PROGRAMMABEGROTING 2014 MEERJARENPERSPECTIEF 2015-2017
1
2
1. Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inhoudsopgave ............................................................................................... 3 Aanbiedingsbrief.............................................................................................. 5 Leeswijzer ...................................................................................................... 6 Inleiding ......................................................................................................... 8 Van begroting 2013 naar begroting 2014 ..........................................................11 Programmaplan ..............................................................................................21 6.1. Programma bereikbaarheid en openbare ruimte ...........................................22 6.1.1. Deelprogramma Bereikbaarheid ...........................................................23 6.1.2. Deelprogramma Openbare Ruimte ........................................................26 6.2. Programma bestuur en dienstverlening .......................................................30 6.2.1. Deelprogramma Bestuur .....................................................................31 6.2.2. Deelprogramma Dienstverlening ..........................................................37 6.3. Programma cultuur en ontspanning ............................................................39 6.3.1. Deelprogramma Cultuur ......................................................................40 6.3.2. Deelprogramma Ontspanning ..............................................................44 6.3.3. Deelprogramma Sport ........................................................................47 6.4. Programma economische ontwikkeling ........................................................49 6.4.1. Deelprogramma Detailhandel ...............................................................50 6.4.2. Deelprogramma Economische Ontwikkeling ...........................................52 6.4.3. Deelprogramma Toerisme en Recreatie .................................................55 6.5. Programma integrale veiligheid ..................................................................58 6.5.1. Deelprogramma Handhaving ...............................................................59 6.5.2. Deelprogramma Veiligheid ...................................................................61 6.6. Programma maatschappelijke ondersteuning ...............................................65 6.6.1. Deelprogramma Minima ......................................................................66 6.6.2. Deelprogramma Wmo .........................................................................70 6.7. Programma onderwijs en jeugd ..................................................................74 6.7.1. Deelprogramma Jeugd ........................................................................75 6.7.2. Deelprogramma Onderwijs ..................................................................79 6.8. Programma ruimtelijke ontwikkeling en wonen ............................................83 6.8.1. Deelprogramma Plattelandsontwikkeling ...............................................84 6.8.2. Deelprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling .............................................87 6.8.3. Deelprogramma Wonen ......................................................................91 6.9. Programma algemene dekkingsmiddelen .....................................................94 6.9.1. Deelprogramma Algemene Dekking ......................................................95 6.9.2. Deelprogramma Reserves ................................................................. 103 7. Paragrafen ................................................................................................... 105 7.1. Paragraaf Lokale heffingen ...................................................................... 106 7.2. Paragraaf Weerstandsvermogen ............................................................... 111 7.3. Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen .................................................... 119 7.4. Paragraaf Financiering ............................................................................ 132 7.5. Paragraaf Bedrijfsvoering ........................................................................ 137 7.6. Paragraaf Verbonden Partijen .................................................................. 139 7.7. Paragraaf Grondbeleid ............................................................................ 145 8. Financiële toelichting .................................................................................... 148 8.1. Totaaloverzicht lasten en baten per deelprogramma ................................... 149 8.2. De financiële toelichting per programma ................................................... 150
3
8.2.1. Programma Bereikbaarheid en openbare ruimte ................................... 151 8.2.2. Programma Bestuur en dienstverlening ............................................... 154 8.2.3. Programma Cultuur en ontspanning.................................................... 157 8.2.4. Programma Economische ontwikkeling ................................................ 160 8.2.5. Programma Integrale veiligheid ......................................................... 162 8.2.6. Programma Maatschappelijke ontwikkeling .......................................... 164 8.2.7. Programma Onderwijs en jeugd ......................................................... 167 8.2.8. Programma Ruimtelijke ontwikkeling en wonen .................................... 170 8.2.9. Programma Algemene dekking ........................................................... 173 8.3. Overzicht algemene dekkingsmiddelen en uitgangspunten ........................... 177 8.4. Overzicht en toelichting incidentele baten en lasten .................................... 178 9. Bijlagen....................................................................................................... 182 9.1. Bijlage 1: Reserves en voorzieningen ........................................................ 183 9.1.1. Structurele mutaties in de reserves .................................................... 183 9.1.2. Mutaties en verloop reserves ............................................................. 184 9.1.3. Mutaties en verloop voorzieningen ..................................................... 186 9.2. Bijlage 2: Berekening EMU-saldo .............................................................. 189 9.3. Bijlage 3: Maatstaven algemene uitkering ................................................. 190
4
2. Aanbiedingsbrief Datum: 6 februari 2014 Aan de leden van de gemeenteraad van Haaksbergen, Wij bieden u de herziene, structureel sluitende, begroting 2014 en het meerjarenperspectief 2015-2017 (herziene begroting 2014) aan. Structureel sluitend betekent dat alle structurele (dus jaarlijks terugkerende) lasten volledig gedekt worden door structurele baten. Aanleiding voor het aanbieden van de herziene begroting 2014 is dat Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel (GS) de eerder door de raad op 6 november 2013 vastgestelde begroting 2014 niet hebben goedgekeurd. GS zijn van oordeel dat op onderdelen sprake is van ontoereikende informatiewaarde met als gevolg dat zij het begrotingsevenwicht niet kunnen toetsen. Voor zover GS kunnen beoordelen ontbreekt dit evenwicht. Van een specifiek aantal punten (9 in aantal) hebben GS aangegeven dat deze het structurele begrotingsevenwicht structureel ondermijnen. Tijdens het proces voor het opstellen van de herziene begroting 2014 hebben wij ambtelijk intensief met de toezichthouder opgetrokken. Dit heeft ertoe geleid dat op het punt van taakstelling nieuwe taken ad € 400.000 een correctie is doorgevoerd en de mogelijke correctie op de kapitaallasten is teruggebracht van € 851.000 (nadelig) naar € 83.000 (nadelig). Gedurende het overleg is een mogelijk nieuwe correctie op het onderhoud van wegen in beeld gekomen. Op basis van het onderliggende Wegenbeheerplan hebben we geconstateerd dat dit leidt tot een correctie op het structurele saldo van € 289.000 (nadelig). De bovenstaande drie onderwerpen betekenen dat we ons structurele saldo 2014 corrigeren met afgerond € 772.000 negatief. De voorgestelde correctie bedroeg in totaal circa € 2,9 mln (11 correcties). Door de aanvullende informatie die wij hebben verstrekt blijkt een deel van de voorgestelde correcties niet nodig. Hieruit blijkt dat de informatiewaarde van de begroting 2014 niet toereikend was. In het begrotingsproces van 2015 is het verhogen van de informatiewaarde een belangrijke doelstelling. Het structurele begrotingssaldo 2014 in de door uw raad vastgestelde begroting 2014 was € 618.000 positief. Uitgangspunt is dat de jaarschijf 2014 zowel structureel als incidenteel sluitend is. Naar aanleiding van hiervoor genoemde correcties bezuinigen we structureel € 157.600 en incidenteel € 75.000 op de bedrijfsvoering. Daarnaast is er sprake van een incidenteel voordeel op startersleningen. Wij geven hierna in het onderdeel “Van begroting 2014 naar herziene begroting 2014” een uitgebreide toelichting op het verloop van het structurele en incidentele begrotingssaldo van de door uw raad vastgestelde begroting 2014 naar de voorliggende herziene begroting 2014. Het college van burgemeester en wethouders.
5
3. Leeswijzer De Programmabegroting is een document waarin het totale gemeentelijke beleid op hoofdlijnen wordt toegelicht. Deze leeswijzer is bedoeld om u daarbij op weg te helpen. Gemeenten zijn verplicht een programmabegroting op te stellen. Zij zijn vrij in de keuze voor de verschillende programma’s. De opzet van de begroting is wettelijk voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (het BBV). De begroting kent een programmabegroting en een productenraming. De raad stelt de programmabegroting vast, en stelt hiermee de kaders voor het begrotingsjaar. De productenraming is een nadere uitwerking van de programmabegroting en ondersteunt het college van burgemeester en wethouders in de uitvoering van zijn taken en de aansturing van het ambtelijk apparaat. De productenraming wordt door het college vastgesteld en wordt voor u, zoals geregeld is in de in december 2012 vastgestelde Financiële Verordening, ter inzage gelegd. Aanbiedingsbrief In de aanbiedingsbrief schetsen we per beleidsveld de belangrijkste ontwikkelingen voor 2014 en de jaren erna. Van begroting 2013 naar begroting 2014 Hier vindt u het totale overzicht van baten en lasten van de programma’s. We geven op hoofdlijnen een toelichting op de financiële consequenties van de belangrijkste beleidsontwikkelingen binnen de verschillende programma’s. Een gedetailleerde toelichting is in het programmaplan gegeven. Programmaplan De programma’s zijn onderverdeeld in een aantal deelprogramma’s. Per deelprogramma is aangegeven welke producten hier onder vallen en wat de doelstellingen zijn voor deze producten. Per product is tevens aangegeven welk bedrag er is begroot aan baten en lasten. Vervolgens zijn de beleidsnota’s opgesomd die worden gebruikt bij het realiseren van de doelstellingen. In elk programma wordt antwoord gegeven op de "3W-vragen". Dit zijn de volgende vragen: • Wat willen we bereiken? (maatschappelijke effecten) • Wat gaan we daarvoor doen? (maatregelen en beleid) • Wat gaat dat kosten? Wat willen we bereiken? Hier gaan we in op visie, belangrijke beleidsontwikkelingen en concrete doelstellingen. Wat gaan we daarvoor doen? Hier gaan we in op de activiteiten die worden uitgevoerd om de doelstellingen te behalen. In de productenraming wordt hier dieper op ingegaan en zijn ook indicatoren aan de activiteiten gekoppeld.
6
Wat mag het kosten? Hier is in een tabel aangegeven welke lasten en baten er zijn begroot om de doelstellingen te realiseren. Per (deel)programma is aangegeven, wat de mutatie is tussen de begroting 2013 en 2014. Deze mutaties zijn nader toegelicht. Bij deze toelichting zijn de doorberekende uren en kapitaallasten buiten beschouwing gelaten. Wel brengen we deze effecten per (deel)programma en product in beeld, deze aparte bijlage wordt voor u samen met de productenraming ter inzage gelegd. Er is ook een tabel opgenomen met daarin een specificatie van de incidentele effecten. Dit is gedaan vanwege de aangescherpte voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De provincie Overijssel heeft aangegeven hier extra aandacht aan te besteden. Kredieten In lijn met de motie die de raad vorig jaar bij de behandeling van de begroting 2013 heeft aangenomen, hebben we de nieuwe Financiële Verordening op het punt van de aanvraag van kredieten aangescherpt. Het gevolg hiervan vindt u in het programma Algemene Dekking terug: een verbeterde toelichting op de aanvraag voor kredieten die we voor 2014 nodig hebben. Paragrafen De paragrafen gaan in op een aantal financiële en bedrijfsmatige onderwerpen, die dwars door het beleid uit de programma's heen lopen. Wij besteden in de paragrafen aandacht aan de onderwerpen die het Rijk in de programmabegroting verplicht stelt: de bedrijfsvoering, het onderhoud van kapitaalgoederen (bijvoorbeeld wegen en gebouwen), het grondbeleid (aan- en verkoop van grond), het weerstandsvermogen (de mate waarin wij tegenvallers financieel kunnen opvangen), de financiering (lenen en uitzetten van geld), de verbonden partijen (de samenwerkingsverbanden waarin de gemeente een inhoudelijk en financieel belang heeft) en de lokale heffingen (belastingen die de gemeente oplegt aan de burgers).
7
4. Inleiding In dit hoofdstuk schetsen we per beleidsveld de belangrijkste ontwikkeling voor 2014 en de jaren erna.
Ruimte Economische Ontwikkeling Gezonde en competitieve bedrijven, verdeeld over diverse sectoren in de kernen en het landelijk gebied, vormen de economische basis voor een dynamische leefomgeving en welbevinden van de gemeenschap. De economische trend en demografische ontwikkelingen (vergrijzing en krimp) onderstrepen de noodzaak tot actie: een impuls is noodzakelijk. Van belang is dat bedrijven en instellingen uit Haaksbergen hun strategie kunnen realiseren om zo hun groei en continuïteit voor de langere termijn te waarborgen. Om dit te realiseren wil de gemeente de bedrijven en instellingen stimuleren en versterken door een actieve houding in te nemen. Concreet betekent dit dat de gemeente faciliteert en verbindt en geen onnodige obstakels opwerpt. De nodige maatregelen en afspraken met het bedrijfsleven en georganiseerde verbanden worden opgenomen in het uitvoeringsplan van de economische visie. De samenwerking met het bedrijfsleven wordt versterkt door accountmanagement steviger neer te zetten. Ook stelt de gemeente een aanjaagbudget ter beschikking om initiatieven vanuit het uitvoeringsplan samen met het bedrijfsleven uit te voeren. Ruimtelijke Ontwikkeling Een aantrekkelijk centrum, een sterk buitengebied, een goed economisch klimaat en goede toeristische voorzieningen maken de gemeente aantrekkelijk als woongemeente. De kwaliteit van de woningen en woonomgeving zijn in sterke mate bepalend voor de leefbaarheid van de kernen. Een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid. De gemeente Haaksbergen zet zich samen met haar partners in voor een aantrekkelijke woonomgeving en een aantrekkelijk woningaanbod dat flexibel is en past bij de verschillende doelgroepen. De inzet van de gemeente is jongeren/starters aan zich te binden met een passend aanbod van woningen. Verder vindt de gemeente het belangrijk dat mensen gedurende lange tijd op een voor hen vertrouwde locatie kunnen wonen. Door realisatie van levensloopbestendige woningen en het creëren van woonservicezones wordt hieraan invulling gegeven. Vanwege de demografische en economische ontwikkelingen zetten wij vooral in op aanpassing van de bestaande voorraad. De gemeente vervult hierbij een faciliterende rol. Voor starters stelt de gemeente een leningstelsel in. Het energieloket ter bevordering van energiebesparende maatregelen zetten wij ook in 2014 voort. De gemeente wil graag sterke agrarische bedrijven houden die economisch en milieutechnisch volwaardig kunnen meedraaien. De agrarische bedrijven die de bedrijfsvoering beëindigen, wil de gemeente ruimtelijke kansen bieden om alternatieve activiteiten te ontplooien. Dit alles is noodzakelijk om de vitaliteit van het landelijk gebied in stand te houden. De transitie die in het landelijk gebied gaande is, vraagt om nieuwe economische functies. Het recreatief medegebruik van het landelijk gebied zien wij als een belangrijk economische aanvulling voor het buitengebied.
8
Verder sluiten wij aan op de gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente en geven uitvoering aan het bijbehorende uitvoeringsprogramma 2014-2020. In de komende periode bepalen wij aan welke projecten of programmaonderdelen de gemeente Haaksbergen wil deelnemen. Daarvoor hebben wij in de begroting budget opgenomen. Wij beperken het bezit van gemeentelijke panden tot datgene wat echt nodig is voor ons sociale en maatschappelijke beleid, of onze bedrijfsvoering. Als gevolg hiervan zullen ook in 2014 panden worden overgedragen of zullen panden worden gesloopt en herontwikkeld.
Samenleving De drie decentralisaties Het jaar 2014 staat in het teken de decentralisaties op het gebied van werk, zorg en jeugdzorg. Het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociale domein – participatiewet, overdracht van AWBZ-onderdelen naar de Wmo en jeugdzorg – is ‘één gezin, één plan, één regisseur’. De burger staat centraal en niet de regeling, financiering of instelling. Dit vraagt om een nieuwe werkwijze en houding in de uitvoering, de organisatie en de handelswijze van medewerkers en inwoners van Haaksbergen. 2014 is een belangrijk jaar waarin we ons in samenwerking met onze partners voorbereiden op deze nieuwe taken door middel van ontwikkeling van beleid en uitvoering, pilots, samenwerking met partijen en de doorontwikkeling van de Noaberpoort. Sociaal maatschappelijke doelstellingen De doelstellingen op het sociaal maatschappelijk terrein zijn: het versterken van de sociale vitaliteit; het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van burgers, bedrijven en instellingen; het stimuleren en ondersteunen van sociale samenhang. De overeenkomst tussen deze doelstellingen is dat het beroep op het zelfredzaam vermogen wordt vergroot. De Participatiewet voegt de Wet Werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet arbeidsparticipatie jongeren (Wajong) samen tot één regeling en treedt naar verwachting op 1 januari 2015 in werking. Met de participatiewet wil de overheid werkgevers meer verantwoordelijkheid geven en de eigen kracht van mensen voorop zetten. De participatiewet gaat uit van, zoals de naam al zegt, participatie door middel van (betaald) werk. De gedachte is dat mensen gaan werken en hiervoor “loonwaarde” betaald krijgen van de werkgever en het “restant” van de gemeente. Voor de gemeente betekent dit ten eerste dat we verantwoordelijk worden voor een grotere groep mensen en ten tweede dat we nieuwe methodes en werkwijzen moeten ontwikkelen. Een en ander binnen wettelijke kaders die op dit moment nog niet geheel duidelijk zijn. De decentralisatie van de AWBZ en de maatwerkvoorziening voor huishoudelijke hulp organiseren we zowel in regionaal verband als op (boven-)lokaal niveau. Door de regie te nemen als gemeente wordt een einde gemaakt aan de praktijk waarbij vele hulpverleners langs elkaar heen werken bij de ondersteuning op verschillende terreinen aan dezelfde
9
burgers. De komende jaren maken we een kwaliteitsslag, zodat we snel en effectief kunnen handelen. Ook van de burger vragen we een verandering; we doen een beroep op zijn eigen kracht. Preventie en inzet van algemene en voorliggende voorzieningen moet instroom in de duurdere zorg voorkomen. Dit betekent dat wij sterk inzetten op ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers, zodat het sociale netwerk rondom de klant wordt versterkt en de inzet van professionele zorgaanbieders minder wordt. De decentralisatie van de Jeugdzorg geven we vorm in regionaal verband en op (boven)lokaal niveau. Op lokaal niveau betrekken we daar nadrukkelijk onze huidige partners bij, die immers een schat aan kennis hebben en daardoor bij uitstek aan kunnen geven waar efficiencywinst mogelijk is. Een belangrijk uitgangspunt bij de decentralisatie is preventie. Preventie om instroom in de dure zorg te voorkomen. Wanneer een jongere wel meer hulp nodig heeft, moet dit goed geregeld zijn en moet de jeugdige de noodzakelijke begeleiding krijgen. Verzelfstandiging De Wilder Dit najaar vindt een marktoriëntatie plaats met als doel te komen tot overdracht van zwembad De Wilder aan een commerciële partij in 2014. Het onderhoudsbudget wordt in 2014 incidenteel verhoogd met € 269.000. Indien uit de marktoriëntatie blijkt dat overname door een commerciële partij geen optie is, stelt Stichting De Wilder een ondernemingsplan voor de komende 10 jaar op, waarin exploitatie, onderhoud en investeringen zijn geregeld. De financiële consequenties van deze optie worden, wanneer deze zich voordoet, in de kadernota voor 2015 verwerkt.
Overige Samenwerking met andere overheden Bij samenwerking met andere partijen is onze doelstelling zaken nog efficiënter en goedkoper te organiseren. Begrippen als continuïteit, kwaliteit, kostenbesparing, stabiliteit, effectiviteit en flexibiliteit passen daarbij. Bij andere partijen moet gedacht worden aan een nog intensievere samenwerking met o.a. gemeentes, waterschappen en Regio waarbij we altijd naar een win-win situatie streven. In 2014 nemen we naar verwachting nadere beslissingen over verdere invulling en concretisering van de samenwerking op het gebied van sociale zaken, ICT en BOR met Hof van Twente, Hengelo en de Regio Twente.
10
5. Van begroting 2013 naar begroting 2014 Wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke begrotingsbeeld 2014-2017 De oorspronkelijk op 6 november vastgestelde begroting 2014 en mjp 2015-2017 liet het volgende begrotingsbeeld zien: Begroting 2013
Onderdeel
Begrotingsresultaat structureel Begrotingsresultaat incidenteel Totaalsaldo begroting
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
826.641 -823.565
618.199 -605.809
319.371 -713.090
578.077 -380.700
952.578 -375.240
3.076
12.390
-393.721
197.377
577.338
Na het onder preventief toezicht plaatsen van onze begroting hebben we intensief overlegd met de provincie. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een tweetal correcties, die van invloed zijn op het hiervoor geschetste incidentele en structurele resultaat uit de oorspronkelijke begroting. In tabelvorm ziet dit verloop er als volgt uit: Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017
Onderdeel Begrotingsresultaat structureel 6-11-2013
826.641
618.199
319.370
578.077
952.577
-400.000
-400.000
-400.000 -289.000
Correcties: Taakstelling nieuwe taken
-400.000
Onderuitputting en inhaalafschrijving investeringen
-82.738
Wegenonderhoud
-289.000
-289.000
-289.000
Aanvullende maatregelen
157.600
178.553
178.553
178.553
Begrotingsresultaat structureel bijgesteld
826.641
4.061
-191.077
67.630
442.130
Begrotingsresultaat incidenteel 6-11-2013
-823.565
-605.809
-713.090
-380.700
-375.240
-713.090
-380.700
-375.240
12.390 -393.720
197.377
577.337
5.990 -904.167 -313.070
66.890
Correcties: Taakstelling nieuwe taken
400.000
Onderuitputting en inhaalafschrijving investeringen
82.738
Aanvullende maatregelen
125.000
Begrotingsresultaat incidenteel bijgesteld
-823.565
Begrotingsresultaat totaal 6-11-2013
3.076
Begrotingsresultaat totaal bijgesteld
3.076
1.929
Toelichting: In de jaarschijf 2014 hebben uiteindelijk drie correcties plaatsgevonden: - een verschuiving van afgerond € 83.000 het structurele naar het incidentele saldo als gevolg van het effect van de onderuitputting kapitaallasten; een verschuiving van € 400.000 van het structurele naar het incidentele saldo in relatie tot de taakstelling nieuwe taken; een correctie van € 289.000 op het structurele voordelige effect als uitvloeisel van het wegenbeheerplan 2006, op basis van de geschatte langjarige gemiddelde kosten voor groot (asfalt)onderhoud moet we rekening houden met een structurele verhoging van het budget. Door deze drie correcties constateren we dat de begroting 2014 niet meer structureel sluitend is, terwijl ook het eindsaldo negatief is. Om het ontstane tekort voor 2014 op te lossen zijn aanvullende maatregelen nodig. Deze maatregelen hebben we gezocht en gevonden in vooral de bedrijfsvoering.
11
Om de begroting 2014 weer op orde te brengen stellen we de volgende structurele maatregelen voor: het terugbrengen van het budget voor vervanging van inventaris en onderhoud gemeentehuis met € 20.000; het terugbrengen van het budget voor ARBO-maatregelen met € 15.000; het anders dekken van kosten voor personeelswerving waardoor het beschikbare budget van €12.600 kan vervallen; het vervallen van de vacature van applicatiebeheerder Wmo, dit levert € 50.000 op; het structureel verlagen van de loonkosten met € 60.000 omdat we minder pensioenpremie hoeven af te dragen In totaal leveren deze maatregelen structureel € 157.600 op. Daarnaast stellen we nog aanvullende maatregelen voor die uitsluitend effect hebben op de jaarschijf 2014: de startersleningen worden weer aan ons terugbetaald en worden dus budgettair neutraal in de begroting 2014 opgenomen, dit levert € 50.000 op; op het budget voor onderhoud gemeentehuis en vervanging van inventaris wordt bovenop de structurele bezuiniging in 2014 nog eens extra € 30.000 bezuinigd; daarnaast zetten we incidenteel € 45.000 aan vrije formatieruimte in als incidentele dekking. In totaal leveren deze maatregelen incidenteel € 125.000 op. Effecten 2015-2017 Het saldo wordt voor de jaren 2015-2017 met € 400.000 door de structurele correctie van de taakstelling nieuwe taken wel verlaagd. Door het verlagen van het krediet voor reconstructie van wegen (in samenhang met het structureel verhogen van de exploitatie met € 289.000) kunnen we de kosten voor rente en afschrijving met afgerond structureel € 21.000 vanaf 2015 verlagen. Samen met de structurele maatregelen houden we daarmee met uitzondering van de jaarschijf 2015 een structureel sluitende begroting.
12
De financiën van de gemeente Haaksbergen Omdat de raad dit jaar geen Kadernota heeft behandeld en vastgesteld schetsen we hieronder de financiële effecten van de belangrijkste autonome- en beleidsontwikkelingen ten opzichte van de begroting 2013 en het meerjarenperspectief 2014-2017. 2014 Vertrekpunt: Begroting 2013 en mjp 2014-2017
2015
2016
2017
29
204
1.228
1.359
Doorbelasting uren/kapitaallasten
135
135
135
135
Effecten kapitaallasten/verlenging afs. Termijnen
768
448
227
503
Autonome ontwikkelingen
Inc.
83
Inc.
Ontvangen rente en winstuitkering
-44
54
104
154
Ontwikkeling algemene uitkering
131
-839
-1.379
-1.425
0
-4
-8
-78
Afvalexploitatie
-50
-50
-50
-50
Actualisatie GRP en waterbeheer
-78
-78
-78
-78
Centr. Afd. budgetten
-31
-36
-36
-36
Salarissen autonoom
-21
179
379
579
-289
-289
-289
-289
325
-108
-108
-108 Inc.
-200
-200
-200
-200 Inc.
Uitvoering optimalisatieplan BOR
100
100
100
100
Extra investering plantsoenen
-90
-90
-90
-90
-30
0
0
Autonome ontw.
Nieuw beleid per programma Bereikbaarheid en openbare ruimte Wegenonderhoud Opvangen onderhoudspiek wegen
-70 Bestuur en dienstverlening Klantcontactcentrum
0 Inc.
Cultuur en ontspanning Aanvullende subsidie theater
-65
-65
-65
Extra onderhoud de Wilder
-269
0
0
-65 0 Inc.
Extra subsidie de Wilder
-140
0
0
0
-50
0
0
0 Inc.
70
70
97
97
-53
0
0
0
-108
0
0
0
-400
-400
-400
-400
-75
0
0
0 Inc.
-94
-113
-150
-251 Inc.
Economische ontwikkeling Aanjaagbudget economische ontwikkeling Integrale veiligheid Voordelig effect bijdrage Veiligheidsregio Twente Maatschappelijke ondersteuning WSW Bijstand
-99 Vervallen taakstelling nieuwe taken Invoeringsbudget decentralisaties
Inc.
Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Plattelandsontwikkeling
44 Uitvoering startersleningen
0
0
0
0 Inc.
Onderhouden openbare ruimte centrum
-50
0
0
0 Inc.
Verkoop vastgoed
100
0
0
0 Inc.
Algemene dekking aanwending reserve gebouwenonderhoud
269
0
0
Aanvullende maatregelen ivm bijstellingen provincie
158
158
158
Extra taakstelling personeel
100
0
0
0 Inc. 158
75 Overige verschillen Totaal ontwikkelingen Saldo Begroting 2014 en mjp 2015-2017
Inc. 0 Inc.
-74
21
113
53
- 23
- 1.108
- 1.541
- 1.292
6
-904
-313
67
13
Autonome ontwikkelingen De onder autonome ontwikkelingen geschetste financiële effecten kunnen niet los worden gezien van de algemene uitgangspunten en grondslagen die we voor deze begroting hanteren, zoals het omslagpercentage en de loonontwikkeling. Deze uitgangspunten en grondslagen worden nader toegelicht in hoofdstuk 8. Doorbelasting uren en kapitaallasten Het totale voordeel van € 135.000 bestaat uit: 1. € 74.000 aan meer aan grondexploitaties en investeringskredieten toegerekende uren. Deze uren worden voornamelijk besteed aan de afronding van de Noordsingel, de realisatie van de N18 en de herschikking van schoollocaties. 2. In 2013 zijn de kapitaallasten van gedurende 2013 opgevoerde nieuwe kredieten ten onrechte incidenteel verwerkt (positief effect ter hoogte van € 61.000). Door middel van een correctie in de begroting 2014 worden deze kapitaallasten alsnog structureel verwerkt. Per saldo heeft deze correctie geen resultaatinvloed (hangt samen met een negatief effect van € 61.000 op ‘effecten kapitaallasten’ onder de autonome ontwikkelingen in de tabel ‘van begroting 2013 naar begroting 2014’). Effecten kapitaallasten/verlenging afschrijvingstermijnen Het voordelig effect in de begroting 2014 valt uiteindelijk hoger uit dan de hiervoor genoemde € 555.000 uit de kadernota, namelijk € 851.000. Hieronder geven wij een nadere onderbouwing van het voordeel van € 851.000 aan de hand van zes elementen. Structurele effecten Effect verlenging afschrijvingstermijnen Voordeel € 1.471.000 Een belangrijk deel van het geconstateerde voordeel wordt door de omvang van de totale boekwaarde veroorzaakt door verlenging van afschrijving op wegen (van 10 jaar naar 25 jaar, effect 700K). Daarnaast zien we ook voordelen op de onderdelen materieel en werf (190K), groot onderhoud en nieuwbouw scholen (102K) en gemeentelijke panden (122K). Een langere afschrijvingstermijn leidt tot een lagere afschrijving en dus tot een structureel voordeel. Vervallen stelpost effect verlenging afschrijvingstermijnen Nadeel € 700.000 In de Kadernota 2013 is een taakstelling voor de verlenging van afschrijvingstermijnen opgenomen van € 700.000. Op het moment van het ramen van dit voordeel was de concrete invulling van de verordening nog niet bekend. Het totale structureel voordelige effect van de verlenging en verkorting van afschrijvingstermijnen ten opzichte van de stelpost is + 1.471.000 -/- 700.000 = + 771.000. Effect verkorting afschrijvingstermijnen Nadeel € 105.000 De aanpassing van de verordening brengt met zich mee dat een aantal activa in een korter tijdsbestek wordt afgeschreven. Dit resulteert in een structureel nadeel van € 105.000. De verkorting van de afschrijvingstermijn leidt tot een hogere afschrijving en dus tot een structureel nadeel.
14
Vrijval geheel afgeschreven investeringen Voordeel € 21.000 Dit bedrag heeft betrekking op restafschrijvingen van vijf kredieten. Wij ramen de totale afschrijving reëel in onze begroting, en houden dus in het mjp ook al rekening met de vrijval van geheel afgeschreven investeringen. Vervallen stelpost afschrijving nieuwe investeringen 2013 Voordeel € 100.000 Omdat bij het opstellen van de begroting 2013 de planning/fasering van de nieuwe investeringen niet in beeld was hebben we op basis van het verleden een aanname gedaan, en voor de afschrijvingskosten in 2014 een structurele stelpost opgenomen van € 100.000. De werkelijke structurele lasten komen, zoals toegelicht onder punt 4b. uit op € 19.000 in 2014. Afschrijving nieuwe investeringen 2013 Nadeel € 19.000 Het betreft de afschrijvingskosten van zes nieuwe investeringen. Deze waren in de begroting 2013 voor de jaarlaag 2014 niet geraamd. Samenvattend is het structurele voordeel van alle onder de punten 1 tot en met 4 genoemde elementen € 768.000. Incidentele effecten Onderuitputting afschrijvingen Voordeel € 393.000 Ten opzichte van de oorspronkelijke raming uit de begroting 2013 wordt een aantal investeringen later afgerond. De verwachte afronding van de Noordsingel loopt bijvoorbeeld uit naar 2014. We gingen er in de begroting 2013 vanuit dat dit project in 2013 wordt afgerond. Als gevolg van het later afronden van de Noordsingel wordt vanaf 2015 in plaats van 2014 afgeschreven en ontstaat er in 2014 een incidenteel voordeel van € 260.000. In totaal gaat het om zes investeringen die een incidenteel voordeel opleveren van in totaal € 393.000. Het gaat om investeringen in het kader van het GRP, investeringen op het gebied van I&A, de nieuwbouw van een brandweergarage, de afronding van aanleg van de rondweg en gebouwrenovaties. 6. Inhaalafschrijvingen 2014 Nadeel € 310.000 Na vaststelling van de nieuwe afschrijvingstermijnen hebben we alle activa doorlopen en de afschrijvingstermijnen aangepast. Van een aantal activa hebben we geconstateerd dat deze op grond van de nieuwe afschrijvingstermijnen al afgeschreven hadden moeten zijn. Deze activa hebben we alsnog in 2014 helemaal afgeschreven. Het totale nadelige effect van deze inhaalafschrijving is € 310.000 incidenteel. Het totale incidentele voordeel van de onder punten 5. en 6. genoemde effecten is € 83.000. Ten opzichte van de oorspronkelijk begin november vastgestelde begroting leidt dit tot een correctie op het structurele saldo. Samen met het hiervoor genoemde structurele voordeel van € 768.000 bedraagt het voordeel € 851.000
15
Ontwikkeling algemene uitkering De effecten van de algemene uitkering zijn doorgerekend op basis van de meicirculaire. Op basis van de meest recente informatie concluderen we dat de raming voor 2014 reëel is. Over de meerjarige gevolgen valt nog niet veel te zeggen omdat de gevolgen van de decentralisaties nog niet in de Algemene Uitkering doorgerekend zijn. Overigens zien we door de rekenwijze van het rijk in 2014 een opvallend groot voordelig effect in onze algemene uitkering. Dit komt doordat de rekenwijze leidt tot een hoger accres dan verwacht. Omdat de Algemene Uitkering een structurele inkomstenbron is, is dit effect ondanks het eenmalige karakter toch als structureel aan te merken. Autonome ontwikkelingen Onder deze noemer hebben we vooral structureel doorwerkende effecten uit de begroting 2013 verwerkt, zoals de aanpassing van de leges aan de inflatie. Afvalexploitatie De bedragen voor het product afval zijn voor de jaarschijf 2014 geactualiseerd, en meerjarig doorgerekend. Per saldo leidt dit tot een nadeel van afgerond € 50.000. Actualisatie GRP en waterbeheer De jaarschijf 2014 is geactualiseerd aan de hand van het in 2012 vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan. Dit leidt per saldo tot een nadeel van afgerond € 78.000. De jaarschijven 2015-2017 moeten nog worden geactualiseerd en doorgerekend. Centralisatie afdelingsbudgetten Personeelsondersteunende budgetten als opleidingen, reiskosten, literatuur en abonnementen waren versnipperd in de begroting opgenomen. We wilden meer grip op deze budgetten krijgen en daarom hebben we deze budgetten inmiddels op één plek in de begroting ondergebracht. Hierbij is gebleken dat in een aantal gevallen het beschikbare budget niet toereikend was. Het op peil brengen van deze budgetten leidt tot een structureel nadeel van afgerond € 31.000 in 2014, en loopt op naar € 36.000 vanaf 2015. Salarissen autonoom We hielden in de begroting 2014 al rekening met een salarisstijging van 2%. Hoewel de loonsverhoging op nul uitkomt constateren we voor 2014 door de gestegen werkgeverslasten toch een klein structureel nadeel van € 20.000 ten opzichte van het oorspronkelijk perspectief. Ook in de jaren 2015-2017 hielden we oorspronkelijk rekening met een stijging van de loonkosten van 2%. Op basis van de informatie uit de circulaires van het gemeentefonds, het rijksbeleid en de stand van zaken omtrent de Cao-besprekingen hanteren we nu voor de komende jaren de nullijn. De voor de jaren 2015-2017 opgenomen stelpost van respectievelijk € 200.000, € 400.000 en € 600.000 valt hierdoor vrij, hetgeen een structureel voordeel oplevert (zie ook toelichting op uitgangspunten en grondslagen voor de begroting in hoofdstuk 8). Bereikbaarheid en openbare ruimte Het wegenonderhoud is momenteel op orde. Samen met het jaarlijks beschikbare krediet is het budget voldoende om het huidige wegenbeheersplan uit te voeren. Hierbij is ook ruimte voor de jaarlijkse dotatie aan de voorziening volgens dit zelfde plan. Het matigen
16
van onderhoud in 2014 is hierdoor mogelijk (+ € 325.000). Omgekeerd zal een wegenfonds (- € 200.000 per jaar, voeding totaal € 1 mln. gedurende vijf jaar) worden ingesteld om pieken in onderhoudsmaatregelen de komende jaren het hoofd te kunnen bieden. Op grond van het wegenbeheerplan 2006 moeten we op termijn rekening houden met een hogere dotatie aan de voorziening door de kosten van groot (asfalt)onderhoud. We hebben daarom de dotatie aan de voorziening structureel verhoogd met € 289.000. Begin 2013 heeft het college ingestemd met het Optimalisatieplan van de afdeling Beheer Openbare Ruimte. Op dit moment is al een deel van de besparing van in totaal € 385.000 behaald. Voor het begrotingsjaar 2014 is een taakstelling verwerkt van € 100.000. In 2014 zal nadere uitwerking plaatsvinden van de Groenvisie. Omvorming van arbeidsintensief naar onderhoudsarm openbaargroen krijgt zijn beslag (- € 160.000). Bestuur en dienstverlening Wij streven ernaar een zelfstandige, bestuurskrachtige gemeente te zijn. Daarbij staan gemeente, inwoners, organisaties en bedrijven dicht bij elkaar. Wij brengen samen, datgene tot stand waar in Haaksbergen behoefte aan is. We optimaliseren de dienstverlening aan onze burgers. Voor de implementatie van een Klantcontactcentrum trekken we in 2014 een bedrag van € 30.000 uit. We organiseren in 2014 twee maal verkiezingen. Cultuur en ontspanning Een belangrijk punt in het programma Cultuur en ontspanning is het geven van een extra impuls aan de Haaksbergse podiumvoorziening ter hoogte van € 65.000. Het theater en de bibliotheek geven in 2014 samen invulling aan het aanbod van het theater vanuit een nieuwe culturele entiteit. Op deze manier worden de subsidiemiddelen efficiënter ingezet en het culturele aanbod van de gemeente versterkt. Verder verstrekken we extra subsidie aan stichting De Wilder en vindt achterstallig onderhoud plaats (- € 409.000). De exploitatie van De Wilder is in eerste instantie afhankelijk een goede bedrijfsvoering. De Wilder ontvangt van de gemeente Haaksbergen een bijdrage in de vorm van een subsidie ter hoogte van € 459.000. De Wilder staat financieel onder druk met als gevolg een negatief eigen vermogen ter hoogte van € 450.000. De gemeente staat niet garant voor een negatief eigen vermogen van De Wilder. Door de financiële druk is het voor De Wilder een lastige opgave om de huur aan de gemeente Haaksbergen te voldoen. Daarom hebben wij in de begroting 2014 in de paragraaf Weerstandsvermogen een risico opgenomen (en financieel vertaald) van het niet kunnen innen van de huur inzake De Wilder (ter hoogte van € 300.000 met een optredingskans van 70%). Voor het overige constateren we dat de in de begroting 2014 opgenomen bedragen toereikend zijn om de verwachte kosten van het exploiteren van zwembad de Wilder te kunnen dekken. Wij houden rekening met een reële huuropbrengst. Met eventuele ingeschatte oninbaarheid van de huur wordt rekening gehouden in de risicoparagraaf danwel door het aanhouden van een voorziening voor dubieuze debiteuren.
17
Economische ontwikkeling De realisatie van de tweede fase van de revitalisering van industrieterrein ’t Varck Oost krijgt in 2014 zijn beslag. Naast de uitgaven voor de realisatie van de tweede fase ontvangen we een provinciale subsidie en doen we een onttrekking uit de Reserve Sociale en Fysieke Infrastructuur (RSFI) in 2014. Voor de stimulering van de lokale economie en het ondersteunen van initiatieven vanuit het (georganiseerde) bedrijfsleven is een bedrag van € 50.000 opgenomen in 2014. Integrale veiligheid In het programma Integrale veiligheid is “het terugdringen woninginbraken” voor ons een belangrijke prioriteit. Vanwege de maatschappelijke en persoonlijke impact willen wij extra investeren in preventie. Onder andere door een preventiespecialist in te zetten die adviseert op het punt van het politiekeurmerk veilig wonen. We werken daarbij in de regio samen met andere gemeenten en veiligheidspartners. Gelet op de goede ervaringen in het verleden, verwachten wij hiermee veel winst te behalen in Haaksbergen. Zo valt bijvoorbeeld onze bijdrage aan de Veiligheidsregio Twente de komende jaren structureel voordelig uit (+ € 70.000). Maatschappelijke ondersteuning Hiermee kan het verwachte aantal uitkeringen in Haaksbergen opgevangen worden. Het aantal bijstandsgerechtigden neemt in 2014 naar verwachting met 20 toe ten opzichte van 2013. Dit heeft een negatief effect van € 300.000 tot gevolg als gevolg van het verstrekken van meer uitkeringen. We verwachten vanaf 2015 op basis van de trendmatige ontwikkeling van het ministerie van BZK dat de toename van bijstandsgerechtigden afvlakt. Tevens verwachten we dat onze inzet op activering en re-integratie leidt tot een afname van het aantal bijstandsgerechtigden vanaf 2015. Voor de jaren 2015 t/m 2017 hebben we daarom een nullijn voor het effect op de bijstand verwerkt. Tegenover dit negatieve effect staat een extra bijdrage van het Rijk van € 100.000. Per saldo leiden deze effecten tot een nadeel van € 207.000 in 2014. Voor het komende jaar is een bedrag van € 75.000 gereserveerd om de invoering van de decentralisaties jeugd, participatie en onderdelen AWBZ naar de Wmo voor te bereiden. Deze middelen worden ingezet om de organisatie om te buigen naar een dienstverlening waarin de burger centraal staat. In de loop van 2014 wordt met pilots gestart, zodat de feitelijke overgang van taken in 2015 soepel kan verlopen. Haaksbergen draagt in 2014 naar verwachting € 53.000 meer bij in het verlies van Hameland (t.o.v. 2013). Uit de meerjarenbegroting van Hameland blijkt dat vanaf 2015 het resultaat minimaal neutraal is. Daarmee is onze bijdrage aan Hameland in het meerjarenperspectief vanaf 2015 op € 179.000 gesteld (mutatie van 0), conform afspraken alle deelnemende gemeenten. Daarnaast ontvangt Hameland van de gemeente Haaksbergen de rijksbijdrage inzake de WsW. Onderwijs en jeugd Door demografische ontwikkelingen daalt het aantal leerlingen op veel basisscholen en is er sprake van overcapaciteit van lesruimtes. In samenwerking met de scholen wordt in 2014 gestart met de daadwerkelijke herontwikkeling van locaties.
18
Begin 2014 maken gemeente en scholenbesturen concrete afspraken over de wijze waarop passend onderwijs zijn beslag krijgt. De afspraken hebben betrekking op het bieden van een passend scholingsaanbod voor alle kinderen in hun nabije omgeving. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen In 2014 starten we de volgende fase van de plattelandsontwikkeling (- € 50.000, oplopend tot - € 250.000) met een bescheiden gemeentelijke financiering. Hierbij rekenen we op voortzetting van provinciale subsidies, waarvan de hoogte bepaalt wordt door de gemeentelijke cofinanciering. In de jaren daarna neemt het budget – met een toename van de projectenportefeuille – toe. Wij hebben € 50.000 opgenomen voor de inhaalslag kwaliteit openbare ruimte voor het winkelhart van Haaksbergen. Lagere huuropbrengsten uit het gemeentelijk vastgoed leiden tot een vermindering van inkomsten. Vooral de huurverlaging van het theater is hiervan een belangrijke oorzaak. Daar staat overigens wel een verlaging van de subsidie aan het theater tegenover zodat het effect op het resultaat nihil is. Verder rekenen op een positief resultaat bij de verwachte verkoop van gemeentelijk vastgoed (Veldkampstraat) (+ € 100.000) en van snippergroen. In 2014 zetten wij de stimulering van energiebesparende maatregelen (energieloket) met provinciale subsidie voort, waarbij vanaf 2014 gemeentelijke cofinanciering is toegevoegd. Voor de stimulering van de woningmarkt voor starters met een leningstelsel is in de begroting € 50.000) beschikbaar. Omdat we dit geld weer terugontvangen is dit budgettair neutraal in de begroting verwerkt. De provinciale subsidie voor te realiseren woningen in 2014 is eveneens toegevoegd. Algemene dekking Bij de belastingen is rekening gehouden met een inflatiecorrectie van de tarieven van 2 % en een toename van de oninbare belastingvorderingen. De kostenplaatsen zijn een instrument om kosten, die niet direct aan een product of programma toe te rekenen zijn, over de programma’s te verdelen. De raad heeft daarvoor begin 2012 kaders vastgesteld. De kosten van de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld de salariskosten, de kosten van huisvesting, automatisering en materieel) worden op de kostenplaatsen verzameld en uiteindelijk aan de hand van de geraamde uren aan de producten, deelprogramma’s en programma’s toegerekend. Ook de kosten van rente en afschrijving worden op een soortgelijke manier verzameld en doorgerekend. Het saldo van deze verdeling van kosten is nul, er is geen effect op het begrotingsresultaat. Het is een operatie van financieel-technische aard om de kosten van de (deel)programma’s en producten zo zuiver mogelijk in beeld te brengen. De doorbelasting van zowel uren als kapitaallasten heeft geen beleidsmatige achtergrond. Door het vooralsnog niet invullen van opengevallen plekken, is het mogelijk incidenteel een extra bezuiniging op personeel (- € 100.000) te realiseren voor 2014.
19
De structurele en incidentele effecten van de aanvullende maatregelen voor de begroting hebben we al aan het beging van dit hoofdstuk toegelicht.
20
6. Programmaplan
21
6.1. Programma bereikbaarheid en openbare ruimte
22
6.1.1.
Deelprogramma Bereikbaarheid
Bereikbaarheid Openbaar vervoer
Parkeren
Verkeer
Verlichting
Wegen
Doelstelling Voldoende en veilige voorzieningen voor openbaarvervoergebruikers. Voldoende parkeergelegenheid in het centrum en bij woningen. Verdere verbetering van de verkeersveiligheid door educatie en het aanpakken van gevaarlijke situaties. Doelmatige openbare verlichting voor een veilige omgeving. Afronding van de Noordsingel en bevordering aanleg N18. Onderhoudsniveau van de wegen minimaal volgens de eisen van de CROW.
Financieel kader Lasten 90.920 Baten 13.409 Saldo -77.511 Lasten 80.878 Baten 164.394 Saldo 83.516 Lasten Baten Saldo
239.204 0 -239.204
Lasten Baten Saldo
326.194 7.020 -319.174
Lasten Baten Saldo
3.106.806 126.651 -2.980.155
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Beleidsplan Wegbeheer 2006 Parkeerbeleidsplan 2010 GVVP 2007
Einddatum 2020 2017
23
1. Wat is onze visie? Een optimale bereikbaarheid is van groot belang voor bedrijven en burgers. De wijze waarop de wegen worden ingericht en beheerd, draagt in grote mate bij aan de bruikbaarheid, (sociale) veiligheid en aantrekkelijkheid. Schoon, heel en veilig is hierbij ons uitgangspunt. Onze middelen zetten we toenemend in op plaatsen waar gebruik, kwaliteit en veiligheid van belang zijn en we doen een stapje terug waar die minder van belang zijn. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Kolenbranderweg De Kolenbranderweg wordt opgewaardeerd tot een volwaardige ontsluitingsweg en wordt gelijktijdig met de N18 opengesteld. N18 Verdiepte aanleg De gemeenteraad zet in op een verdiepte aanleg van de N18 in plaats van een hooggelegen N18 ter plaatse van de Geukerdijk. De totale gemeentelijke bijdrage voor de verdiepte aanleg wordt geraamd op € 1.800.000. Voorbereidende werkzaamheden N18 Voor de voorbereidende werkzaamheden in verband met de N18 wordt een voorbereidingskrediet aangevraagd. De voorbereidingskosten voor de navolgende onderdelen zijn geraamd op € 122.250: • aanpassing Kerkweg naar een erftoegangsweg i.v.m. afsluiting Groothuizenweg; • verleggen drukriolering a.g.v. de doorsnijding van de nieuwe N18; • in beeld brengen maatregelen m.b.t. het aanpassen van het onderliggend wegennet (OWN) en overige infrastructuur die niet door Rijkswaterstaat worden uitgevoerd. Wegen Voor toekomstig groot onderhoud wordt een wegenfonds ingesteld, waarmee pieken in de investeringsbehoefte kunnen worden opgevangen. Onkruidbestrijding op verharding In 2012 heeft de overheid besloten dat het verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen wordt uitgesteld tot 2015. In de Kadernota voor 2015 zal hieraan opnieuw aandacht worden besteed wanneer hierover meer duidelijkheid is. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Openbaar vervoer
Het in eigendom hebben van wegen die door inrichting en verkeersregulering voor alle weggebruikers veilig te gebruiken zijn. De openbaar vervoerder fysiek voldoende faciliteren zodat zij het vervoer binnen en van en naar Haaksbergen, kan uitvoeren.
1. Het nemen van maatregelen (inrichting en snelheden) om veiligheid te vergroten. 2. Instandhouding openbaar vervoersaanbod, bereikbaarheid en veiligheid haltes.
24
Parkeren
Verkeer
Het behouden van een bereikbaar Haaksbergen waarbij het voor alle bewoners en bezoekers mogelijk is een parkeergelegenheid te vinden binnen acceptabele afstand van de bestemming. Een bereikbaar en verkeersveilig Haaksbergen.
Verlichting
Veilige openbaar gebied en wegen door doelmatige en duurzame openbare verlichting.
Wegen
Onderhoudsniveau van de wegen volgens de eisen van de CROW. Voorbereiden aanleg N18. Gladheidsbestrijding bij gladheid en sneeuwval op wegen en fietspaden. Instellen van een Wegenfonds (anticiperen op komende grote onderhoudsinvesteringen).
4.
1. Goed bereikbaar met voldoende parkeerplaatsen. 2. Parkeergelegenheid nabij de eigen woning.
1. Het uitvoeren van educatie en communicatie op verkeersgebied. 2. Actueel verkeersbordenbestand. 3. Het hebben van een actueel Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP-2007). Kosteneffectiviteit verbeteren door verbetering bedrijfsvoering, onderhoud en vervanging en technische maatregelen. 1. Onderhoud op basis van inspectie. 2. Toetsen civiel ontwerp N18, minnelijke verwerving grond Kolenbranderweg afgerond, opstarten onteigeningsprocedure Kolenbranderweg. 3. Gladheidbestrijding volgens vastgesteld plan. 4. Instellen van een Wegenfonds waar we jaarlijks een bedrag in storten.
Met wie werken we samen?
Product Openbaar vervoer
Parkeren Verkeer
Verlichting Wegen
Externe partners Regio Twente, verantwoordelijke voor openbaar vervoer en verstrekken subsidies. Provincie Overijssel, kennis delen en overleg andere Overijsselse gemeenten. Openbaar vervoersbedrijven, waken over kwaliteit buslijnen. Regio Twente, regionaal parkeeroverleg waarbij kennis uitgewisseld wordt. Regio Twente, in samenwerking met Twentse gemeenten. Provincie Overijssel, samenwerken aan de verkeersveiligheid in Overijsselse gemeenten. Veilig Verkeer Nederland, voor de organisatie van verkeersveiligheidsprojecten. Provincie en Twentse gemeenten (schakeltijden en energie-inkoop). Hof van Twente (machinaal vegen van straten en pleinen).
25
6.1.2.
Deelprogramma Openbare Ruimte
Openbare ruimte Afval
Begraafplaatsen
Dierenoverlast en bescherming
Nutsvoorzieningen
Plantsoenen
Riolering
Speelvoorzieningen
Waterbeheer
Doelstelling Doelmatige afvalinzameling waarbij rekening wordt gehouden met het landelijk Afvalbeheerplan. Bieden van diverse mogelijkheden voor het begraven of bijzetten van overledenen. Overlast door dieren zoveel mogelijk beperken en tevens zorgen voor opvang van zwerfdieren. Faciliteren van de aanleg van ondergrondse infrastructuur door nutsbedrijven en overlast zoveel mogelijk beperken. Onderhoudsniveau conform Ambitieplan met toepassing van beeldbestekken. Bekostiging omvorming/revitalisering deels binnen het huidige budget, inverdieneffect, verdere afstoting openbaar groen en krediet. Optimale afvoer van afvalwater. Veilige speeltoestellen door tenminste te voldoen aan de wettelijke bepalingen. Het voorkomen van wateroverlast ter bescherming van wegen en aanliggende terreinen.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
1.723.546 1.967.865 244.319
Lasten Baten Saldo
106.551 59.700 -46.851
Lasten Baten Saldo
165.924 0 -165.924
Lasten Baten Saldo
24.886 3.449 -21.437
Lasten Baten Saldo
1.393.549 27.200 -1.366.349
Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo
3.162.991 3.591.950 428.959 90.466 0 -90.466
Lasten Baten Saldo
256.011 128.888 -127.123
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota GRP 2013 Waterplan 2006 Groenvisie 2012 Beleidsrapport Groenbeheer 2005
Einddatum 2016 -
26
1. Wat is onze visie? De openbare ruimte bestaat voor een groot deel uit elementen, die door de gemeente worden ingericht en beheerd. Goed beheer bepaalt in grote mate de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de gemeente. Schoon, heel en veilig is hierbij ons uitgangspunt. Goed beheer heeft een positieve uitwerking op de manier waarop inwoners hun eigen terrein onderhouden en de leefbaarheid in hun eigen omgeving op niveau houden. Wij streven naar het hanteren van verschillende onderhoudsniveaus, waarbij bij de meer representatieve openbare ruimten (centrum) wordt uitgegaan van een hoger en bij andere ruimten van een lager onderhoudsniveau. Hierbij is het van belang dat niet slechts vanuit de eigen, technische filosofie naar de openbare ruimte wordt gekeken, maar ook wat de mening van de inwoners hierover is. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Afval In 2014 wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van het intergemeentelijk beleid “Afvalloos Twente”. Plantsoenen In navolging van Buurse, Sint Isidorushoeve en de industriegebieden wordt het groenonderhoud van de overige wijken (Wolferink en Wissinkbrink) op basis van beeldbestek aanbesteed. Speelvoorzieningen Voor het vervangen van speelvoorzieningen stellen wij een krediet beschikbaar. Het onderhoudsbudget, inclusief de incidentele ophoging van € 15.000, die structureel in de begroting was opgenomen, wordt in 2014 verminderd met € 21.500. Riolering In 2014 wordt een voorstel voorgelegd om de post Kwijtschelding ten laste te brengen van het minimabeleid. De begroting 2014 biedt geen ruimte om dit nu al door te voeren. Verder heeft de raad bij de rekening 2012 besloten om een bestemmingsreserve riolering in te stellen, en deze reserve in de toekomst in te zetten voor het matigen van tarieven voor de burger. We betrekken dit aspect bij onze voorstellen voor het vaststellen van de tarieven rioolrecht 2014. Deze voorstellen leggen we in december 2013 aan de raad voor. Waterbeheer Door de regionalisering van de brandweer is het beheer van de brandkranen bij de gemeente terechtgekomen. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Afval
Doelmatige afvalinzameling, waarbij rekening wordt gehouden met het landelijk Afvalbeheerplan.
1. Toezien op uitvoering contract met afval-inzamelaar. 2. Jaarlijkse monitoring
27
Begraafplaatsen
Beperken van zwerfafval. Afval(beheer)beleidsplan en uitvoeringsprogramma opstellen en vaststellen op basis van projectplan. Afvalloos Twente. Bieden van diverse mogelijkheden voor het begraven of bijzetten van overledenen.
Dierenoverlast en bescherming
Overlast door dieren zoveel mogelijk beperken en tevens zorgen voor opvang van zwerfdieren
Nutsvoorzieningen
Faciliteren van de aanleg van ondergrondse infrastructuur door nutsbedrijven en overlast zoveel mogelijk beperken. Onderhoud conform Groenvisie. Implementatie Ambitieplan.
Plantsoenen
Riolering
Optimale afvoer van afvalwater.
Speelvoorzieningen
In de wijken een gevarieerd aanbod van speelvoorzieningen aanbieden, dat voldoet aan de geldende wettelijke eisen.
Waterbeheer
Het voorkomen van wateroverlast voor inwoners en het beschermen van wegen en aanliggende percelen.
afvalscheiding (sorteer-proef). 3. Inzet Cleanteam voortzetten. 4. Vaststellen uitvoeringsprogramma afval, herziening contracten afvalstromen. 1. Continuering aanwezige mogelijkheden begraven of bijzetten. 2. Voor zover mogelijk, inspelen op eventuele verzoeken van diverse gezindten. 1. Voldoende opvang zwerfdieren. 2. Voldoende voorzieningen bestrijding overlast hondenpoep. 3. Voldoende bestrijding eikenprocessierups. 4. Voldoende bestrijding dierenoverlast. Regulering en controle op graafactiviteiten voor het aanleggen van ondergrondse infrastructuur. 1. Uitbesteding onderhoud volgens beeldbestek. 2. Omvorming van groen dat duur in onderhoud is naar goedkoper te onderhouden groen. 3. Bevorderen verkoop openbaar groen na actualisatie Structuurgroenkaart. 4. Revitaliseren/inboeten (opvullen lege vakken) van groenvoorzieningen. 5. Samen met een wijkraad werken aan een postzegelparkje. Eén van de entrees van Haaksbergen accentueren. 1. Ongestoorde inzameling en transport van afvalwater. 2. Goede staat van onderhoud technische installaties. 1. Voldoen aan de veiligheidseisen. 2. Onderhoud/vervanging speeltoestellen. 3. Voldoende onderhoud binnen het beschikbare budget. Zorg dragen voor goede grond- en regenwaterafvoer.
28
4.
Met wie werken we samen?
Product Afval Begraafplaatsen Dierenoverlast en bescherming Nutsvoorzieningen Plantsoenen Riolering Speelvoorzieningen Waterbeheer
Externe partners Regio Twente (projectplan Afvalloos Twente).
Wijkraden en verenigingen. - Wijkraden en belangengemeenschappen; - wijkbewoners. Waterschap Regge en Dinkel (beheer binnenstedelijk water).
29
6.2. Programma bestuur en dienstverlening
30
6.2.1.
Deelprogramma Bestuur Bestuur
Bezwaar en beroep
Communicatie
Gemeentebestuur (College van B&W)
Gemeenteraad
Intergemeentelijke zaken
Internationale contacten
Verkiezingen
Doelstelling Optimale toets, op recht- en doelmatigheid, die kritiek van de rechterlijke macht kan doorstaan. Het behouden van een goede verstandhouding met inwoners, ondernemers, omliggende gemeenten en andere partners is belangrijk. Zorg dragen voor een goede besluitvorming binnen de wettelijke bevoegdheden die het bestuursorgaan heeft en zorg dragen voor de uitoefening van de wettelijke bevoegdheden. Het gemeentebestuur draagt zorg voor een goede besluitvorming binnen de wettelijke bevoegdheden die het bestuur heeft en draagt zorg voor de uitoefening van de eigen wettelijke bevoegdheden. Aangaan en onderhouden van regionale samenwerking om kwetsbaarheid te verminderen, minimaal behoud van kwaliteit en streven naar verbetering, kostenbesparing en kostenbeheersing. In samenwerking met de overige deelnemende gemeenten behartigen van de gemeentelijke belangen (regionaal, landelijk en internationaal). Onderhouden van contacten met partners in Hongarije (Nagykőrös) en Duitsland (Ahaus). In 2014 worden twee reguliere verkiezingen gehouden: 1. Gemeenteraad op 19 maart 2014; 2. Europees Parlement op 22 mei 2014.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
37.000 0 -37.000
Lasten Baten Saldo
78.500 0 -78.500
Lasten Baten Saldo
1.050.731 14.000 -1.036.731
Lasten Baten Saldo
464.276 0 -464.276
Lasten Baten Saldo
75.562 0 -75.562
Lasten Baten Saldo
22.000 0 -22.000
Lasten Baten Saldo
58.781 0 -58.781
31
1. Wat is onze visie? Om beleid te ontwikkelen en te realiseren, is een goede verstandhouding met inwoners, ondernemers, omliggende gemeenten en andere partners belangrijk. Wij willen in die verstandhouding meer en meer optreden als partner, die ordent, faciliteert, reguleert en waar mogelijk ook stimuleert. Dit vraagt ander gedrag van ons als gemeente, maar ook van onze partners en inwoners. Wij passen onze werkwijze aan om samen met andere partijen onze doelen te bereiken. Visie op samenwerken Zelfstandige, burgernabije, bestuurskrachtige gemeente Wij willen een zelfstandige, bestuurskrachtige gemeente zijn. Daarin staan gemeente, inwoners, organisaties en bedrijven dicht bij elkaar. Wij brengen samen tot stand waar in Haaksbergen behoefte aan is. Met samenwerken bestuurskracht versterken Om zelfstandig en autonoom te blijven en onze eigen lokale bestuurskracht te behouden en versterken, vinden wij het noodzakelijk samen te werken met andere gemeenten. Samenwerken is dus geen doel op zich, maar een middel om in de toekomst beter in staat te zijn de wettelijke taken uit te voeren en eigen maatschappelijke opgaven op te lossen. Met samenwerken willen we bereiken (doelen): - kwaliteitsverbetering; - betere dienstverlening en beter in stand houden eigen voorzieningenniveau; - meer continuïteit en minder kwetsbaarheid; - kostenbeheersing; - meer handelend vermogen en slagkracht; - anderszins meer bestuurs- en uitvoeringskracht in het belang van Haaksbergen; - meer samenwerkingskracht om bovenlokale en regionale vraagstukken op te lossen. Wel samenwerken, niet herindelen Wij verkiezen samenwerken boven bestuurlijk fuseren (herindelen), omdat wij daarmee beter in staat zijn te zorgen voor: - behoud van eigenheid en autonomie; - burgernabijheid. Eerst helderheid over “wat willen we bereiken?” daarna wie en vorm Voordat wij bij een bepaalde taak gaan samenwerken met een of meer gemeenten, bepalen we eerst wat we inhoudelijk willen bereiken voor Haaksbergen. Daarna bekijken we wat daarbij de meerwaarde van samenwerken kan zijn. We onderzoeken tijdig óf en in welke mate bovengenoemde doelen bereikt kunnen worden. Op basis daarvan bepalen we welke samenwerkingspartner(s) en welke (juridische) samenwerkingsvorm daar het beste bij passen. Aandachtspunten Voordat we gaan samenwerken, letten we (ook) op de volgende punten: - Hebben we vertrouwen in elkaar en de samenwerking? - Hoe borgen we democratische zeggenschap en controle? - Hoe realistisch is een eventuele kostenbesparing? - Is dit mogelijk een eerste opstap naar verdergaande samenwerking?
32
Samenspel raad - college We laten ons leiden door de volgende uitgangspunten: Bij structurele samenwerking, vergaande samenwerking, samenwerking waarbij de weg terug moeilijk is, nieuwe bestuurslaag, aantasting bevoegdheden: raad van tevoren betrekken en soms beslist de raad over die samenwerking. In ieder geval de raad vroegtijdig betrekken. Raad kan dan ook aangeven of hij burgers wil raadplegen. Samenwerking bedrijfsvoering en ambtelijke samenwerking: is in principe een zaak van college en management. Maar ook dan geldt: structurele samenwerking, vergaande samenwerking, samenwerking waarbij de weg terug moeilijk is, nieuwe bestuurslaag, aantasting bevoegdheden, of eerste opstap naar verdergaande samenwerking: raad vroegtijdig betrekken. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Decentralisaties Gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2015 drie belangrijke nieuwe taken uit te voeren: de lichtere zorg uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ); de jeugdzorg; de begeleiding naar de arbeidsmarkt/samenleving van mensen met een bijstandsuitkering, jonggehandicapten en WSW-ers (Participatiewet). Deze taken vragen een individu- en gezinsgerichte aanpak, dus een burgernabije gemeente. Tegelijk moeten we van de minister in groter verband met meer gemeenten samenwerken of zelfs fuseren. Beslissen over samenwerking (met wie, in welke vorm en onder welke voorwaarden) doen we op basis van bovenstaande punten/visie. Zie voor overige opmerkingen in het kader van de decentralisaties het programma Maatschappelijke ontwikkeling. Strategische doelen Regionale samenwerking In het voorjaar van 2013 vond een heroriëntatie op samenwerking plaats binnen de veertien gemeenten van de Regio Twente. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen gevolgen hebben voor onderwerpen van samenwerking in de gemeenschappelijke regeling Regio Twente. De ontwikkelingen daarin worden gevolgd. Wij richten ons vooral op samenwerking met de gemeenten in Midden-Twente, zoals Hof van Twente, Hengelo en Borne. Regio Twente Per 1 januari 2015 wordt de Wgr+ definitief afgeschaft. Dat heeft gevolgen voor uitkeringen aan Regio Twente als mobiliteits- en openbaarvervoerentiteit. Er is nog geen besluit genomen of de middelen strikt via de provincie als middenbestuur worden verstrekt of dat er nog ruimte bestaat voor de veertien gemeenten gezamenlijk ten aanzien van de BDU-mobiliteit.
33
Samenwerking ICT Met Hof van Twente en Hengelo vinden verkennende gesprekken plaats over samenwerking op het gebied van ICT. Dit kan voor de komende jaren de nodige gevolgen hebben. Het kan gaan om samenwerking of zelfs outsourcing van ICT. De financiële consequenties van deze keuze zijn niet op voorhand te voorzien en zullen separaat in een totaalvoorstel aan de raad worden voorgelegd. Samenwerking sociale zaken Op het terrein van sociale zaken, zowel voor wat betreft de uitvoering als voor het geautomatiseerde systeem, zijn we van plan te gaan samenwerken met de gemeenten Hengelo, Borne en Hof van Twente. Daarbij moet Hengelo worden gezien als de centrumgemeente. Wij verwachten met deze samenwerking de kwetsbaarheid van de uitvoering op te heffen en de kwaliteit te borgen en te verbeteren. Rekenkamercommissie De rekenkamercommissie heeft het verzoek gedaan haar budget structureel met € 3.000 te verhogen. Het budget is, in de acht jaar dat de Rekenkamercommissie nu actief is, nooit gewijzigd. De onderzoekvergoeding tot en met 2012 ook niet. De Rekenkamercommissie geeft aan dat de drukke onderzoekagenda, gecombineerd met de noodzakelijk geworden kostenverhogingen, haar dwingen tot het verzoek het budget te verhogen. De omvang en kwaliteit van het rekenkameronderzoek rechtvaardigen een structurele verhoging van het budget. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Bezwaar en beroep
Juridische kwaliteit en functie op een voldoende peil houden. De beslissingen op bezwaar en ingediende klachten kunnen de toets van de rechterlijke macht c.q. Overijsselse ombudsman doorstaan.
Communicatie
Het behouden van een goede verstandhouding met inwoners, ondernemers, omliggende gemeenten en andere partners. Een goede communicatie tussen gemeente en haar inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen is belangrijk voor vertrouwen en draagvlak voor besluitvorming. De veranderende rol van de gemeente vraagt om goede communicatie.
1. Reguliere afhandeling van klachten en bezwaren. 2. Pre-mediation inzetten bij ingediende bezwaren. 3. Juridische kwaliteit vergroten, kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. 1. We communiceren met onze verschillende doelgroepen via kanalen als GemeenteNieuws, de website, social media, (digitale) nieuwsbrieven, Haaksbergen Magazine, brieven en bijeenkomsten. De communicatie is bedoeld om de dienstverlening te verbeteren en doelgroepen te informeren over en betrekken bij projecten en activiteiten. 2. Het is per 1 januari 2014 wettelijk verplicht inwoners elektronisch te informeren over de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften
34
(zoals belasting- of subsidieverordeningen). Dit ontslaat ons niet van de wettelijke verplichting ontwerpbesluiten (zoals een ontwerp bestemmingsplan) en besluiten gericht tot één of meer belanghebbenden die niet kunnen worden toegezonden in een schriftelijk huis-aan-huis blad bekend te maken. Gemeentebestuur (college van B&W) Gemeenteraad
Intergemeentelijke zaken
Internationale contacten
Verkiezingen
Een goed functionerend democratisch bestuur, waarin de gemeenteraad de hoofdlijnen van het beleid vaststelt. Het college voert dit uit en de gemeenteraad controleert of de gemaakte afspraken zijn nagekomen. Daarnaast geeft de gemeenteraad invulling aan zijn volksvertegenwoordigende rol.
Aangaan en onderhouden van regionale samenwerking om kwetsbaarheid te verminderen, minimaal behoud van kwaliteit en streven naar verbetering en kostenbesparing. In samenwerking met de overige deelnemende gemeenten behartigen van de gemeentelijke belangen (regionaal, landelijk en internationaal). Continuïteit, verdieping en verbreding van de samenwerking met Ahaus.
Het organiseren van verkiezingen volgens de bepalingen van de Kieswet: 1. Gemeenteraad op 19 maart 2014; 2. Europees Parlement op 22 mei 2014.
1. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 treedt een nieuwe raad aan. Van belang is de nieuwe raadsleden snel wegwijs te maken in de gemeenteraad. 2. In 2013 is een start gemaakt met een auditcommissie. Het is gewenst de taken en werkwijze van de auditcommissie te formaliseren. 1. Zorg dragen voor een goede behartiging van de belangen van Haaksbergen in samenwerkingsverbanden, zoals Regio Twente. 2. Vergroten van de effectiviteit en efficiency van ons lokaal bestuur door intensievere samenwerking met andere overheden. Inhoud geven aan partnerschapsverdrag AhausHaaksbergen en vriendschapsverdrag Nagykőrös. 1. Verkiezingen voor de gemeenteraad moeten conform de bepalingen uit de Kieswet verlopen. 2. Verkiezingen voor het Europees Parlement moeten conform de bepalingen uit de Kieswet verlopen.
35
4.
Met wie werken we samen?
Product
Bezwaar en beroep Communicatie Gemeentebestuur (College van B&W) Gemeenteraad Intergemeentelijke zaken Internationale contacten Verkiezingen
Externe partners Hof van Twente op basis van samenwerkingsconvenant en overige Twentse gemeenten. Gemeente Hof van Twente met name voor kennisuitwisseling, ontwikkeling en eventueel gebruikmaking van elkaars producten.
De Twentse gemeenten, binnen de Regio Twente en Shared Service Netwerk Twente (SSNT). - Hof van Twente en Hengelo (verkenning ICT). Haaksbergen is met Ahaus co-financier voor een subsidie die door de Euregio wordt verleend in het kader van 25 jaar partnerschap. -
36
6.2.2.
Deelprogramma Dienstverlening
Dienstverlening
Publiekszaken
Doelstelling Wij willen onze dienstverlening klantgericht en efficiënt vormgeven. De dienstverlening wordt ondergebracht in een Klant Contact Center (KCC). In dit KCC zijn de beschikbare communicatiekanalen (telefoon, internet, balie en post) gebundeld. Vragen worden eenduidig beantwoord, ongeacht het kanaal dat de inwoner kiest.
Financieel kader
Lasten Baten Saldo
1.067.809 303.887 -763.922
37
1. Wat is onze visie? Wij willen onze dienstverlening klantgericht en efficiënt vormgeven. Wij streven ernaar onze dienstverlening zoveel mogelijk onder te brengen in een nog te ontwikkelen Klant Contact Center (KCC). In dit KCC zijn de beschikbare communicatiekanalen (telefoon, internet, balie en post) gebundeld. Vragen worden eenduidig beantwoord, ongeacht welk kanaal de inwoner kiest om de vraag te stellen. Daar waar mogelijk zullen we kansen om samen te werken met andere gemeenten benutten. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Basisregistratie Personen (BRP) In de komende jaren wordt het huidige GBA(Gemeentelijk BevolkingsAdministratie)stelsel vervangen door de nieuwe Basisregistratie Personen (BRP). Dit is een wettelijk verplicht in te voeren landelijke basisregistratie. De invoering wordt in samenwerking met de gemeente Hof van Twente opgepakt, waarbij een objectieve keuze gemaakt wordt voor het best passende pakket wat betreft functionaliteit en prijs-kwaliteitverhouding. Het nieuwe pakket maakt doorontwikkeling van onze digitale dienstverlening mogelijk. Haaksbergen gaat in het laatste kwartaal van 2015 aansluiten op de BRP. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Publiekszaken
Ons doel voor de komende jaren is onze dienstverlening klantgericht en efficiënt vorm te geven en onze dienstverlening onder te brengen in een Klant Contact Center (KCC). In dit KCC zijn de beschikbare communicatiekanalen (telefoon, internet, balie en post) gebundeld. Vragen worden eenduidig beantwoord, ongeacht het kanaal dat de inwoner kiest om de vraag te stellen. Daar waar mogelijk zullen we kansen om samen te werken met andere gemeenten benutten.
Nadere uitvoering op basis van de eind 2013 vast te stellen Visie op Dienstverlening.
4.
Met wie werken we samen?
Product Publiekszaken
Externe partners Gemeentelijk Belastingkantoor Twente voor uitvoering dienstverlening belastingaanslagen en aanmaningen.
38
6.3. Programma cultuur en ontspanning
39
6.3.1.
Deelprogramma Cultuur Cultuur
Bibliotheek
Cultuur
Lokale omroep
Monumenten
Muziekonderwijs
Theater
Doelstelling De bibliotheek draagt in samenwerking met het theater bij aan het versterken van de culturele ontwikkeling van inwoners. Het bevorderen en verbeteren van de culturele infrastructuur en het ontwikkelen van een stevig cultuurbeleid voor de komende jaren. Uitvoeren van de zorgplicht naar de lokale omroep, die door de mediaraad is aangewezen als lokale omroep. Subsidiëring conform maatstaf van de VNG. In stand houden van de Haaksbergse monumenten en hun geschiedenis en betekenis onder de aandacht brengen bij de inwoners. De gemeente speelt een faciliterende rol in het muziekonderwijs. Het theater en de bibliotheek vormen gezamenlijk een belangrijk instrument voor de culturele kennis en ontwikkeling van inwoners van Haaksbergen.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
381.437 0 -381.437
Lasten Baten Saldo
228.297 37.333 -190.964
Lasten Baten Saldo
13.750 0 -13.750
Lasten Baten Saldo
93.672 5.000 -88.672
Lasten Baten Saldo
188.376 94.551 -93.825
Lasten Baten Saldo
382.228 0 -382.228
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Cultuurvisie Haaksbergen 2013-2017
Einddatum 2017
40
1. Wat is onze visie? Cultuur is hét middel om de Haaksbergse identiteit zichtbaar(der) en waardevol(ler) te maken voor inwoners, bedrijven en toeristen. Een identiteit die gaat over de inwoners, de historie, de streektaal, de omgeving en de lokale gebruiken en tradities in de gemeente. Cultuur leert mensen de wereld om hen heen te kennen en waarderen, en nodigt uit mee te doen aan die samenleving. Cultuur draagt daarmee bij aan de ontwikkeling, de economie en de kwaliteit van de gemeente. Dit heeft onder meer te maken met de aantrekkelijkheid van de gemeente voor inwoners en de aantrekkingskracht die daarvan uitgaat voor toerisme en economie, maar het draagt ook bij aan vermaak, ontspanning en persoonlijke groei. 2. Belangrijkste beleidsontwikkelingen Inwoners, culturele organisaties en amateurkunstverenigingen in Haaksbergen krijgen de komende jaren een grotere eigen verantwoordelijkheid in het ontplooien van nieuwe initiatieven en activiteiten. Wij leggen daarbij de komende jaren binnen het thema Cultuur de nadruk op de volgende speerpunten: Regeling cultuurarrangement Om verenigingen op het gebied van amateurkunst, volkscultuur/cultureel erfgoed en museumexpositiebeleid te ondersteunen, nemen wij deel aan het programma “Cultuurarrangement” 2013-2016 van de provincie Overijssel. Het cultuurarrangement is een financiële ondersteuning van de provincie Overijssel aan middelgrote en kleine gemeenten om de bewustwording van de lokale identiteit en betrokkenheid van inwoners bij de gemeenschap te vergroten. Door het stimuleren van samenwerkingsverbanden bestaat er over vier jaar een stevige culturele infrastructuur binnen onze gemeente, waarin veel wordt samengewerkt en de afhankelijkheid van de gemeente minder is geworden. Regeling cultuureducatie Cultuureducatie is de basis voor de culturele loopbaan van kinderen en jongeren. Met cultuureducatie wordt een stevig fundament voor de culturele loopbaan van kinderen en jongeren gelegd. Samen met de commissie culturele vorming en het basisonderwijs is een activiteitenplan voor de komende vier jaar opgesteld. Kunst in de openbare ruimte Onze gemeente beschikt over een rijke collectie beeldende kunst. Naast de aanschaf van nieuwe kunstwerken wordt de komende jaren vooral aandacht besteed aan het beter zichtbaar en herkenbaar maken van de kunstwerken. Dit door onder meer een betere informatievoorziening over het kunstwerk, de kunstenaar en eventuele relevante historische achtergrondinformatie. Strategische doelen Kulturhus De doorontwikkeling van het Kulturhus nieuwe stijl vormt een belangrijke bijdrage aan het behouden en versterken van het sociaal-maatschappelijke en cultureel voorzieningenniveau van de gemeente Haaksbergen. De kracht zit in de samenwerking tussen verschillende partijen binnen de maatschappelijke en culturele pijler (voorheen ontwikkellijnen). Hier zijn synergievoordelen te behalen, zowel in de instandhouding en versterking van het aanbod, als ook in financiële zin door gezamenlijke faciliteiten, minder m2 behoefte en in personele zin.
41
De gemeente zet zich in om ondanks de moeilijke economische tijd, de samenwerking tussen de betrokken maatschappelijke partijen te verbeteren door huisvesting van de betrokken maatschappelijke partners in OBS Dorp. Hiermee versterkt de Noaberpoort zich in voorbereiding op de decentralisaties. De versterking van het culturele voorzieningenniveau vindt plaats door het samengaan van de bibliotheek en het theater in organisatorische zin. Dit leidt tot versterking van het aanbod en vermindering van overhead. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Bibliotheek
In 2014 is de organisatie toekomstbestendig en vult een belangrijke rol bij de verdere versterking van cultureel en educatief aanbod. Er is sprake van één culturele entiteit van waaruit deze dienstverlening plaatsvindt. Cultuur is een middel om de Haaksbergse identiteit zichtbaar(der) en waardevol(ler) te maken voor inwoners, bedrijven en toeristen. Cultuur leert mensen de wereld om hen heen te kennen en waarderen, en nodigt uit mee te doen aan die samenleving. Cultuur draagt daarmee bij aan de ontwikkeling, de economie en de kwaliteit in de gemeente.
1. Flexibel en breed educatief en cultureel aanbod dat voldoet aan de wensen van deze tijd. 2. Realiseren en versterken van één breed cultuurarrangement voor Haaksbergen.
Cultuur
Lokale omroep Monumenten
Een goede uitvoering geven aan de zorgplicht. Instandhouden van de Haaksbergse monumenten en hun geschiedenis en betekenis onder de aandacht brengen bij de inwoners.
Muziekonderwijs
Een ruim aanbod van muziekonderwijs in Haaksbergen op meerdere locaties in de gemeente
Theater
In 2014 is sprake van een breed en kwalitatief aanbod van culturele activiteiten met professionele en nietprofessionele voorstellingen met toegankelijke tarieven voor Haaksbergse scholen en verenigingen. Er is sprake van één culturele entiteit met een breed cultuuraanbod.
1. Ondersteuning van verenigingen op het gebied van amateurkunst, volkscultuur/cultureel erfgoed en museum/expositiebeleid. 2. Bevorderen deelname cultuureducatie primair onderwijs. 3. Verbeteren van de zichtbaarheid en herkenbaarheid van kunst in de openbare ruimte. Subsidieverstrekking aan de lokale omroep volgens de VNG maatstaf. 1. Restauraties gemeentelijke monumenten. 2. Restauratie gemeentelijke rijksmonumenten. 3. Organisatie jaarlijkse Open Monumentendag en Klassendag. 1. Ruim aanbod van muziekonderwijs. 2. Aanbod op meerdere locaties. 3. Behoud van het aantal leerlingen (minimaal 200). Inzetten op het versterken van de inzet van de nieuwe cultuurstichting (bibliotheek en theater) om zo cultuuruitingen te stimuleren en waar mogelijk te verbreden. Dit wordt vastgelegd in de afspraken met betrekking tot de subsidieverstrekking (november 2013).
42
4. Met wie werken we samen? Product
Bibliotheek Cultuur
Lokale omroep Monumenten
Muziekonderwijs Theater
Externe partners Het sociaal maatschappelijk middenveld, in het bijzonder de culturele en educatieve instellingen. Regeling Cultuurarrangement: Provincie Overijssel, cultuurmakelaars, op lokaal niveau met het Kulturhus, amateurkunstverenigingen, museale en cultuurhistorische instellingen, VVV, marktmanagement e.d. Cultuureducatie: Commissie Culturele Vorming en het primair onderwijs. Kunstwerken: adviescommissie beeldende kunst. RTV Sternet. Historische Kring (medeorganisator Klassendag en Open Monumentendag). Monumentenraad (promotie, advisering en medeorganisator Klassendag en Open Monumentendag). De Stichting muziekonderwijs Haaksbergen geeft invulling aan de doelstellingen op basis van het gesloten convenant. Het sociaal-maatschappelijk middenveld, in het bijzonder de culturele en educatieve instellingen.
43
6.3.2.
Deelprogramma Ontspanning Ontspanning
Scholtenhagen
Zwembad De Wilder
Doelstelling Sport- en Recreatiepark Groot Scholtenhagen is een concentratiegebied voor sport, recreatie en ontspanning. Het beleid richt zich op het handhaven en waar mogelijk verbeteren van de aanwezige voorzieningen in nauwe samenwerking met Stichting Groot Scholtenhagen. Resultaatafspraken gericht op verzelfstandiging en subsidieverstrekking gekoppeld aan het doelgroepenbeleid.
Financieel kader
Lasten Baten Saldo
308.274 527 -307.747
Lasten Baten Saldo
1.032.869 512.415 -520.454
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Eindrapportage betreffende het gezamenlijk onderzoek naar de mogelijkheden van volledige verzelfstandiging van De Wilder.
Einddatum 31-12-2013
44
1. Wat is onze visie? Recreatie, toerisme en sport vormen belangrijke pijlers voor ontspanning. De gemeente vervult een verbindende, faciliterende en stimulerende rol bij het beleid op dit terrein. Het park Groot Scholtenhagen is een concentratiegebied voor sport, recreatie en ontspanning voor inwoners van Haaksbergen en daarbuiten. Sport is een belangrijk onderdeel van ontspanning en vervult een belangrijke sociale functie. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Verzelfstandiging De Wilder In 2013 vindt een marktoriëntatie plaats met als doel te komen tot overdracht van zwembad De Wilder aan een commerciële partij in 2014. Het onderhoudsbudget wordt in 2014 incidenteel verhoogd met € 269.000. Indien uit de marktoriëntatie blijkt dat overname door een commerciële partij geen optie is, stelt Stichting De Wilder een ondernemingsplan op voor de komende 10 jaar, waarin exploitatie, onderhoud en investeringen zijn geregeld. De financiële consequenties van deze optie zullen, wanneer deze zich voordoet, in de kadernota voor 2015 worden verwerkt. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Scholtenhagen
De stichting Groot Scholtenhagen is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de aanwezige sport en recreatieve voorzieningen en ontvangt hiervoor jaarlijks een subsidie van de gemeente en is daarmee een belangrijke samenwerkingspartner van de gemeente.
Zwembad de Wilder
In 2013 heeft een marktoriëntatie plaatsgevonden om te komen tot overdracht aan een commerciële partij in 2014. Wanneer uit de marktoriëntatie blijkt dat overname door een commerciële partij geen optie is, stelt Stichting De Wilder een ondernemingsplan op voor de komende 10 jaar, waarin exploitatie, onderhoud en investeringen zijn geregeld.
1. Onderhoud en beheer sporten recreatiepark Groot Scholtenhagen en de daar aanwezige voorzieningen, zoals kinderboerderij, sportvelden, groenvoorzieningen, wandel- en fietspaden. 2. Beschikbaar stellen van de sportaccommodaties en aanwezige voorzieningen voor sport, recreatie, evenementen. 1. Investeren in onderhoudskwaliteitsniveau. 2. Op afstand zetten zwembad (commercieel of Stichting De Wilder).
45
4.
Met wie werken we samen?
Product
Scholtenhagen Zwembad De Wilder
Externe partners De Stichting Groot Scholtenhagen. De stichting is een zogenaamde verbonden partij. Stichting De Wilder en eventuele commerciële geïnteresseerde partijen (n.a.v. marktoriëntatie).
46
6.3.3.
Deelprogramma Sport Sport
Sport algemeen
Sportaccommodaties
Doelstelling De gemeente richt zich in haar sportbeleid primair op de breedtesport en vervult daarbij een verbindende, faciliterende en stimulerende rol. Accommodatiebeleid en sportstimulering zijn hierbij belangrijke pijlers (sport en bewegen als doel). Sport speelt een steeds grotere rol om doelen op andere beleidsterreinen te helpen realiseren. Daarom wordt in toenemende mate samengewerkt met andere beleidsterreinen, zoals jeugdbeleid, volksgezondheidsbeleid en WMO. Goede multifunctionele sportaccommodaties zijn noodzakelijk om sporten en bewegen te stimuleren. We bevorderen de samenwerking tussen verenigingen om een zo optimaal mogelijke bezetting van de sportaccommodaties te realiseren (en waar mogelijk het beheer bij de verenigingen zelf neer te leggen).
Financieel kader
Lasten Baten Saldo
162.551 96.600 -65.951
Lasten Baten Saldo
679.911 247.914 -431.997
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Sportnota 2008-2012
Einddatum 2012
47
1. Wat is onze visie? De gemeente richt zich in haar sportbeleid primair op de breedtesport en vervult daarbij een bindende, faciliterende en stimulerende rol. Accommodatiebeleid en sportstimulering zijn hierbij belangrijke pijlers (sport en bewegen als doel). Daarnaast krijgt sport een steeds grotere rol om doelen op andere beleidsterreinen te helpen realiseren, waarbij in toenemende mate wordt samengewerkt met andere beleidsterreinen zoals jeugdbeleid, volksgezondheidsbeleid en WMO (sport als middel). 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Breedtesportregeling provincie Overijssel De provincie stelt in 2013 en 2014 aan iedere gemeente per inwoner € 1- beschikbaar voor breedtesportstimulering. In totaal gaat het voor Haaksbergen om een bedrag van € 48.838. Volgens het onderzoek Fit en Gezond in Overijssel sportte in 2012 61% van de Overijsselse bevolking. De provincie wil het percentage van de bevolking van Overijssel dat regelmatig aan sport en bewegen doet verhogen naar 75% in 2016. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Sport algemeen
Sport werkt in toenemende mate samen met andere sectoren, zoals jeugdbeleid, volksgezondheidsbeleid en WMO.
Sportaccommodaties
Het stimuleren en faciliteren van sport en bewegen (sport en bewegen als doel) door middel van goede multifunctionele sportaccommodaties.
1. Bevorderen sportdeelname en bewegen. 2. Ondersteunen van sportverenigingen, scholen en wijken bij het ontwikkelen en uitvoeren van beweeg- en sportactiviteiten via het buurtsportcoach project. 3. Deelname aan Jeugdsportfonds Overijssel. 1. Zorg dragen voor een goede kwaliteit van de binnen en buitensportaccommodaties via regulier en groot onderhoud. 2. Waar mogelijk privatisering en/of overname beheer van sportaccommodaties stimuleren. 3. Bevorderen van samenwerking om de bezetting van sportaccommodaties te optimaliseren.
4.
Met wie werken we samen?
Product
Sport algemeen
Sportaccommodaties
Externe partners Ministerie van VWS, projectbureau combinatiefuncties, provincie Overijssel, Sportservice Overijssel, Sport maatwerk, sportverenigingen, wijkraden, scholen. Stichting Groot Scholtenhagen, Hacron, NOC-NSF, sportverenigingen.
48
6.4. Programma economische ontwikkeling
49
6.4.1.
Deelprogramma Detailhandel Detailhandel
Markt
Bedrijven Investeringszone
Doelstelling Het faciliteren van en ruimte bieden aan ondernemers in de ambulante handel (Stichting weekmarkt Haaksbergen, Standplaatshouders vrijdagen zaterdagmarkt). Innen van de BIZ-heffing bij gevestigde ondernemers binnen de aangewezen zone.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
8.595 6.500 -2.095
Lasten Baten Saldo
110.000 113.660 3.660
50
1. Wat is onze visie? Doel is meer bezoekers te trekken naar het centrum door de ondernemers te faciliteren in het in stand houden van de Bedrijven Investeringszone (BIZ) en te zorgen voor een ‘schoon, heel en veilig’ openbaar gebied. Toelichting: de gemeente int namens de centrumondernemers de BIZ-heffing en keert deze, onder inhouding van de perceptiekosten, uit aan het ondernemersfonds van Stichting Centrummanagement Haaksbergen (SCH). SCH besteedt de gelden aan de uitvoering van activiteiten en maatregelen zoals omschreven in hun meerjarenbeleidsplan 2012-2016. De gemeente toetst of de gelden zijn besteed conform de regelgeving, die beschreven is in de wet BIZ. Voorts streeft de gemeente naar behoud van de weekmarkt en een goed functionerende vrijdag- en zaterdagmarkt. 2. Belangrijkste beleidsontwikkelingen Niet van toepassing. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Bedrijven Investeringszone
Gemeente: Innen van de BIZ-heffing. SCH: besteding van de middelen aan een “schoon, heel en veilig” centrum en zaken die het publiekelijk belang dienen. Alles binnen de wet BIZ en het meerjarenbeleidsplan 2012-2016. Het faciliteren van en ruimte geven aan ondernemers in de ambulante handel.
1. Uitgevoerde BIZ-heffing en overmaking gelden in het ondernemersfonds. 2. SCH: toetsing beleidsplan aan gerealiseerde doelen.
Markt
Behoud van het aantal standplaatshouders (6) en instandhouding van de weekmarkt.
4. Met wie werken we samen? Product
Externe partners
Bedrijven Investeringszone Markt
Stichting Centrummanagement Haaksbergen. Stichting Markt Haaksbergen.
51
6.4.2.
Deelprogramma Economische Ontwikkeling
Economische ontwikkeling Revitalisering bedrijventerreinen
Doelstelling Uitvoering tweede fase van de revitalisering van bedrijventerrein ’t Varck
Economische zaken
Financieel kader Lasten 598.192 Baten 291.965 Saldo -306.227 Lasten 224.719 Baten 0 Saldo -224.719
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Bedrijventerreinenvisie Haaksbergen Detailhandelsvisie Haaksbergen Masterplan Bedrijventerreinen Haaksbergen
Einddatum
52
1. Wat is onze visie? Haaksbergen wil bestaande bedrijven blijvend binden en nieuwe bedrijven de kans geven zich te vestigen. Wij ondersteunen en faciliteren het bedrijfsleven bij het realiseren van voorgenomen ontwikkelingen. De gemeente denkt actief met ondernemers mee om hun wensen te realiseren. Dit geldt voor bedrijven in zowel het stedelijk als het landelijk gebied. De realisatie van een nieuwe voorraad bedrijfskavels is opgepakt en moet voorzien in de meest actuele vraag naar bedrijfskavels. Wij hebben de revitaliseringsopgave van de bestaande bedrijventerreinen grotendeels afgerond. 2. -
Belangrijkste beleidsontwikkelingen Faciliteren bedrijfsleven; economische visie.
Faciliteren bedrijfsleven De gemeente heeft op dit moment de beschikking over een bedrijfscontactfuntionaris/ beleidsmedewerker economische zaken die voor de bedrijven gesprekspartner is vanuit een breed werkterrein. Dit betreft een dubbelfunctie en is niet toegespitst op specifieke onderdelen. De ambitie van de gemeente is proactief de markt te bedienen en te bewerken op grotere schaal. Nagedacht wordt om het aantal accountmanagers uit te breiden om hieraan beter gevolg te geven. Economische visie In 2013 wordt een visie opgesteld. De verwachting is dat de daarin opgenomen maatregelen en adviezen in 2014 en volgende jaren worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de bedrijven. Voor de stimulering van de lokale economie en het ondersteunen van initiatieven vanuit het (georganiseerde) bedrijfsleven is een bedrag van € 50.000 opgenomen in 2014. In recente gesprekken met ondernemers zijn een groot aantal initiatieven en wensen naar voren gebracht, die de gemeente zou willen ondersteunen. Uiteraard wordt van de partners uit het bedrijfsleven ook een bijdrage verwacht. De prioritering wordt mede in het licht van de economische visie in ontwerp bepaald. Het kan gaan om uiteenlopende initiatieven en wensen, zoals: - stimuleren realisatie glasvezelnetwerk in eigen beheer van bedrijventerrein Stepelo; - uitwerken mogelijkheden verglazen landelijk gebied en waar nodig de industrieterreinen; - stimuleren positionering bedrijventerrein Stepelerveld in relatie tot Combi Terminal Twente; - stimuleren verduurzaming Stepelerveld in relatie tot Unipro; - stimuleren verduurzaming Stepelerveld in relatie tot Smart Roads; - zorgen voor duidelijkere profilering van Haaksbergen als vestigingsplaats; - versterken onderlinge band en gezamenlijk belang met bedrijven, zoals bijvoorbeeld inzet werkzoekenden en deze begeleiden naar regulier betaalde arbeid; - samenwerking versterken met onderwijs op het gebied van goed opgeleid personeel, zoals behoud en uitbreiding kijk- en leerwerkplekken; - oriëntatie en mogelijke invoering van het ondernemersdossier; - opstellen beleidsnotitie internethandel; - detailhandel in het centrum stimuleren en leegstand aanpakken en voorkomen; - afstemming zorgsector en gemeente over mogelijkheden en samenwerking op het gebied van zorgeconomie en werkgelegenheid in relatie tot werkzoekenden;
53
- stimuleren deelname project Greendeal op bedrijventerrein De Greune. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Revitalisering bedrijventerreinen
Uitvoering van de tweede fase van de revitalisering (oostelijke deel van ’t Varck).
Revitalisering: start en uitvoering tweede fase van de revitalisering ’t Varck Oost.
Economische zaken
Mede met een aanjaagbudget initiatieven vanuit het bedrijfsleven stimuleren en ondersteunen. Invoering accountmanagementfunctie.
Stimulering lokale economie: initiatieven vanuit het (georganiseerde) bedrijfsleven ondersteunen.
4.
Met wie werken we samen?
Product
Externe partners
Revitalisering bedrijventerreinen
Ten aanzien van de revitalisering is een subsidie aangevraagd en toegekend door de Provincie Overijssel. Georganiseerd verband van ondernemers- en haar ondernemersorganisaties.
Economische zaken
54
6.4.3.
Deelprogramma Toerisme en Recreatie
Toerisme en recreatie Evenementen
Recreatie en toerisme
Doelstelling Bezoekers en Haaksbergenaren aangename verpozing bieden. Ontwikkeling van een goede toeristische infrastructuur. Versterken Haaksbergen als toeristische gemeente.
Toeristische fietspaden
Toegankelijkheid van natuurschoon verbeteren.
VVV
Toeristen in Haaksbergen een prettig verblijf bieden.
Financieel kader Lasten 96.047 Baten 0 Saldo -96.047 Lasten Baten Saldo
205.803 0 -205.803
Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo
35.849 16.000 -19.849 66.510 0 -66.510
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Verblijfsrecreatie in het Landelijk Gebied
Einddatum
55
1. Wat is onze visie? Voor Haaksbergen zijn recreatie en toerisme van groot economisch belang. De sector levert een essentiële bijdrage aan de naamsbekendheid en aantrekkelijkheid op het gebied van wonen, werken en recreëren. Wij willen onze gemeente nog meer neerzetten als een plek waar het genieten van de natuur, de rust en de ruimte hand in hand gaan met actieve recreatie, spanning en beleving van cultuurhistorie. Wij willen gezinnen, jongeren en ouderen aan ons binden door in een breed recreatief-toeristisch aanbod te voorzien. De bijzondere aantrekkingskracht van de MBS en de gebiedsontwikkeling rondom bieden volop kansen. Ook het organiseren van een grote verscheidenheid aan evenementen speelt hierin een belangrijke rol. De voorzieningen die hiervoor gerealiseerd worden zorgen voor een gunstig woonklimaat voor verschillende doelgroepen. De fraaie natuurgebieden en het gevarieerde buitengebied van Haaksbergen zien wij als een belangrijk kapitaal van onze gemeente, dat volop kansen biedt om het recreatief-toeristisch product te versterken. 2. Belangrijkste beleidsontwikkelingen De economie is gebaat bij een sterke promotie van de recreatieve kwaliteiten en vele evenementen die Haaksbergen rijk is. Promotie is daarom het speerpunt. We ondersteunen de VVV in de promotie, het ontwikkelen van toeristische producten en verbreden van het aanbod. Ook de Museum Buurtspoorweg (MBS) is belangrijk voor de promotie van Haaksbergen als toeristische gemeente. We willen de MBS daarin ondersteunen. Wij versterken het toeristische imago van Haaksbergen via lokale en regionale kanalen. We faciliteren en ondersteunen de bekendheid van het rijke aanbod van evenementen. De provincie en Regio Twente veranderen de afspraken over het onderhoud van het fietspadennetwerk. Wij zullen er voor pleiten dat de kwaliteit van het fietspadennetwerk op niveau blijft en zelfs verbeterd wordt. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Evenementen
Bezoekers en Haaksbergenaren een divers aanbod aan evenementen bieden. Betere bekendheid van Haaksbergen als toeristische gemeente en meer overnachtingen bij de verblijfsrecreatieve bedrijven. Het uitbouwen van de toeristische en recreatieve wervingskracht van het buitengebied. Aantrekkelijke gemeente om te fietsen en te recreëren.
Voldoende aanbod evenementen.
Recreatie en toerisme
Toeristische fietspaden
VVV
Een organisatie in staat stellen bij te dragen aan de toeristische wervingskracht van Haaksbergen.
1. Versterken van Haaksbergen als toeristische gemeente. 2. Meer bekendheid in de regio voor Haaksbergen als toeristische gemeente.
1. Goed netwerk creëren en onderhouden. 2. Imago als fietsgemeente promoten en versterking van (dag)recreatie. 1. Toeristen en toeristisch bedrijfsleven voorzien van goede informatie en producten. 2. Toeristen een prettig verblijf bieden, goed gastheerschap.
56
4.
Met wie werken we samen?
Product
Evenementen Recreatie en toerisme
Toeristische fietspaden VVV
Externe partners Vele verenigingen en comités die Haaksbergen rijk is. Platform Toerisme en recreatie, toeristisch bedrijfsleven, Museum Buurtspoorweg, Zoutmarke (gemeenten Enschede, Hengelo en Hof van Twente). Stichting Rijwielpaden Haaksbergen. VVV.
57
6.5. Programma integrale veiligheid
58
6.5.1.
Deelprogramma Handhaving Handhaving
Handhaving uitvoering
Doelstelling Het bieden van een veilige omgeving door consequente handhaving van wetten en regels.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
1.212.440 0 -1.212.440
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Integraal handhavingsbeleid
Einddatum 2013-2017
59
1. Wat is onze visie? De gemeente Haaksbergen voert haar handhavingstaken op een structurele en integrale manier uit. De verschillende doelgroepen van de handhaving worden gestimuleerd de regels na te leven. 2. Belangrijkste beleidsontwikkelingen Ontwikkelen van en uitvoering geven aan een integraal Vergunningen/Toezicht & Handhavingsprogramma overeenkomstig de kwaliteitscriteria. Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) De RUD Twente en IJsselland is per 1 januari 2013 formeel van start gegaan. De door de RUD uit te voeren (specialistische) taken voor onze gemeente komen ten laste van onze gemeente. Door ook zelf taken voor de RUD te leveren kan dit ook inkomsten genereren. Het doel is om op deze wijze tot een evenwicht te komen. De kwaliteitscriteria treden per 1 januari 2015 in werking. Dit betekent dat we ons voorbereiden op het van kracht worden van kwaliteitscriteria door bijscholing van eigen personeel en een evenwichtige verdeling van werkzaamheden RUD/gemeente Haaksbergen. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Handhaving uitvoering
Wij willen onze inwoners en ondernemers een veilige omgeving bieden door handhavingstaken op een structurele en integrale manier uit te voeren. Door daarbij handhaving transparant en eenduidig te maken, worden verschillende doelgroepen van de handhaving gestimuleerd en geadviseerd de regels na te leven.
1. Overeenkomstig de gestelde prioriteiten toezicht houden op bouw- en milieuactiviteiten. Handhavend optreden overeenkomstig de handhavingstrategie. 2. Overeenkomstig de gestelde prioriteiten toezicht houden op activiteiten in de openbare ruimte. Handhavend optreden overeenkomstig de handhavingstrategie.
4.
Met wie werken we samen?
Product Handhaving uitvoering
Externe partners Via de RUD en ICS (Informatie-, Coördinatie- en Sturingseenheid) met de veertien deelnemende Twentse gemeenten.
60
6.5.2.
Deelprogramma Veiligheid
Veiligheid Brandweer
Openbare orde en veiligheid
Rampenbestrijding
Doelstelling Optimale (brand-)veiligheid en hulpverlening in de gemeente volgens wettelijke eisen en normen, nader uitgewerkt en vastgesteld in beleidsdocumenten, (brand) risicoprofiel en dekkingsplan van de Veiligheidsregio Twente (VRT). Samen met inwoners en bedrijven zorgen voor een veilige gemeente op het gebied van wonen, werken en recreëren. We willen dat inwoners zich over vier jaar in elk geval nog net zo veilig voelen in Haaksbergen als in 2012 het geval was. Hoe we dit gaan doen, is uitgewerkt in het Integraal Veiligheidsprogramma 2013-2016. Optimale bevolkingszorg in crisissituaties.
Financieel kader
Lasten Baten Saldo
1.133.468 0 -1.133.468
Lasten Baten Saldo
69.961 2.240 -67.721
Lasten Baten Saldo
49.111 0 -49.111
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Integraal Veiligheidsprogramma Begroting 2014 VRT en zienswijze college en raad Regionaal hennepconvenant Regionaal projectplan beperking woninginbraak Beleidsplan VRT incl. dekkingsplan, raadsbesluit 26 september 2012 Algemene plaatselijke verordening (APV) Beleidsregels (van de burgemeester) Damocles Raadsbesluit 27 januari 2011 “regionaliseren brandweer” Raadsbesluit 25 april 2012 “Principebesluit vorming één brandweer Twente” en ter uitvoering daarvan overdrachtsdossier aan VRT Regionaal crisisplan 2012-2015 Organisatieplan “inrichting gemeentelijke kolom”
Einddatum 2016
2015
2015
61
1. Wat is onze visie? Samen met inwoners en bedrijven zorgen wij voor een veilige gemeente, op het gebied van wonen, werken en recreëren. We willen dat inwoners zich over vier jaar nog net zo veilig voelen in Haaksbergen als in 2012 het geval was. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Decentralisaties Integrale samenwerking intern en extern is nodig op het gebied van (jeugd)zorg. Er is een nauwe relatie tussen de decentralisatie van de jeugdzorg en de thema’s “jeugdoverlast” en “alcohol- en drugsgebruik” uit het Integraal Veiligheidsprogramma. Strategische doelen Brandweerzorg: - optimale brandveiligheid en hulpverlening volgens wettelijke eisen en normen; - accent verschuiven van bestrijden naar voorkomen; - basisbrandweerzorg door vrijwilligers met binding met Haaksbergen, vanuit een lokale brandweergarage; - adequate, professionele en tegelijkertijd betaalbare brandweerzorg en hulpverlening. Integrale veiligheid: Voor de volgende prioriteiten hebben we doelstellingen met streefwaarden vastgesteld in het Integraal Veiligheidsprogramma 2013-2016: terugdringen inbraken; verminderen woonoverlast in buurt/wijk; aanpak alcohol- en drugsgebruik; terugdringen jeugdoverlast; verbeteren verkeersveiligheid; aanpak georganiseerde criminaliteit. Crisisbeheersing: - optimale bevolkingszorg in crisissituaties; - samen met andere gemeenten in Veiligheidsregio Twente de (regionale) organisatie voor de bevolkingszorg opzetten; samen zorg dragen voor voldoende personele capaciteit en middelen. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Brandweer
In de afgelopen jaren bereikte de brandweer in situaties van brand rond 61% van de objecten binnen de voor die objecten geldende norm. We gaan dat zogenaamde dekkingspercentage omhoog brengen. Het wettelijk vastgestelde minimum was 80%. Veiligheidsregio’s moeten nu in principe voldoen aan 100% dekking. Het bestuur van een veiligheidsregio is bevoegd gemotiveerd en
1. Het college legt in 2013 een voorstel voor aan de raad voor het realiseren van een nieuwe brandweergarage. 2. Nader met de VRT af te spreken en door de VRT uit te voeren activiteiten. Gemeente blijft verantwoordelijk voor vergunningverlening en het juridische deel van de handhaving.
62
Openbare orde en veiligheid
onderbouwd af te wijken. Zie verder beleidsplan en dekkingsplan van de VRT en informatienota aan de raad over verplaatsen brandweergarage. Aantal vrijwilligers in Haaksbergen op peil houden en er op andere wijze voor zorgen dat basisbrandweerzorg lokaal georganiseerd blijft. Vanuit een brandweergarage die voldoet aan daaraan gestelde eisen. Onnodige en onechte brandmeldingen kosten veel. We willen dat deze meldingen in aantal afnemen. Streefcijfer: niet meer dan 45 loze meldingen per jaar. We willen bereiken dat inwoners en bedrijven zich meer bewust zijn van brandveilig leven/ondernemen en het voorkomen van brandonveilige situaties. Kosten van brandweerzorg (via gemeentelijke bijdrage aan VRT) betaalbaar houden, zo mogelijk bezuinigen na 2014 met prioriteit voor wettelijke taken. Terugdringen a. diefstal/inbraak woningen b. garages-boxen-schuren c. uit/vanaf motorvoertuigen. Streefsituatie 2016: a. 60, b. 18, c. 65 Verminderen woonoverlast en op peil houden van de kwaliteit van de leefomgeving. Streefsituatie 2015: 62% vindt dat er saamhorigheid in de buurt is; 20% is actief bij verbeteren buurt; 40 meldingen burengerucht. Bevorderen dat het alcohol- en drugsgebruik afneemt, specifiek onder jeugdigen en jongeren. Verminderen van overlast in buurt/wijk als gevolg van alcohol- en drugsgebruik.
3. Via het algemeen bestuur van de VRT nadere keuzes maken over taken en kosten brandweerzorg in Twente na 2014.
1. Voortzetten reguliere acties/ activiteiten (zie Integraal Veiligheidsprogramma). 2. Nog nader te bepalen extra acties ter terugdringing inbraken. O.a. op basis van het regionale projectplan beperking woninginbraak in samenwerking met OM, politie, gemeenten midden-Twente. 3. Formuleren beleid en regels ter uitvoering Drank- en Horecawet in samenwerking met lokale betrokkenen, OM, politie, gemeenten middenTwente. 4. Actualiseren BIBOB-beleid en implementeren in de organisatie.
Bevorderen dat het aantal ongevallen met letsel afneemt. Bevorderen verkeersveilig gedrag. Bevorderen dat de verkeersveiligheid bij scholen verbetert. Streefsituatie 2016: ongevallen met letsel 12; 100% deelname basisschoolleerlingen aan verkeerspraktijk-
63
examen; 80% scholen met verkeersouders; 20 tellingen met wegkantradar.
Rampenbestrijding
4.
Voorkomen dat criminele activiteiten plaatsvinden met vergunningen, subsidies, aanbestedingen, gemeentelijke vastgoedtransacties. Terugdringen van het aantal hennepkwekerijen. Streefsituatie 2016: 10 intrekkingen verzoek vergunning na BIBOBgesprek; meer ondersteuningen RIEC dan in 2011; 2 hennepkwekerijen. Optimale bevolkingszorg in crisissituaties. In de VRT werken we samen met de andere Twentse gemeenten aan de (regionale) organisatie van deze bevolkingszorg. Samen dragen de gemeenten zorg voor voldoende personele capaciteit en middelen. Indicatoren/meetbaar effect: 1. Het regionaal team bevolkingszorg is opgeleid en geoefend tot en met het operationele niveau. 2. De vakbekwaamheid van de gemeentelijke functionarissen is gewaarborgd. 3. Het landelijk slachtofferinformatiesysteem is geïmplementeerd.
1. Afgesproken menskracht leveren. 2. Meewerken en meebetalen aan opleiding van de gemeentelijke functionarissen. 3. Meedoen met en mogelijk maken van oefeningen.
Met wie werken we samen?
Product
Brandweer Openbare orde en veiligheid
Rampenbestrijding
Externe partners Veiligheidsregio Twente (VRT): sinds 1 januari 2013 voert de VRT de taken op het gebied van brandweerzorg en hulpverlening uit. - Veiligheidsregio Twente (VRT). - Bestuurders en ambtenaren van de Twentse gemeenten. - De “gezagsdriehoek midden Twente” tussen Openbaar Ministerie, politie, burgemeesters van Hengelo, Borne, Hof van Twente en Haaksbergen. - Brandweer, politie en bedrijven(-verenigingen) bij Keurmerk Veilig Ondernemen. - Politie, woningbouwcorporaties, wijken, inwoners bij Keurmerk Veilig Wonen. - Horecaondernemers en vrijwilligersorganisaties op het gebied van drank- en horecawet. - Diverse andere veiligheids- en zorgpartners zoals Veiligheidshuis, verslavingszorg, reclassering, Regionaal Informatie- en Expertisecentrum. - Samen met de andere Twentse gemeenten zorgen voor voldoende personele capaciteit en middelen. - Veiligheidsregio Twente. Verplichte samenwerking in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
64
6.6. Programma maatschappelijke ondersteuning
65
6.6.1.
Deelprogramma Minima
Minima Minimazorg
Werk en inkomen
Doelstelling Inwoners worden zo nodig ondersteund met schuldhulpverlening, bijzondere bijstand, en minimabeleid Elke bijstandsgerechtigde levert bijdrage aan de samenleving. Werkgevers dienstverlening optimaliseren
Financieel kader Lasten Baten Saldo
579.274 35.000 -544.274
Lasten Baten Saldo
8.883.896 7.434.195 -1.449.701
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Bijzondere bijstand Re-integratie verordening Beleidsplan schuldhulpverlening
Einddatum 2013 2013 2016
66
1. Wat is onze visie? Wij willen onze uitvoering geleidelijk transformeren van een verzorgingsmodel naar een participatiemodel. In Haaksbergen doet iedereen ertoe en wij willen dat iedereen meedoet! De eigen verantwoordelijkheid van inwoners staat daarbij voorop, waarbij de gemeente een rol speelt in de ondersteuning van deze eigen verantwoordelijkheid. Nieuwe ontwikkelingen zijn de Participatiewet, de decentralisatie van de AWBZ/WMO en de decentralisatie van de Jeugdzorg. De gemeente wordt verantwoordelijk voor het totale pakket aan ondersteuning op het terrein van maatschappelijke zorg en zekerheid aan onze inwoners. Door deze regeling in samenhang uit te voeren, willen wij bereiken dat onze inwoners optimaal participeren en willen wij de zelfredzaamheid van de inwoners bevorderen. Iedereen doet mee in Haaksbergen en iedereen draagt zijn steentje bij. Dat verwachten wij ook van uitkeringsgerechtigden. Daarbij kijken we niet naar de beperking van onze inwoners, maar juist naar wat ze wél kunnen. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten en heeft dus voordelen voor de mensen zelf en voor de samenleving. De gemeente gaat daarvoor ondernemers faciliteren. Dat doen wij o.a. door een optimaal ondernemersklimaat te creëren met een goede bereikbaarheid, moderne bedrijventerreinen en soepele regelgeving. Kansrijke sectoren zijn de zorg, recreatie en toerisme en de agrarische sector. Wij vormen een vangnet voor mensen die het zelf en met anderen niet kunnen oplossen. Dit uitgangspunt passen wij toe in de veranderingen naar aanleiding van de decentralisaties die per 1 januari 2015 in werking treden. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Participatiewet (decentralisatie taken op gebied van arbeidsmarktbeleid) Per 1 januari 2015 treedt de participatiewet in werking. De participatiewet voegt de huidige WWB, Wsw en Wajong samen tot één regeling. Bekend is dat cliënten in de huidige, bestaande regelingen hun rechten en plichten behouden. Voor de Wsw en Wajong wordt getracht de instroom aanzienlijk te beperken, waardoor diegene die niet instromen in deze regeling automatisch instromen in de participatiewet. De participatiewet gaat uit van, zoals de naam al zegt, participatie door middel van (betaald) werk. Daarnaast wordt in de nieuwe participatiewet door strenger keuren aan de poort door het UWV op Wsw en Wajong een extra instroom van 15 cliënten per jaar verwacht. Het Rijk wil een forse bezuiniging doorvoeren in de participatiewet. Zoals wij het nu kunnen voorzien resulteert die bezuiniging op termijn in een aanpassing van het budget van Wsw, voormalige WWB (w-deel in dit geval) en de nieuwe Wajong, voor Haaksbergen in ruim € 1 miljoen. In het sociaal akkoord is afgesproken dat de huidige SW-bedrijven worden omgebouwd tot werkbedrijven. Daarvan moeten er 35 komen in ons land. Hameland heeft de afgelopen jaren al een transitie ondergaan naar een arbeidsontwikkelbedrijf, gericht op het inzetten van mensen in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving. Desondanks is de
67
verwachting dat de decentralisatie die het Rijk en de werkgevers in het sociaal akkoord hebben voorzien, extra (financiële) consequenties heeft voor gemeenten. Tot slot wordt op de Wsw aan Hameland een bijdrage geraamd van € 232.000 als bijdrage op het tekort voor 2014. Risico’s De invoering van de participatiewet is uitgesteld tot 1 januari 2015. Omdat over de wet inhoudelijk nog weinig bekend is, zijn ook de (financiële) consequenties maar beperkt bekend. Dit brengt daarom ook de nodige (financiële) onzekerheden met zich mee. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Minimazorg
Wij willen voorkomen dat inwoners van Haaksbergen onder het bestaansminimum komen en daardoor uitgesloten worden van allerlei maatschappelijke en sociale activiteiten en gebeurtenissen. Wij willen inwoners (inclusief zelfstandige ondernemers) ondersteunen bij het oplossen van schulden. Duurzame uitstroom van bijstandsgerechtigden uit de uitkering richting de arbeidsmarkt.
1. Het verstrekken van bijdragen en uitkeringen. 2. Het geven van voorlichting en het bieden van (financiële) ondersteuning aan mensen die schulden hebben.
Werk en inkomen
Meer werkgelegenheidsprojecten met afspraken over duurzame arbeidstoeleiding door optimale benutting van het participatiebudget en het realiseren van sroi en mvo te stimuleren. Het bevorderen van arbeidsparticipatie van mensen met een (arbeids)handicap via de sociale werkvoorziening, waarbij ieder individu met een WSW indicatie daadwerkelijk participeert in een (reguliere) werkomgeving. Eind 2014 ligt er een concreet en geaccordeerd plan voor de invoering van de participatiewet en wat Haaksbergen hierin gaat realiseren.
1. De werkprocessen verder optimaliseren zodat adequate dienstverlening wordt geboden aan cliënten om uitstroom uit de uitkering te bevorderen. 2. Het participatiebudget optimaal inzetten om toeleiding naar duurzame arbeid te realiseren, waarbij de uitstroom naar werk toeneemt met ten minste 20% ten opzichte van 2013. 3. Heldere afspraken met swbedrijf Hameland over de arbeidsparticipatie van mensen met een (arbeids-)handicap. 4. Begin 2014 wordt de beleidsnota participatieweg behandeld, waarna gestart kan worden met de implementatie en het draaien van pilots, zodat eind 2014 de organisatie is voorbereid op de invoering van de participatiewet.
68
4.
Met wie werken we samen?
Product
Minimazorg Werk en inkomen
Externe partners SB/SMD. Voor het onderdeel arbeidsmarkt werkt de gemeente met veel partners samen waaronder: Regio Twente, arbeidsmarktregio Enschede (o.m. werkplein), ROC Twente en WaWollie kringloop.
69
6.6.2.
Deelprogramma Wmo
WMO Bijzondere groepen (7-9)
Gezondheidszorg
Individuele voorzieningen (6)
Jeugd (2) (onderdeel in WMO)
Leefbaarheid en sociale samenhang (1)
Minderheden
Sociaal culturele activiteiten (Welzijnswerk) Vrijwilligerswerk en mantelzorg (4)
Doelstelling Het bieden van maatschappelijke opvang en het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg. Inzetten op een gezonde leefstijl. Verbinden met sport, maatschappelijke ondersteuning en jeugd. Individuele voorzieningen worden ingezet als andere oplossingen niet mogelijk zijn. Haaksbergse jongeren moeten zich optimaal kunnen ontplooien en in staat zijn om actief deel te nemen aan de maatschappij. De maatschappelijke en sociale voorzieningen in stand houden. Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers. Goede afwikkeling verplichtingen minderhedenbeleid. Activiteiten gericht op leefbaarheid en cultuur financieel ondersteunen. Het blijven ondersteunen en versterken van het netwerk van vrijwilligers en mantelzorgers.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
76.884 0 -76.884
Lasten Baten Saldo
1.143.407 0 -1.143.407
Lasten Baten Saldo
3.583.216 491.973 -3.091.243
Lasten Baten Saldo
369.282 0 -369.282
Lasten Baten Saldo
675.625 0 -675.625
Lasten Baten Saldo
8.262 0 -8.262
Lasten Baten Saldo
59.165 0 -59.165
Lasten Baten Saldo
109.393 0 -109.393
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Wmo ‘Samen sterk in meedoen’ Uitgangspunten notitie vrijwilligerswerk Regionale nota en lokaal uitvoeringsprogramma ‘Vitale coalities’ Beleidsregels en nadere regels Wmo Verordening Wmo
Einddatum 2016 2016 2016
70
1. Wat is onze visie? Het huidige voorzieningenniveau is de afgelopen decennia met veel zorg opgebouwd. De gemeente heeft hierin een steeds belangrijkere rol gekregen. Ook als er minder geld te besteden is, blijft de gemeente deze rol zodanig invullen dat belangrijke sociale en maatschappelijke voorzieningen overeind blijven. Het maatschappelijk middenveld wordt gevormd door organisaties in onze samenleving, die verschillende groepen, meningen en belangen vertegenwoordigen. Denk daarbij aan kerken, ouderenbonden, milieubewegingen, sociale organisaties, productschappen, werkgeversverenigingen en pressiegroepen. De verhouding tussen de verantwoordelijkheid van de gemeente en die van inwoners en maatschappelijk middenveld is veranderd door de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), waarbij eigen verantwoordelijkheid voorop staat. Zo is het van belang dat professionals in het maatschappelijk middenveld meer dan tot nu toe het geval is vrijwilligerswerk ondersteunen, waarbij “noaberschap” een belangrijk aandachtsveld is. De rol van de gemeente is dit te ondersteunen en faciliteren, waardoor de gewenste maatschappelijke effecten optreden en gelijktijdig sprake is van kostenbesparing. De dienstverlening aan onze inwoners blijft hoog in het vaandel staan. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Decentralisatie AWBZ In 2014 bereiden we ons verder voor op de decentralisatie van een deel van de taken van de AWBZ per 1 januari 2015. Bij de decentralisatie van de extramurale begeleiding (eventueel persoonlijke verzorging) wordt de begeleiding uit de AWBZ gehaald en ondergebracht bij de WMO. Hierbij wordt de verantwoordelijkheid van ons uitgebreid en krijgen wij de taak om mensen te ondersteunen wanneer sprake is van beperkingen in zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Ook het vervoer van en naar dagbestedingslocaties wordt gedecentraliseerd. Het doel is uiteindelijk de zelfredzaamheid van inwoners van Haaksbergen te behouden en versterken, zodat zij zich langer zelf kunnen redden (met lichte ondersteuning) in hun eigen omgeving. Huishoudelijke hulp (HH) In het regeerakkoord is opgenomen dat de aanspraken HH worden vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die HH echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. De voorgenomen maatregel uit het regeerakkoord wordt verzacht. Het beroep op de bestaande HH in de Wmo wordt in 2015 inkomensafhankelijk. Voor huishoudelijke hulp blijft 60% van het huidige budget om maatwerkvoorzieningen te leveren voor degenen die het echt nodig hebben en het niet zelf kunnen betalen. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Bijzondere groepen (7-9)
Betrokken inwoners, mantelzorgers, vrijwilligers en professionals zorgen er samen voor dat kwetsbare mensen die tijdelijk of voor een langere periode ondersteuning nodig hebben, deze zoveel mogelijk op maat krijgen, passend bij hun mogelijkheden en
1. Het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat
71
specifieke situatie. Met een gezond beroep op wat zij zelf kunnen (bij) dragen.
Gezondheidszorg
Het bevorderen van de gezondheid en vitaliteit van onze inwoners.
Individuele voorzieningen (6)
Dat inwoners kunnen blijven deelnemen aan de maatschappij.
Jeugd (2) (onderdeel in WMO)
De Haaksbergse jeugd moet zich optimaal kunnen ontplooien en in staat zijn actief deel te nemen aan de maatschappij. Ontwikkelen van burgerkracht in een sociale omgeving. Onze uitvoering geleidelijk transformeren van een verzorgingsmodel naar een participatiemodel. In Haaksbergen
Leefbaarheid en sociale samenhang (1)
zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. 2. Het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen. Ambulante hulpverlening, gericht op verslavingsproblemen en preventie van verslavingsproblemen. 1. Het beperken van de gezondheidsrisico’s in het gedrag van onze inwoners. 2. Het bevorderen van bewegen. 3. Het benutten van de mogelijkheden die de fysieke omgeving ons biedt om te komen tot gezondheidsbevorderend gedrag. 4. Het verbinden van de 0e en 1e lijn waardoor de samenhang in de hulp en zorgstructuur in de wijk wordt versterkt. 1. Dat het voorzieningen- en dienstverleningspakket in overeenstemming blijft met de middelen die door het Rijk daartoe beschikbaar zijn gesteld. 2. In 2014 bereiden we ons verder voor op de decentralisatie van de AWBZ per 1 januari 2015. 3. We gaan de maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten uitvoeren. 4. Doorontwikkeling van de maatwerkvoorziening voor huishoudelijke hulp in 2015. 5. Per 2014 komen de zzp’s over (zorg zwaarte pakketten, groepen VV3 en LG 1+3 en ZG 1). Aanpak van jeugdoverlast in de openbare ruimte.
1 Investeren in algemene en preventieve voorzieningen. 2 Betrokkenheid bij de leefomgeving vergroten, het stimuleren van de
72
Minderheden
Sociaal culturele activiteiten (Welzijnswerk) Vrijwilligerswerk & Mantelzorg (4)
4.
doet iedereen ertoe en wij willen dat iedereen meedoet! De eigen verantwoordelijkheid van inwoners staat daarbij voorop waarbij de gemeente een rol speelt in de ondersteuning van deze verantwoordelijkheid. Een goede afhandeling van het minderhedenbeleid.
Verstrekken subsidies aan instellingen aan de hand van de Algemene en Bijzondere subsidieverordening en passend binnen het beleid. Vrijwilligerswerk en mantelzorg in Haaksbergen ondersteunen en versterken aan de hand van de 5 V’s: vertalen, verbinden, versterken, verbreiden en verankeren.
maatschappelijke participatie, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van inwoners.
Afhandelen lopende zaken zodat het minderhedenbeleid tot een goede afronding kan komen in 2014. Activiteiten die gericht zijn op leefbaarheid en cultuur.
Het vrijwilligerswerk en mantelzorgers blijven faciliteren en versterken.
Met wie werken we samen?
Product Bijzondere groepen (7-9) Gezondheidszorg
Individuele voorzieningen (6)
Jeugd (2) (onderdeel in WMO)
Leefbaarheid en sociale samenhang (1) Minderheden Sociaal culturele activiteiten (Welzijnswerk) Vrijwilligerswerk en mantelzorg (4)
Externe partners Mediant / Tactus: organisaties voor geestelijke gezondheid en verslavingsproblematiek. - GGD Twente; regionale gezondheidsdienst Twente. - Stichting Maatschappelijke Dienstverlening EnschedeHaaksbergen. - Samenwerkende partijen in de Noaberpoort. - Regionale samenwerkingsverbanden tussen de veertien Twenste gemeenten (Samen 14) wat betreft de decentralisaties en het collectief vervoer. - Maatschappelijke organisaties: o Halt; preventie en repressie van veelvoorkomende jeugdcriminaliteit; o Welzijnsorganisatie; o Het Veiligheidshuis (netwerksamenwerking tussen straf, zorg en andere gemeentelijke partners); o Politie; o Bureau Jeugdzorg Overijssel/Jeugdreclassering (begeleiding jongeren tussen 12 en 18 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd). Belangengemeenschappen en wijkraden, maatschappelijke partners, vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers, adviesraden en welzijnsorganisatie. ROC, vrijwilligerscentrale. Belangengemeenschappen. Instellingen die amateurkunst beoefenen. Participatie van stichting Scala o.a. vrijwilligerscentrale, Steunpunt Mantelzorg, Stichting Vrijwilligerswerk, Vrijwilligersorganisaties en Kerken.
73
6.7. Programma onderwijs en jeugd
74
6.7.1.
Deelprogramma Jeugd Jeugd
Jeugd (2)
Doelstelling De Haaksbergse jeugd moeten zich optimaal kunnen ontplooien en in staat zijn actief deel te nemen aan de maatschappij.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
561.579 0 -561.579
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Onderwijsachterstandenbeleid/VVE
Einddatum 2014
75
1. Wat is onze visie? Haaksbergse jongeren moeten zich goed kunnen ontplooien en in staat zijn actief deel te nemen aan de maatschappij. Wij worden naar verwachting per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg die nu onder de verantwoordelijkheid van het Rijk, de provincies, de AWBZ en Zorgverzekeringswet vallen. Wij gaan de jeugdzorg anders organiseren (transformatie van de jeugdzorg), omdat in het huidige stelsel een te groot beroep op de zwaardere en duurdere vormen van zorg wordt gedaan. Wij zetten hierbij in op preventie (door middel van het geven van opvoed- en opgroeiondersteuning) en op vroegsignalering. Daarbij schakelen wij zoveel als mogelijk het eigen sociale netwerk van mensen in. De professionele (gesubsidieerde) partners springen bij daar waar de expertise in het eigen netwerk ontbreekt of bij het oplossen van zware problematiek. Inwoners hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het oplossen van overlast in de openbare ruimte. Het jongerenwerk, de politie en/of de toezichthouders komen pas in tweede instantie in beeld. Het jongerenwerk werkt volgens Welzijn Nieuwe Stijl en vanuit één centraal jongerencentrum. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Decentralisaties jeugdzorg In 2014 bereiden we ons verder voor op de decentralisatie van de Jeugdzorg per 1 januari 2015. Dit doen we zowel op regionaal als lokaal niveau. Op lokaal niveau betrekken we daar nadrukkelijk onze huidige partners bij. Evenals de huidige jeugdzorgaanbieders die immers een schat aan kennis hebben van de jeugdzorg en daardoor ook bij uitstek aan kunnen geven waar efficiencywinst mogelijk is. Samenhang decentralisaties De decentralisatie Jeugdzorg heeft een nauwe relatie met de decentralisatie van de functie begeleiding, de Participatiewet en het Passend Onderwijs. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op (deels) dezelfde groep (kwetsbare) mensen en krijgen de komende jaren hun beslag. Wij pakken de decentralisaties in samenhang op onder het motto “één gezin, één plan, één regisseur”. Dit leidt op termijn naar verwachting tot een nagenoeg volledige ontschotting van het beleid op het sociale domein, zowel inhoudelijk als financieel. Hierbij bouwen we onder meer voort op de ‘Noaberpoort’ waar het Loes-loket en de informatieen adviesfunctie van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) deel van uitmaken. Wij richten ons daarbij op preventie, algemene voorzieningen, eigen kracht, vroegsignalering en een integrale aanpak om zo effectief en efficiënt mogelijk te werken. Vanaf 2014 stelt het Rijk uitvoeringsbudget beschikbaar voor de AWBZ en de Jeugdzorg samen. Deze middelen zetten wij in om ons voor te bereiden op de uitvoering van deze nieuwe taken vanaf 2015 (€ 29.000).
76
Toelichting overige ontwikkelingen Contactmoment adolescenten Wij hebben in het kader van de jeugdgezondheidszorg een nieuwe wettelijke taak opgelegd gekregen, namelijk het uitvoeren van een extra contactmoment voor adolescenten. De jeugdgezondheidszorg van de GGD Twente heeft in overleg met de gemeenten een plan opgesteld voor het realiseren van dit contactmoment op de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. In 2014 zal het contactmoment op alle scholen worden in- en uitgevoerd. Hiervoor wordt de decentralisatie-uitkering CJG ingezet (€ 22.000). Begeleide omgangsregeling Het project Begeleide Omgangsregeling (BOR) Twente van Humanitas maakt gebruik van opgeleide vrijwilligers, die begeleid worden door een professioneel coördinator, en heeft als doel samen met (gescheiden) ouders tot een zelfstandige omgangsregeling te komen. Doel is te voorkomen dat gebruik moet worden gemaakt van de (dure) jeugdzorg. In 2014 wordt een aantal trajecten BOR ingekocht, die bekostigd worden uit het uitvoeringsbudget AWBZ en Jeugdzorg. Hiervoor is € 11.000 nodig. Veiligheidshuis De procesmanager van de Ketenunit Zorg en Veiligheid maakt in beperkte mate, maar structureel, gebruik van het Veiligheidshuis. Voor de gemeentelijke zorgstructuur is het Veiligheidshuis dé schakel met de justitiële partners. Voor het in stand houden van deze voorziening is € 1.500 nodig. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Jeugd (2)
De Haaksbergse jeugd moet zich goed kunnen ontplooien en in staat zijn actief deel te nemen aan de maatschappij.
1. Verbeteren ontwikkelingskansen van jonge kinderen in voorschoolse periode. 2. Organiseren van de jeugdzorg. 3. Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin en bijbehorend preventief aanbod.
4.
Met wie werken we samen?
Product Jeugd (2)
Externe partners - SMD; (school)maatschappelijk werk. - GGD Twente; gezondheidsdienst regio Twente. - Halt; preventie en repressie van veelvoorkomende jeugdcriminaliteit. - Tactus; verslavingszorg. - Welzijnsorganisatie. - Het Veiligheidshuis; netwerksamenwerking tussen straf, zorg en andere gemeentelijke partners. - Politie. - Bureau Jeugdzorg Overijssel/Jeugdreclassering; begeleidt jongeren tussen 12 en 18 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd. - Voorschoolse instellingen (kinderopvang- en peuteropvangorganisaties).
77
- Inspectie primair onderwijs. Regionale samenwerking tussen de veertien gemeenten in Twente.
78
6.7.2.
Deelprogramma Onderwijs
Onderwijs Basisonderwijs openbaar IHP (Integraal HuisvestingsPlan)
Leerlingenvervoer
Lokaal onderwijsbeleid
Materiële instandhouding
Speciaal onderwijs
Volwassen/basiseducatie
Doelstelling Gemeentelijke zorgplicht te voorzien in een adequate en veilige huisvesting van leerlingen. Het leerlingenvervoer uitvoeren conform wettelijk voorschrift en gemeentelijke verordening. Met het onderwijsaanbod elk kind de kans bieden binnen zijn mogelijkheden op een zinvolle manier deel te nemen aan de samenleving. Voldoen aan de gemeentelijke zorgplicht te voorzien in een adequate en veilige huisvesting. Onderschrijven en verantwoordelijkheid nemen voor de aanwezigheid van scholen voor speciaal onderwijs in de regio. Goede inzet van middelen voor arbeidsmarktversterkend aanbod.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
1.147.466 0 -1.147.466
Lasten Baten Saldo
389.654 2.750 -386.904
Lasten Baten Saldo
736.513 70.058 -666.455
Lasten Baten Saldo
438.703 72.000 -366.703
Lasten Baten Saldo
6.000 0 -6.000
Lasten Baten Saldo
61.000 61.000 0
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Nota herschikking schoolgebouwen en aansluitend het opstellen van herziene versie van het Integraal Huisvestingsplan; Onderwijsachterstandenbeleid/VVE
Einddatum 2014 2014
79
1. Wat is onze visie? De gemeente en schoolbesturen dragen zorg voor kwalitatief goed onderwijs dat aansluit op de talenten van het kind, waarbij het kind zo nodig extra ondersteuning ontvangt. Wij houden scholen in stand (zorgplicht) en dragen zorg voor veilige en onderwijskundig functionele gebouwen. Hierbij houden we rekening met de wettelijke eisen. Wij zijn wettelijk verplicht te zorgen voor voldoende huisvesting en voldoende huisvesting van schoolgebouwen (voorwaardenscheppend), voor dat deel dat onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Passend Onderwijs Hoewel passend onderwijs niet als een transitie wordt aangemerkt, bestaat er een nadrukkelijk verband met de decentralisatie van taken op het gebied van de jeugdzorg. Zoals bij het deelprogramma Jeugd is aangegeven, staan wij voor een samenhang tussen zorg en begeleiding op scholen en in de thuissituatie. Wij willen met de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs komen tot een afstemming van onderwijs- en zorgbeleid in onze gemeente. Wet Passend Onderwijs Per 1 augustus 2014 treedt de Wet Passend Onderwijs in werking, als gevolg waarvan de scholen verplicht zijn een passende plek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De directe (financiële) verantwoordelijkheid ten aanzien van het vormgeven van passend onderwijs berust bij de schoolbesturen. De gevolgen hiervan kunnen, zoals hierboven beschreven, wel nadrukkelijk bij ons worden neergelegd. Voor de taken rond de onderwijshuisvesting, het leerlingenvervoer en de leerplicht zijn wij (wettelijk) verantwoordelijk. Strategische doelen Investering in het kader van programma Onderwijshuisvesting 2014 en verdere jaren Voor 2014 zijn door de schoolbesturen aanvragen voor onderwijshuisvesting ingediend. Alle aanvragen worden met de schoolbesturen besproken. We betrekken hierbij ook de resultaten van het onderzoek naar de herschikking en herontwikkeling van de schoollocaties. De uiteindelijke investering wordt met ingang van 2015 geactiveerd. Herschikken en herontwikkeling schoollocaties Door de demografische ontwikkeling daalt het aantal leerlingen op veel basisscholen en is er sprake van overcapaciteit van lesruimten. Daarom hebben we in 2013 in samenwerking met het schoolbestuur een haalbaarheidsstudie verricht naar de mogelijkheden schoollocaties te herschikken. Naar aanleiding van deze haalbaarheidsstudie en de daaropvolgende overeenkomst waarin we samen met de schoolbesturen keuzes vastleggen, willen we in 2014 starten met de daadwerkelijke herontwikkeling van locaties.
80
3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Basisonderwijs openbaar IHP
De gemeente is wettelijk verplicht te zorgen voor voldoende onderwijshuisvesting.
Leerlingenvervoer
Vorm geven aan het leerlingenvervoer.
Lokaal onderwijsbeleid
Wij dragen samen met schoolbesturen zorg voor kwalitatief goed onderwijs dat aansluit op de talenten van het kind, waarbij het kind zo nodig extra ondersteuning ontvangt. Daar waar nodig dan wel (wettelijk) verplicht is, zijn wij voorwaardenscheppend. Wij staan voor een samenhang tussen de zorg en begeleiding op de scholen en in de thuissituatie. Inzetten op afstemming van onderwijs- en zorgbeleid met de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs.
Materiële instandhouding
Wij zijn wettelijk verplicht te zorgen voor voldoende onderwijshuisvesting.
Speciaal onderwijs
Faciliteren van ziekelijke kinderen die daarvoor gespecialiseerde en toegeruste school in de regio bezoeken. Verhogen van de competenties.
1. Voorzien in een adequate en veilige huisvesting van leerlingen. 2. Het terugdringen van overcapaciteit van lesruimte. 1. Het leerlingenvervoer uitvoeren conform wettelijk voorschrift. 2. Het gebruik van het openbaar vervoer/eigen fiets stimuleren en het aangepast vervoer terugdringen. 1. Zorgen voor een optimale onderwijsinfrastructuur. 2. Sluitende aanpak voorkomen schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. 3. Optimaliseren van verbale communicatiemogelijkheden van kinderen. 4. Inzet middelen voor (schooloverstijgende) leerlingenzorg. 5. Voorbereiden en uitvoeren van onderwijsachterstandenbeleid en voor- en vroegschoolse educatie: onderwijsachterstanden van kinderen vroegtijdig signaleren en bestrijden. Voldoen aan de gemeentelijke zorgplicht te voorzien in een adequate en veilige huisvesting, inclusief bewegingsonderwijs. Faciliteren school voor ziekelijke kinderen Schutte’s Bosschool.
Volwassen/basised ucatie
Zorgen voor een aanbod van opleidingen dat aansluit op de vraag naar basiseducatie en voortgezet volwasseneducatie, inclusief aanbod alfabetiseringscursussen.
81
4.
Met wie werken we samen?
Product
Basisonderwijs openbaar IHP Leerlingenvervoer Lokaal onderwijsbeleid
Materiële instandhouding Speciaal onderwijs Volwassen/basiseducatie
Externe partners Schoolbesturen. Vervoerders, regio gemeenten en scholen. Schoolbesturen, maatschappelijke organisaties in Haaksbergen, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, primair- en voortgezet onderwijs, gemeenten in Twente en Gelderland. Stichting Keender, VCO, Montessori en Het Assink. Onderwijsinstelling. ROC Twente.
82
6.8. Programma ruimtelijke ontwikkeling en wonen
83
6.8.1.
Deelprogramma Plattelandsontwikkeling
Plattelandsontwikkeling
Plattelandsontwikkeling
Doelstelling Het behouden van sterke agrarische bedrijven en het bevorderen van nieuw ondernemerschap in brede zin, waarbij de ondernemer en zijn wensen centraal staan. Daarnaast recreatief medegebruik van het buitengebied stimuleren.
Financieel kader
Lasten Baten Saldo
178.656 31.250 -147.406
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Rood voor rood (RvR) en Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)
Einddatum -
84
1. Wat is onze visie? Wij willen graag sterke agrarische bedrijven houden die economisch en milieutechnisch volwaardig kunnen meedraaien. De agrarische bedrijven die stoppen willen wij volop kansen bieden om alternatieve activiteiten te ontplooien: het bevorderen van nieuw ondernemerschap. Wij stellen daarbij de ideeën en de wensen van de ondernemer centraal. Een ruim begrip van nieuwe economische functies voor het landelijk gebied is nodig, maar mag niet concurrerend zijn met bedrijvigheid die op het nieuw te realiseren bedrijventerrein thuishoort. Ook aan de bestaande niet-agrarische bedrijven in het landelijk gebied bieden wij de ruimte zich verder te ontwikkelen. Dit alles is noodzakelijk om de vitaliteit van het landelijk gebied in stand te houden. De transitie die in het landelijk gebied gaande is, vraagt om nieuwe economische functies. Het recreatief medegebruik van het landelijk gebied zien wij als een belangrijke economische drager voor het buitengebied. Het is van belang dat de aantrekkelijkheid van het landelijk gebied gewaarborgd blijft, ondanks de schaalvergroting van agrarische bedrijven en het verminderen van het aantal bedrijven. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Strategische doelen Visie landelijk gebied/plattelandsontwikkeling Wij willen ons inzetten om in brede zin ruimte te geven aan alle mogelijke vormen van economische ontwikkeling in het buitengebied. Het is belangrijk dat initiatieven ontplooid worden die het buitengebied economisch vitaal houden. De transitie in het landelijk gebied biedt kansen. We richten ons op actieve begeleiding, denken actief mee en adviseren om te komen tot alternatieve ontwikkelingen. Gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente De gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Rijssen-Holten en Wierden hebben samen met de Waterschappen Regge en Dinkel en Rijn en IJssel een nieuw programma voor de periode 2014-2020 opgesteld. Dit is verwoord in de gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente. Dat is een visie over Twente, waarin stad en platteland als eenheid worden beschouwd, waar Twente als één economie en als één sociale eenheid wordt beschouwd. De versterking tussen stad en platteland is een succesfactor voor de “Economische Motor Twente”. Twente onderscheidt zich als kennisregio in het groen. De grondgedachte van de gebiedsvisie sluit aan bij de “Economische Motor Twente”. Vanuit dit gezichtspunt is direct een aantal concrete thema's te noemen uit de gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente, die aansluiten bij de Economische Motor Twente en die dus voor geheel Twente en voor Haaksbergen van groot belang zijn. In de gebiedsvisie worden de volgende economische kansen vermeld: 1. toeristische ontwikkeling van Twente, in relatie met Duitsland; 2. economische potentie van glasvezel in het landelijk gebied; 3. wonen en werken in het landelijk gebied; 4. biobased economie. Wij sluiten aan op de gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente en geven uitvoering aan het bijbehorende uitvoeringsprogramma 2014-2020. In de komende periode bepalen wij aan welke projecten of programmaonderdelen wij willen deelnemen.
85
Om mee te kunnen doen aan de uitvoering van de gebiedsvisie is gemeentelijke cofinanciering noodzakelijk. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Plattelandsontwikk eling
Faciliteren van agrarische bedrijfsontwikkeling, waaronder sterlocaties en LOG-ontwikkeling Vaststellen en uitvoeren van het uitvoeringsprogramma van de Groene Metropool. Faciliteren van particuliere projecten (rood-voor-Rood, VAB en nieuwe landgoederen). Uitvoering geven aan projecten in het kader van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO) Afronding van de PMJP-projecten en voorbereiding van de eindafrekening PMJP 2013. Afronding Haaksbergse Leaderprojecten en voorbereiding financiële eindverantwoording Leader Zuidwest Twente.
1. Agrarische bedrijfsontwikkeling: 2 aanvragen in behandeling, waarvan 2 aanvragen in procedure genomen worden. 2. Uitvoering geven aan vijf projecten uit het uitvoeringsprogramma van de Groene Metropool. 3. Rood-voor-rood, vrijkomende agrarische bebouwing en nieuwe landgoederen: 50 aanvragen in behandeling, waarvan 20 aanvragen in procedure genomen worden. 4. Projecten Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving: 7 aanvragen in behandeling, waarvan 4 aanvragen in procedure genomen worden. 5. Financiële verantwoording ter goedkeuring indienen bij provincie Overijssel. 6. Financiële verantwoording Leader Zuidwest Twente.
4.
Met wie werken we samen?
Product Plattelandsontwikkeling
Externe partners - Provincie Overijssel. - Twentse gemeenten. - Waterschappen. - Overige particuliere en semi-overheidspartijen bepaalt door de projecten.
86
6.8.2.
Deelprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling
Ruimtelijke ontwikkeling Bouwgrondexploitatie
Doelstelling Zie doelstelling bij Ruimtelijke ordening.
Ruimtelijke ordening
Een aantrekkelijk centrum, een sterk buitengebied, een goed economisch klimaat en goede toeristische voorzieningen maken de gemeente ook aantrekkelijk als woongemeente. Het beperken van het bezit tot datgene wat echt nodig is voor ons sociaal een maatschappelijk beleid, of eigen bedrijfsvoering. Zie doelstelling bij Stads- en dorpsvernieuwing.
Stads- en dorpsvernieuwing
Vastgoedexploitatie
Financieel kader Lasten 147.539 Baten 0 Saldo -147.539
Lasten Baten Saldo
886.575 126.200 -760.375
Lasten Baten Saldo
97.062 0 -97.062
Lasten Baten Saldo
765.979 422.431 -343.548
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Structuurplan Inbreidingslocaties 2015 Rood voor Rood en VAB beleid 2011 Vastgoedbeleid Nota Grondbeleid 2012
Einddatum 2015 2015
87
1. Wat is onze visie? Een aantrekkelijk centrum, een sterk buitengebied, een goed economisch klimaat en goede toeristische voorzieningen maken de gemeente aantrekkelijk als woongemeente. De kwaliteit van de woningen en de woonomgeving is in sterke mate bepalend voor de leefbaarheid van de kernen. Een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid. De gemeente Haaksbergen zet zich samen met haar partners in voor een aantrekkelijke woonomgeving en voor een aantrekkelijk woningaanbod dat flexibel is en past bij de verschillende doelgroepen. Vanwege de demografische en economische ontwikkelingen zetten we vooral in op aanpassing van de bestaande voorraad en woonomgeving op inbreidingslocaties in plaats van op grootschalige nieuwbouw op uitbreidingslocaties. Wij vervullen hierbij een faciliterende rol. De randvoorwaarden worden bepaald aan de hand van een actueel beeld van de woningmarkt en de woonwensen. Wij gaan een meer faciliterend grondbeleid toepassen en sluiten daarbij anterieure overeenkomsten af met de marktpartij/particulier. De verbeterde mogelijkheden tot kostenverhaal op grond van de Wet ruimtelijke ordening werken daarbij ondersteunend. Alleen in uitzonderingssituaties wordt nog actief grondbeleid gebruikt. Er worden marktconforme gronduitgifteprijzen gehanteerd. Het gemeentelijke vastgoed in Haaksbergen ondergaat de komende jaren flinke veranderingen. Het bezit wordt beperkt tot dat bezit dat echt nodig is voor ons sociaal en maatschappelijk beleid, danwel de eigen bedrijfsvoering. Voor de vrijkomende locaties werken wij herontwikkelingsplannen uit. 2. -
Belangrijkste beleidsontwikkelingen Gebiedsontwikkeling centrum; ontwikkeling bedrijventerreinen/Wissinkbrink; gemeentelijk vastgoedbeleid.
Initiatieven van particulieren en marktpartijen Zowel grote als kleine initiatieven bieden wij zoveel mogelijk ruimte en medewerking. Voor initiatieven van particulieren en marktpartijen stellen wij heldere ruimtelijke en financiële kaders, zodat deze locaties voortvarend tot ontwikkeling kunnen komen. Het is aan particulieren en marktpartijen om met initiatieven te komen. Wij zorgen voor de juiste randvoorwaarden. Wij stimuleren optimale samenwerking tussen verschillende partijen. Uiteraard houden wij, bij deze ontwikkelingen, continu de woningbehoefte in Haaksbergen en de gemaakte prestatieafspraken met de provincie in de gaten. Gebiedsontwikkeling centrum Op basis van het vastgestelde ruimtelijk kader “De Markt Centraal” hebben wij een selectieprocedure doorlopen. Deze selectie had betrekking op de variant met supermarkt. Omdat geen van de inschrijvingen voldeed aan de selectiecriteria, hebben wij geen ontwikkelaar geselecteerd. Wij gaan daarom verder met de ontwikkeling door de uitgeefbare gronden te verkopen als bouwkavels voor de afronding van de markt. De kosten voor de inmiddels al heringerichte openbare ruimte rondom de kerk aan het marktplein zijn ten laste gebracht van de exploitatie van de gemeente. Het ligt in de lijn om ook de herinrichting van de openbare ruimte van de markt en de direct aangrenzende gebieden aan de Molenstraat, Marktsteeg en Hibbertstraat ten laste te brengen van de
88
algemene middelen en op te nemen in de begroting. Naar verwachting worden de kosten gemaakt van 2015 tot en met 2017. De kosten voor de herinrichting zijn begroot op € 485.000 inclusief voorbereiding, toezicht op de uitvoering en onvoorziene kosten. Ook de kwaliteit van de openbare ruimte in de rest van het centrum vraagt een inhaalslag. Het winkelhart van Haaksbergen wordt zo aantrekkelijker voor bezoekers en winkelend publiek en krijgt een meer eenduidige uitstraling. Ontwikkeling Wissinkbrink De ontwikkelingen op de Wissinkbrink kunnen pas concreet verder als de uitspraak van de rechter bekend is met betrekking tot staatssteun en ontbinding van de overeenkomst met Rotij. Op basis van het huidige contract is het niet mogelijk delen eerder te ontwikkelen. Wij zitten echter niet stil en bereiden al wel de strategie tot een ontwikkeling voor. Vastgoedbeleid Het gemeentelijke vastgoed dat we nodig hebben voor onze culturele en maatschappelijke instellingen en voor onze eigen huisvesting, houden wij in bezit. Overige locaties en gebouwen die vrij vallen, geven we een andere invulling. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Bouwgrondexploitatie
Gebiedsontwikkeling van vrij beschikbare en belemmeringsvrije gronden (Wissinkbrink). Contractvorming ten aanzien van de verkoop van bouwrijpe grond (met name Veldmaat, Buurse, Stepelerveld, Marktplan). Herontwikkeling van plangebieden (vrijkomende school- en welzijnslocaties). Inrichting openbare ruimte binnen de plangebieden.
Ruimtelijke ordening
Particuliere initiatieven/projecten in het landelijk en stedelijk gebied realiseren. Actualiseren van bestemmingsplannen. Afhandeling van ingediende verzoeken tot planschades.
1. Doorlopen van de juridische procedure bij de rechtbank en verdere ontwikkelingsstrategie bepalen. 2. Opdrachtverlening en uitvoering bouwrijp maken (Marktplan, Veldmaat tweede fase) en afsluiten koop en/of realisatieovereenkomsten (Buurse, Veldmaat, Stepelerveld eerste fase, Marktplan). 3. Planvoorbereiding, onderzoek en start noodzakelijke bestemmingsplanherzieningen. 4. Opdrachtverlening en uitvoering woonrijp maken (Frankenhuis, eerste fase Veldmaat, Veldkamphof). 5. Budgetbewaking en actualisatie (twee keer per jaar) van de grondexploitaties. 1. Opstellen van startnotities en het volgen van planologische procedures voor particuliere initiatieven in het stedelijk en landelijk gebied. 2. Externe advisering en voorlichting op gebied van
89
ruimtelijke ontwikkeling.
3. Behandeling van verzoeken tot Stads- en dorpsvernieuwing
Verdere ontwikkeling van het gebied Kop Parallelweg in samenwerking met woningbouwcorporatie Domijn.
Vastgoedexploitatie
Het maken van een keuze welke panden de gemeente in eigendom wil houden voor haar sociaal/ maatschappelijk beleid dan wel haar eigen bedrijfsvoering. Alternatieve invulling voor vrijkomende gemeentelijke panden. Efficiënte invulling voor panden die we in eigendom behouden. Efficiënt en effectief beheren van gemeentelijke panden.
4.
planschade. Procedure bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan afronden. 2. Inrichting openbare ruimte. 1. Het innen van de huurinkomsten. De inkomsten betreffen die van Sterrebosstraat, OBS Dorp, Los Hoes (kinderopvang gedeelte) en de woning aan de Veldkampstraat 7. 2. Het uitvoeren van onderhoud en voldoen aan overige eigenaarsplichten. De uitgaven betreffen belastingen, kapitaallasten en dagelijks en contractonderhoud van OBS Dorp en Los Hoes (kinderopvang-gedeelte) en de kosten om de bovengenoemde doelstellingen te behalen. 1.
Met wie werken we samen?
Product Bouwgrondexploitatie Ruimtelijke ordening Stads- en dorpsvernieuwing Vastgoedexploitatie
Externe partners
Huurders van de gemeentelijke panden: ’t Iemenschoer, VVV, Kindcentrum Ons Dorp, Noaberpoort, Stichting Kinderopvang Haaksbergen, familie Van Leeuwen.
90
6.8.3.
Deelprogramma Wonen
Wonen Vergunningen
Wonen en Bouwen
Doelstelling Ruimtelijke ontwikkelingen en activiteiten mogelijk maken door een faciliterend vergunningverlening beleid vanuit de wettelijke kaders. De aanpassing van de bestaande voorraad en woonomgeving op inbreidingslocaties. Het woningaanbod aantrekkelijk en flexibel houden/maken voor verschillende doelgroepen.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
1.669.677 550.024 -1.119.653
Lasten Baten Saldo
107.511 70.953 -36.558
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Woonvisie
Einddatum
91
1. Wat is onze visie? Het verkrijgen van een vergunning moet voor bouwers, zeker gezien de economische crisis, geen belemmering zijn. Door de wijziging van regelgeving wijzigt ook de vraag naar diensten. We blijven de komende jaren vanuit de front- en backoffice werken aan dienstverlening die aansluit bij de behoefte. De kwaliteit van de woningen en woonomgeving is in sterke mate bepalend voor de leefbaarheid van de kernen. Een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid. De gemeente Haaksbergen zet zich samen met haar partners in voor een aantrekkelijke woonomgeving en een aantrekkelijk woningaanbod dat flexibel is en past bij de verschillende doelgroepen. Onze inzet is om jongeren/starters aan ons te binden, maar ook voor ouderen zijn we met de aanwezige voorzieningen een prima woongemeente. Verder vinden we het belangrijk dat mensen gedurende lange tijd op een voor hen vertrouwde locatie kunnen wonen. Door realisering van levensloopbestendige woningen en het creëren van woonservicezones wordt hieraan invulling gegeven. Vanwege de demografische en economische ontwikkelingen richten wij ons vooral op het aanpassen van de bestaande voorraad en woonomgeving op inbreidingslocaties in plaats van op grootschalige nieuwbouw op uitbreidingslocaties. Wij vervullen hierbij een faciliterende rol. De randvoorwaarden bepalen wij aan de hand van een actueel beeld van de woningmarkt en de woonwensen. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Wijzigingen Omgevingsrecht Het omgevingsrecht is nu verspreid over meer dan zestig wetten, honderd algemene maatregelen van bestuur en honderden ministeriële regelingen. Vele wetten, zoals de Wro, de Wabo en de Tracéwet, worden vervangen door een wet die de belangrijkste delen van het omgevingsrecht zowel procedureel als materieel omvat: de Omgevingswet. Volgens de huidige planning wordt er dit jaar een wetsvoorstel voor de Omgevingswet naar de Tweede Kamer gestuurd. Met de Omgevingswet worden de wettelijke kaders voor inwoners, ondernemers en overheden inzichtelijker gemaakt. Bovendien worden de ontwikkeling en het beheer van de leefomgeving beter beheersbaar. Onderwerpen die in de nieuwe wet worden geregeld, verdwijnen uit de bestaande wetgeving. Daartoe worden (delen van) bestaande wetten ingetrokken. De nieuwe wet zal daarmee een aanzienlijke inhoudelijke reductie van regels, wetten en regelingen op het terrein van de fysieke leefomgeving betekenen. Regionale Uitvoeringsdienst Twente Volgens planning van de RUD wordt in 2014 gestart met het WABO breed oppakken van de werkzaamheden, die volgens de landelijke criteria onder de RUD vallen. Net als bij het basistakenpakket+ zitten ook hier financiële gevolgen aan vast. Hoeveel geld hiermee gemoeid gaat en of dat in 2014 aan de orde is, is op dit moment niet te zeggen. In deze begroting zijn geen middelen opgenomen om deze kostenpost op te vangen. Startersleningen In 2013 zijn we gestart met de starterslening. Hoewel we op dit moment nog niet kunnen bezien in hoeverre de starterslening een impuls aan de Haaksbergse woningmarkt geeft, is het voor de continuïteit belangrijk om de starterslening ook in 2014 te behouden. Het Rijk en de provincie hebben hiervoor geld beschikbaar gesteld.
92
Woningcorporatie Domijn beschikt over een startersrenteregeling voor woningen, die zij voor de verkoop aanbiedt. We verwachten dat door deze beide stimuleringsregelingen de kansen voor jongeren op de woningmarkt nog meer worden vergroot. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Vergunningen
Ruimtelijke ontwikkeling door particulieren stimuleren en faciliteren door het bieden van een effectieve vergunningverlening. Vanuit de rol als adviseur willen wij het vergunningenproces blijven faciliteren en wijzigingen in regelgeving inpassen. We zullen de komende jaren dan ook blijven werken aan een vorm van dienstverlening die aansluit bij de behoefte. Voldoende (levensloopbestendige) woningen bouwen op basis van de woningvraag en de woonwensen. Uitvoering geven aan de prestatieafspraken provincie Overijssel en Domijn.
1. Goede externe en interne dienstverlening en advisering op gebied van vergunningverlening. 2. Juridisch houdbare vergunningen verlenen. 3. Fatale termijnen in acht houden, daar waar mogelijk verkorten.
Wonen en Bouwen
4.
1. Voldoende mogelijkheden om een geschikte woning te kopen of te huren en geen leegstand van nieuw gerealiseerde woningen. 2. Afgeronde projecten volgens opgenomen planning in de prestatieafspraken. 3. Uitvoering van starterslening: net als in 2013 blijft ook in 2014 de starterslening voortbestaan. 4. Inning provinciale bijdrage woningbouw. Per gebouwde woning in het binnenstedelijk gebied ontvangt de gemeente € 5000. Dit geldt echter niet voor de woningen die al op een andere wijze subsidie hebben ontvangen, zoals ISV.
Met wie werken we samen?
Product
Vergunningen
Wonen en Bouwen
Externe partners Via de RUD en de ICS (Informatie-, Coördinatie- en Sturingseenheid) met de veertien deelnemende Twentse gemeenten. Provincie Overijssel, Woningcorporatie Domijn.
93
6.9. Programma algemene dekkingsmiddelen
94
6.9.1.
Deelprogramma Algemene Dekking
Algemene dekking Algemene baten en lasten
Algemene uitkering gemeentefonds
Belastingen/rechten
Leningen en beleggingen
Kostenplaatsen
Doelstelling Een evenwichtige begroting, waarbij over een periode van vier jaar de structurele uitgaven voldoende gedekt worden door structurele inkomsten. Een realistisch, actueel en accuraat beeld van de ontwikkelingen in het gemeentefonds en de (financiële) gevolgen voor de gemeente Haaksbergen. Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt voor haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. Leningen: Voor de primaire processen benodigde liquiditeiten beschikbaar hebben Beleggingen: Invloed hebben op het beleid van nutsbedrijven en zo de belangen van de inwoners behartigen. Volgens de in 2012 vastgestelde systematiek van doorbelasting worden niet direct aan producten toe te rekenen kosten op een eenduidige manier over de producten verdeeld.
Financieel kader Lasten Baten Saldo
60.000 0 -60.000
Lasten Baten Saldo
0 21.820.153 21.820.153
Lasten Baten Saldo
488.261 4.487.936 3.999.675
Lasten Baten Saldo
0 220.000 220.000
Lasten Baten Saldo
25.649.194 25.881.795 232.601
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Visie op bestuur en organisatie (2008) Nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2012) Treasurystatuut
Einddatum nvt 2014
95
1. Wat is onze visie? We werken met een sluitende begroting en meerjarenperspectief. Hierbij richten we ons, waar mogelijk, op versterking van onze reservepositie en streven we naar beperking van de belastingdruk. 2.
Belangrijkste beleidsontwikkelingen
Strategische doelen Kostenplaatsen Organisatieontwikkeling/bedrijfsvoering Per 1 november 2012 kennen we een structuur met zes afdelingen. Op een aantal fronten is de intentie uitgesproken samen te werken met andere gemeenten op taken waar Haaksbergen geen kerngemeente wil zijn. Daarmee is een eerste aanzet gerealiseerd om te komen tot een compact ambtelijk apparaat. In 2014 wordt deze lijn verder vervolgd. Met de omzetting van de aanstelling van de medewerkers naar een aanstelling in algemene dienst is een duidelijk signaal afgegeven, dat medewerkers allereerst werkzaam zijn voor de gemeente Haaksbergen. Daarbinnen krijgen ze een taak/functie opgedragen. De aanstelling blijft, de taak/functie kan wijzigen indien omstandigheden daarom vragen. Op die manier kan een medewerker aansluitend bij zijn/haar competenties en ervaring ingezet worden over de grenzen van de organisatie(onderdelen) heen zonder dat daar een nieuwe aanstelling voor vereist is. Door standaardisatie van de werkprocessen neemt het aantal fouten verder af, stijgt de efficiency en zijn er minder kosten. Voor de brutolonen geldt een nullijn. Het P&O beleid wordt verder vormgegeven voor een goed en stevig fundament dat alle toekomstige ontwikkelingen aan kan.
Toelichting overige ontwikkelingen Algemene uitkering Het Rijk is een Financieel Akkoord overeengekomen waarin afspraken zijn gemaakt over het BTW-compensatiefonds (BCF) (zie hieronder), het schatkistbankieren en de wet Houdbaarheid OverheidsFinanciën (wet HOF) (zie hieronder bij Leningen en beleggingen). De decentralisaties werk, jeugd en zorg worden per 1 januari 2015 doorgevoerd en leiden naar verwachting tot een toename van het Gemeentefonds van ruim € 16 miljard. Over deze decentralisaties heeft nog geen definitieve besluitvorming plaatsgevonden. De precieze gevolgen voor ons meerjarenperspectief verwachten we eind 2014 in beeld te hebben. Inmiddels heeft het kabinet aangegeven met ingang van 2014 bezuinigingen van € 6 miljard te willen doorvoeren. Voor Haaksbergen verwachten we een negatief effect van € 360.000 in 2014.
96
Daarnaast wordt het gemeentefonds met ingang van 2015 integraal herijkt. Als gevolg van deze herijking ontstaan herverdeeleffecten. De risico’s van de gevolgen van de decentralisaties, de bezuinigingen in 2014 en de herverdeeleffecten van de herijking van het gemeentefonds zijn opgenomen bij de inventarisatie van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. BTW-compensatiefonds (BCF) Het oorspronkelijke plan om het BCF af te schaffen is met het Financieel Akkoord van tafel. Om toch de geplande bezuinigingen te realiseren is het Rijk met de gemeenten een generieke korting op het gemeentefonds overeengekomen van € 174 miljoen in 2014, oplopend tot structureel € 484 miljoen vanaf 2015. Voor de gemeente Haaksbergen betekent dit een negatief effect van € 215.000 in 2014 en € 570.000 vanaf 2015. Deze effecten zijn in de voorliggende begroting verwerkt. Belastingen en rechten Voor de gemeentelijke belastingtarieven 2014 gaan we uit van een inflatiecorrectie van 2%, in overeenstemming met de uitgangspunten voor de algemene uitkering volgens de Juni-circulaire 2013. De tarieven voor de begraafrechten, hondenbelasting, OZB, forensenbelasting, parkeerbelasting, toeristenbelasting worden in 2014 met dit percentage verhoogd. Voor de OZB worden de tarieven daarnaast nog gecorrigeerd in verband met de waardeontwikkelingen en de verwachte kosten van oninbaarheid. Voor de overige heffingen wordt aangetekend dat voor de tarieven voor leges uit het besluit kostendekkendheid leges nog muteren. Een deel van de tarieven wordt door de rijksoverheid bepaald of is gemaximaliseerd. Op dit moment is de waardebepaling voor de WOZ nog niet afgerond en zijn ook de tariefberekeningen voor de afvalstoffen- en rioolheffing nog in bewerking. De effecten komen tot uitdrukking in het voorstel tot vaststelling van de tarieven en bijbehorende belastingverordeningen 2014 welke aan uw raad ter behandeling in de vergadering van december 2013 wordt aangeboden. Leningen en beleggingen Schatkistbankieren Schatkistbankieren houdt in dat publieke instellingen verplicht al hun liquide middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën. Het uitzetten van gelden op een commerciële spaarrekening is dus niet meer mogelijk. Het schatkistbankieren wordt ingevoerd om het begrotingstekort te verlagen. Onderlinge schulden tussen het Rijk en lagere overheden mogen met elkaar worden verrekend, als ze beide bij het Rijk zijn geboekt. Verder lopen lagere overheden geen risico met uitgezette gelden, zoals bijvoorbeeld wel het geval was bij de Ice Save-affaire. Het schatkistbankieren heeft voor de gemeente Haaksbergen geen financiële gevolgen. Het brengt geen extra kosten met zich mee.
97
Wet HOF Ook de wet HOF wordt naar verwachting in 2014 ingevoerd om het begrotingstekort te verlagen. Omdat tekorten van gemeenten meetellen in het totale begrotingstekort, heeft het Rijk aanvullende wetgeving gemaakt. Eenvoudig gezegd komt deze regelgeving erop neer dat een gemeente net als het Rijk, in een jaar niet meer geld mag uitgeven dan er binnenkomt. Het gaat daarbij om de daadwerkelijke geldstromen. Daarom heeft de wet HOF vooral gevolgen voor investeringen. Een investering die in meerdere jaren wordt afgeschreven (geactiveerd), telt onder de werking van de wet HOF als een uitgaaf voor het jaar waarin deze investering wordt gedaan. De wet HOF legt nu de omvang van deze investeringen van alle gemeenten samen aan banden. Voor jaarlijkse vaste lasten zoals salarissen en subsidies heeft deze wet geen gevolgen. De tekortruimte voor het EMU-saldo van de mede-overheden mag in 2014 en 2015 0,5% van het nationale inkomen bedragen. In 2016 en 2017 daalt dit naar 0,4 en 0,3% en vervolgens naar 0,2% structureel. Eind 2015 wordt bezien of de daling mogelijk en verantwoord is. De verdeling over de verschillende mede-overheden moet nog worden afgesproken. In deze kabinetsperiode wordt geen sanctie bij overschrijding toegepast. In de huidige meerjarenbegroting 2014-2017 blijven wij beneden de norm, zodat er van deze afspraak geen beperking uitgaat. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Algemene baten en lasten Algemene uitkering gemeentefonds
Een structureel sluitende begroting.
Belastingen/rechten
Het verwerven van eigen middelen door gebruik te maken van de wettelijke bevoegdheid tot het heffen en innen van gemeentelijke belastingen.
Leningen en beleggingen
Leningen: Het via financiële activiteiten en de inzet van financiële instrumenten zodanig bijdragen aan de optimale financiële positie van de gemeente Haaksbergen, dat: a. steeds de voor de primaire processen benodigde liquiditeiten
Een realistisch, actueel en accuraat beeld van de ontwikkelingen in het gemeentefonds en de (financiële) gevolgen voor de gemeente Haaksbergen.
Wat doen we in 2014
1. De herijking van het gemeentefonds en de effecten van de decentralisaties jeugd, zorg en werk integraal afstemmen. 2. De ontwikkelingen van maatstaven (inwoners, woonruimten, uitkeringsontvangers, de oppervlakte van het land, e.d.) volgen en de effecten integraal vertalen naar de gemeente Haaksbergen. 1. De belastingen jaarlijks niet meer laten stijgen dan het inflatiepercentage. 2. Het fiscale tarievenbeleid vastleggen in belastingverordeningen. 1. Beschikbaarheid liquiditeiten. 2. Beheersen renterisico’s.
98
beschikbaar zijn. b. renterisico's worden beheerst conform het renterisicobeleid van de gemeente Haaksbergen. c. kosten van treasury-activiteiten worden geminimaliseerd en opbrengsten worden gemaximaliseerd. d. de bepalingen in het treasurystatuut in acht nemen.
Kostenplaatsen 4.
Beleggingen: Invloed hebben op het beleid van nutsbedrijven en zo de belangen van de inwoners behartigen (veelal in samenwerking met andere gemeenten). Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Met wie werken we samen?
Product Algemene baten en lasten Algemene uitkering gemeentefonds Belastingen/rechten Leningen en beleggingen Kostenplaatsen
Externe partners Geen. Geen. Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) (Heffing en invordering gemeentelijke belastingen en uitvoering wet WOZ). Geen. Geen.
99
5.
Nieuwe kredieten 2014
Ook voor 2014 is geld nodig voor reguliere vervanging en investeringen. Het gaat onder meer om de jaarlijks terugkerende vervangingsinvesteringen in wegen, materieel, gebouwen en accommodaties. Programma
Omschrijving Investeringen N18
3
Bereikbaarheid en openbare ruimte Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Speelvoorzieningen
4
Cultuur en ontspanning
5
Cultuur en ontspanning
6 7
Cultuur en ontspanning Cultuur en ontspanning
8
Cultuur en ontspanning
9
Cultuur en ontspanning
10
Algemene dekking/bedrijfsvoering
11
Bereikbaarheid en openbare ruimte Bereikbaarheid en openbare ruimte Bereikbaarheid en openbare ruimte
1 2
12 13
Totaal
Krediet 122.250
Afschrijvingstermijn 25 jaar
Jaar afronding 2014
Gebiedsontwikkeling centrum Uitvoering meerjarenplan
485.000
25 jaar
2015
94.000
10 jaar
Renovatie sportpark de Greune, Handbal Vervanging grootafdekkers atletiekbaan Scholtenhagen Groot onderhoud houtopstanden Brandveiligheid sporthal De Bouwmeester Vervanging sportmaterialen Materieel / vervoermiddelen / MWGT-lijst Wegen beheerplan, reconstructies Groenbeheerplan, revitalisering Begraafplaats Enschedesestraat, inventarisatie/planvorming m.b.t. middendeel
170.000
10 jaar
20142016 2014
15.000
10 jaar
2014
33.000 10.000
25 jaar 10 jaar
2014 2014
200.000
10 jaar
10.000
25 jaar
20142015 2014
184.500
10 jaar
20142015
240.000
25 jaar
2014
49.000
25 jaar
15.000
20 jaar
20142015 2014
1.916.750
Toelichting: 1. Investeringen N18 Aanpassing Kerkweg De voorbereidingskosten voor de aanpassing van de Kerkweg naar een erftoegangsweg, i.v.m. afsluiten Groothuizenweg, zijn geraamd op € 21.000. Verleggen drukriool De voorbereidingskosten voor het verleggen van de drukriolering, t.g.v. de doorsnijding van de nieuwe N18, zijn geraamd op € 75.000. Aanpassingen onderliggend wegennetwerk De kosten voor het voorbereiden/in beeld brengen van maatregelen met betrekking tot het aanpassen van het onderliggend wegennet (OWN) en overige infrastructuur, dat niet door Rijkswaterstaat wordt uitgevoerd, zijn geraamd op € 26.250.
100
2. Gebiedsontwikkeling centrum Op basis van het vastgestelde ruimtelijk kader “De Markt Centraal” hebben wij een selectieprocedure doorlopen. Deze selectie had betrekking op de variant met supermarkt. Omdat geen van de inschrijvingen voldeed aan de selectiecriteria, hebben wij geen ontwikkelaar geselecteerd. Wij gaan daarom verder met de ontwikkeling door de uitgeefbare gronden te verkopen als bouwkavels voor de afronding van de markt. De kosten voor de inmiddels al heringerichte openbare ruimte rondom de kerk aan het marktplein zijn ten laste gebracht van de exploitatie van de gemeente. Het ligt in de lijn om ook de herinrichting van de openbare ruimte van de markt en de direct aangrenzende gebieden aan de Molenstraat, Marktsteeg en Hibbertstraat ten laste te brengen van de algemene middelen en op te nemen in de begroting. Naar verwachting worden de kosten gemaakt van 2015 tot en met 2017. De kosten voor de herinrichting zijn begroot op € 485.000 inclusief voorbereiding, toezicht op de uitvoering en onvoorziene kosten. 3. Uitvoering meerjarenplan speelvoorzieningen Voor het vervangen van speelvoorzieningen vragen wij een krediet. Het onderhoudsbudget, inclusief de incidentele ophoging van het onderhoudsbudget ad. € 15.000, die structureel in de begroting was opgenomen, kan hiermee in 2014 verminderen met € 21.500. 4. Renovatie sportpark de Greune, Handbal Het betreft hier een renovatie van de twee handbalvelden. Het linkerveld (zijde Bon Boys) moet worden voorzien van een nieuwe ondergrond en toplaag, het rechterveld wordt omgezet in een multibeachcourt, geschikt voor handbal, voetbal en volleybal. Ook andere sporten zijn eventueel mogelijk. Tevens is een uitbreiding van de parkeervoorziening meegenomen. De renovatie is noodzakelijk omdat de handbalvelden niet meer voldoen aan de normen van de NHV-NOC-NSF (scheuren, verzakkingen). 5. Vervanging gootafdekkers atletiekbaan Een groot gedeelte van de gootafdekkers is in de loop van de jaren verweerd en grijs van kleur geworden. Daardoor is de overgang tussen de rondbaan en betegeling niet goed zichtbaar en levert dit risico’s op voor gebruikers. Door het vervangen van de huidige gootafdekkers door een nieuw witte uitvoering wordt dit probleem opgelost. 6. Scholtenhagen De stichting Groot Scholtenhagen heeft door de Monumentenwacht een meerjarenonderhoudsplan laten opstellen voor de gebouwen en monumenten die onder het beheer vallen van de stichting. Op basis hiervan wordt voor groot onderhoud gebouwen een krediet van € 33.000 voor 2014 aangevraagd. De stichting Groot Scholtenhagen is een zogenaamde verbonden partij. Jaarlijks mag de stichting kredietaanvragen indienen bij de gemeente voor vervangingsinvesteringen. 7. Groot onderhoud houtopstanden Het betreft hier een krediet ten behoeve van groot onderhoud van de houtopstanden. Op het sport- en recreatiepark Groot Scholtenhagen zijn vele grote eikenbomen aanwezig die regelmatig moeten worden gecontroleerd. Dit dient met een hoogwerker te gebeuren en dit werkt kostenverhogend. De stichting dient in het kader van zorgplicht aan te tonen dat regelmatig controles plaatsvinden en actie is ondernomen om onveilige situaties te voorkomen.
101
8. Brandveiligheid sporthal De Bouwmeester Aan de brandweer is gevraagd aan te geven wat er dient te gebeuren in sporthal de Bouwmeester op het gebied van brandveiligheid. Uit de controle van de brandweer is naar voren gekomen dat met name op bouwkundig en installatietechnisch gebied aanpassingen noodzakelijk zijn om te voldoen aan de huidige wetgeving op het gebied van brandveiligheid (o.a. voldoen aan de eisen van brandwerendheid). 9. Vervanging sportmaterialen De gemeente laat jaarlijks alle sportmaterialen in de binnensportaccommodaties controleren op veiligheid en onderhoud. Op basis hiervan wordt ook geadviseerd welke sportmaterialen vervangen dienen te worden (meerjarenvervangingslijst sportmaterialen). De kredietaanvraag is hierop gebaseerd. 10. Materieel / vervoermiddelen / MWGT-lijst Toelichting: conform het jaarlijks geactualiseerde Materieelbeheerplan is het aangegeven krediet nodig voor de volgende onderdelen: vervanging maaizuigcombinatie; rioolinspectiecamera; rioolspuit-ontstopper; trilplaat; klein materieel Groen-Wegen-Techniek. 11. Wegen beheerplan, reconstructies Conform het beleidsrapport Wegbeheer 2006 is gemiddeld ieder jaar een bedrag van € 240.000 nodig voor reconstructies van het gemeentelijk wegennet. De kosten van reconstructies activeren we op grond van de in 2012 vastgestelde financiële verordening. 12. Groenbeheerplan, revitalisering Conform het beleidsrapport Groenbeheer 2005 is dit bedrag gedurende 10 jaar nodig om de achterstand van de revitalisering in te lopen. 13. Begraafplaats Enschedesestraat, inventarisatie/planvorming met betrekking tot middendeel Het rechterdeel van de begraafplaats is inmiddels ingericht als herdenkingspark. Het gemeentelijk middendeel van de begraafplaats is aan een opknapbeurt toe. Voor de inventarisatie van de aanwezige graven/rechten en een planopzet zijn financiële middelen nodig. Dekking: De uit de hierboven genoemde kredieten voortvloeiende kapitaallasten zijn verwerkt in het meerjarenperspectief en daarmee structureel gedekt.
102
6.9.2.
Deelprogramma Reserves Reserves
Reserves
Doelstelling De algemene reserve heeft voornamelijk de functie om onvoorziene financiële tegenvallers (risico’s) af te dekken. Bestemmingsreserves zijn reserves die zijn ingesteld voor een specifiek doel.
Financieel kader
Lasten Baten Saldo
372.464 552.035 179.571
BELEIDSNOTA’S Beleidsnota Nota reserves en voorzieningen (2012)
Einddatum
103
1. Wat is onze visie? De gemeente Haaksbergen houdt de reserves op een peil zodat we incidentele risico’s zoveel mogelijk kunnen afdekken. De minimale hoogte van het totaal aan reserves is afhankelijk van de risico-inventarisatie (zie paragraaf weerstandsvermogen). De reserves vangen onverwachte eenmalige tegenvallers op, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van gemeentelijke taken. 2. Belangrijkste beleidsontwikkelingen Niet van toepassing. 3.
Concrete doelstellingen, speerpunten en wat we gaan doen
Product
Wat willen we bereiken?
Wat doen we in 2014
Reserves
Bestemmingsreserves inzetten voor een concreet bestedingsdoel.
1. Inhaalslag in het achterstallig onderhoud van zwembad de Wilder (€ 269.000). 2. Revitalisering van bedrijventerreinen (€ 283.035). 3. Dotatie aan het gebouwenonderhoud (€ 372.464).
4.
Met wie werken we samen?
Product Reserves
Externe partners Geen
104
7. Paragrafen
105
7.1. Paragraaf Lokale heffingen Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats op 18 december 2013. Lokale heffingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op beide. De ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting, forensen- en toeristenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk programma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt. Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording dient de paragraaf betreffende de lokale heffingen tenminste te bevatten: 1. overzicht opbrengsten gemeentelijke heffingen; 2. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; 3. tariefontwikkeling op hoofdlijnen van de diverse heffingen; 4. een aanduiding van de lokale lastendruk; 5. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. 1. Overzicht opbrengsten gemeentelijke heffingen 2013
2014
Leges reisdocumenten
€
109.410
€
109.995
Leges rijbewijzen
€
51.950
€
46.950
Leges persoonsregistratie
€
15.562
€
15.807
Leges burgerlijke stand
€
34.000
€
39.500
Leges APV-vergunningen / bijzondere wetten
€
3.048
€
3.096
Leges omgevingsvergunning en kapvergunningen
€
527.819
€
536.138
Begraafrechten
€
58.774
€
59.700
Afvalstoffenheffing
€ 1.807.261
€ 1.873.261
Rioolheffing woningen en niet-woningen
€ 3.407.922
€ 3.591.950
Hondenbelasting
€
€
OZB eigenaren
€ 3.316.269
€ 3.479.514
OZB gebruikers
€
€
Forensenbelasting
€
toeristenbelasting
€
118.300 604.929 50.575 179.292
121.097 657.827
€
50.699
€
178.798
106
Toelichting verschillen raming 2013 – 2014 Bij de rioolheffing is de volgende stap in de tariefsverhoging conform het GRP en de besluitvorming tijdens de raadsvergadering van 19 december 2012 opgenomen. De ramingen voor de onroerende zaakbelastingen zijn aangepast met de aanpassing van de tarieven met 2% en de verwerking van de oninbaarheid van vorderingen. 2.
het beleid ten aanzien van de lokale heffingen
a. Onbenutte belastingcapaciteit Een gemeente kan verschillende gemeentelijke belastingen heffen. In artikel 219 van de Gemeentewet is limitatief aangegeven welke belastingen dat kunnen zijn. Dat zijn: Onroerende zaakbelastingen (artikel 220 e.v. Gemeentewet) Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten (artikel 221 Gemeentewet) Baatbelasting (artikel 222 Gemeentewet) Forensenbelasting (artikel 223 Gemeentewet) Toeristenbelasting (artikel 224 Gemeentewet) Parkeerbelastingen (artikel 225 Gemeentewet) Hondenbelasting (artikel 226 Gemeentewet) Reclamebelasting (artikel 227 Gemeentewet) Precariobelasting ( artikel 228 Gemeentewet) Rioolbelasting (artikel 228a Gemeentewet) Retributies (artikel 229 Gemeentewet): Begraafrechten, Brandweerrechten, Haven- en Kadegeld, Marktgelden, Reinigingsrecht) Afvalstoffenheffing (artikel 15.33 Wet Milieubeheer) De gemeente Haaksbergen heft de volgende belastingen niet: Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten, Baatbelasting, Reclamebelasting en Precariobelasting. Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen binnen het gemeentelijk fiscaal gebied benoemd voor 2014 en volgende jaren. b. Macronorm Elke gemeente is verantwoordelijk voor het vaststellen van haar OZB tarieven. De grondslag daarvoor is de WOZ waarde. De stijging van de collectieve lastendruk op het punt van de OZB is gebonden aan een zogenaamde macronorm. Dit is de landelijke grens van de jaarlijkse stijging van de totale opbrengst OZB. Met de areaalontwikkeling wordt dan ook niet op individuele basis rekening gehouden. Deze wordt landelijk benaderd en wel doordat de economische groei wordt meegenomen in de macronorm. De bestuurlijke afspraak om de totale (landelijke) OZB stijging te beperken is in 2012 en 2013 niet gehaald. Er is sprake van een overschrijding in 2012 èn in 2013 van samen € 37.800.000. Deze overschrijding is besproken in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 22 mei 2013.
107
Een en ander leidt ertoe dat: a. het bedrag van de overschrijding in mindering wordt gebracht op wat in 2014 aan maximale stijging gerealiseerd mag worden en komt daarmee uit op een OZB stijging van maximaal 2,45% en b. de systematiek van de macronorm geëvalueerd wordt. Afgesproken is samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm. Naar verwachting wordt in de septembercirculaire 2013 uitsluitsel gegeven over de uitkomsten van de evaluatie van de macronorm als instrument om lokale lasten beheersbaar te houden. c. Rekentarieven Op basis van de Financiële-verhoudingswet wordt in het gemeentefonds rekening gehouden met verschillen in de belastingcapaciteit van gemeenten. Als gevolg van verschillen in waarde van de onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit uiteen tussen gemeenten. De belastingcapaciteit waar in het gemeentefonds rekening mee wordt gehouden, wordt voor iedere gemeente met dezelfde tarieven berekend. Deze tarieven worden de rekentarieven genoemd en zijn vastgesteld op het gemiddelde tarief van alle gemeenten. Verschillen in feitelijke tarieven tussen gemeenten spelen in de verdeling van het gemeentefonds geen rol. De rekentarieven worden jaarlijks aangepast. Met ingang van het uitkeringsjaar 2014 wordt het rekentarief vastgesteld op : - eigenaren van woningen 0,1085% - eigenaren van niet-woningen 0,1430% - gebruikers van niet-woningen 0,1153%
d. Maximering leges rijbewijzen In maart 2009 hebben de minister van Verkeer en Waterstaat en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken afgesproken dat er een maximumtarief voor de rijbewijsleges komt. Aanleiding is de bestaande tariefverschillen tussen gemeenten, variërend van ca. € 20 tot ruim € 60. De beoogde inwerkingtreding van het maximumtarief was aanvankelijk 1 januari 2011. Er ligt nu een voorstel om de maximering per 1 januari 2014 in te laten gaan. Gemeenten mogen dan maximaal € 38,48 rekenen voor een rijbewijs. De ministerraad heeft op 6 september 2013 ingestemd met een voorstel van minister Schultz van Haegen (Infrastructuur). Voor extra service mogen gemeenten nog wel een hoger tarief rekenen. Het is de bedoeling dat het nieuwe tarief vanaf 1 januari 2014 ingaat. De Tweede Kamer moet daarvoor nog wel instemmen met een wetsvoorstel dat de maximering mogelijk maakt. Het tarief voor 2013 bedraagt € 41,00. Pas na afronding van het wetgevingstraject vindt officiële publicatie van het maximumtarief plaats en wordt de Legesverordening op dit onderdeel gewijzigd. Zodra hier meer duidelijkheid over is informeren wij u.
108
e. Experimentenwet Bedrijfsinvesteringzones De Experimentenwet BI-zones (hierna BIZ) is een instrument voor het stimuleren van het ondernemingsklimaat op bedrijventerreinen en in winkelgebieden. De wet bepaalt dat de bijdrage mag worden geheven voor activiteiten voor het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang bij de openbare ruimte. De BIZ maakt het mogelijk dat ondernemers gezamenlijk kunnen investeren in een veilige en aantrekkelijke bedrijfsomgeving, waarbij alle ondernemers meebetalen. Het instrument dat hiervoor wordt ingezet, is een gebiedsgerichte heffing die door de gemeente op verzoek van de ondernemers kan worden ingesteld, indien bij hen aantoonbaar voldoende draagvlak aanwezig is. De BIZ kon tot 1 januari 2012 worden ingevoerd en heeft een tijdelijk karakter. De minister van Economische Zaken heeft op 28 december 2012 de 2de Kamer laten weten een wetsvoorstel in te dienen dat de Experimentenwet wijzigt in permanente wetgeving, waardoor weer nieuwe BIZ-initiatieven op relatief korte termijn opgezet kunnen worden. Onderzocht wordt of de BIZ ook voor bedrijventerreinen ingevoerd kan worden. De bedrijventerreinen verenigingen hebben daarom verzocht. f. WOZ-waarde woningen openbaar De WOZ-waarde is nu in beginsel niet openbaar. Het is in 2013 in beperkte mate mogelijk de WOZ-waarde van andere woningen of panden op te vragen. Dit kan wanneer de aanvrager een gerechtvaardigd belang heeft. Eind maart 2013 heeft het parlement een wet aangenomen betreffende de verruiming van de openbaarheid van de WOZwaarde van woningen, de regeling van de landelijke voorziening WOZ bij het Kadaster en het schrappen van de zogenoemde Fierensmarge. Vermoedelijk met ingang van 1 juli 2014 is de WOZ-waarde van alle woningen openbaar. Al deze onderwerpen hangen met elkaar samen en dragen door die onderlinge samenhang bij aan een verbetering van het WOZ-stelsel als geheel. Zo wordt het door openbaarheid van de WOZ-waarde mogelijk de WOZ-waarde van een woning op te vragen. Een transparantere WOZ-waarde draagt bij aan de acceptatie van de WOZwaarde door burgers en verbetert de kwaliteit van die WOZ-waarde. Met de realisatie van een landelijke voorziening WOZ kunnen burgers eenvoudig en laagdrempelig de WOZwaarde opvragen bij één centraal punt. Zij kunnen dan de WOZ-waarde van hun woning vergelijken met de WOZ-waarde van zelf gekozen woningen, zonder dat dit leidt tot een grotere uitvraag en daarmee tot hogere kosten voor gemeenten. 3. Tariefontwikkeling op hoofdlijnen diversen heffingen Voor de gemeentelijke belastingtarieven 2014 gaan we in principe uit van een inflatiecorrectie van 2%, in overeenstemming met de uitgangspunten voor de algemene uitkering volgens de junicirculaire. De tarieven voor de begraafrechten, hondenbelasting, forensenbelasting, OZB, parkeerbelasting, toeristenbelasting worden in 2014 met dit percentage verhoogd. Voor de OZB worden de tarieven daarnaast nog gecorrigeerd in verband met de waardeontwikkelingen en de verwachte kosten van oninbaarheid. Voor de overige heffingen wordt aangetekend dat voor de tarieven voor leges uit het besluit kostendekkendheid leges nog muteren. Een deel van de tarieven wordt door de rijksoverheid bepaald of is gemaximaliseerd. Op dit moment is de waardebepaling voor de WOZ nog niet afgerond en zijn ook de tariefberekeningen voor de afvalstoffen- en rioolheffing nog in bewerking.
109
De effecten komen tot uitdrukking in het voorstel tot vaststelling van de tarieven en bijbehorende belastingverordeningen 2014 welke aan uw raad ter behandeling in de vergadering van december 2013 wordt aangeboden. 4. Lokale lastendruk Tot de gemeentelijke woonlasten worden de onroerende zaakbelastingen, de riool- en afvalstoffenheffing gerekend. Het COELO heeft over 2013 een rangorde gemaakt voor alle 430 gemeenten en deelgemeenten. Nummer 1 heeft de hoogste woonlasten en nummer 430 de laagste. Uitgaande van gemiddelde waarden van woningen en van een meerpersoonshuishouden heeft de gemeente Haaksbergen rangordecijfer 266. Rangorde (2013) van Twentse gemeenten naar hoogte van de gemeentelijke woonlasten, uitgaande van gemiddelde waarden van woningen (met bijbehorende woonlasten voor een meerpersoonshuishouden). Rang nummer landelijke lijst COELO
Woonlasten meerpersoonshuishouden
72
€ 632
Oldenzaal
144
€ 674
Twenterand
169
€ 689
Tubbergen
179
€ 693
Hengelo
183
€ 694
Almelo
192
€ 698
Losser
204
€ 705
Wierden
250
€ 725
Haaksbergen
266
€ 730
Dinkelland
273
€ 737
Enschede
278
€ 741
Hellendoorn
281
€ 742
Borne
285
€ 745
Hof van Twente
335
€ 778
Gemeente Rijsen/Holten
Bron: COELO, Atlas van lokale lasten 2013, zie ook: www.coelo.nl 5.
Beschrijving lokaal kwijtscheldingsbeleid
Voor de riool- en voor de afvalstoffenheffing is volledige kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen of weinig woonlasten betalen. De kwijtschelding voor de hondenbelasting is afgeschaft. Voor 2014 worden per heffing de volgende bedragen voor kwijtschelding geraamd: Afvalstoffenheffing € 54.000 Rioolheffing € 72.000
110
7.2. Paragraaf Weerstandsvermogen ALGEMEEN In 2012 is de nota risicomanagement en weerstandsvermogen door de raad vastgesteld. In die nota worden de uitgangspunten en het beleid weergegeven. Ook wordt beschreven wat de risico’s zijn bij de gemeente Haaksbergen, hoe we omgaan met de risico’s en hoe groot het weerstandsvermogen dient te zijn om de grootste risico’s op te kunnen vangen. De paragraaf weerstandsvermogen in de begroting en de rekening heeft de nota risicomanagement en weerstandsvermogen als ijkpunt. Dit houdt in dat de opzet van de paragraaf volgens de in deze nota uitgezette lijn is. Ook worden wijzigingen in beleid en mutaties in risico’s in overeenstemming met het beleid uit deze nota gerapporteerd. BEHEERSING VAN DE RISICO’S Het in beeld brengen van de risico’s is één ding. Maar het is minstens zo belangrijk om aan te geven hoe de risico’s worden beheerst. Door in een vroeg stadium na te denken over de mogelijke risico’s van bepaald beleid, zijn deze nog te voorkomen, of eventueel ernstige gevolgen ervan te beperken. Voor het beheersen van risico’s wordt een keuze gemaakt uit de onderstaande mogelijkheden: a. Accepteren Het risico wordt op dit moment geaccepteerd en is niet op één of andere wijze afgedekt. Bij acceptatie van een risico moet de eventuele financiële schade volledig door weerstandscapaciteit worden afgedekt. b. Vermijden Dit houdt in dat het beleid waar een risico door ontstaat, wordt beëindigd, op een andere manier wordt vorm gegeven of geen beleid gestart wordt dat een risico met zich meebrengt (bijvoorbeeld afzien van een risicovolle investering). c. Afdekken Dit houdt in, dat het risico wordt afgedekt middels een verzekering, of dat het risico wordt afgedekt door een bedrag in de begroting op te nemen. Hiermee worden de financiële gevolgen van een risico dus beperkt. Tevens kan gedacht worden aan het aanpakken of wegnemen van de oorzaak van het risico (bijvoorbeeld groot onderhoud). d. Overdragen De uitvoering van de taak wordt overgedragen aan een externe partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt (bijvoorbeeld afstoten zwembad De Wilder).
111
INVENTARISATIE VAN DE RISICO’S In deze paragraaf zijn de risico’s per programma weergegeven die de gemeente loopt. Voor de inschaling van de kans dat een risico optreedt wordt de volgende indeling gemaakt: Klasse
Kans van optreden
Risico
1
Kleiner dan eenmaal per 10 jaar Tussen de eenmaal per 5 jaar en eenmaal per 10 jaar Tussen de eenmaal per 2 jaar en eenmaal per 5 jaar Tussen de eenmaal per 1 jaar en eenmaal per 2 jaar Groter dan eenmaal per jaar *
10%
2 3 4 5
30% 50% 70% 90%
* worden betrokken bij de kadernota/begroting Nr.
Programma Omschrijving risico
Financieel gevolg
Kans van optreden
Incidenteel/ structureel
50%
Op te nemen weerstands vermogen € 50.000
1.
Bestuur en dienstverlening
Salarissen en premies voormalig personeel In 2014 worden gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Dit kan betekenen dat we een raad krijgen die anders is samengesteld dan de huidige raad. Per niet terugkerend raadslid jonger dan 65 jaar dienen we rekening te houden met een wachtgelduitkering. Een anders samengestelde gemeenteraad kan betekenen dat we ook een college krijgen dat anders is samengesteld dan het huidige college. Per niet terugkerende wethouder dienen we rekening te houden met een wachtgeld. Daarnaast wordt een outplacementtraject per niet terugkerende wethouder opgestart. Volgend jaar bestaat ook weer de mogelijkheid voor raadsleden om een nieuwe computer aan te schaffen. Om hoeveel computers het gaat valt niet in te schatten.
€ 100.000
2.
Bestuur en dienstverlening
verhoging sociale lasten € 100.000 Zoals bekend zijn we bij de raming van de salariskosten voor 2014 uitgegaan van een reële raming van de salariskosten. Dit houdt in dat als uitgangspunt is de genomen de feitelijke inzet van de medewerkers qua uren en de feitelijke salarissen van 2013. De periodieken per 1 januari 2014 voor de medewerkers die nog niet op het maximum van hun schaal zitten zijn in de raming meegenomen. Er is niets geraamd voor eventuele CAO-ontwikkelingen, temeer daar het uitgangspunt landelijk is de nullijn te handhaven. Of dit ook zo zal zijn zullen de CAO-besprekingen ons leren. Momenteel valt niet in te schatten welke consequenties de CAObesprekingen zullen hebben voor de begroting 2014. Conform de
70%
€ 70.000
Structureel
Incidenteel
112
uitgangspunten voor de personele salariskosten is het meest zuiver uit te gaan van hetgeen nu bekend is. 3.
Bestuur en dienstverlening
Overschrijding budget invorderingskosten debiteuren Invorderingskosten bij debiteuren komen in principe voor rekening van de debiteur, echter vaak is er geen mogelijkheid tot het werkelijk invorderen. Wil het bestuur toch de vordering in stand laten ( na juiste stuiting) en volgt verzetsprocedure dan vergt dit hogere kosten, waarvan de kans op verhalen erg klein kan zijn. Bovendien is in sommige situaties de toekenning van de proceskosten door de rechtbank ( bij voor gemeente gunstige uitspraak) sprake van een forfaitair bedrag, die de kosten niet dekt.
€ 50.000
70%
€ 35.000
Structureel
4.
Cultuur en ontspanning
Belaste verhuur Bij het theater is geopteerd voor belaste verhuur. De fiscus gaat bij een controle onderzoeken of het Iemenschoer het van ons gehuurde theater voor minimaal 90% fiscaal belast verhuurt. Als blijkt dat men deze norm niet haalt, kan de fiscus de optieregeling intrekken en met terugwerkende kracht de aftrek van voorheffing, die de gemeente heeft genoten, terugdraaien. Het risico is ca € 500.000
€ 500.000
10%
€ 50.000
Incidenteel
5.
Maatschappelijke ondersteuning
Zwembad de Wilder Zwembad de Wilder heeft onvoldoende financiële middelen om de financiële verplichtingen te kunnen nakomen. Om deze reden kan de Wilder de huurvergoeding aan de gemeente niet voldoen. Op 16 juli 2013 werd aan de Wilder uitstel van betaling huur verleend tot maximaal € 300.000. Uitstel van huurbetaling werd verleend totdat nadere besluitvorming door de gemeenteraad heeft plaatsgevonden over de positionering van zwembad de Wilder.
€ 300.000
70%
€ 210.000
Structureel
6.
Maatschappelijke ondersteuning
70%
€ 210.000
Structureel
7.
Maatschappelijke ondersteuning
Participatie / WSW € 300.000 In 2015 komt er een gebundeld reintegratiebudget. Dit budget bestaat uit P-budget oud en de middelen voor de uitvoering van de WSW (inclusief nieuwe doelgroep en overheveling van UWV naar gemeenten). Verwacht wordt dat het totale budget in 2017 met € 300.000 afneemt ten opzichte van 2014. Huishoudelijke Hulp 1.000.000 De gemeente ontvangt in 2014 voor de uitvoering van de WMO HH een rijksbijdrage via de algemene uitkering van € 2.276.442. De beïnvloedbare verstrekkingen (Zorg in natura en PGB na aftrek eigen bijdrage) bedragen bijna € 1.250.000. Met ingang van 2015 wordt de rijksbijdrage met 40% gekort. De rijksbijdrage komt
70%
€ 700.000
Structureel
113
vervolgens op € 1.365.865. De verstrekkingen kunnen niet voldoende worden bijgesteld. Het maximale risico bedraagt € 1.000.000. 8.
Maatschappelijke ondersteuning
Bijzondere bijstand Door de economische crisis zijn steeds meer mensen in Haaksbergen aangewezen op een uitkering c.q. een inkomen op het minimum niveau. Daardoor wordt de doelgroep bijzondere bijstand groter met extra kosten tot gevolg. De gemiddelde verstrekkingen bijzondere bijstand per WWB-er bedragen ongeveer € 1.000. Verwacht wordt dat de WWB met dertig cliënten gaat toenemen. Totaal risico is derhalve € 30.000.
9.
Maatschappelijke ondersteuning
10.
11.
€ 30.000
70%
€ 21.000
Structureel
Lagere Rijksbijdrage € 100.000 Inkomenstendeel jaarlijks ontvangt de gemeente een bedrag voor verstrekking van de uitkeringen, op basis van het historisch verdeelmodel. De hoogte van dit bedrag wordt pas in de loop van het geldende jaar definitief vastgesteld, een eerste indicatie volgt aan het eind van het voorafgaande jaar. Bij het opstellen van de begroting is dit bedrag nog niet bekend en wordt uitgegaan van dezelfde hoogte als in 2013. Dit kan lager zijn doordat de hoogte van vele factoren afhankelijk is, onder meer de ontwikkeling van uitkeringsgerechtigden in andere gemeenten.
70%
€ 70.000
Incidenteel
Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Milieuverontreiniging: € 500.000 Verspreiding gevaarlijke stoffen gemeentelijk grondgebied bij grootschalige calamiteiten waarbij enige spoed noodzakelijk is. Bijv. vrijkomen asbest en andere gevaarlijke stoffen.
10%
€ 50.000
Incidenteel
Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Grondexploitaties Volgens de risico-inventarisatie bij de tussenactualisatie 2013 van de grondexploitaties is het beslag op het weerstandsvermogen nihil. Alle grondexploitaties zijn nagelopen op de risico’s bij de volgende thema’s: verwerving, schadeloosstellingen, bestemmingsplan, uitvoering civieltechnische werkzaamheden, plankosten en verkoop/ afzetbaarheid. Voor de inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de tussenactualisatie 2013. Op dit moment werken we aan een verfijning van de risico-inventarisatie t.a.v. de grondexploitaties. Deze verfijning richt zich op het uitsplitsen van algemene risico's t.a.v. de grondexploitaties (onderdeel van paragraaf weerstandsvermogen) en risico's inzake prijs- en renteontwikkelingen (onvoorzien binnen grondexploitaties). Wij verwachten deze verfijning in de
-
-
-
-
114
jaarrekening 2013 te hebben gerealiseerd. 12.
Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Kosten Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Voor de ontwikkeling van en de deelname aan de RUD betalen we in 2014 € 32.000 In deze begroting is geen budget gereserveerd voor het opvangen van de jaarlijkse meerkosten van de verplichte afname van diensten van de RUD. De hoogte van deze kosten zal in de loop van 2013 duidelijk worden. De kosten worden in ieder geval beïnvloed door: 1. De hoogte van het opleidingsbudget. Beperkte inzet van eigen personeel als gevolg van een niet adequaat opleidingsniveau heeft tot gevolg dat we meer werkzaamheden bij de RUD moeten onderbrengen; 2. Het landelijk kwaliteitsniveau waardoor we verplicht zijn meer taken uit te voeren en prioriteiten moeten bij te stellen; 3. Mogelijke aanpassingen van geautomatiseerde systemen om uitwisseling van gegevens mogelijk te maken.
Nog niet in te schatten. Bij de volgende actualisatie is hier meer zicht op.
13.
Algemene dekkingsmiddelen
Ongevallendekking eigen personeel Er is geen ongevallendekking voor eigen personeelsleden. Mocht een personeelslid een ongeval krijgen tijdens de uitvoering van de functie dan is dit niet verzekerd. Uitzonderingen zijn de parkeerwachter en de stadswachten.
€ 1.000.000
14.
Algemene dekkingsmiddelen
15.
Algemene dekkingsmiddelen
10%
€ 100.000
Incidenteel
Risico op verstrekte garanties en € 500.000 leningen: De gemeente heeft in de loop der jaren een aantal garanties op leningen verstrekt. Momenteel zijn dat er 15 met een totaal bedrag van 7,4 mln. Het betreft voornamelijk garanties op leningen aan sportverenigingen. Ook heeft de gemeente twee leningen verstrekt aan de bibliotheek, en één lening aan Scholtenhagen. Er bestaat een risico dat er een instelling niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Tot nu toe is dat overigens nog nooit voorgekomen. Het grootste risico lopen we bij de leningen die aan de bibliotheek zijn verstrekt vanwege opgeschorte aflossingsverplichtingen. Deze leningen met een restantbedrag van € 500.000 zijn als financieel risico opgevoerd.
10%
€ 50.000
Incidenteel
Herverdeeleffecten decentralisaties en herijking gemeentefonds met ingang van 2015 De herverdeeleffecten decentralisaties en herijking van het gemeentefonds wordt in 2015 doorgevoerd. Het risico bestaat dat de effecten van de
30%
€ 111.000
Structureel
€ 370.000
115
herverdeling en herijking negatief uitpakken. Het maximale negatieve effect als gevolg van de herverdeling en herijking is € 15 per inwoner per jaar. Dit risico wordt nog niet in 2014 gelopen. 16.
Algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering € 360.000 Om aan de Europese begrotingsnormen te voldoen is er sprake van dat Nederland structureel € 6 miljard extra moet bezuinigen met ingang van 2014. Bij de besluitvorming over de rijksbegroting wordt duidelijk of dit inderdaad het geval is . In de septembercirculaire worden de effecten duidelijk. (zie ook programma algemene dienst)
70%
€ 252.000
Structureel
17.
Algemene dekkingsmiddelen
Renterisico € 100.000 Indien de rente percentages op de kapitaalmarkt plotseling met meerdere procenten gaan stijgen, bijvoorbeeld omdat Nederland de triple A status verliest, zal dit een structureel nadeel geven. Er is een bedrag van € 100.000 opgenomen, zijnde een risico op een rentestijging van 2% op een lening van 5 mln.
30%
€ 30.000
Structureel
Vanwege de huidige economische situatie is een zeer sterke stijging van de rente op korte termijn niet te verwachten. Ook heeft de gemeente de rente op de langlopende leningen voor meerdere jaren vastgelegd. Het renterisico geldt voor nieuw af te sluiten leningen en voor leningen die dienen te worden geherfinancierd. 18.
Diverse Calamiteiten programma’s Diverse risico’s ten aanzien van o.a. ongevallen, natuurrampen, storm- en elektriciteitsschade, storingen en ziektes waarvoor wij niet zijn verzekerd.
€ 400.000
30%
€ 120.000
Incidenteel
19.
Diverse Claims programma’s De gemeente wordt in sommige kwesties gedagvaard tot schadeloosstelling. Als de schadeloosstelling door de rechter toegekend wordt komt een deel hiervan voor rekening van de gemeente. Niet alles valt onder de dekking van onze aansprakelijkheidspolis. Daarom nemen wij voor alle zekerheid dit bedrag als risico op. Dit alles is afhankelijk van de uitspraak van de rechter.
€ 100.000
50%
€ 50.000
Incidenteel
Totale benodigde weerstandscapaciteit
€ 2.179.000
116
WEERSTANDSCAPACITEIT Uit de lijst met risico’s blijkt dat we een benodigde weerstandscapaciteit hebben van € 2.179.000. Hiertegenover staat de beschikbare weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Haaksbergen is als volgt: Verwachte stand per 31-122014
Omschrijving 3.1 Algemene reserve (incidenteel) 3.2 Bestemmingsreserve (incidenteel)
€ €
1.753.700 2.410.274
3.3 Stille reserves (incidenteel) Totaal incidentele weerstandscapaciteit
€ 2.154.000 € 6.317.974
3.4 Onvoorzien (structureel)
€
3.5 Begrotingsruimte (structureel)
€
0
3.6 Onbenutte belastingcapaciteit (structureel)
€
304.000
3.7 Kostenreductie (structureel)
€
0
Totaal structurele weerstandscapaciteit
€
364.000
Totale beschikbare weerstandscapaciteit
€ 6.681.974
60.000
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat we op 31 december 2014 een beschikbare weerstandscapaciteit hebben van € 6.681.974. BEOORDELING WEERSTANDSVERMOGEN De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicobeoordeling voortvloeit, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Beschikbare weerstandscapaciteit (6.681.974) Ratio weerstandsvermogen = ▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬ = 3,1 Benodigde weerstandscapaciteit (2.179.000) Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen maken wij gebruik van de waarderingstabel, die in samenwerking tussen de NAR en de Universiteit Twente is opgesteld. Waarderingscijfer Ratio
Betekenis
A B C D
> 2,0 1,4 – 2,0 1,0 – 1,4 0,8 – 1,0
Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig
E F
0,6 – 0,8 < 0,6
Onvoldoende Ruim onvoldoende
Ons weerstandsvermogen wordt dus als uitstekend geclassificeerd. Bij de weerstandscapaciteit is de bestemmingsreserve en de stille reserve meegenomen. Deze reserves kunnen niet zonder gevolgen zomaar worden ingezet. Het inzetten van een bestemmingsreserve kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor het gebouwen-onderhoud of bij de verkoop van aandelen heeft dit gevolgen voor de jaarlijkse dividend-inkomsten.
117
Kijken we bij de beoordeling van de beschikbare weerstandscapaciteit alleen naar de algemene reserve, de post onvoorzien en de onbenutte belastingcapaciteit dan geldt het volgende:
Omschrijving
Verwachte stand per 31-122014
3.1 Algemene reserve (incidenteel) Totaal incidentele weerstandscapaciteit
€ 1.753.700 € 1.753.700
3.4 Onvoorzien (structureel)
€
3.5 Begrotingsruimte (structureel)
€
0
3.6 Onbenutte belastingcapaciteit (structureel)
€
304.000
3.7 Kostenreductie (structureel)
€
0
Totaal structurele weerstandscapaciteit
€
364.000
Totale beschikbare weerstandscapaciteit
€ 2.117.700
60.000
De weerstandscapaciteit komt dan uit op: Beschikbare weerstandscapaciteit (2.117.700) Ratio weerstandsvermogen = ▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬ = 0,97 Benodigde weerstandscapaciteit (2.179.000) De weerstandscapaciteit is dan geclassificeerd als matig. ALGEMENE RESERVE In de nota reserves en voorzieningen heeft de raad besloten dat de algemene reserve minimaal 5% van de algemene uitkering moet zijn. Voor 2014 wordt de minimale algemene reserve berekend op 5% van € 21.820.153. Dit komt neer op een bedrag van € 1.091.008. De hoogte van de algemene reserve is € 1.753.700. De algemene reserve is dus hoger dan de door de raad vastgestelde norm van 5% van de algemene uitkering. In absolute zin is in relatie tot het totale weerstandvermogen sprake van een geringe omvang van de algemene reserve. Om onvoorziene ontwikkelingen direct het hoofd te kunnen bieden is het raadzaam om de omvang de algemene reserve als onderdeel van het eigen- en weerstandsvermogen de komende jaren verder te versterken.
118
7.3. Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen Inleiding In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de instandhouding van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Het onderhoud van voornoemde kapitaalgoederen maakt een substantieel deel uit van de begroting. Goed beheer is van essentieel belang om kapitaalvernietiging te voorkomen. Bovendien is goed beheer van groot belang vanwege de beleving van de buitenruimte door de burger. Schoon heel en veilig is hierbij ons uitgangspunt. In de openbare ruimte hebben we te maken met diverse kapitaalgoederen: Wegen Verkeersregelinstallaties Installaties voor betaald parkeren Openbare verlichting Riolering Water Openbaar groen Gebouwen Speelvoorzieningen Begraafplaatsen Wegen De lengte van het gemeentelijke wegennet binnen de bebouwde kom bedraagt 276 km, verdeeld over 293 straten. De lengte van het wegennet buiten de bebouwde kom bedraagt 337 km, verdeeld over ongeveer 198 straten. In het buitengebied hebben wij 110 km onverharde en half verharde wegen. Beleidskader: Het onderhoudsbeleid van het gemeentelijke wegennet is vastgelegd in de beleidsnota Wegbeheer die in januari 2006 door de raad is vastgesteld. Conform het beleidsplan wegbeheer dienen de wegen onderhouden te worden op het “economisch meest efficiënte moment”, zodat tegen zo laag mogelijke kosten de wegen aan de minimale eisen van de CROW kunnen blijven voldoen. Jaarlijks bepalen visuele inspecties de onderhoudstoestand van het Haaksbergse wegennet. Hiermee worden de urgentie en volgorde bepaald voor onderhoud. Ook voor 2014 wordt een onderhoudsplan opgesteld volgens deze systematiek. Het onderhoudsplan houdt rekening met overige onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte. Hiermee bereiken wij dat de overlast voor de burger en de maatschappelijke kosten zo beperkt mogelijk kunnen blijven, en dat het wegbeheer zo kostenefficiënt mogelijk wordt uitgevoerd. Stand van zaken: Alle gegevens betreffen de het gemeentelijk wegennet zijn vastgelegd in het wegenbeheersysteem (MI-2) en worden jaarlijks geactualiseerd. De meerjaarlijkse instandhoudingskosten zijn bepaald op basis van de CROW-systematiek. De jaarlijkse onderhoudskosten fluctueren sterk. Om hier op in te spelen wordt dit jaar een voorziening onderhoud wegen ingevoerd om voor toekomstig groot onderhoud te reserveren. Groot voordeel van een Voorziening onderhoud wegen is dat, bij een gelijke jaarlijkse investering, pieken en dalen in de investeringsbehoefte kunnen worden opgevangen. Om dit financieel mogelijk te maken wordt het wegenonderhoud in 2014
119
getemporiseerd en in de jaren daarna gecorrigeerd om het uitgestelde onderhoud alsnog uit te voeren. Financiële consequenties beleidsdoel: In het meerjarig beheersplan wegen zijn de gemiddelde jaarlijkse kosten berekend. De verwachte investeringsbehoefte voor de periode 2013-2025 is opgebouwd uit drie onderdelen: het klein onderhoud, de eeuwigdurende beheerkosten en de rehabilitatie. Voor de laatste twee onderdelen gebruiken we de methode volgens Crow, publicatie 145. Deze publicatie geeft een systematiek voor de beheerkosten van de openbare ruimte. Voor Haaksbergen ziet de meerjarige (bijgestelde) raming er als volgt uit: Onderdeel Structureel bedrag Klein onderhoud Haaksbergen (alleen onderdelen tlv wegen) € 156.000 Rehabilitatie en groot onderhoud(obv Crow 145)Gesloten verhardingen € 112.000 Elementen verhardingen € 57.000 Groot (asfalt)onderhoud € 289.000 Totaal meerjarige raming kosten onderhoud wegen € 614.000 Reconstructies (obv Crow 145) € 240.000 Totaal beschikbaar voor uitvoering wegenbeheerplan € 854.000 Meerjarig worden de kosten gedekt door in de exploitatie voor de kosten van klein onderhoud, groot onderhoud en rehabilitaties een jaarlijks budget van € 614.000 op te nemen. De kosten van de reconstructie van wegen hebben geen betrekking op instandhouding maar op herinrichting of wijziging van de wegopbouw, en zijn naar de aard levensduurverlengend. De kosten van reconstructie worden jaarlijks op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording en de bepalingen in onze Financiële Verordening geactiveerd. In de ideale situatie is het uitvoeren van normaal onderhoud voldoende en hoeven geen reconstructies te worden uitgevoerd. In het oorspronkelijke wegenbeheerplan is hier ook vanuit gegaan. Aangezien de komende jaren niet kan worden volstaan met rehabilitaties maken de reconstructies daarom nadrukkelijk onderdeel uit van de instandhouding van de wegen. Op basis van de hierboven geschetste meerjarig verwachte gemiddelde kosten verwachten we nog jaarlijks gemiddeld een krediet van € 240.000 nodig te hebben, waarvan we de kapitaallasten structureel meenemen in de begroting. Het meerjarig beheersplan Wegen voorziet in een gemiddelde jaarlijkse dotatie aan een voorziening onderhoud wegen van € 434.000. De voorziening heeft tot doel het egaliseren van pieken en dalen in de uitvoering van het groot onderhoud van wegen. De gemiddelde jaarlijkse dotatie dekken we uit het jaarlijks exploitatiebudget van € 614.000. Financiële vertaling in de begroting: Als wegbeheerder is de gemeente verantwoordelijk voor de veiligheid op haar wegen. Gezien de huidige kwaliteit van de wegen acht zij het verantwoord om het onderhoud in 2014 eenmalig te temporiseren. Dit leidt tot een eenmalige verlaging van het onderhoudsbudget van € 325.000. In de jaren 2015-2017 compenseren we deze verlaging door drie jaar lang het budget op te hogen met € 108.000. Momenteel voldoen de wegen nog aan vastgesteld beleid en regelgeving, maar we voorzien over ongeveer 5 jaar een onderhoudspiek waardoor we € 1.000.000 extra nodig hebben om
120
op alle wegen aan de verplichte onderhoudsnormen te kunnen blijven voldoen. Daartoe voegen we in de periode 2014-2018 jaarlijks een extra bedrag van € 200.000 aan de voorziening onderhoud wegen toe. Daarnaast is ook voor 2014 een regulier krediet voor reconstructies van € 529.000 beschikbaar. Dit leidt ertoe dat er in 2014 voor de instandhouding van het gemeentelijk wegennet in de exploitatie per saldo € 2.571.000, - beschikbaar is. Het totale exploitatiebudget van € 325.000 is in 2014 vervallen, het resterende budget bestaat uit de dotatie aan de voorziening groot onderhoud (€ 289.000) kapitaallasten (€ 1.330.000), doorbelaste uren (€ 755.000) en de genoemde dotatie aan de voorziening van € 200.000 (zie ook pagina 9 van de productenraming 2014). Meerjarig loopt het totaal beschikbare budget door de toevoeging van het exploitatie-budget van € 433.000 voor de jaren 2015-2017 (€ 325.000 + € 108.000) op tot € 3,1 mln. Actuele risico inschatting: Niet van toepassing. VERKEERSREGELINSTALLATIES (VRI) In de gemeente Haaksbergen staan in totaal 9 verkeersregelinstallaties (VRI's). Hiervan zijn 6 VRI’s en een knipperlichtinstallatie zijn in eigendom en beheer bij Rijkswaterstaat. Er zijn 2 VRI's en een knipperlichtinstallatie bij voetgangers oversteekplaatsen (VOP) in beheer en onderhoud bij de gemeente. In 2011 zijn 2 overwegbeveiligingen (OWB) met de MBS, Noordsingel en Wiedenbroeksingel, toegevoegd. Vanaf 2017 lopen de huidige onderhoudscontracten af die nu nog gedekt zijn binnen het project. Vanaf dan komen de onderhoudskosten ten laste van de reguliere begroting. Gezien het specialistische karakter van de installatie zal hiervoor een nieuw onderhoudscontract worden afgesloten. Beleidskader:
GVVP 2007 Stand van zaken: Voor de VRI’s van de voetgangersoversteekplaatsen en voor de overwegbeveiligingen is een onderhoudscontract afgesloten met een bedrijf. Financiële consequenties beleidsdoel: Het huidige budget stelt ons in staat de installaties op een verantwoorde manier te laten functioneren. In totaal is Financiële vertaling in de begroting: Voor de instandhouding en het goed laten functioneren van de Verkeersregelinstallaties is jaarlijks een bedrag van € 7.090 beschikbaar (zie ook pagina 6 productenraming). Voor de inzet van uren van de ambtelijke organisatie is nog eens € 3.300 beschikbaar, waardoor het totale budget voor de jaren 2014-2017 € 10.400 bedraagt. Actuele risico inschatting: Niet van toepassing.
121
INSTALLATIES VOOR BETAALD PARKEREN In onze gemeente staan in totaal 8 parkeerautomaten. Beleidskader: Parkeerbeleidsplan 2010 Stand van zaken: Ook voor parkeerautomaten is een particulier onderhoudscontract afgesloten. Uit een evaluatie blijkt dat er geen knelpunten zijn in het centrum. Een herziening het parkeerbeleidsplan in de komende jaren is vanuit verkeerstechnisch oogpunt niet nodig. Financiële consequenties beleidsdoel: Het huidige onderhouds-budget is voldoende om de installaties in stand te houden. Financiële vertaling in de begroting: In totaal is voor de jaren 2014-2017 voor het onderhoud van de installaties een bedrag van € 11.250 beschikbaar. Actuele risico inschatting: Niet van toepassing. OPENBARE VERLICHTING De gemeente Haaksbergen heeft ca. 5300 lichtmasten. Hieronder vallen ook 1 tunnelverlichting, 1 viaductverlichting, 25 ANWB masten, 32 Abri’s, 13 Lichtreclamebakken, 12 infoborden, 6 kunstobjecten, de sfeerverlichting van de raadzaal, de Pancratiuskerk/toren en de watermolen. Beleidskader: Het “Beleid- en beheerplan openbare verlichting” is door de gemeenteraad vastgesteld in 1996. Een bijstelling en actualisatie van dit beleid is gewenst om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, zoals energiezuinige lampen in combinatie met (dimbare) EVSA (Elektronische Voorschakel Schakel Apparatuur). In 2014 wordt gewerkt met een geactualiseerd Beleid- en beheerplan openbare verlichting. Stand van zaken: Het grootste deel van de openbare verlichting in Haaksbergen is redelijk up to date. Doordat energiezuinige installaties/technieken worden toegepast, is het totale energieverbruik van de openbare verlichting in de loop der jaren getemperd en de laatste jaren zelfs gedaald. De mogelijkheden voor verdere (energie) besparingen zijn beperkt. Sinds 2013 wordt het onderhoud uitgevoerd op basis van het “piepsysteem” en remplace. Hierbij zijn de vaste controle rondes door de onderhoudsfirma komen te vervallen en wordt er gerepareerd op basis van meldingen door burgers en eigen waarneming. Bovendien zijn, uit oogpunt van energiebesparing, eind 2013 de schakeltijden aangepast waarbij de openbare verlichting een uur later aangaat en een uur vroeger uit gaat. Financiële consequenties beleidsdoel: De onderhoudskosten zijn door het gewijzigde onderhoudssysteem verminderd met € 15.000,-.
122
Financiële vertaling in de begroting: De totale exploitatiekosten van de openbare verlichting bedragen in 2014 in totaal € 326.000 (zie ook pagina 7 van de productenraming 2014). Naast energiekosten (jaarlijks € 92.000), onderhoud (€ 50.000) en personele kosten (€ 72.000) zijn in het totale budget ook kapitaallasten opgenomen, die in de periode 2014-2017 teruglopen van € 112.000 tot € 78.000). De vervanging van verlichting kan de komende jaren nog bekostigd worden uit kredieten die in het verleden al beschikbaar zijn gesteld. Actuele risico inschatting: Op basis van de huidige ervaring met de gewijzigde schakeltijden zijn er voor zover bekend geen risico’s. RIOLERING De lengte van ons gemeentelijke rioolstelsel bedraagt ca. 146 km vrij-verval riolering, ca. 4 km persleiding en ca. 215 km drukriolering. Het rioolwater passeert 31 rioolgemalen en 876 pompunits en wordt getransporteerd naar de rioolwaterzuivering in St. Isidorushoeve. Er zijn 9 bergbezinkbassins en ca. 11.000 kolken in Haaksbergen. In het buitengebied zijn ca. 1260 percelen door middel van drukriolering aangesloten.
Beleidskader: Het onderhoudsbeleid is eind 2012 vastgesteld in het (Verbreed) Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2016. In dit kader wordt gestreefd naar optimalisatie van het stelsel. De volgende uitgaven zijn in het GRP verwerkt: de kosten voor renovatie, herstel en vervanging van riolen, bezinkbassins, putten en kolken; de kosten voor het dagelijks onderhoud van de riolen, rioolgemalen, kolken e.d., evenals de kosten voor verschillende nutsvoorzieningen (exploitatiekosten); de kosten zoals verzekeringen, belastingen, personeelslasten e.d. (algemene lasten). de kosten voor de in het verleden gedane kapitaalsinvesteringen; de kosten voor de benodigde maatregelen om de riolering te laten voldoen aan de gestelde milieueisen, en de benodigde vervangingen van riolering in het buitengebied. Stand van zaken: Mede door visuele inspecties wordt de actuele onderhoudsbehoefte van het rioleringsstelsel bepaald en het onderhoudsprogramma desnoods bijgesteld. Financiële consequenties beleidsdoel: De uitgaven en inkomsten voor rioleringswerkzaamheden zijn voor de begroting 2014 in lijn met het vastgestelde GRP 2013-2016. Aan de hand van het actuele GRP berekenen we de jaarlijkse rioolheffing. Om tarieffluctuaties te voorkomen worden de jaarlijkse wisselingen in lasten gecompenseerd met een dotatie of onttrekking aan een voorziening riolering. De waarde van deze voorziening fluctueert en is op de lange termijn licht positief. Het kostendekkingsplan in het GRP ziet 60 jaren vooruit. Hierdoor zijn alle toekomstige vervangingen in beeld. Op de lange termijn is het GRP kostendekkend. Om in te spelen op gewijzigde omstandigheden wordt het GRP elke 4 jaren herzien. Zo zijn we in staat het rioolstelsel adequaat te beheren en financieren.
123
Financiële vertaling in de begroting: De totale exploitatiekosten bedragen voor 2014 € 3.163.000. Samen met € 429.000 compensabele BTW, die conform art. 228a lid3 gemeentewet ook als kosten aangemerkt worden, wordt een kostenniveau gehanteerd van € 3.592.000. Hier staat een even hoog tarief tegenover. Actuele risico inschatting: De berekeningen in het nog zeer actuele GRP houden rekening met de reële onderhoudssituatie van het rioolstelsel. De verwachting is, dat de toekomstige kosten door de berekende heffingen kunnen worden gedekt. Het ambitieniveau is zodanig, dat aangenomen mag worden dat er een kleine kans is dat calamiteiten in het rioolstelsel optreden. Er is een bestemmingsreserve riolering die per 1-1-2014 € 469.000 bedraagt. Deze reserve kan als risicobuffer fungeren. Ook als deze reserve wordt ingezet voor tariefdemping is er nog geen reden om rekening te houden met substantiële risico’s. WATER Op het grondgebied van de gemeente is ca. 15 hectare open water, dat grotendeels in beheer is bij het Waterschap. De gemeente onderhoudt hiervan, naast wadi’s, drainages, duikers, uitlopen en overstorten, zo’n 250 km sloten in eigen beheer. Beleidskader: Het beleid op het gebied van waterhuishouding is op hoofdlijnen vastgesteld in 2005 in het Waterplan en verder uitgewerkt in een uitvoeringsplan. Daarnaast is een Baggerplan voor de gemeentelijke vijvers vastgesteld. Beide plannen zijn in samenspraak met het waterschap Regge en Dinkel tot stand gekomen. Bij de vaststelling van het vGRP in 2013 is besloten om de rioolheffing niet te belasten met beheer en onderhoudsactiviteiten voor sloten in het buitengebied. Stand van zaken: Het huidige beheer bestaat uit het jaarlijks tweemaal verwijderen van begroeiing op de oevers en in ondiep water binnen de bebouwde kom. In diep water verwijderen we de begroeiing eenmaal per jaar. De gemeentelijke vijvers zijn, behoudens de vijver op de gemeentelijke begraafplaats, de afgelopen jaren al gebaggerd. Buiten de bebouwde worden de watergangen en bermsloten eenmaal per jaar gemaaid. Daarnaast worden sloten en duikers eenmaal per 4 jaar schoon gemaakt en eenmaal in de 15 jaar worden sloten uitgediept. Sinds 2013 worden deze werkzaamheden in eigen beheer uitgevoerd. In 2014 zijn geen verdere grote werkzaamheden gepland buiten de bebouwde kom. Financiële consequenties beleidsdoel: Het huidige onderhouds-budget is voldoende om de wadi’s, drainages, duikers, uitlopen/overstorten en sloten te onderhouden. Financiële vertaling in de begroting: De exploitatielasten bestaan uit dienstverlening door derden, materieelkosten en personeelskosten. De totale exploitatielasten bedragen per saldo € 127.123,-. Hierin zit een bijdrage vanuit het GRP ten bedrage van € 128.888.
124
Actuele risico inschatting: Geen risico’s OPENBAAR GROEN Het areaal openbaar groen is 75 hectare waarvan 60 hectare groen binnen de bebouwde kom ligt. Het -
openbaar groen binnen de bebouwde kom bestaat uit: gazon en ruw gras 285.000 m2 bosplantsoen 116.000 m2 heesterbeplanting 158.000 m2 botanische rozen 10.000 m2 blokhagen 8.000 m2 vaste planten 9.500 m2 bomen 8.300 stuks Verhuurd openbaar groen 11.000 m2
Het -
openbaar groen buiten de bebouwde kom bestaat uit: Singles en houtwallen 140.800 m2 Bomen 9.800 stuks Bermen en ruw gras 1.300.000 m2
Beleidskader: Op 30 mei 2012 is de Groenvisie door de raad goedgekeurd. In de Beleidspaspoorten (Bijlage 1) van de Groenvisie staan de vastgestelde onderhoudsniveaus (volgens CROW) voor de verschillende gebieden aangegeven t.w: Centrum niveau A (hoog) Woonwijken niveau B (basis) Industriegebieden niveau C (laag) Accentgroen niveau A (hoog) Groene linten niveau B (basis) Groene wiggen niveau C (laag) Parken niveau B (basis) In de Groenvisie zijn speerpunten geformuleerd die vervolgens in het uitvoeringsprogramma (de ambitie) worden uitgewerkt. Dit betreft verkoop/verhuur van snippergroen; omvorming van groen; revitalisering van groen. Overigens is de afgelopen 10 jaar steeds een bedrag geïnvesteerd in de revitalisering van openbaar groen. Bij de uitwerking zullen tevens de financiële consequenties in beeld worden gebracht. Voor de verkoop/verhuur van openbaar groen is in 2002 de Structuurgroenkaart met bijbehorende verkoopregels vastgesteld. In 2014 zal de Structuurgroenkaart worden geactualiseerd om meer snippergroen te kunnen verkopen. Stand van zaken: Alle groengegevens zijn opgenomen in een geautomatiseerd beheersysteem (MI-2) en worden jaarlijks geactualiseerd. De gegevens hieruit worden gebruikt voor aanbesteding en de verplichte jaarlijkse VTA- bomeninspectie waarop noodzakelijke onderhoudsmaatregelen volgen aan de bomen volgen. De groengegevens zijn in de gehele gemeentelijke organisatie beschikbaar. Sinds 2013 wordt gedifferentieerd beheer toegepast waarbij het onderhoudsniveau en de inrichting afgestemd is op het gebruik van de openbare ruimte. In 2014 wordt het gehele onderhoud door derden aanbesteed en gecontroleerd op basis van beeldbestekken. Na
125
afronding van de inventarisatie zal een concreet uitvoeringsplan duurzaam groen worden opgesteld dat zal bestaan uit de volgende onderdelen: verkoop/verhuur van snippergroen; omvorming van groen; revitalisering van groen. Het uitvoeringsplan is een concreet voorstel en geeft gedetailleerd inzicht in de benodigde investeringen en te verwachten wijzigingen in de beheerkosten. Op basis van het uitvoeringsplan kan verkoop, omvorming en ook revitalisering plaatsvinden. In het uitvoeringsplan zal een concreet voorstel worden opgenomen voor navolgende jaren. Vooruitlopend en passend binnen het op te stellen uitvoeringsplan wordt verder gegaan met het omvormen van groen om de beheerkosten te verlagen. Financiële consequenties beleidsdoel: Sinds het verbod op chemische onkruidbestrijding is het onderhoudsbudget tijdelijk aangevuld om het door de raad vastgestelde onderhoudsniveau te realiseren. Ook voor 2014 is het budget met € 90.000,-- verhoogd. De verhoging zal naar verwachting, na de omvorming van arbeidsintensieve beplanting naar onderhoudsarmere beplanting en verdere verkoop van openbaar groen kunnen komen te vervallen. In 2014 zal worden berekend wanneer en in welke mate de vermindering van het budget kan worden doorgevoerd. Voor het omvormen naar minder arbeidsintensief groen is voor 2014 rekening gehouden met een investering van € 70.000,Financiële vertaling in de begroting: De exploitatielasten bestaan uit dienstverlening door derden, aanschaf plantmateriaal, materieelkosten en personeelskosten. De totale exploitatielasten bedragen afgerond € 1.394.000 (zie ook pagina 18 van de productenraming 2014). Van dit bedrag is bijna € 370.000 beschikbaar voor de dienstverlening van derden, voor regulier onderhoud is nog eens € 67.000 beschikbaar. Het budget voor alle overige kosten, waaronder de aanschaf van plantmateriaal, is € 57.000. Het resterende deel van het budget bestaat voor € 869.000 uit de doorbelasting van uren en materieel, en voor € 32.000 uit kapitaallasten. Uit de verkoop van openbaar groen en de verhuur van groenpercelen verwachten we in totaal een bedrag van € 27.200,- te ontvangen. Actuele risico inschatting: De afgelopen jaren hebben we vaker te maken gehad met stormschade. In de begroting is voor herplant al enkele jaren een separaat budget opgenomen. GEBOUWEN Wij hebben de volgende gebouwen in eigendom: Soort gebouw Huisvesting divers Gymnastieklokalen Scholen Begraafplaatsen Sporthallen en zwembad Wind- en watermolen Theater Kerktoren
Aantal 13 1 2 2 3 2 1 1
126
Beleidskader: Op 22 december 2010 is door de gemeenteraad de nota vastgoedbeleid vastgesteld. Hierin zijn onder andere beleidsuitgangspunten opgenomen over het onderhoud en verbeterbeleid van de gemeentelijke gebouwen. In september 2012 hebben wij een vastgoedprognose opgesteld waarin wij hebben opgenomen welke gebouwen wij in eigendom willen behouden, welke gebouwen wij willen afstoten en welke gevolgen dit heeft voor het onderhoud van deze gebouwen. Stand van zaken: Voor het technisch onderhoud van de gemeentelijke gebouwen en de installaties hebben wij meerjarenonderhoudsplanningen opgesteld. Deze meerjarenonderhoudsplanningen zijn, conform de nota vastgoedbeleid, gebaseerd op landelijke normen en zijn gericht op het in stand houden van de gebouwen en de technische installaties. In 2007 hebben wij een inspectie en inventarisatie van alle gemeentelijke gebouwen uitgevoerd. In 2011 hebben wij voor vijf gebouwen een herinspectie uitgevoerd en hebben wij de meerjarenonderhoudsplanning op basis hiervan geactualiseerd. Deze gebouwen zijn sporthal de Bouwmeester, zwembad de Wilder, het gemeentehuis, gemeentewerf en de basisschool de Holthuizen/ Wereld. In 2013 hebben wij voor OBS Dorp en theater De Kappen een herinspectie uitgevoerd en de meerjarenonderhoudsplanning geactualiseerd. Voor het opstellen (en wijzigen) van meerjarenonderhoudsplanningen beschikken wij over een gebouwenbeheersysteem. Voor de gebouwen die wij in eigendom willen behouden bekijken wij jaarlijks, aan de hand van de meerjarenonderhoudsplanningen, welke onderhoudswerkzaamheden daadwerkelijk moeten worden uitgevoerd en welke kosten dit met zich meebrengt. Voor de gebouwen die wij willen afstoten voeren wij alleen die onderhoudswerkzaamheden uit, welke noodzakelijk zijn om het gebouw in stand te houden. Het onderhoud voor deze panden voeren wij dus niet uit conform de meerjarenonderhoudsplanning, hetgeen tot gevolg heeft dat de meerjarenonderhoudsplanning voor deze gebouwen niet meer actueel is. Voor de gemeentelijke rijks-monumentale panden (molens en gemeentetoren) bestaat separaat een goedgekeurd 6-jarig onderhoudsplan 2013-2018. Ondanks dat twee scholen in eigendom zijn van de gemeente geldt hiervoor, wat het onderhoud betreft, hetzelfde als voor de scholen in eigendom bij het schoolbestuur. Financiële consequenties beleidsdoel: In de meerjarenonderhoudsplanning zijn de onderhoudskosten voor de komende jaren berekend. De verwachte onderhoudskosten bestaan uit kosten voor dagelijks onderhoud, contract onderhoud en groot onderhoud (niet voor af te stoten panden). De onderhoudsplanningen geven de volgende bedragen voor de komende jaren: Totale kosten beheer gebouwen Dagelijks- en contract onderhoud Groot onderhoud Totaal
2014 € 269.000 € 615.000 € 884.000
2015 € 217.000 € 565.000 € 782.000
2016 € 205.000 € 195.000 € 400.000
2017 € 207.000 € 487.000 € 694.000
Financiële vertaling in de begroting: Als eigenaar zijn wij verantwoordelijk voor het onderhoud van onze gebouwen. Om deze kosten te betalen beschikken wij over een krediet groot onderhoud, een post onderhoud in de begroting (jaarlijks) en een reserve groot onderhoud.
127
Op 22 december 2010 is door de gemeenteraad een krediet groot onderhoud beschikbaar gesteld van € 1,2 miljoen. Per 31 december 2013 bedroeg het restant krediet € 531.000. Meerjarig worden de onderhoudskosten gedekt uit de post onderhoud in de begroting en de reserve groot onderhoud. Jaarlijks is er € 187.000 opgenomen in de begroting voor het uitvoeren van onderhoud. Per 2013 bedraagt de reserve groot onderhoud € 1.195.000. Jaarlijks vindt er een dotatie van € 372.000 plaatst aan deze reserve groot onderhoud. De jaarlijkse onderhoudskosten fluctueren sterk. Om hier op in te spelen is er een reserve gebouwenonderhoud ingesteld. Groot voordeel van een reserve gebouwenonderhoud is dat, bij gelijke jaarlijkse dotatie, pieken en dalen in de onderhoudskosten kunnen worden opgevangen. Voor de periode 2014-2017 bieden de post onderhoud in de begroting en de reserve gebouwenhoud voldoende middelen om de onderhoudskosten van te betalen. Verloop reserve gebouwonderhoud Onderhoudskosten Regulier onderhoud in begroting
2014 € 884.000
2015 € 782.000
2016 € 400.000
2017 € 694.000
€ 187.000
€ 187.000
€ 187.000
€ 187.000
Krediet groot onderhoud Restant onderhoudskosten, te betalen uit reserve groot onderhoud Reserve groot onderhoud begin kalanderjaar (saldo +dotatie van € 372.000)
€ 531.000
€0
€0
€0
€ 166.000
€ 595.000
€ 213.000
€ 507.000
€1.195.000
€1.401.000
€1.178.000
€ 1.337.000
€1.029.000
€ 806.000
€ 965.000
€ 830.000
Saldo reserve groot Onderhoud, na betaling restant onderhoudskosten
Op 30 oktober 2013 heeft de gemeenteraad besloten een bedrag van € 580.000,beschikbaar te stellen voor renovatie en achterstallig onderhoud voor het gebouw OBS Dorp. Deze werkzaamheden zijn niet in bovenstaande berekeningen meegenomen omdat hier een apart krediet voor beschikbaar is gesteld.
128
Actuele risico inschatting: Niet van toepassing. SPEELVOORZIENINGEN De gemeente Haaksbergen onderhoudt 77 kindspeelplaatsen, waarvan 17 trapvelden, 7 basketbalvelden en 1 skate-plateau voor jongeren. Beheer en onderhoud van 13 kindspeelplaatsen zijn overgedragen aan schoolbesturen. Beleidskader: Eind 2009 is het nieuwe beleidsplan “Haaksbergen speelt verder” vastgesteld. De doelstelling van dit beleidsplan is: Op interactieve wijze en op de wensen en behoeften van de eigenlijke gebruikers afgestemd en gevarieerd aanbod van speelvoorzieningen te ontwikkelen, dat tevens hun ontwikkeling stimuleert en voldoet aan de geldende eisen. Stand van zaken: Het eerder ingezette beleid voor versobering van het onderhoud, opknappen/vervanging van toestellen of sanering van speelvoorzieningen, zoals verwoord in het raadsbesluit Meerjarenplanning speelvoorzieningen, zal ook in 2014 worden doorgezet. Financiële consequenties beleidsdoel: De voorbije jaren zijn de nodige bezuinigingen op het onderdeel speelvoorzieningen doorgevoerd. De huidige situatie en de meerjarige gevolgen worden verwerkt in een nieuwe nota Speelvoorzieningen die begin 2014 wordt vastgesteld. De meerjarige financiële consequenties hiervan betrekken we bij het opstellen van Kadernota en Begroting 2015. Financiële vertaling in de begroting: Na de in 2014 doorgevoerde bezuiniging van structureel € 21.500 resteert voor de speelvoorzieningen nog een onderhoudsbudget van € 21.000. Dit budget loopt vervolgens in de jaren 2015-2017 jaarlijks met € 4.000 op tot € 32.000 in 2017. Het resterende exploitatiebudget bestaat uit de doorbelasting van uren en materieel (€ 63.000) en kapitaallasten (€ 6.000, zie ook pagina 21 van de productenraming 2014). Actuele risico inschatting: Niet van toepassing. BEGRAAFPLAATSEN De gemeente onderhoudt 2 begraafplaatsen. Op de begraafplaats Enschedesestraat worden geen graven meer uitgegeven. Bestaande grafrechten worden gerespecteerd. Het rechter deel van de begraafplaats is in 2013 ingericht tot een parkje waar nabestaanden een herdenkingsboom kunnen laten planten. Op de begraafplaats ’t Waarveld vinden per jaar ca. 50 begravingen, uitstrooiingen c.q. bijzettingen plaats. Beleidskader: Het beleid voor de begraafplaats ’t Waarveld is vastgelegd in de beleidsnota die in 1998 door de raad is vastgesteld. De hierin aangegeven investeringen zijn uitgevoerd, zodat de begraafplaats de komende jaren voorziet in de verschillende wijzen van begraven.
129
Stand van zaken: Het algemene deel van de oude gemeentelijke begraafplaats aan de Enschedesestraat is, volgens een particulier initiatief, omgevormd tot een herdenkingspark. In 2014 zal met een marktpartij een exploitatieovereenkomst worden afgesloten. In 2014 wordt gestart met de inventarisatie van de graven/grafrechten van het katholieke (midden)deel van de gemeentelijke begraafplaats aan de Enschedesestraat. Met betrekking tot de begraafplaats ’t Waarveld zullen nabestaanden worden aangeschreven voor eventuele verlenging van grafrechten vanaf 2015 dan wel ruiming. Financiële consequenties beleidsdoel: Voor de inventarisatie van het middendeel van de begraafplaats Enschedesestraat is een budget nodig. Hiervoor stellen we een krediet beschikbaar waarvan de kosten van rente en afschrijving in de begroting worden gedekt. Financiële vertaling in de begroting: Voor het reguliere onderhoud van de beide begraafplaatsen is jaarlijks een bedrag van afgerond € 50.000 beschikbaar terwijl we daarnaast nog over een budget van € 23.000 beschikken voor het delven van graven en lijkschouwingen, en nog ongeveer € 1.500 voor overige kosten. Verder zijn er nog kosten door de doorbelasting van uren en materieel (zie ook pagina 13 van de productenraming 2014). Voor de inventarisatie van het katholieke middendeel van de gemeentelijke begraafplaats aan de Enschedesestraat is een krediet opgenomen van € 15.000. Actuele risico inschatting: Door een verschuiving van begraven naar crematie zullen de inkomsten voor begraven naar verwachting afnemen. Voor een deel wordt dit gecompenseerd door inkomsten uit de deelname aan de exploitatie van het crematorium te Usselo. MATERIEEL Voor het uitoefenen van de werkzaamheden voor beheer en onderhoud wordt materieel gebruikt. Het betreft dienstauto’s, gereedschap, motorisch handgereedschap, machines en vrachtwagens die zijn afgestemd op de Arbo voorschriften en een efficiënte bedrijfsvoering. Beleidskader: Voor het materieel is het onderhoud, de keuringen, de vervanging en de afschrijvingsperiode bepaald en verwerkt in het Materieelbeheerplan (2007) met een horizon van 10 jaar. Het Materieelbeheerplan is in 2013 geactualiseerd, na afronding van het lopende optimalisatietraject vindt een evaluatie van het nieuwe materieelbeheerplan plaats. Stand van zaken: Met ingang van 2014 is de post Vervoermiddelen en Materiaal Beheer samengevoegd onder de post Vervoermiddelen. De geplande vervanging van materieel 2014 is op pagina 115 nader gespecificeerd. In verband met de optimalisatie van de afdeling Beheer Openbare Ruimte wordt onderzocht of materieel samen met een buurgemeente kan worden ingezet en/of aangeschaft.
130
Financiële consequenties beleidsdoel: Voor het regulier onderhoud is binnen de begroting (post Vervoermiddelen) voldoende budget beschikbaar. Daarnaast vindt volgens plan vervanging van het materieel op de terreinen Wegen, Groen, Materiaal en Techniek plaats. Hiervoor stellen we jaarlijks een krediet beschikbaar waarvan de kosten van rente en afschrijving in de begroting worden gedekt. Financiële vertaling in de begroting: Het exploitatiebudget van het materieel is de begrotingspost Vervoermiddelen. Voor regulier onderhoud en aanschaf van (klein)materieel is in de exploitatie een jaarlijks budget beschikbaar van bijna € 128.000. Verder is er nog budget vrijgemaakt voor de kosten van energie (€ 78.000), belastingen en verzekeringen (€ 41.000). Het resterende deel van het totale beschikbare exploitatiebudget van € 304.000 bestaat nog uit € 57.000 voor rente en afschrijving. Naast genoemd exploitatiebudget stellen we jaarlijks een investeringskrediet beschikbaar voor reguliere vervanging van materieel, in 2014 bedraagt dit krediet € 184.500. Actuele risico inschatting: Niet van toepassing.
131
7.4. Paragraaf Financiering 1. Algemeen Deze paragraaf beschrijft wat verstaan wordt onder financiering, wat het rijksbeleid en het gemeentelijke beleid voor financiering inhouden en in hoeverre de stand van zaken in Haaksbergen in overeenstemming is met het beleid. Het uitgangspunt hierbij is het beheersen van risico’s zoals rente risico’s en beleggingsrisico’s. 2.
Begripsbepaling
Financiering: het totaal van financiële handelingen dat het financiële huishoudboekje van de gemeente Haaksbergen vormt. De werkzaamheden zijn divers, zoals de zorg voor voldoende financiële middelen, het aantrekken van geldleningen en het risicoloos uitzetten van overtollige middelen. Alle werkzaamheden zijn erop gericht de rentekosten zo laag mogelijk te houden. De kasgeldlimiet: een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting ( momenteel 8,5 %). Tot dit bedrag mag de gemeente kortlopende geldleningen afsluiten. Kortlopende geldleningen hebben een looptijd van maximaal 1 jaar. Deze kortlopend e geldleningen worden kasgeldleningen genoemd. Treasury: omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Renterisiconorm: een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting (momenteel 20% bepaald door het Rijk). Per jaar mag een gemeente maximaal dit bedrag aan langlopende leningen omzetten tegen een nieuw rentepercentage. Liquiditeitsprognose: De liquiditeitsprognose is een overzicht van verwachte toekomstige ontvangsten en uitgaven. Op deze wijze kan worden ingeschat wanneer er een externe financiering nodig is en of deze financiering van tijdelijke aard of structureel is. 3. Rijksbeleid Er staan twee nieuwe wetten in de steigers die consequenties hebben voor de gemeentelijke financieringen. Het gaat hier om schatkistbankieren en de Wet HOF. Zodra de twee wetten definitief zijn vastgesteld, wordt het treasurystatuut hierop aangepast. 3.1 Schatkistbankieren Het schatkistbankieren wordt naar alle waarschijnlijkheid per 1 januari 2014 ingevoerd. Schatkistbankieren houdt in dat publieke instellingen al hun liquide middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën. Ze doen dat in de vorm van een rekening-courant, zoals bij een bank. De bedoeling van het Rijk is dat aan het einde van elke dag alle saldi van de gemeentelijke bankrekeningen naar een rekening courant bij het Rijk worden overgemaakt. Zowel de rentevergoeding voor tegoeden als rood staan is gelijk aan de interbancaire daggeldrente (EONIA). De volgende morgen worden de tegoeden weer terug naar de betaalrekeningen van de gemeenten overgemaakt.
132
Motivatie van het Rijk voor het verplichte schatkistbankieren is de optische verbetering van de EMU-schuld van Nederland. Onderlinge schulden hoeven in die definitie voor de overheidsschuld niet te worden meegeteld. Schulden van lagere overheden tellen nu wel mee in de staatsschuld, maar tegoeden niet. Ook lopen lagere overheden geen risico met uitgezette gelden (bijvoorbeeld de Ice Save affaire). 3.2 Wet HOF Het doel van de Wet HOF is om ervoor te zorgen dat Nederland voldoet aan de EMU norm van max. 3% tekort op de begroting. Deze wet kan grote gevolgen hebben voor de gemeentefinanciën. Eenvoudig gezegd komt het erop neer dat een gemeente niet meer geld mag uitgeven dan er binnenkomt. Het gaat daarbij om de daadwerkelijke geldstromen. De wet HOF heeft vooral gevolgen voor geplande investeringen. Voor jaarlijkse vaste lasten zoals salarissen en subsidies heeft de wet HOF geen gevolg. Deze uitgaven zijn ook al in de begroting verwerkt. Wat de exacte gevolgen bij inwerkingtreding van de wet voor de gemeente Haaksbergen zijn, staat nog niet vast. Veel hangt af van de mogelijkheden die de definitieve wet gemeenten biedt om invulling te geven aan de uitvoering. Zodra de wet definitief is vastgesteld wordt u hierover geïnformeerd. 4. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de grens aan voor de korte financiering. Een korte financiering is een lening met een looptijd korter dan één jaar. Deze kortlopende leningen worden kasgeldleningen genoemd. Aangezien de te betalen rente op deze kasgeldleningen momenteel zeer laag is, wordt er getracht om maximaal kort te lenen. De rente op een kasgeldlening ligt momenteel onder de 0,5%. De wet Fido stelt wel een grens aan het bedrag dat een gemeente op deze wijze mag financieren. De kasgeldlimiet wordt berekend in een bedrag ter grootte van een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Voor 2014 komt dit uit op ongeveer € 3,8 mln. Voor 2014 tot en met 2017 ontwikkelt de norm zich als volgt: Berekening kasgeldlimiet (x €1.000) 1. Begrotingstotaal (grondslag van berekening kasgeldlimiet) 2. Vastgesteld percentage 3. Kasgeldlimiet (1. x 2.)
2014 44.281 8,5% 3.764
2015 42.076 8,5% 3.576
2016 42.393 8,5% 3.603
2017 42.424 8,5% 3.606
Naar verwachting neemt de limiet weer toe in toekomstige jaren als de decentralisaties van Jeugdzorg en AWBZ worden doorgevoerd. Het begrotingstotaal stijgt dan door de overheveling van rijksmiddelen naar de gemeente. Momenteel is de verdeling van de middelen nog niet bekend. Daarom is de stijging niet opgenomen in de bovenstaande tabel. Met behulp van een liquiditeitenprognose monitoren we of we binnen de kasgeldlimiet blijven. De kasgeldlimiet mag twee achtereenvolgende kwartalen worden overschreden. In het daaropvolgende kwartaal moet de gemeente weer binnen de limiet uitkomen. Dit betekent dat dan kortlopende schulden moeten worden omgezet naar langlopende leningen, zodat binnen de kasgeldlimiet gebleven wordt.
133
5. Renterisiconorm We mogen niet meer dan 20% van ons begrotingstotaal in één jaar oversluiten naar een nieuw rentepercentage. Hierbij gaat het om een herfinanciering van bestaande leningen en niet om nieuwe leningen. Naar verwachting blijft de gemeente binnen de grenzen van de renterisiconorm. Ontwikkeling renterisiconorm en de ruimte in beeld: Berekening renterisiconorm (x €1.000) 1. Begrotingstotaal 2. Vastgesteld percentage 3. Renterisiconorm (1. x 2.) 4. Herfinanciering bestaande leningen 5. Ruimte onder renterisiconorm (3.-4.)
2014 44.281 20% 8.856 5.000 3.856
2015 2016 2017 42.076 42.393 42.424 20% 20% 20% 8.415 8.479 8.485 6.500 6.000 3.500 1.915 2.479 4.985
Uit de tabel blijkt dat in de komende jaren op basis van de huidige beschikbare gegevens, inclusief de verwachte nieuw aan te trekken financiering, aan de renterisiconorm wordt voldaan. Bij het aantrekken van nieuwe leningen wordt rekening gehouden met de spreiding van looptijden in de bestaande leningenportefeuille, zodat de renterisiconorm ook in komende jaren niet wordt overschreden. 6. Gemeentefinanciering Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten wordt de gemeente als één geheel beschouwd. Dat houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven betrokken worden. Door deze "totaalfinanciering" worden de rentekosten geminimaliseerd. Leningen worden op de meest optimale momenten aangetrokken, rekening houdend met de gemeentelijke rentevisie, de Wet Fido, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De gemeente Haaksbergen rekent in 2014 met een rentevoet van 3,25%. Bij het vaststellen van de Nota reserves en voorzieningen op 30 mei 2012 hebben we gekozen voor een systematiek waarbij we geen rente aan de reserves toevoegen. Ook wordt de bespaarde rente over de reserves niet apart berekend. We ramen uitsluitend de werkelijk te betalen rente voor kort- en langlopende leningen. We zijn dit ook niet verplicht, we volgen de mogelijkheden die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) ons biedt. Omdat we de bespaarde rente niet apart in de begroting opnemen zetten we deze ook niet als incidenteel of structureel dekkingsmiddel in. Bij een omvangrijke reservepositie kan deze werkwijze er wel toe leiden dat de rentetoerekening aan de producten kunstmatig laag is, maar gelet op de omvang van ons eigen vermogen is dit effect te verwaarlozen. Vanaf 2013 belasten we ook de grondexploitatie en de producten afval en riolering met de rentevoet van de algemene dienst. De achterliggende gedachte is dat het onder de huidige economische omstandigheden niet verantwoord wordt geacht om de “algemene dienst” te bevoordelen of benadelen door het doorbelasten van een afwijkend rentepercentage aan de grondexploitatie. Volgens onze liquiditeitenprognose hebben we in 2014 een financieringstekort van € 5 miljoen. Hier wordt een nieuwe langlopende geldlening voor afgesloten. In de begroting zijn we ervan uitgegaan dat we deze lening tegen een percentage van 2,5% kunnen afsluiten.
134
Er zal in 2014 voor een bedrag van € 8,8 miljoen worden afgelost op langlopende leningen. Per saldo zal het totaal aan langlopende leningen dus afnemen met € 3,8 miljoen euro. De kortlopende pieken in de financieringsbehoefte worden zoveel mogelijk opgevangen met kasgeldleningen. De rente kosten voor kasgeldleningen zijn begroot op gemiddeld 0,5%. 7. Rentevisie Vanwege de slechte economische vooruitzichten staat de rente historisch gezien op een laag niveau. De banken verwachten weliswaar het komende jaar een licht opwaartse beweging van de lange rente, maar deze is bescheiden. De markt verwacht dat de lage renteniveaus voorlopig nog wel even aan zullen houden. Momenteel bedraagt de 10-jarige rente ongeveer 3%. Per eind 2014 verwacht de markt dat de lange rente gaat stijgen naar een niveau van 3,5%. De korte rente blijft onverminderd laag. Voor eind 2014 wordt een niveau verwacht van 0,5% à 0,6%. De 3-maands rente bedraagt momenteel 0,25%. Voor eind 2014 voorspellen de renteanalisten een stijging van de korte rente naar een niveau van (slechts) 0,4%. 8. Gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid ten aanzien van financieringen is voor een belangrijk deel vastgelegd in het treasurystatuut. Dit statuut schept een formeel kader, waarbinnen de financierings- en beleggingsactiviteiten van de gemeente plaatsvinden. De gemeente Haaksbergen heeft geen beleggingen of derivaten uitstaan. Eventuele tijdelijke overschotten worden ingezet om leningen mee af te lossen. Met behulp van liquiditeitsprognoses, de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt en de grote diversiteit in lening producten wordt continu geprobeerd om een optimaal resultaat te behalen tegen een verantwoord risico. Het opstellen van een liquiditeitsplanning heeft de volgende doelstellingen: vaststellen van de financieringsbehoefte om vervolgens de benodigde gelden aan te rekken tegen zo laag mogelijke kosten, gegeven het risicoprofiel zoals omschreven in het treasurystatuut; tijdig een inschatting kunnen maken of we nog binnen de kasgeldlimiet blijven. 9. Ontwikkeling leningenportefeuille Verwachte stand per 01-01-2014: Aangetrokken leningen € 81.072.000 Verstrekte leningen € 16.916.000 Van de 81 mln. aan aangetrokken leningen is 16,9 mln. doorgesluisd (bijvoorbeeld aan woningbouwverenigingen) 10. Aandelen van de gemeente Haaksbergen De gemeente Haaksbergen heeft aandelen in bezit. Het betreft uitsluitend aandelen van nutsbedrijven. Aandelen van nutsbedrijven zijn uit hoofde van de publieke taak aangetrokken. De marktwaarde van deze aandelen is op dit moment vele malen hoger dan de aankoopwaarde. De aandelen zijn tegen de aankoopprijs gewaardeerd, in overeenstemming met de BBV. De geschatte marktwaarde blijft een voorzichtige inschatting, aangezien de aandelen (nu nog) niet verhandelbaar zijn. Momenteel komt steeds vaker de vraag aan de orde of- en in welke mate het aanhouden van aandelen in
135
nutsbedrijven het algemeen belang nog dienen. Zodra de gemeente een mogelijkheid heeft om aandelen te kunnen verzilveren wordt de gemeenteraad geïnformeerd. Attero (Afvalbedrijf Essent) Mogelijk kunnen binnenkort de aandelen van Attero worden verkocht. Er is inmiddels een eerste oriënterende verkenning van de belangstelling in de markt geweest. Diverse partijen hebben daarbij hun interesse kenbaar gemaakt. Indien de aandelen daadwerkelijk kunnen worden verkocht levert dat een boekwinst op. Die wordt grof ingeschat op € 250.000,-. Zodra er meer concrete informatie beschikbaar is zal de raad worden geïnformeerd. Waarde aandelen In de onderstaande tabel zijn de aankoopwaarde en de geschatte marktwaarde van onze aandelen weergegeven. De geschatte marktwaarde is het totale eigen vermogen van een bedrijf / het totaal aantal uitstaande aandelen * het aantal aandelen dat de gemeente Haaksbergen bezit. Bij een eventuele verkoop zal de opbrengst waarschijnlijk hoger zijn. Aankoopwaarde geschatte marktwaarde BNG € 81.585 € 1.700.000 Vitens (WOG) € 4.084 € 1.100.000 Twence € 0 € 4.442.000* Crematoria Twente € 0 € 300.000 Attero (Afvalbedrijf Essent) € 0 € 250.000 Netwerkbedrijf € 4.043 € pm * In overleg met Twence is de geschatte marktwaarde van de aandelen berekend op basis van het ‘zichtbare eigen vermogen’ (intrinsieke waarde).
136
7.5. Paragraaf Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op de organisatieontwikkeling en personeelsbeleid, het KwaliteitsOntwikkelingsProject, samenwerking en informatisering en automatisering. Organisatieontwikkeling en personeelsbeleid Per 1 november 2012 kennen we een structuur met zes afdelingen. Op een aantal fronten is de intentie uitgesproken te gaan samenwerken met andere gemeenten op taken waar Haaksbergen geen kerngemeente wil zijn. Daarmee is een eerste aanzet gerealiseerd om te komen tot een compact ambtelijk apparaat. In 2014 zal deze lijn verder vervolgd worden. Met de omzetting van de aanstelling van de medewerkers naar een aanstelling in algemene dienst is een duidelijk signaal afgegeven dat medewerkers allereerst werkzaam zijn voor de gemeente Haaksbergen. Daarbinnen krijgen ze een taak/functie opgedragen. De aanstelling blijft, de taak/functie kan wijzigen indien omstandigheden daarom vragen. Op die manier kan een medewerker aansluitend bij zijn/haar competenties en ervaring ingezet worden over de grenzen van de organisatie(onderdelen) heen zonder dat daar een nieuwe aanstelling voor vereist is. Door standaardisatie van de werkprocessen moet het aantal fouten verder afnemen, stijgt de efficiency en zijn er minder kosten. Voor de brutolonen geldt een nullijn. Het P&O beleid wordt verder vormgegeven door een goed en stevig fundament dat alle toekomstige ontwikkelingen aan kan. KwaliteitsOntwikkelingsProject (KOP) Het KOP is opgezet om er voor te zorgen dat er een verbeterslag in de bedrijfsvoering plaatsvindt. Dit project loopt dwars door de gemeentelijke organisatie heen, zodat we overall meer grip krijgen op de financiën en de organisatie. Samenwerking Samenwerking met andere gemeenten kan er toe leiden dat we zaken efficiënter en mogelijk goedkoper kunnen organiseren. Vermindering van kwetsbaarheid en op z’n minst het behoud van kwaliteit zijn belangrijke argumenten om voor samenwerking te kiezen. Met Hof van Twente is op college-niveau een convenant afgesloten om allerlei vormen van ambtelijke samenwerking te verkennen. Informatisering en automatisering Samenwerking Met Hof van Twente en Hengelo vinden verkennende gesprekken plaats over samenwerking op het gebied van ICT. Dit kan voor de komende jaren de nodige gevolgen met zich mee brengen. Het kan gaan om samenwerking of zelfs outsourcing van ICT bij een andere gemeente. De financiële consequenties van deze keuze zijn niet op voorhand te voorzien en worden separaat in een totaalvoorstel aan de raad voorgelegd.
137
Visie en beleid Haaksbergen wordt geconfronteerd met landelijke ontwikkelingen zoals de decentralisaties, de invoering RUD Twente en de elektronische dienstverlening voor burgers en bedrijven (iNUP). Deze hebben een omvang en complexiteit, die we als eenling op I&A-gebied niet kunnen faciliteren. Daarnaast neemt de complexiteit van de automatisering almaar toe. Door samen te werken op I&A-gebied kunnen we de informatievoorziening efficiënter en effectiever organiseren met een betere kwaliteit. Daarbij wordt de kwetsbaarheid verminderd door samenvoeging van expertise en kunnen we op termijn invoering van een platform voor klant- en zaakgerichte dienstverlening aanbevelen. We kunnen echter pas goed een ICT-visie uitwerken als de lijnen in de gemeentelijke samenwerking goed zijn uitgezet. De keuzes die hier worden gemaakt zijn bepalend voor het daarna te ontwikkelen automatiserings- en informatiseringsbeleid. Basisinfrastructuur en wettelijke verplichtingen Zolang er geen sprake is van besluitvorming over de aard en omvang van ICTsamenwerking voeren we een terughoudend ICT-investeringsregime. Daar waar de continuïteit van dienstverlening en bedrijfsvoering in het geding is, houden we de ICTvoorzieningen op orde. Daarnaast geven we opvolging aan wettelijke verplichtingen dan wel afspraken binnen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (iNUP). Zo wordt in een regionaal samenwerkingsverband de basisregistratie Grootschalige Topografie geïmplementeerd. Informatiebeveiliging De toenemende digitalisering heeft als gevolg dat de mate van afhankelijkheid van ICT groter wordt. Dat houdt in dat de kwetsbaarheid toeneemt. Hiermee neemt het belang van informatiebeveiliging toe. Ook de rijksoverheid stelt strengere eisen aan het niveau van informatiebeveiliging. Dat betekent dat er wordt gewerkt aan ICT-beveiligingsassessments in het kader van DigiD en BAG.
138
7.6. Paragraaf Verbonden Partijen Inleiding Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente Haaksbergen een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een partij waaraan alleen een financieel risico kleeft, zoals bijvoorbeeld een door de gemeente gesubsidieerde instelling, valt hier niet onder. Datzelfde geldt voor leningen en garantstellingen. Daar haalt de gemeente juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Onderstaand een overzicht van de verbonden partijen, welke rechtsvorm, zeggenschap, het openbare belang of doel dat er mee is gemoeid. Ook vermeld het overzicht het financieel belang: welke bijdrage wordt begroot voor 2014 en soms waarop de begrote bijdrage is gebaseerd. De verbonden partijen komen in de programmabegroting op verschillende en soms meerdere beleidsvelden voor. De uitgebreide beleidsontwikkelingen zijn in de diverse programma’s opgenomen. Ontwikkelingen indien voor deze paragraaf relevant zijn opgenomen. De uitgaven die door de diverse partijen worden gedaan, natuurlijk met instemming van de (algemeen) besturen voor de deelnemende gemeenten, zijn zogenaamde verplichte uitgaven.
Verbonden partij
Vorm/zeggenschap
Regio Twente Enschede
Gemeenschappelijke Regeling van de 14 Twentse gemeenten.
Relevante ontwikkelingen
Euregio Enschede/Gronau
Openbaar belang/doel
Financieel belang
Met de Twentse gemeenten het behartigen Jaarlijkse bijdrage is van de belangen op het gebied van inwoner gerelateerd. volksgezondheid, milieu en Bijdrage voor afvalverwerking, verkeer- en vervoer, jeugdgezondheidzorg _________________ ruimtelijke ontwikkeling, afhankelijk van aantal sociaaleconomische ontwikkeling, jeugdigen. Lid + plv lid AB recreatie en toerisme, (1 raad + 1 college) grensoverschrijdende samenwerking, Totale begrote bijdrage volkshuisvesting en arbeidsvoorziening € 830.854 De Wgr+ wordt definitief per 1 januari 2015 afgeschaft. De gevolgen voor de BDU-uitkering mobiliteit zijn nog niet geheel duidelijk. Binnen de Regio Twente wordt in het kader van heroriëntatie op samenwerking in relatie met opgelegde bezuinigingen een brede discussie gevoerd. Gevolg van in 2013 ingezet proces. In voorjaar 2014 zal er meer duidelijk zijn. Gemeenschappelijke Het stimuleren, ondersteunen en Jaarlijkse bijdrage is regeling met 104 coördineren van regionale inwoner gerelateerd. Duitse en 26 grensoverschrijdende samenwerking van Nederlandse haar leden. gemeenten _________________ Begrote bijdrage € 0,35 per inwoner = € 8.558 Lid DB
Relevante ontwikkelingen
------
Hameland
Gemeenschappelijke
Uitvoeren van de Wet Sociale
Jaarlijkse bijdrage
139
Verbonden partij
Vorm/zeggenschap
Openbaar belang/doel
Financieel belang
Lichtenvoorde
Regeling van 5 gemeenten
werkvoorziening door het beheer van een werkverband voor wsw-geïndiceerden
afhankelijk van aantal bij Hameland werkzame wswgeïndiceerden.
Totale begrote bijdrage: € € 3.140.000
_________________
Relevante ontwikkelingen
Groot Scholtenhagen Haaksbergen
Relevante ontwikkelingen
Openbaar Lichaam Crematoria Twente / Crematoria Twente-Oost Nederland BV Enschede
Lid DB Lid AB + plv De nieuwe koers van Hameland is vastgelegd in de notitie ‘Hameland in transitie’. Hierbij worden drie uitgangspunten gehanteerd: 1. Iedereen aan de slag: 2. Zo regulier mogelijk werken: 3. Passend werk. Er zijn kansen voor Hameland zelf om zich te positioneren als organisatie die gespecialiseerd is in het naar werk begeleiden van mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Eventuele nieuwe taken die in het kader van de Participatiewet door Hameland worden uitgevoerd, vallen niet ‘onder de vlag’ van de gemeenschappelijke regeling. Voor de uitvoering van taken op het gebied van de Participatiewet zullen wellicht nieuwe organisatorische entiteiten ontstaan. Hoe het een en ander vorm zal krijgen is nog niet te zeggen. Dit is mede afhankelijk van de behoefte van de gemeenten, kwalitatieve doorontwikkeling van onderdelen van Hameland, de uiteindelijke inhoud van de Participatiewet en het al dan niet inspelen van private partijen op de ‘markt’ die ontstaat door de inwerkingtreding van de Participatiewet en de uitvoering van de dagbesteding, de persoonlijke verzorging en de jeugdzorg. Stichting Sport en Recreatiepark Groot Begrote bijdrage 2014 € 275.500 Scholtenhagen is ontstaan dankzij een schenking door textielfabrikant Jordaan van een gedeelte van zijn grondbezit aan de gemeenschap van Haaksbergen. Het dient bij te dragen aan de mogelijkheden tot ontspanning en recreatie voor de bevolking van Haaksbergen. De Stichting Groot Scholtenhagen is onder meer verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van sportvelden, fiets- en _________________ wandelpaden en een aantal monumenten. De Stichting draagt op deze wijze bij aan Collegelid is de realisatie van beleidsdoelen op voorzitter verschillende beleidsterreinen zoals sport, kunst en cultuur en recreatie en toerisme. De ambtelijke secretariële ondersteuning van het bestuur en de dagelijkse personele aansturing van het personeel, dat in dienst is van de stichting wordt beëindigd. Voortaan voert het bestuur van de stichting dit zelf uit. Gemeenschappelijke regeling van 13 gemeenten met een Besloten Vennootschap als onderdeel. _________________
Gemeenschappelijke regeling, met openbaar lichaam gevestigd te Enschede. In stand houden en exploiteren van crematoria (Enschede en Almelo).
Jaarlijks uit te keren dividend naar rato van aantal crematies van ingezetenen.
In verband met goede resultaten is aparte BV opgericht om dividenduitkering mogelijk te maken.
Lid AB Relevante ontwikkelingen
In 2012 heeft algemeen bestuur een strategische meerjarenplanning vastgesteld. Ten gevolge van diverse investeringen zal het bedrijfsresultaat vanaf 2015 afnemen maar zich daarna geleidelijk herstellen. Bij de begroting 2014 van het Openbaar Lichaam zal een actueel meerjarenperspectief worden toegevoegd waarin de effecten van de gekozen strategie verwerkt zijn .
Gemeentelijk
Gemeenschappelijke
Heffen en invorderen van gemeentelijke
Bijdrage naar rato van de
140
Verbonden partij
Vorm/zeggenschap
Openbaar belang/doel
Financieel belang
Belastingkantoor Hengelo
regeling met Hengelo, Enschede, Borne, Losser, Almelo en Oldenzaal _________________ 1 bestuurder lid algemeen bestuur
belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken.
kosten. Voor nietstandaarddiensten wordt extra betaald.
Lidmaatschap dagelijks bestuur (positie delen met Borne, Oldenzaal en Losser). Relevante ontwikkelingen
----
Regionale Uitvoeringsdienst Twente Hengelo
Netwerkorganisatie gebaseerd op een Bestuursovereenkomst _________________ Lidmaatschap bestuur
Begrote bijdrage: € 424.000
In een netwerkorganisatie uitvoeren van door het rijk verplicht gestelde bovenlokale basistaken op gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving op milieu gerelateerde uitvoeringstaken. Wettelijke basis is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Jaarlijkse bijdrage gebaseerd op 50 % naar gelijke delen en 50 % naar inwoner aantal.
Begrote bijdrage: € 32.000
Relevante ontwikkelingen
Kwaliteitscriteria zullen per 1 januari 2015 van toepassing worden op alle WABO taken. Om aan deze kwaliteitscriteria te kunnen voldoen zijn investeringen in personeel, ICT en inhuur van kennis en diensten noodzakelijk.
Stadsbank Oost Nederland Enschede
Gemeenschappelijke regeling met 21 andere gemeenten
_________________ Lid AB Relevante ontwikkelingen
Veiligheidsregio Twente Enschede
Op maatschappelijk en zakelijk verantwoorde wijze voorzien in behoefte van geldkredieten, regelen van schulden van personen die in financiële moeilijkheden zijn geraakt, budgetbeheer voeren en voorlichting en advisering over al deze aangelegenheden. Daarnaast bewindvoeringswerkzaamheden op basis van Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.
Jaarlijkse bijdrage is naar rato van afname van producten voor ingezetenen. Begrote bijdrage: € 118.736-
In 2013 is gebleken, dat er bij de Stadsbank problemen zijn in de personele sfeer. Het positieve saldo uit de Rekening 2012 van de Stadsbank is reeds toegevoegd aan bestemmingsreserve ‘Frictiekosten organisatie’ voor het treffen van diverse noodzakelijke organisatorische maatregelen Het is nog niet bekend of er nog extra kosten komen voor eventuele extra organisatorische maatregelen. Momenteel is een interim manager bij de Stadsbank aangesteld. Gemeenschappelijke Wet Veiligheidsregio, Wet geneeskundige Jaarlijkse bijdrage is regeling hulpverlening en Wet rampen en zware inwoner gerelateerd. ongevallen schrijven deze gemeenschappelijke regeling voor. _________________ Doel: bereiken van een adequaat veiligheidsniveau voor de bevolking. Begrote bijdrage: Burgemeester is Per 1-1-2013: volledige Regionalisering € 1.339.428 lid AB van brandweerzorg.
141
Verbonden partij
Vorm/zeggenschap
Relevante ontwikkelingen
Veiligheidsregio Twente richt zich op de kwaliteitseisen die de Wet op de Veiligheidsregio’s stelt. Daarnaast spelen diverse landelijke ontwikkelingen zoals de discussie over de toekomst van de meldkamer, de gevolgen voor de VRT van één nationale politie en de organisatie van het gemeentelijke aandeel bij crises. Besloten Deelnemende gemeenten (Regio Twente De gemeente bezit 32.021 Vennootschap als gemeenten) en Berkelland, Attero en aandelen = 3,2 % van het onderdeel van een Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen totaal. holding voeren actief aandeelhouderschap. Duurzame en betaalbare verwerking van afval, door een optimale terugwinning van grondstoffen en energie uit afval, samenwerking op gebied van innovatief afvalbeleid en duurzaamheid. Beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en verlening van diensten op gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en _________________ verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval; het produceren en leveren Aandeelhouderschap van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen. Twence richt zich op de uitvoering van de volgende beleidsmaatregelen: continueren en versterken van duurzame verwerking van afval, daarmee ondersteunt Twence de aandeelhouders bij hun afval- en duurzaamheidsbeleid operational excellence: realiseren en continu verbeteren van een efficiënte bedrijfsvoering. Doel ‘Best in class’ zijn in de terugwinning van grondstoffen uit afvalstromen en de productie van duurzame energie samenwerken met partners in de grondstoffen-, energie- en afvalketen om de ketens te sluiten en geheel te optimaliseren
Twence Holding BV Enschede
Relevante ontwikkelingen
Openbaar belang/doel
Financieel belang
innoveren op het terrein van grondstoffen, energie en afvalverwerking in technische en
De Overijsselse Ombudsman (OO) Zwolle
organisatorische zin Stichting
De OO richt zich op de behandeling van klachten over gedragingen van bestuursorganen van aangesloten overheidsinstanties, als de interne klachtenprocedure niet tot tevredenheid van klager heeft geleid.
Jaarlijkse bijdrage (2014): €0,10 per inwoner naar rato van het aantal klachtenbehandelingen. De OO hanteert de volgende tarieven: o € 1.500 (uitgebreide behandeling) o € 200 (bemiddeling en verkorte behandeling) maximaal het bedrag dat de gemeente aan de Nationale ombudsman (NO) verschuldigd zou zijn geweest: (2012) € 0,1898 per inwoner. De bijdrage voor 2014 is berekend op € 2500
Relevante ontwikkelingen
----
Dataland Gouda
Besloten Vennootschap / Stichting
De missie van DataLand is het realiseren van een landelijke voorziening die leidt tot het breed toegankelijk en beschikbaar maken van gebouwengegevens uit het informatiedomein van de gemeenten voor
De gemeente bezit 10.870 certificaten ad € 0,10 per stuk. Totaalbedrag € 1.087. De gemeente ontvangt voor
142
Verbonden partij
Vorm/zeggenschap
Openbaar belang/doel
Financieel belang
de publieke en private markt.
haar inspanningen een jaarlijkse vergoeding van DataLand ter hoogte van 20% van de behaalde omzet m.b.t. de door de gemeente aan DataLand geleverde gegevens die DataLand aan afnemers heeft geleverd.
De drinkwatervoorziening is basisvoorziening en Vitens moet zorg dragen voor de juiste kwantiteit en kwaliteit van drinkwater.
De gemeente bezit 24.035 aandelen, = 0,48% van het totaal.
Enexis is netwerkbeheerder in sectoren energie, kabel. Het belang van deelneming is behartigen van publieke belang van een betrouwbare en continue transport van nutsvoorziening tegen de laagst mogelijke prijs. Partijen: 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
De gemeente bezit 32.331 aandelen = 0,022% van het totaal
Voormalige Essent Milieu Holding NV treedt op als houdstermaatschappij van Essent Milieu BV. Attero is werkzaam op gebied van afvalverwijdering en – verwerking, recycling/verwerking en geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. Partijen: 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Deze BV is in het leven geroepen om de aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. De lening is ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributie-netwerken van Essent. Partijen: 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
De gemeente bezit 32.331 aandelen = 0,022 % van het totaal
Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V.. Partijen: 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
De gemeente bezit 32.331 aandelen = 0,022 % van het totaal
In het kader van de transactie met RWE is een eventueel te verwachten claim in verband met de afwikkeling van de Cross Border Leases (CBL) en belastingclaims door Essent N.V. hierin
De gemeente bezit 32.331 aandelen = 0,022 % van het totaal
_________________ Aandeelhouderschap Waterbedrijf Vitens NV Utrecht
Naamloze Vennootschap _________________ Aandeelhouderschap
Enexis NV Voorheen: Essent (deels) ‘s- Hertogenbosch
Naamloze Vennootschap
_________________ Aandeelhouderschap Attero NV Voorheen: Essent (deels) Zwolle
Naamloze vennootschap
_________________ Aandeelhouderschap Vordering op Enexis BV ‘s- Hertogenbosch
Besloten VennootSchappen
Aandeelhouderschap
Verkoop Vennootschap BV ‘s- Hertogenbosch
CBL Vennootschap BV ‘s- Hertogenbosch
Besloten VennootSchappen
Aandeelhouderschap Besloten VennootSchappen
De gemeente bezit 32.331 aandelen = 0,022 % van het totaal
143
Verbonden partij
Publiek Belang ElectriciteitsProductie BV
Vorm/zeggenschap
Aandeelhouderschap Besloten VennootSchappen
‘s- Hertogenbosch _________________ Aandeelhouderschap
Extra Zekerheid Vennootschap BV
Essent substainability Dev/Stichting Duurzaamheid
Besloten VennootSchappen
Aandeelhouderschap Besloten VennootSchappen / Stichting
Aandeelhouderschap Bank Nederlandse Gemeenten ‘s-Gravenhage
Naamloze Vennootschap
_________________ Aandeelhouderschap
Openbaar belang/doel
Financieel belang
ondergebracht. Partijen: 6 provinciale- en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Hier is het aandeel van 50% van Essent N.V. in de NV Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) opgenomen. EPZ is onder meer eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Dit naar aanleiding van de uitspraak van de rechter dat dit aandeel (voorlopig) niet mocht worden verkocht aan RWE. Partijen: 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V..
De gemeente bezit 32.331 aandelen = 0,022 % van het totaal
Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V.. Bank van en voor overheden en instellingen die maatschappelijk belang behartigen. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Klanten van de BNG zijn overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en nut.
De gemeente bezit 35.958 aandelen = 0,065% van het totaal.
144
7.7. Paragraaf Grondbeleid GRONDBELEID Onder het programma Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen is de visie weergegeven. De Nota Grondbeleid 2012 is in relatie tot die visie nog steeds actueel en geeft de beleidskeuzes van onder andere: actief en faciliterend grondbeleid; het gebruik van verschillende samenwerkingsvormen; minnelijke grondverwerving; het gebruik van de Wet voorkeursrecht gemeenten; het gebruik van de Onteigeningswet; het financieel kader van de grondexploitaties. TUSSENACTUALISATIE GRONDEXPLOITATIES 2013 Ten tijde van de totstandkoming van de begroting 2014 hebben wij ook de grondexploitaties tussentijds geactualiseerd. Voor een toelichting per grondexploitatie verwijzen wij naar het afzonderlijke raadsvoorstel. De grondexploitaties zijn jaar overschrijdend en over de looptijd van de grondexploitaties leiden de daarin geboekte en nog te realiseren kosten en opbrengsten tot een bepaald verwacht eindresultaat. De in een bepaald jaar in de grondexploitatie geraamde kosten en opbrengsten worden niet in de begroting meegenomen. Vanuit de grondexploitaties zijn er voor de begroting 2014 in principe meerdere factoren van invloed, maar niet allemaal aan de orde. Wel van invloed en ook aan de orde: - De aan de grondexploitaties toe te rekenen interne uren (in de programmabegroting komt dit terug onder de noemer “nog te realiseren omzet”). Gezien de activiteiten binnen de grondexploitaties in 2014 is er in dat jaar 3048 uur geraamd voor interne uren. - Rentelasten, welke niet ten laste gebracht kunnen worden aan de grondexploitatie. Dit betreft de Wissinkbrink. Een ontbinding van de intentieovereenkomst wordt niet voorzien in 2013 en daarom kunnen de gronden nog niet in ontwikkeling genomen worden. Dit betekent dat vooralsnog de gronden gewaardeerd blijven naar de huidige bestemming. Met het bijschrijven van rente zou de boekwaarde boven die waarde uitkomen. Wel van invloed, maar niet aan de orde: - Verwachte bijstelling of instelling van de verliesvoorziening; op basis van de tussenactualisaties 2013 is het perspectief voor Frankenhuis dat de verliesvoorziening gelijk blijft dan wel naar beneden bijgesteld kan worden. De eventuele bijstelling zal dan plaatsvinden bij de rekening 2013. Vooralsnog voorzien wij geen wijziging van de verliesvoorziening bij het Marktplan. Bij het opstellen van de rekening 2013 kunnen wij meer zeggen over de aan te houden verkoopopbrengsten in relatie tot de boekwaarde van de gronden. De overige grondexploitaties laten op dit moment geen tekorten zien. - Winstneming en tussentijdse winstneming; op voorhand worden hiervoor geen bedragen in de begroting opgenomen. Er is één moment van het presenteren van de (tussentijdse) winstneming en dat is bij het daadwerkelijk realiseren ervan en verwerking in de jaarrekening. - De waardering van de grondvoorraad: de marktwaarde van de grond in relatie tot de boekwaarde van de grond en eventueel afboeken; de tussenactualisatie 2013 geeft hiertoe geen aanleiding.
145
MEERJARENPERSPECTIEF Het meerjarenperspectief is gebaseerd op de tussenactualisatie 2013 van de grondexploitaties. Koppeling van alle grondexploitaties geeft het volgende boekwaardeverloop, waarbij deze terug loopt van € 11,1 miljoen kapitaalschuld per 1 januari 2012 naar € 0,5 miljoen kapitaalbezit per 31 december 2017. De opbrengstenpiek in 2014 wordt veroorzaakt door de grondexploitatie Wissinkbrink, waarbij in het rekenmodel in 2014 een opbrengst van alle gronden tegen boekwaarde is opgenomen en deze grondexploitatie op nul sluit.
Onderstaande tabellen geven een overzicht van de verwachte eindresultaten op eindwaarde per grondexploitatie en de verdeling naar winst- en verliesgevende grondexploitaties. Meerjarenperspectief
2012
Kosten Rente Opbrengsten Boekwaarde
-11.079.419
2013
2014
2015
2016
2017
-2.820.410
-1.813.718
-2.696.221
-958.929
-1.026.137
-215.732
-275.253
-197.493
-113.182
-22.009
1.232.479
9.364.543
4.679.209
3.309.709
3.144.875
-12.883.082
-5.607.510
-3.822.016
-1.584.418
512.312
146
MEERJARENPERSPECTIEF GRONDEXPLOITATIE
datum afsluiting
resultaat op eindwaarde
grondexploitatie
voorziening 1-1-2013
Marktplan
538.650-
31-12-2016
Voormalige gemeentewerf
377.137
31-12-2014
Frankenhuis
1.104.539-
31-12-2015
Wissinkbrink
0-
31-12-2014
-
305.636
31-12-2015
-
De Veldmaat Bedrijventerrein Stepelerveld fase 1
473.0901.148.204-
1.380.907
31-12-2017
-
Buurse Zuid
48.896
31-12-2017
-
Vregelinkshoek
29.508
31-12-2015
-
Hassinkbrink Kantoren
13.415
31-12-2016
-
Totaal
512.312
Meerjarenperspectief
2012
Kosten
2013
2014
2015
2016
2017
-2.820.410
-1.813.718
-2.696.221
-958.929
-1.026.137
Rente Opbrengsten Boekwaarde
-11.079.419
1.621.294-
-215.732
-275.253
-197.493
-113.182
-22.009
1.232.479
9.364.543
4.679.209
3.309.709
3.144.875
-12.883.082
-5.607.510
-3.822.016
-1.584.418
512.312
verwachte winstneming ultimo 2013
-
ultimo 2014
377.137
ultimo 2015
335.144
ultimo 2016
13.415
ultimo 2017
1.429.804
ultimo 2018
2.155.500
verdeling winst-/verliesgevende exploitaties sluitende exploitaties
0-
winstgevende exploitaties
2.155.500
verliesgevende exploitaties
1.643.188-
totaal
512.312
RISICOPARAGRAAF Volgens de risico-inventarisatie bij de tussenactualisatie 2013 van de grondexploitaties is het beslag op het weerstandsvermogen nihil. Alle grondexploitaties zijn nagelopen op de risico’s bij de volgende thema’s: verwerving, schadeloosstellingen, bestemmingsplan, uitvoering civieltechnische werkzaamheden, plankosten en verkoop/afzetbaarheid. Voor de inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de tussenactualisatie 2013. Bij de kwalitatief en kwantitatief in beeld gebrachte grondexploitatierisico’s is in kaart gebracht welke maatregelen genomen kunnen worden om deze op te vangen. Binnen de grondexploitaties kan dit door het benutten van de post “onvoorzien”. In de grondexploitaties zijn ramingen voor een sluitende dan wel positief eindresultaat opgenomen. In het laatste geval kan dit leiden tot een (tussentijdse) winstneming. Een onderdeel van de grondexploitatierisico’s is dat het geraamde positieve resultaat afneemt of verdampt. Verwachte winstnemingen worden niet in de programmabegroting opgenomen. Een lagere winstneming dan voorzien heeft dus geen gevolgen voor de begroting. Ten aanzien van de grondwaardering hebben de noodzakelijke afboekingen inmiddels al plaatsgevonden. Bij het opmaken van de rekening 2013 wordt hier opnieuw op getoetst.
147
8. Financiële toelichting
148
8.1. Totaaloverzicht lasten en baten per deelprogramma Programmaoverzicht De totale baten en lasten per programma voor de jaren 2014 tot en met 2017 zien er als volgt uit: Omschrijving programma
Baten- Rekening lasten 2012
Bereikbaarheid en openbare ruimte
Baten
2013
2014
2015
2016
2017
5.167
4.911
6.091
6.099
6.133
6.166
Lasten
10.380
9.886
10.768
11.310
11.276
11.214
Totaal Bereikbaarheid en openbare ruimte
Saldo
-5.213
-4.975
-4.677
-5.211
-5.143
-5.048
Bestuur en dienstverlening
Baten
426
296
318
341
364
425
2.724
2.858
2.855
2.800
2.765
2.823 -2.397
Lasten Totaal Bestuur en dienstverlening
Saldo
-2.298
-2.562
-2.537
-2.459
-2.400
Cultuur en ontspanning
Baten
1.121
832
994
974
974
864
Lasten
3.564
3.105
3.471
2.977
2.918
2.639
Totaal Cultuur en ontspanning
Saldo
-2.443
-2.273
-2.477
-2.004
-1.944
-1.775
Economische ontwikkeling
Baten
87
150
428
122
124
126
773
662
1.346
720
720
720
-687
-512
-918
-598
-596
-594
Lasten Totaal Economische ontwikkeling
Saldo
Integrale veiligheid
Baten Lasten
117
2
2
2
2
2
1.993
2.122
2.465
2.576
2.577
2.578 -2.575
Totaal Integrale veiligheid
Saldo
-1.875
-2.120
-2.463
-2.573
-2.574
Maatschappelijke ondersteuning
Baten
8.513
8.239
7.961
7.930
7.911
7.899
Lasten
15.896
15.818
15.488
14.969
14.945
14.929
Totaal Maatschappelijke ondersteuning
Saldo
-7.382
-7.580
-7.527
-7.039
-7.033
-7.030
Onderwijs en jeugd
Baten
400
335
206
206
206
206
3.432
3.397
3.341
3.125
3.079
3.069
Lasten Totaal Onderwijs en jeugd
Saldo
-3.032
-3.062
-3.135
-2.919
-2.873
-2.863
Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Baten
4.286
1.496
1.201
1.035
1.056
1.064
Lasten
6.431
4.574
3.853
3.879
3.931
3.934
Totaal Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Saldo
-2.144
-3.078
-2.652
-2.844
-2.875
-2.870
Algemene dekking
Baten
56.537
51.578
52.410
51.030
51.091
50.754
Lasten
31.977
25.485
26.197
25.914
25.591
25.161
Totaal Algemene dekking Saldi/resultaat voor resultaatbestemming
Saldo
24.560 -514
26.093 -69
26.212 -174
25.115 -532
25.500 59
25.593 439
Onttrekkingen aan de reserves
Baten
7.017
445
552
0
0
0
Toevoegingen aan de reserves
Lasten
5.244
372
372
372
372
372
Totaal Reserves Eindtotaal/resultaat na resultaatbestemming
Saldo
1.773 1.259
73 3
180 6
-372 -904
-372 -313
-372 67
Hierna vindt u een meer gedetailleerde toelichting op de verschillen per (deel)programma.
149
8.2. De financiële toelichting per programma Inleiding In deze bijlage worden verschillen van de begroting 2014 ten opzichte van de begroting 2013 toegelicht. Tussen haakjes staat de afwijking van de begroting 2014 t.o.v. 2013 (+ = voordeel; - = nadeel). De kostenplaatsen zijn een instrument om kosten, die niet direct aan een product of programma toe te rekenen zijn, over de programma’s te verdelen. De raad heeft daarvoor begin 2012 kaders vastgesteld. De kosten van de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld de salariskosten, de kosten van huisvesting, automatisering en materieel) worden op de kostenplaatsen verzameld en uiteindelijk aan de hand van de geraamde uren aan de producten, deelprogramma’s en programma’s toegerekend. Ook de kosten van rente en afschrijving worden op een soortgelijke manier verzameld en doorgerekend. Het saldo van deze verdeling van kosten is nul, er is geen effect op het begrotingsresultaat. Het is een operatie van financieel-technische aard om de kosten van de (deel)programma’s en producten zo zuiver mogelijk in beeld te brengen. De doorbelasting van zowel uren als kapitaallasten heeft geen beleidsmatige achtergrond.
150
8.2.1.
Programma Bereikbaarheid en openbare ruimte
Deelprogramma Bereikbaarheid Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Openbaar vervoer
2013
2014
2015
2016
2017
108
174
91
91
91
91
71
69
81
81
81
81
Verkeer
233
262
239
238
237
237
Verlichting
320
286
326
300
301
292
3.370
3.238
3.107
3.708
3.683
3.636
4.102
4.028
3.844
4.417
4.393
4.337
184
-389
-365
-308
Parkeren
Wegen Totaal lasten Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk
Begroot
2012 Openbaar vervoer
2013
2014
2015
2016
2017
62
17
13
13
13
13
126
162
164
167
169
172
Verkeer
0
0
0
0
0
0
Verlichting
7
9
7
7
7
7
Parkeren
Wegen
187
166
127
127
127
127
Totaal baten
382
354
311
314
317
319
Mutatie tov 2013
-43
-40
-38
-35
Totaal Mutatie tov 2013
141
-430
-403
-344
Openbaar vervoer (+ 79.000) Geraamd is een verlaging van de lasten van € 10.000 doordat er o.a. bijstelling heeft plaatsgevonden van civiel- en cultuurtechnische werken. De geraamde verlaging van de baten van € 4.000 heeft betrekking op verminderde inkomsten van subsidies. Het resultaat wordt verder beïnvloed door minder uren die aan dit product zijn toegerekend (+ 67.000) en lagere kapitaallasten (+ 6.000) Parkeren (- 10.000) Geraamd is een verhoging van de lasten van € 9.000 i.v.m. de doorbelastingen. Verder stijgen de loonkosten van de parkeerwachter met € 3.000. De geraamde verhoging van de baten van € 2.500 houdt verband met inflatiecorrecties op de tarieven van parkeren. Verkeer (+ 22.000) Het voordelig saldo wordt uitsluitend veroorzaakt door minder uren (+ 20.000) en lagere kapitaallasten (2.000). Verlichting (- 43.000) Geraamd is een verhoging van de lasten i.v.m. verwachte stijgende energieprijzen met € 8.000. De geraamde verlaging van de baten van € 2.000 komt door bijstelling van de inkomsten op lichtreclamebakken. Het resultaat is verder beïnvloed door een voordelig effect door minder uren (€ 4.000) en een nadelig effect door hogere kapitaallasten van € 37.000.
151
Wegen (+ 92.000) Een verlaging van de lasten van € 170.000 vindt plaats door matiging in het onderhoud en een taakstelling vanuit het Optimalisatieplan BOR. Tegenover het matigen van het onderhoud in 2014 staat een structureel hogere dotatie aan de voorziening van € 289.000 omdat we in de toekomst op grond van het wegenbeheerplan op termijn rekening houden met hogere kosten voor groot onderhoud. De baten vallen per saldo € 40.000 lager uit door verrekening straatreiniging met het product riolering. Het resterende voordeel van € 250.000 wordt verklaard door minder uren op dit product (in relatie tot de matiging in onderhoud, voordeel € 164.000) en lagere kapitaallasten (€ 88.000).
Deelprogramma Openbare Ruimte Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Afval
2013
2014
2015
2016
2017
1.914
1.601
1.724
1.724
1.724
1.724
134
123
107
106
106
106
168
83
166
166
166
166
9
9
25
25
25
25
Plantsoenen
1.797
1.672
1.394
1.321
1.317
1.315
Riolering
1.856
1.938
3.163
3.206
3.200
3.193
Speelvoorzieningen
134
138
90
91
92
96
Waterbeheer
265
294
256
253
253
253
6.277
5.858
6.924
6.892
6.882
6.877
-1.065
-1.034
-1.024
-1.019
Begraafplaatsen Dierenoverlast en bescherming Nutsvoorzieningen
Totaal lasten Mutatie tov 2013 Baten
Werkelijk
Begroot
2012 Afval
2013
2014
2015
2016
2017
2.171
1.902
1.968
1.998
2.028
2.058
40
59
60
61
62
62
2
0
0
0
0
0
4
3
3
3
3
4
17
2
27
2
2
2
2.456
2.457
3.592
3.592
3.592
3.592
Speelvoorzieningen
10
0
0
0
0
0
Waterbeheer
85
134
129
129
129
129
4.785
4.557
Begraafplaatsen Dierenoverlast en bescherming Nutsvoorzieningen Plantsoenen Riolering
Totaal baten
5.779
5.785
5.816
5.847
Mutatie tov 2013
1.222
1.228
1.259
1.290
Mutatie tov 2013
157
194
235
271
Afval (- 57.000) Het saldo wordt voor € 40.000 nadelig beïnvloed door een interne verrekening van kosten (zie ook wegen). Geraamd is een verhoging van de lasten ten gevolge van onder meer de verwachte toename van vermindering en/of kwijtschelding van de afvalstoffenheffing (- € 82.000). Daarnaast vindt nog een verhoging van de afvalstoffenheffing plaats met € 65.000.
152
Begraafplaatsen (+ 18.000) Het voordelig saldo wordt veroorzaakt door minder uren (€ 10.000) en lagere kapitaallasten (€ 8.000). Dierenoverlast- en bescherming (- 83.000) Het nadeel wordt veroorzaakt omdat er meer uren voor dit product geraamd zijn. Nutsvoorzieningen (- 16.000) De licentiekosten van een softwarepakket zij voor een bedrag van € 7.000 opgenomen. Het resterende nadeel van € 9.000 wordt veroorzaakt door het hoger aantal uren op dit product. Plantsoenen (+ 304.000) De geraamde verhoging van de baten van € 25.000 komt doordat er meer inkomsten worden gegenereerd door de verkoop van stukken openbaar groen. Daar staat tegenover dat we € 160.000 uittrekken om onze groenvoorziening om te bouwen naar meer onderhoudarme plantsoenen. Ten opzichte van 2013 is er sprake van € 90.000 voordeel door het vervallen van een incidenteel budget. Het resterende voordeel komt door minder uren (€ 345.000) en lagere kapitaallasten (€ 5.000). Riolering (- 90.000) De geraamde verhoging van de lasten van € 1.224.880 is ontstaan doordat de kosten voor onderhoudswerkzaamheden duurder zijn geworden, kosten van communicatiemiddelen zijn gestegen en een hoger bedrag is geraamd aan kwijtschelding rioolheffing. Dit is conform het nieuw vastgestelde GRP. De geraamde verhoging van de baten van € 1.135.164 komt door een verhoging van de rioolheffing die het gevolg is van het onlangs vastgestelde nieuwe GRP.
Speelvoorzieningen (+ 48.000) De geraamde verlaging van de lasten van € 22.000 komt o.a. doordat er een sanering heeft plaatsgevonden van het aantal speelvoorzieningen (speelterreinen). Daarnaast worden mede in relatie tot deze sanering ook minder uren aan dit product toegerekend van € 26.000. Waterbeheer (+ 33.000) De geraamde verlaging van de lasten van € 38.000 is o.a. tot stand gekomen door het verlagen van de inhuur materiaal en bedrijfsmiddelen. Verder is sprake van een geringe verlaging van de inkomsten van € 5.000.
153
8.2.2.
Programma Bestuur en dienstverlening
Deelprogramma Bestuur Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Bezwaar en beroep
101
100
37
37
37
37
C ommunicatie Gemeente bestuur (C ollege B&W)
116
86
79
79
79
79
1.045
956
1.051
1.044
1.043
1.043
474
463
464
464
464
464
80
76
76
78
78
78
Internationale contacten
15
25
22
22
14
22
Verkiezingen
54
25
59
34
4
34
1.886
1.730
1.787
1.757
1.719
1.756
-56
-26
12
-26
Gemeente Raad Intergemeentelijke zaken
Tot. Best. beleid Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk
Begroot
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Bezwaar en beroep
0
0
0
0
0
0
C ommunicatie Gemeente bestuur (C ollege B&W)
0
0
0
0
0
0
53
0
14
14
14
14
Gemeente Raad Intergemeentelijke zaken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Internationale contacten
1
1
0
0
0
0
Verkiezingen
0
0
0
0
0
0
53
1
14
14
14
14
Mutatie tov 2013
14
14
14
14
Mutatie tov 2013
-43
-13
25
-12
Tot. Best. beleid
Bezwaar en beroep (+ 63.000) Gemeentebestuur (- 81.000) Voor dit deelprogramma wordt het verschil in kosten tussen 2013 en 2014, bij de producten Bezwaar en Beroep en Gemeentebestuur, college B&W veroorzaakt door aanpassingen in de kostentoerekening van per saldo € 80.000. Daarnaast is er bij het product Gemeentebestuur, college B&W een toename van € 12.000 in de kapitaallasten. De baten laten een toename zien van € 14.000. Dit is voornamelijk het gevolg van het vanaf 2014 consequent doorbelasten van verzekeringspremies. Verder is nog sprake van een klein voordeel van € 6.000 doordat een aantal ondersteunende budgetten van een het product bezwaar en beroep gecentraliseerd is en ondergebracht bij de kostenplaatsen. Communicatie (+ 7.000) Bij het product communicatie is in de cijfers een bezuiniging van in totaal € 12.000 verwerkt. Gevolg daarvan is het versoberen van de uitgave Haaksbergen Magazine en minder inhuur van derden ten behoeve van GemeenteNieuws. Daarnaast kost de aansluiting bij de landelijke voorziening, Gemeentelijke Voorziening Officiële Publicaties, voor de per 1
154
januari 2014 geldende wettelijk verplichting van digitale publicatie van verordeningen (algemeen verbindende voorschriften) jaarlijks € 5.000. Gemeenteraad (- 1.000) Een andere relevante wijziging bij het product Gemeenteraad is de ophoging met € 3.000 van het budget voor de Rekenkamercommissie. Verder zijn de vergoedingen voor raadsleden en het salaris van de griffier aangepast met € 5.000. Een voordeel van € 7.000 komt door het lager aantal uren dat we aan dit product hebben toegerekend. Intergemeentelijke zaken (0) Internationale contacten (+ 3.000) Het voordeel ontstaat door minder uren op dit product. Verkiezingen (- 34.000) Een doorwerkend incidenteel effect uit de begroting 2013 verklaart voor € 60.000 een voordelig effect op dit product. In 2014 verhogen we de uitgaven van € 5.000 en leidt een extra toerekening van uren in verband met de geplande verkiezingen in 2014 ook nog eens tot een extra nadeel van € 21.000.
Deelprogramma Dienstverlening Totaal Lasten
Werkelijk 2012
Begroot 2013
2014
2015
2016
2017
Publiekszaken
839
1.128
1.068
1.043
1.046
1.067
Tot. Best. beleid
839
1.128
1.068
1.043
1.046
1.067
60
84
82
61
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk 2012
Begroot 2013
2014
2015
2016
2017
Publiekszaken
373
295
304
327
350
411
Tot. Best. beleid
373
295
304
327
350
411
Mutatie tov 2013
9
31
55
116
Mutatie tov 2013
68
116
137
177
Publiekszaken (+ 68.000) Het resultaat wordt allereerst voor per saldo € 67.000 voordelig beïnvloedt door doorwerkende effecten die we al in de begroting 2013 hadden opgenomen, zoals de inflatiecorrectie van de leges. Bij het afgeven van reisdocumenten en rijbewijzen worden we geconfronteerd met een golfbeweging, die het aantal uit te geven documenten beïnvloedt. Reisdocumenten hebben een geldigheidsduur van vijf jaar en rijbewijzen van tien jaar. De aantallen daadwerkelijk afgegeven reisdocumenten en rijbewijzen van respectievelijk vijf en tien jaar geleden laten zien dat we in 2014 minder documenten gaan afgeven dan in 2013 het geval was. Voor ons reden dit lager te begroten (- € 74.000), gebaseerd op historisch cijfermateriaal. Per saldo is daarnaast sprake van een daling van de lasten met € 19.000.
155
Een bedrag van € 30.000 is nodig voor de inrichtingskosten van een KCC. Dit betreft o.a. de aanschaf van een module die het mogelijk maakt het werken op afspraak te introduceren en onze web-omgeving te vernieuwen. Zo kunnen we onze digitale dienstverlening stimuleren. Tevens wordt het budget gebruikt voor nog te selecteren opleidingen voor ons medewerkers. Door een andere urenverdeling worden de kosten op het product Publiekszaken verder verlaagd met € 86.000.
156
8.2.3.
Programma Cultuur en ontspanning
Deelprogramma Cultuur Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Bibliotheek
2013
2014
2015
2016
2017
405
405
381
381
381
381
C ultuur
44
68
228
226
225
174
Lokale omroep
26
22
14
14
0
0
Monumenten
70
97
94
93
92
92
424
107
188
188
188
188
Muziekonderwijs Theater Tot. Best. beleid
614
390
382
358
358
358
1.583
1.089
1.288
1.259
1.245
1.193
-199
-171
-157
-104
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk
Begroot
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Bibliotheek
0
0
0
0
0
0
C ultuur
0
0
37
37
37
0
Lokale omroep
0
0
0
0
0
0
1
8
5
5
5
5
103
0
95
95
95
95
Monumenten Muziekonderwijs Theater
248
0
0
0
0
0
Tot. Best. beleid
352
8
137
137
137
100
Mutatie tov 2013
128
128
128
92
Mutatie tov 2013
-71
-42
-28
-13
Bibliotheek (+ 23.000) Het verschil tussen 2013 en 2014 voor het product bibliotheek wordt veroorzaakt door het wegvallen van de provinciale vernieuwingssubsidie van € 28.000. Door extra uren staat daar een nadeel van € 5.000. Cultuur (- 123.000) De verschillen tussen 2013 en 2014 in het product cultuur worden veroorzaakt door extra uitgaven cultuurarrangement (- € 45.000), hier staan tevens extra inkomsten tegenover (€ 37.000). Daarnaast is sprake van een toename van uitgaven door herverdeling van taken en het anders inzetten van medewerkers. Tot slot heeft er een verschuiving van de activiteit sociaal culturele activiteiten plaatsgevonden vanuit het programma maatschappelijke ondersteuning naar Cultuur (- € 67.000). Door extra uren op dit product is verder sprake van een nadeel van € 48.000. Lokale omroep (+ 8.000) Het bedrag voor de lokale omroep is gebaseerd op het aantal wooneenheden. Er heeft een correctie plaatsgevonden ten aanzien van 2013. Het voordeel van € 8.000 wordt vooral veroorzaakt door minder uren op dit product. Monumenten (0)
157
Muziekonderwijs (+ 14.000) Bij muziekonderwijs is sprake van een substantiële toename van uitgaven (€ 80.000, inclusief voordeel van € 13.000 door minder uren) van het bedrag ten opzichte van 2013, maar hier staan tevens inkomsten (€ 94.000) tegenover waardoor het verschil per saldo € 14.000 voordelig is. Dit heeft te maken met verschuiving van budgetten van personeel naar het product muziekonderwijs. Theater (+ 7.000) Naast een voordelig doorwerkend effect van € 45.000 uit de begroting 2013 vindt per saldo in 2014 een verhoging van de subsidie van het theater plaats met € 38.000.
Deelprogramma Ontspanning Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Scholtenhagen Zwembad de Wilder Tot. Best. beleid
2013 357
2014 344
2017 301
301
879
811
1.033
612
598
377
1.156
1.341
915
900
678
-186
240
256
478
Werkelijk
Begroot
2012 Scholtenhagen
2016 303
1.236
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
2015 308
2013 0
2014 1
2015 1
2016 1
2017 1
1
Zwembad de Wilder
506
512
512
512
512
512
Tot. Best. beleid
506
513
513
513
513
513
Mutatie tov 2013
0
0
0
0
Mutatie tov 2013
-186
240
256
478
Scholtenhagen (+ 36.000) Het verschil in uitgaven Scholtenhagen 2013 en 2014 wordt naast een voordelig effect van € 5.000 uit de begroting 2013 veroorzaakt door een afname van de kapitaallasten (rente en afschrijvingen, € 20.000) en uren (€ 11.000). De Wilder (- 222.000) Bij zwembad De Wilder is sprake van een toename van de uitgaven. Dit wordt veroorzaakt door een eenmalige verhoging van de bijdrage aan onderhoud (€ 269.000) en een verhoging van de subsidie in 2014 van € 140.000.. Tegenover dit totale nadeel van € 409.000 staan voordelen. Zo is een incidentele subsidie van € 140.000 uit 2013 in 2014 niet meer opgenomen. Door mutaties in kapitaallasten (afname van € 32.000) en van minder uren (voordeel € 15.000) is het verschil verder verklaard.
158
Deelprogramma Sport Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Sport algemeen
2013 124
2014 204
2015 163
2016 139
2017 116
116
Sportaccommodaties
620
657
680
664
657
653
Tot. Best. beleid
745
861
842
803
773
769
19
58
88
92
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk
Begroot
2012 Sport algemeen
2013 0
2014 73
2015 97
2016 73
2017 73
0
Sportaccommodaties
264
238
248
251
251
251
Tot. Best. beleid
264
311
345
324
324
251
Mutatie tov 2013
34
13
13
-60
Mutatie tov 2013
52
71
101
32
Sport algemeen (+ 66.000) De verlaging van de uitgaven op het product sport algemeen van € 30.000 wordt veroorzaakt, doordat sprake is van herschikking van budgetten en de uitgaven voor buurtsportcoaches lager uitvallen dan verwacht. Daarnaast is sprake van een herverdeling van taken en afnemende kapitaalslasten (voordeel € 11.000). Voor de breedtesportimpuls staan extra inkomsten geraamd van € 24.000, waardoor de baten zijn toegenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. Sportaccommodaties (- 14.000) De toegenomen uitgaven van € 23.000 bij sportaccommodaties zijn grotendeels het gevolg van verschuiving van taken en het anders inzetten van medewerkers (- € 75.000). Daar staan voordelen op de uitgaven (€ 4.000) en lagere kapitaallasten (€ 48.000) tegenover. Daarnaast zijn de inkomsten voor het product toegenomen (€ 9.000).Dit heeft betrekking op huurinkomsten en doorberekening btw.
159
8.2.4.
Programma Economische ontwikkeling
Deelprogramma Detailhandel Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012
2013
Bedrijven Investerings Zone
0
2014 110
2015 110
2016 110
2017 110
110
Markt
118
8
9
9
9
9
Tot. Best. beleid
118
118
119
119
119
119
-1
-1
-1
-1
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk
Begroot
2012
2013
Bedrijven Investerings Zone
0
2014
110.000
2015
113.660
2016
115.490
2017
117.320
119.150
Markt
121
6.500
6.500
6.500
6.500
6.500
Tot. Best. beleid
121
116.500
120.160
121.990
123.820
125.650
Mutatie tov 2013
3.660
5.490
7.320
9.150
Mutatie tov 2013
3.659
5.489
7.319
9.149
Deelprogramma Economische Ontwikkeling Totaal Lasten
Werkelijk 2012
Revitalisering bedrijventerreinen
Begroot 2013
163
Economische zaken Tot. Best. beleid
163
2014 598
23
23
23
225
175
175
175
823
198
198
198
-689
-64
-64
-64
134
Tot. Best. beleid
Begroot 2013
-141
Economische zaken -141
2017
0
Werkelijk 2012
Revitalisering bedrijventerreinen
2016
134
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
2015
2014
2015
2016
2017
0
292
0
0
0
0
0
0
0
0
0
292
0
0
0
Mutatie tov 2013
292
0
0
0
Mutatie tov 2013
-397
-64
-64
-64
Revitalisering bedrijventerreinen (- 172.000) Met de realisatie van de tweede fase van de revitalisering ’t Varck Oost is in de begroting voor het jaar 2014 rekening gehouden. De raming bestaat uit een provinciale subsidie (€ 291.000) en een onttrekking uit de RSFI. Een nadeel van € 25.000 ontstaat nog uit een doorwerkend effect uit de begroting 2013, terwijl er door minder uren nog een voordeel is van € 85.000. Verder wordt dit product nog voor € 100.000 positief beïnvloed door een verrekening van kosten met het (nieuwe) product Economische zaken.
160
Economische zaken (- 225.000) Voor de stimulering van de lokale economie en het ondersteunen van initiatieven vanuit het (georganiseerde) bedrijfsleven is een bedrag van € 50.000 opgenomen in 2014. Het resterende deel van € 50.000 komt uit bestaande budgetten van het product revitalisering (zie hiervoor). Daarnaast is er sprake van een nadeel van € 125.000 door de uren op dit product.
Deelprogramma Toerisme en Recreatie Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Evenementen
116
112
96
96
96
96
Recreatie en toerisme
263
189
206
205
205
205
38
35
36
36
36
36
Toeristische fietspaden VVV Tot. Best. beleid
74
75
67
67
67
67
492
411
404
404
404
403
6
7
7
7
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk
Begroot
2012 Evenementen
2013
2014
0
0
Recreatie en toerisme
89
Toeristische fietspaden
17
VVV
2015
2016
2017
0
0
0
0
18
0
0
0
0
16
16
0
0
0
0
0
0
0
0
0
106
34
16
0
0
0
Mutatie tov 2013
-18
-34
-34
-34
Mutatie tov 2013
-11
-27
-26
-26
Tot. Best. beleid
Evenementen (+ 15.000) Door verzakelijking van de ondersteuning bij evenementen zijn wij in staat een besparing in kosten te realiseren in 2014 van € 15.000. Recreatie en toerisme (- 34.000) Het nadeel van € 34.000 ontstaat vooral door het hoger aantal uren dat aan dit product in 2014 wordt toegerekend (-€ 37.000) en een lagere kapitaallast (+ € 3.000). VVV (+ 8.000) De subsidie voor de VVV is bijgesteld naar het te beschikken subsidiebedrag in 2014. De provinciale subsidie voor recreatie en toerisme voor leer- en kijkwerkplaatsen in 2012 was eenmalig. Het voordeel wordt uitsluitend veroorzaakt door het lagere aantal uren op dit product. Toeristische fietspaden (- 1.000) De regiobijdrage voor toeristische fietspaden is niet oneindig. Wij rekenen er op dat deze in ieder geval tot 2015 zal doorlopen. Ons beleid is gericht op instandhouding van het fietspadennetwerk. Het nadeel op dit product heeft betrekking op een hoger aantal uren.
161
8.2.5.
Programma Integrale veiligheid
Deelprogramma Handhaving Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Handhaving uitvoering
440
447
1.212
1.212
1.212
1.212
Tot. Best. beleid
440
447
1.212
1.212
1.212
1.212
-765
-765
-765
-765
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk
Begroot
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Handhaving uitvoering
10
0
0
0
0
0
Tot. Best. beleid
10
0
0
0
0
0
Mutatie tov 2013
0
0
0
0
Mutatie tov 2013
-765
-765
-765
-765
Handhaving uitvoering (- 765.000) De mutaties betreffen vooral een aanpassing in de kostentoerekening aan deze producten (€ 778.445). Nieuw is de verplichte structurele bijdrage voor deelname aan de RUD. Omdat andere uitgaven verlaagd zijn is per saldo nog sprake van een klein voordeel van € 13.000.
Deelprogramma Veiligheid Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Brandweer Openbare orde en veiligheid
2014
1.245
1.246
243
350
70
70
70
70
78
38
49
49
49
49
42
82
0
0
0
0
1.552
1.675
1.253
1.363
1.364
1.365
422
312
311
310
Begroot
2012
Rampenbestrijding Vergunningen (bijz.wetten en APV) Tot. Best. beleid
2017
1.244
Werkelijk
Brandweer Openbare orde en veiligheid
2016
1.133
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
2015
1.205
Rampenbestrijding Vergunningen (bijz.wetten en APV) Tot. Best. beleid
2013
1.190
2013
2014
2015
2016
2017
102
0
0
0
0
0
3
2
2
2
2
2
0
0
0
0
0
0
3
0
0
0
0
0
108
2
2
2
2
2
Mutatie tov 2013
0
0
0
0
Mutatie tov 2013
422
312
311
310
Brandweer (+ 71.000) Openbare orde en veiligheid (+ 280.000)
162
Rampenbestrijding (- 11.000) Vergunningen (+ 82.000) Naast een toename van het budget voor openbare orde en veiligheid met € 7.000 voor inzet van een preventiespecialist wordt het verschil in bedragen (- € 39.000) veroorzaakt doordat de verschillende onderdelen van de bijdrage aan de brandweer/VRT zijn ondergebracht bij openbare orde en veiligheid i.c. rampenbestrijding. Ook hier speelt een aanpassing van kostentoerekening. Daarnaast wordt door de VRT voor het jaar 2014 de nullijn gehanteerd. De bijdrage aan VRT laat ten opzichte van 2013 een voordeel zien van € 70.000. Het resterende voordeel komt door minder uren (+ € 1.000). € 10.000 wordt op jaarbasis ingezet voor de projecten die in het jaarplan genoemd zijn. De overige verschillen ontstaan door mutaties in de doorbelasting van uren (€ 410.000, verschuift naar handhaving).
163
8.2.6.
Programma Maatschappelijke ontwikkeling
Deelprogramma Minima Totaal Lasten
Werkelijk 2012
Minimazorg
Begroot 2013
2014
2015
2016
2017
540
559
579
572
571
570
Werk en inkomen
8.944
9.125
8.884
8.588
8.569
8.556
Tot. Best. beleid
9.483
9.684
9.463
9.161
9.140
9.127
221
523
544
557
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk 2012
Minimazorg
Begroot 2013
2014
2015
2016
2017
19
33
35
35
35
35
Werk en inkomen
7.663
7.633
7.434
7.403
7.384
7.371
Tot. Best. beleid
7.682
7.665
7.469
7.438
7.419
7.406
Mutatie tov 2013
-196
-227
-246
-259
Mutatie tov 2013
24
296
297
297
Minimazorg (- 18.000) Met betrekking tot het product minimazorg nemen de uitgaven per saldo met € 18.000 toe door een herverdeling van taken (- € 80.000, is doorbelasting uren) en een daling van uitgaven voor verstrekkingen als gevolg van versobering minimabeleid volgens raadsbesluit 7 september 2011 (+ € 62.000). Werk- en inkomen (+ 42.594) De uitgaven voor werk en inkomen dalen naar verwachting per saldo. Dit wordt veroorzaakt door de volgend onderdelen: toename kosten bijstand (- € 260.000) en een herverdeling van taken (+ € 113.000). Daarnaast is sprake van een verlaging van de uitgaven reïntegratie door daling rijksbijdrage, lagere bijdrage Hameland en andere kostentoerekening (voor in totaal € 387.000). Per saldo brengt dit de verlaging uitgaven werk en inkomen op € 240.000. De inkomsten voor werk en inkomen zijn gedaald door minder rijksbijdrage voor participatie en inkomensdeel (waar de uitkeringen uit betaald worden). Dit leidt per saldo tot een afname van afgerond € 198.000.
164
Deelprogramma WMO Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Bijzondere groepen (79) Gezondheidszorg Individuele voorzieningen (6) Jeugd (2) (onderdeel in WMO) Leefbaarheid en sociale samenhang (1)
2014 118
77
77
77
77
1.143
1.081
1.081
1.081
3.651
3.465
3.583
3.430
3.426
3.424
490
369
369
369
369
369
717
756
676
676
676
676
97
31
8
8
8
8
203
151
59
59
59
58
102
102
109
109
109
109
6.412
6.135
6.025
5.808
5.804
5.802
110
326
330
333
Begroot
2012
Gezondheidszorg Individuele voorzieningen (6) Jeugd (2) (onderdeel in WMO) Leefbaarheid en sociale samenhang (1)
2017
1.143
Werkelijk
Bijzondere groepen (79)
2016
87
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
2015
1.067
Minderheden Sociaal culturele activiteiten (Welzijnswerk) Vrijwilligerswerk & Mantelzorg (4) Tot. Best. beleid
2013
2013
2014
2015
2016
2017
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
564
527
492
492
493
493
0
0
0
0
0
0
195
0
0
0
0
0
Minderheden Sociaal culturele activiteiten (Welzijnswerk) Vrijwilligerswerk & Mantelzorg (4)
42
14
0
0
0
0
31
32
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Tot. Best. beleid
831
573
492
492
493
493
Mutatie tov 2013
-81
-81
-81
-80
Mutatie tov 2013
28
245
250
252
Bijzondere groepen (+ 41.000) De afname van uitgaven bij het product bijzondere groepen wordt veroorzaakt door herschikking van taken. Gezondheidszorg (0) Individuele voorzieningen (- 153.000) Een aanzienlijk deel van de toename van uitgaven bij het product individuele voorzieningen wordt veroorzaakt door herschikking van taken (doorbelasting van uren). Dit leidt tot een stijging van circa € 120.000. Daarnaast wordt de rijksbijdrage voor WMO huishoudelijke hulp verlaagd met bijna € 90.000, wat leidt tot lagere uitgaven op dit terrein. Tot slot zijn er extra uitgaven begroot voor maatwerkvoorzieningen en zorgzwaartepakketten (ca. € 90.000).
165
Het komende jaar wordt er extra geïnvesteerd op deze onderdelen in voorbereiding op de decentralisatie van taken uit de AWBZ. Met name de maatwerkvoorziening zal leiden tot gerichte inzet van voorzieningen om de zelfredzaamheid te vergroten. Voor wat betreft de inkomsten individuele voorzieningen is sprake van een afname van € 35.000, dit houdt verband met een verlaging van de bijdrage vanuit de Regio voor het collectieve WMO vervoer. Jeugd in Wmo (0) Leefbaarheid en sociale samenhang (+ 80.000) Bij het product leefbaarheid en sociale samenhang is sprake van een verlaging van de uitgaven met € 80.000. Dit als gevolg van een verlaging bijdrage klussendienst en het verplaatsen van een aantal onderdelen naar andere producten (+ € 35.000). De helft van de verlaging aan uitgaven (+ € 45.000) wordt veroorzaakt door herverdeling van taken en het anders inzetten van personeel. Minderheden (+ 8.000) Voor het product minderheden geldt dat de rijksbijdrage is stopgezet. De eventuele kosten die nog ontstaan vallen nu onder het participatiebudget. Het voordeel van € 8.000 komt doordat met het stopzetten van de rijksbijdrage ook de uren lager zijn geworden. Sociaal culturele activiteiten (+ 59.000) De uitgaven van het product sociaal culturele activiteiten zijn met ruim € 90.000 afgenomen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de overheveling van activiteiten naar het product cultuur (€ 69.000). Daarnaast is sprake van cofinanciering cultuurarrangement (€ 6.000) en herverdeling van taken, die tot afname van de uitgaven leiden (+ € 16.000). Bij de inkomsten is sprake van een daling van € 32.000 door het opzeggen van de huur per 1 januari 2014 van twee gemeentelijke gebouwen. Vrijwilligerswerk en mantelzorg (- 7.000) Het budget voor ondersteuning van vrijwilligers is, mede met het oog op de decentralisaties met € 15.000 verhoogd. Daar staat een daling van de inzet van het aantal uren (+ € 8.000) tegenover.
166
8.2.7.
Programma Onderwijs en jeugd
Deelprogramma Jeugd Totaal Lasten
Werkelijk 2012
Begroot 2013
2014
2015
2016
2017
Jeugd (2)
629
485
562
548
548
548
Tot. Best. beleid
629
485
562
548
548
548
-77
-62
-62
-62
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk 2012
Begroot 2013
2014
Jeugd (2)
55
66
Tot. Best. beleid
55
66
2015 0
2016 0
2017 0
0
0
0
0
0
Mutatie tov 2013
-66
-66
-66
-66
Mutatie tov 2013
-143
-129
-129
-129
Jeugd (- 143.000) Op basis van de Mei-circulaire 2013 zijn de invoeringskosten transitie Jeugdzorg naar beneden bijgesteld (+ € 73.000) omdat ook de bijdrage vervallen is (- € 66.000). Verder heeft er een budget overheveling (technische aanpassing) plaatsgevonden van Jeugd naar Lokaal Onderwijsbeleid. Daarnaast zijn de kosten Regio (GGD-Twente) opgenomen voor adolescente contactmomenten, de kosten voor invoering en investering in preventie. Het saldo wordt voor een belangrijk deel beïnvloed door de extra uren op dit product (- € 161.000). Het resterende voordeel van € 11.000 is een doorwerkend effect uit de begroting 2013.
167
Deelprogramma Onderwijs Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Basisonderwijs openbaar IHP
2013
2014
2015
2016
2017
1.046
1.225
1.147
1.056
1.013
1.006
Leerlingenvervoer
466
437
390
390
390
390
Lokaal onderwijsbeleid Materiële instandhouding
581
626
737
641
641
641
569
484
439
423
421
418
5
8
6
6
6
6
Speciaal onderwijs Volwassen/basiseducati e Tot. Best. beleid
136
132
61
61
61
61
2.803
2.912
2.779
2.577
2.532
2.521
133
335
380
391
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk
Begroot
2012 Basisonderwijs openbaar IHP Leerlingenvervoer Lokaal onderwijsbeleid Materiële instandhouding
2013
2014
2015
2016
2017
94
0
0
0
0
0
3
1
3
3
3
3
40
64
70
70
70
70
73
72
72
72
72
72
0
0
0
0
0
0
Speciaal onderwijs Volwassen/basiseducati e
136
132
61
61
61
61
Tot. Best. beleid
345
269
206
206
206
206
Mutatie tov 2013
-63
-63
-63
-63
Mutatie tov 2013
69
271
317
327
Basisonderwijs IHP (+ 78.000) De vermindering van uitgaven bij basisonderwijs IHP wordt veroorzaakt door lagere kapitaalslasten (+ € 106.000) en een hoger aantal uren (+ € 28.000). Leerlingenvervoer (+ 49.000) De uitgaven op het product Leerlingenvervoer lopen terug met € 47.000 door een herverdeling van taken (+ € 41.000) en enkele kleine mutaties op zowel baten als lasten (+ € 6.000). Lokaal onderwijsbeleid (- 104.000) Bij het product Lokaal onderwijsbeleid is sprake van een toename van de uitgaven met ruim € 110.000. Ook hier is sprake van een herverdeling van taken (- € 107.000) en (- € 11.000) stijging van de kapitaalslasten door recente investeringen. Verder is er sprake van een verhoging van de uitgaven in verband met bestrijden onderwijs- en taalachterstanden in de voorschoolse periode. Een voordeel van € 14.000 werkt nog door uit de begroting 2013. Materiele instandhouding (+ 45.000) Het voordeel komt door lagere kapitaallasten.
168
Speciaal onderwijs (+ 2.000) Het voordeel komt door lagere uren op dit product. Volwassen/basiseducatie (0) Bij het product volwassenen/basiseducatie is sprake van een verlaging van de uitgaven. Dit heeft te maken met halvering van de rijksbijdrage voor educatie. Dit is vertaald in minder uitgaven op het terrein van volwasseneneducatie.
169
8.2.8.
Programma Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelprogramma Plattelandsontwikkeling Totaal Lasten
Werkelijk 2012
Plattelandsontwikkeling Tot. Best. beleid
Begroot 2013
2014
Tot. Best. beleid
2017
1.338
436
179
247
297
297
436
179
247
297
297
257
189
139
139
Werkelijk 2012
Plattelandsontwikkeling
2016
1.338
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
2015
Begroot 2013
2014
1.021
90
1.021
90
2015 31
2016 38
2017 50
50
31
38
50
50
Mutatie tov 2013
-59
-53
-40
-40
Mutatie tov 2013
198
136
98
98
Plattelandsontwikkeling (+ 198.000) De belangrijkste mutatie voor het deelprogramma Plattelandsontwikkeling is de start in 2014 van het uitvoeringsprogramma Groene Metropool. De gemeente bekijkt komende periode aan welke projecten uit het uitvoeringsprogramma deelgenomen gaat worden. Veelal op basis van cofinanciering richt de gemeentelijke inzet zich op: - innovatieve agrarische bedrijfsontwikkeling (bv. het verminderen van ammoniak-uitstoot, opzetten andere vormen van bedrijfsvoering); - het onderzoeken van de mogelijkheden voor het realiseren van hoogwaardige verbindingen, glasvezelnetwerk in het buitengebied (in samenwerking met omliggende gemeenten); - de inzet van werkzoekenden bij projecten ruimtelijk kwaliteitsverbetering; - bedrijfsverplaatsingen/transities o.i.v. de komst van de N18; - voorbeeldprojecten gemeenschappelijke landbouwbeleid b.v. agro food, andere vormen van voedselproductieprocessen; - versterking samenwerking met Duitse buurgemeenten (doel is om een aantal pilots op te zetten om zowel op agrarisch als op recreatief gebied de meerwaarde van nauwere samenwerking uit te werken). In 2014 wordt de volgende fase van plattelandsontwikkeling ingeluid en worden initiatieven opnieuw gewaardeerd en ondersteund. In de begroting 2014 ramen we een bedrag voor plattelandsontwikkeling dat per saldo oploopt van € 81.250 in 2014, € 150.000 in 2015 en € 200.000 in 2016 en 2017. Dit is inclusief de geraamde provinciale subsidie. In 2014 is hiervoor € 31.250 geraamd. In de begroting 2013 hadden we voor continuering van het beleid voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2016 een incidenteel bedrag van iets meer dan € 100.000 opgenomen. Dit incidentele effect is in onderstaande tabel weergegeven. De aanloopfase vraagt om een beperkte gemeentelijke financiering, waardoor we in 2014 nog een incidentele besparing van afgerond € 44.000 kunnen realiseren. Hierbij kunnen we
170
rekenen op een voortzetting van provinciale subsidies waarvan de hoogte bepaald wordt door de gemeentelijke cofinanciering.
Deelprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling Totaal Lasten
Werkelijk 2012
Bouwgrondexploitatie
2013
2014
138
143
150
781
802
887
882
881
880
819
644
97
45
44
44
478
836
766
830
828
826
3.185
2.614
1.897
1.894
1.897
1.899
717
720
718
715
Werkelijk 2012
Ruimtelijke ordening Stads- en dorpsvernieuwing (stedelijke ontw.) Vastgoedexploitatie
2017
148
Mutatie tov 2013
Bouwgrondexploitatie
2016
332
Vastgoedexploitatie
Totaal Baten
2015
1.106
Ruimtelijke ordening Stads- en dorpsvernieuwing (stedelijke ontw.) Tot. Best. beleid
Begroot
Begroot 2013
2014
2015
2016
2017
1.277
0
0
0
0
0
174
145
126
126
126
126
410
164
0
0
0
0
118
430
422
323
323
323
1.978
738
549
449
449
449
Mutatie tov 2013
-190
-289
-289
-289
Mutatie tov 2013
528
430
428
426
Tot. Best. beleid
Bouwgrondexploitatie (+ 184.000) Het saldo wordt voor een belangrijk deel voordelig beïnvloed doordat er minder rente hoeft te worden toegerekend aan niet-rendabele complexen (+ € 140.000). Verder is sprake van een voordeel van € 105.000 door minder uren. Een nadeel van € 61.000 heeft nog betrekking op doorwerkende effecten uit de begroting 2013. Stads- en dorpsvernieuwing (+ 384.000) Naast de al in de begroting opgenomen middelen voor de herinrichting van de markt en omgeving, hebben wij extra middelen (€ 50.000) opgenomen voor de inhaalslag kwaliteit openbare ruimte voor het overige gebied van het winkelhart van Haaksbergen. Het resterende verschil heeft vrijwel uitsluitend te maken met (incidenteel) doorwerkende effecten uit de begroting 2013 (€ 425.000). Het resterende voordelige verschil van € 9.000 komt door minder uren en lagere kapitaallasten. Ruimtelijke ordening (- 103.000) Bij het deelprogramma Ruimtelijke ontwikkeling is het budget voor onder andere de actualisatie van bestemmingsplannen met afgerond € 16.000 verlaagd, omdat het merendeel van de plannen op orde is gebracht. Het saldo wordt echter vooral beïnvloed door doorwerkende effecten uit de begroting 2013 (- € 29.000), meer uren die aan dit product worden toegerekend (- € 132.000) en lagere kapitaallasten (+ € 42.000).
171
Vastgoedexploitatie (+ 63.000) Aan de batenkant is een vermindering van inkomsten geraamd door lagere huuropbrengsten uit het gemeentelijk vastgoed. Daar staat tegenover dat we rekenen op een positief resultaat bij de verwachte verkoop van gemeentelijk vastgoed (Veldkampstraat) en snippergroen. Het nadelig saldo van al deze mutaties, inclusief een klein voordeel op de uitgaven van € 5.000, is € 3.000. Naast een nadeel van € 4.000 op de uren wordt het saldo echter voor positief beïnvloed door de lagere kapitaallasten (+ € 70.000).
Deelprogramma Wonen Totaal Lasten
Werkelijk 2012
Vergunningen
Begroot 2013
1.427
2014
1.380
2015
1.670
2016
1.670
2017
1.670
1.670
Wonen en Bouwen
357
144
108
68
68
68
Tot. Best. beleid
1.784
1.524
1.777
1.737
1.737
1.737
-253
-213
-213
-213
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
Werkelijk 2012
Vergunningen
Begroot 2013
853
2014 542
2015 550
2016 548
2017 556
564
Wonen en Bouwen
435
126
71
1
1
1
Tot. Best. beleid
1.287
668
621
549
557
565
Mutatie tov 2013
-47
-119
-111
-102
Mutatie tov 2013
-300
-332
-324
-316
Vergunningen (- 281.000) De nog vast te stellen kwaliteitscriteria in het kader van de RUD heeft een investering in het kennisniveau van het in te zetten personeel binnen het taakveld vergunningen tot gevolg. Het bedrag dat hiervoor in 2013 was opgenomen, is in de begroting 2014 verlaagd. De post bureaubehoeften en drukwerk is overgeheveld naar het deelprogramma dienstverlening. Naast doorwerkende effecten uit de begroting 2013 is het saldo van deze effecten € 20.000 positief. Het nadeel ontstaat vooral door extra uren op dit product (- € 301.000). Wonen en bouwen (- 69.000) De wijzigingen in de begroting van 2014 hebben verder betrekking op de uitvoering van de stimulering van energiebesparende maatregelen (energieloket), die met provinciale subsidie en gemeentelijke cofinanciering in 2014 wordt gerealiseerd (€ 70.000). De stimulering van de woningmarkt voor starters met een leningstelsel is een andere wijziging die overigens budgettaire neutraal in de begroting verwerkt is. Een aantal andere ontwikkelingen leidt op dit onderdeel tot een nadeel van € 21.000. Door incidenteel doorwerkende effecten uit de begroting 2013 is sprake van een nadeel van € 75.000. Wat rest is een voordeel van € 7.000 doordat minder uren aan dit product worden toegerekend. De provinciale subsidie voor te realiseren woningen in 2014, is eveneens toegevoegd.
172
8.2.9.
Programma Algemene dekking
Deelprogramma Algemene Dekking Totaal Lasten
Werkelijk
Begroot
2012 Algemene baten en lasten Algemene uitkering gemeentefonds
2.919
Belastingen/rechten Leningen en beleggingen Kostenplaatsen Tot. Best. beleid
2013
2014 121
Belastingen/rechten Leningen en beleggingen Kostenplaatsen Tot. Best. beleid
-844
2017 -253
127
0
0
0
0
0
530
435
488
461
464
466
46
31
0
0
0
0
28.483
24.900
25.649
25.394
25.067
24.635
31.977
25.488
26.203
25.010
25.278
25.228
-715
478
210
260
Werkelijk 2012
Algemene baten en lasten Algemene uitkering gemeentefonds
66
2016
0
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
2015
Begroot 2013
2014
2015
2016
2017
1.249
350
0
0
0
0
21.720
21.316
21.820
20.570
20.735
20.690
4.167
4.247
4.488
4.578
4.669
4.763
1.616
214
220
220
220
220
27.785
25.450
25.882
25.662
25.467
25.082
56.537
51.578
52.410
51.030
51.091
50.754
Mutatie tov 2013
832
-548
-486
-824
Mutatie tov 2013
117
-70
-276
-564
Algemene baten en lasten (- 292.000) De inkomsten van € 350.000 hadden betrekking op de boekwinst op activa die we aan de Veiligheidsregio hebben overgedragen, deze vervalt in 2014. Het resterende voordeel van € 58.000 ontstaat door het wegvallen van een aantal interne verrekeningen en administratieve correcties op de doorbelasting van uren en kapitaallasten. Algemene uitkering (+ 504.000) De algemene uitkering, waarvan het accres deel uitmaakt, is een structurele inkomstenbron. (Het accres betekent groei of krimp van het gemeentefonds). De algemene uitkering fluctueert jaarlijks op basis van het vastgestelde kasritme van de rijksbegroting en de ontwikkeling van de uitgavenmaatstaven en het accres. De toename van de algemene uitkering in 2014 met € 0,5 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van het accres 2014 als gevolg van een aantal pieken in de rijksuitgaven 2014. De pieken in de rijksuitgaven 2014 zijn bestemd voor het realiseren van in 2012 en 2013 doorgeschoven infrastructurele projecten. Bij afschaffing van de OZB-heffing voor gebruikers per 1 januari 2006 is een suppletieuitkering ingevoerd voor nadeelgemeenten. Afbouw van deze suppletie-uitkering in 2014 levert een negatief effect op van € 88.000.
173
De WOZ-herwaardering en aanpassing van rekentarieven zorgt voor een negatief effect van € 147.000. Er is een positief effect integratie- en decentralisatie-uitkeringen van totaal € 195.000. De toename van de algemene uitkering voor Haaksbergen in 2014 is als volgt opgebouwd: € 544.000 - € 88.000 - € 147.000 + € 195.000 = € 504.000. Belastingen/rechten (+ 187.000) De lasten bestaan voornamelijk uit de bijdrage aan het GBT. Deze bijdrage neemt de komende jaren af vanwege de toetreding van Almelo en Oldenzaal tot het GBT. Het voordeel bedraagt € 11.000. Verder is er een toename van oninbare belastingvorderingen voorzien vanwege de huidige recessie. Dit levert een nadeel op van € 64.000. De inkomsten stijgen voornamelijk vanwege de jaarlijkse inflatiecorrectie. De gebruikelijke aanpassing van de belastingen aan de inflatie alsmede een actualisatie van de ramingen levert een extra inkomst van € 240.000 op. Leningen en beleggingen (+ 38.000) De inkomsten betreffen dividenden van bedrijven waar we aandelen van bezitten. Deze dividendinkomsten blijven, zoals het er nu naar uitziet, stabiel. De lasten op het product leningen en beleggingen zijn in 2014 vervallen vanwege weggevallen kapitaallasten. De betreffende investering is geheel afgeschreven (+ € 30.000). Kostenplaatsen (- 320.000) De kostenplaatsen zijn een instrument om kosten, die niet direct aan een product of programma toe te rekenen zijn, over de programma’s te verdelen. De raad heeft daarvoor begin 2012 kaders vastgesteld. De kosten van de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld de salariskosten, de kosten van huisvesting, automatisering en materieel) worden op de kostenplaatsen verzameld en uiteindelijk aan de hand van de geraamde uren aan de producten, deelprogramma’s en programma’s toegerekend. Ook de kosten van rente en afschrijving worden op een soortgelijke manier verzameld en doorgerekend. Het saldo van deze verdeling van kosten is nul, er is geen effect op het begrotingsresultaat. Het is een operatie van financieel-technische aard om de kosten van de (deel)programma’s en producten zo zuiver mogelijk in beeld te brengen. De doorbelasting van zowel uren als kapitaallasten heeft geen beleidsmatige achtergrond. Verschillenanalyse kostenplaatsen De belangrijkste verschillen op de kostenplaatsen lichten we hieronder toe. Aanpassing afschrijvingstermijnen Op grond van de nieuwe Financiële Verordening hebben we de afschrijvingstermijnen aangepast. Het effect hiervan hebben we in deze begroting verwerkt. Dit levert een voordeel op. Kosten bedrijfsvoering De kosten van de interne dienstverlening, zoals automatisering en facilitair beheer, en het onderhoud van het gemeentehuis zijn gestegen. We hebben extra geld vrijgemaakt voor
174
opleidingen. Daarnaast zijn de kosten van jaarlijkse licenties voor software toegenomen door de aanschaf van nieuwe softwarepakketten. Een actualisatie van de onderhoudsplannen laat verder zien dat we extra geld nodig hebben voor het dagelijks onderhoud van het gemeentehuis. Door de correcties op de oorspronkelijk op 6 november vastgestelde begroting hebben we aanvullende maatregelen moeten treffen. De oplossingen hebben we tot een bedrag van iets meer dan € 120.000 vooral gezocht in de kosten van de bedrijfsvoering. Treasuryfunctie De uitvoering van de treasury laat, onder meer door extra aflossing op leningen, een voordeel zien, omdat we lagere rentekosten hebben. Dit voordeel wordt voor een belangrijk deel teniet gedaan door lagere inkomsten. Een groot aantal leningen is immers doorgesluisd en van de woningbouwvereniging en het personeel ontvangen we minder geld omdat de leningen worden afgelost. Loonontwikkeling De totale salarissen stijgen als gevolg van de stijging van de pensioenpremies in 2013. De recente pensioenplannen hebben ten opzichte van de oorspronkelijke stijging geleid tot een voordeel van € 60.000 dat we betrokken hebben bij de noodzakelijke aanvullende maatregelen. Omdat we in de begroting 2013 voor 2014 al rekening hebben gehouden met een stijging resteert per saldo een klein voordeel. Aanvullende besparing op personeel We willen verder in 2014 een extra incidentele bezuiniging op personeel realiseren. Als onderdeel van de aanvullende maatregelen gaan we de vacature van applicatiebeheerder Wmo niet invullen, dit levert structureel € 50.000 op. Nog te realiseren omzet We verwachten in 2014 meer uren te besteden aan grondexploitaties en realisatie van projecten.
Deelprogramma Reserves Totaal Lasten
Werkelijk 2012
Reserves Tot. Best. beleid
Begroot 2013
2014
2017
372
372
372
372
5.244
372
372
372
372
372
0
0
0
0
Werkelijk 2012
Reserves
2016
372
Mutatie tov 2013 Totaal Baten
2015
5.244
Begroot 2013
2014
2015
2016
2017
7.017
445
552
0
0
0
7.017
445
552
0
0
0
Mutatie tov 2013
107
-445
-445
-445
Mutatie tov 2013
107
-445
-445
-445
Tot. Best. beleid
175
Reserves (+ 107.000) Mutatie lasten 2014: € 372.464 We voegen jaarlijks een bedrag van € 372.464 aan de reserve onderhoud gemeentelijke panden toe. Mutatie baten 2014: € 552.035 In 2014 onttrekken we een bedrag van € 269.000 voor een inhaalslag in het achterstallig onderhoud van zwembad de Wilder. We onttrekken een bedrag van € 283.035 aan de RSFI voor de revitalisering van bedrijventerreinen. Per saldo wordt er dus een bedrag van € 372.464 toegevoegd aan de reserves en wordt er een bedrag van € 552.035 onttrokken. Het saldo van de mutatie in baten en lasten in 2014 is € 179.571. Het saldo in 2013 was € 72.000, waarmee het verschil van € 107.000 verklaard is.
176
8.3. Overzicht algemene dekkingsmiddelen en uitgangspunten Voor het opstellen van de begroting 2014 en het meerjarenperspectief 2015-2017 hebben we de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd. Looncompensatie Met het oog op de rijksbezuinigingen en de uitgangspunten die het rijk hanteert voor de loonontwikkeling hanteren wij voor de verwachte looncompensatie in lijn met het rijksbeleid vooralsnog de nullijn. Wel zijn de loonkosten aangepast aan de gestegen werkgeverslasten. Prijscompensatie Wij hebben gelet op de druk op onze begroting en het meerjarenperspectief geen prijscompensatie op de bestaande budgetten toegepast. Aanpassing lonen en prijzen We gaan in principe in de begroting en het meerjarenperspectief uit van lopende lonen en prijzen. Omslagpercentage In februari 2012 heeft de gemeenteraad de beleidskaders vastgesteld voor de nieuwe wijze van kostentoerekening. Met dit besluit zijn ook de nieuwe kaders vastgesteld voor de toerekening van rente aan de producten op basis van het omslagpercentage. Uitgaande van de vastgestelde kaders komt het renteomslagpercentage voor 2014 uit op een rentevoet van 3,25%. Belastingen en heffingen De belastingen en heffingen worden volgens de vastgestelde kaders met niet meer dan de inflatiecorrectie verhoogd. Voor 2014 hanteren we daarvoor een percentage van 2%. Gemeentefondsuitkering De in deze begroting opgenomen gemeentefondsuitkering is gebaseerd op de meicirculaire. Onvoorzien In de begroting 2014 en meerjarenperspectief 2015-2017 ramen we jaarlijks een bedrag van € 60.000 voor de kosten van onvoorziene ontwikkelingen. De raad besluit over de aanwending van deze post. Investeringen, afschrijvingen en rentetoerekening Op de investeringen is de nieuwe, in december 2012 vastgestelde Financiële Verordening van toepassing. De afschrijving en rentetoerekening starten op 1 januari van het jaar ná afronding en/of ingebruikname van een actief. De rente berekenen we over de boekwaarde per 1 januari.
177
8.4. Overzicht en toelichting incidentele baten en lasten In onderstaande tabel hebben wij de incidentele baten en lasten per deelprogramma samengevat. Deelprogramma/toelichting
2014
2015
2016
2017
Bereikbaarheid Besparing onderhoud en inhaalslag
325
-108
-108
-108
Dotatie voorziening onderhoud wegen
-200
-200
-200
-200
Totaal Bereikbaarheid
125
-308
-308
-308
-70
0
0
0
Openbare ruimte Omvorming plantsoenen Verkoop snippergroen Totaal Openbare Ruimte
25
0
0
0
-45
0
0
0
-55
-30
0
-30
Bestuur Verkiezingen Incidenteel voordeel int. contacten
0
0
8
0
-55
-30
8
-30
Invoeringsbudget KCC
-30
0
0
0
Totaal Dienstverlening
-30
0
0
0
-45
-45
-45
0
C ultuureducatie
-7
-7
-7
-37
Totaal Cultuur
-52
-52
-52
-37
-269
0
0
0
0
0
73
0
-269
0
73
0
Incidentele aanpassing huur
4
0
0
0
Totaal Sport
4
0
0
0
-50
0
0
0
-283
0
0
0
-333
0
0
0
Transitiekosten Wmo/AWBZ
-63
0
0
0
Maatwerkvoorzieningen
-45
0
0
0
Zorgzwaartepakketten
-54
0
0
0
-161
0
0
0
Totaal Bestuur Dienstverlening
Cultuur C ultuurarrangement
Ontspanning Onderhoud zwembad de Wilder Incidentele bijdrage breedtesport Totaal Ontspanning Sport
Economische zaken Aanjaagbudget economische ontw. Revitalisering bedrijventerreinen Totaal Economische zaken Wmo
Totaal Wmo
178
Jeugd Transitiekosten Jeugdzorg
-14
0
0
0
Totaal Jeugd
-14
0
0
0
-101
-101
-101
0
Incidentele besparing budget 2014
44
0
0
0
Totaal Plattelandsontwikkeling
-57
-101
-101
0
Onderhoud openbare ruimte centrum
-50
0
0
0
Verkoop vastgoed
100
0
0
0
50
0
0
0
70
0
0
0
Startersleningen
0
0
0
0
Energieloket 2.0
-40
0
0
0
Totaal Wonen
30
0
0
0
100
0
0
0
83
0
0
0
0
-222
0
0
248
-222
0
0
Onttrekking res. geb. ond. de Wilder
269
0
0
0
Onttrekking RSFI voor revitalisering
283
0
0
0
Totaal Reserves
552
0
0
0
-8
-713
-381
-375
Plattelandsontwikkeling C ontinuering beleid uit begroting 2013
Ruimtelijke ontwikkeling
Totaal Ruimtelijke ontwikkeling Wonen Subsidie woningbouw
Algemene dekking Aanvullende maatregelen bedrijfsvoering Extra besparing op personeel Vrijval kapitaallasten en inhaalafschrijving Incidentele correctie algemene uitkering Totaal Algemene dekking
65
Reserves
Totaal saldo incidenteel (zie p. 10 begr.)
Toelichting incidentele baten en lasten per deelprogramma: Bereikbaarheid Gelet op het huidige onderhoudsniveau van onze wegen laten we het beschikbare exploitatiebudget voor wegen van € 325.000 incidenteel vrijvallen. Dit budget vullen we weer aan door vanaf drie jaar lang aan het budget een bedrag van € 108.000 toe te voegen. Daarnaast verwachten we in de jaren 2019-2020 een incidentele piek in het wegenonderhoud van € 1.000.000. Vooruitlopend op deze piek voegen we incidenteel vijf jaar lang een extra bedrag van € 200.000 aan de voorziening wegenonderhoud toe om de kosten van deze piek te kunnen dekken. Openbare ruimte Om de al ingeboekte besparing op plantsoenen te kunnen realiseren moeten we onze plantsoenen omvormen naar onderhoudsvriendelijk groen. Hiervoor is in 2014 incidenteel een bedrag van € 70.000 beschikbaar.
179
Daarnaast verwachten we in 2014 een extra opbrengst van € 25.000 door de verkoop van snippergroen. Bestuur We willen onze dienstverlening verder verbeteren en vormgeven in een Klant Contact Centrum (KCC). Voor de voorbereiding en ontwikkeling is in 2014 een eenmalig budget van € 30.000 beschikbaar. Cultuur Om verenigingen op het gebied van amateurkunst, volkscultuur/cultureel erfgoed en museumexpositiebeleid te ondersteunen is drie jaar lang voor het cultuurarrangement een bedrag van € 45.000 beschikbaar. De vergoeding voor Cultuureducatie die we in incidenteel in onze begroting hadden verwerkt vervalt. Voor 2014-2016 is dit een nadeel van € 7.000, voor 2017 is het nadeel € 37.000. Ontspanning Voor het onderhoud aan Zwembad de Wilder is in 2014 incidenteel een bedrag van € 269.000 beschikbaar. Overigens zetten we voor dekking van deze kosten de daartoe gevormde reserve onderhoud gebouwen in. In 2016 ontvangen we nog een incidentele bijdrage voor breedtesportimpuls. We zijn echter niet verplicht om dit geld ook daadwerkelijk in te zetten voor breedtesport. Sport We verwachten in 2014 incidenteel voor een bedrag van iets meer dan € 4.000 aan extra huuropbrengst te ontvangen. Economische zaken In 2014 trekken we incidenteel een budget van € 50.000 voor een aanjaagbudget om (economische) initiatieven vanuit het bedrijfsleven te stimuleren en ondersteunen. Verder trekken we een incidenteel budget van € 283.035 uit voor de uitvoering van de tweede fase van de revitalisering (oostelijke deel van ’t Varck). Dit geld dekken we overigens door eenzelfde bedrag aan te wenden uit de Reserve Sociale en Fysieke Infrastructuur. Wmo Met het oog op de decentralisatie van taken op de terreinen Wmo/AWBZ hebben we incidenteel in 2014 een budget van € 62.690 vrijgemaakt voor transitiekosten. Daarnaast is binnen dit deelprogramma in 2014 geld beschikbaar voor Maatwerkvoorzieningen (€ 45.000) en Zorgzwaartepakketten (€ 53.700). Ook hier gaat het overigens om eenmalige investeringsimpuls met het oog op de decentralisatie van taken op het gebied van AWBZ. Jeugd Ook voor dit deelprogramma is met het oog op de aanstaande decentralisatie van taken van rijk naar gemeenten een transitiebudget opgenomen, in dit geval een bedrag van € 14.000.
180
Plattelandsontwikkeling Naast structureel budget is er voor de continuering van het beleid voor plattelandsontwikkeling tot en met het jaar 2016 extra geld uitgetrokken. Dit budget is in 2014 € 57.000 en loopt op tot € 101.000 in de jaren 2015 en 2016. Ruimtelijke ontwikkeling Voor de herinrichting van de markt en omgeving hebben wij in 2014 incidenteel extra middelen (€ 50.000) opgenomen voor de inhaalslag kwaliteit openbare ruimte voor het overige gebied van het winkelhart van Haaksbergen. Daarnaast verwachten we voor 2014 nog een opbrengst van € 100.000 te realiseren door de verwachte verkoop van gemeentelijk vastgoed (Veldkampstraat). Wonen Voor de uitvoering van de stimulering van energiebesparende maatregelen (energieloket) trekken we in 2014 eenmalig een bedrag van € 40.000 uit. Dit betalen we onder meer uit een incidentele provinciale subsidie van € 70.000. Verder is incidenteel in 2014 een bedrag van € 50.000 beschikbaar voor startersleningen, maar omdat we dit bedrag ook terugontvangen is dit budgettair neutraal in de begroting verwerkt. Algemene dekking We willen bovenop de al bestaande taakstelling in 2014 eenmalig een bedrag van € 100.000 besparen op personeel. Daarnaast vindt in 2015 een incidentele correctie op onze Algemene Uitkering plaats. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2014 treffen we bovendien aanvullende maatregelen in de bedrijfsvoering tot een bedrag van € 75.000. Verder constateren we in 2014 een voordeel van afgerond € 83.000 op afschrijvingen Enderzijds komt dit doordat investeringen later worden uitgevoerd dan gepland. Anderzijds heeft de aanpassing van de afschrijvingstermijnen in de nieuwe financiële verordening er toe geleid dat investeringen op grond van de nieuwe termijn al afgeschreven hadden moeten zijn. Door inhaalafschrijvingen in 2014 wordt de boekwaarde van deze investeringen op nul gesteld. Reserves De onttrekkingen aan de reserve onderhoud gebouwen voor het in 2014 uit te voeren onderhoud aan zwembad de Wilder en de inzet van de Reserve Sociale en Fysieke Infrastructuur merken we voor in taal € 552.035 aan als incidenteel.
181
9. Bijlagen
182
9.1. Bijlage 1: 9.1.1.
Reserves en voorzieningen
Structurele mutaties in de reserves
(bedragen x 1.000) Omschrijving structurele toevoeging/onttrekking aan reserve Totaal bereikbaarheid en openbare ruimte Totaal bestuur en dienstverlening Totaal cultuur en ontspanning Totaal integrale veiligheid Totaal maatschappelijke ondersteuning Totaal onderwijs en jeugd Totaal ruimtelijke ontwikkeling en wonen Vastgoedexploitatie: dotatie aan reserve gebouwbeheer Totaal algemene dekking
2014
2015
2016
2017
-372
-372
-372
-372
-372
-372
-372
-372
183
9.1.2.
Mutaties en verloop reserves
Naast de aard van de reserves lichten we hierna de mutaties en de gevolgen voor de stand van de reserves toe aan de hand van het onderstaande verloopoverzicht van de reserves. Werkelijk
Algemene reserve
Begroot
2012
Mutaties
2013
Mutaties
2014
Mutaties
2015
Mutaties
2016
Mutaties
2017
421.000
1.332.700
1.753.700
0
1.753.700
0
1.753.700
0
1.753.700
0
1.753.700
Bestemmingsreserve Aankoop kunstvoorwerpen
12.679
0
12.679
0
12.679
0
12.679
0
12.679
0
12.679
Gemeentelijke monumenten
76.810
-20.000
56.810
0
56.810
0
56.810
0
56.810
0
56.810
1.065.303
-780.000
285.303
-283.035
2.268
0
2.268
0
2.268
0
2.268
50.930
0
50.930
0
50.930
0
50.930
0
50.930
0
50.930
Sociale en fysieke infrastructuur Egalisatie afval Onderhoud gemeentelijke panden
822.121
372.464
1.194.585
103.464
1.298.049
372.464
1.670.513
372.464
2.042.977
372.464
2.415.441
Inzet Essentgelden
945.538
-425.000
520.538
0
520.538
0
520.538
0
520.538
0
520.538
Bestemmingsreserve riolering
0
469.000
469.000
0
469.000
0
469.000
0
469.000
0
469.000
Transitiekosten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bestemmings reserve totaal
2.973.381
-383.536
2.589.845
-179.571
2.410.274
372.464
2.782.738
372.464
3.155.202
372.464
3.527.666
Totaal
3.394.381
949.164
4.343.545
-179.571
4.163.974
372.464
4.536.438
372.464
4.908.902
372.464
5.281.366
Toelichting Aard van de reserves Algemene reserve Resultaatbestemming 2012 Om het nadelige rekeningresultaat 2011 te kunnen dekken heeft de raad bij de jaarrekening 2011 besloten om een bedrag van € 2.261.905 te ontrekken aan de algemene reserve. Daar staat tegenover dat, om de reserve op peil te houden, ook besloten is om vanuit de reserve gebouwbeheer een bedrag va € 372.464 aan de algemene reserve toe te voegen. Toelichting aard en mutaties bestemmingsreserves Overige bestemmingsreserves De overige bestemmingsreserves zijn reserves, die door de raad in het leven zijn geroepen om een specifiek doel te dienen. De raad kan deze bestemmingen wijzigen c.q. opheffen. Bestemmingsreserve aankoop kunstvoorwerpen In 2013 zetten we deze reserve op basis van de begroting niet in voor dit doel. Ook in begroting 2014 en meerjarenperspectief 2015-2017 zijn geen aanwendingen voorzien. Bestemmingsreserve gemeentelijke monumenten De reserve heeft als doel het jaarlijks kunnen verlenen van bijdragen aan derden voor het in stand houden van gemeentelijke monumenten. De incidentele uitgaven aan monumentenrenovaties worden ten laste van de reserve gebracht.
184
Bestemmingsreserve egalisatie BTW-compensatie Door de invoering van de btw-compensatie per 1-1-2003 is binnen de begroting sprake van nadelige effecten. Het saldo van de bestemmingsreserve egalisatie BTW-compensatie is conform de begroting onttrokken. Bestemmingsreserve sociale en fysieke infrastructuur De bestemmingsreserve sociale en fysieke infrastructuur zetten we in 2014 in om de kosten van de revitalisering van bedrijventerreinen te dekken. Bestemmingsreserve onderhoud gemeentelijke panden Deze reserve is oorspronkelijk een voorziening. Bij gebrek aan een door de raad goedgekeurd meerjarenonderhoudsplan blijft dit ook in 2014 een reserve. Voor aanwending van deze reserve is dan ook een besluit van de raad nodig. In 2014 zetten we deze reserve in om het onderhoud van de Wilder te dekken. Bestemmingsreserve inzet Essentgelden Voor de door verkoop van aandelen Essent aan RWE verkregen opbrengst is een bestemmingsreserve gevormd. In 2012 zijn conform besluitvorming onderstaande onttrekkingen ten laste van deze reserve geboekt. Het betreft het project Domotica en Kop Parallelweg. Egalisatiereserve afval In principe is de totale opbrengst van de afvalstoffenheffing voldoende om de meerjarige kosten van dit product te dekken. De egalisatiereserve heeft tot doel om pieken en dalen in de kosten te kunnen opvangen, zonder dat dit per jaar tot grote verschillen in het tarief leidt. Egalisatiereserve riolering In principe is de totale opbrengst van het rioolrecht voldoende om de meerjarige kosten van dit product te dekken. De egalisatiereserve heeft tot doel om pieken en dalen in de kosten te kunnen opvangen, zonder dat dit per jaar tot grote verschillen in het tarief leidt. Toelichting mutaties Mutatie lasten 2014: € 372.464 We voegen jaarlijks een bedrag van € 372.464 aan de reserve onderhoud gemeentelijke panden toe. Mutatie baten 2014: € 552.035 In 2014 onttrekken we een bedrag van € 269.000 voor een inhaalslag in het achterstallig onderhoud van zwembad de Wilder. We onttrekken een bedrag van € 283.035 aan de RSFI voor de revitalisering van bedrijventerreinen. Per saldo wordt er dus een bedrag van € 372.464 toegevoegd aan de reserves en wordt er een bedrag van € 552.035 onttrokken. Het saldo van de mutatie in baten en lasten in 2014 is € 179.571.
185
9.1.3.
Mutaties en verloop voorzieningen
Naast de aard van de voorzieningen lichten we hierna de mutaties en de gevolgen voor de stand van de voorzieningen toe aan de hand van het onderstaande verloopoverzicht van de voorzieningen. Werkelijk
Begroot
2012
Mutaties
2013
Mutaties
2014
Mutaties
2015
Mutaties
2016
Mutaties
2017
Voorzieningen verplichtingen, verliezen en risico's Pensioenen wethouders Voormalig personeel Wegenfonds Voorziening dubieuze debiteuren belastingen Subtotaal voorzieningen verplichtignen, verliezen en risico's
1.116.510
42.500
447.067
-229.263
217.804
-92.363
42.500 125.441
-37.571
42.500 87.870
-21.427
42.500 66.443
-21.856
42.500 44.587
0
0
0
489.000
489.000
489.000
978.000
489.000
1.467.000
489.000
1.956.000
0
0
0
64.261
64.261
64.261
128.522
64.261
192.783
64.261
257.044
1.563.577
-186.763
217.804
503.398
678.702
558.190
1.194.392
574.334
1.726.226
573.905
2.257.631
Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting Investering stedelijke vernieuwing Egalisatie riolering Subtotaal door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting Totaal voorzieningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
113.207
68.292
181.499
61.459
242.958
61.459
304.417
61.459
365.876
61.459
427.335
113.207
68.292
181.499
61.459
242.958
61.459
304.417
61.459
365.876
61.459
427.335
1.676.784
-118.471
399.303
564.857
921.660
619.649
1.498.809
635.793
2.092.102
635.364
2.684.966
Toelichting Aard van de voorziening Als voorzieningen worden in overeenstemming met de regelgeving aangemerkt: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker zijn, maar redelijkerwijs zijn te schatten; bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs zijn te schatten; kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorzieningen strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren; van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden (geoormerkte gelden). Hiervan zijn uitgezonderd de voorschotbedragen van Europese of Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Deze worden conform het op dit punt het gewijzigde BBV als overlopende passiva opgenomen.
186
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Voorziening pensioenen wethouders Het doel is om op elk moment te kunnen voldoen aan de verplichting tot het uitbetalen van toekomstige aanspraken van wethouders op ouderdomspensioen. Voorheen lag dit tijdstip bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Binnen de nu geldende wet APPA bestaat voor wethouders ook het recht op pensioenoverdracht na afloop van de wethouders- en/of wachtgeldperiode. Ook moet voorzien worden op het in de toekomst instellen van een externe (landelijke) pensioenregeling voor alle wethouders, in welk geval alle pensioenverplichtingen ineens afgekocht moeten worden. In 2012 is wederom van het recht van overdracht gebruik gemaakt. De voorziening wordt gemuteerd op grond van de contant gemaakte berekening van de actuaris. Dit betekent, dat: op de voorzienbare pensioendata de doelvermogens kunnen worden uitgekeerd ter financiering van de pensioenen op de mogelijke momenten van pensioenoverdracht de waarde kan worden overgedragen aan een pensioenverzekeraar Voorziening voormalig personeel Bij begroting 2012 is besloten om een voorziening voormalig personeel in te richten. Doel: te voorzien in kosten van personeel dat niet meer in actieve dienst werkzaam is. Wegenfonds Onze exploitatie is gebaseerd op de langjarige gemiddelde kosten van klein- en groot onderhoud en rehabilitaties. Per jaar kunnen de kosten van het onderhoud verschillen, deze voorziening is bedoeld voor het opvangen van deze grote pieken en dalen in de exploitatie. Voorziening dubieuze belastingdebiteuren Het GBT voert voor ons taken uit op het gebied van belastingen. Jaarlijks wordt het GBT geconfronteerd met mensen die niet aan de betalingsverplichtingen kunnen voldoen, of bijvoorbeeld failliet gaan. Om de nadelige financiële gevolgen te kunnen afdekken hebben we vanaf 2014 deze voorziening ingesteld. Voorzieningen voor door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting Voorziening investering stedelijke vernieuwing Doel: realiseren van diverse projecten in het kader van de stedelijke vernieuwing. In 2012 is het saldo van € 62.534 aan de voorziening onttrokken en overgeboekt naar het project Frankenhuis. Dit bedrag zou oorspronkelijk terugbetaald moeten worden op grond van de oude ISV-regeling. De Provincie is echter alsnog akkoord gegaan om het bedrag voor het project Frankenhuis in te zetten. Voorziening rioolbeheer Het doel van deze voorziening is al te grote schommelingen binnen de jaarlijkse exploitatie van de rioleringen te voorkomen, waardoor een stabiel tarievenbeleid kan worden gevoerd.
187
Toevoeging van het exploitatieoverschot In 2012 hebben we voor € 364.131 meer aan inkomsten uit rioolheffing ontvangen dan we aan lasten hebben gehad. Dit voordeel egaliseren we, conform voorgaande jaren, door toevoeging aan de voorziening Riolering. Vrijval Een voorziening wordt ingesteld voor toekomstige verplichtingen. De stand van de voorziening Riolering op 31.12.2012 is gereflecteerd aan de voorziening op grond van het nieuwe GRP. Hieruit blijkt, dat de voorziening met een bedrag € 468.680 kan vrijvallen. In het resultaatsbestemmingsvoorstel wordt voorgesteld dit bedrag in te zetten om in 2014 de lastenverzwaring achterwege te laten danwel te verlagen. Toelichting mutaties Mutatie lasten 2014: Vanaf 2014 houden we rekening met een dotatie aan het wegenfonds van in totaal € 489.000. Hiervan is € 289.000 bedoeld voor de kosten van groot (asfalt)onderhoud, en heeft € 200.000 betrekking op een extra dotatie in verband met de verwachte onderhoudspiek wegenonderhoud van € 1 mln. Mutatie baten 2014: In 2014 en ook in de jaren daarop houden we rekening met een onttrekking aan de voorziening voormalig personeel.
188
9.2. Bijlage 2:
Berekening EMU-saldo
189
9.3. Bijlage 3:
Maatstaven algemene uitkering
190
191