Bestuursverslag 2014
INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN INSTELLINGSBELEID ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND 13TU
U13T
1.1 INLEIDING 13TU
U13T
13TU
3
U13T
1.2 KERNACTIVITEITEN 13TU
U13T
13TU
3 U13T
1.3 BESTUUR 13TU
U13T
13TU
4
U13T
1.4 MEDEZEGGENSCHAP 13TU
U13T
13TU
4 U13T
1.5 KLACHTENREGELING 13TU
U13T
13TU
5
U13T
2. RAAD VAN TOEZICHT 13TU
6 U13T
2.1 TOEZICHT OP HET COLLEGE VAN BESTUUR EN ZIJN BELEID. 13TU
U13T
13TU
7
U13T
2.2 WERKGEVERSCHAP T.O.V. HET COLLEGE VAN BESTUUR: OMVANG BESTUURLIJKE FORMATIE 13TU
U13T
13TU
2.3 KLANKBORD EN ADVIES FUNCTIE VAN DE RVT 13TU
U13T
13TU
2.4 GOEDKEURINGSBESLUITEN 13TU
U13T
13TU
2.5 13TU
U13T
VERTROUWEN EN LEGITIMERING
8
U13T
U13T
3.1 JURIDISCHE STRUCTUUR EN ORGANISATIESTRUCTUUR U13T
13TU
U13T
3.2 SAMENWERKING 13TU
U13T
13TU
U13T
13TU
25
U13T
4.1 DOELSTELLINGEN 13TU
U13T
13TU
4.2 BELEID 13TU
U13T
13TU
25 U13T
25 U13T
4.3 SAMENVATTING JAARREKENING 2014 13TU
U13T
13TU
25
U13T
4.4 REALISATIE 2014 TEN OPZICHTE VAN 2013
28
4.5 BALANS
30
13TU
U13T
13TU
13TU
13TU
U13T
U13T
U13T
4.6 KENGETALLEN PER BALANSDATUM 13TU
U13T
13TU
32 U13T
4.7 TREASURY 13TU
U13T
13TU
U13T
33
U13T
5. CONTINUÏTEITSPARAGRAAF 13TU
9 11
U13T
4. FINANCIËN 13TU
9
10
U13T
3.3 ONDERWIJSBELEID, BEHEER EN ORGANISATIE 13TU
7 7
U13T
13TU
13TU
U13T
7 U13T
3. JAARVERSLAG ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND 2014 13TU
3
13TU
Bestuursverslag 2014
34 U13T
2
1. ALGEMEEN INSTELLINGSBELEID ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND
1.1
Inleiding
Onderwijsstichting KempenKind biedt u hierbij het jaarverslag aan over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014.
1.2
Kernactiviteiten
Onderwijsstichting KempenKind verzorgt primair en speciaal onderwijs in de gemeenten Eersel, Bladel en Reusel-de Mierden. Onder het bevoegd gezag van Onderwijsstichting KempenKind, met bevoegd gezag nummer 44201, vallen 17 scholen. Brinnr.
School
Plaats
Ll. aantal per
Ll. aantal per
Ll. aantal per
Ll. aantal per
1-10- 2011 1-10- 2012 1-10- 2013
1-10- 2014
00MI
SBO De Piramide
Bladel
173
157
150
155
01PJ
SO De Groote Aard
Eersel
114
110
113
99
03WM
De Akkerwinde
Hooge Mierde
131
128
121
127
03WX
Het Palet
Hapert
539
518
525
503
04RP
St. Willibrordus
Eersel
351
343
325
316
04UO
St. Lambertus
Netersel
94
96
96
92
05BX
St. Clemensschool
Hulsel
48
62
61
63
06IR
Mariaschool
Reusel
172
162
142
134
06TF
Den Opstap
Lage Mierde
172
164
170
161
06VV
St. Jan
Duizel
165
160
157
146
07DA
De Vest
Hoogeloon
218
211
199
176
07MN
St. Jacobus
Eersel
244
259
256
260
07NP
De Toermalijn
Bladel
300
307
326
322
08LQ
De Leilinde
Reusel
327
341
356
390
08WU
Mariaschool
Bladel
239
217
195
166
09US
Franciscusschool
Bladel
272
292
296
299
15CM
St. Jansschool
Casteren
113
104
109
107
3.672
3.631
3.593
3.516
Onderwijsstichting KempenKind stelt zich ten doel onderwijs te geven op katholieke Kempische scholen op een kwalitatief hoogstaand niveau; onderwijs dat er voor zorgt dat kinderen op alle intelligentieniveaus de best mogelijke onderwijsresultaten behalen.
Bestuursverslag 2014
3
Bestuur
1.3
Onderwijsstichting KempenKind kent een organieke scheiding tussen bestuur en toezicht. De Raad van Toezicht (RvT) ziet toe op het functioneren van het College van Bestuur (CvB). De code ‘goed bestuur voor het primair onderwijs’ vormt de leidraad voor het bestuurlijk handelen. Het CvB is in de verslagperiode als volgt samengesteld. -
In de periode van 1 januari tot 1 september 2014 bestond het College van Bestuur uit twee leden, de voorzitter de heer K. Doesburg en een lid de heer H. Derks.
-
In de periode van 1 september tot en met 31 december 2014 bestond het College van Bestuur uit twee leden, de voorzitter de heer H. Derks en een lid mevrouw M. Jacobs-Janssen.
1.4
Medezeggenschap
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapraad (GMR )heeft in 2014 zeven keer vergaderd. Er is één vergadering geweest met de Raad van Toezicht. Passend Onderwijs stond het hele jaar als vast bespreekpunt op de agenda. In het verslagjaar heeft de GMR een studieavond belegd over medezeggenschap. Dat heeft geresulteerd in de volgende visie: “De GMR van Onderwijsstichting KempenKind wil een gelijkwaardige en kritische partner zijn van het College van Bestuur met als doel de belangen van kinderen, ouders en personeel op betrokken en deskundige wijze te behartigen. We werken op basis van vertrouwen samen met het College van Bestuur aan de gezamenlijke doelen van Onderwijsstichting KempenKind. Daarbij streeft de GMR naar kwalitatief hoogwaardig onderwijs met oog voor ieder kind en naar goed werkgeverschap voor de medewerkers van Onderwijsstichting KempenKind. De GMR stelt zich - op basis van haar wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden proactief, professioneel en betrokken op.” In oktober 2014 is deze visie in een Nieuwsbrief gecommuniceerd met de achterban, CvB en directeuren. De GMR had zitting in de sollicitatiecommissies voor het nieuw lid van het College van Bestuur en heeft een verkiezing georganiseerd voor de vertegenwoordiging in de Ondersteuningsplanraad PO De Kempen. De vertegenwoordiging in deze Ondersteuningsplanraad komt van De Groote Aard, de enige KempenKind-school in dit samenwerkingsverband. De samenstelling van de GMR is: Oudergeleding Lid
Mevrouw N. Bierens
Lid
Mevrouw M. van Dijk
Lid
Mevrouw G. van Limpt
Lid, notulist
Mevrouw R. Slenders
Lid
De heer M. Stuijts (tot november 2014)
Bestuursverslag 2014
4
Lid
De heer J. Koops (vanaf november 2014)
Personeelsgeleding Lid
Mevrouw E. de Mol
Voorzitter
De heer J. Smets
Lid
De heer A. Smolders
Secretaris
Mevrouw J. Steultjens
Lid
Mevrouw A. Vromans
OPR PO De Kempen Ouders
Mevrouw T. Maas (lid OPR)
Personeel
De heer J. Smets (voorzitter OPR)
OPR VO Eindhoven-De Kempen Ouders
De heer K. van Oorschot (voorzitter OPR)
Personeel
De heer J. Smets (lid OPR)
1.5
Klachtenregeling
Onderwijsstichting KempenKind kent een door het bestuur vastgestelde klachtenregeling. Gedurende de verslagperiode zijn geen klachten ontvangen die in behandeling genomen moesten worden.
Bestuursverslag 2014
5
2. RAAD VAN TOEZICHT
De statuten van Onderwijsstichting KempenKind voorzien in een scheiding tussen bestuur en intern toezicht: Het College van Bestuur bestuurt de Onderwijsstichting KempenKind, de Raad van Toezicht heeft de verantwoordelijkheid om de Onderwijsstichting KempenKind van goed bestuur en goed toezicht te voorzien. De verantwoordelijkheden van de RvT staan beschreven in de statuten en het reglement. Ze zijn onderverdeeld in vier gebieden: 1. Het toezicht houden op het College van Bestuur en zijn beleid. 2. Het uitoefenen van het werkgeverschap ten opzichte van het College van Bestuur. 3. Het functioneren als klankbord en adviseur richting College van Bestuur. 4. Het nemen van goedkeuringsbesluiten. Voor elk van deze verantwoordelijkheidsgebieden legt de Raad van Toezicht in dit jaarverslag verantwoording af. De Raad van Toezicht bestond in 2014 uit vijf leden. Dit waren: -
dhr. H. Huijsmans, voorzitter; dhr. S. Koekkoek, vicevoorzitter; dhr. J. van Gompel, lid; mevr. J. Schlappi, lid op voordracht van de GMR; dhr. M. van Woerkum, lid.
De leden hebben zitting voor een periode van vier jaar. Omwille van een goed evenwicht tussen vernieuwing en continuïteit wordt een rooster van aftreden gehanteerd, waarbij niet alle leden in eenzelfde jaar aftreden. De Raad heeft een profielschets voor nieuw toe te treden leden. De Raad van Toezicht is in 2014 zeventien keer bijeen geweest. Er waren vijf bijeenkomsten van de Raad zelf en negen vergaderingen met het College van Bestuur. Daarnaast had de RvT het jaarlijks overleg met de Directeurenraad en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Tevens heeft een kennismakingsgesprek plaatsgevonden met de onderwijswethouders van de gemeenten Eersel, Bladel en Reusel-De Mierden. Op verzoek van het College van Bestuur is er ook overleg geweest over specifieke onderwerpen met een afvaardiging van (telkens twee) leden van de Raad van Toezicht met het College. Een lid is actief betrokken geweest bij de voorbereiding van het afscheid van dhr. K. Doesburg. Twee leden van de Raad van Toezicht hebben zitting gehad in de sollicitatiecommissie voor de werving van een nieuw lid voor het College van Bestuur. Ten behoeve van de deskundigheidsbevordering binnen de Raad van Toezicht is in 2014 door een lid deelgenomen aan de jaarvergadering van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) en de themabijeenkomst over diversiteit in raden van toezicht. Alle leden van de Raad zijn geabonneerd op de nieuwsbulletins van deze vereniging. De begroting van de kosten ten behoeve van de Raad van Toezicht maakt integraal deel uit van de totale begroting van Onderwijsstichting KempenKind. Voor een overzicht van deze kosten verwijzen we naar het financiële jaarverslag.
Bestuursverslag 2014
6
2.1
Toezicht op het College van Bestuur en zijn beleid.
De Raad van Toezicht houdt toezicht op de uitvoering van de taken en de uitoefening van bevoegdheden door het College van Bestuur. Daarbij wil de Raad mede gestalte geven aan de identiteit van Onderwijsstichting KempenKind. Het toezichtkader is gericht op het algemeen belang van de onderwijsstichting met zowel aandacht voor beheeronderwerpen als voor beleidsaspecten. De Raad van Toezicht beschikt over een toezichtkader voor de bedrijfsvoering. Hiertoe hebben zij in 2014 een accountant benoemd, Deloitte uit Eindhoven, die belast is met de controle van de jaarrekening 2013. Daarnaast heeft de Raad de kwartaalrapportages besproken met het College van Bestuur.
2.2
Werkgeverschap t.o.v. het College van Bestuur: omvang bestuurlijke formatie
De Raad van Toezicht heeft op 1 september 2014 de heer H. Derks benoemd tot voorzitter van het College van Bestuur (betrekkingsomvang 1,0 fte). Op 1 september 2014 is mevrouw M. JacobsJanssen - op unanieme voordracht vanuit de sollicitatiecommissie - benoemd als lid van het College van Bestuur (betrekkingsomvang 0,8 fte). Met deze omvang van het College voldoet de Onderwijsstichting KempenKind aan de richtlijnen van de in 2013 vastgestelde CAO voor Bestuurders PO.
2.3
Klankbord en advies functie van de RvT
De Raad van Toezicht heeft in 2014 gevraagd en ongevraagd gefunctioneerd als klankbord en adviseur voor het College van Bestuur. Onderwerpen waarover de RvT en het CvB in 2014 van gedachten wisselden, betreffen o.a. de huisvesting van de KempenKind-scholen; personeelszaken, waaronder ziekteverzuim en leeftijdsbewust personeelsbeleid; financiën; in- en externe communicatie; Passend Onderwijs; Functiemix; Interne Begeleiders; de missie en visie van Onderwijsstichting KempenKind; het toezichtkader van de RvT en veranderingen in de wetgeving m.b.t. intern toezicht. Dit gebeurde zowel tijdens de gezamenlijke bijeenkomsten, als tijdens onderwerp specifieke besprekingen, via telefoon en e-mailcontact. Ter ondersteuning van deze klankbordfunctie heeft in 2014 het jaarlijks gesprek plaatsgevonden met de Directeurenraad en met de GMR. Ook zijn externe deskundigen zoals de accountant geraadpleegd. Daarnaast zijn in overleg met het CvB en de betrokken schooldirecteuren een aantal scholen van Onderwijsstichting KempenKind door de RvT bezocht en heeft een kennismakingsgesprek plaatsgevonden met de onderwijswethouders uit de gemeenten waarbinnen KempenKind onderwijs verzorgt.
2.4
Goedkeuringsbesluiten
De navolgende bestuursbesluiten en documenten zijn in 2014 ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht voorgelegd: Bestuursverslag 2014
7
-
Het bestuursverslag 2013, inclusief de jaarrekening;
-
Het strategische beleidsplan;
-
De begroting en investeringen 2014;
-
De liquiditeitsbegroting 2014;
-
Het Treasuryplan 2014;
-
Meerjarenbegroting 2014-2018;
-
Bestuursformatieplan 2014-2015.
2.5 Vertrouwen en legitimering Onderwijsstichting KempenKind heeft een belangrijke positie in de maatschappij/regionale/lokale samenleving. Vertrouwen en legitimatie zijn daarbij van evident belang. De Raad van Toezicht houdt zich bezig met de volgende vragen. Zijn we als onderwijsstichting op de juiste weg? Doen we de juiste dingen? Doen we de dingen die we doen goed?
Bestuursverslag 2014
8
3. JAARVERSLAG ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND 2014 3.1
Juridische structuur en organisatiestructuur
Onderwijsstichting KempenKind is een stichting voor katholiek onderwijs. Onder het bestuur ressorteren 17 scholen: 15 basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs. Twee scholen vervullen een regionale functie: SBO De Piramide en SO De Groote Aard, een school voor speciaal (voortgezet) onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen tot 20 jaar. Onderwijsstichting KempenKind kent een bovenschools organisatiemodel. Het College van Bestuur bestuurt de stichting en geeft leiding aan de organisatie, stelt het beleid vast en is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding en -uitvoering. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur en staat het met advies terzijde. De beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering wordt mede verzorgd door de schooldirecteuren en een kleine staf. De dagelijkse leiding van de scholen is in handen van de schooldirecteuren. Deze zijn integraal verantwoordelijk voor alle beleidsterreinen op schoolniveau. Onderwijsstichting KempenKind heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) waarmee de voorzitter en/of het lid van het College van Bestuur periodiek overleg voert. Alle scholen hebben een medezeggenschapsraad. De schooldirecteuren voeren hiermee namens het College van Bestuur het overleg.
Bestuursverslag 2014
9
Onderstaand organogram geeft een voorstelling van de organisatie van Onderwijsstichting KempenKind in de periode van 1 januari t/m 31 december 2014.
Raad van Toezicht
Stafmedewerkers Huisvesting, ICT, Financiën, Human Resource, Secretariaat
College
van Bestuur
GMR
Directeuren
MR
Hiërarchie relatie
Advies en/ of instemmingrelatie 3.2
Samenwerking
Het bestuur is lid van: -
VKO centrum voor katholiek onderwijs
-
De PO Raad
Het bestuur werkt samen met andere instellingen voor de realisatie van haar doelstellingen zoals: -
De gemeenten Eersel, Bladel en Reusel de Mierden,
-
De schoolbesturen verenigd in het samenwerkingsverband PO De Kempen en RSV PVO,
-
Nummereen Kinderopvang,
-
Peuterspeelzalen gemeente Bladel,
-
Opleidingsinstituten Fontys Pabo Eindhoven en De Kempel Helmond,
-
Voortgezet Onderwijs: Pius X college Bladel en Rythovius college Eersel,
-
Maatschappelijke instellingen verenigd in Centra voor Jeugd en Gezin.
Het bestuur heeft een samenwerkingsovereenkomst met: -
Samenwerkingsverband PO De Kempen en RSV PVO
Bestuursverslag 2014
Inzake zorgbeleid en zorgleerlingen 10
-
OSG
Inzake administratie en financieel beheer
-
Woningstichting De Zaligheden
Inzake onderhoudsbeheer schoolgebouwen
-
Arbo Unie
Inzake verzuimbegeleiding, arbozorg, bedrijfsarts
-
SKOOL
Inzake hardware en systeembeheer
-
Ricoh
Inzake kopieerapparatuur
-
Energie voor scholen
Inzake elektriciteit en gas
-
REC 3-18
Inzake zorgbeleid en zorgleerlingen
3.3
Onderwijsbeleid, beheer en organisatie
Hieronder wordt verslag gedaan van doelen en activiteiten die in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Het jaarverslag heeft betrekking op het kalenderjaar 2014. Het bedrijfsjaar komt overeen met het schooljaar. Dit betekent overlap van activiteiten en resultaten. Teneinde het verslagjaar 2014 in een juist perspectief te plaatsen staat soms kort het beleid omschreven in de schooljaren voorafgaand en volgend op het kalenderjaar 2014.
Organisatie
Klachtenregeling en contactpersoon KempenKind is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van het KBO. Mocht het nodig zijn dan wordt een klacht doorverwezen naar de onafhankelijke landelijke klachtencommissie. KempenKind heeft twee externe vertrouwenspersonen aangesteld en elke school binnen KempenKind beschikt over één of twee interne contactpersonen. In maart 2015 hebben de externe vertrouwenspersonen hun jaarverslag 2014 ingediend:
Organisatie
-
In 2014 zijn twee netwerkbijeenkomsten geweest met de interne contactpersonen inzake interne klachten op de scholen van KempenKind.
-
Er is een bijeenkomst gehouden voor nieuwe contactpersonen.
-
Twee contactpersonen hebben deelgenomen aan de training ‘Omgaan met spannende klachtsituaties’.
-
De vertrouwenspersonen zijn betrokken geweest bij vijf casussen op vier afzonderlijke scholen van KempenKind.
ICT Ondersteuning Onderwijsstichting KempenKind kent een 1e en een 2e lijns ondersteuning. De 1e lijns ondersteuning op schoolniveau is gericht op de continuïteit van het onderwijs op school (probleemoplossing). De 2e lijns ondersteuning is ingericht als een staffunctie op stichtingsniveau en omvat activiteiten die de totale stichting betreffen, P
P
P
Bestuursverslag 2014
P
P
11
P
P
P
zoals het uitwerken van een visie op leren en onderwijzen met ICT, standaardisatie van hard- en software, coördinatie van de infrastructuur en contacten met centrale diensten. De omvang van de staffunctie is vastgesteld op 1.6 formatieplaats. Uit de monitoring van de 1e lijns ondersteuning blijkt dat er een grote behoefte was aan goede informatie over nieuwe ontwikkelingen on de ICT. Hiervoor is het leernetwerk ICT ‘Samen Sterker’ gerealiseerd. Op vier momenten in het lopende schooljaar komen de ICT-ers van de scholen en de Stafmedewerkers ICT bij elkaar om nieuwe ontwikkelingen te presenteren en door te spreken. P
Informatie-
Diversen
Technologie
-
-
-
-
Onderwijs
P
Vernieuwing website Onderwijsstichting KempenKind In 2013 is gestart met het actualiseren van de website van KempenKind. De werkzaamheden zijn in februari 2014 afgerond. De nieuwe website heeft een professionele en moderne uitstraling gekregen. De schaalbare achtergrond van de website wordt vormgegeven door wisselende foto’s van onze scholen. Het hart (logo) van de stichting is prominent aanwezig in het midden van de website en laat in een slideshow onze schoolteams zien (leerkracht centraal). Op de site is actuele informatie te vinden in de vorm van nieuws items en de kalender. Voor ouders, personeel en overige belangstellenden is veel informatie over de stichting en haar scholen beschikbaar. Tevens is in de vernieuwde website de administratieve verwerking van de vervangingspool van KempenKind ondergebracht. Nieuwe website voor Centrum Passend Onderwijs (CPO) De nieuwe website CPO KempenKind, met alle informatie over de mogelijkheden voor extra ondersteuning voor leerlingen, is gerealiseerd in de stijl van de KempenKind website. Nieuwe websites voor scholen afgestemd op de stichtingswebsite Onze schoolwebsites zijn toe aan een meer professionele uitstraling in lijn met de KempenKind-website. Hierbij dient de identiteit van de school gewaarborgd te worden. Dit heeft geresulteerd in een ontwerp waarbij de identiteit van de school wordt weergegeven middels het logo van de school, de in het ontwerp verwerkte huisstijlkleuren, de gegevens van de school en het eigen schoolgebouw als vaste schaalbare achtergrond. Cloud-oplossing voor het overal kunnen benaderen en delen van bestanden Door het toenemende gebruik van tablets en de behoefte om mobiel te kunnen werken moeten onze data (bestanden) overal bereikbaar zijn. Nu staan de data nog op de lokale servers van de stichting en scholen. Via het voor het onderwijs gratis Office 365-pakket wordt een SharePoint-omgeving gebouwd, waardoor onze data altijd en overal beschikbaar zijn. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang.
Implementatie Visie In 2013 is de visie vastgesteld en een begin gemaakt met de implementatie van deze visie. Er is een ‘norm’ voor ‘de KempenKind-
Bestuursverslag 2014
12
school’ ontwikkeld waaraan scholen zich konden meten. Meting heeft langs twee lijnen plaatsgevonden: -
Zelfevaluatie. Een kernteam van de school bepaalt de scores op onderdelen, de totaalscore en de verbeteragenda. (in 2013)
-
Visitatie. Een team van twee collega directeuren en eenextern adviseur toetst het zelfevaluatierapport en kent de ‘definitieve’ scores toe. (voorbereiding in 2013, uitvoering in 2014)
Elke visitatie is als volgt verlopen: -
Een openingsgesprek door het visitatieteam en de schooldirecteur. Een visitatieteam bestaat uit twee schooldirecteuren en een externe adviseur. Dit gesprek gaat over het zelfevaluatierapport.
-
Het visitatieteam bereidt zich gedurende een uur voor op de feitelijke situatie. Zij bespreken opvallende zaken en de punten waarop zij zich focussen.
-
Het visitatieteam houdt drie interviews: met de directeur/kernteam, met een groepje leraren en een groepje ouders.
-
Eindbespreking visitatieteam: scores bepalen en aanbevelingen doen.
-
Korte indicatieve terugkoppeling van scores en aanbevelingen in een bijeenkomst met het schoolteam op de dag van visitatie.
-
Opstellen visitatierapport door externe adviseur.
-
Schooldirecteur verwerkt opbrengsten visitatie in nieuwe schoolplancyclus en komt dit overeen met College van Bestuur.
De visitatie is een 2-jaarlijks terugkerende activiteit. Onderwijs en informatietechnologie Tegen de achtergrond van de visie van KempenKind - Gids en Begeleider, Dynamische Leerkracht en de KempenKind Academie – hebben de schooldirecteuren in het schooljaar 2013-2014 kennis vergaard op het gebied van digitale innovatie en mediawijsheid, gerelateerd aan de inrichting van leerprocessen. Zo is er een externe partij ingehuurd om beelden te verschaffen bij de toekomst van ICT in het onderwijs. Stafmedewerkers hebben een opleiding tot Nationaal Mediacoach gevolgd om mede vorm te geven aan mediawijsheid binnen de aangesloten scholen. Hun kennis en vaardigheden worden ingezet bij trainingen om ICT-vaardigheden en de toepasbaarheid van ICT binnen ons onderwijs te vergroten. Ook de scholing van collega’s m.b.t. het gebruik van de in bruikleen gegeven tablets valt hieronder. Daarnaast zijn we gestart met een pilotproject met tablets op de St. Jacobus-school. De KempenKindvisie op het gebied van ICT en onderwijs wordt zo steeds concreter.
Bestuursverslag 2014
13
Onderwijs
Instrument Integraal en schoolplan 2015-2019 In schooljaar 2013-2014 is gekozen voor Integraal, een softwareprogramma voor scholen dat kwaliteitszorg, schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling op logische wijze met elkaar verbindt. In het verslagjaar is gestart met het uitzetten van verschillende vragenlijsten vanuit Integraal: zelfevaluatie en tevredenheidsvragenlijsten (voor leerlingen, ouders en medewerkers) op alle scholen. De directeuren hebben hiervoor drie scholingsbijeenkomsten gevolgd. Bij de laatste bijeenkomst waren ook de intern begeleiders aanwezig. De resultaten van deze vragenlijsten zijn meegenomen in de SWOT ten behoeve van het schoolplan dat in het format van Integraal wordt opgesteld. In april 2015 zullen de schoolplannen 2015-2018 gereed zijn. Belangrijk onderdeel hierin is de vertaling van de KempenKindvisie naar schoolniveau. De mogelijkheden van Integraal worden verder verkend. Er worden afspraken gemaakt met betrekking tot de onderdelen die alle scholen gaan gebruiken.
Onderwijs
Eindtoets basisonderwijs De ongecorrigeerde uitslagen eindtoets basisonderwijs geven in het schooljaar 2013 - 2014 het volgende beeld overeenkomstig de nieuwe normen van de Onderwijsinspectie. (O=onvoldoende, M=matig, V=voldoende, G=goed rekening houdend met de doelgroep van de school.) Scholen
Schooljaar
Schooljaar
Schooljaar
2011-2012
2012-2013
2013-2014
De Akkerwinde
535,7 V
534,9 M
535,8 M
Het Palet
532,6 O
535.7 M
536,3 V
St. Willibrordus
534,5 M
533.2 O
532,4 O
St. Lambertus
535,7 V
539.9 G
535,6 M
534.8 O
538,1 V
St.Clemensschool
Bestuursverslag 2014
Mariaschool Reu
535,1 M
536.4 V
537,0 V
Den Opstap
537,8 G
539.3 G
539,8 G
St. Jan
536,5 G
537.1 V
529,2 O
De Vest
536,7 G
535.3 M
533,2 O
St. Jacobus
535,3 G
535.5 M
538,1 G
De Toermalijn
535,6 V
540.5 G
537,8 G
De Leilinde
536,1 V
533,8 V
538,0 G
Mariaschool Bla
536,7 V
538.1 V
536,6 V
Franciscusschool
533,8 O
540.8 G
541,7 G
St. Jansschool
534,7 M
538.1 V
536,6 M
Gemiddelde KempenKind
536,7
536.9
536,4
14
Onderwijs
Eindopbrengsten SBO De Piramide In juli 2014 zijn 20 schoolverlaters uitgestroomd naar het voorgezet (speciaal) onderwijs. Bij deze groep leerlingen zijn de didactische niveaus bij uitstroom vergeleken met die bij instroom. Deze vergelijking geeft het volgende beeld bij de vier vakgebieden Rekenen/Wiskunde, Technisch Lezen, Begrijpend Lezen en Spelling: -
-
-
-
In relatie tot het ontwikkelingsperspectief is deze groep schoolverlaters bij Rekenen/Wiskunde gemiddeld met een lichte voorsprong van 2 maanden op SBO de Piramide binnengekomen. Ze behaalden gemiddeld een eindniveau dat 6½ maanden hoger ligt dan verwacht op basis van het ontwikkelingsperspectief. Dit betekent dat de Piramide een toegevoegde waarde heeft behaald van 4½ maanden; een goed resultaat. Bij Technisch Lezen heeft de Piramide bij deze groep leerlingen een grote inhaalslag gemaakt. De kinderen zijn gemiddeld met een zeer grote leesachterstand van 15 maanden (anderhalf schooljaar) de school binnengekomen. De schoolverlaters hadden in 2014 gemiddeld voor Technisch Lezen een eindniveau dat twee maanden hoger ligt dan verwacht op basis van het ontwikkelingsperspectief. Bij dit vakgebied heeft de school een zeer grote toegevoegde waarde geleverd van 17 maanden. De zeer grote achterstand is niet alleen ingelopen, maar zelfs omgezet in een voorsprong. Gemiddeld is deze groep leerlingen voor Begrijpend Lezen binnengekomen met een lichte leerachterstand van ongeveer anderhalve maand. De schoolverlaters 2014 hebben voor Begrijpend Lezen een eindniveau behaald dat ongeveer vier maanden hoger ligt dan verwacht op basis van het ontwikkelingsperspectief. Bij Begrijpend Lezen heeft de Piramide de achterstand omgezet in een aanzienlijke voorsprong. Gemiddeld zijn bovengenoemde leerlingen voor Spelling met een lichte leerachterstand van 1 maand binnengekomen. De schoolverlaters 2014 hebben gemiddeld voor Spelling een eindniveau dat vier maanden lager ligt dan verwacht op basis van het ontwikkelingsperspectief. Dat resultaat is nog niet voldoende.
Het totaal overziend zijn de resultaten positief. Spelling is echter een aandachtspunt. Een jaar geleden is overgestapt op een andere spellingsmethode en heeft er teamscholing plaatsgevonden. De eerste resultaten zijn goed. Bovenvermelde groep schoolverlaters heeft nog onvoldoende kunnen profiteren van deze nieuwe aanpak. Bestuursverslag 2014
15
In schooljaar 2013-2014 zijn de 20 leerlingen naar de volgende typen vervolgonderwijs gegaan:
Onderwijs
-
2 leerlingen naar VMBO-TL (theoretische leerweg zonder leerwegondersteuning);
-
1 leerling naar VMBO-KBL (kaderberoepsgerichte leerweg zonder leerwegondersteuning);
-
1 leerling naar VMBO-BBL (basisberoepsgerichte leerweg zonder leerwegondersteuning);
-
2 leerlingen naar VMBO-BBL met LWOO (basisberoepsgerichte leerweg met leerwegondersteuning);
-
8 leerlingen naar Praktijkonderwijs;
-
6 leerlingen naar VSO, cluster 4.
Eindprestaties ZMLK De Groote Aard Vanaf het schooljaar 2013 - 2014 werkt De Groote Aard volgens eigen leerstandaarden (schoolplan 2014 – 2017 blz. 22) waarmee zij de onderwijsopbrengsten in beeld brengen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de gegevens uit leerlingvolgsysteem ParnasSys. Deze gegevens worden verzameld middels de methodiek handelingsen opbrengstgericht werken. Nieuw geplaatste leerlingen U
Alle acht nieuwe leerlingen zijn bij plaatsing ingedeeld in een leerroute op basis van beschikbare dossiergegevens en observatie. Een halfjaar na plaatsing is van één leerling de leerroute naar beneden bijgesteld. Hiermee is de gestelde norm dat 80% van de leerlingen bij plaatsing in de juiste leerroute wordt ingedeeld behaald. Indeling in leerroute U
Van twee jonge leerlingen is in de loop van het schooljaar het uitstroomprofiel bijgesteld. Bij vier van de gemiddeld genomen 103 leerlingen is gedurende het jaar de leerroute naar boven bijgesteld. Daarmee hebben we de gestelde norm dat bij 90% van de leerlingen de ingedeelde leerroute ongewijzigd blijft behaald. Ingedeelde leerroute –Totaal IQ U
Bij twee SO en zeven VSO leerlingen wijkt het IQ af van de leerroute. Zij zijn in een lagere route ingedeeld dan verwacht op basis van het IQ. De aangegeven standaard dat binnen het SO bij 90% en bij het VSO bij 75% van de leerlingen het IQ overeenkomt met de ingedeelde leerroute, is behaald. Leerroute - streefplanning U
Het onderwijsaanbod is ingedeeld in vier leerroutes. Aan iedere leerroute is een streefplanning gekoppeld. Gedurende schooljaar 2013-2014 hebben we alle leerlingen gescoord binnen de kernvakken. In september 2014 hebben we voor het eerst de daadwerkelijke scores op de kernvakken vergeleken met de streefplanning. Bestuursverslag 2014
16
In het SO (27 leerlingen) is het streven dat 75% van de leerlingen de streefplanning haalt. Dat is alleen gelukt bij het vak mondelinge taal, niet bij de overige kernvakken. In het VSO (66 leerlingen) is het streven van 75% bij geen van de kernvakken behaald. Uitstroomgegevens 2013 - 2014 SO: zeven SO leerlingen zijn conform de verwachting uitgestroomd. De opbrengst is hierdoor 100%. VSO: vier van de twaalf uitgestroomde VSO leerlingen zijn i.v.m. verhuizing tussentijds uitgestroomd naar een andere zml school. Van één leerling is wegens psychische problemen zijn toekomstige werkplek nog niet bekend. Eén leerling is boven verwachting uitgestroomd naar een beschermde werkplek. De overige zes zijn volgens de verwachting uitgestroomd. De opbrengst is daarmee 83%. Onderwijs
Neveninstroom en Vliegende Brigade Neveninstroom Basisschool Het Palet voorziet sinds 2011 in een bovengemeentelijke onderwijsvoorziening voor neveninstromers. Maximaal twintig leerlingen van zes tot dertien jaar krijgen maximaal één jaar intensief onderwijs; vooral in Nederlandse taal en rekenen. Als bij de start in de neveninstroom een leerling nog helemaal geen Nederlands begrijpt, krijgt deze een groot deel van de ochtend intensieve begeleiding van een onderwijsassistente. Voorwaarde voor toelating is dat een kind minder dan een jaar in Nederland woont, de Nederlandse taal niet of nauwelijks beheerst en woont in de gemeenten Reusel-De Mierden, Bladel, Eersel of Bergeijk. Door de toename van het aantal kinderen in de groep neveninstromers in de tweede helft van 2014, is eind oktober een tweede groep gestart. Vliegende Brigade Voor kleuters die nog niet zo lang in Nederland wonen en het Nederlands nog nauwelijks beheersen, verzorgt KempenKind op veel scholen twee keer per week een extra taaltraining. Dit gebeurt met medewerking van de ‘vliegende brigade’ van PuntUit Onderwijsondersteuning.
Onderwijs
Bestuursverslag 2014
Prestatiebox De Regeling prestatiebox primair onderwijs maakt deel uit van het bestuursakkoord dat het Ministerie van OC&W heeft gesloten met de PO-raad. Dit akkoord gaat over landelijke ambities met betrekking tot de kwaliteit van het primair onderwijs. Van het schoolbestuur wordt verwacht dat het bepaalt aan welke ambities de scholen gaan werken.
17
Nagenoeg alle po-scholen binnen KempenKind nemen deel aan School aan Zet. Elke school heeft a.d.h.v. onderwijsopbrengsten en leerling populatie concrete doelen gesteld. Deze zijn opgenomen in een plan van aanpak en doorgesproken met de experts van School aan Zet. In 2013 en 2014 is uitvoering gegeven aan de projectplannen. Een project omvat een driejarig programma waarin de scholen werken aan de verbetering van onderwijsopbrengsten. School aan Zet ondersteunt de deelnemende scholen bij het aanscherpen van hun ambities en doelstellingen, zodat ze aansluiten bij de landelijke ambities verwoord in het bestuursakkoord tussen de PO-raad en het ministerie van OCW. Onderwijs
Passend Onderwijs Tegen de achtergrond van de zorgplicht (per 1-8-2014) van KempenKind en onze ambities op het gebied van passend onderwijs, heeft KempenKind in vier achtereenvolgende jaren de opvang van zorgleerlingen in de Kempen zowel in kwantiteit als in verscheidenheid geïnventariseerd. Daartoe zijn een format, planning en werkwijze opgesteld en zijn afspraken gemaakt met onder meer de drie betrokken gemeenten voor het verstrekken van de juiste gegevens. Op basis van de peildatum 1 oktober 2011. Regulier BaO Totaal Regulier BaO
SBO/SO KempenKind
SBO/SO Elders
4015
Totaal SBO/SO KempenKind
107
Totaal SBO/SO Elders
36
Op basis van de peildatum 1 oktober 2012. Regulier BaO Totaal Regulier BaO
SBO/SO Elders
3907
Totaal SBO/SO KempenKind
Bestuursverslag 2014
SBO/SO KempenKind 98
Totaal SBO/SO Elders
34
Totaal Anders
1
18
Op basis van de peildatum 1 oktober 2013. Regulier BaO Totaal Regulier BaO
SBO/SO KempenKind
SBO/SO Elders
3791
Totaal SBO/SO KempenKind
91
Totaal SBO/SO Elders
28
Totaal Anders
0
Op basis van de peildatum 1 oktober 2014. Regulier BaO Totaal Regulier BaO
SBO/SO KempenKind
SBO/SO Elders
3780
Totaal SBO/SO KempenKind
92
Totaal SBO/SO Elders
25
Totaal Anders
0
Passend Onderwijs Onderwijs
Alle scholen van KempenKind behoren tot het samenwerkingsverband De Kempen PO 30-09. Het bestuur van dit verband heeft bepaald dat de financiële middelen voor de lichte ondersteuning – voorheen de WSNS middelen – vanuit het samenwerkingsverband rechtstreeks worden overgemaakt naar de schoolbesturen. Onderwijsstichting KempenKind is verantwoordelijk voor de inzet ervan en legt verantwoording af aan het bestuur van het samenwerkingsverband. Daarnaast maakt KempenKind deel uit van RSV PVO. Binnen dit kader heeft KempenKind in 2014 in de notitie ‘Ondersteuning Passend onderwijs binnen KempenKind’ geformuleerd hoe zij een samenhangend en dekkend geheel van ondersteuningsvoorzieningen wil inrichten. In 2014 is de start gemaakt met de verdere vormgeving in de praktijk. Uiteraard wordt hierbij voortdurend binnen de samenwerkingsverbanden afgestemd.
Personeel
Bestuursverslag 2014
Persoonlijke ontwikkeling en teamontwikkeling met Insights Discovery Alle medewerkers van KempenKind hebben een Insights Discovery profiel laten opstellen om meer inzicht te krijgen in het eigen gedrag, de ontwikkelingsmogelijkheden en de dynamiek binnen het schoolteam. Hierdoor is in de organisatie een gemeenschappelijke
19
taal ontwikkeld, die bijdraagt aan de ontwikkeling van de individuele medewerkers en aan het team als geheel. Personeel
Duurzame inzetbaarheid Het personeelsbestand van KempenKind vergrijst. De grootste leeftijdsgroep is die van 46-55 jarigen. In totaal is ongeveer de helft van het personeel ouder dan 45 jaar. De gemiddelde leeftijd is ruim 49 jaar. Uitstroom op grond van leeftijd zal op latere leeftijd plaatsvinden, door verdwijnen van de FPU-regeling en als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen zoals de aanpassing van de pensioenleeftijd en verhoging van AOW-leeftijd. Het is daarom te verwachten dat de leeftijdsgroep van >60 jaar toeneemt. Duurzame inzetbaarheid van alle leeftijdsgroepen is een aandachtspunt. Hieraan besteden we aandacht in de gesprekkencyclus en in de training ‘Vitaliteit in de loopbaan voor 50+ medewerkers’.
Personeel
Ziekteverzuim KempenKind hecht veel waarde aan vitale, gemotiveerde en gezonde medewerkers. Er zijn verschillende interventies ingezet om dit te bevorderen, zoals een training voor directeuren in het voeren van verzuimgesprekken en de eerder genoemde vitaliseringstraining voor medewerkers van 50 jaar en ouder. De verzuimcijfers lieten sinds 2010 een dalende lijn zien. Aan het eind van kalenderjaar 2013 was het gemiddeld verzuim 4,6%. In het kalenderjaar 2014 is het verzuim licht gestegen naar 4,9%. In vergelijking met andere sectoren heeft het onderwijs al jarenlang een hoog verzuim van ruim 6%. Dat betekent dat Onderwijsstichting KempenKind afgelopen kalenderjaar onder dit landelijk gemiddelde scoort. Toch blijft het reduceren van verzuim een aandachtspunt. Als oorzaken voor het stijgend ziekteverzuim in het onderwijs worden genoemd: hoge werk- en regeldruk, pieken in werkbelasting, vergrijzing en de balans tussen werk en privé. Deze factoren zijn ook voor KempenKind herkenbaar en blijven onderwerp van gesprek.
Personeel
Bestuursverslag 2014
Functiemix De functiemix is vastgesteld om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en het werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken. Ook in 2014 konden leraren solliciteren naar een LB of LC functie. Dat heeft geleid tot de benoeming van twee leraren in de LB en vijf leraren in de LC functie. Doordat een aantal leraren met een LB of LC functie is benoemd als IB-er, is het percentage leraren LB/LC lager geworden. Stimuleren van de ontwikkeling van leraren (bv om een Master te volgen en gebruik te maken van de lerarenbeurs) is een punt van aandacht. Dit is ook in de visie vastgelegd: het stimuleren van de permanente ontwikkeling van leraren. Om de 20
komende jaren te voldoen aan de onderwijsdoelen, is het van belang om de ontwikkeling van leerkrachten verder te stimuleren. Het streefcijfer voor LC in het s(b)o is behaald. Personeel
Formatie Voor het verslagjaar is een bestuursformatieplan opgesteld. Hierin zijn factoren verwerkt die invloed hebben op de formatie van Onderwijsstichting KempenKind. Hieronder worden de belangrijkste factoren benoemd: a. Er is momenteel sprake van een boventalligheid van in totaal 13 fte. Gezien de hoogte van de vrije financiële ruimte is gedwongen ontslag niet aan de orde. Het structurele overschot van 13 fte onderwijzend personeel wordt via natuurlijk verloop opgevangen. Er volgen dus naar verwachting geen gedwongen ontslagen, of plaatsing in het Risicodragende deel van de formatie (RddF) als gevolg van krimp van het aantal leerlingen. b. Vanaf 1 januari 2014 geldt een vacaturestop voor personeel. In uitzonderlijke situaties kan het College van Bestuur daarvan afwijken, bijvoorbeeld omdat de inzet van een bepaalde expertise noodzakelijk wordt geacht. c. Personele wijzigingen dan wel boventalligheid van het onderwijzend personeel worden opgevangen door overplaatsingen, lopende of aan het einde van het schooljaar. Dit ter beoordeling van het College van Bestuur in overleg met de betrokken schooldirecteuren. Met het oog op overplaatsing tijdens het schooljaar dienen schooldirecteuren rekening te houden met een flexibele inzet van medewerkers. d. Scholen mogen boventalligheid handhaven. Op basisschool St.Willibrordus en de Mariaschool Bladel is de boventalligheid zo groot, dat besloten is om per 01-08-2014 1,0 fte over te plaatsen. e. De tijdelijke aanstellingen van onderwijzend personeel zijn per 31 juli 2014 omgezet in benoemingen voor onbepaalde tijd.
Personeel
Functiehuis In 2014 is het functiehuis bij KempenKind vastgesteld. Dit bestaat uit een functieboek en een formatieplan. Het formatieplan verschijnt aan het einde van elk schooljaar en wordt opgesteld nadat de begroting is vastgesteld. In het functieboek zijn alle functies opgenomen die KempenKind kent. Van elke functie is een functiebeschrijving en waardering opgesteld.
Financiën
Risico en onzekerheid De toekomstige krimp van het aantal leerlingen is een grote onzekerheid voor Onderwijsstichting KempenKind. In de meerjarenbegroting is de krimp financieel vertaald en zijn dienovereenkomstig maatregelen genomen.
Bestuursverslag 2014
21
Ten aanzien van de financiële en administratieve aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersing- en controlesysteem wordt gebruikgemaakt van een advies- en administratiekantoor. De beschrijving van de administratieve organisatie en interne procedures is in concept gereed. Ten aanzien van het beleid m.b.t. ziekteverzuim is Onderwijsstichting KempenKind aangesloten bij een arbodienst. Huisvesting
St Jansschool Casteren In april 2014 is de nieuwbouw van de St Jansschool Casteren feestelijk geopend. Het nieuwe gebouw fungeert als brede school. Een paar maanden eerder zijn de kinderen al van het oude naar het nieuwe gebouw verhuisd. De nieuwbouw beschikt over moderne voorzieningen. Zo is veel aandacht besteed aan licht en ruimte en aan differentiatiemogelijkheden. De school beschikt over leerpleinen en glazen schuifpuien. De luchtkwaliteit (CO 2 niveau) wordt continu gemeten en op peil gehouden. Via SchoolVision kan de verlichting worden aangepast aan de aard en intensiteit van de activiteiten. De speelplaats is ingericht met moderne speel- en fitnessapparatuur. Het speelplein heeft, op basis van afspraken met de gemeente, een open karakter en is toegankelijk voor jongeren en ouderen (ook vanwege de fitnestoestellen). R
Huisvesting
R
St. Jacobusschool en St. Willibrordusschool In 2013 is gestart met de ontwikkeling van een plan voor de renovatie van het bestaande schoolgebouw van de St. Willibrordusschool, de uitbreiding met circa 700 m2 aanvullende nieuwbouw voor huisvesting van de St. Jacobus en circa 300 m2 ten behoeve van de opvang van kinderen van 0 tot 4 jaar door Nummereen Kinderopvang. P
P
P
P
Er wordt nauw samengewerkt met de gemeente en andere belangengroepen. Er zijn twee informatieavonden geweest voor ouders en omwonenden. Huisvesting
De Leilinde In januari 2014 is opnieuw een spoedaanvraag ingediend tijdelijke uitbreiding van De Leilinde. De aanvraag is opnieuw afgewezen, maar heeft er wel toe geleid dat de tijdelijke huisvesting nog een extra jaar kan blijven staan. Tevens is afgesproken met de gemeente Reusel de Mierden om in het kader van het huisvestingsbeleid de mogelijkheden voor uitbreiding van de Leilinde te onderzoeken.
Bestuursverslag 2014
22
De Franciscusschool Begin 2014 is bij de Franciscusschool de uitbreiding en de vernieuwing van de conciërgeruimte en de entree afgerond. De Vest In 2014 is een plan ontwikkeld dat een uitwerking is van de “brede schoolgedachte” voor Hoogeloon. In samenwerking met stichting peuterspeelzalen Bladel en architecten Bureau Elemans van den Hork is een plan gemaakt waarbij de peuterspeelzaal in de Vest geïntegreerd kan worden. In het kader van het dorpsontwikkelingsplan wordt echter ook nog op initiatief van de Dorpsraad een alternatief bekeken voor de ontwikkeling van een nieuwe brede school op het Valensplein. Mariaschool Bladel In 2014 is voor de Mariaschool in Bladel het initiatief genomen om een plan te ontwikkelen om de aula een centralere plek te geven. Piramide te Bladel In 2014 is door de gemeente contact opgenomen met de Piramide voor overleg over de verbetering van de geluidsisolatie van de gevel en het dak langs de randweg. Dit is noodzakelijk omdat de gemeente de randweg wil verlengen, waardoor de geluidsbelasting verhoogd wordt. KempenKind wil dit initiatief gebruiken om het gebouw beter geschikt te maken voor de nieuwe eisen voor passend onderwijs. Mariaschool Reusel In 2011 is gebleken dat de dakplaten van een gedeelte van de schuine daken van de Mariaschool asbesthoudend zijn. In 2014 zijn de daken vervangen op kosten van de gemeente. KempenKind heeft deze activiteit gebruikt om op eigen kosten de isolatiewaarde van het dak te verbeteren. Huisvesting
Meerjarenonderhoudsplan In het verslagjaar is het meerjarenonderhoudsplan geactualiseerd voor de periode 2014-2028. Het onderhoud is onderverdeeld in meerdere categorieën: contract onderhoud, dagelijks onderhoud en planmatig onderhoud. Tevens zijn de advieskosten voor bouwbegeleiding in kaart gebracht. Het meerjarenonderhoudsplan bestaat uit verschillende overzichten: -
Bestuursverslag 2014
de totale kosten voor rekening van de gemeente en van de stichting uitgesplitst in kosten per school, per jaar,
23
-
de totale kosten voor rekening van de school per jaar en de gemiddeld jaarlijkse kosten over een periode van 15 jaar,
-
de totale kosten voor alle scholen per gemeente uitgesplitst in een totaal voor rekening van de betreffende gemeente en een totaal voor rekening van het schoolbestuur, met een gedetailleerd overzicht per school.
De Woningbouwstichting De Zaligheden heeft te kennen gegeven het contract met KempenKind op januari 2015 op te zeggen. Omgeving
Taalbrug Samen met het voortgezet onderwijs is KempenKind in januari 2013 gestart met het project Taalbrug, een vervolg op de succesvolle Rekenbrug. Doel is om de aansluiting tussen basis en voortgezet onderwijs te verbeteren. Het gaat daarbij om de verbetering van leesbegrip en taalschat, concentratie bij het doorgronden van teksten, terugdringen van faalangst, verbeteren van leerprestaties en geautomatiseerde woordenschat. Alle KempenKind-scholen nemen aan het project deel met minimaal twee leerkrachten per school. De uitwisselingsbijeenkomsten met docenten uit het voortgezet onderwijs worden bijgewoond door een taalkundige.
Omgeving
Samenwerking Kinderopvang In het verslagjaar hebben KempenKind en Nummereen Kinderopvang gezamenlijke ambities geformuleerd. Beide organisaties staan voor een integrale aanpak van voor- en vroegschoolse educatie. Hiermee bedoelen ze een aanpak waarbij niet alleen gefocust wordt op taalontwikkeling maar op stimulering van álle ontwikkelingsgebieden. Uitgangspunt is dat niet alleen aandacht wordt besteed aan kinderen met een achterstand, maar dat de ontwikkeling van het talent van álle kinderen wordt gestimuleerd. Afgesproken is dat ouders, als educatieve partners, nadrukkelijk bij de ontwikkeling van hun kinderen worden betrokken.
Bestuursverslag 2014
24
4. FINANCIËN 4.1 Doelstellingen
Een gezonde basis voor goed onderwijs, nu en in de toekomst. Dat is in het kort waar het bij ons financiële beleid om draait. 4.2 Beleid Onderwijsstichting KempenKind is er voor het onderwijs. In dit verband past het dat de beschikbare financiële middelen zo effectief mogelijk worden beheerd en ingezet. We hechten aan een redelijk eigen vermogen om de continuïteit te waarborgen. Door het bestuur zijn nog geen streefwaarden vastgesteld. 4.3 Samenvatting jaarrekening 2014 In dit hoofdstuk zijn de exploitatierekening en de balans opgenomen. Exploitatierekening Realisatie
Begroting
2014
2014
19.009.000
18.289.000
720.000
19.279.000
501.000
426.000
75.000
433.000
Overige baten
1.408.000
1.604.000
-196.000
1.483.000
Totaal baten
20.918.000
20.320.000
599.000
21.194.000
18.331.000
18.007.000
323.000
17.785.000
Afschrijvingslasten
588.000
590.000
-2.000
605.000
Huisvestingslasten
1.153.000
1.111.000
43.000
1.109.000
Overige lasten
1.645.000
1.486.000
159.000
1.592.000
Totaal lasten
21.718.000
21.195.000
524.000
21.092.000
-800.000
-875.000
75.000
103.000
96.000
157.000
-61.000
127.000
-704.000
-718.000
14.000
229.000
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen- en subsidies
Verschil
Realisatie 2013
Lasten Personeelslasten
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Nettoresultaat
Kijkend naar de verschillen tussen de begroting en de werkelijkheid, kunnen we concluderen dat de werkelijke kosten weinig afwijken van de begroting. De inkomsten zijn (vanwege extra bijdragen van het ministerie) hoger dan begroot. Resultaat 2014 is afgesloten met een negatief saldo van € 704.000. Dat is € 14.000 hoger dan begroot en € 933.000 lager dan in 2013.
Bestuursverslag 2014
25
Baten De “Rijksbijdrage OCW” is € 720.000 hoger dan begroot. Daarvoor zijn de volgende oorzaken aan te wijzen: - In het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) en Herfstakkoord is extra geld uitgetrokken voor onderwijs. In februari 2015 is met de nieuwe regeling bekostiging personeel 2014-2015 duidelijkheid gekomen over hoe deze akkoorden financieel uitpakken voor de personele kosten (personele instandhouding regulier en budget Personeel en Arbeidsmarktbeleid). Deze extra middelen maken het onder andere mogelijk om afspraken uit de cao te financieren, zoals het coachen van jonge leerkrachten en de professionele ontwikkeling van leraren. Een en ander leidt voor het schooljaar 2014-2015 tot een extra uitkering van ongeveer € 90 per leerling. Omdat de extra middelen niet alleen op basis van een bedrag per leerling worden verdeeld, maar ook als een vast bedrag per basisschool en verrekend in de gemiddelde personeelslasten (GPL) kan de uitkomst per schoolbestuur verschillen. Aangezien de extra middelen worden toegevoegd aan de personele lumpsum van 2014-2015, moeten deze in het kader van de financiële verantwoording voor 5/12 worden toegerekend aan kalenderjaar 2014. Voor Onderwijsstichting KempenKind betekent dit een positief effect van € 142.000 op de lumpsum personeel en € 108.000 op het budget Personeel- en Arbeidsmarktbeleid. - Met ingang van 1 augustus 2014 is het nieuwe stelsel voor Passend Onderwijs in werking getreden. Onderwijsstichting KempenKind is aangesloten bij samenwerkingsverband PO de Kempen. De oude lgf-gelden worden vanaf deze datum niet meer rechtstreeks door OCW verstrekt, maar door samenwerkingsverband PO de Kempen. Het budget vanuit samenwerkingsverband PO de Kempen bestaat uit een budget voor lichte ondersteuning (oude WSNS-gelden) en een budget voor zware ondersteuning (het rugzakje). Het budget voor lichte en zware ondersteuning is als grootboekrekening gerubriceerd onder de baten OCW in het kader van EFJ-wetgeving. De totale ontvangsten voor lichte en zware ondersteuning bedragen € 552.000. In de begroting 2014 is hiervan dus een deel opgenomen onder bijdrage Samenwerkingsverband (onder overige baten) en het andere deel onder leerlinggebonden financiering. Per saldo is op leerlinggebonden financiering/budget zware ondersteuning € 81.000 meer ontvangen dan begroot. Op bijdrage Samenwerkingsverband/budget lichte ondersteuning is eveneens € 81.000 meer ontvangen als gevolg van de verdeling van de reserves oude WSNS Bladel e/o. - Door groei van het aantal leerlingen werd € 38.000 meer ontvangen dan begroot. De gemeentelijke bijdragen zijn € 75.000 hoger dan begroot. Vanuit het Vervangingsfonds is er een restitutie geweest van € 20.000 op de boete van de vervangerspool 2013-2014. Verder is € 18.000 meer ontvangen op muziekonderwijs en is € 11.000 ontvangen voor bewegingsonderwijs. Dit is in de begroting opgenomen onder overige baten. De neveninstroom leverde € 15.000 minder op. Tenslotte is € 12.000 meer ontvangen als vergoeding voor conciërge en gymzaal. De overige baten zijn € 196.000 lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door € 185.000 lagere baten Bijdrage Samenwerkingsverband, doordat het oude WSNS per 1 augustus is gestopt. In de begroting zijn de bijdragen vanuit het Samenwerkingsverband begroot onder overige baten. Met de komst van samenwerkingsverband PO de Kempen worden om boekhoudkundige redenen deze ontvangsten gerubriceerd onder Rijksbijdrage OCW. Door de opheffing van het WSNS Bladel e/o zijn de daar aanwezige reserves verdeeld onder de besturen. Voor Onderwijsstichting KempenKind betekende dit extra baten van € 81.000. In Model AB Opgave andere baten staat een gedetailleerd overzicht van de overige baten. Bestuursverslag 2014
26
In totaal zijn de baten € 599.000 hoger dan begroot. Hiervan wordt 87% veroorzaakt door meevallende rijksbijdragen. Lasten De lasten zijn € 524.000 hoger dan begroot. Personeelslasten De kosten voor lonen en salarissen, gecorrigeerd voor ontvangen uitkeringen, zijn € 26.000 minder dan begroot. De overige personeelslasten komen echter € 350.000 hoger uit dan begroot. De overschrijding wordt veroorzaakt door € 103.000 hogere kosten voor inhuur externe deskundigheid, € 44.000 hogere cursuskosten, € 163.000 hogere kosten werkkostenregeling en € 39.000 hogere kosten voor overige personele lasten. Afschrijvingslasten De afschrijvingslasten liggen € 2.000 onder de begroting. Het beleid van Onderwijsstichting KempenKind is om af te schrijven met ingang van het jaar van aanschaf. In 2014 is voor € 719.000 geïnvesteerd in materieel vast actief. Dit is € 62.000 minder dan begroot. Daarnaast is meer geïnvesteerd in activa met een kortere afschrijvingstermijn waardoor de afschrijvingslasten in de exploitatie toch op het begrote bedrag uitkomen. Ook is op één van de scholen een versnelde afschrijving gedaan op de digiborden ad € 23.500.
Investeringen tm 31 december 2014 €900.000 €800.000 €700.000 €600.000 €500.000 €400.000 €300.000 €200.000 €100.000 €-
Werkelijk Budget
Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn € 43.000 boven begroting. Opvallende posten binnen deze rubriek zijn de € 19.000 hogere schoonmaakkosten, € 15.000 hogere kosten voor onderhoud en tot slot € 8.000 aan hogere kosten voor energie en water. Overige lasten De overige lasten zijn met een bedrag van € 159.000 overschreden. Deze post bestaat uit een groot aantal sub posten. De grootste overschrijdingen betreffen de volgende posten:
Bestuursverslag 2014
27
-
Deskundigenadvies: € 24.000 meer uitgegeven dan begroot. Dit betreft met name begeleiding van één van de scholen; Administratielasten: € 36.000 minder uitgegeven; ICT: € 53.000 meer uitgegeven dan begroot, alle scholen hebben hierop een overschrijding door niet begrote licenties; Abonnementen: € 14.000 meer uitgegeven dan begroot; Leermiddelen: € 35.000 meer uitgegeven dan begroot. Nagenoeg alle scholen hebben een overschrijding; Inventaris en apparatuur: € 10.000 meer uitgegeven dan begroot. Alle scholen hebben een overschrijding; Reproductiekosten: € 60.000 meer uitgegeven dan begroot. Hierin zit onder andere de eindafrekening 2013 ad € 37.500; Diverse kleine sub posten: € 1.000 minder uitgegeven dan begroot.
Financiële baten en lasten De financiële baten vallen met een bedrag van € 61.000 ongunstiger uit. Dit is volledig toe te schrijven aan een lagere rente op de spaarrekening. In de begroting 2014 is bij de bepaling van de financiële baten ten onrechte twee keer rente berekend over een deel van het vermogen.
4.4 Realisatie 2014 ten opzichte van 2013 Het exploitatiesaldo over 2014 is ten opzichte van 2013 € 933.000 lager. Onderstaand overzicht verklaart de verschillen: Baten -
Lagere rijksbijdragen Hogere overheidsbijdragen Lagere overige baten Subtotaal
€ € €
Hogere personele lasten Lagere afschrijvingslasten Hogere huisvestingslasten Hogere overige lasten Subtotaal
€ € € €
270.000 68.000 75.000 € 276.000 -/-
Lasten -
€ 626.000 -/-
Financiële baten en lasten Minder financiële baten Totaal
Bestuursverslag 2014
546.000 17.000 44.000 53.000
€
31.000 € 933.000 -/-
28
Baten Rijksbijdragen In december 2013 is aanvullende bekostiging ontvangen vanwege het Herfstakkoord/Nationaal Onderwijsakkoord. Overheidsbijdragen en -subsidies Ook aan overheidsbijdragen en -subsidies is meer ontvangen. Dit betreft gemeentelijke bijdragen, voornamelijk voor restitutie vanuit het Vervangingsfonds en meer ontvangsten voor conciërges en verhuur. Overige baten De overige baten vallen lager uit doordat in 2013 de bijdragen van het samenwerkingsverband WSNS Bladel geheel op overige baten geboekt zijn. Met ingang van 1 augustus 2014 dienen deze baten verantwoord te worden onder Rijksbijdragen. Lasten Personeelslasten Hogere personeelslasten worden vooral veroorzaakt door de hogere lonen en salarissen van € 593.000. Uitkeringen ter hoogte van € 125.000 brengen het totaal op € 468.000. Als gevolg van een vacaturestop zijn er in 2014 geen extra personeelsleden benoemd. Dat de lonen en salarissen hoger zijn, wordt onder meer veroorzaakt door loonontwikkelingen en CAOafspraken. Daarnaast heeft KempenKind te maken met een sterk vergrijzend personeelsbestand, gestegen pensioenpremies en extra loonkosten van het College van Bestuur. In 2013 is per 1 oktober een nieuw lid voor het College benoemd. Ook hebben een aantal personeelsleden een extra trede toekenning ontvangen en zijn er kleine taakuitbreidingen geweest. Tot slot is er in 2014 nog een ontbindingstoelage toegekend en is er een detachering geweest. Het verschil bij de overige personele lasten is grotendeels te verklaren door nieuwe belastingwetgeving omtrent de werkkostenregeling (representatiekosten ten behoeve van het personeel). Afschrijvingslasten De afschrijvingslasten zijn ten opzichte van 2013 € 17.000 lager. Het investeringsniveau is in 2014 lager dan 2013 (€ 719.000 ten opzichte van € 882.000). In 2014 is op één van de scholen een versnelde afschrijving gedaan op de digiborden ad € 23.500. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn € 44.000 hoger dan in het jaar 2013. De grootste overschrijding van € 33.000 betreft de kosten voor gas, water en licht. Het overige verschil ontstaat door overschrijdingen op verschillende sub posten. Overige lasten Op overige lasten is ten opzichte van het jaar 2013 € 53.000 meer uitgegeven. Er zijn echter op de sub posten onderling grote verschillen. De post reproductie springt eruit met een toename van € 82.000. Dit is veroorzaakt doordat de afrekeningen van de kopieerapparaten van 2013 in 2014 geboekt zijn. Aan deskundigenadvies is echter € 17.000 minder uitgegeven dan in het jaar 2013. Aan leermiddelen is € 12.000 meer uitgegeven.
Bestuursverslag 2014
29
Financiële baten De financiële baten zijn afgenomen vanwege een daling in de omvang van de (belegde) liquide middelen en een lager rentepercentage op de spaarrekening.
4.5 Balans In onderstaande tabel is de balans per 31-12-2014 en 31-12-2013 opgenomen (x € 1.000). De balans laat zien over welke waarden (activa) de organisatie beschikt aan het begin en aan het eind van een kalenderjaar en waar deze vandaan komen (passiva). Bedragen x (€ 1.000) 31-12-2014 31-12-2013
31-12-2014 31-12-2013
Activa
Passiva
Vaste activa Materiële vaste activa
Eigen vermogen
Gebouwen en terreinen
432
313
Inventaris en apparatuur
2.051
2.123
Leermiddelen
761
664
Overige mva
75
75
3.319
3.175
Algemene reserve
7.573
8.277
7.573
8.277
1.097
1.038
340
334
1.437
1.372
726
479
788
763
pensioenen
225
228
Overige kortl. schulden
356
312
Overlopende passiva
632
1030
2.727
2.812
11.737
12.461
Voorzieningen Onderhoudsvoorz. Overige voorzieningen
Financiële vaste Effecten
409
544
Kortlopende schulden
409
544
Crediteuren
Vlottende activa
Belastingen en premies
Vorderingen
sociale verzekeringen
Debiteuren Ministerie OCW Gemeente Nog te ontvangen
Liquide middelen Totaal
103
75
1076
938
8
8
432
503
1.619
1.524
6.390
7.218
11.737
12.461
Schulden ter zake van
Totaal
Vaste activa De investeringen die in 2014 zijn gedaan, zijn conform de begroting en het investeringsplan die beiden jaarlijks worden geactualiseerd. In 2014 is voor € 756.000 geïnvesteerd en voor € 37.000 gedesinvesteerd. Het betreft een bedrag van € 141.000 in gebouwen en verbouwingen, € 295.000 in inventaris en apparatuur en € 283.000 in leermiddelen. De afschrijvingskosten over 2014 zijn becijferd op € 588.000, waardoor de totale materiële vaste activa per saldo met € 144.000 zijn toegenomen. Financiële vaste activa Onder de financiële vaste activa is het aantal obligaties verantwoord. De nominale waarde hiervan is € 409.000 en de beurswaarde per 31 december 2014 is € 448.000. In 2014 expireerde de 4,75% obligaties van Goldman Sachs Group. Een specificatie van de obligaties is opgenomen in de jaarrekening. Bestuursverslag 2014
30
Vorderingen De vorderingen op het Ministerie van OCW zijn met € 138.000 toegenomen omdat in februari 2015 in de nieuwe regeling bekostiging personeel 2014-2015 is bepaald dat 5/12 deel hiervan betrekking heeft op 2014. De overige vorderingen zijn met € 13.000 gestegen ten opzichte van 2013. In de jaarrekening staan de gedetailleerde specificaties van de vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen zijn met € 828.000 gedaald. Eind december 2013 waren er ontvangsten vanuit het ministerie vanwege het Herfstakkoord ad € 860.000, waardoor de liquide middelen in 2013 een flinke impuls hebben gekregen. Voor een exacte specificatie verwijzen we naar het kasstroomoverzicht, model C in de jaarrekening. In het kasstroomoverzicht worden de mutaties tussen de beginstand en de eindstand van de liquide middelen inzichtelijk gemaakt. Eigen vermogen Het negatieve resultaat over het jaar 2014 is verwerkt in het eigen vermogen. Het resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve, waardoor deze, ten opzichte van het vorige jaar, is gedaald. Voorzieningen De voorzieningen zijn per 31 december 2014 € 65.000 hoger in vergelijking met een jaar eerder. Deze stijging betreft voornamelijk de voorziening onderhoud met € 59.000. De voorziening jubilea stijgt met € 8.000. De voorziening spaarverlof daalt met € 2.000. De voorziening onderhoud is gevormd op basis van de meerjarenonderhoudsplannen van de scholen. Kortlopende schulden De kortlopende schulden ad € 2.727.000 zijn op 31-12-2014 met € 85.000 afgenomen ten opzichte van 31-12-2013. Voor een specificatie van de kortlopende schulden verwijzen we naar de jaarrekening over 2014. De crediteuren zijn leveranciers die nog betaald moeten worden. Dit bedrag is ten opzichte van 2013 toegenomen. De overige kortlopende schulden zijn vergelijkbaar met de schulden aan crediteuren. Het zijn onvermijdelijke schulden omdat het tijdstip waarop de hoogte van de schuld bekend wordt, dicht voor of net na 31 december ligt. De overlopende passiva betreft grotendeels een schuld aan het personeel in verband met het opgebouwde recht op vakantiegeld dat normaliter in mei van het volgende jaar wordt uitbetaald. Daarnaast heeft het Samenwerkingsverband PO de Kempen een bedrag van € 10, - per leerling ontvangen. Dat geld staat tijdelijk geparkeerd bij Onderwijsstichting KempenKind. Het gaat om een bedrag van € 187.000.
Bestuursverslag 2014
31
4.6 Kengetallen per balansdatum Vanuit de staat van baten en lasten en de balans kan een aantal kengetallen worden gehaald. De kengetallen over de kalenderjaren 2014, 2013 en 2012 zijn opgenomen in onderstaande tabel.
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2012
Liquiditeit
2,94
3,11
3,8
Solvabiliteit 1
0,65
0,66
0,7
Solvabiliteit 2
0,77
0,77
0,82
Rentabiliteit
-3,36
1,07
3,85
Kapitalisatiefactor
0,54
0,57
0,53
Weerstandsvermogen ex m.v.a.
22,4
23,92
24,73
Weerstandsvermogen
36,0
38,56
42,94
84,40%
84,31%
85,60%
Afschrijvingslasten van totaal
2,71%
2,87%
2,60%
Huisvestingslasten van totaal
5,31%
5,26%
5,10%
Ov. instellingslasten van totaal
7,57%
7,55%
6,70%
Financiële positie
Staat van baten en lasten Personele lasten van totaal
Liquiditeit Dit kengetal geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is op korte termijn aan haar kortlopende schulden te voldoen. Dit kengetal zou volgens bedrijfseconomische maatstaven boven de 1 moeten liggen. Het kengetal is berekend door het totaal van de vlottende activa te delen door het totaal van de schulden. Onderwijsstichting KempenKind kan ruimschoots aan haar verplichtingen op korte termijn voldoen. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft inzicht in hoeverre de stichting op lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Volgens bedrijfseconomische maatstaven zou de solvabiliteit meer moeten bedragen dan 0,25. Hieraan voldoet Onderwijsstichting KempenKind in ruime mate. Het kengetal solvabiliteit 1 is berekend door de algemene reserve te delen door het totaal van de passiva. Het kengetal solvabiliteit 2 is berekend door de algemene reserve te delen door het vreemde vermogen. Rentabiliteit Het kengetal rentabiliteit wordt berekend door het exploitatieresultaat af te zetten tegen de totale baten. Dit kengetal heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Aangezien het exploitatieresultaat negatief is de rentabiliteit ook negatief. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft weer in welke mate middelen zijn ingezet ten dienste van het onderwijs. Een lage factor geeft aan dat veel middelen ingezet (zullen) worden. Voor grote organisaties is de bovengrens vastgesteld op 0,35 en voor kleine organisaties op 0,60. Daar de omzet van de stichting boven de € 8 miljoen ligt, wordt Onderwijsstichting KempenKind beschouwd als een grote organisatie. Dit betekent dat de kapitalisatiefactor in het jaar 2014 nog boven de normering ligt. Bestuursverslag 2014
32
Overigens moet dit kengetal in samenhang met de overige kengetallen worden bezien. Dit kengetal geeft de verhouding van de totale activa weer ten opzichte van de totale baten. Weerstandsvermogen Voor invoering van de kapitalisatiefactor werd gewerkt met het kengetal weerstandsvermogen. Dit kengetal wordt berekend door het eigen vermogen minus de materiële vaste activa af te zetten tegen de totale rijksbaten. Afgezet tegen het landelijk kengetal in 2011 voor de vergelijkingsgroep (12,2%) heeft Onderwijsstichting KempenKind een relatief wat groter eigen vermogen. Indien het kengetal wordt berekend zonder aftrek van de materiële vaste activa zijn de resultaten uiteraard hoger. Het landelijk cijfer in 2011 is 27,2%. Momenteel is er door het bestuur geen streefwaarde vastgesteld. Kengetallen exploitatie De personele lasten vormen de grootste uitgavenpost. Dat blijkt ook uit het kengetal. In het primair onderwijs ligt het gemiddelde tussen de 80 en 85. Het landelijk gemiddelde van de vergelijkingsgroep van Onderwijsstichting KempenKind bedraagt 82,8 %. De realisatie komt uit op 84,40%. Het kengetal voor afschrijvingen ligt met 2,71% iets boven het landelijk gemiddelde van 2,6% en het kengetal voor huisvestingslasten ligt met 5,31% eveneens iets boven het gemiddelde van 5,1%. Dit geldt niet voor het kengetal van de overige lasten. Het landelijk gemiddelde bedraagt 8,3% tegenover 7,57% van Onderwijsstichting KempenKind.
4.7 Treasury In het treasurystatuut van de stichting is het beleid ter zake van beleggen en belenen verwoord. Het treasurystatuut van Onderwijsstichting KempenKind is vastgesteld in het jaar 2011. Tijdelijke overtollige middelen worden uitgezet conform het statuut en rekening houdende met de criteria in de regeling “Beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek”. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico’s te beperken. In 2014 is gehandeld conform de uitgangspunten van het treasurystatuut. Dit betekent dat er risicomijdend is belegd. De beurswaarde was eind 2014 € 39.000 hoger dan de nominale- of boekwaarde.
Bestuursverslag 2014
33
5. CONTINUÏTEITSPARAGRAAF Per brief van 20 december 2013 heeft de minister, in het kader van het versterken van de bestuurskracht, aan schoolbesturen gevraagd een continuïteitsparagraaf op te nemen in het jaarverslag. De bedoeling daarvan is om stakeholders te informeren over de wijze waarop het bestuur omgaat met de financiële gevolgen van het gevoerde en te voeren beleid. Daarmee wordt ook zicht geboden op het verwachte exploitatieresultaat in de komende jaren en op de ontwikkeling van de vermogenspositie. De volgende gegevens maken onderdeel uit van de continuïteitsparagraaf: - Personele bezetting - Verwachte leerlingaantallen - Balansgegevens (activa en passiva) - Staat van baten en lasten - Risicobeheersing en controle 1. Personele bezetting en verwachte leerlingaantallen
teldatum 1 oktober directie onderwijsgevend personeel onderwijsondersteunend personeel FTE totaal totaal aantal leerlingen
2014 1‐10‐2014 18,26 215,01 56,51 289,77 3.516
2015 1‐10‐2015 18,00 212,09 55,31 285,40 3.410
2016 1‐10‐2016 18,00 201,69 55,31 275,00 3.265
2017 1‐10‐2017 18,00 195,19 55,31 268,50 3.192
Bij de personele bezetting is rekening gehouden met uitstroom van personen die de leeftijd van 65 jaar bereiken en met een natuurlijke uitstroom door verhuizing, ontslag wegens blijvende ongeschiktheid, vervroegd uittreden en ontbinding van de arbeidsovereenkomst als gevolg van een arbeidsconflict en vermindering van de betrekkingsomvang. Onderwijsstichting KempenKind heeft een allocatiemodel opgesteld, waarin is beschreven op welke wijze de personele inzet per school wordt bepaald. Jaarlijks wordt deze bezetting vermeld in de begroting en verantwoord in het Bestuursformatieplan. Daling van personeel kan worden opgevangen door natuurlijk verloop. Gedwongen ontslag is dan ook niet aan de orde. Het personeelsbestand wordt geleidelijk afgebouwd en in overeenstemming gebracht met de krimp van het aantal leerlingen. De vermelde leerlingenaantallen zijn berekend op basis van de geboortecijfers vanaf 1 oktober 2011 tot en met 2014 bij de drie gemeenten Eersel, Bladel en Reusel – de Mierden. Het deelnamepercentage (95%) is gebaseerd op aannames van Pronexus (mei 2011). Ook het belangstellingspercentage (het percentage van de basisgeneratie uit een herkomstgebied dat naar een bepaalde school gaat) is gebaseerd op aannames van Pronexus. Er is geen rekening gehouden met tussentijdse in- en uitstroom en zittenblijvers. Voor de scholen van het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs scholen zijn de leerlingaantallen gebaseerd op gegevens van de schooldirecteuren. De meerjarenbegroting geeft aan dat na een krimp van het aantal leerlingen de afgelopen en komende jaren, deze vanaf 2019 gaat stabiliseren.
Bestuursverslag 2014
34
2. Balansgegevens 2014
2015
2016
2017
1. Activa 1.1 Immateriële vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa Vaste activa
‐ 3.318.955 409.000 3.727.955
‐ 3.446.594 409.000 3.855.594
‐ 3.677.956 409.000 4.086.956
‐ 3.689.715 409.000 4.098.715
1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen 1.6 Effecten 1.7 Liquide middelen Vlottende activa
‐ 1.618.747 ‐ 6.390.026 8.008.773
‐ 1.618.747 ‐ 4.847.175 6.465.922
‐ 1.618.747 ‐ 3.387.156 5.005.903
‐ 1.618.747 ‐ 2.570.472 4.189.219
Totale Activa
11.736.728
10.321.516
9.092.860
8.287.934
2. Passiva 2.1 Eigen vermogen waarvan publiek eigen vermogen waarvan privaat eigen vermogen 2.2 Voorzieningen 2.3 Langlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden
7.573.060 7.573.060 ‐ 1.436.420 ‐ 2.727.249
6.456.736 6.456.736 ‐ 1.137.531 ‐ 2.727.249
5.558.849 5.558.849 ‐ 806.762 ‐ 2.727.249
4.980.174 4.980.174 ‐ 580.511 ‐ 2.727.249
Totale Passiva
11.736.729
10.321.516
9.092.860
8.287.934
Er vinden geen belangrijke ontwikkelingen plaats in de financieringsstructuur. De kengetallen met betrekking tot liquiditeit en solvabiliteit veranderen niet noemenswaardig. De kapitalisatiefactor is met 0,54 hoger dan noodzakelijk. Deze kan de komende jaren geleidelijk verlaagd worden naar ongeveer 0,40. De wenselijke factor wordt jaarlijks bepaald op basis van een actuele risicoanalyse. Bij het onderhoud van de gebouwen, zijn de scholen nu nog verantwoordelijk voor de binnenkant en de betrokken gemeenten voor de buitenkant. Met ingang van 1 januari 2015 wordt het buitenonderhoud in zijn geheel overgedragen aan de schoolbesturen. In 2015 wordt de exploitatievergoeding aan schoolbesturen opgehoogd op basis van het aantal leerlingen. Onderwijsstichting KempenKind heeft laten berekenen welke financiële consequenties dit heeft en op welke wijze de stichting kan inspelen op deze nieuwe verantwoordelijkheid. KempenKind wil een transparant huisvestingsbeleid voeren waarbij alle directies, teams en medezeggenschapsraden weten op welke wijze de beschikbare middelen worden ingezet. Door dit huisvestingsbeleid vast te leggen in een meerjarenonderhoudsplan beschikken we over een goed onderbouwd document als basis voor de onderhandelingen met de gemeente over de onderwijshuisvesting in de komende jaren. De extra middelen voor buitenkantonderhoud in 2015 bedragen ongeveer € 280.000. KempenKind komt niet in aanmerking voor een overgangsregeling, aangezien < 70% van het gebouwenbestand ouder is dan 40 jaar.
Bestuursverslag 2014
35
3. Staat van baten en lasten 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overh.bijdragen en ‐subs. 3.3 Coll‐,cursus‐,les‐en examengeld. 3.4 Baten werk i.o.v. derden 3.5 Overige baten totaal baten
2014
2015
2016
2017
19.008.974 501.153 ‐ ‐ 1.408.125 20.918.252
19.270.265 506.421 ‐ ‐ 615.525 20.392.211
19.127.156 477.921 ‐ ‐ 565.511 20.170.588
18.969.225 477.921 ‐ ‐ 465.511 19.912.657
4. Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten totaal lasten
18.330.754 588.411 1.153.495 1.645.382 21.718.042
18.034.401 647.921 1.494.882 1.394.774 21.571.978
17.416.361 560.658 1.671.876 1.469.774 21.118.669
17.076.039 601.216 1.359.496 1.494.774 20.531.524
Saldo baten en lasten
799.790‐ 1.179.767‐ 948.080‐ 618.867‐
Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengewone baten en lasten
96.178 63.443 ‐ ‐
Netto resultaat
703.612‐ 1.116.324‐ 897.887‐ 578.674‐
50.193 ‐
40.193 ‐
De mutaties in reserves en voorzieningen worden weergegeven in de meerjarenbegroting die jaarlijks geactualiseerd wordt. De voorziening personele verplichtingen en onderhoud zullen op basis van een onderbouwing op het gewenste niveau worden gehouden. De reserves kunnen de komende jaren enigszins dalen door de verwachte nettoresultaten, hierdoor zal ook de kapitalisatiefactor verlaagd worden. KempenKind houdt voldoende weerstandvermogen, zodat de continuïteit van de organisatie gewaarborgd blijft. De meerjarenbegroting 2015-2019 is opgesteld met handhaving van het bestaande kostenniveau. Vooral de structurele personele verplichtingen zijn hiervan betekenis. Daarentegen is rekening gehouden met een terugloop van het aantal leerlingen als gevolg waarvan de baten sterk dalen. Ten aanzien van de personele verplichtingen is in de meerjarenbegroting rekening gehouden met de natuurlijke uitstroom. Gekeken is eveneens naar de ontwikkeling van de krimp in relatie tot de uitstroom van het personeel. De personele uitstroom is tegen de gemiddelde personeelslasten van 2014-2015 zijnde € 62.400 omgezet en bij de krimp van het aantal leerlingen is rekening gehouden met € 5.100 per leerling. In onderstaande grafiek is te zien wanneer het omslagpunt te verwachten is op basis van de gegevens zoals nu bekend. Vanaf 2021 is de uitstroom in geld groter dan de krimp van het aantal leerlingen in geld.
Bestuursverslag 2014
36
4. Risicobeheersing en controle Bij het opstellen van de meerjarenbegroting worden de financiële risico’s in beeld gebracht en de financieringsstructuur in relatie tot de aanwezige risico’s geoptimaliseerd. Onderwijsstichting KempenKind acht het van groot belang dat haar reserves goed en transparant worden verantwoordt. Er dient een goede balans te zijn tussen het opbouwen van een noodzakelijke financiële buffer en het inzetten van gelden voor goed onderwijs. De belangrijkste risico’s: -
Het risico is aanwezig dat het leerlingenaantal daalt en daarmee een jaar later de vergoeding vanuit het Ministerie van OCW. Door jaarlijks leerling prognoses op te stellen wordt dit risico zo goed mogelijk beheerst.
-
Het risico is aanwezig dat de huisvesting een grote financiële inspanning vergt, mede versterkt doordat de gemeentes het buitenonderhoud bij de scholen beleggen. Onderwijsstichting KempenKind beschikt over een actueel meerjarenonderhoudsplan.
-
Het risico is aanwezig dat door het nieuwe samenwerkingsverband PO de Kempen minder opbrengsten ontvangen worden. Door de invoering van de wet Passend Onderwijs zal in 2015 steeds duidelijker worden hoe de inhoudelijke koers van het samenwerkingsverband er gaat uitzien en wat dit mogelijk gaat betekenen voor de inkomsten de komende jaren. Op dit moment is nog niet precies bekend wat de inkomsten zullen zijn vanaf 1-8- 2015. In de begroting 2015 is daarom voor de periode augustus t/m december met voorlopige getallen gerekend.
-
Het risico is aanwezig dat de (lokale) overheid een besluit neemt met mogelijk negatieve consequenties.
-
Het risico is aanwezig dat door een hoog ziekteverzuim, vergrijzing of een gebrek aan mobiliteit het personeelsbestand uit evenwicht raakt.
Bestuursverslag 2014
37
Gedurende de exploitatie door het jaar heen zit het grootste risico in de overschrijding van de personele kosten. Deze worden per kwartaal gevolgd door middel van FTE-overzichten waarbij de werkelijke inzet van personeel wordt afgezet tegen de begroting. Ook de jaarlijks geactualiseerde meerjarenbegroting en risicoanalyse zijn een goed instrument om de risico’s in beeld te krijgen en te beheersen. Het Handboek Administratieve Organisatie is nog in ontwikkeling. Hierin worden alle administratieve procedures en protocollen beschreven, die onderdeel zijn van de financiële Planning & Control Cyclus van Onderwijsstichting KempenKind.
Bestuursverslag 2014
38