Jaarverslag 2014
B ESTUURSV ERSLAG 2014
EN JA ARREKENING
Inhoudsopgave VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR
5
VOORWOORD VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT
9
INLEIDING
12
1. ONDERWIJSGROEP BUITENGEWOON
13
1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.2
13 13 13 13 14
ALGEMEEN GESCHIEDENIS KERNTAKEN MAATSCHAPPELIJKE OPDRACHT KOERS 2012-2016
2. ORGANISATIE
18
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4
18 19 20 20 22
ORGANISATIESTRUCTUUR RAAD VAN TOEZICHT COLLEGE VAN BESTUUR SCHOLEN/DIENSTEN GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (GMR)
3. ONDERWIJSKUNDIG BELEID
28
3.1 3.2 3.3 3.4
28 29 34 34
ONDERWIJSKUNDIGE ONTWIKKELINGEN PASSEND ONDERWIJS KENGETALLEN LEERLINGEN UITSTROOMGEGEVENS EN OPBRENGSTEN
4. SAMENWERKING
36
4.1 SAMENWERKINGSVERBANDEN VANUIT HET WETTELIJK KADER 4.2 SAMENWERKINGSVERBANDEN VANUIT ONZE MAATSCHAPPELIJKE OPDRACHT
36 38
5. KWALITEITSBELEID
42
5.1 5.2 5.3 5.4
42 42 43 43
KWALITEITSZORG IN DE ORGANISATIE TOEZICHT OP DE KWALITEIT DOOR INSPECTIE EN BESTUUR CODE GOED BESTUUR IN HET PRIMAIR ONDERWIJS KLACHTENREGELING
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
2
5.4.1 VERTROUWENSCOMMISSIE
43
6. PERSONEELSBELEID
45
6. HRM-BELEID
45
6.1 PERSONELE KENGETALLEN 6.1.1 PERSONEELSBEZETTING 6.1.2 MAN/VROUW VERHOUDING 6.1.3 ZIEKTEVERZUIM 6.2 ONTWIKKELING HRM-BELEID 6.2.1 WKR 6.2.2 INVOERING NIEUWE CAO PO EN CAO VO 6.2.3 DIGITALISEREN, ACTUALISEREN EN UNIFORMEREN PERSONELE REGELINGEN 6.3 FLEXIBELE SCHIL 6.4 ARBO EN SOCIALE VEILIGHEID 6.4.1 SOCIALE VEILIGHEID 6.4.2 PLATFORM VEILIGHEID IN EN OM DE SCHOOL 6.4.3 VACCINATIES 6.5 VERZUIMBELEID 6.6 SCHOLING EN FUNCTIEONTWIKKELING 6.6.1 FUNCTIEMIX EN SENIORSCHAP 6.6.2 UNIFORME GESPREKKENCYCLUS 6.6.3 BELONINGSBELEID 6.7 CULTUUR EN LEIDERSCHAP 6.8 HERONTWERP ORGANISATIESTRUCTUUR 6.8.1 REORGANISATIEPLAN 6.8.2 WERVING EN SELECTIE
46 46 46 47 48 49 49 49 49 50 50 50 51 51 51 51 52 53 53 55 55 55
7. HUISVESTINGSBELEID
56
8. OVERIG BEHEER
59
8.1 ICT
59
9. FINANCIEEL BELEID
61
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
61 62 62 62 66 67
TREASURY RISICOBEHEERSINGS- EN CONTROLESYSTEMEN RISICOMANAGEMENT FINANCIEEL RESULTAAT RESULTAATVERDELING EN VERMOGEN INDICATOREN
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
3
10. CONTINUÏTEITSPARAGRAAF
68
10.1 INLEIDING 10.2 KENGETALLEN
68 69
11. ONDERWIJSGROEP BUITENGEWOON IN DE TOEKOMST
74
Bijlage: Rapport inzake de jaarrekening 2014
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
_________
____
4
__83
Voorwoord College van Bestuur Het jaar 2014 is aangekondigd als hét jaar van passend onderwijs. Op 1 augustus is namelijk de Wet passend onderwijs van kracht geworden. Een wet die bij moet dragen aan een passende onderwijsplek voor ieder kind. En passend is zoveel mogelijk in het reguliere onderwijs en pas wanneer dat niet kan het (voortgezet) speciaal onderwijs. Regulier waar het kan en speciaal waar het moet. Voor een onderwijsinstelling voor (voortgezet) speciaal onderwijs is deze wet daarmee een bijzonder belangrijke: van Onderwijsgroep Buitengewoon wordt voortaan een andere rol verwacht en het aantal leerlingen dat naar onze scholen gaat zal teruglopen. Samenwerking is essentieel 2014 was ook het jaar dat Onderwijsgroep Buitengewoon haar samenwerking met een aantal partners meer concreet vorm en inhoud gaf. Partners als BCO Onderwijsadvies BV, waarmee een intentieverklaring is getekend om te komen tot een intensieve vorm van samenwerking tussen beide organisaties. Ook is Onderwijsgroep Buitengewoon in de loop van 2014 gestart met de unieke samenwerkingsalliantie ‘Omdat het kan!’. Een alliantie tussen Buro van Roosmalen, Vincent van Gogh, Rubicon, PSW en Onderwijsgroep Buitengewoon. Gerenommeerde partijen die in Noord- en Midden-Limburg actief zijn in de geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, jeugdzorg en het speciaal onderwijs. Deze vijf onderwijs- en zorgspecialisten hebben hun krachten gebundeld om kinderen en jongeren met complexe problematiek in een vroeg stadium adequaat en professioneel en zo kortdurend als mogelijk te ondersteunen teneinde hen maximaal te laten participeren in onze samenleving. Een ander voorbeeld van een in 2014 gestart samenwerkingsverband is het regionale ‘Onderwijszorgplatform Noord- en Midden-Limburg’ waarin Onderwijsgroep Buitengewoon samenwerkt met PSW en Onderwijsstichting Herman Broeren uit Roermond. Dit platform richt zich op de samenwerking rondom kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar met een verstandelijke beperking. Door de samenwerking maken belemmeringen uit het verleden op inhoudelijk, financieel, organisatorisch en logistiek vlak plaats voor een integrale aanpak. Verder heeft Onderwijsgroep Buitengewoon in 2014 ook werk gemaakt van samenwerking met onderwijspartners, zoals in de gemeente Venray waar een haalbaarheidsonderzoek is uitgevoerd naar de mogelijkheid om een Talentencampus Venray te realiseren. Samen met onder meer Stichting Primair Onderwijs Venray, de gemeente Venray en Dynamiek Scholengroep wil Onderwijsgroep Buitengewoon meer thuisnabij onderwijs aanbieden in Venray en omgeving voor kinderen met en zonder ondersteuningsbehoefte. Besluitvorming in de gemeenteraad van Venray in 2014 maakt het mogelijk dit daadwerkelijk te verwezenlijken. De ervaringen van ‘onze’ Talentencampus Venlo zullen we daar optimaal
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
5
voor inzetten. De gemeenteraad van Venray zal naar verwachting in september 2015 een definitief besluit over de realisatie van deze Talentencampus nemen. Deze voorbeelden van samenwerkingsvormen met andere onderwijs- en zorgorganisaties in ons werkgebied maken duidelijk dat Onderwijsgroep Buitengewoon investeert in haar ontwikkeling en versterking zoekt door verbreding van haar portfolio. Dat doen we omdat we weten dat we onze missie – het maximum halen uit het talent van onze leerlingen – alleen samen met anderen kunnen verwezenlijken. Ons onderwijs en onze onderwijsprofessionals dragen individueel substantieel maar ook slechts voor een deel bij aan de talentontwikkeling van onze doelgroepen. We hebben juist expertise vanuit de zorg en vanuit onderwijspartners nodig om dat optimaal en maximaal te doen. Daarnaast zijn oude grenzen en hokjes tussen organisaties en instituties aan het vervagen; we leven en werken in een tijdperk van verbinding, (open) samenwerking en gedeelde expertise. Daar willen we als Onderwijsgroep Buitengewoon niet volgend, maar leidend in zijn. Omdat samenwerking essentieel is voor zowel onze leerlingen als onze professionals. Interne ontwikkelingen Naast inspelen op externe ontwikkelingen en samenwerking met derden heeft Onderwijsgroep Buitengewoon in 2014 ook volop geïnvesteerd in de interne versterking van haar organisatie(structuur) en professionals. Het afgelopen jaar is de organisatiestructuur aangepast en zijn de directeuren voor de sectoren PO en VO aangesteld. De sectordirecteuren PO en VO waren verantwoordelijk voor de werving en selectie van nieuwe schoolleiders voor hun scholen (PO) en uitstroomprofielen (VO). Dat heeft geleid tot de aanstelling van zes schoolleiders in 2015. Vervolgens is de ondersteuningsstructuur op de locaties ingesteld. Daarnaast hebben we in 2014 geïnvesteerd in doorontwikkeling van onze diensten. De voormalige Ambulante Dienst en het Interdisciplinair Team zijn omgevormd tot de sector Advies & begeleiding en deze bereidt zich voor op intensieve samenwerking met onze partner BCO. Mede als gevolg van de invoering van de Wet passend onderwijs verandert de werkwijze en inhoud van het werk van deze diensten. Zo werken ambulante begeleiders meer vraaggericht en ondernemend dan in het verleden het geval was. In de aanloop naar definitief te maken afspraken over inhoud, volume en financiën met de samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs, hebben we geïnvesteerd in training en opleiding van medewerkers van Advies & begeleiding op dit gebied. Om onze sectoren en dienst goed te faciliteren, is in 2013 een begin gemaakt met de doorontwikkeling en professionalisering van het Service- en Bestuursbureau (SBB). Het SBB voert werkzaamheden uit in verschillende ondersteunende domeinen zoals financiën, administratie, P&O, ICT, sociale veiligheid en Arbo, huisvesting en communicatie. In 2014 is op basis van een intern vervaardigd rapport nader invulling gegeven aan het uitgangspunt ‘centraal wat kan, decentraal wat moet’. Hierdoor kunnen sectoren, scholen en de dienst
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
6
zich focussen op hun kerntaken: verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Er is een manager SBB aangesteld en voorts zijn nagenoeg alle in te vullen functies ingevuld, deels met interne functionarissen die reeds voor de Onderwijsgroep werkzaam waren. Maar structuren bestaan bij de gratie van mensen die daar inhoud en betekenis aan geven. Vandaar dat Onderwijsgroep Buitengewoon in 2014 is gestart met een cultuurtraject, leidend tot een cultuur van ‘warme zakelijkheid’. Hiervoor is een programma ingericht en zijn er verschillende bijeenkomsten en activiteiten georganiseerd. Onze kernwaarden, zoals verankerd in het strategisch meerjarenbeleidsplan ‘KOERS 2012-2016’ vormen de basis voor onze cultuur; de set van gemeenschappelijke waarden van onze medewerkers. Eén van de accenten in dit cultuurveranderingsprogramma ligt op versterking van onderlinge samenwerking, synergie en saamhorigheid op stichtingsbreed niveau. Werken aan de toekomst 2014 was een mooi, betekenisvol jaar. Zo zijn we in dit jaar ook gestart met onze nevenvestiging van de Vijverhofschool in de gemeente Venray (locatie Geijsteren). Onder het Brinnummer van deze nevenvestiging vinden zo’n zestig leerlingen van de Vijverhofschool SO, het Poortje en Ulingshof een meer thuisnabije onderwijsplek. Een eerste, belangrijke stap richting de lang verwachte Talentencampus Venray. Ook zijn we met ingang van schooljaar 2014-2015 begonnen met een nevenvestiging van De Maaskei in Weert. Net als in Geijsteren is het idee in Weert om kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte meer thuisnabij naar school te laten gaan. Dat kunnen we echter niet alleen en daarom werken we zowel in Geijsteren als in Weert nauw samen met partners uit het reguliere en speciaal basisonderwijs. Verder hebben we in 2014 een lang gekoesterde wens ingevuld: we hebben onze naam gewijzigd. Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg en de bijbehorende afkorting SSONML was niet langer de naam waarmee we ons als organisatie willen en kunnen profileren en presenteren. Na een zorgvuldig doorlopen proces is de naam ‘Onderwijsgroep Buitengewoon’ gekozen waarmee we ons neerzetten als dé aanbieder en verzorger van onderwijs aan kinderen en jongeren in Noord- en Midden-Limburg waarbij het leren en opgroeien niet vanzelf gaat. In 2015 wordt de naam als ‘merk’ verder geïntroduceerd. Profilering wordt ook in het speciaal onderwijs steeds belangrijker teneinde de toekomstbestendigheid van onze organisatie beter te garanderen. Sinds 2012 werkt Onderwijsgroep Buitengewoon aan de hand van ‘KOERS 2012-2016’ doelgericht aan haar toekomst in het belang van leerlingen, ouders en medewerkers. Hiertoe is een programma-organisatie op- en ingericht. In 2014 was er sprake van enerzijds een wijziging in de aansturing hiervan en anderzijds van verdere professionalisering in de werkwijze. Zo is er in 2014 door middel van de cursus “Projectmatig creëren” geïnvesteerd in het ontwikkelen van het projectmatig werken van medewerkers om de verschillende KOERSbeloften op een resultaatgerichte manier te kunnen realiseren.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
7
Trots KOERS, maar in wezen alle werkzaamheden binnen Onderwijsgroep Buitengewoon, maken mij als bestuurder bijzonder trots. Het hoogtepunt van mijn werkzaamheden is, ook in 2014, het afleggen van werkbezoeken aan onze scholen en dienst ‘Advies & begeleiding’. Vol passie, betrokkenheid én deskundigheid zijn onze medewerkers dagelijks bezig met onze doelgroepen. Niet om hen bezig te houden of te vermaken, maar om per individu maatwerk te leveren in de richting van maximale talentontwikkeling. Die bijna 400 collega’s zijn een inspiratiebron voor mijzelf, maar ook voor partners in de regio en in de keten om ons ook in het komende jaar in te blijven zetten voor hun toekomst. Het is met dezelfde trots dat ik aan de hand van dit jaarverslag verantwoording en rekenschap afleg over onze geleverde prestaties in 2014. Een jaar waarin in financieel oogpunt ook duidelijk wordt dat, zo ze dat al gedaan hebben, de bomen niet langer tot in de hemel groeien. We zullen in 2015 harde keuzes moeten maken om kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven verzorgen. Maar ik ben ervan overtuigd dat de basis daarvoor binnen Onderwijsgroep Buitengewoon ruimschoots aanwezig is: gepassioneerde en deskundige medewerkers, een professioneel SBB, nauwe samenwerking met partners in de regio en in de keten en een (lange termijn) visie op onze rol in relatie tot leerlingen en hun ouders. We gaan ervoor!
Peter Freij College van Bestuur
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
8
Voorwoord voorzitter Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) heeft in 2014 afscheid genomen van twee zeer gewaardeerde leden die Onderwijsgroep Buitengewoon jarenlang van dienst zijn geweest. Mevrouw Mieke de Leeuw en de heer Jan Rutten hebben op 1 juli 2014 afscheid genomen als toezichthouder. Na een zorgvuldige werving- en selectieprocedure heeft de RvT per die datum mevrouw Hanneke van der Kruis en de heer Jeroen Brouns benoemd tot nieuwe leden. Mevrouw Van der Kruis richt zich op de toezichtsvelden ‘onderwijs’ en ‘onderwijskwaliteit’, terwijl de heer Brouns zich ontfermt over ‘vastgoed, huisvesting en financiën’. Net als de vijf andere leden hebben deze twee nieuwe leden zich in 2014 ingezet voor de kerntaak van de RvT: in het belang van de leerlingen en de missie van de organisatie toezien op het College van Bestuur. Verschillende RvT-vergaderingen, werkbezoeken aan scholen en diensten, individuele gesprekken met diverse medewerkers en directeuren, trainingen en opleidingen en andere activiteiten hebben bijgedragen aan de wijze waarop onze RvT dat in 2014 deed. Verder heeft de RvT eind 2014 besloten drie commissies in te stellen, te weten: 1. Remuneratiecommissie; 2. Commissie (onderwijs)kwaliteit; 3. Auditcommissie. Deze commissies zijn onder meer ingesteld na een interne evaluatie van de RvT. In deze evaluatie heeft de RvT daarnaast geconstateerd dat zij de reguliere vergaderingen voortaan graag invullen middels een ‘strategisch thema’. Een thema waar de RvT meer uitgebreid bij stilstaat, omdat het van strategisch belang is voor het functioneren van de Onderwijsgroep. Nu en in de toekomst. Zo heeft de Raad zich laten informeren over het strategisch thema ‘Passend onderwijs’. Een thema dat gevolgen heeft voor de primaire processen van zowel scholen als diensten van Onderwijsgroep Buitengewoon, maar ook voor samenwerking met andere onderwijsinstellingen en zorginstellingen. Ten slotte heeft passend onderwijs ook een aantal financiële consequenties en voor een onderwijsinstelling als Onderwijsgroep Buitengewoon ook een aantal risico’s. Daarnaast heeft de RvT in 2014 uitgebreid met het College van Bestuur gesproken over de financiële staat van de organisatie, onder meer aan de hand van managementrapportages, begroting en jaarrekening. De in 2014 ingestelde auditcommissie voert hierover meer intensief overleg met de controller en senior medewerker financiën. Over de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur en heeft in totaal zeven taken en veertien rollen. Die taken en rollen zijn samengevat in onderstaande figuur.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
9
De Raad van Toezicht werkt als een ‘collegiaal team’, die collectief en bij voorkeur op basis van consensus oordeelt en besluiten neemt. Leden moeten kunnen samenwerken, individuele karakters moeten niet botsen. Dit betekent niet een grote gelijkvormigheid tussen de karakters en competenties van de leden. Integendeel, variatie levert dynamiek en creativiteit. Het betekent wel de goede instelling om als team te willen functioneren. De Raad van Toezicht bestaat sinds 1 juli 2013 uit zeven leden. Naast het uitvoeren van de statutair vastgestelde taken, zoals het vaststellen van de begroting, het vaststellen van de jaarrekening en het benoemen van de accountant besteedt de Raad van Toezicht bij het uitoefenen van het toezicht vooral aandacht aan de doelstelling en de maatschappelijke legitimatie van de stichting. Daarbij staan de volgende criteria centraal: realiseren van de missie, visie en het strategisch beleid van de stichting; bewaken van de kwaliteit van de onderwijsprocessen en –resultaten; bewaken van de continuïteit van de stichting, uitgedrukt in aantallen leerlingen, medewerkers en financiën; het uitoefenen van goed werkgeverschap; het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen de lokale en regionale omgeving;
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
10
het afleggen van verantwoording.
In zeven reguliere vergaderingen heeft de Raad van Toezicht de begroting, jaarrekening, tussentijdse managementrapportages en inspectierapporten behandeld. Meer informatie over de Raad van Toezicht is terug te vinden in paragraaf 2.1.1. Roel Wienen Voorzitter Raad van Toezicht
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
11
Inleiding Het bestuursverslag is bedoeld voor ieder die kennis wil nemen van de stichting en beoogt tevens verantwoording af te leggen over het door de stichting gevoerde beleid en de gemaakte keuzes. Het bestuursverslag is voornamelijk gericht aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie voor het onderwijs. Het bestuursverslag maakt integraal deel uit van het jaarverslag en neemt, zeker in het licht van de horizontale verantwoording, een prominente plaats in binnen het rapport inzake de jaarstukken 2014 over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. De jaarrekening bestaat onder meer uit een balans per 31 december 2014 en een staat van baten en lasten over de periode 1 januari tot en met 31 december 2014, welke beide zijn voorzien van de nodige specificaties en toelichtingen. Het jaarverslag en de overige gegevens completeren de jaarstukken.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
12
1. Onderwijsgroep Buitengewoon 1.1
Algemeen
1.1.1 Geschiedenis Onderwijsgroep Buitengewoon, tot 1 januari 2015 ‘Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg’ genoemd, is in 2000 ontstaan uit een fusie van zes scholen in de regio's Noord- en Midden-Limburg. Onderwijsgroep Buitengewoon biedt speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs aan ongeveer 1100 leerlingen.1 Op 1 augustus 2006 heeft Onderwijsgroep Buitengewoon haar expertise verder gebundeld. Alle expertisemedewerkers van de zes scholen vormen sindsdien een Interdisciplinair Team (IDT). Dit IDT vormt de brug tussen regulier onderwijs, speciaal onderwijs en zorg voor leerlingen met specifieke ontwikkelings- en opvoedingsvragen. De ambulante begeleiders vormen sinds 2007 de Ambulante Dienst. Vooral in het praktijkonderwijs ontstond de behoefte aan meer begeleiding en aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. In 2009 is daarom het Transfer- en Expertisecentrum voor Arbeidsintegratie opgericht. Deze begeleidt leerlingen op intensieve en praktijkgerichte wijze naar, zo mogelijk, een volwaardige arbeidsplek. Al deze diensten worden in 2015 samengevoegd tot één centrale dienst; Advies & begeleiding. 1.1.2 Kerntaken Het onderwijs biedt kinderen/jeugdigen met een beperking of handicap op een basisschool of een andere school voor voortgezet onderwijs vaak onvoldoende begeleiding. Deze leerlingen hebben juist extra begeleiding en ondersteuning nodig en een aan hun mogelijkheden aangepast programma. Deze steun in de rug kan gevonden worden in het (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs van Onderwijsgroep Buitengewoon in de vorm van passend onderwijs of ambulante begeleiding. 1.1.3 Maatschappelijke opdracht Met betrekking tot de maatschappelijke opdracht voor de leerlingen die bij ons onderwijs volgen zijn, afhankelijk van de individuele ontwikkelmogelijkheden, de volgende uitstroomprofielen door de Rijksoverheid vastgesteld: Diplomagericht (reguliere (start) kwalificatie VO en/of MBO 2) Arbeidsmarktgericht (MBO1/AKA, branchecertificaten, herkenbaar nieuwe kwalificatiestructuur speciaal onderwijs) (arbeidsmatige) dagbesteding (portfolio) 1
In het verleden registreerden we ook het aantal leerlingen dat we ambulant begeleiden in het regulier onderwijs. Dat doen we niet meer, omdat die vorm van dienstverlening zich steeds meer richt op het begeleiden van onderwijsprofessionals uit het reguliere onderwijs en minder op individuele leerlingen.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
13
Deze uitstroomprofielen passen uitstekend bij ons onderwijskundig beleid (Hoofdstuk 3). 1.2 KOERS 2012-2016 KOERS is een praktisch document dat door Onderwijsgroep Buitengewoon wordt gebruikt om richting te geven aan ons werk, maar ook aan ouders, leerlingen, scholen en partners in de regio laat zien waar we voor staan en waar we voor gaan. De kern van KOERS zit in het motto: KOERS is geen statisch document. Het wordt verder uitgewerkt in SMART-geformuleerde doelen. Hieraan worden concrete jaarplannen in de vorm van programma’s en projecten gekoppeld. In dit jaarplan beschrijft de KOERS-manager, wat er in 2014 gerealiseerd is. Missie, Visie, Eigen kracht Missie: ‘Wij zijn er om het maximum te halen uit de talenten van kinderen en jongeren met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvragen.’ Visie: ‘We gaan uit van eigen kracht, samen dus nooit alleen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en we doen dat knap eenvoudig.’ Eigen kracht: Het zijn de medewerkers en het management van Onderwijsgroep Buitengewoon die elk met hun eigen talent en kracht, in samenwerking met anderen het succes bepalen van KOERS. Samen willen we maximaal rendement halen uit ons menselijk kapitaal en uit de daartoe ter beschikking gestelde maatschappelijke middelen. Daarom laten we medewerkers en management planmatig en resultaatgericht samenwerken om de KOERSdoelstellingen te realiseren. Afgelopen jaar hebben er 100 medewerkers meegewerkt aan de realisatie van diverse projecten. Kernwaarden De eerste helft van 2014 is er een interne projectgroep opgestart onder leiding van een externe deskundige en in nauwe afstemming met CvB, een plan van aanpak ‘cultuurontwikkeling’ ontwikkeld. Daarin staat de gewenste organisatiecultuur beschreven en de veranderstrategie om tot die cultuur te komen. Het schooljaar 2014-2015 is er gestart met de uitvoering van de activiteiten die leiden tot een doorontwikkeling van de organisatiecultuur. Ook is er gestart met het vormgeven van het leiderschapsprogramma, dat gekoppeld is aan de cultuurontwikkeling.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
14
De volgende kernwaarden geven inhoud aan onze missie en visie: We werken met passie aan ontwikkeling We vertrouwen elkaar en zijn betrouwbaar We gaan uit van eigen kracht en blijven onszelf We handelen vanuit vakmanschap en ondernemerschap We hebben plezier in onze dienstverlening We zijn transparant en leggen verantwoording af Organisatie van KOERS Onderwijsgroep Buitengewoon kent sinds 2014 een nieuwe organisatiestructuur. De KOERSdirectie is in deze organisatie komen te vervallen. De stichting kent sinds augustus 2014 een managementteam (MT). Het MT is verantwoordelijk voor de realisatie van KOERS. Ten midden van het MT neemt het CvB besluiten en draagt de formele eindverantwoordelijkheid. De KOERS-manager is de spil tussen enerzijds het MT en anderzijds de projecten en de bemensing van de projecten. Via KOERS is er bij Onderwijsgroep Buitengewoon een visie en een manier van werken geïntroduceerd als het gaat om opbrengstgericht samenwerken op basis van commitment. Het is een manier van werken die past bij onze kernwaarden, medewerkers enthousiast maakt en waarmee gemeenschappelijke resultaten worden behaald. We gaan ervan uit dat een focus alleen op analyse, planning en beheersing niet werkt. Voor een goed resultaat is ook energie, inspiratie, commitment, scheppend vermogen en plezier nodig. Alles draait om de balans en de interactie tussen het sociaal systeem (mensgericht) en het technisch systeem (resultaatgericht). Deze werkwijze zal integraal gedragen en ingezet moeten worden en niet alleen ten behoeve van KOERS. De belangrijkste focus voor 2014 was gericht op de plateaudoelstelling: Onderwijsgroep Buitengewoon op orde. De KOERS-projecten in 2014 hebben hieraan een bijdrage geleverd. Projectmatig Creëren Onderwijsgroep Buitengewoon wil haar KOERS-projecten graag gestructureerd en resultaatgericht inrichten en organiseren. In dat kader is er gekozen voor de methodiek projectmatig creëren, omdat deze wijze van projectmatig werken/denken zijn kwaliteiten ruimschoots heeft bewezen en die goed past bij de visie en de manier waarop Onderwijsgroep Buitengewoon wil werken. Om projectmatig werken bij Onderwijsgroep Buitengewoon te professionaliseren bij zowel KOERS als in de staande organisatie van de onderwijsgroep, hebben we in 2014 de volgende activiteiten uitgevoerd. Het begeleiden van projectleiders bij het opstarten van projecten. Er is een in company training(en) PMC georganiseerd. Deze training is gevolgd door deelnemers die leiding geven – of gaan geven aan een project of nauw betrokken zijn bij de uitvoering ervan. Voor de deelnemers is een
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
15
handboek PMC beschikbaar en (digitale) praktische hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden door projectteams. Rollen in projectmatig creëren Opdrachtgever Het CvB is de bestuurlijk opdrachtgever van KOERS. De MT-leden kunnen gemandateerde opdrachtgevers zijn. De opdrachtgevers zijn (mede)verantwoordelijk voor het opstellen van een goede opdracht voor het projectteam. De omschrijving van een goede projectopdracht is te vinden in het handboek PMC. Projectleider De projectleider is verantwoordelijk voor het realiseren van de projectopdracht. Verder leidt hij of zij het projectteam. KOERS-manager De KOERS-manager is verantwoordelijk voor de operationele uitvoering van KOERS. Hij coördineert en bewaakt alle KOERS-activiteiten, KOERS-projecten en initieert activiteiten die niet direct aan één van de programma’s zijn toe te wijzen. Hij zorgt waar nodig voor de onderlinge verbindingen. Stand van zaken KOERS De realisatie van de KOERS-beloften is per eind 2014 ongeveer halverwege. Er is een aantal projecten afgesloten en geïmplementeerd, er zijn projecten die zijn afgesloten en die nog geïmplementeerd moeten worden, er lopen projecten en er worden nog projecten opgestart. Alle beloften die er in het KOERS-document staan, lopen en enkele zijn al afgerond. De constatering voor dit moment is dat we goed op weg zijn de beloften waar te maken. Drie maal per jaar wordt er een voortgangsrapportage opgesteld om te kijken welke beloften nog aandacht behoeven. Dit wordt door de KOERS-manager besproken in het MT van de onderwijsgroep. Hieronder een overzicht van de KOERS-projecten per programmaonderdeel:
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
16
PROGRAMMA ONDERWIJS Afgeronde projecten dec. 2014 - Ontwikkelingsperspectief (OPP) - Eerste fase LVS - Vitale en creatieve leerling - School Ondersteuningsprofielen (SOP)
Lopende projecten dec. 2014 - Uitstroomprofielen USP - ICT - TC Venray - KEC Weert
Te starten projecten - Cultuureducatie - Onderwijskwaliteit - Hoogbegaafdheid
PROGRAMMA OMGEVING Afgeronde projecten dec. 2014 - Corporate communicatie - Partners
Lopende projecten dec. 2014 - Onderwijszorg arrangementen OZA - Dienstencentrum - Kwaliteit - “Omdat het kan!”
Te starten projecten
Lopende projecten dec. 2014 - Presteren met processen, facturenstroom - Herinrichting organisatie - Cultuurontwikkeling - IPB, gesprekkencyclus - Huisvesting
Te starten projecten - Presteren met processen (PMP), verschillende onderdelen
PROGRAMMA ORGANISATIE Afgeronde projecten dec. 2014 - Presteren met processen, de intake - Herinrichting SBB
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
17
2. Organisatie 2.1 Organisatiestructuur Het organogram van Onderwijsgroep Buitengewoon ziet er sinds augustus 2014 als volgt uit. Het College van Bestuur heeft in 2014 besloten de organisatiestructuur aan te passen en te concentreren in drie ‘sectoren’: Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Advies & begeleiding. Onder de sectoren PO en VO functioneren in totaal zes schoolleiders die elk leiding geven aan een school voor speciaal onderwijs of een ‘uitstroomprofiel’ in de sector VO. In de sector PO is er daarnaast sprake van een ‘algemeen directeur Talentencampus Venlo’. Deze directeur zal in 2015 worden aangesteld. Vanuit Onderwijsgroep Buitengewoon participeren de SO-scholen Poortje en Vijverhof in de Talentencampus Venlo.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
18
2.1.1 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur en bestaat per 31 december 2014 uit de volgende leden:
dhr. mr. R.M.V. Wienen Voorzitter Partner RSM Wehrens Mennen De Vries Belastingadviseurs N.V. Bestuurslid/penningmeester VVV-Venlo Bestuurslid Vrinde van Jocus Bestuurslid van beleggingsclub “os äörtje”
mevr. H. van der Kruis MEM Vicevoorzitter Zelfstandig innovatieadviseur Lid toezichthoudend bestuur stichting Akkoord!
dhr. drs. A.J.M.L. Kaumo Lid
dhr. drs. J.B.M. Titulaer Lid Docent Fontys Internationale Hogeschool Economie Lid GMR Stichting Fortior
dhr. drs. J.L.H.H. Kunnen Lid Vicevoorzitter Raad van Toezicht Laurentius Ziekenhuis (Roermond) Lid Klachtencommissie (onafhankelijk) Meldpunt sexueel misbruik RKK Lid Raad van Toezicht Stichting De Meent Groep in 's-Hertogenbosch
dhr. drs. T. Bongers Lid Oprichter/eigenaar van ICT-bedrijf Stepco Voorzitter van de kring Midden-Limburg van de Limburgse Werkgevers Vereniging Lid algemeen bestuur Limburgse Werkgevers Vereniging Lid bestuur Stichting Kweekvijver Mediatalenten
dhr. J.P.G. Brouns, MSRE, BBA Lid Manager Markt & Ontwikkeling, Wonen Limburg Eigenaar Jeroen Brouns Vastgoed Advies
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
19
Voorzitter Essentie
De bezoldiging van de Raad van Toezicht is eind 2014 aangepast conform de richtlijnen van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI), hetgeen zijn beslag krijgt in 2015. Vacatiegelden RvT in 2014: Voorzitter € 5.844 Leden € 2.949 2.1.2 College van Bestuur Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van Onderwijsgroep Buitengewoon en wordt sinds 1 juni 2011 gevormd door: dhr. P.C.M. Freij voorzitter De beloning van het CvB is opgenomen in de jaarrekening. 2.1.3 Scholen/diensten De volgende scholen/diensten behoren tot de stichting: Scholen/ Diensten:
Schoolsoort:
Schoolleider:
Adres:
Maaskei
SO en VSO ZMLK
Dhr. H. Kehrens
Wessemerweg 3, 6097 NA, Heel
Ulingshof
Mytyl- en tyltylschool
Dhr. J. Verhoeckx
Ulingshofweg 26, 5915 PM, Venlo
Vijverhof SO
SO voor ZMLK
Dhr. J. Verhoeckx /
Rijnbeekstraat 8, 5913 GB, Venlo
Mevr. A. van Gastel Vijverhof VSO
VSO voor ZMLK
Dhr. G. Wismans
De Breuken 7, 5931 PC, Tegelen
Wildveld
Praktijkonderwijs
Dhr. J. Smulders
Roerdompstraat 5, 5912 BR, Venlo
Velddijk
VSO ZMOK
Dhr. F. Verheijden
Bergstraat 58, 5931 CE Tegelen
Poortje
SO ZMOK
Dhr. J. Verhoeckx /
Rijnbeekstraat 8, 5013 GB Venlo
Mevr. A. van Gastel Advies en Begeleiding
Interdisciplinair Team en
Dhr. R. in ’t Veld (ad interim)
Rijnbeekstraat 8, 5013 GB Venlo
ambulante dienst
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
20
Scholen sector primair onderwijs Maaskei is een onderwijsexpertise school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) met een SO-afdeling voor kinderen van 4 jaar tot 12 jaar en een VSO-afdeling voor jongeren van 13 jaar tot 20 jaar.
Ulingshof is een school voor mytyl- en tyltylonderwijs (onderwijs aan enkelvoudig of meervoudig beperkte kinderen, of langdurig zieke kinderen in de leeftijd van 3 tot 18 à 20 jaar). Aan de school is een revalidatieafdeling van Medisch Centrum VieCuri verbonden. Gezamenlijk geven we vorm aan onderwijs en revalidatie vanuit de visie ‘Eén kind, één plan’.
Vijverhof SO is een onderwijsexpertise school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) met een SO-afdeling voor kinderen van 4 jaar tot 12 jaar. Vijverhof SO is onderdeel van de Talentencampus Venlo.
Poortje is een expertiseschool voor zeer moeilijk opvoedbare leerlingen (ZMOK) en biedt onderwijs op maat aan deze leerlingen in de leeftijd van 6 tot 13 jaar. Er wordt ook onderwijs geboden aan leerlingen met een specifieke vraagstelling, te weten leerlingen met internaliserende problematiek, moeilijk lerende leerlingen en leerlingen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Poortje is onderdeel van de Talentencampus Venlo.
Geijsteren is een nevenvestiging van SO Vijverhof in de gemeente Venray, kerkdorp Geijsteren. Deze nevenvestiging verbindt de expertise van Vijverhof SO, Poortje en Ulingshof voor kinderen van 4 tot 12 jaar uit de gemeente Venray en omgeving.
Scholen sector voortgezet (speciaal) onderwijs
Wildveld is een school voor praktijkonderwijs (VO) voor leerlingen van 12 tot ongeveer 18 jaar.
Velddijk is een school voor voortgezet speciaal onderwijs (ZMOK-school) die onderwijs en begeleiding op maat biedt aan jongeren van 12 tot 20 jaar met een (ernstige) gedragsstoornis en/of psychische problematiek, evenals onderwijs aan leerlingen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS)
Vijverhof VSO is een onderwijsexpertise school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) voor jongeren van 13 jaar tot 20 jaar.
Advies & begeleiding De sector Advies & begeleiding bestaat uit deskundigen van het voormalig Interdisciplinair Team en van de voormalige Ambulante Dienst. De professionals van Advies & begeleiding fungeren als een loket voor alle vragen rond speciaal en praktijkonderwijs en zorgen voor
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
21
transparante onderzoekstrajecten, een snelle en efficiënte doorloop van aanmelding tot plaatsing, deskundig advies en zorgvuldige begeleiding. Daarnaast verzorgen zij begeleiding en ondersteuning leerkrachten in het regulier onderwijs en van leerlingen geïndiceerd voor cluster 3 en 4 die onderwijs volgen in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs. 2.1.4 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Samenstelling en organisatie Gedurende de verslagperiode heeft de GMR de volgende samenstelling gehad: Naam
Geleding
School/
Zittingsperiode
afdeling
(van/tot)
Functie in (G)MR
Karin Knechten
Personeel
Wildveld
Augustus 2006 tot heden
Voorzitter
Ans Janssen
Personeel
Vijverhof VSO
Januari 2011 tot heden
Vice-voorzitter
Susan Nellen
Personeel
Het Poortje
Augustus 2013 tot heden
Lid
Anja Vlasveld
Personeel
Vijverhof SO
Augustus 2007 tot heden
Lid
Jos Cremers
Personeel
Ulingshof
Augustus 2005 tot heden
Lid
Marjon Hesselink
Personeel
Velddijk
Januari 2014 tot heden
Lid
Rene Cuijpers
Personeel
Maaskei
Maart 2014 tot heden
Lid
Johan Doek
Personeel
SBB
Juli 2012 tot heden
Lid
Renee van Melick
Personeel
Advies &
Oktober 2012 tot heden
Lid
begeleiding Twan Verbeek
Ouder
Vijverhof VSO
Augustus 2013 tot januari 2014
Lid
Harm Platzbeecker
Ouder
Vijverhof SO
Augustus 2013 tot heden
Lid
In de oudergeleding van Wildveld, Ulingshof, Poortje, Maaskei en Velddijk zijn er vacatures. Er wordt regelmatig aan de oudergeledingen in de afzonderlijke MR ’s gevraagd of er ouders zijn die in de GMR willen participeren. Het afgelopen schooljaar zijn de vacatures helaas niet ingevuld. Vanuit het College van Bestuur zijn Peter Freij als bestuurder en Dave Ensberg-Kleijkers als bestuurssecretaris (tevens verslaglegging) aanwezig bij de GMR-vergaderingen. De GMR functioneert op basis van het Medezeggenschapsstatuut en het GMR-reglement van Onderwijsgroep Buitengewoon. Deze regelingen zijn te raadplegen via de portal van Onderwijsgroep Buitengewoon. De GMR vertegenwoordigt het personeel en de ouders in kwesties op bovenschools niveau binnen de Onderwijsgroep Buitengewoon. Op school- en dienstniveau functioneert een MR.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
22
Het postadres van de GMR is: Onderwijsgroep Buitengewoon t.a.v. GMR Postbus 809 5900 AV Venlo Overleg en standpunten De GMR heeft in 2014 zes reguliere vergaderingen gehad met het College van Bestuur. Voorafgaand aan elke overlegvergadering, hebben de voorzitter en vicevoorzitter overleg gevoerd met de bestuurssecretaris en twee keer met het College van Bestuur en de bestuurssecretaris. Op 14 april 2014 heeft het jaarlijkse overleg met de Raad van Toezicht plaatsgevonden. Verder heeft de GMR op 10 september een heidag georganiseerd. Tijdens deze heidag zijn de volgende onderwerpen besproken: Rol en positie van de GMR Samenwerking met bestuurder Werkdruk/tijdsinvestering (mogelijk ambtelijk secretaris) Samenwerking binnen de GMR, benutten van elkaars kwaliteiten Verslagen van vergaderingen worden verspreid aan GMR-leden. Zij informeren de MR over belangrijke punten die in de GMR-vergadering besproken zijn. In 2014 zijn diverse onderwerpen besproken in de GMR. Een overzicht van de voornaamste onderwerpen en ontwikkelingen: Besproken onderwerpen
Ter instemming
Ter advisering
Ter informatie
Strategie en Beleid Voorgenomen besluit van CvB n.a.v. integraal advies m.b.t.: -
Herontwerp organisatiestructuur
-
Dienstencentrum
-
Onderzoeksrapport ‘Verbinden en
x
Doen’(concept) Terugkoppeling reflectiebijeenkomst
x
Koersdirectie Rol GMR bij KOERS projecten Mutsaersstichting en Wijnberg Voortgang verkenning Onderwijsgroep Buitengewoon-BCO
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
x
x x x
23
Ter bespreking
Presentatie strategische agenda CvB 2014 Ontwikkelingen KOERS en KOERSdirectie
x x
Voortgangsrapportage KOERS-projecten
x
Stand van zaken nieuwe organisatiestructuur: -
Opdracht externe procesbegeleider
x
-
Reactie PGMR op voorgenomen
x
besluit
x
-
Reactie CvB op reactie PGMR
x
-
Definitief besluit CvB
-
Werving en selectie
x
sectordirecteuren Voortgang nieuwe organisatiestructuur
x
o.b.v. ‘Project Initiative Document’ Intentieverklaring BCO- Onderwijsgroep
x
Buitengewoon Presentaties diverse KOERS projecten: -
Presteren met Processen (PmP)
-
Ontwikkelingsperspectief OPP)
-
Partners Onderwijsgroep
x
Buitengewoon -
Cultuurontwikkeling (kernwaarden)
Concept sectorbedrijfsplannen PO en VO
x
Passend onderwijs Beleidsnotitie Passend onderwijs
x
Stand van zaken per samenwerkingsverband en uitslag OPR-
x
verkiezingen SWV VO Noord-Limburg Stand van zaken Passend onderwijs en ondersteuningsplanraden
x
Financiën Begroting 2014 en meerjarenbegroting
x
MARAP september t/m december 2013
x
MARAP januari t/m april 2014
x
Financiële stand van zaken zwembad Ulingshof Jaarverslag , jaarrekening 2013 en goedkeurende verklaring accountant
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
x x
24
Notitie LGF middelen
x
Memo aan vakcentrales ‘rechtspositionele gevolgen
x
herinrichting SBB’ Marap t/m augustus 2014
x
Personeel en organisatie Actieplannen n.a.v. medewerkers-
x
onderzoeken Werkdrukbeleving per locatie door
x
MR-en Voorgenomen besluit CvB t.a.v. Lijn 3: inrichting SBB
x
Directievoering Mytylschool Ulingshof Bestuur formatieplan en voorgenomen besluit
x x
HRM-visiedocument en voorgenomen
x
besluit Notitie flexibele schil
x
Stichting brede verzuimanalyse 2013
x
Voortgang inrichting SBB/reactie PGMR
x
op voorgenomen besluit CvB Inrichting SBB
x
Planning heidag/
x
jaarlijkse zelfevaluatie GMR Stand van zaken (sector)directeuren en
x
integraal directeur Talentencampus Profielschets ambtelijk secretaris GMR Werving en selectie schoolleiders : procedure
x x
Werving en selectie schoolleiders: functiebeschrijving, -waardering en -
x
profiel Werving en selectie algemeen directeur Talentencampus Venlo: procedure
x
Werving en selectie algemeen directeur Talentencampus Venlo:
x
functiebeschrijving, -waardering en profiel Reorganisatieplan en voorgenomen besluit CvB
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
x
25
Rolverdeling GMR en MR Geijsteren en Talentencampus Venlo Bestuurlijke inrichting Talentencampus Venlo Conceptversie gesprekkencyclus
x x x
Huisvesting Stand van zaken -
x
Ontwikkeling Talentencampus Venray
-
Ontwikkeling De Nieuwe Munt, Tegelen
-
Huisvesting Velddijk / Wildveld
-
Ontwikkeling RKEC Weert
Doordecentralisatie
x
onderwijshuisvesting Gemeente Venlo
Interne zaken In het jaarverslag van 2013 schreven we dat “de agenda van de GMR steeds voller wordt door alle ontwikkelingen binnen en buiten de stichting; thema’s als passend onderwijs, herontwerp van de organisatiestructuur en herinrichting van het Service- en Bestuursbureau vragen veel aandacht”. Deze ontwikkeling heeft zich in 2014 voortgezet. We constateerden in 2013 ook al dat er meer tijd en ondersteuning nodig was om als GMR goed te kunnen blijven functioneren. Tijdens de ‘heidag’ van de GMR (halverwege 2014) hebben we afgesproken de vergaderstructuur van de GMR aan te passen. Een week voor elke GMR-vergadering met het CvB is er een overlegvergadering met de GMR gepland. Tijdens deze vergadering worden onduidelijkheden opgehelderd, vragen voor de bestuurder geformuleerd, bekeken of er aanvullende informatie of advies nodig is en waar mogelijk komen we tot standpuntbepaling. Voor de gewenste ondersteuning heeft de GMR gekozen om met een (externe) ambtelijk secretaris te gaan werken. Er is in kaart gebracht wat de functie eisen zijn en met het CvB overlegd over het beschikbare budget. Begin 2015 is een ambtelijk secretaris aangesteld. De GMR heeft een extern deskundige geraadpleegd die geadviseerd heeft over de besluitvorming betreffende de herinrichting van het Service- en Bestuursbureau. In 2013 gaven we aan dat verbetering van de communicatie met de achterban een speerpunt is. Halverwege 2014 heeft één van de leden het op zich genomen om te zorgen voor een beknopt vergaderverslag voor de portal. Helaas is dit wegens ziekte nog niet
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
26
gerealiseerd. Met de aanstelling van een ambtelijk secretaris hoopt de GMR hier in de toekomst vorm aan te geven. Tijdens de jaarlijkse evaluatie met de RvT waren ontwikkelingen binnen KOERS, passend onderwijs en de herinrichting van het Service- en Bestuursbureau en de nadere invulling van de organisatiestructuur de hoofdthema’s.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
27
3. Onderwijskundig beleid 3.1 Onderwijskundige ontwikkelingen In 2014 stonden op het gebied van onderwijskundig beleid de KOERS-projecten van het programma centraal. Deze zijn reeds in het voorgaande hoofdstuk aan de orde gekomen. Daarnaast hebben de nieuwe sectordirecteuren van het CvB de opdracht gekregen om hun onderwijskundige visie op hun sectoren, scholen en/of uitstroomprofielen in de loop van 2015 te concretiseren en vast te leggen in ‘sectorbedrijfsplannen’. Geschil Mutsaersstichting en Onderwijsgroep Buitengewoon De Mutsaersstichting (organisatie voor kinder- en jeugdpsychiatrie, jeugdzorg en opvang) en Onderwijsgroep Buitengewoon werkten tot juni 2013 sedert geruime tijd intensief met elkaar samen. Hierover hebben beide partijen in het verleden meerdere afspraken gemaakt die ook formeel zijn vastgelegd. In juni 2013 heeft de Mutsaersstichting om voor haar moverende redenen besloten deze afspraken niet langer na te komen. Hiertegen heeft het College van Bestuur van Onderwijsgroep Buitengewoon in juli 2013 een kort geding aangespannen. Vervolgens heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank in Roermond daarover in augustus 2013 een vonnis uitgesproken met als strekking dat de Mutsaersstichting zich aan de met Onderwijsgroep Buitengewoon gemaakte afspraken zou moeten houden. De Mutsaersstichting heeft besloten dit vonnis niet op te volgen en in strijd daarmee te blijven handelen. Ook heeft zij hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter. Als gevolg hiervan is het aantal verwijzingen vanuit de Mutsaersstichting en haar behandelschool De Wijnberg naar scholen van Onderwijsgroep Buitengewoon in 2014 substantieel afgenomen. Het leerlingaantal van De Wijnberg is evenredig toegenomen. Hiermee is een ongewenste situatie van ‘concurrentie’ ontstaan tussen maatschappelijke organisaties voor kinderen en jongeren met een extra ondersteuningsbehoefte. Ongewenst, mede omdat er in de betreffende regio’s sprake is van een demografische krimp van de bevolking – en daarmee van het aantal leerlingen. Ook is er sprake van een krimpend budget als gevolg van de nieuwe wet passend onderwijs en de negatieve vereveningsopgave waar samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs mee hebben te kampen. Het College van Bestuur heeft deze ongewenste concurrentiesituatie in 2014 meermaals besproken met zowel het ministerie van OCW als met de samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs in Noord-Limburg. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft het hoger beroep in februari 2014 in behandeling genomen en in april 2014 uitspraak gedaan ten gunste van Onderwijsgroep Buitengewoon. Net als de rechtbank Roermond heeft het Gerechtshof bepaald dat indien de Mutsaersstichting zich (opnieuw) niet aan het vonnis zou houden, zij volgens het
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
28
Gerechtshof aan Onderwijsgroep Buitengewoon een gelimiteerde dwangsom behoort te betalen. Dit geschil tussen beide instellingen is ten koste gegaan van de interbestuurlijke verhoudingen. Om die verhoudingen te normaliseren, ten einde een voor alle partijen werkbare situatie te creëren, heeft wethouder Testroote (gemeente Venlo) in 2014 het initiatief genomen om een ‘commissie van goede diensten’ in te stellen. In de periode juni tot en met september 2014 heeft deze commissie getracht beide partijen nader bij elkaar te brengen. Helaas heeft de commissie moeten rapporteren niet in haar opdracht te zijn geslaagd. Vervolgens heeft de Raad van Toezicht van Onderwijsgroep Buitengewoon de Raad van Toezicht van de Mutsaersstichting uitgenodigd om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Ook deze poging om tot normalisatie van de interbestuurlijke verhoudingen te komen, heeft niet geleid tot het gewenste resultaat. Ondanks de gespannen bestuurlijke verhouding met de Mutsaersstichting en de aan deze stichting verbonden “behandelschool” Wijnberg, heeft Onderwijsgroep Buitengewoon zich in 2014 op verzoek van de gemeente Weert ingespannen om samen met vier andere maatschappelijke instellingen, waaronder de Mutsaersstichting en de Wijnberg, tot een Regionaal Kennis- en Expertisecentrum Weert te komen. Vanuit Onderwijsgroep Buitengewoon zou De Maaskei daarin participeren. Onderwijsgroep Buitengewoon zou in dit ‘RKEC Weert’ als volwaardig partner van de op te richten coöperatie participeren. Op voorstel van de Mutsaersstichting hebben de overige RKEC-partners (met uitzondering van Onderwijsgroep Buitengewoon) in de loop van 2014 geconstateerd dat dat niet wenselijk/haalbaar is. Het geboden alternatief voor volwaardig partnership was formalisatie van de participatie van Onderwijsgroep Buitengewoon in het RKEC Weert op basis van een ‘samenwerkingsovereenkomst’. Uitgangspunt van Onderwijsgroep Buitengewoon is dat onze kinderen en medewerkers volwaardig en gelijkwaardig kunnen participeren binnen dit centrum. De voorbereiding voor realisatie van het ‘RKEC Weert’, inclusief het formeel overeenkomen van de genoemde samenwerkingsovereenkomst, lopen door in kalenderjaar 2015.
3.2 Passend onderwijs Passend onderwijs is zowel een nieuwe wet als een nieuwe kijk op het onderwijs. Een aantal belangrijke uitgangspunten van deze wet zijn:
Ieder kind heeft recht op goed en thuisnabij onderwijs Zorgplicht voor scholen Stimuleren: zoveel mogelijk leerlingen in regulier onderwijs Samenwerking tussen scholen in regionale samenwerkingsverbanden Ontwikkelingsperspectief voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
29
Passend onderwijs is voor Onderwijsgroep Buitengewoon meer dan alleen maar het rechtmatig uitvoeren van een nieuwe wet. Passend onderwijs is voor Onderwijsgroep Buitengewoon een kans om haar missie nóg beter te realiseren. Onze missie luidt “Wij zijn er om het maximum te halen uit de talenten van kinderen en jongeren met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvraagstukken.” Deze missie kan Onderwijsgroep Buitengewoon onmogelijk zelfstandig uitvoeren, daarvoor is intensieve samenwerking met andere onderwijsinstellingen in de regio en in de keten van groot belang. Passend onderwijs maakt die samenwerking meer nodig dan ooit tevoren. Zo kunnen we kinderen en jongeren die (tijdelijk) naar een Onderwijsgroep Buitengewoon-school gaan in de toekomst succesvol (terug)plaatsen naar een reguliere school. Ook krijgt de specialistische inzet vanuit Advies & begeleiding richting reguliere scholen nóg meer impact en een duurzaam karakter, omdat reguliere scholen hun zorgstructuur nu écht op orde brengen. Verstandige keuzes maken met ons hart Onderwijsgroep Buitengewoon maakt vol overtuiging werk van passend onderwijs en participeert zelfbewust en ambitieus in de nieuwe Samenwerkingsverbanden in Noord- en Midden-Limburg. Daarin speelt zij een actieve en verbindende rol, waarin niet het belang van de stichting of andere instituten voorop staat, maar het belang van de leerling en zijn of haar talentontwikkeling. En ja, passend onderwijs heeft ook gevolgen in financiële en organisatorische zin voor Onderwijsgroep Buitengewoon. Zeker, omdat het gepaard gaat met een aanzienlijke vereveningsopgave en een niet geringe bevolkingsdaling (krimp c.q. ontgroening). Daarom maakt Onderwijsgroep Buitengewoon in dit kader strategische keuzes met zowel het hart als het hoofd. Betrokkenheid bij onze doelgroep en verstandige keuzes maken voor onze medewerkers gaan in dit geval hand in hand. Alles dat we doen, moet ook betaalbaar zijn en onze toekomstbestendigheid versterken. Het strategisch beleidsplan KOERS 2012-2016 helpt Onderwijsgroep Buitengewoon daarbij, maar ook de uitwerking van KOERS in individuele KOERSprojecten als het ‘Schoolondersteuningsprofiel’, ‘Dienstencentrum’, ‘Herontwerp organisatiestructuur’ of ‘Partners’. KOERS is kaderstellend en richtinggevend voor Onderwijsgroep Buitengewoon en voorziet in de onderwijsinhoudelijke, organisatorische en andere voorbereidingen om van passend onderwijs een succes te maken. Passend onderwijs als onderdeel van een passende samenleving Maar passend onderwijs en vooral de inclusieve gedachte erachter kan pas werken als de volledige leefomgeving van kinderen en jongeren wordt meegenomen. Oftewel: kinderen en jongeren ontwikkelen hun talenten niet alleen onder schooltijden en tussen schoolse muren. Ook thuis, bij vrienden en familie, bij de sportvereniging, bij culturele verenigingen, op de arbeidsmarkt en in vele andere domeinen vindt er talentontwikkeling plaats. Passend onderwijs moet volgens Onderwijsgroep Buitengewoon onderdeel uitmaken van een Passende Samenleving. Een samenleving waarin er ruimte is voor verschillen. Ruimte voor kinderen en jongeren om zichzelf te zijn en daarmee anders dan het gemiddelde. Juist voor
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
30
kinderen en jongeren die nu nog worden bezien als lichamelijk of verstandelijk beperkten of als kinderen en jongeren met gedragsproblemen is het van evident belang voor de continue talentontwikkeling dat de samenleving hen ten volle accepteert. Te beginnen in het gezin en de familie. Zij behoren de liefdevolle, stabiele en veilige omgeving te bieden waarin kinderen en jongeren binnen en buiten school gedijen. Maar Onderwijsgroep Buitengewoon kan de wijde leefwereld rondom ‘haar’ kinderen en jongeren niet zelfstandig veranderen. Wel kan en moet Onderwijsgroep Buitengewoon bij het verwezenlijken van passend onderwijs bruggen slaan naar aanpalende ontwikkelingen die bijdragen aan een passende samenleving. Ontwikkelingen als de transitie van de jeugdzorg, de decentralisatie van de participatiewet, de brede inzet op ‘eigen kracht’ van mensen in een participatiesamenleving en de groeiende samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang en zorgorganisaties in integrale kindcentra zoals de Talentencampus Venlo. Verbinding tussen willen, kunnen en moeten Onderwijsgroep Buitengewoon speelt op basis van onderstaande piramide in op passend onderwijs.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
31
De piramide maakt een onderscheid tussen willen, kunnen en moeten. Deze drie dimensies behoren met elkaar in evenwicht te zijn. De ambities van Onderwijsgroep Buitengewoon, zoals verwoord in KOERS 2012-2016, zijn leidend voor onze wensen. Daarin staan onze visie, missie, kernwaarden en beloften voor nu en in de toekomst. Tegelijkertijd valt of staat de realisatie van KOERS met de inzet van onze medewerkers en vooral medewerkers in het primaire proces van scholen en diensten. Zij beschikken over de kennis en kunde om passend onderwijs in de praktijk te verwezenlijken. Zij staan in verbinding met de leerlingen waarover aan de bestuurlijke tafel van de samenwerkingsverbanden wordt gesproken. Zij hebben dagelijks contact met andere scholen en zorgen dat elke leerling de ondersteuning krijgt die het best bij hem of haar past. In onze schoolondersteuningsprofielen van zowel scholen als diensten leggen we vast wat leerlingen en ouders van ons mogen verwachten en welke ondersteuning wij kinderen en jongeren bieden. Via onze ondersteuningsprofielen (OPP) plannen en sturen we het onderwijs dat gericht is op maximale ontplooiing van leerlingen. Verder kiest Onderwijsgroep Buitengewoon met passend onderwijs bewust voor ‘thuisnabij onderwijs’. Wij willen dat kinderen en jongeren zo dicht mogelijk bij hun huis en directe woon- en leefomgeving naar de school kunnen gaan die bij hen past. Ten slotte is Onderwijsgroep Buitengewoon gebonden aan wet- en regelgeving en moet zij aan bijbehorende eisen van de wetgever voldoen. De Inspectie ziet toe op uitvoering van de Wet passend onderwijs en doet dat zowel op het niveau van samenwerkingsverbanden, stichting als onze scholen. Aan Onderwijsgroep Buitengewoon de taak de wettelijke eisen te verankeren in haar (nog te ontwikkelen) kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorgsysteem. Onze motto’s in het kader van passend onderwijs zijn: Gewoon waar kan, speciaal als het moet. Insluiten in plaats van uitsluiten. Versterken in plaats van verwijzen. Van categoraal naar integraal en thuisnabij. Samenwerking, vertrouwen en communicatie als succesfactoren De essentie van passend onderwijs is ‘samenwerking’. Voor elke vorm van samenwerking – binnen of buiten de stichting – is ‘vertrouwen’ van evident belang. Zonder vertrouwen in de ander vindt er geen samenwerking, maar een transactie plaats; een uitwisseling van (im)materiële zaken. Samenwerking betekent in het kader van passend onderwijs ook dat Onderwijsgroep Buitengewoon kan vertrouwen op het kwaliteit- en handelingsvermogen van reguliere scholen. Zij moeten meer dan ooit ‘zorgleerlingen’ kunnen ondersteunen. Maar samenwerking betekent ook ‘communiceren’. Met elkaar in gesprek en contact zijn over passend onderwijs, binnen de stichting, binnen onze scholen en diensten, maar zeker
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
32
ook tussen scholen/diensten en ouders en andere partners. Dat betekent verder dat alle medewerkers binnen Onderwijsgroep Buitengewoon tijdig en volledig geïnformeerd moeten worden over ontwikkelingen rondom passend onderwijs en de gevolgen daarvan. Maar ook dat medewerkers over en weer ervaringen kunnen uitwisselen en actief de vertegenwoordigers in de Samenwerkingsverbanden (kunnen) voeden met inhoudelijke informatie.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
33
3.3 Kengetallen leerlingen Het totaal aantal leerlingen van Onderwijsgroep Buitengewoon: School:
1-okt-08
1-okt-09
1-okt-10
1-okt-11
1-okt-12
1-okt-13
1-okt-14
Maaskei
127
123
126
121
110
106
107
Ulingshof
92
97
102
100
97
97
96
Poortje
129
141
167
155
156
125
91
Vijverhofschool
221
222
210
214
217
218
262
Wildveld
220
216
216
220
215
223
229
Velddijk
241
297
287
326
325
325
305
Totaal:
1030
1096
1108
1136
1120
1094
1090
Ontwikkeling aantal leerlingen voor de komende jaren:
aantal leerlingen per 1-10
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
1136
1120
1094
1090
1074
1055
1025
Ambulante begeleide leerlingen Sinds de invoering van passend onderwijs per 1 augustus worden de gelden voor ambulante begeleiding niet meer gekoppeld aan individuele leerlingen. Op basis van de gelden voor ambulante begeleiding zijn uren beschikbaar voor de reguliere scholen. Deze uren kunnen ingezet worden voor begeleiding van individuele leerlingen, maar ook voor ondersteuning van leerkrachten bij het omgaan met specifieke ondersteuningsbehoeften van leerlingen.
3.4 Uitstroomgegevens en opbrengsten Er bestaan diverse uitstroomprofielen met betrekking tot de maatschappelijke opdracht voor de leerlingen die bij ons onderwijs volgen. In 2014 zijn er in het VSO/VO totaal 170 leerlingen uitgestroomd/doorgestroomd.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
34
Deze leerlingen zijn als volgt uitgestroomd/doorgestroomd. Uitstroomgegevens Velddijk 2014 Vervolgonderwijs
42
Arbeid / werk
23
Dagbesteding
6
Overig
19
Totaal
90
Uitstroom schoolverlaters Wildveld 2013-2014 Arbeid / werk
24
Vervolgopleiding mbo-niveau 2
13
Werkloos/onbekend totaal
3 40
Uitstroomgegevens Vijverhof VSO 2014 Vervolgonderwijs (praktijkonderwijs) Arbeid / werk (sociale werkvoorziening) Dagbesteding Arbeidsmatige dagbesteding Overig Totaal
2 3 8 9 9 31
Uitstroomgegevens Maaskei VSO 2014 Vervolgonderwijs (praktijkonderwijs) Arbeid /werk (sociale werkvoorziening) Dagbesteding Arbeidsmatige dagbesteding Overig Totaal
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
0 2 0 4 3 9
35
4. Samenwerking 4.1 Samenwerkingsverbanden vanuit het wettelijk kader Onderwerp/thema
OG Buitengewoon / School
Participerende partijen
Doel
Passend onderwijs
Onderwijsgroep
Samenwerkingsverband
Voorbereiding en realisatie van de Wet passend
Buitengewoon
PO Noord-Limburg, 31.01
onderwijs binnen deze regio Namens Onderwijsgroep Buitengewoon is Peter Freij in 2014 lid van het algemeen bestuur van dit samenwerkingsverband.
Passend onderwijs
Onderwijsgroep
Samenwerkingsverband
Voorbereiding en realisatie van de Wet passend
Buitengewoon
VO Noord-Limburg, 31.01
onderwijs binnen deze regio Namens Onderwijsgroep Buitengewoon is Peter Freij in 2014 lid van het dagelijks en algemeen bestuur van dit samenwerkingsverband.
Passend onderwijs
Onderwijsgroep
Samenwerkingsverband
Voorbereiding en realisatie van de Wet passend
Buitengewoon
PO Roermond e.o., 31.02
onderwijs binnen deze regio Namens Onderwijsgroep Buitengewoon is Dave Ensberg-Kleijkers in 2014 lid van de algemene ledenvergadering van dit samenwerkingsverband.
Passend onderwijs
Onderwijsgroep
Samenwerkingsverband
Voorbereiding en realisatie van de Wet passend
Buitengewoon
VO Roermond e.o., 31.02
onderwijs binnen deze regio Namens Onderwijsgroep Buitengewoon is Dave Ensberg-Kleijkers in 2014 lid van het algemeen bestuur van dit samenwerkingsverband. Peter Freij is lid van de Raad van Toezicht van dit samenwerkingsverband.
Passend onderwijs
Onderwijsgroep
Samenwerkingsverband
Voorbereiding en realisatie van de Wet passend
Buitengewoon
PO Weert-Nederweert,
onderwijs binnen deze regio
31.03
Namens Onderwijsgroep Buitengewoon is Dave Ensberg-Kleijkers in 2014 lid van het dagelijks en algemeen bestuur van dit samenwerkingsverband.
Passend onderwijs
Onderwijsgroep
Samenwerkingsverband
Voorbereiding en realisatie van de Wet passend
Buitengewoon
VO Weert, Nederweert
onderwijs binnen deze regio
en Crandendonck, 31.03
Namens Onderwijsgroep Buitengewoon is Peter van de Laar in 2014 lid van het bestuur van dit samenwerkingsverband.
Regionaal Expertisecentrum cluster 3 Limburg
Maaskei
10 scholen voor ZMLK of
Vanuit het REC wordt een commissie voor
Vijverhof
mytyl/tyltyl onderwijs in
indicatiestelling in stand gehouden. Voor toelating
Ulingshof
Limburg
tot deze scholen komen alleen geïndiceerde
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
36
(REC 3-Limburg)
leerlingen in aanmerking. Daarnaast heeft het REC3 als opdracht om de ambulante begeleiding te coördineren en vormt de begeleiding van ouders een doelstelling. Dit REC is van wetswege medio 2014 opgeheven. Namens Onderwijsgroep Buitengewoon is Peter Freij in 2014 lid van het bestuur van dit REC.
Regionaal Expertisecentrum cluster 4 Noord- en Midden- Limburg (RECdiRECt)
Poortje
7 scholen voor ZMOK en
De opdracht is gelijk aan die van cluster-3.
Velddijk
LZK (= langdurig zieke
Voor inhoudelijke uitwerking van de centra wordt
kinderen)
verwezen naar de successievelijke bedrijfsplannen. Dit REC is van wetswege medio 2014 opgeheven. Namens Onderwijsgroep Buitengewoon is Peter Freij in 2014 lid van het bestuur van dit REC.
Praktijkonderwijs
Wildveld
Landelijk Werkverband
Onderwijskundige vernieuwing en
Praktijkonderwijs (LWV)
professionalisering, begeleiding bij diverse
Platform, Praktijk-
processen, met name arbeidsmarkttoeleiding.
onderwijs (IN PRAKTIJK
Namens Onderwijsgroep Buitengewoon neemt Jack
GOED), Samenwerkings-
Smulders in 2014 deel aan dit overleg.
verband PrO Limburg
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
37
4.2 Samenwerkingsverbanden vanuit onze maatschappelijke opdracht
Onderwerp/thema
OG Buitengewoon / School
Participerende partijen
Doel
Zorg
Ulingshof
VieCuri
Mytyl- en tyltylschool Ulingshof is een regionale school voor speciaal onderwijs aan leerlingen met een lichamelijke of een meervoudige handicap. Binnen de Ulingshofschool zijn onderwijs en revalidatie geïntegreerd. Dat wil zeggen dat leerlingen de mogelijkheid hebben om tijdens de schooltijd behandeld te worden door een van de medewerkers van de kinderrevalidatie-afdeling van VieCuri Medisch Centrum. Deze revalidatie-afdeling is gehuisvest binnen een aparte vleugel van VieCuri welke grenst aan de school.
Talentencampus: Bieden van een krachtige leeromgeving
Poortje (cl.4)
Hertog Reinoudschool
Door samen te werken met één team in één
Vijverhof (cl. 3)
(Bao)
organisatie in één gebouw, kunnen we een
De Opstap (SBO)
rijkere en krachtige leeromgeving creëren met
Stichting Fortior
meer mogelijkheden voor de kinderen dan het
Spring Kinderopvang
huidige systeem hen biedt. We bieden onderwijs en opvang op maat aan, passend bij het ontwikkelingsperspectief van ieder kind. Daardoor zijn we in staat om het talent dat in elk kind zit, optimaal te benutten en te ontwikkelen en om nieuwe talenten te ontdekken.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
38
Onderwerp/thema Talentencampus Venray: Bieden van een krachtige leeromgeving
OG Buitengewoon / School
Participerende partijen
Doel
Het Poortje (cl.4)
SPOVenray
De ambitie is om samen te werken met één
Vijverhofschool (cl. 3)
Onderwijsgroep
team in één organisatie in een passende
Buitengewoon
huisvesting om een rijkere en krachtige
Dynamiek
leeromgeving te creëren met meer
Scholengroep
mogelijkheden voor de kinderen dan het huidige
St. Peuterspeelzalen
systeem hen biedt. We willen onderwijs en
Venray (SPV)
opvang op maat bieden, passend bij het
Kinderwereld Venray
ontwikkelingsperspectief van ieder kind.
Spring kinderopvang
Daardoor zijn we in staat om het talent dat in
Dichterbij
elk kind zit, optimaal te benutten en te ontwikkelen en om nieuwe talenten te ontdekken. Dat is een droomwens van ieder kind, iedere ouder, leerkracht en leidster.
Omdat het kan!
Onderwijsgroep
Vincent van Gogh
Deze vijf onderwijs- en zorgspecialisten hebben
Buitengewoon
Buro van Roosmalen
hun krachten gebundeld om kinderen en
Rubicon
jongeren met complexe problematiek maximaal
PSW
te laten participeren in onze samenleving. Omdat het kan! richt zich op kinderen en jongeren van 0 – 23 jaar in Noord- en MiddenLimburg en hun sociale omgeving (ouders, leerkrachten, begeleiders) bij wie sprake is van psychiatrie, verstandelijke beperking, verslaving en/of ernstige gedragsproblemen en disfunctioneren op school. Kinderen of jongeren die dreigen vast te lopen en met een ondersteuningsvraag op twee levensgebieden, te weten school en thuis.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
39
Onderwerp/thema Regionaal Kennis- en Expertisecentrum Weert
OG Buitengewoon / School
Participerende partijen
Doel
Maaskei
MeerderWeert
Het RKEC Weert draait niet alleen om onderwijs
Aloysiusstichting
en zorgdoelen – één kind, één gezin,
De Wijnberg
één plan, maar ook om ervoor te zorgen dat
Mutsaersstichting
kinderen met een speciale leer- en/of ontwikkelingsvraag hun weg vinden in de samenleving, richting vervolgonderwijs, dagbesteding of werk. Samen zijn wij in staat om kinderen en jongeren van 0 tot 23 sneller en effectiever te helpen. Het RKEC Weert is er voor de kinderen en jongeren. Een integraal onderwijs/zorgplan en een systeemgerichte aanpak, dat zorgt ervoor dat kinderen en jongeren – naar eigen mogelijkheden- zich kunnen ontwikkelen en zich kunnen voorbereiden op hun toekomstige positie in de samenleving.
Vervolgopleiding / arbeidstoeleiding Project vanuit samenwerkingsverband VO ‘Van passend onderwijs naar passend werk’ Vervolgopleiding / arbeidstoeleiding
Velddijk
ROC Gilde opleidingen
Behalen van met name MBO niveau 1 diploma.
Wildveld
AOC Citaverde College
Samenwerking op docent- en op beleidsniveau
TECA
Maaskei
Doorlopende leerlijnen.
St. Anna (Koraalgroep)
Het doel van de samenwerking is jongeren
Daelzicht
trainen in primaire arbeidsvaardigheden middels een cursusaanbod wat leidt tot certificering
Vervolgopleiding
Velddijk
Onderwijsgroep Venlo
Leerlingen van de Velddijk worden in de
en Omstreken (OGVO)
gelegenheid gesteld een volledig VMBO – basis of kader diploma te behalen om zo door te stromen naar een vervolgopleiding binnen het ROC.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
40
Onderwerp/thema
OG Buitengewoon / School
Participerende partijen
Doel
Arbeidstoeleiding
Vijverhof
Werkgevers MKB
Leerlingen lopen stage bij verschillende
Wildveld
Zorggroep
bedrijven en instellingen, met kans op een
Velddijk
Rendiz
arbeidsovereenkomst. Door intensieve
Bedrijvennetwerk
begeleiding van zowel de leerling als de
van 300
werkgever/werkcollega’s wordt een reële kans
stagebedrijven
op deelname aan het arbeidsproces geboden. De samenwerking met bedrijven en instellingen is belangrijk om leerlingen reële leerwerkplekken te bieden.
Convenant “Leren maak er werk van”
TECA,
UWV werkbedrijf,
Realisatie van maatschappelijke participatie en
Maaskei,
Gemeente Venlo,
passende arbeidsintegratie van jongeren met
Velddijk, Vijverhof,
MEE
een beperking.
Theater De Garage
Kennismaken met en ontwikkelen van
Wildveld
Culturele- en Kunstzinnige Vorming
Wildveld
podiumkunst.
Ten slotte is Onderwijsgroep Buitengewoon in 2014 gestart met het verkennen van mogelijkheden tot samenwerking met een aantal (keten)partners, waaronder: BCO Onderwijsadvies BV, is een onderwijsadviesbureau en helpt leraren, ouders, leidinggevenden en bestuurders om de ontwikkelkracht van kinderen en jeugdigen steeds meer te benutten PSW biedt zorg en ondersteuning van goede kwaliteit aan kinderen en volwassenen met een verstandelijke handicap bij wonen, dagbesteding/werken/onderwijs en vrije tijd in zowel Midden- als Noord-Limburg Herman Broerenschool is een school voor zeer moeilijk lerende kinderen met een verstandelijke beperking in Roermond (zowel SO als VSO). Vincent van Gogh verzorgt geestelijke gezondheidszorg aan cliënten in Noord- en Midden-Limburg en delen van Brabant. Buro van Roosmalen is een behandelcentrum voor geestelijke gezondheid én een wetenschappelijk onderzoekscentrum Rubicon biedt jeugd- en opvoedhulp in Noord- en Midden-Limburg Koraalgroep verzorgt jeugdzorg, gehandicaptenzorg, speciaal onderwijs, arbeid(stoeleiding) en maatschappelijke opvang aan mensen met een beperking of belemmering op verstandelijk, lichamelijk en/of psychosociaal gebied In het werkgebied van Onderwijsgroep Buitengewoon doet zij dat vooral vanuit St. Anna en Gastenhof.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
41
5. Kwaliteitsbeleid Onder kwaliteitsbeleid wordt verstaan: Beleid dat gericht is op verbetering. Daartoe behoort het formuleren van doelen, het vertalen van doelen in bijpassende methoden en instrumenten, het bepalen van de wijze waarop de kwaliteitszorg ingericht wordt, het bepalen van gewenste bijstellingen op grond van in de kwaliteitszorg verzamelde informatie, evenals het organiseren van het besluitvormingsproces over dit alles. Iedere medewerker binnen Onderwijsgroep Buitengewoon levert zijn of haar bijdrage aan kwaliteitszorg. Wat daarbij hoort is dat een ieder ook daarvoor de verantwoordelijkheid heeft. Kwaliteit bespreekbaar maken, en het vervolgens zichtbaar maken dat dit plaatsvindt, is hierbij noodzakelijk.
5.1 Kwaliteitszorg in de organisatie Kwaliteitszorg is kunnen laten zien hoe wij als stichting/school/dienst structureel ons onderwijs en diensten organiseren, evalueren en waar nodig verbeteren. Uiteindelijk zullen verbeteringen moeten leiden tot het borgen of verbeteren van de geformuleerde opbrengsten en doelstellingen die door de klanten herkend en erkend worden. In 2014 is m.b.t. kwaliteitsbeleid aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: 1. Het medewerkersonderzoek en de daaruit voortvloeiende verbeterplannen 2. Administratieve organisatie/interne controle 3. Realisatie van diverse KOERS-projecten vanuit het programma Onderwijs 4. Implementatie van de Wet Kwaliteit (V)SO Het instrumentarium dat Onderwijsgroep Buitengewoon voor het toezicht hanteert bestaat uit de volgende bestanddelen: 1. Bestuursverslag/jaarrekening 2. Kaderplan kwaliteitszorg 3. Code Goed Bestuur in het primair onderwijs 4. Jaarplan/jaarverslag 5. MARAP en overlegstructuur 6. Tevredenheidonderzoeken
5.2 Toezicht op de kwaliteit door inspectie en bestuur De inspectie heeft in dit kalenderjaar geen scholen van Onderwijsgroep Buitengewoon bezocht in het kader van het toezicht kader voor het verkrijgen van een actueel beeld. Alle scholen van Onderwijsgroep Buitengewoon beschikken in 2014 over het basisarrangement. In 2015 zullen de scholen Ulingshof, Wildveld en Maaskei door de Inspectie worden bezocht.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
42
Verder heeft er in 2014 het jaarlijkse gesprek tussen het CvB en de Inspectie plaatsgevonden. Algemeen kan worden gesteld dat Onderwijsgroep Buitengewoon op een goede wijze omgaat met de maatschappelijke opdracht en de wettelijke eisen betreffende de onderwijskwaliteit. Aandacht blijft nodig om de onderwijskundige vernieuwingen zowel binnen het huidige kwaliteitskader als het toekomstige vorm te geven en tegelijkertijd met sluitende processen te borgen.
5.3 Code Goed Bestuur in het primair onderwijs De Raad van Toezicht en het College van Bestuur conformeren zich aan de Code Goed Bestuur van de PO-raad. De leden van de PO-raad hebben op 21 januari 2010 de Code Goed Bestuur (Code GB) in het Primair Onderwijs vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Er is gekozen voor een code waarin vooral uitgangspunten voor goed bestuur centraal staan. De code roept op tot werken op basis van principes voor goed bestuur en vermijdt zoveel als mogelijk nieuwe plan- en regellast. Daarmee is er ruimte voor de onderwijsorganisaties voor een eigen wijze van invulling van die principes. In maart/april 2011 is besloten om, in het kader van artikel 4 lid1 van de Code GB, de Code GB te hanteren voor de gehele stichting, dus tevens voor het Wildveld, school voor praktijkonderwijs. De Code Goed Bestuur zal opgenomen worden in de Planning en Control cyclus en jaarlijks worden besproken in overleggen van de RvT en het College van Bestuur.
5.4 Klachtenregeling 5.4.1 Vertrouwenscommissie Voor alle scholen/diensten is er een vertrouwenscommissie ingesteld, waar ouders, leerlingen en medewerkers met hun probleem of klacht terecht kunnen. Wij streven ernaar om het onderwijs voor alle leerlingen goed en naar tevredenheid van alle betrokkenen te laten verlopen. Wanneer leerlingen, ouders/verzorgers of medewerkers daarover toch vragen hebben, kunnen zij altijd terecht bij de mentor of directie van de school. Er wordt naar gestreefd om problemen zo snel mogelijk en in goed overleg met alle betrokkenen op te lossen. Vertrouwenspersonen Voor alle gevallen waarin dat niet lukt of niet naar tevredenheid wordt afgehandeld is er de vertrouwenscommissie. De voorzitter van het College van Bestuur zorgt ervoor dat een van de vertrouwenspersonen contact opneemt met de betrokkene. Het kan ook zijn dat een interne contactpersoon contact legt met de externe vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersonen zijn: mevr. E. Caris (bij afwezigheid mevr. E. Schippers)
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
43
dhr. H. Engels (bij afwezigheid dhr. P. Nagelmaeker)
De vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk. Zij hebben geen dienstverband met het schoolbestuur. De vertrouwenspersonen kunnen door bemiddeling zorgen dat het probleem opgelost wordt. Ook kunnen zij helpen met het indienen van klachten bij de externe klachtencommissie. Onderwijsgroep Buitengewoon is aangesloten bij de externe klachtencommissie: Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag 070 – 386 16 97
[email protected] www.gcbo.nl Onderwijsgroep Buitengewoon hanteert een klachtenregeling opgesteld conform modelklachtenregeling primair en voortgezet onderwijs, die via de portal voor iedere medewerker te raadplegen is. Activiteiten 2014 In 2014 hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden van de externe vertrouwenscommissie: Enkele telefonische gesprekken met leerkrachten in verband met een casus; Een gesprek met een interne vertrouwenspersoon m.b.t. interne problematiek school; Een gesprek met een ouder van een leerling i.v.m. een klacht; Een gesprek met een afdelingsleider; Een driegesprek leerkracht – afdelingsleider – ouder; Telefonisch en per mail overleg met Service- en Bestuursbureau.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
44
6. Personeelsbeleid 6. HRM-beleid Het HRM-beleid van Onderwijsgroep Buitengewoon is gebaseerd op de in 2014 vastgestelde HRM-visie. Als stichting zijn we er om het maximum te halen uit de talenten van kinderen en jongeren met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvragen. Om dit waar te maken is iedere medewerker van Onderwijsgroep Buitengewoon nodig, zij zijn het professionele menselijk kapitaal van onze organisatie. Mensen ervaren plezier, trots en motivatie bij het ontdekken en aanwenden van hun talent. Het ontwikkelen van talent van een medewerker moet daarom ruimte krijgen zodat die talenten benut en gedeeld kunnen worden binnen Onderwijsgroep Buitengewoon. Zo kunnen we die talenten optimaal inzetten om de organisatiedoelstellingen te bereiken; excellent onderwijs bieden voor onze leerlingen. Maar talentontwikkeling alleen is niet genoeg. Mensen kunnen niet de hele dag doen wat ze het beste kunnen en het liefste zouden willen. De stichtingsdoelstellingen en de functie vragen soms hele andere kwaliteiten en vaardigheden. Iemand die ervoor kiest om een bepaalde functie te vervullen, kiest er ook voor om de verantwoordelijkheid te nemen voor alle aspecten van die functie. Het is zoeken naar de balans. Natuurlijk zijn de talenten, ambities en successen het uitgangspunt. Uitgaan van eigen kracht, doen waar je goed in bent én die talenten delen met je collega’s, zorgen ervoor dat er energie vrijkomt die gebruikt kan worden voor organisatieontwikkeling, professionele groei en verhoging van de kwaliteit van het onderwijs. En tegelijkertijd blijft het noodzakelijk om verbeterpunten in beeld te krijgen om zo de organisatie én de medewerker nog sterker te maken. Onderwijsgroep Buitengewoon heeft in KOERS de ambitie uitgesproken een moderne en aantrekkelijke werkgever te willen zijn, dat komt tot uiting in belofte 12: Onderwijsgroep Buitengewoon maakt goed werkgeverschap waar en bindt en boeit haar medewerkers door het bieden van studie- en ontwikkelingsmogelijkheden.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
45
6.1 Personele kengetallen 6.1.1 Personeelsbezetting In de cijfers zijn alle vervangers buiten beschouwing gelaten, inclusief de vervangers voor eigen rekening. (In de berekening van vorig jaar waren deze vervangers wel meegenomen.) Dir
Oop
Op
Totaal:
0-24
0
3,6
4,3
7,9
100
25-34
0
37,0
41,4
78,3
53
98
35-44
1,0
30,7
39,3
71,0
41
41
85
45-54
3,0
30,4
34,6
68,1
5
17
39
61
55-59
5,0
13,6
34,0
52,5
60-100
2
12
22
36
60-100
2,0
9,7
19,0
Totaal:
12
164
216
391
Totaal:
11,0
124,9
Aantallen
Dir
Oop
Op
Totaal:
0-24
0
6
5
11
25-34
0
44
56
35-44
1
44
45-54
3
55-59
FTE
172,5
30,6 308,4
Ten opzichte van vorig jaar is er een toename waar te nemen van 7,9 fte en 20 personeelsleden. 6.1.2 Man/Vrouw verhouding In de cijfers zijn alle vervangers buiten beschouwing gelaten, inclusief de vervangers voor eigen rekening. (In de berekening van vorig jaar waren deze vervangers wel meegenomen.) Man
Vrouw
Totaal:
FTE
Man
Vrouw
Totaal:
0-24
0
11
11
0-24
0
7,9
7,9
25-34
9
91
100
25-34
7,9
70,5
78,3
35-44
21
77
98
35-44
19,3
51,7
71,0
45-54
33
52
85
45-54
30,7
37,4
68,1
55-59
24
37
61
55-59
22,7
29,7
52,5
60-100
16
20
36
60-100
15,8
14,8
30,6
Totaal
103
288
391
Totaal
99,3
207,3
308,4
Aantallen
De verhouding man/vrouw bedraagt 26%:74%. Deze verhouding is nagenoeg gelijk aan vorig jaar (28%:72%).
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
46
6.1.3 Ziekteverzuim Netto verzuimcijfer 2013 (in %)
Netto verzuimcijfer 2014 (in %)
Totaal Onderwijsgroep Buitengewoon Ambulante Dienst
5,70
6,53
+0,83
1,08
3,51
+2,43
Service- en Bestuursbureau
17,88
8,30
-9,58
-
6,11
-
IDT
2,43
1,28
-1,15
Ulingshof
8,36
6,45
-1,91
Poortje
6,08
8,17
+2,09
Wildveld
1,50
2,79
+1,29
Velddijk
5,20
8,29
+3,09
Vijverhof SO
7,39
12,64
+5,25
Vijverhof VSO
4,95
5,76
+0,81
Maaskei
10,20
9,69
-0,51
Directie
Verschil 2013 / 2014
Meldingsfrequentie 2013
Meldingsfrequentie 2014
Totaal Onderwijsgroep Buitengewoon Ambulante dienst
1,26
1,41
0,83
0,82
Service- en Bestuursbureau
1,00
2,33
-
0,50
IDT
0,75
1,13
Ulingshof
1,27
1,35
Poortje
1,15
1,61
Wildveld
0,34
0,32
Velddijk
1,65
2,00
Vijverhof SO
1,06
2,69
Vijverhof VSO
2,18
1,18
Maaskei
1,77
1,90
Directie
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
47
Het verzuimpercentage is, ten opzichte van 2013 (5,7%), in 2014 (6,53%) gestegen met 0,83%. Dit percentage ligt nog steeds onder het landelijk gemiddelde in het speciaal onderwijs van 20122(6,9%). Het Service- en Bestuursbureau, het IDT, Ulingshof en Maaskei hebben een dalend verzuim. Vijverhof SO en de Velddijk kenden de grootste stijging van de verzuimcijfers. De meldingsfrequentie is, ten opzichte van 2013 (1,26), in 2014 gestegen naar 1,46. De meldingsfrequentie van Vijverhof SO, Velddijk en het Service- en Bestuursbureau wijkt in negatieve zin af van andere scholen.
6.2
Ontwikkeling HRM-beleid
In 2012 heeft Onderwijsgroep Buitengewoon in KOERS de bovenstaande belofte gedaan. Het is de basis voor de ambitie om als stichting een modern HRM-beleid na te streven. Dat vloeit voort uit de wens een moderne en aantrekkelijke werkgever te zijn. Tegelijkertijd is de huidige situatie er een van veel achterstallig onderhoud op het gebied van P&O beleid en regelgeving. Er is sprake van een onduidelijke rol-/ en taakverdeling tussen centraal en decentraal, gebrek aan beschreven P&O werkprocessen en gebrek aan uniformiteit op het niveau van Onderwijsgroep Buitengewoon. In 2014 is de HRM-visie ontwikkeld en vastgesteld. Die visie is de pijler voor het ontwikkelen van HRM-beleid en personeelsinstrumenten. Uiteraard is deze HRM-visie een afgeleide van de visie van Onderwijsgroep Buitengewoon en is het in samenhang met KOERS en de beloften die daar gedaan worden HRM is ingedeeld in de volgende werkvelden: 1. Werving & Selectie 2. Personeel & Planning 3. Arbeidsvoorwaarden & Beloning 4. Feedback & Beoordeling 5. Loopbaan & Mobiliteit 6. Opleiding & Ontwikkeling 7. Arbo, Verzuim & Re-integratie 8. Taakinhoud & Arbeidsorganisatie 9. Leiderschap Per werkveld zal beschreven worden wat het inhoudt en wat de visie van Onderwijsgroep Buitengewoon op dat werkveld is. Op basis van het HRM visiedocument zal ieder jaar een jaarplan opgesteld worden.
2
De cijfers van 2013 zijn nog niet bekend.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
48
6.2.1 WKR Met ingang van 1 januari 2015 is de werkkostenregeling ingevoerd. De werkkostenregeling vervangt de oude regelingen omtrent vergoedingen en verstrekkingen. Binnen de WKR krijgt de werkgever met ingang van 1 januari 2015 een vrije ruimte van de loonsom die besteed kan worden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. In 2014 heeft er een inventarisatie en analyse plaatsgevonden van de oude regelgeving in vergelijking tot de nieuwe regelgeving. Dit heeft geleid tot een herijking van arbeidsvoorwaarden en een aangepaste verdeling van het budget over de verschillende categorieën vergoedingen en verstrekkingen. Met name de fietsregeling is op onderdelen aangepast. Daarnaast is ervoor gekozen om een aantal vergoedingen en verstrekkingen in de “vrije ruimte” te laten vallen en dit ook als zodanig in te regelen binnen het financiële systeem. 6.2.2 Invoering nieuwe cao PO en cao VO Per 1 juli 2014 is er een nieuwe cao PO en cao VO. Deze cao’s verschillen op bepaalde onderdelen van de vorige cao’s, zoals de intrede van het levensfasebewust personeelsbeleid, professionaliseringsafspraken, duurzame inzetbaarheid, de intrede van de Wet Werk & Zekerheid, 40-urige werkweek en diverse overgangsbepalingen. Deze onderdelen worden gefaseerd ingevoerd en zullen over een langere periode hun beslag krijgen. De kern van de nieuwe cao’s is dat er een omslag plaats vindt van vastomlijnde regelingen en voorwaarden conform afspraken binnen de cao’s naar regelingen waarin meer mogelijkheden gegeven worden om in overleg met medewerkers, leidinggevenden en (G)MR te treden en gezamenlijk afspraken te maken die passen bij de organisatie. De invoering van de nieuwe elementen in de cao’s wordt in 2015 verder vorm gegeven. 6.2.3 Digitaliseren, actualiseren en uniformeren personele regelingen In het kader van goed en modern werkgeverschap is er in 2014 een project gestart om de verouderde regelingen en arbeidsvoorwaarden te moderniseren en aan te passen aan de huidige wet- en regelgeving. Dit heeft geresulteerd in een ge-update personeelshandboek dat voor alle medewerkers beschikbaar is op de portal van Onderwijsgroep Buitengewoon met als doel om informatie met betrekking tot personeelszaken toegankelijker te maken voor medewerkers. Daarnaast zou het ertoe moeten leiden dat het aantal vragen voor de HRM-afdeling van het SBB van Onderwijsgroep Buitengewoon afneemt omdat medewerkers meer zelf in staat zijn informatie te vinden. Dit project zal in 2015 nog verder uitgewerkt worden.
6.3
Flexibele schil
Aanleiding om het thema ‘mobiliteit en flexibiliteit’ onder de loep te nemen waren de reorganisatie en het sociaal plan in 2012. Om goed te anticiperen op de organisatieveranderingen die Onderwijsgroep Buitengewoon nu en in de toekomst
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
49
meemaakt is op dit thema beleid ontwikkeld met als doel om een flexibele schil van tijdelijke contracten te ontwikkelen. Onderwijsgroep Buitengewoon streeft naar een flexibele schil van 12,5% van de totale fte’s binnen de stichting. Het streefpercentage per locatie is eveneens 12,5%. Binnen de Ambulante Dienst en het IDT wordt gestreefd naar maximale flexibiliteit in verband met de onzekere financiële toekomst. Om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen is een te grote flexibele schil niet wenselijk. Wanneer een locatie boven de 17% komt dan geeft dit ruimte om personeel een vaste benoeming te geven. Doel van de flexibele schil is om noodzakelijke inkrimping van personeel zoveel mogelijk te voorkomen. De noodzaak voor de aanpak van deze thema’s is hoog, met name de ontwikkelingen rondom de Wet op passend onderwijs, de verdere daling van leerlingenaantallen, de gevolgen van de wet passend onderwijs voor met name de ambulante dienstverlening en de doorvoering van landelijke verevening die minder goed voor onze regio gaat uitpakken. Mobiliteit en flexibiliteit zullen daarom belangrijke thema´s blijven de komende jaren. Met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid per 1 januari 2015 en met name de wijziging in de ketenbepalingen per 1 juli 2015 (tijdelijke contracten mogen maximaal) zal het beleid rondom de flexibele schil herzien worden.
6.4 Arbo en Sociale veiligheid 6.4.1 Sociale veiligheid In 2012 is in samenwerking met een vertegenwoordiging van iedere school/dienst een veiligheidsbeleidsplan opgesteld. Het beleidsplan betreft enerzijds een nadere concretisering van het te voeren arbobeleid zoals beschreven is in het ´Arbobeleidsplan 2010 – 2015 Onderwijsgroep Buitengewoon´, omtrent het voorkomen van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie binnen de stichting, bedoeld voor alle leden van de gemeenschap. Anderzijds is het ook een uitwerking van de verplichte aspecten aangaande sociale veiligheid (schoolveiligheid) zoals die zijn opgenomen in regelgeving: in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, in het toezichtkader van Onderwijsinspectie en in de CAO (2006). Het veiligheidsbeleidsplan is een richtinggevend kader. In 2013 is dit veiligheidsbeleidsplan uitgewerkt per school/dienst zodat het een werkbaar document voor de school is en dat het beleid is waar de school zich in kan herkennen en vinden. In 2014 is dit verder gecontinueerd. 6.4.2 Platform Veiligheid in en om de school Onderwijsgroep Buitengewoon heeft in 2014 deelgenomen aan het Platform Veiligheid in en om de school. In dit platform waarin verschillende scholen, de politie, gemeente en de GGD
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
50
vertegenwoordigd zijn wordt samenwerking gezocht en kennis en ervaringen gedeeld om samen de veiligheid op scholen te waarborgen en naar een hoger plan te tillen. 6.4.3 Vaccinaties Eind 2014 zijn medewerkers in de gelegenheid gesteld op vrijwillige basis een inenting tegen hepatitis B te ontvangen. Deze vaccinaties werden verzorgd door de GGD Noord Limburg. Vier medewerkers hebben hiervan gebruik gemaakt.
6.5 Verzuimbeleid De stichting pleit voor een proactief ziekteverzuimbeleid. De insteek van een actief ziekteverzuim- en re-integratiebeleid heeft vooral invloed op bewustwording en de wijze waarop omgegaan wordt met zowel langdurig- als kortdurend ziekteverzuim. Aspecten die in toenemende mate bijdragen aan de bewustwording zijn zaken als kostenreductie en kostenbeheersing. In de nabije toekomst zal onderzocht worden of uittreden uit het Vervangingsfonds een mogelijkheid is voor de stichting. Hiermee zal er een duidelijke financiële prikkel ontstaan om een laag verzuim na te streven. Tevens is het vanuit sociaal oogpunt een aandachtsveld dat niet meer is weg te denken binnen het concept van het voeren van een integraal, modern en professioneel HRM beleid. Wetten veranderen continu, de rol van de werkgever verandert, maar ook die van de werknemer. Daarbij is de veranderende maatschappelijke en organisatorische kijk op verzuim van wezenlijke invloed op de wijze waarop omgegaan wordt met verzuimprocessen. Het bouwen aan een gezonde organisatie betekent ook werken aan gezonde medewerkers; goed werkgeverschap en medewerkers die lekker in hun vel zitten. Het verzuimcijfer van Onderwijsgroep Buitengewoon is gedaald van 7.5% in 2012 naar 5.7% in 2013. In 2014 is er een lichte stijging naar 6.5% te zien. Ter vergelijking: in 2013 (over 2014 zijn nog geen gegevens bekend), ligt het verzuimpercentage in het speciaal onderwijs in Nederland op 7%.
6.6 Scholing en functieontwikkeling 6.6.1 Functiemix en seniorschap Op 1 juli 2008 is met werkgevers- en werknemersorganisaties (PO en VO) een akkoord bereikt onder de naam “Convenant Leerkracht”. In dit convenant zijn afspraken gemaakt om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken door onder andere de loopbaanmogelijkheden voor leraren te verruimen. Tot op heden was het loopbaanperspectief voor leraren zeer gering. De invoering van de functiemix is verankerd in de cao en houdt kort gezegd in dat besturen extra (lees “zwaardere” varianten) lerarenfuncties in moeten voeren. Naast de reguliere lesgevende taak, wordt de functie uitgebreid en ingericht met zwaardere taken en verantwoordelijkheden bijvoorbeeld op het
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
51
gebied van onderwijsontwikkeling, professionalisering en kwaliteitsverbetering van de sector en coaching van collega’s. Onderwijsgroep Buitengewoon heeft onderzocht welk type leraar in de toekomst nodig is en de uitkomsten hiervan zijn vastgelegd in een functiebeschrijving voor leraar LC/LD. De nieuwe functiebeschrijving sluit aan bij de ontwikkeling van de organisatie en is een afgeleide van de missie, de visie, de strategische plannen en de keuzes die de stichting op lange termijn wenselijk acht. De kwaliteitseisen van onderwijs en dienstverlening blijft het uitgangspunt. In december 2014 waren er in het Primair Onderwijs in totaal 13,7 fte benoemd in de LCfunctie, dit gaat om 9%. Voor het Voortgezet Onderwijs gaat het om 6,0 fte die in december 2014 benoemd zijn in de LC-functie, dit is 23%. In overleg met de GMR en het DGO is afgesproken dat de resterende LC-functies die Onderwijsgroep Buitengewoon nog in dient te vullen, meegenomen zullen worden in het proces van de herinrichting van de organisatiestructuur. Dat is een natuurlijk moment om de LC-functies inhoudelijk goed neer te zetten, de scholen en uitstroomprofielen worden dan namelijk ingericht. Deze LC-functies zullen in 2015 ingevuld worden. 6.6.2 Uniforme gesprekkencyclus Een van de essentiële onderdelen van het HRM beleid is de gesprekkencyclus. De gesprekkencyclus is hét instrument dat we als organisatie willen gebruiken om de onderwijskwaliteit te borgen. We willen een gesprekkencyclus ontwikkelen met als doel zicht te krijgen op de professionele ontwikkeling van medewerkers van Onderwijsgroep Buitengewoon. En om die professionele ontwikkeling te stimuleren. Uiteindelijk zullen we medewerkers beoordelen op hun resultaten en de competenties die bij ieders functie horen en die nodig zijn voor het verwezenlijken van onze organisatiedoelstellingen. Ook zullen we in de gesprekkencyclus in gesprek gaan over de mate waarin medewerkers de kernwaarden die we als Onderwijsgroep Buitengewoon benoemd hebben, uitdragen in het dagelijkse werk. Onze kernwaarden zeggen wie wij willen zijn als stichting en hoe wij met elkaar om willen gaan binnen Onderwijsgroep Buitengewoon. De manier waarop we met elkaar omgaan bepaalt immers wie we zijn! Door het ontwikkelen van een degelijke uniforme gesprekkencyclus krijgen we inzicht in de talenten en kwaliteiten van medewerkers, die kunnen we vervolgens optimaal verbinden met de organisatie- en schooldoelstellingen en op die manier de onderwijskwaliteit verhogen. Goed of excellent onderwijs is namelijk afhankelijk van de kwaliteit van onze medewerkers.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
52
Binnen een aantal scholen wordt al gewerkt met een volwaardige gesprekkencyclus. In KOERS hebben we echter gezegd dat we binnen Onderwijsgroep Buitengewoon werken volgens het adagium ‘centraal wat kan, decentraal wat moet’. Om die reden willen we afspraken maken over stichtings-brede kaders voor de gesprekkencyclus. Daarnaast is het volgens de cao’s ook een recht van de medewerker en een plicht van de werkgever om met mensen gesprekken te voeren over het functioneren. Ook is de gesprekkencyclus een onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem. In 2014 is er een uniforme gesprekkencyclus ontwikkeld en heeft de GMR ingestemd met deze cyclus. Door het uniformeren van de gesprekkencyclus wordt de kwaliteit van ons onderwijs op een eenduidige en planmatige wijze geborgd, wordt synergie en samenhang in de verschillende aspecten binnen het personeelsbeleid bewerkstelligd, daar waarbij ‘eigenheid en couleur locale’ van de school of afdeling behouden kan worden. In 2015 zal deze gesprekkencyclus geïmplementeerd worden. 6.6.3 Beloningsbeleid Personeel is het professionele kapitaal van de organisatie. Door het voeren van goed HRMbeleid kunnen we ons huidige personeel binden en boeien en zijn we een aantrekkelijke werkgever voor nieuw personeel. Eén van de onderdelen van het HRM-beleid is het beloningsbeleid. We willen hiermee duidelijk maken dat we naast de reguliere vormen van beloning ook de extra ontwikkeling, inzet en prestaties van onze medewerkers op gepaste wijze willen belonen en op die wijze ondernemerschap willen stimuleren. In 2008 zijn alle functies binnen de stichting beschreven en met behulp van FUWA beoordeeld. FUWA beschrijft wat een medewerker geacht wordt te doen en koppelt hieraan een structurele beloning. Deze beloning wordt op basis van de functiebeschrijving bepaald door een onafhankelijke gecertificeerde FUWA-specialist. Onder beloningsdifferentiatie wordt verstaan het incidenteel of structureel onderscheid maken in beloning tussen medewerkers in dezelfde functie op basis van verschillen in professioneel functioneren. In 2014 is gestart met het ontwikkelen van uniform beloningsbeleid. Dit zal in 2015 verder uitgewerkt worden.
6.7 Cultuur en leiderschap Om ervoor te zorgen dat HRM-thema’s gaan leven en in beweging komen is er meer nodig dan alleen het ontwikkelen van HRM-instrumenten. Ook leiderschap en cultuur hebben een enorme impact op het gedrag van mensen en het succesvol functioneren van medewerkers. Eind 2011 formuleerde Onderwijsgroep Buitengewoon haar nieuwe kernwaarden voor de toekomst. Dit gebeurde parallel aan het strategische programma ‘KOERS’ dat wordt ingezet
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
53
om de stichting toekomstbestendig te maken. De nieuwe kernwaarden zijn inmiddels binnen de organisatie bekend gemaakt. Hierbij is er per organisatieonderdeel een eerste vertaling gemaakt van kernwaarden en hebben er binnen de verschillende organisatieonderdelen, zonder gericht centraal beleid, al dan niet activiteiten plaatsgevonden waar kernwaarden een rol hadden. Om ze organisatiebreed in de dagelijkse praktijk door te voeren en te borgen, is echter meer nodig. Daarom is begin 2014 besloten om naast ‘KOERS’ een programma cultuurontwikkeling neer te zetten. De bestuurder heeft hiervoor opdracht verleend aan een klein kernteam, om een plan van aanpak voor het programma cultuurontwikkeling voor te leggen. Naast dit kernteam is er een team Cultuur opgestart. Dit team bestaat uit een aantal geselecteerde medewerkers vanuit verschillende organisatieonderdelen van de stichting. Team Cultuur voedt het proces, denkt mee en is daadwerkelijk betrokken bij het uitvoeren van activiteiten. Binnen Team Cultuur zijn alle onderdelen van de stichting vertegenwoordigd. De doorontwikkeling van de organisatiecultuur (kernwaarden) wordt ingezet om de stichting toekomstbestendig te maken. Er staan immers grote veranderingen voor de deur waardoor vanzelfsprekendheden uit het verleden wegvallen. Dit vraagt om een verscherping van handelen en een andere kijk op de omgeving. Het programma sluit qua tijd en richting aan bij een door te voeren structuurverandering van de stichting. Hierdoor ontstaat er een brede ontwikkeling die zowel gericht is op de structuur en de bedrijfsvoering als op de mens en zijn/haar gedrag. Daarnaast lopen er binnen KOERS ook trajecten om de inhoudelijke visie op (speciaal) onderwijs te herijken en de samenwerking met de omgeving te stimuleren. Deze vier bewegingen (organisatieontwikkeling, onderwijsontwikkeling, omgevingsontwikkeling en cultuurontwikkeling) zijn complementair aan elkaar en garanderen een organisatiebrede kwaliteitsimpuls naar de toekomst. Het plan van aanpak cultuurontwikkeling is vastgesteld in 2014, ook is de eerste fase van het programma gestart. Deze fase heeft als doel dat het programma Cultuurontwikkeling bij alle medewerkers bekend is en dat zij weten wat de zin er van is, de kernwaarden bij iedereen bekend zijn en verdiepend begrepen worden en er draagvlak is voor het programma Cultuurontwikkeling en de aanpak. Een van de belangrijkste schakels bij het daadwerkelijk doorontwikkelen van de organisatiecultuur van de stichting is leiderschap. In 2014 is er een programma leiderschap opgesteld met als doel om de gewenste leiderschapsstijl, naadloos te laten aansluiten bij de gewenste organisatiecultuur die wordt gekenmerkt door ‘warme zakelijkheid’. Het programma cultuurontwikkeling en leiderschap zal zich vooral richten op het feitelijk gedrag van medewerkers en leiders op de dagdagelijkse werkvloer. Immers; De manier waarop we met elkaar omgaan, bepaalt wie we zijn.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
54
6.8 Herontwerp organisatiestructuur 6.8.1 Reorganisatieplan Het CvB heeft een besluit genomen over de organisatieinrichting en kiest (conform het integraal advies van 9 december 2013) voor het inrichten van de organisatie in drie sectoren: Primair Onderwijs (PO), Voortgezet Onderwijs (VO) en Dienstencentrum. Eerder heeft het CvB al besloten om deze sectoren voor wat betreft de bedrijfsmatige processen centraal te ondersteunen vanuit het Service- en Bestuursbureau (SBB). Het gaat daarbij om ondersteuning aan sectoren en bijbehorende medewerkers voor alle ondersteunende domeinen die niet behoren tot het primair proces: financiën, HR, onderwijshuisvesting, arbo en sociale veiligheid, ICT, PR & communicatie, secretariaat en een aantal overige zaken (facilitaire zaken / inkoop, juridische zaken en kwaliteit). De realisatie van de nieuwe organisatiestructuur is opgeknipt in twee fasen; de fase van ‘grofstructurering’ welke op 1 augustus 2014 is afgerond en de fase van ‘fijnstructurering’ welke op 1 augustus 2015 behoort te zijn afgerond. Beide fasen worden middels een ‘organisch proces’ doorlopen. In het voorjaar van 2014 zijn er twee directeuren geworven, een directeur sector PO en een directeur sector VO. Vanaf 1 augustus 2014 is de nieuwe sectorstructuur een feit en operationeel. Het schooljaar 2014/2015 (de fijnstructurering) wordt vervolgens gebruikt om de laatste puntjes op de spreekwoordelijke ‘i’ te zetten. De fijnstructurering is nodig om die sectorale aansturing in de praktijk te brengen en de aanloopproblemen, die er ongetwijfeld zullen zijn, op te lossen. In het najaar van 2014 heeft dit geleid tot een reorganisatieplan. Dit reorganisatieplan richt zich op deze herinrichting van de schoolleiding in de sectoren PO en VO en daar waar van toepassing ook op het Dienstencentrum. Daartoe geeft dit plan inzicht in de beoogde taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de toekomstige schoolleiding. Tevens geeft dit plan inzicht in de wijze waarop de samenwerking binnen en tussen de sectoren én de samenwerking binnen de scholen zal gaan plaatsvinden. 6.8.2 Werving en selectie In 2014 is de werving en selectie van sectordirecteuren (als onderdeel van de grofstructurering) en schoolleiders (als onderdeel van de fijnstructurering) vanuit de HRMafdeling van het SBB begeleid. Daarbij is gezocht naar interne medewerkers die de bagage en de talenten hebben om, binnen het gewenste profiel, de functie van sectordirecteur of schoolleider in te vullen. Dit heeft geleid tot een interne collega die benoemd is tot directeur sector PO. Daarnaast is er een externe kandidaat geworven voor de functie van directeur sector VO. De zes benoemde schoolleiders zijn allemaal interne medewerkers van Onderwijsgroep Buitengewoon.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
55
7. Huisvestingsbeleid De ontwikkelingen op het gebied van huisvesting zijn te splitsen in de activiteiten die op de locaties plaatsvinden en de thema’s die bovenschools spelen. Activiteiten op de locaties Wildveld en Velddijk De gemeente Venlo heeft in 2014 definitief het budget voor de nieuwe huisvesting van Velddijk vastgesteld. Het College van Bestuur van Onderwijsgroep Buitengewoon heeft besloten de sector VO naar uitstroomprofielen te organiseren én te huisvesten. Derhalve zal dit budget worden benut om leerlingen van Velddijk met het uitstroomprofiel Arbeid gezamenlijk te huisvesten met leerlingen van school voor praktijkonderwijs Wildveld met hetzelfde uitstroomprofiel. Onderwijsgroep Buitengewoon zal vervolgens de huidige locatie van de Velddijk op de Bergstraat in Tegelen verlaten. Het project is eind 2014 gestart met de selectieprocedure van een externe projectleider. De plannen worden in 2015 verder uitgewerkt. De toekomst van de locatie aan de Hulsterweg wordt in de scenariostudie nader onderzocht. Verder heeft de Velddijk op de Postweg (terrein Mutsaersstichting) nog een keuken en een werkplaats in gebruik. In 2015 zal voortzetting van deze activiteiten op een andere locatie onderzocht worden. Vijverhof De Vijverhofschool krijgt een nieuw schoolgebouw op een locatie in de wijk De Nieuwe Munt. In 2014 is het ontwerp voor de nieuwbouw uitgewerkt tot een bestek op basis waarvan woningcorporatie Antares de plannen in 2015 zal gaan realiseren. Talentencampus Venray / SO Geijsteren In Venray wordt intensief gewerkt aan de voorbereiding van een Talentencampus voor de leerlingen van SPOVenray en Onderwijsgroep Buitengewoon. De gemeenteraad van Venray heeft ingestemd met de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek dat in 2014 is uitgevoerd. Er komen op dit moment nog 3 locaties in aanmerking voor de realisatie van een Talentencampus. De uitwerking van de plannen gaat verder in 2015. Vooruitlopend op de realisatie van de Talentencampus heeft Onderwijsgroep Buitengewoon in de zomervakantie van 2014 een schoollocatie in Geijsteren in gebruik genomen, die tot het moment dat de Talentencampus Venray gereed is als tijdelijke huisvesting zal dienen. Daarbij is locatie ’t Poortje aan de Simon Stevinstraat in Venlo-Noord na vele jaren verlaten. Ulingshof Op Ulingshof is in 2014 het douchespoelsysteem van het zwembad vervangen omdat het oude systeem niet bleek te functioneren met nieuwe software binnen Onderwijsgroep
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
56
Buitengewoon. Het douchespoelsysteem is noodzakelijk om legionellagevaar te voorkomen. Daarnaast is aan de hand van een risico-inventarisatie voor de hele locatie het legionellabeheer onderzocht en verbeterd. In de herfstvakantie is er met een kleine interne verbouwing een rustruimte tussen twee lokalen gerealiseerd. Talentencampus Venlo De Talentencampus Venlo heeft te kampen met technische problemen die al vanaf de oplevering in 2012 spelen en nog steeds niet afdoende zijn opgelost. Het gaat met name om installaties die niet geschikt zijn voor het beoogde doel en/of niet juist zijn aangesloten. Het gevolg is dat het binnenklimaat onvoldoende geregeld kan worden en er extra energiekosten worden gemaakt. De oplossing hiervoor is complex en vormt een aanzienlijke kostenpost van enkele tienduizenden euro’s. De aannemer en installateur kunnen wegens faillissement niet meer aansprakelijk worden gesteld. Er is gestart met de implementatie van het beheerplan, waarin duidelijkheid wordt gegeven over de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot de huisvesting en facilitaire zaken. De aanpak van de knelpunten zal ook in 2015 nog de nodige aandacht vragen. Maaskei Voor de locatie van de Maaskei in Heel zijn geen bijzonderheden te melden. In 2014 is de Maaskei begonnen met het verzorgen van onderwijs vanuit haar nevenvestiging in Weert. Dat doet zij vanuit de (tijdelijke) locatie te Beatrixlaan waar ook de school voor speciaal basisonderwijs Het Palet van stichting MeerderWeert is gevestigd. Deze gezamenlijke huisvesting vormt impliciet de opmaat naar de gezamenlijke huisvesting in het regionaal kennis- en expertisecentrum Weert.
Thema’s bovenschools Samenwerking met Akkoord!PO en Kerobei op gebied van onderhoud Onderwijsgroep Buitengewoon heeft samen met huisgenoten Akkoord!PO en Kerobei plannen uitgewerkt voor samenwerking op het gebied van onderhoud. Op structurele basis zal er tussen deze schoolbesturen een uitwisseling van kennis en ervaring plaatsvinden, wat ten goede komt aan de (kosten voor) onderwijshuisvesting. Daarnaast zal in de toekomst worden onderzocht, welke financiële voordelen het heeft om bepaalde onderhoudswerkzaamheden gezamenlijk aan te besteden.
Doordecentralisatie onderwijshuisvesting De schoolbesturen voor primair onderwijs in de gemeente Venlo onderzoeken op verzoek van de gemeente de huisvestingsopties voor de toekomst: hierbij kan doordecentralisatie van het eigendom een van de uitkomsten zijn. Naast de (per 1 januari 2015 gerealiseerde) overheveling van het buitenonderhoud zouden schoolgebouwen dan volledig in eigendom
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
57
van schoolbesturen komen. Onderwijsgroep Buitengewoon neemt actief deel aan de gesprekken en het lopende onderzoek, waarvan begin 2015 de eerste resultaten met de gemeente Venlo worden besproken. De gemeente Venlo is op dit moment de enige gemeente waar Onderwijsgroep Buitengewoon te maken heeft met een onderzoek naar volledige doordecentralisatie. In andere gemeenten is dit thema nog niet aan de orde.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
58
8. Overig beheer 8.1 ICT Infrastructuur en werkplekbeheer Om te kunnen voldoen aan de beloften in KOERS heeft de uitbesteding van de ICTinfrastructuur en het werkplekbeheer in 2014 verder vorm gekregen. Door te ontzorgen op technisch beheer is er namelijk meer aandacht mogelijk voor de functionele rol van ICT in het onderwijs. Om goed te kunnen werken bleek het nodig om te investeren in toekomstbestendig breedband via glasvezel en zijn scholen uitgerust met een draadloos netwerk. Alle locaties zijn in een goed tempo omgezet naar de nieuwe infrastructuur en werkomgeving op basis van de oplossing van IT-workz. De opvolging na oplevering van het project aan de staande organisatie heeft helaas om extra aandacht gevraagd. Na het zomerreces ontstond een piek met teveel incidenten die ook te lang bleven openstaan. De nieuwe beleidsmedewerker en applicatiebeheerder hebben hun regierol gelijk opgepakt en er zijn stappen gezet om extra afspraken te maken in de dienstverleningsovereenkomst (SLA). Deze regierol blijft ook in toekomst van groot belang. Nieuwe locatie en naamswijziging In Geijsteren is in het verslagjaar een nieuwe locatie geopend waar leerlingen van het vroegere Poortje maar ook van Vijverhofschool so en Ulingshof onderwijs zijn gaan volgen. De ICT-infrastructuur en –apparatuur is verhuisd van ’t Poortje naar deze locatie. Speciaal onderwijs Geijsteren heeft als eerste een moderne telefooncentrale gekregen gebaseerd op Voice Over IP. De naam van een organisatie en de bijbehorende domeinnaam zit tegenwoordig in de haarvaten van informatiesystemen. De naamswijziging van SSO NML naar Onderwijsgroep Buitengewoon heeft dan ook op ICT-gebied geleid tot een omvangrijk project met verschillende fases. In aanloop naar de jaarwisseling is de naam aangepast in de meest zichtbare onderdelen, zoals de publieke website en e-mailfunctionaliteit. Gezien de tijdsdruk komen andere, interne systemen – zoals de digitale werkplek, het intranet en de draadloze (gast)netwerken – in de fases daarna pas aan bod. Optimaal gebruik van ICT Uit KOERS volgt de belofte om ICT optimaal te gebruiken, met name in het primaire proces. Het mantelcontract dat voor de toepassing ClaroRead voor de hele stichting tot stand is gekomen, is daar een goed voorbeeld van. Leerlingen kunnen sindsdien teksten op een makkelijke manier geautomatiseerd voorgelezen krijgen, zowel in de klas als thuis achter de pc. De verbinding tussen het primaire proces en de bedrijfsvoering moet tevens optimaal zijn. Het verouderde LVS2000 voldoet daarin niet meer. KOERS-project LVS heeft voor de sector primair onderwijs (en cluster 3 van het vso) eind 2014 een nieuw leerlingadministratie- en leerlingvolgsysteem genaamd ParnasSys gekozen. In het sectoroverleg zijn de eerste gesprekken voor de implementatie in 2015 gevoerd. Ook reguliere kantoorwerkzaamheden vragen om een moderne oplossing. Ter ondersteuning van de
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
59
documentenstroom en archivering is op het Service- en Bestuursbureau een contract gesloten met BCT voor de implementatie van document managementsysteem Corsa. Onderzoek en innovatie Innovatie in de klas kan op vele manieren. Het traditionele krijtbord is al een tijdje vervangen. Daarvoor in de plaats worden tegenwoordig digiborden gebruikt in eenzelfde vaste opstelling, met beamer. Dit digibord 1.0 is wat beperkt in mogelijkheden en flexibiliteit. Het afgelopen jaar zijn op meerdere locaties de digiborden 2.0 van Prowise geïntroduceerd. Deze verrijdbare borden maken veel meer gebruik van moderne, innovatieve manieren van interactie met leerlingen, bijvoorbeeld draadloos via tablets. Op scholen wordt daardoor met nieuwe manieren van onderwijsgeven geëxperimenteerd. Een internationaal programma genaamd New Pedagogies for Deep Learning biedt ook een mogelijkheid om een lesaanpak te onderzoeken en aan de hand van ICT te hervormen. Eind 2014 is een verkenning gestart naar deelname aan dit programma dat ondersteund wordt door Microsoft en waarbij reflectie met andere scholen een belangrijke rol speelt. Een programma dat prima past bij KOERS.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
60
9. Financieel Beleid 9.1 Treasury Medio 2011 is een nieuw Treasurystatuut vastgesteld. Treasury is “het sturen op, het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s”. In het Treasurystatuut zijn de algemene grondslagen en beginselen van het Treasurybeleid van Onderwijsgroep Buitengewoon vastgelegd. Het Treasurybeleid heeft primair als doel het beheren van financiële risico’s en secundair het reduceren van financieringskosten. De algemene doelstellingen van het Treasurybeleid zijn: 1. Het kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen van de organisatie door tijdige beschikbaarheid van de benodigde liquide middelen tegen acceptabele condities; 2. Het optimaliseren van het rendement op de overtollige liquide middelen; 3. Het minimaliseren van de kosten van leningen; 4. Het beheersen en bewaken van de risico’s en kosten die aan de financiële posities en de geldstromen van de organisatie zijn verbonden; 5. Het beheersen en bewaken van de risico’s en kosten van betalingsverkeer en geldstromen binnen de organisatie. Onderwijsgroep Buitengewoon heeft ook in 2014 haar beleggingsportefeuille bij ING voortgezet. Onderwijsgroep Buitengewoon hanteert een zeer defensief beleggingsprofiel en belegt uitsluitend in obligaties (bandbreedte 80 – 100%) en zakelijke waarden (bandbreedte 0 – 20 %). Het obligatiedeel is samengesteld uit bedrijfsobligaties en staatsobligaties. Binnen het beleggingsprofiel is hiervoor geen nadere bandbreedte benoemd. Met de samenstelling van de portefeuille voldoet Onderwijsgroep Buitengewoon aan de Regeling Beleggen & Belenen Onderwijsinstellingen. De obligatieportefeuille heeft een looptijd tot en met 2025. Bij de samenstelling van de portefeuille wordt rekening gehouden met een evenwichtige liquiditeitsvrijval in lossingen en couponrentes en een evenwichtige spreiding over partijen. In de samenstelling en omvang van de beleggingsportefeuille hebben in 2014 geen wijzigingen plaatsgevonden. De beleggingsportefeuille heeft over het gehele jaar 2014 een rendement behaald van ca. 8.4%. Het rendement wordt grotendeels veroorzaakt door de stijging van de koersen van de obligaties. Dit ongerealiseerde koersresultaat is echter nauwelijks zichtbaar in de jaarcijfers. Dit hangt samen met de gehanteerde waarderingsgrondslagen: obligaties worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde op balansdatum, met als ondergrens de nominale waarde. De verschillende waarderingen met elkaar vergeleken:
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
61
Waarde van de effectenportefeuille op de balans per eind 2014
€ 4.311.135
Marktwaarde van de effectenportefeuille (waardering tegen beurskoers)
€ 4.659.140
Nominale waarde van de effectenportefeuille
€ 4.100.000
Naast de beleggingsportefeuille beschikt Onderwijsgroep Buitengewoon over een aantal spaarrekeningen bij zowel de ING als de ABN AMRO Bank die dagelijks opvraagbaar zijn (stortingen en opnames dagelijks vrij mogelijk).
9.2 Risicobeheersings- en controlesystemen Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersings- en controlesystemen van Onderwijsgroep Buitengewoon. Deze systemen hebben als doel het bewaken van de realisatie van doelstellingen, de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving en het naleven van de wet- en regelgeving. Het stelsel van interne risicobeheersings- en controlesystemen zal in de komende jaren regelmatig worden geëvalueerd en verder geoptimaliseerd. De externe accountant zal in de reguliere controle van de boekhouding per jaareinde een rapportage opnemen over de financiële positie van Onderwijsgroep Buitengewoon. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de risicobeheersings- en controlesystemen ten aanzien van financiële verslaggevingsrisico’s in het boekjaar 2014 niet naar behoren hebben gefunctioneerd.
9.3 Risicomanagement In de afgelopen jaren zijn de eerste stappen genomen om meer aandacht te besteden aan Risicomanagement. Aan de hand van de risicotool zoals de PO Raad die heeft ontwikkeld, is een analyse gemaakt van de voor Onderwijsgroep Buitengewoon meeste relevante risico’s en de wijze waarop die zijn / worden afgedekt. De resultaten van de tool zijn in het verslagjaar 2014 bekend geworden en intern besproken. Naar aanleiding hiervan is het risicomanagement belegd bij de controller. In de uitvoering zijn de eerste stappen gezet: de planning & control cyclus en de strategische agenda zijn vastgelegd. Jaarlijks vindt hier een verdiepingsslag op plaats. Ook in de komende jaren zal dit verder uitgewerkt worden.
9.4 Financieel resultaat De oorspronkelijk voor 2014 vastgestelde begroting sloot op een negatief resultaat van € 860.000. De structurele begroting resulteerde in een nihil resultaat. Voor kwaliteit, innovatie en andere incidentele projecten was een bedrag gereserveerd van € 860.000, waardoor het totale resultaat in de begroting uitkwam op € 860.000 negatief.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
62
Toelichting op de baten
Rijksbijdragen De Rijksbijdragen voor 2014 waren begroot op ruim € 21,1 miljoen. De Rijksbijdragen kwamen uit op bijna € 21 miljoen en daarmee € 159.000 lager dan begroot. In de Rijksbijdragen zijn naast de reguliere personele en materiële bekostiging en LGF – gelden, onder meer ook opgenomen de ontvangen gelden voor Prestatiebox en groeibekostiging. Het lager uitvallen van de Rijksbijdragen vindt haar oorzaak in het uitblijven van aanvullende bekostiging naar aanleiding van het Nationaal Onderwijsakkoord. Hier was in de begroting wel rekening mee gehouden.
Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen waren voor het jaar 2014 begroot op € 187.000. De realisatie kwam uit op € 180.000. De ESF-subsidies vallen iets lager uit dan begroot.
Overige baten De overige baten waren voor het jaar 2014 begroot op € 1.275.000. De realisatie kwam uit op € 1.782.000 en is daarmee ca. € 507.000 hoger dan begroot. Hieronder vallen onder meer de opbrengsten uit detacheringen, vergoedingen van salariskosten, en opbrengsten uit externe activiteiten van het Wildveld, de Velddijk, AD en IDT. De positieve afwijking ten opzichte van de begroting wordt vooral verklaard uit de ontvangen baten als gevolg van de opheffing van het REC (€ 395.000), hogere bijdragen voor kwaliteitsprojecten vanuit het REC (€ 35.000) en hogere overige inkomsten (€ 77.000).
Totale baten De totale baten zijn voor het jaar 2014 begroot op € 22,6 miljoen. De realisatie komt uit op € 22,9 miljoen en daarmee ca. € 0,3 miljoen hoger dan begroot als gevolg van de hierboven genoemde elementen.
Toelichting op de lasten
Personeelslasten De loonkosten (inclusief sociale lasten, opslagen en reserveringen) voor het jaar 2014 waren begroot op € 18,3 miljoen. De feitelijke loonkosten voor 2014 komen uit op € 18,7 miljoen en liggen daarmee hoger dan begroot. Op de loonkosten zijn de van het Vervangingsfonds en Risicofonds te ontvangen vergoedingen in mindering gebracht. Voor de hogere loonkosten zijn in hoofdzaak twee oorzaken aan te wijzen. Enerzijds is er sprake van een niet begrote loonsverhoging van 1,2% per 1 september 2014 (€ 71.000). Daarnaast was in de begroting een bezuiniging op de salariskosten bij het Poortje meegenomen van € 240.000, gebaseerd op een daling van het aantal leerlingen van 126
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
63
naar 90 leerlingen. Deze daling heeft echter in de praktijk niet plaatsgevonden. Het Poortje heeft in 2014 121 leerlingen bediend. De overige personeelskosten waren voor het jaar 2014 begroot op € 1,3 miljoen. In de realisatie komen de overige personeelskosten uit op € 1,7 miljoen. De overschrijding is in hoofdlijnen te verklaren vanuit een extra dotatie aan de voorziening negatief getoetsten (€ 150.000) en meer inhuur extern personeel (€ 271.000). In 2014 heeft de Stichting onverwacht afscheid moeten nemen van een tweetal directeuren, waarvoor externe inhuur ter vervanging heeft plaatsgevonden. Een bijzonder onderdeel van de personeelskosten vormen de bestedingen in het kader van de ontvangen baten voor de Prestatiebox. Deze gelden zijn in 2014 volledig besteed en opgenomen in de posten cursuskosten, studiedagen en overige personeelskosten.
Afschrijvingen De afschrijvingen waren voor het jaar 2014 begroot op € 361.000. De realisatie kwam uit op € 307.000 en daarmee lager dan begroot. Dit is het gevolg van uitstel van investeringen, met name investeringen in ICT op locaties. In december 2014 heeft wel een forse investering in tablets plaatsgevonden, maar deze worden pas afgeschreven vanaf de maand na aanschaf en leiden derhalve niet tot afschrijvingskosten in 2014.
Huisvestingslasten De huisvestingslasten waren voor het jaar 2014 begroot op € 1,0 miljoen. De feitelijke huisvestingslasten kwamen uit op € 1,2 miljoen en overschreden daarmee de begroting. Dit kent 3 hoofdredenen: in de eerste plaats zijn de schoonmaak- en onderhoudskosten op de Velddijk hoger dan begroot. Ten tweede vallen de onderhoudskosten op de nieuwe locatie Geijsteren hoger uit dan begroot als gevolg van niet voorziene initiële kosten. Verder zijn de kosten van energie en waterverbruik op diverse locaties hoger dan begroot.
Overige lasten De overige lasten waren voor het jaar 2014 begroot op € 2,6 miljoen. De realisatie kwam fors lager uit op € 2,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door een onderbesteding op de projecten voor onder meer KOERS, innovatie inrichting dienstencentrum en ICT-migratie. Hiervoor is in de begroting een bedrag van € 860.000 gereserveerd, terwijl slechts € 550.000 is besteed. Daarnaast was binnen de ICTbegroting een bedrag opgenomen van € 100.000 voor de ontwikkeling van een elektronische leeromgeving. In 2014 zijn hier wel middelen aan besteed, maar dit betreffen met name investeringen in apparatuur.
Totale lasten De totale lasten waren voor het jaar 2014 begroot op € 23,6 miljoen. De realisatie komt uit op € 24 miljoen. De oorzaken zijn hierboven beschreven.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
64
Toelichting op de financiële baten en lasten De financiële baten en lasten waren voor het gehele jaar 2014 begroot op € 176.000. De financiële baten en lasten komen over 2014 uit op € 172.000, iets lager dan begroot. In algemene zin kan gesteld worden dat de positieve teneur van de financiële baten en lasten 2 hoofdcomponenten heeft: De resultaten op de beleggingsportefeuille (met name door verkoop) De rente – opbrengsten op uitstaande liquiditeiten door middelen te spreiden en door een strakker liquiditeitenbeheer te voeren, waarbij gelden op de lopende rekening zoveel als mogelijk (tijdelijk) worden afgeroomd ten gunste van hoger renderende spaarrekeningen. Totaalbeeld Het begroot resultaat voor het gehele jaar 2014 bedraagt € 860.000 negatief. Het gerealiseerd resultaat over 2014 beloopt € 965.000. negatief. Daarmee was het feitelijk resultaat € 105.000 lager dan begroot. De verschillenanalyse kent op hoofdlijnen 3 elementen: De ontvangen middelen als gevolg van het opheffen van de REC’s (€ 395.000); Het hoger uitvallen van de salariskosten als gevolg van meer leerlingen (€ 240.000) en de niet begrote loonsverhoging (€ 71.000); Het hoger uitvallen van de overige personeelskosten als gevolg van onvoorziene vervanging van directeuren (€271.000) en de dotatie aan de voorziening negatief getoetsten (€ 150.000); De onderbesteding op projecten (€ 310.000).
Vergelijking met 2013 De baten liggen met € 22,9 miljoen ca. € 1,0 miljoen lager dan in 2013. De belangrijkste oorzaken:
Regeling bijzondere bekostiging in 2013 Leerplusaarrangementen VO in 2013 Minder bekostiging a.g.v. minder leerlingen Minder LGF-bekostiging Minder ESF-baten Overig Totaal
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
-215.000 -50.000 -51.000 -184.000 -405.000 -7.000 -912.000
65
De lasten zijn met € 24 miljoen ca. € 400.000 hoger dan in 2013. Uitsplitsing van de bedragen en verklaring op hoofdlijnen:
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal
444.000 38.000 -118.000 29.000 393.000
De hogere personeelslasten zijn met name een gevolg van de vervangingskosten voor directie (€ 271.000) en de hogere dotatie aan de voorziening negatief getoetsten (€ 150.000) Daarnaast heeft er een verschuiving plaatsgevonden ten opzichte van 2013 van externe inhuur naar eigen personeel als gevolg van het op sterkte brengen van het service & bestuursbureau in 2014. De financiële baten en lasten tenslotte zijn € 78.000 lager dan in 2013. In 2013 zijn verkoopresultaten gerealiseerd als gevolg van verkopen binnen de beleggingsportefeuille. Per saldo is het totaal resultaat in 2014 € 1,4 miljoen lager dan in 2013.
9.5 Resultaatverdeling en vermogen Het voorstel voor de bestemming van het resultaat is als volgt: Onttrekking aan de Bapo reserve Onttrekking aan de huisvestingsreserve Onttrekking aan de apparatuur en inventarisreserve onttrekking aan de algemene reserve Totaal bestemming resultaat
-106.509 -49.000 -300.000 -434.964 -890.473
Daarnaast wordt voorgesteld om de bestemmingsreserve Expertise ontwikkeling en de bestemmingsreserve Innovatie samen te voegen tot één bestemmingsreserve Expertise ontwikkeling en Innovatie. De algemene reserve komt daarmee per ultimo 2014 op € 1.101.603. Daarnaast beschikt Onderwijsgroep Buitengewoon over een bedrag van € 5.083.825 aan bestemmingsreserves. Het totaal eigen vermogen per ultimo 2014 bedraagt daarmee € 6.185.428.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
66
9.6 Indicatoren Op grond van balans en exploitatierekening is een aantal indicatoren becijferd. Zie onderstaande tabel:
2014
2013
1,8
2,0
-3,9%
2,1%
Solvabliteit Eigen vermogen / totaal vermogen
58%
60%
Kapitalisatiefactor Balanstotaal minus gebouwen / totale baten
46%
49%
Weerstandsvermogen Eigen vermogen minus MVA / rijksbijdragen
24%
28%
Liquiditeit kortlopende activa / kortlopende passiva Rentabiliteit Netto-resultaat / totale baten
Uit dit overzicht blijkt dat de financiële vermogenspositie van Onderwijsgroep Buitengewoon als sterk valt te kwalificeren. De kapitalisatiefactor is iets gedaald, maar ligt nog steeds ruim boven de daarvoor door OCW gestelde norm van 35%. Hieruit volgt dat de vermogenspositie ruimte biedt voor het opvangen van mogelijke financiële tegenvallers in toekomstige jaren dan wel de mogelijkheid biedt om een aantal gerichte eenmalige verbeteringen te financieren op bijvoorbeeld het vlak van onderwijskundige methodieken, huisvesting of ICT. Tegelijkertijd realiseren wij ons dat dat op een verantwoorde wijze dient te gebeuren en dat structurele baten en lasten niet onevenwichtig mogen worden.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
67
10. Continuïteitsparagraaf 10.1 Inleiding In het kader van de versterking van de bestuurskracht in het onderwijs is het sinds 2013 verplicht een continuïteitsparagraaf op te nemen in het jaarverslag. Onderwijsgroep Buitengewoon is een ambitieus en maatschappelijk bewust schoolbestuur dat waarde hecht aan het afleggen van verantwoording over genomen besluiten in het verleden, maar ook transparant is over haar voornemens richting de toekomst. Onderwijsgroep Buitengewoon stelt jaarlijks een meerjarenbegroting op. Hierin worden de maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot onderwijs, de interne ontwikkelingen binnen Onderwijsgroep Buitengewoon en de ambities van Onderwijsgroep Buitengewoon vertaald in een financiële prognose voor de komende jaren. Als gevolg van de invoering van passend onderwijs verandert met ingang van schooljaar 2015/2016 de bekostigingssystematiek: Voor alle leerlingen wordt een basisbekostiging ontvangen; Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte van de leerling wordt een bedrag voor zware ondersteuning toegekend; De personele bekostiging voor ambulante begeleiding gaat naar de Samenwerkingsverbanden met een (éénjarige) herbestedingsverplichting bij de aanbieder van de ambulante begeleiding. De materiële bekostiging voor ambulante begeleiding vervalt. De middelen voor PAB/TAB (preventieve ambulante begeleiding en terugplaatsing ambulante begeleiding) vervallen in de bekostiging van de scholen voor speciaal onderwijs. De PAB middelen gaan over naar de Samenwerkingsverbanden en maken onderdeel uit van de (éénjarige) herbestedingsverplichting bij de aanbieder van ambulante begeleiding. De TAB middelen vervallen in zijn geheel. De middelen voor ambulante begeleiding in de Personeels- & Arbeidsmarktbeleid bekostiging vervalt uit de bekostiging van de scholen voor speciaal onderwijs. Deze middelen gaan over naar de Samenwerkingsverbanden en maken onderdeel uit van de (éénjarige) herbestedingsverplichting bij de aanbieder van ambulante begeleiding. Samenwerkingsverbanden dienen met de gemeente afspraken te maken over de zorgmiddelen voor inzet in ondersteuning in het onderwijs. Het meerjarenperspectief van Onderwijsgroep Buitengewoon hangt sterk af van de ontwikkeling van de leerlingenaantallen, het effect van de vereveningsopdracht van de samenwerkingsverbanden en de ontwikkeling van de inkomsten uit ambulante begeleiding.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
68
10.2 Kengetallen Personeel en leerlingengegevens
KENGETAL Personele bezetting in FTE - Management /directie - Onderwijzend personeel - Overige medewerkers
Leerlingenaantallen
2014
2015
2016
2017
11 125 173 309
11 149 110 270
11 145 109 265
11 140 107 258
1.090
1.074
1.055
1.025
Onderwijsgroep Buitengewoon opereert binnen een krimpregio. Op basis hiervan zijn voor de komende jaren dalende leerlingenaantallen te verwachten. Onderwijsgroep Buitengewoon heeft een gespecialiseerd bureau opdracht gegeven de leerlingenontwikkeling op basis van krimp voor de komende jaren in beeld te brengen. Naast krimp heeft Onderwijsgroep Buitengewoon te maken met een negatieve vereveningsopgave in alle 6 de samenwerkingsverbanden waarbinnen Onderwijsgroep Buitengewoon actief is. In alle samenwerkingsverbanden vindt op dit moment vooral sturing plaats op financiële motieven in plaats van inhoud hetgeen tot uiting komt in het doorvertalen van de negatieve vereveningsopdracht naar minder leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Dit heeft een aanzienlijk effect op de leerlingenaantallen van Onderwijsgroep Buitengewoon. Op basis van krimp en negatieve verevening daalt het leerlingenaantal naar verwachting van 1.090 leerlingen in 2014 tot 1.025 leerlingen in 2017. Dit heeft gevolgen voor de formatie-omvang binnen onderwijzend personeel. Op dit moment is nog niet in te schatten of en in welke omvang dit ook gevolgen heeft voor de overige medewerkers. De effecten hiervan zijn vastgelegd in het (meerjaren)bestuursformatieplan. Ambulante begeleiding De overgang van de middelen voor ambulante begeleiding naar de samenwerkingsverbanden met slechts een éénjarige herbestedingsverplichting brengt grote risico’s met zich mee voor OG Buitengewoon voor de toekomst. In overleg met onze belangrijkste afnemers die in dit verband ook kwaliteit en continuïteit verlangen, zijn we er in geslaagd om met de twee in dit kader voor OG Buitengewoon grootste samenwerkingsverbanden driejarige contracten af te sluiten. Hierbij wordt weliswaar afgezien van de herbestedingsveplichting voor schooljaar 2015/2016 waardoor de middelen al in dit schooljaar dalen, maar waarbij wel de afname en daarmee de werkgelegenheid voor
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
69
de komende drie jaren is gegarandeerd op het niveau van de afgesloten contracten. Dit leidt tot een daling van middelen in het samenwerkingsverband PO Venlo met 29% en in het samenwerkingsverband VO Venlo met 25%. In totaal gaat het hierbij om een vermindering ten bedrage van € 627.500. De situatie ná de driejarige contractperiode vergt de komende jaren alle aandacht. Na het schooljaar 2017/2018 kunnen de inkomsten voor Advies & begeleiding naar nihil terugvallen. Een (mogelijke) situatie waarop we zowel inhoudelijk als bedrijfsmatig zullen moeten anticiperen. Dit heeft gevolgen voor de formatie-omvang van ambulant begeleiders (binnen onderwijzend personeel). De effecten hiervan zijn vastgelegd in het (meerjaren)bestuursformatieplan. Balans
2014
2015
2016
2017
ACTIVA Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vaste activa
1.209 4.311 5.520
1.518 3.111 4.629
1.518 3.111 4.629
1.518 3.111 4.629
Vorderingen Liquide middelen Vlottende activa
2.509 2.633 5.142
2.509 1.270 3.779
2.509 615 3.124
2.509 955 3.464
10.662
8.408
7.753
8.093
Algemene reserve Bestemmingsreserve Eigen vermogen
1.102 5.084 6.186
1.102 3.610 4.712
1.102 2.860 3.962
1.102 2.860 3.962
Voorzieningen
1.609
830
924
1.264
Kortlopende schulden
2.867
2.867
2.867
2.867
10.662
8.409
7.753
8.093
Totale activa PASSIVA
Totale passiva
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
70
Balans De begrote balans is opgesteld met de volgende uitgangspunten: Voor 2015 zijn de investeringen per onderdeel begroot. Voor de jaren daarna wordt uitgegaan van een stabiel niveau van de vaste activa. De liquide middelen vormen de sluitpost van de begrote balans. Het resultaat is steeds in mindering gebracht op de bestemmingsreserves (innovatie en bekostigingsrisico’s). De afname van de voorzieningen wordt bepaald door de mutaties in de onderhoudsvoorziening.
Staat / Raming van Baten en Lasten 2014
2015
2016
2017
2018
Baten Rijksbijdragen allocatiemodel Inkomsten uit ambulante begeleiding Overige overheidsbijdragen en - subsidies Overige baten Totaal baten
18.196 2.768 180 1.782 22.926
18.258 2.489 420 1.097 22.264
17.975 2.115 420 778 21.288
17.695 2.019 420 778 20.912
17.372 1.844 420 778 20.414
Lasten Salariskosten Overige personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
18.673 1.690 308 1.153 1.617 23.441
18.092 1.180 306 1.267 1.691 22.536
17.043 1.010 333 1.346 1.490 21.222
16.536 1.010 333 1.346 1.490 20.715
15.882 1.010 333 1.346 1.490 20.061
Financieel resultaat
172
137
90
75
75
Structureel resultaat
-343
(135)
156
272
428
Projecten t.l.v. eigen vermogen
-547
(1.339)
(905)
(272)
(428)
Netto resultaat
-890
(1.474)
(750)
0
0
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
71
Toelichting: Rijksbijdragen en middelen ambulante begeleiding De rijksbijdragen lopen naar verwachting terug als gevolg van de verwachte afname van het aantal leerlingen en de wijzigingen met betrekking tot de bekostiging van ambulante begeleiding, zoals hierboven beschreven. Met ingang van 1 januari 2015 worden de middelen voor buitenonderhoud overgeheveld van de gemeente naar de onderwijsinstellingen. Hierdoor stijgen de rijksbijdragen in 2015 per saldo. Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen en –subsidies nemen vanaf 2015 toe als gevolg van het beschikbaar komen van nieuwe ESF-middelen. Overige baten In de overige baten 2014 zitten eenmalige middelen vanuit de opheffing van de REC’s en eenmalige bijdragen voor specifieke projecten. Deze zullen vanaf 2015 komen te vervallen. Voor het overige wordt uitgegaan van een stabiel niveau aan overige baten. Personeelslasten De verwachting is dat de personeelslasten zullen dalen als gevolg van de dalende leerlingenaantallen en minder inkomsten voor ambulante begeleiding. Alleen in 2015 is hierbij rekening gehouden met eenmalige kosten om deze afname te realiseren. Deze kosten zijn inbegrepen in de projectkosten. Uitgangspunt in latere jaren is dat deze afname gerealiseerd kan worden uit natuurlijk verloop en de flexibele schil. In de overige personele lasten in 2014 zijn veel eenmalige interimkosten begrepen als gevolg van directievervangingen en het nog niet op sterkte zijn van het Service- en Bestuursbureau. Deze kosten lopen er in 2015 uit. Vanaf 1 januari 2016 eindigt ook de interim-directie bij Advies & Begeleiding. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn vanaf 2016 hoger als gevolg van de investeringen die gepland zijn in 2015. Huisvestingslasten De huisvestingslasten stijgen ten opzichte van 2014 als gevolg van de kosten van het buitenonderhoud die met ingang van 1 januari 2015 voor rekening van Onderwijsgroep Buitengewoon komen. De reguliere onderhoudskosten zullen naar verwachting dalen, gezien de hoge incidentele onderhoudskosten in 2014. De overige lasten De financiële baten en lasten zijn voor de komende jaren begroot op een lager niveau als gevolg van een afname van de financiële vaste activa en de liquide middelen.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
72
Onder projecten zijn incidentele bedragen begroot voor projecten met als doel kwaliteitsverbetering en innovatie. Ook de bedragen voor de uitvoering van KOERS zijn hieronder begroot. Vanaf 2017 kunnen deze uitgaven volledig gedekt worden binnen de reguliere begroting. Onderwijsgroep Buitengewoon is voorbereid op de daling van de bekostiging. Er is beleid ontwikkeld om te komen tot vermindering van de formatie. Naast financiële motieven spelen hierbij kwalitatieve motieven een belangrijke rol. Uiteraard gaat dit proces gepaard met afscheid van waardevolle medewerkers. Medewerkers die we niet graag laten gaan, maar waar we als gevolg van de dalende leerlingenaantallen afscheid van moeten nemen. Om ook in de toekomst een financieel gezonde organisatie te behouden die klaar staat om haar leerlingen te bedienen is dit echter een noodzakelijke stap.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
73
11. Onderwijsgroep Buitengewoon in de toekomst In 2015 zet Onderwijsgroep Buitengewoon de volgende stap in de realisatie van haar ambities en beloften vanuit ‘KOERS 2012-2016’. In alle drie ‘domeinen’ – de programma’s Omgeving, Onderwijs en Organisatie – zijn er nog de nodige stappen te zetten op de weg richting excellent (speciaal) onderwijs. Om bij onze basis, het onderwijs, te beginnen. In 2015 start Onderwijsgroep Buitengewoon met het KOERS-project ‘Stichtingsbreed kwaliteitsbeleid’. Samen met de scholen en uitstroomprofielen doelgericht en systematisch werken aan kwalitatief goed onderwijs is essentieel voor onze leerlingen, ouders en medewerkers. Daarvoor is het nodig om binnen de stichting een gemeenschappelijke taal en begrip van onderwijskwaliteit te creëren, zonder uniformiteit te verordonneren binnen de organisatie. Er is vanwege de diversiteit aan onderwijssoorten altijd ruimte voor noodzakelijke verschillen binnen Onderwijsgroep Buitengewoon. Bij onderwijskwaliteit hoort ook dat we ons onderwijs nog verder doorontwikkelen en verrijken. Denk aan het Talentencampus-model; passend onderwijs ‘avant la lettre’. Dat willen we in 2015 ook in Venray samen met onze onderwijs- en opvangpartners vorm en inhoud geven. Daarnaast zullen de drie uitstroomprofielen in de sector VO – dagbesteding, vervolgonderwijs en arbeid – van een meer concrete visie en invulling worden voorzien. Verder willen we het onderwijs aan ernstig meervoudig beperkte kinderen in zowel de POals VO-leeftijd samen met onze zorgpartners en de samenwerkingsverbanden naar een hoger plan tillen. Want ook met een IQ lager dan 35 is er binnen Onderwijsgroep Buitengewoon ruimte voor talentontwikkeling! 2015 wordt ook het jaar dat ‘Advies & begeleiding’ samen met BCO Onderwijsadvies écht inhoud geeft aan de in 2014 overeengekomen intenties. Markt- en vraaggericht werken aan sterk regulier onderwijs in Noord- en Midden-Limburg en continu bijdragen aan een hoog niveau van basisondersteuning. Dat betekent voor onze collega’s van Advies & begeleiding ook een andere manier van werken; meer ondernemend, vraaggericht en innovatief. Maar met de in 2014 ingezette ontwikkelingen en voorbereidingen ben ik ervan overtuigd dat we ook in deze belangrijke opdracht zullen slagen. En zo is het domein ‘Onderwijs’ op organische manier overgegaan in ‘Organisatie’. Over organisatie valt met het oog op 2015 nog meer te zeggen. Want in 2015 beginnen de schoolleiders in de sectoren PO en VO aan hun onderwijskundige taak om hun schoolteams naar behoren in te richten om dagelijks samen met ouders en leerlingen te werken aan kwalitatief goed speciaal onderwijs.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
74
Ons Service- en Bestuursbureau zal in 2015 zowel de sectoren PO en VO als Advies & begeleiding met professionele dienstverlening op nagenoeg alle terreinen van de bedrijfsvoering ondersteunen en faciliteren in het uitvoeren van hun kerntaken. De medewerkers van het SBB zullen op het gebied van onder meer financiën, HRM, communicatie, ICT, sociale veiligheid, arbo, huisvesting en facilitaire zaken een hoog serviceniveau bereiken. Zo kunnen scholen en onderwijsprofessionals worden ontzorgd om het vizier te richten op de (onderwijs inhoudelijke) kerntaken. Daartoe gaan sectordirecteuren met de manager SBB in gesprek over het gewenste en te realiseren niveau van dienstverlening door de professionals van het SBB. Al deze ambities en meer zijn uitsluitend te realiseren bij de gratie van een sluitende begroting. Een begroting die duurzaam financieel in balans is, maar ook ruimte laat voor flexibiliteit en innovatie. Dat is alles behalve een vanzelfsprekendheid, zoals de cijfers ook al hebben laten zien in dit bestuursverslag en de jaarrekening over 2014. We zullen harde keuzes moeten maken. Harde keuzes die bijdragen aan de continuïteit van Onderwijsgroep Buitengewoon. Er zal ongetwijfeld sprake zijn van een krimp in de formatie; er is in 2015 minder werkgelegenheid. Hoe spijtig dat ook is, het is de nieuwe realiteit waarbinnen we als Onderwijsgroep Buitengewoon behoren te horen opereren – en zelfs steeds beter behoren te opereren. Een situatie van (financiële) krimp biedt ook kansen en nieuwe perspectieven. Denk aan nieuwe en slimme vormen van onderwijs, zoals in de vorm van ‘passende arrangementen’ samen met het (reguliere) onderwijs, kinderopvang en de zorg. Of aan het anders organiseren van het onderwijs; meer ruimte voor leerlingen om hun ontwikkelingsperspectief samen met medeleerlingen en ouders te verwezenlijken. En uiteraard ook aan de inzet van technologische hulpmiddelen om de werk- en onderwijsprocessen te optimaliseren en meer efficiënt te maken. Tot slot het domein ‘Omgeving’. Uit voorliggend jaarverslag blijkt al hoe belangrijk de (veranderende) omgeving voor onze Onderwijsgroep is. We kunnen en willen niet alleen voor de maximale ontwikkeling van onze leerlingen zorgen. Dat kan uitsluitend in samenwerking met (vele) partners. Leerlingen en ouders natuurlijk, maar ook gemeenten, samenwerkingsverbanden, onderwijs- en ketenpartners. Onderwijsgroep Buitengewoon zal haar rol als initiator van ketensamenwerking en betrouwbare partner ook in 2015 voortzetten. Het participeren in de vele samenwerkingen vergt veel energie en nieuwe samenwerkingen zijn niet onmiddellijk productief en effectief. Dat vergt tijd. Waar nodig zullen we ons ook beraden op de toegevoegde waarde van samenwerkingsvormen. Met ingang van 2015 zal Onderwijsgroep Buitengewoon zich met haar sectoren, scholen, uitstroomprofielen en dienst, sterker extern gaan profileren. In een “markt” waarin steeds meer sprake is van (ongewenste) concurrentie zal Onderwijsgroep Buitengewoon zich als grootste en beste aanbieder van speciaal onderwijs en praktijkonderwijs in haar regio nadrukkelijk moeten presenteren naar degenen die besluiten over het inroepen van onze diensten.
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
75
Al met al heeft 2015 bij voorbaat alles in zich om opnieuw een spannend en betekenisvol jaar te worden. Een jaar waarin we ons, in nauwe samenwerking met onze partners en vanuit een gemeenschappelijk en verbindende missie tussen collega’s, zullen blijven inspannen om het maximum te halen uit de talenten van onze leerlingen. Zij verdienen, hoe moeilijk dat financieel ook lijkt te worden, niet minder dan het beste. Vanuit onze passie, betrokkenheid en ondernemerschap maken we van 2015 een fantastisch jaar! Peter Freij College van Bestuur
Bestuursverslag 2014 definitieve versie Onderwijsgroep Buitengewoon
76
Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
44813 Jaarstukken 2014
2 juli 2015
Inhoudsopgave Pagina Bestuursverslag
1
Financiële kengetallen
79
Jaarrekening Grondslagen
80
Model A: Balans per 31 december 2014
85
Model B: Staat van baten en lasten over 2014
86
Model C: Kasstroomoverzicht
87
Model VA: Vaste Activa
88
Model VV: Voorraden en vorderingen
90
Model EL: Effecten en Liquide middelen
91
Model EV: Eigen vermogen
92
Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden
93
Model KS: Kortlopende schulden
94
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
95
Model G: Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW
96
Model OB: Opgave overheidsbijdragen
97
Model AB: Opgave andere baten
98
Model LA: Opgave van de lasten
98
Model FB: Financiële baten en lasten
100
Model E: Overzicht verbonden partijen
101
Vermelding op basis van de WNT
102
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
103
Overige gegevens Bestemming van het resultaat
104
Gebeurtenissen na balansdatum
105
Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
106
Bijlagen Gegevens over de rechtspersoon
107
Segmentatie
108
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
78
Financiële kengetallen Aan de hand van de jaarrekening kan een aantal kengetallen en ratio's worden berekend die verder inzicht kunnen geven in de gevolgen van het gevoerde beleid over het boekjaar en waardoor het beeld uit de jaarrekening kan worden verduidelijkt. Kengetallen
2014
2013
Solvabiliteit
73,1%
72,7%
58,0%
60,2%
1,79
2,00
23,7%
28,1%
Eigen vermogen in percentage van het totale vermogen. De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de stichting in staat is aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen. 25% á 50% wordt als goed aangemerkt. Is de waarde hoger dan 25% dan is de stichting in staat om aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen. Solvabiliteit excl. Voorzieningen Liquiditeit (Current ratio) Verhouding vlottende activa en kortlopend vreemd vermogen. Deze verhouding geeft aan in hoeverre de stichting in staat is aan haar kortetermijnverplichtingen te voldoen. Een waarde tussen de 1,5 en 2 is goed. Ligt de waarde boven de 1,5 dan is de stichting in staat aan haar kortetermijnverplichtingen te voldoen. Weerstandsvermogen
Verhouding tussen het totale eigen vermogen minus de materiële vaste activa en het totaal van de rijksbijdragen. Een weerstandsvermogen tussen 10% en 40% wordt binnen de stichting als aanvaardbaar geacht. Het weerstandsvermogen zegt iets over de reservepositie van de stichting en over de mogelijkheden om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Rentabiliteit
-3,9%
2,1%
46,3%
49,3%
Verhouding exploitatieresultaat en de totale baten. Dit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Het wordt berekend door het resultaat (het "exploitatiesaldo") te delen door de totale baten van de bedrijfsvoering. Kapitalisatiefactor inclusief privaat De kapitalisatiefactor geeft een indicatie of het totale vermogen van de organisatie niet of inefficiënt wordt benut voor de uitvoering van de taken van de organisatie. De kapitalisatiefactor wordt bepaald door het totale kapitaal minus de gebouwen en terreinen te delen door de totale baten inclusief de financiële baten. De volgende % worden hierbij ter indicatie gehanteerd. 35% bovengrens grote besturen (> 8mln omzet) 60% voor kleine besturen (<5 mln)
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
79
A1 Grondslagen 1
Algemeen
Activiteiten van het bevoegd gezag In deze jaarrekening zijn de activiteiten van de Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg en van de onder deze rechtspersoon vallende scholen (zie gegevens rechtspersoon) verantwoord. Grondslagen voor de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Richtlijn jaarverslaggeving onderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van Boek2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de destreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's. Vergelijkende cijfers Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar. Vanaf boekjaar 2014 wordt gebruik gemaakt van een ander model voor het samenstellen van de jaarrekening, waarbij grootboekrekeningen direct zijn gekoppeld aan de EFJ-indeling. De cijfers voor 2013 zijn hierop aangepast en wijken daarom af van de cijfers in de jaarrekening 2013. Segmentatie Door de invoering van de nieuwe richtlijnen van het Ministerie van OCW/EZ valt de school voor praktijkonderwijs 't Wildveld onder de verslaggeving voor het Voortgezet Onderwijs. Tot en met 31 juli 2006 was hiervoor de declaratiebekostiging van toepassing, vanaf 1 augustus 2006 volledig lumpsum. In bijlage 1 is de splitsing opgenomen tussen de VO en PO met betrekking tot het resultaat. De segmentatie van de balans tussen VO en PO is niet mogelijk.
2
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder aftrek van eventuele investeringssubsidies, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Conform bestuursbesluit wordt er afgeschreven vanaf de maand na investering. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Investeringen onder de € 500 worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht. Eigendom Het economisch eigendom van de gebouwen is in handen van de gemeente en het jurische eigendom berust bij het schoolbestuur. Voor kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
80
Financiële vaste activa De obligaties (beleggingsportefeuille) worden gewaardeerd tegen de verkrijgsprijs of lagere marktwaarde op balansdatum, met als ondergrens de nominale waarde. De marktwaarde is een representatie van de geamortiseerde kostprijs. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan een jaar, tenzij dit bij de toelichting op de balans anders is aangegeven. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan, worden verwerkt onder de financiële vaste activa. Algemene reserve De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van de het bevoegd gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht. Reserves worden geacht uit publieke middelen te zijn opgebouwd tenzij expliciet anders is vermeld in de toelichting op de balans. Bestemmingsreserve Bapo De bestemmingsreserve Bapo betreft de vrijgevallen voorziening Bapo welke bestemd is om de kosten van niet opgenomen Baporechten uit het verleden te betalen. De reserve Bapo betreft uitsluitend nog niet opgenomen Bapo rechten uit de afgelopen jaren. De reserve Bapo is berekend volgens de bepalingen in de RJ 271. Overige bestemmingsreserves Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg heeft een risico-analyse uitgevoerd. Deze analyse is uitgevoerd in lijn met de bevindingen van de Commissie Don. Op basis van deze analyse zijn bestemmingsreserves gealloceerd om deze risico's op te vangen. Deze staan hieronder nader toegelicht. Bestemmingsreserve Huisvesting De Reserve Huisvesting is in het leven geroepen om de risico's op te vangen die voortvloeien uit de bouwprojecten. De reserve wordt gesteld op 2% van het budget van de bouwprojecten waarbij SSONML optreedt als bouwheer. Bestemmingsreserve Bekostigingsrisico Deze bestemmingsreserve is in het leven geroepen om de bekostigingsrisico's op te vangen die voortvloeien uit Passend Onderwijs. Doordat SSONML een werkgelegenheidsbeleid hanteert, heeft de Stichting minder reactiesnelheid. Er dient rekening mee gehouden te worden dat personeel gedurende een geheel jaar in dienst gehouden moet worden. Bestemmingsreserve expertiseontwikkeling De reserve expertiseontwikkeling is in het leven geroepen om expertise-ontwikkelingsprojecten te kunnen financieren. Bestemmingsreserve innovatie De bestemmingsreserve innovatie is ingesteld voor onderwijskundige innovaties. Per 31-12-2014 worden de bestemmingsreserves expertiseontwikkeling en innovatie samengevoegd. Bestemmingsreserve Apparatuur en Inventaris De bestemmingsreserve apparatuur en inventaris is ingesteld om risico's op te vangen met betrekking tot activa die in het verleden zijn aangeschaft (bijvoorbeeld vanuit ESF-gelden), maar die niet zijn geactiveerd.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
81
Voorzieningen De voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is, waarvan de hoogte redelijkerwijs geschat kan worden en voor zover deze verplichtingen en risico's niet op activa in mindering zijn gebracht. Eveneens worden voorzieningen gevormd voor verliezen die naar waarschijnlijkheid in de toekomst zullen worden geboekt maar die voortkomen uit risico's die op balansdatum aanwezig zijn. Voorzieningen kunnen worden gevormd ter egalisatie van kosten waarbij een deel van de in de toekomst te verwachten uitgaven zijn oorsprong heeft voor balansdatum. Voorziening groot onderhoud De onderhoudsvoorziening beoogt kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan onroerende zaken die door de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De dotaties aan de voorziening zijn gebaseerd op de meerjarenonderhoudsbegroting die een periode kent van 10 jaar. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. De voorziening is, rekening houdend met geplande jaarlijkse dotaties, toereikend voor het uit te voeren onderhoud in de periode waarvoor de meerjarenonderhoudsbegroting strekt.
Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die op grond van de CAO dienen te worden betaald. Daarbij wordt rekening gehouden met een fictieve indiensttredingsleeftijd van 25 jaar, blijfkanspercentage en een uitkering bij 25 en 40-jarig jubileum conform de CAO. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde, de discontovoet bedraagt 5%.
Voorziening BTW Deze voorziening is gevormd voor mogelijke naheffingen omzetbelasting over oude jaren. Voorziening negatief getoetsten Deze voorziening is gevormd voor dekking van de uitkeringslasten van vertrokken medewerkers die negatief getoetst zijn door het participatiefonds. Voorziening spaarverlof De voorziening spaarverlof is opgebouwd om de kosten van vervangers te betalen wanneer personeelsleden het gespaarde verlof opnemen. De voorziening is berekend op basis van de werkelijk gespaarde uren tegen de actuele waarde. De hoogte van de voorziening spaarverlof is gebaseerd op de opgebouwde rechten spaarverlof. De in de CAO bindende genormeerde bedragen zijn hier niet van toepassing. Voorziening Sociaal Plan De voorziening Sociaal Plan is in 2011 gevormd om de financiële gevolgen van het Sociaal Plan op te kunnen vangen. Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
82
3
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de baten en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen lasten. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Rijksbijdragen Onder de Rijksbijdragen OCW/EZ worden de vergoedingen voor de exploitatie opgenomen verstrekt door het Ministerie OCW/EZ. Tevens worden hier verantwoord de door het samenwerkingsverband ontvangen doorbetalingen van de Rijksbijdrage. De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de de staat van baten en lasten.
Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteed overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waarvoor nog geen activiteiten zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Overige overheidsbijdragen Onder de overige overheidsbijdragen worden de vergoedingen opgenomen verstrekt door gemeente, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige overheidsbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het Ministerie van OCW/EZ, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Personele lasten Onder de personele lasten worden de lasten opgenomen van de personeelsleden die in dienst zijn van de rechtspersoon, alsmede de overige personele lasten die betrekking hebben op onder andere het inhuren van extra personeel, scholingskosten en bedrijfsgezondheidszorg. Pensioenen De Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg heeft voor haar werknemers een toegezegd pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komen de werknemers die op de pensioengerechtigde leeftijd recht hebben op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. Aan het ABP worden premies betaald waarvan een deel door de werkgever en een deel door de werknemer wordt betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per december 2014 heeft dit pensioenfonds een dekkingsgraad van 101,1%. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering". In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Er bestaat geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen in het geval van een tekort bij het ABP, anders dan het effect van hogere premies. Daarom zijn alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar verantwoord in de jaarrekening.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
83
Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende immateriële en materiële vaste activa. In het jaar van investeren wordt afgeschreven op basis van de door het bestuur gemaakte keuzen. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: Gebouwen
40 jaar
Verbouwingen
25 jaar
Stoffering
10 jaar
Machines en Installaties Meubilair
10 jaar 15 jaar
Leermiddelen
8 jaar
Duurzame apparaat
5 jaar
ICT-apparatuur bestuurskantoor
5 jaar
ICT-apparatuur scholen
3 jaar
Huisvestingslasten Onder de huisvestingslasten worden de uitgaven voor huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Overige lasten De overige lasten hebben betrekking op uitgaven die voortvloeien uit aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs en worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Financieel resultaat De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende rente-opbrengsten en -lasten van uitgegeven en ontvangen leningen.
4
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het saldo van baten en lasten aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van gerealiseerde bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
84
Model A: Balans per 31 december 2014
1.
Activa
(na resultaatverdeling)
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa 1.2
Materiële vaste activa
1.209.050
1.048.694
1.3
Financiële vaste activa
4.311.135
4.305.536
Totaal vaste activa
5.520.185
5.354.230
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
2.508.778
1.852.781
1.7
Liquide middelen
2.632.972
4.554.632
Totaal vlottende activa Totaal activa
2.
Passiva
5.141.750
6.407.413
10.661.935
11.761.643
31 december 2014
31 december 2013
2.1
Eigen vermogen
6.185.428
7.075.901
2.2
Voorzieningen
1.608.755
1.474.182
2.4
Kortlopende schulden
2.867.752
3.211.560
Totaal passiva
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
10.661.935
11.761.643
10.661.935
11.761.643
85
Model B: Staat van baten en lasten over 2014
3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.5
Realisatie
Begroting
Realisatie
2014
2014
2013
20.963.899
21.123.404
180.088
187.000
21.463.913 598.366
Overige baten
1.781.619
1.274.911
1.775.789
Totaal baten
22.925.606
22.585.315
23.838.068
20.362.552
19.589.443
19.919.378
307.784
361.472
270.097
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
1.153.081
1.048.400
1.271.068
4.4
Overige lasten
2.164.887
2.622.105
2.134.941
Totaal lasten
23.988.304
23.621.420
23.595.484
Saldo baten en lasten
(1.062.698)
(1.036.105)
5
Financiële baten en lasten Nettoresultaat
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
242.584
172.225
176.105
250.834
(890.473)
(860.000)
493.418
86
Model C: Kasstroomoverzicht
2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
(1.062.698)
242.584
Aanpassingen voor: Afschrijvingen
307.784
270.097
Mutaties voorzieningen
134.573
(325.736)
Vorderingen (-/-)
(655.997)
496.502
Schulden
(343.808)
243.319
Veranderingen in vlottende middelen:
Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties:
(1.620.146)
926.766
Ontvangen interest
42.826
264.588
Betaalde interest (-/-)
(15.169)
(13.754)
(5.599)
-
Koersresultaat effecten Opbrengsten effecten
144.568
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten:
166.626
250.834
(1.453.520)
1.177.600
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in MVA (-/-)
(468.140)
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten: Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
Eindstand liquide middelen
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
(230.035) (468.140)
154.832
(1.921.660)
1.332.432
4.554.632
3.222.200
(1.921.660)
1.332.432
2.632.972
4.554.632
87
Model VA: Vaste Activa
1.
Activa
1.2
Materiele vaste activa
Mutaties 2014 Cumulatieve Cumulatieve Boekwaarde per aanschafwaarde afschrijvingen tot 1 januari 2014 per 1 januari en met 1 januari 2014 2014
Investeringen
Des- investeringen
Afschrijvingen
Cumulatieve Cumulatieve Boekwaarde per aanschafwaarde afschrijvingen 31 december per 31 december tot en met 31 2014 2014 december 2014
1.2.1 Gebouwen en terreinen
18.054
10.372
7.682
46.047
-
815
64.101
11.187
52.914
Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
2.619.049
1.730.790
888.259
383.665
-
277.361
3.002.714
2.008.151
994.563
271.766
119.013
152.753
38.428
-
29.608
310.194
148.621
161.573
Materiële vaste activa
2.908.869
1.860.175
1.048.694
468.140
-
307.784
3.377.009
2.167.959
1.209.050
1.2.2 1.2.3
Toelichting: Duurzame goederen worden geactiveerd bij een aanschafwaarde boven de € 500,-.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
88
1.3
Financiële vaste activa Mutaties 2014
Boekwaarde per 1 januari 2014 1.3.6
1.3.6.2
Desinvesterin Investeringen gen en en verstrekte afgeloste leningen leningen
Koersresultaat effecten
Boekwaarde per 31 december 2014
Effecten
4.305.536
-
-
5.599
4.311.135
Financiële vaste activa
4.305.536
-
-
5.599
4.311.135
Obligaties Effecten
4.305.536
-
-
5.599
4.311.135
4.305.536
-
-
5.599
4.311.135
Nominale waarde
Aanschaf waarde
Beurswaarde 1 januari 2014
Balans- waarde 1 januari 2014
BalansBeurs- waarde waarde 31 31 december december 2014 2014
Koers resultaat Aan- en 2014 verkoop 2014
4,375% Finland 2008/2019
225.000
253.899
262.013
253.899
-
-
268.538
253.899
4,000% Nederland 2008/2018
150.000
165.296
169.515
165.296
-
-
171.135
165.296
3,875% Flemisch Comm. 2009/2016
100.000
106.180
108.160
106.180
-370
-
105.810
105.810
3,500% Dexia Mun Agency 2009/2016
150.000
155.775
161.190
155.775
-
-
158.648
155.775
4,000% Allianz Finance II 2006/2016
150.000
158.489
163.327
158.488
-
-
160.868
158.488
3,750% Nordea 2010/2017
150.000
153.603
162.285
153.603
-
-
161.115
153.603
3,375% ING Bank 2010/2017
175.000
178.465
189.219
178.465
-
-
187.889
178.465
3,875% Bank Ned. Gem. 2009/2019
175.000
185.483
197.663
185.483
-
-
205.083
185.483
4,750% Rabobank Ned. 2008/2018
225.000
245.052
253.058
245.052
-
-
254.610
245.052
3,875% Ned. Waterschap B. 2005/2020
150.000
159.626
169.634
159.625
-
-
178.065
159.625
4,000% Belgium 2007/2017
250.000
260.758
276.175
260.758
-
-
272.563
260.758
4,650% Oostenrijk 2003/2018
250.000
270.490
287.463
270.490
-
-
285.488
270.490
4,000% Rabobank Ned. 2012/2022
250.000
264.903
275.849
264.902
-
-
304.850
264.902
2,625% BNG 2012/2020
150.000
157.221
157.665
157.221
-
-
168.983
157.221
2,125% Luxembourg 2013/2023
300.000
298.131
298.950
300.000
-
-
338.955
300.000
2,750% EIB 2011/2021
300.000
316.209
316.905
316.209
-
-
347.715
316.209
3,500% ABN AMRO 2012/2018
150.000
166.260
165.240
165.240
1.020
-
181.560
166.260
2,250% BNG 2012/2022
150.000
151.748
150.698
150.698
1.050
-
168.900
151.748
1,750% Nederland 2013/2023
200.000
193.960
191.780
200.000
-
-
219.920
200.000
2,750% EIB 2012/2025
250.000
257.688
254.712
254.712
2.975
-
299.625
257.687
2,000% ING Bank 2012/2020
200.000
204.364
203.440
203.440
924
-
218.820
204.364
4.100.000
4.303.600
4.414.941
4.305.536
5.599
-
4.659.140
4.311.135
Totaal
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
89
Model VV: Voorraden en vorderingen
31 december 2014
31 december 2013
Debiteuren
426.415
200.295
OCW / EZ
979.921
942.407
1.5.7
Overige vorderingen
796.910
434.245
1.5.8
Overlopende activa
365.656
329.798
1.5.9
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
(60.124)
(53.964)
1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.2
Vorderingen 1.5.7.2
78.089 -
402.404
212.717
Projectsubsidie bouw Vijverhofschool
-
56.572
Gemeente voorziening huisvesting
-
52.301
Onroerend zaakbelasting (OZB)
-
22.626
88.988
-
248.306
-
ESF subsidie 2007-2013
Te vorderen rente REC diRECt afwikkeling ivm opheffing REC diRECt passend onderwijs
1.5.8
2.681
Teruggaaf BTW
1.5.8.1
1.852.781
Overige Teruggaaf belasting WAO/WIA
1.5.7
2.508.778
Overige Overige vorderingen
54.531
-
-
11.940
796.910
434.245
Vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde bedragen
60.645
32.830
Nog te ontvangen bedragen Overlopende activa
305.011
296.968
365.656
329.798
Toelichting: De vordering "Ministerie OCW / EZ" per 31-12-2014 betreft het verschil tussen de toegekende personele lumpsum vergoeding 2014/2015 en de daarop in 2014 ontvangen voorschotten. Dit verschil in betaalritme wordt van het ministerie ontvangen in de maanden januari t/m juli 2015.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
90
Model EL: Effecten en Liquide middelen 1.7
Liquide middelen 31 december 2014
31 december 2013
1.7.1
Kasmiddelen
4.081
3.037
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
2.628.891
4.551.595
Liquide middelen
2.632.972
4.554.632
ABN AMRO Bank rekening courant (bestuursrekening)
79.205
355.699
ING Bank rekening courant (schoolbanken)
29.945
109.585
ING Bank beleggingsrekening ING Bank spaarrekeningen 1.7.2
ABN AMRO Bank spaarrekeningen Tegoeden op bank- en girorekeningen
6.046
282.883
1.494.603
2.803.428
1.019.092
1.000.000
2.628.891
4.551.595
Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het bestuur.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
91
Model EV: Eigen vermogen
Stand per
Resultaat
1 januari 2014
Overige mutaties
Stand per 31 december 2014
2.1.1
Algemene reserve
1.536.567
(434.964)
-
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek)
5.539.334
(455.509)
-
1.101.603 5.083.825
Eigen Vermogen
7.075.901
(890.473)
-
6.185.428
2.1.1
Algemene reserve Algemene reserve
1.536.567 1.536.567
(434.964) (434.964)
-
1.101.603 1.101.603
2.1.2
BAPO Huisvesting Bekostigingrisico's Expertise Ontwikkeling Innovatie Apparatuur en Inventaris Bestemmingsreserve (publiek)
1.415.334 169.000 2.700.000 544.000 411.000 300.000 5.539.334
-106.509 -49.000 -544.000 544.000 -300.000 (455.509)
-
1.308.825 120.000 2.700.000 955.000 5.083.825
Toelichting: Bovengenoemde bestemmingsreserves zijn ook onderbouwd en toegelicht in het bestuursverslag. Bapo reserve De bestemmingsreserve Bapo is bestemd om de kosten van niet opgenomen Bapo-rechten uit het verleden te betalen. De reserve is berekend volgens de bepalingen in de RJ 271. Reserve huisvesting Deze reserve vangt de risico’s op die voortvloeien uit bouwprojecten waar Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg optreedt als bouwheer. De reserve wordt gesteld op 2% van het bouwproject. Reserve bekostigingsrisico In de komende jaren zullen als gevolg van Passend Onderwijs en de daaruit voortvloeiende vereveningsopdracht voor de samenwerkingsverbanden in de regio’s waarin Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg opereert, de leerlingenaantallen in het speciaal (voortgezet) onderwijs afnemen. Daarnaast zullen ook de middelen voor ambulante begeleiding afnemen. Doordat Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg werkgelegenheidsbeleid hanteert, heeft de Stichting minder reactiesnelheid om haar personeelsbestand aan te passen aan deze dalende opbrengsten. Om dit op te vangen is deze bestemmingsreserve gevormd.
Reserve expertise Ontwikkeling De reserve expertiseontwikkeling is in het leven geroepen om expertise-ontwikkelingsprojecten te kunnen financieren. Reserve innovatie Dit bedrag wordt onder andere ingezet om de Stichting voor te bereiden op haar nieuwe maatschappelijke opdracht vanuit de wetgeving.
Per 31-12-2014 zijn de bestemmingsreserve Expertise-ontwikkeling en de bestemmingsreserve Innovatie samengevoegd tot één bestemmingsreserve: Bestemmingsreserve Expertise-ontwikkeling en Innovatie. Hieruit worden projecten gefinancierd die leiden tot kwaliteitsverbetering in de brede zin.
Reserve apparatuur en inventaris Deze bestemmingsreserve is per 31-12-2014 komen te vervallen.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
92
Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden 2.2
Voorzieningen
Stand per 1 januari 2014
Dotaties
Onttrekkingen
Rente mutatie (bij Stand per 31 constante december waarde) 2014
Vrijval
Kortlopend deel < 1 jaar
Langlopend deel > 1 jaar
2.2.1
Personeelsvoorziening
336.033
173.174
11.639
44.401
-
453.167
15.659
437.508
2.2.3
Overige voorzieningen
1.138.149
100.000
82.561
-
-
1.155.588
-
1.155.588
Voorzieningen
1.474.182
273.174
94.200
44.401
-
1.608.755
15.659
1.593.096
Negatief getoetsten
50.062
151.101
-
-
-
201.163
-
201.163
Spaarverlof
39.566
-
-
1.621
-
37.945
-
37.945
Sociaal Plan
42.780
-
-
42.780
-
-
-
-
203.625
22.073
11.639
-
-
214.059
15.659
198.400
336.033
173.174
11.639
44.401
-
453.167
15.659
437.508
1.008.149
100.000
35.839
-
-
1.072.310
-
1.072.310
130.000
-
46.722
-
-
83.278
-
83.278
1.138.149
100.000
82.561
-
-
1.155.588
-
1.155.588
Jubilea 2.2.1
Personeelsvoorziening Onderhoud BTW
2.2.3
Overige voorzieningen
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
93
Model KS: Kortlopende schulden 2.4
Kortlopende schulden 31 december 2014
31 december 2013
2.4.3
Crediteuren
320.542
533.643
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
862.452
842.340
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
239.884
170.995
2.4.9
Overige kortlopende schulden
316.695
362.923
2.4.10
Overlopende passiva
1.128.179
1.301.659
2.867.752
3.211.560
751.156
731.615
Kortlopende schulden
2.4.7.1 2.4.7.3 2.4.7 2.4.9.2
Loonheffing Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige Lonen en salarissen
842.340
19.545
2.840
-
1.622
Uitkeringen ZW
13.677
13.677
-
10.498
Bouw Talentencampus
67.732
334.286
PAB/TAB middelen
62.107
-
Afrekening op de rails
68.221
-
Symbiosetraject
76.800
-
Bindingstoelage
8.613 316.695
362.923
-
267.385
641.061
621.658
Overige kortlopende schulden
2.4.10.4
Vooruitontv. termijnen
2.4.10.5
Vakantiegeld en -dagen
2.4.10.8
Overige Nog te betalen bedragen
2.4.10
110.725
862.452
Te betalen BTW Bouw de Velddijk
2.4.9
111.296
Overlopende passiva
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
487.118
412.616
1.128.179
1.301.659
94
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Huur bestuurskantoor Het bestuur heeft eind 2008 een huurovereenkomst afgesloten met Stichting BCO Onderwijsadvies. De huur inclusief servicekosten bedraagt € 45.200 per jaar (prijspeil 2012). Het contract heeft een looptijd van 5 jaar, met de optie het vervolgens voor eenzelfde periode te verlengen. Leveringsovereenkomst aardgas Met Eneco (voorheen Dong en Energy Sales) heeft het bestuur een contract afgesloten voor de levering van aardgas. Het contract loopt tot 31-12-2015. Regeling duurzame inzetbaarheid Met ingang van 1 september is de regeling duurzame inzetbaarheid in werking getreden. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening is gebleken dat het onmogelijk is een inschatting te maken van de hieruit voortvloeiende verplichtingen. Wel is duidelijk dat deze verplichtingen per persoon gering zijn en dat het over een relatief gering aantal personeelsleden gaat. Derhalve is besloten voor 2014 geen voorziening te treffen. In 2015 zal er meer duidelijkheid komen over het gebruik van deze regeling en zal bekeken worden wat de financiële consequenties zijn.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
95
Model G: Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW G1. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies)
Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
Studieverlof
644978-1
Datum
bedrag
ontvangen t/m
Prestatie
toewijzing
verslagjaar
afgerond
€
€
31-7-2014
totaal
4.138
4.138
4.138
4.138
Ja/nee ja
G2. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES MET VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub B en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies) G2.A. Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
Datum
bedrag
ontvangen t/m
totale
te verrekenen
toewijzing
verslagjaar
kosten
ultimo verslagjaar
€
€
€
totaal
-
-
€
-
-
G2.B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
totaal
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Datum
bedrag
saldo
ontvangen in
lasten in
totale kosten
saldo nog te besteden
toewijzing
1 januari 2014
verslagjaar
verslagjaar
31 december 2014
31 december 2014
€
€
€
€
€
-
-
-
-
€
-
0
96
Model OB: Opgave overheidsbijdragen 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2
Overige subsidies OCW/EZ
Begroting
Werkelijk
2014
2014
2013
20.638.055
20.791.972
325.844
331.432
551.796
20.963.899
21.123.404
21.463.913
15.247.970
15.408.577
15.238.748
79.652
60.000
162.388
909.433
882.621
933.434
LGF Rugzak
2.599.034
2.607.002
2.783.202
Materiële instandhouding
1.821.344
1.834.005
1.816.374
-23.594
-
-22.029
Overige bijdragen
4.216
-233
-
Rijksbijdrage OCW/EZ
20.638.055
20.791.972
20.912.117
Rijksbijdragen Personele lumpsum Personele groei Personeel- & Arbeidsmarktbeleid
Vermindering Uitkering VO 3.1.1
Werkelijk
Reg Bijz Bekostiging Prestatiebox Leerplusarrangement VO Lesmateriaal VO Prof scholing Overige bijdragen 3.1.2
Overige subsidies OCW/EZ
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
-
-
214.510
171.435
160.286
150.558
-
-
50.250
66.579
66.579
70.767
-
-
16.968
87.830
104.567
48.743
325.844
331.432
551.796
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2014 3.2.2
2014
2013
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
180.088
187.000
598.366
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
180.088
187.000
598.366
126.200
135.000
531.272
19.606
18.500
51.039
4.500
4.500
4.500
Huurvergoeding Velddijk
16.202
17.000
11.555
Maasgouw bewegingsonw Maaskei
10.830
12.000
-
2.750
-
-
180.088
187.000
598.366
ESF subsidie Vergoeding gymzaal Verkeerseducatie
Overige 3.2.2
20.912.117
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
97
Model AB: Opgave andere baten 3.5
Overige baten Werkelijk
Begroting
2014 3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.4
2014
Werkelijk 2013
10.411
19.500
12.657
110.691
116.000
26.117
Sponsoring
10.004
-
1.170
3.5.5
Ouderbijdragen
54.747
49.000
53.096
3.5.6
Overig
1.595.766
1.090.411
1.682.749
Overige baten
1.781.619
1.274.911
1.775.789
680.490
763.678
560.356
91.754
-
-
359.808
-
387.362
55.592
-
Bijdragen van derden Projecten REC 3 / REC diRECt diversen ABP restitutie Vrijval voorziening BTW Overige 3.5.6
Overig
-
-
408.122
326.733
465.031
1.595.766
1.090.411
1.682.749
270.000
Toelichting Per 31 december 2014 waren er 309 werkzame fte's in dienst t.o.v. 308 werkzame fte's per 31 december 2013. Hierin zijn de vervangers niet inbegrepen. De verdeling personele bezetting in FTE is als volgt:
2014
- Management/directie
11
- Onderwijzend personeel
173
- Overige medewerkers
125
Totaal
309
Model LA: Opgave van de lasten 4
Lasten
4.1
Personele lasten Werkelijk 2014
4.1.1
Lonen en salarissen
4.1.2
Overige personele lasten
4.1.3
Af: Uitkeringen
Begroting 2014
Werkelijk 2013
19.438.886
18.376.315
18.696.745
1.690.458
1.293.028
1.866.628
766.792
79.900
643.995
Personele lasten
20.362.552
19.589.443
19.919.378
4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
14.205.869
13.429.346
13.879.600
4.1.1.2
Sociale lasten
3.199.363
3.024.479
2.801.518
4.1.1.3
Pensioenpremies
2.033.654
1.922.490
2.015.627
19.438.886
18.376.315
18.696.745
50.062
Lonen en salarissen 4.1.2.1
Dotaties voorzieningen Dotatie negatief getoetst
151.101
-
Vrijval spaarverlof
(1.621)
-
-
Dotatie/onttrekkingen jubilea
22.073
-
13.175
Vrijval/dotatie sociaal plan
(42.780)
-
34.918
Subtotaal
128.773
-
98.155
4.1.2.2
personeel niet in loondienst
701.397
429.500
763.226
4.1.2.3
overige Kantinekosten
27.034
26.850
30.341
Cursuskosten
106.826
239.204
227.832
Wervingskosten personeel
105.549
30.000
50.242
Reiskosten
217.243
215.004
208.755
Activiteiten personeel
50.073
64.100
74.809
Arbokosten
87.451
124.874
82.191
Studiedagen en conferenties
31.558
5.750
-
234.554
157.746
331.077
1.690.458
1.293.028
1.866.628
Overige Overige personele lasten
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
98
4.2
Afschrijvingslasten Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
4.2.1
Immateriële vaste activa
-
-
-
4.2.2
Materiële vaste activa
307.784
361.472
270.097
Afschrijvingslasten
307.784
361.472
270.097
Gebouwen
816
750
607
202.125
250.065
170.668
Meubilair / Machines en installaties
75.235
76.196
73.215
Leermiddelen
23.871
23.643
20.777
5.737
10.818
4.830
307.784
361.472
270.097
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
Inventaris / apparatuur en ICT
Overige materiële vaste activa 4.2.2
Materiële vaste activa
4.3
Huisvestingslasten
2014
2014
2013
4.3.1
Huur
114.008
120.500
124.723
4.3.3
Onderhoud
174.414
144.525
210.603
4.3.4
Energie en water
302.289
326.475
333.385
4.3.5
Schoonmaakkosten
314.907
252.650
283.152
4.3.6
Heffingen
47.325
22.700
17.658
4.3.7
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
100.000
100.000
200.000
4.3.8
Overige huisvestingslasten
100.138
81.550
101.547
1.153.081
1.048.400
1.271.068
Bewaking / beveiliging
22.179
25.700
31.811
Overige huisvestingslasten
77.959
55.850
69.736
100.138
81.550
101.547
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
Huisvestingslasten
4.3.8
Overige huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
2014
2014
2013
4.4.1
Administratie- en beheerslasten
493.120
594.244
708.475
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
855.224
893.246
794.868
4.4.4
Overig
816.543
1.134.615
631.598
2.164.887
2.622.105
2.134.941
Specificatie honorarium Onderzoek jaarrekening
20.365
2.250
6.744
Accountantslasten
20.365
2.250
6.744 2.024
Overige lasten
4.4.1.1
Administratie en beheer
-
-
20.365
2.250
6.744
Telefoon- en portokosten
114.584
105.690
101.429
Bijdrage Onderwijsbureau
132.792
150.000
112.017
Deskundigenadvies
118.285
154.750
205.066
Kosten ESF 2013/2014 en 2012/2013
36.451
-
182.679
Drukwerk
34.446
48.804
38.079
Kantoorbenodigdheden
12.738
12.450
11.106
Overige
23.459
120.300
49.331
493.120
594.244
708.475
Accountantskosten
4.4.1
Administratie- en beheerslasten Inventaris
23.184
16.150
34.973
Apparatuur
4.643
-
12.908
Bibliotheek / mediatheek
1.969
5.500
2.994
45.434
56.400
107.813
Overige leermiddelen
408.213
300.504
451.194
Overige ICT
314.804
469.982
138.065
ICT software
56.977
44.710
24.375
-
-
22.546
855.224
893.246
794.868
Reproductiekosten
Overige 4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
99
Representatiekosten
48.955
46.150
5.298
7.650
6.561
Excursies / werkwerk / buitenschoolse activiteiten
70.188
57.900
62.857
Contributies
22.909
22.050
22.545
4.629
9.550
6.651
10.387
15.000
12.454 4.403
Kantinekosten
Medezeggenschapsraad Verzekeringen Culturele vorming
3.544
4.840
Testen / toetsen
10.269
5.000
3.964
Schoolzwemmen
22.898
25.000
25.658
546.868
860.000
324.099
6.160
-
53.964
64.438
81.475
62.087
816.543
1.134.615
631.598
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
Projecten Dotatie voorziening dubieuze debiteuren Overige 4.4.4
46.355
Overig
Model FB: Financiële baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
2014
2014
2013
5.1 5.4
Rentebaten
42.826
47.680
60.543
Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten
144.568
139.000
204.045
5.5
Rentelasten (-/-)
(15.169)
(10.575)
(13.754)
Financiële baten en lasten
172.225
176.105
250.834
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
100
Model E: Overzicht verbonden partijen
Naam Stg Dienstverlening SSONML
Juridische vorm 2014 Statutaire zetel stichting
Venlo
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Eigen vermogen Resultaat 2014 31-12-2014 Eur Eur
Code activiteiten 4
5.864
Art2:403 BW BW Ja/Nee
-614 Nee
Deelname %
Consolidatie Ja/Nee Nee
101
Vermelding op basis van de WNT Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
4.1: Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Functie of functies
Voorzittersclausul e van toepassing
Bestuurder
J
Naam
P.C.M. Freij
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
1-6-2011
Beloning
1
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
110.472
978
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
18.342
Vermelding alle interim-bestuurders Functie of functies
Voorzittersclausul e van toepassing
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
Motivatie overschrijding van de norm
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
Vermelding alle toezichthouders Functie of functies
Voorzitter of lid
Voorzitter
R.M.V. Wienen
Lid
J.G.M. Rutten
21-12-2007
1-1-2008 1-7-2014
5.844 2.949
Lid
J.M. de Leeuw-Steur
21-12-2007
1-7-2014
2.949
Lid
A.J.M.L. Kaumo
21-12-2007
2.949
Lid
J.B.M. Titulaer
21-12-2007
2.949
Lid
J.L.H.H. Kunnen
1-8-2013
2.949
Lid
A.L.H.J. Bongers
1-8-2013
2.949
Lid
J.P.G. Brouns
1-7-2014
0
Lid
A.M.P. van der Kruis
1-7-2014
0
114
4.2: Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat Voor de vermelding van de WNT zijn er geen dienstverbanden aanwezig die aan deze voorwaarden voldoen. Functie of functies
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Omvang dienstverband in FTE
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
102
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Vaststellen van de jaarrekening Bestuurder:
- P.C.M. Freij
Goedkeuren van de jaarrekening
Raad van Toezicht:
- R.M.V. Wienen
- J.P.G. Brouns
- A.M.P. van der Kruis
- A.J.M.L. Kaumo
- J.B.M. Titulaer
- J.L.H.H. Kunnen
- A.L.H.J. Bongers
Venlo,
[datum]
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
103
Overige gegevens Bestemming van het resultaat Vanuit de statuten zijn geen nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat. Het voorstel voor de resultaatbestemming is als volgt: Resultaat 2014 €
(434.964) wordt onttrokken aan de algemene reserve
€
(106.509) wordt onttrokken aan de BAPO reserve
€ € € €
(49.000) wordt onttrokken aan de huisvestiging reserve - wordt onttrokken aan de bekostigingsrisico's reserve (544.000) wordt onttrokken aan de expertise ontwikkeling reserve 544.000 wordt toegevoegd aan de innovatie reserve
€
(300.000) wordt onttrokken aan de apparatuur en inventaris reserve
€
(890.473) totaal resultaatverdeling
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
104
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de waardering van de in de balans getoonde posten of het resultaat.
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
105
Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
106
Bijlagen Algemene gegevens Bestuursnummer
44813
Naam instelling
Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Postadres
Postbus 809
Postcode
5900 AV
Plaats
Venlo
Telefoon
077 351 2947
E-mailadres
[email protected]
Website
www.ssonml.nl
Contactpersoon
M. Smits
Telefoon
077 351 2947
E-mailadres
[email protected]
Aantal leerlingen Sector BRIN-nummers
01RB
Zmlk De Maaskei
SO/VSO
02QV
Mytylschool Ulingshof
SO
17GQ
Vijverhofschool
17UX 22OG 22OH
2014
2013
107
106
96
98
SO/VSO
262
218
't Wildveld- School Voor Praktijonderwijs
VO
229
223
Vso De Velddijk
VSO
305
324
Het Poortje- Onderwijsexpertise Gedrag So
SO
91
126
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
107
SEGMENTATIE STAAT VAN BATEN LASTEN OVER 2014 (VO) Realisatie
Begroting
Realisatie
2014
2014
2013
€
€
€
Baten Rijksbijdrage OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
Totaal baten
2.165.953
2.264.644
2.224.282
94.515
29.500
188.491
273.687
231.926
138.847
2.534.155
2.526.070
2.551.620
Lasten Personeelslasten
2.148.473
2.087.425
2.097.599
Afschrijvingen
15.333
25.703
19.348
Huisvestingslasten
93.741
92.500
99.240
216.624
263.050
273.958
2.474.171
2.468.678
2.490.145
59.984
57.392
61.475
-272
30
59.712
57.422
61.297
18.797.946
18.858.760
19.239.631
85.573
157.500
409.875
Overige baten
1.507.932
1.042.985
1.636.943
Totaal baten
20.391.451
20.059.245
21.286.449
18.214.079
17.502.018
17.821.779
292.451
335.769
250.749
Huisvestingslasten
1.059.340
955.900
1.171.828
Overige lasten
1.948.263
2.359.055
1.860.983
Totaal lasten
21.514.133
21.152.742
21.105.339
Saldo baten en lasten
(1.122.682)
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
Nettoresultaat
(178)
SEGMENTATIE STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2014 (PO) Baten Rijksbijdrage OCW Overige overheidsbijdragen
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen
(1.093.497)
181.110
Financiële baten en lasten
172.497
176.075
251.011
(917.422)
432.121
Nettoresultaat
(950.185)
Jaarrekening 2014 Stg Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
108