IRIS Stichting
Haemstede-Barger Mavo
Herbert Vissers College
RKSG Thamen
Kaj M unk Colle ge
Eerste Christelijk Lyceum
Bestuursverslag 2014 Stichting IRIS IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
Inhoudsopgave
Bestuursverslag 2014 Stichting IRIS Inhoudsopgave Voorwoord
5
1. Organisatie 7 9 1.1 Stichting IRIS 1.2 Organogram 10 11 1.3 Personele bezetting
1.4
Externe contacten en samenwerkingsverbanden
12
1.5 Klachtenafhandeling 13 2. Beleid 15 2.1 Missie 17
2
2.2 Visie 17 17 2.3 Beleidscyclus 3.
Toezicht & verantwoording
19
3.1 Verslag raad van toezicht 21 3.2 Medezeggenschap 21 3.3 Horizontale verantwoording 22 3.4 Code Goed Bestuur 22 4.
Onderwijs & leerlingenzorg
23
4.1 Passend onderwijs 25 4.2 Onderwijskwaliteit 26 4.3 Tevredenheid 26 27 4.4 Opbrengsten
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
5.
Personeel
31
5.1
Professionalisering
33
5.2
Opleidingsscholen
34
5.3
Personeelsbeleid
35
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
3
Inhoudsopgave
Voorwoord
Voorwoord Onze missie leert ons dat wij onze scholen niet alleen als leer- en werkgemeenschap zien, maar ook als leefgemeenschap. De school moet een vertrouwde omgeving zijn, waar in openheid plaats is voor iedereen. De omgeving van de school beperkt zich tegenwoordig echter steeds minder tot de vier muren van het gebouw. De digitale ontwikkelingen bereiken steeds meer het klaslokaal en op een aantal scholen wordt al structureel vormgegeven aan deze digitalisering. ‘Leren en lesgeven in de 21e eeuw’ vormde in 2014 voor ons dan ook een rode draad binnen de hele organisatie. Vanuit deze gedachte zijn eind 2014 de eerste stappen gezet richting een nieuw meerjarenbeleidsplan 2015-2020. ‘Het leren van morgen’ vormde de werktitel voor het ontwikkeltraject van dit beleidsplan, waar naast een afvaardiging van medewerkers uit de hele organisatie ook leerlingen en leden van de raad van toezicht betrokken zijn geweest.
6. Positionering & communicatie 39 41 6.1 Positionering
6.2
Interne & externe communicatie
41
7. Bedrijfsvoering 43 45 7.1 IRIS ICT-infrastructuur en -organisatie 4
7.2
Inkoop
47
7.3 Facilitaire dienst 47 47 7.4 Huisvesting 8. Financiën 49 51 8.1 Financieel resultaat
8.2
Financiële positie
51
8.3
Treasury
53
9. Continuïteitsparagraaf 55 57 9.1 Kengetallen
9.2
Risico’s
58
9.3
Meerjarenperspectief
59
9.4
Bestuursoverdracht KSH
60
Het toekomstige onderwijs heeft van onze scholen ook de nodige voorbereidingen gevraagd op het gebied van leerlingbegeleiding en -ontwikkeling. Met de invoering van passend onderwijs op 1 augustus 2014 hebben wij als IRIS het doel gesteld om met onze vijf scholen te komen tot een gemeenschappelijke visie en basisondersteuning op het gebied van zorg. Hierin is nadrukkelijk samengewerkt met de twee samenwerkingsverbanden in de regio’s. Deze visie is in 2014 gerealiseerd. De invoering van passend onderwijs heeft niet alleen bij leerlingen en ouders de nodige vragen opgeroepen, maar zeker ook op de scholen. Op alle scholen is hard gewerkt om te voldoen aan de eisen van deze wet. Door het realiseren van trajectvoorzieningen op al onze scholen zijn wij in staat om leerlingen met uiteenlopende begeleidingsvragen te bedienen en vormt het een belangrijk voertuig om het brede ondersteuningsprofiel in iedere school vorm en inhoud te geven. De ervaringen zijn positief. Tevens is er op alle scholen een belangrijke stap gezet in het realiseren van een succesvolle aanpak rondom de thuiszittersproblematiek. In 2014 is binnen IRIS ook de aandacht voor leiderschap en het eigenaarschap van de docent goed zichtbaar geworden. Docenten en leidinggevenden zijn in gesprek over wat een docent nodig heeft om goed onderwijs te geven. Maar ook wat de rol van de teamleider hierin is. De visie ‘Wat is leiderschap?’ is vastgesteld en vormt de basis voor professionalisering van leidinggevenden binnen IRIS. De meerwaarde is het leren van elkaar, leren van wat er op andere scholen gebeurt. Goed onderwijs voor iedereen valt en staat uiteindelijk met de kwaliteit van het onderwijs. In 2014 is er meer
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
aandacht geweest voor kwaliteitszorg. In de vorm van leren van elkaar en in het uitwisselen van kennis, maar er zijn ook instrumenten en regelingen ontwikkeld ter bevordering van de kwaliteit. Op verschillende scholen is er hard gewerkt aan verbeterplannen, met wisselend resultaat. Onderwijskwaliteit had in 2014 volop onze aandacht en in de toekomst zal dit zo blijven. Ook ons extern perspectief vormt een aandachtspunt. In 2014 is onze verantwoording richting (externe) belanghebbenden nog achtergebleven bij onze verwachting. Er is een stakeholdersanalyse gemaakt die het uitgangspunt vormt voor gerichte kennisdeling en -uitwisseling. In 2015 zal hier gericht aandacht voor zijn. Op het gebied van ICT zijn grote stappen gezet. De centralisatie van de ICT-infrastructuur en het ICTbeheer is verder voorbereid, zodat met ingang van 2015 de centrale ICT-organisatie van start kon gaan. Ons financieel beheer laat goede resultaten zien en de conclusie is dan ook dat onze bedrijfsvoering van hoge kwaliteit is. In het kader van de ‘Code Goed Onderwijsbestuur’ is het zaak om scherp te blijven op dit kwaliteitsniveau. Om dit in de toekomst te kunnen blijven garanderen is er in 2014 nagedacht over de rol van het huidige accountantskantoor en over de inrichting van de financiële administratie. De eerste stappen tot verbetering en verandering zijn gezet. Ook op het gebied van inkoop is een belangrijke ontwikkeling in gang gezet. Er is een centraal inkoopbeleid vastgesteld dat concreet heeft geresulteerd in verschillende aanbestedingstrajecten op het gebied van HR, facilitair en ICT.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
5
Voorwoord
En dan zijn er altijd de financiële risico’s waar we alert op moeten zijn. In 2014 hebben wij de mogelijke risico’s goed in beeld weten te brengen. Met name op het gebied van huisvesting vraagt dit om alertheid. Op Thamen wordt onderzocht welke aanpassingen nodig zijn om ook de locatie ‘Thamen Toekomst Bestendig’ te maken. Voor het ECL geldt dat er een programma van eisen is opgesteld voor het behoud van de locatie Vaart als onderdeel van het ECL. Het HVC bereidt zich voor op de nieuwbouw voor een onderwijsruimte voor het vmbo en de vervanging van een gymzaal. Eind 2014 was ook het bestuursbureau druk met de voorbereidingen voor een mogelijke aanpassing van de organisatie. Na benaderd te zijn door het bestuur Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs in de Haarlemmermeer adviseerde de raad van toezicht van IRIS in december positief over een mogelijke bestuurlijke overname van de Katholieke Scholengemeenschap Hoofddorp (KSH). Op het gebied van financiën, inkoop, onderzoek en ICT was in 2014 al sprake van een verregaande samenwerking. In 2015 worden de mogelijkheden voor effectuering van de deze overname verder onderzocht. 6
Tot slot, weer terug naar de digitale ontwikkelingen in het onderwijs. De digitalisering gaat snel en wordt ook steeds meer van betekenis in het onderwijs. De leermiddelenmarkt is volop in beweging op dit gebied. In
2014 heeft het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal een enorme vlucht genomen binnen onze organisatie. Het is mooi om te zien hoeveel talent, enthousiasme en kwaliteit IRIS in huis heeft. Dit onderwerp dwingt ons ook om vooruit te blikken. Hoe ziet ons onderwijs er in de toekomst uit? Dit vormt dan ook een van de pijlers van ons nieuwe meerjarenbeleidsplan, na 2014.
hoofdstuk 1
Organisatie
Na de terugblik van vandaag naar het leren van morgen. Truus Vaes Voorzitter college van bestuur
Heemstede, april 2015 Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit verslag? Mail naar Monique Pleumeekers,
[email protected] Stichting IRIS Koediefslaan 69 2100 AA Heemstede www.iris-cvo.nl
[email protected]
Stichting IRIS Heemstede Bestuursbureau www.iris-cvo.nl
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Organisatie
1. Organisatie 1.1 Stichting IRIS Stichting IRIS is een actieve, professionele stichting in het christelijk voorgezet onderwijs in de regio’s ZuidKennemerland en Amstelland - de Meerlanden. Bij IRIS zijn vijf scholen aangesloten: Eerste Christelijk Lyceum (Haarlem), Herbert Vissers College (Nieuw-Vennep), RKSG Thamen (Uithoorn), Haemstede-Barger Mavo (Heemstede) en Kaj Munk College (Hoofddorp). Het bestuurskantoor is gevestigd in Heemstede. De stichting bestaat uit een raad van toezicht en het college van bestuur (CvB). Het CvB vormt samen met de directeuren/rectoren van de vijf aangesloten scholen het management team IRIS (MTI). Het CvB wordt ondersteund door een aantal stafmedewerkers op het gebied van HR, ICT, financiën, opleiden & ontwikkelen en communicatie. Eerste Christelijk Lyceum (Haarlem) Het Eerste Christelijk Lyceum (ECL) is een school met een havo-, atheneum- en gymnasiumafdeling. Als Cultuurprofielschool spelen kunst en cultuur een belangrijke rol in het onderwijsaanbod. De ontwikkeling van cultureel zelfbewustzijn is de rode draad in alle lessen: het ECL bereidt leerlingen voor op hun rol in een dynamische samenleving door een beroep te doen op kennis, verbeeldingskracht en creativiteit.
8
Herbert Vissers College (Nieuw-Vennep) Het Herbert Vissers College (HVC) is een scholengemeenschap voor vwo (gymnasium en atheneum), havo, mavo en de kaderberoepsgerichte en basisberoepsgerichte leerwegen van het vmbo. De school
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
hecht veel waarde aan talentontwikkeling en biedt naast het reguliere onderwijsaanbod een aantal bijzondere voorzieningen en programma’s aan. RKSG Thamen (Uithoorn) RKSG Thamen is een scholengemeenschap voor vmbo met een belangrijke regiofunctie in het Amstelland. De school kent een sterke begeleidingsstructuur. Zij streeft naar een zo breed mogelijk onderwijsaanbod, waarbij leerwegondersteunend onderwijs in alle leerwegen wordt aangeboden. Het onderwijs wordt in drie sectoren aangeboden. Door ‘Koers en Keuze’ is er specifiek aandacht voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Haemstede-Barger Mavo (Heemstede) De Haemstede-Barger Mavo is een interconfessionele school, kleinschalig en categoriaal, die opleidt voor de theoretische leerweg in het vmbo. Het onderwijs richt zich op het ontwikkelen van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Als mavo-specialist heeft zij een tussentijdse doorstroomvoorziening naar het havoonderwijs. Ondernemen en Sport heeft binnen de school bijzondere aandacht. Kaj Munk College (Hoofddorp) Het Kaj Munk College is een actieve en dynamische school voor vmbo-t, havo en vwo. In het oog springende kenmerken zijn: bèta-onderwijs van hoog niveau (o.a. een speciale vwo-scienceklas en een technasiumstroom in de havo), extra aandacht voor kunst, media en cultuur en het voor docenten en leerlingen plezierige en veilige schoolklimaat.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
9
Organisatie
Organisatie
1.2 Organogram
1.3
Personele bezetting
De raad van toezicht van IRIS bestond in 2014 uit de volgende leden:
College van bestuur IRIS Voorzitter Bestuursbureau
Prof. Dr. T. Sminia
voorzitter
Drs. M. Verhoef
vice-voorzitter
Heemstede Eerste Christelijk Lyceum Haarlem
10
HaemstedeBarger Mavo Heemstede
Rector
Directeur
Havo 1 & 2
Bovenbouw
Herbert Vissers College Nieuw-Vennep
Kaj Munk College Hoofddorp
Rector Mavo havo vwo
Vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
Rector OOP
Brugklas
RKSG Thamen Uithoorn Directeur Onderbouw kaderberoepsgerichte leerweg
Afdelingsleider
Teamleider
Sectordirecteur
Sectordirecteur
Teamleider (2)
Teamleider
Vwo 1 & 2
Onderbouw
Mavo onderbouw
Vmbo basis onderbouw
Mavo 2, 3 & 4
Onderbouw basisberoepsgerichte leerweg
Afdelingsleider
Teamleider
Teamleider
Teamleider
Teamleider (2)
Teamleider
Havo 3, 4 & 5
OOP
Mavo bovenbouw
Vmbo kader onderbouw
Havo/vwo 2&3
Bovenbouw/ onderbouw theoretische leerweg
Teamleider
Teamleider
Teamleider (2)
Teamleider
Havo onderbouw
Vmbo basis/ kader bovenbouw
Bovenbouw havo
Afdeling Techniek
Teamleider
Teamleider
Teamleider
Teamleider
Havo bovenbouw
Bovenbouw vwo
Afdeling Dienst
Teamleider
Teamleider
Teamleider
Vwo onderbouw
OOP
OOP
Afdelingsleider Vwo 3 & 4 Afdelingsleider Vwo 5 & 6 Afdelingsleider OOP
Teamleider
Hoofd bedrijfsvoering
Vwo bovenbouw Teamleider
Drs. A. J. ter Avest RA lid en tevens voorzitter Auditcommissie Drs. A.A. Asante lid en tevens voorzitter Commissie Besturing en Organisatieontwikkeling Drs. R. Kuiken lid en tevens lid Commissie Besturing en Organisatie ontwikkeling Drs. J.H. Maas lid en tevens lid Audit commissie L. J. Waling
lid
Gedurende de verslagperiode bestond het managementteam van IRIS (MTI) uit de volgende personen: Drs. G.H.H. Vaes - voorzitter college van bestuur Eerstverantwoordelijke: Strategie HR Bedrijfsvoering en financiën Marketing & communicatie Kwaliteitszorg Sparringpartner: Identiteit Leerling en zorg ICT en onderwijs
Drs. A. van Steenis - rector Kaj Munk College Eerstverantwoordelijke: Identiteit Sparringpartner: Strategie G.J.W.N. Jägers - directeur RKSG Thamen Eerstverantwoordelijke: Opleiden & ontwikkelen Sparringpartner: HR / Opleidingsscholen IRIS G.J. Stam - directeur Haemstede-Barger Mavo Eerstverantwoordelijke: Leerling en Zorg Sparringpartner: Kwaliteitszorg A. van der Wal - rector Eerste Christelijk Lyceum Eerstverantwoordelijke: ICT en onderwijs De samenstelling van de GMR in 2014: Eerste Christelijk Lyceum Personeel N. te Boekhorst Ouder M. Nederkoorn Herbert Vissers College Personeel P. van Driezum Ouder S. van Nieuwland RKSG Thamen Personeel M. Calis Ouder T. Steenman Haemstede-Barger Mavo Personeel D. Schoenmaker Ouder P. Scholten
J. Bart - rector Herbert Vissers College Eerstverantwoordelijke: Opleidingsscholen IRIS
Kaj Munk College Personeel J. Los (voorzitter) Ouder P. van Dijk / J. Resoort
Sparringpartner: Marketing & communicatie
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
11
Organisatie
1.4 Externe contacten en samenwerkings verbanden IRIS hecht veel waarde aan het contact met externe betrokkenen en belanghebbenden. In 2014 bleek dit niet te voldoen aan de gestelde verwachtingen en om goed vorm te kunnen geven aan gerichte kennisdeling en -uitwisseling is er een stakeholdersanalyse gemaakt op school- en bestuursniveau. Binnen de scholen vertaalt dit overzicht zich naar contacten met medewerkers, ouders en leerlingen, overleg op gemeentelijk niveau, werkrelaties met stagebedrijven, samenwerking met de toeleverende scholen, het vervolgonderwijs en relevante (maatschappelijke en culturele) instellingen, lid zijn van de regionale samenwerkingsverbanden en deelname aan lokale overlegorganen. Op bestuursniveau betreft dit dezelfde contacten, maar dan vaak op een ander (bestuurlijk) niveau.
12
De belangrijkste contacten van het college van bestuur in 2014: Samenwerkingsverbanden passend onderwijs IRIS maakt deel uit van de samenwerkingsverbanden op het gebied van passend onderwijs in de regio’s Zuid-Kennemerland (voortgangscommissie) en Amstelland - de Meerlanden (dagelijks bestuur). Gemeentelijk bestuurlijk overleg IRIS participeert in vier gemeentes in het zogenaamde bestuurlijk overleg. In Uithoorn en Heemstede wordt IRIS daarin vertegenwoordigd door de schooldirecteuren, in Haarlemmermeer en Haarlem zit het college van bestuur aan tafel. Regionaal Besturenoverleg Onderwijs Kennemerland-Zuid Schoolbesturen en gemeenten hebben door maatschappelijke ontwikkelingen enerzijds en door de overdracht van steeds meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden van rijk en gemeente naar schoolbesturen anderzijds, behoefte aan afstemming en besluitvorming op regionaal niveau. Een Regionaal Besturenoverleg Onderwijs (RBO) is ingericht om besluiten te nemen over deze regionale onderwijsvraagstukken. IRIS participeert in het RBO Kennemerland-Zuid en is trekker van ‘Kamer 4’ over de doorlopende leerlijn.
Organisatie
Onderwijsbesturen Haarlemmermeer Samen met Dunamare Onderwijsgroep en Katholieke Scholengemeenschap Hoofddorp (KSH) is IRIS verenigd in het overlegorgaan Onderwijsbesturen Haarlemmermeer. Op de agenda staan onderwerpen als instroom, het terugdringen van uitstroom uit de regio en werving & pr. Samen met de gemeente is overleg over huisvesting zoals de nieuwbouw van het HVC. Werkkring IRIS maakt deel uit van Werkkring, een stichting voor schoolbesturen uit Noord-Holland die samenwerken op het gebied van personeelsbeleid.
Besturenraad IRIS is lid van de Besturenraad, een organisatie voor christelijke schoolbesturen in Nederland. Identiteit en hoe hiermee om te gaan vormt een belangrijk onderwerp van gesprek. Daarnaast wordt ook de juridische ondersteuning vanuit de raad als toegevoegde waarde gezien. 1.5 Klachtenafhandeling IRIS is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van de Geschillencommissie bijzonder onderwijs (GCBO). In 2014 zijn de door de IRIS-scholen ontvangen klachten op schoolniveau door de school-
leiding afgehandeld. Het college van bestuur heeft geen formele rol in de klachtbehandeling. In enkele gevallen heeft zij echter aan ouders een luisterend oor geboden en op deze wijze als intermediair gefungeerd tussen klager en schoolleiding. Door ouders ingediende klachten School
Uitspraak
Haemstede-Barger Mavo
Klacht ongegrond verklaard
Herbert Vissers College
Klacht ongegrond verklaard
Tabel 1: Overzicht klachten voorgelegd aan de GCBO in 2014
Raad van advies Hogeschool Inholland Haarlem Zowel het bedrijfsleven als het onderwijs zijn vertegenwoordigd in de raad van advies Hogeschool Inholland Haarlem. Zij adviseren de hogeschool op het gebied van onderwijsontwikkeling in de breedste zin van het woord. IRIS vertegenwoordigt het vo uit de regio. Taskforce Lerarenagenda De Tweede Kamer heeft aan de minister en staatssecretaris van Onderwijs gevraagd om een integrale agenda waarin de successen en knelpunten van het lerarenbeleid in kaart worden gebracht. Bij OCW is een taskforce in het leven geroepen om deze agenda samen te stellen met als doel nog beter onderwijs te realiseren. De voorzitter college van bestuur van IRIS heeft zitting in deze taskforce.
13
Kennisgroep Excellentie De voorzitter van het college van bestuur heeft zitting in de Kennisgroep Excellentie waar het delen van kennis op het gebied van excellentie centraal staat. De groep komt een aantal maal per jaar bij elkaar met presentaties van aangesloten scholen die het thema excellentie op een bepaalde wijze hebben ingevuld. VO-raad De VO-raad is de werkgeversorganisatie van het voortgezet onderwijs, waarvan IRIS deel uitmaakt. IRIS is actief betrokken bij diverse initiatieven. De voorzitter van het college van bestuur maakt deel uit van de benoemingsadviescommissie van de VO-raad, die bestuursleden en leden voor de Ledenadviesraad adviseert aan de ledenvergadering.
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
hoofdstuk 2
Beleid
14
Eerste Christelijk Lyceum Haarlem havo | vwo www.ecl.nl
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Beleid
2.
Beleid
2.1 Missie IRIS heeft haar missie als volgt geformuleerd: Scholen leergemeenschappen te laten zijn waarin het leren en ontwikkelen van de leerlingen centraal staat. Leerlingen vertrouwd te maken met onze samenleving en leerlingen en medewerkers te stimuleren om na te denken over de wijze waarop zij de wereld ten goede kunnen veranderen. Scholen leefgemeenschappen te laten zijn waarin ruimte is voor diversiteit en openheid en waarin het voor iedereen veilig is. Scholen werkgemeenschappen te laten zijn waarin ieder personeelslid kan en wil worden aangesproken op verantwoordelijkheid en professionaliteit. Scholen leergemeenschappen te laten zijn waarin iedere medewerker zich wil blijven ontwikkelen en van en met anderen wil leren. 2.2 Visie Visie op onderwijs Alle IRIS-scholen werken op basis van hun missie toe naar het best mogelijke onderwijs voor hun leerlingen. Kernbegrippen van de gezamenlijke onderwijsvisie binnen IRIS zijn: Veiligheid Op school, waar in onze samenleving steeds meer sprake is van fysiek en verbaal geweld. Maar ook en vooral veiligheid als behoefte aan bestaans zekerheid: de wetenschap dat je er mag zijn en wordt geaccepteerd met je sterke en zwakke punten. Die veiligheid geldt voor leerlingen en medewerkers. Invloed De scholen zoeken permanent naar een balans tussen sturen en loslaten. Daarbij is loslaten niet bedoeld als ‘zoek het maar uit’, maar als richting en ruimte geven. IRIS-scholen stimuleren leerlingen om verantwoordelijkheid te nemen in hun eigen leerproces en geven medewerkers de ruimte zich te ontwikkelen en bij te dragen aan de doelstellingen van de school. Aandacht Individuele aandacht voor leerlingen en medewerkers leidt tot erkenning en zelfvertrouwen. IRIS-scholen houden rekening met verschillen in afkomst, aanleg en mogelijkheden. Leerlingen en medewerkers leren te reflecteren op hun werk.
16
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Visie op beleid IRIS verwacht dat het voortgezet onderwijs ook in de toekomst te maken heeft met beleid en beheer dat steeds complexer wordt: Leerlingen, ouders en docenten stellen hogere eisen aan de kwaliteit van het onderwijsaanbod, de werkomstandigheden en het personeelsbeleid. De overheid scherpt als bekostiger en kwaliteitsbewaker de autonomie en daarmee ook de individuele verantwoordelijkheid van school en schoolbestuur steeds vaker aan. Er ontstaat in de komende jaren een groeiend tekort aan goede leraren. Door deze complexiteit is de behoefte ontstaan om zaken met elkaar te verbinden om ze daardoor hanteerbaar, toegankelijk en functioneel te maken, bijvoorbeeld door het bij elkaar brengen van vraag en aanbod en het arrangeren van netwerken. Voor de IRIS-organisatie betekent dit accepteren dat veranderingen zich voortdurend voordoen, dat we een manier van werken ontwikkelen waarbij we houvast aanbrengen door koers te bepalen en tegelijkertijd accepteren dat de weg om er te komen niet vast ligt. 2.3 Beleidscyclus IRIS legt haar meerjarenbeleid vast in beleidsplannen voor vijf jaar. In 2014 is het IRIS meerjarenbeleid 2011-2015 van toepassing. In de kaderbrieven 2013-2014 en 2014-2015 is het beleid per schooljaar gespecificeerd in heldere doelstellingen per beleidsdomein. De kaderbrieven gaven de kaders en richtlijnen aan voor de jaardocumenten van de IRIS-scholen. Als sturings- en verantwoordingsinstrument bij de kwartaalrapportages is evenals in voorgaande jaren gebruik gemaakt van de balanced scorecard. In 2014 is gestart met de voorbereiding en ontwikkeling van een nieuw meerjarenbeleid per januari 2015. Het leren van morgen Leren van gisteren, luisteren naar vandaag, voor het leren van morgen. Met deze insteek is IRIS in 2014 gestart met het vormgeven van haar meerjarenbeleid 2015-2020. Als aanpak is gekozen voor een onderzoek van het leren van de leerling in 2020. Niet alleen de brede ontwikkelingen in het onderwijs en de
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
17
Beleid
maatschappij dienden hiervoor als basis, ook de wensen en ideeën van IRIS-medewerkers zijn nadrukkelijk meegenomen in het proces. Het traject heeft de naam ‘Het leren van morgen’ gekregen. Afgevaardigden van alle scholen en het bestuursbureau en leden van de raad van toezicht en de GMR waren uitgenodigd voor een inspiratie- en strategiebijeenkomst (september/ december 2014) om gezamenlijk de stip op de horizon van IRIS te bepalen. De lancering van een online community (Yammer) maakte het mogelijk voor alle medewerkers om te discussiëren, ideeën uit te wisselen en materiaal te verzamelen. In januari 2015 is het proces afgerond met een visiedocument waarin de toekomstkaders worden geschetst voor het onderwijs binnen IRIS. Het traject werd begeleid door een extern adviesbureau.
hoofdstuk 3
Toezicht & verantwoording
18
Haemstede-Barger Mavo Heemstede mavo www.haemstede-barger.nl
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Toezicht & verantwoording
3.
Toezicht & verantwoording
3.1 Verslag raad van toezicht Samenstelling raad van toezicht In 2014 hebben zich geen wijzigingen in de samenstelling van de raad van toezicht voorgedaan. De raad kent een procedure van werving, selectie en benoeming zoals opgenomen in het reglement voor de raad. In geval van een vacature wordt een profielschets opgesteld. De GMR wordt standaard om advies gevraagd bij de voordracht van een nieuw lid van de raad. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden De raad van toezicht van IRIS heeft de rol van werkgever van het bestuur en de rol van toezichthouder. Daarnaast fungeert de raad als klankbord voor het bestuur met adviserende bevoegdheid. De raad heeft goedkeuringsbevoegdheid op het gebied van de benoeming van directeuren en rectoren, het vaststellen van de begroting, de jaarrekening, het treasurystatuut, het jaarverslag, het meerjarenbeleidsplan en de kaderbrief. Namens de raad is de voorzitter als handelend werkgever van het bestuur opgetreden en heeft een functioneringsgesprek met het bestuur conform de hiervoor bij IRIS gebruikelijke procedure gevoerd. Input van de leden van de raad is hierbij meegenomen. Onderdeel van dit gesprek vormt een zelfevaluatie van het bestuur.
20
De raad kent twee commissies: de auditcommissie en de commissie besturing & organisatieontwikkeling (voorheen commissie van benoeming & good governance). Beide commissies bereiden de agenda van de raad van toezicht en besluitvorming in de raad voor. Werkzaamheden Naast de commissievergaderingen is de voltallige raad van toezicht in 2014 zes maal bij elkaar gekomen voor een vergadering. Met regelmaat werd een themabespreking geagendeerd, ingeleid door de directeur of rector van de betreffende school. De in 2014 besproken thema’s: Passend onderwijs Nieuwbouw - Herbert Vissers College Verbeterplan havo - Eerste Christelijk Lyceum Bestuurlijke samenwerking IRIS-KSH
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
De raad bespreekt in aanwezigheid van het bestuur de jaarrekening en het jaarverslag van het voorgaande jaar met de accountant. Ook heeft een gesprek met de accountant in afwezigheid van het bestuur plaatsgevonden. De raad heeft zijn eigen functioneren als collegiaal orgaan, het functioneren van de leden en het functioneren van de voorzitter en zijn omgang met het bestuur geëvalueerd. Hiertoe is een speciale evaluatievergadering belegd. De feedback in de vooraf ingevulde evaluatieformulieren vormde het uitgangspunt voor het gesprek. Het jaarlijks overleg van de vicevoorzitter van de raad met de GMR heeft plaatsgevonden. In 2014 heeft een afvaardiging van de raad van toezicht een schoolbezoek afgelegd aan het Kaj Munk College, de Haemstede-Barger Mavo en RKSG Thamen. Aan een dergelijk schoolbezoek wordt altijd een bespreking van een actueel schoolthema gekoppeld. Los van dit bezoek hebben twee leden van de raad RKSG Thamen en het Kaj Munk College ook nog op een ander moment bezocht. Een lid van de raad heeft de inspiratiebijeenkomst (kick-off ) bij de start van het ontwikkelingstraject ‘Het leren van morgen’ bijgewoond. Meerdere leden waren aanwezig bij de strategiedag, die tevens in het teken stond van het nieuw meerjarenbeleid. 3.2 Medezeggenschap De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) heeft in 2014 vijf maal vergaderd in aanwezigheid van het bestuur, de personeelsgeleding van de GMR drie maal. De belangrijkste onderwerpen op de agenda waren: De voorbereiding op invoering van passend onderwijs. Het IRIS inrichtingsplan ICT-organisatie. De nieuwe cao 2014-2015. Het IRIS ontwikkelingstraject ‘Het leren van morgen’ (nieuw meerjarenbeleid). Gedetailleerde informatie is beschikbaar via het GMR jaarverslag 2013-2014.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
21
Toezicht & verantwoording
In 2014 heeft eveneens een professionaliseringsbijeenkomst voor de GMR plaatsgevonden begeleid door Verus. In deze bijeenkomst zijn zowel de formele kaders en wetgeving aan de orde gekomen als de cultuur binnen de medezeggenschap. Zo is van gedachten gewisseld over een prettige en efficiënte manier van samenwerken binnen de GMR en een constructieve relatie met het bestuur. Aan het einde van de dag is een aantal toezeggingen van de GMR en het bestuur geformuleerd die tot een beter samenspel tussen beide zullen leiden. 3.3 Horizontale verantwoording Het delen van kennis en informatie en het betrekken van zowel interne als externe partijen bij verschillende aangelegenheden neemt een belangrijke plaats in binnen IRIS.
22
De website iris-opleiden-ontwikkelen.nl is publiek toegankelijk en geeft inzicht in de opleidings- en ontwikkelmogelijkheden binnen IRIS. Naast een overzicht van de scholingsmogelijkheden zijn op deze site de opbrengsten te vinden van het project ‘Ontwikkelen digitaal lesmateriaal’. Tevens is de uitgave ‘De professional aan het woord’ hier online beschikbaar. Deze nieuwsbrief is in 2014 drie keer verschenen en verspreid onder medewerkers ter inspiratie en informatie.
hoofdstuk 4
Onderwijs & leerlingenzorg
3.4 Code Goed Bestuur Als lid van de brancheorganisatie VO-raad past IRIS de Code Goed Onderwijsbestuur vo toe.
Alle IRIS-scholen maken gebruiken van Vensters voor Verantwoording. Via de website scholenopdekaart.nl maken zij hun resultaten algemeen inzichtelijk voor ouders en andere geïnteresseerden. Op schoolniveau zijn ouders en leerlingen betrokken via klankbordgroepen resp. leerlingenraden en -panels. Daarnaast zijn ouders van alle scholen via de oudergeleding van de (G)MR betrokken bij aangelegenheden op schoolen bestuursniveau. Ook medewerkers van alle scholen zijn in deze gremia vertegenwoordigd. Het bestuur heeft in 2014 inzicht in haar resultaten gegeven door het fysiek verspreiden van haar jaarverslag 2012-2013 onder haar belangrijkste contacten. Dit verslag is tevens publiek toegankelijk door publicatie op de IRIS-website. Door deze publicatie kenbaar te maken via Twitter zijn geïnteresseerden in IRIS actief geattendeerd op dit verantwoordingsdocument. In 2014 zijn zowel leerlingen als medewerkers en de leden van de raad van toezicht actief betrokken geweest bij de totstandkoming van het IRIS meerjarenbeleidsplan 2015-2020. Alle medewerkers werden via een online platform in staat gesteld om deze ontwikkelingen te volgen en uitgenodigd om hier actief aan bij te dragen. Tevens is in het medewerkersblad IriScoop (november 2014) uitgebreid aandacht besteed aan de totstandkoming van dit traject en de stand van zaken tot dan toe. In de uitwerking die op schoolniveau vanaf 2015 zal volgen, zullen ook ouders en andere belanghebbenden betrokken worden.
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Herbert Vissers College Nieuw-Vennep vmbo | mavo | havo | vwo www.hvc.nl
Onderwijs & leerlingenzorg
4.
Onderwijs & leerlingenzorg
4.1 Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is het passend onderwijs op alle IRIS-scholen succesvol ingevoerd. Samenwerkingsverbanden en scholen werken samen om zoveel mogelijk leerlingen regulier onderwijs te laten volgen. Alle IRIS-scholen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband in de eigen regio: Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland (ECL en Haemstede-Barger Mavo) Samenwerkingsverband Amstelland - de Meerlanden (HVC, Kaj Munk College en Thamen) Binnen IRIS staat echter de autonomie van de scholen voorop. Voor problemen die te complex zijn om binnenschools op te lossen is er een additioneel aanbod van lokale en regionale voorzieningen. ‘Decentraal waar het kan, centraal waar het moet’ is daarbij het eerste uitgangspunt. Het tweede is ‘Van indiceren naar arrangeren van de leerlingenzorg’ en het derde ‘Van curatief naar preventief handelen’. Gezamenlijke visie Passend onderwijs is er voor iedereen. Scholen onderscheiden zich van elkaar door naast de basisondersteuning de focus te leggen op bepaalde aandachtsgebieden. Door de bundeling van vijf scholen binnen IRIS, kan kennis worden gedeeld en kan intervisie plaatsvinden. Veel van de benodigde expertise is in 2014 aanwezig binnen de IRIS-scholen. Om duidelijkheid te scheppen in de ‘waarom’-vraag is in overleg met de zorgcoördinatoren van alle IRISscholen een gemeenschappelijke visie gecreëerd. In deze visie zijn de drijfveren van IRIS gedefinieerd die nodig zijn om leerlingen zodanig te ondersteunen dat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen op het gebied van studie en sociale vaardigheden. Tevens is bepaald wat tot de basisondersteuning behoort en wat tot de extra ondersteuning per school. Tot slot is uitgewerkt hoe dit te bereiken.
24
De gezamenlijke visie van de IRIS-scholen gaat uit van drie pijlers: begeleiding van leerlingen coaching van docenten partnerschap van ouders In deze visie staat de leerling centraal. Elke leerling is anders, dus dat vraagt om maatwerk. Daarnaast hecht IRIS veel waarde aan de pedagogische driehoek:
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
het kind, de ouders en de school gaan met elkaar in gesprek om te komen tot een onderwijsgerelateerde oplossing. Workshops en onderwijsdag De diversiteit en verscheidenheid van leerlingen in een klas maken het toepassen van passend onderwijs in de praktijk lastig. De docent is op zoek naar handvatten om hiermee om te kunnen gaan. In workshops worden deze handvatten aangereikt. In maart 2015 volgt een onderwijsdag met als titel ‘Maatwerk = mensenwerk’, geheel in het teken van passend onderwijs. De voorbereidingen voor de onderwijsdag zijn in 2014 gestart. Multidisciplinair overleg Om een leerling die dreigt uit te vallen nog beter te kunnen helpen, is een aantal IRIS-scholen in 2014 gestart met het multidisciplinair overleg (MDO). Bij dit overleg zitten de leerling, ouders of verzorgers, experts en vertegenwoordigers van school (mentor, teamleider en zorgcoördinator) met elkaar aan tafel om afspraken te maken of om tot afstemming te komen. Dit MDO, waarin met mensen wordt gesproken en niet over mensen, blijkt in de praktijk slagvaardiger dan de zorgadviesteams (ZAT). Alle scholen maken inmiddels gebruik van het MDO. Trajectvoorziening In het schooljaar 2013-2014 hebben Thamen en het HVC deelgenomen aan de pilot ‘trajectvoorziening’. Met ingang van augustus 2014 is de trajectvoorziening op het Kaj Munk College van start gegaan en is het ook op de Haemstede-Barger Mavo geïntroduceerd. Het ECL werkt al sinds drie jaar met een dergelijke voorziening. Alle IRIS-scholen hebben in 2014 dus een trajectvoorziening die wordt vormgegeven zoals dat bij de eigen school past. Naast de begeleiding van leerlingen met een rugzak wordt er ook begeleiding geboden aan leerlingen zonder rugzak. Het gaat hier om leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte waarin een voorziening als deze een rol kan spelen. De conclusie is dat het contact met de ouders door de korte lijnen intensiever is geworden waardoor ze meer betrokken zijn, leerlingen voelen zich in de op de meeste scholen apart gecreëerde ruimte veilig en gehoord wat hun prestaties ten goede komt en voor docenten is het vragen om hulp en adviezen laagdrempeliger geworden.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
25
Onderwijs & leerlingenzorg
Aanpak thuiszittersproblematiek: +VO In 2014 is voor de Haemstede-Barger Mavo en het ECL de bestaande time-outvoorziening, waarbij leerlingen die door in- of externe redenen niet aan leren toekwamen werk aangeleverd kregen door school, vervangen door +VO. Het doel van de +VOvoorziening is het schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten te verminderen dan wel te voorkomen. De leerling krijgt een nieuwe, maar niet vrijblijvende kans aangeboden om binnen een afgebakende periode te werken aan het verbeteren van schoolse vaardigheden en persoonlijke leerdoelen. Wanneer een leerling de +VO-voorziening op reguliere wijze verlaat, dan wordt dit begeleid met een breed besproken plan. Indien nodig wordt een andere niveau of ander type onderwijs geadviseerd.
26
Ook het samenwerkingsverband Amstelland - de Meerlanden heeft geen Rebound- of time-outvoorziening meer. Ter vervanging zijn er plaatsen ingekocht bij Altra in Amsterdam en Hoofddorp voor observatie of tijdelijke plaatsing. Vervolgens wordt eventueel doorverwezen naar speciaal onderwijs of keert de leerling terug naar de school van herkomst. Daarnaast biedt bijvoorbeeld ook de trajectvoorziening op Thamen soortgelijke mogelijkheden. 4.2 Onderwijskwaliteit De kwaliteit van het onderwijs vormde in 2014 de kern van alle activiteiten binnen IRIS. Deze gerichte aanpak was voor een aantal van de scholen noodzakelijk gezien de uitkomsten van de opbrengstenkaarten van de Inspectie en de geprognotiseerde examenresultaten. Doelstelling in 2014 was dat de basiskwaliteit volgens de indicatoren van de Inspectie bij alle IRIS-scholen minimaal voldoende was. Hiertoe hebben het Eerste Christelijk Lyceum, Herbert Vissers College en RKSG Thamen een verbeterplan opgesteld. Bij het Kaj Munk College lag de nadruk op het streven van voldoende naar beter. Of anders gezegd van goed naar excellent in 2015. De aandacht voor onderwijskwaliteit vertaalde zich in de manier waarop ruimte is gecreëerd voor de docent als professional, het schoolklimaat is bevorderd en de ontwikkelingen op het gebied van pedagogische aanpak. Elke school heeft daarbij zijn eigen accenten gelegd. Het ECL is met name de aandacht gaan richten op rendementsverhoging van de lessen, verbetering van de doorstroom en de examenresultaten.
Onderwijs & leerlingenzorg
Het HVC is gestart met de uitwerking van een nieuw onderwijsconcept waarin talentontwikkeling en samenwerking met de wereld buiten de school een belangrijke rol pelen. Er is sterk ingezet op kwaliteitsverbetering met aandacht voor een moderne pedagogisch-didactische aanpak waarin digitalisering een belangrijke rol speelt. RKSG Thamen heeft met ‘Thamen toekomstbestendig’ gekozen voor de implementatie van nieuwe beroepsgerichte programma’s en voor de verbetering van het schoolbrede pedagogische klimaat. De Haemstede-Barger Mavo heeft een bijzondere kwaliteitsslag gemaakt door hard te werken aan de realisatie van de opgestelde verbeteracties naar aanleiding van de beoordeling (zwak) door de Inspectie. Dit heeft in mei 2014 geresulteerd in het toekennen van een basisarrangement. Vanaf dit moment heeft de school zich toegelegd op het vormgeven van een blijvend resultaatgerichte organisatie. Daarnaast zijn de profielen Ondernemerschap, Sport en het Havoprofiel uitgewerkt. De belangrijkste doelstelling van het Kaj Munk College lag bij het aanbrengen van focus op de output van de school: leerlingen die zich ontwikkelen tot persoon, leraren die bezig zijn met ontwikkeling en innovatie binnen hun vakgebied en teamvorming. Daarnaast was er aandacht voor het maken van verbinding tussen de innovaties van teams, vakgroepen en leernetwerken. Naast diverse innovatieve projecten op schoolniveau is in 2014 het tweede jaar van het IRIS-project ‘digitaal lesmateriaal’ uitgevoerd. Met dit project is de expertise op het gebied van het ontwikkelen en arrangeren van digitaal lesmateriaal duidelijk toegenomen. Een punt van aandacht blijft het verspreiden van de kennis over de overige IRIS scholen. 4.3 Tevredenheid Op de website www.scholenopdekaart.nl zijn per school de grafieken te vinden waarop de waardering van diverse tevredenheidsonderzoeken worden weergegeven. De directe links naar de IRIS-scholen: Eerste Christelijk Lyceum Herbert Vissers College RKSG Thamen Haemstede-Barger Mavo Kaj Munk College
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
4.4 Opbrengsten De opbrengsten van 2014 hebben betrekking op het schooljaar 2012-2013. De onderwijsinspectie geeft jaarlijks een eindoordeel over de vier indicatoren van de opbrengstenkaart van de laatste drie jaren (2012, 2013, 2014). Deze indicatoren zijn: 1. Rendement onderbouw (onderwijspositie leerjaar 3 en advies basisschool). 2. Rendement bovenbouw (van leerjaar 3 naar diploma zonder zittenblijven). 3. Gemiddeld examencijfer. 4. Verschil SE-CE. Op de opbrengstenkaart (tabel 1) wordt elk jaar (2012, 2013, 2014) voor elke indicator een waarde van 1 tot 5 toegekend in de grafische vorm van een bolletje. Vervolgens wordt een oordeel (voldoende of onvoldoende) per indicator gegeven, gebaseerd op de waarde van de bolletjes van die laatste drie jaren. Het oordeel van indicator 1 wordt gemeten van alle schoolsoorten samen. De opvallendste punten in 2014 zijn onderstaand per school weergegeven (als toelichting op tabel 1 Opbrengstenkaart 2014). Eerste Christelijk Lyceum Het eindoordeel van havo en vwo is voldoende. Ten opzichte van 2013 is sprake van een sterke daling, vooral bij havo indicator 2 en 3 (beide van bolletje 4 naar 1) . Volgens de prognose voor 2015 (naar aanleiding van de examenuitslag 2014) kon worden voorspeld dat de schoolsoort havo waarschijnlijk een aangepast arrangement zou krijgen. Volgens diezelfde prognose zou schoolsoort vwo nog voldoende moeten kunnen blijven, omdat voornamelijk indicator 3 daar sterk daalde. In november 2014 was ook de prognose van indicator 1 en 2 bekend. Naar aanleiding van het inspectiebezoek is mede op basis van deze prognose voor havo het oordeel aangepast arrangement - verscherpt toezicht toegekend en voor vwo net voldoende. De school heeft verbeterplannen gemaakt.
Herbert Vissers College Het eindoordeel van alle schoolsoorten (vmbo-b tot en met vwo) is voldoende. Onvoldoende zijn echter het 3-jaarsgemiddelde van indicator 3 (gemiddeld examencijfer) van vmbo-t en havo. Het meest opvallend is de sterke daling bij de examencijfers van vwo 2014 van bolletje 4 naar 1. Bij zowel vmbo-t als havo is indicator 3 onvoldoende. Deze zijn echter al meerdere jaren op hetzelfde lage niveau en vragen dus de afgelopen jaren al extra aandacht. Ook indicator 1 daalt (van bolletje 5 naar 3). Dit komt onder andere door afstroom in de onderbouw van het vmbo. Dit alles is reden geweest om verbeterplannen te maken voor mavo, havo en vwo. RKSG Thamen Het eindoordeel voor alle afdelingen is voldoende. Indicator 1 is gestegen van bolletje 1 in 2013 naar 3 in 2014. Dit was noodzakelijk, omdat anders het 3-jaarsgemiddelde van het rendement onderbouw onvoldoende zou zijn geworden. Ook het eindoordeel bij vmbo-t zou daarmee onvoldoende kunnen worden. Indicator 3 van vmbo-b is vanaf 2012 gedaald van bolletje 4 naar 2 in 2014. De verwachting is dat deze gelijk blijft in 2015. Bij vmbo-t is indicator 1 gedaald van bolletje 4 naar 2. Ook hier is de verwachting dat deze gelijk blijft in 2015. Er is een verbeterplan gemaakt. Haemstede-Barger Mavo Het eindoordeel voor alle afdelingen is voldoende. In 2013 was de school onder verscherpt toezicht vanwege indicatoren 3 en 4 (onvoldoende). In 2014 zijn beide indicatoren sterk verbeterd (van bolletje 2 naar 3 en 1 naar 3). Deze kwaliteitsverbetering is het gevolg van het uitvoeren van destijds gemaakte verbeterplannen. Indicator 3 is gemiddeld over drie jaar nog wel onvoldoende, maar de verwachting is dat dit in 2015 een voldoende wordt. Kaj Munk College Bij alle schoolsoorten zijn alle indicatoren voldoende. Er zijn geen noemenswaardige stijgingen of dalingen te zien in de laatste drie jaren.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
27
Onderwijs & leerlingenzorg
Onderwijs & leerlingenzorg
Opbrengstenkaart 2014 Op basis van schooljaren 2011-2012 t/m 2013-2014 rendement onderbouw
rendement bovenbouw
gemiddeld CE
verschil SE-CE
Opbrengstenoordeel Het opbrengstenoordeel van 2014 is onvoldoende als meer dan één indicator onvoldoende is. In tabel 3 is te zien dat dit nergens het geval is. In 2013 was Haemstede-Barger Mavo nog onvoldoende, maar dit is in 2014 hersteld. 2015 voorinzage 11121314
Eerste Christelijk Lyceum havo
3,0
vwo
3,0
3,0
0,06
3,0
3,0
0,28
Herbert Vissers College vmbo-b
4,3
2,3
3,3
-0,10
vmbo-k
2,7
3,3
0,18
mavo
2,7
2,3
0,40
havo
3,0
1,3
0,28
vwo
2,7
2,7
0,27
2,7
3,3
-0,03
vmbo-k
3,0
2,7
0,30
vmbo-t
2,3
2,7
0,23
2,7
1,7
0,39
3,0
3,0
0,10
havo
3,0
3,0
-0,07
vwo
4,0
3,0
0,21
RKSG Thamen vmbo-b
2,3
Haemstede-Barger Mavo mavo 28
3,0
Kaj Munk College vmbo-t
3,3
Tabel 2: Opbrengstenkaart 2014
De getallen in tabel 2 zijn de 3-jaarsgemiddelden van de cijfers 1 t/m 5 (de bolletjes) die elk jaar per indicator worden toegekend door de Inspectie. Een indicator is onvoldoende als dit 3-jaarsgemiddelde 2 of lager is. Het opbrengstenoordeel wordt berekend op basis van het 3-jaarsgemiddelde van alle 4 indicatoren. Bij de indicator verschil SE-CE geldt dat het verschil niet groter mag zijn dan 0,5. Het opbrengstenoordeel is onvoldoende (rood) als meer dan één van de vier indicatoren onvoldoende is.
2014 10111213
2013 09101112
2012 08091011
Eerste Christelijk Lyceum havo
V
V
V
V
vwo
V
V
V
V
Herbert Vissers College
Examenresultaten 2013-2014
2012-2013
2011-2012
Eerste Christelijk Lyceum havo
82%
74%
83%
vwo
92%
84%
85%
Herbert Vissers College vmbo-b
98%
100%
100%
vmbo-k
97%
94%
92%
mavo
93%
89%
93%
havo
79%
80%
91%
vwo
70%
87%
92%
vmbo-b
92%
96%
96%
vmbo-k
91%
93%
92%
vmbo-t
85%
89%
91%
96%
78%
RKSG Thamen
vmbo-b
V
V
V
V
vmbo-k
V
V
V
V
mavo
V
V
V
V
mavo
Haemstede-Barger Mavo 85%
havo
V
V
V
V
Kaj Munk College
vwo
V
V
V
V
vmbo-t
90%
92%
97%
havo
87%
88%
92%
vwo
90%
96%
92%
RKSG Thamen vmbo-b
V
V
V
V
vmbo-k
V
V
V
V
vmbo-t
V
V
V
V
V
O
V
Haemstede-Barger Mavo mavo
V
Tabel 4: Examen 2014 – slagingspercentages
Slagingspercentages
Kaj Munk College vmbo-t
V
V
V
V
havo
V
V
V
V
V
V
V
V
vwo
Tabel 3: Opbrengstenoordeel 2012-2014 en voorinzage 2015
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
29
hoofdstuk 5
Personeel
30
Kaj Munk College Hoofddorp mavo | havo | vwo www.kajmunk.nl
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Personeel
5.
Personeel
5.1 Professionalisering Opleiden en ontwikkelen Werken bij IRIS betekent blijvend leren en ontwikkelen. IRIS biedt volop gelegenheid om te ontwikkelen, zowel individueel als in groepsverband en faciliteert dit ook krachtig (tijd en extra geld) voor alle medewerkers. Een klein netwerk Opleiden & Ontwikkelen (O&O) coördineert, stimuleert en ondersteunt op het gebied van opleiden en ontwikkelen binnen de school en vormt een brug naar IRIS-brede samenwerking ter versterking. Deze groep bestaat uit een algemeen coördinator (IRIS), een coördinator per school, HR managementadviseur IRIS en een interne opleider. Deze opleider is aangesteld om opleiden en ontwikkelen praktisch uit te voeren in de scholen, bijvoorbeeld door coaching en supervisie maar ook als trainer. Onderwijsmiddagen en onderwijsdag Op alle IRIS-scholen wordt volop geleerd binnen de vaksecties, teams en afdelingen. Het leren dichtbij de eigen werkplek wordt als positief en motiverend door de medewerkers ervaren. Daarnaast blijkt ontwikkeling vanuit de eigen lespraktijk het meeste eigenaarschap op te leveren. De urgentie om te leren is op alle scholen verschillend en mede afhankelijk van hun huidige ontwikkelfase. IRIS hecht veel waarde aan het gezamenlijk leren op de scholen zelf, maar biedt tevens de mogelijkheid om ook samen met medewerkers van de andere scholen te leren. In 2014 zijn hiervoor drie onderwijsmiddagen georganiseerd. In april vond de jaarlijkse Onderwijsdag plaats voor alle medewerkers, dit jaar in het teken van leren en lesgeven in de 21e eeuw. De dag bestond uit een ruime keuze aan workshops (met name op het gebied van vernieuwende ICT-toepassingen) en twee verschillende interactieve inspiratiesessies (‘Leren, lesgeven en organiseren: kan dat ook anders?’ en ‘Opleiden voor morgen vraagt om openheid’).
32
Website O&O De website www.iris-opleiden-ontwikkelen.nl wordt gebruikt om allerlei scholingsactiviteiten zichtbaar te maken. Vanaf 2014 is deze website ook ingezet als platform voor binnen IRIS ontwikkeld digitaal lesmateriaal, met als doel de aanwezige kennis met elkaar te delen maar ook om elkaar te stimuleren tot het ontwikkelen van nieuwe lesmateriaal.
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
De professional aan het woord Het blad ‘De professional aan het woord’ is in 2014 drie keer uitgegeven. Het blad is in het leven geroepen ter inspiratie en informatie over allerlei initiatieven en goede praktijkvoorbeelden op de verschillende scholen die te maken hebben met leren en werken aan kwaliteit in ontwikkeling. IRIS Opleiding Leiderschap – De kweekvijver IRIS organiseert ieder jaar de IRIS Opleiding Leiderschap OLS (studiebelasting 560 uur), bedoeld voor beginnende teamleiders en talenten die werken in het onderwijs en die zich verder willen bekwamen op het gebied van ambachtelijk en persoonlijk leiderschap. De opleiding is tevens een oriëntatie en voorbereiding op een functie als teamleider en wordt afgesloten met de kwalificatie startbekwaam schoolleider. Ook is het mogelijk om de opleiding als basisjaar te benutten voor een eventuele vervolgopleiding als ervaren schoolleider. In 2013-2014 volgden 8 IRIS-medewerkers en 7 externe deelnemers de opleiding, in 2014-2015 zijn 6 IRIS-medewerkers en 11 externe deelnemers gestart. Traject Leiderschap binnen IRIS Begin 2014 is de gezamenlijke visie op leiderschap herijkt. Er hebben twee leiderschapsdagen plaatsgevonden, waarvoor de schoolleiders van alle IRISscholen zijn uitgenodigd. 1. Thema: Visie op leiderschap (februari 2014) Per school is de visie besproken. 2. Thema: Integraal leiderschap vanuit persoonlijk perspectief (oktober 2014) Wat betekent vertrouwen en verbinden voor jou? Een bijeenkomst over het Rijnlands organiseren, aangevuld met verschillende workshops. Met name het elkaar ontmoeten en het leggen van verbindingen werd als positief ervaren door de deelnemers. In 2015 zullen er opnieuw twee leiderschapsdagen worden georganiseerd. Tevens is er in 2014 een benchmark gedaan waarin de rol, het functieprofiel en de beloning van teamleiders is vastgesteld. Voor advies, overleg en als sparring partner over het onderwerp leiderschap is een denktank teamleiders in het leven geroepen, waar medewerkers van de verschillende scholen in vertegenwoordigd zijn.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
33
Personeel
Personeel
Bijeenkomst vertrouwenspersonen In september 2014 heeft een bijeenkomst met de vertrouwenspersonen plaatsgevonden met als thema: kindermishandeling. Het achterliggende doel was om de vertrouwenspersonen hernieuwd kennis met elkaar te laten maken, verbinding te zoeken en kennis en ervaringen met elkaar te delen. Jaarlijks zullen er twee bijeenkomsten zijn. Samenwerking GMR In december 2014 heeft het college van bestuur een gezamenlijke themabijeenkomst ‘professionalisering’ georganiseerd met de GMR. Zowel medewerkers als ouders waren voor deze bijeenkomst uitgenodigd. Er is kritisch gekeken naar ieders rol: al is de rol anders, het doel is gelijk. De volgende vragen stonden hierbij centraal: Hoe kan je elkaar ondersteunen en versterken? Hoe willen we samenwerken? Wat verwachten we van elkaar?
34
Tevens heeft er een verdieping plaatsgevonden op de wet medezeggenschap. Wat houdt de wet precies in? Hoe pas je de wet toe? Wat is instemmingsrecht en welke rol pak je daarin? HR-assistenten Het personeelsinformatie en -salarissysteem is in 2014 aanbesteed. Na de zomervakantie is Merces gestart met de implementatie van het nieuwe systeem, dat volgens planning op 1 januari 2015 was afgerond. In het najaar van 2014 hebben de HR-assistenten een training gevolgd om het nieuwe systeem te leren kennen en te beheersen. In 2015 zal verder optimalisatie plaatsvinden. Docenten in opleiding Binnen de scholen van IRIS was in 2014 ook volop aandacht voor docenten in opleiding. Een aantal scholen heeft deelgenomen aan de landelijke projecten ‘Eerst de Klas’ en ‘Onderwijstraineeship’, waarin het verminderen van het tekort aan academisch geschoolde leraren centraal staat. Veel van deze docenten in opleiding hebben een aanstelling gekregen op een van de IRIS scholen. Begeleiding Startende Leraren In 2014 is het landelijke project Begeleiding Startende Leraren (BSL) van start gegaan. Het ministerie van OCW subsidieert in tien regio’s in Nederland projecten met als doel het bevorderen van een snellere profes-
sionele groei bij startende leraren en het reduceren van uitval. Het ECL, Herbert Vissers College en de Haemstede-Barger Mavo maken onderdeel uit van het project in de regio Noord-Holland en Zuidelijk Flevoland, waarin het ontwikkelen van inductiearrangementen en het doen van onderzoek centraal staan. 5.2 Opleidingsscholen Regionale Opleidingsschool Amstelland IRIS is partner in en penvoerder van de Regionale Opleidingsschool Amstelland (ROSA), een samenwerkingsverband tussen individuele scholen en diverse opleidingsinstituten. In 2014 zijn op basis van een opleidingsplan en een daaropvolgende visitatie vier scholen en twee opleidingsinstituten toegetreden tot ROSA. Sindsdien bestaat ROSA uit zestien volwaardige partners (tien scholen en zes opleidingsinstituten) die met volle overtuiging met de opbouw van de opleidingsschool bezig zijn. De belangrijkste ontwikkelingen binnen ROSA in 2014: Schoolleiders, schoolopleiders, instituutsopleiders en andere directe betrokkenen zijn met elkaar in gesprek gegaan om een gemeenschappelijk visie creëren. Vanaf september 2014 is de stuurgroep in haar nieuwe samenstelling bijeengekomen. Alle besturen en opleidingsinstituten uit het partnerschap zijn hierin vertegenwoordigd. De schoolopleiders kwamen iedere vier weken bijeen (voorbereiding visitatie en accreditatie, oppakken gemeenschappelijke thema’s). Samenwerken en verbinden was het motto. De instituutsopleiders zijn voor een viertal bijeenkomsten uitgenodigd. Er is een aanvraag ingediend voor de subsidie ‘versterking samenwerking opleidingsinstituten en opleidingsscholen’. Op basis daarvan zijn startende docenten geobserveerd met behulp van het ICALTinstrument vanuit de RUG in Groningen. Coaches vanuit verschillende scholen zijn betrokken bij het ontwikkelen van een inductieprogramma. Vier scholen hebben vakdocenten aangemeld voor professionele leergemeenschappen. In samenwerking met de Interfacultaire Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam (ILO) is een docent-ontwikkelteam van start gegaan. In april is een eigen stagemarkt georganiseerd. Tevens was ROSA vertegenwoordigd op de verschillende stagemarkten van de opleidingsinstituten.
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
ROSA is vertegenwoordigd in de klankbordgroep van de Hogeschool van Amsterdam (MEO). Daarnaast hebben schoolleiders en schoolopleiders zitting in curriculumcommissies, klankbordgroepen en beroepenveldcommissies. Schoolopleiders en werkplekbegeleiders bezochten scholingsdagen die door diverse instituten zijn georganiseerd. Er zijn twintig werkplekbegeleiders geschoold. Drie schoolopleiders zijn een opleiding gestart aan de VU in combinatie met het Velon-traject. Een aantal werkplekbegeleiders heeft een cursus video-interactiebegeleiding gevolgd. Zeven schoollocaties hebben meegedraaid in een pilot Onderwijs Op Locatie in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam. Op basis van 260 bekostigde studenten is er subsidie uitgekeerd aan de deelnemende scholen. Academische Opleidingsschool Noord-Holland West De Academische Opleidingsschool Noord-Holland West (AONHW) is het samenwerkingsverband van zeven scholen voor voortgezet onderwijs, drie hogescholen en twee universiteiten in Noord-Holland. Het Kaj Munk College en het ECL maken onderdeel uit van de AONHW. In 2014 is door de scholen met name gewerkt aan een positieve beoordeling in verband met de terugkerende visitatie. In het verlengde daarvan zijn er activiteiten opgezet om AONHW meer vanuit de basis vorm te geven. Het startpunt vormde een bijeenkomst waarbij alle betrokkenen van stuurgroep tot instituutsbegeleiders, onderzoeksbegeleiders en schoolopleiders betrokken waren. Gedurende het jaar heeft dit een vervolg gekregen in workshops, studiedagen en brainstormsessie. Dit proces zal in 2015 worden gecontinueerd. 5.3 Personeelsbeleid Kwaliteit in Ontwikkeling (KiO) In het schooljaar 2013-2014 is het project Kwaliteit in Ontwikkeling (KiO) van start gegaan. IRIS wil investeren in de kwaliteit van het onderwijs door in te zetten op de ontwikkeling van medewerkers en daarmee van de individuele leerling. Naast een kernteam is er op elke IRIS-school een eigen projectteam samengesteld om het project voor de eigen school vorm te geven en uit te voeren. Met deze aanpak kan worden aangesloten bij de actuele stand van zaken in de scholen en wordt er recht gedaan aan de eigenheid van de
scholen. Na het opstellen van de projectdefinities op IRIS- en schoolniveau en na vaststelling van de verschillende projectplannen is het project KiO van start gegaan. Op structurele basis is het kernteam bijeengekomen om vervolgens de behandelde onderwerpen op schoolniveau verder uit te werken. Eén keer heeft tussentijds afstemming plaatsgevonden met de voltallige deelprojectteams. De dialoog tussen de scholen, schoolleiding en HR heeft zijn meerwaarde bewezen. Op basis van de gevoerde gesprekken is meer kennis en begrip ontstaan voor de verschillende keuzes en processen in de scholen en er is geleerd van elkaars ervaringen. Elke IRIS-school is op eigen wijze aan de slag gegaan om te komen tot een schoolspecifiek kwaliteitsprofiel van docenten, dat aansluit bij de reeds lopende processen rondom kwaliteit. Een belangrijke opbrengst van het project is dat de dialoog over de ontwikkeling van kwaliteiten in de scholen verder op gang is gebracht. Gebleken is dat het proces minstens zo belangrijk is als het uiteindelijk beoogde resultaat. Dit heeft geleid tot aanpassingen in de planning waardoor het eindresultaat pas in 2015 gerealiseerd zal worden. Werkkostenregeling De werkkostenregeling is beleidsneutraal ingevoerd, dat wil zeggen zonder wijzigingen in bestaande regelingen. Binnen de werkkostenregeling kunnen aan medewerkers vergoedingen en verstrekkingen onbelast gegeven worden tot maximaal 1,5% van het totale fiscale loon (de vrije ruimte). Boven die grens geldt een belastingtarief van 80%. In 2014 is niet inhoudelijk gekeken naar de aangeboden persoonlijke regelingen. Eventuele (verplichte) wijzigingen zullen in 2015 worden doorgevoerd. Arbodienst In 2014 is de samenwerking met de arbodienst (bedrijfsarts op locatie) geëvalueerd. Het contract is voor onbepaalde tijd verlengd. Een verdere versterking van de werkwijze met het eigen regiemodel. Verzuim In 2014 is de sterkte daling van het verzuim bij RKSG Thamen opvallend. De school is het verzuim extra gaan monitoren, wat een duidelijk effect heeft gehad op de hoogte van het verzuim. Korte lijnen tussen de bedrijfsarts, teamleiders en HR hebben een bijdrage geleverd aan deze daling.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
35
Personeel
Personeel
Het verzuim bij HBM is gestegen. Dit is met name veroorzaakt door langdurig, niet-werkgerelateerd verzuim van een aantal medewerkers. Gezien de relatief kleine populatie van de school heeft langdurig verzuim een grote invloed op het verzuimpercentage. De overige scholen zijn onder het branchegemiddelde gebleven.
Personeelsbestand In 2014 is de formatie ten opzichte van 2013 gegroeid (tabel 6). Deze groei komt voort uit een toename in het onderwijsgevend personeel. IRIS
2014
2013
DIR
9
10
OP
398
389
OOP
135
137
STAG
5
6
Totaal
546
542
Tabel 6: Aantal fte IRIS (totaal) 2013 - 2014
Grafiek 1: Verzuimgrafiek Stichting IRIS (totaal) 2014
Aantal medewerkers
2014
2013
Eerste Christelijk Lyceum
146
154
Herbert Vissers College
205
216
RKSG Thamen
106
109
Haemstede-Barger
51
50
Kaj Munk College
185
177
Bestuur & bovenschools
18
16
Totaal IRIS
711
722
Tabel 7: Aantal medewerkers IRIS 2013 -2014
Functiemix Tussen het ministerie van OCW, VO-Raad en drie vakbonden zijn tripartiete afspraken gemaakt over aanpassingen in de afspraken voor de functiemix. Bekend was dat de functiemix niet voor alle scholen betaalbaar is. Door deze partijen is nu een landelijke rekentool ontwikkeld waarmee bepaald wordt welk deel van de functiemix gerealiseerd kan worden vanuit het beschikbare budget. De rekentool is een uitgangspunt voor maatwerkafspraken op schoolniveau. Dit schrijven is in maart 2014 ook beschikbaar gesteld aan de PGMR.
36
Tabel 5: Verzuim IRIS per school (2013 tov 2014)
Binnen IRIS is al een groot deel van de afspraken gerealiseerd. Voor vier van de vijf scholen zijn de middelen die beschikbaar worden gesteld voor de functiemix onvoldoende om de oorspronkelijk vastgestelde doelstellingen te realiseren. De haalbare percentages zijn: ECL 89%, HVC 75%, Thamen 89% en Kaj Munk College 72%. Voor de Haemstede-Barger geeft de rekentool aan dat de eerder vastgestelde percentages wel haalbaar zijn. In het akkoord op landelijk niveau is verder afgesproken dat scholen een jaar langer, tot uiterlijk 1 oktober 2015, de tijd krijgen om de functiemix-doelstellingen te bereiken. Voor benoemingen van medewerkers na
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
deze datum in het kader van de functiemix, worden deze met terugwerkende kracht per oktober 2014 geëffectueerd. Samenwerking Werkkring Samen met Werkkring en de vakbonden is het sociaal statuut geëvalueerd en herzien. Dit heeft betrekking op het herplaatsingsbeleid binnen de Werkkringscholen. Binnen IRIS is een herplaatsingsbeleid opgesteld: Als een functie op de ene school vervalt, dan heeft de medewerker voorrang op eenzelfde aangeboden functie binnen de andere school/scholen. Matchingsoverleg: voorafgaand aan de werving van nieuwe medewerkers wordt er eerst binnen de IRIS-scholen gezocht naar een match. Nieuwe cao Op 1 augustus 2014 is de nieuwe cao in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen zijn: Salaris Met ingang van 1 augustus 2014 wordt een voorlopige loonsverhoging van 1,2% toegekend. De definitieve hoogte van de loonruimte wordt bepaald in het voorjaar 2015 en met terugwerkende kracht toegekend per 1 januari 2015. De eerder toegekende loonsverhoging van 1,2% maakt hiervan deel uit. Maatregelen in het kader van de werkgelegenheid: Aannemen en behoud van jonge docenten. Een startende docent krijgt in zijn eerste jaar 20% lesvermindering en in zijn tweede jaar 10% lesvermindering. Startende docent krijgt een dienstverband van minimaal 0,5 fte aangeboden, tenzij er zwaar wegende bedrijfs- of dienstbelangen zijn om dit niet te doen. Meer werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt worden in dienst genomen. Vervolgonderzoek naar werkdruk. Invoering nieuwe Wet op de Onderwijstijd Spreiding lesweken: 37,8 beschikbare onderwijsweken. De schoolorganisatie bepaalt hoeveelheid lesweken. Levensfasebewust Personeelsbeleid In het kader van duurzame inzetbaarheid van medewerkers is er in de nieuwe afspraken voor gekozen dat iedere medewerker vanaf 1 augustus 2014 recht heeft op een persoonlijk budget per jaar (voor parttimers
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
37
Personeel
naar rato van hun dienstverband). Om dit mogelijk te maken vervallen de BAPO, het trekkingsrecht en de leeftijdsuren voor het OOP. De nieuwe regeling kent een structurele regeling (A) en een overgangsregeling (B). A. Structurele regeling Persoonlijk budget en mogelijkheid tot aanvulling Elke medewerker krijgt een persoonlijk budget van jaarlijks 50 uur (naar rato van het dienstverband). Vanaf 57 jaar heeft de medewerker recht op een aanvulling op dit budget met 120 uren met een eigen bijdrage. Hier kan tegen betaling nog 170 uur extra aan worden toegevoegd.
38
Inzetten van het persoonlijk budget Het persoonlijk budget van 50 uur kan op de volgende manieren worden ingezet (voor OP en OOP deels verschillend): 1. Voor docenten: werkdrukvermindering. Voor alle medewerkers: inzetten als verlof per jaar of gebruik maken van een spaarmogelijkheid: gedurende 4 jaar tot maximaal 200 uur sparen en daarna inzetten voor bijvoorbeeld ouderschapsverlof, extra zorgverlof, studieverlof, recuperatie (herstel/ opfris) verlof. 2. Doelbesteding in geld, drie mogelijkheden: voor kinderopvang, om pensioenaanspraken op te hogen en/of jaarlijkse uitbetaling. De mogelijkheid van uitbetaling geldt alleen voor OOP in de schalen 1 t/m 8. Inzetten van aanvullend budget Het eerder genoemde aanvullend budget van 120 uur voor iemand van 57 jaar of ouder kan met het budget van 50 uur worden samengevoegd tot 170 uur ten behoeve van verlof: sabbatical, extra zorgverlof, studieverlof en/of recuperatie (herstel/opfris) verlof. Hier kan nog 170 uur extra aan toegevoegd worden voor dezelfde vormen van verlof. Een docent kan deze 170 respectievelijk 340 uur ook opnemen in de vorm van een verlaging van de maximale lessentaak .
B. Overgangsregeling Voor twee leeftijdsgroepen geldt een overgangsregeling. Peildatum is 1 augustus 2014. Voor medewerkers die op die datum respectievelijk 52 of 56 jaar of ouder zijn, geldt dat zij eenmalig beroep kunnen doen op een overgangsregeling. Professionalisering Minimaal 10% van de personele lumpsum wordt per jaar besteed aan deskundigheidsbevordering en professionaliseringsactiviteiten. Basisrecht is voor OP 83 uur (5%) en 600 euro. Voor OOP geldt een basisrecht van 40 uur en 500 euro.
hoofdstuk 6
Positionering & communicatie
Loopbaanonderzoek OOP Er komt onderzoek naar mogelijkheden van horizontale en verticale loopbaanontwikkeling voor het OOP, zowel binnen als buiten de sector. Het onderzoek richt zich op medewerkers in schaal 4 t/m 8 in de functies: conciërge, ICT-medewerker, secretaresse en (technisch) onderwijsassistent. Entreerecht Vanaf 1 augustus 2014 heeft elke docent met een eerstegraadsbevoegdheid, die meer dan 50% van zijn lessen binnen structurele formatie geeft, in een of meer jaren 4 en 5 havo en/of 4,5 en 6 VWO, recht op een LD-functie. Het entreerecht vervalt per 31 juli 2015. Uitzondering: docenten die voor augustus 2014 gestart zijn met een masteropleiding hebben nog recht tot en met 31 juli 2017. Beoordeling voor 1 augustus 2016 op basis van functievereisten. Indien de medewerker niet voldoet aan de functievereisten van LD-docent, dan bestaat de mogelijkheid van terugplaatsing in de oude functie met bijbehorende salarisschaal- en trede. Vakantieregeling (docenten) Vermindering van de zomervakantie met een week voor de docent wordt gecompenseerd met 5 dagen verlof met behoud van bezoldiging.
RKSG Thamen Uithoorn vmbo www.thamen.nl
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Positionering & communicatie
6.
Positionering & communicatie
6.1 Positionering IRIS positioneert zich als een stichting voor christelijk voortgezet onderwijs, waarbij iedere school zijn eigen identiteit en een uniek profiel heeft. Voor de positionering van de scholen in de regio zijn drie kernwaarden geformuleerd: schoolklimaat, kwaliteit en kenmerken. Op bestuursniveau bundelen de scholen gezamenlijk hun krachten. IRIS is ambitieus in het bereiken van haar doelen, alert als het gaat om kwaliteit, schoolklimaat en onderwijs met overtuiging. Als werkgever staat IRIS voor goed werkgeverschap met oog voor talent. Opleiding en ontwikkeling heeft zij hoog in het vaandel staan voor haar medewerkers. Als participant van (academische) opleidingsscholen draagt zij daarnaast actief bij aan het opleiden van toekomstige docenten. Profielen van de scholen Alle scholen hebben ieder hun eigen profiel. De Haemstede-Barger Mavo heeft zich in 2014 duidelijk gepositioneerd met de invoering van drie nieuwe profielen. Binnen Thamen heeft de implementatie van ‘Thamen Toekomstbestendig’ geleid tot een beroepsgerichte profilering en gerichte aandacht voor loopbaanoriëntatie en –begeleiding (Koers en Keuze).
40
Eerste Christelijk CultuurProfielSchool Lyceum Herbert Vissers Business en talentontwikkeling College RKSG Thamen Techniek, Zorg/Welzijn en Economie Haemstede- Sport, Ondernemen en havo Barger Mavo Kaj Munk KunstMediaCultuur en BètaCollege profiel (havo: Technasium, vwo: Science, vmbo-tl: Bèta-design) 6.2 Interne & externe communicatie De IRIS-scholen zijn zelf verantwoordelijk voor communicatie-activiteiten op schoolniveau. Indien gewenst werd er een beroep gedaan op de communicatiemedewerker van IRIS. De scholen zijn actief in het contact met leerlingen, ouders en andere betrokkenen via de reguliere communicatiekanalen, maar in 2014 is ook sociale media frequenter ingezet (met name Kaj Munk College, HVC, ECL). Voor relevante, nieuwswaardige onderwerpen is er contact met de
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
lokale en regionale pers. In 2014 waren alle scholen regelmatig terug te vinden in het plaatselijke nieuws met uiteenlopende onderwerpen. Op bestuursniveau is de communicatiemedewerker het aanspreekpunt voor communicatie in de breedste zin van het woord, voor zowel interne als externe communicatie. Interne communicatie In 2014 heeft interne communicatie vanuit het bestuursbureau met name in het teken gestaan van optimalisatie. Optimalisatie op het gebied van kwaliteit, inhoud en efficiency. Met de komst van de uitgave ‘De professional aan het woord’ is er richting medewerkers een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de informatievoorziening over opleiden en ontwikkelen en communicatie rondom IRIS-brede thema’s in het personeelsblad ‘IriScoop’. De opleidings- en ontwikkelmogelijkheden binnen IRIS komen hierdoor beter voor het voetlicht met als doel medewerkers te enthousiasmeren en stimuleren. Ook verschillende beleidsdocumenten en de bijbehorende beleidscyclus zijn geoptimaliseerd. De inrichting van de beleidscyclus is aangepast, waardoor het samenvoegen van beleidsstukken zorgt voor een efficiencyslag. Om de toezichthouder optimaal inzicht te geven in de ontwikkelingen binnen de organisatie is in 2014 het document ‘Beschouwing van het bestuur’ toegevoegd als onderdeel van de beleidscyclus. In dit document blikt de bestuurder terug op de belangrijkste onderwerpen van 2014. IRIS staat voor goed werkgeverschap. De betrokkenheid bij de school staat voorop, maar IRIS hecht ook vanuit het bestuursbureau veel waarde aan een goede relatie met haar medewerkers vanaf het moment dat zij in dienst treden. In november 2014 zijn alle nieuwe medewerkers ontvangen op het bestuursbureau voor een introductiebijeenkomst. Het doel van deze bijeenkomst is om nieuwe medewerkers van de verschillende scholen kennis te laten maken met elkaar en met de scholen, maar vooral ook met waar IRIS voor staat en wat zij als bestuur voor medewerkers kan betekenen. De dialoog over de rol van de bestuurder, professionalisering en identiteit stonden deze middag centraal.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
41
Positionering & communicatie
De nadrukkelijke wens van het MTI bij de ontwikkeling van het nieuwe meerjarenbeleidsplan was, dat het anders moest dan anders. Niet alleen het eindproduct, maar ook de totstandkoming vroeg om een andere aanpak. Het streven was om zo veel mogelijk partijen van binnen en het liefst ook van buiten de organisatie te betrekken bij het vormgeven van het meerjarenbeleid. Een dynamisch geheel waarbij veel ruimte zou zijn voor discussie en het delen kennis en ervaring. Om dit mogelijk te maken is Yammer geïntroduceerd als intern online communicatieplatform. Op dit platform hebben in eerste instantie direct betrokkenen met elkaar van gedachten gewisseld, maar uiteindelijk hebben alle medewerkers van IRIS en de leden van de raad van toezicht een uitnodiging ontvangen om lid te worden van Yammer. Dit heeft geresulteerd in interessante discussies en relevante kennisdeling onder een representatieve vertegenwoordiging van IRISmedewerkers. Leerlingen zijn niet uitgenodigd voor dit platform, maar wel bij de strategiedag die in dit kader was georganiseerd. Externe partijen, waaronder ook ouders, zullen bij de uitwerking van het vastgestelde beleid nadrukkelijk betrokken worden. 42
Extern communicatie De website van IRIS is het voornaamste middel om als bestuur te communiceren met de buitenwereld. Deze website voldoet qua vorm en inhoud niet meer aan de eisen die IRIS stelt aan haar communicatie-uitingen. In 2014 zijn achter de schermen de eerste stappen gezet om de website eigentijdser, overzichtelijker en toegankelijker te maken. Naast de website is ook Twitter ingezet om informatie en nieuwsberichten van IRIS en haar scholen te delen met haar volgers. Hoewel de IRIS-scholen in 2014 regelmatig in de pers verschenen is IRIS als bestuur minder vaak zichtbaar geweest. De nieuwe lotingsprocedure die gezamenlijk door de vo-besturen in regio Haarlem is afgesproken is een van de onderwerpen waarin de voorzitter van het college van bestuur als vertegenwoordiger van de bestuurder in de regionale pers is gekomen. Dit zal een van de aandachtspunten zijn voor 2015.
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
hoofdstuk 7
Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering
7.
Bedrijfsvoering
7.1 IRIS ICT-infrastructuur en -organisatie Op alle IRIS-scholen wordt steeds vaker en meer gebruik gemaakt van nieuwe online (les)mogelijkheden. Laptop- en tabletklassen, digitale lesprogramma’s en het leren uit e-books zijn voorbeelden zoals dit in 2014 zichtbaar is geworden op de scholen. Deze nieuwe mogelijkheden zijn een verrijking voor het onderwijs, maar vragen ook om een toereikende infrastructuur. Het bieden van efficiënt en onderwijsondersteunend ICT is dan ook het uitgangspunt van IRIS. Na een voorbereidend traject met Kennisnet en ATOS is reeds in 2013 besloten om het systeembeheer op de IRIS-scholen onder te brengen in een IRIS ICT-organisatie om vervolgens een gezamenlijke ICT-infrastructuur te realiseren. Als voordelen zijn benoemd: Realiseren van een hoge kwaliteit en medewerkertevredenheid op alle scholen. Meegaan in nieuwe ontwikkelingen en voldoen aan externe eisen. Inzetten van aanwezige kennis en kunde voor alle scholen. Verbeteren van de efficiëntie (meer voor hetzelfde budget). Stroomlijnen en uniformeren van processen. Specialiseren, waarbij senior medewerkers hoogwaardig werk doen. Service tegen dezelfde kwaliteit of beter.
44
De inrichting van de IRIS ICT-organisatie is onderverdeeld in drie deeltrajecten: technisch – het realiseren van de nieuwe netwerk infrastructuur organisatorisch – het vormgeven van een centrale afdeling met de huidige beheerders financieel – het vaststellen van een ICT-budget Infrastructuur (technisch) In 2014 is gestart met de aanbesteding en de voorbereidingswerkzaamheden van het Wide Area Network (WAN). Het WAN is de nieuwe netwerkinfrastructuur die de scholen met elkaar gaat verbinden. Ter voorbereiding op de aanbesteding is in de eerste helft van 2014 op elke school de huidige en toekomstige ICT-behoefte geïnventariseerd. Ook is kritisch nagedacht over de vraag of de ICT-infrastructuur van de scholen wel aan elkaar verbonden moet worden. Deze vraag is positief beantwoord. Op basis van deze inventarisatie is een basisontwerp voor aanbesteding gemaakt. Een belangrijke fase omdat dit doel en richting geeft aan de inrichting van de uiteindelijke infrastructuur.
Als gevolg van de samenwerking binnen IRIS, ontstaat de behoefte informatie te delen over de grenzen van de vijf scholen heen. Het inrichten van de IRIS ICTorganisatie en de centrale infrastructuur maakt het eenvoudiger om informatie eenmalig op te slaan om vervolgens meerdere keren te gebruiken. De doelstelling is als volgt gedefinieerd: De IRIS ICT-organisatie moet aansluiten bij de ontwikkeling om ICT binnen IRIS te centraliseren. De beheerfuncties moeten op het gewenste kwaliteitsniveau zijn om toenemende complexiteit het hoofd te kunnen bieden. Bij de ontwikkeling naar de nieuwe IRIS ICTorganisatie wordt gebruik gemaakt van de sterke punten die reeds aanwezig zijn bij de scholen.
Afbeelding 1: Overzicht van de nieuwe ICT-infrastructuur
De aanbesteding is in augustus 2014 uitgeschreven. In november is de offerteprocedure voor bedrijven gesloten en in december is de aanbesteding officieel gegund aan Vodafone. Met deze partij is een flexibel contract afgesloten voor een periode van drie jaar. Naast de voorbereidende werkzaamheden voor de centralisatie van de infrastructuur is er op de scholen veel gedaan om de huidige ICT te verbeteren. De
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
45
Bedrijfsvoering
volgende werkzaamheden hebben in 2014 plaatsgevonden: Bestuursbureau Koppeling van de infrastructuur aan het ECL/HBM. Het datacenter is geconsolideerd en geharmoniseerd op het ECL. Er is een nieuw Wi-Fi-systeem geïmplementeerd. Eerste Christelijk Lyceum Leerlingen zijn voorzien van school e-mail op basis van Office 365 (Cloud oplossing). Binnen het ECL loopt een pilot ‘Windows 8-tablets’ voor alle eerste en tweede klassen. De infrastructuurverbinding tussen de twee locaties (Vaart en Kade) is vergroot om het onderwijsproces beter te faciliteren. De back-up van de infrastructuur in het centrale datacenter van het ECL is uitgebreid om ook de locaties van het bestuursbureau en HaemstedeBarger Mavo goed te kunnen faciliteren.
46
Herbert Vissers College Er zijn 23 Kurzweil-laptops ingezet voor dyslectische leerlingen. In school zijn 90 All-in-One pc’s geplaatst ter vervanging van oude, conventionele en reeds afgeschreven systemen. Dit levert een aanzienlijke ruimtewinst op. De internetverbinding is verhoogd naar 70Mb om het onderwijs in de school goed te kunnen faciliteren. De Wi-Fi-dekking is uitgebreid. RKSG Thamen In het datacenter zijn de kritische componenten voorzien van de meest recente software. Door het vervangen van de firewall kunnen de data-verkeersstromen gecontroleerd en veilig verlopen. De mailomgeving is geüpdatet en klaar voor de toekomst. 70 sterk verouderde pc’s zijn vervangen. Alle werkstations zijn hardwarematig nagelopen en geüpdatet. De examenomgeving is overgezet naar windows7. De overige werkstations worden eind januari 2015 naar Windows7 gemigreerd.
Bedrijfsvoering
Haemstede-Barger Mavo Er is een nieuw Wi-Fi-systeem met klassikale dekking gerealiseerd (operationeel sinds begin november). Kaj Munk College Er is klein onderhoud gepleegd op de infra- structuur. Diverse afgeschreven pc’s en laptops zijn vervangen. Het nieuwe Wi-Fi-systeem is geïnventariseerd en wordt door zowel de gebruikers als de beheerders binnen de school positief ervaren. Beheerorganisatie (organisatorisch) In de nieuwe IRIS ICT-organisatie worden de huidige beheerorganisaties samengevoegd. In het Inrichtingsplan IRIS ICT-organisatie (september 2014) zijn de volgende uitgangspunten vastgesteld: De systeembeheerders, applicatiebeheerders en ICT-manager die in dienst zijn bij IRIS gaan mee in de nieuwe ICT-beheerorganisatie. Medewerkers blijven in de nieuwe organisatie minimaal een vergelijkbare functie uitoefenen met bijbehorende passende arbeidsvoorwaarden. De locatie, waarop werkzaamheden worden uitgevoerd, staat nog niet vast. Verwachting is dat medewerkers op meerdere locaties van IRIS inzetbaar zullen zijn. De inhoud van het werk en de eisen die aan medewerkers gesteld worden, zullen (deels) veranderen. Enerzijds is dit inherent aan de snel veranderende ICT-omgeving, anderzijds aan het werken over locaties heen, meer specialisatie en uniformiteit. Medewerkers worden ondersteund en begeleid in het veranderingsproces. Het inrichtingsplan is in 2014 aan de GMR/PGMR gepresenteerd. Zij hebben een positief oordeel gegeven, zodat in 2015 officieel gestart kan worden met de inrichting. Dit behelst onder andere het maken van een stappenplan om de veranderingen op personeelsgebied zo zorgvuldig mogelijk vorm te geven. ICT budget (financieel) In januari 2014 is het bovenschools ICT-budget vastgesteld. Het aanleggen van de nieuwe infrastructuur, inrichting van werkplekken, centrale inkoop van Wi-Fi en Magister en de centrale ICT dienstverlening zullen onder andere uit dit budget bekostigd moeten worden. De aanschaf van tablets is op schoolniveau
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
gebudgetteerd, zodat de autonomie van de scholen gehandhaafd blijft. 7.2 Inkoop Het jaar 2014 stond in het teken van het formaliseren van het inkoopbeleid van IRIS. Het inkoopbeleidsplan IRIS is in april 2014 goedgekeurd en vastgesteld door het MTI. In dit plan is de inkoopfunctie binnen IRIS beschreven. Het beleid voorziet in procedures, toetsing- en toepassingscriteria die in het geheel passen bij de beoogde sturing van de inkoopfunctie. Middels een inkoopkalender die jaarlijks wordt vastgesteld heeft een aantal (Europese) aanbestedingstrajecten plaatsgevonden. De aanbestedingen op het gebied van schoonmaak, repro en beveiligingsdiensten, personeels- en salarisadministratie zijn afgerond en hebben geleid tot doelmatigheid, professionalisering van desbetreffende dienst en/of hebben substantiële financiële voordelen opgeleverd. Een aantal trajecten is niet alleen binnen de IRIS-scholen doorlopen. Bij de aanbesteding schoonmaak is samenwerking gevonden bij een collega-school in de Haarlemmermeer. Eind 2014 is er een begin gemaakt met een onderzoek naar de juiste manier van organiseren en uitvoeren van de meerjarenonderhoudsplannen zoals deze zijn opgesteld. 7.3 Facilitaire dienst In 2014 hebben er acht overlegmomenten plaatsgevonden tussen de facilitair verantwoordelijken van de verschillende IRIS-scholen. Vaste agendapunten van dit overleg hadden betrekking op de veiligheid binnen de scholen, toepasbaarheid van de ‘harde kant’ van Arbo-wetgeving cq. implementatie van de RI&E, knelpunten aangaande de facilitaire dienstverlening zoals deze is georganiseerd op de school en afstemming op de dienstverlening van uitbesteedde diensten (catering, onderhoud gebouwgebonden installaties en onderhoud en beheer op het gebied van gebouwveiligheid). Het overleg heeft een informerend , afstemmend en bovenal kennis delend karakter en versterkt de onderlinge samenwerking binnen het facilitaire werkdomein.
7.4 Huisvesting Op het gebied van huisvesting hebben in 2014 op het ECL, het Herbert Vissers College en Thamen de belangrijkste ontwikkelingen plaatsgevonden. ECL Voor de huisvestingslocatie aan de Leidsevaart 220 in Haarlem is een programma van eisen opgesteld en vastgesteld door de directie van ECL. Het betreft een gemeentelijk monument dat jaren dienst deed als onderwijslocatie. Om in toekomst nog als ECL-locatie dienst te blijven doen is renovatie van het gebouw, ruimtelijk-functioneel en technisch, vereist. Besluiten omtrent bouwheerschap en juridisch eigendom hebben nog niet plaats gevonden in 2014. Herbert Vissers College Er is een omgevingsvergunning verleend voor de vervangende nieuwbouw en voor een onderwijsruimte van 488 leerlingen vmbo-basis en kaderberoepsgerichte leerweg. Tevens is een omgevingsvergunning verleend voor vervanging van een gymzaal. Beide voorzieningen worden als een project en onder een dak gerealiseerd op hetzelfde perceel in Nieuw-Vennep als het huidige schoolgebouw. Het definitief ontwerp voor de vervangende nieuwbouw is vastgesteld door IRIS. De beschikking vanuit de gemeente Haarlemmermeer voor vervangende nieuwbouw was medio 2013 reeds afgegeven onder voorwaarde van het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Aan deze voorwaarde is in 2014 voldaan. Via een niet-openbare Europese aanbesteding is door IRIS een uitvoerend aannemer geselecteerd. Eind 2014 is een overeenkomst gesloten met een aannemer (firma Lokhorst uit Beverwijk) met een contractwaarde van 5.454.321 euro (ex btw). Thamen Vanuit zowel technisch als ruimtelijk-functioneel perspectief is onderzoek gepleegd naar mogelijke optimalisatie van de huidige huisvesting. Uitgangspunt en inhoudelijk kader hiervoor vormt het eerder vastgestelde ‘Koersdocument’. Wat betreft financiën, ruimte, planning en kwaliteit zijn nog geen kaders gesteld.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
47
hoofdstuk 8
Financiën
48
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Financiën
8.
Financiën
8.1 Financieel resultaat Het financieel resultaat over 2014 bedraagt 1.229.000 euro nadelig. Ten opzichte van de begroting is het werkelijke resultaat 84.000 euro gunstiger. De inkomsten zijn 0,3 miljoen euro hoger dan begroot, de uitgaven 0,2 miljoen hoger. Door een hoger aantal leerlingen waren de bijdragen van het ministerie hoger dan begroot. Aan de uitgavenkant is de personele bezetting binnen de formatieplanning gebleven, maar zijn meer uitgaven gedaan aan inventaris, apparatuur en leermiddelen. De resultaatsafwijking als percentage van de baten (0,2%) is gering. Het nadelig resultaat past in het financieel beleid van IRIS om extra middelen in te zetten vanuit de reserves. Exploitatie kalenderjaar 2014 (x € 1.000) Bijdrage ministerie Bijdrage gemeente
begro-
ver-
tie
ting
schil
45.067
44.810
257
369
304
65
2.307
2.304
3
Baten
47.743
47.418
325
Personeelskosten
Overige baten
50
realisa-
38.866
38.926
-60
Afschrijvingen
2.279
2.319
-40
Huisvestingslasten
2.923
3.009
-86
Overige instellingskosten Lasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Exploitatieresultaat in % van de baten (renta-
5.103
4.630
428
49.171
48.885
242
-1.428
-1.467
83
199
198
1
-1.229
-1.268
84
-2,6%
-2,8%
0,2%
biliteit)
Eigen vermogen Eigen vermogen per ultimo
2014
2013
2012
9.150
9.572
9.626
(bedragen x € 1.000) Algemene reserve Bestemmingsreserves Totaal
4.700
5.507
4.130
13.850
15.079
13.756
Tabel 9: Eigen vermogen
Algemene reserve De materiële vaste activa worden gefinancierd met eigen vermogen en investeringssubsidies. Het gedeelte van de activa, dat gefinancierd is met eigen vermogen bedraagt 7,9 miljoen euro. Voor de financieringsfunctie gaat de Inspectie uit van een percentage van 50% van de boekwaarde van activa die beschikbaar moet worden gehouden in het eigen vermogen. Voor vervanging van de huidige activa zou dat neerkomen op een bedrag van 4,0 miljoen euro. Voor het afdekken van toekomstige risico’s wordt 5% van de baten als risicobuffer aangehouden. Als belangrijk risico wordt ingeschat dat de komende jaren de personeelskosten kunnen toenemen als gevolg van het lerarentekort en de meerkosten die het invullen van vacatures met zich mee kan brengen. Ook is een buffer nodig als bij een dalende instroom van leerlingen de personele bezetting niet direct kan worden aangepast en mogelijk exploitatietekorten optreden. Voor een deel van de personele risico’s is ook een bestemmingsreserve gevormd. Voorlopig wordt als risicobuffer een bedrag van 2,4 miljoen euro aangehouden (5% van de baten).
Tabel 8: Exploitatie 2014
8.2 Financiële positie De balanspositie van IRIS is nog altijd zeer gezond. Het financieel meerjarenbeleid is er op gericht om het surplus aan eigen vermogen gericht in te zetten. In de meerjarenbegroting is opgenomen dat tot en met 2016 ruim 3,5 miljoen euro zal worden ingezet vanuit het vermogen. Dit betreft vooral besteding van de aanvullende bekostiging die in 2013 is ontvangen en van het eerder gereserveerde extra budget voor opleiden en ontwikkelen van medewerkers. Eind 2017 zal het eigen vermogen gedaald zijn tot 11,5 miljoen euro en komen de kengetallen van de balans binnen de signaleringsgrenzen.
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
De algemene reserve is met 9,2 miljoen euro hoger dan het totaal dat nodig is voor financiering van de materiële vaste activa (4,0 miljoen euro) en de risicobuffer (2,4 miljoen euro). Komend schooljaar zal opnieuw gewerkt worden met een begroting met een negatief exploitatieresultaat. De aanvullende subsidie uit 2013 wordt in twee schooljaren besteed. Ook wordt opnieuw de groei van scholen bekostigd door een aanvulling op de lumpsum te doen vanuit het vermogen en wordt een deel van het vermogen ingezet voor opleiden en ontwikkelen van medewerkers. De algemene reserve en het weerstandsvermogen zullen afnemen tot het niveau dat nodig is om de risico’s af te dekken.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
51
Financiën
Financiën
Bestemmingsreserves Voor specifieke toekomstige investeringen en uitgaven zijn, als onderdeel van het eigen vermogen, bestemmingsreserves gevormd. Het bestuur beslist over de vorming van en besteding vanuit deze bestemmingsreserves. Er zijn binnen IRIS geen bestemmingsfondsen, waarvan het doel door derden is aangegeven. Bestemmingsreserves
2014
2013
2012
Bapo
479
538
642
Calamiteitenreserve
388
388
388
Personeelsreserve
454
454
454
Innovatiereserve
179
229
229
Huisvestingsreserve
578
590
602
1.183
1.496
1.688
37
127
per ultimo (x € 1.000)
Opleiden en ontwikkelen ICT reserve
333
420
Aanvullende bekostiging 2013
1.106
1.355
Totaal
4.700
5.507
Jonge leerkrachten subs 2013
4.130
Tabel 10: Bestemmingsreserve
52
De bestemmingsreserve voor bapo wordt komende jaren gebruikt doordat medewerkers de in het verleden gespaarde baporechten opnemen. De calamiteitenreserve is bedoeld voor een situatie waarin één van de scholen in grote financiële problemen zou komen. Tot nu toe is dat binnen IRIS niet aan de orde geweest. De personeelsreserve is gevormd ter dekking van bijzondere personeelskosten, zoals uitstroom van personeel. In 2014 is door geen van de scholen een beroep gedaan op deze bovenschoolse reserve. De innovatiereserve is bestemd voor investeringen in innovatie. Bij IRIS worden de jaarlijkse financiële opbrengsten (met name rente) al ingezet voor innovatieve projecten. Daarnaast kan een deel van de innovatieve projecten uit deze reserve worden bekostigd. Vanuit vrijval van de onderhoudsvoorziening is in 2009 een huisvestingsreserve gevormd. In 2010 is vanuit de algemene reserve een bedrag van 500.000 euro toegevoegd, vanwege de toegenomen druk vanuit gemeentes om bij te dragen aan investeringen in gebouwen. Uit deze bestemmingsreserve kunnen grote investeringen in of verbeteringen aan huisvesting worden gefinancierd, die de draagkracht van een individuele school te boven gaan. De sterrenkoepel voor het Kaj Munk College is bovenschools gefinancierd, de jaarlijkse afschrijvingslasten komen ten laste van deze huisvestingsreserve.
Van het bovenschools vermogen is in 2011 een bedrag van 2 miljoen euro bestemd voor scholing via opleiden en ontwikkelen (O&O). Destijds was dit bestemd voor vier jaar, maar het beroep op deze reserve komt langzamer op gang. Besloten is om het gereserveerde bedrag beschikbaar te houden voor opleiden en ontwikkelen, zodat voor een langere periode extra middelen beschikbaar blijven. De ICTreserve is in 2014 ingezet voor eenmalige uitgaven bij de start van de gezamenlijke ICT-beheerorganisatie. In december 2013 zijn twee incidentele grote bedragen ontvangen voor het in dienst houden van jonge leerkrachten en aanvulling op de bekostiging van 2013, bij elkaar bijna 1,8 miljoen euro. Deze bedragen zijn in de jaarrekening van 2013 verantwoord, maar worden vanaf schooljaar 2014-2015 besteed. De subsidie jonge leerkrachten wordt gedurende twee schooljaren gebruikt voor het in dienst houden van jonge leerkrachten. De eenmalige aanvullende bekostiging van 1,3 miljoen euro wordt voor de helft ingezet voor gezamenlijke projecten binnen IRIS en voor de helft voor projectmatige inzet binnen scholen. Activa De waarde van de materiële vaste activa is afgenomen van 10,4 miljoen tot 9,7 miljoen euro. Geïnvesteerd is voor totaal 1,6 miljoen euro, voor 2,3 miljoen euro is afgeschreven. Over verbouwingen gedaan in het verleden wordt meer afgeschreven dan in 2014 is aangepast aan de schoolgebouwen. De nieuwe investeringen betreffen met name ICT, inventaris en leermiddelen. Voor de investeringen in leermiddelen is een nieuw contract afgesloten waarbij in 2015 de voorraad boeken verkocht zal worden en vanaf schooljaar 2015-2016 gebruik wordt gemaakt van een extern boekenfonds, waarbij boeken worden gehuurd in plaats van aangeschaft. Voorzieningen De personeelsvoorziening bestaat uit gespaarde bedragen spaarverlof van individuele medewerkers en een (verplichte) jubileumvoorziening. Daarnaast is in 2014 op grond van de nieuwe cao een voorziening opgebouwd voor gespaarde verlofuren in het kader van levensfasebewust personeelsbeleid. Dit betreft een jaarlijks basisbudget van 50 uur per medewerker dat gedurende maximaal 4 jaar gespaard kan worden.
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Personeelsvoorziening
2014
2013
2012
Spaarverlof
363
356
386
Jubileum
401
382
304
Levensfasebewust personeels-
160 738
690
per ultimo (x € 1.000)
beleid Totaal
924
Tabel 11: Personeelsvoorziening
Voor groot onderhoud aan de schoolgebouwen zijn begin 2013 nieuwe meerjarenonderhoudsplannen vastgesteld voor een periode van 10 jaar. De jaarlijkse dotatie is bijna 800.000 euro per jaar voor alle schoolgebouwen samen. De oudbouw van het Kaj Munk College zal komende jaren substantieel meer onderhoud vragen. Omdat komende jaren het geplande onderhoud hoger is dan de jaarlijkse dotatiebedragen, zal de voorziening afnemen. Jaarlijks wordt een bedrag van 35.000 euro uit de voorziening gebruikt worden voor gezamenlijke inkoop en uitvoering van het groot onderhoud. De hoogte van de onderhoudsvoorziening is voldoende om de schommeling in jaarlijkse dotaties en onttrekkingen op te vangen. Onderhoudsvoorziening
2014
2013
2012
2.476
2.285
1.794
per ultimo (x € 1.000) Groot onderhoud
Tabel 12: Onderhoudsvoorziening
Doelsubsidies De nog te besteden subsidies, opgenomen onder de balanspost kortlopende schulden, bestaan uit vooruit ontvangen bekostiging voor lesmateriaal voor 2015 (1,1 miljoen euro), een voorschot van de gemeente Haarlemmermeer voor de nieuwbouw van het Herbert Vissers College (1,9 miljoen euro) en overige subsidies die in 2015 besteed worden. Doelsubsidies (x € 1.000)
2014
2013
2012
Ministerie (niet-geoormerkt)
1.916
1.823
1.848
Gemeente
1.938
12
21
49
65
55
Overig Totaal
3.903 1.900 1.924 Tabel 13: Doelsubsidies
8.3 Treasury Financieel rendement 2,2% Het rendement op de financiële activa (liquide middelen en beleggingen) is uitgekomen op 199.000 euro, 1,2% van het gemiddelde saldo. Dit rendement is inclusief een ongerealiseerde daling van de boekwaarde van obligaties van 32.000 euro. In de begroting was ook rekening gehouden met een financieel rendement van 199.000 euro. De rentestand is door de eurocrisis nog verder gedaald. Het grootste deel van de financiële activa staat op spaarrekeningen, wat een laag rendement oplevert. Binnen de mogelijkheden van de beleggingsregeling voor het onderwijs en het eigen treasurystatuut van IRIS zijn geen mogelijkheden geweest om een nieuwe deposito aan te gaan. In 2013 is in overleg met de raad van toezicht besloten om de beleggingsportefeuille af te bouwen door alleen de bestaande obligaties aan te houden tot de aflossingsdatum en geen nieuwe obligaties meer aan te schaffen. De effectenportefeuille bevat naast twee obligaties met een resterende looptijd van één tot drie jaar ook een perpetuele (eeuwigdurende) lening van de ING Groep. Dit product heeft geen aflossingsdatum, alleen de bank zelf heeft het recht om de lening af te lossen. Gezien de variabele rente op deze leningen en de kredietcrisis is de verwachting van de markt dat ING deze lening niet op korte termijn zal aflossen. De marktwaarde van deze perpetuele leningen is gedaald tot 71% van de nominale waarde. Pas als de waarde stijgt tot minimaal 90% van de nominale waarde, zal deze worden verkocht. Dat is in 2014 wel gebeurd met een perpetuele lening van Aegon. Op de balans is de perpetuele lening gewaardeerd tegen de beurswaarde van ultimo 2014. Van huisbankier naar spreiding spaarsaldo In het treasurystatuut is opgenomen dat IRIS spaarrekeningen alleen zal aanhouden bij Rabobank, ING of ABN Amro. Waar eerder gekozen was voor een huisbankier (ING) is als gevolg van de financiële crisis en het risico van concentratie bij één bank in 2013 besloten om ook bij de twee andere banken spaarrekeningen (Rabobank en ABN-Amro) aan te houden en het saldo te spreiden.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
53
Financiën
Schatkistbankieren Decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) zijn wettelijk verplicht om geld dat zij opzij zetten onder te brengen bij het Rijk. Dat heeft een gunstig effect op de overheidsschuld en de risico’s van beleggingen worden tot een minimum beperkt. Voor onderwijsorganisaties is deze wetswijziging niet van toepassing, wel is er de mogelijkheid om vrijwillig te kiezen voor schatkistbankieren. Reden waarom onderwijsorganisaties hiervoor kiezen is de lage rentekosten bij leningen. Omdat dit bij IRIS nu niet aan de orde is, is er nog geen behoefte om hiervan gebruik te maken.
54
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
hoofdstuk 9
Continuïteitsparagraaf
Continuïteitsparagraaf
9.
Continuïteitsparagraaf
In deze paragraaf wordt verslag gedaan van de kengetallen, risico’s en verwachtingen voor de (nabije) toekomst. De informatie in deze paragraaf is gericht op de continuïteit van IRIS. Het is van belang om zicht te hebben en houden op de wijze waarop het financieel beleid wordt gevoerd en de continuïteit gewaarborgd is. IRIS kent een duidelijke planning- en controlcyclus, gebaseerd op schooljaren. Jaarlijks wordt na een strategiedag in november het meerjarenbeleidsplan geëvalueerd en eventueel aangevuld. In het voorjaar worden de bestuurlijke kaders vastgelegd in een kaderbrief op basis waarvan de schoolleiding haar jaarplan en begroting opstelt. Vier keer per jaar vindt een zelfevaluatie van de doelstellingen en een financiële rapportage plaats, inclusief een gesprek tussen schoolleiding en bestuurder. De rapportages worden besproken met de raad van toezicht. 9.1 Kengetallen IRIS hanteert de financiële kengetallen die de commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (‘commissie Don’) heeft geadviseerd voor vermogensbeheer en budgetbeheer.
56
Vermogensbeheer
2014
2013
2012
grens
Solvabiliteit 1
61%
65%
64%
> 20%
Kapitalisatiefactor 2
49%
46%
43%
< 35%
1,86
2,08
1,81
0,5-1,5
-2,6%
2,7%
0,4%
0%-5%
Budgetbeheer Liquiditeit 3 Rentabiliteit
4
Tabel 14: Vermogens- en budgetbeheer
Toelichting: 1
(eigen vermogen + voorzieningen) / balanstotaal
2
(balanstotaal -/- gebouwen/terreinen) / totale baten
3
vlottende activa / kortlopende schulden (current ratio)
4
exploitatieresultaat / totale baten
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in hoeverre voldaan kan worden aan financiële verplichtingen. Met het oog op de kredietwaardigheid van een onderwijsinstelling is het wenselijk dat het eigen vermogen toereikend is om de normale financiële risico’s op te vangen zonder dat direct extra financieringskosten ontstaan. De commissie Don meent dat voor alle onderwijssectoren een solvabiliteit van 20% als ondergrens kan worden gehanteerd. Voor IRIS is dit kengetal 61%, ruim boven
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
de signaleringsgrens. IRIS heeft nauwelijks langlopende schulden, de verplichtingen bestaan met name uit voorzieningen (personeel, onderhoud) en verplichtingen op korte termijn. Kapitalisatiefactor Met de kapitalisatiefactor wordt uitgedrukt of onderwijsinstellingen een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten. Als instellingen meer kapitaal hebben dan past bij de jaarlijkse baten, wordt een deel van dat kapitaal mogelijk niet efficiënt benut: dezelfde diensten zouden ook met minder kapitaal kunnen worden geleverd. Voor grote schoolbesturen adviseert de commissie een bovengrens aan de kapitalisatiefactor van 35% en voor kleine instellingen 60%. Deze grenzen zijn niet zonder discussie: de VO-raad heeft de minister erop gewezen dat deze signaleringsgrenzen te laag zijn. IRIS valt in de definitie onder grote schoolbesturen en zit met een kapitalisatiefactor van 49% boven de signaleringsgrens. De kapitalisatiefactor zal de komende jaren afnemen. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre aan de lopende betalingsverplichtingen kan worden voldaan. De liquiditeitspositie is afgenomen tot 1,86 maar ligt nog boven de signaleringsgrens van 1,5. Rentabiliteit De rentabiliteit geeft het resultaat weer van het budgetbeheer: de mate waarin inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn (uitgedrukt in een percentage van de totale baten). Omdat het budgetbeheer streeft naar een structureel evenwicht, zou de rentabiliteit structureel dicht bij nul moeten uitkomen. Afgelopen schooljaar kwam de rentabiliteit uit op -2,6%. Ook de komende jaren zal IRIS een licht negatieve rentabiliteit hebben. Extra kengetallen Weerstandsvermogen Risicobuffer
1
2
2014
2013
2012
grens
29%
31%
30%
10-40%
12%
14%
12%
5-9%
Tabel 15: Extra kengetallen
Toelichting: 1
eigen vermogen / (totaal baten + financiële baten)
2
(eigen vermogen + egalisatierekening -/- materiële vaste activa / (totaal baten + financiële baten)
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
57
Continuïteitsparagraaf
Weerstandsvermogen en risicobuffer Naast de kengetallen van de commissie Don volgt IRIS de ontwikkeling van het vermogen ook aan de hand van de in het onderwijs bekende kengetallen weerstandsvermogen en risicobuffer. De VO-raad adviseert ook om de set kengetallen van de commissie Don aan te vullen met weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is een indicator voor de hoogte van de reservepositie ten opzichte van de baten. Door de VO-raad en het Ministerie van OCW zijn 10% en 40% aangehouden als signaleringsgrenzen. Bij IRIS is het weerstandsvermogen met 29% binnen deze grenzen. De risicobuffer blijkt ook in gebruik om te sturen op de individuele vermogenspositie van de scholen binnen IRIS, omdat het inzichtelijk maakt welk deel van het eigen vermogen beschikbaar (of tekort) is. Met de risicobuffer wordt uitgedrukt welk deel van de reserves niet is vastgelegd in materiële vaste activa en gebruikt kan worden ter opvang van verliezen en ter dekking van risico’s. De risicobuffer van IRIS ligt met 12% boven de signaleringsgrenzen van 5-9%.
58
9.2 Risico’s De financiële beheersing binnen IRIS is op orde, dit is een belangrijke bijdrage aan risicobeperking binnen de organisatie. Scholen waar onderwijsopbrengsten van een afdeling onvoldoende dreigen te worden, stellen een verbeterplan op en rapporteren hierover in de kwartaalgesprekken. Voor huisvestingstrajecten wordt gewerkt met een projectorganisatie en een stuurgroepmodel. Over de stand van zaken wat betreft realisatie van de doelstelling, budget en risico’s van meerjarige projecten en risico’s wordt twee keer per jaar gerapporteerd aan de raad van toezicht. De belangrijkste risico’s en onzekerheden in de komende jaren zijn: Afname van leerlingenaantallen Het aantal leerlingen dat onderwijs volgt bij de scholen van IRIS is negen jaar achter elkaar gestegen, van 4.788 leerlingen in 2006 tot 6.136 leerlingen in 2014. Het einde aan de groei is in zicht, demografisch zal de leerlingpopulatie vanaf 2020 afnemen. Bij individuele scholen is het risico ook aanwezig dat er minder leerlingen instromen. Investeren in kwaliteit van onderwijs en profilering van de scholen zijn elementen die dit risico verlagen. Een andere beheersmaatregel is strategische personeelsplanning, het aanhouden van een flexibele schil in de personele bezetting en het onderling uitwisselen van medewerkers
Continuïteitsparagraaf
tussen scholen. Een risicobuffer in het eigen vermogen wordt ook aangehouden voor de situatie dat kosten niet direct verlaagd kunnen worden bij krimp. Onzekere financiering en/of bezuinigingen bij de rijksoverheid Maatregelen om dit risico te verminderen zijn: het opstellen van een beleidsrijke meerjarenbegroting, het adequaat en tijdig sturen op veranderingen en het realiseren van meer flexibiliteit in de kosten. Een andere maatregel is dat incidentele inkomsten alleen worden ingezet voor incidentele uitgaven. Groei in relatie tot de (achterlopende) financiering Voor de aanvulling van bekostiging bij groei van scholen houdt IRIS een algemene reserve aan. De grootste groei in leerlingen heeft al plaatsgevonden. Huisvestingssituatie is afhankelijk van financiering en besluitvorming van de gemeente Deze situatie is actueel voor de vervanging van het vmbo-gebouw bij het Herbert Vissers College en de plannen voor de nevenlocatie van het ECL (De Vaart) in Haarlem en voor Thamen in Uithoorn. De inrichting van de projectorganisatie met een stuurgroep en projectgroep, inzet van deskundig extern advies en goede contacten met de gemeente zorgen voor beperking van de risico’s.
Ontstaan van wachtgeld (wegens werkloosheid of volledige arbeidsongeschiktheid) Door de veranderende regelgeving is dit risico groter geworden. In vergelijking met andere onderwijsorganisaties liggen deze kosten bij IRIS relatief hoog. Een preventieve beheersmaatregel is aandacht voor goede selectie en het structureel bespreken van het functioneren met medewerkers. Dit jaar is aanvullend een project gestart met als doel medewerkers in een zo vroeg mogelijk stadium te ondersteunen bij het vinden van een nieuwe werkkring. De inzet van loopbaancoaches maakt onderdeel uit van dit project. Naast goed werkgeverschap heeft dit project tevens ten doel om de kosten voor ex-werknemers terug te dringen. 9.3 Meerjarenperspectief Het aantal leerlingen op de IRIS-scholen zal de komende jaren stabiliseren. In de afgelopen jaren is het leerlingenaantal gestegen van 4.800 tot 6.100 leerlingen. De formatie van het onderwijzend personeel kan door de inzet van middelen uit het eigen vermogen de komende jaren hoger zijn dan in 2013. Zo zal de subsidie die in 2013 is ontvangen voor jonge leerkrachten en de aanvullende bekostiging in de komende jaren ingezet worden. Kengetallen per 31 december Personele bezetting
Risico’s in meerjarige projecten In grote projecten schuilen mogelijk grote risico’s, zoals het niet (geheel) realiseren van doelstellingen of het inefficiënt inzetten van middelen. Op dit moment zijn er drie IRIS-brede project met een looptijd van meerdere jaren: opleiden en ontwikkelen, ontwikkeling van digitaal lesmateriaal en centralisatie en harmonisatie van ICT. Twee keer per jaar rapporteren de projectleiders aan de bestuurder over de voortgang van doelstellingen, planning, kosten en risico’s. Deze rapportages worden vervolgens besproken met de toezichthouder. Structureel hogere personeelskosten als gevolg van functiemix en entreerecht De realisatie van de doelstellingen in het kader van de functiemix (meer LC en LD functies voor docenten) wordt in de kwartaalrapportages bijgehouden. Voldoende ruimte is gehouden voor docenten die op grond van het entreerecht uit de cao een aanspraak zouden kunnen maken op een LD-functie.
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
2014
2015
2016
2017
in fte - Directie - Onderwijzend
9
9
9
9
398
400
400
395
135
135
135
135
6.136
6.100
6.100
6.100
personeel - Ondersteunend personeel Leerlingenaantallen
Tabel 16: Kengetallen meerjarenperspectief 2014-2017
Meerjarenbegroting De totale baten zullen de komende jaren toenemen als gevolg van landelijke afspraken over de bekostiging van het voortgezet onderwijs. In 2013 was sprake van een incidentele subsidie van bijna 1,8 miljoen euro die in twee schooljaren besteed wordt. Ook de extra inzet van middelen voor opleiden en ontwikkelen zorgen de komende jaren voor hogere personeelslasten.
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
59
Continuïteitsparagraaf
Staat van baten en lasten (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
45.248
45.400
45.600
45.700
369
400
400
400
2.126
2.200
2.200
2.200
Totaal baten
47.743
48.000
48.200
48.300
Personeelslasten
38.866
39.100
39.100
39.000
2.279
2.200
2.200
2.100
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
Afschrijvingen Huisvestingslasten
2.923
3.000
3.000
3.000
Overige lasten
5.103
4.800
4.800
4.800
49.171
49.100
49.100
48.900
199
100
100
100
-1.229
-1.000
-800
-500
Totaal lasten Financiële baten en lasten Totaal resultaat
60
Tabel 17: Baten en lasten meerjarenperspectief 2014-2017
Het beroep dat hiermee gedaan wordt op de reserves past binnen de meerjarenbegroting 2014-2017. In een periode van vier jaar wordt het eigen vermogen afgebouwd tot een niveau van ongeveer 11,5 miljoen euro, waarbij de risicobuffer afneemt tot circa 5%. In het kader van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (commissie Don) wordt voor grote besturen een buffer van 5% als signaleringsgrens aangehouden. Beleid van IRIS is om het vermogen gericht in te zetten voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en in het bijzonder voor het opleiden en ontwikkelen van medewerkers. De reguliere exploitatie van de afzonderlijke scholen zal in evenwicht blijven om ook op lange termijn financieel gezond te blijven.
61
Balans per 31 december (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Materiële vaste activa
9.664
9.600
9.500
9.500
Financiële vaste activa
1.378
1.000
900
900
Vlottende activa
17.243
15.000
14.000
13.500
Totaal activa
28.285
25.600
24.400
23.900
Eigen vermogen - algemene reserve
9.150
9.100
8.900
8.850
Eigen vermogen - bestemmingsreserve
4.700
3.750
3.150
2.700
Voorzieningen
3.400
3.200
2.850
2.850
Langlopende schulden
1.767
1.550
1.500
1.500
Kortlopende schulden
9.268
8.000
8.000
8.000
28.285
25.600
24.400
23.900
Totaal passiva
9.4 Bestuursoverdracht KSH Op 4 maart 2015 hebben de besturen van IRIS en de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs in Haarlemmermeer, bevoegd gezag van de Katholieke Scholengemeenschap Hoofddorp (KSH) en IRIS het intentiebesluit genomen om het bevoegd gezag van KSH per 1 augustus 2015 over te dragen aan IRIS. KSH is een school van ca. 1.000 leerlingen in Hoofddorp. In de eerste helft van 2015 wordt deze overdracht verder uitgewerkt.
Tabel 18: Balans meerjarenperspectief 2014-2017
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College
Bestuursverslag 2014 | IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
62
IRIS, stichting voor CVO Koediefslaan 69 2101 BT Heemstede www.iris-cvo.nl De volgende scholen zijn aangesloten bij IRIS:
IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum | Herbert Vissers College | RKSG Thamen | Haemstede-Barger Mavo | Kaj Munk College