Bestuursverslag 2010
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .......................................................................................................................................1 Voorwoord ...............................................................................................................................................5 1. Algemeen.............................................................................................................................................6 1.1 Bestuur ..........................................................................................................................................6 1.2 Goed onderwijsbestuur...................................................................................................................6 1.3 Vacatiegeldregeling ........................................................................................................................6 1.4 Missie en visie ................................................................................................................................7 1.5 Bezwaarschriften onderwijs ............................................................................................................7 1.6 Beleidsagenda en ambities ............................................................................................................7 1.7 Invoering persoonsgebonden nummer...........................................................................................8 1.8 Medezeggenschap .........................................................................................................................8 1.9 Contactpersonen / vertrouwenspersonen .....................................................................................9 2. Onderwijs ......................................................................................................................................... 10 2.1 Scholenbestand ........................................................................................................................... 10 2.2 Onderwijsinspectie en toezicht op (risico)scholen ...................................................................... 10 2.3 Onderwijskwaliteit ........................................................................................................................ 11 2.4 Taal, lees- en rekenverbetertrajecten .......................................................................................... 11 2.5 Stedelijk Plan Hoogbegaafdheid ................................................................................................. 11 2.6 HEA en Bestedingsplan Onderwijsbeleid .................................................................................... 11 2.7 Tweetalig onderwijs en internationalisering................................................................................. 12 2.8 Onderwijs en kinderopvang ......................................................................................................... 12 2.9 Passend Onderwijs...................................................................................................................... 12 2.10 Playing for Success ................................................................................................................... 14 2.11 Bewegingsonderwijs .................................................................................................................. 14 3. Personeel.......................................................................................................................................... 16 In memoriam ...................................................................................................................................... 16 3.1 Integraal Personeelsbeleid .......................................................................................................... 17 3.2 Samenstelling personeelsbestand .............................................................................................. 17
2|Pagina
3.4 Digitaal bekwaamheidsdossier en gesprekkencyclus .............. 21 3.5 DHS Opleidingen en het High Potential traject ........................ 21 3.6 Strategisch management.......................................................... 21 3.7 Opleiden in de School .............................................................. 22 3.8 Verzuimbeleid ........................................................................... 22 4. Profilering, marketing en communicatie .................................... 24 4.1 Profilering en marketing............................................................ 24 4.2 Communicatie en samenwerking ............................................. 25 4.3 Ontwikkeling leerlingenaantal ................................................... 27 5. Huisvesting en ICT ....................................................................... 28 5.1 Reorganisatie Facilitair Bedrijf .................................................. 28 5.2 Brede (buurt)scholen ................................................................ 28 5.3 Exploitatie schoolgebouwen ..................................................... 29 5.4 Nieuw- en verbouwprojecten .................................................... 29 5.5 Aanpassing datacentrum .......................................................... 30 5.6 Centraal dienstenpakket ........................................................... 30 5.7 Koppeling ESIS en BRON ........................................................ 30 5.8 Informatiebeveiliging ................................................................. 31 5.9 Helpdesk / servicedesk............................................................. 31 6. Financiën ....................................................................................... 32 7. Bestuurlijke kengetallen .............................................................. 44 8. Adressenlijst ................................................................................. 48 9. Verklaring afkortingen en begrippen .......................................... 50
3|Pagina
INHOUDSOPGAVE
3.3 Functiemix en functiebouwhuis ................................................ 20
4|Pagina
Voorwoord
Zodoende stond 2010 bij ons in het teken van het verder verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs. In alle lagen van de organisatie zijn inspanningen geleverd om de leerresultaten van al onze leerlingen naar een hoger niveau te tillen. Om deze inspanningen voor de komende jaren in de organisatie te verankeren is na uitvoerig overleg met de scholen en het medezeggenschapscircuit een Kadernota Onderwijskwaliteit opgesteld. De extra aandacht voor onderwijskwaliteit heeft in 2010 reeds geleid tot een daling van het aantal scholen met een aangepast inspectietoezicht. We zijn optimistisch dat we deze trend de komende jaren kunnen doorzetten. Het afgelopen jaar is binnen de organisatie veel gesproken over onze ambities voor de komende tijd. Deze zijn geïnventariseerd en verwoord in een ambitiestatement dat naar verwachting medio 2011 in zijn definitieve vorm wordt gepresenteerd. Maar met het vastleggen van onze ambities zijn we er uiteraard nog niet. Het gaat immers om de verwezenlijking ervan. En we zijn trots te kunnen zeggen dat we in 2010 al een goede start hebben weten te maken. Behalve op onderwijsinhoudelijk gebied was 2010 ook bedrijfsmatig een goed jaar voor De Haagse Scholen. Het jaar kon met een positief resultaat worden afgesloten, ondanks bemoeilijkende factoren als een vermindering van rijksinkomsten als gevolg van de veranderde groeiregeling, afschaffing van de bekostiging Bestuur en Management en nieuwe rijksbezuinigingen die hun schaduw in 2010 vooruit hebben geworpen. Om die gekoesterde kwaliteit te waarborgen zijn goede mensen nodig met de middelen en de ruimte om het beste uit zichzelf te halen. Veel aandacht is daarom besteed aan ons personeelsbeleid. Voor alle personeelsleden is een nieuw digitaal bekwaamheidsdossier geïntroduceerd. Tevens is het interne scholings- en trainingsaanbod voor medewerkers uitgebreid en is er overeenstemming bereikt over een nieuw functiebouwhuis en uitwerking van de functiemix. Ook zijn we aan de slag gegaan met de uitkomsten van de bestuursbrede tevredenheidmetingen in 2009. Er is geïnvesteerd in de hygiëne in veel van onze schoolgebouwen en aan een gezonder klimaat in de klaslokalen. Over de gehele linie kunnen we met een goed gevoel terugblikken op 2010 en zien we de toekomst met vertrouwen tegemoet. Ik nodig u van harte uit om het verslag te lezen en er vooral ook op te reageren (
[email protected] ). Uw reacties kunnen onze verslaglegging de komende jaren alleen maar ten goede komen.
Den Haag, 23 mei 2011
De algemeen directeur van De Haagse Scholen Mr. W. Hendricks
5|Pagina
VOORWOORD
Voor u ligt het jaarverslag 2010 van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs. Niet alleen wij en onze scholen, maar het gehele onderwijsveld kreeg in 2010 te maken een verandering van perspectief door de aankondiging van forse bezuinigingen, ook in het primair en het speciaal onderwijs. Toch mogen we ons als onderwijsorganisatie door dergelijke ontwikkelingen niet laten afleiden van onze kerntaak: het verzorgen van uitstekend onderwijs dat de talenten van onze kinderen volledig aanspreekt.
1. Algemeen 1.1 Bestuur De instandhouding van de scholen voor primair en speciaal (en voortgezet speciaal) openbaar onderwijs in Den Haag is sinds 1 januari 2008 door de gemeente opgedragen aan ‘De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs’ (verder in dit verslag DHS). Het bestuur is door de gemeenteraad benoemd en bestaat uit devolgende vijf leden: de heren mr. N.Ph. Geelkerken (voorzitter) en A.E.H.L. Burgers van den Bogaert (lid) op bindende voordracht van het college van B&W; mevrouw mr. C.J. Kloosterman-Taal (vice-voorzitter) en de heer drs. A.F. Westerhof (secretaris) op bindende voordracht van de oudergeleding van de Gemeenschappelijk medezeggenschapsraad (GMR) van DHS en mevrouw J. Rinses (penningmeester) op bindende voordracht van de personeelsgeleding van de GMR. Op 1 januari 2010 is de herbenoeming van twee statutair aftredende leden door de gemeenteraad van Den Haag ingegaan. De heer Burgers van den Bogaert en de heer Westerhof, zijn herbenoemd als bestuursledenvoor een periode van vier jaar. Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen. De uitwerking en de verdeling van taken en bevoegdheden tussen het bestuur, de centrale directie (bestaande uit de algemeen directeur, de vier adjunctdirecteuren en de controller) en de directeuren van de openbare scholen zijn vastgelegd in het ‘Managementstatuut Haags Primair en Speciaal Openbaar Onderwijs 2008’. BESTUUR
STAF
CENTRALE DIRECTIE
23.5 FTE
22 BAO scholen
ADM. KANTOOR
5 FTE
23 BAO scholen
15 FTE
3 SBO,6 WEC scholen
1.2 Goed onderwijsbestuur Sinds 1 augustus 2010 is de Wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ van kracht. Op grond van deze wet moet elk schoolbestuur uiterlijk op 1 augustus 2011 een vorm van scheiding realiseren tussen het bestuur en het intern toezicht daarop. In 2010 heeft het bestuur zich daarom gebogen over de gewenste bestuurscultuur en welke bestuursstructuur daar het beste bij past. Besloten is om de functiescheiding te realiseren door de vorming van een Raad van Toezicht bestaande uit vijf personen en een College van bestuur bestaande uit twee personen. Definitieve besluitvorming hierover vindt in 2011 plaats. De PO-Raad – de brancheorganisatie van het primair onderwijs - heeft in 2010 de ‘Code Goed Bestuur in het primair onderwijs’ vastgesteld. Deze code dient als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs, vanuit het besef dat goed bestuur bijdraagt aan goed onderwijs voor ieder kind. Als lid van de PO-Raad moet ook het bestuur van DHS handelen naar deze code. In verband met de inwerkingtreding van deze code per 1 augustus 2010 heeft het bestuur de eigen ‘Code Goed onderwijsbestuur’ (van 13 februari 2008) ingetrokken. 1.3 Vacatiegeldregeling bestuur Vacatiegeld is een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering. Het vacatiegeld omvat de vergoeding van alle persoonlijke onkosten die met het voorbereiden en bijwonen van een vergadering
6|Pagina
1.4 Missie en visie DHS biedt modern en vernieuwend onderwijs. Op onze scholen is ieder kind welkom en krijgt het de kans zich vanuit zijn / haar eigen mogelijkheden optimaal te ontwikkelen. Met ons onderwijs geven wij ieder kind een stevige basis voor een toekomst in de maatschappij. Onze scholen zijn laagdrempelige voorzieningen, die toegankelijk zijn voor ieder kind, ongeacht geloof, afkomst of sociaal economische positie. Er wordt bij de ontwikkeling van de cognitieve en sociaalemotionele vaardigheden zoveel mogelijk ingespeeld op de specifieke mogelijkheden en behoeften van ieder individueel kind. Kinderen zijn er bij gebaat dat hun omgeving in het onderwijs is ingebed. Openbare scholen spelen in die situatie een vitale rol in wijken en buurten. Voorwaarde is evenwel een goede samenwerking tussen scholen en ouders; zij moeten gezamenlijk op trekken in de opvoeding en opleiding van kinderen. DHS wil voorts een actieve rol vervullen in de keten van opvang, zorg, welzijn, sport en cultuur rondom de school. De organisatie omarmt het concept van de ‘brede school’. Door binnen dat concept verschillende onderwijsprogramma’s aan te bieden, leren de kinderen actief om te gaan met de verscheidenheid in de Haagse samenleving. De scholen hebben de ruimte om deze visie met eigen accenten te realiseren. 1.5 Bezwaarschriften onderwijs Het bestuur is belast met de beoordeling van bezwaarschriften gericht tegen besluiten die door of namens het bestuur zijn genomen. Deze bezwaarschriften staan beschreven in artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht. Voor de beoordeling van bezwaarschriften is door het bestuur een commissie ingesteld, in lijn met de ‘Regeling Adviescommissie bezwaarschriften Haags primair en speciaal openbaar onderwijs 2008’. De drie vaste leden van deze commissie zijn: mevrouw mr. J. Hortensius (secretaris) en de heren mr. R. van Dam (plaatsvervangend voorzitter) en J. Overmeijer (voorzitter). Mevrouw mr. M.C.W. Gambon is plaatsvervangend lid van deze commissie. In het verslagjaar is een drietal beslissingen op bezwaar genomen. In al deze gevallen zijn de bezwaren - in overeenstemming met de adviezen van de Adviescommissie - gegrond verklaard. Vervolgens zijn twee bezwaren ingetrokken. 1.6 Beleidsagenda en ambities Met het oog op de voorbereidingen voor het in 2011 door alle scholen op te stellen schoolplan 2011-2015, heeft het bestuurskantoor een beleidsagenda opgesteld voor de jaren 2010-2014. Deze
7|Pagina
ALGEMEEN
samenhangen, zoals eventueel noodzakelijk reis- en verblijfskosten, kosten van het gebruik van privé-telefoon en privé-ICT-voorzieningen, en dergelijke. De regeling voor vacatiegeld en onkostenvergoeding is in 2010 onveranderd gebleven. De bestuursleden mogen zelf besluiten of zij van deze regeling gebruik maken. De vacatiegelden zijn als volgt vastgesteld: de voorzitter € 2.500 per jaar, waarvan € 1.250 niet belaste onkosten; de leden € 2.000 per jaar, waarvan € 1.000 niet belaste onkostenvergoeding (zie ook model H in de Jaarrekening 2010).
beleidagenda is besproken in de diverse klankbordgroepen en eind 2010 definitief vastgesteld. Deze klankbordgroepen bestaan uit (adjunct) directeuren verspreid over scholen. Er zijn klankbordgroepen op het gebied van Personeel, Onderwijs, Financiën, Facilitair en ICT. Ook is een vervolg gegeven aan het bespreken van de ambities van DHS voor de komende jaren. Deze ambities richten zich onder andere op de versterking van de onderwijskwaliteit, de verdere professionalisering van de medewerkers, het verbreden en verdiepen van het onderwijsaanbod en het verbeteren van de beeldvorming over openbaar onderwijs in de stad. Het overleg met de scholen over de ambities had eind 2010 nog geen definitief document opgeleverd. De verwachting is dat dit ambitiestatement in de loop van 2011 door het bestuur kan worden vastgesteld. Elders in dit verslag wordt nader ingegaan op de stand van zaken van de verschillende beleidsonderwerpen en ambities. 1.7 Invoering persoonsgebonden nummer In het verslagjaar zijn alle scholen van DHS aangesloten op het Basisregister Onderwijs (BRON). In dit landelijke register staan de persoons- en inschrijvingsgegevens van alle leerlingen van onderwijsinstellingen in Nederland. Het register baseert zich op informatie die door de scholen is aangeleverd, en wordt aangevuld door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het ministerie van OCW met gegevens uit de Gemeentelijke Basis Administratie. De (reguliere) rijksbekostiging wordt met ingang van 2011 gebaseerd op de gegevens in BRON. 1.8 Medezeggenschap Binnen DHS is medezeggenschap op schoolniveau ingericht door middel van een medezeggenschapsraad (MR) bestaande uit ouders en personeel. De rechten, plichten, taken en bevoegdheden van de MR zijn vastgelegd in een door het bestuur van DHS vastgesteld reglement. In de praktijk voert de directeur van de school het overleg met de MR. Ook het bestuurskantoor kent een eigen MR, waarvande rechten, plichten, taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in een reglement.
Van Ostadeschool Kinderraad
installeert
De Kinderraad van de Van Ostadeschool heeft de eerste vergadering erop zitten. Onder leiding van juf Charlotte kwamen vertegenwoordigers van kinderen uit groep 5 t/m 8 bij elkaar om met elkaar te vergaderen over de schoolAlle groepen 5, 6, 7 en 8 hebben een vertegenwoordiger voor de Kinderraad gekozen. In de eerste vergadering stond behalve de benoeming van een voorzitter een aantal belangrijke onderwerpen op de agenda. De kinderen hebben het gehad over het materiaal voor buitenspelen. De Op bestuursniveau is de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) gesprekspartner en het inspraakorgaan voor voorgenomen (beleids)beslissingen die alle of een meerderheid van de scholen aangaan. Naast ouders en personeelsleden zit in de GMR één vertegenwoordiger van de MR van het bestuurskantoor.
8|Pagina
In 2010 heeft de GMR vijf maal overleg gehad met het bestuur . Behalve voor het bespreken van de algemene stand van zaken binnen DHS heeft de GMR in deze overleggen een aantal keer gebruik gemaakt van zijn adviesrecht, dan wel instemmingsrecht. Onderwerpen waarbij de GMR advies uitbracht waren bijvoorbeeld het (meerjaren)zorgplan, onderdelen van het personeelsbeleid (bijv. functiemix), de kadernota Onderwijskwaliteit en de verdeling van de financiële middelen. 1.9 Contactpersonen / vertrouwenspersonen De (interne) contactpersoon is – in het kader van de Klachtenregeling van De Haagse Scholen - op schoolniveau het loket (aanspreekpunt) en de wegwijzer bij klachten over de schoolsituatie: bijvoorbeeld over (cyber)pesten, intimidatie, roddels, discriminatie, agressie, een personeelslid dat zijn handen niet thuis kan houden, etc. Hierbij gaat het om het bieden van een luisterend oor, de klacht helder zien te krijgen, de weg weten en in staat zijn adequaat door te verwijzen, zoals naar de vertrouwenspersonen. De (externe) vertrouwenspersoon op bestuursniveau gaat bij een klacht na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt dan wel of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij het bevoegd gezag (het bestuur van De Haagse Scholen) of bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. De twee vertrouwenspersonen van De Haagse Scholen zijn mevrouw M. Ferber en de heer A. van der Zalm. In 2010 zijn de voorbereidingen gestart voor een studiedag (april 2011) voor alle contact- en vertrouwenspersonen van DHS.
9|Pagina
2. Onderwijs 2.1 Scholenbestand Op 1 augustus 2010 telde DHS 54 openbare scholen: 45 basisscholen, met een drietal nevenvestigingen, 3 scholen voor speciaal basisonderwijs en 6 scholen voor speciaal (en voortgezet speciaal) onderwijs. Als gevolg van de steeds verder dalende leerlingenaantallen in het speciaal basisonderwijs heeft de gemeenteraad van Den Haag op voorstel van het bestuur en met - uiteindelijk - een positief advies van de medezeggenschapsraad van de school, besloten om de openbare school voor speciaal basisonderwijs ‘Het Agé’, Bresterstraat 7 (brinnummer 20JA) per 1 augustus 2010 op te heffen. Door het ministerie van OCW is in 2010 goedgekeurd dat de Cor Emousschool, voor speciaal onderwijs voor slechthorende leerlingen en leerlingen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden, per 1 augustus 2011 wordt uitgebreid met een afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs voor slechthorende kinderen. Zodoende ontstaat een school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs.
2.2 Onderwijsinspectie en toezicht op (risico)scholen In het kader van het bestuurlijk kwaliteitstoezicht en de resultaatgerichte sturing zijn de onderwijsopbrengsten nadrukkelijk onderwerp van gesprek met de scholen. Niet alleen wordt gekeken naar de eindopbrengsten (CITO-eindtoets), ook de tussenopbrengsten worden daarbij steeds meer betrokken. De invoering van het leerlingadministratiesysteem ‘ESIS webbased’ en de voor 2011 geplande uitbreiding met ESIS-B geeft op bovenschools niveau meer sturingsinformatie (zie ook 5.8) Het bestuur heeft geregeld overleg met vertegenwoordigers van de onderwijsinspectie. Met name de scholen die geen basisarrangement hebben, worden in dit overleg besproken. Daarnaast wordt gesproken over ontwikkelingen in wet- en regelgeving. Doordat op bovenschools niveau steeds meer (sturings)informatie beschikbaar komt, kan tijdiger worden bijgestuurd bij dreigende risico’s in de onderwijskwaliteit van scholen. Om deze informatie te bundelen en overzichtelijk te krijgen is eind 2010 gestart met het ontwikkelen van een ‘dashboard’. Dit dashboard geeft per school nauwkeurig inzicht in de beoordeling en bezoekfrequentie van de onderwijsinspectie, de opbrengsten van de school, de stand van zaken ten aanzien van eventuele verbetertrajecten en de eventuele (extra) inzet (externe ondersteuning en/of middelen) ter verbetering van de onderwijskwaliteit. Dit dashboard zal de komende tijd verder ontwikkeld worden en zo mogelijk worden geïntegreerd in het bestaande management informatie systeem (PROMIS). Net als in 2009 zijn enkele zwak presterende scholen geanalyseerd en ondersteund door de PO-raad en het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding. Het in 2010 door DHS ontwikkelde format voor een verbeter- en ontwikkelplan is er op gericht scholen te ondersteunen bij hun inspanningen om zich te verbeteren. Het format zorgt, rekening houdend met bovenschoolse beoordeling, voor uniformiteit. In samenspraak met vertegenwoordigers van de SBO-scholen is een kader Ontwikkelingsperspectief (instroomniveau, verwacht uitstroomniveau en gerealiseerd uitstroomniveau) opgesteld. Hiermee kunnen de SBO-scholen zich verantwoorden voor de onderwijskwaliteit. Naar verwachting kan dit kader op termijn ook worden gebruikt in het basis- en speciaal onderwijs. Mede door deze extra aandacht en inzet van de scholen en het bestuur is het aantal basisscholen met een aangepast toezichtarrangement (zwak / zeer zwak) verminderd van elf eind 2009 naar acht eind 2010. Op één basisschool, OBS Het Spectrum, was de onderwijskwaliteit in 2008 en 2009 beoordeeld als zeer zwak. Door de grote inzet van alle betrokkenen is dit in 2010 aangepast naar zwak. Naar verwachting komt de school in 2011 terug in een basisarrangement. Eind 2009 hadden zeven S(B)O scholen of afdelingen een aangepast toezichtarrangement. Eind 2010 was dit aantal gedaald naar vier.
10 | P a g i n a
2.3 Onderwijskwaliteit Met het gereedkomen van de Kadernota Onderwijskwaliteit in 2010 is de basis gelegd voor het onderwijskwaliteitsbeleid voor de komende planperiode tot 2014. Deze nota vormt tevens de basis voor de inrichting van de schoolplannen voor 2011-2015, waarvoor de voorbereidingen eind 2010 zijn gestart. Verbetering van de onderwijsprestaties van de leerlingen op het gebied van taal, lezen en rekenen staan in het beleid centraal, met als minimale doelstelling dat deze prestaties in lijn gebracht zijn met de referentieniveaus voor deze vakken. Daarnaast is in het beleid het welzijn van de leerlingen een belangrijk speerpunt op , door hen goed en passend onderwijs te bieden. Opbrengstgericht werken, onderwijskundig leiderschap en de kwaliteit van het lesgevend personeel zijn de middelen waarmee de gestelde doelen moeten worden bereikt. Personeelsbeleid en onderwijskwaliteitsbeleid worden in samenhang benaderd. Op die manier wordt optimaal rendement gehaald uit alle inspanningen op de scholen. Eind 2010 zijn alle doelen en acties in beeld gebracht. In 2011 worden de prioriteiten voor de uitvoering van thema’s vastgesteld. 2.4 Taal, lees- en rekenverbetertrajecten Het schooljaar 2010-2011 is het laatste jaar van de taal-, lees- en rekenverbetertrajecten van de PO-Raad. De betreffende scholen zijn hun werkzaamheden aan het evalueren en de verbeteringen zullen worden opgenomen in het schoolbeleid. Ook in dit schooljaar zal in relatie tot deze trajecten een aantal netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd. Daarbij worden ook de landelijke experts die aan de projecten zijn toegewezen betrokken worden. Binnen DHS zullen in 2011 de thema’s in kaart worden gebracht die aan de orde zijn geweest in de verschillende trajecten, zodat ook andere scholen van de opgedane kennis en ervaringen kunnen profiteren. Eind 2010 heeft de centrale directie de scholen en de GMR voorgesteld de middelen uit de bestemmingsbox Rekenen en Taal centraal te besteden aan een aantal verbetertrajecten die voor alle scholen relevant zijn. Begin 2011 wordt hierop een besluit verwacht.In de bestemmingsbox worden de subsidies beheerd die zijn toegekend voor een bepaald doel. 2.5 Stedelijk Plan Hoogbegaafdheid Ook voor de pilotprojecten in het Stedelijk Plan Hoogbegaafdheid is het schooljaar 2010-2011 het laatste jaar. De gezamenlijke besturen zullen alle pilots evalueren en op basis daarvan met de gemeente afspraken maken over het vervolg, in het kader van de Haagse Educatieve Agenda (zie hieronder meer). In de afgelopen periode is gebleken dat vooral de Plusklassen een succesvol middel zijn om het onderwijs beter aan te laten sluiten bij de behoeftes van hoogbegaafde kinderen. 2.6 HEA en Bestedingsplan Onderwijsbeleid De Haagse Educatieve Agenda (HEA) is leidend voor de onderwijsontwikkelingen binnen het gemeentelijke beleid en het overleg tussen de schoolbesturen en de gemeente. DHS wordt actief
11 | P a g i n a
ONDERWIJS
Het is de ambitie van DHS om het aantal zwakke scholen de komende jaren verder terug te brengen. De verwachting is dat met behulp van alle extra inzet en maatregelen op dit vlak in 2011 al een flinke stap gezet zal worden.
betrokken bij beleidsontwikkeling op gemeentelijk niveau. In 2010 is een overstap gemaakt naar het toewijzen van subsidies per kalenderjaar en een nieuw (juridisch) subsidiekader. 2.7 Tweetalig onderwijs en internationalisering DHS is in 2010 benaderd door een groep ouders die belangstelling toonden voor tweetalig basisonderwijs. Omdat ook de Gemeente Den Haag internationalisering en tweetalig onderwijs op de beleidsagenda heeft staan, is naar aanleiding van die vraag nader onderzocht wat hierin de mogelijkheden zijn en wat de scholen binnen DHS ervan vinden. Tweetalig onderwijs in het PO is gebonden aan wettelijke voorschriften, waardoor de mogelijkheden van DHS om aan deze specifieke vraag te voldoen ernstig beperkt zijn. Wel is het aantal scholen binnen DHS dat aan alle groepen Engels aanbiedt licht toegenomen. OBS De Spoorzoeker heeft gekozen voor het International Primary Curriculum voor het aanbieden van het zaakvakkenonderwijs. Onder zaakvakken worden schoolvakken verstaan zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuurkunde. In 2010 is OBS Benoordenhout in een Europees Comeniusproject gestapt, samen met kinderopvangorganisatie Triodus en scholen uit Denemarken, Zweden en Duitsland. In 2011 wordt de oriëntatie ten aanzien van de (samenwerkings)mogelijkheden voortgezet. 2.8 Onderwijs en kinderopvang Nadat in 2006/2007 alle afspraken tussen scholen en kinderopvangorganisaties waren afgerond, is in de jaren daarna gewerkt aan het verder uitwerken van de relaties en het vormgeven aan de inhoudelijke samenwerking. Op een aantal scholen is in 2010 van samenwerkingspartner veranderd. Voor enkele scholen waarbij in 2010 sprake was van nieuwbouw, vervielen de oude contracten met aanbieders van kinderopvang. In die gevallen is een aanbestedingstraject gevolgd.
Openbare basisschool De Springbok is één van de zes Brede Buurtscholen Plus in de Gemeente Den Haag. In de kerstvakantie 2010 organiseerde OBS De Springbok in samenwerking met ‘Het Talentenhuis’ en ‘Welzijnsorganisatie Zebra’:
De Winter Talenten School Ruim 120 leerlingen uit de groepen 6 t/m 8 konden in de eerste week van de kerstvakantie meedoen aan een driedaags programma om hun talenten verder te ontwikkelen. Het programma bestond uit meerdere talentlijnen: Sport, kunst, muziek, techniek en creatieve vaardigheden. Elke dag konden de kinderen aan twee talentactiviteiten deelnemen. Tussen de middag werd voor een heerlijke lunch gezorgd en ter afsluiting gingen alle deelnemers naar De Springbok, locatie Wolmaransstraat, voor een spetterende theatervoorstelling.
12 | P a g i n a
2.9 Passend Onderwijs a.Trainingen In de periode tot juli 2010 hebben negen schoolteams de training Handelingsgericht werken gevolgd. Deze training helpt scholen de interne werkwijze rond zorgleerlingen beter te structuren. Het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding en het Seminarium voor Orthopedagogiek hebben gezamenlijk het trainingsprogramma opgesteld en verzorgen de trainingen. De interne zorgcommissie sluit hierdoor beter aan bij de werkwijze van de Centrale Toetsingscommissie. Met zes scholen zijn afspraken gemaakt om in het schooljaar 2010-2011 de training uit te voeren. Alle basis- en SBO scholen hebben in 2010 deelgenomen aan de workshop Kind op de gang! Deze workshop geeft de scholen een eerste aanzet voor het opstellen van hun zorgprofiel. Het scala van alle ontwikkelde zorgprofielen geeft een beeld van de zorg die DHS als geheel kan bieden. De AVS heeft aan de centrale directie en beleidsmedewerkers een terugkoppeling gegeven van de resultaten op het niveau van het samenwerkingsverband. Vanaf september is een training ‘Omgaan met gedragsproblemen in de klas’ gestart. In samenwerking met het Seminarium voor Orthopedagogiek is de training intern georganiseerd. De training wordt aangeboden op drie niveaus. Verdeeld over de niveaus nemen zo’n 35 mensen deel aan de training.
b. Samenwerking De jeugdarts of de schoolverpleegkundige (JGZ) maakt op alle scholen deel uit van de interne zorgcommissie. Zij vormen zo de belangrijke schakel tussen het onderwijs en de Centra voor Jeugd en Gezin. Het aantal uren dat zij hiervoor beschikbaar hebben is echter beperkt. Ondanks deze maatregel komt de samenwerking tussen onderwijs en zorg niet altijd gemakkelijk van de grond. Zeker
Achtdriekwart
In 2010 hebben ‘De Haagse scholen’ en scholengroep ‘Den Haag Zuid-West’ de handen ineengeslagen. Binnen deze samenwerking ontvangen de scholen voor Voortgezet Onderwijs twee groepen leerlingen uit groep 8, waar ze mogen proeven aan de manier van lesgeven daar. De voornaamste doelstelling hiervan is om bepaalde groepen leerlingen te ondersteunen bij het nemen van de drempel PO-VO.
De belangen voor PO en VO - Nieuwe werkvormen kunnen in een speciale situatie worden uitgeprobeerd. - Over en weer worden kennis en inzichten gewisseld - Kijken bij elkaar in de keuken - Verkleinen van de overstap PO/VO - Er wordt een proefopstelling gecreëerd waarin PO en VO kunnen werken aan andere vormen van onderwijs en leerlingbegeleiding
13 | P a g i n a
niet in stadsdelen waar het CJG nog geen fysieke vestiging heeft.In het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs participeren zeven samenwerkingsverbanden (SWV) PO, één samenwerkingsverband VO en vertegenwoordigers van de drie betrokken gemeenten: Den Haag, Rijswijk en VoorburgLeidschendam. Dit netwerk heeft zich in eerste instantie beziggehouden met een inventarisatie van alle bestaande onderwijsvoorzieningen in de drie gemeenten. Dit heeft de notitie ‘Een dekkend netwerk’ opgeleverd. Daarna heeft men zich gericht op een notitie waarin de 1-loket gedachte in de Regio Haaglanden wordt vormgegeven. Deze notitie is bij het schrijven van dit verslag nog in ontwikkeling. c. Landelijke ontwikkelingen In januari 2010 heeft de staatssecretaris in een brief naar de Kamer de nieuwe koers Passend Onderwijs verwoord. De Tweede Kamer heeft deze nieuwe koers groen licht gegeven. Door de val van het kabinet ontstond vervolgens verwarring over het doorgaan van Passend Onderwijs. Naar het onderwijsveld werd aangegeven door te gaan met de samenwerking, ondanks de bezuiniging op de ‘rugzakjes’ in het SBO en de ambulante begeleiding. In november komen de eerste berichten van het nieuwe kabinet over de voortgang van Passend Onderwijs, maar dan met een bezuiniging van driehonderd miljoen euro. De minister benoemt dit ook in haar brief van 2 december aan de Kamer. In deze brief geeft zij aan eind januari 2011 in een beleidsbrief de verdere uitwerking aan de kamer te presenteren. Bij het sluiten van dit verslagjaar is de impact voor onze organisatie nog niet duidelijk, maar een bezuiniging van deze omvang gaat ons zeker raken. 2.10 Playing for Success In 2010 hebben zo’n 120 leerlingen van zestien verschillende basisscholen (openbaar en bijzonder) deelgenomen aan Playing for Success (PfS). In dit project worden onderpresterende leerlingen gestimuleerd door samenwerking met professionele voetbalclubs. Het gebied van waaruit de scholen worden geselecteerd is inmiddels uitgebreid met Haagse Hout, Laak en Escamp (Wateringse Veld). DHS heeft ook in 2010 voor de Haagse editie van dit project de projectleiding en het centrummanagement op zich genomen en een leerkracht beschikbaar gesteld voor 0,4 fte. Er is gewerkt aan de verdere ontwikkeling van het curriculum, de afstemming met de andere leercentra in Nederland en de ontwikkeling van een meetinstrumentarium. Meting van de resultaten van PfS staat landelijk nog in de kinderschoenen. Den Haag is één van de vier pilotprojecten. Onze bevindingen dienen tevens voor de verdere ontwikkeling van landelijke monitor- en evaluatie-instrumenten. PfS Den Haag heeft in dat verband grotendeels in eigen beheer een set van vragenlijsten ontwikkeld, die nu tevens in andere centra gebruikt zal worden . Uit de eigen evaluatie is gebleken dat ouders prijs stellen op meer tussentijdse informatie over hun kind en zijn of haar vorderingen en belevenissen in het project. Omdat het ondoenlijk is wekelijks ouders van dertig verschillende kinderen en vier verschillende scholen individueel te informeren, is het PfS team een eigen weblog begonnen, te vinden op www.pfsadodenhaag.web-log.nl Het project PfS Den Haag wordt gefinancierd vanuit een subsidie van de gemeente Den Haag (OCW) van € 100.000,- in 2009 en € 50.000,- per jaar voor 2010 en 2011. Daarnaast verstrekken Lucas Onderwijs, SCOH en DHS een salarisgarantie (leerkrachten) voor drie schooljaren t/m 2011-2012. Conform de (meerjaren)begroting kost het PfS leercentrum jaarlijks zo’n € 95.000.- . In 2011 vindt, in samenspraak met gemeente en de andere schoolbesturen, een heroverweging voor wat betreft de personele bezetting en taakinvulling ten aanzien van PfS plaats en is uitbreiding van het aantal groepen per week voorzien. Mogelijk wordt ook de onderbouw van het voortgezet onderwijs in de uitbreiding betrokken. 2.11 Bewegingsonderwijs Bij DHS zijn 62 vakleerkrachten bewegingsonderwijs werkzaam op 59 verschillende locaties. Van deze vakleerkrachten zijn er 28 tevens combinatiefunctionaris (schoolsportcoördinator) en vijf projectleider naschools sporten in de wijk waar de school zich bevindt.
14 | P a g i n a
Op het gebied van het bewegingsonderwijs zijn in 2010 de volgende projecten gestart / uitgevoerd: • De vijf projectleiders van de naschoolse sportprojecten (Sporttuin Schilderswijk, SCOOL, Bouwlust schoolsportteam, Springbok Sport en het nog te starten Sporttuin Duindorp) hebben een in Papendal een driedaagse nascholing gevolgd met als doelen: het versterken de vijf projecten en het meedenken over de toekomst van het naschools sporten in de Haagse wijken in combinatie met Brede Scholen. • 2010 was de start van het project ‘de Haagse sportscholen’. Inmiddels maken 117 medewerkers gebruik van deze regeling om via de werkgever goedkoper een sportschool te kunnen bezoeken. • De acht vakleerkrachten in de werkgroep HAPO (HALO-PO). zetten zich in om de opleiding (HALO) en het werkveld (PO) intensiever met elkaar te laten samenwerken en oefenstof te ontwikkelen en te digitaliseren ten behoeve van het primair onderwijs
15 | P a g i n a
3. Personeel In memoriam In het jaar 2010 zijn de volgende medewerkers in actieve dienst ons ontvallen: Op maandag 18 januari 2010 overleed mevrouw Charlotte Lemaire. Charlotte was leerkracht op De Springbok en is 60 jaar geworden. Op zondag 14 maart 2010 overleed de heer Umero Hunte. Umero is 55 jaar geworden en was leerkracht aan de Inspecteur S. de Vriesschool. Op maandag 22 maart 2010 overleed mevrouw Carmen Metselaar. Carmen was leerkracht op Het Galjoen en is 54 jaar geworden. Op donderdag 1 juli 2010 overleed de heer Wim Munier. Wim was directeur van SBO Het Agé en werd 59 jaar.
16 | P a g i n a
3.1 Integraal Personeelsbeleid
3.2 Samenstelling personeelsbestand Op de peildatum 31 december 2010 waren er 1955 personeelsleden in dienst van DHS. In de weergegeven tabellen in dit hoofdstuk kunnen de aantallen medewerkers afwijken omdat enkele medewerkers in meerdere functiecategorieën kunnen voorkomen. Functiecategorie
Directie (DIR) Onderw ijs ondersteunend personeel (OOP) Onderw ijzend personeel (OP) Totaal scholen Bovenschools Samenw erkingsverband WSNS Totaal Functiecategorie
Directie (DIR) Onderw ijs ondersteunend personeel (OOP) Onderw ijzend personeel (OP) Totaal scholen Bovenschools Samenw erkingsverband WSNS Totaal
17
Aantal Aantal m edew erkers m edew erkers 2010 2009 97 95 411 414 1.393 1.404 1.901 1.913 51 49 3 2 1.952 1.964 FTE (incl. Bapo) 2010 95,0 331,2 1155,2 1581,5 47,2 2,3 1631,0
FTE (incl. Bapo) 2009 92,2 336,6 1171,0 1599,8 45,1 1,7 1646,5
PERSONEEL
De in 2009 opgestelde Kadernota Integraal Personeelsbeleid kende in 2010 een aantal concrete uitwerkingen. Deze hebben betrekking op: - de functiemix - het functiebouwhuis - taakbeleid - een ondersteunend systeem voor de onderbrenging van de digitale bekwaamheidsdossiers - kwaliteitszorg op het gebied van personeelsontwikkeling - gesprekkencyclus voor functioneren en beoordelen.
De categorie Onderwijs ondersteunend personeel (OOP) kan als volgt worden gespecificeerd: Aantal FTE Aantal FTE medew erkers (incl. Bapo) m edew erkers (incl. Bapo) 2010 2010 2009 2009 Administratief medew erker 61 38,81 59 35,87 Algemeen schoolmedew erker 12 10,93 12 11,03 Conciërge 63 59,90 65 62,10 Diversen * 4 4,08 8 6,30 Ergotherapeut 3 1,56 3 1,56 Fysiotherapeut 6 3,66 8 5,59 Klassenassistent 44 34,27 41 31,94 Lerarenondersteuner 29 25,89 21 18,14 Logopedist/akoupedist 20 13,68 21 14,69 Maatschappelijk deskundige 7 3,86 8 5,01 Onderw ijsassistent 150 125,36 153 131,76 Orthopedagogisch medew erker 7 5,65 9 8,01 Orthopedagoog/psycholoog 5 3,58 6 4,58 Totaal (OOP) scholen 411 331,24 414 336,58 * Betreft een aantal kleine aanstellingen w aaronder verpleegkundige, kunstzinnig medew erker, technisch vakman, pedagogisch medew erker en een huishoudelijk medew erker. Functie
Hieronder treft u een specificatie aan van de functies bovenschools Functie Adjunct directeur centrale directie Adviseur facilitaire zaken Algemeen directeur Arbeidsverzuim/preventiemedew erker Beheerder ICT Beleidsmedew erker ICT Bestuursjurist Coach schoolmanagement Controller Coördinator Financien Coördinator PSA Hoofd administratiekantoor Hoofd facilitair bureau/ICT Medew erker bedrijfsvoering Medew erker financiën Medew erker managementinfo. AO/IC Medew erker ondersteuning GMR Medew erker PSA Medew erker secretariaat/algemene zaken Medew erker servicedesk Overig Personeelsadviseur Projectleider Senior medew erker financien Senior medew erker PSA Strategisch beleidsmedew erker Verzuimconsulent Webmaster-systeembeheerder Totaal bovenschools Coördinator passend onderw ijs Coördinator WSNS Lerarenondersteuner Totaal sam enw erkingsverband WSNS
Aantal FTE m edew erkers (incl. Bapo) 4 4,00 3 2,90 1 1,00 1 0,55 1 1,00 1 1,00 1 0,80 1 1,00 1 0,89 1 1,00 2 2,00 1 1,00 1 1,00 1 1,00 3 2,38 1 1,00 1 0,50 1 1,00 2 2,00 1 1,00 3 3,00 3 2,70 2 1,73 6 5,44 3 2,80 3 3,00 1 1,00 1 0,50 51 47,19 1 1 1 3
1,00 0,60 0,71 2,31
18 | P a g i n a
Hieronder treft u twee tabellen aan met de verdeling van de medewerkers naar leeftijdsopbouw in aantallen en in FTE. Leeftijdscategorie 0 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 59 60+ Totaal
DIR 0 5 15 28 29 20 97
OOP 17 72 95 142 47 38 411
Leeftijdscategorie 0 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 59 60+ Totaal
DIR
OOP 0,00 5,10 13,92 27,49 28,53 20,00 95,04
Aantal m edew erkers OP Bovenschools 62 1 409 4 287 12 323 18 209 10 103 9 1.393 54
Aantal FTE (incl. BAPO) OP Bovenschools 12,90 58,04 1,00 58,52 344,67 3,90 72,88 219,02 10,70 115,86 259,25 15,25 39,61 182,90 9,80 31,47 91,31 8,84 331,24 1.155,19 49,49
Totaal 2010 80 490 409 511 295 170 1.955
Totaal 2009 87 473 405 568 271 160 1.964
Totaal 2010 71,95 412,19 316,52 417,86 260,83 151,62 1.630,96
Totaal 2009 76,73 406,74 315,34 468,11 237,74 141,86 1.646,52
Aantal medewerkers per leeftijdscategorie 700
600
500
400
Totaal 2010 300
Totaal 2009
200
100
0 0 t/m 24
25 t/m 34
35 t/m 44
45 t/m 54
55 t/m 59
60+
In de onderstaande tabel wordt de verdeling naar man/vrouw weergegeven per functiecategorie.
19
Functiecategorie
Geslacht M V M V M V
Directie (DIR) Onderw ijs ondersteunend personeel (OOP) Onderw ijzend personeel (OP) Totaal scholen
M V
Bovenschools Totaal Bovenschools
Man-vrouw
Geslacht M V
Totaal Man Totaal Vrouw Totaal
Aantal FTE in% m edew erkers (incl. Bapo) 50,5% 49 48,64 49,5% 48 46,39 21,7% 89 83,49 78,3% 322 247,76 14,6% 203 189,78 85,4% 1.190 965,41 100,0% 1.901 1.581,47 53,7% 29 28,69 46,3% 25 20,80 100,0% 54 49,49
Aantal FTE in% m edew erkers (incl. Bapo) 370 350,60 18,9% 81,1% 1.585 1.280,36 100,0% 1.955 1.630,96
Onderverdeling aantal medewerkers per functiecategorie 3%
5% 21%
71%
DIR
OOP
OP
Bovenschools
Het streven van DHS om zo min mogelijk middelen bovenschools in te zetten wordt in de bovenstaande grafiek zichtbaar. Slechts 3% van de medewerkers van DHS is bovenschools werkzaam. 3.3 Functiemix en functiebouwhuis Voorafgaand aan de formele invoering van de nieuwe functiemix per 1 augustus 2010 is een flink aantal voorbereidende werkzaamheden afgerond. Op hoofdlijnen hebben de centrale directie, de scholen en de GMR overeenstemming bereikt over de manier waarop de realisatie van de functiemix moest worden aangepakt en over de inrichting van het functiebouwhuis. Alle leraren hebben hierover begin 2010 een informatieve brochure ontvangen. Desgevraagd verstrekte het bestuurskantoor aanvullende informatie, die door schoolteams werd overgebracht. Door deze begeleiding waren scholen beter in staat zich de functiemix eigen te maken. In 2011 evalueert de centrale directie op welke schaal het beleid tot uitvoering is gekomen en neemt ze maatregelen op plekken waar onvoldoende vooruitgang is geboekt. Op twee punten wordt op verzoek van de scholen en de GMR het beleid voor de functiemix aangevuld: de positie en de invulling van de interne begeleiding en de procedures die
20 | P a g i n a
betrekking hebben op de waardering van eerder verworven competenties (EVC). Begin 2011 zullen daarvoor uitwerkingen met GMR en scholenveld worden besproken. DHS heeft de ontwikkelingen rond de functiemix aangegrepen om het functiebouwhuis eveneens te herzien. In de beleidsnota over de functiemix is hierover een uitgebreide toelichting opgenomen. De nadruk moet komen te liggen op de lesgevende functies en de kwaliteit van de leerkracht. Om die reden is er voor gekozen om het aantal ‘’andere’‘ functies in de scholen te beperken. Waar nodig en mogelijk zijn er functies aangepast of toegevoegd. De functiebeschrijvingen zijn conform het landelijke functiewaarderingssysteem (FUWASYS) beschreven en door gecertificeerde adviseurs van de VOS/ABB gewaardeerd. In 2011 wordent de functies op het bestuurskantoor herzien in het licht van FUWASYS en moeten wellicht worden herbeschreven. De verwachting is dat er op 1 augustus 2011 een functiebouwhuis is, dat zowel functies in de scholen en functies op het bestuurskantoor omvat. Dit functiebouwhuis moet gezien worden als een basis- /groeimodel. 3.4 Digitaal bekwaamheidsdossier en gesprekkencyclus ‘’Om leerkrachten goed te kunnen sturen op hun competenties en voor een gedegen beheer van de thema’s professionalisering en kwaliteitszorg van personeel binnen de organisatie, is een zogeheten ‘digitaal bekwaamheidsdossier’ aangekocht. In 2010 is gestart met het informeren en trainen van schooldirecteuren. In nauwe samenhang hiermee wordt in 2011 ook de gesprekkencyclus opnieuw ingericht. Daarin wordt een verbinding gezocht tussen het personeelsbeleid en het onderwijskwaliteitsbeleid. In dit verband is eveneens een conceptregeling bewust belonen vervaardigd. Ook die zal begin 2011 worden besproken en vastgesteld. 3.5 DHS Opleidingen en het High Potential traject DHS Opleidingen is één van de initiatieven waarmee DHS wil bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs en het onderwijskundig management. Net als in 2009 is in 2010 een groep zogenoemde ‘high potentials’ medewerkers met aantoonbare affiniteit en talent voor een leidinggevende positie in een school, opgeleid. Ditmaal waren zeven medewerkers geselecteerd. Als basis voor de inhoud is gekozen voor de competenties die zijn vastgesteld door de NSA (Nederlandse Schoolleiders Academie). In het programma is telkens de link gelegd tussen algemene kennis en vaardigheden en de manier waarop beleidsvorming en -uitvoering binnen DHS plaatsvindt. Parallel aan het high potential-traject werd aan zittende schoolleiders een soort ‘’schaduwtraject’‘ aangeboden. Schooldirecteuren en adjunct-directeuren kregen - op vrijwillige basis – de gelegenheid deel te nemen aan een reeks cursussen, workshops en trainingen. Als derde lijn in het opleidingsbeleid worden praktische trainingen aangeboden aan schoolleiders, adjunct-directeuren en incidenteel ook administratief medewerkers. Daarbij gaat het om praktische vaardigheden op het gebied van personeelsadministratie, personeelsbeheer en automatiseringspakketten. 3.6 Strategisch management Zoals in het vorige verslagjaar al was aangekondigd, is door DHS in september 2010 de ‘Leergang Strategisch Management 2010-2012’ gestart, met als hoofddoel de deelnemers te ontwikkelen tot strategische denkers en leiders op bovenschools niveau. Daarbij wordt nadrukkelijk aandacht gegeven aan de ontwikkeling van vaardigheden die nodig zijn voor het ‘leiding geven aan leidinggevenden’. De deelnemers zijn afkomstig uit de groep DHS-medewerkers (zowel uit de scholen als uit het bestuurskantoor) die beschikken over bewezen managementervaring. Aan het eind van de twee jaar durende leergang zijn de deelnemers in staat om strategische managementtaken in een onderwijsorganisatie te vervullen. Dat kan in een strategische managementfunctie binnen DHS, maar dat is niet noodzakelijk. Strategische projecten -intern
21
of extern- , maar ook een strategische functie elders behoren tot de opties waar deze leergang voor opleidt. 3.7 Opleiden in de School In het derde en vierde studiejaar van de lerarenopleiding aan de pabo brengen de studenten geruime tijd door in de school voor het verwerven van kennis en opdoen van praktijkervaring. Samen met de pabo van de Haagse Hogeschool, de grootste leverancier van studenten voor DHS is voor deze fase in de studie een kwaliteitsimpuls uitgewerkt. Deze versteviging van van de samenwerking met de Haagse Hogeschool is in een convenant, vastgelegd. Ook is in 2010 een samenwerking aangegaan met de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO) uit Utrecht. Binnen deze opleiding ontvangen studenten na een vierjarige opleiding een pabodiploma en een bachelor Onderwijskunde. In de tweede helft van 2010 heeft een aantal van onze scholen de eerste vier eerstejaarsstudenten van deze Utrechtse opleiding als stagiair verwelkomd. De ervaringen zijn erg positief. In 2011 zal het aantal van deze stageplaatsen dan ook waar mogelijk worden uitgebreid. 3.8 Verzuimbeleid Het verzuim is in 2010 licht gestegen. Over verzuim wordt tweemaal per jaar een analyse met adviezen opgesteld. Het kort verzuimpercentage (verzuim van 1 t/m 7 dagen) daalde van 1,33 naar 1,20, het middellang verzuim (8 t/m 42 dagen) daalde van 1,05 naar 0,91 en het lang verzuim (42 dagen en langer) steeg van 4,46 naar 4,83. De wettelijke toets bij de WIA-keuring is aangescherpt, waardoor langdurige ziektetrajecten langer dan twee jaar kunnen voortduren. Op basis van probleemanalyses van de Arbo Unie is bij het (middel)lang verzuim onderscheid te maken tussen werk-, niet-werk- en gedeeltelijk werkgerelateerd verzuim. Daaruit blijkt dat van de 121 opgestelde (beknopte) probleemanalyses er 6 werkgerelateerd, 90 nietwerkgerelateerd en 25 deels werkgerelateerd zijn. Van het lang verzuim is een groot deel nietwerkgerelateerd en daarom moeilijker te beïnvloeden. Oorzaken kunnen onder meer ernstige (ongeneeslijke) ziekten en psychische problemen als depressie en burn-out zijn. Op basis van de verzuimanalyses kan de lichte stijging van het verzuim in 2010 nader worden toegelicht. Het verzuimpercentage in de functiecategorie directie is gestegen van 2,61 (2009) naar 5,24 in 2010. Een groot deel hiervan is niet-werkgerelateerd. Het verzuimpercentage bij het Onderwijzend Personeel is licht gedaald van 6,88 (2009) naar 6,50. Daarentegen is het verzuimpercentage van het Onderwijs Ondersteunend Personeel (dit is inclusief het personeel op het bestuurskantoor) gestegen van 7,74 (2009) naar 8,71. In onderstaande tabel wordt het ziektepercentage per sector weergegeven. Categorie BAO SBO WEC Bestuurskantoor Totaal
2006 6,89% 3,56% 5,05% 5,62% 6,34%
2007 6,90% 4,14% 5,42% 2,38% 6,35%
2008 7,18% 3,23% 5,87% 2,31% 6,54%
2009 7,21% 5,87% 6,61% 2,41% 6,84%
2010 7,39% 5,95% 6,22% 2,87% 6,94%
In 2010 is vooral veel aandacht besteed aan het op tijd reageren op signalen van medewerkers die dreigen uit te vallen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de meldingsfrequentie is afgenomen van 1,65 (2009) naar 1,48. Het percentage voor het korte en het middellange verzuim is hierdoor eveneens gedaald. Aan de hand van de verzuimanalyses zal voor 2011 en volgende jaren op een aantal onderdelen het beleid worden bijgesteld. In de volgende tabel wordt het ziektepercentage per functiecategorie onderverdeeld naar leeftijdscategorie weergegeven.
22 | P a g i n a
Categorie
DIR
Leeftijdscategorie 0 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 59 60+
Totaal DIR
OOP
0 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 59 60+
Totaal OOP
OP
0 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 59 60+
Totaal OP Totaal categoriën
Ziekteverzuim op jaarbasis Ziekteverzuim % - Ziekteverzuim % Kort - Ziekteverzuim % Middel - Ziekteverzuim % Lang
2006 0,00% 3,00% 3,56% 1,84% 2,87% 0,00% 2,38% 2,87% 7,83% 7,88% 11,74% 5,31% 1,92% 8,32% 3,23% 5,33% 4,83% 6,89% 9,36% 9,68% 6,14% 6,34%
2007 6,3% 1,3% 0,9% 4,1%
2007 0,00% 1,49% 7,36% 4,33% 2,88% 0,00% 3,88% 2,72% 9,89% 8,22% 7,51% 3,67% 2,34% 7,42% 2,40% 4,88% 5,84% 7,50% 8,66% 9,20% 6,26% 6,35%
2008 6,5% 1,2% 1,0% 4,4%
2008 0,00% 1,26% 7,24% 5,87% 3,59% 8,53% 4,94% 6,19% 7,59% 8,20% 7,35% 4,43% 3,50% 7,04% 3,62% 5,70% 5,88% 6,80% 9,48% 8,67% 6,52% 6,54%
2009 0,00% 2,73% 4,06% 2,09% 2,81% 1,95% 2,61% 4,08% 8,61% 5,91% 9,89% 5,14% 7,32% 7,74% 4,33% 5,79% 6,23% 6,95% 9,67% 10,31% 6,88% 6,84%
2009 6,8% 1,3% 1,1% 4,5%
2010 0,00% 0,78% 11,78% 2,66% 5,40% 5,85% 5,24% 2,68% 9,55% 7,49% 10,13% 7,63% 8,73% 8,71% 2,21% 4,82% 5,73% 7,18% 9,63% 10,50% 6,50% 6,94%
2010 6,9% 1,2% 0,9% 4,8%
In 2011 zal een procesbeschrijving worden opgesteld voor alle activiteiten en verantwoordelijkheden ten aanzien van verzuim. Deze beschrijving wordt via het intranet aan alle betrokkenen beschikbaar gesteld.
23
4. Profilering, marketing en communicatie 4.1 Profilering en marketing De marketingstrategie voor DHS die het bestuur in 2010 heeft vastgesteld, geeft uitdrukking aan de ambitie om te blijven groeien in een krimpende markt. Daarnaast is de doelstelling om DHS als merk te versterken. De uitvoering heeft zich in eerste instantie gericht op drie aspecten; de zogeheten merkkoppeling (waarbij het gaat om de relatie tussen het merk DHS en de afzonderlijke scholen), het ontsluiten van marketinginformatie en het vormgeven van een concern marketing- en communicatiestrategie. DHS handelt voor wat betreft werving en advertentiebeleid conform de afspraken met de gezamenlijke schoolbesturen binnen de gemeente Den Haag. In de merkkoppeling is gekozen voor de zogeheten ‘endorsed’ strategie: de school is in uitingen het voornaamste merk. Het beeldmerk van DHS wordt daaraan (klein) toegevoegd. Een en ander kreeg in 2010 gestalte door o.a. het aanbrengen van een bordje met keurmerk op alle schoolgebouwen van DHS en het vervaardigen van briefpapier met schoollogo en DHS-logo voor alle scholen. Voor een aantal scholen is in 2010 het schoollogo (geheel) vernieuwd. Alle scholen beschikken nu over een professioneel vorm gegeven, digitaal logo in diverse bestandsformaten, dat voor de schoolprofilering kan worden gebruikt.
In het marketingplan is geconstateerd dat het de organisatie (zowel op het niveau van de afzonderlijke scholen als daarboven) ontbreekt aan valide, betrouwbare marketinginformatie. Na de zomervakantie 2010 is daarom in samenwerking met Infotopics gestart met het ontwerpen en inrichten van een Marketing Informatie Systeem (MIS) als onderdeel van het management-informatiesysteem PROMIS. Naar verwachting kan dit systeem, waarin gegevens vanuit ESIS (schooladministratie) en de gemeentelijke administratie (demografische ontwikkeling en leerlingenprognoses) zijn verwerkt, in het voorjaar van 2011 worden opgeleverd. Met dit systeem beschikken alle scholen over een up-to-date marktprofiel van de eigen school, dat twee maal per jaar wordt ‘ververst’. Daarnaast verkrijgt DHS hiermee op concernniveau inzicht in demografische kansen en bedreigingen, waarop tijdig kan worden geanticipeerd.
24 | P a g i n a
In 2010 zijn, als onderdeel van de profileringsplannen, op schoolniveau diverse activiteiten uitgevoerd. Een aantal scholen heeft het pakket Profilering van het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding (HCO) afgenomen. Ook voor het speciaal (basis)onderwijs worden de komende periode profileringsplannen ontwikkeld. 4.2 Communicatie en samenwerking Door klankbordgroepen in te richten op verschillende beleidsterreinen is de samenwerking tussen bestuurskantoor en schooldirecteuren op het gebied van beleidsontwikkeling vormgegeven. Er zijn onder meer klankbordgroepen op het gebied van ICT, Onderwijs, Personeel en Financiën. Periodiek (zo’n zes tot acht keer per jaar) vindt overleg met alle schooldirecteuren plaats door middel van managementbijeenkomsten, vaak rond één of twee centrale thema’s. In 2010 is op initiatief van de scholen een nieuwe samenwerkings- en overlegvorm geïntroduceerd. De scholen hebben zich georganiseerd in drie rayons, elk met een eigen voorzitter en plaatsvervangend voorzitter. Bijeenkomsten per rayon vinden doorgaans plaats na afloop van de managementbijeenkomsten. Vertegenwoordigers van de centrale directie / bestuurskantoor zijn hierbij niet aanwezig. Managementochtenden en rayonbijeenkomsten worden voorbereid in het agenda-overleg (CDO + rayonvoorzitters en plv.voorzitters). Ook voor het personeel van het bestuurskantoor is in 2010 weer een aantal gezamenlijke (thematische) bijeenkomsten georganiseerd. Informatie die voor alle medewerkers van DHS van belang is wordt gepubliceerd op intranet. Daarnaast vindt soms informatieverstrekking plaats via post op het huisadres en breed verspreide brochures. Eens per week wordt een managementbulletin op intranet geplaatst, met daarin actuele informatie over beleidsontwikkelingen, besluiten van de centrale directie en andere belangrijke informatie. Schooldirecteuren kunnen dit bulletin gebruiken om die zaken, die niet alleen het management aangaan, in team- of bouwvergaderingen te bespreken. Met ingang van 2009 is de medewerkertevredenheid een standaard onderdeel van de Planning en Controlcyclus geworden. Het is ook één van de vijf resultaatgebieden waarop scholen worden beoordeeld. Tevredenheid van de medewerkers wordt eens per twee jaar onderzocht. Dat betekent dat er in 2011 nieuwe gegevens bekend zullen zijn. Om die reden wordt in 2010 geen cijfer opgenomen. De uitkomsten van het onderzoek in 2009 zijn aangegrepen om op
25
PROFILERING
Het bureau Winkelman Van Hessen heeft in opdracht van DHS onderzoek gedaan naar de vraag hoe de merknaam ‘De Haagse Scholen’ kansrijk gepositioneerd kan worden. Onderzocht is onder andere wat de keuzemotieven van ouders zijn en wat in dat keuzeproces het onderscheidend vermogen van DHS nu is of in de toekomst zou kunnen zijn. De uitkomsten van dit onderzoek zijn op 13 december 2010 gepresenteerd aan het bestuur van DHS en vormen de basis voor de ontwikkeling van een positioneringsstrategie De door het bestuur gekozen richting wordt nader uitgewerkt in een corporate communicatieplan. Ook wordt een redactieslag uitgevoerd over bestaande en kansrijke (nieuwe) communicatiemiddelen en ten slotte wordt voor DHS een persbeleid ontwikkeld.
bepaalde gebieden acties uit te voeren die de tevredenheid van de medewerkers moet verbeteren. Een van die uitkomsten is dat de (interne) communicatie beter kan en moet. Daarom wordt geïnvesteerd in herinrichting van het bestaande intranet, dat veel meer een hoogwaardig (technisch) platform voor kennisdeling en informatie-uitwisseling moet worden. Medewerkers een andere manier van werken bijbrengen vormt daarbij een van de prioriteiten. Sinds november 2010 zijn werkgroepen in het leven geroepen voor het vernieuwen van het intranet en het invoeren van ‘het nieuwe werken’. Om deze doelstellingen te realiseren wordt gebruik gemaakt van Sharepoint 2010. De technische voorbereidingen voor het nieuwe intranet worden volgens planning in februari 2011 afgerond. Voor het intranet is een opleidingssite gebouwd met een volledig geautomatiseerde verwerking van inschrijvingen voor opleidingen en trainingen. Ook werd nieuwe ‘workflow software’ in gebruik genomen, waarmee bedrijfsprocessen verder kunnen worden geautomatiseerd. De website van DHS wordt continu up-to-date gehouden en aangepast aan de wensen van de organisatie. Zo zijn foto’s van de scholen / schoolgebouwen geplaatst en zijn de overzichtskaartjes van scholen in de wijken aangepast. Een van de mogelijkheden om met de ouders te communiceren is het tweejaarlijks uitvoeren van een oudertevredenheidmeting op alle scholen. In het verleden werd de oudertevredenheid sporadisch door individuele scholen gepeild. In 2009, met een vervolg in 2011, is voor het eerst sprake geweest van een gestructureerde wijze van meting en verslaglegging. Zodoende was 2010 vooral het jaar van het ondernemen van actie naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek uit 2009 (zie ook hoofdstuk 5.3). Eén van de ambities van DHS is het verstevigen van de externe positionering. De belangrijkste reden voor de organisatie om stevig in te zetten op de lokale, regionale en landelijke positionering, is de noodzaak tot beïnvloeding van rijksbeleid en gemeentelijk beleid. DHS wil uiteindelijk een voorbeeldfunctie vervullen op het gebied van onderwijsontwikkeling, innovatie van het onderwijsaanbod en personeelsbeleid. Aan deze ambitie is ook in 2010 gewerkt door onder meer voortzetting van het voorzitterschap van het PO Platform, periodiek overleg met de PO-raad en het aanhalen van de contacten met de rijksoverheid (ambtelijk en politiek).
26 | P a g i n a
4.3 Ontwikkeling leerlingenaantal Ondanks alle inzet en profileringactiviteiten is het aantal leerlingen van DHS voor het eerst sinds twee jaar niet gestegen. Het totaal aantal leerlingen van DHS daalde licht met 21 leerlingen van 14.698 op 1 oktober 2009 naar 14.677 op 1 oktober 2010. Het aantal leerlingen in het basisonderwijs steeg met 54 leerlingen van 13.369 naar 13.423, maar het leerlingenaantal in het speciaal (basis)onderwijs daalde, mede als gevolg van de sluiting van SBO Het Agé met 75 leerlingen (van 1.329 naar 1.254). In hoofdstuk 7 (Bestuurlijke kengetallen) is een overzicht per school opgenomen. Al enige jaren is er in bepaalde delen van Den Haag, waar DHS van oudsher sterk vertegenwoordigd is (bijvoorbeeld Schilderswijk), sprake van een dalende gezinsomvang. Uiteraard heeft dit effect op het leerlingaantal van de DHS scholen in deze wijken.
27
5. Huisvesting en ICT 5.1 Reorganisatie Facilitair Bedrijf In 2010 is de reorganisatie van het Facilitair Bedrijf (FB) afgerond en is de formatie uitgebreid. Tevens is, bij wijze van proef, per 1 augustus het secretariaat aan het FB toegevoegd vanwege een herverdeling van taken binnen het bestuurskantoor. Per 1 oktober 2010 bestaat de vaste formatie uit: 1 Hoofd Facilitair Bedrijf, 3 Facilitair Adviseurs, 2 Projectleiders Nieuwbouw, 1 Medewerker Facilitaire Servicedesk 2 Medewerkers ICT 1 Webmaster (0,5 fte.) 2 Medewerkers secretariaat Daarnaast zijn enkele tijdelijke functies ingevuld, namelijk 1 Facilitair Adviseur en 1 medewerker Facilitaire Servicedesk. In 2011 wordt bekeken of deze functies permanent aan het FB worden toegevoegd. 5.2 Brede (buurt)scholen De in het voorjaar van 2009 gestarte inventarisatie van de stand van zaken op de scholen binnen DHS op het punt van de brede schoolontwikkeling is in 2010 voortgezet. Er is een nieuw beleidskader opgesteld en gepresenteerd, waarin de uitgangspunten voor de brede schoolontwikkeling bij DHS opnieuw zijn gedefinieerd. In 2010 is zowel in de betreffende scholen als op het bestuurskantoor veel werk verzet in de nadere invulling van de Brede Buurtzones en Brede Buurtschool plus, zoals die door het gemeentelijk beleidskader zijn gedefinieerd. Er heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met gemeente, collega-schoolbesturen en woningcorporaties. Binnen DHS is de concrete uitwerking van de aangewezen Brede Buurtscholen plus van start gegaan: OBS Erasmus, De Kleine Wereld / Cor Emous en De Springbok. Eind 2010 was er voor De Kleine Wereld / Cor Emous (Brede Buurtschool plus in Moerwijk) een visiedocument en een ruimtelijk programma van eisen gereed. Voor de Brede Buurtschool plus in Bouwlust (Erasmus / Petrus Dondersschool van schoolbestuur De Zwerm) is in 2010 een eerste visiedocument opgesteld. In Transvaal is door De Springbok hard gewerkt aan de inhoudelijke invulling van de Brede Buurtschool plus. Op het gebied van facilitering / huisvesting is in Transvaal weinig besproken. Al deze Brede Buurtschool plus projecten hebben te lijden onder het vervallen van het Krachtwijkenfonds en de sterk gewijzigde financiële situatie van de woningcorporaties. Eind 2010 lag er een gedragen visiedocument Brede Buurtzones (met nadruk op de Schilderswijk) dat onder leiding van DHS in samenwerking met de gemeente en andere schoolbesturen is opgesteld. De uitdaging voor 2011 is om de voornemens samen met de scholen en de partners in de wijk concreet vorm te geven. Daartoe worden in 2011 de afspraken vastgelegd. In de eerste helft van 2010 heeft de directie van DHS met hulp van Onderzoeksbureau Sardes en een van de schooldirecteuren een onderzoek uitgevoerd naar de inhoud en betekenis van de zogenoemde ‘’Integrale kindcentra’‘ voor DHS. In de tweede helft van 2010 heeft dit onderzoek geleid tot de conclusie dat de meerwaarde hiervan voor kinderen en ouders nader moet worden onderzocht door middel van een aantal pilotstudies op scholen. In 2011 wordt een voorstel hiervoor besproken.
28 | P a g i n a
a. Onderhoud In 2010 is de onderhoudssituatie bij de scholen sterk verbeterd. Door het FB is, met externe ondersteuning, het meerjarenonderhoud op de scholen aangepakt en uitgevoerd. Veel scholen zijn in 2010 geschilderd en diverse bouwkundige werkzaamheden zijn uitgevoerd. b. Schoonmaak In 2010 is besloten om bij wijze van proef de omvang van de schoonmaakwerkzaamheden, met ingang van 1 januari 2011 uit te breiden met de volgende werkzaamheden: 1. Machinaal schrobben van het sanitair 2. Toevoegen personeelsruimten schoonmaakcontract 3. Extra periodieke vakantiebeurt 4. Gevelreiniging 5. Toepassen van luchtverfrissers
aan
bestaand
Om de hygiëne te verbeteren en stankoverlast te verminderen zijn in 2010, onder andere op basis van de uitkomsten van de in 2009 gehouden tevredenheidonderzoeken, op veel scholen de toiletvloeren voorzien van een gietvloer. In 2011 wordt dit project afgerond waarbij eveneens een groot deel van de vloeren van kleed- en doucheruimte van een gietvloer wordt voorzien. c. EBA (Energie en Binnenmilieu Advies) Door het ministerie van OCW is in 2009 de regeling ‘Energie en Binnenmilieu Advies’ in het leven geroepen. Deze had als doel om het binnenklimaat en het energieverbruik op de scholen te verbeteren. De regeling is een cofinanciering met de gemeenten en schoolbesturen. DHS heeft naar aanleiding van deze regeling in het schooljaar 20092010 verzoeken ingediend ter waarde van ruim € 4 miljoen. De maatregelen die worden toegepast betreffen: zonwering, energiezuinige verlichting en verbeteringen ten behoeve van het binnenklimaat (luchtbehandeling). In totaal zijn op zo’n dertig scholen verbeteringen uitgevoerd. In 2010 is op zes scholen een pilotstudie gestart voor de luchtbehandeling. Voor 1 september 2011 zijn alle werkzaamheden uitgevoerd. d. Energie In 2010 is, in samenwerking met Hellemans Consultancy (energie voor scholen), een Europese Aanbesteding voor energie uitgevoerd (gas en elektra). Per 1 januari 2011 gaan de contracten voor gas over naar NUON en voor elektra naar DVEP. 5.4 Nieuw- en verbouwprojecten In 2010 is wederom hard gewerkt aan diverse nieuw- en verbouwprojecten. Dit betrof niet alleen het werk aan de projecten zelf, maar ook het (financieel) onder controle houden van de projecten. In tegenstelling tot 2009 zijn in 2010 geen nieuwe scholen opgeleverd.
29
HUISVESTING & ICT
5.3 Exploitatie schoolgebouwen
Er zijn eind 2010 zeven scholen in aanbouw waarvan de oplevering plaats vindt in 2011: • De Drentse Hoek • AMG Schmidtschool (nevenvestiging Van Hoornbeekstraat) • Het Galjoen (dislocatie Arnold Aletrinoplantsoen) • Inspecteur de Vriesschool • P.C .Hooftschool • Maria Montessorischool • De Notenkraker (dislocatie) Andere in 2010 gestarte bouwprojecten die na 2011 worden afgerond: Nieuwbouw/renovatie projecten bijzonderheden Dr. Willem Drees vervangende nieuwbouw Montessorischool Valkenbos gezamenlijk met Christelijke Montessorischool De Wissel vervangende nieuwbouw Brede School Moerwijk De Kleine Wereld + Cor Emous Het Volle Leven uitbreiding gezamenlijk met 2Samen Benoordenhout vervangende nieuwbouw Eerste Nederlandse Buitenschool uitbreiding + renovatie De Vlierboom renovatie De Haagse Beek vervangende nieuwbouw Archipel uitbreiding Brede Buurtcampus Bouwlust/Vrederust vervangende nieuwbouw 5.5 Aanpassing datacentrum Het datacentrum van DHS is door de afdeling ICT van het FB in 2010 verder voorbereid op de toekomst. Zo werden alle database applicaties naar een hoger SQL niveau gemigreerd, is de opslagcapaciteit uitgebreid en is de firewall van het datacentrum geüpgraded naar de laatste technologie. Deze operatie is nagenoeg afgerond. Daarnaast zijn de (technische) voorbereidingen getroffen voor het nieuwe intranet. 5.6 Centraal dienstenpakket Het centrale dienstenpakket, zoals dat ingevoerd is op 1 januari 2010, heeft er voor gezorgd dat inmiddels 35 scholen gebruik maken van de centrale e-mailvoorziening. Vrijwel alle scholen maken gebruik van de centrale back-up voorziening. Ongeveer twintig scholen maken gebruik van de mogelijkheid om binnen de DHS omgeving een website en een intranet te bouwen. Voor het einde van 2011 zullen alle scholen binnen de DHS omgeving een emailvoorziening gebruiken. 5.7 Koppeling ESIS en BRON Alle scholen van DHS zijn wat betreft de leerlingadministratie en het persoonsgebonden nummer in 2010 overgegaan van PGNPO naar het Basisregister Onderwijs (BRON). Voor de aansluiting was het noodzakelijk dat alle scholen gebruik zouden maken van ESIS (leerling administratie systeem) webbased. Die operatie is in 2010 afgerond. Rond de teldatum 1 oktober zijn veel werkzaamheden verricht ten aanzien van de koppeling van ESIS en BRON. Vertegenwoordigers van DHS hebben geparticipeerd in de landelijke klankbordgroep. De aansluiting en het kloppend krijgen van de uitgewisselde gegevens heeft, zowel op schoolniveau als op het niveau van het bestuurskantoor, zeer veel tijd en energie gekost. Om het management informatie systeem van DHS (PROMIS) verder te completeren en het mogelijk te maken om marketinginformatie uit de ESIS-database te halen, is een koppeling ontwikkeld tussen ESIS en PROMIS. In augustus 2010 is gestart met de voorbereiding voor de uitbreiding van ESIS A met het zorggedeelte ESIS B (toetsen, dossiers, handelingsplannen). Vanuit de ICT-afdeling van DHS
30 | P a g i n a
wordt geparticipeerd in de pilot werkgroep (bestaande uit negen basisscholen) die deze uitbreiding voorbereidt.
De P.H.Schreuderschool werkt mee aan ‘Thuis op school’ In opdracht van de gemeente Den Haag is in 2010 door de Stichting Expertisecentrum ETV.nl het programma ‘Thuis op school’ geproduceerd. Dit is een programma voor ouders en opvoeders met kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 13 jaar oud. Elke ouder wil dat zijn kind zich thuis voelt op school. In ‘Thuis op school’ kregen ouders en opvoeders tips om kinderen met plezier naar school te laten gaan. Het programma bestond uit een televisieserie (17 afleveringen van 10 minuten, uitgezonden door TV West) en (online) oefenmateriaal. Elke aflevering had één thema, waarbij de centrale vraag was: hoe kan ik mijn kind helpen, thuis en op school?
5.8 Informatiebeveiliging In 2010 is gestart met het verder vormgeven van beleid ten behoeve van informatiebeveiliging en het structureren van de ICT-processen volgens ITIL-normen. 5.9 Helpdesk / servicedesk Met als doel de service naar de gebruikers te verbeteren is in 2010 een servicedesk geopend. Het in maart 2010 in gebruik genomen callsysteem functioneert naar behoren. Scholen kunnen zelf incidenten of verzoeken voor verandering indienen. Alle incidenten of verzoeken voor verandering worden geregistreerd, gesorteerd op prioriteiten op basis daarvan afgehandeld. Jaarlijks worden rond de 1400 meldingen geregistreerd en afgehandeld.
31
6. Financiën In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen aandacht besteed aan de financiële ontwikkelingen van DHS in het verslagjaar 2010. Daarbij komen ook de verwachte ontwikkelingen voor 2011 en volgende jaren aan bod. Bijzondere aandacht is er voor de wijze waarop DHS invulling wil geven aan de adviezen van de Commissie Don. De jaarrekening van DHS is opgesteld door ons administratiekantoor en extern gecontroleerd en voorzien van een goedkeurende verklaring door de Gemeentelijke Accountantsdienst van Den Haag. 6.1 Actuele en toekomstige ontwikkelingen De externe verzelfstandiging per 1 januari 2008 heeft ook gevolgen gehad voor de financiële verhoudingen binnen de stichting. Gedurende de eerste vijf jaar van de verzelfstandiging ontvangt DHS de wettelijk toegestane bruidsschat: 2008 en 2009 € 3,4 mln. per jaar 2010 t/m 2012 € 2,6 mln. per jaar Belangrijke financiële ontwikkelingen in 2010 waren de afschaffing per 1 augustus 2010 van de Bekostiging Bestuur en Management en de aanpassingen op diezelfde datum van de Groeibekostiging en Leerlinggebonden Financiering. De negatieve effecten van deze maatregelen zijn in 2010 nog beperkt tot vijf maanden en daarmee nog relatief gering. Vanaf het boekjaar 2011 zullen deze maatregelen zorgen voor een aanzienlijke daling van de rijksinkomsten van DHS. Daarbovenop komen vanaf 1 augustus 2013 mogelijk de door het rijk voorgenomen bezuinigingen op Passend Onderwijs. Voor DHS komen die uit op een bedrag van minimaal € 4,2 mln. structureel. Op het moment van schrijven is er nog geen sprake van definitief rijksbeleid en DHS probeert zelfstandig, maar ook in samenwerking met onder andere de PO-Raad dit, in onze ogen ongewenste beleidsvoornemen, positief te beïnvloeden. Echter, wij zien ons wel genoodzaakt ons alvast voor te bereiden op de effecten van de voorgenomen bezuinigingen. Dat zal in combinatie met een dalende trend in het aantal achterstandsleerlingen (als gevolg van een stijgend opleidingsniveau van de ouders) en de onvoldoende bekostiging van de Functiemix leiden tot een aanzienlijke afname van de rijksbekostiging in de jaren 2013–2015. Dit pakket van bezuinigingen zal in de komende jaren een forse inspanning van de organisatie vergen. Omdat DHS deze ontwikkelingen dankzij haar planning- en controlcyclus en meerjarenbegrotingen in beeld heeft, kan zij tijdig op deze ontwikkelingen inspelen. Zo creëert zij tijd om de benodigde maatregelen uit te voeren. Uit de ouder- en medewerkertevredenheidsonderzoeken is gebleken dat de kwaliteit van de sanitaire voorzieningen op de scholen en het meubilair nogal eens als onvoldoende worden ervaren. Op basis daarvan heeft DHS besloten om in het verslagjaar 2010 voor een bedrag van € 0,5 mln. te investeren in een verbetering van de kwaliteit van de sanitaire voorzieningen. Ook voor 2011 wordt hierin eenzelfde bedrag geïnvesteerd. Bovendien zal DHS in de jaren 2011-2012 voor een bedrag van maximaal € 3,0 mln. investeren in de vervanging van verouderd schoolmeubilair. In het najaar van 2009 bracht de Commissie Don haar rapport uit met aanbevelingen over de financiële positie van de schoolbesturen. In het verslagjaar 2010 heeft DHS, in samenwerking met VOS/ABB en gebaseerd op de aanbevelingen van de Commissie Don, haar financieel beleid geëvalueerd en de bijbehorende risico’s in beeld gebracht. In de volgende paragraaf wordt uitgebreid ingegaan op de uitkomsten en beleidskeuzes. Specifieke ontwikkelingen Het financieel administratief beleid van de overheid ten aanzien van het onderwijs is de afgelopen jaren intensief en onderhavig aan vele veranderingen. Na de invoering van de lumpsum financiering in 2006 volgden al snel nieuwe voorschriften voor de jaarverslaggeving, diverse bezuinigingen, het actieplan leerkracht, de uitwerking van de aanbevelingen van de Commissie Don en jaarlijkse, soms ingrijpende, wijzigingen in het controleprotocol. Dit alles maakt een flexibele financieel administratieve organisatie, die snel kan inspelen op een
32 | P a g i n a
veranderende omgeving, van groot belang. Om dit te bewerkstelligen zijn in het verslagjaar 2010 de volgende zaken op financieel terrein ondernomen.
b. Risicomanagement Het vaststellen en beheersen van risico’s is een integraal onderdeel van de Planning- en Controlcyclus van DHS. In het licht van de aanbevelingen van de Commissie Don en om de kwaliteit en effectiviteit van ons eigen risicomanagement beleid door te lichten, is in 2010 in samenwerking met VOS/ABB een risicoscan op de organisatie uitgevoerd. In deze risicoscan zijn de volgende risicogebieden beoordeeld: • • • • •
leerlingen; onderwijskwaliteit; personeel; organisatie (financiën en bedrijfsvoering); gebouwen en activa
In de grafiek zijn de uitkomsten van deze scan grafisch weergegeven, waarbij de groene lijn het (landelijk) gemiddelde is en het blauwe vlak de uitkomst van DHS weergeeft. Deze grafiek laat zien dat DHS minder dan gemiddelde financiele risico’s loopt op de gebieden gebouwen/activa, leerlingen en in het bijzonder organisatie (inclusief financiën).
Leerlingen 30,0%
25,0% 20,0% 15,0% Gebouwen en activa
10,0%
Kwaliteit onderwijs
5,0% 0,0%
Organisatie
33
Personeel
FINANCIEN
a. Activeren en aanpassen van de financiële administratie In het verslagjaar 2010 is DHS overgestapt op de activering van haar materiële vaste activa in onderwijsleerpakketten (OLP), ICT en meubilair. Wet- en regelgeving lieten feitelijk geen ruimte om niet tot activering over te gaan. Deze stelselwijziging heeft uiteraard haar invloed op de activa- en passivazijde van de balans. Dit wordt in paragraaf 6.2 verder toegelicht. In het verlengde van deze stelselwijziging is in 2010 de inrichting van de financiële administratie zodanig aangepast dat deze nu geheel aansluit bij de eisen en wensen van de regels voor jaarverslaggeving en het EFJ.
De risicoscan wijst uit dat er bij DHS op totaalniveau sprake is van een gemiddeld risicoprofiel met een daarbij, conform het advies van VOS/ABB, behorende bufferliquiditeit (=weerstandsvermogen) van minimaal 7,2% en maximaal 11,7% van de totale baten. c. Commissie Don De Commissie Don heeft in 2009 opdracht van de Ministeries van OCW en Financiën onderzoek gedaan naar het financieel beleid van onderwijsinstellingen in het primair en voortgezet onderwijs. De belangrijkste algemene conclusies van de commissie waren dat: • een goede meerjarenbegroting en een gedegen risicoanalyse op het niveau van de individuele instellingen nog geen gemeengoed is; • een belangrijke risicofactor voor de schoolbesturen de onzekerheid over de structurele rijksbekostiging is; • het tot nu veel gehanteerd begrip weerstandsvermogen geen goede graadmeter is voor de financiële situatie van een bestuur is en dat dit begrip beter vervangen kan worden door signaleringsgrenzen op het gebied van: - de kapitalisatiefactor; - de solvabiliteit; - de liquiditeit; • de Commissie Don geeft daarbij duidelijk en genuanceerd aan dat louter een overschrijding van de signaleringsgrenzen van één of meer van de bovenstaande kengetallen niet betekent dat een bestuur te ‘rijk’ of te ‘arm’ is en dat een bestuur goede redenen kan hebben voor een (tijdelijke) over- of onderschrijding; • dat er op macroniveau vastgesteld kan worden dat de schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs de mogelijkheid hebben om (eenmalig) extra te investeren in het onderwijs. DHS kan zich op hoofdlijnen goed vinden in deze aanbevelingen en heeft daarin een goede aanleiding gezien nog eens kritisch te kijken naar haar eigen vermogensbeleid. Zoals in de jaarrekening 2009 al is aangekondigd, heeft DHS aan VOS/ABB gevraagd om, in combinatie met de hiervoor beschreven risicoscan, op basis van de uitgangspunten van de Commissie Don een analyse van de vermogenspositie van DHS uit voeren en een advies te formuleren over het toekomstig vermogensbeleid van de organisatie, met als belangrijk uitgangspunt de optimale inzet van rijksmiddelen ten behoeve van de leerlingen. De belangrijkste aanbevelingen waren: - intensiveer de bestaande meerjarenbegrotingcyclus met, op schoolniveau, meer aandacht voor risicomanagement; - stel jaarlijks bij de jaarrekening vast of er sprake is van een bestedingsruimte (in de paragraaf het jaar in cijfers zal deze berekening voor 2010 worden uitgevoerd en toegelicht); - een aanpassing van de verdeling van de algemene reserve over scholen en bestuur. Het besluitvormingstraject over deze aanbevelingen zal voor de zomervakantie 2011 worden afgerond.
34 | P a g i n a
6.2 Het jaar 2010 in cijfers Balans Hieronder wordt de balans per 31-12-2010 gepresenteerd, waarbij de vergelijkende cijfers van 2008 en 2009 zijn opgenomen. In verband met zowel de activering van de materiële vaste activa per 1 januari 2010 als de verschuiving van de voorziening niet declarabele kosten gebouwen (passiva) naar de voorziening wegens oninbaarheid (activa) zijn de vergelijkende cijfers van de realisatie 2009 aangepast. Bedragen x € 1.000 Activa Materiele vaste activa Vorderingen Liquide middelen Totale activa
31-12-10 8.605 15.776 17.107 41.487
31-12-09 8.358 15.424 14.910 38.691
31-12-08 15.344 11.381 26.725
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Totale passiva
31-12-10 25.376 3.720 12.391 41.487
31-12-09 21.983 3.587 13.122 38.691
31-12-08 10.193 4.096 12.436 26.725
De belangrijkste wijzigingen van de balans per 31 december 2010 zijn het gevolg van de activering van de vaste materiële activa per 1 januari 2010. Aan de activazijde van de balans is daardoor de nieuwe post materiële vaste activa opgenomen. Deze post vertegenwoordigt de waarde per balansdatum (rekeninghoudend met aanschafwaarde en ouderdom) van de aanwezige activa op de gebieden onderwijsleerpakketten, ICT en (school)meubilair. Omdat er in 2010 sprake is van een eerste waardering van de materiële vaste activa en om de balans in evenwicht te houden, zijn er aan de passiva kant, als onderdeel van het eigen vermogen, zogeheten bestemmingsreserve eerste waardering activa opgevoerd. Deze reserves zijn direct gekoppeld aan de materiële vaste activa en mogen op basis van wet- en regelgeving nergens anders voor worden ingezet. Financiële analyse en bepaling bestedingsruimte per balansdatum De Commissie Don heeft in haar rapportage over het financieel beleid van onderwijsinstellingen een aantal kengetallen met signaleringsgrenzen benoemd. Het gaat daarbij om de kengetallen kapitalisatiefactor, solvabiliteit, liquiditeit (current ratio) en rentabiliteit. Conform de aanbevelingen van de Commissie Don en de adviezen van VOS/ABB kan op basis van deze kengetallen de benodigde (genormeerde) kapitaalsbehoefte van DHS worden vastgesteld. Kengetallen Kapitalisatiefactor Definitie: De kapitalisatiefactor is het balanstotaal gedeeld door de totale baten van de resultatenrekening (inclusief de financiële baten). Kapitalisatiefactor Uitkomst 2008 Uitkomst 2009 Uitkomst 2010
Uitkom st 24,8% 33,5% 35,0%
Signaleringsgrens grote besturen > 35% De toename van de kapitalisatiegraad tot 35,0% is enerzijds het gevolg van de activering van de materiële vaste activa, waardoor het balanstotaal toeneemt en anderzijds van de toevoeging van het positieve resultaat 2010 aan het eigen vermogen.
35
Solvabiliteit Definitie: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen (balanstotaal). Solvabiliteit Uitkomst 2007 Uitkomst 2008 Uitkomst 2009 Uitkomst 2010
Uitkom st 60,2% 53,5% 66,1% 70,1%
Signaleringsgrens < 20% De solvabiliteitsratio van DHS ligt ruim boven de ondergrens van 20%. Dat is te verklaren uit het feit dat er bij DHS alleen sprake is van kort vreemd vermogen (schulden aan leveranciers, belastingdienst en pensioenfonds) en niet van lang vreemd vermogen (bijvoorbeeld leningen bij een financiële instelling). Het bedrag aan vreemd vermogen is dan ook relatief laag en de solvabiliteitspositie is gezond te noemen. Liquiditeit Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen en vorderingen) en de kortlopende schulden. Liquiditeit Uitkomst 2007 Uitkomst 2008 Uitkomst 2009 Uitkomst 2010
Uitkom st 2,5 2,2 2,3 2,7
Signaleringsgrens > 1 – 1,5 De liquiditeit geeft aan in hoeverre een instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De Commissie Don heeft aangegeven dat een liquiditeit van boven de 1,5 als ruim kan worden beschreven. Op basis van de balans per 31 december 2010 van DHS is er derhalve sprake van een ruime en misschien wel iets te ruime liquiditeitspositie. In de eerste jaren van na de verzelfstandiging van 1 januari 2008 heeft DHS, conform de afspraken die met de Gemeente Den Haag zijn gemaakt, een voorzichtig beleid ten aanzien van haar liquiditeiten gevoerd en dat verklaart voor een deel de toename van de liquiditeit. Een andere oorzaak is het uitstellen van de voorgenomen investering van maximaal € 3,0 mln. in schoolmeubilair. Deze zal nu in 2011-2012 plaatsvinden. Dit zal een dempend effect hebben op de liquiditeit van DHS. Om haar liquiditeitspositie te bewaken maakt DHS maandelijks een twaalf maands voortschrijdende liquiditeitsplanning (zie ook paragraaf 6.3 Treasurybeleid). Rentabiliteit Definitie: Exploitatieresultaat gedeeld door de totale baten. Rentabiliteit Uitkomst 2007 Uitkomst 2008 Uitkomst 2009 Uitkomst 2010
Uitkom st 4,0% -2,8% 3,0% 2,9%
Signaleringsgrens 0-5% en meerjarig gemiddeld 3% De Commissie Don geeft aan dat de rentabiliteit gemiddeld over meerdere jaren op 3% zou moeten liggen. Op basis van de afgelopen 4 jaar is het gemiddelde van DHS 1,8% en dat ligt dus nog iets onder deze signaleringsgrens. Maar gezien de ontwikkeling van de andere financiële kengetallen is dat niet verontrustend. Analyse kengetallen en bepaling kapitaalbehoefte De kapitalisatiegraad is door de rijksoverheid, op basis van de aanbevelingen van de Commissie Don, tot het belangrijkste kengetal benoemd om vast te stellen hoe ‘rijk’ een schoolbestuur is. De kapitalisatiegraad van DHS is op basis van de balans per 31 december 2010 35,0% en is daarmee
36 | P a g i n a
precies gelijk aan de signaleringsgrens van de Commissie Don. Deze signaleringsgrens is echter een landelijk percentage voor grote besturen en de Commissie Don heeft ook aangegeven dat er bedrijfsspecifieke redenen kunnen zijn om een hogere of juist lagere kapitalisatiegraad aan te houden. In de onderstaande paragraaf zullen wij conform de uitgangspunten van de Commissie Don en de aanbevelingen uit het rapport ‘Vermogenspositie DHS’ van VOS/ABB de bedrijfsspecifieke kapitalisatiegraad van DHS bepalen. Om deze berekening uit te kunnen voeren heeft de Commissie Don de kapitalisatiegraad gesplitst in: - Spaarliquiditeit; - Transactieliquiditeit; - Bufferliquiditeit. Spaarliquiditeit Dit betreft de financieringsfunctie van het vermogen ten behoeve van de (toekomstige) vervanging van de materiële vaste activa. Met de invoering van het systeem van activeren staat aan de activazijde van de balans de huidige waarde (oorspronkelijke aanschafwaarde -/- gecumuleerde afschrijvingen) van de in het verleden aangeschafte onderwijsleerpakketten, ICT en meubilair. Om in de toekomst (één tot vijf jaar) over voldoende middelen te beschikken voor de vervanging van afgeschreven activa (de levensduur is voorbij), moet elke organisatie een bepaald vermogen aanhouden. In de termen van de Commissie Don wordt dat de spaarliquiditeit genoemd. Om deze spaarliquiditeit vast te stellen is de vervangingswaarde van de materiële vaste activa berekend en per 31 december 2010 vastgesteld op € 22,9 mln. Van dat bedrag moet dan conform de uitgangspunten van de Commissie Don en de aanbevelingen van VOS/ABB 55% als spaarliquiditeit worden aangehouden. Dit is voor grote besturen zoals DHS toegestaan omdat nooit alle activa te gelijk worden vervangen. De spaarliquiditeit 2010 van DHS is dan 55% van € 22,9 mln. = € 12,6 mln. Transactieliquiditeit De transactieliquiditeit is gelijk aan het bedrag van de kortlopende schulden van de balans per 31 december 2010. Omdat de transactieliquiditeit altijd een momentopname per balansdatum is waarop niet echt gestuurd kan worden, is hiervoor geen norm benoemd. De transactieliquiditeit 2010 van DHS is € 12,4 mln. Bufferliquiditeit De bufferliquiditeit (weerstandsvermogen in de ‘oude’ benaming) is nodig om risico’s op te vangen en kan worden bepaald met behulp van het vastgestelde risicoprofiel van DHS. Voor DHS is op basis van de uitgevoerde risicoscan een gemiddeld risicoprofiel met een bijbehorende bufferliquiditeit van minimaal 7,2% en maximaal 11,7% vastgesteld. Gezien de (financiële) bedreigingen die DHS de komende twee à drie jaren op zich af ziet komen -in relatie tot passend onderwijs, bekostiging van de functiemix, dalende aantallen achterstandsleerlingen en onvoldoende indexering van de personele bekostiging- wordt ervoor gekozen om de maximale bufferliquiditeit van 11,7% aan te houden. Bij de externe verzelfstandiging is er op basis van het toen geldende beleid met de gemeente Den Haag afgesproken dat de bufferliquiditeit van DHS 15% zou moeten bedragen. Op basis van voortschrijdend inzicht en nieuw beleid wordt dat percentage nu verlaagd naar 11,7%. De bufferliquiditeit 2010 van DHS is 11,7% van de totale baten van € 118,4 mln. = € 13,8 mln. Kapitalisatiegraad Op basis van deze uitkomsten kan nu de normatieve kapitaalsbehoefte = normatieve kapitalisatiegraad van DHS worden vastgesteld. Normatieve kapitalisatiegraad Spaarliquiditeit Transactieliquiditeit Bufferliquiditeit Totaal
37
bedrag x 1,0 mln. 12,6 12,4 13,8 38,8
% 10,6% 10,5% 11,7% 32,8%
De werkelijke kapitalisatiegraad van DHS per 31 december is met 35,0% dus 2,2% hoger dan de normatieve kapitalisatiegraad. Op basis hiervan is er sprake van een mogelijke bestedingsruimte eigen vermogen van maximaal: 2,2% x € 118,4 mln. = € 2,6 mln. Om vast te kunnen stellen of deze bestedingsruimte in de komende periode ook daadwerkelijk ingezet kan worden, moet worden vastgesteld of bij een toekomstige besteding van deze middelen de solvabiliteits- en liquiditeitsgrenzen niet worden onderschreden. Huidige solvabiliteit DHS Solvabiliteit bij volledige inzet bestedingsruimte Signaleringsgrens
70,1% 63,7% < 20%
Conclusie: de solvabiliteit van DHS komt niet gevaar bij inzet van de bestedingsruimte. Huidige liquiditeit DHS Liquiditeit bij inzet bestedingsruimte en investering in meubilair Signaleringsgrens
2,7 2,2 < 1 – 1,5
Conclusie: de liquiditeit van DHS komt niet gevaar bij inzet van de bestedingsruimte, ook niet als rekening wordt gehouden met de voorgenomen investering in meubilair van € 3,0 mln. Op basis van de bovenstaande berekeningen bedraagt de potentieel inzetbare bestedingsruimte van DHS maximaal € 2,6 mln. Het beleid van DHS is er op gericht om deze bestedingsruimte de komende jaren in te zetten voor maatregelen om de onderwijskwaliteit in brede zin verder te verbeteren en daarmee risico’s te vermijden en/of te beheersen. Zodoende kan de continuïteit van de organisatie beter worden gegarandeerd. De bestedingsruimte kan maar eenmalig worden ingezet en kan dus niet worden gebruikt voor de bekostiging van structurele activiteiten of maatregelen. Toelichting balans reserves en voorzieningen Eigen vermogen Het eigen vermogen van DHS is in het verslagjaar toegenomen tot € 25,4 mln. Binnen het eigen vermogen van DHS kan onderscheid worden gemaakt tussen algemene reserve inclusief bestemmingsreserve eerste waardering activa en de bestemmingsreserves publiek en privaat. De belangrijkste wijziging in de omvang en samenstelling van de het eigen vermogen van DHS is de (nieuwe) bestemmingsreserve eerste waardering activa. Deze is het gevolg van de overgang van op het systeem van activeren van de vaste materiële activa. Algemene reserve (publiek) Binnen DHS zijn de scholen zelf verantwoordelijk voor het beheer van de aan hen toegekende budgetten. Voor het opvangen van schommelingen in het schoolgebonden exploitatieresultaat is het noodzakelijk dat scholen de beschikking hebben over een adequate schoolgebonden algemene reserve. Binnen DHS is een aantal budgetten bovenschools georganiseerd, waarvan de totale exploitatie van de schoolgebouwen de omvangrijkste is. Ook voor de schommelingen in de bovenschoolse budgetten is een adequate algemene reserve wenselijk. De omvang van de algemene reserves van DHS bedraagt ultimo 2010 € 17,3 mln. In het verslagjaar 2010 heeft VOS/ABB op verzoek van DHS een onderzoek gedaan naar en een advies gegeven over de verdeling van de algemene reserves van de scholen en bestuurskantoor. Bij het opstellen van die adviezen is rekening gehouden met de aanbevelingen van de Commissie Don en de uitgevoerde risico-inventarisatie. Afronding van deze beleidswijziging zal voor de zomervakantie van 2011 plaatsvinden. Bestemmingsreserve eerste waardering vaste activa Als gevolg van de invoering van de methodiek van activering en de daarbij behorende eerste waardering van de aanwezige activa, heeft DHS per 1 januari 2010 bestemmingsreserve eerste waardering activa gevormd die in omvang gelijk zijn aan de boekwaarde van de vaste activa per die datum. Dit is dus een administratieve handeling waardoor DHS niet ‘rijker’ wordt, maar die wel van invloed is op het eigen vermogen.
38 | P a g i n a
In 2010 is er vervolgens via de resultaatverdeling een bedrag vanuit deze bestemmingsreserve eerste waardering activa ten gunste van de algemene reserve publiek geboekt. Dit bedrag is gelijk aan de afschrijvingslasten van de activa per 1 januari 2010. Deze methodiek wordt gecontinueerd totdat dat de bestemmingsreserve eerste waardering activa nul is (respectievelijk de activa van voor 2010 geheel zijn afgeschreven). Deze bestemmingsreserve eerste waardering activa is dus geoormerkt en niet vrij inzetbaar. Bestemmingsreserves Het resultaat dat DHS behaalt op de ontvangen middelen voor het samenwerkingsverband ‘Weer Samen Naar School’ wordt verrekend met de bestemmingsreserve Zorgbekostiging. Deze bestemmingsreserve heeft eind 2010 een omvang van € 1,1 mln. In reactie op de maatregelen rond passend onderwijs worden regionale samenwerkingsverbanden opgericht waar ons huidige samenwerkingsverband waarschijnlijk in op zal gaan. De huidige bestemmingsreserve WSNS zal worden gebruikt om de financiële effecten voor DHS van deze stelselwijziging op te vangen. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd om toekomstige kosten en risico’s te dekken en/of om bepaalde kosten gelijkmatig over de jaren te spreiden (bijvoorbeeld egalisatievoorziening groot onderhoud). Tot en met de jaarrekening 2009 was de voorziening niet declarabele kosten gebouwen onderdeel van de post voorzieningen. Met ingang van de jaarrekening 2010 is deze post opgenomen als voorziening wegens oninbaarheid en in mindering gebracht op de post vorderingen op de balans. DHS heeft in 2010 voorzieningen voor: Spaarverlof Binnen het onderwijs heeft het personeel de mogelijkheid om te sparen voor een extra lange verlofperiode. Op basis van een spaarcontract worden afspraken gemaakt over de spaarperiode en het tijdstip waarop het verlof opgenomen zal gaan worden. In de voorziening spaarverlof is het bedrag opgenomen dat DHS verschuldigd is om in de toekomst tijdens de opname van het gespaarde verlof het salaris door te betalen. Bij de vaststelling van de verplichtingen per 31 december 2010 bleek de voorziening te hoog en is een deel vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Voorziening toekomstige jubilea uitkeringen Deze voorziening is in 2008 conform de richtlijnen van de jaarverslaglegging gevormd om alle toekomstige verplichtingen voor jubilea-uitkering van het personeel in vaste dienst te dekken. In 2010 zijn alle jubilea-uitkeringen ten laste van de voorziening gebracht. Per 31 december is vervolgens de (toekomstige) verplichting voor DHS berekend en vastgesteld op een bedrag van € 0,9 mln. Egalisatievoorziening planmatig onderhoud In de loop van 2009 is een meerjaren onderhoudsbegroting 2010-2030 opgesteld voor de schoolgebouwen van DHS. Op basis van deze meerjarenbegroting is het gemiddeld jaarlijks onderhoudsbedrag vastgesteld. De werkelijke onderhoudskosten per jaar fluctueren rondom dit vastgestelde gemiddelde met uitschieters naar boven of naar onder. Om deze jaarlijkse schommelingen te elimineren lopen met ingang van 2010 alle kosten van planmatig (groot) onderhoud via de egalisatievoorziening planmatig onderhoud. Jaarlijks worden de werkelijke kosten ten laste van de egalisatievoorziening gebracht en wordt er een vast bedrag aan toegevoegd. Op basis van de ervaringen in 2010 (het eerste jaar van de onderhoudsbegroting 2010-2030) met de aanbestedingen en uitvoering van het planmatig onderhoud is vastgesteld dat een actualisatie van de onderhoudsbegroting 2010-2030 gewenst is. Reorganisatievoorziening Bij de jaarrekening 2009 is er ten behoeve van de reorganisatie van het facilitair bedrijf een reorganisatievoorziening gevormd. De reorganisatie is in 2010 afgerond en de kosten zijn ten laste van de reorganisatievoorziening gebracht zodat deze per 31 december 2010 nul is.
39
Voorziening Personele risico’s Het saldo per 31 december heeft (conform wet- en regelgeving) geheel betrekking op de personele juridische risico’s die DHS loopt en dat risico heeft geheel betrekking op (toekomstige) claims van het Participatiefonds betreffende (het niet voldoen aan) de instroomtoets.
40 | P a g i n a
Exploitatie 2010 Onderstaand een vergelijking van de gerealiseerde en begrote baten en lasten voor het kalenderjaar 2010, de begroting 2011 en de realisatie 2009. Bedragen x € 1.000 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
Realisatie Begroting Begroting Realisatie 2010 2010 2011 2009 101.141 100.904 99.296 98.820 8.527 7.269 7.762 8.838 8.428 5.500 6.855 7.543 113.673 113.913 115.201 118.096
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
Realisatie Begroting Begroting Realisatie 2010 2010 2011 2009 94.932 94.656 94.061 95.500 1.660 600 9.909 8.523 9.369 8.074 7.921 7.250 7.225 10.072 114.991 110.705 111.849 112.207
Saldo baten en lasten
3.105
2.968
2.064
2.994
288
250
250
438
3.393
3.218
2.314
3.432
Financiele baten en lasten Exploitatiesaldo
Toelichting exploitatierekening De Haagse Scholen heeft het boekjaar 2010 afgesloten met een positief exploitatiesaldo van € 3,4 mln. Deze uitkomst ligt in lijn met de begroting 2010 en de realisatie 2009. Het positief exploitatiesaldo 2010 is toegevoegd aan het eigen vermogen van DHS. Hoewel het resultaat op totaalniveau in lijnt ligt met de begroting zijn er op onderdelen wel verschillen. De belangrijkste verschillen met de goedgekeurde begroting 2010 zijn:
41
-
Activeren; in de begroting 2010 was deze wijziging nog niet verwerkt en zijn de kosten van aanschaf ICT, onderwijsleerpakketten en meubilair daar voor een bedrag van € 1,2 mln. opgenomen als onderdeel van de post inventaris, apparatuur en leermiddelen (overige instellingslasten). Door de overschakeling op activeren worden deze kosten nu als afschrijvingskosten gespreid over de levensduur van de inventaris en bedragen de afschrijvingskosten voor 2010 € 1,7 mln. Dit is dus een nadeel ten opzichte van de begroting 2010 van € 0,5 mln.
-
Inkomsten grensverkeer; binnen het verzorgingsgebied van DHS zijn meerdere samenwerkingsverbanden (SWV) actief. Deze SWV verrekenen de kosten en inkomsten van onderlinge leerling-stromen via het zogeheten grensverkeer. In het jaar 2010 heeft de definitieve verrekening plaatsgevonden voor een aantal schooljaren en dat heeft voor het SWV van DHS een extra post inkomsten grensverkeer van € 0,4 mln. opgeleverd. Dit had een positief resultaat op het resultaat van SWV en dus van DHS als totaal.
-
De post overige overheidsbijdragen (bruidsschat en lokaal onderwijsbeleid); in de realisatie is deze post € 1,3 mln. hoger dan de begroting 2010. Dit verschil wordt geheel veroorzaakt door hogere inkomsten voor het lokaal onderwijsbeleid, waar voorzichtigheidshalve in de begroting alleen de zekere inkomsten zijn opgenomen. In de praktijk worden er ook gedurende het jaar nog extra subsidies toegewezen, waardoor de inkomsten toenemen. In 2010 ging het daarbij vooral om extra inkomsten voor het Leerkansenprofiel, Brede Buurtschool plus en Brede
Buurtzones. Omdat de subsidies voor Lokaal onderwijsbeleid geoormerkt zijn, leiden deze inkomsten ook tot extra personele en materiële kosten en hebben zij geen direct effect op het uiteindelijk resultaat. -
De (verwerking van) de derde geldstroom; het saldo van baten en lasten van de derde geldstroom is nihil en is in de begroting 2010 gesaldeerd opgenomen (baten en lasten beide nul). In de realisatie worden op basis van de wet- en regelgeving de baten en lasten van de derde geldstroom wel apart opgenomen en leiden dus tot een toename van zowel de overige baten als de overige lasten met een bedrag van € 1,6 mln. Dit heeft per saldo dus geen effect op het resultaat 2010.
In vergelijking met de realisatie 2009 zijn naast de bovenstaande punten betreffende activering en de inkomsten grensverkeer SVW ook de aanpassing van de rijksbekostigingen en een kwaliteitsimpuls in de gebouwen belangrijke verklaringen voor de verschillen tussen de baten en lasten. Bij de toelichting van de desbetreffende posten zal nader op deze verschillen worden ingegaan. Bij het opstellen van de begroting 2011 is er nog vanuit gegaan dat in de staat van baten en lasten het saldo van afschrjivingskosten en vrijval uit de bestemmingsreserve eerste waardering activa zou worden opgenomen. Tijdens het opstellen van de jaarrekening 2010 is gebleken dat deze werkwijze niet conform de richtlijnen voor de jaarverslaglegging is. Dit betekent dat in de realisatie 2011 de post afschrijvingen aanzienlijk hoger zal worden en daarmee het resultaat 2011 zal verlagen. Tegelijkertijd zal de vrij besteedbare algemene reserve publiek, op basis van een overboeking vanuit de bestemmingsreserve eerste waardering activa, toenemen. Vanaf de jaren 2012 en 2013 zullen de rijksinkomsten van DHS naar alle waarschijnlijkheid afnemen en zullen de financiële resultaten onder druk komen te staan. Daarbij heeft DHS dan wel het voordeel dat zij een eigen vermogen beschikbaar heeft, dat kan worden ingezet om de noodzakelijke maatregelen te bekostigen die nodig zijn om de effecten van deze bezuinigingen op te vangen. 6.3 Treasurybeleid Bij de externe verzelfstandiging van 1 januari 2008 heeft DHS voor het eerst de mogelijkheid gekregen om een zelfstandig treasurybeleid te ontwikkelen. Dit heeft in 2008 vorm gekregen in een treasurystatuut met algemene uitgangspunten en in een jaarlijks geactualiseerd treasuryjaarplan. In de afgelopen jaren heeft het treasurybeleid van DHS zich verder ontwikkeld als gevolg van wet- en regelgeving, waarbij het interne uitgangspunt van voorzichtigheid altijd is gehandhaafd. In de aanbevelingen van de Commissie Don wordt ook veel aandacht besteed aan de omvang van de liquiditeit van schoolbesturen. Dat heeft zijn weerslag op het te voeren treasurybeleid. Treasurystatuut De hoofdlijnen en uitgangspunten van het treasurybeleid van DHS zijn opgenomen in het door het bestuur van de stichting vastgestelde treasurystatuut. In dit statuut is over het beleggen van overtollige liquide middelen onder andere het volgende opgenomen: Eventuele beleggingen zullen voldoen aan de criteria van de Regeling ‘beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek’. Als gevolg van de kredietcrisis is deze regeling met ingang van 1 januari 2010 door het Ministerie van OCW aangescherpt. Deze aanscherpingen zijn verwerkt in het treasurystatuut van DHS. De wijzigingen betroffen de ratingeisen voor beleggings- en beleningsvormen, waarbij de hoofdsom bij opname intact is. Deze ratingeisen zijn geldig vanaf 1 januari 2010: - beleggings- en beleningsvormen voor een periode tot en met drie maanden mogen alleen worden betrokken van financiële ondernemingen die aantonen dat ze minimaal beschikken over een A-rating, afgegeven door minstens twee ratingbureaus; - beleggings- en beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden mogen alleen worden betrokken van financiële ondernemingen die aantonen dat ze minimaal beschikken over een AA-minusrating. afgegeven door minstens twee ratingbureaus. Er wordt in de nieuwe regelgeving onderscheid gemaakt tussen kortlopende (t/m drie maanden) beleggings- en beleningsvormen en de lange beleggings- en beleningsvormen (> drie maanden), waarbij de eisen voor de lange beleggings- en beleningsvormen zijn aangescherpt. Gezien de huidige rentestand van lange beleningen is DHS vooralsnog niet voornemens om liquide middelen langer dan drie maanden weg te zetten. Wel heeft DHS voor de zekerheid een extra rekening geopend bij de
42 | P a g i n a
Rabobank om in voorkomende gevallen eventueel ook bij deze bank extra middelen te kunnen wegzetten. Uit de beleggingen mogen nooit nieuwe risico's ontstaan. Overtollige geldmiddelen worden daarom uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden (waarbij gedurende de looptijd een vast bedrag aan rente uitgekeerd wordt), dan wel in producten waarbij de hoofdsom gecorrigeerd voor inflatie ten minste aan het eind van de looptijd intact is. Voorbeelden van dergelijke beleggingsproducten zijn deposito’s en (staats)obligaties. Treasuryjaarplan 2010 en 2011 De hoofdlijnen uit het treasurystatuut worden jaarlijks uitgewerkt in een treasuryjaarplan. Gezien de voortdurende onzekere situatie op de financiële markten is in het jaarplan 2010 het in 2008 en 2009 ingezette ‘voorzichtige’ treasurybeleid voortgezet. Concreet betekent dit dat in 2010: 1. DHS belegt in 2010 alleen in deposito’s met vaste rente of spaarrekeningen van Nederlandse banken die onder het toezicht van de DNB staan. 2. DHS houdt in 2010 een minimaal rekening-courantsaldo op haar lopende rekening aan van € 500.000. 3. De looptijd van eventuele af te sluiten deposito’s wordt vastgesteld op basis van een meerjarige liquiditeitsprognose en mag daarbij de termijn van 24 maanden niet overschrijden. Ook in het treasuryjaarplan 2011 wordt deze voorzichtige koers ten aanzien van het beleggen van overtollige liquide middelen voortgezet. In het verlengde van de adviezen van de Commissie Don en het door DHS voorgenomen beleid over de eerder genoemde ‘bestedingsruimte’, is het streven om in de loop van 2011/2012 de liquiditeit meer in overeenstemming te brengen met de door de Commissie Don benoemde signaleringsgrens van 1–1,5. Treasury activiteiten 2010 Ook in 2010 waren de financiële markten nog volop in beweging. De rentevergoedingen voor deposito’s en lopende spaarrekeningen bleven onveranderd laag, waardoor de rente-inkomsten in vergelijking met voorgaande jaren is gedaald. In de loop van 2010 heeft DHS vanwege gunstige rentetarieven ook liquide middelen belegd bij de Rabobank. Per 31 december 2010 heeft DHS de volgende liquide middelen: lopende rekening bovenschools € 1.386.800 lopende rekeningen scholen € 1.219.700 ING Extra bonusrekening € 1.500.000 ING Bonus zakelijk € 500.000 ING Liquidity Management Account €10.000.000 RABO bedrijfstelebankieren € 2.500.000 Toekomstige ontwikkelingen treasury Gezien de voortdurende instabiliteit op de financiële markten opteert DHS ook voor 2011 voor een voorzichtig treasurybeleid. 1. DHS zal in 2011 (tijdelijk) overtollige liquide middelen alleen beleggen in deposito’s met vaste rente of spaarrekeningen van Nederlandse banken die onder het toezicht van de DNB staan en die voldoen aan de ratingeisen van de Regeling beleggen en belenen. 2. DHS houdt ook in 2011 een rekening-courantsaldo op haar lopende rekening aan van minimaal € 500.000. 3. De looptijd van eventuele af te sluiten deposito’s zal worden vastgesteld op basis van een meerjarige liquiditeitsprognose en mag daarbij de termijn van 24 maanden niet overschrijden. Op basis van de voornemens van DHS om in 2011 extra te investeren in schoolmeubilair, onderhoud gebouwen en sanitaire voorzieningen neemt het saldo liquide middelen in 2011 af en daarmee ook de capaciteit om middelen tijdelijk te beleggen of belenen.
43
7. Bestuurlijke kengetallen Overzicht leerlingaantallen Aantallen op de teldatum 1 oktober Leerlingen basisonderw ijs Leerlingen speciaal basisonderw ijs Leerlingen speciaal (voortgezet) onderw ijs Totaal aantal leerlingen De Haagse Scholen
2006 12.855 499 959 14.313
2007 13.025 478 996 14.499
2008 13.250 411 976 14.637
2009 13.369 376 953 14.698
2010 13.423 303 951 14.677
Leerlingaantallen 15.000 14.900 14.800 14.700 14.600 14.500 14.400 14.300 14.200 14.100 14.000 2006
2007
2008
2009
2010
Deelname percentage (stedelijk) per openbaar onderwijssoort (marktaandeel) Jaar 2007 2008 2009 2010
BO 31,18% 31,19% 30,98% 30,56%
Jaar 2007 2008 2009 2010
SBO 41,57% 38,96% 36,90% 30,68%
Jaar 2007 2008 2009 2010
(V)SO 52,82% 51,18% 51,43% 51,02%
44 | P a g i n a
Brin Naam school De Kleine Keizer 17EK Archipel 17EU Dalton Helen Parkhurst 17FE De Spoorzoeker 17FN Dr. Willem Dreesschool 17FV Valkenbos Montessori 17JE 17MC Bohemen / Kijkduin 17MR Benoordenhout De Baanbreker 17NF 17NQ P.C. Hooftschool Het Startpunt 17PJ Galvanischool 17PY 18AR Maria Montessorischool 18PQ Anne Frankschool De Zonnebloem 19LI A.M.G. Schmidtschool 19LY 19MH De Klimop 19MP De Kameleon 19MU Max Velthuijs 19MZ Houtw ijk 19NN Houtrust 19NQ De Gelderlandschool De Drentse Hoek 19NT 19NW Van Ostadeschool Erasmus 19NZ 19OC Pr. Willem Alexander 19OQ De Springbok 19QD De Kleine Wereld De la Reyschool 19SI 19TO Het Volle Leven 19UK Jan Ligthartschool 19VB De Wissel Het Spectrum 19VV 19WO Het Galjoen 19XU De Tw eemaster De Voorsprong 19YL De Vlierboom 19YS De Leeuw erikhoeve 19YX Prinses Marijke 19ZF Zuidw alschool 19ZJ 26AU De Startbaan De Vijver 26AX Waterland 26PJ De Notenkraker 26PP 27VA Prinses Catharina Amalia Totaal basisonderw ijs
45
1-10-2010 232 226 441 184 249 245 458 178 205 213 372 298 448 480 456 412 280 145 150 134 250 295 179 388 288 330 545 295 231 380 275 260 210 336 95 464 222 138 183 221 293 499 450 438 352 13.423
KENGETALLEN
Overzicht leerlingaantallen per school
Brin Naam school Het Age 20JA De Bonte Vlinder 20JC De Haagse Beek 20JF P.H.Schreuderschool 20JJ Totaal speciaal onderw ijs
1-10-2010 0 110 95 98 303
Brin Naam school Insp. W.P.Blokpoelsch 20IX Eerste Nederlandse Buitenschool 20JE 20JG Insp. S. de Vriesschool Cor Emousschool 20JL De Piramide 20JM De Strandw acht 20KP Totaal speciaal (voortgezet) onderw ijs
1-10-2010 51 85 252 154 153 256 951
Totaal De Haagse Scholen
14.677
Ontwikkeling aantal fte’s 2.000 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000
Tijdelijk 800
Vast
600 400 200
Nov 2010
Sep 2010
Jul 2010
Mrt 2010
Mei 2010
Jan 2010
Nov 2009
Sep 2009
Jul 2009
Mei 2009
Mrt 2009
Jan 2009
Sep 2008
Nov 2008
Jul 2008
Mei 2008
Mrt 2008
Jan 2008
Nov 2007
Sep 2007
Jul 2007
Mrt 2007
Mei 2007
Jan 2007
0
46 | P a g i n a
47
8. Adressenlijst Basisonderwijs Naam school Annie M.G. Schmidt Anne Frank Archipel De Baanbreker
Adres Jacob de Graefflaan 10-14 Beresteinlaan 267 Atjehstraat 31 Elboogstraat 68
Postcode 2517 JM 2542 JG 2585 VG 2516 PV
Telefoon 070-3451256 070-3664406 070-3508027 070-3995406
Benoordenhout Bohemen/Kijkduin De Drentse Hoek Erasmus Het Galjoen Galvanischool De Gelderlandschool Helen Parkhurst' (Dalton) Houtrust Houtw ijk
Dreibholtzstraat 2 - 4 Daltonplantsoen 6 Hoogeveenlaan 20 Ambachtsgaarde 1 Anna Blamanplein 15 Galvanistraat 43 Nijkerklaan 9-11 Baambruggestraat 2 Nachtegaalplein 19A Mari Andriessenstraat 42
2596 XG 2555 SB 2545 TP 2542 ED 2525 ZV 2517 RA 2573 BA 2546 SK 2566 JP 2552 KN
070-3248678 070-3681338 070-3661515 070-3097073 070-3803416 070-3607495 070-3459307 070-3664493 070-3647549 070-3974003
Jan Ligthart De Kameleon De Kleine Keizer De Kleine Wereld De Klimop ÖBS Max Velthuijs De Leeuw erikhoeve Maria Montessorischool De Notenkraker Van Ostadeschool P.C. Hooftschool Prins Willem Alexander Prinses Catharina-Amalia Prinses Marijke De La Reyschool Het Spectrum De Spoorzoeker De Springbok De Startbaan Het Startpunt De Tw eemaster Montessorischool Valkenbos De Vijver (Dalton) De Vlierboom Het Volle Leven De Voorsprong Waterland (Dalton) Dr. Willem Drees De Wissel De Zonnebloem Zuidw al
Slicherstraat 5-7-9 Ketelstraat 101 Alphons Diepenbrockhof 79 Rederijkerstraat 120 Cartesiusstraat 2-4 Da Costastraat 40 Walenburg 25 Laan van Wateringse Veld 394 Eksterhof 2 V. Ostadestraat 245 Nijkerklaan 11 Laakw eg 199 Cicerostrook 9 Abraham van Beijerenstraat 1c De La Reyw eg 212 Terw estenstraat 105 Busken Huetstraat 22-24 Pretoriusstraat 123 Böttgerw ater 21 Suze Robertsonstraat 103 Tesselsestraat 75a Cederstraat 29 Kikkerbeetlaan 27 Vlierboomstraat 366 Rijslag 15-21 Ruysdaelstraat 11 Eendenplein 1 Capadosestraat 9-11 Steenw ijklaan 10-12 Hyacinthw eg 5 Zuidw al 47, Postadres Lepelstr. 6
2515 GE 2516 VN 2551 KK 2531 VP 2562 SK 2513 RP 2591 BR 2548 CJ 2496 HS 2526 EV 2573 BA 2521 SG 2493 ZL 2525 TA 2571 GH 2525 GG 2524 TT 2571 VD 2497 ZJ 2526 WS 2583 JH 2565 JM 2548 WJ 2564 JJ 2587 BB 2525 AA 2492 NZ 2523 AB 2541 RL 2565 RE 2512 CW
070-3890442 070-4152531 070-3972832 070-3888264 070-3654086 070-3655010 070-3856563 070-3099335 015-3106060 070-3806773 070-3236232 070-3991868 070-3019586 070-3884035 070-3617017 070-3883594 070-3944997 070-3458605 070-3906564 070-3803935 070-3558619 070-3600377 070-3967588 070-3231215 070-3558454 070-3805157 070-3278335 070-3937689 070-3663606 070-3251503 070-3633650
48 | P a g i n a
Naam school De Bonte Vlinder De Haagse Beek P.H. Schreuderschool
Adres Aucubastraat 3 Paddepad 6 Hendrick Goltziustraat 5
Postcode 2565 XD 2554 HZ 2526 LL
Telefoon 070-3634509 070-3237234 070-3800942
Adres Tw ickelstraat 5 Doorniksestraat 28 Haardstede 1 Paddepad 8 Melis Stokelaan 1185 Heliotrooplaan 35
Postcode 2531 PW 2587 XM 2543 VS 2554 HZ 2541 GA 2555 MA
Telefoon 070-3948994 070-3556631 070-3211459 070-3254002 070-3666587 070-4483130
Scheveningsew eg 60
2517 KW
070-3065200
WEC (SO en VSO) Naam school Cor-Emousschool Eerste Nederlandse Buitenschool Inspecteur W.P. Blokpoelschool Strandw acht,Sch verb. a/h Ped. Instituut De Piramide Inspecteur S. de Vriesschool
Bestuurskantoor Bestuurskantoor De Haagse Scholen Internet: w w w .dehaagsescholen.nl Emailadres:
[email protected]
49
ADRESSENLIJST
Speciaal basisonderwijs
9. Verklaring afkortingen en begrippen
ARBO
Arbeidsomstandigheden
AVS
Algemene vereniging schoolleiders
B&W
College van burgemeester en wethouders van Den Haag
BAPO
Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
Brede buurtschool
Een school die zich, door samenwerking met ouders en meerdere partners in de wijk, richt op het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen.
Brede buurtzones
Een brede buurtzone is een cluster van voorzieningen, dat intensief samenwerkt. Het doel van deze samenwerking is de ontwikkeling van kinderen, jongeren en hun ouders te verbeteren.
BRON
Basisregister Onderwijs
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst 2009 (voor het Primair Onderwijs)
CDO
Afkorting voor Centrale directie DHS
Centrale toetsingscommissie
Commissie die plaatsing/toelating van leerlingen in het Speciaal Basisonderwijs (SBO) toetst.
CITO
Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling
CITO/GLG en LG score
Score van de eindtoets basisonderwijs, die een vergelijking geeft van schoolgemiddelden met dat van vergelijkbare scholen (vergelijkbaar op grond van sociaal-culturele achtergrond / leerlinggewicht).
DVEP
De Vrije Energie Producent; energieleverancier van DHS
ESIS (A en B)
leerlingadministratie- en leerlingzorgprogramma dat op alle scholen van DHS wordt gebruikt.
Fte
full time equivalent; rekeneenheid waarmee de omvang van een dienstverband of de personeelssterkte wordt uitgedrukt.
HALO
Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding
Integraal kindcentrum
Een integraal kindcentrum is een voorziening voor kinderen van tenminste 0-12 jaar, waar zij gedurende de dag komen om te leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten en waarbij alle ontwikkelingsterreinen van kinderen aan bod komen.
ITIL
Information Technology Infrastructure Library, meestal afgekort tot ITIL, is een referentiekader voor het inrichten van de beheerprocessen binnen een ICT-organisatie.
NSA
Nederlandse Schoolleiders Academie, een onafhankelijk instituut van en voor leidinggevenden in het primair onderwijs.
PGNPO
Persoonsgebonden nummer Primair Onderwijs
50 | P a g i n a
samenwerkingsverband van de gezamenlijke schoolbesturen voor primair onderwijs in de gemeente Den Haag.
PO-Raad
de brancheorganisatie voor het primair onderwijs in Nederland
Referentieniveaus rekenen en taal
Richtlijnen die de overheid heeft opgesteld voor het niveau van het taal- en rekenonderwijs.
Toezichtarrangement
jaarlijks door de onderwijsinspectie te bepalen niveau van toezicht (basis, aangepast zwak en aangepast zeer zwak) op basis van de geconstateerde onderwijskwaliteit van de school.
VOS/ABB
de vereniging voor openbare en algemeen toegankelijke scholen in Nederland
WEC
Wet op de expertisecentra
WPO
Wet op het primair onderwijs
51
BEGRIPPENLIJST
PO-Platform
De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Bezoekadres: Scheveningseweg 60 2517 KW Den Haag Postadres: Postbus 61454 2506 AL Den Haag Telefoon: 070-3065200 Fax:
070-3065201
Email:
[email protected]
Website: www.dehaagsescholen.nl