BESTUURSVERSLAG INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Algemeen en doelstellingen Organisatie De woekerpolisaffaire in 2011 Strategie Verliespolis Resultaten Communicatie Samenvatting en perspectief 2012 Tot slot: Stichting Verliespolis onderschrijft Claimcode
1. ALGEMEEN EN DOELSTELLINGEN WOEKERPOLIS
Stichting Verliespolis (hierna: Verliespolis) is de grootste belangenbehartiger voor consumenten met een te dure beleggingsverzekering. Deze producten hebben de bijnaam “woekerpolissen” gekregen. In Nederland zijn meer dan 6,5 miljoen beleggingsverzekeringen verkocht. Het gaat om meer dan 1.000 producten die zijn aangeboden door ruim twintig verzekeraars. Beleggingshypotheken, lijfrentepolissen, koopsompolissen, spaarplannen en spaarloonregelingen gekoppeld aan beleggingen zijn voorbeelden van beleggingsverzekeringen. TRANSPARANTIE KOSTEN
In 2006 bleek uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat verzekeraars zo veel kosten in rekening brengen dat de polissen niet of nauwelijks renderen. Consumenten waren bij aanschaf van het product niet of onvoldoende geïnformeerd over de hoge kosteninhoudingen. Door de verzekeraar voorgespiegelde rendementen bleken veelal onrealistisch. COLLECTIEVE OPLOSSINGEN
Stichting Verliespolis zet zich in voor collectieve oplossingen voor dit maatschappelijke probleem, zodat consumenten niet individueel de strijd hoeven aan te gaan met hun verzekeraar. De stichting richt zich op polisreparatie voor de toekomst en compensatie voor in het verleden te veel betaalde kosten.
1
2. ORGANISATIE Stichting Verliespolis, gevestigd in Den Haag, is een stichting zonder winstoogmerk. De initiatiefnemers van de stichting zijn de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en Vereniging Eigen Huis (VEH). Beide organisaties hebben een vertegenwoordiger in het bestuur van de stichting. Stichting Verliespolis heeft een bestuur, een Raad van Toezicht en wordt ondersteund door gespecialiseerde kantoren. Ook de VEB en VEH ondersteunen de stichting met raad en daad. Het bestuur van Stichting Verliespolis bestond in 2011 uit:
Mr. G. Hooft Graafland Ir. H.F.B. Keyner Drs. N.W. Stolwijk
voorzitter secretaris penningmeester
De Raad van Toezicht bestond in 2011 uit:
Mr. A.H. Korthals Drs. W.C.G. Voûte-Droste Prof. Mr. M.J. Kroeze Dr. P.J.G. Tang
voorzitter (afgetreden 23 mei 2011) voorzitter a.i. (v.a. 23 mei 2011) lid lid (vanaf 8 januari 2012)
Het bestuur heeft in 2011 vijf maal vergaderd, waarvan vier maal in gezamenlijkheid met de Raad van Toezicht. De Raad fungeert in beleidszaken als adviseur en klankbord voor het bestuur van de stichting. Het bestuur is verantwoordelijk voor de besluitvorming en de uitvoering daarvan. De Raad houdt toezicht op de doelmatigheid van de besteding van de ter beschikking staande financiële middelen door het stichtingsbestuur. Het toezicht omvat mede de jaarlijkse verantwoording van de activiteiten, baten, lasten en de financiële positie van de stichting. AANGESLOTEN CONSUMENTEN
Consumenten met een beleggingsverzekering kunnen zich (nog steeds) bij de stichting aansluiten. Ze betalen hiervoor een eenmalige vergoeding van € 25. Leden van de VEB of VEH betalen € 20. Met vrijwel alle rechtsbijstandverzekeraars heeft de stichting kunnen afspreken dat consumenten met een rechtsbijstandverzekering hun bijdrage aan de stichting kunnen verhalen op hun verzekering. Er zijn ruim 110.000 consumenten die zich bij de stichting hebben aangemeld. Daarvan hebben ruim 90.000 ook daadwerkelijk betaald. Met de betrokkenheid van de VEH en de VEB is Stichting Verliespolis daarmee een representatieve vertegenwoordiger van consumenten met een beleggingsverzekering.
2
ONDERSTEUNING
In 2011 werd Stichting Verliespolis ondersteund door: JURIDISCH
BarentsKrans Advocaten Notarissen, Den Haag Lemstra Van der Korst, Amsterdam Tulp Advocaten, Leeuwarden
ADMINISTRATIE/LOGISTIEK
Bureau De Jong & Osborne, Den Haag
COMMUNICATIE, MEDIA, PUBLIC AFFAIRS
Okhuijsen Communicatie, Hilversum
ACTUARIEEL/ONDERZOEK
Vereniging Eigen Huis, de heer E. Alink, financieel specialist 3. DE WOEKERPOLISAFFAIRE IN 2011
DE CONSUMENT IS NIET TEVREDEN, MAAR BLIJFT PASSIEF
Het sentiment bij het grote publiek rondom de gesloten compensatieakkoorden met verzekeraars is het afgelopen jaar niet veranderd. Mede gevoed door tv-programma’s als Radar en Kassa! en enkele spraakmakende gerechtelijke uitspraken is de overheersende mening dat de resulterende compensatie onvoldoende is. Tegelijkertijd blijven polishouders voor het overgrote deel passief, ook als zij bericht krijgen van de verzekeraar over de hoogte van de eventuele compensatie en als er een alternatief wordt geboden voor de huidige beleggingspolis. POLITIEKE ONTWIKKELINGEN: FOCUS OP ‘BEST OF CLASS’ FLANKEREND BELEID
Ook in 2011 heeft de politiek nadrukkelijk belangstelling getoond voor de woekerpolisaffaire. In maart werd er door de Vaste Kamercommissie van Financiën een hoorzitting georganiseerd. Tijdens deze zitting werd van vele kanten kritiek geuit op de onderhandelingsresultaten van de stichtingen.
3
Verliespolis was een van de weinige partijen die een positieve boodschap had: de regelingen zijn veel beter dan de Wabeke-regeling, ze vormen een goed vangnet voor polishouders, vertegenwoordigen een waarde van 3 miljard euro en er is een goede coulanceregeling voor schrijnende gevallen. Daarnaast zijn de regelingen bindend voor de verzekeraars, maar houden polishouders hun handen vrij voor eventuele alternatieve (gerechtelijke) stappen. Echter, Kamerbreed werd de opvatting verkondigd dat de compensatievergoeding op basis van de overeenkomsten tussen de verzekeraars en de stichtingen onvoldoende was. In april volgde een debat tussen de Minister van Financiën en de Vaste Kamercommissie van Financiën waarin de vraag centraal stond hoe er nu definitief een streep gezet kon worden onder een van de grootste financiële misstanden in Nederland. Voorafgaand aan het debat had Stichting Verliespolis haar standpunten gedeeld met de Minister en de Tweede Kamerleden. De Stichting is en blijft van mening dat de collectieve compensatieregelingen voor het grootste deel van de polishouders een redelijke oplossing biedt voor het verleden. Hierbij zijn eventuele zorgplichtissues en verkeerde adviezen uitdrukkelijk buiten de akkoorden gehouden, aangezien deze niet of nauwelijks collectief te regelen zijn. Maar om definitief een streep te kunnen zetten onder de woekerpolisaffaire is meer nodig, namelijk een gedegen invulling van het flankerend beleid door verzekeraars. De Minister van Financiën kwam in het debat de kritische Tweede Kamerleden tegemoet door te beloven een vergelijking te laten maken (door de AFM) van de compensatieregelingen die zijn gesloten tussen de zes verzekeraars en Stichting Verliespolis. Tussen de regelingen bestaat namelijk een aantal verschillen. De belangrijkste betreffen de compensatieberekening voor klanten die de premie tussentijds verlagen, het moment van uitkeren van de compensatie (direct of aan het einde van de looptijd) en de mate waarin de verzekeraar polishouders de kans biedt over te stappen naar een beter en goedkoper nieuw product (het zogenoemde ‘flankerend beleid’). Op basis van deze vergelijking wilde de minister een ‘best of class’-regeling maken van alle beste onderdelen uit de overeenkomsten. De Minister zegde toe op basis daarvan in gesprek te gaan met verzekeraars om er bij hen op aan te dringen dat zij allen de ‘best of class’ regeling zullen gaan uitvoeren. Stichting Verliespolis heeft van meet af aan gewaarschuwd voor al te hoge verwachtingen van deze ‘best of class’ aanpak. Met name op het punt van compensatie was en is het niet realistisch te veronderstellen dat de verzekeraars, zonder dat iemand hen daartoe kan dwingen, een veel hogere compensatie zullen gaan uitkeren. Ook De Nederlandsche Bank zal dit niet zo maar toestaan, omdat dit voor vele verzekeraars een aanzienlijke verslechtering van de solvabiliteit zou betekenen. In vervolg op de debatten stuurde de Minister van Financiën in de zomer een brief naar de Vaste Kamercommissie waarin hij zijn plan van aanpak voor ‘best of class’ schetste. Niet de AFM maar de medewerkers van Financiën gingen de vergelijking van de overeenkomsten maken en de vergelijking betrof niet meer alle onderwerpen van de overeenkomsten, maar alleen het flankerend beleid van verzekeraars. Deze aanpak van de Minister kon op instemming van Verliespolis rekenen, maar het was de vraag of de Kamer hiermee genoegen zou nemen.
4
In de herfst stuurde de Minister van Financiën vervolgens een brief naar de Tweede Kamer met de resultaten van zijn bevindingen van de ‘best of class’ aanpak. Op 1 december 2011 werd hierover een hoorzitting gehouden. Hoewel Minister de Jager ten opzichte van het vorige debat een switch had gemaakt door de ‘best of class’ alleen op het flankerend beleid te plakken, stonden VVD, CDA, PvdA en D’66 positief tegenover het resultaat. De andere partijen waren ook positief over dit onderdeel, maar bleven van mening dat de met de stichtingen overeengekomen regelingen met betrekking tot compensatie onvoldoende zijn. De minister was het hier niet mee eens. Hij zegde voorts toe de vinger aan de pols te zullen houden bij de uitvoering van het flankerend beleid en sprak de hoop uit dat er voor het zomerreces van 2012 een gunstig eindresultaat zou zijn bereikt, waarbij alle verzekeraars voldoen aan de best of class-eisen voor het verbeteren van bestaande beleggingspolissen, het aanbieden van nieuwe, goedkopere, alternatieve producten en het kosteloos en zonder hindernissen kunnen overstappen van polishouders naar die nieuwe producten. Nog voor de zomer 2012 zal met de Vaste Kamercommissie opnieuw worden gedebatteerd over de resultaten, naar aanleiding van een nieuwe brief van de Minister. De politieke druk op de verzekeraars om serieus werk te maken van het flankerend beleid heeft er (mede) toe geleid dat er op dit gebied inmiddels grote stappen zijn en worden gezet. 4. STRATEGIE VERLIESPOLIS De stichting richt zich primair op verzekeraars voor wat betreft de hoge kosten van beleggingsverzekeringen en secundair op de adviseur (de tussenpersoon) voor wat betreft verkeerde advisering. Teleurstellende beleggingsresultaten vallen buiten de scope van de collectieve actie. In 2011 heeft Stichting Verliespolis zich voornamelijk ingezet om via de politiek en rechtstreeks druk te zetten op verzekeraars om serieus werk te maken van het flankerend beleid. Verder is onderhandeld met de laatste grote verzekeraar (ASR) om de overeenkomst op hoofdlijnen uit te werken in een vaststellingsovereenkomst. 5. RESULTATEN NIEUWE SCHIKKINGEN
In 2008, 2009 en 2010 zijn schikkingen getroffen met de zes grote verzekeraars en een kleine verzekeraar die gezamenlijk tussen de 85% - 90% van de markt voor beleggingsverzekeringen in handen hebben: Delta Lloyd, Nationale Nederlanden, ASR Nederland, SNS Reaal, Aegon, Achmea en Loyalis. Daarnaast is met Delta Lloyd/ ABN AMRO een regeling getroffen over de verzekeringsportefeuille van ABN AMRO.
5
Met Cordares is begin 2011 overeenstemming bereikt over een compensatieregeling. Cordares is – na Loyalis - de tweede kleinere verzekeraar met wie een schikking is bereikt. Er zijn nog zo’n acht andere kleinere verzekeraars waarmee geen regeling is getroffen. Met het uitwerken van de hoofdlijnenakkoorden is in de visie van het bestuur meteen het normenkader voor compensatieregelingen met de kleine verzekeraars vormgegeven. Tot op heden zijn de resterende kleine verzekeraars niet bereid aan tafel te gaan met Verliespolis. Alle schikkingen kennen fors lagere maximale jaarlijkse rendementsafslagen (kostenpercentages) dan de Aanbeveling van de Ombudsman. Daarnaast wordt in de schikkingen een aantal problemen opgelost dat niet in de Aanbeveling was uitgewerkt. Gedacht moet hierbij ondermeer worden aan een gemaximeerde opslag in de risicopremie van de overlijdensrisicoverzekering (bij de bepaling van de hoogte van een eventuele compensatie), de ouderdom van de sterftetafels en eventuele leeftijdsopslagen. Naast de compensatieregelingen zijn bovendien aparte (grote) budgetten gereserveerd voor (groepen) consumenten die zich in een schrijnende financiële situatie bevinden. De Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft ingestemd met de onderhandelingsresultaten. Dit heeft als voordeel dat klachten van consumenten over de betreffende verzekeraars worden getoetst aan de overeengekomen compensatieregelingen. De schikkingen zijn middels een peiling ter goedkeuring voorgelegd aan de aangeslotenen bij Verliespolis. Een voorwaarde voor bekrachtiging van de onderhandelingsresultaten is namelijk dat een meerderheid van de aangeslotenen steun geeft aan dit resultaat. Voor alle akkoorden bleek er een groot draagvlak te bestaan met een ondergrens van 95% voor de voorstemmers. Er is met de verzekeraars afgesproken dat degenen die meedoen aan de peiling hun bijdrage aan de stichting terugkrijgen met daar bovenop een klein bedrag. In totaal ontving een aangeslotene die deelnam aan de peiling € 50 ook wanneer tegen het onderhandelingsresultaat werd gestemd. Voor de schikking met Cordares is een uitzondering gemaakt en is geen peiling gehouden. Gezien het zeer kleine aantal aangesloten polishouders bij Verliespolis (minder dan 60) is afgezien van een peiling. De uitkomst van een peiling zou onvoldoende representatief zijn voor alle polishouders van Cordares (plm. 14.000). De polishouders hebben allen wel de € 50 ontvangen die verbonden is aan deelname aan een peiling. UITWERKING BESTAANDE SCHIKKINGEN
Aan het einde van 2010 waren er met 6 van de 7 grote verzekeraars definitieve vaststellingsovereenkomsten gesloten: Delta Lloyd, Nationale Nederlanden, SNS Reaal, Aegon, Achmea en ABN AMRO. Met de laatste grote verzekeringsmaatschappij, ASR Nederland, is het overleg in het eerste kwartaal van 2011 gestart. In de uitzending van Tros Radar van 7 februari 2011 deed de CEO van ASR een aantal verregaande concessies. Deze waren ingegeven door een vonnis van de Haarlemse Rechtbank over een zaak van het ASR-label Falcon Leven, waarin de verzekeraar werd veroordeeld op basis van dwaling. De concessies in de Radaruitzending hielden onder meer in polisreparaties voor het verleden en kosteloze oversluiting van polissen naar een beter en goedkoper product.
6
De toezeggingen leken de onderhandelingen met Verliespolis in een stroomversnelling te brengen, maar deze moesten worden afgebroken toen bleek dat ASR niet bereid was om de (toekomstige) kosten ook voor bestaande polishouders te verlagen die (soms noodgedwongen) blijven zitten in oude, dure producten. In het eerste kwartaal van 2012 lijkt er enige beweging te komen in het standpunt van ASR. Wellicht dat de gesprekken binnenkort weer een vervolg kunnen krijgen. FLANKEREND BELEID
In de akkoorden met Verliespolis beloven verzekeraars om – naast een compensatie voor te hoge kosten – zich serieus in te spannen om hun bestaande producten te verbeteren en de kosten structureel te verlagen, dan wel actief te wijzen op mogelijke kostenbesparingen binnen de huidige beleggingsproducten. Omdat tot medio 2011 slechts enkele verzekeraars mondjesmaat nieuwe, goedkopere producten ontwikkelden en andere verzekeraars geen aanstalten maakten om hun flankerend beleid serieus in te vullen, heeft Verliespolis Delta Lloyd, Nationale Nederlanden, ASR Nederland, SNS Reaal, Aegon en Achmea in de zomer van 2011 per brief gemaand om actie te ondernemen. Bij het niet nakomen van de bepalingen over het flankerend beleid in de overeenkomst kondigt Verliespolis in de brief nadere (juridische) stappen aan. Samen met de eerder geschetste ontwikkelingen in de politiek heeft deze actie voor effectieve druk gezorgd op verzekeraars om actief met aanvullende productverbeteringen te komen. Begin 2012 is vervolgens een doorbraak bereikt met Nationale Nederlanden (NN). Vanaf 2013 wordt het jaarlijkse kostenniveau van alle beleggingsverzekeringen van NN voor de resterende looptijd verlaagd naar maximaal 1,25% op het tussentijds opgebouwde vermogen. NN kan dat onder meer doen door goedkopere en efficiënte indexfondsen (trackers) vanaf 2013 toe te voegen. Daarnaast krijgen polishouders de compensatie voor het verleden direct toegevoegd aan de waarde van hun verzekering. Zij hebben hierdoor meteen duidelijkheid. Ook de andere verzekeraars lijken inmiddels ervan doordrongen dat zonder een serieuze invulling van flankerend beleid er voor hen geen einde aan de woekerpolisaffaire kan worden gemaakt. Verliespolis verwacht dan ook dat er in 2012 verdere resultaten kunnen worden geboekt. JURIDISCHE PROCEDURES PROEFPROCESSEN TUSSENPERSONEN (MET VERLIESPOLIS)
Na het bereiken van de akkoorden met verzekeringsmaatschappijen heeft Verliespolis ook de mogelijkheden onderzocht om tussenpersonen aansprakelijk te stellen voor in het verleden verkeerde of onvolledige advisering over beleggingsverzekeringen. Met het sluiten van beleggingsverzekeringen konden tussenpersonen hoge provisies binnenhalen. Tussenpersonen kunnen echter niet collectief worden aangepakt.
7
Mr. H.J.Tulp heeft vanuit de achterban van Verliespolis in eerste instantie een tiental kansrijke casussen geselecteerd die potentieel voor indiening bij het KiFiD in aanmerking kwamen. In 2011 zijn er daarvan 3 ook daadwerkelijk bij het KiFiD ingediend. De resultaten van deze ingediende zaken zijn teleurstellend. De Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft alle 3 klachten afgewezen. Er is inmiddels beroep aangetekend bij de Geschillencommissie. Het bestuur heeft besloten geen nieuwe zaken meer aanhangig te maken bij het KiFiD. Het is een zeer bewerkelijk traject gebleken, waarbij polishouders hun dossier vaak niet meer op orde hebben. OVERIGE PROCEDURES VERZEKERAARS (ZONDER VERLIESPOLIS)
Op 26 juli 2011 heeft het Gerechtshof Arnhem in hoger beroep uitspraak gedaan over de Koersplan beleggingsverzekeringen van Aegon. Deze uitspraak heeft veel media-aandacht gekregen en heeft geleid tot veel vragen van polishouders. Kern van de uitspraak is dat Aegon in de periode 1989-1998 teveel overlijdensrisicopremie in rekening heeft gebracht en op een aantal punten klanten heeft misleid. Klanten werd niet duidelijk gemaakt wat de overlijdensrisicoverzekering kostte of wat de impact van de premie was op het op te bouwen kapitaal binnen de beleggingsverzekering. Ongeveer 85% van de ingehouden premie van de overlijdensrisicoverzekering moet worden terugbetaald. De uitspraak geldt uitsluitend voor de ongeveer 20.000 aangeslotenen bij Stichting Koersplandewegkwijt. De overige honderdduizenden klanten met een Koersplan-polis hebben wellicht een aanknopingspunt in eventuele pogingen om ook schadevergoeding te krijgen. Ondanks deze voor polishouders gunstige uitspraak is het onzeker waar dit uiteindelijk toe zal leiden. Aegon gaat in cassatie bij de Hoge Raad en bij nieuwe rechtszaken zijn mogelijk complicaties te verwachten, zoals verjaring. Ook zou een andere manier van verdediging door Aegon tot andere uitkomsten kunnen leiden. KLEINE(RE) VERZEKERAARS
De resterende kleine(re) verzekeraars lijken (nog) niet de noodzaak in te zien van het sluiten van een akkoord met de stichtingen. Een aantal heeft een eigen regeling bekend gemaakt, met de mededeling dat deze is goedgekeurd door de Ombudsman. Verliespolis kan deze regelingen niet controleren, maar de ervaring leert dat deze zelfbedachte regelingen niet voldoen aan de standaarden van Verliespolis. Nu de akkoorden met de grote verzekeraars vrijwel allemaal definitief zijn wil Verliespolis – met een versimpelde aanpak - ook met de nog resterende 8 kleine(re) verzekeraars een akkoord sluiten. Het betreft in totaal een kleine miljoen beleggingspolissen. Naar schatting heeft 10% van de deelnemers van Verliespolis een polis bij een kleine verzekeraar. De grootste groep zit bij de Goudse (4.000) en Allianz (4.000) op een totaal van 10.00012.000.
8
COMMISSIE SCHRIJNENDE GEVALLEN
Uitgangspunt van Verliespolis is dat er één volledig onafhankelijke Geschillencommissie komt die ten aanzien van alle schrijnende gevallenregelingen van verzekeraars in laatste instantie beoordeelt of polishouders wel of niet een uitkering zouden moeten krijgen onder de overeengekomen schrijnende gevallenregelingen. Het is immers onwenselijk en niet uit te leggen als er voor verschillende verzekeraars verschillende interpretaties zouden worden gehanteerd bij (vrijwel) identieke schrijnende gevallen regelingen. Het afgelopen jaar is het ondoenlijk gebleken om met alle verzekeraars overeenstemming te bereiken over personen of randvoorwaarden waaraan het lidmaatschap van de Geschillencommissie zou moeten voldoen. Daarop heeft Verliespolis voorgesteld de drie Presidenten van de Rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam te vragen ieder één onafhankelijke deskundige te benoemen in de Geschillencommissie: Amsterdam benoemt een deskundige op het gebied van Financieel Recht, Den Haag op het gebied van Consumentenrecht en Rotterdam op het gebied van Economie. Deze aanvliegroute is met diverse verzekeraars besproken en alle verzekeraars die Verliespolis hierover sprak leek dit een verstandige aanpak. Ook met het Ministerie van Financiën is dit voorstel afgestemd. Ondanks deze gelijkgestemdheid en toezeggingen van enkele verzekeraars hierbij in het Verbond van Verzekeraars het voortouw te nemen is er door verzekeraars / het Verbond per einde boekjaar nog geen daadwerkelijke actie ondernomen. Verliespolis zal zich in het nieuwe boekjaar actief blijven opstellen zodat de gewenste commissie er komt. TOEZICHT OP REGELINGEN
Uitgangspunt is dat de accountant van de verzekeraar op basis van de overeenkomst met Verliespolis toezicht houdt op de naleving hiervan. Elke 3 jaar wordt hierover aan Verliespolis gerapporteerd. Een en ander maakt reeds onderdeel uit van de gesloten overeenkomsten. 6.
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE AANGESLOTENEN
Ten behoeve van de communicatie met de aangesloten polishouders gebruikt Stichting Verliespolis vooral de website en worden regelmatig digitale nieuwsbrieven verzonden. Bij peilingen over bereikte compensatieregelingen is steeds gebruik gemaakt van een uitgebreide speciale digitale nieuwsbrief en een brief en stemkaart die per post bij de aangeslotenen thuis wordt bezorgd. In 2011 zijn aan alle aangeslotenen van Verliespolis de volgende digitale nieuwsbrieven verzonden:
Januari: nieuws over akkoord met ABN AMRO Levensverzekering; NN, ING en RVS starten met uitvoering compensatieregeling; April: nieuws over het akkoord met Cordares; Mei: politieke ontwikkelingen woekerpolisaffaire; Juli: Verliespolis spreekt grote verzekeraars aan op uitblijven betere producten; Augustus: uitspraak Gerechtshof Arnhem over Koersplan beleggingsverzekeringen Aegon; 9
Oktober: veiligstellen van claimrechten door (opnieuw) stuitingsbrief te sturen; Januari 2012: productverbeteringen voor alle beleggingsverzekeringen van NN.
Daarnaast zijn er persberichten uitgebracht over het uitblijven van betere producten van verzekeraars en de doorbraak in het flankerend beleid van NN (januari 2012). MEDIABELEID EN PUBLIC AFFAIRS
Ook in 2011 is een actief beleid gevoerd om de problematiek via de media op de kaart te houden. Er is regelmatig contact onderhouden met het Ministerie van Financiën, het Verbond van Verzekeraars en andere betrokkenen in het veld, waaronder politieke partijen. Een aparte rol in de media is weggelegd voor het televisieprogramma Radar. Dit programma kent een hoge kijkdichtheid en is een kritisch volger van de ontwikkelingen in de woekerpolisaffaire. Bepaalde zaken worden in de uitzendingen soms eenzijdig belicht. Dit draagt weleens bij aan een verkeerde beeldvorming over hoe het nu echt zit met de akkoorden en veroorzaakt af en toe onnodige onrust onder het publiek. De frequentie waarin de woekerpolisaffaire aandacht krijgt in Radar en Kassa! neemt af. In maart 2011 is een hoorzitting in de Tweede Kamer gehouden over de gesloten schikkingen waarin ook Verliespolis participeerde. Ten behoeve hiervan is een ‘position paper’ opgesteld en verspreid onder de Kamerleden. 7. SAMENVATTING EN PERSPECTIEF 2012 Stichting Verliespolis komt in een andere fase terecht nu de overeenkomsten met de grote verzekeraars (op ASR na) zijn afgerond en de bereidheid van verzekeraars om een goede invulling te geven aan het flankerend beleid toeneemt. De kader stellende brief van de Minister over het flankerend beleid en het daaruit voortvloeiende debat op 1 december 2011 geven het perspectief dat verzekeraars grotendeels hun verantwoordelijkheid op het gebied van flankerend beleid zullen gaan nemen. Waakzaamheid is echter geboden of wat met de mond wordt beleden ook in de praktijk wordt uitgevoerd. Nog voor het zomerreces zal de Minister rapporteren over de stand van zaken aangaande het flankerend beleid bij verzekeraars. Als dit goed wordt opgepakt betekent dit voor Verliespolis een bescheidener rol. De intensiteit van de activiteiten zullen daarmee in 2012 fors kunnen worden teruggeschroefd. Punt van zorg blijven de kleine verzekeraars. De meesten hebben een regeling afgekondigd die is goedgekeurd door de Ombudsman, maar welke op punten van mindere kwaliteit is dan de regelingen van Verliespolis met de grote verzekeraars. Verliespolis zal via de politiek proberen dat er op een pragmatische manier een oplossing komt. Een ander aandachtspunt waren (in 2011) de tussenpersonen. De 3 procedures die bij het KiFiD aanhangig zijn gemaakt hebben (nog) weinig opgeleverd. Deze zaken worden aangebracht bij de Geschillencommissie, die naar verwachting in 2012 uitspraak zal doen. Er is besloten geen nieuwe acties tegen tussenpersonen op te starten.
10
Hoewel er optisch momenteel meer rust lijkt te komen in het dossier blijft de woekerpolisaffaire onvoorspelbaar. Uitspraken van gerechtelijke procedures kunnen het perspectief voor groepen polishouders zo weer anders maken en kunnen weer een nieuwe dynamiek veroorzaken. Het is echter de vraag of dit voor de activiteiten van Verliespolis nog veel betekenis gaat krijgen. De akkoorden zullen niet meer worden aangepast. Verliespolis moet wel toezicht uitoefenen op de naleving van de akkoorden. In dat kader moet er voor worden gezorgd dat de commissie schrijnende gevallen wordt ingesteld voor polishouders. Het overige toezicht op naleving van de akkoorden wordt de facto gedaan door de huis- accountant van de verzekeraar. 8. TOT SLOT: STICHTING VERLIESPOLIS ONDERSCHRIJFT CLAIMCODE In juli 2011 is de Claimcode in werking getreden. De Claimcode geeft gedrags- en organisatieregels voor claimstichtingen en claimverenigingen en vormt een kwaliteitsstempel voor stichtingen en verenigingen die de regels onderschrijven. De Claimcode biedt de mogelijkheid om gemotiveerd – en eventueel tijdelijk – af te wijken van sommige bepalingen. Dit heet het ‘pas toe of leg uit principe’. Stichting Verliespolis onderschrijft de Claimcode en voldoet aan alle bepalingen. Een en ander is op de website van de Stichting kenbaar gemaakt. Ook is op de website nadere informatie over de Claimcode beschikbaar.
11