromen. De samenwerkingsovereenkomst bevat een uitvoeringsprogramma waarvan de uitvoering in 2013 is gestart. Het programma loopt door tot en met 2016. Voor de stedelijke wateropgave werken de gemeente Emmen en de waterschappen Velt & Vecht en Hunze & Aa’s samen aan het inzichtelijk maken van en oplossingen vinden voor de diverse wateropgaven in stedelijk gebied. Dit heeft geresulteerd in een nota van uitgangspunten die is geaccordeerd in de raad en de dagelijkse besturen van de waterschappen. De nota van uitgangspunten is het beleidskader voor de op te stellen Structuurvisie Water. Het oplossen van de wateroverlast in Emmermeer heeft vertraging opgelopen. De onderhandelingen met Staatsbosbeheer hebben veel tijd gekost. Er moet nu nog overeenstemming bereikt worden met de overige grondeigenaren om het werk te kunnen uitvoeren. Tot nu toe wil niet elke eigenaar meewerken. Voor woonwagencentrum De Ark is een oplossing voor de wateroverlast gerealiseerd in de vorm van een noodberging langs de Odoornerweg. Afval Het Kaderplan Afvalstoffen 2010-2015 kent als uitgangspunt meer bronscheiding van huishoudelijk afvalstromen. Om de ambitie van 60% bronscheiding te realiseren is het noodzakelijk om de huidige inzamelstructuren te optimaliseren. Maatregelen hiertoe zijn beproefd in het project ‘Afval Anders’ in een gedeelte van de wijk Rietlanden. De uitgevoerde pilot voorzag in een extra minicontainer voor kunststof verpakkingen, aanpassing van de inzamelfrequentie huis-aan-huis en verfraaiing en uitbreiding van de inzamelvoorzieningen op wijkniveau. Op basis van het succes van het project (aanzienlijk meer bronscheiding, vermindering van restafval en tevredenheid van de bewoners in het proefgebied) heeft de raad ingestemd met de invoering van het concept Afval Anders in de gehele gemeente. Bouwleges De trend van dalende aantallen bouwaanvragen heeft ten opzichte van voorgaande jaren in 2013 doorgezet. De legesinkomsten blijven achter bij de begroting. Er zijn maatregelen genomen om de uitgaven te beperken in lijn met de dalende legesinkomsten. Dit betekent dat de formatie die wordt ingezet op de afhandeling van omgevingsvergunningen, activiteit bouw significant is verminderd. Deze maatregelen zijn meerjarig van aard, mede gebaseerd op het
reële scenario van het meerjaren perspectief grondexploitaties. De formatie is ingezet op andere dossiers, bijvoorbeeld in het project Octopus. Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) in Drenthe De colleges van de Drentse gemeenten en Gedeputeerde Staten van de provincie hebben uitgesproken samen een gemeenschappelijke regeling voor de oprichting van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) aan te gaan. De RUD-Drente is per 1-1-2014 operationeel geworden. De RUD Drenthe heeft 2 werklocaties, één in Assen en één in Emmen. De gemeenten en de Provincie Drenthe vormen het algemeen bestuur. In het dagelijks bestuur heeft een wethouder van Emmen zitting. De RUD verricht de uitvoerende milieutaken van de gemeenten en de provincie. De gemeente formuleert vanuit haar opdrachtgevende rol het beleid dat de RUD als opdrachtnemer in praktijk brengt. In 2013 is gewerkt aan de voorbereiding van de RUD. Op 23 september 2013 hebben de Drentse gemeenten en de provincie in
vergadering besloten tot de oprichting van het algemeen bestuur van de RUD. Hiermee is de RUD formeel actief geworden. Op 1 januari 2014 zijn de bodem- en milieutaken overgedragen naar de RUD. Ontwikkeling grondexploitaties Er is actief gereageerd op de gewijzigde economische omstandigheden. De Taskforce grondexploitaties werkt aan het financieel in control blijven en de risico’s in de grondexploitatie te beperken. De genomen maatregelen betreffen het bijstellen van de civiele ramingen, het actief sturen op daling van de plankosten, niet meer bijdragen aan het Fonds Bovenwijkse Voorzieningen. Er is besloten om de opslag op de concernbrede omslagrente te laten vervallen met ingang van 2014 en de rekenrente in de grondexploitatie te verlagen. De verkoopprognoses van de gronden zijn naar beneden bijgesteld en daardoor zijn ten laste van de Reserve Grondexploitaties afboekingen op diverse grondposities gedaan. De gemeente is gestart met de verkoop van een deel van de grondvoorraad.
Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan RUIMTE EN WONEN
TOELICHTING
Realiseren en in stand houden van aantrekkelijke passende woon- en leefmilieus en vestigingscondities.
Met de actualisatie van de woningbouwprojecten wordt ingespeeld op verwachte woonwensen. In verband met moeilijke omstandigheden in de bouwmarkt, is realisatie van de projecten lastig te bewerkstelligen.
Actuele bestemmingsplannen met voldoende plancapaciteit om taakstellingen wonen, bedrijvigheid en voorzieningen te realiseren, ten behoeve van een efficiënte vergunningverlening.
De werkzaamheden verlopen conform planning.
Hoogwaardige stedenbouwkundige en landschappelijke planvorming, met benutting en accentuering archeologische- en cultuurhistorische waarden.
Bij ontwikkelingen wordt rekening gehouden met archeologie, cultuurhistorie en landschappelijke inpassing.
Een aantrekkelijke en evenwichtige woningvoorraad.
Er is ruimte voldoende binnen het woningbouwprogramma om gewenste woningen te realiseren. De wachtlijsten voor sociale woningbouw blijven acceptabel.
MILIEU
TOELICHTING
Verbeteren en in stand houden van milieukwaliteiten.
De basis milieukwaliteiten zijn op orde. De focus ligt op het op orde houden van deze kwaliteiten.
Verbeterde resultaten bronscheiding van afval.
Het bronscheidingspercentage blijft net als voorgaande jaren iets achter (ca. 55%). De gemeentebrede invoering de aangepaste inzamelsystematiek van Afval Anders (gepland voor 2014) is de verwachting dat de gemeentelijke ambitie van 60% bronscheiding en zelfs de landelijke ambitie van 65% gerealiseerd kan worden.
Een effectieve en doelmatige inzameling en verwerking van huishoudelijk afval.
In 2013 is een succesvolle proef uitgevoerd met een aangepaste inzamelsystematiek, Afval Anders. Een gemeentebrede invoering kan een aanzienlijke kostenbesparing opleveren als gevolg van lagere inzamelkosten en reductie restafval.
Een goed werkend klimaatbestendig en duurzaam watersysteem en dito rioolstelsel voor de afvoer van afval- en hemelwater, dat hygiënisch, chemisch en ecologisch in goede staat verkeert.
Acties om klimaat bestendig riolerings- en watersysteem zijn onderdeel van het reguliere werkproces. Er zijn belangrijke stappen gemaakt door het vaststellen van de nota van uitgangspunten voor de structuurvisie water. Voor de rioleringstaken liggen we op schema.
Verbeteren van de bodemkwaliteit of minimaal beheerst hebben van de risico’s op locaties met bodemverontreiniging.
Het vernieuwde grondstromenbeleid heeft geleid tot meer inzicht in de grondverzetstromen. Risico’s t.a.v. verslechtering van de bodemkwaliteit zijn daardoor sterk verminderd. De lijst met locaties met een bodemverontreiniging waar mogelijk risico’s zijn is verder verkleind.
17
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 Economische en werkgelegenheidsontwikkelingen Economische en werkgelegenheidsontwikkelingen zijn beschreven onder Programma 2 Economie en Werkgelegenheid. Aanvankelijk daalde de werkloosheid in Emmen in 2013 nog wel van 12,8% in februari naar10,9% in juli, maar daarna steeg deze naar 13,4% in december (bron: UWV). In januari was het verschil met Nederland nog 4,9% (12,6% t.o.v. 7,7%) tegen 3,7% in december. Ten opzichte van Drenthe bleef het verschil 2,8 % (12,6 t.o.v. 9,8 in januari en 13,4% t.o.v. 10,6% in december). Over een langere periode bezien is er sprake van een dalende trend in de werkloosheid in Emmen. Emmen is de grootste industriekern, de belangrijkste logistieke hotspot en de tweede winkelstad van het Noorden met de beste grote warenmarkt van Nederland. De afgelopen zware recessie heeft de werkloosheid weliswaar opgestuwd, maar nog lang niet tot het niveau dat Emmen nog in 2006 kende. De recessie heeft de dalende trendlijn afgevlakt (zie hiernaast).
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
ja n. -0 ap 6 r.06 ju l.0 ok 6 t.0 ja 6 n. -0 ap 7 r.07 ju l.0 ok 7 t.0 ja 7 n. -0 ap 8 r.08 ju l.0 ok 8 t.0 ja 8 n. -0 ap 9 r.09 ju l.0 ok 9 t.0 ja 9 n. -1 ap 0 r.10 ju l.1 ok 0 t.1 ja 0 n. -1 ap 1 r.11 ju l.1 ok 1 t.1 ja 1 n. -1 ap 2 r.12 ju l.1 ok 2 t.1 ja 2 n. -1 ap 3 r.13 ju l.1 ok 3 t.1 ja 3 n. -1 4
3.6 Participatie
actuele stand gemeten op de eerste werkdag van de maand. De cijfers zijn, in tegenstelling tot het Cbs, inclusief alle uitwonenden. Ten opzichte van de landelijke ontwikkeling is het volume van Emmen meer toegenomen dan landelijk. Het Cbs heeft de cijfers landelijk bijgewerkt t/m november, hetzij dat de cijfers voorlopig zijn. De Emmense cijfers zijn bijgewerkt t/m augustus. Om toch een goede vergelijking te maken is voor Emmen de eigen cijfers gebruikt.
Ontwikkeling bijstandsvolume Uit Emmense metingen (bron: Civision Uitkeringen en WIZ) blijkt dat het bijstandsvolume in 2013 met 8,3% is gestegen (3.113 – 3.376). De Emmense cijfers worden iedere maand op hetzelfde moment gemeten. De periodecijfers betreft het aantal uitkeringen die betaald zijn gedurende een maand en de standcijfers betreft de
De grafiek op de volgende pagina laat de ontwikkeling zien van de BOCE-gemeenten in relatie tot landelijk, met als nulsituatie de start
3500 3400 3200 3100
3330
3346
3330
3300
3376
3250
3222
3195
3155
3113
3379
3353
3321
3300
3000 2900 2800 2700 01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
31dec
Landelijk WWB 65- (bron Cbs)
330.180 (dec. ’12)
353.000 (nov. ’13)
+6,9%
Emmen WWB 65- (bron Emmen)
3.113 (dec. ’13)
3.376 (dec. ’13)
+8,3%
18
150% 145% 140% 135% 130% 125% 120% 115% 110% 105% 100% 95% 2010-5
7
9
11
2011-1
3
5
7
9
11
2012-1
3
Emmen (bron CBS)
van BOCE aan het Werkplein in 2010. De cijfers zijn afkomstig van het Cbs, deze cijfers zijn veelal niet actueel bekend. Ontwikkelingen Wet werk en bijstand In het najaar van 2013 heeft het Kabinet aangekondigd per 1 juli 2014 maatregelen te willen doorvoeren in de Wet Werk en Bijstand. Deze aanpassingen waren vooral bedoeld om de regels en verplichtingen te harmoniseren. Het gaat hier om maatregelen zoals onder andere de invoering van de kostendelersnorm, het intensiveren van het armoedebeleid en de uniformering van de arbeids- en re-integratieverplichtingen. Begin februari werd bekend dat de maatregelen in de WWB met een half jaar worden uitgesteld en pas op 1 januari 2015 van kracht worden, gelijk met de invoering van de Participatiewet. Gemeenten krijgen zo meer tijd om de wijzigingen in de WWB voor te bereiden. Ontwikkelingen landelijk beleid voor jongeren op de arbeidsmarkt Sinds de zomer van 2011 stijgt de werkloosheid, ook onder de jongeren, en de vooruitzichten voor de korte termijn zijn niet goed. De jeugdwerkloosheid is landelijk opgelopen van 9,8 procent in 2011 tot 15 procent in januari 2013. De jeugdwerkloosheid is nu twee keer zo hoog als de gemiddelde werkloosheid. Ook in de arbeidsmarktregio Drenthe neemt de jeugdwerkloosheid fors toe. Voor het kabinet heeft de aanpak van jeugdwerkloosheid hoge prioriteit. Er is € 50 miljoen extra uitgetrokken in 2013 en 2014 om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Voor de arbeidsmarktregio Drenthe is voor 2013 en 2014 is een bedrag van € 591.500 beschikbaar gesteld. Ook in de arbeidsmarktregio Drenthe is aangegeven dat de aanpak van de jeugdwerkloosheid bijzondere aandacht verdiend. In verband hiermee wordt sinds de zomer van 2013 het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid 2013-2014 arbeidsmarktregio Drenthe ‘zet in op talent’ uitgevoerd. De ambitie van de arbeidsmarktregio Drenthe is het aantal niet werkende werkzoekende jongeren tot 27 jaar terug te dringen van ca. 2.000 (stand voorjaar 2013) naar maximaal 1.500 per 1 januari 2015. We bieden aan alle niet werkende werkzoekende jongeren tot 27 jaar een sluitende aanpak richting onderwijs of arbeidsmarkt. Samenwerking in de regio Zuidoost-Drenthe Samenwerking Sociale Zaken De samenwerking tussen de gemeenten Borger-Odoorn, Coevorden en Emmen is in het jaar 2012/2013 geëvalueerd.
5
7 Landelijk (bron: CBS)
Coevorden (bron: CBS) B
orger-Odoorn (bron: CBS)
Dit heeft geleid tot wijzigingen en actualisatie van de deelovereenkomsten. De voorgestelde aanpassing van de deelovereenkomst bevat twee componenten. Enerzijds wordt een nieuwe kostensystematiek voorgesteld en inhoudelijk wordt de deelovereenkomst geactualiseerd. Daarvoor geldt ook dat de Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s) onderdeel gaan uit maken van de deelovereenkomst. Op basis van de KPI’s kan er nadrukkelijk gestuurd worden. De nieuwe deelovereenkomsten worden begin 2014 ter besluitvorming voorgelegd aan de colleges. Voor de samenwerking vanaf 2015 tussen de drie gemeenten op het gebied van Sociale Zaken wordt, gezien de ontwikkelingen op het sociale domein, gekoppeld de drie decentralisatie opdrachten (te weten de Participatiewet, de decentralisatie van delen van de AWBZ en de Jeugdzorg) gezamenlijk een stip aan de horizon bepaald. Uitvoeringsagenda BOCE 3D’s In mei 2013 hebben de gemeenten Borger-Odoorn, Coevorden en Emmen ingestemd met de methodiek ter bepaling van de omvang en mate van samenwerking in BOCE verband op de inhoudelijke (beleids)thema’s op de drie decentralisaties. Dit heeft geresulteerd in de uitvoeringsagenda BOCE 3D’s voor het jaar 2013. Deze uitvoeringsagenda kent een dynamisch karakter, aangezien de ontwikkelingen met betrekking tot de drie decentralisaties niet stilstaan. Begin januari is de uitvoeringsagenda op basis van de actualiteit aangeschept en heeft er een verdiepingsslag plaatsgevonden. Samenwerking in de arbeidsmarktregio Drenthe In juni 2012 is bekend geworden dat het UWV Werkbedrijf aanwezig blijft op het werkplein Zuidoost-Drenthe en de gemeente Emmen een coördinerende rol krijgt voor de arbeidsmarktregio Drenthe. De arbeidsmarktregio Drenthe bestaat naast Emmen, uit de gemeenten Coevorden, Borger-Odoorn, Midden-Drenthe, De Wolden en Hoogeveen. Deze samenwerking moest na 1 januari 2013 worden vormgegeven vanuit het principe van complementaire dienstverlening en heeft betrekking op drie belangrijke thema’s, te weten werkgevers, werkzoekenden en ICT. Werkgeversdienstverlening Voor wat betreft het thema werkgeversdienstverlening heeft de gemeente Emmen een coördinerende rol en initiëren we de regionale ontwikkeling van een visie op de werkgeversdienstverlening in de arbeidsmarktregio.
19
In het kader hiervan heeft het college in april 2013, alsmede de Colleges in de arbeidsmarktregio, de uitgangspunten van de regionale werkgeversdienstverlening in de arbeidsmarktregio Drenthe vastgesteld. Deze uitgangspunten waren: • werkgevers vraaggericht bedienen met een gezamenlijk dienstenpakket; • richting werkgevers herkenbaar en gecoördineerd met één gezicht optreden, met herkenbare branding: één ambitie, doelstelling, product, loket en contactpersoon; • één regionaal marktbewerkingsplan; • samenwerking met Onderwijsinstellingen, SW-organisaties en (preferente) werkgevers verder verstevigen; • partijen kunnen binnen de eigen bestuurlijke en regionale context accentverschillen (couleur locale) aanbrengen; • een resultaatgerichte, pragmatische en creatieve aanpak en oplossing (buiten de gebaande paden).
Middels de september circulaire is er voor Emmen een bedrag van € 175.000,- beschikbaar gesteld voor armoedebestrijding. Deze middelen zijn ingezet voor een extra subsidie aan de Voedselbank, Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds. De resterende middelen zijn door het college beschikbaar gesteld voor het ophogen van de normbedragen voor de participatieregeling schoolgaande kinderen in 2014.
Ontwikkelingen sociale werkvoorziening Wij ontvingen voor 2013 een Wsw-beschikking groot € 32.174.846,- voor 1240 SE. Landelijk is er sprake van een afname van het aantal Wsw-indicaties. In onze regio is deze tendens versterkt zichtbaar, waardoor de taakstelling en de beschikking van het Ministerie steeds lager wordt. Door de kortingen op de rijksbijdragen zal er een toenemende druk ontstaan om met minder middelen verschillende doelgroepen en dus meer mensen te begeleiden naar regulier werk. In dit kader is het begrotingsresultaat van de Emco-groep over 2013 (ca € 600.000,- minder tekort dan begroot) een bijzonder positieve prestatie te noemen.
Om fraudealertheid en effectiviteit van handelen met betrekking tot handhaving te vergroten zijn de medewerkers in 2013 in de verschillende teams gepositioneerd.
Ontwikkelingen schulddienstverlening In 2013 is het beleidsplan schulddienstverlening 20142018 vastgesteld. Hierin zijn de uitgangspunten van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) leidend. In het beleidsplan staan de ambities voor de komende vier jaar beschreven. Aangezien bewindvoering geen wettelijke taak is van de gemeente, zijn deze dossiers in 2013 overgedragen aan externe organisaties. Daarnaast is inkomensbeheer per 1 januari 2014 ondergebracht in een gemeenschappelijke voorziening in de keten, waarbij ondersteuning wordt geboden door Inkomensbeheer Particulieren Emmen (IPE). In 2012 heeft een herinrichting van het Frontoffice plaatsgevonden. Door deze herinrichting wordt de toegang tot schulddienstverlening nog zorgvuldiger getoetst. Jaarlijks worden de resultaten op het terrein van de SDV geëvalueerd. Deze evaluatie is ook in 2013 aan de Raad aangeboden. Minimabeleid In 2013 is de participatiewebshop voor kinderen ontwikkeld. Deze is in februari 2014 in gebruik genomen. De webshop maakt verstrekking van categoriale bijzondere bijstand in natura mogelijk. Door de verstrekking in natura wordt het beschikbaar gestelde geld daadwerkelijk ten behoeve van de kinderen ingezet.
20
Handhaving Naast het gestelde uitstroomdoel en het uitvoeren van de geplande themacontroles is er in 2013 een convenant afgesloten met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) om jaarlijks 39 adrescontroles in het kader van de Wet op de studiefinanciering uit te voeren. Voor onze gemeente is het van belang dat de nalevingsbereidheid al op jongere leeftijd wordt gestimuleerd. Tevens levert het een bijdrage aan het actueel houden van het GBA.
Bezuinigen op de gemeentelijke uitgaven Binnen de sociale zekerheid werden we geconfronteerd met forse bezuinigingen op het participatiebudget en het Wsw-budget. Deze bezuinigingen werden in 2012 al merkbaar. Toen is het landelijk participatiebudget met meer dan 40% verlaagd. De nieuwe taakstelling gecombineerd met de reeds geformuleerde uitstroomdoelen in de Collegebrief 2010-2014 betekenen een forse opgave, waarbij veel gevraagd wordt van alle betrokken partijen. In het nieuwe re-integratiebeleid, dat in 2011 is vastgesteld door de raad, worden mensen veel meer aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. Voor het recht op een uitkering wordt een tegenprestatie gevraagd en staat de plicht er zelf alles aan te doen om zo snel mogelijk uitkeringsonafhankelijk te worden. Dit vraagt niet alleen een omslag in denken bij de cliënt zelf, maar ook om een mentaliteitsverandering binnen de eigen gemeentelijke organisatie. Daarnaast zal ook de werkgever veel meer verleid en aangesproken moeten worden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen. In 2013 zijn de uitgaven op het werkdeel verder terug gedrongen. Er is gebruik gemaakt van de reserveringsregeling en er zijn middelen toegevoegd uit afrekeningen ESF. Ook in 2014 zal er in verband met Rijkskortingen een budgetverlaging W-deel van toepassing zijn. Het beroep dat gedaan kan worden op de reserveringsregeling zal ook in 2014 lager uitvallen. Vanwege diverse onzekerheden, lopende verplichtingen (contracten Emco en Buurtsupport) hebben we het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd in 2013.
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan PARTICIPATIE
TOELICHTING
Het verlagen van de werkloosheid
Werkloosheid is niet gedaald, maar gestegen van 12,6% naar 13,4% (0,8% punt, bron: UWV). Relatief gezien is dit een betere ontwikkeling dan landelijk. Landelijk is gestegen van 7,7% naar 9,7% (+2% punt). in Drenthe is het gestegen van 9,8% naar 10,6% (0,8% punt).
Het verhogen van de maatschappelijke participatie (“iedereen doet mee”)
Op basis van bijzondere bijstand, minimabeleid en re-integratievoorzieningen doen klanten mee. Het is automatiseringstechnisch nog niet gelukt om meedoen goed uit te drukken in een percentage. Wel weten we dat een groep van zo’n 8.200 personen op basis van bijzondere bijstand en minimabeleid in de categorie meedoen vallen. Op basis van re-integratie en activering zijn dit zo’n 390 personen geweest. In 2014 wordt dit meegegeven verder aangescherpt.
Jongeren tot 27 jaar volgen onderwijs of hebben een baan of combineren beide. Jongeren hebben tenminste een startkwalificatie en thuiszitten is niet aan de orde
Het team Jongeren heeft middels het toepassen van ‘artikel 13 WWB’ ongeveer 100 jongeren uit de bestaande caseloads zover kunnen krijgen dat zij terug gekeerd zijn naar school. Vanuit accountmanagement werkgeversdienst verlening zjn er in 2014 15 uitkeringsgerechtigden gestart met een BBL- traject (=werken en leren)
Actieve inzet op het creëren van stageplaatsen, leerwerktrajecten en leerbedrijven
In 2013 is actief gestuurd op leerwerkbanen bij de gemeente. In totaal zijn er 25 werkervaringsbanen bij de gemeente zelf ingevuld. Naast deze werkervaringsbanen zijn ook 199 werkervaringsbanen buiten de gemeente ingevuld.
Betere afstemming vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
Ondanks de krappe arbeidsmarkt zijn de accountmanagers werkgeversdienstverlening er in geslaagd om 543 vacatures ‘op te halen’ bij werkgevers. Hiervan hebben 398 vacature geleid tot een (tijdelijke) (deeltijd) baan; een matchingsquote van 73%.
Op basis van genoemde hoofddoelstellingen zijn de volgende subdoelen geformuleerd: Beperking van instroom in de uitkering
In het poortproces zijn diverse maatregelen genomen mbt het voorkomen van instroom. Tot 1 juli 2013 zijn de preventiequotes zoals genoemd in het verbeterplan MAU gehaald. Per 1 juli hebben wij het werkproces gewijzigd en een zoektijd geïntroduceerd. De instroombeperkende effecten zullen naar verwachting met ingang van 1-1-14 gemeten kunnen gaan worden. Ook vindt er preventie plaats door een goede check of de evt. instroom rechtmatig is. In 2013 is in 17% van alle besluiten op aanvragen, niet tot een toekenning gekomen.
Bevordering van uitstroom uit de uitkering
In 2013 is meer beïnvloedbare uitstroom gerealiseerd dan verwacht (437 tov 360). Uitstroom naar regulier werk is achterbleven, echter uitstroom ivm schoolfirst en handhaving heeft een beter resultaat opgeleverd. 34% van alle uitstroom is direct beïnvloedbare uitstroom (437 / 1.282).
Bevordering maatschappelijke participatie
Dit hebben we gerealiseerd door de invoering van het aangepaste minimabeleid. Het minimabeleid is hierbij ondersteunend geworden aan het participatiebeleid.
Bieden tijdelijke inkomensondersteuning
In 2013 zijn zo’n 3.800 aanvragen bijzondere bijstand ontvangen en hebben. Hiermee zijn 3.187 unieke personen bereikt. Met het minimabeleid zijn 5.011 unieke personen bereikt. Rond de 75% heeft in 2013 een uitkering gehad.
Voorkomen dat burgers in problematische schuldensituaties geraken en de problematische schuldensituaties van diegenen die daar ondersteuning bij willen hebben op te lossen
De samenwerking met de ketenpartners is geintensiveerd, met name op het gebied van preventie en het ordenen van de administratie. Daarnaast is gestart met vroegsignalering in samenwerking met de wooncorporaties.
21
3.7 V erkeer en vervoer Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 Het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan 2012-2020 is op 19 december 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Het GVVP is samen met de partners (EOP’s /diverse doelgroepen) alsmede medeoverheden opgesteld. De rode draad van het GVVP: • bereikbaarheid, zaak van continue aandacht voor het sociaal en economisch functioneren; • meer evenwicht tussen de vervoerwijzen aanbrengen; • multimodale aanpak (Emmen niet alleen autostad); • meer nadruk op benuttingmaatregelen. Bij het GVVP hoort een uitvoeringsplan waarin projecten en acties zijn beschreven; het is aan de raad (budgetrecht) om te bepalen in welke prioriteitvolgorde de maatregelen in uitvoering komen. Bij de uitvoering van het GVVP worden onze partners actief betrokken.
Beleidsuitgangspunten Parkeren 2010-2020 Baten en lasten betaald parkeren De Nederlandse parkeermarkt ondervindt de gevolgen van de economische crisis en de sterke toename van internet winkelen. Naast deze omstandigheden ondervinden bezoekers enige overlast van de uitvoering van de centrumvernieuwingsprojecten. De door vorenstaande factoren veroorzaakte vraaguitval betaald parkeren bedroeg 19%. Gegeven het vorenstaande is de in 2012 ingezette lijn van het niet verhogen van de parkeertarieven in de zones A en B in 2013 vervolgd; ook werd afgezien van het doorberekenen van de in oktober 2012 landelijk doorgevoerde btw verhoging van 19% naar 21%. In het vierde kwartaal van 2013 werd een activiteitenprogramma (waaronder het verstrekken van gratis uitrijkaarten voor de betaalde parkeerfaciliteiten) van de stichting Emmen Vlinderstad voor een tweetal koopzondagen gesubsidieerd. Voor de dagen 30 en 31 december heeft de gemeente het betaald parkeerregime buiten werking gesteld.
22
Evaluatieonderzoek parkeervergunningen De uitvoering van de centrumvernieuwingsplannen is de reden om de besluitvorming met betrekking tot nieuwe beleidsmatige opzet van parkeervergunningen parallel te laten lopen met het afronden van de werkzaamheden parkeerfaciliteiten Emmen centrum in 2016. Het ligt overigens in de bedoeling om in het voorjaar van 2014 een notitie uit te brengen over de voortgang implementatie beleidsuitgangspunten parkeren Emmen 2010-2020. Belparkeren De voorbereidingshandelingen die nodig zijn om tot besluitvorming te komen voor belparkeren betaald straatparkeren Emmen centrum verkeren in een eindfase. Wij verwachten in het eerste kwartaal 2014 tot finale besluitvorming te komen, daarna kan e.e.a. geïmplementeerd worden. Openbaar Vervoer Spoor Bij brief van 17 december 2013 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de Tweede Kamer geïnformeerd over haar besluiten m.b.t. het spoorknooppunt Zwolle. Eén van de besluiten is een uitbreiding van het spoor tussen Zwolle en de aansluiting bij Herfte van 2 naar 4 sporen inclusief de aanleg van een vrije kruising voor deze sporen zodat de treinen van Zwolle richting Leeuwarden/Groningen en van Zwolle richting Emmen geen hinder van elkaar ondervinden. Bus Met het vaststellen van het GVVP heeft het college de ambitie uitgesproken om meer mensen gebruik te laten maken van het openbaar vervoer. Wij willen dit bereiken door o.a. de centrumruit van Emmen beter te bedienen. Met de wijzigingen in de dienstregeling 2014 is hiervoor de eerste aanzet gedaan. Lijn 300 rijdt vanaf Groningen door naar Klazienaveen. Hierdoor behoeven doorgaande reizigers niet meer over te stappen op het busstation van Emmen en wordt Klazienaveen ontsloten met hoogwaardig openbaar vervoer.
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan VERKEER EN VERVOER
TOELICHTING
Een betere balans vinden tussen de verschillende modaliteiten onderling door het aandeel fiets en openbaar vervoer te vergroten
Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad het nieuwe GVVP vastgesteld. Vanaf 2014 kan gewerkt gaan worden aan de realisering van deze doelstelling.
Faciliteren van mensen die hun reis ‘slim’ plannen door gebruik te maken van het meest geschikte vervoermiddel
Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad het nieuwe GVVP vastgesteld. Vanaf 2014 kan gewerkt gaan worden aan de realisering van deze doelstelling.
De binnenstad voetgangersvriendelijk, toegankelijker en veiliger maken, waardoor het voor bewoners en bezoekers aantrekkelijker wordt om daar langer te verblijven
In de CvE projecten (plein, aanpak Markt) wordt met dit aspect rekening gehouden.
Het aantal verkeersslachtoffers terugbrengen met 50%
De ongevalcijfers 2013 zijn nog niet bekend. Wel weten we dat in 2013 twee senioren (een fietser en een voetgangster) zijn omgekomen in het Emmense verkeer. Ter vergelijking: in 2012 kwamen er zes mensen om in het verkeer.
3.8. Sport en cultuur Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 Sport Het knelpuntenfonds is in 2013 opnieuw uitgekeerd aan drie openluchtzwembaden en drie sporthallen. Zonder deze bijdrage, bedoeld voor groot onderhoud, zal het voor het merendeel van deze stichtingen moeilijk, zo niet onmogelijk worden, om het hoofd boven water te houden en te blijven bestaan. Het bestaansrecht van het fonds is onderwerp van gesprek, maar er worden nog geen andere mogelijkheden gezien om van dit fonds af te wijken zonder grote gevolgen zoals sluiting van hallen en zwembaden in stichtingvorm. De kwaliteit van de sportbeoefening is door de inzet van combinatiefunctionarissen verhoogd. De inzet en begeleiding van studenten Sport en Bewegen in het basisonderwijs en -daarmee samenhangend- het opleiden van leerkrachten basisonderwijs door de combinatiefunctionarissen blijft vruchten afwerpen. Het aantal sportteams is in verschillende dorpen uitgebreid en er ontstaat draagvlak. Draagvlak bestaat uit het leggen van verbindingen tussen scholen, sportverenigingen en de combinatiefunctionarissen. Door de verenigingen clinics en trainingen te laten verzorgen onder en na schooltijd is de kwaliteit van sportbeoefening en de samenwerking tussen verenigingen en scholen toegenomen. De sportparticipatie bij de buitenschoolse sport- en beweegactiviteiten laat nog steeds een stijging zien. In het kader van de Sportimpuls “Kinderen sportief op gewicht” (KSG) worden de lokale sport- en beweegaanbieders ondersteund in hun samenwerking met de gezondheidszorg bij de ontwikkeling van sport- en beweegaanbod voor kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar
en jongeren van 12-18 jaar met overgewicht. In Emmen is in nauwe samenwerking met de GGD (voorheen het Consultatiebureau van Icare) en de Kinderopvangorganisaties Allio en Sedna, gekozen voor de doelgroep 0-4 jarigen in de wijken Emmermeer, Emmerhout/ Emmerschans en Angelslo. In 2013 is ook gestart met de interventie Sportdorp Angelslo (werknaam nu Sportwijk Angelslo), waarbij we willen bereiken dat zoveel mogelijk inwoners van de wijk Angelslo in Emmen een gezonde en sportieve leefstijl krijgen. In deze wijk hebben veel inwoners overgewicht, is er veel werkloosheid en onder de grote groep allochtonen in de wijk is bewegen en sporten niet iets wat ze vanuit hun cultuur hebben meegekregen. We gaan ons binnen het project vooral richten op die mensen voor wie bewegen en sporten niet vanzelfsprekend is. In de wijk is er al een breed platform van diverse organisaties die willen samenwerken. Cultuur In het verlengde van het initiatief ‘Emmen op kop’ is in 2013 de kandidering opgepakt voor ‘Emmen, culturele gemeente 2015’. In september 2013 werd het driejarig traject Geopark De Hondsrug succesvol afgesloten met het behalen van de status van lid van het “European Geopark Network” (een Europees netwerk dat functioneert onder auspiciën van de Unesco). Met het Visieplan cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016 realiseerden de gemeente Emmen en de provincie Drenthe als enige van de 54 landelijk ingediende plannen een direct accoord van het Fonds voor cultuurparticipatie. Op 10 scholen na hebben alle Emmense PO-scholen inmiddels een plan ingediend. Tevens werd het Bestuurlijk kader cultuur en onderwijs 2013-2016 ondertekend. Voor het vergroten van de cultuurparticipatie bij de doelgroep senioren is aangesloten bij het project Gekleurd Grijs en is in
23
Emmen een kernteam geformeerd. In 2014 moet die gezamenlijke inzet van vragers en aanbieders leiden tot betere borging van cultuurparticipatie binnen en voor deze doelgroep. De Openbare Bibliotheek Emmen (OBE) heeft op basis van onze visie en -vraagformulering binnen het beschikbare subsidievolume in 2013 een productenboek gerealiseerd. Na de brand in Erica is de bibliotheekvoorziening geborgd. Tevens is gewerkt aan de voorbereiding van een in 2014 te realiseren bibliotheekvoorziening binnen de nieuwbouw van het Esdalcollege in Klazienaveen. Voor CQ was 2013 een overgangsjaar met meerdere complicerende (organisatorische) omstandigheden. Het beoogde productenboek gebaseerd op onze visie- en vraagformulering is weliswaar in concept gereed maar nog niet vastgesteld. Insteek is dat CQ zich vanaf schooljaar van 2014-2015 -vanuit de visie en vraagformulering van de gemeente Emmen- gaat richten op de kerntaken Amateurkunst, Jeugd & Jongeren en Dorpen&Wijken. In het schooljaar 2013-2014 nam het aantal leerlingen af hetgeen leidde tot dalende inkomsten. Ruim 11.500 bezoekers wisten in 2013 hun weg te vinden naar het CBK-Emmen voor tien grote tentoonstellingen en elf participatieprojecten. De gerichte inzet op een groter publieksbereik heeft daarmee in 2013 zijn vruchten afgeworpen. Voor het
CBK-Emmen als Kunstuitleen van het CBK-Drenthe waren de ontwikkelingen zorgelijk. Het CBK-Drenthe heeft mee vanwege de sterke teruggang van abonnementhouders in het algemeen, een pilot ontwikkeld om de Drentse Kunstuitleenactiviteiten in 2014 over te hevelen naar Biblionet Drenthe. Als onderdeel van de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) met het Dierenpark is gestart met de ontwikkeling van de Culturele Uitvoeringsovereenkomst per 1 januari 2016, tussen de gemeente Emmen en het Dierenpark. Voor het specifieke bedrijfsonderdeel theater werkt het Dierenpark in nauw overleg met de Muzeval aan de ontwikkeling van het bedrijfsplan en het formatieplan. Het Fonds Museale Voorzieningen was, is en blijft essentieel voor de erfgoedsector. In de aanloop naar het realiseren van een Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW-kaart) is het beleidskader beleidskader gemeentelijk erfgoed vastgesteld. Voor de CHWkaart is een plan van aanpak opgesteld (oplevering medio 2014). De werkconferentie “Veenvaart Verzilveren” heeft vanuit negen invalshoeken tot een aansprekend aantal concrete suggesties geleid om de Veenvaart te positioneren in het kader van de versterking van het meerdaags verblijfstoerisme.
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan SPORT
TOELICHTING
Een kwalitatief goed, voldoende en betaalbaar en eigentijds sport- en recreatieaanbod
Het aantal accommodaties is gelijk gebleven en voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen. De tarieven zijn hetzelfde gebleven, uitgezonderd van de jaarlijkse indexering.
De deelname aan sport in de gemeente Emmen is gelijk aan het landelijke gemiddelde
Er is hard gewerkt om een toename van deelname te verkrijgen. De sportdeelname blijft ongeveer gelijk. In Zuid-Oost Drenthe is het deelnamecijfer lager dan in de rest van Nederland en er wordt blijvend hard aan gewerkt om dit te verhogen.
Het stimuleren van een levenlang sporten
De inzet van de combinatiefunctionarissen en seniorensportmedewerkers heeft ertoe geleid dat er in 2013 vele projecten zijn geweest zoals fittesten voor senioren met aansluitende beweegprogramma’s, clinics in samenwerking met sportverenigingen en projecten zoals de gezonde school, sportdorp Klazieneveen en vitale kern Angelslo. Ook de sportimpuls jongeren sportief op gezond gewicht is binnengehaald in samenwerking met een gymvereniging. Van 0 tot aan 100 jaar zijn mensen in beweging gezet.
Het verhogen van de kwaliteit van de sportbeoefening
Tweehonderdvijftig mensen van verschillende sportverenigingen hebben van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de voorstelling over positief coachen bij te wonen. Leerkrachten op basisscholen zijn bijgeschoold door combinatiefunctionarissen in het kader van het geven van lessen in het bewegingsonderwijs. Studenten van sport en bewegen hebben stage gelopen op de basisscholen en hielpen de leerkrachten in het geven van bewegingsonderwijs. Stimuleren van goed opgeleid kader binnen een vereniging blijven we daar waar mogelijk ondersteunen.
Actieve inzet op het Drents Olympisch Plan
In 2013 is actief meegewerkt aan de doorontwikkeling van het Drents Olympisch Plan naar “Drenthe Beweegt!”. Daarbij zijn Drentebreed drie types platforms opgericht: Vitale Kernen, Dynamisch Toerisme/ evenementen en Aangepaste Sport.
24
12
Parkeeronderzoek Emmen, Goudappel Goffeng, 2011
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan CULTUUR
TOELICHTING
Het cultuurbeleid draagt bij aan de realisatie van Emmen als complete gemeente
Als bijdrage aan deze doelstelling is eind 2013 ambtelijk ingezoomd op de vele (culturele) initiatieven vanuit onze organisatie en de samenleving die met name betrekking hebben op Emmen centrum. Voorbeelden zijn een gewenste Plein/ Parkprogrammering, het project “Emmen op kop” en specifieke uitwerkingen van dit project zoals de kandidering voor “Emmen culturele gemeente van Drenthe 2015”. Geconstateerd is dat interne focus op programmatische afstemming door een beoogd “Kwartiermaker Levendig Centrum” bijdraagt aan de effectiviteit en reikwijdte van deze initiatieven en dus bijdraagt aan de realisering van Emmen als complete stad. Momenteel wordt gewerkt aan de organisatorische uitwerking van de consequenties van deze analyse.
Cultuur is een middel om toeristen aan te trekken, bij te dragen aan de sociale cohesie in wijken en dorpen en de kwaliteit van de (woon-) omgeving te verhogen.
Met o.m. de opening van de Veenvaart, de werkconferentie “Veenvaart Verzilveren” en het bereiken van de status European Geopark Network hebben we aanzetten gedaan om deze doelstelling te verwerkelijken. In 2014 zal deze ambitie onze aandacht en inzet blijven vragen. Specifiek tav de Veenvaart heeft de werkconferentie “Veenvaart Verzilveren” (september 2013) vanuit negen invalshoeken tot een aansprekend aantal concrete suggesties geleid. Insteek is om cocreatiepartners uit de samenleving te enthousiasmeren (een aantal van) deze suggesties (voor in ieder geval het vaarseizoen 2014) verder uit te werken.
CBK-Emmen
Inzet op het vergroten van het publieksbereik in de ruimste zin van het woord is met ruim 11.500 bezoekers succesvol geweest.
OBE
De bibliotheekvoorzieningen in Erica en Klazienaveen zijn geborgd. Het OBEproductenboek is vastgesteld.
CQ
Er is een cultuurkoppelaar aangesteld en het concept-productenboek CQ is gepresenteerd.
Cultuureducatie met kwaliteit (CeMK)
Het Visieplan cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016 is vastgesteld. Op basis van dit plan heeft in Emmen 86% van de PO-scholen een CeMK -subsidieaanvraag ingediend. Dat is aansprekend (gezien de fundamenteel andere aanpak) maar net iets onder het Drents gemiddelde van 88,5%.
Gekleurd Grijs
De start van de kerngroep Gekleurd Grijs moet er in Emmen toe leiden dat in 2014 de vraag naar cultuurparticipatie door senioren gekoppeld wordt aan het cultuuraanbod op maat vanuit de cultuuraanbieders.
Geopark de Hondsrug
In september 2013 heeft het Geopark De Hondsrug onder auspiciën van de UNESCO de status verkregen van European Geopark Network (EGN) verkregen.
Kadernota Cultuur 2013-2016
Met het motto “Maak het mee, kunst en cultuur in Emmen’ is deze nota in juli 2013 vastgesteld
Emmen culturele gemeente van Drenthe in 2015
In november heeft de gemeente Emmen zich formeel gekandideerd.
25
3.9 Openbaar gebied Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 Centrumplein Het centrumplein en de andere centrumontwikkelingen getuigen van een hoog ambitieniveau. Dit hoge ambitieniveau heeft gevolgen voor het onderhoudsregiem van het betreffende gebied. In 2014 worden de financiële effecten van het ambitieniveau op het onderhoud van het groen en grijs in een beheerplan in beeld gebracht; dit samen met ondernemers en erkende overlegpartners. Riolering Er is een operationeel jaarplan opgesteld voor de investeringen die in 2013 gepland waren. Vanuit het GRP 2010-2015 zijn niet alleen de technische werkzaamheden uitgevoerd (zoals bijvoorbeeld het vervangen van riolen) maar is ook aandacht geschonken aan de nieuwe zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Projecten Gerealiseerd zijn: • noodberging woonwagenkamp Ark • gescheiden rioolstelsel aan de Vaart n.z. in Nieuw-Amsterdam • regenwaterriolering met infiltratie aan de Prinsenlaan in Emmen • reconstructie riolering omgeving Barnar in Barger-Oosterveld • vervanging van een deel van de riolering aan de Verlengde Vaart z.z. in Erica In voorbereiding (v)/ uitvoering (u) zijn: • reconstructie riolering aan de Huizen/Stormstraat in Zwartemeer (u) • reconstructie riolering aan de Vastenow in Nieuw-Dordrecht (u2014) • vervanging riool Meerveld in Emmen (v en u 2014) • baggeren overstortvijver aan de Asserbrink in Emmen (v en u 2014) • relinen riolering Kalkhovenwijk in Emmer-Compascuum, (v en u 2014) Meldingen en Klachten Via het KCC komen de (overlast)meldingen en klachten over het openbaar gebied bij Dorpen en Wijken (DNW) binnen. Er zijn door inwoners 10.647 meldingen, 65 overlastmeldingen en 65 klachten ingediend. Dit verloopt via het proces van zaakgericht werken. De meldingen worden conform het kwaliteitshandvest afgehandeld. Het effect van de pilot mobiel werken is dat steeds vaker meldingen nadat ze opgelost zijn direct op locatie ook digitaal vanuit de servicebus worden afgehandeld. De pilot ‘mobiel werken’ op servicebussen wordt in 2014 verder uitgerold. Door technische aanpassingen en -innovaties worden meldingen door de serviceteams in voorkomende gevallen op locatie digitaal afgehandeld.
26
Wegennet en kunstwerken Er heeft een inspectie van de wegen en kunstwerken plaatsgevonden. Uit deze inspecties is gebleken: Kunstwerken: Het op peil brengen van het onderhoudsniveau en het borgen van de veiligheid zal forse investeringen vergen. Wegen: De verharding van wegen die voldoet aan de CROW norm bedraagt 76%. De ambitie om 80% van de wegen te laten voldoen aan de CROW norm zal in 2014 niet worden gehaald. Parkeren De Nederlandse Parkeermarkt wordt in toenemende mate getroffen door de gevolgen van de economische crisis en de sterke toename van internetwinkelen. Naast deze omstandigheden ondervinden bezoekers enige overlast van de uitvoering van de centrumvernieuwingsprojecten. De door deze factoren veroorzaakte verminderde vraag naar parkeerplaatsen bedroeg 19%. In 2013 werd de parkeerbelasting niet verhoogd; voorts werd afgezien van het doorbereken van de landelijk btw verhoging van 19% naar 21%. Groen en Grijs Samenwerking De vele ontwikkelingen in het Sociaal Domein brengen met zich mee dat nog geen richtinggevende uitspraken gedaan kunnen worden welke bedrijfsmatige variant van werken in het Grijs en Groen het meest effectief is in de realisatie van de volumetaakstellingen met betrekking tot uitkeringsgerechtigden. De in 2013 ingang gezette bijeenkomsten rondom het bedrijfsmatig werken in de keten van Sport Buiten, Emco, Buurtsupport en Dorpen en Wijken zullen in 2014 worden vervolgd.
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan OPENBAAR GEBIED
TOELICHTING
Een aangenaam woon- en leefgebied, waarin bewoners en bezoekers op een plezierige en veilige wijze kunnen verblijven en zich verplaatsen naar huis, werk, school of ontspanning
Tussen ontwerpers, projectleiders, beheerders, gebiedsopzichters en toezichthouders is periodiek overleg. De professionalisering en samenwerking zullen gaan leiden tot kostenbesparingen en kwaliteitsverbetering.
Samenwerking met de EOP’s als partners op basis van de 10 uitgangspunten die de Nationale Ombudsman daarover heeft opgesteld
In 2013 werden ruim 20 werkbezoeken afgelegd. De EOP’s werden intensief betrokken bij de wijzigingen van het groenonderhoud.
Een samenwerkingsrelatie met bewoners die gebaseerd is op wederzijds respect en vertrouwen op het nakomen van afspraken
De vragen van burgers worden afgewerkt op basis van het kwaliteitshandvest. De serviceteams zijn de oren en ogen in het openbaar gebied en ze zijn vaak eerste gesprekspartner op straat.
Het onderhoudsniveau van openbaar gebied op een aanvaardbaar peil brengen en houden
In www.waarstaatjegemeente.nl staat de waardering van de burger weergegeven. Dit is een 6.7 voor de groenvoorziening en 6.6 voor buurtonderhoud en 5.9 voor onderhoud wegen en fietspaden.
Een diervriendelijke uitvoering van de gemeentelijke taken op het punt dierenwelzijn, waarbij de communicatie met de inwoners en Dierenbescherming een belangrijk aandachtspunt is
27
3.10 Zorg en welzijn Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 In 2013 waren de geformuleerde doelstellingen uit het beleidskader Jeugdbeleid 2008-2020, de nota Preventief Lokaal Volksgezondheidsbeleid 2010-2014 en met name het meerjarenbeleidsplan Wmo 2012-2016 leidend voor de vraagformulering aan de betrokken welzijns-, gezondheids- en Wmo instellingen. Het nieuwe (Wmo) beleid is gebaseerd op de principes van ‘de Kanteling’. Deze principes ondersteunen een werkwijze waarin wij onze inwoners individueel compenseren en daarbij een beroep doen op zijn/haar eigen mogelijkheden en sociale netwerk. Tot voor kort werkten we als gemeente nog teveel claimgericht vanuit de oude zorgplicht onder de WVG, waarbij teveel werd uitgegaan van beperkingen van mensen, en niet van hun kracht en eigen creativiteit. De participatie van inwoners is niet alleen afhankelijk van wat inwoners met beperkingen zelf kunnen. Minstens zo belangrijk zijn de mogelijkheden die de maatschappij hen biedt om te participeren. We willen dan ook toe naar een nieuwe balans in verantwoordelijkheden tussen inwoners en de gemeente en tussen inwoners onderling. Deze nieuwe balans is, voor wat betreft de negen prestatievelden in de Wmo, vanuit de
28
onderstaande principes van de Kanteling vorm gegeven: • gericht op de vraag achter de vraag; • gebaseerd op de eigen kracht van de burger; • direct er op af; • formeel en informeel in optimale verhouding; • doordachte balans van collectief en individueel; • integraal werken; • niet vrijblijvend, maar resultaatgericht; • gebaseerd op ruimte voor de professional. Deze principes zijn bedoeld om richting te geven aan het denken, het discussiëren en het maken van afspraken tussen alle betrokkenen alsook het handelen. Ook beogen zij een beheersing mogelijk te maken van de uitgaven van de Wmo. De principes zijn dynamisch en flexibel van karakter en bieden de mogelijkheid tot jaarlijkse keuzes met betrekking tot het gewenste niveau van haalbare maatregelen, zonder het voorzieningenniveau zodanig aan te tasten dat dit ten koste gaat van de kwetsbaarste inwoners. De compensatieplicht biedt hiervoor ruimte, echter het college dient voor iedere inwoner te onderzoeken of een voorziening voldoende compensatie biedt voor zijn/haar beperkingen. Voor het verdere Wmo beleid verwijzen wij naar de speciale Wmo-paragraaf 8 in de internetversie van de jaarrekening.
Herbezinning op taken en functies welzijngroep Sedna In 2013 hebben wij de herbezinning op de taken en functies van de brede welzijnorganisatie Sedna afgerond. Het is een onderdeel van onze heroriëntatie binnen het sociale domein waarbij aanpalende beleidsterreinen (WMO, jeugdzorg, sociale zekerheid) tevens zijn betrokken. Inburgering Vanaf 1 januari 2013 werden nieuwkomers zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Als gevolg van deze wetswijziging wordt de verantwoordelijkheid voor inburgering volledig bij de betrokkenen zelf belegd. Gemeentelijke taken, zoals informatie verstrekken, ondersteunen, handhaven en begeleiden van inburgeraars, komen te vervallen. Bovendien wordt de uitvoering van inburgering op afstand van de gemeente geplaatst.
Wel gold er een overgangsrecht. We waren als gemeente verplicht een aanbod van een inburgeringsvoorziening te doen aan asielgerechtigden die voor de datum van inwerkingtreding van de gewijzigde wet hun status hadden verkregen en aan geestelijke bedienaren die voor deze datum een verblijfsvergunning hadden gekregen. Concreet betekende dit bijvoorbeeld dat de gemeenten ook na inwerkingtreding van het wetsvoorstel een aanbod van een inburgeringsvoorziening kunnen doen in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget, dat de inburgeringsvoorziening zo nodig wordt afgestemd op de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en dat de maatschappelijke begeleiding voor asielgerechtigden die onder het overgangsrecht vielen, onderdeel uitmaakt van de inburgeringsvoorziening.
Wat hebben we bereikt in 2013 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan ZORG EN WELZIJN
TOELICHTING
De sociale samenhang/leefbaarheid (veelal op wijk-/dorpsniveau) vergroten
Is gerealiseerd via de uitrol van de methode van Emmen Revisited naar 2 nieuwe gebieden. De nieuwe dorpsprogramma’s van Klazienaveen en Amsterdamscheveld zijn in 2013 getekend De dorpsanalyses en de voorgestelde maatregelen zijn gemaakt in samenwerking met de bewoners.
Inwoners zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving laten wonen (hierbij aandacht voor het thema mantelzorg en voor het terugdringen van vereenzaming) Mensen met een beperking/belemmering (weer) in staat stellen duurzaam deel te nemen aan de samenleving
Is gerealiseerd via uitvoering van prestatieveld 6 van de Wmo (individuele Wmo verstrekkingen). De schoonmaak van en het verrichten van kleine reparaties aan hulpmiddelen is ondergebracht bij de Emco-groep
Inwoners uitdagen meer zelf initiatief te nemen (hierbinnen ook aandacht voor het afkalvend vrijwilligerswerk)
Is gerealiseerd via de uitrol van de methode van Emmen Revisited naar andere gebieden. Dorpen wijkanalyses worden gemaakt in samenwerking met inwoners
Een vangnet bieden aan specifieke doelgroepen (dak- en thuislozen, exgedetineerden, veelplegers en ontregelde huishoudens)
Is gerealiseerd via het besluit om de inloopvoorziening voor dak- en thuislozen structureel te continueren. De inloopvoorziening is o.a. gekoppeld aan nachtopvang bij De Breehof. Ook het OGGZ netwerk speelt een belangrijke rol bij het contact leggen met moeilijk bereikbare zorgbehoevende. In 2013 heeft het OGGZ netwerk 60 zorgmijders bereikt, waarna hulpverlening op gang is gebracht.
Een gezonde leefstijl bevorderen op alle levensgebieden.
De ouderencombinatiefunctionarissen hebben verder diverse activiteiten georganiseerd in de wijken voor ouderen, terwijl de jongerencombinatiefunctionarissen actief waren op de diverse scholen. Op wijkniveau is in 2013 het project de ‘zichtbare schakel’ gecontinueerd en het project ‘Gezondheid versterkt in eigen hand verder uitgebouwd
29
3.11 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2013 In het kader van de bedrijfsvoering stonden in het verslagjaar de volgende processen nadrukkelijk centraal: De organisatieontwikkeling, dienstverlening en informatiemanagement, bezuinigingen, verbetering werkprocessen en planning & control. De gemeenteraad is medio 2013 geïnformeerd over de organisatieontwikkeling. De verwachting is dat in 2014 een stap gezet kan worden naar de volgende fase in de ontwikkeling van de organisatie. Onder invloed van externe ontwikkelingen zal de organisatiestructuur van Emmen de komende jaren een ander beeld laten zien. Per 1-1-2014 is er een Regionale uitvoeringsdienst (RUD) en de Veiligheidsregio (VRD) gevormd. Daarnaast zullen de decentralisatieopgaven binnen het sociaal domein ook organisatieveranderingen tot gevolg hebben. In 2013 is de strategische beleidsnota HRM vastgesteld. Het programma Dienstverlening en Informatiemanagement (DNI) heeft ook in 2013 gericht op het verder realiseren van de e-overheid. Daarbij spelen nadrukkelijk landelijke resultaatverplichtingen een rol. In BOCE-verband wordt gewerkt aan een nieuw Informatiebeleid.
Zoals bekend hebben wij de afgelopen jaren forse bezuinigingen doorgevoerd. De implementatie daarvan heeft in 2013 de nodige inzet en aandacht gevraagd. De verbetering van de werkprocessen vindt plaats binnen de context van de actuele maatschappelijke ontwikkelingen en organisatieontwikkeling. Dat wil zeggen de ontwikkeling ‘meer van de samenleving, een andere overheid’, de drie decentralisaties, de bezuinigingsopgave en verbeterpunten naar aanleiding van de INK proefaudit eind 2012. In 2013 heeft de nadruk gelegen op het oppakken van deze verbeterpunten en de uitwerking hiervan. De planning & control-instrumenten zijn voor uw raad van belang om adequaat te kunnen sturen en monitoren. In 2013 zijn er verbeteringen doorgevoerd in de programmabegroting (van budgetteren naar begroten), is gewerkt aan een bestuurlijk meer relevante jaarrekening, is een start gemaakt om de kadernota meer kaderstellend te laten zijn en is voor het eerst gewerkt met een perspectiefbrief. Deze verbeteringen zijn in samenspraak met de Auditcommissie tot stand gekomen. In 2013 zijn de effecten van de € 6 miljard aan rijksbezuinigingen bekend geworden. Dit geeft voor ons wederom een korting op de algemene uitkering voor 2014 en verder. De financiële effecten zullen worden betrokken bij de kadernota 2014.
Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan INKOMSTENBRONNEN
TOELICHTING
Een efficiënte wijze van opleggen en incasseren van belastingaanslagen en heffingen conform de wettelijke eisen Het efficiënt uitvoeren van de wet WOZ conform wettelijke eisen
In 2013 is het in eigen huis ontwikkelde waarderingsmodel uitgefaseerd en vervangen door een pakket “van de plank’. De uitkomsten van dit ingrijpende proces hebben weliswaar geleid tot een goedkeurende verklaring van de Waarderingskamer (er mag beschikt worden), maar er zijn ook verbeterpunten aangegeven die in 2014 moeten zijn doorgevoerd.
De financiën van de gemeente zijn op orde door evenwichtige en sluitende begrotingen
In 2013 is er een bezuinigingsronde geweest die ertoe heeft geleid dat er een structureel sluitende begroting 2014-2017 is.
Het verhogen van de interne efficiency
In de bezuinigingsrondes zijn diverse maatregelen vastgesteld met als doel om de interne efficiency te vergroten. Dit blijft een aandachtspunt, immers ook zonder een bezuinigingsopdracht zullen mogelijkheden om de efficiency te vergroten worden opgepakt.
Vergroten externe gerichtheid / klantgerichtheid / vraaggerichtheid
Voorbeelden hiervan zijn de intensivering van de BOCE-samenwerking (ook op de 3D’s), de samenwerkingsvormen RUD en Veiligheidsregio, de Innovatie-experimenten, ontwikkeling zaakgericht werken/digitale dienstverlening, de webshop sociale zaken.
Verbeteren van (de integratie van) werkprocessen
De doorontwikkeling van de processen heeft plaats gevonden binnen de context van de actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de organisatieontwikkeling. Dat wil zeggen de ontwikkeling ‘meer van de samenleving, een andere overheid’, de drie decentralisaties, de bezuinigingsopgave en verbeterpunten naar aanleiding van de INK proefaudit eind 2012. In 2013 heeft de nadruk gelegen op het oppakken van deze verbeterpunten en de uitwerking hiervan.
30
4. Financiële verantwoording De begroting van de gemeente wordt vastgesteld door de raad. Hierdoor ontstaat een financieel mandaat voor het college van burgemeester en wethouders om het vastgestelde beleid met de daarvoor beschikbare middelen uit te voeren. Gaandeweg het begrotingsjaar kunnen zich vervolgens ontwikkelingen voordoen of keuzes worden gemaakt die leiden tot begrotingswijzigingen, welke telkens door de raad worden vastgesteld. De primitieve begroting en deze bijgestelde begroting vormen de referentiepunten van de (concern)jaarrekening. Afwijkingen ten opzichte van de begroting kunnen worden veroorzaakt door niet beïnvloedbare factoren, ter besluitvorming voorgelegde keuzes en door onvolkomenheden in het budgetbeheer. Deze afwijkingen, ofwel het jaarresultaat, worden aan de raad voorgelegd met een aantal bestemmingsvoorstellen. Zo kan een positief resultaat worden toegevoegd aan een of meerdere reserves of een negatief resultaat worden onttrokken. Naast het jaarresultaat wordt de vermogenspositie op balansdatum van de gemeente gepresenteerd in de balans. Door vaststelling van de jaarstukken wordt het college gedechargeerd voor het financiële beleid in het verslagjaar. • De jaarstukken zijn opgesteld volgens de BBV regelgeving. • Via begrotingswijzigingen zijn de mutaties ten opzichte van de primitieve begroting door tussentijdse budgetaanpassingen, vaststelling Kadernota en Berap 2013-II in de begroting verwerkt. • Er zijn in 2013 geen belangrijke wijzigingen in de BBV geweest.
4.1. Rekeningresultaat 2013 en analyse Totaaloverzicht Exploitatie (bedragen x 1.000)
Begroting 2013 na wijziging
Lasten
387.129
N
405.115
N
17.987
N
Baten
350.329
V
369.228
V
18.899
V
Saldo van baten en lasten
36.800
N
35.888
N
912
V
Storting in reserves
27.094
N
34.400
N
7.305
N
Onttrekking aan reserves
65.134
V
74.729
V
9.594
V
1.240
V
4.441
V
3.201
V
Resultaat
Rekening 2013
Afwijking
Het saldo van baten en lasten bestaat uit het saldo van alle programma’s en de algemene dekkingsmiddelen (zie tabel in hoofdstuk 5). Vervolgens worden de reservemutaties aangegeven. Het saldo dat nu nog resteert is het eindsaldo van de jaarrekening en is over 2013 € 4,4 miljoen voordelig. Per saldo is er meer onttrokken aan de reserves dan het saldo van baten en lasten. Dit wordt veroorzaakt doordat onttrekkingen worden gedaan ter dekking van specifieke activiteiten / lasten. Deze zijn door de raad besloten waarbij geen rekening wordt gehouden met het uiteindelijke jaarrekening resultaat.
31
Verschillenanalyse De belangrijkste meevallers over 2013 zijn: • Hogere algemene uitkering (decembercirculaire en overige ontwikkelingen) , € 1,4 miljoen • Onderuitputting op de budgetten voor Centrumvernieuwing Emmen, € 0,6 miljoen • Voordeel op Wet Werk en Bijstand (WWB), € 0,5 miljoen • Lagere bijdrage aan de EMCO, € 0,4 miljoen • Hogere opbrengst aan bouwleges, € 0,4 miljoen
herijkt. Voorgesteld wordt om in 2014 te komen met voorstellen hoe om te gaan met het beleid ten aanzien van het benodigd weerstandsvermogen.
In hoofdstuk 5 is een analyse opgenomen van de voor- en nadelen per programma. Bij deze analyse is een grensbedrag van € 250.000 gehanteerd.
Voor een meer gedetailleerde beschouwing over de grondexploitaties verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid in de internetversie van de jaarrekening.
Resultaatbestemmingsvoorstel 2013 Op enkele onderdelen is er sprake van niet-bestede budgetten. Uw raad wordt een resultaatbestemmingsvoorstel aangeboden om enkele van deze niet-bestede budgetten over te hevelen naar 2014. Daarnaast heeft uw raad bij de behandeling van de tweede bestuursrapportage 2013 besloten de nog te verwachten rijksbezuinigingen voor 2014 (toen ingeschat op € 1,4 miljoen) incidenteel te dekken uit een voordelig resultaat over 2013. Dit besluit maakt onderdeel uit van het resultaatbestemmingsvoorstel.
4.3. Sociale domein / decentralisaties
4.2. Grondexploitaties Het resultaat op grondexploitaties 2013 is als volgt opgebouwd: Resultaatnemingen complexen
+/+
€ 0,6 miljoen
Afwaarderingen
-/-
€ 3,3 miljoen
Mutaties in voorzieningen
-/-
€ 6,7 miljoen
Per saldo
-/-
€ 9,4 miljoen
Naast de reserve grondexploitatie is er per ultimo 2013 een bedrag van € 23,5 miljoen aan voorzieningen beschikbaar. Hiermee komt de totale weerstandscapaciteit (reserve plus voorzieningen) per ultimo 2013 uit op € 27,1 miljoen. Dit is 31% van de boekwaarde van de grondcomplexen per ultimo 2013 (€ 87,7 miljoen).
Programma In januari 2013 is besloten te komen tot de inrichting van één programma op de drie decentralisaties in het sociale domein (programma 3D’s). In het programma zijn de volgende samenhangende thema’s benoemd: • Opgave, risico’s, trends/scenario’s, programmadoelen, maatschappelijke effecten en politieke doelen. • Hoe ziet de participatieorganisatie eruit? • Financiën • Communicatie • Inkoop, contracten en monitoring • Informatievoorziening • Dienstverlening
De reserve grondexploitatie bedraagt per ultimo 2013 € 3,6 miljoen. Hierin is verwerkt het hierboven genoemde resultaat 2013, de bijdrage aan de concernexploitatie van € 0,15 miljoen en overige onttrekkingen ad € 0,55 miljoen. Met ingang van 2014 vervalt de bijdrage aan de concernexploitatie.
De raad is in 2013 geïnformeerd over het plan van aanpak “invoering drie decentralisaties gemeente Emmen”. Het algemene uitgangspunt van het plan van aanpak is dat we 1-1-2015 operationeel zijn met ruimte voor nieuwe vormen. Het plan van aanpak beschrijft hoe wij de drie decentralisaties verder willen implementeren: bijvoorbeeld hoe binnen het programma 3 D’s de samenhang tussen de verschillende decentralisaties bij elkaar gebracht wordt, hoe de ordening binnen het proces tot 1-1-2015 zal worden aangebracht (o.a. risicobeheersing) en hoe het voortouw genomen wordt met betrekking tot de overkoepelende overleggen. Tevens wordt in het plan van aanpak de grens van de transformatie met de tijdelijkheid van het programma bepaald (welke resultaten uiterlijk 1-1-2015).
Op basis van het door de raad vastgestelde beleid en de gehanteerde risicoprofielen is het vrij besteedbaar weer standsvermogen per ultimo 2013 een bedrag van € 10,4 miljoen lager dan benodigd volgens het risicoprofiel. Conform het beleid moet het benodigde weerstandsvermogen in geval van risicoonderdekking binnen vier jaar op voldoende peil worden gebracht. Vanwege de ontwikkeling om risico’s in hogere mate af te dekken met de vorming van voorzieningen is het voor de hand liggend dat het bestaande beleidskader, waarbij er vanuit wordt gegaan om risico’s binnen de Reserve Grondexploitaties op te vangen, wordt
Het plan van aanpak is ook besproken en afgestemd met de gemeenten Coevorden en Borger-Odoorn. Dit om de samenhang met de vastgestelde BOCE agenda sociaal domein te waarborgen. Uiteraard blijven we de gemeenteraad informeren en betrekken bij de concretisering van de verdere implementatie van de drie decentralisaties zoals verwoord in het plan van aanpak. Dit zowel via een adequate informatievoorziening (o.a. via een vast agendapunt in de commissie Samenleving) alsook via informatieavonden en besluitvormingsvoorstellen die zullen worden voorgelegd aan de raad.
Dit nadelig saldo is ten laste van de reserve grondexploitaties gebracht.
32
Reserve decentralisatieopgaven Op 30 januari 2014 heeft de raad een besluit genomen over de inzet van de middelen uit de reserve decentralisatieopgaven. Over de inzet van de middelen zal periodiek worden gerapporteerd. De jaarrekening 2013 is daartoe het eerste moment. Op 28 februari 2013 heeft de raad besloten tot het instellen van de bestemmingsreserve “Integrale aanpak drie decentralisaties sociale domein”. Voor 2013 zijn daarin de loonkosten begroot van de programmamanager 3D’s (€ 112.000), de programmasecretaris (€ 32.000) en de projectleiders AWBZ en Jeugdzorg (€ 110.000). De projectleider WWnV is begroot in de reguliere begroting 2013. Naast deze loonkosten is besloten tot het beschikbaar stellen van een budget voor Overige kosten, t.w. € 40.000. De programmamanager is medio 2013 gestart en de programmasecretaris eind 2013. Hierdoor is ten opzichte van de begrote onttrekking een voordeel ontstaan van € 89.117. Ook is
eenzelfde voordeel in de loonkosten van de projectleider AWBZ (€ 38.577) ontstaan. De begrote loonkosten van de projectleider Jeugdzorg zijn met € 47.449 overschreden omdat de omvang van de opdracht niet aansloot op de begrote kosten. Op het budget Overige kosten resteert € 6.200 ten opzichte van wat was begroot. Samenvattend betekent dit dat ten opzichte van de totale begrote onttrekkingen (€ 294.000) in 2013 daadwerkelijk € 207.555 is onttrokken aan de bestemmingsreserve. Daarmee blijft een bedrag van € 86.445 binnen de bestemmingsreserve beschikbaar.
4.4. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is berekend op basis van de standen van de reserves per 31-12-2013 waarbij rekening is gehouden met claims en stortingen tot en met 2018. Op basis van die berekeningen is de vermogenspositie als volgt:
Weerstandsvermogen
Weerstandsdeel Algemene Reserve
€ 7,5
miljoen
BAR inclusief claims en reserveringen tot en met 2018 Indien deze reserve wordt aangewend dient het verlies aan rentebaten structureel in de begroting geregeld te worden.
€ 7,4
miljoen
2,8
miljoen
€ 17,7
miljoen
-/- € 10,4
miljoen
€ 7,3
miljoen
€ 4,4
miljoen
VAR inclusief claims en reserveringen tot en met 2018 Beschikbaar aan algemene reserves Tekort reserve grondexploitaties (stand 31-12-2013 ad € 3,6 minus benodigd op basis van risicoprofiel € 14,0) Totaal beschikbaar als weerstandsvermogen (voor verwerking resultaat 2013) Bij: resultaat 2013 Af: resultaatbestemmingen 2013 Totaal beschikbaar als weerstandsvermogen
PM € 11,7
miljoen
33
Op basis van ervaringcijfers en benchmarkgegevens van onder meer Deloitte Accountants is een berekening gemaakt van het benodigde weerstandsvermogen. • Berekend is dat een weerstandsvermogen van minimaal € 21,6 miljoen en maximaal € 32,4 miljoen nodig is. Dit is voor alle risico’s inclusief de grondexploitatie. • Voor de risico’s van specifiek de grondexploitaties is een weerstandsvermogen (reserve grondexploitaties) per 31 december 2013 van € 14,0 miljoen benodigd. Dit is nader toegelicht in de paragraaf grondbeleid. Dit betekent dat het benodigde weerstandsvermogen voor de overige risico’s, rekening houdende met het specifieke weerstandsvermogen grondexploitaties, zich bevindt tussen de bandbreedte van • minimaal € 7,6 miljoen (€ 21,6 miljoen -/- € 14,0 miljoen) en • maximaal € 18,4 miljoen (€ 32,4 miljoen -/- € 14,0 miljoen). De conclusie is dat het beschikbare weerstandsvermogen voldoende is.
4.5. Risicomanagement Naar aanleiding van de duidelijke invulling van risicomanagement bij Centrumvernieuwing Emmen (CVE), waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis en expertise van het Nederlands adviesbureau risicomanagement (NAR) en het risicomanagementsysteem Naris, heeft het bestuur de wens uitgesproken risicomanagement organisatiebreed aandacht te schenken. De huidige systematiek die wordt gehanteerd in de paragraaf weerstandsvermogen is aan doorontwikkeling toe. De opgedane ervaringen bij CVE komen van pas om risicomanagement verder uit te rollen in de organisatie. In 2013 is gestart met “fase 1 risicomanagement” en zijn de eerste stappen genomen om risicomanagement verder in te bedden in de gehele organisatie. Hiervoor is met enkele afdelingen geïnventariseerd en ‘geoefend in bewustzijn’. Deze oefeningen (pilots) hebben opgeleverd wat er al gedaan wordt aan risicomanagement, hoe dit op een afdeling en in een team uitgevoerd wordt en wat daarbij nodig is. In 2014 volgt fase 2, waarin risicomanagement in alle afdelingen op maat wordt geïmplementeerd. De resultaten en ervaringen van de pilots worden in 2014 gemeentebreed onder de aandacht gebracht bij alle afdelingen. Risicomanagement wordt dan geïmplementeerd bij de afdelingen als onderdeel van het bestaande P&C-proces. De jaarplancyclus wordt hiervoor als uiterst geschikt instrument gezien. In BOCE verband worden de risico’s die spelen omtrent de drie decentralisaties in kaart gebracht. Dit vindt plaats in samenwerking met de NAR. De opdracht is om te komen tot een risicoanalyse met concrete maatregelen en handelingsperspectieven als ook het benoemen van de bijbehorende verantwoordelijkheid voor de BOCE-gemeenten. NAR heeft in januari 2014 gerapporteerd over
34
o.a. de structuur van de risicoanalyse, de risico’s per decentralisatie (AWBZ, Participatiewet en Jeugdzorg) en de risico’s die bij alle drie de decentralisaties voorkomen beschreven. Er worden een aantal verdiepende risico-overzichten gegeven, waaraan beheersmaatregelen worden gekoppeld. De aanbevelingen die door NAR worden gedaan, richten zich voornamelijk op risicobeheersing, monitoring en beoordeling van het proces van risicomanagement en communicatie en overleg over de risico’s en beheersmaatregelen.
4.6. Uitkomsten stresstest Een stresstest is bedoeld om inzicht in de financiële status (hoe financieel gezond is de gemeente) te krijgen en de financiële weerbaarheid (welke mogelijkheden zijn er in financieel moeilijke tijden) te verbeteren. De stresstest geeft door middel van indicatoren inzicht (een indicatie) in de financiële status en weerbaarheid. De financiële status en weerbaarheid laat in één overzicht de financiële gezondheid van de gemeente zien: “zo staat de gemeente er financieel voor”. Het gaat om de financiële status en weerbaarheid op het meetmoment. Het is een thermometer, die meerdere keren wordt gebruikt (begroting, jaarrekening en meerdere jaren achtereen) en hierdoor ook een trend (een ontwikkeling) aangeeft. In de stresstest worden 7 onderdelen benoemd om de financiële weerbaarheid zichtbaar te maken; per onderdeel kan er sprake zijn van meerdere indicatoren. Per indicator wordt een score gegeven op de volgende onderdelen: • lokale lasten • schuldpositie, vreemd vermogen • reservepositie, eigen vermogen • leningen, garantstellingen en waarborgen • meerjarig onderhoud kapitaalgoederen • grondexploitaties • financieel evenwicht In 2013 is de uitkomst van de eerste test aan de raad voorgelegd.
De totaalscore was 10 x goed, 6 x voldoende en 5 x onvoldoende. Daarmee zit onze gemeente op het gemiddelde van de landelijke score van 100.000+ gemeenten (15 deelnemers). Alle onderdelen van de test zijn van belang, maar vanuit een oogpunt van houdbaarheid van de financiële positie zijn met name de onderdelen betreffende de reservepositie en het financieel evenwicht van belang; deze zijn immers bepalend voor de houdbaarheid op lange termijn. Op deze onderdelen scoort onze gemeente goed, waaruit de conclusie kan worden getrokken dat de financiële positie sterk genoeg is. Uiteraard wordt wel gekeken naar mogelijkheden om het profiel van de gemeente te verbeteren. De raad heeft aangegeven hier tweejaarlijks over te willen worden geïnformeerd.
4.7. Interne beheersing De primitieve begroting 2013 was bij vaststelling sluitend met een klein positief saldo. Bij de start van het opstellen van de Kadernota 2013 was bekend dat met name door de septembercirculaire 2012 en een aantal andere kleinere ontwikkelingen het positieve saldo was omgeslagen naar een negatief saldo van € 0,4 miljoen. Dit was het vertrekpunt voor de Kadernota 2013. Vervolgens verslechterde het resultaat over 2013 als gevolg van beleidsontwikkelingen in de Kadernota en het negatieve resultaat van de eerste bestuursrapportage over 2013 met € 5,8 miljoen. Het geprognosticeerd nadelig resultaat over 2013 liep hierdoor op naar € 6,2 miljoen. Het totaal aan ontwikkelingen vanuit de Kadernota 2013 en de Bestuursrapportage 2013-I waren van dien aard dat er direct bijgestuurd moest worden. Toen ook het resultaat vanuit de meicirculaire negatief (€ 2,1 miljoen) bleek, het nadelig resultaat 2013 liep op naar € 8,3 miljoen, is voor dit bedrag een oplossing gezocht.
x € 1.000
Bij brief van 25 juni 2013 is de raad geïnformeerd over de gevonden oplossingsrichtingen. De oplossingen waren een mix van bijsturing op de posten uit de eerste bestuursrapportage, inzet van reserves en een deel van het rekeningresultaat 2012, inzet van het W-deel, bijsturing op formatie en een aantal andere maatregelen. In totaal werd voor € 7,7 miljoen aan oplossingen geformuleerd. Van het resterende tekort (€ 0,6 miljoen) werd aangegeven dat dit ingevuld moest worden in de tweede bestuursrapportage (Berap 2013-II). Dit is vervolgens uitstekend gelukt. Berap 2013-II kende een totaal aan ontwikkelingen van € 2,1 miljoen positief. Het verwachte resultaat over 2013 kwam daarmee uit op € 1,5 miljoen positief. Na de tweede bestuursrapportage (periode januari t/m september 2013) zijn er nog een aantal besluiten met resultaateffect geweest waardoor het begroot resultaat over 2013 uiteindelijk is uitgekomen op € 1,2 miljoen voordelig. De voorliggende jaarrekening sluit met een voordelig resultaat van € 4,4 miljoen; € 3,2 miljoen positiever dan begroot. De analyse van het verschil ten opzichte van de begroting staat op hoofdlijnen in hoofdstuk 5. Vermeldenswaardig is nog dat de organisatie in staat is gebleken om 99% van de voorgenomen bezuinigingen op basis van de afgelopen bezuinigingsrondes te realiseren.
4.8. Kosten bedrijfsvoering In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de personeelslasten (ambtelijke organisatie en bestuur) en inhuur derden over de jaren 2010-2013 gepresenteerd.
2010
2011
2012
2013
Personeelslasten
64.934
65.665
66.920
65.804
Inhuur derden
13.600
8.268
4.819
4.759
78.534
73.933
71.739
70.563
Totaal
35
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (hierna: WNT) is op 6 december 2011 door de Tweede Kamer aangenomen en is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden. De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Voor gemeenten wordt de gemeentesecretaris en griffier als topfunctionaris gekwalificeerd. De WNT kent een openbaarmakingregime en een maximale bezoldigingsnorm. In onderstaande tabel worden deze gegevens gepubliceerd. De maximale bezoldigingsnorm (€ 228.599) wordt niet overschreden en behoeft niet verder toegelicht te worden. Naam
Functie
Duurdienstverband
Omvang dienstverband
Beloning
Door werkgever betaalde SV-premies
Belastbare kostenvergoedingen
Voorzieningen betaalbaar op termijn
beëindiging uitkeringen
jaarbeëindiging
Motivering
A.J. Mewe
Gemeente secretaris
Onbepaalde tijd
36 uur
€ 124.143
€ 2.365
€ 5.903
€ 22.164
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
H.D. Werkman
Griffier
Onbepaalde tijd
36 uur
€ 95.403
€ 2.365
€0
€ 16.781
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
4.9. Financieel perspectief Na het vaststellen van de begroting 2014-2017 is het begrotingsresultaat beïnvloed door de uitkomsten van de septembercirculaire 2013 en de decembercirculaire 2013. Hierin zijn de effecten verwerkt van de € 6 miljard aan rijksmaatregelen. Voor ons perspectief betekent dit het volgende: x € 1.000 Perspectief begroting 2014 -2017 Septembercirculaire 2013 Opvangen met rekeningsresultaat 2013 (verwerkt in begroting 2014)
2014
2015
2016
2017
38
-1.050
656
50
-1.396
-2.042
-2.652
-2.328
1.400
Decembercirculaire 2013
-431
708
788
929
Actueel perspectief
-389
-2.384
-1.208
-1.349
Dit betekent er sprake is van een niet meer sluitend perspectief. De komende periode zal moeten blijken in hoeverre dit perspectief nog verder wordt beïnvloed door een aantal ontwikkelingen cq. risico’s die de komende jaren gaan spelen.
36
5. Overzicht van baten en lasten 5.1.Totaaloverzicht Onderstaande programmarekening is een totaaloverzicht van de baten en lasten per programma. In dit hoofdstuk vindt een financiële beschouwing op hoofdlijnen per programma plaats. Voor een meer gedetailleerde beschouwing en financiële analyse per programma wordt verwezen naar het jaarverslag. Programma (Bedragen * € 1.000)
1 Inwoners en bestuur 2 Economie en werkgelegenheid 3 Veiligheid
Primitieve begroting
Begroting
Rekening
Verschil
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo begr/werk
17.620
1.674
15.946
17.813
1.518
16.295
17.131
1.508
15.623
672
8.556
785
7.771
37.834
1.069
36.765
35.565
1.123
34.442
2.323
9.755
526
9.229
10.605
1.002
9.603
10.044
938
9.107
496
4 Onderwijs en jeugd
49.881
33.690
16.191
51.532
33.411
18.121
54.240
36.256
17.984
137
5 Bouwen, wonen en milieu
51.987
49.972
2.014
59.362
49.050
10.312
61.490
47.147
14.342
-4.031
105.416
87.626
17.790
110.565
90.598
19.966
119.088
100.677
18.410
1.556
6 Participatie
1.957
187
1.770
2.182
297
1.885
1.490
-540
2.030
-145
8 Sport en cultuur
7 Verkeer en vervoer
18.869
3.146
15.723
20.111
3.133
16.979
18.700
2.947
15.754
1.225
9 Openbaar gebied
25.990
4.727
21.263
26.461
5.541
20.920
28.305
5.774
22.531
-1.611
10 Zorg en Welzijn
36.385
4.076
32.309
43.695
3.886
39.809
44.079
3.491
40.587
-778
8.114
1.797
6.318
6.848
3.705
3.143
14.641
10.699
3.942
-799
334.531
188.206
146.324
387.008
193.210
193.798
404.773
210.021
194.752
-954
7.233
119.275
-112.042
-148
122.385
-122.532
0
123.755
-123.755
1.222
11 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen
Programma Algemene dekkingsmiddelen Algemene uitkering Bespaarde rente Dividend Lokale heffingen Saldo financieringsfunctie
0
2.916
-2.916
0
3.347
-3.347
0
3.695
-3.695
348
268
2.190
-1.921
268
2.846
-2.577
342
2.867
-2.525
-53
0
24.440
-24.440
0
25.032
-25.032
0
25.062
-25.062
30
-27
3.443
-3.470
0
3.510
-3.510
0
3.829
-3.829
319
121
157.119
-156.998
342
159.207
-158.865
1.867
342.005
340.470
1.535
387.129
350.329
36.800
405.115
369.228
35.888
912
97
176
-79
873
1.861
-988
1.119
1.666
-548
-441
1.047
2.197
-1.150
7.768
33.189
-25.421
7.743
31.668
-23.925
-1.496
0
189
-189
0
210
-210
0
210
-210
0
4 Onderwijs en jeugd
1.091
991
100
1.091
2.715
-1.624
1.091
2.715
-1.624
0
5 Bouwen, wonen en milieu
1.971
1.055
915
8.198
13.748
-5.550
12.933
22.940
-10.007
4.457
0
202
-202
173
265
-93
334
187
147
-240
8 Sport en cultuur
110
154
-45
163
1.287
-1.124
114
553
-439
-685
9 Openbaar gebied
-529
1.084
-1.613
110
1.114
-1.004
103
2.006
-1.903
899
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming
7.474
152.263 -144.789
Toevoeging / onttrekking reserves 1 Inwoners en bestuur 2 Economie en werkgelegenheid 3 Veiligheid
6 Participatie
0
0
0
403
305
99
403
218
185
-86
11 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen
10 Zorg en Welzijn
2.494
1.709
785
8.317
10.441
-2.125
10.561
12.565
-2.005
-120
Toevoeging/onttrekking reserves
6.280
7.758
-1.477
27.094
65.134
-38.040
34.400
74.729
-40.329
2.289
348.285
348.227
58
414.223
415.463
-1.241
439.515
443.956
-4.441
3.201
Resultaat
37
5.2 De baten (inclusief reservemutaties)
5.3 De lasten (inclusief reservemutaties)
De totale baten € 444,0 miljoen bestaan uit inkomsten en onttrekkingen aan reserves. De onttrekkingen aan de reserves bedragen € 74,7 miljoen. In totaal heeft de gemeente in 2013 € 369,2 miljoen aan inkomsten ontvangen. Elke gemeente in Nederland krijgt geld van het gemeentefonds. In 2013 bedroeg deze algemene uitkering voor Emmen € 123,8 miljoen. Dit is 33% van onze begroting. Ieder jaar betalen inwoners belasting aan de gemeente: Onroerend Zaak Belasting (OZB), rioolheffing en afvalstoffenheffing. In 2013 leverden deze belastingen de gemeente ruim € 48 miljoen op. Ongeveer een vijfde van de inkomsten krijgt de gemeente op het gebied van sociale zaken. De gemeente krijgt van het rijk geld voor bijvoorbeeld uitkeringen en re-ïntegratie.
De totale lasten € 439,5 miljoen bestaan uit uitgaven en stortingen in reserves. De stortingen in de reserves bedragen € 34,4 miljoen. In totaal heeft de gemeente Emmen in 2013 € 405,1 miljoen uitgegeven. Ongeveer een vierde van dit budget wordt besteed aan sociale zaken: dit betreft met name de bijstandsuitkeringen, de besteding van het re-ïntegratiebudget en de uitgaven in het kader van de sociale werkvoorziening.
Baten in procenten
Lasten in procenten
1. Inwoners en bestuur 2. Economie en werkgelegenheid 3. Veiligheid 4. Onderwijs en jeugd 5. Bouwen, wonen en milieu 6. Participatie 7. Verkeer en vervoer 8. Sport en cultuur 9. Openbaar gebied 10. Zorg en welzijn 11. Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen
38
0,7% 7,4% 0,3% 8,8% 15,8% 22,7% -0,1% 0,8% 1,8% 0,8% 41,1%
In onderstaande diagrammen kunt u zien hoe de verdeling van de baten en lasten is over de verschillende beleidsterreinen:
1. Inwoners en bestuur 2. Economie en werkgelegenheid 3. Veiligheid 4. Onderwijs en jeugd 5. Bouwen, wonen en milieu 6. Participatie 7. Verkeer en vervoer 8. Sport en cultuur 9. Openbaar gebied 10. Zorg en welzijn 11. Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen
4,2% 9,9% 2,3% 12,6% 16,9% 27,2% 0,3% 4,3% 6,5% 10,1% 5,8%
5.4 Analyse van het resultaat In deze paragraaf analyseren wij het jaarrekeningresultaat op hoofdlijnen. Voordelen en nadelen die elkaar opheffen zijn niet genoemd. Bij de analyse wordt een grensbedrag van € 250.000 gehanteerd. V = Voordeel, N= Nadeel; bedragen x € 1.000.
Aansluiting begroot resultaat op resultaat Berap II N
Omschrijving Voordeel uit Berap 2013-II Besluiten met resultaateffect na vaststelling Berap II ( incl. overige kleine verschillen)
V 1.527
287
Bijgesteld resultaat 2013
1.240
Verklaring verschil tussen saldo reservemutaties in de primitieve begroting en de begroting na wijziging (bedragen x € 1.000) Het verschil in het saldo reservemutaties bedraagt € 36.563 (€ 38.040 minus € 1.477) en wordt op hoofdlijnen veroorzaakt door de volgende besluiten met betrekking tot onttrekkingen aan reserves: Afboeken boekwaarde traverse
1.785
Bijdrage MFC Emmer-compascuum
1.843
Stimuleringsregeling glastuinbouw 2013
1.200
Bijdrage Hondsrugwegtunnel
2.225
Bijdrage beplanting DPE
2.500
Bijdrage tbv schadeloosstelling DPE a fonds perdu
24.000
Bijdrage MIRT/VROM 2013 project Atalanta
- 4.500
Rekeningresultaat 2012
5.973
Maatregelen oplossing tekort 2013
2.900
Alleen de laatste post heeft effect op het exploitatieresultaat. De overige posten zitten budgettair neutraal in de begroting. Aan de (bestemmings)reserves worden toegevoegd het rekeningresultaat, niet bestede bijdragen van derden voor investeringen en overschotten op exploitatie-onderdelen die budgettair neutraal zijn (riolering, afvalstoffen). Ook kan besloten worden voor specifieke doelen/activiteiten te reserveren. Onttrekkingen aan de reserves vinden plaats ter dekking van een negatief rekeningsaldo, ter egalisatie van een negatief saldo op riolering, afvalstoffen en ter dekking van investeringen/orders en éénmalige kosten.
39
Analyse resultaat (afwijkingen > € 250.000 in de jaarrekening). Omschrijving
N
V
Onderschrijding op de exploitatiebudgetten Centrumvernieuwing Emmen. De belangrijkste oorzaken zijn: - Geen kosten adviseur bouwfase in 2014 en minder technisch advies (V 144) - Minder externe onderzoekskosten dan geraamd voor eindtoetsing DO DPE Next, omdat het DO van DPE Next fasegewijs tot stand komt en permanente monitoring voorkeur heeft ten opzichte van steeds toetsen achteraf (V151) - Onderschrijding op rente en afschrijving doordat projecten later tot uitvoering komen dan gepland (V 74) - Deel van de voorbereiding van de locatie hoofdstraat schuift door naar 2014 (V 73) - Exploitatiebudget onvoorzien niet ingezet in 2013 (V 110) Voor het totale voordeel op exploitatiebudgetten (V 593) is een resultaatsbestemmingsvoorstel ingediend.
593
Er zijn in 2013 minder lijkschouwingen geweest dan was voorzien (V 52) en er zijn aan dit product minder activiteiten besteed/anders verantwoord dan vooraf aangenomen (V 263).
315
De algemene uitkering is bij invoering van het btw compensatiefonds gekort met de btw component. Via de rioolheffing kan de gemeente deze korting compenseren, wat wordt ingezet als algemeen dekkingsmiddel. De investeringen op riolering zijn in 2013 lager dan begroot, waardoor er minder btw mag toegerekend worden aan de rioolheffing. Omdat de heffing niet meer dan kostendekkend mag zijn is er minder aan de egalisatiereserve onttrokken en kan er dus minder ingezet kan worden als algemeen dekkingsmiddel, waardoor een nadeel ontstaat. Hogere bouwleges van een aantal grotere bouwprojecten en enkele bouwaanvragen die eind 2013 zijn behandeld, terwijl deze begin 2014 waren voorzien, leiden tot een voordeel. De inzet van re-integratietrajecten is maatwerk en is ‘klant’-afhankelijk. Vooraf is moeilijk te bepalen welke instrumenten, en daarmee gemoeid gaande budgetten, worden ingezet. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de meeneemregeling Reintegratiebudget 2013. Met betrekking tot het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen is het moeilijk om vooraf een goede prognose van het aantal aanvragen te maken en/ of in te schatten of er een beroep gedaan zal worden op een aanvulling op het inkomen uit zelfstandigheid en verstrekte leningen. Het gemiddelde van de verstrekte uitkeringen alsmede de verstrekte leningen wisselen sterk. Wet Werk en Bijstand: Ten opzichte van Berap-II is er sprake van een voordeel op de WWB. Het uitkeringsvolume is na Berap-II wel gestegen, maar iets minder hard dan werd voorzien. Oorzaak: tijdelijke daling bestand door uitstroom jongeren naar scholing. Echter vanaf november is er sprake van een toenemend stijgend bestand. Het hoge aantal aanvragen en de daardoor hoge instroom en de lagere uitstroom heeft effect gehad op het uitkeringsvolume. Ten opzichte van de beginstand 2013 is het volume met zo’n 8% gestegen. Voor 2013 is geen bijdrage Meerjarig Aanvullende Uitkering 2013 meer van toepassing waardoor een voordeel gerealiseerd wordt. Vanaf september is een volume- en een prijsvoordeel ontstaan ten opzichte van de prognose Berap-II.
40
494
405
273
267
532
Omschrijving Als gemeente gaan wij éénmalig 800 van ons Werkdeel inzetten ten behoeve voor activering via de infrastructuur van de EMCO. Inzet van 800 levert dan ons als gemeente een voordeel van de bijdrage aan de EMCO op van 640. Ingecalculeerd was om deze actie in 2013 te doen, maar er is gebleken dat de voorge-stelde maatregel niet in 2013 (maar wel in 2014) kan worden geëffectueerd. De toerekening van het voordeel moet derhalve aan het boekjaar 2014 plaats vinden. Voor 2013 geeft dit derhalve een nadeel van 640.
N 640
Bij de Berap-II is een voordeel op de bijdrage van de EMCO gerapporteerd van 195. De jaarafsluiting van de EMCO geeft te zien dat het tekort een bedrag van 770 lager is dan begroot. Dit geeft voor ons een lagere bijdrage van 630. Ten opzichte van de Berap-II is dit een voordeel van 435
435
Lagere bijdrage Participatiebudget (voormalig Werkdeel) ivm lagere externe re-ïntegratie-kosten en financiering inzet eigen organisatie.
594
De rechtbank heeft eind december de inning van een tariefbijdrage voor cliënten die in het kader van de WMO schoonmaakondersteuning ontvangen onwettig verklaard. Daarom worden de ontvangen bedragen terugbetaald.
668
De kapitaaldeelname in het Stadionbedrijf is 1,8 miljoen. Op basis van een aantal ontwikkelingen is besloten om voor dit bedrag een voorziening te treffen: het eigen vermogen van het Stadionbedrijf is volgens de meest recente jaarrekening slechts € 120.000 de meest recente begroting van het Stadionbedrijf biedt geen ruimte om het eigen vermogen te laten groeien.
V
1.800
Baten door het verlagen van de voorziening dubieuze belastingdebiteuren. De voorziening dient op het peil van 0,8% van de begrote opbrengsten belastingen en heffingen te worden gebracht. Omdat er per saldo minder is onttrokken aan de voorziening dan de jaarlijkse storting, ontstaat een saldo dat kan vrijvallen ten gunste van de exploitatie.
280
1.795
Op basis van de meest recente jaarrekening van Verkoop Vennootschap is door ons de inschatting gemaakt dat van de resterende vordering ad 3.591 een groot deel zal binnenkomen. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat van de voorziening 50% kan vrijvallen. In 2015 wordt definitief bekend wat de omvang van de resterende claims van RWE is en welke invloed dit heeft op het nog te ontvangen deel. Teruggaaf basispremie WAO/WIA 2013 (vanuit Belastingplan 2014)
275
Voordeel op afwikkeling bezwaarschriften btw-compensatiefonds 2006-2010
260
Voordeel op rente o.a. als gevolg van maximale financiering met (goedkoop) kort geld en lagere percentages voor aangetrokken langlopende leningen.
319
Hogere bate uit bespaarde rente als gevolg van hogere standen van de reserves.
348
Voordeel op algemene uitkering als gevolg van decembercirculaire 2013, afrekeningsverschillen voorgaande jaren en aanpassing basisgegevens ivm jaarafsluiting. Overige (per saldo)
Totaal afwijking resultaten in de jaarrekening ten opzichte van de begroting
1.370
70
3.201
41
6. Balans met toelichting Balans per 31 december ACTIVA (bedragen * € 1.000)
Ultimo
Ultimo
2013
2012
Vaste activa
Immateriële vaste activa Kosten van onderzoek en ontwikkeling Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut gronden uitgegeven in erfpacht overige investeringen met economisch nut Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan: deelnemingen overige verbonden partijen Leningen aan: woningbouwcorporaties deelnemingen overige verbonden partijen Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal vaste activa
0
0
915 263.704 50.501
315.119
2.753 1.207 22.231 1.551 29.792 9.565 13.289
Uitzettingen met rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Rekening-courantverhoudingen met niet-financiele instellingen Overige vorderingen
Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Van Europese of Nederlandse overheden nog te ontvangen voorschotbedragen specifieke uitkeringen Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
42
1.028 248.940 44.229 95.122 4.553 1.409 27.062 1.551 26.637 13.975 19.935 389.354
Liquide middelen Kassaldi Bank- en girosaldi
Totaal vlottende activa Totaal activa
294.198
395.509
Vlottende activa Voorraden Grond- en hulpstoffen niet in exploitatie genomen bouwgronden overige grond- en hulpstoffen Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie Gereed product en handelsgoederen
80.389
33 33
37.741 0 27.377 73
65.191
42.373 0 34.609 79
16.372 1.893 9.626
27.892
16.405 1.474 11.613
8 542
550
5 2.493
16.052 11.151 6.286
33.489 127.121 522.630
77.061
29.493
2.498
34.442 9.820 14.515 10.107
143.494 532.846
PASSIVA (bedragen * € 1.000) Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar Onderhandse leningen van: binenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen binnenlandse banken en overige financiële instellingen overige binnenlandse sectoren Waarborgsommen Totaal vaste passiva
Ultimo 2013
17.994 54.297 4.441
76.732
15.370 91.258 5.973
0
0
0
12.170 289.846 47.049 17
349.082
2.334 269.091 2.158 17
425.815
Vlottende passiva Netto-vlottende schulden met rentetypische looptijd < 1 jaar Schulden aan openbare lichamen Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Overige schulden Overlopende passiva Nog te betalen bedragen Van Europese of Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden specifieke uitkeringen Overige vooruitontvangen bedragen Totaal vlottende passiva Totaal passiva Gewaarborgde geldleningen Garantstellingen
Ultimo 2012 112.603
0
273.599
386.202
1.982 20.000 4.315 23.358
11.967 18.984 16.210
49.655 47.160 96.815 522.630 2.778 334.472
97.139 1.036 70.000 0 26.103 49.505 13.388 22.339 13.778
146.644 532.846 2.922 352.886
43
6.1 Toelichting op de balans Vaste activa Bij vaste activa wordt onderscheid gemaakt in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten gemaakt voor onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen investeringen met economisch nut en investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut. De financiële vaste activa tenslotte omvatten kapitaalverstrekkingen, verstrekte geldleningen, vorderingen op lange termijn en bijdragen in activa van derden. De vermeerderingen en verminderingen van de vaste activa evenals de afschrijvingen/ afwaarderingen zijn nader gespecificeerd in de staat van activa. Deze staat van activa ligt ter inzage. Immateriële vaste activa De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-13
31-12-12
Kosten onderzoek en ontwikkeling
0
33
Totaal
0
33
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2013:
boekwaarde
investering
31-12-12
Kosten onderzoek en ontwikkeling
33
33
0
Totaal
33
0
0
33
0
0
(bedragen * € 1.000)
desinvestering
afschrijving
afwaardering
boekwaarde
31-12-13
De kosten onderzoek en ontwikkeling hebben betrekking op de voorbereidingskosten van het project Atalanta. Hiervoor is totaal een krediet van € 165.000 beschikbaar gesteld. Materiële vaste activa De post materiële vaste activa wordt onderscheiden in: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000) In erfpacht uitgegeven gronden Overige investeringen met economisch nut Investeringen in openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Totaal
44
31-12-13
31-12-12 915
1.028
263.704
248.940
50.501
44.229
315.119
294.198
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de materiële vaste activa gedurende het jaar 2013: (bedragen * € 1.000) Investeringen met economisch nut
boekwaarde 31-12-12
vermeerdering
vermindering
afschrijving
afwaardering
boekwaarde 31-12-13
Gronden en terreinen
8.165
2.245
43
182
10.186
Woonruimten
2.720
398
88
3.029
122.170
6.363
-1
3.770
1.072
123.690
84.829
13.264
-414
2.082
4
95.594
921
1.051
197
1.776
Machines, apparaten en installaties
13.959
1.170
2.101
14
13.014
Overige materiële vaste activa
16.176
1.639
-24
1.488
-112
16.415
248.940
26.130
-439
9.769
1.158
263.704
Bedrijfsgebouwen Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen
Totaal
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
2.465
2.465
3
3
0
39.361
22.427
-12.008
2.293
1.868
45.618
1.545
227
200
1.572
856
76
0
86
44.229
22.730
-12.008
2.581
846 1.868
50.501
Materiële vaste activa met een economisch nut zijn alle activa die bijdragen aan de mogelijkheid om middelen te genereren, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen. Ook activa, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze te verkopen behoren tot de activa met economisch nut. Het gaat om de mogelijkheid de activa te verkopen, niet om de vraag of de gemeente het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. Dit betekent onder andere dat alle gebouwen een economisch nut hebben; er is immers een markt voor gebouwen. De totale boekwaarde van de activa met economisch nut bedraagt eind 2013 € 264 miljoen. Activa die vallen onder bedrijfsgebouwen betreffen hoofdzakelijk gemeentelijke huisvesting aan het Raadhuisplein, huisvesting werkplein ZO Drenthe, de praktijkschool, scholen, sporthallen, het zwembad en de brandweerkazerne. Activa in het kader van het gemeentelijk rioleringsplan en de parkeerkelder Willinkplein vallen onder investeringen in grond-, weg-, en waterbouwkundige werken, evenals de investeringen voor de Hondsrugwegtunnel en herinrichting Markt Emmen. Een deel van de investeringen van het project Atalanta zijn opgenomen onder overige materiële vaste activa. Investeringen (in de openbare ruimte) met een maatschappelijk nut zijn niet verhandelbaar en genereren geen inkomsten. Voorbeelden zijn o.a. wegen, bruggen/tunnels, fiets- en voetpaden, openbare verlichting, en andere investeringen waarvoor geen markt is in het private verkeer.
45
In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste investeringen weergegeven die in het boekjaar 2013 zijn geactiveerd (bedragen > 1 mln). (bedragen * € 1.000)
verleend krediet totaal
Investeringen met economisch nut
Werkelijk besteed in 2013
Cumulatief besteed in 2013
Theater - Wereld van de Ontmoeting
3.136
1.852
2.203
Ontwikkelprojecten Atalanta
1.143
564
861
16.373
6.246
16.064
Ongel.vl.aansl.Statenw./Stadionw.-Rondw.
4.250
1.870
2.057
Div bruggen vaarverb Erica-Ter Apel
2.150
2.044
2.044
De Atlas verv. Nieuwbouw locatie Emmen
1.656
1.625
1.672
Rioolreconstructie omg. Prinsenlaan
2.620
1.597
2.430
GRP 2010
9.979
1.100
9.698
GRP 2012
3.120
1.213
1.379
44.426
18.112
38.409
Parkeerkelder Emmer-Centrum Noord
Totaal Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut
Tunnel Hondsrugweg
41.556
12.817
13.360
Totaal
41.556
12.817
13.360
Financiële vaste activa Financiële vaste activa kunnen worden onderscheiden in kapitaalverstrekkingen, leningen en bijdragen aan activa in eigendom van derden. Voorzieningen die getroffen zijn om eventueel de oninbaarheid van vorderingen op te vangen, worden in de balans rechtstreeks verantwoord onder financiële vaste activa. Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2013 wordt in onderstaand overzicht weergegeven. (bedragen * € 1.000) Kapitaalverstrekkingen aan: •
deelnemingen
•
gemeenschappelijke regelingen
•
overige verbonden partijen
Leningen aan: •
woningbouwcorporaties
•
deelnemingen
•
overige verbonden partijen
Overige langlopende leningen
boekwaarde 31-12-12
vermeerdering
afwaardering
afschrijving /aflossing
4.553
-202
27.062
1.551
1.409
boekwaarde 31-12-13
voorziening
4.553
1.800
2.753
0
1.207
1.207
0
22.231
22.231
1.551
1.551
0
4.831
balans waarde 31-12-13
26.673
4.034
896
29.811
29.811
-36
-72
-90
-19
-19
Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar
13.975
79
4.489
9.565
9.565
Bijdragen activa in eigendom derden
19.935
21.156
26.500
1.301
13.289
13.289
Totaal
95.122
24.994
26.500
11.427
Voorziening GKB
46
82.189
1.800
80.389
Voor de kapitaaldeelname in het Stadionbedrijf Emmen ad € 1,8 mln. is voor hetzelfde bedrag een voorziening gevormd. De redenen hiervoor zijn dat het eigen vermogen van het Stadionbedrijf volgens de meest recente jaarrekening slechts € 120.000 is en de begroting geen ruimte biedt om het eigen vermogen te laten groeien. De aflossing van de lening aan woningbouwcorporaties heeft betrekking op de aflossing van de achtergestelde leningen aan Lefier en Domesta. De gemeente is aangesloten bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Indien een woningbouwcorporatie niet aan de verplichtingen kan voldoen, kan deze een beroep doen op dit fonds. De vermindering van de overige langlopende leningen heeft voornamelijk betrekking op aflossing van leningen door de openbare bibliotheken, de zorginstelling Stichting Holdert/Leveste en de dorpsen wijkcentra. De voorziening GKB ad € 19.000 is getroffen op het totaal uitstaand leningbedrag van € 140.000. In 2005 heeft de gemeente Emmen een lening van € 12,5 miljoen verstrekt aan DPE. Voor deze lening is een hypothecaire zekerheid gevestigd, met een recht van eerste koop, op de locatie Hoofdstraat. Eind december 2010 is deze verstrekte geldlening omgezet in een achtergestelde lening, waarbij aan DPE de mogelijkheid wordt geboden om boetevrij vervroegd af te lossen. Deze lening is verantwoord onder overige langlopende leningen. In 2010 is een overbruggingskrediet van maximaal € 22 miljoen beschikbaar gesteld. In 2013 is aan DPE, conform de overeengekomen procedure in het kader van het overbruggingskrediet, voor een bedrag van € 1,2 miljoen aan aanvullende middelen verstrekt. De overige uitzetting met een looptijd langer dan één jaar betreft de vordering op Stivam en de vordering op de verstrekte geldleningen aan Enexis. De vermindering in bijdragen aan activa in eigendom derden betreft afschrijvingen. De vermeerdering van de Bijdrage activa in eigendom van derden betreft de aan DPE verstrekte voorschotten op de verplaatsingskostenvergoeding en bomen en planten. Dit loopt tot en met 2016 op tot € 65,5 miljoen. De afwaardering betreft de bijdrage uit de bestemmingsreserve Atalanta ter dekking van de voorschotten op de schadeloosstelling à fonds perdu. De vermeerderingen en verminderingen van de financiële vaste activa worden in de staat van activa (kapitaalverstrekkingen en bijdragen aan activa in eigendom van derden) en in de staat van geldleningen nader gespecificeerd. Deze staten liggen ter inzage.
Vlottende activa Voorraden De voorraden maken deel uit van de vlottende activa en worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-13
31-12-12
Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: niet in exploitatie genomen bouwgronden
37.741
42.373
Totaal
37.741
42.373
Onderhanden werk, w.o. bouwgronden in exploitatie
27.377
34.609
73
79
65.191
77.061
Gereed product en handelsgoederen Totaal
47
Van de niet in exploitatie en in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven: (bedragen * € 1.000)
boek waarde 31-12-12
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
Stads- en dorpsvernieuwing
327
Stads- en dorpsuitbreiding Industrie- en bedrijventerreinen
van/naar gronden in exploitatie
inves tering
-58
verkopen opbrengst bijdragen
305
winst uitname
550
boek waarde 31-12-13
voorziening
balans waarde 31-12-13
24
588
-564
19
14
0
33
14
19
20.477
-1.369
516
0
19.625
0
19.625
0
0
0
Tuinbouw Overige gronden
29.204
1.077
1.116
29.165
10.503
18.662
Totaal
50.027
-1.427
1.913
1.666
48.846
11.105
37.741
In exploitatie genomen bouwgronden -801
58
3.904
9.768
121
-6.728
182
-6.910
Stads- en dorpsuitbreiding
Stads- en dorpsvernieuwing
12.745
1.710
977
3.026
10.452
5.842
4.610
Industrie- en bedrijventerreinen
31.817
1.369
3.519
1.173
-514
36.046
6.369
29.677
Tuinbouw
0
0
0
0
43.761
1.427
9.133
11.918
2.633
39.769
12.393
27.377
Totaal Totaal boekwaarde 31-12-2013 Nog te maken kosten
39.769 71.484
Nog te verwachten opbrengsten
153.876
Verwacht exploitatiereslutaat (-/- = voordelig)
-42.623
Onder overige gronden wordt verstaan de strategische grondvoorraad, de compensatiegronden, verspreide gronden en gronden voormalige sportaccommodaties en opgeheven complexen. Om een project te kunnen realiseren moeten er investeringen worden gedaan en opbrengsten worden gegenereerd. Elk jaar bij de herziening wordt per grondexploitatie bezien of de ramingen van de nog te realiseren kosten en opbrengsten reëel zijn. Verwacht wordt dat er per 1 januari 2014 nog voor € 71,5 miljoen moet worden geïnvesteerd en voor € 153,9 miljoen aan opbrengsten moet worden gegenereerd. De benodigde weerstandscapaciteit voor de risico’s per 1 januari 2014 is berekend op € 14,0 miljoen. Per 1 januari 2013 bedroeg de benodigde weerstandscapaciteit € 14,5 miljoen. In de paragrafen weerstandsvermogen en grondbeleid wordt hier nader op ingegaan. Al eerder is al voor € 16,8 miljoen aan voorzieningen getroffen. De voorziening is in 2013 gestegen naar € 23,5 miljoen.
48
Uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of minder De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden¹: (bedragen * € 1.000) Vorderingen openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
Boekwaarde 31-12-13
voorziening oninbaar heid
16.372
0
0
balans waarde 31-12-13
balans waarde 31-12-12
16.372
16.405
0
0
1.893
0
1.893
1.474
Overige vorderingen
16.487
6.861
9.626
11.613
Totaal
34.753
6.861
27.892
29.493
Vorderingen op openbare lichamen (bedragen * € 1.000) Debiteur ministerie OCenW en SoZaWe BTW Compensatiefonds
1.408 13.537
BTW
187
Gemeentes
967
Overige vorderingen op de belastingdienst
274
Totaal
16.372
Overige vorderingen (bedragen * € 1.000) Debiteuren
3.419
Bijstand debiteuren WWB
6.337
Belastingdebiteuren
2.970
Vordering verkoop vennootschap BV
3.591
Overige vorderingen Totaal
170 16.487
De voorziening voor de oninbaarheid van vorderingen heeft betrekking op de volgende voorzieningen: Voorziening oninbaarheid (bedragen * € 1.000) voorziening dubieuze debiteuren
400
voorziening dubieuze debiteuren belastingen
374
voorziening bijstandsdebiteuren
4.292
voorziening op vordering verkoop vennootschap B.V. (Essent)
1.795
Totaal
6.861
Bij de verkoop van de aandelen Essent in 2009 heeft de gemeente een vordering gekregen op Verkoop Vennootschap BV van bijna € 7,2 miljoen. Deze vennootschap is in het leven geroepen om allerlei claims van RWE af te handelen. Voorzichtigheidshalve is destijds een voorziening getroffen voor het hele bedrag van de vordering. In 2011 is 50% van de vordering afgewikkeld € 3,6 miljoen. In 2013 is nogmaals de helft van het restsaldo van de voorziening vrijgevallen op basis van de inschatting dat de restclaims niet materieel zullen zijn. Dit resulteert in een stand van de voorziening ultimo 2013 van € 1,795 miljoen.
49
Liquide middelen Liquide middelen maken net als voorraden en vorderingen onderdeel uit van de vlottende activa. Voor liquide middelen geldt dat alleen positieve en negatieve bank- en girosaldi gesaldeerd mogen worden als de betreffende rekening behoren tot eenzelfde bank¹. Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-13
31-12-12
8
5
Banksaldi
464
2.414
Girosaldi
78
78
550
2.498
31-12-13
31-12-12
Vooruitbetaalde bedragen
16.052
9.820
Nog van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen
11.151
14.515
6.286
10.107
33.489
34.442
Kassaldi
Totaal
Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
Nog te ontvangen bedragen Totaal
De in de balans opgenomen nog van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen betreffen projecten zoals Treinstation Zuid werkzaamheden Prorial, ESF 2007-2013, Runde Emmer-Compascuum, Rotondes en verdubbeling Nieuw-Amsterdamsestraat en Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2001-2011.
Vaste passiva Reserves Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-13
31-12-12
17.994
15.370
Bestemmingsreserve
54.297
91.259
Nog te bestemmen resultaat
4.441
5.973
76.732
112.603
Algemene reserve
Totaal
Het verloop in 2013 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. (bedragen * € 1.000) Budgettaire algemene reserve (BAR) Vrije algemene reserve (VAR) Weerstandsdeel algemene reserve (WAR) Totaal
Boekwaarde 31-12-12
toevoeging
onttrekking
8.610
3.100
1.965
9.744
-726
3.656
2.168
762
7.487
0
0
7.487
15.370
6.756
4.133
17.994
¹ Om het beeld voor de gebruiker van de jaarrekening te verduidelijken hebben t.o.v. 2012 een aantal reclassificaties plaatsgevonden, hiertoe zijn ook de vergelijkende cijfers aangepast.
50
boekwaarde 31-12-13
Voor de BAR en de VAR worden de onttrekkingen en stortingen > € 250.000 weergegeven: Onttrekking aan de VAR betreft de volgende posten Overheveling fonds bovenwijks naar VAR
1.000
Afsluiting onderliggend wegennet Nieuw-Amsterdam
371
Bijdrage IMOP vanuit VAR
284
Onttrekking aan de BAR betreft de volgende posten Verwerking rekeningresultaat 2012
686
Oplossingsrichtingen 2013: inzet deel rekeningsresultaat 2012
1.132
Storting in de VAR Saldo fonds bovenwijks per 1 januari 2013 naar VAR
2.114
Dimpact 11 fte (uit Kadernota 2009)
440
Rekeningresultaat 2012 storting deel in VAR
750
Storting in de BAR Rekeningsresultaat 2012 tgv BAR
3.100
Het verschil in de geraamde reservemutaties tussen de primitieve begroting en de begroting na wijziging wordt verklaard in hoofdstuk 5.4. Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000) Onderhandse leningen binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen binnenlandse banken en overige financiële instellingen overige binnenlandse sectoren Waarborgsommen Totaal
31-12-13
31-12-12
12.170
2.334
289.846
269.091
47.049
2.158
17
17
349.082
273.599
De rentelast in 2013 bedraagt € 11.406.522
51
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2013 saldo 31-12-12
(bedragen * € 1.000) Obligatielening
Pensioenfondsen en verzekeringsinst. banken en overige financiele instellingen overige sectoren Waarborgsommen Totaal
vermeer dering
boekwaarde 31-12-13
aflossing
2.334
10.000
164
12.170
269.091
65.000
44.245
289.846
2.158
45.000
108
47.049
17
0
0
17
273.599
120.000
44.517
349.082
Ten opzichte van voorgaand jaar zijn de langlopende schulden toegenomen met bijna € 76 mln. In 2013 is er voor een totaal bedrag van 65 mln. opgenomen bij de BNG en 55 mln. bij verzekeringsmaatschappijen en overige geldgevers.
Vlottende passiva Onder vlottende passiva zijn opgenomen: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-13
31-12-12
Schulden < 1 jaar
49.655
97.139
Overlopende passiva
47.160
49.505
Totaal
96.815
146.644
Kortlopende schulden De in de balans opgenomen netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden¹: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000) Openbare lichamen
31-12-13
31-12-12
1.982
1.036
Kasgeldleningen
20.000
70.000
Bank- en girosaldi
4.315
0
Overige schulden
23.358
26.103
Totaal
49.655
97.139
¹ Om het beeld voor de gebruiker van de jaarrekening te verduidelijken hebben t.o.v. 2012 een aantal reclassificaties plaatsgevonden, hiertoe zijn ook de vergelijkende cijfers aangepast.
52
De post overige schulden kan als volgt gespecificeerd worden: Overige schulden (bedragen * €1.000) Crediteuren
13.741
Te betalen loonheffing en sociale lasten
7.486
Nog te verhalen posten Gemeentelijke Kredietbank
1.092
Overig
1.038
Totaal
23.358
Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-13
31-12-12
Vooruitontvangen bedragen
16.210
13.388
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen
18.984
22.339
Nog te betalen bedragen
11.967
13.778
Totaal
47.160
49.505
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen betreffen projecten zoals Onderwijs, Brede school – Sociale Alliantie – Impuls jongeren en veiligheid, ESF 2007-2013, Reintegratie doelgroep 55+ Drenthe werkt, Toegankelijkheid bushalte en regionaal actieplan jeugdwerkloosheid.
53
Overige financiële verplichtingen Waarborgsommen en garanties Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden: oorspr. bedrag
perc. borg
boek waarde
boek waarde
stelling
31-12-13
31-12-12
9.000
100%
401
589
2015
Tuinbouwstimulering
382
100%
12
17
2015
Diverse
159
100%
4
19
2014
30
100%
24
27
2021
2.270
100%
2.270
Aard/omschrijving (bedrag * € 1.000) Bouw Diaconessenhuis
VV Klazienaveen sportstimulering Rekening Courant DPE TC Bargeres sportstimulering
60
ST TC Emmen sportstimulering
100
Totaal
100%
12.002
eind datum
2.270
27
2019
40
2017
2.778
2.922
De gemeente Emmen staat sinds 2005 borg voor het rekening courantkrediet van DPE bij de Rabobank. Dit krediet van DPE bedraagt maximaal € 2,27 mln. In relatie tot deze borgstelling heeft de gemeente Emmen hypothecaire zekerheid gevestigd, met een recht van eerste koop, op de locatie Hoofdstraat. Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte garanties bestaat uit de volgende garantstellingen: garantie bedrag
Omschrijving
31-12-13
(bedrag * € 1.000) WSW Interparis/wooncom/woonzorg: woningbouw
324.954
Nationale Hypotheekgarantie
9.518
Totaal
334.472
Langlopende financiële verplichtingen De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze verplichtingen Omschrijving (bedrag * €1.000)
ingangs datum
huur/lease bedrag
looptijd in jaren
opmerking
Gemeentewinkel Klazienaveen
1-07-10
35
10
verlenging 5 jaar
Gemeentewinkel Emmer Compascuum
1-07-04
16
5
verlenging per jaar
Marktplein 140
1-09-03
50
3
per 1 sep 2013 opgezegd
Huur 'De Fabriek' CBK
1-08-09
190
5
verlenging 5 jaar
Dislocatie Vreding 2
1-08-09
23
2
verlenging per jaar tot 31 mrt 2015
882
exclusief brandstof
1.196
Lease wagenpark Totaal
54
55
Bezoekadres: Raadhuisplein 1 7800 RA Emmen Telefoon: 14 0591 Website: www.emmen.nl
Eindredactie Team Communicatie Postbus 30001 7800 RA Emmen
Tekst Gemeente Emmen
Opmerkingen en vragen
[email protected] of tel. 14 0591
Vormgeving en productie Team Communicatie CR45664
Uitgave Gemeente Emmen