Bestuursverslag 2014
Vereniging tot stichting en instandhouding van een School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland
________________________________________________ Bezoekadres: Marktveld 11 – 3264 AL Nieuw-Beijerland Postadres: Postbus 3578 – 3264 ZH Nieuw-Beijerland T: 0186 – 691842 E:
[email protected] KvK: 40321778 www.schoolmetdebijbelnb.nl
1
Inhoudsopgave 1.
Inleiding Instellingsgegevens Ons uitgangspunt
blz. 3
2.
Algemene informatie Sluiting vestiging Hoogvliet De schoolvereniging Doelstelling en grondslag van de Vereniging Identiteit Juridische structuur Bestuursstructuur Organisatiestructuur Functiemix (Geprognosticeerde) leerlingenaantallen Klachten
blz. 4
3.
Onderwijskundig beleid Onze missie Onze visie Nascholingsactiviteiten Besteding Prestatiebox Onderwijsopbrengsten Hoogvliet Onderwijsopbrengsten Nieuw-Beijerland
blz. 7
4.
Leerlingenzorg
blz. 10
5.
Toezichthoudend bestuur
blz. 11
6.
Medezeggenschapsraad
blz. 12
7.
Financiën
blz. 13
8.
Toekomstperspectieven en continuïteit
blz. 17
2
1.
Inleiding
Instellingsgegevens Voor u ligt het jaarverslag 2014 van de School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland, gemeente Korendijk. Het jaarverslag is een verantwoordingsdocument, waarin het bestuur verantwoording aflegt van het gevoerde beleid op verschillende terreinen. De doelgroep van dit verslag zijn verscheidene belanghebbenden, waaronder ouders, leden van de schoolvereniging, personeel, medezeggenschapsraad, bestuur, inspectie en het Ministerie van onderwijs en wetenschappen. In de richting van hen die direct betrokken zijn bij de school willen we onze grote waardering uitspreken. Het valt op dat er een grote betrokkenheid is, grote inzet, goede afstemming met de ouders en een sterke onderlinge band. Het is een zegen om op deze wijze met elkaar vorm en inhoud te geven aan het Christelijk onderwijs op ons dorp. School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland: Bezoekadres: School met de Bijbel (Brinnummer: 04Qi) Marktveld 11 3264 AL Nieuw-Beijerland Tel. : 0186-691842 E-mail :
[email protected] Website : www.schoolmetdebijbelnb.nl
Postadres: School met de Bijbel Postbus 3578 3264 ZH Nieuw-Beijerland
Ons uitgangspunt Het doel van ons onderwijs op onze school verwoorden wij als volgt: ‘School met de Bijbel voor onderwijs, hetgeen in overeenstemming dient te zijn met de in de Bijbel geopenbaarde wil van God, opgevat naar de drie Formulieren van Enigheid.’ Hierin komt voor ons tot uitdrukking dat het onderwijs, dat wij willen geven, in de eerste plaats vanuit de christelijke grondslag voort moet komen. De grondslag doortrekt ons zijn, onze levensbeschouwing en dient tot uitdrukking te komen in ons denken, spreken en handelen. Dat het onderwijs gegeven wordt vanuit deze grondslag geeft aan, dat de normen en de waarden die wij willen overdragen, in de opvoeding aan Gods Woord ontleend zijn. In dit licht hebben we als personeel op 1 september de week / het schooljaar geopend met het openslaan van de Bijbel en met gebed. We lazen met elkaar ook een meditatie, gericht op het begin van het schooljaar. Als opening van het Jaarverslag nemen wij graag die meditatie op.
Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis van zijn weg; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken. (Spreuken 22 vers 6) Salomo geeft hier een wijze raad om onze kinderen de eerste beginselen te leren naar de eis van zijn weg. Deze raad mogen wij, ouders, opvoeders en leerkrachten, wel ter harte nemen. Leer de jongen. Een moeilijke taak. Maar ook een schone taak. Om de jongens en meisjes te vertellen van de Heere Jezus, de Meerdere van Salomo. Om onze kinderen de weg van vrede te wijzen. De eerste beginselen. Dat zijn de hoofdzaken van schepping en herschepping. Van verlossing in Christus. We zouden zeggen: de 12 artikelen des geloofs, de 10 geboden en het Onze Vader op te zeggen. De 3 g’s: geloof, gebod en gebed! We moeten niet direct naar de grote stukken. Maar eerst de hoofdzaken. De schepping, Adam en Eva. Hoe waren wij geschapen? Wat gebeurde er toen? Wij luisterden naar de satan. Te spreken van de noodzaak van een nieuw hart. Naar de eis van zijn weg. Dat betekent, dat wij rekening moeten houden met hun leeftijd, begrip en tederheid (kanttekening Statenvertaling). Salomo spreekt niet alleen over de eis van het onderwijs. Ook van een heerlijke vrucht. Als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken. Dat is de belofte. De vrucht van het onderwijs in de vreze des Heeren. Als een heerlijke belofte geeft Salomo dit hier mee aan degenen, die de kinderen onderwijzen. Dat is tot bemoediging voor ouders, opvoeders, leerkrachten en werkers in het Koninkrijk van God. Deze taak is niet zinloos, maar een zeer ‘dankbaar werk’. Wat een wonder om werkzaam te mogen zijn in Gods Koninkrijk. Om kinderen te onderwijzen in de vreze des Heeren. Maar dan ligt er ook een opwekking in om getrouw te zijn in dit werk! Het is ook afhankelijk van Zijn zegen. Van Zijn Geest, Die onze woorden wil gebruiken en toepassen. Maar het ontslaat ons niet van de plicht om te onderwijzen! De Heere wil daarover Zijn zegen schenken. Gelukkig is dat niet vanzelfsprekend, anders zouden wij grote mensen worden. Dat wij maar zouden worstelen aan de troon der genade. Dan moeten we bidden om wijsheid en kracht, om vergeving. Of de HEERE, als de God der geslachten Zich nog wil ontfermen. Die God zal Zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Ds. J.B. Zippro (2006)
3
2. Algemene informatie Sluiting vestiging Hoogvliet Als eerste noemen we de sluiting van de Ds. Jacobus Koelmanschool in Hoogvliet. Dit verklaart sommige informatie in het voor u liggende jaarverslag. In het bestuursverslag over 2013 is vermeld dat door het bestuur het besluit genomen is om de Ds. Jacobus Koelmanschool aan het einde van het seizoen 2013-2014 te gaan sluiten. Op 18 juli 2014 was het zover en sloot de Ds. Jacobus Koelmanschool voorgoed haar deuren. De avond die normaliter ieder jaar gehouden werd om afscheid te nemen van groep 8, werd dit keer gebruikt om afscheid te nemen van alle kinderen van de school. Ook werd afscheid genomen van een aantal leerkrachten van de Ds. Jac. Koelmanschool. De kinderen gingen met ingang van het nieuwe schooljaar naar een andere school. De meeste kinderen gingen over naar de Petrus Datheenschool in Rotterdam IJsselmonde, een aantal naar de Rehobôthschool in Barendrecht en een aantal naar de School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland. Met de sluiting van de Ds. Jac. Koelmanschool kwam, menselijkerwijs gesproken, een einde aan het reformatorische onderwijs in Hoogvliet en omstreken. Desondanks zijn we dankbaar dat door de fusie in 2001 de Ds. Jacobus Koemanschool nog 13 jaar langer open kon blijven, dat er nauwelijks sprake was van 'gedwongen' ontslagen en dat de leerkrachten die hun nieuwe werkplek kregen op de School met de Bijbel daar inmiddels zijn ingeburgerd. De Schoolvereniging Op 31-12-2014 had de schoolvereniging 216 leden. 31-12-2013 telde het aantal leden 222. De huidige leden zijn afkomstig uit de volgende kerkgenootschappen: 124 leden van de Ger. Gem., 54 leden van de Hervormde gemeente, 35 leden van de OGG in Ned, en 3 leden zijn afkomstig vanuit overige kerkgenootschappen. Doelstelling en grondslag van de Vereniging Het doel van de vereniging is de stichting en instandhouding van een "School met de Bijbel" te Nieuw-Beijerland, gemeente Korendijk. Haar grondslag, waaraan haar bestuur en het onderwijs in haar school gebonden zijn, is de Bijbel als Gods Woord naar de belijdenis van de kerken der Reformatie hier te lande, te dezen bezien als uitsluitend vastgelegd in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals aangenomen ter synode te Dordrecht in de jaren zestienhonderd achttien - zestienhonderd negentien. Haar beginsel is, dat de volksopvoeding en het volksonderwijs geheel in overeenstemming moeten zijn met de door de Bijbel geopenbaarde wil van God, te dezen uitsluitend opgevat naar bovengenoemde Drie Formulieren van Enigheid. Identiteit Vanuit de doelstelling van onze “School met de Bijbel” is het beginsel dat er basisonderwijs wordt gegeven in overeenstemming met de Bijbel als Gods Woord en de drie Formulieren van Enigheid. De leerlingen van de school met de Bijbel in Nieuw-Beijerland wonen bijna allemaal in Nieuw-Beijerland. De kerkelijke achtergrond van deze leerlingen is grotendeels: Protestantse kerk in Nederland, Gereformeerde Gemeenten, Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Hersteld Hervormde kerk. Juridische structuur Het onderwijs op de School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland wordt door de Vereniging tot stichting en instandhouding van een school met de Bijbel te Nieuw-Beijerland verstrekt. Naast de vereniging zijn er geen gelieerde rechtspersonen. Het bestuur van de schoolvereniging bestaat uit 9 leden, conform artikel 7 van de Statuten van de Vereniging. In de medezeggenschapsraad met adviesbevoegdheid vertegenwoordigen 2 personeelsleden de personeelsgeleding en 2 ouders de oudergeleding. In september was het 5 jaar geleden dat er besloten is tot een medezeggenschapsraad met adviesbevoegdheid. Volgens ons reglement moeten we dit eens in de 5 jaar opnieuw voorleggen aan de ouders. Op 23 september is er een brief aan de ouders gestuurd met betrekking tot het advies- of instemmingsrecht van de MR. Dit heeft geleid tot een respons van 69% (67% was de vereiste meerderheid). Van de 69% heeft 100% van de ouders gestemd voor het behouden van de adviesbevoegdheid van de MR. Dit betekent dat de taak van de MR blijft zoals zij nu is, d.w.z. dat zij het bestuur adviseert en zij optreedt als gesprekspartner van het bestuur. Bestuursstructuur De school gaat uit van de “Vereniging tot stichting en instandhouding van een school met de Bijbel te Nieuw-Beijerland” Uit de leden van deze vereniging wordt op de jaarlijkse ledenvergadering het bestuur van de scholen gekozen. Het bestuur bestaat uit 9 leden, die door en uit de leden worden gekozen, met dien verstande dat de bestuurszetels gelijk worden ver-
4
deeld over de in de vereniging deelnemende kerkgenootschappen (of hun voortzetting daarvan) welke blijkens de akte van oprichting van de vereniging bestuurszetels zijn toegekend. Bij het streven naar vereenvoudiging van het bestuursmodel en het efficiënter maken van de organisatie heeft het bestuur besloten tot wijziging van het governancemodel en invoering van het mandaatsmodel. Binnen dit model stelt het bestuur zich op als intern toezichthouder met behoud van bestuurlijke eindverantwoordelijkheid. Het daadwerkelijk besturen van de school wordt door het toezichthoudend bestuur gemandateerd aan de directeur. In de ledenvergadering van 11 november 2015 zijn de statuten gewijzigd (artikel 11a is verwijderd), is het directiemandaat vastgesteld en is hiermee afscheid genomen van de Commissie van Toezicht. Op dit moment bestaat het bestuur uit de volgende personen: Dhr. D.J. Bakker (voorzitter) Dhr. D.W. Huisman (secretaris) Dhr. C. Mourits (penningmeester) Dhr. J.A. Blaak (algemeen adjunct) Dhr. P. Kalkman Dhr. P.A. van der Linden Dhr. G. Nieuwenhuis Dhr. J.D. Oudenes Dhr. A.C. in ’t Veld Organisatiestructuur De school heeft een tweehoofdige directie (directeur en een adjunct directeur) Per 31 juli heeft de vorige directeur dhr. J. Lagendijk afscheid genomen van de school, per 1 oktober kon de nieuwe directeur benoemd worden. Voor de onder- en bovenbouw is er een coördinator. Daarnaast zijn voor onderwijsondersteuning Interne Begeleiders en onderwijsassistenten in dienst. Voor het ICT-beheer maakt de school gebruik van een vrijwilliger die ondersteund wordt door een leerkracht met aanvullende ICT-taken. Directeur: dhr. J.K. Matze Adjunct-directeur mw. J. van Pelt - de Bruin Coördinator groep 1 en 2 mw. I. van Dobben – Kooijman Coördinator groep 3 t/m 8 dhr. L. Bezemer Intern Begeleider groep 1 t/m 3 mw. I. van Dobben – Kooijman Intern Begeleider groep 4 t/m 8 mw. J. van Pelt - de Bruin Interne Begeleider algemeen mw. A. van Wetten – van den Bergh We namen dus afscheid van 3 leden van de Commissie van Toezicht en van onze directeur. Ook op deze plaats willen we hen danken voor hun jarenlange inzet voor het onderwijs op onze school. Totaal zijn er 31 personen in dienst bij de vereniging (zie tabel) Totaal Aantal Personen Bezetting (wtf)
Fulltime
31
5
26
16,8265
5,0000
11,8265
Personeelssterkte per Functiegroep Leraar
Aantal Personen Bezetting (wtf)
Schoolschoonmaker Aantal Personen Bezetting (wtf) Directeur
Aantal Personen Bezetting (wtf)
Onderwijsassistent
Parttime
Aantal Personen Bezetting (wtf)
Totaal 23 13,4661 3 0,6076 1 1,0000 4 1,7528
5
Door de sluiting van de Ds. Jacobus Koelmanschool te Hoogvliet was het noodzakelijk om de totale personeelsomvang terug te brengen. Om zo min mogelijk met gedwongen ontslagen te maken te krijgen, is aan personeelsleden gevraagd wie er vrijwillig werktijdfactor in wilde leveren en wie eventueel BAPO op zou willen nemen. Hierdoor wordt het aantal gedwongen ontslagen gereduceerd. In een vroeg stadium is aan de overige personeelsleden medegedeeld of zij na het seizoen 2013-2014 in dienst konden blijven zodat men vroegtijdig op zoek kon gaan naar een andere baan. Aan de overige personeelsleden is eind 2013 een outplacementtraject aangeboden. Op het moment van opmaak van de jaarrekening is bekend dat alle personen met een vast dienstverband die af zouden moeten vloeien inmiddels een andere betrekking hebben gevonden. Eén collega werd in juli 2014 aangemeld voor een ‘re-integratie spoor 2 traject’. Dit aangezien zij uitgevallen was in haar functie als groepsleerkracht (fulltime, 36 uur per week) en om psychische redenen, niet terug kon keren naar haar eigen functie of naar een andere passende functie binnen de organisatie. Deze leerkracht was aan het re-integreren op de Ds. J. Koelmanschool, maar deze school werd vlak voor de zomervakantie gesloten. Aangezien overplaatsing naar Nieuw Beijerland door de bedrijfsarts en arbeidsdeskundige niet als haalbaar werd gezien, worden haar wensen en mogelijkheden in kaart gebracht om samen op zoek te gaan naar een nieuwe externe werkkring. Functiemix Het ministerie van OCW en de sociale partners hebben in het nabije verleden afgesproken meer loopbaanmogelijkheden moeten komen binnen het basisonderwijs. De functiemix is één van de mogelijkheden om dit te realiseren. Ten aanzien van de functiemix van leraren primair onderwijs spraken partijen af dat per 1 augustus 2010 een start gemaakt zou worden met de invoering van meer hogere leraarsfuncties. Doelstelling: In 2014 wordt in het basisonderwijs een functiemix bereikt van 60% in schaal LA en 40% in schaal LB. Stand van zaken 31-12-2014 bij ons op school: Schaal
Dienstverbanden Leerkrachten
WTF
% WTF
LA
16
8,4985
66,17
LB
6
4,3441
33,83
Totaal
22
12,8426
100,00
Er is nog een vacature voor een LB-functie. Met de Medezeggenschapsraad en het personeel is afgesproken dat we aan de hand van de nieuwe speerpunten in het nog op te stellen schoolplan 2015-2019 in het cursusjaar 2015-2016 de vacature open te stellen. En al de bovengenoemde personen en informatie staan ten dienste van de kinderen die elke dag de schooldrempel over stappen. Het leerlingenaantal is stabiel, zoals in onderstaande tabel zichtbaar wordt. (Geprognosticeerde) Leerlingenaantallen Teldatum Totaal
01-10-2013 264
01-10-2014 270
01-10-2015 274
01-10-2016 266
01-10-2017 271
Klachten Onze vertrouwenspersoon heeft gemeld dat er geen klachten zijn ingediend bij hem of bij de klachtencommissie. Aan het einde van schooljaar 2013-2014 hebben we afscheid genomen van de heer Van der Zwaan als vertrouwenspersoon. In de persoon van de heer drs. R. Toes hebben we een nieuwe vertrouwenspersoon gevonden.
6
3. Onderwijskundig beleid Onze missie De opdracht of missie van onze school verwoorden wij als volgt: Samen, met de Bijbel open, staan voor: kwaliteit en veiligheid, betrokkenheid en welbevinden, zelfstandigheid, zorg op maat en uitdaging Hierin komt voor ons tot uitdrukking dat het onderwijs dat wij willen geven in de eerste plaats vanuit de reformatorische grondslag voort moet komen. De grondslag doortrekt ons zijn, onze levensbeschouwing en daarmee wat tot uitdrukking komt in ons denken, spreken en handelen. Dat het onderwijs gegeven wordt vanuit deze grondslag geeft aan, dat de waarden en normen die wij overdragen in de opvoeding, aan Gods Woord ontleend zijn. Het reformatorisch onderwijs heeft, vanuit Gods Woord, de opdracht om rekening te houden met verschillen van leerlingen. Onderwijs dat rekening houdt met verschillen houdt voor ons in dat wij steeds zoeken naar de mogelijkheden om recht te doen aan de verschillende talenten die de kinderen hebben ontvangen en het bieden van onderwijs op maat. Onze visie Vanuit onze identiteit willen we de kinderen onderwijs bieden op grond van Gods Woord en de belijdenis vervat in de 3 Formulieren van Enigheid. Hierbij zien we als noodzakelijke basisvoorwaarde: goede samenwerking in de opvoeding tussen gezin, school en kerk. We willen onderwijs aanbieden, waarin we elkaar op de identiteit kunnen aanspreken. Naast verworteling zijn we ook gericht op de toekomst, het voorbereiden van onze kinderen op de toekomst. Hiervoor hebben we ons een hoge standaard opgelegd. De kwaliteit van de hele schoolorganisatie wordt gemeten met de kwaliteitssystemen Integraal en ParnasSys. Met de informatie uit de evaluaties van Integraal, schoolplan en jaarplan en de overzichten vanuit ParnasSys, wordt aanvullend beleid geformuleerd voor de korte en langere termijn. Ieder jaarplan wordt in de eerste teamvergadering van een nieuw cursusjaar besproken, vervolgens in februari geëvalueerd en in juni volgt de eindevaluatie. De aandachtspunten vanuit deze eindevaluatie worden meegenomen in het volgende jaarplan. Na de zomervakantie zijn we als team gestart met het ontwerpen van het nieuwe Schoolplan 2015-2019. Het is een proces vanaf onderop, waarbij het team in eerste instantie zelf de onderwerpen kiest die relevant zijn voor het onderwijs in de komende 4 jaren. Na afstemming in het MT staan nu de eerste houtskoolschetsen voor het nieuwe Schoolplan op papier. Nascholingsactiviteiten Handelingsgericht werken We volgden met het hele team een cursus Handelingsgericht werken om onze leerlingenzorg een impuls te geven. We hebben cursus gevolgd voor het voeren van kindgesprekken en het opstellen van kindplannen. Ouderbetrokkenheid Naast het ons verdiepen in kindgesprekken hebben we verschillende momenten aandacht besteed aan oudergesprekken en ouderparticipatie. Voor het voeren van oudergesprekken hebben we 3 acteurs in school gehad die met het voeren van gesprekken met verschillende oudertypes oefenden. Hierbij hebben we alle contactmomenten, die wij met ouders hebben, onder de loep genomen. Komend jaar zal er een tijdlijn / overzicht verschijnen waarin alle contacten een plaats zullen krijgen. Ontwikkelingsgericht onderwijs Bij ontwikkelingsgericht onderwijs staat de brede persoonsontwikkeling van leerlingen centraal. Ontwikkelingsgericht onderwijs is gericht op een brede persoonsontwikkeling, die altijd specifieke kennis en vaardigheden met zich meebrengt. Bijzonder daarbij is de opvatting dat de volwassene in het contact met de leerling niet alleen direct specifieke kennis en vaardigheden overdraagt, maar dat ook de ontwikkeling van de leerling bepalend is wat de volwassene op dat moment overdraagt. Om dit goed af te kunnen stemmen is oog voor het kind, registratie van zijn/ haar ontwikkeling en het creeren van daarbij behorende betekenisvolle activiteiten en inhouden nodig. Ook voor dit onderwerp is externe nascholing ingehuurd. Thematisch werken Een aantal jaren hebben we veel gesproken over visie. Hoe kijken wij naar ons onderwijs, wat vinden we belangrijk, wat willen we kinderen leren? Betrokkenheid bij kinderen wordt als heel belangrijk ervaren; wij denken dat kinderen meer leren als de mate van betrokkenheid groot is. Om de betrokkenheid bij de zaakvakken te vergroten, hebben we besloten thematisch te gaan werken. Dit betekent dat we de natuurkunde, aardrijkskunde en geschiedenis niet meer in losse lessen geven, maar door
7
middel van open opdrachten bij het thematisch onderwijs. Na verschillende jaren van nascholing gaan we de huidige werkwijze borgen en de komende jaren volgens deze werkwijze werken. Besteding Prestatiebox Alle schoolbesturen ontvangen deze kabinetsperiode, naast de reguliere lumpsumbekostiging, ook een bedrag via de zogenoemde prestatiebox. Het budget in de prestatiebox is grotendeels afkomstig uit het regeerakkoord. Naast de middelen uit het regeerakkoord zijn twee bestaande budgetten toegevoegd aan de prestatiebox. Voorheen werd dit geld via een aparte regeling verstrekt. Het budget is bedoeld voor opbrengstgericht werken, professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie” (informatie website OCW). Het ontvangen bedrag voor 2014 was € 29.629,84 Het bedrag is als volgt besteed: • Kwaliteitszorg in de school € 21.861,49 (De grootte van het bedrag wordt mede bepaald door extra benoeming en daardoor extra inzet van onderwijsassistentie in de grote groepen 3 en 7) • Diverse culturele activiteiten (ToBe) € 2.522,55 • Bekwamen leerkrachten m.n. in (Ouder)communicatie € 5.245,80
Onderwijsopbrengsten Hoogvliet
Aan de hand van de CITO- einduitslag van groep 8 en het verwijzingspercentage willen we ons o.a. verantwoorden op het gegeven onderwijs. In onderstaand overzicht de behaalde scores.
Aantal leerlingen Gemiddelde score Landelijk gemiddelde
2011/2012 9 541,3 535,1
2012/2013 7 545,2 534,7
2013/2014 11 536,5 534,4
Uitstroom VO jaar Aantal leerlingen VWO HAVO/VWO HAVO VMBO GL t/m VMBO TL VMBO BL t/m VMBO KL LWOO
2011-2012 13 3 (23%) 0 3 (23%) 5 (38%) 2 (16%) 0
2012-2013 7 2 (29%) 0 1 (14%) 3 (43%) 1 (14%) 0
2013-2014 11 1 (9%) 0 5 (45%) 3 (27%) 2 (18%) 0
Verwezen naar SBO Jaar Aantal leerlingen Aantal verwijzingen percentgage
2011-2012 62 0 0%
2012-2013 52 0 0%
2013-2014 41 0 0%
Inspectiebezoek In 2014 heeft geen inspectiebezoek plaatsgevonden. In 2011 is de school bezocht door de inspectie van het onderwijs. De school is door de inspectie in het basis toezicht arrangement geplaatst. Dat houdt in dat we onder regulier toezicht vallen. Uit het overzicht van de indicatoren en de bevindingen van de inspectie valt op te maken dat de kwaliteit van de school op de onderzochte indicatoren op orde is.
8
Onderwijsopbrengsten Nieuw-Beijerland Aan de hand van de CITO- einduitslag van groep 8 en het verwijzingspercentage willen we ons o.a. verantwoorden op het gegeven onderwijs. In onderstaand overzicht de behaalde scores. 2011/2012
2012/2013
2013/2014
Aantal leerlingen
31
27
29
Gemiddelde score
538.4
535,7
532,3
Landelijk gemiddelde
535.1
534,7
534,4
Uitstroom VO jaar Aantal leerlingen VWO HAVO/VWO HAVO VMBO GL t/m VMBO TL VMBO BL t/m VMBO KL LWOO
2011-2012 31 9 (29%) 0 9 (29%) 8 (26%) 3 (10 %) 2 (6%)
2012-2013 39 7 (18%) 2 (5%) 9 (23%) 12 (31%) 9 (23%) 0
2013/2014 29 3 (10%) 0 7 (24%) 12 (41%) 7 (24%) 0
Verwezen naar SBO Jaar Aantal leerlingen Aantal verwijzingen percentgage
2011-2012 263 0 0%
2012-2013 263 1 0,4 %
2013-2014 260 1 0,4 %
Inspectiebezoek In 2014 heeft geen inspectiebezoek plaatsgevonden. In 2011 is de school bezocht door de inspectie van het onderwijs. De school is door de inspectie in het basis toezicht arrangement geplaatst. Dat houdt in dat we onder normaal, regulier toezicht vallen. Uit het overzicht van de indicatoren en de bevindingen van de inspectie valt op te maken dat de kwaliteit van de school op de onderzochte indicatoren op orde is. Het onderwijs is afgestemd op de kerndoelen, die opgesteld zijn door het ministerie van onderwijs.
9
4. Leerlingenzorg Ook onze school is aangesloten bij het in 2012 opgerichte landelijke samenwerkingsverband, Berséba. De Vereniging Reformatorisch Passend Onderwijs voor primair en speciaal onderwijs, werkend onder de naam Berséba, is het landelijk reformatorisch samenwerkingsverband voor primair en speciaal onderwijs. Hierbij zijn alle honderdzeventig reformatorische basisscholen en speciale (basis)scholen aangesloten. Deze vereniging heeft als doel: 1. het vormen en in stand houden van een landelijk samenwerkingsverband in de zin van artikel 18a lid 15 van de Wet op het Primair Onderwijs binnen het reformatorisch primair en speciaal onderwijs; 2. het realiseren van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs; 3. het realiseren dat leerlingen op scholen van het samenwerkingsverband een ononderbroken ontwikkelingsproces doormaken; 4. een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs te realiseren voor alle leerlingen die extra ondersteuning behoeven. In 2014 is, in het kader van Passend Onderwijs, op onze school het ondersteuningsprofiel opgesteld. In een ondersteuningsprofiel staat aangegeven welke voorzieningen de school heeft om zorgleerlingen op te vangen. Het profiel is door de directie in overleg met het team opgesteld. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de expertise van de school, maar er wordt ook rekening gehouden met de profielen van scholen in het samenwerkingsverband. Het totaal van de ondersteuningsprofielen van alle scholen in het samenwerkingsverband moet zorgen voor een dekkend aanbod van de onderwijszorg en het gesprek naar aanleiding hiervan. Door directie en intern begeleiders zijn de netwerkbijeenkomsten van Berséba bijgewoond. De verkregen informatie werd opgepakt en waar nodig uitgerold op de werkvloer. Ook tijdens deze bijeenkomsten was Passend Onderwijs het centrale thema. De bijeenkomsten worden als heel nuttig en waardevol ervaren. Ook het contact met collega’s uit het samenwerkingsverband is waardevol en leerzaam! We hebben als school de doelstelling om, zo lang als het mogelijk is voor kind en school, een kind op onze school onderwijs te laten volgen. Wanneer dit extra deskundigheid of middelen vraagt, bestaat de mogelijkheid om bij Berséba een arrangement aan te vragen. De aanvraag geschiedt altijd in samenspraak met de ouders. De meeste arrangementen bestaan in nature. Dit betekent dat een ambulante begeleiding wordt ingezet, een extern deskundige ondersteunt op kosten van Berséba de leerkracht van de zorgbehoevende leerling. De arrangementen die we hebben aangevraagd in 2014 zijn ook toegekend. In vergelijking met de andere scholen hebben wij een hoog percentage arrangementaanvragen, maar dat past ook helemaal binnen onze doelstelling om de kinderen zolang mogelijk in onze school te houden. En de toekenning ervan laat zien dat het terechte aanvragen zijn. Daarentegen hebben we een zeer laag verwijzingspercentage.
Aantal leerlingen Percentage leerlingen Landelijk gemiddelde Per 1 oktober
2011 - 2012 0 0% 2,7%
2013 - 2014 1 0,4% 2,7%
2014-2015 1 0,4% 2,4%
We ontvingen in de periode augustus t/m december 2014 €8256,25 aan ondersteuningsmiddelen van Berséba. Hierbij een verantwoording van dit bedrag. Op school is structureel formatie voor onderwijsassistentie aanwezig. Het overgrote deel wordt betaald uit de lumpsum. We hebben dit aangevuld met 1 dag per week met middelen die we hebben ontvangen van Berséba. Hier is €4661 mee gemoeid. Daarnaast is er 1 psychologisch onderzoek afgenomen, €1472,00 Binnen onze school zien we verschillende soorten begaafde kinderen, al dan niet in combinatie met gedragsproblemen. Op onze school hebben we daarom een zorgplusklas ingericht. In deze zorgplusklas zitten begaafde kinderen, waarvan de meesten ook sociaal-emotionele ondersteuning nodig hebben. Deze zorgplusklas is er één middag in de week, waarvan de opdrachten ook verwerkt moeten worden in de dagen die daarop volgen. De personele kosten voor die middag zijn €5001,00 Daarnaast hebben we externe inzet voor de behandeling van kinderen met dyslexie.
10
5. Toezichthoudend bestuur Op de ledenvergadering van 11 november 2014 is het bestuursmodel van de schoolvereniging gewijzigd naar het mandaatsmodel. De commissie van toezicht is hierbij opgeheven en het algemeen en dagelijks bestuur zijn toezichthoudend bestuur geworden. De directeur die per 1 oktober 2014 in dienst is getreden, is gemandateerd directeur-bestuurder geworden. Voor het toezichthoudend bestuur betekent dit een nieuwe rol met nieuwe taken. Het 1e schooljaar wordt derhalve gezien als transitiejaar . Veel taken zijn inmiddels overgeheveld naar de nieuwe directeur-bestuurder echter bij een aantal zaken is het wenselijk dat deze successievelijk worden overgedragen vanuit het (dagelijks) bestuur naar de directeur-bestuurder. Immers is het belangrijk dat enerzijds de directeur-bestuurder zorgvuldig wordt ingewerkt, en anderzijds het toezichthoudend bestuur kan wennen aan de nieuwe rol. Om op een juiste en verantwoorde manier te kunnen toezicht houden, is het noodzakelijk om vooraf vast te stellen welke informatie er nuttig en nodig is. De meest cruciale informatie wordt momenteel door middel van een managementrapportage periodiek aan het bestuur ter beschikking gesteld. Verder wordt thans beraadslaagt welke informatiestromen nog meer nodig zijn om op adequate wijze het toezichthoudend bestuur op operationeel vlak vorm te kunnen geven, zodat volgend schooljaar zonder de AB/DB-structuur gewerkt kan worden.
11
6. Medezeggenschapsraad De MR bestaat uit 4 leden verdeeld over 2 geledingen: een personeelsgeleding en een oudergeleding. De personeelsgeleding bestaat uit: Mevr. D.J. de Jong – Struijk (lid) Mevr. C.M. Slabbekoorn – van Oostende (secretaresse) De oudergeleding bestaat uit: Dhr. H.T. Baars (lid) Dhr. B.H. den Haan (voorzitter) De onderstaande plannen/ stukken zijn besproken in de MR: Mandaatregeling en bestuursmodel Begroting Formatieplan Statutenwijziging Verbouwing Integratie/ samenvoegen team Communicatie naar ouders ( integratieplan/wijzigingen team ) Stemming instemmingsrecht/adviesrecht MR Functiemix Invullen van de website Benoeming nieuwe directeur/bestuurder Daarnaast bezochten we als MR de bijeenkomst van de ROV, die in het teken stond van de invoering Passend Onderwijs. Gasten zijn welkom bij een MR-vergadering. Gasten melden zich vooraf aan bij één van de MR-leden met vermelding van het bespreekpunt. Van deze mogelijkheid wordt minimaal gebruik gemaakt.
12
7. Financiën Analyse van het nettoresultaat Realisatie 2014 (A)
Begroting 2014 (B)
x € 1.000
x € 1.000
[ A -/- B ]
Baten (B1) Rijksbijdragen
1.345
1.410
-65
(B2) Overige overheidsbijdragen
-1
-
-1
(B3) Overige baten
87
54
32
1.431
1.465
-34
1.230
1.237
-7
(L2) Afschrijvingen
56
59
-3
(L3) Huisvestingslasten
99
90
16
157
152
5
1.541
1.537
12
-110
-73
-45
20
18
3
-90
-55
-42
Totaal baten
Lasten (L1) Personele lasten
(L4) Overige instellingslasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
(R1) Saldo fin. baten en lasten
Nettoresultaat
Het nettoresultaat over 2014 is op totaalniveau uitgekomen op circa 90.000 euro negatief bij een negatieve begroting van zo’n 55.000 euro. Het resultaat kan als volgt uitgesplitst worden over de verschillende kostenplaatsen: Resultaat
Begroting
Verschil
Nieuw Beijerland
-49
-2
-47
Hoogvliet
-55
-56
1
Vereniging
14
3
11
Te zien is dus dat de grootste afwijking met de begroting gerealiseerd is op Nieuw Beijerland. Dit is met name het gevolg van hogere loonkosten (circa 31.000 euro) en een hogere dotatie aan de voorziening voor groot onderhoud (15.667 euro meer). In het vervolg van deze paragraaf zullen de afwijkingen puntsgewijs verder verklaard worden.
13
Het resultaat van de vereniging kwam zo’n 11.000 euro hoger uit dan begroot. Dit was enerzijds het gevolg van zo’n 2.000 euro aan hogere baten (B3) en circa 3.500 euro aan hogere rentebaten (R1) dan begroot. Anderzijds kwamen de verenigingslasten (L4) circa 5.500 euro lager uit, met name als gevolg van lagere lasten voor leerlinggebonden activiteiten. De afwijkingen op publiek niveau (beide scholen) zullen hieronder puntsgewijs verklaard worden. De rijksbijdragen vielen aanzienlijk lager uit dan begroot (circa 65.000 euro). Dit is voor circa 43.000 euro het gevolg van een in de begroting opgenomen bedrag aan baten die in 2015 zullen komen, maar toegerekend worden aan de locatie Hoogvliet in 2014. Het gaat om baten die vanwege de T-1 bekostiging nog een schooljaar doorlopen, terwijl de locatie Hoogvliet met ingang van 2014/2015 gesloten is. Per einde 2013 werd bekend dat vanuit diverse politieke onderwijsakkoorden er structureel extra geld naar het onderwijs zou komen. Op basis van de informatie van toen werd totaal voor beide scholen in 2014 een bedrag begroot van circa 64.000 euro. Na veel onduidelijkheid werd uiteindelijk aan 2014 een bedrag van ruim 24.000 euro toegeschreven. Ten opzichte van de begroting over 2014 gaat het dus om een gat van 40.000 euro. Onverwachts werd echter in 2013 ook al een fors bedrag uitgekeerd (ruim 57.000 euro). Deze baat is in het resultaat van 2013 terecht gekomen. Met de hier beschreven twee afwijkingen op de rijksbijdragen is een verschil van 83.000 euro verklaard. Het uiteindelijke verschil op de rijksbijdragen bedroeg echter circa 65.000 euro. Het verschil is met name te verklaren door de inkomsten vanuit Passend Onderwijs. Deze worden met ingang van 1 augustus 2014 onder de rijksbijdragen geschaard, maar vielen hiervoor onder de overige baten, waar ze ook begroot waren. Ondanks dit feit kwamen de overige baten (B3) fors hoger uit dan begroot. Het gaat voor beide scholen om een bedrag van circa 31.000 euro. Dit is voornamelijk te verklaren door een geboekte baat van 34.000 euro vanuit de liquidatie van het oude samenwerkingsverband. Overigens werd slechts een klein deel daadwerkelijk contact uitgekeerd. Een groot deel van dit bedrag is bij de vereniging op de balans gezet als uitstaande lening. De personele lasten (L1) kwamen 7.000 euro lager uit dan begroot. Bij beide scholen treden hier aanzienlijke verschillen op. Zo kwamen de personele lasten van Nieuw Beijerland 34.000 euro hoger uit dan begroot, maar lagen de personele lasten van Hoogvliet zo’n 41.000 euro lager dan begroot was. De overschrijding van deze post bij de locatie Nieuw Beijerland is voor circa 3.000 euro het gevolg van hogere overige personele lasten (werving personeel) en voor 31.000 euro het gevolg van extra loonkosten. Dit heeft grotendeels te maken met reorganisatiekosten. Deze kosten werden voor een deel nog gecompenseerd door een lagere premie als gevolg van aansluiting bij VFGS (een nieuw vervangingsfonds). De lagere personele lasten van de locatie Hoogvliet waren het gevolg van lagere overige personele lasten (10.000 euro) en lagere loonkosten (30.000 euro). Eerstgenoemd voordeel is ontstaan op de opgenomen stelpost voor integratiekosten en outplacementlasten. De lagere loonkosten zijn met name te verklaren door een minderinzet voor onderwijs ondersteunend personeel en het eerder genoemde voordeel van aansluiting bij VFGS. Doordat de investeringen wat later uitgevoerd zijn dan gepland, ontstond er een beperkt voordeel op de afschrijvingslasten (L2; 3.000 euro). De huisvestingslasten (L3) daarentegen kwamen aanzienlijk hoger uit (16.000 euro). Dit is voor het grootste deel het gevolg van de eerder genoemde hogere dotatie aan de voorziening voor groot onderhoud. Doordat vanaf het jaar 2015 ook het buitenonderhoud voor rekening van de school komt is een nieuw meerjarenonderhoudsplan opgesteld om ook deze lasten voor de toekomst in te schatten. Hieruit bleek dat er de komende jaren een hogere dotatie nodig is om alle lasten te kunnen dragen. Vandaar dat in 2014 al besloten is deze extra lastenpost te nemen. Deze hogere lasten werden voor een deel gecompenseerd door een lagere lastenpost voor energie en water en een lagere lasten voor de oplevering van het schoolgebouw in Hoogvliet. Ten slotte kwamen de overige instellingslasten (L4) bij Nieuw Beijerland zo’n 10.000 euro hoger uit dan begroot. Dit als gevolg van hogere lasten voor bestuurs- en managementondersteuning. Het gaat om kosten voor het integratietraject die op een andere plaats begroot waren. Financiële positie ACTIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Materiële vaste activa
177
192
221
Financiële vaste activa
76
-
-
253
192
221
Totaal vaste activa
14
Vorderingen
143
106
111
Liquide middelen
1.249
1.476
1.435
Totaal vlottende activa
1.392
1.582
1.546
Totaal activa
1.645
1.774
1.767
PASSIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Algemene reserve
258
337
337
Bestemmingsreserves publiek
105
129
115
Bestemmingsreserves privaat
970
956
927
1.333
1.423
1.380
Voorzieningen
185
181
248
Kortlopende schulden
127
170
139
1.645
1.774
1.767
Eigen vermogen
Totaal passiva
In bovenstaand balansoverzicht is te zien dat het eigen vermogen per saldo met 90.000 euro daalde als gevolg van het uiteindelijke negatieve resultaat. De liquide middelen (vrij beschikbare gelden) daalden nog veel harder (met circa 227.000 euro). Dit onder andere als gevolg van de eerder beschreven uitstaande lening op het oude samenwerkingsverband die onder de financiele vaste activa verantwoord is. Ook is er sprake van een uitstaande lening bij de Stichting Leerlingenvervoer Petrus Datheenschool (50.000 euro). Verder werd een deel van de geboekte extra baten vanuit het ministerie nog niet ontvangen in 2014, wat ervoor gezorgd heeft dat het saldo aan vorderingen gestegen is. Deze baten worden in 2015 daadwerkelijk ontvangen. Wat verder nog opvalt is de daling van het saldo aan kortlopende schulden per balansdatum 2014. Dit heeft te maken met een gedaald saldo aan nog te betalen rekeningen en nog te betalen vakantiegeld en pensioenen. Financiële kengetallen Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2012, 2013 en 2014, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven. Kengetal
Norm
2014
2013
2012
Liquiditeit
2,00
10,94
9,32
11,14
Solvabiliteit
0,50
0,81
0,80
0,78
Rentabiliteit
n.v.t.
-6,28%
2,83%
-3,34%
Weerstandsvermogen (bestuursniveau)
n.v.t.
85,95%
84,98%
83,05%
15,00%
13,17%
18,89%
16,55%
Weerstandsvermogen (schoolniveau)
15
Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen
n.v.t.
113,36%
114,30%
115,74%
Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen
max.60%
47,78%
55,02%
57,89%
De liquiditeit en solvabiliteit zijn kengetallen die aangeven of op korte dan wel op lange termijn de schulden betaald kunnen worden. Dit is zeer zeker het geval gezien de hoogte van deze getallen ten opzichte van de minimale norm. De rentabiliteit is het nettoresultaat uitgedrukt in de totale baten van de organisatie. Te zien is dat er in 2013 sprake was van een positief resultaat. Dit mede als gevolg van de eerder genoemde onverwachtse uitbetaling van extra middelen vanuit onderwijsakkoorden. Het weerstandsvermogen geeft aan of voldoende vermogen aanwezig is om financiële risico’s te kunnen dragen. Landelijk gezien wordt een minimale adviesnorm van 15% aangehouden. Het publieke vermogen ligt hier iets onder. Inclusief de private gelden is er echter een riante vermogensbuffer aanwezig van 85%. Ten slotte geeft het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ weer of het kapitaal efficiënt benut wordt. Er wordt door de inspectie globaal gekeken naar een maximaal getal van 60% op schoolniveau (dus enkel de publieke middelen). Te zien is dat het kengetal per einde 2014 uitgekomen is op ruim 47%, wat onder deze norm ligt. Ook in dit kengetal komt tot uitdrukking dat er nog een fors verenigingsvermogen aanwezig is. Investerings- en financieringsbeleid Het verslagjaar 2014 kenmerkte zich door een lager dan gemiddelde investeringsgraad: er werd in totaal voor een bedrag van 41.092 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa, bij een afschrijvingslast van circa 56.000 euro. Het grootste gedeelte van het investeringsbedrag (circa 15.000 euro) betrof de aanschaf van ICT. Daarnaast werd er voor circa13.000 euro geïnvesteerd in inventaris en apparatuur (onder andere een digitaal schoolbord). Ten slotte werd er 8.445 euro uitgegeven aan leermiddelen en 4.800 euro aan speelwerkhuisjes. Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd. Treasury verslag In 2014 hebben vanuit het publieke vermogen geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. Wel zijn er vanuit het private vermogen een tweetal leningen verstrekt. Ten eerste een lening van 50.000 euro aan de Stichting Leerlingenvervoer Petrus Datheenschool. Aflossing zal geschieden in 20 jaarlijkse termijnen. Over de hoofdsom is geen rente verschuldigd. Ten tweede is een uitstaande lening verstrekt aan het oude samenwerkingsverband Barendrecht. Vanwege de liquidatie van het samenwerkingsverband is het vermogen namelijk weer teruggevloeid naar de scholen. Vandaar dat er op publiek niveau ook een forse baat geboekt is in 2014. Omdat dit geld vanwege huisvesting echter niet volledig contant gemaakt kan worden is er daarnaast circa 26.000 euro vanuit de private reserve ‘uitgeleend’. Over dit bedrag zal jaarlijks rente worden ontvangen. De overige beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.
16
8. Toekomstperspectieven en continuïteit Toekomstige externe ontwikkelingen Bij het opstellen van de begroting 2015 en verder, is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen dat hieronder kort beschreven wordt: Extra middelen vanuit politieke onderwijsakkoorden Er is de afgelopen tijd sprake geweest van diverse gesloten akkoorden en extra middelen voor het onderwijs. Intussen is duidelijk dat er daadwerkelijk sprake is van structurele extra gelden die richting het onderwijs komen. Deze gelden zijn nu gebundeld in het bestuursakkoord, waarin verschillende ambities geformuleerd zijn voor de toekomst. Kortgezegd gaat het om: 1.
Uitdagend onderwijs, vernieuwing en ICT;
2.
Brede aanpak onderwijsverbetering;
3.
Professionele scholen;
4. Doorgaande ontwikkellijnen. Ook de reeds bestaande prestatiebox-middelen zijn in dit akkoord opgenomen. In de meerjarenbegroting is daarom structureel rekening gehouden met circa 65.500 euro per jaar oplopend naar 85.500 euro per jaar. Tegenover deze structurele extra middelen zullen ook extra uitgaven staan om de doelen uit het gesloten akkoord te kunnen realiseren. In de begroting komt dit onder ander tot uiting door het verhoogde (na)scholingsbudget. Nieuwe CAO primair onderwijs Begin 2015 is er een nieuwe cao voor het primair onderwijs tot stand gekomen. De effecten hiervan dienen gefinancierd te worden uit bovengenoemde extra middelen. Niet alle effecten zijn al volledig te overzien. Dit was bij het opstellen van de begroting ook nog niet het geval. Er is daarom zoveel mogelijk een doorrekening gemaakt van de oude situatie. In de begroting is wel rekening gehouden met de loonstijging van 1,2%. Verder heeft de nieuwe cao een rol gespeeld bij de bepaling van de vervangingsinzet en bijvoorbeeld het budget voor (na)scholing. Passend Onderwijs & Zorg De invoering van Passend Onderwijs is van start gegaan op 1 augustus 2014. Dit betekent dat de rugzakken zijn vervallen en de oude samenwerkingsverbanden opgeheven zijn. De zorgmiddelen worden momenteel ontvangen vanuit het nieuwe samenwerkingsverband Berséba. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de meerjarenbegroting van Berséba die oplopende bedragen laat zien. Decentralisatie groot onderhoud Een laatste belangrijke ontwikkeling is de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per jongstleden 1 januari 2015. Dit zorgt ervoor dat zowel de lasten van het buitenonderhoud als de bekostiging hiervoor overkomt naar de school. In de begroting is expliciet rekening gehouden met beide zaken. De lasten voor de komende jaren zijn geschat op basis van het recente onderhoudsplan. De bekostiging die hier tegenover staat, bestaat uit een basiscomponent en een eenmalige overgangsregeling voor kleine scholen. Toekomstige interne ontwikkelingen Teldatum
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Onderbouw
155
140
148
146
130
128
Bovenbouw
148
130
123
125
140
140
Totaal
303
270
271
271
270
268
Functiecategorie
2014
2015
2016
2017
2018
Directie
1,42
1,00
1,00
1,00
1,00
17
Onderwijzend personeel
14,34
12,55
12,23
12,23
12,23
Onderwijsondersteunend personeel
2,18
1,95
1,95
1,95
1,95
Schoonmaak
0,61
0,61
0,61
0,61
0,61
Vervanging voor eigen rekening
0,08
0,11
0,11
0,11
0,11
Totaal
18,62
16,22
15,89
15,89
15,89
Bovenstaande tabellen laten de verwachte ontwikkeling zien van het leerlingenaantal als ook van de personele inzet. Per 1 oktober 2014 daalde het leerlingaantal met 33 leerlingen als gevolg van de sluiting van de locatie Hoogvliet. Het effect hiervan is ook terug te zien in het lagere aantal fte’s in 2015. Voor de komende jaren is een prognose van het leerlingaantal gemaakt door de instroom en uitstroom jaarlijks te bepalen. Hiermee ontstaat een prognose die een stabiel leerlingaantal voor de komende jaren weergeeft. Uitbreiding schoolgebouw Door een langzame, maar gestage groei van het leerlingenaantal loopt de school tegen verschillende knelpunten aan:
Voor groep 0 die van start is gegaan op 3 maart jl. was geen lokaal beschikbaar; Om deze reden is de personeelskamer omgevormd tot lokaal; Een gevolg hiervan is dat naast het ontbreken van een personeelskamer er ook geen flexplekken meer aanwezig zijn voor de bouwcoördinatoren; De gemeenschapsruimte kan geen ruimte meer bieden aan alle kinderen en tijdens ledenvergaderingen wordt het erg krap; De spreek- en bergruimtes zijn onvoldoende aanwezig, wat heeft geleid tot het omvormen van het huidige handvaardigheidslokaal tot opbergruimte. Hierdoor missen we nu een handvaardigheidslokaal;
Een oplossing van bovengenoemde knelpunten is gezien in het aanbouwen aan de school op twee verschillende locaties. Door veel inefficiënte ruimte hebben wij geen recht op een bekosting vanuit de gemeente voor een uitbreiding van het schoolgebouw, maar we hebben onvoldoende ruimte om kwalitatief goed onderwijs te bieden. De aanbouw zal uit eigen middelen bekostigd moeten worden.
18
Staat van baten en lasten - begroting Realisatie
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen
1.345
1.240
1.257
1.262
(B2) Overige overheidsbijdragen
-1
-
-
-
(B3) Overige baten
87
52
52
52
1.431
1.292
1.309
1.314
1.230
1.040
1.027
1.033
(L2) Afschrijvingen
56
34
38
40
(L3) Huisvestingslasten
99
86
88
88
157
132
132
132
1.541
1.291
1.285
1.293
-118
1
24
22
20
17
17
17
-90
18
41
39
Totaal baten
Lasten (L1) Personele lasten
(L4) Overige instellingslasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
(R1) Saldo fin. baten en lasten
Nettoresultaat
De begroting over 2015 laat een positief resultaat zien van circa 18.000. Hiervan is zo’n 7.000 euro begroot voor de school en zo’n 11.000 euro voor de vereniging. Het resultaat van de school is tot stand gekomen na aftrek van de eerder genoemde 43.000 euro die aan 2014 toegekend wordt aan Hoogvliet. Dit komt niet tot uiting in het resultaat over 2014, maar is via de resultaatsverdeling verwerkt. Meerjarig gezien wordt met de huidige gegevens ook een sluitende exploitatie verwacht. Dit is ook nodig om het publieke vermogen niet verder uit te hollen. Balans ACTIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Ultimo 2016
Ultimo 2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Materiële vaste activa
177
187
178
171
Financiële vaste activa
76
50
50
50
Totaal vaste activa
253
237
228
221
Vorderingen
143
114
114
114
19
Liquide middelen
1.249
1.181
1.229
1.280
Totaal vlottende activa
1.392
1.295
1.343
1.393
Totaal activa
1.645
1.531
1.571
1.614
PASSIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Ultimo 2016
Ultimo 2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Algemene reserve
258
224
253
281
Best. reserve publiek
105
129
129
129
Best. reserve privaat
970
968
979
990
1.333
1.321
1.362
1.400
Voorzieningen
185
98
97
101
Kortlopende schulden
127
113
113
113
1.645
1.531
1.571
1.614
Eigen vermogen
Totaal passiva
In bovenstaand overzicht is de gerealiseerde balans over 2014 weergegeven. Deze wijkt af van de balans zoals deze bij het opstellen van de begroting ingeschat werd. Er is daarom geen exacte aansluiting te maken tussen het jaar 2015 en het jaar 2014, daar de jaren 2015 tot en met 2017 doorgerekend zijn op basis van de destijds geschatte balans. De voorziening voor groot onderhoud zal schommelen. Dit heeft te maken met de geplande onttrekkingsbedragen. Door de jaren heen zijn een aantal lasten uitgesteld. Deze zullen naar verwachting in 2015 terecht komen. De voorziening zal dan fors dalen. De materiële vaste activa zullen gaan stijgen in 2015 vanwege een fors begroot bedrag aan investeringen (53.000 euro). De jaren daarna zal de boekwaarde weer gaan dalen, vanwege het feit dat er dan meer afgeschreven wordt dan geïnvesteerd. Risicobeheersing en intern toezicht In het kader van risicobeheersing maken we onderscheid tussen financiële en niet-financiële risico’s. Deze worden hieronder achtereenvolgens besproken: Financiële risico’s: Teneinde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een externe deskundige van VGS Adivio de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en en door het bestuur vastgesteld. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkent en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn om deze risico’s te mitigeren. In de periodieke rapportages wordt de realisatie afgezet tegen de begroting, en eventuele grote verschillen worden geanalyseerd en verklaard. Om interne risico’s zoveel als mogelijk te beperken, is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing. In deze SLA is opgenomen dat VGS de verantwoordelijkheid draagt voor het voeren
20
van een betrouwbare en volledig bijgewerkte financiële- en salarisadministratie. Jaarlijks voert de externe accountant een audit uit op de naleving van regelgeving inzake rechtmatige besteding van financiële middelen en de getrouwe weergave van de financiële verslaggeving. Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt 15%. Het weerstandsvermogen van de schoolvereniging bedraagt 85,37% en zit ruim boven het aanbevolen percentage. De hierboven beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerelateerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting. In de hierboven opgenomen meerjarenbegroting komt een aantal financiële risico’s tot uiting. Eén van de risico’s is het kortdurend verzuim. Als gevolg van aansluiting bij VFGS moeten de eerste 14 dagen van verzuim voor eigen rekening worden genomen. Hier staat een lagere premie tegenover. Het ziekteverzuim is dus van invloed op de kosten die worden gerealiseerd, positief dan wel negatief. In de begroting is voor het kort verzuim gerekend met een stelpost, die in werkelijkheid anders uit kan pakken. Een ander risico kan zijn het wegvallen van bepaalde geldstromen wat mogelijk zou kunnen leiden tot afname van de financiële middelen. Deze ontwikkelingen zullen middels de planning- en controlcyclus bewaakt worden. In de begroting is verder beperkt rekening gehouden met de ontwikkelingen rondom de nieuwe Wet Werk en Zekerheid. Deze wet heeft onder andere gevolgen voor het aantal tijdelijke contracten en brengt diverse risico’s met zich mee. De effecten hiervan zullen in het komende jaar verder uitgekristalliseerd worden. De risico’s op personeel gebied kunnen groot zijn. Te denken valt aan afvloeiingskosten, gestegen premies door langdurige ziekte en het eventueel zelf moeten nemen van ww- lasten. In de begroting is vooralsnog geen stelpost voor deze zaken opgenomen, buiten de opgenomen stelpost voor kort verzuim. Een krimp in de formatie kan naar verwachting indien nodig gerealiseerd worden via natuurlijk verloop. Indien er sprake is van uitkering na ontslag wordt deze getoetst aan de kantonrechterformule.
Niet-financiële risico’s Niet alleen financiële risico’s, maar met name ook niet- financiële risico’s zijn belangrijk. Te denken valt aan risico’s rondom de onderwijskwaliteit, het imago van de school en de naleving van de code ‘Goed Bestuur’. Zie voor dit laatste punt het verslag van het toezichthoudend orgaan waarin verslag is gedaan over de wijze waarop de code ‘Goed Bestuur is nageleefd. Hieronder zijn de grootste niet-financiële risico’s benoemd en is aangegeven op welke wijze deze risico’s door het bestuur beheersbaar zijn gemaakt:
Leer- en eindresultaten van groep 8. Zoals zichtbaar op pagina 13 zakken deze resultaten per jaar. Als beheersingsmaatregelen zijn de volgende acties ondernomen: groepsbesprekingen met de leerkracht van groep 7 in aanwezigheid van een orthopedagoge. Zij maken gezamenlijk een groepsplan, evalueren dat en stellen een nieuw plan op. Daarna zijn door inzet van onderwijsassistenten extra handen in de klassen met >30 leerlingen georganiseerd. Tot slot is door invoer van luistergesprekken bij de start van het cursusjaar en het maken van keuzes in de aan te bieden leerstof (wat moet, doen we goed en andere dingen doen we niet of minder) gewerkt aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Minder binding aan de school/identiteitsrisico. We streven als bestuur na om zo goed mogelijk voeling te houden met de achterban en trachten op de juiste manier opvolging te geven aan signalen die we ontvangen vanuit de ouders. De landelijke trend van ontkerkelijking heeft op onze school gelukkig nog geen grote invloed. Dit kan echter in de toekomst wel een rol gaan spelen. Verwacht lerarentekort/veroudering personeelsbestand. Op dit moment is er landelijke gezien geen sprake van een lerarentekort. De verwachting is dat er voor onze school op korte en middellange termijn geen tekort zal ontstaan. Onderwijskwalititeit. In het kader van onderwijskwaliteitsbeleid hebben de directeuren van de zes Hoeksche Waardse scholen afgesproken dat ze bij toerbeurt elkaar auditeren. Op dat moment zijn dus alle zes de leidinggevenden aanwezig op één school om op die ene school een audit uit te voeren. De audit duurt één dag en onderwerpen die aan de orde komen zijn: stand van zaken activiteiten in jaarplan, actie n.a.v. laatste inspectierapport, opbrengstanalyse op groeps- en op schoolniveau (cito scores), zorgstructuur, personeelsbeleid, etc. Deze audits worden uitgevoerd aan de hand van een vooraf opgesteld auditprogramma. Dit auditprogramma is gebaseerd op de meest recente eisen van de onderwijsinspectie en recente wet- en regelgeving. Daarnaast komen de managers van Berséba één keer per jaar langs om een kwaliteitsbezoek af te leggen
21
Als het gaat om risicobeheersing stelt het bestuur en de directie zich de komende periode ten doel om enerzijds de onderwijsresultaten te verhogen, en anderzijds om het gereorganiseerde team volledig in haar kracht te zetten.
Tenslotte Wij zeggen het personeel en vrijwilligers hartelijk dank voor hun werkzaamheden. Het geven van basisonderwijs in overeenstemming met de Bijbel is een verantwoordelijke taak. Dat kan niet zonder de hulp van de Heere. Moge Hij ons de kracht en wijsheid geven om onze waardevolle taak uit te blijven voeren. Nieuw-Beijerland, april 2015 Directeur-bestuurder
J.K. Matze
Toezichthoudend bestuur Voorzitter
Secretaris
Penningmeester
D.J. Bakker
D.W. Huisman
C. Mourits
22