Programmabegroting 2013 Gemeente Lingewaard
25 september 2012
Programmabegroting 2013
1
2
Programmabegroting 2013
Aan de raad,
Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2013 aan. Ondanks de huidige financiële ontwikkelingen op landelijk en lokaal niveau zijn we in staat gebleken om een solide financiële basis te creëren. We presenteren u een structureel sluitende meerjarenbegroting. Met deze begroting is het mogelijk om financiële tegenvallers op te vangen. Soberheid De huidige financiële situatie vraagt om soberheid. Er is nauwelijks ruimte voor nieuw beleid. In de meerjarenbegroting zijn drie nieuwe voorstellen opgenomen, die reeds bij u als raad bekend zijn. Op uw verzoek hebben we de financiële stresstest in onze begroting opgenomen. Hoewel ook in de komende tijd soberheid noodzakelijk is, blijven we vooruitkijken en door ontwikkelen. Ondertussen zorgen we voor een goede stabiele basis, zowel bestuurlijk, financieel, beleidsmatig als uitvoerend. Tegelijkertijd willen we dat onze inwoners in staat worden gesteld om op een prettige manier te kunnen blijven wonen, leven en recreëren. Bouwen aan vertrouwen Beloftes nakomen, bouwen aan vertrouwen en verantwoordelijkheid nemen. Dat is de basis voor een stabiel openbaar bestuur en een toekomstbestendige gemeente. Samenwerking met college, raad én inwoners biedt kansen om daadwerkelijk het vertrouwen in elkaar te versterken. Samen werken we verder aan een duurzaam en sociaal betrokken Lingewaard. Creatief kansen pakken We moeten inventief omgaan met de middelen die we hebben. Door onze krachten te bundelen en in oplossingen te denken in plaats van in beperkingen komen we samen vooruit. Binnen het sociaal domein is al veel creativiteit toegepast. Door samen te werken, elkaar te helpen en vindingrijk om te gaan met de beschikbare middelen is het gelukt om het klantenbestand WWB te verkleinen en de uitgaven hierdoor te beperken. Tegelijkertijd zijn meer mensen gemotiveerd om aan het werk te gaan. Ook is de werkwijze bij de uitvoering van het WMO- beleid veranderd. Zelfredzaamheid, medeverantwoordelijk en maatschappelijke verbondenheid spelen steeds meer een rol. De gemeente verstrekt niet automatisch een voorziening, maar kijkt samen met de betrokkene naar het beste resultaat. Ook iemand uit de familie of het netwerk om de inwoner heen, kan vaak behulpzaam zijn. We zullen op steeds meer beleidsterreinen op zoek moeten naar degelijke vormen van creativiteit. Solide financiële basis Ook de komende jaren ontvangt de gemeente minder geld van het Rijk. Daarnaast neemt onze rol en het gemeentelijk takenpakket in belang toe. Zowel u als wij zien de noodzaak van het gezond maken en beheersbaar houden van de financiën. Daarom doen wij voorstellen voor aanvullende ombuigingen. Wij verProgrammabegroting 2013
3
trouwen erop dat ook in onze gemeente de veerkracht bestaat om in goed overleg verschillen te overbruggen. Want door deze bezuinigingen uit te voeren zetten we een volgende stap naar een solide financiële basis en is deze meerjarenbegroting structureel sluitend.
Voorstel Wij stellen u voor de Programmabegroting 2013 vast te stellen.
Lingewaard, 25 september 2012 burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, de secretaris, de burgemeester, E.R. Loenen
4
H.H. de Vries
Programmabegroting 2013
Besluit raad Besluitnummer Onderwerp
Programmabegroting 2013
De raad van de gemeente Lingewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 september 2012; besluit: 1. de investeringen zoals vermeld in het Uitvoeringsplan 2013-2016 vast te stellen en te autoriseren voor het jaar 2013; 2. in te stemmen met het voorstel zoals opgenomen in paragraaf 4.1 Lokale heffingen om het vastrecht voor de afvalstoffenheffing in 2013 te verlagen van € 104 naar € 93; 3. de voorstellen inzake financiële stresstest, onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen en wachtgeldverplichtingen gemeentepersoneel zoals opgenomen in deel II Financiële positie vast te stellen en te autoriseren; 4. in te stemmen met het dekkingsvoorstel zoals opgenomen in deel II Financiële positie; 5. de programmabudgetten te autoriseren op de binnen de programma’s opgenomen subtotalen in de tabel “Wat mag het kosten?“; 6. de Programmabegroting 2013 vast te stellen.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 8 november 2012. De raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
Th.G.L. Greep
H.H. de Vries
Programmabegroting 2013
5
6
Programmabegroting 2013
INHOUD INLEIDING_____________________________________________________________________________9 Deel I
Beleidsbegroting _______________________________________________________________11
HOOFDSTUK 1 MISSIE, VISIE EN THEMA’S ____________________________________________________13 HOOFDSTUK 2 DE PROGRAMMA’S __________________________________________________________15 Wat staat er in de programma’s? _______________________________________________________17 Programma 1 Burger als partner ______________________________________________________19 Programma 2 Burger als klant ________________________________________________________29 Programma 3 Burger als onderdaan ___________________________________________________35 Programma 4 Burger als wijkbewoner __________________________________________________41 Programma 5 Interne organisatie als klant ______________________________________________47 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN ___________________________________53 HOOFDSTUK 4 DE PARAGRAFEN ___________________________________________________________55 Wat staat er in de paragrafen? _________________________________________________________57 Paragraaf 4.1 Lokale heffingen _______________________________________________________59 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen ___________________________________________________63 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen _____________________________________________71 Paragraaf 4.4 Financiering ___________________________________________________________79 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering _________________________________________________________85 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen _____________________________________________________93 Paragraaf 4.7 Grondbeleid __________________________________________________________107 Deel II Financiële begroting ___________________________________________________________119 1. Financiële positie ______________________________________________________________121 2. Overzicht van baten en lasten 2013 _______________________________________________129 3. Overzicht van incidentele baten en lasten ___________________________________________133 4. Meerjarenbegroting 2013-2016 ___________________________________________________137 5. Uitvoeringsplan 2013-2016 ______________________________________________________141 6. Toelichting op uitvoeringsplan 2013-2016 ___________________________________________145 7. Toelichting reserves en voorzieningen _____________________________________________151 8. EMU-saldo bij begroting 2013 ____________________________________________________157 Bijlagen _____________________________________________________________________________161 1. Samenstelling gemeentebestuur ____________________________________________________162 2. Kerngegevens __________________________________________________________________164 3. Overzicht baten en lasten productenraming 2013 _______________________________________167 4. Kaderstellende nota’s _____________________________________________________________170 5. Afkortingen _____________________________________________________________________173 6. Voorstellen bezuinigingen Begroting 2013 - 2016 _______________________________________175
Programmabegroting 2013
7
8
Programmabegroting 2013
Inleiding Deze programmabegroting van de gemeente Lingewaard biedt een overzicht van onze ambities aan de hand van de speerpunten uit het coalitieakkoord 2010-2014, het nieuwe raadsprogramma 2012-2014 en het gemeentelijke beleid op hoofdlijnen. Het gemeentelijke beleid is breed en loopt uiteen van bijvoorbeeld het beheer en de ontwikkeling van de openbare ruimte, verkeer, brandweer, ruimtelijke ontwikkeling, veiligheid, onderwijs, recreatie, volksgezondheid, milieu, gemeentebelastingen tot bijvoorbeeld subsidieverstrekking aan sociaal‐culturele instellingen, welzijn‐ en sportinstellingen en het verstrekken van bijstandsuitgaven. Kaderstellend document Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten verplicht gemeenten om een programmabegroting op te stellen. Het is een belangrijk kaderstellend document waarmee de gemeente haar ambities en doelen presenteert met bijbehorende cijfers. De programmabegroting is opgebouwd uit twee delen. Deel I bevat de programma’s en de paragrafen, in deel II is de financiële begroting opgenomen.
Raadsprogramma
Programmabegroting Raad
Productenraming College van B&W
Afdelingsplan BPO
Afdelingsplan DV
Afdelingsplan VTH
Afdelingsplan OBR
Afdelingsplan BV
Bezuinigingsvoorstellen De programmabegroting wordt aan de gemeenteraad aangeboden in zijn rol als kaderstellend orgaan. Aanvullend op de vaste onderdelen van de programmabegroting treft u achterin dit document een uitgebreide lijst met bezuinigingsvoorstellen aan. Het college van burgemeester en wethouders vraagt aan de gemeenteraad om hier een besluit over te nemen. Veranderingen opzet programmabegroting Samen met de gemeenteraad hebben het college en de gemeentelijke organisatie afgelopen jaar opnieuw een aantal stappen gezet in de doorontwikkeling van de programmabegroting. Doel van de doorontwikkeling is om de gemeenteraad beter in staat te stellen zijn controlerende en vooral kaderstellende taak te kunnen uitvoeren.
Programmabegroting 2013
9
In Programma 1 “Burger als partner” zijn de grootste ontwikkelingen zichtbaar. Dit programma vormt de basis voor de overige vier programma’s. Beleidsdoelstellingen (strategisch/tactisch) van de diverse gemeentelijke beleidsterreinen worden hier ontwikkeld. Uitvoering van datzelfde beleid is overwegend ondergebracht bij de andere vier programma’s. In het programma zijn zeven speerpunten benoemd die liggen op het terrein van (1) economische dragers, (2) duurzaamheid, (3) maatschappelijke participatie, zelfsturing en zelfredzaamheid, (4) jeugd en jongeren, (5) arbeidsmarkt, (6) mobiliteit, en (7) intergemeentelijke samenwerking. Deze speerpunten kunnen als toonaangevend worden bestempeld voor 2013. Hierbij is aansluiting gezocht bij het nieuwe raadsprogramma 2012-2014. Alle beleidsterreinen zijn onder te brengen in drie categorieën, te weten: sociaal, ruimtelijk en economisch. De hiervoor ontwikkelde visies bieden een kans om de onderlinge verbinding tussen thema’s en beleidsvelden beter te kunnen leggen. Zo wordt de gemeenteraad in staat gesteld de strategische (beleids)opgaven voor de komende jaren beter te beoordelen en speerpunten gerichter te kiezen. Deze begroting 2013 bevat hiertoe een aanzet: in programma 1 is voor het economisch beleid dit jaar een doelenboom uitgewerkt. De doelenbomen voor sociaal beleid en ruimtelijk beleid zullen in de volgende programmabegroting worden uitgewerkt. Doel is om de ruimtelijke en sociale structuurvisie (2022), aangevuld met het te actualiseren economische beleidsplan, als kader te gebruiken voor de programmabegroting. Een overzicht van de vastgestelde beleidskaders - het vigerende beleid - is opgenomen in bijlage 4. Kaderstellende nota’s. Doorontwikkeling Doorontwikkeling is een continue proces en zal ook haar continuering vinden in het komende begrotingsjaar. Hiertoe legt het college een voorstel voor aan de auditcommissie in haar vergadering van 21 november 2012. Dit voorstel beschrijft de verdere doorontwikkeling van de programmabegroting en de wijze waarop de raad daarbij wordt betrokken.
Relatie Programmabegroting en Planning- & controlcyclus
Kadernota
Tussentijdse rapportages
Programmabegroting
10
Kaderstellende rol van de raad Input voor de programmabegroting
Mei /Juni 2012
Vaststellen door de Raad / Uitvoering van de programmabegroting door het college van B&W
Okt / Nov 2012
e
Voorjaarsnota
1 tussentijdse rapportage over de uitvoering van de programmabegroting ( is onderdeel van de Kadernota
Mei / Juni 2013
van de volgende jaren)
e
Najaarsnota
2 tussentijdse rapportage over de uitvoering van de programmabegroting
Okt / Nov 2013
Jaarverslag
Verantwoording afleggen door het college aan de raad
Mei / Juni 2014
Programmabegroting 2013
Deel I
Beleidsbegroting
Programmabegroting 2013
11
12
Programmabegroting 2013
Hoofdstuk 1 Missie, visie en thema’s 1.1
Missie
Aan het inhoudelijk beleid liggen fundamentele waarden en beginselen ten grondslag van waaruit de gemeente wordt bestuurd. Dit zijn: 1. Een solide financieel beleid; 2. Respect voor de burgers met open communicatie, directe betrokkenheid bij beleidsontwikkelingen regelmatige verantwoording; 3. Integriteit van bestuurders en ambtenaren, waarbij dienstverlening aan de bevolking, behartiging van de publieke zaak en betrouwbaarheid voorop staan; 4. Meer eigen verantwoordelijkheid bij de burgers voor de invulling van hun leefomgeving met aandacht voor veiligheid, milieu en cultuur; 5. Duurzaamheid met aandacht voor evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen bij de inrichting van de gemeentelijke samenleving; 6. Sociale betrokkenheid met maatwerk gericht op deelname van alle burgers aan het maatschappelijk leven. Alle bestuurlijke activiteiten worden getoetst aan deze waarden en beginselen.
1.2
Visie
Het algemeen uitgangspunt is, dat het primaat aan de raad is. Bij de invulling en vormgeving wordt gestreefd naar samenwerking met en draagvlak van de raad en maatschappelijke vertegenwoordigers, zoals wijkplatforms, besturen van verenigingen en organisaties, evenals individuele burgers en bedrijven. Wij zijn ons ervan bewust dat de gemeente een voorbeeldfunctie heeft op het gebied van duurzaamheid, transparantie en dienstverlening. Deze beginselen zijn in alle geledingen van de gemeentelijke organisatie verankerd.
Programmabegroting 2013
13
1.3 Thema’s Onderstaande thema’s vormen met elkaar de “Toekomstvaste Waarden” voor Lingewaard. Deze waarden vallen onder de “paraplu” van het begrip
“COMPLEMENTAIR MET EIGENWAARDE” De toekomstvaste waarden zijn: • Eenheid in verscheidenheid; • Dorpse sfeer met stedelijk uitzicht; • Tuinen in de Stadsregio Arnhem Nijmegen; • Groen geld(t); • Samen (be)sturen. THEMA’S • 1. Eenheid in verscheidenheid Waarderen van (trots zijn op) de eigenheid en de kwaliteit van de kernen. Bevorderen dat de kernen complementair zijn en gezamenlijk een vitaal geheel vormen.
•
2. Dorpse sfeer met stedelijk uitzicht
Bewaren en versterken van de overwegend dorpse sfeer en de sociale samenhang (verenigingsleven, vrijwilligerswerk enz.). Voor grootschalige voorzieningen gebruik maken van de nabijheid van de grotere steden.
•
3. Tuinen in de Stadsregio Arnhem Nijmegen
Een oase van groen vormen in een stedelijk netwerk (Stadsregio Arnhem Nijmegen), en gebruik maken van een unieke ligging tussen de rivieren. Een belangrijke rol spelen als commerciële en recreatieve tuin voor de eigen inwoners en die van de rest van de Stadsregio Arnhem Nijmegen.
•
4. Groen geld(t)
Kansen benutten voor ontwikkeling van economische functies die aansluiten bij het landschap en relatie vertonen met de natuurlijke voorwaarden van het gebied, (water)recreatiesector en agrobusiness.
•
5. Samen (be)sturen
Als gemeentebestuur kiezen voor een open opstelling en werken aan interactieve beleidsvorming. Kiezen voor een open en pro actieve houding naar de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Ontwikkelingen op het eigen grondgebied niet ondergaan, maar besturen.
14
Programmabegroting 2013
Hoofdstuk 2 De programma’s
Programmabegroting 2013
15
16
Programmabegroting 2013
Wat staat er in de programma’s? De beleidsbegroting bestaat uit vijf programma’s. Een programma is een samenhangend geheel van doelstellingen, middelen en activiteiten. De opzet van de programma’s volgt het coalitie-akkoord 2010-2014 en het nieuwe raadsprogramma 2012‐2014. De indeling komt overeen met de burgerrollen waarop de organisatiestructuur van de gemeente Lingewaard is gebaseerd: 1. burger als partner 2. burger als klant 3. burger als onderdaan 4. burger als wijkbewoner 5. interne organisatie als klant. In elk programma wordt antwoord gegeven op de drie zogenoemde W‐vragen: •
•
•
Wat willen we bereiken? Er wordt aangegeven welke maatschappelijk effecten en algemene beleidsdoelstellingen wij met het betreffende programma voor de burgers en bedrijven willen bereiken. Wat gaan we daarvoor doen? Per beleidsdoelstelling benoemen we de speerpunten voor 2013. Dit wordt toegelicht met behulp van prestatie-indicatoren. Met deze indicatoren kunnen de raad en de burger controleren of het beoogde effect wordt gerealiseerd. Wat gaat het kosten? Hiermee stelt de raad de voor het programma benodigde financiële middelen vast/ beschikbaar.
Programmabegroting 2013
17
18
Programmabegroting 2013
Programma 1 Burger als partner
Programma 1 Burger als partner Inleiding Dit programma gaat over de strategische beleidsontwikkeling binnen het sociale, economische en ruimtelijke domein. Met de burger als partner worden de vergezichten geschetst, de kaders geformuleerd en de te behalen doelen benoemd. De uitwerking en uitvoering van het beleid vindt veelal in (één van) de andere programma’s plaats. Om de raad beter te faciliteren in haar kaderstellende rol, hebben we in deze begroting de belangrijkste beleidswijzigingen en speerpunten voor het jaar 2013 centraal gesteld en uitgewerkt. Uiteraard gaan eerder in gang gezette activiteiten, waarvoor geen koerswijziging is voorzien of gewenst, onverminderd door. Omdat veel beleidsthema’s op elkaar ingrijpen en meerdere invalshoeken kennen, zal in een overzicht de samenhang tussen de beleidsthema’s worden gepresenteerd door ze te verbinden met het sociale, economische en/of ruimtelijke domein. Wij menen dat op dit meer strategische niveau een uitwerking in doelenbomen absoluut meerwaarde heeft voor de kaderstelling vanuit de raad. Vooralsnog hebben we enkel een doelenboom voor het economische domein opgesteld. De burger als partner De burgers, ondernemers, ontwikkelaars, belangenorganisaties en verenigingen hebben de rol van partner in die gevallen waarin de gemeente beleid- en projecten ontwikkelt. De burgers worden bij deze processen geïnformeerd, geraadpleegd of gevraagd om advies. En daar waar mogelijk wordt samengewerkt om naar een breed gedragen oplossing toe te werken. Burgers zijn immers niet alleen inwoners, maar ook vakmensen (jongerenwerker, verpleegkundige, ingenieur, jurist, hovenier, etc.) en kennen hun eigen omgeving beter dan wie dan ook. Productgroepen Verkeer, Economie, Bedrijventerreinen en woningbouw, Lokaal onderwijsbeleid, Openbaar bibliotheekwerk, Sport en cultuur, Maatschappelijke ondersteuning en advies, Sociaal-cultureel werk en accommodaties, Openbare gezondheidszorg, Ruimtelijke ontwikkeling en Volkshuisvesting. Speerpunten 2013 Voor 2013 zijn zeven speerpunten benoemd binnen programma 1, die bovendien voor een belangrijk deel onderling samenhang vertonen. Deze speerpunten liggen op het terrein van (1) economische dragers, (2) duurzaamheid, (3) maatschappelijke participatie, zelfsturing en zelfredzaamheid, (4) jeugd en jongeren, (5) arbeidsmarkt, (6) mobiliteit, en (7) intergemeentelijke samenwerking. 1. (Nieuwe) economische dragers De gemeente streeft naar een economisch gezond bedrijfsleven in Lingewaard, waarbij innovatie, duurzaamheid, recreatie, toerisme en mobiliteit een grote rol spelen. Hieraan wordt invulling gegeven door actieve acquisitie en verkoop van gronden (o.a. de bedrijventerreinen Houtakker II), herbestemmingen van gronden, voortzetting van de herstructurering van de glastuinbouw en actieve medewerking aan op economische ontwikkeling gerichte particuliere initiatieven. Ook de centra van de kernen van Lingewaard zijn belangrijke economische dragers. De centrumontwikkelingen in de kernen Huissen, Bemmel en Gendt worden in 2013 voortvarend voortgezet.
Programmabegroting 2013
19
Programma 1 Burger als partner
2. Duurzaamheid Bij de inrichting van de lokale samenleving streeft de gemeente naar duurzaamheid c.q. toekomstbestendigheid. Dit betekent dat zij aandacht heeft voor het evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen. Het Integraal beleidskader duurzaamheid bevat thema´s als duurzaam leven, duurzame organisatie, duurzame mobiliteit, duurzame economie en duurzaam bouwen en inrichten. Duurzaamheid is daarmee een thema dat een relatie heeft met andere thema’s (bijvoorbeeld bouwvergunningverlening in programma 2 ‘Burger als klant’, of inkoopbeleid in programma 5 ‘Interne organisatie als klant’). Specifiek voor 2013 kan een relatie worden gelegd met het nieuwe afvalbeleid (zie programma 4 ‘Burger als wijkbewoner’). 3. Maatschappelijke participatie, zelfsturing en zelfredzaamheid De gemeente streeft ernaar dat alle mensen participeren in de samenleving, waarbij zij zelf de regie over het eigen leven houden dan wel krijgen. In programma 2 staat de ‘keukentafel’ centraal als symbool voor een andere werkwijze bij de uitvoering van de Wmo (onder de noemer ‘de Kanteling’). Daarnaast voeren we in 2013 een proefproject uit met een sociaal wijkteam in Doornenburg, om deze ideeën in de praktijk uit te proberen. Doel van het proefproject is om samen met lokale partners zoveel mogelijk ondersteuningsvragen van inwoners op een passende manier dichtbij huis te beantwoorden. Een rijk en actief verenigingsleven draagt bij aan de maatschappelijke participatie van de Lingewaardse inwoners. Daarom stimuleren wij breed gedragen sociaal-culturele activiteiten voor de kernen en ondersteunen verenigingen hierbij. Tevens zal in 2013 gezocht worden naar mogelijkheden om verenigingen en enkele commerciële dragers te huisvesten in het Stadhuis in Huissen. 4. Jeugd en jongeren De gemeente wil een sluitend netwerk voor ieder kind van -9 maanden tot 23 jaar en zijn/haar ouders of begeleiders. Hierbij bevordert zij een compleet aanbod in onderwijs, ontspanning en zorg voor deze kinderen. Dit impliceert dat alle instanties, die met deze kinderen en jongvolwassenen van doen hebben, een naadloos samenwerkende keten moeten vormen. Voor 2013 hebben de aanpak van jeugdoverlast en de decentralisatie van de jeugdzorg bijzondere aandacht. De aanpak van jeugdoverlast richt zich vooral op preventie (zie ook programma 3 ‘Burger als onderdaan’). Dit doen we onder andere door veel samen te werken met organisaties in de zorg-, welzijn-, onderwijs- en justitiële sector én door de jongeren zelf te betrekken bij de aanpak van overlast. Zo maken we hen medeverantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde. De decentralisatie van de jeugdzorg stelt gemeenten voor de opgave om nieuwe structuren, werkwijzen en sturingsinstrumenten te organiseren die leiden tot goede ondersteuning van jongeren. De decentralisatie heeft dus niet alleen betrekking op de structuur of het stelsel van de jeugdzorg, maar ook op de inhoud van de ‘zorg voor de jeugd’. 5. Arbeidsmarkt Teveel mensen die kunnen werken, staan nu nog langs de kant. Lingewaard spant zich ervoor in dat zij zoveel mogelijk via werk in hun eigen onderhoud kunnen voorzien en niet afhankelijk zijn van een uitkering. Daarvoor is het noodzakelijk dat de juiste mensen aan vacatures in de regio worden gekoppeld, dat werkgevers op een passende en gecoördineerde manier worden benaderd en de gemeente in regionaal verband samenwerkt met andere gemeenten, UWV, Sociale Werkvoorziening en de onderwijssector. In het onderdeel ‘Werk en participatie’ in programma 2 ‘Burger als klant’ zijn doelen en speerpunten op dit terrein verder uitgewerkt. Daarnaast hebben nog twee onderwerpen onze speciale aandacht in 2013: de Wet werken naar vermogen (Wwnv) en de herstructurering van de sociale werkvoorziening (Presikhaaf Bedrijven). 6. Mobiliteit Het gemeentelijk grondgebied dient goed bereikbaar te zijn voor onze inwoners, bezoekers en ondernemers. We willen dat de doortrekking van de A15 duurzaam wordt ingepast. Daarnaast gebruiken we 2013 om met 20
Programmabegroting 2013
Programma 1 Burger als partner
hoogwaardige inpassingsvoorstellen te komen ten aanzien van de trolleylijn Arnhem – Huissen. Tot slot wordt in 2013 omwille van de verkeersveiligheid een volgend dijkvak aangepakt (in programma 4 ‘Burger als wijkbewoner’ wordt dit onderdeel nader uitgewerkt). Zie voorts onderdeel C in de doelenboom in dit programma. 7. Intergemeentelijke samenwerking De gemeente wil grensoverschrijdende ontwikkelingen slagvaardig oppakken door hierin samen te werken met andere gemeenten. Er zijn meerdere vormen van intergemeentelijke samenwerking. We maken deel uit van de stadsregio met 22 gemeenten, voor het sociale domein maken wij deel uit van een samenwerkingsverband met 11 gemeenten, voor onderwijszaken en Presikhaaf Bedrijven nemen wij deel aan een gemeenschappelijke regeling, wij werken samen in de uitvoeringsdiensten en met 5 gemeenten (G5) werken wij samen aan specifieke projecten, zoals een intergemeentelijk sportbedrijf. In 2013 speelt de overgang naar de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ORA) (zie programma 2 ‘Burger als klant’ en 3 ‘Burger als onderdaan’). Uiteindelijk kan door intergemeentelijke samenwerking de omvang van het takenpakket van onze gemeentelijk organisatie veranderen, hetgeen dan eveneens invloed heeft op programma 5, ‘Interne organisatie als klant’. In 2013 starten we een verdere inventarisatie c.q. verkenning naar de taakvelden, waarvoor intergemeentelijke samenwerking kansen biedt. Samenhang
Economisch beleid
X
X
Ruimtelijk beleid
X
X
X X
king
X
Intergemeentelijke samenwer-
X
Mobiliteit
zelfsturing en zelfredzaamheid
Maatschappelijke participatie, X
Arbeidsmarkt
X
Jeugd en jongeren
Sociaal beleid
Duurzaamheid
Speerpunt
(Nieuwe) economische dragers
In onderstaande tabel is te zien hoe de speerpunten zich verhouden tot de drie inhoudelijke beleidsdomeinen van het programma ‘Burger als partner’.
X X
X
X
X
Voor dit programma is een doelenboom uitgewerkt voor het economisch beleid. Daarmee wordt ook direct de samenhang tussen het economisch beleid en de speerpunten inzichtelijk.
Programmabegroting 2013
21
Programma 1 Burger als partner
DOELENBOOM
Wat willen we bereiken? Doel (beoogd effect) A. Perspectief voor glastuinbouw, agribusiness
22
Meetbaar effect Het scheppen van goede vestigingscondities voor levensvatbaarheid van de sector: 1. Herstructurering van het bestaande tuinbouwgebied 2. Ontwikkeling Bergerden, werving van tuinders 3. Promotie van het tuinbouwcluster, zowel naar eigen omgeving als gericht op het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid (gebiedsbranding) Glastuinbouw 2.0
Programmabegroting 2013
Indicator 2013 Zie prestatie A1 en A2
Programma 1 Burger als partner
Doel (beoogd effect) B. Vitale bedrijfsterreinen en winkelvoorzieningen
Meetbaar effect
Indicator 2013
1) Onderzoeken haalbaarheid revitalisering Gendt/Bemmel 2) Onderzoek mogelijkheden transformatie bedrijventerrein Polseweg 3) Uitgifte grond
1) en 2) Onderzoeksrapport
4) Stimuleren startende ondernemers (2009=229 en 2010=287) 5) Stimuleren deelname aan energiescans op Pannenhuis I (in 2012: 20)
4) 250
6) Stimuleren subsidieaanvragen voorterreinenprogramma
6) 10 deelnemers
3) Agropark (2 ha) Pannenhuis II 0,5 ha en Houtakker 2,5 ha
5) 25 deelnemers
Pannenhuis 1
Doel (beoogd effect) C. Verbeteren bereikbaarheid en mobiliteit
Doel (beoogd effect) D. Ontwikkelen recreatie/toerisme,
Doel (beoogd effect) E. Werk en participatie (programma 2)
Meetbaar effect Zie prestatie C2.
Indicator 2013 Zie prestatie C2
Meetbaar effect Stimuleren en faciliteren agrotoerisme. Wens is om binnen de gemeente theeschenkerijen, boerencampings, bed&breakfast, hotel en boerderijwinkels te krijgen.
Indicator 2013 Ruimte voor activiteiten opgenomen in BP
Meetbaar effect Zie programma 2 ‘Burger als klant’
Programmabegroting 2013
Indicator 2013 -
23
Programma 1 Burger als partner
Wat doen we daarvoor? A. Perspectief voor glastuinbouw, agribusiness Prestatie
Meetbare prestatie
A1. Bevorderen Uitbouw Bergerden, herstructurering verouderde locaties en stimulering van de clustervorming
Indicator 2013
Acquisitie voor Bergerden, gesprekken met ondernemers over herstructurering, berekeningen uitvoeren, contracten sluiten als ondernemers zich willen vestigen of willen verplaatsen/uitbreiden.
-
Uitbouw Bergerden:
-
-
Gemeente, Bergerden en Projectbureau herstructurering profileren zich gezamenlijk als glastuinbouwcluster. Deelname aan activiteiten Greenport Arnhem Nijmegen/Betuwse Bloem Uitvoeren besluiten naar aanleiding van het marktonderzoek Bergerden 2012. Op dit moment stokken de moderniseringsinitiatieven. Met Rijk en provincie onderzoeken hoe deze modernisering weer vlot getrokken kan worden.
-
Doel 2: Herstructurering, schaalvergroting en modernisering glastuinbouw: -
Faciliteren aanvragen functieverandering naar wonen en werken: nieuwe economische dragers Stimuleren verplaatsing solitaire bedrijven naar het herstructureringsgebied Herstructureringsinitiatieven faciliteren: Overeenkomsten opstellen en ondertekenen Uitvoeren infrastructurele maatregelen 2013 en 2014
-
-
-
Haalbaarheidsstudie windenergie zone A15 waaronder Bergerden Uitgifte 4 ha grond -> 2 bedrijfsvestigingen. Werkprogramma 2013 opgesteld en in uitvoering nemen met partners glastuinbouwpact Voorbereiding Actualisatie bestemmingsplan Bergerden
Er is 47 ha gerevitaliseerd in 2013 waarvan 13 ha Leutense Leigraaf, 5 Rietkamp, 12 ha in het Zand en 15 ha in de Dijkzone 5 aanvragen functieverandering gefaciliteerd 2 solitaire bedrijven verplaatst. 2 overeenkomsten opgesteld en ondertekend Infrastructurele maatregelen afhankelijk van initiatieven van tuinders.
Doel 3 Voldoende vestigingsmogelijkheden agribusiness: -
24
Onderzoek toekomstperspectief segmenteringsbeleid en Agropark Doortrekken A15: voorbereidende werkzaamheden bestemmingsplan bedrijfsbezoeken college B&W.
Programmabegroting 2013
Onderzoeksrapport gereed 12 overleggen en 10 bedrijfsbezoeken.
Programma 1 Burger als partner
Prestatie Meetbare prestatie
Prestatie Meetbare prestatie
A2. Bevorderen/versterking van de concurrentiekracht Werkprogramma 2013 Greenport Arnhem Nijmegen
Indicator 2013 Programma uitgevoerd
A3. Toestaan nevenactiviteiten
Indicator 2013
Ruimere beleidsregels opnemen in bestemmingsplan Buitengebied en vaststellen bestemmingsplan. Ambitie is 2 boerencampings, 1 theeschenkerij, 1 B&B binnen de gemeentegrenzen te krijgen (boven de al bestaande voorzieningen).
Vastgesteld bestemmingsplan
B. Vitale bedrijfsterreinen en winkelvoorzieningen Prestatie Meetbare prestatie
B1. Bevorderen concentratie en versterking winkelgebieden
Bestemmingsplan Centrum Huissen, met aandacht voor cultuurhistorie.
Indicator 2013 Bestemmingsplan vastgesteld
Planologisch voorkomen verspreiding van winkels.
Prestatie
B2. Voldoende vestigingsmogelijkheden voor bedrijven
Meetbare prestatie
Verdere ontwikkeling centrumplan Huissen - Tijdelijke supermarkt Molenwei. Planologische procedure en voorbereiding bouwplan revitalisering locatie Markt (AH) - Ontwikkeling locatie Aloysiusschool e.o. met ruime aandacht voor cultuurhistorie - Ontwikkeling locatie Langstraat 86-88 - Overleg met ondernemersvereniging en KvK
Verdere ontwikkeling centrumplan Bemmel - Woonwinkelwand tussen Pollenbrink en Dorpstraat realiseren - Ontwikkeling bouwplan tussen Lidl en Loostraat
Ondernemersfondsen in Bemmel, Gendt en Huissen
Programmabegroting 2013
Indicator 2013 Ingebruikname in 2013 Afronding planologische procedure AH Visie LangeKerkstraat afgerond/realisatieovereenkomst getekend. Functieverandering stadshuis met bijv. verenigingen en horeca. Voorbereiding bouwplan en sluiten realisatieovereenkomst Planologische procedure afgerond en start bouw Planologische procedure afgerond en start bouw Activiteitenplan en budget ondernemersverenigingen beoordeeld. Verordening uitgevoerd.
25
Programma 1 Burger als partner
B3. Revitalisering bedrijventerreinen
Prestatie Meetbare prestatie
Revitalisering Pannenhuis 1: vervanging riolering en wegdek Handelsstraat, aanbrengen LED verlichting
Gereed
Stimuleren en voorbereiden glasvezel door marktpartijen
Onderzoek aanleg mantelbuizen bedrijventerreinen/benaderen marktpartijen
B4. bevorderen/ instandhouden basisvoorzieningen
Prestatie Meetbare prestatie
Indicator 2013
Actieve houding mbt de centrumontwikkelingen in Huissen, Gendt en Bemmel
Indicator 2013 Leegstand in centrumgebieden minder dan 5% Behoud huidige aantal winkels
C. verbeteren bereikbaarheid en mobiliteit C1. Bevorderen voorkomen vastlopen verkeer
Prestatie Meetbare prestatie
Creëren ruimte in begroting voor investeringen. Voorstel met uitvoeringscenario’s GMP voorleggen voor raad in eerste halfjaar.
C2. Verbeteren in- en externe aan-/ontsluitingen
Prestatie Meetbare prestatie
Prestatie Meetbare prestatie
26
1) 2) 3) 4) 5)
Doortrekking trolleylijn naar Huissen Aanpak kruising Papenstraat-v. Elkweg Ontsluiting Houtakker II op V. Elkweg Visievorming op aansluitingen A325 Lobby aansluitingen en inpassing A15 C3. Bevorderen terugdringen automobiliteit
Aanbieden vervoersalternatieven zoals bijvoorbeeld: 1) trolleylijn naar Huissen, 2) snelfietsroutes 3) Aanleg busbaan kruising Papenstraat-Van Elkweg. 4) Check op staat van onderhoud fietspaden. Alternatieve vervoerwijzen voor automobilisten worden aantrekkelijker. a) Flexwerken promoten.
Programmabegroting 2013
Indicator 2013 Voorstellen voor Kadernota / begroting 2014
Indicator 2013 1, 2 en 3) Realisatie voorzieningen. 4)Oplevering rapportage. 5)-
Indicator 2013 Aanleg trolley, delen van RijnWaalpad, aanpassing kruising In overleg met ondernemers en bij gemeente
Programma 1 Burger als partner
D. stimuleren uitbreiding aanbod en samenhang tussen recreatieve voorziening Prestatie
D1. Aanbod en samenhang tussen recreatieve voorzieningen uitbreiden
Meetbare prestatie
Accent op omgeving Fort Pannerden/kasteel Doornenburg: 1) Aanleg Toeristisch Overstappunt 2) Creëren (struin)routes Huissen: Eerste contacten met recreatieschap over ontwikkeling en toekomstige exploitatie jachthaven. Grotere rol voor Monumenten en cultuurhistorie
Prestatie
D2. Stimuleren uitbreiding aanbod en samenhang tussen recreatieve voorzieningen
Meetbare prestatie
Folders, aandacht op website
Indicator 2013 Realisatie voorzieningen Toename bezoekers Fort Pannerden >10% Planologische procedure Fort afgerond 2 routes
Indicator 2013
Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in deel II onderdeel 5 van deze begroting. nr. Uitv.plan
1.02 1.03/04 1.05 1.07 1.08 1.09 1.10 1.11 1.12 1.13
INVESTERINGEN OF PRIORITEITEN 2013 - 2016 e 1 inrichting diverse lokalen Loovelden gr. 15 / 16 Bijdrage Park Lingezegen (en grondverkopen) Ambtelijke ondersteuning projectbureau Lingezegen MFC Huissen Buitensportaccommodaties Verkeersveiligheid op de dijken Trolley Huissen Plan MER buitengebied Schoolzones Voormalig Stadhues Huissen
Programmabegroting 2013
Realisatie 2013 2012 ev 2010 ev 2014 2013 2013 2013 2013 2013 2013 e.v.
27
Programma 1 Burger als partner
Wat mag het kosten? In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
1 Burger als partner Lasten 2013
Baten 2013
Begroting 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
Stads- en Dorpsvernieuwing
118.360 251.605 1.515.141 245.534 10.434
0 0 -14.400 -178.136 0
118.360 251.605 1.500.741 67.398 10.434
118.360 251.605 1.358.241 45.655 10.434
118.360 251.605 1.358.241 45.655 10.434
118.360 251.605 1.358.241 45.655 10.434
Subtotaal
2.141.074
-192.536
1.948.538
1.784.294
1.784.294
1.784.294
2.403.321 258.851 1.069.424 826.917 787.104 344.429 2.415.364 127.922 327.924 1.002.287 557.484 806.149 795.594 1.792.825
0 0 0 -174.575 -6.300 -400 -103.770 -1.700 -1.200 -2.383 -6.275 -67.000 -249.880 -21.851
2.403.321 258.851 1.069.424 652.342 780.804 344.029 2.311.594 126.222 326.724 999.904 551.209 739.149 545.714 1.770.974
2.368.321 258.851 1.069.424 652.342 780.804 288.964 2.306.920 111.222 326.724 992.235 551.209 733.480 481.874 1.742.796
2.368.321 258.851 1.069.424 652.342 780.804 271.714 2.302.249 111.222 326.724 985.997 551.209 727.814 481.874 1.741.619
2.368.321 258.851 1.069.424 652.342 780.804 254.464 2.302.249 126.222 326.724 985.997 551.209 727.814 481.874 1.741.619
13.515.595
-635.334
12.880.261
12.665.166
12.630.164
12.627.914
Bouwgrondexploitatie, woningen
10.139.824 -10.139.824 5.282.670 -4.974.339
0 308.331
0 308.331
0 308.331
0 308.331
Subtotaal
15.422.494 -15.114.163
308.331
308.331
308.331
308.331
Resultaat voor bestemming
31.079.162 -15.942.033
15.137.129
14.757.791
14.722.789
14.720.539
9.578
9.578
9.578
9.578
-142.500
-142.500
0
0
0
31.088.740 -16.084.533
15.004.207
14.767.369
14.732.367
14.730.117
Ruimtelijk Beleid Verkeersontwikkeling Handel en ambacht Ruimtelijke ontwikkeling Volkshuisvesting
Sociaal Beleid Basisonderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Lokaal onderwijsbeleid Openbaar bibliotheekwerk Vorming en Ontwikkeling Sport Kunst Recreatie en toerisme Maatschap.begeleiding en advies Sociaal-cultureel werk Ontmoet.centra & Dorpshuizen Kinderopvang Openbare gezondheidszorg Subtotaal Projectrealisatie Bouwgrondexploitatie bedrijventerreinen
Mutaties reserves: Sociaal beleid Kunst Ruimt.beleid bestem.plannen Resultaat na bestemming
9.578
Voor de mutaties in de jaren 2014 t/m 2016 zie onderdeel 4. Meerjarenbegroting 2013-2016 van deel II Financiële begroting. 28
Programmabegroting 2013
Programma 2 Burger als klant
Programma 2 Burger als klant Inleiding De werkzaamheden binnen dit programma zijn veelal van uitvoerende aard en worden uitgevoerd binnen bestaande wet en regelgeving en binnen het bestaand beleid. In 2013 zal een substantieel deel van de werkzaamheden en mensen overgaan naar de nieuw te vormen omgevingsdienst (ORA). In programma 3 van deze begroting wordt uitvoerig ingegaan op de overgang naar de ORA. Naast de Wabo gerelateerde taken bevat programma 2 ook de transactionele dienstverlening naar de burgers. Ook binnen deze werkzaamheden is er nauwelijks sprake van eigen dan wel nieuw beleid. In de opzet van dit programma is er voor gekozen om enkel die zaken nader te belichten die kunnen worden bestempeld als speerpunt in 2013. De burger als klant Het traditionele klantbegrip komt bij de gemeente dichterbij waar het gaat over individuele transacties, zoals paspoorten, uitkeringen en vergunningen. In deze verhouding is de gemeente dienstverlener, waarbij het er om gaat, de producten tegen een zo laag mogelijke prijs en met een zo goed mogelijke service te verstrekken. Bureaucratisch leed zoals te lange wachttijden, onduidelijkheid, onvoorspelbaarheid, moet worden voorkomen. Productgroepen Burgerzaken, Uitvoering APV en Bijzondere wetten, Straatmarkten, Leerlingenvervoer, Monumenten, Groenen reststroken, Festiviteiten, Bijstandsverlening, Werkgelegenheid, Inkomensvoorzieningen, Bijzondere bijstand, Schuldhulpverlening, Vreemdelingen, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Milieu, Afvalstoffenheffing, Rioolrechten, Grafrechten, Bouwen, Uitvoering Wet WOZ, Onroerendezaakbelasting en Gemeentelijke belastingen. Speerpunten 2013 In 2013 zullen binnen programma 2 de speerpunten liggen op het terrein van het verder uitvoeren en implementeren van de crisismaatregelen in het sociale domein. De maatregelen kennen daarbij de basis in de uitgangspunten van het WMO beleidsplan 2012-2015 en de Sociale Visie 2022. In programma 1 zin de beleidsuitgangspunten daarvan verwoord. Ook de vorming van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ORA) zal een belangrijk aandachtspunt zijn. Zoals gemeld in de inleiding staat in programma 3 nadere informatie hierover. Werk en participatie In 2012 is een scherpe daling van het aantal klanten zichtbaar geworden. Enerzijds door de poortwachtersfunctie goed in te richten en anderzijds door bevordering van de uitstroom. In 2013 blijft de focus op uitstroom van cliënten door middel van plaatsing bij werkgevers en het uitbouwen van een netwerk van potentiele werkgevers. WMO In 2012 is er een uitvoeringsplan gemaakt behorende bij het nieuwe WMO beleidsplan. Vanuit het programma Dienstverlening zal dit uitvoeringsplan worden geïmplementeerd. Wij zetten in op de eigen kracht van mensen en de kracht van gemeenschappen. Op een moment dat er een situatie ontstaat waarin de inwoner hulp nodig heeft en dit niet zelf, of in zijn omgeving kan regelen, gaan wij met hem in gesprek over de mogelijkheden waaraan de gemeente kan bijdragen. Dit betekent dat er in individuele gevallen, veel meer dan voorheen, maatwerk geleverd wordt.
Programmabegroting 2013
29
Programma 2 Burger als klant
Keukentafelgesprek In 2012 hebben we in het kader van de kanteling het keukentafelgesprek ingevoerd. Het houden van keukentafelgesprekken zal in 2013 worden geïntensiveerd. Tijdens het keukentafelgesprek zullen wij op zoek gaan naar de vraag achter de vraag. Hierbij wordt de verantwoordelijkheidsladder gehanteerd. De ladder gaat uit van de eigen kracht, het (eigen) netwerk en komt via collectieve voorzieningen pas in laatste instantie uit bij een individuele voorziening. Het resultaat zelfstandigheid en participatie staat voorop en niet langer de te verstrekken voorziening. Nazorg In 2013 gaan we starten met het verzorgen van nazorg nadat een individuele voorziening is verstrekt. Dit moet leiden tot een efficiëntere verstrekking. Een grotere klanttevredenheid en minder onbenutte voorzieningen zullen het gevolg zijn. Een voorbeeld van de nazorg is hulp bij het huishouden. Zo wordt de klant na 3 maanden benaderd hoe de stand van zaken is, maar ook wordt de effectiviteit gemeten van de benadering volgens het kantelingsprincipe.
DOELENBOOM
30
Programmabegroting 2013
Programma 2 Burger als klant
Wat willen we bereiken? Doel (beoogd effect) A. Bevorderen uitstroom
Meetbaar effect
Stabilisatie van het aantal klanten dat (structureel) bijstand ontvangt
Indicator 2013 Aantal uitkeringen WWB eind 2013: 400
A. Bevorderen uitstroom De burger is verantwoordelijk om in zijn eigen inkomen te voorzien. Daar waar dit tijdelijk niet lukt, ondersteunen wij de burger bij het zo snel mogelijk realiseren van een eigen inkomen. De bijstandsuitkering is dan een tijdelijk en noodzakelijk vangnet om het re-integratieproces te faciliteren. Voor 2013 zetten we in op stabilisatie van het aantal klanten dat bijstand ontvangt. Ondanks dat wij een hogere instroom verwachten door verdere afname van de werkgelegenheid in de bouwsector en logistiek. Veel kleinere bedrijven en zzp-ers die diensten of goederen leveren aan deze sectoren, zullen niet of ternauwernood het hoofd boven water kunnen houden. Dat betekent dat de activiteiten van ons en onze klanten volledig gericht moeten zijn op uitstroom uit de bijstand om de gewenste stabilisatie te realiseren. Risico is de daling van het Participatiebudget, waardoor de gemeente minder geld te besteden heeft voor reintegratie. Doel (beoogd effect) B. Iedereen doet mee en doet ertoe
Meetbaar effect
Indicator 2013
In 2013 is van iedere klant in de bijstand bekend wat zijn/haar participatiemogelijkheden zijn en welke noodzakelijke ondersteuning de gemeente biedt om die mogelijkheden te verzilveren. De volgende driedeling wordt gehanteerd: a) Klant is geschikt en beschikbaar om betaald werk te verrichten en kan (grotendeels) eigen inkomen verwerven b) Klant is fysiek en/of psychisch in staat om te werken, maar is nog niet geschikt en/of beschikbaar voor de arbeidsmarkt c) Klant is fysiek en/of psychisch niet in staat om te werken en de belemmeringen zijn niet oplosbaar.
400 klanten zijn gescreend en herkenbaar in het registratie-systeem van de gemeente ingevoerd
B. Iedereen doet mee en doet ertoe Het is belangrijk dat alle inwoners deel kunnen nemen aan het maatschappelijk leven. Hiervoor kan ondersteuning vanuit de gemeente wenselijk of nodig zijn. Met deelname aan het maatschappelijk leven kan een sociaal isolement worden vermeden. Wij richten ons vooral op ouderen, uitkeringsgerechtigden en mensen met een functiebeperking. Dit doen we met collectieve arrangementen en individuele ondersteuning.
Programmabegroting 2013
31
Programma 2 Burger als klant
Wat doen we daarvoor? A. Bevorderen uitstroom Prestatie
Meetbare prestatie
A1. Directe plaatsing bij werkgevers
Bemiddelbare klanten worden naar geacquireerde vacatures geleid. Klanten die werkritme/werkervaring moeten opdoen worden op ‘oefenbanen’ geplaatst
Prestatie
Meetbare prestatie
Prestatie
Meetbare prestatie
A2. Handhaving
Voorkomen onterechte instroom Toepassing lik-op-stuk-beleid
Indicator 2013 50 plaatsingen gerealiseerd 20 werkervaringsplekken zijn continue bezet
Indicator 2013 30 intrekkingen gerealiseerd 10 maatregelen opgelegd
A3. Inzet uitstroomtrajecten
Klanten verplichten om maximaal rendement te halen uit parttime werk
Indicator 2013 20 personen hebben parttime werk aanvaard of het aantal uren verhoogd
B. Iedereen doet mee en doet ertoe Prestatie
B1. Inzet serviceteams
Indicator 2013
Meetbare prestatie
Iedere nieuwe klant die kan werken wordt bij aanvang van de uitkering geplaatst in het serviceteam of op een andere geschikte activiteit. Dit in het kader van de tegenprestatie.
20 plekken zijn continue bezet
Met welzijnsorganisaties wordt gekeken welke instellingen, stichtingen of verenigingen plekken voor vrijwilligers hebben voor mensen die structureel in de bijstand zitten.
20 plekken zijn continue bezet
Prestatie Prestatie
B2. Opzetten welzijnscontacten
Meetbare prestatie
Klanten die niet op eigen kracht sociale contacten kunnen leggen en daardoor in een zwaar isolement terecht dreigen te komen, worden actief ondersteund.
32
Programmabegroting 2013
Indicator 2013
8 klanten
Programma 2 Burger als klant
Prestatie
B3. Werkgeversbenadering
Indicator 2013
Meetbare prestatie
In 2012 zijn 60 werkgevers klant van team W&I. Die willen we in 2013 ook als klant behouden (= relatiebeheer). Om voldoende plaatsingsmogelijkheden voor onze klanten te hebben, is uitbreiding noodzakelijk (= acquisitie).
Prestatie
B4. Inburgering
Meetbare prestatie
Alle nieuwe gevestigde asielzoekers krijgen inburgeringsaanbod vanuit gemeente Lingewaard
12 werkgevers worden nieuwe klant
Indicator 2013
24 nieuwe taaltrajecten zijn gestart
Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan nr. Uitv.plan
INVESTERINGEN OF PRIORITEITEN 2013 - 2016 Geen
Programmabegroting 2013
Realisatie
33
Programma 2 Burger als klant
Wat mag het kosten? In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
2 Burger als klant Lasten 2013
Baten 2013
Begroting 2013
Begroting Begroting 2014 2015
Begroting 2016
Sociaal & Welzijn
837.899 950.817 1.787.000 10.000 473.111 77.600
820.149 950.817 920.500 10.000 474.111 77.600
820.149 950.817 838.400 10.000 474.111 77.600
820.149 950.817 668.800 10.000 475.111 77.600
-531.945
7.368.907
6.518.386
6.518.386
6.518.386
25.307.870 -13.802.536
11.505.334
9.771.563
9.689.463
9.520.863
Gemeentelijke belastingen
335.320 0 32.080 -23.500 201.750 0 450.665 -183.700 721.095 -6.300 133.700 -3.250.000 133.700 -3.515.330 1.883.125 -386.200 404.295 0 0 -10.121.000 312.800 -305.300
335.320 335.320 335.320 8.580 8.580 8.580 201.750 201.750 201.750 266.965 266.965 266.965 714.795 714.795 714.795 -3.116.300 -3.152.100 -3.189.600 -3.381.630 -3.415.830 -3.451.630 1.496.925 1.496.925 1.496.925 404.295 404.095 403.895 -10.121.000 -10.178.000 -10.239.000 7.500 7.400 7.300
335.320 8.580 201.750 266.965 714.795 -3.189.700 -3.451.730 1.496.925 403.595 -10.300.000 7.200
Subtotaal
4.608.530 -17.791.330
-13.182.800 -13.310.100
-13.444.700
-13.506.300
Leerlingenvervoer Bijstandsverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Bijzondere bijstand Vreemdelingen
837.899 7.872.592 8.037.202 10.000 509.411 139.914
0 -6.921.775 -6.250.202 0 -36.300 -62.314
7.900.852
Wet Maatschappelijke Ondersteuning Subtotaal Omgeving & Inwoners Uitvoering APV en Bijzondere wetten Straatmarkten Monumenten Festiviteiten Milieu Afvalstoffenheffing Rioolrechten Bouwen Uitvoering Wet WOZ Onroerende-zaakbelasting
Klant Contact Centrum
Grafrechten
1.423.301 44.905 24.000
-774.650 -43.400 -156.200
648.651 1.505 -132.200
709.651 1.505 -132.200
659.151 1.505 -132.200
659.151 1.505 -132.200
Subtotaal
1.492.206
-974.250
517.956
578.956
528.456
528.456
31.408.606 -32.568.116
-1.159.510
-2.959.581
-3.226.781
-3.456.981
31.408.606 -32.568.116
-1.159.510
-2.959.581
-3.226.781
-3.456.981
Burgerzaken Groen- en reststroken
Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Voor de mutaties in de jaren 2014 t/m 2016 zie onderdeel 4. Meerjarenbegroting 2013-2016 van deel II Financiële begroting. 34
Programmabegroting 2013
Programma 3 Burger als onderdaan
Programma 3 Burger als onderdaan Inleiding De werkzaamheden binnen dit programma zijn voornamelijk uitvoerend van aard en veelal gebonden aan bestaande wet en regelgeving of bestaand beleid ten aanzien van brandweer, openbare orde en veiligheid en handhaving. Er zijn binnen dit programma slechts een beperkt aantal wijzigingen in beleid voorgenomen. In de opzet van dit programma is er voor gekozen om enkel die zaken nader te belichten die kunnen worden bestempeld als speerpunt in 2013 en bevat slechts een beperkte hoeveelheid aan ‘going concern’ zaken. De burger als onderdaan De burger is onderdaan van de gemeente waar het gaat over rechten en plichten die de overheid in het kader van de rechtsorde of om een bepaald beleid te effectueren oplegt. De gemeente is in dit kader regeltoepasser en handhaver. De burger ontmoet hier de gemeente in soms strenge hoedanigheid. Burgeroriëntatie houdt hier in: geen onnodige bureaucratie, transparante en voorspelbare procedures, duidelijke regels, betrouwbaarheid en correcte bejegening. Productgroepen Brandweer en Rampenbestrijding, Openbare orde en Veiligheid, Bijzonder onderzoek werkgelegenheid, Handhaving milieu en Handhaving bouw- en woningtoezicht. Speerpunten 2013 In 2013 zullen binnen programma 3 de speerpunten liggen op het terrein van het verder begeleiden van de vorming van de omgevingsdienst Arnhem alsmede de voorbereiding van de regionalisering van de brandweer. Openbare orde en veiligheid In 2012 is het integraal Veiligheidsbeleid 2012-2015 door de raad vastgesteld. Op basis daarvan zal het uitvoeringsprogramma veiligheid 2013 worden uitgevoerd en het uitvoeringsprogramma veiligheid 2014 worden geschreven. Uitgangspunt daarbij is dat we het veiligheidsgevoel verbeteren en zowel de overlast als het aantal vermogensdelicten verminderen. Om het naleefgedrag te vergroten is het van belang dat voor zowel burgers als bedrijven de wettelijke voorschriften inzichtelijk en overzichtelijk zijn. Daar waar mogelijk moet de regeldruk worden verminderd waartoe we de Algemeen Plaatselijke Verordening zullen herijken. We geven voorlichting op het gebied van wet- en regelgeving voor de openbare ruimte. ORA In 2013 zal de invulling en inrichting van de omgevingsdienst regio Arnhem (ORA) verder gaan. Hiermee wordt beoogd een kwaliteitsimpuls te geven aan de vergunningverlening en handhaving op het gebied van de wet Milieubeheer en de Wabo. Een groot gedeelte van de taken van de teams Handhaving en Omgeving & Inwoners zal dan door deze omgevingsdienst worden uitgevoerd. Op bestuurlijk niveau zijn afspraken gemaakt over de vorm en omvang van de RUD’s in Gelderland. Hierbij is de ‘Gelderse maat’ gehanteerd wat inhoudt dat de ORA op schaal van de MRA regio wordt vormgegeven. Er is een projectorganisatie opgezet door de deelnemende gemeenten. Medewerkers van Lingewaard zijn in alle onderdelen van de projectorganisatie vertegenwoordigd om Lingewaardse belangen te behartigen. In de interne organisatie is een projectgroep ingesteld welke dit project begeleidt. De formatie van de teams Handhaving en Omgeving & Inwoners welke de taken uitvoeren die belegd worden binnen de ORA zal overgaan. Om de dienstverlening naar de inwoners op peil te houden zal er middels ‘werken op afspraak’ een frontoffice binnen de muren van het gemeentekantoor in Bemmel worden georganiseerd. Afspraken met betrekking tot de taken en de kwaliteit daarvan zullen in een dienstverleningsovereenkomst worden vastgelegd.
Programmabegroting 2013
35
Programma 3 Burger als onderdaan
Jeugdoverlast De aanpak van jeugdoverlast, welke zowel persoonsgericht als groepsgericht kan zijn, wordt op een integrale wijze vorm gegeven waarbij zowel jeugdzorg, politie als gemeente betrokken zal zijn. Hierbij geldt als uitgangspunt dat preventie boven repressie gaat. Brandweer Het jaar 2013 staat tevens in het teken van de voorbereiding op de regionalisering van de brandweer in de Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) per 1 januari 2014. Hiertoe is in 2012 een projectorganisatie opgericht welke onder leiding van de directeur VGGM de structuur en invulling van de regionalisering vorm geeft. In 2013 wordt dit proces verder gelopen en in de eerste helft van 2013 zal er besluitvorming in de raad plaatsvinden.
DOELENBOOM
36
Programmabegroting 2013
Programma 3 Burger als onderdaan
Wat willen we bereiken? Doel (beoogd effect)
Meetbaar effect
Indicator 2013
A. Verbeteren veiligheidsgevoel
Het percentage mensen dat zich wel eens onveilig voelt moet in 2013 onder de 13 procent zitten (15 % in 2009). In de eerstvolgende Veiligheidsmonitor moet zichtbaar worden dat deze daling zich heeft ingezet.
13%
Doel
Meetbaar effect
Indicator 2013
B. Verminderen vermogenscriminaliteit
Samen met betrokken partijen werken aan een vermindering van het aantal inbraken, autokraken, vernielingen en (brom)fietsendiefstal. Het aantal aangiftes dient 5% lager uit te komen tov 2010. (1045)
Doel
C. Verminderen overlast
993
Meetbaar effect
Indicator 2013
Overlast (o.a. van jeugd, vuurwerk, vervuiling openbare ruimte) verminderen, het aantal meldingen dient in 2013 te zijn gedaald met 5% tov 2010 (1642).
1560
Wat doen we daarvoor? A. Verbeteren veiligheidsgevoel Prestatie
A1. Burgernet
Indicator 2013
Meetbare prestatie
We nemen deel aan Burgernet en proberen een stijging van de deelname te realiseren door een voorlichtingscampagne in gezamenlijkheid met de politie te organiseren.
1 Voorlichtingscampagne
Prestatie
A2. Voorlichting
Indicator 2013
Meetbare prestatie
We verzorgen een voorlichtingscampagne om mensen bewust te maken van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid
Programmabegroting 2013
1 Voorlichtingscampagne
37
Programma 3 Burger als onderdaan
B. Verminderen overlast Prestatie
Meetbare prestatie
Prestatie
Meetbare prestatie
Prestatie
Meetbare prestatie
B1. Voorlichting
We verzorgen in samenspraak met SWL en politie voorlichtingscampagnes op tenminste drie scholen in Lingewaard
B2. Persoonsgerichte aanpak We bespreken casussen van jongeren, die in het justitieel traject terechtkomen, in het Veiligheidshuis Arnhem en het plaatselijke zorgnetwerk OGGZ en maken daarop een gezamenlijk plan van aanpak.
B3. Groepsgerichte aanpak We maken plannen van aanpak(PvA) voor bestrijding van hinderlijke en/of overlastgevende groepen jongeren welke wordt besproken in een periodiek overleg van gemeente, politie, jongerenwerk (SWL)
Indicator 2013 3 Voorlichtingscampagnes
Indicator 2013 80
Indicator 2013 5 PvA
C. Verminderen vermogenscriminaliteit Prestatie
Meetbare prestatie
Prestatie
Meetbare prestatie
C1. preventie
Er worden in samenspraak met de politie ter preventie campagnes uitgevoerd op de thema’s woninginbraak en autoinbraak. Deze campagnes worden ingezet wanneer er sprake is van een verhoogd signaleren van woninginbraken danwel autokraken.
C2. Projectmatige aanpak
Er wordt in samenspraak met de politie en openbaar ministerie een projectmatige aanpak tegen autoinbraken ontwikkeld.
Indicator 2013 PM
Indicator 2013 3 activiteiten
Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan nr. Uitv.plan
38
INVESTERINGEN OF PRIORITEITEN 2013 - 2016 Geen
Programmabegroting 2013
Realisatie
Programma 3 Burger als onderdaan
Wat mag het kosten? In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
3 Burger als onderdaan Lasten 2013
Baten 2013
Begroting 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
Brandweer Brandweer en Rampenbestrijding
2.108.937
-7.720
2.101.217
2.112.217
2.192.817
2.198.517
874.980
0
874.980
960.980
1.003.980
1.026.580
0 542.500
0 -10.000
0 532.500
0 532.500
0 532.500
0 532.500
0 542.500
0 -10.000
0 532.500
0 532.500
0 532.500
0 532.500
3.526.417
-17.720
3.508.697
3.605.697
3.729.297
3.757.597
0
0
0
0
0
0
3.526.417
-17.720
3.508.697
3.605.697
3.729.297
3.757.597
Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid Handhaving Bijzonder onderzoek werkgelegenheid Handhaving milieu Handhaving bouw en woningtoezicht Subtotaal
Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Voor de mutaties in de jaren 2014 t/m 2016 zie onderdeel 4. Meerjarenbegroting 2013-2016 van deel II Financiële begroting.
Programmabegroting 2013
39
Programma 3 Burger als onderdaan
40
Programmabegroting 2013
Programma 4 Burger als wijkbewoner
Programma 4 Burger als wijkbewoner Inleiding Het programma ‘Burger als wijkbewoner’ wordt gekenmerkt door een hoge mate van uitvoering van het beleid dat is opgezet binnen programma 1 Burger als partner. De beleidsuitgangspunten zijn door de diverse actoren (raad en college) in eerdere stadia in kaderstellende nota’s vastgesteld. De uitvoering van het beleid wordt in de, in de beleidsnota’s vastgestelde, jaren uitgevoerd. De wijkbewoner wordt hierin betrokken, zoals dit bij burgerparticipatie hoort en zeker in het visiedocument Gebiedsgericht werken in 2009 is vastgelegd. Voor de leesbaarheid en het voorkomen van doublures wordt voor de uitvoering van de werkzaamheden binnen dit programma, verwezen naar paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen. Veel van de werkzaamheden die betrekking hebben op dit programma, is uitvoering van de beleidsuitgangspunten die door de raad worden vastgesteld. De nieuwe ontwikkelingen voor het komende jaar zijn uiteraard hieronder opgenomen. De burger als wijkbewoner De burger is bewoner van zijn eigen wijk en gebruiker van de gemeentelijke voorzieningen en de openbare ruimte. Wij zijn hier de beheerder van de openbare voorzieningen. Burgerparticipatie uit zich in de eerste plaats in een bewonersvriendelijke uitvoering van het beheer van de openbare ruimte, onder het motto “schoon, heel en veilig”. Hiernaast zijn duidelijke planning, adequate afdoening van meldingen en goede bereikbaarheid van belang. Maar burgerparticipatie is vooral ook: geïntegreerd werken en samen doen. Zorgen dat burgers bij beslissingen over hun leefomgeving betrokken zijn, zorgen dat activiteiten van allerlei partijen op elkaar afgestemd worden en zorgen dat burgers eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Productgroepen Gebiedscoördinatie, Wegen, Straten en pleinen, Verkeersmaatregelen, Veerdiensten, Waterpartijen, Monumenten onderhoud, Natuurbescherming, Openbaar groen, Afvalstoffen, Riolering en waterzuivering, Ongediertebestrijding, Begraven en Woonwagenzaken. Speerpunten 2013 In het komende jaar zal de nadruk liggen op (het verbeteren van) burgerparticipatie, een duurzamer afval inzameling en -verwerking, waterhuishouding en verbetering van verkeersdoorstroming en -veiligheid. Burgerparticipatie bij wijkbeheer Bij burgerparticipatie staat de doelenboom centraal als eerste binnen dit programma. In de doelenboom is aangegeven hoe de burgers zo goed mogelijk betrokken worden bij hun eigen leefomgeving. Hiertoe zal een intensieve samenwerking moeten plaatsvinden tussen de burgers en de gemeentelijke organisatie. Over deze samenwerking zal zorgvuldige en correcte communicatie plaatsvinden. Door deze samenwerking tussen burgers en organisatie wordt de kwaliteit van het beleid verbeterd, omdat de burgers inbreng hebben over hun eigen leefomgeving. Duurzamer afvalinzameling en –verwerking Bij de behandeling van het afvalbeleid zullen accenten komen te liggen op de duurzaamheid van de verwerking en inzameling van het huishoudelijke afval. Hierbij komt het sociale beleid nadrukkelijk aan de orde. In 2013 zullen, naar aanleiding van het onderzoek naar de toekomst van de gemeentelijke afvalinzameling vanaf 2015, hiervoor voorstellen worden gedaan. Deze beslaan het totale gebied waarop huishoudelijke afvalinzameling van toepassing is. Daarin zijn onder meer de volgende aspecten meegenomen: - diftar handhaven; onderzoek naar mogelijkheden voor het aanbieden van afvalcomponenten met bijvoorbeeld gebruikmaking van een systeem met pasjes; - plan van aanpak afval opstellen (kosten voor lediging container/zwerfvuil/grof vuil); - overwegen van instelling van een milieustraat). Programmabegroting 2013
41
Programma 4 Burger als wijkbewoner
Verkeersdoorstroming en –veiligheid De verkeersdoorstroming wordt geoptimaliseerd door het herinrichten en aanpassen van wegen en kruispunten in onze gemeente. Bijzondere aandacht krijgen de schoolroutes en de directe schoolomgeving. En ook krijgt de verkeersafwikkeling op de dijken bijzondere aandacht, zoals in programma 1 ook is opgenomen. In 2013 zal een aantal dijkvakken aangepakt worden, binnen de beschikbare budgetten. Waterhuishouding en riolering Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) beleid wordt in 2013 geactualiseerd. Bij de herziening van het GRP wordt wat betreft de visie aansluiting gezocht bij de gemeenten Arnhem, Overbetuwe, Nijmegen en Rheden. Ook waterschap Rivierenland wordt nauw betrokken bij de herziening van het GRP. DOELENBOOM
Wat willen we bereiken? Doel: (beoogd effect) A. Door nauwe samenwerking draagvlak realiseren bij burgers en organisaties
meetbaar effect Rapportcijfer betrekken burger bij totstandkoming plannen Rapportcijfer interesse gemeente in mening burgers Rapportcijfer voldoende inspraakmogelijkheden plannen
Indicator 2013 6,0 (1) * 6,2 (2) * 6,0 (3) *
*Gemiddelde score benchmark Lingewaard 2011 “waarstaatjegemeente.nl” van gemeenten tot 50.000 inwoners (1) 5,4 (2) 5,8 (3) 5,6 42
Programmabegroting 2013
Programma 4 Burger als wijkbewoner
Doel: (beoogd effect) B. Correcte communicatie met en tevredenheid van burgers
meetbaar effect
Indicator 2013
Het aantal Corsa meldingen (via mail, telefoon en website) op een correcte en tijdige manier afhandelen
Doel: (beoogd effect) C. Kwaliteit van het beleid en uitvoering verbeteren door inbreng van inwoners
meetbaar effect Gebiedscoördinatoren worden bij alle gemeentelijke projecten betrokken
Indicator 2013 80%
Wat doen we daarvoor? A. Door nauwe samenwerking draagvlak realiseren bij burgers en organisaties Prestatie Meetbare prestatie
A1. Betrekken van burgers Door middel van workshop interne bekendheid voor het gebiedsgericht werken vergroten. (wijk)platforms en bewoners vanaf de hoogste trede van de participatieladder betrekken bij projecten en beleidsvorming Gezamenlijk met (wijk)platforms opstellen van kwalitatief goede werkplannen waardoor de leefbaarheid in wijk of dorp wordt vergroot
Indicator 2013 1 workshop
Maximaal 16 klachten 16 werkplannen klaar
B. Correcte communicatie met en tevredenheid van burgers Prestatie Meetbare prestatie
B1. Afhandelen van meldingen binnen vastgestelde termijnen A – Afhandeling meldingen binnen 4 uur B – Afhandeling meldingen binnen 5 werkdagen C – Afhandeling meldingen binnen 8 weken
Indicator 2013 100% * 95% * 95% *
Aantal Corsa meldingen 2011 (mail, telefoon en website) is 3677 *Afhandeling meldingen 59,3% (2006) 56,0% (2007) 81,7 % (2008) 93,3 (2009) 90,2 (2010)
Programmabegroting 2013
43
Programma 4 Burger als wijkbewoner
Prestatie Meetbare prestatie
B2. Aantal terugmeldingen bij de indiener Aantal Corsa terugmeldingen bij de indiener (mail, telefoon en website)
Indicator 2013 70%
Het aantal terugmeldingen aan burgers ligt lager dan het aantal ontvangen meldingen. Dit wordt veroorzaakt doordat ondanks herhaalde pogingen de betrokken burger niet kan worden bereikt. De meldingen zelf worden uiteraard wel afgewikkeld (zie B1).
C. Kwaliteit van het beleid en uitvoering verbeteren door inbreng van inwoners Prestatie Meetbare prestatie
C1. Uitvoeren samenwerkingsovereenkomst en uitvoeringsdocument gemeente/wijkplatforms Rapportcijfer (wijk)platforms over participatie
Indicator 2013 7
Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in deel II onderdeel 5 van deze begroting. nr. Uitv.plan
4.01 4.05 4.06 4.09/4.12 4.13 4.14 / 4.15
44
INVESTERINGEN OF PRIORITEITEN 2013 - 2016 Herinrichting Loostraat / van Voorststraat Fietstunnel onder A15 Revitalisering Zilverkamp Investeringen riolering 2009-2012 Vervanging VRI Van Elkweg-Papenstraat Urnenmuur en inrichting begraafplaats
Programmabegroting 2013
Realisatie 2013 2012-2013 2012-2013 2013 2013 2013
Programma 4 Burger als wijkbewoner
Wat mag het kosten? In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
4 Burger als wijkbewoner Lasten 2013
Baten 2013
Begroting 2013
5.321.050 20.263 189.420 10.420 33.760 2.295.775 2.850.859 3.672.260 84.940 564.039 100.626
-70.800 0 0 0 0 -50 -476.000 -30.100 0 0 -34.210
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
Beheer & onderhoud Wegen, straten en pleinen Veerdiensten Waterpartijen Monumenten onderhoud Natuurbescherming Openbaar groen Afvalstoffen Riolering en waterzuivering Ongediertebestrijding Begraven Woonwagenzaken Subtotaal
15.143.412
5.250.250 20.263 189.420 10.420 33.760 2.295.725 2.374.859 3.642.160 84.940 564.039 66.416
5.318.852 20.263 189.420 10.420 33.760 2.252.125 2.410.659 3.676.260 84.940 464.039 66.416
5.319.373 20.263 189.420 10.420 33.760 2.208.525 2.448.159 3.711.960 84.940 464.039 66.416
5.328.573 20.263 189.420 10.420 33.760 2.208.525 2.448.159 3.711.960 84.940 464.039 66.416
14.532.252
14.527.154
14.557.275
14.566.475
Infrastructuur
497.744
0
497.744
497.744
497.744
497.744
501.155
0
501.155
501.155
501.155
501.155
16.142.311
-611.160
15.531.151
15.526.053
15.556.174
15.565.374
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
Amendement Zilverkamp
169.074
169.074
48.530
0
0
Saldo afvalstoffen
200.321
Verkeersmaatregelen Gebiedscoördinatie Gebiedscoördinatie
Resultaat voor bestemming Mutaties reserves: Vergoeding inzameling wit- en bruingoed
Saldo riolering
Resultaat na bestemming
16.526.706
200.321
200.321
200.321
200.321
-677.530
-677.530
-677.430
-677.330
-677.230
-1.288.690
15.238.016
15.112.474
15.094.165
15.103.465
Voor de mutaties in de jaren 2014 t/m 2016 zie onderdeel 4. Meerjarenbegroting 2013-2016 van deel II Financiële begroting.
Programmabegroting 2013
45
Programma 4 Burger als wijkbewoner
46
Programmabegroting 2013
Programma 5 Interne organisatie als klant
Programma 5 Interne organisatie als klant Inleiding Binnen dit programma dragen we zorg voor de interne advisering waarbij in 2013 een drietal speerpunten als rode draad in deze advisering terugkomt. Het gaat daarbij om een goede borging van de planning & control die het solide financieel beleid ondersteunt en de verdere inbedding van burgerparticipatie in de open communicatie met onze burgers en het interactief en vraaggericht werken door onze medewerkers. Dit is ook terug te vinden in de kernwaarden van onze organisatie: doelgericht, samenwerken, integriteit, toegankelijk, deskundig, ondernemend De interne organisatie als klant Een goed presterende organisatie begint bij het bieden van een goede ondersteuning aan de afdelingen die invulling moeten geven aan de diverse burgerrollen. Deze ondersteuning richt zich op de zogenaamde PIJOFACH-elementen (personeel, informatie, juridisch, organisatie, financiën, automatisering, communicatie en huisvesting). Daarmee wordt het mogelijk gemaakt dat de extern georiënteerde afdelingen zodanig worden gefaciliteerd dat medewerkers effectief, efficiënt en klantgericht kunnen werken. Productgroepen Bestuursorganen, Bestuursondersteuning algemeen, Financiële ondersteuning, Kadaster, Bestuurlijke samenwerking, Bestuursondersteuning Raad, Administratie bouwgrondexploitatie, Overige financiële middelen, Geldleningen en uitzettingen, Algemene uitkering, Algemene baten en lasten, Saldo van kostenplaatsen en Mutatie reserves. Speerpunten 2013 A. Burgerparticipatie De inzet van de burgerparticipatie komt in de communicatieplannen voor de activiteiten uit programma 1 expliciet aan de orde met daarin keuzes over de inzet van de participatieladder. B. Planning & control De programmabegroting is hét document op basis waarvan de raad haar kaderstellende rol kan invullen. Om die rol goed te ondersteunen is in 2012 samen met de raad een begin gemaakt met de doorontwikkeling van de programmabegroting 2013. De resultaten daarvan zijn in deze begroting opgenomen maar stemmen nog niet tot tevredenheid. De doorontwikkeling onder andere door de verdere introductie van de systematiek van doelenbomen is dan ook een speerpunt voor het komende jaar. Naast de doorontwikkeling van de programmabegroting streven wij naar een efficiëntere inbedding van de p&c-cyclus als geheel in het vergaderschema van de raad. C. Vraaggericht werken Het vergroten van het vraaggericht werken van onze medewerkers vraagt een verdere verdieping van de cultuuromslag die met de reorganisatie en tijdens de verhuizing is ingezet. Leiderschapsontwikkeling en borging van de personele jaarcyclus ondersteunen deze cultuuromslag.
Wat willen we bereiken? Een professionele en ondernemende organisatie die onze burgers op een toegankelijke wijze van dienst is en vraaggericht en interactief handelt. Hierdoor kunnen onze medewerkers een actieve bijdrage leveren aan een vitale Lingewaardse samenleving vanuit een duurzaam gezonde financiële basis.
Programmabegroting 2013
47
Programma 5 Interne organisatie als klant
Wat doen we daarvoor? A. Er vindt continu communicatie plaats als de inhoud van de boodschap “rijp” is voor de ontvangers, zowel positief als negatief. De burgerrollen zijn leidend in de wijze van overbrengen van de boodschap, de inzet van burgerparticipatie en de daarbij horende mate van interactie. B. Samen met (een afvaardiging uit) de raad zal de doorontwikkeling van de programmabegroting vorm krijgen. Voor ieder programma is hiertoe een werkgroep ingesteld. In de begroting 2014 heeft de doorontwikkeling volledig gestalte gekregen. De efficiëntere inbedding van de p&c-cyclus als geheel in het vergaderschema van de raad kan vorm krijgen door vóór de zomer jaarrekening (verleden), voorjaarsnota (heden) en kadernota (toekomst) meer gecombineerd te behandelen in de raad en ná de zomer dit ook te doen met najaarsnota en begroting. C. De stijl van leiderschap ondersteunt de verdere professionalisering van de medewerkers in hun vraaggerichte houding en gedrag waarbij het sturen op resultaat via de personele jaarcyclus (plannings-, functionerings- en beoordelingsgesprek) het fundament is. In 2013 vindt een opleidings/cultuurtraject plaats met als doel het vergroten van de gespreksvaardigheden van leidinggevenden én medewerkers. Het verder ontwikkelen van een solide financieel beleid. DOELENBOOM
48
Programmabegroting 2013
Programma 5 Interne organisatie als klant
Wat willen we bereiken? Doel: (beoogd effect) A. Evenwichtige financiële positie
Doel: (beoogd effect) B. Acceptabele lokale heffingen
Doel: (beoogd effect) C. Beheersbare risico’s
meetbaar effect Het meetbare effect van een evenwichtige financiële positie wordt vooral zichtbaar bij de activiteiten en de daarbij behorende indicatoren die hierna zijn uitgewerkt: sluitende meerjarenbegroting waarbij acceptabele maatregelen zijn genomen om tot een sluitend meerjarenbeeld te komen, reserves en voorzieningen op een aanvaardbaar peil zijn en schuldenlast beheersbaar is. meetbaar effect Met de vaststelling van de begroting 2012 is ingestemd met een extra OZB-verhoging van 50%. In 2013 en volgende jaren komen deze verhogingen niet voor en streven we naar woonlasten die zich weer meer richting de gemiddelde woonlasten in Nederland bewegen. meetbaar effect De risico’s die werkelijk tot een nadeel hebben geleid, waren in beeld en gekwantificeerd.
Indicator 2013 Sluitende MJB 2014
Indicator 2013 Géén extra OZBverhoging 2014
Indicator 2013 80%
Wat doen we daarvoor? A. Evenwichtige financiële positie Prestatie Meetbare prestatie
A1. Sluitende meerjarenbegroting Meerjarenbegroting is sluitend.
Prestatie
A2. Reserves en voorzieningen op een aanvaardbaar peil
Meetbare prestatie
Het overzicht reserves en voorzieningen wordt tenminste 2x per jaar geactualiseerd. De geactualiseerde nota reserves en voorzieningen zal in december 2012 aan de raad worden aangeboden en vervolgens eenmaal per 4 jaar worden geactualiseerd.
Indicator 2013 Saldo MJB ≥ 0
Indicator 2013 Jaarrek. en begroting Algemene reserve ≥ minimale omvang conform nota Voorz. en bestem. reserves dekkend
Programmabegroting 2013
49
Programma 5 Interne organisatie als klant
Prestatie Meetbare prestatie
A3. Beheersbare schuldratio Totale leningenportefeuille als percentage van de totale lasten in het begrotingsjaar (2012 = 101%).
Indicator 2013 106%
B. Acceptabele lokale heffingen Prestatie
B1. Kostendekkenheid heffingen, rechten en leges
Meetbare prestatie
Tarieven berekenen en vaststellen op basis van kostendekkendheid.
Indicator 2013 Zie paragraaf lokale hefingen
De berekening van de kostendekkendheid is opgenomen in de paragraaf Lokale Heffingen.
Prestatie
B2. Acceptabele OZB
Meetbare prestatie
Totaal gemeentelijke woonlasten in Lingewaard in relatie tot de gemiddelde gemeentelijke woonlasten (2012: 115%).
Indicator 2013 113%
Indicator 2013 kan pas worden bepaald wanneer van alle gemeenten in Nederland de woonlasten bekend zijn. Of 113% reëel is, is mede afhankelijk van de ontwikkeling van tarieven in Nederland. Prestatie
B3. Onderzoek aanvullende heffingsmogelijkheden
Indicator 2013
Meetbare prestatie
In 2013 zal worden onderzocht welke aanvullende heffingsmogelijkheden aanwezig zijn.
Voorstel bij begroting 2014
C. Beheersbare risico’s Prestatie
C1. Inventarisaren en kwantificeren risico’s
Indicator 2013
Meetbare prestatie
Prestatie
De risico’s worden tenminste 2x per jaar geïnventariseerd en gekwantificeerd
C2. Treffen van beheersmaatregelen
Jaarrek. en begroting
Indicator 2013
Meetbare prestatie
Prestatie
Beschrijving van mogelijke en genomen beheersmaatregelen
C3. Voldoende weerstandsvermogen
Jaarrekening en begroting
Indicator 2013
Meetbare prestatie
50
Beschikbare weerstandscapaciteit (weerstandsvermogen) in relatie benodigde weerstandscapaciteit (de gekwantificeerde risico’s)
Programmabegroting 2013
≥1
Programma 5 Interne organisatie als klant
Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in deel II onderdeel 5 van deze begroting. nr. Uitv.plan
5.01 5.02
INVESTERINGEN OF PRIORITEITEN 2013 - 2016 Aanschaf tablets raadsleden en PA-leden Digitaliseren documenten en archieven
Realisatie 2013 2013/2014
Wat mag het kosten? In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.
5 Interne organisatie als klant Lasten 2013
Baten 2013
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Griffie
Bestuursondersteuning algemeen
2.020.473 2.405.237
0 0
2.020.473 2.405.237
2.117.173 2.405.237
2.025.873 2.405.237
1.914.573 2.405.237
Subtotaal
4.425.710
0
4.425.710
4.522.410
4.431.110
4.319.810
479.593 95.775 231.865 425.354
0 0 0 0
479.593 95.775 231.865 425.354
479.593 60.775 231.865 425.354
479.593 95.775 231.865 425.354
479.593 60.775 231.865 425.354
Saldo van kostenplaatsen
111.135 -12.400 323.211 -146.160 328.492 -2.928.662 0 -35.623.000 1.195.411 -4.915 116.595 -826.354
98.735 177.051 -2.600.170 -35.623.000 1.190.496 -709.759
98.735 98.735 177.051 177.051 -2.600.170 -2.600.170 -36.446.000 -36.076.000 2.623.346 2.394.746 -752.008 -814.397
98.735 177.051 -2.600.170 -37.530.000 3.580.446 -784.347
Subtotaal
3.307.431 -39.541.490
-36.234.060
-35.701.458
-35.587.447
-35.860.697
Resultaat voor bestemming
7.733.141 -39.541.490
-31.808.349
-31.179.048
-31.156.337
-31.540.887
Bestuursorganen
Bedrijfsvoering
Financiële ondersteuning Kadaster Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning Raad Administratie bouwgrondexploitatie Overige financiële middelen Geldleningen en uitzettingen Algemene uitkering Algemene baten en lasten
Mutaties reserves Financiën: Storting bespaarde rente
1.352.500
1.352.500
1.352.500
1.352.500
Reserve Vitens
1.352.500 -112.800
-112.800
-112.800
-112.800
-112.800
Dekking Trolley Huissen
-29.916.637
-30.301.187
-320.000
-320.000
Dekking plan MER buitengebied
-50.000
-50.000
Dekking Schoolzones
-30.000
-30.000
-250.000
-250.000
-308.000
9.085.641 -40.304.290
-31.218.649
-30.247.348
Dekking digitaliseren documenten en archieven
Resultaat na bestemming
Programmabegroting 2013
51
Programma 5 Interne organisatie als klant
Voor de mutaties in de jaren 2014 t/m 2016 zie onderdeel 4. Meerjarenbegroting 2013-2016 van deel II Financiële begroting.
52
Programmabegroting 2013
Hoofdstuk 3 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft met name de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen zoals het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel.
1.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
In de tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Onder de tabel worden de onderdelen kort toegelicht. Algemene dekkingsmiddelen (bedragen in duizenden euro’s) Algemene dekkingsmiddelen
2012*
2013
Lokale heffingen (OZB) (groei + index)
9.965
10.121
Gemeentefonds (Algemene uitkering)
36.410
35.623
128
116
2.857
2.610
302
305
49.662
48.775
Dividenden Bespaarde rente reserves/ voorzieningen Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal algemene dekkingsmiddelen *
Begroting 2012 na wijzigingen (exclusief eventuele mutaties uit de najaarsnota 2012 die bij het opstellen van de programmabegro-
ting 2013 nog niet door de raad zijn vastgesteld).
Toelichting: Lokale heffingen (OZB) In paragraaf 4.1 “Lokale heffingen” is een specificatie van de lokale heffingen opgenomen en zijn de ontwikkelingen toegelicht. Verwezen wordt dan ook naar genoemde paragraaf. Gemeentefonds (algemene uitkering) De in de tabel opgenomen bedragen zijn gebaseerd op de junicirculaire 2012. De effecten van de septembercirculaire zijn nog niet in deze begroting opgenomen. De afname in 2013 ten opzichte van 2012 wordt met name veroorzaakt door de accresontwikkeling ten gevolge van het zogenaamde Lente-akkoord. Door de aangekondigde bezuinigingen van het Rijk in 2013, gaat de uitkering uit het Gemeentefonds, door de “samen de trap op – samen de trap af systematiek” omlaag. Doordat het rijk minder uitgeeft krijgen de gemeenten minder geld in de Algemene uitkering. Dividenden De gemeente Lingewaard ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit BNG en Vitens.
Programmabegroting 2013
53
Bespaarde rente reserves/voorzieningen De saldi van de reserves en voorzieningen worden benut voor de (tijdelijke) financiering van investeringen en grondexploitaties. De renteopbrengsten worden beschouwd als vrij besteedbare middelen. Bij de vaststelling van de kadernota 2010 is besloten een gedeelte van de bespaarde rente reserves/voorzieningen met ingang van 2010 als algemeen dekkingsmiddel in te zetten voor de (exploitatie)begroting in plaats van deze af te storten naar de algemene reserve. Overige algemene dekkingsmiddelen Dit betreft de opbrengsten van de hondenbelasting en de toeristenbelasting.
2.
Onvoorzien
Lingewaard had als beleid om voor onvoorziene uitgaven jaarlijks € 100.000 op te nemen in de begroting. Bij de kadernota 2010 is dit bedrag, als onderdeel van de te realiseren bezuinigingen, verlaagd tot nihil.
54
Programmabegroting 2013
Hoofdstuk 4 De paragrafen
Programmabegroting 2013
55
56
Programmabegroting 2013
Wat staat er in de paragrafen? De paragrafen zijn een verplicht onderdeel van de programmabegroting. Ze geven de raad een beleidsmatig inzicht in beheersmatige zaken. De programma’s geven informatie per ‘beleidsveld’, de paragrafen geven informatie over de gemeente in zijn geheel. De volgende paragrafen zijn opgenomen: • De paragraaf lokale heffingen In deze paragraaf wordt stilgestaan bij de gemeentelijke belastingen en heffingen en de consequenties daarvan voor de inwoners. Ook worden hier de tarieven genoemd. • De paragraaf weerstandsvermogen Zoals elke organisatie wordt ook de gemeente met (financiële) risico’s geconfronteerd. Zijn die voorzienbaar en kunnen ze in financiële zin worden berekend, dan moet de gemeente hiervoor een voorziening treffen. Zijn risico’s moeilijk in te schatten en daardoor financieel nog niet te berekenen, dan worden ze in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen. Deze paragraaf geeft ook aan welke mogelijkheden de gemeente heeft om eventuele risico’s op te vangen. • De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen De gemeente Lingewaard heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, openbare verlichting, riolering, groen, speelvoorzieningen, water, sportvoorzieningen, gemeentegebouwen en onderwijsgebouwen. In deze paragraaf wordt per onderdeel toegelicht op welke wijze het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen gewaarborgd is. • De paragraaf financiering De paragraaf financiering beschrijft hoe de gemeente omgaat met de financieringsbehoefte. Voor forse uitgaven heeft de gemeente meestal het geld niet op de bank staan en wordt indien nodig een lening aangetrokken (‘totaal financiering'). De over de lening te betalen rente en aflossing behoren tot de exploitatieuitgaven. • De paragraaf bedrijfsvoering Deze paragraaf gaat in op allerlei interne ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie, die erop gericht zijn een zo goed mogelijke dienstverlening aan de burgers te kunnen verstrekken en een zorgvuldige besluitvorming te kunnen garanderen. • De paragraaf verbonden partijen De gemeente werkt vaak samen met andere partijen om bepaalde doelen te bereiken. Als deze samenwerking in een bestuurlijke en financiële vorm wordt gegoten, spreken we van een verbonden partij. In deze paragraaf worden alle partijen, met welke de gemeente een band heeft nader toegelicht. • De paragraaf grondbeleid De gemeente speelt een rol in het kopen en verkopen van gronden. Hiermee kan zij invloed uitoefenen op het gewenste gebruik van de grond. Soms lukt het niet om zelf grond uit te geven, omdat de grond bijvoorbeeld in handen van een derde is. De gemeente zoekt dan samenwerking met marktpartijen (aannemers, projectontwikkelaars). In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op het grondbeleid van de gemeente.
Programmabegroting 2013
57
58
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Paragraaf 4.1 Lokale heffingen Geraamde inkomsten Tabel A.1 Geraamde inkomsten lokale heffingen (bedragen in duizenden euro’s) Belasting
Werkelijk 2011
Begroot 2012
Begroot 2013
OZB
6.491
9.966
10.121
Afvalstoffenheffing *
3.215
3.215
3.242
Rioolheffing
3.286
3.489
3.515
212
215
218
52
87
87
13.256
16.972
17.983
Hondenbelasting Toeristenbelasting Totaal lokale heffingen *
excl. opbrengst grof afval
De lokale heffingen 2013 De onroerendezaakbelastingen (ozb) vormen de voornaamste inkomstenbron voor de gemeente. Andere belangrijke heffingen zijn de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting. Uitgangspunt van de laatste drie heffingen is een kostendekkende opbrengst. Verder worden nog geheven de leges, de lijkbezorgingsrechten, de marktgelden en de toeristenbelasting. OZB De onroerendezaakbelastingen zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen. De ozb wordt geheven van: - de eigenaren van woningen; - de eigenaren van niet-woningen; - de gebruikers van niet-woningen. De basis van de heffing is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Dit is de economische waarde van het object. Deze waarde wordt jaarlijks vastgesteld. Voor het jaar 2013 wordt een nieuwe waarde bepaald naar de toestand op de peildatum 1 januari 2012. Tariefaanpassingen 2013 Het verschuldigde bedrag voor de ozb wordt berekend op basis van een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Voor het nieuw vast te stellen tariefpercentage wordt rekening gehouden met de gemaakte afspraken tijdens de behandeling van de kadernota 2012. Daarbij is besloten om de ozb-tarieven voor het 2013 met alleen het prijsindexcijfer van 1,5% te verhogen. De procentuele tariefsverhoging geldt zowel voor woningen als voor niet-woningen.
Programmabegroting 2013
59
Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Op basis van dit gegeven verwachten we de volgende tarieven voor 2013: woningen: eigenarenheffing
van 0,1661% naar 0,1686%
niet-woningen: eigenarenheffing gebruikersheffing
van 0,2630% naar 0,2669% van 0,2101% naar 0,2133%.
De financiële gevolgen voor de burger van deze verhoging zijn hierna weer gegeven in het overzicht van de lokale lasten voor 2013. Omdat de nieuwe WOZ-waarde op de waardepeildatum 1 januari 2012 nog niet bekend is, zijn bovengenoemde tarieven nog niet definitief. Bij het vaststellen van de belastingverordeningen en bijbehorende tarieventabellen (raadsvergadering december 2012) zullen de definitieve tarieven voor 2013 aan u worden voorgelegd. Afvalstoffenheffing Het uitgangspunt voor de tariefstelling van de afvalstoffenheffing is een 100% kostendekking. Dit wordt op dit moment gerealiseerd, zodat op basis van de huidige gegevens voor het komend jaar een tariefsaanpassing achterwege kan blijven. Voor 2013 gelden de volgende tarieven: Vast bedrag Bedrag per lediging van: 280 liter container (140/140) 280 liter container (140/50) 180 liter container (90/90) 180 liter container (90/35) Bij appartementen met container en elektronische registratie, per lediging/storting
€ 104,00 € € € €
3,30 2,90 2,50 2,25
€
0,80
Voor degene die geen gebruik maakt van één van de hiervoor genoemde containers en het afval op een andere wijze aanbiedt, bijvoorbeeld via een bovengrondse verzamelcontainer, geldt een tarief gebaseerd op een één- of meerpersoonshuishouden. Dit is: Tarief éénpersoonshuishouden € 149,00 Tarief meerpersoonshuishouden € 176,00 Overzicht kostendekking afvalinzameling Algemeen beleid afvalstoffen Huishoudafval Overige afvalstoffen Inzameling chemisch afval Lasten afvalstoffenheffing Compensabele BTW Totale kosten Baten afvalstoffenheffing* Kwijtscheldingen afvalstoffenheffing Totale baten Saldo
Begroting 2013 -/- 143.540 -/- 1.862.773 -/- 330.286 -/39.380 -/133.700 -/- 470.000 -/-2.979.679 3.250.000 -/70.000 3.180.000 200.321
* Begroting is inclusief geraamde opbrengst grof afval van € 7.500
Gelet op het positieve saldo op de afvalinzameling stellen wij voor om het vastrecht in 2013 te verlagen van € 104 naar € 93. 60
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Verruiming rioolheffing tot heffing voor watertaken Voor de rioolheffing geldt als uitgangspunt een 100% kostendekking. Op basis van het huidige Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) wordt het tarief verhoogd met € 6,00 per aansluiting. Daarnaast wordt nog rekening gehouden met een prijsindex van 1,5%. Rekening houdend met deze wijzigingen komt het tarief voor 2013 op € 186,60 (afgerond) per aansluiting. Sinds het jaar 2010 wordt op basis van de “Wet gemeentelijke watertaken” de rioolheffing gezien als een bestemmingsheffing. Op grond van deze wet heeft de gemeente naast de verantwoordelijkheid voor het beheer van afval- en regenwater, de verantwoordelijkheid voor het verwerken van overtollig grondwater. Dit betekent dat een nieuwe verbrede rioolheffing mogelijk is. Deze heffing mag hooguit kostendekkend zijn. Daarnaast is de heffing begrensd: alleen de bij de wet genoemde kosten mogen worden verhaald. In 2013 wordt het Gemeentelijk Riolering Plan (GRP) bijgesteld. Hierin wordt ook het dekkingsbeleid opgenomen. Het tekort voor 2013 wordt gedekt uit de egalisatievoorziening Rioleringen dat een positiefsaldo van ruim € 3,3 miljoen heeft. Op basis van het vernieuwde GRP wordt vanaf 2014 een nieuw tarievenbeleid ingevoerd. Overzicht kostendekking riolering Vrijverval rioleringen Rioolgemalen Algemeen rioolbeheer Lasten rioolheffing Compensabele BTW Baten rioolheffing Kwijtscheldingen rioolheffing Saldo
Begroting 2013 - /- 584.919 - /- 732.267 - /- 2.324.975 - /133.700 - /- 352.000 3.515.330 - /65.000 Tekort 677.531
Hondenbelasting Zoals in het verleden besloten, wordt elk jaar een deel van de gemeente gecontroleerd op het hondenbezit. Elk jaar zal een nieuwe kern worden gecontroleerd. De tariefstelling wordt verhoogd met 1,5% en komt daarmee op € 52,20 per hond voor komend jaar. Overzicht kosten hondenbeleid Aanleg, beheer en reinigen hondentoiletten Gemeentelijke uren Bijzondere opsporingsambtenaar Controle hondenbelasting Opbrengst hondenbelasting Perceptiekosten Kwijtscheldingen hondenbelasting Saldo *
Begroting 2013 -/- 110.000 * -/- 15.130 -/- 46.500 ** -/5.000 218.000 *** -/- 38.000 -/2.500 870
In deze opzet is rekening gehouden met het raadsbesluit d.d. 20-09-2012 waarbij de taakstellende bezuiniging voor
het onderhoud hondenuitlaatgebieden niet gerealiseerd zal worden. Dit zal verwerkt worden in de Kadernota 2013. **
Conform het aangenomen amendement bij genoemd raadsbesluit wordt 500 uur ingezet bij klachten over honden-
overlast. *** Wijkt af van het raadsvoorstel zoals dat behandeld is in de vergadering van 20 september 2012. Oorzaak is de tariefstijging van 1,5%.
Programmabegroting 2013
61
Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Toeristenbelasting De heffing van de toeristenbelasting is ingevoerd per 1 januari 2006. In 2012 is het tarief met 25% gestegen tot € 1,00 per overnachting. Overzicht kosten toerisme
Begroting 2013
Toerisme / overige subsidies Reservering lasten (amendement 10-11-2011 bij Programmabegroting 2012) Controle toeristenbelasting Perceptiekosten Opbrengst toeristenbelasting Saldo
-/-/-
68.598 17.450
-/-/-
5.000 4.000 87.300 7.748
-/-
Leges, lijkbezorgingsrechten en marktgelden De tarieven van deze heffingen worden middels de legesverordeningen en de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten verhoogd met het percentage van de kostenstijging, zijnde 1,5%. Lokale lastendruk Onderstaand is een voorbeeldberekening gemaakt van de hoogte van de belastingaanslag 2013 met 2012 als vergelijking. De bedragen zijn indicatief. Het aantal ledigingen in een jaar is door de gescheiden inzameling van plastic afval gedaald. Daarnaast hebben wij al rekening gehouden met het voorstel om het vastrecht afvalstoffenheffing te verlagen. In het overzicht is in 2012 de incidentele teruggave afvalstoffenheffing 2011 van € 20 niet verwerkt. Een eigenaar/gebruiker, met een waarde van de woning van € 255.000, ontvangt een belastingaanslag van: Soort belasting OZB-eigenaar Afvalstoffenheffing: vast bedrag Afvalstoffenheffing: 21 ledigingen / 280 liter container Rioolheffing Totaal belastingdruk in Lingewaard Wijziging van de lastendruk
Eigenaar / gebruiker 2013 2012 430 424 93 104 69 69
Huurder / gebruiker 2013 2012 0 0 93 104 69 69
186 778 +0,39%
186 348 -0,85%
178 775
178 351
Wet WOZ Per 1 januari 2013 wordt het gehele woz-bestand gewaardeerd naar de waardepeildatum 1 januari 2012. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de verkoopcijfers van woningen in de gemeente Lingewaard in de periode januari 2011 t/m december 2012. Op dit moment is nog niet bekend wat de waardeontwikkeling is in de gemeente Lingewaard. In het laatste kwartaal zal hierover meer duidelijkheid bestaan.
62
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen 1.
Inleiding
Doelstelling van de paragraaf weerstandsvermogen is inzicht en informatie te verschaffen over het weerstandsvermogen in de gemeente Lingewaard. In deze paragraaf zullen de volgende onderwerpen worden behandeld: § 2 een korte samenvatting van de beleidsuitgangspunten; § 3 een overzicht van de belangrijkste risico’s; § 4 het weerstandsvermogen (de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s); § 5 een berekening van de weerstandscapaciteit (inclusief het buffervermogen); § 6 een beoordeling of de weerstandscapaciteit voldoende is voor opvang van de actuele risico’s;
2.
Beleid
Op 17 april 2008 is de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen gemeente Lingewaard” vastgesteld. De belangrijkste beleidsuitgangspunten die zijn vastgelegd in de nota zijn: • Het beleid wordt vastgelegd in de nota en is leidend voor de paragrafen. De beoordeling van de weerstandscapaciteit en een eventuele bijstelling van de buffer gebeurt jaarlijks in de paragraaf weerstandsvermogen van de programmabegroting. • De benodigde weerstandscapaciteit (de hoogte van de risico’s) wordt berekend volgens een normatief model. • Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen weerstandscapaciteit in exploitatie (structureel) en weerstandscapaciteit in vermogen (incidenteel). • Uitgaand van een gezond financieel beleid dienen enkele risico’s, zoals tekorten op een jaarrekening, ineens gedekt te kunnen worden door inzet van de direct inzetbare buffer. De overige risico’s dienen gedekt te kunnen worden door de structurele weerstandscapaciteit en het restant van de incidentele weerstandscapaciteit (exclusief het gedeelte van de buffer voor direct te dekken risico’s). De buffer dient voldoende te zijn om een tekort van 1% van de uitgaven gewone dienst, de mogelijke tekorten op de grondexploitaties en een mogelijke afwaardering/correctie van balanscijfers te dekken. De nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen gemeente Lingewaard” wordt in 2013 geactualiseerd. Bij de behandeling van risico’s bij de Kadernota 2012 is door de raad aangegeven dat in de begroting de risico’s niet alleen moeten zijn benoemd, maar dat deze ook financieel vertaald moeten zijn. Bij de inventarisatie van de risico’s in § 3 is echter gebleken, dat in de meeste gevallen de financiële gevolgen daarvan (nog) niet zijn in te schatten.
Programmabegroting 2013
63
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
3.
Risicoinventarisatie
Programma 1 Grondexploitaties Bij alle projecten loopt de gemeente mogelijk (financiële) risico’s. Bij het faciliterend grondbeleid (met name de woningbouwplannen) liggen de (financiële) risico’s met name bij de particuliere initiatiefnemers. Bij actief grondbeleid (met name de bedrijventerreinen en de projecten Dorpsstraat-Oostervelden en Bloemstraat 1, voormalig kruisgebouw Huissen) liggen de risico’s bij de gemeente. Het grootste risico bij de bedrijventerreinen is het afzetrisico. De ontwikkeling van de plannen DorpsstraatOostervelden en Bloemstraat 1 is afhankelijk van de huidige marktsituatie. Op dit moment is het nog niet mogelijk om de risico’s voor deze projecten te kwantificeren. Voor een meer specifieke toelichting op de risico’s bij genoemde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Volwasseneneducatie De Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) wordt aangepast om op het terrein van de volwasseneneducatie per 2013 een aantal wijzigingen door te voeren: • Het Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (VAVO) komt onder directe aansturing van het Rijk te vallen en niet meer onder de gemeenten. Hier zijn financiële consequenties aan verbonden. Er wordt € 57,8 miljoen in mindering gebracht op de gemeentelijke middelen voor educatie, die onderdeel vormen van het participatiebudget. • De doelstelling van educatie wordt aangescherpt. De gemeentelijke educatiemiddelen die overblijven kunnen alleen nog worden ingezet voor Nederlandse taal en rekenen en NT2 (dat was VAVO, NT2, breed maatschappelijk functioneren en sociale redzaamheid). • Alle niet-inburgeringsplichtigen, dus ook vrijwillige inburgeraars, krijgen voortaan toegang tot NT2. Voor deze uitbreiding van de doelgroep worden gemeenten financieel niet gecompenseerd. Het concept wetsvoorstel werd eind mei 2012 behandeld door de Tweede Kamer. In het verlengde van de wetswijziging wordt het Besluit Participatiebudget gewijzigd. De bekostigingssystematiek binnen het participatiebudget voor de educatie-middelen moet worden aangepast, omdat de resterende middelen voor andere doeleinden zijn bestemd. De gemeente Lingewaard moet derhalve voor 2013 rekening houden met een daling van het geoormerkte educatiedeel binnen het Participatiebudget. Het betekent een daling van het budget met ca. € 150.000 ten opzichte van 2012. De kans dat die verlaging doorgaat wordt ingeschat door de vakafdeling op 95%. Het risico voor de gemeente is niet zo groot, het gaat immers om rijksbudget dat we verplicht doorgeven aan het ROC. Op de daling van de beschikbare middelen wordt nu al door gemeente en ROC geanticipeerd. Wet werken naar vermogen Het (inmiddels demissionaire) Kabinet was voornemens per 1 januari 2013 de nieuwe Wet werken naar vermogen (Wwnv) in te voeren. De minister van SZW heeft daarvoor begin 2012 het wetsvoorstel voor de Wwnv aan de Tweede Kamer aangeboden. Het betreft een grote operatie op sociaal terrein, die ook in het licht moet worden gezien van andere decentralisaties naar gemeentelijk niveau, zoals de gehele Jeugdzorg, de Begeleiding uit de AWBZ naar de Wmo en bovendien de invoering van het Passend Onderwijs. In de plannen zouden de huidige Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren (Wwb/WIJ), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) grotendeels worden geïntegreerd in de Wwnv. Gemeenten zouden dan verantwoordelijk worden voor de hulp en ondersteuning van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Uitgangspunt is dat wie (gedeeltelijk) kan werken ook móet gaan werken. Daarbij staat niet de beperking van betrokkenen, maar hun arbeidsver-
64
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
mogen voorop. Daarnaast krijgen gemeenten tot taak om –samen met anderen- dienstverlening aan werkgevers te bieden. Als gevolg van de val van het kabinet in april van dit jaar is de Wwnv controversieel verklaard. De afloop is onzeker, maar wij verwachten dat de Wwnv uiteindelijk in gewijzigde vorm en op een later tijdstip wel zal worden ingevoerd. Met de invoering van de Wwnv worden ook budgetten samengevoegd en overgeheveld, waarbij het Kabinet forse besparingen inboekte tot een bedrag van € 1,8 miljard. Op dit moment is niet aan te geven welke financiële gevolgen dit voor de gemeente zal hebben. Decentralisatie Jeugd Landelijk Het kabinet heeft plannen vanaf 2015 de ondersteuning en zorg voor de jeugd onder te brengen bij de gemeenten. De Centra voor Jeugd en Gezin worden de toegang voor alle jeugdzorg van de gemeenten. Via het CJG zal - waar nodig - gespecialiseerde zorg worden ingeschakeld. Dit dient in samenhang met de zorgstructuur in het onderwijs te gebeuren, waarbij integrale zorgtoewijzing het uitgangspunt is. Samenhang andere beleidsterreinen In de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 is een kader opgenomen voor een aantal decentralisaties. Te noemen zijn de overgang van extramurale begeleiding van de AWBZ naar de Wmo, het wetsvoorstel werken naar vermogen, het passend onderwijs en de decentralisatie van de zorg voor jeugd. Het doel is het ontwikkelen van een samenhangend beleid om kwetsbare jongeren te laten deelnemen aan de samenleving. Algemene kaders Er komt één wettelijk kader: de Wet zorg voor jeugd als aanpassing op de Wet op de Jeugdzorg. Het kader van de decentralisatie jeugdzorg is het bieden van zorg vanuit het perspectief van kinderen, jongeren en ouders vanuit de meest nabije overheid. De zorg wordt nu geboden vanuit de provinciale geïndiceerde jeugdzorg, de AWBZ-voorzieningen en die voorzieningen bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet. De gemeenten worden per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, de jeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg), geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (jeugd-GGZ), zorg voor de jeugd met een licht verstandelijk beperking (jeugd-LVB) en de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Er is sprake van een fasering van invoeringsdata voor de verschillende onderdelen, opgenomen in de Bestuurlijke afspraken 2011-2015. Na de zomer van 2012 wordt het voorgelegd aan de Raad van State. Regionaal en lokaal Conform de Bestuurlijke Afspraken moeten er voor de jeugdbescherming en de jeugdreclassering afspraken komen over de uitvoering op bovenlokaal niveau. Voor alle vormen van residentiele zorg een aanbod van specialistische zorg vanuit de LVG-doelgroep en de doelgroep jeugd-GGZ is de bovenlokale samenwerking niet verplicht maar wel van groot belang ten aanzien van de financiering van de verschillende vormen van zorg. Dat geldt ook voor de taken vanuit het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) in aansluiting bij de taken vanuit de Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld. De taken vanuit de jeugdzorg en JeugdzorgPlus kunnen lokaal worden aangeboden op basis van het lokale (positieve) jeugdbeleid. Regionaal wordt gewerkt aan een visie op de decentralisatie Jeugdzorg. Deze is op 21 maart 2012 door de regionale portefeuillehouders geaccordeerd en vervolgens aangeboden aan de lokale overheden. De raad heeft deze visie in juni 2012 vastgesteld. Financiële bijdrage Er is nog weinig bekend over de middelen, die overgaan vanuit het Rijk en de provincie ten aanzien van de transitie. Wel is het duidelijk dat er sprake is van een bezuiniging. De uitvoeringskosten jeugdzorg voor 2012 zijn wel bekend. De decentralisatie-uitkering invoeringskosten voor onze gemeente is vastgesteld op € 29.000. De vraag vanuit de regio is op basis van de noodzakelijke en wenselijke samenwerking, deze middelen in te zetten voor het bovenlokale deel van de jeugdzorg.
Programmabegroting 2013
65
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Programma 2 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Vergevorderde plannen om op 1 januari 2013 de functie extramurale Begeleiding (inclusief kortdurend verblijf & dagbesteding) uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) over te hevelen, gaan vooralsnog niet door. Na de val van het Kabinet Rutte in het voorjaar van 2012 is dat afgesproken in het zgn. Lenteakkoord. De Tweede Kamer heeft dit onderwerp vervolgens “controversieel” verklaard. Een nieuw kabinet kan de plannen voor deze decentralisatie weer (al dan niet aangepast) oppakken. Algemene verwachting is, dat de AWBZ Begeleiding op termijn naar de Wmo zal overgaan. Wanneer, in welke omvang en wat de financiële gevolgen daarvan dan zijn, valt thans met geen mogelijkheid aan te geven. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleit ervoor deze en de andere voorgenomen decentralisaties van rijks- en provinciale taken naar de gemeenten zoveel mogelijk als één geheel te zien binnen het brede sociale domein en zo veel mogelijk in samenhang op te pakken. Wet werk en bijstand (WWB) Het kabinet wilde met de invoering op 1 januari 2013 van de Wet werken naar vermogen (Wwnv) bereiken dat meer mensen met een arbeidsbeperking bij een gewone werkgever aan de slag gaan. De wet moest de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) en Wet sociale werkvoorziening (Wsw) hervormen. Vooruitlopend daarop werd de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) vanaf 2012 al in de WWB geschoven. Na de val van het Kabinet Rutte in het voorjaar van 2012 is in het zgn. Lenteakkoord vastgelegd, dat invoering van de Wwnv vooralsnog niet doorgaat. De Tweede Kamer heeft dit onderwerp vervolgens “controversieel” verklaard. Daarmee blijft voorlopig het oude regime van de Wwb, de Wajong en de Wsw bestaan. Vooruitlopend op de invoering van de Wwnv is in den lande een start gemaakt met de herstructurering van de sociale werkvoorzieningschappen. Na het afblazen van de Wwnv is een “herstructureringsfaciliteit” van landelijk € 400 mln. geschrapt en is bovendien een stapsgewijze verlaging van de vergoeding per SW-plaats stop gezet. Voor de uitgangspunten van de Wwnv bestond breed draagvlak, maar niet voor de uitwerking ervan. Met name de gevolgen ervan voor de sociale werkvoorziening en de financiële consequenties riepen veel weerstand op. Algemene verwachting is, dat er op termijn een nieuwe regeling voor de “onderkant van de arbeidsmarkt” zal komen met elementen daarin van de Wwnv. Wat de financiële consequenties ervan zijn, valt nu onmogelijk aan te geven. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleit ervoor deze en de andere voorgenomen decentralisaties van rijks- en provinciale taken naar de gemeenten zoveel mogelijk als één geheel te zien binnen het brede sociale domein en zo veel mogelijk in samenhang op te pakken. Presikhaaf Bedrijven De te verwachten structurele exploitatietekorten bij de GR Presikhaaf Bedrijven zijn niet opgenomen in de e kadernota 2012. Door het controversieel verklaren van de Wwnv door de 2 kamer na de val van het kabinet Rutte in april 2012, is de herstructureringsfaciliteit “vooralsnog” niet uitgekeerd. Deze middelen zouden door het rijk worden uitgekeerd om de sociale werkvoorziening te hervormen. De hervorming is bij PB al in volle gang en brengt kosten met zich mee die nu niet (meer) gedekt zijn. Dit heeft grote financiële consequenties en o.a. geleid tot een aangepaste begroting 2012 bij PB. Ook in meerjarenperspectief zal bij ongewijzigd beleid dit leiden tot tekorten bij PB. Dit risico is verwerkt in de meerjarenbegroting van de gemeente Lingewaard, door het aandeel van Lingewaard in de te verwachten tekorten te begroten. Derhalve is kwantificering ten behoeve van de risicoinventarisatie en het daarmee samenhangende weerstandsvermogen nu niet aan de orde.
66
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (per 1 juli 2012) De wet regelt dat het college van burgemeester en wethouders de verantwoordelijkheid krijgt voor integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente. De gemeenteraad krijgt de verplichting een of meer plannen vast te stellen die richting geven aan die schuldhulpverlening. De uitvoering van de schuldhulpverlening wordt voor de gemeente Lingewaard uitgevoerd door het Budget Advies Centrum van de gemeente Arnhem. Bindende afspraken over hoe het BAC voor de gemeente Lingewaard de dienstverlening zal vormgeven naar aanleiding van deze nieuwe wetgeving, zijn gemaakt in de vorm van een contract, echter Arnhem kan niet leveren wat contractueel is vastgelegd. Dit contract is geldig tot eind 2012.
Programma 4 Beheersplan gebouwen De onderhoudskosten werden gedekt door onttrekking van de middelen aan de voorziening ‘Onderhoud Gebouwen’. Omdat het saldo van de voorziening onvoldoende is om alle kosten te kunnen dekken moeten, met inachtneming van het vastgestelde kwaliteitsniveau voor onderhoud, prioriteiten worden gesteld aan onderhoudswerkzaamheden en zullen werkzaamheden met een mindere hoge urgentie moeten worden uitgesteld naar een daarop volgend uitvoeringsjaar. Omdat geplande investeringen in verbetering of vervanging van gebouwen op dit moment financieel niet mogelijk zijn, zullen alsmaar uitgestelde verbeteringen alsnog uitgevoerd moeten worden. De druk op de beperkte onderhoudsvoorziening neemt hiermee toe evenals de druk vanuit gebruikers van gebouwen die al jaren wachten op de noodzakelijke verbeteringen. Door jaarlijks niet al het geplande onderhoud uit te voeren, wordt het uitgestelde onderhoud alleen maar duurder. Niet alleen direct maar ook indirect omdat allerlei noodmaatregelen nodig zijn om de negatieve effecten van het uitstel teniet te doen. Er is nog niet exact bekend hoe groot de omvang van het bedrag is dat is gemoeid met dit uitgestelde onderhoud. Het beleidsplan gebouwen met inzicht in het financiële aspect wordt in december 2012 in de gemeenteraad behandeld. Civieltechnische kunstwerken Er is een beperkt onderhoudsbudget waaruit een deel van de kosten voor structureel klein en groot onderhoud kunnen worden gedekt. Zolang de exacte omvang van de jaarlijkse structurele onderhoudskosten niet bekend is, worden aanzienlijke financiële risico’s door de gemeente gelopen. De nieuwwaarde van de objecten bedraagt naar schatting ruim € 4.000.000. Door het ontbreken van een beleidsplan (wordt in december 2012 in de gemeenteraad behandeld) is er ook geen plan voor het jaarlijkse beheer en onderhoud. De ouderdom van met name de houten kunstwerken en het niet reserveren van middelen voor vervanging, zal een aanzienlijke financiële injectie vragen als vervanging aan de orde is. Veel van deze kunstwerken zijn aan het einde van hun economische levensduur (of daar al over heen). Duidelijkheid over de financiële risico’s is er in december 2012. Aanbestedingen, indexering en bezuinigingen De afdelingsbegroting is in 2011 zeer kritisch doorgelopen en bij zeer veel exploitatiebudgetten is het laatste beetje lucht dat er nog in zat, er uit geperst. Het merendeel van de budgetten wordt niet geïndexeerd omdat jaarlijks nieuw wordt aanbesteed of ingekocht. Dit betekent ook dat de jaarlijkse prijsstijgingen dus niet worden verdisconteerd in de budgetten. Het niet verdisconteren van prijsstijgingen voor loon en vooral brandstof in budgetten, kan leiden tot onvoldoende budget. Concrete cijfers zijn niet beschikbaar maar een voorbeeld is de GWW-sector (Grond-, weg- en waterbouw) waar in januari 2012 de prijzen 3,1% hoger waren dan één jaar eerder. Daarnaast worden budgetten gebaseerd op de (aantrekkelijke) resultaten van aanbestedingen uit het verleden en blijft er een voortdurend risico sluimeren in de begroting (ook na 2012) dat de toekomstige aanbestedingen minder gunstig zijn en leiden tot onvoldoende budget. Op dit moment is bij aanbestedingen, vooral door de economische crisis en de daaraan verbonden behoefte aan werk voor bedrijven, nog geen sprake van overschrijdingen van budgetten.
Programmabegroting 2013
67
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
4.
Weerstandsvermogen (de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s)
Het weerstandsvermogen is gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Lingewaard om nietstructurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten”. Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s, waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten, zoals schematisch weergegeven.
WEERSTANDSVERMOGEN
benodigde weerstandscapaciteit (risico’s)
beschikbare weerstandscapaciteit (middelen)
4.1 Benodigde weerstandscapaciteit (de hoogte van de risico’s) De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een risico-inventarisatie. De hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit is de som van alle in geldswaarde uitgedrukte risico’s. Voor het berekenen van de weerstandscapaciteit wordt een normatief model gehanteerd, waarbij wij uitgaan van vier groepen risico’s. De achterliggende veronderstelling is dat alle risico’s die zich in de praktijk kunnen voordoen in één van deze categorieën vallen. Het betreft: 1. uitgaven gewone dienst; 2. inkomsten gewone dienst; 3. grondexploitatie; 4. balans. Voor elke groep bepalen wij vervolgens een genormeerde (deel-)weerstandscapaciteit en opgeteld, levert dit de totale weerstandscapaciteit op die de gemeente zou moeten aanhouden. 4.2 Beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die de gemeente vrij kan maken om niet begrote substantiële onverwachte kosten af te dekken zonder dat dit ten koste gaat van het reeds vastgestelde beleid. De weerstandscapaciteit in Lingewaard is een optelsom van: De onbenutte belastingcapaciteit (S) Het buffervermogen (I) De stille reserves (I) Vrij beschikbare deel van de algemene reserve (I) Onvoorzien (S) We onderscheiden hier: Structurele weerstandscapaciteit (S) → de jaarlijkse ruimte in de begroting Incidentele weerstandscapaciteit (I) → de reserves en het buffervermogen
5.
Berekening weerstandscapaciteit
Achtereenvolgens zal worden berekend de benodigde weerstandscapaciteit (de risico’s) en de beschikbare weerstandscapaciteit (inclusief de onbenutte belastingcapaciteit).
68
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
5.1
Benodigde weerstandscapaciteit berekening
Conform het normatieve model is de hoogte van de in geldswaarde uitgedrukte risico’s: 1. 2. 3. 4.
(deel)weerstandscapaciteit uitgaven gewone dienst (deel)weerstandscapaciteit inkomsten gewone dienst (deel)weerstandscapaciteit grondexploitatie (deel)weerstandscapaciteit balans
Totaal benodigde weerstandscapaciteit 5.2
1
€ 8.989.000 2 € 3.562.300 3 € 3.631.000 4 € 1.785.500 €17.967.800
Beschikbare weerstandscapaciteit berekening
Op basis van bestaand beleid is de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit als volgt: Weerstandscapaciteit in exploitatie (structureel) Onbenutte belastingcapaciteit OZB* Rioolrechten Afvalstoffenheffing Leges en andere heffingen Totaal onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien Totaal weerstandscapaciteit exploitatie
€ 4.960.000 0 0 0 € 4.960.000 € 0 € 4.960.000
Weerstandscapaciteit in vermogen (incidenteel) Vrij beschikbare deel algemene reserve inclusief buffer 6 Stille reserves Totaal weerstandscapaciteit vermogen
€ 8.943.600 € 1.929.000 €10.872.600
* Berekening van de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB: Bij de berekening van de capaciteit wordt de gemeente Lingewaard vergeleken met de gemeente met de hoogste gemeentelijke woonlasten (meerpersoonshuishouden uit COELO Atlas 2012): Hoogste gemeentelijke woonlasten 2012
€ 1.169
Gemeentelijke woonlasten Lingewaard 2012
€
785 (gemiddelde is € 683)
Dit betekent dat de woonlasten van de gemeente met de hoogste lasten 49 % hoger liggen dan de woonlasten van de gemeente Lingewaard. De onbenutte belastingcapaciteit is 49 % van de raming opbrengst OZB 2013 ad € 10.121.000 = € 4.960.000.
1 2 3
10% van de totale lasten productenraming 2013 10% van de algemene uitkering productenraming 2013 10% van de totale boekwaarde “Voorraad Bouwgronden” per 31-12-2011 (Voorraad € 25.486.900 -/- negatieve Boekwaarde glastuin-
bouw Huissen Angeren € 5.169.300 -/- voorziening verliesgevende projecten € 3.846.100 = € 26.810.100 x 10% +/+ benodigde weerstandscapaciteit Bergerden € 950.000. 4 6
1% van het balanstotaal per 31-12-2011 Betreft het verschil per 1-1-2012 tussen de boekwaarde en de WOZ waarde van de panden in gemeentelijk bezit, die wij zouden
kunnen verkopen. Programmabegroting 2013
69
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
6.
Beoordeling weerstandscapaciteit
Op basis van bestaand beleid bedraagt de structurele weerstandscapaciteit € 5.853.000 en de incidentele weerstandscapaciteit € 11.431.000. Van dit incidentele deel is de buffer direct inzetbaar. Conform de nota ‘Risicomanagement en weerstandsvermogen dient de buffer voldoende te zijn om: 1. Een tekort van 1% van de uitgaven gewone dienst te dekken € 898.900 2. De mogelijke tekorten op grondexploitaties te dekken € 3.631.000 3. Een mogelijke afwaardering/correctie van balanscijfers te dekken € 1.785.000 € 6.314.900 Om voor de komende jaren een stabiele omvang te hebben wordt een verhoging geraamd van: € 1.685.100 Voor deze periode ( t/m 2012) wordt de “buffer”: € 8.000.000 Van de benodigde weerstandscapaciteit van € 17.967.800 worden de risico’s tot € 8.000.000 gedekt door de 1 buffer. Voor het restant van € 9.967.800 resteert een dekking van € 4.960.000 structureel en € 2.872.600 2 incidenteel. Dit is ruim voldoende.
1
Structurele weerstandscapaciteit (€ 10.872.600) minus ‘buffer’ (€ 8.000.000) = € 2.872.600.
2
Een tegenvaller van € 10.000.000 kan bij afschrijving in 10 jaar en een rente van 5% gedekt worden door een jaarlast van € 1.500.000.
70
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen Binnen de openbare ruimte van de gemeente Lingewaard vinden activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren. Daarvoor zijn kapitaalgoederen nodig, zowel direct zichtbare als onzichtbare zaken. Tot de zichtbare zaken behoren onder andere diverse soorten verhardingen, civieltechnische kunstwerken, straatmeubilair, speelvoorzieningen, openbaar groen, verlichting en gebouwen. Niet direct zichtbaar zijn zaken als riolering, gemalen, persleidingen en bergingsvoorzieningen in rioolstelsels. Gezamenlijk vertegenwoordigt dit een aanzienlijk kapitaal dat jaarlijks beheer en onderhoud vergt. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlasten. In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt aangegeven dat deze paragraaf onderhoud kapitaalgoederen ten minste de onderdelen wegen, riolering, water, groen en gebouwen bevat. Het beleid is gericht is op het in stand houden van de bestaande voorzieningen. Aan de hand van de beleidsplannen, die door de gemeenteraad worden vastgesteld, zal zowel het gewenste kwaliteits- als het veiligheidsniveau met de daarbij behorende financiële middelen worden bepaald. Het beleid van de gemeente Lingewaard voor het onderhoud van kapitaalgoederen wordt beschreven diverse (beleids)nota’s en beheersplannen. De producten waarop e.e.a. betrekking heeft zijn: • Openbaar groen • Wegen • Rioleringen • Gebouwen • Openbare verlichting • Water • Civieltechnische kunstwerken • Speeltoestellen/-tuinen • Verkeersvoorzieningen 1. Openbaar groen Naam beleidsnota’s:
a. Beeldkwaliteitplan Openbaar Groen b. Groenstructuurplan gemeente Lingewaard Jaar van vaststelling: a. 2009 b. 2008 Programma: 4 Onderhoudsplan: Het onderhoud van bomen, bermen en taluds van sloten en vijverpartijen wordt uitgevoerd op basis van vastgestelde frequenties. Het overige groen wordt sinds 1 januari 2010 onderhouden op basis van de beeldkwaliteitseisen die zijn opgenomen in het beeldbestek voor onderhoud. Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: De visie op het openbaar groen is vastgelegd in het Groenstructuurplan zoals dat in 2008 is vastgesteld. Het Groenstructuurplan is bij vervangingen, reconstructies en uitbreidingen de leidraad voor de nieuwe inrichting van het openbaar groen. Daarnaast is in het plan een scheiding in drie onderhoudsniveaus (esthetisch, economisch en ecologisch) voor de totale openbare ruimte vastgelegd met beschrijving van het niveau. In het beeldkwaliteitplan wordt de kwaliteit van de onderhoudsniveaus verder uitgewerkt en met foto’s toegelicht.
Programmabegroting 2013
71
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Huidige stand van zaken:
Ontwikkelingen in 2013:
Bezuinigingen:
Financieel:
Door de vaststelling van de uniforme kwaliteitsniveaus gelden gemeentebreed voor identieke beplantingen en beheergroepen gelijke kwaliteitseisen. De kwaliteit van het onderhoud is hierdoor gelijkmatiger en evenwichtiger geworden en het is mogelijk het groenonderhoud efficiënter uit te voeren. Voor de noodzakelijke structurele vervanging aan het einde van de levensduur van de beplanting, zijn nagenoeg geen financiële middelen beschikbaar. Naast de doorlopende aandacht voor het meenemen van verbetervoorstellen uit het Groenstructuurplan bij nieuwe ontwikkelingen/renovaties, zal de aandacht in 2013 gericht zijn op onderhouden van het bestaande areaal. Door de bezuinigingen die vanaf 2009 zijn doorgevoerd, is er geen budget meer beschikbaar voor grootschalige vervangingen of renovaties. Er is geen mogelijkheid meer om structureel afgeschreven beplanting te vervangen. In de jaren 2013 t/m 2015 zal nog verder bezuinigd worden op de budgetten zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor onderhoud openbaar groen loopt dit op van € 38.525 (in 2013) naar € 77.050 (in 2015). Voor het maaien van bermen is dit € 8.655 (in 2013) en € 17.310 (in 2015). Op de laatste bladzijde van programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor groenonderhoud opgenomen als een onderdeel van “Openbaar groen”. Product 560.16 “Openbaar Groen”
Lasten 1.411.140
Baten 0
Saldo 1.411.140
2. Wegen Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan:
Beleidsplan wegverhardingen 2012-2016 2012 4 Het onderhoud wordt uitgevoerd op basis van het beheerplan dat voortvloeit uit de jaarlijkse visuele inspectie. Daarnaast wordt dagelijks onderhoud uitgevoerd op basis van de meldingen die via het KlantContactCenter binnenkomen over schade aan en veiligheidsrisico’s bij verhardingen. Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: Kapitaalvernietiging wordt voorkomen door het technisch noodzakelijke onderhoud in de juiste periode te plannen zodat onderhoudsmaatregelen niet te vroeg of te laat worden uitgevoerd. Er is niet gekozen voor een hoger kwaliteitsniveau omdat dit direct leidt tot een lastenverzwaring en mogelijk tot indirecte kapitaalsvernietiging. De kosten voor het wegonderhoud zijn verdeeld in groot en klein onderhoud. Voor het klein onderhoud worden in de begroting jaarlijks middelen opgenomen verhoogd met areaaluitbreiding, voor het groot onderhoud wordt jaarlijks een bedrag gestort in de voorziening onderhoud wegen dat is gebaseerd op het vastgestelde bedrag in het beleidsplan wegverhardingen en verhoogd met de areaaluitbreiding. Voor zowel de begrote bedragen van klein- als groot onderhoud vindt geen prijsindexering plaats. Huidige stand van zaken: Het onderhoud van de verhardingen ligt, technisch gezien, op een redelijk tot goed niveau. De mogelijke achterstanden betreffen veelal asfalt- en elementenverhardingen in gebieden waar de komende jaren vervanging van de riolering plaats zal vinden. Om kapitaalsvernietiging tegen te gaan wordt hier terughoudend opgetreden met het uitvoeren van verhardingsonderhoud.
72
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Ontwikkelingen in 2013:
Bezuinigingen:
Financieel:
Het cyclisch onderhoud aan verhardingen zal op basis van het beheerplan worden uitgevoerd. Wegvakken die onder meer aangepakt worden zijn de Karstraat en Nijverheidstraat in Bemmel en de Looveerweg in Huissen. Op het uitvoeringsplan zijn geen onderhoudswerken opgenomen. In de jaren 2013 t/m 2015 zal nog verder bezuinigd worden op de budgetten zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor het groot en klein onderhoud samen loopt dit op van € 72.486 (in 2013) naar € 144.972 (in 2015). Op de laatste bladzijde van programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor wegenonderhoud opgenomen als een onderdeel van “Wegen, straten en pleinen”. Product 210.01 “Wegen”
Lasten 1.447.838
Baten 0
Saldo 1.447.838
3. Rioleringen Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan:
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP 2008-2011) 2008 4. Burger als wijkbewoner Het jaarlijks onderhoud vindt plaats op basis van de frequenties zoals die zijn opgenomen in het GRP. De vervanging of renovatie van oude rioolleidingen is ook hierin opgenomen. Daarnaast wordt dagelijks onderhoud uitgevoerd op basis van de meldingen die via de Gemeentewinkel binnenkomen. Verbeteringsmaatregelen worden gedefinieerd in de basisrioleringsplannen. Uitgangspunt daarbij zijn de beleidsregels uit het GRP. Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: In het GRP wordt aangegeven op welke wijze de gemeente haar rioleringstaak de komende jaren wil vorm geven. Het betreft niet alleen het jaarlijks beheer maar ook het beheer op de langere termijn gerelateerd aan onder andere gevolgen voor het milieu en wet- en regelgeving. Ook is in het GRP een raming opgenomen van de gemiddelde jaarlijkse kosten voor de instandhouding van het rioolstelsel en de lasten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen in het kader van de basisinspanning (beperking verontreiniging oppervlaktewater door overstortingen) en de maatregelen die te maken hebben met het afkoppelen van regenwater van verhard oppervlak. Huidige stand van zaken: Het reguliere onderhoud aan de riolering (met name kolken- en rioolreiniging, schadeherstel en onderhoud huisaansluitingen) wordt bekostigd uit de reguliere budgetten in de begroting die jaarlijks worden gecorrigeerd met areaalvergroting maar zonder prijsindexering. Vervanging en verbetering van de riolering wordt gedekt uit de voorziening vervanging riolering waarin jaarlijks een bedrag wordt gestort inclusief areaalvergroting en exclusief prijsindexering. Om te komen tot een optimale afstemming van werkzaamheden, wordt gestreefd naar het gelijktijdig uitvoeren van rioolprojecten en wegonderhoud, waardoor financieel efficiënt wordt gewerkt en ook de onvermijdelijke overlast voor bewoners tot een minimum wordt beperkt. Ontwikkelingen in 2013: Het GRP voor de periode 2008-2011 wordt in uitvoering gebracht door het toepassen van verbeteringen en aanpassingen in de rioleringssystemen. In Angeren zal de riolering vervangen worden in de Molenstraat. Gelijktijdig zal een regenwaterriool aangelegd worden voor het afkoppelen van verhard opProgrammabegroting 2013
73
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Financieel:
pervlak. Het riool in de Van Voorststraat zal gerenoveerd of vervangen worden. In 2013 zal het rioolbeheersysteem operationeel worden. Hierdoor worden de rioleringsgegevens beter toegankelijk. Deze gegevens zijn nodig voor het actualiseren van het GRP, dat eveneens voor 2013 opde planning staat. Op de laatste bladzijde van programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor opgenomen als een onderdeel van “Riolering en waterzuivering” (productnummer 722.00). Product 722 “Riolering en Waterzuivering”
Lasten 3.286.128
Baten 30.100
Saldo 3.256.028
4. Gebouwen Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan:
Beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen 2006-2009 2006 4 Het beleidsplan is erop gericht het gebouw in stand te houden voor de functie c.q. het gebruik waarvoor het is ingericht en de bedrijfseconomische (vastgoed)waarde van het onroerend goed binnen de vastgestelde instandhoudingtermijn van het gebouw of bouwwerk te behouden. Het technisch beheer en onderhoud wordt op de meest doelmatige en efficiënte wijze uitgevoerd op een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau. Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: In het beleidsplan is beschreven op welke wijze, met welke middelen en op welk kwaliteitsniveau de gebouwen in stand gehouden moeten worden. Voor de kwaliteit van onderhoud is in het beleidsplan het Programma van Eisen voor Onderhoud (PvE&O) vastgelegd. Huidige stand van zaken: De huidige conditiescore naar de onderhoudstoestand van de gemeentelijke gebouwen en de technische installaties is redelijk tot goed. Daarmee voldoet het grootste deel van de gebouwen en technische installaties aan het door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsniveau. Ontwikkelingen in 2013: Omdat de financiële middelen onvoldoende zijn om alle kosten te kunnen dekken, moeten met inachtneming van het vastgestelde kwaliteitsniveau voor onderhoud, prioriteiten worden gesteld aan onderhoudswerkzaamheden en zullen werkzaamheden met een mindere hoge urgentie worden doorgeschoven naar een daarop volgend uitvoeringsjaar. Het nieuw vast te stellen beleidsplan zal duidelijkheid geven over de gewenste omvang van de noodzakelijke onderhoudsmiddelen. Ook geeft het plan een actueel beeld van het aantal te beheren objecten en de onderhoudsstaat hiervan. Financieel: Omdat geplande investeringen in verbetering of vervanging van gebouwen op dit moment financieel niet mogelijk zijn, zullen alsmaar uitgestelde verbeteringen op een bepaald moment alsnog uitgevoerd moeten worden. Het ontbreken van voldoende financiële middelen hiervoor leidt tevens tot extra druk vanuit de gebruikers van gebouwen die al jaren wachten op de noodzakelijke verbetering van de onderhoudstoestand. Product Binnen alle programma’s
74
Lasten 890.600
Programmabegroting 2013
Baten 0
Saldo 890.600
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
5. Openbare verlichting Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan:
Beleidsplan Openbare Verlichting 2009 4 In het beleidsplan komen nadrukkelijk het klimaatakkoord, de duurzaamheid en milieuaspecten van de verlichting aan de orde naast periodieke vervanging van zowel lichtmasten als lampen. Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: Naast het reguliere onderhoud zullen de komende jaren, binnen de daarvoor beschikbare financiële middelen, aanzienlijke verbeteringen, bestaande uit mast- en armatuurvervanging en het bijplaatsen van lichtmasten, worden uitgevoerd. Deze verbeteringswerken zijn noodzakelijk om achterstanden in kwaliteit terug te brengen naar het vastgestelde kwaliteitsniveau. Tegelijk met deze verbeteringswerken worden vervangingen uitgevoerd die ervoor zorgen dat de belasting van het milieu door de openbare verlichting verminderd wordt. Vooral gaat het hierbij om toepassing van duurzame materialen en armaturen met een laag energieverbruik waardoor de totale kosten voor energie omlaag kunnen worden gebracht. Huidige stand van zaken: De huidige kwaliteit van de verlichting varieert sterk en voldoet voor meer dan de helft van het areaal aan de technische kwaliteitseisen. De verbetering zal binnen tien jaar voltooid zijn in combinatie met de in het beleidsplan vastgelegde duurzaamheidaspecten. Ontwikkelingen in 2013: Het Klimaatakkoord, duurzaamheid en milieuaspecten van de verlichting, onderwerpen die in het nieuwe beleidsplan nadrukkelijk worden behandeld, worden verder uitgewerkt. Bij alle projecten in de openbare ruimte wordt een integrale aanpak van het gebied betracht waarvan ook verbetering van de verlichting deel uitmaakt. Door toepassing van duurzame oplossingen wordt vanaf 2012 geprobeerd versneld het energieverbruik van de openbare verlichting omlaag te brengen. Deze besparingen worden weer gebruikt om de kwaliteit van masten en armaturen versneld te verbeteren. Bezuinigingen: In de jaren 2013 t/m 2015 zal nog verder bezuinigd worden op de budgetten zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor het totaalbedrag aan onderhoud en nutskosten loopt dit op van € 23.630 (in 2013) naar € 39.730 (in 2015). Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor verlichting opgenomen als een onderdeel van “Wegen, straten en pleinen” . Product 210.04
Lasten 771.763
Programmabegroting 2013
Baten 20.400
Saldo 751.363
75
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
6. Water Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan:
Waterplan Lingewaard 2008 4. Burger als wijkbewoner Het reguliere onderhoud aan watergangen en oevers wordt bekostigd uit de reguliere budgetten in de begroting die jaarlijks worden gecorrigeerd met areaalvergroting maar zonder prijsindexering. Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: In het waterplan is de gezamenlijke visie van de gemeente en het waterschap vastgelegd waar het gaat om thema’s waterkwantiteit, waterkwaliteit, water en ruimte en duurzaamheid. Deze visie is uitgewerkt in maatregelen. Huidige stand van zaken: In samenwerking met het waterschap worden waterhuishoudkundige problemen opgelost en worden kansen voor oppervlaktewater benut. In nauwe samenhang met het GRP-werkzaamheden is al op veel plaatsen verhard oppervlak afgekoppeld. In het kader van de zorgplicht van de gemeente voor grondwater is opdracht verleend voor het inrichten van een grondwatermeetnet. Ontwikkelingen in 2013: In samenwerking met het waterschap wordt getracht de afvoersituatie van de kern Angeren te verbeteren. Daarvoor zal een nieuwe watergang aangelegd worden. Voor de kern Gendt wordt in samenspraak met het waterschap gezocht naar mogelijkheden om meer berging te creëren in het oppervlaktewaterstelsel. Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor opgenomen als een onderdeel van “Riolering en waterzuivering” (productnummer 722.00). Product Zie product “Riolering”
Lasten
Baten
Saldo
7. Civieltechnische kunstwerken Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan: Kwaliteitsniveau/beleidsvisie:
Huidige stand van zaken:
76
Geen beleidsnotitie aanwezig n.v.t. 4 Is niet aanwezig. Voor dit onderdeel is nog geen beleidsplan aanwezig waarin een visie wordt gegeven op het onderhoud en de te stellen kwaliteitsniveaus. Door het ontbreken van een volledige inventarisatie van het areaal en de onderhoudstoestand van de verschillende objecten is er een gering inzicht in de financiële middelen die benodigd zijn voor het onderhoud. Voor het beheer en onderhoud van civieltechnische kunstwerken zijn in de begroting kleine bedragen opgenomen. Er is een beperkt onderhoudsbudget waaruit een deel van de kosten voor structureel klein en groot onderhoud kunnen worden gedekt. Zolang de exacte omvang van de jaarlijkse structurele onderhoudskosten niet bekend is, worden financiële risico’s door de gemeente gelopen. De nieuwwaarde van de objecten bedraagt naar schatting ruim € 4.000.000. Enkele voorbeelden van objecten zijn: de fiets-/voetgangerstunnel onder de Stadswal in Huissen, de gemetselde bruggen over de Linge en de houten en betonnen bruggen over
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Ontwikkelingen in 2013:
Financieel:
stedelijk water in onder meer de wijken ’t Hoog, Klein Rome, Klaverkamp, Altena, Zilverkamp en Loovelden. In verband met het geringe beschikbare budget zal het onderhoud in 2013 beperkt zijn. In het beleidsplan dat wordt voorbereid, zullen de objecten met de grootste risico’s, zowel financieel als qua onderhoud, in beeld worden gebracht. Afhankelijk van de uitkomsten van deze inventarisatie zullen keuzes moeten worden gemaakt voor het toekomstig beheer en op welke wijze vervangingen zullen worden uitgevoerd. Op de laatste bladzijde van programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor civieltechnische kunstwerken opgenomen als een onderdeel van “Wegen, straten en pleinen”. Product 210.09
Lasten 136.320
Baten 0
Saldo 136.320
8. Speeltoestellen/-tuinen Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan:
Speelruimteplan Lingewaard “Buitenspelen, ja leuk!’’ 2007 4 Aan het “Speelruimteplan” is een meerjarenonderhoudsbegroting gekoppeld die inzicht geeft in de middelen die noodzakelijk zijn om de voorzieningen te onderhouden zodat wordt voldaan aan onder andere de veiligheidseisen uit het Attractiebesluit 1997. Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: Het beleidsplan beschrijft alle aspecten rondom spelen, speeltuinen, speeltoestellen en speelruimte voor kinderen van 0 tot 18 jaar. Naast de vaststelling van het minimale onderhoudsniveau en de spreiding van de speelvoorzieningen in de gemeente, zijn in het plan ook verbetervoorstellen opgenomen om de speelvoorzieningen aantrekkelijk te maken voor wisselende leeftijdsgroepen. Huidige stand van zaken: Prioriteit wordt gegeven aan het opheffen van (mogelijke) gevaarlijke situaties en onderhoudsachterstanden. Momenteel voldoet 100% aan de veiligheidseisen. Afhankelijk van het resterende budget wordt bekeken of er mogelijkheden zijn om de spreiding en verbetering van speelvoorzieningen door te voeren. Op secundaire plaatsen worden toestellen verwijderd om een betere spreiding van de voorzieningen over een gebied te verkrijgen. De ruimte blijft beschikbaar voor spelen. Met name de in het beleidsplan geformuleerde doelen om een evenwichtiger leeftijdsopbouw (0-18 jaar) te krijgen en minder te investeren in toestellen en meer in natuurlijke ruimte, zijn tot op heden nog onvoldoende uitgewerkt. Ontwikkelingen in 2013: Het vastgestelde onderhoud- en vervangingsbeleid wordt voortgezet met in acht name van de financiële mogelijkheden. Er is voortdurend aandacht nodig voor de communicatie over het Speelruimteplan omdat onduidelijkheden over berekeningsgrondslagen telkens opnieuw vragen oproepen. De demografische gegevens en de aanwezige speelruimte per wijk of buurt zullen conform de werkwijze van dit plan tegen elkaar worden afgezet telkens als er zich mutaties op een speelplek voordoen. Bezuinigingen: In de jaren 2013 t/m 2015 zal nog verder bezuinigd worden op de budgetten zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor het onderhoud loopt dit op van € 8.655 (in 2013) naar € 17.310 (in 2015).
Programmabegroting 2013
77
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Financieel:
Op de laatste bladzijde van programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor speelvoorzieningen opgenomen als een onderdeel van “Openbaar groen” . Product 580.11
Lasten 493.407
Baten 50
Saldo 493.357
9. Verkeersvoorzieningen Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan aanwezig: Kwaliteitsniveau/beleidsvisie:
Huidige stand van zaken:
Ontwikkelingen in 2013:
Financieel:
Geen beleidsnotitie aanwezig n.v.t. 4 Is niet aanwezig. Omdat verkeersvoorzieningen een wezenlijk onderdeel uitmaken van de inrichting van de weg en een verkeersveilig verloop van het verkeer beogen, zijn wettelijke eisen gesteld aan de onderhoudstoestand van de verschillende voorzieningen. Onder verkeersvoorzieningen worden onder meer verstaan; verkeersregelinstallaties, verkeersborden, wegwijzers, straatnaamborden, geleiderailconstructies en wegmarkeringen. Op dit moment wordt geen structureel of planmatig onderhoud uitgevoerd aan deze voorzieningen. Dit is mede terug te voeren op het ontbreken van zowel een beheerplan met meerjarenonderhoudsplanning als een adequate inventarisatie van het areaal. Er is sprake van achterstallig onderhoud aan de voorzieningen. De omvang hiervan is niet exact bekend en wordt pas duidelijk na de opstelling van een beheerplan. De nieuwwaarde van de diverse verkeersvoorzieningen bedraagt naar schatting € 700.000. Om de totale omvang van vooral de bebording te beperken, wordt eerst zeer kritisch gekeken naar nut en (wettelijke) noodzaak om borden toe te passen. Waar mogelijk worden overbodige voorzieningen verwijderd en aan nieuwe verzoeken worden hoge eisen gesteld. In verband met de gemeentebrede noodzakelijke bezuinigingen is het budget sinds 2009 met ruim € 9.000 gedaald. Dit komt overeen met 9 %. Op de laatste bladzijde van programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor verkeersvoorzieningen opgenomen als een onderdeel van “Verkeersmaatregelen”. Product 211.20
78
Lasten 473.264
Programmabegroting 2013
Baten 0
Saldo 473.264
Paragraaf 4.4 Financiering
Paragraaf 4.4 Financiering De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) stelt regels voor het financieringsgedrag van decentrale overheden. Hierbij gaat het om regels voor het beheersen van financiële risico’s op aangetrokken en op uitgezette middelen, alsmede voor het beheer van de treasury. De uitvoering van de treasuryfunctie vereist snelle beslissingen in een complexe geld- en kapitaalmarkt. Het beleid van de gemeente Lingewaard voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het treasurystatuut als onderdeel van de Verordening financieel beheer (artikel 212 Gemeentewet). 1. Algemene ontwikkelingen Intern Het treasurystatuut van de gemeente Lingewaard is op 10 februari 2011 door de raad vastgesteld. In dit treasurystatuut is de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd. Enkele belangrijke punten hieruit zijn: - Renterisicobeheer, normen worden niet overschreden - Kredietrisicobeheer, uitzettingen worden alleen gedaan bij instellingen met minimaal een AA-minus rating en dan nog voor maximaal 2,5 miljoen Euro. De resterende middelen bij instellingen met minimaal een AA-rating. Hierbij wordt alleen gebruik gemaakt van o.a. rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, garantieproducten, etc., oftewel alleen in producten waarbij het koersrisico nagenoeg nihil is. - Financiering, externe financieringsmiddelen worden alleen dan aangetrokken, wanneer de interne financieringsruimte onvoldoende is. Kortom de gemeente Lingewaard heeft gekozen voor een laag risicoprofiel. Extern Onze rentevisie is als volgt: -
Kapitaalmarktrente (lang) Geldmarktrente (kort)
2012 1,9% 0,5%
2013 2,2% 0,6%
2014 e.v. 2,5% 0,7%
Bij de bepaling van onze rentevisie richten wij ons op de verwachting van een aantal grote banken. Ten opzichte van de begroting 2012 ligt deze rentevisie een stuk lager. Dit komt o.a. doordat in 2011 de algemene verwachting in de markt was dat de Refi-rente (basis voor de geldmarktrente) van 1,5% een geruime tijd gehandhaafd zou blijven. Echter nu (augustus 2012) is deze rente inmiddels door de ECB in een aantal stappen verlaagd tot 0,75%. Ook voor de Kapitaalmarktrente geldt dat deze verwachting neerwaarts is bijgesteld. De problemen in een aantal Zuid Europese landen, zoals Griekenland, Spanje en Italië houden aan, waardoor er nog steeds veel onzekerheid is in de markt. Doordat er steeds minder veilige havens voor beleggers overblijven, zal de druk op de Europese lange rente voorlopig waarschijnlijk niet verdwijnen, waardoor het aannemelijk is dat de rentemarkt onder druk blijft liggen.
Programmabegroting 2013
79
Paragraaf 4.4 Financiering
2. Risicobeheer Renterisico’s In de volgende overzichten worden de renterisico’s op de korte en lange schuld getoetst aan de wettelijke norm uit hoofde van de Wet fido. Hieruit blijkt dat wij voor het begrotingsjaar 2013 volgens de huidige liquiditeitenplanning binnen de kas1 geldlimiet zullen blijven. KASGELDLIMIET PER 01-01-2013 De kasgeldlimiet bedraagt: 8,5% van € 89.890.000 = € 7.641.000. De te verwachten ontwikkelingen van de vlottende schuld, getoetst aan de limiet, ziet er als volgt uit: ( x € 1.000) Netto vlottende Schuld
Kasgeldlimiet
Ruimte + Overschrijding -
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
5.000 7.000 1.000 6.000
7.641 7.641 7.641 7.641
+ 2.641 + 641 + 6.641 + 1.641
Jaargemiddelde
4.750
7.641
+ 2.891
1
Kasgeldlimiet is een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de
gemeente bij aanvang van het jaar. Dit is het maximale bedrag wat aan vlottende schuld mag worden aangehouden.
80
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.4 Financiering 1
Het renterisico op de vaste schuld blijft gedurende het gehele meerjarenperspectief onder de renteri2 siconorm , zoals uit het volgende overzicht blijkt. Bij het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen zal in ieder geval rekening worden gehouden met deze renterisiconorm, zodat deze ook in de toekomst niet overschreden zal worden.
RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD PER 01-01-2013 (Bedragen x EUR 1.000) 2013 2014 2015 2016 Renterisico op vaste schuld budget budget budget budget 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 0 0 0 0 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) 0 0 0 0 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) 10.000 10.000 0 0 3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) 0 0 0 0 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) 10.000 10.000 0 0 5. Betaalde aflossingen 5.229 5.229 2.729 12.672 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 5.229 5.229 0 0 7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 5.229 5.229 0 0
1
Renterisiconorm 8. Begrotingstotaal per 1 januari 9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 10. Renterisiconorm
89.890 20% 17.978
89.890 20% 17.978
89.890 20% 17.978
89.890 20% 17.978
Toets Renterisiconorm 10. Renterisiconorm 7. Renterisico op vaste schuld 11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7)
17.978 5.229 12.749
17.978 5.229 12.749
17.978 0 17.978
17.978 0 17.978
Renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. Dus
als b.v. voor een lening van € 1.000.000,= contractueel na 10 jaar een nieuw rentepercentage moet worden vastgesteld, dan lopen wij na die 10 jaar een renterisico over die € 1.000.000,=, omdat wij van tevoren niet weten wat het percentage over 10 jaar zal zijn. 2
Renterisiconorm is een bij aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de
gemeente dat bij realisatie niet mag worden overschreden. Onder begrotingstotaal wordt verstaan het totaal van de lasten op de begroting. Programmabegroting 2013
81
Paragraaf 4.4 Financiering
1
Kredietrisico’s In het volgende overzicht worden de kredietrisico’s op de verstrekte gelden weergegeven. Hiervoor zijn de risico’s aangegeven per risicogroep. Risicogroepen zijn de types instellingen aan wie gelden zijn verstrekt. De risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij de woningcorporaties is het risico het laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst. KREDIETRISICO OP VERSTREKTE GELDEN Risicogroep
Restantschuld x 1.000 euro
Woningcorporaties Hypothecaire geldleningen ambtenaren Startersleningen Verenigingen/stichtingen Totaal
%
2.159 6.636 1.274 121
21,2% 65,1% 12,5% 1,2%
10.190
100%
Zoals uit voorgaand overzicht blijkt zijn de kredietrisico’s voor de gemeente Lingewaard minimaal. 2 Bij de leningen verstrekt aan de woningcorporaties geldt het WSW als achtervang, bij de hypothecaire geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. Ook de startersleningen worden verstrekt met hypothecaire zekerheid. Alleen bij de leningen verstrekt aan de verenigingen/stichtingen bestaat een klein kredietrisico, dit aandeel is echter beperkt van omvang, te weten 1,2% van de totale uitzettingen. 3. Financiering
3
Financieringspositie Ultimo 2011 hadden wij voor ruim € 84 miljoen aan langlopende geldleningen aangetrokken. In de loop van 2012 bleek het noodzakelijk om nog eens €10 miljoen extra te lenen. Bij ongewijzigd beleid verwachten wij, volgens de huidige liquiditeitenplanning, ook in 2013 en 2014 een lening van € 10 miljoen te moeten aantrekken. Dit is enerzijds noodzakelijk omdat er door de economische omstandigheden nog steeds niet op nauwelijks grond wordt verkocht en er dus fysiek geen geld binnenkomt. Anderzijds komt er onvoldoende geld binnen om aan de aflossingsverplichting van de reeds afgesloten leningen te kunnen voldoen. Op korte termijn zien wij nog geen mogelijkheden om de langlopende schuld af te bouwen. Hiervoor is het van belang dat de economie dusdanig aantrekt dat er weer inkomsten uit de grondexploitatie komen. Deze middelen kunnen dan ingezet worden voor de reguliere aflossingen, waardoor de schuldpositie van de gemeente zal verbeteren.
1
Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplich-
tingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie (onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen) 2
WSW is Waarborgfonds Sociale Woningbouw, indien de woningcorporaties niet meer kunnen betalen treed het WSW in hun plaats,
derhalve zeer laag risico voor kredietverstrekkers. 3
Financiering is het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.
82
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.4 Financiering
Leningenportefeuille Uit het volgend overzicht blijkt dat ten gevolge van het opnemen van een nieuwe geldlening en de reguliere aflossingen in 2012 het gemiddelde rentepercentage zal stijgen met 0,16%. MUTATIES VASTE SCHULD IN 2013
Bedrag
(Bedragen x EUR 1.000) Gemiddelde Invloed op rente gem. rente
Beginstand per 1 januari 2013
89.193
3,82%
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Omzetting vast naar vlottend Omzetting vlottend naar vast
10.000 -5.229 0 0 0 0 0
5,00% 3,21% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,13% 0,03% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Eindstand per 31 december 2013
93.964
3,98%
0,16%
Relatiebeheer De huisbankier van de gemeente Lingewaard is de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Wij hebben regelmatig overleg met de BNG over financieringsvraagstukken en de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. 4. Organisatie / informatievoorziening De medewerker treasury heeft regelmatig contact met de diverse budgetbeheerders en budgethouders om de liquiditeitenplanning zo actueel mogelijk te houden. Deze contacten gaan altijd vanuit de afdeling financiën. Actieve informatieverstrekking vanuit de afdelingen blijft een punt van aandacht. De liquiditeitenplanning zal in ieder geval 2 keer per jaar volledig geactualiseerd worden. Tussentijds bekend geworden mutaties worden onmiddellijk verwerkt, zodat de liquiditeitenplanning altijd zo actueel mogelijk is.
Programmabegroting 2013
83
Paragraaf 4.4 Financiering
84
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering De interne focus verschuift steeds meer naar een externe focus. De burger stelt meer eisen aan zijn gemeente en verwacht terecht dat wij hierop inspelen. Onze gemeente dient professioneel te functioneren. Ter ondersteuning hiervan heeft de Rijksoverheid de Nederlandse code voor goed openbaar bestuur gepubliceerd, zijnde: openheid en integriteit, participatie, behoorlijke contacten met de burger, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording. Het Rijk roept de gemeenten op de hierin opgenomen beginselen van goed openbaar bestuur toe te passen. Deze beginselen raken de bedrijfsvoering van onze gemeente in al haar facetten. Wij hebben de paragraaf bedrijfsvoering analoog aan deze beginselen ingericht. De traditionele functies die binnen de bedrijfsvoering worden onderscheiden, treft u aan in programma 5 “Interne organisatie als klant”.
Wat willen we bereiken? A. Openheid en integriteit: Wij zijn open en integer en maken duidelijk wat we daaronder verstaan. We geven in ons gedrag het goede voorbeeld, zowel binnen de organisatie als daarbuiten. B. Participatie: Wij weten wat er leeft in de maatschappij en laten zien wat we ermee doen. C. Behoorlijke contacten met de burger: Wij zorgen ervoor dat wij en de organisatie ons behoorlijk gedragen in contacten met burgers. D. Doelgerichtheid en doelmatigheid: Wij maken de doelen van de organisatie bekend en nemen de beslissingen en maatregelen die nodig zijn om de gestelde doelen te behalen. E. Legitimiteit: Wij nemen de beslissingen en maatregelen die we mogen nemen en die in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving. De beslissingen zijn te rechtvaardigen. F. Lerend en zelfreinigend vermogen: Wij verbeteren onze prestaties en die van de organisatie en richten de organisatie hier op in. G. Verantwoording: Wij zijn bereid ons regelmatig en ruimhartig jegens de omgeving te verantwoorden.
Wat doen we daarvoor? A. Openheid en integriteit
Raadsinformatiesysteem Met ingang van september 2012 is er een nieuw raadsinformatiesysteem dat tezamen met andere informatie over en rondom de gemeenteraad een geheel vormt. De griffie is doende om dat systeem te vullen met agenda's, vergaderstukken, besluitenlijsten, verslagen en geluidsopnamen van Politieke Markt, Politieke Avond en raadsvergaderingen. Dit met terugwerkende kracht tot het begin van de nu lopende raadsperiode. Het bijhouden is een continu proces. Publicatie decentrale regelgeving De website www.overheid.nl is de toegang tot alle informatie en diensten van de Nederlandse overheid op internet. Alle actuele verordeningen zijn inmiddels geplaatst op deze website en dit wordt waar nodig ook ververst. De gemeentelijke bekendmakingen staan al op www.overheid.nl. Alle bekendmakingen voor Het Gemeentenieuws worden ook op de eigen website van de gemeente geplaatst en vandaar direct doorgezet naar www.overheid.nl. Verder zal in 2013 worden gestart met het plaatsen van de gemeentelijke beleidsregels. Dit bevindt zich nog in een ‘pilot’-fase, welke de komende jaren nader wordt ingevuld. Programmabegroting 2013
85
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
Publicatie decentrale regelgeving Plaatsen van alle verordeningen op de website www.overheid.nl Plaatsen van de gemeentelijke bekendmakingen op de website www.overheid.nl
Indicator 100% 100%
Gedragsregels Met betrekking tot het onderdeel integriteit zijn normen en waarden uitgewerkt voor de wijze waarop leden van de gemeenteraad en het college van B&W inhoud geven aan hun taken. Deze integriteitsregels zijn vastgelegd in de gedragscode voor politieke ambtsdragers 2011. Vanwege de nauwe betrokkenheid van ambtenaren bij het vorm geven aan de gemeentelijke taken, zijn ook voor hen gedragsregels opgesteld. Middels het teamoverleg wordt organisatiebreed periodiek aandacht geschonken aan het thema integriteit. Ambtseed of -gelofte Het vertrouwen in de overheid staat en valt met integriteit. De samenleving moet kunnen vertrouwen op de onkreukbaarheid van ambtenaren. Met het afleggen van de ambtseed/belofte is er een ceremonieel moment waarop de ambtenaar bevestigt dat hij/zij zich als een goed ambtenaar zal gedragen. Op deze wijze committeert iedere individuele medewerker zich aan de speciale taak en opdracht als ambtenaar. Elke medewerker die in dienst treedt legt de ambtseed of -gelofte (verplicht) af tegenover de gemeentesecretaris.
B.
Participatie
Wij betrekken burgers en belangrijke partijen nadrukkelijk bij het vormen of bijstellen van ons beleid. Voorbeelden hiervan zijn: • de Politieke Avond, waar burgers via het spreekrecht het woord wordt gegeven. • de Politieke Markt, waar inwoners en andere belangstellenden kunnen meepraten over nieuw beleid. Bedoeling is dat er een levendige discussie ontstaat tussen alle aanwezigen en meningen en standpunten kunnen worden uitgewisseld en verhelderd. • spoorboekje burgerparticipatie waarin de kaders zijn vastgesteld voor een participatieve stijl van besturen en interactieve beleidsvorming. Met dit kader zijn we er nog niet. In 2012 wordt een compact actieplan opgesteld zodat we met het fenomeen burgerparticipatie verder aan de slag kunnen. • de wijkplatforms, alwaar de gebiedscoördinatoren de contacten tussen de gemeente en de wijkbewoners verzorgen. Zij zijn de vraagbaak voor de wijkplatforms en zijn goed op de hoogte van wat er in de wijken speelt en leeft. Via de gebiedscoördinatoren worden werkplannen van de wijkplatforms uitgevoerd en informatie over de gemeentelijke activiteiten verstrekt. De coördinatoren zorgen voor de gewenste inbreng/inspraak vanuit de wijkplatforms en de bewoners om te komen tot een gezamenlijk breed gedragen resultaat.
C.
Behoorlijke contacten met burgers
De organisatie is ingericht naar de logica van de burger. De burger kan zich in verschillende hoedanigheden melden bij de gemeente, namelijk als: partner, klant, onderdaan en gebruiker/wijkbewoner. De tevredenheid van de burger hangt af van de prestaties die wij in elk van die hoedanigheden leveren. Behoorlijke contacten met burgers en de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sinds een aantal jaren wordt structureel gewerkt aan verbetering van de dienstverlening (programma dienstverlening). Als basis daarvoor geldt de in 2008 vastgestelde nota “kwaliteit & service” waarin de gewenste ontwikkeling van de dienstverlening is geschetst voor de periode 2008-2015. Met de ingebruikname van het nieuwe gemeentekantoor is gestart met het werken op afspraak. Insteek van deze nieuwe methode van werken was ingegeven door de wens om te komen tot een betere dienstverlening waarbij de burgers direct door de juiste persoon worden geholpen. In 2013 blijft het accent liggen op het werken op afspraak. De methode zal in 2013 worden geëvalueerd.
86
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
Naast het bovenstaande zal ook uitvoering worden gegeven aan de overheidsbrede visie op dienstverlening (NUP, zie ook programma 5 “Interne organisatie als klant”).
D.
Doelgerichtheid en doelmatigheid
Onze organisatie is blijvend in beweging. Wij veranderen mee met de samenleving. Als we dat niet doen dan plaatsen we ons snel buiten de werkelijkheid. De komende tijd worden wij geconfronteerd met diverse ontwikkelingen die vragen om een passend antwoord. Wij denken hierbij aan: • Intergemeentelijke samenwerking. Ingezet wordt op een succesvolle intergemeentelijke samenwerking met Arnhem, Overbetuwe, Renkum en Rheden. In dit kader zijn de volgende taakvelden geselecteerd: project- en interim-management(pool), intergemeentelijk sportbedrijf, subsidieverwerving, belastingen, inkoop & aanbesteding, sociale diensten, ingenieursbureau, arbeidsvoorwaarden en rechtspositie, ICT-systemen en -applicaties en “juridische kenniskring” implementatie nieuwe wet- en regelgeving. De thema’s jeugd, Volksgezondheid, Wmo, Begeleiding en Arbeidsmarkttoeleiding / Wwnv worden in breder regionaal verband opgepakt. • Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD). De ambtelijke organisatie is aan grote verandering onderhevig. Grote gevolgen heeft in het bijzonder de participatie in de Omgevingsdienst regio Arnhem (ORA). Deze uitvoeringsdienst zal het omvangrijke takenpakket van vergunning-verlening, advisering, toezicht en handhaving ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gaan uitvoeren. De consequentie daarvan is dat een aanzienlijke formatie (meer dan 30 fte primaire formatie en formatie bedrijfsvoering/management) overgaat naar deze Omgevingsdienst. • Regionalisering brandweer. In verband met de wijziging van de Wet op de Veiligheidsregio’s wordt de gemeentelijke brandweer (verplicht) ondergebracht bij de regionale brandweer. De Veiligheidsen Gezondheidsregio Gelderland-Midden werkt via een projectstructuur uit op welke wijze één regionaal brandweerkorps kan worden gevormd per 1 januari 2014. De uitvoering van de brandweerzorg blijft lokaal. Het doel van de regionalisering is uniformiteit in de brandweerzorg voor alle gemeenten en het behalen van efficiencyvoordelen. • Strategische discussienota “Naar een nieuwe balans”. Het doel van de strategische discussie-nota is om de bestuurlijke en economische slagkracht van de gemeente Lingewaard in de regio te waarborgen en daar waar mogelijk zelfs te versterken. Daarvoor is het noodzakelijk dat helder is wat voor gemeente wij willen zijn, dat inzicht bestaat in de maatschappelijke uitdagingen die op ons afkomen en dat keuzes worden gemaakt om deze uitdagingen het hoofd te bieden. Voornoemde nota legt tevens een relatie met de kerntakendiscussie, bestuurskracht en samenwerking. Het spreekt voor zich dat de uitkomsten een behoorlijke impact kunnen hebben op de positie en rol van de gemeente Lingewaard in de regio. Bovengenoemde ontwikkelingen hebben consequenties voor de opbouw, structuur, formatie en aansturing van de ambtelijke organisatie. Dit onderdeel wordt tevens meegenomen in de strategische personeelsplanning van de organisatie.
Programmabegroting 2013
87
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
Kengetallen
Onderwerp Personeelsformatie (fte) (begroot) Gemiddeld aantal personeelsleden per 1.000 inwon. Gemiddelde diensttijd Gemiddelde leeftijd Loonsom1 (x € 1.000) Inschakeling derden (x € 1.000) Ziekteverzuimpercentage Instroom (aantal personeelsleden) Uitstroom (aantal personeelsleden) Opleidingsbudget (in €)
Werkelijk 2009 278,16
Werkelijk 2010 282,55
Werkelijk 2011 293,36
Begroting 2012 275,24
Begroting 2013 267,82
5,9
6,2
6,4
5,9
5,8
12,77 45,88 15.129 1.377
13,38 46,27 15.852 1.649
12,49 46,32 15.778 1.231
16.468 19
16.366 11
5,74 31
6,22 11
4,75 8
4,5
4,5
13
14
22
389.751
319.718
352.682
412.070³
421.650
2
Uitsplitsing personeelsformatie begroting 2013 naar klantrollen: Directie 1,00 Ambtelijke ondersteuning 4,00 Burger als partner (Beleids- en projectontwikkeling) 30,84 Burger als klant (Dienstverlening) 75,24 Burger als onderdaan (Veiligheid, Toezicht en Handhaving) 26,33 Burger als wijkbewoner (Openbare ruimte) 54,14 Interne organisatie als klant (Bedrijfsvoering ) 73,38 TOTAAL 264,93 Opgemerkt wordt dat in bovenstaande tabel nog geen rekening is gehouden met de ontwikkelingen van de Omgevingsdienst regio Arnhem (ORA). Zoals aangegeven is bij onderdeel D “Doelgerichtheid en doelmatigheid” gaat meer dan 30 fte primaire formatie en formatie bedrijfsvoering/management over naar deze omgevingsdienst. Tot slot wordt met ingang van 1 januari 2013 ingestoken op een goede mix van vast en tijdelijk personeel om tijdig en flexibel in te kunnen spelen op de ontwikkelingen. Inhuur derden Maximale inhuur derden uitgedrukt als percentage van de totale loonsom.
E.
Indicator 10%
Legitimiteit
Adequaat besluitvormingsproces Het vastleggen van de besluitvormingsacties en het op tijd en op maat rapporteren over de voortgang aan de gemeenteraad, college en managementteam is een tijdkritisch proces. Om ten aanzien van het besluitvormingsproces beter in control te zijn, wordt gewerkt met een zogenaamde politiek/bestuurlijke actielijst 1
De loonsom is exclusief vrijwillige brandweer, gemeenteraad, college, voormalige wethouders, ambtenaren burgerlijke
stand en overig voormalig personeel. 2
Inclusief opleidingskosten vrijwillige brandweer.
88
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
waarin de moties, toezeggingen, artikel 38 reglement van orde vragen, maar ook de actiepunten naar aanleiding van de B&W-vergadering worden verzameld en bewaakt op voortgang en afdoening (via de stoplichtenprocedure). Naast voornoemde actielijst wordt ook gewerkt met een actielijst op het gebied van bedrijfsvoering. Deze lijst wordt op nagenoeg dezelfde wijze opgezet als de politiek/bestuurlijke actielijst.
Bezwaarschriften, klachten en WOB-verzoeken Bezwaarschriften Burgers, bedrijven en andere belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen gemeentelijke besluiten. Bij de bezwaarafhandeling laat het college zich adviseren door een onafhankelijke commissie van advies voor de bezwaarschriften. Na advisering door de commissie neemt het college een beslissing op bezwaar. De wettelijke termijn voor het afhandelen van een bezwaarschrift is 12 weken, met de mogelijkheid van verdaging met extra 6 weken. Met ingang van 2012 is de procedure aangepast en erop ingericht om deze termijnen zoveel mogelijk te halen. Op basis van de tussentijdse resultaten in 2012 gaan we uit van de volgende indicatoren. Indicator 2013 Afhandeling van de ontvangen bezwaarschriften binnen de gestelde 12 wekentermijn: 85% Afhandeling van de ontvangen bezwaarschriften binnen de gestelde 18 wekentermijn (na verdaging): 95% Klachten “Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of haar heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.” Zo luidt de tekst van artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht. Klachten worden informeel, door bijvoorbeeld leidinggevenden, binnen 6 weken of formeel, na advisering door de klachtadviescommissie binnen, 10 weken (beide met de mogelijkheid van verdaging met 4 weken) afgehandeld. Er wordt altijd geprobeerd om de klacht informeel op te lossen en als dat niet lukt wordt ad-hoc een behandeling door een klachtadviescommissie ingepland en wordt door deze commissie advies uitgebracht aan het college, dat vervolgens een besluit neemt. Indicator 2013 Percentage klachten dat binnen de 14 wekentermijn (na verdaging) wordt afgehandeld: 95% WOB-verzoeken WOB-verzoeken worden in de regel afgehandeld binnen 4 weken (met mogelijkheid van verdaging met 4 weken) nadat het verzoek is ontvangen. De termijn is erg afhankelijk van de gegevens waarom wordt verzocht. Indicator 2013 Percentage WOB-verzoeken dat binnen de 4 wekentermijn wordt afgehandeld: 75%
Wet dwangsom Op 1 oktober 2009 is de “Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen” in werking getreden. Wanneer de gemeente niet tijdig op een aanvraag of bezwaar beslist dan kan de aanvrager de gemeente “in gebreke stellen” De gemeente heeft dan twee weken de tijd om alsnog een beslissing te nemen. Gebeurt dat niet, dan verbindt de nieuwe wet daaraan twee gevolgen: 1. De dwangsom begint automatisch te lopen. De aanvrager heeft recht op een dwangsom voor elke dag dat de beslistermijn overschreden wordt. De dwangsom loopt ten hoogste 42 dagen (en bedraagt maximaal € 1.260). 2. De aanvrager kan direct beroep instellen. Verklaart de rechtbank het beroep gegrond, dan is de gemeente verplicht om alsnog binnen twee weken te beslissen. Bovendien kan de rechtbank ook nog eens een dwangsom opleggen. Programmabegroting 2013
89
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
In 2013 zal net als in voorgaande jaren alles erop gericht zijn om te voorkomen dat de gemeente in gebreke wordt gesteld. Bij aanvragen ligt het primaat bij de vakafdelingen, maar vooral bij bezwaren zal vanuit Juridische Zaken de vinger aan de pols worden gehouden. Wanneer de gemeente desondanks toch in gebreke wordt gesteld, dan zal er in ieder geval alles aan worden gedaan om binnen twee weken toch een beslissing op bezwaar te nemen.
F.
Lerend en zelfreinigend vermogen
Rekenkamercommissie, accountant en auditcommissie Voor zowel het bestuur als de ambtelijke organisatie geldt dat zij hun prestaties kunnen verbeteren door te leren van eventuele gemaakte fouten en andere ervaringen. Beide laten zich controleren op hun functioneren en zijn daar op aanspreekbaar. Ontvankelijkheid voor signalen uit de omgeving draagt bij aan het zelfreinigend en lerend vermogen. Zo ontstaat de nodige “hygiëne” in de organisatie. Voornoemde signalen worden onder andere afgegeven door de rekenkamercommissie, de accountant en de auditcommissie. De rekenkamercommissie heeft als taak onderzoek te doen naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. In 2012 is gekozen voor het volgende onderzoeksprogramma: • onderzoek naar de jaarstukken 2011; • nazorg onderzoek grondbeleid; • onderzoek Bergerden; • doorwerking van onderzoeken rekenkamercommissie; • evaluatie WMO. De aanbevelingen van de rekenkamercommissie worden als input gebruikt voor het doorvoeren van verbeteringen terzake. Dit geldt uiteraard ook voor het door de accountant jaarlijks op te stellen rapport van bevindingen inzake de interim controle en de jaarrekening. De auditcommissie stemt in onderling overleg de onderzoeksplannen van de gemeenteraad, het college van B&W en de accountant af.
Doorontwikkeling programmabegroting Bij de behandeling van de programmabegroting 2012, in de raadsvergadering van 10 november 2011, was sprake van een breed gedragen intentie om de programmabegroting door te ontwikkelen zodat de raad zijn kaderstellende en controlerende functie beter kan vervullen. De insteek is om de te bereiken doelen concreter te formuleren en meer meetbaar te maken. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van de systematiek van de doelenbomen. De doorontwikkeling van de programmabegroting is een continu proces dat tezamen met uw gemeenteraad en de auditcommissie wordt opgepakt. Onderzoek artikel 213a gemeentewet De gemeentewet schrijft voor dat ons college verplicht is om periodiek onderzoek te verrichten naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door haar gevoerde bestuur. Anders dan de onderzoeken door de Rekenkamer, gaat het hierbij om zelfonderzoek. Het college onderzoekt het eigen gevoerde bestuur, zoals uitgevoerd door de ambtelijke organisatie. Jaarlijks wordt in een onderzoeksplan uitgewerkt op welke thema’s het onderzoek zich richt. Dit plan wordt vóór 31 december aan uw raad gezonden. Uiteindelijk wordt ook de rapportage ter kennisgeving aan uw raad verstrekt. Benchmark Tot slot wordt eens in de twee jaar deelgenomen aan de benchmark “waar staat je gemeente”. Deze benchmark is ingericht naar de burgerrollen. De uitkomsten worden meegenomen in de afdelingsplannen (een vertaling van de uitkomsten van de benchmark naar de jaarrekening/-verslag is helaas niet mogelijk omdat de gegevens niet tijdig voorhanden zijn). 90
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
G. Verantwoording
Jaarrekening, najaarsnota, tussentijdse rapportages en IC-plan Het afleggen van verantwoording is essentieel voor het functioneren van de gemeente. Dit vindt plaats in twee collectieve documenten, te weten de jaarrekening en de najaarsnota. Tevens wordt verantwoording afgelegd via een aantal tussentijdse rapportages. Jaarlijks wordt een intern controleplan (IC-plan) opgesteld waarin gericht wordt gekeken naar de juistheid, volledigheid, tijdigheid en/of rechtmatigheid van de (financiële) administratie. Dit IC-plan wordt door de accountant gebruikt als input voor de door hen te verrichten werkzaamheden.
Programmabegroting 2013
91
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
92
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen Inleiding De door de gemeenteraad vastgestelde notitie verbonden partijen vormt een aantal jaren de basis voor een toezichtarrangement waardoor tijdig inzicht mogelijk is op en sturing kan worden gegeven aan ontwikkelingen die van invloed zijn op de toekomstige financiële situatie van organisaties in de sfeer van verlengd lokaal bestuur. Deze notitie reikt tevens het algemene kader aan, waaraan eventuele nieuwe samenwerkingsverbanden worden getoetst. Een onderdeel van dit toezichtsarrangement betreft de wijze waarop door de gemeentelijk vertegenwoordiger gerapporteerd wordt aan de gemeenteraad. In onze gemeente is dit inmiddels gemeengoed geworden door tijdens politieke avonden een vast agendapunt daarvoor in te ruimen. Voor de volgende verbonden partijen zijn de risico’s inzichtelijk gemaakt: - gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) (voorheen Hulpverlening Gelderland Midden (HGM)); - idem Stadsregio Arnhem Nijmegen; - idem Euregio Rijn-Waal; - idem Openbaar Lichaam Bergerden (OLB); - idem Werkvoorzieningschap Midden Gelderland (Presikhaaf); - idem voor Onderwijszaken (GRO); - idem Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA); Daarbij wordt voor deze verbonden partijen specifiek ingegaan op de volgende onderdelen: - basisgegevens; - bestuurlijke relatie; - financiën; - financiële risico’s; - maatschappelijke risico’s. Dit biedt voor de gemeentelijke vertegenwoordigers een handvat voor de aansturing van de betreffende verbonden partij. Bovendien wordt daardoor op ambtelijk en bestuurlijk niveau inzicht gekregen in het functioneren van de verbonden partij. Verder komen de concept-begrotingen en jaarverslagen van de zwaardere verbonden partijen aan de orde in collegevergaderingen en worden de bevindingen ter kennis gebracht van de gemeenteraad. Bij het algemene toezichtskader zijn de volgende processtappen te onderscheiden: 1. probleem- en risicoanalyse; 2. onderzoeken en informeren; 3. bestuurlijk beoordelen; 4. indien nodig: interveniëren; 5. rapporteren door de toezichthouder; 6. evalueren. De specifieke risico’s ten aanzien van enkele zwaardere verbonden partijen worden behandeld in de paragraaf weerstandsvermogen.
Programmabegroting 2013
93
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Het beleid ten aanzien van verbonden partijen Het beleid om in verbonden partijen te participeren is gebaseerd op een aantal criteria. Deze criteria zijn kort samengevat: - het participeren in een verbonden partij is alleen toegestaan indien daarmee een publieke taak wordt gediend; - participatie in een privaatrechtelijke rechtsvorm vindt uitsluitend plaats indien onderzocht en gemotiveerd is waarom uitvoering van beleidsvoornemens niet in een publieke rechtsvorm kan plaatsvine den (zie ook art. 160, 2 lid Gemeentewet).
Ontwikkelingen Park Lingezegen Het Openbaar Lichaam Park Lingezegen is opgericht om Park Lingezegen te realiseren en te beheren. In een bestuursovereenkomst van juli 2008 hebben de verschillende partijen besloten tot de instelling van een gemeenschappelijke regeling zodat besluitvorming en uitvoering voor het park bij één partij komen te liggen. Het openbaar lichaam werkt onder mandaat van de deelnemende partijen. Het Openbaar Lichaam is operationeel sinds 1 december 2010. De realisatie van Park Lingezegen is vastgelegd in de eerder aangehaalde bestuursovereenkomst. In het uitvoeringsprogramma Park Lingezegen zijn de projecten beschreven die tot en met 2013 zullen worden uitgevoerd. In een bijbehorend masterplan is het ruimtelijk ontwerp vastgelegd dat wordt gebruikt als toetsingskader bij de ruimtelijke invulling. Het ontwerp vanuit het masterplan is nader uitgewerkt in een intergemeentelijke structuurvisie voor het parkgebied. Het Openbaar Lichaam Park Lingezegen heeft tot taak de uitvoering en realisatie van het uitvoeringsprogramma evenals de coördinatie van het beheer van gerealiseerde onderdelen van Park Lingezegen. De partners die samen aan dit openbaar lichaam deelnemen zijn: provincie Gelderland, gemeenten Lingewaard, Overbetuwe en Arnhem en Waterschap Rivierenland. De gemeente Nijmegen gaat deelnemen vanaf 1-1-2014. Het park is opgedeeld in 5 deelgebieden die elk een eigen karakter krijgen. In het uitvoeringsprogramma worden de deelgebieden gescheiden uitgewerkt. Per zogenaamd ‘Element’ wordt inzichtelijk gemaakt wat en door wie een en ander gerealiseerd kan worden evenals tegen welke kosten. Ook is in een uitvoeringsstrategie de hoofdroute naar realisatie op hoofdlijnen uitgezet. Realisatie van het park bestaat uit het inrichten van natuur. De grond waarop de natuur wordt ingericht is reeds voor het grootste deel eigendom van het openbaar lichaam. Een aantal hectares moet echter nog worden verworven. Het grondbeleid van het openbaar lichaam is gericht op het verwerven en inrichten van de basisuitrusting. Naast de basisuitrusting bestaat ook nog een streefbeeld. Het streefbeeld is echter geen onderdeel van dit project. Grond die wordt aangekocht en niet bij de basisuitrusting behoort wordt in principe geruild tegen grond die wel tot de basisuitrusting behoort, of wordt verkocht. Grond die wordt ingericht als natuur wordt afgewaardeerd naar een waarde van € 0 en na het inrichten overgedragen aan de beherende instantie. De deelnemende gemeenten zijn op basis van de bestuursovereenkomst en de overeenkomst met Staatsbosbeheer bij de oprichting van het Openbaar Lichaam een jaarlijkse bijdrage van € 240.000 aan de gemeenschappelijke regeling verschuldigd. Die bijdrage wordt gestort in het beheerfonds. De investeringskosten zijn in voorgaande jaren gedeeltelijk voldaan. Een jaarlijkse rente van 3 % (€ 60.000) wordt betaald over het nog openstaande investeringsbedrag van € 1.800.000, totdat uiterlijk 31 december 2013 het investeringsbedrag volledig is voldaan. Sinds begin 2012 is de realisatie in gang gezet. Daarvoor is in december 2011 het bestemmingsplan Park Lingezegen vastgesteld en het onteigeningsplan in september 2012.
94
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Stadsregio Arnhem Nijmegen Toekomst Stadsregio De uitkomst van de landelijke discussie over de afschaffing van de Wgr-plus heeft consequenties voor de toekomst van de regionale samenwerking binnen de stadsregio. De discussie hierover is gestart in maart 2012 en zal naar verwachting resulteren in besluitvorming in 2013. Subsidiebureau Brussel Bureau Brussel wil de regionale partijen: overheden, kennisinstellingen en bedrijven helpen een plek te krijgen in de EU calls, projecten, partnerschappen enz. De huidige subsidieperiode loopt af in 2014. In de loop van 2014 komen de eerste mogelijkheden in de nieuwe programmaperiode (2014-2020). Naar verwachting is het subsidieperspectief in 2013 weinig rooskleurig; toch is het streven jaarlijks twee aanvragen te realiseren. Prioritaire thema’s hierbij zijn vooralsnog Energie- en MilieuTechniek (EMT), toerisme, logistiek en gezondheid. Ter ondersteuning van deze doelstelling dient “Brussel” de regio en de sterke punten van de regio voldoende te kennen. De regionale stakeholders dienen goed op de hoogte te zijn van de mogelijkheden die Brussel biedt. Mobiliteit In het Regionaal Plan, de Regionale Nota Mobiliteit en het Masterplan Openbaar Vervoer is gewerkt met een strategische agenda voor mobiliteit. Voor het beleidsveld mobiliteit wordt in 2013 aan een aantal projecten en programma’s gewerkt die voortkomen uit deze nota’s. De regionale bereikbaarheid verbeteren betekent vooral die projecten uitvoeren die zich richten op het faciliteren van de grote regionale vervoersstromen. Dit zijn met name de stromen die goed zijn te bundelen, zoals projecten op de regionale corridor tussen A50, A73, tweede stadsbrug Nijmegen, A325, A15, de Pleyroute en A12. Verder wordt ook in 2013 ingezet op verdere verbetering van het netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer. Voor het aanbieden van mobiliteitsvoorzieningen gaat de stadsregio op zoek naar nieuwe en innovatieve openbaar vervoerssystemen. In het Masterplan Openbaar Vervoer zijn deze principes verder uitgewerkt. Bij fietsen wordt ook ingezet op de belangrijke regionale fietsroutes en de zogenaamde “fietssnelwegen” zoals afronding van het RijnWaalpad tussen Arnhem en Nijmegen. De focus is gericht op projecten die de doorstroming op het regionale wegennet verbeteren om daarmee de regionale ring beter haar functie te laten vervullen. Betere benutting van de bestaande infrastructuur zal ook op de langere termijn een belangrijke bijdrage leveren aan de regionale bereikbaarheid. Dynamisch verkeersmanagement zal in de toekomst een betekenisvolle rol blijven vervullen. Dit wordt uitgevoerd binnen SLIM (Beter Benutten) waarin nu ook mobiliteitsmanagement is betrokken en er meer wordt ingezet op het onderliggende wegennet. In de Regionale Nota Mobiliteit (ReNoMo) werd ook gekozen voor de interne bereikbaarheid van de stadsregio. Deze keuze is in de Mobiliteitsaanpak (de actualisatie van de ReNoMo) opnieuw onderstreept. De meerwaarde van het hoogwaardig openbaar vervoerssysteem moet verder worden benut: daar is nog capaciteit om de groei op te vangen. Deze meerwaarde komt tot stand door afstemming op en verknoping met andere netwerken: auto, fiets en bus/trein. De stadsregio legt het accent bij het vergemakkelijken van de overstap van bus op trein, maar ook van fiets en auto naar openbaar vervoer (transferia en fietsenstallingen). In het Meerjaren Uitvoeringsprogramma Mobiliteit (MUM) wordt het programma voor 2013 vastgelegd en zijn de jaren daaropvolgend indicatief. Belangrijke onderdelen van het MUM zijn doortrekking A15, aanpak A325 (afspraken om de doorstroming op de A325 te optimaliseren), doorstroming busvervoer (HOV netwerk) ter verkorting van reistijd en meer concurrentie ten opzichte van de auto.
Programmabegroting 2013
95
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Met betrekking tot het beheer van de Stadsregiotaxi zijn de acties, gericht op instandhouding reguliere exploitatie concessie Stadsregiotaxi en monitoring en beheer van die concessie. Eureka (energie en klimaat) Wettelijk doel van Eureka is dat per 1 januari 2015 in de hele stadsregio de normen voor respectievelijk fijn stof (PM10) en stikstofoxiden (NOx) worden gehaald. Als beleidsdoel heeft de stadsregio gesteld dat uit oogpunt van volksgezondheid gewerkt wordt aan zo laag mogelijke concentraties fijnstof en stikstofoxiden. Eureka bestaat vooral uit twee programmasporen waar het meeste rendement valt te behalen: Hydra: schoner vervoer door transitie naar schone/duurzame brandstoffen (schonere kilometers door groen gas, waterstof, elektrisch vervoer en intelligente transportsystemen) en slim vervoer (minder kilometers door nieuwe logistieke concepten); Terra: minder vervoer door stedelijke distributie, vervoersmanagement en verbetering van de doorstroming van vrachtverkeer. Afstemming woningbouwcontingenten en afstemming bedrijventerreinen De beleidsuitgangspunten van de Verstedelijkingsvisie en Mobiliteitsaanpak (juni 2011) en het regionaal Programma Bedrijventerreinen (december 2011) zijn uitgewerkt in concrete afspraken tussen stadsregio en regiogemeenten: de Bestuurlijke Overeenkomsten (BOV’s). Deze zijn voorjaar 2012 ondertekend. Doel is meer integraliteit tussen de beleidsvelden wonen, werken en mobiliteit. Actualisatie van de uitvoeringsprogramma’s vindt plaats door middel van inventarisaties en subregionale overleggen. Eind 2013 worden de bestuurlijke overeenkomsten geactualiseerd. Vrijetijdseconomie De vrijetijdseconomie als vestigingsklimaatfactor wordt door de stadsregio Arnhem Nijmegen ondersteund door uitwerking en facilitering van de internationale Liberation Route, door verkenning van de mogelijkheden voor meer samenhangende toeristische activiteiten rondom de rivieren (struin- en fietsroutes en accommodaties) en door het opstellen van een regionaal beeldverhaal. Deze activiteiten worden in samenwerking met ondernemers, RBT-KAN en de provincie opgepakt. Ruimte voor bedrijven De stadsregio richt zich op een voldoende en gevarieerd aanbod aan bedrijventerreinen (Regionaal Programma Bedrijventerreinen), een goed detailhandelsbeleid en het stimuleren van duurzame bedrijventerreinen. In 2013 en volgende jaren zal de uitwerking van de regionale ambitie omtrent vraag, aanbod en herstructurering van bedrijventerreinen (zoals is vastgelegd in het Regionaal Programma Bedrijventerreinen) worden voortgezet op subregionaal niveau. Hierbij nemen monitoring en toepassing van het protocol SER ladder een belangrijke plaats in. Op langere termijn zal de SER ladder ook toegepast gaan worden op kantoren. De afspraken t.a.v. bedrijventerreinenontwikkeling zijn opgenomen in de bestuursovereenkomst. Verder geeft de stadsregio jaarlijks de vastgoedrapportage uit, met een actuele kwantitatieve én kwalitatieve beschrijving van de stand van zaken en de aanstaande ontwikkelingen op het gebied van onroerende zaken in de gehele stadsregio, trends en visie op de toekomst. Detailhandel Op het gebied van detailhandel is in 2012 de evaluatie detailhandelsbeleid afgerond. Na vaststelling door de raad zal actief uitvoering worden gegeven aan de afspraken die daaruit voorvloeien.
96
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Duurzame bedrijventerreinen Om bedrijventerreinen toekomstbestendig te maken is duurzaam beleid bedrijventerreinen van belang. Daarom zal vanuit de stadsregio worden ingezet op stimulering duurzaam gebruik van bedrijventerreinen waarbij de stadsregio voornamelijk een faciliterende en stimulerende rol zal hebben op onder meer kennisdeling. Op langere termijn kan het stimuleren van het duurzaam bouwen van bedrijfspanden in beeld komen. Wonen Vóór eind 2013 worden de subregionale woningbouwprogramma’s uit de Verstedelijkingsvisie geactualiseerd op basis van actuele prognosegegevens, uitkomsten van WoON2012 en de uitgangspunten van de Verstedelijkingsvisie. Strategische langetermijnvisie AN2040 De stadsregio werkt aan het opstellen van een regionale strategische visie voor de lange termijn om daarmee een koers aan te geven voor het stadsregionaal handelen en de investeringen in de toekomst. Doelstelling van de langetermijnvisie is om samen met kennisinstellingen, bedrijven en overheden de regio Arnhem Nijmegen integraal verder te kunnen ontwikkelen als een onderscheidende, krachtige, duurzame en concurrerende Europese regio, die voortbouwt op de aanwezige omgevingskwaliteiten en kwaliteiten in de samenleving, rekening houdend met interne en externe ontwikkelingen in de toekomst. Bijdrage per gemeente Met ingang van 2012 is een éénmalige, structurele korting van 2,5% op de inwonersbijdrage verwerkt. De inwonersbijdrage bedraagt met ingang van 2012 € 3,07 in plaats van € 3,15. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) Regionalisering gemeentelijke brandweer In 2013 zal de implementatiefase van het in 2011 gestarte project regionalisering brandweer GelderlandMidden afgerond worden. Concreet betekent dit dat een dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Lingewaard afgesloten zal gaan worden en dat het personeel geplaatst zal worden in de nieuwe functies zodat op 1 januari 2014 de nieuwe geregionaliseerde brandweer van start kan gaan. Crisisbeheersingsorganisatie (regionaal crisisplan) In de VGGM wordt samengewerkt met betrekking tot de crisisbeheersingsorganisaties. In 2013 zal een doorontwikkeling van de regionalisering van de crisisbeheersingsorganisatie van de gemeentelijke kolom plaatsvinden. Met de komst van de Wet Veiligheidsregio’s wordt het gemeentelijk rampenplan vervangen door een regionaal crisisplan. Hierin wordt in samenhang de regionale crisisorganisatie beschreven. In 2013 zal het regionale crisisplan gereed zijn en worden ingevoerd. De wet brengt gedeeltelijk ook een andere bevoegdheidsverdeling met zich mee. De uitwerking hiervan wordt geregeld in het Crisisplan. Landelijk Crisis Management Systeem In de aanbestedingprocedure voor een landelijk Crisis Management Systeem is gekozen voor een systeem dat grote gelijkenis heeft met het systeem in de regio Gelderland-Midden. In 2013 draait dit Landelijk Systeem. In onze regio vindt doorontwikkeling van een mobiele variant plaats. Programmabegroting 2013
97
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Veiligheidshuis Arnhem Het Veiligheidshuis is een netwerkorganisatie die de problematiek op het gebied van openbare orde en veiligheid aan de hand van vier thema’s integraal aanpakt door middel van casusoverleggen met OM, politie, gemeenten en diverse zorginstellingen. Dit moet leiden tot een afname van recidive en meer veiligheid in het gebied dat door het Veiligheidshuis wordt bestreken, waaronder de gemeente Lingewaard. In 2012 is de gemeente Lingewaard bij dit netwerk aangesloten. In 2013 zal het onderliggend concept worden doorontwikkeld en zal er een landelijke rendementsanalyse worden ontworpen om de effectiviteit beter te kunnen meten. Gezondheid De VGGM is in de regio Gelderland-Midden aangewezen als de gemeentelijke gezondheidsdienst. De regiogemeenten financieren de VGGM met de inwonersbijdrage. De VGGM-GGD voert hiermee onder andere het uniform deel van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar uit. Daarnaast is de inwonersbijdrage de financieringsbron voor een aantal andere taken op het gebied van het gezondheidsbeleid dat de VGGM uitvoert in opdracht van de gemeenten en ter uitvoering van de Wet publieke gezondheid. Voor 2013 wordt gefocust op de volgende belangrijke ontwikkelingen en beslispunten. De adviesfunctie van de GGD zal sterker worden ingevuld. Er dient een doorontwikkeling plaats te vinden in de beleidsadvisering aan gemeenten die is gekoppeld aan de gezondheidsonderzoeken (de epidemiologische monitors). In het kader van een kwaliteitsverbetering zal worden gekeken naar het gebruik van meerdere gegevensbronnen (zoals landelijke databases en huisartsenregistraties) en naar resultaten van kwalitatief onderzoek. Inmiddels is een begin gemaakt met een regionale VolksgezondheidToekomstVerkenning die in 2013 wordt doorontwikkeld. Ook zal VGGM de gemeente ondersteunen in het in beeld brengen van de kwetsbare groepen. Daarnaast gaat VGGM een overzicht ontwikkelen over de (bewezen effectieve) interventies die worden ingezet in de gemeenten (voor het aandachtspunt overgewicht is dit al gebeurd). Dit past in de overheidslijn waarin curatie en preventie op elkaar worden afgestemd. Daarmee ontstaat regionaal meer zicht op (evidence-based) interventies en aanbieders die kunnen bijdragen aan een betere leefstijl. Inwonerbijdrage In de begroting van de VGGM voor het jaar 2013 is een bijdrage van € 17,19 per inwoner opgenomen. Dit bedrag is opgebouwd uit € 11,62 voor het volksgezondheidsdeel en € 5,57 voor het brandweerdeel. Openbaar lichaam Bergerden (OLB) De ontwikkeling van de glastuinbouwlocatie Bergerden stagneert onder invloed van een economisch slechte situatie in de tuinbouwsector. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de grondexploitatie. Het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Bergerden heeft, mede onder invloed van adviezen van de accountants van Nijmegen en Lingewaard en van de GR, besloten opdracht te geven voor het uitvoeren van een marktonderzoek. Dit onderzoek moet een antwoord geven op de vraag welk perspectief er voor de glastuinbouw is, of te verwachten is of er nog glastuinbouwkavels zullen worden verkocht en of er mogelijkheden zijn voor alternatieve invulling van het gebied. Op basis van de uitkomsten van dit rapport zullen strategische keuzes moeten worden gemaakt. Te verwachten is dat in 2012 strategische keuzen kunnen worden gemaakt, die in 2013 en verder worden uitgevoerd. Voor de risico’s wordt verwezen naar paragraaf 5.2 (Weerstandsvermogen).
98
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening Midden-Gelderland 1990 (Presikhaaf Bedrijven) Wet werken naar vermogen In juni 2012 heeft de Tweede Kamer besloten de Wet werken naar vermogen (Wwnv) controversieel te verklaren. Daarmee is de invoering van deze regeling (die de doelgroep van de Wet werk en bijstand en grote delen van de Wet sociale werkvoorziening en de Wajong bestrijkt) met ingang van 2013 van de baan. Hoewel algemeen de verwachting is dat op een later tijdstip en in gewijzigde vorm alsnog een vergelijkbare wet zal worden ingevoerd, blijft voorlopig het oude wettelijke regime van kracht. Dit heeft ook grote gevolgen voor de Wet sociale werkvoorziening en de reeds in gang gezette transformatie van de SW-sector. Een landelijke “Herstructureringsfaciliteit” van € 400 miljoen om deze operatie mede te kunnen financieren, is geschrapt. Daar staat tegenover dat een efficiencykorting van € 100 miljoen (als tussenstap in de afbouw van de rijksbijdrage per SW-plaats) is ingetrokken. Deze structurele vergoeding blijft in 2013, en naar zich nu laat aanzien ook in de jaren daarna, op het niveau van 2012. Herstructurering Presikhaaf Bedrijven In het afgelopen jaar is zowel door de gemeenten binnen de gemeenschappelijke regeling als door Presikhaaf Bedrijven zelf hard gewerkt aan de (voorbereiding van de) omvorming van onze sociale werkvoorziening. In Lingewaard is door raad en college samen flink geïnvesteerd in meningsvorming en standpuntbepaling ten aanzien van wat de “Stip op de Horizon” is gaan heten. Door het wegvallen van de Wwnv is de urgentie van de inhoudelijke, financiële en bestuurlijke omvorming van Presikhaaf Bedrijven des te groter geworden. 1 Hoewel de besluitvorming hierover binnen het Algemeen Bestuur nog niet is afgerond , lijkt er draagvlak voor de koers, zoals door Lingewaard wordt voorgesteld. Samengevat is de gewenste richting als volgt. Interne herstructurering van Presikhaaf Bedrijven binnen 2 jaar naar twee aparte entiteiten (een organisatie voor Beschut Werken en een Plaatsingsorganisatie) volgens het Transitieplan van Presikhaaf Bedrijven. In principe alle opties voor schaal en vorm open; vormgeving dicht bij en/of passend bij de doelgroep dient uitdrukkelijk overwogen te worden. Nadruk op beperking van de bedrijfs- en daarmee de financiële risico’s, waarbij budgettaire neutraliteit uitgangspunt is. Beschut Werken: streven naar budgettair neutrale uitvoering; Plaatsingsorganisatie: streven naar winst; Primair inzetten van de opbrengsten om alle kosten van de herstructurering (binnen een af te spreken termijn) terug te betalen aan de gemeenten. Heroverweging Gemeenschappelijke Regeling Voorstellen in het verleden om de huidige Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening MiddenGelderland 1990 en het Governance Statuut 2008 te heroverwegen en te actualiseren, is eerder aangehouden totdat er meer bekend zou zijn over de gevolgen van de invoering van de Wwnv. Nu de Wwnv weliswaar controversieel is verklaard maar de herstructurering van Presikhaaf Bedrijven geen uitstel meer kan hebben, wordt ook de meningsvorming over de meest geschikte samenwerkingsvorm opportuun.
1
Een Go/NoGo-besluit door het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling op 27 juni 2012 is opgeschort
tot het najaar van 2012. Programmabegroting 2013
99
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Door tenminste een deel van de aangesloten gemeenten wordt de huidige regeling als gedateerd ervaren, waarbij gemeenten bestuurlijk op afstand staan maar tegelijkertijd wel financieel gebonden zijn aan Presikhaaf. Lingewaard stelt zich (samengevat) op het standpunt: • (Parallel met de hierboven genoemde herstructurering van Presikhaaf Bedrijven) omvorming van de huidige gemeenschappelijke regeling naar een of meer samenwerkingsverbanden van gemeenten en mogelijk andere partijen, voor de vormgeving van een werkgevers-Dienstverlening- en/of Plaatsingsorganisatie en voor een organisatie voor Beschut Werken. • Opheffen van de huidige Gemeenschappelijke Regeling uiterlijk per 1 januari 2015. • Opstellen van een kostenraming voor een aanvulling met deze onderdelen op het huidige Transitieplan van Presikhaaf Bedrijven. Gemeentelijke bijdrage Het Algemeen Bestuur van Werkvoorziening Midden-Gelderland heeft einde 2010 besloten om de gemeentelijke GR-bijdrage af te bouwen tot nihil in de periode 2012-2014. De door de gemeente Lingewaard te betalen gemeentelijke GR-bijdrage bedraagt dan nog: 2013: € 60.000 2014: € nihil Van geheel andere orde zijn de exploitatiekosten en de kosten van de noodzakelijke herstructurering van Presikhaaf Bedrijven, alsmede de betekenis ervan voor de deelnemende gemeenten. Helaas moest Presikhaaf het jaar 2011 met een fors tekort van ruim € 6 miljoen afsluiten. Dit kon nog wor1 den gedekt uit de algemene reserve. Naar zich nu laat aanzien, zal het exploitatieresultaat over 2012 opnieuw negatief eindigen, terwijl uit een meerjarenperspectief blijkt dat de gewone exploitatie ook de komende jaren nog rode cijfers zal opleveren. Dit alles wordt nog versterkt door de herstructureringskosten van in totaal maximaal zo’n € 24 miljoen, waar vooralsnog geen rijksbijdrage uit een landelijke Herstructureringsfaciliteit tegenover staat. Hierdoor ontstaat een vordering op de deelnemende gemeenten. Het aandeel van Lingewaard in deze kosten bedraagt ongeveer 10%.Om die reden stelt Lingewaard zich op het standpunt dat de nieuw te vormen organisatieonderdelen van Presikhaaf zo snel mogelijk weer winstgevend moeten worden en dat de opbrengsten daaruit primair worden gebruikt om de herstructureringskosten weer terug te betalen aan de gemeenten. Euregio Rijn-Waal Euregionale projecten en subsidies kunnen een rol spelen bij het behalen van gemeentelijke doelen. Hierbij gaat het vooral om het stimuleren van duurzame ontwikkelingen en kleinschalig toerisme en recreatie die in balans zijn met natuurwaarden, en om het handhaven van cultuurhistorische landschapselementen. Net als in 2012 is voor Lingewaard ook in 2013 het belangrijkste Euregionale item de uitvoering van het Europees project KlikER, Klimaatgemeenten in de Euregio Rijn-Waal”. Dat is een Interregproject gericht op duurzame regionale ontwikkeling door grensoverschrijdende uitwisseling van ervaring en kennis op klimaatgebied. Hieraan nemen 15 Nederlandse en Duitse gemeenten deel. Verder draagt het lidmaatschap van de Euregio bij aan de wens van onze gemeente om zich meer internationaal te profileren. Dit past bij de benadrukking van haar rol als Europese gemeente.
1
Volgens een concept voor de Gewijzigde Begroting 2012 van Presikhaaf Bedrijven van eind juni 2012.
100
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Gemeenschappelijke regeling voor onderwijszaken (GRO) Bij het opheffen in 1996 van de Regio Arnhem als bestuurlijke eenheid is een afzonderlijke gemeenschappelijke regeling voor de volwasseneneducatie in de regio Arnhem ingesteld, het GOV ofwel Gemeenschappelijk Orgaan voor Volwasseneneducatie. De wethouders Volwasseneneducatie vormen met elkaar het Algemeen Bestuur en er is een Dagelijks Bestuur bestaande uit vier wethouders: één wethouder uit elke subregio (voor Lingewaard/Overbetuwe is dat wethouder Telder van Lingewaard, hij is voorzitter) en de wethouder van Arnhem. Het voorbereidende werk wordt gedaan door een regionaal coördinator en een administratief medewerker, die beiden in dienst zijn van de gemeente Arnhem. Gemeenten betalen een bedrag voor deze ambtelijke ondersteuning (om BTW verplichtingen te vermijden is een Overeenkomst kosten voor gemene rekening aangegaan). Er is sprake van een lichte, publiekrechtelijke regeling, die geen rechtspersoonlijkheid kent en die toch het voordeel biedt van herkenbare intergemeentelijke samenwerking en standpuntbepaling. Voor het regionaal meld- en coördinatiepunt (RMC) voortijdig schoolverlaten is bestuurlijk op regionaal niveau afstemming vereist en daarvoor werd het GOV als platform gebruikt. Naast de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van volwasseneneducatie wordt de regeling nu ook gebruikt voor andere onderwijszaken die afstemming behoeven in de regio en waarvan de regionale afstemming verplicht is en/of aantoonbaar meerwaarde heeft, zoals aanpak voortijdig schoolverlaten, de regionalisering leerplicht, passend onderwijs e.d. Mede hierdoor is besloten de regeling een meer algemene naam te geven. In 2007 vond de laatste aanpassing van de regeling plaats. De regeling heet sindsdien: Gemeenschappelijke regeling voor Onderwijszaken (GRO).
Toekomstontwikkelingen Volwasseneneducatie is met ingang van 2009 opgenomen in het gemeentelijk Participatiebudget. In 2013 is het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) geen onderdeel meer van volwasseneneducatie, maar wordt het rechtstreeks door het Rijk bekostigd. Welke gevolgen dit heeft voor het GRO is op dit moment (medio juni 2012) nog niet bekend. De samenwerkende gemeenten kiezen ervoor om op de bestaande wijze de overige educatie in te kopen bij ROC Rijn IJssel. Maar mogelijk krijgt het GRO in de toekomst een aangepaste invulling. Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA) Binnen de MRA fungeren 7 verschillende vakberaden waar kennisoverdracht en samenwerking tussen gemeenten plaatsvindt. Deze vakberaden zijn: bodem, handhaving, afval, geluid en lucht, klimaat en duurzaamheid, vergunningen, beheersgroep regionale verkeers- en milieukaart (RVMK). Daarnaast wordt binnen de MRA een beleidsmedewerker externe veiligheid ingehuurd voor specifieke advisering op het gebied van externe veiligheid. Belangrijke ontwikkelingen zijn: • Afval: inzet van biomassa in de regio en het komen tot een gezamenlijke visie voor afvalbeheer. • Klimaat en duurzaamheid: uitvoering van de regionale uitvoeringsagenda voor klimaat en energie” De Groene Kracht”. Hierin zijn projecten geformuleerd op het vlak van energietransitie, duurzame energie, energieneutraal bouwen, energie- en milieutechnologie en duurzame mobiliteit. Bestuurlijk is het voornemen uitgesproken om de activiteiten van de huidige gemeenschappelijke regeling ‘Milieusamenwerking Regio Arnhem’ (MRA) op termijn in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem (zie hierna) te gaan integreren. De MRA-activiteiten hebben veel raakvlakken met de activiteiten van de Omgevingsdienst regio Arnhem en het is daarom efficiënter te komen tot integratie.
Programmabegroting 2013
101
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Omgevingsdienst regio Arnhem (ORA) Op basis van door Rijk, VNG en IPO gemaakte afspraken is/wordt in Gelderland gewerkt aan de verplichte totstandkoming van zeven regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) op het schaalniveau van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Lingewaard gaat participeren in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem (ORA). De deelnemende 11 gemeenten en de provincie Gelderland hebben ieder voor zich een keuze gemaakt om ofwel het verplichte basistakenpakket in te brengen (bestaande uit meer complexe taken milieuvergunningverlening en milieutoezicht) of het takenpakket Wet milieubeheer dan wel het takenpakket ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Lingewaard heeft besloten tot inbreng van het Wabo-takenpakket teneinde de taakuitvoering efficiënter, met een grotere continuïteitswaarborg én met een toereikend kwaliteitsniveau uit te voeren. Overigens zullen bepaalde specifieke/complexe milieutaken door andere Gelderse Omgevingsdiensten uitgevoerd gaan worden. Er is gekozen voor bundeling van dergelijke complexe taken bij één Gelderse Omgevingsdienst om te kunnen voldoen aan landelijk bepaalde kwaliteitscriteria voor de taakuitvoering. De rechtsvorm van de Omgevingsdienst regio Arnhem is een gemeenschappelijke regeling. Het voornemen bestaat om de activiteiten van de huidige gemeenschappelijke regeling ‘Milieusamenwerking Regio Arnhem’ (MRA) op termijn ook in de Omgevingsdienst te gaan integreren. De planning voorziet in een start van de activiteiten van de Omgevingsdienst per 1 januari 2013.
102
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Overzicht verbonden Partijen met de jaarlijkse bijdrage Onderstaand treft u aan een overzicht van de belangrijkste verbonden partijen. Zoals eerder is vermeld, wordt in de paragraaf weerstandvermogen ingegaan op specifieke risico’s van enkele zwaardere verbonden partijen. Gemeenschap-
Beleidsvoornemen/ontwikkeling
Procesverantwoor-
pelijke regeling
delijke afdeling
Gemeentelijk vertegenwoordiger
Stadsregio Arn-
Een adequate aanpak van de grootstedelijke problema- BPO-RB
C.J. Telder
hem Nijmegen
tiek, alsmede de bevordering van een evenwichtige
H.H. de Vries (wnd)
ontwikkeling van het gebied. De Stadsregio richt zich met name op verkeer en ver-
Plaatsvervangers:
voer, economische ontwikkeling, wonen, ruimtelijke
L.G. Duiven,
ontwikkeling en milieu. Doel van de samenwerking is
S.J.H.G. Wannet
het behouden en versterken van de kwaliteiten van het gebied van de Stadsregio om daarmee bewoners en bedrijven te binden aan de regio. Bijdrage in 2013: € 140.413 (€ 3,07 per inwoner, conform begroting 2013 van Stadsregio Arnhem Nijmegen; in 2012 € 3,15 per inwoner). Bijdrage Collectief Vraagafhankelijk Vervoer/Stadsregiotaxi in 2013: € 64.500 (€ 1,42 per inwoner) Veiligheids- en
De Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Mid-
VTH-OOV/BW (vei-
H.H. de Vries
Gezondheids-
den behartigt de gemeenschappelijke belangen van de
ligheid)
B. van Eeten
regio Gelder-
deelnemende gemeenten op het gebied van openbare
BPO-SB (gezond-
land-Midden
veiligheid, hulpverlening en volksgezondheid, voor zo-
heid)
(VGGM)
ver deze belangen door aard en schaal in belangrijke
Plaatsvervanger: C.J. Telder
mate het gebied bestrijken, zulks met inachtneming van hetgeen in de regeling nader is bepaald met betrekking tot de bevoegdheden. De VGGM is belast met de instelling en de instandhouding van de volgende uitvoeringstaken: De Regionale Brandweer Gelderland Midden De Regionale Ambulance Voorziening en Centrale Post Ambulancevervoer Gelderland Midden De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelderland Midden De Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gelderland Midden. Bijdrage in 2013: € 786.184 (€ 17,19 per inwoner, conform begroting 2013 van VGGM)
Programmabegroting 2013
103
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Gemeenschap-
Beleidsvoornemen/ontwikkeling
pelijke regeling Werkvoorzie-
Werkvoorziening Gelderland Midden biedt mensen met
Procesverantwoor-
Gemeentelijk verte-
delijke afdeling
genwoordiger
DV-S&W
B. van Eeten
ning Gelderland een functiebeperking aangepast werk. Werkvoorziening Midden
Gelderland Midden handelt onder de naam Presikhaaf
Plaatsvervanger:
Bedrijven. Volgens de organisatiestructuur zijn er de
C.J. Telder
volgende bedrijven: industriële producten, industriële diensten, groen, detachering, arbeidsintegratie, tuincentra. Bijdrage in 2013: € 60.000. De gemeentelijke bijdrage wordt in de periode tot en met 2014 afgebouwd tot nihil. Euregio Rijn-
Bevordering van de regionale grensoverschrijdende
BPO-SB
N.T.P. Hubers
Waal
samenwerking van de deelnemers, te ondersteunen en
A.H. Nijboer
te coördineren op de volgende gebieden: sociaal-
H.H. de Vries
economische ontwikkeling, onderwijs en scholing, verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening, cultuur en sport,
Plaatsvervangers:
toerisme en recreatie, milieubescherming en afvalver-
P.M. Cuypers
werking, natuurbehoud en landschapsverzorging, socia-
F.H. den Houting
le zaken, gezondheidszorg, rampenbestrijding, commu-
vacature
nicatie en veiligheidsbeleid. Bijdrage in 2013: € 11.200 Onderwijszaken De behartiging van de gemeenschappelijke belangen
BPO-SB
C.J. Telder
in de regio Arn-
van de deelnemende gemeenten op het gebied van
hem
onderwijs en volwasseneneducatie.
Plaatsvervanger:
Vaststelling van de hoofdlijnen van het beleid voor on-
B. van Eeten
derwijs en volwasseneneducatie, alsmede vormgeving van kwaliteitszorg en structuur in het onderwijs en de volwasseneneducatie en de zorg dat alle ontwikkelingen voldoende zijn afgestemd op het lokaal onderwijsbeleid. Bijdrage in 2013: € 3.100
104
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Gemeenschap-
Beleidsvoornemen/ontwikkeling
pelijke regeling
Procesverantwoor-
Gemeentelijk verte-
delijke afdeling
genwoordiger
BPO-SB (duurzaam-
B. van Eeten
Milieusamen-
Behartiging van de gemeenschappelijke, zowel in de
werking Regio
rechtstreekse samenwerking als bij of krachtens de wet heid)
Arnhem (MRA)
toevertrouwde, belangen van de deelnemende gemeen- DV-O&I (overig)
Plaatsvervanger:
ten betreffende de bescherming van het milieu, waaron-
C.J. Telder
der in het bijzonder is begrepen de uitvoering van het door het gemeenschappelijk orgaan vastgesteld regionaal uitvoeringsprogramma en het producthouderschap uitvoeringsregeling sanering verkeerslawaai. Bijdrage in 2013: -
inwonersbijdrage algemeen € 9.022
-
inwonersbijdrage handhaving € 5.417
-
inwonersbijdrage RVMK* € 10.710
* RVMK = regionale verkeers- en milieukaart Omgevings-
De Omgevingsdienst regio Arnhem (gemeenschappe-
dienst regio
lijke regeling) is een uitvoeringsorganisatie die het
Arnhem
takenpakket op grond van de Wet algemene bepalingen
Nog aan te wijzen
Nog aan te wijzen
omgevingsrecht (Wabo) uitvoert (vergunningverlening, advisering, toezicht & handhaving v.r.o.m.-taken). Doel is een efficiënte en kwalitatief verantwoorde taakuitvoering conform de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria. Voor de uitvoering van werkzaamheden met de ORA wordt een dienstverleningsovereenkomst afgesloten. In september/oktober 2012 heeft besluitvorming over participatie plaatsgevonden. Bijdrage in 2013: € 2.359.000 (op basis van bedrijfsplan versie 24 mei 2012; de definitieve bijdrage wordt bepaald aan de hand van nadere uitwerking). Dit bedrag is opgebouwd uit opstart-/projectkosten, incidentele kosten en exploitatiekosten. Openbaar Li-
Bevordering van de economische ontwikkeling en de
chaam Berger-
werkgelegenheid in de glastuinbouw en daarmee ver-
H.H. de Vries
den (OLB)
BPO-PR
J.A.W. Joosten
band houdende bedrijvigheid door het ontwikkelen en
B. van Eeten (wnd)
exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig en uit fi-
M.J.A. van Aalten-
nancieel oogpunt aanvaardbaar intergemeentelijk glas-
Janssen
tuinbouwgebied. Bij de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied wordt in
Plaatsvervangers:
de basis uitgegaan van een sluitende grondexploitatie.
C.J. Telder J.G.A. Gerichhausen J.J. Huizinga S.J.H.G. Wannet
Programmabegroting 2013
105
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Gemeenschap-
Beleidsvoornemen/ontwikkeling
Procesverantwoor-
Gemeentelijk verte-
delijke afdeling
genwoordiger
BPO-RB
B. van Eeten
Recreatieschap
Het recreatieschap heeft tot taak de gemeenschappelij- BPO-SB
H.J.J. Arends
Overbetuwe
ke behartiging van de belangen van de deelnemende
H.H. de Vries (wnd)
pelijke regeling Openbaar Li-
Als uitvloeisel van een in 2008 gesloten bestuursover-
chaam Park
eenkomst met het oog op intergemeentelijke samen-
Lingezegen
werking voor de realisatie van Park Lingezegen is in december 2010 een gemeenschappelijke regeling getroffen met een Openbaar Lichaam als onderliggende structuur. Doel van die gemeenschappelijke regeling is het duurzaam regelen van het beheer van het parkgebied en het structureel betrokken houden van de steden Arnhem en Nijmegen bij het beheer (op grondgebied van Lingewaard en Overbetuwe). De gemeente Lingewaard is een jaarlijkse bijdrage van € 240.000,-- aan de gemeenschappelijke regeling verschuldigd.
gemeenten op het terrein van de openluchtrecreatie en het toerisme in het gebied.
Plaatsvervangers: A.H. Nijboer
Er wordt geen bijdrage verstrekt aan het recreatieschap.
vacature
De (voormalige) inwonersbijdrage is in 2001 afgekocht.
Stichtingen en Verenigingen •
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (en Vereniging van Nederlandse Gemeenten, afdeling Gelderland)
NB. Voorheen werd de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen (SBBL) ook onder de rubriek Stichting en Verenigingen genoemd. Deze stichting is een publiek-private samenwerkingsvorm die in het leven is geroepen om de bedrijventerreinen veiliger te maken. De gemeente Lingewaard onderhoudt geen financiële relatie met deze stichting en is uitsluitend ambtelijk in de bestuursvergaderingen van de stichting vertegenwoordigd.
Deelnemingen • • • •
Vitens NV Bank Nederlandse Gemeenten Nazorg Bodem Holding BV Windmolenpark Looveer BV
Overige samenwerking •
106
Programmabureau Rivierengebied
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
Paragraaf 4.7 Grondbeleid Grondbeleid algemeen Voor veel gemeentelijke activiteiten is grond nodig. Gemeentelijke plannen, bijvoorbeeld op het gebied van wonen, werkgelegenheid, verkeer, vervoer en recreatie hebben consequenties voor het grondgebruik in de gemeente. Dat betekent in veel gevallen dat het bestaande grondgebruik veranderd moet worden. Met grondbeleid probeert de gemeente die veranderingen in het grondgebruik te sturen. Een formele definitie van grondbeleid is: grondbeleid is een doelgerichte overheidsinterventie in de grondmarkt. Door in de grondmarkt te interveniëren kan de overheid – in de meeste gevallen is dat de gemeente – het bereiken van haar eigen doelstellingen veilig stellen. Globaal kunnen de overheidsinterventies in de grondmarkt worden ingedeeld in twee categorieën. Enerzijds heeft de gemeente publiekrechtelijke instrumenten om het grondgebruik te beïnvloeden, zoals het bestemmingsplan, en anderzijds kan de gemeente optreden als private partij door zelf grond aan te kopen. In het laatste geval, wanneer de gemeente als private partij grond aankoopt en op die grond de gewenste bestemming realiseert, spreekt men van actief grondbeleid. In het geval dat de gemeentelijke sturingsrol beperkt blijft tot het publiekrecht spreekt men faciliterend grondbeleid. Een tussenvorm is publiekprivate samenwerking, bijvoorbeeld in een joint-venture van de gemeente en een projectontwikkelaar. In dat geval oefent de gemeente zowel via publiekrechtelijke instrumenten als via het aandeelhouderschap van de PPS invloed uit op het grondgebruik. De keuze tussen de verschillende vormen van grondbeleid wordt in veel gevallen beperkt door het bestaande grondeigendom. Om een actief grondbeleid te kunnen voeren, moet de gemeente de eigendomsrechten van de grond verwerven. Een eigenaar is echter niet verplicht om de grond aan de gemeente te verkopen; wanneer een eigenaar betoogt dat hij ook zelf ‘in staat en bereid’ is om het door de gemeente gewenste grondgebruik te realiseren, dan kan de gemeente deze eigenaar niet onteigenen. Deze clausule in de onteigeningswet staat bekend als het ‘zelfrealisatiebeginsel’: wanneer een grondeigenaar een door de gemeente gewenste bestemming ook zelf kan realiseren, dan kan de gemeente deze eigenaar niet dwingen om de grond te verkopen. Grondbeleid is om twee redenen van belang. In de eerste plaats om bij te dragen aan de doelstellingen van programma 1 (Burger als partner) en in de tweede plaats vanwege het financiële belang en de daarbij behorende risico’s. Vanuit zowel de kaderstellende als de controlerende rol is het grondbeleid belangrijk voor de gemeenteraad. Via de begroting, tussentijdse rapportages en de jaarrekening wordt de inzet van het gemeentelijk grondbeleid transparant gemaakt.
Programmabegroting 2013
107
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
Het huidige grondbeleid van de gemeente Lingewaard De gemeenteraad heeft op 19 september 2007 de Nota grondbeleid 2007 vastgesteld. Hiermee heeft de gemeenteraad de kaders gesteld voor de uitvoering van het grondbeleid. De planning is dat deze nota in 2012 geactualiseerd zal worden. Vervolgens zal deze nota in 2013 ter vaststelling aan de gemeenteraad zal worden aangeboden. De opmerkingen, zoals die in het rapport van de rekenkamer ten aanzien van het grondbeleid zijn gemaakt, zullen bij deze actualisatie worden meegenomen. Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Hierin zijn nieuwe instrumenten opgenomen om in te zetten bij het bereiken van gemeentelijke doelstellingen via het grondbeleid. Het is met ingang van 1 juli 2008 mogelijk om vaker en meer kosten te verhalen bij particuliere locatieontwikkelingen wanneer het niet mogelijk blijkt te zijn om dat te doen via goed overleg. Ook kan de gemeente meer eisen stellen aan de programmering bij particuliere ontwikkelingen. In de geactualiseerde Nota grondbeleid zal ook dit uitvoerig worden beschreven.
Visie op het grondbeleid in relatie tot realisatie van de doelstellingen van programma 1 Om de geformuleerde doelstellingen in programma 1 te bereiken wordt het in de Nota Grondbeleid opgenomen grondbeleidsinstrumentarium ingezet. Afhankelijk van de in dit programma geformuleerde doelstellingen, het beoogde resultaat en de in deze nota genoemde factoren waaronder grondposities, zeggenschap, competenties en verdeling van kosten, opbrengsten en risico’s, wordt er een grondbeleidskeuze gemaakt teneinde deze doeleinden op een adequate wijze te verwezenlijken.
Stand huidige exploitaties Op de verwachte resultaten wordt later in deze paragraaf ingegaan. Hieronder treft u de projectbeschrijvingen, alsmede de in 2013 geplande activiteiten aan. G.040 Agropark, Huissen
Projectbeschrijving Het realiseren van een bedrijventerrein voor agrobusiness met een bruto oppervlakte van circa 23,5 hectare. Het terrein wordt in twee fasen ontwikkeld: • fase 1 (bruto oppervlakte circa 9,5 hectare, waarvan circa 7,6 hectare uitgeefbaar) is geheel uitgegeven en bedrijfsrijp gemaakt. • fase 2 (bruto oppervlakte circa 14 hectare, waarvan circa 12,5 hectare uitgeefbaar) wordt vanaf 2008 ontwikkeld, de uitgeefbare percelen zijn in de verkoop. De planning is dat deze fase in 2017 bedrijfsrijp zal worden gemaakt.
Wat gaan we doen in 2013 Verwezen wordt naar de doelenboom onderdeel B, van programma 1.
108
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
G.043 Pannenhuis II, Bemmel
Projectbeschrijving Het realiseren van een bedrijventerrein met een bruto oppervlakte van circa 19 hectare, waarvan circa 12 hectare uitgeefbaar. Wat gaan we doen in 2013 Verwezen wordt naar de doelenboom onderdeel B, van programma 1.
G.045 Houtakker II, Bemmel
Projectbeschrijving Het realiseren van een bedrijventerrein met een bruto oppervlakte van circa 17 hectare, waarvan 9,6 hectare uitgeefbaar. Wat gaan we doen in 2013 Verwezen wordt naar de doelenboom onderdeel B, van programma 1.
G.015 Mariaplein, Haalderen
Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van een appartementencomplex met circa 13 betaalbare appartementen. Wat gaan we doen in 2013 Op basis van de concrete interesse uit de markt overwegen de initiatiefnemers of realisatie in 2013 verder ter hand wordt genomen.
G.032 Markt 20-24, Gendt
Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van het voormalige gemeentehuis met een aangrenzende woning aan de Markt 20-24 en de realisatie van een appartementencomplex met 13 appartementen, 4 twee-onder-één-kap woningen en 1 vrijstaande woning. Wat gaan we doen in 2013 Er vanuit gaande dat, gelet op de gewenste beeldkwaliteit, een voor de ontwikkelaar en de gemeente acceptabel bouwplan wordt geschetst, zullen in 2013 de noodzakelijke overeenkomsten worden gesloten en zal de planologische procedure worden gestart.
G.033 Bloemstraat, Huissen
Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van circa 500 woningen in de nieuwe woonwijk Mea Vota, gelegen in bestaand stedelijk gebied. Het plan is verdeeld in 5 fasen. Wat gaan we doen in 2013 Het deel van de Frankentaler, dat nu nog als bouwweg is ingericht, zal worden bestraat. Tevens zal de laatste beplanting worden aangebracht. Na de onderhoudsperiode zullen diverse delen van het openbaar gebied worden overgedragen.
Programmabegroting 2013
109
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
G.041 Bloemstraat 1, locatie voormalig kruisgebouw Frankenstraat, Huissen Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van 13 appartementen op de locatie van het voormalig kruisgebouw aan de Frankenstraat en de bouw van een tweekapper aan de Touwslagersbaan te Huissen.
Wat gaan we doen in 2013 Afhankelijk van de huidige marktsituatie zullen in 2013 de noodzakelijke overeenkomsten worden gesloten en zal de planologische procedure worden gestart.
G.042 Fitness Centrum/Rietbaan Zuid, Huisen
Projectbeschrijving Het plan omvat de verplaatsing van het Fitness Centre in het plangebied de Rietbaan-Zuid naar het sportpark Blauwenburcht. Op de vrijkomende percelen worden 5 geschakelde en twee vrijstaande woningen gebouwd in de vrije sector. Wat gaan we doen in 2013 (deelgebied Fitness Centrum) Begin 2013 zal het Fitness Centrum worden opgeleverd. Na de oplevering zal het laatste deel van het openbaar gebied aangelegd worden. Wat gaan we doen in 2013 (deelgebied Rietbaan-Zuid) Het perceel aan de Korte Loostraat, waar het huidige Fitness Centrum zich bevindt, zal aan de gemeente geleverd worden. Vervolgens zal het pand gesloopt worden en het perceel bouwrijp gemaakt worden. Het bouwrijpe perceel zal aan de ontwikkelaar geleverd worden ten behoeve van de bouw van de 7 woningen. De start bouw is medio 2013 gepland.
G.044 Sancta Maria, Huissen
Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van het hoofdgebouw en het bouwen van een aan de tijd veranderende zorgwens aangepast nieuw zorgcentrum. Wat gaan we doen in 2013 Afhankelijk van de beschikbare financiële middelen bij Woonzorg Nederland om dit plan te realiseren, zal de privaatrechtelijke overeenkomst gesloten worden en zal de planologische procedure gevoerd worden.
G.047 De Halden II, Haalderen
Projectbeschrijving Het plan De Halden II behelst de voltooiing van het plan De Halden, waarmee in 1993 een start was gemaakt. Er kunnen in dit deel van het plangebied 108 woningen worden gebouwd. Deze zullen in 2 fasen worden gerealiseerd. Van de 108 woningen worden 65 gerealiseerd als betaalbare woning, 36 in de betaalbare huur en 29 in de betaalbare koop. Wat gaan we doen in 2013 Afhankelijk van de concrete belangstelling uit de markt zal in 2013 de realisatie van de laatste fase door de marktpartij worden voltooid.
110
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
G.051 Loovelden, Huissen
Projectbeschrijving De realisatie van een nieuwe woonwijk van 1.150 woningen met bijbehorende voorzieningen, zoals het Loopark en het Voorzieningencluster Plaza. Het plangebied bestaat uit verschillende fasen. Wat gaan we doen in 2013 (Tuindorp West) In dit deel zullen in 2013 zo veel als mogelijk de resterende bouwkavels worden verkocht. Daarnaast zullen nog enkele projectmatige kavels, afhankelijk van de marktvraag gebouwd worden, evenzo enkele blokken van meerdere woningen. Wat gaan we doen in 2013 (Tuindorp Oost) Afhankelijk van de markt zullen hier in 2013 meerdere woningblokken gebouwd worden.
G.059 Weverstraat, Huissen
Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van een appartementencomplex aan de Weverstraat te Huissen. Wat gaan we doen in 2013 In 2013 zal de planologische procedure gevoerd worden teneinde dit bouwplan, bestaande uit de bouw van 17 appartementen in de betaalbare sector en 2 appartementen in de vrije sector, te kunnen realiseren.
G.060 Hegsestraat 11, Gendt
Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van 2 vrijstaande woningen en de vervanging van de bestaande woning. Wat gaan we doen in 2013 Afhankelijk van de concrete belangstelling vanuit de markt zal de privaatrechtelijke overeenkomst worden opgesteld en de planologische procedure gevoerd worden.
G.060 Kersentuin (Poelzicht), Angeren
Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van een appartementencomplex met 9 appartementen, waarvan 6 appartementen in de betaalbare sector en 4 grondgebonden woningen op de locatie Poelzicht in Angeren. Wat gaan we doen in 2013 De planologische procedure is afgerond. De bouwvergunning is verleend. De woningen zijn in verkoop. Indien de woningen niet verkocht worden zal het plan niet gerealiseerd worden.
Programmabegroting 2013
111
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
G.062 Dorpsstraat/Oostervelden, Bemmel
Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van de brandweerkazerne, de voormalige FIAT garage en twee woningen aan de Dorpsstraat en de herontwikkeling van het vrijgekomen gebied. Wat gaan we doen in 2013 Op basis van de vast te stellen kadernota zullen in 2013 de sloopwerkzaamheden worden afgerond en zal het terrein voorlopig worden ingericht. Daarnaast zal besluitvorming plaatsvinden over de wijze waarop tot herontwikkeling wordt gekomen
G.066 Wijngaardenier, Huissen
Projectbeschrijving Het plan omvat sloop van de bakkerij met bovenwoningen en twee aangrenzende eengezinswoningen en de realisering van een complex bestaande uit zes appartementen, commerciële ruimten c.q. dienstverleningsruimten op de begane grond met een gezamenlijke grootte van circa 460 m² en een ondergrondse parkeergarage met 17 parkeerplaatsen, 2 parkeerplaatsen op eigen terrein en 6 parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Wat gaan we doen in 2013 De ontwikkelaar heeft, onder invloed van de slechte woningmarkt, om uitstel van uitvoering van het project gevraagd tot 1 april 2014. Er worden derhalve geen activiteiten verwacht in 2013.
G.079 Zandsehof, Huissen
Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van een complex bestaande uit: blok 1 400 m² commerciële ruimte, 50 m² kelder en 12 drie-kamer appartementen in de betaalbare koopsector, inclusief parkeerplaats blok 2 12 twee-kamer appartementen in de betaalbare koopsector, inclusief parkeerplaats en 3 twee-kamer appartementen in de betaalbare koopsector inclusief parkeerplaats. Wat gaan we doen in 2013 Afhankelijk van de verkoopresultaten, wordt het bouwplan gerealiseerd.
G.081 Zandvoort 21, Gendt
Projectomschrijving Het plan omvat de realisering van een vrijstaande woning. Wat gaan we doen in 2013 In 2013 zal er met de bouw van de vrijstaande woning gestart worden.
112
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
G.011 Loostraat / Centrumplan Bemmel
Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van de zaal Het Wapen, de bouw van circa 22 woningen en commerciële functie op de begane grond en de herinrichting van het openbaar gebied Loostraat, tracé Herckenrathweg-Dorpsstraat en de omgeving Pollenbrink. Wat gaan we doen in 2013 Verwezen wordt naar de doelenboom onderdeel B, van programma 1.
G.028 Maliebaan / Ontwikkelingsvisie Angeren – Roode Wald, Angeren
Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van woningen op het voormalige kermisterrein in Angeren, aangevuld met de ontwikkeling van een deel van het gebied Roode Wald. Wat gaan we doen in 2013 Na het uitvoeren van de saneringsactiviteiten (in 2012) zal het terrein worden ingezaaid met gras. In 2013 zal voorts de planologische procedure worden afgerond, Met de bouw van de woningen in het deelgebied Roode Wald zal in 2013 worden gestart. Verder zijn in 2013 geen activiteiten voorzien.
G.071 Prins Bernhardstraat, Angeren
Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van 6 bejaardenwoningen en de realisering van een appartementencomplex met 8 betaalbare huurappartementen, 2 middendure huurappartementen en 2 dure huurappartementen. Wat gaan we doen in 2013 Eind 2013 zullen de woningen worden opgeleverd.
G.076 Munnikhofsestraat 9, Gendt (functieverandering)
Projectbeschrijving Het plan omvat de bouw van een vrijstaande woning op het perceel plaatselijk bekend Munnikhofsestraat 9 te Gendt. De huidige agrarische bebouwing wordt gesloopt. Wat gaan we doen in 2013 De kavel is in de verkoop. Indien de kavel in 2013 verkocht wordt, zullen de groenvoorzieningen gerealiseerd worden en zal het project worden opgeleverd.
G.055 Glastuinbouwgebied Bergerden
Projectbeschrijving Het plan omvat de ontwikkeling van een glastuinbouw concentratiegebied door de gemeenten Nijmegen en Lingewaard, waarvoor een Gemeenschappelijke regeling is aangegaan. Wat gaan we doen in 2013 Verwezen wordt naar de doelenboom onderdeel A, van programma 1.
Programmabegroting 2013
113
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
G.073 Herstructurering glastuinbouw Huissen – Angeren
Projectbeschrijving Het plan omvat de herstructurering van het glastuinbouwgebied Huissen-Angeren. Het doel van deze herstructurering is om: - glastuinbouw in het gebied weer toekomstmogelijkheden te geven (schaalvergroting, bereikbaarheid, energie en water; - het gebied voor de bewoners leefbaar te maken; - en de ruimtelijke kwaliteiten in het gebied te versterken in samenhang met haar omgeving. De opgave die specifiek voor de glastuinbouw hieruit voortvloeit is: - kansen voor tuinbouwbedrijven op het terrein van schaalvergroting, overeenkomstig de landelijke trend, benutten; - verbetering van bereikbaarheid en ontsluiting voor vrachtverkeer; - betere retentie van regenwater, conform de laatste inzichten en regelgeving; - verduurzaming van de glastuinbouw, met name op de thema’s energie en (giet)water; - verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het algemeen.
Wat gaan we doen in 2013 Verwezen wordt naar onderdeel A, van programma 1.
Centrumplan Huissen
Projectbeschrijving Teneinde de koopkrachtafvloeiing vanuit het centrum van Huissen te stoppen het realiseren van een attractief centrum voor Huissen. Van het plan maakt onder andere onderdeel uit het realiseren van een uitbreiding van de aanwezige supermarkt. Wat gaan we doen in 2013 Verwezen wordt naar de doelenboom onderdeel B, van programma 1.
114
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale bouwgrondexploitaties Complexen
Einde looptijd
Winstverwachting/ verliesverwachting
Bedrijventerreinen G.040 Agropark, Huissen G.043 Pannenhuis II, Huissen G.045 Houtakker II, Bemmel
31-12-2020 31-12-2020 31-12-2018
- € 1.893.399 (W) - € 2.630.102 (W) € 153.794 (V)
Woningbouw G.015 Mariaplein, Haalderen G.032 Markt 20-24, Gendt G.033 Bloemstraat, Huissen G.041 Bloemstraat 1 (voormalig kruisgebouw), Huissen *) G.042 Fitness Centrum/Rietbaan-Zuid, Huissen G.044 Sancta Maria, Huissen *) G.047 De Halden II, Haalderen G.051 Loovelden, Huissen G.059 Weverstraat, Huissen *) G.060 Hegsestraat 11, Gendt *) G.062 Kersentuin, Angeren G.063 Dorpsstraat/Oostervelden, Bemmel G.066 Wijngaardenier, Huissen G.071 Prins Bernhardstraat, Angeren G.078 Vleumingen (11 woningen), Gendt G.079 Zandsehof, Huissen G.081 Zandvoort 21, Gendt
31-12-2016 31-12-2015 31-12-2013 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2019 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2013 31-12-2015 31-12-2014 31-12-2014
-€ -€ €
5.681 (W) 473.772 (W) 217.727 (V)
-€
4.466 (W)
-€ -€
420.976 (W) 56.775 (W)
-€ € -€ -€ € -€ -€
787 (W) 399.198 (V) 9.837 (W) 28.847 (W) 1.307 (V) 9.161 (W) 199 (W)
Centrumplan Bemmel G.011 Loostraat / centrumplan Bemmel
31-12-2015
€
431.965 (V)
Ontwikkelingsvisie Angeren G.028 Maliebaan – Roode Wald, Angeren
31-12-2014
€
249.605 (V)
Functieverandering G.076 Munnikhofsestraat 9, Gendt G.075 Olyhorststraat 37, Gendt
31-12-2013 31-12-2013
-€ -€
10.559 (W) 8.770 (W)
Glastuinbouw G.055 Glastuinbouwgebied Bergerden G.073 Herstructurering glastuinbouw Huissen - Angeren
31-12-2018 31-12-2014
€ 1.400.147 (V) **) -€ 74.942 (W)
*) **)
Voor dit plan was ten tijde van het opstellen van deze paragraaf nog geen grondexploitatie beschikbaar. Resultaat op Netto Contante Waarde (NCW). Van dit geprognosticeerde negatieve exploitatieresultaat zal op basis van de samenwerkingsovereenkomst GR Bergerden – STOL per saldo € 586.564 ten laste van de gemeente Lingewaard komen.
Programmabegroting 2013
115
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
Winstverwachting, verliesverwachting en geraamde winstneming 2013 In 2013 zullen de volgende in exploitatie zijnde complexen worden afgesloten: Complexnummer Complexnaam G.071 G.073 G.076 G.033
Prins Bernhardstraat, Angeren Olyhorststraat 37, Gendt Munnikhofsestraat 9, Gendt Bloemstraat, Huissen Totaal verlies/winst Af: Gedekt door Verliesvoorziening Totaal resultaat
Verliesverwachting
Winstverwachting
Tussentijdse winstneming
Resultaat 2012
€ 28.847 € 8.770 € 10.559 € 217.727 € 217.727 € 210.500
€ 48.176
€ 40.949
Beleidsuitgangspunten omtrent reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken
Algemene reserve grondexploitatie Het grondbeleid heeft een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente. Voor het grondbeleid is een algemene reserve grondexploitatie aanwezig. Deze algemene reserve dient ter dekking van onvoorzienbare risico’s en als voorziening voor risico’s op aangekochte (strategische) gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen. De algemene reserve grondexploitatie wordt gevoed uit de (positieve) eindresultaten van alle afgesloten (grond)exploitaties plus alle tussentijdse winstnemingen. Als uit de kostprijsberekening blijkt, dat bij een complex een verlies wordt verwacht, wordt hiervoor een voorziening getroffen (artikel 44 BBV), die ten laste van de algemene reserve grondexploitatie wordt gebracht. Indien de algemene reserve grondexploitatie volledig is ingezet voor de afdekking van de (verwachte) verliezen van grondexploitaties, dan komen de tekorten ten laste van de algemene dienst. Indien de algemene reserve grondexploitaties hoger is, dan voor de verevening van de te verwachten tekorten/dekking van de risico’s noodzakelijk is, dan kan de gemeenteraad bij de begroting/jaarrekening tot afroming besluiten. De algemene reserve grondexploitatie bedroeg (na aftrek van de t.l.v. de algemene reserve grondexploitaties getroffen verliesvoorzieningen en na aftrek van de voorzieningen van verliezen, welke in het verleden de grondexploitaties zijn ingebracht) per 1-1-2012 € 1.192.335. Rekening houdend met de winst- en verliesverwachting zal de Algemene reserve grondexploitatie per 31-12-2013 een saldo hebben van plusminus € 673.053. Saldo 1-1-2012 Bij: Verwacht resultaat grondexploitaties 2012 Bij: Verwacht resultaat grondexploitaties 2013 Af: Bijstelling verliesvoorziening Af: Actualisatie Nota Grondbeleid Saldo 31-12-2013 1)
116
€ 1.192.335 € 22.669 € 40.949 € 558.900 € 24.000 € 673.053
1)
Af te sluiten projecten in 2012: Nije Hof Angeren, Sungalows Gendt, Olyhorststraat 13 Gendt, Wozoco St. Jozef Gendt (De Kosterij) en Pannerdenseweg 67a Doornenburg
Programmabegroting 2013
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
Voorzieningen verliesgevende projecten Wanneer voor een complex op basis van de jaarlijkse geactualiseerde exploitatieopzet een verlies op eindwaarde (EW) optreedt, dan wordt voor dit verlies een voorziening getroffen. Complexnummer G.011 G.028 G.033 G.034 G.045 G.063 G.078
Totaal
Complexnaam
Getroffen verlies- Bijstelling op basis Verliesvoorziening na voorziening per van huidige progno- bijstelling op basis 31-12-2011 se van huidige prognose Loostraat / Centrumplan Bemmel € 432.600 -/- € 600 € 432.000 Maliebaan – Roode Wald, Angeren € 223.700 € 26.000 € 249.700 Bloemstraat, Huissen € 210.500 € 7.300 € 217.800 MGZ-Assenburg / Centrumplan Bemmel € 2.374.100 Houtakker II, Bemmel € 28.200 € 125.600 € 153.800 Dorpstraat/Oostervelden, Bemmel € 399.200 € 399.200 Vleumingen € 1.400 € 1.400 Voorzieningen voor verliezen die inge€ 674.609 € 674.609 bracht zijn in de Grondexploitaties 3.943.709
€ 558.900
€ 2.128.509
Op basis van de huidige prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitaties zullen de verliesvoorzieningen per saldo met € 558.900 moeten worden verhoogd. De bijstelling van de verliesvoorzieningen geschiedt jaarlijks binnen de actualisaties bij de jaarrekening. Risico’s
Algemeen Aangezien grondexploitaties betrekking hebben op meerjarige vastgoedontwikkelingen, is het evident dat hieraan risico’s zijn verbonden. Onder een risico wordt verstaan de kans dat de ontwikkeling van een project in negatieve zin afwijkt van de geformuleerde financiële uitgangspunten. Risico’s zijn niet erg, zolang ze zijn ingecalculeerd en er middelen kunnen worden aangewend om de financiële gevolgen die zich in werkelijkheid voordoen, op te vangen. Overmatig afdekken van risico’s kan echter leiden tot het onnodig schrappen of uitknijpen van gewenste activiteiten. Het onvoldoende treffen van voorzieningen voor financiële risico’s kan daarentegen het eindresultaat en de financiële positie van bestaande projecten en zelfs de gemeente als geheel ernstig schaden. Risicomanagement is daarom gewenst: het regelmatig en systematisch onderzoeken van de risico’s die de financiële haalbaarheid van een project bedreigen en het formuleren en toepassen van maatregelen, waarmee deze risico’s zo doeltreffend mogelijk beheerst worden. Bij alle genoemde projecten loopt de gemeente mogelijk (financiële) risico’s. Niet alle ontwikkelingen zijn vooraf te voorzien en de kosten gaan bij grondexploitaties voor de baten uit. Wanneer er op basis van de jaarlijks geactualiseerde exploitatieopzet een verlies optreedt, wordt voor dit verlies een voorziening ten laste van de algemene reserve grondexploitatie getroffen (voorzichtigheidsbeginsel). Indien de algemene reserve grondexploitatie niet meer toereikend is komen de verliezen ten laste van de algemene dienst. Bij het faciliterend grondbeleid (met name de woningbouwplannen) liggen de (financiële) risico’s met name bij de particuliere initiatiefnemers. Bij actief grondbeleid (met name de bedrijventerreinen en de projecten Dorpsstraat-Oostervelden en Bloemstraat 1, voormalig kruisgebouw Huissen) liggen de risico’s bij de gemeente. Specifiek Het grootste risico bij de bedrijventerreinen Agropark en Pannenhuis II is het afzetrisico. De landelijke tendens is dat door de huidige marktsituatie de verkoop van bedrijfsgrond stagneert. In september 2011 zijn er verschillende scenario’s doorgerekend om de financiële consequenties van dit afzetrisico te kunnen kwantificeren. De uitkomsten van deze doorrekeningen zijn op 29 september 2011 aan de gemeenteraad gepresenteerd. Programmabegroting 2013
117
Paragraaf 4.7 Grondbeleid
Indien er de komende 5 jaar geen grondverkoop op het Agropark plaatsvindt en de looptijd van de grondexploitatie met 5 jaar wordt verlengd, blijft het geprognosticeerd resultaat op eindwaarde positief. Het geprognosticeerde resultaat op eindwaarde voor Pannenhuis II zal bij dit scenario negatief worden (circa € 42.000). Bij het bedrijventerrein Houtakker II speelt dat de lange voorbereidingstijd negatieve gevolgen heeft voor de grondexploitatie. Daarnaast speelt ook bij dit bedrijventerrein het afzetrisico een grote rol. De planuitwerking voor de doortrekking van de A15 bevindt zich in een fase waarin nog geen definitieve duidelijkheid is over de aansluiting van de Van Elkweg op de A15. Als gevolg van dit gebrek aan informatie is het op dit moment niet goed mogelijk de aansluiting van de Van Elkweg op de doorgetrokken A15, de nieuwe aansluiting van bedrijventerrein Houtakker II en de aansluiting Van Elkweg-Karstraat in samenhang te bezien. Dit betekent dat een integrale, afgewogen keuze met betrekking tot de vormgeving van de ontsluiting van Houtakker II nog niet mogelijk is, of in ieder geval het risico met zich meebrengt dat deze keuze op termijn nog bijgesteld of herzien dient te worden. Ook is nog niet bekend wat de consequenties zijn van de voorgenomen aansluiting voor het onderliggende wegennet. Mogelijk heeft dit gevolgen voor de grondexploitatie. Op dit moment is het niet mogelijk de mogelijke financiële consequenties te kwantificeren. Voor de realisering van de ontsluiting van het plangebied op de Van Elkweg dienen gronden te worden verworven. Getracht wordt deze gronden minnelijk te verwerven. Indien minnelijke verwerving niet mogelijk is zal voor de verwerving van deze gronden een onteigeningsprocedure gevoerd moeten worden. Het glastuinbouwproject Bergerden wordt voor rekening en risico van de gemeente Nijmegen en Lingewaard ontwikkeld. Beide gemeenten zijn voor ieder 50% risicodragend. De slechte economische situatie in de tuinbouwsector zorgt al enkele jaren voor een stagnatie in de grondverkopen. Bij het uitblijven van grondverkopen zal, indien blijkt dat de andere maatregelen geen soelaas bieden, een voorziening moeten worden getroffen. De projecten Dorpsstraat/Oostervelden te Bemmel en Bloemstraat 1 (voormalig kruisgebouw) te Huissen hebben een boekwaarde per 1-7-2012 van respectievelijk € 303.899 en € 277.440. De ontwikkeling van deze plannen is afhankelijk van de huidige marktsituatie. Het bouwplan voor het plan Bloemstraat 1 (voormalig kruisgebouw) te Huissen is door de welstand goedgekeurd en kan na het sluiten van de overeenkomsten gerealiseerd worden. De gemeente loopt tot het moment dat de overeenkomsten door de ontwikkelaar getekend zijn het risico dat de ontwikkelaar dit plan, gelet op de huidige marktsituatie, niet wil realiseren. Voor het plan Dorpsstraat/Oostervelden te Bemmel zal eerst een kadernota ter vaststelling aan de gemeenteraad worden aangeboden. Tevens dient besluitvorming plaats te vinden over de wijze waarop tot herontwikkeling wordt gekomen. Op dit moment is het nog niet mogelijk om de risico’s voor deze projecten te kwantificeren.
118
Programmabegroting 2013
Deel II Financiële begroting
Programmabegroting 2013
119
120
Programmabegroting 2013
1.
Financiële positie
Programmabegroting 2013
121
Financiële positie
Inleiding Bij de doorontwikkeling van de programmabegroting is onder andere het thema “financieel gezonde huishouding” geformuleerd. Dit thema staat al langer in uw en onze belangstelling. En niet zonder reden. In dit hoofdstuk hebben wij alle informatie voor u verzameld over de ontwikkeling van het financiële kader van de meerjarenbegroting 2013-2016. Daarbij kijken eerst nog een keer met u terug naar de ombuigingen en bezuinigingen die al in eerdere jaren in gang zijn gezet, waarna wij de actuele ontwikkelingen de revue laten passeren. Van begroting 2011 naar begroting 2012 In de Begroting 2011 (najaar 2010) hebben wij u een nadelig begrotingssaldo moeten presenteren dat toen nog opliep van € 1,5 miljoen in 2011 tot € 4,6 miljoen in 2014. Destijds is al een aantal maatregelen in gang gezet om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen. In de Kadernota 2011 (voorjaar 2011) en Begroting 2012 (najaar 2012) hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van deze maatregelen. Totaaloverzicht bezuinigingen in Begroting 2012 Omschrijving Frictiekosten reorganisatie Bijstelling bestaand beleid (zero based budgetting) Maatregelen sociaal domein Ombuigingen en bezuinigingen begroting 2012 Totaal ombuigingen en bezuinigingen
2012 1.095.000 1.339.000
2013 1.095.000 1.339.000
2014 1.095.000 1.339.000
2015 1.095.000 1.339.000
1.354.000
1.354.000 752.000
2.136.000 956.000
2.136.000 1.079.000
3.788.000
4.540.000
5.526.000
5.649.000
( + = Voordeel / - = Nadeel)
Frictiekosten reorganisatie De ombuiging/bezuiniging van € 1.095.000 structureel is volledig gerealiseerd door het concreet inleveren van vacatureruimte. De loonsom is met dit bedrag verlaagd. In de tussentijd is de loonsom wel weer hoger geworden. Niet omdat er een uitbreiding van formatie heeft plaatsgevonden, maar omdat we worden geconfronteerd met hogere sociale lasten (met name hogere pensioenpremie). Bijstelling bestaand beleid (zero based budgetting) De ombuiging/bezuiniging van € 1.339.000 structureel is volledig gerealiseerd. In de eerste maanden van 2011 is door de vakafdelingen in samenwerking met het team financiën kritisch gekeken naar de hoogte van alle exploitatiebudgetten. Daarbij is gekeken naar de noodzakelijke hoogte van budgetten zonder dat hierbij de doelstelling van enig begrotingsprogramma in het gedrang zou komen. Deze opgave was al aangekondigd bij de programmabegroting 2011 en voor € 750.000 structureel ingeboekt. De hele operatie zero based budgetting heeft uiteindelijk € 1.339.000 structureel opgeleverd (zie Kadernota 2011, pagina 5) Maatregelen sociaal domein In de Kadernota 2011 meldden wij een tekort in het sociale domein (vluchtelingen, WMO en bijzondere bijstand) van in totaal € 1.335.000. Om dit tekort beperkt te houden tot het jaar 2011 is een groot aantal maatregelen uitgewerkt die voor de jaren 2012 en 2013 leiden tot een ombuiging van € 1.354.000 en voor 2014 en volgende jaren € 2.136.000.
122
Programmabegroting 2013
Na de Kadernota 2011 is gestart met de effectuering van de crisis maatregelen in het sociale domein. Daartoe is een uitgebreid document opgesteld. Op individueel niveau is een aantal ombuigingen niet haalbaar gebleken. Deze zijn verwoord in de voorjaarsnota 2012 (ESF-subsidie en participatiebudget). Desondanks is de verwachting dat we binnen de begroting 2012 zullen blijven in het sociale domein. Daarmee zijn ook deze bezuinigingen gehaald. Ombuigingen en bezuinigingen begroting 2012 In de begroting 2012 is op pagina 118 en 119 een overzicht opgenomen van de bezuinigingen welke vanaf 2013 zijn ingeboekt. 2012 wordt gebruikt als voorbereidingsjaar om de genoemde bezuinigingen ook daadwerkelijk te realiseren in 2013 en volgende jaren. Omdat deze bezuinigingen in de toekomst liggen zijn ze logischerwijs nog niet concreet gerealiseerd. In de meerjarenbegroting 2013-2016 zullen deze bezuinigingen echter wel worden verwerkt. Dit gebeurt door de oorspronkelijke budgetten met het bedrag van de ombuiging/bezuiniging te verlagen. In 2013 zult u middels de tussentijdse rapportages worden geïnformeerd over de voortgang hiervan.
Kadernota 2012 In de Kadernota 2012 hebben wij een prognose gemaakt van het financieel kader van de begroting 20132016. Wij verwachtten voor 2013 een tekort van € 1,1 miljoen. Daarin is de structurele doorwerking vanuit de voorjaarsnota verwerkt. Om tot een structureel sluitende meerjarenbegroting te komen heeft u ons opdracht gegeven om in de begroting 2013 met voorstellen te komen. Saldo meerjarenbegroting 2013-2016 exclusief nieuwe voorstellen en dekkingsplan Met de maatregelen die in 2011 en 2012 zijn uitgevoerd dan wel in gang zijn gezet is een begin gemaakt met een betere financiële basis voor de begroting 2013 en volgende jaren. De ontwikkeling van het saldo in de meerjarenbegroting 2013-2016 ziet er als volgt uit: Omschrijving Saldo begroting 2013 (Kadernota 2012) Voorstellen programmabegroting 2012 Mutaties uitkering gemeentefonds Stelpost minder algemene uitkering vanaf 2014 Stelpost Bestuursakkoord II Mutaties bestaand beleid Uitvoeringsplan 2013-2016
2013 -1.092.500
Saldo meerjarenbegroting 2013-2016
-1.372.800
-1.252.000 750.000 221.700
2014 -1.092.500 489.000 -429.000 -400.000 250.000 968.100 -64.200
2015 -1.092.500 612.000 -799.000 -200.000 -250.000 1.456.300 -139.200
2016 -1.092.500 629.200 655.000 -750.000 -750.000 1.614.500 -139.200
-278.600
-412.400
167.000
( + = Voordeel / - = Nadeel)
Saldo begroting 2013 (Kadernota 2012) Het “saldo begroting 2013” betreft het in de Kadernota 2012 opgenomen tekort in de jaarschijf 2013. Dit saldo is het vertrekpunt voor de meerjarenbegroting 2013-2016. Voorstellen programmabegroting 2012 In de begroting 2012 is voorgesteld om voor een aantal onderwerpen extra budget te reserveren (pagina 112 programmabegroting 2012). Voor 2013 gaat het om € 657.500. Dit is in het saldo begroting 2013 verwerkt. Voor 2014 en volgende jaren gaat het om € 417.500 en dat is een voordeel van € 240.000 ten opzichte van 2013. De ombuigingen en bezuinigingen die in de programmabegroting 2012 zijn aangekondigd (pagina 111 programmabegroting 2012) bedragen in 2013 € 752.000 (eveneens verwerkt in het saldo van de begroting
Programmabegroting 2013
123
2013). In 2014 loopt dit bedrag op naar € 956.000 (voordeel van € 204.000 ten opzichte van 2013) en in 2015 naar € 1.079.000 (voordeel van € 327.000 ten opzichte van 2013). De maatregelen in het sociaal domein (pagina 111 programmabegroting 2012) bedragen in 2013 € 1.354.000. In 2014 en volgende jaren is dit € 1.400.000 hetgeen weer een voordeel is van € 46.000 ten opzichte van 2013. Omschrijving Voorstellen exploitatiebudgetten Ombuigingen en bezuinigingen Maatregelen sociaal domein
2013 -657.500 752.000 1.355.000
2014 -417.500 956.000 1.400.000
2015 -417.500 1.079.000 1.400.000
2016 -417.500 1.079.000 1.400.000
Subtotaal voorstellen begroting 2012 Mutatie ten opzichte van 2013
1.449.500 0
1.938.500 489.000
2.061.500 612.000
2.061.500 612.000
( + = Voordeel / - = Nadeel)
Mutaties uitkering gemeentefonds Op basis van de decembercirculaire 2011 hielden wij nog rekening met een algemene uitkering uit het gemeentefonds van € 36,875 miljoen. Dit bedrag was in het saldo van de begroting 2013 verwerkt. In juni 2012 hebben wij u geïnformeerd over de financiële gevolgen van de junicirculaire 2012 en is een nieuwe berekening gemaakt van de algemene uitkering. Omschrijving Decembercirculaire 2011 Junicirculaire 2012 Mutatie ten opzichte van 2013
2013 36.875.000 35.623.000 -1.252.000
2014 36.875.000 36.446.000 -429.000
2015 36.875.000 36.076.000 -799.000
2016 36.875.000 37.530.000 655.000
( + = Voordeel / - = Nadeel)
Stelpost minder algemene uitkering vanaf 2014 In de memo van juni 2012 waarin wij u informeerden over de juni-circulaire 2012 van het gemeentefonds hebben wij aangegeven, dat er grote onzekerheid is over met name de cijfers na 2013. Vertegenwoordigers van het ministerie van BZK en de VNG gaven op een bijeenkomst van de FAMO op 8 juni aan dat deze cijfers niet met een korreltje zout maar met een pak zout moeten worden genomen. Daarbij hebben wij ook aangegeven in deze begroting een voorstel te doen hoe hiermee om te gaan, waarbij het op dat moment het meest voor de hand lag om de cijfers 2013 door te trekken naar 2016. In dat geval zouden we een stelpost moeten opnemen van € 823.000 in 2014, € 453.000 in 2015 en € 1.907.000 in 2016. Om de onzekerheid enigszins het hoofd te bieden hebben wij vanaf 2014 een stelpost “minder algemene uitkering vanaf 2014” opgenomen van € 400.000 en 2014, € 200.000 in 2015 en € 750.000 in 2016. Stelpost Bestuursakkoord II (2011-2015) In de kadernota 2011 hebben wij een stelpost opgenomen voor Bestuursakkoord II. Het Rijk, IPO, VNG en UvW hebben in 2011 een onderhandelaarsakkoord bereikt. Met het akkoord werd een beweging doorgezet waarin gemeenten nog beter tot hun recht komen als eerste overheid. Het takenpakket van de gemeente zou worden versterkt, vooral op het terrein van werk, zorg en jeugd. Uit het Bestuursakkoord 2011-2015 bleek dat cijfermatig nog veel onzeker is. De bandbreedte in de overheveling AWBZ functie begeleiding tussen € 2,1 naar € 3,3 miljard spreekt boekdelen. Soms wordt richting gegeven in compensatie via decentralisatie-uitkeringen, lang niet altijd is duidelijk hoe dit vertaald wordt naar de algemene uitkering. Voorzichtigheidshalve zijn in de Meerjarenbegroting 2011-2015 stelposten opgenomen onder de noemer “Bestuursakkoord 2011-2015”. In 2013 werd destijds rekening gehouden met € 750.000. Dit bedrag is verwerkt in het saldo van de begroting 2013. In 2014 zou dit toenemen tot € 1.250.000 en van124
Programmabegroting 2013
af 2015 tot € 1.750.000. Met de val van het kabinet is ook de uitvoering van dit bestuursakkoord met onzekerheden omgeven. Wij verwachten dat uitvoering al dan niet in gewijzigde vorm en op een later tijdstip doorgang zal vinden. Wij handhaven daarom een aangepaste stelpost voor het bestuursakkoord, en gaan ervan uit dat wij hierover pas in 2014 en volgende jaren hoeven te beschikken. Omschrijving Stelpost Bestuursakkoord II in saldo verwerkt Voorstel nieuwe stelpost bestuursakkoord Mutatie ten opzichte van 2013
2013 750.000 0 750.000
2014 750.000 500.000 250.000
2015 750.000 1.000.000 -250.000
2016 750.000 1.500.000 -750.000
( + = Voordeel / - = Nadeel)
Mutaties bestaand beleid De mutaties bestaand beleid worden cijfermatig toegelicht in onderdeel 4. Meerjarenbegroting 2013-2016 van deel II Financiële begroting. Uitvoeringsplan 2013-2016 Het uitvoeringsplan 2013-2016 wordt toegelicht in de onderdelen 5 en 6 van deel II Financiële begroting.
Nieuwe voorstellen in begroting 2013 Financiële stresstest Bij de behandeling van de kadernota 2012 heeft u aangedrongen op het beschikbaar stellen van budget voor het uitvoeren van een financiële stresstest. Wij stellen u voor hiervoor € 10.000 beschikbaar te stellen. Onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen Bij de jaarrekening 2011 is een aantal onderhoudsvoorzieningen omgezet naar een bestemmingsreserve. Dit omdat de onderliggende plannen niet meer actueel waren. De actualisatie van de onderhoudsplannen voor wegen, schoolgebouwen en gemeentelijke gebouwen is of wordt binnenkort afgerond en wordt u in december 2012 ter besluitvorming voorgelegd. Uit de actualisatie komt naar voor dat voor wegen en schoolgebouwen de bestaande voorzieningen/bestemmingsreserves van voldoende omvang zijn. Voor gemeentelijke gebouwen is op basis van het huidige bestand aan gebouwen structureel € 500.000 extra nodig. Wij gaan ervan uit dat op zo kort mogelijke termijn een aantal gebouwen kan worden afgestoten. Wij stellen daarom voor om in 2013 € 200.000 en vanaf 2014 € 300.000 extra beschikbaar te stellen voor het onderhoud van onze gemeentelijke gebouwen. De jaarlijkse toevoeging aan de onderhoudsvoorziening zal verder worden verhoogd door de door verkoop van gebouwen vrijvallende beheerlasten. Wachtgeldverplichtingen gemeentepersoneel Tijdens de in juni 2012 gehouden informatiebijeenkomst voor de raad over bedrijfsvoering hebben wij u geïnformeerd over de mogelijke inzet van de bestemmingsreserve bedrijfsvoering die bij de jaarrekening 2001 is ingesteld. De gemeente is in tegenstelling tot het bedrijfsleven zgn. eigen risicodrager ingeval van ontslag van medewerkers. Dat wil zeggen dat de wachtgeldverplichting volledig ten laste van de gemeente komt en niet ten laste van het UWV. Voor deze wachtgeldverplichtingen hebben wij tot op heden geen budget in de begroting opgenomen. Wij stellen u voor om hiervoor vanaf de jaarschijf 2014 € 300.000 op te nemen. Voor 2012 en 2013 is de ingestelde bestemmingsreserve bedrijfsvoering van voldoende omvang. Werkelijke wachtgeldverplichtingen, maar ook kosten van reïntegratietrajecten, outplacementtrajecten, sollicitatietrainingen en andere activiteiten die bijdragen in de mobiliteit van medewerkers en daarmee wachtgeldverplichtingen voorkomen, worden ten laste van dit budget gebracht. Voor zover dit budget niet toereikend is, zal een beroep worden gedaan op de bestemmingsreserve bedrijfsvoering. Budget dat in enig jaar resteert zal aan de reserve bedrijfsvoering worProgrammabegroting 2013
125
den toegevoegd, waarbij de omvang van de reserve maximaal € 500.000 is. Boven dit bedrag vallen de eventueel nog beschikbare middelen vrij ten gunste van het rekeningresultaat.
Saldo meerjarenbegroting 2013-2016 inclusief nieuwe voorstellen De ontwikkeling van het saldo van de meerjarenbegroting 2013-2016 inclusief nieuwe voorstellen ziet er als volgt uit: Omschrijving Saldo meerjarenbegroting 2013-2016 Nieuwe voorstellen: Financiële stresstest Onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen Wachtgeldverplichting gemeentepersoneel Saldo MJB vóór dekkingsplan
2013 -1.372.800
2014 -278.600
2015 -412.400
2016 167.000
-10.000 -200.000
0 -300.000
0 -300.000
0 -300.000
0
-300.000
-300.000
-300.000
-1.582.800
-878.600
-1.012.400
-433.000
( + = Voordeel / - = Nadeel)
Dekkingsvoorstel In de mutaties bestaand beleid is rekening gehouden met de aangepaste begroting van Presikhaaf. Voor 2013, 2014 en 2015 is achtereenvolgens € 1.058.200, € 251.700 en € 169.600 opgenomen. Deze extra lasten worden met name veroorzaakt door de herstructureringsactiviteiten die worden doorgezet en waarvoor op dit moment nog geen bijdrage vanuit het Rijk beschikbaar is. Wij stellen daarom voor om deze extra incidentele lasten te dekken uit de algemene reserve. Mocht het Rijk alsnog een bijdrage voor de herstructurering beschikbaar stellen dan zal deze weer aan de algemene reserve toegevoegd kunnen worden. Naast de al in de begroting 2012 verwerkte ombuigingen en bezuinigingen hebben wij ons wederom beraden op aanvullende maatregelen om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen. Wij hebben daartoe een inventarisatie uitgevoerd die heeft geleid tot een lijst met mogelijke voorstellen voor aanvullende bezuinigingen. Wij hebben de voorstellen voorzien van een advies. De voorstellen die op “groen” staan hebben onmiskenbaar gevolgen (zie de betreffende toelichtingen) maar zouden naar onze mening toch kunnen worden gerealiseerd. Voor de voorstellen die op “rood” staan zijn de gevolgen dusdanig dat wij u adviseren hiervoor niet te kiezen. Wij leggen u de complete lijst voor zodat u de mogelijkheid heeft om uw eigen afweging te maken en onderwerpen die nu op “groen” staan niet over te nemen en daarvoor wellicht onderwerpen in de plaats te zetten die wij op “rood” hebben gezet. Daarbij de kanttekening dat we ten allen tijde moeten zorgen voor een sluitende meerjarenbegroting. Van de 118 voorstellen staan er nu 37 op “groen”. Dit resulteert een bezuiniging van € 548.600 in 2013, € 804.300 in 2014 en € 866.300 in 2015 en volgende jaren. We hebben niet alleen naar mogelijke bezuinigingen gekeken, maar ook naar de kostendekkendheid van onze leges, rechten en tarieven. Op onderdelen van onze legesverordening alsmede bij de lijkbezorgingsrechten concluderen wij dat deze niet kostendekkend zijn. Door deze wel kostendekkend te maken realiseren wij een structurele extra opbrengst van € 150.000.
126
Programmabegroting 2013
Saldo meerjarenbegroting 2013-2016 inclusief dekkingsvoorstel Het saldo van de meerjarenbegroting 2013-2016 inclusief dekkingsvoorstel ziet er als volgt uit: Omschrijving Saldo meerjarenbegroting vóór dekkingsplan Aangepaste begroting Presikhaaf t.l.v. AR Aanvullende bezuinigingen Kostendekkendheid leges Saldo meerjarenbegroting na dekkingsplan
2013 -1.582.800
2014 -878.600
2015 -1.012.400
2016 -433.000
1.058.200 548.600 150.000
251.700 804.300 150.000
169.600 866.300 150.000
0 866.300 150.000
174.000
327.400
173.500
583.300
( + = Voordeel / - = Nadeel)
De maatregelen die we de laatste jaren hebben genomen om tot een financieel gezonde huishouding te komen beginnen hun vruchten af te werpen. We zijn er echter nog niet. Dat komt overigens inmiddels vooral door externe omstandigheden. Na de verkiezingen voor de Tweede Kamer zal er een nieuw Kabinet worden gevormd dat ons ongetwijfeld weer voor nieuwe keuzes zal plaatsen. Wij hebben daarop in deze begroting zo goed mogelijk geanticipeerd door de opname van een stelpost voor de verdere uitvoering van het Bestuursakkoord 2011-2015 en een stelpost voor de verwachte lagere algemene uitkering vanaf 2014.
Programmabegroting 2013
127
128
Programmabegroting 2013
2.
Overzicht van baten en lasten 2013
Programmabegroting 2013
129
130
Programmabegroting 2013
Overzicht van baten en lasten Omschrijving
Raming 2013 Baten
Lasten
Raming 2012(na wijziging) Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Realisatie 2011 Baten
Lasten
Saldo
Programma's : 1 Burger als partner
-15.942.033
31.079.162
15.137.129 -16.081.047 32.154.499 16.073.452
2 Burger als klant
-32.568.116
31.408.606
-1.159.510 -31.467.808 31.279.974
-17.720
3.526.417
3.508.697
-611.160
16.142.311
15.531.151
3 Burger als onderdaan 4 Burger als wijkbewoner 5 Interne organisatie als klant
-39.541.490
RESULTAAT vóór BESTEMMING
-88.680.519
Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves RESULTAAT na BESTEMMING Dekkingsvoorstel Programmabegroting 2013 Resultaat 2013 na dekkingsvoorstel
-45.220
16.336.775
-187.834 -28.554.952 31.623.765
3.068.813
3.624.523
-835.750 16.768.427 15.932.677
7.733.141 -31.808.349 -41.040.623 89.889.636
3.669.743
-9.763.042 26.099.817 -215.744
3.025.363
2.809.547
-4.867.381 14.895.944
10.028.563
8.147.290 -32.893.333 -42.428.566
1.209.117 -89.470.448 92.019.933
8.498.910 -33.929.656
2.549.485 -85.829.685 84.143.727
-1.685.960
163.643
-626.103
-1.613.704
1.372.760
1.923.382
-3.299.664
-1.546.830 -174.070
Programmabegroting 2013
131
132
Programmabegroting 2013
3.
Overzicht van incidentele baten en lasten
Programmabegroting 2013
133
134
Programmabegroting 2013
Overzicht van incidentele baten en lasten Omschrijving
Begrote incidentele nadelen
Exploitatietekort SW-bedrijf Presikhaaf Dekking Presikhaaf tlv Algemene Reserve Ruimen oude graven Gendt Beleidsnota erfgoedbeleid Financiële stresstest Trolley Huissen Dekking Trolley Plan MER buitengebied Dekking plan MER Schoolzones Dekking schoolzones
1.058.000
Totaal
1.598.000
Begrote incidentele voordelen
Mutatie reserves
-1.058.000 100.000 30.000 10.000 320.000
Effect incidentele posten 1.058.000 -1.058.000 100.000 30.000 10.000
-320.000 50.000 -50.000 30.000 -30.000
Programmabegroting 2013
-1.458.000
140.000
135
136
Programmabegroting 2013
4.
Meerjarenbegroting 2013-2016
Programmabegroting 2013
137
Meerjarenbegroting (MJB) 2013 - 2016
2013
Beginsaldo MJB 2013-2016(Kadernota 2012 vóór dekking)
Mutaties bestaand beleid MJB
2014
2015
2016
N -1.092.520 N -1.092.520 N -1.092.520 N -1.092.520 (+ = V)
Programma 1 Burger als partner
-149.300
-149.300
-149.300
-149.300
900
39.000
39.000
24.000
(-148.400)
(-110.300)
(-110.300)
(-125.300)
Bijstelling rijksbijdrage BUIG
590.790
590.790
590.790
590.790
Bijzondere bijstand
270.000
270.000
270.000
270.000
Vluchtelingen Laos
251.300
251.300
251.300
251.300
60.000
60.000
60.000
-1.058.200
-251.700
-169.600
87.000
87.000
87.000
47.000
110.000
114.000
82.030
143.030
204.030
-61.000
-30.500
-30.500
2.000
22.000
21.000
Minder uren doorberekend in grondexploitaties Overige
Subtotaal programma 1 Programma 2 Burger als klant
Bijdrage aan GR Presikhaaf Aangepaste begroting GR Presikhaaf Transitiekosten AWBZ naar WMO (sept.circ.) Outsourcing belastingen Hogere opbrengst OZB door indexering en groei
25.030
Verkiezingen
3.000
Overige
Subtotaal programma 2
(81.920) (1.077.420) (1.334.020) (1.567.620)
Programma 3 Burger als onderdaan Bijdrage regionale brandweer
-13.200
-13.200
-13.200
-13.200
Explosievendetectie/-opruiming
106.000
20.000
-23.000
-42.000
Subtotaal programma 3
(92.800)
(6.800)
(-36.200)
(-55.200)
Programma 4 Burger als wijkbewoner
-120.500
-169.100
-169.100
Bijstelling compensabele BTW afvalstoffen
213.500
213.500
213.500
213.500
Bijstelling compensabele BTW riolering
220.500
220.500
220.500
220.500
Amendement revitalisering Zilverkamp
Minder uren t.l.v. rioleringen en afvalstoffen
Subtotaal programma 4
-148.000
-148.000
-148.000
-148.000
(286.000)
(165.500)
(116.900)
(116.900)
-105.000
-179.000
-65.000
69.000
-1.252.000
-429.000
-799.000
655.000
-400.000
-200.000
-750.000
303.000
303.000
Programma 5 Interne organisatie als klant Uitkeringen ex-wethouders Ontwikkeling algemene uitkering Stelpost minder algemene uitkering vanaf 2014 Vermindering aantal politieke ambtsdragers Indexering en autonome groei programmabudgetten
-30.710
-230.710
-430.710
-630.710
Budget nieuw beleid
250.000
250.000
250.000
250.000
48.800
48.800
48.800
48.800
750.000
250.000
-250.000
-750.000
120.500
169.100
169.100
14.300
-43.400
-31.100
(-555.110) (-1.017.210)
(-666.910)
Belastingen en verzekeringen Bestuursakkoord II Amendement revitalisering Zilverkamp
2.000
Overige
Subtotaal programma 5
138
(-336.910)
Programmabegroting 2013
2013
2014
2015
2016
Kostenplaatsen en hulpkostenplaatsen Vrijval kapitaallasten Kapitaallasten vervangingsinvesteringen Indexering en bijstelling salariskosten Restant Investeringsplafond
Subtotaal mutaties Meerjarenbegroting
583.000
983.000
-66.000
-151.000
-299.600
-474.400
-175.050
-223.350
-323.150
-434.450
-24.200
-61.750
-88.550
-190.150
9.600
-9.100
48.400
48.400
(-255.650)
(-195.200)
(-79.900)
(-67.600)
-280.240
389.110
207.310
769.510
-64.200
-139.200
-139.200
Overige
Subtotaal personele kosten
250.000
Lasten Uitvoeringsplan 2013-2016 Voorstellen Programmabegroting 2012
45.300
45.300
45.300
Ombuigingen en bezuinigingen
203.700
326.700
343.900
Voorstellen exploitatiebudgetten
240.000
240.000
240.000
Subtotaal voorstellen Programmabegroting 2012
489.000
612.000
629.200
-278.610
-412.410
166.990
-300.000
-300.000
-300.000
-300.000
-300.000
-300.000
-878.610
-1.012.410
-433.010
Maatregelen sociaal domein
Saldo MJB vóór nieuwe voorstellen en dekkingsplan
-1.372.760
Nieuwe voorstellen
-10.000
Financiële stresstest
-200.000
Onderhoudsvoorzieningen gebouwen Wachtgeldverplichtingen gemeentepersoneel
Saldo MJB na nieuwe voorstellen en vóór dekkingsplan
-1.582.760
Dekkingsplan Aangepaste begroting Presikhaaf t.l.v. de Algemene Reserve
1.058.200
251.700
169.600
Voorstellen aanvullende bezuinigingen (voorstellen “groen”)
548.630
804.330
866.330
866.330
Kostendekkendheid leges
150.000
150.000
150.000
150.000
1.756.830
1.206.030
1.185.930
1.016.330
Subtotaal voorstellen Programmabegroting 2012 TOTAAL SALDO MEERJARENBEGROTING
V 174.070 V 327.420 V 173.520 V 583.320
( + = Voordeel / - = Nadeel)
Programmabegroting 2013
139
140
Programmabegroting 2013
5. Uitvoeringsplan 2013-2016
Programmabegroting 2013
141
Uitvoeringsplan 2013- 2016 Investeringen en prioriteiten
Bedrag
Dekking
Dekking
Te dekken
Investering
dmv
dmv subs
Middels
2013-2016
reserves
ov. budg.
afschrijv.
Jaar
Afsch
Lasten
Lasten
Lasten
Lasten
van
Ter-
2013
2014
2015
2016
realisatie
mijn
1 Burger als partner 1.02
1e inrichting diverse lokalen Loovelden gr 15/16
1.03
Bijdrage park Lingezegen
25.000
1.04
Grondverkopen park Lingezegen
1.05
Ambt. ondersteuning projectbureau Lingezegen
1.07
MFC Huissen
500.000
500.000
1.08
Buitensportaccommodaties
150.000
150.000
2013
15
1.09
Verkeersveiligheid op de dijken
40.000
40.000
2013
15
1.10
Trolley Huissen
320.000
320.000
1.11
Plan MER buitengebied
50.000
50.000
1.12
Schoolzones
30.000
30.000
1.13
Voormalig Stadhues Huissen
2013
25
2.210.000
25.000 2.060.000
-150.000
150.000 -150.000
2013
15
2012 e.v.
50
2.900
2.900
2.900
pm
pm
pm
pm
-pm
-pm
2012 e.v. 2010 e.v.
Dekking tlv bestaande formatie
2010 e.v. 2014
-pm
-pm
75.000
75.000
17.500 4.367
17.500
4.567
28.800
28.800
28.800
10 17.500 4.667
4.267
pm
4 Burger als wijkbewoner 4.01
Herinrichting Loostraat/van Voorststraat
4.05
Fietstunnel onder A15
4.06
Revitalisering Zilverkamp
4.09
Investeringen riolering 2009
4.10 4.12 4.13
Vervanging VRI van Elkweg/Papenstraat Bemmel
100.000
100.000
11.367
10.967
10.667
4.14
Urnenmuur
60.000
60.000
6.000
6.000
6.000
4.15
Overige inrichting begraafplaats
90.000
90.000
9.000
9.000
9.000
142
320.000 4.200.000
320.000 4.200.000
2013 2012/2013
450.400
450.400
1.807.400
1.807.400
2013 15-60
Investeringen riolering 2010
1.546.500
1.546.500
2013 15-60
Investeringen riolering 2011
2.932.300
2.932.300
2014 15-60
Programmabegroting 2013
2013
15
11.667
Uitvoeringsplan 2013- 2016 Investeringen en prioriteiten
Bedrag
Dekking
Dekking
Te dekken
Investering
dmv
dmv subs
Middels
2013-2016
reserves
ov. budg.
afschrijv.
Jaar
Afsch
Lasten
Lasten
Lasten
Lasten
van
Ter-
2013
2014
2015
2016
realisatie
mijn
5 Interne organisatie als klant 5.01
Aanschaf tablets raadsleden en PA-leden
5.02
Digitaliseren documenten en archieven (2013)
250.000
250.000
2013
5.02
Digitaliseren documenten en archieven (2014)
308.000
308.000
2014
Totaal
25.000
15.264.600
25.000
3.018.000 10.936.600
1.310.000
Reeds verwerkt in de cijfers begroting 2013
Opgenomen in meerjarenbegroting 2013-2016
Programmabegroting 2013
2013
3
9.583
9.133
8.733
8.333
25.917
89.267
163.267
162.467
25.917
25.067
24.067
23.267
0
64.200
139.200
139.200
143
Kredietvoteringen 2013
Omschrijving 1.02 1.08 1.10 1.11 1.12 4.01 4.13 4.14 4.15 5.01 5.02
144
e
1 inrichting diverse lokalen Loovelden gr. 15/16 Buitensportaccomodaties Trolley Huissen Plan MER buitengebied Schoolzones Herinrichting Loostraat / van Voorststraat Vervanging VRI van Elkweg/Papenstraat BML Urnenmuur Overige inrichting begraafplaats Tablets raadsleden Digitaliseren documenten
Programmabegroting 2013
Bedrag Investering 25.000 150.000 320.000 50.000 30.000 320.000 100.000 60.000 90.000 25.000 250.000
6.
Toelichting op uitvoeringsplan 2013-2016
1
Burger als partner
Programma
Onderwerp 1.02
Investering
e
1. Burger als
1 inrichting diverse
partner
lokalen Loovelden
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
€ 25.000
€ 2.900
2013
groep 11 t/m 16 Toelichting
Eerste inrichting diverse lokalen van de Boemerang. Aanvullende inrichting is nodig totdat de school qua leerlingenaantal de maximum capaciteit heeft bereikt. Daarna gaan ze over naar een andere locatie (Brede school).
Programma
Onderwerp 1.03 t/m
Investering
Incidentele
1.05 1. Burger als
Park Lingezegen:
partner
- bijdrage
Structurele jaarlast
jaarlast
Gewenst jaar realisering
€ 2.210.000
2012 e.v.
dekking door: - reserve
€ 2.060.000
- nieuwe ontwikkelingen € 150.000 - grondverkopen
-/- € 150.000
- ambtelijke onder-
2012 e.v. neutraal (0,5 fte)
2010 e.v.
steuning tlv bestaande formatie Toelichting
Park Lingezegen is bedoeld als buffer tussen de steden en alle nieuwbouw bij Bemmel, Huissen, Elst e.d.. De doelstellingen van het park zijn gericht op recreatie, waterberging, natuur en behoud van landbouwgrond. Hiervoor is een bestuursovereenkomst gesloten en geld gereserveerd van rijk, provincie, Waterschap en de vier gemeenten Arnhem, Nijmegen, Overbetuwe en Lingewaard. De intergemeentelijke structuurvisie voor het park is vastgesteld. Tevens is en gemeenschappelijke regeling opgericht om de financiering van het beheer duurzaam te verzekeren. Tot en met 2013 wordt dan bijna 500 ha in het gebied (van in totaal 1500 ha) ingericht als parklandschap. Op sommige plekken ingrijpend (als waterberging of nieuwe natuur wordt gerealiseerd), op sommige plekken minder ingrijpend (als bomen langs de weg worden aangeplant). Behalve het uitvoeringsprogramma dat door de overheden wordt gerealiseerd, is ook ruimte voor particuliere initiatieven die aansluiten bij de doelen van het park: recreatie, toegankelijk maken van het buitengebied, e.d.).
Programmabegroting 2013
145
Programma
Onderwerp 1.07
1. Burger als
MFC Huissen
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
€ 500.000
€ 75.000
2014
partner Toelichting
Ten behoeve van de uitbreiding van de gymcapaciteit van het Overbetuwecollege is conform de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs een bedrag in de begroting 2014 gereserveerd. Samen met de partners in het MFC Huissen(Waard Wonen, De Driestroom, Overbetuwecollege, ROC A12 en Betuweland Zorgcentra) wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd of de uitbreiding van de gymcapaciteit onderdeel kan worden van een multifunctioneel centrum in Huissen. Het haalbaarheidsonderzoek wordt wordt in oktober 2012 beschikbaar gesteld. Op basis van het haalbaarheidsonderzoek wordt inhoud gegeven aan de verdere planvorming.
Programma
Onderwerp 1.08
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
1. Burger als
Buitensport-
partner
accommodaties
€ 150.000
€ 17.500
2013
Toelichting
Nu de realisatie van Sportpark Muijland (voorlopig) is uitgesteld dienen er een aantal extra onderhouds/renovatie werkzaamheden te worden uitgevoerd op sportpark de Poel die niet waren opgenomen in de MOP sportgebouwen.
Programma
Onderwerp 1.09
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
3. Burger als
Verkeersveiligheid op de
jaarlast
last
realisering
onderdaan
dijken
Toelichting
Zowel in de gemeenteraad als in het college is de verkeersveiligheid op de dijken in Lingewaard besproken. De
€ 40.000
€ 4.667
2013
wens van alle partijen is een veiligere dijk rekening houdend met de diversiteit aan functies en gebruikers hiervan. Geconcludeerd is dat het inrichten van de dijken als 60 km zone de beste oplossing is. Dit is ook in overeenstemming met de beleidslijn dat alle buitenwegen als 60 km zone ingericht moeten worden. Het college heef besloten, in overeenstemming met de raadsmotie van 10 november 2011, om een tweetal dijkvakken te weten tussen Huissen en Angeren en rondom de Sterrenschans te Doornenburg, duurzaam veilig in te richten als 60 km zone respectievelijk op te nemen in de bebouwde kom waar 50 km geldt als maximum snelheid. Zoals aangeven aan de gemeenteraad bedragen de kosten € 40.000 per strekkende km dijk voor het duurzaam veilig inrichten als 60 km-zone.
146
Programmabegroting 2013
Programma
3. Burger als
Onderwerp 1.10
Trolley Huissen
onderdaan Toelichting
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
€ 320.000
2013
Dekking Alg. Reserve In samenwerking met de vervoerder, de stadsregio en gemeente Arnhem is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om de trolley vanuit Arnhem door te trekken naar Lingewaard. Met als doel de benodigde capaciteitsvergroting en gewenste verdere ontwikkeling van een duurzaam hoogwaardig openbaarvervoersysteem in de regio, in het bijzonder tussen Lingewaard en Arnhem, te realiseren. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de bestuurlijke regiegroep waarin de verantwoordelijke bestuurders vanuit Lingewaard, Arnhem, de Stadsregio en de vervoerder zitting hebben. Bij de planvorming zijn de wijkplatforms en de Huissense bevolking betrokken. Opgemerkt wordt dat de wijkplatforms uit Huissen al eerder gevraagd hebben om de introductie van de trolley in de wijk Loovelden als emissiearm en comfortabel ov systeem. Naast de doortrekking van de trolley is ook gekeken naar de mogelijkheid om waterstof-, respectievelijk hybridevoertuigen in te zetten op deze HOV corridor. Geconcludeerd is dat beide alternatieven (binnen deze concessieperiode) geen optie zijn voor deze HOV corridor. Met de voor de doortrekking van de trolley benodigde infrastructurele aanpassingen wordt een aantal bestaande infrastructurele knelpunten in Lingewaard opgelost. Door de voor de trolleyeindpunt benodigde vergroting van de rotonde Huismanstraat / Stadswal, wordt tevens de totale capaciteit van de rotonde, in overeenstemming met de noodzakelijke capaciteit, vergroot. Het huidige te smalle en onveilige profiel van de Loostraat wordt voorde trolley aangepast, zodanig dat de benodigde capaciteit veilig kan worden gefaciliteerd.
Programma
3. Burger als
Onderwerp 1.11
Plan MER buitengebied
onderdaan Toelichting
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
€ 50.000
2013
Dekking Alg. Reserve In afgelopen jaren zijn de bestemmingsplannen geactualiseerd. Actualisatie van bestemmingplannen kom Huissen, kom Gendt en bedrijventerreinen moeten nog ter hand worden genomen. Bij de actualisatie bestemmingsplannen Buitengebied moet een Plan-MER worden uitgevoerd waarvoor een bedrag van circa € 50.000 (extra) gerekend moet worden.
Programma
3. Burger als
Onderwerp 1.12
Schoolzones
onderdaan Toelichting
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
€ 30.000
2013
Dekking Alg. Reserve De afgelopen periode zijn er bij wijze van proef bij een aantal basisscholen in Lingewaard schoolzones ingericht en zijn de fietsroutes naar de schoolroutes aangegeven met rode stippen. Deze acties zijn uitgevoerd om de verkeersveiligheid voor de schoolgaande jeugd te vergroten. Uit de eerste analyse van deze proeven blijkt dat de inrichting van de schoolzones en de routes bijdraagt tot een betere verkeersafwikkeling en daarmee een betere veiligheid. Uit de proef blijkt dat de inrichting van een schoolzone circa € 15.000 bedraagt per schoolzone inclusief fietsroute. Voor 2013 is hiervoor € 30.000 begroot.
Programma
Onderwerp 1.13
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
3. Burger als
Voormalig Stadhues
jaarlast
last
realisering
onderdaan
Huissen
Toelichting
Sociaal-culturele/maatschappelijke invulling van het Stadhues Huissen met commerciële drager(s). Nadere uit-
pm
2013 e.v.
werking vindt in 2012 -2013 plaats.
Programmabegroting 2013
147
4
Burger als wijkbewoner
Programma
Onderwerp 4.01
4. Burger als
Herinrichting Loostraat /
wijkbewoner
van Voorststraat
Toelichting
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
€ 320.000
€ 28.800
2013
De inrichting van het gedeelte Loostraat, tussen de Kruigang en de Bredestraat, en de Van Voorststraat in Huissen moet dringend worden aangepakt. Deze weg is een gebiedsontsluitingsweg en is voor het fietsverkeer een belangrijke schakel tussen de wijken Zilverkamp en Loovelden, en het centrum van Huissen. De herinrichting voorziet onder andere in de verbetering van de oversteekbaarheid en door een duurzaam veilige inrichting loopt het fietsverkeer minder risico op een ongeval. Het is de bedoeling deze herinrichting te combineren met de vernieuwing van de riolering.
Programma
Onderwerp 4.05
4. Burger als
Fietstunnel onder de
wijkbewoner
A15
Toelichting
Inleiding:
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar reali-
jaarlast
last
sering
€ 4.200.000
€0
2013
Subsidie € 4.200.000
In februari 2009 heeft de gemeente de intentieovereenkomst ondertekend voor de aanleg van een snelfietsroute Arnhem Nijmegen (RijnWaalpad) samen met de gemeenten Arnhem, Overbetuwe, Lingewaard en Nijmegen, provincie Gelderland, Stadsregio Arnhem Nijmegen en de Fietsersbond. Met het ondertekenen van de intentieverklaring hebben de partijen zich bereid verklaard om zich in te spannen om voor 2013 gezamenlijk het RijnWaalpad te realiseren. Met de aanleg van het Rijnwaalpad ontstaat een hoogwaardige fietsverbinding tussen Arnhem en Nijmegen. De snelfietsroute is een concurrerend alternatief voor het autoverkeer en kan een belangrijke rol vervullen bij het oplossen van de mobiliteitsproblematiek binnen de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De totale kosten van dit project worden geraamd op bijna 17 milljoen euro. De deelnemende gemeenten zijn elk zelf verantwoordelijk voor het aanleggen van het gedeelte dat op het grondgebied van de respectievelijke gemeente ligt. Lingewaard en Overbetuwe werken daarin samen en ontvangen elk een kostenbijdrage van 90%. De kapitaallasten inzake de realisering van het RijnWaalpad zijn in de begroting verwerkt.
De fietstunnel onder de A15 wordt volledig door de Stadsregio, de provincie en het ministerie van Verkeer en Waterstaat betaald. Deze kosten worden geraamd op € 4.200.000. Met de Stadsregio is afgesproken dat er in 2012 begonnen moet zijn met de uitvoering van zowel het fietspad als de fietstunnel.
148
Programmabegroting 2013
Programma
Onderwerp 4.06
4. Burger als
Revitalisering Zilverkamp
wijkbewoner
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
€ 450.400
2013
Dekking uit bestemmingsreserve € 450.400
Toelichting
Door het aannemen van een amendement op de begroting 2012 door de raad op 10 november 2011 is een bedrag van € 450.400 beschikbaar gesteld voor revitalisering van de clusters van 4,6,7 en 8 van de Huissense woonwijk Zilverkamp. Het beschikbare bedrag is samengesteld uit verlaging van de budgetten “onderhoud wegen” voor de jaren 2012, 2013 en 2014 als gevolg van verlenging van de werkplannen 2012, 2013 en 2014. De verlaagde stortingen in de voorziening “Onderhoud wegen” gedurende de jaren 2012 t/m 2014 zullen leiden tot de vorming van een bestemmingsreserve. Door vaststelling van de Programmabegroting 2012 is deze verlaging gerealiseerd en zal de bestemmingsreserve gevoed worden.
In overleg met het wijkplatform Zilverkamp is er voor gekozen om bij de besteding in beginsel de volgende prioritering aan de houden: 1. Toevoegen parkeerplaatsen; 2. Erfinrichting; 3. Opwaarderen groenstructuur.
In eerste aanleg was het de bedoeling dat de uitgaven gelijke tred houden met de dotatie aan de bestemmingsreserve. Indien afronding van de werkzaamheden reeds in 2013 plaatsvindt, zijn er op dat moment niet voldoende middelen aan de bestemmingsreserve toegevoegd. Het tekort kan dan worden gedekt uit de algemene reserve. In 2014 dient dan wel een toevoeging aan de algemene reserve plaats te vinden ter grootte van de onttrekking in 2013. Besluitvorming hieromtrent geschiedt in september 2012.
Programma
Onderwerp 4.09 t/m 4.12 Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
jaarlast
last
realisering
4. Burger als
Riolering:
wijkbewoner
- 2009
€ 1.807.400
2013
- 2010
€ 1.546.500
2013
- 2011
€ 2.932.300
2014
Toelichting
Dit betreft investeringen die voortvloeien uit het Gemeentelijk Rioleringplan 2008-2001 (GRP). De investeringsuitgaven worden volledig gedekt door de rioolrechten. Tot en met 2010 zijn de achterstanden vanuit het GRP2003-2006 weggewerkt. Het GRP voor de periode 2008-2011 is in uitvoering gebracht door het toepassen van verbeteringen en aanpassingen in de rioleringssystemen. In verschillende kernen zijn al projecten voor het afkoppelen van verhard oppervlakte voorbereid en in uitvoering gebracht.
In2013 zal het nieuwe GRP aan de gemeenteraad worden voorgelegd ter goedkeuring.
Programmabegroting 2013
149
5
Interne organisatie als klant
Programma
Onderwerp 5.01
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
5 Interne organi-
Aanschaf tablets voor
jaarlast
last
realisering
satie als klant
raadsleden en PA-leden
Toelichting
In het kader van papierloos werken wordt -nadat het raadsinformatiesysteem (zie ook bijstellingen bestaand
€ 25.000
Netto € 2.333
2012/2013
beleid) vorm heeft gekregen- voorgesteld om de voor de raadsleden (en mogelijk ook voor de PA-leden) een bedrag van ca. 50 x € 500 op te nemen. De kapitaallasten bedragen € 9.583. De in de begroting gereserveerde onkostenvergoeding ad. € 7.250 voor de raadsleden (in verband met vervallen “raad-online”) kan vervolgens vrijvallen. De extra lasten als gevolg van verstrekking aan PA-leden moet nog worden uitgekristalliseerd.
Programma
Onderwerp 5.02
Investering
Incidentele
Structurele jaar-
Gewenst jaar
5 Interne organi-
Digitaliseren
jaarlast € 250.000
last
realisering 2013
satie als klant
documenten en
€ 308.000
2014
archieven Toelichting
Op 2 januari 2012 is het nieuwe gemeentehuis in gebruik genomen. In het nieuwe huis wordt gewerkt op basis van een kantoorconcept waarin het flexwerken centraal staat. De werkplek van de medewerker wordt digitaal beschikbaar gesteld waarbij tijd- en plaats onafhankelijk werken mogelijk is geworden. Hiermee wordt voldaan aan eisen die gesteld zijn in Fase I van het project ICT Nieuwbouw Gemeentehuis.. Tijdens de discussie en vaststelling van het krediet voor Fase I is ook al gesproken over het nieuwe werken, destijds Fase II genoemd. Inmiddels wordt de vraag om volledig onafhankelijk te kunnen werken en ook alle documenten op elke plaats digitaal beschikbaar te hebben, steeds duidelijker. De stappen die in Fase II gezet moeten worden zijn globaal omschreven en de financiële impact is nog niet volledig duidelijk. Duidelijk is wel dat in ieder geval alle dossiers moeten zijn bijgewerkt tot op actueel niveau en alle documenten die in omloop zijn, moeten worden geregistreerd. In het bijwerken van de dossiers is een prioriteit vastgesteld gerelateerd aan de dienstverlening aan de burger. De start van het project, het bijwerken van alle overige archieven in 2012 en het voorbereiden van de uitvoering van de overige stappen in Fase II kost € 558.000.
150
Programmabegroting 2013
7.
Toelichting reserves en voorzieningen
Programmabegroting 2013
151
Toelichting reserves en voorzieningen
Reserves Algemene Reserve (stand Jaarrekening 2011 € 4.557.850 ná resultaatbestemming) Het saldo van de Algemene Reserve bedroeg na de resultaatbestemming 2011 € 4.557.850. Door de vaststelling van de programmabegroting 2012 is ingestemd met de vrijval van de Reserve dekking kapitaallasten. Dit heeft tot gevolg dat het saldo aan de Algemene Reserve wordt toegevoegd en de bespaarde rente die jaarlijks gestort werd in de Reserve dekking kapitaallasten vanaf 2012 gestort wordt in de Algemene Reserve. Bij de Kadernota 2012 is besloten enkele incidentele nieuwe uitgaven en het resultaat 2012 te dekken door een onttrekking uit de Algemene Reserve. Daarnaast is in het dekkingsvoorstel van deze programmabegroting rekening gehouden met de dekking van de herstructureringskosten van Presikhaaf. Al deze mutaties zijn hieronder in het overzicht ‘Verloop Algemene Reserve’ opgenomen. De werkelijke omvang van het saldo van de algemene reserve aan het eind van 2013 en volgende jaren wordt voor een belangrijk deel bepaald door de financiële resultaten in de jaarrekeningen.
Beklemde deel Algemene Reserve Vitens: De reserve Vitens maakt nu als algemene beklemde reserve deel uit van de Algemene reserve. De in 2006 behaalde winst bij de verkoop van de aandelen Vitens is overeenkomstig een raadsbesluit gereserveerd. De jaarlijkse rente wordt ingezet als dekkingsmiddel en is als batenpost bij inzet van reserves in de begroting opgenomen. Het beklemde deel bedraagt € 2.500.000. Bespaarde rente: Bij de Kadernota 2010 is bepaald dat een gedeelte van de bespaarde rente van reserves en voorzieningen ingezet wordt als algemeen dekkingsmiddel voor de begroting. In de begroting 2012 bedraagt de bespaarde rente € 2.857.500 en de storting in de Algemene Reserve € 1.600.000. Dat betekent dat € 1.257.500 van de bespaarde rente ingezet wordt als dekkingsmiddel voor de begroting. Aangezien de bespaarde rente is gedaald naar € 2.610.000 wordt de storting van de bespaarde rente € 1.352.500 ( € 2.610.000 -/- € 1.257.500). Voorzichtigheidshalve wordt er van uitgegaan dat het saldo van de reserves en voorzieningen jaarlijks daalt met ongeveer 2 miljoen, waardoor ook de storting van de bespaarde rente in de algemene reserve jaarlijks daalt met € 100.000. Door het inzetten van de bespaarde rente als dekkingsmiddel voor de exploitatie wordt beslag gelegd op een groot gedeelte van de Algemene Reserve. Bij een rente van 4,5% is het beklemde deel van de Algemene Reserve € 28.000.000
Vrij beschikbare deel Algemene Reserve In paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen is bepaald hoe hoog de buffer moet zijn om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen. Het vrij beschikbare deel van de Algemene Reserve bestaat uit het saldo van de Algemene Reserve na aftrek van het beklemde deel en na aftrek van de buffer.
152
Programmabegroting 2013
Verloop Algemene Reserve
2012
2013
2014
2015
2016
Saldo per 1-1 van het betreffende jaar
4.557.850*
39.443.580
38.777.380
39.775.680
40.756.080
Vrijval reserve dekking kapitaallasten
35.081.650
1.350.000
1.250.000
1.150.000
1.050.000
-251.700
-169.600
39.639.500 Storting gedeelte bespaarde rente reserves en
1.600.000
voorzieningen Dekking resultaat 2012 VJN / KN 2012
-1.795.920
Dekking incidentele nieuwe uitgaven KN 2012
-958.000
Dekking begroting Presikhaaf
-1.058.200
Saldo Algemene Reserve per 31-12
39.443.580
38.777.380
39.775.680
40.756.080
41.806.080
Af: Algemene beklemde reserve
30.500.000
30.500.000
30.500.000
30.500.000
30.500.000
Algemene vrije reserve
8.943.580
8.277.380
9.275.680
10.256.080
11.306.080
Af: Buffer
8.000.000
8.000.000
8.000.000
8.000.000
8.000.000
943.580
277.380
1.275.680
2.256.090
3.306.080
Vrij beschikbare deel Algemene Reserve
* Saldo per 1-1-2012 na resultaatbestemming 2011 conform Kadernota 2012 (pg. 18)
Fonds bovenwijkse voorzieningen (stand Jaarrekening 2011 € 2.474.700) De mutaties in het fonds bovenwijkse voorzieningen zijn sterk afhankelijk van het tempo van realisering van woningbouwprojecten. De op het Uitvoeringsplan opgenomen bijdrage voor Park Lingezegen van € 2.060.000 zal in de toekomst ten laste van deze voorziening worden gebracht. Reserve dekking kapitaallasten (stand Jaarrekening 2011 € 35.081.650 / opgeheven ) Dit betrof de reserve, die op basis van besluitvorming door de gemeenteraad is gevormd voor dekking van kapitaallasten van gevoteerde investeringskredieten. Gelijktijdig met de vaststelling van de programmabegroting 2012 is door de raad besloten de Bestemmingsreserve dekking kapitaallasten op te heffen en het saldo toe te voegen aan de Algemene Reserve. Reserve personele verplichtingen (stand Jaarrekening 2011 € 93.300) Dit betreft de bestemmingsreserve cafetariamodel, het overschot/te behouden budget beloningsdifferentiatie € 16.200 en de voor opleiding, teamontwikkeling en cafetariamodel gereserveerde IZA-gelden. De bestemmingsreserve cafetariamodel wordt ingezet voor dekking van extra personele uitgaven passend in de bestedingsregels van het cafetariamodel in de jaren 2010 t/m 2012. Reserve bedrijfsvoering (stand Jaarrekening 2011 € 556.000 ná resultaatbestemming) In 2012 en volgende jaren heeft de organisatie een aantal vraagstukken op het gebied van personeel op te lossen (mogelijke WW-verplichtingen, re-integratie budget ter voorkoming van WW-verplichtingen en kosten van bovenformatief personeel). Bij de jaarrekening 2011 is hiervoor een reserve bedrijfsvoering gevormd. Algemene reserve grondexploitatie (stand Jaarrekening 2011 € 1.192.300) De algemene reserve grondexploitatie dient ter dekking van verliezen en risico’s die voortvloeien uit grondexploitaties. De algemene reserve grondexploitatie wordt gevoed uit de eindresultaten van alle afgesloten exploitaties plus de tussentijdse resultaten. Als uit de kostprijsberekening blijkt, dat bij een complex een verlies wordt verwacht, wordt hiervoor een voorziening getroffen die ten laste van de algemene reserve grondexploitatie wordt gebracht. Indien de algemene reserve grondexploitatie volledig is ingezet voor de afdekking van (verwachte) verliezen van grondexploitaties, komen tekorten ten laste van het (begrotings)resultaat. Voor een nadere toelichting van de stand en de geraamde mutaties van deze reserve wordt verwezen naar paragraaf 4.7 Grondbeleid.
Programmabegroting 2013
153
Reserves groot onderhoud (stand Jaarrekening 2011 € 5.939.400 ná resultaatbestemming) Dit betreft reserves voor vervanging, onderhoud en beheer van gebouwen en gemeentelijke eigendommen, wegen, sportaccommodaties en groenvoorzieningen. (Aangezien de voorzieningen voor groot onderhoud en beheersplannen op grond van het BBV alleen gevormd mogen worden op basis van actuele onderhoudsplannen en de looptijd van de plannen waren verstreken, zijn de voorzieningen vrijgevallen ten gunste van de exploitatie 2011 en via de resultaatbestemming toegevoegd aan de reserves.) Overige bestemmingsreserves (stand Jaarrekening 2011 € 5.016.600) Hieronder zijn diverse reserves opgenomen die op basis van gemeentelijke besluitvorming een specifieke bestemming hebben gekregen. Als voorbeelden van overige bestemmingsreserves worden genoemd de reserve afvalstoffenheffing, de reserve riolering en waterzuivering, het kunstfonds en de reserve actualisatie bestemmingsplannen.
Voorzieningen Voorzieningen ten behoeve van personeel (stand Jaarrekening 2011 € 3.333.600) Dit betreft een voorziening uit hoofde van pensioenverplichtingen ten behoeve van huidige en voormalige wethouders. Op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) bouwen wethouders hun ouderdomspensioen in principe op bij de gemeente. De Appa-pensioenregeling omvat ook het zogenaamde nabestaanden- en wezenpensioen. De Appa-pensioenregeling is een eindloonregeling met pensioenindexatie. De pensioenverplichtingen worden op actuariële wijze gewaardeerd tegen contante waarde. Voorzieningen nog in te zetten bijdragen en subsidies (stand Jaarrekening 2011 € 538.400) Deze voorziening heeft betrekking op ontvangen (en mogelijk te restitueren) bedragen voor planschades. Voorzieningen voor overige verplichtingen en risico’s (stand Jaarrekening 2011 € 967.000) Dit zijn de overige voorzieningen, zoals de voorziening Streekmuziekschool en de voorziening voor verwachte kosten van afgewikkelde grondexploitaties. De voorzieningen worden opgenomen op het moment, dat blijkt dat de gemeente aansprakelijk is voor de betaling van bedragen op basis van gebeurtenissen die hun oorsprong hebben in het begrotingsjaar of daarvoor.
154
Programmabegroting 2013
Stand jaarrekening 2011
31-12-2011
1-1-2012
Reserves Algemene Reserve
8.689.688
39.639.500
Fonds Bovenwijkse voorzieningen
2.474.658
2.474.658
Reserve dekking kapitaallasten
35.081.651
Reserve personele verplichtingen Algemene Reserve grondexploitatie
93.285
93.285
1.192.335
1.192.335
Bestemmingsreserve bedrijfsvoering
556.000
Bestemmingsreserves voor groot onderhoud
5.939.400
Overige bestemmingsreserves: Implementatie BAG
42.515
42.515
Pilot toezicht drank en horecawet
37.900
37.900
2.395
2.395
Kunst
50.000
50.000
Ponymarkt
18.309
18.309
Bestemmingsreserve afvalstoffenheffing
1.017.318
1.017.318
Bestemmingsreserve riolering en waterzuivering
3.321.215
3.321.215
19.972
19.972
Grondroerdersregeling
Werkbudget Wro-structuurvisie Ruilverkaveling Bergerden
42.202
Actualisatie bestemmingsplannen Bijdrage bouwfonds in startersleningen Herinrichting openbaar gebied Sancta Maria
242.543
242.543
86.747
86.747
135.467
135.467
3.333.627
3.333.627
538.410
538.410
23.300
23.300
295.523
295.523
Voorzieningen Voorzieningen ten behoeve van personeel Voorziening planschade Overige voorzieningen: Herzieningsregeling BTW Bijdrage de Bongerd Voorziening Streekmuziekschool Voorziening afwikkeling grondexploitaties
86.691
86.691
561.490
561.490
57.387.240
59.708.600
De stijging van de stand van de reserves door de resultaatbestemming 2011 bestaat uit: Onttrekking uit de Algemene Reserve Vorming Bestemmingsreserve voor groot onderhoud Vorming Bestemmingsreserve bedrijfsvoering Benutting Reserve ruilverkaveling Bergerden Totaal
- / - € 4.131.840 € 5.939.400 € 556.000 € 42.200 € 2.321.360
Programmabegroting 2013
155
156
Programmabegroting 2013
8.
EMU-saldo bij begroting 2013
Programmabegroting 2013
157
158
Programmabegroting 2013
EMU-saldo bij begroting 2013 (Bedragen x EUR 1.000)
+ + -
+
+ + -
2012
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)* 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploita3 tie Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de 4 balans worden geactiveerd. De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ont5 vangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste 6a activa tegen verkoopprijs) 6b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw- en 7 woonrijp maken e.d. 8a Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) 8b Boekwinst op grondverkopen 9 Betalingen ten laste van de voorzieningen Betalingen die niet via de exploitatie lopen maar rechtstreeks ten 10 laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten
- 11 Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen
2013
1.701
-1.209
249
5.234
5.197
5.127
2.803
2.442
2.540
13.015 12.815
1.427
12.639 11.832
308
0
0
0
0
0
0
12.099
8.160
2.498
7.247 11.696 10.628 0 0 0 2.803 2.442 2.540 0
0
0
0
0
0
1.707
Berekend EMU-saldo
2014
6.541 12.387
* Een exploitatietekort heeft een minteken. De posten met een plus verkleinen het EMU-tekort, die met een min vergroten het EMU-tekort. EMU = Economische en Monetaire Unie Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de overheid in een bepaald jaar.
Programmabegroting 2013
159
160
Programmabegroting 2013
Bijlagen
Programmabegroting 2013
161
1. Samenstelling gemeentebestuur Gemeenteraad
H.H. de Vries mr. J.A. Wenneker mw. M.J.C. Fontein P.B.H. Geurtz drs. P.A.T.W. Hegeman N.T.P. Hubers J.J. Huizinga mw. C.A.M. Lotze-Snijders J.H.A.P. Sluiter mw. M.J. Bouwmeister-Bremer R.T.H.M. Derksen J.A.W. Joosten T.W.M. Peren ing. H.J.J. Arends H.G. Gertsen mw. mr. J.J.A.M. Leenders-van Heck mw. mr. M.J.A. van Aalten-Janssen B.J.W.G. van Ottele F.H. den Houting P.B.M. Wegh T.G.C.M. Rijsemus mw. drs. H.W.M. Witjes drs. P.M. Cuypers A.H. Nijboer S.J.H.G. Wannet H.T. Peren mw. J.N.M. van Roosmalen mw. L.G. Duiven F.N. Arbouw T.F.J. Reijmers Th.G.L. Greep
162
voorzitter fractievoorzitter B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 fractievoorzitter Lokaal Belang Lingewaard Lokaal Belang Lingewaard Lokaal Belang Lingewaard Lokaal Belang Lingewaard fractievoorzitter CDA CDA CDA CDA fractievoorzitter lingewaard.NU lingewaard.NU lingewaard.NU fractievoorzitter VVD VVD VVD fractievoorzitter D66 D66 D66 fractievoorzitter PvdA PvdA fractievoorzitter GroenLinks GroenLinks fractievoorzitter Fractie Reijmers raadsgriffier
Programmabegroting 2013
College van burgemeester en wethouders
H.H. de Vries, burgemeester F.M. Schut T. Janssen C.J. Telder B. van Eeten L.J.F. Dolmans mw. drs. E.R. Loenen
voorzitter wethouder wethouder wethouder wethouder wethouder gemeentesecretaris
tot 28-7-2012 tot 28-7-2012
vanaf 20-9-2012
Presidium
H.H. de Vries mr. J.A. Wenneker J.H.A.P. Sluiter T.W.M. Peren mw. mr. M.J.A. van Aalten-Janssen P.B.M. Wegh drs. P.M. Cuypers H.T. Peren mw. L.G. Duiven T.F.J. Reijmers Daarnaast zijn in elke vergadering aanwezig: Th.G.L. Greep mr. E.A.M. Masselink Mw. J.A.T. Mommers
voorzitter fractievoorzitter B06-L2000 fractievoorzitter Lokaal Belang Lingewaard fractievoorzitter CDA fractievoorzitter lingewaard.NU fractievoorzitter VVD fractievoorzitter D66 fractievoorzitter PvdA fractievoorzitter GroenLinks fractievoorzitter Fractie Reijmers raadsgriffier raadsadviseur / plaatsvervangend griffier notulist
Programmabegroting 2013
163
2. Kerngegevens SOCIALE STRUCTUUR
2009
Aantal inwoners per 1 januari
45.085 45.445
Aantal inwoners naar leeftijd 0 t/m 4 jaar 5 t/m 19 jaar 20 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder Aantal personen met een uitkering: (WWB-IOAW-IOAZ) Leerlingen per 1 oktober - basisonderwijs - speciaal basisonderwijs - voortgezet onderwijs - speciaal voortgezet onderwijs Totaal leerlingen
164
2010
2011
2012
45.589
2.667 2.594 2.586 8.676 8.781 8.730 27.517 27.589 27.577 6.225 6.481 6.696
2013
2014
2015
2016
45.788 45.950
46.125
46.350 46.625
2.565 2.542 8.705 8.672 27.373 27.145 7.145 7.592
2.519 8.642 26.921 8.043
2.498 2.480 8.620 8.607 26.723 26.551 8.507 8.985
380
410
468
440
424
424
424
424
4.841 185 2.406 58 7.490
4.829 193 2.486 64 7.572
4.774 235 2.575 67 7.651
4.728 235 2.702 60 7.725
4.684 230 2.918 72 7.904
4.631 227 2.932 72 7.862
4.515 222 3.026 74 7.837
4.515 222 3.026 74 7.837
Programmabegroting 2013
FYSIEKE STRUCTUUR Oppervlakte gemeente in ha. Waarvan -binnenwater -historische stads- en dorpskern Openbaar groen (excl. water en bermen) Lengte van riolering in km Lengte van wegen in km
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
6.934
6.934
6.934
6.934
6.934
6.934
6.934
6.934
695 5
703 5
703 5
703 5
703 5
703 5
703 5
703 5
180 260 337
184 260 342
210 260 341
221 270 350
224 270 354
226 270 354
228 270 354
228 270 354
Aantal woonruimten per 1 jan Woningen Wooneenheden Bijzondere woongebouwen
17.895 18.336 59 59 489 405
18.499 18.557 59 59 405 405
18.652 59 405
18.758 18.905 59 59 405 405
19.074 59 405
Totaal aantal woonruimten
18.443 18.800
18.963 19.021
19.116
19.221 19.369
19.538
Gem.aantal inwoners per woning
2,44
2,42
2,40
2,40
Programmabegroting 2013
2,40
2,40
2.39
2.38
165
166
Programmabegroting 2013
3. Overzicht baten en lasten productenraming 2013
Programmabegroting 2013
167
OVERZICHT BATEN EN LASTEN PRODUCTENRAMING 2013 Programma Productgroep 1 Burger als partner
Lasten 2013
Baten 2013
Saldo 2013
Raming 2012
Rekening 2011
31.079.162 -15.942.033
15.137.129
16.073.452
16.336.775
Bouwgrondexploitatie, woningbouw
118.360 0 251.605 0 1.515.141 -14.400 245.534 -178.136 10.434 0 2.403.321 0 258.851 0 1.069.424 0 826.917 -174.575 787.104 -6.300 344.429 -400 2.415.364 -103.770 127.922 -1.700 327.924 -1.200 1.002.287 -2.383 557.484 -6.275 806.149 -67.000 795.594 -249.880 1.792.825 -21.851 10.139.824 -10.139.824 5.282.670 -4.974.339
118.360 251.605 1.500.741 67.398 10.434 2.403.321 258.851 1.069.424 652.342 780.804 344.029 2.311.594 126.222 326.724 999.904 551.209 739.149 545.714 1.770.974 0 308.331
218.250 284.090 1.463.881 92.453 13.344 2.435.908 265.176 1.075.386 642.945 1.235.508 338.398 2.408.211 145.915 264.474 1.073.711 731.169 637.703 549.020 1.801.049 396.861
107.348 220.757 942.745 136.367 14.609 2.080.789 233.254 1.106.191 487.284 967.962 367.917 1.717.725 139.195 213.796 1.066.686 567.079 770.596 577.418 837.478 647.402 3.134.176
2 Burger als klant
31.408.606 -32.568.116
-1.159.510
187.834-
3.068.813
837.899 0 837.899 7.872.592 -6.921.775 950.817 8.037.202 -6.250.202 1.787.000 10.000 0 10.000 509.411 -36.300 473.111 139.914 -62.314 77.600 7.900.852 -531.945 7.368.907 335.320 0 335.320 32.080 -23.500 8.580 201.750 0 201.750 450.665 -183.700 266.965 721.095 -6.300 714.795 133.700 -3.250.000 -3.116.300 133.700 -3.515.330 -3.381.630 1.883.125 -386.200 1.496.925 404.295 0 404.295 0 -10.121.000 -10.121.000 312.800 -305.300 7.500 1.423.301 -774.650 648.651 44.905 -43.400 1.505 24.000 -156.200 -132.200
837.419 1.286.610 813.198 438.019 832.793 270.675 7.374.797 351.320 19.550 157.350 247.720 692.395 2.722.3303.357.1601.510.730 408.085 9.965.00027.965 723.865 3.935131.900-
931.798 1.865.616 475.078 496.627 751.509 -40.263 6.684.015 302.762 29.008 157.040 261.173 606.239 -3.078.779 - 3.167.733 1.533.198 473.473 - 6.491.701 67.685 1.175.822 79.376 -43.131
Verkeersontwikkeling Handel en ambacht Ruimtelijke ontwikkeling Volkshuisvesting Stads- en Dorpsvernieuwing Basisonderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Lokaal onderwijsbeleid Openbaar bibliotheekwerk Vorming en Ontwikkeling Sport Kunst Recreatie en toerisme Maatschappelijke begeleiding en advies Sociaal-cultureel werk Ontmoetingscentra & Dorpshuizen Kinderopvang Openbare gezondheidszorg Bouwgrondexploitatie bedrijventerreinen
Leerlingenvervoer Bijstandsverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Bijzondere bijstand Vreemdelingen Wet Maatschappelijke Ondersteuning Uitvoering APV en Bijzondere wetten Straatmarkten Monumenten Festiviteiten Milieu Afvalstoffenheffing Rioolrechten Bouwen Uitvoering Wet WOZ Onroerende-zaakbelasting Gemeentelijke belastingen Burgerzaken Groen- en reststroken Grafrechten
168
Programmabegroting 2013
OVERZICHT BATEN EN LASTEN PRODUCTENRAMING 2013 Programma Productgroep 3 Burger als onderdaan
Lasten 2013
Baten 2013
Saldo 2013
Raming 2012
Rekening 2011
3.526.417
-17.720
3.508.697
3.624.523
2.809.547
2.108.937 874.980 0 542.500 0
-7.720 0 0 -10.000 0
2.101.217 874.980 0 532.500 0
2.233.466 750.062 640.995 -
1.893.665 438.874 8.019 468.917 72
16.142.311
-611.160
15.531.151
15.932.677
10.028.563
Gebiedscoördinatie
5.321.050 20.263 189.420 10.420 33.760 2.295.775 2.850.859 3.672.260 84.940 564.039 100.626 497.744 501.155
-70.800 0 0 0 0 -50 -476.000 -30.100 0 0 -34.210 0 0
5.250.250 20.263 189.420 10.420 33.760 2.295.725 2.374.859 3.642.160 84.940 564.039 66.416 497.744 501.155
5.294.582 32.130 217.960 4.680 8.880 3.002.660 2.745.135 3.185.950 92.100 308.549 62.209 459.447 518.395
1.660.229 20.703 83.459 3.671 40.644 2.237.077 2.095.819 2.581.223 60.407 206.941 52.637 445.105 540.649
5 Interne organisatie als klant
7.733.141 -39.541.490 -31.808.349 -32.893.333 -33.929.656
Bestuursorganen
2.020.473 0 2.020.473 2.405.237 0 2.405.237 479.593 0 479.593 95.775 0 95.775 231.865 0 231.865 425.354 0 425.354 111.135 -12.400 98.735 323.211 -146.160 177.051 328.492 -2.928.662 -2.600.170 0 -35.623.000 -35.623.000 1.195.411 -4.915 1.190.496 116.595 -826.354 -709.759
Brandweer en Rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Bijzonder onderzoek werkgelegenheid Handhaving milieu Handhaving bouw en woningtoezicht
4 Burger als wijkbewoner Wegen, straten en pleinen Veerdiensten Waterpartijen Monumenten onderhoud Natuurbescherming Openbaar groen Afvalstoffen Riolering en waterzuivering Ongediertebestrijding Begraven Woonwagenzaken Verkeersmaatregelen
Bestuursondersteuning algemeen Financiële ondersteuning Kadaster Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning Raad Administratie bouwgrondexploitatie Overige financiële middelen Geldleningen en uitzettingen Algemene uitkering Algemene baten en lasten Saldo van kostenplaatsen
Saldo van baten en lasten Mutaties reserves Programma 1 t/m 5
89.889.636 -88.680.519
2.168.200 2.046.595 454.060 91.000 235.415 414.456 13.940 1.095.773 - 2.847.028
1.885.753 1.726.892 421.152 175.237 247.419 351.069 -10.200 7.619 - 2.868.902
-36.410.000
- 36.374.844
774.823 - 930.567
1.106.155 - 597.007
1.209.117
2.549.485
- 1.685.960
1.746.473
-1.582.830
163.643
-626.103
-1.613.704
91.636.109
90.263.349
1.372.760
1.923.382
-3.299.664
Saldo van baten en lasten na bestemming reserves
Totaal Dekkingsvoorstel programmabegroting 2013
-1.546.830
Saldo begroting 2013
V
Programmabegroting 2013
-174.070
169
4. Kaderstellende nota’s Programma 1 Burger als partner
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 170
Flankerend ouderenbeleid: subsidiering maaltijdvoorziening (Raad juni 2012) Visie transitie jeugdzorg (Raad juni 2012) Visie AWBZ decentralisatie (Raad juni 2012) Beleidskader bibliotheekvoorziening (Raad juni 2012) Evenementenbeleid (Raad juni 2012) Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012) Ruimtelijke structuurvisie 2012-2022 (Raad mei 2012) Strategisch arbeidsmarktbeleid (Raad april 2012) Startnotitie leerlingenvervoer (Raad april 2012) Integraal huisvestingsplan (Raad februari 2012) Sociaal-cultureel en maatschappelijk accommodatiebeleid (Raad februari 2012) Beleidsnotitie voorschoolse educatie (Raad december 2011) Wmo beleidsplan 2012-2015 (Raad december 2011) Integraal beleidskader duurzaamheid (Raad december 2011) Nota gezondheidsbeleid 2011-2014 (Raad november 2011) Beleidsnotitie peuterspeelzaalwerk 2012-2013 (Raad september 2011) AWBZ pakketmaatregel fase 1: lokaal beleid voor mensen met een lichte beperking (Raad september 2011) Beleidskader Ambities Sociaal Domein 2015 (Raad juni 2011) CJG Lingewaard (Raad startnotitie november 2009 / B&W convenant regio backoffice maart 2009, front-office juni 2011) Leerplichtprotocol (Raad januari 2011) Intergemeentelijke Structuurvisie Park Lingezegen (2011) Mobiliteitsaanpak, actualisering Regionale Nota Mobiliteit (2011) Regionale verstedelijkingsvisie (2011) Integraal jeugdbeleid (Raad november 2010) Convenant regionale aansluiting jeugdbeleid / jeugdzorg regio Arnhem (2010) Regionaal Economische Ontwikkelingsstrategie KAN (2010) Evaluatie Detailhandelsbeleid (2010) Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument (EPO), Stadsregio Arnhem Nijmegen (2010) Stedenbouwkundige visie revitalisering Pannenhuis 1 (2010) Maatschappelijk participatiebeleid (Raad juli 2009) Beleidsvisie Doorgaande Ontwikkelingslijn 0-14 jaar (Raad mei 2009) Cultuurnota Lingewaard (Raad april 2009) Beleidsplan recreatie en toerisme (Raad april 2009) Notitie nieuwe economische dragers (2009) Ruimtelijke visie herstructurering glastuinbouw (2007) en Plan van Aanpak (2009) Kadernota verblijfsrecreatie (Raad april 2008) Beleidsvisie leerplicht (Raad oktober 2002 / B&W kwalificatieplicht april 2008) Gemeentelijk Mobiliteits Plan (2008) Gebiedsvisie A15/A12 (2008) Beleidsnotitie Brede Scholen (2008) Beleidsregel functieverandering en nieuw vestiging in het buitengebied (2008) Centrumvisie Huissen (2008) Integrale visieontwikkeling binnensportaccommodaties (Raad november 2007) Programmabegroting 2013
• • • • • • • •
Notitie Natuur en Milieueducatie (B&W juni 2006) Segmenteringsnota (2006) Economische Beleidsvisie (2005) Kadernotitie jeugdgezondheidszorg (Raad september 2004) Notitie presentatie gemeente bij lokale evenementen periode 2007-2010 EU programma Stadsregio Arnhem Nijmegen 2007-2013 Dorpsvisie Angeren en Gendt Kadernota herontwikkeling locatie Oostervelden Dorpsstraat Bemmel
Programma 2 Burger als klant
• •
Dienstverleningsconcept ‘Kwaliteit en Service’ (Raad april 2008) Kwaliteitshandvest (B&W december 2009)
Programma 3 Burger als onderdaan
• • • • • • •
Handhavingsuitvoeringsprogramma (Raad november 2011) Gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (Raad oktober 2010) Beleidsplan rampenbestrijding en crisisbeheersing VGGM (Algemeen Bestuur december 2010) Rampenplan gemeente Lingewaard 2009 (B&W juni 2009) Beleidsnota prostitutiebeleid 2001 (Raad december 2000) Nuloptiebeleid vestiging coffeeshops (Burgemeester juni 2002) Nota tijdelijke reclame en uitstallingen 2010 (B&W december 2009)
Programma 4 Burger als wijkbewoner
• • • • • • • • • • • •
Visiedocument Gebiedsgericht werken ( Raad november 2009) Beleidsplan wegverhardingen (Raad september 2012) Beleidsplan openbare verlichting (Raad december 2009) Waterplan Lingewaard (Raad mei 2009) Gemeentelijk Rioleringsplan (raad mei 2009) Gladheidsbestrijdingsplan (B&W 2007) Onkruidbestrijdingsplan (Raad oktober 2009) Maaibeleid bermen en sloten (B&W januari 2010) Beeldkwaliteitsplan Openbaar Groen (Raad oktober 2009) Groenstructuurplan (Raad maart 2008) Speelruimteplan “Buitenspelen, ja leuk!” (Raad mei 2007) Nota zwerfvuilbestrijding “Heel gewoon … Lingewaard schoon” (B&W maart 2009)
Programma 5 Interne organisatie als klant
• • • • • • • •
Communicatiebeleidsplan 2011-2015 (B&W december 2010) Spoorboekje burgerparticipatie (B&W januari 2010) Automatiseringsplan 2009-2013 (B&W juli 2009) Informatiebeleidsplan 2006-2010 (B&W januari 2006) Inkoop- en aanbestedingsprocedure 2008 (B&W februari 2008) Nota juridische kwaliteitszorg (B&W mei 2006) Realisatieplan EGEM-i (B&W juli 2008) Bestuursfilosofie (B&W november 2010)
Programmabegroting 2013
171
172
Programmabegroting 2013
5. Afkortingen Appa BBV BPO BV BZK CJG DV EGEM-i EMU fido Fte GMP GOV GR GRO GRP HGM HOV IOAZ IOAW ICT KAN MRA ORA OV OZB PvE&O RMC ROC RTB RUD VTH Wabo Wajong Wij Wmo WOZ Wro WSW Wsw Wwb Wwnv
Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten Beleidsontwikkeling Bedrijfsvoering Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Centrum jeugd en gezin Dienstverlening Elektronische gemeenten Economische en Monetaire Unie Financiering decentrale overheden Formatie eenheid Gemeentelijk mobiliteitsplan Gemeentelijk orgaan voor volwasseneneducatie Gemeentelijke regeling Gemeentelijke regeling voor onderwijszaken Gemeentelijk rioleringsplan Hulpverlening Gelderland Midden Hoogwaardig openbaar vervoer Wet inkomensvoorz. ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikt gewezen zelfstandigen Wet inkomensvoorz.ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Informatie- en communicatietechnologie Knooppunt Arnhem-Nijmegen Milieusamenwerking Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Arnhem Openbaar vervoer Onroerend zaak belasting Programma van eisen voor onderhoud Regionaal meld- en coördinatiepunt Regionaal opleidingencentrum Regionaal bureau toerisme Regionale uitvoeringsdienst Veiligheid, toezicht en handhaving Wet administratieve bepalingen omgevingsrecht Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten Wet investeren in jongeren Wet maatschappelijke ondersteuning Wet onroerende zaken Wet ruimtelijke ontwikkeling Waarborgfonds sociale woningbouw Wet sociale werkvoorziening Wet werk en bijstand Wet werken naar vermogen
Programmabegroting 2013
173
174
Programmabegroting 2013
6. Voorstellen bezuinigingen Begroting 2013 - 2016
Programmabegroting 2013
175