Jaarverslag 2010 Bestuursverslag en Jaarrekening 2010
Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Inhoudsopgave
VOORWOORD VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR
5
VOORWOORD VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
7
INLEIDING
9
1. STG. SPECIAAL ONDERWIJS NOORD EN MIDDEN LIMBURG
10
1.1 ALGEMEEN 1.1.1 GESCHIEDENIS 1.1.2 KERNTAKEN 1.1.3 MAATSCHAPPELIJKE OPDRACHT 1.2 MISSIE, VISIE EN STRATEGISCHE DOELEN
10 10 10 10 11
2. ORGANISATIE
12
2.1 ORGANISATIESTRUCTUUR 2.1.1 RAAD VAN TOEZICHT 2.1.2 COLLEGE VAN BESTUUR 2.1.3 SCHOLEN/DIENSTEN SSO NML 2.1.4 GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
12 13 13 13 15
3. ONDERWIJSKUNDIG BELEID
18
3.1 PASSEND ONDERWIJS 3.2 TRANSFER & EXPERTISE CENTRUM ARBEIDSINTEGRATIE 3.3 KARTREKKERSTRAJECT TALENTENCAMPUS 3.5 KENGETALLEN LEERLINGEN 3.6 UITSTROOM GEGEVENS EN OPBRENGSTEN SSO NML 3.6.1 DE MAASKEI 3.6.2 ULINGSHOF 3.6.3A VIJVERHOFSCHOOL SO 3.6.3B VIJVERHOFSCHOOL VSO 3.6.4 HET POORTJE 3.6.5 ’T WILDVELD 3.6.7 DE VELDDIJK 3.6.8 AMBULANTE DIENST 3.6.9 INTERDISCIPLINAIRTEAM 3.6.10 TRANSFER & EXPERTISE CENTRUM ARBEIDSINTEGRATIE (TECA)
18 19 20 21 22 23 26 27 29 31 33 35 37 40 42
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
2
4. SAMENWERKING
44
4.1 SAMENWERKINGSVERBANDEN VANUIT HET WETTELIJK KADER 4.2 SAMENWERKINGSVERBANDEN VANUIT ONZE MAATSCHAPPELIJKE OPDRACHT 4.3 SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS
44 45 46
5. KWALITEITSBELEID
47
5.1 KWALITEITSZORG IN DE ORGANISATIE 5.2 TOEZICHT OP DE KWALITEIT DOOR INSPECTIE EN BESTUUR SSO NML 5.3 KLACHTENREGELING 5.3.1 VERTROUWENSCOMMISSIE
47 47 48 48
6. PERSONEELSBELEID
49
6.1 MEDEWERKERSTEVREDENHEIDSONDERZOEK 6.2 SOCIAAL STATUUT 6.3 SCHOLING EN FUNCTIEONTWIKKELING 6.3.1 FUNCTIEMIX EN SENIORSCHAP 6.3.2 COMPETENTIEMANAGEMENT SCHOOLLEIDERS 6.3.3 HARMONISATIE GESPREKKENCYCLUS 6.3.4 BELEID GERICHT OP TAAK,- EN FUNCTIEDIFFERENTIATIE 6.3.5 BELONINGSBELEID 6.4 ZIEKTEVERZUIM, RE-INTEGRATIE EN IPAP 6.5 PERSONELE KENGETALLEN 6.5.1 PERSONEELSBEZETTING 6.5.2 MAN/VROUW VERHOUDING 6.5.3 VERLOOP LEEFTIJD 6.6 ZIEKTEVERZUIM
49 49 50 50 50 51 51 52 52 54 54 54 55 55
7. HUISVESTINGSBELEID
56
7.1 VISIE OP HUISVESTIGING 7.2 INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN PRIMAIR & SPECIAAL ONDERWIJS 2010 - 2013 7.2.1 TALENTENCAMPUS 7.2.2 EXPERTISECAMPUS VENRAY 7.2.3 NIEUWBOUW DE VELDDIJK 7.3.4 VSO VIJVERHOFSCHOOL 7.3.5 VERBOUWING DE MAASKEI
56 56 56 57 58 58 58
8. ICT BELEID
59
8.1 8.2 8.3 8.4
59 59 59 59
AANSLUITING BRON ONDERHOUD VERNIEUWING SCHOLING PERSONEEL
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
3
8.5 PROJECTEN
60
9. FINANCIEEL BELEID
61
9.1 ALGEMEEN 9.2 FINANCIËLE POSITIE SSO NML 9.2.1 SOLVABILITEIT 9.2.2 KAPITALISATIEFACTOR 9.2.3 WEERSTANDSVERMOGEN 9.2.4 LIQUIDITEIT 9.2.5 RENTABILITEIT 9.3 ANALYSE WERKELIJK 2009 MET BEGROTING 2010 EN WERKELIJK 2009 9.3.1 REALISATIE 2010 T.O.V. DE BEGROTING 2010 9.3.2 REALISATIE 2010 T.O.V. DE REALISATIE 2009 9.3.3 BEGROTING 2011 9.3.4 BESTEMMINGSRESERVES 9.4 TREASURYMANAGEMENT 9.4.1 UITGANGSPUNTEN 9.4.2 TREASURYSTATUUT 9.4.3 TREASURYPLAN 2010
61 61 62 62 62 63 63 64 64 65 66 68 70 70 70 71
Bijlage: Rapport inzake de jaarrekening 2010
73
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
4
Voorwoord van het College van Bestuur Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden Limburg over 2010. Het is een veel bewogen jaar geweest, waarin vooral de bestuurlijke ontwikkelingen zijn weerslag hebben gevonden. Dit jaarverslag laat u de resultaten zien. In dit voorwoord worden de belangrijkste thema‟s genoemd.
Passend Onderwijs Hoewel de brief van de minister van OCW over Passend Onderwijs pas in januari 2011 is verschenen heeft ze haar schaduwen vooruit geworpen in 2010. Mede omdat ook bezuinigingen zijn aangekondigd. De stichting heeft geparticipeerd in de verschillende overlegsituaties. Ook is de stichting betrokken geweest bij een aantal experimenten en projecten welke gericht zijn op de invoering van Passend Onderwijs. Te denken valt aan de ontwikkeling van het onderwijs in het SO en ontwikkelingen in de transfer naar de arbeidsmarkt. Door de wisseling van bestuur en de beperkte inzet van de interim-bestuurder heeft de heer Gerards, directeur van de Ulingshof waargenomen in diverse overleggremia. Gelet op de bezuinigingen welke zijn aangekondigd is besloten tot een vacaturestop teneinde de personele kosten beheersbaar te houden. De voorbereidingen van de directie tweedaagse begin januari 2011 zijn gericht geweest op een strategische verkenning rond het begrip Passend Onderwijs. Huisvesting SSO NML Met de bouw van de Talentencampus Venlo is een start gemaakt van een uniek project van samenwerking tussen scholen voor primair onderwijs, speciaal basisonderwijs, en speciaal onderwijs (het Poortje, de Vijverhof SO). De betreft een gedeeltelijke integratie van het onderwijs in de verschillende schooltypen. De voorbereiding is in handen van medewerkers van de deelnemende schoolbesturen. In de Talentencampus participeren de stichtingen Fortior, SSO NML, en Spring Kinderopvang. Ook de diensten AD en IDT van SSO NML worden in de Talentencampus gehuisvest. Parallel aan de bouw van de Talentencampus Venlo vonden ook de voorbereidingen plaats van de Talentencampus Droom van Venray. Achtergrond van dit project is het realiseren van thuis-nabij onderwijs voor de kinderen uit Venray en omgeving die een beroep doen op Speciaal Onderwijs. De onderwijskundige invulling is vergelijkbaar met die van de Talentencampus Venlo. Qua huisvesting zijn pogingen ondernomen om een unielocatie te realiseren. In de verslagperiode is dat niet haalbaar gebleken, reden waarom een duolocatie (gebouwen van Focus en Toverbal) is onderzocht. In 2010 zijn voorbereidingen getroffen voor verbouw en nieuwbouw van de Maaskei. De gemeente Maasgouw en de stichting SSO NML (aanvullend) hebben hiervoor de nodige fondsen vrijgemaakt.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
5
Doorontwikkeling Transfer en Expertisecentrum Arbeidstoeleiding Het Transfer en ExpertiseCentrum Arbeidstoeleiding (TECA) is verder ontwikkeld in de verslagperiode. Met het bedrijfsleven zijn afspraken gemaakt over het plaatsen van leerlingen. Geslaagd voorbeeld is het glastuinbouwbedrijf Sunny Tom. Een medewerker is aangetrokken als coördinator van TECA. In de stuurgroep participeren de schooldirecteuren die leerlingen in het uitstroomprofiel arbeidsmarkt hebben. Met stagebegeleiders en jobcoaches ontwikkelde TECA een expertise die ook verder toepasbaar is gebleken. TECA is in eerste instantie gericht op de leerlingen in hun overgang naar de periode na de school voor VSO of PRO. Het is gebleken dat voor een grote groep jongeren er ook een traject wenselijk is zoals TECA dat kan bieden. Aangezien het dan om contractactiviteiten gaat worden deze ondergebracht in een stichting dienstverlening. Adequate aandacht is daarbij geschonken aan de fiscale verhouding met de stichting SSO NML.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
6
Voorwoord van de Raad van Toezicht De raad van toezicht (RvT) houdt, zoals in de statuten bepaald, toezicht op het beleid van het college van bestuur (CvB), op de gang van zaken binnen de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen en diensten. Zij treedt op als werkgever van het college van bestuur en kan het college gevraagd en ongevraagd adviseren. (Voor de samenstelling van de RvT verwijzen we naar het financiële deel van de jaarrekening. De vergoeding voor de raad van Toezicht is conform het advies van de PO-raad.) Naast het uitvoeren van de statutair vastgestelde taken zoals het vaststellen van de begroting, het vaststellen van de jaarrekening, het benoemen van de accountant etc. besteedt de RvT bij het uitoefenen van het toezicht vooral aandacht aan de doelstelling en de maatschappelijke legitimatie van de stichting. Daarbij staan de volgende criteria centraal: realiseren van de missie, visie en strategisch beleid van de stichting; bewaken van kwaliteit van onderwijsprocessen en –resultaten; bewaken van de continuïteit van de stichting, uitgedrukt in aantallen leerlingen, medewerkers en financiën; het uitoefenen van goed werkgeverschap; nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen de lokale en regionale omgeving; het afleggen van verantwoording. In een vijftal reguliere vergaderingen heeft de RvT de reguliere onderwerpen zoals begroting, jaarrekening, tussentijdse managementrapportages en inspectierapporten behandeld. Verder heeft de RvT, als gevolg van de bestuurlijke ontwikkelingen, meerdere malen onderling overleg gevoerd, alsmede met externe adviseurs, het directeurenoverleg en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Tenslotte heeft de RvT, onder externe leiding, het eigen functioneren en de verhouding met het CvB geëvalueerd. College van Bestuur In de loop van 2009 ontving de RvT signalen dat er problemen waren binnen het college van bestuur (CvB). Ondanks gesprekken met de RvT en inschakeling van een externe coach bleek in 2010 dat onderlinge samenwerking niet meer mogelijk was. De RvT heeft daarop besloten een onderzoek in te laten stellen naar de gewenste toekomstige topstructuur alsmede de bemensing hiervan. Na overleg met de RvT hebben zowel de heer Platzbeecker als de heer Van Tulden besloten hun werkzaamheden per 1-12-2010 te beëindigen. Vanuit zijn eigen bedrijf blijft de heer Van Tulden een aantal lopende bouwprojecten begeleiden. De RvT heeft, conform bovengenoemd advies, de voorkeur voor een eenhoofdig CvB. Omdat de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad vooralsnog geen positief advies kon geven is besloten eerst de voorzitter te werven en later te beslissen of een tweede lid van het CvB wenselijk en noodzakelijk is. Per 1 juni 2011 is de heer Freij benoemd als nieuwe voorzitter van het CvB. Tot die datum functioneert, sinds medio november 2010, de heer Brugman als interim-bestuurder.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
7
Meerjaren Strategisch Beleidsplan In het jaar 2009 is gestart met een herijking van de missie en visie van de stichting. Dit proces is in 2010 afgerond Deze herijking is nodig om de stichting sterker in de regio te positioneren en in te spelen op de consequenties van Passend Onderwijs voor onze stichting. De contouren van het strategisch beleidsplan zijn in een document vastgelegd. De concretisering van dit plan zal het komend jaar vorm krijgen. Passend Onderwijs Zoals ook het CvB in dit verslag schrijft, zijn de gevolgen van Passend Onderwijs voor de SSO NML ingrijpend. Voor de eind 2009 aangekondigde bezuinigingen zijn begin 2011 concrete voorstellen bekend geworden. Voor de SSO NML betekent dit dat de ambulante begeleiding grotendeels verdwijnt tenzij het reguliere onderwijs een deel van de kosten voor haar rekening neemt. Ook worden de klassen groter en tenslotte wordt de financiering van het aantal leerlingen, dat speciaal onderwijs volgt, bevroren. De RvT steunt het in gang gezette proces van het CvB om pijnlijke maatregelen te nemen met betrekking tot het personeelsbeleid. In overleg met de vakbonden zullen nagenoeg alle tijdelijke contracten niet verlengd worden en zal er voor een aantal vaste medewerkers geen formatieruimte meer zijn.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
8
Inleiding Voor u ligt het bestuursverslag van Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg. Het bestuursverslag is bedoeld voor ieder die kennis wil nemen van de stichting en beoogt tevens verantwoording af te leggen over het door de stichting gevoerde beleid en de gemaakte keuzes. Het bestuursverslag is voornamelijk gericht aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie voor het onderwijs. Het bestuursverslag maakt integraal deel uit van het jaarverslag en neemt, zeker in het licht van de horizontale verantwoording, een prominente rol in binnen het totale jaarverslag. Onderdeel van het jaarverslag is ook het rapport betreffende de jaarrekening. Het rapport bestaat uit een balans per 31 december 2010 en een staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010, welke beide zijn voorzien van de nodige specificaties en toelichtingen.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
9
1. Stg. Speciaal Onderwijs Noord en Midden Limburg 1.1
Algemeen
1.1.1 Geschiedenis De Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg (SSO NML) is in 2000 ontstaan uit een fusie van zes scholen in de regio's Noord- en Midden-Limburg en biedt Speciaal Onderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs, Praktijkonderwijs en diensten op het gebied van ambulante begeleiding, diagnostiek en arbeidstoeleiding aan ongeveer 1719 leerlingen. Op 1 augustus 2006 heeft de SSO NML haar expertise verder gebundeld. Alle expertisemedewerkers van de zes scholen vormen sindsdien een InterDisciplinairTeam (IDT). Dit IDT vormt de brug tussen regulier onderwijs, speciaal onderwijs en zorg voor leerlingen met specifieke ontwikkelings- en opvoedingsvragen. De ambulante begeleiders vormen sedert 2007 de Ambulante Dienst. Met name in het praktijkonderwijs ontstond de behoefte aan meer begeleiding en aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. In 2009 is daarom het Transfer- en Expertisecentrum voor Arbeidsintegratie opgericht. Deze begeleidt leerlingen op intensieve en praktijkgericht wijze naar, zo mogelijk, een volwaardige arbeidsplek. 1.1.2 Kerntaken Het onderwijs biedt kinderen/jeugdigen met een beperking of handicap op een basisschool of een andere school voor voortgezet onderwijs vaak onvoldoende begeleiding. Deze leerlingen hebben juist extra begeleiding en ondersteuning nodig en een aan hun mogelijkheden aangepast programma. Deze steun in de rug kan gevonden worden in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg in de vorm van passend onderwijs of ambulante begeleiding. 1.1.3 Maatschappelijke opdracht Met betrekking tot de maatschappelijke opdracht voor de leerlingen die bij ons onderwijs volgen zijn, afhankelijk van de individuele ontwikkelmogelijkheden, de volgende uitstroomprofielen door de Overheid in voorbereiding: • Diplomagericht ( reguliere (start) kwalificatie VO en/of MBO 2) • Arbeidsmarktgericht (MBO1/AKA, branchecertificaten, herkenbaar nieuwe kwalificatiestructuur speciaal onderwijs) • (arbeidsmatige) dagbesteding (portfolio) Deze uitstroomprofielen passen uitstekend bij ons onderwijskundig beleid (Hoofdstuk 3).
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
10
1.2 Missie, Visie en Strategische Doelen In 2009 heeft SSO NML haar missie en visie voor de komende jaren herijkt en als volgt geformuleerd: Missie: “Wij zijn de onderwijsexpert voor kind, jongere en jong volwassene met specifieke ontwikkelings- en opvoedingsvragen die bijdraagt aan het bereiken van hun autonomie en maatschappelijke welbevinden. “ Visie: “Door het bieden van maatwerk zijn we in staat een optimale bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het individu. De basis hiervoor is een goede diagnose vertaald naar een passend, integraal aanbod. Het verbinden van de (ortho-) didactische methoden aan een (ortho-) pedagogische benadering is ons leidend principe. Het vertalen van onze ervaringen in de praktijk naar nieuwe concepten en onze hoogwaardige expertise stellen ons in staat onze bijdrage continu te verbeteren en maakt ons tot een herkend en erkend professional met meerwaarde voor alle betrokkenen.“
Strategische Doelen: Het onderwijs dat wij bieden vanuit SSO NML doen wij voor de meest kwetsbaren van onze samenleving. Dat willen wij goed doen, meest optimaal, en in samenhang met onze partners. We kunnen dat niet alleen. Om de veranderende markt beter en flexibel te kunnen bedienen zal SSO NML zich ontwikkelen in een onderwijsgevende eenheid met daarnaast een “expertisecentrum”, waarin het Interdisciplinairteam en de Ambulante Dienst nauw met elkaar verbonden zijn. Alle niet onderwijsverzorgende diensten worden hierin ondergebracht. Samenwerking is van belang om verschillende redenen: - meer doen met minder - expertise borgen - bedienen van dezelfde doelgroep - de instroom komt grotendeels via de zorg - duurzame krachtige positie in het onderwijs- en zorgveld. Vanuit die samenwerking en behoefte aan strategische positionering is de samenwerking met de zorgpartners essentieel. Het praktijkonderwijs zo veel mogelijk benutten als plek voor het verkleinen van onderwijs naar arbeidmarkt. Het is de brug van speciaal naar regulier onderwijs. Passend onderwijs is een belangrijke trend, net als de regionalisering van de jeugdzorg en de nieuwe wet- en regelgeving omtrent de Wajong. SSO NML zoekt nadrukkelijk de verbindingen met de zorg. De samenwerking met het reguliere onderwijs is belangrijk in de keten.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
11
2. Organisatie 2.1 Organisatiestructuur
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
12
2.1.1 Raad van Toezicht De raad van toezicht houdt toezicht op het college van bestuur en bestaat per 31 december 2010 uit de volgende leden: - dhr. mr. R.M.V. Wienen Voorzitter kantoordirecteur/fiscalist accon■avm Venlo bestuurslid/penningmeester VVV-Venlo bestuurslid Vrinde van Jocus bestuurslid van beleggingsclub “os aortje” - dhr. J.G.M. Rutten
Vice-voorzitter
- mevr. J.M. de Leeuw-Steur MEM Lid Lid OGVO- academy Freelancer onderwijs & organisatie - dhr. drs. A.J.M.L. Kaumo Lid Manager Bedrijfsbureau KvK Limburg - dhr. drs. J.B.M. Titulaer Lid Docent Fontys Internationale Hogeschool Economie Lid GMR Stichting Fortior De honorering van de raad van toezicht is in het verslagjaar aangepast conform de richtlijnen van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI). Vacatiegelden raad van toezicht: Voorzitter € 5.350 Leden € 2.700 2.1.2 College van Bestuur Het college van bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en wordt op 31 december 2010 gevormd door: - dhr. drs. Th.A.J. Brugman, voorzitter College van Bestuur ad interim De beloning college van bestuur is opgenomen in de jaarrekening. 2.1.3 Scholen/diensten SSO NML De volgende scholen/diensten behoren tot de stichting: Scholen/ Diensten:
Schoolsoort:
Directeur:
Adres:
De Maaskei
SO en VSO ZMLK
Dhr. P. van de Laar
Wessemerweg 3, 6097 NA, Heel
Ulingshof
Mytyl- en tytylschool
Dhr. N. Gerards
Ulingshofweg 26, 5915 PM, Venlo
De Vijverhofschool SO
SO voor ZMLK
Dhr. T. van Helvoirt
Vijverhofstraat 4, 5913 TV, Venlo
De Vijverhofschool VSO VSO voor ZMLK
Dhr. P. van de Laar, wrnmnd
De Breuken 7, 5931 PC, Tegelen
t Wildveld
Praktijkonderwijs
Dhr. J. Smulders
Roerdompstraat 5, 5912 BR, Venlo
De Velddijk
VSO ZMOK
Dhr. R. Steeghs, wrnmnd
Bergstraat 58, 5931 CE Tegelen
Het Poortje
SO ZMOK
Dhr. T. van Helvoirt
Simon Stevinsstraat 4, 5916 PZ, Venlo
IDT
InterDisciplinairTeam
Mevr. K. Janssen
Roerdompstraat 3, 5912 BR, Venlo
Ambulante Dienst
Ambulante Dienst cluster 3/4
Dhr. L.Creemers
Roerdompstraat 3, 5912 BR, Venlo
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
13
De Maaskei is een onderwijsexpertise school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) met een SO-afdeling voor kinderen van 4 jaar tot 12 jaar en een VSO-afdeling voor jongeren van 13 jaar tot 20 jaar. Ulingshof is een school voor mytyl- en tytylonderwijs (onderwijs aan enkelvoudig of meervoudig beperkte kinderen, of langdurig zieke kinderen in de leeftijd van 3 tot 18 á 20 jaar). Aan de school is een revalidatieafdeling van Medisch Centrum VieCuri verbonden. Gezamenlijk geven we vorm aan onderwijs en revalidatie vanuit de visie “Eén kind, één plan”. De Vijverhofschool is een onderwijsexpertise school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) met een SO-afdeling voor kinderen van 4 jaar tot 12 jaar en een VSO-afdeling voor jongeren van 13 jaar tot 20 jaar. ‟t Wildveld is een school voor praktijkonderwijs (VO) voor leerlingen van 12 tot ongeveer 18 jaar. De Velddijk is een school voor voortgezet speciaal onderwijs (ZMOK-school) die onderwijs en begeleiding op maat biedt aan jongeren van 12 tot 20 jaar met een (ernstige) gedragsstoornis en/of psychische problematiek, alsmede onderwijs aan leerlingen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) Het Poortje is een expertiseschool voor cluster-4-leerlingen en biedt onderwijs op maat aan leerlingen in de leeftijd van 6 tot 13 jaar. Er wordt ook onderwijs geboden aan leerlingen met een specifieke vraagstelling, te weten leerlingen met internaliserende problematiek, moeilijk lerende leerlingen en leerlingen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Het InterDisciplinairTeam (IDT) is de expertisedienst van SSO NML en fungeert als een loket voor alle vragen rond speciaal en praktijkonderwijs en zorgt voor transparante onderzoekstrajecten, een snelle en efficiënte doorloop van aanmelding tot plaatsing, deskundig advies en zorgvuldige begeleiding. De Ambulante Dienst (AD) verzorgt begeleiding en ondersteuning van leerlingen geïndiceerd voor cluster 3 en 4 die onderwijs volgen in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs en brengt samenhang en verbindingen binnen de sociale leeromgeving van deze leerling. Het Transfer & Expertise Centrum Arbeidsintegratie (TECA) is de arbeidstoeleidingsdienst van de Stichting. Hier werken professionals op het gebied van onderwijs, zorg en arbeid samen om jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar die moeilijk plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt, gericht naar werk te begeleiden.
Stichting Dienstverlening SSO NML is in 2009 opgericht. Eind verslagjaar zijn bij deze stichting de activiteiten van TECA dienstverlening ondergebracht. Deze activiteiten betreffen voornamelijk diensten op het gebied van werken, leren en werkgelegenheid, i.c. jobcoaching.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
14
2.1.4 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad In het schooljaar 2009-2010 is besloten dat de scholen en diensten per kalenderjaar gaan werken. Daarom heeft de GMR ervoor gekozen om het jaarverslag voortaan ook per kalenderjaar te maken. Als overgangsversie hebben we eenmalig een verslag over een periode langer dan één jaar: het is een combinatie van het jaarverslag van schooljaar 20092010 en het verslag van kalenderjaar 2010. Samenstelling en organisatie Per 31 december 2010 heeft de GMR de volgende samenstelling: Naam
Geleding
School/
Zittingsperiode
Functie in
afdeling
(van/tot)
(G)MR
Karin Knechten
Personeel
„t Wildveld
Januari 2007 tot heden
Voorzitter
Neeltje Cox
Personeel
AB & IDT
Augustus 2008 tot heden
Vice-voorzitter
Margriet Schouren
Personeel
Het Poortje
Augustus 2007 tot heden
Lid
Twan Verbeek
Ouder
Het Poortje
Augustus 2008 tot heden
Lid
Jos Cremers
Personeel
Ulingshof
Augustus 2005 tot heden
Lid
Gaby Nissen
Personeel
De Maaskei
Augustus 2009 tot heden
Lid
Vivianne Lauxen
Personeel
Velddijk
Augustus 2008 tot augustus 2010
Lid
Ruud Beeren
Personeel
Velddijk
Augustus 2010 tot heden
Lid
Anja Vlasveld
Personeel
Vijverhof
Augustus 2007 tot heden
Lid
In de oudergeleding van ‟t Wildveld, Ulingshof, De Maaskei, Velddijk en Vijverhof zijn er vacatures. Er wordt regelmatig aan de oudergeledingen in de afzonderlijke MR‟s gevraagd of er ouders zijn die in de GMR willen aanschuiven. Het afgelopen schooljaar zijn de vacatures helaas niet gevuld. Vanuit het College van Bestuur namen Huub Platzbeecker en Dick van Tulden deel aan de GMR vergaderingen en vanaf november 2010 de heer Theo Brugman. De GMR functioneert op basis van het Medezeggenschapsstatuut en het GMR-reglement van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord en Midden Limburg. Deze regelingen zijn te raadplegen via de portal van SSO NML. De GMR vertegenwoordigt het personeel en de ouders in kwesties op bovenschools niveau binnen de Stichting Speciaal Onderwijs Noord en Midden Limburg. Op school- en dienstniveau functioneert een MR. Het postadres van de GMR is: SSO NML t.a.v. GMR Postbus 809 5900 AV Venlo
[email protected]
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
15
Overleg en standpunten De GMR heeft in de periode augustus 2009 – december 2010 8 vergaderingen gehad met het College van Bestuur. Voorafgaand aan elke overlegvergadering, hebben de voorzitter en vice-voorzitter overleg gehad met een lid van het College van Bestuur. Verslagen van vergaderingen worden verspreid aan GMR-leden. Zij informeren de MR over belangrijke punten die in de GMR-vergadering besproken zijn. In de periode augustus 2009 – december 2010 zijn diverse onderwerpen besproken in de GMR. Onderstaand een overzicht van de voornaamste onderwerpen en ontwikkelingen:
Besproken onderwerpen
Ter
Ter
Ter
instemming
advisering
informatie
Nieuwe missie en visie stichting
X
Project Passend Onderwijs
X
Taakdifferentiatie en functiedifferentiatie
X
Inventarisatie diensttijdverband
X
FUWA FUWA + Uitbreiding FUWAbouwwerk met functie instructeur
X X X
Sociaal statuut
X
GMR/MR reglement
X
MR statuut
X
ICT reglement
X
Jaarrekening/bestuursverslag 2009
X
Bestuursformatieplan 2009/2010
X
Bestuursformatieplan 2010/2011
X
Begroting 2010
X
Marap
X
Meerjarenbegroting 2010-2014
X
Risicoanalyse
X
Planning & Control document
X
Stand van zaken Talentencampus
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
X
16
Besproken onderwerpen
Ter
Ter
Ter
instemming
advisering
informatie
Stand van zaken Expertisecampus
X
Stand van zaken nieuwbouw de Velddijk
X
Stand van zaken huisvesting Maaskei
X
TECA
X
Oudertevredenheidsonderzoek
X
Huishoudelijk reglement GMR
X
Evaluatie uren MR/GMR
X
Advisering wijziging bestuurs-structuur
X
Sinds september 2010 heeft de GMR ook enkele malen overleg gehad met de Raad van Toezicht, over het voornemen om het tweehoofdig College van Bestuur terug te brengen naar een eenhoofdig college van Bestuur. Uiteindelijk is overeen gekomen dat de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur zal bekijken of het nodig/wenselijk is dat er nog een lid bij het College van Bestuur komt. De Raad van Toezicht heeft besloten niet verder te gaan met het College van Bestuur zoals dat samengesteld was tot eind november 2010. Het gevolg van dit besluit was de aanstelling van een bestuurder a.i. dhr. Th. Brugman. Verder is er een commissie samengesteld die zich gaat richten op de selectie van een voorzitter van het College van Bestuur. Afgesproken is dat de GMR hierin een directe rol gaat spelen. De GMR heeft op verschillende manieren ruggespraak met haar achterban gehad. Interne zaken Gedurende de verslagperiode heeft de GMR gebruik gemaakt van de volgende faciliteiten en mogelijkheden tot overleg met de achterban: Scholing: er is 1 scholingsavond geweest, verzorgd door het NKO. In deze scholing stonden de volgende modules centraal: MR & haar achterban: relatie van de MR met de ouderraad, ouders en personeel De belangen van ouders en school in balans. Op zoek naar een nieuw evenwicht van belangen. Advies: De personeelsgeleding van de GMR heeft een middag uitleg en advies gekregen over de functiemix. In het kader van de problematiek in het College van Bestuur en de besluiten van de Raad van Toezicht in dezen, heeft de GMR besloten juridisch advies in te winnen. Er zijn verschillende gesprekken geweest met een juridisch adviseur; er is door hem een vergadering bijgewoond en we hebben telefonisch en per mail vragen uitgewisseld.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
17
3. Onderwijskundig beleid In 2010 is met betrekking tot het onderwijskundig beleid op stichtingsniveau met name aandacht besteed aan de “nieuw koers passend onderwijs” en de consequenties van de voorgenomen bezuinigingen. De thema‟s die in deze context aan de orde kwamen zijn: Meer met minder Talentontwikkeling Verbeteren lespraktijk Besturen in samenhang Daarnaast is de ontwikkeling van het Transfer & Expertise Centrum Arbeidsintegratie (TECA) een belangrijk thema geweest. In het verslagjaar is ook gestart met de bouw van de Talentencampus Venlo. Er is veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van het onderwijsconcept en de competentieontwikkelingen van de leerkrachten die dit vernieuwende onderwijsconcept gaan neerzetten (kartrekkerstraject).
3.1 Passend Onderwijs In het jaar 2010 hebben we als stichting veel werk gemaakt van Passend Onderwijs; één van de belangrijkste onderwijskundige beleidsontwikkelingen van de afgelopen en komende jaren. Passend Onderwijs wordt veelal gerealiseerd middels activiteiten van de Ambulante Dienst. Daar werken de collega‟s nauw met de leraren in het regulier onderwijs samen om de leerlingen met een indicatie zo goed mogelijk onderwijs te geven, waardoor zij – ondanks deze indicatie - thuisnabij onderwijs kunnen blijven genieten. In augustus werden we geconfronteerd met een bezuiniging van 13.6 % op het budget van de Ambulante Dienst. We hebben er als Stichting voor gekozen om die bezuiniging wèl door te voeren “in tijd”, zoals de overheid bedoelde, maar niet “op menskracht.” De ruimte die daardoor ontstond, is bewust gebruikt om Ambulant Begeleiders te scholen, de expertise verder door te ontwikkelen en nieuwe diensten op te bouwen. Bedoeld om de ervaren effectiviteit van de Ambulante Dienst verder te vergroten, zodat de collega‟s in het regulier onderwijs nut en noodzaak ervaren. De ingezette intentie is dan ook om de Ambulante Dienst zoveel mogelijk flexibel te maken. Met de Stichting Kerobei (Primair Onderwijs) zijn we dan ook een project gestart om te bezien hoe we de ambulante begeleiding in dit perspectief kunnen ontwikkelen. Daarnaast zijn wij als Stichting met de collega-besturen actief aan de slag geweest om de samenwerking in het kader van Passend Onderwijs verder te versterken. De regiegroep Passend Onderwijs, heeft een deel van de middelen van de Overheid hiervoor beschikbaar gesteld en toegekend aan projecten. De projecten hebben tot doel de samenwerking tussen verschillende besturen, scholen voor PO, VO en MBO en de samenwerking met ketenpartners, verder te versterken. Daarmee leveren we een actieve bijdrage aan een goede infrastructuur van Passend Onderwijs in Noord Limburg.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
18
Concrete voorbeelden hiervan zijn: • Projectflexibele Ambulante Dienstverlening. • Samenwerking gericht op de trajecten in het reguliere VO. • Project voor kinderen met Autisme op HAVO /VWO. • Projectgericht op de samenwerking in ZAT (Zorg Advies Team). Maar ook het opbouwen en uitbouwen van de “Talentencampus” in Venlo en de voorbereiding daarvan in Venray. Dit zijn projecten waarin we een onderwijskundig denken, een school ontwikkelen en bouwen waarin alle kinderen gedijen en waardoor een “etikettering” niet meer nodig is. Kortom: het summum van Passend Onderwijs, waarin alle kinderen onderwijs krijgen in een omgeving die altijd passend is en aansluit bij de mogelijkheden en de talenten van de kinderen. In alle samenwerkingsverbanden van de regio Noord- en Midden Limburg, zijn we verder betrokken bij het door ontwikkelen van de regionale infrastructuur. We leveren dus inhoudelijke en bestuurlijke bijdragen. In de regio Noord zijn dit bijdragen aan het Samenwerkingsverband PO en VO rondom Venlo, maar ook aan de samenwerkingsverbanden van Midden Limburg, te weten: Weert, Leudal-Thorner Kwartier en Roermond. Op deze wijze hebben we in 2010 een basis gelegd voor de inhoudelijke en bestuurlijke doorontwikkeling van Passend Onderwijs. In 2011 hebben we de opdracht om samen met de collega-scholen en -besturen de beleidslijnen van februari 2011 te effectueren.
3.2 Transfer & Expertise Centrum Arbeidsintegratie SSO NML ziet het als haar maatschappelijke opdracht jongeren de mogelijkheid te geven zich te ontwikkelen tot een actief burger die wil en kan participeren in onze samenleving en mede daardoor een plek kan verwerven in die samenleving. Optimale participatie in de samenleving als jong volwassene veronderstelt het hebben van werk, een door de jongere zelf als zinvol ervaren besteding van de vrije tijd en zo zelfstandig mogelijk kunnen wonen. Om dat te kunnen realiseren, is het belangrijk dat er een goede transfer plaatsvindt van school naar arbeid, dagbesteding of vervolgonderwijs. Om leerlingen van SSO NML een zinvol en realistisch toekomstperspectief te bieden, is het noodzakelijk om samen te werken in een keten: leren-werken-wonen-vrije tijd. Om dit te kunnen realiseren is het Transfer & Expertise Centrum Arbeidsintegratie SSO NML (TECA) opgezet. Binnen TECA wordt door diverse interne en externe docenten en professionals in projecten samengewerkt en kennis met elkaar gedeeld. Hierbij wordt bewust rekening gehouden met de wensen en eigen identiteit van leerlingen, scholen en betrokken bedrijven, instellingen en organisaties. TECA is een voorbeeld van een organisatie die met één been in het onderwijs staat en met het andere been in de arbeidsmarkt. TECA is er voor de jongere én voor de werkgever. Aan de ene kant helpen wij jongeren met hun ontwikkelingsperspectief en loopbaanvraag. Aan de andere kant zijn wij voor werkgevers de expert als het gaat om de invulling van een personeelsvraagstuk met leerlingen van SSO NML. Door als schakel voor beide partijen op te treden, maakt TECA de transfer voor jongeren van school naar de arbeidsmarkt soepeler.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
19
Onderwijs en de arbeidsmarkt groeien steeds meer naar elkaar toe. De grens tussen leren en werken vervaagt en leerlingen van SSO NML ontwikkelen zich steeds vaker via langdurige leerwerktrajecten die niet stoppen bij het verlaten van een van de scholen van SSO NML. Om deze jongeren te kunnen blijven ondersteunen en begeleiden tijdens hun leerwerktraject is eind 2010 door SSO NML besloten om vanaf januari 2011 te starten met TECA Dienstverlening. Hierdoor kan TECA expertise en diensten aanbieden aan jongeren met specialistische loopbaanvraagstukken vanaf 15 tot 27 jaar.
3.3 Kartrekkerstraject Talentencampus Ter verwezenlijking van het Campusonderwijs, zoals beoogd binnen de Talentencampus Venlo en De DROOM van Venray, stellen de samenwerkende besturen (SSO NML, SPOV, Fortior, Stichting de Wijnberg) en de projectleiding talentvolle leraren („high potentials‟) in de gelegenheid om op een moderne, werkplekgerichte, lerende wijze aan de slag te gaan met thema‟s die de praktijk van het Campusonderwijs direct vulling en inhoud gaan geven. Leren, ontwikkelen, samenwerken en het ontwikkelen van onderwijskundig leiderschap gaan daarbij hand in hand. In juni 2009 heeft een werving- en selectieprocedure plaatsgevonden waarna een Kartrekkersgroep van 15 leraren is geformeerd. Een zestal van deze leraren zijn afkomstig van de Vijverhofschool en het Poortje. De leden van de Kartrekkersgroep maken deel uit van de Verbeterteams van de moederorganisaties. Deze Kartrekkersgroep bevordert de totstandkoming van een (h)echte learning community en coördineert het lerend en onderzoekend verkennen en invoeren van de beoogde manieren van denken en de beoogde werkwijzen op de werkvloer, een en ander met oog voor de gewenste grondhouding. Ze heeft dus een regisserende, lerende, implementerende en onderzoekende opdracht. De Kartrekkers zijn één dag per week vrijgesteld van les geven. Op die dag wordt deelgenomen aan de maandelijkse opleidingsdag en uitvoering gegeven aan hun opdracht. Zij zijn actief betrokken bij ontwikkelingen in de andere moederorganisaties. Het traject kent drie tranches van 10 maanden. Het is gestart in oktober 2009. In 2010 hebben in de eerste tranche thema‟s als „Hoe leren professionals‟, „Inleiding in Action learning‟ en „Organisatiesensitiviteit‟ aandacht gehad. De eerste tranche is afgesloten met de presentaties van door Kartrekkers uitgevoerd actieonderzoek aan hun collega‟s. In de tweede tranche in 2010 zijn de Kartrekkers hun tweede actieonderzoek begonnen en stonden onder meer thema‟s als „Onderwijskundig leiderschap‟, „Kwaliteitsontwikkeling‟ en een tweedaagse Coveytraining t.b.v. persoonlijke effectiviteit, centraal. De begeleiding van het traject is in handen van de heer Mart Seerden, adjunct-directeur van de Wijnberg en adviseur Campusonderwijs, en mevrouw Angelica van Gastel, Gz-psycholoog IDT en tevens adviseur Campusonderwijs. Ten behoeve van het traject wordt samengewerkt met Interstudie NDO, dat zowel inhoudelijk een bijdrage levert als (mede) beoordeelt en diplomeert aan het eind van het traject. De Kartrekkers ontvangen, bij gebleken bekwaamheid, aan het eind van het traject het diploma „Onderwijskundig leider‟.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
20
3.5 Kengetallen leerlingen
Het totaal aantal leerlingen van SSO NML: School:
1-okt-07
1-okt-08
1-okt-09
1-okt-10
Maaskei
125 95 221 219 214 108 982
127 92 221 220 241 129 1030
123 97 222 216 297 141 1096
126 102 210 216 287 167 1108
Ulingshof Vijverhofschool „t Wildveld Velddijk Het Poortje Totaal:
Uit de tabel is af te leiden dat het aantal leerlingen in 2010 in nagenoeg alle scholen iets is toegenomen dan wel nagenoeg gelijk gebleven is. De stijging voor totaal SSO NML bedraagt 2,37%.
Het totaal aantal ambulant begeleide leerlingen: Soort onderwijs: PO VO MBO Totaal:
1-okt-07
1-okt-08
1-okt-09
1-okt-10
330 116 14 460
359 173 31 563
316 218 39 573
303 241 61 605
Het aantal leerlingen dat ambulant wordt begeleid is ook in 2010 toegenomen, te weten met 5,58%. De verwachting is dat als gevolg van Passend Onderwijs het aantal leerlingen in het (V)SOcluster 3 en Pro gelijk zal blijven ten opzichte van 2010-2011. Voor (V)SO-cluster 4 zal het leerlingenaantal afhankelijk zijn van de opnamecapaciteit van het regulier onderwijs.
Prognose aantal leerlingen voor de komende jaren:
aantal leerlingen per 1-10
2008 1030
2009 1096
2010 1122
2011 1125
2012 1092
2013 1084
Het aantal geprognosticeerde leerlingen voor met name de cluster 4 scholen (Het Poortje en De Velddijk)) zal afhankelijk zijn van de resultaten van de verevening en per jaar mede afhankelijk van de temporisering, zoals die door de minister OCW wordt voorgesteld. Daarbij zij aangemerkt dat de aanpassingen voornamelijk het VSO zullen treffen.
Prognose aantal ambulante begeleide leerlingen voor de komende jaren:
aantal leerlingen per 1-10
2008
2009
2010
2011
2012
2013
563
573
605
565
547
500
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
21
In 2009 is een stijging te zien in het aantal ambulant begeleide leerlingen. Deze stijging is in vergelijking met de stijging in 2008 wat lager. De verwachting is dat het leerlingenaantal vanaf 2010 zal gaan afnemen. De leerlingenaantallen vertonen op lange termijn een dalende trend. Een krimp van het aantal leerlingen heeft invloed op de bekostiging, het aantal personeelsleden en de huisvesting. Vooral vanaf 2013 is er een grote onzekerheid in de prognose van het aantal leerlingen i.v.m. de invoering (en bezuiniging) i.h.k.v. Passend onderwijs.
3.6 Uitstroom gegevens en opbrengsten SSO NML Er bestaan diverse uitstroomprofielen met betrekking tot de maatschappelijke opdracht voor de leerlingen die bij ons onderwijs volgen. In 2010 zijn er in het VSO/VO totaal 130 leerlingen uitgestroomd/doorgestroomd. Deze leerlingen zijn als volgt uitgestroomd/doorgestroomd.
Arbeidstoeleiding:
Vervolgopleiding:
Dagbesteding:
1
7
Maaskei (VSO)
Anders:
Vijverhofschool (VSO)
4
2
15
1
‟t Wildveld (Pro)
14
20
0
3
Velddijk (VSO)
9
20
6
28
Totaal:
27
43
28
32
Op de volgende pagina‟s wordt per school gedetailleerde informatie gegeven over de uitstroom/doorstroom gegevens.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
22
3.6.1 De Maaskei
In 2010 hebben 7 leerlingen de school verlaten i.v.m. uitstroom naar dagactivering dan wel werk. Alle leerlingen zijn uitgestroomd naar een Dag Activiteiten Centrum, zowel binnen als buiten inrichtingsvoorzieningen.
Uitstroom naar:
schooljaar 05-06
06-07
07-08
08-09
09-10
totaal per voorziening
DAC St. Anna
4
3
2
4
2
15
DAC Daelzicht
1
1
3
0
0
5
Dac PSW
5
3
5
5
5
23
St. Elivagar
1
1
0
0
0
2
Collin Joblink
0
0
0
0
0
0
Gemeente
0
0
0
0
0
0
WSW Westrom
0
2
1
0
0
3
Opvang jongeren
1
0
0
0
0
1
Begeleid werken/baan
0
0
1
1
0
2
Zorgboerderij
0
0
1
0
0
1
12
10
13
10
7
Totaal per schooljaar
DAC St. Anna (diverse dagbestedinggroepen binnen en buiten de voorziening) DAC PSW (AC Herten , AC Maasbracht, AC 't Zonnehuis) DAC Daelzicht Midden (diverse Activiteitengroepen binnen en buiten de voorziening)
Doorstroom naar:
schooljaar 05-06
06-07
07-08
08-09
09-10
totaal per voorziening
ZMLK elders
0
0
3
3
0
6
SO naar VSO
0
0
5
12
11
28
PRO
2
4
1
7
SBO
1
0
0
1
1
1
12
20
BUSO (Buitengewoon Speciaal Onderwijs België)
Totaal per schooljaar
0
0
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
2
12
23
Conclusie: Dag Activiteiten Centra zijn van St. Anna (Koraalgroep) (diverse dagbestedinggroepen binnen en buiten de voorziening) en PSW (AC Herten, AC Maasbracht en AC ‟t Zonnehuis). Opvallend is dat naar Daelzicht Midden (eveneens diverse dagbestedinggroepen binnen en buiten de voorziening) de afgelopen 2 jaar geen leerlingen zijn uitgestroomd. Dit is een aandachtspunt voor 2011. Dagactivering is vooral gericht op arbeidsmatige handelingen. In 2010 heeft geen uitstroom naar de begeleid werk trajecten plaatsgevonden. Een van de doelen van beleid is om deze trajecten in een eerder stadium als uitstroommogelijkheid te prognosticeren. Eén van de uitwerkingen hiervan is dat in 2009 4 leerlingen uitgestroomd zijn naar Praktijkonderwijs en in 2010 1 leerling. Mogelijkheden en relaties in dezen worden verder verkend. Natuurlijk is er ook uitstroom naar wonen en vrije tijd. Dit, nogal eens vergeten uitstroomperspectief, zal in de toekomst nadrukkelijk ook als opbrengst genoteerd worden.
Verder heeft 1 leerling de school verlaten i.v.m. doorstroom naar een andere school: 1 leerling naar het praktijkonderwijs Conclusie: De doorstroom naar het praktijkonderwijs heeft te maken met het feit dat we als beleid hebben dat we de ontwikkelkansen van een leerling op een zo hoog mogelijk niveau willen wegzetten. Het lukt ons steeds beter om “eruit te halen wat erin zit”. Dat kan in enkele gevallen betekenen dat leerlingen naar het reguliere onderwijs doorstromen.
Binnen school hebben 11 leerlingen de overstap gemaakt van SO naar VSO. Conclusie: Dit is voor de Maaskei een hoog aantal, in die zin dat we er naar streven dat de VSO omgeving dan ook de omgeving is die het beste past bij de individuele leerling. We zien dan ook een terugloop binnen het aantal leerlingen SO. Beleid van de school is ook (zoals hierboven reeds genoemd) om de ontwikkelkansen van een leerling optimaal mogelijk te maken, wat dus ook kan betekenen dat een enkele leerling op dit overgangsmoment de overstap maakt naar o.a. het praktijkonderwijs.
“Avondschool” Op verzoek en in samenwerking met onze zorgpartners is het al enkele jaren mogelijk om op 1 avond in de week op de Maaskei, door medewerkers van de Maaskei, onderwijs te volgen voor bewoners van de ons omringende zorginstellingen Daelzicht en St. Anna, zo ook in 2010. Zo‟n 10-tal bewoners, tussen de 20 en de 80 jaar oud, maakten hier in het veleden gebruik van. Allerlei “schoolse vakken” krijgen hier aandacht. Ook is er aandacht voor allerlei nieuwe media, waaronder natuurlijk het gebruik van onder andere de computer. In het kader van levenlang leren voorzien we in een behoefte van deze medemensen. Het aantal inschrijvingen per september 2010 was echter zodanig laag dat dit aanbod tijdelijk gestopt is, maar zal in 2011 mogelijk weer opstarten.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
24
Geprognosticeerd perspectief In algemene zin kan gezegd worden dat een van de doelen van beleid m.b.t. onderwijskundig resultaat en vervolg vormgeving van de school is “het steeds beter gaan werken met het geprognosticeerd eindperspectief”. Voor het VSO betekent dit dat we zowel op 12-jarige leeftijd, als op 16-jarige leeftijd een gericht assessment willen doen. Dit is nog in ontwikkeling. Ook voor de SO afdeling willen we toe naar een prognose t.a.v. de resultaten aan het eind t.b.v. lezen, taal en rekenen. Ook dit is nog in ontwikkeling, maar zal zeker richtinggevend/ sturend zijn/worden voor het onderwijskundig programma van de afdeling SO. Implementatie leerlijnen In 2010 is verder gegaan met de implementatie van de leerlijnen met hieraan gekoppeld de implementatie van een leerlingvolgsysteem. De opbrengsten worden met een goed leerlingvolgsysteem goed zichtbaar. De oriëntatie hierop heeft in 2010 plaats gehad. LVS2000 DATACARE zal het nieuwe leerlingvolgsysteem worden. Eén van de voorwaarden om opbrengsten beter in beeld te kunnen brengen is het zodanig groeperen van leerlingen dat de leerkrachten ze middels een goed klassenmanagement op niveau kunnen bedienen. Om goed instructie en begeleiding aan groepen leerlingen te kunnen geven is het belangrijk de leerlingen op niveau in de groep te clusteren. Meer dan 3 instructieniveaus is voor goed klassenmanagement moeilijk realiseerbaar. In 2009 hebben we daarom 3 stromingen geïmplementeerd. 2010 was het eerste volledige jaar dat we volgens deze systematiek groepen ingedeeld hebben.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
25
3.6.2 Ulingshof
Uitstroomrichting:
Aantal leerlingen:
Reguliere onderwijs
1
Activiteitencentrum (dagbesteding)
2
Vorm van vervolgonderwijs
10
In juli stroomden 11 leerlingen uit: 1 basisonderwijs 8 VSO Werkenrode 1 PO 1 VSOZML In de herfst stroomden nog eens 3 leerlingen uit: 1 naar huis 2 naar dagbesteding (1 van 7 jaar en 1 van 18 jaar)
Conclusies en consequenties voor het beleid De uitstroomcijfers zijn conform verwacht en leveren geen aanleiding tot het bijstellen van het beleid. Wij constateren dat voor de meervoudig lichamelijk gehandicapte kinderen de voorzieningen buiten de regio een aanvulling verdienen. We willen in de komende jaren daarom nadenken over de inhoudelijke vormgeving van onze oudere leerlingen met meervoudige handicaps . Dit waar mogelijk in samenwerking met de VSO –ZML.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
26
3.6.3a Vijverhofschool SO
De SO-afdeling kent de volgende doelgroepen: Auti-groep (voor leerlingen met autistisch gedrag: structuur en veel individuele begeleiding) Praktische groep: hierin zitten leerlingen met een IQ tussen 35 en 45 Twee aanvangsgroepen (de jongere leerlingen, van 4 tot 9 jaar) Een middenbouwgroep (9,10,11 jaar) Twee bovenbouwgroepen (11 en 12 jaar) Uitstroom Vijverhofschool SO per augustus 2010: Uitstroom naar:
Stroming 1
Stroming 2
Stroming 3
VSO-ZMLK Vijverhofschool VSO
9 leerlingen
9 leerlingen
4 leerlingen
Een aantal ontwikkelingen zijn in de nabije toekomst van invloed op het bestuurlijke proces, het voortgangsproces en het primaire proces van de Vijverhofschool so. Binnen de Alliantie-ontwikkeling SSO-NML (Stichting Speciaal Onderwijs Noord en Midden Limburg), de Wijnberg en De Mutsaersstichting wordt de meerwaarde van samenwerking verder gepraktiseerd. De ontwikkelingsrichting is dat in het kader van passende zorg- en onderwijsarrangementen, juist in een zorgintensieve setting van speciaal onderwijs, geïndiceerde jeugdhulpverlening, geestelijke gezondheidszorg aan kinderen en jongeren, maatschappelijke opvang en begeleiding aan vrouwen en hun kinderen, het gewenste resultaat bereikt kan worden als onderwijs en zorg intensief samenwerken. Er vindt een paradigma-shift plaats van aanbodgericht werken naar servicegerichte en dienstverlenende ondersteuning. In het kader van onderwijs-zorg arrangementen zijn er ook contacten met Kleur – Dichterbij – Daelzicht. De ontwikkeling van Talentencampus Venlo en Onderwijsvoorziening De DROOM van Venray (Campusonderwijs): het Speciaal Onderwijs in Noord- en MiddenLimburg is onderwijskundig in beweging. Dit resulteert – in het kader van het ontwikkelen van Passend onderwijs voor élk kind – in een nauwe samenwerking van een aantal scholen dat zich op basis van visie en geïntegreerde organisatie groeperen rondom ontwikkelingsvraagstukken van kinderen. In de Talentencampus Venlo en in De DROOM van Venray is kinderopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk, basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs én het onderwijs voor langdurig zieke kinderen (LZK) vertegenwoordigd. Op deze wijze 1 wordt er gewerkt aan het realiseren van een Brede maatschappelijke voorziening waarin kinderen weer daadwerkelijk samen naar school kunnen gaan.
1
Campusonderwijs: in principe een „brede maatschappelijke voorziening‟, voor kinderen van 0-13 jaar, waarin onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en buitenschoolse opvang (dagarrangementen) nauw Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
27
Implementeren (Leer) ontwikkelingslijnen: met name om het doelgericht inzetten van onderwijsarrangementen en het doelgericht leren van kinderen te bevorderen wordt er de komende jaren geïnvesteerd in het ontwikkelen van ontwikkelingslijnen sociaalemotionele ontwikkeling en het aanpakgedrag (leerstrategieën) van leerlingen ( leren, leren). Het jaar 2011 e.v. zal expliciet in het teken staan van het verder ontwikkelen, vorm en inhoud geven, inrichten van de pedagogische opdracht van de school. Een aantal trajecten zal in gezamenlijkheid aangepakt worden: Pedagogische huisstijl; o Het begrip „Leergeschiktheid‟ vulling en inhoud geven; o Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling ontwikkelen en stofferen; o Het Ontwikkelingsperspectief krijgt een plaats binnen het denken over de ontwikkeling van de leerlingen. o Regels en afspraken; de betekenis van ongewenst gedrag van kinderen in relatie tot hun ontwikkelingsvraag; erkenning, waardering, betrokkenheid kinderen bij het lesgebeuren. o Ontwikkelingsperspectieven van Vijverhofschoolkinderen nog bewuster en specifieker in beeld brengen – dit thema koppelen aan het ontwikkelen van Vijverhof-onderwijsarrangementen; o Vanaf 2012 zal de koers zich meer en meer gaan richten op het genereren en in beeld brengen van onderwijsopbrengsten en het evalueren en verbeteren van het onderwijsproces. Doelen zijn: 1. 2. 3.
4.
5. 6.
7.
van de Vijverhofschool SO t.a.v. het primaire proces voor het schooljaar 2011 – 2012 Bij de Vijverhofschool SO krijgt elk kind passend SO-onderwijs. Bij de Vijverhofschool SO ontplooien kinderen hun talenten optimaal. Bij de Vijverhofschool SO wordt de ontwikkeling van kinderen systematisch en planmatig gevolgd, geëvalueerd, waarbij de uitkomsten als basis worden genomen voor passende onderwijs- en opvoedingsarrangementen. Bij de ontwikkeling van kinderen staat niet enkel onderwijs centraal, maar vooral ook de vormende en pedagogische component. In overleg met zorg instanties wordt bekeken hoe de component onderwijs optimaal ingezet kan worden in het belang van ieder kind. Gezien terugloop van het leerlingenaantal binnen SO Vijverhof, dient er een grote alertheid te zijn op het behoud van expertise ZML. Kinderen groeien op in een maatschappelijke omgeving. Met het oog op maatschappelijke vorming krijgen kinderen van de Vijverhofschool SO de gelegenheid om te leren en te beleven binnen de domeinen muziek – cultuur – techniek – sport – burgerschap. Binnen de Vijverhofschool SO wordt de groepsgewijze dan wel unit organisatie van leef- en leerruimten voor kinderen en volwassenen zodanig gefaciliteerd dat er optimaal sprake is van: Een ruimte waar kinderen leren en leven samen met anderen. Een ruimte die optimaal kansen biedt tot onderzoek en ontdekken (exploratie).
samenwerken. Het gaat om het in gezamenlijkheid ontwikkelen van de „5 O‟s‟: onderwijs – opvoeding – ontwikkeling – opvang – ontspanning. Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
28
Een ruimte waar grotere en kleinere groepen met elkaar actief kunnen zijn, maar waar kinderen en volwassenen ook individueel actief kunnen zijn. Een setting waarin oud en jong met elkaar leert, op basis van: o Principes achter „Leren leren‟; o Buiten en binnen (de wereld buiten wordt de school binnen gehaald; vaardigheden van binnen kunnen buiten toegepast en ingezet worden); o Grenzeloos leren. 8. De processen van de onderwijsontwikkeling op de Vijverhofschool SO kennen op deze wijze een nauwe relatie met de ontwikkelingsprocessen zoals voorgesteld bij de Talentencampus Venlo en De DROOM van Venray.
3.6.3b Vijverhofschool VSO Op de teldatum 1 oktober 2010 waren er 142 leerlingen ingeschreven op het VSO. 122 leerlingen wonen thuis bij hun (pleeg)ouders, 20 leerlingen wonen in een 24-uurs voorziening van Daelzicht, Dichterbij, Koraalgroep of Pluryn. Op de VSO-afdeling zijn de groepen verdeeld in stromingen: Stroming 1: laag functionerende ZML-groepen (IQ rond 40) Stroming 2: reguliere ZML-groepen Stroming 3: hoger functionerende ZML-groepen In 2010 zijn er in september twee groepen bijgekomen waardoor we in totaal op 13 groepen kwamen. De verdeling van de groepen over de stromingen was als volgt:
Soort stroming:
Stroming 1
Stroming 2
Stroming 3
Aantal leerlingen per stroming:
1A 9 leerlingen 1B 10 leerlingen 1C 12 leerlingen 1D 6 leerlingen
2A 2B 2C 2D 2E 2F
3A 10 leerlingen 3B 10 leerlingen 3C 13 leerlingen Sunny Tom 2 leerlingen
Totaal:
37 leerlingen
70 leerlingen
11 leerlingen 12 leerlingen 12 leerlingen 10 leerlingen 11 leerlingen 14 leerlingen
35 leerlingen
Consequenties voor beleid Het indelen van de leerlingen in de stromingen en klassen gebeurt op basis van hun behoefte aan een bepaald pedagogisch klimaat, hun niveau en leeftijd. De leerlingen in stroming 1 hebben behoefte aan een intensieve, gestructureerde begeleiding waarin ze in beperkte mate zelf verantwoorde keuzes kunnen maken. In stroming 2 is de begeleiding op iets meer afstand en kunnen de leerlingen de gevolgen van hun keuzes beter inschatten. Bij de leerlingen van stroming 3 ligt het accent nog meer op het aanleren van eigen verantwoordelijkheid. Dit zijn accentverschillen die in de benadering en het leerstofaanbod voortdurend tot uiting komen.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
29
De leerlingen bij Sunny Tom volgen een opleiding in de tomatenkwekerij met als doel een betaalde baan in deze of aanverwante sector te bereiken. Uitstroom: 27 leerlingen stroomden uit in 2010. Uitstroom richting
aantal
%
AWBZ-voorziening
15
65
SW-bedrijf
1
5
Bedrijfsleven
3
15
Onderwijs: Praktijkonderwijs
2
10
Onderwijs: andere ZML-school
3
5
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
30
3.6.4 Het Poortje Uitstroom: Uitgestroomd naar:
Jongen
Bao
0
So-zmok
1
So-lz
4
Sbo
1
Vso-zmok
15
Vso-mg
0
Lwoo
9
Pro
0
Havo
0
Totaal
23
meisje
5
5
Ontwikkelingen leerlingen 2010
Ontwikkeling leerlingen 2010
Volgens prognose of beter Niet volgens prognose stagnatie
Redenen stagnatie in de ontwikkeling
Aantallen
Percentage
Stagnatie alleen bij rekenen Stagnatie alleen bij taal
2 7
6% 22%
Stagnatie taal en rekenen a.g.v. SOE en stoornis
20
63%
Stagnatie taal en rekenen a.g.v. SOE en verst. Bep.
2
6%
Stagnatie taal en rekenen a.g.v. verzuim
1
3%
Redenen stagnatie in de ontwikkeling Stagnatie alleen bij rekenen Stagnatie alleen bij taal Stagnatie taal en rekenen a.g.v. SOE en stoornis Stagnatie taal en rekenen a.g.v. SOE en verst. Bep. Stagnatie taal en rekenen a.g.v. verzuim Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
31
Conclusies en consequenties voor het beleid Belangrijke elementen van het gevoerde beleid in 2010 Het Poortje wil, als onderdeel van SSO NML, met alle direct betrokkenen in de woon- en leeromgeving alsmede de eventuele behandelomgeving van kinderen krachten bundelen ten behoeve en ten dienste van maximale ontwikkelingskansen voor kinderen. Als kenmerken daarvan zien wij: 1. Richten: het inzetten van professionele systemen, structuren en professionals, waardoor speciale onderwijsvernieuwing in strategische alliantie met partners in Noorden MiddenLimburg vorm en inhoud krijgt. 2. Inrichten: professionals die aan de slag gaan met onze kwaliteitsagenda speciaal onderwijs. 3. Verrichten: professionaliseren van medewerkers en meten van effecten en resultaten. 4. Onderwijsinhoudelijk: werken vanuit de Een kind–een plan-gedachte. 5. REC 4-onderwijs verzorgen voor kinderen in de so-leeftijd. 6. Participeren in regionale ontwikkelingen ten behoeve van clusteronderwijs binnen zowel Talentencampus Venlo als DROOM van Venray. 7. Platform nadere profilering REC 4 in de regio Noord- en Midden-Limburg – waarin de ontwikkelrichting op alle niveaus is: „Een kind – Een plan‟: o Op basis van een gezamenlijke strategische alliantie bestuurlijk en professioneel partnerschap met de Wijnberg en de Mutsaersstichting. o Nauwe samenwerking met cluster 3-school de Vijverhofschool onderwijsexpertise zmlk en cluster 4-school de Wijnberg onderwijsexpertise lzk. 8. Vorm en inhoud geven aan de Poortje-versnellingsagenda op basis van kwaliteitsontwikkeling. Waarbij: 1. Visie op leren: in hoge mate aansluiten bij en afstemmen op talenten van kinderen en leraren. 2. Kwaliteitskader: INK-ontwikkelingssystematiek, gekoppeld aan de P-D-S-Averbetercirkel; 3. P&C – verantwoordingssystematiek: „In een oogopslag‟ (op basis INK); 4. Plancyclus: jaarlijkse update – opschuiving in tijd. Afgaande op de evaluaties van de Jaarplannen 2009/2010 (December 2009 / Juni 2010), 2010/2011 (december 2010) boeken we vooruitgang bij het bewuster afstemmen van de onderwijsinhoud op de ontwikkelingsmogelijkheden en ontwikkelingsbehoeften van (individuele) kinderen. We vinden echter dat we geconstateerde werkpunten nog te weinig vertalen naar concrete doelstellingen voor de voorliggende periode. Wanneer ons dit lukt om deze doelstellingen beter te formuleren, kunnen we gericht bezig zijn aan de kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. Het geeft ons ook een beter referentiepunt bij de volgende tussentijdse evaluatie. Kinderen moeten nog actiever betrokken worden bij het onderwijsleerproces. Er vindt meer gerichte instructie plaats in kleinere groepjes (groepsplannen); dit is met name bij rekenen terug te zien. In de diverse units wordt gewerkt met kernconcepten en wordt de zelfstandigheid van de kinderen gestimuleerd. Daarbij wordt ingespeeld en een beroep gedaan op vele talenten van kinderen. Ook is er winst geboekt op organisatorisch vlak, bij de kanteling naar unitverantwoordelijkheid. De unit is als samenwerkingsverband binnen de school niet meer weg te denken. Op structurele basis vindt er unitoverleg plaats, waarin zowel organisatorische als inhoudelijke zaken afgestemd worden. Zo zijn alle unitleden samen verantwoordelijk voor alle kinderen in de unit. Implementeren Leerlijnen: de Leerlijn rekenen is voor het Poortjeonderwijs geformuleerd en ingericht. De leerlijn is gestoffeerd met middelen, materialen, doelen en aanpakwijzers. Er is een doorgaande lijn Rekenen ingericht ten behoeve van Poortjeonderwijs. De leerlijn is op de portal terug te vinden. De vragen omtrent de leerlijn rekenen worden door de teamleden met de intern begeleiders op een goede manier aangepakt. Met betrekking tot de Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling: het Plan van aanpak staat beschreven in het Schoolplan 2010/2013. De voorbereidende werkzaamheden in het kader van de Pedagogische opdracht zijn verricht. De werkelijke implementatiestart vindt plaats in april 2010 en loopt door tot 01 augustus 2011. Heel dit proces kent zijn praktische voortgang binnen het primaire proces – kleine voorbeelden: unitafspraken t.a.v. benadering kinderen / organiseren en realiseren (in 2011) van Agressieregulatietraining (Clusterbreed en met medewerkerking van professionals van De Mutsaersstichting) / de professional als pedagoog (interactiewijzer, Driehoek van Rob Verstegen, Onderwijs-Zorgprogramma‟s).
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
32
3.6.5 ‟t Wildveld Uitstroom gegevens: Uitstroom naar:
2008/2009
2009/2010
Werk
17
14
Vervolgopleiding
22
20
andere school
7
1
Verhuizing
3
8
Werkzoekend
0
1
Anders
2
2
Totaal:
51
46
Aantal deelgenomen leerlingen:
Aantal geslaagde leerlingen:
Behaald resultaat:
6
6
Certificaat
Schoonmaken in groothuishouding:
10
10
Certificaat
Werken in de keuken:
12
12
Certificaat
9
9
Certificaat
10
9
Certificaat
Logistiek:
1
1
Certificaat
Onderhoud Plantsoen:
0
0
Certificaat
Lassen:
0
0
Certificaat
Brug naar werk:
4
4
Certificaat
Trekkerrijbewijs:
0
0
Certificaat
Veilig werken met de vorkheftruck:
7
6
Certificaat
13
13
diploma
Resultaat: Machinale houtbewerking:
Beheer van het schoolmagazijn: Winkelmedewerker:
ROC niveau 1 opleiding:
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
33
Conclusies en consequenties voor het beleid Branche gerichte cursussen: Middels branche gerichte cursussen kunnen leerlingen zich bekwamen in die disciplines die passend zijn binnen hun uitstroomperspectief. In totaal hebben 59 leerlingen deelgenomen aan een branche gerichte cursus. Hiervan zijn er 57 geslaagd. Dit is een slagingspercentage van 96,6%.
Niveau 1 opleidingen: Door de samenwerkings- en uitbestedingsovereenkomst met ROC Gilde Opleidingen werden in 2010 13 leerlingen op ‟t Wildveld in staat gesteld een niveau 1 opleiding te volgen. Zij zijn allen geslaagd. Momenteel worden gesprekken gevoerd met Gilde Opleidingen om het aantal niveau 1 opleidingen uit te breiden. Vanaf schooljaar 2010-2011 is een soortgelijke samenwerkingsovereenkomst gesloten met AOC Citaverde College waardoor leerlingen binnen de sector groen in de gelegenheid worden gesteld de AKA “voedsel en leefomgeving” te volgen.
Uitstroom: De uitstroom naar werk is iets lager dan vorig jaar, wellicht een gevolg van de economische recessie. Met een uitstroom van 92% in 2010 richting vervolgopleiding en werk voldoet ‟t Wildveld aan de gestelde opbrengstdoelen. Volgens afspraak met het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs hanteert de inspectie een landelijke norm van 90% uitstroom richting werk of vervolgopleiding. Voor ‟t Wildveld gelden de afgelopen drie schooljaren de volgende percentages: 2007-2008 97% 2008-2009 95% 2009-2010 92% Daarmee voldoet ‟t Wildveld aan de landelijke norm van de onderwijsinspectie. De wettelijke opdracht voor het praktijkonderwijs is arbeidsmarkttoeleiding. Het krijgen en behouden van een baan is leidend. Gebleken is dat het verwerven van een baan na uitstroom richting vervolgonderwijs, zonder begeleiding vanuit het Pro, moeizaam verloopt. Vandaar dat de komende jaren wordt ingezet op, indien haalbaar, het behalen van een niveau 1 opleiding op ‟t Wildveld. Met dit diploma op zak wordt tegelijkertijd de transitie naar werk vanuit ‟t Wildveld georganiseerd en begeleid.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
34
3.6.7 De Velddijk Gedurende het schooljaar 2009-2010 zijn er 63 leerlingen uitgestroomd. Er bestaat een tussentijdse uitstroom en een uitstroom na afloop van het schooljaar. Onderstaande tabel geeft het aantal uitstromende leerlingen weer:
Uitgestroomd naar:
Aantal leerlingen: 2009-2010
Arbeid-regulier:
9
UWV:
2
Dagbesteding:
3
Gilde Praktijk opleiding:
3
Gilde opleidingen:
6
SW:
3
Opleiding anders:
11
Residentieel:
1
Tussentijdse uitstroom; - andere (VSO) school Tussentijdse uitstroom; - onbekend
Resultaat:
20 5
Aantal deelgenomen leerlingen:
Behaald resultaat:
VMBO-T examen
27
8 diploma 2 herexamen 17 lln certificaat
VMBO-K examen
3
1lln diploma 2 lln certificaat
VMBO-BB examen
55
108 certificaten
IVIO examens (156 examens)
49
112 certificaten
Cursus Brug naar Werk - B
5
5 lln diploma
Cursus Brug naar Werk - C
56
12 lln diploma 35 lln 3 certificaten 10 lln 1 certificaat
Lasser opleiding
10
7 lln diploma 3 lln certificaat
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
35
Horeca assistentenexamen nivo 1
5
5 lln diploma
Examen kokopleiding nivo 2
3
3 lln diploma
Veilig werken met de heftruk
2
2 lln certificaat
Conclusies en consequenties voor het beleid Opbrengsten cerificering/examinering: Er is wederom een toename te constateren van het aantal leerlingen dat deel heeft genomen aan de staatsexamens. Nieuw is de toevoeging van VMBO kader en Basisberoep examens. De doorontwikkeling van de theoretische leerlijnen en de lesplanners geeft meer leerlingen de mogelijkheid om zich te certificeren. Door de vergrootte deelname aan de staatsexamens is het aantal leerlingen dat deelneemt aan de IVIO examens afgenomen. Er is een toename van leerlingen die deelnemen aan branchegerichte cursussen en die afsluiten met een certificaat. De AKA opleiding: hiervoor zijn in 2010 een aantal leerlingen gestart met deze opleidingroute. Tevens zijn afspraken gemaakt met ROC Gilde opleidingen over de certificering/diplomering. Daarnaast is een samenwerkingsovereenkomst met AOC CITAVERDE College afgesloten over niveau 1 groen opleidingen. De doorontwikkeling gaat zich vooral richten op de kwalificatiestructuur VSO die door het Ministerie voorgesteld wordt in de uitstroomprofielen vervolgonderwijs, arbeidstoeleiding en dagbesteding. Hierbij loopt de schoolontwikkeling in de pas met de landelijke ontwikkelingen. Daarbij zal voor de vergroting van de certificering en diplomering mogelijkheden in 2011 symbiose als thema door het MT ter hand worden genomen. Vanuit de aanvraag voor het ESF project zal getracht worden om in 2011 uitbreiding van het onderwijsaanbod in arbeidstoeleiding te realiseren. Uitstroomcijfers: Uitstroomverdeling is gelijk aan afgelopen jaren; met een stijging in de uitroom naar vervolgopleidingen Tussentijdse uitstroom wordt vooral beïnvloed door verhuizingen en verplaatsen van leerlingen vanuit de zorgbegeleiding Het uitstroomteam zal naast leerlingen kengetallen van de directe uitstroom na de Velddijk, ook kengetallen gaan verzamelen over de duurzame opbrengst van uitstroom na één en twee jaar na het verlaten van de school.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
36
3.6.8 Ambulante Dienst
Organisatiestructuur De organisatiestructuur 2008 van de ambulante dienst heeft in 2010 geen wijziging gekregen. De flexibele ambulante dienstverlening is m.n. ingevoerd in het voorgezet onderwijs en daar waar mogelijk binnen grotere organisaties van het basisonderwijs. Op onderdelen is samenwerking gezocht binnen AD en IDT, maar nog niet structureel geborgd. Omdat in 2010 nog geen zekerheden te voorspellen waren m.b.t. de politieke/maatschappelijke ontwikkelingen binnen onderwijs en er nog geen duidelijke koers uitgezet was op innovatie/ontwikkeling binnen SSO NML is de huidige organisatie structuur nog vastgehouden. Afhankelijk van de nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs en de organisatie van SSO NML zal ook de structuur van de Ambulante dienst (en IDT) meebewegen en afgestemd worden op deze ontwikkeling. Niet de structuur staat dan voorop, maar de vraag hoe wij als organisatie onze huidige en toekomstige klanten kunnen gaan bedienen. 2010 is een ervaringsjaar geweest om de aanpassingen op inhoud en structuur praktisch in het veld te toetsen. Hieruit zijn de onderstaande veranderingen doorgevoerd:
Overeenkomst De opzet/inhoud van de overeenkomst is duidelijk, echter als er veel leerlingen op één school ondersteuning krijgen (op sommige VO scholen bijvoorbeeld meer als 25 leerlingen) moet een school erg veel overeenkomsten invullen en ondertekenen + al deze individuele overeenkomsten moeten ook door ouders ondertekend worden. Uit de praktijk blijkt dat het erg lang duurt voordat deze routing afgehandeld is. Dit wordt door veel scholen als erg bureaucratisch ervaren. Uit deze ervaring is een nieuw voorstel in samenspraak met de scholen gekomen; er wordt 1 inhoudelijke overeenkomst opgesteld met als bijlage een overzicht van namen en gegevens van leerlingen die ondersteund worden. Deze overeenkomst + bijlage wordt ondertekend door school en ambulante dienst. De handtekening van de ouders komt onder het handeling/begeleidingsplan te staan omdat daarin de inhoudelijke afspraken staan die voor leerling en ouders van belang zijn. In 2011 willen we met de VO scholen deze werkwijze invoeren.
Handelingsplan/begeleidingsplan De afspraken om regionaal met 1 uniform begeleidingsplan te werken, zijn ingevoerd en er wordt mee gewerkt. Ervaringen hiermee zijn wisselend. Men is nog op zoek hoe het begeleidingsplan qua inhoud/lay out toch meer geïntegreerd kan worden in het handelingsplan van school. Dit vanuit de visie 1 kind 1 plan. Op diverse scholen liggen hier voorstellen voor en in samenwerking met deze scholen proberen we hier in 2011 vorm aan te gaan geven. We gebruiken deze ervaringen dan als pilot om ook regionaal de ervaringen uit te wisselen.
Evaluatieverslag en journaal Het voortgang-, evaluatieverslag en journaal zijn regionaal geüniformeerd en afgestemd in samenhang van gebruik.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
37
ICT Ontwikkelingen n.a.v. het beleidsplan ICT 2009 – 2013 zijn als volgt; - Website; de website is in 2010 gevuld vanuit de structuur die ook voor de scholen wordt gebruikt. Er zijn nog geen veranderingen ingevoerd aan de structuur die meer passend zou moeten zijn voor de ambulante dienst in relatie tot de huidige klanten en toekomstige marktwerking. Als medium/marketing instrument zal dit voor 2011 een belangrijke prioriteit krijgen. - Portal; De Portal heeft binnen de ambulante dienst een goede ontwikkeling doorgemaakt. Er is een structuur opgezet als “zoekmachine” voor informatie en communicatie en archivering. Medewerkers zijn geschoold in het gebruik van de Portal en het praktisch gebruik wordt hierdoor steeds groter. De inhoudelijke achtergrond kennis van nog meer mogelijkheden van SharePoint ligt vooralsnog bij de beheerders/werkgroep van de Portal. Er wordt verder actief gebruik gemaakt van de digitale vergaderruimte waarbij planning en vergaderstukken via de Portal ingevoerd en afgehaald kunnen worden. Personeelsgegevens zijn ingevoerd zodat ook vanuit de administratie praktische persoonsgegevens snel beschikbaar zijn. Een autorisatiebeveiliging kadert inzage op basis van functie/verantwoordelijkheid. - Beveiliging; privacy gevoelige informatie die op de laptops staan van de ambulante medewerkers worden dagelijks op een centrale database van de Portal opgeslagen. Dit is nog een handeling die vanuit de laptop handmatig op de Portal opgeslagen moet worden. Toekomstperspectief is dat er rechtstreeks ingelogd kan worden op een intern beveiligd netwerk. Dit is nog in ontwikkeling. - Via Out Look loopt het e-mail verkeer en wordt de agendaplanning gevoerd zodat er een praktische inzage is qua planningsmogelijkheden.
Integraal Personeelsbeleid Aangezet, uitgevoerd, na evaluatie aangepast in 2010 naar interne professionalisering. Hieronder resulteren: intervisie, consultatie, begeleidingsgesprek, interne teamscholing, scholing van nieuwe medewerkers en het personeelsgesprek. De interne CVB (Commissie van Begeleiding) is in ontwikkeling. Vanuit het personeelsgesprek worden afspraken gemaakt over verdere ontwikkeling van specialisme. Dit is in 2010 breed opgepakt binnen de ambulante dienst, waaronder o.a. de start van opzet van het schrijfcentrum SSO NML.
Orthotheek De materialen van de orthotheek staan op de Portal. De materialen zijn in 2010 helemaal opnieuw gerangschikt waardoor er een goed en duidelijk inzicht/overzicht is. De werkgroep orthotheek werkt met een afgebakend “eigen” budget.
Producten en diensten Diversen brochures zijn herschreven en in een eigentijdser jasje gestoken. O.a. MISC, Leespraat, Motoriek. In afwachting van de nieuwe koers staan Remweg, Taakspel, Rots en Water even on hold. Tevens staat ons aanbod op de website. Vlak voor de zomer van 2010 is er een totaaloverzicht gemaakt met een inschrijfformulier van ons totale programma-aanbod, dat is naar alle contactpersonen binnen SSO NML gestuurd.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
38
Trajectbegeleiding Er is uniformering gerealiseerd in de trajectbegeleiding. Zie info vanuit IDT.
Expertiseontwikkeling Er is een scholingsaanbod voor ambulante dienst, IDT en IB-ers van de stichting SSO NML. Dit scholingsprogramma wordt systematisch geëvalueerd en bijgesteld. In twee of drieluikbijeenkomsten worden steeds vaker workshops aangeboden door specialisten vanuit AD en IDT. Op deze wijze dient het scholingsaanbod enerzijds als vindplaats van informatie en biedt het anderzijds podium aan opgeleide experts om te experimenteren met vorm en inhoud van workshops, alvorens die aan externen worden aangeboden.
Zorgstructuur Voor de zorgstructuur is een cyclus opgezet van intervisie gesprekken waarbij caseload ingebracht wordt als ervaring/kennis uitwisseling + het een vorm van feed back en toetsing is op de persoonlijke werkuitvoering. Teamleiders sluiten aan en de gedragswetenschapper leidt deze gesprekken. Individueel zijn er de inhoudelijke caseload gesprekken tussen ambulant begeleider en gedragswetenschapper waarbij de gedragsdeskundige inhoudelijk advies en feed back geeft.
Samenwerking AD/IDT In 2010 is een onderzoek verricht met als doel om vanuit analyse van de diensten en interviews tot een advies te komen tot nog meer samenwerking en samenvoeging van de diensten. In de notitie step by step worden de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd. Er zijn in 2010 nog geen vervolgstappen op dit advies gezet.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
39
3.6.9 InterDisciplinairTeam
Loket IDT en trajectbegeleiding Het loket IDT en de trajectbegeleiding functioneren als een voorportaal van SSO NML. Aanmeldingstrajecten zijn op elkaar afgestemd. Op REC-niveau zijn ze geüniformeerd. Kwaliteit van trajectbegeleiding is versterkt (ook volgens inspectienormen). Er kan aangemeld worden voor de volgende type trajecten: advies, steunpunt autisme, preventieve ambulante begeleiding, Zorgloket PO, REC 3 en REC 4. Deze activiteiten sluiten direct op elkaar aan. Ondersteuning van deze processen gebeurt door de trajectbegeleiders. Gegevens hiervan worden vastgelegd in de Leerling Monitor. Deze is vanaf 15 december voor alle processen operationeel. Vanuit SSO NML en vanuit de Commissie van Indicatiestelling (CvI) is er sprake van één contactpersoon, die elkaar informeren en afstemming zoeken.
IDT monitor De IDT monitor is een speciaal voor SSO NML ontwikkelde database in de sharepointomgeving (portal). In deze database worden alle aanmeldingen bij het IDT geregistreerd. Naast registratie is de monitor zo ingericht dat alle processtappen die nodig zijn gedurende het traject van bv. advies, steunpunt autisme of indicatie-aanvraag REC 3 of 4 zichtbaar zijn. Op deze wijze wordt het werkproces van de professionals ondersteund. Op elk moment is zichtbaar in welke fase van het traject de casus zich bevindt en wat de volgende stap moet zijn. Het Loket IDT borgt hiermee de overdraagbaarheid van casuïstiek. Aanvankelijk bevatte de monitor alleen het traject indicatie-aanvraag REC 4. In 2010 is de monitor doorontwikkeld voor alle mogelijke trajecten. Vervolgstap is het verfijnen van de mogelijkheden voor managementrapportages ten behoeve van kwaliteitszorg.
Expertisediensten Het IDT zet op alle scholen en de Ambulante Dienst van SSO NML, de Wijnberg en SBO de Opstap één of meerdere gedragswetenschappers, maatschappelijke werkers of psychodiagnostisch medewerkers in. Naast onderzoek, advies, begeleiding en coaching zijn IDT‟ers ook veelvuldig betrokken bij school- en beleidsontwikkeling en vormen ze een belangrijke schakel met de diverse zorgpartners van SSO NML.
Talentencampus en Droom van Venray IDT is nauw betrokken in deze projecten en geeft mee sturing aan de ontwikkelingen van beide projecten. Een belangrijk aandachtsgebied is de professionalisering van medewerkers van de betrokken partijen.
Project Assessment De doelstelling van dit project is om tijdens de schoolse periode van jongeren met een beperking de gevraagde en benodigde expertise te organiseren zodat een onderzoek en advies kan worden gerealiseerd. De ontwikkeling van een toolbox assessment „werken naar vermogen‟, een rapportage loopbaanadvies en een beschrijving van het werkproces staan hierbij centraal. In 2010 is dit project gecontinueerd en heeft onder andere geresulteerd in het samenstellen van de toolbox. De hoofdvraag hierbij was of het toepassen van een toolbox meerwaarde oplevert voor het traject om te komen tot werken naar vermogen voor leerlingen
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
40
met een beperking buiten hetgeen reeds binnen de scholen van de SSO NML gebeurt. Het IDT is van mening dat deze vraag volmondig met „ja‟ beantwoord kan worden. Meerwaarde van de toolbox ligt in het geïntegreerd bekijken van alle relevante aspecten in het functioneren van een leerling. Meerwaarde ligt daarnaast in de lijn die door de school heen voor een leerling getrokken kan worden. Arbeidstoeleiding en uitstroomperspectief worden vanaf het begin van de voortgezet onderwijsperiode speerpunten, zodat er reeds op jonge leeftijd gericht aan de slag gegaan kan worden binnen een passend perspectief. Daarmee vormt de toolbox ons inziens een eerste stap om de jongere meer „arbeidsklaar‟ af te leveren vanuit het onderwijs. De overstap richting arbeidsmarkt wordt kleiner.
Project doorlopende leerlijnen PRO/ZMLK Het doel van het project is dat alle leerlingen een onderwijsaanbod krijgen passend bij didactische en sociaal emotionele mogelijkheden, los van de indicatie of de school waar de leerling staat ingeschreven. Resultaten 2010: Er zijn criteria geformuleerd waarop leerlingen van de Vijverhofschool beoordeeld worden of zij in staat zijn om modules op praktijkonderwijs te volgen. Het onderwijsaanbod en begeleidingswijze van de Vijverhofschool en ‟t Wildveld zijn in beeld gebracht. Een aantal ZMLK leerlingen volgen de module schoonmaak op praktijkonderwijs om hun arbeidsvaardigheden te vergroten en eventueel een certificaat te behalen. Hun resultaten zijn terug te vinden in de beoordeling die ze krijgen, een stagedocument dat ontwikkeld is door de werkgroep. Uitwisseling deskundigheid van docenten. Docenten van ‟t Wildveld worden door het les geven aan ZML leerlingen en door de assistent die meekomt van de Vijverhofschool meer bedreven in hun docentvaardigheden die nodig zijn om met “ lager” cognitief functionerende leerlingen om te gaan.
Scholing aan derden In 2010 hebben diverse IDT‟ers zowel intern als extern in Noord- en Midden Limburg workshops en scholing verzorgd. Het accent qua inhoud van de scholing ligt op het leren duiden van complexe problematiek en handelingsvaardigheid van leraren.
Passend onderwijs Het InterdisciplinairTeam is actief betrokken bij de ontwikkeling van „passend onderwijs‟. In Noord-Limburg neemt het IDT deel aan overlegvormen in het kader van het Veldinitiatief Passend Onderwijs Noord-Limburg, zoals stuurgroep PO, het Platform Bovenschools Zorgcoördinatoren en de projectgroep „PASSER‟. IDT-medewerkers worden uitgenodigd bij het Zorgloket PO. Er is daar een actieve inbreng bij bespreking van leerlingen op gebied van probleembeschrijving en formulering van een onderwijs-zorgarrangement. Het IDT ondersteunt de projectleider „passend onderwijs‟ in Noord-Limburg. IDT doet onderzoek naar thuiszitters. Ook in andere regio‟s worden presentaties gehouden en wordt overleg gevoerd over de begeleiding van kinderen met een speciale hulpvraag.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
41
Zorgloket VO In 2010 heeft het IDT een afgevaardigde geleverd aan het zorgloket VO. In het zorgloket VO worden de wettelijke taken van de permanente commissie leerlingenzorg uitgevoerd, wordt er beoordeeld over en bemiddeld in tijdelijke bovenschoolse onderwijszorgarrangementen (Bovenschoolse Zorgvoorziening en Op de Rails), wordt toelaatbaarheid LWOO+ (Maasland) beoordeeld, wordt er feedback en advies gegeven aan de scholen van het samenwerkingsverband VO, worden zorgleerlingen op schools- en bovenschools niveau gemonitord en wordt er afgestemd voor deze leerlingen met RVC, REC Cluster IV, jeugdzorg en leerplicht. De bijdrage van de IDT‟er in het zorgloket bestaat uit het mede oordelen over al deze zaken. Hierbij wordt een inhoudelijke bijdrage op casusniveau verwacht, waarbij kennis vanuit het speciaal onderwijs wordt ingezet in de advisering. Daarnaast brengt de IDT‟er in het zorgloket het VO in verbinding met IDT, VSO en Op de Rails.
Alliantie Wijnberg – Mutsaersstichting-SSO NML De Alliantie stelt zich ten doel om een integraal en samenhangend aanbod van onderwijs en zorg aan te bieden met als uitgangspunt het „1 kind -1 plan‟ denken en werken. Het IDT levert de projectleider t.b.v. het deelproject inhoudelijke samenwerking. In 2010 hebben de Alliantie-professionals elkaar in diverse samenstellingen ontmoet in het kader van nadere kennismaking en bevorderen van goede praktijken. Voorbeelden van die goede praktijken zijn door middel van interviews in een Alliantie-uitgave samengebracht.
3.6.10 Transfer & Expertise Centrum Arbeidsintegratie (TECA) Opbrengsten TECA: -
In mei 2010 werd door TECA een seminardiner georganiseerd in de tuinbouwkas bij Sunny Tom Tomatoes. Tijdens dit diner werd door leerlingen van ‟t Wildveld en de Velddijk voor circa 100 gasten een menu bereid en geserveerd. Ook werd de bovenschoolse arbeidstoeleidingsdienst TECA SSO NML gelanceerd.
-
Binnen het project “Werken naar Vermogen bij Sunny Tom” werd onder regie van TECA door de scholen ‟t Wildveld, de Velddijk en de Vijverhofschool bovenschools samengewerkt in het kader van rechtstreekse arbeidstoeleiding. Met behulp van de methodiek Individuele Plaatsing & Steun werden bij het glastuinbouwbedrijf Sunny Tom 10 leerlingen direct geplaatst in een realistische toekomstige context met als doel rechtstreeks uit te stromen naar regulier werk. Uiteindelijk hebben 4 jongeren een arbeidsovereenkomst getekend bij Sunny Tom.
-
Binnen het subsidieproject “Loopbaanadvies werken naar Vermogen” gefinancierd vanuit de experimentenregeling UWV is onder regie van TECA een visie, methodiek en toolbox assessment ontwikkelt waardoor een goed inzicht wordt verkregen in de arbeidsmogelijkheden van jongeren. Hierdoor kan aan de jongeren zelf, de ouders, werkgevers en (stage)docenten een loopbaanadvies worden gegeven dat leidt tot een realistisch en passend uitstroomperspectief.
-
Onder regie van TECA wordt het subsidieproject “Ondernemend aan de slag in het Speciaal Onderwijs” uitgevoerd. Aan dit project wordt deelgenomen door de VSO scholen Vijverhofschool, de Maaskei en de Velddijk. De titel van het project heeft een dubbele betekenis. Het verwijst enerzijds naar de ambitie om als stichting en aangesloten scholen zelf een ondernemende organisatie te zijn en anderzijds om de leerling met een beperking te stimuleren een ondernemende persoon te zijn.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
42
-
In samenwerking met Saxion Hogeschool Academie mens en arbeid en de stagedocenten van de VSO/PRO scholen werd een post HBO opleiding “transitiecoaching” ontwikkeld. In 2011 zullen 15 stagedocenten deze opleiding gaan volgen.
-
Middels inzet van ESF middelen zijn op detacheringsbasis een tweetal jobcoaches ingehuurd. Zodat op de VSO/PRO scholen ervaring wordt opgedaan met jobcoaching.
-
Ook werd op basis van ESF middelen een arbeidsdeskundige ingehuurd op detacheringsbasis om samen met de stagedocenten van de VSO/PRO scholen een bovenschools stagebeleidsplan (gereed april 2011) op te zetten.
-
Op 8 december 2010 werd de samenwerkingsovereenkomst tussen AOC Citaverde College en SSO NML getekend. Hierdoor werd het mogelijk de AKA Voedsel en leefomgeving voor jongeren van het VSO/PRO aan te bieden.
-
TECA positioneert zich nadrukkelijk in het netwerk onderwijs – arbeid en heeft frequent overleg met ketenpartners zoals; gemeente Venlo, UWV, MEE, MKB, MBO en anderen.
-
TECA heeft het project “Werkschool Glastuinbouw Limburg” ontwikkeld dat gefinancierd wordt door de gemeente Venlo. Vanaf januari 2011 worden werkloze jongeren met meervoudige problematieken onder begeleiding van een werkcoach van TECA met behulp van de methodiek Individuele Plaatsing & Steun bij Sunny Tom direct geplaatst in een realistische toekomstige context met als doel rechtstreeks uit te stromen naar regulier werk.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
43
4. Samenwerking Om invulling te geven aan de vernieuwde missie/visie kiest SSO NML voor een positionering als servicegerichte organisatie met een duidelijke klantenfocus. Deze positionering kent in feite twee pijlers. Aan de ene kant is er vanuit deskundigheid en expertise de vraag om regionaal een regierol in te nemen in het kader van de regionale netwerken en samenwerking. Aan de andere kant is er de inhoudelijke uitvoering en deskundigheid inzake speciaal onderwijs, waarmee invulling wordt gegeven aan hetgeen niet door de reguliere onderwijsaanbieders kan worden verzorgd. Om onze maatschappelijke opdracht te vervullen en om de regierol te ontwikkelen hebben wij zitting in een aantal samenwerkingsverbanden en werken we samen met tal van “partners”. De samenwerking kan verdeeld worden in de verplichte samenwerkingsverbanden zoals die vanuit de wetgeving zijn geregisseerd en in de samenwerkingsvormen die aangegaan zijn om onze expertise, kwaliteit en service te ontwikkelen en te borgen.
4.1 Samenwerkingsverbanden vanuit het wettelijk kader SSO NML / School
Participerende partijen
Passend onderwijs
SSO NML
Besturen en Samenwerkingsverband in Noord-Limburg
Passend Onderwijs Passend Onderwijs Regionaal Expertisecentrum cluster 3 Limburg (REC 3-Limburg)
SSO NML
Midden-Limburg, regio Roermond
SSO NML
Midden-Limburg, regio Weert, Leudal
idem
De Maaskei Vijverhofschool Ulingshof
10 scholen voor ZMLK of mytyl/tytylonderwijs in Limburg
Het Poortje De Velddijk
7 scholen voor ZMOK en LZK (= langdurig zieke kinderen)
Vanuit het REC wordt een commissie voor indicatiestelling in stand gehouden. Voor toelating tot deze scholen komen alleen geïndiceerde leerlingen in aanmerking. Daarnaast heeft het REC3 als opdracht om de ambulante begeleiding te coördineren en vormt de begeleiding van ouders een doelstelling. De opdracht is gelijk aan die van cluster-3. Voor inhoudelijke uitwerking van de centra wordt verwezen naar de successievelijke bedrijfsplannen.
‟t Wildveld (praktijkonderwijs) De Velddijk
VO en SVO scholen in de regio Noord-Limburg
Onderwerp/thema
Regionaal Expertisecentrum cluster 4 Noord- en Midden- Limburg (RECdiRECt) VO/VSO 51.1 Noord-Limburg
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Doel Gestreefd wordt naar passend onderwijs binnen elk van de deelregio‟s, voor alle leerlingen, maar met name voor leerlingen die tot de doelgroepen van de scholen behoren. idem
Doel is het organiseren van de bijzondere leerlingenzorg in de regio Noord-Limburg.
44
4.2 Samenwerkingsverbanden vanuit onze maatschappelijke opdracht
Onderwerp/thema
SSO NML / School
Participerende partijen
Zorg
Ulingshof
VieCurie
Talentencampus: Bieden van een krachtige leeromgeving
Het Poortje (cl.4) Vijverhofschool (cl. 3)
Hertog Reinoudschool (BO) De Opstap (SBO) Stichting Fortior Spring Kinderopvang
Droom van Venray: Bieden van een krachtige leeromgeving
Het Poortje (cl.4) Vijverhofschool (cl. 3) Ulingshof (cl.3)
SPOVenray SSO Eindhoven St.Peuterspeelzalen Venray (SPV) Kinderwereld Venray Spring kinderopvang Dichterbij Onderwijsstichting De Wijnberg Mutsaersstichting
1 kind – 1 plan Onderwijs-zorg keten
SSO NML
Mutsaersstichting
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Doel Mytyl- en tytylschool Ulingshof is een regionale school voor speciaal onderwijs aan leerlingen met een lichamelijke of een meervoudige handicap. Binnen de Ulingshofschool zijn onderwijs en revalidatie geïntegreerd. Dat wil zeggen dat leerlingen de mogelijkheid hebben om tijdens de schooltijd behandeld te worden door een van de medewerkers van de kinderrevalidatie-afdeling van VieCuri Medisch Centrum. Deze revalidatieafdeling is gehuisvest binnen een aparte vleugel van Vie-Curie welke grenst aan de school Door samen te werken met één team in één organisatie in één gebouw, kunnen we een rijkere en krachtige leeromgeving creëren met meer mogelijkheden voor de kinderen dan het huidige systeem hen biedt. We bieden onderwijs en opvang op maat aan, passend bij het ontwikkelingsperspectief van ieder kind. Daardoor zijn we in staat om het talent dat in elk kind zit, optimaal te benutten en te ontwikkelen en om nieuwe talenten te ontdekken. De ambitie is om samen te werken met één team in één organisatie in een passende huisvesting om een rijkere en krachtige leeromgeving te creëren met meer mogelijkheden voor de kinderen dan het huidige systeem hen biedt. We willen onderwijs en opvang op maat bieden, passend bij het ontwikkelingsperspectief van ieder kind. Daardoor zijn we in staat om het talent dat in elk kind zit, optimaal te benutten en te ontwikkelen en om nieuwe talenten te ontdekken. Dat is een droomwens van ieder kind, iedere ouder, leerkracht en leidster. Om jeugdigen met (ernstige) problemen weer zo snel mogelijk en zo gewoon mogelijk te laten deelnemen aan het onderwijs is SSO NML een alliantie aangegaan met de Mutsearsstichting. Door middel van afstemmen van de noodzakelijke zorg binnen de onderwijs- en zorgketen wordt onnodig wachten op een behandelsetting voorkomen en worden optimale kansen geboden op herstel. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht voor het vergroten van de ondersteuning thuis en in de vrije tijd.
45
Onderwerp/thema
SSO NML / School
Participerende partijen
Vervolgopleiding / arbeidstoeleiding
De Velddijk „t Wildveld
ROC Gilde opleidingen AOC Citaverde College
Om de kans te vergroten dat de leerlingen van de Velddijk en ‟t Wildveld een diploma behalen is er met ROC Gilde opleidingen en AOC Citaverde college een samenwerkingsovereenkomst afgesloten.
Vervolgopleiding / arbeidstoeleiding
De Maaskei
St. Anna Daelzicht
Arbeidstoeleiding
Vijverhofschool ‟t Wildveld De Velddijk
Martinushof Sunny Tom Vostermans
Het doel van de samenwerking is jongeren trainen in primaire arbeidsvaardigheden middels een cursusaanbod wat leidt tot certificering Leerlingen lopen stage bij verschillende bedrijven en instellingen, met kans op een arbeidsovereenkomst . Door intensieve begeleiding van zowel de leerling als de werkgever/werkcollega‟s wordt een reële kans op deelname aan het arbeidsproces geboden.
Doel
De samenwerking met bedrijven en instellingen is belangrijk om leerlingen reële leerwerkplekken te bieden.
4.3 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs In beleidsbrief van de Minister OCW van januari 2011 is de voorgenomen nieuwe indeling van de samenwerkingsverbanden beschreven: “Om als school zo goed mogelijk passend onderwijs te kunnen bieden, werken de scholen samen in regionaal ingedeelde samenwerkingsverbanden. Waar voorheen aparte structuren bestonden voor lichte en zware zorg, zullen alle scholen voor primair onderwijs, behoudens scholen voor cluster 1 en 2, nu samenwerken in één structuur om voor leerlingen zo goed mogelijk passend onderwijs te bieden. Hetzelfde geldt voor het voortgezet onderwijs. Concreet betekent dit dat de nieuwe samenwerkingsverbanden voor primair onderwijs bestaan uit: regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs (lichte zorg) speciale scholen en afdelingen uit clusters 3 en 4 voor speciaal onderwijs (zware zorg). Het speciaal onderwijs wordt dus opgenomen in de WSNS-structuur voor regulier onderwijs en speciaal basisonderwijs (sbao). De samenwerkingsverbanden voor het voortgezet onderwijs zullen bestaan uit: regulier voortgezet onderwijs leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (PrO) (lichte zorg) voortgezet speciaal onderwijs voor de clusters 3 en 4 (zware zorg) De aparte structuur voor speciaal onderwijs, de rec’s, vervalt. Cluster 1 en 2 blijven fungeren in hun huidige landelijke indeling, vanwege het kleine aantal instellingen en de zeer specifieke expertise. Ook scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs in de clusters 3 en 4 hebben soms heel specifieke expertise. Hiermee zal bij de aansluiting bij de samenwerkingsverbanden rekening worden gehouden. Ook zal de expertise van het speciaal onderwijs bij de indicatiestelling door de samenwerkingsverbanden kunnen worden benut.”
Dit betekent wellicht voor de regio Noord-Limburg dat de huidige zes WSNSsamenwerkingsverbanden Primair Onderwijs in onze regio worden samengevoegd tot één samenwerkingsverband, waarin ook het speciale onderwijs i.c. SSO NML wordt ondergebracht.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
46
5. Kwaliteitsbeleid Onder kwaliteitsbeleid wordt verstaan: Beleid dat gericht is op verbetering. Daartoe behoort het formuleren van doelen, het vertalen van doelen in bijpassende methoden en instrumenten, het bepalen van de wijze waarop de kwaliteitszorg ingericht wordt, het bepalen van gewenste bijstellingen op grond van in de kwaliteitszorg verzamelde informatie, alsmede het organiseren van het besluitvormingsproces over dit alles. Iedere medewerker binnen de SSO NML levert zijn of haar bijdrage aan kwaliteitzorg. Wat daarbij hoort is dat een ieder ook daarvoor de verantwoordelijkheid heeft. Kwaliteit bespreekbaar maken, dit met elkaar bespreken en het vervolgens zichtbaar maken dat dit plaatsvindt, is hierbij noodzakelijk. In het kader van de gekozen strategie van Klantgerichte organisatie is het van belang dat iedereen die dagelijks met klanten te maken heeft ter plekke de kwaliteit van de dienst kan beoordelen.
5.1 Kwaliteitszorg in de organisatie Kwaliteitszorg is kunnen laten zien hoe wij als stichting/school/dienst structureel ons onderwijs en diensten organiseren, evalueren en waar nodig verbeteren. Uiteindelijk zullen verbeteringen moeten leiden tot het borgen of verbeteren van de geformuleerde opbrengsten en doelstellingen die door de klanten herkend en erkend worden. In 2010 zijn m.b.t. kwaliteitsbeleid aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: 1. medewerkerstevredenheidsonderzoek 2. administratieve organisatie/interne controle Het instrumentarium dat de SSO NML voor het toezicht hanteert bestaat uit de volgende bestanddelen: 1. Bestuursverslag/jaarrekening 2. Kaderplan kwaliteitszorg 3. Jaarplan/jaarverslag 4. MARAP en overlegstructuur 5. Tevredenheidonderzoeken
5.2 Toezicht op de kwaliteit door inspectie en bestuur SSO NML De inspectie heeft in dit jaar een aantal scholen bezocht in het kader van het vernieuwde toezicht kader voor het verkrijgen van een actueel beeld. Het bestuur ervaart de Inspecties als grondig en van toegevoegde waarde inzake de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie hanteert het vigerende toezicht kader en kijkt ook vooruit gelet op de toekomstige kwaliteitseisen. Op de VSO de Velddijk na, locaties Hulsterweg en Bergstraat, hebben alle scholen van SSO NML een basisarrangement. Voor de Velddijk wordt een plan van aanpak opgesteld waarmee de school weer onder een basisarrangement valt. Algemeen kan worden gesteld dat SSO NML op een goede wijze omgaat met de maatschappelijke opdracht en de toekomstige wettelijke eisen betreffende de onderwijskwaliteit. Aandacht blijft nodig om de
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
47
onderwijskundige vernieuwingen zowel binnen het huidige kwaliteitskader als het toekomstig vorm te geven en tegelijkertijd met sluitende processen weet te borgen.
5.3 Klachtenregeling 5.3.1 Vertrouwenscommissie Voor alle scholen/diensten is er een Vertrouwenscommissie ingesteld, waar ouders, leerlingen en medewerkers met hun probleem of klacht terecht kunnen. Wij streven ernaar om het onderwijs voor alle leerlingen goed en naar tevredenheid van alle betrokkenen te laten verlopen. Wanneer leerlingen, ouders/verzorgers of medewerkers daarover toch vragen hebben, kunnen zij altijd terecht bij de mentor of directie van de school. Er wordt naar gestreefd om problemen zo snel mogelijk en in goed overleg met alle betrokkenen op te lossen. Vertrouwenspersonen Voor alle gevallen waarin dat niet lukt of niet naar tevredenheid wordt afgehandeld is er de Vertrouwenscommissie. De voorzitter van het college van bestuur zorgt ervoor dat een van de vertrouwenspersonen contact opneemt met de betrokkene. De vertrouwenspersonen zijn: mevr. E. Caris,
[email protected] – bij afwezigheid mevr. E. Schippers,
[email protected] dhr. H. Engels,
[email protected] – bij afwezigheid dhr. P. Nagelmaeker,
[email protected] De vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk. Zij hebben geen dienstverband met het schoolbestuur. De vertrouwenspersonen kunnen door bemiddeling zorgen dat het probleem opgelost wordt. Ook kunnen zij u helpen met het indienen van uw klacht bij de externe klachtencommissie. De stichting is aangesloten bij de externe klachtencommissie van het BKO(voorheen VBKO). Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs Postbus 82324, 2508 EH Den Haag 070 - 392 55 08 (van 9.00 – 12.00 uur) www.geschillencies-klachtencies.nl SSO NML hanteert een klachtenregeling opgesteld conform modelklachtenregeling primair en voortgezet onderwijs, die via de portal voor iedere medewerker te raadplegen is. De vertrouwenscommissie is in 2010 bij elkaar geweest in een vergadering met als doel de ontwikkelingen zoals de geplande nieuwbouw en ontwikkelingen op onderwijsgebied te bespreken. Daarnaast werd het functioneren van de vertrouwenscommissie geëvalueerd. De contactpersoon werd 4 maal benaderd: 1. Toetsing en advies inzake een leerkracht over een casus met een leerling 2. Advies inzake een verschil van mening over de inhoud van de functie 3. Langdurig contact (10 gesprekken) inzake een onhoudbare werksituatie (spanning op werkvloer – ziekte – overspannen) 4. Informatief overleg over “hoe een taak van een vertrouwenspersoon op de werkvloer ingevuld zou kunnen worden”.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
48
6. Personeelsbeleid Het (integraal) personeelsbeleid van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en MiddenLimburg is gebaseerd op de gedachte dat het voeren van een goed personeelsbeleid bijdraagt aan het vergroten van de arbeidssatisfactie van de medewerkers, waardoor automatisch de kwaliteit van het onderwijs verbeterd wordt. Bij de implementatie van het personeelsbeleid wordt daarom veel waarde gehecht aan datgene „dat leeft op de werkvloer‟ en dat wat medewerkers bezig houdt.
6.1 Medewerkerstevredenheidsonderzoek Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg vindt het belangrijk dat haar medewerkers zich geïnspireerd, gewaardeerd en verbonden voelen. Om inzicht te krijgen in deze belevingen wordt de tevredenheid van medewerkers periodiek gemeten. Dat is geen doel op zich, maar een belangrijk onderdeel van een continu verbetertraject. De uitkomsten van dit medewerkerstevredenheidsonderzoek geven aan welke aspecten van onze organisatie er echt toe doen als het gaat om de tevredenheid van medewerkers met betrekking tot hun werk en de organisatie. Tevens worden de uitkomsten en onderzoeksresultaten gebruikt als input voor nieuw beleid. Op deze manier kunnen de medewerkers van de stichting een wezenlijke bijdrage leveren aan de uiteindelijke beleidsvoering. Begin 2011 hebben alle medewerkers van de stichting zich mogen buigen over een uitgebreide en met zorg samengestelde vragenlijst. De uitkomsten hiervan worden in de loop van 2011 gebruikt voor verdere beleidsontwikkeling.
6.2 Sociaal Statuut Het sociaal statuut van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg is gebaseerd op het werkgelegenheidsbeleid, zoals verwoord in de CAO PO, artikel 10.2 „regeling werkgelegenheidsbeleid‟ en artikel 10.3 „kader van een sociaal plan‟ en de CAO VO artikel 11 „werkgelegenheid‟ en vastgesteld op 1 oktober 2009. Het doel van dit werkgelegenheidsbeleid is behoud c.q. uitbreiding van werkgelegenheid. Werkgever en werknemer zullen zich beide actief in moeten zetten om gedwongen ontslag te voorkomen. Het sociaal statuut zorgt er voor dat zorgvuldigheid gewaarborgd wordt als de werkgelegenheid van medewerkers gevaar loopt. Het sociaal statuut schept duidelijkheid over wat werkgever en werknemer van elkaar mogen verwachten. In geval de werkgelegenheidsgarantie niet meer gehandhaafd kan worden, bijvoorbeeld door de huidige ontwikkelingen binnen Passend Onderwijs, de beoogde bezuinigingen, daling in de rijksbekostiging en een stijging van de kosten, zal de stichting in 2011 de personele verplichtingen kritisch onder de loep moeten nemen. Voor 2011 wordt verwacht dat het sociaal statuut feitelijk in werking zal treden. In november van het verslagjaar is besloten tot het instellen van restrictief beleid t.a.v. vacatures omdat het bestuursformatieplan 2010-2011 werd overschreden.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
49
6.3 Scholing en functieontwikkeling
6.3.1 Functiemix en seniorschap Op 1 juli 2008 is met werkgevers- en werknemersorganisaties (PO en VO) een akkoord bereikt onder de naam “Convenant Leerkracht”. In dit convenant zijn afspraken gemaakt om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken door onder andere de loopbaanmogelijkheden voor leraren te verruimen. Tot op heden was het loopbaanperspectief voor leraren zeer gering. De invoering van de functiemix is verankerd in de CAO en houdt kort gezegd in dat besturen extra (lees “zwaardere” varianten) lerarenfuncties in moeten voeren. Naast de reguliere lesgevende taak, wordt de functie uitgebreid en ingericht met zwaardere taken en verantwoordelijkheden bijvoorbeeld op het gebied van onderwijsontwikkeling, professionalisering en kwaliteitsverbetering van de sector en coaching van collega‟s. Stichting Speciaal Onderwijs Noord en Midden-Limburg heeft onderzocht welk type leraar in de toekomst nodig is en de uitkomsten hiervan zijn vastgelegd in een functiebeschrijving voor leraar LC/LD. De nieuwe functiebeschrijving sluit aan bij de ontwikkeling van de organisatie en is een afgeleide van de missie, de visie, de strategische plannen en de keuzes die de stichting op lange termijn wenselijk acht. De kwaliteitseisen van onderwijs en dienstverlening blijft het uitgangspunt. In het schooljaar 2010-2011 zijn 4 leerkrachten benoemd in de functie Leraar LC. Naast de verplichte benoemingen voor excellente leraren, wordt onderzocht of ook de functie van senior ambulant begeleider toegevoegd wordt aan het functiebouwhuis. Uitgangspunt hierbij zijn gericht op de verdere doorontwikkeling, professionalisering en verbetering van onderwijs en dienstverlening.
6.3.2 Competentiemanagement schoolleiders Het inrichten van het functiebouwhuis heeft voor de stichting een degelijke basis gelegd voor verdere ontwikkeling van bijvoorbeeld competentiebeleid. Een goed omschreven profiel geeft een organisatie helderheid over de kennis en vaardigheden die nodig zijn bij het uitoefenen van de functie en het geeft de medewerker inzicht in de kaders, werkzaamheden en verantwoordelijkheden. De functiebeschrijvingen conform de FUWA-systematiek geven echter geen inzicht in de gevraagde competenties die nodig zijn bij het invullen van de functie. Voor de schoolleiders binnen onze organisatie heeft er een vertaalslag plaatsgevonden van de functiebeschrijving naar de gevraagde competenties. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde competentiescan welke begin 2009 is geïntroduceerd. Deze scan is, net zoals de functiebeschrijving van directeur op maat beschreven. Bij het formuleren van de (kern)competenties en de bekwaamheidseisen van schoolleiders is niet alleen gebruik gemaakt van de uitgangspunten van de stichting, maar ook van de uitgangspunten van de Nederlandse Schoolleiders Academie i.s.m. het Ministerie van OC&W en de VO-raad. De scan is een middel en geen doel op zich en geeft ruimte voor aanvullende competenties, andere accenten of een andere inkleuring. Het doel is om werknemer en werkgever inzicht in elkaars acteren te geven, maar bovenal is de scan een instrument voor zelfreflectie. Het competentiegesprek is onderdeel van de gesprekkencyclus en vindt minimaal 1 keer per 2
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
50
jaar plaats. Bezien wordt nog of de competentiescan ook voor overige medewerkers van de stichting wordt geïntroduceerd en of er een uniforme methodiek komt. 6.3.3 Harmonisatie gesprekkencyclus Een van de essentiële aandachtspunten binnen integraal personeelsbeleid is het vinden van de afstemming tussen de doelen van de school/organisatie met de wensen van de medewerker, om vervolgens de gewenste samenhang tussen de individuele en organisatorische ontwikkelingen mogelijk te maken. Het periodiek met elkaar spreken over die doelstellingen en wensen is noodzakelijk bij het verder (door)ontwikkelen van de medewerker en de organisatie. Integraal personeelsbeleid kan niet zonder de dialoog tussen werkgever en werknemer en de gesprekkencyclus is dus een onmisbaar instrument binnen ons personeelsbeleid. Het is een uitstekend middel om op een gestructureerde en professionele wijze aandacht te geven aan de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers in relatie tot de ontwikkeling en het realiseren van de visie van de stichting. De stichting wil zich op een uniforme en centrale wijze inspannen om voorwaarden te creëren waaronder de medewerker zijn werk zo goed mogelijk kan doen. Tevens wil de stichting van haar kant op dezelfde uniforme wijze van de medewerker verwachten dat deze zich inzet om het belangrijkste doel van de stichting te verwezenlijken, nl. het bieden van maatwerk om een optimale bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van onze leerlingen, ongeacht in welke functie men werkzaam is. Iedere school of afdeling voert de gesprekken met de medewerkers op eigen wijze. Door het harmoniseren van de gesprekkencyclus wordt de kwaliteit van ons onderwijs op een eenduidige en planmatige wijze geborgd, wordt synergie en samenhang in de verschillende aspecten binnen het personeelsbeleid bewerkstelligd, daar waarbij „eigenheid en couleur locale‟ van de school of afdeling behouden kan worden. 6.3.4 Beleid gericht op taak,- en functiedifferentiatie Zoals gezegd heeft iedere medewerker een functieprofiel, waarin duidelijk beschreven wordt welke resultaatgebieden, werkzaamheden en verantwoordelijkheden bij zijn of haar functie hoort. Taakdifferentiatie is een onderdeel van het uitoefenen van de functie van een medewerker, maar valt buiten de beschrijving van de functie. Bij taakdifferentiatie worden zogenaamde taken binnen de school verdeeld veelal over mensen met een zelfde functie. Bij de verdeling wordt uitgegaan van het feit dat de taken gelijksoortig zijn aan de eigen werkzaamheden en dus passen bij de eigen functie. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het mede organiseren van de kampweken, de vieringen op school, ICT-gerelateerde werkzaamheden binnen de school of arbo-werkzaamheden. Het toedelen van de diverse taken leidt in den regel niet tot een functiewijziging, tenzij de taak(en) een substantieel en structureel onderdeel gaan uitmaken van het uitoefenen van de functie. Normaliter leidt de verdeling van taken op hetzelfde niveau dan ook niet tot een hogere (of lagere) inschaling. Dit biedt de meeste flexibiliteit en mobiliteit voor zowel de werkgever als de werknemer. Tevens wordt op deze manier horizontale loopbaanontwikkeling gestimuleerd; het biedt medewerkers een uitdaging om aan persoonlijke ontwikkeling te werken. Functiedifferentiatie gaat verder dan taakdifferentiatie omdat taken zo‟n substantieel onderdeel gaan uitmaken van de functie-uitoefening, dat ze structureel in de functie worden Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
51
opgenomen. Bij functiedifferentiatie gaat het om het uitsplitsen van taken in een functie waardoor soms nieuwe functies kunnen ontstaan, die op basis van een procedure van functiebeschrijving en functiewaardering een eigen rechtspositionele status en salarisschaal krijgen. Dat kan organisatorisch wenselijk zijn vanwege het structurele en substantiële karakter van de taak. Denk daarbij bijvoorbeeld aan taken die in volume zo toenemen dat er niet langer van een taak gesproken kan worden: ambulant begeleider, intern begeleider en afdelingsleider. 6.3.5 Beloningsbeleid Personeel is het kapitaal van de organisatie. Door het voeren van goed personeelbeleid kunnen we ons huidige personeel binden en boeien en zijn we een aantrekkelijke werkgever voor nieuw personeel. Eén van de onderdelen van dit personeelsbeleid is het voorliggende beloningsbeleid. We willen hiermee duidelijk maken dat we naast de reguliere vormen van beloning ook de extra ontwikkeling, inzet en prestaties van onze medewerkers op gepaste wijze willen belonen. In 2008 zijn alle functies binnen de Stichting beschreven en met behulp van FUWA beoordeeld. FUWA beschrijft wat een medewerker geacht wordt te doen en koppelt hieraan een structurele beloning. Deze beloning wordt op basis van de functiebeschrijving bepaald door een onafhankelijke gecertificeerde FUWA-specialist. Onder beloningsdifferentiatie wordt verstaan het incidenteel of structureel onderscheid maken in beloning tussen medewerkers in dezelfde functie op basis van verschillen in professioneel functioneren. Hiermee bedoelen we niet het taakbeleid. Het taakbeleid gaat over de wijze waarop het werk binnen de Stichting verdeeld wordt (zie hierboven).
6.4 Ziekteverzuim, re-integratie en IPAP De stichting pleit voor een proactief ziekteverzuimbeleid. De insteek van een actief ziekteverzuim- en re-integratiebeleid heeft met name invloed op bewustwording en de wijze waarop omgegaan wordt met zowel langdurig- als kortdurend ziekteverzuim. Aspecten die in toenemende mate bijdragen aan de bewustwording zijn zaken als kostenreductie en kostenbeheersing. Tevens is het vanuit sociaal oogpunt een aandachtsveld dat niet meer is weg te denken binnen het concept van het voeren van een integraal en “maatschappelijk verantwoord” personeelsbeleid. Wetten veranderen continu, de rol van de werkgever verandert, maar ook die van de werknemer. Daarbij is de veranderende maatschappelijke en organisatorische kijk op verzuim van wezenlijke invloed op de wijze waarop omgegaan wordt met verzuim processen. Het bouwen aan een gezonde organisatie betekent ook werken aan gezonde medewerkers; goed werkgeverschap en medewerkers die lekker in hun vel zitten. Aan het geformuleerde langdurig re-integratiebeleid van de stichting ligt een aantal uitgangspunten ten grondslag, die voor zowel de werkgever als de werknemer een heldere kijk geven over de verdeling van de verantwoordelijkheden in een verzuimtraject. De stichting heeft de laatste jaren nauwelijks een daling van de verzuimcijfers en/of de meldingsfrequentie laten zien. Dat zou kunnen impliceren dat medewerkers onvoldoende stimulans ervaren om hun verzuim en het verloop daarvan op enige wijze te beïnvloeden (lees positief te beïnvloeden). Tevens wijst de hogere meldingsfrequentie er zeer
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
52
waarschijnlijk op, dat de medewerkers geen hoge drempel ervaren wanneer het op ziekmelden aan komt. Weliswaar zijn de meeste meldingen voornamelijk van korte duur, maar dat impliceert vaak ook dat het om “beheersbare” ziektebeelden lijkt te gaan. Het is van belang voor de stichting om actief(er) te sturen op kortdurende ziektegevallen en te achterhalen wat de oorzaak is van de laagdrempeligheid bij het ziekmelden. SSO NML heeft een collectieve IPAP verzekering afgesloten bij Loyalis. Door het collectief afsluiten van deze verzekering kan de werkgever zowel curatieve als preventieve subsidies aanvragen ten behoeve van re-integratie van (dreigend) langdurig zieken: De wettelijke regelingen rondom ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn de afgelopen jaren flink versoberd. Voor werkgevers zijn de financiële risico‟s fors toegenomen. Preventie en een snelle re-integratie is nog belangrijker. Werknemers komen minder snel in aanmerking voor een uitkering en blijven dus vaker in dienst.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
53
6.5 Personele Kengetallen 6.5.1 Personeelsbezetting (exclusief vervangend personeel) Dir
Oop
Op
Totaal:
0-25
14
13
27
25-35
51
64
115
35-45
2
32
38
72
45-55
6
43
64
113
55-60
4
16
37
57
60-100
3
11
6
20
Totaal:
15
167
222
404
6.5.2 Man/Vrouw verhouding (exclusief vervangend personeel) Man
Vrouw
Totaal:
0-25
4
23
27
25-35
12
103
115
35-45
22
50
72
45-55
39
74
113
55-60
28
29
57
60-100
11
9
20
Totaal
116
288
404
De verhouding man/vrouw bedraagt 29% / 71%. Deze verhouding is vergelijkbaar met andere onderwijsstichtingen.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
54
6.5.3 Verloop leeftijd 18 AantalStamnumm ers
Aantal / Bruto factor
16 14 12 10 8 6 4 2
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63
0
Leeftijd
6.6 Ziekteverzuim
2010 FUNCTIEGROEP
GESLACHT
LEEFTIJDOPBOUW
Totaal TAP: GAP: FTE: ZV1 ZV2 GZD1: ZMF NZ:
TAP %
TAP
GAP
FTE
ZV1
ZV2
GZD1
ZMF
NZ
Dir
4,38%
19
17,30
16,50
20,23
14,45
63,87
0,87
44,12
Oop
42,17%
183
143,72
118,69
8,41
6,20
16,89
1,66
27,98
Op
53,46%
232
196,66
172,08
5,25
4,77
15,06
1,19
44,91
Man
29,17%
126
111,12
100,20
8,52
7,02
23,66
1,20
42,45
Vrouw
70,83%
306
246,55
207,07
6,36
4,96
15,06
1,44
36,10
0-25
9,49%
41
23,81
21,62
2,43
2,43
5,86
1,51
49,00
25-35
28,47%
123
103,41
92,49
5,17
5,08
11,89
1,58
26,87
35-45
18,06%
78
61,56
55,45
6,30
4,92
14,00
1,36
43,59
45-55
27,55%
119
103,17
90,00
7,06
4,63
19,00
1,24
41,54
55-60
11,81%
51
48,29
36,71
14,67
11,22
38,58
1,28
37,97
60-100
4,63%
20
17,44
11,01
5,63
5,63
19,89
0,86
49,84
100,00%
432
357,67
307,27*
7,03
5,60
17,45
1,36
38,07
totaal aantal personeelsleden * exclusief BAPO en Gemiddeld aantal personeelsleden exclusief vervangend personeel netto werktijdfactor ziekteverzuimpercentage ziekteverzuimpercentage (zonder langdurige ziekte) gemiddelde ziekteduur Ziektemeldingfrequentie nulverzuim
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
55
7. Huisvestingsbeleid 7.1 Visie op huisvestiging SSO NML heeft als visie op huisvesting dat scholen vervangen gaan worden door passende onderwijsvoorzieningen die passen bij de fasering van het onderwijsprogramma dat door de leerlingen gevolgd wordt. De meeste leerlingen volgen voor een groot deel hun gehele onderwijs bij onze stichting. Naast een passend aanbod op “schoolleeftijd” is variatie in schoolsoort bij voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs belangrijk om te kunnen aanbieden. Dit is van groot belang voor het perspectief en motivatie van onze leerlingen en om onze onderwijsdoelen te kunnen behalen. Het idee daarachter is dat onderwijs en onderwijshuisvesting een integraal onderdeel van elkaar zijn. De school is meer dan een onderwijsinstituut; het is een plek waar onze leerlingen zich breed kunnen ontwikkelen. Deze aanpak vindt zijn weerslag in het plannen voor c.q. het ontstaan van bredeschoolvoorzieningen en multifunctionele voorzieningen, waarin de onderwijsfunctie gecombineerd is met sport, welzijn, zorg en/of wonen.
7.2 Integraal huisvestingsplan primair & speciaal onderwijs 2010 - 2013 SSO NML is in de periode tot 2012 bezig met de realisatie van een aantal nieuwbouwprojecten: nieuwbouw de Velddijk, de Talentencampus Venlo, en nieuwbouw de Maaskei. Met betrekking tot de laatste twee wordt voorzien dat oplevering in 2011 is. 7.2.1 Talentencampus Talentencampus Venlo is een samenwerkingsverband van Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg, Stichting Fortior en Stichting Spring. Talentencampus Venlo krijgt een nieuw gebouw, waarin de talenten van de kinderen optimaal tot ontwikkeling kunnen komen. Bouwproces De Talentencampus Venlo zit volop in de bouwfase. De bouw verloop voorspoedig met gering meerwerk. Wat aangepast wordt komt de kwaliteit, het gebruik of de exploitatie ten goede. Recent overleg met Philips Lighting heeft geleid tot het idee om een aantal ruimten uit te voeren met het School Vision systeem. Het gaat dan om die ruimte waarin het onderwijsprogramma ook vraagt om het lichtsysteem. Dit is een in het onderwijs onderzocht en bewezen systeem dat werkt met verschillende kleuren en sterkte van het licht. De concentratie maar ook het welbevinden van de leerling wordt positief beïnvloed. Naast de wens om een aantal ruimten te voorzien met dit systeem richt onze vraag zich op de effecten van het systeem (lichtprikkels) op leerlingen met autisme. Hier zijn nog geen gegevens over. Dit heeft ertoe geleid dat de Talentencampus Venlo en Philips samen vanuit de praktijk onderzoek gaan doen. Zowel de onderzoekers als de betrokken onderwijskundige willen dit graag.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
56
Bestuurlijke Structuur. Met betrekking tot de eigendom situatie en exploitatie en beheer wordt momenteel een Vereniging van Eigenaren ingeregeld. Het toezicht wordt verder ingeregeld in de vorm van een Raad van Commissarissen. Daarnaast wordt een intentieovereenkomst voorbereid waar in de besturen afspraken maken hoe om te gaan met krimp en/of groei situaties. Samenwerking binnen Passend Onderwijs staat hierbij centraal.
7.2.2 Expertisecampus Venray De Droom van Venray is een samenwerkingsverband van: Stichting Primair Onderwijs Venray, Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg, Onderwijsstichting De Wijnberg, Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven, Stichting Peuterspeelzalen Venray, Stichting KinderWereld Venray, Spring Kinderopvang, Dichterbij, Mutsaersstichting. In maart 2011 zijn namens de bestuurders van SSO NML, SPOV, Mutsaersstichting en De Wijnberg, aanvragen ingediend voor de realisatie van een bilocale huisvesting. De Droom van Venray wordt op twee locaties voorzien: 1. De realisatie van het Centrum Passend Onderwijs op de locatie van de Toverbal én 2. de realisatie van het Expertisecentrum op de locatie van SBO de Focus. Realisatie Centrum passend Onderwijs en Expertisecentrum Het centrum passend onderwijs omvat het huisvesten van basisschool De Toverbal, SBO Focus, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang op de huidige locatie van De Toverbal. Als gevolg van de vrijkomende locatie van SBO Focus kan vervolgens het „Expertisecentrum‟ van SO het Poortje, SO De Vijverhofschool, SO De Wijnbergschool, Kinderdagcentrum Kleur, Buitenschoolse Opvang en de Mutsaersstichting gerealiseerd worden. Het concept „de Droom van Venray‟ wordt in dit scenario georganiseerd op twee locaties, die programmatisch met elkaar verbonden zijn. De betrokken Stichtingen investeren reeds jaren in onderwijskundige samenwerking en innovaties mede in het kader van Passend Onderwijs. Vandaar dat realisatie van beide voorzieningen een voorwaarde is voor nevenvestiging. Relatie Onderwijs en Zorg De leerlingen in het Speciaal Onderwijs zijn afhankelijk van een integraal aanbod van expertiseonderwijs en expertise zorg. Dit maakt dat vestiging van de Mutsaersstichting en gespecialiseerde kinderopvang in het Expertisecentrum voorwaardelijk zijn voor de nevenvestiging.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
57
7.2.3 Nieuwbouw de Velddijk Voor 1 februari 2011 heeft SSO NML een aanvraag ingediend voor nieuwbouw op het kazerneterrein, waarbij nauw samen gewerkt wordt met Gilde Opleidingen. Én een gezamenlijke aanvraag met de Mutsaersstichting voor nieuwbouw op het terrein van de Mutsaersstichting. Uit politiek en ambtelijk overleg blijkt dat SSO NML nog steeds kan beschikken over de beschikbare middelen. Juist de samenhang met partijen lettend op de maatschappelijke opdracht maakt dat er geïnvesteerd kan worden in passende huisvesting. Het bestuurlijk overleg met zowel de Mutsaersstichting als Gilde opleidingen verloopt positief. Verdere uitwerking van de concrete Programma van Eisen wordt vanuit beleid SSO NML verder uitgewerkt.
7.3.4 VSO Vijverhofschool Uit zowel het overleg met de Gemeente Venlo als Woningbouwvereniging Antares blijkt een positieve houding en intentie om op de huidige locatie van VSO Vijverhofschool, nieuwbouw te gaan realiseren. Dit komt tegemoet aan de wensen van deze afdeling. Gelet op hun ervaringen op die locatie, is de wens ontstaan om geen gebruik te maken van een verbouwing van de locatie Vijverhofstraat. De locatie de Breuken biedt de mogelijkheid gelet op omgevingskenmerken om het onderwijs te verzorgen conform de wettelijke opdracht.
7.3.5 Verbouwing de Maaskei Eind 2009 heeft de gemeente SSO NML bericht dat er een budget is toegekend voor een uitbreiding/aanpassing van de locatie. Voor de verbouwing van het bestaande gebouw worden aanvullende gelden uit de voorziening groot onderhoud aangewend. Het betreft dan onderdelen die in de planning stonden om uit te voeren. Een combinatie van nieuwbouw en verbouw maakt realisering van een huisvestingsvoorziening mogelijk voor alle doelgroepen van de Maaskei. Speciale aandacht gaat uit naar een passende huisvesting voor de meervoudig gehandicapte kinderen én ook een passende en herkenbare “volwassen” omgeving voor de VSO leerlingen. De praktijklokalen en ook het “appartement” en instructieruimte maakt het mogelijk om op een professionele wijze invulling te geven aan onderwijs gericht op arbeid en zelfstandig wonen en verzorgen De huidige planning laat start bouw in 2011 zien, met een oplevering in winter 2011.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
58
8. ICT Beleid In 2008/2009 is een stabiele ICT omgeving gecreëerd. We kunnen ICT nu als nutsvoorziening zien. In 2010 zijn minder strategische vernieuwingsslagen gemaakt als in de 2 jaar ervoor. Des te meer energie is er gestopt in het bij de tijd houden van de infrastructuur en deze daar waar noodzakelijk uit te breiden.
8.1 Aansluiting BRON In 2010 zijn de scholen voor wat de bekostiging van de leerlingen via het BRON systematiek gekoppeld aan de leerlingvolgsystemen. Binnen SSO NML worden verschillende leerlingvolgsystemen gehanteerd. Momenteel zijn alle scholen aangesloten op BRON.
8.2 Onderhoud Op een aantal locaties zijn de servers vervangen. Deze waren ruim over de afschrijvingstermijn heen en waren echt aan vervanging toe, waaronder ook de centrale mailserver. Een flinke operatie die soepel en voor de gebruikers onopgemerkt verlopen is.
8.3 Vernieuwing De werkzaamheden die het meest vernieuwend waren naar de eindgebruikers toe hebben te maken gehad met de websites en digiborden. Alle websites binnen de SSO NML zijn door de firma Nettt op basis van gebruikerswensen aangepast en hebben de noodzakelijke uitbreidingen gekregen. Binnen het traject van de digiborden zijn ook flinke stappen gemaakt. Nieuwe plaatsingsrondes en trainingen zijn uitgevoerd.
8.4 Scholing personeel Voor de websites en portal is er in 2010 uitgebreid aandacht besteed aan scholing. Websitebeheerders hebben de nodige scholing gehad voor het nieuwe website-systeem. Ook scholing voor de portal was aan de orde. Een maatwerk 1 op 1 scholing voor de portalbeheerders. Verder bleek er scholing voor het gebruik van de portal op de scholen nodig te zijn, waardoor een minimaal benodigd kennisniveau op de werkvloer als aanwezig geacht mag worden. Dit is binnen de portal-werkgroep opgepikt en gedurende het jaar met interne scholing gerealiseerd.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
59
8.5 Projecten Hieronder een korte opsomming van de belangrijkste ICT projecten die in 2010 zijn uitgevoerd Voor ICT op de Talentencampus zijn in 2010 de plannen zeer concreet geworden. Er kan met vertrouwen aan de uitwerking van de plannen begonnen worden. Eerste mijlpaal waar naartoe gewerkt werd is de komst van de ICT Coördinator Talentencampus, zodat de praktische fase met een projectleider ICT van start kan gaan begin 2011. e Begin 2010 is een Stuurgroep LVS opgericht die zich in 1 instantie boog over de centralisatie van het LVS LVS2000 van Datacare. Het resultaat was een plan van aanpak waarbij LVS2000 gehost bij Datacare in Doetinchem zal gaan draaien. Voor de 3 scholen die LVS2000 reeds gebruiken (Velddijk, Vijverhofschool en Ulingshof) en die 2 die het willen gaan gebruiken (Poortje en de Maaskei). De uitvoering moet in 2011 afgerond worden. Eind 2009 is een ICT tevredenheidonderzoek onder de gebruikers uitgevoerd. De resultaten waren goed te noemen. Het leverde ook een paar nieuwe aandachtspunten op. O.a. het thuis kunnen werken met LVS2000. Zie vorig punt voor het resultaat. Er is een Webchair gekomen binnen de Stichting. Met als standplaats Ulingshof. Een mooi voorbeeld hoe ICT toegepast kan worden binnen Speciaal Onderwijs. De Webchair is al diverse keren tot grote tevredenheid ingezet. Het hele jaar door is er gewerkt aan het Informatiebeveiligingsplan, waarvoor opdracht is gegeven midden 2009. Er werden tussentijdse resultaten geboekt (o.a. calamiteitenplan, ICT reglement). De uiteindelijke aanbevelingen staan e voor de 1 helft van 2011 op de kalender.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
60
9. Financieel Beleid 9.1 Algemeen Het nettoresultaat van - € 14.000 in 2010 is ruim een ton lager dan begroot. Het is veel lager dan het resultaat van 2009. In 2008 is een risicoanalyse gemaakt en de belangrijkste conclusie daarbij was dat het weerstandsvermogen op het gewenste niveau is. In 2009 is door het Ministerie van OCW een nieuw kengetal geïntroduceerd om de rijkdom van een bestuur te bepalen: de kapitalisatiefactor. Eind 2010 is deze factor 48%, waar de signaleringsbovengrens van het ministerie 35% is voor een bestuur van de grootte van SSO NML. Gezien de grote bezuinigingen, die op SSO NML afkomen in het kader van Passend onderwijs, lijkt deze factor niet te hoog. Een nieuwe risicoanalyse zal hier uitsluitsel over kunnen geven. Het bestuur streeft in de toekomst naar een rendement, dat past bij de bedrijfsvoering Om een rendement van ongeveer nihil te bereiken is het monitoren van de tussentijdse resultaten noodzakelijk. Er wordt gewerkt met kwartaalrapportages. Dit systeem is in de loop van de tijd steeds verder verfijnd. Toch blijven er verbeterpunten. In het algemeen kan gesteld worden dat het decentrale beleid zowel financieel als personeel risico‟s met zich meebrengt. Alleen als adequate centrale sturing op de decentrale processen wordt gerealiseerd, kan het integraal leiderschap van de directeuren een synergetische werking hebben ten behoeve van de stichting. In 2010 is gebleken dat deze synergie ontbrak. Reden waarom op personeelsgebied eind 2010 de regie naar het centrale niveau is getrokken. Voor 2011 worden maatregelen voorbereid om personeel en financiën beter te koppelen en om een meer continue monitoring vanuit het centrale niveau te realiseren. Er komen na balansdatum, na einde van boekjaar 2010 nog een aantal aanpassingen, die het tussentijdse resultaat behoorlijk kunnen beïnvloeden. Dit betreft o.a. het boeken van de financiële resultaten en het monitoren van de dotaties aan de personele voorzieningen. Ook het begroten vooraf aan het kalenderjaar blijft lastig. In een dynamische en groeiende organisatie als deze blijft er een gat zitten tussen begroting en werkelijkheid. Vooral lastig te begroten zijn de inkomsten van LGF-gelden.
9.2 Financiële positie SSO NML Om de financiële gezondheid van de stichting te beoordelen worden hieronder de kengetallen liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit, weerstandsvermogen en kapitalisatiefactor vermeld. Vanuit de Inspectie kijkt men naar het vermogensbeheer i.d. kan de stichting aan haar verplichtingen voldoen in relatie tot continuïteit. Daarnaast wordt gekeken naar het budgetbeheer, dit wordt bekeken i.v.m. de rechtmatigheid en doelmatigheid van de middelen die SSO NML ter beschikking krijgt.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
61
Vermogensbeheer Kengetal Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen
Berekening E. V. excl. voorzieningen/Balanstotaal E. V. incl. voorzieningen/Balanstotaal Balanstotaal/Totale Baten
Ondergrens 25%
Geen*
Bovengrens
35-60%
Eigen vermogen x 100%/ totale baten
2010 57,7%
2009 64,5%
68,4%
76,3%
48,0%
45,0%
27,6%
29,1%
Budgetbeheer Liquiditeit Rentabiliteit
Current ratio: vlottende activa/vlottende passiva Exploitatieresultaat/ Totale baten
0,5
1,5
0,88
1,3
0%
5%
-0,06%
4,5%
*Signaleringswaarde voor de kapitalisatiefactor, rekening houdend met de grootte van de instelling
9.2.1 Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen eigen en vreemd vermogen en verschaft inzicht in de financieringsopbouw. In welke mate kan de organisatie op lange termijn aan haar verplichtingen voldoen. Doordat de voorziening BAPO begin 2010 aan het eigen vermogen is toegevoegd, is de solvabiliteit sterk gestegen op dat tijdstip. Per eind 2010 bedraagt deze 57,7%. Conclusie is dan ook dat de vermogenspositie van de stichting op orde is.
9.2.2 Kapitalisatiefactor Aangezien het Ministerie van OCW de voorstellen van het rapport van de Commissie Don uit 2009 betreffende de financiële structuur van onderwijsinstellingen bijna integraal heeft overgenomen, is de kapitalisatiefactor geïntroduceerd om de financiële situatie van een schoolbestuur te beoordelen. Het ministerie gebruikt in het vervolg dit kengetal ipv het weerstandsvermogen als financiële indicator. De kapitalisatiefactor is de verhouding tussen het totale kapitaal excl. gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten incl. financiële baten. Eind 2010 was deze factor voor SSO NML 48,0% (eind 2009: 45,0%). Dit is boven de signaleringsbovengrens van 35%, die het ministerie aanhoudt voor grote schoolbesturen. Gezien de grote bedreigingen, die in het kader van (de bezuinigingen op) Passend onderwijs op SSO NML afkomen en het gegeven, dat een groot deel van het eigen vermogen bestemd is en daarmee niet vrij besteedbaar, is van een te hoge factor geen sprake.
9.2.3 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het vermogen om tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van de organisatie in gevaar komt. Het weerstandsvermogen kan worden uitgedrukt als de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal van de baten incl. financiële baten. Voor de stichting bedroeg het weerstandsvermogen per eind 2010 27,6% (eigen vermogen omhoog door overheveling voorziening BAPO). Eind 2009 was deze, omgerekend naar huidige systematiek, 29,1%.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
62
9.2.4 Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre de organisatie op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Het kengetal wordt berekend aan de hand van de verhouding tussen de vlottende activa (totaal liquide middelen en vorderingen) en de kortlopende schulden. De liquiditeit is in 2010 gedaald van 1,3 naar 0,88. Dit heeft enerzijds met scherp financieel beleid te maken (er is veel geïnvesteerd in financiële vaste activa) en anderzijds met een flinke groei van de kortlopende schulden Gezien de verwachte bezuinigingen en exploitatietekorten in de aankomende jaren krijgt het treasurybeleid extra aandacht.
9.2.5 Rentabiliteit De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. De omzet van de stichting bedraagt in 2010 € 22,3 miljoen. De rentabiliteit is gedaald van 4,5 in 2009 naar -/- 0,06 in 2010. Een analyse is opgenomen bij de exploitatie. Geconcludeerd kan worden dat de verschillende kengetallen voldoen aan minima zoals bedrijfseconomisch gangbaar zijn. Of de omvang van het weerstandsvermogen en de kapitalisatiefactor voldoende zijn, kan eerst worden beoordeeld nadat er een vernieuwde risicoanalyse heeft plaatsgevonden.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
63
9.3 Analyse werkelijk 2010 met begroting 2010 en werkelijk 2009 9.3.1 Realisatie 2010 t.o.v. de begroting 2010
De begroting 2010 gaf een positief nettoresultaat van De werkelijkheid 2010 gaf een negatief nettoresultaat Een negatieve afwijking van
€ 110.000,€ 14.000,€ 124.000,-
Deze afwijking wordt veroorzaakt door: Baten: De totale baten (exclusief financiën) zijn € 1.031.000 hoger dan begroot. Dit komt deels doordat de Normatieve Rijksbijdragen OCW € 246.000 hoger zijn dan begroot. Er zijn (niet-begrote) CAO-aanpassingen geweest. In totaal is daardoor de personele bekostiging € 291.000 hoger dan begroot. De overschrijding van de post Overige Overheidsbijdragen van € 119.000 komt grotendeels op het conto van de ESF-subsidies: € 112.000 hoger dan begroot. (€ 75.000 Velddijk en € 25.000 Vijverhofschool VSO). Verder is er een hogere vergoeding voor de gymzaal van de Ulingshof: van € 11.000. De totale Overige baten zijn per saldo € 668.000 hoger dan begroot. Vooral de opbrengsten van ‟t Wildveld en de Velddijk o.a. in verband met “Geld volgt leerling” is veel hoger dan begroot: € 215.000. De vergoeding van de salariskosten van de talentencampus is € 105.000 hoger dan begroot (dit betreft ook nog vergoedingen van 2009), Op de rails (€ 36.000 hoger), het Vervangingsfonds (€ 34.000, niet begroot) en nog ruim € 50.000 aan niet-begrote overige baten. Verder vallen op de hoger dan begrote Detacheringbaten (€ 46.000) en hogere ouderbijdragen (€ 20.000). Een verdere specificatie staat op blz. 108 van het rapport inzake de jaarrekening. De financiële baten zijn lager dan begroot: € 96.000, voornamelijk door een afwaardering op een 2-tal obligaties voor in totaal € 79.000 i.v.m. de onzekerheid van terugbetaling van deze (staats)obligaties. Verder zijn de baten lager doordat de rentevergoeding lager is dan begroot en er overtollige liquide middelen sneller in financiële vaste activa zijn omgezet. Daardoor zijn er minder rentebaten ontvangen. Daarnaast bestaan de financiële baten voor een groot deel uit opbrengsten uit beleggingen. Deze zijn conform begroot. Lasten: De totale lasten exclusief financieel zijn € 1.057.000 hoger dan begroot. Een belangrijke oorzaak hiervan zit hem in de personele lasten. Hier is een budgetoverschrijding van ruim € 526.000. Dit heeft de volgende oorzaken. Op lonen en salarissen is een overschrijding van € 154.000 door een niet-begrote CAO-verhoging. Ook op extern personeel is er ruim € 95.000 meer besteed dan begroot o.a. door inhuur van BMC, Striekwold, Advantive, Olympia, VieCurie. Als laatste is de post: Overige personele lasten
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
64
veel hoger dan begroot: € 288.000. Dit kan in zijn geheel worden verklaard door de nietbegrote stamrechtverplichting van € 321.000. De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot: € 7.000. Dit komt omdat een deel van de investeringsplannen van 2010 in leermiddelen niet zijn gerealiseerd. De totale huisvestingslasten zijn € 158.000 hoger dan begroot. De post Energie en water was bijna € 110.000 hoger dan begroot (de Velddijk € 74.000 boven begroting, de Vijverhof VSO: € 86.000 (afrekening gas 2007-2010), daarentegen Ulingshof € 31.000 lager dan begroot). Ook tuinonderhoud (€ 10.000, voornamelijk door Ulingshof: € 6.000 hoger dan begroot), bewaking/beveiliging (€ 8.000) en schoonmaakkosten (€ 6.000) kwamen hoger uit dan begroot. De totale overige instellingslasten zijn € 380.000 hoger dan begroot. Daarbij spelen de volgende posten een rol. De leermiddelen zijn € 135.000 hoger dan begroot. Het grootste deel van deze overschrijding wordt veroorzaakt door de Velddijk: € 93.000. Een deel hiervan komt ten laste van de ESF-subsidie, hetgeen niet was begroot. Ook de post: Overige administratie en beheer is veel hoger dan begroot:€ 130.000. Dit zit voornamelijk in de overschrijding van deskundigenadvies bij het bestuur van € 117.000 (o.a. Boels Zanders advocaten, OSG, BMO, BMC, K. Janssen alliantie) . Ook op veel andere posten wordt overschreden. Dit gebeurt op reprokosten (€ 35.000), inventaris (€ 11.000), apparatuur (€ 16.000), overige ICT-kosten (€ 17.000), bouw/beheer website ( €21.000) en representatiekosten (€11.000).
9.3.2 Realisatie 2010 t.o.v. de realisatie 2009 De werkelijkheid 2010 gaf een negatief nettoresultaat van De werkelijkheid 2009 gaf een positief nettoresultaat van
een negatieve afwijking van
€ €
14.000 957.000
----------------€ 971.000
Deze afwijking wordt veroorzaakt door: Baten: De totale baten (exclusief financieel) in 2010 zijn € 1.224.000 hoger dan in 2009. Dit komt voornamelijk doordat de Rijksbijdragen OCW € 704.000 hoger zijn dan in 2009. De lumpsum personeel is € 968.000 hoger dan in 2009 door hogere vergoedingen i.v.m. CAOaanpassingen en een extra vergoeding in juni i.v.m. de verschuiving van het P en A-budget van mei en juni 2010 naar december 2009. Daardoor is het personeels- en arbeidsmarktbudget gedaald in 2010: € 94.000. Ook de subsidie Bestuur en management, die per 1 augustus 2010 is afgeschaft, is lager dan in 2009: € 16.000. Verder zijn de niet-geoormerkte subsidies in 2010 € 36.000 lager dan in 2009. Dit betreft diverse subsidies van ‟t Wildveld. De Overige overheidsbijdragen zijn veel hoger (€ 296.000) door hogere ESF-subsidies (totaal € 311.000 meer, o.a. bij de Velddijk en de Vijverhofschool VSO).
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
65
De Overige baten zijn ruim € 221.000 hoger dan in 2009. Dit betreft o.a. vergoedingen van salariskosten van de Talentencampus (€ 166.000) en het Vervangingsfonds (€ 32.000). De Overige baten van ‟t Wildveld en de Velddijk van o.a. Geld volgt leerling zijn € 166.000 hoger dan in 2009. Daarentegen zijn baten van passend onderwijs en Scholengemeenschap Venlo afgenomen. De financiële baten zijn € 117.000 lager in 2010 voornamelijk door een afwaardering op een 2-tal obligaties voor in totaal € 79.000 i.v.m. de onzekerheid van terugbetaling van deze (staats)obligaties. Verder zijn de baten lager ivm. het feit dat de rentevergoeding lager was dan in 2009 en overtollige liquide middelen sneller in financiële vaste activa zijn omgezet. Daarom zijn er minder rentebaten ontvangen. Lasten: De totale lasten zijn in 2010 € 2.083.000 hoger dan in 2009. Een belangrijke oorzaak hiervan zit hem in de personele lasten. Een toename in 2010 van ruim € 1.637.000. Op lonen en salarissen is een toename van € 1.245.000 t.o.v. het jaar ervoor (voor een verklaring zie hierboven). Ook de Overige personele lasten zijn sterk gestegen: € 488.000, vooral door de stamrechtverplichting van € 321.000 en kosten voor de Expertise Campus van € 82.000. De post uitzendkrachten, declaranten is daarentegen met € 70.000 gedaald t.o.v. het jaar ervoor. De afschrijvingskosten zijn in 2010 met € 48.000 gestegen, voornamelijk door investeringen in ICT, waardoor de ICT-afschrijvingen met € 32.000 zijn gestegen. De totale huisvestingslasten zijn in 2010 € 144.000 hoger dan in 2009. Dit komt voornamelijk door de hogere kosten op Energie en water: € 107.000, voornamelijk door de Vijverhof VSO € 56.000, gasafrekening 2007-2010. Ook de dotatie Groot onderhoud was in 2010 hoger dan in 2009: € 54.000, doordat uitgegaan is van een nieuwe MOP: Ulingshof dotatie € 32.000, Velddijk € 10.000 en Vijverhofschool VSO € 10.000 hoger. De totale overige lasten zijn € 253.000 hoger dan in 2009. Dit heeft de volgende oorzaken. De verzamelpost Overige administratie en beheer is met € 162.000 gestegen in 2010. Dit komt door veel hogere uitgaven aan deskundigenadvies: (€ 96.000), overige administratiekosten € 44.000 (o.a. kosten Aavas (ESF-adm.)) en drukwerk € 11.000. Ook op veel andere posten zijn de kosten toegenomen t.o.v. 2009. Dit geldt voor reprokosten (€ 15.000), inventaris (€ 10.000), apparatuur (€ 11.000), telefoon- en porti (€ 11.000), leermiddelen (€ 19.000), schoonmaakkosten ( € 12.000) en excursies/werkweek (€ 16.000)
De financiële lasten zijn € 6.000 lager dan het jaar ervoor. Dit wordt verklaard doordat in 2010 minder effecten met lopende rente zijn aangeschaft.
9.3.3 Begroting 2011 Hieronder staat de geconsolideerde en verdichte begroting voor 2011. Het begrote resultaat van 2011 is beduidend negatiever dan het begrote resultaat van 2010.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
66
1
Jaarbegroting Staat van Baten en Lasten
Baten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Werkelijk 2009
Begroot 2010
Begroot 2011
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Les- en examengelden Baten in opdracht van derden Overige baten
19.176.044 99.515 0 0 1.838.633
19.678.965 45.300 0 0 1.583.359
20.218.680 275.300 0 0 1.280.553
Totaal baten
21.114.192
21.307.624
21.774.533
Lasten
Werkelijk 2009
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
17.833.359 252.970 966.121 1.639.140
18.717.189 308.844 952.850 1.504.780
19.511.777 304.325 1.066.660 1.437.040
Totaal lasten
20.691.590
21.483.663
22.319.802
422.602
-176.039
-545.269
Saldo baten en lasten
Begroot 2010
Werkelijk 2009
5
Begroot 2011
Begroot 2010
Begroot 2011
Financiële baten en lasten
300.311
285.670
280.630
Resultaat
722.913
109.631
-264.639
6
Belastingen
0
0
0
7
Resultaat deelnemingen
0
0
0
722.913
109.631
-264.639
Resultaat na belastingen 8
Aandeel derden in resultaat
0
0
0
9
Buitengewoon resultaat
0
0
0
722.913
109.631
-264.639
Totaal resultaat
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
67
Doelstelling van de stichting is zo veel mogelijk vooruitlopen op de komende ontwikkelingen, hetgeen betekent dat er reeds in 2011 zo scherp mogelijk begroot wordt.
9.3.4 Bestemmingsreserves Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg heeft een risico-analyse uitgevoerd. Deze analyse is uitgevoerd in lijn met de bevindingen van de Commissie Don. Op basis van deze analyse zijn bestemmingsreserves gealloceerd om deze risico‟s op te vangen. Reserve BAPO Door gewijzigde wet- en regelgeving is het niet meer toegestaan een Voorziening voor uitgestelde BAPO op te nemen op de balans. Het bedrag dat hierdoor vrijkomt moet worden toegevoegd aan de reserves. De toekomstige verplichtingen inzake uitgestelde BAPO zijn door de nieuwe regelgeving niet gewijzigd. Daarom heeft SSO NML ervoor gekozen de voorziening over te laten gaan in een bestemmingsreserve BAPO. Het gaat om een bedrag van € 935.641,- . Reserve Huisvesting De Reserve Huisvesting is in het leven geroepen om de risico‟s op te vangen die voortvloeien uit de bouwprojecten. De reserve wordt gesteld op 2% van het bouwproject. Het gaat om de volgende budgetten: Nieuwbouw Velddijk: € 9.800.000,Verbouwing Maaskei: € 700.000,Verbouwing Vijverhofschool (I.H.P.): € 900.000,Totaal: € 11.400.000,Voor deze bedragen heeft SSO NML het bouwmeesterschap geaccepteerd. De Reserve Huisvesting dient dus 2% x € 11.400.000 = € 228.000,- te bedragen. Daarnaast is SSO NML betrokken bij het project “Droom van Venray”. Ook voor dit project, met een begroting van € 1 miljoen, zal SSO NML het bouwmeesterschap aanvaarden. Indien dit project doorgang vindt, zal de reserve € 20.000,- hoger uitvallen. De reserve komt dan uit op € 248.000,-. Ultimo 2009 bedroeg de reserve nog € 500.000,-. Doordat het project “Talentencampus” zich voorspoedig heeft ontwikkeld, kan het deel dat voor de risico‟s van dit project gereserveerd was voor andere doelstellingen ingezet worden. Het betreft een bedrag van € 252.000.
Reserve Personele Frictie De Reserve Personele Frictie is in het leven geroepen om de gevolgen van Personele Frictie die (onder andere) een gevolg zijn om te kiezen voor een werkgelegenheidsbeleid (Sociaal Statuut) in plaats van een ontslagbeleid (RDDF). In 2010 hebben zich een aantal fricties voorgedaan die ten laste van deze reserves zijn gebracht. De Commissie Don heeft in haar rapport aangegeven dat een risico van 1% van de jaarlijkse bekostiging redelijk geacht kan worden voor grotere besturen, terwijl kleinere besturen 4-5%
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
68
zouden moeten aanhouden. SSO NML is een middelgroot bestuur. Er is daarom gekozen om een reserve aan te houden van 2% Dit zou voor SSO NML een reserve betekenen van ongeveer € 430.000,- Teneinde deze positie te bereiken is, behalve het eerdergenoemde bedrag van € 140.000,- is hiervoor een bedrag van € 290.000 aan de bestemmingsreserve Personele Frictie toegewezen (ten laste van de algemene reserve). Reserve Bekostigingsrisico Het Ministerie van OC&W heeft alle besturen van primair onderwijsinstellingen een brief gestuurd waarin de gevolgen van de voorgenomen bezuinigingen op Passend Onderwijs worden doorgerekend. SSO NML wordt per 1 augustus 2012 €3.900.000 gekort op de bekostiging. Doordat SSO NML een werkgelegenheidsbeleid hanteert, heeft de Stichting minder reactiesnelheid. Er dient rekening mee gehouden te worden dat personeel gedurende een geheel jaar in dienst gehouden moet worden. Dit betekent dat de gehele bezuiniging over het eerste jaar vanuit de reserves moet komen. Daarom is de Reserve Bekostigingsrisico verhoogd naar € 3.900.000. De Commissie Don gaat in haar rapportage uit van een risico van 2% van de jaarlijkse bekostiging, en 1% voor het risico op onvolledige indexatie. Opgeteld betekent dit dat de Commissie een reservepositie aanbeveelt van 3% van de totale jaarlijkse baten. Dit zou voor SSO NML een reservepositie van € 635.000 betekenen. Gezien de onzekere situatie binnen Passend Onderwijs is er in het verleden voor gekozen om een reserve aan te houden van € 2.500.000,-. Nu de voorgenomen bezuinigingen bekend zijn gemaakt blijkt dat SSO NML in het eerste jaar van de bezuinigingen € 3.867.500,- moet inleveren. Hiervan gaat € 1.175.500 naar het samenwerkingsverband. SSO NML gaat ervan uit dat het samenwerkingsverband deze middelen bij SSO NML zal inzetten, waardoor de stichting per saldo €2.692.000,verliest in het eerste jaar. Doordat SSO NML een werkgelegenheidsbeleid voert, is de neerwaartse kostenflexibiliteit beperkt. De Stichting gaat er dan ook van uit dat de bezuinigingen in het eerste jaar in het geheel ten laste van de reserves zullen komen. Daarom is besloten de bestemmingsreserve Bekostigingsrisico‟s te verhogen met € 200.000 om deze maatregel op te vangen. Reserve Passend Onderwijs De Reserve Passend Onderwijs is in het leven geroepen toen de eerste signalen opkwamen dat er binnen Passend Onderwijs mogelijk op Ambulante Begeleiding bezuinigd zou worden. In 2010 heeft deze bezuiniging zich inderdaad voorgedaan. Hierdoor is de reserve afgenomen van € 500.000,- naar € 338.165,-. Reserve expertiseontwikkeling De reserve expertiseontwikkeling is in het leven geroepen om expertiseontwikkelingsprojecten te kunnen financieren. Hierbij kan worden gedacht aan projecten uitgevoerd door het IDT voor het vergroten van de deskundigheid bij het omgaan met zorgleerlingen, het versterken van het samenwerkingsverband en dergelijke. Hiervoor heeft SSO NML een bedrag van € 600.000,- gereserveerd. Van deze reserve is in 2010 een bedrag van € 56.000 ten laste gegaan, waardoor deze reserve een saldo heeft van € 544.000,-
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
69
Reserve innovatie SSO NML heeft € 400.000 gereserveerd voor onderwijskundige innovaties. Dit bedrag wordt onder andere ingezet om de Stichting voor te bereiden op haar nieuwe maatschappelijke opdracht vanuit de wetgeving. Te denken valt aan projecten op het gebied van de drie uitstroomprofielen, arbeidstoeleiding en dergelijke. Voor dit doel is een bedrag van € 400.000,- gereserveerd. In 2010 is een bedrag van € 56.000,- in innovatie geïnvesteerd. Hierdoor bedraagt de reserve per 1 januari 2011 € 344.000,Reserve Apparatuur en Inventaris Vanuit de ESF zijn in het verleden een aantal (verplichte) eenmalige investeringen uitgevoerd in inventaris. Deze investeringen mochten volgens de ESF regels niet geactiveerd worden. Daarnaast zijn er in het verleden een aantal investeringen uitgevoerd zonder dat deze geactiveerd zijn. Zowel het huidige als ook het toekomstige onderwijsprogramma, gelet op onze uitstroomprofielen, maakt dat inventaris en apparatuur een belangrijk onderdeel zijn. Daarom is in het verleden een bedrag van € 300.000 gealloceerd voor het opvangen van de risico‟s met betrekking tot deze activa. Reserve Exploitatierisico‟s Deze reserve kan worden gezien als de Algemene Reserve.
9.4 Treasurymanagement 9.4.1 Uitgangspunten Beleggingen dienen plaats te vinden binnen de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, t.w. de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010. In de regeling wordt verstaan onder: beleggen en belenen: het uitzetten van middelen die tijdelijk niet worden aangewend ten behoeve van de uitoefening van de wettelijke taak; risicomijdend beleggen en belenen: het behoud van de hoofdsom dient gegarandeerd te zijn door een financiële instelling. risicomijdend beleggingen: directe beleggingen in aandelen of daarvan afgeleide producten zijn niet toegestaan, tenzij de belegging over een hoofdsomgarantie van een financiële instelling beschikt.
9.4.2 Treasurystatuut In 2010 is een begin gemaakt met het Treasurystatuut, dat begin 2011 is vastgesteld. Hierin wordt het bestaande Treasurybeleid voortgezet en uitgebreid met een aantal bepalingen omtrent de AO/IC. Daarnaast is opgenomen het beleid inzake alle liquide middelen inclusief beleggingen. De treasurydoelen zijn: - het garanderen van liquiditeit en - het maximaliseren van het rendement op tijdelijk overtollige liquide middelen binnen de voornoemde kaders
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
70
Het beleggingsdoel is: Toekomstige bestedingsdoeleinden. Er wordt niet belegd met geleend geld. De beleggingsportefeuille is opgebouwd uit directe obligaties. De beleggingshorizon: minimaal 4 tot 8 jaar De beleggingen vinden plaats conform het beleggingsprofiel Beperkt Risico (zeer defensief). Binnen dit profiel bedraagt de normweging voor aandelen 10%, voor vastrentende waarden luidt de norm 90%. SSO NML streeft naar een beleggingsportefeuille met een zeer beperkt risico. De portefeuille bestaat voornamelijk uit vastrentende waarden en leent zich bij uitstek om een regelmatige inkomensstroom te genereren. Dit beleggingsprofiel vereist een minimale beleggingshorizon van 2 tot 5 jaar.
9.4.3 Treasuryplan 2010 De hoogte van de rekening courant wordt zoveel mogelijk afgestemd met de verplichtingen. In 2010 is zoveel mogelijk van het vrijgekomen geld belegd in beleggingen dit omdat deze naast een hoog rendement ook een beperkt rente risico met zich meebracht. Het beleggingsresultaat in 2010 is 2,72% (0,12% lager dan benchmark, dit komt doordat onze portefeuille anders is opgebouwd dan de benchmark. Gezien de tegenvallende resultaten van het gevoerde treasurybeleid en de onzekere waarde van sommige obligaties zal in 2011 worden overwogen om de obligatieportefeuille anders samen te stellen. Ook zal het vermogensbeheer niet meer bij ING worden ondergebracht.
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
71
Overzicht:
Bestuursverslag 2010 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
72