Concept Jaarverslag 2013
CONCEPT Jaarverslag 2013 Gemeente Lingewaard
Versie 6 mei 2014
1
Concept Jaarverslag 2013
2
Concept Jaarverslag 2013
INHOUD
1. INLEIDING.....................................................................................................................................................5 INLEIDING ....................................................................................................................................................................... 7 RESULTAAT 2013 ............................................................................................................................................................ 8 2. PROGRAMMAVERANTWOORDING .........................................................................................................11 PROGRAMMA 1 PROGRAMMA 2 PROGRAMMA 3 PROGRAMMA 4 PROGRAMMA 5
BURGER ALS PARTNER ......................................................................................................................... 13 BURGER ALS KLANT ............................................................................................................................ 29 BURGER ALS ONDERDAAN ................................................................................................................... 37 BURGER ALS WIJKBEWONER ................................................................................................................ 43 INTERNE ORGANISATIE ALS KLANT ...................................................................................................... 49
3. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN ..........................................................................57
4. PARAGRAFEN ...........................................................................................................................................61 PARAGRAAF 4.1 PARAGRAAF 4.2 PARAGRAAF 4.3 PARAGRAAF 4.4 PARAGRAAF 4.5 PARAGRAAF 4.6 PARAGRAAF 4.7
LOKALE HEFFINGEN .......................................................................................................................... 63 WEERSTANDSVERMOGEN .................................................................................................................. 69 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN ................................................................................................... 87 FINANCIERING ................................................................................................................................... 97 BEDRIJFSVOERING ........................................................................................................................... 102 VERBONDEN PARTIJEN .................................................................................................................... 111 GRONDBELEID ................................................................................................................................. 125
BIJLAGEN ......................................................................................................................................................153 SAMENSTELLING GEMEENTEBESTUUR 2013 ................................................................................................................ 154 KERNGEGEVENS .......................................................................................................................................................... 156
3
Concept Jaarverslag 2013
4
Concept Jaarverslag 2013
1. INLEIDING
5
Concept Jaarverslag 2013
6
Concept Jaarverslag 2013
Inleiding De jaarstukken bestaan uit de volgende twee boekwerken: Het jaarverslag De jaarrekening en bijlagen Het jaarverslag bevat de programmaverantwoording en de paragrafen. De paragrafen bevatten de verantwoording van wat in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen. De jaarrekening bestaat uit de programmarekening en de balans (ieder met een toelichting) en bevat de verantwoording over de uitvoering van de financiële begroting. Schematisch globaal als volgt weergegeven:
BEGROTING Beleidsbegroting
Financiële begroting
Programmaplan
Paragrafen
Overzicht baten en lasten
Financiële positie
Programmaverantwoording
Paragrafen
Programma rekening
Balans
Jaarverslag
Jaarrekening JAARSTUKKEN
In het jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het door de gemeenteraad vastgestelde beleid. Het jaarverslag heeft dezelfde indeling als de Programmabegroting. De programmaverantwoording biedt per programma inzicht in: Wat hebben we bereikt? Wat hebben we gedaan? Wat heeft het gekost? De verantwoording is primair gericht op de door de gemeenteraad vastgestelde doelen en te realiseren prestaties zoals die zijn vastgelegd in de Programmabegroting 2013 (inclusief de aanvullingen van de Voorjaarsnota 2013).
7
Concept Jaarverslag 2013
Resultaat 2013 Het resultaat over 2013 voor bestemming van de reserves sluit met een tekort van € 21.000 waar een tekort van € 4.659.000 was begroot. Een voordeel ten opzichte van de begroting van € 4.638.000. Door het inzetten of vrijvallen van bestemmingsreserves bedraagt het resultaat 2013 na bestemming van de reserves € 713.000 positief. Begroot was een resultaat van € 4.000 positief. Een voordeel ten opzichte van de begroting van € 709.000. Als onderdeel van de vaststelling van de jaarrekening stelt het college van B&W voor aan de raad om: - een bedrag van € … te doteren aan bestaande of nieuw te vormen bestemmingsreserves; - een bedrag van € … te onttrekken aan bestaande reserves; - het saldo van het resulaat, de dotaties en de onttrekkingen ad € … te onttrekken aan de algemene reserve. De belangrijkste verschillen tussen begroot en werkelijk resultaat na bestemming van de reserves zijn hieronder samengevat. Positieve en negatieve verschillen die elkaar opheffen, bijvoorbeeld kosten die gedekt worden door een onttrekking uit een reserve, zijn in onderstaande samenvatting niet opgenomen. De meest omvangrijke financiële nadelen zijn:
•
Bij inventarisatie van het onroerend goed is gebleken dat twee objecten gesloopt zijn. Daarom diende de restant boekwaarde volledig afgeschreven te worden. Dit zorgde voor een nadeel van € 210.000.
•
Naar aanleiding van het voorgenomen besluit om de ontwikkeling van de Houtakker II (met uitzondering van drie kavels aan de Houtakker en een kavel aan de Karstraat) uit te stellen, zijn de gronden op De Houtakker II, met uitzondering van de hiervoor genoemde kavels, uit de grondexploitatie gehaald, afgewaardeerd en op de balans gezet. De afwaardering bedraagt € 4.947.000. Voor De Houtakker II is in 2012 een verliesvoorziening getroffen. Door de hierboven genoemde afwaardering kon deze voorziening vervallen, wat een voordelig effect heeft van € 2.735.000. Per saldo resteert een nadeel van € 2.212.000.
De ontwikkelingen, die een gunstige invloed hadden op het financiële resultaat zijn onder meer: • Het BUIG-budget 2013 (bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten), dat dient voor dekking van de uitkeringskosten WWB, IOAW, IOAZ en Bbz algemene bijstand startende ondernemers, is bij beschikking van 26 september 2013 definitief vastgesteld op € 7.922.631. Dit is aanzienlijk hoger dan het voorlopig vastgestelde budget. Hierdoor is een voordeel ontstaan van € 736.000. • Bij de uitvoering van de WMO en dan met name bij de kosten van hulp bij het huishouden is sprake van een verminderd aantal zorguren ten opzichte van 2012. Het aantal zorgklanten is verminderd met 2% ten opzichte van 2012 en een nieuw uitvoeringsprotocol is ingevoerd, waardoor bij nieuwe aanvragen en herindicaties minder uren worden toegekend. Het aantal budgethouders met hulp bij het huishouden is met 12% gedaald. Deze dalingen leiden tot een voordeel van € 325.000. • De middelen die het rijk beschikbaar heeft gesteld voor de decentralisatie van AWBZ begeleiding zijn niet geheel besteed. Hierdoor ontstaat een voordeel van € 207.000. • De uitvoeringskosten van leefvoorzieningen (scootmobielen, rolstoelen, collectief vervoer) zijn sterk gedaald. Verstrekkingen van aangepaste gebruikte voorzieningen drukken de kosten. Hierdoor is een voordeel behaald van € 217.000. • De kosten voor woningaanpassingen zijn achtergebleven bij de raming, zowel voor de kleine en middelgrote aanpassingen als de grote aanpassingen. Dit heeft een voordelig effect van € 319.000.
8
Concept Jaarverslag 2013
•
•
•
•
Hoger opbrengsten uit de onroerende zaakbelastingen als gevolg van minder leegstand, een behoudende aanname voor areaaluitbreiding en een tarief (waarbij rekening gehouden is met waardedalingen) leiden tot een voordeel van € 273.000 ten opzichte van de begroting. De verkoop van de Brugdijk, Kinkelenburglaan 2 te Bemmel heeft € 700.000 opgeleverd. De taxatiekosten en de projectkosten Vastgoed bedroegen respectievelijk € 33.000 en € 94.000. Na aftrek van deze kosten resteert een voordelig saldo van € 573.000.
De gereserveerde bedragen uit het Gemeentefonds voor onder andere de WMO en de decentralisatie jeugdzorg zijn voor een bedrag van € 265.000 niet aangesproken. Ten aanzien van de middelen bestemd voor de decentralisatie (€ 109.000) is een voorstel tot resultaatbestemming gedaan. De kapitaallasten zijn lager dan begroot door het later uitvoeren van een aantal investeringen in met name huisvesting, automatisering, wegen, riolering en materieel. Een voordeel van € 274.000.
9
Concept Jaarverslag 2013
10
Concept Jaarverslag 2013
2. PROGRAMMAVERANTWOORDING
11
Concept Jaarverslag 2013
Verantwoordingsinformatie per programma Indeling programma’s De verantwoording vindt plaats op basis van de indeling van de programma’s in 2013. Deze programma’s zijn: Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4 Programma 5
Burger als partner Burger als klant Burger als onderdaan Burger als wijkbewoner Interne organisatie als klant
Opzet programmaverantwoording Het eerste deel van de verantwoording gaat in op de vraag – Wat hebben we bereikt? – In dit onderdeel komt de realisatie van de voorgenomen doelen aan de orde. In het tweede deel – Wat hebben we gedaan? – wordt verantwoording afgelegd over de voorgenomen prestaties. In het derde deel – Wat heeft het gekost? – zijn de baten en lasten van het programma opgenomen.
12
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Programma 1 Burger als partner De burger als partner De burgers, ondernemers, ontwikkelaars, belangenorganisaties en verenigingen hebben de rol van partner in die gevallen waarin de gemeente beleid- en projecten ontwikkelt. De burgers worden bij deze processen geïnformeerd, geraadpleegd of gevraagd om advies. En daar waar mogelijk wordt samengewerkt om naar een breed gedragen oplossing toe te werken. Productgroepen Verkeersontwikkeling, Handel en ambacht, Ruimtelijke ontwikkeling, Volkshuisvesting, Stads- en dorpsvernieuwing, Basisonderwijs, Speciaal onderwijs, Voorgezet onderwijs, Lokaal onderwijsbeleid, Openbaar bibliotheekwerk, Vorming en ontwikkeling, Sport, Kunst, Recreatie en toerisme, maatschappelijke begeleiding en advies, Sociaal-cultureel werk, Ontmoetingscentra en dorpshuizen, kinderopvang, Openbare gezondheidszorg, Bouwgrondexploitatie bedrijventerreinen en woningen.
Speerpunten 2013 1. (Nieuwe) economische dragers In 2013 is de economie niet aangetrokken. Er zijn geen nieuwe economische dragers ontstaan. De zakelijk dienstverlening en gezondheidszorg blijven de grootste werkgever op afstand gevolgd door de detailhandel. 2. Duurzaamheid Bij de inrichting van de lokale samenleving streeft de gemeente naar duurzaamheid c.q. toekomstbestendigheid. Dit betekent dat zij aandacht heeft voor het evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen. Het Integraal beleidskader duurzaamheid bevat thema´s als duurzaam leven, duurzame organisatie, duurzame mobiliteit, duurzame economie en duurzaam bouwen en inrichten. Duurzaam Leven Het stimuleren van gedragsverandering speelt hierin een centrale rol. In 2013 hebben wij veel activiteiten georganiseerd of ondersteund: de organisatie van een duurzaamheidsmarkt, organisatie van een bijeenkomst over fairtrade, start van het project ‘slim Lingewaard’ voor het stimuleren van gezamenlijk inkoop van woningisolatie, mede organiseren van een collectieve inkoopactie voor zonnepanelen en deelname aan energiebesparingsacties. Ook zijn er veel communicatie-activiteiten geweest zoals het bijhouden van een actuele website met informatie voor inwoners over energiebesparing. De gemeente heeft de lokale energiecoöperatie Lingewaard Energie ondersteund met extern advies. Duurzame Organisatie Voor het verduurzamen van de gemeentelijke organisatie zijn in 2013 een aantal onderzoeken verricht om de financiële en organisatorische consequenties goed in beeld te krijgen: een duurzaam inkopen onderzoek en een scan naar maatschappelijk verantwoord ondernemen in de gemeentelijke organisatie (zie programma 5 ‘Interne organisatie als klant). Ook zijn er twee elektrische dienstauto’s geleast en zijn er telkens twee elektrische scooters en fietsen aangeschaft. Er is kritisch gekeken naar het aanlichten van de gemeentelijke gebouwen en de energiezuinigere inrichting van de openbare verlichting is voortgezet. Wij hebben als projectpartner van het Euregio-project KliKer in de regio kennis uitgewisseld over klimaatbeleid en diverse workshops hierover in Lingewaard georganiseerd. Ook is er een duurzaamheidsparagraaf voor alle college- en MT voorstellen ingevoerd. Duurzame mobiliteit Ook in 2013 is er verder gewerkt aan het verduurzamen van de (regionale) mobiliteit. Zo is er gewerkt aan het toegankelijk maken van buslijn 33 door perronverhoging en zijn er digitale reisinformatieborden bijgeplaatst. De fietsenstallingen van de Rijn-Waalsprinter zijn verbeterd waardoor het gebruik toeneemt. 13
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Duurzame economie In 2013 zijn er binnen het project duurzaam revitaliseren Pannenhuis I energiescans aangeboden aan bedrijven op dit terrein. Ook is er ingezet op het informeren van ondernemers over energiebesparende maatregelen via de gemeentelijke website en een speciaal op ondernemers gerichte nieuwsbrief. Het duurzaam evenementenbeleid is verder uitgewerkt. Er is subsidie verleend aan projecten op het gebied van duurzaam ondernemen waaronder de Oost-Betuwse Uitdaging, en het Koplopersproject duurzaam ondernemen. Het Koplopersproject ging helaas bij gebrek aan belangstelling niet door. Duurzaam bouwen en inrichten In 2013 is tot een nieuw afvalbeleid besloten (zie programma 4 ‘Burger als wijkbewoner’). Hierin is afvalpreventie en het stimuleren van afvalscheiding meegenomen. Ook heeft de gemeente de provinciale subsidie woningisolatie verstrekt waar goed gebruik van is gemaakt. Lingewaard heeft het ‘Groene Akkoord’ ondertekend, het regionale convenant op het gebied van duurzaam bouwen. Op het gebied van duurzame energie zijn twee onderzoeken verricht: naar de mogelijkheden voor duurzame energieproductie op braakliggende gronden en de mogelijkheden voor windenergie in Lingewaard. Voor een uitgebreide verantwoording verwijzen wij u naar het voortgangsbericht duurzaamheid 2013, te raadplegen via het Raadsinformatiesysteem. 3. Maatschappelijke participatie, zelfsturing en zelfredzaamheid Het jaar 2013 stond in het teken van enerzijds de uitvoering van bestaand beleid en anderzijds de voorbereiding op nieuwe taken in het sociaal domein vanaf 2015. Ons sociaal beleid is gestoeld op een kanteling in denken: een mentaliteitsverandering bij alle betrokkenen en een andere werkwijze voor gemeente en samenwerkingspartners. Ter uitvoering van het Wmo-beleidsplan 2012-2015 is in 2012 een Wmo-uitvoeringsplan 2012-2015 opgesteld. Dit uitvoeringsplan wordt jaarlijks geactualiseerd. Evenals in 2012 was de uitvoering van het bestaand beleid in 2013 gericht op het creëren van randvoorwaarden om mogelijk te maken dat alle inwoners van Lingewaard kunnen meedoen aan de samenleving, al of niet geholpen door hun eigen netwerk (vrienden, familie of bekenden) of door (vrijwillige) professionals. De uitvoering van de actiepunten verliep in 2013 volgens planning. Een groot deel van de uitvoering vond plaats onder de noemer van programma 2. In dit programma zijn dan ook met name de financiële gevolgen zichtbaar van onze inspanningen. Gemeenten krijgen er vanaf 2015 een fors aantal nieuwe taken bij, in aanvulling op de bestaande taken op het gebied van werk, inkomen, ondersteuning en onderwijs. Tegelijkertijd vinden versoberingen plaats. De gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid een lokaal “ontkokerd” stelsel van maatschappelijke ondersteuning in te richten voor alle leefgebieden van mensen. In 2013 is veel beleidsmatige inzet gepleegd op het voorbereiden op de aanstaande decentralisaties van verantwoordelijkheden in het sociaal domein naar de gemeente. Dit gebeurde in samenwerking met elf gemeenten in de regio Arnhem, de zogenoemde G12: Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Wageningen, Westervoort, Zevenaar. Op lokaal niveau hebben deze inspanningen geleid tot de vaststelling voor het college van de Keuzenotitie Transformatie Sociaal Domein, gebaseerd op de acht door de gemeenteraad eerder vastgestelde 1 beleidskaders . De keuzenotitie gaat uit van een gefaseerde implementatie van de verschillende veranderingen, op weg naar een zorgzame en veerkrachtige samenleving. Het jaar 2014 staat in het teken van de implementatie van de keuzes en het regelen van de noodzakelijke randvoorwaarden. In de keuzenotitie is uitgesproken dat Lingewaard de ondersteuning dichtbij inwoners organiseert, opdat maatwerk mogelijk is in de leefomgeving van de mensen om wie het gaat. Vervolgens is het voor de gemeente als financier belangrijk dat de organisatie van de ondersteuning doelmatig gebeurt. Het kiezen van de juiste schaal is daar onderdeel van: lokaal, regionaal, landelijk. Welke schaal ook gekozen wordt
1
Sociale visie 2012-2022; Brugdocument Ruimte samen delen 2012-2022; Ambities Sociaal Domein 2015; Wmo-beleidsplan 2012-2015; Arbeidsmarktbeleid 2012-2015; Regionale visie zorg voor de jeugd (2012); Regionale en lokale visie op begeleiding (2012); Doorgaande ontwikkelingslijn 0-27 jaar (2013). 14
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
(lokaal – regionaal – landelijk), de toetssteen voor de afspraken is dat de ondersteuning vorm gegeven kan worden binnen de leefomgeving van onze inwoners. Twaalf gemeenten in de regio Arnhem werken met elkaar samen rondom de transformatie van het sociale domein, inclusief de inbedding van de decentralisaties. De twaalf samenwerkende gemeenten zien kansen voor een effectievere en efficiënter georganiseerde aanpak in het sociale domein. Daarbij staan innovatief en integraal werken, meer gebruik van de eigen kracht van burgers en van de samenleving en meer sturen op resultaat centraal. In de regionale samenwerking kiezen de twaalf gemeenten in de regio Arnhem voor afstemming op visieniveau en laten daarbij ruimte voor lokale invulling van de uitvoering. Voor sommige onderdelen in het sociaal domein wordt regionale samenwerking verplicht, m.n. op grond van de decentralisatie Werk/Participatiewet of en de nieuwe jeugdwet. Daarnaast is regionale samenwerking voor veel taken vooral in de overgangsfase wenselijk, vanuit bestaande regionale verplichtingen of om een goede overgang te regelen van de verantwoordelijkheden naar de gemeenten. Alle twaalf gemeenten willen recht doen aan de lokale beslisbevoegdheid en de eigen wettelijke verantwoordelijkheid die iedere gemeente vanaf 2015 heeft. In 2013 heeft de regionale voorbereiding op de decentralisaties tot de volgende gezamenlijke acties en producten geleid: • Regionale Sociale Visie, vastgesteld door de regiogemeenten in september 2013. • Proeftuinen: vanaf 1 april 2013 zijn er in de regio Arnhem ongeveer 30 proeftuinen gestart. Niet alle gemeenten kunnen op alle onderdelen experimenteren en ervaringen opdoen. Door dit gezamenlijk aan te pakken wordt het geheel meer dan de som der delen en ontstaat er een regionale leeromgeving. • Intentieverklaring: eind september 2013 is een intentieverklaring ondertekend door de gemeenten in de regio Arnhem en maatschappelijke organisaties. De intentieverklaring gaat in op de uitgangspunten voor de gezamenlijke aanpak van de decentralisaties in de regio Arnhem. • Tijdelijke projectorganisatie: sinds 1 oktober 2013 is er een projectorganisatie gestart die de regionale samenwerking op het sociaal domein ondersteunt. • De regio Arnhem heeft een transitiearrangement jeugdzorg opgesteld (wettelijk verplicht), dat inzicht biedt in de continuïteit van zorg voor cliënten. Momenteel verkennen de regiogemeenten of er daarnaast regionaal ook een transitiearrangement voor de Awbz/Wmo wordt opgesteld. • Regionale werkagenda: Bevat acties om in 2014 tot afspraken te komen over het regionale sturingsmodel. Het is belangrijk dat er goede afspraken komen over de bestuurlijke samenwerking op het regionale niveau inclusief de formele relatie met de aanbieders daarvan (inkoop, contractering, tarieven, budgetten, verantwoording, etc). Daarbij moet duidelijk worden over welke vormen van zorg het gaat en hoe de verantwoordelijkheid daarvoor door de gemeenten gezamenlijk wordt gedragen. De afspraken hierover worden opgenomen in de lokale uitvoeringsprogramma’s in 2014. 4. Jeugd en jongeren Het kabinet heeft in het regeerakkoord aangekondigd dat alle jeugdzorgtaken per 1 januari 2015 naar de gemeenten worden gedecentraliseerd. Dit is een gevolg van de wens de jeugdzorg bij die bestuurslaag te beleggen die het dichtst bij kinderen en hun opvoeders staat. Ook vloeit de decentralisatie voort uit de wens één financieringsstroom tot stand te brengen ter ontschotting van het ondersteunings- en zorgaanbod. Het gaat om alle onderdelen die onder de verzamelnaam jeugdzorg vallen: provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming (voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering, jeugd-geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) en jeugd-licht verstandelijk gehandicapten hulp (jeugd-lvg). De concept nieuwe jeugdwet wordt momenteel in de Eerste Kamer behandeld. Deze decentralisatie staat niet op zichzelf maar heeft een onlosmakelijke relatie met de decentralisaties van de AWBZ, de Participatiewet en de veranderingen gericht op het Passend Onderwijs. Regionaal is er een bestuurlijke en ambtelijke structuur om deze veranderingen gezamenlijk vorm te geven. Het motto is: lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. Lokaal worden deze decentralisaties (ook wel de 4D genoemd) in samenhang opgepakt gericht op het Wmo-uitgangspunt: Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe. De aspecten zoals de toegang, vraagverheldering en opdrachtverlening worden vanuit het lokale perspectief vorm gegeven. 15
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
In de concept nieuwe jeugdwet wordt het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) als een mogelijke toegang gezien tot alle vormen van jeugdhulp. In de regiovisie voor de transformatie in het sociaal domein is als uitgangspunt genomen dat de toegang tot alle vormen van zorg - waaronder ook jeugdhulp - lokaal vorm gegeven moet worden. In Lingewaard kiezen we ervoor dit zoveel mogelijk te organiseren in een netwerk van lokale (basis)voorzieningen. Zo is het CJG Lingewaard een netwerkorganisatie waarin alle partijen, die werken met of voor kinderen/jongeren een partner zijn van het CJG. Het CJG fungeert als een belangrijke toegangspoort voor de jeugdhulp. In het kader van de transformatie is het van belang dit uitgangpunt voor de Lingewaardse situatie verder in te vullen. Mede op grond van het bovenstaande is de functie van het CJG-partnerschap uitgebreid waardoor er naast de wettelijke kernpartners van het CJG ook andere belangrijke verwijzers mee kunnen werken aan het regionale experiment “inzet ambulante jeugdhulp zonder indicatie”. Door middel van het realiseren van een zogenoemd Lingewaard Jeugdteam kunnen alle partners van het CJG via dit team zonder indicatie ambulante jeugdhulp inzetten. De relatie tussen het CJG en de lokale leerplichtambtenaar is verstevigd. Dit levert een naadloze samenwerking op voor die leerlingen, die dreigen uit te vallen. Mede daardoor heeft onze gemeente (wederom) regionaal het laagste aantal voortijdig schoolverlaters. Hierin is een samenwerking met het lokale welzijnsstichting SWL, die daarin een uitvoerende taak heeft. 5. Arbeidsmarkt Teveel mensen die kunnen werken, staan nu nog langs de kant. Lingewaard spant zich ervoor in dat zij zoveel mogelijk via werk in hun eigen onderhoud kunnen voorzien en niet afhankelijk zijn van een uitkering. Daarvoor is het noodzakelijk dat de juiste mensen aan vacatures worden gekoppeld en dat werkgevers op een passende en gecoördineerde manier worden benaderd. Dat gebeurt heel intensief op lokaal niveau in Lingewaard zelf èn sinds 2013 in regionaal verband samen met andere gemeenten, UWV en Sociale Werkvoorziening door middel van een pilot Regionale Werkgeversdienstverlening. Ook de onderwijssector wordt bij deze beleidssector betrokken via het regionale bestuurlijke overlegplatform Onderwijs & Arbeidsmarkt (POA Arnhem). In het onderdeel ‘Werk en participatie’ in programma 2 ‘Burger als klant’ zijn doelen en speerpunten op dit terrein verder uitgewerkt. In het bijzonder wordt met deze dubbele aanpak ook vooruit gelopen op de invoering van de nieuwe Participatiewet, voorzien in 2015, en op de gevolgen ervan voor de toekomstige rol van de gemeente en onze sociale werkvoorziening (ondergebracht in de Gemeenschappelijke Regeling Presikhaaf Bedrijven; zie daarvoor ook paragraaf 4.6 Verbonden Partijen). 6. Mobiliteit Delen van het RijnWaalpad zijn gerealiseerd. Het openbaar vervoer is verder toegankelijk gemaakt door het aanpassen van de haltes. Er is een streep gezet door het substantieel verbeteren van de bereikbaarheid van Huissen per openbaar vervoer, door het vervallen van de trolley. Met de doortrekking van de trolley van Arnhem naar Huissen zouden namelijk ook twee rotondes vervroegd aangepast worden. Deze kosten, die door de stadsregio gesubsidieerd zouden worden, zullen nu volledig voor rekening komen van de gemeente. Voor de Dorpensingel Oost en de aansluitingen op de A15 is flink gelobbyd. 7. Intergemeentelijke samenwerking De gemeente wil grensoverschrijdende ontwikkelingen slagvaardig oppakken door hierin samen te werken met andere gemeenten. Er zijn meerdere vormen van intergemeentelijke samenwerking. We maken deel uit van de stadsregio met 22 gemeenten, voor het sociale domein maken wij deel uit van een samenwerkingsverband met 11 gemeenten, voor onderwijszaken en voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening (Presikhaaf Bedrijven) nemen wij deel aan een gemeenschappelijke regeling, wij werken samen in de uitvoeringsdiensten en met 5 gemeenten (G5) werken wij samen aan specifieke projecten, zoals een intergemeentelijk sportbedrijf. In 2013 speelt de overgang naar de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) (zie programma 2 ‘Burger als klant’ en 3 ‘Burger als onderdaan’).
16
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Uiteindelijk kan door intergemeentelijke samenwerking de omvang van het takenpakket van onze gemeentelijk organisatie veranderen, hetgeen dan eveneens invloed heeft op programma 5, ‘Interne organisatie als klant’. In 2013 zijn wij verder gegaan met een inventarisatie van de taakvelden, waarvoor intergemeentelijke samenwerking kansen biedt. Met betrekking tot de gemeenschappelijke regeling Presikhaaf Bedrijven is in opdracht van de deelnemende gemeenten een onafhankelijk onderzoek verricht naar de in de toekomst mogelijke samenwerkingsvormen rond de nieuwe Participatiewet en de betekenis ervan voor de sociale werkvoorziening. Samenwerking op het gebied van kinderopvang De vijf gemeenten (Arnhem, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum en Rheden) zijn tot de conclusie gekomen dat samenwerking op het gebied van kinderopvang een meerwaarde zou kunnen hebben ten opzichte van de huidige situatie. Daarom hebben de vijf gemeenten begin 2013 een extern bureau de opdracht gegeven een haalbaarheidsonderzoek te doen naar de samenwerking op het gebied van de gemeentelijke taken en de verschillende scenario’s met betrekking tot kinderopvang (en peuterspeelzaalwerk). In dit onderzoek wordt bekeken welke werkzaamheden op het gebied van toezicht en handhaving kinderopvang (zijnde registratie-, handhavings- en beleidstaken) gezamenlijk kunnen worden opgepakt, rekening houdend met de landelijke ontwikkelingen op het gebied van toezicht en handhaving en welke regionale samenwerkingsvorm (o.a. sturing en organisatie) hiervoor nodig is. Bij dit alles wordt ook rekening gehouden met de reeds bestaande samenwerkingsverbanden in de regio Arnhem. De ambtelijke projectgroep is in 2013 4x bij elkaar geweest (en in 2014 al 2x). De planning is dat in maart 2014 een voorstel wordt voorgelegd aan het G5-secretarissenoverleg. Intergemeentelijk sportbedrijf De vijf gemeenten (Arnhem, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum en Rheden) hebben in 2013 verder gewerkt aan de mogelijke oprichting van een intergemeentelijk sportbedrijf. Lingewaard heeft besloten hier niet meer verder in te participeren. Argumenten hiervoor zijn het feit dat onze gemeente op dit moment geen sportaccommodaties heeft om in te brengen (op al onze accommodaties rusten contracten met commerciële exploitanten, verenigingen en scholen) en het gebrek aan mogelijkheden om in de toekomst per accommodatie te beslissen of we deze onder willen brengen bij het sportbedrijf of lokaal willen blijven exploiteren. Samenhang
Economisch beleid
X
X
Ruimtelijk beleid
X
X
X X
samenwerking
X
Intergemeentelijke
X
Mobiliteit
zelfsturing en zelfredzaamheid
Maatschappelijke participatie, X
Arbeidsmarkt
X
Jeugd en jongeren
Sociaal beleid
Duurzaamheid
Speerpunt
(Nieuwe) economische dragers
In onderstaande tabel is te zien hoe de speerpunten zich verhouden tot de drie inhoudelijke beleidsdomeinen van het programma ‘Burger als partner’.
X X
X
X
X
De doelenboom voor het economisch beleid geeft ook inzicht in de samenhang tussen het economisch beleid en de speerpunten. 17
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
DOELENBOOM
Wat hebben we bereikt? Doel
Meetbaar effect
Indicator 2013
Realisatie 2013
Het scheppen van goede vestigingscondities voor levensvatbaarheid van de sector: 1. Herstructurering van het bestaande tuinbouwgebied 2. Ontwikkeling Bergerden, werving van tuinders 3. Promotie van het tuinbouwcluster, zowel naar eigen omgeving als gericht op het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid (gebiedsbranding) Glastuinbouw 2.0
Zie prestatie A1 en A2
Zie prestatie A1 en A2
(beoogd effect)
A. Perspectief voor glastuinbouw, agribusiness
18
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Doel
Meetbaar effect
(beoogd effect)
B. Vitale bedrijfsterreinen en winkelvoorzieningen
Indicator 2013
1) Onderzoeken haalbaarheid revitalisering Gendt/Bemmel
1) Onderzoeksrapport
2) Onderzoek mogelijkheden transformatie bedrijventerrein Polseweg
2) Onderzoeksrapport
3) Uitgifte grond
3) Agropark 2 ha Pannenhuis II 0,5 ha en Houtakker 2,5 ha 4) 250
4) Stimuleren startende ondernemers (2009=229 en 2010=287) 5) Stimuleren deelname aan energiescans op Pannenhuis I (in 2012: 20) 6) Stimuleren subsidieaanvragen voorterreinenprogramma Pannenhuis 1
5) 25 deelnemers 6) 10 deelnemers
Realisatie 2013 1). Project niet haalbaar gebleken zonder extra middelen van de raad. 2) Het onderzoeksrapport is nog niet afgerond. 3) zie paragraaf grondbeleid.
4) 310 5) 22 deelnemers 6) 8 deelnemers
M.b.t. punt 6: De aanvraag van 8 deelnemers is gehonoreerd. De regeling is door de gemeenteraad 2 x verlengd. Ondanks deze verlenging heeft dit maar beperkt geleid tot extra aanvragen voor een subsidiebijdrage. De aanvraag van 2 bedrijven zijn niet gehonoreerd. Daarvan heeft één bedrijf alsnog besloten om niet te investeren en het andere bedrijf voldeed niet aan de subsidievoorwaarden. Verschillende ondernemers op de Polseweg geven aan dat verplaatsing naar bijvoorbeeld Pannenhuis II logisch is maar dat hen de middelen ontbreken om te verplaatsen. Ons beleid is gericht op een passieve transformatie. Bovendien ontbreken de middelen om actief te transformeren en is de markt op dit moment verre van gunstig. Op dit moment lopen gesprekken met o.a. de oude en nieuwe eigenaar van het vege terrein om te kijken of er gebruik kan worden gemaakt van het momentum om te komen tot een aanpak. De sportclub Jonge Kracht moet investeren (achterstallig / uitgesteld onderhoud), vege wordt gesaneerd en binnenkort wordt hier een nieuwe bedrijfshal gebouwd, het bedrijf boardbusters groeit uit het jasje en de bouwvergunning voor de bouw van een huisartsenpost is verleend.
Doel
Meetbaar effect
(beoogd effect)
C. Verbeteren bereikbaarheid en mobiliteit
Zie prestatie C2.
Indicator 2013 Zie prestatie C2
Realisatie 2013 Zie toelichting bij C2.
19
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Doel
Meetbaar effect
Indicator 2013
(beoogd effect)
D. Ontwikkelen recreatie/toerisme,
Stimuleren en faciliteren agrotoerisme. Wens is om binnen de gemeente theeschenkerijen, boerencampings, bed&breakfast, hotel en boerderijwinkels te krijgen.
Doel
Ruimte voor activiteiten opgenomen in BP
Meetbaar effect
Indicator 2013
(beoogd effect)
E. Werk en participatie (programma 2)
Realisatie 2013 Gereed.
Realisatie 2013
Zie programma 2 ‘Burger als klant’
Wat hebben we gedaan? A. Perspectief voor glastuinbouw, agribusiness Prestatie: A1. Bevorderen Uitbouw Bergerden, herstructurering verouderde locaties en stimulering van de clustervorming
Indicator 2013
Realisatie 2013
Acquisitie voor Bergerden, gesprekken met ondernemers over herstructurering, berekeningen uitvoeren, contracten sluiten als ondernemers zich willen vestigen of willen verplaatsen/uitbreiden.
Haalbaarheidsstudie windenergie zone A15 waaronder Bergerden
Haalbaarheidsstudie gereed.
Uitgifte 4 ha grond -> 2 bedrijfsvestigingen.
Er is geen grond uitgegeven op Bergerden.
Werkprogramma 2013 opgesteld en in uitvoering nemen met partners glastuinbouwpact
Gerealiseerd.
Voorbereiding Actualisatie bestemmingsplan Bergerden
Voorbereiding gereed.
Er is 47 ha gerevitaliseerd in 2013 waarvan 13 ha Leutense Leigraaf, 5 Rietkamp, 12 ha in het Zand en 15 ha in de Dijkzone 5 aanvragen functieverandering gefaciliteerd
Er is 10 ha fysiek landschappelijk verbeterd (Dijkzone). Voor de revitalisering van 10 ha (Leutensche Leigraaf) zijn afspraken gemaakt. Voor ruim 33 ha (Dijkzone (18),
Uitbouw Bergerden: - Gemeente, Bergerden en Projectbureau herstructurering profileren zich gezamenlijk als glastuinbouwcluster. Deelname aan activiteiten Greenport Arnhem Nijmegen/Betuwse Bloem - Uitvoeren besluiten naar aanleiding van het marktonderzoek Bergerden 2012.
-
Op dit moment stokken de moderniseringsinitiatieven. Met Rijk en provincie onderzoeken hoe deze modernisering weer vlot getrokken kan worden.
Herstructurering, schaalvergroting en modernisering glastuinbouw: - Faciliteren aanvragen functieverandering naar wonen en werken: nieuwe economische dragers - Stimuleren verplaatsing solitaire bedrijven naar het herstructureringsgebied - Herstructureringsinitiatieven faciliteren: 20
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
-
Overeenkomsten opstellen en ondertekenen Uitvoeren infrastructurele maatregelen 2013 en 2014
Voldoende vestigingsmogelijkheden agribusiness: - Onderzoek toekomstperspectief segmenteringsbeleid en Agropark - Doortrekken A15: voorbereidende werkzaamheden bestemmingsplan - Bedrijfsbezoeken college B&W.
2 solitaire bedrijven verplaatst. 2 overeenkomsten opgesteld en ondertekend Infrastructurele maatregelen afhankelijk van initiatieven van tuinders.
Leutensche Leigraaf (2), ’t Zand (12), Rietkamp (1)) zijn de afspraken in een vergevorderd stadium. De 33 ha betreffen: • 6 functieveranderingen • 3 overeenkomsten • 2 afspraken over gedoogtermijn
Onderzoeksrapport gereed
Mei 2013 is het onderzoeksrapport gereed.
12 overleggen en 10 bedrijfsbezoeken.
10 overleggen en 8 bedrijfsbezoeken
Voor de A15 zijn nog geen voorbereidende werkzaamheden verricht, verwachting was dat VIA15 al verder zou zijn in de planfase. Prestatie: A2. Bevorderen/versterking van de concurrentiekracht Werkprogramma 2013 Greenport Arnhem Nijmegen
Prestatie: A3. Toestaan nevenactiviteiten Ruimere beleidsregels opnemen in bestemmingsplan Buitengebied en vaststellen bestemmingsplan. Ambitie is 2 boerencampings, 1 theeschenkerij, 1 B&B binnen de gemeentegrenzen te krijgen (boven de al bestaande voorzieningen).
Indicator 2013
Realisatie 2013
Programma uitgevoerd
Werkprogramma 2013 is opgesteld en uitgevoerd.
Indicator 2013
Realisatie 2013
Vastgesteld bestemmingsplan
Gereed
Bestemmingsplan Buitengebied is op 31 oktober 2013 vastgesteld. Hierin zijn flexibiliteitsregels opgenomen voor recreatieve voorzieningen als genoemd. B. Vitale bedrijfsterreinen en winkelvoorzieningen Prestatie: B1. Bevorderen concentratie en versterking winkelgebieden Bestemmingsplan Centrum Huissen, met aandacht voor cultuurhistorie.
Indicator 2013 Bestemmingsplan vastgesteld
Realisatie 2013 Ja
Planologisch voorkomen verspreiding van winkels.
21
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Prestatie: B2. Voldoende vestigingsmogelijkheden voor bedrijven
Indicator 2013
Verdere ontwikkeling centrumplan Huissen - Tijdelijke supermarkt Molenwei. Planologische procedure en voorbereiding bouwplan revitalisering locatie Markt (AH) - Ontwikkeling locatie Aloysiusschool e.o. met ruime aandacht voor cultuurhistorie - Ontwikkeling locatie Langstraat 86-88 - Overleg met ondernemersvereniging en KvK
Ingebruikname in 2013. Afronding planologische procedure AH. Visie LangeKerkstraat afgerond/realisatieovere enkomst getekend. Functieverandering stadshuis met bijv. verenigingen en horeca. Voorbereiding bouwplan en sluiten realisatieovereenkomst.
Verdere ontwikkeling centrumplan Bemmel - Woonwinkelwand tussen Pollenbrink en Dorpstraat realiseren - Ontwikkeling bouwplan tussen Lidl en Loostraat
Planologische procedure afgerond en start bouw Planologische procedure afgerond en start bouw
Realisatie 2013
Gerealiseerd. Niet gereed.* Visievormingstraject Langekerkstraat is opgestart. Functieverandering is in ontwikkeling.
Niet afgerond.**
Ondernemersfondsen in Bemmel, Gendt en Huissen
Activiteitenplan en Gereed. budget ondernemersverenigingen beoordeeld. Verordening uitgevoerd. * De eerste ontwerpen voor de revitalisering van het marktgebouw is in de periode mei/juni 2013 voor overleg met omwonenden, het maatschappelijk veld en deskundigen gepresenteerd. De ingekomen adviezen en reacties hebben geleid tot een advies aan de initiatiefnemer tot aanpassing van het plan. ** Vanwege de economische ontwikkeling hebben de initiatiefnemers de plannen in 2013 heroverwogen. De plannen voor de woonwinkelwand tussen Pollenbrink en Dorpsstraat zijn voorlopig uitgesteld. De plannen voor de Lidl zullen in aangepaste vorm worden uitgewerkt. Prestatie: B3. Revitalisering bedrijventerreinen
Indicator 2013
Realisatie 2013
Revitalisering Pannenhuis 1: vervanging riolering en wegdek Handelsstraat, aanbrengen LED verlichting
Gereed
Gereed
Stimuleren en voorbereiden glasvezel door marktpartijen
Onderzoek aanleg mantelbuizen bedrijventerreinen/ benaderen marktpartijen
Onderzoek niet uitgevoerd vanwege aanleg glasvezel.
Op basis van individuele contracten met ondernemers zijn door een private partij glasvezelverbindingen aangelegd. In 2014 zal nader worden bezien of de aanleg van mantelbuizen nog nuttig is. Prestatie: B4. bevorderen/ instandhouden basisvoorzieningen Actieve houding mbt de centrumontwikkelingen in Huissen, Gendt en Bemmel
22
Indicator 2013 Leegstand in centrumgebieden minder dan 5% Behoud huidige aantal winkels
Realisatie 2013 3,9% in 2012
Gerealiseerd
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
C. verbeteren bereikbaarheid en mobiliteit Prestatie: C1. Bevorderen voorkomen vastlopen verkeer Creëren ruimte in begroting voor investeringen. Voorstel met uitvoeringscenario’s GMP voorleggen voor raad in eerste halfjaar. Prestatie: C2. Verbeteren in- en externe aan/ontsluitingen 1) 2) 3) 4) 5)
Doortrekking trolleylijn naar Huissen Aanpak kruising Papenstraat-v. Elkweg Ontsluiting Houtakker II op V. Elkweg Visievorming op aansluitingen A325 Lobby aansluitingen en inpassing A15
Indicator 2013 Voorstellen voor Kadernota / begroting 2014 Indicator 2013 1, 2 en 3) Realisatie voorzieningen. 4)Oplevering rapportage. 5)-
Realisatie 2013 Voorstellen zijn voorgelegd.
Realisatie 2013 1) Bij raadsbesluit niet gerealiseerd. 2) Bestemmingsplan is door de raad vastgesteld. 3) Niet gereed 4) Visie is gevormd, maar nog niet formeel vastgesteld. 5) Op basis van inpassingsdocument heeft lobby plaatsgehad, daarnaast is veelvuldig en uitgebreid gesproken over de aansluiting op de A15.
2) Aanpak is voorzien in 2014 omdat bestemmingsplan pas in december 2013 onherroepelijk is geworden. 3) Onderhandelingen voor aankoop Houtakker 10 zijn gestaakt. Gezien het verkooptempo is de aansluiting nog niet op korte termijn voorzien. Prestatie: C3. Bevorderen terugdringen automobiliteit
Indicator 2013
Realisatie 2013
Aanbieden vervoersalternatieven zoals bijvoorbeeld: 1) trolleylijn naar Huissen, 2) snelfietsroutes 3) Aanleg busbaan kruising Papenstraat-Van Elkweg. 4) Check op staat van onderhoud fietspaden.
Aanleg trolley, delen van Rijn-Waalpad, aanpassing kruising
1) Bij raadsbesluit niet gerealiseerd. 2) RijnWaalpad is deels gerealiseerd, zover de gronden in eigendom van de gemeenten zijn. Haalbaarheid van nieuwe route langs doorgetrokken A15 wordt onderzocht. 3) Busbaan wordt in 2014 gerealiseerd. 4) In de jaarlijkse inspectie van alle verhardingen die de gemeente beheert, zijn ook de verhardingen voor fietspaden en fietsstroken begrepen.
Alternatieve vervoerwijzen voor automobilisten
In overleg met
Er zijn twee elektrische 23
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
worden aantrekkelijker. a) Flexwerken promoten.
ondernemers en bij gemeente
scooters en fietsen aangeschaft. Er is aandacht besteed aan Tijd en plaats onafhankelijk werken (TPOW).
Medio juni worden twee elektrische wagens geleverd voor het personeel van de gemeente. Met ondernemers in de transportsector is gesproken over de mogelijke toepassing van LNG en CNG als brandstof. D. stimuleren uitbreiding aanbod en samenhang tussen recreatieve voorziening Prestatie: D1. Aanbod en samenhang tussen recreatieve voorzieningen uitbreiden Accent op omgeving Fort Pannerden/kasteel Doornenburg: Aanleg Toeristisch Overstappunt Creëren (struin)routes
Indicator 2013
Realisatie 2013
Realisatie voorzieningen Toename bezoekers Fort Pannerden >10% Planologische procedure Fort afgerond
1) Definitieve realisatie van het Toeristisch Overstappunt wordt in 2014 verwacht. 2) In de Klompenwaard is een struinroute gerealiseerd.
Huissen: Eerste contacten met recreatieschap over ontwikkeling en toekomstige exploitatie jachthaven.
Grotere rol voor Monumenten en cultuurhistorie
De mogelijkheid om ook tijdens de uitvoering het gebied in te kunnen en (in de dijkzone) al routes aan te leggen is, naast de vroegtijdige realisatie van een nieuw zwemstrand, in het bestemmingsplan verwerkt. 2 routes
1)Fietsroute langs de Wielen (samen met Overbetuwe en Arnhem). 2)“Spannende geschiedenis”.*
* In samenwerking met RBT KAN is hier verder vorm aan gegeven. Doel is de consument via routes en arrangementen kennis te laten maken met cultuurhistorisch erfgoed in de regio. Verschillende locaties in Lingewaard komen aan bod. In 2013 komt de website in de lucht. Prestatie: D2. Stimuleren uitbreiding aanbod en samenhang tussen recreatieve voorzieningen Folders, aandacht op website
Indicator 2013
Realisatie 2013 Gerealiseerd
In 2013 zijn diverse nieuwe folders gemaakt en op de website is aandacht besteed aan recreatiemogelijkheden in Lingewaard. Op deze wijze zijn onder andere de ommetjes, de fietsroutes en de struinroutes gepromoot.
24
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Wat heeft het gekost? 1 Burger als partner Nummer Productgroep
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
Rekening 2012
Lasten Ruimtelijk beleid P0211.40 Verkeersontwikkelingen
121.022
118.360
118.360
222.299
P0310.30 Handel en ambacht
304.239
331.656
251.605
232.044
3.663.954
3.590.483
1.515.141
2.134.920
244.708
245.534
245.534
306.514
10.434 4.344.357
10.434 4.296.467
10.434 2.141.074
13.344 2.909.121
2.652.737
2.498.398
2.403.321
2.407.792
251.557
246.201
253.451
244.308
P0810.00 Ruimtelijke ontwikkeling P0820.10 Volkshuisvesting P0821.00 Stads- en dorpsvernieuwing Subtotaal Sociaal beleid P0420.00 Basisonderwijs P0432.00 Speciaal onderwijs P0443.00 Voortgezet onderwijs
1.098.178
1.110.324
1.069.424
1.200.816
P0480.20 Lokaal onderwijsbeleid
809.892
824.317
826.917
961.067
P0510.00 Openbaar bibliotheekwerk
966.475
1.009.354
787.104
992.618
P0511.00 Vorming en Ontwikkeling
291.057
310.559
344.429
344.508
P0530.00 Sport
2.915.507
2.700.117
2.447.207
2.517.953
P0540.10 Kunst
166.278
208.004
127.922
147.655
P0560.20 Recreatie en toerisme
368.711
327.124
326.924
339.619
P0620.00 Maatschapp. begeleiding en advies
986.979
1.021.297
1.025.587
1.029.161
P0630.00 Sociaal cultureel werk
659.230
631.584
557.484
631.356
P0630.30 Ontmoetingscentra & dorpshuizen
663.984
639.149
806.149
767.117
P0650.00 Kinderopvang
718.691
707.644
795.594
780.108
1.709.042 14.258.319
1.791.085 14.025.157
1.765.725 13.537.238
1.837.099 14.201.178
P0320.00 Bouwgrondexpl. bedrijventerreinen
13.782.735
10.139.824
10.139.824
7.602.011
P0830.40 Bouwgrondexpl. woningbouw Subtotaal
3.075.060 16.857.796
5.285.545 15.425.369
5.285.545 15.425.369
11.436.264 19.038.275
Totaal lasten
35.460.471
33.746.992
31.103.680
36.148.574
P0211.40 Verkeersontwikkelingen
0
0
0
0
P0310.30 Handel en ambacht
0
0
0
0
P0714.00 Openbare gezondheidszorg Subtotaal Projectrealisatie
Baten Ruimtelijk beleid
P0810.00 Ruimtelijke ontwikkeling
-60.951
-14.400
-14.400
-237.745
P0820.10 Volkshuisvesting
-216.928
-178.136
-178.136
-2.999.289
P0821.00 Stads- en dorpsvernieuwing
0 -277.879
0 -192.536
0 -192.536
0 -3.237.034
Subtotaal
25
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
-9.775
0
0
-37.756
P0432.00 Speciaal onderwijs
-722
0
0
0
P0443.00 Voortgezet onderwijs
-361
0
0
0
-171.590
-174.575
-174.575
-329.612
-6.294
-6.300
-6.300
-6.294
0
-400
-400
0
-304.951
-278.195
-135.785
-301.161
Nummer Productgroep
Rekening 2013
Rekening 2012
Sociaal beleid P0420.00 Basisonderwijs
P0480.20 Lokaal onderwijsbeleid P0510.00 Openbaar bibliotheekwerk P0511.00 Vorming en Ontwikkeling P0530.00 Sport P0540.10 Kunst
-1.937
-1.700
-1.700
-1.894
-49.218
-1.200
-1.200
-64.647
P0620.00 Maatschapp. begeleiding en advies
-2.465
-2.383
-2.383
-2.410
P0630.00 Sociaal cultureel werk
-9.496
-6.275
-6.275
-6.505
P0560.20 Recreatie en toerisme
P0630.30 Ontmoetingscentra & dorpshuizen
-67.346
-67.100
-67.100
-97.857
P0650.00 Kinderopvang
-244.426
-252.238
-249.880
-251.529
P0714.00 Openbare gezondheidszorg
-85.396 -953.979
0 -790.366
0 -645.598
-152.487 -1.252.151
P0320.00 Bouwgrondexpl. bedrijventerreinen
-11.586.248
-10.139.824
-10.139.824
-2.755.752
P0830.40 Bouwgrondexpl. Woningbouw Subtotaal
-4.263.600 -15.849.849
-4.977.214 -15.117.038
-4.977.214 -15.117.038
-11.612.894 -14.368.646
Totaal baten
-17.081.706
-16.099.940
-15.955.172
-18.857.831
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten
18.378.765
17.647.052
15.148.508
17.290.742
Onttrekking aan reserves
-2.993.611
-3.080.419
-142.500
-1.909.179
Toevoeging aan reserves
2.585.145
809.283
9.578
3.258.531
17.970.299
15.375.916
15.015.586
18.640.095
Subtotaal Projectrealisatie
Gerealiseerd resultaat
Gerealiseerd resultaat ten opzichte van de begroting na wijziging: € 2.594.383 Nadeel Een globale analyse van de verschillen tussen de begroting en de rekening is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit jaarverslag onder ‘Resultaat 2013’. In hoofdstuk 1.2 van de jaarrekening is bij programma 1 een uitgebreide toelichting opgenomen. In onderstaande tabel is aangegeven ten laste of ten gunste van welke reserve de toevoegingen en onttrekkingen hebben plaatsgevonden:
26
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
Onttrekking / vrijval reserves Actualisatie bestemmingsplannen Kunst Essenpas Frictiekosten bibliotheek Inzet combinatiefunctionarissen Onderhoud buitensportaccommodaties Onderhoud Schoolgebouwen: huisvestingspr. ‘13 Fonds bovenwijkse voorz.: park Lingezegen Grondexploitatie: bijstelling verliesvoorzieningen Toevoeging reserves Sociaal beleid Kunst Onderhoud Gebouwen Onderhoud Schoolgebouwen Onderhoud Buitensportaccommodaties Fonds bovenwijkse voorz.: bijdrage uit projecten Grondexploitatie.: vrijval planschade/afsluiten projecten
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
-142.543 -7.006 -152.131 0 -287.500 -228.689 -2.125.342 -50.400 -2.993.611
-142.500 -50.000 -195.000 -8.000 -287.500 -272.077 -2.125.342 0
-3.080.419
9.578 397.105 174.500 228.100 1.683.408
9.578 397.105 174.500 228.100 0
9.578 0
92.454 2.585.145
0 809.283
0 9.578
-142.500 0 0 0 0 0 0 -142.500
0
27
Jaarverslag 2013 Programma 1 Burger als partner
28
Jaarverslag 2013 Programma 2 Burger als klant
Programma 2 Burger als klant De burger als klant Het traditionele klantbegrip komt bij de gemeente dichterbij waar het gaat over individuele transacties, zoals paspoorten, uitkeringen en vergunningen. In deze verhouding is de gemeente dienstverlener, waarbij het er om gaat, de producten tegen een zo laag mogelijke prijs en met een zo goed mogelijke service te verstrekken. Bureaucratisch leed zoals te lange wachttijden, onduidelijkheid, onvoorspelbaarheid, moet worden voorkomen. Productgroepen Leerlingenvervoer, Bijstandsverlening, Werkgelegenheid, Inkomensvoorzieningen, Bijzondere bijstand, Vreemdelingen, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Uitvoering APV en Bijzondere wetten, Straatmarkten, Monumenten, Festiviteiten, Groen- en reststroken, Milieu, Afvalstoffenheffing, Rioolrechten, Bouwen, Uitvoering Wet WOZ, Onroerendezaakbelasting, Gemeentelijke belastingen, Burgerzaken en Grafrechten
Speerpunten 2013 In 2013 hebben binnen programma 2 de speerpunten gelegen op het terrein van het verder uitvoeren en implementeren van de crisismaatregelen in het sociale domein. De maatregelen kennen daarbij de basis in de uitgangspunten van het WMO beleidsplan 2012-2015 en de Sociale Visie 2022. In programma 1 zijn de beleidsuitgangspunten daarvan verwoord. Ook de vorming van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ORA) zal een belangrijk aandachtspunt zijn. Zoals gemeld in de inleiding staat in programma 3 nadere informatie hierover. Werk en participatie In 2012 is een scherpe daling van het aantal klanten zichtbaar geworden. Enerzijds door de poortwachtersfunctie goed in te richten en anderzijds door bevordering van de uitstroom. In 2013 blijft de focus op uitstroom van cliënten door middel van plaatsing bij werkgevers en het uitbouwen van een netwerk van potentiele werkgevers. WMO In 2012 is er een uitvoeringsplan gemaakt behorende bij het nieuwe WMO beleidsplan. Vanuit het programma Dienstverlening zal dit uitvoeringsplan worden geïmplementeerd. Wij zetten in op de eigen kracht van mensen en de kracht van gemeenschappen. Op een moment dat er een situatie ontstaat waarin de inwoner hulp nodig heeft en dit niet zelf, of in zijn omgeving kan regelen, gaan wij met hem in gesprek over de mogelijkheden waaraan de gemeente kan bijdragen. Dit betekent dat er in individuele gevallen, veel meer dan voorheen, maatwerk geleverd wordt. Keukentafelgesprek In 2012 hebben we in het kader van de kanteling het keukentafelgesprek ingevoerd. Het houden van keukentafelgesprekken is in 2013 geïntensiveerd. Tijdens het keukentafelgesprek zijn wij op zoek naar de vraag achter de vraag. Hierbij wordt de verantwoordelijkheidsladder gehanteerd. De ladder gaat uit van de eigen kracht, het (eigen) netwerk en komt via collectieve voorzieningen pas in laatste instantie uit bij een individuele voorziening. Het resultaat zelfstandigheid en participatie staat voorop en niet langer de te verstrekken voorziening.
29
Jaarverslag 2013 Programma 2 Burger als klant
Nazorg In 2013 zijn we gestart met het verzorgen van nazorg nadat een individuele voorziening is verstrekt. Dit leidt tot een efficiëntere verstrekking. Een grotere klanttevredenheid en minder onbenutte voorzieningen zijn het gevolg hiervan. Een voorbeeld van de nazorg is hulp bij het huishouden. Zo wordt de klant na 3 maanden benaderd hoe de stand van zaken is, maar ook wordt de effectiviteit gemeten van de benadering volgens het kantelingsprincipe. DOELENBOOM
Wat hebben we bereikt? Doel
Meetbaar effect
(beoogd effect)
A. Bevorderen uitstroom
Stabilisatie van het aantal klanten dat (structureel) bijstand ontvangt
Indicator 2013 Aantal uitkeringen WWB eind 2013: 400
Realisatie 2013 376 uitkeringen WWB
Het aantal uitkeringen WWB is in 2013 met 2% gestegen van 370 naar 376 uitkeringsgerechtigden. De geringe groei is een gevolg van actief poortwachteren en de inzet van handhaving.
30
Jaarverslag 2013 Programma 2 Burger als klant
Doel
Meetbaar effect
Indicator 2013
In 2013 is van iedere klant in de bijstand bekend wat zijn/haar participatiemogelijkheden zijn en welke noodzakelijke ondersteuning de gemeente biedt om die mogelijkheden te verzilveren. De volgende driedeling wordt gehanteerd: a) Klant is geschikt en beschikbaar om betaald werk te verrichten en kan (grotendeels) eigen inkomen verwerven b) Klant is fysiek en/of psychisch in staat om te werken, maar is nog niet geschikt en/of beschikbaar voor de arbeidsmarkt c) Klant is fysiek en/of psychisch niet in staat om te werken en de belemmeringen zijn niet oplosbaar.
400 klanten zijn gescreend en herkenbaar in het registratiesysteem van de gemeente ingevoerd
(beoogd effect)
B. Iedereen doet mee en doet ertoe
Realisatie 2013 376 klanten (= totale bestand)
Wat hebben we gedaan? A. Bevorderen uitstroom Prestatie: A1. Directe plaatsing bij werkgevers
Indicator 2013
Realisatie 2013
Bemiddelbare klanten worden naar geacquireerde vacatures geleid.
50 plaatsingen gerealiseerd
43 plaatsingen
Klanten die werkritme/werkervaring moeten opdoen worden op ‘oefenbanen’ geplaatst
20 werkervaringsplekken zijn continue bezet
20 werkervaringsplekken
Door de terugloop van de arbeidsmarkt zijn er minder plaatsingen gerealiseerd. Prestatie: A2. Handhaving
Indicator 2013
Realisatie 2013
Voorkomen onterechte instroom
30 intrekkingen gerealiseerd
49 intrekkingen
Toepassing lik-op-stuk-beleid
10 maatregelen opgelegd
20 maatregelen
Deze resultaten zijn het gevolg van het integrale handhavingsbeleid. Strikt aan de poort in combinatie met nadrukkelijk nakomen van (re-integratie)verplichtingen en handhaving op afspraken. Prestatie: A3. Inzet uitstroomtrajecten Klanten verplichten om maximaal rendement te halen uit parttime werk
Indicator 2013 20 personen hebben parttime werk aanvaard of het aantal uren verhoogd
Realisatie 2013 29 personen
De hogere realisatie komt door het nadrukkelijke appel op de zelfredzaamheid bij aanvang van de uitkering en het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en arbeidservaring door part-time werkzaamheden.
31
Jaarverslag 2013 Programma 2 Burger als klant
B. Iedereen doet mee en doet ertoe Prestatie: B1. Inzet serviceteams
Indicator 2013
Realisatie 2013
Iedere nieuwe klant die kan werken wordt bij aanvang van de uitkering geplaatst in het serviceteam of op een andere geschikte activiteit. Dit in het kader van de tegenprestatie.
20 plekken zijn continue bezet
27 plaatsingen; continue bezetting.*
Met welzijnsorganisaties wordt gekeken welke instellingen, stichtingen of verenigingen plekken voor vrijwilligers hebben voor mensen die structureel in de bijstand zitten.
20 plekken zijn continue bezet
20 plekken continue bezet**
108 personen verrichten vrijwilligerswerk bij o.a. het Dominicanenklooster, Dushihuis, Lidwina, de Lingehof, Sancta Maria, St. Jozef, de Kinkel, Stichting Welzijn Lingewaard en Voetbalvereniging Angeren. Met de screening van het klantenbestand in het kader van de Tegenprestatie is de inzet van vrijwilligerswerk bevorderd en toegenomen. * Bij het team TWB werken momenteel gemiddeld 20 medewerkers onder directe aansturing van Presikhaaf. Dit serviceteam werkt inmiddels al een aantal jaren voor de gemeente en kan worden gesproken over een structurele werkwijze ** Mogelijk kunnen in de toekomst vanuit deze doelgroep ook mensen worden ingezet bij de verzorging van de dieren in de gemeentelijke dierenparkjes en volières Prestatie: B2. Opzetten welzijnscontacten Klanten die niet op eigen kracht sociale contacten kunnen leggen en daardoor in een zwaar isolement terecht dreigen te komen, worden actief ondersteund. Prestatie: B3. Werkgeversbenadering In 2012 zijn 60 werkgevers klant van team W&I. Die willen we in 2013 ook als klant behouden (= relatiebeheer). Om voldoende plaatsingsmogelijkheden voor onze klanten te hebben, is uitbreiding noodzakelijk (= acquisitie). Prestatie: B4. Inburgering Alle nieuwe gevestigde asielzoekers krijgen inburgeringsaanbod vanuit gemeente Lingewaard.
Indicator 2013 8 klanten
Indicator 2013 12 werkgevers worden nieuwe klant
Indicator 2013 24 nieuwe taaltrajecten zijn gestart
Realisatie 2013 9 klanten
Realisatie 2013 15 nieuwe werkgevers
Realisatie 2013 18 trajecten door nieuw gevestigden
De realisatie is lager doordat zich in 2013 minder asielzoekers in Lingewaard hebben gevestigd dan geraamd.
32
Jaarverslag 2013 Programma 2 Burger als klant
Wat heeft het gekost? 2 Burger als klant Nummer Productgroep
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
Rekening 2012
Lasten Sociaal & Welzijn P0480.10 Leerlingenvervoer
930.764
975.659
837.899
884.487
P0610.00 Bijstandsverlening
7.771.473
8.154.638
7.872.592
7.376.795
P0611.20 Werkgelegenheid
7.481.994
7.739.184
8.037.202
8.427.853
P0612.00 Inkomensvoorzieningen
5.676
10.000
10.000
416.871
P0614.00 Bijzondere bijstand
593.541
697.143
509.411
503.506
P0621.00 Vreemdelingen
219.007
152.868
139.914
309.450
6.005.025 23.007.480
7.238.242 24.967.734
7.840.752 25.247.770
7.668.597 25.587.560
P0652.00 Wet Maatschappelijke Ondersteuning Subtotaal Omgeving & Inwoners P0140.20 Uitvoering APV en bijzondere wetten
347.128
335.320
335.320
351.169
P0310.10 Straatmarkten
68.978
32.080
32.080
51.135
P0541.20 Monumenten
217.221
242.055
201.750
158.704
P0560.30 Festiviteiten
521.203
456.505
416.505
463.084
1.073.105
1.231.145
887.695
740.701
132.007
133.700
133.700
121.745
P0723.30 Milieu P0725.10 Afvalstoffenheffing P0726.10 Rioolrechten P0822.10 Bouwen P0930.00 Uitvoering Wet WOZ
132.007
133.700
133.700
122.113
1.920.434
1.902.285
1.873.125
1.880.747
412.051
404.295
404.295
339.445
P0932.00 Onroerende zaakbelasting
0
0
0
0
P0940.00 Gemeentelijke belastingen
370.556 5.194.688
348.800 5.219.885
312.800 4.730.970
346.623 4.575.465
1.333.680
1.402.521
1.402.521
1.435.212
42.343
44.905
44.905
41.603
24.000 1.400.022
24.000 1.471.426
24.000 1.471.426
27.959 1.504.774
29.602.190
31.659.045
31.450.166
31.667.799
Subtotaal Klant Contact Centrum P0003.00 Burgerzaken P0560.50 Groen- en reststroken P0724.10 Grafrechten Subtotaal Totaal lasten Baten Sociaal & Welzijn P0480.10 Leerlingenvervoer
-2.196
P0610.00 Bijstandsverlening
-8.236.490
-7.717.553
-6.921.775
-7.500.217
P0611.20 Werkgelegenheid
-6.137.623
-6.364.911
-6.250.202
-6.330.418
-12.000
P0612.00 Inkomensvoorzieningen P0614.00 Bijzondere bijstand P0621.00 Vreemdelingen
-3.419 -67.768
-36.300
-36.300
-39.925
-128.192
-62.314
-62.314
-147.579 33
Jaarverslag 2013 Programma 2 Burger als klant
Nummer Productgroep P0652.00 Wet Maatschappelijke Ondersteuning Subtotaal
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
Rekening 2012
-677.276 -15.249.545
-656.945 -14.838.023
-531.945 -13.802.536
-556.364 -14.589.922
Omgeving & Inwoners P0140.20 Uitvoering APV en bijzondere wetten
0
0
0
0
P0310.10 Straatmarkten
-18.265
-23.500
-23.500
-20.784
P0541.20 Monumenten
-23.734
0
0
0
P0560.30 Festiviteiten
-182.434
-183.700
-183.700
-165.025
P0723.30 Milieu
-309.678
-306.300
-6.300
-125.144
P0725.10 Afvalstoffenheffing
-2.958.557
-2.987.500
-3.250.000
-2.825.677
P0726.10 Rioolrechten
-3.670.852
-3.668.330
-3.515.330
-3.492.052
-365.050
-426.200
-376.200
-471.180
P0822.10 Bouwen P0930.00 Uitvoering Wet WOZ
0
0
0
0
P0932.00 Onroerende zaakbelasting
-10.394.453
-10.121.000
-10.121.000
-10.184.324
P0940.00 Gemeentelijke belastingen
-368.333 -18.291.355
-385.351 -18.101.881
-305.300 -17.781.330
-264.951 -17.549.137
-689.344
-774.650
-774.650
-750.425
-39.983
-43.400
-43.400
-43.338
-270.515 -999.842
-339.200 -1.157.250
-306.200 -1.124.250
-117.826 -911.588
-34.540.742
-34.097.154
-32.708.116
-33.050.646
-4.938.552
-2.438.109
-1.257.950
-1.382.847
-992.293 161.608
-1.019.303 160.510
-1.058.200 0
-449.401 0
Gerealiseerd resultaat
-5.769.237
-3.296.902
-2.316.150
-1.832.248
Saldo programma 2
-4.938.552
-2.438.109
-1.257.950
-1.382.847
-10.762.786
-10.506.351
-10.426.300
-10.449.276
5.824.233
8.068.242
9.168.350
9.066.429
Subtotaal Klant Contact Centrum P0003.00 Burgerzaken P0560.50 Groen- en reststroken P0724.10 Grafrechten Subtotaal Totaal baten Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves
Af: aandeel algem.dekkingmiddelen
Saldo 2 cf. programmarekening
Gerealiseerd resultaat ten opzichte van de begroting na wijziging: - € 2.472.335 Voordeel Een globale analyse van de verschillen tussen de begroting en de rekening is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit jaarverslag onder ‘Resultaat 2013’. In hoofdstuk 1.2 van de jaarrekening is bij programma 1 een uitgebreide toelichting opgenomen.
34
Jaarverslag 2013 Programma 2 Burger als klant
In onderstaande tabel is aangegeven ten laste of ten gunste van welke reserve de toevoegingen en onttrekkingen hebben plaatsgevonden: Rekening 2013
Onttrekking / vrijval reserves Algemene reserve: dekking tekort Presikhaaf Bekostiging reïntegratievoorziening: pilot uitstroomperspectief Afvalstoffenheffing: tariefverlaging / lagere opbrengst diftar Renovatie clubhuis scouting Angeren Opstellen cultuurhistorische waardenkaart Toevoeging reserves Bestemmingsreserve bedrijfsvoering: uitvoeringskosten WMO Riolering en waterzuivering: tariefstijging 2013 Reserve ponymarkt: resultaat 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
-619.733 -12.060 -262.500 -80.000 -18.000 -992.293
-645.473 -13.400 -262.500 -80.000 -17.930 -1.019.303
0 0 0 0 0 0
7.510 153.000 1.098 161.608
7.510 153.000 0 160.510
0 0 0 0
35
Jaarverslag 2013 Programma 2 Burger als klant
36
Jaarverslag 2013 Programma 3 Burger als onderdaan
Programma 3 Burger als onderdaan De burger als onderdaan De burger is onderdaan van de gemeente waar het gaat over rechten en plichten die de overheid in het kader van de rechtsorde of om een bepaald beleid te effectueren oplegt. De gemeente is in dit kader regeltoepasser en handhaver. De burger ontmoet hier de gemeente in soms strenge hoedanigheid. Burgeroriëntatie houdt hier in: geen onnodige bureaucratie, transparante en voorspelbare procedures, duidelijke regels, betrouwbaarheid en correcte bejegening. Productgroepen Brandweer en Rampenbestrijding, Openbare orde en Veiligheid, Bijzonder onderzoek werkgelegenheid, Handhaving milieu en Handhaving bouw- en woningtoezicht.
Speerpunten 2013 Openbare orde en veiligheid In 2013 is geen veiligheidsmonitor gehouden waardoor niet bekend is wat het effect is van het gevoerde beleid. Wel is een slag gemaakt met het verminderen van regeldruk door dereguleringsmaatregelen in het kader van de APV. Daarnaast worden regelmatig praktijkcases gebruikt om voorlichting te geven over de regels die gelden in de openbare ruimte. ODRA Verder begeleiden van de vorming van de omgevingsdienst Arnhem. Dit speerpunt is gehaald. De vergunningverlening en handhaving van de omgevingsvergunning (bouwen en milieu) is per 1 april 2013 gehuisvest bij de Omgevingsdienst Regio Arnhem. Jeugdoverlast Jeugdoverlast wordt gecoördineerd en integraal aangepakt samen met de andere veiligheidspartners, politie, SWL, zorgnetwerk, scholen en veiligheidshuis. De aanpak heeft in 2013 zijn vruchten afgeworpen, het aantal meldingen is flink afgenomen. Brandweer In 2013 is de regionalisering van de brandweer voorbereid. Met de aanpassing van de Wet Veiligheidsregio’s worden gemeentelijke brandweerkorpsen per 1 januari 2014 opgeheven en ondergebracht bij de Veiligheidsregio’s. Beroepspersoneel en brandweervrijwilligers zijn per diezelfde datum aangesteld bij VGGM. Het materieel en het gebruik van gebouwen etc. zijn overgedragen. Daarmee is de brandweer van Lingewaard opgegaan in de Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) en is het regionaliseringsproces afgerond. Vanaf 2014 zal ‘brandweer Gelderland-Midden’ in regionaal verband ook brandweerzorgtaken voor de gemeente Lingewaard blijven uitvoeren. Afspraken tussen de gemeente Lingewaard en VGGM zijn in 2013 vastgelegd in een overdrachtsovereenkomst.
37
Jaarverslag 2013 Programma 3 Burger als onderdaan
DOELENBOOM
Wat hebben we bereikt? Doel:
Meetbaar effect
Indicator 2013
Realisatie 2013
Het percentage mensen dat zich wel eens onveilig voelt moet in 2013 onder de 13 procent zitten (15 % in 2009). In de eerstvolgende Veiligheidsmonitor moet zichtbaar worden dat deze daling zich heeft ingezet.
13%
Neen
(beoogd effect)
A. Verbeteren veiligheidsgevoel
In 2013 is geen Veiligheidsmonitor gehouden, omdat de politie dit project heeft losgelaten en het nu aan de gemeenten zelf is om dit te organiseren. Er vindt regionale afstemming plaats en in de loop van 2014 worden enquetebureau’s benaderd om hieraan invulling te geven. Doel
Meetbaar effect
(beoogd effect)
B. Verminderen vermogenscriminaliteit 38
Samen met betrokken partijen werken aan een vermindering van het aantal inbraken, autokraken, vernielingen en (brom)fietsendiefstal. Het aantal aangiftes dient 5% lager uit te komen tov 2010. (1045)
Indicator 2013
Realisatie 2013
993
809
Jaarverslag 2013 Programma 3 Burger als onderdaan
Doel
Meetbaar effect
(beoogd effect)
C. Verminderen overlast
Overlast (o.a. van jeugd, vuurwerk, vervuiling openbare ruimte) verminderen, het aantal meldingen dient in 2013 te zijn gedaald met 5% tov 2010 (1642).
Indicator 2013
Realisatie 2013
1560
602
Realisatie 2013 betreft de door de politie beschikbaar gestelde cijfers van meldingen jeugdoverlast, drugsoverlast, woonoverlast, vuurwerkoverlast en overlast van personen.
Wat hebben we gedaan? A. Verbeteren veiligheidsgevoel Prestatie: A1. Burgernet
Indicator 2013
Realisatie 2013
We nemen deel aan Burgernet en proberen een stijging van de deelname te realiseren door een voorlichtingscampagne in gezamenlijkheid met de politie te organiseren.
1 Voorlichtingscampagne
Ja
Het aantal aangesloten burgers aan Burgernet is in 2013 in Lingewaard toegenomen met 585 tot een totaal van 4.171 deelnemers, een stijging van 16,3%. Dit resultaat is mede te danken aan de in het najaar gevoerde landelijke voorlichtingscampagne. Prestatie: A2. Voorlichting
Indicator 2013
Realisatie 2013
We verzorgen een voorlichtingscampagne om mensen bewust te maken van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid
1 Voorlichtingscampagne
Ja
Dit wordt binnen de separate veiligheidsthema’s voortdurend benadrukt, bijvoorbeeld tijdens de informatieavonden over woninginbraken. B. Verminderen overlast Prestatie: B1. Voorlichting
Indicator 2013
Realisatie 2013
We verzorgen in samenspraak met SWL en politie voorlichtingscampagnes op tenminste drie scholen in Lingewaard
3 Voorlichtingscampagnes
Ja
De voorlichtingslessen hebben op verzoek van de scholen andere thema’s gehad. Een van de thema’s was (digitaal) pesten. Prestatie: B2. Persoonsgerichte aanpak We bespreken casussen van jongeren, die in het justitieel traject terechtkomen, in het Veiligheidshuis Arnhem en het plaatselijke zorgnetwerk OGGZ en maken daarop een gezamenlijk plan van aanpak.
Indicator 2013
Realisatie 2013
80
Gemiddeld 40 per kwartaal
Per kwartaal worden gemiddeld 40 jongeren uit Lingewaard besproken in het Veiligheidshuis, in de meeste gevallen gaat het om huiselijk geweld en/of risicojongeren.
39
Jaarverslag 2013 Programma 3 Burger als onderdaan
Prestatie: B3. Groepsgerichte aanpak We maken plannen van aanpak(PvA) voor bestrijding van hinderlijke en/of overlastgevende groepen jongeren welke worden besproken in een periodiek overleg van gemeente, politie, jongerenwerk (SWL)
Indicator 2013
Realisatie 2013
5 PvA
9 PvA
Een deel van de plannen van aanpak is slapend, feiten en acties worden geregistreerd en PvA wordt actief gemaakt als de situatie daarom vraagt. C. Verminderen vermogenscriminaliteit Prestatie: C1. preventie Er worden in samenspraak met de politie ter preventie campagnes uitgevoerd op de thema’s woninginbraak en autoinbraak. Deze campagnes worden ingezet wanneer er sprake is van een verhoogd signaleren van woninginbraken dan wel autokraken.
Indicator 2013
Realisatie 2013
PM
Campagnes uitgevoerd
Ter voorkoming van woninginbraken zijn voorlichtingsavonden gehouden (project 1000-ogen), worden bij iedere inbraak alerteringsbrieven in de buurt verspreid en wordt Burgernet ingezet. Autoinbraken worden op hotspots aangepakt met het project “Niets erin Niets eruit”. Prestatie: C2. Projectmatige aanpak Er wordt in samenspraak met de politie en openbaar ministerie een projectmatige aanpak tegen autoinbraken ontwikkeld.
Indicator 2013
Realisatie 2013
3 activiteiten
Ja
Naast het project “Niets erin Niets eruit” vinden gerichte controles plaats op hotspots en worden in bijvoorbeeld woonwijken de eigenaren van voertuigen gewezen op de aanwezigheid van kostbare artikelen in hun auto. De controles zijn onderdeel van het Donkere Dagen Offensief waarbij de politie investeert in het voorkomen van vermogenscriminaliteit.
40
Jaarverslag 2013 Programma 3 Burger als onderdaan
Wat heeft het gekost? 3 Burger als onderdaan Nummer Productgroep
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
Rekening 2012
Lasten Brandweer P0120.00 Brandweer en Rampenbestrijding Subtotaal
2.169.633 2.169.633
2.107.337 2.107.337
2.108.937 2.108.937
2.182.660 2.182.660
863.638 863.638
969.540 969.540
868.840 868.840
748.378 748.378
Openbare orde en veiligheid P0140.30 Openbare orde en veiligheid Subtotaal Handhaving P0611.10 Bijzonder onderzoek werkgelegenheid
0
P0723.10 Handhaving milieu
399.854
412.000
542.500
633.102
P0822.30 Handhaving bouw- en woningtoezicht
199.803 599.657
205.375 617.375
10.000 552.500
0 633.102
3.632.929
3.694.252
3.530.277
3.564.140
-174.376 -174.376
-17.400 -17.400
-7.720 -7.720
-149.968 -149.968
-46.798 -46.798
-32.215 -32.215
0 0
-58.100 -58.100
P0611.10 Bijzonder onderzoek werkgelenheid
0
0
0
0
P0723.10 Handhaving milieu
0
-2.500
-10.000
210
P0822.30 Handhaving bouw- en woningtoezicht
0 0
-10.000 -12.500
-10.000 -20.000
0 210
-221.174
-62.115
-27.720
-207.859
3.411.754
3.632.137
3.502.557
3.356.280
Onttrekking aan reserves
-18.900
-18.900
0
-19.000
Toevoeging aan reserves
29.900
29.900
0
0
3.422.754
3.643.137
3.502.557
3.337.280
Subtotaal Totaal lasten Baten Brandweer P0120.00 Brandweer en Rampenbestrijding Subtotaal Openbare orde en veiligheid P0140.30 Openbare orde en veiligheid Subtotaal Handhaving
Subtotaal Totaal baten Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten
Gerealiseerd resultaat
41
Jaarverslag 2013 Programma 3 Burger als onderdaan
Gerealiseerd resultaat ten opzichte van de begroting na wijziging: - € 220.383 Voordeel Een globale analyse van de verschillen tussen de begroting en de rekening is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit jaarverslag onder ‘Resultaat 2013’. In hoofdstuk 1.2 van de jaarrekening is bij programma 1 een uitgebreide toelichting opgenomen. In onderstaande tabel is aangegeven ten laste of ten gunste van welke reserve de toevoegingen en onttrekkingen hebben plaatsgevonden: Rekening 2013
Onttrekking / vrijval reserves Pilot toezicht drank- en horecawet Toevoeging reserves Onderhoud gebouwen
42
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
-18.900 -18.900
-18.900 -18.900
0 0
29.900 29.900
29.900 29.900
0 0
Jaarverslag 2013 Programma 4 Burger als wijkbewoner
Programma 4 Burger als wijkbewoner De burger is bewoner van zijn eigen wijk en gebruiker van de gemeentelijke voorzieningen en de openbare ruimte. Wij zijn hier de beheerder van de openbare voorzieningen. Burgeroriëntatie uit zich in de eerste plaats in een bewonersvriendelijke uitvoering van het beheer van de openbare ruimte, onder het motto “schoon, heel en veilig”. Hiernaast zijn duidelijke planning, adequate afdoening van meldingen en goede bereikbaarheid van belang. Maar burgeroriëntatie is vooral ook: geïntegreerd werken en samen doen. Zorgen dat burgers bij beslissingen over hun leefomgeving betrokken zijn, zorgen dat activiteiten van allerlei partijen op elkaar afgestemd worden en zorgen dat burgers eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Productgroepen Wegen, straten en pleinen, Veerdiensten, Waterpartijen, Monumenten onderhoud, Natuurbescherming, Openbaar groen, Afvalstoffen, Riolering en waterzuivering, Ongediertebestrijding, Begraven, Woonwagenzaken, Verkeersmaatregelen en Gebiedscoördinatie.
Speerpunten 2013 Burgerparticipatie bij wijkbeheer Een van de manieren om de burger te betrekken bij de leefomgeving is door middel van het werken met wijkplatforms. In voorgaande jaren hebben we hiervoor een samenwerkingsovereenkomst en een uitvoeringsdocument met de wijkplatforms afgesloten. Door middel van regulier overleg (wijkplatformvergaderingen, stuurgroep en gebiedsoverleg), maar ook door middel van het verbeteren van de interne werkprocessen, geven we uitvoering aan deze samenwerking. In 2013 is een start gemaakt met het betrekken van burgers, instellingen en bedrijven bij het onderhouden van hun leefomgeving. We leggen dus vooraf niet alles vast, maar hebben 2013 gebruikt als een soort ‘proefjaar’. In dit proefjaar hebben wij antwoord gekregen op verschillende vragen zoals: is er animo voor, welke wensen hebben de eventuele beheerders, welke problemen komen we tegen, etc. Maar nog belangrijker is dat in 2013 ook werkelijk gestart is met het onderhoud van de openbare ruimte door burgers. Terugkijkend kunnen we concluderen dat er wel animo is om de openbare ruimte te onderhouden maar dat het niet ‘storm’ loopt. Ook merken we dat veel bewoners iets terug verwachten. Verzoeken tot het opnieuw inrichten of vragen om financiële vergoeding zien we regelmatig voorbijkomen. Daarnaast zijn het kleine oppervlakten die in onderhoud gegeven worden zoals een plantvak voor de deur en zijn er weinig initiatieven om hele straten of buurten in onderhoud te nemen. Duurzamer afvalinzameling en –verwerking Op 13 december 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met het beleidsplan afvalstoffen. Dit plan is de basis voor de veranderingen in de inzamelstructuur die in de gemeente vanaf 2015 van kracht wordt met als doel meer grondstoffen in te zamelen en het terugdringen van de hoeveelheid restafval dat verbrand moet worden. Een van de meest in het oog springende veranderingen is het anders inzetten van de bestaande duocontainer (straks voor GFT- en kunststof afval) en een extra container bij elk huishouden voor de inzameling van restafval. Enkel voor het restafval gaat dan een DIFTAR-tarief gelden en niet meer voor het GFT-afval waarvoor dat nu nog wel het geval is. Andere besluiten zijn onder andere om: • • • •
in 2015 te stoppen met de aparte inzameling van luiers en incontinentiemateriaal; geen blik en drankenkartons gescheiden in gaan zamelen; in 2015 stoppen met het apart inzamelen van verhuisafval (gaat onderdeel uitmaken van de maandelijkse grof huisvuilinzameling); te komen tot één of meerdere moderne milieustraten voor de inwoners van Lingewaard; 43
Jaarverslag 2013 Programma 4 Burger als wijkbewoner
•
verbetering van de communicatie om inwoners te attenderen op de wijzigingen en op de invloed die zij hebben op de toename van de hoeveelheid grondstoffen bij de inzameling.
Verkeersdoorstroming en –veiligheid In 2013 is samen met basisschool Pius-x te Bemmel, basisschool De Wieling te Haalderen, ouders, wijkplatforms en politie gekeken naar de verkeersveiligheid rondom deze scholen en de routes er naar toe. Dit heeft geresulteerd in het instellen van een schoolzone. Daarnaast is bij beide scholen een schoolroute aangewezen die met rode stippen op het wegdek is aangegeven. Er is uitgebreid aandacht besteed aan signaleringsfuncties voor het verkeer rondom de school. De in 2012 getroffen maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid op het dijkvak gelegen tussen Huissen en Angeren, respectievelijk aanwijzing als 60 km-weg in combinatie met fysieke voorzieningen, zijn geëvalueerd. Naar aanleiding van de nota “evaluatie verkeer op dijkwegen” heeft overleg met de dijkgebonden wijkplatforms plaatsgevonden. Voorbereidingen voor besluitvorming over deze nota ‘en de voorgestelde maatregelen zijn opgestart. Waterhuishouding en riolering In juli 2013 is verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2015 door de raad vastgesteld. Dit plan is in goed overleg met het waterschap opgesteld. In april 2013 zijn het samenwerkingsakkoord en de samenwerkingsagenda Rijn6 ondertekend. Hiermee is een volgende stap gezet in de samenwerking in de afvalwaterketen met de gemeenten Overbetuwe, Arnhem en Rheden en de waterschappen Rijn en IJssel en Rivierenland. In de loop van 2013 is gestart met de uitwerking van een aantal onderwerpen uit de samenwerkingsagenda.
DOELENBOOM
44
Jaarverslag 2013 Programma 4 Burger als wijkbewoner
Wat hebben we bereikt? Doel
meetbaar effect
(beoogd effect)
A. Door nauwe samenwerking draagvlak realiseren bij burgers en organisaties
Rapportcijfer betrekken burger bij totstandkoming plannen Rapportcijfer interesse gemeente in mening burgers Rapportcijfer voldoende inspraakmogelijkheden plannen
Indicator 2013
Realisatie 2013
6,0
*
6,2
*
6,0
*
* In 2013 is er niet meer deelgenomen aan de benchmark “waar staat je gemeente”. Er zijn daarom geen vergelijkende cijfers aanwezig. Doel
meetbaar effect
Indicator 2013
(beoogd effect)
B. Correcte communicatie met en tevredenheid van burgers
Het aantal Corsa meldingen (via mail, telefoon en website) op een correcte en tijdige manier afhandelen
Realisatie 2013 86 %
Het hier gemelde gerealiseerde percentage is gebaseerd op tijdige afhandeling. Een correcte afhandeling is niet gemeten en is een subjectief begrip. Doel
meetbaar effect
Indicator 2013 80%
(beoogd effect)
Realisatie 2013 *
C. Kwaliteit van Gebiedscoördinatoren worden bij alle gemeentelijke het beleid en uit- projecten betrokken voering verbeteren door inbreng van inwoners In 2013 is de werkwijze ingevoerd dat met team gebiedscoördinatie alle agenda’s van de portefeuilleoverleggen worden doorgenomen, daarin worden de meeste projecten meegenomen. * We hebben in 2013 niet gemeten bij hoeveel procent van alle gemeentelijke plannen het team gebiedscoördinatie betrokken is geweest.
Wat hebben we gedaan? A. Door nauwe samenwerking draagvlak realiseren bij burgers en organisaties Prestatie: A1. Betrekken van burgers
Indicator 2013
Door middel van workshop interne bekendheid voor het gebiedsgericht werken vergroten. (wijk)platforms en bewoners vanaf de hoogste trede van de participatieladder betrekken bij projecten en beleidsvorming Gezamenlijk met (wijk)platforms opstellen van kwalitatief goede werkplannen waardoor de leefbaarheid in wijk of dorp wordt vergroot
1
workshop
Maximaal 16 klachten 16 werkplannen klaar
Realisatie 2013
0
(1)
< 16 (2) 35 werkplannen goedgekeurd (3)
45
Jaarverslag 2013 Programma 4 Burger als wijkbewoner
1) Workshop: in het voorjaar van 2013 is de rekenkamercommissie gestart met het onderzoek naar het functioneren van de wijkplatforms. Met de workshop is gewacht zodat we de uitkomsten van het rkconderzoek hierin konden betrekken. De uitkomst van de rekenkamercommissie zal naar verwachting in het voorjaar 2014 bekend zijn. Inmiddels is het team begonnen met een intern verbetertraject om de communicatie tussen de wijkplatforms en de gemeente te verbeteren. In 2013 heeft dit o.a. geleid tot een structuur m.b.t. het afhandelen van vragen van wijkplatforms. Daarnaast hebben we in 2013 actief ingezet op het bevragen van collega’s aan de hand van de agenda’s van de portefeuille-overleggen. 2) Er zijn in 2013 drie ‘officiële’ klachten ontvangen van wijkplatforms over de betrokkenheid rondom plannen vanuit de gemeente. Deze klachten zijn door het team samen met het desbetreffende wijkplatform opgepakt. 3) In 2013 zijn er in totaal 35 werkplannen vastgesteld. Deze werkplannen hebben volgens de betrokken (wijk)platforms bijgedragen aan verbetering van de leefbaarheid in de wijk en of dorpen. Vijf werkplannen zijn nog niet uitgevoerd. B. Correcte communicatie met en tevredenheid van burgers Prestatie: B1. Afhandelen van meldingen binnen vastgestelde termijnen A – Afhandeling meldingen binnen 4 uur B – Afhandeling meldingen binnen 5 werkdagen C – Afhandeling meldingen binnen 8 weken
Indicator 2013 100% 95% 95%
Realisatie 2013 100 % * 86 % 98%
* De feitelijke afhandeling van de A-melding geschiedt doorgaans binnen de gestelde termijn van 4 uur (gaat om acute gevallen waar direct actie op nodig is, (verkeers)gevaarlijke situaties etc.). De administratieve afhandeling geschiedt (in de registratietool MyCorsa) doorgaans later.
** Prestatie: B2. Aantal terugmeldingen bij de indiener Aantal Corsa terugmeldingen bij de indiener (mail, telefoon en website)
Indicator 2013
Realisatie 2013
70%
*
* Het terug melden vanuit het KCC is gestart als pilot. De werkwijze van terug melden heeft echter nooit een formele status gekregen, de indicator van 70% wordt dan ook niet herkend. Aangezien het percentage terugmeldingen niet structureel wordt gemeten kan er geen percentage over 2013 worden gegeven. C. Kwaliteit van het beleid en uitvoering verbeteren door inbreng van inwoners Prestatie: C1. Uitvoeren samenwerkingsovereenkomst en uitvoeringsdocument gemeente/wijkplatforms Rapportcijfer (wijk)platforms over participatie * Dit is niet getoetst in 2013.
46
Indicator 2013
Realisatie 2013
7
*
Jaarverslag 2013 Programma 4 Burger als wijkbewoner
Wat heeft het gekost? 4 Burger als wijkbewoner Nummer Productgroep
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
Rekening 2012
Lasten Beheer & onderhoud P0210.00 Wegen, straten en pleinen
5.236.503
5.477.962
5.291.050
7.281.065
P0223.00 Veerdiensten
16.361
20.263
20.263
20.693
P0240.00 Waterpartijen
165.052
174.420
189.420
202.364
6.112
4.420
10.420
4.327
46.236
33.760
33.760
12.817
P0560.60 Openbaar groen
2.477.162
2.408.779
2.295.775
3.455.680
P0721.10 Afvalstoffen
2.776.533
2.914.859
2.850.859
2.808.682
P0722.10 Riolering en waterzuivering
3.345.341
3.783.820
3.672.260
3.316.128
83.439
84.940
84.940
92.007
561.092
559.639
564.039
304.302
85.815 14.799.647
96.426 15.559.287
100.626 15.113.411
89.878 17.587.942
456.751 456.751
516.044 516.044
497.744 497.744
493.031 493.031
494.500 494.500
556.155 556.155
501.155 501.155
424.003 424.003
15.750.898
16.631.487
16.112.311
18.504.975
-313.345
-338.800
-120.800
-171.110
P0223.00 Veerdiensten
0
0
0
0
P0240.00 Waterpartijen
0
0
0
0
P0541.10 Monumenten onderhoud
0
0
0
0
-10.619
0
0
-7.893
-9.337
-50
-50
-6.741
-672.732
-551.000
-476.000
-707.325
-40.633
-30.100
-30.100
-25.313
P0723.20 Ongediertebestrijding
0
0
0
0
P0724.20 Begraven
0
0
0
0
-43.404 -1.090.069
-34.210 -954.160
-34.210 -661.160
-38.054 -956.437
P0541.10 Monumenten onderhoud P0550.00 Natuurbescherming
P0723.20 Ongediertebestrijding P0724.20 Begraven P0822.20 Woonwagenzaken Subtotaal Infrastructuur P0211.20 Verkeersmaatregelen Subtotaal Gebiedscoördinatie P0140.10 Gebiedscoördinatie Subtotaal Totaal lasten Baten Beheer & onderhoud P0210.00 Wegen, straten en pleinen
P0550.00 Natuurbescherming P0560.60 Openbaar groen P0721.10 Afvalstoffen P0722.10 Riolering en waterzuivering
P0822.20 Woonwagenzaken Subtotaal
47
Jaarverslag 2013 Programma 4 Burger als wijkbewoner
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
Rekening 2012
-1.751 -1.751
0 0
0 0
-85.531 -85.531
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal baten
-1.091.819
-954.160
-661.160
-1.041.968
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten
14.659.078
15.677.327
15.451.151
17.463.007
Onttrekking aan reserves
-563.888
-1.357.402
-677.530
-3.919.799
Toevoeging aan reserves
608.994
432.195
384.395
311.279
14.704.184
14.752.120
15.158.016
13.854.487
Nummer Productgroep
Infrastructuur P0211.20 Verkeersmaatregelen Subtotaal Gebiedscoördinatie P0140.10 Gebiedscoördinatie Subtotaal
Gerealiseerd resultaat
Gerealiseerd resultaat ten opzichte van de begroting na wijziging: - € 47.936 Voordeel Een globale analyse van de verschillen tussen de begroting en de rekening is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit jaarverslag onder ‘Resultaat 2013’. In hoofdstuk 1.2 van de jaarrekening is bij programma 1 een uitgebreide toelichting opgenomen. In onderstaande tabel is aangegeven ten laste of ten gunste van welke reserve de toevoegingen en onttrekkingen hebben plaatsgevonden: Rekening 2013
Onttrekking / vrijval reserves Werkplannen wijkplatforms: plannen 2012 Onderhoud gebouwen: onderh.jaarplan 2013 Verlaging snelheid dijken Revitalisering Zilverkamp: 2012 en 2013 Grondroerdersregeling: vrijval restant saldo Riolering en waterzuivering: saldo begr. 2013 Toevoeging reserves Revitalisering Zilverkamp: storting Afvalstoffenheffing: Inzameling wit- en bruingoed Onderhoud gebouwen Afvalstoffenheffing: Saldo begroting 2013
48
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
-49.400 -138.807 -14.453 -1.445 -2.395 -357.388 -563.888
-55.000 -494.000 -17.412 0 0 -790.990 -1.357.402
0 0 0 0 0 -677.530 -677.530
169.074 15.000 20.800 404.120 608.994
169.074 15.000 20.800 227.321 432.195
169.074 15.000 0 200.321 384.395
Jaarverslag 2013 Programma 5 Interne organisatie als klant
Programma 5 Interne organisatie als klant De interne organisatie als klant Een goed presterende organisatie begint bij het bieden van een goede ondersteuning aan de afdelingen die invulling moeten geven aan de diverse burgerrollen. Deze ondersteuning richt zich op de zogenaamde PIJOFACH-elementen (personeel, informatie, juridisch, organisatie, financiën, automatisering, communicatie en huisvesting). Daarmee wordt het mogelijk gemaakt dat de extern georiënteerde afdelingen zodanig worden gefaciliteerd dat medewerkers effectief, efficiënt en klantgericht kunnen werken. Productgroepen Bestuursorganen, Bestuursondersteuning algemeen, Financiële ondersteuning, Kadaster, Bestuurlijke samenwerking, Bestuursondersteuning Raad, Administratie bouwgrondexploitatie, Overige financiële middelen, Geldleningen en uitzettingen, Algemene uitkering, Algemene baten en lasten, Saldo van kostenplaatsen en Mutaties reserves.
Speerpunten 2013 A. Burgerparticipatie In de diverse programma’s is aandacht geweest voor de inzet van burgerparticipatie, zoals in programma 1 in het speerpunt maatschappelijke participatie, zelfsturing en zelfredzaamheid. In programma 2 met het speerpunt keukentafelgesprek en in programma 4 burgerparticipatie bij wijkbeheer. B. Planning & control De doorontwikkeling van de programmabegroting, waarmee in 2012 een start is gemaakt, is in 2013 verder in de stijgers gezet en heeft geresulteerd in een volledig nieuwe opzet van de programma’s in de begroting 2014. Een efficiëntere inbedding van de p&c-cyclus als geheel in het vergaderschema van de raad is vorm gegeven. C. Vraaggericht werken In 2013 is verder vorm gegeven aan de cultuuromslag naar vraaggericht werken door de borging van de personele jaarcyclus in onze organisatie. Daarnaast is een Management Development Traject geformuleerd dat in 2014 van start gaat.
Wat hebben we bereikt? Om te kunnen bereiken dat we een professionele en ondernemende organisatie zijn die onze burgers op een toegankelijke wijze van dienst is en vraaggericht en interactief handelt, hebben we voor onze medewerkers de kernwaarden van onze organisatie bepaald. Deze kernwaarden zijn ondernemend (toekomstbestendig), doelgericht (slagvaardig,) toegankelijk (gastvrij), deskundig (professioneel), integer, samenwerken. In 2013 zijn deze kernwaarden meegenomen in de personele jaarcyclus.
49
Jaarverslag 2013 Programma 5 Interne organisatie als klant
Wat hebben we gedaan? A. Burgerparticipatie In het spoorboekje burgerparticipatie zijn de kaders vastgesteld voor een participatieve stijl van besturen en interactieve beleidsvorming. Met dit kader zijn we er nog niet. Het doel was in 2013 een actieplan burgerparticipatie (inmiddels inwonersparticipatie) op te stellen.. Met het opstellen van een actieplan ‘inwonerparticipatie’ is gewacht tot de resultaten van het onderzoek van de rekenkamercommissie naar het functioneren van de wijkplatforms bekend waren. In het najaar van 2013 werd duidelijk dat de onderzoeksresultaten van de rekenkamercommissie pas in 2014 bekend zijn. We zijn vervolgens van start gegaan met het formuleren van de projectopdracht t.a.v. ‘inwonerparticipatie’ en naar verwachting zal hierover in het eerste kwartaal van 2014 besluitvorming plaatsvinden. B. Planning & control Samen met de raad is invulling gegeven aan de doorontwikkeling van de programmabegroting. Uitgangspunt hierbij zijn steeds de door de raad vastgestelde (structuur)visies geweest. Deze hebben de basis gevormd voor het bepalen van de verschillende programma’s en inrichting van de doelenbomen. Een efficiëntere inbedding van de p&c-cyclus als geheel in het vergaderschema van de raad is vorm gegeven door te kiezen voor een gecombineerde behandeling van jaarstukken, voorjaarsnota en kadernota vóór de zomer en een gecombineerde behandeling van najaarsnota en begroting in het najaar. De raad heeft bij de gecombineerde behandeling van jaarstukken, voorjaarsnota en kadernota wel vraagtekens geplaatst bij de grote hoeveelheid stukken die gelijktijdig aan de orde kwam. Naar aanleiding van een raadsbreed gedragen motie inzake de jaarstukken is onderzocht welke mogelijkheden er zijn de jaarstukken in de komende jaren eerder beschikbaar te stellen aan de gemeenteraad. C. Vraaggericht werken In 2013 is de personele jaarcyclus geïmplementeerd. De leidinggevenden en de medewerkers hebben een gespreksvaardigheidstraining gehad waardoor de effectiviteit van de gemaakte resultaatafspraken en evaluatie van deze resultaatafspraken in de personele jaarcyclus vergroot is. De resultaatafspraken uit het planningsgesprek zijn geëvalueerd door het team p&o en de aanbevelingen worden meegenomen in de verdere verbetering van de gesprekcyclus 2014. en Management Development Traject is geformuleerd en gaat in 2014 van start, waarmee leiderschapsontwikkeling organisatiebreed wordt opgepakt.
50
Jaarverslag 2013 Programma 5 Interne organisatie als klant
DOELENBOOM
Wat hebben we bereikt? Doel:
meetbaar effect
(beoogd effect)
A. Evenwichtige financiële positie
Het meetbare effect van een evenwichtige financiële positie wordt vooral zichtbaar bij de activiteiten en de daarbij behorende indicatoren die hierna zijn uitgewerkt: sluitende meerjarenbegroting waarbij acceptabele maatregelen zijn genomen om tot een sluitend meerjarenbeeld te komen, reserves en voorzieningen op een aanvaardbaar peil zijn en schuldenlast beheersbaar is.
Indicator 2013 Sluitende MJB 2014
Realisatie 2013 Sluitende MJB 2014
51
Jaarverslag 2013 Programma 5 Interne organisatie als klant
Doel:
meetbaar effect
(beoogd effect)
B. Acceptabele lokale heffingen
Met de vaststelling van de begroting 2012 is ingestemd met een extra OZB-verhoging van 50%. In 2013 en volgende jaren komen deze verhogingen niet voor en streven we naar woonlasten die zich weer meer richting de gemiddelde woonlasten in Nederland bewegen.
Indicator 2013 Géén extra OZBverhoging 2014
Realisatie 2013 Géén extra OZBverhoging 2014
Voor het jaar 2014 zijn de OZB-tarieven alleen geïndexeerd en aangepast aan de waarde-ontwikkeling WOZ. Doel:
meetbaar effect
(beoogd effect)
C. Beheersbare risico’s
De risico’s die werkelijk tot een nadeel hebben geleid, waren in beeld en gekwantificeerd.
Indicator 2013 80%
Realisatie 2013 98%
Het in de programmabegroting 2013 opgenomen afzetrisico op grondexploitaties heeft geleid tot de afwaardering van het bedrijventerrein de Houtakker. Het nadeel als gevolg van het niet voldoen aan de wettelijke eisen voor de stroomkasten in de openbare ruimte en de sanering van de vervuiling nabij de zoutopslag op de Lingewal waren bij het opstellen van de programma-begroting 2013 niet in beeld.
Wat hebben we gedaan? A. Evenwichtige financiële positie Prestatie: A1. Sluitende meerjarenbegroting
Indicator 2013
Realisatie 2013
Meerjarenbegroting is sluitend.
Saldo MJB ≥ 0
Saldo MJB ≥ 0
Prestatie: A2. Reserves en voorzieningen op een aanvaardbaar peil Het overzicht reserves en voorzieningen wordt tenminste 2x per jaar geactualiseerd. De geactualiseerde nota reserves en voorzieningen zal in december 2012 aan de raad worden aangeboden en vervolgens eenmaal per 4 jaar worden geactualiseerd.
Indicator 2013
Realisatie 2013
Jaarrekening en begroting
Jaarrekening en begroting Vrij besteedbare deel van de algemene reserve niet van voldoende omvang.
Algemene reserve ≥ minimale omvang conform nota
Voorz. en bestem. reserves Niet alle voorzieningen dekkend dekkend. Bij de jaarrekening 2012 is al geconstateerd dat niet alle voorzieningen van voldoende omvang waren. Deze voorzieningen zijn vervolgens omgezet in een bestemmingsreserve. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij de voorziening onderhoud gebouwen (inmiddels dus de bestemmingsreserve onderhoud gebouwen). Daar waar de voorzieningen niet van voldoende omvang zijn, zijn maatregelen in gang gezet om dat op te lossen (bij onderhoud gebouwen bijvoorbeeld door verkoop van vastgoed). Prestatie: A3. Beheersbare schuldratio Totale leningenportefeuille als percentage van de totale lasten in het begrotingsjaar (2012 = 101%).
52
Indicator 2013
Realisatie 2013
106%
93%
Jaarverslag 2013 Programma 5 Interne organisatie als klant
In de begroting 2013 gingen wij er nog van uit dat € 10 miljoen aan extra financiering nodig zou zijn. Door vertraging in met name de grondexploitaties is dat niet nodig geweest. Daardoor is de schuldratio gedaald naar 93%. B. Acceptabele lokale heffingen Prestatie: B1. Kostendekkendheid heffingen, rechten en leges Tarieven berekenen en vaststellen op basis van kostendekkendheid. De berekening van de kostendekkendheid is opgenomen in de paragraaf Lokale Heffingen. Prestatie: B2. Acceptabele OZB Totaal gemeentelijke woonlasten in Lingewaard in relatie tot de gemiddelde gemeentelijke woonlasten (2012: 115%).
Indicator 2013
Realisatie 2013
Zie paragraaf Lokale heffingen
Zie paragraaf Lokale heffingen
Indicator 2013
Realisatie 2013
113%
113%
De gemeentelijke woonlasten in Lingewaard in relatie tot de gemiddelde gemeentelijke woonlasten zijn gebaseerd op de Coelo-atlas. De digitale COELO atlas bevat van alle gemeenten, waterschappen en provincies de belangrijkste tarieven in 2013 en de mutaties van die tarieven ten opzichte van vorig jaar. De gemeentelijke woonlasten over 2013 bedroegen voor een meerpersoonshuishouden in Lingewaard € 784, de gemiddelde gemeentelijke woonlasten in Nederland bedroegen € 697. Prestatie: B3. Onderzoek aanvullende heffingsmogelijkheden In 2013 zal worden onderzocht welke aanvullende heffingsmogelijkheden aanwezig zijn.
Indicator 2013
Realisatie 2013
Voorstel bij begroting 2014
Info bij begroting 2014
In de paragraaf lokale heffingen van de begroting 2014 zijn de mogelijkheden tot vergroting inkomsten door invoering nieuwe heffingen toegelicht. Bij de behandeling van de begroting 2014 is een motie aangenomen inzake precario op kabels en leidingen. Uit onderzoek is gebleken dat wij alleen precario kunnen heffen op gasleidingen. In de voorjaarsnota 2014 zullen wij een voorstel aan de raad voorleggen. C. Beheersbare risico’s Prestatie: C1. Inventarisaren en kwantificeren risico’s De risico’s worden tenminste 2x per jaar geïnventariseerd en gekwantificeerd
Prestatie: C2. Treffen van beheersmaatregelen
Beschrijving van mogelijke en genomen beheersmaatregelen
Indicator 2013
Realisatie 2013
Jaarrekening en begroting
Jaarrekening en begroting
Indicator 2013
Realisatie 2013
Jaarrekening en begroting
n.v.t.
In 2013 is een start gemaakt met het inventariseren en kwantificeren van mogelijke risico’s. Een volgende stap die moet worden gezet, is het beschrijven van beheersmaatregelen. Dit is in 2013 nog niet opgepakt.
53
Jaarverslag 2013 Programma 5 Interne organisatie als klant
Prestatie: C3. Voldoende weerstandsvermogen
Indicator 2013
Realisatie 2013
Beschikbare weerstandscapaciteit (weerstandsvermogen) in relatie tot benodigde weerstandscapaciteit (de gekwantificeerde risico’s)
≥1
≥1
Van de benodigde weerstandscapaciteit van € 21.348.400 kunnen de risico’s tot € 9.400.200 direct gedekt worden door de buffer. Voor het restant van € 11.948.200 resteert een dekking van € 3.714.000 incidenteel (stille reserves) en € 4.655.000 structureel. De structurele dekking is ruim voldoende en de hoogte van de buffer is net voldoende (zie paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen).
Wat heeft het gekost? 5 Interne organisatie als klant Nummer Productgroep
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
Rekening 2012
Lasten Griffie P0001.00 Bestuursorganen
2.366.954
2.135.384
1.912.590
2.321.250
P0002.00 Bestuursondersteuning algemeen
2.417.412 4.784.366
2.421.237 4.556.621
2.405.237 4.317.827
2.099.773 4.421.023
443.457
442.893
442.893
470.534
74.834
116.555
116.555
144.093
P0005.00 Bestuurlijke samenwerking
291.422
281.865
231.865
291.505
P0006.00 Bestuursondersteuning raad
463.066
477.354
462.054
414.646
P0830.30 Administratie bouwgrondexploitatie
126.832
126.135
111.135
22.070
1.756.042
1.841.271
323.211
732.957
325.373
328.492
328.492
337.411
0
0
0
0
P0922.00 Algemene baten en lasten
220.213
784.554
1.587.411
496.149
P0960.00 Saldo van kostenplaatsen
1.782.806 5.484.047
4.251.574 8.650.693
116.595 3.720.211
1.158.868 4.068.232
10.268.413
13.207.314
8.038.038
8.489.255
P0001.00 Bestuursorganen
-385.667
0
0
-162.332
P0002.00 Bestuursondersteuning algemeen
-17.102 -402.769
0 0
0 0
-4.395 -166.727
P0002.10 Financiële ondersteuning
0
0
0
0
P0003.10 Kadaster
0
0
0
-43
Subtotaal Bedrijfsvoering P0002.10 Financiële ondersteuning P0003.10 Kadaster
P0913.00 Overige financiële middelen P0914.00 Geldleningen en uitzettingen P0921.00 Algemene uitkering
Subtotaal Totaal lasten Baten Griffie
Subtotaal Bedrijfsvoering
54
Jaarverslag 2013 Programma 5 Interne organisatie als klant
Nummer Productgroep
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
Rekening 2012
P0005.00 Bestuurlijke samenwerking
0
0
0
-12.663
P0006.00 Bestuursondersteuning raad
0
0
0
0
-15.534
-27.400
-12.400
-17.430
P0830.30 Administratie bouwgrondexploitatie P0913.00 Overige financiële middelen
-853.728
-146.760
-146.160
-152.879
-3.113.528
-2.928.662
-2.928.662
-2.899.200
-35.652.925
-35.673.000
-35.673.000
-36.693.156
P0922.00 Algemene baten en lasten
-74.885
-4.915
-4.915
-216.343
P0960.00 Saldo van kostenplaatsen Subtotaal
-1.644.573 -41.355.172
-4.284.741 -43.065.477
-950.593 -39.715.729
-2.915.720 -42.907.433
Totaal baten
-41.757.941
-43.065.477
-39.715.729
-43.074.160
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten
-31.489.529
-29.858.163
-31.677.691
-34.584.904
Onttrekking aan reserves
-1.572.917
-3.196.243
-929.400
-35.274.677
Toevoeging aan reserves
2.021.900
2.576.354
1.352.500
37.017.015
Gerealiseerd resultaat
-31.040.545
-30.478.052
-31.254.591
-32.842.566
Saldo programma 5
-31.489.529
-29.858.163
-31.677.691
-34.584.904
Af: aandeel alg. dekkingsmiddelen
-38.595.474
-38.399.150
-38.399.150
-39.397.954
7.105.945
8.540.987
6.721.459
4.813.049
P0914.00 Geldleningen en uitzettingen P0921.00 Algemene uitkering
Saldo Pr. 5 cf. programmarekening
Gerealiseerd resultaat ten opzichte van de begroting na wijziging: - € 562.493 Voordeel Een globale analyse van de verschillen tussen de begroting en de rekening is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit jaarverslag onder ‘Resultaat 2013’. In hoofdstuk 1.2 van de jaarrekening is bij programma 1 een uitgebreide toelichting opgenomen.
55
Jaarverslag 2013 Programma 5 Interne organisatie als klant
In onderstaande tabel is aangegeven ten laste of ten gunste van welke reserve de toevoegingen en onttrekkingen hebben plaatsgevonden:
Rekening 2013 Onttrekking / vrijval reserves Algemene reserve: dekking incidentele kosten Odra Algemene reserve: dekking Trolley Algemene reserve: dekking plan MER buitengebied Algemene reserve: dekking schoolzones Algemene reserve: digitaliseren documenten en archieven Algemene reserve: bespaarde rente (Vitens) Algemene reserve: dekking saldo Voorjaarsnota 2013 Algemene reserve: uitvoeringsprogramma duurzaamheid Algemene reserve: dekking amendementen 2012 Digitaliseren documenten en archieven: dekking kosten 2013 Onderhoud gebouwen: afwikkeling onderhoudsjaarplan 2011 Onderhoud gebouwen: afwikkeling onderhoudsjaarplan 2012 Toevoeging reserves Algemene reserve: storting gedeelte bespaarde rente Algemene reserve: positief saldo NJN Onderhoud gebouwen
56
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 primitief
-305.400 0 -50.000 -3.575 0 -112.800 0 -98.000 0 -24.265 -158.092 -820.785 -1.572.917
-305.400 0 -50.000 -30.000 -250.000 -112.800 -1.086.783 -166.600 -92.000 -100.000 -181.875 -820.785 -3.196.243
0 -320.000 -50.000 -30.000 -250.000 -112.800 0 0 0 0 0 0 -762.800
1.560.200 0 461.700 2.021.900
1.352.500 762.154 461.700 2.576.354
1.352.500 0 0 1.352.500
Jaarverslag 2013
3. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN
57
Jaarverslag 2013
58
Jaarverslag 2013
Algemene dekkingsmiddelen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft met name de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. Overzicht algemene dekkingsmiddelen (bedragen in duizenden euro’s) Algemene dekkingsmiddelen
Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013 Primitief
Lokale heffingen
10.394
10.121
10.121
Algemene uitkering
35.653
35.673
35.673
125
116
116
2.818
2.610
2.610
368
385
305
49.358
48.905
48.825
Dividenden Bespaarde rente reserves en voorzieningen Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen Het betreft de OZB. Zie paragraaf 5.1 “Lokale heffingen” voor een toelichting op het verschil tussen de rekening 2013 en de begroting 2013 na wijziging. Algemene uitkering Over 2011 en 2012 zijn nabetalingen ontvangen uit het gemeentefonds. Deze nabetalingen worden veroorzaakt door actualisatie van de uitgavenmaatstaven (onder andere inwoners, leerlingen, WOZ-waarde) waarmee het Rijk de algemene uitkering berekend. Over 2011 een nabetaling van € 24.000 Over 2012 een nabetaling van € 231.000 Voor 2013 houden wij ook rekening met een nacalculatie van de algemene uitkering als gevolg van gewijzigde aantallen en mutaties uit de decembercirculaire die nog niet in de begroting zijn verwerkt. € -275.000 Lagere algemene uitkering in 2013
€
-20.000
Dividenden De gemeente Lingewaard ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van aandelenbezit. Dividenden moeten verantwoord worden in het jaar waarin het recht op het ontvangen van dividend ontstaat oftewel in het jaar waarin de algemene vergadering van aandeelhouders beslist over het dividend.
Vitens 2012 BNG 2012
Werkelijk € 96.100 € 28.800 € 124.900
Begr. na wijz. € 93.700 € 22.400 € 116.100 59
Jaarverslag 2013
Na de verkoop van de aandelen van Grondbank GMG BV heeft de gemeente het aandeelhouderschap gecontinueerd in de Nazorg Bodem Holding BV. De aandeelhoudersvergadering geeft als richtlijn voor het toekomstig dividendbeleid van Nazorg Bodem, dat de komende jaren vanaf 1 januari 2009 geen dividend wordt uitgekeerd. Eerst wordt gezorgd voor een verbetering van de vermogenspositie. Bespaarde rente reserves en voorzieningen De saldi van de reserves en voorzieningen werden in 2013 gebruikt voor de (tijdelijke) financiering van investeringen en grondexploitaties. De renteopbrengst werd gedeeltelijk toegevoegd aan de algemene reserve (€ 1.560.200) en gedeeltelijk gebruikt voor dekking van de exploitatie (€ 1.257.500). De bespaarde rente reserves en voorzieningen was € 207.700 hoger dan begroot. Dit werd hoofdzakelijk veroorzaakt doordat enkele onderhoudsvoorzieningen gestort zijn in bestemmingsreserves ( € 2,1 miljoen) en door de vorming van de reserve inzet woningbouw ( € 2,8 miljoen). Hierdoor was het saldo van de reserves en voorzieningen in 2013 hoger dan voorzien. Overige algemene dekkingsmiddelen Betreft de hondenbelasting, de toeristenbelasting en de reclamebelasting. In de raadsvergadering van 13 december 2012 is besloten tot invoering van de reclamebelasting. De netto opbrengst van deze belasting wordt aangewend voor de ondernemersfondsen in de kernen Bemmel, Gendt en Huissen. De overzichten van de kostendekking van deze belastingen zijn opgenomen in paragraaf 4.1 Lokale heffingen.
Onvoorzien Lingewaard had tot 2010 als beleid om jaarlijks een bedrag voor onvoorzien van € 100.000 op te nemen, waarvan € 25.000 voor onvoorziene organisatiekosten. In de Kadernota 2010 is besloten om vanaf het jaar 2011 de post onvoorzien te ramen op nihil.
60
Jaarverslag 2013
4. PARAGRAFEN 4.1 Lokale heffingen 4.2 Weerstandsvermogen 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen 4.4 Financiering 4.5 Bedrijfsvoering 4.6 Verbonden partijen 4.7 Grondbeleid
61
Jaarverslag 2013
62
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Paragraaf 4.1 Lokale heffingen Geraamde en gerealiseerde inkomsten Tabel A.1 Geraamde inkomsten lokale heffingen (bedragen in duizenden euro’s) Belasting
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Raming 2013
Realisatie 2013
Verschil 2013
OZB
6.492
10.184
10.121
10.394
273
Afvalstoffenheffing
3.215
3.184
2.987
2.959
-28
Rioolheffing
3.286
3.492
3.668
3.671
3
212
215
218
213
-5
Toeristenbelasting
63
49
87
84
-3
Reclamebelasting
0
0
80
71
-9
13.268
17.124
17.161
17.392
231
Hondenbelasting
Totaal lokale heffingen
De lokale heffingen 2013 OZB De gerealiseerde opbrengst van de OZB ligt ruim 2% boven de raming. Bij de vaststelling van de tarieven is uitgegaan van meer bedrijfsmatige leegstand en vanwege de crisis op de huizen- en bedrijfspandenmarkt is er conservatief geraamd voor areaaluitbreiding. Hierdoor is een voordeel ontstaan. Afvalstoffenheffing De opbrengst van de afvalstoffenheffing is met een afwijking van minder dan 1% in lijn met de raming. De trend is dat de opbrengst van het diftarkohier de laatste jaren licht daalt waardoor de opbrengst bij gelijkblijvende tarieven ook afneemt. Rioolheffing De opbrengst van de rioolheffing is in lijn met de raming. Hondenbelasting De opbrengst van de hondenbelasting ligt iets onder de geraamde opbrengst dit ondanks de jaarlijkse controle die in het najaar is uitgevoerd. Toeristenbelasting De opbrengst van de toeristenbelasting ligt in lijn met de raming. Reclamebelasting In 2013 is reclamebelasting ingevoerd voor de kernen Bemmel, Gendt en Huissen. De netto opbrengst van deze belasting wordt aangewend voor de ondernemersfondsen in deze kernen. De heffing bestaat uit twee onderdelen, een vast bedrag per perceel en een variabel bedrag dat afhangt van de WOZ-waarde. De 63
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
opbrengst is achter gebleven ten opzichte van de raming. Dit komt door meer leegstand en een lagere totale WOZ-waarde dan geraamd. De perceptiekosten van de reclamebelasting worden verrekend met het ondernemersfonds. Wet WOZ Sinds het jaar 2007 wordt jaarlijks een nieuwe woz-waarde afgegeven voor alle onroerende zaken binnen de gemeente. De wetgever heeft besloten om de woz-waarde meer te laten aansluiten bij de belevingswereld van de burgers. De peildatum voor de waardering ligt één jaar voor het jaar van de heffing. De waardepeildatum voor de taxaties 2013 was 1 januari 2012. Gemiddelde woz-waarde. De daling van de woningwaarden is nu duidelijk zichtbaar geworden. De gemiddelde WOZ-waarde in 2013 bedroeg € 245.000 en komt nu per 1 januari 2014 uit op € 234.000. Een daling van 4,5%. Hiermee komt de WOZ-waarde weer onder de waarde uit van 2007.
Grafiek 1. Verloop gemiddelde woningwaarde in de gemeente Lingewaard. Kwijtschelding gemeentelijke heffingen Kwijtscheldingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Hondenbelasting Totaal
Werkelijk 2011 68.000 71.500 4.700 144.200
Werkelijk 2012 79.000 87.000 4.700 170.700
Begroot 2013 80.000 88.000 5.500 173.500
Werkelijk 2013 77.000 95.000 4.400 176.400
De aanspraak op de kwijtschelding is de afgelopen jaren fors toegenomen. De economische malaise doet zich hier gelden. De stijging lijkt af te vlakken. Het lagere basistarief voor de afvalstoffenheffing vertaalt zich in een lager kwijtscheldingbedrag, terwijl het gestegen tarief voor de rioolheffing resulteert in een hoger bedrag aan kwijtschelding.
64
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Vergelijkend overzicht Omschrijving
2009
2010
2011
2012
2013
Tarieven OZB*: - woningen (eigenaar) - niet-woningen (eigenaar) - niet-woningen (gebruiker)
0,0900% 0,1512% 0,1208%
0,0949% 0,1595% 0,1274%
0,1034% 0,1666% 0,1331%
0,1661% 0,2630% 0,2101%
0,1736% 0,2736% 0,2186%
Afvalstoffenheffing: - vast bedrag - grootste container, 26 ledigingen - kleinste container, 26 ledigingen - hoogbouw, 1-pers.huishouden - idem, meerpersoonshuishouden
€ 104,00 € 85,80 € 58,50 € 149,00 € 176,00
€ 104,00 € 85,80 € 58,50 € 149,00 € 176,00
€ 104,00 € 85,80 € 58,50 € 149,00 € 176,00
€ 104,00 € 85,80 € 58,50 € 149,00 € 176,00
€ 93,00 € 85,80 € 58,50 € 149,00 € 176,00
Rioolheffing
€ 152,20
€ 159,70
€ 168,00
€ 178,00
€ 186,60
€ 51,75
€ 49,35
€ 50,00
€ 51,25
€ 52,20
Hondenbelasting, per hond Toeristenbelasting, per overnachting
€ 0,35 € 0,50 € 0,80 € 1,00 * Het tarief is een percentage van de WOZ-waarde van de woningen en de niet-woningen.
€ 1,00
Toelichting OZB Voor het jaar 2013 zijn de OZB-tarieven voor woningen en niet-woningen verhoogd met de prijsindex van 1,5%. Door de waardedaling heeft nog een opwaartse correctie plaatsgevonden voor het woning- en het niet-woningtarief. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing is gebaseerd op het zogenaamde Diftar-systeem. Dit betekent dat naast een vast bedrag per huishouden het aantal containerledigingen in een jaar wordt afgerekend bij afzonderlijke aanslag. Deze aanslag wordt opgelegd in het opvolgende jaar na de ledigingen. Het vast bedrag voor de afvalstoffenheffing is in 2013 met € 11,00 verlaagd. De overige tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn ongewijzigd gebleven. Rioolheffing Per 1 januari 2013 zijn de tarieven verhoogd met de prijsindex van 1,5%. Daarnaast is op basis van het Gemeentelijk Rioleringsplan het tarief extra verhoogd met € 6. Vanaf 2014 zijn de tarieven gebaseerd op een nieuw verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan waarbij naast prijsindexcorrecties ieder jaar tot 2017 het tarief met 6,5% wordt verhoogd. Hondenbelasting Voor het jaar 2013 is het tarief met het prijsindexcijfer verhoogd tot € 52,20.
65
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Toeristenbelasting Bij amendement is in de raadsvergadering van 15 december 2011 het tarief verhoogd van € 0,80 naar € 1,00. Omdat prijsindexcorrecties bij deze belasting leidt tot verhogingen met centen wordt het tarief eens per 4 jaar bijgesteld. In 2016 volgt de eerste aanpassing op basis van de prijsindex. Onderstaand is per heffing de mate van kostendekkendheid weergegeven. Algemeen: voor de toelichtingen op de verschillen tussen Begroting en Rekening verwijzen wij u naar de toelichtingen in de Jaarrekening 2013. Overzicht kostendekking Proafvalinzameling gramma Algemeen beleid afvalstoffen 4 Huishoudafval 4 Overige afvalstoffen 4 Inzameling chemisch afval 4 Perceptiekosten afvalstoffenheffing 2 Kwijtscheldingen afvalstoffenheffing 2 Compensabele BTW * subtotaal lasten Baten afvalstoffenheffing subtotaal baten
2
Saldo Dekkingspercentage
Begroting 2013 na wijziging 142.420 1.910.773 255.286 39.380 133.700 80.000 470.000 3.031.559
-3.250.000 -3.250.000
-2.987.500 -2.987.500
-200.321 107%
Overzicht kostendekking rioolheffing Vrijverval rioleringen Rioolgemalen Algemeen rioolbeheer Perceptiekosten rioolheffing Kwijtscheldingen rioolheffing Compensabele BTW * subtotaal lasten Baten rioolheffing
Programma 4 4 4 2 2
2 subtotaal baten
Saldo Dekkingspercentage
Programmabegroting 2013 143.540 1.862.773 330.286 39.380 133.700 70.000 470.000 3.049.679
44.059 99%
Programmabegroting 2013 584.919 732.267 2.324.975 133.700 65.000 352.000 4.192.861
Begroting 2013 na wijziging 570.819 760.127 2.422.775 133.700 88.000 352.000 4.327.421
-3.515.330 -3.515.330
-3.668.330 -3.668.330
677.531 84%
659.091 85%
Rekening 2013 142.420 1.819.234 94.873 35.275 149.856 77.070 483.208 2.801.936 -2.958.557 -2.958.557 -156.621 106%
Rekening 2013 559.437 807.284 1.939.887 149.856 95.321 323.454 3.875.239 -3.670.852 -3.670.852 204.387 95%
* De compensabele BTW op rekening basis omvat de bij het BTW-compensatiefonds gedeclareerde BTW over de exploitatie en de investeringen (op afschrijvingsbasis).
Het saldo van de afvalinzameling wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve afvalstoffenheffing en het negatieve saldo van de riolering wordt aangezuiverd uit de bestemmingsreserve riolering en waterzuivering.
66
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Overzicht kostendekking Prohondenbelasting gramma Aanleg, beheer en reinigen 4 hondentoiletten Gemeentelijke uren 4 Bijzondere opsporingsambtenaar 4 Perceptiekosten 2 Controle hondenbelasting 2 Kwijtscheldingen hondenbelasting 2 subtotaal lasten Opbrengst hondenbelasting subtotaal baten
2
Saldo Dekkingspercentage
2
Saldo Dekkingspercentage
Saldo Dekkingspercentage
Rekening 2013
110.000
110.000
81.203
15.130 46.500 38.000 5.000 2.500 217.130
15.130 43.000 38.000 5.000 2.500 213.630
15.130 43.000 18.558 8.188 4.395 170.474
-218.000 -218.000
-218.000 -218.000
-212.980 -212.980
2
-4.370 102%
-42.506 125%
Programmabegroting 2013 68.598
Begroting 2013 na wijziging 68.598
17.450
17.450
-
4.000 5.000 95.048
4.000 5.000 95.048
1.856 75.526
-87.300 -87.300
-87.300 -87.300
-84.375 -84.375
7.748 92%
Overzicht kostendekking Proreclamebelasting gramma Ondernemersfonds 1 Perceptiekosten 2 subtotaal lasten Opbrengst reclamebelasting subtotaal baten
Begroting 2013 na wijziging
-870 100%
Overzicht kostendekking Protoeristenbelasting gramma Toerisme / overige subsidies 1 Reservering lasten (amendement 101 11-2011) Perceptiekosten 2 Controle toeristenbelasting 2 subtotaal lasten Opbrengst toeristenbelasting subtotaal baten
Programmabegroting 2013
Programmabegroting 2013 -
7.748 92%
Begroting 2013 na wijziging 80.051 80.051 -80.051 -80.051
0%
100%
Rekening 2013 73.671
-8.849 112%
Rekening 2013 68.650 2.850 71.500 -70.978 -70.978 522 99%
67
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.1 Lokale heffingen
68
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen 1.
Inleiding
Doelstelling van de paragraaf weerstandsvermogen is inzicht en informatie te verschaffen over het weerstandsvermogen in de gemeente Lingewaard. In deze paragraaf zullen de volgende onderwerpen worden behandeld: § 2 een korte samenvatting van de beleidsuitgangspunten; § 3 het weerstandsvermogen (de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s); § 4 een berekening van de weerstandscapaciteit (inclusief de bufferen); § 5 een beoordeling of de weerstandscapaciteit voldoende is voor opvang van de actuele risico’s; § 6 een overzicht van de belangrijkste risico’s en hun financiële gevolg.
2.
Beleid
De nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen gemeente Lingewaard’ dd 17 april 2008 is aan vervanging toe. Naar verwachting zal een geactualiseerde nota in 2014 aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd. In deze paragraaf zal vooralsnog het beleid en de berekeningen uit de nota van 2008 worden gehanteerd. Aangezien bij de behandeling van de Kadernota 2012 door de raad is aangegeven dat in de begroting elk risico ook financieel vertaald moet zijn, wordt daarnaast in § 6 bij elk risico aangegeven wat de hoogte van het risico is en hoe groot de kans en de frequentie zijn dat het risico zich voordoet. In § 5 zal het weerstandsvermogen op basis van de berekeningen in § 4 worden beoordeeld. De beoordeling op basis van de gegevens in § 6 zal gebeuren nadat de nieuwe nota is vastgesteld. De belangrijkste beleidsuitgangspunten die zijn vastgelegd in de nota zijn: • Het beleid wordt vastgelegd in de nota en is leidend voor de paragrafen. De beoordeling van de weerstandscapaciteit en een eventuele bijstelling van de buffer gebeurt jaarlijks in de paragraaf weerstandsvermogen van de programmabegroting. • De benodigde weerstandscapaciteit (de hoogte van de risico’s) wordt berekend volgens een normatief model. • Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen weerstandscapaciteit in exploitatie en weerstandscapaciteit in vermogen. • Uitgaand van een gezond financieel beleid dienen enkele risico’s, zoals tekorten op een jaarrekening, ineens gedekt te kunnen worden door inzet van de direct inzetbare buffer. De overige risico’s dienen gedekt te kunnen worden door de structurele weerstandscapaciteit en het restant van de incidentele weerstandscapaciteit. De buffer dient voldoende te zijn om een tekort van 1% van de uitgaven gewone dienst, de mogelijke tekorten op de grondexploitaties en een mogelijke afwaardering/correctie van de balanscijfers te dekken.
69
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
3.
Weerstandsvermogen
3.1 Definitie weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Lingewaard om nietstructurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten”. Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s, waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten, zoals schematisch weergegeven. WEERSTANDSVERMOGEN
benodigde weerstandscapaciteit (risico’s)
3.2
beschikbare weerstandscapaciteit (middelen)
Benodigde weerstandscapaciteit (de hoogte van de risico’s)
De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een risico-inventarisatie. De hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit is de som van alle in geldswaarde uitgedrukte risico’s. Voor het berekenen van de weerstandscapaciteit wordt een normatief model gehanteerd, waarbij wij uitgaan van vier groepen risico’s. De achterliggende veronderstelling is dat alle risico’s die zich in de praktijk kunnen voordoen in één van deze categorieën vallen. Het betreft: 1. uitgaven gewone dienst; 2. inkomsten gewone dienst; 3. grondexploitatie; 4. balans. Voor elke groep bepalen wij vervolgens een genormeerde (deel-)weerstandscapaciteit en opgeteld, levert dit dan de totale weerstandscapaciteit op die de gemeente zou moeten aanhouden. 3.3 Beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die de gemeente vrij kan maken om niet begrote substantiële onverwachte kosten af te dekken zonder dat dit ten koste gaat van het reeds vastgestelde beleid. De weerstandscapaciteit in Lingewaard is een optelsom van: De onbenutte belastingcapaciteit (S) Het buffervermogen (I) De stille reserves (I) Vrij beschikbare deel van de algemene reserve (I) Onvoorzien (S)* We onderscheiden hier: Structurele weerstandscapaciteit (S) -> de jaarlijkse ruimte in de begroting Incidentele weerstandscapaciteit (I) -> de reserves en het buffervermogen *(De post onvoorzien was in 2013 nul.)
70
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
4.
Berekening weerstandscapaciteit
Achtereenvolgens zal worden berekend de benodigde weerstandscapaciteit (de risico’s) en de beschikbare weerstandscapaciteit (inclusief de onbenutte belastingcapaciteit). 4.1
Benodigde weerstandscapaciteit berekening
Conform het normatieve model is de hoogte van de in geldswaarde uitgedrukte risico’s: 1. 2. 3. 4.
(deel)weerstandscapaciteit uitgaven gewone dienst (deel)weerstandscapaciteit inkomsten gewone dienst (deel)weerstandscapaciteit grondexploitatie (deel)weerstandscapaciteit balans
Totaal benodigde weerstandscapaciteit
4.2
€ € € €
1
9.471.400 2 3.565.300 3 6.595.800 4 1.715.900
€ 21.348.400
Beschikbare weerstandscapaciteit berekening
Op basis van bestaand beleid is de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit voor 2013 als volgt: Weerstandscapaciteit in exploitatie (structureel) Onbenutte belastingcapaciteit OZB (zie A) Rioolrechten Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Leges en andere heffingen Totaal onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien Totaal weerstandscapaciteit exploitatie
€ 4.655.000 0 0 0 0 € 4.655.000 € 0 € 4.655.000
Weerstandscapaciteit in vermogen (incidenteel) Vrij beschikbare deel algemene reserve (zie B) Buffer Stille reserves Totaal weerstandscapaciteit vermogen
1 2 3
€ 0 € 9.400.200 € 3.714.000 € 13.114.200
10% van de totale lasten van de jaarrekening 2013 10% van de algemene uitkering jaarrekening 2013 10% van de totale boekwaarde “Voorraad Bouwgronden” per 31-12-2013 (Voorraad € 14.418.700 -/- negatieve Boekwaarde
glastuinbouw Huissen Angeren € 5.190.600 -/- voorziening verliesgevende projecten € 3.650.900 = € 15.958.400 x 10% +/+ benodigde weerstandscapaciteit Bergerden € 5.000.000 4
1% van het balanstotaal per 31-12-2013
71
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
A Berekening van de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB Bij de berekening van de capaciteit wordt de gemeente Lingewaard vergeleken met de gemeente met de hoogste gemeentelijke woonlasten (meerpersoonshuishouden uit COELO Atlas 2013): Hoogste gemeentelijke woonlasten 2013
€ 1.149
Gemeentelijke woonlasten Lingewaard 2013
€
784
Dit betekent dat de woonlasten van de gemeente met de hoogste lasten in 2013 46 % hoger lagen dan de woonlasten van de gemeente Lingewaard. De onbenutte belastingcapaciteit was 46 % van de raming opbrengst OZB 2013 ad € 10.121.000 = € 4.655.000.
B Vrij beschikbare deel algemene reserve Verloop Algemene Reserve Saldo 1-1-2014 conform jaarrekening 2014 Resultaat 2013 Dekking saldi Meerjarenbegroting 2015-2017 Septembercirculaire 2013 Dekking amendementen raad 13-12-2013
2014
2015
39.054.000*
2016
39.900.200
39.154.200
18.000
-1.170.000
-263.000
-21.500
-14.000
-204.000
-398.000
-432.000
830.000
730.000
104.000
-12.500 930.000
Dekking uitvoeringsprogramma duurzaamheid
-69.200
-64.200
Dekking digitaliseren documenten en archieven
-308.000
Dekking incidentele kosten ODRA
39.141.200
713.000
1.030.000
Storting ged. bespaarde rente reserv. en voorz.
2017
-85.100
-46.600
-9.700
-543.000
-178.700
-172.300
Saldo Algemene Reserve per 31-12
39.900.200
39.154.200
39.141.200
39.417.700
Af: Algemene beklemde reserve**
30.500.000
30.500.000
30.500.000
30.500.000
Algemene vrije reserve
9.400.200
8.654.200
8.641.200
8.917.700
Af: Buffer
9.400.200
8.654.200
8.641.200
8.917.700
0
0
0
0
Dekking begroting Presikhaaf
Vrij beschikbare deel Algemene Reserve
* Stand algemene reserve per 31-12-2013 conform jaarrekening € 39.053.990. ** Door het inzetten van een gedeelte van de bespaarde rente als dekkingsmiddel voor de exploitatie wordt beslag gelegd op een groot gedeelte van de Algemene Reserve. Aangezien voor de dekking van de exploitatie een bedrag benodigd is van € 1.220.000, bedraagt het gedeelte van de Algemene reserve dat in stand moet blijven voor de dekking (bij een rente van 4%): € 1.220.000 / 4 % = € 30.500.000.
72
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
5.
Beoordeling weerstandscapaciteit
Op basis van bestaand beleid bedraagt de structurele weerstandscapaciteit € 4.655.000 en de incidentele weerstandscapaciteit € 13.114.200. Van dit incidentele deel is alleen de buffer direct inzetbaar. Conform de nota ‘Risicomanagement en weerstandsvermogen’ dient de buffer voldoende te zijn om: 1. Een tekort van 1% van de uitgaven gewone dienst te dekken € 947.100 2. De mogelijke tekorten op grondexploitaties te dekken € 6.595.800 3. Een mogelijke afwaardering/correctie van balanscijfers te dekken € 1.715.900 € 9.258.800 Het overzicht van het verloop van de algemene reserve laat zien dat het bedrag dat besteed kan worden voor de buffer per 31-12-2013 slechts € 9.400.200 bedraagt en daarna ook nog daalt. Dit betekent dat de buffer in 2014 net voldoende zal zijn om deze risico’s te dekken, maar in de jaren erna onvoldoende. Wenselijk is het om de buffer te verhogen tot € 10.000.000 om een stabiele omvang te krijgen. Er dienen maatregelen genomen te worden om de buffer op het gewenste peil te brengen. Van de benodigde weerstandscapaciteit van € 21.348.400 kunnen de risico’s tot € 9.400.200 direct gedekt 1 worden door de buffer. Voor het restant van € 11.948.200 resteert een dekking van € 3.714.000 incidenteel en € 4.655.000 structureel. Deze structurele dekking is ruim voldoende. (Een tegenvaller van € 10.000.000 kan bij afschrijving in 10 jaar en een rente van 4 % gedekt worden door een jaarlast van € 1.400.000.)
6.
Risicoinventarisatie
Een risico is een onzekere en ongewenste gebeurtenis waardoor één of meerdere organisatiedoestellingen niet worden bereikt of het bereiken ervan in gevaar komt. Het gaat dus om substantiële zaken. Niet alle risico’s zijn relevant voor het weerstandsvermogen. De relevante risico’s zijn die risico’s die niet anderszins te ondervangen zijn door bijvoorbeeld het risico te verzekeren of over te dragen aan een derde. Het kwantificeren van de risico’s is een lastige taak. In de meeste gevallen zijn de financiële gevolgen amper in te schatten. Desondanks is om een indicatie te geven toch bij elk risico het bedrag, de kans en de frequentie aangegeven. Het gaat om hele globale schattingen die in enkele gevallen zelfs tonnen kunnen afwijken. Het betreft in deze paragraaf een eerste inventarisatie welke in de loop van 2014 verder wordt uitgekristalliseerd. Kans: de kans is de waarschijnlijkheid dat een risico zich ook daadwerkelijk voordoet uitgedrukt in een percentage. Frequentie: de frequentie is het verwacht aantal keren dat een risico zich voordoet De grootste risico’s die bij het opstellen van het jaarverslag 2013 bekend zijn, worden hier per programma genoemd.
1
‘Structurele weerstandscapaciteit’ (€ 13.114.200) minus ‘buffer’ (€9.400.200) = € 3.714.000.
73
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Programma 1 De burger als partner
Programma Naam risico
1 Burger als klant Risico’s suboptimaal functionerende organisatie, planproces Onder het risico op een suboptimaal functionerend planproces, kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen, bijvoorbeeld: inefficiënte inzet middelen, suboptimale afstemming te vervaardigen producten, te laag ingeschatte budgetten
Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
De kans dat dit optreedt, wordt als reëel ingeschat. Als gevolg van de huidige economische situatie is de kans op overschrijding van de budgetten voor de plankosten toegenomen (plannen worden herontwikkeld naar aanleiding van de gewijzigde marktvraag, daarnaast komen er meer initiatieven, afwijkend van de reguliere plannen, die ambtelijk beoordeeld moeten worden). De grondexploitaties worden twee keer per jaar geactualiseerd. Bij de laatste actualisatie van de grondexploitaties ten behoeve van de jaarrekening 2013 zijn de budgetten voor de plankosten nader tegen het licht gehouden en indien noodzakelijk bijgesteld. In de grondexploitaties is rekening gehouden met 5% onvoorzien. 50 % 1 keer per 2 jaar € 170.000 (overschrijding 10% van het totale budget plankosten van alle projecten)
Programma Naam risico
1 Burger als klant Civieltechnische ontwerprisico’s, grondwerk, bouw- en bedrijfsrijp maken
Beheersmaatregel
Onder civieltechnische ontwerprisico’s worden negatieve invloeden op het project verstaan ten gevolge van onjuiste c.q. te optimistische aannames ten aanzien van de voor het project uit te voeren grondwerken en het bouw- en woonrijp maken
Toelichting Beheersmaatregel
1. Het bedrijventerrein Agropark is bijna volledig bouw- en bedrijfsrijp gemaakt. Bij dit bedrijventerrein is dit risico gering. In de raming voor de nog uit te voeren werkzaamheden is rekening gehouden met 10% onvoorzien over de kosten. 2. Het bedrijventerrein Pannenhuis II is volledig bouwrijp gemaakt. De raming voor het bedrijfsrijp maken is eind 2013 tegen het licht gehouden. In de grondexploitatie Pannenhuis II is rekening gehouden met 10% onvoorzien over het bedrijfsrijp maken.
Kans Frequentie Bedrag
74
3. De drie kavels aan de Houtakker en de kavel aan de Karstraat, welke in het plangebied Houtakker II zijn gelegen, moeten nog bouw- en bedrijfsrijp gemaakt worden. De ramingen voor dit deel zijn eind 2013 opgesteld. In de grondexploitaties Houtakker II is rekening gehouden met 10% onvoorzien over de kosten grondwerk, bouw- en bedrijfsrijp maken. 30 % 1 keer per 10 jaar € 158.000 (10% van het totale budget voor grondwerk, bouw- en bedrijfsrijp maken van alle projecten)
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Programma
1 Burger als klant
Naam risico
Programmatische risico’s, afzetrisico’s Onder programmatische risico’s worden negatieve invloeden op het project ten gevolge van onjuiste aannames ten aanzien van het te realiseren programma verstaan
Toelichting
Er is sprake van een overaanbod van bedrijfskavels in onze gemeente en in de regio. Indien er besloten wordt om in een deel van het glastuinbouwgebied Bergerden ook Agro-business toe te laten zorgt dit voor concurrentie met het bedrijventerrein Agropark.
Beheersmaatregel
Uit het door de STEC groep B.V. uitgevoerde onderzoek : ‘’Naar succesvolle uitgifte van Agropark II, Pannenhuis II en Houtakker II’’ is gebleken dat er tot 2025 een totale behoefte is voor 1,5 hectare per jaar. Naar aanleiding van de resultaten uit dit onderzoek zijn de prognoses voor de uitgifte bijgesteld (Agropark uitgifte ca. 0,4 hectare per jaar en Pannenhuis II ca. 0,6 hectare per jaar). Tevens is de looptijd van beide grondexploitaties met 6 jaar verlengd tot 2028. Verder is naar aanleiding van het voorgenomen besluit om de ontwikkeling van de Houtakker II, met uitzondering van drie kavels aan de Houtakker en een kavel aan de Karstraat uit te stellen de grondexploitatie voor de Houtakker II bijgesteld. Het uitgeefbaar gebied is van 9,1 hectare teruggebracht naar 1,4 hectare. De prognose voor de uitgifte is naar beneden bijgesteld (uitgifte ca. 0,2 hectare per jaar).
Kans
20 % (het risico wordt als gering ingeschat, daar de gevolgen reeds in de ten behoeve van de jaarrekening 2012 geactualiseerde grondexploitaties zijn verdisconteerd).
Frequentie Bedrag
1 keer per 5 jaar € 2.356.000 (10% van de te realiseren opbrengsten van alle projecten)
Programma Naam risico
1 Burger als klant Macro-economisch risico’s, laagconjunctuur (recessie) Onder het risico op laagconjunctuur worden negatieve invloeden van een ongunstig economisch klimaat (recessie) op het project verstaan
Toelichting Beheersmaatregel
Kans Frequentie Bedrag
De stagnerende verkoop van tuinbouwkavels en de daarmee gepaard gaande forse nadelige gevolgen voor de grondexploitatie blijven redenen tot grote zorg. Door het bestuur van de GR Bergerden is in 2013 verder gewekt aan het opstellen van een nieuwe ontwikkelvisie voor Bergerden. In januari 2014 is deze ontwikkelvisie door het bestuur van de GR Bergerden in de vorm van de “Kadernota Toekomstperspectief Bergerden” gepresenteerd. Deze kadernota bevat de bouwstenen voor nieuw beleid en is basis voor een actuele grondexploitatie, een risico-analyse en een nieuwe begroting. Nvt: voor Bergerden is een aparte risicosimulatie gemaakt. Nvt: voor Bergerden is een aparte risicosimulatie gemaakt. Voor Bergerden wordt gelijktijdig met het actualiseren van de grondexploitatie ook een nieuw risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel komt tot stand met behulp van een softwareprogramma waarmee risico's systematisch in kaart worden gebracht en beoordeeld. De grondexploitatie van juni 2013 kent een risicoprofiel van ca. € 10 miljoen (per gemeente € 5 miljoen). Beide deelnemende gemeenten hebben in de paragraaf Weerstandsvermogen rekening gehouden met € 5 miljoen weerstandscapaciteit voor Bergerden. (zie § 4.2, 4.1). Een nieuwe grondexploitatie gebaseerd op het nieuwe toekomstperspectief zal wellicht leiden tot een ander risicoprofiel en een ander benodigd bedrag voor de weerstandscapaciteit. In afwachting van de nieuwe grondexploitatie wordt het risicoprofiel niet 75
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
bijgesteld. Programma Naam risico
1 Burger als klant Planologische risico’s Onder planologische risico’s worden negatieve invloeden op het project verstaan die voortkomen uit te voeren juridisch-planologische procedures a. Vertraging bestemmingsplan Het definitieve bestemmingsplan of het projectafwijkingsbesluit dat de ontwikkeling mogelijk moet maken is nog in ontwikkeling. Hierdoor ontstaat er een risico van zienswijzen c.q. bezwaarprocedures van belanghebbenden, die tot vertraging kunnen leiden. b. Planologische risico’s, onvoldoende flexibiliteit Het op te stellen bestemmingsplan biedt mogelijk niet voldoende flexibiliteit. Hierdoor bestaat de kans dat er een nieuw plan opgesteld dient te worden.
Toelichting
Beheersmaatregel Kans
De bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen zijn onherroepelijk. Bovengenoemde risico’s, zoals genoemd onder a zijn niet aanwezig. Het risico, zoals genoemd onder b (dat het vigerende bestemmingsplan onvoldoende flexibel is) is wel aanwezig.
10 % voor a. (het risico wordt gering ingeschat dat binnen de looptijd van het project de ingezette ontwikkelingen niet meer mogelijk worden gemaakt)
Frequentie Bedrag
30 % voor b. 1 keer per 10 jaar (om de 10 jaar moet er een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld) € 589.000 (2,5% van de te realiseren opbrengsten van alle projecten)
Programma Naam risico
1 Burger als klant Aanbestedingsrisico’s Mogelijk wordt een nadelig aanbestedingsresultaat behaald, waardoor de in exploitatie genomen budgetten ontoereikend zijn.
Toelichting Beheersmaatregel Kans Frequentie Bedrag
Dit risico is voor de bedrijventerreinen Pannenhuis II en Houtakker II aanwezig. In de grondexploitaties is rekening gehouden met 10% onvoorzien.
Programma Naam risico Toelichting
1 Burger als klant Archeologische vondsten Voor alle bedrijventerreinen waar aan de hand van de archeologische verwachtingskaart gebleken is dat er sprake is van een hoge archeologische verwachting is er archeologisch onderzoek uitgevoerd. De kans is aanwezig dat er ondanks de uitgevoerde onderzoeken sprake is van archeologische vondsten. Bij het Agropark II is bekend dat er sprake is van Archeologie. Hiervoor is in de grondexploitatie een bedrag van € 500.000 opgenomen. 20 % 1 keer per 5 jaar € 50.000
Beheersmaatregel Kans Frequentie Bedrag
76
40 % 1 keer per 5 jaar € 158.000 (10% van het budget voor GW, BRM en WRM van alle projecten)
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Programma
1 Burger als klant
Naam risico
Bodemverontreiniging Mogelijk is er in een plangebied sprake van bodemverontreiniging, waardoor bodemsanering noodzakelijk is.
Toelichting Beheersmaatregel
Voor alle bedrijventerreinen is een bodemonderzoek uitgevoerd. De kans is aanwezig dat er ondanks de uitgevoerde onderzoeken sprake is van bodemverontreiniging. De kans is echter gering.
Kans
10 %
Frequentie Bedrag
1 keer per 5 jaar € 50.000
Programma
1 Burger als klant
Naam risico
Niet gesprongen explosieven Mogelijk is er in een plangebied sprake van niet gesprongen explosieven, waardoor sanering noodzakelijk is.
Toelichting Beheersma atregel
Voor alle bedrijventerreinen is onderzoek verricht naar niet gesprongen explosieven. De kans is aanwezig dat er ondanks de uitgevoerde onderzoeken niet gesprongen explosieven gevonden worden.
Kans
10 %
Frequentie Bedrag
1 keer per 5 jaar € 50.000
Programma Naam risico
1 Burger als klant Macro-economisch risico’s, laagconjunctuur (recessie) Onder het risico op laagconjunctuur worden negatieve invloeden van een ongunstig economisch klimaat (recessie) op het project verstaan
Toelichting Beheersma atregel
Door de huidige economische situatie zit de woningbouwmarkt op slot. Voor woningbouwprojecten wordt in het algemeen een faciliterend grondbeleid gevoerd. Het macro-economisch risico voor deze projecten ligt bij de ontwikkelaars. Er zijn vier locaties voor herontwikkeling waar de gemeente een actief grondbeleid voert. Dit zijn de volgende locaties:
• Markt 20-24 te Gendt • Dorpsstraat-Oostervelden te Bemmel • Maliebaan-Roode Wald te Angeren • Fitness Centrum / Rietbaan Zuid te Huissen Voor de projecten Markt 20-24 te Gendt en Fitness Centrum / Rietbaan Zuid te Huissen zijn koopovereenkomsten gesloten. Voor het project Maliebaan-Roode Wald, te Angeren zijn de kavels juridisch bouwrijp gemaakt. In de grondexploitatie is het technisch bouwrijp maken van de kavels in het deelgebied Maliebaan en is de verkoop van deze kavels niet opgenomen. Pas als alle vrije bouwkavels in dit plandeel verkocht zijn, zullen de kavels technisch 77
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
bouwrijp gemaakt worden. Indien de 3 vrije bouwkavels in verband met de huidige economische situatie niet verkocht worden heeft dit geen gevolgen voor de grondexploitatie. Indien de kavels verkocht worden heeft dit positieve gevolgen voor de grondexploitatie.
Kans
Voor de projecten Dorpsstraat-Oostervelden ligt het macro-economisch risico bij de gemeente. Om de rentelast zoveel mogelijk te beperken is de boekwaarde van het project Dorpsstraat-Oostervelden bij de jaarrekening 2011 deels afgeboekt. 10 % (het risico wordt als gering ingeschat, omdat de omstandigheden van de huidige economische situatie en gevolgen daarvan reeds in de ten behoeve van de jaarrekening 2012 geactualiseerde grondexploitaties zijn verdisconteerd)
Frequentie Bedrag
1 keer per 10- 15 jaar € 38.000 (normaliter 10% van de te realiseren opbrengsten, echter gelet op het feit dat er nog geen keuze voor het woningbouwprogramma voor de projecten Dorpsstraat-Oostervelden te Bemmel, is hier 10% van de boekwaarde genomen)
Programma Naam risico
1 Burger als klant Risico’s suboptimaal functionerende organisatie, planproces Onder het risico op een suboptimaal functionerend planproces, kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen, bijvoorbeeld: inefficiënte inzet middelen, suboptimale afstemming te vervaardigen producten, te laag ingeschatte budgetten
Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
De kans dat dit optreedt wordt als reëel ingeschat. Als gevolg van de huidige economische situatie is de kans op overschrijding toegenomen (plannen worden herontwikkeld naar aanleiding van de gewijzigde marktvraag, daarnaast komen er meer initiatieven, afwijkend van de reguliere plannen, die ambtelijk beoordeeld moeten worden). De grondexploitaties worden twee keer per jaar geactualiseerd. Bij de actualisatie wordt het budget voor de plankosten nader tegen het licht gehouden en indien noodzakelijk bijgesteld. 50 % 1 keer per 2 jaar € 352.000 (overschrijding van het budget plankosten 10% van alle projecten)
Programma Naam risico
1 Burger als klant Programmatische risico’s, afzetrisico’s
Beheersmaatregel
Onder programmatische risico’s worden negatieve invloeden op het project ten gevolge van onjuiste aannames ten aanzien van het te realiseren programma verstaan
Toelichting
Beheersmaatregel
78
Voor de huidige economische situatie was er sprake van een overaanbod voor woningbouw. Door de huidige economische recessie is dit beeld versterkt. Voor woningbouwprojecten wordt in het algemeen een faciliterend grondbeleid gevoerd. Het macro-economisch risico voor deze projecten (die in exploitatie zijn) ligt bij de ontwikkelaars. Voor de projecten waar een actief grondbeleid wordt gevoerd ligt dit bij de gemeente. In 2013 heeft in samenwerking met de Stadsregio en het Rijk nadere afstemming plaatsgevonden over de woningbouw in het middengebied (tussen Arnhem en Nijmegen, Overbetuwe en Lingewaard). Hiervoor zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd. De conclusie van deze onderzoeken is dat het volume van het planaanbod (tot 2017) iets groter is dan de vraag. Dit is een gezonde uitgangspositie aangezien een lichte overmaat, vertraging en planuitval kan opvangen. De vraag in Lingewaard speelt zich met name af in de centrum dorpse woonmilieus (Huissen en Bemmel).
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Kans Frequentie Bedrag
50 % 1 keer per 10 jaar € 38.000 (normaliter 10% van de te realiseren opbrengsten, echter gelet op het feit dat er nog geen keuze voor het woningbouwprogramma voor de projecten Dorpsstraat-Oostervelden te Bemmel, is hier 10% van de boekwaarde genomen)
Programma Naam risico Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
1 Burger als klant Archeologische vondsten Voor alle projecten die in exploitatie zijn en waar aan de hand van de archeologische verwachtingskaart gebleken is dat er sprake is van een hoge archeologische verwachting is er archeologisch onderzoek uitgevoerd. De kans is aanwezig dat er ondanks de uitgevoerde onderzoeken sprake is van archeologische vondsten. Voor de projecten waar een faciliterend grondbeleid wordt gevoerd ligt dit risico op basis van de gesloten grondexploitatieovereenkomst bij de ontwikkelaars. 20 % 1 keer per 5 jaar € 50.000
Programma
1 Burger als klant
Beheersmaatregel
Naam risico
Bodemverontreiniging Mogelijk is er in een plangebied sprake van bodemverontreiniging, waardoor bodemsanering noodzakelijk is.
Toelichting Beheersmaatregel
Voor alle projecten die in exploitatie zijn is een bodemonderzoek uitgevoerd. De kans is aanwezig dat er ondanks de uitgevoerde onderzoeken sprake is van bodemverontreiniging. De kans is echter gering. Voor de projecten waar een faciliterend grondbeleid wordt gevoerd ligt dit risico op basis van de gesloten grondexploitatieovereenkomst bij de ontwikkelaars.
Kans
10 %
Frequentie Bedrag
1 keer per 5 jaar € 50.000
Programma
1 Burger als klant
Naam risico
Explosieven Mogelijk is er in een plangebied sprake van niet gesprongen explosieven, waardoor sanering noodzakelijk is.
Toelichting Beheersmaatregel
Voor de projecten waar een faciliterend grondbeleid wordt gevoerd ligt dit risico op basis van de gesloten grondexploitatieovereenkomst bij de ontwikkelaars.
Kans
10 %
Frequentie
1 keer per 5 jaar € 50.000
Bedrag
79
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Programma 2 De burger als klant
Programma Naam risico Toelichting
2 De burger als klant Decentralisatie AWBZ BG, ZZP 1 t/m 4 en Persoonlijke Verzorging Bij het sluiten van het regeer akkoord in december 2012 is er een korting gepland op het budget AWBZ BG, ZZP 1 t/m 4 en Persoonlijke verzorging in totaal 25%.
Hervorming Langdurige zorg In de brief van staatssecretaris Van Rijn (VWS) ‘Hervorming Langdurige Zorg’ verzacht het kabinet deze aangekondigde bezuiniging in de langdurige zorg, maar er blijven toch zeer forse structurele bezuinigingen vanaf 2015 overeind. Voor de AWBZ geldt: • 25% minder voor persoonlijke verzorging • 15% minder voor begeleiding Dit betekent dat er hoe dan ook keuzes moeten worden gemaakt om zorg en ondersteuning terecht te laten komen bij mensen die daarop zijn aangewezen. Die keuzes maakt het kabinet nog onvoldoende. Het rijk heeft op 6 november 2013 besloten om de Persoonlijk Verzorging (PV) voor 95% naar de Zorgverzekeringswet over te hevelen en voor 5% naar de Wmo. De gemeenten zijn na de ledenraadpleging van de VNG (zie brief aan de gemeenteraad met nr. 14UIT00172) op 15 januari 2014 over onder andere dit punt opnieuw in onderhandeling gegaan met het rijk. Zij willen alleen met de juiste randvoorwaarden de nieuwe Wmo per 2015 uitvoeren. Reeds in gang gezette veranderingen in de AWBZ per 2013 Met ingang van 2013 zijn er al wijzigingen doorgevoerd in de AWBZ. Een greep hieruit: • verlaging van de vergoeding voor vervoer • ophogingen van de eigen bijdragen wonen en zorg met verblijf in een instelling voor mensen van 18 jaar en ouder • geen AWBZ-indicatie en geen pgb voor begeleiding bij een indicatie van minder dan 10 per week • mensen die in 2012 nog in aanmerking zouden zijn gekomen voor een licht zorgzwaartepakket en een indicatie voor zorg in een instelling (intramuraal), krijgen in 2013 een indicatie voor zorg thuis. • de pgb-tarieven blijven in 2013 even hoog als in 2012. Ze worden dus niet gecorrigeerd met inflatie. Het budget voor cliënten met een indicatie voor verblijf (‘ZZPindicatie’) wordt lager. Mensen die financieel krap zitten zouden door bovenstaande veranderingen in de AWBZ een beroep kunnen doen op de gemeente en de Wmo. Planning wetswijziging Wmo nieuwe stijl Er is nog veel onduidelijkheid over de taak die gemeenten ten aanzien van dit dossier krijgen. Bijna dagelijks zijn er veranderingen naar aanleiding van de plannen van het kabinet in de langdurige zorg en wat de taak is die zij de gemeenten geeft met het bijbehorende wettelijk kader. Zoals het er nu naar uitziet is het traject om de wet aan te passen pas medio 2014 rond. Hierdoor blijft voor gemeenten een half jaar voorbereidingstijd over. Gemeenten willen geen uitstel van invoering, maar ze moeten wel bij hun besluitvorming en bij de gesprekken met cliënten zorgvuldigheid kunnen betrachten. Op 14 januari 2014 heeft staatsecretaris Van Rijn de nieuwe Wet maatschappelijke 80
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Kans Frequentie Bedrag
Programma Naam risico Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
Programma Naam risico Toelichting
ondersteuning naar de Tweede Kamer gestuurd. Naar verwachting wordt de wet uiterlijk in juli 2014 vastgesteld. 50 % 1 keer per jaar € 400.000
2 De burger als klant Nieuw beleid leerlingenvervoer per 1-8-2014 In het nieuwe beleid wordt voorgesteld om: • Alle aanvragen d.m.v. een keukentafelgesprek af te handelen; • Invoering drempelbedrag • Jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek houden • Oprichten ouderplatform/leerlingenraad • Pilot pgb Dit betekent ten opzichte van de huidige administratieve afhandeling een uitbreiding van de taken/werkzaamheden waar geen extra formatie voor beschikbaar wordt gesteld. Het budget voor het leerlingenvervoer is geheel bestemd voor de kosten van het vervoer. Er is geen apart uitvoeringsbudget waaruit kosten voor extra formatie of experimenten/ pilots uit bekostigd kunnen worden. De conclusie is dat het nieuwe beleid niet uitgevoerd kan worden. De vraag of dan de kosten binnen de daarvoor beschikbare budgetten blijven is afhankelijk van: • Afname of toename aantal leerlingen dat gebruik maakt van het vervoer. De gemeente heeft geen zeggenschap over de toegang. De toegang wordt bepaald door een regionale onderwijscommissie. • De kosten van het aangepast, gecontracteerde vervoer. Daarbij speelt de jaarlijkse indexering een grote rol. De ene keer is die laag, de andere keer hoog. Ook hier heeft de gemeente geen invloed op. 50 % 1 keer per jaar € 50.000
Kans Frequentie Bedrag
2 De burger als klant Wet Werk en Bijstand - Groei klantenbestand Vanaf oktober 2013 is een gestage groei van het aantal mensen in de bijstand te zien. Doordat nog geen zicht is op een duidelijke verbetering van de economie en het aantrekken van de werkgelegenheid wordt het komende jaar nog een groei van het aantal bijstandsuitkeringen verwacht. Er is geen reële inschatting te geven tot welk bestandsvolume dit zal leiden. In de raming gaan we uit van een groei van het klantenbestand met 10%. Er is een kans dat dit niet toereikend is. De uitkeringskosten zijn gebaseerd op de gemiddelde prijs van een uitkering die het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hanteert bij de raming van het voorlopige macrobudget 2014. 20 % 1 keer vanaf 2014 € 608.000 (€ 15.200 x 40 uitkeringen)
Programma Naam risico Toelichting
2 De burger als klant Bijstelling budget WMO in gemeentefonds Voor de hulp bij het huishouden moet voor 2015 met de volgende risico’s rekening worden 81
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Kans Frequentie Bedrag
Programma Naam risico Toelichting
gehouden: • Besparing doorgevoerd in verband met herbestemmen hulpmiddelen (scootmobielen) 50 miljoen naar rato uit gemeentefonds (€ 140.563 voor Lingewaard); • De voorgenomen korting per 2015 op het budget voor huishoudelijke verzorging met 40% wordt structureel met € 530 miljoen verzacht ten opzichte van het Regeerakkoord. De korting bedraagt hiermee in 2015 € 465 miljoen en het budget waarover gemeenten in 2015 de beschikking houden voor de uitvoering van het wetsvoorstel Wmo 2015 bedraagt hierdoor € 951 miljoen (€ 695.000 voor Lingewaard). In het eerste inzicht in het budget WMO 2015, gepubliceerd op 29 januari 2014 door het Ministerie van VWS, bedraagt voor Lingewaard de Integratie-uitkering Wmo/HV voor bestaande taken € 2.935.958. In de septembercirculaire 2013 is een uitkering voor 2013 opgenomen van € 3.771.241. Rekening dient te worden gehouden met een totale verlaging van ruim € 835.000. 40 % 1 keer vanaf 2015 € 835.000
2 De burger als klant Participatiewet en SW-sector Participatiewet Eind 2013 heeft het Kabinet het ontwerp voor de nieuwe Participatiewet aan de Tweede Kamer aangeboden. De wet moet 2015 ingaan en hangt nauw samen met de andere decentralisaties van taken binnen het sociale domein van het Rijk naar de gemeenten. De komst van de nieuwe Participatiewet betekent een verbreding van doelgroep, verzwaring van de gemeentelijke verantwoordelijkheid en vergroting van de financiële last voor de gemeenten. Toch zijn nog lang niet alle onderdelen van de Participatiewet helder. Daarover werd en wordt gesproken door Rijk, VNG en de sociale partners in de zgn. Werkkamer. In vogelvlucht gaat het om het volgende.
• • •
• • • • • • • • • • • • • • •
Nieuwe wet per 2015 uit Wwb, WSW en Wajong Gericht op deelname aan samenleving door arbeidsparticipatie Eén regeling voor iedereen die in staat is tot werken, vangnet voor wie (nog) niet kan werken Alle ondersteuning aan mensen op gebied van werk en inkomen Toename aantal klanten Gemeenten volledig verantwoordelijk Nieuw te vormen “Werkbedrijf” op niveau van de arbeidsmarktregio Bemiddeling, begeleiding, loonwaardebepaling Sociale Werkvoorziening “op slot” voor nieuwe deelnemers Huidige SW-ers en waarschijnlijk Wajong-ers gaan niet over naar de Participatiewet Noodzakelijke transformatie bestaande Sociale Werkvoorziening Gemeenten organiseren nieuw “Beschut Werk” Werkgeversdienstverlening Loonkostensubsidie i.p.v. loondispensatie Arbeidsquotum mensen met arbeidsbeperking Werkgevers 100.000 en Overheid 25.000 plaatsen, komende jaren te realiseren Participatiebudget neemt af Vergoeding per SW-plaats wordt verlaagd.
SW-sector 82
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Er wordt op de SW een efficiencykorting toegepast gespreid over 6 jaar. Uit de meest recente informatie blijkt dat per 1 januari 2015 de subsidie per werkplek zal dalen met ca. € 500 per jaar. Vanaf 2020 zal dat bedrag per werkplek zijn gedaald naar € 22.700 structureel. In 2016 zal er sprake zijn van € 25.000 per werkplek. Doordat WSW-ers een CAO-loon hebben en dit loon gemiddeld ruim € 27.000 per jaar bedraagt, ontstaat op termijn een gat tussen het CAO-loon en het bedrag dat de gemeente ontvangt van het Rijk per SW-er (nu ruim € 25.000 en over 6 jaar nog € 22.000). Het gat dat door de gemeente zal moeten worden gedicht is dan € 27.000 - € 22.000 = € 5.000 per jaar vanaf 2020. Zolang SW-ers niet op een minimumloon niveau zitten is dit een financieel risico, nog los van de eventueel op grond van cao opgenomen loonindexering voor de komende jaren voor WSW-ers Onderstaande tabel laat per jaarschijf zien wat het financiële risico is: Per SW plek/per jaar
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Van het rijk te ontvangen Door gemeente te betalen aan SW bedrijf
5.875.000
5.875.000
5.875.000
5.757.500
5.640.000
5.522.500
5.334.500
6.345.000
6.345.000
6.345.000
6.345.000
6.345.000
6.345.000
6.345.000
Door gemeente zelf te financieren
-470.000
-470.000
-470.000
-587.500
-705.000
-822.500
-1.010.500
Obv aantal WSW-ers 2013: 235 235 Totaal door de gemeente zelf te financieren bedrag
4.535.500
(totaal van de jaren 2014 t/m 2020) Berekening op basis van de brief van staatssecretaris Klijnsma van 21 december 2012 over de contouren van de Participatiewet.
Kans Frequentie Bedrag
Met ingang van 1 januari 2015 zal de SW gesloten zijn voor nieuwe werknemers en zal de Wajong nog slechts toegankelijk zijn voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikte jongeren. Dit zal een toestroom veroorzaken naar de WWB. Voor de gemiddelde instroom hebben we ons gebaseerd op de instroom van 2012. De extra instroom WWB zal per 1 januari 2015 toenemen: Verwachtte extra instroom 10 personen x € 15.200 (gemiddelde kosten per jaar WWB uitkering o.b.v. beschikking voorlopige vaststelling budget BUIG van 27 september 2013) = totaal € 152.000 per jaar. Als we deze eenmalige instroom in 2015 doortrekken naar 2020 dan zal er sprake zijn van extra te verstrekken uitkeringen ten bedrage van € 912.000. Deze doelgroep is ook nog eens moeilijker bemiddelbaar. Als er vanaf 2015 t/m 2020 jaarlijks 10 personen instromen, die een uitkering blijven behouden, worden de extra uitkeringskosten € 152.000 x 10 personen x (1+2+3+4+5+6) jaar = € 3.192.000. Overigens is dit scenario onwaarschijnlijk omdat de Participatiewet beoogt dat gemeenten erin slagen deze “nieuwe” doelgroep met inzet van diverse instrumenten (loondispensatie, mogelijk loonkostensubsidie) te plaatsen bij gewone werkgevers. 40% afhankelijk van besluitvorming rondom Participatiewet 1 x vanaf invoering € 4.535.500 WSW risico, € 912.000 respectievelijk € 3.192.000 WWB risico voor de periode t/m 2020
Programma 3 De burger als onderdaan
Programma Naam risico
3 De burger als onderdaan Bijdrage ruimen explosieven 83
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
Conform de afspraak met Park Lingezegen heeft de gemeente samen met de gemeente Overbetuwe een verzoek gedaan bij het ministerie van BZK om een extra bijdrage voor de ruiming van niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, die in dit plangebied zijn aangetroffen. Dit verzoek is eind 2013 afgewezen. De jurisprudentie over de financiële verantwoordelijkheid van de gemeente heeft gemeenten in dergelijke kwesties wel eens in het ongelijk gesteld, wat dat betreft is het risico voor de gemeente moeilijk in te schatten. 5 % éénmalig € 1.000.000 tot € 1.500.000
Programma 4 De burger als wijkbewoner
Programma Naam risico Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
Programma Naam risico Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
Programma Naam risico Toelichting 84
4 De burger als wijkbewoner Beheerplan gebouwen Tijdens de behandeling in de gemeenteraad op 13-12 2012 is als dekking van ontbrekende middelen afgesproken dat verkoop van vastgoed structurele dekking op moet leveren van € 268.000 en incidentele dekking van € 2,9 miljoen. Door het afstoten zal de dekking voor de structurele tekorten de komende jaren wel worden gevonden, maar niet in één of twee jaar tijd. Gelet op de huidige vastgoedmarkt en de lokale factoren geldt dit niet voor de incidentele tekorten die gerelateerd zijn aan achterstallig onderhoud. De verkoop van gebouw de Brugdijk heeft inmiddels plaatsgevonden maar het achterstallig onderhoud op al het gemeentelijke vastgoed bedraagt nog steeds ruim meer dan € 1,5 miljoen. De verwachting is niet dat op korte termijn door verkoop van vastgoed zoveel middelen beschikbaar komen dat hiervoor dekking wordt gevonden. Het achterstallig onderhoud zal dus voortduren. 40 % Eenmalige actie zonder repetitie € 268.000 per jaar en eenmalig ruim € 1,5 mln.
4 De burger als wijkbewoner Aanbesteding groen-, bomen- en bermen & sloten onderhoud De meerjarige aanbesteding van het groenonderhoud op beeldkwaliteit heeft in 2010 geleid tot een inschrijving door aannemers die ver onder de gemeentelijke raming lag. Daarop zijn de onderhoudsbudgetten in de begroting structureel verlaagd omdat op dat moment het budget niet nodig was voor dit onderhoud. In 2014 zal het groenonderhoud opnieuw voor meerdere jaren (2015-2017) aanbesteed moeten worden en de verwachting is dat de situatie van 2010 zich niet zal herhalen en er structureel aanzienlijk meer geld nodig is voor groenonderhoud om de vastgestelde minimale kwaliteit te halen. 20% 1 keer per 3 jaar € 100.000 - € 350.000
4 De burger als wijkbewoner Onvoldoende reserves en voorzieningen voor vervangingen Voor de gemeentelijke kapitaalgoederen worden in de begroting middelen gereserveerd voor klein en groot onderhoud. Hierbij zijn door de gemeenteraad bewuste keuzes gemaakt
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Kans Frequentie Bedrag
Programma Naam risico Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
betreffende de omvang van deze budgetten in relatie tot de vereiste onderhoudskwaliteit (minder middelen betekent minder kwaliteit). Bij een aantal kapitaalgoederen is de omvang van deze middelen nog niet bekend door het ontbreken van beleidsplannen (o.a. verkeersvoorzieningen/afvalsystemen). Daarnaast ontbreken bij een aantal kapitaalgoederen reserveringen voor toekomstige vervangingen die noodzakelijk zijn omdat je niet oneindig groot onderhoud kunt blijven uitvoeren. Voorbeelden hiervan zijn: • Wegen • Openbaar groen en bomen • Openbare verlichtingskabels • Verkeers- en straatnaamborden • Verkeersregelinstallaties • Straatmeubilair en abri’s • Boven- en ondergrondse afvalcontainersystemen Zonder het vormen van een reserve voor deze vervangingsinvesteringen bestaat het risico dat bij acute noodzaak tot vervanging geen middelen beschikbaar zijn. In 2013 is in beeld gebracht wat de vervangingswaarde van een groot aantal kapitaalgoederen in onze gemeente is: • Wegen: € 165 miljoen (vervangingswaarde) • Bomen: € 90 miljoen • Groen: € 11,8 miljoen • Bebording en markering: € 800.000 • Overig (abri’s, afvalcontainers e.d.): € 2,5 miljoen Dit beslaat een totale vervangingswaarde van ongeveer € 270 miljoen. Kans is niet bekend Wordt nader onderzocht Omvang is nog niet bekend
4 De burger als wijkbewoner LACO dossier (zwembad) Momenteel wordt het LACO-dossier nader onderzocht om te bewerkstelligen dat de rol van de gemeente adequaat wordt opgepakt. Hierbij is vooral van belang dat de financiële risico’s van de gemeente (bankgarantie en fondsvorming in de VVE ten behoeve van groot onderhoud aan het zwembad) zoveel mogelijk worden afgedekt. Hiervoor wordt vooral managementinformatie verzameld waardoor er op vitale onderdelen en verantwoordelijkheid beter kan worden gestuurd richting LACO. 50% Gehele looptijd van het contract met LACO (20 jaar) Momenteel ca. € 150.000 (cumulatieve stortingen in het fonds waar momenteel geen harde financiële garantie voor bestaat bij een eventueel faillissement van LACO. Dit bedrag neemt in principe toe met de jaarlijkse storting in het fonds van € 45.000)
85
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen
Programma Naam risico Toelichting
Kans Frequentie Bedrag
86
Meerdere programma’s Faillissement Op het moment dat een aannemer die voor ons een werk uitvoert failliet gaat lopen we een financieel-, vertragings- en aanbestedingsrisico. Om dit eerste risico op te vangen hebben we een bankgarantie waarmee we een andere aannemer in kunnen schakelen. Dit neemt niet weg dat we vertraging oplopen in tijd en extra kosten hebben. Hoe groot die kans en kosten zijn is onmogelijk in te schatten. Het is een ‘normaal’ bedrijfsvoeringsrisico dat bij ieder project gelopen wordt. 20% 1 keer per 3 jaar € 100.000
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De gemeente Lingewaard heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van openbaar groen, wegen, riolering, gebouwen, openbare verlichting, civieltechnische kunstwerken, speeltoestellen, verkeersvoorzieningen en straatmeubilair. De kwaliteit en het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van groot belang voor het voorzieningenniveau van de gemeente en de daaraan verbonden jaarlasten. In deze paragraaf wordt per onderdeel ingegaan op de beleids- en meerjarenplannen en de ontwikkelingen die zich in 2013 hebben voorgedaan.
1. Openbaar groen Naam beleidsnota’s:
a. Beeldkwaliteitplan b. Groenstructuurplan c. Beleidsnotitie waardevolle bomen Jaar van vaststelling: a. 2009 b. 2008 c. 2010 Programma: 4. Burger als wijkbewoner Doel: Vastleggen van beheercategorieën, het daarbij behorende onderhoudsbeeld en maatregelpakketten voor het openbaar groen. Hiermee wordt een basis kwaliteitsniveau met een redelijk netheidsbeeld van het openbaar groen bereikt. Huidige stand van zaken: Met de vaststelling van de beeldkwaliteit door de gemeenteraad zijn alle kaders gesteld waaraan het onderhoud van het openbaar groen in Lingewaard moet voldoen. Samen met de inventarisatie van het areaal vormt dit de basis voor de bestekken voor het groenonderhoud. Wat zouden we doen in 2013: Naast het uitvoeren van het onderhoud op basis van beeldkwaliteit bestekken en chemievrij onkruidbeheer zou slechts op enkele plekken renovatie kunnen plaatsvinden omdat door de bezuinigingen de financiële middelen gering waren. Wat hebben we gedaan in 2013: Het reguliere onderhoud is uitgevoerd op basis van het beeldkwaliteitsbestek. De A-locaties (centrumgebieden en hotspots) worden onderhouden door het team Technisch Wijkbeheer van de afdeling Openbare Ruimte. Het overige onderhoud wordt uitgevoerd door een externe aannemer met vastgestelde inzet van Presikhaaf Groenvoorziening. De afstemming tussen de externe aannemer en de onderaannemer Presikhaaf Groenvoorziening wordt door beide partijen in harmonie uitgevoerd.. In de bestekken is opgenomen dat het onkruidbeheer op een niet chemische wijze plaatsvindt. Voor het onderhoud van bomen, bermen, sloten en openbaar groen zijn meerjarige onderhoudsbestekken opgesteld en in 2010 in uitvoering gegaan. In 2013 is het onderhoud van ‘bermen en sloten’ opnieuw 87
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Voorziening/reserve:
Financieel:
aanbesteed en zijn de bestekken voor het ‘onderhoud bomen’ en ‘openbaar groen’ met één jaar verlengd. Door voor het merendeel de uitvoering van het groenonderhoud op te nemen in meerjarige bestekken, is een deel van het risico, dat vooral door weersomstandigheden wordt beïnvloed, afgedekt. De uitvoering van renovaties en vervangingen van het groen heeft beperkt plaatsgevonden. Er is geen voorziening of reserve openbaar groen. Voor vervangingen bij einde levensduur worden geen middelen gereserveerd. De beschikbare middelen in de budgetten zijn enkel voor jaarlijks onderhoud aan groen en bomen (zie ook Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen, onder 6: Risicoinventarisatie). In programma 4, onder “Wat heeft het gekost?”, zijn de lasten en baten voor openbaar groen opgenomen als een onderdeel van “Openbaar groen” (productnummer 560.10). Product Openbaar Groen / Onderhoud
Rekening
Begroting 2013
2013
na wijziging
1.699.839
1.615.390
2. Wegen Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Onderhoudsplan:
Beleidsplan wegverhardingen 2012-2016 2012 4. Burger als wijkbewoner Het onderhoud wordt uitgevoerd op basis van het beheerplan dat voortvloeit uit de jaarlijkse visuele inspectie. Daarnaast wordt dagelijks onderhoud uitgevoerd op basis van de meldingen die via het KlantContactCenter binnenkomen over schade aan en veiligheidsrisico’s bij verhardingen. Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: Kapitaalvernietiging wordt voorkomen door het technisch noodzakelijke onderhoud in de juiste periode te plannen zodat onderhoudsmaatregelen niet te vroeg of te laat worden uitgevoerd. Er is niet gekozen voor een hoger kwaliteitsniveau omdat dit direct leidt tot een lastenverzwaring en mogelijk tot indirecte kapitaalsvernietiging. De kosten voor het wegonderhoud zijn verdeeld in groot en klein onderhoud. Voor het klein onderhoud worden in de begroting jaarlijks middelen opgenomen verhoogd met areaaluitbreiding, voor het groot onderhoud wordt jaarlijks een bedrag gestort in de voorziening onderhoud wegen dat is gebaseerd op het vastgestelde bedrag in het beleidsplan wegverhardingen en verhoogd met de areaaluitbreiding. Voor zowel de begrote bedragen van klein- als groot onderhoud vindt geen prijsindexering plaats. Huidige stand van zaken: Het onderhoud van de verhardingen ligt, technisch gezien, op een redelijk tot goed niveau. De mogelijke achterstanden betreffen veelal asfalt- en elementenverhardingen in gebieden waar de komende jaren vervanging van de riolering plaats zal vinden. Om kapitaalsvernietiging tegen te gaan wordt hier terughoudend opgetreden met het uitvoeren van verhardingsonderhoud. Wat hebben we gedaan in 2013: Het onderhoudsplan uit wegbeheer is uitgevoerd. Dit betrof met name asfaltwegen, maar ook de nodige elementverhardingen. Er zijn ook diverse kapitaalswerken uitgevoerd in Doornenburg (Kerkstraat e.o.) en de
88
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Bezuinigingen:
Voorziening/reserve:
Financieel:
Handelstraat in Huissen. Daarnaast is er in Lingewaard een glasvezelkabel aangelegd wat de nodige impact had op de onderhoudssituatie van met name trottoirs en voetpaden. In de jaren 2013 t/m 2015 wordt er bezuinigd op de budgetten zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor het groot en klein onderhoud samen loopt dit op van € 72.486 (in 2013) naar € 144.972 (in 2015). Uit de voorziening onderhoud wegen worden de kosten voor het groot onderhoud gedekt. Bij de vaststelling van het beleidsplan wegverhardingen zijn er financiële keuzes gemaakt t.a.v. de voorziening wegen. Ondanks de bezuinigingen en de eenmalige teruggaaf van financiële middelen in 2012 aan de algemene reserve, zijn er voldoende middelen aanwezig in de voorziening onderhoud wegen om het onderhoud de komende 4 jaar te bekostigen. Voor de complete vervanging/rehabilitatie van wegverhardingen bij einde levensduur zijn geen middelen gereserveerd (zie ook Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen, onder 6: Risicoinventarisatie). In programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor wegonderhoud opgenomen als een onderdeel van “Wegen, straten en pleinen”. Product Wegen / Uitvoering wegonderhoud
Rekening
Begroting 2013
2013
na wijziging
1.921.443
1.916.724
3. Rioleringen Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Huidige stand van zaken:
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2015 (vGRP 2013-2015) 2013 4. Burger als wijkbewoner Het reguliere onderhoud aan de riolering (met name kolken- en rioolreiniging, schadeherstel en onderhoud huisaansluitingen) wordt bekostigd uit de reguliere budgetten in de begroting die jaarlijks worden gecorrigeerd met areaalvergroting maar zonder prijsindexering. Vervanging en verbetering van de riolering wordt gedekt uit de gereserveerde middelen vanuit het vGRP 2013-2015. Om te komen tot een optimale afstemming van werkzaamheden, wordt gestreefd naar het gelijktijdig uitvoeren van rioolprojecten en wegonderhoud, waardoor financieel efficiënt wordt gewerkt en ook de onvermijdelijke overlast voor bewoners tot een minimum wordt beperkt. Wat zouden we doen in 2013: Het tot uitvoering brengen van verbeteringen en aanpassingen in het rioleringssysteem. In de Molenstraat in Angeren het riool vervangen en gelijktijdig een regenwaterriool aanbrengen. In de Van Voorststraat het riool vervangen of renoveren. Het rioolbeheersysteem operationeel maken en het actualiseren van het GRP. Wat hebben we gedaan in 2013: De uitvoering van het project Handelsstraat in Huissen is afgerond. Er is riolering vervangen en regenwater afgekoppeld. De werkzaamheden in de Molenstraat e.o. in Angeren zijn gestart. Er wordt daar verhard oppervlak afgekoppeld, in combinatie met rioolvervanging. De uitvoering van de werkzaamheden in de Van Voorststraat is uitgesteld 89
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Financieel:
tot 2014. Dit is veroorzaakt doordat lange tijd onduidelijkheid was over de mogelijke komst van de trolleylijn. In 2013 is veel tijd gestoken in de voorbereiding van de werkzaamheden. Het GRP is herzien in 2013. Dit heeft geleid tot vaststelling van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2015 in juni 2013 door de raad. Het vGRP 2013-2015 betreft voortzetting van het beleid van 2008. Het vGRP is gebaseerd op globale gegevens en heeft daarom een korte looptijd. De jaren 2014 en 2015 worden gebruikt om de rioleringsgegevens aan te vullen en te actualiseren zodat er in 2015 een goed onderbouwd vGRP voor meerdere jaren opgesteld kan worden. Voor bedrijventerrein Gendt-Bemmel en de kern Bemmel is het basisrioleringsplan herzien. Hiermee is inzicht gekomen in de benodigde rioleringsmaatregelen. Het nieuwe rioolbeheersysteem is inmiddels in huis. Er is veel tijd gestoken in het converteren en controleren van de data. Nog niet alle data zijn geconverteerd en ook de software werkt nog niet geheel naar behoren. In programma 4, onder “Wat heeft het gekost?”, zijn de lasten en baten opgenomen als een onderdeel van “Riolering en waterzuivering” (productnummer 722.10). Product Vrijverval rioleringen Rioolgemalen / mechanische riolering Algemeen rioolbeheer Saldo voor resultaatbestemming Onttrekking bestemmingsreserve “Riolering en waterzuivering” Saldo ná resultaatbestemming
Rekening
Begroting 2013
2013 559.437
570.818
805.384 1.939.887
760.126 2.422.774
-357.388
-790.990
2.947.320
2.962.728
4. Gebouwen Naam beleidsnota: Jaar van vaststelling: Doel:
Huidige stand van zaken:
Wat zouden we doen in 2013:
90
Beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen 2012. 13 december 2012. De gebouwen in stand te houden voor de functie c.q. het gebruik waarvoor ze zijn ingericht en de bedrijfseconomische (vastgoed)waarde van het onroerend goed binnen de vastgestelde instandhoudingtermijn van het gebouw of bouwwerk te behouden. Het daaruit voortvloeiende technisch beheer en onderhoud dient op de meest doelmatige en efficiënte wijze te worden uitgevoerd op een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau. Het behoud van kwaliteit van het bouwwerk is daarbij zeer belangrijk. De huidige onderhoudsconditie van de gemeentelijke gebouwen en de daarin aanwezige technische installaties kan, op basis van het uitgevoerde onderhoud in de afgelopen jaren, worden beoordeeld als redelijk tot goed (conform NEN 2767; conditiescore 3 of beter) en voldoet daarmee aan het door de raad, vastgestelde kwaliteitsniveau voor onderhoud. Uitvoering van het OnderhoudJaarPlan 2013 (OJP 2013) met de daarin voorgestelde onderhoudswerkzaamheden aan de gemeentelijke gebouwen.
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Wat hebben we gedaan in 2013: Diverse onderhoudswerkzaamheden uit het OJP 2013 zijn in voorbereiding genomen, de opdrachten tot uitvoering zijn verstrekt of de werkzaamheden zijn uitgevoerd en opgeleverd. Het OJP 2011 is op 3 december 2013 volledig afgerond. De werkzaamheden van het OJP 2012 en OJP2013 zijn merendeels afgerond. Afronding zal geschieden in het eerste kwartaal van 2014. Alle, tot nu toe, opgedragen werkzaamheden konden binnen de beschikbare budgetten worden gerealiseerd. In het beleidsplan is voor 2013 een dekking bereikt van 74,8% van het totaal benodigde budget. Als gevolg van deze niet volledige dekkingsgraad is bij de vaststelling van het beleidsplan besloten om een deel van het eigendom van gemeentelijk vastgoed (gebouwen) af te stoten. Eind december 2013 is in dit kader als eerste object het gebouw de Brugdijk in Bemmel verkocht. Bestemmingsreserve gebouwen: De dekkingsgraad van de storting in de bestemmingsreserve gebouwen is op dit moment ongeveer 75%. Er is geen buffer van enige omvang aanwezig. Als gevolg daarvan kunnen niet alle opgenomen onderhoudsactiviteiten zonder meer voor uitvoering worden opgevoerd en moeten, met inachtneming van het vastgestelde kwaliteitsniveau voor onderhoud, prioriteiten worden gesteld aan de voorgenomen onderhoudswerkzaamheden. Werkzaamheden met een mindere hoge urgentie worden doorgeschoven naar een later tijdstip van uitvoering. Dit betekent dat zij niet in het geplande (economisch meest voordelige) uitvoeringsjaar worden verricht. De verkoop van vastgoed moet de dekkingsgraad structureel verhogen. Voor de complete vervanging of renovatie van gebouwen bij einde levensduur zijn geen middelen gereserveerd (zie ook Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen, onder 6: Risicoinventarisatie). Product
Onderhoudsplan 2011 Onderhoudsplan 2012 Onderhoudsplan 2013 Onderhanden werken
Rekening
Begroting 2013
2013
na wijziging
158.092 950.478 138.804
181.875
1.247.374
1.547.933
Saldo per 01-01-2013
844.464
Resultaatbestemming 2012
632.000
Dotaties 2013 Onttrekkingen 2013 Saldo voorziening per 31-12-2013
820.785 362.578
909.505 -/- 1.117.684 1.268.285
-
91
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
5. Openbare verlichting Naam beleidsnota: Jaar van vaststelling: Programma: Doel:
Beleidsplan Openbare Verlichting 2009 4. Burger als wijkbewoner Vastleggen van de beoogde kwaliteit van openbare verlichting en de daaraan verbonden kosten en kaders te stellen voor materiaalgebruik, toepassing en innovatie bij uitbreiding, onderhoud en vervanging. Huidige stand van zaken: De huidige kwaliteit van de verlichting varieert en voldoet voor bijna 70% aan de technische kwaliteitseisen. De doelstelling is 100%. De verbetering zal in tien jaar voltooid zijn in combinatie met de in het beleidsplan vastgelegde duurzaamheidsaspecten. Wat zouden we doen in 2013: Het verder terugdringen van het gemiddelde energieverbruik per lichtmast en het verbeteren en vervangen van de bestaande openbare verlichting waren de belangrijkste speerpunten. Het uitvoeren van kleinschalige vervanging van masten, armaturen en lampen binnen de beschikbare financiële middelen. Deze verbeteringswerken zijn noodzakelijk om achterstanden in kwaliteit terug te brengen naar het vastgestelde kwaliteitsniveau. Tegelijk met deze verbeteringswerken worden vervangingen uitgevoerd die ervoor zorgen dat de belasting van het milieu door de openbare verlichting verminderd wordt. Vooral gaat het hierbij om toepassing van duurzame materialen en armaturen met een laag energieverbruik waardoor de totale kosten voor energie omlaag kunnen worden gebracht. Wat hebben we gedaan in 2013: Op dit moment is het energieverbruik 189,6 kWh per lichtmast. Deze energiebesparing is 2 % ten opzichte van 2012. Als gevolg van kleinschalige vervanging voldoet 69% van het areaal aan de technische kwaliteitseisen. De kleinschalige vervanging van masten, armaturen en lampen heeft plaatsgevonden in de wijk Brouwersland Huissen en een deel van Doornenburg Noord. In Doornenburg Noord zijn PLL (compact fluorescentie lampen) toegepast en in de wijk Brouwersland LED-lampen. Alle nieuwe masten zijn CO2–neutraal geproduceerd en bezitten een C2C certificaat. Voorziening-reserve: De dekking van de kosten voor renovatie en verbetering, zoals die voortvloeit uit het beleidsplan openbare verlichting 2009, komt uit een drietal investeringsimpulsen. De bijbehorende kapitaalslasten komen ten laste van de reguliere budgetten. Er is geen voorziening of reserve openbare verlichting. Voor vervangingen van masten en armaturen bij einde levensduur zijn middelen opgenomen in de reguliere jaarlijkse budgetten. Dit geldt niet voor de energiekabels die zich in de bodem bevinden (zie ook Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen, onder 6: Risicoinventarisatie). Financieel: In programma 4, onder “Wat heeft het gekost?”, zijn de lasten en baten voor openbare verlichting opgenomen als een onderdeel van “Wegen, straten en pleinen” (productnummer 210.00). Product P0210.04 Openbare Verlichting
92
Rekening
Begroting 2013
2013
na wijziging
726.498
801.363
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
6. Water Naam beleidsnota: Jaar van vaststelling:
Waterplan Lingewaard 2008, dekking middelen opnieuw vastgesteld in 2013 met vGRP 20132015 Programma: 4. Burger als wijkbewoner Huidige stand van zaken: In samenwerking met het waterschap worden waterhuishoudkundige problemen opgelost. Door het vaststellen van het gemeenschappelijk waterplan kan ook meer beleidsmatig worden ingestoken op het uitvoeren van watertaken. Wat zouden we doen in 2013: In samenwerking met het waterschap trachten de afvoersituatie in Angeren te verbeteren. In Gendt de mogelijkheden voor extra waterberging onderzoeken. Wat hebben we gedaan in 2013: Voor Angeren zijn de plannen voor de waterberging verder uitgewerkt en is de bestemmingsplanprocedure gestart. Voor Gendt is in beeld gebracht hoeveel berging er benodigd is en is studie gedaan naar de mogelijke bergingslocaties. In Angeren is watereducatie gegeven op de basisschool. Daarbij is aangesloten bij de rioleringswerkzaamheden in de kern. In Huissen (Pannenhuis) en Bemmel (centrum en ’t Hoog) is verhard oppervlak afgekoppeld van de riolering. Dit is gedaan in samenhang met maatregelen die uitgevoerd moesten worden in het kader van het GRP. Door goede voorlichting hebben de bewoners/bedrijven ingestemd met het afkoppelen van de dakvlakken Financieel: In programma 4, onder “Wat heeft het gekost?”, zijn de lasten en baten opgenomen als een onderdeel van “Riolering en waterzuivering” (productnummer 722.10). Zie ook toelichting bij “3. Rioleringen”. 7. Civieltechnische kunstwerken Naam beleidsnota’s: Jaar van vaststelling: Programma: Kwaliteitsniveau/beleidsvisie:
Beleidsplan Civieltechnische Kunstwerken 2013 4. Burger als wijkbewoner Voor dit onderdeel is in mei 2013 een beleidsplan vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin is o.a. vastgesteld dat niet-utilitaire voorzieningen na einde levensduur niet vervangen worden. Dit heeft bij het verwijderen van zo’n voorziening in Bemmel tot een discussie geleid over het bruggetje in het Groene Hart. Gezamenlijke inspanningen van wijkplatforms, bewoners en gemeente hebben het mogelijk gemaakt om hier toch een brug terug te plaatsen. Huidige stand van zaken: Mede door de bezuinigingen is er een beperkt budget beschikbaar gesteld voor het beheer en onderhoud aan civieltechnische kunstwerken. Voor het groot onderhoud is een onderhoudsvoorziening ingesteld waarmee deze toekomstige lasten kunnen worden gedekt. Daarnaast is een bestemmingsreserve ingesteld voor toekomstige vervangingen. Wat hebben we gedaan in 2013: In verband met het geringe beschikbare budget was het onderhoud in 2013 zeer beperkt. Er is met name onderhoud uitgevoerd aan de meest urgente objecten waarbij de kans op schade door derden groot was. Daarnaast is door de eigen dienst kleinschalig onderhoud uitgevoerd. 93
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Voorziening/reserve:
Financieel:
Meest in het oog springend was de herplaatsing van de brug in het Groene Hart in Bemmel. Uit de voorziening civiel technische kunstwerken worden de kosten voor het groot onderhoud gedekt. Daarnaast is er een reserve waarin middelen worden gereserveerd voor de toekomstige vervangingen van kunstwerken. Bij de vaststelling van het beleidsplan zijn er keuzes gemaakt t.a.v. de objecten die wel of niet vervangen gaan worden in de toekomst. In programma 4, onder “Wat mag het kosten?”, zijn de lasten en baten voor civieltechnische kunstwerken opgenomen als een onderdeel van “Wegen, straten en pleinen”. Product P0210.04 Civieltechnische kunstwerken
Rekening
Begroting 2013
2013
na wijziging
106.409
106.320
8. Speeltoestellen/-tuinen Naam beleidsnota: Jaar van vaststelling: Programma: Doel:
Speelruimteplan Lingewaard “Buitenspelen, ja leuk!” 2007 4. Burger als wijkbewoner Een voldoende gevarieerd aanbod aan speelvoorzieningen voor alle jeugdigen in elke wijk bieden, waarbij het aanbod invulling geeft aan de vraag naar speelruimte. Huidige stand van zaken: Elk kwartaal worden inspecties en onderhoud uitgevoerd om te zorgen voor veilige speeltoestellen die voldoen aan het Attractiebesluit uit 1997 en om letsel bij spelende kinderen te voorkomen. Geconcludeerd kan worden dat de kwaliteit van de speelplekken en speeltoestellen ruim boven de wettelijke norm is. Wat zouden we doen in 2013: Naast het reguliere onderhoud en de inspecties was de hoogste prioriteit het verbeteren van de veiligheid door het repareren of in uiterste gevallen weghalen van speeltoestellen. Ook de verbetering van de communicatie over de doelstellingen in het speelruimteplan was een aandachtspunt. Het speelruimteplan is conform het beleidsvoornemen 16 uit het speelruimteplan geëvalueerd en dit zal in het eerste kwartaal van 2014 aan het college worden voorgelegd. Wat hebben we gedaan in 2013: De kwartaalinspecties van de toestellen zijn uitgevoerd en zijn de basis geweest voor onderhoud en vervanging. Op dit moment is er geen sprake meer van achterstallig onderhoud. Ondanks de duidelijke besluitvorming over het speelruimteplan in de gemeenteraad en de intensivering van de communicatie hierover naar onder andere wijkplatforms en direct betrokken inwoners (omwonenden), stuitten we bij de uitvoering van het plan nog steeds op weerstand en onbegrip bij het weghalen van speeltoestellen. De in het speelruimteplan opgenomen verwijdering van speeltoestellen en herverdeling op basis van wijkontwikkeling en kinderaantallen, is hiermee maar beperkt tot uitvoer gekomen. Dit betekent dat er nog steeds aanzienlijk meer speeltoestellen staan dan waartoe besloten is in het speelruimteplan. (Val)ondergronden zijn aangepast aan de nieuwe wetgeving omtrent valhoogte en het onderhoud van de ondergronden is vastgelegd in een onderhoudsbestek. Technisch wijkbeheer heeft een vast team op het
94
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Voorziening-reserve:
Financieel:
beheer en onderhoud van speelplekken en speeltoestellen gezet. Twee medewerkers zijn opgeleid om toestelinspecties te kunnen uitvoeren. Er is geen voorziening voor speeltoestellen/-tuinen en de onderhouds- en vervangingskosten bij einde levensduur moeten uit de reguliere begroting gedekt worden. Dit met in acht name van de reductie van het aantal toestellen zoals is besloten in het Speelruimteplan. Waar mogelijk wordt getracht om verbetering van speelvoorzieningen mee te laten liften met te ontwikkelen plannen en de kosten te dekken via deze plannen of door subsidieverwerving/co- financiering. In programma 4, onder “Wat heeft het gekost?”, zijn de lasten en baten voor speelvoorzieningen opgenomen als een onderdeel van “Openbaar groen” (productnummer 560.10). Product P0580.10 Speeltuinen en speelweiden
Rekening
Begroting 2013
2013
na wijziging
447.693
458.357
9. Verkeersvoorzieningen Naam beleidsnota: Jaar van vaststelling: Programma: Doel: Huidige stand van zaken:
geen beleidsnotitie aanwezig n.v.t. 4. Burger als wijkbewoner nog niet nader beschreven Het onderhoud en beheer beperkt zich tot het herstellen van schade en vernielingen. Er wordt geen structureel of planmatig onderhoud uitgevoerd aan deze voorzieningen. Dit is mede terug te voeren op het ontbreken van zowel een beheerplan met meerjarenonderhoudsplanning als een adequate inventarisatie van het areaal. De onderhoudstoestand van de objecten is redelijk. De verkeersborden voldoen in de meeste gevallen niet meer aan de wettelijke eisen met betrekking tot het reflecterend vermogen. Dit heeft alles te maken met levensduur van het materiaal en niet met de toestand van het bord. Wat zouden we doen in 2013: Er was geen onderhoudsplan voor 2013 wat vooral werd veroorzaakt door het ontbreken van een goed overzicht in de soort en aantallen te beheren voorzieningen. Geschat aantal borden bedraagt 7.000 stuks. Bij aanpassingen van wegen wordt getracht om de infrastructurele maatregelen zodanig uit te voeren dat bebording achterwege kan blijven. Wat hebben we gedaan in 2013: De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van de ANWBwegwijzers hebben plaatsgevonden conform het daarvoor opgestelde meerjarenplan. Het onderhoud aan verkeers- en straatnaamborden is beperkt gebleven tot het herstel van schade en vernieling. Het onderhoud van wegmarkeringen op plaatsen waar de markering ontbrak of sterk verouderd was, is uitgevoerd. Bij wegen waarvoor reconstructies gepland zijn, is terughoudend omgesprongen met het onderhoud om kapitaalsvernietiging te voorkomen. De geplande terughoudendheid met het plaatsen van borden blijft lastig. Enerzijds omdat infrastructurele maatregelen dermate complex zijn dat extra borden noodzakelijk zijn, anderzijds omdat steeds vanuit het aspect van handhaving van ongewenste situaties gevraagd wordt om aanvullende bebording. Het gedrag van een aantal weggebruikers is dusdanig dat aanspreken op 95
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
Voorziening/reserve:
Financieel:
gedrag niet helpt en enkel handhaving van regels mogelijk is op basis van geplaatste verkeerstekens. Er is gestart met het inventariseren en inspecteren van alle verkeersvoorzieningen in de gemeente. In 2014 zal deze inventarisatie en inspectie gereed zijn en kan er een beleidsplan met bijbehorende onderhouds- en financiële planning opgesteld worden. Er is geen voorziening voor verkeersvoorzieningen en de onderhouds- en vervangingskosten moeten uit de reguliere begroting gedekt worden. Voor vervangingen bij einde levensduur worden geen middelen gereserveerd. De middelen voor het jaarlijks onderhoud in de begroting zijn ontoereikend. (zie ook Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen, onder 6: Risicoinventarisatie) In programma 4, onder “Wat heeft het gekost?”, zijn de lasten en baten voor verkeersvoorzieningen opgenomen als een onderdeel van “Verkeersmaatregelen” (productnummer 211.20). Product P0211.23 Bewegwijzering en bebording
96
Rekening
Begroting 2013
2013
na wijziging
205.884
218.966
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.4 Financiering
Paragraaf 4.4 Financiering De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) stelt regels voor het financieringsgedrag van decentrale overheden. Hierbij gaat het om regels voor het beheersen van financiële risico’s op aangetrokken en op uitgezette middelen, evenals voor het beheer van de treasury. De uitvoering van de treasuryfunctie vereist snelle beslissingen in een complexe geld- en kapitaalmarkt. Het beleid van de gemeente Lingewaard voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het treasurystatuut als onderdeel van de Verordening financieel beheer (artikel 212 gemeentewet)
1. Algemene ontwikkelingen Intern Op 10 februari 2011 is door de raad van de gemeente Lingewaard het huidige treasurystatuut vastgesteld. In dit treasurystatuut is de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd. Enkele belangrijke punten hieruit zijn: • Renterisicobeheer: normen worden in beginsel niet overschreden • Koersrisicobeheer/Kredietrisicobeheer: uitzettingen worden alleen gedaan bij instellingen met minimaal een AA-minus rating en dan nog voor maximaal 2,5 miljoen Euro, de resterende middelen bij instellingen met minimaal een AA-rating. Hierbij wordt alleen gebruik gemaakt van o.a. Rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, garantieproducten, etc., oftewel alleen in producten waarbij het koersrisico nagenoeg nihil is. • Financiering: externe financieringsmiddelen worden alleen dan aangetrokken, wanneer de interne financieringsruimte onvoldoende is. Kortom de gemeente Lingewaard heeft gekozen voor een laag risicoprofiel. In december 2013 is het wetsvoorstel verplicht schatkistbankieren door de Eerste Kamer aangenomen. Na publicatie in het staatsblad is de wet 14 december 2013 van kracht geworden. De wet houdt in dat decentrale overheden al hun overtollige middelen aan moeten houden in de schatkist bij het ministerie van Financiën. Dit betekent dat geld en vermogen niet langer bij banken buiten de schatkist mogen worden aangehouden. Dagelijks moet het positieve saldo in rekening courant, boven een drempel, worden afgestort in de schatkist. Aangezien de gemeente Lingewaard, net zoals de meeste gemeenten in Nederland, zelden een positief saldo in rekening courant heeft, zal deze wet weinig gevolgen hebben voor de gemeente Lingewaard. Extern De geldmarktrente (kort geld) is in 2013 nauwelijks van zijn plaats gekomen. Deze rente heeft zich het hele jaar door bewogen tussen de 0,19% in januari en uiteindelijk 0,23% in december 2013. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de herfinancieringsrente op 2 mei en 7 november elke keer met 0,25% verlaagd om uiteindelijk uit te komen op 0,25%. Deze verlagingen hebben op de geldmarkt weinig effect gehad. De kapitaalmarktrente (lange rente) is in 2013 geleidelijk gestegen van 1,67% in januari naar 2,01% aan het eind van het jaar. In mei was er een dipje naar 1,48% als gevolg van de rentestap van de ECB, maar hierna is de rente weer geleidelijk opgelopen. Voor de rentevisie in de begroting, wordt uitgegaan van de verwachting van een aantal grote banken. Deze visie lag voor de begroting van 2013 wat hoger, maar doordat het economisch herstel toch wat langer op zich laat wachten is de daadwerkelijke rente zowel op de
97
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.4 Financiering
geld- als op de kapitaalmarkt lager uitgevallen. De geleidelijke stijging op de kapitaalmarkt laat wel zien dat er toch langzamerhand wat licht aan de horizon begint te komen.
2. Risicobeheer Renterisico’s In de volgende overzichten worden de renterisico’s op de korte en lange schuld getoetst aan de wettelijke 1 norm uit hoofde van de Wet fido. Zoals uit het volgende overzicht blijkt is de kasgeldlimiet in 2013 niet overschreden. De kasgeldlimiet mag volgens de Wet fido twee kwartalen achtereen overschreden worden. Omdat kort financieren nog steeds goedkoper is dan lang financieren, maakt de gemeente Lingewaard maximaal gebruik van de mogelijkheid om kort te financieren.
KASGELDLIMIET PER 31-12-2013 Kasgeldlimiet Omvang begroting per 1 januari 2013
89.890
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag
8,50%
Kasgeldlimiet in bedrag
7.641 (Bedragen x EUR 1.000) REALISATIE Kwartaal 1: jan-mrt 2: apr-jun
3: jul-sep 4: okt-dec
Jaar
Vlottende schuld Opgenomen gelden < 1 jaar Schuld in rekening-courant
0
0
0
0
0
2.313
3.301
2.126
3.673
2.853
Gestorte gelden door derden < 1 jaar
0
0
0
0
0
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld
0
0
0
0
0
2.313
3.301
2.126
3.673
2.853
Uitgeleende gelden < 1 jaar
0
0
0
0
0
Contante gelden in kas
0
0
0
0
0
771
44
476
33
331
0
0
0
0
0
771
44
476
33
331
1.542
3.257
1.650
3.640
2.522
Totaal vlottende schuld Vlottende middelen
Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden < 1 jaar Totaal vlottende middelen Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld Toegestane kasgeldlimiet
7.641
7.641
7.641
7.641
7.641
Ruimte (+) / Overschrijding (-)
6.098
4.383
5.991
4.000
5.118
1
Kasgeldlimiet is een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de
gemeente bij aanvang van het jaar. Dit is het maximale bedrag wat aan vlottende schuld mag worden aangehouden.
98
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.4 Financiering 1
Het renterisico op de vaste schuld blijft zowel in 2013 als gedurende het gehele meerjarenperspectief onder de renterisiconorm, zoals uit het volgende overzicht blijkt. Bij het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen zal in ieder geval met deze renterisiconorm rekening worden gehouden, zodat deze ook in de toekomst niet overschreden zal worden. In 2013 zijn geen nieuwe langlopende geldleningen opgenomen, vandaar dat in de kolom realisatie 2013 alleen de reguliere aflossingen zichtbaar zijn.
RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD PER 31-12-2013
2013 Renterisico op vaste schuld realisatie 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 0 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 0 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) 0 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) 0 3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) 0 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) 0 5. Betaalde aflossingen 5.229 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 0 7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6)
(Bedragen x EUR 1.000) 2014 2015 2016 budget budget budget 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5.000 0 10.000 0 0 0 5.000 0 10.000 5.229 2.729 12.672 5.000 0 10.000
0
5.000
0
10.000
89.890 20%
88.945 20%
88.945 20%
88.945 20%
17.978
17.789
17.789
17.789
10. Renterisiconorm 7. Renterisico op vaste schuld
17.978 0
17.789 5.000
17.789 0
17.789 10.000
11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7)
17.978
12.789
17.789
7.789
Renterisiconorm
8. Begrotingstotaal per 1 januari 9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde perc. 10. Renterisiconorm Toets Renterisiconorm
Uit voorgaand overzicht valt op te maken dat in 2014 en 2016 nieuwe geldleningen moeten worden aangetrokken om de aflossing van bestaande geldleningen te herfinancieren. Het gaat in totaal om € 15.000.000. Hieraan ligt de liquiditeitenplanning van december 2013 ten grondslag. Een samenvatting hieruit volgt hierna.
1
Renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. Dus
als b.v. voor een lening van € 1.000.000 contractueel na 10 jaar een nieuw rentepercentage moet worden vastgesteld, dan lopen wij na die 10 jaar een renterisico over die € 1.000.000, omdat wij van tevoren niet weten wat het percentage over 10 jaar zal zijn.
99
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.4 Financiering
LIQUIDITEITENPLANNING Inkomsten
2013
2014
2015
2016
leningen investeringen grondexploitaties overig operationeel Bergerden
166 6.264 6.415 72.833 681
163 0 4.383 72.442 2.780
160 0 3.267 73.976 3.781
Totaal inkomsten
86.359
79.768
81.184
leningen investeringen grondexploitaties overig operationeel Bergerden
8.437 7.324 4.737 65.928 764
5.768 8.519 2.921 65.425 434
15.592 3.653 2.634 66.265 716
Totaal uitgaven
87.190
83.067
88.860
-831
-3.299
-7.676
-8.538
-11.837
-19.513
Uitgaven
Totale cashflows Saldo rekening courant
-7.707
De onderste regel betreft de geprognosticeerde stand van de rekening courant per het einde van het jaar. Hieruit blijkt dat er in 2014 en 2016 nog aanvullende financiering nodig is. In de planning zit nog wel de nodige onzekerheid. Vooral in de grondexploitaties worden inkomsten uit grondverkopen verwacht. Als deze inkomsten tegen vallen, dan kan het zijn dat er nog aanvullende financiering noodzakelijk is. Kredietrisico’s
1
In het volgende overzicht worden de kredietrisico’s op de verstrekte gelden weergegeven. Hiervoor zijn de risico’s aangegeven per risicogroep. Risicogroepen zijn de types instellingen aan wie gelden zijn verstrekt. De risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij de woningcorporaties is het risico het laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst. KREDIETRISICO OP VERSTREKTE GELDEN PER 31-12-2013 Risicogroep
Restantschuld x 1.000 euro
%
Woningcorporaties Hypothecaire geldleningen ambtenaren Startersleningen Verenigingen/stichtingen
2.085 6.385 1.079 105
21,6% 66,1% 11,2% 1,1%
Totaal
9.654
100%
Zoals uit voorgaand overzicht blijkt zijn de kredietrisico’s voor de gemeente Lingewaard minimaal.
1
Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de
verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie (onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen)
100
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.4 Financiering 1
Bij de leningen aan de woningcorporaties geldt het WSW als achtervang. Bij de hypothecaire geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. Ook de startersleningen zijn verstrekt met hypothecaire zekerheid. Alleen bij de leningen verstrekt aan verenigingen/stichtingen bestaat een klein risico, dit aandeel is beperkt van omvang, te weten 1,1% van de totale uitzettingen.
3. Financiering2 Financieringspositie Het beleid van de gemeente Lingewaard is erop gericht om zoveel mogelijk van de vrijkomende middelen in te zetten voor de financiering van de eigen investeringen. Ook in het afgelopen jaar heeft de gemeente Lingewaard dit beleid gevolgd. Het achterblijven van investeringen op de planning en een aantal verkopen, zoals brandweerkazerne Bemmel en Brugdijk heeft er voor gezorgd dat er in 2013 geen aanvullende financiering nodig was. Het voordeel van het niet hoeven af te sluiten van een nieuwe langlopende geldlening, waarmee bij de begroting rekening was gehouden, is reeds in de najaarsnota verwerkt. Leningenportefeuille Uit het volgend overzicht blijkt dat ten gevolge van de reguliere aflossingen het gemiddelde rentepercentage met 0,04% is toegenomen. Er zijn in 2013, zoals hiervoor reeds vermeld, geen nieuwe geldleningen opgenomen.
Bedrag
(Bedragen x EUR 1.000) Gemiddelde Invloed op rente gem. rente
Beginstand per 1 januari 2013
89.193
3,82%
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Omzetting vast naar vlottend Omzetting vlottend naar vast
0 -5.229 0 0 0 0 0
0,00% 3,21% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,05% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Eindstand per 31 december 2013
83.964
3,86%
0,04%
4. Organisatie / informatievoorziening Voor het verkrijgen van informatie voor de liquiditeitenplanning heeft de medewerker treasury regelmatig contact gehad met de diverse budgetbeheerders en budgethouders. Actieve informatieverstrekking vanuit de afdelingen komt nog steeds maar zelden voor. De liquiditeiten planning is in het afgelopen jaar 2 keer volledig geactualiseerd. Tussentijds bekend geworden mutaties zijn onmiddellijk verwerkt. Dit alles om de planning zo actueel mogelijk te houden.
1
WSW is Waarborgfonds Sociale Woningbouw, indien de woningcorporaties niet meer kunnen betalen treed het WSW in hun plaats,
daarom zeer laag risico voor kredietverstrekkers. 2
Financiering is het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.
101
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering De interne focus verschuift steeds meer naar een externe focus. De burger stelt meer eisen aan zijn gemeente en verwacht terecht dat wij hierop inspelen. Onze gemeente dient professioneel te functioneren. Ter ondersteuning hiervan heeft de Rijksoverheid de Nederlandse code voor goed openbaar bestuur gepubliceerd, zijnde: openheid en integriteit, participatie, behoorlijke contacten met de burger, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording. Het Rijk roept de gemeenten op de hierin opgenomen beginselen van goed openbaar bestuur toe te passen. Deze beginselen raken de bedrijfsvoering van onze gemeente in al haar facetten. Wij hebben de paragraaf bedrijfsvoering analoog aan deze beginselen ingericht. De traditionele functies die binnen de bedrijfsvoering1 worden onderscheiden, treft u aan in programma 5 “Interne organisatie als klant”.
Wat hebben we bereikt? A. Openheid en integriteit: Wij zijn open en integer en maken duidelijk wat we daaronder verstaan. We geven in ons gedrag het goede voorbeeld, zowel binnen de organisatie als daarbuiten. B. Participatie: Wij weten wat er leeft in de maatschappij en laten zien wat we ermee doen. C. Behoorlijke contacten met de burger: Wij zorgen ervoor dat wij en de organisatie ons behoorlijk gedragen in contacten met burgers. D. Doelgerichtheid en doelmatigheid: Wij maken de doelen van de organisatie bekend en nemen de beslissingen en maatregelen die nodig zijn om de gestelde doelen te behalen. E. Legitimiteit: Wij nemen de beslissingen en maatregelen die we mogen nemen en die in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving. De beslissingen zijn te rechtvaardigen. F. Lerend en zelfreinigend vermogen: Wij verbeteren onze prestaties en die van de organisatie en richten de organisatie hier op in. G. Verantwoording: Wij zijn bereid ons regelmatig en ruimhartig jegens de omgeving te verantwoorden.
Wat doen we daarvoor? A. Openheid en integriteit Raadsinformatiesysteem Met ingang van september 2012 is er een nieuw raadsinformatiesysteem dat tezamen met andere informatie over en rondom de gemeenteraad een geheel vormt. De griffie heeft dit systeem het afgelopen jaar verder gevuld en zorgt er nu voor dat dit actueel gehouden wordt met nieuwe informatie. Daar waar mogelijk zullen nieuwe of aanvullende wensen van de raad in het systeem worden verwerkt. Publicatie decentrale regelgeving De website www.overheid.nl is de toegang tot alle informatie en diensten van de Nederlandse overheid op internet. Alle actuele verordeningen zijn inmiddels geplaatst op deze website en dit wordt waar nodig ook ververst, wanneer er nieuwe verordeningen worden vastgesteld. Alle bekendmakingen van nieuwe verordeningen of verleende vergunningen staan in Het Gemeentenieuws. Deze zijn ook op de eigen website van de gemeente geplaatst en vandaar direct doorgezet naar www.overheid.nl. In 2013 is daarnaast gestart met een uitgebreide inventarisatie van al het beleid dat binnen onze gemeente van toepassing is. In 2014 wordt dit verder uitgewerkt. 1
PIJOFACH-elementen: Personeel, Informatie, Juridisch, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie, Huisvesting
102
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
Indicator 2013 Plaatsen van alle verordeningen op de website www.overheid.nl Plaatsen van de gemeentelijke bekendmakingen op de website www.overheid.nl
Begroot 100% 100%
Werkelijk 100% 100%
Gedragsregels In 2013 is de gedragscode voor politieke ambtsdragers opnieuw vastgesteld. Hierin zijn de normen en waarden uitgewerkt waarop de leden van de gemeenteraad en het college van B&W invulling geven aan hun taken. De aanbevelingen uit het KAFI-rapport zijn daarbij meegenomen. Voor de ambtenaren geldt de gedragscode voor ambtenaren uit 2012. Ambtseed of -gelofte Het vertrouwen in de overheid staat en valt met integriteit. De samenleving moet kunnen vertrouwen op de onkreukbaarheid van ambtenaren. Met het afleggen van de ambtseed/belofte is er een ceremonieel moment waarop de ambtenaar bevestigt dat hij/zij zich als een goed ambtenaar zal gedragen. Op deze wijze committeert iedere individuele medewerker zich aan de speciale taak en opdracht als ambtenaar. Elke medewerker die in dienst treedt (zowel eigen dienst als inhuur en stagiaires) legt de ambtseed of -gelofte (verplicht) af tegenover de gemeentesecretaris. In 2013 hebben 126 personen de ambtseed of –gelofte afgelegd. Dit betrof nieuwe medewerkers, stagiaires en ingehuurde medewerkers. B.
Participatie
Wij betrekken burgers en belangrijke partijen nadrukkelijk bij het vormen of bijstellen van ons beleid. Voorbeelden hiervan zijn: • de Politieke Avond, waar burgers via het spreekrecht het woord wordt gegeven. • de Politieke Markt, waar inwoners en andere belangstellenden kunnen meepraten over nieuw beleid. Bedoeling is dat er een levendige discussie ontstaat tussen alle aanwezigen en meningen en standpunten kunnen worden uitgewisseld en verhelderd. • spoorboekje burgerparticipatie waarin de kaders zijn vastgesteld voor een participatieve stijl van besturen en interactieve beleidsvorming. Met dit kader zijn we er nog niet. In 2013 is de rekenkamercommissie een onderzoek gestart naar het functioneren van de wijkplatforms. Met het opstellen van een actieplan ‘inwonerparticipatie’ is gewacht tot de resultaten van dit onderzoek bekend waren. In het najaar van 2013 werd duidelijk dat de onderzoeksresultaten van de rekenkamercommissie pas in 2014 bekend zijn. We zijn vervolgens van start gegaan met het formuleren van de projectopdracht t.a.v. ‘inwonerparticipatie’. In februari 2014 heeft besluitvorming plaatsgevonden. De raad is hierover middels een informatienota eind februari 2014 geïnformeerd. • de wijkplatforms, alwaar de gebiedscoördinatoren de contacten tussen de gemeente en de wijkbewoners verzorgen. Zij zijn de vraagbaak voor de wijkplatforms en zijn goed op de hoogte van wat er in de wijken speelt en leeft. Via de gebiedscoördinatoren worden werkplannen van de wijkplatforms uitgevoerd en informatie over de gemeentelijke activiteiten verstrekt. De coördinatoren zorgen voor de gewenste inbreng/inspraak vanuit de wijkplatforms en de bewoners om te komen tot een gezamenlijk breed gedragen resultaat. In 2013 is de focus gericht op het verbeteren van de (interne) werkprocessen en (daarmee) het verbeteren van de bekendheid van de wijkplatforms. Dit heeft o.a. geresulteerd in het vast stellen van een werkproces om vragen vanuit de wijkplatforms gestructureerd, zorgvuldig en eenduidig af te handelen. C.
Behoorlijke contacten met burgers
De organisatie is ingericht naar de logica van de burger. De burger kan zich in verschillende hoedanigheden melden bij de gemeente, namelijk als: partner, klant, onderdaan en gebruiker/wijkbewoner. De tevredenheid van de burger hangt af van de prestaties die wij in elk van die hoedanigheden leveren. Behoorlijke contacten 103
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
met burgers en de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sinds een aantal jaren wordt structureel gewerkt aan verbetering van de dienstverlening. Tot 2011 verliep dit via programma dienstverlening, daarna is het programma getemporiseerd. In 2011-2012-2013 is de ontwikkeling slechts minimaal doorgezet. Eind 2013 is een aanzet gemaakt om de ontwikkeling weer gestalte te geven. Er wordt ingestoken op quick winners, middellange termijn ontwikkelingen en een langere termijn visie op dienstverlening. Met de ingebruikname van het nieuwe gemeentekantoor is gestart met het werken op afspraak. Insteek van deze nieuwe methode van werken was ingegeven door de wens om te komen tot een betere dienstverlening waarbij de burgers direct door de juiste persoon worden geholpen. In 2013 is het accent blijven liggen op het werken op afspraak. De methode is in 2013 kleinschalig geëvalueerd. In 2012 lag het percentage afspraken in verhouding tot het totale aanbod van baliebezoekers op circa 40%, in 2013 was dit al bijna 50%. De geluiden van de bezoekers zijn veelal positief, dit geldt ook voor de zijde van de medewerkers. Alleszins reden om het werken op afspraak verder voort te zetten. D.
Doelgerichtheid en doelmatigheid
Onze organisatie is blijvend in beweging. Wij veranderen mee met de samenleving. Als we dat niet doen dan plaatsen we ons snel buiten de werkelijkheid. Het afgelopen jaar zijn wij geconfronteerd met diverse ontwikkelingen die vragen om een passend antwoord. Wij denken hierbij aan: • Intergemeentelijke samenwerking. In deze samenwerking wordt ingezet op een succesvolle intergemeentelijke samenwerking met Arnhem, Overbetuwe, Renkum en Rheden. In dit kader zijn de volgende taakvelden geselecteerd: project- en interim-management(pool), intergemeentelijk sportbedrijf, subsidieverwerving, belastingen, inkoop & aanbesteding, sociale diensten, ingenieursbureau, arbeidsvoorwaarden en rechtspositie, ICT-systemen en -applicaties en “juridische kenniskring” implementatie nieuwe wet- en regelgeving. De thema’s jeugd, Volksgezondheid, Wmo, Begeleiding en Arbeidsmarkttoeleiding / Wwnv worden in breder regionaal verband opgepakt. • Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD). De ambtelijke organisatie heeft een grote verandering ondergaan. Met de start van de ODRA in april 2013 is de uitvoering van het omvangrijke takenpakket van vergunningverlening, advisering, toezicht en handhaving ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) naar de ODRA overgegaan. De consequentie daarvan was dat een aanzienlijke formatie (22,28fte) over is gegaan naar deze Omgevingsdienst. • Regionalisering brandweer. In verband met de wijziging van de Wet op de Veiligheidsregio’s wordt de gemeentelijke brandweer (verplicht) ondergebracht bij de regionale brandweer. De Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden werkt via een projectstructuur uit op welke wijze één regionaal brandweerkorps kan worden gevormd per 1 januari 2014. De uitvoering van de brandweerzorg blijft lokaal. Het doel van de regionalisering is uniformiteit in de brandweerzorg voor alle gemeenten en het behalen van efficiencyvoordelen. In 2013 is een goed overgaan van het brandweer personeel per 1-12014 naar de regionale brandweer voorbereid. In 2013 is de nota Intergemeentelijke samenwerking vastgesteld. Hierin is geconstateerd dat er al vele samenwerkingsverbanden bestaan en dat er al een aantal ontwikkelingen in gang zijn gezet. Tegen deze achtergrond is globaal een richting voor de komende jaren geschetst: 1e. Intergemeentelijke samenwerking op de genoemde thema’s ligt voor de hand, is gewenst en in een aantal gevallen voorgeschreven. Het meest efficiënt is dan om eerst na te gaan of (nieuwe) taken bij bestaande samenwerkingsverbanden kunnen worden ondergebracht. 2e. De aantoonbare meerwaarde op de verschillende aspecten van het afwegingskader is altijd de doorslaggevende factor bij de keuze voor de partner(s) waarmee, de schaal waarop en de vorm waarin wordt samengewerkt. 3e. Bijzondere aandacht verdient de ligging van onze gemeente in het middengebied tussen de grote steden Arnhem en Nijmegen. Ook is sprake van een centrale ligging bij nagenoeg alle regio indelingen tot de Euregio toe. Steeds weer komt naar voren dat dit een unieke kwaliteit is die vele mogelijkheden met zich mee brengt.
104
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
4e. Om deze kwaliteiten en mogelijkheden optimaal te benutten is de gemeente Overbetuwe onze strategische samenwerkingspartner. Dus daarmee de eerste keus bij samenwerking, op alle fronten en in de meest intensieve vorm. 5e. Vanuit dit principe kan de verdere samenwerking – zoveel mogelijk gezamenlijk optrekkend met de gemeente Overbetuwe - op de genoemde onderwerpen en thema’s globaal als volgt vorm gegeven worden. Schaal Thema Vorm G5 Bedrijfsvoering Uitbesteden bij shared service centrum of centrumgemeente G11 Sociaal domein Tijdelijke projectstructuur G16 Veiligheid en gezondheid Bestaande WGR Stadsregio Economie, Ruimtelijke ontwikkeling, WGR plustaken Mobiliteit, Wonen en Kennis/innovatie Bovengenoemde ontwikkelingen hebben consequenties voor de opbouw, structuur, formatie en aansturing van de ambtelijke organisatie. Al deze ontwikkelingen zijn in 2013 meegenomen in de start van de evaluatie van de organisatieontwikkeling sinds de reorganisatie van 2010. De uitkomsten van deze evaluatie worden begin 2014 verwacht. Kengetallen
Onderwerp Personeelsformatie (fte) (begroot) Gemiddeld aantal personeelsleden per 1.000 inwon. Gemiddelde diensttijd Gemiddelde leeftijd Loonsom1 (x € 1.000) Inschakeling derden (x € 1.000) Ziekteverzuimpercentage Instroom (aantal personeelsleden) Uitstroom (aantal personeelsleden) Opleidingsbudget (in €)
Werkelijk 2010 282,55
Werkelijk 2011 293,36
Werkelijk 2012 248,48
Begroting 2013 267,82
Werkelijk 2013 221,23
6,2
6,4
5,4
5,8
5,2
13,38 46,27 15.852 1.649 6,22 11 14 319.718
12,49 46,32 15.778 1.231 4,75 8 22 352.682
12,45 46,92 15.518 1.660 4,51 13 23 273.000
16.366 11 4,5
421.650
2
13,64 48,29 14.540 2.394 4,98 8 41 304.643
Uitsplitsing personeelsformatie begroting 2013 naar klantrollen: Directie 1,00 Ambtelijke ondersteuning 4,00 Burger als partner (Beleids- en projectontwikkeling) 30,84 Burger als klant (Dienstverlening) 75,24 Burger als onderdaan (Veiligheid, Toezicht en Handhaving) 26,33 Burger als wijkbewoner (Openbare ruimte) 54,14 Interne organisatie als klant (Bedrijfsvoering ) 73,38 subtotaal 264,93 Griffie 2,89 TOTAAL 267,82
1
De loonsom is exclusief vrijwillige brandweer, gemeenteraad, college, voormalige wethouders, ambtenaren burgerlijke
stand en overig voormalig personeel. 2
Inclusief opleidingskosten vrijwillige brandweer.
105
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
Opgemerkt wordt dat in de personeelsformatie begroting 2013 geen rekening is gehouden met de ontwikkelingen van de Omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA). Door de uitstroom naar de ODRA is de personeelsformatie met 22,28 fte verlaagd. In de voorjaarsnota heeft de raad ingestemd met een extra budget van € 596.365 voor de personeelsformatie. Hierdoor is de personeelsformatie in de begroting na de uitstroom van de ODRA tijdelijke verhoogd met 9,44 fte. Omdat het structurele extra budget voor de personeelsformatie na vaststelling van de kadernota definitief beschikbaar was, is gekozen om in 2013 de bezetting op deze extra formatie middels inhuur te vervullen. Vanaf 1 januari 2013 is ingestoken op een goede mix van vast en tijdelijk personeel om tijdig en flexibel in te kunnen spelen op de ontwikkelingen. Inhuur derden Maximale inhuur derden uitgedrukt als percentage van de totale loonsom.
Indicator 10%
In totaal is er voor inhuur derden € 2.393.665 uitgegeven. Hiervan is € 1.616.451 besteed aan inhuur bekostigd uit het budget voor de personeelsformatie. De overige inhuur, een bedrag van € 777.214, is inhuur bekostigd vanuit materiële budgetten. In totaal is er in 2013 als percentage van de totale loonsom 14,8% inhuur derden. Kijken we alleen naar de inhuur die vanuit de personeelsbudgetten bekostigd is, gaat het in 2013 om een percentage van 10,01%. De totale inhuur is als volgt verdeeld over de categorieën: Inhuur A: 569.399 Inhuur B: 150.726 Inhuur C: 973.035 Payroll: 700.505 E.
Legitimiteit
Adequaat besluitvormingsproces Het vastleggen van de besluitvormingsacties, het op tijd en op maat rapporteren over de voortgang en het informeren van de gemeenteraad, college en managementteam is een tijd kritisch proces. Om ten aanzien van het besluitvormingsproces beter in control te zijn, wordt al sinds enige tijd gewerkt met een zogenaamde politiek/bestuurlijke actielijst waarin de moties, toezeggingen, artikel 41 reglement van orde vragen en andere informatieve vragen, maar ook de actiepunten naar aanleiding van de B&W-vergadering worden verzameld en bewaakt op voortgang en afdoening (via de stoplichtenprocedure. Dit geldt ook voor onderwerpen op het gebied van bedrijfsvoering. Het afgelopen jaar is dit gehele proces verder gestandaardiseerd en waar mogelijk gedigitaliseerd. Ten slotte is in 2013 een begin gemaakt met het integreren van de doelen uit het coalitieakkoord en programmacollege in de doelenbomen van de programmabegroting. En vervolgens in de cyclus van ondernemingsplan, teamplannen en individuele werkplannen. Zodoende ontstaat een consistente opzet die het mogelijk maakt om de resultaten van de uitvoering door middel van regelmatige rapportages systematisch te monitoren. Bezwaarschriften, klachten en WOB-verzoeken Bezwaarschriften Uit 2012 waren er nog 23 bezwaren, die nog in behandeling moesten worden genomen in 2013. Deze waren eind 2012 ingediend. Het aantal ingediende bezwaren in 2013 was in totaal 268. Naast de 23 bezwaren uit 2012 zijn er van de in 2013 ingediende bezwaren in 2013 104 door team Juridische Zaken en/of het secretariaat van de commissie van advies voor de bezwaarschriften behandeld. 164 bezwaren, waarvan
106
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
142, in eenzelfde zaak, zijn voor behandeling door team JZ en of de commissie doorgeschoven naar 2014. In 3 gevallen was nog niet bekend wat het resultaat is geweest van de bezwaarschriftenbehandeling Van de 124 bezwaren die in 2013 wel zijn behandeld door team Juridische Zaken en waarvan de uitkomst bekend is zijn er uiteindelijk 34 ingetrokken. In 6 gevallen is geconcludeerd dat de commissie niet bevoegd is te adviseren en heeft het tot doorzending van het bezwaar geleidt naar het juiste bestuursorgaan. In 87 gevallen zijn de bezwaren voorgelegd aan de commissie, waarvan bij 77 bezwaren nu bekend is wat de uitkomst van de bezwaarschriftenbehandeling is. Ten aanzien van de doorlooptijd kan van deze 77 bezwaren het volgende worden opgemerkt. Gemiddeld bracht de commissie binnen ruim 7 weken advies uit aan het college. Van de bezwaren is vervolgens 82% door het college afgehandeld binnen 18 weken, dus na verdaging binnen de verlengde bezwarentermijn. Ruim de helft van deze bezwaren was afgehandeld binnen de wettelijke termijn van 12 weken. Eind 2013 zijn onder meer nog 142 bezwaarschriften ingediend tegen een verkeersbesluit dat betrekking heeft op situatie in Doornenburg. Hiervoor is al veel voorwerk in 2013 verricht, maar gaat de commissie de bezwaren pas begin 2014 inhoudelijk behandelen. Omschrijving Bezwaarschriften Besluitvorming nog onbekend Ingetrokken / commissie niet bevoegd Niet ontvankelijk (Deels) gegrond (Deels) ongegrond
Aantal 2013 127 19 40 5 10 53
Indicator 2013 Afhandeling van de ontvangen bezwaarschriften binnen de gestelde 12 wekentermijn Afhandeling van de ontvangen bezwaarschriften binnen de gestelde 18 wekentermijn (na verdaging)
Begroot 85%
Werkelijk 43%
95%
82%
Klachten In 2013 zijn 24 klachten ingediend. Deze klachten worden in eerste instantie informeel afgehandeld door de manager en/of teamleider. Wanneer dit niet tot een oplossing leidt dan bestaat de mogelijkheid om een klacht te laten behandelen via de onafhankelijke klachtadviescommissie. Deze commissie hoort dan zowel klager als de vertegenwoordiger van het college en brengt vervolgens advies uit aan het college om tot een uitspraak te komen over de klacht. Dit is in 2013 twee keer gebeurd. Van de 24 ingediende klachten zijn er in 2013 in ieder geval 18 helemaal afgehandeld. Hiervan is ruim 80% binnen veertien weken afgehandeld. Indicator 2013 Percentage klachten dat binnen de 14 wekentermijn (na verdaging) wordt afgehandeld
Begroot 95%
Werkelijk 83%
WOB-verzoeken In 2013 zijn 47 WOB-verzoeken ingediend, welke allemaal zijn afgehandeld. Voor zover de gegevens beschikbaar zijn, zijn die verstrekt. Wanneer ze niet beschikbaar zijn dan hoeven deze niet te worden verstrekt. Er wordt bijvoorbeeld wel eens om overzichten gevraagd, maar wanneer wij deze zelf niet hebben dan hoeven we deze overzichten ook niet aan te maken. Veel tijd zit in het helder krijgen van de vraag en vervolgens het verzamelen van de informatie binnen de eigen ambtelijke organisatie. Uiteindelijk is twee derde van de WOB-verzoeken afgehandeld binnen 4 weken. Verder is na verdaging 80% afgehandeld binnen 8 weken.
107
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
Indicator 2013 Percentage WOB-verzoeken dat binnen de 4 wekentermijn wordt afgehandeld
Begroot 75%
Werkelijk 67%
Wet dwangsom De gemeente heeft gedurende het jaar een beperkt aantal ingebrekestellingen ontvangen in verband met het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag of een bezwaar. Wanneer een ingebrekestelling binnenkwam is telkens snel actie ondernomen om alsnog binnen een termijn van twee weken een besluit te nemen. Meestal lukt dit ook. In twee gevallen is dat niet gelukt en is een dwangsom uitbetaald. Aansprakelijkstellingen Op 1 januari 2013 waren nog 29 aansprakelijkstellingen in behandeling. In 2013 zijn 76 nieuwe aansprakelijkstellingen ontvangen. De aansprakelijkstellingen hebben betrekking op: • zaakschade 65 • letselschade 6 • zaak/letselschade 16 • vermogensschade 16 • immateriële schade 2 Van de 105 aansprakelijkstellingen zijn er 32 aangemeld bij onze aansprakelijkheidsverzekering en zijn er 51 in eigen beheer in behandeling genomen. Van de 83 afgewikkelde zaken • waren we 14 keer aansprakelijk • waren we 43 keer niet aansprakelijk • is 12 keer de zaak niet doorgezet of ingetrokken • zijn 14 zaken doorgestuurd In 2013 was het totale schadebedrag door de gemeente uitgekeerd aan derden € 26.893. En het totale schadebedrag dat door de verzekeraar is uitgekeerd aan derden bedroeg € 2.500. Op 31 december 2013 waren nog 22 zaken in behandeling. Deze hebben betrekking op:
•
• • •
5 zaken lopen bij de rechtbank. Twee daarvan hebben betrekking op een bouwvergunning, één op een milieuvergunning, één op de zondagopenstelling winkels en één op gewekte verwachtingen. 8 zaken betreft zaak/ letselschade. Alle zaken zijn aangemeld bij CB en zijn in afwachting van de onderbouwing van de letselschade door claimanten. 4 zaken betreft vermogensschade, waarbij we wachten op onderbouwing van claimanten. 5 zaken betreft zaakschade, waarbij we wachten op een reactie van de vakafdeling.
CAR-verzekering Daarnaast kennen we nog de aansprakelijkstellingen, die vallen onder de CAR-verzekering. De CARverzekering dekt de schade tijdens (bouw)werkzaamheden. De doorlopende Carverzekering biedt ook dekking voor schade aan en van aannemers en onderaannemers die werkzaamheden uitvoeren voor de gemeente. Van de 20 behandelde zaken, zijn er 19 aangemeld bij onze verzekeraar en zijn er eind 2013 15 afgehandeld. In 10 gevallen is de schade toegekend. De gemeente heeft aan derden een schadebedrag uitgekeerd van € 48.793. Er is totaal uitgekeerd door de verzekeringsmaatschappij aan derden € 6.671.
108
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
F.
Lerend en zelfreinigend vermogen
Rekenkamercommissie In maart 2013 heeft de rekenkamercommissie verantwoording afgelegd over de door haar uitgevoerde werkzaamheden over het jaar 2012. Tevens is het werkplan voor 2013 aangeboden. In dit plan is gekozen voor het volgende onderzoeksprogramma: 1. Afronding van het onderzoek Bergerden (stand van zaken: rapport is vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 12 december 2013. B&W is gevraagd om binnen 3 maanden aan te geven op welke manier de informatievoorziening met betrekking tot Bergerden beter vorm en inhoud kan krijgen); 2. Onderzoek wijkplatforms (dit onderzoek is nog niet afgerond); 3. Het onderzoek naar de jaarstukken over 2012. Bij schrijven van 4 juni 2013 heeft de rekenkamercommissie zijn bevindingen kenbaar gemaakt. Hierbij is gekeken tot welke verbeteringen het eerdere onderzoek naar de jaarstukken 2011 heeft geleid. Aangezien gewerkt werd aan de doorontwikkeling van de begroting heeft de commissie het niet zinvol geacht om een uitgebreid onderzoek te doen naar de kwaliteit van de begroting- en verantwoordingsinformatie. Onder de aandacht is gebracht dat de begroting 2012 zijn beperkingen kent inzake het stellen van heldere, meetbare doelen, waardoor het leggen van een relatie tussen doelen, middelen en budget beperkt mogelijk is. In de begroting 2014 is hier een behoorlijke slag in gemaakt. - In verband met de in voorbereiding zijnde nota grondbeleid heeft de rekenkamercommissie afgezien van het onderzoek naar de doorwerking van het onderzoeksrapport grondbeleid. - Tot slot is de verantwoordingsinformatie over personele uitgaven en inhuur beoordeeld. Geadviseerd is om ten aanzien hiervan in de paragraaf bedrijfsvoering meer analysemateriaal en inzicht te geven. De aanbeveling om de formatie te koppelen aan de doelen en resultaten wordt in de begroting 2015 verwerkt. - De rekenkamercommissie heeft geconstateerd dat de aandachtspunten zoals vermeld in het actieplan, gebaseerd op de aanbevelingen van de accountant en rekenkamercommissie betrekking hebbende op de jaarstukken 2010, zijn verwerkt in de jaarrekening 2012. Accountant Bij schrijven van 24 mei 2013 heeft Ernst & Young het verslag van bevindingen inzake de controle van de jaarrekening 2012 ter beschikking gesteld. De accountant heeft een goedkeurende verklaring afgegeven met betrekking tot zowel de getrouwheid als rechtmatigheid. Dit betekent respectievelijk dat: • het jaarverslag en de jaarrekening 2012 zijn ingericht in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en dat de in de programmarekening opgenomen balans en toelichting en de rekening van baten en lasten een getrouwe weergave is van de financiële positie en baten en lasten; • de baten, lasten en balansmutaties in de jaarrekening 2012 in overeenstemming zijn met de door de raad vastgestelde wet- en regelgeving. Tevens is vastgesteld dat de inhoud van het jaarverslag niet strijdig is met de jaarrekening. Auditcommissie De auditcommissie is vier maal ter vergadering bijeen geweest in 2013. Met de vaste adviseurs zijn onder andere de volgende onderwerpen (een aantal meerdere malen) aan de orde geweest: accountantscontrole 2012/2013, actieplan aanbevelingen jaarrekening 2012, doorontwikkeling van de programmabegroting, evaluatie van de auditcommissie, onderzoeksprotocol rekenkamercommissie en monitoring raadsonderzoek. Doorontwikkeling programmabegroting In 2013 is hard gewerkt aan een begroting die een zo volledig mogelijk beeld geeft van alle doelen die de gemeente nastreeft, die thematisch is ingedeeld en voor u alle informatie bevat om voldoende te sturen. Bij de inrichting van de 11 programma’s zijn de sociale visie en ruimtelijke structuurvisie als uitgangspunt gehanteerd. Deze programma’s zijn, mede op basis van de verschillende beleidsnota’s, vertaald in 109
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
doelenbomen. Bij dit proces waren zowel uw raad, het college als de organisatie nadrukkelijk betrokken middels diverse bijeenkomsten. Naast bovengenoemde aspecten heeft de begroting tevens een enigszins andere indeling gekregen, met dien verstande dat toegevoegd zijn een nieuw hoofdstuk “Samenhang en speerpunten” en een populaire versie hoe we er financieel voor staan. Artikel 213a onderzoeken Het college onderzoekt het eigen gevoerde bestuur, zoals uitgevoerd door de ambtelijke organisatie op basis van artikel 213a van de gemeentewet. Dit (zelf)onderzoek, gericht op de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door haar gevoerde bestuur, heeft in 2013 niet plaatsgevonden. De reden hiervan is gelegen in het feit dat de prioriteit is gelegd bij de doorontwikkeling van de begroting. Benchmark In 2012 is niet deelgenomen aan de benchmark “waar staat je gemeente” (in principe één maal per twee jaar). G. Verantwoording Jaarrekening, najaarsnota, tussentijdse rapportages en IC-plan In overleg met de gemeenteraad heeft in juni 2013 voor het eerst een gecombineerde behandeling van jaarstukken (verleden), voorjaarsnota (heden) en kadernota (toekomst) plaatsgevonden. De verwachting was dat de gemeenteraad door deze gecombineerde behandeling beter in staat zou worden gesteld om de eventuele consequenties vanuit de jaarstukken naar voorjaarsnota en kadernota en vanuit de voorjaarsnota naar kadernota te overzien en met elkaar in verband te brengen. Voor en tijdens de raadsvergaderingen bleek de raad het toch lastig te vinden om kort achter elkaar een aantal omvangrijke documenten tot zich te nemen. Daarnaast bleek de behoefte aan het eerder dan tot nu toe beschikbaar hebben van de jaarstukken. In november 2013 vond een gecombineerde behandeling van najaarsnota en begroting plaats. Op basis van de zgn. 10-puntenlijst (belangrijkste punten waarover de raad tussentijds geïnformeerd wil worden) zijn, naast een voor- en najaarsnota, nog 4 tussentijdse rapportages aan de raad voorgelegd. Daarbij is de afspraak gemaakt, dat deze tussentijdse rapportages niet op voorhand worden geagendeerd voor een Politieke Avond of raadsvergadering. Mochten de rapportages daar toch aanleiding toe geven dan zouden deze alsnog door en met de raad worden besproken. Hiervan is in 2013 geen gebruik gemaakt. In 2013 is een Jaarplan interne controle opgesteld. Daarin staat beschreven welke processen in en over 2013 aan interne controle worden onderworpen. Voor deze processen zijn deelplannen uitgewerkt waarin concreet staat beschreven op welke wijze de interne controle wordt uitgevoerd. Het jaarplan en de bijbehorende deelplannen zijn in overleg met de externe accountant tot stand gekomen en in de auditcommissie besproken.
110
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen Inleiding De door de gemeenteraad vastgestelde notitie verbonden partijen vormt een aantal jaren de basis voor een toezichtarrangement waardoor tijdig inzicht mogelijk is op en sturing kan worden gegeven aan ontwikkelingen die van invloed zijn op de toekomstige financiële situatie van organisaties in de sfeer van verlengd lokaal bestuur. Deze notitie reikt tevens het algemene kader aan, waaraan eventuele nieuwe samenwerkingsverbanden worden getoetst. Een onderdeel van dit toezicht arrangement betreft de wijze waarop door de gemeentelijk vertegenwoordiger gerapporteerd wordt aan de gemeenteraad. In onze gemeente is dit inmiddels gemeengoed geworden door tijdens politieke avonden een vast agendapunt daarvoor in te ruimen. Voor de volgende verbonden partijen zijn de risico’s inzichtelijk gemaakt: • gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) (voorheen Hulpverlening Gelderland Midden (HGM)); • idem Stadsregio Arnhem Nijmegen; • idem Euregio Rijn-Waal; • idem Openbaar Lichaam Bergerden (OLB); • idem Werkvoorzieningschap Midden Gelderland (Presikhaaf); • idem voor Onderwijszaken (GRO); • idem Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA). Daarbij wordt voor deze verbonden partijen specifiek ingegaan op de volgende onderdelen: • basisgegevens; • bestuurlijke relatie; • financiën; • financiële risico’s; • maatschappelijke risico’s. Dit biedt voor de gemeentelijke vertegenwoordigers een handvat voor de aansturing van de betreffende verbonden partij. Bovendien wordt daardoor op ambtelijk en bestuurlijk niveau inzicht gekregen in het functioneren van de verbonden partij. Verder komen de conceptbegrotingen en jaarverslagen van de zwaardere verbonden partijen aan de orde in collegevergaderingen en worden de bevindingen ter kennis gebracht van de gemeenteraad. De specifieke risico’s ten aanzien van enkele zwaardere verbonden partijen worden behandeld in de paragraaf weerstandsvermogen.
Het beleid ten aanzien van verbonden partijen Het beleid om in verbonden partijen te participeren is gebaseerd op een aantal criteria. Deze criteria zijn kort samengevat: - het participeren in een verbonden partij is alleen toegestaan indien daarmee een publieke taak wordt gediend; - participatie in een privaatrechtelijke rechtsvorm vindt uitsluitend plaats indien onderzocht en gemotiveerd is waarom uitvoering van beleidsvoornemens niet in een publieke rechtsvorm kan e plaatsvinden (zie ook art. 160, 2 lid Gemeentewet). 111
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Ontwikkelingen Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen, die in 2013 in de sfeer van de verbonden partijen hebben plaatsgevonden. Soms wordt ook kort stilgestaan bij de doorloop naar 2014. PARK LINGEZEGEN Voor de realisatie en het toekomstig beheer van Park Lingezegen is in december 2010 een gemeenschappelijke regeling getroffen. Deelnemende partijen zijn de gemeenten Arnhem, Overbetuwe en Lingewaard, de provincie Gelderland en het Waterschap Rivierenland. In 2014 treedt de gemeente Nijmegen toe tot de gemeenschappelijke regeling. De gemeenschappelijke regeling voorziet in de langdurig gedeelde verantwoordelijkheid voor een goed beheer van het parkgebied en in afspraken over de financiering van dat beheer. Naast het Algemeen Bestuur waarin alle deelnemende partijen zitting hebben, vormen vertegenwoordigers van de provincie en van de gemeenten Overbetuwe en Lingewaard het Dagelijks Bestuur. De gemeenschappelijke regeling voor het park is nog niet beschreven in de in de inleiding genoemde notitie verbonden partijen. Om die reden wordt hieronder kort ingegaan op de parkbegroting alsmede op de financiële en maatschappelijke risico’s. De bestuurlijke context is hierboven al geschetst. Voor de realisatie van het park is een basisuitrusting aangegeven waarvoor de Parkorganisatie de grondverwerving en inrichting realiseert. Uitgangspunt hierbij is dat ten eerste de beschikbaar gestelde middelen (€ 68 miljoen) taakstellend zijn en dat de basisuitrusting eind 2014 gereed is (oorspronkelijke planning ten tijde van het aangaan van de gemeenschappelijke regeling was 1-1-2014). De bijdrage van Lingewaard hieraan is € 2,5 miljoen. De gemeente Lingewaard heeft samen met de gemeente Overbetuwe een subsidie ten behoeve van opsporing en ruiming van niet gesprongen conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog aangevraagd bij het ministerie van BZK. BZK heeft deze subsidie niet toegekend. Innovatief wordt in samenwerking geprobeerd om de kosten zo laag mogelijk te houden. Voor het beheer is een fonds ingesteld. Oorspronkelijk zou onze gemeente daaraan structureel jaarlijks € 240.000 bijdragen. Naar aanleiding van de voorgenomen toetreding van Nijmegen heeft het Dagelijks Bestuur Park Lingezegen zich in 2013 gebogen over mogelijkheden om de gemeentelijke beheerkosten te beperken. De beheerbijdrage wordt in 2015 € 235.000 en vanaf 2016 € 230.000. Ook in 2013 is naar aanleiding van de overdracht van rijkstaken voor natuurontwikkeling naar de provincie (waarbij ook een bezuiniging op de beheerbijdrage is doorgevoerd) onderzocht of het beheerfonds nog steeds voldoet voor een goed beheer van de volledige basisuitrusting (alle geplande maatregelen die van overheidswege worden gerealiseerd). Met de provinciale toezegging van een jaarlijkse bijdrage van ca. € 125.000 is dat het geval. Ook het beheerbudget is taakstellend. Dit betekent dat in geval van tegenvallers dan wel hogere kosten dan geraamd, parkonderdelen soberder worden uitgevoerd en/of beheerd. Financieel loopt de gemeente geen risico. Maatschappelijk risico is dat bij een taakstellend budget en hogere kosten in de praktijk, parkonderdelen niet kunnen worden gerealiseerd of een soberder beheer ontstaat. Door middel van risicomanagement en het tijdig signaleren van knelpunten en het nemen van maatregelen, wordt dit zoveel mogelijk voorkomen. De financiële bijdragen aan realisatie en beheer zijn voor alle partijen in een bestuursovereenkomst vastgelegd.
112
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
STADSREGIO ARNHEM NIJMEGEN De stadsregioraad is een samenwerkingsverband van 20 gemeenten in de regio’s Arnhem en Nijmegen. De samenwerking heeft vorm gekregen in een zogenaamde WGR+. De kerntaken van de stadsregio zijn mobiliteit, ruimte, wonen en werken. Regionaal plan 2005-2020 Het Regionaal Plan Stadsregio Arnhem Nijmegen 2005-2020 wordt op basis van de 4 thema’s ( werken en bereikbaarheid, vervoer en knooppunten, landschap en recreatie, wonen in stad en land) uitgewerkt. Belangrijke items daarbij zijn: Verstedelijking, mobiliteit en infrastructuur, Verstedelijkingsafspraken 20102020, volkshuisvesting en duurzaamheid en Werken/economische stimulering. Per kerntaak zijn de onderstaande projecten uitgevoerd. Projecten mobiliteit
Projecten ruimte
Projecten wonen
Projecten werken
.
. . . .
OV/RO Knooppunten
.
Woningmarktanalyse
.
Detailhandelsbeleid
De Groene Kracht
.
Pilot Middengebied
.
Bedrijventerreinenbeleid
Fietsknooppunten
.
Huisvestingsverordening
.
Offensief bereikbaarheid
. . . .
OV-chipkaart Stadsregiorail Bicyclebuddy SLIM. Meer mensen
.
beter bereikbaar
. . . . . . .
VIA15 Breng kenniscentrum
.
2013
Gebiedsgericht MIRTonderzoek
.
Woonlastenbenadering
Regiocontract 2012-
.
Startersondersteuning
2015
.
Themabijeenkomsten
.
Vastgoedrapportage
Wonen
.
Toerisme
Eureka . .
Portal Arnhem Nijmegen City Region
Verstedelijkingsopgave •BOV's Verstedelijking en Mobiliteit
Stadsregiotaxi Sintropher
.
2010-2020
Snelfietsroutes Toegankelijk OV
Versterken logistiek vestigingsklimaat
.
Regioateliers
Breng/Openbaar vervoer
. .
HOV-netwerk Digitaal ReisInformatieSysteem
Toekomstperspectief Naast deze reguliere taken van de stadsregio is in 2013 de voorbereiding gestart voor de periode na 2015 wanneer naar verwachting de WGR+ regeling, waarop de huidige stadsregio gebaseerd is, wordt afgeschaft. Belangrijkste gevolg daarvan is dat de taken en financiële middelen voor ‘verkeer en vervoer’ naar de provincie gaan. De eerste aanzet voor de toekomst van de stadsregio is gegeven in het zogenaamde burgemeestersinitiatief van maart 2013. Er bestaat inmiddels redelijke bestuurlijke consensus over de wenselijkheid van een nieuwe vorm van samenwerking op stadsregionaal niveau voor de taken ‘economische profilering’, ‘mobiliteit en bereikbaarheid’ en ‘huisvesting en wonen’. Een risico van de beëindiging van de huidige stadsregio is dat er vanwege de ontmanteling van de organisatie frictiekosten ontstaan. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN (VGGM) Regionalisering gemeentelijke brandweer Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van de uitvoering van de voorbereiding van de regionalisering van de (lokale) brandweer. Met de aanpassing van de Wet Veiligheidsregio’s worden gemeentelijke brandweerkorpsen opgeheven en ondergebracht bij de Veiligheidsregio’s per 1 januari 2014. In dit kader is 113
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
in 2013 o.a. een dienstverleningsovereenkomst met de VGGM afgesloten, waarbij personeel, materieel, gebruik van gebouwen etc. zijn overgedragen en vanaf 2014 als ‘Brandweer Gelderland-Midden in regionaal verband ook brandweerzorgtaken voor de gemeente Lingewaard blijven uitvoeren. In de brandweerpost aan de Karstraat in Bemmel, wordt ook een van de regionale posten gevestigd, waardoor de brandweer ook fysiek in Lingewaard aanwezig blijft. De vrijwilligers blijven ook hun plaatselijke brandweertaken uitvoeren, ook zij vallen nu onder de Brandweer Gelderland-Midden. Crisisbeheersingsorganisatie (regionaal crisisplan) Onder invloed van landelijke ontwikkelingen is het crisisplan in 2013 gewijzigd. Het betreft hier onder andere wijzigingen in de GRIP-structuur. Deze wijzigingen waren noodzakelijk omdat interregionale of nationale crises nog niet beschreven waren. Bij het onderdeel bevolkingszorg (voorheen gemeentelijke processen), is besloten - na de proef met de officier bevolkingszorg - dat deze functie structureel zijn plaats krijgt binnen de operationele crisis-structuur. Hierdoor is bevolkingszorg nu in de hele operationele keten vertegenwoordigd. Het algemeen Bestuur heeft voorts ingestemd, met de visie Bruijnooge (rapport ‘bevolkingszorg op orde’), waarbij de positie van zelfredzaamheid van burgers wordt benadrukt en het dus minder vanzelfsprekend is dat de overheid alles regelt. Landelijk Crisis Management Systeem Het Landelijk Crisis Management Systeem is ook in Lingewaard operationeel. Ten opzichte van het vorige systeem (Eagle) wordt dit als een stap terug ervaren, omdat de functie om opdrachten te verstrekken in dit systeem ontbreekt. Hierdoor moeten nu naast dit systeem ook nog berichten met e-mails worden verzonden. Met 2 systemen naast elkaar werken, is erg onhandig, blijkt uit oefeningen. Veiligheidshuis Arnhem Het Veiligheidshuis is een netwerkorganisatie die de problematiek op het gebied van openbare orde en veiligheid aan de hand van vier thema’s integraal aanpakt door middel van casus overleggen met OM, politie, gemeenten en diverse zorginstellingen. Dit moet leiden tot een afname van recidive en meer veiligheid in het gebied dat door het Veiligheidshuis wordt bestreken, waaronder de gemeente Lingewaard. In 2012 is de gemeente Lingewaard bij dit netwerk aangesloten. In 2013 is het onderliggend concept verder doorontwikkeld en een landelijke rendementsanalyse ontworpen om de effectiviteit beter te kunnen meten. Gezondheid De VGGM is in de regio Gelderland-Midden aangewezen als de gemeentelijke gezondheidsdienst. De regiogemeenten financieren de VGGM met de inwonersbijdrage. De VGGM-GGD voert hiervan onder andere het uniform deel van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar uit. Daarnaast is de inwonersbijdrage de financieringsbasis voor een aantal andere taken op het gebied van het gezondheidsbeleid dat de VGGM uitvoert in opdracht van de gemeenten en ter uitvoering van de Wet publieke gezondheid. Deze taken zijn: • uitvoering uniform basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 4-19 jr. (JGZ) • uitvoering monitor cyclus • de bestrijding van infectieziekten (de bestrijding van epidemieën uit de A-groep valt onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Veiligheidsregio) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen en Aanvullende Seksualiteitshulpverlening (SENSE) TBC bestrijding • technische Hygiënezorg bij grootschalige evenementen • Medische Milieukunde • psychosociale hulp bij rampen • reizigersadvisering en –vaccinatie 114
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
•
forensische Geneeskunde
In het kader van het gezondheidsbeleid is in 2013 onder andere verder gewerkt aan de volgende ontwikkelingen: • Het verder invullen van de advisering van de GGD aan de gemeenten bij beslissingen die de gezondheid kunnen beïnvloeden. • Het door ontwikkelen van de epidemiologische monitoring, kwalitatief onderzoek en registraties om te komen tot een regionale VTV (Volksgezondheid Toekomst Verkenning) en een verbeterde lokale informatieverstrekking. • Advisering van de gemeenten m.b.t. het inzetten van effectieve interventies ten behoeve van de speerpunten van het gezondheidsbeleid. Naast de wettelijke en uniforme taken heeft de VGGM in 2013 o.a. in maatwerk met aanvullende financiering ook de volgende taken uitgevoerd voor de gemeente: • uitvoering maatwerk basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 4-19 jr. • inspectie instellingen voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk • Centrale Toegang binnen de Openbare Geestelijke Gezondheid Zorg • Backoffice Jeugd en Gezin/ Opgeschaalde Zorg WERKVOORZIENINGSCHAP MIDDEN GELDERLAND (PRESIKHAAF BEDRIJVEN) Algemeen Lingewaard neemt samen met andere gemeenten in de regio Arnhem deel in de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Midden Gelderland, beter bekend als “GR Presikhaaf Bedrijven”. Deze organisatie biedt aangepast werk met begeleiding en ondersteuning aan zo’n 3.000 mensen met een indicatie voor sociale werkvoorziening (SW). Daarvan zijn zo’n 235 inwoner van de gemeente Lingewaard. Koers herstructurering Presikhaaf Bedrijven Vanwege veranderende opvattingen over de toekomst van de sociale werkvoorziening en de rol van de overheid in deze sector in 2007 en 2008 besluiten genomen over de gewenste richting aan de hand van de zogenoemde WAT- en HOE-rapportages. Mede ingegeven door de slechtere economische omstandigheden, de bezuinigingen van het Rijk en de verwachte geheel nieuwe wetgeving rond het thema “werken naar vermogen” zijn vanaf eind 2011 bestuur en directie van de GR Presikhaaf Bedrijven samen met de deelnemende gemeenten intensief met een herstructurering aan de slag gegaan. Het door de Lingewaardse gemeenteraad ingenomen standpunt met betrekking tot de koers van Presikhaaf Bedrijven is samengevat als volgt. • Opheffen van de huidige Gemeenschappelijke Regeling uiterlijk per 1 januari 2015. Omvorming van de huidige gemeenschappelijke regeling naar samenwerkingsverband(en) van gemeenten, en mogelijk andere partijen, voor de vormgeving van een werkgeversdienstverlening- en/of plaatsingsorganisatie en voor beschut werken. • Afslanken van de organisatie, afstoten bedrijfsonderdelen en onroerend goed. Nadruk op beperking van de bedrijfs- en daarmee de financiële risico’s, waarbij budgettaire neutraliteit uitgangspunt is. • Interne herstructurering van Presikhaaf Bedrijven binnen 2 jaar naar twee aparte entiteiten (Beschut Werken en Plaatsingsbedrijf). • In principe alle opties voor schaal en vorm open; vormgeving dicht bij en/of passend bij de doelgroep dient uitdrukkelijk overwogen te worden. • Beschut Werken: streven naar budgettair neutrale uitvoering. Plaatsingsorganisatie: streven naar winst. • Primair inzetten van de opbrengsten om alle kosten van de herstructurering (binnen een nader af te spreken termijn) terug te betalen aan de deelnemende gemeenten.
115
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Splitsing organisatie Na instemming van de aangesloten gemeenten heeft het Algemeen Bestuur medio 2013 besloten om Presikhaaf verder te stroomlijnen en op te splitsen in een entiteit voor Beschut Werk (BW) en een entiteit voor Arbeidsmarkttoeleiding (AMT). De hiermee samenhangende reorganisatie is daarna in gang gezet, met als feitelijke startdatum 1 januari 2014. De gemeenteraad van Lingewaard is vooraf akkoord gegaan met deze nieuwe transitiefase waarbij de hoogte van de herstructureringskosten tot een bedrag € 16 miljoen wel het vertrekpunt blijft. Presikhaaf Bedrijven zal uitdrukkelijk gedetailleerd moeten onderbouwen indien de kosten boven dit bedrag uitkomen. Onderzoeken Ter ondersteuning van dit besluitvormingsproces is in opdracht van de gemeenten een drietal onderzoeken uitgevoerd. Onafhankelijk onderzoek naar meest geëigende juridische organisatievorm Het onderzoek is in opdracht van de gemeenten uitgevoerd door het bureau Tom de Haas Consultancy; het onderzoeksrapport met bijlagen is in mei 2013 aan uw raad aangeboden. Het rapport bevat een aantal “als-dan” scenario’s. Eén van de conclusies is dat de door gemeenten ervaren bezwaren in de bestuurlijke sfeer ook goed binnen de huidige Gemeenschappelijke Regeling kunnen worden ondervangen. Niet de juridische vorm maar de inhoud moet leidend zijn. Veel meer is van belang dat gemeenten een standpunt innemen over hun eigen rol bij de introductie van de Participatiewet en derhalve die van het huidige SW-bedrijf. Garantie-omzet Sinds 2012 is de gemeentelijke garantieomzet-regeling ingevoerd ter grootte van € 6 miljoen. Doel hiervan is omzetverhoging en een prikkel om meer werk te gunnen aan Presikhaaf. In het voorjaar van 2013 heeft een eerste evaluatie van de regeling plaatsgevonden. Samengevat was de conclusie dat de regeling met enkele aanpassingen weliswaar kan voldoen, maar dat deze gezien alle veranderingen vanaf 2015 moet eindigen. Dat betekent dat de garantieomzet voor het laatst in de begroting 2014 is opgenomen. Herstructureringskosten Gelet op de huidige inzichten en de komende besluitvorming over de toekomst van de Gemeenschappelijke Regeling Presikhaaf Bedrijven is opnieuw gekeken naar het Transitieplan en de hiermee samenhangende herstructureringskosten. Dit heeft ertoe geleid dat de herstructureringskosten aanzienlijk lager zullen gaan uitvallen dan oorspronkelijk geraamd. De ontwikkeling van de kosten wordt nauwlettend gevolgd door de deelnemende gemeenten. Jaarverslag en Jaarrekening 2012 In het voorjaar van 2013 zijn Jaarverslag en Jaarrekening 2012 aangeboden en –nadat de gevoelens van de deelnemende gemeenten waren teruggekoppeld- definitief vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de GR Presikhaaf Bedrijven. De gemeenteraad van Lingewaard heeft kennis genomen van deze stukken en vastgesteld dat deze niet wezenlijk afwijken van de eerdere Gewijzigde Begroting 2012. Hoewel het uiteindelijke resultaat per saldo iets gunstiger uitpakt dan begroot, baarde het grote financiële tekort, de navenant grote vordering op de gemeente (€ 1.287.300) en de volledig gereduceerde algemene reserve onze raad grote zorgen. Begroting 2013 Eind 2012 heeft het Algemeen Bestuur van de GR Presikhaaf Bedrijven –nadat de gevoelens van de deelnemende gemeenten waren teruggekoppeld- de Begroting 2013 vastgesteld. Daarin wordt voor 2013 een negatief resultaat na bestemming begroot van ruim € 7,5 mln. Hierin is de omzet vanuit de zogenoemde garantieomzet-regeling meegenomen. In een eerdere meerjarenraming werd voor 2013 nog uitgegaan van een veel groter verlies. De “verbetering” is vooral toe te schrijven aan het uitstellen van de grote organisatieverandering en de daarmee samenhangende kosten naar 2014. Het Lingewaardse aandeel in het geraamde tekort bedraagt € 620.000. 116
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Participatiewet en veranderende focus voor sociale werkvoorziening Het Kabinet heeft ter vervanging van eerdere plannen een Participatiewet aangekondigd. In de loop van 2013 zijn de contouren ervan duidelijk geworden. Een wetsvoorstel is einde 2013 aan de Tweede Kamer aangeboden. Einde 2012 zijn de contouren hiervan bekend gemaakt; een eerste wetsvoorstel zal in het voorjaar van 2013 worden gepresenteerd. Beoogde invoering is intussen verschoven per 1 januari 2015 en kan niet los worden gezien van de andere decentralisaties van taken binnen het sociale domein van het Rijk naar de gemeenten. De komst van de nieuwe Participatiewet betekent een verbreding van doelgroep, verzwaring van de gemeentelijke verantwoordelijkheid en vergroting van de financiële last voor de gemeenten. Deze wet heeft ook ingrijpende gevolgen voor de SW-sector. Nieuwe wet per 2015 uit Wwb, WSW en Wajong Gericht op deelname aan samenleving door arbeidsparticipatie Eén regeling voor iedereen die in staat is tot werken, vangnet voor wie (nog) niet kan werken Alle ondersteuning aan mensen op gebied van werk en inkomen Toename aantal klanten (naar zich nu laat aanzien niet de huidige SW-ers en Wajong-ers) Gemeenten volledig verantwoordelijk Nieuw te vormen “Werkbedrijf” o Bemiddeling, begeleiding, loonwaardebepaling Sociale Werkvoorziening “op slot” voor nieuwe deelnemers Noodzakelijke transformatie bestaande Sociale Werkvoorziening Gemeenten organiseren nieuw “Beschut Werk” (Regionale) werkgeversdienstverlening Loonkostensubsidie i.p.v. loondispensatie Samenhang met een nieuwe Quotumwet: arbeidsquotum mensen met arbeidsbeperking (werkgevers 100.000 en Overheid 25.000 plaatsen) Participatiebudget neemt af EUREGIO RIJN-WAAL Euregionale projecten en subsidies kunnen een rol spelen bij het behalen van gemeentelijke doelen. Hierbij gaat het vooral om het stimuleren van duurzame ontwikkelingen en kleinschalig toerisme en recreatie die in balans zijn met natuurwaarden, en om het handhaven van cultuurhistorische landschapselementen. In 2014 gaat de nieuwe subsidieperiode Interreg V 2014-2020 van start. Verwacht wordt een duidelijk hoger subsidievolume van € 220 miljoen ( Interreg IV had een volumen van € 138 miljoen). 65% van de middelen worden ingezet voor de eerste prioriteit: innovatie. Bijzondere aandacht is hier voor CO2 reductie en duurzame energie. 35% van de middelen worden ingezet voor de tweede prioriteit: sociaal-culturele en territoriale cohesie. Hieronder valt onder meer arbeid, cultuur, landschap, natuur, demografie en netwerkontwikkeling. In 2013 was voor Lingewaard – dit geldt overigens ook in 2014 - het belangrijkste Euregionale item de uitvoering van het Europees project KlikER, Klimaatgemeenten in de Euregio Rijn-Waal”. Dat is een Interregproject gericht op duurzame regionale ontwikkeling door grensoverschrijdende uitwisseling van ervaring en kennis op klimaatgebied. Hieraan nemen 11 Nederlandse en Duitse gemeenten deel. Het KlikER project loopt tot en met 2014. De voorbereidingen voor een vervolgproject worden door de deelnemende gemeenten in 2014/2015 opgepakt. Dan zal ook Lingewaard moeten bekijken of deelname aan het vervolgproject zinvol wordt geacht. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BERGERDEN In 1999 zijn de gemeenten Nijmegen en Lingewaard (toen: Bemmel en Huissen) een gemeenschappelijke regeling (GR) aangegaan met als doel het ontwikkelen van het glastuinbouwconcentratiegebied Bergerden. 117
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Er werd tevens een samenwerkingsverband aangegaan met de Stichting Stimulering Tuinbouw OverbetuweLiemers (STOL). De stagnerende verkoop van tuinbouwkavels en de daarmee gepaard gaande forse nadelige gevolgen voor de grondexploitatie, blijven redenen tot grote zorg. Met inachtneming van de conclusies uit het LEI-rapport (najaar 2012), de rapportage werkatelier toekomst Agropark Bergerden (oktober 2012) en een Discussienota Toekomstperspectief Bergerden (november 2013) heeft het bestuur van de GR Bergerden in een “Kadernota Toekomstperspectief Bergerden" (januari 2014) de intentie uitgesproken om de volgende koers in te zetten: 1. Toplocatie glastuinbouw: Bergerden opnieuw op de kaart zetten als toplocatie voor glastuinbouw. Bergerden moet weer onderscheidend worden van concurrerende locaties. Glastuinbouwers moeten onder goede bedrijfseconomische voorwaarden hun bedrijf op Bergerden kunnen realiseren en exploiteren. 2. Sterk en dynamisch agrocluster: Op Bergerden kunnen bedrijven straks elkaar versterken door slim gebruik te maken van elkaars kennis, kunde, producten, diensten, reststoffen, C02, grondstoffen, Ruimtelijke clustering en ketenvorming bieden bedrijfseconomische voordelen. 3. Koploper in innovatiedrang en duurzaamheid: Bergerden zet in op ondernemerschap, innovatiedrang, Klanten zoeken meerwaarde in kwaliteit én meerwaarde in duurzaamheid. Voor tuinders is innovatie en duurzaamheid bedrijfseconomisch interessant: “meer met minder”. Overheden zien een duurzame groei als één van de grootste uitdagingen van deze tijd. Over de in te zetten koers is eind 2013 informeel met de gemeenteraden van Nijmegen en Lingewaard gesproken. Tijdens deze bijeenkomst bleek er brede steun te zijn voor het verder uitwerken van de koers. Het hoge ambitieniveau wordt toegejuicht, maar kan alleen maar worden ondersteund als dat gepaard gaat met een vertaling van de financiële gevolgen, in de vorm van een geactualiseerde grondexploitatie, een risicoanalyse en een beoordeling daarvan. Pas dan is een integrale afweging mogelijk. In 2014 zal besluitvorming plaatsvinden. Sprake is van een project met voor de gemeente Lingewaard forse financiële risico’s. Voor de risico’s wordt verwezen naar de risico-inventarisatie in de paragraaf Weerstandsvermogen. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VOOR ONDERWIJSZAKEN (GRO) Bij het opheffen in 1996 van de Regio Arnhem als bestuurlijke eenheid is een afzonderlijke gemeenschappelijke regeling voor onderwijszaken in de regio Arnhem ingesteld, te weten GRO. Sinds 2007 is de naam gewijzigd in Gemeenschappelijke Regeling voor Onderwijszaken, zodat er meer onderwerpen dan alleen Volwasseneneducatie behandeld konden worden, waaronder leerplicht en RMC. De wethouders onderwijszaken vormen met elkaar het algemeen bestuur en er is een dagelijks bestuur bestaande uit vier wethouders: één wethouder uit elke subregio (voor Lingewaard/Overbetuwe is dat wethouder Telder van eerstgenoemde gemeente, hij is tevens voorzitter) en de wethouder van Arnhem. Alle gemeenten betalen een bedrag voor ambtelijke ondersteuning (coördinatie en administratieve ondersteuning) vanuit de gemeente Arnhem. Om BTW-verplichtingen te vermijden, is een ‘Overeenkomst Kosten voor gemene rekening’ aangegaan voor de periode 2013 t/m 2015. De regeling heeft een licht publiekrechtelijk karakter, kent geen rechtspersoonlijkheid en biedt toch het voordeel van herkenbare intergemeentelijke samenwerking en standpuntbepaling. Er zijn drie percelen ondergebracht bij het GRO, zijnde volwasseneneducatie / leerplicht / RMC-taken. Iedere gemeente heeft een eigen afweging gemaakt om een of meerdere percelen af te nemen. Voor volwasseneneducatie doen alle gemeenten mee. Voor het RBL doen 8 van de 10 gemeenten mee, met uitzondering van Renkum en Lingewaard. Voor het RMC-deel doen 9 gemeenten mee, zijnde iedereen behalve Arnhem. In 2013 heeft het dagelijks bestuur vijf keer vergaderd en het algemeen bestuur twee keer, een en ander voor doorlopende aangelegenheden.
118
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Volwasseneneducatie is met ingang van 2009 opgenomen in het gemeentelijk Participatiebudget. Toen is er tevens voor gekozen om voorlopig als samenwerkende gemeenten op de bestaande wijze educatieve diensten in te kopen bij ROC Rijn IJssel. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMGEVINGSDIENST REGIO ARNHEM Op 1 april 2013 is de Omgevingsdienst Regio Arnhem als uitvoeringsorganisatie voor meerdere Wabo-taken (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken) voor 11 gemeenten en de provincie Gelderland van start gegaan. De deelnemende gemeenten zijn: Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar. Lingewaard heeft ervoor gekozen om in plaats van het wettelijk verplicht basispakket (bestaande uit meer complexe taken milieuvergunningverlening en milieutoezicht), het nagenoeg gehele takenpakket ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op het gebied van milieu en bouwen in te brengen. Hiertoe is besloten teneinde de taakuitvoering efficiënter, met een grotere continuïteitswaarborg én met een toereikend kwaliteitsniveau uit te kunnen voeren. Overigens worden bepaalde specifieke/complexe milieutaken door andere Gelderse Omgevingsdiensten uitgevoerd. Door te kiezen voor bundeling van dergelijke complexe taken bij één Gelderse Omgevingsdienst kan worden voldaan aan de landelijk bepaalde kwaliteitscriteria voor de taakuitvoering. In de eerste periode dat de ODRA werkzaam is, is naast de uitvoering van de ingebrachte taken, veel tijd en energie gestoken in het maken van afspraken en regelingen, zoals verordeningen, mandaten en dienstverleningsovereenkomsten. Vanaf 1 oktober 2013 is er een nieuwe dienstverleningsovereenkomst gesloten en daarbij zijn ook werkafspraken gemaakt en is een werkprogramma 2014 vastgesteld. De verantwoording door de ODRA vindt plaats in een periodieke partnerrapportage. De eerste rapportage gaf inzicht in de geleverde prestatie over het eerste halfjaar (april t/m augustus). Binnenkort wordt de tweede rapportage verwacht over de periode van april tot en met december 2013. Vanaf 2014 wordt per kwartaal een verantwoording afgelegd in de rapportage. MILIEUSAMENWERKING REGIO ARNHEM (MRA) Het doel van de Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA) is de behartiging van de gemeenschappelijke, zowel in de rechtstreekse samenwerking als bij of krachtens de wet toevertrouwde, belangen van de deelnemende gemeenten betreffende de bescherming van het milieu. Hieronder is in het bijzonder begrepen de uitvoering van het door het gemeenschappelijk orgaan vastgestelde regionaal uitvoeringsprogramma en het producthouderschap uitvoeringsregeling sanering verkeerslawaai. Binnen de MRA fungeren verschillende vakberaden waar kennisoverdracht en samenwerking tussen gemeenten plaatsvindt. Deze vakberaden zijn: bodem, afval, geluid en lucht, klimaat en duurzaamheid en de beheer groep regionale verkeers- en milieukaart (RVMK). Daarnaast wordt binnen de MRA een beleidsmedewerker externe veiligheid ingehuurd voor specifieke advisering op het gebied van externe veiligheid. Bestuurlijk was al het voornemen uitgesproken om de activiteiten van de huidige gemeenschappelijke regeling ‘Milieusamenwerking Regio Arnhem’ (MRA) op termijn in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem (zie hierna) te gaan integreren. Met het van start gaan van de ODRA zijn het vakberaad vergunningen en het vakberaad handhaving opgeheven. Onderwerpen die hierin werden behandeld worden binnen de ODRA opgepakt. Daarnaast is de beleidsmedewerker externe veiligheid bij de ODRA ondergebracht. Eind 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met de opheffing van de MRA. De financiële afwikkeling van de opheffing van de MRA vindt in 2014 plaats. De algemene facilitering van de 119
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
MRA-activiteiten en de bijbehorende budgetten zullen bij de ODRA worden ondergebracht. De bestaande overlegvormen zullen zoveel mogelijk in tact blijven. De gemeenteraad heeft in december 2013 ingestemd met het opheffen van de MRA.
Overzicht verbonden Partijen met de jaarlijkse bijdrage Onderstaand treft u aan een overzicht van de belangrijkste verbonden partijen. Zoals eerder is vermeld, wordt in de paragraaf weerstandvermogen ingegaan op specifieke risico’s van enkele zwaardere verbonden partijen. Gemeenschap-
Beleidsvoornemen/ontwikkeling
pelijke regeling
Procesverantwoor-
Gemeentelijk
delijke afdeling
vertegenwoordiger
Stadsregio
Een adequate aanpak van de grootstedelijke
Staf (coördinatie)
B. van Eeten
Arnhem
problematiek, alsmede de bevordering van een
BPO (beleidsmatig)
C.J. Telder
Nijmegen
evenwichtige ontwikkeling van het gebied. De Stadsregio richt zich met name op verkeer en
Plaatsvervangers:
vervoer, economische ontwikkeling, wonen, ruimtelijke
L.G. Duiven,
ontwikkeling en milieu. Doel van de samenwerking is
Sj. Wannet
het behouden en versterken van de kwaliteiten van het gebied van de Stadsregio om daarmee bewoners en bedrijven te binden aan de regio.
Bijdrage in 2013: € 140.413 (€ 3,07 per inwoner, conform begroting 2013 van Stadsregio Arnhem Nijmegen; in 2012 € 3,15 per inwoner).
Bijdrage Collectief Vraagafhankelijk Vervoer/Stadsregiotaxi in 2013: € 66.824 (€ 1,46 per inwoner) Veiligheids- en
De Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland
Gezondheids-
Midden behartigt de gemeenschappelijke belangen van (veiligheid)
Wijdeven
regio Gelder-
de deelnemende gemeenten op het gebied van
B. van Eeten
land-Midden
openbare veiligheid, hulpverlening en volksgezondheid, (gezondheid)
(VGGM)
voor zover deze belangen door aard en schaal in
Plaatsvervanger:
belangrijke mate het gebied bestrijken, zulks met
C.J. Telder
inachtneming van hetgeen in de regeling nader is bepaald met betrekking tot de bevoegdheden. De VGGM is belast met de instelling en de instandhouding van de volgende uitvoeringstaken: •
De Regionale Brandweer Gelderland Midden
•
De Regionale Ambulance Voorziening en Centrale Post Ambulancevervoer Gelderland Midden
•
De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
•
De Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen
Gelderland Midden en Rampen Gelderland Midden Bijdrage in 2013 € 779.323 (€ 17.04 per inwoner conform begroting 2013 van VGGM)
120
VTH-OOV/BW BPO-SB
M.H.F. Schuurmans-
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Gemeenschap-
Beleidsvoornemen/ontwikkeling
Procesverantwoor-
Gemeentelijk
pelijke regeling
delijke afdeling
vertegenwoordiger
Werkvoorzie-
BPO-SB
B. van Eeten
ning Gelderland Midden
Werkvoorziening Gelderland Midden biedt mensen met een functiebeperking aangepast werk. Werkvoorziening
Plaatsvervanger:
Midden Gelderland handelt onder de naam Presikhaaf
C.J. Telder
Bedrijven. Volgens de organisatiestructuur zijn er de volgende bedrijven: industriële producten, industriële diensten, groen, detachering, arbeidsintegratie, tuincentra.
Bijdrage in 2013: € 56.600. Bijdrage in tekort 2013: € 620.000.
Euregio Rijn-
Bevordering van de regionale grensoverschrijdende
Waal
samenwerking van de deelnemers, te ondersteunen en
BPO-SB
N.T.P. Hubers A.H. Nijboer L.J.F. Dolmans
te coördineren op de volgende gebieden: sociaaleconomische ontwikkeling, onderwijs en
Plaatsvervangers:
scholing, verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening,
P.M. Cuypers
cultuur en sport, toerisme en recreatie,
F.H. den Houting
milieubescherming en afvalverwerking, natuurbehoud
vacature
en landschapsverzorging, sociale zaken, gezondheidszorg, rampenbestrijding, communicatie en veiligheidsbeleid.
Bijdrage in 2013: € 11.500 Onderwijszaken in de regio Arnhem
De behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van onderwijs en volwasseneneducatie.
BPO-SB
C.J. Telder Plaatsvervanger: B. van Eeten
Vaststelling van de hoofdlijnen van het beleid voor onderwijs en volwasseneneducatie, alsmede vormgeving van kwaliteitszorg en structuur in het onderwijs en de volwasseneneducatie en de zorg dat alle ontwikkelingen voldoende zijn afgestemd op het lokaal onderwijsbeleid. Bijdrage in 2013: € 3.100
121
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Gemeenschap-
Procesverantwoor-
Gemeentelijk
pelijke regeling
delijke afdeling
vertegenwoordiger
Openbaar
BPO-PR
M.H.F. Schuurmans-
Lichaam Bergerden (OLB)
Beleidsvoornemen/ontwikkeling
Bevordering van de economische ontwikkeling en de
Wijdeven
werkgelegenheid in de glastuinbouw en daarmee
B. van Eeten
verband houdende bedrijvigheid door het ontwikkelen
M.J.A. van Aalten-
en exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig en uit
Janssen
financieel oogpunt aanvaardbaar intergemeentelijk
J.A.W. Joosten
glastuinbouwgebied.
Plaatsvervangers:
De grondexploitatie van juni 2013 sluit op € 5,7 miljoen negatief. Voor het gecalculeerde verlies is een verliesvoorziening getroffen. Omdat de GR niet over eigen vermogen beschikt om deze voorziening te treffen is de voorziening opgenomen als een vordering op de deelnemende gemeenten en de STOL. De vordering op de gemeente Lingewaard bedraagt € 2.726.000. In afwachting van de financiële uitwerking van het toekomstperspectief wordt de verliesvoorziening niet bijgesteld. Openbaar Lichaam Park Lingezegen
Als uitvloeisel van een in 2008 gesloten
C.J. Telder T.W.M. Peren J.J. Huizinga S.J.H.G. Wannet
BPO-RB
bestuursovereenkomst met het oog op
B. van Eeten Plaatsvervanger
intergemeentelijke samenwerking voor de realisatie van
C.J. Telder
Park Lingezegen is in december 2010 een gemeenschappelijke regeling getroffen met een Openbaar Lichaam als onderliggende structuur. Doel van die gemeenschappelijke regeling is het duurzaam regelen van het beheer van het parkgebied en het structureel betrokken houden van de steden Arnhem en Nijmegen bij het beheer (op grondgebied van Lingewaard en Overbetuwe). De gemeente Lingewaard is een jaarlijkse bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling verschuldigd. In 2013 bedroeg deze € 240.000. Uiterwaarde
Uiterwaarde heeft tot taak de gemeenschappelijke
(voorheen
behartiging van de belangen van de deelnemende
BPO
M.H.F. SchuurmansWijdeven
recreatieschap
gemeenten op het terrein van de openluchtrecreatie en
H.J.J. Arends
Overbetuwe)
het toerisme in het gebied. Plaatsvervangers:
122
Er wordt geen bijdrage verstrekt aan Uiterwaarde. De
L.J.F. Dolmans
(voormalige) inwonersbijdrage is in 2001 afgekocht.
A.H. Nijboer
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Gemeenschap-
Beleidsvoornemen/ontwikkeling
Procesverantwoor-
Gemeentelijk
pelijke regeling
delijke afdeling
vertegenwoordiger
Milieusamen-
BPO-SB
B. van Eeten
werking Regio Arnhem (MRA)
Behartiging van de gemeenschappelijke, zowel in de rechtstreekse samenwerking als bij of krachtens de wet toevertrouwde, belangen van de deelnemende
(duurzaamheid) DV-O&I (overig)
Plaatsvervanger: C.J. Telder
gemeenten betreffende de bescherming van het milieu, waaronder in het bijzonder is begrepen de uitvoering van het door het gemeenschappelijk orgaan vastgestelde regionaal uitvoeringsprogramma en het producthouderschap uitvoeringsregeling sanering verkeerslawaai. Bijdrage in 2013: inwonersbijdrage algemeen -/- € 15.682 inwonersbijdrage handhaving € 1.354 inwonersbijdrage RVMK** € 10.710 * Wegens beëindiging van de activiteiten van de handhavingssamenwerking is de daarvoor bestaande MRA reserve uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten ** RVMK = regionale verkeers- en milieukaart Omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA)
Doorontwikkeling van de nieuwe organisatie met als hoofdtaak de uitvoering van taken op het gebied van v.r.o.m.-vergunningverlening, toezicht en handhaving en deze kwalitatief verbeteren. Doelen zijn: •
Meer bestuurlijke aandacht voor handhaving en vergunningverlening,
•
Het zoveel mogelijk voorkomen van gaten in de uitvoering, meer continuïteit.
•
Betere waarborg door een grotere schaalomvang.
•
Meer gelijkheid in de uitvoering (meer rechtsgelijkheid voor bedrijven):
•
Kostenbesparing door schaalvergroting, efficiencymaatregelen en minder externe inhuur.
BPO
B. v. Eeten Plaatsvervanger: C.J. Telder
De ODRA werkt de eerste vier jaren op basis van input financiering. Dat wil zeggen dat op basis van de ingebrachte formatie een bijdrage betaald wordt. Bijdrage van de gemeente aan de ODRA bedroeg in 2013 (vanaf 01-04-2013): • primair proces; € 1.664.199 • incidentele kosten; € 98.742 • opstartkosten; € 209.599 In het eerste kwartaal van 2014 zal het financiële jaarresultaat 2013 worden opgemaakt en vindt een verrekening van een positief dan wel negatief resultaat plaats. De verwachting is dat het financiële resultaat over 2013 positief is voor de gemeente Lingewaard
123
Jaarverslag 2013 Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
Stichtingen en Verenigingen • Vereniging van Nederlandse Gemeenten (en Vereniging van Nederlandse Gemeenten, afdeling Gelderland) • Vereniging Nederlandse Riviergemeenten • Stichting Kasteel Doornenburg
Deelnemingen • Vitens • NV Bank Nederlandse Gemeenten • Nazorg Bodem Holding BV • Windmolenpark Looveer BV Deze organisatie is inmiddels opgeheven.
Overige samenwerking • Programmabureau Rivierengebied Het betreft hier een ex-afdeling van provincie Gelderland. Dit bureau bestaat ook niet meer. In het verleden deed deze afdeling o.a. het secretariaat voor de Streekcommissie Rivierengebied Oost over de toekenning van projectvoorstellen in de agrarische sector die in aanmerking wilden komen voor een provinciale bijdrage.
124
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Paragraaf 4.7 Grondbeleid Inleiding 31 oktober 2013 is de Nota Grondbeleid 2013 gemeente Lingewaard vastgesteld. De Nota Grondbeleid is een strategische nota op hoofdlijnen, met een directe relatie met andere beleidstukken waaronder de Structuurvisie Lingewaard 2012 - 2022, de Economische beleidsvisie, de Nota Wonen en het Landschapsontwikkelingsplan (LOP). De nota vormt het kader voor het grondbeleid.
Jaarverslag bouwgrondexploitatie 2013 Ten behoeve van dit jaarverslag zijn alle grondexploitaties geactualiseerd. Bij de actualisatie van de grondexploitaties zijn de volgende kengetallen gehanteerd: Rentevoet Inflatie Opbrengstenstijging
: : :
4% 2% 1 0%
In onderstaand overzichten staan voor alle complexen in exploitatie de eindwaarden genoemd, zoals ze gecalculeerd zijn per 1-1-2013 en 1-1-2014. De gevolgen van de wijzigingen zijn weergegeven in de kolommen “Bijstelling verliesvoorziening”, “Algemene Reserve Grondexploitatie” en “Rekeningresultaat jaarrekening 2013”.
Industrieterreinen
Complexen in exploitatie G.040 Agropark, Huissen G.043 Pannenhuis II, Huissen G.045 Houtakker II, Bemmel G 045 Houtakker II, Bemmel Afwaardering
Bijstelling verliesvoorziening Eindwaarde 1-1-2013 1.725.083 V 1.141.318 V 2.734.965 N
Totaal
1
Eindwaarde 1-1-2014 882.320 V 804.799 V 663.746 V
Algemene Reserve Grondexploitatie
Rekeningresultaat Jaarrekening 2013
-2.735.000
2.735.000 V 4.946.500 N
-2.735.000
2.211.500 N
Vanaf 2018 voor de bedrijventerreinen 2% opbrengstenstijging.
125
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Glastuinbouw
Complexen in exploitatie
Eindwaarde 1-1-2013
G.055 Bergerden, Huissen G.073 Glastuinbouw Huissen/Angeren
100.096 V
Bijstelling verliesvoorziening
Algemene Reserve Grondexploitatie
Rekeningresultaat Jaarrekening 2013
Bijstelling verliesvoorziening
Algemene Reserve Grondexploitatie
Rekeningresultaat Jaarrekening 2013
Eindwaarde 1-1-2014 p.m.1 7.669 V
Totaal
Woningbouw
Complexen in exploitatie G.016 Nije Hof, Angeren G.028 Maliebaan- Roode Wald, Angeren G.032 Markt 20-24, Gendt G.033 Bloemstraat, Huissen G.042 Fitness Centrum, Huissen G.047 De Halden II, Haalderen G.051 Loovelden, Huissen G.062 Kersentuin, Angeren G.066 Wijngaardenier, Huissen G.071 Pr. Bernhardstraat, Angeren G.078 Vleumingen (11 woningen), Gendt G.079 Zandsehof, Huissen G.080 Groenestraat 3, Bemmel G.082 Van Voorststraat 1, Huissen G.084 Ceres, Bemmel G.085 Van Kleefstraat, Huissen
Eindwaarde 1-1-2013 7.674 V 262.817 N 457.413 V 220.177 N 19.162 N 415.933 N 38.647 V 2.479 V 9.814 V 39.126 V 27.531 N 17.586 V 3.749 V 594 V
Eindwaarde 1-1-2014 2.069 V 270.282 N 502.625 V 208.260 N 57.711 N 424.821 V 130.459 V 3.308 V 9.187 V 35.847 V 29.356 N 26.600 V 7.547 V 6.000 V 2.559 N 14.661 V
Totaal
Functieverandering
Complexen in exploitatie G.074 Olyhorststraat 13, Gendt G.076 Munnikhofsestraat 9, Gendt G.081 Zandvoort 21, Gendt G.083 Nevelveld 8, Bemmel
Eindwaarde 1-1-2013 4.200 V 8.087 V 372 V
Eindwaarde 1-1-2014 4.747 V 7.640 V 32 V 4.294 V
Voor het project Bergerden wordt een nieuw toekomstperspectief uitgewerkt.
126
- 7.400
- 11.900 38.600
11.900 - 38.600
1.800
- 1.800
2.600
- 2.600
38.500
-38.500
Bijstelling verliesvoorziening
Totaal
1
7.400
Algemene Reserve Grondexploitatie
Rekeningresultaat Jaarrekening 2013
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Centrumplan Bemmel
Complexen in exploitatie G.011 Loostraat / Centrumplan Bemmel
Bijstelling verliesvoorziening Eindwaarde 1-1-2013 420.534 N
Eindwaarde 1-1-2014 356.160 N
Totaal
Complexen in voorbereiding
Boekwaarde1 31-12-2013 Woningbouw G.044 Sancta Maria, Huissen G.063 Dorpsstraat/Oostervelden, Bemmel
Algemene Reserve Grondexploitatie
- 64.400
64.400
-64.400
64.400
Rekeningresultaat Jaarrekening 2013
Bijstelling verliesvoorziening
Algemene Reserve Grondexploitatie
Rekeningresultaat Jaarrekening 2013
Bijstelling verliesvoorziening
Algemene Reserve Grondexploitatie
Rekeningresultaat Jaarrekening 2013
Marktwaarde2 31-12-2013
17.496 N 374.466 N
Totaal
Afgesloten projecten
G.015 Mariaplein, Haalderen G.075 Olyhorststraat 37, Gendt G.020 Crematorium Huissen G.041 Voormalig kruisgebouw, Huissen G.059 Weverstraat, Huissen G.060 Hegsestraat 11, Gendt
13.717 2.437
Totaal
16.154
Totaal bouwgrondexploitatie
118.962 N 110.649 N 33.817 N 26.695 N
Bijstelling verliesvoorziening
Industrieterreinen Glastuinbouw Woningbouw Functieverandering Centrumplan Bemmel Complexen in voorbereiding Afgesloten projecten
-2.735.000
Totaal
-2.760.900
Algemene Reserve Grondexploitatie
38.500
-38.500
-64.400
64.400
290.123 N Rekeningresultaat Jaarrekening 2013 2.211.500 N
16.154
290.123 N
42.054
2.501.623 N
1
De boekwaarde is het saldo van de gerealiseerde kosten en gerealiseerde opbrengsten per genoemde datum. In deze boekwaarde zijn ook de rentekosten en –opbrengsten verwerkt. 2 De vermelde marktwaarde betreft de waarde van de grond in de huidige bestemming. Wanneer afgezien wordt van ontwikkeling is dit vaak een agrarische waarde. 127
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Verliesvoorzieningen Voor exploitaties met een geraamd negatief resultaat op eindwaarde worden verliesvoorzieningen getroffen. Hiermee kunnen de toekomstige tekorten worden gedekt. Verliesvoorziening per 31-12-2012 Mutatie 2013 (zie bovenstaand overzicht)
6.411.814 -2.760.900
Verliesvoorziening per 31-12-2013 Voorzieningen voor verliezen die ingebracht zijn in grondexploitaties
3.650.914 660.870
Totaal getroffen verliesvoorzieningen
4.311.784
Algemene Reserve Grondexploitatie Door de Algemene Reserve Grondexploitaties (ARG) worden de financiële resultaten en risico's van de grondexploitaties gescheiden van de financiële huishouding van de Algemene Dienst. De ARG vormt daarmee een buffer voor de financiële risico's die samenhangen met de grondexploitaties. Als onderdeel van het risicomanagement wordt een gewenste hoogte voor de Algemene Reserve Grondexploitatie bepaald. Bij het positief afsluiten van een grondexploitatie, wordt de winst toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie. Als op een grondexploitatie een tekort wordt verwacht, wordt hiervoor een verliesvoorziening gevormd ten laste van de Algemene Reserve Grondexploitatie. Mutaties in deze verliesvoorziening leiden derhalve ook tot wijziging in de Algemene Reserve Grondexploitatie. Algemene Reserve Grondexploitatie per 31-12-2012 Toename 2013 (zie bovenstaand overzicht)
0 42.054
Algemene Reserve Grondexploitatie per 31-12-2013
42.054
128
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
COMPLEXEN IN EXPLOITATIE
Industrieterreinen G.040 Agropark, Huissen Projectbeschrijving Het realiseren van een bedrijventerrein voor agrobusiness met een bruto oppervlakte van circa 22 hectare. De omzetting van een strook (glastuinbouw)grond, gelegen in het plan Bergerden ten behoeve van het bedrijventerrein voor agrobusiness met een bruto oppervlakte van circa 1,5 hectare. Het terrein wordt in twee fasen ontwikkeld: • fase 1 (bruto oppervlakte circa 9,5 hectare, waarvan circa 7,6 hectare uitgeefbaar) is geheel uitgegeven en bedrijfsrijp gemaakt; • fase 2 (bruto oppervlakte circa 14 hectare, waarvan circa 12,5 hectare uitgeefbaar) wordt vanaf 2008 ontwikkeld, de uitgeefbare percelen zijn in de verkoop. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is overleg gestart met een gegadigde voor de aankoop van een kavel van ca. 0,8 ha. Het overleg is nog niet afgerond. De vestiging van een nieuw bedrijf op een perceel van de mede-exploitant is gefaciliteerd. Voorts is op basis van een extern rapport over het toekomstperspectief van alle bedrijventerreinen besluitvorming voorbereid over onder andere het al dan niet handhaven van de agrosegmentering. Besluitvorming is in 2014 te verwachten. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 3.746.949 N Looptijd t/m 31-12-2028 Grondbeleid Actief Totaal uitgegeven kavels 9,4 hectare Totaal uit te geven kavels 6,3 hectare Raming nog te maken kosten € 3.831.938 Raming nog te realiseren - € 8.461.208 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 1.725.083 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 882.320 V Verklaring verschil Naar aanleiding van het door de STEC Groep B.V. uitgebrachte onderzoek “Naar een succesvolle uitgifte van Agropark II, Pannenhuis II en Houtakker II” is de uitgifteraming naar beneden bijgesteld (naar 0,4 hectare per jaar). Tevens is de looptijd met zes jaar verlengd tot 2028 en is de urenraming bijgesteld. De prijsdifferentiatie van de gronduitgifteprijzen is teruggebracht naar twee gronduitgifteprijzen. Winstverwachting - € 882.320 V
129
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.043 Pannenhuis II, Huissen Projectbeschrijving Het realiseren van een bedrijventerrein met een bruto oppervlakte van circa 19 hectare, waarvan circa 12 hectare uitgeefbaar. Wat hebben we gedaan in 2013 Op basis van een extern rapport over het toekomstperspectief van alle bedrijventerreinen is besluitvorming voorbereid over onder andere het meer promoten van Pannenhuis II. Besluitvorming is in 2014 te verwachten. Er zijn gesprekken gevoerd met enkele potentiële gegadigden. Dit heeft niet nog niet geleid tot grondverkoop. De entree naar Pannenhuis II is opgeknapt en verfraaid. Op het terrein zijn enkele lichtmasten geplaatst. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 7.912.354 N Looptijd t/m 31-12-2028 Grondbeleid Actief Totaal uitgegeven kavels 2,7 hectare Totaal uit te geven kavels 9,2 hectare Raming nog te maken kosten € 5.153.781 Raming nog te realiseren - € 13.870.934 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 1.141.318 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 804.799 V Verklaring verschil Naar aanleiding van het door de STEC Groep B.V. uitgebrachte onderzoek “Naar een succesvolle uitgifte van Agropark II, Pannenhuis II en Houtakker II” is de uitgifteraming naar beneden bijgesteld (naar 0,6 hectare per jaar). Tevens is de looptijd met 6 jaar verlengd tot 2028 en is de urenraming bijgesteld. Winstverwachting - € 804.799 V
130
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.045 Houtakker II, Bemmel Projectbeschrijving Het realiseren van een bedrijventerrein met een bruto oppervlakte van circa 17 hectare, waarvan 9,4 hectare uitgeefbaar. Wat hebben we gedaan in 2013 Op basis van een extern rapport over het toekomstsperspectief van alle bedrijventerreinen is besluitvorming voorbereid over onder andere het tijdelijk stopzetten van ontwikkelen van Houtakker II. Besluitvorming is in 2014 te verwachten. Enkele aan de weg gelegen bedrijfskavels kunnen wel in ontwikkeling worden genomen. Met enkele gegadigden zijn gesprekken gevoerd. Het overleg is nog gaande. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 1.108.575 N Looptijd t/m 31-12-2020 Grondbeleid Actief Totaal uitgegeven kavels 0 hectare Totaal uit te geven kavels 1,5 hectare Raming nog te maken kosten € 479.253 Raming nog te realiseren - € 2.251.574 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 2.734.965 N Eindwaarde per 1-1-2014 - € 663.746 V Verklaring verschil Naar aanleiding van het voorgenomen besluit om, naar aanleiding van het door de STEC Groep B.V. uitgebrachte rapport “Naar een succesvolle uitgifte van Agropark II, Pannenhuis II en Houtakker II” de ontwikkeling van de Houtakker II (met uitzondering van drie kavels aan de Houtakker en een kavel aan de Karstraat) uit te stellen, zijn de gronden op de Houtakker II, met uitzondering van de hiervoor genoemde kavels, uit de grondexploitatie gehaald, afgewaardeerd en op de balans gezet. De uitgifteplanning is naar beneden bijgesteld (naar circa 0,2 hectare per jaar). De looptijd is aangepast van 2022 naar 2020. Winstverwachting - € 663.746 V Dekking De bij de jaarrekening 2012 getroffen verliesvoorziening van € 2.735.000 is vervallen ten gunste van het rekeningresultaat 2013.
131
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Woningbouw G.015 Mariaplein, Haalderen Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van een appartementencomplex met 13 betaalbare appartementen. Wat hebben we gedaan in 2013 De ontwikkelaar heeft aangegeven dat er onvoldoende vraag is naar betaalbare koopappartementen. De exploitatieovereenkomst is financieel afgewikkeld. Het project is eind 2013 financieel afgesloten. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 - € 13.717 V Looptijd t/m 31-12-2013 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten €0 Raming nog te realiseren €0 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 11.786 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 13.717 V Verklaring verschil Winstneming - € 13.717 V Dekking De winst vloeit naar de Algemene Reserve Grondexploitatie. G.016 Nije Hof (voorheen Viswei), Angeren Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van 8 grondgebonden betaalbare (≤ € 172.000) eengezinswoningen, 4 grondgebonden vrije sector eengezinswoningen en 6 betaalbare (< € 160.000) koopappartementen. Wat hebben we gedaan in 2013 Begin 2011 is de oplevering geweest van het openbaar gebied. Omdat er enkele kadastrale onvolkomenheden zijn geconstateerd is de juridisch eigendomsoverdracht van het openbaar gebied uitgesteld. Deze onvolkomenheden zijn nog niet opgelost. De juridische eigendomsoverdracht zal in 2014 plaatsvinden. Daarna zal het project financieel worden afgesloten. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie boven Boekwaarde per 31-12-2013 - € 36.125 V Looptijd t/m 31-12-2014 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 35.501 Raming nog te realiseren - € 1.445 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 7.674 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 2.069 V Verklaring verschil In 2013 is er een planschadeclaim toegewezen. Winstverwachting - € 2.069 V
132
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.028 Maliebaan – Roode Wald / Ontwikkelingsvisie Angeren Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van 3 vrije bouwkavels op het voormalige kermisterrein in Angeren (plandeel Maliebaan), aangevuld met de ontwikkeling van 3 woningen in het plandeel Roode Wald. Wat hebben we gedaan in 2013 Na een uitspraak van de Raad van State is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Het gemeentelijk terrein “Maliebaan” is ingericht als evenemententerrein. Het terrein “Roode Wald” is door de private ontwikkelaar in ontwikkeling genomen. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 € 204.323 N Looptijd t/m 31-12-2014 Grondbeleid Actief/Faciliterend Raming nog te maken kosten - € 65.959 Raming nog te realiseren € 0 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 262.817 N Eindwaarde per 1-1-2014 € 270.282 N Verklaring verschil Verliesverwachting € 270.282 N Dekking De bestaande verliesvoorzienig wordt verhoogd van € 262.900 naar € 270.300.
133
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.032 Markt 20-24, Gendt Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van het voormalige gemeentehuis aan de Markt 22 en de aangrenzende woning aan de Markt 24 en de realisatie van een appartementencomplex met 13 appartementen, 4 twee-onder-éénkap woningen en 1 vrijstaande woning. Wat hebben we gedaan in 2013 Nadat aan een eerder ingediend bouwplan goedkeuring is onthouden door de Welstandcommissie is in overleg met de ontwikkelende partij een aangepaste stedenbouwkundige visie opgesteld. Na overleg met het Waterschap is gebleken dat tussentijds de regelgeving met betrekking tot het bouwen op of nabij waterkeringen is veranderd. De gevolgen van deze veranderde regelgeving dienen nu in overleg met het Waterschap en de ontwikkelende partij in de stedenbouwkundige visie te worden verwerkt. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 75.428 N Looptijd t/m 31-12-2018 Grondbeleid Actief/Faciliterend Raming nog te maken kosten € 190.954 Raming nog te realiseren - € 769.007 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 457.413 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 502.625 V Verklaring verschil Als gevolg van het hierboven vermelde is de verwachting dat het pand plaatselijk bekend Markt 20-22 met omliggende grond twee jaar later afgenomen zal worden dan gepland. Met de ontwikkelaar is een indexering van de koopsom gecontracteerd. Uitstel van afname van het pand met omliggende grond heeft een positief effect op de grondexploitatie. De looptijd van de grondexploitatie is met twee jaar verlengd. Winstverwachting - € 502.625 V
134
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.033 Bloemstraat, Huissen Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van circa 500 woningen in de nieuwe woonwijk Mea Vota, gelegen in bestaand stedelijk gebied. Het plan is verdeeld in 5 fasen. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 zijn de laatste civieltechnische maatregelen (straatwerk) uitgevoerd. De resterende groenaanleg is in 2014 gepland, waarna het project kan worden afgesloten. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 185.188 N Looptijd t/m 31-12-2014 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 23.072 Raming nog te realiseren € 0 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 220.177 N Eindwaarde per 1-1-2014 € 208.260 N Verklaring verschil Er zijn in 2013 minder uren aan het project besteed dan geraamd. De urenraming voor 2014 is naar beneden bijgesteld. Verliesverwachting € 208.260 N Dekking De bestaande verliesvoorziening wordt verlaagd van € 220.200 naar € 208.300.
135
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.042 Fitness Centrum, Huissen Projectbeschrijving Het plan omvat de verplaatsing van het Fitness Centre in het plangebied de Rietbaan-Zuid naar het sportpark Blauwenburcht. Op de vrijkomende percelen worden 4 of 5 vrije kavels uitgegeven. Wat hebben we gedaan in 2013 De bouw van het nieuwe Fitness Centre op sportpark Blauwenburcht zou medio 2013 gereed zijn. Dit zal eind 2014 worden. Deelgebied Rietbaan-Zuid De ontwikkelaar heeft eind 2013 een voorstel gedaan om het plan te herontwikkelen. Er is een plan bestaande uit 4 of 5 vrije bouwkavel voorgelegd. In 2014 zal hierover besluitvorming plaatsvinden. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 - € 181.657 V Looptijd t/m 31-12-2017 Grondbeleid Actief/Faciliterend Raming nog te maken kosten € 547.499 Raming nog te realiseren - € 308.131 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 19.162 N Eindwaarde per 1-1-2014 € 57.711 N Verklaring verschil Als gevolg van de vertraging in de bouw van het Fitness Centre zal met de ontwikkelaar voor de ontwikkeling van het plangebied Rietbaan-Zuid een nieuwe exploitatieovereenkomst moeten worden gesloten. In verband hiermee is de raming voor het bouw- en woonrijp maken van het gebied gescreend en bijgesteld. De looptijd van het project is met twee jaar verlengd. Verliesverwachting € 57.711 N Dekking De bestaande verliesvoorziening wordt verhoogd van € 19.200 naar € 57.800.
136
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.047 De Halden-II, Haalderen Projectbeschrijving Het plan De Halden II behelst de voltooiing van het plan De Halden, waarmee in 1993 een start was gemaakt. Er kunnen in dit deel van het plangebied 108 woningen worden gebouwd. Deze zullen in 2 fasen worden gerealiseerd. Van de 108 woningen worden 65 gerealiseerd als betaalbare woning, 36 in de betaalbare huur en 29 in de betaalbare koop. Wat hebben we gedaan in 2013 Er is nog geen concrete belangstelling vanuit de markt geweest in 2013. Zodra de woningmarkt zich hersteld wordt door de initiatief nemende partij de laatste fase woningbouw gerealiseerd (17 woningen). Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 - € 653.867 V Looptijd t/m 31-12-2015 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 282.165 Raming nog te realiseren - € 53.120 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 415.933 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 424.821 V Verklaring verschil Renteverlaging van 5% naar 4%. Winstverwachting - € 424.821 V G.051 Loovelden, Huissen Projectbeschrijving De realisatie van een nieuwe woonwijk van 1.150 woningen met bijbehorende voorzieningen, zoals het Loopark en het Voorzieningencluster Plaza. Het plangebied bestaat uit verschillende fasen. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 zijn de 20 vrije sector huurwoningen opgeleverd. Met de bouw van de 20 sociale huurwoningen is gestart. Van de 10 koopwoningen in de diverse prijscategorieën is het merendeel verkocht. In 2013 zijn er 6 koopwoningen in diverse prijscategorieën in de verkoop gegaan. Daarnaast is er grond voor de realisering van 14 vrije sector huurwoningen aan een belegger verkocht. Deze belegger zal deze woningen zelf ontwikkelen en realiseren. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 € 7.194.842 N Looptijd t/m 31-12-2021 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 2.553.725 Raming nog te realiseren - € 9.879.026 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 38.647 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 130.459 V Verklaring verschil De looptijd van de grondexploitatie is met een jaar verlengd. De urenraming voor de komende jaren is naar beneden bijgesteld. De (stedenbouwkundige) advieskosten zijn naar beneden bijgesteld. Winstverwachting - € 130.459 V 137
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.062 Kersentuin (Poelzicht), Angeren Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van een appartementencomplex met 9 appartementen, waarvan 6 in de betaalbare sector en 4 grondgebonden woningen op de locatie Poelzicht in Angeren.
Wat hebben we gedaan in 2013 Het bestemmingsplan en de bouwvergunning zijn onherroepelijk. In verband met de huidige economische situatie heeft de ontwikkelaar besloten om de 4 koopwoningen aan de Karmel groep te verhuren ten behoeve van begeleid wonen. De Karmel groep heeft ook een optie genomen op 6 appartementen. De resterende 3 appartementen zullen in de verkoop gaan. Begin 2014 zal de ontwikkelaar starten met de bouw van dit complex. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 44.663 V Looptijd t/m 31-12-2015 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 76.459 Raming nog te realiseren - € 35.104 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 2.479 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 3.308 V Verklaring verschil Winstverwachting - € 3.308 V G.066 Wijngaardenier, Huissen Projectbeschrijving Het plan omvat sloop van de bakkerij met bovenwoningen en twee aangrenzende eengezinswoningen en de realisering van een complex bestaande uit zes appartementen, commerciële ruimten c.q. dienstverleningsruimten op de begane grond met een gezamenlijke grootte van circa 460 m² en een ondergrondse parkeergarage met 17 parkeerplaatsen, 2 parkeerplaatsen op eigen terrein en 6 parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Wat hebben we gedaan in 2013 De bouwvergunning is onherroepelijk. De ontwikkelaar wil in verband met de huidige marktsituatie nog niet met de bouw starten. De gemeente heeft uitstel voor de start van de bouwactiviteit verleend tot 1 april 2014. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 26.876 V Looptijd t/m 31-12-2015 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 19.756 Raming nog te realiseren - € 2.067 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 9.814 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 9.187 V Verklaring verschil Winstverwachting - € 9.187 V 138
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.071 Prins Bernhardstraat, Angeren Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van 6 bejaardenwoningen en de realisering van een appartementencomplex met 8 betaalbare huurappartementen, 2 middendure huurappartementen en 2 dure huurappartementen. Wat hebben we gedaan in 2013 Het complex is in 2013 opgeleverd. Begin 2014 zal de herinrichting van het openbaar gebied afgerond zijn. Eind 2014 zal het project financieel worden afgesloten. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 - € 45.065 V Looptijd t/m 31-12-2014 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 11.020 Raming nog te realiseren - € 1.803 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 39.126 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 35.847 V Verklaring verschil Winstverwachting - € 35.847 V G.078 Vleumingen (11 woningen, Gendt) Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van 11 betaalbare koopwoningen, waarvan 8 in de betaalbare sector en 3 in de vrije sector. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden en is de omgevingsvergunning verleend. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 - € 6.087 V Looptijd t/m 31-12-2016 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 35.556 Raming nog te realiseren - € 113 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 27.531 N Eindwaarde per 1-1-2014 € 29.356 N Verklaring verschil De looptijd van de grondexploitatie is met een jaar verlengd. Verliesverwachting € 29.356 N Dekking De bestaande verliesvoorziening wordt verhoogd van € 27.600 naar € 29.400.
139
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.079 Zandsehof, Huissen Projectbeschrijving De realisatie van twee appartementencomplexen bestaande uit in totaal 27 appartementen in de betaalbare sector en 400 m² commerciële ruimte. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is gestart met de bouw van blok 2, bestaande uit 15 appartementen. Deze appartementen zullen medio 2014 worden opgeleverd. Indien het lukt om voor de commerciële ruimte een huurovereenkomst te sluiten zal aansluitend gestart worden met de bouw van het op de hoek van de Karstraat / Zandesedwarsstraat gesitueerde blok 1. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 49.263 V Looptijd t/m 31-12-2015 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 88.347 Raming nog te realiseren - € 65.684 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 17.586 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 26.600 V Verklaring verschil Er zijn in 2013 minder uren aan het project besteed dan geraamd. De urenraming voor 2014 is naar beneden bijgesteld. De looptijd van het project is met een jaar verlengd. Winstverwachting - € 26.600 V G.080 Groenestraat 3, Bemmel Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van de bestaande woning en de bouw van een vrijstaande woning op het perceel plaatselijk bekend Groenestraat 3 te Bemmel. Wat hebben we gedaan in 2013 De uitgebreide omgevingsvergunning is in 2012 onherroepelijk geworden. Er is nog niet met de bouw van de woning gestart omdat de initiatiefnemer eerst zijn bestaande woning wil verkopen. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 8.699 V Looptijd t/m 31-12-2014 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 1.500 Raming nog te realiseren - € 348 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 3.749 V Eindwaarde per 1-1-2014 Verklaring verschil Er zijn in 2013 minder uren aan het project besteed dan geraamd. De looptijd van de grondexploitatie is met een jaar verlengd. Winstverwachting - € 7.547 V 140
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.082 Van Voorststraat 1, Huissen Projectbeschrijving De verbouw van het pand Van Voorststraat 1 te Huissen, waarbij de op de eerste en tweede verdieping gesitueerde kantoren worden verbouwd tot 12 betaalbare appartementen. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is de uitgebreide omgevingsvergunning verleend. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 17.693 V Looptijd t/m 31-12-2014 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 12.400 Raming nog te realiseren - € 708 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 594 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 6.000 V Verklaring verschil Er zijn in 2013 minder uren aan het project besteed dan geraamd. De looptijd van de grondexploitatie is met een jaar verlengd. Winstverwachting - € 6.000 V G.084 Ceres, Bemmel Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van 6 betaalbare koopwoningen en 4 vrije sector koopwoningen. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is een grondexploitatieovereenkomst gesloten, vervolgens is de bestemmingsplanprocedure gestart. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 € 31.453 V Looptijd t/m 31-12-2016 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 36.283 Raming nog te realiseren € 2.271 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 0 Eindwaarde per 1-1-2014 € 2.559 N Verklaring verschil Verliesverwachting € 2.559 N Dekking Er wordt een verliesvoorziening getroffen van € 2.600 ten laste van de Algemene Reserve Grondexploitatie.
141
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.085 Van Kleefstraat, Huissen Projectbeschrijving Het plan betreft een herstructureringsproject. Het plan omvat de sloop van 77 woningen en de realisering van 38 eengezinswoningen, waarvan 29 woningen in de betaalbare huursector en 9 woningen in de dure huursector. De realisering van een appartementencomplex bestaande uit 37 appartementen in de betaalbare huursector en de realisering van een appartementencomplex bestaande uit 9 zorgappartementen, 18 units voor de zware zorg met bijbehorende voorzieningen en 16 appartementen in de betaalbare huursector. Het openbaar gebied wordt heringericht. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is een grondexploitatieovereenkomst gesloten, vervolgens is de bestemmingsplanprocedure gestart. Eind 2013 zijn de woningen gesloopt en zijn de gronden in het exploitatiegebied bouwrijp gemaakt. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 67.219 V Looptijd t/m 31-12-2016 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 59.685 Raming nog te realiseren - € 7.128 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 0 Eindwaarde per 1-1-2014 - € 14.661 V Verklaring verschil Winstverwachting - € 14.661 V
142
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Functieverandering G.074 Olyhorststraat 13, Gendt (functieverandering) Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van een vrijstaande woning op het perceel plaatselijk bekend Olyhorststraat 13 te Gendt. De huidige agrarische bebouwing, bestaande uit twee oude romney loodsen en een stallencomplex wordt gesloopt. De bestaande agrarische bedrijfswoning (Olyhorststraat 13) krijgt een woonbestemming. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is de woning landschappelijk ingepast door middel van de aanleg van de groenvoorzieningen, zoals ze in het inrichtingsplan zijn vastgelegd. Eind 2014 zal het project worden afgesloten. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 - € 9.762 V Looptijd t/m 31-12-2014 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 5.950 Raming nog te realiseren - € 935 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 4.200 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 4.747 V Verklaring verschil Winstverwachting - € 4.747 V G.075 Olyhorststraat 37, Gendt (functieverandering) Projectbeschrijving Het plan omvat de bouw van twee woongebouwen met elk 8 (zorgunits) op het perceel plaatselijk bekend Olyhorststraat 37 te Gendt. De huidige agrarische bebouwing, bestaande uit oude varkensstallen en een voormalige agrarische bedrijfswoning op een aangrenzend perceel wordt gesloopt. Wat hebben we gedaan in 2012 De woongebouwen zijn begin 2013 opgeleverd. Vervolgens zijn deze woongebouwen landschappelijk ingepast, e.e.a. conform het inrichtingsplan. Het project is eind 2013 afgesloten. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 2.437 V Looptijd t/m 31-12-2013 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 0 Raming nog te realiseren €0 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 1.595 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 2.437 V Verklaring verschil Winstneming - € 2.437 V Dekking De winst vloeit naar de Algemene Reserve Grondexploitatie. 143
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.076 Munnikhofsestraat 9, Gendt (functieverandering) Projectbeschrijving Het plan omvat de bouw van een vrijstaande woning op het perceel plaatselijk bekend Munnikhofsestraat 9 te Gendt. De huidige agrarische bebouwing wordt gesloopt. Wat hebben we gedaan in 2013 De kavel is in de verkoop. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 14.546 V Looptijd t/m 31-12-2015 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 8.033 Raming nog te realiseren - € 1.127 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 8.087 V Eindwaarde per 1-1-2013 - € 7.640 V Verklaring verschil Winstverwachting - € 7.640 V G.081 Zandvoort 21, Gendt (functieverandering) Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van een vrije bouwkavel ten behoeve van de bouw van een vrijstaande woning op het perceel plaatselijk bekend Zandvoort 21 te Gendt. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden en is de omgevingsvergunning verleend. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 7.127 V Looptijd t/m 31-12-2014 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 7.380 Raming nog te realiseren - € 285 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 372 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 32 V Verklaring verschil Winstverwachting - € 32 V
144
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.083 Nevelveld 8, Bemmel (functieverandering) Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van twee vrije bouwkavels ten behoeve van de bouw van twee vrijstaande woningen op het perceel plaatselijk bekend Nevelveld 8 te Bemmel. Wat hebben we gedaan in 2013 In 2013 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. De kavels zijn in de verkoop. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 17.590 Looptijd t/m 31-12-2015 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 13.940 Raming nog te realiseren - € 644 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 0 Eindwaarde per 1-1-2014 - € 4.294 Verklaring verschil Winstverwachting - € 4.294
145
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Centrumplan Bemmel G.011 Loostraat / Centrumplan, Bemmel Projectbeschrijving Het plan omvat: Deelgebied A : de sloop van de zaal Het Wapen, de bouw van 12 appartementen in de dure huursector dan wel middeldure koopsector, 773 m² b.v.o. aan commerciële ruimte op de begane grond en de herinrichting van het openbaar gebied Loostraat tracé Pollenbrink-Dorpsstraat; Deelgebied B : de bouw van 10 appartementen in de betaalbare huursector, 309 m² b.v.o. aan commerciële ruimte op de begane grond en de herinrichting van het openbaar gebied Loostraat tracé Pollenbrink- Herckenrathweg. Wat hebben we gedaan in 2013 Deelplan A: bouw van een woon/winkelwand op de locatie van de huidige zaal van het wapen van Bemmel. De initiatiefnemers zijn er niet in geslaagd om huurders te vinden voor de commerciële ruimte. Dit heeft hen doen besluiten om af te zien van de realisatie van het plan in de huidige vorm. Ze beraden zich nog over de toekomstige mogelijkheden. In eerste instantie wordt gedacht aan het opnieuw gaan gebruiken van de Zaal van het Wapen van Bemmel voor horeca activiteiten. Op termijn zal het plan in verkleinde vorm (alleen woningen) wellicht opnieuw worden ingediend. Gelet op de afnemende vraag naar winkelruimte en de in Bemmel aanwezige leegstand is ook de gemeente van mening dat het, in de huidige tijd, niet gewenst is om hier nog winkels te realiseren. In overleg met de initiatiefnemers zal het dossier worden gesloten. Deelplan B: bouw van een woon/winkelpand op de locatie van de tijdelijke parkeerplaats aan de Loostraat. De Lidl is er niet in geslaagd om afnemers te vinden voor de betaalbare huurwoningen. Zij hebben nu een gewijzigd bouwplan ingediend dat voorziet in de uitbreiding van de supermarkt en de bouw van dagwinkels aan de Loostraat. Op de verdieping worden kantoorruimtes en loze ruimtes gerealiseerd om de beoogde bouwhoogte te verkrijgen. Nu het plan op de locatie van het Wapen van Bemmel niet doorgaat past een dergelijke kleinschaligere ontwikkeling beter in het straatbeeld (tussen het gebouw van de Poortmannen en de Zaal van het Wapen van Bemmel). Door de realisatie van het plan wordt de Loostraat voorzien van de gewenste wand. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 7.407 N Looptijd t/m 31-12-2016 Grondbeleid Faciliterend Raming nog te maken kosten € 277.522 Raming nog te realiseren € 73.231 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 € 420.534 N Eindwaarde per 1-1-2014 € 356.160 N Verklaring verschil De raming voor het herinrichten van het openbaar gebied is geactualiseerd. Als gevolg daarvan is het budget voor de herinrichting van het openbaar gebied in de grondexploitatie naar beneden bijgesteld. Tevens zijn de hierboven genoemde ontwikkelingen in de grondexploitatie verwerkt. Verliesverwachting € 356.160 N Dekking De bestaande verliesvoorziening wordt bijgesteld van € 420.600 naar € 356.200.
146
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Herstructurering glastuinbouw G.073 Herstructurering glastuinbouw, Huissen Projectbeschrijving Het plan omvat de herstructurering van het glastuinbouwgebied Huissen-Angeren. Het doel van deze herstructurering is om: glastuinbouw in het gebied weer toekomstmogelijkheden te geven (schaalgrootte, bereikbaarheid, energie en water; het gebied voor de bewoners leefbaar te maken; en de ruimtelijke kwaliteiten in het gebied te versterken in samenhang met haar omgeving. De opgave die specifiek voor de glastuinbouw hieruit voortvloeit is: kansen voor tuinbouwbedrijven op het terrein van schaalvergroting, overeenkomstig de landelijke trend, benutten; verbetering van bereikbaarheid en ontsluiting voor vrachtverkeer; betere retentie van regenwater, conform de laatste inzichten en regelgeving; verduurzaming van de glastuinbouw, met name op thema’s energie en (giet)water; verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het algemeen. Wat hebben we gedaan in 2013 Begin 2013 is het herstructureringsgebied Huissen – Angeren als pilotgebied binnen het landelijk project duurzame modernisering teeltareaal aangewezen. Het gebied heeft hiermee landelijk meer bekendheid gekregen. Vanuit het landelijk project is kennis beschikbaar gesteld waar het projectbureau gebruik van heeft gemaakt en nog steeds maakt. Gedurende het jaar zijn de gesprekken in het kader van functieverandering en bedrijfsontwikkeling verder geconcretiseerd. Er is een start gemaakt met de voorbereidingen voor de ontwikkeling Steenbergerveld, waaronder de doortrekking van het Steenbergerveld waarmee eind 2014 gestart zal worden. Ten behoeve van de ontwikkeling van Steenbergerveld zijn verschillende koopoptieovereenkomsten gesloten. Midden 2013 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het verlengen van de einddatum van de looptijd van het project tot 31-12-2016. Hiervoor hebben partijen een appendix, behorende bij de “Uitvoeringsovereenkomst tussen Provincie Gelderland en Gemeente Lingewaarde inzake de herstructurering van het glastuinbouwgebied Huissen-Angeren” getekend. Eind 2013 hebben de Statenleden en de raadsleden een bezoek gebracht aan het gebied. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 - € 5.190.609 V Looptijd t/m 31-12-2016 Grondbeleid Actief Raming nog te maken kosten € 8.115.522 Raming nog te realiseren - € 2.932.582 opbrengsten Eindwaarde per 1-1-2013 - € 100.096 V Eindwaarde per 1-1-2014 - € 7.699 V Verklaring verschil De looptijd van de grondexploitatie is met 2 jaar verlengd. Winstverwachting - € 7.669 V
147
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
COMPLEXEN IN VOORBEREIDING
Bedrijven G.020 Crematorium Lingewaard Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van een uitvaartcentrum/crematorium in de gemeente. Wat hebben we gedaan in 2013 Naar aanleiding van het nieuwe raadsprogramma zijn er gesprekken met de initiatiefnemer voor een crematorium aan De Hoeve gevoerd over vestigingsmogelijkheden op Bergerden. Na intern beraad heeft de initiatiefnemer te kennen gegeven dat zij Bergerden geen geschikte locatie voor een crematorium te vindt. Naar aanleiding hiervan de gemeente zich bereid verklaard andere alternatieven te onderzoeken. Hierover worden begin 2014 met de initiatiefnemer gemaakt. Gelet op het feit dat er geen sprake is van een reëel en stellig voornemen om in de nabije toekomst een crematorium op De Hoeve te vestigen (dit is onzeker) is de boekwaarde van dit project afgewaardeerd. Afwijking van programmabegroting 2013: Nee Boekwaarde per 31-12-2013 € 118.962 N Haalbaarheid Nee Reëel en stellig voornemen Nee om in de nabije toekomst te bouwen. Aanvullende toelichting Verlies € 118.962 N Dekking Afboeking komt ten laste van het rekeningresultaat 2013.
Woningbouw G.041 Bloemstraat fase 1, locatie voormalig kruisgebouw aan de Frankenstraat, Huissen Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van 13 appartementen op de locatie van het voormalig kruisgebouw aan de Frankenstraat en de bouw van een tweekapper aan de Touwslagersbaan te Huissen. Wat hebben we gedaan in 2013 Eind 2013 is het pand Helmichstraat 37/37a verkocht. Het project is vervolgens afgesloten. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 110.649 N Haalbaarheid Nee Reëel en stellig voornemen Nee om in de nabije toekomst te bouwen. Aanvullende toelichting Verlies € 110.649 N Dekking Het verlies komt ten laste van het rekeningresultaat 2013. 148
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.044 Sancta Maria, Huissen Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van het hoofdgebouw en het bouwen van een aan de tijd veranderende zorgwens aangepast nieuw zorgcentrum. Wat hebben we gedaan in 2013 In verband met de huidige marktsituatie ziet de Woonzorg Nederland (eigenaar van Sancta Maria) af van de realisatie van het project. Zorgcentrum Betuweland (huurder van Sancta Maria) heeft naar aanleiding hiervan eind 2012 een haalbaarheidsonderzoek gedaan met als doelstelling te onderzoeken of het mogelijk is om Santa Maria in eigen beheer te vervangen door nieuwbouw. Vervolgens is Zorgcentrum Betuweland gestart met een business case met als doel om de aannames in het haalbaarheidsonderzoek bevestigd te krijgen. Medio 2013 is de business case afgerond. Begin 2014 zal een definitieve beslissing genomen worden om over te gaan tot nieuwbouw. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 17.496 N Boekwaarde per m² € 1,43 Haalbaarheid Wordt onderzocht. Reëel en stellig voornemen Ja om in de nabije toekomst te bouwen. Aanvullende toelichting G.059 Weverstraat Huissen Projectbeschrijving Het plan omvat de realisering van een appartementencomplex aan de Weverstraat te Huissen. Wat hebben we gedaan in 2013 De planvorming voor locatieontwikkeling binnen het plangebied loopt vanaf 2003. Het oorspronkelijk plan kon niet op voldoende maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak rekenen. De aanvraag omgevingsvergunning is geweigerd. De initiatiefnemer heeft het plan niet doorgezet. In verband hiermee is het project in 2013 afgesloten. N.B. In samenspraak met een nieuwe initiatief nemende partij zijn voor deze locatie de mogelijkheden verkend om een nieuw plan voor woningbouw in het plangebied te ontwikkelen. Daarbij zijn tevens de uitgangspunten betrokken die zijn vastgelegd in het opgestelde transformatiekader van het rapport m.b.t. de cultuurhistorische waarden voor het centrum van Huissen. Mogelijk zal voor dit nieuwe plan een nieuw project worden gestart. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2012 € 33.817 N Haalbaarheid Nee Reëel en stellig voornemen Nee om in de nabije toekomst te bouwen. Verlies € 33.817 N Aanvullende toelichting Afboeking komt ten laste van het rekeningresultaat 2013.
149
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
G.060 Hegsestraat, Gendt Projectbeschrijving Het plan omvat de realisatie van 2 vrijstaande woningen en de vervanging van de bestaande woning. Wat hebben we gedaan in 2013 Er is onvoldoende vraag naar de woningen. Het project is eind 2013 afgesloten. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 26.695 N Haalbaarheid Nee Reëel en stellig voornemen Nee om in de nabije toekomst te bouwen. Aanvullende toelichting Verlies € 26.695 N Dekking Afboeking komt ten laste van het rekeningresultaat 2013. G.063 Dorpsstraat/Oostervelden, Bemmel Projectbeschrijving Het plan omvat de sloop van de brandweerkazerne, de voormalige FIAT garage en twee woningen aan de Dorpsstraat en de herontwikkeling van het vrijgekomen gebied. Wat hebben we gedaan in 2013 De ontwikkeling van deze panden / percelen is als compensatiemogelijkheid betrokken bij de mogelijke verplaatsing van een kwekerij naar glastuinbouwgebied Bergerden. Nu deze compensatiemogelijkheid onvoldoende is gebleken, wordt verkoop van deze panden / percelen voorbereid ten behoeve van (gedeeltelijke) ontwikkeling. Afwijking van programmabegroting 2013: Ja, zie hierboven Boekwaarde per 31-12-2013 € 374.466 Boekwaarde per m² € 134,51 Haalbaarheid Wordt onderzocht. Reëel en stellig voornemen Ja om in de nabije toekomst te bouwen. Aanvullende toelichting
150
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
Centrumplan Huissen Projectbeschrijving. Teneinde de koopkrachtafvloeiing vanuit het centrum van Huissen te stoppen het realiseren van een attractief centrum voor Huissen, overeenkomstig de vastgesteld centrumvisie. Van het plan maakt onder andere deel uit het realiseren van een uitbreiding van de aanwezige supermarkt. Wat hebben we gedaan in 2013 Met de vaststelling van de aangepaste centrumvisie Huissen in de raadsvergadering van 21 maart 2013 is het proces van kaderstelling van de centrumontwikkelingen in Huissen voor wat betreft de detailhandelsstructuur afgerond. Er is een keuze is gemaakt voor het versterken van het bestaande winkellint Langestraat-Vierakkerstraat. Tevens is een alternatieve locatie aan de Langestraat aangewezen voor de vestiging van de AH-supermarkt. Vervolgens is de aandacht gericht op de voorbereiding van de bouwplannen gebaseerd op deze nieuwe visie voor de supermarktlocatie en de upgrading van de bebouwing aan de Markt. Het bouwplan voor de locatie Markt is in de periode mei/juni 2013 voor overleg met omwonenden, het maatschappelijk veld en deskundigen gepresenteerd. De ingekomen adviezen en reacties hebben geleid tot een advies aan de initiatiefnemer om tot aanpassing van het plan over te gaan. Naar aanleiding van dit advies beraadt de initiatiefnemer zich over het vervolg. De initiatief nemende partij voor zowel de locatie Markt als voor de nieuwe supermarktlocatie bereidt de bouwontwikkeling voor.
151
Jaarverslag 2013 4.7 Paragraaf Grondbeleid
152
Jaarverslag 2013
Bijlagen
153
Jaarverslag 2013
Samenstelling gemeentebestuur 2013 Gemeenteraad
S.P.M. de Vreeze M.H.F. Schuurmans-Wijdeven mr. J.A. Wenneker mw. M.J.C. Fontein P.B.H. Geurtz drs. P.A.T.W. Hegeman N.T.P. Hubers J.J. Huizinga mw. C.A.M. Lotze-Snijders J.H.A.P. Sluiter mw. M.J. Bouwmeister-Bremer R.T.H.M. Derksen J.A.W. Joosten T.W.M. Peren ing. H.J.J. Arends H.G. Gertsen mw. mr. J.J.A.M. Leenders-van Heck mw. mr. M.J.A. van Aalten-Janssen B.J.W.G. van Ottele F.H. den Houting P.B.M. Wegh T.G.C.M. Rijsemus mw. drs. H.W.M. Witjes drs. P.M. Cuypers A.H. Nijboer S.J.H.G. Wannet H.T. Peren mw. J.N.M. van Roosmalen T.F.J. Reijmers mw. L.G. Duiven F.N. Arbouw Th.G.L. Greep
154
voorzitter vanaf 26 oktober 2012 voorzitter vanaf 26 september 2013 fractievoorzitter B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 B06-L2000 fractievoorzitter Lokaal Belang Lingewaard Lokaal Belang Lingewaard Lokaal Belang Lingewaard Lokaal Belang Lingewaard fractievoorzitter CDA CDA CDA CDA fractievoorzitter lingewaard.NU lingewaard.NU lingewaard.NU fractievoorzitter VVD VVD VVD fractievoorzitter D66 D66 D66 fractievoorzitter PvdA PvdA PvdA fractievoorzitter GroenLinks GroenLinks raadsgriffier
Jaarverslag 2013
College van burgemeester en wethouders
S.P.M. de Vreeze M.H.F. Schuurmans-Wijdeven C.J. Telder B. van Eeten L.J.F. Dolmans C.M. de Graaf J. Wijnia
voorzitter vanaf 26 oktober 2012 voorzitter vanaf 26 september 2013 wethouder wethouder wethouder Interim-gemeentesecretaris tot 24-12-2013 Gemeentesecretaris per 01-01-2014
Presidium
S.P.M. de Vreeze voorzitter vanaf 26 oktober 2012 M.H.F. Schuurmans-Wijdeven voorzitter vanaf 26 september 2013 mr. J.A. Wenneker fractievoorzitter B06-L2000 J.H.A.P. Sluiter fractievoorzitter Lokaal Belang Lingewaard T.W.M. Peren fractievoorzitter CDA mw. mr. M.J.A. van Aalten-Janssen fractievoorzitter lingewaard.NU P.B.M. Wegh fractievoorzitter VVD drs. P.M. Cuypers fractievoorzitter D66 H.T. Peren fractievoorzitter PvdA mw. L.G. Duiven fractievoorzitter GroenLinks Daarnaast zijn in elke vergadering aanwezig: Th.G.L. Greep raadsgriffier mw. J.A.T. Mommers notulist
155
Jaarverslag 2013
Kerngegevens 2011
Inwoners Aantal inwoners (per 1 januari) Inwoners < 20 jaar Inwoners > 64 jaar Personen met een uitkering (WWB-IOAWIOAZ) Leerlingen basisonderwijs (per 1 okt.) Leerlingen voortgezet onderwijs (per 1 okt.) Leerlingen SO/SVO (per 1 okt.)
2012
45.589 11.316 6.696 468
45.770 11.267 7.142 455
45.833 11.193 7560 394
45.805 11.465 8.668 415
: : :
4.774 2.575 302
4.728 2.702 295
4.592 2.696 324
4.539 2.735 317
2011 : : : : : :
Financieel
31-12-2013
: : : :
Fysiek Oppervlakte gemeente Oppervlakte land Oppervlakte water Aantal woonruimten (per 1 januari) Lengte van wegen Oppervlakte openbaar groen (excl. sportvelden)
2013
6.918 6.215 703 18.499 344 210
2012 ha ha ha km ha
2011
6.918 6.215 703 18.557 350 221
ha ha ha km ha
2012
2013 6.918 6.215 703 19.208 359 224
31-12-2013 ha ha ha km ha
2013
Uitgaven Lasten
:
84.210.000
98.375.000
94.714.000
Algemene uitkering uit Gemeentefonds Belastingen OZB Afvalstoffenheffing & Rioolrecht Hondenbelasting Toeristenbelasting Overige inkomsten
: : : :
36.384.000 6.492.000 6.501.000 212.000 63.000 36.244.000 85.896.000
36.693.000 10.184.000 6.318.000 215.000 49.000 42.774.000 96.233.000
35.653.000 10.394.000 6.629.000 213.000 84.000 41.649.000 94.693.000
Investeringen in vaste activa
:
11.426.000
6.333.000
10.185.000
Boekwaarde eigendommen / vaste activa Langlopende schulden Reserves (inclusief resultaat) Voorzieningen
: : : :
116.413.000 84.422.000 55.849.000 4.839.000
115.875.000 89.193.000 53.706.000 7.753.000
117.800.000 83.964.000 53.684.000 7.315.000
Inkomsten
156
:
6.918 6.215 703 19.209 367 226
ha ha ha km ha