Programmarekening 2009
Inhoudsopgave Programmarekening 2009 Inleiding ...........................................................................................................................5 Deel 1 Politieke Verantwoording.....................................................................................7 Deel 2 Beschrijving en middeleninzet per programma .................................................37 Deel 3 Paragrafen ......................................................................................................247 Deel 4 Balans en Toelichting ......................................................................................307 Deel 5 Bijlagen ...........................................................................................................347 Accountantsverklaring .................................................................................................367 Vaststelling Provinciale Staten ....................................................................................369 Afkortingenlijst .............................................................................................................371 Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen .........................................377
Inhoudsopgave Programmarekening 2009
3
4
Inhoudsopgave Programmarekening 2009
Inleiding Voor u ligt de programmarekening 2009. Deze is opgesteld volgens comptabiliteitsvoorschriften, vervat in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten van 17 januari 2003, hierna aan te duiden als BBV. Het BBV bevat de regels voor de opzet en de inrichting van de begroting en de jaarstukken voor gemeenten en provincies. Deze voorschriften hangen voor een belangrijk deel samen met de invoering van het duale systeem in maart 2003. De scheiding in posities en bevoegdheden tussen Provinciale Staten en het College van Gedeputeerde Staten heeft gevolgen voor de inrichting en invulling van de jaarstukken. Een logische uitkomst is dat er twee rekeningsdocumenten zijn. Het eerste is de rekening voor de Staten die de kaderstellende functie - de allocatie en de autorisatie van de gelden - en de controlerende taak van de Staten ondersteunt. Het tweede is een document voor het College dat de bestuursbevoegdheden - de uitvoerende functie - ondersteunt. De Staten en het College krijgen op die manier elk hun eigen document. Het eerste document wordt getypeerd als de Programmarekening, het tweede als de Productenrekening. In onderstaande tabel is ter verduidelijking de relatie tussen de begroting 2009 en de jaarstukken 2009 weergegeven. BEGROTING 2009 Programmabegroting
JAARSTUKKEN 2009 Programmarekening
Inleiding
Inleiding
deel 1. Begroting 2009 in één oogopslag
deel 1. Politieke Verantwoording
deel 2. Programmaplan 2009-2012 deel 2. Programmaverantwoording 2009 deel 3. Paragrafen deel 3. Paragrafen deel 4. Financiële begroting 2009 deel 4. Balans en toelichting a. Financieel beleid 2009-2012 op hoofdlijnen b. Overzicht baten en lasten (programmabegroting) c. Meerjarenramingen 2009-2012 per programma deel 5. Bijlagen - Aanvaarde moties en amendementen - Overzicht single information single audit - Overzicht inhuur personeel - Inventarisatie acties en maatregelen in het kader van het Rapport Professionalisering Subsidierelaties over het boekjaar 2009 Productenbegroting
Productenrekening
Productenbegroting per productgroep
Productenrekening per productgroep + analyse verschillen en bijlagen
Bijlagen De onderdelen van de programmarekening zoals opgenomen in voorgaande tabel worden hierna verder toegelicht. Deel 1 Politieke Verantwoording Dit betreft de politieke verantwoording over de hoofdlijnen van het beleid, zoals wij die in ons collegeprogramma 2007-2011 hebben geformuleerd en hebben vertaald in de Programmabegroting 2009, de Voorjaarsnota 2009 en nadien opgetreden ontwikkelingen.
Inleiding
5
Deel 2 Programmaverantwoording In de programmaverantwoording worden per thema de in de begroting 2009 vastgestelde onderwerpen inhoudelijk verantwoord. Daarnaast zijn eventueel onderwerpen toegevoegd uit de Integrale Bijstelling 2008, de Voorjaarsnota 2009 en de Integrale Bijstelling 2009 in verband met actualiteit. Tevens worden per programma, per thema en per productgroep de geraamde lasten en baten vergeleken met de realisatie. Deel 3 Paragrafen In de paragrafen worden de onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de provincie, conform de voorschriften van het BBV. Deel 3 bevat onder andere beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede de lokale heffingen. Deel 4 Balans en Toelichting In dit deel is de balans met de toelichting op de balans opgenomen. Tevens worden hier de reservepositie, het verloop van het provinciefonds en het provinciale belastinggebied besproken. Verder zijn opgenomen: het verloop van de uitvoering provinciale investeringen (reserve ESFI) en cofinanciering (reserve Cofinanciering Kompas en reserve Cofinanciering Ruimtelijke Economische Programma's) en een overzicht van het nieuwe beleid over 2009. Deel 5 Bijlagen Stand van zaken moties 2009 Tijdens uw vergadering van 25 mei 2005, bij de behandeling van de Programmaverantwoording 2004, is afgesproken dat in de toekomst bij de Programmaverantwoording gerapporteerd wordt over de uitvoering van aanvaarde moties en amendementen. Als onderdeel van de bijlagen wordt hierover gerapporteerd. Bijlage Single Information Single Audit Middels de bijlage SiSa opgenomen in de Programmarekening 2009 leggen wij verantwoording af richting het Rijk over 15 ontvangen specifieke uitkeringen. Overzicht inhuur personeel Tijdens de Dag van de Verantwoording 2009 is afgesproken dat voortaan in de Programmarekening een overzicht wordt verstrekt met inhuur van personeel. Als onderdeel van de bijlagen wordt hierover gerapporteerd. Inventarisatie acties en maatregelen in het kader van het Rapport Professionalisering Subsidierelaties over het boekjaar 2009 In de commissievergadering Bestuur en Financiën van 9 september 2009 is afgesproken dat wij u voortaan jaarlijks in het kader van de jaarrekening informeren over de door ons uitgevoerde inventarisatie over de acties en maatregelen in het kader van het Rapport Professionalisering Subsidierelaties (RPS).
6
Inleiding
Deel 1 Programmarekening 2009 Politieke Verantwoording
Inhoudsopgave Deel 1. Politieke Verantwoording Financieel kader ............................................................................................................ 11 Sociale agenda.............................................................................................................. 14 Economische agenda .................................................................................................... 16 Kwaliteitsagenda ........................................................................................................... 22 Bestuur .......................................................................................................................... 30 Interne organisatie......................................................................................................... 33 Rekening in één oogopslag ........................................................................................... 34
Inhoudsopgave
9
10
Inhoudsopgave
Deze politieke verantwoording bevat op hoofdlijnen een beschrijving van de resultaten die wij het afgelopen jaar hebben bereikt. Ook geven we de stand van zaken van werkzaamheden die nog niet zijn afgerond en schetsen we ontwikkelingen waarmee we te maken hebben gehad. De politieke verantwoording volgt de indeling van het collegeprogramma 'Groningen, Sociaal en Slagvaardig!'. Na het Financieel kader volgen de Sociale agenda, de Economische agenda en de Kwaliteitsagenda. Ten slotte wordt kort ingegaan op de onderdelen bestuur en interne organisatie. De politieke verantwoording wordt afgesloten met een rekening in één oogopslag.
Financieel kader Rijksbezuinigingen In maart verscheen het rapport van de Raad voor de financiële verhoudingen, getiteld 'Naar een herijking van de financiële verhouding tussen Rijk en Provincies'. In dit rapport stelt de Raad dat de provincies met € 597 miljoen minder toe kunnen. De Raad heeft dit advies uitgebracht op verzoek van het kabinet. Het rapport gaat in op de omvang en de verdeling van het Provinciefonds in relatie tot het provinciale takenpakket. Daarbij is ook gekeken naar de belastinginkomsten en het vermogensrendement, zoals dividend en rente. De regering heeft het rapport gebruikt als rechtvaardiging om het Provinciefonds per 1 januari 2011 met € 300 miljoen te korten.
William Moorlag: "De inkomsten van de provincie nemen in de komende jaren sterk af. Onze ambitieuze langjarige ontwikkelingsagenda komt onder druk te staan. Wij zien ons genoodzaakt om de provinciale financiën fors te saneren om begrotingsevenwicht te bereiken. Ondanks forse bezuinigingen willen we ook geld blijven vrijspelen voor nieuwe opgaven, zoals bevolkingskrimp. Daarnaast zullen we de opbrengsten van de verkoop van Essent aanwenden voor omvangrijke investeringen in de provinciale economie, werkgelegenheid, openbaar vervoer en het oplossen van verkeersknelpunten."
Daarnaast heeft het kabinet in 2009 aangegeven vanaf 2011 fors te gaan bezuinigen om het verder oplopende rijksbegrotingstekort tegen te gaan. Hierdoor zullen provincies ongetwijfeld te maken krijgen met verdergaande kortingen. Ook heeft de provincie in 2009, als gevolg van het gesloten bestuursakkoord tussen provincies en Rijk over onder meer het afromen van provinciale vermogens, ook al een bijdrage moeten leveren van € 9,5 miljoen. Dit zal tevens voor de jaren 2010 en 2011 gelden. Verder spelen de ontwikkelingen van de herverdeling van het Provinciefonds. Vanaf 2012 worden de uitkeringen uit het Provinciefonds via een nieuwe verdeelsleutel over de twaalf provincies verdeeld. Hiervoor is in 2009 de commissie Stuiveling opgericht, die begin 2010 met een voorstel komt. Ten slotte spelen ook nog de ontwikkelingen van de invoering van de kilometerheffing. Dat betekent dat het systeem van de provinciale opcenten mogelijk ook gaat veranderen. Om bovenstaande redenen presenteerden wij in mei een beleidsarme Voorjaarsnota. Als gevolg van het sterk verslechterende begrotingsbeeld zijn wij zeer terughoudend geweest in het aangaan van nieuwe langlopende verplichtingen. De Voorjaarsnota is vervolgens vertaald in een beleidsarme Programmabegroting 2010. Provinciale bezuinigingen Zoals aangegeven werd in 2009 duidelijk dat we vanaf 2011 te maken krijgt met forse bezuinigingen. In onze provincie gaat het om een bedrag oplopend tot omstreeks € 35 miljoen in 2015. Provinciale Staten zijn enkele malen geïnformeerd over het financiële perspectief van de provincie. We hebben verschillende scenario's uitgewerkt om de komende bezuinigingen op te vangen. Na eerste besprekingen met Provinciale Staten in november en december, hebben we op 8 december een werkscenario gepresenteerd. Dit voorstel bevatte een visie op de invulling van de bezuinigingsoperatie tussen 2011 en 2015. Het werkscenario is afgezet tegen een aantal andere financiële scenario's, met het doel inzichtelijk te maken welke impact bezuinigingen hebben op de beleidsprogramma's en daaraan gekoppelde budgetten. Het verdere proces is erop gericht om met ingang van 2011 gefaseerd te komen tot een structurele bezuiniging van uiteindelijk € 35 miljoen in 2015. Voorop staat dat wij in de toekomst een belangrijke rol zien weggelegd voor de provincie als middenbestuur. Wij blijven inzetten op een duurzame ontwikkeling van onze provincie, zodat de toekomstige generaties kunnen wonen en werken in een gebied, waarvan de belangrijkste
Politieke Verantwoording
11
karakteristieken en waarden zijn en blijven behouden. Het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan en het bestuursakkoord met het Rijk zijn daarbij leidend. Naast een forse bezuiniging op autonome taken (bijvoorbeeld welzijn, sport, recreatie en toerisme), hebben wij voorgesteld om tevens (beperkt) op de wettelijke taken te bezuinigen. Selectief worden naast bezuinigingen middelen vrijgemaakt voor nieuwe opgaven, zoals de bevolkingskrimp in het Eemsdeltagebied en Oost-Groningen. De provinciale bezuinigingen hebben ook gevolgen voor de provinciale organisatie. We hebben nu berekend dat dit ongeveer overeenkomt met een reductie met 108 fte. We denken na over de personele gevolgen en hierover is goed overleg met de OR gaande. Provinciale inkomsten De inkomsten van de provincie over het jaar 2009 bedroegen € 847,57 miljoen. Dit bedrag is inclusief de boekwinst die behaald is bij de verkoop van de aandelen Essent tot een bedrag van € 509,63 miljoen. De reguliere inkomsten bedragen derhalve € 337,94 miljoen. Afgerond zijn de grote inkomstenbronnen: overdrachten (met name doeluitkeringen) met circa € 140,85 miljoen, het Provinciefonds met € 88,39 miljoen (inclusief verrekeningen 2008) en de opcenten motorrijtuigenbelasting met € 44,87 miljoen. De opcenten motorrijtuigenbelasting zijn goed voor circa 13,3 procent van de reguliere inkomsten en zijn daarmee voor de provincie een belangrijke inkomstenbron. Ieder jaar worden de opcenten op basis van indexering verhoogd. Per 1 april 2009 gingen de opcenten van 77,8 naar 79,1. De opbrengst van deze heffing die bedoeld is als algemeen dekkingsmiddel, bedroeg over het jaar 2009 € 44,87. Dat was uiteindelijk € 1,50 miljoen meer dan er in 2008 is binnengekomen en circa € 176.600 meer dan wij vorig najaar nog voor 2009 verwachtten. Nasleep kredietcrisis In oktober 2008 kwamen IJslandse banken in de problemen door de wereldwijde kredietcrisis. Het was lang onduidelijk óf en wanneer de provincie de € 30 miljoen die zij had uitgezet bij twee IJslandse banken, terug zou krijgen. Eind januari 2009 werd duidelijk dat de € 20 miljoen die was uitgezet bij de Kaupthing Bank werd teruggestort op de rekening van de provincie. Ook de rente over dit bedrag (€ 0,9 miljoen) is uitbetaald. Reden waarom de provincie dit geld heeft ontvangen is dat zij, door nieuwe IJslandse wetgeving, is aangemerkt als een particuliere spaarder. De provincie werd gezien als een 'gewone' spaarder, omdat ze het geld rechtstreeks had overgemaakt naar de Kaupthing Bank in Reykjavik. Over de € 10 miljoen die is uitgezet bij Landsbanki Islands is tot op heden nog geen duidelijkheid. Het provinciebestuur doet er alles aan om ook deze gelden terug te krijgen. Zij trekt hiermee samen op met het Rijk. De afwikkeling kan echter nog jaren duren. De schadepost is naar rato verdeeld over de provincie en de partijen waarvoor de provincie als treasurer optreedt: het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, Regio Groningen-Assen 2030, het OV-bureau Groningen-Drenthe en Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging. Verder hebben Provinciale Staten in november een nieuw financieringsstatuut vastgesteld. Het financieringsstatuut (voorheen treasurystatuut) is aangepast aan de wettelijke regelgeving, de provinciale regelgeving en de provinciale organisatie. In 2009 hebben we bovendien een second opinion laten uitvoeren naar ons interne vermogensbeheer. Uit het onderzoek blijkt dat de provincie goed in staat wordt geacht om haar vermogen intern te beheren. Begin 2010 heeft besluitvorming over de aanbevelingen plaatsgevonden. Verkoop Essent In 2008 hebben Provinciale Staten besloten om de aandelen van de provincie Groningen in het commerciële deel van Essent, te weten het productie- en leveringsbedrijf te verkopen. Door aansluiting te zoeken bij een krachtige Europese partner zou een groot en sterk energiebedrijf ontstaan, waardoor ook in de toekomst een betrouwbare en duurzame energielevering tegen een gunstige prijs aan haar klanten gegarandeerd zou kunnen worden. Bovendien vonden de meeste aandeelhouders van Essent het onverantwoord om langer aandeelhouder te blijven van een onderneming die sinds enkele jaren opereert in een sterk geliberaliseerde en zeer concurrerende energiemarkt en die van rijkswege de eigendom van haar gas- en elektriciteitsnetwerken diende af te splitsen. Op grond van de uitkomsten van een zorgvuldig selectieproces is tegen die achtergrond begin 2009 aan de aandeelhouders voorgesteld om de productie- en leveringsactiviteiten van Essent te verkopen aan het Duitse energiebedrijf RWE.
Politieke Verantwoording
12
Na een informatie- en discussiebijeenkomst in februari, hebben Provinciale Staten vervolgens in april van het afgelopen jaar besloten in te stemmen met het voorgenomen besluit van GS tot verwerving van aandelen in het van Essent af te splitsen netwerkbedrijf Enexis, tot deelneming in de overname van een bestaande bruglening van Essent aan Enexis en tot verkoop van de provinciale aandelen in het productie- en leveringsbedrijf van Essent door toe te treden tot de zgn. Offer, Sale and Purchase Agreement tussen Essent NV en RWE AG. Aangezien het hierbij formeel een bevoegdheid van het college betrof, hebben wij in mei daarop definitief besloten tot verkoop over te gaan. De overige aandeelhouders van Essent hebben omstreeks die tijd ook een dergelijk besluit genomen. De effectuering van dit verkoopbesluit moest vervolgens echter worden uitgesteld door het ontstaan van een juridisch geschil over de voorgenomen medeverkoop aan RWE van het 50%-belang van Essent in het zuidelijke elektriciteitsproductiebedrijf EPZ. Uiteindelijk is in september besloten om in afwachting van de uitkomsten van de verdere rechtsgang, de overdracht aan RWE van de aandelen in de houdstermaatschappij van het EPZ-belang van Essent uit te stellen. De volledige eigendom van deze houdstermaatschappij berust daardoor (in elk geval voorlopig) nog bij de huidige aandeelhouders van Essent. RWE zal bij deze constructie een deel (€ 950 miljoen) van de totale koopprijs voor de aandelen Essent pas uitbetalen wanneer en zodra de levering van het EPZbelang mogelijk zal zijn. Alles afwegende hebben wij in deze ontwikkeling geen aanleiding gezien om gebruik te maken van het recht de eerdere aanmelding van de aandelen Essent van de provincie Groningen voor het bod van RWE ongedaan te maken. De daadwerkelijke 'closing' van de verkooptransactie heeft vervolgens plaatsgevonden op 30 september. De provincie Groningen heeft op die dag uit de verkoopopbrengst een bedrag van € 399 miljoen (inclusief ongeveer € 10 miljoen aan terugvorderbare dividendbelasting) ontvangen. De betreffende middelen zijn, evenals de bestaande middelen die de provincie op dat moment al in beheer had, op een passende wijze uitgezet. Onder meer vanuit de vrijval van uit de totale verkoopopbrengst gedane reserveringen voor verschillende risico's en de (gefaseerde) aflossing van de hiervoor genoemde bruglening, kan de provincie Groningen de komende jaren nog additionele uitkeringen tegemoet zien. Daarnaast houdt de provincie Groningen (vooralsnog) een belang van ruim 6% in de niet verkochte bedrijfsonderdelen van de voormalige holding Essent i.c. het netwerkbedrijf Enexis, het milieubedrijf Attero en de houdstermaatschappij van het EPZ-belang. Met de vervreemding van het productie- en leveringsbedrijf van Essent hebben wij uitvoering gegeven aan het Collegeprogramma, zij het nog niet volledig. De inspanningen blijven gericht op het alsnog vervreemden van de belangen in Attero en PBE, houdster van het EPZ-belang. Dit zal gebeuren zodra de condities gunstig zijn. De opbrengst van de verkoop wordt voor een groot deel aangewend voor een breed pakket investeringen in onder meer openbaar vervoer, weg- en spoorinfrastructuur en stimulering van economie en werkgelegenheid. Het behoud van een stamkapitaal van € 100 miljoen moet, tezamen met rente- en dividendopbrengsten van de niet verkochte onderdelen van Essent, waarborgen dat de provincie een jaarlijkse inkomstenbron houdt van circa € 15 miljoen ter vervanging van het dividend dat voorheen door Essent werd uitgekeerd.
Politieke Verantwoording
13
Sociale agenda Onze sociale agenda is opgedeeld in drie programmalijnen: jeugd, participatie & volksgezondheid en wonen, welzijn en zorg. Onderaan in dit hoofdstuk volgt het onderdeel cultuur. Jeugd Met de jeugdzorg gaat het de goede kant op. Eind 2008 maakten de provincies en het Rijk de afspraak om de problemen in de jeugdzorg aan te pakken en de wachtlijsten weg te werken. Om dit te realiseren hebben wij voor 2009 € 1,9 miljoen extra beschikbaar gesteld. Met dit geld konden Bureau Jeugdzorg (BJZ) en de jeugdzorgaanbieders hun productie verhogen. Het resultaat is dat er op dit moment (eind 2009) geen wachtlijsten meer zijn in de jeugdzorg, en ook bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) worden alle meldingen tijdig onderzocht. Daarnaast heeft Bureau Jeugdzorg Groningen de opgelegde bezuinigingstaakstelling van ruim € 600.000 verwerkt in de begroting voor 2010. Tot 2013 moet BJZ in totaal ruim € 1,2 miljoen bezuinigen. In 2009 hebben we overeenstemming bereikt met de 25 Groninger gemeenten en 215 instellingen over de invoering van de provinciebrede verwijsindex Zorg voor Jeugd Groningen. Dit digitale systeem brengt vanaf januari 2010 nieuwe risicomeldingen van hulpverleners bij elkaar en informeert hulpverleners onderling over hun betrokkenheid bij kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar met ernstige problemen. Dit moet ervoor zorgen dat problemen vroeg worden gesignaleerd en dat de hulpverlening goed op elkaar wordt afgestemd.
Pim de Bruijne: “Als bestuurders hebben we de invoering van het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Groningen vanaf het begin toegejuicht. We zijn daarom ook erg trots dat we het in Groningen voor elkaar hebben gekregen om met z’n allen, alle gemeenten, alle instellingen en professionals, de handen ineen te slaan en gezamenlijk de verwijsindex in te voeren. We hebben er vertrouwen in dat Zorg voor Jeugd Groningen gaat bijdragen aan het voorkomen van risico’s die kinderen en jongeren lopen, een betere hulpverlening en dus betere ontwikkelingskansen voor de jeugd van Groningen.” 1
Inmiddels participeert de provincie in de Academische Werkplaats C4Youth . De werkplaats richt zich op kinderen met emotionele en gedragsproblemen en houdt zich bezig met de vraag hoe we de problemen van de jeugd het beste kunnen oplossen. In de werkplaats werken medewerkers uit de praktijk samen met professionals die zich bezighouden met onderzoek, beleid en opleidingen. De provincie participeert om antwoorden te krijgen op beleidsvragen op het gebied van jeugdzorg. Het project Take Care - onderzoek naar de lange termijnuitkomsten van de totale zorgketen voor jeugd - is opgenomen in C4Youth. Eind 2009 hebben we met Groninger schoolbesturen en staatssecretaris Dijksma het Kwaliteitsakkoord Basisonderwijs ondertekend. Doel van het akkoord is om de kwaliteit van het onderwijs in de provincie Groningen te verbeteren en het aantal zwakke en zeer zwakke basisscholen te verminderen. De provincie financiert met € 450.000 een Kwaliteitsfonds Basisonderwijs 2010-2011. Het Rijk stelt € 200.000 beschikbaar voor de uitvoering van het akkoord. Verder hebben wij voor het basisonderwijs in de krimpregio's een pilot opgezet met het doel te onderzoeken hoe we met een verminderde instroom van leerlingen kwalitatief, betaalbaar en bereikbaar onderwijs aan kunnen blijven bieden aan alle 0 tot 12-jarigen in Noord-Groningen. Participatie en volksgezondheid Afgelopen jaar hebben wij ons ingezet om vrijwilligers gemotiveerd te houden en nieuwe vormen van vrijwilligerswerk te initiëren, onder andere door de uitreiking van de provinciale vrijwilligersprijzen, de uitbreiding van het Platform Maatschappelijk Ondernemen, de organisatie van de derde Groninger Beursvloer, het aanpassen van de site www.vrijwilligersgroningen.nl met een uitgebreide provinciale vacaturebank voor vrijwilligers en het ondersteunen van maatschappelijke stages voor jongeren. Verder hebben we ons in 2009 georiënteerd op hoe we het provinciale sportbeleid gaan invullen als Mitdoun is Goud! na 2010 afloopt. Wij zoeken mogelijkheden om binnen beperkte financiële kaders
1 Collaborative Centre on Care for Children and Youth with behavioural and emotional problems, een samenwerkingsverband tussen de GGD Groningen, Elker, Bureau Jeugdzorg Groningen, Accare, Jonx/Lentis, de provincie Groningen, de Vereniging Groninger Gemeenten, Hanzehogeschool Groningen, Rijksuniversiteit Groningen en Universitair Medisch Centrum Groningen.
Politieke Verantwoording
14
wel aandacht te blijven besteden aan onder andere de thema's bewegen & gezondheid en topsport & talentontwikkeling. Acute zorg Uit een onderzoek in opdracht van het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) blijkt dat de beschikbaarheid en bereikbaarheid van acute zorg buiten kantooruren in dunbevolkte gebieden van onze provincie kwetsbaar is. Ziekenhuizen in dunbevolkte gebieden krijgen voor hun afdeling Spoedeisende Hulp een beschikbaarheidtoeslag. Als minister Klink van VWS die toeslag zou schrappen, zou dat leiden tot een verviervoudiging van het aantal patiënten dat niet binnen de norm van 40 minuten in een ziekenhuis kan komen. Samen met het ROAZ hebben wij hiervoor aandacht gevraagd bij de minister en bij de Tweede Kamer. Vanuit het ministerie werd benadrukt dat spoedeisende hulp ook voor inwoners van dunbevolkte gebieden beschikbaar moet blijven. Op dit moment is nog niet bekend of de minister de beschikbaarheidtoeslag wil handhaven. Wonen, welzijn, zorg De programmalijn wonen, welzijn en zorg hangt nauw samen met het thema bevolkingskrimp. Wij zetten ons in om de leerbaarheid op met name het platteland in de krimpregio's te handhaven. Dit doen wij samen met de gemeenten en de maatschappelijke organisaties in deze regio's, onder andere met subsidies uit het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg en ISV3 (zie ook de kwaliteitsagenda, onderdeel bouwen en wonen). Cultuur In 2009 zijn we gestart met de uitvoering van het nieuwe cultuurbeleid 'Stroomversnelling II'. Hierin staan Creatieve netwerken, Het verhaal van Groningen en Dynamiek in de kunsten van stad en regio centraal. Met de RCP's (Regionale Cultuurplannen) en het BEPP (Budget Educatie en Participatieprojecten) hebben we in 2009 de cultuurparticipatie en het cultuurbereik een impuls gegeven. Via de RCP's zijn bijvoorbeeld 29 projecten gesubsidieerd. In 2009 zijn we gestart met de uitvoering van het BEPP. Met dit nieuwe budget willen we diverse doelgroepen bereiken (waaronder kinderen en jongeren) ten behoeve van actieve participatie. Bij het BEPP zijn in 2009 149 scholen uit de provincie Groningen betrokken. Daarnaast zijn vanuit het BEPP projecten gesubsidieerd specifiek voor jongeren die normaal gesproken niet snel in aanraking zouden zijn gekomen met cultuur. Wij vinden het van belang dat zoveel mogelijk jongeren worden bereikt. Ook hebben we grotere amateurkunstprojecten gesubsidieerd en projecten in het kader van volkscultuur. Eind 2009 is gestart met een evaluatie van het BEPP. Hans Gerritsen: "Met ons cultuurbeleid Stroomversnelling II willen we zoveel mogelijk inwoners van Groningen in aanraking brengen met Cultuur. We willen jong en oud in staat stellen cultuur te beleven. Door ze bijvoorbeeld te stimuleren in eigen regio voorstellingen op te zetten en daar aan mee te doen. Er gebeurt veel op het gebied van amateurkunst in de provincie Groningen. In de afgelopen jaren zijn er bijzondere voorstellingen gerealiseerd vanuit bijvoorbeeld de Regionale Cultuurplannen of het nieuwe Budget Educatie en Participatieprojecten (BEPP). Denk bijvoorbeeld aan het muziektheaterproject OCCIS en het Ruigeland festival. Inspirerende projecten, vaak ontstaan door een intensieve samenwerking tussen enthousiaste amateurs met ondersteuning van de Theaterwerkplaats."
Erkenning van Nedersaksisch Samen met de provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland en de gemeenten Oost- en Weststellingwerf voeren wij actie voor het behoud en officiële erkenning van het Nedersaksisch. In 2009 hebben de betrokken gemeenteraden en Provinciale Staten ingestemd met de officiële aanvraag. Deze aanvraag is gericht op erkenning van het Nedersaksisch in deel III van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. De erkenning in deel III zorgt voor een actieve bescherming van het Gronings en een betere toegang tot Europese fondsen. Restauratie de Toekomst In 2009 hebben we besloten € 300 000 beschikbaar te stellen voor de cascorestauratie van voormalig strokartonfabriek de Toekomst in Scheemda. Samen met de bijdrage van de gemeente Scheemda en de rijkssubsidie zijn daarmee alle voorwaarden voor de cascorestauratie van dit beeldbepalende rijksmonument ingevuld. De restauratie is in november 2009 officieel gestart. Met dit unieke project geven we tevens een impuls aan de werkgelegenheid in onze provincie. De restauratie wordt ook gebruikt voor leer-werktrajecten.
Politieke Verantwoording
15
Economische agenda In dit hoofdstuk gaan we in op economische ontwikkelingen, energie, infrastructuur, openbaar vervoer, toerisme, landbouw en visserij. Versnellingsagenda Om de economie een impuls te geven, presenteerden we in maart 2009 de Versnellingsagenda. Het eerste spoor van deze agenda is het naar voren halen van een aantal projecten op het terrein van bijvoorbeeld de wegenbouw en energiebesparing zodat deze versneld worden uitgevoerd. Het tweede spoor van de versnellingsagenda is het arbeidsmarkt-scholingprogramma. Dit programma is in december vastgesteld door Provinciale Staten. Volgens de cijfers van het CBS wordt voor 2010 verwacht dat de werkgelegenheid in onze provincie met 3,8% daalt (t.o.v. 3,6% landelijk). Daarom is een extra inzet voor het behoud van de werkgelegenheid noodzakelijk. Met het arbeidsmarktscholingprogramma willen we de groei van de (jeugd)werkloosheid bestrijden. Hiervoor is € 3 miljoen beschikbaar gesteld. In het arbeidsmarkt-scholingprogramma staan drie thema's centraal: jeugd, mobiliteit en gezamenlijke opleidingsactiviteiten. Het programma is tot stand gekomen in samenwerking met de arbeidsmarktregio's Groningen Centraal, -Noord, en -Oost (met de kerngemeenten Groningen, Delfzijl en Veendam) en het UWV Werkbedrijf. Groningen Seaports De economische crisis was ook merkbaar in de Groninger zeehavens. De overslag in de havens daalde en verschillende bedrijven kwamen in moeilijkheden. De overslag is gedaald met 14% tot 6,89 miljoen ton. Mede dankzij het grote aantal gronduitgiften van ruim 25 ha bedraagt de winstverwachting € 6 miljoen. In 2009 hebben wij samen met de betrokken gemeenten het principebesluit genomen om de bestuursstructuur van Groningen Seaports aan te passen. Samen met vertegenwoordigers van Groningen Seaports is verder gewerkt aan de uitwerking van de aanpassing van de bestuursstructuur. Seaports Experience Center Ondanks de afname van de werkgelegenheid in verschillende sectoren is er in de sector techniek nog steeds een tekort aan geschikt personeel. In 2009 hebben we samen met Groningen Seaports, Hanzehogeschool Groningen, ISD Noordoost/Werkplein Eemsdelta en de Noordelijke Regieraad Bouw het Seaports Experience Center officieel opgericht. Het Seaports Experience Center krijgt op het terrein van arbeidsmarkt, onderwijs en informatie/promotie een coördinerende en uitvoerende functie in het Havengebied Delfzijl en de Eemshaven. Met het Seaports Experience Center willen wij het bedrijfsleven en belangstellenden (zoals leerlingen, studenten en werkzoekenden) ondersteunen en informeren. De Eemshaven en het havengebied Delfzijl zijn sterk in ontwikkeling en de gevestigde (en nog te vestigen) bedrijven kunnen moeilijk voldoende en gekwalificeerd personeel vinden. Dit knelpunt zal in de toekomst naar verwachting alleen nog maar toenemen, mede in het licht van de te verwachten uitstroom van personeel. Het Seaports Experience Center richt zich onder andere op het coördineren van activiteiten tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Zo kunnen bedrijven er in de toekomst stageopdrachten/projecten en leer-werkplekken melden en kunnen scholieren er terecht voor het vinden van een stageopdracht of leer-werkplek. Het Seaports Experience Center krijgt daarnaast een informatie- en promotiefunctie. Hans Gerritsen: "We hebben te maken met een groot knelpunt op de huidige arbeidsmarkt. Enerzijds staan er veel mensen aan de kant, anderzijds is er in bepaalde sectoren juist een tekort aan geschikt personeel. Dit tekort is er vooral in de technische sector en in de bouw. Zo is bijvoorbeeld de situatie in de Groninger havens nijpend. Er wordt volop gebouwd, maar geschikt personeel voor deze bedrijven is lastig te vinden. In het Chemiepark is sprake van een hoge uitstroom waardoor veel vacatures ontstaan. Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan. Om dit knelpunt op te lossen hebben we in 2009 samen met andere partners veel energie gestoken in de realisatie van het Seaports Experience Center (SXC). Het SXC is in de havens hét centrale schakelpunt tussen bijvoorbeeld werkzoekenden en het bedrijfsleven."
Politieke Verantwoording
16
Fonds provinciale meefinanciering In 2009 hebben veel projecten in de provincie Groningen subsidie ontvangen uit Koers Noord en het Operationeel Programma EFRO (OP EFRO). Wij hebben daar vanuit het Fonds Provinciale meefinanciering, Compartiment A, fors aan bijgedragen. In totaal is in 2009 € 81 miljoen uit Koers Noord en OP EFRO aan Groninger projecten beschikbaar gesteld. Wij hebben vanuit het Fonds provinciale meefinanciering in 2009 ruim € 22 miljoen aan cofinanciering beschikbaar gesteld aan deze projecten. De totale investeringen van de ondersteunde projecten bedragen € 230 miljoen. Eén provinciale euro uit het fonds meefinanciering is goed voor vier euro uit Koers Noord of OP EFRO en tien euro aan investeringen van andere partijen. De middelen zijn beschikbaar gesteld voor projecten uit onder andere de sectoren Energie, Life Sciences, MKB en Toerisme. Hiermee willen we de economische structuur van onze provincie een stevige impuls geven. In 2009 hebben wij uit het fonds provinciale meefinanciering bijvoorbeeld in totaal € 4 miljoen beschikbaar gesteld aan de projecten Eriba en Life Lines. Beide projecten vormen de basis voor de uitbouw van het Life Science-cluster in de provincie Groningen. Het belang van de uitbouw van het Life Science-cluster wordt ook door het ministerie van Economische Zaken onderkend en ondersteund in de vorm van een FES-bijdrage van € 40 miljoen ten behoeve van de verdere uitbouw van deze projecten. Daarnaast is er bijvoorbeeld € 2 miljoen beschikbaar gesteld aan het EDGaR project (Energy Delta Gas Research). Binnen EDGar wordt de in Nederland aanwezige kennis en kunde op gasgebied gebundeld. Noord-Nederland heeft met EDGaR de ambitie om internationaal hét kenniscentrum te worden op het gebied van gas en duurzaamheid. Ook is in 2009 € 2 miljoen beschikbaar gesteld aan de STINAG (Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Groningen), bedoeld voor bestaande Groningse toeristische ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf. Stuk voor stuk dragen de genoemde projecten bij aan een duurzame groei van de Groninger economie. De werkgelegenheid in de provincie Groningen krijgt daarmee een impuls. Energie In 2009 hebben we verder uitvoering gegeven aan het Energieakkoord Noord-Nederland. Samen met overheden, bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen hebben we ons ingezet op het stimuleren van 1. energiebesparing (bijvoorbeeld de Noordelijke Energie Norm), 2. duurzame energie (bijvoorbeeld Groen Gas Hubs) en 3. het schoon en efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen (met name de afvang, opslag en hergebruik van CO2: CCS)). Marc Jager: "De mogelijkheden van energiebesparende maatregelen en het duurzaam opwekken van energie worden gelukkig steeds groter. In het afgelopen jaar hebben we het gebruik van biomassa en biogas als reguliere energiebron bijvoorbeeld dichterbij gebracht. Omdat de afvang, transport en opslag van CO2 bij de opwekking van fossiele energie noodzakelijk blijft voor onze bijdrage aan de klimaatdoelstellingen, hebben wij tevens volop ingezet op een demonstratieproject CCS in Noord-Nederland."
Groen Gas Wij hebben samen met de gemeente Groningen een stimuleringssubsidie gegeven aan de samenwerkende partijen rondom de Groen Gas Hub in Groningen. In zogeheten 'Groen Gas Hubs' worden biomassa en biogas uit de omgeving verzameld en vergist, om het biogas vervolgens op te werken tot groen gas. Groen gas is van hoge kwaliteit én het levert bedrijvigheid op voor het Noorden. Het is bovendien duurzaam doordat reststoffen zoals mest en organisch afval als belangrijkste grondstof worden gebruikt. Het opwerken van biogas naar aardgaskwaliteit is een complex en duur proces. Doordat verschillende producenten met elkaar samenwerken, kunnen kennis en kosten worden gedeeld. De Groen Gas Hubs voegen het groene gas toe aan het aardgasnet. In de Energy Valley-regio zijn nu vijf Groen Gas Hubs in ontwikkeling, waaronder een in de provincie Groningen. Op dit moment voert de markt een haalbaarheidsstudie uit. Omdat de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) van het Rijk nog te weinig ruimte biedt voor de ontwikkeling van Groen Gas Hubs, loopt vanaf juni 2009 een vooralsnog succesvolle lobby vanuit Noord-Nederland om de SDE aan te passen. Duurzame mobiliteit In de drie betrokken provincies Groningen, Drenthe en Fryslân zijn we begonnen met de uitvoering van het 100.000 voertuigenplan. Zo is er in 2009 per provincie een aanjager voor het 100.000 voertuigenplan aangesteld, is begonnen met de voorbereidingen voor het Katalysatorcentrum Duurzame Mobiliteit en is er een subsidieregeling gekomen voor vulstations van duurzame
Politieke Verantwoording
17
brandstoffen. Het bereiken van het gewenste resultaat, meer voertuigen op duurzame brandstoffen, biobrandstoffen die voldoen aan de duurzaamheidcriteria in de EU-richtlijn hernieuwbare energie, loopt wel achter op de planning. De uitvoering wordt negatief beïnvloed door de kredietcrisis en de economische crisis. 100.000 woningenplan, onderdeel expertisecentrum Scholenbouw De drie noordelijke provincies hebben het afgelopen jaar een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een expertisecentrum scholenbouw. Dit expertisecentrum kan gemeenten en schoolbesturen begeleiden bij het duurzaam herstructureren van hun gebouwenvoorraad. De studie is uitgevoerd in het kader van het Energieakkoord, als onderdeel van het 100.000 woningenplan. Eind 2009 zijn het haalbaarheidsonderzoek en de begeleidende pilots afgesloten. Beide bevestigen nadrukkelijk het bestaansrecht van het expertisecentrum vanuit marktbehoefte en een zeer breed draagvlak in het veld. Subsidieregelingen energiebesparende maatregelen voor particulieren Wij hebben twee subsidieregelingen ter stimulering van energiebesparende maatregelen voor met name particuliere woningeigenaren opengesteld. Voor de eerste regeling die in maart opende, stelden wij een bedrag van € 900.000 uit de Essentmiddelen beschikbaar. Deze regeling was zo'n groot succes dat het subsidiebedrag in één dag was benut. De tweede regeling ging open in november en loopt nog. Dit is een regeling voor de drie noordelijke provincies. Daarvoor hebben wij provinciale cofinancieringmiddelen voor een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar gesteld.
Rudi Slager: "Dat energiebesparing een onderwerp is dat leeft werd wel duidelijk bij de subsidieregeling die in maart 2009 voor particulieren is opengesteld. In een paar uur tijd kwamen er meer dan 600 aanvragen binnen en was de regeling meerdere keren overtekend. Dergelijke regelingen lijken een goed instrument te zijn om te bewerkstelligen dat mensen hun woning gaan verbeteren om energie te besparen, daarmee ook kosten te besparen en het wooncomfort te verbeteren. Al deze maatregelen helpen bij onze bijdrage aan de klimaatdoelstellingen."
Carbon Capture Storage (CCS) In februari hebben we het plan van aanpak CCS van Noord-Nederland aangeboden aan de ministers Cramer (VROM) en Van der Hoeven (Economische Zaken). Het plan van aanpak heeft als doel een grootschalig demonstratieproject CCS in Noord-Nederland tot stand te brengen. Ondanks een intensieve lobby door de verschillende partijen is het NUON niet gelukt aanspraak te maken op de gelden uit de Europese versnellingsagenda (EERP). Resultaat van de activiteiten is wel dat de ministers Cramer en Van der Hoeven in 2009 hebben aangegeven dat zij Noord-Nederland als voorkeurslocatie beschouwen voor een volgend demonstratieproject CCS. Dit betekent dat onze regio nadrukkelijk in beeld is voor een subsidie uit de ‘New Entrants Reserve’, een Europees subsidieprogramma voor duurzame energie en CCS. Ondertussen hebben wij onze bijdrage geleverd aan de oprichting van de Stichting CCS Noord Nederland, die de voorbereiding van CCS verder uitvoert. De leden van de Stichting zijn Energy Valley, Gasunie, Groningen Seaports, NAM, NOM, NUON, en RWE. Infrastructuur Begin 2009 is het eerste provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) gepresenteerd en vastgesteld. Hierin staat onze visie op de infrastructurele projecten tot 2020 en staan de grotere knelpunten die wij in de komende jaren willen gaan aanpakken. Naast de projecten uit het Regiospecifiek Pakket/Zuiderzeelijn(RSP/ZZL), vloeien de projecten voort uit het collegeprogramma en het POP. Verkeersveiligheid, verkeersdoorstroming en de versterking van het openbaar vervoer zijn belangrijke dragers van het MIT. Door de vaststelling hiervan in Provinciale Staten (maart 2009) is het kader voor ons infrastructuurbeleid voor langere tijd vastgelegd. Daarmee is voor alle MIT-projecten een zogeheten opnamebesluit genomen en kon vanaf 2009 de verkenningsfase voor de afzonderlijke projecten worden gestart. Dit is ook de start van de nieuwe werkwijze met een ruimere betrokkenheid van Provinciale Staten op het terrein van infrastructuur. Alle individuele projecten worden aan het einde van de verkenningsfase ter besluitvorming voorgelegd aan Provinciale Staten. Provinciale Staten besluiten dan of de projecten in de planuitwerkingsfase terecht
Politieke Verantwoording
18
komen. Aan het einde van die planuitwerkingsfase vindt in de nieuwe werkwijze statenbesluitvorming plaats over de realisering van de projecten (het realisatiebesluit). e
De stuurgroep Zuidelijke Ringweg Groningen 2 fase heeft in juli 2009 een bestuurlijk voorkeursbesluit genomen. Dit bestuurlijk voorkeursalternatief gaat uit van een oplossing op het bestaande tracé bestaande uit een variant met een verdiept liggende tunnelbak met overkluizingen (ook wel tunneldeksels genoemd). Dit stuurgroepbesluit heeft aan de basis gelegen van de bestuursovereenkomst die minister Eurlings (Verkeer en Waterstaat) in november 2009 heeft gesloten met de provincie en de gemeente Groningen. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft vervolgens in december 2009 besloten om met een zogenoemde aanvangsbeslissing de planstudie te starten. Rijkswaterstaat, de gemeente en de provincie Groningen werken sinds het besluit van de minister aan de startnotitie MER voor de planstudie en aan de inrichting van deze projectorganisatie die de impact van dit project moet kunnen beheersen. Ook is samen met Rijkswaterstaat gewerkt aan het vaststellen van het wegontwerp en de planvoorbereiding van het zuidelijke deel van de N33. Provinciale Staten hebben in 2009 ingestemd met het eindbeeld voor de Oostelijke Ringweg. Daarna is hard gewerkt aan de planuitwerking van het eerste project van dit eindbeeld, de ongelijkvloerse aansluiting Ringweg/Lewenborg/Ulgersmaborg. In de periode oktober tot en met november 2009 liep hiervoor de formele inspraakprocedure. Een belangrijk onderdeel daarvan was een inloopavond, waar volop informatie en ideeën zijn uitgewisseld tussen projectorganisatie en de aanwezige bewoners en betrokkenen. In 2009 viel het ook besluit over het voorkeurstracé voor de verbinding Groningen-WinsumMensingeweer. De daadwerkelijke realisatie, van deze voor de regio zo belangrijke ontsluitende verbinding, is daarmee een belangrijke stap dichterbij gekomen. Afgesproken is om voor het tracé nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de negatieve effecten te verzachten (mitigatie) en deze waar nodig te compenseren. De resultaten hiervan worden opgenomen in het realisatiebesluit. In het kader van de opwaardering van de Vaarweg Lemmer-Delfzijl is ook duidelijkheid ontstaan over de vervanging van de bruggen over het Van Starkenborghkanaal bij Aduard en Dorkwerd. Provinciale Staten hebben besloten dat de brug bij Aduard zal worden verschoven naar de westzijde van de loswal. Vanaf de brug zal vervolgens een ontsluitingsroute voor Aduard om de Nijelandsterpolder gerealiseerd worden, die ten zuiden van Nieuwklap aansluit op de Friesestraatweg (N355). De brug bij Dorkwerd blijft gehandhaafd voor alle verkeer. De planuitwerking voor dit omvangrijke project is gestart. In samenwerking met Politie, OM en de vier gemeenten Veendam, Pekela, Stadskanaal en Vlagtwedde zijn wij gestart met Gericht Verkeerstoezicht (GVT) op de N366. GVT is gericht op de verbetering van de veiligheid en bestaat uit drie onderdelen, te weten aanpassing van de infrastructuur, educatie/ voorlichting en handhaving. De aanpassingen van de N366 op infrastructureel gebied zijn door Provinciale Staten vastgelegd in het eindbeeld N366, waarbij in 2015 alle kruisingen met de gemeentelijke wegen ongelijkvloers zullen zijn. Tot 2015 wordt ingezet op de twee andere elementen van GVT. Weggebruikers en omwonenden zijn in het afgelopen jaar voorgelicht over het project onder andere door middel van een huis-aan-huiskrant en mottoborden. De handhaving bestaat uit intensieve controles van de politie die toegespitst zijn op het soort ongevallen dat op deze weg veel voorkomt (bv. afstand houden en snelheid). In het kader van de versnellingsagenda is in 2009 een aantal onderhoudsprojecten versneld uitgevoerd. Bijvoorbeeld de asfaltering van de N367 bij Pekela (rotonde Turfweg tot aansluiting Zuidwending) en de N368 Blijham-Vlagtwedde. Het kruispunt bij Blijham is gereconstrueerd tot een rotonde, waardoor de veiligheid aanzienlijk is verbeterd. De weg is opnieuw geasfalteerd en voorzien van zogenaamde "stroomweg 100km belijning". Tevens is onderhoud uitgevoerd aan de bruggen en viaducten in dit wegvlak.
Politieke Verantwoording
19
Marc Jager: "Veel inwoners van onze provincie zijn regelmatig of zelfs dagelijks afhankelijk van de bereikbaarheid van de stad Groningen. Alleen een goede mix van openbaar vervoer, fiets en auto kan scholen, bedrijven, winkels, ziekenhuizen en andere belangrijke voorzieningen in de stad - ook in de toekomst! - bereikbaar houden. In het afgelopen jaar is hard gewerkt aan een stevige fundering voor deze bereikbaarheid. Het startbesluit voor de Zuidelijke Ringweg dat minister Eurlings heeft genomen op basis van een gezamenlijk opgestelde bestuurlijke voorkeursvariant is daarvan een belangrijke peiler."
Openbaar Vervoer Het busvervoer in Groningen en Drenthe door het OV-bureau Groningen Drenthe is opnieuw aanbesteed. Het openbaar vervoer in Groningen en Drenthe is vanaf nu in één concessie aanbesteed, met uitzondering van een aantal Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)-lijnen en het kleinschalige openbaar vervoer zoals regiotaxi's en servicebussen. Sinds 14 december 2009 is Qbuzz als nieuwe grote vervoerder actief in Groningen en Drenthe. De aanbesteding is een complex traject gebleken. Daarom is in het dagelijks bestuur van het OV-bureau besloten het proces rond de aanbesteding te evalueren. Bij een volgende aanbestedingssituatie kunnen we deze ervaringen zo goed mogelijk benutten. Na het vaststellen van het Raamwerk Regiorail is in 2009 veel werk geleverd voor de verkenning van verschillende projecten. Het vergroten van de bereikbaarheid van de regio Groningen-Assen bestaat immers niet alleen uit het aanleggen van regiotramlijnen, maar ook uit het verbeteren van het regionale spoor, en het integreren van deze twee modaliteiten. Onder regie van de nieuw opgerichte stuurgroep Stationsgebied Spoorzone zullen projecten zoals 'Aanpassing station Europapark', en 'doorkoppeling plus upgrade HS Groningen' nader worden uitgewerkt. Toerisme Nieuwe tv-campagne Er gaat niets boven Groningen In december is de nieuwe promotiecampagne 'Er gaat niets boven Groningen' gelanceerd. In deze campagne, die Marketing Groningen in opdracht van de provincie Groningen heeft ontwikkeld, kan iedereen die Groningen een warm hart toedraagt via de site www.spotgroningen.nl zijn eigen Groningen-spot maken en zo zelf bijdragen aan de promotie van de provincie. STAR In april 2009 zijn we samen met de gemeenten Stadskanaal, Veendam, de Rabobank en de crediteuren van de STAR gekomen tot een akkoord voor de oplossing van de financiële problemen van de stichting Stadskanaal Rail (STAR). Dit akkoord houdt in dat de overheden een deel van de schuld van de STAR aan de bank aflossen (€ 215.000) en dat de bank een deel van de openstaande leningen gedurende 15 jaar rente- en aflossingsvrij heeft gemaakt. De andere zes grote handelscrediteuren zijn eveneens bereid een bijdrage te leveren aan het in stand houden van de STAR. De voorgestelde regeling houdt in dat de drie overheden de crediteuren de helft van het te vorderen bedrag betalen en dat de crediteuren als tegenprestatie collectief de andere helft van hun vordering op de STAR kwijtschelden (€ 332.000). In totaal hebben de overheden gezamenlijk een bedrag van € 800.000 beschikbaar gesteld. Tevens is er bij de STAR een nieuw bestuur aangetreden. Met deze oplossing is een belangrijke toeristische voorziening voor de regio behouden. Noordelijke vaarverbinding Blauwestad In 2009 werd besloten tot de aanleg van de noordelijke vaarverbinding Blauwestad. Een belangrijke stap. Hiermee krijgt het Oldambtmeer nieuwe aansluitingen en ontstaan er uitgebreidere toeristische vaarmogelijkheden binnen de provincie. De realisatie van de noordelijke vaarverbinding geeft een stevige impuls aan het vaartoerisme in en rond Blauwestad.
Politieke Verantwoording
20
Landbouw Vernieuwing en verbreding van de landbouw stimuleren we onder meer door het ondersteunen van projecten zoals het praktijkproject kunstmestvervangers Biogreen. In 2009 zijn we op dit gebied van start gegaan met proeven in de Veenkoloniën. We participeren in de Hotspot Klimaat en Landbouw Noord Nederland (afronding eind 2010) en hebben bijvoorbeeld het Centrum voor Landbouw & Milieu (CLM) opdracht gegeven om te inventariseren wat de huidige stand van zaken is wat betreft broeikasgasemissies in de Groninger landbouw. Tijdens een door ons georganiseerde bijeenkomst met de landbouwsector is gesproken over de aanbevelingen van het rapport en over de rol die de agrarische sector kan spelen bij het terugdringen van broeikasgassen. Het door de provincie Groningen ondersteunde project "Duurzaam melkvee" van Valacon-Dairy is een goed praktijkvoorbeeld dat laat zien dat met verschillende maatregelen snel resultaat te behalen valt op dit terrein en wat bovendien de bedrijfsvoering ten goede komt. Visserij Binnen het Regionaal College Waddengebied (RCW) is gedeputeerde Hollenga portefeuillehouder van het thema visserij. In het uitvoeringsprogramma van het Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddengebied van het RCW is het maken van een breed gedragen visie op duurzame visserij in de Waddenzee een onderdeel. In 2009 zijn we samen met vertegenwoordigers uit de visserijsector, natuurorganisaties en betrokken overheden aan de slag gegaan met het maken van deze visie, die in het voorjaar van 2010 wordt aangeboden aan minister Verburg (LNV). Inmiddels participeren we ook in het Europees Visserijfonds. Voor de uitvoering van kleinschalige visserijprojecten die moeten bijdragen aan een duurzame en economisch rendabele visserij hebben we ruim € 900.000 (co-financiering) beschikbaar gesteld. Douwe Hollenga: “De Waddenzee, het werkgebied van veel Groninger vissers, is een internationaal uniek natuurgebied. Een gebied waar vissers ook in de verre toekomst nog hun brood moeten kunnen verdienen maar waar het kwetsbare ecosysteem niet onder mag lijden. Daarom zijn wij als Waddenregio begonnen met het maken van een visie op een duurzame wadvisserij, met als doel dat vissers en natuur nog een lange duurzame toekomst samen hebben.”
Politieke Verantwoording
21
Kwaliteitsagenda In dit hoofdstuk gaan we in op het Provinciaal Omgevingsplan, regioprogramma’s, gebiedsopgaven, bouwen en wonen, ruimtelijke kwaliteit in de provincie, landschap en natuur, water, dierenwelzijn, omgevingsdiensten en ten slotte bodemsaneringen. Provinciaal Omgevingsplan In de eerste helft van 2009 heeft voor ons in het teken gestaan van het afronden van een nieuw Provinciaal Omgevingsplan (POP). De voorbereidingen daarvan zijn reeds in 2006 gestart. In januari hebben wij het ontwerp POP gepresenteerd. Belangrijkste onderwerpen in het ontwerp POP waren de bescherming van de karakteristieken van het Groninger landschap, ruimte voor ontwikkeling, leefbaarheid op het platteland, duurzame energie en klimaatbestendigheid. In de inspraakperiode (20 januari t/m 10 maart) zijn circa 350 reacties binnengekomen op het ontwerp. Deze zijn verwerkt in de, in april verschenen, Nota Reactie en Commentaar. Na een uitvoering debat in zowel de Statencommissie Omgeving en Milieu als in Provinciale Staten hebben de Staten in juni het nieuwe Provinciale Omgevingsbeleid vastgesteld, met de bijbehorende Provinciale Omgevingsverordening. De provincie Groningen was daarmee de eerste provincie die onder de nieuwe Wet ruimtelijke ordening de regels voor het ruimtelijke beleid vooraf duidelijk aangeeft door het vaststellen van de omgevingsverordening. Onze provinciale ruimtelijke belangen worden hierdoor geborgd. Tijdens de behandeling van het Provinciaal Omgevingsplan in Provinciale Staten richtte de discussie zich met name op de locaties van windturbineparken, Intensieve Veehouderij (IV), bouwblokken, bouwen & wonen, water/kustvisie en kernkwaliteiten zoals licht, duisternis en stilte. Ook energie, verkeer en bedrijventerreinen zijn veelvuldig aan de orde geweest. Bij de besluitvorming zijn 75 amendementen en 11 moties in stemming gebracht. Hiervan zijn resp. 24 amendementen en 6 moties aangenomen. Het nieuwe vastgestelde POP maakt ontwikkeling en vooruitgang mogelijk, maar het behouden van karakteristieken en zuinig omgaan met ruimte staan ook centraal.
William Moorlag: In het nieuwe Provinciale Omgevingsplan hechten we veel waarde aan het bewaren van de karakteristieken van de provincie zoals gevarieerde landschappen, stilte en duisternis. Daarnaast bieden we in bepaalde gebieden ook volop ruimte aan economische ontwikkeling. Het Eemsmondgebied is hier een goed voorbeeld van.
We zijn doorgegaan met de gebiedsgerichte aanpak en hebben bepaalde opgaven in de regio's samen met onze partners aangepakt. Naast het werken in vier regioprogramma's, zijn we in 2009 begonnen met het werken met de in het POP genoemde gebiedsgerichte opgaven. In het licht van de aankomende bezuinigingen zien wij voor de toekomst meer kansen voor het werken met gebiedsgerichte opgaven - zoals de Eemsdelta, krimpgebieden - dan in de vorm van regioprogramma's. Toch zullen ook de regioprogramma's hier kort de revue passeren. Gebiedsopgaven In het POP spreken we van vijf ontwikkelopgaven; Veenkoloniën, Lauwersmeer, Eemsdelta, Stad Groningen en Regio Groningen-Assen. Hieronder wordt kort ingegaan op de eerste twee genoemde gebiedsopgaven. De overige komen aan de orde bij andere paragrafen (onderdeel regioprogramma en onderdeel bevolkingskrimp). Veenkoloniën Op de Agenda voor de Veenkoloniën staan onder andere veiligheid en doorstroming op de weg hoog genoteerd. In 2009 zijn in dat kader weer twee kruispunten op de N366 aangepakt en is in het Platform N33 hard gewerkt aan de uitwerking van de verdubbeling van deze weg tussen Assen en Zuidbroek.
Politieke Verantwoording
22
Lauwersmeer In het Lauwersmeergebied willen we als provincie een actieve rol spelen als ontwikkelaar en/of regisseur. We willen, met name in Lauwersoog, een economische impuls organiseren door extra verblijfsrecreatieve voorzieningen en attracties, algehele upgrading van het havengebied Lauwersoog voor toerisme, visserij en andere bedrijvigheid en het verbeteren van de toeristische infrastructuur voor fietsen, varen en wandelen. Hierbij willen we aansluiten op de kernkwaliteiten van het Lauwersmeer als Nationaal Park en de Waddenzee als Werelderfgoed. De provincie heeft in 2009 samen met de provincie Fryslân en betrokken gemeenten het initiatief hernomen voor een gezamenlijke aanpak van de ontwikkelingen in en rond het Lauwersmeergebied. Specifiek voor Lauwersoog hebben wij in 2009 samen met de gemeente De Marne het initiatief genomen om te komen tot een ontwikkelplan voor Lauwersoog. Voor zowel Lauwersmeer als Lauwersoog is het actief werven en begeleiden van particulier initiatief en een effectieve marketing van het gebied bevorderd. Het visiedocument Lauwersmeergebied en het ontwikkelplan Lauwersoog worden in 2010 afgerond. Gebiedsgericht werken in regioprogramma's We gaan hieronder met name in op de regioprogramma’s Centraal en Oost. Noord en West passeren kort de revue. Centraal De samenwerking in de regio Groningen-Assen is in 2008/2009 geëvalueerd. Hieruit bleek dat de gehanteerde aanpak van de regiovisie succesvol is geweest en heeft gezorgd voor meer kwaliteit in en voor de regio. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de uitvoering van diverse projecten binnen de vier programma's (bereikbaarheid, wonen, Regiopark en bedrijventerreinen) en ook uit het feit dat de samenwerking de afgelopen periode meer (rijks)middelen voor de regio heeft opgeleverd. Verder zijn er naar aanleiding van de aanbevelingen uit de evaluatie voorstellen gedaan tot verbetering. Voorstellen zijn onder andere het opstellen van een gezamenlijke economische agenda, het zorgen voor een extra impuls voor het landschap, het verbeteren van de regie op de uitvoering van de programma's en het verbeteren van de in- en externe communicatie bij de profilering van de regio. Uitgangspunt bij de evaluatie was de inzet en betrokkenheid van de maatschappelijke omgeving. Veel kennisinstellingen, bedrijfsleven, woningbouwcorporaties en natuur- en landschapsorganisaties hebben hun input geleverd. Daarmee is ervoor gezorgd dat de agenda van de regionale samenwerking ook voor de komende periode maatschappelijk urgent is. Ook de leden van de gemeenteraden en Provinciale Staten zijn intensief bij het proces betrokken geweest. In de eerste helft van 2009 zijn zij in drie sessies geïnformeerd over de resultaten van de evaluatie en de hieruit voortkomende adviezen en betrokken bij de uitwerking hiervan in concrete voorstellen. In de tweede helft van 2009 is een informatieve ronde gehouden langs alle gemeenteraden en beide Provinciale Staten waarin zij zijn voorbereid op de aankomende besluitvorming, die begin 2010 zal plaatsvinden. Ook het project Meerstad ontkomt niet aan de landelijk stagnerende woningmarkt. In april 2009 is met de betrokken partners (de gemeenten Groningen en Slochteren, provincie Groningen, ministerie van LNV, AM, Heijmans, BPF en Hanzevast) een ontwikkelscenario uitgewerkt dat inspeelt op de veranderende woningmarktomstandigheden. Op deze wijze willen de betrokkenen komen tot een ontwikkelstrategie, die geschikt is voor de komende vijf jaar. De woningfasering bestaat uit het temporiseren van de woningbouw (oplopend van 150 in 2010 naar 600 vanaf 2014). De ontwikkelstrategie is erop gericht dat de start goed moet zijn. Dit door onder meer vanuit het centrum te ontwikkelen, met het haventje als aanleiding en centraal punt, voor te investeren in het landschap (onder andere verdere ontgraving van het meer), en de bestemmingsplanprocedure centrum Meeroevers naar voren te halen. Wij blijven de ontwikkelingen op de woningmarkt en de eventuele gevolgen voor dit project nauwlettend volgen. Oost Het project Blauwestad heeft het afgelopen jaar een belangrijke verandering ondergaan. In oktober 2009 adviseerde de commissie Alders-Bakker-Doets de publiek-private samenwerking in het project Blauwestad te beëindigen en verder te gaan met een publiek-publieke samenwerking tussen de provincie en de nieuwe gemeente Oldambt. Men vond het niet meer verantwoord het project te laten trekken door de overheid samen met maar één private partij. De provincie en Koop Holding Europe (KHE) besloten het advies op te volgen. In goed overleg is een overeenkomst gesloten, waarbij beide partijen een bijdrage leveren aan de beëindiging van de samenwerking. De provincie heeft alle gronden teruggekregen, en KHE heeft € 13.720.000 ontvangen voor onder andere het bouw- en
Politieke Verantwoording
23
woonrijp maken, de aanleg van infrastructuur, het multifunctioneel centrum en de modelwoning. Om dit te kunnen bekostigen hebben wij voorgesteld het investeringskrediet Blauwestad gedurende de komende 5 jaar op te hogen van € 105 miljoen tot € 118 miljoen. Provinciale Staten hebben hiermee ingestemd. Vervolgens hebben wij een nieuwe reële en toekomstbestendige grondexploitatie gemaakt, met een looptijd van 40 jaar en een gemiddelde verkoop van 30 kavels per jaar als uitgangspunt. Dit betekent dat wij in 2009 eenmalig € 28.775.000 hebben moeten afboeken. In de Ring Blauwestad is een aantal concrete producten afgerond in de Toeristisch Recreatieve Infrastructuur. Door de aanleg van een fietspontje, fiets- en wandelpaden, uitkijkpunten en parkeervoorzieningen rondom het Oldambtmeer kan iedereen genieten van bijvoorbeeld het particulier natuurgebied Reiderwolde. Noord In de regio Noord zijn we begonnen met de aanpak van de problematiek rondom plattelandswegen. Wij begeleiden gemeenten bij het rechtstreeks aanvragen van Europese subsidie (Plattelandsontwikkelingsprogramma) voor de verbetering van de agrarische infrastructuur, waaronder bepaalde plattelandswegen. In 2009 is gewerkt aan het opstellen van een plan voor het 'fietsen over de dijk' ('Kiek over Diek van Lauwersoog tot Dollard tou'). Voor het plan zal subsidie worden aangevraagd uit het Waddenfonds, daarnaast zijn we bezig met het komen tot afspraken over financiering door gemeenten en waterschappen. West We zijn begonnen met een verkenning naar de mogelijkheden van een gebiedsfonds in het Zuidelijk Westerkwartier voor het beheer en onderhoud van houtsingels. Er zijn gesprekken gevoerd om te peilen wat het draagvlak hiervoor is en op een rij te krijgen wat de kansen voor een gebiedsfonds zijn. Bouwen en Wonen Bevolkingskrimp In 2009 hebben we ons ingezet om de problematiek rond de bevolkingsdaling in onze provincie onder de aandacht te brengen. De lobby richting minister, staatssecretaris en de Tweede Kamer heeft succes gehad. Het thema staat inmiddels hoog op de politieke agenda, het Topteam Krimp noemt de krimpsituaties in Noordoost- en Oost-Groningen urgent en bijzonder, en we hebben als provincie mee mogen schrijven aan het Nationaal Actieplan Bevolkingsdaling. In dit plan zijn twee pilots voor de provincie Groningen opgenomen: één voor Noord-Groningen op het gebied van onderwijs, en één voor Oost-Groningen op het gebied van de kwaliteit van goedkope koopwoningen. Zowel in de regio Noordoost- als Oost-Groningen zijn grote stappen voorwaarts gemaakt. In september hebben de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Eemsmond en Loppersum en de provincie Groningen het nieuwe woon- en voorzieningenbeleid vastgelegd in het Pact Regio Eemsdelta, waarbij ook aantallen zijn afgesproken voor (vervangende) nieuwbouw en sloop tot 2018. Ook in OostGroningen is overeenstemming bereikt over het nieuwbouwprogramma tot 2020. Al deze cijfers zijn opgenomen in het POP. Beide regio's zijn nu op basis van de afspraken aan de slag met een woonen leefbaarheidsplan. Ook in de gemeente De Marne wordt gewerkt aan een dergelijk plan. Ondertussen zijn we bezig met een actieplan bevolkingsdaling voor onze provincie, dat we samen met de regio's ontwikkelen. In het beleidskader voor het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2010-2014 (ISV3) hebben we vastgelegd dat we deze middelen in de krimpgebieden willen inzetten. Gemeenten in deze regio's kunnen plannen indienen voor het op peil houden of verbeteren van de leefbaarheid. Pim de Bruijne: “Door de krimp moeten we als provincie keuzes maken die anders wellicht waren uitgesteld of nooit gemaakt waren. Dit doen wij niet alleen, maar samen met de gemeenten en de betrokken maatschappelijke organisaties. Zo zijn we in Noord-Groningen bezig met het onderwijs. De prognose voor 2015 is dat er 30% minder kinderen basisonderwijs volgen; schoolbesturen moeten hierop anticiperen. Proberen de besturen kleine scholen, die moeizaam aan hun leerlingenaantal komen, in stand te houden of kiezen ze voor een stevige school op regionaal niveau, die met goed vervoer bereikbaar is? De kansen van krimp zitten niet in meer, maar in beter.”
Politieke Verantwoording
24
Hoewel in de regio Groningen-Assen de bevolking en daarmee de woningbehoefte blijft groeien, realiseert de regio zich ook dat het nodig is de woningbouwprogramma’s regiobreed op elkaar af te stemmen. In 2009 zijn de eerste stappen gezet om hiervoor instrumenten te ontwikkelen. Daarnaast heeft de regio vastgesteld dat er een wederzijdse afhankelijkheid bestaat tussen de groeigebieden in deze regio en de krimpregio’s. In een quick scan van de gemeente Groningen is een eerste aanzet gedaan om de relatie tussen groei en krimp in onze provincie in beeld te brengen. Ganzedijk In november 2009 hebben wij het toekomstplan voor Ganzedijk aan de inwoners gepresenteerd. Dit plan is tot stand gekomen in goed overleg met het Comité Ganzedijk Blijft! Ganzedijk wordt opgeknapt en iedereen die er wil blijven wonen, kan er blijven wonen. Particuliere eigenaren kunnen tegen kostprijs gebruik maken van hetzelfde opknapaanbod dat woningcorporatie Acantus aan de huurders biedt. Een aantal kwalitatief slechte huurwoningen aan de Nuusweg moet verdwijnen, omdat de vraag naar huurwoningen kleiner is dan het aanbod. Voor de bewoners wordt een passende oplossing gezocht. Acantus is eind 2009 begonnen met de uitvoering van het plan. Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD) De activiteiten van de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD) worden met ingang van 2010 overgedragen aan de gemeente Delfzijl. Dit zijn de aandeelhouders gemeente Delfzijl, woningcorporatie Acantus en de provincie overeengekomen. De OMD is in 2002 opgericht als tijdelijke constructie tot en met 2010, met als doel de verbetering van het woon- en leefklimaat van de kern Delfzijl (Masterplan Delfzijl). Nu in het Pact Eemsdelta regionale afspraken zijn gemaakt over nieuwbouw en transformatie van de woningvoorraad, hebben de aandeelhouders unaniem besloten dat de activiteiten van de OMD weer terug naar de gemeente kunnen. Door de gevolgen van de bevolkingsdaling voor de woningvoorraad heeft de gemeente extra middelen nodig om het Masterplan te realiseren. Overeengekomen is dat Acantus en de gemeente elk € 8,5 miljoen bijdragen en de provincie € 350.000. Daarnaast maken de gemeente en Acantus prestatieafspraken voor de komende jaren. Ruimtelijke kwaliteit in de provincie Door de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) zijn de bestuurlijke verantwoordelijkheden op een zo laag mogelijk niveau gelegd (decentraal wat kan, centraal wat moet). Vooraf dient duidelijk te zijn wat de provincie als provinciaal belang beschouwt. Deze filosofie is terug te vinden in het in juni 2009 vastgestelde nieuwe Provinciale Omgevingsplan en de bijbehorende Omgevingsverordening. Hierdoor is een andere verhouding ontstaan tussen provincie en gemeenten. We willen investeren in goede communicatie en overleg aan 'de voorkant' van ruimtelijke ordeningsprocessen. In november hebben wij een zeer goed bezochte bijeenkomst georganiseerd met gemeenteambtenaren Ruimtelijke Ordening, om deze nieuwe werkwijze toe te lichten. Ook is deze nieuwe werkwijze in december uitgedragen in het portefeuillehouderoverleg van de Vereniging van Groninger Gemeenten (VGG). Bij ruimtelijke ontwikkelingen in de provincie bestaat vaak spanning tussen de ontwikkelingen en de ruimtelijke kwaliteit. In 2009 is een aantal initiatieven geïnitieerd en verder opgepakt om de ruimtelijke kwaliteit van de provincie zo optimaal mogelijk te houden. Hieronder volgen de belangrijkste. Intensieve Veehouderij (IV) Intensieve Veehouderij kan ongewenste effecten hebben op het Groninger landschap. Bij de vaststelling van het Provinciaal Omgevingsbeleid (juni 2009) is besloten geen nieuwe intensieve veehouderijen toe te staan, ook niet in de vorm van een neventak. Tijdens de behandeling van het POP is een motie aangenomen, waarin het college wordt verzocht om te onderzoeken of het juridisch mogelijk is om een bovengrens voor intensieve veehouderijen in te stellen. In de tweede helft van 2009 zijn wij daarmee begonnen en in 2010 zullen we met een voorstel komen. Bedrijventerreinen Bij de vaststelling van het POP is besloten om de bestaande ruimte van bedrijventerreinen optimaal te benutten. Wij geven hierbij prioriteit aan herstructurering en revitalisering van bestaande terreinen. Benutten van een zoekgebied (waar eventueel nieuwe bedrijventerreinen gerealiseerd kunnen worden) is slechts mogelijk na toepassing van de SER-ladder. Hierdoor geven we invulling aan het landelijke programma Mooi Nederland om verrommeling van ons landschap tegen te gaan.
Politieke Verantwoording
25
In 2009 is het rapport verschenen over de haalbaarheids- en effectanalyse van een Factory Outlet Centre (FOC) in Zuidbroek. Een aantal Oost-Groninger gemeenten heeft uit het rapport geconcludeerd dat er voldoende marktmogelijkheden van een FOC in Zuidbroek aanwezig zijn. Het verdringingseffect zou beperkt zijn en er zou tevens sprake zijn van synergie-effecten. Naar de maatstaven van het onderzoek is het afzetgebied te klein en ontbreekt in de omgeving een aantrekkelijk stedelijk centrum of versterkende recreatieve mogelijkheden. Naar onze mening is het initiatief onvoldoende robuust. Alles afwegende vonden wij het rapport onvoldoende basis bieden voor afwijking van het Provinciale Omgevingsbeleid. Dat hebben wij in november kenbaar gemaakt aan de gemeente Menterwolde en andere Oost-Groninger gemeenten. In mei 2009 hebben wij besloten geen medewerking te verlenen aan het realiseren van een overdekte markt (Wereldbazar) in Nieuweschans, omdat deze ruimtelijk en verkeerskundig niet op de beoogde locatie goed is in te passen. Provinciale Staten hebben dit in meerderheid in 2009 bekrachtigd. Technische infrastructuur Wij zijn als provincie verantwoordelijk voor een goede ruimtelijke inpassing van de technische infrastructuur van bijvoorbeeld energie. In 2009 zijn op dit gebied diverse ontwikkelingen geweest. Windenergie In het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan zijn drie locaties aangewezen voor windturbineparken: in de Eemshaven, Delfzijl en langs de N33 (bij Veendam/Menterwolde). Door de windturbineparken te concentreren in deze drie gebieden willen wij het open karakter van het overige Groninger landschap zoveel mogelijk handhaven. Ook willen we participatie en repowering (het vervangen van kleinere solitaire windturbines door grotere windturbines op in het POP aangewezen parken om zo meer vermogen te verkrijgen) bevorderen. Voor de te volgen procedure voor de realisatie van de windparken en de bevoegdheden hierin van de verschillende overheden, is de komst van de rijkscoördinatieregeling en de aankomende Crisis- en Herstelwet van belang. Op basis van deze regelgeving is het ook mogelijk dat in sommige gevallen het Rijk of de provincie in plaats van de gemeente een bestemmingsplan of beter gezegd een inpassingsplan maakt. Op verzoek van de Staten is een onderzoek gestart hoe we vóór 2019 tenminste 750 MW aan windenergie kunnen realiseren. De uitkomsten van dit onderzoek worden vóór 1 april 2010 gepresenteerd. 380 kV In 2009 hebben wij de startnotitie MER voor de Noord-West 380 kV verbinding Eemshaven-Diemen ontvangen van het Rijk. Wij onderschrijven als college het nut en de noodzaak van de aanleg hiervan, maar volgens ons moet er wel gekeken worden naar meerdere alternatieven. We hebben hierover een zienswijze ingediend. De impact op het Groninger landschap en op het ruimtegebruik in verband van de veiligheidszone is groot. Wij hebben erop aangedrongen om in de MER alternatieven te onderzoeken, die minder impact hebben op het Groninger landschap. In dat verband zijn wij geïnteresseerd in de mogelijkheden van een ondergrondse, dan wel onderzeese variant. Bij het alternatief van de onderzeese variant kijken we ook naar de mogelijkheden om de off-shore windparken aan te sluiten op het netwerk. Hiernaar is een onderzoek gestart. Kernenergie Halverwege 2009 ontvingen wij een uitnodiging van het ministerie van VROM voor een bijeenkomst over kernenergie. Wij hebben laten weten dat wij hier bestuurlijk niet aan wilden deelnemen. Wij zijn immers tegen de bouw van nieuwe kerncentrales in de provincie Groningen, zolang de veiligheid ervan niet gegarandeerd is en er geen oplossing is voor het afvalprobleem. Buisleidingenstraat In 2009 is commotie geweest bij het opnemen van een bepaalde voorkeursvariant van een buisleidingenstraat in het Ontwerp POP. Deze buisleidingenstraat is nodig om de uitwisseling van energie, chemische gassen en vloeistoffen mogelijk te maken tussen de Eemshaven en de haven in Delfzijl. Het opgenomen voorkeurstracé (het zogeheten Leermens-tracé) zorgde voor veel onrust in het gebied, omdat er nog veel onduidelijkheden en vragen leefden. Na twee voorlichtingsavonden in het gebied, is tijdens de vaststelling van het definitieve Omgevingsplan in juni door Provinciale Staten besloten om drie mogelijke tracés in het Omgevingsplan op te nemen. Hiermee is tegemoet gekomen aan de wens van bewoners en grondeigenaren dat meerdere tracés onderzocht zouden moeten worden. Vervolgens hebben wij in 2009 verder gewerkt aan een projectplan om met alle betrokkenen
Politieke Verantwoording
26
tot een afweging van het tracé te komen. Verder zien wij erop toe dat de initiatiefnemer zorgvuldig het proces doorloopt en rekening houdt met de belangen van burgers en ondernemers in het gebied. Provinciaal Bouwheerschap Met het Provinciaal Bouwheerschap zetten wij mensen en middelen in om projecten die met ruimtelijke ordening te maken hebben op een hoger niveau te tillen. Het Bouwheerschap heeft in 2009 met Groninger Gemeenten overlegd over plannen en processen en heeft in provinciale projecten geparticipeerd en geadviseerd. Voorbeelden zijn deelname aan het kwaliteitsteam voor de Zuidelijke Ringweg in Groningen, het regionale project Lauwersoog/Lauwersmeer, maar ook de totstandkoming van het plan Almersma in Uithuizen. Op bovenprovinciaal niveau is deelgenomen aan themastudies rond windmolens, wegen en krimp. Daarnaast zijn er werkcontacten met het Rijkscollege van Adviseurs over deze vraagstukken. De jaarlijkse studiereis met gemeentelijke portefeuillehouders en hun ambtelijke adviseurs heeft als doel alle betrokkenen bewust te maken en te betrekken bij ons streven naar een zo hoog mogelijke ruimtelijke kwaliteit in de provincie. De reis stond afgelopen jaar in het teken van krimp en groei in een vergelijkbare regio en ging naar Ost-Friesland (Duitsland). Agrarische schaalvergroting/keukentafelgesprekken In 2009 is een aantal keukentafelgesprekken gevoerd om de agrarische schaalvergroting zo optimaal mogelijk in het landschap te laten invoegen. Keukentafelgesprekken zijn maatwerkgesprekken waarbij de betreffende gemeente, de initiatiefnemer en alle andere betrokken instanties samen om de tafel zitten om te bepalen op welke wijze tegemoet gekomen kan worden aan de wens van de agrariër. Vanaf 2008 wordt onderscheid gemaakt tussen gemeentelijke en provinciale keukentafelgesprekken. In 2009 zijn 9 nieuwe provinciale keukentafeltrajecten gestart en zijn er 14 waarvan de planvorming succesvol is afgerond. In totaal lopen nog 37 keukentafeltrajecten in diverse stadia van ontwikkeling. Landschap en natuur Afgelopen jaar hebben we ons op landelijk niveau sterk gemaakt om Europese middelen binnen te halen voor het landschaps- en natuurbeleid. Het gaat om middelen voor het akkerrandenbeheer en de zogenaamde 'Less Favoured Areas' (LFA). Dit zijn gebieden met een specifieke handicap, zoals daar zijn in Middag-Humsterland de kleine onregelmatige percelen, het slotenpatroon en het reliëf. In 2009 werd duidelijk dat minister Verburg (LNV) een deel van beschikbaar komende Europese subsidies wil gebruiken voor een experiment met een beloningssysteem voor maatschappelijke diensten in maatschappelijk waardevolle gebieden. Daarvoor heeft zij onder meer Middag-Humsterland aangewezen. In de tussentijd werd dit gebied door "Brussel" erkend als LFA. Deze beide ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat boeren in Middag-Humsterland vanaf 2010 aanspraak kunnen maken op deze vergoeding, die zij krijgen als compensatie voor de extra kosten die ze maken om het karakteristieke landschap in dit gebied in stand te houden. Ook voor akkerrandenbeheer is extra geld beschikbaar gekomen. De minister heeft toegezegd dat zij de mogelijkheden voor akkerrandenbeheer wil uitbreiden om daarmee de biodiversiteit in de agrarische ruimte te versterken. Ze heeft daarvoor ca. € 30 miljoen beschikbaar en hanteert daarbij het criterium dat de middelen worden ingezet in de meest kansrijke gebieden voor akkervogels in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat Groningen tot deze kansrijke gebieden behoort.
Douwe Hollenga: "Het aantal akkervogels zoals veldleeuweriken en gele kwikstaarten blijft het landelijk slecht doen. Daarom is het extra geld voor akkervogelbeheer, dat minister Verburg in 2009 beschikbaar heeft gesteld ook zo waardevol. Hierdoor is er meer geld voor vogelvriendelijke akkerranden. Boeren kunnen speciale kruiden en grassen inzaaien, die aantrekkelijk zijn voor akkervogels en deze brede randen zo maaien dat er een strook ontstaat, waar de natuur zijn gang kan gaan. Uit onderzoek blijkt dat in deze akkerranden meer veldleeuweriken en andere akkervogels voorkomen dan in andere gebieden".
Natura 2000 In de zomer van 2009 hebben wij ons advies en de concept beheerplannen Lieftinghsbroek en Zuidlaardermeer ingeleverd bij de minister van LNV. De concept beheerplannen zijn opgesteld samen met beheerders en gebruikers van het gebied, met gemeenten en met waterschappen. Zoals de plannen er nu liggen, zullen ze weinig tot geen beperkingen opleveren voor bestaand gebruik en activiteiten in beide gebieden. De natuurdoelen die de minister heeft gesteld voor het Zuidlaardermeergebied en Lieftinghsbroek lijken ons op termijn haalbaar, maar daarvoor moeten wel
Politieke Verantwoording
27
de nodige maatregelen worden uitgevoerd, vooral op nationaal niveau. Voor de uitvoering en financiering van de beheerplannen is ook de inzet van het Rijk nodig. In 2010 wijst de minister definitief de Natura 2000-gebieden aan. Programma Landelijk Gebied Voor wat betreft de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) hebben we de geplande inrichting gehaald, maar is er minder grond verworven dan we hadden gepland, ondanks de extra inspanningen die we hebben gepleegd. We blijven bij de verwerving afhankelijk van de grondmarkt. In 2009 hebben we diverse oude herinrichtingsprojecten kunnen afronden en hebben we bijna 20.000 ha aan landbouwstructuurverbetering gerealiseerd. In 2009 hebben we gewerkt aan het opstellen van een nieuw subsidiestelsel als opvolger van het Programma Beheer. Half november is dit nieuwe subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer (SNL) opengesteld voor subsidieaanvragen van particulieren, agrariërs en natuurbeheerorganisaties. In het nieuwe stelsel wordt niet meer afgerekend op natuurresultaat, maar op het uitgevoerde beheer. Onderdeel van het subsidiestelsel is het natuurbeheerplan. Hierin geven we per gebied aan welke natuurdoelen we nastreven en welk beheer en dus welke subsidies mogelijk zijn. De subsidies voor weidevogel- of akkervogelbeheer zijn collectief aangepakt. Daar hebben de Agrarische Natuurverenigingen (ANV's) een belangrijke rol gekregen. De ANV's hebben samen met de partners in haar gebied zoals jagers, boeren, vrijwilligers en natuurbeherende organisaties beheerplannen voor akker- en weidevogels gemaakt. Die vormen de basis voor de subsidies die de beheerders krijgen vanuit het stelsel voor Natuur en Landschapsbeheer. Binnen de ANV's zijn gebiedscoördinatoren aangewezen, die jaarlijks het beheer in de akkervogel- en weidevogelkerngebieden organiseren. Waddenzee In juni 2009 is de Nederlands-Duitse Waddenzee bijgeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst. De titel Werelderfgoed biedt veel kansen voor het toerisme en is een bekroning voor al die mensen die zich al decennialang inzetten voor het behoud van de Waddenzee. Samen met andere leden van de stuurgroep Natuurherstelplan hebben we in het najaar de hoofdlijnen van het Natuurherstelprogramma Waddenzee aangeboden aan minster Verburg van LNV. Met dit programma willen we verschillende initiatieven tot natuurherstel stroomlijnen, beter op elkaar afstemmen en waar nodig een impuls geven. Ook ligt er inmiddels een uitvoeringsplan Kwelderherstelprogramma. Uiteindelijk moeten we komen tot een programma waar iedereen, van boeren tot natuurorganisaties, achter kan staan en dat bovenal kansen biedt voor de kwelders. Water Voor de veiligheid en om wateroverlast te voorkomen, hebben we verschillende zaken opgenomen in de Provinciaal Omgevingsverordening (POV), zoals een vertaling van de voorschriften en het beleid uit de nieuwe Waterwet. In het POV staan ook de veiligheidsnormen van regionale waterkeringen, die we vóór 1 januari 2011 in overleg met de waterschappen zullen vaststellen. Inmiddels is er een plan van aanpak in voorbereiding voor het onderzoek naar de bruikbaarheid van de oude slaperdijken in het overstromingsrisicobeheer. Ook de zekerheid van voldoende (oppervlakte)water vinden we belangrijk, daarvoor is gestart met de 2 Regionale Droogte Studie Noord-Nederland. Tevens hebben we de nieuwe verdringingsreeks opgenomen in het POV. In 2009 ging het eerste Deltaprogramma van start, waarin onderwerpen als veiligheid en zoetwatergarantie een plek zullen krijgen en waarbij wij als regio betrokken zijn. Na een intensief proces met de bewoners van Hamdijk en andere betrokken is het inrichtingsplan Benedenloop Westerwoldse Aa, Hamdijk, Bovenlanden en Kuurbos door Provinciale Staten vastgesteld en inmiddels in voorbereiding. De bestemmingsplannen buitengebied van de gemeenten Oldambt en Bellingwedde zijn voor wat betreft de waterbergingsgebieden aangepast. Natuurbeschermingswet Sinds 1 februari van dit jaar is de provincie Groningen bevoegd gezag voor de vergunningverlening betreffende de Natuurbeschermingswet in de provincie. Door de economische ontwikkelingen in de Eemshaven en in Delfzijl, heeft dit ons een intensieve nieuwe taak opgeleverd, die erom vraagt uiterst zorgvuldig uitgevoerd te worden. Daar waar ecologische en economische belangen elkaar overlappen, zal nu en in de toekomst nog veel van onze kennis en capaciteit gevraagd worden.
2
De landelijke verdringingsreeks bepaalt de verdeling van het beschikbare water in tijden van watertekort.
Politieke Verantwoording
28
Dierenwelzijn Vanuit onze wettelijke taken op het gebied van bijvoorbeeld de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet houden wij ons bezig met het verbeteren van de leefomstandigheden van dieren. Maar ook binnen bijvoorbeeld landbouwbeleid, verkeersveiligheid en in het kader van het Provinciaal Omgevingsplan wegen we voor onze beleidskeuzes en subsidietoekenningen dierenwelzijn mee. We zijn in 2009 onder meer een proef gestart met nieuwe wildreflectoren (molentjes) in het Lauwersmeergebied, aan beide zijden van de provinciale weg N361. Verschillende projecten waarvan dierenwelzijn onderdeel uitmaakt, hebben subsidie gekregen. Zoals Duurzaam Melkvee Groningen, waarbij elf Groninger boeren allerlei maatregelen gaan toepassen om de gezondheid en het welzijn van hun koeien te verbeteren. Of het project 'GPS- en sensortoepassing weidegang’: met behulp van sensoren kunnen grote koppels koeien beter in de gaten worden gehouden, waardoor het ook voor grote bedrijven uiteindelijk makkelijker wordt om weidegang toe te passen. Invoering Wabo/Regionale uitvoeringsdiensten (voorheen omgevingsdiensten) De invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is opnieuw uitgesteld, naar verwachting tot halverwege 2010. Wij hebben in 2009 ingezet op het verder ontwikkelen van de regionale uitvoeringsdienst (RUD). De provincie heeft in december een brief naar het ministerie van VROM gestuurd waarin werd aangegeven dat de provincie en gemeenten overeenstemming hebben over het werkgebied en de juridische vorm van de RUD. Het werkgebied van de regionale uitvoeringsdienst wordt de provincie Groningen en de juridische vorm wordt een openbaar lichaam, dit heeft inmiddels de instemming van het Rijk. Het basistakenpakket van de RUD is vastgesteld, de kwaliteitscriteria vormen nog onderwerp van discussie. Bodemsaneringen Voormalige Gasfabriekterreinen De sanering van voormalige Gasfabriekterreinen ligt vrijwel op schema. De sanering voor de locatie in Pekela is eind 2009 afgerond en wordt in februari 2010 officieel opgeleverd. De grondwatersanering loopt naar verwachting nog drie jaar door, maar dat belemmert de uitgifte van kavels voor het bedrijventerrein niet. De sanering voor de locatie in Appingedam is aanbesteed; de uitvoering staat op het punt te starten. Ook de sanering in Bedum is aanbesteed en gaat snel in uitvoering. De sanering in Stadskanaal is in 2009 gestart. Voor de sanering in Winschoten is in november een overeenkomst tussen provincie, gemeente en ziekenhuis getekend. In 2010 wordt de sanering aanbesteed en deze zal naar verwachting begin 2011 van start gaan.
Rudi Slager: "In 2007 hebben we aangegeven dat we de problemen met de sanering van voormalige gasfabrieklocaties niet langer konden doorschuiven naar de toekomst. De locaties moesten herontwikkeld worden omdat deze hiaten de verdere ontwikkeling van steden en dorpen kunnen belemmeren. Bovendien had het Rijk hiervoor tot 2010 geld toegezegd. Ik ben zeer verheugd dat het gelukt is eind 2009 voor de laatste locatie, in Winschoten, een overeenkomst te tekenen. We kunnen tijdens deze collegeperiode niet alle saneringen afronden, maar dat de locaties binnen afzienbare tijd gesaneerd worden is nu in ieder geval zeker."
Voormalige stortlocatie in Woltersum De sanering van sloten en slootkanten rondom de voormalige stortlocatie in Woltersum is nog niet begonnen. Het onderzoekstraject en de procedurele activiteiten zijn wel afgerond. Voor het werk is een bestek opgesteld waarvoor een aanbestedingstraject is opgestart. Gunning kan in het voorjaar van 2010 plaatsvinden. Eind november 2009 hebben we de uitvoeringsplannen met de betrokken landeigenaren besproken. In goed overleg met de eigenaren is besloten om de uitvoering niet, zoals gepland, in januari 2010 uit te voeren, maar in juli/augustus 2010. Belangrijkste reden hiervoor is de kleiige opbouw van de bodem in combinatie met de natte wintermaanden. Om schade aan de percelen als gevolg van transportbewegingen te voorkomen, geniet uitvoering in de zomer de voorkeur. Naast de betrokken grondeigenaren zijn ook de inwoners, de gemeente Ten Boer en Provinciale Staten op de hoogte gebracht van de gewijzigde uitvoeringstermijn.
Politieke Verantwoording
29
Bestuur Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Per juli 2009 is de commissaris van de koningin van de provincie Groningen voor een periode van twee jaar voorzitter van het SNN. In het najaar van 2009 is voor het eerst een lobbybijeenkomst in Den Haag georganiseerd, een gezamenlijk optreden van de noordelijke provincies, het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties voor Eerste en Tweede Kamerleden. Het doel was samen één geluid te laten horen over de economische ontwikkelingen in Noord-Nederland.
Max van den Berg: "Ik vind het belangrijk om op te komen voor NoordNederland. Dit kan ik goed doen als voorzitter van het SNN. Friesland, Drenthe en Groningen hebben het SNN opgericht om de samenwerking in het Noorden af te stemmen en te stimuleren. Hoofdtaak is het toekennen van subsidies aan projecten en bedrijven die de economie in Noord-Nederland stimuleren. Ook lobby ik samen met collega-commissarissen van de koningin Jorritsma en Tichelaar in Den Haag en Brussel. Het maakt een goede indruk dat we met z'n drieën voor het noorden spreken en niet tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden."
Veiligheidsbeleid In 2009 heeft de Rijksuniversiteit Groningen op ons verzoek een quickscan uitgevoerd naar de manier waarop wij verantwoording afleggen over ons provinciaal veiligheidsbeleid. De conclusie van het rapport was dat het huidige Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid nauwelijks toegevoegde waarde heeft. Er wordt relatief veel ambtelijke tijd geïnvesteerd in het samenvoegen van de relevante informatie. Dit heeft weliswaar geleid tot een steeds uitvoeriger en kwalitatief betere manier van planvorming en rapportage, maar de inhoud is veelal bestaand beleid zodat discussie niet of nauwelijks plaatsvindt. De aanbevelingen uit het rapport zijn in december door Provinciale Staten overgenomen. In 2009 is dus geen nieuw Actieprogramma opgesteld voor de jaren 2010-2011 en vanaf dit jaar wordt verantwoording afgelegd in de reguliere begrotingscyclus. Wetsvoorstel veiligheidsregio's De verwachting van de minister van Binnenlandse Zaken was dat per 1 januari 2010 de nieuwe wet veiligheidregio's in werking zou kunnen treden. Vooruitlopend daarop had de minister de commissarissen van de koningin verzocht de overdracht van de coördinerende taken te bevorderen aan de beoogde voorzitters. Onze commissaris wilde per 1 januari 2010 het coördinerend bestuurderschap van het Regionaal Beleidsteam overdragen aan de korpsbeheerder van de Regiopolitie Groningen, burgemeester Rehwinkel. De behandeling van de nieuwe wet heeft echter vertraging opgelopen in de Eerste Kamer. Daardoor is een precieze datum voor ingang niet te noemen. Verwacht wordt nu dat de wet in het voorjaar van 2010 van kracht wordt. De overdracht van het coördinerend bestuurderschap zal plaatsvinden bij de ingang van deze nieuwe wet. In het wetsvoorstel veiligheidsregio's is toetsing van planvormen niet meer opgenomen. In voorkomende gevallen zal de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) in haar onderzoek naar incidenten ook eventueel de planvorming voor de bestrijding hiervan meenemen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft de Tweede Kamer gemeld dat er naar haar mening van bestuurlijke drukte sprake is als - in de periode gelegen tussen de datum van inwerkingtreding van de wet en de vaststelling van nieuwe regionale plannen - tussentijds bestaande plannen verlengd of geactualiseerd moeten worden. De commissarissen van de koningin vonden het aanvaardbaar deze opvatting van de minister ook te hanteren voor de periode gelegen tussen 1 juli 2009 en de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's. Volgens ons heeft het opnieuw vaststellen van het gemeentelijk rampenplan op grond van het formele feit dat de vierjarige periode voor dit plan is verstreken (in 2009) geen substantieel toegevoegde waarde. De Groninger colleges van B&W hebben aangegeven zorg te dragen voor actualisatie van hun gemeentelijk rampenplan. We hebben aan de colleges van B&W aangeboden om in voorkomend geval nieuwe dan wel hernieuwde draaiboeken ambtelijk te toetsen. De calamiteitenplannen van de beide waterschappen zijn vanwege hun nieuwe opzet wel getoetst.
Politieke Verantwoording
30
Bestuursakkoord Rijk-Provincie Het IPO-bestuur heeft in 2008 het regieteam uitvoeringsprogramma bestuursakkoord ingesteld om de afspraken met het Rijk slagvaardig en daadkrachtig aan te pakken. Max van den Berg is voorzitter van dit team. In algemene zin is er in 2009 sprake van een toegenomen besef en daadkracht bij de provincies om te werken aan het bestuursakkoord en het uitvoeringsprogramma. We hebben in 2009 de volgende vorderingen gemaakt: Decentralisatieafspraken Van de negentien decentralisatieafspraken uit het bestuursakkoord zijn de volgende afspraken gerealiseerd: bodemsanering, middelen nota ruimte bovenlokaal, externe veiligheid, spelregelkader MIRT, N-wegen, modernisering monumentenzorg, steunfunctie monumentenzorg en archeologie, De volgende vijf afspraken lopen goed: BDU verkeer en vervoer, Regionaal spoor, Evaluatie Wgr-plus, Friese taal, bedrijventerreinen. Het ministerie van VROM stelt geen middelen beschikbaar voor Besluit Locatiegebonden Subsidies 2010-2019, noch voor de opvolger verstedelijkingsafspraken 2010-2019. Uitvoeringsprogramma In het najaar van 2009 is de provincieacademie gestart met twee pilots: Wijsheid in eigen huis en Opdrachtgeverschap. Het strategisch forum, geleid door Max van den Berg, vond voor de eerste keer plaats eind augustus. Dit ging over het gewenste profiel van de provincies. Daarna hebben we in 2009 nog bijeenkomsten gehad over gebiedsontwikkeling en mobiliteit. Op het terrein van een betere dienstverlening hebben de provincies steeds meer stappen gezet. Zo zijn er minimumservicenormen afgesproken. Ook zijn meer uniforme klanttevredenheidonderzoeken afgesproken. Tenslotte wordt er gezamenlijk nagedacht over wat goede programma’s voor dienstverlening zijn. Er is al met al veel interprovinciale kennisuitwisseling gekomen, iets wat voor 2009 amper het geval was Voor wat betreft de vermindering en regeldruk en administratieve lasten bekijken de provincies nauwgezet naar waar zij zelf kunnen reduceren. Dan gaat het vooral om vergunningen en subsidies. Het Rijk heeft veel dereguleringsacties beloofd op met name VROM-terrein. Een apart onderwerp zijn alle acties die uiteindelijk bijdragen tot een Goed Bestuur. De provincies hebben in 2009 afgesproken om bestuurskrachtmetingen te doen. Ook onderwerpen als benchmark en beleidsinformatie zijn in 2009 gezamenlijk aangepakt. Provincies als middenbestuur Door het kabinet zijn in september 2009 werkgroepen opgericht die onderzoeken hoe er op de overheidsopgaven kan worden bezuinigd. Eén van die werkgroepen, onder leiding van Chris Kalden, houdt zich bezig met het openbaar bestuur, waaronder de toekomst van provincies. In IPO-verband is eind september de werkgroep Profiel Provincies (P14) opgericht bestaande uit negen gedeputeerden en vijf commissarissen van de koningin. Hierin zijn alle provincies vertegenwoordigd. Doel is het ontwikkelen van een interprovinciaal standpunt over de provincies als middenbestuur, dat klaar is vóórdat de werkgroep Kalden in het voorjaar van 2010 aan het kabinet rapporteert. De basis voor dit standpunt is het advies van de commissie Geelhoed (2002), het advies van de commissie Lodders (2008) en het bestuursakkoord Rijk-provincies 2008-2011. Max van den Berg neemt namens de provincie Groningen deel in de werkgroep. Bestuurskracht In augustus presenteerden wij het rapport 'Bestuurskracht Provincie Groningen: Groningen is meer dan stad en ommeland’. Over het algemeen beoordeelt organisatieadviesbureau Berenschot onze provincie als bestuurskrachtig, als een herkenbare bestuurslaag met een duidelijk toegevoegde waarde. Wel geeft Berenschot nog een vijftal aanbevelingen voor verbeteringen. Hierbij gaat het om de rolopvatting van de provincie ten opzichte van haar (bestuurlijke) partners, de wijze van interactieve beleidsontwikkeling en ons eigen, interne functioneren. In november hebben wij Provinciale Staten hiervan op de hoogte gebracht. De aanbevelingen gaan we actief oppakken. Zo hebben wij de aanbevelingen ten aanzien van het interactieve beleidsvormingsproces inmiddels onder meer opgenomen in de checklist Interactieve beleidsvorming en werken wij met de Vereniging van Groninger Gemeenten (VGG) aan een notitie over interbestuurlijke verhoudingen in samenwerking.
Politieke Verantwoording
31
Communicatie De publiekscampagne '…ook de provincie!' kreeg in 2009 een vervolg. We blijven ons als provincie profileren om onze herkenbaarheid voor de inwoners te vergroten. Dit doen we door nadrukkelijker te communiceren over waar we ons mee bezighouden. Een speciaal thema hierbij is duurzame energie. Er zijn radiospotjes over energie uitgezonden en één rond de Europese verkiezingen. Afgelopen jaar is hard gewerkt aan de nieuwe provinciale website, waarmee eind 2008 is begonnen. Met deze nieuwe site sluiten we aan bij de landelijke richtlijnen en voorzieningen voor de publicatie van overheidsinformatie. Door de informatie helder en logisch te structureren, kunnen bezoekers van de website sneller en beter de informatie of producten vinden die ze zoeken. De site gaat in februari 2010 online. In 2010 wordt gestart met de bouw van een nieuw intranet. De scholentour van de commissaris van de koningin heeft in 2009 een vervolg gekregen. Hij bezocht dit jaar acht middelbare scholen om gastlessen te geven aan leerlingen van het VMBO, HAVO en VWO. In de provincie zijn in totaal 25 hoofdlocaties van voortgezet middelbaar onderwijs, die allen bezocht zullen worden. Uit onze jaarlijkse monitor naar het bereik van onze communicatiemiddelen blijkt dat de bekendheid en waardering van onze communicatiemiddelen in 2009 is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Zo is het huis-aan-huisblad als informatiebron voor provinciaal nieuws gestegen van 33 % in 2008 naar 51 % in 2009. De twee uitgezonden radiospotjes weet 30 % van de ondervraagden zich goed te herinneren. Ten opzichte van 2008 is dit een flinke stijging van 19 %.
32
Politieke Verantwoording
Interne organisatie Kleiner en Beter De verbeterplannen van nagenoeg alle afdelingen zijn gereed en we zijn begonnen met het verbeteren van de bedrijfsvoering. Uit de onderzoeken is gebleken dat de winst niet zozeer uit de afdelingen zelf te halen is, maar meer uit de afdelingsoverstijgende zaken zoals het bedrijfsmatiger aanpakken van processen, uniformering van processen dwars door afdelingen heen en een versterking van het project- en procesmanagement. Strategisch personeelsmanagement is een item wat opgepakt wordt om de komende uitstroom in het licht van de bezuinigingen op een adequate manier te managen. Verder wordt op dit moment de efficiencytaakstelling van € 1.794.000 concreet gemaakt en vertaald naar een per afdeling vastgestelde formatiereductie van gemiddeld 5% op het apparaatskostenbudget. Daarmee wordt tussen de afdelingen gedifferentieerd maar wordt de volledige taakstelling van het project Kleiner en Beter gerealiseerd. CAO Op 1 juli 2009 is de CAO-provincies afgelopen. De onderhandelingen hebben tot nu toe niet geleid tot een akkoord met de vakorganisaties. Bonden hebben aangekondigd na de ledenraadpleging zonodig tot acties over te gaan. Huisvesting In maart 2009 hebben Provinciale Staten besloten de huisvesting (Renovatie+) aan te pakken voor een bedrag van € 13,9 miljoen met daarbij de kanttekening te kijken naar mogelijke versobering in verband met de komende bezuinigingsoperatie. Dat heeft geleid tot een alternatief plan (Basisrenovatie+). In het kort komt het erop neer dat het noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd, duurzaamheidmaatregelen worden toegepast waar dat kan en de centrale ruimten (vergaderruimten, bedrijfsrestaurant) geschikt worden gemaakt voor multifunctioneel gebruik. De huidige cellenstructuur wordt, in tegenstelling tot eerdere plannen, niet gewijzigd. Met dit versoberde plan is een investering van € 11,5 miljoen gemoeid. Informatievoorziening en Technologie (IVT) Wij zijn begonnen met het opstellen van een strategisch Informatiebeleidsplan Sterker en Breder 2010-2012. Daarbij werd gekeken naar het POP, de Sociale en Economische Agenda en de ontwikkelingen rondom een e-loket. Door de bezuinigingen werd duidelijk dat dit plan financieel niet haalbaar was. Op basis daarvan is besloten de koers bij te stellen en nu in te zetten op drie dingen, te weten noodzakelijke ontwikkelingen om de bedrijfsvoering te kunnen garanderen, wettelijke verplichtingen en digitaal zaakgericht werken. Samengevat: we doen wat minimaal nodig is om de digitale dienstverlening intern en extern op peil te houden. Dit beleid, Meer met Minder, moet in 2010 nader worden uitgewerkt en vastgesteld.
Politieke Verantwoording
33
Rekening in één oogopslag De rekening over 2009 is afgesloten met een voordelig saldo vóór bestemming van het resultaat van € 467.985.000. Per saldo werd over 2009 een bedrag van € 461.123.000 aan de reserves toegevoegd. Het resultaat na bestemming bedroeg derhalve € 6.862.000. De overboeking van kredieten 2009 naar 2010 zijn berekend op € 6.448.000 Hiervan is reeds gereserveerd bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2009 een bedrag van € 80.000. Bij de jaarrekening over 2009 wordt een bedrag van € 6.368.000 overgeboekt. Het resultaat na overboeking over 2009 bedraagt € 494.000 Recapitulerend kan het volgende overzicht van het begroot en werkelijk resultaat over 2009 worden weergegeven: Resultaat zoals becijferd bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2009 Per saldo gestort in de reserves conform de begroting 2009 Begroot resultaat volgens de Integrale Bijstelling 2009 Saldo van baten en lasten 2009 Per saldo gestort in de reserves Bruto resultaat over 2009 Overboekingen van 2009 naar 2010 Netto resultaat over 2009
€ € €
378.633.000 378.633.000 0
€ 467.985.000 € 461.123.000 € 6.862.000 € 6.368.000 €
494.000
€
494.000
Verschil tussen raming 2009 en realisatie 2009
In onderstaande tabel is het verschil tussen raming en realisatie per programma gespecificeerd: (bedragen x € 1.000)
Programma 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht beleid Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Interne organisatie Algemene middelen Mutaties reserves Resultaat na bestemming
34
Begroting lasten baten
18.319 17.240 121.814 40.581 36.729 119 5.776 76.131 15.027 4.562 31.027 367.325 417.810 785.135
Realisatie lasten baten
10.762 45.042 382.314 13.723 78.231 116.551 26.703 30.778 13.672 36.201 250 243 4.925 41.573 75.086 44 14.511 2.159 13.037 190.257 29.479 745.958 379.583 39.177 559.643 785.135 939.226
Rekening in één oogopslag
10.022 514.409 72.488 17.686 13.684 0 442 41.743 45 3.495 173.554 847.568 98.520 946.088
saldo
-27.463 135.612 -480 786 540 -131 1.050 1.215 517 -7.139 -15.155 89.352 -82.490 6.862
overboeking
mutaties reserves
386 28.775 18 -133.455 1.851 1.596 20 -896 88 -139 922 1.014 1.344 653 50 120 -366 555 21.342 6.368 -82.490 82.490 6.368 0
netto saldo
926 2.139 -735 -130 313 -1.053 36 524 467 -7.625 5.632 494 0 494
Het netto voordelig resultaat ad € 494.000 is als volgt te verklaren: (bedragen x € 1.000)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
voord eel
Omschrijving lagere apparaatskosten minder toegerekende apparaatskosten aan investeringen per saldo meer apparaatskosten ten laste van de exploitatie hogere uitkering provinciefonds hogere opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting dividenden, kapitaallasten en rente minder gestort in de Algemene Reserv e inzake dividend Essent in boekwinst hogere winst verkoop aandelen Essent extra storting in de Algemene Reserve als volg van hogere boekwinst Essent afwaardering boekwaarde de Blauwe Stad onttrekking aan de Algemene Reserve inzake afwaardering de Blauwe Stad BTW-compensatiefonds vrijval onvoorzien en stelposten ov erschrijding budgetten v oor programmakosten saldo v an baten en lasten voorgaande jaren
nadeel 42 156 114 139 177 15.458
15.300 129.828 129.828 28.775 28.775 1.356 1.476 957 1.287 176.982
176.488 494
Per saldo vo ordelig verschil 176.982
176.982
De uitgaven over 2009 werden bij de Integrale Bijstelling geraamd op een bedrag van € 367.325.000. De geraamde stortingen in de reserves bedroegen € 417.810.000. De geraamde lasten na de IB 2009 bedroegen derhalve € 785.135.000. De werkelijke uitgaven over 2009 bedroegen € 379.583.000, terwijl tot een bedrag van € 559.643.000 aan de reserves werd gedoteerd. De werkelijke lasten over 2009 bedroegen in totaal € 939.226.000. Per uitgavencategorie is dit als volgt grafisch weer te geven: 545.000 495.000
345.000
559.643
417.810
395.000
295.000 245.000
-4.094
-4.250
65.612
25.341
18.621
19.429
196.894
45.000
197.956
69.982
95.000
56.036
145.000
46.514
195.000
58.867
bedragen x € 1.000
445.000
-5.000 en st ko s ri la sa
n re de e go
en
en st en i d
ht ac dr r e ov
en
e nt re
en
en ng vi j i hr sc af
ig er ov
e
en st ko
en
m ad
b
n ge in k oe m
uitgavencategoriën
s ie at ut
s ve er s re
raming
in er st e v in
en ct je o pr gs
realisatie
De geraamde baten over 2009 bedroegen € 745.958.000. De geraamde onttrekkingen aan de reserves bedroegen € 39.177.000. De totaal geraamde baten bedroegen € 785.135.000. De werkelijk baten bedroegen € 847.568.000, terwijl in werkelijkheid tot een bedrag van € 98.520.000 aan de reserves werd onttrokken. De batenzijde van de exploitatierekening sluit derhalve met een totaal van € 946.088.000.
Rekening in één oogopslag
35
Grafisch per batencategorie als volgt weer te geven: 550.000
509.266
500.000 450.000
410.329
bedragen x € 1.000
400.000 350.000 300.000 250.000 200.000
n nte ce p O
39.177
98.520
17.116
5.264
3.015
0
3.813
42.445
42.900
151.503
140.854
89.202
88.251
50.000
44.872
100.000
44.696
150.000
n en te n en te ds es ing ren ns rv hte on i ng m e f c k i n e e se e a e d i r n e l o g c r n d n b in ee er ne ies ve tva ov td Ov t at Pr tie ere on ns u a i d r n M w st oe ee ek ini tg rd bo gs dm aa n/ n a p e e s d br Be en Op vid i D
B MR
raming
realisatie
batencategoriën
De financiële positie ultimo 2009 is als volgt weer te geven: (bedragen in miljoenen euro’s)
BALANS PER 31 DECEMBER 2009 met vergelijkende cijfers per 31 december 2008 2009
ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Vlottende activa
2008
2009
PASSIVA
2008
€ " "
0,00 € 157,41 " 324,72 "
0,07 Reserves inclusief resultaat 164,52 Voorzieningen 120,54 Langlopende geldleningen en waarborgsommen
€ "
802,66 € 33,53 "
334,68 24,10
"
0,16 "
12,66
€
482,13 €
285,13
€
836,35 €
371,44
€
744,05 €
526,48 Vlottende passiva
€
389,83 €
440,17
€
1.226,18 €
811,61
€
1.226,18 €
811,61
€ " "
2008 269,44 € 6,86 " 526,36 "
2007 39,60 10,19 284,89
€
802,66 €
334,68
ultimo
SPECIFICATIE RESERVES * Algemene reserv e * Bruto rekeningresultaat * Bestemmingsreserves
De solvabiliteit – het eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen - ultimo 2009 bedraagt ruim 65%. Eind 2008 bedroeg dit ruim 41%. De stijging van de solvabiliteit met circa € 464 miljoen is grotendeels het gevolg van de boekwinst die behaald is bij de verkoop van de deelneming in Essent.
36
Rekening in één oogopslag
Deel 2 Programmarekening 2009 Beschrijving en middeleninzet per programma
INHOUDSOPGAVE Deel 2. Beschrijving en middeleninzet per programma Inleiding .........................................................................................................................41 0. Middelenbeleid en -beheer......................................................................................43 0.1
Financieel beleid 2009
43
0.2
Rekeningresultaat 2009
44
0.3
Analyse van de verschillen
46
1. Leven en wonen in Groningen ................................................................................53 1.1
Wonen en leefbaarheid
54
1.2
Lasten/baten analyse Leven en wonen in Groningen
74
2. Ondernemend Groningen........................................................................................77 2.1
Bedrijvigheid
78
2.2
Landbouw
86
2.3
Recreatie en toerisme
89
2.4
Lasten/baten en analyse Ondernemend Groningen
93
3. Bereikbaar Groningen .............................................................................................97 3.1
Mobiliteit en infrastructuur
98
3.2
Lasten/baten en analyse Bereikbaar Groningen
111
4. Karakteristiek Groningen.......................................................................................115 4.1
Natuur en landschap
116
4.2
Programma Landelijk Gebied (PLG)
119
4.3
Lasten/baten en analyse Karakteristiek Groningen
130
5. Schoon/Veilig Groningen.......................................................................................133 5.1
Water
134
5.2
Milieu
139
5.3
Risicobeleid/Veiligheid
147
5.4
Lasten/baten en analyse Schoon/veilig Groningen
151
Inhoudsopgave
39
6. Energiek Groningen ..............................................................................................157 6.1
Energie en Klimaat
158
6.2
Lasten/baten en analyse Energiek Groningen
167
7. POP/Gebiedsgericht..............................................................................................169 7.1
POP/Gebiedsgericht
170
7.2
Lasten/baten en analyse POP/Gebiedsgericht
175
8. Welzijn, Sociaal beleid, Jeugd, Cultuur .................................................................177 8.1
Sociaal beleid
178
8.2
Jeugd
186
8.3
Cultuur en media
194
8.4
Lasten/baten en analyse Welzijn, Sociaal beleid, Jeugd, Cultuur
204
9. Bestuur..................................................................................................................209 9.1
Provinciale Staten
210
9.2
Overige bestuursorganen
214
9.3
Bestuurlijke samenwerking
216
9.4
Communicatie
220
9.5
Lasten/baten en analyse Bestuur
225
10. Bedrijfsvoering.......................................................................................................229 10.1
Lasten/baten en analyse Bedrijfsvoering
230
11. Algemene middelen...............................................................................................233 11.1
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
234
11.2
Onvoorziene uitgaven
238
11.3
Lasten/baten en analyse Algemene middelen
239
Recapitulatie van lasten en baten per programma ......................................................243 Overzicht Begroting 2009 met wijzigingen ...................................................................245
40
Inhoudsopgave
Inleiding In dit deel van de Programmarekening 2009 wordt bij elk programma en de daarbinnen te onderscheiden thema’s een beschrijving gegeven van het gevoerde beleid. Daarbij zullen drie vragen als leidraad dienen: Wat hebben wij bereikt?, Wat hebben we daarvoor gedaan? en Wat heeft het gekost? Dit deel van de programmarekening is als volgt opgebouwd. Allereerst volgt hierna een overzicht van het middelenbeleid en –beheer. Daarna worden in de hoofdstukken 1 tot en met 10 de verschillende programma’s verantwoord. Dit geschiedt in de eerste plaats inhoudelijk. Telkens zal daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen voorgenomen beleid en uitgevoerde acties. Aan het slot van elk hoofdstuk staan de financiële consequenties van het uitgevoerde beleid. In hoofdstuk 11 worden de algemene middelen toegelicht. Deel 2 wordt besloten met een recapitulatie van de lasten en baten per programma en een overzicht van de rekening 2009. Tevens is een overzicht van de begroting 2009 en alle begrotingswijzigingen opgenomen.
Inleiding
41
42
Inleiding
0.
Middelenbeleid en -beheer
Dit hoofdstuk is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 0.1. Financieel beleid 2009; 0.2. Rekeningresultaat 2009; 0.3. Analyse van de verschillen.
0.1
Financieel beleid 2009
Het begrotingsjaar 2009 startte – rekening houdend met het nieuw beleid dat al was vastgelegd in de Voorjaarsnota 2008 (€ 5,95 miljoen) – met een flexibel budget van circa € 0,43 miljoen. Dit was exclusief de middelen die beschikbaar zijn voor onvoorziene uitgaven (circa € 0,67 miljoen). In het najaar van 2008 verbeterde het begrotingsbeeld 2009 ten opzichte van de ramingen in de oorspronkelijke begroting 2009. Zo bleek bij de Integrale Bijstelling 2008 dat de omvang van het flexibel budget 2009, vooral vanwege de lagere kapitaallasten, met ongeveer ca. € 4,75 miljoen toenam tot circa € 5,18 miljoen. Deze middelen zijn tot een bedrag van circa € 2,0 miljoen ingezet voor met name de extra bijdrage ter beperking van de wachtlijsten in de jeugdzorg (€ 1,56 miljoen) en de hogere kosten van deskundige advisering (€ 0,17 miljoen). Op die manier resteerde een flexibel budget 2009 van € 3,18 miljoen. In de Voorjaarsnota 2009 nam de omvang van het flexibel budget verder toe met ongeveer € 5,55 miljoen tot bijna € 8,73 miljoen. De extra ruimte was het gevolg van een hogere uitkering uit het Provinciefonds, lagere personeelskosten en lagere kapitaallasten. In de Voorjaarsnota 2009 is aan deze ruimte tot een bedrag van ca. € 1,93 miljoen invulling voor met name de versnelling van onze bijdrage aan het Projectbureau RegioTram (€ 1,70 miljoen) en diverse knelpunten aanvaard beleid (€ 0,16 miljoen). Na de Voorjaarsnota 2009 resteerde er een flexibel budget 2009 van ca. € 6,80 miljoen. In de Integrale Bijstelling 2009 verminderde de omvang van het flexibel budget 2009 met ongeveer € 0,13 miljoen tot ca. € 6,67 miljoen. Deze vermindering was de resultante van een aantal aanvullende bestedingsvoorstellen (waaronder de naheffing van de Belastingdienst i.v.m. de loonheffing 2003-2006 ad € 0,59 miljoen) en het verlagen van de post voor onvoorziene uitgaven met circa 0,47 miljoen. Op de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven 2009 resteerde na de Integrale Bijstelling 2009 een bedrag van circa € 0,20 miljoen. In de Integrale Bijstelling 2009 is de volgende bestemming aan de begrotingsruimte 2009 gegeven: • bodemsanering De Eendracht € 4,00 miljoen • afkoopsommen wegen " 2,15 miljoen • doorschuiven begrotingsruimte naar 2011 " 0,52 miljoen. Bij de Jaarrekening 2009 blijkt nu dat het voordelig rekeningsaldo 2009 uitkomt op circa € 6,86 miljoen. Daarbij is al rekening gehouden met de bij de Integrale Bijstelling 2009 gegeven bestemming aan de toen geconstateerde begrotingsruimte 2009. Wordt rekening gehouden met de overboeking van kredieten van 2009 naar 2010 (€ 6,37 miljoen) dan resteert er nog een bedrag van ongeveer € 0,49 miljoen.
Middelenbeleid en -beheer
43
0.2
Rekeningresultaat 2009
De rekening over 2009 is afgesloten met een voordelig saldo vóór bestemming van het resultaat van € 467.985.000. Per saldo werd over 2009 een bedrag van € 461.123.000 aan de reserves toegevoegd. Het resultaat na bestemming bedroeg derhalve € 6.862.000. De overboeking van kredieten 2009 naar 2010 zijn berekend op € 6.448.000. Hiervan is reeds gereserveerd bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2009 een bedrag van € 80.000. Bij de jaarrekening over 2009 wordt een bedrag van € 6.368.000 overgeboekt. Het resultaat na overboeking over 2009 bedraagt € 494.000. Recapitulerend kan het volgende overzicht van het begroot en werkelijk resultaat over 2009 worden weergegeven: Resultaat zoals becijferd bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2009 Per saldo gestort in de reserves conform de begroting 2009 Begroot resultaat volgens de Integrale Bijstelling 2009 Saldo van baten en lasten 2009 Per saldo gestort in de reserves Bruto resultaat over 2009 Overboekingen van 2009 naar 2010 Netto resultaat over 2009
€ € €
378.633.000 378.633.000 0
€ 467.985.000 € 461.123.000 € 6.862.000 € 6.368.000 €
494.000
€
494.000
Verschil tussen raming 2009 en realisatie 2009 Dit verschil is op hoofdlijnen als volgt te specificeren:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Omschrijving lagere apparaatskosten minder toegerekende apparaatskosten aan investeringen per saldo meer apparaatskosten ten laste van de exploitatie hogere uitkering provinciefonds hogere opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting dividenden, kapitaallasten en rente minder gestort in de Algemene Reserve inzake dividend Essent in boekwinst hogere winst verkoop aandelen Essent extra storting in de Algemene Reserve als volg van hogere boekwinst Essent afwaardering boekwaarde de Blauwe Stad onttrekking aan de Algemene Reserve inzake afwaardering de Blauwe Stad BTW-compensatiefonds vrijval onvoorzien en stelposten overschrijding budgetten voor programmakosten saldo van baten en lasten voorgaande jaren
(bedragen x € 1.000) voordeel
nadeel 42 156 114 139 177 15.458
15.300 129.828 129.828 28.775 28.775 1.356 1.476 957 1.287 176.982
Per saldo voordelig verschil 176.982
44
Middelenbeleid en -beheer
176.488 494 176.982
Ter vergelijking met 2008 is onderstaande tabel weergegeven, waarin over de jaren 2009 en 2008 het saldo van de raming minus realisatie, de overboeking van de kredieten naar het volgend jaar, de mutaties in de reserves alsmede het saldo (netto-resultaat) per programma is opgenomen. (bedragen x € 1.000) Programma
2008 raming-/realisatie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht beleid Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Interne organisatie Algemene middelen Mutaties reserves Resultaat na bestemming
overboeking
2009
mutaties reserves
427 4.404 -165 2.878 -1.167
486 601 2.066 80 762
-1.347 -2.527 1.518 -1.402 1.416
834 1.539 374 -342 34.640 43.422 -42.224 1.198
800 1.004 305
130
32 6.136 6.136
-40.012 -42.224 42.224 0
saldo
Raming
realisatie
-1.406 7.557 35.020 1.276 -365.074 -500.686 -713 43.583 44.063 1.396 13.878 13.092 -513 23.057 22.517 119 250 34 5.533 4.483 665 34.558 33.343 69 14.983 14.466 -342 2.403 9.542 -5.404 -159.230 -144.075 -4.938 -378.633 -467.985 0 378.633 461.123 -4.938 0 -6.862
raming-/realisatie
-27.463 135.612 -480 786 540 -131 1.050 1.215 517 -7.139 -15.155 89.352 -82.490 6.862
overboeking
mutaties reserves
saldo
386 28.775 926 18 -133.455 2.139 1.851 1.596 -735 20 -896 -130 88 -139 313 922 -1.053 1.014 36 1.344 653 524 50 467 120 -366 -7.625 555 21.342 5.632 6.368 -82.490 494 82.490 0 6.368 0 494
In de verschillende hoofdstukken van deel 2 van de programmaverantwoording zullen de hier gepresenteerde cijfers nader worden uitgewerkt en verklaard.
Middelenbeleid en -beheer
45
0.3
Analyse van de verschillen
De verschillen tussen de raming en realisatie, die aan het begin van hoofdstuk 0.2 staan, worden in het volgende gedeelte geanalyseerd. Te beginnen met de apparaatskosten, uit onderstaande berekening blijkt een voordeel op de apparaatskosten van circa € 42.000 1. Apparaatskosten, voordeel € 42.000 raming De apparaatskosten 2009 zijn als volgt te specificeren Personele kosten (AKP) * stafafdelingen * beleidsafafdelingen * wegen en kanalen * div erse projecten * overige salarissen en wedden, waaronder (oud-)leden GS, CdK en inactief personeel
realisatie
18.331.372 15.833.048
18.109.699 15.936.021
16.525.986 9.133.198
17.075.378 8.886.379
1.765.536
1.843.264
61.589.140
61.850.741
3.668.395 2.184.270 4.770.237 250.340 2.979.583 129.313 153.398 181.636 2.483.658
3.772.355 1.855.329 5.472.840 223.401 2.054.392 149.951 125.278 149.971 2.561.278
Totale materiële kosten
16.800.830
16.364.795
Totale apparaatskosten Hiervan geboekt ten laste van: * de programmakosten * inv esteringswerken wegen en waterwegen
78.389.970
78.215.536
74.140.272 4.249.699 78.389.971 269.236 -4.729.971
74.121.496 4.094.040 78.215.536
73.929.236
73.887.120
Totale personele kosten Materiële kosten * huisvestingskosten * services * automatiseringskosten (ICT) * informatievoorziening * personeelsbeheer * financiën * juridisch- en risicomanagement * div erse bedrijfsv oeringskosten * rollend en v arend materieel etc.
Begroot onder stelposten en onv oorzien Mutaties reserv es, per saldo onttrekking Overboeking kredieten naar 2009
Per saldo vo ordeel apparaatskosten
46
Middelenbeleid en -beheer
-4.363.416 35.000
42.116
De analyse van de verschillen tussen de begroting en realisatie is als volgt weer te geven , voorzover niet gedekt door een ontrekking aan cq storting in de reserves. nadeel uitbreiden en aanpassen electronische installaties achterstallig onderhoud electronische installaties daling posttariev en aanpassing brandmeldinstallatie
voordeel
26.000 18.000 47.500 26.200
aanscherping parkeerbeleid lagere autokosten, minder kilometers
22.200 12.350
meevaller in huur printer-copiers, eerste drie maanden geen huur
101.000
lagere kosten apparatuur repro en tekenkamer inkoopbesparing
28.000 6.600
lagere kosten mediatheek en ART accountantskosten, meerwerk SISA, beoordelen vrije resev es
20.600
hoger kosten voormalig personeel div ersen
77.700 33.950
per saldo voordelig verschil
Toegerekende apparaatskosten aan programm a Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Karakteristiek Groningen Bereikbaar Groningen Schoon en veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht W elzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen
Toegerekend aan inv esteringswerken wegen en waterwegen Totaal apparaatskosten
26.900
202.450 42.100 244.550
244.550
raming 3.747.226 5.257.687 4.837.602 21.542.108 18.384.112 119.268 3.019.652 4.767.359 9.816.555 2.648.703 -
realisatie 3.079.927 4.201.864 5.033.802 21.071.542 19.606.007 250.131 3.001.912 4.968.065 9.469.354 3.438.891 -
74.140.272 4.249.699 78.389.971
74.121.495 4.094.040 78.215.535
244.550
2. Uitkering provinciefonds, voordeel € 139.000 Voor een nadere toelichting op de uitkeringen van het Provinciefonds over 2009 verwijzen wij u naar het onderdeel "Provinciefonds”. Dat is opgenomen in deel 4. 3. Opcenten motorrijtuigenbelasting, voordeel € 177.000 Een toelichting op de opbrengsten opcenten motorrijtuigenbelasting is opgenomen in het onderdeel "Provinciaal Belastinggebied". Zie deel 4.
Middelenbeleid en -beheer
47
4. Dividenden, kapitaallasten en rente, nadeel € 15.458.000 (bedragen x € 1.000) Begro ot Aan vaste activa toeg erekende kapitaallasten Afschrijvingen
Realisatie
Verschil
3.481.458
3.529.164
-47.706
131.100 0
131.100 0
131.100 15.463.291
131.100 15.463.291
-4.292.306
-3.570.977
Totaal aan vaste activa toegerekende rente
11.302.085
12.023.414
-721.329
Totaal aan vaste activa toegerekende kapitaallasten
14.783.543
15.552.578
-769.035
1.159.502
1.200.767
-41.265
13.624.041
14.351.811
-727.770
8.019.000 21.550 2.607.700
7.908.975 38.950 2.568.159
875.600
873.990
4.292.306
3.570.977
131.100
131.100
15.947.256
15.092.151
Rente langlopende geldleningen ontv angen van waterschappen (ZPG-leningen rente over reserve en v oorzieningen rente vlottende activ a gefinancierd met langlopende middelen
Af: toegerekende kapitaallasten aan apparaatskosten Toegerekende kapitaallasten aan p rogamma's Rente Betaalde rente: rente banken en rekening-couranten rente grondwaterheffing rente vooruitontvangen Rijksmiddelen rente voorziening Nazorgstortplaatsen rente vlottende activ a gefinancierd met langlopende middelen rente opgenomen geldleningen Subtotaal betaalde rente Ontvangen rente: Treasurytaak rente banken opbrengst kortlopende uitzettingen
855.105
6.500
4.592
13.813.878 4.921.839
14.405.372 3.141.291
875.600 19.617.817
894.103 18.445.358
Publieketaak rente uitstel betaling verkoop Essent aandelen
1.984.352
3.423.007
rente leningen u/g energiebedrijv en
3.786.032
3.697.216
rente overige publieke uitzettingen dividend Essent
493.260 15.300.000 21.563.644
310.008 -266.644 7.163.587
overge ontvangen renten bespaarde rente reserv es en voorzieningen
1.285.400 15.463.291
1.285.338 15.463.291
overige dividenden
100.200 16.848.891
87.108 16.835.737
13.154
Subtotaal ontvang en rente
58.030.352
42.444.682
15.585.670
Per saldo vo ordeel op rente en dividend
42.083.096
27.352.531
-14.730.565
opbrengst langlopende uitzettingen opbrengst uitzettingen nazorgmiddelen
1.172.459
14.400.057
Overge rente baten en dividenden
Per saldo nadeel dividenden, kapitaallasten en rente
48
Middelenbeleid en -beheer
-15.458.335
Het nadeel op de rentebaten- en lasten en dividenden is als volgt ontstaan: voordeel Door de verkoop van de aandelen Essent is ov er 2009 geen div idend ontv angen Gezien de onzekerheid over de hoogte en het tijdstip v an ontvangst is v oor de deelnemingen die na de verkoop van van de aandelen Essent in prov inciale handen zijn gekomen, zijn geen dividendopbrengsten voor 2009 opgenomen Het betreft onder andere de deelneming in Enexis, Publiek Belang Elektriciteitsbelang (EPZ) en Essent Milieu. Te hoog opgenomen div idenduitkering 2008 Rentevoordeel door een per saldo hoger uitgezet bedrag € 8.523.000 a 3,19% Rente nadeel door een per saldo lager gegenereerd percentage € 486.645.000 a 0,03% Per saldo nadeel
nadeel 15.300.000
267.000 272.000 163.000 15.458.000 15.730.000
15.730.000
5. Minder gestort in de Algemene Reserve inzake dividend Essent in boekwinst € 15.300.000 Door de verkoop van de aandelen Essent in 2009 aan het Duitse RWE werd over 2009 geen dividend ontvangen. Doordat de reserve ESFI gevoed werd door de dividenduitkeringen van Essent, is vanuit de boekwinst een bedrag gestort in de reserve ESFI. Als gevolg hiervan werd minder toegevoegd aan de Algemene Reserve. Ten aanzien van de dividenduitkering van de deelnemingen, die vanuit de verkoop van Essent in provinciale handen zijn gekomen, is vooralsnog nog geen dividenduitkering over 2009 opgenomen. Ten tijde van gereedkoming van de jaarrekening over 2009 was niet bekend of er dividenduitkeringen plaatsvinden. 6. Hogere winst verkoop aandelen Essent € 129.828.000 ontv angen uit verkoop van de aandelen Essent terugontvangen dividendbelasting hierin begrepen rente wegens uitgestelde betaling boekwaarde overgenomen deelnemingen boekwaarde overgenomen leningen aan deelnemingen bij de Integrale Bijstelling van de begroting werd een bedrag geraamd v an
386.933.000 10.293.000 397.226.000 3.423.000 393.803.000 1.722.000 114.100.000 509.625.000 379.798.000 129.827.000
Het verschil is in hoofdzaak ontstaan door het niet opnemen v an de deelnemingen, leningen en terugontvangen dividendbelasting.
7. Extra storting in de Algemene reserve als gevolg van hogere boekwinst Essent € 129.827.000 de boekwinst op de aandelen Essent bedroeg hiervan werd ten gunste van de reserve RSP geboekt begroot werd
509.625.000 245.000.000 264.625.000 134.798.000 129.827.000
Voor een nadere detaillering verwijzen wij u naar onderdeel 6, hogere winst verkoop aandelen Essent. 8. Afwaardering boekwaarde de Blauwe Stad nadeel € 28.775.000 In het kader van de doorstart Blauwestad is besloten een grondexploitatie te maken die toekomstbestendig is. Uitgaand van een concept grondexploitatie van 40 jaar en een gemiddelde verkoop van 30 kavels per jaar is in 2009 eenmalig € 28.775.000 afgeboekt. De totale investering inclusief rente kan vervolgens worden gedekt uit de toekomstige opbrengsten. 9. Onttrekking aan de Algemene Reserve inzake afwaardering de Blauwe Stad € 28.775.000 De afwaardering van de Blauwestad ad. € 28.775.000 om te komen tot een toekomstbestendige grondexploitatie is ten laste van de Algemene Reserve gebracht.
Middelenbeleid en -beheer
49
10. BTW-compensatiefonds nadeel € 1.356.000 Op de post onvoorzien werd een bate geraamd van € 2.167.000. Dit betreft het BTW-component in de (nog af te ramen) lasten en de baten als gevolg van vrijval van het BTW-component in doeluitkeringen, gemeenschappelijke regelingen en overige posten. De totale baten bedragen € 811.000, zodat een nadeel is ontstaan van € 1.356.000. 11. Vrijval onvoorzien en stelposten, voordeel € 1.476.000 Bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2009 resteerden de volgende posten voor onvoorziene uitgaven en stelposten (niet vallende onder de apparaatskosten): - onvoorziene uitgaven 200.000 - voorfinanciering grote projecten 516.000 - voorfinanciering Winschoterdiep 136.000 - diverse stelposten 29.000 - naheffing Belastingdienst loonheffing 2003-2006 595.000 1.476.000
12. Overschrijding budgetten voor programmakosten, nadeel € 957.000 De verschillen tussen de begroting na Integrale Bijstelling 2009 en de realisatie van de programmakosten zijn per thema geanalyseerd. Deze analyses zijn opgenomen bij de toelichting op de programma's/thema's. 13. Saldo van baten en lasten voorgaande jaren, voordeel € 1.287.000 (bedragen x € 1.000) Afboeking oude schulden en vorderingen, per saldo Afwikkeling met Belastingdienst loonheffing 2003-2006 (incl. rente) Aanpassing voorziening dubieuze debiteuren Vrijval op afrekening subsidies: - wonen en leefbaarheid - bedrijvigheid - landbouw - recreatie en toerisme - natuur en landschap - water - milieu - POP/gebiedsgericht - sociaal beleid - jeugd - cultuur en media - bestuurlijke samenwerking - communicatie
voordeel 1.165
690 50 61 63 55 12 12 26 9 17 93 339 49 24 2 1.977
per saldo voordeel 1.977
In 2003 is begonnen met het afwikkelen van de oude vorderingen en schulden. De afboeking is voortgezet en is een jaarlijks terugkerende handeling geworden.
50
Middelenbeleid en -beheer
nadeel
690 1.287 1.977
Conform de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) is hieronder een overzicht weergegeven van de incidentele baten en lasten. Incidentele baten en lasten, per saldo voordeel € 479.955.000 De incidentele baten en lasten over 2009 zijn als volgt te specificeren: baten baten voorgaande jaren € 1.977.000 boekwinst verkoop aandelen Essent " 509.625.000 € 511.602.000 lasten lasten voorgaande jaren € 690.000 nieuw beleid voor maximaal drie jaar beschikbaar " 2.182.000 afwaardering boekwaarde de Blauwestad " 28.775.000 " 31.647.000 per saldo incid entele bate € 479.955.000
Middelenbeleid en -beheer
51
52
Middelenbeleid en -beheer
1.
Leven en wonen in Groningen
Dit programma bestaat uit het thema Wonen en leefbaarheid. Het programma Leven en wonen in Groningen richt zich op het creëren van een ruim en gevarieerd aanbod aan woningen en woonmilieus dat voldoet aan de woonbehoefte van de (potentiële) inwoners, rekening houdend met de achterblijvende ontwikkeling van de woningbehoefte als gevolg van een stagnerende groei van de bevolking in bepaalde regio's. Ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid in zowel de steden als de dorpen zijn hierbij van groot belang. Onder dit programma vallen ook de ruimtelijke ordening en ontwikkeling. Het gaat hierbij om het ontwikkelen en uitvoeren van het provinciale beleid voor de fysieke omgeving, inbreng van dit beleid in het rijks- en SNN-beleid en zorg dragen voor doorwerking in de gemeentelijke plannen. Actief bijdragen aan de realisering van ruimtelijke projecten van regionale betekenis op basis van een geïntegreerde gebiedsgerichte aanpak en in samenwerking met gemeenten, marktpartijen en de bewoners van het gebied. Aandeel in de totale rekening 2009: 4,80%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rek ening 2008
1. Leven en wonen in Gr oningen a. Wonen en leefbaarheid - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Leven en wonen in Groningen
raming 2009*
rekening 2009
16.104 9.598 6.506
18.319 10.762 7.557
45.042 10.022 35.020
6.506
7.557
35.020
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. Het thema van het programma Leven en wonen in Groningen zal daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Leven en wonen in Groningen
53
1.1
Wonen en leefbaarheid
Omschrijving thema Wonen en leefbaarheid De ruimtelijke ontwikkeling levert een bijdrage aan de hoofddoelstelling van het omgevingsbeleid, te weten voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke leefomgeving. Een prettig leefklimaat in het stedelijk gebied met een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en bewoners. Een vitaal platteland waarin plaats is voor natuur, mensen oog hebben voor elkaar en kwetsbare groepen niet verstoken blijven of worden van de nodige voorzieningen en verzorging. Daarbij streven wij naar een hoge leefkwaliteit voor alle bewoners door te in te zetten op voldoende aanbod en kwaliteit van woningen. De leefkwaliteit en sociale infrastructuur zijn daarbij van belang. Onderzoek in 2007 naar de bevolkingsontwikkeling en de woningbehoefte laat zien dat er sprake is van een flinke daling in de woningbehoefte ten opzichte van eerdere prognoses uit 2004. De woningbehoefteontwikkeling is regionaal van karakter. In de regio Groningen-Assen is nog sprake van groei, maar minder dan eerder verwacht werd. De woningbehoefteontwikkeling in combinatie met de vergrijzing en ontgroening zal met name in de Eemsdelta en Oost-Groningen gevolgen hebben voor het voorzieningenniveau en de leefbaarheid. Het op peil houden hiervan heeft wat ons betreft prioriteit. Daarom vinden wij het belangrijk dat integraal naar deze regio's gekeken wordt, door in het brede perspectief van leefbaarheid te kijken naar transformatie, nieuwbouw, concentratie in stedelijke centra en stedelijke ontwikkeling. Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Deze wet voorziet in een fundamenteel nieuw stelsel van verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor Rijk, provincies en gemeenten. Voor de provincies houdt deze stelselwijziging - kort samengevat - in dat het streekplan (als beleidsdocument) en het goedkeuringsvereiste (als doorwerkingsinstrument) komen te vervallen. Voor het streekplan komt de verplichte structuurvisie in de plaats. Voor de doorwerking daarvan naar het gemeentelijke bestuursniveau zijn aan de provincie nieuwe sturingsinstrumenten toegekend, zoals de bevoegdheid om bij verordening generieke regels te stellen omtrent de inhoud van en toelichting op bestemmingsplannen of in concrete gevallen specifieke aanwijzingen te geven. Zowel de proactieve als toetsings- en interventie-instrumenten kunnen slechts worden toegepast indien dat noodzakelijk is ten behoeve van een provinciaal belang. Door de invoering van de nieuwe wet zullen we in 2009 verder gaan met het vormgeven van ons beleid en de uitvoering daarvan onder het nieuwe juridische instrumentarium. We hebben de ambitie om een aantal specifieke regionale ruimtelijke opgaven te realiseren. Wij willen hiertoe meer sturing op de uitvoering van deze opgaven. Door sneller en actiever op de grondmarkt te opereren kunnen we meer invloed uitoefenen op regionale ruimtelijke projecten. Eind 2009 willen we ons actieve grondbeleid operationeel hebben. Vanuit onze toezichthoudende functie richting gemeenten zien wij er op toe dat statushouders (verblijfsgerechtigde asielzoekers) zo snel mogelijk gehuisvest worden. Hiervoor zal de komende tijd extra inzet nodig zijn in verband met het generaal pardon. In 2009 is het POP 2009-2013 in werking getreden. De hierboven geschetste onderdelen van ruimtelijke ontwikkeling komen hierin tot uitdrukking en vormen een weerspiegeling van de drie peilers van het omgevingsbeleid, namelijk werken aan een duurzame leefomgeving, het handhaven en versterken van het eigen karakter van Groningen en het verder bewerkstelligen van sterke steden en een vitaal platteland. Voor wat betreft het eigen karakter van Groningen willen we niet alleen het eigen karakter van onze provincie als geheel handhaven en versterken, maar juist ook de karakterverschillen tussen gebieden in onze provincie versterken.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten Wonen: • aanpassen van de woningvoorraad op woningbehoefte; • aandacht voor de kwaliteit van de woningvoorraad; • aandacht voor wonen, welzijn, zorg; • aandacht voor specifieke groepen.
54
Leven en wonen in Groningen
Ruimte: • verbetering van de woon- en leefomgeving in stedelijk gebied, incl. de bebouwde kom op het platteland; • aandacht voor behoud en versterking van (vitaliteit van) de niet-stedelijke omgeving; • herkenbaarheid ruimtelijk beleid van de provincie op gemeentelijk niveau; • betere en snellere uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingsopgaven. Geplande prestatie-indicatoren Wonen: • stimuleren transformatie bestaande woningvoorraad, 1300 vervangende nieuwbouw; • stimuleren nieuwbouw: 5500 woningen (incl. vervangende nieuwbouw); • stimuleren totstandkoming en uitvoering 2 regionale woonplannen, waarbij rekeningschap wordt gegeven van de gevolgen van de terugloop van de bevolkingsomvang (krimp); •
• •
stimulering van de uitvoering van de woningbouwafspraken (BLS) met het Rijk, totale taakstelling: 6000 woningen, Groninger deel: 4200; stimulering van de bouw van voldoende woningen voor kwetsbare doelgroepen; concentratie woningbouw: 60% van de groei van de woningvoorraad gebeurt in de stedelijke centra.
Ruimte: • 4 deelnemingen aan de uitvoering regioprogramma's en uitvoeren provinciaal beleid zoals verwoord in de nota Provinciaal Bouwheerschap; • 6 geïntegreerde gebiedsontwikkelingen in provinciale ontwikkelingstrajecten, zie ook Provinciaal Bouwheerschap;
•
(nieuwe Wro) door overleg, ondersteuning en zonodig juridische interventie bereiken dat provinciale ruimtelijke belangen op een te handhaven manier doorwerken in gemeentelijke plannen, projectbesluiten en beheersverordeningen;
•
(overgangssituatie naar nieuwe Wro) door goedkeuring bewerkstelligen dat het provinciale omgevingsbeleid op een te handhaven manier doorwerkt in gemeentelijke plannen en projectbesluiten;
Gerealiseerde prestatie-indicatoren Wonen: • Momenteel zijn er nog geen cijfers van het CBS bekend. • Momenteel zijn er nog geen cijfers van het CBS bekend. • Voor de regio Eemsdelta is het ‘Pact regio Eemsdelta’ gesloten waarin de hoofdlijnen van het beleid voor wonen en voorzieningen zijn geformuleerd. Voor de regio Oost-Groningen zijn afspraken gemaakt over de woningverdeling over de gemeenten. • Momenteel zijn er nog geen cijfers bekend. Het CBS levert pas in april de productiecijfers. •
Momenteel zijn er nog geen cijfers van het CBS bekend over het aantal te bouwen sociale huurwoningen. • Momenteel zijn er nog geen cijfers van het CBS bekend. NB: CBS-cijfers worden in april 2010 verwacht. Ruimte: • Er is geparticipeerd in en geadviseerd over alle provinciale ruimtelijke ontwerpprocessen en projecten in de regiogebieden. Zie verder op onder prioriteit Provinciaal Bouwheerschap. • Er is geparticipeerd in en geadviseerd over alle regionale ontwikkelingsprojecten (Blauwestad, Meerstad, Regio Groningen/Assen, Veenkoloniën, Eemsdelta en Lauwersmeer). Zie verder op onder prioriteit Provinciaal Bouwheerschap; • Aan de uitvoering van de nieuwe Wro is verder vorm en inhoud gegeven. In het POP 20092013 hebben Provinciale Staten de provinciale ruimtelijke belangen aangegeven en in de Provinciale Omgevingsverordening is bepaald welke van die belangen in gemeentelijke ruimtelijke plannen moeten doorwerken. Naast deze instructienormen hanteren wij een proactieve werkwijze waarbij in een heel vroeg stadium van gemeentelijke planvorming overleg wordt gevoerd om een goede vertaling van het beleid te bevorderen. • Bij de goedkeuring van bestemmingsplannen en wijzigings- en uitwerkingsplannen is rekening gehouden met het nieuwe omgevingsbeleid en is dit uitgedragen aan de gemeenten.
Leven en wonen in Groningen
55
•
stimulering van de uitvoering van 5 gemeentelijke programma's en 30 plannen voor stedelijke vernieuwing ter verbetering van de leefbaarheid;
•
•
beeld van problematiek stedelijke vernieuwing toekomstig ISV;
•
•
ondersteuning 4 gemeenten via Vliegende Brigade; bijdrage aan de uitvoering geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen (Meerjaren Investeringsprogramma);
•
•
uitvoering (doorwerking en agenda) Nota Ruimte en doorwerking Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT);
•
•
beleidsontwikkeling, doorwerking en uitvoering Mooi Nederland (anti verrommeling, pro ruimtelijke kwaliteit);
•
uitvoeringsgericht grondbeleid.
•
•
•
Te bereiken in (planperiode): • Provinciaal Omgevingsplan (POP) 2009-2013; • Afspraken met Rijk in kader van BLS; • Verstedelijkingsafspraken 2010-2020; • Uitvoering van de afspraken in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV-2) 2005-2009;
•
•
Nota Grondbeleid: invulling gebiedsopgaven.
Er is geregeld contact met de in het kader van het ISV aangewezen programma- en projectgemeenten. Jaarlijks geven de gemeenten inzicht in de voortgang van de projecten en programma's. Er is een inventarisatie gedaan naar de stedelijke vernieuwingsopgave bij alle programma- en projectgemeenten. In 2009 is deze opgave financieel vertaald met een onderscheid naar de kosten voor de reguliere stedelijke vernieuwingsopgave en de opgave als gevolg van de krimp voor de periode 20102019. In 2009 is door gemeenten geen beroep gedaan op de Vliegende Brigade. In december 2009 heeft de Stuurgroep de definitief besloten over de evaluatieresultaten van de regiovisie en de geactualiseerde visie vastgesteld. Besluitvorming is vervolgens ter instemming naar raden en staten gezonden. Het Project Centrale Uitvoering is gedeeltelijk gestart. Het Rijk heeft subsidie toegekend aan de Centrale Zone Meerstad en aan de Spoorzone (stationsgebied Zuid). Voor UMCG/ Hamrikzone loopt nog een aanvraag. e De 2 fase Zuidelijke Ringweg is gestart nadat op 10 november 2009 het voorkeursalternatief is vastgelegd in een bestuursovereenkomst (BO MIRT). Er is overleg met het Rijk geweest. Er is geen specifiek beleid ontwikkeld en uitgevoerd onder de noemer Mooi Nederland. Wel zijn de betreffende thema's meegenomen, bijvoorbeeld bij het maken van het POP. De in het vooruitzicht gestelde kadernota is er nog niet. Zie hieronder bij prioriteit Uitvoering Nota Ruimte/Grondbeleid.
Bereikt in (planperiode): • Het POP is vastgesteld in juni 2009. • De huidige afspraken worden uitgevoerd. • Zie onder gerealiseerd Uitvoering Regiovisie Groningen-Assen. • De ISV-afspraken worden uitgevoerd en de declaraties betaald. De gemeenten doen jaarlijks verslag van de voortgang van de programma's en projecten. • Het opstellen van de Kadernota Grondbeleid is uitgesteld. Zie verder hieronder bij prioriteit Uitvoering Nota Ruimte/Grondbeleid.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • 56
Provinciaal Omgevingsplan (POP) 2009-2013 Nota Provinciaal Bouwheerschap in de provincie Groningen Ontwikkelagenda Nationaal Stedelijke Netwerk Groningen-Assen 2008 Geactualiseerde Regiovisie Groningen Assen 2030 Meerjaren Investeringsprogramma Groningen-Assen (MIP 2008-2015) Nota Ruimte 2006 Leven en wonen in Groningen
• • • • • • • • • • • • • •
Uitvoeringsagenda Nota Ruimte 2006-2008 Nota Ruimte, ieder zijn rol, december 2005 (VROM, IPO en VNG) Nieuwe Wro 2008 Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzee (IBW) Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied (PMJP 2006) Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) projectenboek 2008 en 2010 Akkoord Regio Specifiek Pakket (RSP) Samenwerkingsagenda Mooi Nederland Handelingskader grondverwerving ILG (2006) Beleidskader Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) Beleidsregel Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) Nota architectuurbeleid (relatie met rijksbouwmeesterschap) Gebiedsagenda Noord Nederland MIRT 2009 Gebiedsdocumenten Eemsdelta MIRT 2009
Prioriteiten 2009 Provinciaal Bouwheerschap Gepland Activiteiten: uitvoeren nota Provinciaal Bouwheerschap: • beleidsontwikkeling en advisering, o.a. ter versterking van de karakteristieken van de provincie als totaal en van de diverse van elkaar te onderscheiden karakteristieke gebieden in de provincie (POP 2009-2013); • initiëren van en participeren en adviseren in 4 provinciale gebiedsgerichte processen en trajecten, planvorming en uitvoering (met name de regiogebieden);
•
participeren en adviseren in 6 provinciale ontwikkelingsprojecten (Blauwestad, Meerstad, Regio Groningen/Assen, Veenkoloniën, Eemsdelta en Lauwersmeer);
Gerealiseerd Activiteiten: uitvoeren nota Provinciaal Bouwheerschap: • Bij alle werkzaamheden hebben POP en nota bouwheerschap als kader gediend.
•
•
Er is geparticipeerd in en geadviseerd over alle provinciale ruimtelijke ontwerpprocessen en projecten in de 4 regiogebieden. Er is geparticipeerd in en geadviseerd over de Stadsrand Groningen projecten, zoals DriehoekTen Boer, Woldstreek, gebied Groningen/Zuidhorn en de (Drents-Groningse) zone Koningsas. Daarnaast is er gewerkt aan de bruggenstudies Starkenborghkanaal. In het Westerkwartier is er geparticipeerd in o.a. de ontwikkelingsvisie Haarsterbos, Trimunt, Strandheem, in de IGS Leek Roden, de Oostrand Zuidhorn (incl. wegomlegging)en ten behoeve van het bestemmingsplan buitengebied Westerkwartier. In OostGroningen in o.a. de Groene Ster (Veendam/ Hoogezand), de Groene Compagnie (zuiden Hoogezand), het Landschapsversterkend wonen Mussel en ook Bellingwedde. In NoordGroningen aan de omgeving Schildmeer/ Steendam, de uitwerking van de Damsterdiepvisie, het fietsenplan Waddendijk en het pilotplan Almersma in Uithuizen (nieuwe wierde met bebouwing). Er is geparticipeerd in en geadviseerd over alle 6 regionale ontwikkelingsprojecten (Blauwestad, Meerstad, Regio Groningen-Assen, Veenkoloniën (waaronder Pagediep), Eemsdelta en Lauwersmeer. In Noord is het gebiedsdocument Eemsdelta
Leven en wonen in Groningen
57
•
initiëren van en participeren en adviseren in provinciale thematische projecten (nieuwe wegen, windmolens en agrarische schaalvergroting);
•
• • •
• •
financieel en proactief vakmatig ondersteunen van gemeenten ten behoeve van ruimtelijke kwaliteitsgerichte strategie, beleid en planvorming; adviseren over subsidieaanvragen; ambassadeurschap door bewerkstelligen kennisontwikkeling en -uitwisseling (excursie/workshops/pilotprojecten);
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 4 provinciale gebiedsgerichte processen; • • • • • • •
6 provinciale ontwikkelingsprojecten; 20 adviezen in thematische projecten met meerwaarde voor andere sectoren binnen de provincie zoals infrastructuur en energie; 40 adviezen over gemeentelijke RO-plannen (Wro en ISV); 50% van de RO-plannen waarin ruimtelijke kwaliteit adequaat is behandeld; 8 succesvolle agrarische schaalvergrotingsmaatwerkprojecten; 80% van de gemeenten waar pro-actief overleg mee wordt gevoerd; 15 behandelde subsidieaanvragen.
•
• •
gemaakt ten behoeve van BO MIRT en zijn de verstedelijkingsafspraken Groningen-Assen geformaliseerd in hetzelfde kader. Er is geparticipeerd in de verdubbeling N33 en de omleggingen van de N355, de N360 en N361 en de herinrichting van de N980 en de N366. Ook is geparticipeerd in de Zuidelijke en Oostelijke Ringweg van de stad Groningen en de Fietsroute+ naar Bedum. Er is geparticipeerd in het ontwerpatelier van het Rijkscollege van Adviseurs over de landschappelijke inpassing van windmolenparken in Nederland. Er is geadviseerd over de plaatsing van windmolens in de Eemshaven en langs de N33. In 2009 is in 52 keukentafeltrajecten geparticipeerd. Er is met alle Groninger gemeenten overleg gevoerd over aanpak en inhoud van (een deel van) hun ruimtelijke ordeningsprojecten en processen. Er is geadviseerd over 9 subsidieaanvragen. Er is een excursie Provinciaal Bouwheerschap georganiseerd voor gemeentelijke portefeuillehouders en hun ambtelijke adviseurs.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 4 provinciale gebiedsgerichte processen (regio's); • 6 provinciale ontwikkelingsprojecten; • 20 adviezen in thematische projecten met meerwaarde voor andere sectoren binnen de provincie zoals infrastructuur en energie; • 50 adviezen over gemeentelijke RO-plannen (Wro en ISV); • 70% van de RO-plannen waarin ruimtelijke kwaliteit adequaat is behandeld; • 14 succesvolle agrarische schaalvergrotingsmaatwerkprojecten; • 100% van de gemeenten waar proactief overleg mee wordt gevoerd over alle of een deel van hun plannen; • 9 behandelde subsidieaanvragen.
Kwalitatieve informatie: • door een zorgvuldig beheer kunnen bestaande kwaliteiten gehandhaafd blijven: permanente en continue resultaten; • door zorgvuldige planontwikkelingen en kwaliteitsborging in ruimtelijke plannen (structuurvisies, bestemmingsplannen, identiteitsstudies) kunnen door toedoen van het bouwheerschap kwalitatief betere nieuwe ruimtelijke kwaliteiten gerealiseerd worden resulterend in een continue stroom van op te leveren nieuwe ruimtelijke kwaliteiten.
58
Leven en wonen in Groningen
Gemeentelijke plannen Gepland
Gerealiseerd
Oude WRO (overgangssituatie) Activiteiten: • Door goedkeuring bewerkstelligen dat het provinciale omgevingsbeleid op een handhaafbare manier doorwerkt in gemeentelijke plannen en projectbesluiten. • Het bieden van de wettelijk voorgeschreven rechtsbescherming ten aanzien van gemeentelijke bestemmingsplannen, waarbij een zorgvuldige behandeling van reclamanten voorop staat.
Oude WRO (overgangssituatie) Activiteiten: • Bij de goedkeuring van bestemmingsplannen en wijzigings- en uitwerkingsplannen is erop gelet dat het provinciale omgevingsbeleid op een handhaafbare manier doorwerkt. • Tegen 7 (14%) van de genomen goedkeuringsbesluiten is (ontvankelijk) beroep ingesteld. Van de genomen besluiten is dus 86% niet aangevochten. Op 3 van de ingestelde beroepen is al uitspraak gedaan. Van deze beroepen is 1 gegrond verklaard.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In het kader van de toepassing van de WRO zullen nog 30 goedkeuringsbesluiten worden genomen. • Minimaal 80% van deze besluiten wordt niet aangevochten door gemeenten en belanghebbenden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn 44 goedkeuringsbesluiten genomen over vastgestelde bestemmingsplannen en uitwerkings-/wijzigingsplannen. • Tegen 7 (14%) van de genomen goedkeuringsbesluiten is (ontvankelijk) beroep ingesteld. Van de genomen besluiten is dus 86% niet aangevochten. • Op 3 van de ingestelde beroepen is al uitspraak gedaan. Van deze beroepen is 1 gegrond verklaard.
•
Minimaal 80% van wel in bezwaar en/of beroep bestreden besluiten blijft gehandhaafd.
Nieuwe Wro Activiteiten: • Door overleg, ondersteuning en zonodig juridische interventie bereiken dat provinciale ruimtelijke belangen op een handhaafbare manier doorwerken in gemeentelijke plannen, projectbesluiten en beheersverordeningen.
Nieuwe Wro Activiteiten: • De provinciale ruimtelijke belangen zijn benoemd in het POP 2009-2013 en de Omgevingsverordening. Aan de doorwerking vooraf is uitvoering gegeven door middel van overleg. Voorbeelden van deze proactieve werkwijze: - Op 10 december 2009 is er een presentatie aan de gemeenten gegeven over de Provinciale Omgevingsverordening. Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 zal aan de nieuwe wethouders ruimtelijke ordening voorlichting worden gegeven over de verordening. - Nadat adviezen in het kader van het vooroverleg zijn uitgebracht wordt contact gezocht met de gemeenten om een nadere toelichting te geven en een oplossingsrichting aan te geven voor de geconstateerde probleempunten. - Deelname aan keukentafelgesprekken over agrarische schaalvergroting. - Deelname aan implementatie provinciaal beleid ten aanzien van externe veiligheid (veiligheidszones rond provinciale wegen). - Overleg met gemeenten over de voorgenomen begrenzing van het buitengebied ter uitvoering van de Provinciale Omgevingsverordening. - Overleg in een vroegtijdig stadium van de
Leven en wonen in Groningen
59
•
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • over 80 ontwerp-bestemmingsplannen en 30 ontwerp-projectbesluiten zal overleg, als voorgeschreven in het BRO, worden gevoerd.
•
•
60
ter doorwerking van zwaarwegende provinciale belangen en ondersteuning van gemeenten zal worden deelgenomen aan 20 gemeentelijke projecten in het kader van ontwikkelingsplanologie. wegens strijd met provinciale belangen zal in het kader van de voorbereidingsprocedure van 5 plannen of projectbesluiten een zienswijze
planontwikkeling met betrekking tot o.a.: bestemmingsplannen buitengebied van Loppersum en Slochteren; bestemmingsplan Meerstad; uitwerking Gebiedsopgave LauwersoogLauwersmeer; hippisch centrum Stadskanaal; stikstoffabriek in de Gouden Driehoek bij Menterwolde en de aanleg van een buisleiding naar Winschoten; initiatief tot en bijdrage aan plan van aanpak actualisering bestemmingsplan Blauwestad in samenhang met ontwikkelingsvisie Blauwestad; noodbergingsgebied Hamdijk; gebiedsontsluiting Noord-Groningen; deelname aan MER-overleg industrieterrein Oosterhorn Delfzijl; dit MER dient ter voorbereiding van het nieuwe bestemmingsplan voor het industrieterrein; windenergie: overleg met initiatiefnemers, gemeenten, Rijk, beheerders en eigenaren gronden, belangenorganisaties; energie-infrastructuur: overleg met netwerkbeheerders, gemeenten, Rijk, provincies, bewonersgroeperingen, NLTO en Groningen Seaports; buisleidingen (diverse stoffen, gas, buisleidingenstrook/straat) overleg met andere overheden, NLTO, Groningen Seaports en Gasunie; bedrijventerreinen: vooroverleg over bestemmingsplannen, nieuwe restrictieve beleid, toepassing SERladder met gemeenten, Groningen Seaports, samenwerkingsverbanden, Milieufederatie. Daarnaast zijn zienswijzen ingediend en is zo nodig juridisch geïntervenieerd (reactieve aanwijzing).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 3 ambtelijke reacties op voorontwerpstructuurvisies; • 81 ambtelijke reacties op voorontwerpbestemmingsplannen, uitwerkings- en wijzigingsplannen; • 35 ambtelijke reacties op voorontwerpprojectbesluiten; • Deze activiteit is niet doorgegaan. Na overleg met de VGG is gebleken dat geen behoefte was aan ondersteuning van de zijde van de provincie. •
Er zijn 20 zienswijzen ingediend omtrent 54 beoordeelde ontwerpbestemmingsplannen en uitwerkings- en wijzigingsplannen en
Leven en wonen in Groningen
•
worden ingediend. verlenen van ontheffingen.
•
Kwalitatieve informatie: • Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Prestatie-indicatoren worden voor een belangrijk deel ontleend aan ervaringscijfers uit voorgaande jaren. Dergelijke cijfers zijn nog niet voorhanden waar het de toepassing van de nieuwe Wro betreft. De kwantitatieve prognose heeft daarom een zeer voorlopig karakter.
28 beoordeelde ontwerpprojectbesluiten. Er zijn geen ontheffingen aangevraagd.
Kwalitatieve informatie: • Het aantal onder de nieuwe Wro uitgebrachte zienswijzen is groter dan werd aangenomen. De reden daarvan is dat in 2009 relatief veel bestemmingsplannen en projectbesluiten op onderdelen niet voldeden aan de gestelde regels. Dat leidde in veel gevallen tot uitvoerige overlegreacties en het indienen van zienswijzen. Voor een deel is het tekortschieten van plannen en besluiten op het punt van de doorwerking van het provinciale beleid vermoedelijk te wijten aan de omstandigheid dat deze al zijn opgesteld in de overgangsfase van de (oude) WRO naar de (nieuwe) Wro, waarin het nieuwe provinciale beleid nog onvoldoende was uitgekristalliseerd. • De gemeenten Vlagtwedde en Groningen hebben onze ingediende zienswijze niet overgenomen. Dat betreft de regeling van intensieve veehouderij en de verplaatsingsmogelijkheden van agrarische bedrijven (Vlagtwedde) en de hoogte van reclamemasten (Groningen). Wij hebben beide gemeenteraden op deze punten een reactieve aanwijzing gegeven. Tegen die aanwijzing is beroep ingesteld bij de Raad van State. Als beroepsgrond hebben de gemeenten aangevoerd dat Provinciale Staten met het stellen van regels op deze onderwerpen de grenzen van hun bevoegdheid hebben overschreden. In die zin dat geen sprake is van provinciale belangen die het rechtvaardigen om de gemeentelijke beleidsvrijheid ingrijpend te beperken.
Stimulering uitvoering stedelijke vernieuwing (ISV) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • monitoring en stimulering uitvoering • De programmagemeenten hebben op basis van gemeentelijke stedelijke een meerjaren ontwikkelingsprogramma ook vernieuwingsprogramma's en -projecten voor de een meerjarige financiële zekerheid gekregen. periode 2005-2009; Deze gemeenten leggen na afloop van de ISV2periode medio 2010 verantwoording af over de realisatie van de programma's. Tussentijds geven de gemeenten jaarlijks inzicht in de voortgang van de uitvoering. Er zijn 12 aanvragen beoordeeld van projectgemeenten. • De toekomstverkenning van de stedelijke • Toekomstverkenning stedelijke vernieuwing: vernieuwingsopgave heeft duidelijk gemaakt dat inventarisatie van de totale stedelijke provinciale de bevolkingsdaling in delen van de provincie vernieuwingsopgave in 24 gemeenten (m.u.v. ingrijpende sociaal-economische gevolgen stad Groningen); heeft: er dreigt leegstand, sociale segregatie, de voorzieningen staan onder druk en er dreigt verloedering van de openbare ruimte. Deze kwalitatieve toekomstverkenning voor de periode 2010-2014 is in 2009 financieel Leven en wonen in Groningen
61
•
Uitvoeren stimuleringsregeling Vliegende Brigade;
•
•
Voorbereiding ISV-3: overleg in IPO-verband met Rijk over omvang en inhoud ISV-3, periode 2010-2014: thema's en middelen. Speciale aandacht voor agendering van het thema krimp in samenwerking met andere provincies die te maken hebben met terugloop van de bevolkingsomvang; uitvoeren Interregproject DC NOISE (onder voorbehoud goedkeuring EU): internationale samenwerking aan de nieuwe demografische ontwikkeling in de Noordzeekustregio: gevolgen en ontwikkelen van krimpstrategieën, demonstratieprojecten, kennisuitwisseling (bestpractices).
•
•
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • monitoring voortgang 5 ISV-programma's en 30 ISV-projecten in 19 projectgemeenten;
• •
•
naar verwachting doen 3 gemeenten een beroep op ondersteuning van de Vliegende Brigade; Rapport: Stedelijke vernieuwingsopgave in de provincie Groningen 2010-2014; Nota: Beleidskader stedelijke vernieuwingsopgave 2010-2014.
Kwalitatieve informatie: • ter voorbereiding op ISV-3 zal bij gemeenten de stedelijke vernieuwingsopgave voor de periode 2010-2014 worden geïnventariseerd. Het betreft een onderzoek naar de structurele opgave en de knelpunten die om maatregelen vragen om de leefbaarheid te kunnen waarborgen. De resultaten (kwalitatief en kwantitatief) hiervan zullen mede dienen als onderbouwing van onze 62
•
vertaald, met een onderscheid naar de kosten van de reguliere stedelijke vernieuwingsopgave en naar de kosten die een gevolg zijn van de bevolkingsdaling. In 2009 is door de gemeenten geen beroep gedaan op ondersteuning van de Vliegende Brigade. In het rijksbeleidskader is onder het thema wonen de bevolkingsdaling als belangrijke indicator opgenomen. Het rijksbeleidskader is de basis voor het maken van afspraken met het rijk over de prestaties en de inzet van de stedelijke vernieuwingsgelden. Eind 2008 zijn 4 pilots in Noord- en OostGroningen gestart die inspelen op de gevolgen van de demografische veranderingen: de thema's zijn arbeidsmarkt en zorg, voorzieningen, wonen en woonomgeving. Er vindt kennisuitwisseling plaats met de buitenlandse regio's. Begin 2009 heeft een buitenlandse delegatie een aantal locaties in onze provincie bezocht. In 2011 wordt het project afgesloten met presentaties en een evaluatie van de resultaten van de pilots en het project DC Noise.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De gemeenten dienen jaarlijks een voortgangsverslag in. De programmagemeenten leggen medio 2010 verantwoording af over de realisatie van de programma's. Projectgemeenten leggen verantwoording af nadat een project is afgerond. Dit is afhankelijk van de aanvang en de looptijd van het project. Er zijn 11 ISV-projecten gereed gemeld. Hiervan zijn 4 projecten verantwoord en definitief vastgesteld. • De gemeenten hebben in 2009 geen beroep gedaan op de Vliegende Brigade. •
•
In 2009 is de kwalitatieve inventarisatie stedelijke vernieuwingsopgave voor de periode 2010-2020 financieel vertaald in een investeringsraming voor de periode 2010-2020. Wij hebben het Provinciaal Beleidskader Stedelijke Vernieuwing ISV3 in januari 2010 vastgesteld. Het Rijk heeft € 22,3 mln. beschikbaar gesteld voor het tijdvak 2010 tot en met 2014.
Kwalitatieve informatie: • Belangrijk knelpunt is het behoud van de leefbaarheid in delen van Noord- en OostGroningen die te maken hebben met een bevolkingsdaling en de financiering van de opgave. De kosten van de krimp voor de periode 2010-2010 worden geraamd op ten minste € 554 miljoen Deze raming heeft alleen betrekking op de gevolgen voor de fysieke
Leven en wonen in Groningen
claim ISV-3 richting Rijk. Tevens zullen de resultaten de leidraad vormen voor de verdeling van de middelen;
•
zicht houden op de voortgang van de uitvoering van de stedelijke vernieuwingsopgave in de periode 2005-2009.
Beleid en uitvoering Bouwen en Wonen Gepland Activiteiten: Stimulering ontwikkeling en uitvoering woningbouw-, transformatie- en woonzorgplannen gemeenten en woningcorporaties: • stimuleren transformatie bestaande woningvoorraad, 1.300 vervangende nieuwbouw; • stimuleren nieuwbouw: 5.500 (inclusief vervangende nieuwbouw); • stimuleren totstandkoming en uitvoering 2 regionale woonplannen in Oost Groningen en Eemsdelta waarin een samenhangende meerjarenagenda wordt ontwikkeld, waarin wordt ingespeeld op de consequenties van de terugloop van de bevolkingsomvang, zowel als het gaat om wonen, als om leefbaarheid; • uitvoering geven aan met gemeentelijk samenwerkingverbanden gemaakte bestuurlijke overeenkomsten inzake omvang en samenstelling woningbestand; • facilitering regionale initiatieven in OostGroningen en Eemsdelta, waarbij gekeken wordt naar de instandhouding en/of verbetering van de kwaliteit van de particuliere woningvoorraad; • stimulering van de bouw van voldoende woningen voor kwetsbare doelgroepen; •
stimulering concentratie woningbouw: 60% van de groei van de woningvoorraad in de stedelijke centra;
•
woon- en leefomgeving. De kosten die zijn gemoeid met een integrale gebiedsgerichte aanpak voor de aanpak van de krimp en een kwaliteitsslag in Oost- en Noordoost-Groningen, worden geraamd op € 863 miljoen tot € 1 miljard voor de periode 2010-2020. De totale stedelijke vernieuwingsopgave in de provincie Groningen bedraagt naar schatting € 1,3 miljard (excl. de stad Groningen). De resultaten van dit onderzoek zijn aanleiding geweest om van het ISV3-budget de middelen voor wonen in onze provincie volledig in te zetten in deze regio's voor het opvangen van de gevolgen van de bevolkingsdaling. Voor ISV4, de periode na 2014, zal door het Rijk worden gekeken naar aanpassing van de ISVverdeelsleutel voor een herverdeling van de middelen ten gunste van gemeenten die te maken hebben met een bevolkingsdaling. Op 1 na hebben alle gemeenten inzicht gegeven in de voortgang van de programma's en projecten en de stand van zaken per 1 januari 2009.
Gerealiseerd Activiteiten: Stimulering ontwikkeling en uitvoering woningbouw-, transformatie- en woonzorgplannen gemeenten en woningcorporaties: • Momenteel zijn er nog geen cijfers van het CBS bekend (komen in april). • Momenteel, zijn er nog geen cijfers van het CBS bekend. • Voor de regio Eemsdelta is het "Pact regio Eemsdelta" gesloten waarin de hoofdlijnen van het beleid voor wonen en voorzieningen zijn geformuleerd. Voor de regio Oost-Groningen zijn afspraken gemaakt over de woningverdeling over de gemeenten. •
De binnen de regio's Groningen-Assen, Eemsdelta en Oost-Groningen overeengekomen nieuwbouwruimte is opgenomen in de verordening van het POP.
•
Voor de regio Oost-Groningen wordt een pilot ondersteund gericht op de instandhouding en/of de verbetering van de kwaliteit van de particuliere woningvoorraad.
•
Op dit moment zijn er nog geen cijfers van het CBS beschikbaar over het aantal te bouwen huurwoningen. Op dit moment zijn er nog geen cijfers van het CBS beschikbaar.
•
Leven en wonen in Groningen
63
• •
stimulering totstandkoming en verdere ontwikkeling regionale woningbouwmonitor; monitoren woningbouw en transformatie per regio en gemeente.
•
Voor de regio Oost-Groningen is een woningmarktmonitor uitgebracht waaraan de provincie intensief heeft meegewerkt. Voor de regio Eemsdelta zijn in het Pact Eemsdelta afspraken gemaakt over de monitoring per regio en per gemeente. De regio Groningen-Assen heeft een uitgebreide woningmarktmonitor opgezet.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie bij Activiteiten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie bij Activiteiten.
Kwalitatieve informatie: • inloop kwalitatieve woningtekorten, met speciale aandacht voor kwetsbare doelgroepen; • verbetering kwaliteit (waaronder de isolatie) bestaande huur- en koopwoningen.
Kwalitatieve informatie: • Hierover is op basis van de beschikbare informatie geen indicatie te geven. • In het kader van het 100.000-woningenplan is 16 november 2009 een subsidieregeling voor particulieren opengegaan. Deze subsidieert energiebesparende maatregelen in de bestaande bouw. De regeling heeft een plafond van € 1 miljoen. De subsidiebedragen liggen tussen de € 800 en € 3.200. Er is een EFROaanvraag gedaan voor meer gelden (uitrol in 2010). Het Kabinet heeft besloten dat er vanaf 1 juli 2010 voor nieuwbouwwoningen in NoordNederland een strengere energieprestatie-eis (EPC 0,5) gaat gelden dan in de rest van het land.
Uitvoering woningbouwafspraken met het Rijk (BLS) Gepland Gerealiseerd De provincie Groningen coördineert de uitvoering Het kabinet heeft besloten de resterende middelen van het Besluit Locatie Gebonden subsidies (BLS). aan te wenden voor het zogenoemde Crisispakket Het BLS is door het Rijk in het leven geroepen om en de regeling na 2009 niet voort te zetten. de woningbouwproductie te stimuleren en is in Groningen gericht op de regio Goningen-Assen. De provincie is budgethouder. Activiteiten: • opzetten en bijhouden 2 woningbouwmonitors en bespreken in regio Groningen-Assen; • • •
64
ondersteuning en advisering 9 Groninger gemeenten bij hun bouwactiviteiten; inzet woningbouwregisseur om bouwproductie te stimuleren; regionale afstemming woningaanbod;
Activiteiten: • In het verslagjaar is een monitor verschenen die als voorzet heeft gefungeerd om tot een regionale afstemming te komen van de woningbouwinitiatieven. • Hiervan is zeer sporadisch gebruik gemaakt. •
Dit is op aanvraag uitgevoerd.
•
Wij hebben de nieuwbouwruimte voor onze provincie vastgesteld. De regio GroningenAssen heeft daaraan een bijdrage geleverd. In 2010 worden de gegevens geactualiseerd. Er is een eerste aanzet gegeven door de hoeveelheid goedgekeurde capaciteit te inventariseren en voorts te bezien welke voornemens er leven bij de gemeente. Afstemming van de voornemens heeft niet plaatsgevonden omdat alle partijen zo veel mogelijk hun eigen taakstellingen wensen te realiseren.
Leven en wonen in Groningen
•
uitbetaling BLS-subsidies over het jaar 2008 aan de 12 deelnemende gemeenten van de Regio Groningen-Assen.
•
Over het jaar 2008 is € 4,9 miljoen uitgekeerd: het hoogste bedrag tot nu toe. NB De cijfers voor 2009 zijn nog niet bekend, deze worden in april verwacht.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • bouw van in totaal 6.000 woningen in het gebied van de Regio Groningen-Assen; hiervan dienen de Groninger gemeenten in het gebied van de Regiovisie 4.200 huizen te bouwen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Momenteel nog niet bekend. CBS komt pas in april 2010 met cijfers over productie in 2010.
Kwalitatieve informatie: • afstemming woningbouwprogramma's qua prijsniveau.
Kwalitatieve informatie: • Geen concrete resultaten.
Blauwestad Gepland Activiteiten: • verkoop bouwkavels en projectmatig ontwikkelde woningen; • definitieve oplevering en afrekening subsidie inzake vaarverbinding in Reiderwolde; • oplevering natuurgebieden in Reiderwolde; • algehele oplevering meer, dijken en kwelsloten; • afronding en uitvoering afspraken inzake beheer en onderhoud met waterschap, gemeenten en Projectorganisatie Blauwestad; • aanwijzen officieel zwemstrand Midwolda; • de Staten informeren over de voortgang.
Gerealiseerd Activiteiten: • Er zijn 4 kavels verkocht in 2009. •
Afrekening vindt in 2010 plaats.
• •
Oplevering natuurgebieden is afgerond. Het meer en de dijken zijn opgeleverd, de kwelsloten worden hersteld. In 2010 worden de afspraken over beheer en onderhoud bekrachtigd. Zwemstrand is officieel aangewezen. PS zijn geïnformeerd over o.a. de terugbetaling van de door provincie voorgefinancierde investeringskrediet, over het advies van de commissie Alders Bakker Doets en over de ontbinding van de Overeenkomst Blauwe Stad.
• • •
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • terugbetaling 2e termijn door private partijen van het door de provincie voorgefinancierde investeringskrediet.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De terugbetaling heeft niet plaatsgevonden. Provinciale Staten hebben ingestemd met de ontbinding van de Overeenkomst Blauwe Stad (OBS) en met de vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van de huidige publiek-private samenwerking. Zie ook paragraaf Weerstandsvermogen Blauwestad.
Kwalitatieve informatie: • woningen in het hogere prijssegment.
Kwalitatieve informatie: • toename van het aantal woningen in het hogere prijssegment.
Planontwikkeling Meerstad Gepland Activiteiten: • uitwerken van deelplan 1 van het Masterplan circa 1.000 woningen; • aanleg eerste deel meer; • verkoop woningen; • voorbereiden verplaatsen hoogspanningsleiding;
Gerealiseerd Activiteiten: • Deelplan 1 is grotendeels uitgewerkt. De kwaliteit wordt grotendeels overeind gehouden. • De graafwerkzaamheden zijn gestart. • Verkoop staat nu gepland voor mei 2010. • De kredietcrisis heeft geleid tot een aanpassing van de ontwikkelingsstrategie. Zo wordt voorlopig uitgegaan van een lagere
Leven en wonen in Groningen
65
• •
•
•
aanleggen van infrastructurele werken en openbaar gebied, groenstructuren en het meer conform het Masterplan; Staten informeren over de voortgang;
•
deelname aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) als lid van de Stichting Zeggenschap. In deze stichting hebben de publieke partijen zich verenigd; de private partijen nemen in de AVA deel als Grondbank. Beide partijen hebben één stem; in de AVA worden besluiten genomen over onder meer: - voorbereiding verplaatsing hoogspanningsleiding; - grondexploitatie; - 2 sluizen; - overige zaken die aan de orde komen.
•
•
•
beginproductie en worden grote kostenposten zoals verplaatsing hoogspanningsleiding - in de tijd naar achteren geschoven. De aanleg van nutsvoorzieningen is gestart. De Staten zijn schriftelijk in april 2009 geïnformeerd. Voorts is er een informatieavond gehouden voor raads- en Statenleden eind 2009. In het verslagjaar 2009 zijn in totaal zes vergaderingen geweest van de AVA.
In het verslagjaar is een bijgestelde exploitatieopzet vastgesteld in verband met de kredietcrisis. In deze bijgestelde grondexploitatie zijn nieuwe investeringen zoals grondverwerving en verplaatsing van de hoogspanningsleiding uitgesteld en is ook rekening gehouden met een lager verkooptempo van het aantal woningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De art. 19-2 procedure voor het eerste deelplan (1.000 woningen) is afgerond.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De artikel 19-2 procedure is afgerond. Tegen het vrijstellingsbesluit van B&W van Slochteren is hoger beroep ingediend bij de Raad van State. Op 26 januari 2010 is de zitting gehouden. De uitspraak wordt omstreeks 1 mei verwacht.
Kwalitatieve informatie: • Het globale bestemmingsplan Meerstad-Midden is goedgekeurd en krijgt mogelijk een beroepsprocedure bij de Raad van State. Mogelijk ligt er een besluit op een eventueel schorsingsverzoek.
Kwalitatieve informatie: • Wij hebben het bestemmingsplan MeerstadMidden goedgekeurd; er zijn beroepen ingesteld bij de Raad van State. Er is geen schorsingsverzoek aangevraagd. Op 26 januari 2010 is de zitting gehouden bij de Raad van State. De uitspraak wordt omstreeks 1 mei verwacht. • De twee beroepschriften tegen de ontgrondingsvergunning zijn in behandeling bij de Raad van State. De zitting is gelijk met de zitting voor het bestemmingsplan en het gemeentelijke vrijstellingsbesluit op 26 januari 2010 gehouden. De uitspraak wordt omstreeks 1 mei verwacht. • De inzet op een hoogwaardige kwaliteit blijft, ook in deze crisistijd, gehandhaafd.
•
Voeren procedure bij Raad van State inzake twee beroepschriften tegen de ontgrondingsvergunning.
•
(Deel) plannen van hoogwaardige stedenbouwkundige, architectonische en landschappelijke kwaliteit.
Uitvoering Regiovisie Groningen-Assen Gepland Activiteiten: Onze rol is initiërend, stimulerend en instrumenterend. Samen met 14 partners uit de regio wordt het MIP 2008-2015 uitgevoerd. De provincie vervult het voorzitterschap van de Stuurgroep Regio Groningen-Assen. De provincie richt zich op de volgende aandachtsvelden: 66
Gerealiseerd Activiteiten:
Leven en wonen in Groningen
•
Verkeer en vervoer: - OV-maatregelen voor regio: spoor, regiotram, bus, fiets; - maatregelen autoverkeer;
•
•
Samenwerking regionale bedrijvenlocaties;
•
•
Regiopark: - regionaal uitvoeringsprogramma Regiopark; - voorinvesteren in landschap ten behoeve van integrale verstedelijking;
•
•
Wonen: - regionale afstemming woningaanbod; - integrale Verstedelijkingsafspraken 20102020 (BLS, ISV, MIRT, Ruimtelijke Investeringsprogramma, zie ook Verstedelijkingsafspraken);
•
•
Integrale uitvoering gebiedsopgaven;
•
•
Ontwikkelagenda Groningen-Assen met het Rijk; Proces naar vaststelling van de ontwikkelingsagenda Groningen-Assen/ programma MIRT-projectenboek.
•
•
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Evaluatie en vernieuwde regiovisie (1 plandocument);
•
Advisering over subsidieaanvragen voor regioprojecten (3 stuks);
•
Op basis van het financiële kader geactualiseerde MIP (2010) (stuurgroep juni 2009) en het Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid 2009 (stuurgroep november 2008) is voor 2009 circa € 12 miljoen begroot aan te verwachten aanvragen uit het regiofonds. De Regio Groningen-Assen heeft voor haar uitvoeringsprogramma vanuit het mobiliteitsfonds van het ministerie van V&W totaal € 22 miljoen ontvangen. Deze middelen zijn rechtstreeks gekoppeld aan de uitvoering van projecten en kunnen tot en met 2012 worden besteed. In het financiële kader geactualiseerde MIP 2010-2020 is jaarlijks een budget van € 500.000 beschikbaar gesteld voor het programma Economie, Bedrijventerreinen en profilering. Via de bestuursopdrachten wordt dit programma verder uitgewerkt. In het Regiovisiegebied zijn afspraken op hoofdlijnen gemaakt die binnenkort definitief worden ondertekend. Op basis van het financiële kader geactualiseerde MIP 2010-2020 en het Uitvoeringsprogramma Regiopark is voor 2009 circa € 2,5 miljoen begroot aan Regiofondsbijdrage aanvragen. Uit dit budget zijn 18 programma's (mede)gefinancierd. De stuurgroep heeft januari 2009 ingestemd met het in leven roepen van een overleg van portefeuillehouderoverleg woningbouw en verstedelijking voor het uitvoeren van het regionale programma wonen. Dit overleg heeft de opdracht gekregen de volgende thema's op te pakken: - vormgeven van de monitoring van de voortgang van de afspraken over woningbouw zoals gemaakt in januari 2008; - het naar voren halen van het ijkmoment van deze afspraken; - verdere coördinatie van de verstedelijkingsafspraken; - vormgeven van de communicatie en interactie met woningbouwcorporaties. Afspraken hieromtrent zijn vastgelegd in het BO MIRT. Idem. December 2009 heeft de Stuurgroep het meerjareninvesteringsprograma (MIP) 20102020 vastgesteld.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In december 2009 heeft de Stuurgroep definitief besloten over de evaluatieresultaten van de regiovisie en is de geactualiseerde visie vastgesteld. Besluitvorming is vervolgens ter instemming naar raden en staten gezonden. • Advisering heeft plaatsgevonden.
Leven en wonen in Groningen
67
• •
•
•
Advisering Projectdirectie en Stuurgroep en Staten over uitvoeringzaken (6 stuks); Subsidietoekenning van Rijk aan regioprojecten (2 stuks), waaronder: - Centrale Zone/Meerstad; - Stationsgebied Zuid. Gecoördineerde uitvoering van projecten MIP 2008-2013 namelijk: - projecten Kolibri (6 stuks), waaronder station Europark; - facelifts stations regio Groningen-Assen (3); - transferia Hoogkerk en Haren (2); - realisatie businfra Roden-Leek-Groningen; - gebiedontwikkelingsprojecten (3 stuks). Verrichten planstudies (2 stuks): - Zuidelijke Ringweg;
Advisering heeft plaatsgevonden.
•
Is afgerond, wel is de verleende subsidie lager dan verwacht en begroot. Voor UMCG/ Hamrikzone loopt nog een aanvraag.
•
Gecoördineerde uitvoering van projecten MIP 2008-2013 namelijk: - projecten zijn afgerond;
•
-
•
•
Regiotram/Tracéstudie tramlijn Hoofdstation-Zernike; Structuurvisies voor gebiedsopgaven met gemeenten (4 stuks): Groningen; - Leek-Roden; - Hoogezand-Zuid; - Meerstad (zie Meerstad).
•
Proces naar vaststelling ontwikkelingsagenda Groningen-Assen, programma MIRT-projectenboek.
Kwalitatieve informatie: • Er worden een tweetal gebiedsopgaven (Noord en Zuidoost/Zuidwest) en een viertal ontwerpopgaven (Groningen-Haren, Assen, Hoogezand-Sappemeer en Leek-Roden) voorzien, met belangrijke relaties naar het project Regiopark. Verstedelijkingsafspraken 2010-2020 Gepland Periodiek neemt het ministerie van VROM/WWI het initiatief om te komen tot verstedelijkingsafspraken. Doel is om tot een optimale doorwerking te komen van het rijksbeleid. In het verleden zijn voor diverse beleidsterreinen afspraken gemaakt zoals: 68
•
•
- projecten zijn afgerond; - projecten zijn afgerond; - project is afgerond; - projecten zijn afgerond. Planstudies: - In overleg tussen ministerie van VenW, de provincie Groningen en de gemeente Groningen is een bestuurlijk voorkeursalternatief ontwikkeld. Het bestuurlijk voorkeursalternatief gaat uit van een oplossing op het bestaande tracé bestaande uit een variant met een verdiept liggende tunnelbak met overkluizingen (‘tunneldeksels’). De afspraken met betrekking tot het bestuurlijk voorkeursalternatief zijn vastgelegd in een bestuursovereenkomst op 10 november 2009. De voortgang van dit project maakt onderdeel uit van het bestuurlijk overleg MIRT Noord-Nederland. - Planstudie lijn HS-Zernike en lijn HSKardinge zijn in ontwikkeling. Structuurvisies voor gebiedsopgaven met gemeenten: - door gemeenteraad Groningen vastgesteld; - door gemeenteraden van Leek en Noordenveld in oktober 2009 vastgesteld; - Ontwerp-structuurvisie De Groene Compagnie (voorheen Hoogezand-Zuid) vrijgegeven voor inspraak juni 2009. Onderdelen van de ontwikkelingsagenda zijn met het BO MIRT van 10 november 2009 vastgelegd maar over de meeste onderdelen moeten nog nadere afspraken worden gemaakt.
Kwalitatieve informatie: • Zie hierboven.
Gerealiseerd Het kabinet heeft besloten de resterende BLSmiddelen aan te wenden voor het zogenoemde Crisispakket en de regeling na 2009 niet voort te zetten.
Leven en wonen in Groningen
Woningbouw (BLS), Milieu (bodemsanering), Openbaar Vervoer en Infrastructuur, Groen en Recreatie. Via gesprekken met gemeenten, provincies en regio's wil het Rijk de problemen en opgaven voor de periode 2010-2020 formuleren. Activiteiten: • deelname aan de gesprekken met het Rijk met als doel om aandacht te vragen voor de krimpproblematiek in Noord- en Oost-Groningen en voor het gebied van Regio GroningenAssen; • samen met andere krimpprovincies een pleidooi houden voor beleidsmatige aandacht voor de krimp bij de toedeling van budget ISV/BLS.
Activiteiten: • De krimpproblematiek is per 10 november 2009 prominent in de Gebiedsagenda NoordNederland aangegeven.
Kwantitatieve prestatie indicatoren: N.v.t.
Kwantitatieve prestatie indicatoren: N.v.t.
Kwalitatieve informatie: • samen met andere partners bezien of de leefbaarheid een gemeenschappelijk doel kan zijn.
Kwalitatieve informatie: • Idem.
Uitvoering Nota Ruimte/Grondbeleid Gepland Activiteiten: • overleg met Rijk over Ontwikkelagenda Groningen-Assen waaronder FES-VROM project Centrale Zone/Meerstad, duurzaamheid, Energy Valley;
•
overleg met Rijk/IPO/VNG over doorwerking Nota Ruimte in het POP 2008 over EHS, bundeling, Nationaal Landschap (NL), Basiskwaliteit en saldobenadering;
•
overleg met Rijk over implementatie notitie Mooi Nederland (verrommeling) en restant Uitvoeringsagenda Nota Ruimte zoals Klimaat en Energie;
•
In het rijksbeleidskader is onder het thema wonen de bevolkingsdaling als belangrijke indicator opgenomen. Het rijksbeleidskader is de basis voor het maken van afspraken met het Rijk over de prestaties en de inzet van de stedelijke vernieuwingsgelden.
Gerealiseerd Activiteiten: • Op 5 oktober 2009 is met het Rijk de intentieovereenkomst Spoorzone Groningen getekend. In juni 2009 heeft het Rijk € 16 miljoen beschikbaar gesteld voor het project Centrale Zone (o.m. Sontweg/Meerstad en UMCG/Bodenterrein). • De Nota Ruimte werkt door in het POP 20092013 op het gebied van ruimtelijke basiskwaliteit, bundeling van infrastructuur, en bundeling van verstedelijking en economische activiteiten, EHS en Nationaal Landschap. In de Provinciale Omgevingsverordening is de EHS op een kaartbijlage opgenomen en voorzien van het beschermingsregime EHS (spelregels EHS). De saldobenadering maakt deel uit van de spelregels. In de provinciale Omgevingsverordening zijn bijzondere bepalingen opgenomen met betrekking tot bestemmingsplannen voor de Nationale Landschappen Middag-Humsterland en Drentsche Aa. • Er is overleg met het Rijk geweest. Er is geen specifiek beleid ontwikkeld en uitgevoerd onder de noemer Mooi Nederland. Wel zijn de betreffende thema's meegenomen, bijvoorbeeld bij het maken van het POP. • Het programma Hotspot Klimaat is opgesteld in het kader van Adaptatie Ruimte voor Klimaat (ARK).
Leven en wonen in Groningen
69
• • •
ontwikkelen uitvoeringsgericht grondbeleid; opstellen van voor de uitvoering van het grondbeleid benodigde regelgeving; ontwikkelen operationele organisatie voor de uitvoering grondbeleid, inclusief uitgewerkte relatie met de Dienst Landelijk Gebied.
•
We hebben grote ambities om de regionale ruimtelijke opgaven te realiseren. In dit kader willen we het huidige grondbeleid en de bijbehorende organisatie evalueren. We willen ons oriënteren op de rol en positie van de provincie inzake het grondbeleid en de effectiviteit van het huidige beleid en organisatie. Het was de intentie om in 2009 een kadernota voor grondbeleid te presenteren. Met de vaststelling van de kadernota zou een beleidskader geschapen zijn dat uitgewerkt kan worden tot uitvoeringsgericht beleid en de daarbij behorende regelingen en verordeningen. Door interne prioritering van werkzaamheden (mede in verband met de ontwikkelingen rond Blauwestad) is de planning voor het opleveren van de nota Grondbeleid verschoven naar 2010.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • akkoord met Rijk over inzet rijksmiddelen en instrumenten in regio Groningen-Assen en in overige delen provincie, voor zover gerelateerd aan de Ruimtelijke Hoofdstructuur Nota Ruimte: over investeringen in FES-VROM project Centrale Zone/Meerstad (Sontbrug e.o.), duurzaamheid en Energy Valley; • met Rijk afgestemd beleid in POP over EHS, bundeling, Nationaal Landschap (NL), Basiskwaliteit en saldobenadering; • implementatie notitie Mooi Nederland (verrommeling) en Klimaat en Energie; • uitvoeringsgericht grondbeleid, daarvoor benodigde regelgeving en operationele organisatie voor de uitvoering grondbeleid, inclusief uitgewerkte relatie met de Dienst Landelijk Gebied.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het Rijk heeft subsidie toegekend aan de Centrale Zone Meerstad en aan de Spoorzone (stationsgebied Zuid). Voor UMCG/Hamrikzone loopt nog een aanvraag.
Kwalitatieve informatie: Uitvoering Nota Ruimte houdt verband met de Grondexploitatiewet en de nieuwe Wro die beide in 2009 van kracht zijn. Dit heeft direct consequenties voor andere prioriteiten in 2009 zoals het nieuwe gebiedenbeleid in kader van het POP, de structuurvisie die het POP wordt en de verordening die in verband met het POP wordt opgesteld.
Kwalitatieve informatie: Idem.
Planontwikkeling Zuiderzeelijn/HSL Gepland Het kabinet heeft in 2007 besloten de inzet op realisatie van de ZZL te beëindigen. Met het oog op de langere termijn en realisatie van deeltrajecten blijft de provincie het beoogde tracé van de verbinding de mogelijke doortrekking naar Duitsland planologisch reserveren.
70
•
Zie hierboven.
•
Zie hierboven.
•
Het opstellen van de Kadernota Grondbeleid is uitgesteld.
Gerealiseerd Na het kabinetsbesluit van 16 november 2007 over het stopzetten van het proces van de Zuiderzeelijn is zeer intensief overleg gevoerd met het Rijk over het alternatieve pakket, het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, hetgeen uiteindelijk heeft geresulteerd in het besluit van Provinciale Staten om in te stemmen met het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (voordracht 12/2008). De in dit pakket ondergebrachte bereikbaarheids kunnen worden
Leven en wonen in Groningen
onderscheiden in de concrete projecten en de projecten in het mobiliteitsfonds. In onze brief van 19 januari 2010 kenmerk 201002143/3/A.15, VV (zaaknummer 229534) zijn wij op hoofdlijnen ingegaan op de stand van zaken van de diverse projecten uit het programma. De bereikbaarheidsprojecten RSP-ZZL hebben wij ook ondergebracht in het provinciale MIT (projecten 1 t/m 13). In het POP is planologische zoekruimte gereserveerd voor een snelle spoorverbinding met de Randstad, Noord-Duitsland en Scandinavië. Activiteiten: • handhaven en concretisering planologische reservering tracé HSL; • onderzoek naar haalbaarheid van versterking van verbinding Groningen-Leer-Oldenburg.
Activiteiten: • Dit is gerealiseerd in het POP.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • inzicht in mogelijkheden voor verbetering treinverbinding en benodigde tracéreservering.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn verschillende mogelijkheden om de treinverbinding te verbeteren. Hiervoor is ten behoeve van de verkenningsstudie een ambitie opgesteld. Om uiteindelijke deze ambitie waar te kunnen maken, zal er een reservering voor het benodigde tracé noodzakelijk zijn. De resultaten van de studie kunt u vinden in het onderzoeksrapport dat hoort bij de brief van 23 juni 2009 met als kenmerk 2009-37.320/26/A.9, VV.
Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA) Gepland Uitwerking Activiteitenprogramma 2009, inbreng bij advisering over promotie, netwerkbijeenkomsten, bestuurlijke bezoeken en lobby's, projectontwikkee ling 7 kaderprogramma en Interreg BSR, seminars. Activiteiten: • deelname aan overleg en afstemming grensoverschijdende activiteiten; • ontwikkelen van Interregprojecten.
•
Onderzoek is afgerond en aan Provinciale Staten toegestuurd. Vervolgonderzoek in de vorm van een business case voor een sneltrein tussen Groningen en Leer v.v. is ook afgerond. Het definitieve rapport zal begin maart 2010 door het bureau worden opgeleverd. Voor Provinciale Staten wordt een samenvatting opgesteld. Ook deze zal begin maart gereed zijn. Aansluitend zal samen met en in overleg met Landesnahverkehrsgesellschaft Niedersachsen worden bekeken wat de uitkomsten van beide onderzoeken betekenen voor de toekomst van deze spoorlijn.
Gerealiseerd De uitvoering van het activiteitenprogramma 2009 is gerealiseerd. Activiteiten: • deelname aan bedrijvencontactdagen in Leeuwarden en Drachten, de Internationale Handelsdag van de Kamer van Koophandel, de gezamenlijke bijeenkomst van de NoordNederlandse exportclubs; • organisatie van de Nordconnect Trial, met een belangrijke deelname van Noord-Nederlandse ondernemers; • afstemmen van de deelname van NoordNederlandse parlementariërs aan o.a. de Kielerwoche, Baltic Development Forum (BDF)
Leven en wonen in Groningen
71
• • •
•
•
•
•
•
•
72
en Baltic Sea Parliamentary Conference (BSPC); afstemmen van de Noord-Nederlandse deelname aan de opening van de Netherlands Business Support Office in Hamburg; start voorbereiding Nordconnect House in Zweden; deelname aan de Annual Summit (met een brede Noord-Nederlandse delegatie) van het Baltic Development Forum, onder andere door het invullen van het thema Water; realisatie van het op regionale samenwerking gerichte Y4-project. Via dit project zal op basis van een Fins model (dat hiervoor een Europese prijs heeft ontvangen) het SNN samen met andere Noord-Nederlandse partijen streven naar een (nog) ondernemersvriendelijker klimaat in Noord-Nederland; realisatie van een strategisch Interregproject tussen Noordzee en Oostzee. Een effectieve manier om ervoor te zorgen dat zowel Noord- als Oostzeelanden in projecten kunnen participeren, is het verbinden van het Interreg Northsea IVB Programma met het Interreg IVB Baltic Sea Programma. Dankzij de gezamenlijke inzet van Interreg NoordNederland en de noordelijke lobbyisten in Brussel is het in 2009 voor het eerst in de Interreggeschiedenis gelukt om op deze manier een groot project te realiseren deelname aan de Hanzedag in Groningen. mede organiseren van de internationale conferentie 'Hansa Reinvented' (tevens regionale 'event' van de Open Days EU). De conferentie was gericht op het bedrijfsleven en intermediaire organisaties en trok 200 bezoekers, waarvan 150 uit Nederland en 50 uit andere regio’s in het Nordconnectgebied. deelname aan de Promotiedagen NoordNederland: - met een groot Nordconnectplein, waar meer dan 30 intermediaire organisaties uit alle Nordconnectlanden aanwezig waren om contacten met het noordelijke bedrijfsleven tot stand te brengen; - ontvangst van Litouwse en Estse ambassadeurs in Nederland; - presentatie van business travel guide. afsluiten van een overeenkomst tussen NoordNederland en de provincie Leningrad in aanwezigheid van een brede NoordNederlandse delegatie; opening van het Nordconnect House in Sint Petersburg in aanwezigheid van de eerste zes ondernemers die van het huis gebruik gaan maken.
Leven en wonen in Groningen
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Congres 2009 Nordconnect; • Ontwikkeling Interregprojecten (2 stuks).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Congres 'Hansa Reinvented' gehouden; • Projecten ontwikkeld: - North Sea Supply Connect; - Y4-project.
Nederlands-Duitse Commissie voor Ruimtelijke Ordening (NDCRO) Gepland Gerealiseerd De provincie is voorzitter van deze commissie, Het voorzitterschap voor de jaren 2009 en 2010 ligt afdeling Ruimtelijke Plannen verzorgt het bij Duitsland. Vergaderingen worden in goed secretariaat. Belangrijkste taak van de commissie is overleg tussen het Duitse en Nederlandse het afstemmen van ruimtelijke ordeningsplannen secretariaat voorbereid. aan weerszijden van de grens. De afgelopen periode heeft de commissie gesproken over belangrijke onderwerpen als krimp en de luchthaven Twente. Activiteiten: • organisatie van 4 vergaderingen van de commissie; • voorbereiden van voorstellen voor ontwikkeling en uitvoering van projecten.
Activiteiten: • organisatie van 1 vergadering van de Subcommissie Noord; • organisatie van 6 werkgroepvergaderingen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • afgestemde RO-plannen en MER (ca. 10 stuks);
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Afstemming RO-plannen en MER: - thema Krimp in grensregio; - structuurvisie buisleidingen; - aanlanding energie Duitse windparken; - POP Groningen en omgevingsverordening; - Nieuwe Raumordnungsgesetz Niedersachsen; - AMvB Ruimte; - Raumordnungsprogramm Emsland; - Verloop staatsgrens 12 zeemijlzone; - Bereikbaarheid haven Emden; - Bestemmingsplan Windpark Noord, Delfzijl; - Bebauungsplan Rysummer Nacken, Emden; - Planning CO2-leiding van Keulen naar Schleswig Holstein. • Er zijn twee brochures geproduceerd: - Grensoverschrijdende Actiekaart. Deze bevat een overzicht van ruimtelijk relevante plannen en projecten in het grensgebied van Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen en Nederland. - Brochure over detailhandelsbeleid in de Grensstrook. Beide brochures kunnen worden gedownload van de provinciale website.
• •
gecoördineerde uitvoering van projecten van de beleidskaart; projectinitiatieven actieprogramma grensoverschrijdende beleidskaart (2 stuks).
Leven en wonen in Groningen
73
1.2
Lasten/baten analyse Leven en wonen in Groningen Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2008
LASTEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
LEVEN EN WONEN IN GRONINGEN Wonen en leefbaarheid Regionale planning Gemeentelijke plannen Bouwen en wonen
16.103.659 8.370.888 1.712.139 6.020.632
18.318.987 9.065.025 1.779.913 7.474.049
45.041.818 37.743.012 1.311.071 5.987.735
Totaal leven en wonen in Groningen
16.103.659
18.318.987
45.041.818
Omschrijving
LEVEN EN WONEN IN GRONINGEN Wonen en leefbaarheid Regionale planning Gemeentelijke plannen Bouwen en wonen Nadelig slot leven en wonen in Groningen Totaal leven en wonen in Groningen
74
gerealiseerd bedrag 2008
BATEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
9.597.800 4.497.734
10.762.264 4.876.964
10.021.959 5.050.380
5.100.066 9.597.800 6.505.859 16.103.659
5.885.300 10.762.264 7.556.723 18.318.987
4.971.578 10.021.959 35.019.859 45.041.818
Leven en wonen in Groningen
Analyse programma Leven en wonen in Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 3.747.226 14.571.761 18.318.987 10.762.264 7.556.723
Realisatie 3.079.927 41.961.891 45.041.818 10.021.959 35.019.859
Saldo 667.299 -27.390.130 -26.722.831 -740.305 -27.463.136
Aangezien de apparaatskosten niet per programma maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Wonen en leefbaarheid
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 3.747.226 14.571.761 18.318.987 10.762.264 7.556.723
Realisatie 3.079.927 41.961.891 45.041.818 10.021.959 35.019.859
Saldo 667.299 -27.390.130 26.722.831 -740.305 -27.463.136
De totale directe kosten/baten zijn ten opzichte van de raming netto € 28.130.435 hoger uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden eruit gelicht. •
• •
• •
• • •
In het kader van de doorstart Blauwestad is besloten een grondexploitatie te maken die toekomstbestendig is. Uitgaand van een concept grondexploitatie van 40 jaar en een gemiddelde verkoop van 30 kavels per jaar is in 2009 eenmalig € 28.775.000 afgeboekt. De totale investering inclusief rente kan vervolgens worden gedekt uit de toekomstige opbrengsten. Van het niet aangewende bedrag voor actualisering gegevens RO wordt € 15.700 gebruikt voor de afwikkeling in 2010 van de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD). De overheden hebben in het DURP-convenant afgesproken dat hun plannen worden vervaardigd volgens landelijk afgesproken standaarden. Hiervoor is in 2008 een bedrag van € 75.000 beschikbaar gesteld en de werkzaamheden zijn inmiddels grotendeels verricht. Het resterende bedrag wordt overgeboekt naar 2010 omdat dit nodig is voor afronding van het POP/POV-project en technische (IVT-)implementatie van 9 Wro-instrumenten binnen de provinciale organisatie. Zie overboekingsvoorstellen. De uitgaven in het kader van het provinciaal bouwheerschap zijn lager dan begroot en zijn inkomsten ontvangen die niet waren begroot. Van het restant-bedrag wordt € 33.600 aangewend voor de afwikkeling in 2010 van de OMD. Het budget voor advertentiekosten is onderbesteed, omdat er voor de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening geen advertentiekosten meer zijn gemaakt en er voor de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) nog geen advertenties zijn geplaatst voor inpassingsplannen en ontheffingen van de Omgevingsverordening. Van de vrijval van in voorgaande jaren toegekende subsidies wordt € 22.300 ingezet voor de afwikkeling in 2010 van de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl. In het kader van de Vliegende Brigade zijn geen aanvragen ingediend. De middelen worden ingezet voor de afwikkeling in 2010 van de OMD. De resterende middelen van het budget behoefteraming ISV3 worden in 2010 gebruikt voor afronding van activiteiten. Daarnaast zal de herziening van de Wet stedelijke vernieuwing in 2010 mogelijk nog leiden tot aanpassing van het provinciale beleidskader en de verordening ISV3. Zie overboekingsvoorstellen.
Leven en wonen in Groningen
-28.775.000
23.936 14.050
45.286 5.666
47.173 117.200 58.469
75
•
•
•
In 2009 zijn in het kader van het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap twee subsidies verleend voor in totaal € 97.733. Een derde aanvraag is in behandeling. Bekend is dat meerdere subsidieaanvragen worden voorbereid. Derhalve wordt het resterende bedrag overgeboekt naar 2010. Zie overboekingsvoorstellen. De uitgaven in het kader van SDV, ISV I en ISV II komen voort uit reeds afgegeven beschikkingen. De hiervoor benodigde gelden zijn beschikbaar op de balans als vooruit ontvangen van het Rijk. De uitgaven hiervoor worden niet geraamd aangezien niet bekend is wanneer de gemeenten een beroep doen op deze middelen. In de realisatie komen deze kosten wel naar voren met een dekking ten laste van de vooruit ontvangen middelen van het Rijk. Overige verschillen
NB. In verband met de beëindiging van de Samenwerkingsovereenkomst OMD middels een overdracht van de provinciale aandelen aan de gemeente Delfzijl uiterlijk per 1 april 2010, vindt een provinciale bijdrage aan de gemeente Delfzijl plaats van € 348.000. Deze bijdrage wordt voor in totaal € 188.800 bekostigd via het rekeningresultaat 2009, te weten € 22.300 uit vrijvallende verplichtingen 2005-2007 en € 166.500 uit vrijvallende middelen 2009. Zie in bovenstaande toelichting op welke kredieten dit van toepassing is.
76
Leven en wonen in Groningen
313.367
nihil
19.418
2.
Ondernemend Groningen
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Bedrijvigheid; 2. Landbouw; 3. Recreatie en toerisme. Het programma Ondernemend Groningen richt zich op een duurzame groei van economie en werkgelegenheid. Hierbij gaat het o.a. om een goed functionerende arbeidsmarkt, een optimaal vestigingsklimaat en een goede bereikbaarheid. Recreatie en toerisme leveren in toenemende mate een bijdrage aan de werkgelegenheid. De landbouw blijft ook in de toekomst van groot belang. Aandeel in de totale rekening 2009: 1,46%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rek ening 2008
raming 2009*
rekening 2009
2. O ndernemend Gr oningen a. Bedrijvigheid - lasten - baten saldo van lasten en baten
9.396 3.981 5.415
13.582 382.309 -368.727
10.712 514.342 -503.630
b. Landbouw - lasten - baten saldo van lasten en baten
448 0 448
532 0 532
336 0 336
c. Recreatie en toerisme - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.890 2 2.889
3.126 5 3.121
2.675 67 2.608
Saldo Ondernemend Groningen
8.752
-365.074
-500.686
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Ondernemend Groningen zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Ondernemend Groningen
77
2.1
Bedrijvigheid
Beleid en beleidsontwikkeling In noordelijk verband streven we naar het samengaan van economie en omgeving: een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid in combinatie met behoud en versterking van de fysieke omgeving. Voorwaarden hiervoor zijn een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven met een goede kennisinfrastructuur, innovatiemogelijkheden, een goed functionerende arbeidsmarkt, sterke clusters van samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen en een gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties die uitstekend bereikbaar zijn. Wij willen hier met onze activiteiten aan bijdragen. Verder willen we vanuit een zuinig en duurzaam ruimtegebruik bestaande bedrijventerreinen optimaal benutten en zo nodig herstructureren voordat nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Onze aanpak van het arbeidsmarktbeleid is nader uitgewerkt in het Actieprogramma arbeidsmarkt 2008-2012. Leidraad bij de ontwikkeling en ondersteuning van projecten is het provinciale innovatie- en speerpunten-beleid, waarin de volgende 6 speerpuntsectoren opgenomen: Energy Valley, Life Sciences, Chemische Sector in Delfzijl, ICT, Agribusiness en Scheepsbouw. De komende jaren zullen naast de (verdere) uitvoering van de beleidsvoornemens in het collegeprogramma, ook in het teken staan van de ontwikkeling van plannen en projecten waarvoor middelen kunnen worden ingezet uit het convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL). Ook de invulling van Europese en nationale regioprogramma's, zoals Koers Noord en Operationeel Programma EFRO krijgt veel aandacht.
Actueel belangrijke beleidsactiviteiten en projecten Europese en nationale programma’s Beleid en doelen op termijn Beoogd In noordelijk verband streven we naar een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid in combinatie met behoud en versterking van de fysieke omgeving. Binnen dit kader wordt invulling gegeven aan de Europese en nationale regioprogramma's, zoals Koers Noord, Operationeel Programma EFRO. Daarnaast wordt meer incidenteel een beroep gedaan op de Interregprogramma's, het Waddenfonds en het FES. Ook is een vervolg gegeven aan het Innovatieve Actieprogramma Groningen. Het programma wordt als project binnen het OP EFRO uitgevoerd voor de periode 2008-2010. Verder zal naar verwachting in 2009 het Ruimtelijke Economische Programma in het kader van de ZZL nader vormgegeven worden. Vanuit deze programma's worden projecten meegefinancierd. In deze programma's is ook het innovatie- en speerpuntenbeleid, zoals in de nota 'Werken aan economische groei, beleidsagenda economie 2004-2008 provincie Groningen' is verwoord, ondergebracht. Dit geldt ook voor de 6 door de provincie aangewezen prioritaire speerpuntsectoren: Energy Valley, Life Sciences, Chemische Sector in Delfzijl, ICT, Agribusiness en Scheepsbouw. In de regioprogramma's zijn daarnaast de sectoren Water, Sensortechnologie en Toerisme als speerpunten meegenomen. De hiermee beoogde effecten zijn: • door het genereren en (doen) uitvoeren van een breed scala aan projecten, vooral in de prioritaire sectoren, de ruimtelijke en sociaal-economische structuur duurzaam versterken en de transitie naar een kenniseconomie stimuleren; 78
Voortgang In 2009 is veelvuldig gebruik gemaakt van de subsidiemogelijkheden die Koers Noord, Operationeel Programma EFRO en het Interreg bieden. Vanuit het FES is een fors bedrag aan een Gronings project (Life Lines) toegekend. Helaas is in 2009 geen tender vanuit het Waddenfonds opengesteld. De tender wordt op 22 maart 2010 geopend. Dan zullen projecten worden ingediend.
Het Ruimtelijke Economische Programma in het kader van de ZZL is uitgewerkt. In 2010 zal gestart worden met de uitvoering.
Op 31 december 2009 is het 'Nationaal Strategisch Rapport 2009 Tussenrapportage Structuurfondsen in Nederland 2007-2013' uitgebracht. Hierin wordt geconcludeerd dat over het algemeen (EFRO en ESF) kan worden gesteld dat de uitvoering van de beschreven programma’s naar wens verloopt. Daarnaast kan de grote belangstelling voor de innovatieprioriteit binnen EFRO een belangrijke bijdrage betekenen voor het economisch herstel en de groei in de komende jaren.
Ondernemend Groningen
• bijdragen aan een werkgelegenheidsontwikkeling die positiever is dan landelijk gemiddeld. Aangezien Koers Noord en OP EFRO noordelijke programma's betreffen, zal de evaluatie onder verantwoordelijkheid van het SNN en het Rijk plaatsvinden. In de loop van 2009 wordt bekend of gedurende de looptijd van OP EFRO op meerdere momenten op verschillende onderdelen van het programma een evaluatie zal gaan plaatsvinden. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland Het subsidiegereed maken en doorgeleiden naar de subsidieprogramma's van 20-30 projecten (incl. projecten in het kader van Energy Valley). Dit willen we, kort gezegd, bereiken door: • het bij elkaar brengen van partijen, door het actief participeren in netwerken; • het geven/organiseren van voorlichting over de programma's; • het samen met de indiener ontwikkelen van projectideeën. De provincie speelt bij deze activiteiten een initiërende, faciliterende, stimulerende en soms regisserende rol. De belangrijkste speerspuntsector is Energy Valley. In dit kader willen we in 2009 tenminste 10 concrete projecten in Groningen faciliteren (mee ontwikkelen en subsidiegereed maken). Een project dat waarschijnlijk in 2009 wordt uitgevoerd, is Biofuels/Biochemicals. Bij de Programmabegroting 2008 is gekozen om alle onderwerpen over energie onder het programma Schoon/veilig Groningen te plaatsen. Voor de verdere uitwerking (inclusief middelen) van Energy Valley wordt verwezen naar thema Milieu van dat programma. Een ander zeer belangrijk speerpunt is Life Sciences, gerelateerd aan RUG en UMCG. In het najaar 2008 worden samen met andere partijen een aantal themabijeenkomsten georganiseerd, waaruit in 2009 tenminste 6 concrete projecten moeten voortvloeien.
Verder zijn wij in de sectoren ICT, Agribusiness, Toerisme, Water en Sensortechnologie, Chemie en Scheepsbouw actief in netwerkparticipatie, projectverwerving, informatieverstrekking en/of begeleiding van aangedragen projecten.
Gerealiseerd In 2009 zijn in totaal 32 projecten doorgeleid naar de subsidieprogramma's (17 projecten Koers Noord/OP EFRO; 15 projecten IAG-2). •
Deze activiteiten hebben plaatsgevonden; het betreft een continu proces. De gesprekspartners zijn steeds verschillend. Contacten hebben vaak tot resultaat geleid, zie het aantal projecten dat is doorgeleid naar de diverse subsidieprogramma's.
Energy Valley: In 2009 zijn 11 projecten ondersteund. Daarnaast is in het kader van de Versnellingsagenda een aantal projecten gestart, waaronder Buisleidingenstraat en 100.000 woningenplan. Voortgang Bio-brug (voorheen Biofuels/Biochemicals): Het project is subsidiegereed gemaakt en is ingediend bij SNN voor een bijdrage in het kader van Koers Noord/OP EFRO. Met ingang van de Programmabegroting 2010 staan alle onderwerpen over energie opgenomen in een nieuw programma Energiek Groningen, thema Energie en Klimaat. Zie aldaar voor verdere uitwerking. Life Sciences: • In 2009 zijn goede zaken gedaan binnen het FES; voor het project LifeLines is er € 40 miljoen toegekend door het Rijk. • In het kader van het IAG-2 (Innovatieve Actieprogramma Groningen) hebben 7 projecten een bijdrage ontvangen. • In het kader van Koers Noord/OP EFRO is een subsidie verleend aan onder meer het koepelproject Healthy Ageing Network NoordNederland (HANNN) en het Consortium Drug Discovery and Development. Agribusiness: Naar aanleiding van het door de provincie Groningen opgestelde rapport over de economische kracht van de Agribusiness is medio 2009 een bijeenkomst voor de sector gehouden waar onder andere over de
Ondernemend Groningen
79
uitkomsten van het rapport is gediscussieerd met het betrokken bedrijfsleven en is gewezen op de financiële mogelijkheden die de huidige programma's bieden. Scheepsbouw: Eind 2009 is een belangrijk project voor de gehele maritieme sector van start gegaan. Het betreft een Interreg-project waarbinnen de provincies Fryslân en Groningen, tezamen met Noord-Duitsland majeure projecten willen ontwikkelen voor en met behulp van de gehele maritieme sector, i.c. de scheepsbouw, de reders, maritieme opleidingen en de toeleverende maritieme industrie. Middelen Begroot In 2009 voor de provincie Groningen in te zetten: • Koers Noord + OP EFRO: ca. € 30-40 miljoen;
•
Provinciale cofinanciering: ca. € 7 miljoen. Voor provinciale cofinanciering van projecten in het kader van Koers Noord en OP EFRO is in de Reserve cofinanciering Ruimtelijke Economische Programma's 2007-2011 ca. € 28 miljoen gereserveerd. De besteding van de middelen uit de deze reserve wordt periodiek aan u gerapporteerd.
Werkgelegenheid en arbeidsmarkt Beleid en doelen op termijn Beoogd Het provinciaal arbeidsmarktbeleid valt onder de Sociale Agenda zoals deze in het Collegeprogramma 2007-2011 omschreven wordt. Onze aanpak van het arbeidsmarktbeleid is nader uitgewerkt in het Actieprogramma arbeidsmarkt 2008-2012. Jaarlijks zal over het programma richting de Statencommissie worden gerapporteerd. In de rapportage wordt tegelijkertijd een korte doorkijk gegeven naar projecten in het volgende jaar. Het is vervolgens aan de Statenleden of de rapportage inhoudelijk wordt besproken. De ambities zijn toegespitst op vier actielijnen: 1. Investeren in de kwaliteit van de beroepsbevolking: upgrading van de beroepsbevolking in de provincie Groningen tot het landelijk gemiddelde. 2. Talentontwikkeling: al op jonge leeftijd aandacht vragen voor talentontwikkeling, dat wil zeggen de basis leggen voor het kwalificatieniveau van de (toekomstige) beroepsbevolking. Om tot een goede studiekeuze te komen, moeten scholen zo vroeg mogelijk bedrijven ‘hun school binnenbrengen’ en de 80
Besteed In 2009 voor de provincie Groningen ingezet: • Ca. € 81 miljoen (en daarnaast ca. € 33 miljoen subsidies en bijdragen van andere overheden). Naar verwachting zullen de beschikbare middelen vanuit het Koers Noord en het Operationeel Programma EFRO in 2010 opraken. • Ca. € 22 miljoen.
Voortgang Algemeen: Naast het Actieprogramma arbeidsmarkt 2008-2012 waarin per jaar € 200.000 beschikbaar is voor de uitvoering van projecten, is in 2009 in het kader van de bestrijding van de effecten van de crisis (met name voor jongeren en ouderen) door PS € 3 miljoen beschikbaar gesteld (Versnellingsagenda, periode 2009-2011). Voorbereidende activiteiten hebben in 2009 plaatsgevonden, uitvoering vindt plaats in 2010 en 2011.
Ondernemend Groningen
relatie met het bedrijfsleven verstevigen. 3. Vergroten arbeidsparticipatie: bevorderen dat iedereen die kan werken aan het werk komt. Daarbij willen we ons specifiek richten op jongeren, hoger opgeleiden, niet-uitkeringsgerechtigden (NUGG'ers), bijstandsgerechtigden en ouderen. 4. Stimuleren van ondernemerschap: Ondernemerschap is een belangrijke voedingsbodem voor meer innovatie en groei van onze economie. Door het stimuleren van ondernemingszin en ondernemerschap in het onderwijs, betreden de leerlingen en studenten beter uitgerust de arbeidsmarkt. Het netwerktraject ‘bevorderen ondernemerschap’ vormt een belangrijke stimulans om potentiële ondernemers, starters, doorgroeiers en gevestigde ondernemers met elkaar in contact te brengen zodat er nieuwe initiatieven en/of projecten kunnen ontstaan. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland Activiteiten: • Investeren in de kwaliteit van de beroepsbevolking: faciliteren van maximaal 5 projecten met als doel het aandeel werkenden met startkwalificatie te verhogen.
•
•
Talentontwikkeling: Als onderdeel van het sociale beleid wordt er momenteel gewerkt aan een nieuw onderwijsbeleid. Vanuit het arbeidsmarktbeleid richten wij ons op ondersteuning van 4-8 projecten die onder meer: - het inzicht verhogen in de beroepskeuze en de kansen van beroepen op de arbeidsmarkt; - het concept van het bedrijfstakoverleg (BTO) verbreden. Vergroten arbeidsparticipatie: wij zullen maximaal 5 initiatieven ondersteunen, die onder meer als doel hebben: - jongeren op weg te helpen naar de arbeidsmarkt; - niet uitkeringsgerechtigden (NUGG'ers) te activeren.
Gerealiseerd Activiteiten: • Continuering van Leren en Werken: - stimulering duale trajecten (betreft combinatie van leren en werken, 500 trajecten); - continueren en opzetten van 3 leerwerkloketten; - stimulering eerder verworven competenties (EVC's, 500). • Aanpassing criteria van de HRM+ 2009-regeling vanwege te weinig aanvragen. Tot oktober 2009 waren 63 aanvragen ingediend met een totaal subsidiebedrag van bijna € 500.000, terwijl ca. € 3 miljoen beschikbaar is. Looptijd van dit project is 2009-2011. • M.b.t. Seaports Experience Center (SXC), zie verder op in de tekst.
• •
•
Voortzetting project 'Ik doe mee in OostGroningen'. Looptijd 2008-2010. In het kader van de Versnellingsagenda, programma arbeidsmarkt: uitvoering van drie actielijnen: jongeren, massaontslag en individueel ontslag. Totaal beschikbaar is een bedrag van € 3 miljoen. Partners zijn de Werkpleinen in Noord-, Oost- en Centraal Groningen en het UWV WERKbedrijf. Subsidiëring en uitvoering van het project 'Werken e in de zorg na je 50 '. Dit is een project ter stimulering van het langer doorwerken van met name verzorgenden en verpleegkundigen en is
Ondernemend Groningen
81
•
Stimuleren van ondernemerschap: door als provincie en alle andere stakeholders ondernemerschap in een netwerkverband centraal te stellen, is een nieuw perspectief ontstaan. In 2009 wordt het ondernemersnetwerk voortgezet, waarbij wij 4-8 nieuwe initiatieven zullen ondersteunen. Een project als het microkredietprogramma voor ondernemende mbo-studenten wordt gecontinueerd.
• • • • • • •
Middelen Begroot Het krediet arbeidsmarktbeleid heeft de komende jaren jaarlijks een bedrag van € 200.000 beschikbaar voor de uitvoering van het Actieprogramma arbeidsmarkt 2008-2012. Verder zal gekeken moeten worden naar andere financieringsbronnen zoals EFRO/Koers Noord, Interreg, gebiedsgerichte gelden zoals LEADER, rijksmiddelen en cofinanciering van partners. Voor het Netwerktraject bevorderen ondernemerschap zal voor 2009, naast het krediet arbeidsmarktbeleid, gekeken moeten worden naar mogelijke andere financieringsbronnen.
uitgevoerd in samenwerking met de Vereniging voor Verpleegkundigen en Verzorgenden, ZorgpleinNoord en ministerie van VWS. Continuering microkredietprogramma voor ondernemende mbo-studenten. Uitbreiding van het netwerk; sterke groei van leden uit de Ommelanden. Continuering van de website Groninc.nl. De provincie heeft nog steeds een centrale rol in het netwerk. Sterkere samenwerking tussen provincie en de stakeholders. Veel verbindingen gelegd waardoor de ondernemers elkaar makkelijker vinden en initiatieven zijn ontstaan. Ondersteuning vijftal inititatieven: - Groninger Ondernemersfestival; - boek 'Ondernemen met passie'; - Personal Branding Academy; - De Wedstrijd (ondernemersplannencompetitie voor creatieven); - Gronings Onderwijs Netwerk Ondernemen.
Besteed Besteed is € 200.000 uit het reguliere krediet arbeidsmarktbeleid. Daarnaast is voor de Versnellingsagenda € 3 miljoen uit REP beschikbaar gesteld, uitvoering 2010-2011. Zie verder hieronder het toegevoegde onderwerp Versnellingsagenda.
TOEGEVOEGD: Verkoop aandelen Essent (koersverhaal VJN2009 en IB2009) Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang In april 2009 hebben PS besloten in te stemmen De daadwerkelijke, notariële closing van de met onder meer het voorgenomen besluit van GS verkooptransactie van Essent en RWE, waarbij de tot verkoop van de provinciale aandelen in het volledige eigendom van het productie- en leveringsproductie- en leveringsbedrijf van Essent. bedrijf van Essent is overgegaan naar RWE, heeft vervolgens plaatsgevonden op 30 september 2009. De ex-aandeelhouders van Essent zijn daarbij directe aandeelhouders geworden van de drie niet verkochte bedrijfsonderdelen van de voormalige holding Essent i.c. het netwerkbedrijf (Enexis), het milieubedrijf (Attero) en het EPZ-belang (PBE/ERH). Enkele specifieke belangen en risico's i.v.m. de closing van de verkooptransactie van Essent en RWE, zijn bij de genoemde datum ondergebracht in vier zgn. "special purpose"-vennootschappen, die sindsdien zijn belast met de behartiging van die belangen en risico's. Ook van deze vennootschappen zijn de ex-aandeelhouders van Essent, bij de genoemde closingsdatum de directe aandeelhouders geworden. In elk van de in 82
Ondernemend Groningen
totaal zeven, hiervoor genoemde nieuwe vennootschappen, heeft de provincie Groningen een aandelenbelang van ca. 6% en is zij tevens vertegenwoordigd in de betreffende Aandeelhouderscommissie. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland Vervreemding van het provinciaal aandelenbelang in het commerciële bedrijf van Essent zodra dat wettelijk mogelijk en qua opbrengst verantwoord is.
Gerealiseerd De daadwerkelijke verkoop van het productie- en leveringsbedrijf van Essent heeft plaatsgevonden op 30 september 2009.
Middelen Begroot Bij de IB2009 is de netto-opbrengst van de verkoop van de aandelen geraamd op ca. € 379,8 miljoen waarvan € 245 miljoen wordt gebruikt ter financiering van RSP-ZZL en daarom in een reserve RSP gestort.
Besteed De uiteindelijke opbrengst bedroeg € 509,6 miljoen. Hiervan is € 245 miljoen in de reserve RSP gestort en € 15,3 miljoen in de reserve ESFI ter vervanging van het dividend. Het restant € 249,3 miljoen is gereserveerd binnen de Algemene Reserve.
TOEGEVOEGD: Seaports Experience Center (koersverhaal VJN2009 en IB2009) Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang In het najaar 2008 is gestart met het idee om een Seaports Experience Center (SXC) op te richten. Doel: • het bevorderen van de instroom (ondersteuning beroepskeuze) van leerlingen/studenten, werkzoekenden naar beroepen in de Eemsdelta; • het promoten van de Eemshaven en Havengebied Delfzijl in brede zin. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland
Gerealiseerd Verdere uitwerking van het idee en oprichting van SXC heeft in 2009 plaatsgevonden. Opening vindt plaats in januari 2010, looptijd is 2010-2013.
Middelen Begroot Bij de VJN2009 hebben PS via een amendement een bedrag van € 34.000 voor 2009 beschikbaar gesteld.
Besteed Er is € 30.000 bijgedragen aan het SXC. Voor het SXC is € 1,8 miljoen gevraagd uit OP-EFRO.
TOEGEVOEGD: Versnellingsagenda (Koersverhaal VJN2009 en IB2009) Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang In 2009 heeft de internationale kredietcrisis de economie van Nederland in snel tempo getroffen. Ook de Groningse economie is in een recessie terecht gekomen. De urgentie van de problematiek heeft een extra provinciale inzet noodzakelijk gemaakt door middel van de Versnellingsagenda. De Versnellingsagenda heeft een tweeledige aanpak. Enerzijds het naar voren halen van verschillende projecten en anderzijds investeren in arbeidsmobiliteit, bij- en omscholing door middel van een arbeidsmarktprogramma. Zie brief van 5 maart 2009, nr. 2009-13.792/10/A.21, EZ. Ondernemend Groningen
83
Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland • Energiescans bedrijven; • Energiebesparingfonds 100.000 woningenplan; • Grootschalige CO2 - afvang, transport en hergebruik; • Project centrumvoorzieningen Leens; • Buisleidingenstraat Delfzijl-Eemshaven; •
Baggerwerk Winschoterdiep;
•
Arbeidsmarkt en scholing.
Middelen Begroot • Een vijftal projecten zullen tot een bedrag van in totaal € 4,8 miljoen een beroep doen op de middelen in de reserve Provinciale Meefinanciering (voorheen Cofinanciering REP). Het gaat om de volgende projecten: Energiescans bedrijven (€ 170.000) energiebesparingsfonds 100.000 woningenplan (€ 2.250.000), grootschalige CO2 -afvang, transport en hergebruik (€ 1.500.000), Buisleidingenstraat Delfzijl-Eemshaven (€ 680.000), project centrumvoorzieningen Leens (€ 200.000). • Onder de noemer voorfinanciering zijn de projecten Baggerwerk Winschoterdiep en Arbeidsmarkt en Scholing in de Versnellingsagenda opgenomen. Voor 2009 is resp. € 58.333 en € 30.000 beschikbaar.
84
Gerealiseerd Met betrekking tot de voortgang van de diverse activiteiten van de Versnellingsagenda kan worden gemeld dat een groot deel van de naar voren gehaalde projecten ook daadwerkelijk volgens planning zijn gestart. • Niet volgens planning gestart maar project heeft geen noemenswaardige vertraging opgelopen. • De verwachte versnelling van het project baggerwerk Winschoterdiep is in 2009 niet gehaald gelet op de onzekere (rijks)financiering. • Het arbeidsmarkt- programma is conform de verwachtingen in 2009 in de steigers gezet en operationeel vanaf 2010. Besteed
•
Voor zover de vertraging bij het baggerwerk Winschoterdiep leidt tot een onderuitputting van het budget Voorfinanciering van projecten in 2009 zal bij de Jaarrekening 2009 het voorstel worden gedaan om deze middelen naar volgend jaar door te schuiven.
Ondernemend Groningen
Totaaloverzicht beleid thema Bedrijvigheid Algemeen economische zaken (productgroep 7001): Het gaat hier vooral om het Vestigingenregister, de jaarlijkse enquête naar ondernemingen en werkgelegenheid in Groningen. Promotie en acquisitie (productgroep 7002): Projectsubsidies en voeren secretariaat van Stichting Groninger Bedrijfslocaties (SBL), die bemiddelt en acquireert bij bedrijfsvestiging. Provinciale bedrijven (productgroep 7107): Behartigen provinciale inbreng in NOM en Groningen Airport Eelde (provincie is aandeelhouder) en Groningen Seaports (participatie in Gemeenschappelijke Regeling). Werkgelegenheid en arbeidsmarkt (productgroep 7103): Bijdragen aan de goede werking van de arbeidsmarkt om zo de werkgelegenheid en werkloosheidsbestrijding positief te beïnvloeden. Regioprogramma’s (productgroep 7106): Voorlichtings-, aanjaag-, regieactiviteiten, e.d. om projecten te genereren die in aanmerking komen voor Europese en nationale subsidies. Hiervan maakt deel uit het volgende eerder beschreven Actueel belangrijke projecten/beleid: Europese en nationale programma’s. Fysieke bedrijfsomgeving (productgroep 7108): Beïnvloeden aanbod bedrijventerreinen en logistieke voorzieningen, revitalisering bestaande terreinen. Marktsectoren (productgroep 7109): Voorlichting, verwerving projecten, e.d., om te komen tot concrete invulling van provinciaal innovatie- en speerpuntenbeleid. Hiervan maakt deel uit het volgende eerder beschreven Actueel belangrijke projecten/beleid: Netwerkproject Ondernemerschap en Europese en nationale programma’s. Nutsvoorzieningen (productgroep 7201): Provinciale inbreng in energiebedrijf Essent (provincie is aandeelhouder) en Waterbedrijf Groningen (provincie is samen met Groningse gemeenten eigenaar).
Ondernemend Groningen
85
2.2
Landbouw
Beleid en beleidsontwikkeling De landbouw blijft in onze provincie ook van groot belang, nu en in de toekomst. De komende jaren zullen we ons blijven richten op verdere verbetering en structuurversterking van de productiefactoren grond en water, waarbij de landinrichting een belangrijk instrument zal zijn. Daarnaast zal onze inzet gericht zijn op innovatie van de gangbare en biologische landbouw. Tevens streven wij naar kennisvergroting in de gangbare landbouw en zullen wij productiewijzen zoals biologische landbouw en nieuwe teelten stimuleren. In 2009 vindt besluitvorming over de verdere hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid plaats. Zowel vanuit onze provincie als vanuit het IPO zullen wij hier actief mee bezig gaan.
Actueel belangrijke beleidsactiviteiten en projecten Landbouw Beleid en doelen op termijn Beoogd Wij richten ons op het stimuleren van duurzame (economisch, ecologisch en sociaal) en kennisintensieve landbouw. Ons beleid is verwoord in het POP 2 en het Collegeprogramma. De uitvoering van het vigerende beleid is vastgelegd in de Landbouwagenda 2008-2011. De agenda zal medio 2012 worden geëvalueerd. Vanuit subsidieprogramma's zoals het Programma Landelijk Gebied (PLG), het Waddenfonds en Koers Noord en het provinciale landbouwkrediet vindt de financiële ondersteuning van ons beleid plaats. Er vindt een accentverschuiving plaats in de richting van maatschappelijk verantwoorde en biologische landbouw, met meer aandacht voor de kwaliteit van voedsel, voedselveiligheid, dierenwelzijn en omgeving. Deze accentverschuiving, bijvoorbeeld op het gebied van intensieve veehouderij, willen we stimuleren en zal zijn beslag krijgen in het nieuwe provinciale omgevingsplan. Voor moderne en grootschalige landbouwproductie zien we de Veenkoloniën, het Oldambt en het Hogeland als de meest geschikte gebieden. Daarnaast is ons beleid gericht op het benutten van kansen van nevenactiviteiten, zoals 'groen-blauwe dienstverlening’ (maatschappelijke en commerciële diensten) door landbouwbedrijven. Belangrijke aandachtspunten in ons beleid zijn: • versterking: verbetering van productiefactoren, faciliteren van schaalvergroting en ketenontwikkeling, maar ook aanpassing aan het veranderende klimaat; • vernieuwing: stimuleren van initiatieven gericht op verduurzaming en verbetering van dierenwelzijn; stimulering van alternatieve teelten, waaronder glastuinbouw; • verbreding: stimuleren van initiatieven gericht op nevenactiviteiten, o.a. agrarisch natuurbeheer, energieopwekking en energieteelt.
86
Voortgang In 2010 zal er een tussentijdse evaluatie van de Landbouwagenda 2008-2011 worden uitgevoerd. In 2009 is Visserij voor het eerst als apart onderdeel benoemd in de Voorjaarsnota (Koersverhaal).
Ondernemend Groningen
Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland Het ondersteunen en initiëren van 10-12 projectmatige activiteiten op het gebied van Versterking, vernieuwing en verbreding landbouw, verdeeld over de onderwerpen Kennis, Agribusiness, Structuurverbetering, Grootschaligheid gekoppeld aan kwaliteit en dierenwelzijn, Visserij, Klimaat, Energie en Biologische Landbouw.
Gerealiseerd Wij hebben 10 projecten opgestart op het gebied van Versterking, vernieuwing en verbreding landbouw, verdeeld over de onderwerpen Kennis, Agri-business, Structuurverbetering, Grootschaligheid gekoppeld aan kwaliteit en dierenwelzijn, Visserij, Klimaat, Energie en Biologische Landbouw. Daarnaast zijn voor dezelfde onderwerpen 19 projecten opgestart die zijn gefinancierd met PLGmiddelen (zie hiervoor thema PLG). Drie belangrijke projecten die in 2009 zijn opgestart: 1. Praktijkpilot kunstmestvervangers Biogreen: het opwaarderen van digestaat uit mestvergisting tot kunstmest om zo kringlopen gesloten te krijgen. Hier worden proeven mee uitgevoerd in de Veenkoloniën. 2. Duurzaam melkvee Groningen: praktijkpilot met als doel het verhogen van de gemiddelde leeftijd van het melkvee en het verlagen van het vervangingspercentage. Dit project combineert maatregelen op het gebied van diergezondheid, dierenwelzijn, milieu en economie. 3. Brede visie op duurzame visserij in de Waddenzee: Wij zijn samen met vertegenwoordigers vanuit de visserijsector, natuurorganisaties en de betrokken overheden bezig een visie op te stellen hoe een duurzame visserij op de Waddenzee in 2020 eruit moet komen te zien. Deze visie wordt begin 2010 afgerond.
Belangrijke voorbeelden binnen de drie aandachtspunten zijn: • versterking: pilot 'Pootgoedacademie' , waarbij het gaat om versterking van de kennisstructuur in de pootgoedsector; • vernieuwing: project 'Klimaat en Landbouw', waarvan het hoofddoel is de ontwikkeling van strategieën en actieplannen om de landbouw in Noord-Nederland aan te passen aan veranderingen in klimaat en markt. • verbreding: project 'Buurderij', dat moet resulteren in de opzet van een multifunctionele plattelandsonderneming, die de takken vleesvee, natuur, zorg, recreatie en educatie combineert. Wij zullen actief inspelen op de wijzigingen in het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid en ons daarbij richten op het faciliteren van bedrijfsontwikkeling in onze provincie.
•
Het vervolg op de pilot 'Pootgoedacademie Groningen' is eind 2009 opgestart.
•
'Klimaat en Landbouw' is aan de derde en laatste fase toe. Eind 2010 zal dit project worden afgerond. Het project 'Buurderij' is afgerond, de Buurderij zal worden gerealiseerd.
•
Wij hebben in IPO-verband uitvoerig overleg gevoerd over het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) dossier. Begin 2010 zal de verdeling van de middelen (vanuit EU naar provincies) die zijn vrijgekomen uit de mid-term review definitief worden gemaakt. Provinciale co-financiering wordt begin 2010 geregeld en aan PS voorgelegd.
Ondernemend Groningen
87
Middelen Begroot In de begroting 2009 hebben wij de volgende middelen beschikbaar: • Krediet Versterking, vernieuwing en verbreding Agrarische Sector € 109.600; • Onder programma Karakteristiek Groningen, thema PLG, onderdeel Landbouw: duurzaam ondernemen € 585.000. • Daarnaast zullen we op projectniveau nagaan of er mogelijkheden zijn voor financiering uit bijvoorbeeld Koers Noord/OP EFRO, Waddenfonds of LEADER.
Besteed •
Van dit krediet is € 102.400 besteed.
•
In totaal is € 472.900 besteed. Zie voor verdere uitwerking thema PLG, onderdeel Landbouw.
•
Wij hebben bijgedragen aan enkele Interreg- en Leader-projecten (bijvoorbeeld Experiment oesters rapen, Namaro en Biochar).
TOEGEVOEGD: Europees Visserij Fonds (EVF) (koersverhaal VJN2009) Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang In het koersverhaal bij de VJN2009 hebben wij aangegeven dat visserij voor ons als kustprovincie een belangrijke sector is, zowel economisch als toeristisch en dat wij daarom gaan participeren in het Europees Visserij Fonds. Iedere kustprovincie maakt een eigen programma op basis waarvan de komende jaren investeringen en projecten kunnen worden gefinancierd voor locale initiatieven. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland We zullen samen met Fryslân en Noord-Holland een visie ontwikkelen op duurzame visserij. Het doel van deze visie is om alle lopende ontwikkelingen op het gebied van visserij in de Waddenzee samen te brengen. Het streven is om aan het einde van 2009 deze visie te kunnen presenteren aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. (Zie koersverhaal VJN2009.)
Middelen Begroot N.v.t.
Gerealiseerd Het EVF is wegens vertraging pas op 1 januari 2010 van start gegaan. In 2009 zijn er vanuit Landbouw de volgende activiteiten ontplooid op het gebied van Visserij: • Er is een EVF LEADER-Actiegroep opgericht. • Er is een EVF Actieplan opgesteld en deze is vastgesteld door GS. • De provinciale co-financiering voor het EVF As 4programma is vastgelegd. • Er is een start gemaakt met het opstellen van een 'brede visie op duurzame visserij in de Waddenzee'. • Er is een financiële bijdrage geleverd aan het Namaro (zeewier) Interreg-project. • Er is een financiële bijdrage geleverd aan het LEADER-project Experiment Oesters Rapen. Besteed N.v.t.
Totaaloverzicht beleid thema Landbouw Landbouw (7302): ondersteunen en initiëren van projecten ter versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector; uitvoering van projecten vindt vooral plaats via het PLG.
88
Ondernemend Groningen
2.3
Recreatie en toerisme
Beleid en beleidsontwikkeling In het vigerende Provinciaal Omgevingsplan (POP) zijn o.m. beleidsdoelen opgenomen ten behoeve van de ontwikkeling van recreatie en toerisme. Ook in het Collegeprogramma 2007-2011 is aangegeven dat wij ons zullen inzetten voor voortzetting van de succesvol afgesloten toeristische mediacampagne. De beleidsinzet op het gebied van toerisme en recreatie is op deze pijlers gefundeerd en concentreert zich rond de thema's verbindingen (varen, fietsen en wandelen) en promotie. In de in 2008 vast te stellen Uitwerkingsagenda Toerisme en Recreatie 2008-2012, zijn de ambities toegespitst op de thema’s verbindingen (varen, fietsen en wandelen) en promotie geformuleerd. De agenda zal in 2012 worden geëvalueerd. Wij verwachten dat toerisme en recreatie voor meer werk en inkomen kunnen zorgen. Het toeristische bedrijfsleven moet ruimte behouden om te investeren in nieuwe ontwikkelingen. De investeringen in promotie en marketing van de toeristische mogelijkheden in stad en provincie Groningen zullen in 2009 worden gecontinueerd. Ook willen we opnieuw investeren in fiets-, wandel- en vaarroutes.
Actueel belangrijke beleidsactiviteiten en projecten Verbindingen/Vaarrecreatie Beleid en doelen op termijn Beoogd Onder verwijzing naar de Uitwerkingsagenda Toerisme en Recreatie 2008-2012, worden met de uitbreiding en verbetering van de mogelijkheden voor vaarrecreatie in de provincie Groningen op zijn minst 2 effecten beoogd: • verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving; • groei van werkgelegenheid en bestedingen. Samen met andere activiteiten (vooral te ontplooien door het toeristisch bedrijfsleven) wordt ultimo 2011 ten opzichte van 2007 gemikt op 2% extra banengroei in de toeristische sector en 2,5% extra bestedingen. Aan de hand van de jaarlijkse rapportages van Toerdata Noord wordt de ontwikkeling binnen de sector toerisme gevolgd. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland 1. verbetering van kunstwerken in het vaartraject Route om de Noord (Zoutkamp-Damsterdiep);
2. realisering Groninger aandeel (0,5 km) in de vaarverbinding Erica-Ter Apel (24 km); e 3. openstelling 2 fase vaarverbinding Zuidlaardermeer - Oost-Groningen (traject Veendam-Eexterveenschekanaal); 4. inventariseren en prioritering provinciegrensoverschrijdende vaarroutes (Groningen, Fryslân en Drenthe); 5. realisering (deel) Vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta.
Voortgang In 2008 is de werkgelegenheid in de sector toerisme en recreatie in Groningen ten opzichte van 2007 met 4,2% gestegen.* De toeristische bestedingen in de provincie Groningen zijn in 2008 ten opzichte van 2007 met ca. € 10 miljoen gestegen. (van € 535 miljoen naar € 545 miljoen).* * De cijfers over 2009 zijn in de loop van 2010 beschikbaar.
Gerealiseerd 1. Verhoging brug Ulrumertil is gerealiseerd en afgerekend. Het waterschap Noorderzijlvest is begonnen met de voorbereiding van de vervanging van de H.D. Louwessluis bij Zoutkamp. Datzelfde geldt voor de vervanging van de sluis bij Oosterdijkshorn. 2. Dit kanaalvak is gerealiseerd. 3. Deze vaarverbinding is op 8 mei 2009 geopend. 4. De inventarisatie heeft niet plaatsgevonden in afwachting van resultaten van het Duitse onderzoek. Prioriteit ligt bij het opheffen van de BRTN-knelpunten. 5. Het geplande deel van deze verbinding is in de loop van 2009 nagenoeg volledig gerealiseerd (inclusief jachthaven Beerta). In verband met onderbesteding van subsidiemiddelen (werk viel voordeliger uit dan
Ondernemend Groningen
89
gepland) is inmiddels van het SNN toestemming verkregen om het kanaalvak te verlengen, zodat een groter deel van Beerta rechtstreeks in verbinding komt te staan met het Oldambtmeer. Middelen Begroot Voor de doelen vermeld onder 1 t/m 4 zijn ten laste van de provinciale begroting 2009 in eerste instantie geen middelen opgenomen. In de reserve ESFI is een bedrag van € 750.000 voor recreatieve vaarroutes gereserveerd (zie Voorjaarsnota 2008 - blz. 30). Voor doel 5 is in de begroting 2009 € 75.000 ten laste van de reserve ESFI opgenomen. Binnen deze reserve is nog een bedrag van € 325.000 voor dit doel gereserveerd. Wijziging Bij de IB2009 is voor de eerste termijnbetaling van het vervolg op de inmiddels gerealiseerde fase 1a van de vaarverbinding Erica - Ter Apel (doel 2) voor 2009 een bedrag van € 500.000 beschikbaar gesteld ten laste van de reserve ESFI. Verbindingen/Plankader wandelen en fietsen Beleid en doelen op termijn Beoogd Onder verwijzing naar de Uitwerkingsagenda Toerisme en Recreatie 2008-2012, wordt ook met de uitbreiding en verbetering van fiets- en wandelpadenroutes in de provincie Groningen beoogd: • verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving; • groei van werkgelegenheid en bestedingen. Samen met andere activiteiten (vooral te ontplooien door het toeristisch bedrijfsleven) wordt ultimo 2011 ten opzichte van 2007 gemikt op 2% extra banengroei in de toeristische sector en 2,5% extra bestedingen. Aan de hand van de jaarlijkse rapportages van Toerdata Noord wordt de ontwikkeling binnen de sector toerisme gevolgd. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland De activiteiten in 2009 zijn: 1. uitvoering Meerjarenplan LF-routes door de Stichting Fietsplatform (promotie LF 9, LF 10 en LF 14); 2. permanente inventarisering en prioritering van plannen van diverse partijen m.b.t. de aanleg van recreatieve fietspaden; 3. peilen van haalbaarheid fietsknooppuntensysteem provincie Groningen; 4. realisering fietsrouteplanner;
90
Besteed Een deel van de activiteiten is gefinancierd met PLGmiddelen, zie ook programma Karakteristiek Groningen, thema PLG.
In totaal is in 2009 een bedrag van € 128.000 onttrokken aan de reserve ESFI voor realisatie vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta. Er resteert nog een bedrag van € 247.900 binnen ESFI voor dit doel. De eerste termijnbetaling van € 500.000 aan de provincie Drenthe voor de vaarverbinding Erica-Ter Apel heeft plaatsgevonden.
Voortgang In 2008 is de werkgelegenheid in de sector toerisme en recreatie in Groningen ten opzichte van 2007 met 4,2% gestegen.* De toeristische bestedingen in de provincie Groningen zijn in 2008 ten opzichte van 2007 met ca. € 10 miljoen gestegen. (van € 535 miljoen naar € 545 miljoen).* * De cijfers over 2009 zijn in de loop van 2010 beschikbaar.
1. Gerealiseerd. 2. In uitvoering. 3 en 4. Het project Fietsknooppunten Groningen is in uitvoering. Het basisplan is gereed. In de loop van 2009 is de financiering van dit project (routenetwerk, digitale fietsrouteplanner en promotie) praktisch rond (Interreg, provincie en vele anderen). Alle gemeenten hebben in de
Ondernemend Groningen
5. uitvoering Meerjarenplan LAW-routes (langeafstandswandelroutes) door de Stichting LAW (reconstructie Pieterpad en promotie); 6. voorbereiding en uitvoering plan dorpsommetjes door de Stichting Landschapsbeheer Groningen; 7. toeristisch-recreatief medegebruik Waddendijk (voorheen: fietsroute Waddenzee); eerste helft 2009: activiteiten ter verkrijging van beschikking Waddenfonds; tweede helft 2009: nadere uitwerking van het projectplan ten behoeve van uiteindelijke uitvoering. Middelen Begroot Bij programma Karakteristiek Groningen, thema PLG, onderdeel Recreatie en Toerisme (productgroep 6102) is een bedrag van € 714.000 opgevoerd. Een deel van dit bedrag (€ 646.000) wordt ingezet voor bovenvermelde doelen. Toeristische promotie en marketing Beleid en doelen op termijn Beoogd Onder verwijzing naar de Uitwerkingsagenda Toerisme en Recreatie 2008-2012, is aan de Stichting Marketing Groningen opdracht verleend tot de uitvoering van een reeks promotieactiviteiten. Daarmee wordt beoogd bij te dragen aan uitbreiding van het toerisme in de provincie Groningen (op termijn 2% extra banengroei in de toeristische sector en 2,5% extra bestedingen). Een grotere bekendheid van de mogelijkheden in de provincie Groningen resulteert o.a. in extra overnachtingen en een toename van dagbezoek, congressen en evenementen. Aan de hand van rapportages van Toerdata Noord wordt de ontwikkeling binnen de sector toerisme gevolgd. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland De activiteiten die in 2009 door Marketing Groningen worden uitgevoerd, zijn: 1. onderhoud website (contentbeheer en onderhoud/ontwikkeling); 2. exploitatie Groninger Uitbureau; 3. fungeren als aanspreekpunt/genereren van vrije publiciteit; 4. uitgave VVV-magazine; 5. coördinatie van activiteiten met regio-VVV's en advisering aan bedrijfsleven; 6. management en bureautaken; 7. het voorbereiden en uitvoeren van een nieuwe, op Nederland gerichte toeristische
regionale Stuurgroepen ingestemd met het gepresenteerde basisplan en de bijbehorende financieringsopzet. Formele besluitvorming van sommige gemeenten zal in het eerste kwartaal van 2010 worden afgerond. 5. Gerealiseerd. 6. Deels in voorbereiding, deels in uitvoering. 7. Projectplan is gereed en voorgedragen voor subsidie in het kader van het Waddenfonds ten behoeve van de uitvoering.
Besteed Op basis van de verantwoording van de werkelijke uitgaven is bijna € 100.000 besteed aan bovenstaande doelen. Zie voor verder uitwerking thema PLG, onderdeel Recreatie en Toerisme.
Voortgang In 2008 is de werkgelegenheid in de sector toerisme en recreatie in Groningen ten opzichte van 2007 met 4,2% gestegen.* De toeristische bestedingen in de provincie Groningen zijn in 2008 ten opzichte van 2007 met ca. € 10 miljoen gestegen. (van € 535 miljoen naar € 545 miljoen).* * De cijfers over 2009 zijn in de loop van 2010 beschikbaar.
Gerealiseerd De activiteiten 1. tot en met 6. zijn door Marketing Groningen, in het kader van de meerjarige opdracht van de provincie, in 2009 uitgevoerd. Onderdelen van de toeristische mediacampagne (activiteit nr. 7) zijn door Marketing Groningen in 2009 Europees aanbesteed. Een klein deel van de campagne zal zich richten op Duitsland. In december 2009 is een start gemaakt met het onderdeel tv-commercials.
Ondernemend Groningen
91
mediacampagne "Mediacampagne 2008-2011" (en misschien een aanvullende, op Duitsland gerichte campagne). Middelen Begroot Voor bovenvermelde doelen zijn ten laste van de provinciale begroting 2009 de volgende budgetten opgenomen: • Marketing Groningen € 351.900 (waarvan € 1.500 inflatiecorrectie, zie VJN2009); • inzet mediacampagne € 156.000 (incl. nieuw beleid VJN2008 € 100.000). Wijziging Voor het vervolg van het project Toeristische Mediacampagne in de vorm van het meerjarige project 'De G7 Campagne 2008-2012' is een bedrag van € 408.000 voor toeristische promotie overgeboekt naar 2009.
Besteed Conform begroting 2009 is: • € 351.900 bijgedragen aan Marketing Groningen; •
in totaal een bedrag van € 564.000 aan de G7Campagne 2008-2012 bijgedragen.
Totaaloverzicht beleid thema Recreatie en Toerisme Toerisme en recreatie (6101): Uitvoeren van maatregelen die gericht zijn op de verbetering en uitbreiding van toeristisch-recreatieve voorzieningen en op een toename van het aantal toeristen en recreanten. Toeristische promotie (7003): Betrokkenheid bij diverse activiteiten op het gebied van toeristische promotie van Groningen. Hiervan maakt deel uit het volgende eerder beschreven Actueel belangrijke projecten/beleid: Toeristische promotie en marketing.
92
Ondernemend Groningen
2.4
Lasten/baten en analyse Ondernemend Groningen
Omschrijving
ONDERNEMEND GRONINGEN Bedrijvigheid Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen
13.581.844 146.303 271.291 870.373 7.370.732 302.678 1.179.002 1.263.257 2.178.209
10.711.750 105.296 194.937 643.649 5.949.761 334.357 129.802 985.859 2.368.089
448.283 448.283
532.338 532.338
336.460 336.460
2.890.426 2.392.243 498.184
3.126.263 2.058.164 1.068.099
2.674.629 1.596.044 1.078.585
12.735.071
17.240.445
13.722.839
Recreatie/toerisme Toerisme en recreatie Toeristische promotie
Omschrijving
BATEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
ONDERNEMEND GRONINGEN Bedrijvigheid Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen
3.981.397 5.314
382.308.854
gerealiseerd bedrag 2009
514.341.965 40.731
1.115.635 114.353
114.400
1.130.680 114.353
350.000 2.396.096
382.194.454
513.056.202
-
-
-
1.900 1.900
5.300 5.300
66.844 66.844
3.983.297 8.751.773 12.735.071
382.314.154 365.073.70917.240.445
Landbouw Landinrichting Landbouw Recreatie/toerisme Toerisme en recreatie Toeristische promotie (nieuw) Nadelig slot ondernemend Groningen Totaal ondernemend Groningen
gerealiseerd bedrag 2009
9.396.362 128.870 211.440 772.108 4.410.576 293.821 271.598 1.315.164 1.992.785
Landbouw Landbouw
Totaal ondernemend Groningen
LASTEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
Ondernemend Groningen
514.408.809 500.685.97013.722.839
93
Analyse programma Ondernemend Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 5.257.686 11.982.759 17.240.445 382.314.154 -365.073.709
Realisatie 4.201.863 9.520.975 13.722.839 514.408.809 -500.685.970
Saldo 1.055.823 2.461.784 3.517.607 132.094.655 -135.612.262
Aangezien de apparaatskosten niet per programma maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste overige verschillen per thema. Thema Bedrijvigheid
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 4.275.657 9.306.187 13.581.844 382.308.854 -368.727.010
Realisatie 3.427.830 7.283.920 10.711.750 514.341.965 -503.630.215
Saldo 847.828 2.022.267 2.870.094 132.033.111 -134.903.205
De totale directe kosten zijn ten opzichte van de raming € 2.022.267 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
•
•
•
•
94
Ondanks dat op basis van de committeringen en harde reserveringen kan worden geconcludeerd dat de projectenstroom goed op gang is gekomen, blijven de uitbetalingen ten laste van reserve provinciale meefinanciering achter. Van de geraamde middelen voor 2009 resteert aan het eind van het jaar nog € 2.045.989. De middelen blijven beschikbaar in de reserve. De bestedingen ten laste van de reserve cofinanciering Kompas zijn € 1.189.629 lager uitgevallen dan geraamd. Dit heeft voor het grootste deel betrekking op de middelen voor revitalisering bedrijventerreinen (€ 903.000) en marktsectoren (€ 250.378). Het betreft voornamelijk de TIPP-projecten: deze projecten zitten in de eindfase, waarbij wij grotendeels afhankelijk zijn van externen alvorens wij de definitieve eindafrekening kunnen vaststellen. Het Innovatief Actieprogramma Groningen 1 (IAG-1) is in 2009 definitief afgerekend. Dit is niet in de raming opgenomen, zodat een afwijking ontstaat van € 516.721. Hiervan komt € 293.548 ten laste van bijdragen van de Europese Commissie (EFRO) en van het Rijk (EZ/Kompas). Het overige deel ad. € 223.173 komt ten laste van de reserve cofinanciering Kompas. De EFRO bijdrage voor het Innovatief Actieprogramma Groningen 2 (IAG-2) is niet geraamd. Dit leidt tot een nadelige afwijking van € 834.950. Daarnaast is het eigen aandeel in de kosten uit de reserve cofinanciering Kompas € 77.592 lager uitgevallen dan begroot. In 2009 is na inventarisatie van mogelijke projecten binnen de provincie door verschillende initiatiefnemers een beroep op een provinciale bijdrage gedaan ter grootte van € 155.000. Halverwege het jaar bleek dat twee projectinitiatieven geen financiële ondersteuning nodig hadden vanuit de provincie. Dit betroffen initiatieven van de gemeenten Loppersum en Pekela. Voor de andere twee initiatieven (van gemeente Veendam/Oostbooglocaties en Groningen Seaports) bleek gedurende het jaar dat meer tijd nodig was om hiervoor een goed onderbouwd projectplan op te zetten. Besprekingen hierover zijn nog altijd gaande. Dat voorbereidingen meer tijd vergen is mede een gevolg van de economische situatie. Parkmanagement en verduurzaming van bedrijventerreinen is geen 'natuurlijke activiteit' voor ondernemers. Zij moeten hiervoor een beroep doen op externe capaciteit en vrijwilliige inzet om dit organisatorisch van de grond te krijgen. Als gevolg van de economische situatie van het afgelopen jaar stelden ondernemers andere prioriteiten die voor Ondernemend Groningen
2.045.989
1.189.629
-516.721
-757.358
168.352
• •
•
hen urgenter waren. Wij verwachten dit jaar en komend jaar tot besteding van de beschikbare middelen te kunnen overgaan. De kapitaallasten voor de deelnemingen in de NOM, Essent en Waterbedrijf Groningen zijn als gevolg van een ten opzichte van de raming afwijkend rentepercentage hoger uitgevallen. De discussie over het nieuwe Uitvoeringsplan Waddenfonds heeft vertragend gewerkt op de projectenvoorbereiding in 2009 en daardoor is minder beroep gedaan op het krediet procesgelden Waddenfonds dan verwacht. Aangezien in 2010 een inhaalslag wordt gemaakt middels een dubbele tender wordt het restant van € 18.102 overgeboekt naar 2010. Overige afwijkingen als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren en afwijkingen leiden per saldo tot een voordeel.
-133.696 18.102
7.970
De directe baten vallen € 132.033.111 hoger uit dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. Als gevolg van de niet geraamde baten van de Europese Commissie (EFRO) en van het Rijk (EZ/Kompas) voor de Innovatief Actieprogramma's Groningen 1 en 2 ontstaat een positieve afwijking van € 1.128.498. De verwerking van de verkoop van de aandelen Essent leidt ten opzichte van de raming tot een hogere bate van € 130.861.748. Bij de Integrale Bijstelling is uitgegaan van voorlopige cijfers en zijn de deelnemingen en leningen niet meegenomen. Overige verschillen leiden tot een voordeel € 42.865. Thema Landbouw Raming 422.738 109.600 532.338 0 532.338
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 280.212 56.248 336.460 0 336.460
Saldo 142.526 53.352 195.878 0 195.878
De totale directe kosten zijn ten opzichte van de raming € 53.352 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • •
Als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren ontstaat een voordeel. Overige verschillen als gevolg een correctie voorgaande jaren project glastuinbouw Eemsmond en vrijval op het krediet versterking, vernieuwing agrarische sector.
54.682 -1.330
De directe baten vertonen geen afwijking. Thema Recreatie/toerisme
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 559.291 2.566.972 3.126.263 5.300 3.120.963
Realisatie 493.822 2.180.807 2.674.629 66.844 2.607.785
Saldo 65.469 386.165 451.634 61.544 513.178
De totale directe kosten zijn ten opzichte van de raming € 386.165 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
Van de geraamde middelen cofinanciering Kompas voor toeristische projecten is € 348.770 minder aangewend. Een aantal projecten (o.a. masterplan Pieterburen en Ring Blauwestad Infrastructuur) zijn nog in uitvoering of de afrekeningen zijn Ondernemend Groningen
348.770
95
•
•
•
•
nog niet ontvangen/afgewikkeld. De middelen blijven in de reserve cofinanciering Kompas beschikbaar. Op basis van de werkelijke investering in de vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta is een bijdrage onttrokken aan de beschikbare middelen vanuit de reserve ESFI. Ten opzichte van de raming 2009 is € 50.978 minder besteed en onttrokken aan de reserve. De kosten voor de baggerwerkzaamheden Paterswoldsemeer zijn niet opgenomen in de raming 2009. De kosten zijn gedekt door de hier voor beschikbare middelen in de reserve ESFI. De opening van nieuwe vaarverbindingen heeft geleid tot een toename van de vaarrecreatie. Daarom was het noodzakelijk een aantal nieuwe uitgiftepunten voor de zelfbedieningssleutels op te nemen en meer sleutels aan te schaffen. Een deel wordt gecompenseerd door een hogere bate. Verder vielen brugbedieningskosten uit 2008 hoger uit dan verwacht en die zijn gedeeltelijk ten laste van 2009 gebracht. Overige afwijkingen als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren
50.978
-13.784
-12.334
12.535
De directe baten vallen € 61.544 hoger uit dan geraamd. Het grootse deel heeft betrekking op niet geraamde bijdragen in het project watersportvoorzieningen Lauwersmeer (€ 56.064). Als gevolg van de verkoop van zelfbedieningssleutels is € 5.480 meer ontvangen.
96
Ondernemend Groningen
3.
Bereikbaar Groningen
Dit programma bestaat uit het thema Mobiliteit en infrastructuur. Het programma Bereikbaar Groningen richt zich op de verbetering van de bereikbaarheid van het platteland en de stad Groningen door middel van een samenhangend pakket van maatregelen, waarbij zowel openbaar vervoer als de verdere verbetering van de infrastructuur een belangrijke rol spelen. Aandeel in de totale rekening 2009: 12,41%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
3. Bereikbaar Groningen a. Mobiliteit en infrastructuur - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Bereikbaar Groningen
rek ening 2008
raming 2009*
rekening 2009
109.427 62.504 46.923
121.814 78.231 43.583
116.551 72.489 44.062
46.923
43.583
44.062
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. Het thema van het programma Bereikbaar Groningen zal daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Bereikbaar Groningen
97
3.1
Mobiliteit en infrastructuur
Beleid en beleidsontwikkeling De provincie hecht groot belang aan het transport van personen en goederen ten behoeve de welvaart en het welzijn van zijn inwoners. De auto is voor de verdere economische ontwikkeling van onze regio onmisbaar en is ook voor het functioneren van het platteland noodzakelijk. Het garanderen van een blijvend goede bereikbaarheid van de gehele regio staat centraal in ons verkeers- en vervoerbeleid. Daarbij is ook een belangrijke rol weggelegd voor het openbaar vervoer, zowel via de weg als via rails. Ongewenste neveneffecten van vooral de auto, zoals filevorming, verkeersonveiligheid, geluidhinder, stank en ruimtebeslag in vooral stedelijke gebieden, worden zoveel mogelijk beperkt. De opwaardering van de hoofdvaarwegverbinding Lemmer-Delfzijl is eveneens een speerpunt van beleid, vooral om de vervanging van goederenvervoer over de weg naar goederenvervoer over water te faciliteren. De provincie wil samen met de andere overheden de verkeers- en vervoerproblematiek per gebied of vervoerrelatie (bundel) aanpakken. Daarnaast wordt zorg gedragen voor een duurzame instandhouding van het provinciale wegennet, inclusief fietspaden, kunstwerken, verkeersregelinstallaties, wegmeubilair, beplanting en andere bijkomende voorzieningen. De komende jaren zullen, naast de uitvoering van de paragraaf infrastructuur uit het collegeprogramma, vooral in het teken staan van de voorbereiding en uitvoering van de bereikbaarheidsprojecten zoals die zijn opgenomen in het convenant van het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL).
Actueel belangrijke projecten en beleidsonderdelen Planstudie N360 Beleid en doelen op termijn Beoogd Er bestaan aanzienlijke knelpunten in zowel de verkeersafwikkeling als de verkeersveiligheid van de weg Groningen-Delfzijl (N360). Op sommige plaatsen gebeuren te veel ongelukken, er is te veel langzaam verkeer op de weg en de reistijd in de spits is te lang. In aansluiting op wat daarover is opgenomen in het Collegeprogramma 2007-2011, de Voorjaarsnota 2007 en het Uitvoeringsprogramma Regio Groningen-Assen 2005-2009, moet de planstudie N360 de wenselijkheid en haalbaarheid van verkeersmaatregelen om deze knelpunten op te lossen, in beeld brengen. De te realiseren doelen op termijn zijn bijvoorbeeld: vermindering van de reistijd Delfzijl-Groningen v.v. in de spits van nu 40 naar circa 30 minuten en het terugbrengen van de ongevallenconcentratiepunten naar nul in 2020 (concretisering van doelen volgt bij de planstudie zelf). Gevolgen in planjaar Gepland Na een verkeerskundige afweging van alternatieve tracés tussen de N360 en de N46 volgt een integrale afweging van deze alternatieven waarin ook de gevolgen voor landschap, natuur, landbouw en geluidshinder worden betrokken. Er zijn hierbij twee basisvarianten: een kortsluiting tussen de N360 en N46 (op een nader te bepalen locatie) onder gelijktijdige ‘downgrading’ van de N360, of een ‘upgrading’ van de N360. Daarnaast worden alternatieven voor een betere en veiliger fietsroute ontwikkeld en alternatieven voor een snellere openbaarvervoersverbinding.
98
Voortgang Er zijn geen wijzigingen in het beleid of de doelen. Project is opgenomen in het provinciale MIT (projectnummer 16).
Gerealiseerd De planstudie is enigszins in de vertraging gekomen. Dit komt omdat het zogeheten zoekgebied van de planstudie in de loop van 2009 is uitgebreid waardoor ook de zuidzijde van het Eemskanaal in de beschouwing wordt meegenomen. Door die uitbreiding moest logischerwijs niet alleen een aantal stappen worden herhaald maar is ook meer onderzoek nodig om eventuele reële alternatieven aan de zuidzijde van het Eemskanaal te bepalen.
Bereikbaar Groningen
Wanneer gereed Gepland Planstudie wordt eind 2009 in PS behandeld. Middelen Begroot Kosten van planstudie € 113.000 (bekostiging van uitvoering van voor te stellen maatregelen is pas in 2011 of later aan de orde).
Gerealiseerd In mei 2010 zal de stuurgroep naar verwachting een besluit nemen over de reële alternatieven. Daarna zal het bestuurlijke traject volgen. Besteed De beschikbare middelen zijn ingezet voor de planstudie. De niet geplande tussenstap heeft meerwerk tot gevolg gehad. De hiermee verband houdende kosten konden worden gedekt uit reguliere middelen (budget verkeersonderzoek).
Aansluiting Lewenborg/Ulgersmaborg - Oostelijke Ringweg Groningen Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang Op een termijn van 10 tot 12 jaren moeten op de In uw vergadering van 22 april 2009 heeft u via Oostelijke Ringweg Groningen alle gelijkvloerse vaststelling van voordracht 7/2009 ingestemd met het door ongelijkvloerse kruisingen worden vervangen, Eindbeeld Oostelijke Ringweg. Dit is later dan door terwijl bij enkele kruisingen een combinatie wordt ons aanvankelijk was ingeschat. De vertraging heeft overwogen. De Studie Eindbeeld Oostelijke te maken met de wens van onze partner gemeente Ringweg Groningen, te behandelen in PS in de Groningen om de Eindbeeldstudie open te stellen tweede helft van 2008, zal uitspreken dat deze voor formele inspraak. Hierdoor is het traject enkele maatregelen moeten leiden tot een kortere reistijd maanden in de tijd doorgeschoven. en een hogere betrouwbaarheid van de reistijd in Project is opgenomen in het provinciale MIT de spits op de ringweg (bijvoorbeeld reistijd in (projectnummer 21). spitsperiode maximaal 1,5 van reistijd in dalperiode), terwijl het aantal ongevallen met ten minste 40% moet dalen ten opzichte van huidige niveau. Bij Statenbesluit van januari 2007 is de overname van de Oostelijke Ringweg Groningen van het Rijk, inclusief de bekostiging van de infrastructurele aanpassingen (van in totaal € 24 miljoen) door de provincie bevestigd. In 2009 wordt in dit kader de kruising met Lewenborg/Ulgersmaborg ongelijkvloers gemaakt. Gevolgen in planjaar Gepland Dit kruispunt is op dit moment een ‘black spot’ (ongevallenconcentratiepunt) met 32 verkeersongevallen in de jaren 2004-2006. Dit aantal verkeersongevallen moet met minstens 40% worden verminderd, maar dit kan pas op een betrouwbare wijze na een periode van drie jaren worden gemeten. De invloed op de verkeersafwikkeling is vooreerst gering omdat deze afhankelijk is van de later uit te voeren ongelijkvloerse kruisingen op het tracé. De uitvoering van deze maatregel vindt plaats in dalperioden om de verkeershinder zo veel mogelijk te beperken. Wanneer gereed Gepland Bij een start met de uitvoering van de ongelijkvloerse kruising Lewenborg/Ulgersmaborg Oostelijke Ringweg in begin 2009, moet deze midden 2010 gereed zijn.
Gerealiseerd Na uw vaststelling van het Eindbeeld Oostelijke Ringweg zijn wij gestart met de planuitwerking voor de aansluiting Lewenborg/Ulgersmaborg. In de periode oktober tot en met november 2009 hebben wij een formele inspraakprocedure voor dit deelproject gevolgd en een informatieavond georganiseerd voor de planuitwerking van de aansluiting Lewenborg/Ulgersmaborg.
Gerealiseerd Wij verwachten dat we voor de zomer via een statenvoordracht het realisatiebesluit aan u te kunnen voorleggen. Het project zal naar verwachting in de loop van 2012 gereed zijn.
Bereikbaar Groningen
99
Middelen Begroot € 3 - 5 miljoen (indicatie, moet nog worden uitgewerkt).
Besteed Is gezien het vorenstaande bij dit project nog niet aan de orde. In de Eindbeeldstudie komen de meer uitgewerkte kostenramingen tot uitdrukking.
Uitvoering baggerwerk Winschoterdiep - A.G. Wildervanckkanaal Te bereiken resultaten/gevolgen Beoogd Voortgang Onder verwijzing naar de discussie met het Rijk Het beoogde doel is ongewijzigd. over het beheer van hoofdvaarwegen naar aanleiding van het advies van de Commissie Brinkman (waarover PS zijn geïnformeerd in maart 2005), is afgesproken dat de provincie financieel verantwoordelijk wordt voor het beheer en onderhoud van de het Winschoterdiep, waarbij het Rijk de huidige door haar gedragen lasten van onderhoud en exploitatie afkoopt. Discussie loopt nog over de hoogte van de afkoopsom, waarvan ook de risicoparagraaf van de provinciale begroting melding maakt. Het baggerwerk voor het Winschoterdiep maakt deel uit van deze afkoopproblematiek. De vaardiepte in dit kanaal en in het A.G. Wildervanckkanaal is te gering als gevolg van achterwege gebleven baggerwerk. Direct gevolg hiervan is een belemmering van de scheepvaart (grotere schepen kunnen niet varen, dan wel moeten hun belading beperken). Een indirect gevolg is de mogelijke economische schade voor de betrokken regio, maar die is ook van andere omstandigheden afhankelijk. Het uit te voeren baggerwerk moet leiden tot een onbelemmerde scheepvaart op beide kanalen over een lengte van 45 km, te meten aan realisering norm ten aanzien van de diepgang behorende bij krap klasse IV volgens de Richtlijn Vaarwegen. Verder moeten de betrokken klachten van de scheepvaartbedrijven wegvallen. Activiteiten in planjaar/Wanneer gereed Gepland Uitvoering baggerwerk in 2009 en 2010. Provincie bereidt baggerwerk voor en houdt toezicht op de uitvoering, die wordt uitbesteed.
Middelen Begroot Kosten Winschoterdiep € 13 miljoen en kosten A.G. Wildervanckkanaal € 4,5 miljoen. Uitvoering is afhankelijk van overeenstemming met Rijk over adequate afkoop van onderhoudsverplichting Winschoterdiep, waarin kosten van baggerwerk zijn meegenomen. Kosten A.G. Wildervanckkanaal moeten worden gedekt uit budget voor knelpunten beheer. Combinatie van baggerwerk voor beide kanalen is financieel voordelig voor provincie.
100
Gerealiseerd Het baggerwerk van het A.G. Wildervanckkanaal is in uitvoering en zal medio 2010 worden afgerond. Het baggerwerk van het Winschoterdiep wacht op overeenstemming met het rijk over de afkoop van de bijdrage voor onderhoud en exploitatie. De besteksvoorbereiding is gaande. Besteed In 2009 is circa 65% van het baggerwerk op het A.G. Wildervanckkanaal uitgevoerd. De totale kosten worden geraamd op € 3,9 miljoen en komen ten laste van het budget voor knelpunten wegen en waterwegen. Met het Rijk is nog geen overeenstemming bereikt over de afkoop van Winschoterdiep en Rensel. Er zijn derhalve nog geen middelen voor baggerwerk. Van voorfinanciering in het kader van de Versnellingsagenda is nog geen gebruik gemaakt omdat de afkoop door het Rijk nog niet rond is.
Bereikbaar Groningen
Wijziging Baggerwerk en vervanging beschoeiing Winschoterdiep (totale kosten ca. € 15 miljoen) is als naar voren te halen (voorfinancierings)project benoemd in de Versnellingsagenda. Bij de IB2009 is aangegeven dat de versnelling dit jaar niet wordt gehaald, zodat de voorfinancieringslasten naar 2010 kunnen worden geschoven. Openbaar vervoer: spoorweg Groningen-Veendam Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang In het Collegeprogramma is de wens opgenomen Het beoogde resultaat is ongewijzigd. Vooruitlopend om de spoorweg Groningen-Veendam geschikt te op de reactivering van de spoorlijn naar Veendam is maken voor personenvervoer. De bereikbaarheid per december 2009 gestart met het rijden van vier van de regio Veendam is gediend bij een treinen per uur van Groningen naar Zuidbroek en vice hoogwaardige openbaarvervoersvoorziening met versa. Twee van de vier treinen zullen in de toekomst Groningen. Naar schatting zal de spoorverbinding doorrijden naar Veendam, nadat de infrastructuur leiden tot een toename van het reizigersvervoer op hiervoor gereed is gekomen. het betrokken traject met 10%. Prorail heeft Project is opgenomen in het provinciale MIT inmiddels een verkenning uitgevoerd, waaruit blijkt (projectnummer 3). dat de reactivering van de spoorlijn GroningenVeendam kansrijk is. De verbinding zelf moet voldoen aan de normale concessievoorwaarden die aan dit type openbaarvervoersvoorzieningen worden gesteld, onder andere in termen van punctualiteit en capaciteit. Dit houdt in dat minimaal 95% van alle treinen op tijd dient te rijden en dat niet meer dan 5% van het aantal reizigers mag staan. Gevolgen in planjaar Gepland De uitvoering van de infrastructurele maatregelen vindt plaats tussen begin 2009 en april 2010. Deze maatregelen omvatten: • renovatie van spoor Zuidbroek-Veendam; • aanleg van perron in Veendam; • eventueel te nemen geluidshinderende maatregelen (afhankelijk van uitkomsten van lopend onderzoek); • aanpassen overwegveiligheid aan nieuwe situatie; • voorlichting aan reizigers en omwonenden traject. Direct aansluitend op de infrastructurele maatregelen kan de spoorverbinding worden geëxploiteerd. Wanneer gereed Gepland April 2010. Middelen Begroot Infrastructurele aanpassingen worden bekostigd uit het ZZL-pakket. Hiervoor is een bedrag van € 32 miljoen gereserveerd (algemene verdeelsleutel: Rijk 2/3 en regio 1/3). De exploitatiesubsidie bedraagt € 4,1 miljoen per jaar tot en met 2020 (einde van de concessie) en wordt bekostigd uit de Reservering regionaal spoor, welke onderdeel is van de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer.
Gerealiseerd In onze brief van 6 oktober 2009 met zaaknummer 207521 hebben wij aangegeven dat het ProRail niet lukt de infrastructuur per april 2010 gereed te hebben. Door de gekozen oplossing voor het goederenvervoer en het overleg hierover met de verladers zal dit nu april 2011 worden. Voor het goederenvervoer zal een stuk parallelspoor aangelegd worden van 3,1 kilometer, waardoor zij de processen op dezelfde manier kunnen uitvoeren als de afgelopen jaren. Hiermee kan ook de potentiële groei van het goederenvervoer de komende jaren gefaciliteerd worden.
Gerealiseerd April 2011. Besteed De dekking van de middelen is ongewijzigd. De meerkosten die zijn ontstaan door de aanpassingen die worden gedaan voor het goederenvervoer neemt ProRail voor haar rekening.
Bereikbaar Groningen
101
Ongelijkvloerse kruising N366-Stadskanaal Beleid en doelen op termijn Beoogd In 2004 is een studie verricht door de provincies Groningen en Drenthe en de betrokken gemeenten naar de wegverbinding Veendam-Stadskanaal-Ter Apel-Emmen (N366 en N391). Een opwaardering van deze verbinding was nodig met het oog op betere economische ontwikkelingsmogelijkheden van de betrokken regio. Deze opwaardering kan vooral worden vormgegeven door het vervangen van gelijkvloerse door ongelijkvloerse kruisingen. Deze ambitie is opgenomen in het Collegeprogramma 2007-2011. Inmiddels is die ambitie al gerealiseerd voor de kruisingen met Alteveer en de Nautulusweg, waarover besluiten door PS zijn genomen (voordracht 2006-04364). Voor 2008 is de kruising met de aansluitende weg naar Stadskanaal aan de beurt. Later volgen nog andere maatregelen, zoals de aansluiting met de N33 bij Veendam en de verdubbeling van het traject Veendam-Pekela’s. Gevolgen in planjaar Gepland Ongelijkvloers maken van kruising N366Stadskanaal waardoor een einde komt aan de thans onveilige situatie van het ‘oprijden’ op een 100-km weg. Het aantal verkeersongevallen over de laatste drie jaar was 17, waarvan 3 met letselschade. Dit totale aantal kan met 75% worden gereduceerd en het aantal ongevallen met letselschade kan tot nul worden teruggebracht. Ook zullen de wachttijden in de spits bij het oprijden op de N366 verdwijnen. Er worden drie varianten uitgewerkt en voorgelegd aan PS. Alle drie hebben dezelfde verkeerskundige effecten, maar verschillen qua landschappelijke inpassing. Wanneer gereed Gepland Herfst 2009.
Gerealiseerd • Tijdens uw vergadering van 18 maart heeft u onder andere voordracht 1/2009 vastgesteld. Hiermee heeft u ingestemd met de reconstructie van de kruising N366/van Boekerenweg en het opheffen van de kruising N366/ Onstwedderweg. • Met de uitvoering van de reconstructie van de kruising N366/van Boekerenweg en het opheffen van de kruising N366/ Onstwedderweg wordt in 2010 gestart. • De uitvoering van de verbreding van de N366 is in 2009 gestart en wordt in 2010 afgerond.
Gerealiseerd Zie boven. Vanwege de procedure rond de onttrekking aan de openbaarheid van de Onstwedderweg was het geplande moment van oplevering te optimistisch ingeschat.
Middelen Begroot € 2,5 miljoen tot € 3 miljoen (te bekostigen via 50% Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, 33% provincie en 17% regio).
102
Voortgang • In het verslagjaar is de planvorming van de kruising N366/van Boekerenweg afgerond, aan dit project is het opheffen van de kruising N366/ Onstwedderweg toegevoegd. • In het kader van de versnellingsagenda ten gevolge van de kredietcrisis heeft u ingestemd met de verbreding van een deel van de N366 van 7,50 naar 8,60 meter. Het betreft het weggedeelte Stadskanaal - Ter Apel (wij verwijzen u in dit verband naar voordracht 6/2009). • De aansluiting van de N366 met de N33 wordt in het kader van de verdubbeling van de N33 meegenomen. • De planvorming voor de verdubbeling van het wegvak Veendam - Pekela's is gestart. Project is opgenomen in het provinciale MIT (maakt onderdeel uit van projectnummer 14).
Besteed M.b.t. voordracht 1/2009 (€ 3,1 miljoen) is een bedrag van € 58.200 besteed. M.b.t. voordracht 6/2009 (€ 2,5 miljoen) is een bedrag van € 22.500 besteed.
Bereikbaar Groningen
Verdubbeling N33 Assen-Zuidbroek Beleid en doelen op termijn Beoogd De N33 (de verbinding Assen-Gieten-VeendamEemshaven) is een rijksweg waarvan het deel Assen-Zuidbroek tot de meest onveilige wegen in ons land behoort. De regio, de provincies Groningen en Drenthe en de betrokken gemeenten, hebben jaren bij het Rijk gelobbyd voor een verdubbeling vanwege de verkeersonveiligheid, en hechten daarnaast veel betekenis aan de verdere ontsluiting van de regio die door een verbeterde wegverbinding mogelijk wordt maakt. Na onderhandelingen is in 2005 een akkoord bereikt tussen de belanghebbende overheden (SNN) en de minister om deze wegverbinding (het deel Assen-Zuidbroek) te verdubbelen, waarbij het Rijk € 90 miljoen en de regio € 50 miljoen bijdraagt. Na dit akkoord is Rijkswaterstaat bezig met het uitvoeren van een planstudie waarbij de provincie Groningen mede-initiatiefnemer is. In 2009 komt het Ontwerp-Tracébesluit en het milieueffectrapport (OTB/MER) beschikbaar. De uitvoering is gepland in 2011-2014. Na uitvoering kan de veiligheid van deze 100 km-weg substantieel worden verbeterd (van thans 0,15 naar hoogstens 0,09 slachtoffers per miljoen voertuigkilometers). De nationale doelstelling in de Nota Mobiliteit geeft aan dat het aantal dodelijke verkeersslachtoffers met 40% moet dalen en het aantal slachtoffers met ziekenhuisopname met 30%. De Staten zijn regelmatig geïnformeerd over dit project en hebben in 2007 de benodigde provinciale middelen beschikbaar gesteld, inclusief de garantstelling voor de gemeentelijke bijdragen. Via onder andere economisch aantrekkelijke combinaties van aanleg en beheer en locatieontwikkeling moet nog een financiële kloof van € 12 miljoen (€ 152 miljoen nodig en € 140 miljoen beschikbaar) voor het aan te pakken traject worden gedicht. Gevolgen in planjaar Gepland Ontwerp-TracéBesluit en Milieueffectrapport (OTB/MER) voor de verdubbeling van de N33. Wanneer gereed Gepland In 2010 TracéBesluit (TB) over tracé en over mogelijke maatregelen voortvloeiend uit het MER.
Middelen Begroot € 18,75 miljoen provinciale middelen en € 11,25 miljoen garantstelling voor gemeentelijke bijdragen.
Voortgang Het (Ontwerp-Tracébesluit en het milieueffectrapport) OTB/MER was in 2009 nog niet gereed. In onze brief van 2 december 2009 (nummer 2009-69822/A.7,VV) hebben wij u gemeld dat door een gewijzigd ontwerp van de N33 bij Zuidbroek en Veendam en als gevolg van gewijzigde regelgeving op het gebied van Nature 2000, een vertraging is opgetreden in de procedure van het OTB/MER. De gevolgen voor de uitvoering hiervan zijn nog niet bekend.
Gerealiseerd Door de genoemde vertraging in de procedure verwachten wij dat de OTB/MER is 2010 gereed zal zijn. Gerealiseerd Zoals in de brief van 2 december 2009 is aangegeven, zal in januari 2010 een nieuwe planning beschikbaar zijn voor de gehele procedure. Zoals wij hebben toegezegd in deze brief zullen wij u over deze nieuwe planning informeren. Besteed De regionale bijdrage aan de kosten die samenhangen met een verdubbelde (rijks) N33 (ZuidbroekAssen) zal overeenkomstig de afspraken eerst na de oplevering van het werk worden overgemaakt.
Bereikbaar Groningen
103
Actieplan Fiets, verbinding Groningen-Zuidhorn Beleid en doelen op termijn Beoogd De Staten hebben over de periode 2002-2010 het Beleidsplan Fiets vastgesteld. Hieruit voortvloeiend is een eerste Actieplan Fiets 2003-2007 vastgesteld en recentelijk een tweede Actieplan Fiets 2008-2011. De algemene doelstelling van het Beleidsplan Fiets is een veilig hoofdfietsroutenet van voldoende kwaliteit ter stimulering van het fietsverkeer. Hoogste prioriteit in het eerste Actieplan Fiets is gegeven aan de verbetering van de fietsverbinding Groningen-Zuidhorn. Dit is bevestigd bij Statenbesluit uit 2006. De keuze voor deze verbinding is mede gebaseerd op de slechte kwaliteit van het huidige fietspad, de hoge en toenemende gebruiksintensiteit ervan en het bestaan van onveilige situaties voor de fietsers. Dat laatste blijkt uit de mogelijkheid om aan zowel de noordzijde als zuidzijde van de weg het fietspad in beide richtingen te gebruiken teneinde onveilige oversteken te voorkomen. Gevolgen in planjaar Gepland Over een lengte van 6,5 km wordt aan de zuidzijde van de weg een fietspad aangelegd van 3,5 meter breed (in plaats van 2 meter breed bij het huidige fietspad). Het nieuwe fietspad komt op een veilige afstand van 6 meter van de weg te liggen (tegen 2 meter thans), terwijl bij zijwegen voorrang moet worden gegeven aan fietsers. Het bestaande fietspad aan de noordzijde van de weg blijft gehandhaafd. Wanneer gereed Gepland Uitvoering start in de tweede helft van 2008, wordt voortgezet in 2009 en afgerond begin 2010. Middelen Begroot Totaal benodigd is € 4,7 miljoen, waarbij € 3,1 miljoen uit provinciale middelen wordt gedekt en € 1,6 miljoen uit middelen van de regio GroningenAssen. Wegomlegging Zuidhorn Beleid en doelen op termijn Beoogd De wegomlegging Zuidhorn maakt deel uit van een integraal plan van de provincie en gemeente Zuidhorn. Belangrijke componenten hiervan zijn een verbreding van de vaarweg (in dit geval het Van Starkenborghkanaal) tot klasse V en een uitbreiding van Zuidhorn met een nieuwe woonwijk. De op termijn te bereiken doelen zijn drieledig: • opwaardering vaarweg (met het oog op schaalvergroting in vervoer over water en vervanging van wegvervoer door vervoer over water); 104
Voortgang Middels een brief van 21 september 2009, nr. 200954.206, WE hebben wij uw commissie Economie en Mobiliteit gemeld dat de voortgang van het project enige vertraging oploopt en daarom wordt gesplitst in drie gedeelten. Namelijk Zuidhorn - Nieuwklap, Nieuwklap - Groningen en de brug over het Aduarderdiep met bijbehorende werkzaamheden. Het eerste gedeelte Zuidhorn - Nieuwklap is op 10 november 2010 aanbesteed. Voor het gedeelte Nieuwklap - Groningen geldt dat pas kan worden begonnen als alle benodigde gronden in eigendom zijn verkregen. Tot op heden is dit niet het geval. Voor de ontbrekende stukken hebben wij een onteigeningsprocedure opgestart. De verwachting is dat de gronden voor dit gedeelte eind 2010 in eigendom van de provincie zullen zijn, waarna ook dit gedeelte kan worden gerealiseerd. Het tussenliggende stuk wordt meegenomen in de uitwerking van het project "Vervanging bruggen Aduard/Dorkwerd". Gerealiseerd Begin 2010 wordt gestart met de aanleg van het gedeelte Zuidhorn - Nieuwklap, lengte 3,35 km. Een gedeelte van 1,2 km (600 m weerszijden Aduarderdiep) wordt meegenomen in de uitvoering van het project "Vervanging bruggen Aduard/Dorkwerd). Eind 2010 of begin 2011 wordt het stuk Nieuwklap Groningen, lengte 2,6 km, aangelegd.
Gerealiseerd Uitvoering start begin 2010 en wordt voortgezet en afgerond in 2011. Besteed Het gedeelte Zuidhorn - Nieuwklap is aanbesteed voor een bedrag van € 987.000.
Voortgang In de beleidsdoelen zijn geen veranderingen opgetreden. Project is opgenomen in het provinciale MIT (projectnummer 17).
Bereikbaar Groningen
•
betere verkeersdoorstroming in Zuidhorn door wegomlegging N355; • verbetering van leefbaarheid en veiligheid rond dit deel van N355 (vermindering geluidshinder en stankoverlast). Op 23 april 2008 hebben Provinciale Staten een besluit genomen ten aanzien van de wegomlegging (alternatief 4A-III). Gevolgen in planjaar Gepland Een provinciaal inpassingsplan op basis van de nieuwe Wro wordt voorbereid voor 4A-III variant, inhoudende een bestemmingplan en bijbehorende RO-procedures. Er kan in 2009 een begin worden gemaakt met de uitvoering van de opritten naar de vaste brug over het Van Starkenborghkanaal. Wanneer gereed Gepland Naar verwachting is de wegomlegging in 2011 uitgevoerd. Middelen Begroot Totaal € 28,9 miljoen. Hiervan is € 23,7 miljoen gedekt.
Vervanging bruggen Aduard en Dorkwerd Beleid en doelen op termijn Beoogd In 2004 heeft de provincie afspraken gemaakt met het Rijk over de verruiming van de hoofdvaarwegverbinding Lemmer-Delfzijl, waarvan de vervanging van de bruggen te Dorkwerd en Aduard deel uit maakt. De opwaardering van deze vaarweg houdt verband met de schaalvergroting in vervoer over water en de vervanging van wegvervoer door vervoer over water. Over de vervanging van de beide bruggen was in 2005 al een planstudie gereed, maar als reactie op een burgerinitiatief en een aantal andere ontwikkelingen (gereedkomen van enkele studies in de omgeving) is een nieuwe planstudie opgestart. Daarin wordt, in aansluiting op de vervanging van de brug in Aduard, ook een rondweg om Aduard overwogen. Belangrijke aandachtspunten naast het opwaarderen van de vaarweg zijn de leefbaarheid en veiligheid in de dorpen in het aangrenzende gebied. Er zijn zes varianten die hier niet allemaal worden beschreven. Belangrijke elementen bij deze varianten zijn: het aantal bruggen, de locatie, het type (een vaste, hef- of draaibrug), de functionaliteit (auto, fiets of landbouw) en wel of geen rondweg en het tracé van de rondweg.
Gerealiseerd Voor realisatie van de wegomlegging en de daaraan gerelateerde grondbergingen zijn naast het provinciaal inpassingsplan twee gemeentelijke ROprocedures nodig. Alle procedures zijn nog in voorbereiding. In 2009 is een deel van de benodigde gronden verworven. Met overige partijen wordt onderhandeld. Gerealiseerd Gegeven de stand van zaken van te doorlopen ruimtelijke procedures en van de grondverwerving, zal de wegomlegging niet eerder dan in 2013 zijn uitgevoerd en mogelijk later. Besteed Ten behoeve van de wegomlegging is grond aangekocht voor een bedrag van ca. € 875.000, vooralsnog ten laste van voorfinanciering grote projecten.
Voortgang U heeft in uw vergadering van 1 juli 2009 door vaststelling van voordracht 9/2009 ingestemd met het inspraakalternatief (bestuurlijk voorkeursalternatief) voor het onderhavige project. Tevens heeft u besloten in verband met het provinciale aandeel in de uitvoeringskosten een bedrag van € 11.000.000 (excl. BTW) te reserveren in de reserve ESFI. Project is opgenomen in het provinciale MIT (projectnummer 19).
Bereikbaar Groningen
105
Gevolgen in planjaar Gepland Voorlopig en definitief civieltechnisch ontwerp en besteksvoorbereiding van de gekozen variant. Wanneer gereed Gepland Bij besluitvorming door PS rond 1 januari 2009 is de uitvoering op zijn vroegst mogelijk in 2010-2012 en is het project op zijn vroegst rond 1 januari 2013 gereed (hangt af van planologische en eventuele onteigeningsprocedures). Middelen Begroot Het Rijk stelt middelen beschikbaar voor vervanging van beide bruggen voor circa € 17 miljoen. Afhankelijk van de variantkeuze zijn eventueel extra middelen nodig: een rondweg kost circa € 5 miljoen extra, een extra brug ruim € 10 miljoen. Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen Te bereiken resultaten/gevolgen Beoogd De provincie heeft bij het verkeersveiligheidsbeleid een dubbele verantwoordelijkheid, enerzijds als regisseur van dit beleid in de regio, anderzijds als beheerder van een eigen wegennet van 600 km. Het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen (in PS vastgesteld in 1997) heeft betrekking op die tweede verantwoordelijkheid. Speerpunten in het beleid zijn: locaties waar provinciale wegen dorpen doorsnijden (komtraverses), black spots (verkeersongevallenconcentraties), gevaarlijke routes en fietsoversteken. Gedurende de laatste tien jaar is jaarlijks een uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid vastgesteld. Voor de periode 2008-2010 is, mede naar aanleiding van de landelijke nota Mobiliteit, voor het eerst een meerjarig uitvoeringsprogramma ontwikkeld, waarover PS zijn geïnformeerd. Daarbij is de nadruk gelegd op de aanpak van black spots en gevaarlijke routes. Bijbehorende doelen zijn: vermindering van het aantal verkeersdoden met 30% en van het aantal ziekenhuisgewonden door verkeersongevallen met 7,5% ten opzichte van 2002. Activiteiten in planjaar/Wanneer gereed Gepland De drie, in geld uitgedrukt, belangrijkste projecten voor 2009 zijn (zie verder het uitvoeringsplan 20082010): • De N985 Midwolda/Oostwold (wegnemen objectieve veiligheidsproblemen op deze komtraverse; looptijd 2008-2010);
106
Gerealiseerd Politieke besluitvorming over het definitief bestuurlijk voorkeursalternatief. Opstellen concept projectplan voor ontwerp en voorbereiding. Gerealiseerd Vooralsnog gaan wij uit van een start met de uitvoering van het project in 2012. De uitvoeringstijd van het project bedraagt circa 2 jaar.
Besteed Is voor dit project nog niet aan de orde.
Voortgang In het voorjaar van 2009 hebben IPO en VNG in het Nationaal Mobiliteitsberaad (NMB) afspraken gemaakt met de minister van Verkeer en Waterstaat over een aanscherping van de voorgenomen reductie van het aantal ernstige verkeersslachtoffers in 2020. Men wil in dat jaar landelijk uitkomen op maximaal 500 doden en 12.250 ziekenhuisopnamen als gevolg van verkeersongevallen. Voor de gezamenlijke wegbeheerders provincie Groningen komt dit neer op maximaal 25 doden en 300 ziekenhuisgewonden in 2020.
Gerealiseerd
•
In 2009 zijn er meerdere informatieavonden gehouden die er toe hebben geleid dat er overeenstemming is bereikt over de inrichting van de weg N985. Daarna is het bestek opgesteld voor zowel het deel van de provincie als ook voor het deel van de gemeente. Verder zijn de
Bereikbaar Groningen
•
De N366: verkeerskundige maatregelen ter bevordering van verkeersveiligheid op kruispunten die voorlopig niet ongelijkvloers worden gemaakt (looptijd 2008-2009);
•
•
N366 kruising Zuidwending (thans black spot).
•
Middelen Begroot Jaarlijks is voor de uitvoering van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen € 721.300 beschikbaar ten laste van de algemene middelen. Wijziging Er is in totaal een bedrag van € 704.433,50 extra beschikbaar in 2009 via overboeking van middelen uit het Actieplan verkeersveiligheid t/m 2008.
voorbereidingen getroffen om het deel van de provincie per 1 januari 2010 over te kunnen dragen naar de gemeente. Daarna is het bestek op de aanbestedingskalender geplaatst. De aanbesteding heeft plaatsgevonden op 28 januari 2010. Op de N366 zijn er in 2009 tijdelijke verkeersmaatregelen genomen bij de kruisingen Exloërweg, Kruisstraat en de Westerstraat. Deze maatregelen betekenen het instellen van een maximum snelheid van 80 kilometer per uur ter hoogte van deze kruisingen. Voor de kruisingen Exloërweg en Kruisstraat duurt deze tijdelijke situatie totdat zij in 2011 ongelijkvloers worden gemaakt. Op dit moment kunnen er nog geen uitspraken worden gedaan over de tijdelijkheid van de maatregel bij de Westerstraat. N366 kruising Zuidwending (thans black spot): Voor de kruising Zuidwending op de N366 is in 2009 de planvorming gestart. In 2010 zal de planvorming worden afgerond.
Besteed Een deel van de middelen is besteed. Bij het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen werken wij met een meerjarig uitvoeringsprogramma 2008-2010. Dit impliceert dat gelden gedurende de programmaperiode blijven om de uitvoering van de projecten mogelijk te maken. Bij de IB 2009 hebben wij overboeking van verkeersveiligheidsmiddelen naar 2010 aangekondigd.
TOEGEVOEGD: Verbreding N46 / Eemshavenweg (IB2008) Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang De Eemshavenweg kende een breedte van 7,30In dit beleidsdoel is geen veranderingen opgetreden. 7,50 meter waardoor de zogeheten Wij verwijzen u in dit verband verder naar onze brief redresseerstrook (ruimte tussen kantstreep en van 28 oktober 2008 kenmerk 2008-59.602/44/A.12, berm) niet overal de minimaal gewenste breedte WE (zaaknummer 138102). van 0,25 meter kon worden aangehouden. Daarom is besloten in 2009 de weg te verbreden. Vanwege betere doorstroming in relatie tot de te verwachten grotere intensiteit in de toekomst is gekozen voor een verbreding van de weg tot 8,60 meter (conform de ARBO-normen). Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland Verbreding van de Eemshavenweg tot 8,60 m. Middelen Begroot Bij de IB2008 en de VJN2009 is voor de verbreding van de N46 een bedrag van tweemaal € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld ten laste van resp. de reserve ESFI en het budget voor achterstallig onderhoud Oostelijke Ringweg.
Gerealiseerd Is uitgevoerd en afgerond. Besteed De uitvoering van de verbreding is binnen de beschikbaar gestelde middelen gerealiseerd.
Bereikbaar Groningen
107
TOEGEVOEGD: Regiospecifiek Pakket ZZL (VJN2009) Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang Na het kabinetsbesluit van 16 november 2007 over In onze brief van 19 januari 2010 kenmerk 2010het stopzetten van het proces van de Zuiderzeelijn 02143/3/A.15, VV (zaaknummer 229534) zijn wij op is zeer intensief overleg gevoerd met het Rijk over hoofdlijnen ingegaan op de stand van zaken van de het alternatieve pakket, het Regiospecifiek Pakket diverse projecten uit het programma. Zuiderzeelijn, hetgeen uiteindelijk heeft De bereikbaarheidsprojecten RSP-ZZL hebben wij geresulteerd in het besluit van Provinciale Staten ook ondergebracht in het provinciale MIT (projecten 1 om in te stemmen met het Convenant Regiospecit/m 13). fiek Pakket Zuiderzeelijn (voordracht 12/2008). De in dit pakket ondergebrachte bereikbaarheidsprojecten kunnen worden onderscheiden in de concrete projecten en de projecten in het mobiliteitsfonds. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland Veelvoud aan activiteiten die nodig zijn om uitvoering aan het RSP-ZZL te geven. Middelen Begroot Bij de VJN2008 is voor 2008 en 2009 € 110.000 resp. € 130.000 beschikbaar gesteld voor bureauen onderzoekskosten projectorganisatie RSP/ZZL. Van de € 110.000 is een bedrag van € 68.442,42 overgeboekt naar 2009 zodat in 2009 in totaal € 198.442,42 beschikbaar was. Daarnaast is voor 2008 en 2009 extra formatie van 1 (€ 90.000) resp. 2 fte (€ 180.000) beschikbaar gesteld. Bij de VJN2009 is aangegeven dat de geraamde additionele kosten (voor 2009 € 1.072.500) als vooruitbetaalde kosten worden geactiveerd totdat de begrote middelen voor provinciale cofinanciering (€ 245 miljoen) door verkoop van Essent-aandelen beschikbaar zijn. Bij de IB2009 is dit bedrag in de nieuwe gevormde reserve RSP is gestort.
Gerealiseerd Wij verwijzen naar onze brief van 19 januari 2010 kenmerk 2010-02143/3/A.15, VV (zaaknr. 229534). Besteed De door u beschikbare middelen zijn grotendeels besteed. Zoals wij bij de IB2009 in uw richting reeds hebben aangekondigd is het ons voornemen de middelen die eind 2009 nog niet zijn gecommitteerd mee te nemen in onze overboekingsvoorstellen in het kader van de voorliggende jaarrekening. Wij verwijzen u in dit verband naar het betreffende overboekingsvoorstel.
TOEGEVOEGD: Projectorganisatie Regiotram (VJN2009) Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang In de Netwerkanalyse Groningen - Assen 2030 Het raamwerk RegioRail, dat onderwerp van wordt geconcludeerd dat de kerngebieden en de bespreking is geweest tijdens de gecombineerde voorzieningen die voor het economisch Statencommissievergadering B&F en E&M van 8 april functioneren van de regio van belang zijn, steeds 2009, heeft er in geresulteerd dat het zwaartepunt van slechter bereikbaar worden voor het autoverkeer. de voorbereidende activiteiten van het projectbureau De Netwerkanalyse concludeert dat voor het Regiotram is komen te liggen in 2009. verbeteren van de bereikbaarheid van de Project is ook ondergebracht in het provinciale MIT economische kerngebieden van de regio een breed (project nummer 11). maatregelenpakket voor de auto, het openbaar vervoer, de fiets en het goederenvervoer noodzakelijk is. De Regiotram is een van de maatregelen uit dit pakket.
108
Bereikbaar Groningen
Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland Diverse, door het projectbureau Regiotram uit te voeren activiteiten die moeten leiden tot het kunnen nemen van een go-no go besluit medio 2010. Middelen Begroot Bij de VJN2008 hebben PS voor de jaren 2009 t/m 2011 resp. € 0,8 miljoen, € 0,8 miljoen en € 0,9 miljoen beschikbaar gesteld als bijdrage voor de project-organisatie Regiotram. Bij de VJN2009 is besloten om de bedragen voor 2010 en 2011 naar voren te halen in verband met wijziging in de geplande werkzaamheden.
Gerealiseerd De werkzaamheden zijn uitgevoerd.
Besteed De door u beschikbare middelen zijn grotendeels besteed. Zoals wij bij de IB2009 in uw richting reeds hebben aangekondigd is het ons voornemen de middelen die eind 2009 nog niet zijn gecommitteerd mee te nemen in onze overboekingsvoorstellen in het kader van de voorliggende jaarrekening. Wij verwijzen u in dit verband naar het betreffende overboekingsvoorstel.
TOEGEVOEGD: Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) (koersverhaal VJN2009) Beleid en doelen op termijn Beoogd Voortgang Door de vaststelling van het eerste provinciale MIT Tijdens de behandeling van het MIT heeft u ons door Provinciale Staten op 18 maart 2009 is het voorstel gevolgd om het MIT jaarlijks te actualiseren. beleidskader voor het provinciaal infrastructuurIn de Voorjaarsnota 2010 zal in de vorm van een beleid voor langere tijd ingekaderd. In het MIT laten bijlage die eerste actualisatie tot uitdrukking komen. provinciale Staten zien welke grotere knelpunten zij willen gaan oplossen. Omdat de aanleg van infrastructuur een zaak van lange adem is wordt logischerwijs in het MIT ook ver vooruit gekeken. Als beleidshorizon is het jaar 2020 aangehouden. In het MIT zijn naast de RSP/ZZL-projecten een groot aantal projecten ondergebracht die voortvloeien uit het collegeprogramma en het POP. Activiteiten en resultaten in planjaar Gepland Gerealiseerd N.v.t. N.v.t. Middelen Begroot Besteed N.v.t. N.v.t.
Bereikbaar Groningen
109
Totaaloverzicht beleid van programma Bereikbaar Groningen Mobiliteitsbeleid (productgroep 3001): planstudies, uitvoering jaarprogramma’s (zoals Actieplan Fiets, werkplan mobiliteitsmanagement), opstelling BDU bestedingsplan 2010; hiervan maken deel uit de volgende actueel belangrijke projecten/beleidsonderdelen: Planstudie N360 (weg Groningen-Delfzijl); Verdubbeling N33 (Assen-Zuidbroek); Wegomlegging Zuidhorn; Actieplan Fiets: realisering traject Groningen-Zuidhorn. (Re)constructie wegen en fietspaden (productgroep 3101): voorbereiding van wegen en uitvoeringprojecten; hiervan maken deel uit het actueel belangrijke projecten/beleidsonderdelen: Ongelijkvloerse kruising Oostelijke ringweg Lewenborg/Ulgersmaborg; Ombouw ongelijkvloerse kruising van N366 op Stadskanaal. Onderhoud beheer wegen en fietspaden (productgroep 3102): duurzame instandhouding van provinciale wegennet (De werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de afspraken in het nieuwe managementcontract Beheer Wegen en Kanalen 2009-2011 dat naar verwachting eind 2008 zal worden vastgesteld). Verkeersveiligheid (productgroep 3103): uitvoering van regiefunctie op het gebeid van verkeersveiligheid en daarnaast de planning en uitvoering van maatregelen op het terrein van verkeersveiligheid voor het eigen wegennet; hiervan maakt deel uit het actueel belangrijke projecten/beleidsonderdelen: Actieplan verkeersveiligheid. (Re)constructie van waterwegen (productgroep 3301): voorbereiding en uitvoering van baggerwerk, boordvoorzieningen, damwanden, bruggen, sluizen en stuwen voor de waterwegen die onder provinciaal beheer staan; hiervan maakt deel uit het actueel belangrijke project/beleidsonderdeel: Vervanging bruggen Aduard en Dorkwerd. Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen (productgroep 3302): duurzame instandhouding van provinciale hoofdvaarwegen (verwezen wordt naar het nieuwe managementcontract Beheer Wegen en Kanalen); hiervan maakt deel uit het actueel belangrijke project baggerwerk Winschoterdiep. Onderhoud en beheer overige vaarwegen: (productgroep 3303): duurzame instandhouding van overige provinciale vaarwegen (verwezen wordt naar het nieuwe managementcontract Beheer Wegen en Kanalen); hiervan maakt deel uit het actueel belangrijke project/beleidsonderdeel: baggerwerk A.G. Wildervanckkanaal. Onderhoud en beheer schutssluis Lauwersoog: (productgroep 3304) onderhoud en bediening van deze schutssluis (verwezen wordt naar het nieuwe managementcontract Beheer Wegen en Kanalen). Herstel schade als gevolg van bodemdaling (productgroep 3305): civieltechnische maatregelen ter voorkoming en herstel van schade door aardgaswinning. Luchtvaartvervoer (productgroep 3401): instandhouding en verbetering van luchtvaartvervoer in het bijzonder voor Groningen Airport Eelde. Collectief personenvervoer (productgroep 3402): het ontwikkelen en versterken van openbaar vervoer; hiervan maakt deel uit het actueel belangrijke project: Geschikt maken spoorlijn Zuidbroek-Veendam voor personenvervoer.
110
Bereikbaar Groningen
3.2
Lasten/baten en analyse Bereikbaar Groningen
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2008
BEREIKBAAR GRONINGEN Mobiliteit en infrastructuur Mobiliteitsbeleid (Re)constructie wegen en fietspaden Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid (Re)constructie waterwegen Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer overige vaarwegen Onderhoud en beheer sluizencomplex Lauwersoog Herstel schade a.g.v. bodemdaling Luchtvaartvervoer Collectief Personenvervoer Voordelig slot bereikbaar Groningen Totaal bereikbaar Groningen
Omschrijving
Nadelig slot bereikbaar Groningen Totaal bereikbaar Groningen
Bereikbaar Groningen
gerealiseerd bedrag 2009
109.427.235 18.557.132 7.720.345 16.856.613 1.642.023 4.486.898 10.663.369 5.638.836 1.097.267 357.418 42.407.334 109.427.235
121.814.041 23.393.788 11.151.005 15.633.223 2.830.742 2.838.496 10.393.161 4.608.060 352.060
116.550.701 14.580.695 12.407.383 16.126.713 1.821.273 5.446.186 10.452.563 4.295.224 675.376
355.737 50.257.768 121.814.041
109.427.235
121.814.041
361.982 50.383.307 116.550.701 116.550.701
gerealiseerd bedrag 2008
BEREIKBAAR GRONINGEN Mobiliteit en infrastructuur Mobiliteitsbeleid (Re)constructie wegen en fietspaden Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid (Re)constructie waterwegen Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer overige vaarwegen Onderhoud en beheer sluizencomplex Lauwersoog Herstel schade a.g.v. bodemdaling Luchtvaartvervoer Collectief Personenvervoer
LASTEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
BATEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
62.504.454 6.104.988 1.830.308 839.163 21.375 9.990.799 1.405.014 469.191
78.231.350 16.285.710 1.793.638 228.100
72.488.529 9.905.055 1.582.388 727.024
9.525.968 629.790 151.590
9.629.205 774.063 232.929
41.843.617 62.504.454 46.922.781 109.427.235
49.616.554 78.231.350 43.582.691 121.814.041
49.637.865 72.488.529 44.062.171 116.550.701
111
Analyse programma Bereikbaar Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 21.542.110 100.271.931 121.814.041 78.231.350 43.582.691
Realisatie 21.071.542 95.479.159 116.550.701 72.488.529 44.062.171
Saldo 470.568 4.792.772 5.263.340 -5.742.821 -479.481
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaal niveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Mobiliteit en infrastructuur
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 21.542.110 100.271.931 121.814.041 78.231.350 43.582.691
Realisatie 21.071.542 95.479.159 116.550.701 72.488.529 44.062.171
Saldo 470.568 4.792.772 5.263.340 -5.742.821 -479.481
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 950.049 hoger uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht. •
•
112
De directe kosten/baten voor mobiliteitsbeleid vallen per saldo € 2.063.824 lager uit dan geraamd. De geraamde middelen vanuit ESFI voor de projecten met betrekking tot de aanpak van de Ring Groningen behoefden in 2009 niet te worden aangewend. Deze middelen (€ 953.300) blijven binnen de reserve beschikbaar voor de aanpak van de Ring Groningen. De uitvoering van de beleidsnota fiets laat een onderbesteding zien van € 710.271. e Het restantbudget, nodig voor de uitvoering van het 2 actieplan fiets (met onder meer de aanleg van de fietsroute plus Groningen-Bedum), hebben wij betrokken bij de overboeking kredieten naar 2010. In het kader van de BDU hebben wij met de partners in het verkeer- en vervoerberaad overeengekomen om jaarlijks in de BDU een bedrag van maximaal € 4,9 miljoen te reserveren voor de medebekostiging van in de toekomst uit te voeren grote projecten in de regio. Deze projecten komen in het provinciale MIT tot uitdrukking (voordracht 3/2009 blz. 9). De reservering bedroeg in 2009 € 4.900.000. Er heeft in 2009 geen onttrekking plaatsgevonden. Voor de infrastructurele projecten BDU geldt dat als gevolg van vertraging van projecten en moment van declaraties door de BDU-ontvangers heeft in 2009 een onderbesteding plaats gevonden van € 1.794.736. In verband met de onderbesteding op de BDU in 2009 zijn de ontvangen BDU-middelen naar evenredigheid verlaagd. Bij de programmakosten Uitvoering Werkplan Verkeer- en Vervoer Beraad 2009 is sprake van een onderbesteding van € 295.038. De onderbesteding wordt grotendeels veroorzaakt doordat declaraties van de uitvoerders van het VVBwerkplan 2009 (w.o. de Groninger gemeenten) eerst in 2010 zullen worden ontvangen. Op het product (re)constructie wegen en fietspaden is per saldo een nadeel ontstaan van € 1.501.561. Op hoofdlijnen kan dit nadeel als volgt worden verklaard: De kosten van uitbesteding laten een nadeel zien van € 673.874. In 2009 zijn aanmerkelijk meer kosten gemaakt dan geraamd. Deze meerkosten zijn gemaakt in verband met de voorbereiding van infrastructurele projecten, welke zijn ondergebracht in het provinciale Meerjarenprgramma Infrastructuur en Transport (MIT). Bereikbaar Groningen
2.063.824
- 1.501.561
•
•
•
•
•
•
In 2010 zullen ten aanzien van deze overschrijding bij de uitvoering van bovengenoemd programma baten in de vorm van vergoede kosten van voorbereiding en toezicht worden ontvagen. Deze baten worden vervolgens in 2010 verantwoord. Derhalve is het negatieve saldo overgeboekt naar 2010. Ten aanzien van investeringswerken is per saldo een negatief saldo ontstaan van € 495.317. Hier staan echter bijdragen tegenover uit de reserve ESFI. De onttrekking uit de reserve ESFI wordt echter verantwoord onder productgroep 0800 (mutaties reserves en voorzieningen). Op de kapitaallasten is per saldo een nadeel gerealiseerd van € 185.265. Het saldo van de directe baten en lasten (niet vallende onder de apparaatskosten) van de producten die vallen onder het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen is € 97.902 negatief. De grote inzet ten behoeve van de gladheidbestrijding in december 2009 zorgt voor een nadeel van bijna € 464.000 op dit product. Het onderdeel hoofdrijbaanverhardingen sluit met een tekort van ca. € 573.000, grotendeels veroorzaakt door het uitvoeren van het versnellingsproject groot onderhoud N367 bij Nieuwe Pekela. Grote meevallers waren o.a. de post boordvoorzieningen overige vaarwegen (€ 268.703) als gevolg van lagere kosten werkzaamheden aan het A.G. Wildervanckkanaal. Het onderdeel wegmeubilair laat een overschot zien van € 399.481 als gevolg van vrijval reserveringen voorgaande jaren, ten behoeve van exploitatiekosten openbare verlichting. De post boordvoorzieningen wegen laat een overschot zien van € 218.012 doordat de uitvoering van groot onderhoud boordvoorzieningen N982 is uitgesteld naar 2010. Het restant van de verschillen wordt gevonden in diverse kleinere mee- en tegenvallers. Op hoofdvaarwegen is in 2009 per saldo een tekort ontstaan van € 138.257. Dit tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door een overschrijding op de post sluizen van € 736.691 als gevolg van de vervanging van de houten sluisdeuren van de zeesluizen Farmsum door stalen deuren. Ter dekking van deze overschrijding hebben er geen uitgaven plaats gevonden ten laste van de producten van groot onderhoud en verbeteringswerken scheepvaart Het product (re)constructie waterwegen laat een tekort zien van € 2.301.925 Ten aanzien van investeringswerken is per saldo dit negatieve saldo ontstaan. Hier staan echter bijdragen tegenover uit de reserve ESFI. De onttrekking uit de reserve ESFI wordt echter verantwoord onder productgroep 0800 (mutaties reserves en voorzieningen). Verkeersveiligheid laat een voordelig saldo zien van € 982.988. Dit is het gevolg van het actieplan verkeersveiligheid provincie Groningen. Dit betreft een meerjarig uitvoeringsprogramma dat loopt tot en met 2010. De in dit programma opgenomen projecten moeten in die periode van drie jaren worden uitgevoerd. Het restantbudget is onderdeel van de overboeking kredieten naar het dienstjaar 2010. De middelen voor collectief personenvervoer betreffen rijksmiddelen en wordt verrekend op kasbasis. Ten opzichte van de raming laat de reservering regionaal spoor een voordeel zien van € 2.928.276. Ook de haltevoorzieningen laten een voordelig saldo zien van € 1.620.592. Bovenstaande middelen blijven beschikbaar als vooruit ontvangen middelen van het Rijk. Doordat op kasbasis wordt gewerkt, valt de rijksbijdrage evenredig lager uit. Het effect op het saldo baten/lasten is hierdoor klein. Diverse kleinere verschillen op onderdelen zorgen voor een voordelig saldo van € 42.784
Bereikbaar Groningen
- 97.902
- 138.257
-2.301.925
982.988
nihil
42.784
113
114
Bereikbaar Groningen
4.
Karakteristiek Groningen
Dit programma bestaat uit het thema's 1. Natuur en landschap; 2. Programma Landelijk Gebied (PLG). Het programma Karakteristiek Groningen richt zich op het behouden en herstellen van het bijzondere karakter van het Groninger landschap. Het realiseren van de ecologische hoofdstructuur en de daarin gewenste natuurkwaliteit leveren hier een belangrijke bijdrage aan. Aandeel in de totale rekening 2009: 3,28%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rek ening 2008
raming 2009*
rekening 2009
4. Karakteristiek Groningen a. Natuur en landschap - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.828 -9 2.838
3.131 45 3.086
3.237 152 3.085
b. PLG - lasten - baten saldo van lasten en baten
23.841 15.960 7.881
37.450 26.658 10.791
27.540 17.533 10.006
Saldo Karakteristiek Groningen
10.719
13.878
13.091
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Karakteristiek Groningen zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Karakteristiek Groningen
115
4.1
Natuur en landschap
Omschrijving thema Natuur en landschap Het thema natuur en landschap richt zich op beleidsuitwerkingen natuur en landschap, waddenzaken, uitvoering groene wetten en het biologisch meetnet. Hoofddoel is behoud en verbetering van de natuurkwaliteit en versterking van het landschappelijk karakter. Samen met diverse overheden en belangengroepen werken we aan het realiseren van de hoofddoelstelling voor de Waddenzee: duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap. Natura 2000 en de Flora- en faunawet richten zich op behoud van de biodiversiteit, dit geldt voor soorten en leefgebieden, binnen en buiten natuurgebieden. De beleidsuitwerkingen hebben ten doel de effectiviteit van beleid, regelgeving en inzet van financiering te verhogen en hiermee de natuur- en landschapskwaliteit te behouden en te verbeteren. Het biologisch meetnet levert de gegevens om de veranderingen in beeld te brengen en het beleid zo mogelijk bij te sturen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten 1. Duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied, inclusief behoud van het unieke open landschap en bescherming archeologische waarden en cultuurhistorie. 2. Duurzame bescherming en ontwikkeling van soorten en leefgebieden. Geplande prestatie-indicatoren 1. Met name beleidsbeïnvloeding, uitvoering van projecten via het Waddenfonds en ontsluiting van kennis via de Waddenacademie. 2. De jaarlijkse ontheffingverlening Flora- en faunawet, de vergunningverlening Natura 2000, en het aantal wadloopvergunningen is niet constant. Bij de jaarlijkse verantwoording worden aantallen vergunningen weergegeven.
Te bereiken in (planperiode):
Gerealiseerde prestatie-indicatoren 1. Betrokkenheid bij opstellen Natuurherstelprogramma Waddenzee en Uitvoeringsplan Waddenfonds; Uitvoeringsplan Kwelderherstelprogramma en Bijdrage ontwikkeling project 'tussen Wad en Westerwoldse Aa'. 2. Wadloopvergunningen: 5 B-vergunning verleend en 7 routegebonden vergunningen. Het accent voor de vergunningverlening Natuurbeschermingswet (Nb-wet) ligt in de Eemshaven. In 2009 zijn op grond van de Floraen faunawet drie provinciebrede ontheffingen ex art. 68 (schadebestrijding) verleend, alsmede een individuele ontheffing. 2009
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • •
Toestand van natuur en landschap 2006; Investeringsplan Waddenfonds 2006; Faunabeheerplan 2002; PKB Waddenzee 2007; IBW Waddenzee 1994/ Concept B&O-plan deel A; Wadloopverordening 1996+ wijziging 2005; Natuurbeschermingswet 1998.
Prioriteiten 2009 Samenwerking Waddenoverheden Gepland Activiteiten: In het Regionaal Coördinatiecollege Waddengebied (RCW) vindt afstemming en besluitvorming plaats over het waddenbeleid en trekken provincies 116
Gerealiseerd Activiteiten: • Bestuurlijke deelname aan het RCW, Regiocommissie Waddenfonds en Beheerraad Waddengebied.
Karakteristiek Groningen
gezamenlijk op bij de uitvoering van o.a. de natuurbeschermingswet, het recreatiebeleid en het internationale waddenbeleid. Het RCW speelt ook een rol in het Waddenfonds, de Waddenacademie, het Servicepunt Handhaving Waddenzee en het rampenplan Waddenzee. Kwalitatieve informatie: • informatievoorziening via de gezamenlijke overheidssite www.waddenzee.nl; • handhavingstaken op de Waddenzee gecoördineerd via het SepH Waddenzee; • nominatiedossier werelderfgoedsite Waddenzee; • beleid en regelgeving vastgelegd in het Beheeren ontwikkelingsplan Waddenzee; • veiligheid van recreanten en bescherming van de natuur gegarandeerd; • coördinatie van Groningse projecten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd uit het Waddenfonds. Natura 2000 en Flora- en faunawet Gepland Activiteiten: • De aanwijzingsbesluiten en instandhoudingsdoelstellingen zijn voor de gebieden Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek vastgesteld. Begin 2009 worden de beheerplannen vergunningverlening voor deze gebieden opgesteld. • Met betrekking tot Flora- en faunawet worden de beleidsregels herzien. Het faunabeheerplan uit 2002 zal in 2009 worden geactualiseerd en opnieuw worden vastgesteld. Kwalitatieve informatie: • Voor de gebieden Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek worden beheerplannen vergunningverlening opgesteld die voor bepaalde activiteiten een vergunningaanvraag overbodig maakt. Door aanpassing van de wetgeving o.a. voor wat betreft bevoegd gezag zal de provincie vanaf medio 2009 ook vergunning verlenen voor activiteiten in het Waddengebied en het EemsDollardgebied. Hiervoor worden in 2008 voorbereidingen getroffen. • Door een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Raad van State is de bouw van de NUON-centrale geschorst. Reden hiervoor is dat de minister van LNV mogelijk geen bevoegd gezag zou zijn. Om de procedure niet langer te frustreren geeft de provincie Fryslân in overeenstemming met de provincie Groningen alsnog vergunning af voor NUON, evenals voor Essent en RWE. Deze "noodoplossing" duurt voort zolang geen duidelijkheid komt over de bevoegdheidskwestie. • Met ingang van 1 januari 2009 treedt een aantal wijzigingen van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) en het hierbij behorende Besluit
Kwalitatieve informatie: • idem •
idem
• • •
Aanwijzing Waddenzee tot werelderfgoed. Implementatie afspraken B&O-plan en ontwikkeling maatregelenprogramma. idem
•
idem
Gerealiseerd Activiteiten: • Het aanwijzingsbesluit voor de Waddenzee is definitief. Beroepsbehandeling bij RvS. Het aanwijzingbesluit Lauwersmeer is in procedure gebracht. • •
Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009 is door ons vastgesteld op 30 juni 2009. Faunabeheerplan Goningen 2009-2014 is door ons goedgekeurd op 29 september 2009.
Kwalitatieve informatie: • De beheerplannen voor het Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek zijn in concept vastgesteld. Op basis van het nieuwe faunabeheerplan zijn in 2009 twee provinciebrede ontheffingen afgegeven (overzomerende/overwinterende ganzen en reeën).
•
De Raad van State heeft aangegeven de beroepen tegen de vergunningen Natuurbeschermingswet van zowel de provincie als het ministerie LNV, voor NUON en RWE, in de bodemprocedure gecombineerd te willen behandelen. Afhankelijk van de uitspraak van de RvS zal het ministerie beslissen over de status van hun vergunningen.
•
Natuurbeschermingswet is gewijzigd in die zin dat wij thans bevoegd gezag zijn. Het ministerie van LNV is alleen nog bevoegd
Karakteristiek Groningen
117
vergunningen in werking. Deze wijzigingen brengen een toename van de door ons af te geven vergunningen met zich mee. Het gaat dan met name om projecten die in de Eemshaven en Delfzijl worden uitgevoerd. Vanwege te verwachten complexe vergunningaanvragen met een hoog juridisch risicogehalte is bij de Voorjaarsnota 2008 met ingang van 2009 structureel 1 fte ad € 80.000 beschikbaar gesteld (zie deel 2. onderdeel 9. Overzicht algemene dekkingsmiddelen tabel 9.3). Beleid natuur en landschap Gepland Activiteiten: • In 2009 wordt de implementatie van het nieuwe subsidiestelsel natuurbeheer en agrarisch natuurbeheer verwacht. Vanaf 1 januari 2010 vindt subsidieverstrekking plaats op basis van het nieuwe stelsel. Het gebiedsplan zal worden omgezet naar de nieuwe systematiek. Het opstellen van natuurdoelenkaart zal gebeuren op basis van een nieuw te ontwikkelen typologie die aansluit bij het nieuwe subsidiestelsel.
•
Het ministerie van LNV heeft het nieuwe soortenbeleid uitgesteld tot 2008. Wij zullen het nieuwe soortenbeleid in 2009 implementeren.
•
De instrumenten en de financiering van landschapsbescherming en -ontwikkeling buiten nationaal landschap zullen op een rij worden gezet en zo mogelijk operationeel worden gemaakt. Voor de bescherming van weide- en akkervogels voeren we de Nota Actieprogramma Weidevogels-Akkervogels Groningen uit.
•
•
Daarnaast zetten we in op de bescherming van het karakteristieke Groninger landschap.
Kwalitatieve informatie: De uitvoering van het natuur- en landschapsbeleid vindt plaats binnen het Programma Landelijk Gebied (PLG).
118
gezag voor activiteiten binnen het betwiste gebied.
Gerealiseerd Activiteiten: • Het Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer (SNL), de Index Natuur en Landschap, de subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer, de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) en het Natuurbeheerplan Groningen zijn in 2009 vastgesteld. Eind 2009 is de aanvraagperiode voor subsidies SNL voor het onderdeel agrarisch natuurbeheer geopend. Het onderdeel natuurbeheer zal pas eind 2010 gebruik maken van de SNL. De ambitiekaart wordt in 2010 vastgesteld. In het voorjaar 2010 kunnen subsidies op basis van de SKNL worden aangevraagd. • In mei 2009 heeft de provincie een Uitwerkingsplan Leefgebiedenbenadering ingediend bij LNV. Dit plan is gehonoreerd met extra financiering. • Dit is meegenomen in de voorbereiding en uitwerking van het POP. De operationalisatie vindt plaats in de uitvoeringsfase van het POP. •
De Nota Actieprogramma WeidevogelsAkkervogels wordt uitgevoerd. Met de beheerders is in 2009 een intensief traject gestart om het beheer verder te concentreren in de kerngebieden. De subsidies van dit beheer worden in 2010 verstrekt. Daarnaast zijn enkele projecten gestart (zoals extra natuurbraak) om een verdere impuls te geven aan de kwaliteit van de kerngebieden.
•
Bescherming van het karakteristieke landschap wordt uitgevoerd via de uitvoering van het POP.
Kwalitatieve informatie: Zie PLG.
Karakteristiek Groningen
4.2
Programma Landelijk Gebied (PLG)
Omschrijving thema PLG In 2004 zijn in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) afspraken gemaakt tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Het Rijk stelt doelen en geld beschikbaar en houdt afstand van de uitvoering. In het Programma Landelijk Gebied (PLG) 2007-2013 worden doelen en middelen van Rijk, Europa en provincie gebundeld. Vervolgens worden, in samenwerking met de gebiedspartners, de afgesproken doelen en prestaties gerealiseerd. De provincie wordt door het Rijk afgerekend op haar prestaties na afloop van de programmaperiode. De te realiseren rijksdoelen en prestaties zijn vastgelegd in een Bestuurovereenkomst; de daaraan gekoppelde middelen zijn ontschot beschikbaar, maar na zeven jaar is de provincie gehouden de prestaties te hebben geleverd. Deze afspraken maken een flexibeler uitvoering mogelijk. Het PLG is een breed uitvoeringsprogramma voor de thema's: • Natuur • Recreatie en Toerisme • Landschap en Cultuurhistorie • Landbouw • Sociaal-economische vitalisering • Bodem • Water Het PLG omvat de realisatie van doelen in het landelijk gebied door middel van fysieke inrichting en het beheer van natuur en landschap. Het regulier beheer en onderhoud valt buiten het PLG. Wij streven naar de realisatie van duurzame economische groei in combinatie met behoud en waar mogelijk verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De natuurlijke, landschappelijke en milieuwaarden in de provincie Groningen zijn ten opzichte van vele andere delen van Nederland uniek. Daarom zijn ook het behoud en de versterking van deze kwaliteiten van groot belang. Daarnaast streven wij naar een duurzame sociaal-economische structuur in het landelijk gebied, wij zien dit als een voorwaarde voor een vitaal platteland. Wij kiezen daarom voor een verdere versterking van het platteland in een offensieve ontwikkelingsgerichte strategie. Wij bevorderen een uitvoeringspraktijk waarin projecten zoveel mogelijk integraal tot stand kunnen komen. Wij zetten de realisatie vooral in door middel van gebiedsgericht werken. Deze aanpak heeft alleen meerwaarde wanneer het oppakken van de opgaven op regioniveau winst opleveren ten opzichte van een centrale provinciale aanpak. Op basis hiervan hebben we een start gemaakt met het vertalen van doelen naar concrete maatregelen in de regio's.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten Natuur: BIODIVERSITEIT EN KWALITEIT LEEFOMGEVING Zekerstelling van de biodiversiteit en de kwaliteit van de leefomgeving door behoud, herstel, ontwikkeling en duurzaam gebruik van de natuur. Recreatie en Toerisme: RECREATIEF EN TOERISTISCH AANTREKKELIJK GRONINGEN Behoud en ontwikkeling van een recreatief en toeristisch aantrekkelijk Groningen. Landschap en cultuurhistorie: BEHOUD EN VERSTERKING LANDSCHAP Behoud en versterking van de identiteit, diversiteit en belevingswaarde van het landschap. Behoud en versterking van cultuurhistorische en ecologische waarden en objecten van het landschap. Landbouw: DUURZAME LANDBOUW Een toekomstgerichte, concurrerende landbouw als economisch drager in het landelijk gebied die duurzaam gebruik maakt van bodem, water, lucht en overige natuurlijke hulpbronnen.
Karakteristiek Groningen
119
Sociaal-economische vitalisering: DYNAMISCH PLATTELAND Gezonde economische en sociale basis en een voorzieningenniveau dat toegesneden is op de behoeften. Bodem: VEILIGSTELLING GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN De (gebruiks)waarde van de bodem moet behouden blijven of worden hersteld. Water: DUURZAAM WATERSYSTEEM Het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten. rijks- (R) of provinciaal (P) doel
Gerealiseerde prestatie-indicatoren
Natuur • Realisatie EHS: d.m.v. verwerving, inrichting en (particulier) beheer en oplossen knelpunten infrastructuur;
R
•
Milieukwaliteit EHS/VHR: gericht op milieutekorten en verdrogingsbestrijding;
R
•
Nationaal Park Lauwersmeer: realiseren van een grootschalig natuurgebied gericht op natuur, recreatie, educatie, voorlichting en onderzoek; Soortenbescherming: realiseren soortbeschermingsplannen.
R
• Dit jaar is minder verworven dan gepland ondanks de extra inspanning die gepleegd is. We blijven bij de verwerving afhankelijk van de grondmarkt. De definitieve particulier natuurbeheergegevens zijn op dit moment nog niet bekend. Bij inrichting hebben we de geplande resultaten wel behaald. Ook is dit jaar extra doorgeleverd aan de terreinbeherende organisaties. Een uitspraak van de Hoge Raad m.b.t. kosten kavelverbeterings-/kavelaanvaardingswerk heeft er toe geleid dat de afronding van een aantal landinrichtingsprojecten stagneerden en de geplande resultaten doorschuiven naar 2010. • De realisatie van de antiverdrogingmaatregelen loopt iets achter bij de planning van 2009. In het kader van de Mid Term Review vindt er een tussenevaluatie plaats. • Uitvoeren secretariaat Nationaal Park Lauwersmeer en uitvoeren jaarplan.
Geplande prestatie-indicatoren
• •
Natuurbeheer buiten de EHS; ontwikkelen van natuurwaarden in het agrarisch cultuurlandschap en beheer van bestaande natuurgebieden. Recreatie en Toerisme • Landelijke routenetwerken: ontwikkelen en in stand houden landelijke routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen; • Provinciale routenetwerken: ontwikkelen en in stand houden provinciale routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen.
Landschap • •
•
120
R R/P
R R/P
• De provincie geeft in haar uitwerkingsplan prioriteit aan akkervogels en kustvogels (sterns en plevieren). • Via het programmabeheer wordt hier uitvoering aan gegeven.
• Het Groninger aandeel in de landelijke route netwerken wandelen en fietsen was in 2009 volledig operationeel. • Subsidie is verleend voor de aanleg van ca 6 kilometer nieuwe fietspaden.
Landschap (generiek) en cultuurhistorie: door inrichting en beheer landschapselementen; Nationaal Landschap Middag-Humsterland: ontwikkelen van het landschap door inrichting en beheer landschapselementen, vergroten toegankelijkheid, structuurverbetering landbouw en versterken cultuurhistorische waarden;
R/P
• In 2009 zijn een 17-tal initiatieven ondersteund.
R
Nationaal Landschap Drentsche Aa: ontwikkelen van het landschap door inrichting en
R
• De discussie over het karakteristieke slotenpatroon is afgerond en heeft geleid tot nieuwe afspraken in het gebied. Inzet is gepleegd op regeling Less Favoured Areas, waarmee een vergoeding gegeven wordt voor het in stand houden van het landschap. Het uitvoeringsprogramma is verder vorm gegeven. • In 2009 hebben we het Groningse deel van het Nationaal Landschap Drentsche Aa inclusief
Karakteristiek Groningen
•
beheer landschapselementen, vergroten toegankelijkheid, structuurverbetering landbouw en versterken cultuurhistorische waarden (provincie Drenthe voert daarin de regie); Meerjarenovereenkomst St. Landschapsbeheer.
Landbouw • Grondgebonden landbouw: behoud en ontwikkelen van de grondgebonden landbouw en glastuinbouw door agrarische structuurverbetering;
•
•
R/P
R/P
R/P Duurzaam ondernemen: bevorderen van een duurzame productie door de land- en tuinbouw, via projecten op gebied van versterking, vernieuwing & verbreding; Landinrichting: door de brede inzet van het instrument landinrichting kunnen, in samenhang met het belang voor landbouw, water, natuur, landschap, recreatie en infrastructuur, eigendom, bestemming en inrichting van de grond worden gerealiseerd.
Sociaal-economische vitalisering • Stimulering en verbreding van de plattelandseconomie: stimuleren van de marktsector en kwaliteitsverbetering vooral gericht op kleinschalige MKB, landbouw en toeristisch-recreatief bedrijfsleven; • Verbetering van de leefbaarheid in plattelandsgebieden: verbetering en versterking van het woon-, werken leefmilieu en vergroten van betrokkenheid en bij de leefomgeving; • Stimuleren lokale ontwikkelingen via LEADERaanpak: In het regioloket wordt samengewerkt tussen programmamanagement PLG, LEADER-Actiegroep (LAG) en gemeenten. Het project Levende Dorpen maakt integraal onderdeel uit van het regioloket. Bodem • Duurzaam bodemgebruik: bodemgebruik en (water)bodemkwaliteit zijn op elkaar afgestemd; • Bodemsanering: realiseren van de gewenste bodemkwaliteit in het landelijk gebied door saneringsprojecten. Water • Waterkwantiteit: het op orde brengen boezem- en regionaal watersysteem; •
nationaal Snelwegpanorama, in ons POP en de bijbehorende verordening opgenomen.
Waterkwaliteit: verbeteren en handhaven grond- en oppervlaktewaterkwaliteit en saneren verontreinigde waterbodems.
Te bereiken in (planperiode)
R/P
• Met Stichting Landschapsbeheer is een meerjarenovereenkomst gesloten. • Inclusief kavelruil is in totaal in 2009 3.188 hectare nieuwe kavelvergroting gerealiseerd. In 2009 zijn de landbouwonderdelen van diverse oude (pre-Wilg) herinrichtingsprojecten afgerond. Hiermee is een aanzienlijk resultaat behaald van in totaal 19.264 hectare landbouwstructuurverbetering. • In 2009 zijn 4 pilots duurzaam ondernemen financieel ondersteund. • Oldambt en Westerwolde blok C zijn in 2009 afgerond. Een uitspraak van de Hoge Raad m.b.t. kosten kavelverbeterings-/kavelaanvaardingswerk heeft ertoe geleid dat de afronding van een aantal landinrichtingsprojecten stagneerden en de geplande resultaten doorschuiven naar 2010.
P • In 2009 is het stimuleren van de projecten voortvarend opgepakt. Dat heeft geleid tot de toekenning van 46 leefbaarheidsprojecten. P • Zie vorig punt.
P
R R
R/P
R
• Eind 2008 zijn de vier koepelprojecten Leve(n)de Dorpen, in de vier regio's van de provincie Groningen van start gegaan. In de periode 2008-2009 zijn 150 aanvragen behandeld.
• Het budget bodemsanering zou pas in 2010 aan het ILG worden toegevoegd. In 2009 is besloten om dit onderdeel via het provinciefonds te laten lopen en daarmee maakt het ook geen onderdeel meer uit van het PLG.
• Inrichtingsplan Benedenloop Westerwoldse Aa, Hamdijk, Bovenlanden en Kuurbos is vastgesteld en goedgekeurd. Inrichting is in voorbereiding. • Vanaf 2010 in het PLG.
2007-2013
Karakteristiek Groningen
121
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Agenda Vitaal Platteland; Rijksmeerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007-2013; Programma Landelijk Gebied provincie Groningen 2007-2013; POP 2; Alle nota's van de provincie per thema.
Prioriteiten 2009 Natuur Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Realisatie EHS (incl. robuuste verb.zones) • EHS te verwerven • EHS inrichting • EHS particulier beheer • Knelpunten infrastructuur ontsnipperd • Beheer natuur • Beheer agrarisch natuur (deels buiten EHS) Milieukwaliteit EHS/VHR • Verdrogingbestrijding: Nationaal Park Lauwersmeer • Versterken samenwerking en stimuleren educatieve functie Leefgebiedenbenadering Natuurbeheer buiten de EHS • Overige maatregelen
Prestatieindicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2009
Gerealiseerd in 2009
ha ha ha aantal ha ha
862 1784 p.m. 4-6
250 255 250 ha 0 300 200
160 275 15 febr aangeleverd 0 15 febr aangeleverd 15 febr aangeleverd
ha
3770
300
258
gerealiseerd Beheer- en Inrichtingsplan (BIP) realiseren MJP Uitvoering Soortenbeleid
7 jaarplannen uit BIP
1
1
7 jaarplannen uit BIP
1
1
ha/projecten
p.m.
p.m.
Gepland Kwalitatieve informatie: De ecologische hoofdstructuur bestaat uit de kerngebieden, robuuste verbindingszones, ecologische verbindingszones en ontsnipperingspunten. In alle categorieën wordt de EHS middels aankoop, particulier natuurbeheer, inrichting en beheer gerealiseerd. Prioriteiten zijn verwerven gronden ten behoeve van EHS en meer deelname van particulieren aan beheer van natuur.
Gerealiseerd Kwalitatieve informatie: Dit jaar is minder verworven dan gepland ondanks de extra inspanning die gepleegd is. We blijven bij de verwerving afhankelijk van de grondmarkt. Bij particulier natuurbeheer speelt de omvorming van het programma beheer parten. De onduidelijkheid die dit op sommige terreinen met zich meebrengt lijkt te zorgen voor een afwachtende houding bij mogelijke gegadigde. Wel hebben we 400 ha overgedragen aan SBB en is voor 72 ha subsidie verleend via de regeling PNB (Particulier terreinbeherende Natuurbeschermingsorganisaties).
In 2009 gaan we door met de uitvoering aan de nota actualisatie natuur en landschapsbeleid. De agrarische natuurverenigingen blijven we steunen en we financieren projecten die de basisnatuurkwaliteit verbeteren.
In 2009 hebben we een zestal projecten uitgevoerd met het oog op het verbeteren van de natuurwaarden in het agrarisch cultuurlandschap. Bijvoorbeeld het project kleine natuurmaatregelen waarbij boeren gestimuleerd wordt om kleinschalige maatregelen op erf en land uit te voeren. Via een kleine bijdrage aan de acht agrarische natuurverenigingen in Groningen hebben wij ze in 2009 in staat gesteld nieuwe
122
Karakteristiek Groningen
initiatieven te ontplooien op het gebied van agrarisch natuurbeheer. Voor bescherming soorten en leefgebieden komt er een nieuw landelijke programma vanaf 2009. We richten ons op belangrijke leefgebieden voor meerdere gidssoorten: akkerflora en -fauna, weidevogelkerngebieden en een natuurvriendelijker oever-, berm- en slootbeheer.
De provincie geeft in haar uitwerkingsplan prioriteit aan akkervogels en kustvogels (sterns en plevieren). Het ministerie van LNV heeft hiervoor extra financiën beschikbaar gesteld.
Voor de bescherming van weide- en akkervogels voeren we de Nota Actieprogramma Weidevogels Akkervogels Groningen uit (Voorjaarsnota 2008: nieuw beleid € 230.000 , incl. 1 fte € 80.000 > zie deel 2. onderdeel 9. Overzicht algemene dekkingsmiddelen tabel 9.3, lasten 0600).
In 2009 is het project natuurbraak en wintervoedsel gestart waarbij 146 ha extra akkervogelbeheer wordt gerealiseerd in daarvoor geselecteerde gebieden, Hierbij wordt gestreefd naar verhoging van met name het aandeel natuurbraak. Verder zijn gebiedscoördinatoren geïnstalleerd, beheerplannen per kerngebied opgesteld en de bijbehorende gebiedsgewijze subsidieaanvragen ingediend
Een belangrijk deel van de rijksdoelen wordt gerealiseerd via het instrument landinrichting. De afronding van klassieke landinrichting heeft prioriteit.
Oldambt en Westerwolde blok C zijn in 2009 afgerond. Lutjegast - Doezum en Oude Veenkoloniën hebben vertraging opgelopen. Voor Sauwerd is de bezwarenbehandeling praktisch afgerond zodat deze in 2010 kan worden afgesloten.
Recreatie en Toerisme Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis)
Prestatie-indicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2009
Gerealiseerd in 2009
Ontwikkelen en versterken toegankelijkheid Landelijke routenetwerken • Ontwikkelen en onderhouden van een landelijk aaneengesloten routenetwerk voor wandelen, fietsen en varen
• • • •
252* 274* 500 8
p.m. p.m. p.m. p.m.
uitgevoerde activiteiten betreffen het operationeel houden van de aanwezige routekm's
netwerk wandelen (km) netwerk fietsen (km) netwerk varen (km) aantal bewegwijzerde routes
Provinciale netwerken 117 p.m. • Ontwikkelen en in stand houden • netwerk wandelen en van kwalitatief hoogwaardige, fietsen (km) 250 p.m. aaneengesloten (grensover• netwerk varen (km) 25 p.m. schrijdende) netwerken voor • bewegwijzerde routes wandelen, fietsen en varen en wandelen en fietsen bekendheid geven aan de netwerken * bron: Meerjarenprogramma Landelijke routenetwerken wandelen en fietsen. Programmering 2007 t/m 2013.
Gepland Kwalitatieve informatie: Wij willen ons de komende jaren richten op het stimuleren van de toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Wij rekenen daarbij ook nadrukkelijk op de medewerking van onze gebiedspartners, die wij hierbij zeker nodig zullen hebben. Hierbij blijven wij aandacht geven aan verdere verbetering van de infrastructuur voor zowel fiets-, wandel-, vaarroutes en ruiterpaden en het profileren van het Groninger platteland als aantrekkelijk gebied voor toerisme en recreatie. Wij verwachten dat het toeristisch
Gerealiseerd Het Groninger aandeel in de landelijke routenetwerken wandelen (252 km) en fietsen (274 km) was in 2009 volledig operationeel. De promotie daarvoor wordt onder meer verzorgd door Stichting LAW en Stichting Fietsplatform. In 2009 is in totaal over een lengte van ruim 24 km aan boerenlandpaden gerealiseerd, terwijl subsidie is verleend voor de aanleg van nieuwe fietspaden in de gemeenten Ten Boer, Slochteren, Leek en Reiderland (totaal 6,10 km).
Karakteristiek Groningen
123
bedrijfsleven actief inspeelt op de vraag naar kwaliteitsverbetering. Onder programma Ondernemend Groningen, thema Recreatie en Toerisme is als belangrijke beleidsactiviteit Verbindingen/Plankader wandelen en fietsen benoemd en nader uitgewerkt. Programmeren per jaar voor routenetwerken suggereert een sturingsmogelijkheid die niet van jaar op jaar praktisch mogelijk is. De voortgang wordt gevolgd, zodat op inspanning kan worden gestuurd zodanig dat over zeven jaar de ambities zijn gerealiseerd. De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in toeristische infrastructuur. Voor de fiets- en wandelpaden zullen wij, samen met onze gebiedspartners, actief prioritaire projecten bepalen en deze tot uitvoering brengen. Verdere uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de recreatieve vaarwegen blijft nodig. Ook de komende jaren zal dit flinke financiële inspanningen vergen. Voor de ontwikkeling van landelijke vaarroutes zullen wij ons actief blijven inzetten. Ook zal, samen met gebiedspartners, naar oplossingen worden gezocht om regionale en lokale knelpunten in het vaarwegennet op te lossen. De hoofdlijnen voor de ontwikkeling van nieuwe vaarroutes zijn verwoord in ons Provinciaal Omgevingsplan (POP).
Varen 1. Verhoging brug Ulrumertil is gerealiseerd en afgerekend. Het waterschap Noorderzijlvest is begonnen met de voorbereiding van de vervanging van de H.D. Louwessluis bij Zoutkamp. Datzelfde geldt voor de vervanging van de sluis bij Oosterdijkshorn. 2. Groninger aandeel in vaarverbinding EricaTer Apel: dit kanaalvak is gerealiseerd. e 3. 2 fase vaarverbinding ZuidlaardermeerOost-Groningen: deze vaarverbinding is op 8 mei 2009 geopend. 4. Inventarisatie provincie-overschrijdende vaarroutes: inventarisatie heeft niet plaatsgevonden. Prioriteit ligt bij het opheffen van de BRTN-knelpunten. 5. (Deel)vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta: het geplande deel van deze verbinding is in de loop van 2009 nagenoeg volledig gerealiseerd (inclusief jachthaven Beerta). In verband met onderbesteding van subsidiemiddelen is inmiddels van het SNN toestemming verkregen om het kanaalvak te verlengen, zodat een groter deel van Beerta rechtstreeks in verbinding komt te staan met het Oldambtmeer.
Meer nog dan voorheen zullen wij trachten de verbetering van de toeristische infrastructuur vorm te geven binnen grotere, integrale projecten. Landschap en Cultuurhistorie Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Landschap (generiek) en cultuurhistorie • Inrichting landschap en landschapselementen: lijn, punt en vlakelementen • Beheer landschap en landschapselementen: lijn, punt en vlakelementen • Nieuwe of verbeterde gebouwde monumenten en behoud van historische erven en kerkterreinen Nationaal landschap MiddagHumsterland • Uitvoeringsprogramma door provincie Drenthe • Bestemmingsplan behoud nat./landsch. Nationaal landschap Drentsche Aa • Uitvoeringsprogramma • Bestemmingsplan behoud nat./landsch. Landschapsbeheer Groningen • Meerjarenovereenkomst
124
Prestatie-indicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2009
Gerealiseerd in 2009
aantal
150
25
174
aantal
250
35
2
aantal
enkele
p.m.
1
uitvoeringsprogramma
1
1/7
1
bestemmingsplan
1
p.m.
uitvoeringsprogramma bestemmingsplan
1 1
1/7 p.m.
meerjarenovereenkomst
p.m.
p.m.
Karakteristiek Groningen
1
Gepland Kwalitatieve informatie: De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de inrichting en het beheer van karakteristieke landschapselementen zoals houtwallen, essen en bijzondere cultuurhistorische terreinen. Doordat wij geen rijksmiddelen meer ontvangen voor laatstgenoemde werkzaamheden kunnen wij het beheer van deze landschapselementen mogelijk niet meer voortzetten dan wel in een lagere cyclus beheerswerkzaamheden uitvoeren waardoor de beheerskosten uiteindelijk toenemen door ingrijpender werkzaamheden. Doordat de middelen voor beheer beperkter zijn zal daar waar mogelijk gekeken worden naar duurzamere vormen van beheer. Uiteraard dienen deze maatregelen landschappelijk verantwoord te zijn.
Gerealiseerd Kwalitatieve informatie: In 2009 heeft het begeleiden en beoordelen van plannen met landschappelijke effecten geleid tot de verlenen van een subsidie aan 17 landschapsprojecten. Voorbeelden hiervan zijn: landschappelijk herstel Hoefijzer Bellingwedde, kleine landschapselementen Haren, cultuur elementen Damsterdiep fase 2 en reconstructie Bruggeschans Winschoten. Verder hebben we in 2009 ingezet op de regeling Less Favoured Areas, waarmee een vergoeding beschikbaar komt voor agrariërs ten behoeve van het behoud van het landschap.
Bij de totstandkoming van het Programma Landelijk Gebied is gebleken dat de ambitie hoger is dan we met rijks- en provinciale middelen kunnen uitvoeren. Bij de Integrale Bijstelling 2007 hebben wij voor de jaren 2008-2011 € 1 miljoen per jaar beschikbaar gesteld. Hierbij wordt de systematiek uit het PLG gevolgd. Meer concreet betreft het ontwikkeling en herstel van landschap en landschapselementen; inrichting en beheer van lijn-, punt- en vlakelementen. Om deze extra middelen voor landschap weg te zetten is bij de Voorjaarsnota 2008 extra personele inzet (0,8 fte voor 2009 ad € 64.000) voor dezelfde periode jaarlijks beschikbaar gesteld ten laste van de programmakosten van € 1 miljoen (zie deel 2. onderdeel 9. Overzicht algemene dekkingsmiddelen tabel 9.3 - lasten 0600). Landbouw Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis)
Prestatie-indicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2009
Gerealiseerd in 2009
Grondgebonden landbouw • Grondgebonden landbouw
• opp. landbouw ingericht (ha)
14.040
p.m.
3.188 nieuw 19.264 oud
• oppervlakte glastuinbouw (ha) • aantal verspreid liggende glastuinbouwbedrijven
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
• aantal projecten
7
1
4
• aantal projecten
70
10
15
• aantal af te ronden klassieke landinrichtingsprojecten • aantal af te ronden modulaire landinrichtings- en waterbergingsprojecten • opstarten nieuwe integrale projecten
11
4
2
5
p.m.
• Glastuinbouw Duurzaam ondernemen • Pilot projecten duurzame ondernemen (VROM) • Versterking, Vernieuwing en Verbreding Landinrichting Door de brede inzet van het instrument landinrichting kunnen, in samenhang met het belang voor landbouw, water, natuur, landschap, recreatie en infrastructuur, eigendom, bestemming en inrichting van de grond worden gerealiseerd.
Karakteristiek Groningen
125
Gepland Kwalitatieve informatie: • versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector. Zie ook uitwerking in programma Ondernemend Groningen, thema landbouw;
•
pilots duurzaam ondernemen (VROM).
We zetten sterk in op het afronden van klassieke (oude) landinrichtingsblokken. Daarnaast naar aanleiding van het landbouwstructuuronderzoek inzet kavelruilcoördinator ten behoeve van verbetering van de agrarische structuur en realisering van niet agrarische doelen zoals de EHS. Tevens inzet landinrichting/flankerend beleid ten behoeve van de (nood)waterbergingsgebieden in de Onner- en Oostpolder, de Ulsderpolder en Binnen Aa.
Gerealiseerd Kwalitatieve informatie: • Wij hebben 29 projecten opgestart op het gebied van Versterking, vernieuwing en verbreding landbouw, verdeeld over de onderwerpen Kennis, Agribusiness, Structuurverbetering, Grootschaligheid gekoppeld aan kwaliteit en dierenwelzijn, Visserij, Klimaat, Energie en Biologische Landbouw. 10 van deze projecten zijn gefinancierd vanuit het Landbouwkrediet. Hierbij hebben we 10 projecten opgestart gericht op behoud en versterking van natuuren milieukwaliteiten in de land- en tuinbouw. Een voorbeeld is de KRW-pilot Nutriëntenkringloop. In bijna alle projecten is kennisontwikkeling een belangrijke component. Ongeveer 10 projecten zijn gericht op kennisontwikkeling, ketenontwikkeling en afzetbevordering. Een voorbeeld van een ketenproject is het testen van een verwerkingsmachine voor de vezelhennepteelt. • In 2009 zijn 4 VROM-pilots financieel ondersteund: Biogreen, Duurzaam Melkvee, Biochar en Mychorrizhaschimmels. In totaal is voor ongeveer € 470.000 aan verplichtingen vastgelegd voor de VROMpilots. Nieuw: In 2009 is er door bemiddeling van de provinciale kavelruilcommissie middels kavelruilprojecten 258 ha van eigenaar veranderd. Incl. kavelruil is in totaal 3.188 ha kavelvergroting gerealiseerd. Oud (Pre-Wilg): In 2009 zijn diverse herinrichtingsprojecten afgerond waarmee een aanzienlijke hoeveelheid kavelvergroting is gerealiseerd. Het gaat hierbij om de volgende projecten: Oude Veenkoloniën, Sauwerd, Lutjegast, Doezum en Westerwolde. In totaal zijn 19.264 hectares landbouwstructuurverbetering gerealiseerd in 2009.
Sociaal-economische vitalisering Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Stimulering en verbreding van de plattelandseconomie • Stimuleren van de marktsector en kwaliteitsverbetering vooral gericht op kleinschalige MKB, landbouw en toeristisch-recreatief bedrijfsleven Verbetering van de leefbaarheid in plattelandsgebieden • Verbetering en versterking van het woonwerk- en leefmilieu en vergroten van betrokkenheid bij leefomgeving
126
Prestatie-indicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2009
Gerealiseerd in 2009
Wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER; de Local Action Groups (LAG's) geven zwaarwegend advies over projecten.
Wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER; de Local Action Groups (LAG's) geven zwaarwegend advies over projecten.
Karakteristiek Groningen
Stimuleren lokale ontwikkelingen via LEADER-aanpak • Stimuleren van het ontwikkelen van initiatieven en plannen bottom-up
Wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER; de Local Action Groups (LAG's) geven zwaarwegend advies over projecten.
Gepland Kwalitatieve informatie: Het gaat bij dit onderdeel om twee speerpunten: 1. Leefbaarheid en verbreding plattelandseconomie: Gezonde economische en sociale basis en een voorzieningenniveau dat toegesneden is op de behoeften. Daarnaast behoud van werkgelegenheid en het ontwikkelen van een vitale werk- en woonomgeving.
Gerealiseerd Kwalitatieve informatie: 1. In 2009 is het stimuleren van de projecten voortvarend opgepakt. Dat heeft geleid tot de toekenning van 46 leefbaarheidsprojecten. Het betreft projecten die vanuit de Lokale Actiegroepen (LAG’s) naar voren zijn gekomen. Voorbeelden van projecten: stimuleringsprojecten MKB, marketing en promotie Westerkwartier, digitale fietsroutes, maatschappelijke stages, Oldambt 500. Verder zijn 16 multifunctionele centra ondersteund verspreid over de provincie waaronder Brede School Pekela, Restauratie Synagoge te Winsum, kindercentrum Ter Apel en Brede school Noord en 2 initiatieven op het gebied van zorginfra. 2. Eind 2008 zijn de vier koepelprojecten Leve(n)de Dorpen, in de vier regio's van de provincie Groningen van start gegaan. Leve(n)de Dorpen houdt zich bezig met de leefbaarheid van het platteland; als doel hierbij om de Groninger dorpen economisch en sociaal vitaler te maken. In de periode 2008-2009 zijn er 150 aanvragen behandeld. Het gaat hier om een breed scala van aanvragen, waarbij altijd leefbaarheid, samenwerking, duurzaamheid en vrijwilligers belangrijke pijlers zijn.
2. Lokale ontwikkelingen: Voor de sociale vitaliteit is van groot belang dat er initiatieven ontstaan (initiatiefgroepen met voldoende zelforganiserend vermogen) die in goede verhouding met de overheid kunnen opereren, zodat de leefbaarheid van de directe omgeving van onderop wordt gegarandeerd. Hierbij wordt gewerkt met de zogenaamde LEADER-systematiek. Met het project Levende Dorpen, dat mede vanuit EU-POP wordt gefinancierd, is nauwe afstemming. Voor beide speerpunten hebben wij Lokale Actiegroepen ingesteld die ons van zwaarwegend advies dienen over projecten. Bodem Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis)
Prestatie-indicator
Duurzaam bodemgebruik
• opstellen en uitvoeren bodemvisie
Bodemsanering • Realiseren van de gewenste bodemkwaliteit in het landelijk gebied door sanering
• uitgevoerd MJP Bodem 2005-2009 • opgesteld MJP Bodem 2010 -2013
Gepland Kwalitatieve informatie: Naar verwachting is met het huidige budget de doelstelling alle spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging beheerst dan wel gesaneerd in het landelijk gebied voor 2015, niet haalbaar. Wat betreft de locaties in het landelijk gebied met een ernstige en spoedeisende (water)bodemverontreiniging waarbij sanering noodzakelijk is,
Prestatie in PLGperiode (ambitie) 2007-2013 1
Gepland in 2009
Gerealiseerd in 2009
-
n.v.t.
1
-
n.v.t.
1
-
n.v.t.
Gerealiseerd Kwalitatieve informatie: Het budget bodemsanering zou pas 2010 aan het ILG worden toegevoegd. In 2009 is besloten om dit onderdeel via het Provinciefonds te laten lopen en daarmee maakt het ook geen onderdeel meer uit van het PLG.
Karakteristiek Groningen
127
richt dit zich met name op voormalige stortplaatsen en gedempte sloten (wijken). In het verleden is hier vaak afval gestort, zonder dat bodembeschermende voorzieningen zijn getroffen. In het kader van het onderzoek Voormalige Stortplaatsen wordt op een tiental locaties nader onderzoek uitgevoerd om te bezien of in de toekomst saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn. Wanneer er sprake is van een ernstige bodemverontreiniging waarbij de sanering spoedeisend is, zal deze met alle belanghebbenden worden opgepakt. Bodembeheer zal steeds meer integraal worden benaderd. In de samenleving willen wij bevorderen dat bewuster en duurzamer met de (water)bodem wordt omgegaan en dat de gebruiksmogelijkheden van de (water)bodem op de langere termijn worden veilig gesteld. Hiervoor stellen wij een Bodemvisie op en actualiseren wij de bodemkwaliteitskaarten en stellen we bodemambities op. Water Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis)
Prestatieindicator
prestatie in PLG-periode (ambitie)
Gepland in 2009
Gerealiseerd in 2009
Waterkwantiteit • Realiseren grootschalige waterberging
m³
43,7 miljoen
Hunze en Aa's: Uiterlijk in 2010 Benedenloop Westerwoldse Aa, Hamdijk, Bovenlanden en Kuurbos ingericht als waterbergingsgebieden.
Inrichtingsplan is vastgesteld en goedgekeurd. Inrichting is in voorbereiding.
m³
p.m.
Nadere concretisering kansrijke locaties Westerkwartier.
Plan Marumerlage gereed. Grondposities nog een belemmering voor uitvoering.
km km stuks
39 114 80
In 2009 worden doelstellingen en maatregelenpakketten uitgewerkt.
De Nota 'Status, toestand, kwaliteitsdoelen en maatregelen voor oppervlakte- en grondwaterlichamen in de provincie Groningen' is vastgesteld en is onderdeel van POP.
• Realiseren kleinschalige waterberging Waterkwaliteit (o.a.) • Implementatie KRW: - beekherstel; - natuurvriendelijke oevers - vispassages
Gepland Kwalitatieve informatie: Voor de realisatie van de waterberging worden de volgende acties uitgevoerd: • bevorderen dat de waterbergingsgebieden Benedenloop Westerwoldse Aa, Hamdijk, Bovenlanden en Kuurbos in de bestemmingsplannen worden opgenomen; • inzetten flankerend beleid: aankoop en verpachting van gronden en inzet landinrichtingsmaatregelen.
128
Gerealiseerd Kwalitatieve informatie: •
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Reiderland (nu gemeente Oldambt) en gemeente Bellingwedde zijn herzien.
•
De in 2009 aangekochte gronden zijn voor een jaar verpacht. Landinrichtingsmaatregelen zijn niet ingezet.
Karakteristiek Groningen
Ten aanzien van de Europese Kaderrichtlijn Water worden de volgende acties uitgevoerd: • doelstellingen en maatregelenpakketten uitwerken; vanaf 2009 uitvoeren inrichtingsmaatregelen via het PLG; • geen spijtmaatregelen voor waterkwaliteit door onder andere beekherstel, natuurvriendelijke oevers en terugdringen emissies.
•
Met de waterschappen zijn de voorbereidingen getroffen voor verdere uitvoering van de KRW-doelen die o.a. ten doel hebben de waterkwaliteit te verbeteren. Verder worden bij de inrichtingsprojecten waar mogelijk de doelen gecombineerd.
Karakteristiek Groningen
129
4.3
Lasten/baten en analyse Karakteristiek Groningen
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2008
KARAKTERISTIEK GRONINGEN Natuur en landschap Natuur en landschap
LASTEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
2.828.415 2.828.415
3.131.284 3.131.284
3.237.036 3.237.036
PLG Water (PLG) Toerisme en recreatie (PLG) Natuur (PLG) Landschap en cultuurhistorie (PLG) Landbouw en landinrichting (PLG) Sociaal Economische Vitalisering (PLG)
23.840.985 478.015 8.27217.500.892 1.332.249 3.099.522 1.438.579
37.449.642 460.112 714.000 21.575.746 2.975.012 9.658.024 2.066.749
27.539.815 2.055.365 573.585 14.995.749 3.989.242 4.063.822 1.862.051
Totaal karakteristiek Groningen
26.669.400
40.580.926
30.776.851
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2008
KARAKTERISTIEK GRONINGEN Natuur en landschap Natuur en landschap PLG Water (PLG) Toerisme en recreatie (PLG) Natuur (PLG) Landschap en cultuurhistorie (PLG) Landbouw en landinrichting (PLG) Sociaal Economische Vitalisering (PLG) Nadelig slot karakteristiek Groningen Totaal karakteristiek Groningen
130
BATEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
9.2329.232-
45.000 45.000
152.240 152.240
15.959.951 58.79212.740.270 540.563 2.670.501 67.409 15.950.719 10.718.681 26.669.400
26.658.284
17.533.393
606.000 17.517.056 1.076.000 7.459.228
536.976 11.342.634 2.945.512 2.639.803 68.468 17.685.633 13.091.218 30.776.851
Karakteristiek Groningen
26.703.284 13.877.642 40.580.926
Analyse programma Karakteristiek Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 4.837.602 35.743.324 40.580.926 26.703.284 13.877.642
Realisatie 5.033.803 25.743.049 30.776.851 17.685.633 13.091.218
Saldo -196.201 10.000.275 9.804.075 -9.017.651 786.424
Aangezien de apparaatskosten niet per programma maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste overige verschillen per thema. Thema Natuur en landschap
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.730.344 1.400.940 3.131.284 45.000 3.086.284
Realisatie 1.981.871 1.255.166 3.237.036 152.240 3.084.796
Saldo -251.527 145.774 -105.753 107.240 1.487
De totale directe kosten zijn ten opzichte van de raming € 145.774 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
• • • • •
De bestedingen ten laste van de reserve Cofinanciering Kompas zijn achtergebleven bij de ingeschatte prognoses. In 2009 is één project afgerekend en de overige projecten lopen nog of moeten nog worden afgerekend. De middelen blijven binnen de reserve beschikbaar. Voor het opstellen van beheerplannen zijn rijksmiddelen beschikbaar. De kosten van het opstellen van de beheerplannen in 2009 zijn hoger dan het geraamde bedrag. De overschrijding wordt gedekt door de beschikbare rijksmiddelen. De besluitvorming met betrekking tot de afwikkeling van de uitvoering van de Verordening Wadlopen provincie Groningen kon niet meer in 2009 plaats vinden, daarom zijn de benodigde middelen overgeboekt naar 2010. Het project digitaliseren akkervogelgegevens loopt door in 2010. Mede hierdoor ontstaat een positief restant op het budget meerjarenprogramma monitoring. Als gevolg van de afwikkeling van subsidies uit voorgaande jaren vallen middelen vrij. Overige afwijkingen als gevolg van vrijval op reguliere budgetten leidt per saldo tot een voordeel.
157.325
-107.240
20.242 14.210 33.073 28.164
De directe baten vallen € 107.240 hoger uit dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door de aanwending van extra rijksmiddelen voor het opstellen van beheerplannen. Thema ILG
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 3.107.258 34.342.384 37.449.642 26.658.284 10.791.358
Realisatie 3.051.932 24.487.883 27.539.815 17.533.393 10.006.422
Saldo 55.326 9.854.501 9.909.827 -9.124.891 784.937
De totale directe kosten zijn ten opzichte van de raming € 9.854.501 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht.
Karakteristiek Groningen
131
De aanwending van de middelen voor het PLG (ILG) kent in principe een doorlooptijd van 2007-2013. In eerste instantie zijn de beschikbare middelen gelijkelijk begroot over een periode van 7 jaar. Gelet op deze kasritme kunnen gedurende de looptijd van het PLG verschillen ontstaan tussen de raming en realisatie. De niet bestede provinciale middelen worden toegevoegd aan de reserve PLG en blijven op deze manier beschikbaar voor de resterende looptijd van het programma. Naast de provinciale middelen zijn rijksmiddelen begroot. De niet aangewende middelen van de voorgaande jaren worden verdeeld over de resterende looptijd. De DLG is voor het ILG, behalve voor Programma Beheer, de uitvoerende dienst. Op basis van de rapportages van het DLG worden de werkelijke uitgaven (kasbasis) verantwoord. Onderstaand wordt per thema van het PMJP een en ander kort toegelicht. • Van de voor het onderdeel water geraamde budget ad. € 155.000 is € 1.766.516 besteed. Dit betreft het budget voor de realisering van waterbergingsgebieden. De overschrijding ten opzichte van het geraamde budget komt ten laste van de in de reserve ESFI gereserveerde middelen. • Voor het onderdeel recreatie en toerisme is in totaal € 714.000 beschikbaar. Hiervan is € 573.585 besteed. De realisatie van de lopende verplichtingen van de pre-WILG periode zijn € 408.758 hoger dan geraamd. Van de geraamde middelen voor de nieuwe verplichtingen resteert aan het eind van 2009 € 549.173. • Van de voor het onderdeel natuur geraamde budget ad € 20.067.156 is € 13.399.215 aangewend. De onderbesteding ad. € 6.667.941 is met name het gevolg van de lagere lasten met betrekking tot de realisatie van EHS (€ 8.299.535) en de hogere realisatie van de lopende verplichtingen van de Pre-WILG periode (€ 2.962.518). • Voor landschap en cultuurhistorie is € 3.636.517 van het geraamde budget ad.€ 2.456.600 besteed. De overbesteding wordt met name veroorzaakt door de lopende verplichtingen rijk (€ 2.048.935). Daarnaast is voor de inrichting van landschap en landschapselementen € 564.333 minder uitgegeven. • Voor het onderdeel landbouw en landinrichting is in totaal € 9.437.628 beschikbaar. Hiervan is € 3.835.912 besteed. De onderbesteding van € 5.601.716 heeft voor het grootste deel betrekking op kavelvergroting/-verbetering (€ 2.567.551), het niet aanwenden van het budget voor het op peil houden van de grondvoorraad (€ 4.000.000) en de hogere uitgaven van de lopende verplichtingen inrichting grondgebonden landbouw (-/- € 968.382). • Van de voor het onderdeel Sociaal Economische Vitalisering geraamde budget ad. € 1.512.000 is in 2009 € 1.276.138 aangewend, zodat een onderbesteding van € 235.862 is ontstaan. Van de geraamde middelen voor cofinanciering van multifunctionele centra en voor zorginfrastructuur resteert aan het eind van 2009 € 558.362. Deze middelen blijven beschikbaar in de reserve ESFI. Op het budget cofinanciering projecten regio’s is € 332.766 meer besteed. Daarnaast zijn er nog geringere afwijkingen op de overige budgetten.
- 1.611.516
140.415
6.667.941
-1.179.917
5.601.716
235.862
De directe baten vallen € 9.124.891 lager uit dan geraamd. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de lagere rijksbijdragen (€ 9.193.359). Zie toelichting directe kosten. Daarnaast is er voor de cofinanciering voor het project Levende dorpen € 68.468 door gemeenten bij gedragen.
Specificatie bestede rijksbijdragen ILG Bestedingen Dienst Regelingen (DR) Bestedingen Dienst Landelijk Gebied (DLG) Overige bestedingen rijksbijdrage ILG Totaal bestede rijksbijdragen ILG
132
2007 6.074.344 3.998.207 17.268 10.089.819
Karakteristiek Groningen
2008 6.437.425 8.723.113 587.046 15.747.583
2009 6.518.047 10.591.916 390.040 17.500.003
5.
Schoon/Veilig Groningen
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Water; 2. Milieu; 3. Risicobeleid/Veiligheid. Het programma Schoon/veilig Groningen richt zich op een schone en veilige leefomgeving. Zo moet bijvoorbeeld het risico van calamiteiten, ontploffingen en overstromingen zo klein mogelijk zijn. Aandeel in de totale rekening 2009: 3,85%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rek ening 2008
raming 2009*
rekening 2009
5. Schoon/veilig Gr oningen a. Water - lasten - baten saldo van lasten en baten
6.256 2.399 3.857
5.565 1.510 4.055
5.982 1.813 4.169
b. Milieu - lasten - baten saldo van lasten en baten
27.452 9.382 18.069
28.456 10.802 17.654
27.501 10.304 17.197
c. Risicobeleid/veiligheid - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.381 1.386 996
2.708 1.360 1.348
2.718 1.567 1.151
Saldo Schoon/veilig Groningen
22.922
23.057
22.517
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Schoon/veilig Groningen zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Schoon/veilig Groningen
133
5.1
Water
Omschrijving thema Water In 2050 willen wij een veilige en bewoonbare provincie die voorzien is van betrouwbare, duurzame, bestuurbare en flexibel ingerichte watersystemen tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Deze doelstelling willen wij bereiken door in het waterbeheer zoveel mogelijk gebruik te maken van natuurlijke processen. Watersystemen zullen, evenals in de afgelopen jaren, steeds sturende worden voor de ruimtelijke inrichting en het gebruik van het landelijke gebied. We zien nog vaak knelpunten tussen waterhuishouding en gebruiksfuncties, wat onder meer leidt tot wateroverlast, watertekort en problemen met de waterkwaliteit. Wij verwachten dat de komende decennia burgers en (landbouw)bedrijven steeds hogere eisen gaan stellen aan de watersituatie ter plaatse van bebouwing en landbouwgronden. Vooral de voorspelde toename van neerslag en neerslagintensiteit en de maatschappelijke aandacht hiervoor stellen hogere eisen aan het waterbeheer. Voor het gebiedsgericht waterbeleid is het behouden, het herstellen en het realiseren van duurzame watersystemen dan ook het uitgangspunt. Voor het herstellen van de watersystemen is de denkrichting: vasthouden, bergen en afvoeren per gebied in onderling evenwicht. Door een veerkrachtige inrichting van de watersystemen en het bevorderen van een adequate waterkeringszorg moeten voldoende waarborgen kunnen worden geboden om veilig en zonder wateroverlast in deze provincie te kunnen wonen, werken en recreëren. Ten aanzien van het gebruik van grondwater zien wij een maatschappelijke behoefte om in ruimere mate gebruik te maken van energietoepassingen in de vorm van Koude-Warmte-Opslag. Voor de uitvoering van het waterbeleid zijn in eerste aanleg de waterschappen de meest aangewezen lichamen van functioneel bestuur met een eigen financieringssysteem. Een deel van het waterbeleid (inrichting waterbergingsgebieden, bestrijding verdroging en het verbeteren van de ecologische doelstellingen van de watersystemen (KRW)) is ondergebracht bij programma karakteristiek Groningen, thema PLG. Muskusratten en beverratten worden bestreden om onveilige situaties te voorkomen en schade te beperken.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten 1. het voorkomen en/of beperken van overstromingen; 2. het voorkomen en/of beperken van wateroverlast; 3. het verbeteren van de waterkwaliteit; 4. het beperken van de nadelige effecten van droogte; 5. het beperken van de schade en het voorkomen van onveilige situaties door muskus- en beverratten. Geplande prestatie-indicatoren 1. • 5-jaarlijkse toetsing van de primaire waterkeringen;
•
goedkeuring van verbeteringsplannen van de primaire waterkeringen;
•
onderzoek naar infrastructurele maatregelen om de gevolgen van een overstroming te beperken.
2. • vanuit de boezemsystemen door het behouden en herstellen van veerkrachtige watersystemen en het versterken van regionale waterkeringen;
134
Gerealiseerde prestatie-indicatoren 1. • In 2006 is gerapporteerd over de resultaten van e de 2 toetsronde (2001-2006) van de primaire e waterkeringen. Over de 3 toetsronde (2006-2011) wordt eind 2010 gerapporteerd. Voor het toezicht e op het toetsproces van de 3 toetsronde is een Plan van aanpak vastgesteld. • Het versterkingsplan voor de verbetering van 800 m steenbekleding van de primaire waterkering te Nieuwstad is goedgekeurd. • In het POP is onderzoek aangekondigd naar de bruikbaarheid van de oude slaperdijken in het overstromingsrisicobeheer. Een plan van aanpak voor het onderzoek is in voorbereiding. 2. • Verkenning (quick-scan) naar maatregelen in 2025/2030 om veerkrachtige watersystemen te behouden en te herstellen wordt uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten van de quick-scan wordt
Schoon/veilig Groningen
•
in de regionale watersystemen (vanuit overige watergangen) door het treffen van waterhuishoudkundige maatregelen.
3. het natuurlijker inrichten van de watersystemen (integratie van KRW- en WB21-doelstellingen);
4. optimalisatie van de wateraanvoer.
5. het terugdringen van de muskusrattenpopulatie en beverratten geen kans te geven in de provincie Groningen. Te bereiken in (planperiode): 1. De primaire waterkeringen voldoen in 2010 aan de veiligheidsnorm; in beeld hebben welke infrastructurele maatregelen genomen kunnen worden om de gevolgen van een overstroming te beperken 2. De watersystemen voldoen in 2015 aan de vastgestelde norm van 1:100. De regionale watersystemen voldoen in 2015 aan de normen voor wateroverlast.
3. In 2015 moeten de in het POP omschreven doelstellingen zijn bereikt. In 2027 moeten alle KRW-doelstellingen zijn bereikt.
4. In beeld hebben welke maatregelen nodig zijn om de effecten van droogte onder meer als gevolg van klimaatverandering te beperken. 5. De norm voor muskusratten wordt bereikt in 2012. Aan de norm voor beverratten wordt voldaan.
besloten of een uitgebreide studie naar te treffen maatregelen nodig is. De uitvoeringsprogramma's van de waterschappen voor het versterken van de regionale waterkeringen zijn er opgericht om deze waterkeringen in 2015 aan de norm te laten voldoen; • De waterschappen hebben voorstellen gemaakt voor de normering van de interne wateroverlast met bijbehorende waterhuishoudkundige maatregelen. De normering voor de interne wateroverlast wordt in 2010 in de POV opgenomen; 3. De maatregelen die overwegend door de waterschappen worden genomen om KRWdoelstellingen te realiseren, dragen tevens bij aan het realiseren van WB-21 doelstellingen (b.v. maatregelen beekherstel) 4. Op dit moment kan voldoende water worden aangevoerd. De Regionale Droogtestudie NoordNederland moet uitwijzen of in de toekomst voldoende water beschikbaar blijft. 5. In 2009 is het aantal vangsten per uur van muskusratten licht verbeterd van 0,56 naar 0,55. Er zijn 127 beverratten gevangen dankzij een extra vanginspanning. Bereikt in (planperiode): 1. Het laatste knelpunt (steenbekleding Nieuwstad) e van de in de 2 toetsronde geconstateerde knelpunten is opgelost. Het plan van aanpak voor het onderzoek naar de bruikbaarheid van de oude slaperdijken in het overstromingsrisicobeheer is in voorbereiding. 2. In 2015 zijn de waterbergingsgebieden ingericht en voldoen de regionale waterkeringen aan de norm van 1:100. De normen voor wateroverlast in de regionale watersystemen worden in 2010 in de POV opgenomen. De maatregelen zijn uiterlijk in 2015 uitgevoerd. 3. Op 12 november 2009 is de Nota 'Status, toestand, kwaliteitsdoelen en maatregelen voor oppervlakte- en grondwaterlichamen in de provincie Groningen' vastgesteld. In de beheersplannen van de waterschappen zijn maatregelen opgenomen om de doelstellingen uit bovengenoemde nota te realiseren. 4. De Regionale Droogtestudie Noord-Nederland moet uitwijzen of in de toekomst voldoende water beschikbaar blijft en welke maatregelen evt. nodig zijn. 5. Bij de huidige inzet zal de norm voor muskusratten naar verwachting in 2013 worden bereikt. Per 1 januari 2011 zal naar verwachting de bestrijding van muskus- en beverratten worden overgenomen door de waterschappen. Zodra beverratten worden gesignaleerd worden ze gevangen.
Schoon/veilig Groningen
135
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • •
Provinciaal Omgevingsplan/POP-uitwerking waterberging; Stroomgebiedsvisie Groningen/Noord- en Oost-Drenthe; Europese Kaderrichtlijn Water; Notitie Doorbraak Waterberging; Water 2000+; Actie- en uitvoeringsprogramma 2008; Nationaal Bestuursakkoord Water; Regionaal Bestuursakkoord Water; Meerjarenbeleidsplan muskusrattenbestrijding provincie Groningen.
Prioriteiten 2009 Regionale waterkeringen Gepland Activiteiten: • Afspraken over: - de nog te normeren regionale waterkeringen; - de veiligheidstoetsing van de regionale waterkeringen; - onderzoek naar wenselijkheid zonering langs regionale waterkeringen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aanvullende normering regionale waterkeringen; •
methodiek veiligheidstoetsing regionale waterkeringen;
•
afspraken zonering langs regionale waterkeringen.
Kwalitatieve informatie: • aanvullende normering en toetsingssystematiek regionale waterkeringen.
Gerealiseerd Activiteiten: • In overleg met de waterschappen is in de POV opgenomen dat de veiligheidsnorm voor de nog te normeren regionale waterkeringen vóór 1 januari 2011 wordt vastgesteld. In overleg met de waterschappen wordt invulling gegeven aan regels voor de veiligheidstoetsing van de regionale waterkeringen. In het POP is opgenomen dat samen met de waterschappen onderzoek wordt gedaan naar de wenselijkheid van zonering langs regionale waterkeringen Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Afspraken over aanvullende normering regionale waterkeringen in de POV opgenomen. • In de POV is opgenomen dat regels voor het beoordelen van de veiligheid van regionale waterkeringen worden vastgesteld. • In het POP is onderzoek naar de wenselijkheid van zonering langs regionale waterkeringen aangekondigd. Kwalitatieve informatie: • Afspraken hieromtrent zijn in de POV opgenomen.
Afhandeling Implementatie Kaderrichtlijn Water (KRW) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Behandeling zienswijzen op KRW-doelen in • De behandeling van de zienswijzen op de in het nauw overleg met waterschappen en Rijk. ontwerp-POP voorgestelde KRW-doelstellingen is afgestemd met de waterschappen en het Rijk. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Vaststelling van KRW-doelen in het nieuwe POP.
136
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Op 12 november 2009 is de Nota ‘Status, toestand, kwaliteitsdoelen en maatregelen voor oppervlakte- en grondwaterlichamen in de provincie Groningen’ vastgesteld. De Nota is onderdeel van het POP.
Schoon/veilig Groningen
Kwalitatieve informatie: • Invulling geven aan verplichtingen op grond van KRW-implementatiewetgeving.
Kaderrichtlijn Water, grondwater Gepland Activiteiten: • Start opstellen gebiedsdossiers grondwaterbeschermingsgebieden; • Operationele monitoring probleemstoffen grondwaterlichamen Nedereems/Rijn-Noord. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Risico-inventarisatie grondwaterbeschermingsgebieden Groningen; •
Aantal locaties met normoverschrijding Nedereems/Rijn-Noord.
Kwalitatieve informatie: • Overzicht risicovolle activiteiten grondwaterbeschermingsgebieden; • Inzicht concentratieverloop probleemstoffen Nedereems/Rijn-Noord. Implementatie Waterwet Gepland Activiteiten: • Vertaling van bestuurlijke verhoudingen en juridische instrumenten van de Waterwet in de Omgevingsverordening.
Kwalitatieve informatie: • Met het vaststellen van de Nota is invulling gegeven aan de verplichting op grond van de KRW-implementatiewetgeving.
Gerealiseerd Activiteiten: • Gebiedsdossier Sellingen afgerond; opstellen gebiedsdossier Onnen-De Punt gestart. • Jaarlijkse monitoring conform handboek monitoring KRW. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Onderdeel gebiedsdossiers: In het grondwaterbeschermingsgebied Sellingen zijn geen risicovolle activiteiten aangetroffen. • Ten opzichte van het jaar 2006 is het aantal overschrijdingen gedaald (75%). Kwalitatieve informatie: • Onderdeel gebiedsdossiers. •
Meerjarige meetreeks noodzakelijk om hierover uitspraken te kunnen doen.
Gerealiseerd Activiteiten: • De voorschriften en het beleid uit de Waterwet zijn vertaald en opgenomen in de Provinciale Omgevingsverordening (POV), die met het POP is vastgesteld.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Vaststelling hoofdstuk Water in de Omgevingsverordening.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In de POV is een hoofdstuk Water opgenomen.
Kwalitatieve informatie: • Invulling geven aan wettelijke verplichtingen en bevoegdheden op grond van de Waterwet.
Kwalitatieve informatie: • Met het vaststellen van de POV, het laten vervallen van enkele verordeningen en het aanpassen van de Grondwaterheffingsverordening is invulling gegeven aan de wettelijke verplichtingen uit de Waterwet.
Hoogwaterstudie 2025/2030 Gepland Activiteiten: • Afhankelijk van de uitkomsten van de in 2008 gestarte verkenning wordt verder onderzoek uitgevoerd naar maatregelen tegen wateroverlast na 2015; uitvoeren in 2009 en 2010. Daarbij de bodemdaling door aardgaswinning betrekken. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Maatregelen tegen wateroverlast uit de boezem na 2015;
Gerealiseerd Activiteiten: • De verkenning (quick-scan) is gestart en wordt medio 2010 afgerond. Op basis van de quickscan wordt besloten of een uitgebreide studie naar maatregelen nodig is (HOWA 2025.2030). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Afhankelijk van besluit tot uitgebreide studie.
Schoon/veilig Groningen
137
•
Maatregelen om gevolgen van bodemdaling door aardgaswinning te compenseren of te voorkomen.
•
Afhankelijk van besluit tot uitgebreide studie.
Kwalitatieve informatie: • Beperken wateroverlast uit de boezem.
Kwalitatieve informatie: • Door uitvoeren van infrastructurele maatregelen.
Droogtestudie Gepland Activiteiten: • Onderzoek uitvoeren naar het effect van klimaatverandering op de behoefte aan oppervlaktewater; uitvoeren onderzoek in 2008, 2009 en 2010.
Gerealiseerd Activiteiten: • Fase 1 van de Regionale Droogtestudie NoordNederland is gestart en wordt medio 2010 afgerond.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Maatregelen om effect van klimaatverandering te beperken; •
Implementatie nieuwe verdringingsreeks.
Kwalitatieve informatie: • De beschikbaarheid van oppervlaktewater voor landbouw, natuur, industrie etc. zoveel als mogelijk zeker stellen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In fase 1 wordt groslijst maatregelen opgesteld. In fase 2 (vanaf medio 2010) worden maatregelen doorgerekend. • Verdringingsreeks is opgenomen in POV. Kwalitatieve informatie: • Op dit moment kan voldoende water worden aangevoerd. De Regionale Droogtestudie NoordNederland moet uitwijzen of in de toekomst voldoende water beschikbaar blijft.
TOEGEVOEGD: Intensivering beverrattenbestrijding (IB2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • In verband met de toename van de vangsten in • De beverrattenbestrijding is in 2009 uitgevoerd 2008 is besloten een extra beverrattenbestrijder met 3,5 fte, waarvan 2,5 fte ten laste is gekomen in te zetten. Aan de LCCM is gevraagd een van het landelijke budget en 1 fte ten laste van groter aandeel van het landelijke budget aan de provincie en de waterschappen. Groningen toe te kennen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Alle beverratten, die worden gesignaleerd, vangen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2009 zijn 127 beverratten gevangen.
Kwalitatieve informatie: • Instroom van beverratten uit Duitsland in het grensgebied vangen. Beverratten in het binnenland wegvangen.
Kwalitatieve informatie: • In het binnenland bevinden zich nog beverratten. De instroom vanuit Duitsland blijft grote aandacht vragen.
TOEGEVOEGD: Proef muskusrattenbestrijding (actueel) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Onderzoek naar de mogelijkheid en • GS hebben besloten vooralsnog af te zien van wenselijkheid van een proef, waarbij in enkele het uitvoeren van de proef en aan te sluiten bij gebieden niet wordt bestreden. landelijk praktijkonderzoek. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • N.v.t.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • N.v.t.
Kwalitatieve informatie: • N.v.t.
Kwalitatieve informatie: • N.v.t.
138
Schoon/veilig Groningen
5.2
Milieu
Omschrijving thema Milieu Wij hebben in ons Collegeprogramma 2007-2011 als belangrijke trends opgenomen de verandering van het klimaat en de grote rol die duurzaamheid speelt bij de kwaliteit van onder meer het milieu. In bovenstaand kader richten wij er ons de komende jaren dan ook op dat het in de provincie Groningen zo duurzaam, gezond en veilig leven is. Daarbij gaat het om handhaving of verbetering van de milieukwaliteiten schoon, gezond, veilig, stil, duister, energiebesparing en het duurzaam gebruik van energiebonnen. (Zie ook programma Energiek Groningen, thema Energie en klimaat). Om invulling te geven aan de in ons collegeprogramma opgenomen trend duurzaamheid streven wij er naar dat duurzame ontwikkeling wordt meegenomen in allerlei beleidsontwikkelingen en projecten. Ons doel is om daarbij ook de onderwerpen donker en stilte te betrekken. Geluid van weg- en railverkeer, geur van bedrijven en luchtverontreiniging hebben in ons beleid prioriteit mede als gevolg van de opstelling van de gezondheidskaart. Op grond van deze prioriteiten ontwikkelen wij in 2009 een strategie om negatieve gezondheidseffecten op deze beleidsgebieden aan te pakken. Daarnaast zullen wij indien noodzakelijk aanvullende activiteiten ontwikkelen specifiek voor de provincie Groningen. Wij zien dat het Eemsmondgebied steeds duidelijker in beeld komt voor grootschalige industrievestiging, waaronder de kolencentrales. Dit betekent dat wij te maken krijgen met grote en complexe milieuvergunningen. Wij willen hierbij een duurzame balans vinden tussen een gezonde economische ontwikkeling en aandacht voor milieu en gezondheid. Uitgangspunt bij bodemsanering blijft, dat in 2030 alle ernstige verontreinigingen van de (water)bodem gesaneerd en/of onder controle zijn. Daarnaast streven wij in lijn met het rijksbeleid naar een situatie waarbij alle spoedeisende locaties voor 2015 zijn beheerst dan wel gesaneerd. Onderzoek daartoe doen wij in samenwerking met de gemeenten. Duurzaam gebruik van de bodem is leidend uitgangspunt in onze benadering, waarbij wij de rol van de bodemsanering en hergebruik van grond en bagger in gebiedsontwikkeling en in programma's zoals ISV en PLG zullen inbrengen. Nieuwe regelgeving (Besluit bodemkwaliteit) dwingt gemeenten en waterschappen tot integraal denken en handelen. Zij zijn hiervoor het bevoegd gezag. In dit speelveld zetten wij onze regierol voort om gemeenten en waterschappen te ondersteunen bij de implementatie van deze nieuwe regelgeving. Een goede implementatie van dit besluit biedt tevens kansen voor het realiseren van onze eigen beleidsdoelen. Op 1 januari 2009 treedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking. Zoals het nu lijkt, zal deze datum echter niet gehaald worden, en zal de wet naar alle waarschijnlijkheid een jaar later in gaan. Wij gaan door met de voorbereidingen en zullen samen met de gemeenten en waterschappen vorm geven aan de omgevingsvergunning, mede in relatie tot de één-loket gedachte, en streven daarbij naar modernisering van de regelgeving en betere dienstverlening.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten Het behouden en verbeteren van het leefmilieu in Groningen. Geplande prestatie-indicatoren 1. een actuele vergunning voor ieder bedrijf;
2. uitgevoerde toezichtbezoeken, onderzoek van meldingen en klachten en uitvoering van bestuurlijke handhavingacties;
Gerealiseerde prestatie-indicatoren 1. Eens per 5 jaar worden de vergunningen middels een toetsing actueel gehouden. Zonodig worden de vergunningen op basis hiervan aangepast. In 2009 zijn 8 actualiseringtoetsen uitgevoerd. 2. Ieder jaar wordt er een handhavinguitvoeringsplan opgesteld waarin inspectiebezoeken per bedrijf worden gepland. De planning is afhankelijk van naleefgedrag en bestuurlijke prioriteiten (risicomatrix). Dit jaar zijn de inspectiebezoeken conform planning en prioriteit verlopen. Er wordt een 24 uur-wacht onderhouden voor klachten en meldingen van ongewone voorvallen. Daar waar klachten een directe fysieke impact betreffen wordt er altijd een locatiebezoek direct uitgevoerd. Daar waar nodig gaat de geconsigneerde in geval
Schoon/veilig Groningen
139
3. ontwikkeld milieubeleid, gestimuleerde duurzame ontwikkeling, uitgevoerd provinciaal klimaatbeleid en uitgevoerde projecten;
4. inzake bodemsanering: • zuinig en duurzaam omgaan met primaire grondstoffen en deze waar mogelijk voor hergebruik inzetten; • onherstelbare schade aan (water)bodems te voorkomen; • sanering van gasfabrieksterreinen; •
het verbeteren van gebruiksmogelijkheden door functiegericht te saneren.
Te bereiken in (planperiode):
van een melding ook ter plaatse. In geval van voortdurende overtredingen staan ons bestuurlijke handhavingmiddelen ter beschikking. Ook in 2009 zijn instrumenten als bestuurlijke waarschuwing, dwangsom en bestuursdwang meerdere keren ingezet. 3. Nieuw beleid opgenomen in POP op gebied van licht en duisternis, gezondheid en milieu, geur, naast regulier beleid met betrekking tot luchtverontreiniging, geluid, externe veiligheid, diepe ondergrond, (water)bodembeheer (ontwikkelen bodemvisie gestart) en bodemsanering. Een nieuwe wettelijke taak is vergunningverlening kleine vliegvelden. 4. inzake bodemsanering: • Programma Duurzaam bodembeheer en uitvoering beleidsnotitie van Last naar Lust 2002-2012; • Uitvoering Meerjarenprogramma bodemsanering 2005-2009 • Uitvoering convenant gasfabrieksterreinen conform huidig beleid; • Uitvoering Meerjarenprogramma bodembescherming 2005-2009. jaarlijks tot vierjaarlijks
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Collegeprogramma 2007 - 2011; Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4); VROM-beleid ten aanzien van duurzame ontwikkeling en transities; POP Groningen; Provinciaal Milieuverordening (PMV); Meerjarenprogramma bodemsanering provincie Groningen 2005-2009; Beleidsbrief Bodem (ministerie van VROM, december 2003); Nota Grondstromenbeleid provincie Groningen; Handhavingsstrategie en -werkwijze; Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); Handhavingsprogramma 2008-2011; Handhavingsuitvoeringsprogramma 2009 dat vastgesteld wordt in 2009; Systeemschets Costa Due I; Convenant Duurzaam Bouwen; Noordelijk Ambitiestatement Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2008-2011; Innovatieve Actieprogramma Groningen (IAG); Beleidskader stedelijke vernieuwing provincie Groningen 2005-2009; Koers Noord, op weg naar Pieken; Operationeel programma Noord-Nederland 2007-2013; Beleids- en activiteitenagenda Economische Speerpunten Provincie Groningen 2004-2007; Toekomstagenda duurzame transportbrandstoffen 2008-2011.
Beleid in ontwikkeling in 2008, 2009: • Visie Duurzaam Bodembeheer; • Nota Bouwen en Wonen.
140
Schoon/veilig Groningen
Prioriteiten 2009 Grote en complexe vergunningprocedures Gepland Activiteiten: • Wij krijgen te maken met een aantal grote en complexe vergunningprocedures. Dit zijn o.a. nieuwe initiatieven en de reeds ingezette trajecten op energiegebied in het Eemshavengebied. Hierbij spelen ook mogelijke grootschalige complexe vergunningen op industrieel (chemie)gebied in Delfzijl (Eemdelta).
Gerealiseerd Activiteiten: De hectiek die voor 2009 was verwacht is ook uitgekomen voor een groot aantal projecten in dit gebied. • Een belangrijke wetstechnische ontwikkeling in 2009 was het in werking treden van de Rijkscoördinatieregeling grote energieprojecten (RCR) per 1 maart 2009. Gelet op het procedurestadium van een aantal relevante projecten op 1 maart viel, alleen het Eemsmond Energie project (aardgasgestookte elektriciteitscentrale 1150 MWe; Advanced Power) onder de RCR. Hierdoor vielen het NUON- en het RWEproject niet onder de RCR. De minister van EZ heeft hiervoor een uitzondering gemaakt. Op 5 oktober 2009 is helder geworden hoe de bevoegdheidsverdeling inzake de Natuurbeschermingswet is vormgegeven. Voor projecten in Delfzijl en de Eemshaven is in hoofdzaak de provincie Groningen het bevoegd gezag. Het ministerie van LNV is alleen nog bevoegd voor activiteiten in het 'betwiste gebied'. • Een andere belangwekkende zaak die een aantal procedures raakt in dit gebied maar ook elders in Nederland, is de discussie over de toetsing binnen individuele vergunningprocedures aan de NEC-richtlijn (Nationale emissieplafonds voor een aantal stoffen waaronder NOx en SO2). Bij een paar beroepszaken heeft de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State prejudiciële vragen gesteld over deze toetsing aan het Europese Hof van Justitie. Ten behoeve van deze procedure heeft ook de provincie Groningen (inzake RWE-project) de nodige inbreng geleverd ten behoeve van het lidstaatstandpunt richting het Hof (standpunt Nederland 4 september 2009). De uitkomst van het Hof wordt pas eind 2010/begin 2011 verwacht. Dit element heeft een rol gespeeld bij de relevante vergunningprojecten in 2009. Voor een aantal projecten is hieronder per project aangegeven wat de hoofdactiviteiten in 2009 zijn geweest: 1. ELT (LNG-terminal): indienen en procedure (deels) van een aanvraag voor een Nb-wete vergunning; afronding 1 helft 2010. 2. NUON: aanvulling aanvraag Wm-Wvo/Wwh en in procedure brengen; GS-besluit Wm 7 juli 2009. Nieuwe zaak bij de RvS; schorsingsverzoek is afgewezen in oktober 2009. Nu in afwachting van StAB-verslag en zitting bodemzaak in 2010. Het overgrote deel van de Nb-wet bezwaar-
Schoon/veilig Groningen
141
•
•
•
• •
•
142
Wij moeten in deze procedures een wettelijke coördinerende taak vervullen. Wij beschikken over onvoldoende personele capaciteit, zowel kwalitatief als kwantitatief. Om dit probleem te ondervangen maken we gebruik van externe
•
en beroepsprocedure heeft in 2009 plaatsgevonden. In 2009 is de bouw gestart. 3. RWE: Verzoek om schorsing is op 19 juni 2009 afgewezen. Beroep in hoofdzaak loopt nog. Het overgrote deel van de Nb-wet bezwaaren beroepsprocedure heeft in 2009 plaatsgevonden. 4. Vergroten en verdiepen Eemshaven: In 2009 is de vergunning Nb-wet verleend en het overgrote deel van de bezwaar- en beroepsprocedure Nb-wet heeft in 2009 plaatsgevonden. 5. Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee: het Tracébesluit is door de ministers van VenW en VROM genomen en ter inzage gelegd. 6. Eemsmond Energie: De MER en de aanvragen zijn in 2009 in procedure gebracht onder de RCR. Het betreft een groot aantal aanvragen dat gecoördineerd wordt verleend door de verschillende bevoegde gezagen. Afronding procedure in 2010. 7. VOPAK (grootschalige bovengrondse strategische olieopslag): De MER en de aanvragen zijn in 2009 in procedure gebracht. De coördinatie wordt door de provincie uitgevoerd. Afronding procedure in 2010. In relatie tot bovenstaande projecten wordt invulling gegeven aan natuurcompensatie in de nabijheid van de Eemshaven. Voorbereiding was in 2009 ten behoeve van de uitvoering in 2010. Voor de afvoer van de elektriciteit vanuit de Eemshaven is een verbeterde, dan wel nieuwe infrastructuur nodig van TenneT. Hierover is in 2009 veelvuldig en intensief overleg gevoerd. In Delfzijl zijn diverse vergunde energieprojecten in uitvoering gekomen, zoals E.ON Energy from Waste (voorheen BKB) en is er ten behoeve van Evelop Ontwikkeling BV een revisievergunning gestart. BO2GO heeft een oprichtingsvergunning gekregen voor de realisatie van een torrifecatieinrichting. De chemieprojecten in Delfzijl hebben toch wel te lijden gehad van de recessie. Brunner Mond is per 1 oktober 2009 gesloten. Andere bedrijven hebben hun productie teruggedraaid, dan wel deels gestopt. Hierover is veelvuldig overleg gevoerd met de provincie. Zo is bijvoorbeeld ook de geplande uitbreiding van BioMCN wat betreft de groene methanolproductie vertraagd geraakt en zal pas in 2010 geformaliseerd worden. Gezien de hiervoor genoemde activiteiten is wederom in 2009 gebruik gemaakt van externe adviesbureaus, voor zowel de inhoudelijk/ technisch als juridische ondersteuning. Hiertoe zijn bij de VJN2008 extra financiële
Schoon/veilig Groningen
•
detacherings- en adviesbureaus. bijdragen aan een gunstig vestigingsklimaat.
•
middelen beschikbaar gesteld. De vestiging van bovengenoemde bedrijven leidt tevens tot uitbreiding van de infrastructuur (380 KV, Buisleidingenstraat etc.) waardoor er weer andere nieuwe bedrijven hier naar toe willen komen (datahotels, windmolenbouw en toelevering).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwalitatieve informatie: • Met de inzet van externe bureaus kunnen wij (nieuwe) bedrijven adequate en tijdige vergunningverlening garanderen. Hiermee bevorderen wij een gunstig vestigingsklimaat voor nieuwe initiatieven.
Kwalitatieve informatie: • De inzet van de externe bureaus hebben bijgedragen aan de hiervoor genoemde activiteiten. Met ingang van 2010 worden zware projecten door eigen projectleiders geleid.
Wabo Met de inwerkingtreding van de Wabo gaat de provincie omgevingsvergunningen verlenen waarin de toestemmingsvereisten voor milieu, wonen, bouwen, slopen, indirecte lozingen etc. moeten worden meegenomen, binnen de daarvoor gestelde termijnen. Voor de uitvoering van de Wabo is in het kader van de VJN2008 voor nieuw beleid voorlopig 3 fte's - op jaarbasis € 240.000 vanaf 2009 beschikbaar gesteld (zie deel 2. onderdeel 9. Overzicht algemene dekkingsmiddelen tabel 9.3). Gepland Activiteiten: • De Wabo vergt veel coördinatie en afstemming met de Groningse gemeenten.
De inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is als gevolg van de complexiteit van de regelgeving en de ICTvoorzieningen wederom uitgesteld. Als richtdatum voor de inwerkingtreding wordt inmiddels uitgegaan van 1 juli 2010.
Gerealiseerd Activiteiten: • De voorbereiding van de organisatie op de inwerkingtreding van de Wabo is in 2009 onverminderd voortgezet en geïntensiveerd: - Er zijn onder meer pilots georganiseerd om de werkafspraken met de ketenpartners op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving te testen. - Er is actief bijgedragen aan het testen van de digitale voorziening: het 'Omgevingsloket Online' (OLO). - Er zijn uitgangspunten voor het gebruik van het OLO tot stand gekomen. - Het opleidingstraject heeft vorm gekregen; er zijn sleutelfiguren geïnstrueerd om de organisatie op te kunnen leiden. - Het communicatietraject met de provinciale bedrijven is in de steigers gezet. - Tenslotte is het interne plan van aanpak Wabo-ICT tot stand gekomen. Als gevolg van de ‘package deal’ Mans/eindbeeld Wabo zoals VROM, IPO en VNG zijn overeengekomen, wordt de bevoegdheidsverdeling tussen de provincie en gemeenten ingrijpend gewijzigd. Dit heeft consequenties voor de werkafspraken zoals deze zijn gemaakt met de ketenpartners en daarom kan de samenwerkingsovereenkomst
Schoon/veilig Groningen
143
• •
Verlenen van omgevingsvergunningen. Verrichten van controle en inspectiebezoeken vanuit handhaving.
• •
nog niet worden gesloten. Er vindt overleg plaats om de uitgangspunten eerst vast te leggen in een raamovereenkomst in afwachting van de aanpassingen en eventuele uitbreiding van de werkafspraken. Nog niet aan de orde (zie hierboven). Nog niet aan de orde (zie hierboven).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwalitatieve informatie: • Vanuit de één-loket gedachte en klantgerichtheid worden vergunningenstelsels geïntegreerd en wordt één integrale omgevingsvergunning verleend en gehandhaafd met ons als bevoegd gezag. • Snellere dienstverlening.
Kwalitatieve informatie: • Nog niet aan de orde (zie hierboven).
Handhaving Gepland Activiteiten: • Projecten opstarten (rond omgevingsvergunning en eenduidig toezicht ) in het kader van de deregulering van verschillende VROMvergunningen voor wonen, ruimte en milieu (zo veel mogelijk samenvoegen). De nieuwe werkwijze zal consequenties hebben voor het verlenen van vergunningen en voor onze toezichts- en handhavingstaken, onder andere een meer integrale benadering.
•
Uitvoering geven aan structurele oplossing van klachten en meldingen bij bedrijven die geuroverlast veroorzaken.
•
Naast onze reguliere programmatische uitvoering van onze toezicht en handhavingstaken zijn wij proactief op het vlak van de ontwikkelingen in de vergunningverlening, toezicht en handhaving, met als doel te komen tot eenduidig en integraal toezicht. Het vakgebied milieutoezicht ontwikkelt zich snel onder invloed van interne en externe krachten. Intern speelt het streven naar een verbeterde bedrijfsvoering, waarbij effectiviteit en efficiency sleutelwoorden zijn. Buiten de organisatie speelt deze discussie ook. Hier spelen zaken als professionaliteit (kennis en kunde) en "decentraal waar kan, centraal waar moet". We zorgen vanuit een klant- en
144
•
Nog niet aan de orde (zie hierboven).
Gerealiseerd Activiteiten: • De invoering van de omgevingsvergunning is weer uitgesteld, zodat nog steeds niet duidelijk is hoe een en ander er precies uit gaat zien. De activiteiten ter voorbereiding op de omgevingsvergunning waren dan ook basaal. Wel is de nieuwe Waterwet per 22 december in werking getreden. In dat kader hebben wij thans het bevoegd gezag voor een aantal lozingssituaties overgenomen van de waterschappen en Rijkswaterstaat. In 2009 zijn daarvoor de nodige voorbereidingen getroffen. Wel zijn in 2009 in het kader van vernieuwend toezicht de nodige pilots gestart en gedraaid over systeemtoezicht, concernbenadering en afgestemd toezicht. • Dit proces is ook in 2009 onverminderd voortgezet. Bij een aantal bedrijven zijn de problemen inzichtelijk en de problemen grotendeels opgelost of is men daarmee bezig. In enkele gevallen (2 bedrijven) blijft het vooralsnog een problematische situatie. De acties lopen door in de komende jaren. • Het Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) is verder ontwikkeld. Met de Wabo en vernieuwend toezicht in het vizier is de noordelijke samenwerking (Groningen, Friesland en Drenthe) verder onderzocht. Met name op het gebied van Brzo en vuurwerk is de samenwerking ver doorgevoerd. Voor het toezicht in het kader van groene en blauwe wetten geldt dat er meer en meer afspraken worden gemaakt over samenwerking, onderlinge ondersteuning en vervanging.
Schoon/veilig Groningen
partnergerichte organisatiecultuur voor een goede toezicht- en handhavingstructuur. Dat kan een (noordelijke) netwerkorganisatie zijn of een omgevingsdienst. Uiteraard vinden verkenningen op dit vlak in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van vergunningverlening en onze handhavingspartners. De provincie heeft in deze netwerkorganisatie een coördinerende rol voor de complexe industrie. Zij zorgt via procesmatige (niet inhoudelijke) coördinatoren dat de juiste kennis en kunde vanuit de deelnemende overheden op de juiste plaats worden ingezet. Integrale inspecties en rapportages zijn daarbij de werkvorm. Dit vraagt zeer goede ICT-voorzieningen, zodat de netwerkorganisatie virtueel één kantoor is. Nadere uitwerking van de huidige Gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR) zien wij daarbij als model. In het GIR verwerken overheden hun toezichtdata en genereert de provincie voor de complexe industrie een integraal toezichtrapport. Voor een bredere basis in het benutten van kennis en kunde onderzoeken we de mogelijkheden van de uitbouw van de huidige BRZO-samenwerking met de provincies Drenthe en Fryslân. Beoogd resultaat is een flexibele pool van kennis en kunde waardoor de provincies op de uitvoering van hun taken robuuster worden. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • grijs preventief toezicht: ca. 845 inspecties; • • • • • • • •
100% toezicht op vergunningplichtige vuurwerkevenementen; 100% toezicht op uitvoering bodemsaneringen; 100% toezicht op vergunningen Natuurbeschermingswet; 10-80% controle op machtigingen afschot ganzen, zwanen, vossen, eenden en overig; blauw preventief toezicht: circa 40 inspecties Grondwaterwet; blauw preventief toezicht: circa 120 inspecties Whvbz; regievoerders: beoordelen uitvoeringsprogramma's en jaarverslagen 28 gemeenten/ waterschappen; MER/SMB: begeleiding circa 30 MERprocedures.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Inventarisatie bij de toezichthouders wijst uit dat sprake is van ca. 100% gerealiseerde bezoeken. • gerealiseerd; • •
nagenoeg gerealiseerd; gerealiseerd;
•
gerealiseerd;
•
gerealiseerd;
•
gerealiseerd;
•
gerealiseerd;
•
gerealiseerd en doorlopend in 2010;
Kwalitatieve informatie: • in nauwe samenwerking met onze handhavingspartners komen tot eenduidig en integraal toezicht; • herziening handhavingsstrategie;
Kwalitatieve informatie: • Hier is veel energie ingestoken en krijgt steeds meer vorm.
•
•
•
uitvoering geven aan handhavinguitvoeringsprogramma, met als speerpunt bodem; verdere professionalisering van de handhaving(sorganisatie).
•
•
gerealiseerd, de nieuwe strategie is op 15 december 2009 door ons vastgesteld. gerealiseerd; Het KMS is verder gevuld en is meer ingebed in het dagelijkse werk.
Schoon/veilig Groningen
145
TOEGEVOEGD: Convenant bodemontwikkelingsbeleid (koersverhaal VJN2009)
Gepland Activiteiten: • Ondertekening van het convenant Bodemontwikkelingsbeleid in 2009 door VROM, LNV, V&W, IPO, VNG en UvW.
Gerealiseerd • In juli 2009 is het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en de aanpak spoedlocaties ondertekend. De doelstellingen die zijn gesteld in het convenant zijn opgenomen in het provinciaal Meerjarenprogramma Bodemsanering 2010-2014 dat in 2010 bestuurlijk zal worden vastgesteld.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen
Kwalitatieve informatie: • Geen
Kwalitatieve informatie: • Geen
TOEGVOEGD: Bijdrage De Eendracht Appingedam (VJN2009 en IB2009) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Geen • Financiële middelen zijn gezocht in verband met de bestuurlijke toezegging van 2007. Middelen hiervoor zijn beschikbaar gesteld. Het interne 'probleem' is hiermee opgelost. De projectgroep is inmiddels geformeerd. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen
Kwalitatieve informatie: • Geen
Kwalitatieve informatie: • Geen
146
Schoon/veilig Groningen
5.3
Risicobeleid/Veiligheid
Omschrijving thema Risico- en veiligheidsbeleid Wij dragen bij aan een veilige provincie door een toename van veiligheid en een afname van het gevoel van onveiligheid bij de inwoners. Hiervoor wordt de komende jaren zowel intern (de ambtelijke provinciale organisatie) als extern aandacht besteed aan veiligheid. De provinciale activiteiten op dit terrein worden beschreven in het Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2008-2009. In 2006 is het uitvoeringsprogramma extern veiligheidsbeleid 2006-2010 vastgesteld en in 2007 het jaarplan 2008. Via het programma wordt externe veiligheid opgenomen in milieuvergunningen en bestemmingsplannen. De risico's van gebruik, transport en opslag worden gecommuniceerd met burgers. Het Rijk subsidieert dit programma. De provincie is regisseur van de uitvoering. Het programma wordt uitgevoerd samen met de gemeenten, de regionale brandweer, de gemeentelijke samenwerkingsverbanden en de eigen provinciale afdelingen. De verantwoordelijkheid hiervoor is grotendeels neergelegd bij het steunpunt Externe Veiligheid Groningen. Dit steunpunt is in 2006 geformeerd.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten 1. De provinciale organisatie is goed voorbereid op calamiteiten en rampen in de provincie en de plannen worden geoefend. 2. De provincie stelt zich actief op in de (voorbereiding op de) rampenbestrijding. 3. Er is toezicht op de politietaak met betrekking tot de handhaving van de openbare orde en hulpverlening aan de burgers. 4. Bevolking en intermediairs zijn goed geïnformeerd over risicosituaties, preventie en bestrijding van rampen met behulp van middelen die de provincie ter beschikking stelt. 5. Bij milieubesluiten en besluiten van ruimtelijke ordening wordt rekening gehouden met risico's van gevaarlijke stoffen. Te bereiken in (planperiode):
2009-2011
Relevante beleidsnota's/informatie • • • •
website www.risicokaart.provinciegroningen.nl; Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2008-2009; Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding Regio Groningen 2005-2009; Uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010 'Samen sterk, samen veilig'.
Prioriteiten 2009 Provinciaal Veiligheidsbeleid Gepland Activiteiten: • uitvoering Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2008-2009; •
participeren in het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Groningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • een rapportage over het uitgevoerde beleid van 2008;
Gerealiseerd Activiteiten: • De activiteiten die in 2009 zijn gerealiseerd worden waar nodig via de programmabegroting aan Provinciale Staten gerapporteerd. • Wij hebben ook dit jaar geparticipeerd in het RPC Groningen. De commissaris van de koningin is voorzitter van het bestuur van de stichting. • Het RPC heeft diverse projecten uitgevoerd en een bijeenkomst georganiseerd met als thema 'cybercrime'. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2009 hebben wij een rapportage uitgebracht over het gevoerde beleid van 2008.
Schoon/veilig Groningen
147
•
deelname aan alle bestuursvergaderingen en platformbijeenkomsten van het RPC Groningen.
Kwalitatieve informatie: Geen.
We hebben deelgenomen aan de bestuursvergaderingen en platformbijeenkomsten van het RPC Groningen.
Kwalitatieve informatie: Geen.
Crisismanagement Gepland Activiteiten: • actualisering provinciaal coördinatieplan (PCP); •
opleidings- en trainingstraject van potentiële deelnemers aan het Provinciaal Actiecentrum (PAC);
•
organisatie oefening Regionaal Beleidsteam (RBT).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • trainingsbijeenkomsten voor PAC-medewerkers;
•
deelname aan oefeningen: als deelnemer, als responscel of bijwonen van MDO-overleg;
•
het feitelijk plaatsvinden van een RBT-oefening.
Kwalitatieve informatie: • de positionering van potentiële PACmedewerkers in hun rol moet verbeteren; zowel door opleiding als door oefening; • doelen van het multidisciplinaire oefenbeleidsplan dienen gehaald te worden; • de kwaliteit van de RBT-oefening zal blijken uit de evaluatie.
Risicokaart Gepland Activiteiten: Ons college is wettelijk verantwoordelijk voor het beheer van de provinciale risicokaart van Groningen. Het bevoegd gezag - veelal gemeenten, maar ook de provincie - is wettelijk verantwoordelijk voor de actualisatie van deze kaart. Het steunpunt Externe Veiligheid Groningen ondersteunt gemeenten hierbij. Aan de hand van ervaringen van professionele gebruikers met de professionele en/of de openbare 148
•
Gerealiseerd Activiteiten: • Het PCP werd digitaal (vooral met betrekking tot bereikbaarheidsgegevens) geactualiseerd. • De vaste kernfunctionarissen PAC zijn ten behoeve van hun functie opgeleid en zijn in hun functie beoefend (onder begeleiding van de Radboud Universiteit Nijmegen door het oefenen van scenario's). • Een RBT-oefening werd georganiseerd. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De vaste kernfunctionarissen hebben bijna allemaal al de basismodule Crisismanagement gevolgd en zijn intern opgeleid voor specifieke onderdelen van hun functie. • Deelgenomen werd aan de overleggen van de Multidisciplinaire Oefencoördinatie Groningen (MDOG). • Er werd 1 RBT-oefening gehouden. De oefening werd verdeeld over 3 ochtenden met daarin een 'oplopend' scenario. Kwalitatieve informatie: • De vaste kernfunctionarissen PAC zijn in staat hun werkzaamheden naar behoren uit te voeren. • •
De jaarrapportage MDOG 2009 is nog niet e gereed (oplevering waarschijnlijk 2 helft 2010). In november/december heeft een RBT-oefening plaatsgevonden met scenario grieppandemie. Daarbij werd tevens beoefend het RBT oude stijl (het huidig model crisismanagement) en het RBT nieuwe stijl (volgens het wetsvoorstel Wet veiligheidsregio's). De Radboud Universiteit Nijmegen, de begeleider van de oefening, zal deze oefening evalueren.
Gerealiseerd Activiteiten: • Alle gemeenten zijn bezocht om het belang van het goed vullen van de kaart te onderstrepen; • De risicokaart is aan het publiek gepresenteerd op de Open Monumentendag. • In de gemeentebezoeken van de CdK wordt aandacht besteed aan de risicokaart; • Er is een publieksfolder verschenen over de
Schoon/veilig Groningen
risicokaart heeft het IPO in 2006 een analyse gedaan naar de functionaliteit van de model risicokaart. Daarnaast hebben de provincies in 2007 is onderzoek gedaan naar de communicatieve functie en gebruiksvriendelijkheid van de openbare risicokaart. Op basis van de resultaten uit de analyse en het communicatieonderzoek hebben de provincies een advies opgesteld voor de doorontwikkeling van de professionele model risicokaart. De activiteiten die hieruit voortvloeien zijn daarna landelijk opgepakt en worden in 2009 verder uitgevoerd. Wij participeren in deze ontwikkelingen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • de publieke risicokaart Groningen is actueel en voor burgers beschikbaar op het internet; • de professionele risicokaart Groningen is actueel en voor (externe) professionals beschikbaar; •
25-50 adviezen aan gemeenten (van het steunpunt externe veiligheid).
Kwalitatieve informatie: De risicokaart van de provincie Groningen - een samenwerking tussen de provincie, de gemeenten en de hulpverleningsorganisaties in de provincie Groningen - bestaat uit een versie voor professionals en een versie voor publiek. Deze laatste versie is te vinden via de website van de provincie Groningen en op www.risicokaart.provinciegroningen.nl. Op de risicokaart staan zowel potentiële veroorzakers van risico's als degenen die mogelijk door de risico's zullen worden getroffen. De professionele risicokaart - die voor een beperkte groep beschikbaar is - kan gebruikt worden bij rampenbestrijding en ook - proactief - in de sfeer van ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld ter voorkoming van vestiging van risicobronnen bij bebouwing met een woonfunctie. Toetsing en Toezicht Gepland Activiteiten: • Aangezien praktisch de gehele toezichthoudende taak van de provincie verdwijnt zullen de activiteiten worden geconcentreerd op overdracht en provinciale preparatie op nieuwe taken.
• • • •
Risicokaart. De technische ondersteuning voor de kaart is verbeterd. De toegankelijkheid van de risicokaart via gemeentelijke websites is verbeterd. De risicokaart is gedemonstreerd aan PACmedewerkers. De communicatie rond de risicokaart is opgepakt; zowel burgers als professionele gebruikers moeten de kaart gemakkelijk kunnen vinden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De publieksversie van de risicokaart is nog niet volledig en actueel. • De professionele kaart is via een inlogcode beschikbaar voor (externe) professionals. Ook de professionele kaart is nu 24/7 beschikbaar; • Er zijn 139 adviezen verstrekt aan gemeenten. Kwalitatieve informatie: Mede door de inspanningen van het Steunpunt Externe Veiligheid wordt de kaart steeds beter en sneller voorzien van nieuwe of veranderde informatie.
Gerealiseerd Activiteiten: • Het wetsvoorstel Wet veiligheidsregio's ligt nog ter behandeling in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Met de Veiligheidsregio Groningen i.o. vindt overleg plaats over de overname van de cdKtaken: bestuurlijke informatievoorziening, bestuurlijke coördinatie en de coördinatie bijstand (de afstemming tussen diverse partijen over te leveren eenheden door de parate diensten en middelen, met daaraan gekoppeld de instemming van de CdK).
Schoon/veilig Groningen
149
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • overdracht van het resultaat van onze toetsing aan de veiligheidsregio (rampenplannen, rampbestrijdingsplannen en calamiteitenplannen).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Dit heeft niet plaatsgevonden omdat de Wet veiligheidsregio’s nog niet door het parlement is vastgesteld (datum inwerkingtreding is nog onbekend).
Uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010 Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • het rapporteren over de programma-activiteiten • De rapportage over het jaar 2008 is opgesteld. in 2008; • het uitvoeren van het jaarplan 2009; • Het jaarplan 2009 is uitgevoerd. • het opstellen van het jaarplan 2010. • Het concept jaarplan 2010 is opgesteld. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • de halfjaarrapportages over het uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010; • het aantal adviezen van het steunpunt.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De notitie met de terugblik op de eerste helft van 2009 is opgesteld.
Kwalitatieve informatie: • de terugkoppeling van de gemeenten over het functioneren van het steunpunt Externe Veiligheid Groningen.
Kwalitatieve informatie: • De gemeenten zijn tevreden over het functioneren van het steunpunt. Zij willen het steunpunt in de periode 2011-2014 voortzetten.
150
•
Het steunpunt heeft 139 adviezen verstrekt.
Schoon/veilig Groningen
5.4
Lasten/baten en analyse Schoon/veilig Groningen
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2008
SCHOON/VEILIG GRONINGEN Water Water Waterschapsaangelegenheden Muskusrattenbestrijding Milieu Coördinatie Milieu (algemeen) Bodemsanering Duurzaambodembeheer en afval Vergunningverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen Risicobeleid en veiligheid Openbare orde en veiligheid
Totaal schoon/veilig Groningen
Omschrijving
Milieu Coördinatie Milieu (algemeen) Bodemsanering Duurzaambodembeheer en afval Vergunningverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen Risicobeleid en veiligheid Openbare orde en veiligheid
5.565.024 3.068.065 433.869 2.063.090
5.981.848 2.431.450 449.913 3.100.485
27.451.635
28.455.789
27.501.014
4.606.725 11.602.744 2.022.272 4.348.544 4.814.550 56.800
7.029.874 11.532.189 1.914.820 4.503.220 3.405.370 70.316
5.870.834 11.374.817 1.717.117 4.587.193 3.885.191 65.862
2.381.499 2.381.499
2.708.315 2.708.315
2.717.936 2.717.936
36.089.602
36.729.128
36.200.798
Schoon/veilig Groningen
BATEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
2.399.491 1.595.254
1.510.360 740.160
1.813.179 707.819
804.237
770.200
1.105.360
9.382.281
10.801.632
10.303.759
609.165 8.898.255 44.921 44.033 143.273 357.367-
1.012.000 9.270.600 274.000 85.000 155.032 5.000
1.055.849 8.855.115 125.634 100.616 163.895 2.650
1.360.454 1.360.454 13.672.446 23.056.682 36.729.128
1.567.317 1.567.317 13.684.255 22.516.543 36.200.798
1.385.715 1.385.715 13.167.487 22.922.116 36.089.602
Nadelig slot schoon/veilig Groningen Totaal schoon/veilig Groningen
gerealiseerd bedrag 2009
6.256.469 3.163.646 437.411 2.655.412
gerealiseerd bedrag 2008
SCHOON/VEILIG GRONINGEN Water Water Waterschapsaangelegenheden Muskusrattenbestrijding
LASTEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
151
Analyse programma Schoon/veilig Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 18.384.112 18.345.016 36.729.128 13.672.446 23.056.682
Realisatie 19.606.007 16.594.791 36.200.798 13.684.255 22.516543
Saldo -1.221.895 1.750.225 528.330 11.809 540.139
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaal niveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema. Thema Water
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 3.598.751 1.966.273 5.565.024 1.510.360 4.054.664
Realisatie 4.055.858 1.925.990 5.981.848 1.813.179 4.168.668
Saldo -457.107 40.283 -416.824 302.819 -114.004
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 343.102 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • • • • • • • •
• • •
• •
152
Binnen het product Water vallen enkele toegekende subsidies en opdrachten uit voorgaande jaren vrij ten gunste van de algemene middelen. Voor het Actieprogramma Water is een deel van de vrijvallende middelen gestort in de reserve ESFI voor waterberging Meerstad. Daarnaast zijn er kosten aan derden doorbelast. De Stuurgroep Water 2000+ laat een positief resultaat zien omdat er meer kosten aan derden zijn doorbelast dan is voorzien. Daarnaast is de afrekening van het ministerie over 2008 verantwoord. Voor de grondwaterwinning Onnen is vanwege niet gebudgetteerde BTW het budget overschreden. In 2009 is er minder grondwater gewonnen dan geraamd waardoor de baten lager uitvallen. De uitgaven voor de metingen grondwater monitoring worden bekostigd uit het grondwaterfonds. Van de geraamde uitgaven in 2009 wordt een deel niet besteed dit betekent een lagere onttrekking aan het fonds. De middelen voor het systeem Regis zijn niet besteed en blijven beschikbaar binnen het Grondwaterfonds. Het budget Onderzoek Waterhuishouding is niet volledig besteed omdat zich hier geen omstandigheden hebben voorgedaan die aanleiding hebben gegeven voor een hogere besteding. In 2009 is geen aanspraak gemaakt op de middelen in het kader van de kaderrichtlijn water kleinschalig waterbeheer. Er zijn geen projecten ingediend door de Waterschappen, naar verwachting gebeurt dit in 2010 wel. De kapitaallasten voor flankerend beleid polder valt lager uit dan oorspronkelijk begroot. Ten opzichte van het reguliere budget muskusratbestrijding zijn de bestrijdingskosten hoger uitgevallen dan begroot. Dit wordt deels veroorzaakt door de voorbereidingskosten voor de proef met het niet bestrijden van muskusratten. Daar staat een hogere bijdrage van de waterschappen tegenover. Via de landelijke organisatie voor de beverratbestrijding is de vergoeding voor het jaar 2009 ontvangen. Via deze organisatie heeft de provincie Groningen 2,5 fte toegewezen gekregen. Overige verschillen.
Schoon/veilig Groningen
66.240 90.670 45.115 -66.242 -51.232 46.150 5.000 29.500 80.000
-144.633 137.920
90.830 13.784
Thema Milieu
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 13.243.754 15.212.035 28.455.789 10.801.632 17.654.157
Realisatie 13.998.165 13.502.849 27.501.014 10.303.759 17.197.256
Saldo -754.412 1.709.186 954.774 -497.873 456.901
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 1.211.313 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • •
•
• •
•
•
•
Binnen het product milieu algemeen vallen enkele verplichtingen uit voorgaande jaren vrij. Het overschot op het krediet uitvoering milieutaken wordt met name veroorzaakt doordat er één project uiteindelijk niet is uitgevoerd. Voor het EDR-Interreg IVaproject Neue Energie Niederlande Deutschland (NEND) is € 15.000 gereserveerd. Hiervoor is een voorstel gedaan om € 15.000 over te boeken naar 2010. Van het niet bestede budget betreffende Milieu- en economische activiteiten wordt voorgesteld voor het (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven) SLOKprogramma € 15.000 en voor het Interregproject 'Expertisecentrum scholenbouw" van € 2.500 over te boeken naar 2010 Voor het SLOK-programma heeft het Rijk voor de jaren 2009 t/m 2011 totaal € 301.916 beschikbaar gesteld. Voor de middelen betreffende 2009 wordt bij het rekeningresultaat voorgesteld deze toe te voegen aan het budget voor 2010. Het Actieplan Biomassa is een meerjarig programma. Het budget voor 2009 was deels bedoeld voor de uitvoering van twee programma's. Namelijk het 100.000 voertuigenplan (2008-2011) en het SLOK-programma (2009-2012). De vaststelling van beide programma's heeft later plaatsgevonden dan oorspronkelijk was gepland. Dit betekent dat de uitvoering van beide programma's ook later is begonnen en dat een deel van het budget voor 2009 nog niet is besteed en doorloopt naar 2010. De restantmiddelen worden overgeboekt naar 2010. Op 14 maart 2008 is door de provincie samen met de gemeente Groningen, Gasunie, GasTerra, Rabobank, Waterbedrijf Groningen, Nuon en Essent het Energieconvenant Groningen ondertekend. Dit is een samenwerkingsverband voor de duur van 4 jaar (2008-2011). In deze samenwerkingsperiode brengen de partners afzonderlijk middelen bij elkaar. Deze middelen (bijeengebracht door meerdere partijen met doel meerjarige samenwerking aangaan) worden in de Energieconvenant periode (2008-2011) besteed aan uitvoeringsprojecten, waarbij uitgaven niet parallel aan uitvoeringsjaren lopen. De restantmiddelen worden overgeboekt naar 2010. Costa Due, fase II is bedoeld om het netwerk van 60 relevante stakeholders levend te houden. Verder is fase II bedoeld om de business cases en eventuele nieuwe project initiatieven verder te ondersteunen en de systeemschets up to date te houden. Het project Costa Due, fase II is met een half jaar verlengd (t/m halverwege 2010) om de nog openstaande projecten af te ronden. De restantmiddelen worden overgeboekt naar 2010. Het 100.000 voertuigenplan (VTP) voor de jaren 2008-2011, ook wel genoemd de Toekomstagenda duurzame transportbrandstoffen Noord-Nederland is een meerjarenprogramma van de provincies Groningen, Fryslan en Drenthe dat loopt van 2008 t/m 2011. Tevens worden de middelen ingezet als co-financiering in het kader van Europese (ADORE-IT, Intelligent Energy Europe) en rijkssubsidie (SLOK). Het 100.000 voertuigenplan is vastgesteld juni 2008. Na een aanloopperiode in 2008 is de uitvoering van het 100.000 voertuigenplan in 2009 op gang gekomen. De piek aan activiteiten wordt in 2010 verwacht. De restantmiddelen worden overgeboekt naar 2010.
Schoon/veilig Groningen
15.127 32.376
18.663
-54.709 138.194
104.311
124.247
136.009
153
•
•
•
•
•
•
• •
• • •
154
De middelen voor het 100.000 Woningenplan worden, conform besluitvorming, programmatisch meerjarig ingezet. Het 100.000 Woningenplan is later vastgesteld dan destijds voorzien, daarbij is het project 'Versnelde aanscherping energienorm' eveneens later in de uitvoering gekomen en heeft ook de indiening van een Interregproject vertraging opgelopen. De kosten zullen vooral in 2010 en 2011 worden gemaakt. De provincie Drenthe, Friesland en Groningen dragen elk één derde deel bij. Hiervan wordt € 209.965 overgeboekt naar 2010. Het begrote bedrag van het programma Leren voor Duurzaamheid is bedoeld voor cofinanciering voor LvDO programma 2008-2011. Het betreft een meerjarenprogramma in samenwerking met de provincies Groningen en Drenthe. De restantmiddelen worden overgeboekt naar 2010. Het project Voor de wind gaan! is in 2007 inhoudelijk afgerond. Het besluit tot vaststelling van de subsidie is door SenterNovem op 21 april 2009 afgegeven. GS heeft ingestemd het positieve saldo van € 55.367 toe te voegen aan de Apparaatskosten personeel (AKP). Het Energieakkoord Noord-Nederland, vertaald in het door Provinciale Staten vastgestelde programma Energie is een meerjarig programma, waarin behalve de provincie ook andere partijen participeren. Bij de Voorjaarsnota 2008 is deels incidenteel en deels structureel geld (€ 345.000) beschikbaar gesteld binnen het programma Energieakkoord, bestemd voor extra inzet voor de uitvoering van het Energieakkoord met het Rijk. Het is niet mogelijk om in dit geval de provinciale kredieten per jaar af te rekenen. Dit kan pas na afloop van het programma. De restantmiddelen worden overgeboekt naar 2010 Bij de Voorjaarsnota 2007 is voor de jaren 2008 t/m 2011 jaarlijks een bedrag van € 200.000 beschikbaar gesteld binnen het programma Energy Valley. Het krediet is bedoeld voor de co-financiering van projecten in de provincie Groningen die binnen het programma Energy Valley worden uitgevoerd en als procesgeld voor hetzelfde doel. Het provinciale Energy Valley krediet ad € 200.000 is ingezet ten behoeve van procesgeld en dan met name voor de voorbereiding van grote Koers Noord-aanvragen en een aantal subsidies voor kleinere projecten, die niet uit de grote programma's gefinancierd kunnen worden. Het budget 2009 is niet volledig benut, omdat een aantal projecten een langere doorlooptijd blijken te hebben. De restantmiddelen worden overgeboekt naar 2010. De totale kosten voor het programma Bodemsanering vallen ten opzichte van de begrote kosten lager uit € 463.301. De kosten voor bodemsanering worden voor het grootste deel door de Rijksbijdrage (€ 9.070.600) gedekt. Daarnaast komt een deel ten laste van derden/gemeenten (€ 200.000) en provincie (2009.ca € 527.000). Aangezien de werkelijke kosten lager zijn, vallen de bijdragen van het Rijk en derden/gemeenten ook lager uit (totaal € 411.920). Afwikkeling verplichtingen uit voorgaande jaren bij duurzaam bodembeleid en een lagere bijdrage aan het Landelijk Meldpunt Afval in verband met BTW-afrekening. De geraamde kosten van de nazorg zijn niet besteed doordat de gemeente Delfzijl alleen de in 2008 gemaakte kosten voor de uitvoering van de nazorg stortplaats Kloosterlaan bij de provincie in rekening heeft gebracht. De in 2009 gemaakte kosten worden in 2010 bij de formele sluiting van de stortplaats (medio 2010) bij de provincie in rekening gebracht. Daarnaast zijn de provinciale baggerspeciestortplaatsen Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending in 2009 nog niet gesloten, zodat hiervoor nog geen kosten zijn gemaakt. Deze kosten waren wel in de begroting opgenomen. Voor personele inzet en kosten nazorg zijn de totale kosten uitgekomen op € 119.784. Dit bedrag is onttrokken aan de Voorziening Nazorg. Bij de begroting is uitgegaan van een totale onttrekking van € 274.000. Het product Vergunningen is beperkt overschreden vanwege het feit dat de kosten voor de advertenties hoger zijn uitgevallen. Daarentegen is er een bijdrage van VROM geweest met betrekking tot de EU-richtlijn omgevingslawaai. Het product toezicht en handhaving kent een positief saldo. In 2009 is een groeiend aantal dwangsommen verbeurd en geïnd. Dit houdt o.a. verband met het slechte naleefgedrag van één bedrijf. Verder zijn er extra kosten gemaakt voor uitgebreide bemonstering en analyse ten behoeve van toezicht bij Accres, en kosten i.v.m. de implementatie van programma Squit. Schoon/veilig Groningen
269.965
55.667
55.367
81.417
127.061
51.381
42.335 143.411
-154.216 -5.611 9.927
•
•
De opbrengst van de ontgrondingenheffing is lager dan begroot, omdat de verleende ontgrondingenvergunningen betrekking hebben op minder gewonnen 3 m oppervlaktedelfstoffen. De kosten voor onderzoek daarentegen zijn enigszins lager uitgevallen. Overige verschillen.
4.725
15.666
Thema Risicobeleid en veiligheid
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.541.607 1.166.708 2.708.315 1.360.454 1.347.861
Realisatie 1.551.984 1.165.952 2.717.936 1.567.317 1.150.619
Saldo -10.377 756 -9.621 206.863 197.242
De totale directe kosten zijn t.o.v. de raming € 207.619 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
• •
Drie afdelingen leveren een bijdrage aan het programma Externe Veiligheid. De raming van de baten is opgenomen in het programma Externe Veiligheid. Zij is niet één op één overgenomen in de provinciale begroting. De gerealiseerde bedragen zijn zoals gebruikelijk toegevoegd aan de apparaatskosten personeel van de afdelingen. Als gevolg van een opschoonactie van verplichtingen uit voorgaande jaren 2007 en 2008 en lager uitgevallen kosten voor PAC-oefening en risicokaart is er een voordeel ontstaan. Overige verschillen.
Schoon/veilig Groningen
177.261
28.164 2.194
155
156
Schoon/veilig Groningen
6.
Energiek Groningen
Dit programma bestaat uit het thema Energie en klimaat. Het klimaatbeleid speelt dwars door de verschillende programma's. Het adaptatiebeleid komt bijvoorbeeld aan de orde bij het programma Schoon/Veilig Groningen, thema's Water en Milieu en het programma Gebiedsgericht. Dit programma vormt een uitwerking van het Energieakkoord Noord-Nederland, dat op 8 oktober 2007 is afgesloten tussen de vier Energy Valley-provincies (Drenthe, Fryslân, Groningen en Noord-Holland) met het kabinet. Doelstelling van het Energieakkoord is om in 2011 in Noord-Nederland 40 tot 50 PJ duurzame energie op te wekken (het verbruik van een half miljoen huishoudens) en de CO2uitstoot met 4 tot 5 miljoen ton te verminderen (dat is de uitstoot van ca. 1,5 miljoen personenauto’s). Aandeel in de totale rekening 2009: 0,03%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
6. Energiek Groningen a. Energie en klimaat - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Energiek Groningen
rek ening 2008
raming 2009*
rekening 2009
119 0 119
119 0 119
250 0 250
119
119
250
* raming 209 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. Het thema van het programma Energiek Groningen zal daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Energiek Groningen
157
6.1
Energie en Klimaat
Omschrijving thema Energie en klimaat Energie is een thema, dat op diverse beleidsterreinen een belangrijke rol speelt en doorwerking heeft. Wij vinden het van belang om dit samenhangend en integraal te benaderen en behandelen daarom de hierbij spelende onderwerpen alle in dit hoofdstuk. In 2009 trekken we de ingezette lijn door: we richten de hoofdaandacht op die onderdelen, waarbij de grootste potentie is om resultaten te halen. Energiebesparing in bestaande bouw en in de industrie en de inzet van biomassa zijn hierin belangrijke speerpunten. We doen dat samen met anderen, zoals in het Energieakkoord, het Energieconvenant Groningen, Energy Valley en Costa Due. We doen dat ook programmatisch, zodat u meerjarig de uitvoeringskaders kunt vaststellen. De uitvoeringslijnen van het energiebeleid voor de komende jaren, namelijk versterking van de economische structuur en het realiseren van energie- en klimaatdoelstellingen, komen bij uitstek samen in het Energieakkoord Noord-Nederland, dat in het in 2007 is gesloten tussen de noordelijke provincies en het Rijk (en dat in 2008 is mede ondertekend door de gemeenten). Voor de lopende kabinetsperiode zijn in het Energieakkoord Noord-Nederland voor het Energy Valley-gebied (de provincies Drenthe, Fryslân, Groningen en de kop van Noord-Holland) concrete beleidsdoelstellingen opgenomen op het gebied van duurzame energie, CO2-emissiereductie, en de versterking van de kennis op het gebied van energie-innovatie. Het onderwerp energie geven wij zoveel als mogelijk programmatisch inhoud. We hebben medio 2008 besloten, dat er een derde fase Energy Valley komt. De benodigde organisatorische bijstellingen worden gepleegd, opdat ook in deze fase dit concept ons kan blijven helpen het Noorden als energieregio te profileren. Daarnaast valt onder dit thema het ontwikkelen en uitvoeren van ruimtelijk beleid voor technische infrastructuur (diepe delfstoffen zout en aardgas, windenergie, militaire oefenterreinen, kabels en leidingen). Het beleid is en wordt vastgelegd in het POP (Provinciaal Omgevingsplan), het IBW (Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied) en het Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddenzee 2008 (deel A). Het gaat daarbij om projecten op het gebied van opsporen, winnen, produceren, opslaan, transporteren en distribueren van energie en of andere stoffen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten • Behoud en uitbouw van de energiesector en profilering van het Noorden als energieregio. • Voorzien in de maatschappelijke behoefte aan technische infrastructuur (locaties voor projecten en traceringen voor transportleidingen) zodanig dat nadelige effecten (ruimtelijk en milieukundig) zo gering mogelijk zijn. Technische infrastructuur dient veilig en betrouwbaar te zijn. Geplande prestatie-indicatoren
Gerealiseerde prestatie-indicatoren
•
toegenomen (innoverende) energiebedrijvigheid in de Eemsdelta en daarbuiten;
•
•
toename onderzoek en kennisontwikkeling rond energie; toegenomen profilering als energieregio; toename opgewekte hernieuwbare energie;
•
CO2-emissiereductie door afvang en ondergrondse opslag; energiezuinigere nieuwbouwwoningen door aangescherpte bouweisen; toegenomen energiebesparing in bestaande bouw;
•
meer restwarmtetoepassing in woningbouw en industrie; verder op orde brengen van de energieinfrastructuur, in het bijzonder in de Eemsdelta.
•
• • • • • • •
158
• •
• •
•
Start bouw centrales Nuon en RWE. Overschakeling naar biomethanol-productie door BioMCN. Start kennisprojecten als EDGaR, Ediaal. Branding via EANN en EV3. Gerealiseerd via met name windenergie, vergisting e.d. Voorbereidingen zijn doorgegaan om in toekomst reductie te realiseren. Nog niet. NEN is nog niet van kracht, maar op schema om half 2010 vigerend te worden. Gerealiseerd, door subsidies energiebesparende maatregelen (Essent bespaarplan; Subsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw). Onbekend. Gerealiseerd. Start upgrade hoogspanningstraject Vierverlaten-Hessenweg.
Energiek Groningen
•
uitbreiding productiecapaciteit windenergie: In het plan van aanpak LUW (Landelijke Uitwerking Windenergie) staat het voornemen om voor 2011 op het vasteland van Nederland 4000 MW windenergie te realiseren. Bestuurlijk overleg op 12 juni 2008 over de verdeling per provincie zal uitsluitsel geven over de doelstelling en doorlooptijd van het LUW. In het kader van het nieuwe POP heeft de provincie een doelstelling van 750 MW (periode 2009 -2013) op zich genomen.
Te bereiken in (planperiode):
•
Het windpark Westereems (264 MW) is geopend. Hiermee is in 2009 in totaal 356 MW gehaald.
•
2011 einde looptijd van het Plan van Aanpak LUW 2008; Het voorzien in de behoefte aan technische infrastructuur is een continue activiteit.
•
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • • • • •
Collegeprogramma 2007-2011; POP 2009-2013 ; Potentieelstudie Energie Provincie Groningen; CO2-nota: van Kyoto via Den Haag naar Groningen; Systeemschets Costa Due I; Nota Mestvergisting; Actieplan Biomassa 2007-2010; Koers Noord, op weg naar Pieken; Bestuursovereenkomst BLOW 2001; Plan van Aanpak LUW 2008; POP 2009-2013; Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied 1995; Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddenzee 2008; Structuurschema Militaire Terreinen 2, 2001; Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEVIII) 2008.
Beleid in ontwikkeling in 2008, 2009: • Plan van aanpak publiek-private samenwerking voor CO2-afvang, -transport en -opslag in NoordNederland; • Visie op de diepe ondergrond; • Actieplan energiebesparing industrie; • Uitvoering Klimaatbeleid provincie Groningen; • Notitie Ondergrondse Energieopslagsystemen; • Nota Bouwen en Wonen.
Prioriteiten 2009 Energieakkoord Gepland Activiteiten: • coördineren uitvoering Energieakkoord (trekkersrol); •
monitoring Energieakkoord (participeren, NoordHolland trekt);
Gerealiseerd Activiteiten: • Vaststellen projectplan Programma Energie, met onderdelen als Stuurvenster, Jaarverslag, Mid term review, Lobbystrategie • Het monitoringsysteem bevindt zich in de implementatiefase. In het voorjaar van 2010 worden eerste resultaten verwacht.
Energiek Groningen
159
•
opstellen visie op de diepe ondergrond (participeren, Drenthe trekt); opstellen plan van aanpak CCS NoordNederland en faciliteren proefprojecten (trekkersrol); uitvoeren Actieplan Gebouwde Omgeving en Hybride EPC (trekkersrol);
•
•
•
uitvoeren Toekomstagenda Duurzame mobiliteit (participeren; Friesland trekt); uitvoeren Actieplan Energiebesparing Industrie (trekkersrol); stimuleren totstandkoming energiekenniscentra;
•
stimuleren demonstratieprojecten energie;
•
•
stimuleren energieprojecten met subsidiegelden;
•
•
verbeteren energie-infrastructuur.
•
• •
• •
• •
• •
Dit loopt. Wel is de keuze gemaakt om dit grotendeels per provincie te doen. Plan van aanpak opgesteld. Proces faciliteren proefprojecten loopt. Projecten in uitvoering, o.a. verdieping via Interregaanvraag (particuiere woningbouw, scholen). Hybride EPC moet in 2010 van kracht worden. Dit loopt te langzaam, versnellingsaanpak wordt voorbereid. Het AEI is niet vastgesteld i.v.m. gebrek aan middelen. Realisatie EDGaR (Energy Delta Gas Research) en Ediaal. Vooral ingevuld via Actieplan Biomassa, o.a. via project Bermgras, proeftuin Biomassa. Subsidies vanuit Actieplan Biomassa (>10) en regeling voor tankstations vanuit het 100.000 voertuigenplan Projecten in uitvoering, zoals voorbereiding Buisleidingenstraat Eemshaven-Delfzijl, 380kV Eenshaven-Diemen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren (betreft doelstellingen voor heel Noord-Nederland, derhalve in dit kader nu niet in concrete kwantitatieve zin aan te dragen): • emissiereductie van CO2;
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Het monitoringsysteem is nog niet voldoende gevuld om kwantitatieve uitspraak te kunnen doen.
• • •
• • •
PJ duurzame energie; realisatie hybride EPC; aantal energiekenniscentra.
Kwalitatieve informatie: • werkplan en jaarrapportage Energieakkoord Noord-Nederland.
Actieplan Biomassa Gepland Het Actieplan Biomassa 2007-2010 is een samenhangend totaalprogramma ter stimulering van de toepassing en het gebruik van biomassa in onze provincie. De uitvoering van het plan is in 2008 goed op gang gekomen. Activiteiten: • Inzet op een stevige positie van biomassa in beleid. Dit spoor heet het 'meerjarenprogramma' en leidt tot gunstige randvoorwaarden voor biomassa in 160
•
Hier is nog geen zicht op. Monitoringsysteem is momenteel in implementatiefase, waarvan eerste resultaten in voorjaar 2010 te verwachten zijn. Idem. Loopt. In juli 2010 middels AMvB van kracht. e 2 van 3 gerealiseerd. 3 in pijplijn. (respectievelijk RenQi (innovatiecentrum voor duurzame energie-infrastructuren), EDGaR, en Biovec (samenwerkingsverband gericht op testen vergistingsmogelijkheden van biomassa in semi-industriële omstandigheiden)
Kwalitatieve informatie: • Het projectplan Programma Energie is vastgesteld, jaarrapportage is gereed.
Gerealiseerd
Activiteiten: • Als vervolg op de in 2008 uitgevoerde inventarisatie van kansen en knelpunten voor een proeftuin biomassa is in 2009 gestart met het daadwerkelijk gestalte geven aan dergelijke
Energiek Groningen
•
het overheidsbeleid. Het programma is ondermeer gericht op: coherentie in beleid, concessieverlening OV, gunstige juridische kaders voor biomassa, ondersteuning van gemeentes, kennis over kansen voor biowarmte, bio-fuels en bioraffinage (teelt, verwerking). In dit programma worden ook aanvragen ontwikkeld voor Europese subsidies voor (internationale) biomassaprojecten. Ondersteuning van marktinitiatieven. Dit spoor heet het 'ondersteuningsprogramma' en kent drie peilers: 1. meefinanciering van een tijdelijke, competente trekker voor nieuwe bioenergieprojecten (organiserend vermogen'); 2. bij elkaar brengen van partijen om projecteninitiatieven te versnellen ('makelen en schakelen'); 3. subsidiëren van haalbaarheidstudies.
•
•
•
•
•
Kwalitatieve informatie: • Het Actieplan Biomassa levert in kwalitatieve zin een gunstige omgeving op voor de ontwikkeling van biomassaprojecten.
Actieplan Gebouwde Omgeving Gepland Het Actieplan Gebouwde Omgeving 2008-2011 is een samenhangend totaalprogramma dat moet leiden naar realisatie van onze ambities zoals vastgesteld in het Energieakkoord. Het actieplan is opgesteld in samenwerking met de provincies Fryslân en Drenthe. Uitvoering gebeurt gedeeltelijk gezamenlijk en deels per provincie, afhankelijk van het soort project.
proeftuinen. Gelijktijdig is ingezet op strategieontwikkeling en -bepaling en uitwerking hiervan op twee locaties. Het project wordt begin 2010 afgerond. Wij zijn met de uitvoering van het project 'Een schone berm geeft energie' gestart. Het project heeft als doel om de kansen en knelpunten in beeld te brengen om het provinciale bermmaaisel duurzaam te verwerken middels co-vergisting. In 2009 is gestart met een studie naar de mogelijkheden, risico's, knelpunten en kansen voor een bio-ethanol opwerkingsunit. Een dergelijke unit is nodig voor het opwerken van bio-ethanol tot zuivere ethanol die gebruikt kan worden als transportbrandstof. Deze studie wordt begin 2010 afgerond. Vervolgens willen wij deze bevindingen onder de aandacht brengen van partijen in de markt. Uit de resultaten van een haalbaarheidsstudie naar een kleinschalig warmtenet bleek een lage financiële rendabiliteit. In overleg met Energy Valley is een vervolgstudie gestart waarbij onderzocht wordt of een PPSconstructie mogelijkheden biedt om een kleinschalig warmtenet te realiseren. Voor diverse haalbaarheidsonderzoeken zijn subsidies verstrekt. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om projecten zoals biobased chemicaliën uit vetten en vergisting van swill. Begeleiden diverse subsidieaanvragen in voorbereiding, waaronder omtrent (mest)vergisting, biomassaketels in de bestaande bouw, droogvergisten. Daarnaast is ook ingezet op kennisvermeerdering en verspreiding onder meer door het ondersteunen van het 'Kookboek Covergisting'.
Kwalitatieve informatie: • Het aantal projecten dat is aangejaagd middels verschillende vormen van ondersteuning levert kennis van kansen en knelpunten op. Hierdoor is het mogelijk om te komen tot een beter gestuurde ontwikkeling van het energie- en klimaatbeleid.
Gerealiseerd
Energiek Groningen
161
Het actieplan richt zich op nieuwbouw door uitvoering van een traject rondom de versnelde aanscherping van de energienorm in Noord-Nederland. Het actieplan richt zich op bestaande bouw door uitvoering van twee sporen: • het ondersteunen van marktinitiatieven en initiatieven van gemeenten, •
het uitvoeren van nieuwe projecten (zoals Scholen ++) en verdere uitrol van bestaande projecten (zoals Wonen ++, Energie Beter, cvoptimalisatie).
Projecten in het kader van het Actieplan Gebouwde Omgeving dragen eveneens bij aan onze inzet voor de Decentrale Uitkering Lokaal Klimaatbeleid. Kwalitatieve informatie: • Het actieplan levert in kwalitatieve zin een gunstige omgeving op voor de uitvoering projecten met energiebesparing in de gebouwde omgeving tot gevolg. Energieconvenant Gepland Activiteiten: • uitvoeren werkplan ECG 2009; in samenwerking met de ECG-partijen en externe partijen aanjagen, opzetten, ondersteunen en uitvoeren van projecten gericht op concrete realisatie van energiebesparing en duurzame energie; • evalueren van samenwerking met de intentie tot voortzetting van convenant voor de jaren 20102011.
•
•
Een aantal initiatieven m.b.t. nieuwbouw en bestaande bouw is ondersteund. Het merendeel van de initiatieven wordt in 2010 verwacht. De projecten uit het 100.000 woningenplan zijn volgens planning in uitvoering. Een subsidieregeling voor particulieren, bestaande bouw is gestart (€ 1 miljoen). Per 1 juli 2010 is de EPC in Noord Nederland 0,5.
Kwalitatieve informatie: • Gunstig ondernemingsklimaat voor nieuwe initiatieven.
Gerealiseerd Activiteiten: • Het Energieconvenant Groningen heeft in 2009 samengewerkt om diverse concrete projecten (19) op het gebied van energiebesparing en duurzame energie te stimuleren, te ondersteunen en/of los te trekken. • De samenwerking is eind 2009 geëvalueerd ten behoeve van het maken van een uitvoeringsprogramma voor 2010-2011. Uit deze evaluatie blijkt de intentie om in 20102011 met de samenwerking door te gaan.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantal concrete projecten op gebied van energiebesparing en duurzame energie; • besteding van middelen uit het Energie Convenant Groningen (ECG).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn in de periode 2008-2009 19 projecten gestart met diverse partijen. • In totaal is er aan deze projecten ca. € 650.000 bijgedragen.
Kwalitatieve informatie: • jaarverslag ECG 2009;
Kwalitatieve informatie: • In de stuurgroep is de uitvoering geëvalueerd op basis van een evaluatieverslag, eind 2009. Tevens is er een verslag opgesteld met daarin een overzicht van alle projecten. • Uit de evaluatie blijkt de intentie om in 20102011 met de samenwerking door te gaan. Hiervoor wordt nu een uitvoeringsprogramma 2010-2011 opgesteld.
•
162
voortzetting van het convenant met de partijen voor 2010-2011.
Energiek Groningen
Energy Valley fase 3 Gepland Activiteiten: • begeleiden en controleren van het coördinatiebureau Energy Valley; • • • •
projectontwikkeling ten behoeve van de subsidieprogramma's; betrekken MKB; verbeteren aanbod kennis en onderwijs kennisen onderwijsinstellingen en kennisvalidatie; inbreng economische aspect in energie- en klimaat projecten- en programma's.
Gerealiseerd Activiteiten: • Het begeleiden en controleren van het coördinatiebureau Energy Valley is een voortgaand proces. • Circa 20 projecten in afgelopen jaren afgerond en/of in voorbereiding genomen. • Betrokken in overleg. MKB Energiekenniscentrum komt niet van de grond door houding MEZ. • Oprichting kenniscentra als Flexiness, RenQi, EDGaR. • Dit is een voortgaand proces. Invulling in o.a. EDG, 100.000 woningenplan, Actieplan Biomassa, en betrokkenheid bij planontwikkeling rond Eemsdelta.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • oprichting, facilitering van ten minste 1 kenniscentrum; • verwerving en subsidiering van tenminste 10 economische energieprojecten m.b.v. de regionale subsidieprogramma's.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • EDGaR, RenQi.
Kwalitatieve informatie: • verbeterde functionering en grotere bestuurlijke inbreng in Energy Valley 3;
Kwalitatieve informatie: • Energy Valley fase 2 is in 2009 financieel geheel afgerond. Fase 3 van Energy Valley is officieel gestart in 2008 (financiering geregeld), en de stichting is sinds het voorjaar van 2009 in gereorganiseerde vorm weer volledig operationeel. • De eindrapportage is opgeleverd en goedgekeurd. • Komt bij volgende Raad van Toezicht. • Werkplan en jaarrapportage zijn opgeleverd en goedgekeurd. • De economische inbreng op energie en klimaatterrein is geleverd.
eindrapportage Energy Valley 2; • • •
jaarrapportage eerste jaar Energy Valley 3; werkplan en jaarrapportage Energieakkoord Noord-Nederland; economische inbreng op energie en klimaatterrein in POP3.
Costa Due fase 2 (Eemsdelta Green) Gepland Activiteiten: • het stimuleren van de vergroening en verduurzaming va het chemie- en energiecluster in de Eemsdelta; • operationaliseren systeemschets Costa Due 1.
•
In 2009 zijn 11 projecten gerealiseerd in het kader van Energy Valley. Het betreft hier alleen de energieprojecten waaraan een financiële bijdrage is verleend vanuit het Energy Valley Krediet en of Koers Noord en het Provinciale Fonds Meefinanciering ruimtelijk economische projecten.
Gerealiseerd Activiteiten: • Vanuit het projectteam en in relatie tot de bedrijven en activiteiten in de Eemsdelta zijn QuickNotes geschreven rond o.a. Phase Change Materials for thermal storage, algenvijver (i.s.m. Energy Valley), groene CPVC, decentrale voorbewerking van biomassa en Biomassawerg Eemshaven. Verder is in samenwerking met de leden van SBE onderzocht waar de kansen liggen voor CO2-hergebruik en productie van Groen Waterstof. Voor een aantal bedrijven is op
Energiek Groningen
163
gevalideerde wijze onderzocht wat de carbonfootprint is van het product en productieproces. Daarnaast is bijgedragen in kansen voor de doorstart van de bicarbonaatfabriek en voor verdere vergroening van de productie van biomethanol. Tenslotte is een inventarisatie gemaakt van de technische en bedrijfsmatige kansen voor industriele biomassavergassing op Oosterhorn. Met deze acties wordt de vergroening en verduurzaming van de Eemsdelta gestimuleerd. Het zijn de eerste stappen die nodig zijn bij het invullen van de systeemschets Costa Due 1. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 4 à 5 projecten die bijdragen aan de vergroening en verduurzaming va het chemie- en energiecluster in de Eemsdelta;
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Costa Due fase II ('Eemsdelta Green') heeft in 2009 opgeleverd: 1. 14 QuickNotes over concrete vergroeningopties; 2. workshop over groen waterstof/warmte (Delfzijl, juni); 3. Quick Scan bedrijfsvoering Brunnermond; 4. methodiek voor universele CO2-scans; 5. CO2-scans Topell en Foxcoal; 6. start haalbaarheid doorvergroenen FMC; 7. BioMCN; 8. communicatie Eemsdelta: analyse.
•
•
monitoring operationalisering systeemschets.
Kwalitatieve informatie: • eindrapportage Costa Due 2.
Kwalitatieve informatie: • Dit is nog niet aan de orde, want Costa Due 2 (EDG) is verlengd tot half 2010.
Technische infrastructuur Gepland Activiteiten: • Uitvoering van het Plan van Aanpak LUW 2008. Jaarlijks wordt gerapporteerd.
164
Deze operationalisering van de systeemschets gebeurt in de kiemfase vooral door het stimuleren van haalbaarheidsonderzoek en van geclusterde orientatie op systeemvernieuwing. Het voortgangsverslag (stuurgroep 30 oktober 2010) is daarvan de neerslag. Het verslag fungeert daarmee als monitor van zowel projectactiviteiten en producten als van de aanzet tot systeemvernieuwing. In een eventueel vervolgproject van Costa Due fase II kan de monitoring van duurzaamheid van de Eemsdelta structureel worden ingevuld.
Gerealiseerd Activiteiten: • Gerealiseerd. Overleg LUW heeft nu Ruimtelijk Perspectief Wind op land (RPW). Voor de provincie Groningen geldt een doelstelling van 750 MW windenergie te realiseren voor 2019. Naar aanleiding van een motie van ChristenUnie (17 juni 2009) is een analyse en plan van aanpak opgesteld. Daarbij is een motie van GroenLinks (24 juni 2009) over participatie en repowering meegenomen. De analyse geeft aan dat er 356 MW is gerealiseerd.
Energiek Groningen
•
Uitvoering van taken ter zake van technische infrastructuur binnen het beleidskader van het POP en het IBW en B&O-plan Waddenzee.
•
Dit loopt. Voor de geplande buisleidingstraat tussen Eemshaven en Delfzijl worden drie alternatieven onderzocht in de MER-procedure. Wij zijn bereid voor de ruimtelijke inpassing van het definitieve tracé een provinciaal inpassingsplan te maken. Voor wat betreft de ruimtelijke afweging van drietal winningboringen naar aardgas: - Noordpolderzijl: de locatiekeuze is gemaakt, de ruimtelijke afweging voor het tracé van de gasleiding nog niet. - Vierhuizen: afweging is gemaakt, er is geboord. - Lauwersoog: afweging is gemaakt. Er is geboord en de boorlocatie is aangesloten op Anjum.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De uitvoering van het Plan van Aanpak LUW is gericht op de realisatie van 4000 MW op het vasteland van Nederland in 2011. De uitvoering ervan is niet goed te plannen, daarom wordt jaarlijks het jaarverslag getoetst door ons college van Gedeputeerde Staten en de Statencommissie Omgevingsbeleid en Wonen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Gerealiseerd. In RPW is als landelijke doelstelling 6000 MW in 2020 vastgesteld.
Kwalitatieve informatie: • Uitgaande brieven van het college welke van strategisch ruimtelijk belang zijn worden voorgelegd aan de Staten. • Geen goedkeuring wordt verleend aan zaken die afwijken van het POP, het IBW en het Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddenzee 2008 (deel A) dan nadat de Staten hierover zijn gehoord.
Kwalitatieve informatie: • Gerealiseerd. •
Gerealiseerd.
Nieuwe ontwikkeling: • Kernenergie. Rijk is voorbereidingen begonnen om volgend kabinet besluit te laten nemen over dit onderwerp. TOEGEVOEGD: CO2-afvang en opslag in de ondergrond (CCS, koersverhaal VJN2009) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: Wij hebben bij de VJN2009 aangegeven het Nadat wij in maart 2009 met het Projectplan CCS belangrijk te vinden om ontwikkelingen rond hebben ingestemd, is het programmateam grootschalige afvang van CO2 te stimuleren, evenals geleidelijk uitgebreid. het transport en de opslag van CO2 in de Bestuurders, management en de leden van het ondergrond. programmateam vertegenwoordigden CCS NoordCCS is gekoppeld aan centrales met een hoge CO2Nederland op diverse nationale en internationale emissie; in praktijk centrales die steenkool podia. Zij bezochten meermalen het 'Haagse' en (mee)stoken. Om CCS te realiseren moet nog veel het "Brusselse", om de regio te vertegenwoordigen gebeuren, van draagvlak, en vergunningen, tot bij belangrijke (Kamer)debatten. techniek en financiën. CCS bereiden we voor in Veel inspanning is dit jaar gestoken in de subsidiesamenwerking met een groot aantal noordelijke aanvragen bij Koers Noord en het Europese stakeholders. Naast de centrales van RWE (1600 EEPR-programma. Hoewel wat dit laatste betreft MW) en Nuon (1300 MW) heeft ook Advanced Power toekenning aan een andere Nederlandse regio (1200 MW) plannen om een (gasgestookte) centrale heeft plaatsgevonden, is met onze steun het te bouwen in de Eemshaven. ingediend voorstel als subsidiewaardig beoordeeld. Daarenboven is Noord-Nederland door het Rijk Energiek Groningen
165
genoemd als de hand liggende optie voor een opslagdemo op het land, in het kader van het EU Flagship programma 'New Entrance Reserve'. De stichting CCS is inmiddels begonnen met de uitvoering van werkzaamheden, het bestuur en de directie moeten nog worden geïnstalleerd. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • projectplan CCS provincie Groningen;
•
projectvoorstel Koers Noord-aanvraag;
•
Kamerbrief van de ministers van EZ/VROM.
Kwalitatieve informatie: • lobby-activiteiten;
•
166
diverse bestuurlijke overleggen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Wij hebben in noordelijk verband het plan van aanpak CCS Noord-Nederland (business case), externe versie, vastgesteld en in februari 2009 aangeboden aan de ministers van EZ en VROM. • De Koers Noord-aanvraag is gesubsidieerd (de subsidieaanvraag van bedrijven voor de voorbereidingen van CCS) en de potentieelstudie diepe ondergrond is vastgesteld. • In de Kamerbief staat Noord-Nederland genoemd als voorkeurslocatie voor een volgend demonstratieproject. • De voorbereiding voor een grootschalig CO2demonstratieproject is in volle gang. De realisatie hiervan is sterk afhankelijk van een succesvolle subsidieaanvraag in een van de Europese ondersteuningsprogramma's (Flagship). • De stichting CCS is opgericht om deze voorbereidingen ter hand te nemen; de provincie heeft een subsidie ter beschikking gesteld voor de voorbereidingen van CCS. Kwalitatieve informatie: • Er is op diverse momenten via de politieke lijn succesvol lobby gevoerd via de Tweede Kamer woordvoerders op het energiedossier. Daarnaast vindt op bescheiden schaal een Brusselse lobby plaats. • Via de inzet van de CdK in de Taskforce CCS wordt regelmatig bestuurlijk overleg gevoerd.
Energiek Groningen
6.2
Lasten/baten en analyse Energiek Groningen
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
gerealiseerd bedrag 2009
ENERGIEK GRONINGEN Energie en klimaat Energie en klimaat Technische infrastructuur
119.039 119.039
119.268 119.268
250.131 250.131
119.039
119.268
250.131
Totaal energiek Groningen
119.039
119.268
250.131
Omschrijving
BATEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
ENERGIEK GRONINGEN Energie en klimaat Energie en klimaat Technische infrastructuur Nadelig slot energiek Groningen Totaal energiek Groningen
Energiek Groningen
gerealiseerd bedrag 2009
-
-
-
119.039 119.039
119.268 119.268
250.131 250.131
167
Analyse programma Energiek Groningen
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 119.268 0 119.268 0 119.268
Realisatie 250.131 0 250.131 0 250.131
Saldo -130.862 0 -130.862 0 -130.862
Aangezien dit programma in 2009 alleen uit apparaatskosten bestaat en de apparaatskosten niet per programma, maar op totaal niveau worden geanalyseerd, is geen nadere analyse met betrekking tot dit programma opgesteld. Met ingang van het begrotingsjaar 2010 worden een aantal kredieten uit het programma Schoon/Veilig Groningen overgeheveld naar programma Energiek Groningen.
168
Energiek Groningen
7.
POP/Gebiedsgericht
Dit programma bestaat uit het thema POP. Het programma Gebiedsgericht richt zich op een optimale ontwikkeling van de vier regio's in de provincie Groningen. Dit vanuit de gedachte dat iedere regio haar eigen kwaliteiten, problemen en kansen heeft, binnen een (streek)eigen dynamiek. Aandeel in de totale rekening 2009: 0,52%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
7. POP/Gebiedsgericht a. POP - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Gebiedsgericht
rek ening 2008
raming 2009*
rekening 2009
4.887 193 4.694
5.776 243 5.533
4.925 442 4.484
4.694
5.533
4.484
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. Het thema van het programma Gebiedsgericht zal daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Gebiedsgericht Beleid
169
7.1
POP/Gebiedsgericht
Omschrijving thema POP/Gebiedsgericht Vaststellen van het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan (POP) en de Omgevingsverordening voor de provincie Groningen. Uitvoering van het POP, zowel de opgaven per programma (Ondernemend, Wonen, Karakteristiek, Bereikbaar en Schoon/Veilig, waaronder energie) als de opgaven per regio (Centraal, Noord, Oost en West) als voor de 5 gebieden (stad Groningen, regio Groningen-Assen, Eemsdelta, Lauwersmeer en Veenkoloniën).
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect Duurzame ontwikkeling: Voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving. Hoofdaccenten POP: 1. Dynamische economie Onze economie, de werkgelegenheid en de deelname van mensen aan het arbeidsproces op hetzelfde niveau brengen en houden als de rest van het land. Te bereiken door: • vergroten werkgelegenheid en deelname aan arbeidsproces; • goed vestigingsklimaat voor bedrijven; • sterke economische kernzone met voldoende en gedifferentieerd aanbod van bedrijfsterreinen; • passend en gevarieerd arbeidsaanbod; • sterk energiecluster. 2. Sterke steden Een stedelijk gebied met een prettig leefklimaat voor de inwoners en met goede vestigingsvoorwaarden voor bedrijven. Te bereiken door: • een sterke stad Groningen als economisch en cultureel hart van Noord-Nederland; • een woningvoorraad die voldoet aan de wensen van de consument; • goede bereikbaarheid door goede infrastructuur en een goed openbaar vervoer; • een veilige leefomgeving met goede voorzieningen. 3. Leefbare omgeving Een provincie waar je als bewoner prima een boterham kunt verdienen en tot op hoge leeftijd goed kunt wonen in een omgeving waar ook plaats is voor natuur. Een omgeving waar de mensen oog hebben voor elkaar en waar kwetsbare groepen niet verstoken blijven van de nodige voorzieningen en verzorging. Te bereiken door: • een goed niveau van voorzieningen, zorg en cultuur; • voldoende deelname van kwetsbare groepen aan de samenleving; • mogelijkheden om zelfstandig te wonen in een veilige en aantrekkelijke woonomgeving; • hoge kwaliteit van natuur, landschap, milieu en water; • zuinig zijn met voorraden als ruimte, water, grondstoffen en energie; • openbaar vervoer voor iedereen; • een duurzame energievoorziening. Via gebiedsgericht werken wordt op de schaal van de 5 gebiedsopgaven én de vier regio's Centraal, West, Noord en Oost een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de generieke en thematische doelstellingen/ opgaven van het POP. Het thema POP/Gebiedsgericht kent om die reden geen afzonderlijke prestatieindicatoren. Deze zijn per definitie gelijk aan die van de (overige) thema's, zij het dat daarin veelal geen differentiatie op regionale schaal is aangebracht.
170
Gebiedsgericht Beleid
De relatie tussen het POP, de thema's, de gebiedsopgaven en de regio-opgaven enerzijds en de bijdragen van de daaruit voortvloeiende projecten aan de doelstellingen anderzijds is in onderstaand schema verduidelijkt.
Te bereiken in (planperiode):
t/m 2013
Relevante beleidsnota's/informatie • • •
nieuw Provinciaal Omgevingsplan (POP); Regioprogramma's; diverse beleidsnota's (waaronder rijks- en sectornota's).
Prioriteiten 2009 Vaststellen en uitvoeren Provinciaal Omgevingsplan (POP) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: In 2009 zijn het nieuwe POP en de omgevingsHet nieuwe POP en de omgevingsverordening zijn verordening voor de provincie Groningen gereed om op 17 juni 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. door PS te worden vastgesteld. Een proces dat zo'n 3 jaar in beslag heeft genomen wordt daarmee afgerond. Het nieuwe plan geldt voor de periode 2009 -2013. Het POP bevat het provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving en is richtinggevend en kaderstellend voor het beleid en de uitvoering daarvan door de gemeenten en waterschappen in Groningen. Aan het plan is een verordening gekoppeld. Er zal ook een digitale versie beschikbaar komen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • een vastgesteld POP; • een vastgestelde omgevingsverordening; • een digitale versie.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • gerealiseerd; • gerealiseerd; • gerealiseerd.
Gebiedsgericht Beleid
171
Kwalitatieve informatie: Het nieuwe POP gaat over het beheer, de kwaliteit en de invulling van de openbare ruimte in de provincie Groningen. Dit POP is overigens geen totaal nieuw omgevingsplan. Een groot deel van het beleid uit het voorgaande POP wordt voortgezet: een duurzame ontwikkeling, voldoende werkgelegenheid, leefbaarheid en behoud en versterking van de kwaliteiten van de provincie. Ook wordt aangegeven hoe met de nieuwe wet RO wordt omgegaan. Uitgangspunt is zoveel mogelijk vooraf sturen in plaats van achteraf.
Kwalitatieve informatie: Met de vaststelling van het nieuwe POP beschikt de provincie Groningen als eerste over een omgevingsplan tevens structuurvisie die voldoet aan de eisen van de nieuwe wet RO.
Uitvoeren gebieds- en regio-opgaven Algemeen: Voor 5 specifieke gebieden in het nieuwe POP wil de provincie de ontwikkelingen initiëren en sturen. Daarnaast is voor alle vier regio's een geactualiseerd regioprogramma gereed en in uitvoering. Daarbij is rekening gehouden met regionale opgaven uit het POP, doelen uit het Programma Landelijk Gebied (PLG), het Waddenfonds en diverse (subsidie)programma's. Gepland Activiteiten: • Uitvoering 5 POP-gebiedsopgaven: - het Lauwersmeergebied met accent op visievorming voor toeristisch recreatieve ontwikkelingen; - de Eemsdelta met kansen voor duurzame ontwikkeling van zowel de Eemsdeltahavens als het stedelijk centrum Appingedam/Delfzijl; - de Veenkoloniën met inzet op de centrumpositie van Stadskanaal, een aantrekkelijker woonklimaat en versterken van het toeristisch profiel; - de bereikbaarheid van de stad Groningen door het realiseren van hoogwaardig openbaar vervoer en oplossen van knelpunten op de Zuidelijke Ringweg; - het Nationaal Stedelijk Netwerk GroningenAssen waarbij het met name gaat om economische ontwikkeling en daarnaast om behoud en versterken van de kernwaarden.
Gerealiseerd Activiteiten: • Uitvoering 5 POP-gebiedsopgaven: - Namens de provincies Groningen en Fryslân is Bureau Wissink bezig met het opstellen van een ontwerpvisie. - Als eerste stap wordt een (intergemeentelijke) structuurvisie opgesteld. -
Het plan van aanpak hiervoor is medio 2009 vastgesteld.
-
Samen met de gemeente en het ministerie van VenW is een voorkeursalternatief en zijn vervolgstappen afgesproken.
-
Samen met externe stakeholders wordt ingezet op het versterken van de kenniseconomie en op uitvoering van projecten binnen de POP-programma's Bereikbaarheid, Regiopark, Economie en Wonen.
•
172
Uitvoering Regioprogramma Centraal, met name: - positioneren van de stad Groningen: structuurvisie gemeente Groningen, bereikbaarheid van de stad Groningen: Zuidelijke Ringweg, Regiotram en uitwerking e 1 tracé, gebiedsontwikkeling Centrale Zone, transferium Hoogkerk; - ontwikkelen wonen, werken en bereikbaarheid van de regio Groningen Assen: uitvoeringsprogramma
•
Uitvoering Regioprogramma Centraal: - De structuurvisie 'Stad op Scherp' is vastgesteld; zie ook hierboven bij de POPgebiedsopgaven.
-
Gebiedsgericht Beleid
Voor bereikbaarheid zie programma Mobiliteit en Infrastructuur; het nieuw ingestelde portefeuillehoudersoverleg
-
bereikbaarheid, versnellen woningbouw, ontwikkelen woningbouwlocaties voor lange(re) termijn, regionale samenwerking bedrijventerreinen; relatie stad - platteland: voorinvesteren landschap (Hoogezand-Zuid), investeringsprogramma Regiopark, westelijke en noordelijke stadsrandzone.
Woningbouw zorgt voor onderlinge afstemming van woningbouwplannen. -
In Regiovisie-verband zijn hierover afspraken gemaakt en een aantal projecten is in uitvoering.
•
Uitvoering Regioprogramma Noord, met name: - uitvoering van het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Noord; - ontwikkeling van de Waddenkust met name de thema's toerisme, recreatie en cultuurhistorie; - uitvoering van het programma Agrologistiek gericht op bereikbaarheid in het landelijk gebied in relatie tot schaalvergroting in de landbouw; - ontwikkeling van een plan voor promotie en marketing van de gehele regio; - versterking plattelandseconomie en leefbaarheid met name via het uitvoeren van het LEADER-programma Hoogeland.
•
Uitvoering Regioprogramma Noord: Alle genoemde projecten zijn volop in uitvoering.
•
Uitvoering Regioprogramma Oost, met name: - Blauwestad: zie het programma Wonen, thema Ruimtelijke Ordening;
•
Uitvoering Regioprogramma Oost: - Zie programma Leven en Wonen in Groningen, thema Wonen en Leefbaarheid.
-
-
-
•
Ring Blauwestad: afronding Beertsterdiep, Blauwe Roos en Toeristische infrastructuur fase 1, verkennen realiseringsmogelijkheden Noordelijke Vaarverbinding en Toeristische infrastructuur fase 2; Regioprogramma Oost: uitvoering van het programma voor de periode 2008-1011 met accent op de thema's Regionale economie, Regiomarketing, Regionaal erfgoed en Wonen en leefbaarheid. Daarnaast wordt ingezet op 4 regionale gebiedsuitwerkingen: Midden-Groningen - Oldambt, Runde Ruiten Aa, Westerwoldse Aa+ en Groene Ster - Veenkoloniën; Agenda voor de Veenkoloniën: uitvoering van het gebiedsprogramma 2008 - 2012; projecten die passen binnen de thema's Agribusiness, Landschap, Infrastructuur, Toerisme, Wonen, Sociaaleconomische vernieuwing en Regio's verbinden staan hierin centraal.
Uitvoering Regioprogramma West, met name: - Uitvoering van het ontwikkelingsprogramma voor West voor de jaren 2009 en verder. Er wordt nauw aangesloten bij het programma Landelijk Gebied voor West; het thema 'Economie in het landelijk gebied' zoals het MKB krijgt bijzondere aandacht; - uitvoeren van het LEADER-programma voor West.
•
-
Alle projecten zijn in diverse stadia van uitvoering.
-
Het regioprogramma is goeddeels uitgevoerd; de regiomarketing is in 2009 startklaar gemaakt.
-
Diverse projecten zijn in uitvoering, met name op het terrein van agribusiness en toerisme; de toeristische visie voor de Veenkoloniën is vastgesteld.
Uitvoering Regioprogramma West: Het ontwikkelingsprogramma voor de regio West én het LEADER-programma voor deze regio zijn volop en succesvol in uitvoering.
Gebiedsgericht Beleid
173
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie toelichting in blok maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie toelichting in blok maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren.
Kwalitatieve informatie: Vanuit de regio's is bij de voorbereiding van het nieuwe POP de bestuurlijke wens geuit om de gebiedsgerichte samenwerking door te zetten. In het nieuwe POP worden de opgaven per regio c.q. per deelgebied opnieuw verkend. Bij de uitvoering zal worden nagegaan in welke vorm de gebiedsgerichte samenwerking wordt voortgezet. De discussie rond de bestuurlijke organisatie (intergemeentelijke samenwerking, rolverdeling provincie/gemeenten) en de nieuwe Wro (waarbij alle overheidslagen toegesneden instrumenten en bevoegdheden krijgen voor gebiedsontwikkeling) spelen hierbij ook een belangrijke rol.
Kwalitatieve informatie: De discussie over de wijze en intensiteit van de huidige gebiedsgerichte samenwerking is in 2009 gestart, mede naar aanleiding van de noodzakelijk bezuinigingen op de provinciale begroting.
174
Gebiedsgericht Beleid
7.2
Lasten/baten en analyse POP/Gebiedsgericht
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2008
LASTEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
GEBIEDSGERICHT BELEID POP/Gebiedsgericht POP/Gebiedsgericht werken
4.633.922 4.633.922 4.633.922
5.775.759 5.775.759 5.775.759
4.925.456 4.925.456 4.925.456
Totaal gebiedsgericht beleid
4.633.922
5.775.759
4.925.456
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2008
GEBIEDSGERICHT BELEID POP/Gebiedsgericht POP/Gebiedsgericht werken
181.364 181.364 181.364 181.364 4.452.558 4.633.922
Nadelig slot gebiedsgericht beleid Totaal gebiedsgericht beleid
Gebiedsgericht Beleid
BATEN geraamd bedrag 2009 na wijziging 242.799 242.799 242.799 242.799 5.532.960 5.775.759
gerealiseerd bedrag 2009 441.928 441.928 441.928 441.928 4.483.528 4.925.456
175
Analyse programma POP/Gebiedsgericht Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 3.019.652 2.756.107 5.775.759 242.799 5.532.960
Realisatie 3.001.912 1.923.544 4.925.456 441.928 4.483.528
Saldo 17.741 832.563 850.303 199.129 1.049.432
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaal niveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen. Het saldo van de totale directe kosten en baten zijn t.o.v. de raming € 1.031.692 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
• • •
•
176
De budgetten voor gebiedsgericht werken hebben betrekking op diverse projecten in de provincie. Dit zijn meerjarige programma's waarbij naast provinciale geld ook middelen van derden worden ingezet. Jaarlijks wordt een voortgangsrapportage aan Provinciale Staten aangeboden. Door de meerjarigheid van deze programma's en omdat de eindigheid van projecten fluctueert ontstaan er jaarlijks onder- en overschrijdingen. Aangezien een aantal programma's pas in 2010 en volgende jaren worden afgerekend, worden de provinciale middelen, rekening houdend met de extra bijdragen uit de regio's, overgeboekt naar 2010. Deze systematiek wordt gevolgd bij de budgetten: cofinanciering projecten in de regio's, de cofinancieringsmiddelen Veenkoloniën, Stimuleringskrediet leefbaarheid platteland, Uitvoeringsbesluit bestuursakkoord Eemsmondgebied en krediet Levende Dorpen. Het krediet Veenkoloniën proces-/projectgelden laat een onderschrijding zien van zien van € 17.700. Dit bedrag wordt meegenomen met de overboekingsvoorstellen 2008-2009. Het Pop zit nog in de aanloopfase, hierdoor zijn nog niet alle middelen tot besteding gekomen. De restant middelen ad € 339.043 worden met de overboekingsvoorstellen 2009-2010 meegenomen. De baten vallen € 199.129 hoger uit dan geraamd. Dit is met name het gevolg van de niet geraamde baten vanuit de regio in meerjarige programma's/projecten (regio's en Levende Dorpen). In de berekening van de overboekingen naar 2010 zijn de bijdragen vanuit de regio's meegenomen (zie eerste bullit). Overige verschillen.
Gebiedsgericht Beleid
654.982
17.700 339.043 p.m.
19.967
8.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Sociaal beleid; 2. Jeugd; 3. Cultuur en media. Het programma Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur richt zich op het vergroten van de sociale samenhang in de provincie. Goede, voor iedereen bereikbare, voorzieningen, welzijns-, buurt- en jongerenwerk, sport en een bloeiend cultureel klimaat zijn daarvoor essentieel. Aandeel in de totale rekening 2009: 7,99%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rek ening 2008
8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur a. Sociaal beleid - lasten - baten saldo van lasten en baten
raming 2009*
rekening 2009
7.970 455 7.515
8.913 0 8.913
7.788 157 7.631
b. Jeugd - lasten - baten saldo van lasten en baten
42.093 39.195 2.898
46.205 41.453 4.752
46.783 41.491 5.291
c. Cultuur en media - lasten - baten saldo van lasten en baten
20.342 1.414 18.927
21.013 119 20.894
20.516 95 20.421
29.340
34.559
33.344
Saldo Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
177
8.1
Sociaal beleid
Omschrijving thema Sociaal beleid Betrokkenheid van mensen bij de samenleving waarin zij wonen is zeer waardevol voor die samenleving als geheel. Voor Stad en Ommeland is het zaak dat mensen zich volwaardig lid voelen van de samenleving en daarin ook actief participeren. Daarom zal het creatieve vermogen van individuen, organisaties, bedrijven en samenwerkingsverbanden zo goed mogelijk worden gestimuleerd. Begrippen als zorg voor elkaar, menselijke maat, eigen verantwoordelijkheid en wederzijds respect zijn daarbij essentieel. Wij willen initiatieven stimuleren die bijdragen aan zo'n betrokken samenleving. Hoewel de eigen verantwoordelijkheden van inwoners van onze provincie niet uit het oog worden verloren, zullen mensen die in de knel dreigen te raken zo goed mogelijk moeten worden ondersteund en weer op weg geholpen. Het ligt in onze bedoeling om het beleid voor 2009 zoveel mogelijk te baseren op de nieuwe Sociale Agenda voor de periode 2009-2012. Hierbij gaan wij uit van drie programmalijnen, namelijk jeugd (zie hiervoor thema Jeugd), participatie en volksgezondheid en wonen, welzijn en zorg. Wij zijn voornemens om een aanzienlijk deel van de beschikbare middelen in te zetten voor een gebiedsgerichte aanpak in samenwerking met gemeenten. Het gebiedsgericht werken is een goede methode om samen met de Groninger gemeenten aan de lokale sociale infrastructuur te werken In plaats van de 6 gebieden en het zgn. G6-gebied uit de vorige beleidsperiode, komen er voor de periode 2009-2013 8 nieuwe gebieden. Per gebied wordt een stuurgroep ingesteld waarin de gemeenten en de provincie vertegenwoordigd zijn. CMO zal opnieuw worden ingezet voor het gebiedsmanagement. Wij zullen de gemeenten in de 8 gebieden vragen om een voorstel uit te werken voor een gebiedsprogramma voor de periode 2009-2013. De programmalijnen uit de provinciale Sociale Agenda dienen hiervoor als leidraad. Wij zullen de voorstellen van de gemeenten toetsen aan de Sociale Agenda. Daarna zullen de programma's door de stuurgroepen worden vastgesteld. De budgetten zullen we per regio indicatief toedelen voor een periode van vier jaar en na toetsing definitief toewijzen. Er blijven een aantal onderwerpen waarvoor wij een provinciale aanpak het meest geschikt achten. Ook daarvoor is de Sociale Agenda het uitgangspunt. Het jaar 2009 wordt een overgangsjaar. De werkzaamheden die voortkomen uit het beleidsplan Wel(en)levend Groningen 2005-2008 zullen zo goed mogelijk moeten worden afgerond. Daarnaast moeten nieuwe activiteiten die passen in de Sociale Agenda worden opgezet en uitgevoerd. De programmalijn Participatie en volksgezondheid uit de Sociale Agenda 2009-2012 omvat de volgende onderdelen: • Zorg en hulpverlening: Wij vinden het belangrijk dat de inwoners van Groningen kunnen rekenen op een goed aanbod van (gezondheids)zorg. De provincie wil een bijdrage leveren aan noodzakelijke vernieuwingen in de zorg (zoals mantelzorg en vrijwillige thuiszorg) en zet zich ervoor in om samen met de betrokken partijen knelpunten op te lossen. Met de nieuwe beleidsnotitie Zorgvragersbeleid wil de provincie de positie van zorgvragers (patiënten en consumenten) verder versterken. Het accent wordt sterk gelegd op bundeling en samenwerking. • Asielzoekersbeleid: Wij willen een bijdrage leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers, alsmede de coördinatie verzorgen van de huisvesting van statushouders in onze provincie. • Vrijwilligerswerk: Vrijwilligerswerk blijft voor ons een belangrijk onderwerp. Via het vrijwilligerswerk geven burgers blijk van hun betrokkenheid bij elkaar en bij de samenleving. Wij willen doorgaan met gerichte activiteiten om het vrijwilligerswerk te bevorderen. Wij willen hierbij duidelijker dan tot nog toe een verbinding aanbrengen met het gebiedsgericht werken. • Armoedeproblematiek: De provincie zal een bijdrage leveren aan het verminderen van de armoedeproblematiek in Groningen. Wij hebben in 2008 het Actieprogramma Armoede en Armoedebestrijding 2008-2011 vastgesteld. Hierin staan de actiepunten. Wij streven ernaar om tot een sterkere afstemming met het beleid van gemeenten te komen. • Mondiale bewustwording: Wij willen bevorderen dat inwoners zich bewust worden van de mondiale problematiek en van de fundamentele ongelijkheid tussen de perspectieven van mensen hier en elders in de wereld.
178
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
•
Sport en bewegen: Ook sport draagt bij aan de sociale infrastructuur van de provincie en de maatschappelijke betrokkenheid van burgers. Het provinciale sportbeleid voor de komende jaren is gebaseerd op de nota Mitdoun=Goud! Het beleid richt zich ten eerste op gemeentelijke initiatieven die een relatie leggen tussen Sport en Bewegen, Jeugd, Onderwijs en Buurt/wijk om zo jongeren sportiever en gezonder te laten leven. Daarnaast wordt ingezet op de ondersteuning van sportverenigingen, talentontwikkeling en initiatieven om ouderen meer te laten bewegen en sporten en tenslotte de (mede)financiering van evenementen die bijdragen aan de verhoging van de sportparticipatie. Via het Provinciaal Accommodatiefonds (PAF) kunnen sportverenigingen met accommodaties in eigen beheer een renteloze lening krijgen. Dit is een stimulans voor het beheer en onderhoud van de accommodaties.
De programmalijn Wonen, welzijn en zorg omvat wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen (ouderen, mensen met een lichamelijke en verstandelijke handicap, mensen met een psychische handicap). Wij hanteren als beleidsuitgangspunt dat kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een handicap zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en in de eigen woonomgeving ondersteuning kunnen krijgen. Dat vraagt om afstemming tussen wonen, welzijn en zorg. Kwetsbare groepen moeten kansen krijgen deel te nemen aan de samenleving. Voor de uitvoering van het Sociaal beleid zijn o.a. twee fondsen beschikbaar: het Stimuleringsfonds Zorg en het nieuwe Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg. In het najaar van 2008 zal de nieuwe provinciale Sociale Agenda voor de periode 2009-2012 worden vastgesteld. Een onderwerp dat nu nog niet in deze begroting is opgenomen, maar waarvoor wij conform het ontwerp van de provinciale Sociale Agenda een bijdrage overwegen is de provinciale ondersteuningsstructuur voor de mantelzorg.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten 1. Het creëren van een aanbod wonen, welzijn en zorg dat aansluit bij de vraag van kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap (programmalijn Wonen, welzijn, zorg). 2. Zorg en hulpverlening (programmalijn Participatie en volksgezondheid): Bijdragen aan innovatie en aan de oplossing van knelpunten die de burgers raken. 3. Zorginfrastructuur (Participatie en volksgezondheid). 4. Acceptatie, integratie en participatie van asielzoekers (Participatie en volksgezondheid). 5. Versterken van de sociale infrastructuur, bevorderen en ondersteunen vrijwilligerswerk, armoedebestrijding (Gebiedsgericht werken en Participatie en volksgezondheid). 6. Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van burgers bij mondiale problematiek (Participatie en volksgezondheid). 7. Verhogen sport- en bewegingsparticipatie en daarmee bevorderen van sociale samenhang en gezondheid (Participatie en volksgezondheid). Geplande prestatie-indicatoren
Gerealiseerde prestatie-indicatoren
ad 1. De provincie voert een stimulerend beleid, kan faciliteiten beschikbaar stellen en kent incidentele subsidies toe. Beoogd wordt: • een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven van ouderen en mensen met een lichamelijke en/of geestelijke beperking;
ad 1.
•
Uit het Stimuleringsfonds Zorg is voor 4 projecten op het terrein van vermaatschappelijking van de zorg subsidie verleend.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
179
•
een bijdrage te leveren aan een ontwikkeling waarbij de vraag van kwetsbare groepen op het terrein van wonen, welzijn en zorg bepalend is voor de organisatie van het aanbod;
•
•
de invloed van cliëntenorganisaties te versterken; een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de mede door ons ondertekende convenanten Wonen, Welzijn en Zorg van de Groninger gemeenten. Wij denken hierbij concreet aan het verstrekken van subsidies voor pilotprojecten. Het betreft een convenant voor de regio Groningen-Assen en een convenant voor de overige gemeenten. In de convenanten is aangegeven dat de provincie op het terrein van Wonen, Welzijn en Zorg een stimulerende rol vervult.
•
•
ad 2. De provincie voert een stimulerend beleid, kan faciliteiten beschikbaar stellen en kent incidentele subsidies toe uit het Stimuleringsfonds Zorg. Belangrijke onderwerpen: • Versterken van de positie van zorgvragers door de activiteiten van hun organisaties te financieren en bij gemeenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars aandacht te vragen voor hun belangen; • De provincie bevordert het ontstaan van goede netwerken voor palliatieve zorg in de regio.
•
De provincie participeert in het project "Werken in de zorg na je vijftigste". Dit project is erop gericht om oudere verpleegkundigen langer aan het werk te houden. Het project wordt mede door VWS gefinancierd.
ad 3. Wij hebben een nieuw Investeringsfonds Wonen, Welzijn en Zorg ingesteld. Het fonds is bedoeld om initiatieven te stimuleren die bijdragen aan het realiseren van kleinschalige woonzorgcombinaties, dorpshuizen/multifunctionele gebouwen en welzijnsvoorzieningen zoals respijtvoorzieningen, logeerhuizen en -boerderijen. Het betreft aard- en nagelvaste voorzieningen die de kwaliteit van leef- en woonomgeving vergroten. Een deel van het fonds willen wij bestemmen voor 'aard en nagelvaste' voorzieningen op het terrein van WWZ, die buiten de criteria van PLG/Leader vallen (doelstelling C). Het fonds is voor het overige deel ondergebracht bij het programma 180
•
Via het provinciale zorgvragersbeleid worden de koepels van zorgvragers en Zorgbelang Groningen gesubsidieerd voor met name collectieve belangenbehartiging. Ook worden er incidentele subsidies gegevens voor zorg en mantelzorg. Idem. Voor 2 pilotprojecten is een subsidie verleend: - een subsidie voor een website WWZ; - een subsidie voor het project Verzoamelstee: haalbaarheidsonderzoek om via digitale weg diensten voor ouderen in dorpshuizen aan te bieden.
ad 2.
•
Wij hebben een structurele subsidierelatie met zorgbelang Groningen en de daaraan gelieerde koepelorganisaties.
•
Wij faciliteren de Stuurgroep Palliatieve Zorg (voorzitterschap en vergaderfaciliteiten), waarin het beleid van de regionale netwerken wordt afgestemd en informatie-uitwisseling plaatsvindt. Daarnaast bieden wij subsidiemogelijkheden voor activiteiten van vrijwillige terminale palliatieve thuiszorgorganisaties en voor investeringen in de bouw van hospice-voorzieningen. Dit project is succesvol afgesloten met een slotconferentie in januari 2009. De zorginstellingen hebben het zelf verder opgepakt.
•
ad 3. Vanuit dit deel van het Investeringsfonds WWZ (doelstelling C) zijn subsidies verleend voor een tweetal projecten, te weten: • het project Schots en Scheef Groningen waarbij voor mensen met een lichamelijke handicap woningen worden gerealiseerd in combinatie met zorgvoorzieningen; • de realisatie van een kleinschalige woonzorgvoorziening voor Molukse en Indische ouderen te Appingedam.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Karakteristiek Groningen, thema Programma Landelijk Gebied (PLG), onderdeel Sociaaleconomische vitalisering. ad 4. Deelname van asielzoekers aan onderwijs, recreatie, sport, werk, leerprojecten, vrijwilligerswerk en inburgeringsprojecten. Beoogd wordt in samenwerking met de ketenpartners een bijdrage te leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers in de provincie Groningen.
ad 4. Er zijn subsidies verstrekt aan Stichting De Vrolijkheid, VluchtelingenWerk Noord-Nederland en Stichting Transit (noodopvang) die bijdragen aan een goede (nood)opvang, goede begeleiding van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama's) en zinvol verblijf van asielzoekers in onze provincie. Stichting De Vrolijkheid richt zich daarbij specifiek op jonge kinderen in azc's.
ad 5. Versterking sociale infrastructuur door: • met de Groninger gemeenten welzijn gebiedsgericht te benaderen;
ad 5. Versterking sociale infrastructuur door: • Er zijn in voor 7 gebieden nieuwe programma's voor 2009/2010 tot stand gekomen met cofinanciering van gemeenten. De Westerkwartier gemeenten opteren voor een beperkte deelname aan het gebiedsgericht werken. Eind 2009 was een concept gebiedsprogramma voor het Westerkwartier gereed. • Jaarlijkse Provinciale Vrijwilligersprijzen: Forse toename in aanmeldingen (210), mediaaandacht het aantal bezoeken aan de provinciale (internetstemmen). • Ondersteuning Kenniscentrum Vrijwilligerswerk inclusief provinciale vacaturebank: De site www.vrijwilligersgroningen.nl is vernieuwd met provinciale vacaturebank. Alle steunpunten zijn aangesloten, evaluatie medio 2010. Vanuit Kenniscentrum Vrijwilligerswerk ondersteuning bij maatschappelijke stages (jongeren) en voor vrijwilligersorganisaties. • Ondersteuning Platform Maatschappelijk Ondernemen Groningen (PMOG): Het PMOG groeit en organiseert goed bezochte activiteiten (zie www.pmog.nl), zoals de Groningse Beursvloer (110 matches bedrijven vrijwilligersorganisaties). • Deels via gebiedsprogramma's, deels via het Stimuleringsbudget Armoedebestrijding. Ondersteuning diverse provinciebrede projecten en activiteiten (o.a. Thuisadministratie, Leergeld, Jeugdsportfonds, vroegsignalering) en Stimuleringsbudget Armoedebestrijding.
•
een bijdrage te leveren aan het versterken van het vrijwilligerswerk;
•
stimulerend beleid om de armoedeproblematiek in onze provincie te verminderen.
ad 6. Vergroten betrokkenheid door COS Groningen themabijeenkomsten te laten houden over de mondiale problematiek en door financiering van activiteiten waardoor mondiale bewustwording plaatsvindt.
ad 6. COS Groningen heeft meerdere (succesvolle) themabijeenkomsten gehouden en heeft een aantal educatie- en informatieprojecten uitgevoerd.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
181
ad 7. Verhogen sport- en bewegingsparticipatie door: • ondersteunen gemeenten bij uitvoering Buurt-, Onderwijs- en Sportprojecten (BOS); •
verenigingsondersteuning;
•
sportondersteuning voor 55-plussers;
•
ondersteuning talenten en talentcentra;
•
realisering verhoging sportparticipatie, ook van gehandicapten en chronisch zieken;
•
realisering verhoging sportaanbod voor gehandicapten en chronisch zieken;
•
realisering verhoging sportparticipatie asielzoekers;
•
realisering verbreed aanbod sportverenigingen;
•
realisering verhoging van potentieel kader sportverenigingen, gericht op vrouwen en culturele minderheden;
•
inzet Provinciaal Accommodatiefonds.
ad 7. Verhogen sport- en bewegingsparticipatie door: • Er zijn subsidies verstrekt aan 24 Groninger gemeenten voor uitvoering van de Buurt-, Onderwijs en Sportprojecten (BOS). • Er is subsidie verstrekt aan de stichting Huis voor de Sport Groningen, die met ruim 20 Groninger gemeenten contracten heeft afgesloten voor de verenigingsondersteuning en verenigingsadvies. • Er is subsidie verstrekt aan de stichting Huis voor de Sport Groningen voor de sportondersteuning voor 55-plussers. • Voor de ondersteuning en begeleiding van talenten is een subsidie verleend aan het Topsport Steunpunt Noord. Verder zijn subsidies verleend aan een drietal talentcentra, te weten: volleybal, basketbal en handbal. • Voor verhoging van de sportparticipatie van gehandicapten en chronisch zieken, zijn er diverse projecten uitgevoerd door de stichting Huis voor de Sport Groningen. Daarnaast zijn er promotie- en voorlichtingsactiviteiten uitgevoerd en is meer samenwerking gezocht met Gehandicapten Sport Nederland. • Voor verhoging van het sportaanbod van gehandicapten en chronisch zieken, zijn er diverse projecten uitgevoerd door de stichting Huis voor de Sport Groningen. Daarnaast is er ondersteuning verleend aan verenigingen die hun sportaanbod voor de doelgroep wilde uitbreiden en zijn er sportclinics gegeven. • Het in 2003 gestarte project om de sportparticipatie van asielzoekers te verhogen is succesvol geweest. Het project is afgesloten, sportverenigingen pakken het nu zelf op. • De breedtesportimpuls is per 31 december 2008 afgelopen. Dit onderdeel is afgesloten. De eind 2008 nog resterende middelen voor de breedtesportimpuls konden met toestemming van VWS in 2009 toch nog worden ingezet. Daarbij hebben wij prioriteit gegeven aan de gehandicaptensport. • De breedtesportimpuls is per 31 december 2008 afgelopen. Op dit onderdeel is geen extra inzet meer gepleegd. De resterende middelen voor de breedtesportimpuls zijn in 2009 ingezet voor de gehandicaptensport. • Aan 3 sportverenigingen met een eigen accommodatie zijn renteloze leningen verstrekt vanuit het Provinciaal Accommodatie Fonds.
Relevante beleidsnota's/informatie • Rijksnota's; • Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO); • Nota Bouwen en Wonen van de provincie Groningen; • Kadernotitie Zorgvragers in de provincie Groningen; • Stimuleringsfonds zorg; • Investeringsfonds Wonen, Welzijn en Zorg; • Beleidsinformatie COA; 182
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
• • • • • • •
PLG, onderdeel sociaal-economische vitalisering. Sociale Agenda 2009-2011; Beleidsplan Wel en levend Groningen 2005-2008; Uitvoeringsprogramma provinciaal speerpunt vrijwilligersbeleid 2005-2008; Gebiedsprogramma's 2005-2008 voor 8 gebieden; Sportnota Mitdoun=Goud; Beleidsnotitie mondiale bewustwording.
Prioriteiten 2009 Continueren gebiedsgericht werken met Groninger gemeenten in 8 gebieden Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • uitvoering van 8 geografische (door gemeenten • Voor 7 gebieden zijn nieuwe gebiedsen provincie) goedgekeurde programma's vastgesteld voor de periode gebiedsprogramma's gericht op versterken 2009/2010. Deze zijn in uitvoering genomen. sociale infrastructuur op lokaal niveau. De totstandkoming van een gebiedsprogramma voor het Westerkwartier is vertraagd, omdat gemeenten opteren voor beperkte deelname. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • deelname van alle 25 Groninger gemeenten.
Kwalitatieve informatie: • gebiedsprogramma's; deze worden zo opgesteld dat het resultaat meetbaar is.
Armoedebeleid Gepland Activiteiten: • uitvoering van het Actieprogramma Armoede en Armoedebeleid 2008-2011: € 500.000 per jaar in de periode 2008-2011), waarbij wij een nauwere relatie met het gebiedsgericht werken voorstaan.
Kwantitatieve prestatie- indicatoren: • uitvoering van de voor 2009 voorgenomen acties.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Alle 25 Groninger gemeenten nemen deel. De gemeenten in het Westerkwartier participeren slechts in beperkte vorm. Kwalitatieve informatie • Aan CMO is opdracht gegeven voor alle projecten meetbare doelstellingen te formuleren in aansluiting op de vaststelling van de gebiedsprogramma's. Begin 2010 levert CMO het resultaat.
Gerealiseerd Activiteiten: • De middelen zijn grotendeels toegevoegd aan de gebiedsprogramma's. Er is een jaarlijks Stimuleringsbudget Armoedebestrijding van € 150.000 (dit is inclusief gratis ov voor mboleerlingen waarvoor € 30.000 naar het Provinciaal Studiefonds gaat.) Kwantitatieve prestatie- indicatoren: • Het Stimuleringsbudget Armoedebestrijding van € 150.000 is volledig besteed. Vanuit dit budget worden ook kleinschalige initiatieven ondersteund. Afstemming met gemeenten vindt plaats binnen de gebiedsprogramma's. • De database voorbeeldprojecten is in concept gereed, vervolg wordt samen met gemeenten bepaald in 2010. • Project Thuisadministratie: provinciale dekking gerealiseerd. Dit geldt ook voor het Jeugdsportfonds dat sterk groeit (ruim 500 hulpvragen gehonoreerd).
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
183
• Kwalitatieve informatie • meetbare doelstellingen uit het actieprogramma.
De vier stichtingen Leergeld zijn ondersteund op organisatorisch vlak.
Kwalitatieve informatie: • geen.
Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg (zie ook thema PLG) Gepland Gerealiseerd Voor het investeringsfonds Wonen, Welzijn en Zorg Vanuit dit deel van het Investeringsfonds WWZ (WWZ), dat bestaat uit een bedrag van € 1 miljoen, (doelstelling C) zijn subsidies verleend voor een worden nieuwe criteria opgesteld. tweetal projecten, te weten: Wij willen een bedrag van € 700.000 bestemmen • het project Schots en Scheef Groningen waarbij voor de realisering van kleinschalige voor mensen met een lichamelijke handicap woonzorgcombinaties, dorpshuizen/multifunctionele woningen worden gerealiseerd in combinatie met gebouwen en welzijnsvoorzieningen, zoals zorgvoorzieningen; respijtvoorzieningen; logeerhuizen en -boerderijen. • de realisatie van een kleinschalige Het betreft aard- en nagelvaste voorzieningen, die de woonzorgvoorziening voor Molukse en Indische kwaliteit van leef- en woonomgeving vergroten. ouderen te Appingedam. Dit bedrag wordt ondergebracht bij het thema PLG, onderdeel sociaal-economische vitalisering en gekoppeld aan de LEADER-aanpak. Een bedrag van € 300.000 willen wij bestemmen voor 'aard- en nagelvaste' voorzieningen op het terrein van WWZ, zoals hierboven genoemd, die buiten de criteria van PLG/Leader vallen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Subsidiëring van de bouw van diverse 'aard- en nagelvaste' voorzieningen op het terrein van WWZ, waarbij het gaat om investeringen die de kwaliteit van de leef- en woonomgeving van de burger en in het bijzonder van specifieke doelgroepen verhogen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Voor 2 kleinschalige woonzorgprojecten, die buiten de criteria van PLG/LEADER vallen, is subsidie verleend.
Kwalitatieve informatie: • geen.
Kwalitatieve informatie: • geen.
Convenanten Wonen, Welzijn en Zorg Gepland Activiteiten: • Een bijdrage leveren aan de uitvoering van de het mede door de provincie ondertekende convenanten Wonen, Welzijn en Zorg van de Groninger gemeenten. Er is een convenant voor het gebied van de Regiovisie Groningen-Assen en een convenant voor de overige gemeenten.
Gerealiseerd Activiteiten: • Diverse gemeenten ontwikkelen pilotprojecten op grond van de convenanten. Hieraan levert de provincie een bijdrage.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De provincie stelt subsidie beschikbaar voor pilotprojecten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Voor 2 projecten is een subsidie toegekend.
Kwalitatieve informatie: • De convenanten Wonen, Welzijn en Zorg vormen de basis voor de activiteiten van de betrokken partijen.
Kwalitatieve informatie: • Uit voortgangsrapportages van de Groninger gemeenten blijkt dat dit het geval is.
184
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
TOEGEVOEGD: Gratis ov voor mbo-leerlingen tot 18 jaar (IB2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Uitvoering van het door PS op 5 november 2009 • Zie hieronder. vastgestelde plan van aanpak Gratis ov voor mbo-leerlingen tot 18 jaar. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Aan het plan Gratis ov voor mbo-leerlingen tot 18 jaar wordt bekendheid gegeven. •
Van de regeling wordt met ingang van 1 januari 2009 gebruik gemaakt.
Kwalitatieve informatie: • De ongelijkheid tussen hbo-/wo-studenten en mbo-leerlingen - die bestaat op grond van de verstrekking van de ov-studentenkaart - wordt vanaf 1 januari 2009 in de provincie Groningen door de aanvullende provinciale bijdrage opgeheven.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er is een promotiecampagne gestart om bekendheid te geven aan de nieuwe aanvullende provinciale bijdrageregeling. • 127 mbo-leerlingen hebben - naast de bijdrage van het Studiefonds - de aanvulling van de provincie ontvangen en hebben dus met ingang van 1 januari 2009 gratis naar hun opleiding kunnen reizen. Kwalitatieve informatie: • 127 mbo-leerlingen uit een gezin met een laag inkomen hebben de kans gekregen om hun voorkeursopleiding te volgen omdat zij geen rekening meer hoefden te houden met de reiskosten.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
185
8.2
Jeugd
Omschrijving thema Jeugd De provincie is op grond van de Wet op de jeugdzorg verantwoordelijk voor de regie, planning en financiering van het bureau jeugdzorg en van het zorgaanbod jeugdhulpverlening. Dit aanbod moet aansluiten op de behoefte/vraag van cliënten en op het aanbod van gemeentelijke voorzieningen voor jeugdigen. Ook moet de provincie er zorg voor dragen dat de cliënten hun aanspraken op jeugdzorg tot gelding kunnen brengen binnen een redelijke termijn. Er moet dus kwalitatief en kwantitatief voldoende aanbod zijn. Voor de uitvoering van deze taken ontvangt de provincie twee doeluitkeringen, een doeluitkering bureau jeugdzorg en een doeluitkering aanbod jeugdhulpverlening. Deze uitkeringen worden ontvangen op basis van een vierjarig beleidskader jeugdzorg en een jaarlijks uitvoeringsprogramma. Vanaf 2009 is een nieuw beleidskader voor de periode 2009-2012 van kracht. Dit beleidskader vormt wat het thema Jeugd betreft een uitwerking van de Sociale Agenda. Op basis van het nieuwe beleidskader wordt jaarlijks een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld. Begin 2007 is de provincie Groningen gestart met een brede verbeteroperatie binnen de jeugdzorg: Het procesmanagement jeugdzorg. Aangezien deze verbeterslag zijn effect heeft op de reguliere werkzaamheden, zijn de activiteiten van het procesmanagement vanaf 2008 geïntegreerd binnen de reguliere jeugdzorgproducten. Op het gebied van onderwijs willen wij ook in de komende periode werken aan de volgende drie doelstellingen: • alle jongeren in beeld; • alle jongeren een startkwalificatie, • en alle jongeren aan het werk. Een aanvulling op deze drie doelstellingen vormt een preventieve aanpak waarbij risicofactoren in de ontwikkeling van kinderen en jongeren vroegtijdig gesignaleerd en aangepakt worden. Wij willen het onderwijs nauwer laten aansluiten op het jeugdbeleid. Waar mogelijk gaan we het onderwijsbeleid inbrengen bij het gebiedsgericht werken welzijn. Wij vinden het belangrijk dat jongeren worden betrokken bij maatschappelijke ontwikkelingen en het provinciaal beleid en hierin hun inbreng hebben. Via het beleidsveld jongerenparticipatie (12 tot 18 jaar) draagt de provincie hieraan bij.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten
Voortgang
1. Het hebben van een goed functionerend Bureau Jeugdzorg (BJZ) dat optreedt daar waar sprake is van ernstige opvoed- en opgroeiproblemen.
-
2. Het hebben van voldoende zorgaanbod dat zo flexibel is dat het is afgestemd op de vraag van de jongeren.
-
3. Aansluiting hebben tussen het lokale jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid waardoor jongeren de zorg ontvangen die ze nodig hebben (licht waar het kan en zwaar waar het moet). 186
-
Informatievoorziening BJZ is sterk verbeterd. BJZ heeft eerste fase van bezuiniging gerealiseerd. BJZ gaat aansluiten bij de CJG en verwijsindex. BJZ sorteert in de indicatiestelling al voor op de toekomstige financiering van de jeugdzorg. Eind 2009 waren er geen wachtlijsten > 9 weken. In 2009 is een toetsingskader jeugdzorg tot stand gekomen. Nieuwe innovatieve methodes zijn gefinancierd of voorbereid. Er is in 2009 1 nieuwe zorgaanbieder toegelaten. In beleidsontwikkeling is samengewerkt met Zorgbelang. Er is een afstemmingsoverleg met het onderwijsveld en justitieketen tot stand gekomen. Alle voorbereidingen rond de verwijsindex en de backoffice van de CJG's zijn op tijd klaar gekomen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
-
Het platform jeugd is om de 6 weken bijeen geweest. Het bestuursakkoord is in uitvoering.
4. Onderwijs.
-
Schoolbesturen, provincie en het Rijk hebben een kwaliteitsakkoord Basisonderwijs 2010 - 2011 ondertekend met doel de kwaliteit van het basisonderwijs te verhogen.
5. Vergroten van de betrokkenheid van jongeren bij provinciale ontwikkelingen.
-
Een nieuwe beleidsnotitie jongerenparticipatie is tot stand gekomen.
Geplande prestatie-indicatoren
Gerealiseerde prestatie-indicatoren
ad 1. - geen wachtlijsten AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) bij BJZ; - een goede informatievoorziening;
ad 1. -
-
participatie van in ieder geval 4 consulenten BJZ in voorliggend veld; vraaggerichte indicatiestelling door BJZ; participatie BJZ in ontwikkelingen rond Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) en verwijsindex.
ad 2. - het verder flexibiliseren van het aanbod van de zorgaanbieders;
ad 2. -
-
de realisatie van een nieuwe rijksfinancieringssystematiek (Kaiser) waarmee een genoegzaam aanbod wordt gerealiseerd.
ad 3. - uitvoeren bestuursakkoord VGG en provincie;
-
ad 3. -
-
het stimuleren van vernieuwingen in de zorg en de voorliggende voorzieningen (via het Stimuleringsfonds Zorg);
-
-
de realisatie van een provinciale verwijsindex;
-
-
het stimuleren van de ontwikkelingen rond de CJG.
-
ad 4. - eraan bijdragen dat jongeren het onderwijs met een startkwalificatie verlaten; - het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten.
ad 4. -
De wachtlijst AMK was heel 2009 nul. BJZ heeft maandelijks gerapporteerd en per kwartaal een kwartaalrapportage overhandigd. Er zijn 4 consulenten actief geweest in het voorliggende veld. Vraaggerichte indicatiestelling is gerealiseerd. Is gerealiseerd. BJZ participeert in 2010 in beide initiatieven. In 2009 is een toetsingskader zorgaanbod opgesteld en voor 2010 een nieuwe zorgaanbieder toegelaten. Ook is een aantal losse pilots in 2009 gefinancierd (eerstelijns psychologische hulp). De efficiency bij zorgaanbieders is wederom toegenomen. De systematiek is door het Rijk uitgesteld.
De doelstellingen voor 2009 zijn gerealiseerd: de verwijsindex en backoffice van de CJG’s zijn vormgeven en een conferentie zorginnovatie is voorbereid. Er is een conferentie zorginnovatie voorbereid (gepland voor 20 januari 2010). De middelen uit het stimuleringsfonds zijn gereserveerd om een aantal innovaties in de praktijk te realiseren (€ 150.000). Alle voorbereidingen zijn getroffen in 2009, zodat eind januari begonnen kan worden met de uitrol van het systeem. De kaders voor de backoffice van de CJG zijn in 2009 vastgesteld door inzet kwartiermakers. In 2010 kunnen gemeenten beginnen met de uitrol van de CJG's. Registratie van alle 0 - 23 jarigen is op orde. Actieplan voortijdig schoolverlaten is gestart/ monitoren voortijdig schoolverlaters.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
187
-
ad 5. - het handhaven van de diverse jongerenpanels die zich beleidsinhoudelijk bezig zullen houden met door jongeren bedachte activiteiten; - jongeren betrekken bij deelprojecten van cultuur, onderwijs en jeugdzorg; -
ad 5. -
continue inventarisatie onder jongeren en docenten van belangrijke thema's; voorrondes van het Lagerhuisdebat en Nationaal Jeugddebat.
Te bereiken in (planperiode):
-
Verschillende projecten voor doorlopende onderwijscarrière zijn in uitvoering. Aansluiting zorg en onderwijs is opgenomen in Zorg Voor Jeugd Groningen (ZVJG). Tevens is er een afstemmings-overleg zorg onderwijs opgestart. Arbeidsmarkt-scholingsprogramma is opgenomen in Versnellingsagenda. Het trendteam was in 2009 volledig bezet en operationeel. In 2009 heeft een fotoproject plaatsgevonden rond deze thema's. De resultaten zijn gepresenteerd aan de betreffende afdeling. Inventarisatie is gerealiseerd via trendteam en docentenpanel. Voorrondes hebben in 2009 plaatsgevonden.
2009-2012
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • •
Beleidskader Jeugd 2009-2012; Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2009; Beleidsnotitie onderwijs 2009-2012; Kwartaalrapportages Jeugdzorg; Sociale Agenda 2009-2012; Meerjarenplan jongerenparticipatie 2007-2009; Voortgangsrapportages jeugd. Nota strategische kaders en uitgangspunten: invoering signaleringssysteem (d.d. 12 mei 2009) Uitvoering zorgcoördinatie door GGD en BJZ in de Centra voor Jeugd en Gezin van de gemeenten in de provincie Groningen (d.d. 26 mei 2009)
Prioriteiten 2009 Sturing en informatie Gepland Activiteiten: • implementatie van de notitie sturingsfilosofie van de provincie > Nieuw beleid (VJN 2008) > zie deel 2. onderdeel 9. Overzicht algemene dekkingsmiddelen tabel 9.3, lasten 0600; • uitvoering bestuursakkoord VGG-provincie; • verbeteren informatievoorziening;
Gerealiseerd Activiteiten: • Gerealiseerd.
• •
•
uitvoeren onderzoeks- en monitoringscyclus;
•
•
uitvoeren beleidsmonitor.
•
188
Gerealiseerd (looptijd 2008-2012). BJZ en zorgaanbieders (wachtlijstontwikkeling) hebben maandelijks gerapporteerd en 4 keer per jaar een kwartaalrapportage overhandigd. De betrouwbaarheid van de informatie is sterk verbeterd. In 2009 is onderzocht of een nieuwe brede monitor voor 2010 kan worden ontwikkeld. In 2009 is de JONG-monitor rond onderwijs uitgevoerd.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Vier keer per jaar kwartaalrapportages; • •
realisatie en implementatie uitbreiding formatie CW tot ca. 5,5 fte; maandelijkse rapportage basiscijfers BJZ.
Kwalitatieve informatie: • mate van waardering van ketenpartners voor de sturing door de provincie en de mate waarin afspraken worden nagekomen; • inzicht in de complexe financieringsstromen en de besteding ervan; • goede samenwerking tussen de verschillende partners.
Ontwikkelingen binnen Bureau Jeugdzorg Gepland Activiteiten: • beheersen van instroom bij de toegang;
•
verder optimaliseren organisatiestructuur BJZ
• •
voorkomen wachtlijsten AMK; participatie BJZ in voorliggende veld;
•
verbeteren informatievoorziening.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De rapportages zijn tijdig door de instellingen aangeleverd. • Het team is volledig op sterkte. •
Rapportages zijn tijdig aangeleverd.
Kwalitatieve informatie: • De reacties die ontvangen worden zijn in het algemeen positief. •
Er is goed zicht op de financiële stromen.
•
Er wordt actief samengewerkt met de gemeenten en het zorgkantoor. De banden met justitie zijn aangehaald.
Gerealiseerd Activiteiten: • Er is een Taskforce Toegang BJZ geweest die de instroom in beeld heeft gebracht. De Taskforce is beëindigd toen zich geen wachtlijst meer bij de Toegang bevond. • BJZ heeft implementatieplan Front Office/Back Office gemaakt en heeft deelgenomen aan de voorbereidingen op de backoffice CJG in het kader van ZVJG. • Er was in 2009 geen wachtlijst. • Er waren 4 consulenten actief en de kaders voor deelname in en aan de CJG/verwijsindex zijn vastgesteld. • BJZ heeft maandelijks tijdig en volledige informatie aangeleverd.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • doorlooptijden van AMK en Toegang (vrijwillige instroom) binnen de wettelijke normen; • geen wachtlijsten bij AMK; • deelname van BJZ in de gerealiseerde centra voor jeugd en gezin; • leveren van maandelijkse rapportages door BJZ aan de provincie; • vier keer per jaar kwartaalrapportages.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Dit is gerealiseerd.
Kwalitatieve informatie: • aanpassen van de organisatie BJZ aan landelijke ontwikkeling (o.m. invoering van (nieuwe) werkmethodieken, aanpassing van registratiesystemen); • verwerken van informatie uit cliënttevredenheidsonderzoeken in de organisatie BJZ.
Kwalitatieve informatie: • BJZ implementeert alle landelijke ontwikkelingen (prestatie-indicatoren,verbetering indicatiestelling) en informeert de provincie hier frequent over. • Gerealiseerd.
• • •
De wachtlijst AMK is nul. Kaders voor deelname vanaf 2010 zijn vastgesteld waarin BJZ gaat deelnemen. Gerealiseerd (tijdig en volledig).
•
Gerealiseerd (tijdig en volledig).
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
189
Ontwikkelingen bij de zorgaanbieders Gepland Activiteiten: • zicht houden op vraagontwikkeling; • implementatie visie op vraaggerichte jeugdzorg;
•
aan de hand van plan van aanpak (2008) vraaggericht werken invoeren naar alle zorgpartijen.
Gerealiseerd Activiteiten: • In 2009 is een vraaganalyse gemaakt door Initi8. • Er is een toetsingskader voor nieuwe zorgaanbieders ontwikkeld en in 2009 toegepast. Dit heeft voor 2010 één nieuwe zorgaanbieder opgeleverd. • In 2010 wordt het inkoopbeleid ontwikkeld en het toetsingskader nader aangescherpt ten behoeve van de inkoop 2011.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • vier keer per jaar kwartaalrapportages • maandelijks wachtlijstontwikkeling
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Gerealiseerd (tijdig en volledig). • Gerealiseerd (tijdig en volledig).
Kwalitatieve informatie: • de mate waarin BJZ en de zorgaanbieders van jeugdzorg in staat zijn hun organisaties aan te passen op vraaggericht werken.
Kwalitatieve informatie: • BJZ en zorgaanbieders hebben voortdurend afstemming gehad over de aansluiting van indicatiestelling op de hulpverlening en onderlinge informatievoorziening.
Aansluiting jeugdzorg-jeugdbeleid Gepland Activiteiten: • uitvoeren bestuursakkoord VGG-provincie; • uitvoeren project provinciale verwijsindex en Centra voor Jeugd en Gezin (CJG); • verbeteren informatievoorziening; •
ontwikkelen zorginnovatie voorliggend veld.
Gerealiseerd Activiteiten: • De activiteiten zijn uitgevoerd/in uitvoering. • Voorbereidingen zijn getroffen; beide onderdelen worden in 2010 operationeel. • Er zijn afspraken tussen gemeenten en BJZ gemaakt over informatievoorziening. • Er is een conferentie zorginnovatie voorbereid die in 2010 wordt gehouden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Vier keer per jaar kwartaalrapportages; twee keer per jaar rapportage over de invoering van provinciebrede verwijsindex; • Het uitrollen van de eerste CJG;
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De rapportages zijn tijdig aangeleverd.
•
•
4 operationele kwartiermakers (nieuw beleid Voorjaarsnota 2008).
Kwalitatieve informatie: • Cliëntstromen binnen Centra voor Jeugd en Gezin geven aan hoeveel cliënten in het voorliggend veld (onder verantwoording van de gemeenten) zijn geholpen en hoeveel cliënten zijn doorgestuurd naar BJZ en daar van een indicatie zijn voorzien. Samenwerking in de keten Gepland Activiteiten: • houden van een financieringsoverleg ter versterking van de keten (provincie, zorgkantoor, en gemeenten);
190
•
Voorbereidingen CJG's zijn getroffen, operationeel in 2010. Kwartiermakers hebben gefunctioneerd in uitvoering Verwijsindex en CJG.
Kwalitatieve informatie: • De gegevens over de nieuwe gevallen worden met ingang van 2010 gegenereerd uit de verwijsindex.
Gerealiseerd Activiteiten: • Financieringsoverleg heeft driemaal plaatsgevonden.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
•
•
monitoren van de afspraken tussen provincie, Lentis (voorheen GGz Groningen), Accare (instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie), BJZ, zorgaanbieders en huisartsen over toegang van de jeugd-ggz; monitoren van gemaakte afspraken met jeugdgezondheidszorg, de lvg-sector (licht verstandelijk gehandicapte kinderen en jongeren) en het ministerie van Justitie.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • alle instroom van jeugd-ggz via de toegang van BJZ; •
instroom jeugd-ggz cliënten wordt door BJZ afgedaan binnen de wettelijke doorlooptijden.
Kwalitatieve informatie: • jeugd-ggz cliënten krijgen vraaggerichte indicatie die afhankelijk van de inhoud van de indicatie gericht is op jeugdhulpverlening of AWBZ (en niet zonder meer een AWBZindicatie). Onderwijsbeleid Gepland Activiteiten: • alle jongeren in beeld; • •
preventieve maatregelen ter voorkoming van voortijdig schooluitval; sluitende aanpak en terug naar school of werk;
•
versterken relatie onderwijs en bedrijfsleven.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters: meten en monitoren per regio: - 20% minder meldingen van voortijdig schoolverlaters door scholen voor voortgezet onderwijs en ROC ten opzichte van het schooljaar 2005/2006; - Alle scholen voor voortgezet onderwijs en de ROC's werken met een digitaal verzuim/vsv-portaal waardoor meldingen binnen de gestelde termijnen plaatsvinden en actueel zijn. - Er gelden in de hele provincie eenduidige en heldere afspraken, protocollen en procedures tussen alle ketenpartners rondom een sluitende aanpak voorkomen/ bestrijden voortijdig schoolverlaten. Alle partners hanteren daarbij dezelfde definities en registreren/rapporteren op een uniforme wijze waardoor cijfers betrouwbaar en vergelijkbaar zijn.
•
Met uitzondering van Accare en de huisartsen nemen alle ketenpartners deel aan de verwijsindex.
•
Afwachten reactie ministerie Jeugd en Gezin op rapport Taskforce Linschoten 'Verkeerd verbonden' - naar houdbare voorzieningen voor jeugdigen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • BJZ heeft bestuursakkoord met Lentis en Accare en kijkt mee bij de Toegang van beide instellingen om BJZ-cliënten er uit te pikken. • Cliënten die rechtstreeks bij BJZ zijn ingestroomd bij de Toegang zijn binnen de wettelijk doorlooptijd geholpen. Kwalitatieve informatie: • BJZ werkt qua indicatiestelling vraaggericht.
Gerealiseerd Activiteiten: • Provinciale jeugd- en onderwijsmonitor 2008, monitor 2009 wordt eind januari opgeleverd. • Actieplan Voortijdig Schoolverlaten is in uitvoering. • Regionale netwerken zijn opgericht voor de invoering van het Passend Onderwijs. • Afstemmingsoverleg voor de aansluitingen van het Passend Onderwijs en Zorg voor Jeugd Groningen heeft plaatsgevonden. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters: meten en monitoren per regio: - Het aantal meldingen is met 30% gedaald ten opzichte van het schooljaar 2005/2006; -
Alle scholen werken met het digitaal verzuim/vsv-portaal.
-
Het actieplan Bestrijden Voortijdig Schoolverlaten is op 12 maart 2008 officieel van start gegaan. In het kader van het actieplan voortijdig schoolverlaten worden acties uitgevoerd om definities en tellingen uniform te krijgen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
191
•
Provinciale dekking sluitende aanpak van 100%: - In 2009 wordt de vierde rapportage van de provinciale jeugd- en onderwijsmonitor opgeleverd. Uit deze rapportage blijkt dat alle 0-23 jarigen volledig in beeld zijn. - In alle gemeenten is er aandacht voor het vroeg signaleren en aanpakken van onderwijsachterstanden. Dit komt tot uiting in het integrale jeugdbeleid 0-23 jaar dan wel in een lokaal (regionale) educatieve agenda. -
•
De Leesmeter is ontwikkeld en ingevoerd in de gemeenten Pekela, Menterwolde en Veendam. Eind 2009 vindt de uitrol over de andere 6 Oost-Groninger gemeenten plaats.
Kwalitatieve informatie: • Jeugd- Onderwijsmonitor provincie Groningen
Uitvoering jongerenparticipatie Gepland Activiteiten: • meerjarenplan 2007-2009 voor jongerenparticipatie uitvoeren.
Provinciale dekking sluitende aanpak van 100%: - Uit de monitor 2008 blijkt dat 99% van alle 0 tot 23 jarigen in onze provincie in beeld zijn en geregistreerd staan in de leerlingenadministraties van de gemeenten. Ook de kwaliteit van de registratie is in de loop der jaren sterk verbeterd. Zo is van alle jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar voor 86% bekend of er sprake is van een inschrijving op een onderwijsinstelling en/of startkwalificatie. De provinciale jeugd- en onderwijsmonitor 2009 wordt eind januari 2010 opgeleverd. - Het taalontwikkelingsprogramma Spraakmakend wordt uitgevoerd in Oost Groningen. In alle 9 gemeenten is de taalontwikkeling bij jonge kinderen gemeten. gemeten. In alle gemeenten wordt licht pedagogische hulp aangeboden aan ouders van kinderen van 0 - 4 jaar. Ook worden ouders extra gestimuleerd hun kind aan de peuterspeelzaal deel te laten nemen. De Leesmeter is ontwikkeld en wordt door alle partijen gebruikt die met jonge kinderen werken.
Kwalitatieve informatie: • Jeugd- Onderwijsmonitor provincie Groningen is uitgevoerd.
Gerealiseerd Activiteiten: • Volgens planning uitgevoerd.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • door middel van rondleidingen 1.000 jongeren bereiken en interesseren voor de provincie; • door middel van het educatiepakket 2.000 jongeren bereiken en interesseren voor de provincie; • handhaven Trendteamcontacten bestaande uit 30 jongeren welke aan participatietrajecten mee zullen doen; • door middel van de jongerensite 4.000 jongeren informeren over de provincie; • handhaven contact met 100 jongeren die deel hebben genomen aan de uitlaatklep; • aantal deelnemers Lagerhuisdebat 250 jongeren;
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn 12 rondleidingen gegeven waarbij ca. 2500 jongeren zijn bereikt. • Start ontwikkeling van educatiepakket is in gang gezet. Bij de ontwikkeling zullen jongeren, docenten en ambtenaren betrokken worden. • Het Trendteam was in 2009 intact en operationeel, aantal is gestegen naar 35 jongeren. • Jongerensite is online.
•
•
aantal deelnemers Nationaal Jeugddebat 100 jongeren.
Kwalitatieve informatie: Geen.
192
• •
Contact met deze jongeren is via Hyves onderhouden. Het Lagerhuisdebat heeft succesvol plaatsgevonden. Het Nationaal Jeugddebat heeft succesvol plaatsgevonden.
Kwalitatieve informatie: Geen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
TOEGEVOEGD: Beperken wachtlijsten jeugdzorg (actueel) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Geen wachtlijsten AMK, Toegang, • Wachtlijst AMK is nul, wachtlijst Toegang is Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. teruggebracht tot werkvoorraad waardoor wettelijke doorlooptijd gehaald wordt. Wachtlijsten Jeugdbescherming en Jeugdreclassering zijn fors teruggebracht (fluctuaties in de instroom maken dat wachtlijst nul moeilijk haalbaar is). • Geen wachtende langer dan 9 weken op start • Doelstelling is gehaald. zorg. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Wachtlijst AMK, Toegang, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering is nul. •
Geen wachtende langer dan 9 weken op start zorg.
Kwalitatieve informatie: • Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Stand van zaken 1 december 2009: AMK nul, Toegang 101, ondertoezichtstelling (OTS) 21, voogdij 4, Jeugdreclassering 6. • Langer dan 9 weken: nul. Kwalitatieve informatie: • Geen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
193
8.3
Cultuur en media
Omschrijving thema Cultuur en media Het thema Cultuur omvat de onderdelen cultuurbereik, erfgoed en kunsten. In de Cultuurnota 2009-2012 zijn deze drie onderdelen vertaald in drie programma's: 1. Creatieve netwerken (actieve participatie en bereik door verankering en vernieuwing): Wij willen dat meer mensen in aanraking komen met en actief meedoen aan cultuur. Daarvoor willen wij het cultuurbereik in de regio's stimuleren. Hierin werken we nauw samen met gemeenten en instellingen in de Regionale Cultuurplannen. Daarnaast willen wij verder gaan met het stimuleren van samenwerkingsverbanden van waaruit nieuwe culturele initiatieven ontstaan, zowel binnen de amateurkunst als binnen cultuureducatie. Deze initiatieven hebben de vorm van projecten. Verankering ontstaat door de netwerken die ontstaan: netwerken van mensen, instellingen, scholen die elkaar hebben gevonden en die elkaar blijven opzoeken. Zo ontstaan steeds weer nieuwe initiatieven en mogelijk nieuwe samenwerkingsverbanden. Met ons beleid op het gebied van amateurkunst, kunst-, erfgoed- en media-educatie en talentontwikkeling willen wij dat een verbinding tussen cultuureducatie en amateurkunst wordt gelegd. We vinden het belangrijk dat amateurkunstenaars zich kunnen ontwikkelen en dat het organiserend vermogen van amateurkunsten zich kan versterken. Het aanbod van kunst-, erfgoed- en media-educatie willen wij stimuleren. Actieve participatie van jeugd en jongeren, maken we mogelijk door projecten ontwikkeld voor of door jongeren. In alle gevallen zal talentontwikkeling een belangrijk aandachtspunt zijn. Zie hiervoor ook programma 3. Onder dit programma valt ook bibliotheken. Bibliotheken dragen bij aan een actievere rol van inwoners in de samenleving. 2. Het verhaal van Groningen (identiteit door ontwikkeling) Wij willen het cultureel erfgoed niet alleen bewaren maar ook presenteren aan de huidige en toekomstige generaties. Door het vertellen van verhalen over Groningen in de vorm van eigentijdse presentaties van collecties wordt het verleden op een actuele en aansprekende manier weer zichtbaar gemaakt. Om dit te bereiken willen wij de verschillende collecties benaderen als één geheel, te weten de Collectie Groningen. Deze Collectie Groningen is het collectief van alle collecties binnen de afzonderlijke beleidsterreinen zoals de archieven, monumenten, immaterieel erfgoed, archeologie, museale objecten, collectie Groningana en het landschap. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het instandhoudingsbeleid van deze Collectie Groningen, waarbij selectie een steeds grotere rol zal gaan spelen. 3. Dynamiek in de kunsten van stad en regio Binnen het kunstenbeleid zetten wij in op het kunstenbeleid in brede zin (podiumkunsten, beeldende kunst, letteren, film, fotografie en nieuwe media). Het stimuleren van het experiment, op ontwikkelingsmogelijkheden voor getalenteerde kunstenaars en ontwerpers staat daarbij centraal. Daarnaast willen wij de samenwerking tussen disciplines en tussen kunsten en andere sectoren (Kunst en Economie en Kunst en Ruimte) en het organiserend vermogen versterken. Het uiteindelijke doel van het kunstenbeleid is het versterken van de sociale en culturele leefomgeving van mensen. Alles wat nodig is om een persoonlijke, leefbare en inspirerende omgeving mogelijk te maken. Een samenleving die mensen verbindt en laat participeren. Maar ook een provincie waar het vestigingsklimaat voor bedrijven aantrekkelijk is en blijft. Voortbordurend op de eigenzinnigheid van het kunstenveld in de provincie Groningen blijft het de ambitie om de mogelijkheden voor het uitvoeren van nieuwe toepassingen, nieuwe ideeën (experimenten) en samenwerkingsvormen te vergroten, nieuwe (fysieke en digitale) presentatievormen en nieuwe initiatieven te stimuleren. Hierin werken we samen met de gemeente Groningen en de grote instellingen en festivals die de basis van de bekendheid van Groningen als culturele hoofdstad van het Noorden vormen. We houden de basisinfrastructuur op orde en gaan verder inzetten op talentontwikkeling van amateurs en professionals. Voor zowel de dynamiek in de kunsten als ook het versterken van de economie in Groningen en Noord-Nederland is het van belang internationale kunstuitwisseling te stimuleren. Kortom: het beleid blijft gericht op het vergroten van de dynamiek in de kunsten in stad en regio. Media is niet opgenomen in de Cultuurnota 2009-2012. Conform artikel 107 Mediawet is het provinciebestuur verantwoordelijk voor minstens een regionale omroep in de provincie zodanig dat een kwalitatief hoogwaardige programmering mogelijk is en continuïteit van de bekostiging gewaarborgd is. In Groningen verzorgt RTV Noord de programmering. Met RTV Noord onderhouden wij een structurele relatie. Over de relatie tussen omroep en provincie is in 2003 de Medianota, 194
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
kadernota RTV Noord verschenen. Daarnaast zijn afspraken in 2006 gemaakt tussen IPO en ROOS die zijn vastgelegd in een handboek financiële verantwoording regionale omroepen en uitgangspunten beleid. Deze drie documenten zijn de basis geweest voor de budgetafspraken met RTV Noord die in 2006 zijn overeengekomen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten 1. Creatieve netwerken (cultuurbereik en actieve participatie): Het versterken van sociaal-culturele samenhang in de regio door in te zetten op laagdrempelige, voor een breed publiek toegankelijke functies en initiatieven in de provincie, dichtbij en herkenbaar voor Groningers. Hierdoor worden de inwoners van de provincie Groningen in aanraking gebracht met cultuur en wordt de actieve deelname aan cultuur bevorderd. 2. Het Verhaal van Groningen (erfgoed): Het stimuleren dat het publiek meer met de informatie vanuit de Collectie Groningen in aanraking komt en daar kennis van neemt en het waarborgen van de instandhouding van de Collectie Groningen voor toekomstige generaties. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan het zelfbewustzijn van de burgers over de regio. 3. Dynamiek in de kunsten van stad en regio (kunsten): De mogelijkheden voor het uitvoeren van nieuwe toepassingen, nieuwe ideeën, experimenten en samenwerkingsvormen vergroten en nieuwe initiatieven stimuleren, ondermeer als het gaat om talentontwikkeling en cultureel ondernemerschap. Hiermee wordt aan de bestaande culturele infrastructuur een impuls gegeven. Deze aanpak heeft zodoende direct effect op de Kunsten en resulteert in nieuwe toepassingen van cultuur en nieuwe verbindingen tussen bijvoorbeeld Kunst en Ruimte en Kunst en Economie: Het verbinden van de kunsten met andere sectoren (economische en maatschappelijke) is een uitgangspunt in ons beleid. Daarnaast is creativiteit en innovatiekracht van groot belang voor het vestigingsklimaat en daarmee het economische klimaat in Groningen. 4. Media: Zoveel mogelijk inwoners over het maatschappelijke, economische, sportieve en culturele leven in de provincie Groningen informeren. In het geval van een ramp heeft de regionale omroep een speciale taak als rampenzender. Te bereiken in (planperiode):
2009-2012
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • •
Cultuurnota 2009-2012 provincie Groningen; Cultuurconvenant OCenW - Noord-Nederland 2005-2008; Noordelijk Profiel: "grenzen overschrijden" Medianota, kadernota RTV Noord; Uitgangspunten beleid regionale omroepen; Handboek financiële verantwoording regionale omroepen; Afspraken Budgetfinanciering van de budgetinstellingen; Rapport Cultuureducatie provincie Groningen; Notitie Amateurkunst in stad en provincie Groningen; Plan van aanpak RTV Noord.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
195
Prioriteiten 2009 Creatieve Netwerken (Cultuurbereik) Gepland Activiteiten: • Regionale Cultuurplannen (RCP) worden versterkt door verankering (deelname van bestaande instellingen en follow-up), verdieping (professionele inbreng) en ontwikkeling (inhoudelijk en organisatorisch). • Verdere stimulering van samenwerkingsverbanden van waaruit nieuwe culturele initiatieven ontstaan, zowel binnen de amateurkunst als binnen cultuureducatie. Deze initiatieven hebben de vorm van projecten. Verankering ontstaat door de netwerken die ontstaan: netwerken van mensen, instellingen, scholen die elkaar hebben gevonden en die elkaar blijven opzoeken. Zo ontstaan steeds weer nieuwe initiatieven en mogelijk nieuwe samenwerkingsverbanden. • Met ons beleid op het gebied van amateurkunst, aanbod kunst-, erfgoed- en media-educatie en talentontwikkeling willen wij dat een verbinding tussen cultuureducatie en amateurkunst wordt gelegd.
•
Investeren in jeugd; via cultuureducatiebeleid basisonderwijs en voortgezet onderwijs en doelgroep jongeren (Jonge Harten Festival, De Steeg), en ondersteuning van initiatieven die zich richten op jongeren die normaal niet zo snel met kunst en cultuur in aanraking komen.
•
Biblionet ontvangt een jaarlijkse bijdrage. Bibliotheken hebben een duidelijke sociale functie, de in gang gezette vernieuwingen worden geconsolideerd en wellicht (afhankelijk van landelijke besluitvorming inzake bibliotheekvernieuwing) gecontinueerd. Bibliotheken vermarkten hun mogelijkheden beter. De klant staat centraal. Gemeenten, Biblionet en provincie dragen zorg voor provinciebrede samenwerking en afstemming binnen het bibliotheeknetwerk.
196
Gerealiseerd Activiteiten: • Gerealiseerd door subsidiering van 29 grotere en kleinere projecten. Gemeenten en provincie zijn in diverse bijeenkomsten bijeengekomen. Communicatie over RCP vindt plaats via een eigen website, het tijdschrift Blick en advertorials. • Gerealiseerd door mensen in aanraking te brengen met cultuur en actief te laten participeren door subsidiering van instellingen gericht op amateurkunst en cultuureducatie en projecten via het BEPP en RCP. BEPP is sinds 2009 een nieuw instrument. 2009 was een proefjaar voor het BEPP. Vanuit de diverse onderdelen Amateurkunst, Cultuureducatie, Volkscultuur en Jeugd zijn projecten ingediend voor het BEPP. Eind 2009 is een start gemaakt met een evaluatie van het BEPP. • Gerealiseerd via het BEPP. Daaruit stimuleren wij de verbinding tussen cultuureducatie en amateurkunst. Dit uit zich in projecten die of vanuit scholen of vanuit aanbieders worden ingediend. Dit komt het beste tot zijn recht in een gezamenlijke aanvraag waarin vanuit de vraag van scholen aanbieders op het terrein van amateurkunst aanbod ontwikkelen. Via de Theaterwerkplaats en BEPP-projecten hebben amateurs zich kunne ontwikkelen. • Gerealiseerd door middel van subsidiëring van IVAK, Kunststation C, De Steeg, Urban House en het Jonge Harten Festival. Gerealiseerd vanuit het BEPP. Hierin zijn 149 scholen bereikt via projecten door zowel scholen als aanbieders aangevraagd. Dit is exclusief enkele grote projecten van aanbieders, waarmee vele scholen bereikt zijn. Stichting Vertellus heeft vanuit de provincie een structurele subsidie gekregen om aanbod binnen Cultuureducatie te ontwikkelen. Vanuit het BEPP zijn 12 projecten financieel ondersteund om jongeren die normaal niet snel in aanraking met kunst en cultuur komen. • Gerealiseerd. De vernieuwingen zijn geconsolideerd, marketing is een speerpunt, klant staat centraal. Er is sprake van provinciebrede afstemming.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
•
Scholen hebben cultuureducatieplannen opgesteld waarin aandacht voor kunst-, erfgoeden media-educatie en talentontwikkeling. Leerlingen komen daardoor actief en passief in aanraking met cultuur. De scholen maken gebruik van de ondersteuningsstructuur via IVAK en Kunststation C.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 1 werkplaats in de gemeente Groningen; •
4 regionale cultuurplannen;
•
Groei publieksbereik via RCP's.
•
Continuering van het proces bibliotheekvernieuwing.
•
Continuering van het netwerk provincie, gemeenten en Biblionet. Stimuleren van (nieuwe) samenwerkingsverbanden van waaruit nieuwe culturele initiatieven ontstaan, zowel binnen de amateurkunst als binnen cultuureducatie. Deze initiatieven hebben de vorm van projecten.
•
•
+/- 300 basisscholen hebben cultuureducatieplannen opgesteld; +/- 40.000 leerlingen van basisscholen komen actief en passief met kunst, erfgoed en media in aanraking.
•
Alle basisscholen en op termijn de onderbouw van het voortgezet onderwijs maken gebruik van Kunststation C en IVAK als sparringpartner.
•
Groei actieve deelname aan cultuur.
•
IVAK: 43 scholen (95% totaal) hebben cultuureducatieplan, 2 scholen werken eraan. 85% tot 90% van de 257 scholen in het KunstStation Cgebied heeft een cultuureducatieplan. Alle 45 scholen in het IVAK gebied en het merendeel van de scholen in het KunstStation Cgebied hebben een beroep gedaan op een of andere vorm van ondersteuning of dienstverlening.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De Theaterwerkplaats Groningen is werkzaam voor de hele provincie. • Met ingang van 1 januari 2009 zijn er vijf RCPregio's ontstaan door splitsing van RCP Noord in de regio's RCP Hunsingo en RCP Tichelstroom. De overige regio's zijn onveranderd. 24 Gemeenten participeren in het RCP. • In 2009 is het publieksbereik gestegen naar 99.700 bezoekers. (Project Culturele zomer Slochteren in het kader van 50 jaar Gas 76.000 bezoekers) In 2008 waren dit nog 29.546 bezoekers. • Het Rijk zet middelen bibliotheekvernieuwing niet meer via provincies in. Biblionet heeft in het kader van de nieuwe regeling bibliotheekinnovatie projectvoorstellen ingediend. Het merendeel daarvan is gehonoreerd. • Ambtelijk overleg provincie, gemeenten, Biblionet is gecontinueerd. • Gerealiseerd door mensen in aanraking te brengen met cultuur en actief te laten participeren door subsidiering van instellingen gericht op amateurkunst en cultuureducatie en projecten via het BEPP en RCP. Vanuit het BEPP zijn 149 scholen bereikt via projecten door zowel scholen als aanbieders aangevraagd. Dit is exclusief enkele grote projecten van aanbieders, waarmee vele scholen bereikt zijn. • 85 tot 90% 257 scholen in het KunstStation Cgebied heeft een cultuureducatieplan. IVAK 95% (43) scholen heeft cultuureducatieplan, 2 scholen werken eraan. Vanuit het BEPP zijn 149 scholen bereikt via projecten door zowel scholen als aanbieders aangevraagd. Dit is exclusief enkele grote projecten van aanbieders, waarmee vele scholen bereikt zijn. • Alle 45 scholen in het IVAK-gebied en het merendeel van de scholen in het KunstStation Cgebied hebben een beroep gedaan op een of andere vorm van ondersteuning of dienstverlening • De actieve participatie is een nieuwe beleidsdoel in de cultuurnota 2009-2012. Het jaar 2009 is een nulmeting en de komende jaren kan gezien worden of de actieve participatie toeneemt. Via het BEPP wordt gericht ingezet op participatieprojecten. Er zijn in totaal 97 projecten via BEPP ondersteund. Eind 2009 is een evaluatie gestart naar de
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
197
•
Jaarlijks worden 400 jongeren actief en 6.000 jongeren passief bereikt door Jonge Harten Festival, De Steeg en initiatieven voor jongeren die normaal niet snel met kunst en cultuur in aanraking komen.
•
behaalde resultaten uit het eerste jaar van het BEPP. Hierin wordt ook gekeken naar de behaalde of ingeschatte aantallen (projecten en actieve deelnemers/bereik). Dit geldt ook voor het onderdeel cultuureducatie. Jonge Harten: bezoekers 8250, actieve deelnemers 1200, vrijwilligers 450. De Steeg: 136 voorstellingen (waarvan 74 in provincie Groningen), 12.490 bezoekers (waarvan 6700 in provincie Groningen). Via educatief materiaal 3300 leerlingen in provincie Groningen actief aan de slag met de voorstellingen.
Kwalitatieve informatie: • Binnen iedere RCP-regio ontstaan netwerken die de functie van het RCP kunnen versterken en wordt in samenwerking met de werkplaats in de stad en de koepels verder gebouwd aan een bloeiend amateurkunstenaarsnetwerk in stad en regio. • Bibliotheken hebben een duidelijke sociale functie, de in gang gezette vernieuwingen worden geconsolideerd en wellicht (afhankelijk van landelijke besluitvorming inzake bibliotheekvernieuwing) gecontinueerd. Bibliotheken vermarkten hun mogelijkheden beter.
Kwalitatieve informatie: • Zie hierboven.
•
•
Verankering van cultuureducatie in het onderwijs wordt bevorderd, scholen gaan als volwaardige partner deelnemen aan het culturele netwerk in de regio.
Het Verhaal van Groningen (Erfgoed) Gepland Activiteiten: • Het betreft een presentatiebeleid, waarbij de Collectie Groningen als collectief van alle collecties (archieven, monumenten, archeologie, musea, landschap, bibliotheken en immaterieel erfgoed) in samenhang wordt getoond. De (historische) collectie van het Groninger Museum maakt hier een wezenlijk onderdeel van uit.
198
•
Vrijwel alle gerealiseerde projecten zijn opgenomen in reguliere bedrijfsvoering van de bibliotheken en Biblionet. Marketing is een speerpunt. De provincie heeft geen regierol meer in het proces van bibliotheekvernieuwing. Door wijziging van het rijksbeleid worden bibliotheekvernieuwingsmiddelen sinds 2009 op een andere wijze en centraal ingezet. Conform cultuurnota houden wij het ambtelijk overleg provincie/gemeenten/Biblionet voor afstemming en instandhouding van het netwerk in stand. Scholen nemen deel aan de regionale netwerken die door IVAK en Kunststation C worden onderhouden.
Gerealiseerd Activiteiten: • Verbinding en presentatie van de Collectie Groningen, in samenhang, is verder uitgewerkt door: • de (gesubsidieerde) organisaties afzonderlijk; • de verdere ontwikkeling van het digitale podium www.hetverhaalvangroningen.nl; • de vierde vertaling van integrale (fysieke) presentaties door het project Fivel en Oldambt van de Stichting Oude Groninger Kerken. • In 2009 is gestart met de voorbereidingen tot een mogelijke decentralisatie van de RHC's van het rijk naar de provincies. Dit is een van de onderdelen van het Bestuursakkoord. Bij deze decentralisatie gaat het niet alleen om de wettelijke taken, maar weegt ook het erfgoedaspect en het tegemoetkomen aan
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
•
Instandhouding van de Collectie Groningen. Het betreft het zorg blijven dragen voor de instandhouding van de Collectie Groningen, waarbij selectie een steeds grotere rol zal gaan spelen. Verder zal er worden gewerkt aan een goede afstemming hierover tussen de verschillende overheden.
Bovenstaande activiteiten zijn als zodanig verwoord in de Cultuurnota 2009-2012 als beleidsmaatregelen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • presentaties, instandhouding Collectie Groningen via 24 erfgoedinstellingen incl. activiteiten; •
inzet van 3 kredieten voor activiteiten op gebied van publieksbereik en instandhouding;
•
onderhouden van een netwerk van 5 Archeologische Informatiepunten.
Kwalitatieve informatie: • het vergroten van de belangstelling voor en het gebruik van informatie over de Collectie Groningen (in relatie met kennis over geschiedenis in het algemeen), hetgeen een bijdrage levert om de dynamiek, de rijkdom en potentie van de eigen regio meer zichtbaar te maken;
•
het digitaal ontsluiten van de Collectie Groningen: www.hetverhaalvangroningen.nl
•
presentaties/gebruik van de historische collectie van het Groninger Museum;
•
de groeiende vraag van de burger naar historisch onderzoek sterk mee in de opzet van een verantwoordelijk RHC in de eigen regio. Het onderzoeksproces is nog niet afgerond. Gerealiseerd via de (gesubsidieerde) organisaties in het veld en het Noordelijk Archeologisch Depot. Gerealiseerd door subsidiering van restauratieprojecten vanuit het Fonds Gebouwde Collectie Groningen 2009. Maandelijks afstemmingsoverleg met de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en Libau-steunpunt en gemeenten. In 2009 is door alle overheden in het Nedersaksisch taalgebied besloten tot het indienen van een aanvraag bij de Rijksoverheid voor erkenning van het Nedersaksisch onder Deel III van het Europese Handvest voor regionale talen of talen van minderheden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Presentaties en instandhouding zijn door betreffende organisaties gerealiseerd door middel van subsidieverlening. • Met ingang van 2009 worden 5 kredieten voor activiteiten op het terrein van publieksbereik en instandhouding ingezet. Deze zijn 100% aangewend. • Bijeenkomst met alle besturen AIP's heeft plaatsgevonden. Wensen in relatie tot de voortgang zijn geïnventariseerd. Kwalitatieve informatie: o Gerealiseerd via de (gesubsidieerde) organisaties in het veld. Daarnaast door de realisatie en verdere ontwikkeling van de website www.hetverhaalvangroningen.nl, waarbij door middel van verhalen de Collectie Groningen in samenhang zichtbaar wordt gemaakt, interactief. Verder is er een vierde fysieke vertaling ontwikkeld voor presentaties in samenhang door het project Fivel en Oldambt van de Stichting Oude Groninger Kerken. • Gerealiseerd. Er is ingezet op de verdere ontwikkeling van de website www.hetverhaalvangroningen.nl. In 2009 is de notitie ‘Visie en toekomstperspectief website www.hetverhaalvangroningen.nl 2009-2012’ door de stuurgroep vastgesteld. Op basis van deze notitie is in 2009 een start gemaakt met de doorontwikkeling van de site met als doel: groter publieksbereik, vergroten draagvlak bij organisaties, particulieren, toeristen, bedrijven, en vermarkting van de verhalen/informatie. • Het Groninger Museum heeft 4 tentoonstellingen gerealiseerd vanuit de historische collectie dan wel Groninger perspectief alsmede exposities in het kader van De Ploeg. Daarnaast ontsluit het museum haar historische collectie via vele bruiklenen, www.hetverhaalvangroningen.nl. en doet redactioneel werk hiervoor.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
199
•
samen met erfgoedinstellingen in stand houden van de Collectie Groningen.
Dynamiek in de kunsten stad en regio (Kunsten) Gepland Activiteiten: • Het creatieve en innovatieve vermogen binnen het kunstenveld wordt actief bevorderd, de productiefunctie en het organiserend vermogen versterkt, ontmoetingen mogelijk gemaakt, netwerkvorming en het leggen van verbindingen gestimuleerd. Dit gebeurt door het verlenen van structurele en incidentele subsidies, het verstrekken van opdrachten, het stimuleren van interdisciplinaire en intersectorale samenwerking, het verknopen van netwerken door middel van organisatie van netwerkbijeenkomsten, expertmeetings en informele ontmoetingen, en het matchen van bestaande kunstmiddelen aan landelijke kunstfondsen. • Wij zetten verder in op talentontwikkeling van amateurs en professionals, met meer aandacht voor activiteiten bij diverse kunstinstellingen op het gebied van talentontwikkeling en het versterken van de netwerken. Dit doen we door het verstrekken van structurele subsidies aan de Noordelijke Dansvoorziening, Theater de Citadel, De Noorderlingen, Haydn Muziekfestival, Jungle Warriors, Grover Pop / Groninger popkoepel, Grand Theatre/Prime, Kunstbende, Theater te Water, Doe Maar Dicht Maar, Noorderslag, Noorderzon en Noorderlicht, het tweejaarlijks verstrekken van het Belcampostipendium, talentontwikkeling op te nemen in de opdracht aan de Kunstraad, en het Bepp (Budget Educatie en Participatie Projecten). • De versterking van de verbinding tussen Kunst en Economie, waarbij we zowel aan de economische spin-off van grote festivals of een Groninger Museum denken, als ook het belang van creativiteit en innovatiekracht voor het economische klimaat in Groningen en NoordNederland. Dit doen we door structurele subsidies te verlenen aan de drie grote festivals, het Groninger Museum en aan grote en middengrote evenementen in onze provincie en het beleid Creatieve Stad. • Wij willen internationale kunstprojecten mogelijk maken door het verlenen van incidentele subsidies via de Kunstraad, internationale ontmoetingen mogelijk te maken/te organiseren, aansluiting te zoeken bij bestaande en toekomstige contacten en initiatieven op de NOA-as, vanuit de visie 'Grenzen overschrijden' vanuit Noordelijk Convenant verkennen worden in hoeverre een bijdrage geleverd kan worden aan projecten op het terrein van 200
•
Gerealiseerd via de (gesubsidieerde) organisaties en subsidiering vanuit het Fonds Gebouwde Collectie Groningen.
Gerealiseerd Activiteiten: • Gerealiseerd via structurele subsidiëring van instellingen en festivals in 2009 en door de Kunstraad. In 2009 heeft de Kunstraad 3 subsidierondes gehouden. Binnen deze subsidierondes zijn (interdisciplinaire) activiteiten gesubsidieerd in stad en provincie Groningen. Deze subsidies zijn gedekt door het Kunstenbudget 2009. Daarnaast heeft de Kunstraad en een bijeenkomst georganiseerd ten behoeve van het versterken van het ondernemerschap van culturele instellingen. In het kader van het opdrachtenbeleid is de opdracht ‘Een lichttunnel in de Koningslaagte’ verstrekt. •
Dit beleidsvoornemen is in 2009 gerealiseerd. Alle instellingen uit de Cultuurnota 2009-2012, zowel op professioneel als amateurniveau, die zich met talentontwikkeling bezig houden, hebben in 2009 een structurele subsidie ontvangen. Daarnaast is in 2009 het Belcampo-stipendium uitgereikt. Ook de Wessel Gansfort Prijs is in dat jaar uitgereikt.
•
Gerealiseerd via het krediet Kunst en Economie, waarbij kunstenaarsinitiatieven en andere kunstorganisaties gesubsidieerd zijn in activiteiten, waarbij sprake is van cross-overs tussen kunsten, bedrijfsleven, ICT en/of onderwijswezen. Daarnaast heeft het Groninger Museum heeft 2 'blockbuster'- tentoonstellingen gerealiseerd en 11 overige tentoonstellingen, waarvan 4 vanuit perspectief Collectie Groningen. Tot slot is er structurele subsidie verstrekt aan Pavlov Medialab te Groningen. Gerealiseerd door opdrachtverlening aan de Kunstraad om onderzoek te doen naar internationalering, dat zij in 2010 zullen afronden. Minimaal twee bijeenkomsten maken onderdeel uit van dit onderzoek. Daarnaast zijn er in het kader van internationalisering in 2009 (ambtelijke) contacten gelegd met NordConnect.
•
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
•
internationalisering, ons in te spannen om startsubsidies mogelijk te maken uit andere provinciale budgetten, waardoor kunstorganisaties meer ondersteuning krijgen bij het aanvragen van andere Europese subsidies, en door ons in te zetten voor een cultuurbudget binnen het toekomstige NOAbeleid. Wij willen verbindingen leggen tussen Kunst en Ruimte en gaan het beleid om kunstenaars en ontwerpers in te zetten in de openbare ruimte continueren, door projecten te ontwikkelen waarbij kunstenaars en vormgevers in een vroegtijdig stadium ingezet worden bij planvorming, ontwerp, (her-)inrichting en herstructureringsprojecten in de openbare ruimte.
•
Dit is gerealiseerd door de opdrachtverstrekking voor een publicatie en een educatief programma wat betreft Kunst en Ruimte.
Bovenstaande activiteiten zijn als zodanig verwoord in de Cultuurnota 2009-2012 als beleidsmaatregelen. NB. Wij hebben te maken met het besluit van het Rijk om de gehele Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving per 1-1-2009 voor provincies op te heffen. Dit betekent dat wij als provincie € 209.506 minder kunnen inzetten binnen het kunstenbeleid. Er is € 58.600 minder beschikbaar voor het beleid Kunst en Economie en € 110.910 minder beschikbaar voor Kunst en Ruimte (v/h Culturele Planologie). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • houden van 3 grote internationale festivals (Noorderzon, Noorderlicht en Noorderslag); •
realiseren van projecten Cultuur en Ruimte en Cultuur en Economie;
•
verstrekken van 1 culturele opdracht;
•
functioneren van de Kunstraad Groningen, waarbij subsidieaanvragen binnen 8 weken worden afgehandeld; realiseren van 1 grote tentoonstelling door het Groninger Museum.
•
Kwalitatieve informatie: • Vergroten aantrekkelijkheid van Groningen als vestigingsplaats, innovatieve bedrijvigheid en het aantrekken en behouden van hoogwaardig personeel.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2009 zijn de drie grote festivals gesubsidieerd, de drie festivals Noorderzon, Noorderlicht, Noorderslag hebben plaatsgevonden. • Gerealiseerd door de opdrachtverstrekking voor een publicatie en een educatief programma wat betreft Kunst en Ruimte en subsidieverleningen aan twee projecten op het gebied van Kunst en Economie. • Gerealiseerd door het verstrekken van de tweejaarlijkse Post Middendorp opdracht (2008 niet verstrekt, vertraagd in 2009). • Over het gemiddelde van alle aanvragen is deze prestatie behaald. • Het Groninger Museum heeft 2 'blockbuster'tentoonstellingen gerealiseerd en 11 overige tentoonstellingen, waarvan 4 vanuit perspectief Collectie Groningen. Kwalitatieve informatie: • Deze beleidsdoelstelling is gerealiseerd middels: - subsidiëring van culturele organisaties in stad en provincie; - subsidiëring van 3 grote festivals (Noorderslag, Noorderzon en Noorderlicht); - subsidiëring van het Groninger Museum - subsidiëring van projecten op het gebied van
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
201
Kunst en Economie; regulier overleg met gemeente Groningen ten aanzien van projecten op het terrein van Creatieve Stad en Cultuur en Economie.
-
Media Gepland Activiteiten: • Financieren van 1 regionale omroep RTV Noord die conform de Mediawet programmering op radio, televisie, teletekst, internet, nieuwsbrief en tekst-tv verzorgt. • Bewaken financiële positie RTV Noord waarbij het plan van aanpak van RTV Noord leidend is. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Positief exploitatiesaldo RTV Noord.
Gerealiseerd Activiteiten: • Gerealiseerd.
•
Gerealiseerd.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • RTV Noord heeft in 2008 een negatief exploitatietekort van ruim 6 ton gerealiseerd. Om dit tekort weg te werken is een plan van aanpak 2009-2014 opgesteld. Doel is dat RTV Noord in eind 2010 weer financieel gezond is. Radio Noord: marktaandeel 22,5% TV Noord: gemiddeld dagbereik 16/17% Website: p.m.
Kwalitatieve informatie: • Een regionale omroep die een gezonde financiële basis heeft voor de toekomst. Als basisdocument voor dit laatste geldt het plan van aanpak uit 2003 en de aanvullende brief hierop van RTV Noord die medio 2005 ontvangen is. • Conform het Handboek financiële verantwoording legt de regionale omroep jaarlijks verwoording aan de provincie.
Kwalitatieve informatie: • Zie bovenstaande.
•
Gerealiseerd.
TOEGEVOEGD: Noordelijk Archeologisch Depot (NAD) Nuis (VJN2009) Gepland Gerealiseerd De provincie heeft een wettelijke taak om een archeologisch depot in stand te houden. In dit depot worden de vondsten uit opgravingen opgeslagen en beheerd. In het noorden is er door de drie provincies voor gekozen om deze wettelijke taak gezamenlijk op te pakken. Dat deden ze al een aantal jaren, maar nu is er de noodzaak om het goed te regelen, ook met het oog op de toekomst. Naast het opslaan van de bodemvondsten vinden de provincies het ook belangrijk om het materiaal te ontsluiten en toegankelijk te maken. Activiteiten: • Op 12 oktober 2007 is al besloten dat in het kader van de gezamenlijke aansturing de volgende zaken moeten worden geregeld: - Er wordt bestuurlijke overeenkomst/ convenant wordt afgesloten om de gezamenlijke verantwoordelijkheid vast te leggen en eventuele geschillen te regelen. 202
Activiteiten: • In 2009 zijn de volgende zaken gerealiseerd: -
Er is een bestuurlijk convenant tussen de 3 provincies ondertekend.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
-
-
Het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD) Nuis volgens wordt formeel onderdeel van de organisatie van de provincie Groningen. Er wordt een derde loods aangekocht.
-
Het dagelijkse beheer is overgedragen van de provincie Drenthe aan Groningen.
-
Er is een derde loods aangekocht.
Het gehele eigendom van de bezittingen, met name de drie loodsen, wordt van Drenthe naar Groningen overgedragen. Het personeelsbestand wordt op peil gebracht en het personeel komt in dienst van de provincie Groningen. Het databestand wordt volledig gedigitaliseerd en ontsloten en gekoppeld aan het provinciale ICT-netwerk; het systeem wordt ook volledig gemoderniseerd. Er wordt een nieuwe verhoogde basisbegroting voor de jaarlijkse exploitatie opgesteld te beginnen met 2009.
-
Het eigendom van de bezittingen is overgedragen van de provincie Drenthe aan Groningen. Het personeelsbestand is op peil gebracht en in dienst van de provincie Groningen.
-
Het databestand is gekoppeld aan het provinciale ICT netwerk.
-
Er is een verhoogde basisbegroting opgesteld. De laatste wordt gefinancierd uit de beschikbare Maltagelden.
NB. Het aandeel van Groningen in de kosten van de aankoop van de derde loods is voor € 90.600 gefinancierd uit de Maltagelden 2008 en voor € 44.400 uit de Maltagelden 2009. Dit laatste bedrag is eerst voorgefinancierd uit de algemene middelen en in 2009 weer teruggevloeid naar de algemene middelen. Kwalitatieve informatie: Er is een archeologisch depot met een wettelijke en publieksfunctie dat gezamenlijk wordt gedragen door de drie noordelijke provincies. Als onderdeel van Het Verhaal van Groningen wordt met NAD een brug geslagen naar de zichtbaar historische omgeving.
Kwalitatieve informatie: Gerealiseerd.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
203
8.4
Lasten/baten en analyse Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Omschrijving
gerealiseerd b edrag 2008
LASTEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGD, CULTU UR Sociaal beleid
7.969.877
8.913.205
7.788.011
Ontwikkeling en ondersteuning welzijn Asielzoekers
4.971.231 76.707
5.648.091 124.571
4.227.704 101.734
167.246 925.270
228.884 821.337
341.498 706.938
1.233.159 596.263
1.285.946 804.376
1.268.152 1.141.986
42.092.772
46.205.073
46.782.753
1.014.331
1.150.043
1.276.163
Jeugdzorg Jongerenparticipatie
41.078.441
45.055.031
45.506.591
Cultuur en media
Studiefonds Sport Zorg en hulpverlening Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen Jeugd Onderwijsbeleid
20.341.696
21.013.020
20.515.978
Media Creatieve netwerken
8.151.460 2.075.765
8.634.373 1.869.668
8.640.699 1.780.192
Het v erhaal v an Groningen Dynamiek in de kunsten van stad en regio
3.245.401 3.338.518
3.764.317 3.580.043
3.712.327 3.234.207
Bibliotheken
3.530.552
3.164.619
3.148.553
70.404.345
76.131.298
75.086.743
Totaal welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Omschrijving
gerealiseerd b edrag 2008
WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGD, CULTU UR Sociaal beleid
455.177
Ontwikkeling en ondersteuning welzijn
362.368
BATEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
-
gerealiseerd bedrag 2009
156.944 156.944
Asielzoekers Studiefonds Onderwijsbeleid Sport
9.279102.088
Zorg en hulpverlening
6.466-
Wonen, welzijn em zorg v oor kwetsbare groepen Jeugd
39.194.614
41.453.489
41.491.293
39.194.614
41.453.489
41.491.293
1.414.394
119.242
94.644 16.60972.750
Onderwijsbeleid Jeugdzorg Jongerenparticipatie Cultuur en media Media Creatieve netwerken
418.347
97.992
Het v erhaal v an Groningen Dynamiek in de kunsten van stad en regio
18.634 358.160
21.250
Bibliotheekwerk Nadelig slo t welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Totaal welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
204
17.500 1.400
619.253 41.064.185
41.572.731
19.603 41.742.880
29.340.159 70.404.345
34.558.567 76.131.298
33.343.862 75.086.743
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Analyse programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 4.767.358 71.363.940 76.131.298 41.572.731 34.558.567
Realisatie 4.968.065 70.118.677 75.086.743 41.742.880 33.343.862
Saldo -2007.707 1.245.262 1.044.555 170.150 1.214.705
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaal niveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema. Thema Sociaal beleid
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.926.729 6.986.476 8.913.205 0 8.913.205
Realisatie 1.899.003 5.889.008 7.788.011 156.944 7.631.067
Saldo 27.725 1.097.468 1.125.194 156.944 1.282.137
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 1.254.412 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht.
• • •
•
•
•
In voorgaande jaren zijn diverse incidentele subsidies beschikt die om diverse redenen geen doorgang hebben gehad of waarbij de subsidie achteraf lager is vastgesteld. Het ongebruikte deel valt vrij ten gunste van de algemene middelen. Met betrekking tot het budget Multifunctionele Centra voorgaande jaren is een voorschot op een al eerder verleende subsidie uitbetaald. De dekking van de kosten vindt plaats binnen de reserve ESFI. Het restbudget van de oude gebiedsprogramma's dient ingezet te worden voor de terugbetaling aan gemeenten op basis van de definitieve eindafrekening 20052008. In 2009 waren nog niet alle projecten afgerekend, omdat niet door alle uitvoerende organisaties de eindafrekeningen waren ingediend. Voorgesteld is om het restantbudget over te boeken naar 2010. Voor 8 nieuwe gebieden zijn in de loop van dit jaar programma's opgesteld. In de gebiedsprogramma's staan de projecten voor 2009 en 2010 aangegeven, met de middelen die daaraan worden besteed. Omdat de gebiedsprogramma's in 2009 nog moesten worden opgesteld, konden de projecten niet onmiddellijk per 1-12009 van start gaan. De projecten zijn in de loop van 2009 gestart en lopen door in 2010. Daarbij is uitgangspunt dat de middelen die in 2009 niet gebruikt zijn alsnog in 2010 kunnen worden ingezet. Er is sprake van cofinanciering tussen provincie en gemeenten. Na verrekening van de bijdragen van gemeenten wordt € 958.999 overgeboekt naar 2010. Bij de nieuwe gebiedsprogramma's had in totaal € 76.673 ten laste van 2009 gebracht moeten worden, zijnde: - € 5.472 voor wat betreft gebied 4 (Delfzijl, Appingedam & Loppersum); - € 62.553 voor wat betreft Gebied 7 (Oldambt, Reiderland, Scheemda en Bellingwedde); - € 8.648 heeft betrekking op gebied 8 (Eemsmond, De Marne, Bedum & Winsum). Dit betreffen de vooruitontvangen bedragen van bovenvermelde gemeenten die na de balans geboekt hadden moeten worden. Bij het afsluiten van het boekjaar 2009 zijn deze bedragen ten onrechte als voordeel in de exploitatie geboekt. In het kader van de Sociale Agenda 2009-2012 is het innovatiebudget grote gemeenten in het leven geroepen als vervolg op het voormalige G6-programma. Jaarlijks is een budget beschikbaar van € 150.000. In 2009 is met de zes grootste Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
92.580
-80.000 119.846
958.999
76.673
150.000
205
•
•
•
•
•
gemeenten in onze provincie overlegd over de besteding van dit budget; dit heeft geresulteerd in een programma van 9 projecten (voor 2009 en 2010), inclusief de twee landelijke projecten op het terrein van emancipatie in een cofinanciering met het ministerie van OCW). In 2009 heeft nog geen besteding plaatsgevonden, het budget voor 2009, zijnde € 150.000 wordt overgeboekt naar 2010. Op initiatief van de provincie is er een doorstart gemaakt met het antidiscriminatiebureau in de stad Groningen. Deze doorstart resulteerde in een provinciaal dekkende en werkende organisatie. In 2008 is er afgesproken dat gemeenten de taak op het gebied van antidiscriminatie zouden overnemen van de provincie. Dit was mede ingegeven doordat de wettelijke taak van de provincie werd overgedragen aan de gemeenten. Vierentwintig gemeenten hebben zich aangesloten bij het Discriminatie Meldpunt Groningen. Gemeenten konden tot 2009 een beroep doen op middelen ten aanzien van antidiscriminatievoorziening op lokaal of bovenlokaal niveau. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Dit betekent een vrijval van € 58.219. De onderschrijding met betrekking tot de BOS-projecten op het gebied van sport wordt verklaard doordat de gemeente Veendam een eigen BOS-project uitvoerd. Deze gemeente heeft ervoor gekozen om daarvoor het Huis voor de Sport Groningen niet in te schakelen. Dit was een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een provinciale subsidie. Dit betekent voor 2009 een vrijval van € 22.230. De verantwoording van de middelen vanuit het Stimuleringsfonds zorg vindt op kasbasis plaats. Niet benodigde middelen blijven beschikbaar binnen het Stimuleringsfonds zorg. In 2009 is in totaal € 262.089 betaald uit het Stimuleringsfonds zorg. Dit bedrag bestaat uit betalingen op verplichtingen in 2009 en uit betalingen op verplichtingen uit voorgaande jaren voor respectievelijk € 100.717 en € 161.372. Het verschil tussen de raming (€ 350.000) en de realisatie wordt toegevoegd aan het fonds. Mede als gevolg van de kredietcrisis blijven het aantal nieuwe aanvragen voor kleinschalige bouwprojecten op het terrein van WWZ beduidend achter. Woningcorporaties houden de handen op de knip. In 2009 is voor in totaal € 599.487 uitbetaald aan projecten. Per saldo wordt € 299.367 onttrokken aan de reserve ESFI. De overige middelen blijven beschikbaar binnen de reserve ESFI. Overige afwijkingen als gevolg vrijval op reguliere budgetten leidt per saldo tot een voordeel van € 67.321.
58.219
22.230
87.911
-299.367
67.321
Thema Jeugd
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.203.403 45.001.670 46.205.073 41.453.489 4.751.584
Realisatie 1.511.676 45.271.078 46.782.753 41.491.293 5.291.460
Saldo -308.272 -269.408 -577.680 37.804 -539.876
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 231.604 hoger dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht.
• •
206
Vanwege een lagere dan verleende vaststelling is er een bedrag van € 23.608 vrijgevallen. Dit betreft een bijdrage aan BJZ met betrekking tot de Wachtlijst PGB toegekend in 2008. Bij het onderdeel "Ophoging Stimuleringsfonds Zorg (onderdeel jeugdzorg)" is van de begrote € 300.000 daadwerkelijk € 133.744 uitbetaald aan projecten in 2009. De verantwoording van de middelen vanuit het Stimuleringsfonds Zorg vindt op kasbasis plaats. Niet benodigde middelen blijven beschikbaar binnen het Stimuleringsfonds Zorg. Vanwege bovenstaande heeft er een afwijking van € 166.256 plaatsgevonden. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
23.608 166.256
•
•
•
•
•
Op het krediet Begeleiding ondersteuning jeugdzorg is van de begrote € 160.000 daadwerkelijk € 149.825 besteed aan projecten, waarvan € 9.875 bijdragen wordt door derden. De onderbesteding van in totaal € 20.050 is veroorzaakt door minder dan verwachte aanvragen in 2009. De begrote kosten bij Kwartiermakers (Centra Jeugd en Gezin), Middelen Kindsignalering (CJG) en Verwijsindex ZVJ (Kiss) kunnen in samenhang worden gezien. Deze posten vallen namelijk binnen de begroting van het project "Zorg voor Jeugd Groningen". Het project is in 2009 goed op gang gekomen en verloopt nu conform planning. De begrote inkomsten en uitgaven bij het krediet Middelen kindsignalering zijn daadwerkelijk verantwoord bij het krediet Verwijsindex. Dit is grotendeels de verklaring waarom de bestedingen op kredietniveau afwijken van de begroting. Per saldo bedraagt de afwijking € 14.980 op de begroting. Dit bedrag wordt gedekt uit de vooruitontvangen rijksmiddelen. Met betrekking tot de taken van Bureau Jeugdzorg is er een afwijking van € 117.536 ten opzichte van de begroting. Per saldo is de onderbesteding als volgt te verklaren: • vermindering van de verleende subsidie door overheveling van EKC's naar de Base Groep (Elker) € 45.000; • een correctie op de definitieve vaststelling van 2008 ad € 302.173; • een verhoging van de verleende subsidie ten behoeve van de uitvoering van extra justitiële taken ad € 80.791; • verhoging van de subsidie als het gevolg van het verlenen van een compensatie voor de gestegen loonkosten 2009 (OVA) ad € 150.029; • en overige verschillen ad € 1.183. Per saldo zijn ten behoeve van het zorgaanbod meer lasten gerealiseerd dan was begroot. Dit wordt veroorzaakt door de volgende posten: • minder subsidie Base Groep en CWZW Noord door aftrek van in de raming begrepen subsidie 2008 € 125.000 voor het uitvoeren van Overbruggingshulp en Ambulante Spoedhulp; • een correctie op de verleende subsidie 2008 (vaststelling) ad € 34.698; • compensatie van de gestegen loonkosten 2009 (OVA) ad € 546.247; • verhoging van de verleende subsidie Base Groep, CWZW Noord en WSSP i.v.m. pleegoudervergoeding ad € 98.414; • verhoging van de verleende subsidie Base Groep m.b.t. activiteiten BOR ad € 30.500) en overname taken van BJZ (EKC's € 45.000); • hogere dan verwachte bestedingen Vertrouwenspersoon 't Poortje ad € 18.537; • en overige verschillen ad € 1.089. Overige verschillen
20.050
14.980
117.536
-577.911
3.877
Thema Cultuur en media
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.637.226 19.375.794 21.013.020 119.242 20.893.778
Realisatie 1.557.387 18.958.592 20.515.978 94.644 20.421.335
Saldo 79.840 417.202 497.042 -24.598 472.443
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 392.604 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht.
•
De middelen voor de regionale cultuurplannen zijn onderdeel van matching Rijk via het Fonds Cultuurparticipatie (FCP) en tevens matching met 24 gemeenten. Het FCP is een vierjarig programma 2009-2012 dat aan het einde van de periode verantwoord wordt. Wij hebben ingestemd met deelname aan het FCP. Binnen de Regionale Cultuurplannen is er vier jaar de tijd om de middelen in de periode Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
52.904
207
•
•
•
•
• •
208
2009-2012 uit te geven. Bij de Integrale Bijstelling 2009 is voorgesteld de restantbedragen van deze budgetten jaarlijks mee te nemen in het kader van de Jaarrekening 2009-2011. Niet alle middelen zijn dit jaar besteed. Na verdeling van de lasten 2009 over provincie/gemeenten wordt het provinciale restant van € 27.662 overgeboekt naar 2010 en het gemeentelijke restant van € 25.242 naar de balans geboekt (vooruitontvangen bijdragen). Het budget Educatie en Participatieprojecten (BEPP) is onderdeel van matching Rijk via het Fonds Cultuurparticipatie (FCP). Het FCP is een vierjarig programma 2009-2012 dat aan het einde van de periode verantwoord wordt. Wij hebben ingestemd met deelname aan het FCP. Binnen het BEPP is er vier jaar de tijd om de middelen in de periode 2009-2012 uit te geven. Bij de Integrale Bijstelling 2009 is voorgesteld het restantbedrag van dit budget jaarlijks mee te nemen in het kader van de Jaarrekening 2009-2011. Het overschot is het gevolg van dit jaar niet bestede procesgelden. Op 16 december 2008 hebben wij besloten de aankoop van de derde loods van het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD) te-Nuis te dekken uit het budget Archeologiewet Malta. Aangezien in 2008 onvoldoende middelen binnen dit krediet beschikbaar waren was besloten het bedrag van € 44.400 eerst uit de algemene middelen post onvoorzien te dekken en om deze bijdrage in de jaren 2009 en 2010 € 22.200 ten laste te brengen van het beleidskrediet Maltagelden ten gunste van de algemene middelen. Het overschot 2009 wordt benut om de totale aflossing van € 44.400 in 2009 ten gunste van de algemene middelen te boeken. Het overschot op dit budget wordt voornamelijk veroorzaakt door terugboeking van een bedrag van € 25.900 dat abusievelijk dubbel ten gunste van het NAD Nuis was geboekt. Het budget Culturele Infrastructuur Groningen is onderdeel van de reserve ESFI. Jaarlijks is een bedrag van € 200.000 beschikbaar. Indien in een jaar dit bedrag niet besteed wordt blijven de overgebleven middelen beschikbaar voor het volgende jaar. In 2009 zijn voorbereidingen getroffen voor een aantal projecten. Deze projectvoorstellen worden in 2010 aan het college voorgelegd. In 2009 is het beschikbare budget voor Kunst en Ruimte aan twee projecten verleend. De betaalbaarstelling van deze bedragen zal plaatsvinden in 2010. Dit verklaart het openstaande bedrag voor het jaar 2009. De middelen uit dit krediet zijn onderdeel van matching met het Rijk via het Fonds Cultuurparticipatie (FCP). Het FCP is een vierjarig programma 2009-2012 dat aan het einde van de periode verantwoord wordt. Wij hebben ingestemd met deelname aan het FCP. Hierdoor dienen de middelen voor de gehele periode 2009-2012 beschikbaar te blijven. Het restant wordt daarom overgeboekt naar 2010. Een aantal budgetten met betrekking tot kunst en cultuur zijn niet geheel benut als gevolg van minder aanvragen, vertraging in de uitvoering of uitvoering van minder activiteiten. In totaal betekent dit een voordeel in 2009 van € 37.751 Overige afwijkingen als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren en vrijval op reguliere budgetten leidt per saldo tot een voordeel.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
-25.242 31.359
27.501
170.000
47.834
37.751 50.497
9.
Bestuur
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Provinciale Staten; 2. Overige bestuursorganen; 3. Bestuurlijke samenwerking; 4. Communicatie. Het programma Bestuur richt zich op de algemene ondersteuning van zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten, het inzichtelijk maken van het provinciaal beleid voor burgers, belangengroepen en andere belangstellenden en op de deelname van de provincie Groningen aan diverse samenwerkingsverbanden. Aandeel in de totale rekening 2009: 1,55%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rek ening 2008
raming 2009*
rekening 2009
9. Bestuur a. Provinciale Staten - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.211 0 2.211
2.381 0 2.381
2.260 0 2.260
b. Overige bestuursorganen - lasten - baten saldo van lasten en baten
4.327 35 4.292
4.316 3 4.313
4.404 5 4.399
c. Bestuurlijke samenwerking - lasten - baten saldo van lasten en baten
3.931 38 3.893
3.819 40 3.779
3.582 39 3.542
d. Com municatie - lasten - baten saldo van lasten en baten
3.546 1 3.544
4.511 1 4.510
4.266 1 4.265
13.940
14.982
14.466
Saldo Bestuur
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Bestuur zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Bestuur
209
9.1
Provinciale Staten
Omschrijving thema Provinciale Staten Provinciale Staten werken sinds 2006 met een eigen Statenbegroting. Het voorliggende ontwerp is vastgesteld door het presidium. De beoogde maatschappelijke effecten van het dualisme zijn: de herkenbaarheid van de provinciale politiek vergroten. De burger en maatschappelijke organisaties weten beter wat Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten doen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Ook weet de burger dat de politieke discussie plaatsvindt in de Statenvergadering en dat zij meer invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming. Dit is in belangrijke mate een verantwoordelijkheid van de Statenfracties zelf. Om bij te dragen aan deze effecten is het presidium continu bezig met ontwikkeling van nieuwe initiatieven en verbetering van processen. In 2008 lag de nadruk op zichtbare en herkenbare politiek. Ook in 2009 blijft dit een aandachtspunt, aangezien hier blijvend aan gewerkt moet worden om de kloof tussen burgers en de politiek te verkleinen. Contact met burgers Het contact met Groningers staat bij Provinciale Staten hoog in het vaandel. Er zijn verschillende vormen om de interactiviteit met burgers te vergroten. Ook op het gebied van ICT. In 2008 is onderzoek uitgevoerd naar het uitzenden van Staten- en commissievergaderingen via internet. Een middel waarmee burgers en (belangen)organisaties de bestuurlijke besluitvorming op een transparante wijze kunnen volgen. Actieve openbaarmaking van de onderwerpen die spelen is een belangrijk middel in de publieke verantwoording. Bij een positief besluit van het presidium op dit punt zal dit onderdeel beslag krijgen in 2009. Eind 2008 gaat de provincie Groningen werken met een nieuw Content Management Systeem, met als gevolg dat er ook een nieuwe provinciale website komt. Ook voor Provinciale Staten. In 2009 zal deze vorm krijgen. Herkenbare politiek en interactiviteit zullen hierin een belangrijke rol spelen. In december 2006 heeft het presidium besloten om de interviews van Statenleden op www.provinciegroningen.nl te vervangen door filmpjes. In 2007 is van bijna alle Statenleden een filmpje geplaatst. In het voorstel werd de suggestie gedaan de filmpjes na twee jaar te vervangen, in verband met veroudering, wijziging van Statenleden, etc. Statenleden die dat wensen kunnen in 2009 een actueel filmpje laten plaatsen. Politieke begroting In 2008 is op initiatief van Provinciale Staten onderzocht hoe de begroting van de provincie politieker gemaakt kan worden. De Staten zijn namelijk van mening dat uit de behandeling van de begroting nadrukkelijk moet blijken wat de Staten willen bereiken, in plaats van hoe dit bereikt moet worden. Op verzoek van de Statencommissie Bestuur en Financiën is hier onderzoek naar gedaan. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van de professoren G.J. van Helden en H.J. ter Bogt, verbonden aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Er is een advies uitgebracht met als titel 'Naar een verbeterde Programmabegroting van de provincie Groningen'. Een werkgroep uit de Statencommissie Bestuur en Financiën zal de aanbevelingen implementeren, waarbij ook de samenhang met de jaarrekening aan de orde zal komen. Bestuursakkoord Rijk en provincies In maart 2008 is het rapport van de commissie Decentralisatievoorstellen Provincies verschenen (ook wel de commissie Lodders). Dit rapport moet handvatten bieden om een bestuursakkoord tussen Rijk en provincies te sluiten. Begin juni 2008 zijn de onderhandelingen tussen het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het kabinet over een bestuursakkoord tussen Rijk en provincies voor de periode 2009-2011 afgerond. Het onderhandelingsakkoord is inmiddels aan de Provinciale Staten voorgelegd. De uitwerking hiervan zal starten in 2009. Bestuurskrachtonderzoek Provincie Groningen In 2007 heeft het college van Gedeputeerde Staten besloten dat er een bestuurskrachtonderzoek voor de provincie uitgevoerd zal worden. In het bestuurskrachtonderzoek gaat het om te bepalen in hoeverre de provincie erin slaagt om haar opgaven op een doelmatige, doeltreffende en democratische manier te realiseren. Deze drie hoofdelementen van het bestuurskrachtonderzoek betreffen zowel de bestuurlijk componenten (Gedeputeerde en Provinciale Staten) als ook de ambtelijke organisatie. 210
Bestuur
Inmiddels is een begin gemaakt met het bestuurskrachtonderzoek voor de ambtelijke organisatie. Er is tevens gestart met de oriëntatie op de vraag hoe en wanneer het bestuurlijk deel van het bestuurskrachtonderzoek aan het ambtelijk deel kan worden verbonden. In de tweede helft van 2008 wordt bepaald hoe het bestuurlijk deel van het provinciale bestuurskrachtonderzoek kan worden opgezet. Provinciale Staten zullen - voor zover het onderzoek hun aangaat - het proces zelf aansturen. De planning is dat het gehele provinciale bestuurskrachtonderzoek in 2009 kan worden afgerond en dus ook op de agenda van Provinciale Staten komt. Statenexcursie Limburg/Brussel Om de twee jaar vindt een Statenexcursie plaats. Voor 2009 staan Limburg en Brussel op de agenda. De Statenexcursie zal onder meer in het teken staan van bevolkingskrimp en de mogelijke maatregelen om de nadelige gevolgen van krimp te bestrijden. Een motie over dit onderwerp is op 18 juni 2008, tijdens de Algemene politieke Beschouwingen bij de Voorjaarsnota, met algemene stemmen aangenomen.
Financiële toelichting De kredieten waarover de Staten kunnen beschikken waar het betreft hun eigen werkzaamheden zijn nader onderzocht. Het geconstateerde overschot van het krediet Vergoedingen Staten van € 20.000 in 2007 is ingaande 2008 herverdeeld over de kredieten die structureel een tekort laten zien te weten: reis- en verblijfkosten PS (+ € 15.000) en cateringkosten (+ € 5.000).
Bestuur(sorganen) Provinciale Staten Provinciale Staten bepalen het beleid (op hoofdlijnen) en nemen de belangrijkste beslissingen. Provinciale Staten richten zich in het bijzonder op hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende functies. Provinciale Staten vertegenwoordigen de gehele bevolking van de provincie. De leden van Provinciale Staten worden direct gekozen door de burgers en zijn staan aan het hoofd van provincie. De provincie Groningen heeft 43 Statenleden. Vanuit de Staten hebben diverse leden zitting in bestuurlijke vertegenwoordigingen, zoals de Algemene Vergadering (AV) van het Interprovinciaal Overleg (IPO), Groningen Seaports, het NHI Parlementariërforum, de commissie Rechtsbescherming, het Algemeen Bestuur (AB) van het Samenwerkingsverband NoordNederland (SNN) en de Programmaraad van De Noordelijke Rekenkamer. Presidium Het dagelijkse bestuur van Provinciale Staten. Het Presidium bereidt de vergaderingen van Provinciale Staten voor. In het Presidium zijn vertegenwoordigd: de negen fractievoorzitters in Provinciale Staten (Partij van de Arbeid, CDA, SP, VVD, ChristenUnie, GroenLinks, de Partij voor het Noorden, D66 en de Partij voor de Dieren). Het Presidium wordt voorgezeten door de voorzitter van Provinciale Staten, de commissaris van de koningin in de provincie Groningen. Seniorenconvent Overlegorgaan bestaande uit alle negen fractievoorzitters in Provinciale Staten. Het Seniorenconvent wordt voorgezeten door de voorzitter van Provinciale Staten, de commissaris van de koningin in de provincie Groningen. Het Seniorenconvent bespreekt vertrouwelijke aangelegenheden. Om deze reden zijn de vergaderingen van het convent niet openbaar. Statencommissies In het dualistische stelsel is de functie van Statencommissies in essentie dezelfde als die van Provinciale Staten; die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend lichaam. Statencommissies adviseren Provinciale Staten over de aan hen toebehorende onderwerpen. In Groningen bestaan vier Statencommissies: Welzijn, Cultuur en Sociaal beleid; Omgeving en Milieu; Economie en Mobiliteit; Bestuur en Financiën. Noordelijke Rekenkamer De provincie Groningen heeft een onafhankelijke rekenkamer, samen met de provincies Drenthe en Fryslân. De Noordelijke Rekenkamer houdt zich bezig met het onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Tevens bestaat er een Programmaraad voor de Noordelijke Rekenkamer. Deze bestaat uit drie Statenleden per provincie. De Programmaraad functioneert als een soort gesprekspartner voor de Noordelijke Rekenkamer. De Noordelijke Rekenkamer hoeft door haar Bestuur
211
onafhankelijke positie de suggesties van de Programmaraad niet over te nemen. Het onderzoeksprogramma van de Noordelijke Rekenkamer voor 2009 wordt in het vierde kwartaal van 2008 vastgesteld. Het deel van het onderzoeksprogramma dat start in 2008 en doorloopt in 2009 is het onderzoek naar sociaaleconomische vitalisering van het platteland.
Prioriteiten 2009 Provinciale Staten Gepland Activiteiten: • Volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak uitvoeren;
•
Herkenbare politiek;
•
Provinciaal Omgevingsplan (POP);
212
Bestuur
Gerealiseerd Activiteiten: • Dit is prioriteit nummer 1 van Provinciale Staten. Dit is gerealiseerd door alle vergaderingen en activiteiten die in 2009 hebben plaatsgevonden. Met de vaststelling van het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan en de Omgevingsverordening hebben Provinciale Staten in 2009 het provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving in de provincie Groningen voor de jaren 20092013 vastgelegd. • Herkenbare politiek staat bij Provinciale Staten hoog in het vaandel. Niet alleen in verkiezingstijd, maar doorlopend. Hieraan wordt op verschillende wijze gewerkt. Via uitingen op de website (een eigen site voor Provinciale Staten met daarop o.a. nieuwsberichten en filmpjes van Statenleden), berichtgeving op de maandelijkse informatiepagina, berichtgeving richting de media, werkbezoeken van Statencommissies en het organiseren van bijeenkomsten (bijvoorbeeld hoorzittingen) voor burgers over actuele thema's. Daarnaast is in 2009 door Provinciale Staten besloten bij iedere vergadering burgers uit te nodigen, onder de noemer 'Gast van de Staten'. • Om zich optimaal voor te bereiden op de behandeling van het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan (POP) en de Omgevingsverordening heeft de Statencommissie Omgeving en Milieu op 11 februari 2009 een informatiebijeenkomst georganiseerd met als hoofdinleider prof. mr. P.J.J. van Buuren, staatsraad in buitengewone dienst, hoogleraar Bestuursrecht. Vervolgens heeft de Statencommissie Omgeving en Milieu op 13 mei 2009 een hoorzitting georganiseerd over het POP en de Omgevingsverordening. 37 burgers/organisaties hebben hier ingesproken. Op resp. 20 mei en 2 juni 2009 heeft de commissie Omgeving en Milieu het POP/de Omgevingsverordening en de Kustvisie (onderdeel POP) besproken. Op 17 juni 2009 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Omgevingsplan (POP) 2009-2013 en de Omgevingsverordening 2009 vastgesteld. Provinciale Staten hebben zes moties en 24 amendementen aangenomen.
•
Werkgroep politieke begroting (programmabegroting): de implementatie;
•
•
Statenexcursie Limburg/Brussel;
•
•
Werkbezoek aan de Eerste Kamer der StatenGeneraal.
•
Communicatie/interactie • Uitzenden Staten- en commissievergaderingen via internet;
•
•
•
Vormgeving nieuwe website, onderdeel Provinciale Staten.
Bestuur
Het rapport van de werkgroep programmabegroting is besproken in de Statencommissies Bestuur en Financiën / Economie en Mobiliteit en afgerond. De uitkomsten werken door in de programmabegroting 2010. De werkgroep heeft een impuls gegeven aan een voortdurend proces van verbetering en aanscherping van de programmabegroting. Op 5 en 6 november bezochten Provinciale Staten Brussel en Maastricht. In Brussel is gesproken over energiebeleid en financiën & cohesiefondsen. Het bezoek aan de provincie Limburg (Maastricht) stond in het teken van bevolkingsafname/krimp. Een onderwerp dat hoog op de agenda staat van Provinciale Staten. Op 11 maart bezochten Provinciale Staten de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het gesprek ging deze dag over de rol en positie van de provincie na het bestuursakkoord. Als tweede onderwerp stond Europa op de agenda. Op initiatief van de Eerste Kamer zijn in de vorige Kamerperiode alle provincies uitgenodigd om in en met de senaat te discussiëren over diverse onderwerpen. De senaat besloot in de Kamerperiode 2007–2011 alle provincies opnieuw uit te nodigen. De Eerste Kamer wil met deze bezoeken de banden met de provincies aanhalen en haar zichtbaarheid bij deze voor hen zo belangrijke doelgroep vergroten.
In 2009 is de aanbesteding afgerond voor het uitzenden van Statenvergaderingen via internet. In 2010 worden de vergaderingen van Provinciale Staten uitgezonden. In 2009 is de vormgeving van de nieuwe website - onderdeel Provinciale Staten - vastgelegd. Uitgangspunt daarbij was onder meer herkenbare politiek. Bovendien was een vereiste dat de site helder en overzichtelijk is voor burgers/belanghebbenden. In 2010 gaat de nieuwe website online.
213
9.2
Overige bestuursorganen
Omschrijving thema Overige bestuursorganen In het duale stelsel (zoals dat is ingevoerd in maart 2003) zorgen Gedeputeerde Staten voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van beleid binnen door Provinciale Staten vastgestelde kaders. De commissaris van de koningin vormt de schakel tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten en is belast met de zorgplichten met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers. De commissaris van de koningin heeft een aantal wettelijke taken op het terrein van het openbaar bestuur. Dit betreft o.a. een rol bij de vervulling van burgemeestersvacatures en bij de eventuele herbenoeming van burgemeesters, bij het bezoeken van de gemeenten, bij de toekenning van Koninklijke onderscheidingen en bij het bevorderen van de samenwerking tussen vertegenwoordigers van rijksdiensten, die in de provincie werkzaam zijn, en functionarissen van provinciale, gemeente- en waterschapsbesturen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect Goede kwaliteit van het openbaar bestuur in de provincie: Komen tot een extern georiënteerde en slagvaardige provincie, die tegemoet komt aan de wensen en behoeften van haar klanten en doelgroepen. Geplande prestatie-indicatoren • Het wekelijks houden van een goed voorbereide GS-vergadering met een goede agenda en een adequate uitvoering van en communicatie over de genomen besluiten; • Het goed voorbereiden van bijeenkomsten met ons ambtelijk managementteam en met externe partijen.
Gerealiseerde prestatie-indicatoren • Het college heeft 43 keer een reguliere vergadering gehouden en 2 keer een extra vergadering over een specifiek onderwerp. •
•
Te bereiken in (planperiode):
Op 31 augustus en 1 september is de jaarlijkse GS/MT-tweedaagse gehouden. Verder zijn er diverse GS/MT-bijeenkomsten aansluitend aan de GS-vergaderingen gehouden over specifieke onderwerpen. Het college heeft 2 keer overlegd met het college van de gemeente Groningen en 2 keer met het bestuur van de VGG. Verder zijn de drie noordelijke colleges 1 keer in SNN-verband bijeen geweest. Tot slot heeft (een deel van) het college deelgenomen aan diverse bijeenkomsten.
2009
Relevante beleidsnota's/informatie Geen.
Prioriteiten 2009 Gemeentebezoeken Gepland Activiteiten: De commissaris van de Koningin benut zijn bezoeken aan de gemeenten om een beeld te krijgen van de bestuurlijke kwaliteit. Dit heeft betrekking op zowel de raad, het college van B&W als de gemeentelijke organisatie. Ook de wijze waarop burgers en organisaties bij het bestuur van de gemeente worden betrokken heeft zijn bijzondere aandacht. 214
Bestuur
Gerealiseerd Activiteiten: In september 2009 is de commissaris van de Koningin gestart met zijn tweede ronde van werkbezoeken aan de gemeenten. Lag tijdens de eerste rond het accent op algemene kennismaking, tijdens de tweede ronde wordt in het gesprek met het college van B&W een aantal onderwerpen nader uitgediept. Dit betreft de volgende thema's:
1. integriteitsbeleid; 2. gemeentelijke preparatie op rampenbestrijding en inzet op risicokaart; 3. gemeentelijk homo-emancipatiebeleid en bestrijding racisme; 4. follow-up bestuurskrachtmeting; 5. economische ontwikkelingen in de gemeente. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: De commissaris van de koningin bezoekt iedere gemeente eens in de twee jaar.
Bestuur
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: In 2009 zijn werkbezoeken gebracht aan de gemeenten Grootegast, Winsum en Menterwolde. Begin november bracht de commissaris een afscheidsbezoek aan de gemeenten Winschoten, Scheemda en Reiderland, die op 1 januari 2010 in verband met gemeentelijke herindeling zullen samengaan als de nieuwe gemeente Oldambt. Voor dit werkbezoek hadden de betreffende gemeenten een apart programma opgesteld dat in het teken stond van de nieuwe start per 1 januari 2010.
215
9.3
Bestuurlijke samenwerking
Omschrijving thema Bestuurlijke samenwerking 1. Bij dit programmaonderdeel gaat het zowel om meer algemene bestuurlijke zaken en bestuurlijke organisatie als om specifieke wettelijke taken zoals geschillenbeslechting, toezicht op de gemeentefinanciën en archiefzorg. Daarnaast betreft het programma ook de provincie- en landsgrensoverschrijdende samenwerking (IPO en SNN resp. NHI en NSC). 2. Het beleid bij het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen is gericht op het verkrijgen en behouden van financieel gezonde overheden. Wij voeren - binnen de mogelijkheden van de Gemeentewet - het toezicht op maat uit op basis van het door ons vastgestelde 'Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen'. Ons toezicht kenmerkt zich door een terughoudende opstelling met ruimte voor de eigen autonomie en door maatwerk. Repressief toezicht is de norm en preventief toezicht wordt slechts ingezet bij gebleken noodzaak. Een frequent en open overleg met gemeenten en gemeenschappelijke regelingen past in deze koers.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten ad 1. • Het zo goed mogelijk functioneren van het openbaar bestuur, inclusief de behandeling van geschillen en klachten daaromtrent. • gezamenlijke voorbereiding en uitvoering van beleid op diverse terreinen en belangenbehartiging in noordelijk verband (SNN) en in het verband van de 12 provincies (IPO). • ontwikkeling, uitbreiding en onderhoud van bestuurlijk relevante internationale netwerken en samenwerkingsverbanden; stimulans voor participatie in grensoverschrijdende projecten via onder meer de kanalen van de Nieuwe Hanze Interregio (NHI) en de North Sea Commission (NSC). ad 2. Structureel financieel gezonde gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. Door middel van een continu proces van overleg en informatie-uitwisseling is het de bedoeling ontwikkelingen zodanig tijdig te signaleren, dat waar mogelijk preventief toezicht kan worden voorkomen, evenals het afglijden van gemeenten naar de artikel 12 FVW-status. Te bereiken in (planperiode):
2009
Relevante beleidsnota's en informatie ad 1. • IPO-jaarplan; • IPO-meerjarenagenda; • nieuw bestuursakkoord IPO-Rijk (2008); • Strategische Agenda voor Noord-Nederland 2007-2013; • Koers Noord-programma 2007-2010; • SNN-Nota Europastrategie 2007-2011; • Operationeel Programma EFRO 2007-2013,: • Operationeel Programma Interreg IVC. ad 2. Wij voeren - binnen de mogelijkheden van de Gemeentewet - het toezicht op maat uit op basis van het door ons vastgestelde Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen.
216
Bestuur
Prioriteiten 2009 SNN Gepland Activiteiten: • Bevordering van de noordelijke samenwerking door uitvoering van het EFRO-programma 20072013.
Gerealiseerd Activiteiten: • Wordt aan gewerkt.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het realiseren van het EFRO-programma is nog niet in handzame en zinvolle getallen uit te drukken. Het jaarverslag (en de voortgangsrapportages) van vergelijkbare programma's in de periode 2000-2006 geeft een behoorlijke indruk over de geleverde prestaties.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het EFRO-programma is nog niet in handzame en zinvolle prestatie-indicatoren uit te drukken daar het merendeel van de projecten nog in uitvoering is. Medio 2010 zal er een mid-term evaluatie over het lopende EFRO-programma worden uitgevoerd.
Kwalitatieve informatie: • geen.
Kwalitatieve informatie: • geen.
NHI Gepland Activiteiten: • intensivering contacten in het grensgebied en realisatie projecten in het kader van o.a. Interreg IVC;
•
vernieuwen en uitbouwen van internationale netwerken.
Gerealiseerd Activiteiten: • In het grensgebied zijn meer activiteiten ontwikkeld in de vorm van wederzijdse bezoeken en conferenties/workshops. Voorts is constructief meegewerkt aan het initiatief van het vministerie BZK ten aanzien van oplossingen voor grensoverschrijdende problemen. Geen nieuw project in Interreg IVC. • Permanent punt van aandacht. Gerealiseerd.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • start en op gang brengen van nieuwe initiatieven in onder meer Interreg IVC; • aantal bijeenkomsten NHI.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Nieuwe initiatieven zijn ontplooid, met name in Duitsland. Er zijn diverse bijeenkomsten op verschillende terreinen in NHI-kader mee voorbereid en bijgewoond.
Kwalitatieve informatie: • geen.
Kwalitatieve informatie: • geen.
Financieel toezicht op gemeenten Gepland Activiteiten: • Vorig jaar hebben wij u geïnformeerd over ons voornemen om per gemeente een risicoanalyse op te stellen en daar de intensiteit van het door ons uitgeoefende financiële toezicht (mede) op te baseren. Dit naar aanleiding van het in 2005 door Deloitte Management Support BV uitgevoerde onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het financieel toezicht op de gemeenten. In 2008 is gestart met de risicoanalyses.
Gerealiseerd Activiteiten: • Op basis van de diverse scores komen wij tot een totaaloordeel (zwak, redelijk of goed) waarop wij de intensiteit van het financieel toezicht baseren. Gemeenten met een score goed worden globaal gevolgd door middel van de - op grond van de gemeentewet en ons beleidskader - in te zenden stukken. De gemeenten met een score redelijk worden gevolgd zoals dat tot nu toe gebruikelijk was.
Bestuur
217
218
In de analyses wordt een aantal aspecten uit de gemeentelijke begrotingen nader beschouwd en vervolgens voorzien van een kwalificatie: zwak, redelijk of goed. De volgende onderdelen worden in de analyses betrokken: - de meerjarige financiële begrotingspositie; - de eventuele beschikking over de algemene reserve om tot een sluitende begroting te komen; - de uitkomsten van de rekeningen over de afgelopen drie jaren; - de gemeentelijke reservepositie; - het gemeentelijke weerstandsvermogen (weerstandscapaciteit versus risico's); - het onderhoud van de kapitaalgoederen; - de gemeentelijke grondexploitatie; - de toepassing van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV); - de kwaliteit van de tussentijdse informatievoorziening. Op basis van de voornoemde onderdelen komen wij per gemeente tot een totaalwaardering op grond waarvan wij het toezicht nader concreet invullen.
Dit betekent een intensievere mate van toezicht, waarbij tenminste eenmaal een ambtelijk overleg plaatsvindt waarin de uitkomsten van het begrotingsonderzoek (waaronder de risicoanalyse) worden besproken. De raden van de betreffende gemeenten worden, zo nodig, schriftelijk van de bevindingen van het begrotingsonderzoek op de hoogte gebracht. De gemeenten met een score zwak worden zeer nadrukkelijk gevolgd. Naast het reguliere begrotingsonderzoek vinden meerdere ambtelijke overleggen plaats teneinde de financiële positie van de betreffende gemeente zo nauwlettend mogelijk te volgen. De raad wordt van de uitkomsten van het begrotingsonderzoek op de hoogte gesteld en, indien daartoe aanleiding bestaat, wordt een bestuurlijk overleg geïnitieerd. Dit teneinde te bewerkstelligen dat de gemeente de nodig maatregelen neemt ter verbetering van de financiële positie. In beginsel zal een financieel zwakke gemeente onder het preventieve begrotingstoezicht worden geplaatst. Voor het jaar 2009 werd de financiële positie - op grond van de voornoemde risicoanalyse - van een achttal gemeenten als goed aangemerkt. Van 16 gemeenten werd de financiële positie als redelijk gekenmerkt, zodat één zwakke gemeente resteert. Dit betreft de gemeente Loppersum. De gemeente Loppersum heeft sinds 2008 de artikel 12-status en valt daarom van rechtswege onder het preventieve begrotingstoezicht.
In de periode 2008 t/m 2010 zal jaarlijks als gezamenlijk onderzoeksthema door de provinciale toezichthouders aandacht worden besteed aan de toetsing van het duurzaam financieel evenwicht.
Onderzocht werd of de baten en lasten van een aantal onderdelen zoals incidentele baten en lasten, vervangingsinvesteringen, onderhoudsramingen, nieuw beleid etc. etc.) zowel in de begroting als in de meerjarenraming realistisch waren geraamd. De informatieve waarde voor de raad is in een aantal gevallen voor verbetering vatbaar. De desbetreffende gemeenten zijn e hierop tijdens de 2 fase onderzoeken gewezen.
De raad van de gemeente Loppersum heeft met ingang van begrotingsjaar 2008 de artikel-12 status aangevraagd. Hierdoor is de komende jaren sprake van preventief toezicht. De bemoeienis van de toezichthouder neemt hierdoor, zowel bestuurlijk als ambtelijk, toe. Getracht zal worden in onderling overleg met gemeente en IFLO/BZK (Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) een gezonde financiële positie te bewerkstelligen onder meer door middel van aanvullende bijdragen van het Rijk.
Eind 2009 werd het 'artikel 12-rapport Loppersum 2009' door BZK uitgebracht. Aan de beheerders van het gemeentefonds is voorgesteld de gemeente voor 2009 een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds te verstrekken van € 2,6 miljoen. Verwacht wordt dat medio 2010 meerjarige afspraken met BZK kunnen worden gemaakt zodat de artikel-12-status vanaf begrotingsjaar 2014 kan worden beëindigd.
Bestuur
In april 2008 stelden de raden van de gemeenten Reiderland, Scheemda en Winschoten een ontwerp herindelingsadvies vast om te komen tot een fusie op 1 januari 2010. Op grond van artikel 21 van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) is een "bijzondere vorm van preventief toezicht door de provincie" geïntroduceerd. Gedeputeerde Staten kunnen met ingang van de dag waarop een gemeente - volgens een herindelingsadvies - in aanmerking komt om te worden opgeheven, besluiten van het gemeentebestuur aanwijzen die hun goedkeuring behoeven. Het gaat dan om besluiten "die kunnen leiden tot nieuwe uitgaven of verhoging van bestaande uitgaven dan wel tot verlaging van bestaande inkomsten of vermindering van vermogen". Goedkeuring kan worden onthouden, indien een aangewezen besluit van een op te heffen gemeente naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in strijd is met het financiële belang van de gemeente(n) waarvan het gebied van de op te heffen gemeente deel zal gaan uitmaken. Ten aanzien van de (gemeente)financiën is de toezichthouder (als belangenbehartiger van de nieuwe gemeente) bij de voorbereiding nauw betrokken.
In 2009 werden van de drie gemeenten diverse verzoeken ontvangen om goedkeuring van raadsbesluiten welke voldeden aan de criteria om op grond van de Wet arhi voor goedkeuring door ons college in aanmerking te komen. De besluiten waren geaccordeerd door de partnergemeenten zodat door ons college goedkeuring kon worden verleend aan de desbetreffende raadsbesluiten. Omdat (eind 2009) nog geen zicht kon worden geboden op een reëel sluitende begroting 2010 van de nieuwe gemeente Oldambt is door ons college besloten geen goedkeuring te verlenen ten aanzien van een raadsbesluit (van de voormalige gemeente Scheemda). Het betreft de realisatie van de Brede School Midwolda/Oostwold. Overigens is afgesproken dat aanbesteding van dit project mag plaatsvinden onder het nadrukkelijke voorbehoud dat er pas sprake kan zijn van gunning na een besluit door het gemeentebestuur van de gemeente Oldambt in combinatie met een (reëel) sluitende begroting 2010.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 25 gemeenten en 31 gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen: - percentage repressief toezicht-gemeenten in de provincie: 100% (momenteel 96% i.v.m. artikel-12 status gemeente Loppersum); - percentage repressief toezichtgemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen: 100%.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Gerealiseerd:
Kwalitatieve informatie: • geen.
Kwalitatieve informatie: • geen.
Bestuur
-
80% (20/25);
-
97% (29/30).
219
9.4
Communicatie
Omschrijving thema Communicatie De provincie treedt naar buiten als modern ambitieus collegiaal en integraal samenwerkend bestuur, dat wordt geleid door de maatschappelijke problemen en kansen waarmee we worden geconfronteerd. Dit betekent transparant, interactief en aanspreekbaar communiceren. We willen ons beleid baseren op thema's die de burger belangrijk vindt, het reguliere werk van de provincie beter zichtbaar maken en nadrukkelijk aandacht hebben voor communicatie in het beleidsproces. We betrekken de bevolking bij de provinciale politiek door hen te laten weten wat de provincie doet en de dialoog met hen op gang te brengen en te houden. Via ons relatiemanagement investeren we in de opbouw en onderhoud van goede contacten met personen, instanties en organisaties die voor ons van belang zijn voor het realiseren van onze doelstellingen. Zoveel mogelijk wordt ons relatiebeleid gekoppeld aan evenementen die door ons of in onze provincie worden georganiseerd. De mensen die voor ons van belang zijn laten we op een zinvolle en aangename manier kennismaken met Groningen. Een kennismaking met ons gebied, maar ook met het provinciaal bestuur. In de marketing van onze provincie besteden we meer aandacht aan de profilering en samenhang tussen stad en ommeland. Onder de vlag van 'Er gaat niets boven Groningen' voeren wij met de gemeente Groningen, Marketing Groningen, Kamer van Koophandel, Groninger Museum en diverse bedrijven en organisaties jaarlijks gezamenlijk campagne om de provincie Groningen te promoten. De activiteiten van het GPO worden gesponsord door de 'Ambassadeurs van Groningen': 23 bedrijven in stad en provincie Groningen. Wij willen de bekendheid, aantrekkelijkheid en kwaliteit van provincie Groningen verbeteren en ervoor zorgen dat er een positief beeld bestaat over Groningen, zodat consumenten onze provincie graag bezoeken en ondernemers zich hier willen vestigen. Ook willen wij de betrokkenheid van onze inwoners en ondernemers bij onze provincie vergroten. Want meer betrokkenheid heeft een positieve invloed op het werk- en leefklimaat in Groningen en op de waardering voor onze provincie. Wij richten ons daarbij op vier sectoren: toerisme, cultuur, economie (waar onder duurzame energie) en onderwijs. Met ons evenementenbeleid willen we bijdragen aan een positief beeld over Groningen. Evenementen zijn van belang voor de leefbaarheid en ontwikkeling van onze provincie. Wij zien hierin een unieke gelegenheid om Groningen 'op de kaart te zetten'. Door grote evenementen en manifestaties te ondersteunen willen wij het beeld van Groningen als enerverende en bedrijvige provincie te versterken. Bovendien willen we zo het woon- en werkklimaat en de economische ontwikkeling bevorderen. De subsidieaanvragen worden getoetst aan de criteria die aan het budget zijn verbonden.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten • Inwoners en organisaties weten wat het bestuur wil en doet. • Ze kunnen zich daarover een mening vormen. • Ze zijn in staat - waar mogelijk - het beleid te beïnvloeden. Te bereiken in (planperiode):
2009
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • •
220
Klantenonderzoek publieksvoorlichting 2007; Burgerjaarverslag 2008; Evaluatie provinciale monitor (2008); Effectmeting GPO 2008; (Herziene) Nota Provincie, profiel en communicatie; Jaarverslag CdK 2008; Notitie profilering provincie Groningen 2006.
Bestuur
Prioriteiten 2009 Beleidscommunicatie Gepland Activiteiten: • stimuleren van een communicatieve houding en gedrag bij medewerkers; • evalueren campagne 'Ook de provincie…';
•
interactieve activiteiten: interactief beleid met doelgroepen te ontwikkelen.
Gerealiseerd Activiteiten: • Dit is wegens vacaturestop doorgeschoven als activiteit naar 2010. • De uitgezonden radiospotjes in 2009 van ‘Ook de provincie…’ weet 30% zich te herinneren. Ten opzichte van 2008 is dit een flinke stijging van 19%. • Ten behoeve van ontwikkelen van interactief beleid is een tweetal checklisten gemaakt ter stimulering van interactiviteit.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 3 interactieve activiteiten begeleid.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zuidelijke ringweg, Natura 2000 (Zuidlaardermeergebied en Lieftinghsbroek) en Bodemvisie zijn interactief begeleid.
Kwalitatieve informatie: • doelgroepen zijn in staat waar mogelijk het beleid te beïnvloeden;
Kwalitatieve informatie: • 50% heeft de indruk dat de provincie inwoners en organisaties voldoende betrekt bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid en 47% heeft de indruk dat de provincie voldoende rekening houdt bij de vaststelling van beleid met de belangen van de inwoners. Deze uitkomst is positiever dan bij de twee voorgaande metingen (39%). • 81% van de inwoners vindt dat ze goed wordt geïnformeerd door onze communicatiemiddelen (informatiepagina, website, kabelkrant RTV Noord, advertenties in Dagblad van het Noorden). 58% van de inwoners weet dat de provincie Groningen een website heeft. De waardering is positief, 81% heeft op de website informatie kunnen vinden en 74% heeft een goede algemene indruk.
•
doelgroepen kunnen op een eenvoudige manier informatie vinden/krijgen.
Publiekscommunicatie Gepland Activiteiten: • ontwikkeling en invoering provinciale website/ intranet.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 325.000 bezoekers van de website (was in 2007 288.258 bezoekers).
Bestuur
Gerealiseerd Activiteiten: • De vormgeving en het navigatiemodel zijn volledig vernieuwd. Met de nieuwe website sluiten we aan bij de landelijke richtlijnen en voorzieningen voor de publicatie van overheidsinformatie. Door de informatie helder en logisch te structureren, vindt de bezoeker beter en sneller de informatie of producten die hij of zij zoekt. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 264.404 unieke bezoekers hebben de website bezocht (in 2008: 300.000). In totaal werden 677.047 pagina's bekeken.
221
Kwalitatieve informatie: • bekendheid van de provincie bij de inwoners; •
inwoners weten wat de provincie wil en doet;
•
inwoners hebben op eenvoudige wijze toegang tot informatie over de provincie.
Groningen Promotie Gepland Activiteiten: • effectmeting; • •
netwerkbijeenkomsten organiseren Ambassadeurs van Groningen; inlegkrant over toerisme in eigen provincie;
•
extra aandacht besteden aan de ommelanden.
Kwalitatieve informatie: • De interesse in de provinciale politiek net als vorig jaar weer is toegenomen (30% in 2009, 25% in 2008 en 14% in 2004). • 56% van de ondervraagden konden een onderwerp noemen waar de provincie bij betrokken is. Dit aantal is vergelijkbaar met vorig jaar. In 2006 kon nog maar 39% een onderwerp noemen. • Het huis-aan-huisblad als informatiebron voor provinciaal nieuws is flink gestegen van 33% (2008) naar 51% dit jaar. Bij het Dagblad is een lichte daling te zien. De top drie van informatiebronnen: Dagblad van het Noorden, huis-aan-huiskrant en TV Noord.
Gerealiseerd Activiteiten: • De effectmeting staat gepland voor december 2010 (in dec. 2008 is een nulmeting gehouden). • Er zijn 2 netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor de Ambassadeurs van Groningen. • Toeristische inlegkrant is in mei 2009 verschenen. • In 2009 is begonnen met het vervolg op de onderwijscampagne (radiospots en website vanaf december 2009).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 120.000 bezoekers per jaar van de websites (was in 2007 108.000 bezoekers).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het aantal bezoekers van www.groningen.nl was 835.000, van www.daaromgroningen.nl 28.000 en van www.groningenlife.nl 41.000.
Kwalitatieve informatie: • bekendheid/imago van de provincie bij de inwoners van Nederland en ondernemers in Nederland.
Kwalitatieve informatie: • Volgens 3FM bereikte de zender met de actie het Glazen Huis 75 procent van de Nederlanders van tien jaar en ouder. Luisteraars in de doelgroep van 3FM beoordeelden de uitzending vanuit Groningen met het rapportcijfer 7,7.
Relatiemanagement Gepland Activiteiten: • organiseren themadiner.
Gerealiseerd Activiteiten: • Tijdens DelfSail is het Noorderzondiner gehouden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 40 gasten bij het themadiner (geen indicatie uit 2007, nieuwe activiteit).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 60 gasten, ministers en topambtenaren.
Kwalitatieve informatie: • het onderhouden van functionele relaties; • aangaan van nieuwe functionele relaties.
Kwalitatieve informatie: • Tijdens het diner zijn functionele relaties onderhouden en nadere afspraken gemaakt. • Nieuwe functionele relaties zijn gelegd.
222
Bestuur
Grote evenementen Gepland Activiteiten: • voorbereidingen organisatie van DelfSail 2009.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 1 miljoen bezoekers van het evenement; (was in 2003 1 miljoen, organisatie streeft niet naar meer bezoekers maar naar andere bezoekers zoals jongeren aan de onderkant van de samenleving, zelfstandig wonende senioren, gezinnen met zeer lage inkomens);
•
(internationale) media-aandacht voor het evenement.
Kwalitatieve informatie: • bekendheid/imago van de provincie bij inwoners binnen en buiten de provinciegrenzen.
Middenevenementen Gepland Activiteiten: • subsidiëren van evenementen op het gebied van cultuur, sport en toerisme die passen in de bestaande infrastructuur van Groningen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantal bezoekers van het evenement;
Gerealiseerd Activiteiten: • Tijdens DelfSail zijn twee keer een kleine 200 relaties (politiek en bedrijfsleven) uitgenodigd op het door de provincie gehuurd tallship. Ook zijn ca. 600 medewerkers uit de jeugdhulpverlening op het schip geweest voor een kort bezoek. In overleg met de provincie is een publieksoptreden van Marco Borsato en een speciale koggeschepententoonstelling georganiseerd. • 'De nacht van Kunst en Wetenschap, een e openbaar feest ter ere van het 79 lustrum van de Rijksuniversiteit Groningen. • 'De Culturele Zomer' in Slochteren en omgeving, onderdeel van 'G50' (50 jaar Groningen Gas). • Glazen Huis. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Tijdens DelfSail zijn ca. 1000 gasten ontvangen. Bijna 1 miljoen bezoekers hebben DelfSail 2009 bezocht. • 15.000 - 20.000 bezoekers tijdens het gesubsidieerde grote evenement 'De nacht van Kunst en Wetenschap', een openbaar feest ter e ere van het 79 lustrum van de Rijksuniversiteit Groningen. • Het gesubsidieerde grote evenement Glazen Huis haalde het record bedrag binnen van € 7.113.447. De actie bereikte 10,6 miljoen Nederlanders via radio, tv en internet. • Het gesubsidieerde grote evenement 'De Culturele Zomer' in Slochteren en omgeving, onderdeel van 'G50' (50 jaar Groningen Gas) trok ruim 80.000 bezoekers (de bezoekers van de tentoonstelling op de Fraeylemaborg meegerekend). • Diverse media (kranten, radio en tv) zowel regionaal als landelijk hebben aandacht besteed aan de diverse evenementen. Kwalitatieve informatie: • Volgens 3FM bereikte de zender met de actie het Glazen Huis 75 procent van de Nederlanders van tien jaar en ouder. Luisteraars in de doelgroep van 3FM beoordeelden de uitzending vanuit Groningen met het rapportcijfer 7,7.
Gerealiseerd Activiteiten: • Er zijn 36 aanvragen behandeld waarvan er 24 zijn gehonoreerd (29 evenementen) voor een totaalbedrag van € 273.000. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De evenementen hadden gemiddeld een bezoekeraantal van minimaal 2500 waarvan +/500 bezoekers van buiten de 3 noordelijke
Bestuur
223
•
(landelijke) media-aandacht voor het evenement.
Kwalitatieve informatie: • bekendheid en imago van de provincie bij inwoners binnen en buiten de provinciegrenzen.
224
Bestuur
•
provincies; Elk evenement heeft minimaal regionale mediaaandacht, maar vaak ook landelijke mediaaandacht gehad.
Kwalitatieve informatie: • Gezien de exposure die de evenementen hebben bewerkstelligd hebben deze evenementen in 2009 zeker bijgedragen aan een positief beeld van Groningen zowel bij inwoners van Groningen en de noordelijke provincies als daarbuiten.
9.5
Lasten/baten en analyse Bestuur
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
gerealiseerd bedrag 2009
BESTUUR Provinciale Staten Ondersteuning PS
2.210.936 2.210.936
2.380.707 2.380.707
2.260.138 2.260.138
Overige bestuursorganen Gedeputeerde staten Kabinetszaken
4.327.280 3.039.224 1.288.056
4.315.955 3.288.112 1.027.843
4.403.800 3.242.912 1.160.888
Bestuurlijke samenwerking Bestuurlijke organisatie Financieel toezicht op gemeenten (Uitvoering van) wettelijke regelingen Bestuurlijke samenwerking Algemeen bestuurlijk
3.931.364 477.218 442.902 968.329 2.004.865 38.051
3.819.073 153.989 467.144 1.476.487 1.720.753 700
3.581.681 162.469 459.506 1.106.086 1.852.315 1.305
Communicatie Communicatie Representatie/relatiemanagement
3.545.707 2.744.865 800.842
4.510.931 2.962.836 1.548.095
4.266.096 2.897.612 1.368.484
14.015.287
15.026.666
14.511.715
Totaal bestuur
Omschrijving
BATEN geraamd bedrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
BESTUUR Provinciale Staten Ondersteuning PS
gerealiseerd bedrag 2009
-
-
-
Overige bestuursorganen Gedeputeerde staten Kabinetszaken
35.499 34.567 932
2.750 2.750
4.606 4.606
Bestuurlijke samenwerking Bestuurlijke organisatie Financieel toezicht op gemeenten (Uitvoering van) wettelijke regelingen Bestuurlijke samenwerking Algemeen bestuurlijk
38.380
40.298
39.203
38.380
40.298
39.203
1.371 1.371
1.240 1.240
1.490 1.490
75.250 13.940.037 14.015.287
44.288 14.982.378 15.026.666
45.299 14.466.416 14.511.715
Communicatie Communicatie Representatie/relatiemanagement Nadelig slot bestuur Totaal bestuur
Bestuur
225
Analyse programma Bestuur Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 9.816.555 5.210.111 15.026.666 44.288 14.982.378
Realisatie 9.469.354 5.042.361 14.511.715 45.299 14.466.416
Saldo 347.201 167.750 514.951 1.011 515.962
Aangezien de apparaatskosten niet per programma maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema. Thema Provinciale Staten Raming 1.024.124 1.356.583 2.380.707 0 2.380.707
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 951.737 1.308.401 2.260.138 0 2.260.138
Saldo 72.386 48.182 120.569 0 120.569
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 48.182 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht. • •
• •
Op diverse budgetten o.a. reis en verblijfskosten, catering, scholing en excursiekosten is minder uitgegeven. Daarnaast is het advertentiebudget licht overschreden vanwege extra advertenties. Ten opzichte van eerdere jaren hebben de vergaderingen gemiddeld langer geduurd. Zo was de gemiddelde vergaderduur van de staten in 2008 4,1 uur en in 2009 7 uur. Daarnaast zijn er ook extra vergaderingen gehouden o.a. de vaststelling van het POP. De activiteiten in het kader van de Uitvoering duale taken zijn in de regel van tevoren niet bekend. Een deel van de middelen is niet besteed. Overige afwijkingen.
17.718 -12.354
37.455 5.363
Thema Bestuursorganen Raming 3.543.755 772.200 4.315.955 2.750 4.313.205
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 3.615.945 787.855 4.403.800 4.606 4.399.195
Saldo -72.190 -15.655 -87.846 1.856 -85.990
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 13.799 hoger uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht. • • •
226
Vanwege de komst van twee nieuwe gedeputeerden zijn extra kosten gemaakt. Het krediet deskundige advisering is licht overschreden vanwege extra advisering. Overige afwijkingen
Bestuur
-8.241 -6.131 573
Thema Bestuurlijke Samenwerking Raming 2.553.317 1.265.756 3.819.073 40.298 3.778.775
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 2.413.717 1.167.964 3.581.681 39.203 3.542.477
Saldo 139.601 97.792 237.393 -1.095 236.298
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 96.697 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht. • • • • •
•
Betreffende Versterking Lokaal Bestuur zijn (delen van) subsidies en verplichtingen uit voorgaande jaren niet besteed. Deze middelen vallen vrij. Voor de commissie rechtsbescherming zijn dit jaar extra kosten gemaakt i.v.m. meerdere en langer durende hoorzittingen. Hiernaast zijn er meer leden bijgekomen. Tevens is de vergoeding van de leden verhoogd. Voor de archiefinspectie is de afrekening van het jaar 2008 lager uitgevallen. Er zijn extra kosten IPO gemaakt voor overheadbenchmark en een benchmark overige ambtelijke formatie. Het Interreg programma Hansepassage is in 2008 financieel afgewikkeld. Besloten is het overschot in te zetten voor het vervolgproject en dit project in te dienen voor Interreg IVC bijdrage. Aangezien de aanvraag niet is goedgekeurd betekent dat de middelen in principe geen bestemming meer hebben en als frictiekosten kunnen vrijvallen. Overige afwijkingen.
21.181 -5.225 2.554 -13.680 88.698
3.169
• Thema Communicatie Raming 2.695.359 1.815.572 4.510.931 1.240 4.509.691
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 2.487.956 1.778.141 4.266.096 1.490 4.264.607
Saldo 207.403 37.431 244.835 250 245.085
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 37.181 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • •
In 2009 hebben er initiatieven en voorbereidingen plaatsgevonden voor het evenement 'Roze Zaterdag'. Hiervoor is € 50.000 overgeboekt naar 2010. Overige afwijkingen worden veroorzaakt door marginale overschrijdingen op provinciale info-pagina, beleidsvoorlichting en relatiemanagement.
Bestuur
50.000 -12.819
227
228
Bestuur
10.
Bedrijfsvoering
Op dit programma onderdeel worden onder andere de volgende zaken verantwoord: 1. voorzieningen ten behoeve van het huidig en voormalig personeel, zoals de werkgeversbijdrage aan de personeelsvereniging, de kosten van de jaarlijkse reünie voor oud-medewerkers, alsmede de kosten van de wachtgeld en non-activiteitsregeling. 2. de kosten en opbrengsten van de diensten die voor derden worden verricht, voorzover deze lasten en baten niet op een ander programma onderdeel zijn verantwoord. 3. de verhuur van onderdelen van het Provinciehuis aan derden. 4. diverse baten en lasten, waaronder de afboekingen van schulden en vorderingen van voorgaande jaren. Voor de beleidsmatige verantwoording van het programma onderdeel Bedrijfsvoering wordt verwezen naar hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering van deel 3 (Paragrafen) van de programmaverantwoording. Aandeel in de totale rekening 2009: 1,39%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
10. Bedrijfsvoering a. Bedrijfsvoering - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Bedrijfsvoering
rek ening 2008
raming 2009*
rekening 2009
4.085 3.058 1.028
4.563 2.159 2.403
13.037 3.495 9.542
1.028
2.403
9.542
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de financiële consequenties van het beleid.
Bedrijfsvoering
229
10.1
Lasten/baten en analyse Bedrijfsvoering LASTEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd b edrag 2008
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2009
BEDRIJFSVOERING Totaal
4.085.335
4.562.540
13.037.071
Voorzieningen personeel Diensten voor derden
210.193 3.647.335
1.984.612 2.398.763
8.975.712 3.289.207
177.232 50.575
179.165
181.610 590.542
4.562.540
13.037.071
Verhuur gebouwen Div erse baten en lasten
-
Apparaatskosten
Totaal bedrijfsvoering
4.085.335
Omschrijving
gerealiseerd b edrag 2008
BATEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
BEDRIJFSVOERING Totaal Voorzieningen personeel
3.057.803 25.743
2.159.242 13.600
3.495.023 24.126
Diensten voor derden Verhuur gebouwen
2.971.020 52.879
2.089.342 56.300
2.675.869 53.122
Div erse baten en lasten
8.160
741.906
Apparaatskosten 3.057.803 1.027.532 4.085.335
Nadelig slo t bestuur Totaal bedrijfsvoering
230
Bedrijfsvoering
2.159.242 2.403.298 4.562.540
3.495.023 9.542.048 13.037.071
Analyse programma Bedrijfsvoering Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 2.648.703 1.913.837 4.562.540 2.159.242 2.403.298
Realisatie 3.438.892 9.598.179 13.037.071 3.495.023 9.542.048
Saldo -790.189 -7.684.342 -8.474.531 1.335.781 -7.138.750
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaal niveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen. De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 10.348.561 hoger uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht. • • • • • • •
• •
De kosten van bedrijfsfitness vallen hoger uit als gevolg van een stijging van het aantal deelnemers Door een uitgebreid provinciebreed scholingsprogramma op het gebied van integriteit is het budget overschreden. Op de personeelsvoorziening met betrekking tot brutering PC privé is het opgenomen budget niet volledig besteed vanwege minder deelnemers. Vanwege de komende bezuinigingen 2011-2015 is er een voorziening gevormd voor de frictiekosten. Hiervoor is een bijdrage gedaan. Ten aanzien van de WAO-voorziening is het afgesproken maximum van 1.700.000 bereikt. Aangezien dit jaar hiervoor een hoger bedrag is opgenomen valt een deel vrij. Voor de commissie bodemdaling is bij de begroting uitgegaan van een hoger aantal uren is geen rekening gehouden met het vertrek van 1fte. Hierdoor ontstaat een negatief saldo. Ten opzichte van de begrote inkomsten zijn er dit jaar meer vergoedingen voor diensten van derden (o.a. detacheringen) gedeclareerd welke niet zijn begroot. Aangezien een aantal vergoedingen betrekking hebben op afdelingen worden deze toegevoegd aan de personeelsbudgetten van de betreffende afdelingen. Deze zijn derhalve ook meegenomen bij de analyse van de apparaatskosten. Met betrekking tot voorgaande jaren heeft er een opschoonactie van vorderingen en schulden. Dit heeft per saldo geleid tot extra opbrengsten. Overige afwijkingen
Bedrijfsvoering
-11.737 -9.391 -9.022 -7.000.000 72.667 -106.285 568.546
151.301 -4.640
231
232
Bedrijfsvoering
11.
Algemene middelen
De algemene dekkingsmiddelen zijn bedoeld om de uitgaven die niet ten laste van specifieke middelen kunnen worden gebracht, op te kunnen vangen binnen een reëel sluitende begroting. Tot deze algemene dekkingsmiddelen kunnen onder andere worden gerekend de opbrengst van de opcentenheffing op de motorrijtuigenbelasting en de uitkering uit het Provinciefonds. Deze twee inkomstenbronnen vormen samen circa 34% van de totale inkomsten 2008. Aandeel in de totale rekening 2009: 62,72%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven, inclusief stortingen in en onttrekkingen uit de reserves: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rek ening 2008
11. Algem ene m iddelen a. Financiering en algem ene dekkingsmiddelen - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Algemene middelen
raming 2009*
rekening 2009
126.851 281.743 -154.892
448.837 229.433 219.403
589.123 272.074 317.048
-154.892
219.403
317.048
* raming 2009 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor de opgetreden ontwikkelingen en het gevoerde beleid. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van deze ontwikkelingen en het gevoerde beleid.
Algemene Middelen
233
11.1
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven. Onder deze tabel wordt een aantal onderdelen kort toegelicht. In de paragraaf Lokale heffingen (deel 3) gaan wij naast opcenten motorrijtuigenbelasting in op de diverse leges- en overige heffingen. In de financiële begroting (deel 4) geven wij een totaalbeeld van de baten en lasten en gaan wij nader in op de financiële positie. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven Omschrijving
2008 realisatie
(bedragen x € 1.000) 2009 raming realisatie
Opcenten motorrijtuigenbelasting Uitkering Provinciefonds Dividenden Saldo van de financieringsfunctie Saldo van het BTW-compensatiefonds Saldo overige dekkingsmiddelen Saldo mutatie reserves
43.374 82.959 52.007 12.109 252 0 -35.809
44.696 88.251 15.225 20.134 2.168 -11.245 -378.632
44.873 88.390 -9.599 19.600 811 0 -461.123
Saldo algemene dekkingsmiddelen
154.892
-219.403
-317.048
Omschrijving
2008 realisatie
Raming voor werkelijk onvoorziene uitgaven, na de Integrale Bijstelling 2009 (excl. stelposten)
(bedragen x € 1.000) 2009 raming realisatie 200
0
0
11.1.1. Algemene dekkingsmiddelen Opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Provincies kunnen vervolgens zelf bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit willen benutten. Het verschil tussen het wettelijk toegestane aantal opcenten en het feitelijke aantal is de vrije belastingcapaciteit. Per 1 april 2009 bedroeg het wettelijke maximum 111,9 opcenten. Dit is een toename van 4,0 ten opzichte van 2008. De provincie Groningen zit met zijn tarief al jaren iets boven het provinciale gemiddelde. Met de beperkte tariefsverhoging per 1 april 2009 bevindt Groningen zich op de zesde plaats. Tarieven opcenten MRB in 12 provincies periode 2000-2009 Provincie Groningen
2000 61,3
2001 62,7
2002 64,3
2003 65,8
2004 68,00
2005 75,70
2006 76,80
2007 77,20
2008 77,80
2009 79,10
Fryslân
50,6
50,6
50,6
58,6
60,10
61,00
66,60
67,30
78,80
80,40
Drenthe
61,9
63,2
64,8
66,9
69,00
75,90
77,40
78,60
79,70
81,00
Overijssel
65,0
66,8
68,1
70,3
72,00
73,10
74,00
75,30
76,80
78,50
Gelderland
58,5
59,9
61,5
64,3
76,50
78,10
79,00
80,50
81,40
82,70
Flevoland
53,8
55,1
57,4
59,8
61,40
62,50
63,40
64,00
67,40
71,60
Utrecht
61,7
62,9
64,0
65,2
68,60
71,70
71,70
71,70
72,60
72,60
Noord-Holland
52,8
44,7
44,7
42,7
52,70
52,70
52,70
63,40
63,90
67,90
Zuid-Holland
58,5
58,5
59,7
61,2
71,80
71,80
72,20
73,30
91,80
95,00
Zeeland
62,2
63,6
65,2
66,7
69,30
69,30
69,30
69,30
69,30
69,30
Noord-Brabant
58,4
59,5
63,3
66,3
68,10
68,30
69,70
71,60
71,60
71,60
Limburg
56,1
58,2
60,4
62,6
66,95
71,10
75,30
78,80
79,60
82,00
Gemiddeld tarief
58,4
58,8
60,3
62,5
67,03
69,27
70,68
72,58
75,89
77,64
Maximum tarief
76,0
80,0
84,8
89,9
94,70
99,00 102,40 105,00 107,90 111,90
234
Algemene Middelen
De opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting 2009 is iets hoger uitgevallen dan de raming voor 2009 omdat de groei van het aantal voertuigen toch iets is meegevallen en de opkomst van de zeer zuinige auto's in 2009 enigszins bij de verwachtingen is achtergebleven.
11.1.2. Algemene uitkering uit het Provinciefonds Doorwerking opbrengst opcentenheffing MRB 2007 in uitkering Provinciefonds 2009 Er is een relatie tussen de opcentenheffing en de algemene uitkering uit het Provinciefonds. De verdeling van het Provinciefonds over de provincies is gebaseerd op verdeelmaatstaven waaronder de theoretische opbrengst voor de motorrijtuigenbelasting. In het verdeelmodel Provinciefonds wordt de opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting als negatieve inkomstenmaatstaf gehanteerd. Voor 2009 gaat het om de gerealiseerde opbrengst per opcent m.r.b. in 2007. Met deze maatstaf wordt beoogd de tussen de provincies bestaande verschillen in belastingcapaciteit te compenseren. In situaties waarin het totale provinciale belastinggebied groter van omvang wordt en/of waarin ons aandeel in het totale provinciale belastinggebied afneemt zal de compensatie via het Provinciefonds stijgen. En omgekeerd zal deze dalen. Accres 2009 Dit voorjaar hebben Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten overlegd over de gevolgen van de economische situatie en het Aanvullend Beleidsakkoord voor de onderlinge financiële verhoudingen. Dit heeft onder meer geleid tot een afspraak tussen Rijk, gemeenten en provincies over de accressen 20092011 van het Gemeente- en Provinciefonds. Het accres voor 2009 is vastgesteld op 5,88%. Daarnaast wordt er in 2009 incidenteel € 10 miljoen aan het Provinciefonds toegevoegd. Deze afspraken hebben wij verwerkt in de Voorjaarsnota 2009. Behoedzaamheidsreserve 2009 Omdat er voor de jaren 2009-2011 afspraken zijn gemaakt over de hoogte van de accressen zal er in jaren geen sprake zijn van een inhouding van een behoedzaamheidsreserve en hoeft er ook niet te worden nagecalculeerd. Het verschil tussen raming en realisatie wordt veroorzaakt doordat er na de Integrale Bijstelling 2009 tot een bedrag van circa € 139.700 middelen aan het Provinciefonds zijn toegevoegd voor de uitvoering van een vijftal activiteiten.
11.1.3. Dividend De provincie Groningen neemt per 31 december 2009 deel (voor onderstaande bedragen) in het aandelenkapitaal van: • Groningen Airport Eelde N.V. € p.m. • N.V.Waterbedrijf Groningen " 11.345 • N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) " 571.962 • N.V. Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij " 6.353 • Blauwe Stad " 7.200 • OMD B.V. " 360 • Oikocredit Nederland " p.m. • Enexis Holding B.V. " 1.676.252 • Essent Milieu Holding B.V. " 16.763 • Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. " 16.763 • Verkoop Vennootschap B.V. " 6.159 • CBL Vennootschap B.V. " 2.800 • Vordering Enexis B.V. " 1.120 • Extra Zekerheid Vennootschap B.V. " 1.120 • Claim Staat Vennootschap B.V. " 1.120 In de loop van 2009 hebben wij ons belang in het aandelenkapitaal van Essent N.V. verkocht. De verkoop van deze aandelen betekende een opbrengst op van € 395,1 miljoen, waarvan € 15,3 miljoen als dividend over 2009. Deze opbrengst is verantwoord in het programma Ondernemend Groningen. Het dividend is toegevoegd aan de reserve ESFI. Een bedrag van € 245 miljoen is toegevoegd aan de nieuw gevormde reserve RSP en € 134,8 miljoen is toegevoegd aan de Algemene reserve aangezien deze middelen nodig zijn om zolang mogelijk (in principe eeuwigdurend) de voeding van de reserve ESFI te kunnen garanderen. Algemene Middelen
235
Het reguliere dividend van de aandelen BNG komt voor 2009 uit op € 86.855. In de begroting 2009 gingen wij voor de raming van het dividend van de NV BNG uit van een bedrag van € 100.000. Onze deelname in Oikokrediet leverde in 2009 tot een bedrag van € 252 dividend op. In de begroting 2009 werd nog uitgegaan van een raming van € 200. De verschillen tussen raming en realisatie 2009 worden enerzijds veroorzaakt doordat de dividendopbrengst Essent niet langer wordt verantwoord bij het onderdeel Algemene Dekkingsmiddelen en anderzijds doordat in de rekening 2009 de bijdrage in de taakstelling afromen vermogens provincies ad € 9,5 miljoen is verantwoord bij dit onderdeel, terwijl deze bijdrage in de begroting 2009 was opgenomen bij het onderdeel Saldo overige dekkingsmiddelen.
11.1.4. Saldo financieringsfunctie (rente) Hier komt tot uitdrukking het saldo van rentelasten en -baten in verband met de financiering van de provinciale uitgaven. Daarbij is rekening gehouden met administratieve boekingen vanwege een berekend financieringsoverschot en de opbrengst wegens bespaarde rente.
11.1.5. Saldo van het BTW-compensatiefonds In 2009 treedt er een vrijval van BTW met betrekking tot doeluitkeringen, gemeenschappelijke regelingen en overige posten op van circa € 811.486. Dat is circa € 1.356.227 minder dan was geraamd in de begroting 2009.
11.1.6. Saldo overige dekkingsmiddelen Het verschil bij dit onderdeel wordt enerzijds veroorzaakt door de vrijval van de restantmiddelen voor onvoorziene uitgaven en een aantal stelposten (€ 881.673) en de vrijval van de in de begroting 2009 geraamde onverdeelde apparaatskosten 2009, die nu functioneel zijn toegerekend (€ 863.912), waardoor er op deze onderdelen uiteindelijk geen lasten behoeven te worden verantwoord. Een deel van deze vrijvallende middelen (€ 519.680), in verband met de in 2009 niet benutte middelen voorfinanciering grote projecten, zal bij de bestemming van het rekeningresultaat 2009 opnieuw beschikbaar moeten worden gesteld voor kosten voorfinanciering in het begrotingsjaar 2010. Anderzijds worden de verschillen tussen raming en realisatie 2009 verder veroorzaakt doordat in de rekening 2009 de bijdrage in de taakstelling afromen vermogens provincies ad € 9,5 miljoen is verantwoord bij het onderdeel Dividenden, terwijl deze bijdrage in de begroting 2009 was opgenomen bij het onderdeel Saldo overige dekkingsmiddelen.
10.1.1.7. Mutaties reserves In 2009 hebben zich de volgende toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves voorgedaan. Reserve Algemene reserve Reserve ESFI Reserve Stimuleringsfonds Zorg Reserve Groen Reserve Huisvesting en inrichting Egalisatiereserve grondwaterheffing Egalisatiereserve automatisering Egalisatiereserve wegen en kanalen Reserve Cofinanciering Kompas Egalisatiereserve ontgrondingen Reserve AKP-budgetten Reserve bodemsanering Reserve programma Landelijk Gebied Reserve Provinciale Meefinanciering Reserve Regio Specifiek Pakket ZZL totaal mutaties reserves
236
lasten 2009 273.373.235 17.697.471 888.576
5.861.869 1.113.481 2.706.028 9.500.000 247.961.330
baten realisatie raming 2009 saldo 2009 saldo 2009 53.723.024 219.650.210 135.107.045 28.475.984 -10.778.513 -967.197 827.139 61.437 254.696 111.554 -111.554 30.000 23.640 575.663 -536.713 -590.668 462.652 -407.002 350.000 362.778 3.836.562 -3.806.364 -2.560.536 32.025 -32.025 -43.100 3.701.934 2.159.935 -3.962.827 1.145.203 -31.722 77.200 1.879.653 826.374 -1.233.675 3.718.612 5.781.388 5.057.807 247.961.330 247.143.750
559.643.204
98.520.005 461.123.199 378.632.495
53.640 38.950 55.650 362.778 30.198
Algemene Middelen
Het verschil tussen realisatie en raming wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de hogere toevoeging aan de Algemene Reserve. Dit wordt verklaard door de mutaties verkoop Essent en afboeking Blauwestad. De verwerking van de verkoop van Essent heeft geleid tot een hogere boekwinst dan is meegenomen bij de Integrale Bijstelling 2009. Het verschil wordt veroorzaakt doordat bij de Integrale Bijstelling 2009 de overgenomen leningen PBE en Enexis en overige deelnemingen niet zijn meegenomen. In totaal is € 114.527.280 extra toegevoegd aan de Algemene Reserve. De investering Blauwestad is met € 28.775.000 afgeboekt en vervolgens ten laste van de Algemene Reserve gebracht.
Algemene Middelen
237
11.2
Onvoorziene uitgaven
In de begroting dient een budget te worden opgenomen ten behoeve van onvoorziene uitgaven. De hoogte van de reservering kan de provincie zelf vaststellen. Door middel van een adequate kredietbewaking tracht de provincie het aantal onvoorziene tegenvallers zoveel mogelijk te beperken en hierdoor het beroep op onvoorzien zoveel mogelijk te minimaliseren. De post voor werkelijk onvoorziene uitgaven bedroeg bij de start van het begrotingsjaar 2009 € 671.368. In de Integrale Bijstelling 2009 is een deel (€ 481.761) toegevoegd aan de begrotingsruimte 2009. Daardoor resteerde er na de laatste begrotingswijziging 2009 een bedrag van € 200.000. Dit bedrag kan nu vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat 2009.
238
Algemene Middelen
11.3
Lasten/baten en analyse Algemene middelen
Omschrijving
LASTEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd b edrag 2008
gerealiseerd bedrag 2009
OVERZICHT ALGEMENE MIDDELEN Financierin g en algemen e dekkingsmiddelen
126.850.543
448.836.703
589.122.538
Geldleningen en uitzettingen korter dan een jaar
23.524.909
14.919.006
14.612.462
4.699.607
4.687.806
5.180.596
158.185
174.760
9.686.276
-
10.381.673
98.467.842
863.912 417.809.546
126.850.543
448.836.703
589.122.538
154.892.276 281.742.819
219.403.499229.433.204
317.048.421272.074.117
Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan een jaar Algemene uitkering Provinciefonds Eigen middelen Deelnemingen Onvoorzien Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties
559.643.205
Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Voordelig slot algemene middelen Totaal algemene middelen
Omschrijving
BATEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd b edrag 2008
gerealiseerd bedrag 2009
OVERZICHT ALGEMENE MIDDELEN Financierin g en algemen e dekkingsmiddelen
281.742.819
229.433.204
272.074.117
Geldleningen en uitzettingen korter dan een jaar
22.765.765
17.090.130
19.771.339
Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan een jaar Algemene uitkering Provinciefonds
17.567.421 83.210.920
22.650.662 88.251.300
19.621.345 89.201.615
Eigen middelen Deelnemingen
43.374.117 52.164.931
44.696.148 15.400.200
44.872.707 87.107
-
2.167.713
62.659.665
39.177.051
98.520.005
281.742.819
229.433.204
272.074.117
Onvoorzien Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming
Totaal algemene middelen
Algemene Middelen
239
Analyse programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven Baten af: Lasten Totaal saldo
Raming 229.433.204 448.836.703 219.403.499
Realisatie 272.074.117 589.122.538 317.048.421
Saldo 42.640.913 -140.285.835 -97.644.922
Het saldo op de financierings- en algemene dekkingsmiddelen is € 97.644.922 nadelig. In onderstaande analyse worden de mutaties op de reserves apart geanalyseerd.
Algemene financierings- en dekkingsmiddelen exclusief mutaties reserves Baten excl. mutaties op reserves af: Lasten excl. mutaties op reserves Totaal saldo
Raming 190.256.153 31.027.157 159.228.996
Realisatie 173.554.112 29.479.333 144.074.779
Saldo -16.702.041 1.547.824 -15.154.217
De financiering- en algemene dekkingsmiddelen exclusief de mutaties op reserves geven een nadeel te zien van € 15.154.217. De belangrijkste verschillen worden hierna kort benoemd. • •
• • • •
•
•
•
•
•
240
Door de latere afwikkeling van de verkoop van aandelen Essent is van RWE meer rente ontvangen dan waarmee in de raming rekening is gehouden. Als gevolg van kortere uitzettingen van overtollige geldmiddelen is het effect op de rentebaten € 1.781.000 nadelig. Daarnaast is als gevolg van hogere rendementen en een gemiddeld lager rentepercentage per saldo een positief effect ontstaan op de rentebaten van € 1.522.000. Per saldo leidt dit tot een nadeel van € 259.000. Hogere toegerekende omslagrente als gevolg van een afwijkend rentepercentage. De realisatie van de geraamde rentebaten van de leningen Enexis en PBE zijn verantwoord bij het programma ondernemend Groningen omdat deze middelen zijn uitgezet in het kader van de publieke taak. Op basis van de decembercirculaire zijn voor een vijftal onderwerpen extra middelen toegevoegd aan het Provinciefonds. De geraamde stelpost verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven in verband met de BTW-component in de uitgaven die kan worden gedeclareerd bij het BTW-compensatiefonds ad € 2.167.713 is maar voor een 'beperkt' deel gerealiseerd. De vrijval van BTW op doeluitkeringen, gemeenschappelijke regelingen en diverse overige posten bedraagt € 811.486. Derhalve is een nadeel ontstaan van € 1.356.227. De gerealiseerde opbrengst van de opcenten motorrijtuigenbelasting ligt € 176.559 hoger dan geraamd. De groei van het aantal voertuigen is in 2009 toch iets hoger uitgevallen en omdat de opkomst van zeer zuinige auto's toch enigszins bij de ramingen is achtergebleven, waardoor er in 2009 relatief meer voertuigen waren waarvoor het volledige tarief is betaald. Voor 2009 is een dividendopbrengst van € 15.300.000 geraamd. Als gevolg van de verkoop van de deelneming Essent is geen dividend ontvangen, maar is dit onderdeel van de bate van de verkoop. Deze bate is verantwoord bij het programma ondernemend Groningen. De opgenomen stelposten vallen vrij. De vrijval van de stelpost voorfinanciering grote projecten dient deels ter dekking van de bestedingen in het kader van de versnellingsagenda (€ 116.920). Van de vrijgevallen stelposten wordt € 519.680 overgeboekt naar 2010. Dit heeft betrekking op de voorfinanciering grote projecten (€ 383.080) en voorfinanciering Winschoterdiep (€ 136.600). Het saldo onverdeelde apparaatskosten valt vrij. Voor een deel dient dit ter dekking van de naheffing van de Belastingdienst loonheffing 2003-2006 (€ 594.676). Daarnaast wordt voor Social Return € 35.000 overgeboekt naar 2010. Daarnaast dient de vrijval voor de dekking van apparaatskosten. Overige verschillen.
Algemene Middelen
1.440.000 - 259.000
-325.000 -1.389.933 139.689 -1.356.227
176.559
-15.300.000
881.673
863.912
-25.890
Mutaties reserves Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves Totaal saldo
Raming 417.809.546 39.177.051 -378.632.495
Realisatie 559.643.204 98.520.005 -461.123.199
Saldo -141.833.658 59.342.954 -82.490.704
Ten opzichte van de raming is per saldo € 82.490.704 meer ten gunste van de reserves geboekt. De (grootste) afwijkingen worden per reserve nader toegelicht. • • • •
• • • • • • • • • • • • • • •
•
De hogere opbrengst als gevolg van de verkoop van de aandelen Essent is toegevoegd aan de Algemene Reserve. De afwaardering van de Blauwestad ad. € 28.775.000 om te komen tot een toekomstbestendige grondexploitatie is ten laste van de algemene reserve gebracht. De in de algemene reserve opgenomen middelen voor kwaliteitsverbeteringen en frictiekosten zijn overgeboekt naar de reserve apparaatskosten personeel (AKP). Op basis van de aangenomen moties tijdens de behandeling van de voordracht kaderstelling bezuinigingen (2009-40/2009-40a) zijn de vrijgevallen middelen van de voorziening frictiekosten ad. € 4.000.000 toegevoegd aan de algemene reserve. De middelen zijn beschikbaar gesteld voor de voeding van de reserve Leefbaarheid (2011-2012) en het instrument gebiedsgericht werken (2013-2014). In verband met de (investerings)projecten weg- en waterbouw is per saldo € 1.898.291 meer onttrokken aan de hiervoor beschikbare middelen in de reserve ESFI. Vrijval reserve ESFI ingezet voor de bezuinigingen 2011-2015. Voor de cofinanciering van waterbergingen is € 1.611.516 onttrokken aan de hiervoor beschikbare middelen in de reserve ESFI. Ten opzichte van de raming is € 447.426 extra aan provinciale middelen ingezet voor jeugdzorg. Dit is ten laste van de in de reserve Stimulering Zorg beschikbare middelen voor jeugdzorg gebracht. De niet benutte middelen voor stimulering zorg zijn aan de betreffende reserve toegevoegd. Voorlopig is een bedrag van € 111.554 ten laste van de reserve Groen gebracht in verband met de financiële afwikkeling van grondoverdracht in het kader van de Blauwestad. Per saldo is een bedrag van € 23.640 ten gunste van de reserve Huisvesting en Inrichting geboekt. Dit heeft betrekking op het saldo van resultaat onderhoud gebouwen 2009 en een aandeel in de bezuinigingen 2011-2015 van € 30.000. De lasten en baten met betrekking tot grondwaterheffing leidt per saldo tot storting in de reserve Grondwaterheffing. Ten opzichte van de beschikbare middelen voor IVT is € 407.002 extra benodigd uit de reserve Automatisering. Het resultaat in verband met het beheer van wegen en kanalen ad. € 362.778 is toegevoegd aan de reserve. In de raming was al een storting opgenomen van € 350.000, zodat per saldo € 12.778 meer is toegevoegd. Vrijval reserve Cofinanciering Kompas ingezet voor de bezuinigingen 2011-2015. De totale bijdrage vanuit de reserve cofinanciering Kompas aan projecten is achtergebleven bij de raming. Ten opzichte van de raming is € 11.075 minder onttrokken aan de reserve Ontgrondingen. Overboeking van de middelen voor kwaliteitsverbeteringen en frictiekosten van de Algemene Reserve naar de reserve AKP In verband met een extra voorgenomen formatiereductie op de AKP (1% Kleiner en Beter) zijn middelen van de AKP afgeraamd en opgenomen als een stelpost. Deze middelen blijven beschikbaar voor de AKP en daarom is de stelpost vrijgevallen ten gunste van de reserve In totaal is voor mobiliteit in brede zin (voorheen vertrekbevordering), uitvoeringskosten Kleiner en Beter en voor Groen voor Grijs en borgen van kennis meer ten laste van de reserve AKP gedekt. Algemene Middelen
-114.527.280 28.775.000 5.585.641 -4.000.000
1.898.291 6.852.652 1.611.516 447.426 -254.167 111.554 -23.640
-53.955 407.002 -12.778
2.700.000 -1.454.172 -11.075 -5.585.641 -195.125
105.564
241
• • • • • • • • •
242
Het resultaat op de AKP-budgetten van de afdelingen, MT-buffer en concernkredieten is toegevoegd aan de reserve AKP. De stelpost CAO 2007-2009 is ingezet voor de wet oudere werknemers (WOW). Voor de verrekening van de kosten 2008 zijn de in de reserve AKP beschikbare middelen ingezet. In de reserve AKP zijn middelen gereserveerd voor digitaal zaakgericht werken. De kosten 2009 bedragen € 244.956. Op basis van de verdeling van de kosten van bodemsanering is ten opzichte van de raming meer ten laste van de provinciale middelen gebracht. Dit leidt tot een onttrekking aan de reserve Bodemsanering. Vrijval reserve Meefinanciering ingezet voor de bezuinigingen 2011-2015. De totale bijdrage vanuit de reserve Meefinanciering aan projecten is achtergebleven bij de raming. Als gevolg van een onderbesteding op het Programma Landelijke Gebied (PLG) zijn de resterende provinciale middelen toegevoegd aan de reserve PLG. Als gevolg van een hogere rente dan begroot is € 817.580 meer toegevoegd aan de reserve RSP. Overige verschillen
Algemene Middelen
-1.675.304 180.650 244.956 108.922 1.400.000 -2.123.581 -2.060.049 -817.580 -125.531
Recapitulatie van lasten en baten per programma Omschrijving
gerealiseerd b edrag 2008
LASTEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
RECAPITULAT IE 16.103.659
18.318.987
45.041.818
Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen
Leven en wonen in Groningen
12.735.071 109.427.235
17.240.445 121.814.041
13.722.839 116.550.701
Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen
26.669.400 36.089.602
40.580.926 36.729.128
30.776.851 36.200.798
119.039 4.633.922
119.268 5.775.759
250.131 4.925.456
Energiek Groningen Gebiedsgericht beleid Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
70.404.345
76.131.298
75.086.743
Bestuur Bedrijfsvoering
14.015.287 4.085.335
15.026.666 4.562.540
14.511.715 13.037.071
126.850.543 421.133.436
448.836.703 785.135.761
589.122.538 939.226.660
Algemene middelen TOTAAL LASTEN
Omschrijving
gerealiseerd b edrag 2008
BATEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
RECAPITULAT IE Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen
9.597.800 3.983.297
10.762.264 382.314.154
10.021.959 514.408.809
Bereikbaar Groningen
62.504.454
78.231.350
72.488.529
Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen
15.950.719 13.167.487
26.703.284 13.672.446
17.685.633 13.684.255
181.364
242.799
441.928
41.064.185 75.250
41.572.731 44.288
41.742.880 45.299
3.057.803 281.742.819 431.325.178
2.159.242 229.433.204 785.135.762
3.495.023 272.074.117 946.088.433
Energiek Groningen Gebiedsgericht beleid Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering Algemene middelen TOTAAL BATEN
R ESULTAAT BESTEMMING
gerealiseerd b edrag 2008
Resultaat Gewone dienst voor bestemming
45.999.919
Onttrekking uit reserves
62.659.665
geraamd b edrag 2009 na wijziging
108.659.583 Storting in reserves Resultaat Gewone dienst na bestemming
378.632.496 39.177.051 417.809.547
gerealiseerd bedrag 2009
467.984.972 98.520.005 566.504.977
98.467.842
417.809.546
559.643.205
10.191.742
1
6.861.773
Recapitulatie van Lasten en Baten per programma
243
244
Recapitulatie van Lasten en Baten per programma
Overzicht Begroting 2009 met wijzigingen Bedragen x € 1.000 OMSCHRIJVING
primitief
overboeking van 2008
1e wijz.
LASTEN 1 Leven en wonen in Groningen 2 Ondernemend Groningen 3 Bereikbaar Groningen 4 Karakteristiek Groningen 5 Schoon/veilig Groningen 6 Energiek Groningen 7 Gebiedsgericht 8 Welzijn, sociaal beleid, jeugd en cultuur 9 Bestuur 10 Interne organisatie 11 Algemene middelen Mutaties reserves (begrotings)resultaat
BATEN 1 Leven en wonen in Groningen 2 Ondernemend Groningen 3 Bereikbaar Groningen 4 Karakteristiek Groningen 5 Schoon/veilig Groningen 6 Energiek Groningen 7 Gebiedsgericht 8 Welzijn, sociaal beleid, jeugd en cultuur 9 Bestuur 10 Interne organisatie 11 Algemene middelen Mutaties reserves
18.035 8.584 111.204 33.663 33.064 116 4.606 68.706 13.977 2.369 28.906 323.230 25.624 430 349.284
voorjaarsnota
2e wijz.
154 -58 -262 125 -65
3e wijziging
75 470 1.966 893
2.064 157
800 932 305
2.393 4.508 2.747 7.255
10.885 2.516 72.376 21.456 12.657 118 38.639 43 1.422 172.479
4.956
332.591 16.693 349.284
5.092 2.163 7.255
79 344 8.988 5.428 1.035
Integrale bijstelling 2009
4e wijziging Kompas Meefin.
4.378 59 238
32 5.473
-15 57 -82 1.773 616 18.223
4.675
5.473
3.621 21.844
4.675
25 45 45
22 -244 1 356 5.681 0 5.473 5.473
17.468 4.376 21.844
-24 1.195 -142 1.127 1.802 4 385 4.373 670 420 -878 8.932 392.143 -6.798 394.277
6e wijziging Kompas Meefin.
2.328
2.328 2.328
103 3.157 382 7.141 0 4.675 4.675
Overzicht Begroting 2009 met Wijzigingen
390.808 3.469 394.277
na laatste wijziging
18.319 17.241 121.813 40.581 36.729 120 5.776 76.132 15.027 4.562 31.069 367.369 417.767 0 785.136
10.762 382.314 78.231 26.703 13.672 243 41.573 44 2.160 190.257
-123 379.798 -67 300 117
5.897 4.902 853
21
5e wijziging
Begroting
0 2.328 2.328
745.959 39.177 785.136
245
246
Overzicht Begroting 2009 met Wijzigingen
Deel 3 Programmarekening 2009 Paragrafen
248
INHOUDSOPGAVE Deel 3. Paragrafen 1. Weerstandsvermogen ...........................................................................................251 1.1.
Inleiding
251
1.2.
Leven en Wonen in Groningen
254
1.3.
Ondernemend Groningen
257
1.4.
Bereikbaar Groningen
260
1.5.
Karakteristiek Groningen
261
1.6.
Schoon/veilig Groningen
262
1.7.
Energiek Groningen
264
1.8.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
264
1.9.
Algemene dekkingsmiddelen
267
2.0.
Actualisatie projectrisico's
270
2. Financiering...........................................................................................................273 2.1.
Algemeen
273
2.2.
Ontwikkeling rentetarieven
273
2.3.
Financieringsbeleid 2009
274
2.4.
Uitzettingen
276
2.5.
Resumé 2006-2009
279
3. Bedrijfsvoering.......................................................................................................283 3.1.
Personeel & Organisatie
283
3.2.
ICT-beleidsplan 2007-2009
285
3.3.
Facilitaire dienstverlening
286
3.4.
Financiën & Control
286
3.5.
Wat mag het kosten?
288
4. Lokale heffingen ....................................................................................................289 4.1.
Inleiding
289
4.2.
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
289
4.3.
Lokale lastendruk
289
4.4.
Overige heffingen
291
5. Onderhoud kapitaalgoederen................................................................................293 5.1. Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen
293
5.2. Huisvesting
293
5.3. ICT
295
Inhoudsopgave
249
6. Grondbeleid...........................................................................................................297 7. Verbonden partijen ................................................................................................299 7.1.
Leven en Wonen in Groningen
299
7.2.
Ondernemend Groningen
301
7.3.
Bereikbaar Groningen
302
7.4.
Schoon/Veilig Groningen
303
7.5.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
303
7.6.
Programma Bestuur
304
250
Inhoudsopgave
1.
Weerstandsvermogen
1.1.
Inleiding
Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 2004 zijn de provincies verplicht aan de Begroting en Rekening een paragraaf Weerstandsvermogen toe te voegen. Volgens de voorschriften bevat deze paragraaf ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b. een inventarisatie van de risico's (inclusief openeinderegelingen, bedrijfsvoering, financiering, positieve risico's en voorzieningen); c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's (o.a. risicomanagement). De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts optreden en substantieel gedekt moeten worden, op te vangen. Het gaat om die elementen waaruit tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden zoals bijvoorbeeld algemene reserve, maar ook onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves. Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die te laag of tegen nul zijn gewaardeerd, doch direct verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met incidenteel wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat deze invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Met structurele weerstandscapaciteit worden middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn niet op een andere manier te ondervangen. Reguliere risico’s - risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal goed meetbaar zijn maken geen deel uit van de risico’s opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden getroffen. Onder risico's verstaan de voorschriften alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of niet tot afwaardering van activa hebben geleid en van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of het eigen vermogen. Het gaat daarbij onder andere om: • aanspraken als gevolg van de door de provincie gegarandeerde geldleningen aan instellingen; • eventuele door de provincie te betalen afkoopsommen; • schadeclaims; • risico's die voortvloeien uit mogelijke aanspraken op vermogensschade, die niet verzekerd zijn/kunnen worden.
1.1.1. Weerstandscapaciteit Ernst & Young heeft in het najaar van 2007 een onderzoek gedaan naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Er is onderzoek gedaan naar de risico's die de provincie loopt. Uiteindelijk is de omvang van de aan te houden weerstandscapaciteit vooral afhankelijk van het risicoprofiel. Uit vergelijking van de provincie Groningen met andere provincies is gebleken dat de financiële positie van de provincie Groningen ten opzichte van de andere provincies in de afgelopen jaren in relatieve zin is verslechterd. Deze ontwikkeling is vooral toe te schrijven aan het meer participeren in grote projecten. Uit de vergelijking komt tevens naar voren dat de structurele weerstandscapaciteit (vooral bepaald door de onbenutte belastingcapaciteit bij de opcenten motorrijtuigenbelasting) van de provincie Groningen relatief laag is. Dit pleit voor een stevige algemene reservepositie. De weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd als de vrije ruimte in de algemene reserve, vrij aan te wenden bestemmingsreserves, onbenutte belastingcapaciteit, het gereserveerde bedrag voor onvoorziene uitgaven en de verwachte begrotingsruimte. Reservepositie De omvang van de reservepositie (vrije ruimte Algemene Reserve en bestemmingsreserves) hebben wij per 31-12-2008 berekend op ongeveer € 24,4 miljoen. Het aanwenden van deze middelen leidt er toe dat de opbrengst wegens bespaarde rente, die nu in de begroting als algemeen dekkingsmiddel wordt gebruikt, zal afnemen.
Weerstandsvermogen
251
Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit heeft betrekking op extra inkomsten die de provincie Groningen kan genereren als het maximum aantal opcenten op de motorrijtuigenbelasting wordt geheven (111,9) in vergelijking met de opbrengst bij het op dit moment geldende tarief (per 1 april 2009: 79,1 opcenten). Deze capaciteit is per 1 april 2009 berekend op ca. € 18,62 miljoen. Omdat uw Staten hebben ingestemd met een eenmalige bevriezing van het aantal opcenten per 1 april 2010 en de stijging van het maximum aantal opcenten 4,3% bedraagt neemt deze capaciteit in 2010 toe tot ca. € 21,44 miljoen. Gereserveerde middelen voor onvoorziene uitgaven In de Programmabegroting 2010 is voor de periode 2010-2013 jaarlijks een bedrag van ca. € 671.000 gereserveerd voor het opvangen van werkelijk onvoorziene en onvermijdbare uitgaven. Dit bedrag is ontstaan op basis van gebleken historische behoefte om onvoorziene en onvermijdbare uitgaven jaarlijks op te vangen. Verwachte begrotingsruimte 2010-2013 Op basis van actuele financiële meerjarenramingen verwachten wij de onderstaande begrotingsruimte: Tabel 7. Verwachte begrotingsruimte 2010-2013 Omschrijving
(bedragen x € 1.000) 2010 2011 2012
Verwachte begrotingsruimte (- = tekort)
1.000
2013
-1.858 -12.609 -17.397
Deze cijfers zijn nog gebaseerd op de Integrale Bijstelling 2009, zoals deze op 16 december 2009 door uw Staten is vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met ons voorstel om de resterende begrotingsruimte 2009 en 2010 (grotendeels) door te schuiven naar 2011. Er past bij deze cijfers de volgende voorbehouden: • Het Rijk heeft in de Voorjaarsnota 2009 besloten om ingaande 2011 structureel € 300 miljoen te bezuinigen op het Provinciefonds (ons aandeel daarin kan indicatief worden berekend op ca. € 16,2 miljoen). Deze bezuiniging hebben wij verwerkt in het bovenstaande financiële perspectief. Momenteel vindt overleg plaats tussen Rijk en provincies over de wijze waarop deze voorgenomen bezuiniging vorm zal worden gegeven. De provincies koersen daarbij op een decentralisatie van rijkstaken en -middelen inclusief genoemde korting. De financiële consequenties van die uitwerking kunnen afwijken van eerder genoemde aanname van € 16,2 miljoen. • Daarnaast verwachten wij dat het onderzoek naar de verdeling van het Provinciefonds in het voorjaar van 2010 zal resulteren in een nader voorstel voor een nieuwe verdeling van het Provinciefonds ingaande 2012. Het gaat bij het aanpassen van het verdeelmodel Provinciefonds om het actualiseren van de uitgavenijkpunten, het actualiseren van het rekentarief MRB, het opnemen van een inkomstenmaatstaf voor het verevenen van de inkomsten uit overige eigen middelen (met name uit deelnemingen in energiebedrijven) en het afschaffen van de huidige bestuurlijke correctie. Een en ander zal onherroepelijk gepaard gaan met herverdeeleffecten. Of deze herverdeeleffecten positief dan wel negatief voor de provincie Groningen zullen uitpakken is nu nog niet aan te geven. • In september 2009 heeft het Rijk de rijksbegroting 2010 gepresenteerd. Een aantal van de in het voorjaar van 2009 door het Rijk geformuleerde bezuinigingstaakstellingen heeft daarin nog geen nadere invulling gekregen. Deze bezuinigingen zullen mogelijk forse consequenties hebben voor de omvang van de provinciale middelen, in het bijzonder voor de omvang van de specifieke uitkeringen. • In de in september 2009 verschenen Miljoenennota 2010 wordt aangegeven dat er sprake is van een structureel tekort op de rijksbegroting van minstens € 35 miljard. Ambtelijke werkgroepen zijn inmiddels op een negentiental terreinen bezig om de mogelijkheden tot bezuinigingen van 20% te verkennen. De uitwerkingen van die voorstellen zullen moeten landen in de rijksbegroting 2011. Wij sluiten niet uit dat de te ontwikkelen bezuinigingsvoorstellen uiteindelijk via de normering van Gemeente- en Provinciefonds vanaf 2012 zullen leiden tot aanvullende bezuinigingen op het Gemeente- en het Provinciefonds. • Verder zijn de ontwikkelingen van rente, lonen en prijzen bepalend voor de omvang van het flexibel budget. In de Voorjaarsnota 2010 worden de cijfers op de laatste ontwikkelingen aangepast.
252
Weerstandsvermogen
1.1.2. Beleidslijn In het voorjaar van 2008 hebben wij aan de Statencommissie Bestuur en Financiën de meest recente rapportage over het minimaal benodigd weerstandsvermogen voorgelegd. In de begeleidende notitie hebben wij aangegeven dat er geen functionele redenen zijn om van het advies van de accountant inzake de omvang af te wijken. Dat houdt in dat wij in principe € 24,4 miljoen aanhouden als financieel weerstandsvermogen. Aan het einde van deze collegeperiode (2010) zullen wij opnieuw een onderzoek laten uitvoeren naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Wij stellen ons op het standpunt dat tot op het moment dat er een nieuw onderzoek naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit is uitgevoerd de norm op basis van het onderzoek 2007 gehandhaafd blijft. Indien en voor zover er in deze collegeperiode een beroep wordt gedaan op het bedrag van € 24,4 miljoen, zal aanvulling in beginsel via rekeningsaldi moeten geschieden. Indien er geen positief rekeningsaldo optreedt, zal tijdelijk genoegen moeten worden genomen met een lager bedrag. In die omstandigheid moet naar bevind van zaken worden gehandeld. Zou er zich een grote "financiële ramp" voordoen dan zal er niet aan te ontkomen zijn om gedurende een aantal jaren voor aanvulling van het saldo ook begrotingsruimte aan te wenden. Om eindeloze discussies te voorkomen over de vraag wat een financiële ramp is, stellen wij voor in dit verband een vuistregel te hanteren van minimaal 10% van het benodigde vermogen van € 24,4 miljoen. De vrije ruimte in de Algemene Reserve en de bestemmingsreserves per 31 december 2008 bedraagt ongeveer € 24,4 miljoen. Deze is daarmee toereikend om de minimale benodigde reservering van € 24,4 miljoen mogelijk te maken. Of de omvang van de minimaal aan te houden weerstandscapaciteit na 2011 ook € 24,4 miljoen moet bedragen, is de vraag. In de loop van de tijd zal het risicoprofiel wijzigen. Teneinde met dat gegeven rekening te houden is het naar onze mening nodig van tijd tot tijd opnieuw een discussie daarover te voeren. Het eerstvolgende moment voor een dergelijke discussie is wat ons betreft na het voorgenomen onderzoek bij de vorming van een nieuw college in 2011.
1.1.2. Risicoinschatting nr.
risico
1.2 1.2.1 1.2.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4. 1.5 1.5.1 1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.6.4 1.6.5 1.6.6 1.7 1.8 1.8.1 1.8.2
Leven en wonen in Groningen Blauwestad Meerstad Ondernemend Groningen Europese regioprogramma's/Leader II Glastuinbouw Eemsmond Revitalisering Zuidlaardermeer Groningen Seaports Bereikbaar Groningen Besmetting bermgrond met cystenaaltjes Hoogovenslakken Specifieke uitkeringen hoofdkanalen Vervanging brug Enumatil Karakteristiek Groningen Voorfinanciering maatregelen landinrichting Schoon/Veilig Groningen Herschikking taken waterbeheer Aan- en verkoop gronden Ulsderpolder Afschrijving gebouwen Ulsderpolder Bodemsaneringschade tuinbouwbedrijf Handhaving vergunningen Extern veiligheidbeleid Energiek Groningen Welzijn, sociaal beleid, jeugd en cultuur Bureau Jeugdzorg Afspraak IPO-Rijk Jeugdzorg
inschatting kans
financieel risico
doorwerking
hoog middel
hoog hoog
incidenteel incidenteel
middel middel n.v.t. middel
middel middel n.v.t. middel
incidenteel incidenteel n.v.t. structureel
laag hoog middel middel
laag hoog laag middel
incidenteel incidenteel incidenteel incidenteel
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
hoog middel middel middel laag hoog
middel middel middel hoog hoog middel
structureel incidenteel incidenteel incidenteel structureel incidenteel
middel laag
middel laag
structureel incidenteel
Weerstandsvermogen
253
1.8.3 1.8.4 1.9 1.9.1 1.9.2 1.9.3 2.0
Afwikkeling subsidie ministerie Jeugd en Gezin Onderhoud Nad-Nuis Algemene Dekkingsmiddelen BTW-Compensatiefonds Rijksbezuinigingen Gewaarborgde geldleningen Actualisatie projectrisico's
n.v.t. laag
n.v.t. laag
n.v.t. structureel
n.v.t. middel laag
n.v.t. hoog hoog
n.v.t. structureel incidenteel
Toelichting op tabel: Kansinschatting risico: Hierbij wordt aangegeven hoe hoog de kans is dat het risico optreedt. Laag indien het risico een theoretisch risico is, middel indien er een zekere kans is dat het risico zich voordoet. Hoog indien bijna zeker is dat het risico zal optreden. Financieel risico: De financiële gevolgen indien het risico optreedt. Laag: tot € 100.000, middel: tussen € 100.000 en € 500.000 en hoog: groter dan € 500.000. Doorwerking van risico: Het gaat hierbij of het risico een eenmalig financieel gevolg heeft of dat er sprake is van structurele doorwerking van het financiële risico. In de navolgende subparagrafen worden de te onderkennen risico's beschreven. Met ingang van de Programmabegroting 2010 zijn de risico's gegroepeerd per programma. In de beschrijving van de afzonderlijke risico's wordt aandacht besteed aan de beheersmaatregelen, de status en de voortgang. In de paragrafen 1.2 tot en met 2.0 zijn de wijzigingen ten opzichte van de meest recente risico's, zoals vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen bij de Integrale Bijstelling 2009, cursief weergegeven. Indien een beschreven risico niet langer een financieel risico vormt, dan wordt dit vermeld in deze paragraaf. In de volgende rapportage over het weerstandsvermogen verdwijnt het risico logischerwijs uit de paragraaf weerstandsvermogen.
1.2.
Leven en Wonen in Groningen
1.2.1. Blauwestad Korte omschrijving risico Ontbinding OBS Eind 2009 hebben PS ingestemd met de ontbinding van de Overeenkomst Blauwe Stad (OBS) en met de Vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van de huidige publiek-private samenwerking met de Ontwikkelingsmaatschappij de Blauwe Stad BV/CV (CV) in het project Blauwestad. Grondexploitatie Op grond van de publieke begroting en exploitatie, en de begroting van de private partij is door de Provincie een nieuwe (grond)exploitatie voor het project Blauwestad gemaakt. Hoofdonderdelen van deze exploitatie zijn de ramingen van de kosten voor de nog aan te leggen infrastructuur en de organisatiekosten. De door de private partij begrote kosten voor met name het bouw- en woonrijp maken inclusief nog aan te leggen infrastructuur zijn gecontroleerd bij de extern adviseur van het project Blauwestad. Op grond van het feit dat de meeste kosten voor verwerving, aanleg van het meer en de gerealiseerde infrastructuur reeds zijn gemaakt, zal dit onderdeel van de exploitatie geen grote onzekerheden met zich meebrengen. De organisatiekosten worden enerzijds bepaald door de omvang van de organisatie, anderzijds vooral door de looptijd van het project. De Provincie zal -in afstemming met de nieuwe gemeente Oldambtzorgdragen dat de omvang van de organisatie is afgestemd op de uit te voeren taken en op een realistische verkoopsnelheid. De looptijd van het project is op dit moment moeilijker in te schatten, maar wordt door ons, uitgaande van een kavelverkoop van gemiddeld 30 kavels per jaar vanaf 2012, geraamd op circa 40 jaar. Het is echter onze ambitie om ervoor te zorgen dat het project sneller wordt uitgevoerd en de looptijd wordt verkort. Naast een jaarlijkse actualisatie is een regelmatige evaluatie (eens per 5 jaar) van de grondexploitatie derhalve noodzakelijk.
254
Weerstandsvermogen
Beheer en onderhoud Nu de uitvoering van het meer is voltooid, is het zaak om sluitende afspraken te maken over beheer en onderhoud. Aan het opstellen van contracten met de gemeenten, het waterschap en met de stichting Het Groninger Landschap wordt momenteel gewerkt. Hieronder staat in een notendop een aantal potentiële financiële risico's die de provincie loopt in de nabije toekomst. Een raming van de bedragen is bijgevoegd. Wel wordt hierbij opgemerkt dat er hard wordt gewerkt aan beperking of eliminatie van de risico's. Kompas1/Zuidelijke vaarverbinding De gevraagde eindrapportage, voorzien van een accountantsverklaring is tijdig voor 1 april 2009 bij de SNN aangeleverd. De SNN beoordeelt de rapportage en zal vervolgens haar eigen accountant vragen een verificatieonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek is uitgevoerd. Het concept rapport van bevindingen is besproken met de provincie en is nog op punten aangepast. Indien de SNN de bevindingen van het aangepaste rapport overneemt bij de vaststelling van de subsidie, zal de provincie maximaal ongeveer € 0,4 miljoen subsidie minder ontvangen dan waarbij de indiening van de eindafrekening rekening mee was gehouden. Vaarweg- en nautisch beheer Het nautisch beheer op het Oldambtmeer is door de provincie grotendeels geregeld. De afrondende investeringen betreffen: plaatsen havenlichten bij de jachthaven en het plaatsen van verkeersborden die de doorvaarthoogte van bruggen aangeven. Dit is wettelijk verplicht. Het is de bedoeling dat het nautisch beheer te zijner tijd overgaat naar de nieuw te vormen gemeente, maar dit vergt overleg, duidelijkheid inzake financiën en proceduretijd. Kwelsloten en wateroverlast Voor de kwelsloten is destijds afgesproken dat deze worden betaald vanuit de HAK Oldambt. De kosten van grondverwerving ten behoeve van de aanleg van de kwelsloten komen ook ten laste van de HAK. Voorjaar 2009 is de projectorganisatie met een claim van € 226.000 gekomen voor deze grondverwerving. Tot op heden zijn deze kosten betaald vanuit het provinciaal investeringskrediet. Door verschillende oorzaken functioneert het gemaal Oostwold - aangelegd in het kader van de HAK niet naar behoren. Dit levert steeds weerkerende wateroverlast op voor de omgeving. Kosten beheer en onderhoud De provincie is eigenaar van het meer en de dijken. In afwachting van een definitieve overdracht verricht het waterschap onderhoudswerkzaamheden aan het provinciaal eigendom. Zij heeft over het jaar 2007 een rekening gepresenteerd van circa € 56.000 en zal over het jaar 2008 opnieuw met een rekening komen. Voor de toekomst zullen kosten gemaakt dienen te worden voor het baggeren meer en het maaien van de waterplanten, die door de uitstekende waterkwaliteit voorspoedig groeien Onroerend Zaak Belasting (OZB) De provincie, als eigenaar van de gronden, heeft besloten de OZB voor haar rekening te nemen en ten laste te laten komen van het investeringskrediet. Afname planning Gebleken is dat grootschalige gebiedsontwikkeling projecten (en met name de daarin opgenomen woningbouwcomponent) gevoelig zijn voor conjuncturele en marktomstandigheden. Dit geldt ook voor de Blauwestad. Beheersmaatregel Ontbinding OBS Naast een jaarlijkse actualisatie van de grondexploittaie is ook een regelmatige evaluatie (eens per 5 jaar) van de grondexploitatie noodzakelijk. Kompas1/Zuidelijke vaarverbinding N.v.t.
Weerstandsvermogen
255
Vaarweg- en nautisch beheer Omdat het nautisch beheer door Provinciale Staten moet worden toegewezen aan een bevoegd gezag, is hiermee een vergoeding gemoeid. Over de verdeling van deze kosten vindt in de loop van het jaar 2009 overleg plaats met de projectorganisatie, het waterschap en de overige publieke partijen. Afronding wordt verwacht in 2010. Kwelsloten en wateroverlast N.v.t. Kosten beheer en onderhoud Op dit moment is dekking van deze kosten onderwerp van gesprek tussen diverse partijen. In de loop van 2009/2010 worden hierover definitieve afspraken tussen gemeenten, waterschap en provincie gemaakt. Onroerend Zaak Belasting (OZB) N.v.t. Status / voortgang Ontbinding OBS In de eerste helft van 2010 zal een nieuwe ontwikkelingsvisie voor Blauwestad gemaakt worden. Daarnaast wordt ook een nieuwe organisatievorm uitgedacht. De uitkomsten van beide zaken moeten landen in een nieuwe grondexploitatie, waarbij het uitgangspunt moet zijn dat deze nieuwe grondexploitatie op eindwaarde tenminste een resultaat van € 0 heeft. Kompas1/Zuidelijke vaarverbinding De SNN beoordeelt de rapportage en zal vervolgens haar eigen accountant vragen een verificatieonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek is in uitvoering. Hierna is duidelijk hoeveel Kompassubsidie daadwerkelijk beschikbaar komt. De uitkomst van dit onderzoek en de vaststelling van de subsidie door het SNN wordt in de eerste helft van 2010 verwacht. Vaarweg- en nautisch beheer Omdat het nautisch beheer door Provinciale Staten moet worden toegewezen aan een bevoegd gezag, is hiermee een vergoeding gemoeid. Over de verdeling van deze kosten vindt in de loop van het jaar 2009 overleg plaats met de projectorganisatie, het waterschap en de overige publieke partijen. Afronding wordt verwacht in 2010. Kwelsloten en wateroverlast Onderzocht wordt momenteel of dit probleem tezamen met andere partijen, kan worden opgelost. Voor de oplossing zal, volgens raming van het waterschap circa € 200.000 benodigd zijn. Voorstel van het waterschap is om deze kosten te delen met de provincie. Voor beide kostenposten (kwelsloten en gemaal Oostwold) hebben wij in het Programma Landelijk Gebied een reservering gemaakt van respectievelijk € 226.000 en € 100.000. Kosten beheer en onderhoud Op dit moment is dekking van deze kosten onderwerp van gesprek tussen diverse partijen. In de loop van 2010 worden hierover definitieve afspraken tussen gemeenten, waterschap en provincie gemaakt. Ook in de grondexploitatie is voorzien in kosten voor beheer en onderhoud. Onroerend Zaak Belasting (OZB) De provincie, als eigenaar van de gronden, heeft besloten de OZB voor haar rekening te nemen en ten laste te brengen van het investeringskrediet.
1.2.2. Meerstad Korte omschrijving risico Door de gezamenlijke overheden en marktpartijen is het Masterplan Meerstad vastgesteld. De Samenwerkingsovereenkomst (SOK) is op 28 september 2005 ondertekend. Onderdeel van deze SOK is de Grondexploitatie (GREX). De overheidspartijen hebben samen een Bestuursovereenkomst (BOK) afgesloten. Tevens is de organisatie, die Meerstad gaat realiseren, opgericht: de Grondexploitatie Maatschappij Meerstad (GEMM).
256
Weerstandsvermogen
De partijen die deel nemen aan de GEMM zijn: de gemeenten Groningen en Slochteren, de provincie Groningen, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vier marktpartijen: Amstelland Deelnemingen Grondbedrijf B.V., Hanzevast Projectrealisatie 4 B.V., Heijmans Vastgoed Realisatie B.V. en GIP Groningen I B.V. De publieke partijen staan garant voor een deel van de ondernemings- en financieringsrisico's. De provincie neemt deel aan de financiële garantstelling voor het restrisico voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. Van dit bedrag is € 1 miljoen gestort. Er lopen 3 juridische procedures: * De artikel 19-2 procedure voor het eerste deelplan (1000 woningen) is afgerond. Tegen het vrijstellingsbesluit van B&W van Slochteren is hoger beroep ingediend bij de Raad van State * Ook tegen onze goedkeuring van het bestemmingsplan Meerstad-Midden zijn beroepen ingesteld. Er zijn geen schorsingsverzoeken ingediend. * Tegen de verleende ontgrondingsvergunning zijn twee beroepschriften ingediend bij de Raad van State. De zittingen zijn 26 januari 2010 gehouden en de uitspraken van de Raad van State worden omstreeks 1 mei a.s. verwacht. Beheersmaatregel De storting van € 1 miljoen is bij de provincie geadministreerd als lening verstrekt aan enerzijds de Stichting Zeggenschap (groot € 2.000) en anderzijds de Stichting Kapitaal (groot € 48.000 en € 950.000). De Stichting Zeggenschap financiert met deze lening de storting van het geplaatste aandelenkapitaal in GEMM Beheer BV. De Stichting Kapitaal financiert met de lening de storting van het kapitaal in GEMM CV en de aan GEMM CV ter beschikking gestelde achtergestelde lening. Conform de huidige gedragslijn hoeft hiervoor geen reservering gedaan te worden in het vrij beschikbare deel van het weerstandsvermogen. Voor de € 5 miljoen is dit conform de huidige gedragslijn binnen de provincie echter wel gebruikelijk. Dit betreft een mogelijk te lopen financieel risico. Afdekking van dit risico gebeurt vanuit de beschikbare vrije ruimte in het weerstandsvermogen. Dit betekent dat hiervoor 25% van € 5 miljoen, zijnde € 1,25 miljoen, is gereserveerd. Status / voortgang Als gevolg van de teruggang op de woningmarkt is voor Meerstad gekozen voor een vertraagd uitgiftetempo. Dit betekent dat er later inkomsten worden ontvangen, terwijl de vaste lasten doorlopen. Hierdoor stijgt de financieringsbehoefte. Door een set van maatregelen zoals het uitstellen van substantiële grondverwervingen en andere bezuinigingen, wordt de financieringsbehoefte van de GEMM beperkt. De gemeentelijke borgstellingen zijn met toestemming van de gemeenteraden verhoogd. Zolang de financieringsbehoefte van de GEMM binnen de grenzen van de gemeentelijke borgstelling blijft, wat met de GREX 2009 het geval is, is er geen sprake van restrisico.
1.3.
Ondernemend Groningen
1.3.1. Europese Regioprogramma's/LEADER + Korte omschrijving risico Voor de eindafrekening van de Doelstelling 2 (1994-1999) van de provincies Groningen en Drenthe heeft de Europese Commissie controleonderzoeken uitgevoerd op projectniveau. Deze controles resulteren mogelijk in correcties op de einddeclaratie van het Doelstelling 2 programma, die de provincies in 2002 bij de Europese Commissie hebben ingediend. Op basis van het voorlopige en gedeeltelijke afsluitingsvoorstel van de auditafdeling van de Europese Commissie wordt vooralsnog een negatieve correctie van € 6,2 miljoen aangegeven, hiervan heeft circa € 3,7 miljoen betrekking op de provincie Groningen. Het betreft een gedeeltelijke afsluiting omdat het project Martinihal te Groningen buiten het voorstel is gehouden in verband met de nog lopende juridische procedures. Inmiddels heeft de Europese Commissie haar besluit genomen en de provincies schriftelijk daarvan in kennis gesteld. Dit houdt in dat er een terugvordering plaats vindt van € 6,2 miljoen. Hiervoor zal deels het weerstandsvermogen van de provincie worden aangesproken. Deels kan de terugvordering worden betaald ten laste van de rentebaten, die bij het SNN zijn ingeboekt op de programma's van Groningen en Drenthe (1994-1999).
Weerstandsvermogen
257
De exacte verdeling van de lasten zal in overleg met provincie Drenthe en het SNN dienen plaats te vinden. Beheersmaatregel De SNN uitvoeringsorganisatie heeft de controles bij projecten geïntensiveerd. Status / voortgang De beide provincies zijn medio 2009 tegen het besluit in bezwaar gegaan bij het Europese Hof in Luxemburg. Voor wat betreft het Leaderprogramma (LEADER+ 2000-2006) is door de Europese Commissie een auditonderzoek uitgevoerd. Dit programma valt onder de verantwoordelijkheid van het SNN. Echter, met de provincies is indertijd afgesproken dat deze de financiële aansprakelijkheid op zich nemen voor de projecten, die binnen de betreffende provincie worden uitgevoerd. De Europese Commissie overweegt een correctie over het gehele programma-budget toe te passen van maximaal 5%. Dit komt ongeveer neer op een korting van € 850.000 op de EOGFL middelen. De correctie wordt voorgesteld op grond van systeemfouten, die overigens inmiddels door het SNN zijn hersteld. DG Agri (waaronder het LEADER+ programma valt in Brussel) stelt de de Europese Commissie voor om de korting toe te passen. Dit is aan het SNN bij brief d.d. 10-09-2009 kenbaar gemaakt. Een formeel correctievoorstel van de EC wordt eind 2009/begin 2010 verwacht. De EC heeft officieel haar beslissing nog niet kenbaar gemaakt. De verwachting is dat dit eerdaags gebeurt. Bij de start van het LEADER-programma (2000-2006), waarvan het SNN managementautoriteit is en dus verantwoordelijk voor het beheer van het programma, is afgesproken dat de financiële risico's op projectniveau bij de individuele provincies zou komen te liggen op grond van de door de provincies uitgesproken wens om de LEADER-middelen zelf te mogen beschikken in plaats van het SNN. Echter de geconstateerde tekortkomingen liggen niet op projectniveau maar op programmaniveau c.q. de beheersen controlesystemen van het SNN. Ook het Doelstelling 2 programma (2000-2006) is aan een auditonderzoek van de Europese Commissie onderworpen. Dit betrof een landelijke aanpak, die in de vorm van een nationaal actieplan tot een voor de Europese Commissie aanvaardbare correctie moet leiden. Dit programma valt onder de verantwoordelijkheid van het SNN. Eventuele financiële consequenties, die eind 2009 zichtbaar worden kunnen derhalve indirect van invloed zijn op het weerstandsvermogen van de provincie als partner binnen het SNN wanneer het weerstandsvermogen van het SNN tekort zou schieten.
1.3.2. Glastuinbouw Eemsmond Korte omschrijving risico Bij de Voorjaarsnota 2004 heeft u € 400.000 beschikbaar gesteld ten laste van de reserve Cofinanciering Kompas, teneinde de noodzakelijke voorbereidingskosten voor de uiteindelijke uitvoering van het project te kunnen financieren. Over de jaren is de verdeling als volgt: 2004 € 165.000, 2005 € 155.000 en 2006 € 80.000. Een deel van de voorbereidingskosten en de bijbehorende financiering is na 2006 doorgeschoven naar volgende jaren. Het project zal kostendekkend worden uitgevoerd. De kosten die in de voorfase van het project worden gemaakt, zullen namelijk zoveel mogelijk worden doorberekend in de uiteindelijke grondprijs. Als doorberekenen in de grondprijs niet mogelijk is, zal een vereffening via de reserve Cofinanciering Kompas worden nagestreefd. Indien het totale project niet doorgaat, kunnen deze kosten niet gedekt worden uit de reserve Cofinanciering Kompas. De tot dan toe bestede middelen moeten in dat geval als verlies worden afgeboekt. Beheersmaatregel In de procedure voor wijziging van het bestemmingsplan (2009/2010) is een duidelijk go/no-go-moment opgenomen, zodat het daadwerkelijke risico beduidend lager is. Status / voortgang Het Ontwerp-Bestemmingsplan heeft ter visie gelegen. Samen met de gemeente Eemsmond wordt aan beantwoording van de zienswijzen gewerkt. Voor 2009/2010 en volgende jaren staan de volgende
258
Weerstandsvermogen
activiteiten gepland: samen met gemeente Eemsmond afronden van bestemmingsplanwijziging, acquireren van tuinders, verwerven van grond, aanleggen van de infrastructuur in het plangebied.
1.3.3. Revitalisering Zuidlaardermeer Bestek 2004-10 Korte omschrijving risico In de periode oktober 2004 t/m mei 2007 is op het Zuidlaardermeer baggerwerk uitgevoerd. De aannemer heeft wegens vermeende afwijkende omstandigheden een arbitrageprocedure tegen de provincie aanhangig gemaakt en vorderde een bedrag van € 2.139.387 plus rente en kosten (in totaal ongeveer € 2,3 miljoen) exclusief BTW. Beheersmaatregel N.v.t. Status / voortgang Bij brief van 26 augustus 2009 heeft de Raad van Arbitrage haar uitspraak in deze zaak bekend gemaakt. De provincie is nagenoeg volledig in het gelijk gesteld. Op 27 november 2009 is de beroepstermijn verstreken. De aannemer heeft geen gebruik gemaakt van de beroepstermijn. De claim, zoals opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen kan komen te vervallen.
1.3.4. Groningen Seaports Korte omschrijving risico Overeenkomstig de bestaande Gemeenschappelijke Regeling, is bij ontoereikende reserves van Groningen Seaports (GSP), de provincie Groningen voor 60% aansprakelijk voor de afdekking van eventuele tekorten van de bedrijfsuitoefening en de betaling van rente en aflossing van externe financiering. In verband met de verschillende ambitieuze toekomstplannen van GSP, zullen de komende jaren zeer grote investeringen moeten worden gedaan, waarvoor op een veel grotere schaal dan voorheen, vreemd vermogen zal moeten worden aangetrokken. Volgens het Financieel Meerjarenplan 2009-2013 zal door GSP in deze periode circa € 340 miljoen moeten worden geïnvesteerd in reeds geplande projecten, waarvan ongeveer € 260 miljoen zal moeten worden afgedekt middels externe financiering. De met Groningen Seaports samenhangende risico’s nemen gegeven het voorgaande toe. Deze risico's zijn het afgelopen jaar nader in kaart gebracht door een studie van het bureau AON Risk Consulting. Conclusie daarvan is dat de weerstandscapaciteit van GSP zelf vooralsnog voldoende lijkt om deze te kunnen opvangen. Sommige risico's zijn voor wat betreft de kans dat deze zich daadwerkelijk voordoen en de mogelijke financiële gevolgen daarvan, echter moeilijk in te schatten. Dat laatste geldt met name voor een eventueel niet kunnen nakomen van verplichtingen, waarbij de oorzaak geheel of gedeeltelijk buiten de directe invloedsfeer van GSP ligt. Beheersmaatregel Tegen de achtergrond van de hiervoor genoemde omstandigheden en ontwikkelingen is door het College van Gedeputeerde Staten eind 2008 hernieuwd overleg gestart met de betrokken portefeuillehouders en fractievoorzitters van de gemeenten Delfzijl en Eemsmond, teneinde te bezien of een aanpassing van de huidige bestuursstructuur van Groningen Seaports wenselijk en haalbaar zou zijn. Naar aanleiding van de uitkomsten daarvan is aan de betrokken raden en staten het voorstel voorgelegd de bestaande rechtsvorm (gemeenschappelijke regeling) van Groningen Seaports om te zetten in een vennootschap, met dien verstande dat de onroerende zaken van GSP achterblijven in de GR. Het is de bedoeling dat de huidige zeggenschap van provincie en gemeenten ten aanzien van de bedrijfsontwikkeling van GSP daarbij zoveel mogelijk behouden blijft en dat privatisering wordt uitgesloten. Status / voortgang De betrokken gemeenteraden van Delfzijl en Eemsmond en PS hebben onlangs ingestemd met dit principebesluit. Een gezamenlijke werkgroep van provincie, gemeenten en GSP is in het vervolg van 2009 aan de slag gegaan met de concretisering daarvan op financieel, juridisch en fiscaal gebied, opdat medio 2010 een uitgewerkt voorstel ter definitieve besluitvorming kan worden voorgelegd aan colleges, raden en uw Staten.
Weerstandsvermogen
259
1.4.
Bereikbaar Groningen
1.4.1 Besmetting bermgrond met cystenaaltjes Korte omschrijving risico Langs de N363 zijn bermen aangevuld met grond die besmet bleek te zijn met cystenaaltjes (globodera pallida), welke aardappelmoeheid veroorzaken. De provincie is aansprakelijk gesteld voor schade die de aanliggende boeren ondervinden. De provincie is op 8 september 2004 in hoger beroep door het Gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld tot betaling van de (nog nader te bepalen) schade. Beheersmaatregel De besmette bermgedeeltes worden periodiek onderzocht. Status / voortgang Inmiddels is een schadeclaim ingediend ter hoogte van € 97.418 en heeft de afdeling ABJ een contraexpertise laten uitvoeren. Over de afwikkeling van de schadeclaim wordt nog onderhandeld. ABJ heeft bestuurlijke instemming gekregen om tot een schikking te komen en Werkman een eindbod voor te stellen. Ondanks vele herhaalde verzoeken kan niet anders geconcludeerd worden dat claimant niet in staat is de schade te onderbouwen. ABJ heeft een laatste schikkingsvoorstel gedaan (5 januari 2010). De verwachting is dat claimant gaat procederen. Uit periodiek onderzoek (november 2006) is gebleken dat van het traject Ranum-Roodeschool (N363) bepaalde bermgedeeltes aan weerszijden van de weg nog licht besmet zijn met cystenaaltjes. Gemiddeld is het aantal ten opzichte van het onderzoek van 2004 nog verder afgenomen, maar het percentage is nog te hoog om de bermen weer normaal ecologisch te beheren. In december 2008 zijn de bermen weer op het voorkomen van de globodera pallida onderzocht en gebleken is dat het aantal cysten behoorlijk is afgenomen. De besmetting is echter nog van dien aard dat de bermen of delen hiervan nog niet kunnen worden vrijgegeven voor normaal beheer. In het najaar van 2010 worden de bermen opnieuw bemonsterd en de verwachting is dat de besmetting dan zover is afgenomen dat een groot gedeelte van de westelijke berm in 2011 vrijgegeven kan worden voor normaal ecologisch beheer. De verwachting is dat deze trend zich doorzet en dat ook de oostelijke berm over een aantal jaren vrij kan worden gegeven.
1.4.2. Hoogovenslakken Korte omschrijving risico Een deel van de provinciale wegen heeft een fundering bestaande uit hoogovenslakken. In deze funderingen doen zich veranderingen voor, waardoor het wegdek plaatselijk omhooggedrukt wordt en verkeersonveilige situaties kunnen ontstaan. Er wordt van uitgegaan dat kan worden volstaan met het wegfrezen van de oneffenheden en slechte plekken en het aanbrengen van overlagingen op enkele slechte wegvakken. Het risico is aanwezig dat zich op enkele plaatsen ontwikkelingen zullen voordoen waardoor meer ingrijpende maatregelen nodig zijn. Beheersmaatregel N.v.t. Status / voortgang Afgelopen jaren zijn de meeste provinciale (gedeelten van) wegen met de hoogovenslakkenfundering, duurzaam hersteld. Voor het gedeelte Menneweer-Lauwersoog van de N361 moet nog rekening worden gehouden met een zware onderhoudsmaatregel, uit te voeren in de periode 2010-2015, kosten prognose € 3,0 miljoen. Dit project is opgenomen in het provinciale MIT. Voor het dekken van de kosten is de reserve ESFI in beeld. Op een aantal wegvakken in de N366 komen ondanks de herstelmaatregelen de spatten enigszins terug. Deze wegvakken zullen we de komende jaren monitoren.
1.4.3. Specifieke uitkeringen voor hoofdkanalen Korte omschrijving risico Naar aanleiding van het rapport van de Commissie Brinkman inzake specifieke uitkeringen hebben de provincies Groningen en Fryslân en het Rijk een intentieovereenkomst gesloten. De intentie is dat de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer bij de provincies blijft en dat onderhoud en exploitatie van de zijtakken (waaronder het Winschoterdiep en de Rensel) door het Rijk wordt afgekocht. Over de voorwaarden en de financiële aspecten vindt overleg plaats. Met het ministerie van Verkeer en
260
Weerstandsvermogen
Waterstaat is principe-overeenstemming bereikt over de hoogte van de afkoopsom, onder het voorbehoud dat het ministerie van Financiën ermee instemt.Wanneer de vergoeding voor de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl te laag is bestaat het risico dat de gewenste kwaliteit niet kan worden geleverd en verplichtingen tegenover de waterschappen in het kader van B-Akwa niet tijdig kunnen worden nagekomen. Komt de afkoopsom voor het Winschoterdiep en de Rensel niet beschikbaar dan kan baggerwerk niet worden uitgevoerd en blijven beperkingen van de gebruiksmogelijkheden bestaan. Beheersmaatregel De beschikbare middelen binnen het huidige convenant zodanig inzetten dat de risico's zo klein mogelijk zijn. Status / voortgang Op 17 februari 2010 heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de staatssecretaris. De bestuurlijke afspraak om onderhoud en exploitatie van de zijtakken af te kopen kan niet worden nagekomen door de staatssecretaris omdat er onvoldoende middelen zijn. De staatssecretaris is wel van mening dat het achterstallig onderhoud weggewerkt moet worden en dat er niet opnieuw achterstallig onderhoud moet ontstaan. Voor de toekomstige vervanging van kunstwerken moeten afspraken worden gemaakt. Voor 1 april 2010 moet er een overeenkomst liggen tussen Rijk en regio.
1.4.4. Vervanging brug Enumatil Korte omschrijving risico In 2008 zijn de brug en de aansluitende kaden in Enumatil vervangen. De aannemer van het onderbouwbestek heeft in oktober 2009 wegens divers vermeend meerwerk een arbitrageprocedure tegen de provincie aanhangig gemaakt en vordert een bedrag van € 421.514 plus rente en kosten (in totaal ongeveer € 4,5 ton) exclusief BTW. Beheersmaatregel N.v.t. Status / voortgang De schriftelijke behandeling van de zaak is gaande. De provincie heeft op 3 februari j.l haar memorie van antwoord aan de Raad van Arbitrage gezonden. Naar verwachting zal de mondelinge behandeling niet e eerder dan in het 4 kwartaal van 2010 plaatsvinden.
1.5.
Karakteristiek Groningen
1.5.1. Voorfinanciering maatregelen landinrichting Korte omschrijving risico Bij de Voorjaarsnota 2004 is besloten om het project 'Maatregelen Landinrichting' met behulp van provinciale voorfinanciering eerder tot uitvoering te brengen. In februari 2007 is een bedrag van € 517.000 aan voorfinanciering betaald. Het Rijk heeft het voorgefinancierde bedrag tot nog toe nog niet volgens de gemaakte afspraken terugbetaald. Beheersmaatregel In oktober 2006 is tussen de provincie Groningen en de Dienst Landelijk Gebied een overeenkomst gesloten over de versnelde afronding van klassieke landinrichtingsprojecten. In deze overeenkomst is ook een terugbetalingsregeling opgenomen. Status / voortgang Op 24 december 2009 hebben wij een brief ontvangen waarin LNV aangeeft dat de voorfinanciering in 2009 nog zal worden terugbetaald. Uit de administratie blijkt dat dit inderdaad is gebeurd. Hiermee komt het risico te vervallen.
Weerstandsvermogen
261
1.6.
Schoon/veilig Groningen
1.6.1. Herschikking van taken in het waterbeheer Korte omschrijving risico In de met de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer' in 2000 is opgenomen dat de provincie zorg draagt voor de financiering van de vervangingsinvesteringen van de bestaande sluizen in de vaarwegen van de waterschappen behorende tot de categorie B (situatie 1 januari 1995). Voorts draagt de provincie voor 50% zorg voor de financiering van de meerkosten van baggerwerk dat nodig is ten behoeve van het vaarwegbeheer op de categorie B-vaarwegen, voor zover deze meerkosten uitsluitend het gevolg zijn van de aanwezigheid van klasse III en IV verontreinigde baggerspecie. Beheersmaatregel Geen beheersmaatregelen Status / voortgang Geen ontwikkelingen.
1.6.2. Risico's bij aan- en verkoop gronden in Ulsderpolder Korte omschrijving risico In de Ulsderpolder is landbouwgrond aangekocht. Deze grond behoudt de agrarische bestemming. De waarde van de grond als onderpand blijft dus ook - grosso modo - in tact. Het mogelijke risico in de Ulsderpolder is nog verder beperkt door het uitgangspunt, dat de gronden (en de bedrijfsgebouwen) worden aangekocht tegen de reële agrarische waarde van het moment van aankoop. Daarmee wordt de basis gelegd om de gronden eveneens weer te verkopen tegen een prijs die een kopende landbouwer wil betalen. Daarnaast worden gronden doorverkocht aan het waterschap ten behoeve van de aanleg van de kaden noodberging. Beheersmaatregel Grondverwerving is beëindigd. In 2009 verkoop laatste gronden, waarna balans kan worden opgemaakt. Status / voortgang e e Gestreefd wordt naar financiële afronding 2 kwartaal 2010. Mogelijk een uitloop naar 3 kwartaal 2010.
1.6.3. Afschrijving op gebouwen in Ulsderpolder Korte omschrijving risico Voor aankoop gebouwen geldt hetzelfde uitgangspunt als voor aankoop grond. Daar komt bij, dat op voorhand geen onderbouwde uitspraak was te doen over een mogelijke af- of bijschrijving bij verkoop van gebouwen, omdat - meer dan bij grond - bij aankoop door een derde dit specifiek en maatwerk is. Gebouwen worden zo snel mogelijk doorgeleverd en dus niet verpacht. Ook geldt als uitgangspunt dat de gronden behorende bij de bedrijfsgebouwen zo veel mogelijk gebruiksvrij op korte termijn worden gehouden, teneinde snelle doorlevering van het gehele bedrijf mogelijk te maken. Daarnaast worden er geen bedrijfsgebouwen aangekocht buiten de Ulsderpolder. In de polder ligt slechts 1 bedrijf bestaande uit 2 boerderijen met bijbehorende opstallen, welke in 2005 is aangekocht. In 2006 zijn beide boerderijen separaat te koop aangeboden aan ingelanden in de Ulsderpolder. Dit heeft in 2007 geleid tot verkoop van de beide boerderijen met bijbehorend land. Gezien de verwevenheid van de verkoop van de boerderijen en het land is een uitsplitsing hiervan niet zinvol Beheersmaatregel Grondverwerving en aankoop gebouwen is beëindigd. Dit jaar verkoop laatste gronden, waarna balans kan worden opgemaakt. Status / voortgang e e Gestreefd wordt naar financiële afronding 2 kwartaal 2010. Mogelijk een uitloop naar 3 kwartaal 2010.
262
Weerstandsvermogen
1.6.4. Schade aan tuinbouwbedrijf door bodemsanering Korte omschrijving risico De provincie heeft in 2001 ingestemd met het door Arcadis Heidemij Advies, namens de Ontwikkelcombinatie Vosholen C.V., ingediende raamsaneringsplan op hoofdlijnen voor het gebied van het bestemmingsplan De Vosholen te Hoogezand als bedoeld in artikel 39 van de Wet bodembescherming (hierna Wbb). De heer Van Veen heeft de provincie aansprakelijk gesteld voor de door hem gestelde geleden schade ten gevolge van deze sanering, groot € 412.241 + p.m. De claim is aanvankelijk als civiele claim opgevat en gelet op het schadebedrag voor behandeling doorgestuurd naar onze verzekeraar. In de loop van 2008 heeft Van Veen expliciet verzocht om behandeling via de bestuursrechtelijke weg (in plaats van de civiele weg). Wij hebben hiertoe in januari 2009 een schadebesluit genomen. Tegen dit besluit heeft Van Veen bezwaar gemaakt en uiteindelijk beroep ingesteld bij de raad van state. De verzekeraar van de provincie heeft een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de polisdekking. Beheersmaatregel N.v.t. Status / voortgang De zaak Schade aan tuinbouwbedrijf door bodemsanering was op 24 augustus 2009 aan de orde in een zitting bij de Raad van State. De Raad van State heeft het beroep van de heer Van Veen ongegrond verklaard. Hiermee is de bestuursrechtelijke weg voor Van Veen (voor wat betreft deellocatie 11) afgesloten. Van Veen heeft nog wel de mogelijkheid om de zaak bij de civiele rechter aanhangig te maken. Tot op heden is dit nog niet gebeurd.
1.6.5. Handhaving vergunningen Korte omschrijving risico Wanneer bedrijven failliet gaan kunnen risico's optreden voor de volksgezondheid of het milieu. Recente voorbeelden zijn broei in afval, niet meer beheren van installaties of uitloging van verontreinigde grond. In beginsel is de curator verantwoordelijk voor een goed beheer van de inrichting. De failliete boedel bevat echter vaak geen activa voor een adequaat beheer. Als risico's optreden en/of vergunningvoorschriften worden overtreden zetten GS handhavingsinstrumenten in naar de curator. Als acute milieurisico's optreden, dan nemen GS vanuit hun zorgplicht zelf maatregelen indien deze door de curator niet worden genomen. De maatregelen worden uitgevoerd onder bestuursdwang, waarbij de kosten worden verhaald op de drijver van de inrichting of de eigenaar van de grond (als sprake is van verhuur). GS lopen daarbij risico dat de kosten niet op de failliete boedel kunnen worden verhaald. In dat geval moeten GS zelf de kosten dragen. Door het vervallen van het Besluit Financiële Zekerheid vervallen alle in de milieuvergunning opgenomen geldende financiële zekerheidsstellingen per 1 januari 2010. Dat betekent dat de provincie vanaf 1 januari 2010 een extra financieel risico gaat lopen bij faillissement van bedrijven Beheersmaatregel Wij zijn terughoudend met de inzet van bestuursdwang en nemen alleen maatregelen indien er sprake is van ernstige milieu- of veiligheid- en openbare orde risico's. Inmiddels is een werkgroep gevormd om te bezien of er vervangende maatregelen zijn te vinden in plaats van het vernietigde besluit Financiële zekerheid. Status / voortgang Op dit moment zijn er twee failliete inrichtingen waar de provincie toezicht op houdt: Water & Soil in Delfzijl. Hier beheert Groningen Seaports als terreineigenaar het depot met vervuild baggerslib. Daarnaast het grondreinigingsbedrijf Accress in Veendam. Hier wordt door de provincie onderzoek gedaan naar eventuele uitloging van vervuilde grond. In beide gevallen wordt verwacht dat het nemen van maatregelen (nog) niet noodzakelijk is. Wel worden er kleine investeringen gedaan teneinde beheersmaatregelen in stand te houden en daar waar nodig de omvang van het risico in beeld te brengen. Deze kosten zijn vooralsnog gering en kunnen opgevangen worden in het algemene budget voor handhaving.
Weerstandsvermogen
263
1.6.6. Extern veiligheidsbeleid Korte omschrijving risico De kosten voor het uitvoeringsprogramma extern veiligheidsbeleid 2006-2010, waaronder onze personele kosten voor 5,7 fte, worden tot 2011 volledig vergoed door de subsidieregeling programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden 2006-2010. Formeel is sprake van een eindige financiering. In het bestuursakkoord Rijk - Provincies is aangegeven dat de gelden na 2010 zullen worden verdeeld via het Provinciefonds. Aan deze overgang van de financiering kleeft het risico dat een deel van het geld naar andere provincies vloeit. In 2008 heeft een werkgroep van verschillende provincies de verdeelsleutel voor de periode na 2010 voorbereid. Volgens die verdeelsleutel zal de provincie Groningen jaarlijks € 99.000 minder ontvangen. Beheersmaatregel In 2009 en 2010 zullen wij het uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2011-2014 voorbereiden. Tijdens de bestuurlijke bijeenkomst op 29 mei 2009 hebben de CdK en gemeentebestuurders gesproken over de uitgangspunten. In 2010 zullen wij het programma 2011-2014 vaststellen. Daarmee zullen wij de programma-activiteiten en de functies vastgesteld. De huidige programmamedewerkers zijn opgeleid en zullen inpasbaar zijn in het programma 2011-2014. De activiteiten verminderen, waardoor waarschijnlijk niet alle medewerkers zullen kunnen worden opgenomen in het programma. De activiteiten voor de risicokaart zullen waarschijnlijk de vermindering van de programma-activiteiten compenseren. Status / voortgang Het wachtgeldrisico omvat twee aspecten: de kans dat het wachtgeld daadwerkelijk moet worden betaald én de hoogte van het wachtgeld. In de jaren 2010-2014 is de kans op wachtgeld minimaal. Daarna zal naar verwachting voor één medewerker in de periode tussen 1 januari 2015 en 1 juli 2017 wachtgeld (circa € 115.000, prijspeil 2006) moeten worden betaald. Het wachtgeldrisico is concreet. Na 2014 vervalt de subsidie voor het programma definitief.
1.7.
Energiek Groningen Geen risico's.
1.8.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
1.8.1. Bureau Jeugdzorg Korte omschrijving risico 1. Voor de taken Jeugdbescherming en jeugdreclassering hebben wij BJZ voor 2010 een subsidie verleend op basis van hun verwachte productie 2010. De vergoeding die hier tegenover staat van het rijk is gebaseerd op: - een bedrag op basis van de gerealiseerde productie 2008 (t-2); - een bijstelling door het Rijk op basis van de productie 2009; - eventueel (bij voldoende rijksmiddelen) een extra uitkering wanneer in de loop van 2010 door ons een beroep op de hardheidsclausule wordt gedaan omdat de productie 2010 hoger wordt dan de prognose. Hierbij geldt dat het Rijk de subsidie maximaal aanvult tot het geprognosticeerde bedrag in het Uitvoeringsprogramma 2010. De provincie moet uit eigen middelen putten indien: a) de productie 2010 voor jeugdbescherming en jeugdreclassering hoger wordt dan de prognose neergelegd in het uitvoeringsprogramma 2010 en; b) het Rijk onvoldoende middelen heeft en een beroep op de hardheidsclausule niet honoreert. 2. Voor de taken jeugdbescherming en jeugdreclassering hebben wij BJZ voor 2010 een subsidie verleend dat op een aantal onderdelen boven de door het Rijk vergoede tarifering ligt. Het gedeelte dat boven het rijkstarief bekostigd wordt is uit de rijksuitkering ‘overige taken jeugdzorg’ bekostigd. Indien de productie 2010 voor jeugdbescherming en jeugdreclassering hoger wordt dat de prognose moet het verschil in de tariefstelling aan BJZ worden betaald.
264
Weerstandsvermogen
3. Vanwege de ernst van de problematiek die ligt onder crisis- en uithuisplaatsingen, machtigingen gesloten jeugdzorg en de taken van het AMK worden deze taken op basis van nacalculatie met BJZ afgerekend. Indien de productie op deze onderdelen hoger wordt dan de prognose zal de provincie deze extra productie aan BJZ vergoeden. 4. In 2010 wordt een aantal taken van BJZ beëindigd. Frictiekosten die hiermee gemoeid gaan worden vergoed indien BJZ er niet in slaagt het betreffende personeel in 2010 elders te plaatsen (afbouw eigen kracht conferenties maximaal € 36.000 en afbouw sluitende aanpak kindermishandeling maximaal € 56.108) 5. In het kader van Zorg Voor Jeugd Groningen (ZVJG) en de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) zit BJZ in een ontwikkeling. Uitvoering van ICT in het kader van ZVJG en aansluiting van de veiligheidshuizen op de CJG’s zijn vereist. De kosten hiervan worden in de loop van 2010 pas duidelijk. 6. Als gevolg van wijzigingen in landelijk beleid in 2009 ten aanzien van de indicatiestelling is de verwachting dat de inzet van BJZ bij indicatiestelling persoongebonden budget drastisch meer tijd gaat kosten. De extra kosten worden geraamd op € 183.000. Indien deze ontwikkeling zich werkelijk gaat voordoen en BJZ niet in staat is deze kosten binnen de eigen exploitatie te dekken zal de provincie deze middelen toekennen. Beheersmaatregel 1 Maandelijks de productiecijfers en wachtlijstgegevens van Bureau Jeugdzorg bewaken. Geregeld wordt op ambtelijk en bestuurlijk niveau overleg gevoerd. 2. BJZ voert met ingang van 2010 bezuinigingsmaatregelen door waardoor de kostprijzen Jeugdbescherming en Jeugdreclassering met ingang van 2013 in overeenstemming zijn met de rijkstarieven. Status / voortgang 1. In 2009 is geen beroep op de hardheidsclausule van het Rijk gedaan vanwege de verwachting dat de productie jeugdbescherming en jeugdreclassering onder het geprognosticeerde getal zou blijven. Op basis van de maandcijfers van november 2009 is de verwachting dat de productie 2009 beneden de prognose 2009 eindigt. 2. In 2010 boekt BJZ het eerste deel van de bezuiniging in waarmee het verschil met de landelijke tarieven van de jeugdbescherming en jeugdreclassering kleiner wordt. De behaalde bezuinigingen in 2010 is € 609.439. 3. Op basis van de maandcijfers van november 2009 is de verwachting dat zowel voor het AMK als voor de crisis- en uithuisplaatsingen een extra bijdrage door de provincie betaald moet worden omdat de productie voor beide onderdelen hoger is dan de prognose. In eerste instantie wordt deze extra bijdrage bekostigt uit de reserve jeugdhulpverlening. Indien deze niet toereikend is is een beroep op provinciale middelen nodig. De nacalculatie voor de machtigingen gesloten jeugdzorg geldt per 2010. 4. BJZ heeft in 2009 de extra kosten voor de indicatiestelling PGB vooralsnog uit de eigen exploitatie bekostigd. Uit de jaarrekening 2009 zal blijken in hoeverre een beroep op provinciale middelen voor dit onderdeel nog nodig is (naar verwachting zal dit beroep nihil tot minimaal zijn).
1.8.2. Afspraak IPO-Rijk Jeugdzorg Korte omschrijving risico Met het Rijk zijn voor de jaren 2008 en 2009 met betrekking tot de uitvoering van de jeugdhulpverlening prestatieafspraken gemaakt (IPO-Rijk overeenkomst). Op grond van deze afspraken met het Rijk hebben wij in de beschikkingen aan het Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders daarvan afgeleide afspraken gemaakt. Aan de uitvoering van de te verrichten prestaties op het gebied van de Jeugdzorg zijn de volgende risico's verbonden: 1. Wij worden afgerekend op de te realiseren aantallen gebruikers zorgaanbod en de te verrichten onderzoeken AMK. De wachtlijsten zorgaanbod van langer dan 9 weken en de wachtlijsten onderzoek AMK van langer dan 5 dagen dienen eind 2009 geheel te zijn weggewerkt. Indien de groei hoger uitpakt dan verwacht zijn wij niet gehouden de wachtlijsten eind 2009 op nul te hebben. Indien de groei niet hoger uitpakt dan de prognoses en de prestaties niet worden gehaald dan dienen wij zelf extra middelen in te zetten vanuit de algemene middelen. 2. Onze financiële berekeningen in het kader van de IPO-Rijk overeenkomst zijn gebaseerd op de e prognose 2008 van de aantallen vanuit de 2 kwartaalrapportages en subsidieaanvragen 2009 van de diverse instellingen. Indien deze prognoses in werkelijkheid lager zullen uitpakken dan lopen wij het risico op het niet behalen van de prestaties uit de IPO-Rijk overeenkomst en dienen wij middels extra financiële middelen alsnog te zorgen dat de benodigde prestaties worden gerealiseerd.
Weerstandsvermogen
265
3. Om alle jeugdzorgactiviteiten te kunnen financieren is de gehele provinciale reserve jeugdhulpverlening per 1-1-2009 ingezet. 4. Uit het door ons opgestelde financiële kader 2010-2012 bleek dat vanaf 2010 structureel bezuinigd dient te worden bij de instellingen. De bezuiniging moest naar ons oordeel vooral bij Bureau Jeugdzorg gezocht worden omdat wij voor dit bureau toe willen werken naar het principe dat de verleende subsidie aan het bureau voor de justitiële taken (jeugdbescherming en jeugdreclassering) zoveel als mogelijk in overeenstemming moet zijn met de rijkstarieven voor deze taken. Bureau Deloitte Management Support heeft in onze opdracht een vergelijkend onderzoek naar de kostprijzen bij verschillende bureaus jeugdzorg uitgevoerd. Op grond van hun rapport hebben wij besloten dat met ingang van 2010 een structurele bezuiniging op Bureau Jeugdzorg Groningen mogelijk moet zijn van minimaal € 830.000 en maximaal € 1.200.000. Wij hebben Bureau Jeugdzorg gevraagd een aantal scenario's uit te werken op grond waarvan wij hebben besloten voor 2010 aan BJZ een bezuiniging op te leggen van € 609.439. Het verschil tussen het bezuinigingsbedrag 2010 en de maximale bezuiniging van € 1.200.000 komt voor risico voor de provincie en zal bij verdeling van de jeugdzorgmiddelen 2010 worden betrokken. 5. In het kader van de IPO-Rijk overeenkomst hebben wij in 2009 incidenteel een bedrag van € 1,56 miljoen uit eigen middelen beschikbaar gesteld voor de jeugdzorg ter overbrugging naar de invoering van de nieuwe financieringssystematiek in de jeugdzorg (Kaiser) met ingang van 2010. Het uitgangspunt van deze systematiek is dat de jeugdzorg met rijksmiddelen bekostigd moet worden. In de IPO - Rijk overeenkomst is echter niet zwart op wit gesteld dat het Rijk na 2010 de door ons en het Rijk incidenteel beschikbaar gestelde middelen voor structurele activiteiten daadwerkelijk structureel beschikbaar zal stellen. Dat zal betekenen dat we in dat geval structureel € 656.255 minder zullen ontvangen. 6. Onderhandelingen tussen het Rijk en het IPO hebben er in 2010 toe geleid dat de doeluitkering voor 2 jaar is vastgesteld. Hieruit is vast te stellen dat in 2010 van het onder 5 genoemd bedrag een bedrag van € 568.253 structureel zal worden gemaakt en in 2011 € 1.492.709. Afspraak hierbij is dat er geen wachtenden langer dan 9 weken mogen voorkomen tenzij BJZ verklaart dat in een bepaald geval de veiligheid van het kind niet in gevaar is. Hoewel dit niet expliciet is aangegeven is in de deal, nemen wij aan dat van de provincie wordt verwacht dat zij eventueel extra middelen inzet indien er toch wachtlijsten ontstaan. Voor 2010 bestaat er ondanks de toename van de uitkering een tekort van € 600.000. Hiervoor wordt voor € 420.287 voorbeslag gelegd op de VJN 2010 en € 179.713 gedekt uit het stimuleringsfonds zorg onderdeel jeugd. 7. In afwijking van vorige jaren hebben wij ons voor 2010 garant verklaard voor de eerste 1% aan te verstrekken vergoeding voor de stijging van loonkosten (OVA) aan de diverse instellingen. Het gaat hierbij om een bedrag van ongeveer € 300.000. Er bestaat een klein risico dat de vergoeding van het Rijk lager dan 1% zal zijn. Beheersmaatregel 1. De productiecijfers en de wachtlijstgegevens van BJZ en de zorgaanbieders worden actief bewaakt. Er is geregeld bestuurlijk overleg met BJZ en de zorgaanbieders. 2. De risico's komen, voor zover de reserve jeugdhulpverlening niet toereikend is, ten laste van de algemene reserve. Status / voortgang De doelstellingen voor 2009 ten aanzien van de wachtlijsten zijn gehaald. De wachtlijst AMK en de wachtlijst > 9 weken was eind 2009 nul. De doelstelling ten aanzien van de doorlooptijd AMK is onverwacht niet gehaald. De oorzaak hiervan is een aantal vacatures bij BJZ. De verwachting is dat dit geen financiële gevolgen zal hebben, aangezien het een incident betreft. Gezien de resultaten ten aanzien van de wachtlijsten loopt onze provincie geen financiële risico's. Evenals voor 2009 hebben het IPO en het Rijk weer onderhandeld over het budget 2010. Het resultaat van deze onderhandelingen is dat de incidentele middelen van 2009 voor 2010 voor een bedrag van € 568.253 structureel zijn gemaakt. Voor 2011 is afgesproken dat er ten opzichte van 2010 structureel € 924.456 meer zal worden ontvangen. Het is waarschijnlijk dat vanaf 2011 de jeugdzorg met rijksmiddelen gefinancierd kan worden. Hierbij geldt wel de voorwaarde dat de groei van de instroom gematigd blijft.
266
Weerstandsvermogen
1.8.3. Afwikkeling subsidie ministerie Jeugd en Gezin Korte omschrijving risico In 2005 en 2006 hebben wij rijkssubsidie ontvangen ad € 100.000 voor het project Professionalisering 2005-2006 (training & ontwikkeling). Deze subsidie is doorbeschikt aan Bureau Jeugdzorg. Door te late indiening van de verantwoording heeft het ministerie van VWS (Jeugd en Gezin) in augustus 2008 de subsidie op nihil vastgesteld. Beheersmaatregel 1. Tegen het besluit van het ministerie van VWS (Jeugd en Gezin) hebben wij bezwaar gemaakt. 2. Er is een declaratiekalender in gebruik genomen. Met deze kalender wordt centraal actief bewaakt dat declaraties c.q. verantwoordingen tijdig door de provincie Groningen worden aangeleverd bij derden. Status / voortgang Van het ministerie hebben we formeel geen reactie gekregen op ons bezwaar. Hierover heeft op initiatief van de provincie een gesprek plaatsgevonden. Informeel hebben wij vernomen dat het Rijk voornemens is de vaststelling te herzien op € 75.000. In de praktijk betekent dit dat wij het bedrag van € 100.000 aan het Rijk hebben terugbetaald en het Rijk daarna bij de bijstelling de doeluitkering 2009 weer verhoogt met € 75.000. Bij de definitieve vaststelling van de doeluitkering 2009 is bovenstaande ondertussen geformaliseerd en het bedrag van € 75.000 ontvangen. Hiermee kan dit risico komen te vervallen.
1.8.4. Noordelijk Archeologisch Depot Korte omschrijving risico Uit nader onderzoek door de afdeling FZ blijkt dat het onderhoud van de gebouwen in van het NAD in Nuis meer geld vergt dan uit de begroting kan worden gefinancierd. Zelfs als het onderhoud tot een minimum wordt beperkt, zal er meer geld nodig zijn dan nu beschikbaar is. Zo zal het dak van de derde loods waarschijnlijk al in 2011 moeten worden vervangen. Hoewel de begroting met ingang van dit jaar al behoorlijk is verhoogd, is hier in de post onderhoud geen rekening mee gehouden. Beheersmaatregel Vooralsnog is gekozen voor een sobere aanpak van het onderhoud. Er is echter nog geen oplossing voor de financiering het vervangen van het dak en ander noodzakelijk onderhoud. Eigenlijk is er ook geen sprake van een risico. Er kan beter worden gesproken van noodzakelijk (vervangend) onderhoud waarvoor nog geen dekking is. Het niet vervangen leidt weer tot een risico van een andere aard, n.l. de veiligheid en de arbo-omstandigheden. Er is een onderhoudsplan opgesteld door FZ voor een periode van 10 jaar. Overigens kunnen de kosten worden gedeeld met Drenthe en Fryslân. Toen Groningen begin 2009 het eigendom en het beheer van de loodsen in Nuis van Drenthe overnam was de staat van onderhoud zoals later door FZ is vastgesteld nog niet bekend. De informatie in deze paragraaf is gebaseerd op een onderhoudsplan van FZ. Status / voortgang Inmiddels is berekend dat met een verhoging van de begroting met ongeveer € 42.000 het noodzakelijke (en voor een deel achterstallige) onderhoud kan worden gepleegd. Dat is € 14.000 per provincie. Fryslân en Groningen kunnen en willen deze extra bijdrage leveren. Drenthe vooralsnog niet. De discussie in Drenthe is echter nog gaande. Binnenkort komt er meer duidelijkheid. Groningen kan de extra bijdrage leveren uit de Maltagelden.
1.9.
Algemene dekkingsmiddelen
1.9.1. BTW-compensatiefonds Korte omschrijving risico De provincies declareren de BTW die zij als overheid moeten betalen aan derden bij uitbesteding van werkzaamheden, bij het BTW-compensatiefonds (BCF). Daarvoor wordt het Provinciefonds gekort. Afgesproken is dat de declaraties bij het BTW-Compensatiefonds over het jaar 2003 bepalend zullen zijn voor de korting op het Provinciefonds. Daarna zijn de provincies uiteraard doorgegaan met compenseren van de betaalde BTW. Er wordt momenteel meer gedeclareerd bij het BCF dan er gekort wordt op het Provinciefonds. De Belastingdienst krijgt ook meer BTW binnen en stort dat bedrag in het BTWCompensatiefonds. Het hiermee gepaard gaande risico is dat bij beëindiging van het BCF de kosten voor
Weerstandsvermogen
267
de provincies zullen toenemen, want de korting op het Provinciefonds (gebaseerd op de declaraties 2003) wordt teruggedraaid, maar de werkelijk BTW-kosten (die nu gedeclareerd worden bij het BCF) nemen meer toe dan de korting op het Provinciefonds die verdwijnt. De declaraties van de provincies worden gecontroleerd door de Belastingdienst. Er is een kans dat er gekort wordt op de declaratie van de provincie, omdat een bepaalde post niet declarabel is. Een van de problemen met het BCF is dat er in sommige gevallen meerdere interpretaties mogelijk zijn. Dat is het tweede risico. De provincie Groningen investeert in de aanleg van wegen en verbetering van kanalen. De daarmee gemoeide BTW wordt gedeclareerd bij het BTW-compensatiefonds. Dat is sinds een paar jaar voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat reden om bij de projecten waar het om gaat niet langer de BTW te vergoeden, hoewel dat wel in de subsidietoezeggingen staat. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat stelt zich op het standpunt dat sinds de invoering van de nettering van de specifieke uitkeringen alles netto moet worden afgerekend. Beheersmaatregel Ten aanzien van het eerste risico: er loopt momenteel een evaluatie van het BCF, met onder meer de vraag of het BCF moet blijven bestaan. Het IPO is vertegenwoordigd in zowel de werkgroep als de stuurgroep. De evaluatie zal moeten uitmonden in de vraag of het BCF wordt gecontinueerd. De provincies en gemeenten zijn thans zodanig gewend geraakt aan het bestaan van het BCF en zien daarvan ook het nut in, dat niet verwacht wordt dat een besluit tot opheffing zal worden genomen. In het kader van die evaluatie is tevens afgesproken dat VNG en IPO zullen aangeven of er in de werking van het BCF nog problemen zijn en zo ja op welke wijze die kunnen worden opgelost. Een aspect dat daarbij aan de orde zal komen is het vraagstuk van de aanleg van infrastructurele werken. Het tweede risico is moeilijk te vermijden. Er zal zo goed mogelijk gedeclareerd moeten worden, maar in sommige gevallen (met name waar het gaat om samenwerkingsverbanden met andere instanties) is dat moeilijk te bepalen. Status / voortgang De controle van de Belastingdienst inzake de declaraties bij het BCF over de afgelopen jaren heeft inmiddels geleid tot een rapport van die Belastingdienst. Daarover worden nog gesprekken gevoerd om interpretatieverschillen die er bestaan tussen de provincie en de Belastingdienst weg te nemen.
1.9.2. Rijksbezuinigingen Korte omschrijving risico De provincie is voor haar inkomsten in belangrijke mate afhankelijk van de algemene en specifieke uitkeringen van het Rijk. De uitkering uit het Provinciefonds hangt samen met de bestedingen van het Rijk. De provincie krijgt gedurende het jaar (mei-/juni- en september-/oktobercirculaire) informatie over de hoogte van de uitkeringen uit het Provinciefonds en het verwachte accres. Het accres wordt na afloop van het begrotingsjaar definitief vastgesteld op basis van de gerealiseerde ontwikkeling van de rijksuitgaven. De omvang van het accres is voorafgaand en gedurende het begrotingsjaar onzeker. Om tegenvallers zoveel mogelijk in meerjarig perspectief op te kunnen vangen, stellen wij onze ramingen voor de uitkering uit het Provinciefonds op volgens ons eigen behoedzaam scenario. In hoeverre de daarmee opgebouwde buffer toereikend is, is vooraf echter niet aan te geven. Omdat dit voorjaar tussen het Rijk, de VNG en het IPO afspraken zijn gemaakt over de accressen in de periode 2009-2011 hebben wij voor deze jaren ons eigen behoedzaam scenario buiten werking gesteld. Vanaf 2012 zullen we dit scenario wel weer toepassen. Begin juni 2008 hebben de provincies en het Rijk een bestuursakkoord gesloten voor de periode 20092011. Door middel van onze voordracht van 3 juni 2008, nr. 20/2008, hebben wij u geïnformeerd over de inhoud van dit akkoord. De financiële consequenties van de in het bestuursakkoord aangekondigde overdracht van rijkstaken en middelen naar de provincies zullen pas in de loop van de komende jaren duidelijk worden. Zoals wij in de Voorjaarsnota 2008 al hebben gemeld, hebben wij rekening gehouden met ons aandeel in de taakstelling afromen vermogens provincies van € 9,5 miljoen per jaar gedurende de jaren 2009 tot en met 2011. Hiervan wordt € 3,0 miljoen gedekt ten laste van het flexibel budget en € 6,5 miljoen ten laste van de reserve ESFI. De economische crisis, welke het gevolg is van de wereldwijde kredietcrisis, hebben er sinds 2008 toe geleid dat de rijksfinanciën aanzienlijk zijn verslechterd en dat deze zonder rigoureuze maatregelen naar verwachting de komende jaren niet zullen verbeteren en mogelijk nog verder zullen verslechteren.
268
Weerstandsvermogen
Daarom heeft het kabinet in maart 2009 een aanvullende bestuursakkoord vastgesteld waaruit blijkt dat de provincies opnieuw met ombuigingen op het Provinciefonds te maken krijgen. Daarnaast sluiten wij niet uit dat het Rijk op basis van dit aanvullende beleidsakkoord ook bezuinigingen zal doorvoeren op een aantal specifieke uitkeringen. In ons Collegeprogramma 2007 2011 hebben wij afspraken gemaakt over hoe wij met rijksbezuinigingen willen omgaan. In maart 2009 heeft de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) een advies gepresenteerd over omvang en verdeling Provinciefonds. In mei 2009 heeft het Rijk het advies van de Rfv aangegrepen voor het afromen van een deel van de provinciale inkomsten teneinde daarmee de financiële problematiek van het Rijk verder te verlichten. In haar Voorjaarsnota 2009 heeft het Rijk - vooruitlopende op het overleg met het IPO - besloten tot een aanvullende bezuiniging van € 300 miljoen op het Provinciefonds. Dit kan voor onze provincie - uitgaande van de huidige verdeelsleutel van het Provinciefonds - tot een inkomstenderving van circa € 16,2 miljoen leiden. De provincies hebben naar aanleiding van dit voornemen een afspraak met het Rijk gemaakt om in de tweede helft van 2009 via een verdiepingsslag deze bezuiniging nader te onderbouwen. Uit de rapportage die eind 2009 is verschenen is gebleken dat de zienswijzen van Rijk en provincies dusdanig ver uiteen lopen dat niet tot een gezamenlijke conclusie kan worden gekomen. Noodgedwongen zullen de provincies de door het Rijk voorgenomen bezuiniging van € 300 miljoen ingaande 2011 moeten accepteren. Het rapport van de Rfv zal in de verdere discussies over bezuinigingen op de provinciale financiën echter niet langer een rol spelen. Er vindt nog wel nader overleg tussen Rijk en provincies plaats over de wijze waarop deze taakstelling het beste kan worden ingevuld. De provincies koersen daarbij voorlopig op een nog nader uit te werken decentralisatiearrangement. De in september 2009 verschenen Miljoenennota 2010 geeft aan dat er sprake is van een structureel tekort op de rijksbegroting van minstens € 35 miljard. Ambtelijke werkgroepen zijn sinds vorig najaar bezig om op een negentiental beleidsterreinen de mogelijkheden tot bezuinigingen van 20% te verkennen. De uitwerkingen van die voorstellen zullen moeten landen in de rijksbegroting 2011. Wij sluiten niet uit dat de te ontwikkelen bezuinigingsvoorstellen uiteindelijk via de normering van Gemeente- en Provinciefonds vanaf 2012 zullen leiden tot aanvullende bezuinigingen op het Gemeenteen het Provinciefonds. Beheersmaatregel Wij zullen via onze inbreng in het IPO, maar ook door middel van rechtstreekse contacten met kabinet en parlement alles in het werk stellen om de omvang van de rijksbezuinigingen op de provinciale middelen zo beperkt mogelijk van omvang te laten zijn. Status / voortgang Dit voorjaar zal moeten blijken in hoeverre de door het Rijk voorgenomen bezuiniging van € 300 miljoen kan worden ingevuld door middel van een decentralisatiearrangement. Indien dat niet mocht lukken zal er in 2011 waarschijnlijk sprake zijn van een directe ingreep in de omvang van het Provinciefonds. In de loop van 2010 zal verder duidelijk worden welke aanvullende bezuinigingsvoorstellen door de 19 ambtelijke werkgroepen ter besluitvorming aan kabinet en parlement zullen worden voorgelegd en wat daarvan de mogelijke consequenties voor de provincies zijn.
1.9.3. Gewaarborgde geldleningen Korte omschrijving risico Per 31 december 2009 heeft de provincie gewaarborgde geldleningen uitstaan tot een bedrag van € 20,9 miljoen. Het betreft borgstellingen richting geldgevers ten behoeve van het Waterbedrijf Groningen, het Nationaal Groenfonds, diverse zorginstellingen en kredietgaranties voor een aantal bedrijven. Door de borgstellingen loopt de provincie het risico tot overname van de aflossingsverplichting te moeten overgaan indien de geldnemers niet aan hun verplichtingen tegen de geldgevers kunnen voldoen. Beheersmaatregel Om het eventuele nadelige risico zichtbaar te maken, worden jaarlijks de solvabiliteit en liquiditeit van de zorginstellingen en het Waterbedrijf Groningen beoordeeld. In de afgelopen jaren zijn de borgstellingen voor zorginstellingen in omvang aanzienlijk afgenomen. De provincie heeft per 1 juli 1985 het verlenen van garanties voor betaling van rente en aflossing van geldleningen aangegaan door instellingen in de gezondheidszorg beëindigd. Tot en met 2000 zijn nog wel garanties verleend in het geval dat bestaande geldleningen werden geconverteerd naar leningen met een lager rentepercentage. Per 1 januari 2001
Weerstandsvermogen
269
heeft de provincie haar beleid aangescherpt door het verlenen van garanties bij conversie naar laagrentende leningen te beëindigen. Als uitzondering worden wel garanties verleend indien aangetoond kan worden dat het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ) de lening niet wil waarborgen. Doordat steeds meer leningen worden ondergebracht bij het WfZ neemt het risico op de portefeuille af. Dit fonds kan ingrijpen in de bedrijfsvoering van een zorginstelling wanneer dit financieel gezien noodzakelijk blijkt. De omvang van de gewaarborgde leningenportefeuille zal als gevolg van aflossen en het niet meer garanderen van nieuwe leningen de komende jaren gestaag afnemen. Status / voortgang De jaarrekeningen over 2008 zijn opgevraagd en beoordeeld.
2.0.
Actualisatie projectrisico's
Projecten waarvan uit de accountantsverklaring blijkt dat niet geheel conform de voorwaarden is gewerkt. In de loop van ieder jaar worden veel projecten afgerond. Op grond van de subsidievoorwaarden worden hierbij accountantsverklaringen afgegeven. In de meeste gevallen geeft de accountant een goedkeurende verklaring af. Soms wordt wel een opmerking gemaakt. Voor een goed zicht op de aard van deze opmerkingen zijn deze hieronder in beeld gebracht. Wij hebben alleen de nog lopende risico's weergegeven naar aanleiding van accountantsverklaringen die zijn gedateerd tot en met 31 december 2009. Wij worden geconfronteerd met strengere eisen van onze subsidiegevers. Dit leidt tot opmerkingen in de afgegeven accountantsverklaringen bij projecten. Hierbij valt te denken aan: termijnoverschrijdingen, uitvoering van het werk gestart voordat de definitieve beschikking is afgegeven, of de accountant geeft aan dat niet vastgesteld kan worden dat naast subsidie van het Rijk ook andere subsidies zijn verkregen. In veel gevallen gaat het bij dergelijke projecten om risico's die qua omvang binnen onze normale bedrijfsvoering kunnen worden opgelost. Uiteraard zullen wij passende maatregelen treffen om de risico's zoveel mogelijk te beperken. Tabel 8. Bevindingen van de accountant bij de afrekening van projecten Project 1.Programma Stadsen Dorpsvernieuwing 2004
270
Opmerking accountant Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op artikel 41a waarin is opgenomen dat het fonds niet groter mag zijn dan het bedrag van de laatste vier uitgekeerde jaarlijkse bijdragen. Het saldo van het fonds ad € 5.345.000 ultimo 2004 overschrijdt echter de totale bijdragen van de laatste vier jaar ad € 1.484.000.
Weerstandsvermogen
Risico en mogelijke beheersmaatregelen Deze opmerking is een logisch gevolg van de eindigheid van de regeling Stads- en Dorpsvernieuwing. Inmiddels zijn de desbetreffende gemeenten aangespoord om projecten af te rekenen met de provincie. In reactie hebben wij van de gemeente Menterwolde een verzoek ontvangen om de termijn te verlengen tot eind 2010 van de SDV-subsidie t.b.v. de vervanging van de oever langs het oude Winschoterdiep. Dit i.v.m. de baggerwerkzaamheden van het waterschap. Tevens loopt de subsidieaanvraag nog van de gemeente Winschoten om de toegekende SDV-bijdrage te kunnen inzetten voor de herontwikkeling van een aangrenzend gebied voor bodemsanering. De toegekende twee SDV-subsidies voor de herstructurering van Veendam zijn inmiddels uitbetaald. Van de overige twee gemeenten is de rapportage van de afgeronde projecten nog niet ontvangen. Het betreft met name projecten waarvoor - in het kader van de € 100 miljoen extra rijksbijdrage t.b.v. de herinrichting Oost-Groningen - een SDVbijdrage is toegekend. De gemeenten hebben wij wederom verzocht de stand van zaken van deze projecten door te geven.
2.Interreg ComCoast
Uit de financiële afrekening van dit project blijkt een overbesteding op een aantal deelbudgetten. De totale besteding laat eveneens een overbesteding zien van € 4.673.
3.Regeling bijzondere subsidies waterkeren en waterbeheren
Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij uw aandacht op artikel 5 lid 3c van de beschikking d.d. 13 december 2006 met kenmerk DNN 2006/5883 en artikel 9 lid 1 van de regeling. In artikel 5 is opgenomen dat jaarlijks voor 1 april een voortgangsverslag ingediend te worden. Wij hebben vastgesteld dat aan deze voorwaarde niet is voldaan. Verder is in artikel 9 van de regeling opgenomen dat de subsidieontvanger binnen zes maanden na voltooiing van het werk een aanvraag tot subsidievaststelling indient. Aan deze voorwaarde is niet voldaan. Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij uw aandacht op de kolom "percentage subsidiabel" onder onderdeel 112 maatregelen waterkwaliteit wordt een percentage gehanteerd van 25%. Volgens de beschikkingsbrieven van het SNN zou dit 8,3% moeten zijn.
4.Kompas voor het Noorden inzake project "Blauwe Stad"
5.Programma leren voor Duurzame Ontwikkeling 20042007
Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op het volgende: - In uw brief d.d. 22 mei 2007 met kenmerk DN2007/1251 geeft u een deadline voor het indienen van de accountantsverklaring. Deze deadline is overschreden. Naar wij hebben begrepen is er mondeling uitstel verleend. Wij hebben dit echter niet formeel kunnen vaststellen. - In de kolom"begrote kosten activiteiten" zijn in de verantwoording begrote kosten opgenomen voor de activiteiten Sociale duurzaamheid landelijk gebied en Jeugd schept de toekomst. De bedragen wijken af van de verantwoording van de penvoerders van deze activiteiten. Naar wij hebben begrepen heeft de provincie de originele begroting opgenomen en de penvoerders de aangepaste begroting.
Weerstandsvermogen
De overbesteding is afgestemd met de leadpartner. De verwachting is dat door onderbesteding bij andere partners de overbesteding geaccepteerd zal worden. De definitieve vaststelling is nog niet ontvangen. Van de leadpartner is bericht ontvangen dat het Europese secretariaat inmiddels het project heeft vastgesteld en de laatste termijnen heeft uitbetaald. De definitieve vaststelling en uitbetaling van de leadpartner (RWS Delft) naar de provincie heeft inmiddels plaatsgevonden. Dit punt kan van de lijst verwijderd worden. De voortgangsrapportages waren niet vereist, aangezien het project , in overleg met RWS, reeds gestart was voordat de formele subsidieaanvraag werd ingediend. Overleg met RWS tijdens de verantwoordingsfase van het project m.b.t. het wel of niet subsidiabel zijn van de btw-component heeft geleid tot een vertraging van de aanvraag tot subsidievaststelling. Inmiddels heeft RWS het project vastgesteld conform de declaratie van de provincie. De middelen zijn inmiddels ontvangen. Dit punt kan van de lijst verwijderd worden. Onze accountant heeft al meerder malen deze opmerking gemaakt. Wij hebben deze steeds gepareerd en ook de SNN heeft tot nu toe nooit gereageerd op deze opmerking. De eventuele consequentie kan zijn dat minder Kompassubsidie ontvangen wordt. Maar ook dan voldoen de publieke partijen nog steeds aan hun contractuele verplichting om tenminste € 31,76 miljoen bij te dragen aan het project. Uit overleg met de subsidiegever (het ministerie van LNV) is gebleken dat de opmerkingen geen betrekking hebben op zaken die voor hen meespelen bij de beoordeling van het eindresultaat van het programma. De oorzaken voor de opmerkingen liggen voor een belangrijk deel in verwarring over uitbetalingen etc. In het tweede programma zal extra aandacht voor deze aspecten zijn. Er heeft nog geen definitieve vaststelling van de subsidie plaatsgevonden.
271
272
Weerstandsvermogen
2.
Financiering
2.1.
Algemeen
Bij het functioneren van de provincie Groningen speelt de financiële sturing een belangrijke rol. Door de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt, de verdere decentralisatie van overheidstaken en niet in de laatste plaats de kassiersfunctie die de provincie uitoefent voor het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) en andere samenwerkingsverbanden, wordt de provincie gedwongen een actief financierings- en treasurybeleid te voeren. De treasuryfunctie bij de provincie Groningen richt zich op: a. de beheersing van de in- en uitgaande geldstromen; b. beschermen van vermogen en resultaten tegen financiële risico's zoals rente- en beleggingsrisico's; c. verkrijgen en behouden van vermogensverschaffers, evenals de toegang tot de geld- en kapitaalmarkt; d. het rendabel maken van liquiditeitsoverschotten. Als algemene doelstelling geldt dat renterisico's en renteresultaten dienen te worden beheerst door te streven naar een grote mate van zekerheid over de renteresultaten in de tijd. Als afgeleide hiervan streeft de provincie Groningen ernaar marktconforme prijzen te realiseren door, voordat een transactie wordt aangegaan, meerdere offertes te vragen en deze met elkaar te vergelijken. Daarnaast wordt uitsluitend risicomijdend uitgezet. Naast de treasuryfunctie van de provincie zelf, wordt ook de treasuryfunctie en het kasbeheer van de SNN-middelen en een drietal andere samenwerkingsverbanden uitgevoerd.
2.2.
Ontwikkeling rentetarieven
Het verloop van de rentetarieven van de geld- en kapitaalmarkt van 2007 tot en met 2009 staat vermeld in onderstaande grafiek. Voor de geldmarkt is uitgegaan van het 3-maands Euribortarief en voor de kapitaalmarkt is rekening gehouden met het rendement op Nederlandse Staatsleningen met een looptijd van 10 jaar. 6,00
5,00
rentepercentage
4,00
3,00
2,00
1,00
0 ja n1
9
no v09
se p0
9
ju l-0 9
9
9 -0
ei -0 m
m rt
ja n0
8
no v08
se p0
8
ju l-0 8
8
8
ei -0 m
-0 m rt
ja n0
7
no v07
se p0
7
ju l-0 7
7 -0
ei -0 m
m rt
ja n0
7
0,00
tijdvak 3-mnds euribor per mnd 2007/2009
3-mnds euribor gem 2007/2009
10- jaars Eur. staatsobl. per mnd 2007/2009
10- jaars Eur. staatsobl. gem 2007/2009
Zoals uit de grafiek blijkt, is de vanaf september 2007 geldende inverse rente structuur omgebogen tot een normale rente curve. Opvallend is de scherpe daling van de 3-maands euribor.
Financiering
273
Door de kredietcrisis, die medio 2008 in de Verenigde Staten van Amerika manifest werd, bleek het hele bankwezen wereldwijd met grote problemen te zitten. Dit was het gevolg van een complexe en ondoorzichtige markt en de door de banken bedachte creatieve constructies. Eén van de gevolgen was dat grote afboekingen op uitstaande vorderingen van banken moesten worden doorgevoerd. Hierdoor werden de balansposities van de betreffende banken sterk ondermijnd en ontstond er een groeiend wantrouwen tussen de banken onderling. Dit wantrouwen weerspiegelde zich in de geldmarkt, waar de interbancaire rentetarieven tot recordhoogtes stegen. Door de terughoudendheid van de banken onderling, moesten de Centrale Banken ingrijpen door extra liquiditeit te verschaffen. Voor de geldmarkttarieven waren deze acties zeer succesvol. Het gevolg was dan ook een scherpe daling van de geldmarkttarieven. In het verlengde daarvan daalden ook de kapitaalmarkttarieven, doch veel minder steil dan de tarieven voor het korte geld.
2.2.1. Geldmarktrente Refi-rente (Basisherfinancieringsrente)) De marktrente wordt grotendeels bepaald door de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB richt zich volledig op het handhaven van prijsstabiliteit. De stand van de Refi-rente (basisherfinancieringsrente) ) bedroeg ultimo 2008 2,50%. De ECB heeft de rente in 2009 vier keer verlaagd, op 21 januari 2009 en 11 maart 2009 met 0,50% en op 8 april 2009 en 7 mei 2009 met 0,25%. De Refi-rente bedraagt ultimo 2009 1,00%. De verwachting is dat in de tweede helft van 2010 de rente licht zal worden verhoogd. Euribor-tarieven Dit zijn tarieven die de banken onderling berekenen en worden dagelijks vastgesteld. Door de lage Refirente en door de ruime middelen die de ECB de markt ter beschikking heeft gesteld, daalden de rentetarieven op de geldmarkt ruim beneden het 3-maands Euribor gemiddelde.
2.2.2. Kapitaalmarktrente De kapitaalmarktrente (benchmark: 10 jarige staatsobligaties) had begin 2009 een niveau van rond de 3,6%. De rente is medio 2009 opgelopen naar 3,7%. Nadien is de rente gedaald tot een niveau van 3,4% ultimo 2009. Anders dan bij de geldmarkt, die wordt gereguleerd door de Centrale Banken, is de kapitaalmarkt veel meer afhankelijk van de markt van vraag en aanbod. Verwacht wordt dat in het vierde kwartaal van 2010 de kapitaalmarktrente licht zal gaan stijgen. Deze stijging zal – naar verwachting - in 2011 voortzetten. De stijging is het gevolg van de toenemende staatsschulden van de landen in het EMU-gebied en een lichte verhoging van de inflatie in deze landen.
2.3.
Financieringsbeleid 2009
De provincie Groningen heeft een voorzichtig en degelijk beleggingsbeleid, passend binnen de kaders van het Financieringsstatuut. Een en ander betekent wel dat niet het hoogste rendement wordt behaald, zoals mogelijk zou kunnen zijn bij uitzettingen in aandelen, opties of andere derivaten. De uitvoering van het treasury- en financieringsbeleid wordt naast het gestelde in door de rijksoverheid vastgestelde wet- en regelgeving, zoals Provinciewet, Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO), ministeriële regelingen, het Besluit Begroting en Verantwoording, bepaald door de Financiële Verordening Provincie Groningen en de hierop gebaseerde nadere uitvoeringsregels van Gedeputeerde Staten, het statuut voor de provincie Groningen, het Bevoegdhedenbesluit Gedeputeerde Staten 2007, het Bevoegdhedenbesluit Commissaris van de Koningin 2004 evenals de Administratieve Organisatie (AO) Treasury. In 2009 is mede als gevolg van de aanpassing van de Wet FIDO en de wijziging van de Regeling Uitzetten Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) en de heersende kredietcrisis, het Treasury Statuut van de provincie Groningen 2005 gewijzigd in het Financieringsstatuut van de provincie Groningen 2009. )
De Refi-rente is de rente die banken/financiële ondernemingen betalen aan de Centrale Bank wanneer zij geld opnemen. De Refirente is een instrument dat door de Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt wordt voor het beheersen van de inflatie en de geldmarkt.
274
Financiering
Gevolgen kredietcrisis Over € 10,0 miljoen die in november 2007 als 12-maands termijndeposito is uitgezet bij Landsbanki Islands bestaat nog geen duidelijkheid over de terugbetaling. Het provinciebestuur van Groningen doet er alles aan om deze gelden terug te krijgen. Zij trekt hiermee samen op met het Rijk en de gemeente Den Haag. Voor het provinciaal aandeel van de vordering is een voorziening getroffen. De bij de Kaupthingbank uitgezette gelden tot een bedrag van € 20 miljoen, werden eind januari 2009, inclusief de reeds vervallen rente, alsmede rente tot betaaldatum, geheel voldaan.
2.3.1. Meerjarige liquiditeitsprognose 2009-2012 Voor het bepalen van de kasstromen van de gelden die de provincie Groningen onder haar beheer heeft wordt een meerjarige liquiditeitsprognose opgesteld. De bronnen van deze meerjarenraming zijn: • de Programmabegrotingen van de Provincie Groningen inclusief de meerjarenramingen en de wijzigingen hierop (Voorjaarsnota en Integrale Bijstelling); • liquiditeitsprognoses van het Samenwerkingsverband Noord Nederland, de Regio Groningen-Assen 2030, het OV-bureau Groningen Drenthe en de Blauwe Stad. De meerjarige liquiditeitsprognose wordt periodiek bijgesteld. Essentgelden Op 30 september 2009 zijn de gelden ontvangen uit de verkoop van de Essent aandelen. Het gaat hierbij om een bedrag van circa € 400 miljoen, inclusief ingehouden en reeds terug ontvangen dividendbelasting. Deze gelden zijn voorlopig kort weggezet. Door de ontvangst van dit bedrag is de portefeuille verdubbeld. Door de grote stijging van de portefeuille en de marktomstandigheden, is eind 2009 een onderzoek is uitgevoerd door een externe adviseur. De opdracht luidde als volgt: • onderzoek de opbouw van de streefportefeuille; • onderzoek of de provincie Groningen het vermogensbeheer in eigen beheer kan uitvoeren, of (gedeeltelijk) moet uitbesteden. De conclusies van het rapport zijn dat de provincie goed in staat is om haar vermogen zelf te beheren. Met betrekking tot de streefportefeuille wordt opgemerkt dat de streefportefeuille een goede invulling geeft van de lange termijn beleggingen en dat de spreiding qua looptijd, soort producten en debiteurenopbouw goed is. Een aantal aanbevelingen uit het rapport is door ons overgenomen. Naast de ontvangst in contanten is tot een bedrag van ruim € 124 miljoen aan leningen ontvangen. Het betreffen leningen in de publieke sector, Enexis en Publiek Belang Elektriciteitsproductie (deelname in N.V. Elektriciteits productiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ)). Door de verkoop van de aandelen Essent is de provincie onder andere mede-aandeelhouder geworden van Enexis Holding B.V. (beheer energienetwerk in Noord-, Oost en Zuid Nederland) en Essent Milieu Holding B.V. (het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en -verwerken, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking). Door de ontvangst van de Essentgelden, in contanten en in leningen, is de totale portefeuille verdubbeld tot een bedrag van ruim € 1 miljard. Hiervan valt circa 85% binnen de treasury uitzettingen en plm 15% behoort tot de publieke taak. Ook de uitzettingen die vallen onder de publieke taak vallen binnen de kaders van het Financieringsstatuut.
2.3.2. Liquiditeitsprognose 2009 De liquiditeitsprognose 2009 heeft als grondslag de meerjarige liquiditeitsprognose 2009-2012. Deze prognose is wekelijks bijgesteld aan de hand van de werkelijkheid.
Financiering
275
2.4.
Uitzettingen
Per 31 december 2009 staat er een bedrag van € 1.015,8 miljoen uit. Dit bedrag is als volgt te specificeren: Treasuryfunctie: . Kortlopende uitzettingen . Langlopende uitzettingen Publieke taak: totaal
693,7 170,8 151,2 1.015,8
miljoen miljoen miljoen miljoen
De oorsprong van deze middelen kan als volgt in hoofdlijnen worden weergegeven: Prov inciale middelen: . Bestemmingsreserves . Afkoopsommen wegen en waterwegen Gelden van derden: . R ekeningcourant SNN . R ekeningcourant St. Landinrichting en Bodemverontreiniging R . ekeningcourant Regio Groningen-Assen 2030 . R ekeningcourant Regiotram . R ekeningcourant OV-bureau Groningen Drenthe . Vooruitontv angen rijksmiddelen . Voorziening nazorg stortplaatsen/slibdepots Totaal
526,0 miljoen 30,6 miljoen 163,6 miljoen 4,7 42,9 1,8 12,2 134,2 24,8 940,8
miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen
Uit bovenstaand overzicht van de uitzettingen blijkt dat - zonder rekening te houden met de uitzettingen ten behoeve van de publieke taak – circa 20% van de gelden langlopend zijn uitgezet en 80% korter dan één jaar. Dit is enerzijds het gevolg van de verwachting dat de lange rente op niet al te lange termijn zal gaan stijgen. Anderzijds zijn de “Essent gelden op 30 september binnengekomen. Er is een onderzoek gestart op welke manier en met welke looptijden deze middelen het beste kunnen worden uitgezet. Vooralsnog zijn de middelen kort uitgezet. Daarnaast wordt een grote kaspositie aangehouden voor met name de SNN-projecten. Kaders uitzettingen Voor het uitzetten van de tijdelijke liquiditeiten met een looptijd korter dan één jaar wordt gebruikt gemaakt van daggelden, deposito’s en spaarrekeningen. Voor looptijden langer dan één jaar wordt in zijn algemeenheid gekozen voor garantieproducten, (staats-) obligaties, spaarrekeningen en deposito’s. De kredietwaardigheideis die gold voor financiële ondernemingen was tot 5 april 2009 een A-rating. Met ingang van 5 april 2009 zijn de voorwaarden van financiële ondernemingen aangescherpt. De financiële onderneming dient gevestigd te zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. Ook dient de onderneming ten minste te beschikken over een AA-minus rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus. De lidstaat, waar de financiële instelling is gevestigd, dient ten minste te beschikken over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus. Indien de gelden worden uitgezet voor een periode van drie maanden of minder dan dient de financiële onderneming minimaal te beschikken over een A-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus. Er is een overgangsregeling voor overeenkomsten die voor 5 april 2009 zijn afgesloten. Deze overeenkomsten mogen aflopen onder de voorwaarden zoals ze golden op de dag voor de inwerkingtreding van deze regeling. Dit houdt in dat de financiële onderneming dient te beschikken over een AA-rating van Moody's.
276
Financiering
2.4.1. Kortlopende uitgezette middelen Resultaten kortlopende uitzettingen Voor het bepalen van de resultaten van de kortlopende uitzettingen wordt gebruik gemaakt van "de interne rekenrente". De interne rekenrente is het gewogen gemiddelde rentepercentage van de opgenomen en uitgezette gelden met een looptijd tot 1 jaar. Doordat de gelden worden uitgezet tegen markttarieven, is de interne rekenrente sterk afhankelijk van de marktrente. Bij de primitieve begroting voor 2009 werd voor de interne rekenrente een rentepercentage van 4,75% verwacht. Gelet op onder andere de rentepercentages van de tot dan toe afgesloten deposito's werd bij de Voorjaarsnota 2009 dit percentage verlaagd naar 3,00%. Op basis van de tot augustus 2009 gegenereerde rentebaten, werd bij de Integrale Bijstelling 2009 de interne rekenrente verhoogd naar 3,60%. Echter door de verder dalende Euribor tarieven na augustus 2009 en het kort weg zetten van de ontvangen Essentmiddelen tot een bedrag van circa € 400 miljoen is de gemiddelde interne rekenrente over 2009 uiteindelijk uitgekomen op een percentage van 3,0%. Er is met de uitgezette daggelden, deposito's over 2009 € 14,4 miljoen aan rente gegenereerd. Dit bedrag is inclusief de rentebate van de te late terugbetaling van de deposito’s die bij de Kaupthing Bank waren uitgezet ad € 244.000. Begroot was een bedrag van € 13,8 miljoen. Eind 2008, begin 2009 liet de twaalf maands prognose van de 3-maands Euribor een scherp dalende tendens zien. Bij de uitzetten van de gelden werd daarom destijds zoveel mogelijk gekozen voor termijnen van 9 tot 12 maanden. Als benchmarkt wordt de 3-maands Euribor gehanteerd. De gemiddelde 3-maands Euribor kwam in 2009 uit op 1,15% De gemiddelde interne rekenrente van de provincie over het: o 1e kwartaal 2009 4,56 o 2e kwartaal 2009 3,89 o 3e kwartaal 2009 3,02 o 4e kwartaal 2009 1,55 gewogen gemiddeld rentepercentage 3,00
procent procent procent procent procent
Het gemiddelde van de 3-maands Euribor over het: o 1e kwartaal 2009 o 2e kwartaal 2009 o 3e kwartaal 2009 o 4e kwartaal 2009 gewogen gemiddeld rentepercentage
procent procent procent procent procent
1,81 1,25 0,82 0,71 1,15
2.4.2. Kortlopende opgenomen middelen In 2009 zijn er geen middelen opgenomen die dienen ter aanvulling van een tijdelijk liquiditeitstekort.
2.4.3. Toezicht kortlopende middelen Voor de bepaling van de liquiditeitspositie wordt gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Het saldo van de netto vlottende schuld mag deze limiet niet structureel overschrijden. Een vlottende schuld ontstaat als de kortlopende schulden hoger zijn dan de kortlopende activa, met andere woorden er worden kortlopende schulden gebruikt voor de financiering van vaste activa. Dit percentage is voor 2009 geraamd op 7,0%. Voor de provincie Groningen bedraagt de kasgeldlimiet voor 2009 7,0 % van € 349.283.000 = € 24.450.000.
Financiering
277
Overzicht van de vlottende schulden en middelen in 2009 (bedragen x € 1.000): m aan d ja n u a r i fe b r u a r i m a art april mei ju n i ju li a u g u stu s se p te m b e r o k to b e r nov e m b er dec em ber
v l o t te n d e s c h u ld m id d e l e n 3 5 7 .8 4 9 4 5 0 .1 3 8 3 4 6 .1 0 0 4 2 7 .8 1 5 3 3 6 .0 1 0 4 2 1 .6 9 8 3 3 0 .5 7 4 4 0 9 .2 1 3 3 4 3 .0 6 7 4 6 5 .7 9 5 3 5 3 .6 6 7 4 7 2 .9 0 9 2 7 3 .6 2 5 4 8 0 .0 3 2 2 5 9 .5 2 5 3 7 8 .7 6 8 2 4 4 .4 7 7 7 2 6 .5 7 6 3 3 8 .0 7 0 7 1 7 .0 1 5 3 4 6 .1 6 0 7 3 3 .9 1 8 3 6 9 .8 5 7 7 0 7 .3 5 2
s a ld o 9 2 .2 8 9 8 1 .7 1 5 8 5 .6 8 8 7 8 .6 3 9 1 2 2 .7 2 8 1 1 9 .2 4 2 2 0 6 .4 0 7 1 1 9 .2 4 3 4 8 2 .0 9 9 3 7 8 .9 4 5 3 8 7 .7 5 8 3 3 7 .4 9 5
Uit deze tabel blijkt dat er in 2009 geen liquiditeitstekorten zijn geweest. De schuld in rekeningcourant aan het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) wordt op de balans als vlottende schuld geboekt. Ten behoeve van het bovengenoemde overzicht is tot juni 2009 gemiddeld € 29 miljoen als langlopende schuld aangemerkt. Dit is het deel wat langlopend was uitgezet ten behoeve van het SNN.
2.4.4. Langlopende uitzettingen Voor het uitzetten van gelden met een looptijd vanaf één jaar is gekozen voor garantieproducten, obligaties, spaarrekeningen en deposito’s. Voor de kredietwaardigheideis verwijzen wij naar hoofdstuk 2.4.1. Per 31 december 2009 is belegd in garantieproducten en deposito's totaal € 170,8 miljoen als volgt te specificeren:
Garantieproducten Deposito's totaal
35,8 miljoen 135,0 miljoen 170,8 miljoen
De garantieproducten en een deposito van € 5,0 miljoen zijn afgesloten voor 5 april 2009 en vallen derhalve onder de overgangsregeling, waarbij financiële ondernemingen over een AA-rating van Moody's moeten beschikken. Begin augustus 2009 en september 2009 zijn deposito’s afgesloten voor in totaal € 130,0 miljoen. Het ging hierbij om gelden die in juli, augustus en september 2009 zijn vrijgevallen. Morgan Stanley Medio februari 2006 heeft de provincie Groningen voor een bedrag van € 5.177.500 obligaties 4,375% Morgan Stanley Group 03/11 aangekocht à 103,55% met als einddatum 14 januari 2011. De rating van de Morgan Stanley Group was medio februari 2006 Aa3 (Moody's). In 2008 heeft Moody's de rating van de Morgan Stanley Group verlaagd van Aa3 naar A2. Hiermee voldeed de belegging niet meer aan de voorwaarden van het treasurystatuut. Er heeft in 2008 een heroverweging plaatsgevonden van de kosten en het risico. Besloten is om de obligaties Morgan Stanley te verkopen indien de koers de 100% benadert. Op 17 juni 2009 zijn deze obligaties verkocht tegen een koers van 99,40%. ING Na de verlaging van de rating van de ING op 3 september 2009 voldoet de ING niet meer aan de voorwaarden van het statuut en de wettelijke bepalingen voor het uitzetten van gelden langer dan 3 maanden. Voor de producten die op dat moment langer dan 3 maanden uitstonden bij de ING Bank NV heeft een heroverweging plaatsgevonden van het risico en de kosten. Besloten is om: • de deposito’s met een looptijd tot 1 jaar vrij te laten vallen op de afgesproken einddata; • de deposito met een looptijd vanaf 1 jaar groot € 40,0 miljoen te laten vervallen op de einddatum van 4 augustus 2014; • gelet op de huidige marktrente en het rendement van de obligaties ING 08/10 nominaal € 10,0 miljoen te verkopen indien de koers boven de 100% is. Op 9 oktober 2009 zijn deze obligaties verkocht tegen een koers van 100,26%.
278
Financiering
Uitzettingen middelen nazorg stortplaatsen De totale uitzettingen voor de voorziening nazorg stortplaatsen zijn ultimo 2009: Garantieproduct 4,038 % - 7,602 % Deposito ING à 1,611% totaal
19,6 miljoen 5,3 miljoen 24,9 miljoen
2.4.5. Langlopende opgenomen middelen Op 31 december 2009 resteert er nog één onderhandse geldlening ad € 110.000 à 1,0% per jaar. Deze lening is in het voorjaar van 2007 opgenomen bij het Nationaal Restauratiefonds ter voorfinanciering van een rijkssubsidie. Op 1 april 2009 is een geldlening ad € 12,5 miljoen à 4,16% afgelost. Deze lening was in 1999 opgenomen bij de Nederlandse Waterschapsbank te Den Haag. De lening diende ter herfinanciering van de in 1999 vervroegd af te lossen hoogrentende leningen van respectievelijk 6,875%, 6,6257% en 7,46%.
2.4.6. Toezicht langlopende middelen Het renterisico op de vaste schuld kan worden berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden hergefinancierd. De renterisiconorm voor de provincie Groningen is voor het jaar 2009 20% van € 349.283.000 (begrotingstotaal op 1 januari 2009) = € 69.857.000. De provincie Groningen heeft geen langlopende leningen te herfinancieren. Derhalve is de renterisiconorm niet overschreden.
2.4.7. Leningen in het kader van de publieke taak: Per 31 december 2009 staat er een bedrag van € 151,2 miljoen uit aan leningen in het kader van de publieke taak. De opbouw van dit bedrag is als volgt:
Saldo uitgezette middelen Publieke taak per 1 januari 2009 mutaties 2009 als gevolg van de verkoop van de Essent aandelen en splitsing energiebedrijven: - leningen Enexis - lening Publiek Belang Electriciteitsproductie overige mutaties
miljoen 108,1 miljoen 6,0 miljoen 3,1 miljoen
Totaal
151,2 miljoen
2.5.
34,0 miljoen
Resumé 2006-2009
Het treasury- en financieringsbeleid van de provincie is erop gericht om binnen de financiële mogelijkheden van de provincie een zo optimaal mogelijk rendement te verkrijgen en de lasten zoveel mogelijk te reduceren. Hierbij moeten de risico's zo goed mogelijk worden beheerst. Om het kredietrisico te beperken wordt er uitsluitend belegd in financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Voor de beoordeling van de kredietwaardigheid maakt de provincie gebruik van de gegevens van de ratingbureaus Moody's, Standaard Poor's en Fitch. Voor looptijden tot 3 maanden geldt een kredietwaardigheideis van een A-rating en voor looptijden vanaf 3 maanden minimaal een AA minus-rating afgegeven door tenminste twee van bovenstaande kredietbeoordeelaars. Het uitgangspunt van de provincie ten aanzien van financieel risico is defensief en risicomijdend. Dit houdt in dat niet altijd de hoogste rendementen behaald worden.
Financiering
279
Kortlopende uitzettingen Onderstaand is een overzicht van de gemiddelde uitgezette gelden - met een looptijd tot 1 jaar - en het behaalde rendement over de jaren 2006 tot en met 2009. Het gaat hierbij om daggelden, kortlopende deposito's en spaarrekeningen. De opgegeven rendementen zijn netto.
Jaar
2006 2007 2008 2009
€ € € €
Kort (tot 1 jaar) ug (exclusief nazorg) Gemiddeld Rente bedrag perc. bedrag 92.571.068 3,00% € 2.773.559 246.156.638 4,21% € 10.357.324 373.849.144 4,73% € 17.697.349 480.061.851 3,00% € 14.401.856
Opgenomen gelden (looptijd tot 1 jaar) In de jaren 2006 tot en met 2008 werd een enkele keer daggeld opgenomen ter aanvulling van het benodigde kasgeld. In 2009 zijn geen middelen opgenomen ter aanvulling van het benodigde kasgeld. In onderstaand overzicht staan de gemiddelde opgenomen bedragen en de betaalde rente.
Jaar
2006 2007 2008 2009
€ € € €
Gemiddeld bedrag 586.944 136.667 878.056 -
Kort (tot 1 jaar) og Rente perc. 2,84% € 3,91% € 3,97% € 0,00% €
bedrag 16.645 5.340 34.827 -
Langlopende uitzettingen De gemiddelde uitgezette gelden - met een looptijd langer dan 1 jaar - en de rendementen van de jaren 2006 tot en met 2009 staan in het onderstaande overzicht. Het gaat hierbij om obligaties, onderhandse geldleningen, garantieproducten en overige beleggingen, anders dan ten behoeve van de publieke taak. De vermelde rendementen zijn netto. Alle kosten, zoals provisie, bewaar-/beheerskosten en afschrijving agio worden in mindering gebracht op het rendement.
Jaar
2006 2007 2008 2009
€ € € €
Lang (> 1 jaar) ug (inclusief nazorg) Rente Gemiddeld bedrag perc. bedrag 113.457.784 3,87% € 4.391.588 107.943.680 3,94% € 4.257.905 93.454.791 3,80% € 3.551.674 111.083.532 3,53% € 3.925.298
Langlopende opgenomen middelen In onderstaand overzicht staan de gemiddelde opgenomen middelen - met een looptijd langer dan 1 jaar en de betaalde rente voor de jaren 2006 tot en met 2009. In april is één van de laatste door de provincie opgenomen langlopende geldlening ad € 12,5 miljoen afgelost. Resteert nog zeer geringe onderhandse lening van € 110.000 tegen een rente van 1% bij het Nationaal Restauratiefonds.
Jaar
2006 2007 2008 2009
280
€ € € €
Gemiddeld bedrag 23.844.505 23.914.900 21.118.379 3.235.000
Lang (> 1 jaar) og Rente perc. 4,31% € 4,30% € 4,27% € 4,05% €
bedrag 1.028.234 1.028.938 902.275 131.100
Financiering
Uitzettingen middelen nazorg stortplaatsen In onderstaand overzicht zijn de bedragen opgenomen die specifiek uitgezet zijn voor de voorziening nazorg stortplaatsen voor de jaren 2006 tot en met 2009.De gelden zijn uitgezet middels een garantieproduct, obligaties en een spaarrekening. De opgegeven rendementen zijn netto. De kosten van bewaren en beheren voor het garantieproduct worden in mindering gebracht op het rendement.
Jaar
2006 2007 2008 2009
€ € € €
Nazorggelden (kort/lang) Rente Gemiddeld bedrag perc. 20.552.095 3,84% € 21.517.670 4,06% € 22.512.128 4,19% € 23.287.164 3,75% €
bedrag 799.837 874.392 943.168 873.990
Financiering
281
282
Financiering
3.
Bedrijfsvoering
Ons doel is om continu de kwaliteit van de interne organisatie te verbeteren en te werken aan doelgerichtheid, slagvaardigheid, doelmatigheid en flexibiliteit.
3.1.
Personeel & Organisatie
In 2009 is de realisatie van het kwaliteitsprogramma Kleiner en Beter verder uitgevoerd: alle afdelingen zijn inmiddels onderzocht. Ook zijn er door de afdelingsleiding verbeterplannen opgesteld waarin de afdelingen aangeven hoe ze de taakstellingen realiseren en de aangekondigde verbetering van werkprocessen gaan doorvoeren. Maar van groter belang was dat er, eind 2009, ingrijpende bezuinigingen zijn aangekondigd voor de komende periode, tot en met 2015. Het projectteam Financieel Perspectief heeft deze bezuinigingen onderzocht en voorstellen gedaan op welke beleidsterreinen dit betrekking heeft. Verdere besluitvorming hierover is gepland in de eerste helft van 2010. Voor wat betreft de apparaatskosten gaat het om het laten vervallen van taken en deels om het verder verhogen van de efficiency. Er is uiteindelijk een structurele bezuiniging van ruim € 7.279.000, dit komt overeen met ca 108 arbeidsplaatsen. In 2009 is gestart met een groot project op het gebied van digitaal zaakgericht werken. De komende drie jaar zal dit project worden uitgevoerd. Doel is de werkprocessen zodanig in te richten dat vanuit het perspectief van de klant eenvoudig toegang mogelijk wordt tot de relevante informatie. Dat houdt in dat er ambtelijk veel aanpassingen in de reguliere werkwijzen nodig zullen zijn. Op deze wijze wordt de organisatie op de toekomst voorbereid.
3.1.1. Ontwikkeling sociale zekerheid en arbeidsvoorwaarden Midden 2009 liep de provinciale CAO af. Na een drietal onderhandelingsronden is eind 2009 geconcludeerd dat er een ernstig verschil van inzicht is over werkgelegenheidsgarantie, koopkrachtbehoud en enkele kleinere onderwerpen. De onderhandelingen zijn afgebroken. De bonden hebben eind 2009 aangekondigd de leden te raadplegen en acties voor te bereiden. De eerste acties zijn inmiddels aangekondigd voor februari 2010.
3.1.2. Formatieontwikkeling provinciaal apparaat Formatiereductie uit het programma Kleiner en Beter: De realisatie van dit programma loopt, zoals eerder is gemeld, achter bij de opdracht omdat het onderzoek en het maken van de verbeterplannen meer tijd gekost heeft dan gepland. Inmiddels heeft het MT de opdrachten aan de afdelingen nader gespecificeerd en hebben de afdelingshoofden aangegeven hoe e.e.a. de komende jaren gerealiseerd wordt. De realisatie loopt deels parallel aan de bovengenoemde reductieopdracht Financieel Perspectief. Formatie-uitbreiding: In 2009 is een aantal uitbreidingen doorgevoerd, omdat het takenpakket van de provincie is uitgebreid (opdracht rijk of eigen beleidskeuze van de provincie). Het gaat nog om de doorwerking van de in de voorjaarsnota 2008 door PS besloten uitbreiding van de formatie. Dat levert het volgende beeld op van de meerjarige ontwikkeling. Formatieontwikkeling: Ontwikkeling formatie Stand 31-12 voorgaand jaar uitbreiding in formatie formatiereductie per jaar Eindstand in het jaar
2005 895 -14 6 875
2006 875 6 7 874
2007 874 14 5 883
2008 883 7 2 888
2009 888 14 3 899
Formatiereductie, vervallen tijdelijke formatie en (tijdelijke) uitbreiding samen laten zien dat de formatie over 2009 netto gestegen is met 10.90 fte (31-12-2008: 887,97 fte, 31-12-2009 898.87fte). De stijging wordt veroorzaakt door uitvoering besluitvorming de VJN 2008 en Besluitvorming RSP VJN 2009. De daling komt ten goede van de formatiereductieopdracht 2003-2007.
Bedrijfsvoering
283
Flankerend beleid: Voor flankerend beleid in de vorm van voornamelijk vertrekbevordering is uit de rekeningoverschotten steeds een bedrag gereserveerd. Onderstaand zijn de stand van die middelen op 01-01-2009, de uitgaven in 2009 en de resterende verplichtingen in de komende periode aangegeven. Het kan gaan om wachtgeld of afkoop daarvan, om salarisgarantie voor de ontvangende afdeling en om verschillende andere zaken die passen bij maatwerkoplossingen zoals: outplacement, coaching, training, pensioenreparatie, e.d.. Saldo in de algemene reserve op 01-01-2009 Uitgaven in 2009 Reservering voor aangegane verplichtingen 2010-2017
€ 937.257 € 280.439 € 652.570
Resteert
€
4.248
3.1.3. Formatieontwikkeling provinciaal apparaat en ziekteverzuim Formatie/bezetting 2005 - 2009 Hieronder staat een overzicht van de opbouw en ontwikkeling van de formatie en de bezetting in de afgelopen jaren afgerond op hele fte’s. Onder 3.1.2. is de uitleg van de ontwikkeling al aangegeven. 2005
2006
formatie bezetting vast
formatie
2007
2008
bezetting formatie bezetting formatie
2009
bezetting
formatie bezetting
854
805
856
804
862
814
864
819
871
805
tijdelijk
21
23
18
21
21
26
24
35
28
41
totaal
875
828
874
825
883
839
888
854
899
846
Aantal medewerkers aantal medewerkers begin 2009 in dienst uit dienst eind 2009
M
v
totaal
661 33 47 647
329 17 14 332
990 50 61 979
Dit overzicht laat de verandering in het totale aantal medewerkers, onderverdeeld naar mannen en vrouwen zien. Uit dit schema valt af te leiden dat het aantal vrouwen in de organisatie licht stijgt. Dit is een al langer lopende doelstelling die eerder niet vlot van de grond wilde komen. Zoals eerder in jaarverslagen aangegeven wordt een groot deel van de relatieve stijging verklaard uit het vertrek van mannen. Gemiddelde leeftijd gemiddelde leeftijd (in jaren) M V totaal 2005 47,5 42,6 46,0 2006 47,9 43,4 46,5 2007 48,2 43,1 46,5 2008 48,2 43,2 46,5 2009 48,5 43,9 46,9 De gemiddelde leeftijd eind 2009 bedraagt 46.9 jaar. Dit is hoger dan in 2008. Een voor de hand liggende verklaring is dat medewerkers langer gaan doorwerken als gevolg van kabinetsbeleid (FPU vervallen en het is financieel aantrekkelijk om langer door te werken). Een andere oorzaak is dat in 2009 de vacaturestop van kracht is geworden. Daardoor is er geen (jonge) instroom in de organisatie. De verwachting is dat de vacaturestop nog enige tijd (selectief) gehandhaafd blijft en dat mede daardoor de gemiddelde leeftijd nog verder zal toenemen.
284
Bedrijfsvoering
Ziekteverzuim Ontwikkeling ziekteverzuim 1999 - 2009 9,0
verzuimpercentage
8,0
7,9
7,5
7,0
6,6 6,0
5,6
5,6 5,1
5,0
5,6
4,8
4,8
4,5
4,6
4,0 3,0 2,0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
jaar
jaar 2005 2006 2007 2008 2009
ziekteverzuim (%) M V 4,95 6,88 4,55 5,04 5,25 6,33 4,19 5,35 4,08 5,75
totaal 5,56 4,70 5,56 4,54 4,59
Tot 1999 schommelde het verzuimcijfer rond de 6,5% en piekte in 2000 naar 7,9%. De extra aandacht die het verzuim kreeg leidde tot een geleidelijke daling. Sinds 2002 schommelt het verzuimpercentage tussen 4,8 en 5,6%. De laatste twee jaar ligt het percentage rond de 4,5%, terwijl de Verbaannorm voor de provincie Groningen 4,3% bedraagt. Hiernaast de verdeling naar mannen en vrouwen van het ziekteverzuim in de afgelopen 5 jaar.
3.2.
ICT-beleidsplan 2007-2009
Eind 2007 is een begin gemaakt met de samenvoeging van de afdelingen ICT en IV. Per 1 januari 2008 zijn deze afdelingen samen verder gegaan onder de nieuwe vlag van IVT. In de loop van 2008 zijn alle sleutelfuncties binnen de afdeling ingevuld. Waar de nadruk van 2008 lag op het optimaliseren van de "vraag"-kant (het positioneren van de accountmanagers) en optimaliseren van de DIV-functie. Lag in 2009 de nadruk op het optimaliseren van de interne bedrijfsvoering, sfeer en beleving en borging van processen. In 2010 zal hier verder aan gewerkt worden. ICT-beleidsplan 2007-2009 In het voorjaar van 2007 is het Strategisch ICT beleid 2007-2009 goedgekeurd door Statencommissie Bestuur en Financiën en daarmee het meerjarenprogramma Grondig. Daarbij is afgesproken dat er ieder jaar een informatieplan komt met de starten projecten voor dat jaar. Voor 2009 worden in het Grondig informatieplan projecten genoemd die doorlopen vanuit 2008 en nieuw te starten projecten. Uitgangspunten voor het de projecten 2009 zijn te verdelen in vier categorieën, te weten: 1. Basics op orde houden 2. Efficiency 3. Transparantie 4. Klantgerichtheid De besturing vind plaats vanuit het programma Bedrijfsvoering en programma ICT overig. Wat tezamen wordt gerapporteerd aan het MT-Bedrijfsvoering.
Bedrijfsvoering
285
3.3.
Facilitaire dienstverlening
De afdeling Facilitaire Zaken ondersteunt de medewerkers in het provinciehuis onder meer door optimale levering van facilitaire producten en diensten, binnen de randvoorwaarden van financiën, personele bezetting en afgesproken kwaliteit. Klanttevredenheid Om de producten en diensten zoveel mogelijk af te stemmen op de wensen van de medewerkers wordt om de twee jaar een klanttevredenheidsonderzoek gehouden. Het in september 2009 gehouden klanttevredenheidsonderzoek van FZ levert een gemiddelde score op van het cijfer 7,31 over alle vragen. Vergeleken met de landelijke benchmarkgegevens van het onderzoeksbureau is dit hoog. Het landelijke gemiddelde is 6,98. Inkoopfunctie In de VJN 2009 is de geplande inkoopbezuiniging van € 1,5 miljoen geëffectueerd. In overleg met de betrokken afdelingshoofden en F&C zijn de beïnvloedbare afdelingsbudgetten gekort. De totale bezuiniging moet in 4 jaar, van 2008 tot en met 2011, worden gerealiseerd. Basisrenovatie+ De aangekondigde bezuinigingen hebben er toe geleid dat het plan Renovatie+ zoals dat is vastgesteld door Provinciale Staten in het voorjaar van 2009, niet onverkort kan worden uitgevoerd. Portefeuillehouder Rudi Slager, de stuurgroep en het MT hebben gekeken wat in het licht van de bezuinigingen realiseerbaar is. Dit heeft geleid tot een aangepast scenario onder de naam Basisrenovatie+. Met deze versoberde uitvoering dalen de investeringskosten van € 13,9 miljoen naar € 11,5 miljoen.
3.4.
Financiën & Control
3.4.1. Rechtmatigheidtoets Provinciale Staten zijn met ingang van 2004 verplicht in het kader van de controle op de jaarrekening naast een toets op de getrouwheid ook een toets op de rechtmatigheid uit te laten voeren. Uitgangspunt hierbij is dat de accountant alleen de financiële rechtmatigheid toetst, waarbij naleving van het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het M&O-criterium (Misbruik en Oneigenlijk gebruik) centraal staat. Sinds de invoering van de rechtmatigheidtoets zijn alle provinciale rekeningen door de accountant voorzien van een goedkeurende verklaring met betrekking tot de financiële rechtmatigheid. Tijdens het rechtmatigheidonderzoek over 2009 is opnieuw veel energie gestoken in de controle van de naleving van de relevante wet- en regelgeving om het resultaat van een goedkeurende accountantsverklaring te bereiken. Het spreekt voor zich dat wij deze lijn in de toekomst zullen blijven continueren. De risico’s op onrechtmatig handelen doen zich vooral voor bij de naleving van de interne en externe regelgeving. Hierop hebben wij in 2009 bij de uitvoering van activiteiten dan ook de nadruk gelegd. Samengevat zijn de volgende activiteiten in 2009 verricht: 1. Begrotingscriterium: Wij hebben het systeem van budgettering getoetst en hebben in de voorliggende jaarrekening overschrijdingen c.q. onderbestedingen adequaat toegelicht. 2. Voorwaardencriterium: In 2009 hebben wij alle externe en interne regels geactualiseerd en voorzien van een risicoanalyse. De hierbij behorende beheersmaatregelen hebben wij door middel van interne audits getoetst. In zijn algemeenheid kunnen wij vaststellen dat wij ons aan de regels houden. Opgemerkt wordt dat wij bij het opstellen van nieuwe verordeningen voor zover mogelijk rekening zullen houden met zogenaamde hardheidsclausules. Hiermee wordt voorkomen dat wij verstrikt raken in een al te stringente toepassing van regels. 3. Misbruik & Oneigenlijk gebruikcriterium: Het M&O-beleid hebben wij neergelegd in een reeks van verschillende verordeningen c.a.
286
Bedrijfsvoering
Wij zijn van mening dan wij met behulp van die verordeningen een toereikend M&O-beleid voeren. Wij hebben in 2009 het M&O-beleid getoetst en vastgesteld dat wij ons houden aan het vastgesteld beleid. Concluderend kan worden gesteld dat wij wederom in 2009 een goedkeurende accountantsverklaring van de accountant hebben gekregen. Wij zullen op een goede wijze blijven werken aan het onderwerp rechtmatigheid. In 2010 zullen wij samen met onze accountant de huidige werkwijze en opzet van de rechtmatigheid evalueren. De resultaten hiervan worden in de zomer van 2010 verwacht.
3.4.2. Doelmatigheid/Doeltreffendheid Op basis van de Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid toetsen wij jaarlijks de doelmatigheid en doeltreffendheid van één of meerdere beleidsprogramma's, waarbij in ieder geval elk beleidsprogramma eens in de acht jaar onderzocht wordt. Het onderzoek richt zich met name op specifieke onderwerpen uit de beleidsprogramma's en niet op de volledige beleidsprogramma's. In 2009 zijn de onderwerpen Provincie-ring/ ICT-Glasvezel en Glastuinbouw Eemsmond van het programma Ondernemend Groningen onderzocht. De resultaten zijn in 2010 aan de Staten gepresenteerd. De ervaring leert dat het uitvoeren van de onderzoeken inclusief het opstellen van de onderzoeksrapporten een kostbaar en tijdrovend proces is, waarbij de vraag kan worden opgeworpen of de ingezette middelen wel in een juiste verhouding staan tot het uiteindelijke resultaat. Wij zijn van mening dat het verstandig is om een provinciebrede benchmark te verrichten naar de wijze waarop aan de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid invulling wordt gegeven. De uitkomsten van deze benchmark zullen worden gebruikt om te bepalen op welke wijze de onderzoeken efficiënter kunnen worden uitgevoerd. De onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het Programma Bereikbaar Groningen en van het programma Gebiedsgericht zullen uitgevoerd worden, nadat de uitkomsten van de benchmark bekend zijn. Wij verwachten u voor de zomer te kunnen informeren over onze resultaten ten aanzien van de benchmark.
3.4.3. Single Information Single Audit Jaarlijks leggen wij verantwoording af richting het Rijk over een aantal specifieke uitkeringen middels de bijlage SISA. In de jaarrekening 2009 worden de volgende specifieke uitkeringen middels SISA verantwoord: • Actieplan Cultuurbereik 2005-2008; • Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving; • Uitkering Marsrouteplan bibliotheken en Vernieuwingsimpuls middelen; • Bodemsanering; • Programma Externe Veiligheid; • Subsidieregeling aanpak zwerfafval; • Tenderregeling Energiebesparing Lagere Inkomens; • Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV); • BDU Verkeer en Vervoer • Convenant Hoofdkanalen; • Regionale Mobiliteitsfondsen; • Regionale Mobiliteitsfondsen RSP; • Leren voor duurzame ontwikkeling; • Doeluitkering Jeugdhulpverlening; • Breedtesportimpuls. Naast onze eigen verantwoording richting het Rijk met behulp van SISA wordt met ingang van de jaarrekening 2008 door gemeenten met betrekking tot 4 regelingen (doorsluissubsidies) verantwoording afgelegd richting de provincie middels de SISA-bijlage van de gemeenten.
Bedrijfsvoering
287
3.5.
Wat mag het kosten?
In tabel 2 zijn de lasten en baten opgenomen die aan de paragraaf Bedrijfsvoering zijn verbonden. Tabel 2. Lasten en baten paragraaf Bedrijfsvoering (externe productgroepen) (bedragen x € 1.000) Omschrijving
LASTEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd b edrag 2008
gerealiseerd bedrag 2009
BEDRIJFSVOERING Totaal
4.085.335
4.562.540
13.037.071
Voorzieningen personeel Diensten voor derden
210.193 3.647.335
1.984.612 2.398.763
8.975.712 3.289.207
177.232 50.575
179.165
181.610 590.542
4.562.540
13.037.071
Verhuur gebouwen Div erse baten en lasten Apparaatskosten
-
Totaal bedrijfsvoering
4.085.335
Omschrijving
gerealiseerd b edrag 2008
BATEN geraamd b edrag 2009 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2009
BEDRIJFSVOERING Totaal Voorzieningen personeel
3.057.803 25.743
2.159.242 13.600
3.495.023 24.126
Diensten voor derden Verhuur gebouwen
2.971.020 52.879
2.089.342 56.300
2.675.869 53.122
Div erse baten en lasten
8.160
741.906
Apparaatskosten 3.057.803 1.027.532 4.085.335
Nadelig slo t bestuur Totaal bedrijfsvoering
2.159.242 2.403.298 4.562.540
3.495.023 9.542.048 13.037.071
Toelichting Het betreft hier alleen de lasten en baten van een viertal externe productgroepen. De overige lasten, worden via de verdeling van de apparaatskosten aan de diverse programma's toegerekend en komen daar tot uitdrukking.
288
Bedrijfsvoering
4.
Lokale heffingen
4.1.
Inleiding
De paragraaf lokale heffingen besteedt aandacht aan: a. De gerealiseerde versus de geraamde inkomsten opcentenheffing motorrijtuigenbelasting en leges; b. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; c. Een aanduiding van de lokale lastendruk; d. Een overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen. Er wordt geen aandacht besteed aan het kwijtscheldingsbeleid, aangezien dit verder niet van toepassing is op de provinciale belastingen en heffingen. Tabel 4: Inkomsten lokale heffingen (bedragen x € 1.000) Omschrijving Opcenten mrb Leges en andere heffingen Totaal
4.2.
realisatie 2008 43.374 461 43.835
raming 2009 44.696 558 45.254
realisatie 2009 44.873 560 45.433
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
Opcenten motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. De provincie dient zelf te bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit (verschil wettelijk maximum-provinciaal opcentenniveau) wil benutten. De ingangsdatum van tariefaanpassing is wettelijk bepaald op 1 april. In de tariefstelling wordt rekening gehouden met het toepassen van de inflatiecorrectie en de groei van het wagenpark. Leges De provincie heft voor diverse diensten leges en legt voor het gebruik van haar bezittingen precariobelasting op. In de wijziging van de Legesverordening provincie Groningen 1993 (Statenbesluit van 5 november 2008, nr. B.4) zijn de belastbare feiten, alsmede de tarieven per 1 januari 2009 opgenomen. Om de waardevastheid van de huidige tarieven intact te houden, zijn de tarieven voor 2009 in principe trendmatig verhoogd met het inflatiecorrectiepercentage zoals in de begroting wordt 3 gehanteerd (2009: + 4,99% ). De verhoging van de legestarieven is wenselijk met het oog op consistentie in de begroting, waarin sprake is van een trendmatige verhoging van de uitgavenbudgetten enerzijds en van de inkomsten uit leges anderzijds.
4.3.
Lokale lastendruk
Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de lokale lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijke lastendruk. Hierbij is voornamelijk de hoogte van de opcentenheffing van toepassing. Zoals eerder vermeld, stelt het Rijk jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Vanaf 1 april 2009 bedroeg het maximum 111,9 opcenten. Wij hebben ons eigen tarief per 1 april 2009 verhoogd tot 79,1 opcenten. Deze verhoging is gebaseerd op de gebruikelijke indexering. Op de ranglijst van duurste provincies van Nederland, neemt de provincie Groningen op 1 april 2009 de zesde plaats in. De gemiddelde automobilist in onze provincie betaalde in 2009 per voertuig ongeveer € 174 aan provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting. Deze berekening is gebaseerd op de gewichtsverdeling per ultimo 2009. Onderstaand overzicht toont de ontwikkeling van ons tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde en het maximaal toegestane tarief en verder het stijgingspercentage in 2008 en 2009 van deze grootheden. Alhoewel het maximumtarief per 1 april 2009 met 3,7% steeg wil dat niet zeggen dat de tarieven van de provincies in 2009 niet meer mochten stijgen dan dit percentage. De enige begrenzing zit namelijk in de absolute hoogte van het maximum aantal opcenten (2008: 107,9 opcenten en 2009: 111,9 opcenten). 3
Inclusief een nacalculatie van + 0,37% over 2008. De cijfers zijn gebaseerd op ramingen/prognoses uit het het Centraal economisch Plan 2008.
Lokale heffingen
289
De stijging van ons tarief per 1 april 2009 (+ 1,7%) lag onder de landelijke ontwikkeling (+ 2,3%). Tabel 5. Ontwikkeling opcenten Motorrijtuigenbelasting in de jaren 2008 en 2009 realisatie raming realisatie 2008 2009 2009 provincie Groningen landelijk gemiddelde provincie Groningen als % van landelijk gemiddelde
77,8 75,9 102,5
79,1 77,2 102,4
79,1 77,6 101,9
wettelijk maximum (landelijk) provincie Groningen als % van wettelijk maximum
107,9 72,1
111,9 70,7
111,9 70,7
stijgingspercentages tarieven per 1 april
realisatie raming realisatie 2008 2009 2009
provincie Groningen landelijk gemiddelde wettelijk maximum
0,8 4,6 2,8
1,7 1,8 3,7
1,7 2,3 3,7
In tabel 6 laten we zien in welke mate de verschillende provincies in 2009 gebruik hebben gemaakt van hun maximale belastingcapaciteit. Uit die vergelijking blijkt dat Groningen evenals Fryslân, Drenthe, Gelderland, Zuid-Holland en Limburg een meer dan gemiddeld gebruik maakt van de belastingcapaciteit. De provincie Noord-Holland heeft zowel absoluut en procentueel de grootste vrije zoom (= onbenutte belastingcapaciteit). Tabel 6. Belastingcapaciteit en vrije zoom opcenten motorrijtuigenbelasting in 2009 Provincie
Maximale belastingcapaciteit 2009
in %
Belastingopbrengst 2009
in %
Vrije zoom 2009
in %
Belastingopbrengst als % van de belastingcapaciteit 4
Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal
4
63.172.112,28 3,18% 44.872.706,66 3,20% 18.299.405,62 3,13% 75.889.735,02 3,82% 54.744.623,88 3,91% 21.145.111,14 3,62% 61.451.661,80 3,09% 44.703.451,58 3,19% 16.748.210,22 2,86% 132.475.505,17 6,67% 93.264.428,08 6,66% 39.211.077,09 6,70% 234.264.370,39 11,80% 174.008.363,77 12,42% 60.256.006,62 10,30% 161.885.738,24 8,15% 105.977.498,44 7,57% 55.908.239,80 9,56% 311.617.202,46 15,69% 187.981.883,49 13,42% 123.635.318,97 21,14% 369.383.684,99 18,60% 313.759.631,18 22,40% 55.624.053,81 9,51% 47.600.685,42 2,40% 29.745.063,26 2,12% 17.855.622,16 3,05% 324.153.519,23 16,32% 209.282.163,68 14,94% 114.871.355,55 19,64% 131.641.867,65 6,63% 96.624.418,71 6,90% 35.017.448,94 5,99% 72.135.269,86 3,63% 45.889.479,46 3,28% 26.245.790,40 4,49% 1.985.671.352,51 100,00% 1.400.853.712,19 100,00% 584.817.640,32 100,00%
Het percentage voor de provincie Groningen (71,03%, zie tabel 6) wijkt af van het percentage dat het tarief van de provincie Groningen in 2009 uitmaakt van het maximum tarief (70,7%, zie tabel 5) omdat bij de cijfers in tabel 6 ook de samenstelling van het voertuigenpark een rol speelt.
290
Lokale heffingen
71,03% 72,14% 72,75% 70,40% 74,28% 65,46% 60,32% 84,94% 62,49% 64,56% 73,40% 63,62% 70,55%
4.4.
Overige heffingen
Bij dit onderdeel gaat het onder meer om de volgende leges en heffingen: • Leges Vaarwegenreglement; • Leges Grondwater; • Leges Ontgrondingen; • Haven- en kadegelden; • Liggeldverordening Oude Eemskanaal; • Grondwaterheffing; • Ontgrondingenheffing; • Heffing nazorg stortplaatsen. Jaarlijks worden de legestarieven aangepast met een trendmatige verhoging. In bij de legesverordening 1993 behorende tarieventabel worden deze aanpassingen jaarlijks vastgelegd. De haven - en kadegelden zijn gebaseerd op het Havengeldreglement Delfzijl en het Kade- en Havengeldreglement Groningen. Deze zijn voor het laatst gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 5 juli 2006, nr. B.1 (voordracht nr. 8/2006). Per 1 oktober 2009 is de Liggeldverordening Oude Eemskanaal van kracht geworden. Voor het innemen van een ligplaats wordt liggeld geheven naar het tarief, zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende en hiervan deeluitmakende tarieventabel: a. tot 1 januari 2011 zal het huidige tarief (€ 4,90 per schip per drie weken) worden gecontinueerd; b. vanaf 1 januari 2011 zal het liggeldtarief elk half jaar worden verhoogd met € 0,05. Deze tarieven zijn vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 23 september 2009, nr. A.3 (voordrachten 18/2009 en 18a/2009). In de Verordening op het instellen en invorderen van de grondwaterheffing is het tarief per 1 januari 2010 gehandhaafd op 1,11 eurocent per kubieke meter onttrokken grondwater (zie besluit van Provinciale Staten van 16 december 2009, nummer B.6, voordracht nr. 34/2009). Met ingang van 1 augustus 2003 is Heffingsverordening ontgrondingen Groningen 2003 van kracht geworden. Deze is voor het laatst gewijzigd op 26 september 2007 (voordracht nr. 15/2007). De heffing is gewijzigd in die zin dat (deel)heffingen voor de bekostiging van planning en onderzoek en van compenserende maatregelen met ingang van 2007 vervallen en dat een nieuwe heffing wordt ingevoerd voor de bekostiging van onderzoek naar het verband tussen een ontgronding en schade aan onroerende zaken en de bepaling van de omvang van de schade. In onze voordracht tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van de nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Groningen is het tarief voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen genoemd in artikel 7 van deze verordening vastgesteld voor het jaar 2010. Ook is de nazorgheffing voor baggerspeciedepots opnieuw vastgesteld. Voor de provinciale depots Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending is de heffing definitief vastgesteld. Dit besluit is op 16 december 2009 onder nummer B.5 (voordracht nr. 31/2009) door Provinciale Staten vastgesteld. De baten uit leges en andere heffingen zijn in de rekening verwerkt bij de diverse programma's.
Lokale heffingen
291
292
Lokale heffingen
5.
Onderhoud kapitaalgoederen
5.1. Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen De provincie is eigenaar van 602 km weg, 11 km parallelweg, 245 km fietspad, 150 km vaarweg met de daarbij behorende bruggen, viaducten, tunnels, sluizen, verkeersregelinstallaties, beplanting, bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten. In het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen 2009-2011, vastgesteld door Provinciale Staten in 2009 is vastgelegd op welke wijze het beheer en onderhoud van de wegen en vaarwegen in de contractperiode plaatsvindt. In het rapport "Managementcontract Beheer Wegen en Kanalen, contract 2009-2011" hebben wij alle producten beschreven die de afdelingen Wegbeheer, Kanaalbeheer en Staal Elektro en Materieel dienen te leveren. Voor elk product hebben wij kwalitatief en waar mogelijk kwantitatief invulling gegeven aan het kwaliteitsniveau "sober en doelmatig". In situaties met achterstallig onderhoud is ons uitgangspunt dat de onderhoudsachterstand in ieder geval niet verder oploopt en dat geen ontoelaatbare situaties ontstaan. In incidentele gevallen verbeteren wij de onderhoudstoestand. De invulling van het kwaliteitsniveau is in lijn met het voorgaande managementcontract, waarvan Twijnstra Gudde in 2002 in een externe toetsing hebben geconstateerd dat op hoogwaardige, professionele, beheerste en efficiënte wijze invulling wordt gegeven aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen met betrekking tot beheer en instandhouding van wegen en kanalen op basis van de criteria soberheid en doelmatigheid. De middelen voor beheer en onderhoud zijn opgenomen in het programma Bereikbaar Groningen. Het betreft de volgende productgroepen: • 3102 t.b.v. onderhoud en beheer van wegen en fietspaden • 3302 t.b.v. onderhoud en beheer van hoofdvaarwegen • 3303 t.b.v. onderhoud en beheer van overige vaarwegen • 3304 t.b.v. onderhoud en beheer van de schutsluis Lauwersoog Lasten beheer en onderhoud, exclusief toegerekende rente en apparaatskosten (bedragen x € 1.000) 2009 2010 2011 2012 Wegen: 3102 Wegen en fietspaden 9.630 8.338 8.533 8.659 Waterwegen: 3302 Hoofdvaarwegen 3.624 3.149 3.139 3.120 3303 Overige vaarwegen 2.486 2.395 2.475 2.552 3304 Lauwersoog 117 142 146 150
2013 8.906 3.098 2.640 155
5.2. Huisvesting Provinciehuis De afdeling Facilitaire Zaken onderhoudt de gebouwen en de technische installaties van het provinciehuis. Hierbij wordt voldaan aan de NEN- en ARBO-normen. In afwachting van de besluitvorming over het project Renovatie+ is de afdeling FZ de afgelopen jaren terughoudend geweest met het uitvoeren van onderhoud aan het gebouw Sint Jansstraat 4 (SJ4). De aangekondigde bezuinigingen hebben er toe geleid dat het plan Renovatie+ zoals dat is vastgesteld door Provinciale Staten in het voorjaar van 2009, niet onverkort kan worden uitgevoerd. Gekeken is wat in het licht van de bezuinigingen realiseerbaar is. Dit heeft geleid tot een door GS vastgesteld aangepast scenario onder de naam Basisrenovatie+. Met deze versoberde uitvoering dalen de investeringskosten van € 13,9 miljoen naar € 11,5 miljoen. Basisrenovatie+ Binnen Basisrenovatie+ wordt het noodzakelijke groot onderhoud aan de binnenzijde van het gebouw (SJ4) aangepakt. Daarnaast worden maatregelen getroffen om het binnenklimaat te verbeteren en maatregelen die gericht zijn op duurzaamheid en energiebesparing. Ten aanzien van de kantoorruimtes zal voor het overgrote deel het huidige werkplekconcept gehandhaafd blijven.
Onderhoud kapitaalgoederen
293
Om enigszins flexibel te kunnen inspelen op de diverse behoefte aan werk- en overlegplekken en om een bijzonder accent aan het gebouw te geven wordt er een multifunctioneel vergadercentrum en een multifunctioneel restaurant gerealiseerd: een centraal gebied waar je kunt vergaderen, werken, bezoekers kunt ontvangen of elkaar even informeel kunt ontmoeten. Ten slotte wordt de toegangscontrole verbeterd in combinatie met een professionele ontvangstruimte voor bezoekers. Meerjarenperspectief groot onderhoud gebouwen provinciehuis
Basisrenovatie+ gebouw SJ4: - bouwkundig - technische installaties - inrichting en honoraria - verhuiskosten totaal renovatie Overig groot onderhoud: - bouwkundig - technische installaties - inrichting totaal overig groot onderhoud Renovatie gebouw SJ4 Overig groot onderhoud Totaal renovatie en overig groot onderhoud
bedragen x € 1.000 2011 2012 2013
2009
2010
0 33 26 0 59
34 315 234 17 600
144 1.312 973 70 2.500
328 2.992 2.220 161 5.700
157 1.400 1.040 77 2.675
235 489 4 728
236 421 0 657
749 315 0 1.064
161 364 0 525
193 335 0 528
59 728
600 657
2.500 1.064
5.700 525
2.675 528
788
1.257
3.564
6.225
3.203
Het totale investeringsbedrag voor Basisrenovatie+ bedraagt € 11.534.753. De afdeling FZ levert € 239.000 in van het beschikbare budget voor onderhoud. Dit bedrag is inclusief de werkplekfinanciering (€ 50.000) welke bij de VJN2008 structureel beschikbaar is gesteld. Huisvesting beheerafdelingen Het onderhoud van bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten gebeurt op basis van periodieke inspecties. Het betreft 3 steunpunten voor wegbeheer, het steunpunt voor de waterbouwkundige onderhoudsploeg, een deurenloods, de werkplaats van de afdeling SEM, 7 steunpunten voor de muskusrattenbestrijding, 6 centrale bedieningsgebouwen en enkele kleinere bedieningsgebouwtjes. De onderhoudstoestand is voldoende, mede dank zij het uitvoeren van groot onderhoud en het vervangen van een steunpunt voor de muskusrattenbestrijding. De verplaatsing van het steunpunt van de WOP nabij Ruischerbrug (binnen het gebied van Meerstad) is vertraagd. Naast een locatie aan het Winschoterdiep bij Waterhuizen worden ook andere mogelijke vestigingslocaties onderzocht. Voor de jaren 2010 tot en met 2013 is jaarlijks € 105.000 ingepland voor schilderwerk, vervanging technische installaties en overige groot onderhoud werkzaamheden die op dit moment nog niet zijn in te plannen. De gemeente Groningen heeft bouwontwikkelingsplannen m.b.t. de Reitdiepzone. Mogelijkerwijs zal ons wegensteunpunt in Groningen verplaatst moeten worden als gevolg van deze plannen. Welke consequenties dit heeft en welke tijdplanning deze ontwikkelingsplannen hebben is op dit moment nog niet goed in te schatten.
294
Onderhoud kapitaalgoederen
5.3. ICT De afdeling IVT exploiteert en beheert ICT-objecten. In onderstaande tabel wordt aangegeven binnen welke termijnen de objecten vervangen dienen te worden:
PC - Standaard PC - Grafisch Laptops Monitor Vaste Telefoon BlackBerry Mobiele telefoon WDV-Plotter Scanners (DIV) Telefooncentrale Tokens SAN Servers DL580's CoreRouters Switches Core Firewall Proxy server Routers edge Back-upsysteem Archiveringssysteem
Aanwezig aantal 941 153 124 1325 941 180 358 1 2 1 650 1 16 4 40 1 2 20 1 1
Afschrijvingstermijn 4 jaar 4 jaar 4 jaar 4 jaar 15 jaar 3 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 5 3 5 4 5 4 3 3 3 4 5
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
In 2009 zijn er ten behoeve van de reguliere vervanging ongeveer 250 systeemkasten en monitoren aangeschaft. Verder zo'n 200 mobiele telefoons waaronder blackberry's en robuustere toestellen. Op het gebied van de netwerkinfrastructuur zijn er ter vervanging 4 servers aangeschaft evenals ongeveer 250 tokens.
Onderhoud kapitaalgoederen
295
296
Onderhoud kapitaalgoederen
6.
Grondbeleid
Het grondbeleid richt zich op de markt waar de grond wordt gekocht, geëxploiteerd, ontwikkeld en verkocht. Het grondbeleid gaat onder meer over verwerving van grond, grondexploitatie, kostenverhaal, voorkeursrecht, onteigening, grondprijsbeleid en particulier opdrachtgeverschap. Instrumenten voor grondverwerving zetten wij op dit moment vooral in voor provinciale infrastructuur (wegen en kanalen), natuurbeleid (EHS) en wateropgaven (waterberging). Grondverwerving voor provinciale infrastructuur vindt plaats vanuit de eigen organisatie, grondverwerving voor natuur, water, gebiedsontwikkeling verloopt vooral via het Bureau Beheer Landbouwgronden van de Dienst Landelijk Gebied (DLG/BBL). Dit zijn de taakgebonden opgaven met een duidelijk omschreven doelstelling. Om de aanleg van waterbergingsgebieden te realiseren nemen we steeds vaker grondposities in. Hierbij schatten wij het risico (in verband met de grondprijsontwikkeling) in op € 150.000 tot € 350.000. Daarnaast is de provincie betrokken bij majeure projecten, zoals Blauwestad, Meerstad en glastuinbouw bij de Eemshaven, waarbij grondverwerving ook een rol speelt. Ook voeren wij incidenteel actief grondbeleid voor de realisatie van groene en blauwe projecten, dit vooral via DLG/BBL. We hebben grote ambities om de regionale ruimtelijke opgaven te realiseren. Wij willen hiertoe meer sturing op de uitvoering van deze opgaven en daarbij een ondernemende rol spelen. Door sneller en actiever op de grondmarkt te opereren kunnen we meer invloed uitoefenen op regionale ruimtelijke projecten. Voor toekomstige ontwikkelprojecten is het daarom wenselijk dat er ruime mogelijkheden zijn om vroegtijdig gronden te verwerven, vooral om voldoende sturing op projecten te houden en om niet te afhankelijk te zijn van private partijen. Er komen in de komende jaren in onze provincie verschillende grotere projecten waar de provincie een rol in kan spelen, ook op het gebied van grondbeleid. Hierbij speelt natuurlijk de actuele discussie over de rolopvatting van de provincie en de sturingsfilosofie in het kader van de nieuwe Wro en het nieuwe POP. Kort gezegd zien wij op korte termijn behoefte om het huidige grondbeleid beter te organiseren, beter intern af te stemmen en transparanter te maken, en om op enkele terreinen ook ruimere mogelijkheden te geven voor vroegtijdige grondverwerving. Maar dit hoeft op korte termijn niet te leiden tot een grootschalige aanpassing van onze organisatie, bijvoorbeeld door oprichting van een grondbedrijf. We moeten daarbij ook rekening houden met nog lopende discussies, met name over de toekomstige positie van DLG/BBL en de provinciale rolopvatting. Wel wordt begonnen worden met een betere afstemming en coördinatie, verbetering van verslaglegging en registratie. In het POP hebben wij in hoofdlijnen aangegeven voor welke projecten wij een ondernemende en ontwikkelende rol willen vervullen waarbij actief grondbeleid een rol kan spelen. Wat wilden we bereiken? Het beoogde maatschappelijke effect: • Betere en snellere uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingsopgaven. Relevante beleidsnota's/informatie: • Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied (PMJP 2006); • Handelingskader grondverwerving ILG (2006); • Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013. • Statenbesluit nr. 45/2008 inzake ophoging financieringskrediet Blauwestad; Voor het begrotingsjaar 2009 golden de volgende prioriteiten, kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen en activiteiten. Prioriteiten
Kwalitatieve doelstelling
Kwantitatieve Activiteiten 2009 doelstelling
Actief grondbeleid operationeel
Snellere en slagvaardige realisatie en sturing van ruimtelijke ontwikkelingsopgaven
• •
Grondbeleid
Vaststelling beleidsnota en reglementen voor grondbeleid Inrichting uitvoeringsorganisatie grondbeleid
297
Realisatie 2009: Het was de intentie om in 2009 een kadernota voor grondbeleid te presenteren. Met de vaststelling van de kadernota zou een beleidskader geschapen zijn, dat uitgewerkt kan worden tot uitvoeringsgericht beleid en de daarbij behorende regelingen en verordeningen. Door interne prioritering van werkzaamheden (mede in verband met de ontwikkelingen rond Blauwestad) is de planning voor het opleveren van de nota Grondbeleid verschoven naar 2010. Blauwestad In 2009 hebben in het project Blauwestad belangrijke ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van grondbeleid. Provinciale Staten hebben op 16 december 2009 ingestemd met de ontbinding van de Overeenkomst Blauwe Stad (OBS) en met de Vaststellingsovereenkomst tussen provincie en de private partijen in dit project. Onderdeel van deze beëindiging van de publiek-private samenwerking betrof het (terug)leveren van de private partij naar de provincie van: 1. de bouwkavels van de Ontwikkelingsmaatschappij (ca. 333.000 m2) 2. de bouwkavels van de Opstal BV (ca. 19.300 m2) 3. het Multi Functioneel Centrum met ondergrond, inclusief de totale inventaris; 4. de modelwoning, gelegen in deelplan Het Riet; 5. de door de Blauwestad C.V. danwel in haar opdracht uitgevoerde infrastructuur, marketing, planologische en stedenbouwkundige plannen e.d.. Tegenover de (terug)levering heeft de Provincie van haar kant voor de waarde van de bouwkavels van de Opstal BV, reeds gedane investeringen in infrastructuur, marketing, planologische en stedenbouwkundige plannen t.b.v. de bouwkavels, het Multi Functioneel Centrum en de Modelwoning, aan de C.V. / B.V. een bedrag van in totaal € 13.720.000 (exclusief eventuele BTW, verrekenbaar) voldaan. Daarnaast heeft de Provincie aan de private partij Koop Holding Europe (KHE) een overbruggingskrediet ter beschikking gesteld van € 3.100.000, tegen marktconforme rente, af te lossen in vijf termijnen die steeds gelijk zijn, voor het eerst in 2010. KHE heeft daarbij ter zekerstelling een bankgarantie verstrekt. Op grond van de publieke begroting en exploitatie, en de begroting van de private partij is door de Provincie een nieuwe (grond)exploitatie voor het project Blauwestad gemaakt. Hoofdonderdelen van deze exploitatie zijn de ramingen van de kosten voor de nog aan te leggen infrastructuur en de organisatiekosten. De door de private partij begrote kosten voor met name het bouw- en woonrijp maken inclusief nog aan te leggen infrastructuur zijn gecontroleerd bij de extern adviseur van het project Blauwestad. Op grond van het feit dat de meeste kosten voor verwerving, aanleg van het meer en de gerealiseerde infrastructuur reeds zijn gemaakt, zal dit onderdeel van de exploitatie geen grote onzekerheden met zich meebrengen. De organisatiekosten worden enerzijds bepaald door de omvang van de organisatie, anderzijds vooral door de looptijd van het project. De Provincie zal -in afstemming met de nieuwe gemeente Oldambtzorgdragen dat de omvang van de organisatie is afgestemd op de uit te voeren taken en op een realistische verkoopsnelheid. De looptijd van het project is op dit moment moeilijker in te schatten, maar wordt door ons, uitgaande van een kavelverkoop van gemiddeld 30 kavels per jaar vanaf 2012, geraamd op circa 40 jaar. Het is echter onze ambitie om ervoor te zorgen dat het project sneller wordt uitgevoerd en de looptijd wordt verkort. Naast een jaarlijkse actualisatie is een regelmatige evaluatie (eens per 5 jaar) van de grondexploitatie derhalve noodzakelijk.
298
Grondbeleid
7.
Verbonden partijen
Verbonden partijen zijn (conform het BBV) privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties, waarin de provincie zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij. Ook is sprake van een financieel belang als financiële problemen bij een verbonden partij op de provincie kunnen worden verhaald. In de volgende paragrafen worden de verbonden partijen van de provincie Groningen gegroepeerd per programma weergegeven. De verbonden partijen voeren een beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren of vanuit andere, ook beleidsmatige overwegingen, hebben Provinciale Staten indertijd besloten deel te nemen aan de verbonden partij. De doelstellingen van de verbonden partijen corresponderen met die van de provincie of via de verbonden partijen worden de doelstellingen van de provincie gerealiseerd.
7.1.
Leven en Wonen in Groningen
7.1.1. Essent Medio 2008 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van Essent besloten dat na de effectuering van de splitsing van de bestaande holding, het commerciële bedrijf van Essent aansluiting zou zoeken bij een buitenlands energiebedrijf. In vervolg op dit besluit is in de tweede helft van 2008 op basis van vooraf geformuleerde criteria, door bestuur, commissarissen en aandeelhouders-commissie van Essent, een zoektocht gestart naar een geschikte buitenlandse partner voor dat bedrijf. Begin januari 2009 is in dat verband besloten de aandeelhouders voor te stellen dat het produktie- en leveringsbedrijf van Essent wordt overgenomen door het Duitse energiebedrijf RWE. Min of meer gelijktijdig is een concreet splitsingsplan voor de bestaande holding Essent opgesteld, op basis waarvan de verplichte afsplitsing van het netwerkbedrijf daadwerkelijk gestalte zou kunnen krijgen. Na de bekendmaking van de genoemde plannen is direct gestart met de verdere uitwerking daarvan en met verschillende goedkeuringstrajecten die moesten worden doorlopen voor de closing van de voorgenomen transactie met RWE. Het ging daarbij o.a. om de goedkeuring van het splitsingsplan Essent door de minister van EZ, de goedkeuring van een aantal nieuwe deelnemingen van de provinciale aandeelhouders van Essent door de minister van BZK en om de goedkeuring door de Europese mededingingsautoriteiten van de overname van het produktie- en leveringsbedrijf van Essent door RWE. Gelijktijdig is gewerkt aan de financiële, organisatorische en bestuurlijke inrichting van het netwerk-bedrijf van Essent, waarvan de aandelen zijn overgedragen aan de voormalige aandeelhouders van Essent NV. Omdat daarnaast in mei 2009 om markttechnische redenen is besloten vooralsnog niet over te gaan tot verkoop van het milieubedrijf van Essent, moest ook dat bedrijf worden afgesplitst van de bestaande holding en worden overgedragen aan de voormalige aandeelhouders van Essent NV. Vanwege de voorlopige uitkomst van een juridische procedure terzake, is in september 2009 tenslotte besloten tot een carve out van het belang van Essent in het elektriciteitsproduktiebedrijf EPZ. Na onderbrenging van dat belang in een daartoe opgerichte, afzonderlijke houdstermaatschappij, is deze eveneens overgedragen aan de voormalige aandeelhouders van Essent. De daadwerkelijke, notariële closing van de verkooptransactie van Essent en RWE, waarbij de volledige eigendom van het produktie- en leveringsbedrijf van Essent is overgegaan naar RWE, heeft vervolgens plaatsgevonden op 30 september 2009. De ex-aandeelhouders van Essent zijn daarbij directe aandeelhouders geworden van de drie niet verkochte bedrijfsonderdelen van de voormalige holding Essent i.c. het netwerkbedrijf (Enexis), het milieubedrijf (Attero) en het EPZ-belang (PBE/ERH). Enkele specifieke belangen en risico's i.v.m. de closing van de verkooptransactie van Essent en RWE, zijn bij de genoemde datum ondergebracht in vier zogenaamde 'special purpose'-vennootschappen, die sindsdien zijn belast met de behartiging van die belangen en risico's. Ook van deze vennootschappen zijn de exaandeelhouders van Essent, bij de genoemde closingsdatum de directe aandeelhouders geworden. In elk van de in totaal zeven, hiervoor genoemde nieuwe vennootschappen, heeft de provincie Groningen een aandelenbelang van ca. 6 % en is zij tevens vertegenwoordigd in de betreffende Aandeelhouderscommissie.
Verbonden Partijen
299
7.1.2. Groningen Seaports Overeenkomstig de vigerende Gemeenschappelijke Regeling (GR) stelt Groningen Seaports zich ten doel op een zo doelmatig mogelijke wijze een evenwichtige ontwikkeling van de havens en de daarmee verbonden bedrijfsterreinen bij Delfzijl en de Eemshaven te bevorderen. De bestuurlijke verantwoordelijkheid daarvoor berust bij het betreffende Dagelijks en Algemeen Bestuur, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de drie participanten in de GR: de provincie Groningen, de gemeente Delfzijl en de gemeente Eemsmond. De in dit verband te ondernemen acties en uit te werken projectideeën, worden beschreven in een meerjarenprogramma en een daarvan afgeleid jaarplan en begroting, die door het AB worden vastgesteld. Voor de komende jaren staan enkele zeer grote projecten op stapel, waaronder de vestiging van twee nieuwe elektriciteitscentrales en een LNG-terminal bij de Eemshaven. Met deze projecten zijn ook van de kant van Groningen Seaports zelf grote investeringen gemoeid, die voor een belangrijk deel gefinancierd zullen moeten worden middels het aantrekken van externe financiering. Mede vanwege de hiervoor genoemde ontwikkelingen zijn wij van oordeel dat bij Groningen Seaports een aanpassing van de bestaande bestuursstructuur gewenst is. Zoals aangegeven in het Collegeprogramma 2007-2011 streven wij in dat verband naar een scheiding tussen de publieke taken en de commerciële activiteiten van de organisatie. Zie in dat verband de toelichting in de paragraaf Weerstandsvermogen, onderdeel 1.3.4. Vestigingsplaats: Delfzijl Eigen vermogen ultimo 2008: € 112,7 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2008: € 71,9 miljoen Solvabiliteit ultimo 2008: 0,61 Resultaat 2008: € 25,6 miljoen
7.1.3. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) De NOM is een overheidsvennootschap, waarvan het Rijk en de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe aandeelhouders zijn. De drie provincies hebben samen slechts een aandelenbelang van 0,03%. Jaarlijks kennen de drie noordelijke provincies elk een, al dan niet geïndexeerde, bijdrage toe. Deze bijdrage is niet afhankelijk van de geleverde of te leveren prestaties. De grootste aandeelhouder, het Rijk, levert ook de grootste bijdrage. Het Rijk bepaalt zijn bijdrage mede op basis van een door haar goed te keuren werkplan. Belangrijke prestatie-indicatoren in het werkplan zijn: uitgezet risicodragend kapitaal, creëren nieuwe en behoud van arbeidsplaatsen, en het stimuleren van innovatie. De richting van de inzet van de verschillende regionale ontwikkelingsmaatschappijen in ons land, wordt grotendeels bepaald door het nationale beleidsprogramma 'Pieken in de Delta'. In 2007 hebben de aandeelhouders c.q. subsidieverstrekkers van de NOM overleg gevoerd over het meerjarenplan 20072010 (inclusief meerjarige indicatoren) en de begroting. De drie noordelijke provincies hebben daarbij aangegeven ook belang te hechten aan een stimulering van andere structuurversterkende sectoren dan die welke genoemd worden in het landelijke Piekenprogramma. In 2010 zal het meerjarenplan worden geëvalueerd. Ook de NOM heeft last van de kredietcrisis. Dit zal invloed hebben op het resultaat voor 2009 en dan met name voor het financieringsbedrijf. De onzekere tijden resulteren voor de NOM in het uitblijven van dividenden, het opschorten van rentebetalingen van bedrijven, weinig uitgevoerde exits en het nemen van extra voorzieningen. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2008: € 79.6 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2008: € 8,3 miljoen Solvabiliteit ultimo 2008: 0,91 Resultaat 2008: € 0,176 miljoen
300
Verbonden Partijen
7.2.
Ondernemend Groningen
7.2.1. Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD) De provincie Groningen heeft een aandelenbelang van 2% in de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD). In 2001 is het Masterplan Delfzijl vastgesteld door de gemeenteraad. Het plan heeft tot doel om de jarenlange neerwaartse spiraal te doorbreken van dalende inwonertallen en grote leegstand van woningen. Voor de uitvoering van het Masterplan is de OMD opgericht. De OMD is een samenwerkingsverband van de gemeente Delfzijl, woningcorporatie Acantus en de provincie Groningen. Alle deelnemende partijen hebben inmiddels externe commissarissen benoemd in de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen stelt de ontwikkelingsplannen vast en bereidt de begroting en jaarrekening voor. Tweemaal per jaar vindt er een vergadering plaats van aandeelhouders. Hierbij worden begroting respectievelijk jaarrekening vastgesteld en worden eventuele afwijkingen van het Masterplan besproken. Het budget van de OMD wordt gevoed uit het ISV, bijdragen van de corporatie Acantus, een rijksbijdrage en een bijdrage van de gemeente. De samenwerkende partijen in de OMD hebben de wens geuit om de OMD op te heffen. In de Algemene Vergadering van aandeelhouders d.d. 3-12-2009 is unaniem besloten tot een aandelenoverdracht van Acantus en de provincie naar de gemeente Delfzijl uiterlijk per 1-4-2010. Het tekort op contante waarde is door alle aandeelhouders vastgesteld op € 17,4 miljoen per 31-12-2009. GS en de woongroep Acantus hebben zich solidair verklaard met de gemeente en een kleine bruidschat toegezegd van respectievelijk € 348.000 en € 8,53 miljoen. Bij de provincie behoeft deze toezegging de instemming van Provinciale Staten. Hiertoe is een voordracht gemaakt, die naar verwachting in maart 2010 wordt behandeld. Vestigingsplaats: Delfzijl Eigen vermogen ultimo 2008: € 195.249 Vreemd vermogen ultimo 2008: € 35.129.519 Solvabiliteit ultimo 2008: 0,01 Resultaat 2008: -/- € 3.224
7.2.2. Blauwestad De provincie Groningen heeft een aandelenbelang van 40% in Blauwe Stad BV. In Blauwe Stad BV nemen voorts deel de gemeenten Winschoten, Reiderland en Scheemda. Deze 3 gemeenten zijn m.i.v. 1 januari 2010 opgegaan in de nieuwe gemeente Oldambt. M.i.v. 1 januari 2010 bezit deze gemeente dus 60% van de aandelen. Blauwe Stad BV is belast met de voorbereiding van (wijzigingen van) planologische besluiten en (bouwen exploitatie)verordeningen betreffende het project Blauwestad, met het voorbereiden van subsidieaanvragen en onteigeningsprocedures en overige voorbereidings- en uitvoeringshandelingen. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen Blauwe Stad B.V.: Vreemd vermogen: Solvabiliteit: Resultaat:
€ 18.000 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
7.2.3. Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij Meerstad Meerstad is een nieuw te ontwikkelen gebied ten oosten van de stad Groningen dat onder meer in belangrijke mate moet voorzien in de toekomstige woningbehoefte van de provincie Groningen. De ontwikkeling van Meerstad beperkt het ongewenste uitwaaieren van woningbouw naar plattelandsgebieden en naar de kop van Drenthe. Door de gezamenlijke overheden en marktpartijen is het Masterplan Meerstad vastgesteld. De Samenwerkingsovereenkomst (SOK) is op 28 september 2005 ondertekend. Onderdeel van deze SOK is de Grondexploitatie (GREX).
Verbonden Partijen
301
De overheidspartijen hebben samen een Bestuursovereenkomst (BOK) afgesloten. Tevens is de Grondexploitatie Maatschappij Meerstad (GEMM) opgericht; de organisatie die Meerstad gaat realiseren. De partijen die deelnemen aan de GEMM zijn: de gemeenten Groningen en Slochteren, de provincie Groningen, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vier marktpartijen: Amstelland Deelnemingen Grondbedrijf BV, Hanzevast Projectrealisatie 4 BV, Heijmans Vastgoed Realisatie BV en GIP Groningen I BV. Een project van een dergelijke omvang en looptijd van 20 jaar - uniek in Nederland- gaat gepaard met risico's. Ook voor de betrokken overheidspartijen. De publieke partijen staan garant voor een deel van de ondernemings- en financieringsrisico's. De provincie neemt deel aan de financiële garantstelling voor het restrisico voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. Van dit bedrag is € 1 miljoen contant gestort. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: 1. De provincie heeft € 2.000 aan kapitaaldeelname in de "Stichting ten behoeve van de bundeling zeggenschap in GEMM Beheer BV". 2. Er is een kapitaaldeelname van € 48.000 in de "Stichting ten behoeve van kapitaaldeelname in GEMM CV". 3. Er is door de provincie aan deze stichting een achtergestelde lening verstrekt van € 950.000, rente 6,4983% op jaarbasis. Voor de overige € 5 miljoen is binnen de ruimte in het weerstandsvermogen 25% zijnde € 1,25 miljoen gereserveerd. Als gevolg van de teruggang op de woningmarkt is voor Meerstad gekozen voor een vertraagd uitgiftetempo. Dit betekent dat er later inkomsten worden ontvangen, terwijl de vaste lasten doorlopen. Hierdoor stijgt de financieringsbehoefte. Door een set van maatregelen zoals het uitstellen van substantiële grondverwervingen en andere bezuinigingen, wordt de financieringsbehoefte van de GEMM beperkt. De gemeentelijke borgstellingen zijn met toestemming van de gemeenteraden verhoogd. Zolang de financieringsbehoefte van de GEMM binnen de grenzen van de gemeentelijke borgstelling blijft, wat met de GREX 2009 het geval is, is er geen sprake van restrisico. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2008: Vreemd vermogen ultimo 2008 Solvabiliteit ultimo 2008: Resultaat 2008:
7.3.
€ 244.039 € 4.826.571 0,05 € 5.489
Bereikbaar Groningen
7.3.1. Groningen Airport Eelde (GAE) GAE houdt zich bezig met het beheer, de exploitatie en de verdere ontwikkeling van de luchthaven Eelde. De aandelen in de betreffende vennootschap worden gehouden door de provincies Groningen en Drenthe (ieder 30%) en de gemeenten Groningen (26%), Tynaarlo (10%) en Assen (4%). De aandeelhouders van GAE achten de aanwezigheid van de luchthaven o.a. van groot belang voor het regionale acquisitieklimaat, de bevordering van economie en werkgelegenheid en de bijdrage aan de logistieke infrastructuur. Door middel van de voorgenomen baanverlenging wordt getracht hieraan een verdere impuls te geven. Vestigingsplaats: Eelde Eigen vermogen ultimo 2008: € 12,8 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2008: € 25,5 miljoen Solvabiliteit ultimo 2008: 0,34 Resultaat 2008: -/- € 0,47 miljoen
302
Verbonden Partijen
7.3.2. OV-bureau Groningen Drenthe Het OV-bureau, een initiatief van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen, is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in Groningen en Drenthe. Het OV-bureau stuurt de vervoerders aan en geeft het openbaar vervoer vorm. Het OV-bureau is verantwoordelijk voor het beheer van de concessies, voor toekomstige aanbestedingen en voor de ontwikkeling van het openbaar vervoer. Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo 2008: € 0 Vreemd vermogen ultimo 2008: € 30.506.308 Solvabiliteit: n.v.t. Resultaat 2008: € 2.724.628
7.4. Schoon/Veilig Groningen 7.4.1. Waterbedrijf Groningen (WbG) Het Waterbedrijf Groningen is een overheidsvennootschap die o.a. zorg draagt voor de drinkwatervoorziening in haar verzorgingsgebied. Alle aandelen worden gehouden door de provincie Groningen en de gemeenten die geheel of gedeeltelijk in het voorzieningsgebied liggen. De provincie heeft in het WbG een aandelenbelang van ongeveer 10% en is bevoegd tot voordracht van twee leden van de raad van commissarissen, die daarin de functies van voorzitter respectievelijk vice-voorzitter vervullen. Naast het produceren en leveren van drinkwater, houdt het Waterbedrijf Groningen zich o.a. bezig met verschillende geliberaliseerde activiteiten op het gebied van industriewaterlevering, afvalwater-verwerking en riolering. Deze activiteiten zijn ondergebracht in afzonderlijke BV's, waardoor het risico voor de provincie Groningen is geminimaliseerd. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2008: € 45,1 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2008: € 77,1 miljoen Solvabiliteit ultimo 2008: 0,37 Resultaat 2008: € 5,1 miljoen
7.5.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
7.5.1. Oikocredit Oikocredit stimuleert mensen, kerken en instellingen wereldwijd om hun financiële reserves sociaalethisch te beleggen. Met dit geld verschaft Oikocredit krediet aan groepen kansarme mensen in ontwikkelingslanden, die daardoor voor hun eigen inkomen kunnen zorgen. Oikocredit levert zo een structurele bijdrage aan meer gerechtigheid in de wereld. Oikocredit staat wereldwijd bekend als een van de belangrijkste sociaal-ethische beleggingsfondsen en als toonaangevend verstrekker van krediet voor ontwikkeling. De provincie participeert in Oikocredit door middel van aanschaf van 50 certificaten à € 200 met als uitgangspunt de mondiale bewustwording met betrekking tot de doelstellingen van Oikocredit te vergroten. Onderstaande gegevens betreffen Oikocredit Nederland. Tot nu toe zijn de cijfers van de totale Oikocredit-organisatie gepresenteerd. Vestigingsplaats: Utrecht Eigen vermogen ultimo 2008: € 60,3 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2008: € 200.932 Solvabiliteit ultimo 2008: 0,99 Resultaat 2008: € 322.644
Verbonden Partijen
303
7.6.
Programma Bestuur
7.6.1. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Dit is een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe deelnemen. De gemeenschappelijke regeling heeft het openbaar lichaam SNN opgericht dat de belangen, waarvoor de gemeenschappelijke regeling is aangegaan, behartigt. Deze belangen zijn: • verbreding en intensivering van de samenwerking en het overleg tussen de deelnemende provinciale besturen; • waarborging van de coördinatie in het beleid van de deelnemende provinciale besturen; • het gezamenlijk onderzoeken van de gevolgen van de werkzaamheden van de Europese Unie voor de deelnemende provincies en het opstellen van gemeenschappelijke standpunten dienaangaande; • het bevorderen van gemeenschappelijk optreden tegenover derden, met name de EU en de rijksoverheid; • het gemeenschappelijk uitoefenen van provinciale taken en het bieden van een kader voor decentralisatie van rijkstaken naar samenwerkende provincies; • het verlenen van onderlinge steun tussen de deelnemende provincies en het bevorderen van de uitwisseling van en taakverdeling tussen personeel van de deelnemende provincies. De organen van het samenwerkingsverband zijn: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter, de commissies. Het voorzitterschap rouleert om de twee jaar tussen de deelnemende provincies; vanaf 1 juli 2009 tot 1 juli 2011 bekleedt de provincie Groningen in de persoon van de commissaris van de koningin het voorzitterschap. Daarna komt het voorzitterschap van het SNN bij de provincie Drenthe te liggen. Leden van Gedeputeerde Staten participeren in de genoemde besturen en in de drie bestuurscommissies. Leden van Provinciale Staten participeren in het algemeen bestuur. De jaarrekening/jaarverslag SNN geeft verantwoording van de kosten en de verrichtingen van het samenwerkingsverband. De drie deelnemende provincies betalen elk een derde van de uitvoeringskosten SNN-algemeen/SER Noord Nederland. Per 1 juli 2009 zijn wij voor twee jaar voorzitter SNN. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2008: € 27,9 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2008: € 585,7 miljoen Solvabiliteit ultimo 2008: 0,05 Resultaat 2008: -/- € 806.000
7.6.2. Interprovinciaal Overleg (IPO) De twaalf provincies zijn lid van de vereniging. Het bestuur wordt gevormd door de voorzitter (apart gekozen) en een lid van elk college van GS. De vereniging kent een algemene ledenvergadering waarin vanuit elke provincie twee Statenleden participeren. De vereniging heeft, evenals haar voorganger: de Gemeenschappelijke Regeling IPO, tot doel de belangen te behartigen van de provincies bij het Rijk en een effectief platform te vormen voor uitwisseling van kennis en ervaring tussen provincies. Een belangrijke taak was de voorbereiding van een nieuw bestuursakkoord met het Rijk, bedoeld om een adequate bijdrage te geven aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. In 2008 is een bestuursakkoord tussen Rijk en provincies voor de periode 2008-2010 gesloten. Er zijn voor de behartiging van de provinciale belangen 11 bestuurlijke commissies in het leven geroepen die elk een omschreven en afgebakend beleidsterrein behartigen. Deze commissies worden gevormd door leden uit de colleges van GS. Jaarlijks wordt een Jaarprogramma IPO uitgebracht waarin en detail de voornemens en de kosten daarvan staan vermeld. De provincie Groningen betaalt naar rato mee in de kosten van het IPO-secretariaat en de kosten van diverse projecten en programma's. Vestigingsplaats: Den Haag Eigen vermogen ultimo 2008: € 1.109.658 Vreemd vermogen ultimo 2008: € 11.670.109 Solvabiliteit ultimo 2008: 0,09 Resultaat 2008: € 904.786
304
Verbonden Partijen
7.6.3. Bestuuracademie Noord-Nederland (BANN) Het betreft een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, 69 gemeenten uit deze provincies en dertien waterschappen deelnemen. Vanaf oktober 2002 is de gemeenschappelijke regeling BANN uitsluitend bedoeld als garantievoorziening voormalige BANN. Dit als gevolg van de fusie tussen de BANN en de BAON (Bestuursacademie Oost-Nederland). De garantievoorziening functioneert als vangnetvoorziening voor latente wachtgeldaanspraken en doorlopende wachtgeld- en FPU-uitkeringen met bijbehorende werkgeverslasten, alsmede de werkgeverslasten van de gepensioneerde medewerkers en de aan de IZA Nederland verschuldigde schadeloosstelling. De provincie Groningen draagt jaarlijks bij in de kosten van de handhaving van de kosten van de gemeenschappelijke regeling. De onderstaande gegevens zijn ontleend aan de jaarrekening 2008 van de GR BANN. Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo 2008: € 929.171 Vreemd vermogen ultimo 2008: € 124.957 Solvabiliteit ultimo 2008: 0,88 Resultaat 2008: -/- € 835
7.6.4. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Eind 1990 heeft de Provincie Groningen aandelen gekocht van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (hierna te noemen BNG) te Den Haag. Door mede-eigenaar van deze bank te worden is de Provincie Groningen betrokken bij de verdere ontwikkeling van de BNG. Per 31 december 2008 bezit de Staat der Nederlanden 27.845.360 aandelen à € 2,50. Dit is 50% van het totale aandelenkapitaal. De provincie Groningen bezit 75.250 aandelen à € 2,50. De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De BNG heeft in 2006 het kader vastgesteld voor het kapitalisatie- en dividendbeleid. Het kapitalisatiebeleid houdt in dat de BNG in de toekomst extra uitkeringen kan doen ten laste van de reserves. In zowel 2006 als in 2007 heeft er een extra dividenduitkering ten laste van de reserves ad € 500 miljoen plaatsgevonden. De voornaamste voorwaarde voor het kapitalisatiebeleid is het behoud van de aan de bank toegekende ratings. De ratingagencies - Moody’s, Fitch en Standard & Poor's - hebben aan de BNG een AAA-rating toegekend. Het dividendbeleid gaat uit van een pay-out van 50%. De resultaatverwachting over 2009 is onzeker, doordat met name de druk op het renteresultaat zal aanhouden. Dit is mede het gevolg van de extra dividenduitkeringen ten laste van de reserves. Verwacht wordt dat de dividenduitkering over 2009 voor de provincie Groningen € 100.000 zal bedragen Vestigingsplaats: Den Haag Eigen vermogen:ultimo 2008: € 1.984 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2008: € 99.216 miljoen Eigen vermogen als % van het balanstotaal: 1,96% Achtergesteld vreemd vermogen: € 170 miljoen Het aandeel van de provincie in het aandelenkapitaal bedraagt 0,13512% Resultaat 2008 na belastingen: € 158 miljoen
7.6.5. Noordelijke Rekenkamer Om de controlerende rol van Provinciale Staten te ondersteunen, is een rekenkamer(functie) bij de provincies in de provinciewet verplicht gesteld. In Groningen is gekozen om een onafhankelijke rekenkamer met de drie noordelijke provincies op te zetten. De Noordelijke Rekenkamer houdt zich bezig met het onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Op 10 november 2004 is door de Staten besloten tot het instellen van de gemeenschappelijke regeling en de benoeming van de bestuursleden. De Noordelijke Rekenkamer is vanaf dat moment operationeel. De bestuursleden worden op basis van hun verschillende deskundigheden benoemd door de drie noordelijke Staten. Tevens is gekozen voor het instellen van een Programmaraad, bestaande uit drie Statenleden per provincie. De Programmaraad functioneert als een soort gesprekspartner voor de Noordelijke Rekenkamer. Zo bespreekt de Rekenkamer het onderzoeksprogramma met de
Verbonden Partijen
305
Programmaraad. De Rekenkamer hoeft, door haar onafhankelijke positie, de suggesties van de Programmaraad niet over te nemen. Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo 2008: € 0 Vreemd vermogen ultimo 2008: € 81.450 N.v.t. Solvabiliteit ultimo 2008: Resultaat 2008: € 99.002
306
Verbonden Partijen
Deel 4 Programmarekening 2009 Balans en Toelichting
INHOUDSOPGAVE Deel 4. Balans en Toelichting 1. Balans ...................................................................................................................311 1.1
Financiering
314
1.2
Toelichting op de balans
315
2. Reservepositie.......................................................................................................327 3. Provinciefonds.......................................................................................................335 4. Provinciaal Belastinggebied ..................................................................................337 5. Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering ........................................339 5.1
Reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI)
339
5.2
Reserve Cofinanciering Kompas voor het Noorden
340
5.3
Reserve Cofinanciering Ruimtelijke- Economische Programma's (REP)
340
6. Overzicht van het nieuw beleid 2009.....................................................................342
Inhoudsopgave
309
310
Inhoudsopgave
1.
Balans
In paragraaf 1.1 wordt het financieringstekort toegelicht. Paragraaf 1.2 betreft de toelichtingen op de balans ultimo 2009 en bestaat uit: • waarderingsgrondslagen balans; • waarderingsgrondslagen voor resultaatbepaling; • toelichting op de afzonderlijke posten van de balans; • specificatie mutaties reserves per programma.
Balans
311
BALANS PER ACTIVA
(bedragen in
31-12-2009
Omschrijving
31-12-2008
Vaste activa Immateriële vaste activa
0
73
* investeringen met economisch nut
98.421
113.037
* investeringen met maatschappelijk nut
58.989
51.484
157.410
164.521
2.319
2.319
50
50
140.724
26.623
* leningen aan overige verbonden partijen
1.025
950
* overige langlopende geldleningen
9.549
6.565
170.849
83.775
204
255
324.719
120.537
482.129
285.131
33.489
62.875
688.533
436.943
8.380
12.899
730.402
512.716
13.643 744.045
13.765 526.482
1.226.174
811.613
Materiële vaste activa:
Financiële vaste activa: * kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen * kapitaalverstrekkingen aan overige verbonden partijen * leningen aan deelnemingen
* beleggingen * bijdragen aan activa in eigendom derden Totaal vaste activa Vlottende activa Vorderingen: * vorderingen op openbare lichamen * verstrekte kasgeldleningen * overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
TOTAAL ACTIVA
312
Balans
31 DECEMBER 2009 PASSIVA
duizenden euro's)
31-12-2009
31-12-2008
* algemene reserve
269.435
39.599
* bestemmingsreserves
526.367
284.895
* saldo na bestemming
6.862
10.185
802.664
334.679
33.525
24.098
110
12.610
48
54
158
12.664
836.347
371.441
254.779
314.967
134.227
124.555
822
650
135.049 389.827
125.205 440.172
1.226.174
811.613
20.888
23.611
Omschrijving Vaste passiva Reserves:
Voorzieningen Langlopende schulden: * banken en overige financiële instellingen * waarborgsommen
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Kortlopende schulden Overlopende passiva: * voorschotbedragen overheden voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel * overige overlopende passiva Totaal vlottende passiva
TOTAAL PASSIVA Gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen
Balans
313
1.1
Financiering
Uit het verschil tussen de totale vaste activa en het totaal van financieringsmiddelen (vaste passiva) blijkt dat het financieringsoverschot per 31 december uitkomt op:
Financiering
31-12-2009
Vaste activa Vaste financieringsmiddelen Financieringsoverschot
31-12-2008
482.129.000 836.347.000
285.131.000 371.441.000
-354.218.000
-86.310.000
Het financieringsoverschot is in 2009 toegenomen met € 267,9 miljoen. Dit heeft voornamelijk te maken met de opbrengst van de verkochte aandelen Essent. De toename van de vaste activa wordt grotendeels veroorzaakt door toename van de leningen aan deelnemingen (Enexis ad. € 114,1 miljoen), de overige langlopende geldleningen (ad. € 3 miljoen) en de beleggingen (ad. € 87 miljoen), terwijl de materiele vaste activa is afgenomen (ad. € 7,1 miljoen). Bij de vaste passiva zit de stijging voornamelijk in de toename van reserves (ad. € 468 miljoen) en de voorzieningen (ad. € 9,4 miljoen), terwijl op de opgenomen langlopende geldleningen is afgelost (ad. € 12,5 miljoen).
314
Balans
1.2
Toelichting op de balans
De balans is opgesteld in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Dit besluit is op 1 januari 2004 in werking getreden. Waarderingsgrondslagen Immateriële activa De agio op aangekochte obligaties wordt gedurende de looptijd afgeschreven. Materiële vaste activa
1.
Investeringen met economische nut 1.1 ondergrond provinciehuis 1.2 idem renovatie 1.3 dienstengebouw St. Jansstraat 4 1.4 idem renovatie 1.5 overige dienstgebouwen
1.6 1.7 2.
telefooncentrale hydraulische kraan
Investeringen met een maatschappelijk nut 2.1 wegen 2.2
waterwegen
P.M. 10 tot 40 jaar 66d jaar 10 tot 37 jaar 40 jaar 9½%, 40 jaar ann. 6½%, 30 jaar ann. 7 jaar 10 jaar
20 jaar 9%, 20 jaar ann. 20 jaar 7%, 20 jaar ann. 6 jaar 8 jaar 40 jaar
De afschrijvingen geschieden op basis van de verwachte economische levensduur. Op aanschaffingen in het verslagjaar wordt met ingang van het volgende verslagjaar afgeschreven. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. De waardering geschiedt tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. Bij de investeringen met een maatschappelijk nut worden de hieraan bestede kosten van voorbereiding en toezicht van eigen personeel toegerekend. Financiële vaste activa 1. Deelnemingen: De waardering geschiedt tegen de verkrijgingprijs, dan wel de lagere marktwaarde ultimo balansdatum. 2. Langlopende geldleningen De waardering geschiedt tegen nominale waarde. 3. Beleggingen De waardering geschiedt tegen de verkrijgingprijs, eventueel vermeerderd met de minimaal gecumuleerde rente. Vlottende activa 1. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waar nodig zijn voorzieningen voor oninbaarheid getroffen.
Balans
315
2. Liquide middelen De saldi van de kas en banken zijn opgenomen tegen nominale waarde, dan wel het aanwezige kasgeld. Reserves De reserves worden opgenomen op kasbasis. Dit betekent dat al aangegane verplichtingen per 31 december niet als schuld zijn opgenomen. Voorzieningen De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde en zijn gevormd wegens: a. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum weliswaar onzeker, doch redelijkerwijs is te schatten. b. Op de balansdatum bestaande risico's van bepaalde te verwachten verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. c. Een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren, voor onderdelen die grote schommelingen kunnen veroorzaken. d. Van derden verkregen middelen, die specifiek besteed moeten worden. Vlottende passiva De vlottende passiva, waaronder begrepen de kortlopende schulden, eventuele banksaldi en overlopende passiva, zijn opgenomen tegen nominale waarde. Grondslagen voor resultaatbepaling Baten Met het begrip baten worden die baten bedoeld, die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te schrijven en in dat jaar gerealiseerd zijn. Verwachte baten zijn voorzichtigheidshalve niet, of alleen gedeeltelijk als baten verantwoord. Baten worden verantwoord in het jaar waarin de goederen zijn geleverd, c.q. de diensten zijn verricht. Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.
316
Balans
Toelichtingen op de afzonderlijke posten van de balans VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
31-12-2009
Betreft agio op obligaties boekwaarde per 1 januari aankoop agio 2009 afschrijvingen 2009
31-12-2008
72.955 72.955
109.433 18.000 54.478
0
72.955
195.500 195.500
195.500 122.545
0
72.955
boekwaarde per 31 december aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen boekwaarde per 31 december
Materiële vaste activa
31-12-2009
Investeringen met economisch nut boekwaarde per 1 januari (des)geïnvesteerd 2009 per saldo
31-12-2008
113.036.855 14.574.640
102.307.538 11.148.730
127.611.495 415.673 28.775.000
113.456.268 419.413
98.420.822
113.036.855
51.483.689 33.676.886
49.450.649 31.054.383
-2.765.955 -6.869.956 -769.720 -6.966.959 -5.809.594
-10.172.681 -5.097.518 -2.552.258 -2.648.180 -5.662.134
netto investeringen
10.494.702
4.921.612
afschrijvingen 2009
61.978.391 2.989.555
54.372.261 2.888.572
boekwaarde per 31 december
58.988.836
51.483.689
afschrijvingen 2009 afwaardering Blauwe Stad in 2009 boekwaarde per 31 december Investeringen met maatschappelijk nut boekwaarde per 1 januari bruto investeringen bijdragen: * rijksbijdragen * overige overheden * bijdragen uit actieplannen etc. * bijdrage uit reserves * bijdragen uit exploitatie
Balans
317
Financiële vaste activa
31-12-2009
31-12-2008
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen boekwaarde per 1 januari investeringen des investeringen
2.319.315 1.722.096 1.722.096
2.319.315
boekwaarde per 31 december
2.319.315
2.319.315
50.000
50.000
50.000
50.000
Leningen aan deelnemingen stand per 1 januari verstrekte geldleningen
26.623.285 114.100.219
26.623.285
stand per 31 december
140.723.504
26.623.285
950.000 74.750
950.000
1.024.750
950.000
6.564.860 3.178.000 193.736
26.325.667 820.000 20.580.807
9.549.124
6.564.860
Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen boekwaarde per 1 januari boekwaarde per 31 december
Leningen aan overige verbonden partijen stand per 1 januari bijgeschreven niet uitgekeerde rente stand per 31 december Overige langlopende geldleningen stand per 1 januari verstrekte leningen aflossingen stand per 31 december Bijdragen aan activa in eigendom van derden stand per 1 januari verstrekte bijdragen afschrijving
254.895 254.895 50.979
stand per 31 december Beleggingen stand per 1 januari gestort in beleggingen uitname beleggingen stand per 31 december Waarvan belegd ten behoeve van SNN: Garantieproduct Loyalis Rentefonds Loyalis
203.916
254.895
83.774.951 131.255.551 44.181.899
71.505.864 12.458.000 188.913
170.848.603
83.774.951
0 0
14.732.581 14.357.504 29.090.085
Waarvan belegd ten behoeve van Nazorg stortplaatsen: Garantieproduct BNG Capital Management Overige niet te specificeren toe te rekenen: Obligaties Morgan Stanley ABN AMRO deposito Loyalis Garantie Product BNG Capital management Garantie Product FRN ING 08/10 ABN-AMRO deposito 09/12 ING deposito 09/14 Rabobank deposito 09/24 Rabobank deposito 09/14
23.270.611
19.597.905
23.270.611
5.000.000 8.213.327 8.037.371
5.000.000 5.000.000 8.022.218 7.827.407 5.564.630
40.000.000 40.000.000 30.000.000 20.000.000
Totaal der beleggingen
318
19.597.905
Balans
151.250.698
31.414.255
170.848.603
83.774.951
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen
31-12-2009
31-12-2008
Vorderingen op openbare lichamen betreft de vorderingen op diverse ministeries, gemeenten, provincies en overige publiekrechtelijke lichamen Specificatie: * BTW-compensatiefonds * investeringswerken * opcenten motorrijtuigenbelasting * vooruitbetaalde kosten ILG * belastingdienst * dividend * diversen
Verstrekte kasgeldleningen * Betreft de beleggingen in deposito's, spaarrekeningen en callgelden, welke binnen twaalf maanden vervallen of op korte termijn kunnen worden opgezegd. * voorziening deposito Landsbanki
Overige vorderingen Specificatie: * vooruitbetaalde bedragen * rente banken, kas- en callgelden * diverse (handels-)vorderingen
* voorziening voor dubieuze vorderingen
Liquide middelen
12.861.236 3.907.775 3.741.911 8.008.092
4.969.633
13.904.810 3.671.142 3.762.711 3.288.440 3.753.293 26.900.000 7.594.187
33.488.647
62.874.583
693.741.646 5.208.258
442.151.548 5.208.258
688.533.388
436.943.290
1.558.869 4.548.964 2.452.016
1.394.184 8.216.751 3.517.576
8.559.849 180.000
13.128.511 230.000
8.379.849
12.898.511
31-12-2009
betreft de saldi per 31 december bij: * ABN AMRO bank * Bank Nederlandse Gemeenten * Postbank * Nationaal Groenfonds ILG * Nationaal Groenfonds Blauwe Stad * Nationaal Groenfonds EHS * Kassen
31-12-2008
138.092 520.151 55.437 10.902.313 1.509.419 513.178 4.507
1.298.022 4.793 46.758 10.851.475 1.559.942
13.643.098
13.765.356
Verloopstaat Nationaal Groenfonds ILG Saldo Groenfonds ILG 1 januari ontvangen voorschotten LNV ontvangen rente - kosten groenfonds onttrekkingen ILG
10.851.475 20.737.579 175.185 20.861.926
6.837.039 21.518.377 390.570 17.894.511
Saldo Groenfonds ILG 31 december
10.902.313
10.851.475
Balans
4.366
319
VASTE PASSIVA
Overzicht en verloop reserves NAAM RESERVE
saldo per 01-01-2009
MUTATIES BIJ
AF
saldo per 31-12-2009
verplichtingen
Algemene reserves 1. Algemene reserve 2. Saldo vorig boekjaar
39.599.286 10.185.275
273.373.235
43.537.749 10.185.275
269.434.771 0
20.327.640
Totaal algemene reserves
49.784.561
273.373.235
53.723.024
269.434.771
20.327.640
202.148.665 955.687 3.747.614 1.122.924 903.711 2.813.823 180.237 9.869.926 1.048.796 6.627.335 3.571.253 30.585.401 5.571.643 15.747.334
17.697.471 888.576
28.475.984 827.139 111.554 30.000 575.663 462.652
191.370.152 1.017.124 3.636.060 1.146.564 366.998 2.406.821 543.015 6.063.562 1.016.771 8.787.270 3.539.531 30.585.401 6.398.017 21.528.722 247.961.330
74.574.967 562.077 3.636.060 0 6.479 2.406.821 371.958 4.238.748 0 8.787.270 2.429.186 p.m. 5.448.666 28.425.698 28.163
Bestemmingsreserves 3. Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) 4. Stimulering Zorg 5. Ecologische HoofdStructuur (Groen) 6. Huisvesting en inrichting 7. Grondwaterheffing 8. Automatisering 9. Beheer wegen en kanalen 10. Cofinanciering Kompas 11. Ontgronding 12. AKP-budgetten 13. Bodemsanering 14. Afkoopsom wegen 15. Programma Landelijk Gebied 16. Fonds Provinciale Meefinanciering 17. Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL)
53.640 38.950 55.650 362.778 30.198 5.861.869 1.113.481
3.836.562 32.025 3.701.934 1.145.203
2.706.028 9.500.000 247.961.330
1.879.653 3.718.612
Totaal bestemmingsreserves
284.894.348
286.269.970
44.796.981
526.367.338
130.916.092
TOTAAL RESERVES
334.678.909
559.643.205
98.520.005
795.802.109
151.243.732
MUTATIES BIJ AF 873.990 147.275 1.700.000 7.000.000
saldo per 31-12-2009 24.824.861 1.700.000 7.000.000
Overzicht en verloop voorzieningen NAAM VOORZIENING 1. Nazorg stortplaatsen 2. WAO-gelden 3. Frictiekosten bezuinigingsoperatie 2011-2015 TOTAAL VOORZIENINGEN
320
saldo per 01-01-2009 24.098.146
24.098.146
Balans
9.573.990
147.275
33.524.861
Langlopende schulden
31-12-2009
31-12-2008
Leningen bij banken en overige financiële instellingen Saldo per 1 januari Opgenomen
Afgelost Saldo per 31 december Waarborgsommen
12.610.000
12.610.000
12.610.000 12.500.000
12.610.000 0
110.000
12.610.000
47.775
54.055
157.775
12.664.055
Saldo van de per 31 december teug te betalen waarborgsommen en sleutelgelden aan diverse personen en instellingen Totaal langlopende schulden
VLOTTENDE PASSIVA Kortlopende schulden
31-12-2009
Per 31 december verschuldigd aan: andere publiekrechtelijke lichamen crediteuren en nog te betalen posten vooruitontvangen bedragen
Saldi in rekening-courant met diverse instellingen Samenwerkingsverband Noord Nederland Regiovisie Groningen-Assen Stichting Groninger Bedrijfslocaties Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging OV-Bureau Groningen/Drenthe Regiotram te verrekenen inzake projecten
Overlopend passiva
3.476.455 16.689.269 4.363.019
4.098.647 19.556.690 6.129.144
24.528.743
29.784.481
163.568.392 42.852.476 -120.326 4.699.073 12.201.854 1.810.119 5.238.213
211.401.216 43.696.033 50.517 4.693.305 20.001.045 1.337.042 4.002.687
230.249.800
285.181.845
254.778.543
314.966.326
31-12-2009
Saldo per 31 december van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren Saldo per 31 december van de overige ontvangen en nog te verrekenen bedragen, waarvan de afwikkeling in het volgend dienstjaren zal plaatsvinden
Balans
31-12-2008
31-12-2008
134.226.840
124.554.717
821.953
650.394
135.048.793
125.205.111
321
Specificatie
Mutaties 2009
Saldo per 1-1-2009
Saldo per 31-1-2009
Voorschotbedragen van overheidslichamen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel Ministerie van Verkeer & waterstaat Nederland leeft met water Reistijdmeting 2009 Hoofdkanalen Wegenruil Communicatie Ring Groningen BDU-OV BDU-GDU BDU-IDC BDU-VV
78.800 12.642 26.582 276.051 1.145 4.451.143 6.701.143 478.534 65.302.431 77.328.470
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & sport Jeugdzorg Zorg voor jeugd verwijsindex/Kiss Breedtesportimpuls (BSI) Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening & Milieubeheer Bodemsanering Externe veiligheid Samenwerking handhaving Geluidsbelastingkaarten FES (Persleiding) CO2-afval, transport & opslag Noord-Nederland Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Gron./Assen Ministerie van Onderwijs, Cultuur & en Wetenschap Beeldende Kunsten en Vormgeving Actieplan Cultuurbereik Herstructurering bibliotheekwerk Erfgoed Groningen digitaal
-181.719 6.978.847 6.596.938
2.275.848 473.873 11.357 2.761.078
-1.053.191 -154.980
7.569.775 40.202 14.080 98.185 -167.448 24.277 1.400 7.580.472
-112.221
103.873 34.396 111.231 3.695 253.195
66.529 9.103 -19.603
-1.208.171
18.812 -14.836 167.448 -24.277 -1.400 33.526
1.222.657 318.893 11.357 1.552.907
7.457.554 40.202 32.892 83.349 0 0 0 7.613.998
56.029
-99.107 3.237.576 -100.800 513.178 201.600 3.752.447
484.000 0 17.980.246 43.224 513.178 201.600 19.222.248
299.000 618.803 917.803
0
299.000 618.803 917.803
4.222.690 2.787.392 6.863.639 6.369.377 20.243.098
-470.263 -362.884 996.355 112.996 276.204
3.752.427 2.424.508 7.859.994 6.482.373 20.519.302
800 0 800
85.407 79.744 165.151
86.207 79.744 165.950
124.554.717
9.672.123
134.226.840
484.000 99.107 14.742.670 144.024 0 0 15.469.801
Ministerie van Economische Zaken Investeringspremieregeling (IPR) SenterNovem TIPP Ministerie van Wonen, Wijken & Integratie Stads- en dorpsvernieuwing (SDV) ISV-I ISV-II Locatiegebonden Subsidies 2005 (BLS 2005) Bijdragen Europese Commissie Innovatief Actieprogramma Groningen (IAG) Innovatief Actiegrpogramma Groningen 2 (IAG2)
322
-78 -54.064
0 0 -28.025 276.051 1.067 4.397.079 6.701.143 296.815 72.281.278 83.925.408
170.401 43.499 91.628 3.695 309.224
Ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit Grondruil Staatsbosbeheer Natura2000 Beheerplan ILG Leren voor Duurzaamheid Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO)
Totaal nog te besteden voorschotten
-78.800 -12.642 -54.607
Balans
Gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen Saldo van de door de provincie gewaarborgde geldleningen, opgenomen door diverse instellingen Garantieverplichtingen ten behoeve van diverse bedrijven
31-12-2009
31-12-2008
14.666.920 6.220.837
15.842.124 7.768.733
20.887.757
23.610.857
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Verplichtingen DR totaal Verplichtingen DLG < 2007 Verplichtingen DLG > 2007
36.175.929 9.455.064 11.049.262 56.680.255
Ingaande 2007 is het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor een periode 2007-2013 overgegaan naar de provincie. De lopende verplichtingen tot 2007 zijn door het Rijk overgedragen aan de provincie en komen t.l.v. de ILG-middelen 2007-2013. De restanten per ultimo 2009 van de verplichtingen tot 2007 en de nieuwe verplichtingen met betrekking tot de Rijksmiddelen die zijn aangegaan door de dienst Landelijk Gebied (DLG) en de dienst Regelingen (DR) zijn opgenomen als niet uit de balans blijkende verplichtingen. In totaal is het restant ultimo 2009 € 60.013.337. De verplichtingen ten laste van de provinciale cofinanciering PLG zijn opgenomen als verplichtingen binnen de reserve PLG (zie overzicht en verloop reserves).
Balans
323
Specificatie mutaties reserves per programma Algemene reserve Apparaatskosten
-5.585.641
Algemene middelen
-26.853.675
Ondernemend Groningen
252.441.073
Bereikbaar Groningen
-351.547 219.650.210
Economische , Sociale en Fysieke Infrastructuur Algemene middelen
-6.500.000
Leven en wonen in Groningen
-1.732.840
Ondernemend Groningen
14.582.319
Bereikbaar Groningen
-6.875.869
Schoon/veilig Groningen
50.000
Karakteristiek Groningen
-1.817.103
Bedrijfsvoering
-6.852.653
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
-1.632.367 -10.778.513
Stimulering Zorg Algemene middelen
254.696
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
-193.259 61.437
Ecologische Hoofdstructuur (Groen) Karakteristiek Groningen
-111.554 -111.554
Huisvesting en inrichting Apparaatskosten
23.640 23.640
Grondwaterheffing Schoon/Veilig Groningen
-536.713 -536.713
Automatisering Apparaatskosten
-407.002 -407.002
324
Balans
Beheer wegen en kanalen Apparaatskosten
-554.348
Algemene middelen
350.000
Bereikbaar Groningen
433.815
Schoon/Veilig Groningen
133.311 362.778
Cofinanciering Kompas Algemene middelen Ondernemend Groningen
-912.464
Karakteristiek Groningen
-80.000
Bereikbaar Groningen
-113.900
Bedrijfsvoering
-2.700.000 -3.806.364
Ontgronding Schoon/Veilig Groningen
-32.025 -32.025
AKP-budgetten Apparaatskosten
2.159.935 2.159.935
Bodemsanering Schoon/Veilig Groningen
-31.722 -31.722
Programma Landelijk Gebied Karakteristiek Groningen
1.303.412
Algemene middelen
-432.538
Apparaatskosten
-44.500 826.374
Provinciale Meefinanciering Ondernemend Groningen
-2.318.612
Bedrijfsvoering
-1.400.000
Algemene middelen
9.500.000 5.781.388
Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) Ondernemend Groningen
247.961.330 247.961.330
Per saldo gestort in de reserves
461.123.200
Balans
325
326
Balans
2.
Reservepositie
De reservepositie van de Provincie Groningen ultimo 2009 is als volgt weer te geven: (bedragen x € 1.000) 1 Algemene reserve 2 Bestemmingsreserves 3 Voordelig saldo voor bestemming per saldo storting in reserves
269.435 526.367 467.985 461.123
voordelig saldo na bestemming Totaal reservepositie per 31 december 2009 De reservepositie per 31 december 2008 bedroeg Toename van de reservepositie in 2009
6.862 802.664 334.679 467.985
Deze toename is als volgt te verklaren: Mutaties algemene reserve Onttrekkingen Aanwending begrotingsruimte 2006 Aanwending begrotingsruimte 2008 Overboeking kredieten 2008 Gekapitaliseerd onderhoud VRI's Voorfinanciering grote projecten Costa Due Afwaardering Blauwe Stad
5.586 2.250 6.136 352 250 190 28.775 43.538
Stortingen Rente reserve ESFI Restant boekwinst aandelen Essent Reservering bodemsanering Doorschuiving begrotingsruimte Reservering afkoopsommen wegen Overboeking kredieten naar 2010 Reservering leefbaarheid Budget gebiedsgericht werken
3.115 249.326 4.000 515 2.152 80 2.000 2.000 263.188 219.650
Per saldo toevoeging aan de algemene reserve Mutaties bestemmingsreserves: Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur Stimulering Zorg Ecologische Hoofdstructuur Huisvesting en inrichting Grondwaterheffing Automatisering Beheer wegen en waterwegen Cofinanciering Kompas Ontgronding APK-budgetten Bodemsanering Programma Landelijk Gebied Provinciale Meefinanciering Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) Per saldo storting in de bestemmingsreserves Voordelig saldo na bestemming over 2009
-10.779 61 -112 24 -537 -407 363 -3.806 -32 2.160 -32 826 5.781 247.961 241.473 6.862 248.335 467.985
Per saldo toename van de resevepositie
Reservepositie
327
De algemene reserve per 31 december 2009 (met inachtneming van het voordelige saldo na bestemming) is als volgt opgebouwd:
(bedragen x € 1.000) Minimaal noodzakelijke omvang Reservering voor algemene risico's Reservering voor kredietgaranties Vrij te besteden wegens vrijval diverse posten Weerstandvermogen per 31 december 2009 Diverse aangegane verplichtingen van voor 2009 Diverse aangegane verplichting 2009 Voordelig resultaat 2009
20.844 1.264 1.867 221.132 245.107 10.465 13.862 6.862 276.297
Stand van zaken met betrekking tot reserves ultimo 2009 Algemene reserves 1. Algemene reserve De vrije ruimte ultimo 2009 in de algemene reserve bedraagt € 245.107.131. Bij schrijven van 21 februari 2008 hebben Ernst & Young Accountants LLP gerapporteerd inzake het door hen uitgevoerd onderzoek naar het minimaal benodigde weerstandsvermogen voor de provincie Groningen. De doelstelling van het onderzoek was het bepalen van de minimaal noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen waarover de provincie per 1 januari 2008 zou moeten beschikken. Door Ernst & Young wordt geadviseerd een minimaal benodigd weerstandsvermogen aan te houden van € 24.400.000. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: • minimaal te dekken incidentele risico's op basis van de uitgevoerde inventarisatie € 13.400.000 • algemene nog niet nader te benoemen bedrijfsrisico's en p.m. posten € 11.000.000 Op basis van de inventarisatie van de risico's zijn incidentele risico's te onderkennen van maximaal € 56,8 miljoen en minimaal € 13,4 miljoen. Daarnaast is een bedrag van € 11 miljoen aan te merken ter dekking van mogelijke financiële consequenties betreffende risico's waarvan kwantificeren nog onmogelijk is, evenals voor algemene nog niet nader te benoemen bedrijfsvoeringrisico's. De berekening van dit bedrag is naar analogie van de in 1999 en 2003 uitgevoerde onderzoeken berekend op basis van 7,5% van het netto budget van de provincie Groningen ad circa € 150 miljoen. Tevens is de weergegeven stand een voorlopige stand, want enige jaren moeten administratief nog definitief worden afgesloten. Nu zijn die voorlopig afgesloten en dit kan nog enige verschuiving betekenen.
328
Reservepositie
Omschrijving
begroot
Overboeking reskeningsresultaat 2008
werkelijk 10.185.275
Verkoop aandelen Essent
134.798.354
249.325.634
4.000.000
4.000.000
514.895
514.895
Reservering afkoopsommen
2.151.991
2.151.991
Egalisering financiering ESFI
2.999.710
De eendracht Doorschuiving begrotingsruimte
Reservering leefbaarheid
3.115.439 2.000.000
Budget gebiedsgericht werken
2.000.000
Overboeking bezoekerscentrum Vermeerderingen Algemene reserve
80.000 144.544.950
Vertrekbevordering
80.000 273.373.235
158.486
Doorschuiving begrotingsruimte
2.250.000
Overboeking van 2008 naar 2009 Overboeking kredieten 2008 naar 2009 Bijdrage inzake mobiliteit diverse personen
2.250.000
663.433
663.433
5.472.528
5.472.528
-20.470
Bijdrage inzake Costa Due
189.600
Bijdragen inzake frictiekosten
379.328
Bijdrage inzake kleiner en beter
189.600
95.000
Bijdrage inzake gekapitaliseerd onderhoud VRI's Bijdrage inzake voorfinanciering grote projecten
351.547 250.000
250.000
Bijdrage inzake afwaardering Blauwe Stad
28.775.000
Overboeking resultaat 2008
10.185.275
Bijdrage inzake investering in kennis en frictiekosten Verminderingen Algemene reserve
9.437.905
5.585.641 53.723.024
Bestemmingsreserves Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de Staten een bepaalde bestemming heeft gegeven. Deze reserves kunnen dus als gebonden worden beschouwd. 3. Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) In het bestuursprogramma 1999-2003 hebben wij voorgesteld een investeringsfonds in het leven te roepen om daarmee bijdragen te kunnen verstrekken in projecten voor een duurzame regionale ontwikkeling en het kunnen realiseren van eigen investeringsprojecten op het gebied van infrastructuur. De vrije ruimte ultimo 2009 bedraagt € 116.795.185,00. Omschrijving
begroot
Bijdrage reserve ESFI Dividend Essent Bijdragen van exploitatie kredieten Vermeerderingen reserve ESFI Onttrekkingen inzake diverse bijdragen en cofinaciering diverse projecten
werkelijk
192.400
192.400
15.300.000
15.300.000
15.492.400
2.205.071 17.697.471
9.804.797
15.573.332
Vrijval inzake bezuinigingen
6.402.652
Afromen vermogen Verminderingen reserve ESFI
6.500.000 16.304.797
6.500.000 28.475.984
4. Stimulering Zorg De jaarlijks beschikbare middelen voor stimulering zorg zijn gekoppeld aan een reserve. De uitgaven worden op kasbasis verantwoord en het niet bestede deel wordt toegevoegd aan de reserve. Eind 2009 is € 455.047 vrij te besteden aan stimulering zorg.
Reservepositie
329
Omschrijving
begroot
Storting in reserve stimuleringsfonds zorg Vermeerderingen reserve stimulering zorg
werkelijk
254.696 254.696
888.576 888.576
0
827.139 827.139
Onttrekking uit reserve stimulering zorg Verminderingen reserve stimulering zorg
5. Ecologische HoofdStructuur (Groen) Deze reserve is gevoed door het budget aankoop natuur en is in eerste instantie bedoeld voor de e cofinanciering van de aankoop 1 fase EHS. Dit is een aangewezen gebied (deel van de EHS) waar we een koopplicht hebben als deze zich voordoet en waar de afspraak is dat de provincie Groningen 50% van de kosten voor haar rekening neemt. Wanneer dit is afgerond is op voorhand niet goed in te schatten. Met de komst van het PLG per 1-1-2007 zijn de structurele middelen waarmee de reserve werd gevoed, toegevoegd aan het PLG. In bijzondere gevallen is de reserve aangesproken om natuurdoelen te realiseren. Hierover wordt per geval een afweging gemaakt. Omschrijving
begroot
Aankoop grond 2009 Verminderingen Ecologische HoofdStructuur (Groen)
werkelijk 111.554 111.554
0
6. Huisvesting en inrichting De middelen voor huisvesting en inrichting zijn gekoppeld aan de bestemmings-/egalisatiereserve huisvesting en inrichting. Omschrijving
begroot
Niet bestede kredieten 2009 Vermeerderingen huisvesting en inrichting Vrijval in verband met bezuinigingen Verminderingen huisvesting en inrichting
werkelijk 0
53.640 53.640
0
30.000 30.000
7. Grondwaterheffing In de grondwaterwet is bepaald dat de provincie een heffing kan instellen op de onttrekking van grondwater ter bestrijding van de ten laste van de provincie komende kosten. Omschrijving
begroot
werkelijk
Rente toevoeging Vermeerderingen grondwaterheffing
21.550 21.550
38.950 38.950
Bijdragen cofinaciering waterberging
24.410
148.156
Bijdragen GIS
5.630
Onttrekking aan de reserve Verminderingen egalisatiereserve grondwaterheffing
582.178 612.218
427.507 575.663
8. Automatisering De middelen voor automatisering, inclusief de middelen voor de RIO-projecten, zijn gekoppeld aan de bestemmings-/egalisatiereserve automatisering. Omschrijving
begroot
Niet bestede kredieten 2009 Vermeerderingen egalisatiereserve automatisering Onttrekkingen inzake ICT Verminderingen egalisatiereserve automatisering
330
Reservepositie
werkelijk 0
55.650 55.650
0
462.652 462.652
9. Beheer wegen en kanalen Het huidige managementcontract Beheer Wegen en Kanalen loopt van 2009 tot en met 2011. De huidige stand van de reserve bedraagt € 543.015, opgebouwd uit de eindstand van het voorgaande managementcontract ad. € 180.237 en het saldo 2009 van € 362.778. Op het eindsaldo ultimo 2009 rusten nog reserveringen ad. € 371.958. Omschrijving
begroot
Storting in egalisatiereserve wegen en kanalen Vermeerderingen egalisatiereserve wegen en kanalen
werkelijk
350.000 350.000
362.778 362.778
10. Cofinanciering Kompas In 2010 zal een groot deel van de projecten/programma's (Leader/POP/SGB/TIPP) afgerekend moeten zijn. Omschrijving
begroot
Niet bestede kredieten 2009 Vermeerderingen reserve cofinanciering Kompas
werkelijk 0
30.198 30.198
Bijdragen aan Kompasprojecten
2.560.536
1.136.562
Vrijval in verband met bezuinigingen Verminderingen reserve cofinanciering Kompas
2.560.536
2.700.000 3.836.562
11. Ontgrondingen Dit betreft het saldo van de heffingen op ontgrondingen. Dit is een bestemmingsheffing, d.w.z. dat de opbrengst uitsluitend mag worden aangewend voor het doel waarvoor zij is geheven. Daarnaast dient als verplichting opgenomen te worden de bedragen die nog niet zijn ontvangen in het kader van de heffingen op ontgrondingen. Omschrijving
begroot
Aframing heffingen
10.000
Onttrekking uit egalisatiereserve ontgronding Verminderingen egalisatiereserve ontgronding
33.100 43.100
werkelijk 32.025 32.025
12. AKP-budgetten Het restant APK-budget is ingezet in 2009. Een aantal bedragen dient echter beschikbaar te zijn voor 2010 en volgende jaren. Dit betreft de reservering voor: g Mobiliteit in brede zin € 657.652 g Zaakgericht werken 2009-2011 € 2.132.041 g Groen/Grijs en borgen kennis € 1.564.682 g Uitvoeringskosten verbeterplannen K&B € 1.501.237 g MT voorstellen besteding restanten € 2.931.658
Reservepositie
331
Omschrijving
begroot
werkelijk
Kwaliteit verbetering
1.945.736
Investering in kennis en frictiekosten
3.639.905
Restant AKP 2008
81.103
Formatiereductie Vermeerderingen reserve AKP-budgetten Vertrekbevorderende maatregelen
0
195.125 5.861.869
22.000
34.000
Verlofstuwmeer
1.000.000
Onttrekking voorziening WAO
1.772.667
1.700.000
6.000
8.718
Mobiliteit Brede zin Restant AKP 2008 ten behoeve van 2009
980.447
Onttrekking AKP
1.695.870
Bijdrage aan LGW
64.795
Bijdrage inzake investering in kennis en frictiekosten Verminderingen reserve AKP-budgetten
271.718 4.117.627
263.346 3.701.934
13. Bodemsanering De reserveringen betreffen de voormalige gasfabrieksterreinen en de stadswateren. Tevens is de weergegeven stand een voorlopige stand, want enige jaren moeten administratief nog definitief worden afgesloten. Nu zijn die nog voorlopig afgesloten en dit kan nog enige verschuiving betekenen. Omschrijving
begroot
werkelijk
Toevoeging inzake sanering gasfabrieken
187.000
187.000
Jaarlijkse toevoeging aan reserve Bodemsanering
315.200
315.200
Toevoeging aan programmakosten reserve Bodemsanering Vermeerderingen reserve Bodemsanering
502.200
611.281 1.113.481
25.000
6.195
400.000 425.000
1.139.008 1.145.203
Bijdrage in kosten Globis Programmakosten Bodemsanering 2008 Verminderingen reserve Bodemsanering
14. Afkoopsom wegen/waterwegen In verband met de eigendomsoverdracht van wegen en waterwegen aan de provincie hebben wij afkoopsommen ontvangen ter dekking van de jaarlijkse onderhoudskosten. De afkoopsom is de verkapitalisering van het eeuwigdurend onderhoud en dient als dekking van de jaarlijkse lasten die in de begroting worden opgenomen. 15. Programma Landelijk Gebied Het Programma Landelijk Gebied is een meerjarig programma (2007 t/m 2013) en kent financiering vanuit Europese, rijks- en provinciale middelen. De rijks- en provinciale middelen zijn opgenomen op de provinciale begroting. Met het Rijk zijn voor de gehele programmaperiode middels een bestuursovereenkomst afspraken gemaakt over de inzet van de middelen ten behoeve van de realisatie van prestaties. De provinciale middelen zijn veelal gekoppeld aan de rijksbijdragen. Voor de rijksbijdragen geldt dat deze niet kunnen vrijvallen en beschikbaar blijven voor het programma. Omschrijving
begroot
Storting in reserve Programma Landelijk Gebied Vermeerderingen reserve Programma Landelijk Gebied
werkelijk 0
2.706.028 2.706.028
Onttrekking conform begroting
1.189.175
1.189.175
Bijdragen aan diverse projecten Verminderingen reserve Programma Landelijk Gebied
44.500 1.233.675
690.478 1.879.653
332
Reservepositie
16. Reserve Provinciale Meefinanciering De naam van de reserve Cofinanciering Ruimtelijke Economische Programma is in 2009 gewijzigd in reserve Provinciale Meefinanciering. Deze reserve is de opvolger van de reserve Cofinanciering Kompas en loopt voor de periode 2007-2013. Er zal jaarlijks € 3 miljoen extra beschikbaar worden gesteld voor cofinanciering van projecten in brede zin. Omschrijving
begroot
werkelijk
Toevoeging conform begroting Vermeerderingen Fonds Provinciale Meefinanciering
9.500.000 9.500.000
9.500.000 9.500.000
Onttrekking inzake diverse projecten
4.442.193
2.318.612
Vrijval in verband met bezuinigingen Verminderingen Fonds Provinciale Meefinanciering
4.442.193
1.400.000 3.718.612
17. Reserve Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) De totale cofinanciering voor RSP-ZZL bedraagt € 325 miljoen. Het aandeel van de provincie bedraagt € 245 miljoen. De overige € 80 miljoen wordt door de gemeente Groningen beschikbaar gesteld. De dekking van het aandeel van de provincie komt uit de opbrengsten van de verkoop van onze aandelen in Essent. De rentebaten over het saldo van de reserve RSP-ZZL worden ook toegevoegd aan deze reserve. Omschrijving
begroot
Toevoeging rente Verkoop aandelen Essent Vermeerderingen reserve Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn
Reservepositie
werkelijk
2.143.750
2.961.330
245.000.000 247.143.750
245.000.000 247.961.330
333
334
Reservepositie
3.
Provinciefonds
In de Programmabegroting 2009 hebben wij de uitkering uit het Provinciefonds voor 2009 geraamd op € 84.644.104. e
In de 1 wijziging van de begroting 2009 (voordracht nr. 35/2008) hebben wij de raming verhoogd met € 232.400. Deze verhoging werd veroorzaakt door: • Wijziging accres 2009 + " 480.100 -/" 501.900 • Inhouding behoedzaamheidsreserve • Uitname middelen basisregistraties -/" 55.500 • Toevoegen middelen cultuurparticipatie + " 309.700 Het effect op de algemene middelen bleef hiermee beperkt tot een nadeel van € 21.800. In de Voorjaarsnota 2008 (voordracht nr. 16/2009) hebben wij deze raming verhoogd met € 3.461.000 tot € 88.337.504. Deze verhoging hield verband met: • Definitieve fysieke gegevens 2008 (incl. nabetaling 2008) + € 214.400 • Nacalculatie accres 2008 + " 10.400 • Hoger accres 2009 (akkoord april 2009) + " 3.236.200 Het effect op de algemene middelen betekende een voordeel van eveneens € 3.461.000. In de Integrale Bijstelling 2009 (voordracht nr. 29/2009) hebben wij de raming vervolgens verlaagd met € 86.204 tot € 88.251.300. De oorzaken voor de verlaging met € 86.204 zijn: • Hoger accres 2009 + € 29.000 • Tijdelijke compensatie BTW-compensatiefonds + " 53.900 • Regionale steunfunctie monumentenzorg + " 68.100 • Fysieke gegevens 2009 -/" 389.804 • Stelpost vermindering aantal Statenleden + " 152.600 Het effect op de algemene middelen betekende een nadeel van circa € 208.200. In onze voordrachten nr. 35/2008, nr. 16/2009 en nr. 29/2009 zijn wij dieper ingegaan op bovengenoemde ontwikkelingen. Nadat wij de Integrale Bijstelling 2009 hebben vastgesteld heeft zich nog een aantal wijzigingen voorgedaan in onze uitkering uit het Provinciefonds, waardoor onze uitkering uiteindelijk € 139.689 hoger is uitgevallen dan in de Integrale Bijstelling 2009 is geraamd. Het betreft: • een incidentele vergoeding i.v.m. een vervangingregeling Staten- en commissieleden in de jaren 2007, 2008 en 2009 (aandeel Groningen € 2.585); • een correctie op de oorspronkelijke uitname i.v.m. een Centrale voorziening officiële publicaties (CVOP) tot een bedrag van € 6.732; • een bijdrage voor Lokaal Emancipatiebeleid (€ 7.692); • een bijdrage voor Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) tot een bedrag van € 114.728; • een bijdrage voor Luchthavens van regionaal belang (€ 7.952). Voor zover deze ontvangen middelen in 2009 nog niet tot besteding zijn gekomen (in totaal € 85.269) stellen wij voor deze bij de bestemming van het rekeningresultaat 2009 opnieuw beschikbaar te stellen voor het bekostigen van deze uitgaven in 2010 en 2011.
Provinciefonds
335
336
Provinciefonds
4.
Provinciaal Belastinggebied
Bij de start van het dienstjaar 2009 bedroeg het tarief voor de provinciale opcentenheffing 77,8. Per 1 april 2009 hebben wij het aantal opcenten verhoogd met 1,3 op grond van de in 1997 afgesproken indexering voor nominale ontwikkelingen. Hiermee kwam het tarief per 1 april 2009 uit op 79,1 opcenten. Op jaarbasis bedraagt de tariefstijging gemiddeld 1,7%. In 2009 werd per opcent een gemiddelde opbrengst gerealiseerd van circa € 569.600 tegenover circa € 558.600 in 2008. Dat is een stijging van bijna 2,0% ten opzichte van 2008. Circa 51% van de stijging van het bedrag per opcent werd veroorzaakt door de groei van het voertuigenpark en de rest door de verzwaring van het gemiddelde gewicht van het voertuigenpark. Er is een zekere kentering zichtbaar in de groei van het gemiddelde gewicht. Dit hangt samen met de komst van de zeer zuinige auto's. Voor deze auto's wordt vanaf 1 april 2009 het kwarttarief in plaats van het halve tarief betaald. Het aandeel zeer zuinige auto's bedraagt begin januari 2010 bijna 1,7%. Wij verwachten dat dit aandeel de komende jaren verder zal toenemen. In 2009 lag de gerealiseerde opbrengst in totaal bijna 3,5% (en in geld € 1.498.589) hoger dan in 2008. Van deze stijging is circa 42% het gevolg van de tariefstijging per 1 april 2009 en de rest is het gevolg van de hierboven beschreven volumeontwikkelingen gedurende 2009 (toename aantal voertuigen (aandeel circa 30%) en toename gemiddeld gewicht per voertuig (aandeel circa 28%)). In onderstaand schema brengen wij de ramingen in beeld, die tot nu toe zijn opgenomen in de provinciale begroting 2009 en de over 2009 gerealiseerde opbrengsten. Tabel 1. Geraamde en gerealiseerde opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting 2009 Omschrijving
raming in begroting 2009
raming in 1 wijziging 2009
e
raming in Voorjaarsnota 2009
raming in Integrale Bijstelling 2009
opbrengstgegevens tot e en met 13 periode 2009
verschil t.o.v. raming IB2009
Opbrengst 2009
44.294.584
44.604.954
44.696.148
44.696.148
44.872.707
176.559
Totaal
44.294.584
44.604.954
44.696.148
44.696.148
44.872.707
176.559
In onze voordrachten nr. 35/2008, nr. 16/2009 en nr. 29/2009 zijn wij nader ingegaan op de door ons verwachte ontwikkeling van de opbrengst 2008 tot en met de Integrale Bijstelling 2009. De in 2009 gerealiseerde opbrengst ligt per saldo circa € 176.559 hoger dan de raming in de Integrale Bijstelling 2009. Dit voordelige verschil (t.o.v. de Integrale Bijstelling 2009) kan onder andere worden verklaard doordat de groei van het aantal voertuigen in 2009 toch iets hoger is uitgevallen dan geraamd (1,1% i.p.v. 1%) en omdat de opkomst van zeer zuinige auto's in 2009 toch enigszins bij de ramingen is achtergebleven, waardoor er in 2009 relatief meer voertuigen waren waarvoor het volledige tarief is betaald.
Provinciaal Belastinggebied
337
338
Provinciaal Belastinggebied
5.
Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering 5.1
Reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI)
In het bestuursprogramma 1999-2003 hebben wij voorgesteld een Investeringsfonds in het leven te roepen om daarmee: • bijdragen te kunnen verstrekken in projecten voor een duurzame regionale ontwikkeling. • eigen investeringsprojecten op het gebied van infrastructuur en economie te kunnen realiseren. Daarom zijn in de Beleidsbegroting 2000 de reserve Cofinanciering Economische en Sociale Infrastructuur (CESI) en de reserve Investeringen Infrastructuur en Economie (IIE) ingesteld. In de Voorjaarsnota 2004 hebben wij u voorgesteld de reserve CESI samen te voegen met de reserve IIE. De nieuw gevormde reserve heeft de naam reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) gekregen. In de Programmabegroting 2005 hebben wij de criteria voor bestedingen ten laste van deze reserve vastgelegd. De reserve ESFI wordt grotendeels gevoed door middel van de dividendopbrengsten NV Essent. Als gevolg van de verkoop van de aandelen Essent in 2009 worden geen dividendopbrengsten meer ontvangen. De dotatie aan de reserve wordt ingaande 2009 jaarlijks met 2% geïndexeerd. Om de jaarlijkse storting te realiseren is een deel van de verkoopopbrengst aan de Algemene Reserve toegevoegd. Daarnaast wordt een jaarlijkse bijdrage geboekt vanuit het programma Bereikbaar Groningen van € 192.400. Tevens worden de (nog) niet betaalde bedragen op toezeggingen in deze reserve geparkeerd. Voor de dekking van incidentele kosten als gevolg van de bezuinigingsoperatie 2011-2015 is een bedrag van € 6.852.652 onttrokken aan de reserve ESFI. Het verloop van de reserve ESFI over 2009 is als volgt weer te geven: Saldo per 1 januari 2009 Toevoegingen: 1 voeding reserve 2 jaarlijkse dotatie vanuit exploitatie 3 projecten Bereikbaar Groningen 4 projecten Schoon en veilig Groningen
202.148.665
15.300.000 192.400 2.155.071 50.000 17.697.471 219.846.136
Onttrekkingen: 1 projecten Leven en wonen in Groningen 2 projecten Ondernemend Groningen 3 projecten Bereikbaar Groningen 4 projecten Karakteristiek Groningen 5 projecten Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 6 bijdrage bezuinigingsoperatie 2011-2015 7 afromen van vermogen
1.732.840 708.762 9.223.340 1.826.022 1.632.367 6.852.652 6.500.000 28.475.984
Saldo per 31-12-2009
191.370.152
Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering
339
5.2
Reserve Cofinanciering Kompas voor het Noorden
De reserve Cofinanciering Kompas wordt gevoed met een deel van het rekeningresultaat 1997 (€ 0,77 miljoen) en het afsplitsen van een deel van het beschikbare flexibele budget in de periode 1999-2006 (€ 22,83 miljoen, waarvan € 2,27 miljoen ten laste van het dienstjaar 2003). In de Voorjaarsnota 2004 heeft u besloten in de periode 2005-2008 aan deze middelen in totaal nog eens € 10 miljoen toe te voegen, zodat de mogelijkheden tot cofinanciering van Kompasprojecten ten volle kunnen worden benut. Bij de Integrale Bijstelling werd verwacht dat er een bedrag van € 2.560.536 van de gecommitteerde bedragen in 2009 tot besteding zou gaan komen. Dit is onder te verdelen naar de volgende programma's: Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Totaal
2.263.536 59.000 238.000 2.560.536
In totaal is in 2009 een bedrag van € 1.106.364 besteed aan de gecommitteerde projecten. De lagere besteding van € 1.454.172 heeft met name betrekking op de projecten die vallen onder het programma Ondernemend Groningen. Veel projecten zitten in de eindfase, maar is de eindafrekening nog niet ontvangen. Voor de dekking van incidentele kosten als gevolg van de bezuinigingsoperatie 2011-2015 is een bedrag van € 2.700.000 onttrokken aan de reserve cofinanciering Kompas. Het verloop van de reserve Cofinanciering Kompas over 2009 is als volgt weer te geven: Saldo per 1 januari 2009 Toevoegingen: 1 projecten Ondernemend Groningen
9.869.926
30.198 30.198 9.900.124
Onttrekkingen: 1 projecten Ondernemend Groningen 2 projecten Bereikbaar Groningen 3 projecten Karakteristiek Groningen 4 bijdrage bezuinigingsoperatie 2011-2015
941.987 113.900 80.675 2.700.000 3.836.562
Saldo per 31-12-2009
340
6.063.562
Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering
5.3 Reserve Cofinanciering Ruimtelijke- Economische Programma's (REP) Bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2007 werd besloten om de reserveringen voor cofinanciering Kompas/cofinanciering in brede zin voor de komende periode (2007-2013) wederom te bundelen in een reserve. Omdat de Kompasperiode ten einde is, is voor de nieuwe periode voor een nieuwe naam gekozen, namelijk reserve Cofinanciering Ruimtelijke Economische Programma's (REP). Teneinde verwarring te voorkomen met het onderdeel Ruimtelijke Economische Programma's uit het regio Specifiek Pakket Zuiderzeelijn is bij de Integrale Bijstelling 2009 besloten om de naam van de reserve te veranderen in Provinciale Meefinanciering. Bij de Voorjaarsnota 2004 zijn in eerste instantie middelen gereserveerd voor een nieuw Kompasprogramma vanaf 2007. Hiervoor is vanaf 2007 structureel € 4,5 miljoen per jaar vastgelegd. In het kader van de Voorjaarsnota 2007 is € 3 miljoen extra beschikbaar gesteld tot en met 2013. Tevens is een additioneel bedrag van € 1 miljoen in 2008 tot oplopend tot € 4 miljoen in 2011 beschikbaar gesteld. Op deze wijze ontstaat er een budget voor cofinanciering van ruimtelijke economische programma's van € 7,5 miljoen in 2007, oplopend tot € 11,5 miljoen per jaar in 2011. Bij de Integrale Bijstelling werd verwacht dat er een bedrag van € 4.442.193 van de gecommitteerde bedragen in 2009 tot besteding zou gaan komen. Dit bedrag is heeft betrekking op het programma Ondernemend Groningen. Van dit bedrag is in 2009 uiteindelijk € 2.318.612 tot betaling gekomen. Ondanks dat op basis van de committeringen en harde reserveringen kan worden geconcludeerd dat de projectenstroom goed op gang is gekomen, blijven de uitbetalingen ten laste van reserve Provinciale Meefinanciering achter. Op basis van een schriftelijk verzoek van de projectindiener wordt een bijdrage uitbetaald. Als gevolg van vertraging in de uitvoering van het project schuift een (volgende) voorschotverzoek op. Voor de dekking van incidentele kosten als gevolg van de bezuinigingsoperatie 2011-2015 is een bedrag van € 1.400.000 onttrokken aan de reserve Provinciale Meefinanciering. Het verloop van de reserve Provinciale Meefinanciering over 2009 is als volgt weer te geven: Saldo per 1 januari 2009 15.747.334 Toevoegingen: 1 reservering (Voorjaarsnota 2004) 2 reservering (Voorjaarsnota 2007) 3 reservering (integrale Bijstelling 2007)
4.500.000 3.000.000 1.000.000 8.500.000 24.247.334
Onttrekkingen: 1 projecten Ondernemend Groningen 2 bijdrage bezuinigingsoperatie 2011-2015
2.318.612 1.400.000 3.718.612
Saldo per 31-12-2009
20.528.722
Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering
341
6.
Overzicht van het nieuw beleid 2009 Omschrijving
Productgroepnummer
Programmabegroting 2009
Integrale Bijstelling 2008
Overboeking 2008-2009
1e wijz.'09
2e wijz.'09
Voorjaarsnota 2009
3e wijz.
Integrale Bijstelling 2009
Budget 2009
5e wijz.
1. Leven en Wonen in Groningen Wonen en leefbaarheid 0600 Tijdelijk extra capaciteit RO en Wonen (3 fte) 9201 Behoefteraming ISV3
60.000
60.000 69.183
69.183
2. Ondernemend Groningen Bedrijvigheid 7103 Seaport Experience Center 0600 Social Return
35.000
34.000
34.000 35.000
1.500
100.000 1.500
Recreatie 7003 Toeristische Mediacampagne 7003 Accres bijdrage Marketing Groningen
100.000
3. Bereikbaar Groningen Mobiliteit en infrastructuur 3001 3001 3001 3001/0600 3001 0600 3102/3303 3302
Instandhouding projectorganisatie Regiotram Verkeersonderzoek Projectorganisatie ZRG Formatie verkeer en vervoer (2,0 fte) Uitwerking Regiospecifiek Pakket ZZL - materiële uitgaven Uitwerking Regiospecifiek Pakket ZZL - formatie Verlenging managementcontract BW K Vrijval i.v .m. uitstel aanschaf werkschip PW17 (aandeel HK) ingezet voor HK
800.000 177.300
1.700.000
2.500.000 177.300 90.000 160.000 130.000 180.000 1.300.000 94.000
90.000 160.000 130.000 180.000 1.300.000 94.000
4. Karakteristiek Groningen Natuur en landschap 0600 Zware vergunningen Nb-wet 6205 Opstellen Natuurbeheerplannen
0600 6203 0600 6203
80.000
-1.778
78.222 45.000
-17.900
46.100 150.000 76.200 200.000
45.000
PLG W egzetten extra middelen landschap (0,8 fte) Actieprogramma weide- en akkervogels - materiële uitgav en Actieprogramma weide- en akkervogels - formatie (1,0 fte) Inzet rentebaten PLG
64.000 150.000 80.000
-3.800 200.000
5. Schoon/Veilig Groningen Water 0600 Beverratbestrijding - personeelskosten
25.000
25.000
Milieu 0600 0600 0600 5003/0600 5201 5501 5502 5502
Inhuur expertise milieuvergunningen grote en complexe inrichtingen W abo - formatie (3 fte) Energieakkoord - formatie binnen AKP (0,9 fte) Energieakkoord - programmakosten, formatie (incl. 2,6 fte) Formatie bodemsanering (1,1 fte) Advertentiekosten milieu Interbestuurlijk toezicht Afv alv erwijdering
120.000 240.000 72.000 343.000 83.500
0
-43.000 -17.656
15.000 25.000
25.000 -15.000
120.000 197.000 72.000 325.344 83.500 25.000 0 25.000
Risicobeleid en veiligheid 0600 Beperking formatie Veiligheid (- 1,8 fte)
-54.000
-54.000
7. POP/Gebiedsgericht POP 9104 Continueren extra bijdrage VGD 9104 Project Lev ende dorpen
342
43.000 102.800
Overzicht nieuw beleid
43.000 102.800
Besteed t/m 31-12-2009
60.000 38.828
Overboeking Niet Nog te Toegevoegd naar 2010 onttrokken betalen per aan aan 31-12-2009 bestemmingsreserves bestemmingsreserves
2.300
Vrijval per 31-12-2009
28.055
34.000 35.000
8.477 1.500
2.440.000 177.092 57.893 160.000 39.651 180.000 1.280.000 94.000
91.523
60.000 208 25.232
6.875 10.389
79.961 20.000
78.222 45.000
46.100 124.892 65.286 53.915
25.109 10.914 22.400
123.685
25.000
101.933 197.000 72.000 188.714 83.500 25.000
18.067
5.292
108.911
22.408
56.505
22.427
25.000
54.000-
43.000 23.887
Overzicht nieuw beleid
343
(vervolg tabel) Programmabegroting 2009
Omschrijving
Productgroepnummer
Integrale Bijstelling 2008
Overboeking 2008-2009
1e wijz.'09
2e wijz.'09
Voorjaarsnota 2009
Integrale Bijstelling 2009
3e wijz.
Budget 2009
5e wijz.
8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Sociaal beleid 8001 8101/0600 8001 8001 8001
W elzijnsplan 2009-2012, wegv allende middelen Lokaal Sociaal Beleid Uitv oeringskosten gratis OV v oor MBO-leerlingen tot 18 jaar Armoedebeleid Gebied Noord/Oldambt Flexible budget Welzijn ((terugdraaien) verschuiving 2011 -> 2009)
227.000 87.200 133.117
24.778 -48.200
227.000 64.715 133.117 24.778 0
-154.696
126.681 216.242 280.000 145.304
-22.485
48.200
Je ugd 0600 0600 8801 8801
Beleidskader Jeugdzorg 2009-2012 - continuering extra formatie (1,5 fte) Beleidskader Jeugdzorg 2009-2012 - extra formatie (2,5 fte) Kwartiermaker voor Centra voor Jeugd en Gezin Aanvullende middelen Jeugdzorg
126.681 216.242 280.000 300.000
8801 Aanvulling door provincie op rijksbijdrage - beperken wachtlijsten
1.556.892
1.556.892
28.062
28.062
Cultuur en media 8003 RTV-Noord - aanpassing reëele index 2009 Cultuurnota 2009-2012 8312 Aanvulling Cultuurnota 2009-2012 8312 CIS-basisvoorzieningen 8312 Diversen (inclusief amendement)
24.585
24.585 200.000 300.000
200.000 300.000
9. Bestuur Overige bestuursorganen 1101 Deskundige Advisering 1101 Vergoedingen GS
170.000
330.000 30.000
500.000 30.000
-82.483 34.800 60.412 9.900
27.263 -82.483 34.800 60.412 9.900
45.000 54.000 116.000 639.000
295.500 54.000 116.000 639.000
Bestuurlijke samenwerking 1601 1601 1601 1601 1601
Uitv oeringsprogramma Bestuursakkoord IPO - jaarrekening 2008 IPO - flexpool 2009 IPO - begroting 2009 Bijdrage NHI
27.263
10. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering 0600 0600 0600 0600
Niet realiseren Taakstelling bestuurlijke selectiviteit Beperken formatie Veiligheid Formatiereductie BWK Digitale Infrastructuur
250.500
11. Algemene dekkingsmiddelen Financiering en algemene de kkingsmiddelen 0600 Extra kosten EG-verordening PRTR 0600 Naheffing Belastingdienst loonheffing 2003-2006 0800 Verhoging reserv e jeugdzorg (onderdeel van stim. fonds zorg) To taal
19.800 594.676 154.696
19.800 594.676 154.696
5.729.223
2.092.334
0
3.266.368
0
1.184.164
12.272.089
4.832.423 484.800 72.000 140.000 0
2.007.334 40.000 0 45.000 0
0 0 0 0 0
1.927.495 699.873 0 0 0
0 0 0 0 0
501.469 276.895 0 0 102.800 25.000 78.000
200.000 0 5.729.223
0 0 2.092.334
0 0 0
639.000 0 0 3.266.368
0 0 0
0 200.000 1.184.164
9.268.721 1.501.568 72.000 185.000 102.800 25.000 78.000 639.000 200.000 200.000 12.272.089
Dekking Flexibel Budget 2009 Sectorale kredieten Apparaatskosten personeel (AKP) Rijksmiddelen Bijdragen derden Leges ontgroningen Dwangsommen Reserve AKP Reserve ESFI Reserve PLG Totaal
344
Overzicht nieuw beleid
Besteed t/m 31-12-2009
227.000 34.715 54.366 6.362
126.681 216.242 233.333 145.304
Nog te Toegevoegd Overboeking Niet betalen per naar 2010 aan onttrokken 31-12-2009 bestemmingsaan reserves bestemmingsreserves
29.537 78.751 11.217
Vrijval per 31-12-2009
463 7.200
46.667
1.556.892
26.659
1.403
24.585 30.000 300.000
170.000
500.000 30.000
27.263 82.48334.800 60.412 9.900
295.500 54.000 116.000 549.740
89.260
19.800 594.676 154.696 10.907.636
8.503.590 1.409.837 72.000 161.667 23.887 25.000 78.000 549.740 30.000 53.915 10.907.636
339.674
430.817
180.010 91.523 23.333 22.408
217.872 -
22.400 339.674
89.260 123.685 430.817
170.000
-
170.000 170.000
368.432
55.530
311.927 56.505
55.321 208 -
368.432
55.530
Overzicht nieuw beleid
345
346
Overzicht nieuw beleid
Deel 5 Programmarekening 2008 Bijlagen
Ingediende moties en amendementen in 2009 Tijdens de PS-vergadering van 25 mei 2005, bij de behandeling van de Programmaverantwoording 2004, is afgesproken dat wij bij de Programmaverantwoording rapporteren over de uitvoering van aanvaarde moties en amendementen over het verantwoordingsjaar. In deze paragraaf wordt de stand van zaken m.b.t. de moties nader uitgewerkt. Tevens is een tabel opgenomen met de ingediende amendementen. Hierover wordt niet gerapporteerd over de stand van zaken, omdat het bij amendementen gaat om een concrete directe aanpassing in de besluittekst. Een stand van zaken m.b.t. deze stukken bij de Programmaverantwoording is niet relevant. Daarom is volstaan met een overzicht van de aanvaarde amendementen. In 2009 zijn in totaal 26 moties aangenomen. In onderstaande tabel zijn de verschillende moties weergegeven. Per motie (of clustering daarvan) is de stand van zaken weergegeven. Tabel 8.1: Overzicht aanvaarde en overgenomen moties in 2009 Nr.
Fractie
Onderwerp
1
ChristenUnie Keuzemogelijkheden en keuzevrijheid voor cliënten in de jeugdzorg
4 februari
2
CDA, PvdA, Veilige fietsverbinding tussen Mensingeweer, Eenrum en Baflo ChristenUnie
4 februari
3
PvdA
CO2 neutrale landbouw in het jaar 2025
22 april
4
GroenLinks
Overmatige verlichting halfopen stallen in de provincie Groningen
22 april
5
Partij voor de Intrekken ontheffing voor gebruik aardhonden tijdens vossenjacht Dieren
22 april
6
Partij voor het Noorden
Afroming vermogens van provincies
27 mei
7
CDA
Intensieve veehouderij
17 juni
8
ChristenUnie Onderzoek doelstelling windenergie, repowering
17 juni
9
CDA
Eigenaren solitaire windturbines
17 juni
10
GroenLinks
Participatie, repowering solitaire windmolens; inspanningen Seaports
24 juni
11
GroenLinks
Buurt- en dorpsvisies
17 juni
12
ChristenUnie Algenproductie
17 juni
13
PvdA
17 juni
14
ChristenUnie 'Gast van de Staten'
24 juni
15
VVD
Verlenging zeesluis
24 juni
16
PvdA
Energierotonde
24 juni
17
PvdA
Inzet nachttreinen en nachtbussen bij evenementen
24 juni
18
PvdA
Campagne 'leren tot de kansen keren'
24 juni
19
SP en CDA
Aanbesteding stads- en streekvervoer en ontwerpbegroting 2010 OVbureau
1 juli
20
VVD
Meertmoand dialectmoand
1 juli
Lichtemissie ligboxenstallen
Ingediende moties en amendementen in 2009
Datum
349
Voortgang Budget Educatie en Participatie Projecten; criteria Regionale cultuurplannen (RCP en BEPP)
21
D66 en VVD
23 sept.
22
ChristenUnie Dienstregeling NS 2010 traject groningen - Zwolle
23 sept.
23
PvdA
Lozing van zand uit Friesland in recreatieplas Strandheem
11 nov.
24
PvdA
Ontbinding Overeenkomst Blauwe Stad: onderzoek Noordelijke Rekenkamer
16 dec.
25
CDA
Ontbinding Overeenkomst Blauwe Stad: kaderstellende rol PS
16 dec.
26
Partij voor de Q-koorts Dieren
16 dec.
Motie 1 Keuzemogelijkheden en keuzevrijheid voor cliënten in de jeugdzorg De motie is geïmplementeerd in de inkoop van jeugdzorg voor het jaar 2010. Hierin is helder gemaakt op basis van welke criteria een selectie gemaakt wordt voor het in te kopen zorgaanbod. Ook is er naar gestreefd het zorgaanbod uit te breiden met in ieder geval 1 nieuwe aanbieder. Dit is gelukt. Voor 2010 is de MJD toegetreden als nieuwe zorgaanbieder. Zowel het kader van het inkoopbeleid 2010 als de selectie van het uiteindelijke zorgaanbod 2010 is ter informatie voorgelegd aan Provinciale Staten. Motie 2 Veilige fietsverbinding tussen Mensingeweer, Eenrum en Baflo In de motie wordt gevraagd te onderzoeken of samen met de college's van B&W van de gemeenten De Marne en Winsum een plan op te stellen is , dat voorziet in de realisatie van een veilige fietsverbinding tussen Mensingeweer, Eenrum en Baflo. In 2009 is de problematiek van de weg geïnventariseerd (verkeersintensiteiten, snelheden, ongevallen). Daarnaast is de raming van een bestaand plan van De Marne en Winsum geactualiseerd. Bestuurlijk is de problematiek meerdere keren aan de orde geweest. Het bedoeling om definitieve besluitvorming op te nemen in de voordracht van het realisatiebesluit behoeve van de aanleg van de nieuwe N361. Motie 3 CO2 neutrale landbouw in het jaar 2025 Wij hebben een rapport laten opstellen door het CLM over de uitstoot van de broeikasgassen in de Groningse Landbouw. Dit rapport hebben we gepresenteerd aan de sector tijdens een bijeenkomst op 14 december 2009. We hebben de sector uitgedaagd om met goede ideeën en (project)voorstellen te komen op dit onderwerp. Daarnaast hebben we in 2009 verschillende projecten ondersteund op het gebied van klimaat in relatie tot landbouw. Motie 4 en 13 Overmatige verlichting halfopen stallen in de provincie Groningen / Lichtemissieligboxenstallen Deze motie is in uitvoering. Provincie is in gesprek met LTO Noord en de Milieufederatie om tot een project te komen over lichtuitstoot van nieuwe ligboxenstallen. Voor de zomer van 2010 zullen wij u per brief informeren over de stand van zaken m.b.t. de lichtuitstoot van ligboxenstallen. Motie 5 Intrekken ontheffing voor gebruik aardhonden tijdens vossenjacht Op 7 april 2009 hebben wij een ontheffing ex art. 68 Flora- en faunawet verleend aan de Wildbeheereenheid Fivelgo voor het doden van vossen met gebruikmaking van aardhonden, in het belang van de openbare veiligheid. Aanleiding hiertoe was dat de provinciale Inspecteur Groene Wetten op verzoek van de afdeling Wegbeheer van de provincie Groningen een inspectie heeft uitgevoerd bij een vossenbouw in de buurt van een spoorwegviaduct, gelegen aan de Eemshavenweg (N46). De inspecteur heeft bij deze gelegenheid geconstateerd dat de vossenbouw een bedreiging vormde voor de openbare (verkeers)veiligheid. De vossenbouw bevond zich op provinciale gronden, gelegen in het werkgebied van de Wildbeheereenheid Fivelgo. De eventueel in de bouw aanwezige vossen konden het meest effectief worden verwijderd door gebruik te maken van aardhonden. Op 16 april daaropvolgend heeft een schadebstrijdingsactie plaatsgevonden, die tot het beoogde resultaat heeft geleid, namelijk het doden van de in de bouw aanwezige vos. In de vergadering van Provinciale Staten d.d. 22 april 2009 is een motie van de Partij voor de Dieren aangenomen, waarin zij verzoekt de bestaande ontheffing voor het gebruik van aardhonden in de draagen zoogtijd van vossen met onmiddellijke ingang in te trekken en hiervoor geen nieuwe ontheffingen te 350
Ingediende moties en amendementen in 2009
verlenen. De secretaris van de Wildbeheerseenheid Fivelgo, dhr. Van der Werf, is terstond van de voorgenomen intrekking van de ontheffing op de hoogte gebracht. De schadebestrijdingsactie had toen al plaatsgevonden en verdere acties waren niet noodzakelijk. Bij brief d.d. 11 mei 2009 (nr. 176825) is de desbetreffende ontheffing ingetrokken. Binnenkort worden Provinciale Staten geïnformeerd over de uitvoering van de genoemde motie en waarbij Gedeputeerde Staten de toezegging doen dat in de toekomst geen ontheffingen meer zullen worden verleend voor het gebruik van aardhonden buiten de wettelijk toegestane periode. Motie 6 Afroming vermogens van provincies Wij hebben uitvoering aan deze motie gegeven door in de zomer van 2009 in het bestuurlijk overleg met de minister van Financiën en de staatssecretaris van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties in IPOverband uit te spreken dat de provincies niet kunnen instemmen met een voorgenomen korting van € 300 miljoen. Deze afwijzing door de provincies is voor het Rijk echter geen aanleiding geweest om af te zien van de voorgenomen korting. In het bestuurlijk overleg is vervolgens de afspraak gemaakt dat op basis van het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) en de contra-expertise door de commissie Boorsma een verdiepingsslag nodig is om tot gezamenlijk gedeelde opvattingen te komen. De inzet van kabinet en IPO is om tot duurzame afspraken over de financiële verhoudingen tussen Rijk en provincies te komen. Als de verdiepingsslag tot een andere uitkomst leidt dan de voorgenomen verlaging van het Provinciefonds dan zal het kabinet zijn voornemen nader wegen. Kabinet en IPO zullen gezamenlijk verkennen of een deel van de voorgenomen uitname kan worden ingevuld door decentralisatiearrangementen en investeringsprogramma’s. Inmiddels is het eerste deel van de verdiepingsslag uitgevoerd. Deze verdieping heeft er niet toe geleid dat het Rijk en provincies tot overeenstemming konden komen over de hoogte van de voorgenomen korting. Het Rijk ziet in de uitkomsten van de verdiepingsslag voldoende argumenten om de hoogte van de korting ingaande 2011 nu definitief op € 300 miljoen vast te stellen. Motie 7 Intensieve veehouderij Het onderzoek om te komen tot een maximalisering van de volwaardige IV-bedrijven is in volle gang. De maximalisering krijgt gestalte via de zogenoemde gebiedenkaart IV. Op deze kaart zijn provinciebreed drie gebieden onderscheiden, die vanwege het verschil in functie en landschapsbeeld ook verschillen in hun kwetsbaarheid voor intensieve veehouderijbedrijven. Per gebied zijn maximaal toelaatbare bouwblokgroottes geformuleerd. Een eerste concept van de kaart is inmiddels met de gedeputeerde besproken. In 2010 wordt een uitwerking gepresenteerd aan de Staten over de verdere (on)mogelijkheden om tot een nadere nuancering te komen van het huidige IV-beleid. Motie 8 t/m/10 Onderzoek doelstelling windenergie, repowering / Eigenaren solitaire windturbines en Participatie, repowering solitaire windmolens; inspanningen Seaports Er is een analyse van de huidige stand van zaken en een plan van aanpak gemaakt voor het behalen van de doelstelling van 750 MW windenergie voor 2019. Dit is conform motie 8 van de ChristenUnie. Wij zullen dit rapport voor 1 april 2010 aanbieden aan Provinciale Staten. In het rapport is de beantwoording van de overige moties eveneens meegenomen. Motie 11 Buurt- en dorpsvisies In zijn algemeenheid zijn dorpsvisies opgenomen in het POP uitvoeringsprogramma 2009-2013 onder het thema: "Karakteristiek Groningen", beleidsspeerpunt: "Ruimtelijke kwaliteit" (pag. 36, onder punt 7). Het gaat daarbij om ondersteuning, financieel en adviserend, vanuit provinciaal belang. Op 3 december 2009 is een avond gehouden in Thesinge met de Vereniging Groninger Gemeenten (VGG) en de Vereniging Groninger Dorpen (VGD). Met dorpsvisies hebben we goud in handen, maar het is van belang verwachtingen vanuit de dorpen goed te managen en hierbij duidelijke kaders te stellen. Tijdens deze avond is geprobeerd duidelijkheid te geven waar de verschillende taken en verantwoordelijkheden liggen. Daarnaast zijn er met de dorpsverenigingen van Nieuw-Beerta, Garmerwolde en Onderdendam en vertegenwoordigers van de betreffende gemeentes gesprekken gevoerd over de uitvoering van de POPpilots. Met Nieuw-Beerta en Garmerwolde is onderzocht welke maatregelen langs de lijn van het Loket Levende Dorpen op relatief korte termijn gerealiseerd konden worden en welke onderdelen via de gemeenten (vanwege woningbouw, contingenten en betrokkenheid corporaties) aangepakt zouden Ingediende moties en amendementen in 2009
351
moeten worden. Met Onderdendam is er ten behoeve van de verdere uitwerking van de plannen een project/werkgroepstructuur in het leven geroepen, waarin zowel de dorpsvereniging, de gemeente (Bedum), twee woningcorporaties als de provincie (ambtelijk) participeren. Concrete plannen zijn in voorbereiding. Motie 12 Algenproductie De motie is in behandeling. Op dit moment wordt een studie uitgevoerd door DHV in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en de Wageningen Universiteit. Deze studie zal resulteren in een businessplan gebaseerd op de huidige algentechnologie gekoppeld aan de reststromen warmte en CO2. De verwachting is dat deze studie voor de zomer afgerond is. Het college zal naar verwachting in de zomer van 2010 de resultaten aan PS doen toekomen. Motie 13 Zie motie 4.
Lichtemissie ligboxenstallen
Motie 14 'Gast van de Staten' Provinciale Staten hebben in juni, tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen bij de Voorjaarsnota 2009, de motie 'Gast van de Staten' van de ChristenUnie aangenomen. In de motie geven de Staten aan het belangrijk te vinden inwoners van de provincie Groningen meer te betrekken en kennis te laten maken met het werk van de Staten. Zowel in bestuurlijke als politieke zin. Naar aanleiding van de motie zijn burgers tijdens de Statenvergadering van 17 maart 2010 voor het eerste uitgenodigd om een ochtend gast van een Statenlid te zijn. In totaal meldden negentien burgers zich aan als gast van de Staten. Iedere Statenvergadering zijn maximaal 20 belangstellenden welkom. Gast van de Staten heeft als doel het versterken van de relatie tussen volksvertegenwoordigers en inwoners van de provincie Groningen. Motie 15 Verlenging zeesluis Bij motie d.d. 24 juni 2009 hebben Provinciale Staten Gedeputeerde Staten verzocht: "alle mogelijkheden te blijven onderzoeken opdat verlenging van de zeesluis ten spoedigste wordt gerealiseerd". Inmiddels is het vervolgonderzoek waarin o.a. de mogelijkheid van verlenging van de sluis is onderzocht afgerond en de resultaten zullen begin maart aan de stuurgroep worden voorgelegd. Aansluitend zullen Gedeputeerde Staten Provinciale Staten informeren over de uitkomsten van het onderzoek. Het vervolgonderzoek betrof de volgende aspecten: 1. wat is de onderhoudstoestand van de huidige zeesluis; dit is van belang om te beoordelen voor welk tijdstip de aanleg van een nieuwe zeesluis noodzakelijk is en of ook verlenging van de huidige sluis een kansrijke optie is; 2. bepalen van de exacte locatie toekomstige nieuwe zeesluis (ten westen of ten oosten van de huidige sluis) met de benodigde ruimtelijke reservering; 3. haalbaarheid nagaan aanleg kortsluitkanaal Eemskanaal - Oosterhornhaven; 4. bepalen reserveringslocatie afwateringskanaal met lozingskunstwerk; 5. lobby traject opzetten. Motie 16 Energierotonde GS zal in maart 2010 reageren op de motie, zulks in samenhang met de resultaten van het energiedebat dat door PS is georganiseerd, eerdere onderzoeken op nationaal en internationaal niveau en een onderzoek dat onder auspiciën van Energy Valley wordt uitgevoerd. Het onderzoek van Energy Valley moet leiden tot schetsen die weergeven hoe de elektriciteitsinfrastructuur van Noord-Nederland er in 2030 kan uitzien en hoe de huidige markt- en reguleringsmechanismen deze situatie kunnen beïnvloeden. De oproep tot nader onderzoek die in de motie wordt gedaan, wordt beantwoord door te verwijzen naar reeds uitgevoerd of onderhanden onderzoek en nader onderzoek dat nog plaats zal vinden. Motie 17 Inzet nachttreinen en nachtbussen bij evenementen Op 24 juni 2009 heeft u een motie van de PvdA aanvaard met betrekking tot de inzet van nachttreinen en nachtbussen bij evenementen. Wij hebben deze motie beantwoord met onze brief van 25 augustus 2009 met zaaknummer 192406.
352
Ingediende moties en amendementen in 2009
Motie 18 Campagne 'leren tot de kansen keren' Met betrekking tot deze motie kan worden gemeld dat inmiddels is gestart met de uitvoering van deze motie. In de 2e helft van 2010 zullen wij richting uw Staten rapporteren. Motie 19 Aanbesteding stads- en streekvervoer en ontwerpbegroting 2010 OV-bureau In 2009 zijn er onder andere in IPO-verband meerdere ontwikkelingen en activiteiten geweest ten aanzien van de aanbestedingen OV-bus. Wij hebben hierin onze inbreng gehad. Hierover hebben wij provinciale staten mondeling geinformeerd. De ontwikkelingen ten aanzien de aanbesteding OV-bus zijn nog gaande. Wij verwachten in voorjaar 2010 provinciale staten schriftelijk over de uitkomsten te kunnen informeren. Motie 20 Meertmoand dialectmoand In de Statenvergadering van 17 maart 2010 krijgen de woordvoerders de gelegenheid om een onderwerp in het Groninger dialect te bespreken. Het Presidium zal bepalen om welk onderwerp het gaat. Enkele statenleden nemen deel aan een workshop, die professor Siemon Reker geeft. Motie 21
Voortgang Budget Educatie en Participatie Projecten; criteria Regionale cultuurplannen (RCP en BEPP) In deze motie wordt het College van GS gevraagd haar uiterste best te doen bij de laatste subsidieronde van 2009 voor het BEPP om een substantieel deel van de PO scholen gebruik te laten maken van de cultuureducatie gelden en daarbij het bereik van leerlingen zo volledig mogelijk te laten zijn. Naar verwachting wordt in maart 2010 door het College van GS een evaluatie van het eerste jaar (2009) BEPP verzonden naar PS. Hierin is een overzicht opgenomen van de aanvragen op de verschillende onderdelen binnen het BEPP met het bijbehorende bereik. Motie 22 Dienstregeling NS 2010 traject groningen - Zwolle Op 23 september 2009 heeft u een motie van de ChristenUnie aanvaard met betrekking tot de dienstregeling NS 2010 traject Groningen - Zwolle. Tijdens de bestuurscommissie SOM is gebleken dat een tussenoplossing voor de dienstregeling 2011 niet opportuun is. De eindoplossing tussen Groningen en Zwolle wordt nu direct meegenomen bij de introductie van de Hanzelijn eind 2012. Motie 23 Lozing van zand uit Friesland in recreatieplas Strandheem Direct na de vergadering van 11 november 2009 hebben wij de motie van de PvdA over de lozing van zand uit Friesland in de zandwinning Parkheem opgepakt. Wij zullen de daarvoor in aanmerking komende plassen opnemen in de provinciale omgevingsverordening. Dit proces loopt. Er is een actuele lijst met daarvoor in aanmerking komende diepe plassen opgesteld. Enkele plassen moeten nog in het veld worden beoordeeld om te bezien of deze eventueel ook onder het beschermingsregime van de verordening zouden moeten vallen. Alle voor bescherming in aanmerking komende plassen worden opgenomen op een kaart, welke deel uit gaat maken van de provinciale omgevingsverordening. Omdat dezelfde problematiek ook elders in het land speelt wordt dit ook in IPO-verband opgepakt. Alom wordt de mening gedeeld, dat het storten van verontreinigde grond/bagger (Klasse B of industrie) in schone plassen onaanvaardbaar is. De Minister van VROM en de Staatssecretaris van VenW wordt verzocht helderheid te geven over o.m. de effecten ervan op de volksgezondheid en het milieu. Motie 24 Ontbinding Overeenkomst Blauwe Stad: onderzoek Noordelijke Rekenkamer Op 16 december 2009 is deze motie met algemene stemmen aangenomen door Provinciale Staten. In de motie wordt de Noordelijke Rekenkamer verzocht een onderzoek te starten naar de doelmatigheid en effectiviteit van de publiek-private samenwerking in het project Blauwe Stad met betrekking tot het beoogde doel: gebiedsontwikkeling, vitalisering van het gebied en het creëren van economische activiteiten. Het college van de Noordelijke Rekenkamer heeft bij brief van 5 januari 2010 positief gereageerd op het verzoek tot onderzoek. In het presidium van 20 januari 2010 is door de Rekenkamer een toelichting gegeven op de aanpak, afbakening, uitvoering van het onderzoek en de financiële voorwaarden. De vragen zoals verwoord in het motie zullen worden meegenomen in het onderzoek. De Staten hebben op 3 februari 2010 het onderzoeksvoorstel voor kennisgeving aangenomen.
Ingediende moties en amendementen in 2009
353
Motie 25 Ontbinding Overeenkomst Blauwe Stad: kaderstellende rol PS Op 16 december 2009 hebben Provinciale Staten deze motie met algemene stemmen aangenomen. In de motie staat dat Provinciale Staten haar kaderstellende rol in moet nemen bij het formuleren van de uitgangspunten die moeten leiden tot de invulling van de nieuwe publiek-publieke samenwerking, alsmede de geactualiseerde ontwikkelingsvisie voor de Blauwe Stad. De motie is aan de orde geweest in het presidium op 20 januari 2010. De brief van GS betreffende Start Ontwikkelingsvisie en Samenwerkingsovereenkomst Blauwestad waarin wordt ingegaan op de kaderstellende rol, wordt besproken in de commissie Omgeving en Milieu op 2 maart 2010. Motie 26 Q-koorts Wij zijn doende met de uitvoering van deze motie en zullen PS binnenkort van de resultaten op de hoogte brengen.
354
Ingediende moties en amendementen in 2009
Tabel 8.2: Overzicht aanvaarde en overgenomen amendementen in 2009 Nr
Fractie
Onderwerp
Datum
1
PvdA
Seaport Experience center
24 juni
2
PvdA
Agrarisch bouwperceel (niet meer in gebruik zijnde opstallen)
17 juni
3
PvdA
Agrarisch bouwperceel
17 juni
4
PvdA
Krimp
17 juni
5
VVD, gewijzigd door CDA
Buisleidingenstraat
17 juni
6
VVD
Vaarverbinding Oldambtmeer + bijlage
17 juni
7
VVD
Windenergie (Delfzijl Zuid) + bijlage
17 juni
8
GroenLinks
Bedrijventerreinen (rollen en instrumenten)
17 juni
9
GroenLinks
Duisternis en stilte
17 juni
10
GroenLinks
Duisternis en stilte
17 juni
11
GroenLinks
Zoet-/zoutovergangen
17 juni
12
GroenLinks
Windenergie
17 juni
13
GroenLinks en Partij voor het Railverbinding Stadskanaal - ter Apel + bijlage Noorden
17 juni
14
GroenLinks
Grens Nationaal Landschap Drentse Aa Oost + bijlage
17 juni
15
GroenLinks
Grens Nationaal Landschap Drentse Aa Noord + bijlage
17 juni
16
GroenLinks
Zuidtangent
17 juni
17
GroenLinks
Bungalowparken en zelfstandige campings
17 juni
18
GroenLinks en Bospercelen + bijlage CDA
17 juni
19
GroenLinks
Sterke steden en vitaal platteland
17 juni
20
GroenLinks
Werken aan een duurzame leefomgeving
17 juni
21
Partij voor het Noorden
Woon- en leefbaarheidsplannen
17 juni
22
Partij voor de Dieren
Intensieve Veehouderij + bijlage
17 juni
23
GroenLinks
Nertsen
17 juni
24
ChristenUnie
Kustverdediging
17 juni
25
ChristenUnie
Kustverdediging (recreatie)
17 juni
Ingediende moties en amendementen in 2009
355
356
Ingediende moties en amendementen in 2009
Bijlage Single Information Single Audit
Bijlage Single information Single Audit
357
Indicatoren (6)
Ontvanger (5)
Juridische grondslag (4)
Specifieke uitkering (3)
Nummer (2)
Departement (1) OCW
10A Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving 2005-2008 (GBKV)
Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (art 41 en 45) en Ministeriële Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-2008
Provincies
Het totaal van de ontvangen rijksmiddelen 2005 t/m 2008 die per 31 december 2008 onbesteed zijn gebleven (incl. evt. vaststellingen in 2009 door provincie over periode t/m 2008).
OCW
11A Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 (APCB)
Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (art 41 en 45) en Ministeriële Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-2008
Provincies en gemeenten
Het totaal van de ontvangen rijksmiddelen 2005 t/m 2008 die per 31 december 2008 onbesteed zijn gebleven (incl. evt. vaststellingen in 2009 door provincie of gemeente over periode t/m 2008).
OCW
16A Uitkering Marsrouteplannen (Bibliotheken). Vernieuwingsimpulsmiddelen
Wet op het Specifiek Cultuurbeleid Bekostigingsbesluit cultuuruitingen
Provincies en gemeenten
Besteed bedrag 2009
Provincies en gemeenten
Besteed bedrag 2009 uit Wbb
VROM
21A Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) Wet bodembescherming (Wbb), Besluit financiële bepalingen bodemsanering en Regeling financiële bepalingen bodemsanering;
Correctie besteed bedrag Wbb voorgaande jaren Besteed bedrag 2009 uit FES Correctie besteed bedrag FES voorgaande jaren Aantal saneringen (inclusief SEB) Alleen in te vullen na afloop programmaperiode Aantal bodemonderzoeken (inclusief SEB) Alleen in te vullen na afloop programmaperiode
Aantal m2 gesaneerd oppervlak (inclusief SEB) Alleen in te vullen na afloop programmaperiode Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief SEB) Alleen in te vullen na afloop programmaperiode Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB) Alleen in te vullen na afloop programmaperiode VROM
22A Programma externe v eiligheid (EV)
Subsidieregeling programmafinanciering Externe Provincies Veiligheid (EV)-beleid voor andere overheden 20062010
Percentage van de verstrekte bijdrage 2009 dat is gebruikt voor het in dienst nemen vast personeel EV
Subsidieregeling aanpak zwerfafval
Totaal subsidiabele kosten 2009
Besteed bedrag 2009 VROM
27
Subsidieregeling aanpak zwerfafval
Gemeenten
Hieronder per regel één beschikkingsnummer invullen en in de kolommen erna de verantwoordingsinformatie voor die beschikking. 1 ZAI09039 WWI
47
Tijdelijke subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens 2006
Tijdelijke subsidieregeling Energiebesparing huishoudens met lage inkomens 2006
Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Totaal subsidiabele kosten 2009
Wet Stedelijke Vernieuwing
Provincies (rechtstreekse ontvanger)
Eindsaldo ISV (na afloop periode II)
Totaal 2009 opbrengsten niet afkomstig van Rijk WWI
50D Investering stedelijke v ernieuwing (ISV)
Verantwoorden in jaarrekening / SiSa 2010 Investeringsbedrag ISV II in 2009 doorgezet naar / verdeeld over niet-rechtstreekse gemeenten
358
Bijlage Single information Single Audit
€ 19.603 € 170.401 R
€ 43.499 R
€ 91.628 R
€ 5.156.222
Bijlage Single information Single Audit Ja
€ 3.604.552 -€ 624.227 Ja
€0
87,64%
€0 Ja
€ 4.971.578
R
R R
205 D1
R
1.031 D1
1162019,00 D1
632277,00 D1
260940,00 D1
Nee D2
€ 1.073.602 Nee R
€ 164.731 Nee R
€0 Ja R
R R
R
359
Aard Controle (20)
Eindverantwoording Ja/Nee (19)
Toelichting afwijking (18)
Overige (17)
Te verrekenen met Provincie / Wgr (16)
Te verrekenen met het Rijk (15)
Overige besteding (14)
Besteed t.l.v. provinciale of Wgr+ middelen (13)
Besteed t.l.v. rijksmiddelen (12)
Overige ontvangsten (11)
Ontvangen van Rijk (10)
Beginstand 2009 (9)
Realisatie (8)
Afspraak (7)
(vervolg tabel) VenW
59A Brede doeluitkering v erkeer en vervoer
Wet BDU Verkeer en Vervoer (art. 10)
Provincies en stadsregio's (W gr+)
Eindsaldo/-reservering 2008 Toegerekende rente 2009 Ontvangen BDU-bijdrage VenW Terugbetaling door derden vanuit BDU-bijdrage verstrekte middelen Totaal besteed bedrag 2009 Correctie over besteed bedrag 2008 Eindsaldo/-reservering 2009 Individuele bestedingen 2009 die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen Per individuele besteding van meer dan 20% één regel invullen 1 OV-bureau
VenW VenW
61
Bijdrage hoofdvaarwegen Fryslân en Groningen 62A Regionale mobiliteitsfondsen
Convenant tussen rijk en provincies Friesland en Groningen Regionale mobiliteitsfondsen
Provincies
Besteed bedrag 2009
Provincies en Wgr+ regio’s
Eindsaldo 2008 Dotatie regio in 2009 Dotatie rijk in 2009 Renteopbrengst 2009 Besteed bedrag 2009 uit fonds (onderscheid herkomst middelen niet nodig) Eindsaldo 2009
VenW
62B Regionale mobiliteitsfondsen (Zuiderzeelijn)
Beschikking of overeenkomst van Samenwerkingsverband Noord Nederland met provincies obv convenant tussen Rijk en Samenwerkingsverband Noord Nederland voor Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn
Provincies Friesland, Groningen en Drenthe (SiSa tussen medeoverheden+)
Besteed bedrag 2009 Realisatie (kolom 8): 0 = niet gerealiseerd 1 = gerealis eerd Hieronder per regel één beschikkingsnummer invullen en in de kolommen erna de verantwoordingsinformatie voor die beschikking. 1 UP-10-03051
LNV
69
Leren voor duurzame ontwikkeling (LvDO)
Beschikking o.b.v. Programma Leren voor duurzame ontwikkeling 2008-2011
Provincies
Besteed bedrag 2008 t/m 2009 Cofinanciering eigen middelen 2008 t/m 2009 Bijdrage derden 2008 t/m 2009
VWS
88
Breedtesportimpuls
Stimuleringsregeling breedtesport
Provincies en gemeenten
Totale uitgaven 2009 (totaal ongeacht gesubsidieerde percentage)
JenG
95
Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg)
Wet op de jeugdzorg (art. 37) en Regeling bekostiging jeugdzorg
Provincies en stadsregio’s (Wgr+)
Aantal Onder toezichtstelling (OTS), 1 jaar 2008 Aantal OTS 2008, overig Aantal voorlopige voogdij 2008 Aantal voogdij 2008 Aantal jeugdreclassering 2008 Aantal samenloop 2008 Aantal Individuele Traject Begeleiding 2008 (ITB), harde kern Aantal ITB 2008, Criem Aantal scholing- en trainingsprogramma's (STP) 2008 Besteed bedrag 2009 aan stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel justitietaken Besteed bedrag 2009 aan stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt - deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg Besteed bedrag 2009 aan zorgaanbod Aantal aanmeldingen 2009 aan het LBIO door bureau jeugdzorg Aantal afmeldingen 2009 aan het LBIO door bureau jeugdzorg Omvang egalisatiereserve jeugdzorg per 31 december 2009
360
Bijlage Single information Single Audit
€ 94.171.628
Ja
R
Ja
R
Ja
R
Ja
R
Ja
R
€0
Ja
R
€ 100.718.857
Ja
R
Ja
R
Nee
R
Nee
R
Nee
R
Nee
R
Nee
R
Nee
R
Nee
R
€ 2.354.291 € 64.376.000 € 877 € 60.183.939
€ 41.595.266
R
€ 9.602.238 € 15.905.494 €0 €0 € 459.230 € 1.843.705 € 14.521.019
0
€ 42.660
€0
€0
Voorfinanciering door Provincie Groningen
€0
R € 21.333
R
€ 42.667 € 119.032
R € 104.717
R
293
D1
429
D1
21
D1
170
D1
314
D1
50
D1
90
D1
77
D1
3
D1 € 8.577.162
Ja
R
€ 6.939.453
Ja
R
€ 25.469.669
Ja
R D2
0 D2 0 € 1.222.657
Bijlage Single information Single Audit
R
361
362
Bijlage Single information Single Audit
Bijlage Overzicht inhuur personeel Tijdens de Dag van de Verantwoording 2009 is afgesproken dat voortaan in de Programmarekening een overzicht wordt verstrekt met inhuur van personeel. In onderstaand overzicht wordt op een relatief hoog abstractie niveau inzicht verschaft in de inhuur van personeel, adviezen van derden en accountantskosten. Verantwoord op: Apparaatskosten personeel Projecten Overige apparaatskosten
Totaal 4.153.656 2.011.574 1.459.535
Inhuur personeel 3.806.056 1.960.769 768.631
Totaal apparaatskosten Programmakosten Investeringen Totaal 2009
7.624.766 5.846.293 274.296 13.745.355
6.535.456 1.142.660 0 7.678.116
898.346 4.661.421 251.228 5.810.995
190.963 42.212 23.068 256.243
Totaal 2008 Totaal 2007 Totaal 2006
11.757.074 10.898.423 8.385.011
5.745.546 5.203.200 4.046.476
5.754.154 5.473.074 4.084.655
257.374 222.149 253.880
2006 282.300.211 70.427.926
2007 311.979.411 71.506.397
2008 322.665.595 75.725.722
2009 383.583.455 78.215.535
Totale uitgaven Provincie Waarvan apparaatskosten
Adviezen van derden Accountancy 308.100 39.500 41.235 9.570 549.011 141.893
Gelet op de omvang van de bedragen zijn alleen de apparaatskosten en programmakosten nader geanalyseerd. Er is geen nadere analyse gepleegd op de kosten voor accountancy. Tegenover de uitgaven staan gedeeltelijk ook inkomsten. Die inkomsten kunnen zonder nadere gedetailleerde analyse niet in beeld worden gebracht. Apparaatskosten 1. Bij de apparaatskosten is de conclusie gerechtvaardigd dat (vrijwel) alle kosten worden gedekt door de vrijval binnen de AKP of volgens de regel dat max. 10% van de totale AKP mag worden benut voor inhuur personeel in geval van tijdelijke piek, ziekte en dergelijke. 2. Binnen de totale apparaatskosten is voor een bedrag van circa € 6,5 miljoen aan personeel ingehuurd. Hiervan is ca. € 3,8 miljoen ten laste van de AKP budgetten van de afdelingen ingehuurd, ca. € 2,0 miljoen ten behoeve van projecten. De rest ten behoeve van interne producten. De hoogte van het totale bedrag aan inhuur valt voor een deel te verklaren door de huidige vacaturestop. Daarnaast spelen met name de projecten bij de afdeling IVT een grote rol. 3. Totaal heeft de afdeling IVT voor ruim € 3,4 miljoen aan personeel ingehuurd. Dit betreft vooral inhuur voor de vastgestelde ict-projecten (ca. € 2 miljoen), maar ook voor team DIV voor het wegwerken van (archiverings)achterstanden (ca. € 580.000). Een volgende grote post is de inzet voor de muskusrattenbestrijding (ca. € 340.800) en voor overige zaken voor de afdeling Kanaalbeheer (ca. € 407.000) ter uitvoering van de aanbevelingen uit Kleiner en Beter. Het betreft voornamelijk inhuur van interim-management voor de muskusrattenbestrijding en de inhuur ten gevolge van de vacaturestop. Daarnaast is personeel ingehuurd voor de kwartiermakers Zorg voor Jeugd ad € 413.000 bij de afdeling CW. Programmakosten Een nadere analyse voor de programmakosten is, gelet op de omvang, relevant voor het onderdeel adviezen van derden. 1. Van de ca. € 4,7 miljoen wordt ca. € 1,8 miljoen ingezet voor verkeer/vervoer en mobiliteit gerelateerde zaken (incl. RSP-ZZL). Voor de afdeling verkeer en vervoer geldt dat er vooral veel planstudies lopen waarvoor het in toenemende mate nodig is dat vanwege capaciteitsproblemen Bijlage Overzicht inhuur personeel
363
of ontbrekende kwaliteit derden worden ingehuurd. Hiervoor zijn bestaande kredieten gebruikt. In 2009 is t.b.v. RSP-ZZL ingehuurd t.l.v. een tijdelijk budget. Vanaf 2010 zullen de kosten volledig worden gedekt uit de beschikbare middelen t.b.v. RSP-ZZL. Ook onder dit bedrag valt het budget uitbesteding diensten civiele techniek (€ 612.000) en planvorming (€ 116.000). Deze budgetten zijn nagenoeg zelfvullend omdat tegenover de uitgaven inkomsten staan. Eén en ander vindt zijn oorsprong in de notitie CT2010. Tot slot worden uitgaven van ingekochte diensten tijdelijk gefinancierd uit (beleids)budgetten om de voorbereiding en voortgang van projecten niet te hinderen. Nadat uw Staten een uitvoeringskrediet beschikbaar hebben gesteld worden deze kosten verrekend. 2. De daarop volgende grotere posten zijn: adviezen ten behoeve van (verkoop aandelen) Essent c.a. (ca. € 234.000), adviezen t.b.v. Blauwestad (ca. € 183.000), Gebiedenbeleid (excl. Lauwersmeer), ca. € 141.000, Gebiedenbeleid Lauwersmeer (ca. € 160.000), POP (ca. € 126.000) en Klimaatprogramma (ca. € 109.000). Het betreft hierbij in de meeste gevallen gebrek aan specifieke deskundigheid. Op een aantal terreinen zal bij vermindering van het aantal specifieke taken de inhuur voor onderzoeken moeten afnemen in de komende jaren.
364
Bijlage Overzicht inhuur personeel
Bijlage Inventarisatie acties en maatregelen in het kader van het Rapport Professionalisering Subsidierelaties over het boekjaar 2009 1. Inleiding In de commissievergadering Bestuur en Financiën van 9 september 2009 is afgesproken dat wij u voortaan jaarlijks in het kader van de jaarrekening informeren over de door ons uitgevoerde inventarisatie over de acties en maatregelen in het kader van het Rapport Professionalsering Subsidierelaties (RPS). Het betreft de acties en maatregelen die gelden bij structurele subsidierelaties die bij de Integrale Bijstelling 2009 zijn gekwalificeerd met 3 of meer sterren. Het gaat hierbij enerzijds om acties en maatregelen die wij aan gesubsidieerde instellingen opleggen en die dus dienen te worden uitgevoerd door de betreffende instellingen. Anderzijds gaat het om acties en maatregelen die wij zelf dienen uit te voeren. Tevens hebben wij ook de stand van zaken van de interne (organisatorische) actiepunten van het RPS, zoals opgenomen in bijlage 9.1. van genoemd rapport, bij de inventarisatie betrokken. In hoofdstuk 2 van deze bijlage rapporteren wij u op hoofdlijnen over de resultaten van de inventarisatie over de acties en maatregelen over het boekjaar 2009. Deze inventarisatie heeft betrekking op 12 instellingen. De meer gedetailleerde analyse op instellingenniveau hebben wij beschreven in een bijlage, die wij voor u onder geheimhouding ter inzage in de statenkast hebben gelegd. Op grond van artikel 25, lid 2 van de Provinciewet, leggen wij u geheimhouding op ten aanzien van de inhoud van deze bijlage, omdat deze informatie bevat over de kwaliteit van de bedrijfsvoering of de besturing van de betreffende organisaties. Met deze werkwijze wordt rekening gehouden met de afgesproken beleidslijn inzake de uitvoering en toepassing van het RPS in relatie tot de Wet openbaarheid van bestuur. In hoofdstuk 3 wordt kort ingegaan op de interne (organisatorische) actiepunten van het RPS. In hoofdstuk 4 worden de verbetervoorstellen naar aanleiding van de inventarisatie (inclusief de actiepunten uit bijlage 9.1.) beschreven. 2. Conclusies over de inventarisatie acties/maatregelen 2009 Wij stellen op hoofdlijnen vast, dat wij in 2009 de financiële positie van de instellingen (gekwalificeerd met 3 of meer sterren) op een adequate wijze hebben kunnen monitoren op grond van de acties en maatregelen in het kader van het RPS. Dit betekent dat wij een goed beeld hebben of en in hoeverre de financiële positie van een instelling de uitvoering van de prestaties wel of niet in de weg heeft gestaan. Slechts bij één instelling hebben we dit beeld niet volledig kunnen vormen, omdat de betreffende instelling niet alle acties c.q. maatregelen heeft verricht. Betreffende instelling heeft de eerste twee kwartaalrapportages 2009 niet aangeleverd en de jaarrekening 2008 op een te laat tijdstip. Wij hebben de bevoorschotting opgeschort tot het moment dat de instelling de jaarrekening 2008 en de derde kwartaalrapportage 2009 bij ons heeft aangeleverd. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat wij reeds eerder hebben besloten om op basis van de resultaten van een uitgevoerde evaluatie de subsidierelatie met de betreffende instelling te beëindigen. Bij de overige 11 instellingen zijn de acties en maatregelen nagenoeg allemaal verricht. Op hoofdlijnen kan uit de inventarisatie het volgende beeld worden gedestilleerd: • Wij hebben geconstateerd dat instellingen meer dan voorheen de gevraagde documenten conform de door ons vastgestelde formats aanleveren. De instellingen blijken moeite te hebben om de financiële voortgangsrapportages binnen vier weken na afloop van de periode bij ons aan te leveren. Instellingen geven aan dat de betrouwbaarheid van de cijfers niet of nauwelijks is te garanderen binnen een tijdsbestek van 4 weken. In overleg met ons wordt in die situaties een andere aanleverdatum afgesproken. Door een voortdurend actieve bewaking van onze kant zijn instellingen steeds beter in staat om alle vereiste documenten conform de daarbij behorende kwaliteitseisen (juistheid, volledigheid en tijdigheid) bij ons aan te leveren. Verder merken wij op dat wij in 2009 strakker hebben gestuurd op de met de instellingen gemaakte afspraken. • Wij zijn er toe overgegaan om in de voorwaarden bij de subsidieverlening op te nemen dat instellingen die zijn gekwalificeerd met 3 of meer sterren en die een subsidie ontvangen van € 300.000 of meer verplicht zijn een managementletter van de accountant behorende bij de jaarrekening bij ons aan te leveren. Dit heeft ertoe geleid dat de betreffende instellingen op dat punt aan hun verplichting hebben voldaan. • In de huidige praktijk wordt door de verantwoordelijk portefeuillehouder beoordeeld op basis van de actualiteit en/of de maatschappelijke betekenis van een instelling op welke termijn een bestuurlijk Bijlage Inventarisatie acties en maatregelen in het kader van het Rapport Professionalisering Subsidierelaties over het boekjaar 2009
365
• •
overleg dient plaats te vinden. Met enkele instellingen is overigens vaker dan voorgeschreven bestuurlijk overleg gevoerd. In een enkel geval hebben wij besloten om specifieke eisen te stellen aan de inhoud van de accountantscontrole ten aanzien van de jaarrekening en het jaarverslag. Wij hebben het afgelopen jaar meerdere malen stilgestaan bij de daadkracht van bestuur of leiding van een instelling om de problemen op te lossen. Bij een aantal instellingen hebben wij richtinggevende uitspraken gedaan over de organisatorische en financiële koers die moet worden bewandeld.
3. Conclusies over de interne (organisatorische) actiepunten van het RPS Onderstaand wordt ingegaan op de interne actiepunten die nog de nodige aandacht vragen: • In 2009 zijn de verschillende deelprocessen beschreven. Momenteel ondersteunt het digitale subsidieregistratiesysteem nog niet volledig de sterrensystematiek. Dit heeft tot gevolg dat de voortgang van de acties en maatregelen handmatig moet worden bijgehouden. • In de praktijk blijkt dat de afstemming tussen de betrokkenen in het proces over het algemeen voldoende is gewaarborgd. In het kader van de evaluatie van het RPS zullen wij bezien in hoeverre verdere verbetering mogelijk is. • We hebben bij eerdere inventarisaties aangegeven dat bij de evaluatie van het RPS zal worden bezien of daadwerkelijk behoefte bestaat aan een handboek subsidieverlening en subsidiebeheer. Hierbij is het van belang om te onderzoeken in hoeverre een dergelijk handboek toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de reeds bestaande formats, procesbeschrijvingen en standaard brieven. 4. Verbetervoorstellen. Uit de tot nu toe uitgevoerde inventarisaties kan worden vastgesteld dat met name verbeteringen kunnen worden gerealiseerd ten aanzien van onderstaande punten. 1. Inzending van de financiële voortgangsrapportages door instellingen. Zoals in het bovenstaande is vermeld, hebben de instellingen er moeite mee om binnen 4 weken na afloop van de periode een voldoende betrouwbare rapportage bij ons aan te leveren. Wij zullen bekijken of het wenselijk is om de aanlevertermijn te verruimen. 2. Periodiek bestuurlijk overleg met instellingen. Niet in alle gevallen wordt meerdere keren bestuurlijk overleg gepleegd. Wij zullen bezien of het mogelijk is om de periodiciteit te koppelen aan de maatschappelijke betekenis van de betreffende instelling. 3. Bewaking. Wij zullen actief blijven bewaken dat alle vereiste documenten tijdig en conform de daarbij behorende kwaliteitseisen (juistheid, volledigheid en tijdigheid) bij ons worden aangeleverd. Om dit te vereenvoudigen zullen wij inzetten op een volledige ondersteuning door het digitale documenten registratiesysteem (Promis). Daardoor kunnen eventuele problemen snel worden gesignaleerd. Momenteel zijn wij bezig met de afronding van de evaluatie van het RPS. De resultaten hiervan zullen wij op korte termijn aan u voorleggen. Bovengenoemde verbeterpunten zullen hierin nader worden geconcretiseerd. Op basis van de uitkomsten van de inventarisatie over 2009 zijn wij van mening dat de uitvoering van het RPS naar tevredenheid verloopt.
366
Bijlage Inventarisatie acties en maatregelen in het kader van het Rapport Professionalisering Subsidierelaties over het boekjaar 2009
Accountantsverklaring Door Ernst & Young accountants is een concept accountantsverklaring afgegeven. Bij het opstellen van de Programmarekening 2009 was de definitieve accountantsverklaring nog niet voor publicatie beschikbaar. De definitieve accountantsverklaring zal op verzoek worden nagezonden.
Accountantsverklaring
367
368
Accountantsverklaring
Vaststelling Provinciale Staten Aldus vastgesteld door de Staten van de Provincie Groningen in hun vergadering van 26 mei 2010.
Vaststelling Staten
369
370
Vaststelling Staten
Afkortingenlijst AB ABJ ABP AGO AIP AKP AMK AO ARBO arhi AV AVA AWBZ AZC
Algemeen Bestuur Algemene, Bestuurlijke en Juridische Zaken (afdeling) Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Actieplan Gebouwde Omgeving Archeologisch Informatiepunt Apparaatskosten Personeel Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Administratieve Organisatie Arbeidsomstandigheden (Wet) algemene regels herindeling Algemene Vergadering Algemene Vergadering van Aandeelhouders Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Asielzoekerscentrum
B&O-plan B&W B-AKWA BABW BAN BANN BANS BAON BAONN BBL BBV BCF BDU Bepp BG BIP BJZ BLOW BLS BNG BOK BOS BRIM BRO BRRM BRZO BSB BSR BTO BTW BTWZG BUS BV BWK BZK
Beheer- en Ontwikkelingsplan Burgemeester en Wethouders Beleidsanalyse Kwantitatief Waterbeheer Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer Bestuursacademie Nederland (na fusie BAONN en Bestuursacademie West-Nederland) Bestuursacademie Noord-Nederland Bestuursakkoord Nieuwe Stijl Bestuursacademie Oost-Nederland Bestuursacademie Oost- en Noord-Nederland (na fusie BANN en BAON) Bureau Beheer Landbouwgronden Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten BTW-compensatiefonds Brede Doeluitkering Budget educatieve en participatieprojecten Begroting Beheer- en Inrichtingsplan Bureau Jeugdzorg Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie Besluit Locatiegebonden Subsidies Bank Nederlandse Gemeenten Bestuursovereenkomst Buurt, Onderwijs en Sport Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten Besluit op de Ruimtelijke Ordening Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten Besluit Risico's Zware Ongevallen Bodemsanering in gebruik zijnde Bedrijventerreinen Baltic Sea Region Bedrijfstakoverleg Belasting Toegevoegde Waarde Bedum, Ten Boer, Winsum, Zuidhorn, Groningen Besluit Uniforme Saneringen Besloten Vennootschap Beheer Wegen en Kanalen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ministerie)
c.a. CAO CB CCS CDA CdK/CvdK
cum annexis (met bijlagen) Collectieve Arbeidsovereenkomst Commissie Bestemmingsplannen Carbon Capture and Storage Christen Democratisch Appèl commissaris van de koningin
Afkortingenlijst
371
CIS CJG CMO CMS CO2 COA COS Costa Due CPMR CV CW CWI
Culturele Infrastructuur Stad Groningen Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (v/h POZW en SPRONG) Contentmanagementsysteem kooldioxide Centrale Orgaan opvang Asielzoekers Centrum voor internationale (Ontwikkelings)samenwerking Concrete stappen naar een duurzame Eemsmond Conference of Peripheral Maritime Regions of Europe Commanditaire Vennootschap Cultuur & Welzijn (afdeling) Centrum voor Werk en Inkomen
D66 DB DC NOISE DE DLG DNN DR DWK
Democraten 66 Dagelijks Bestuur Demographic Change: New Opportunities In Shrinking Europe Duurzame Energie Dienst Landelijk Gebied (Rijkswaterstaat) Directie Noord-Nederland Dienst Regelingen (voormalige) Dienst Wegen en Kanalen
EC ECB ECG EDR EFRO EG EHS EMU EPC ESFI EU EV EXINH EZ
Europese Commissie Europese Centrale Bank Energieconvenant Groningen Eems-Dollard Regio Europees Fonds Regionale Ontwikkeling Europese Gemeenschap Ecologische Hoofdstructuur Europese Monetaire Unie Energieprestatiecoëfficiënt Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (reserve) Europese Unie Externe Veiligheid Extra Investeringsimpuls Noord-Holland Economische Zaken
F&C FES FIDO FPU fte FVW
Financiën en Control (afdeling) Fonds Economische Structuurversterking Financiering Decentrale Overheden (wet) Flexibel Pensioen en Uittreden fulltime-equivalent Financiële Verhoudingswet
G6 GAE GAVA GBL GCA GD GDU GEMM ggz GGz GIOS GIR GIS GLOBIS GPO GR
Delfzijl, Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal, Veendam, Winschoten Groningen Airport Eelde Groninger Audiovisueel Archief Groninger Bedrijfslocaties (stichting) Gronings Centrum voor Amateurtheater Groningen-Drenthe (concessie) Gebundelde Doeluitkering Grondexploitatie Maatschappij Meerstad geestelijke gezondheidszorg (Stichting) Geestelijke Gezondheidszorg(-cliëntenplatform Groningen) Groen In en Om de Stad Gemeenschappelijke Inspectieruimte Geografisch Informatiesysteem Geografisch Landelijk Overheids Bodeminformatiesysteem Groninger Promotie Overleg Gemeenschappelijke Regeling
372
Afkortingenlijst
GRASP GREX GROWABO GS GSP GT GVT
Gas Research and Sustainability Program Grondexploitatie Groninger Waterschapsbond Gedeputeerde Staten Groningen Seaports Grand Theatre Gericht Verkeerstoezicht
H2I(2) HAK Halt hbo HOV HOWA HRM HSB HSL HST HUP HvdS
(Actualisering) beleidsnota Herijking Investeringsniveau Infrastructuur Herinrichting met een administratief karakter Het alternatief hoger beroepsonderwijs Hoogwaardig Openbaar Vervoer Hoog Water Human Resource Management Houderschapsbelasting Hogesnelheidslijn Hogesnelheidstrein Handhavingsuitvoeringsprogramma Huis voor de Sport
IAG IB IBG IBW ICES ICT IDV IFHP IFLO IIE IKAP ILG IND INLIA Interreg IOM IPO ISP ISV IVAK Ivb IVN IZA
Innovatief Actieprogramma Groningen Integrale Bijstelling Informatie Beheer Groep Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking Informatie- en Communicatietechnologie Interimregeling Duurzaam Veilig International Federation for Housing and Planning Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden Investeringen Infrastructuur en Economie (reserve) Individuele Keuzemogelijkheden Arbeidsvoorwaarden Provincies Investeringsbudget Landelijk Gebied Immigratie- en Naturalisatiedienst Internationaal Netwerk aan Lokale Initiatieven ten behoeve van Asielzoekers Interregionaal Internationale Organisatie ter beheersing van Migratie Interprovinciaal Overleg Integraal Structuurplan Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Instituut Voor Amateuristische Kunstbeoefening Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer Instituut voor Natuurbeschermingseducatie Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren
KB KC KLIC KPGRV KRW KvK KwaliBI Kwalibo
Kanaalbeheer (afdeling) Kleine Commissie Kabel- en Leidingeninformatiecentrum Koninklijk Provinciaal Groninger Rederijkersverbond Kaderrichtlijn Water Kamer van Koophandel Kwaliteit Basisinformatie Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer
LAG LAP LAW LBIO LEADER
Leader/Lokale Actiegroep Landelijk Afvalbeheersplan Langeafstandswandelroutes Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen Liaisons Entre Actions de Développement de l'Économie Rurale (EC: samenwerking voor plattelandsontwikkeling)
Afkortingenlijst
373
LF LMA LMCA LNG LNV LOP LPG LUW LVO LvDO lvg
Landelijke Fietsroutes Landelijk Meldpunt Afvalstoffen Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse Liquified Natural Gas Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ministerie) Landschapsontwikkelingsplan Liquified Petroleum Gas Landelijke Uitwerking Windenergie Landelijke Voorziening Omgevingsvergunning Leren voor Duurzame Ontwikkeling licht verstandelijk gehandicapten
M&O mbo MDO MER MIP MIRT MIT MJP MK12 MKB MLA MOgroep m.r.b. MT Mton MTZ MURA MusIP MV MW
Misbruik & Oneigenlijk gebruik middelbaar beroepsonderwijs Multidisciplinair Oefenoverleg Milieueffectrapport(age) Meerjaren Investeringsprogramma Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport Meerjarenprogramma Martinikerkhof 12 Midden- en Kleinbedrijf Micro Light Aeroplanes Maatschappelijk Ondernemers groep (brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang) motorrijtuigenbelasting Managementteam Megaton Milieutoezicht (afdeling) Muskusrattenbestrijding Museum Inventarisatie Project Milieuvergunningen (afdeling) MegaWatt
NAD NAM NAVOS NB NBP NEN NHI NIROV NL NME NOA NOM NPL NS NSC NUGG'er NV
Noordelijk Archeologisch Depot Noordelijke Aardolie Maatschappij Nazorg Voormalige Stortplaatsen Natuurbescherming Natuurbeleidsplan Nederlandse Norm Nieuwe Hanze Interregio Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Nationaal Landschap Natuur- en Milieueducatie Noordelijke Ontwikkelingsas Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij Nationaal Park Lauwersmeer Nederlandse Spoorwegen North Sea Commission Niet uitkeringsgerechtigde Naamloze Vennootschap
OCW OM OMD OOV OP OSO OTB OV
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ministerie) Openbaar Ministerie Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl Openbare Orde en Veiligheid Operationeel Programma Organisatie Samenwerkende Ouderenbonden Ontwerp-Tracébesluit Openbaar Vervoer
374
Afkortingenlijst
OVMG OZB
(Stichting) Oorlogs- en Verzetsmateriaal Groningen Onroerende Zaak Belasting
P&O PAC PAF PCCV PCG PCWM PG PJ PKB PLG PMJP PMV POG POP PPC PRVMD PS PRTR PRUP PvdA PvhN
Personeel & Organisatie (afdeling) Provinciaal Actiecentrum Provinciaal Accommodatiefonds Provinciaal Commandocentrum Civiele Verdediging Provinciaal Chronisch zieken en Gehandicaptenraad Provinciale Commissie Water en Milieu Programmabegroting PetaJoule Planologische Kernbeslissing Programma Landelijk Gebied Provinciaal Meerjarenprogramma Provinciale Milieuverordening Provinciale Omgevingscommissie Groningen/Provinciale commissie voor het Omgevingsbeleid Provinciaal Omgevingsplan Provinciale Planologische Commissie Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Dienstverlening Provinciale Staten Pollutant Release and Transfer Register Provinciaal Uitvoeringsprogramma Partij van de Arbeid Partij voor het Noorden
RAP RBT RCN RCP RCW REGIWA REP RMC RO ROC ROOS RPC RSP-ZZL RTV Noord RUG RvB RvC RvS
Regionaal Arbeidsmarktplatform Regionaal Beleidsteam Regionale Creatieve Netwerken Regionale Cultuurplannen Regionaal College Waddengebied Regeling Integraal Waterbeheer Ruimtelijk economisch programma Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Ruimtelijke Ordening Regionaal Opleidingscentrum (Stichting) Regionale Omroep Overleg en Samenwerking Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn Radio en TV Noord Rijksuniversiteit Groningen Raad van Bestuur Raad van Commissarissen Raad van State
SAKO SAMO SBB SBL SDV SEAN SEM SepH SER SEV SEV SGBP SISA SJ4 SMB SNN
Samenwerkende Korenorganisaties Samenwerkende Muziekorganisaties Staatsbosbeheer Stichting Groninger Bedrijfslocaties Stads- en Dorpsvernieuwing Sociaal-economische Adviesraad Noord-Nederland Staal, Elektro en Materieel Servicepunt Handhaving Sociaal Economische Raad Sociaal-economische vitalisering Structuurschema Elektriciteitsvoorziening Stroomgebiedsbeheersplan Single Information Single Audit Sint Jansstraat 4 Strategische Milieubeoordeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland
Afkortingenlijst
375
SOK SP SPARC STA STOWA
Samenwerkingsovereenkomst Socialistische Partij Strategic Partnerships in River Corridors Stichting Amateurdans Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer
THD TSN TSV
Telefonische Hulpdienst Topsport Steunpunt Noord Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligersbeleid
UAF UMCG
Universitair Asyl Fonds Universitair Medisch Centrum Groningen
VAT VenW VG VGD VGG VHR VJN vmbo VNG vo VONPG VR VRI VROM vso vsv VV VVB VVD VVE VVV VWS
Value Added Tax Verkeer en Waterstaat (ministerie) Verstandelijk Gehandicapten Vereniging Groninger Dorpen Vereniging van Groninger Gemeenten Vogel- en Habitatrichtlijn Voorjaarsnota voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Vereniging van Nederlandse Gemeenten voortgezet onderwijs Vereniging tot Ondersteuning van Noodopvang dakloze vreemdelingen in de Provincie Groningen Veiligheidsrapport Verkeersregelinstallatie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (ministerie) voortgezet speciaal onderwijs voortijdig schoolverlaten Verkeer en Vervoer (afdeling) Verkeer- en Vervoerberaad Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Voor - en Vroegschoolse Educatie Vereniging Vreemdelingenverkeer Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ministerie)
Wabo Waprog WB WB21 Wbb WbG WE WfZ Whvbz Wilg WKK Wm Wmo WOP Wro WRO WWI WWZ
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Waterleidingmaatschappij voor de provincie Groningen Wegbeheer (afdeling) e Waterbeheer 21 eeuw Wet bodembescherming Waterbedrijf Groningen Wegenbouw (afdeling) Waarborgfonds voor de Zorgsector Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Wet investeringsbudget landelijk gebied Warmtekrachtkoppeling Wet milieubeheer Wet maatschappelijke ondersteuning Waterbouwkundige Onderhoudsploeg (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening Wet op de Ruimtelijke Ordening Wonen, Wijken en Integratie Wonen, Welzijn en Zorg
ZRW ZZL
Zuidelijke Ringweg Zuiderzeelijn
376
Afkortingenlijst
Relaties tussen programma’s, thema’s en productgroepen Programmabegroting
Productenbegroting
Omschrijving programma's
Omschrijving productgroepen
en thema's
Productgroep nummer
1. Leven en wonen in Groningen Wonen en leefbaarheid
Regionale planning
9101
Bouwen en wonen
9201
Gemeentelijke plannen
9102
Algemeen economische zaken
7001
Promotie en acquisitie
7002
Arbeidsmarkt
7103
2. Ondernemend Groningen Bedrijvigheid
Regioprogramma's
7106
Provinciale bedrijven
7107
Fysieke bedrijfsomgeving
7108
Marktsectoren
7109
Nutsvoorzieningen
7201
Landbouw
Landbouw
7302
Recreatie/toerisme
Toerisme en recreatie
6101
Toeristische promotie
7003
Mobiliteitsbeleid
3001
3. Bereikbaar Groningen Mobiliteit en infrastructuur
(Re)constructie wegen en fietspaden
3101
Onderhoud en beheer wegen en fietspaden
3102
Verkeersveiligheid
3103
(Re)constructie waterwegen
3301
Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen
3302
Onderhoud en beheer overige vaarwegen
3303
Onderhoud en beheer schutsluis Lauwersoog
3304
Herstel schade a.g.v. bodemdaling
3305
Luchtvaartvervoer
3401
Collectief personenvervoer
3402
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
377
4. Karakteristiek Groningen Natuur en landschap
Natuur en Landschap
6205
Programma Landelijk Gebied
Water (PLG)
4002
Bodem (PLG)
5204
Toerisme en recreatie (PLG)
6102
Natuur (PLG)
6203
Landschap en cultuurhistorie PLG)
6204
Landbouw en landinrichting (PLG)
7303
Sociaal-economische vitalisering (PLG)
9105
Water
4001
Waterschapsaangelegenheden
4101
Muskusrattenbestrijding
4201
Milieu (algemeen)
5003
5. Schoon/Veilig Groningen Water
Milieu
Risicobeleid/Veiligheid
Bodemsanering
5201
Duurzaam Bodembeheer en Afval
5202
Vergunningenverlening
5501
Toezicht en handhaving
5502
Ontgrondingen
5601
Openbare orde en veiligheid
2001
6. Energiek Groningen Energie en klimaat
Energie en klimaat
5004
Technische infrastructuur
9103
POP / Gebiedsgericht werken
9104
7. POP/Gebiedsgericht POP
378
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Sociaal beleid
Jeugd
Cultuur en media
Ontwikkeling en ondersteuning welzijn
8001
Asielzoekers
8005
Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds
8101
Sportbeleid
8201
Zorg en hulpverlening
8602
Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen
8701
Onderwijsbeleid
8102
Jeugdzorg
8801
Jongerenparticipatie
8802
Media
8003
Creatieve netwerken
8310
Het verhaal van Groningen
8311
Dynamiek in de kunsten van stad en regio
8312
Bibliotheken
8401
Provinciale Staten
Ondersteuning Provinciale Staten
1001
Overige bestuursorganen
Gedeputeerde Staten
1101
Kabinetszaken
1201
Bestuurlijke organisatie
1301
Financieel toezicht op gemeenten
1401
Uitvoering van wettelijke regelingen
1501
Bestuurlijke samenwerking
1601
Communicatie
1603
Promotie en relatiemanagement
1604
Voorzieningen personeel
1602
Diensten voor derden
1701
Verhuur gebouwen
1702
Diverse baten en lasten
1799
9. Bestuur
Bestuurlijke samenwerking
Communicatie
10. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
379
11. Algemene middelen Financiering en algemene
Financieringsmiddelen
0010
dekkingsmiddelen
Geldleningen langer of gelijk aan een jaar
0110
Provinciefonds
0200
380
Eigen middelen
0310
Deelnemingen
0410
Onvoorzien
0500
Saldo kostenplaatsen
0600
Mutaties reserves
0800
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen