Bestuursverslag & Jaarrekening 2010
Geïntegreerd jaardocument 2010
INHOUDSOPGAVE 0.
I N L E I D I N G....................................................................................................................... 2
A1. A2. A3. A4. A5. A6.
B E S T U U R S V E R S L A G ........................................................................................... 3 T O E L I C H T I N G B I J D E J A A R R E K E N I N G ............................................. 40 L E E R L I N G E N A A N T A L L E N E N D I P L O M A ‘ S........................................ 48 G E G E V E N S P E R S O N E E L................................................................................ 51 H E L D E R H E I D I N D E B E K O S T I G I N G ( B V E )...................................... 54 K E N G E T A L L E N ....................................................................................................... 55
B1. B2. B3. B4. B5. B6. B7. B8.
G R O N D S L A G E N V O O R D E J A A R R E K E N I N G ................................... 58 B A L A N S P E R 3 1 D E C E M B E R 2 0 1 0 ........................................................ 61 S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N 2 0 1 0................................................. 62 K A S S T R O O M O V E R Z I C H T 2 0 1 0.................................................................. 63 T O E L I C H T I N G B E H O R E N D E T O T D E B A L A N S.............................. 64 T O E L I C H T I N G O P D E S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N ........ 71 O V E R Z I C H T V E R B O N D E N P A R T I J E N................................................... 75 N I E T U I T D E B A L A N S B L I J K E N D E V E R P L I C H T I N G E N ......... 75
C1. C2. C3.
C O N T R O L E V E R K L A R I N G................................................................................ 77 B E S T E M M I N G V A N H E T R E S U L T A A T................................................... 79 G E B E U R T E N I S S E N N A B A L A N S D A T U M.............................................. 79
B I J L A G E 1 : H O N O R E R I N G E N B E Z O L D I G I N G ........................................ 80
Bestuursnummer Brinnummer Sector Naam instelling
40673 25EF AOC Stichting Clusius College
Postadres Postcode / Plaats Telefoon E-mail Website
Voltastraat 1 1817 DD Alkmaar 072-5147666
[email protected] www.clusius.nl
Contactpersoon E-mail
Joost Emmerik
[email protected] 1
Geïntegreerd jaardocument 2010
0.
INLEIDING
Hierbij bieden wij u het bestuursverslag en de jaarrekening 2010 van het Clusius College aan. Het bestuursverslag bestaat uit een algemeen deel, met informatie over de organisatie en de ontwikkelingen in 2010 en een toelichting bij de jaarrekening. Uit de jaarrekening blijkt dat het Clusius College het financiële jaar afsluit met een positief resultaat van € 1.031.624 waar een negatief saldo van € 2.315.628 begroot was. Op basis van het (toen waarschijnlijke) financiële resultaat in 2009, de begroting van 2010 en de meerjarenraming vanaf 2011, is in november 2009 door het College van Bestuur besloten tot een ingrijpende bezuiniging, waarvan het terugdringen van de overformatie een belangrijk aspect is. Deze personele ombuiging heeft in 2010 een reorganisatie tot gevolg gehad. De reorganisatie en de overige bezuinigingen, waarvan het verwachte resultaat nog niet meegenomen waren in de begroting van 2010, hebben geleid tot een positief resultaat over 2010. De regelgeving met betrekking tot het ‘geïntegreerd jaardocument’ in het onderwijs (RJ 660) wordt door het Clusius College toegepast. Dit geïntegreerde jaardocument bestaat uit het bestuursverslag, de jaarrekening met een toelichting en overige gegevens die volgens de regeling moeten worden toegevoegd aan het geïntegreerde jaardocument. Deze gegevens zijn waar mogelijk geïntegreerd in de tekst van het bestuursverslag. Het geïntegreerd jaardocument vormt de basis voor het jaarverslag dat in juni 2011 verschijnt. Ons jaarverslag 2009 is verkozen tot beste jaarverslag in de categorie AOC’s. We gaan daarom op de ingeslagen weg voort, waarbij het jaarverslag een combinatie is van horizontale en verticale verantwoording van het beleid en een beeld van wat er allemaal gebeurt in de organisatie. Het jaarverslag moet daarom voor een brede doelgroep een aansprekend document zijn.
Alkmaar, 18 april 2011
M.H. van Tilburg Voorzitter College van Bestuur
2
G.P. Oud Lid College van Bestuur
Geïntegreerd jaardocument 2010
A1. B E S T U U R S V E R S L A G A1.1
De organisatie
Het Clusius College heeft vestigingen in acht gemeenten ten noorden van het Noordzeekanaal. Het verzorgt opleidingen vmbo-groen en mbo. Er zijn mbo-opleidingen op het gebied van plant, dier, groen, bloem, styling, voeding, recreatie, techniek, zorg, commercieel ondernemen, sportvisserij, natuur en milieu. Vmbo-vestigingen zijn er in Amsterdam, Castricum, Grootebroek, Heerhugowaard en Purmerend. In Alkmaar, Hoorn en Schagen zijn vestigingen met vmbo en mbo. Het Centraal Bureau is gevestigd in Alkmaar. Daarnaast verzorgt het Clusius College bedrijfsopleidingen en cursus- en contractonderwijs. Het Clusius College is een stichting. Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van de stichting en legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht (RvT). Het management wordt gevormd door de vestigingsdirecteuren. Het Centraal Bureau is dienstverlenend aan de vestigingen en ondersteunend aan het College van Bestuur. Het leerlingen- en studentenaantal1 is in 2010 (teldatum 1 oktober) nagenoeg gelijk gebleven met een totaal van 5.468. Het aantal leerlingen vmbo is 3.738 (-4,4%). Terugloop vond plaats in Alkmaar (-14,0%), Amsterdam (-8,0%), Castricum (-7,4%), Grootebroek (-6,2%) en Schagen (-6,3%). Stijging van het aantal leerlingen was er in Heerhugowaard (+1,3%), Hoorn (+1,4%) en Purmerend (+4,4%). Het aantal studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol) van het mbo is 1.206 (+8,6%). Het aantal in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) is 524 (+18,3%). Voor de komende jaren is de verwachting dat het aantal leerlingen in het vmbo tot 2013 nog blijft dalen tot ongeveer 3.540 en daarna weer gaat groeien. De regio van het Clusius College is een van de weinige in Nederland waar het aantal 5- tot 10-jarigen tot 2009 nog steeg. Het mbo zal de komende jaren groeien, mede als gevolg van de afgelopen jaren gestarte opleidingen, de nieuwe opleiding Zorgbedrijf Dierenhouderij (start in schooljaar 2010-2011) en een toename van bedrijfsopleidingen (bbl). In 2014 wordt een totaal aantal leerlingen en studenten voorzien van ongeveer 5.460. Vanuit het Centraal Bureau van het Clusius College vindt alle dienstverlening aan vestigingen en ondersteuning van het College van Bestuur plaats op het gebied van Kwaliteit & Onderwijs (incl. projecten en internationalisering), Personeel & Organisatie, Financiële Zaken, Informatisering & Automatisering, PR & Communicatie en Planning & Control. Vanaf 1 juni 2010 zijn de afdelingen Financiële Zaken en Planning & Control samengevoegd tot de afdeling Finance & Control. Het Secretariaat van het College van Bestuur ondersteunt ook het Centraal Bureau. Een van de bestuurssecretaresses is tevens office manager. Met het besluit van de besturen van ROC Kop van Noord-Holland en het Clusius College om een strategische samenwerking aan te gaan, is een belangrijke stap gezet naar bundeling van krachten op een aantal gebieden. Door een gezamenlijke front en back office bij de bedrijfsopleidingen, kan de markt van leven lang leren beter bediend worden. In het mbo wordt in enkele opleidingen samengewerkt (Groen, Grond & Infra / Monteur Mobiele Werktuigen, Zorgbedrijf Dierenhouderij). Samenwerking en krachtenbundeling bij de centrale ondersteuning leidt tot betere dienstverlening en efficiënter werken. De samenwerking is in 2010 geformaliseerd door de oprichting van de Coöperatieve Onderwijsgroep Noordwest-Holland U.A.
1
We spreken binnen het vmbo van leerlingen en binnen het mbo van studenten.
3
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.2
Missie, visie en beleid
Het College van Bestuur stelt jaarlijks een kaderbrief op, op basis waarvan de vestigingen hun activiteitenplannen maken en die tevens leidend is voor de activiteiten van en ondersteuning door het Centraal Bureau. Het beleid van het Clusius College wordt in de kaderbrief opgehangen aan vijf speerpunten: 1. Duidelijke strategische positionering 2. Kwalitatief hoogwaardig onderwijs 3. Professionele organisatie 4. Integraal management binnen afgesproken kaders 5. Voldoen aan basiskwaliteit Bij elk van de speerpunten worden activiteiten en resultaten benoemd voor het komende (school)jaar en voor de langere termijn. Het Clusius College heeft grote ambities voor wat betreft de ontwikkeling van het onderwijs en de verbetering van de kwaliteit ervan, verdere professionalisering van de organisatie en de medewerkers en modernisering van de huisvesting en overige voorzieningen. Dit vraagt om een heldere missie en visie, die uitgangspunt zijn voor beleid op basis waarvan prioriteiten worden gesteld en keuzes worden gemaakt. Daarom is medio 2010 een ‘missie/visie-traject’ (M/V-traject) gestart onder begeleiding van het bureau Trainingproducties. De start van het traject was voor de zomer van 2010, waarin een breed samengestelde groep van zo’n twintig mensen de (concept) missie heeft ontwikkeld. De (concept) missie van het Clusius College luidt: Het Clusius College geeft groen licht voor succes in een dynamische wereld. Op basis van deze missie is door ongeveer dezelfde groep mensen vervolgens een (concept) algemene visie opgesteld. De (concept) algemene visie van het Clusius College luidt: Het groene onderwijs van het Clusius College is eigentijds en aantrekkelijk en behoort in 2015 tot het beste kwart van Nederland! Het Clusius College komt bij ouders, leerlingen en bedrijfsleven als eerste in gedachte wanneer het gaat om goed onderwijs omdat het: • een veilige, stimulerende leeromgeving biedt; • een ieder uitdaagt het beste uit zichzelf te halen; • samenwerkt met ouders, bedrijfsleven en andere betrokkenen in de regio; • een professionele organisatie met modern personeelsbeleid is; • zich kenmerkt door transparantie, verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewustzijn. Het ‘M/V-traject’, dat loopt van het najaar van 2010 tot het voorjaar van 2011, bestond vervolgens uit twee sporen: Het met elkaar in gesprek gaan over de missie en algemene visie in groepen in twee bijeenkomsten (het ‘MM-traject’), waarbij in de eerste bijeenkomst onder meer teruggeblikt is op (vooral) het voorgaande jaar, waarin de reorganisatie en de invoering van het functiehuis plaatsvonden en opmerkingen, tips en adviezen geadresseerd zijn aan de vestigingsdirecteur en het College van Bestuur (CvB). In de tweede bijeenkomst is vooral vooruit gekeken en de verbinding gelegd met ieders persoonlijke drijfveren en de missie en algemene visie van het Clusius College. Hierin is door het grootste deel van de medewerkers geparticipeerd. 4
Geïntegreerd jaardocument 2010
Het ontwikkelen van een onderwijskundige visie op basis van de missie en algemene visie (het ‘OV-traject’). Dit is gebeurd op elke vestiging door een groep medewerkers die gezamenlijk zo’n 400 bouwstenen hebben aangeleverd, waaruit een redactiecommissie een (concept) onderwijskundige visie heeft opgesteld. Deze is weer op de vestigingen vertaald in een plan van aanpak, dat opgenomen wordt in het vestigingsactiviteitenplan. Voor het Centraal Bureau is deze onderwijskundige visie mede uitgangspunt voor de ondersteuning aan vestigingen.
Het hele traject wordt in april 2011 afgesloten met een digitale enquête, waarin alle medewerkers nog eens naar hun mening gevraagd wordt over de concept missie en algemene visie. Op basis van de uitkomsten van deze enquête en van de input uit de eerdere bijeenkomsten zullen de missie en algemene visie bijgesteld worden en vervolgens worden vastgesteld. A1.3
Goed bestuur, verantwoording en toezicht
A1.3.1 Goed bestuur Het Clusius College hanteert met betrekking tot het besturen, het toezicht en de horizontale verantwoording en dialoog de governance code van de mbo-sector ‘Goed bestuur in de bvesector’, die op 1 januari 2009 in werking is getreden. In deze code is de volgende definitie opgenomen van goed bestuur: Goed bestuur is het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden van een organisatie, gericht op efficiënte en effectieve realisatie van de doelstellingen, alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden. De scheiding tussen bestuur en toezicht is binnen het Clusius College vorm gegeven middels de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, waarbij het College van Bestuur het bevoegd gezag is. De verantwoordelijkheden, taken en onderlinge verhouding tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur zijn vastgelegd in de statuten van de stichting en het bestuursreglement. A1.3.2 Verantwoording en toezicht Het Clusius College verantwoordt zich aan externe en interne toezichthouders middels het jaarverslag. Het jaarverslag voldoet aan de vereisten die gesteld worden door de overheid en zijn gebaseerd op de inrichtingsvereisten zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en zijn nader uitgewerkt in de richtlijnen RJ660 Onderwijsinstellingen en brieven en andere richtlijnen van het Ministerie van OCW. Het jaarverslag van het Clusius College is gebaseerd op het geïntegreerd jaardocument, dat bestaat uit het bestuursverslag, de jaarrekening en de toelichting bij de jaarrekening. Het geïntegreerd jaardocument maakt integraal onderdeel uit van het jaarverslag en is via de digitale versie van het jaarverslag op de website te raadplegen, evenals andere meer gedetailleerde verantwoordingsdocumentatie. De vormgeving van het jaarverslag gaat uit van een breed lezerspubliek: medewerkers van het Clusius College, collega-onderwijsinstellingen, brancheorganisaties, relaties, ouders in ouderraden, bedrijven, etc. Naast de tekst waarin verantwoording wordt afgelegd, zijn in het jaarverslag ook impressies en sfeerbeelden opgenomen van activiteiten en gebeurtenissen uit het verslagjaar. Het Clusius College participeert in de benchmark mbo en in de JOB-monitor (jongerenorganisatie beroepsonderwijs). In de vo-sector is als benchmark en verantwoordingsinstrumentarium ‘Vensters voor verantwoording’ in gebruik genomen. Voor alle vestigingen van het Clusius College is in 2010 ‘Vensters’ ingericht. Via de website www.clusius.nl zijn hierdoor de opbrengstcijfers van de vestigingen en tal van andere gegevens te raadplegen en kunnen de vestigingen onderling en met 5
Geïntegreerd jaardocument 2010 de landelijke cijfers worden vergeleken. Via de landelijke website kan ook vergelijking plaatsvinden met andere scholen. De belangrijkste externe toezichthouders zijn de Inspectie van het onderwijs en de accountant. Naast de onderzoeken die op de vestigingen plaatsvinden, is het jaarlijks gesprek van het College van Bestuur met de inspectie de gelegenheid waarbij de kwaliteit van het onderwijs met de inspectie besproken wordt. De accountant van het Clusius College is de Gibo Groep (Gibo Onderwijs Registeraccountants). Gibo controleert jaarlijks de jaarrekening en de accountants zijn aanwezig in de vergadering van de Raad van Toezicht waarin de jaarrekening en het bestuursverslag door de raad besproken en vastgesteld worden. In het najaar vindt de interimcontrole plaats. De managementsamenvatting van de interimcontrole van 2010 geeft aan dat de processen op het gebied van planning & control, personeel, projecten, AO/IB, inkoop en betaling goed verlopen. De verbeterpunten die door de accountant aangegeven zijn, worden opgepakt. In het kader van good governance heeft in 2009 binnen de Gibo Groep personele wisseling van de wacht plaatsgevonden in de controlerende en verantwoordelijke accountants voor het Clusius College. A1.3.3 Intern toezicht Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2009, mede vooruitlopend op het aftreden volgens rooster van twee leden in 2010 en een in 2011, vijf nieuwe leden gekregen. De Raad van Toezicht is in 2010 vijf keer bijeen geweest; een van deze vergaderingen was gekoppeld aan een studiedag. Deze studiemiddag in september (met externe begeleiding) heeft geheel in het teken gestaan van de net ontwikkelde missie en visie van het Clusius College. Voorafgaand aan elke vergadering ontvangt de raad uitgebreide schriftelijke informatie van het College van Bestuur over alle relevante ontwikkelingen, die in de vergadering besproken worden. Na elk kwartaal rapporteert het College van Bestuur uitgebreid over de financiële stand van zaken. Daarnaast waren belangrijke agendapunten in 2010: De jaarrekening van 2009 en het bestuursverslag over 2009 (incl. de accountantsverklaring); deze zijn vastgesteld door de RvT. De begroting 2011 (goedgekeurd door de RvT) en de meerjarenraming, op basis van onder andere de meerjarenleerlingen- en studentenprognoses. De ontwikkelingen op het gebied van huisvesting; goedkeuring van besluiten over de aanbesteding van Schagen en de start van het nieuwbouwtraject in Alkmaar. De oprichting van de Coöperatieve Onderwijsgroep Noordwest-Holland (goedkeuring van het besluit). De kwaliteit van het onderwijs, mede op basis van de inspectierapporten. De reorganisatie. Omdat we over steeds meer kengetallen en vergelijkingscijfers beschikken op alle beleidsterreinen, wordt het interne toezicht in toenemende mate integraal, waar tot voor enkele jaren de focus van het toezicht vooral lag bij de organisatie, de begroting en de monitoring erop en de investeringen op het gebied van huisvesting. De manager Finance & Control is in veel gevallen aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Toezicht. De voorzitter en vice-voorzitter hebben functioneringsgesprekken gevoerd met de leden van het College van Bestuur. A1.3.2 Medezeggenschapsraad Het werk van de MR heeft in 2010 vooral in het teken gestaan van drie belangrijke ontwikkelingen: de invoering van het functiehuis, de reorganisatie en de, als gevolg van het in werking treden van de Wet Medezeggenschap Educatie en Beroepsonderwijs, voorbereidingen op de invoering van een ondernemingsraad per 1 maart 2011. De invoering van deze wet betekent niet alleen de 6
Geïntegreerd jaardocument 2010 vorming van een ondernemingsraad, maar ook van een studentenraad voor het mbo en een (centrale) ouderraad voor het vmbo. Een commissie met het DB van de MR en medewerkers van het Centraal Bureau heeft de voorbereiding van deze transitie voor haar rekening genomen en de informatie verzorgd voor de medewerkers. De reorganisatie en de invoering van het functiehuis zijn door de MR kritisch gevolgd en waren in nagenoeg elke vergadering voor de zomer onderwerp van gesprek. Samen met het CvB heeft de MR een informatiebijeenkomst over de reorganisatie georganiseerd, waar zo’n 150 medewerkers aanwezig waren. Een ander traject waar de MR nauw bij betrokken was, is leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. De raad heeft met uitzondering van de zomervakantie maandelijks vergaderd. De MR of de geledingen binnen de MR hebben positief geadviseerd over of ingestemd met beleidsdocumenten over de volgende onderwerpen: Personeel en organisatie o Mobiliteitsbeleid: procedure interne mobiliteit leidinggevende functies en procedure interne mobiliteit onderwijzend en ondersteunend personeel o Reorganisatieplan o Formatieplannen vestigingen en formatieplan Clusiusbreed o Functiehuis o Arbo-dienstverleningscontract Onderwijs o Algemeen deel Schoolgids vmbo o Vrijwillige ouderbijdrage en borg voor de boeken Financieel o Jaarrekening 2009 Regelingen o Vakantieregeling 2011 Met name de manager P&O van het Centraal Bureau heeft veelvuldig in de MR toelichting gegeven bij ontwikkelingen en beleidsnotities. De samenwerking tussen MR en College van Bestuur was constructief en prettig. Er is twee keer gesproken tussen de dagelijks besturen van de Raad van Toezicht en de MR. A1.4
Onderwijs
A1.4.1 Inspectietoezicht2 Nadat de inspectie begin 2007 geconstateerd had dat er in het hele mbo en op een viertal vmbovestigingen tekortkomingen waren in de kwaliteit van het onderwijs, heeft het Clusius College grote stappen gezet in de verbetering en de borging van de kwaliteit van het onderwijs. We voldoen nagenoeg geheel aan de wettelijke vereisten, o.a. op het gebied van onderwijstijd (vmbo en mbo) en wettelijke documenten (onderwijs- en praktijkovereenkomsten in het mbo, handelingsplannen in het vmbo). Er wordt gebruik gemaakt van instrumentarium waarmee de planning van onderwijstijd inzichtelijk gemaakt wordt en de realisatie gevolgd kan worden. Voor elk van de wettelijke documenten is een eenduidig format ontwikkeld dat gebruikt wordt. Door middel van interne audits worden de wettelijke vereisten en de (andere) bekostigingsvoorwaarden gecontroleerd. De resultaten hiervan worden ter beschikking gesteld van de accountant en de inspectie. De procedures met betrekking tot de examinering in het vmbo en mbo zijn beschreven en vastgelegd en er heeft standaardisering (bv. opleidingsplannen in het mbo, programma’s van toetsing en afsluiting in het vmbo) plaatsgevonden. Er worden interne audits gehouden door de
2
Alle inspectierapporten zijn te raadplegen via de website van de inspectie www.onderwijsinspectie.nl
7
Geïntegreerd jaardocument 2010 afdeling Kwaliteit & Onderwijs, die – met inspectierapporten op die vestigingen waar onderzoek heeft plaatsgevonden – de basis vormen voor verbeteractiviteiten. Dit neemt niet weg dat er nog veel te verbeteren blijft. In het mbo werd de opleiding Veehouderij in Alkmaar, die onderdeel uitmaakte van de steekproef in het kader van het stelselonderzoek, door de inspectie zwak bevonden. Hoewel de opbrengsten voldoende zijn, beoordeelde de inspectie het onderwijsleerproces als onvoldoende. Grootste knelpunten zijn het pedagogisch-didactisch handelen van docenten en de begeleiding van de studenten. Inmiddels zijn er forse verbeteractiviteiten ingezet, onder meer door een scholingstraject voor en begeleiding van docenten. Ook in Alkmaar heeft de inspectie – in het kader van het landelijk themaonderzoek ‘Melding verzuim en voortijdig schoolverlaten’ – geconstateerd dat enkele aspecten niet in orde waren. Bij het vervolgonderzoek begin 2011 bleken de tekortkomingen adequaat aangepakt te zijn. Elf van de twaalf AOC’s maken voor de examinering in het mbo gebruik van de producten van De groene standaard. Dit is een samenwerkingsverband van AOC’s, waarin competentiegerichte examenproducten ontwikkeld worden. Nu bleek medio 2009 dat de examenstandaarden 4 en 5 van de producten van De groene standaard niet op orde waren, waardoor alle onderzochte examens van de AOC’s die hiervan gebruik maken onvoldoende bevonden werden, ook die van het Clusius College. Intensief overleg van zowel het bestuur van De groene standaard als van de AOC Raad met de inspectie, heeft ertoe geleid dat er zodanige ‘reparatie’ heeft plaatsgevonden dat beoordeling van de examens in 2011 met vertrouwen tegemoet gezien kan worden. In het vmbo zijn vijf vestigingen betrokken geweest bij het kwaliteitsonderzoek van de inspectie. In Alkmaar heeft vervolgonderzoek plaatsgevonden naar het verbetertraject dat is gestart nadat de inspectie in het onderzoek eind maart 2009 geconstateerd had dat de kwaliteit van het onderwijs in de kaderberoepsgerichte en gemengde leerweg zwak was. Uit het voortgangsonderzoek van december 2010 blijkt weliswaar dat is doorgegaan met de eerder ingezette verbeteringen, maar dat de opbrengsten nog steeds onvoldoende zijn. De beoogde resultaten moeten meer SMART3 geformuleerd worden om te kunnen constateren of de ingezette middelen ook tot het gewenste resultaat leiden. In Purmerend heeft ook een voortgangsonderzoek plaatsgevonden. Daar zijn de verbeteringen van dien aard dat de verwachting is dat het laatste onderzoek in maart 2011 (onderzoek kwaliteitsverbetering) een ‘basistoezichtarrangement’ oplevert, hetgeen betekent dat de kwaliteit op orde is. Uit landelijk onderzoek is gebleken dat de opbrengsten van de gemengde leerweg bij alle AOC’s (ook bij het Clusius College) achterblijven bij die van het overig vmbo. De inspectie heeft op basis hiervan eind 2010 een onderzoek uitgevoerd in Heerhugowaard, Hoorn en Schagen, waar de opbrengsten van de gemengde leerweg onvoldoende zijn. De onvoldoende opbrengsten worden veroorzaakt door te grote verschillen tussen de gemiddelde cijfers van het schoolexamen en het centraal examen – waar door alle vestigingen stevig op wordt gestuurd – en de lagere cijfers voor het centrale examen dan mag worden verwacht. In Hoorn is ook het onderwijsleerproces onvoldoende op basis van onvoldoende indicatoren, waardoor deze vestiging de status ‘zeer zwak’ heeft gekregen. Uit de voorinzage van de opbrengsten over 2010 blijkt hierin in Hoorn een aanzienlijke verbetering opgetreden te zijn. De problematiek in de gemengde leerweg op de drie vestigingen wordt aangepakt op basis van een verbeterplan, waarin opbrengstgericht werken, (betere) determinatie en gedifferentieerd werken sleutelbegrippen zijn. Het Clusius College participeert actief in het Actieplan van de AOC Raad voor de verbetering van de gemengde leerweg.
3
8
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
Geïntegreerd jaardocument 2010 Tenslotte is de vestiging Castricum onderdeel geweest van het landelijk themaonderzoek ‘Ouderbijdrage en sponsoring’. Een belangrijk knelpunt dat uit dit onderzoek naar voren komt, is de wijze waarop het Clusius College omgaat met de vrijwillige ouderbijdrage en de borg voor de schoolboeken. Beide zijn onderdeel van het bestelproces, waarover middels een Europese aanbesteding contractuele verplichtingen zijn aangegaan met een boekenleverancier. De bestelprocedure levert onvoldoende garantie voor de vrijwilligheid van de bijdrage en de borg. Inmiddels zijn met de boekenleverancier afspraken gemaakt waardoor deze problematiek niet meer voorkomt. A1.4.2 Voortijdig schoolverlaten Het Clusius College participeert in het kader van het kabinetsspeerpunt ‘Aanval op schooluitval’ in regionale convenanten voor voortijdig schoolverlaten. Het percentage voortijdig schoolverlaters van het Clusius College is in 2009-2010 gedaald met 30% ten opzichte van 2005-2006 (bron: ministerie van OCW). We voldoen hiermee weliswaar aan de ambitie van het convenant, maar ten opzichte van vorig jaar is er wel een stijging van het percentage VSV-ers waar te nemen. Hieraan zal in 2011 extra aandacht worden besteed. Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters Clusius College vmbo en mbo 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 Totaal aantal leerlingen vmbo-mbo 5.451 5.619 5.438 5.326 5.238 Aantal VSV’ers 277 219 189 164 194 Ambitie nieuwe VSV’ers 249 222 194 Percentage nieuwe VSV’ers 5,1% 3,9% 3,5% 3,1% 3,7% Het percentage voortijdig schoolverlaters in het mbo van het Clusius College is in 2009-2010 gedaald met 12% ten opzichte van 2005-2006 (bron ministerie van OCW). Ten opzichte van schooljaar 2008-2009 is het aantal VSV’ers in het mbo gestegen van 83 naar 106. We voldoen daarmee niet aan de in de convenanten opgenomen ambitie. Hieraan zal in 2011 extra aandacht worden besteed. Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (mbo) als percentage van het totaal aantal studenten. 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 Clusius College 10,0% 8,0% 6,9% 6,5% 8,0% Alle AOC’s 8,1% 8,4% 7,8% 7,0% 6,7% Bron: BRON-BVE, BRON-VO
Clusius College mbo Clusius College totaal mbo Clusius College totaal mbo VSV Ambitie Clusius College mbo % nieuwe VSV mbo
2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 1.208 1.272 1.270 1.331 121 86 83 106 109 97 85 10,0% 8,0% 6,8% 6,5% 8,0%
Clusius College vmbo Clusius College totaal vmbo Clusius College totaal vmbo VSV Ambitie Clusius College vmbo % nieuwe VSV vmbo
2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 4.243 4.166 4.056 3.907 156 103 81 88 140 125 109 3,7% 2,7% 2,5% 2,0% 2,3%
9
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.4.3 Taal- en rekenbeleid Taal- en rekenvaardigheid van leerlingen en studenten vormt een belangrijke succesfactor voor het doorlopen en afsluiten van een opleiding. Onderzoeksgegevens tonen aan dat het taal- en rekenniveau van leerlingen vaak onvoldoende is. Dit geldt voor zowel het vmbo als het mbo. Beheersing van taal en rekenen is niet alleen een voorwaarde om tijdens de schoolloopbaan te kunnen slagen, het is ook een voorwaarde om maatschappelijk te kunnen functioneren. Landelijk zijn er referentiekaders taal en rekenen ontwikkeld. Deze zijn ook de basis voor nieuwe wet- en regelgeving op dit gebied. Zo zal er in het mbo sprake zijn van centraal ontwikkelde examens. De werkgroep die binnen het Clusius College in 2009 van start is gegaan, heeft het taal- en rekenbeleid op papier gezet. In april 2010 is dit beleid vastgesteld. Dit beleid geeft de centrale kaders, die door de vestigingen verder ingevuld worden. Het beleid is gebaseerd op de ‘drieslag’: ontwikkeling op het gebied van taal en rekenen vindt plaats (1) in alle leergebieden (incl. stage), (2) binnen het vakgebied taal en rekenen zelf en (3) middels ondersteuning voor leerlingen met achterstanden. A1.4.4 Verbeteractiviteiten Verbeteractiviteiten worden ingezet naar aanleiding van interne evaluaties, van inspectieonderzoeken, van de managementletter van de accountant, van veranderende wet- en regelgeving, van signalen van de Raad van Toezicht en de MR, van tevredenheidsonderzoeken, van risico-inventarisatie en -evaluatie in het kader van de arbo en van signalen van studenten-, leerlingen- en ouderraden, begeleidingscommissies en sectoradviesraden. De majeure thema’s, die van belang zijn voor de hele instelling, worden opgenomen in de kaderbrief. Vestigingen nemen in hun activiteitenplan de verbeterpunten op. Het Centraal Bureau ondersteunt deze activiteiten en doet (een deel van) de beleidsvoorbereiding. A1.4.5 Zorg In ons vmbo is ‘zorg’ een belangrijke pijler van het onderwijs. Van het totale aantal vmbo-leerlingen heeft 43,9% een lwoo-indicatie (leerwegondersteunend onderwijs), waarbij het Clusius College extra financiering ontvangt voor aanvullende zorg. Daarnaast krijgen 159 leerlingen in het vmbo leerlinggebonden financiering (lgf, ‘rugzakje’); in het mbo zijn dit 37 studenten. Het Clusius College participeert in zes samenwerkingsverbanden VO, waarvan er drie over een OPDC (orthopedagogisch en didactisch centrum) beschikken. Gerard Oud, lid College van Bestuur, was tot medio 2010 voorzitter van het bestuur van het samenwerkingsverband WestFriesland. In de besturen van de andere samenwerkingsverbanden participeren (door het College van Bestuur gemandateerde) vestigingsdirecteuren. Het samenwerkingsverband in Amsterdam-Noord is formeel in 2010 opgegaan in het samenwerkingsverband van heel Amsterdam. Bestuurlijk worden de besluiten genomen in het OSVO, de vereniging van Amsterdamse scholen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs, waarin het Clusius College participeert. Het toewerken naar ‘Passend Onderwijs’ is in alle regio’s een belangrijk onderwerp. De vestiging Amsterdam krijgt subsidie uit het leerplusarrangement, die een school ontvangt bij een percentage leerlingen van meer dan 30% uit risicowijken (armoede-probleemcumulatiegebied). Ook in het mbo wordt zorg een steeds belangrijker thema. Zowel in Alkmaar als in Hoorn zijn voor het mbo zorgplannen opgesteld en zorgadviesteams ingericht, voorzieningen die zich in het vmbo al jarenlang bewezen hebben.
10
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.4.6 Toelatingsbeleid In het vmbo volgt het Clusius College de wettelijke kaders voor toelating. Met name voor leerlingen met leerproblemen of die anderszins extra zorg behoeven, wil het Clusius College een passende en veilige leeromgeving bieden. Gelet op het grote aantal zorgleerlingen dat kiest voor het vmbo van het Clusius College, slagen we daarin. In het mbo is de afstemming van de opleidingscapaciteit op de arbeidsmarkt van belang. Het Clusius College hanteert hierbij als maat het aantal beschikbare stageplaatsen. Dit betekent bijvoorbeeld voor de opleiding Dierverzorging dat er een bovengrens gehanteerd wordt aan het aantal studenten dat toegelaten wordt. Voor veel opleidingen voor de primaire sectoren is de vraag op de arbeidsmarkt (veel) groter dan het aantal studenten dat jaarlijks gediplomeerd de opleiding verlaat. Ten aanzien van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt dient overigens te worden opgemerkt, dat veel studenten, deels na een vervolgopleiding, later kiezen voor een ander beroep dan waarvoor de mbo-opleiding opleidt. Het is voor het Clusius College daarom van belang om de breedte van de opleidingen te waarborgen, waarmee de ‘employability’ van gediplomeerden zo groot mogelijk is. Aantrekkelijke opleidingen, die studenten met plezier volgen, maken de kans op het succesvol afronden van de opleiding en daarmee de slagingskans op de arbeidsmarkt groter. Het Clusius College doet nog geen gericht onderzoek naar extern rendement (mate van succes in het beroep of vervolgopleiding na kwalificering in het mbo). A1.4.7 Internationalisering en culturele diversiteit In 2010 hebben er 92 mbo-studenten met subsidie een internationale stage gedaan. Het betreft dan stages in EU-landen. Daarnaast gingen zo’n 25 mbo-ers zonder subsidie naar landen buiten Europa. Het Clusius College behoort inmiddels tot een der actiefste Nederlandse mbo-instellingen als het gaat om internationale stage. Landelijk ligt het deelnemerspercentage in het mbo rond de 0,6% terwijl het aantal internationale stages op het Clusius College de 6,5% overschrijdt. Vijfentwintig docenten hebben, met subsidie, een internationale stage gedaan in Malta, Italië, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk. Opmerkelijk was de studiereis van een groep mbo- en vmbo-docenten Tuin, Park Landschap naar Italië. Het project vond plaats in samenwerking met STOAS (groene lerarenopleiding). Op de mbo-vestigingen werden werkweken met studenten georganiseerd naar o.a. Engeland, Duitsland, Italië en België. Binnen het Clusius College wordt in toenemende mate de verbinding gelegd tussen culturele diversiteit en internationalisering. Op de vmbo-vestigingen van vooral Schagen, Purmerend en Castricum is via uiteenlopende projecten aandacht voor onze multiculturele samenleving. Het aantal internationale uitwisselingen op het vmbo liep terug onder invloed van de grote werkdruk op de vestigingen. Een aantal leerlingen van Purmerend is naar Tsjechië geweest. Polen werd weer bezocht door de vmbo-leerlingen van de vestiging Heerhugowaard. Het project met o.a. bezoek aan voormalig concentratiekamp Ravensbrück en aan Berlijn is uitgevoerd met 27 vmbo-leerlingen afkomstig van alle vmbo-vestigingen. Engels, de Europese voertaal, kreeg op het Clusius College weer alle aandacht via het Anglia project. Het voor internationalisering geoormerkte deel van de Impulssubsidie van het ministerie van EL&I (€ 24.000) is ingezet voor een deel van de coördinatie en ondersteuning van de internationaliseringsactiviteiten.
11
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.4.8 Overige ontwikkelingen Een aantal relevante ontwikkelingen in het mbo in 2010: Nieuwe opleiding Zorgbedrijf Dierenhouderij In het schooljaar 2010-2011 is in Alkmaar de nieuwe opleiding Zorgbedrijf Dierenhouderij (bol niveau 3 en 4) gestart. Deze opleiding richt zich op het toenemende aantal agrarische bedrijven dat als nevenactiviteit zorg biedt aan mensen met diverse zorgvragen of –indicaties, zoals mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking en/of psychische problemen. Ook zijn er zorginstellingen met een groene afdeling voor de behandeling van hun cliënten en agrarische bedrijven met kinderopvang als nevenactiviteit. Deze opleiding wordt gegeven in samenwerking met ROC Kop van Noord-Holland, waardoor bijvoorbeeld gediplomeerden in een compact traject ook een diploma Zorg bij het ROC kunnen behalen. Creta Het Clusius College is samen met twee andere AOC’s en het Cito het project Creta (centrale toetsen voor rekenen en taal) gestart. In de zomer van 2009 is het project verbreed naar alle AOC’s en heeft Cito de projectleiding van het project. Beoogd wordt om middels deze toetsen het taal- en rekenniveau van de studenten in het mbo zichtbaar te maken en op basis daarvan aanvullend onderwijs te bieden voor die studenten die het gewenste niveau nog niet bereikt hebben. In het schooljaar 2010-2011 waren onderstaande toetsen beschikbaar. Deze toetsen zijn onder een groot deel van onze mbo studenten afgenomen. Nederlands lezen en luisteren op B1 niveau Nederlands lezen en luisteren op B2 niveau Engels lezen op A2 niveau Engels lezen en luisteren op B1 niveau Rekenen op 2F niveau Rekenen op 3F niveau Studentenraden In 2008 en 2009 is gestart met studentenraden op de vestigingen in Alkmaar en Hoorn. In de voorbereiding heeft JOB (jongerenorganisatie beroepsonderwijs) een belangrijke stimulerende rol gespeeld. De studentenraden zijn voor het vestigingsmanagement gesprekspartner op het gebied van onder andere (onderwijs)voorzieningen en onderwijsorganisatie. Met de invoering van de ondernemingsraad op 1 maart 2011 als gevolg van nieuwe wetgeving, komt er ook een centrale studentenraad, die bestaat uit vertegenwoordigers van (de studentenraden van) Alkmaar, Hoorn en Schagen. Belangrijke ontwikkelingen in het vmbo: Specialiteiten in het vmbo Het aantal ‘themaklassen’ in het vmbo breidt zich uit. Waar Castricum als eerste vestiging van het Clusius College startte met een paardenklas, heeft dit navolging gekregen op andere vestigingen en zijn er andere themaklassen gestart zoals een kookklas, kunstklas en een international learning klas. Het blijkt dat extra aandacht voor dit soort specialiteiten aantrekkelijk is voor leerlingen en ouders. Waar in havo / vwo dit soort extra mogelijkheden op veel plaatsen aangeboden wordt, blijkt dit in het vmbo veel minder het geval te zijn. Maatschappelijke stages Alle leerlingen die vanaf het schooljaar 2011-2012 starten in het voortgezet onderwijs, moeten een maatschappelijke stage volgen. De omvang is voor het vmbo 48 uur. Deze stage kan opgeknipt
12
Geïntegreerd jaardocument 2010 worden in een aantal korte stages en mag zowel binnen als buiten schooltijd plaatsvinden en telt mee als onderwijstijd. Inmiddels zijn alle vestigingen gestart met maatschappelijke stages. VM2 De vestiging Schagen heeft de afgelopen jaren geparticipeerd in de pilot vmbo-mbo 2 (VM2). Dit project beoogt leerlingen in één leertraject vanaf het derde leerjaar van het vmbo toe te leiden naar een startkwalificatie (mbo niveau 2) en daarmee voortijdige schooluitval te voorkomen. Groen Proeven Als uitvloeisel van het stimuleringstraject ‘Het Groene Leertraject’, waarin alle AOC’s samenwerken, heeft het Clusius College samen met het Groenhorst College en AOC Oost proeven van bekwaamheid voor de praktijkvakken in het vmbo ontwikkeld. Dit project is in 2010 verbreed naar alle AOC’s. A1.4.9 Leerlingen- en studententevredenheid In 2010 heeft het Clusius College met betrekking tot het mbo geparticipeerd in de JOB-monitor. JOB (jongerenorganisatie beroepsonderwijs) voert tweejaarlijks een tevredenheidsonderzoek uit, waaraan zo’n 60 mbo-instellingen deelnemen. Wat betreft de respons kwam het Clusius College uit op 33,7%. Deze respons ligt iets hoger dan het landelijk gemiddelde (27,4%). De belangrijkste resultaten op instellingsniveau zijn hieronder weergegeven; deze gegevens hebben betrekking op het mbo in het schooljaar 2009-2010. Op het niveau van de vestigingen en opleidingen biedt de JOB-monitor veel aanknopingspunten voor verbeteringen. Rapportcijfer (10-puntsschaal) School Opleiding
Clusius College 6,2 6,9
AOC’s 6,5 6,9
Clusius College 3,2 3,5 2,9 3,4 3,6 3,5 3,8 3,7 3,3 2,9 3,4 3,1
AOC’s 3,3 3,6 3,0 3,4 3,6 3,6 3,8 3,9 3,3 3,1 3,4 3,3
Bron: JOB Monitor 2010
Oordeel (5-puntsschaal) Lessen / programma Toetsing Keuze / loopbaanbegeleiding Studiebegeleiding Competenties Stage (bol) Werkplek (bbl) Veiligheid en sfeer Informatie Organisatie Onderwijsfaciliteiten School en studie Bron: JOB Monitor 2010
Leerlingentevredenheidsenquête vmbo In 2009 is er in het vmbo een leerlingentevredenheidsenquête gehouden. Hierbij werden 65 vragen aan leerlingen voorgelegd over diverse onderwerpen. Onder andere over begeleiding, schoolleiding, uitval lessen, veiligheid en de kwaliteit van de lessen. De leerlingen moesten in een vijfpuntsschaal hun tevredenheid uitdrukken. De respons varieerde van 52% (Alkmaar) tot 88% (Castricum en Grootebroek). De beoordeling van de leerlingen verschilde per vestiging sterk. Op de vestiging Amsterdam werd het meest een cijfer onder de 3 13
Geïntegreerd jaardocument 2010 gescoord en kwam het gemiddelde het laagst uit: 3,1. Op de vestiging Purmerend gaven de leerlingen de meest tevreden respons: gemiddeld een 3,5. De leerlingen in de onderbouw zijn gemiddeld meer tevreden dan leerlingen uit de bovenbouw. Op de vraag ‘zijn de toiletten schoon’ kwam verreweg de laagste score, gemiddeld een 2,3. De leerlingen zijn gemiddeld het meest tevreden over hoe serieus de docenten met hun toetsen omgaan, dat scoorde een 4,1. Iedere vestiging heeft de verbeteracties die uit deze enquête voortkomen opgenomen in het vestigingsactiviteitenplan (VAP). A1.4.10 Klachtenafhandeling De klachtenprocedure is in de school- en studiegidsen en op de website te vinden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende typen klachten: algemene klachten, klachten omtrent examens en klachten omtrent ongewenst gedrag en sociale veiligheid. De routes zijn per type klacht beschreven. In 2009 is een tweetal nieuwe klachtenreglementen opgesteld en ook in werking getreden (nr 1 en 2). Daarmee zijn alle klachtenreglementen van het Clusius College in 2008 en 2009 vernieuwd. De klachtenregelingen voor examenklachten waren al in 2008 herzien. Het Clusius College beschikt nu over de volgende klachtenregelingen: 1. Regeling klachten van zakelijke aard 2. Regeling Klachten ongewenst gedrag en sociale veiligheid Voor de examenklachten: 3. Examenreglement vmbo 4. Onderwijs- en examenregeling mbo 5. Reglement commissie voor beroep voor examens (vmbo en mbo) In 2010 zijn er weliswaar enkele klachten binnengekomen, maar deze zijn adequaat op de vestiging opgelost. In geen geval heeft het College van Bestuur zelf een klacht in behandeling hoeven te nemen. A1.4.11 Bedrijfsopleidingen Bij aanvang van het schooljaar 2008-2009 is een start gemaakt met het verder professionaliseren van de activiteiten in het cursus- en contractonderwijs. In de nieuwe organisatie, Clusius Bedrijfsopleidingen (CBO), komen onderwijs en onderwijsgerelateerde activiteiten samen die rechtstreeks voor het bedrijfsleven en regionale overheden worden geïnitieerd. Het Clusius College kent een sterke verankering in het agrarische bedrijfsleven. CBO versterkt deze positie en werkt nauw samen met een keur aan bedrijven. Zo wordt er onder meer onderwijs verzorgd voor en in samenwerking met AB Noord-Holland, United Biscuits Verkade, Vezet, Herenbos Personeelsdienst, Randstad Techniek, WNK Groenvoorziening, Noorderkwartier, Baanstede en De Meergroep. In 2010 is samenwerking op het gebied van scholingsaanbod voor de glastuinbouw met Lentiz Cursus & Consult verder verstevigd binnen het Glastuinbouw Gilde, waarmee een gezamenlijk cursusaanbod gerealiseerd kan worden voor de glastuinbouw in Zuiden Noord-Holland. De verwachting was dat de geplande en voorziene grotere omzet van CBO in de komende jaren tot uiting zou komen in een groter aantal cursisten dat ingeschreven is in bbl-opleidingen. Mede door de onzekerheid over de mogelijkheid voor werknemers van 30 jaar en ouder om nog een bekostigde bbl-opleiding te volgen (de aangekondigde 30+ maatregel van de overheid), is de omzet van CBO in 2010 enigszins gestagneerd en lager uitgekomen dan verwacht. In de samenwerking met ROC Kop van Noord-Holland speelt de samenwerking, leidend tot integratie, van de beide ‘contractafdelingen’ (bedrijfsopleidingen) een prominente rol. Door toe te werken naar een gezamenlijke front en back office, kan de dienstverlening aan bedrijven en andere organisaties verbeterd worden en kan er efficiënter gewerkt worden. 14
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.5
Samenwerking
Het Clusius College werkt op vele fronten samen met andere onderwijsinstellingen, zowel in de regio als landelijk, met het georganiseerde bedrijfsleven en individuele bedrijven en binnen organisaties. In het voorgaande zijn al de samenwerkingsverbanden genoemd in het kader van de leerlingenzorg, de samenwerking met het bedrijfsleven van Clusius Bedrijfsopleidingen en de regionale samenwerking met andere scholen op het gebied van de onderwijsarbeidsmarkt. Heel belangrijk voor het Clusius College zijn de bedrijven en instellingen in de regio waar studenten in het mbo hun beroepspraktijkvorming (stage in de bol en werkend leren in de bbl) doen en waar leerlingen in het vmbo verschillende soorten stages lopen: snuffelstages, beroepsoriënterende en maatschappelijke stages. Bij elkaar zijn dit vele honderden bedrijven en instellingen, zonder welke (voorbereidend) beroepsonderwijs niet mogelijk is. Ook op andere manieren is het bedrijfsleven direct betrokken bij het onderwijs. In het mbo zijn er per sector sectoradviesraden (SAR), waarin vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven de school adviseren over het onderwijs. Daarnaast is het bedrijfsleven betrokken bij de praktische examinering in het mbo, die steeds meer plaatsvindt in de vorm van proeven van bekwaamheid; geïntegreerde vormen van examinering in het competentiegerichte onderwijs. Samenwerking met ROC Kop van Noord-Holland In het verslagjaar is de samenwerking tussen beide instellingen geïntensiveerd. De duurzame samenwerking is geborgd middels de oprichting van de Coöperatieve Onderwijsgroep NoordwestHolland. Beide instellingen blijven zelfstandig, houden hun eigen identiteit en elk College van Bestuur legt verantwoording af aan de eigen interne en externe toezichthouders en heeft een eigen begroting en jaarrekening. Personeel blijft in dienst bij één van beide instellingen. Medezeggenschap blijft plaatsvinden in de beide medezeggenschapsraden. De gezamenlijke activiteiten zullen op projectbasis plaatsvinden. Zowel op het gebied van het mbo als van de bedrijfsopleidingen (cursus- en contractonderwijs) zien beide besturen veel winst in verdere samenwerking. Bij de bedrijfsopleidingen wordt toegewerkt naar een gezamenlijke back en front office. Naast de winst in het onderwijs (kwaliteit, nieuw aanbod, vergroting marktaandeel) blijkt er ook veel winst te behalen in de ondersteuning (bedrijfsvoering, personeel, kwaliteit & onderwijs, ICT & automatisering). Deze winst uit zich in hogere kwaliteit (taakverdeling en specialisatie), efficiënter en effectiever werken en/of kostenbesparing. Zo is geconstateerd dat gezamenlijk optrekken met betrekking tot ICT voor de hand ligt, gezien de hoge kosten (investeringen en afschrijvingen) en de benodigde deskundigheid. Beide organisaties hebben inmiddels grote stappen gezet in de afstemming van de ICT-systemen. De beide besturen komen om de twee tot drie weken bijeen in het coöperatiebestuur. Een aantal andere samenwerkingsverbanden uitgelicht: Brancheorganisaties Het Clusius College is lid van de AOC Raad, de MBO Raad en de VO-raad. Het Clusius College is in alle drie de organisaties actief. Belangrijke taak van de AOC Raad is het behartigen van de belangen van het groene onderwijs richting het ministerie van EL&I. CvB-leden, directeuren en stafleden participeren in respectievelijk het bestuur, de beleidsadviesraad onderwijs en verschillende platforms (vmbo, mbo en PR & communicatie). De voorzitter van het College van Bestuur is namens de AOC’s lid van het bestuur van de MBO Raad. Agriboard In 2009 heeft, na een gedegen voorbereiding in 2008, een vijfentwintigtal organisaties, instellingen en bedrijven uit of met belang bij de agrisector – bedrijven, branche- en belangenorganisaties, onderwijs-, onderzoek- en kennisinstellingen, provincie en lokale overheden, Kamer van Koophandel, banken, adviesbureaus, etc. – op initiatief van de provincie het AgriPact NoordHolland Noord ondertekend. Dit heeft eind 2009 geleid tot de oprichting van de Agriboard, met 15
Geïntegreerd jaardocument 2010 daarin een vijftiental sleutelfiguren uit de agribusiness, die als doelstelling heeft om te komen tot het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie, positionering, strategie en activiteitenkalender voor de agribusiness in Noord-Holland Noord. Er is een Stichting Agriboard Noord-Holland Noord gevormd, met een driehoofdig bestuur. De board zelf is het beleidsbepalend orgaan en staat onder voorzitterschap van gedeputeerde Bond. De voorzitter College van Bestuur van het Clusius College participeert namens het beroepsonderwijs (vmbo-mbo-hbo) in de Agriboard en is lid van het stichtingsbestuur. De regio is uniek in Nederland vanwege het brede palet aan primaire productie: glastuinbouw, bloembollen, vollegrondsgroenten, akkerbouw, vee- en andere dierenhouderij en daarnaast de zaadindustrie en de ontwikkeling van aquacultuur. De Agriboard beoogt de verbindende schakel te zijn bij alle belangrijke ontwikkelingen in de Agri-sector. Seed Valley De zaadindustrie in Noord-Holland is toonaangevend in de wereld. De veelal internationaal opererende bedrijven hebben zich verenigd in Seed Valley, een belangenorganisatie die zich onder meer inzet om in de toekomst zowel kwalitatief als kwantitatief te kunnen beschikken over voldoende arbeidskrachten. Deze bedrijven hebben een kwalitatief hoogwaardige arbeidsbehoefte (wo-hbo-mbo). Het lid College van Bestuur van het Clusius College maakt deel uit van het bestuur van Seed Valley. In de Kassenklas in Zwaagdijk wordt met een BiB-subsidie (beroepsonderwijs in bedrijven) een leer-werkvoorziening voor deze sector gerealiseerd. Groene Kenniscoöperatie Alle onderwijsinstellingen die ressorteren onder het ministerie van EL&I (AOC, hbo en WUR) werken samen in de Groene Kenniscoöperatie (GKC) en zijn in het bestuur vertegenwoordigd. Aansluitend bij het kennis- en innovatiebeleid van het ministerie heeft de GKC een aantal programmalijnen ingericht, op basis waarvan de instellingen projectvoorstellen kunnen indienen in het kader van de Kigo-regeling (kennis en innovatie groen onderwijs) van het ministerie. Hierbij moet altijd een vragende partij van buiten het onderwijs betrokken zijn. Ook het Clusius College participeert in verschillende Kigo-projecten. Programmateams, met vertegenwoordigers van de instellingen bereiden de programma’s voor en brengen advies uit aan het bestuur over de ingediende projectvoorstellen. Ook de besteding en verantwoording van de Impulsmiddelen en andere subsidies van het ministerie vindt plaats in samenspraak met de GKC. A1.6
Projecten, innovatiesubsidies en overige bovennormatieve subsidies
A1.6.1 Projecten Groenstart Groenstart loopt van 1 september 2007 tot 1 september 2010 en kent een projectomvang van bijna 1 miljoen euro. Hiervan wordt zo’n € 400.000 gesubsidieerd door Het Platform Beroepsonderwijs (HPBO). Het project is afgerond in 2010. De formele afronding en eindbeschikking lopen door tot in 2011. Het doel van het project is om het aantal jonge mensen in de kop van Noord-Holland met een groene startkwalificatie te verhogen. Om dit te bereiken zijn de volgende subdoelen geformuleerd: 1. Het ontwikkelen van een groene vervolgopleiding op mbo-niveau 1 en 2 op het Clusius College in Schagen. 2. Het bevorderen van de doorstroom vanuit het vmbo naar deze vervolgopleiding. 3. Het zorgdragen voor de instroom van jonge mensen uit het groene bedrijfsleven die nog kwalificatieplichtig zijn (of terugbrengen van de ‘groenpluk’4). 4
Groenpluk houdt in dat jongeren al tijdens hun opleiding ‘verleid’ worden te gaan werken en hun opleiding niet af te ronden.
16
Geïntegreerd jaardocument 2010
4. Het versterken en verbreden van de relatie met de (groene) werkgevers in de regio. Zij dienen een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling en opzet van de opleiding en krijgen uitzicht op voldoende, flexibel en gekwalificeerd personeel. Het eerste concrete resultaat is een mbo-groenopleiding op niveau 1 en 2. Deze opleiding is zodanig ontwikkeld en vormgegeven dat de student een startkwalificatie (niveau 2) kan halen met een grote kans op succes op de arbeidsmarkt. Op termijn zullen per jaar 50 studenten deze mboopleiding gaan volgen. De helft hiervan is afkomstig van de eigen vmbo-afdeling van het Clusius College te Schagen. De andere helft is afkomstig van het overige vmbo in de regio, leerlingen praktijkonderwijs en VO uit de regio die graag een mbo-groen startkwalificatie willen behalen. Een tweede concreet resultaat is het versterkte netwerk met de werkgevers uit de regio. De opleiding is en wordt in nauwe samenwerking met de werkgevers ontwikkeld en aangeboden. Een derde concreet resultaat is de zogenaamde ‘BOS Leerweg’ (Beroeps Opleiding Startkwalificatie), die in het project is uitgetest in samenwerking met het ROC Kop van NoordHolland. Het doel om het aantal mbo-studenten met een startkwalificatie te verhogen heeft zich inmiddels in de praktijk bewezen. Als naam is gekozen voor Startcentrum Schagen. Het Startcentrum biedt de student in de bbl (werkend leren) de mogelijkheid ‘terug te vallen’ op de bol (dagopleiding), bijvoorbeeld als de student door het winterseizoen meer tijd op school kan doorbrengen, wanneer de student de bbl te zwaar vindt of wanneer de student zijn of haar baan verliest. Er kan op elk gewenst moment in het jaar worden gestart met de opleiding. Het Startcentrum Schagen is in december 2010 genomineerd voor de Nationale Innovatieprijs Beroepsonderwijs. Bollen Know-how Bollen Know-How is de werktitel voor het project ‘Versterken infrastructuur Bollensector’. Het project heeft een omvang van € 241.000 en ontvangt subsidie vanuit de Rigo 2007 subsidieregeling van EL&I (€ 126.000) en vanuit het Colland Fonds Arbeidsmarktbeleid (€ 100.000). Het project beoogt een vernieuwde opleiding voor de bloembollenteelt én voor de bloembollenhandel neer te zetten, waarbij samenwerking met het bedrijfsleven voorop staat. Aanwezige kennis en nieuwe ontwikkelingen in het bedrijfsleven stromen zo veel sneller door naar de onderwijsinstellingen. Daarnaast wordt een kennissysteem voor de bloembollensector ontwikkeld ten behoeve van onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven (verenigd in de Bollenacademie). Het project heeft gelopen van 1 september 2007 tot 1 september 2009 en is met een kleine vertraging eind 2009 afgerond. De formele eindverantwoording en beschikking zijn in 2010 afgerond. Kassenklas Het project Kassenklas heeft een totale omvang van €1,5 miljoen en liep in de periode 2006-2009. Het Platform Beroepsonderwijs heeft voor de ontwikkeling van Kassenklas een innovatiearrangement toegekend (€ 600.000 subsidie), de co-financiering ligt bij het consortium. Het Clusius College is penvoerder van het consortium. De doelstellingen zijn: 1. Ontwikkelen van een bovenregionaal kennis- en opleidingencentrum tuinbouw ten behoeve van de glastuinbouw, vollegrondsgroente-, zaad- en bollensector en aquacultuur. 2. Ontwikkeling van een doorlopende beroepskolomoverstijgende leerlijn tuinbouw (groen techniek - handel - transport - marketing - ondernemerschap). 3. Vergroten van instroom en versterking van uitstroom van leerlingen en studenten in de gehele keten van de tuinbouw en zaadteelt door: a. Aansprekende leer-werkplekken b. Praktijkgerichte projecten met bedrijven als opdrachtgever c. Studentenondernemingen d. Imagoverbetering tuinbouwsector e. Demoprojecten f. In beeld brengen beroeps- en carrièreperspectief
17
Geïntegreerd jaardocument 2010 4. Ontwikkelen, demonstreren en stimuleren van duurzame technieken (energie, water, gezonde teelt) ten behoeve van de tuinbouw. 5. Versterking van samenwerking tussen onderwijsinstellingen en relevante bedrijfsleven. Daarnaast worden er diverse praktijkonderdelen van het vmbo, het praktijkonderwijs en het mbo aangeboden in de Kassenklas. Een andere zeer directe manier van praktisch leren betreft het uitvoeren van onderzoeksopdrachten vanuit het groene en groentechnische bedrijfsleven. Studenten van de CAH Dronten en studenten van het Clusius College mbo hebben aan deze proeven meegewerkt. In de Kassenklas is in 2010 met een BiB-subsidie (beroepsonderwijs in bedrijven) de leerwerkvoorziening uitgebouwd in het project Glasmaster onder penvoering van de stichting Proeftuin Zwaagdijk. De formele afronding van het innovatiearrangement bestond uit een eindrapportage, accountantsverklaring en eindbeschikking. Voor Kassenklas was 2010 ook een jaar van bezinning. Met name om vanuit de pioniersfase te komen tot een deugdelijke bedrijfsvoering en een realistische exploitatie blijkt een hele opgave. Met de twee reeds toegekende investeringssubsidies (Kweekkas NHN en Seedbreedingkas) moet de exploitatie duurzaam worden verlaagd. ‘De kosten gaan voor de baten uit’ blijkt ook bij Kassenklas. Inmiddels zijn er toezeggingen voor financiële bijdragen (totaal € 300.000) vanuit het bedrijfsleven. De businesscase en exploitatie worden in samenwerking met de partners verder uitgewerkt. Naast een duurzame exploitatie zijn de speerpunten voor het vervolg; vergroten instroom, afstemming inhoud met regionale bedrijfsleven en modulering van het aanbod. Voortijdig School Verlaten (vsv) Naast de resultaatgelden, waarmee het mindere aantal voortijdig schoolverlaters ten opzichte van referentiejaar 2005-2006 wordt beloond met € 2.000, zijn er ook in alle regio's projecten gestart om het aantal voortijdig schoolverlaters te verminderen. Bij de regio-indeling heeft het ministerie van OCW de RMC regio-indeling aangehouden. Dat betekent dat het Clusius College relatie heeft met vijf regio's: Kop van Noord-Holland (Schagen), West-Friesland (Hoorn en Grootebroek), Noord-Kennemerland (Alkmaar, Heerhugowaard en Castricum), Midden-Kennemerland (veel leerlingen van Castricum) en de agglomeratie Amsterdam (Amsterdam en Purmerend). De regio's West-Friesland en Noord-Kennemerland vergen de meeste aandacht omdat hierin de meeste vestigingen met de meeste leerlingen en studenten van het Clusius College gevestigd zijn. Voor de jaren 2009 tot en met 2011 is voor deze beide regio's bijna € 600.000 beschikbaar voor benoemde activiteiten om het aantal vsv-ers in deze regio’s terug te dringen. Van deze gelden is een deel gelabeld om te besteden aan formatie om de uitvoering van de projecten te begeleiden en te organiseren (€ 200.000). Techno bus In Amsterdam is in 2009 het project Techno bus gestart. De provincie Noord-Holland heeft een subsidie verstrekt van € 30.000 (op een projectomvang van € 110.000). Het doel van het project was om op een ludieke, aansprekende wijze techniek onder de aandacht te brengen bij leerlingen. Het project is gestart op 1 januari 2009 en liep af op 31 december 2009. De Technobus is aangeschaft en gebruiksgereed gemaakt. Het project is niet goed tot uitvoering gekomen door technische problemen met de aangeschafte bus. Ook de inhoudelijke invulling van het project is niet goed van de grond gekomen. Door deze problemen is in overleg met de subsidieverstrekker een deel van de ontvangen subsidie teruggestort wegens onvoldoende projectuitvoering.
18
Geïntegreerd jaardocument 2010 Cultuureducatie De vestiging Amsterdam heeft in 2010 een subsidie cultuureducatie van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling toegekend gekregen. De doelstelling van dit project was leerlingen kennis te laten maken met kunst en cultuur in een internationale context. De reis naar Parijs diende als kapstok om voorafgaande, tijdens en na de reis de kerndoelen uit het curriculum te behandelen. Bio Future Het project Bio Future is het vervolg op de projecten Bio Tel en Bio Present. Deze projecten beogen het besef van de biologische en duurzame landbouw in het onderwijs te bevorderen. De proeftuin Zwaagdijk is vaste partner in dit traject. Voor het project Bio Future is € 100.000 door de provincie als subsidie toegekend voor uitvoering in 2007 en 2008. In 2008 is uitstel gevraagd en gekregen tot 2009. Het project heeft een lange aanloopfase gekend. In de jaren 2007 en 2008 is vooral gezocht naar manieren om het project zo goed mogelijk op de vestigingen uit te gaan voeren. De beoogde projectresultaten zijn bijgesteld en afgestemd met de subsidieverlener. In 2009 is het project echt tot uitvoering gekomen. Op bijna alle vmbo- en mbo-vestigingen (behalve Alkmaar) zijn vele en diverse activiteiten uitgevoerd: smaaklessen, bio-lesmodules, excursies, een bio-kerstmarkt, bio-kooklessen voor leerlingen en docenten, inrichten in bio OLC, bio-stageplaatsen, bio-excursieadressen. De uitvoering en de projectresulaten zijn vooral digitaal verzameld en vastgelegd op het Clusius-weblog. Op 31 december 2009 is het project qua uitvoering afgesloten. Het project heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan meer aandacht voor Bio bij zowel docenten als leerlingen. De formele verantwoording, accountantsverklaring en goedkeuring door de subsidieverstrekker worden in 2011 afgerond. Kies Kleur in Groen Kies Kleur in Groen is een landelijk project ter stimulering van culturele diversiteit in het Groene onderwijs waarvoor het ministerie van EL&I € 10.000 per vestiging beschikbaar heeft gesteld. Het Clusius College heeft in de voorgaande schooljaren gewerkt aan culturele diversiteit op basis van een inventarisatie en plan van aanpak met daarin een keuzemenu voor vestigingen. In 2010 is deze aanpak voortgezet onder het project Kies Kleur in Groen. Er was bij aanvang geen enkele indicatie dat deze aanpak niet strookte met de projectopzet. Na de zomer 2010 bleek de verantwoording van Kies Kleur in Groen eisen te stellen die bij aanvang niet bekend waren. De toegekende middelen staan gereserveerd vanwege deze onduidelijkheid. Er is overleg met het ministerie van EL&I over het vervolg. Verkenning Regionale Transitie Het programma Verkenning Regionale Transitie van de GKC stimuleert de totstandkoming van een kenniswerkplaats met een regionale kennisagenda. Met steun van de GKC is gestart met de voorbereidingen van de Kenniswerkplaats Noord-Holland Noord. In de kenniswerkplaats zijn studenten, in onder andere Sint Pancras en Petten, met onderzoek actief geweest. De kenniswerkplaats wordt de komende jaren verder uitgebouwd. Projecten die zijn gestart in 2010 en doorlopen in 2011 Googo Googo staat voor Groen Ondernemerschapsontwikkeling in het Groene Onderwijs. Het betreft het opzetten van de nieuwe opleiding Commercieel Ondernemen op het mbo Hoorn. Het Clusius College biedt hiermee ondernemerschapsontwikkeling al aan op het vmbo en legt daarnaast de verbinding met ondernemerschapsontwikkeling op het eigen mbo en met de toekomstige AD opleiding5 Bedrijfskunde & Agribusiness van de CAH Dronten. Studenten worden in staat gesteld in drie jaar hun mbo niveau 4 diploma te behalen. De opleiding is nu bezig aan het derde 5
AD = associate degree, een tweejarige (deeltijd) hbo-opleiding, met name gericht op studenten met een afgeronde mbo-opleiding niveau 4, die al enkele jaren werkzaam zijn in de praktijk.
19
Geïntegreerd jaardocument 2010 schooljaar en bestaat uit 60 studenten. Het project heeft een totale omvang van € 282.480 en er is een subsidiebedrag verstrekt van € 165.000. Grebo Het project ‘Groene Educatie in het Basisonderwijs’ wordt uitgevoerd door de vestiging Heerhugowaard, samen met een aantal scholen in het basisonderwijs. Gezamenlijk ontwikkelen zij een educatief programma, waarbij leerlingen actief betrokken worden bij de opzet, uitwerking en uitvoering van thema's. Het werken met deze thema's maakt dat de leerlingen kennis vergaren over natuur en leefomgeving en het belang van gezonde voeding en bewegen. Het project heeft een totale omvang van € 122.788 en er is een subsidiebedrag verstrekt van € 78.537. Kweekkas NHN In de bij Kassenklas in Zwaagdijk te bouwen kweekkas kunnen leerlingen en studenten van het vmbo, mbo en hbo zich in de praktijk competenties eigen maken voor het beroepenveld in de groenteteelt, sierteelt en groentechniek. In de Kweekkas NHN kunnen leerlingen en studenten op alle niveaus kennismaken, ruiken, voelen, proeven, ontwikkelen, testen, praktijkleren, telen, oogsten, verwerken en vermarkten. Het project heeft een totale omvang van € 712.000 en er is een subsidiebedrag verstrekt van € 600.000. Seedbreedingkas In dit project wordt Kassenklas in Zwaagdijk verder uitgebreid met een authentieke praktijkleeromgeving voor plantveredeling en -vermeerdering. De uitbreiding bestaat uit een laboratorium voor weefselkweek, een ruimte voor seed processing en voor inpakken en logistiek. Daarnaast is voorzien in een instructielokaal met kantoorfaciliteiten voor studenten en docenten. Het project heeft een totale omvang van € 600.000 en er is een subsidiebedrag verstrekt van € 480.000. Kenniswerkplaats Noord-Holland Noord In 2010 is het Clusius College, in samenwerking met regionale en andere partners, gestart met de ontwikkeling van een regionale leerwerkplaats NHN, waar studenten opdrachten uitvoeren in de vorm van onderzoeksopdrachten. Het project heeft als doel een virtuele werkplaats te ontwikkelen, waardoor de interactie tussen ondernemers, overheid, onderwijs (groen en niet groen), onderzoek en omgeving gekatalyseerd en gefaciliteerd wordt middels het uitvoeren van profit en non-profit projecten. Deze projecten dragen bij aan het welslagen en welbevinden van ondernemers en burgers in een duurzaam en groen NHN. Voor meer informatie over de kenniswerkplaats zie: www.dewerkplaats.eu. De stuurgroep staat onder voorzitterschap van een gedeputeerde en de leden zijn vertegenwoordigers van KvK, RPA, WUR en Clusius College. Start & Go De doelstelling van dit project is het in de afgelopen jaren opgerichte Startcentrum Schagen, na de pilotfase, verder uit te bouwen en te verbreden door beroepsopleidingen aan te bieden waarmee uitval van een grote groep leerlingen kan worden voorkomen. Het project heeft een totale omvang van € 85.000 en er is een subsidiebedrag verstrekt van € 30.000. Stage akkoord In dit project moet een samenwerking tot stand worden gebracht tussen scholen onderling en tussen scholen en (potentiële) stagebieders, waardoor de toeleiding van een leerling naar een stageplaats soepel verloopt, de begeleiding geoptimaliseerd wordt, het aantal stageplekken groeit en de stagebieders bereid blijven stageplekken te bieden. Het project heeft een totale omvang van € 42.000 en er is een subsidiebedrag verstrekt van € 25.000.
20
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.6.2 Algemene subsidies 1. Geoormerkte subsidies OCW 1.1 Innovatiebox 2009 Doel regeling: Bestemd voor mbo en vmbo. 1. Het bevorderen van het competentiegerichte beroepsonderwijs met als subthema’s: a. het versterken van de beroepspraktijkvorming; b. het optimaliseren en flexibiliseren van de schoolorganisatie; c. het verbeteren van de begeleiding van de deelnemer tijdens zijn binnen- en buitenschoolse leertrajecten. 2. Het verbeteren van de programmatische aansluiting tussen het vmbo, het mbo en het hbo en de doorstroom van leerlingen in de beroepskolom. 3. Het optimaliseren van vernieuwing in het beroepsonderwijs met behulp van het bedrijfsleven en van vernieuwing in het bedrijfsleven, in het bijzonder het mkb met behulp van het beroepsonderwijs. 4. Het bevorderen van ondernemerschap.
Assessoren in het mbo Er zijn 50 docenten geschoold als assessor in het afnemen van proeven van bekwaamheid om te voldoen aan de kwaliteiteisen van examineren. Management Development Er is een Management Development traject gestart waaraan het College van Bestuur, vestigingsdirecteuren en managers van het Centraal Bureau deelnemen (zie ook A1.7.5). Missie/visie-traject Er is een ‘missie/visie-traject’ gestart met daarin een rol en bijdrage van alle medewerkers, College van Bestuur en Raad van Toezicht. Het traject wordt afgerond in 2011. Management Ontwikkel Traject Er is een tweede groep van teamleiders geschoold en gecoacht om de functie van teamleider goed te vervullen en te kunnen leren van elkaar. Sharepoint In het project ‘Sharepoint’ is met het bedrijf Winvision een pilot gestart in de vestiging Purmerend om te komen tot een nieuwe digitale webbased werkomgeving. Na de nodige aanloopproblemen bij het aanbieden van applicaties in de webbased werkomgeving is besloten de (technische) bakens te verzetten met redelijke resultaten. In 2010 is de pilotfase afgerond. Het vervolg is uitgewerkt door IT Works die na een gebruikersonderzoek een plan van eisen voor Sharepoint heeft opgeleverd. Dit plan vormt de basis voor de implementatie in 2011. EduArte Na de pilot in drie vmbo-vestigingen is de module resultatenbeheer gestart en in vijf vestigingen worden procedures en werkwijzen uitgewerkt en getest. Onder projectleiderschap van een vestigingsdirecteur zijn stevige vorderingen gemaakt met de inrichting van EduArte die hebben geleid tot het besluit om EduArte per augustus 2010 binnen het Clusius College te implementeren. In 2011 zal nOISe worden vervangen door KRD (Kern Registratie Deelnemers). Agroloopbaan.nl In samenwerking met Agripoort A7 en Seed Valley is een website gestart waar de vraag van arbeidsmarkt in de regio geografisch in beeld wordt gebracht. ‘Achter’ deze website zit een database waaruit een aantal kengetallen wordt gehaald over de arbeidsmarkt.
21
Geïntegreerd jaardocument 2010 Onderwijscalculator Onder begeleiding van Artefaction is er geoefend met de Onderwijscalculator met als doel in 2011 in het mbo per vestiging en per team beargumenteerde keuzes te kunnen maken bij de inrichting en organisatie van onderwijs op basis van kosten. OB Mech In de samenwerking met Mechanisatiebedrijven in het Opleidingsbedrijf Mechanisatie ten behoeve van de opleiding Monteur Mobiele Werktuigen is geïnvesteerd in leermaterialen voor competentiegericht onderwijs. Informatievoorziening De managementinformatie en verantwoordingsinformatie zijn aanzienlijk uitgebreid en verbeterd met het gebruik van Qlikview als rapportagetool. 1.2 Stagebox 2009 Doel regeling: Deze middelen zijn bedoeld voor het mbo en moeten (in 2010-2011) ingezet worden t.b.v. extra stageplaatsen en praktijksimulaties voor risicoleerlingen en voor intensievere begeleiding.
Enquête leerbedrijven In Hoorn is een enquête gehouden onder de leerbedrijven. De resultaten daarvan worden gebruikt om de organisatie en begeleiding van de beroepspraktijkvorming te verbeteren. Frequenter bezoek tijdens beroepspraktijkvorming De begeleiding van studenten op niveau 1 en niveau 2 is verbeterd, onder meer door frequentere bezoeken tijdens de beroepspraktijkvorming, waardoor problemen die zo nu en dan ontstaan tussen student en bedrijf kunnen worden voorkomen of opgelost. Co-financiering Groenstart Een deel van de middelen is aangewend als co-financiering voor het project Groenstart in Schagen.
2. Niet-geoormerkte subsidies OCW 2.1 VOA-middelen 2009 Doel regeling: Voor voorbereidende en ondersteunende activiteiten bij mbo-opleidingen niveau 1 en 2. Het gaat hier met name om extra begeleiding en werken in relatief kleine groepen om (risico)leerlingen zo optimaal mogelijk te bedienen en hun kans op een succesvolle afronding van de studie en het vinden van een passende plek op de arbeidsmarkt te vergroten.
Intensievere begeleiding Op niveau 1 en 2 hebben de studenten (veelal) steeds meer gerichte begeleiding nodig. Hiervoor zijn de VOA-middelen aangewend. Het onderwijs wordt in kleine(re) groepen uitgevoerd en er is extra loopbaanbegeleiding, coaching en ondersteuning. De vestigingen hebben deze middelen daartoe in het budget toegewezen gekregen op basis van het aantal studenten in niveau 1 en 2.
22
Geïntegreerd jaardocument 2010 2.2 Kwaliteit VO 2009 Doel regeling: a. Basiskwaliteit op orde: aantoonbare verbetering taal- en rekenprestaties; b. Uitblinken op alle niveaus en een passende kwalificatie voor alle leerlingen; c. Burgerschapsvorming voor alle leerlingen onder andere door maatschappelijke stages; d. Ruimte voor de leraar; e. Goede en betrouwbare examens; f. (Zeer) zwakke scholen weer goed, goede scholen nog beter.
Verbetering oordeel inspectie Op basis van het inspectieonderzoek is stevig ingezet om de basiskwaliteit te verbeteren. Basiskwaliteit is een van de vijf speerpunten in de Kaderbrief. De vestigingen hebben dit speerpunt in concrete activiteiten uitgewerkt en opgenomen in het vestigingsactiviteitenplan (VAP). Dit heeft mede geleid tot een aanzienlijke verbetering van de basiskwaliteit in het vmbo (onderwijstijd en andere wettelijke vereisten) en eenduidigheid in beleid, processen en procedures. Maatschappelijke stage Alle vmbo-vestigingen voeren sinds 2009 maatschappelijke stage uit. Dit betekent dat het Clusius College voldoet aan de door het ministerie van OCW gestelde doelen. Examinering Er is een forse verbeterslag gerealiseerd in de hele procesgang rond de examinering in het vmbo. Zo zijn de PTA’s (programma’s van toetsing en afsluiting), dit zijn er honderden binnen het Clusius College, alle binnen één format opgesteld. Deze worden vastgesteld door de vestigingsexamencommissie en vervolgens door de centrale examencommissie. Ook zijn en worden de examenproducten (toetsen) in het vmbo verder verbeterd. Hiervoor is een richtlijn opgesteld. Taalbeleid In 2010 is er voor het gehele Clusius taalbeleid ontwikkeld, waarbij afhankelijk van de organisatorische mogelijkheden keuzes kunnen worden gemaakt. 2.3 VMBO-MBO2 2008-2013 – Schagen Doel regeling: Bevorderen dat meer leerlingen het onderwijs verlaten met tenminste een startkwalificatie op het niveau van het diploma van een opleiding mbo niveau 2.
Deze regeling wordt op de vestiging Schagen ingezet als onderdeel van het project Groenstart, dat hiervoor beschreven is (A1.6.1). 2.4 Leerplusarrangement 2010 – Amsterdam Doel regeling: Ten behoeve van de vermindering van voortijdig schoolverlaten, het leveren van meer maatwerk aan leerlingen en het maximaliseren van de schoolprestaties.
De middelen uit deze regeling zijn op de vestiging Amsterdam ingezet voor intensievere begeleiding van de leerlingen. Er zijn op deze vestiging veel leerlingen die instromen met een leerachterstand of moeilijke privésituatie. De vier punten waarop de inzet zich concentreert zijn: De inzet van een orthopedagoge (1 fte). Lesgeven in kleinere groepen en extra begeleiding. 23
Geïntegreerd jaardocument 2010
Opvang van leerlingen die na het opheffen van het OPDC op de vestiging zijn opgevangen. Een scholingstraject voor docenten met betrekking tot de pedagogische aanpak van de doelgroep (uitgevoerd door Bascule).
2.5 Maatschappelijke stage OCW 2009-2010 VO Doel regeling: De maatschappelijke stage heeft als doel jongeren tijdens hun schooltijd kennis te laten maken met én een betekenisvolle bijdrage te laten leveren aan de samenleving.
Op de vestigingen is een palet aan activiteiten en stagemogelijkheden georganiseerd en de organisatie van maatschappelijke stage geprofessionaliseerd. Alle vestigingen voeren vanaf 2009 maatschappelijke stage uit. 2.6 Prestatiesubsidie VSV 2010 Doel regeling: a. het verstrekken van subsidie met het oog op het realiseren van een landelijke vermindering van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters van tenminste 40% in het schooljaar 2010-2011 ten opzichte van het schooljaar 2005-2006, en b. het geven van uitvoeringsvoorschriften ter zake van de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten, waaronder het vaststellen van de daarvoor beschikbare budgetten.
Vermindering VSV’ers In A1.4.2 (tabel) en A1.6.1 is de betrokkenheid bij en de maatregelen ten aanzien van het voortijdig schoolverlaten (vsv) beschreven. De doelstellingen voor het Clusius College, ‘vermindering vsv’ zoals vastgelegd in regionale convenanten, zijn behaald. In de regio Noord-Holland springt het Clusius College er met deze resultaten positief uit. 2.7 Schoolmaatschappelijk werk 2009 mbo Doel regeling: Onder schoolmaatschappelijk werk wordt hier verstaan: een vorm van een gerichte hulpverlening waarbij de schoolmaatschappelijk werker de volgende taken heeft: consultatie bieden, signaleren, informatie en advies geven en doorverwijzen. De schoolmaatschappelijk werker voert daartoe gesprekken met leerling en/of ouders. Als dit niet voldoende is om de problemen op te lossen, of als andere hulp nodig is, wordt bekeken welke hulpverlening of instantie hiervoor geschikt is.
De subsidie Schoolmaatschappelijk werk is binnen de drie mbo-vestigingen ingezet. Op de drie mbo’s is een schoolmaatschappelijk werker ingehuurd. Deze personen bieden onder andere (kortdurende) hulp aan de student, ondersteuning aan de school en kunnen toeleiden naar andere vormen van (geïndiceerde) hulp. Schoolmaatschappelijk werkers participeren in het Zorg en Advies Team van de vestiging en verzorgen bijvoorbeeld sova- en assertiviteitstrainingen. Verder wordt er gebruik gemaakt van expertise binnen de school. Zo worden onder andere coachings- en zorggesprekken gevoerd met studenten. Door schoolmaatschappelijk werk in te zetten worden problemen bij studenten eerder gesignaleerd en kunnen zij snel worden doorverwezen naar specifieke hulpverlening. De ervaringen met schoolmaatschappelijk werk zijn over het algemeen erg positief.
24
Geïntegreerd jaardocument 2010 3. Geoormerkte subsidies EL&I 3.1 Praktijkleren 2009 – Box 1 Doel regeling: De middelen voor Praktijkleren mogen ingezet worden voor: het inkopen van mogelijkheden voor instructie en oefening bij gespecialiseerde bedrijven, waaronder PTC+ en IPC Groene ruimte, bij de aan de WUR gelieerde praktijkbedrijven of bij productiebedrijven die daarvoor praktijksimulaties verzorgen buiten de normale productie. het afnemen van examens in buiten de school gesimuleerde praktijksituaties of in bij een bedrijf ingekochte praktijksimulaties (in het bijzonder de proeven van bekwaamheid).
Het Clusius College benut deze middelen in zijn geheel om de studenten specialistische delen van het onderwijs te laten volgen en voor het afnemen van het examen in de vorm van een proeve van bekwaamheid bij de praktijkscholen PTC+ en IPC Groene Ruimte. 3.2 Praktijkleren 2009 – Box 2 Doel regeling: Ter dekking van de uitgaven ten behoeve van voorzieningen of activiteiten voor het versterken van primaire opleidingen die leiden tot een diploma.
Deze middelen worden door het Clusius College geheel gebruikt om de opleidingen in de primaire sectoren te kunnen blijven uitvoeren. Het aantal studenten in de opleidingen die toeleiden naar onder meer de tuin- en akkerbouw, zaadveredeling en de veehouderij – agrarische sectoren met een groot economisch en maatschappelijk belang – is zodanig klein, dat een gezonde bedrijfsvoering op basis van de reguliere overheidssubsidie niet of moeilijk haalbaar is.
4. Niet-geoormerkte subsidies EL&I 4. 1 Impuls - School als kenniscentrum 2009 Doel regeling: Middelen dienen geïnvesteerd te worden in de arrangementen binnen de GKC-programmering.
Proeftuin Zwaagdijk Het Clusius College gebruikt deze middelen om exploitatie van de Kassenklas te bekostigen. Groen Kennisnet Impulsmiddelen worden ingezet om ondersteuning te bieden bij het gebruik van Groen Kennisnet in het onderwijs. 4. 2 Impuls – Professionalisering 2009 Doel regeling: Middelen dienen geïnvesteerd te worden in de arrangementen binnen de GKC-programmering.
Communities of Practice De middelen worden ingezet om docenten van het Clusius College te faciliteren die participeren in landelijke Communities of Practice voor het mbo. Hierin worden leermiddelen en materialen uitgewisseld en komen innovatieve ideeën tot verdere rijping. Tevens heeft een vertegenwoordiger van het Clusius College zitting in de regieraad van de Communities of Practice mbo.
25
Geïntegreerd jaardocument 2010 De Groene Arena Het Clusius College participeert in de pilot van het project ‘De Groene Arena’. Van drie AOC’s spreken, een lid van het College van Bestuur, een directielid en een teamleider, in een aantal bijeenkomsten met elkaar onder deskundige begeleiding over het mbo-onderwijs. Doel van het project is om blokkades tussen ‘lagen’ in de organisatie van een AOC bespreekbaar te maken en daarmee weg te nemen. Het resultaat is een aanpak die zich bewezen heeft om AOC’s, als lerende organisatie, met veranderingen om te laten gaan. Leerwerkbedrijven Uitwerking leerwerkbedrijf Kassenklas en House of Food. Het Clusius College heeft voor beide faciliteiten, in samenwerking met de onderwijspartners en het bedrijfsleven, een plan van aanpak met een exploitatiemodel uitgewerkt. 4.3 Impuls - Maatschappelijke stage 2009 Doel regeling: De maatschappelijke stage heeft als doel jongeren tijdens hun schooltijd kennis te laten maken met én een betekenisvolle bijdrage te laten leveren aan de samenleving.
Op de vestigingen is een palet aan activiteiten en stagemogelijkheden georganiseerd en de organisatie van maatschappelijke stage geprofessionaliseerd. Alle vestigingen voeren vanaf 2009 maatschappelijke stage uit. 4. 4 Impuls - Internationalisering groen onderwijs 2009 Doel regeling: Middelen dienen geïnvesteerd te worden in de arrangementen binnen de GKC-programmering.
Coördinator internationalisering Middels deze regeling wordt binnen het Clusius College een coördinator internationalisering gefaciliteerd (0,5 fte), die ondersteunend is voor alle internationaliseringsactiviteiten op de vestigingen (zie ook A1.4.7).
26
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.7
Personeel en Organisatie
A1.7.1 Arbo Opleidingscentrum Fort Markenbinnen De relatie met ‘Fort Markenbinnen’ ten behoeve van de opleiding en herhalingen BHV is ook dit jaar gecontinueerd. Ook dit jaar zijn de cursustijden aan onze wens aangepast (13.30 – 21.00) waardoor les- en andere taakuitval op de scholen sterk is beperkt. Bedrijfshulpverlening In het verslagjaar: namen 145 BHV-ers deel aan de jaarlijks verplichte bijscholing op het gebied van brandbestrijding, ontruiming van de gebouwen en levensreddende eerste hulp; zij konden na afloop allen het getuigschrift in ontvangst nemen; hebben de vestigingen Castricum en Amsterdam dit jaar de BHV training op de eigen locatie gehad. De datum is in overleg vastgesteld en aangepast aan de mogelijkheden van de betreffende vestiging. namen twintig medewerkers deel aan de basisopleiding BHV. Deze cursus besloeg twee dagen; alle deelnemers zijn gediplomeerd; bleek dat de aansturing van een groep BHV-ers, zeker op de grotere en logistiek meer complexe vestigingen voor verbetering vatbaar was. Om de verbetering te realiseren is er een cursus ‘ploegleider BHV’ aangeboden. Zeven vestigingen hebben nu één of meer gediplomeerde ploegleiders in functie. Eén vestigingsdirecteur heeft, gezien de omvang van de vestiging, besloten dat de cursus voor hen niet van toegevoegde waarde is. De kadercursus die uit vijf dagdelen bestond is goed gewaardeerd door de deelnemers. Preventiemedewerkers Voor de preventiemedewerkers zijn in 2010 twee bijeenkomsten gehouden. De thema's die op deze bijeenkomsten aan bod zijn gekomen zijn veiligheid op arbo-gebied in de praktijk, door op een locatie op werkbezoek te gaan en een discussiebijeenkomst over diverse arbo-aspecten, inclusief de wijzigingen in de BHV-opleiding. A1.7.2 Verzuimbeleid Kern van onze visie op verzuimbegeleiding is dat de verantwoordelijkheid voor begeleiding bij de direct-leidinggevende ligt. Het voorkomen van verzuim is een zaak van de direct-leidinggevende en de medewerker. Voor het Clusius College betekent dit dat in toenemende mate teamleiders bij het terugdringen van verzuim en de verzuimbegeleiding betrokken worden. Ook in 2010 hebben we gebruik gemaakt van Achmea Arbo in de begeleiding van medewerkers die arbeidsongeschikt zijn of dat dreigen te worden (preventief). Voornamelijk de medische expertise van de bedrijfsarts is hierbij ingezet. Verder zijn medewerkers in de gelegenheid gesteld om gebruik te maken van bedrijfsmaatschappelijk werk. Deze consulenten worden zowel preventief als curatief ingezet. Vanaf 1 januari 2011 maakt het Clusius College gebruik van een andere arbodienst. Na een selectieprocedure is gekozen voor Tredin. Kenmerkend voor deze arbodienst is dat een medewerker bij (dreigend) verzuim in eerste instantie begeleid wordt door een arbeidsdeskundige en – indien medische expertise noodzakelijk is – wordt hij doorverwezen naar de bedrijfsarts. Deze werkwijze heeft als doel de verzuimbegeleiding te demedicaliseren. Dit omdat uit de verzuimanalyse is gebleken dat een belangrijk deel van het verzuim bij het Clusius College niet van medische aard is maar andere oorzaken kent. De arbeidsdeskundige is nauw betrokken bij de ondersteuning en advisering van leidinggevenden. Deze ontwikkeling past bij onze visie op verzuimmanagement zoals beschreven in het verzuimbeleid, namelijk dat voor het gezond houden van de organisatie de regie bij de leidinggevende ligt die dicht bij de medewerker staat. 27
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.7.3 Externe vertrouwenspersoon Uit het geanonimiseerde verslag van de externe vertrouwenspersoon blijkt dat er in 2010 tweemaal een klacht in behandeling is genomen waarbij een externe vertrouwenspersoon is betrokken. In opdracht van het bevoegd gezag heeft de externe vertrouwenspersoon eenmaal een onderzoek verricht naar vermeend grensoverschrijdend gedrag van een van onze medewerkers. Daarnaast is vijfmaal gebruik gemaakt van de telefonische helpdesk voor advies. A1.7.4 Deskundigheidsbevordering Managementontwikkeltraject (MOT) voor teamleiders Voordat medewerkers in de nieuwe functie van teamleider geplaatst worden, krijgen zij een assessment aangeboden. Uit dit assessment komen de ontwikkelpunten naar voren. Het assessment biedt zowel de medewerker als de leidinggevende aanknopingspunten voor een gericht ontwikkeltraject. Een groep van acht teamleiders heeft in 2009-2010 het basistraject (MOT 1) voor teamleiders gevolgd. Dit traject is gericht op de positie die teamleiders innemen in de lijn. Ze hebben naast coördinerende en organiserende werkzaamheden ook een belangrijke rol en verantwoordelijkheid bij de uitvoering van het personeelsbeleid, in de aansturing van teams en medewerkers. Dit basistraject, op maat gemaakt voor het Clusius College, is ontwikkeld door en wordt uitgevoerd in samenwerking met het Stenden Instituut Leeuwarden en de Genster Groep te Alkmaar. In 2010-2011 zijn twee nieuwe teamleiders gestart met het basistraject. Door het geringe aantal kon het traject nu niet meer incompany gevolgd worden en is er voor gekozen om aan te sluiten bij een reguliere groep bij de Genster Groep waar ook cursisten deelnemen uit vooral het primair onderwijs. Een groep van twintig teamleiders heeft in 2009-2010 het managementontwikkeltraject 2, gericht op onderwijskundig leiderschap afgerond. Dit vervolgtraject is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door bureau DIVA @ Co. De deelnemers leren om leiding te geven aan het proces van onderwijsontwikkeling, passend bij de onderwijsvisie van Clusius College. Het gaat daarbij om het realiseren van kwalitatief hoogwaardig onderwijs: eigentijds, competentiegericht en beheersbaar met goede onderwijsopbrengsten. De acht teamleiders die het basistraject eind schooljaar 2010 hadden afgerond, zijn in september 2010 gestart met het vervolgtraject (MOT 2). Teamleidersdagen Mede door de managementontwikkeltrajecten is bij teamleiders de behoefte ontstaan om een aantal onderwerpen op het gebied van personeelbegeleiding en onderwijskundig leiderschap verder uit te diepen en te verbreden. In oktober 2010 zijn we gestart met de organisatie van studiedagen voor teamleiders. Teamleiders hebben de onderwerpen, die door hen zelf zijn ingebracht, geprioriteerd. Tot de zomer van 2011 volgen er twee studieochtenden en een hele dag. Grofweg omvatten de onderwerpen de domeinen aansturing personeel en kwaliteit van het onderwijs. A1.7.5 MD-traject voor het management en het CvB In het najaar van 2010 is een management development (MD) traject gestart voor vestigingsdirecteuren, managers van het Centraal Bureau en het CvB. Dit tweejarig traject wordt begeleid door InnovationPartners. De focus in dit traject ligt op samenwerken, leren van elkaar en het verhogen van de professionaliteit. Op basis van gesprekken van InnovationPartners met alle deelnemers zijn thema’s vastgesteld die door vijf groepen uitgewerkt zijn in projectvoorstellen. Daarnaast worden intervisiegroepen gestart.
28
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.7.6 Opleiden voor het behalen van de bevoegdheid Stoas, opleiden in school Het Clusius College biedt al een aantal jaren in samenwerking met de STOAS Hogeschool de mogelijkheid om voor de praktijkvakken de bevoegdheid te behalen volgens het model ‘opleiden in school’. De (aankomend) docent heeft een deeltijdbetrekking bij het Clusius College en heeft een dag in de week een studiebijeenkomst onder begeleiding van een studiebegeleider van STOAS. De studiebijeenkomst vindt meestal plaats op een van de vestigingen of het Centraal Bureau. Verder wordt er vooral ‘geleerd’ op de werkplek zelf. Belangrijke elementen in dit opleidingstraject zijn enerzijds de competenties en discipline van de student zelf om het eigen opleidingstraject vorm te geven en anderzijds de aanwezigheid van een coach / werkplekbegeleider op de vestiging. Er zijn twee mogelijkheden, het behalen van de tweedegraads bevoegdheid of het behalen van een pedagogisch-didactische aantekening (mbo). In totaal namen in 2010 zes docenten deel aan de Stoas opleidingsschool. Van deze zes docenten is in 2010 niemand afgestudeerd. Stoas deeltijdopleiding Omdat het model van opleiden in school niet bij iedereen past, is er ook de gelegenheid om de bevoegdheid te behalen via de deeltijdopleiding van STOAS. Hieraan namen in 2010 zeventien docenten deel. Lerarenopleiding Voor de niet-groene vakken volgen Clusiusbreed drieëntwintig docenten een opleiding aan één van de lerarenopleidingen. Instructeuropleiding Eén medewerker volgt een opleiding tot instructeur. A1.7.7 Nieuw personeelsbeleid Mobiliteitsbeleid Nadat in 2009 het algemene mobiliteitsbeleid is vastgesteld, is dit in 2010 aangevuld met beleid voor mobiliteit van leidinggevenden. Het mobiliteitsbeleid is ontwikkeld om ingezet te worden als een van de instrumenten binnen het personeelsbeleid en is gekoppeld aan loopbaanbeleid. Doel van mobiliteit is om de kwaliteit en deskundigheid van medewerkers voor de organisatie te behouden en door middel van mobiliteitskansen voor medewerkers de juiste man/vrouw op de juiste plek te laten werken. Uitgangspunt bij het mobiliteitsbeleid van het Clusius College is het bevorderen van vrijwillige mobiliteit. Door P&O is een mobiliteitspool opgezet. Medewerkers kunnen op een mobiliteitsformulier aangeven wat hun ambitie is op korte of lange termijn. De mobiliteitspool wordt een belangrijk hulpmiddel om de medewerkers de kans te geven binnen het Clusius een passende loopbaanontwikkeling door te maken. Functiehuis In oktober 2009 heeft het College van Bestuur het functiehuis onder voorbehoud van instemming door MR en overeenstemming in het IGO (instellings-georganiseerd overleg) vastgesteld. Vervolgens is over de inhoud van het functiehuis in januari 2010 overeenstemming bereikt in het IGO en is de MR akkoord gegaan. In dit functiehuis is sprake van een twintigtal functiegroepen, waarbij in één functiegroep de functie uit verschillende niveaus kan bestaan, gebaseerd op niveauonderscheidende kenmerken. De functies zijn verdeeld in drie ‘boxen’: onderwijzend en onderwijsgerelateerd, ondersteunend en leidinggevend. Bij elke functie(groep) horen een functieprofiel en competenties, die met inbreng van medewerkers opgesteld zijn. Met ingang van 1 januari 2010 wilden we starten met de effectuering van het functiehuis. Deze viel grotendeels samen met de reorganisatie, waardoor het CvB het besluit heeft moeten nemen 29
Geïntegreerd jaardocument 2010 medewerkers ‘horizontaal’ in de nieuwe functie te plaatsen en voor de duur van de reorganisatie geen promotie (plaatsing in een hoger niveau) toe te staan. Mede hierdoor zijn er veel bezwaren (55) ingediend van individuele medewerkers over hun plaatsing in het nieuwe functiehuis. Alle bezwaren zijn behandeld door de interne bezwarencommissie, die bestaat uit externe deskundigen: een lid aangewezen door het CvB (een jurist werkzaam bij een collega AOC), een lid aangewezen door de MR (een oud-IGOonderhandelaar van een onderwijsvakbond) en een onafhankelijk voorzitter (een oudonderwijsinspecteur). Met elke indiener van een bezwaar is door de commissie gesproken, deels op de vestiging en deels op het Centraal Bureau. Bij de gesprekken op het Centraal Bureau was steeds de voorzitter van het CvB aanwezig. Uiteindelijk heeft de commissie zeven van de bezwaren gegrond verklaard, alle in de administratieve en secretariële functies. Daarnaast heeft de commissie een aantal aanbevelingen gedaan voor verbetering van enkele functiegroepen in het functiehuis. Aan de uitspraken van de commissie is door het CvB in alle gevallen gevolg gegeven. Eén indiener is vervolgens naar de landelijke Geschillencommissie gestapt. Hierbij is het Clusius College in het gelijk gesteld. Hoewel getracht is de communicatie rond het functiehuis en de invoering ervan zo goed mogelijk te laten zijn, met een combinatie van schriftelijke en mondelinge informatie, blijkt achteraf – bijvoorbeeld uit de ingediende bezwaren – dat de communicatie toch een van de zwakke schakels is geweest. Dit is enerzijds te wijten aan het samenvallen met de reorganisatie en anderzijds aan het feit dat de communicatie niet steeds tijdig was. Op het moment van informeren werd de problematiek nog niet als zodanig ervaren. Ook was er meer behoefte aan mondelinge communicatie. Introductieprogramma Centraal Bureau nieuwe medewerkers In het najaar van 2010 is voor de tweede keer een introductiemiddag voor nieuwe medewerkers gehouden. Doel is vestigingoverstijgend, kennismaken met het Clusius College en onze visie op ons onderwijs. Daarnaast wordt er kennisgemaakt met het College van Bestuur en de collega's en werkzaamheden op het Centraal Bureau, zodat een medewerker gemakkelijker de weg kan vinden met vragen voor een van de ondersteunende afdelingen. Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid In 2010 heeft in twee groepen een vijftal bijeenkomsten plaatsgevonden met docenten, die zich hiervoor opgegeven hadden. In samenwerking met de ondersteunende organisatie LinQue is onderzocht welke maatregelen er genomen kunnen worden om er voor te zorgen dat docenten tot aan het eind van hun loopbaan hun werk vitaal en met plezier kunnen doen. De resultaten van deze twee groepen zijn voor de zomer gepresenteerd aan de vestigingsdirecteuren en het College van Bestuur en dienen als input voor het beleid. Een aantal van de voorstellen gaat uitgevoerd worden. A1.7.8 Unit 4, HRM-systeem en salarisadministratie Tot 31 december 2009 is voor de personeelsadministratie gebruik gemaakt van het administratiekantoor OSG. Na een zorgvuldig oriëntatie- en offertetraject is gekozen voor Unit 4 als nieuw HRM-systeem. In september 2009 is gestart met de implementatie van Unit 4 om de personeels- en salarisadministratie te kunnen optimaliseren. Met ingang van 1 januari 2010 is het systeem operationeel en wordt de salarisadministratie door P&O verzorgd. De conversie is goed verlopen, de eerste salarisbetaling verliep foutloos. Het nieuwe HRM-systeem heeft de volgende voordelen: - Minder administratieve handelingen - Meer flexibiliteit in de managementinformatie en daardoor betere sturingsmogelijkheden - Kortere communicatielijnen 30
Geïntegreerd jaardocument 2010 -
Meer flexibiliteit in de inrichting van het HRM-systeem Kostenaspect (door te kiezen voor één geïntegreerd HRM-systeem in plaats van meerdere systemen naast elkaar) Voldoen aan alle wettelijke vereisten (bv. de Wet BIO) Instrumenten ter ondersteuning voor verdere invoering van het competentiemanagement
In 2010 is besloten het HRM-systeem van Unit 4 uit te breiden met de module ‘Emplaza’. Daarmee wordt MSS (management self service) en ESS (employee self service) mogelijk en kan het bekwaamheidsdossier digitaal worden gerealiseerd. A1.7.9 Reorganisatie Het eerste half jaar van 2010 heeft in belangrijke mate in het teken gestaan van de reorganisatie. Er moest flink bezuinigd worden op de personeelslasten. In de afgelopen jaren was het aantal fte’s gestegen, ondanks dat het leerlingenaantal in het vmbo licht daalde. Stijging van het aantal studenten in het mbo compenseerde dit niet, vooral omdat de bekostiging in het mbo gebaseerd is op het aantal studenten van twee jaar eerder (t-2). Met name het voldoen aan de onderwijstijd maakte het de afgelopen jaren noodzakelijk meer docenten in te zetten. Op enkele vestigingen was er sprake van forse overformatie: meer personeel dan op basis van het aantal leerlingen gerechtvaardigd was. Daarnaast is de afgelopen jaren het aantal fte’s op het Centraal Bureau gestegen. Deels als gevolg van het in eigen beheer nemen van de salaris- en personeelsadministratie – hier tegenover vielen de kosten van het administratiekantoor weg – en deels omdat met name de afdelingen Kwaliteit & Onderwijs en Personeel & Organisatie versterkt moesten worden. Er is een reorganisatieplan opgesteld, gebaseerd op het in 2009 vastgestelde sociaal statuut, met als belangrijkste kenmerken: Alle tijdelijke arbeidsovereenkomsten – behalve die meer dan twee keer verlengd zijn – worden niet verlengd. Er is een ‘vrijwillige fase’, waarin medewerkers aan kunnen geven gebruik te maken van het mobiliteitsbeleid: plaatsing op een andere vestiging of naar een andere werkgever. Hiervoor zijn in het plan maatregelen opgenomen die dit bevorderen. Medewerkers die in een organisatieonderdeel bovenformatief zijn, kunnen in de ‘verplichte fase’ overgeplaatst worden naar een andere vestiging. Er werd een ‘toetsingsadviescommissie’ ingericht met als taak het kritisch volgen van de uitvoering van de maatregelen van het reorganisatieplan. Nadat zowel de MR als het IGO (het overleg met de vakbonden) akkoord gegaan waren met het reorganisatieplan, bleek voor de zomer dat er noch sprake zou zijn van gedwongen ontslagen, noch van gedwongen overplaatsingen. Hierdoor was er voor de vakbonden geen aanleiding om direct bij de reorganisatie betrokken te blijven. Ook bleek een aantal medewerkers van wie de arbeidsovereenkomst in eerste instantie niet verlengd was, toch in dienst te kunnen blijven. Het resultaat van de reorganisatie was het vertrek van 63 medewerkers en een inkrimping van het personeelsbestand met ongeveer 33 fte (31 december 2010 ten opzichte van 1 januari 2010). Omdat de daling van het aantal leerlingen in het vmbo lager was dan verwacht en er een flinke stijging was van het aantal studenten in het mbo, kon de inkrimping minder omvangrijk zijn dan gepland. Hoewel de reorganisatie relatief goed verlopen is, is de impact op medewerkers, teams en vestigingen groot geweest. Dit door het afscheid moeten nemen van veelal jonge collega’s en het soms niet adequaat kunnen invullen van vacatures die er rond de zomer toch nog bleken te zijn.
31
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.8
Facilitair
Het jaar 2010 was op facilitair gebied een rustig jaar. Door onze adviseur BBA is een onderzoek gedaan naar het energieverbruik van de vestigingen. In dit onderzoek is het verbruik afgezet tegen gemiddelden van vergelijkbare scholen. Hieruit blijkt dat er forse besparingen op het verbruik mogelijk zijn. Vervolgens is er een vervolgonderzoek gedaan op enkele vestigingen, waarbij gekeken is waar er bespaard kan worden. Op basis hiervan en in relatie met het meerjarenonderhoudsplan wordt een plan van aanpak gemaakt om hier uitvoering aan te geven. Daarbij zullen relatief beperkte investeringen met een groot effect (korte terugverdientijd) voorrang hebben. Daarnaast wordt er een voorstel gemaakt voor een energiebeheersysteem, dat de komende jaren geïnstalleerd en ingevoerd zal worden op de vestigingen, te beginnen met de nieuwbouw in Alkmaar. A1.9
Huisvesting
De twee grootste huisvestingsprojecten die op basis van het strategisch huisvestingsplan op stapel staan zijn (gedeeltelijke) nieuwbouw van de vestiging Alkmaar en vervanging van de tijdelijke huisvesting in Castricum. Nadat met betrekking tot Alkmaar in 2009 definitief het besluit genomen is om vernieuwing van de huisvesting te realiseren op de huidige locatie aan de Drechterwaard, heeft in 2010 de Europese aanbesteding voor een architect plaatsgevonden. Van de 32 architectenbureaus die zich kandidaat hadden gesteld, zijn er vijf uitgekozen om zich voor de selectiecommissie te presenteren. Eind januari is bureau Inbo uitgekozen om de architect te leveren. De hele procedure is begeleid door BOAG (Rotterdam) die het Clusius College ondersteunt bij de uitvoering van het strategisch huisvestingsplan. In Castricum willen we (al jaren) de tijdelijke huisvesting vervangen door gedeeltelijke nieuwbouw. Ondanks veel overleg met de gemeente Castricum, heeft dit in 2010 nog niet geleid tot een besluit van de gemeente over aankoop van de grond door het Clusius College. Het deel van de tijdelijke huisvesting dat tot nu toe gehuurd werd, is na het aflopen van het huurcontract gekocht. In Schagen is in 2010 de verbouwing van de school aanbesteed. Het grootste deel hiervan vindt plaats in het gebouw aan de Binnenhof. Dit is voor de school, bouwbedrijf De Geus en de projectleiding een spannend proces, omdat tijdens de verbouwing het onderwijs doorgaat. Het resultaat wordt een geslaagd voorbeeld van het aanpassen van gedateerde huisvesting aan de eisen die modern onderwijs stelt. Rond de zomer van 2011 is dit project afgerond. De vestiging Amsterdam heeft een ander aanzicht gekregen door renovatie van het schoolplein en nieuwbouw van het dierenverblijf. Het College van Bestuur en het Centraal Bureau zijn met ingang van 1 maart 2010 verhuisd naar een ander pand, Voltastraat 1. Dit pand wordt gehuurd voor een periode van 4-5 jaar. De toekomstige huisvesting van het College van Bestuur en het Centraal Bureau wordt onderdeel van de nieuwbouw aan de Drechterwaard in Alkmaar. Het gebouw aan de Havinghastraat is verkocht aan de gemeente Alkmaar en krijgt na renovatie weer een onderwijsbestemming. Met de nieuwe huisvesting zijn de werkomstandigheden voor de medewerkers en de representativiteit aanzienlijk toegenomen. De planning, aanbesteding en begeleiding van het onderhoud aan de gebouwen is evenals voorgaande jaren uitbesteed aan BBA te Heemskerk. BBA maakt tevens een meerjarenbegroting en -planning voor het groot en planmatig onderhoud van de gebouwen. Daarnaast begeleidt BBA de minder omvangrijke nieuwbouw- en verbouwprojecten.
32
Geïntegreerd jaardocument 2010 De afgelopen jaren zijn er op de vestigingen veel verbeteringen aangebracht ten behoeve van het praktische onderwijs in het vmbo, waarbij gebruikt gemaakt is van de subsidieregeling Praktijkgerichte leeromgeving. De verantwoording van de € 2,4 miljoen subsidie is inmiddels goedgekeurd. A1.10 ICT, informatisering en automatisering De bouw van het intranet heeft als doelstelling, dat de diensten van de afdeling I&A niet alleen meer op een door de afdeling beheerde desktop kunnen worden benaderd, maar ook op eigen apparatuur vanaf een plek buiten het Clusius College. Technisch houdt dit een wijziging in het netwerk in. In 2010 is een nieuwe desktop ontworpen die in de pilotvestiging Purmerend is getest. Daarnaast is een onderzoek gedaan naar de door de verschillende gebruikers gewenste functionaliteit in de te ontwikkelen intranetomgeving. Beide zijn een opmaat naar het jaar 2011, waarin naar verwachting de nieuwe desktop met het intranet wordt ontsloten voor de gebruikers. EduArte is de opvolger van nOISe. In 2010 is de vorig jaar gestarte pilot met cijferregistratie en participatie, dit is aan- en afwezigheidsregistratie van leerlingen, verbreed naar alle vmbovestigingen van het Clusius College. Er is een begin gemaakt met de implementatie van het onderdeel leerlingbegeleiding. In 2011 wordt nOISe uitgefaseerd en EduArte KRD, de kernregistratie deelnemers, geïmplementeerd. De afdeling I&A is, evenals de rest van het Clusius College, geraakt door de reorganisatie. Er heeft een herverdeling van taken plaatsgevonden om zoveel als mogelijk aantasting van de dienstverlening te voorkomen. Regiegroep Onderwijs & ICT (O&I) Deze regiegroep, met vertegenwoordigers van elke vestiging, die onder voorzitterschap staat van een vestigingsdirecteur, adviseert het College van Bestuur en de vestigingsdirecteuren over het gebruik van ICT in het onderwijs. Een belangrijk resultaat van de regiegroep is het terugbrengen van het grote aantal applicaties dat werd gebruikt. In 2010 is er een groot aantal applicaties uitgeschakeld, vooruitlopend op de introductie van het intranet, waarin op beperkte schaal applicaties zullen worden aangeboden. In de investeringsbegroting van vestigingen neemt het up-to-date houden en krijgen van de ICTvoorzieningen, zowel kwantitatief als kwalitatief een steeds belangrijker plaats in. Door de relatief korte afschrijvingsperiode legt dit een forse claim op de staat van baten en lasten van vestigingen. De bovengenoemde bouw van het intranet biedt aanknopingspunten. Er worden vooral in het mbo initiatieven ontplooid, om studenten met hun eigen laptop te laten werken. Dit vergt op zijn beurt weer de aanwezigheid van voldoende, kwalitatief hoogstaand elektronisch lesmateriaal. Dit gedeeltelijk in plaats van de klassieke leermiddelen zoals boeken. Daarnaast is een onderzoek gestart in de pilot te Purmerend om te zien of zogenaamde thin clients, die onder een ander afschrijvingsregime kunnen worden geplaatst, in staat zijn de duurdere desktops te vervangen. In 2011 wordt uitsluitsel verwacht over dit onderzoek. De overheid heeft beleid ontwikkeld rond taal en rekenen in het mbo. In 2010 is door de overheid aangevangen met voorlichting daarover aan de mbo-instellingen. Het Clusius College bereidt zich op de digitale toetsing voor, door de processen daaromheen te stroomlijnen. In 2014 is het Clusius College verplicht de digitale toetsen voor taal en rekenen in het mbo af te nemen. Digitale toetsing van landelijke examens vindt overigens al jaren in het vmbo plaats. Het beheer en de benodigde ondersteuning voor het gebruik van digitale centrale examens vragen veel aandacht. Er is een draaiboek opgesteld om mogelijke fouten te voorkomen.
33
Geïntegreerd jaardocument 2010 Samenwerking binnen de Coöperatie Onderwijsgroep Noordwest Holland De samenwerking, die is aangegaan door het Clusius College en het ROC Kop van NoordHolland, heeft in de uitwerking voor de beide ICT-afdelingen geresulteerd in de opdracht te komen tot één shared service. De eerste stappen om met beide ICT-afdelingen in 2015 te komen tot shared service met één beleid en één applicatielandschap zijn inmiddels gezet. Beide hoofden van de afdeling hebben in het jaar 2010 gewerkt aan het leggen van de basis, door een begin te maken met het uitlijnen van het beleid van beide afdelingen.
A1.11 PR & Communicatie Het Clusius College werkt op verschillende manieren aan een goede naamsbekendheid in het werkgebied. Zo worden alle basisscholen in Noord-Holland jaarlijks bezocht met een ‘groen’ presentje om de goede relatie te bevestigen en actuele informatie uit te wisselen. Om ouders van potentiële leerlingen een goed beeld te geven van de activiteiten op de scholen wordt er structureel gewerkt aan persberichten in de lokale media. In het kader van de ‘week van het mbo’ heeft de samenwerking met ROC Kop van Noord-Holland geleid tot een gezamenlijke pr-activiteit in het winkelcentrum in Schagen. Leerlingen van de Clusius opleidingen Bloem & Design, In-& Outdoor Styling, Voeding en de ROC opleidingen Kappen en Economie verzorgden een zeer geslaagde modeshow met veel (media) aandacht. Veel aandacht is er jaarlijks voor de publiciteit rond de open dagen. Noodzakelijk worden hier veel kosten voor gemaakt, omdat geheel Noord-Holland ons werkgebied is en dus bereikt moet worden. Voor het mbo zijn daarvoor de gebruikelijke kanalen en middelen ingezet. De opzet voor publiciteit voor het vmbo is dit jaar meer afgestemd op de individuele vestigingen. Door inkoop van advertorials in lokale bladen kon elke vmbo-vestiging zich apart profileren. In het laatste gedeelte van het jaar is een totaal vernieuwde website gerealiseerd. Hierbij is voor bezoekers een duidelijke scheiding aangebracht tussen de interne communicatie en externe communicatie. Belangrijkste aspect van de nieuwe website is de externe communicatie gericht op toekomstige leerlingen en hun ouders (vmbo), toekomstige studenten (mbo) en bedrijfsleven. Ook kunnen andere stakeholders vrij gemakkelijk algemene informatie vinden over het Clusius College als instelling. De interne communicatie naar bestaande leerlingen/studenten en ouders verloopt via een knop intranet die toegang geeft tot websites met informatie die door de vestigingen worden beheerd. Als het project sharepoint is afgerond (medio 2011) zal toegang tot dit intranet alleen mogelijk zijn via een inlogscherm. A1.12 Beleidscyclus, Planning & Control, AO/IB Planning & control, administratieve organisatie en interne beheersing Het Clusius College beschikt inmiddels over een goede planning- en controlcyclus, waaronder een vastgelegde beleidscyclus, goede managementinformatie met kengetallen, een adequaat instrumentarium en een planning- en controlkalender waarin de jaarlijkse cyclus is vastgelegd. Hiermee is er veel meer inzicht in de bedrijfsvoering en de resultaten op alle beleidsterreinen, waardoor er op alle niveaus beter gestuurd kan worden. In de interne verantwoording – van vestigingsdirecteuren aan College van Bestuur en van College van Bestuur naar Raad van Toezicht – zijn belangrijke stappen gezet en ook is de informatie voor externe verantwoording sterk verbeterd. Het in 2008 zelf ontwikkelde digitaal personeelsplanningsinstrument is een periode van grote waarde geweest. Op dit moment wordt voor alle informatie en planning op personeelsgebied het HRM-systeem van Unit 4 gebruikt.
34
Geïntegreerd jaardocument 2010 Om de managementinformatie nog verder te verbeteren is eind 2009 een start gemaakt met Qlikview. Dit is een dashboard waarin managementinformatie wordt ontsloten uit diverse bronsystemen, waaronder nOISe, Exact en Unit 4. Met Qlikview is de informatie overzichtelijker, sneller en actueler beschikbaar voor de gebruikers. Jaarlijks wordt voorafgaand aan de accountantscontrole, onder verantwoordelijkheid van de manager Finance & Control, een interne audit gehouden op de vestigingen, waarbij de focus ligt op bekostigingsvoorwaarden. Deze audit betreft onder andere leerlingen- en studentendossiers, wettelijke documenten, handelingsplannen voor lwoo-geïndiceerde leerlingen en leerlinggebonden financiering. In deze audit wordt ook de onderwijstijd meegenomen en worden enkele aspecten van de financiële administratie in kaart gebracht. Naast deze interne audit vinden er ook in toenemende mate interne audits plaats met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Ter voorbereiding van inspectiebezoek is op enkele vestigingen een interne audit gehouden, waarvan de resultaten als een vorm van zelfevaluatie input waren voor de inspectie en voor verbeterplannen. In de komende jaren zullen deze onderwijsaudits ook los van het inspectietoezicht regelmatig gehouden worden. Projectmanagement Een aandachtspunt de afgelopen jaren was het projectmanagement en de projectadministratie, met name op het gebied van gesubsidieerde projecten. In 2008 zijn stappen gezet om de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van projecten beter te beleggen, is de projectondersteuning – de afdeling Kwaliteit & Onderwijs heeft een medewerker projecten – beter gepositioneerd en is de betrokkenheid van de manager Planning & Control bij projecten vergroot. In het voorjaar van 2009 is een projectmodule van Exact, het pakket dat Clusius College gebruikt voor de financiële administratie, aangeschaft, waarmee projecten ook financieel-administratief beter gevolgd en verantwoord kunnen worden. In 2009 is een handboek projecten opgesteld en is een projectenbureau gevormd. Er zijn diverse formats opgesteld zoals: - Urenverantwoordingsformulier - Format projectidee - Format projectplan Inmiddels heeft ook de accountant geconstateerd dat de projectorganisatie, -beheersing en -verantwoording op een goed niveau is. In 2010 is middels een interne procedure een medewerker geworven, die binnen het project Regionale Transitie (‘werkplaats’) opgeleid wordt tot projectleider. Ook in het MD-traject voor het management en het CvB wordt veel aandacht besteed aan projectmatig werken. Risicomanagement De hiervoor geschetste ontwikkelingen op het gebied van planning & control en bedrijfsvoering, hebben alle ook het aspect in zich om zicht te krijgen op toekomstige risico’s en hierop te (kunnen) anticiperen. Belangrijke resultaten met betrekking tot risicomanagement zijn: De planning- & controlcyclus, inclusief kengetallen en bijbehorend instrumentarium. Een planning- & controlkalender, waarin de managementinformatie- en de verantwoordingcyclus is vastgelegd. Ook de gesprekkencyclus College van Bestuurvestigingsdirecteuren is hierin opgenomen. Meerjarenprognoses leerlingen- en studentenaantallen Meerjaren personeelsplanning Meerjaren financiële ramingen op basis van leerlingen- en studentenprognoses, meerjareninvesteringsplannen (zoals het strategisch huisvestingsplan) en meerjaren personele vooruitzichten. Interne audits Begin 2011 heeft voor de derde keer een risico-inventarisatie en –analyse plaatsgevonden. Op basis van beide voorgaande keren heeft het CvB in samenspraak met de manager Finance & Control een groslijst opgesteld van voor het Clusius College mogelijk relevante risico’s. 35
Geïntegreerd jaardocument 2010 Dit resulteerde in 36 risico’s verdeeld over de categorieën personeel, budget, onderwijs, communicatie, facilitair, omgeving, organisatie en toezicht. Vervolgens is door de leden van het CvB, leden van de Raad van Toezicht, de vestigingsdirecteuren en de managers van het Centraal Bureau aangegeven welke risico’s zij relevant achten voor het Clusius College en wat hun ‘top 10’ is binnen deze groep. Van deze top 10 is vervolgens door een ieder de kans x impact aangegeven. Hoewel er logischerwijs verschillen in uitkomsten zijn tussen de ‘groepen’ (CvB, RvT, vestigingingsdirecteuren en managers), bleken overall de grootste risico’s ervaren te worden in professionaliteit van medewerkers (op alle niveaus), kwaliteit van het onderwijs (m.n. opbrengsten) en ontwikkeling leerlingenaantal in het vmbo. In en met elk van deze lagen in de organisatie zijn de uitkomsten besproken. Vervolgens is er gekeken of er voor de belangrijkste risico’s nog aanvullende maatregelen getroffen moeten worden. Kijkend bijvoorbeeld naar de professionalisering van medewerkers zijn er in alle lagen van de organisatie en op alle vestigingen hierop gerichte activiteiten. Beleidscyclus De beleidscyclus van het Clusius College bestaat uit de Kaderbrief voor de hele instelling, per vestiging een meerjaren VOP (vestigingsontwikkelplan) en een jaarlijks VAP (vestigingsactiviteitenplan). In de loop van 2011 worden de missie, algemene visie en onderwijskundige visie vastgesteld. Deze zijn het uitgangspunt voor de beleidscyclus. Jaarlijks stelt het College van Bestuur een kaderbrief op, waarin de strategische doelstellingen ge(her)formuleerd en geactualiseerd worden. Op basis van de kaderbrief en van het VOP stellen de vestigingen het VAP op. In het VAP worden doelstellingen uit de kaderbrief voor het betreffende jaar geconcretiseerd voor de vestiging en de gewenste resultaten SMART beschreven. Belangrijke input hiervoor zijn kengetallen aan de hand waarvan (onder andere) de ontwikkeling van het Clusius College en de vestigingen meetbaar gemaakt en gevolgd kan worden. De Kaderbrief is tevens leidend voor de activiteiten van en ondersteuning door het Centraal Bureau. De vestiging maakt tenminste eens per vier jaar een nieuw of geactualiseerd VOP. Onderdeel hiervan is een SWOT-analyse6 en een schets van de vestiging en haar omgeving. Bij het opstellen en/of vaststellen van het VAP in de vestiging worden de medewerkers betrokken. Elke vestiging kiest hiervoor een eigen, passende vorm. VOP en VAP worden vastgesteld door het College van Bestuur. A1.13 Treasurybeleid Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de regeling van het ministerie van OCW. Bij het aantrekken, respectievelijk uitzetten van alle benodigde en niet direct-benodigde middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in de regeling gestelde verplichtingen. In 2010 heeft, vanwege het samenvoegen van de afdelingen Financiële Zaken en Planning & Control door het College van Bestuur een aanpassing van het treasurystatuut plaatsgevonden. In 2010 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De overtollige liquide middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. De rentebaten zijn ten opzichte van 2009 licht gedaald. Het Clusius College heeft geen rentelasten aangezien alle langlopende schulden zijn afgelost. A1.14 Inkomens Bezoldiging College van Bestuur en honorering Raad van Toezicht Naar aanleiding van de Governancecode BVE vindt de bezoldiging van het College van Bestuur vanaf 2008 niet meer plaats volgens de CAO. In de code wordt gesteld dat het ongewenst is dat 6
Analyse van kansen en bedreigingen (extern) en sterke en zwakke punten (intern).
36
Geïntegreerd jaardocument 2010 het College van Bestuur als werkgever deel uitmaakt van de CAO, waar hij zelf, via de MBO Raad, over mee onderhandelt. De bezoldiging van het College van Bestuur is conform de beloningscode zoals deze is vastgesteld in MBO-Raadverband. De honorering van de Raad van Toezicht vindt vanaf 2008 plaats conform ‘De honorering van leden van de Raad van Toezicht van mbo-instellingen’, een sectorbrede regeling die tot stand gekomen is op initiatief van het Platform voor Raden van Toezicht. In bijlage 1 zijn de honorering, bezoldiging en nevenfuncties van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur opgenomen. A1.15 Indicatoren Financiële kengetallen 2005 2006 2007 2008 2009 Solvabiliteit 1 Clusius College Alle AOC’s
0,66 0,57
0,68 0,61
0,73 0,60
0,61 0,57
0,58* 0,58
* Wijkt af ten opzichte van blz. 55 i.v.m. een stelselwijziging.
Liquiditeit Clusius College Alle AOC’s
1,31 1,07
1,33 1,13
0,65 0,82
0,73 0,95
0,70 0,79
Rentabiliteit Clusius College Alle AOC’s
4,5 2,8
7,1 2,6
-1,4 2,1
0,7 2,3
-4,6 0,9
Jaarresultaat mbo
Clusius College Alle AOC’s
2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 68% 76% 72% 66% 68% 69% 71% 71%
Bron: BRON-foto 2006-2009
Toelichting: Het jaarresultaat is het aantal gediplomeerden in een schooljaarperiode – zowel de instellingsverlaters als de gediplomeerde doorstromers binnen het Clusius College – als percentage van hetzelfde aantal gediplomeerden plus de ongediplomeerde instellingsverlaters in dezelfde periode. Diplomaresultaat mbo
Clusius College Alle AOC’s
2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 67% 76% 71% 65% 68% 69% 72% 72%
Bron: BRON-foto 2006-2009
Toelichting: Het diplomaresultaat is het aantal gediplomeerde instellingsverlaters in een schooljaar als percentage van alle instellingsverlaters in hetzelfde jaar. Percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters De indicator ‘Percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters’ is terug te vinden in paragraaf A1.4.2. 37
Geïntegreerd jaardocument 2010 A1.16 Toekomstparagraaf (vanaf) 2011 Het beleid van het Clusius College zal de komende jaren drie belangrijke speerpunten hebben: de kwaliteit van het onderwijs, professionalisering en een gezond financieel beleid. Deze speerpunten, die gebaseerd zijn op de missie en algemene visie van het Clusius College, worden hieronder beknopt toegelicht. Kwaliteit van het onderwijs Nog meer dan voorgaande jaren zal in 2011 en daarna gewerkt (moeten) worden aan de kwaliteit van het onderwijs. Zoals in paragraaf A1.4.1 is beschreven, leidt in elk geval het inspectietoezicht tot de noodzaak om structureel tot opbrengstverbetering in (een deel van) het vmbo te komen. Dit vraagt inspanningen met name ook van individuele docenten en teams. In het door de inspectie aangekondigde stelselonderzoek voortgezet onderwijs – ten behoeve van het Onderwijsverslag van de inspectie – is het Clusius College met vijf vestigingen opgenomen in de landelijke steekproef van 130 scholen. In december 2010 zijn op de vestigingen Heerhugowaard, Hoorn en Schagen een kwaliteitsonderzoeken uitgevoerd. In 2011 zullen op deze vestigingen vervolgonderzoeken naar kwaliteitsverbetering plaatsvinden. In de praktijk komt het er op neer dat alle vmbo-vestigingen van het Clusius College onderwerp van onderzoek zijn in 2011. In het mbo gaat de inspectie vanaf 2012 werken met een nieuw toezichtkader, waarvan een van een belangrijk kenmerk is dat elke instelling eens in de drie jaar onderwerp van onderzoek is, waarin dan ook thema- en stelselonderzoeken meegenomen worden. Ook het toezicht op examinering wordt in dit onderzoek geïntegreerd. Naast het geïntegreerd jaardocument zal de zelfevaluatie (in ons geval mede gebaseerd op interne audits) een belangrijke bron van informatie voor de inspectie zijn. De inspectie gaat in toenemende mate het “bestuurlijk vermogen” (borging van de kwaliteit) betrekken in haar oordeel. Ondanks de voornemens van de minister zullen de inspanningen die de organisatie moet leveren in het kader van het toezicht in 2011 verder toenemen. Belangrijkste drijfveer voor het Clusius College om zeer veel energie te blijven besteden aan de kwaliteit van het onderwijs, is het recht dat elke leerling en student heeft op kwalitatief goed onderwijs, wat de basis is voor succes in vervolgopleiding, werk en maatschappij. In de algemene visie is dit verwoord door de doelstelling om in 2015 te behoren bij het beste kwart van Nederland. Professionalisering Onlosmakelijk verbonden met de kwaliteit van het onderwijs is de noodzaak tot verdere professionalisering, zowel van medewerkers, van teams als van de organisatie. Ook deze noodzaak en doelstelling volgen uit de algemene visie, waarin professionalisering een van de kernbegrippen is. De tijd dat onderwijs een stabiele omgeving was, ligt (ver) achter ons. Op alle fronten is er beweging (de “dynamische wereld” uit onze missie). Hier proactief op inspelen door zowel de medewerkers als de organisatie vraagt een permanente (behoefte aan) ontwikkeling. Een verdere uitbouw van de gesprekkencyclus (gericht op ontwikkeling, gevolgd door beoordeling), verdere effectuering van het functiehuis, scholingsprogramma’s en –mogelijkheden per vestiging en Clusiusbreed en voor individuele medewerkers, ondersteunen de professionalisering. De Ondernemingsraad zal dit beleid steunen en kritisch volgen. Financieel beleid Met het in gang zetten van de voorbereiding voor de nieuwbouw in Alkmaar, hopelijk spoedig gevolgd door Castricum, is een periode aangebroken waarin op twee vestigingen veel geïnvesteerd wordt in verbetering van de huisvesting (ten behoeve van een “stimulerende leeromgeving”). In het meerjaren financieel beleid is hierop geanticipeerd. Toch zullen deze majeure investeringen een stimulans zijn om de ‘gezondmakingsoperatie’ van 2010 te laten volgen door een gezond financieel beleid dat gekenmerkt blijft door verantwoordelijk omgaan met de middelen. Er zijn de komende jaren volop onzekerheden wat betreft aantallen leerlingen en studenten (de basis voor het financieel beleid), kabinetsplannen (bv. bezuinigingen op de zorg in het onderwijs), ontwikkeling personele kosten en krapte op de (onderwijs)arbeidsmarkt.
38
Geïntegreerd jaardocument 2010 Financieringsstructuur Alle investeringen van 2011 zullen uit eigen middelen worden gefinancierd. Begroting 2011
3.1 3.3 3.4 3.5
4.1 4.2 4.3 4.4
Baten Rijksbijdragen College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
Begroting 2011 EUR 45.599.328 955.276 615.000 1.558.870
Totaal baten
48.728.474
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
35.039.620 4.012.516 3.688.750 7.247.926
Totaal lasten
49.988.812
Saldo baten en lasten
-1.260.338
5 Financiële baten en lasten Resultaat
105.000 -1.155.338
39
Geïntegreerd jaardocument 2010
A2. T O E L I C H T I N G B I J D E J A A R R E K E N I N G A2.1
Balans
1.
Activa
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
1.2.1 Gebouwen en terreinen In 2010 is het pand aan de Havinghastraat, waar het Centraal Bureau en het College van Bestuur waren gehuisvest, verkocht. Daarnaast zijn in Castricum de bijgebouwen aangekocht. In Schagen is het binnenterrein aangepast. Aan de Drechterwaard 14 te Alkmaar is de huisvesting aangepast ten behoeve van CBO. De totale investering in gebouwen bedraagt € 517.528. 1.2.2 Inventaris en apparatuur Onder deze rubriek vallen naast de Inventaris en apparatuur ook de Hardware en randapparatuur, Schoolmeubilair, Machines en installaties en Uitbreiding machines en inventaris. De volledig afgeschreven Inventaris en apparatuur en Hardware en randapparatuur is uit de aanschaf en de cumulatieve afschrijving gehaald voor een totaalbedrag van € 1.180.945. Inventaris en apparatuur Investeringen zijn gedaan voor het verbeteren en inrichten van het draadloze netwerk, bekabeling en aanleggen van accesspoints op de vestigingen. Andere investeringen zijn de aanpassingen en inrichting van het pand aan de Voltastraat en inrichting van de kantine in Schagen. Er is totaal voor een bedrag van € 414.679 geïnvesteerd. Hardware en randapparatuur De investeringen van Hardware en randapparatuur bestaan voornamelijk uit de aanschaf van pc’s, active boards en laptops. De totale investering in Hardware en randapparatuur is € 336.782. Schoolmeubilair Op verschillende vestigingen zijn leerlingensets aangeschaft en in Heerhugowaard is de aula ingericht. De totale investering in schoolmeubilair bedraagt € 118.612. Machines en installaties De investering in Machines en installaties bedraagt € 72.738. Dit betreft onder andere een bliksemafleider, een graafmachine en airco’s in de patchruimte. Uitbreiding machines en inventaris De investeringen in deze rubriek betreffen termijnfacturen. In totaal is er voor € 152.875 aan termijnfacturen ontvangen. De totale investering in Inventaris en apparatuur bedraagt € 1.095.686. 1.2.3 Andere vaste bedrijfsmiddelen De Andere vaste bedrijfsmiddelen bestaan uit Voertuigen en de Overige materiële vaste activa. De investeringen in Voertuigen zijn drie auto’s en divers werkmateriaal. Deze voertuigen zijn in 2010 aangeschaft voor een totaalbedrag van € 76.193. In de Overige materiële vaste activa hebben geen mutaties plaatsgevonden.
40
Geïntegreerd jaardocument 2010 1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen De rubriek In uitvoering en vooruitbetalingen bestaat uit de investeringen met betrekking tot nieuwen verbouwprojecten. In Schagen is in 2010 € 1.213.201 geïnvesteerd in verband met de aanpassing van de huisvesting. In Amsterdam is gestart met de herinrichting van het schoolplein en de tuin. In 2010 bedraagt de investering € 302.771. In Alkmaar zijn de eerste kosten gemaakt ten behoeve van de nieuw- en verbouw aan de Drechterwaard. De totale investering van dat project bedraagt voor 2010 € 63.587. De totale investering voor de rubriek In uitvoering en vooruitbetalingen bedraagt € 1.579.560. Vlottende activa 1.5
Vorderingen
1.5.1 Debiteuren Het debiteurensaldo is afgenomen ten opzichte van 2009. Er staat een bedrag van € 94.978 open bij OB Mech (OpleidingsBedrijf Mechanisatie) voor de studenten van de opleiding Monteur Mobiele Werktuigen in Hoorn. Daarnaast staat er een bedrag open ter hoogte van € 70.500 bij het Regius College Schagen voor de leerlingen van de praktijkschool en een bedrag van € 46.715 bij het ROC Nova College voor de studenten van de opleiding Biotechnologisch analist. Voor de OPDC-leerlingen is voor € 45.100 gefactureerd aan het Samenwerkingsverband. De overige openstaande posten bestaan voornamelijk uit de gefactureerde opleidingsbijdragen mbo. Het totale saldo openstaande posten bedraagt € 594.643. 1.5.7 Overige vorderingen Onder Overige vorderingen is onder andere de vordering opgenomen in verband met ontvangen rentebaten op de spaarrekening over 2010. De bijschrijving van € 170.125 zal in 2011 plaatsvinden. Verder betreft het vorderingen op debiteuren waarvan de baten in 2011 worden geboekt. 1.5.8 Overlopende activa In 2010 is vooruit betaald aan crediteuren voor kosten die betrekking hebben op het financiële jaar 2011. Dit zijn onder andere de kosten voor BWWW7 en WW8 aan Loyalis, abonnementen, voorschotten op werkweken, vooruitbetaalde huur en de opstal- en inventarisverzekering. Tevens zijn de termijnfacturen voor het schilderwerk voor de vestigingen Castricum en Purmerend hier onder opgenomen. 1.5.9 Debiteurenvoorziening in verband met oninbaarheid De voorziening is opgebouwd uit de vorderingen die langer dan vier maanden openstaan. In eerste instantie wordt de vordering overgedragen aan een incassokantoor. Voor het eventueel resterende risico is een voorziening voor oninbaarheid opgenomen. 1.7
Liquide middelen
Het Clusius College heeft in 2010 middelen tijdelijk uitstaan op spaarrekeningen van de ING en de Rabobank. De stijging in de liquide middelen wordt mede veroorzaakt doordat de kosten van afschrijvingen (geen invloed op de cashflow) hoger zijn dan de investeringen in 2010. Daarnaast is het pand aan de Havinghastraat verkocht voor een bedrag van € 2.390.000. Voor de huur van het pand aan de Voltastraat is een bankgarantie afgegeven ter hoogte van € 44.838.
7 8
Bovenwettelijke Werkloosheidswet Werkloosheidswet
41
Geïntegreerd jaardocument 2010 2.
Passiva
2.1
Eigen vermogen
2.1.1 Algemene Reserve Het positieve resultaat van € 1.031.624 komt ten gunste van de Algemene Reserve. In verband met een wijziging van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ660) vallen de voorzieningen, die zijn gevormd ten behoeve van de toekomstige lasten voor Bapo, in 2010 volledig vrij ten gunste van het Eigen vermogen. Het gaat in totaal om een bedrag van € 7.098.783. Segmentatie Het Clusius College heeft er voor gekozen om het Eigen vermogen niet te splitsen in een publiek deel en een privaat deel. Dit aangezien de activiteiten van Clusius Bedrijfsopleidingen voor het grootste gedeelte bestaan uit trajecten die passen binnen de reguliere (bbl-)opleidingen. Daarnaast worden er cursussen verzorgd die passen binnen het ‘groen’ onderwijs. Voor de berekening van de prijs van deze cursussen wordt een integraal kostprijsmodel gehanteerd. De baten en lasten van Clusius Bedrijfsopleidingen worden intern inzichtelijk gemaakt middels een aparte kostenplaats binnen de financiële administratie. 2.1.2 Bestemmingsreserves De bestemmingsreserves zijn niet veranderd. 2.1.6 Herwaarderingsreserve Deze reserve is ontstaan door de afkoop van de erfpacht over de grond in Amsterdam. Jaarlijks valt een gelijk deel vrij ten gunste van de Algemene Reserve. 2.2
Voorzieningen
2.2.1 Personeelsvoorzieningen Bapo In verband met een wijziging van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ660) zijn de voorzieningen, die zijn gevormd ten behoeve van de toekomstige lasten voor Bapo, in 2010 volledig vrijgevallen ten gunste van het Eigen vermogen. Het gaat in totaal om een bedrag van € 7.098.783. Jubilea Deze voorziening is getroffen om de toekomstige financiële verplichting te kunnen voldoen van medewerkers die recht hebben op een gratificatie bij het bereiken van hun 25-jarig of 40-jarig jubileum in het onderwijs. De gratificatie bedraagt bij een 25-jarige diensttijd in het onderwijs 50% en bij een 40-jarig dienstverband 100% van het bruto maandsalaris, verhoogd met de vakantietoeslag. Het Clusius College heeft gekozen voor het creëren van de voorziening door het aantal personeelsleden in fte per balansdatum te vermenigvuldigen met € 550. 2.2.3 Voorziening groot onderhoud De onderhoudsvoorziening is gevormd ter egalisatie van uitgaven voor groot en planmatig onderhoud. Voor groot onderhoud is een meerjarenplanning opgesteld door de Bouwkundige Begeleidings- en Adviesgroep BV (BBA). De tienjarige meerjarenplanning is voor de komende vijf jaar gesplitst in drie onderdelen te weten: de kosten van klein onderhoud die ten laste komen van het resultaat; de vervangings- of grootonderhoudskosten ten laste van de voorziening; de verbeteringen en aanpassingen aan gebouwen die geactiveerd worden.
42
Geïntegreerd jaardocument 2010 2.3
Langlopende schulden
2.3.3 Kredietinstellingen Het Clusius College heeft geen langlopende schulden. 2.4
Kortlopende schulden
2.4.1 Kredietinstellingen Voor 2010 zijn er geen aflossingen aan kredietinstellingen, omdat het Clusius College geen langlopende schulden met aflossingsverplichtingen heeft. 2.4.2 Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen onderhanden werk (OHW) In deze rubriek zijn de kosten en ontvangsten verwerkt van de nog te verantwoorden projecten. Het gaat hier om penvoerder projecten, nieuwbouw- en verbouwprojecten. In 2010 zijn de volgende grote projecten gestart: Herinrichting schoolplein en tuin Amsterdam, Kweekkas Noord-Holland, Nieuw- en verbouw Drechterwaard Alkmaar en Verkenning regionale transitie. Daarnaast zijn er de volgende lopende projecten die gestart zijn vóór 2010: Herhuisvesting Schagen, Googo, Grebo, Seed Breeding en Grundtvig. Verder zijn er subsidies ontvangen met betrekking tot internationalisering, Bollen Know-How, Groenstart en kleinere projecten per locatie. 2.4.3 Crediteuren De crediteuren worden betaald dertig dagen na factuurdatum. Per balansdatum bedraagt het saldo openstaande posten € 1.384.719. 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen De afdracht aan de Belastingdienst, als gevolg van de salarissen van december 2010, zal in januari 2011 worden overgemaakt. 2.4.8 Schulden terzake van pensioenen De afdracht aan het pensioenfonds ABP, als gevolg van de salarissen van december 2010, zal in januari 2011 worden overgemaakt. 2.4.9. Overige kortlopende schulden De Overige kortlopende schulden hebben betrekking op de Nog te betalen bedragen. In de Nog te betalen bedragen is een aantal reserveringen opgenomen waarvan in 2011 de werkelijke kosten gefactureerd en betaald zullen worden, maar die op 2010 betrekking hebben. In deze rubriek staat ook nog de te verwachte claim inzake de compensatieregelingen uit voorgaande jaren. 2.4.10 Overlopende passiva Onder de Overlopende passiva worden de nog te verantwoorden subsidies gespecificeerd. Verder bestaat deze rubriek uit: de nog te betalen vakantie-uitkering, vooruit ontvangen bedragen van leerlingen en studenten in 2010 met betrekking tot het verslagjaar 2011. Vakantiegeld en -dagen De kosten van de salarissen worden maandelijks inclusief reservering vakantiegeld en eindejaarsuitkering geboekt. Een en ander als gevolg van het beleid om de lasten zo geleidelijk mogelijk over het jaar te boeken in de Staat van baten en lasten.
43
Geïntegreerd jaardocument 2010 A2.2
Staat van baten en lasten
3.
Baten
3.1
Rijksbijdragen
De Rijksbijdragen bestaat uit de Normatieve Rijksbijdrage en de geoormerkte en niet-geoormerkte subsidies. 3.1.1 Rijksbijdragen EL&I/OCW Zowel de realisatie van de Rijksbijdrage per leerling voor het vmbo als de Rijksbijdrage per student voor het mbo is in 2010 hoger uitgekomen ten opzichte van de begroting. Onderstaande tabel geeft de opbouw en verloop weer van de Rijksbijdrage. Vmbo Aantallen (t-1) Regulier LWOO
2010 2.129 1.760 3.889
Begroting 2010 -1% 0% 0%
2.140 1.752 3.892
2009
-1% -7% -4%
2.170 1.877 4.047
Lumpsum Regulier LWOO
€ €
6.491 10.112
2% € 2% €
6.382 9.933
0% € 0% €
6.387 9.939
Huisvestingsvergoeding Vaste voet incl.schoolprofiel
€ €
535 264.462
0% € 1% €
535 261.212
0% € 0% €
535 261.812
Rijksbijdrage vmbo Regulier LWOO Huisvestingsvergoeding Vaste voet incl. schoolprofiel Rijksbijdrage vmbo
€ 13.819.658 € 17.796.750 € 2.080.615 € 264.462 € 33.961.486
1% 2% 0% 1% 2%
€ 13.656.924 € 17.403.299 € 2.082.220 € 261.212 € 33.403.655
-1% -7% -4% 0% -4%
€ 13.860.333 € 18.655.297 € 2.165.145 € 261.812 € 34.942.586
1.050 411 1.461
0% 0% 0%
1.050 411 1.461
-1% 1% -1%
1.062 407 1.469
Mbo Aantallen (t-2) BOL BBL Rijksbijdrage mbo Studenten (input) Diploma's (output) Huisvestingsvergoeding Inhouding Cursusgeld Rijksbijdrage mbo
€ € € € €
Normatieve Rijksbijdrage
€ 41.809.340
44
5.648.167 1.462.273 816.507 79.0937.847.854
€ € € 0% €
6.252.695 1.641.553 79.0937.815.155
1% € 41.218.810
€ € € € 0% €
5.671.247 1.409.434 835.106 78.6547.837.133
-4% € 42.779.719
Geïntegreerd jaardocument 2010 3.1.2 Overige subsidies EL&I/OCW Onder de Overige subsidies EL&I/OCW is de vrijval van onder andere de volgende subsidies gerealiseerd: Voa-middelen, Innovatiebox, Praktijkleren, Praktijkgerichte Leeromgeving en Leerlinggebonden Financiering, in model G staat de detaillering vermeld. Deze extra middelen zijn in 2009 ontvangen en in 2010 besteed. Er is € 1.274.943 meer aan subsidie vrijgevallen dan begroot voor 2010. Na de begrotingscyclus (laatste twee maanden van het kalenderjaar) is nog een aantal subsidies – waarvan de hoogte onzeker was of waarvan het onzeker was of zij gecontinueerd zouden worden – toegekend, zoals de Prestatiesubsidie (VSV), Regeling Salarismix, Conjuncturele effecten, Schoolmaatschappelijk werk en de Impulsgelden. Voor wachtgeld is € 50.734 meer ontvangen dan begroot. 3.4
Opbrengst werk voor derden
De omzet van cursus- en contractonderwijs is ten opzichte van 2009 gedaald. De daling is onder andere een gevolg van het achterblijven bij de prognose van met name bedrijfsopleidingen (bbltrajecten) als gevolg van de economische situatie en de vooruitzichten m.b.t. de kabinetsplannen voor het niet meer bekostigen van studenten ouder dan 30 jaar. 3.5
Overige baten
De overige baten bestaan voornamelijk uit de deelnemers- en ouderbijdragen. De vrijwillige ouderbijdrage vmbo wordt door de boekenleverancier bij de ouders geïnd. De boekenleverancier maakt de ontvangen bedragen over aan het Clusius College. Aan het eind van het schooljaar wordt met de boekenleverancier de afrekening gemaakt. De opleidingsbijdrage mbo wordt met ingang van schooljaar 2010-2011 door het Clusius College zelf gefactureerd aan de studenten. De directe kosten die in rekening worden gebracht voor leerlingen en studenten zoals excursies en logies voor de praktijkscholen worden gefactureerd en ontvangen per vestiging. Verhuur onroerende zaken Met ingang van schooljaar 2010-2011 wordt een deel van een pand aan de Drechterwaard verhuurd aan het Murmellius gymnasium. Bijdragen van derden Hieronder worden onder andere de ontvangsten verwerkt van personeel dat tijdelijk ingezet wordt voor instanties die een relatie hebben met de (groene) onderwijssector zoals het Ontwikkelcentrum, Aequor, Stoas en Cito. In Castricum is een bijdrage gehonoreerd door het Samenwerkingsverband Voorgezet Onderwijs Midden Kennemerland, betreffende de invoering van het werken met handelingsplannen, interne rebound en het schoolzorgplan. Tenslotte zijn hieronder de ontvangsten verwerkt met betrekking tot de VSV programmagelden waarvan het Horizon College de penvoerder is. Projecten Onder deze rubriek wordt de vrijval verantwoord van verschillende projecten. In het eerste deel van het bestuursverslag worden de projecten en subsidies inhoudelijk verantwoord. Ten behoeve van het project Groenstart (mbo) is een vrijval gerealiseerd van € 102.000 en voor het project Bio-future € 100.000. Voor internationaliseringsprojecten is voor € 21.000 vrijgevallen. Overige baten Deze baten hebben betrekking op de incidentele ontvangsten van onder andere teruggaaf teveel betaalde gasnota’s en teruggaaf teveel betaalde belasting met betrekking tot de dienstreizen over 2009. Voor de bliksemschade aan het pand aan de Drechterwaard is er een bedrag van € 70.000 ontvangen. De huisvesting van het Centraal Bureau en het College van bestuur, het pand aan de Havinghastraat, is in februari 2010 verkocht met een boekwinst van € 1.093.000. 45
Geïntegreerd jaardocument 2010 4. Lasten 4.1
Personeelslasten
In 2010 zijn de kosten van lonen en salarissen licht gedaald ten opzichte van het vorige verslagjaar. Het aantal fte is met 33 fte afgenomen. De vermindering van personeelslasten als gevolg van de reorganisatie is vanaf 1 augustus 2010 zichtbaar geworden. Verloop van FTE Aantal FTE *
2010 571
2009 604
2008 606
2000 367
1995 264
* Het aantal FTE is inclusief stagiair(e)s
Dotatie personele voorziening In verband met een stelselwijziging van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ660) zijn de voorzieningen, die zijn gevormd ten behoeve van de toekomstige lasten voor Bapo, Jubilea en Spaarverlof, in 2010 volledig vrijgevallen ten gunste van het Eigen vermogen. Er hebben derhalve geen dotaties plaatsgevonden in 2010. Inhuur personeel Onder Inhuur personeel zijn de kosten geboekt van de inhuur van personeel via het uitzendbureau ter vervanging van het ziekteverzuim. Scholingskosten personeel In 2010 is gestart met het missie-visie traject, waarvan de kosten zijn geboekt onder scholingskosten personeel. Uitkeringen UWV De Uitkeringen sociale fondsen betreffen de ontvangen bedragen van het UWV in verband met de Ziektewetuitkeringen naar aanleiding van ziekte en verloven in verband met zwangerschap. 4.2
Afschrijvingen
De Afschrijving Inventaris en apparatuur is onderverdeeld in een viertal groepen: Inventaris en apparatuur, Hardware en randapparatuur, Schoolmeubilair en Machines en installaties. Onder de Afschrijving Overige materiële vaste activa vallen de groepen: Voertuigen en Overige materiële vaste activa. 4.3
Huisvestingslasten
Huur De kosten van de huur van de gebouwen zijn ten opzichte van 2009 gestegen. Deze stijging is veroorzaakt doordat er in 2010 kosten zijn gemaakt voor de huur van de huisvesting van het Centraal Bureau en het College van Bestuur aan de Voltastraat. De kosten zijn ten opzichte van de begroting lager uitgevallen in verband met de aankoop van de opstallen in Castricum per 1 augustus 2010. Dotatie onderhoudsvoorziening In 2010 is veel grootschalig onderhoud gepleegd waarvan de kosten via de voorziening zijn gelopen. De voorziening is gewaardeerd volgens opstelling van het meerjarenonderhoudsplan. De dotatie verschilt ten opzichte van de begroting in verband met een aanpassing van het meerjarenonderhoudsplan.
46
Geïntegreerd jaardocument 2010 Energie en Water De daling van de energiekosten in 2010 is veroorzaakt doordat de energieleverancier en netbeheerder in 2009 meer in rekening hebben gebracht dan dat er in werkelijkheid was verbruikt. De afrekening van het definitieve verbruik over 2009 is in 2010 geboekt. In 2010 zijn de kosten conform het daadwerkelijke verbruik. 4.4
Overige instellingslasten
Administratie en beheer Onder Deskundigenadvies is fors minder uitgegeven in 2010 ten opzichte van 2009. In 2009 bestonden de kosten uit de inhuur van externen om ons te begeleiden bij speciale projecten onder andere voor het opzetten van de Sharepointomgeving, bouwprojecten, een marketing pilot voor de vestiging Heerhugowaard, het opzetten van het functiehuis en begeleiding Groenstart (mbo) in Schagen. Vanaf 2010 worden de kosten met betrekking tot Deskundigenadvies als het gaat om gesubsidieerde projecten en bouwprojecten geboekt in de projectadministratie. In 2010 gaat het om een bedrag van € 120.000. De accountantskosten ten behoeve van de controle van de jaarrekening bedragen in 2010 € 56.405. In 2009 bedroegen de kosten € 48.930. De overige accountantskosten bestaan onder andere uit fiscale werkzaamheden. Reis- en verblijfkosten De Reis- en verblijfkosten zijn de kosten van de werkweken en excursies. Tegenover de stijging van de Reis- en verblijfkosten staan de ontvangsten die voortkomen uit onder andere excursies en werkweken. Inventaris en apparatuur De stijging van Inventaris en apparatuur ten opzichte van 2009 wordt verklaard door de toegenomen kosten in aanschaf van Hardware en randapparatuur. De verklaring hiervoor is het opzetten van de Sharepoint omgeving. Leermiddelen algemeen Onder Leermiddelen algemeen is minder uitgegeven dan begroot als gevolg van minder inzet op de praktijkscholen. Tevens is er minder uitgegeven aan Leer- en hulpmiddelen. Leermiddelen vmbo Onder de Leermiddelen vmbo zijn de kosten opgenomen voor het ter beschikking stellen van de ‘gratis schoolboeken’ door het Clusius College. De totale kosten van deze ‘gratis’ leermiddelen zijn geweest € 1.134.000. Overige instellingslasten De sponsoring van € 6.500 betreft een bijdrage voor opzetten van een agrarische school in Kenia waar in de toekomst ook mbo-studenten stage gaan lopen. In de Overige instellingslasten zijn de kosten voor OPDC-leerlingen verwerkt. Deze leerlingen zijn bij het Clusius College ingeschreven maar volgen tijdelijk geen onderwijs op het Clusius College. Het OPDC brengt de kosten voor deze leerlingen in rekening op basis van de lumpsum die wij ontvangen. 5
Financiële baten en lasten
De rentebaten zijn ontstaan door de ontvangen vergoeding van tijdelijk overtollige middelen op de spaarrekening.
47
Geïntegreerd jaardocument 2010
A3. L E E R L I N G E N A A N T A L L E N E N D I P L O M A ‘ S A3.1
Leerlingenaantallen
Vmbo Alkmaar Amsterdam Castricum Grootebroek OPDC - Grootebroek Heerhugowaard Hoorn OPDC - Hoorn Purmerend Schagen Vmbo - mbo2 Totaal vmbo Mbo Alkmaar Voeding / FH&I Bloem & Design Veehouderij Dierverzorging Paraveterinair Paardenhouderij Sportvisserij Zorgboerderij Tuin, Park & Landschap Totaal Alkmaar Hoorn Plantenteelt / Sierteelt Tuin, Park & Landschap Groen, Grond & Infra Monteur Mobiele Werktuigen* Biotechnisch Analist** Sport, Recreatie & Toerisme In- & Outdoor Styling Commercieel Ondernemen Totaal Hoorn Schagen Plantenteelt / Sierteelt AKA Bloem & Design Groen, Grond & Infra Tuin, Park & Landschap Totaal Schagen Totaal mbo Totaal Clusius College
Regulier 168 84 581 144 1 184 249 2 388 294 1 2.096 BOL
1-10-2010 LWOO 121 158 436 67 9 136 181 15 241 268 10 1.642 BBL
Totaal 289 242 1.017 211 10 320 430 17 629 562 11 3.738 Totaal
Regulier 188 83 620 132 1 176 243 10 373 302 5 2.133 BOL
1-10-2009 LWOO 148 180 478 93 3 140 181 11 229 298 18 1.779 BBL
Totaal
52 126 64 290 43 129 66 29 0 799
84 60 0 8 0 0 0 0 210 362
136 186 64 298 43 129 66 29 210 1.161
56 118 71 300 38 144 44 0 0 771
26 58 0 6 0 0 0 0 201 291
82 176 71 306 38 144 44 0 201 1.062
59 79 12 7 0 55 98 62 372
23 4 29 70 17 0 0 0 143
82 83 41 77 17 55 98 62 515
45 87 0 0 0 46 96 37 311
14 4 43 72 0 0 0 0 133
59 91 43 72 0 46 96 37 444
2 2 0 11 20 35
3 0 0 12 4 19
5 2 0 23 24 54
3 0 1 8 16 28
6 0 2 5 6 19
9 0 3 13 22 47
1.206
524
1.730
1.110
443
1.553
5.468
* Monteur Mobiele Werktuigen in samenwerking met het ROC Kop van Noord-Holland. ** Biotechnisch analist in samenwerking met het Nova College.
48
Totaal 336 263 1.098 225 4 316 424 21 602 600 23 3.912
5.465
Geïntegreerd jaardocument 2010 De leerlingenaantallen zijn als volgt gewijzigd: 2010 2009 Vmbo/LWOO 3.738 3.912 Mbo/BOL 1.206 1.110 Mbo/BBL 524 443 Totaal 5.468 5.465 A3.2
2008 4.062 1.050 411 5.523
2000 2.928 973 552 4.453
1995 2.176 913 550 3.639
Diploma’s
MBO Alkmaar Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Totaal Alkmaar Hoorn Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Totaal Hoorn Schagen Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Totaal Schagen Totaal MBO Totaal Clusius College
2010 BBL
BOL
Totaal
BOL
2009 BBL
Totaal
2 31 62 85 180
44 38 32 4 118
46 69 94 89 298
8 45 57 73 183
24 45 32 9 110
32 90 89 82 293
6 11 29 34 80
1 17 2 0 20
7 28 31 34 100
7 11 56 42 116
0 21 4 0 25
7 32 60 42 141
1 2 0 0 3
1 5 0 0 6
2 7 0 0 9
4 7 0 0 11
2 4 0 0 6
6 11 0 0 17
263
144
407
310
141
451
407
451
49
Geïntegreerd jaardocument 2010 A3.3
Relatief snelle uitschrijvers
De relatief snel uitgeschreven leerlingen en studenten in het laatste kwartaal 2010: Reden uitschrijving Verkeerde keuze opleiding Verhuizen Liever werken/ziet nut niet Belangstelling andere opleiding Diploma behaald, werken Te veel studievertraging Opleiding bevalt niet Opleiding sluit niet aan Niveau opleiding werkelijk te laag Psycho/sociale beperkingen Reistijd / bereikbaarheid Opleiding lichamelijk te zwaar Geen BPV contract Onbereikbaar/ geen reactie Leerproblemen Niveau opleiding werkelijk te hoog Totaal
50
Oktober 1 1 1
November 2 2 2 1 1 1 2 1
December 2 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 6
1 14
9
Totaal 5 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 29
Geïntegreerd jaardocument 2010
A4. G E G E V E N S P E R S O N E E L A4.1
Indeling naar functiegroepen 2010
Functiegroep OP-10 OP-11 OP-12 OP OBP OBP Totaal
A4.2
OP 19 41 53 63 52 52 89 78 22 2 471
Aantal
% Fte
327,87 56,50 3,00 387,38 183,43 183,43 570,80
406 62 3 471 221 221 692
84,6% 14,6% 0,8% 67,9% 100,0% 32,1% 100,0%
Fte
Aantal
% Fte
350,77 59,36 2,60 412,73 191,28 191,28 604,01
439 66 3 508 229 229 737
85,0% 14,4% 0,6% 68,3% 100,0% 31,7% 100,0%
Gem. omvang baan 0,80 0,90 0,87 0,81 0,84 0,84 0,82
OBP 10 9 24 20 26 44 42 32 12 2 221
2010 Totaal 29 50 77 83 78 96 131 110 34 4 692
% 4,2% 7,2% 11,1% 12,0% 11,3% 13,9% 18,9% 15,9% 4,9% 0,6% 100,0%
OP 25 52 66 62 58 69 90 66 19 1 508
OBP 11 13 22 22 31 46 38 35 9 2 229
2009 Totaal 36 65 88 84 89 115 128 101 28 3 737
% 4,9% 8,8% 11,9% 11,4% 12,1% 15,6% 17,4% 13,7% 3,8% 0,4% 100,0%
Indeling naar geslacht en functiegroepen
Geslacht Aantal mannen Aantal vrouwen Totaal
A4.4
Fte
Indeling naar leeftijd en functiegroepen
Groep <26 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60 61-65 >66 Totaal
A4.3
2009 Gem. omvang baan 0,81 0,91 1,00 0,82 0,83 0,83 0,82
OP 224 247 471
OBP 109 112 221
2010 Totaal 333 359 692
% 48,1% 51,9% 100,0%
OP 246 262 508
OBP 114 115 229
2009 Totaal 360 377 737
% 48,8% 51,2% 100,0%
Aanstelling
Vast Tijdelijk
Tijdelijk Vervanging
Fte 479,6 82,7 8,5
2010 % Fte 84,0% 14,5% 1,5%
Aantal 572 180 21
Fte 494,7 100,8 8,4
2009 % Fte 81,9% 16,7% 1,4%
Aantal 589 149 13
51
Geïntegreerd jaardocument 2010 A4.5
Deelname aan Bapo
Deelname Bapo (fte's) Deelname 2010 Groep 53,5-57,5 >=57,5 Totaal OP 3,65 9,93 13,58 OBP 0,73 3,94 4,67 Totaal 4,38 13,87 18,25 % van gerechtigden
A4.6
In dienst en uit dienst (aantal medewerkers)
Periode Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Totaal
A4.7
Deelname Bapo (aantal medewerkers) 2010 2009 2010 2009 Deelname Gerechtigden 100 104 149 150 35 36 67 57 135 140 216 207 63% 68%
2010 In dienst Uit dienst 4 7 7 1 0 3 1 3 1 1 1 5 1 63 21 6 6 2 3 4 10 3 2 7 57 105
Verzuim
ZVP GZVD (dagen) ZMF (keren/pp)
2010 6,56% 7,62 1,33
2009 6,20% 8,91 1,45
ZVP: Ziekteverzuimpercentage Percentage verzuimde dagen t.o.v. het potentieel beschikbare kalenderdagen in de periode. GZVD: Gemiddelde ziekteverzuimduur Gemiddelde duur van de beëindigde gevallen in de periode. ZMF: Ziekmeldingsfrequentie Gemiddeld aantal nieuwe ziektegevallen per werknemer in de periode, omgerekend naar jaarbasis.
52
Geïntegreerd jaardocument 2010 A4.8
Verzuim naar leeftijd 2010 GZVD 4,71 4,08 5,46 6,84 6,29 6,68 10,22 10,88 13,29 0,00 7,62
ZMF 1,18 1,33 1,45 1,76 1,24 1,42 1,28 1,16 1,02 0,00 1,33
Leeftijd 21 - 25 jaar 26 - 30 jaar 31 - 35 jaar 36 - 40 jaar 41 - 45 jaar 46 - 50 jaar 51 - 55 jaar 56 - 60 jaar 61 - 65 jaar > 65 jaar Totaal
ZVP 3,90% 1,89% 2,81% 6,48% 4,64% 3,96% 6,93% 13,90% 8,42% 0,00% 6,56%
ZVP: Ziekteverzuimpercentage Percentage verzuimde dagen t.o.v. het potentieel beschikbare kalenderdagen in de periode. GZVD: Gemiddelde ziekteverzuimduur Gemiddelde duur van de beëindigde gevallen in de periode. ZMF: Ziekmeldingsfrequentie Gemiddeld aantal nieuwe ziektegevallen per werknemer in de periode, omgerekend naar jaarbasis.
A4.9
Leeftijdsopbouw naar geslacht (man = blauw / vrouw = rood)
90 81 80 71 70 59
60
55
60
53
50 39 39
40
34 29
30 20 20 10
41
24
24
24
16 10
9
4
0 <26
26-30
31-35
36-40
41-45
46-50
51-55
56-60
61-65
>65
53
Geïntegreerd jaardocument 2010
A5. H E L D E R H E I D I N D E B E K O S T I G I N G ( B V E ) Zoals opgenomen in het controleprotocol 2010 doen we hierbij verslag van de thema’s die staan vermeld in de notitie: ‘’Helderheid in de bekostiging van het BVE’’. Hieronder volgt een opsomming van de thema’s met daarbij een korte toelichting. Thema 1: Uitbesteding Een aantal leerlingen, ingeschreven bij het Clusius College, volgt tijdelijk (over het algemeen een jaar) het onderwijs bij het door Samenwerkingsverbanden VO, waar onze vestigingen in participeren, opgerichte OPDC’s (orthopedagogische en didactische centra). Hiervoor ontvangt het OPDC een bijdrage per leerling van het Clusius College. Het Clusius College kan zich controleerbaar verantwoorden over alle uit de wet voortvloeiende verplichtingen. Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten Het Clusius College investeert niet met publieke middelen in private activiteiten. Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen Het Clusius College verleent geen vrijstellingen aan studenten voor het afleggen van toetsen of examenonderdelen. Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf Binnen het Clusius College is er een aantal bbl-studenten voor wie het cursusgeld wordt betaald door het bedrijf waar de studenten in dienst zijn. In alle gevallen hebben de studenten het desbetreffende bedrijf gemachtigd om het cursusgeld te betalen. Thema 5: In- en uitschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk Er zijn binnen het Clusius College geen studenten die staan ingeschreven voor meer dan één opleiding. Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven Alle studenten die op de peildatum van 1 oktober 2010 staan ingeschreven voor een bepaalde opleiding volgen deze opleiding ook daadwerkelijk. Het komt wel eens voor dat studenten van opleiding veranderen na de peildatum. Het is echter niet het beleid van het Clusius College om via deze procedure financieel voordeel te behalen. Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Het komt wel eens voor dat studenten, op verzoek van hun werkgever, extra modules volgen die geen onderdeel uitmaken van de reguliere opleiding. Voor dit extra onderwijs wordt van de werkgever een vergoeding gevraagd. Thema 8: Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland Er zijn binnen het Clusius College geen buitenlandse studenten en het Clusius College verzorgt geen onderwijs in het buitenland. Horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma’s heeft in 2010 niet plaatsgevonden.
54
Geïntegreerd jaardocument 2010
A6. K E N G E T A L L E N Liquiditeit De liquiditeit geeft de mate aan waarin het Bestuur in staat is op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De liquiditeitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. (Vlottende activa / Kortlopende schulden)
2010
2009
0,98
0,70
Solvabiliteit 1 (Eigen vermogen (excl. voorzieningen) / Totaal passiva * 100%)
72,12
71,96
Solvabiliteit 2 (Eigen vermogen (incl. voorzieningen) / Totaal passiva * 100%)
77,95
77,78
1,97
-4,65
(Eigen vermogen / Totale baten * 100%)
72,88
71,96
(Personeelslasten / Totale lasten *100%)
70,76
70,19
29,73
24,34
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de mate aan waarin het Bestuur in staat is op langere termijn aan haar verplichtingen (rente en aflossing) te voldoen. De solvabiliteitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname.
Rentabiliteit De rentabiliteit geeft aan hoe effectief met de opbrengsten wordt omgegaan. Bij dit kengetal wordt gekeken naar de verhouding tussen het resultaat uit gewone bedrijfsvoering en de totale opbrengsten. (Saldo gewone bedrijfsvoering / Totale baten * 100%) Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan hoe de beschikbare reserves zich verhouden tot de exploitatie. Naarmate de reserves groter zijn zal het weerstandsvermogen groter zijn.
Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor signaleert of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt benut. Dit kengetal wordt berekend door het totaal vermogen te delen door de totale baten (inclusief financiële baten). Als signaleringsgrens wordt hierbij een bovengrens van 60% gegeven voor kleine schoolbesturen en een bovengrens van 35% voor grote schoolbesturen. (Totaal vermogen – Gebouwen en terreinen) / Totale baten * 100%
55
Geïntegreerd jaardocument 2010 Totale personeelslasten t.o.v. totale baten In onderstaande tabel en grafiek is de ontwikkeling van de totale personeelslasten en de totale baten weergegeven. Het Clusius College heeft gekozen voor een streefwaarde van 67% als het gaat om de verhouding totale personeelslasten ten opzichte van de totale baten. Als onder- en bovengrens worden respectievelijk 65% en 69% aangehouden. De piek in 2009 wordt veroorzaakt door een dotatie aan de personeelsvoorziening in verband met de bapo en een eenmalige reservering ten behoeve van de vakantie-uitkering.
Totale personeelslasten (a) Totale baten (b) Percentage (a/b)
2007 € 31.733.822 € 45.944.475 69,1%
2008 € 34.147.863 € 48.392.102 70,6%
2009 € 38.080.157 € 51.679.457 73,7%
2010 € 36.063.514 € 52.443.992 68,8%
74,0% 72,0% 70,0% 68,0% 66,0% 64,0% 62,0% 2007
2008
2009
2010
Totaal overige lasten t.o.v. totale baten In onderstaande tabel en grafiek is de ontwikkeling van de overige lasten (totale lasten exclusief personeelslasten) en de totale baten weergegeven. Het Clusius College heeft gekozen voor een streefwaarde van 31% als het gaat om de verhouding totaal overige lasten ten opzichte van de totale baten. Als onder- en bovengrens worden respectievelijk 29% en 33% aangehouden. Dit kengetal laat een positieve ontwikkeling zien. De toename van de overige lasten in 2009 wordt veroorzaakt door het ter beschikking stellen van de ‘gratis’ leermiddelen.
Totaal overige lasten (a) Totale baten (b) Percentage (a/b)
2007 € 15.115.557 € 45.944.475 32,9%
2008 € 14.109.841 € 48.392.102 29,2%
36,0% 34,0% 32,0% 30,0% 28,0% 26,0% 2007
56
2008
2009
2010
2009 € 16.176.629 € 51.679.457 31,3%
2010 € 15.519.074 € 52.443.992 29,6%
Geïntegreerd jaardocument 2010 Rentabiliteit In onderstaande tabel en grafiek is de ontwikkeling van de rentabiliteit weergegeven. Het Clusius College heeft gekozen voor een streefwaarde van 2% als het gaat om het kengetal rentabiliteit. Als onder- en bovengrens worden respectievelijk 0% en 4% aangehouden. Het positieve resultaat van 2010 wordt onder andere verklaard door de verkoop van de huisvesting van het Centraal Bureau en het College van Bestuur, het pand aan de Havinghastraat, dat is verkocht met een boekwinst van € 1.093.000. Daarnaast heeft de reorganisatie geleid tot een daling van de personeelslasten. 2007 2008 € 659.582- € 346.987 € 45.944.475 € 48.392.102 -1,4% 0,7%
Resultaat (a) Totale baten (b) Percentage (a/b)
2009 2010 € 2.401.743- € 1.031.624 € 51.679.457 € 52.443.992 -4,6% 2,0%
6,0% 4,0% 2,0% 0,0% 2007
2008
2009
2010
-2,0% -4,0% -6,0%
57
Geïntegreerd jaardocument 2010
B1. G R O N D S L A G E N V O O R D E J A A R R E K E N I N G B1.1
Algemeen
De jaarrekening is in opdracht van het College van Bestuur van Stichting Clusius College opgesteld. In opdracht van de Raad van Toezicht is de jaarrekening gecontroleerd door GIBO Onderwijs Registeraccountants.
B1.2
Grondslagen voor de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJ 660). De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Stelselwijziging In de jaarrekening 2010 is, op grond van de gewijzigde verslaggevingsregels, een stelselwijziging doorgevoerd. Op grond van de gewijzigde regelgeving dient met ingang van 2010 de voorziening Bapo vrij te vallen ten gunste van het eigen vermogen en dienen de Bapo kosten als periodelasten verwerkt te worden. De vergelijkende cijfers in de Staat van baten en lasten over 2009 zijn niet aangepast. Het resultaat over 2009 in de vastgestelde jaarrekening 2009 bedraagt € 2.401.743 negatief. Indien de vergelijkende cijfers 2009 zouden zijn aangepast aan de nieuwe grondslagen zou het resultaat € 2.116.439 negatief bedragen.
B1.3
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
B1.3.1 Materiële vaste activa De materiële vaste activa (roerende en onroerende zaken) worden gewaardeerd op aanschaffingskosten, verminderd met de afschrijvingen. De van het Ministerie overgenomen terreinen en gebouwen in het kader van de OKF-operatie worden gewaardeerd tegen de normatief bepaalde waarde. De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van de geraamde gebruiksduur. Inventaris Nieuw aangekochte inventaris met een waarde boven de € 1.000 wordt geactiveerd. Vooruitbetaalde erfpacht In 2001 heeft het Clusius College voor de komende dertig jaar de erfpacht over de grond in Amsterdam afgekocht. Dit bedrag is in het verleden volledig ten laste van het resultaat gebracht. Voor een betere toerekening van de kosten aan de jaren waar zij betrekking op hebben is in 2003 het deel van de afkoopsom voor de nog komende jaren geactiveerd. Daar tegenover is voor hetzelfde bedrag een herwaarderingsreserve gevormd. Jaarlijks wordt op de erfpacht afgeschreven en valt een gelijk deel van de herwaarderingsreserve vrij ten gunste van de algemene reserve.
58
Geïntegreerd jaardocument 2010 B1.3.2 Vorderingen De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid.
B1.3.3 Liquide middelen De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van het Bestuur.
B1.3.4 Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de school en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en de werkelijk gemaakte lasten. (In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht.)
B1.3.5 Voorzieningen De voorzieningen worden opgenomen voor de nominale waarde en bestaan uit verplichtingen en risico’s waarvan de omvang onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten.
B1.3.6 Langlopende schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De op korte termijn (binnen één jaar) verschuldigde aflossingen worden opgenomen onder de kortlopende schulden.
B1.3.7 Kortlopende schulden De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. B1.4
Grondslagen voor de resultaatbepaling
B1.4.1 Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten en lasten die hun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar worden in acht genomen als zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
B1.4.2 Rijksbijdragen OCW en EL&I Onder de Rijksbijdragen OCW en EL&I worden de vergoedingen voor personele en materiële kosten opgenomen. De rijksbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar.
59
Geïntegreerd jaardocument 2010 B1.4.3 Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende materiële vaste activa. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven. Nieuwbouw gebouwen 30 jaar Gebouwen en grote verbouwingen 20 jaar Kleine verbouwingen 10 jaar Terreinen wordt niet op afgeschreven Inventaris en apparatuur 5 jaar Schoolmeubilair 10 jaar Machines en installaties 10 jaar Hardware en randapparatuur 3 jaar Voertuigen 5 jaar Overige materiële vaste activa 10 jaar
60
Geïntegreerd jaardocument 2010
B2. B A L A N S P E R 3 1 D E C E M B E R 2 0 1 0 1
Activa 31-12-2010 EUR
31-12-2009 EUR
Vaste Activa 1.2 Materiële vaste activa
41.551.067
Totaal vaste activa Vlottende activa 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen
2
2.1 2.2 2.3 2.4
43.637.348 41.551.067
883.695 10.557.270
43.637.348
1.562.677 6.479.582
Totaal vlottende activa
11.440.965
8.042.259
Totaal activa
52.992.032
51.679.607
Passiva
Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
31-12-2010 EUR 37.887.173 3.419.327 0 11.685.532
31-12-2009 EUR 36.855.549 3.339.890 0 11.484.168 52.992.032
51.679.607
61
Geïntegreerd jaardocument 2010
B3. S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N 2 0 1 0 Baten
3.1 3.3 3.4 3.5
Rijksbijdragen College-, cursus-, les- en examengelden Opbrengst werk voor derden Overige baten
2010 Begroting 2010 EUR EUR 47.250.402 45.169.992 927.668 1.369.930 446.626 579.000 3.819.296 2.351.699
2009 EUR 47.569.396 1.109.810 488.177 2.512.074
Totaal baten
52.443.992
49.470.621
51.679.457
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
2010 Begroting 2010 EUR EUR 36.063.514 36.995.289 4.058.692 4.041.868 4.445.305 4.358.982 7.468.100 7.101.400
2009 EUR 38.080.157 3.966.815 4.184.845 8.024.969
Totaal lasten
51.582.588
52.950.562
54.256.786
Saldo baten en lasten
861.404
-3.479.941
-2.577.329
Financiële baten en lasten
170.220
80.000
175.586
1.031.624
-3.399.941
-2.401.743
0
1.084.313
0
1.031.624
-2.315.628
-2.401.743
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
5
Resultaat
9
Buitengewoon resultaat Totaal resultaat
62
Geïntegreerd jaardocument 2010
B4. K A S S T R O O M O V E R Z I C H T 2 0 1 0 2010 EUR
2009 EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
861.404
-2.577.329
Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
4.058.692 79.437
3.966.815 295.557
0 -678.982 201.364
0 -761.152 707.281
5.879.879
3.153.476
170.220 0 170.220
175.586 0 175.586
Verandering in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen Schulden Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
6.050.099
3.329.062
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in MVA Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
3.268.967 1.296.556
2.682.223 330.076 -1.972.411
-2.352.147
Aflossing langlopende schulden
0
0
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
0
0
4.077.688
976.915
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
Toelichting kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
63
Geïntegreerd jaardocument 2010
B5. T O E L I C H T I N G B E H O R E N D E T O T D E B A L A N S 1.2
Materiële vaste activa
Boekwaarde Boekwaarde 1-1-2010 EUR
1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.3 Andere vaste bedrijfsmiddelen 1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen Materiële vaste activa
Investeringen EUR
DesAfschrijvingen investeringen EUR EUR
Boekwaarde 31-12-2010 EUR
38.757.623 4.083.942 494.844
517.528 1.095.686 76.193
995.617 0 0
2.509.153 1.425.143 124.396
35.770.381 3.754.485 446.641
300.939
1.579.560
300.939
0
1.579.560
43.637.348
3.268.967
1.296.556
4.058.692
41.551.067
Aanschafprijs Aanschafprijs 1-1-2010 EUR
1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.3 Andere vaste bedrijfsmiddelen 1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen Materiële vaste activa
Investeringen
Desinvesteringen
Afwaardering aanschafprijs
EUR
EUR
EUR
53.557.026 7.923.179 1.067.145
517.528 1.095.686 76.193
995.617 0 0
727.906 1.180.945 33.320
52.351.031 7.837.920 1.110.018
300.939
1.579.560
300.939
0
1.579.560
62.848.289
3.268.967
1.296.556
1.942.171
62.878.529
Afschrijving Afschrijving cumulatief 1-1-2010 EUR
1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.3 Andere vaste bedrijfsmiddelen
Afwaardering Afschrijvingen afschrijvingen 2010 EUR
EUR
727.906 1.180.945 33.320
2.509.153 1.425.143 124.396
16.580.650 4.083.435 663.377
0
0
0
0
19.210.941
1.942.171
4.058.692
21.327.462
Totaal 1-1-2010
Aanschafprijs Afschrijving Boekwaarde
64
Afschrijving cumulatief 31-12-2010 EUR
14.799.403 3.839.237 572.301
1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen Materiële vaste activa
Aanschafprijs 31-12-2010 EUR
62.848.289 19.210.941 43.637.348
31-12-2010
62.878.529 21.327.462 41.551.067
Geïntegreerd jaardocument 2010
1.5
1.5.1 1.5.7 1.5.8 1.5.9
Vorderingen
Debiteuren Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Vorderingen
31-12-2010 EUR 594.643 76.716 220.616 8.280 883.695
31-12-2009 EUR 779.277 388.572 407.131 12.303 1.562.677
76.716 76.716
388.572 388.572
186.617 2.540 31459 220.616
404.874 2.150 107 407.131
12.303 15.351 11.328 8.280
8.927 24.663 28.039 12.303
Uitsplitsing 1.5.7.2 Overige Overige vorderingen 1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 1.5.8.2 Verstrekte voorschotten 1.5.8.3 Overige overlopende activa Overlopende activa 1.5.9.1 Stand per 1-1 1.5.9.2 Onttrekking 1.5.9.3 Dotatie Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
1.7
Liquide middelen
1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 1.7.3 Deposito's / spaarrekeningen Liquide middelen
31-12-2010 EUR 7.485 151.615
31-12-2009 EUR 6.931 1.472.651
10.398.170 10.557.270
5.000.000 6.479.582
65
Geïntegreerd jaardocument 2010
2.1
Eigen Vermogen
Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Herwaarderingsreserve Eigen vermogen
Stand per 1-1-2010 EUR 24.999.977 11.738.152 117.420 36.855.549
Uitsplitsing 2.1.2.N Gebouwen Terreinen Bestemmingsreserve (publiek)
8.242.320 3.495.832 11.738.152
2.1.1 2.1.2 2.1.6
Resultaat EUR 1.037.044 0 -5.420 1.031.624
0 0 0
Overige mutaties EUR 0 0 0 0
Stand per 31-12-2010 EUR 26.037.021 11.738.152 112.000 37.887.173
0 0 0
8.242.320 3.495.832 11.738.152
Algemene reserve In verband met een wijziging van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ660) vallen de voorzieningen, die zijn gevormd ten behoeve van de toekomstige lasten voor Bapo, in 2010 volledig vrij ten gunste van het Eigen vermogen. Het gaat in totaal om een bedrag van € 7.098.783.
66
Geïntegreerd jaardocument 2010
2.2
Voorzieningen
2.2.1 Personeelsvoorzieningen 2.2.3 Overige voorzieningen Voorzieningen
2.2.1 Personeelsvoorzieningen 2.2.3 Overige voorzieningen Voorzieningen
2.3
Stand per 1-1-2010 332.200 3.007.690 3.339.890
Dotaties
Onttrekkingen
0 550.000 550.000
0 470.563 470.563
Vrijval 0 0 0
Stand per 31-12-2010 332.200 3.087.127 3.419.327
Kortlopend Langlopend deel<1 jaar deel>1 jaar 25.000 307.200 385.890 2.701.237 410.890 3.008.437
Langlopende schulden Stand per 1-1-2010
2.3.3 Kredietinstellingen Langlopende schulden
Aangegane leningen 0 0
Looptijd >1 jaar 2.3.3 Kredietinstellingen Langlopende schulden
Aflossingen 0 0
Looptijd >5 jaar 0 0
0 0
Stand per 31-12-2010 0 0
Rentevoet 0 0
0 0
67
Geïntegreerd jaardocument 2010
2.4
2.4.2 2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Kortlopende schulden
Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen OHW Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Kortlopende schulden
31-12-2010 EUR 870.996 1.507.847 1.755.024 373.174 461.818 6.716.673 11.685.532
31-12-2009 EUR 938.002 1.217.984 1.764.227 383.250 756.846 6.423.859 11.484.168
1.671.160 3287 80.577 1.755.024
1.671.116 2.491 90.620 1.764.227
461.818 461.818
756.846 756.846
4.964.288 1.121.909 15.470 615.006 6.716.673
4.664.052 1.250.000 32.250 477.557 6.423.859
Uitsplitsing 2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.9.2
Overige Overige kortlopende schulden
2.4.10.2 2.4.10.5 2.4.10.6 2.4.10.8
Vooruitontvangen subsidies OCW/EL&I Vakantiegeld en -dagen Accountants- en administratiekosten Overige Overlopende passiva
68
Geïntegreerd jaardocument 2010
Model G OCW Geoormerkte subsidies
Omschrijving Innovatiebox 2009 Stagebox 2009 LGF vmbo 2008-2009 LGF vmbo 2009-2010 LGF mbo 2008-2009 LGF mbo 2009-2010 Visueel Gehandicapten 2009-2010 Schoolmaatschappelijk werk 2009 Innovatiebox 2010 Stagebox 2010 LGF mbo 2010-2011 Schoolmaatschappelijk werk 2010 Taal en rekenen mbo 2010
Jaar Kenmerk 2009 BEK-09/69523 2009 BEK-09/18468M 2009 BEK-10/46922M 2010 BEK-10/83140M 2009 BEK-09/138639M 2010 BEK-10/83142M 2010 2010/2/102117 2009 BEK-09-72206M 2010 BEK-2010/48238M 2010 BEK-2010/13488M 2011 BEK-10/91100M 2010 BEK-2010/1721M 2010 BEK-2009/133305M
Saldo Ontvangen 2009 EUR EUR 521.716 66.698 4.958 378.944 262 55.714 1.739 6.300 41.088 504.867 58.693 76.409 34.321 126.293 685.216
Totaal
1.192.786
Vrijval EUR 521.716 66.698 4.958 378.944 262 57.453 6.300 41.088
Saldo 2010 EUR
504.867 58.693 76.409 34.321 126.293 1.077.419
800.583
OCW Niet-geoormerkte subsidies
Omschrijving Kwaliteit VO 2009 VOA middelen 2009 Maatschappelijke stage 2009-2010 Prestatiesubsidie VSV 2010 Vmbo-mbo2 2010 - Schagen Leerplusarrangement 2010 Wachtgeld 2010 Conjuncturele effecten ROC Kop NH Regeling salarismix 2009 Vergoeding mob.registratie 2009 Praktijkgerichte leeromgeving Regeling Lerarenbeurs 2010 Regeling Lerarenbeurs 2010 Regeling Lerarenbeurs 2010 Studieverlof 2010 Kwaliteit VO 2010 VOA middelen 2010 Maatschappelijke Stage 2010-2011 Prestatiebeurs VSV 2011 Tegemoetkoming gratis lesmateriaal Conjuncturele effecten Regeling salarismix 2010 Vergoeding mob.registratie 2010
Jaar Kenmerk 2009 08/126245 2009 BEK-2008/132277M 2009 2009/2/81375 2009 BEK-2010/51733M 2008 08/130749 2010 BEK-09/25581M 2010 BEK-2010/89495M 2009 BEK-2009/129243 2009 BEK-09/131556M 2009 BEK-2009/138280 2006 06/34175U 2010 BEK-2010/75202 2010 BEK-2010/73336M 2010 BEK-2010/50705M 2010 2010/2/118468 2010 2010/2/123698 2010 BEK-2009/89575M 2010 2010/2/154447 2010 BEK-2010/82125M 2010 2010/2/167275 2010 BEK-2010/92555M 2010 BEK-2010/46918M 2010 BEK-2010/96895M
Saldo Ontvangen 2009 EUR EUR 240.688 358.020 102.956 91.300 110.000 27.500 195.500 129.340 1.350.734 128.979 171.508 27.585 -2.170 1.520.458 13.090 12.000 24.774 23.270 251.942 315.368 203.006 166.000 12.217 107.964 304.521 474.046 22.460
Vrijval EUR 240.688 358.020 194.256 137.500 195.500 129.340 1.350.734 128.979 171.508 25.415 193.061
107.964
Saldo 2010 EUR
1.327.397 13.090 12.000 24.774 23.270 251.942 315.368 203.006 166.000 12.217 304.521 474.046 22.460
Totaal
2.768.158
3.614.898
3.232.965
3.150.091
TOTAAL OCW
3.453.374
4.807.684
4.310.384
3.950.674
69
Geïntegreerd jaardocument 2010
Model G - vervolg EL&I Geoormerkte subsidies
Omschrijving Praktijkleren 2009 Box 1 Praktijkleren 2009 Box 2 Praktijkleren 2010 Box 1 Praktijkleren 2010 Box 2
Jaar 2009 2009 2010 2010
Kenmerk BEK-2009/22065M BEK-2009/27755M BEK-2009/129246M BEK-2009/129246M
Totaal
Saldo Ontvangen 2009 EUR EUR 582.176 249.765 545.984 195.981 831.941
741.965
Vrijval EUR 582.176 249.765
Saldo 2010 EUR
545.984 195.981 831.941
741.965
EL&I Niet-geoormerkte subsidies
Omschrijving Jaar Kenmerk Impuls: School als Kenniscentrum 2008 2904621 Impuls: School als Kenniscentrum 2009 TRCDKI/2009/2348 Impuls: Professionalisering 2009 TRCDKI/2009/2348 Impuls: Maatschappelijke stage 2009 TRCDKI/2009/2348 Impuls: Internationalisering Groen Onderwijs 2009 TRCDKI/2009/2348 Impuls: School als Kenniscentrum 2010 BEK-2010/74333M Impuls: Professionalisering 2010 BEK-2010/74333M Impuls: Internationalisering Groen Onderwijs 2010 BEK-2010/74333M Culturele Diversiteit 2010 TRCDKI/2009/2464
Saldo Ontvangen 2009 EUR EUR 46.833 140.751 64.819 21.000 25.335 134.964 32.392 24.294 80.000
Vrijval EUR 46.833 140.751 64.819 21.000 25.335
Saldo 2010 EUR
134.964 32.392 24.294 80.000
378.738
191.650
298.738
271.650
TOTAAL EL&I
1.210.679
933.615
1.130.679
1.013.615
Vrijval
Geoormerkt subsidies OCW Geoormerkt subsidies EL&I Totaal geoormerkt subsidies
Saldo Ontvangen 2009 EUR EUR 685.216 1.192.786 831.941 741.965 1.517.157 1.934.751
EUR 1.077.419 831.941 1.909.360
Saldo 2010 EUR 800.583 741.965 1.542.548
Niet-geoormerkt subsidies OCW Niet-geoormerkt subsidies EL&I Totaal niet-geoormerkt subsidies
2.768.158 378.738 3.146.896
3.614.898 191.650 3.806.548
3.232.965 298.738 3.531.703
3.150.091 271.650 3.421.741
TOTAAL OCW EN EL&I
4.664.053
5.741.299
5.441.063
4.964.289
Totaal
70
Geïntegreerd jaardocument 2010
B6. T O E L I C H T I N G O P D E S T A A T V A N B A T E N E N LASTEN Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
3.1 Rijksbijdragen Normatieve rijksbijdrage
€
41.809.340
€
41.003.873
€
42.779.719
3.1.2 Overige subsidies OCW en EL&I Geoormerkte subsidies Niet-geoormerkte subsidie Totaal Overige subsidies OCW en EL&I
€ € €
1.909.359 3.531.703 5.441.062
€ € €
1.063.915 3.102.204 4.166.119
€ € €
1.724.830 3.064.847 4.789.677
Totaal Rijksbijdragen
€
47.250.402
€
45.169.992
€
47.569.396
3.4 Opbrengst werk voor derden Contractonderwijs Totaal Opbrengst werk voor derden
€ €
446.626 446.626
€ €
579.000 579.000
€ €
488.177 488.177
3.5 Overige baten Deelnemersbijdragen Ouderbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Sponsoring Verkoop leermiddelen Bijdragen van derden Projecten Opbrengst kantine Incidentele baten Overige baten Totaal Overige baten
€ € € € € € € € € € € €
927.668 244.308 96.735 7.747 790 28.875 1.422.662 411.558 69.035 1.210.088 327.499 4.746.964
€ € € € € € € € € € € €
1.369.930 243.046 77.300 25.564 500 19.850 768.895 696.295 81.400 32.750 406.099 3.721.629
€ € € € € € € € € € € €
1.109.810 281.508 105.661 67.451 935 25.818 1.068.714 580.732 81.123 30.223 269.909 3.621.884
TOTALE BATEN
€
52.443.993
€
49.470.621
€
51.679.457
71
Geïntegreerd jaardocument 2010
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
4.1 Personeelslasten Lonen en salarissen Sociale lasten Totaal lonen en salarissen
€ € €
Dotatie personele voorziening Inhuur personeel Personeelskantine Scholingskosten personeel Werving personeel Reis- en verblijfskosten personeel Activiteiten personeel Bedrijfsgezondheidszorg Overige personele lasten Uitkeringen UWV Totaal Overige personeelslasten
€ € € € € € € € € € €
Totaal Personeelslasten
€
36.063.515
€
36.995.289
€
38.080.157
4.2 Afschrijvingen Gebouwen Inventaris en apparatuur Overige materiële vaste activa Totaal Afschrijvingen
€ € € €
2.509.153 1.425.143 124.396 4.058.692
€ € € €
2.471.231 1.450.987 119.650 4.041.868
€ € € €
2.464.071 1.358.294 144.450 3.966.815
4.3 Huisvestingslasten Huur Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Beveiliging gebouw Tuinonderhoud Afvalverwerking Verzekering gebouwen Overige huisvestingslasten Totaal Huisvestingslasten
€ € € € € € € € € € € €
720.918 550.000 754.490 799.562 952.358 164.661 113.910 32.832 124.170 74.811 71.270 4.358.982
€ € € € € € € € € € € €
977.450 150.000 778.725 918.700 983.300 182.030 120.200 13.850 129.550 115.000 76.500 4.445.305
€ € € € € € € € € € € €
577.102 371.850 741.427 921.567 973.222 155.086 97.405 29.403 114.556 98.388 104.839 4.184.845
72
27.892.075 6.522.069 34.414.145 917.243 78.209 563.265 25.889 6.232 97.007 102.186 127.583 268.2451.649.371
€ € € € € € € € € € € € € €
28.924.085 6.387.011 35.311.096 670.700 72.500 361.700 50.000 6.100 180.300 86.200 324.193 67.5001.684.193
€ € € € € € € € € € € € € €
28.139.853 6.496.416 34.636.269 916.676 1.053.633 87.426 466.366 51.933 7.556 183.379 72.464 868.762 264.3083.443.888
Geïntegreerd jaardocument 2010
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
4.4 Overige instellingslasten 4.4.1 Administratie en beheer Salarisadministratie Contributies bestuurlijke organisaties Kantoorbenodigdheden Portokosten Drukwerk Reproductie PR & Communicatie Representatie Telefoon vast Telefoon mobiel Deskundigenadvies Vergaderingen Verzekeringen Wegenbelasting voertuigen Bankkosten Accountant Raad van Toezicht & MR Abonnementen en naslagwerken Kabeltelevisie Overige administratie en beheer Totaal Administratie en beheer
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
50.690 202.587 53.139 72.978 45.748 275.341 397.070 21.880 44.879 48.612 317.658 11.302 62.142 14.445 8.245 68.420 102.176 36.066 2.921 12.761 1.849.059
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
75.000 225.000 76.000 67.900 67.000 199.100 441.700 23.150 54.400 51.000 554.500 13.600 50.400 14.600 7.095 65.000 100.000 51.740 2.800 17.700 2.157.685
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
112.839 194.819 106.722 59.735 91.172 287.346 591.895 23.704 51.753 56.336 877.933 11.032 42.770 13.496 8.111 53.011 123.206 32.092 2.011 11.235 2.751.218
Reis- en verblijfskosten
€
799.048
€
721.403
€
761.104
4.4.2 Leermiddelen, Inventaris en apparatuur Klein inventaris Hardware & randapparatuur Software Infrastructuur Totaal Inventaris en apparatuur
€ € € € €
117.828 237.010 281.523 408.677 1.045.038
€ € € € €
85.000 186.000 363.700 380.000 1.014.700
€ € € € €
114.177 90.278 317.144 409.387 930.986
Leermiddelen algemeen Leermiddelen vmbo Totaal Leermiddelen
€ € €
921.561 1.763.804 2.685.365
€ € €
1.019.817 1.795.994 2.815.811
€ € €
1.101.167 1.731.004 2.832.171
73
Geïntegreerd jaardocument 2010
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
4.4.4 Overige instellingslasten Sportdagen Vieringen Testen en toetsen Kantinekosten leerlingen Studiedagen en conferenties Sponsoring Bijdragen aan derden Overige instellingslasten Totaal Overige instellingslasten
€ € € € € € € € €
2.435 45.025 120.968 60.937 47.175 6.500 363.987 75.862 722.889
€ € € € € € € € €
4.500 49.000 81.570 57.800 29.750 25.500 298.325 212.056 758.501
€ € € € € € € € €
3.402 49.541 68.971 35.319 91.027 12.500 364.761 123.970 749.490
Totaal Overige instellingslasten
€
7.101.399
€
7.468.100
€
8.024.970
TOTALE LASTEN
€
51.582.588
€
52.950.562
€
54.256.786
SALDO BATEN EN LASTEN
€
861.404
€
3.479.941- €
2.577.329-
5 Financiële baten en lasten Rente baten Rente lasten Totaal Financiële baten en lasten
€ € €
170.220 170.220
€ € €
80.000 80.000
€ € €
175.586 175.586
6 Buitengewone baten en lasten Buitengewone baten Buitengewone laten Totaal Buitengewone baten en lasten
€ € €
€ € €
1.084.313 1.084.313
€ € €
RESULTAAT
€
€
2.315.628- €
74
1.031.624
2.401.743-
Geïntegreerd jaardocument 2010
B7. O V E R Z I C H T V E R B O N D E N P A R T I J E N Samenwerkingsverbanden Het Clusius College participeert in zes samenwerkingsverbanden voor de leerlingenzorg in het voortgezet onderwijs. Het Clusius College heeft geen beslissende zeggenschap in onderstaande samenwerkingsverbanden. Samenwerkingsverband: Belang: 1. West-Friesland, voor de locaties Hoorn en Grootebroek. < 50% 2. Schagen en omstreken, voor de locatie Schagen. < 50% 3. Midden-Kennemerland, voor de locatie Castricum. < 50% 4. Noord-Kennemerland, voor de locaties Alkmaar en Heerhugowaard. < 50% 5. Waterland, voor de locatie Purmerend < 50% 6. Amsterdam-Noord, voor de locatie Amsterdam < 50% De groene standaard Het Clusius College maakt sinds 2008 deel uit van Stichting De groene standaard. Coöperatieve Onderwijsgroep Noordwest-Holland U.A. Op 9 juli 2010 is de samenwerking tussen het Clusius College en ROC Kop van Noord-Holland geformaliseerd door de oprichting van de Coöperatieve Onderwijsgroep Noordwest-Holland U.A.
B8. N I E T U I T D E B A L A N S B L I J K E N D E VERPLICHTINGEN B8.1
Meerjarige financiële verplichtingen
Huur onroerend goed Voor de huur van het pand Voltastraat 1 te Alkmaar is een overeenkomst afgesloten. De huursom voor het jaar 2011 bedraagt € 179.000. De Stichting huurt een perceel aan de Oranjelaan te Castricum. De huursom voor het jaar 2011 bedraagt € 12.000. Voor de huur van het pand Weegbree 2-4 te Heerhugowaard is een overeenkomst gesloten. De huurovereekomst wordt met ingang van 1 augustus 2011 beëindigd. De huursom voor het jaar 2011 bedraagt € 30.000. Technisch beheer Onderhoud Gebouwen De Stichting heeft een contract afgesloten voor het technisch beheer van de onroerende goederen. Het contract is afgesloten voor de periode 2011 t/m 2015 en de verplichting voor het jaar 2011 bedraagt € 50.000. Huur Multifunctionele Afdrukapparatuur De Stichting heeft een overeenkomst afgesloten voor de huur van afdrukapparatuur. Het contract heeft een einddatum van 28 februari 2013. De huurverplichting voor het jaar 2011 is € 98.000. Schoonmaakbedrijven De Stichting heeft overeenkomsten afgesloten met diverse schoonmaakbedrijven. De totale jaarlijkse vergoeding voor de diverse schoonmaakbedrijven bedraagt € 870.000 per jaar.
75
Geïntegreerd jaardocument 2010 Onderhoud softwareapplicatie De Stichting heeft een overeenkomst afgesloten voor het onderhoud van software en infrastructuur. De kosten hiervan zijn € 400.000 op jaarbasis. ‘Gratis schoolboeken’ In 2009 heeft het Clusius College de Europese aanbesteding van de leermiddelen (in de volksmond ‘gratis schoolboeken’) afgerond. Met leverancier Iddink is voor twee schooljaren (2010- 2011 en 2011-2012) een contract afgesloten. Jaarlijks bedragen de kosten ongeveer € 1.000.000 (afhankelijk van het aantal leerlingen). Leasecontract Tractor Het Clusius College heeft een leasecontract afgesloten voor een tractor op de vestiging Hoorn. Het leasecontract loopt af per juni 2014 en de verplichting voor het jaar 2011 bedraagt € 9.895. Herhuisvesting Schagen Met De Geus Bouw is een contract afgesloten voor de herhuisvesting van de vestiging Schagen. In 2010 is een bedrag van € 654.500 in rekening gebracht. In 2011 zal het resterende bedrag ter hoogte van € 753.270 in rekening worden gebracht. De totale aanneemsom bedraagt € 1.407.770. B8.2
Voorwaardelijke verplichting
Stichting Waarborgfonds Clusius College heeft een verplichting jegens de Stichting Waarborgfonds BVE van 2% van het eigen vermogenstekort. Dit tekort ontstaat indien het eigen vermogen beneden de € 9.983.165 komt. Bankgarantie Voor de huur van het pand aan de Voltastraat is ter hoogte van € 44.838 een bankgarantie afgegeven.
76
Geïntegreerd jaardocument 2010
C1. C O N T R O L E V E R K L A R I N G
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het College van bestuur van Stichting Clusius College te Alkmaar Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport in hoofdstuk B opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting Clusius College te Alkmaar gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is tenslotte verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, vierde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijs controleprotocol OCW/EL&I 2010. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risicoinschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden.
77
Geïntegreerd jaardocument 2010
Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Clusius College per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijs controleprotocol OCW/EL&I 2010. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Arnhem, 18 april 2011
Was getekend: Drs. A.F.J. van der Velden RA GIBO Registeraccountants B.V.
78
Geïntegreerd jaardocument 2010
C2. B E S T E M M I N G V A N H E T R E S U L T A A T Het resultaat volgens de Staat van baten en lasten over 2010 bedraagt € 1.031.624. De bestemming van het resultaat over 2010 wordt vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht, d.d. 28 april 2011.
C3. G E B E U R T E N I S S E N N A B A L A N S D A T U M Na afloop van het boekjaar hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die belangrijk zijn voor de interpretatie van de cijfers in de jaarrekening.
79
Geïntegreerd jaardocument 2010
BIJLAGE 1: HONORERING EN BEZOLDIGING Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) Bij het Clusius College is geen sprake van uit publieke middelen gefinancierde topinkomens die de norm van € 193.000 te boven gaan. Honorering Raad van Toezicht
Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Mevr. Dhr. Dhr.
S.A. T.A.G. P.J.M. P. H.M.P.M. E.S. A.J.M. D.C. J. M.C. M. J.W.
Ruiter Faassen Jong Kok Koelman Rijnders Rozemond de Vries van der Velde Bense Pennink Wessel
€ € € € € € € € € € € € €
Realisatie 2010 8.033 6.069 4.500 4.500 4.500 2.625 2.625 4.500 4.500 5.219 47.071
€ € € € € € € € € € € € €
Begroting 2010 7.500 4.500 4.500 4.500 4.500 3.000 3.000 4.500 4.500 4.500 45.000
€ € € € € € € € € € € € €
Realisatie 2009 6.750 7.800 4.500 4.500 4.500 1.125 1.125 4.500 4.500 1.125 1.125 1.125 42.675
Nevenfuncties Raad van Toezicht De heer S.A. Ruiter (voorzitter): Agrarisch ondernemer Lid Algemeen bestuur LTO, namens Noord- en Zuid-Holland Voorzitter Provinciaal bestuur, Noord-Holland LTO Noord Secretaris-penningmeester FBE, Noord-Holland Portefeuillehouder Kennis en Innovatie LTO Noord Tweede voorzitter Stivas Noord-Holland Voorzitter Stivas West-Friesland Voorzitter bestuur Proeftuin Zwaagdijk De heer T.A.G. Faassen (lid): Eigen onderneming Faassen Agra–Business Lid van de RvC Bejo Zaden in Warmenhuizen Lid van de RvC Woonwaard Noord-Kennemerland De heer P. Kok (lid): In het kader van Stichting Beoordeling Integriteit Bouwnijverheid toezichthouder bij De Geus Bouw in Broek op Langedijk (een onbetaalde functie) De heer mr. drs. E.S. Rijnders (lid) Directeur Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord
80
Geïntegreerd jaardocument 2010 De heer A.J.M. Rozemond (vice-voorzitter) Zelfstandige in de consultancy De heer D.C. de Vries (lid): Hoofd Algemene Zaken/Financiële Zaken, Stoop Groenvoorziening De heer J. van der Velde (lid): Geen nevenfunctie Mevrouw M.C. Bense (lid): Bestuurslid van FNV bondgenoten De heer M. Pennink (lid): Directeur Kamer van Koophandel Noordwest-Holland De heer mr. drs. J.W. Wessel (lid): Zelfstandig adviseur en toezichthouder
81
Geïntegreerd jaardocument 2010 Bezoldiging Voorzitter College van Bestuur - M.H. van Tilburg
Brutoloon Vakantieuitkering Onkostenvergoeding Bruto salaris
Realisatie 2010 € 96.106 € 7.689 € 3.750 € 107.544
Begroting 2010 € 97.000 € 7.500 € 3.750 € 108.250
Realisatie 2009 € 96.106 € 7.321 € 3.750 € 107.177
Premiebedrag ABP
€
15.322 €
13.000 €
9.778
Totaal
€
122.866 €
121.250 €
116.955
Overzicht nevenfuncties Voorzitter College van Bestuur - M.H. van Tilburg Dhr. M.H. van Tilburg (voorzitter): Bestuurslid MBO Raad Bestuurslid AOC Raad Bestuurslid Groene Kennis Coöperatie Bestuurslid (vanaf medio 2010 voorzitter) Stichting Innovatie Beroepsonderwijs Bestuurslid (secretaris) Stichting Agriboard Noord-Holland Noord Lid Innovatieadviescommissie Stoas Hogeschool Lid Raad van Advies LinQue Consult Bestuurslid Coöperatieve Onderwijsgroep Noordwest-Holland Bezoldiging Lid College van Bestuur - G.P. Oud
Brutoloon Vakantieuitkering Onkostenvergoeding Bruto salaris
Realisatie 2010 € 86.484 € 6.919 € 3.750 € 97.152
Begroting 2010 € 87.000 € 6.500 € 3.750 € 97.250
Realisatie 2009 € 86.484 € 6.300 € 3.750 € 96.533
Premiebedrag ABP
€
13.616 €
10.000 €
6.511
Totaal
€
110.769 €
107.250 €
103.044
Overzicht nevenfuncties Lid College van Bestuur - G.P. Oud Dhr. G.P. Oud (lid): Voorzitter bestuur Samenwerkingsverband VO-VSO West-Friesland Voorzitter bestuur Praktijkonderwijs West-Friesland (scholen in Grootebroek en Hoorn) Lid / plv. voorzitter Paritaire Commissie Kenniscentrum Bedrijfsleven Beroepsonderwijs Aequor Bestuurslid Stichting Seed Valley Bestuurslid Stichting Zaanstad First in Food Lid College voor Examens Bestuurslid Coöperatieve Onderwijsgroep Noordwest-Holland
82
www.clusius.nl