(meerjaren)begroting 2015-2020 "(samen)werken aan water"
*2014.23708*
Rapportinformatie Hoofdtitel............................................................................................ (meerjaren)begroting 2015-2020 Subtitel .......................................................................................................... "(samen)werken aan water" Rapportnummer: ................................................................................................................... 2014.23708 Versienummer: ................................................................................................................................... 001 Versiedatum: ................................................................................................................ 15 oktober 2014
Bestuurlijk traject Behandeling in dagelijks bestuur: ................................................................................. 14 oktober 2014 Behandeling in commissies: .......................................................................................... 29 oktober 2014 Behandeling in algemeen bestuur: ........................................................................... 19 november 2014
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
-2-
Inhoudsopgave Leeswijzer.............................................................................................................................................. 4 1 Aanbieding van de begroting 2015 ........................................................................................... 6 1.1 Bestuurlijke samenvatting ................................................................................................ 6 1.2 Financiële samenvatting .................................................................................................. 9 2 Begroting 2015 naar kosten en opbrengsten en de financiële positie ............................... 20 2.1 Begroting 2015 naar kosten- en opbrengstensoorten ................................................... 20 2.2 Waterschapsbelastingen ............................................................................................... 29 2.3 Weerstandsvermogen.................................................................................................... 38 2.4 Financieringsparagraaf .................................................................................................. 42 2.5 Risicoparagraaf.............................................................................................................. 45 3 Programma Waterkering .......................................................................................................... 49 3.1 Wat willen we bereiken? ................................................................................................ 49 3.2 Wat gaan we ervoor doen?............................................................................................ 51 3.3 Wat mag het kosten? ..................................................................................................... 56 4 Programma Watersysteem ...................................................................................................... 59 4.1 Wat willen we bereiken? ................................................................................................ 59 4.2 Wat gaan we ervoor doen?............................................................................................ 60 4.3 Wat mag het kosten? ..................................................................................................... 77 5 Programma Vergunningen en handhaving ............................................................................ 81 5.1 Wat willen we bereiken? ................................................................................................ 81 5.2 Wat gaan we ervoor doen?............................................................................................ 82 5.3 Wat mag het kosten? ..................................................................................................... 89 6
7
8 9
10
11
Programma Bestuur, communicatie en veiligheid ................................................................ 92 6.1 Wat willen we bereiken? ................................................................................................ 92 6.2 Wat gaan we ervoor doen?............................................................................................ 94 6.3 Wat mag het kosten? ................................................................................................... 100 Programma Bedrijfsvoering .................................................................................................. 104 7.1 Wat willen we bereiken? .............................................................................................. 104 7.2 Wat gaan we ervoor doen?.......................................................................................... 105 7.3 Wat mag het kosten? ................................................................................................... 111 Programma Concern- / administratieve posten................................................................... 115 Meerjaren investeringsprogramma 2015-2020 .................................................................... 120 9.1 Projecten watersysteem .............................................................................................. 120 9.2 Investeringen 2015-2020 ............................................................................................. 122 9.3 Meerjarige kapitaallastenontwikkeling 2015-2020 ....................................................... 123 Overige paragrafen begroting 2015 ...................................................................................... 126 10.1 Verbonden partijen ...................................................................................................... 126 10.2 Uitgangspunten en normen ......................................................................................... 126 10.3 EMU-saldo ................................................................................................................... 127 10.4 Kostentoerekening ....................................................................................................... 128 Bijlagen .................................................................................................................................... 131
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
-3-
Leeswijzer Voor u ligt de meerjarenbegroting 2015-2020 van Waterschap Peel en Maasvallei. Deze begroting is opgesteld conform de in de Voorjaarsnota 2014 geschetste kaders, uitgangspunten en inhoudelijke ontwikkelingen. Samenvatting In hoofdstuk 1 vindt u onze visie op deze begroting en de meerjarenraming. Verder geven wij u samengevat inzicht in de financiële situatie van ons waterschap. Begroting 2015 naar kosten en opbrengsten In hoofdstuk 2 brengen wij, conform de wettelijke voorschriften, de begroting naar kostensoorten en de vermogenspositie van het waterschap in beeld. Het hoofdstuk eindigt met een aantal risico’s, dat wij op ons af zien komen. Begroting 2015 naar programma’s In de hoofdstukken 3 tot en met 7 geven wij per programma weer waar ons waterschap inhoudelijk voor staat en welke producten en projecten wij in 2015 gaan leveren. Ieder hoofdstuk is op dezelfde wijze opgebouwd.
Als eerste schetsen wij een beeld van wat wij als waterschap willen bereiken. U vindt onze visie en de beoogde effecten die wij maatschappelijk gezien willen bereiken.
Vervolgens geven wij aan welke concrete producten en projecten wij in 2015 willen gaan realiseren.
Tot slot maken wij inzichtelijk welke kosten gepaard gaan met de uitvoering van ons werk en geven wij inzicht in de meerjarige kostenontwikkeling die wij verwachten.
Op deze manier krijgt u een transparant beeld van de wijze waarop en de middelen waarmee wij onze doelen realiseren. Het programma opgenomen in hoofdstuk 8 geeft alle lasten en baten van het waterschap weer, die niet direct in verband kunnen worden gebracht met de programma’s beschreven in hoofdstuk 3 tot en met 7. Investeringsprogramma Per programma is een overzicht opgenomen van de geplande investeringen in de periode 2015-2020. Wij hebben een groot aantal projecten onder handen om onze waterkeringen en ons watersysteem op orde te brengen. Dit hoofdstuk vat alle investeringen opgenomen in de begroting nog eens samen. Verplichte paragrafen Hoofdstuk 10 bevat diverse paragrafen die volgens wettelijke voorschriften in de begroting opgenomen moeten worden en die nog niet in eerdere hoofdstukken aan de orde zijn gekomen. Bijlagen Tot slot is er nog een aantal (wettelijk verplichte) bijlagen opgenomen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
-4-
Aanbieding van de begroting 2015
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
-5-
1 Aanbieding van de begroting 2015 Waterschap Peel en Maasvallei is waterautoriteit in Noord- en Midden-Limburg. Samen met partners brengen wij, via Nieuw Limburgs Peil, balans in het vasthouden en afvoeren van water, saneren en herinrichten wij beken, keren wij Maashoogwater en zuiveren wij afvalwater. Onze taak is gericht op economische dynamiek en een gezonde en veilige leefomgeving. Ook in 2015 vertaalt ons waterschap deze missie weer in tal van maatregelen. Welke dat zijn en welke financiële gevolgen ze hebben, kunt u lezen in deze (meerjaren)begroting.
1.1
Bestuurlijke samenvatting
Inleiding Bij deze bieden wij u de laatste begroting van deze bestuursperiode aan. In de afgelopen bestuursperiode is er veel werk verzet. Er zijn veel ontwikkelingen geweest in onze taken. We noemen de dijken, klimaat, Nieuw LimburgsPeil. Wij hebben van uw bestuur de ruimte gekregen om de uitvoering op deze onderdelen op te pakken. Zonder dat dit heeft geleid tot grote lastenstijgingen. Aan de vooravond van de verkiezingen en een nieuw tijdperk voor het waterschapsbestel in Limburg hebben we een begroting waar we allen trots op kunnen zijn. Een begroting die een goed fundament vormt om invulling te geven aan de wateropgave die er voor ons waterschap ligt. In deze begroting is géén rekening gehouden met de mogelijke gevolgen van de fusie met Waterschap Roer en Overmaas per 1 januari 2017. Het meerjarenperspectief is gebaseerd op de huidige situatie. De voorliggende begroting is het resultaat van de inspanningen van zowel bestuur als ambtelijke organisatie. Een aantal jaren achtereen constateren we, dat de ter hand genomen strategie werkt. Een strategie die enerzijds moet leiden tot een krachtige waterschapsorganisatie met ruimte voor innovatie en ontwikkeling, en anderzijds tot een gematigde toename van de lastendruk voor onze ingezetenen. Ons inziens slagen we daar al enige jaren in. Tegelijkertijd houden we onze waterschapsfinanciën structureel op orde. In een tijd waarin de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen, biedt de gekozen koers een houvast voor stabiliteit en continuïteit. Met waardering voor iedereen die de afgelopen jaren zijn/haar inbreng heeft geleverd, zijn wij verheugd een (meerjaren)begroting voor te kunnen leggen die voor 2015:
voorziet in een (maatschappelijk) verantwoorde invulling van onze taak en ambitie;
leidt tot een gelijkblijvende belastingdruk in ons gebied vergeleken met 2014;
kan bijdragen aan het economisch herstel van onze regio;
maatschappelijk en politiek-bestuurlijk verantwoord is;
recht doet aan de uitgangspunten van het Bestuursakkoord Water; en
past binnen de afgesproken koers en kaders.
Tegelijkertijd willen we met het optimisme op langere termijn wat voorzichtiger zijn en in het perspectief plaatsen van de ontwikkelingen en opdrachten die we op ons af zien komen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
-6-
Ontwikkelingen in de zuiveringstaak Ofschoon de waterzuiveringstaak in financiële zin onze grootste taak is, heeft vooral de (kosten)ontwikkeling in de watersysteemtaak onze aandacht. De waterzuiveringstaak laat mede door technische innovaties en vergaande samenwerking met partners in de afvalwaterketen, een redelijk stabiel beeld zien met de afgelopen jaren zelfs een dalende trend. De daling van de kosten voor het zuiveren van afvalwater en daarmee het belastingtarief voor de zuiveringsheffing in 2015, is hiervan het gevolg. Ontwikkelingen in de watersysteemtaak De watersysteemtaak zal naar onze mening een steeds prominentere positie in gaan nemen binnen ons ‘all-in’ waterschap. Qua taak en in het verlengde daarvan als kostengenerator. We zijn als waterschap nog tal van (beleids)terreinen aan het verkennen om er achter te komen hoe groot onze opdracht nu precies is en wat dat betekent voor onze omgeving en ons waterschap. We noemen als voorbeeld de dossiers op het gebied van de aanleg en onderhoud van waterkeringen (kabels en leidingen, groene en grijze dijken) en het aanpassen van ons watersysteem op het veranderende klimaat. Een en ander ook in relatie met het visie document ‘Water in beweging’, visie op het waterbeheer in Limburg 2020. Voor de uitvoeringsmaatregelen die uit onze opdracht volgen moeten middelen vrijgemaakt worden om deze ook daadwerkelijk uit te kunnen voeren. Hoeveel en wanneer? Daar kunnen we op dit moment geen antwoord op geven omdat we nog in de verkenningsfase zitten. Omdat er op dit moment meer vragen dan antwoorden zijn, hebben we met de mogelijke structurele gevolgen of een voorschot daarop, geen rekening gehouden in deze (meerjaren)begroting. Dat leek ons niet de juiste weg. Naar onze mening zal de spanning toenemen tussen ambitie, taakuitvoering en beheersing van de watersysteemkosten. Dit is waarom wij op langere termijn dan ook wat minder optimistisch zijn. Omdat wij voor de geduide ontwikkelingen geen middelen vooraf ramen, vragen wij u enige ruimte in de begrotingsuitvoering. Dit om in te kunnen spelen op mogelijke kansen en uitdagingen die in de dynamiek van alledag ontstaan. Deze ‘ruimte’ houdt in dat het nodig kan zijn vooruitlopend op de structurele invulling van beleid, incidenteel een budget te overschrijden. In wezen is dit niets nieuws maar een herbevestiging van gemaakte afspraken. De structurele invulling van beleid in relatie tot een maatschappelijke verantwoorde lastenontwikkeling, is en blijft ter overweging van uw bestuur en zullen wij u ook voorleggen. Één waterschap in Limburg Provinciale Staten van Limburg hebben 4 juli 2014 besloten dat de beide waterschappen per 1 januari 2017 fuseren tot een waterschap Limburg. Dit besluit ligt ter goedkeuring voor bij de minister. In het 2DB-overleg van 23 september 2014 is de intentie uitgesproken om op 1 januari 2017 te beschikken over een geïntegreerde crisisorganisatie, een geïntegreerde informatievoorziening en een geïntegreerd HRM. Om dit te bereiken, achten wij het noodzakelijk om nog in 2014 te starten met het voorbereiden van de integratie van de crisisorganisatie, de informatievoorziening en het human resource management van de nieuwe organisatie. Het proces van voorbereiden en neerzetten van een nieuwe organisatie op deze onderdelen legt beslag op de bestaande capaciteit van medewerkers en op nog niet begrote middelen. Om de reguliere bedrijfsvoering niet te schaden zal de inzet van mensen en middelen vergroot moeten worden. Het voorstel voor het opstellen van een businesscase, waarin de doelen en benodigde middelen voor het realiseren van een geïntegreerde crisisorganisatie, informatievoorziening en HRM in beeld gebracht worden is inmiddels besproken in de stuurgroep (de twee dagelijkse besturen) en kan in opdracht van de twee kwartiermakers worden uitgevoerd.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
-7-
Beperkte kostengroei 2015 De toename van de kosten 2015 ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2014 is beperkt tot 0,56%. Dit is inclusief de invulling van de voorstellen en ontwikkelingen op de watersysteemtaak genoemd in de Voorjaarsnota 2013 met tevens een verruiming van incidenteel beschikbare middelen. Veruit het grootste gedeelte van zeer matige kostenstijging is het gevolg van een gunstigere kostenontwikkeling op de zuiveringstaak. Gelijke belastingdruk 2015 en gematigde toename 2016 en verder In het Bestuursakkoord Water is de wens uitgesproken om de lokale lasten gematigd te laten stijgen zonder exact aan te geven wat onder 'gematigd' wordt verstaan. Gelet op de opdracht waarvoor de waterschappen aan de lat staan en de te realiseren besparingen in de afvalwaterketen, zijn landelijk afspraken gemaakt over wat een 'gematigde' lastenontwikkeling is. Die afspraken komen er voor de waterschappen op neer dat de totale belastingopbrengsten (watersysteem- en zuiveringsheffing) in de periode 2010 t/m 2020 niet meer dan 2,7% per jaar (exclusief inflatie) mogen stijgen. Op basis van de voorliggende begroting en ons voorstel blijft het totale belastingvolume in 2015 gelijk ten opzichte van 2014. We willen er voor de beeldvorming nog op wijzen dat stijging van het belastingvolume niet hetzelfde is als tariefstijging. In paragraaf 2.2 van deze begroting zijn een aantal uitgewerkte rekenvoorbeelden opgenomen waaruit blijkt wat een en ander betekent voor de lastendrukontwikkeling 2015 in specifieke situaties. Voorstel Gelet op voortzetting van de afgesproken koers en het voeren van een verantwoord strategisch financieel beleid van ons waterschap, stellen wij voor de voorliggende begroting inclusief het dekkingsvoorstel 2015, overeenkomstig ons voorstel vast te stellen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
-8-
1.2 1.2.1
Financiële samenvatting De meerjarenraming 2015-2020
De meerjarenraming is de belangrijkste indicator om inzicht te krijgen in de ontwikkeling in de jaren (trend) van de structurele lasten ten opzichte van de structurele baten (de meerjarige Verlies en Winstrekening). De meerjarenraming is geen exacte wetenschap maar is wel een goed instrument om de vinger aan de pols te houden en toetsen of we nog op de afgesproken koers liggen. De meerjarenraming is wel een dynamisch instrument. Het financieel beeld van ons waterschap wordt continu positief en negatief beïnvloedt door allerlei ontwikkelingen omdat we niet alles (kunnen) voorzien. Maar door onze eigen strategie en dynamiek kunnen we de meeste ontwikkelingen het hoofd bieden en inpassen. De wetgever schrijft voor dat er sprake moet zijn van een structureel sluitende meerjarenraming (structurele exploitatielasten = structurele exploitatiebaten) en, als dat niet zo is, moeten we aangeven hoe we denken het evenwicht te herstellen. De provincie heeft in dit verband een toezichthoudende taak. Voorjaarsnota 2014 Op basis van de gemaakte afspraken en uitgezette financiële koers bij de begroting 2012/2013 en de voorjaarsnota 2014 kwamen we tot de volgende ontwikkeling van het belastingvolume ter dekking van de structurele kosten. Voor de duidelijkheid: met belastingvolume wordt niet bedoeld het tarief. Het belastingvolume is onderdeel van het dekkingsplan van de begroting dat tezamen met toepassing van de kostentoedelingsverordening leidt tot een bepaald belastingtarief om de dekking van de begroting te waarborgen. Structurele kosten te dekken uit belastingvolum e (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Zuiveringstaak
28.105
28.105
28.355
28.607
28.863
29.120
29.379
% stijging zuiveringstaak t.o.v. voorgaande jaar
-1,17%
0,00%
0,89%
0,89%
0,89%
0,89%
0,89%
Watersysteemtaak
25.801
27.024
27.650
28.663
29.668
p.m.
p.m.
% stijging w atersysteemtaak t.o.v. voorgaande jaar
4,48%
4,74%
2,32%
3,66%
3,51%
p.m.
p.m.
Structureel te dekken kosten/belastingvolume 2013-2018
53.906
55.129
56.005
57.270
58.531
p.m.
p.m.
% stijging t.o.v. voorgaande jaar
1,46%
2,27%
1,59%
2,26%
2,20%
p.m .
p.m .
Op grond van de Meerjarenbegroting 2014-2018 en de Voorjaarsnota 2014 voorspelden we dat het totale belastingvolume voor 2015 zou stijgen met ongeveer 2,27 % en dat we uitgaan van een jaarlijks structureel dekkende begroting. Dit lag ruim binnen de marge (2,7%+inflatie) die op grond van het Bestuursakkoord door de Unie van Waterschappen is aangegeven en we als ‘meetlat’ hanteren. Wat de uitkomsten zijn van de ontwerpbegroting op basis van de huidige inzichten, presenteren we in de onderdelen hierna. Structureel te dekken kosten actuele meerjarenraming 2015-2020 Uitgangspunt is een jaarlijks structureel sluitende begroting. Enerzijds omdat er dan nog altijd sprake is van een zeer gematigde lastenontwikkeling en anderzijds omdat die koers een positief effect heeft op het EMU-saldo van zowel ons individuele waterschap als Nederland als totaal. Uitgaande van een
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
-9-
jaarlijks structureel sluitende begroting met inbegrip van de ontwikkelingen en voorstellen (Voorjaarsnota 2013) komen we op basis van de huidige inzichten tot het volgende scenario. Structurele kosten te dekken uit belastingvolum e (x € 1.000)
2014 Zuiveringstaak
28.105
% stijging zuiveringstaak t.o.v. voorgaande jaar Watersysteem taak
25.801
% stijging w atersysteemtaak t.o.v. voorgaande jaar Structureel te dekken kosten/belastingvolume 2014-2020
53.906
% stijging t.o.v. voorgaande jaar
2015
2016
2017
2018
2019
2020
27.332
27.605
27.881
28.160
28.441
28.726
-2,75%
1,00%
1,00%
1,00%
1,00%
1,00%
26.574
27.813
28.617
29.729
30.614
31.631
3,00%
4,66%
2,89%
3,89%
2,98%
3,32%
53.906
55.418
56.498
57.889
59.055
60.357
0,00%
2,80%
1,95%
2,46%
2,01%
2,20%
Op basis van de voorjaarsnota gingen we er van uit dat de totale lastendrukstijging in ons gebied tot en met 2018 met gemiddeld zo'n 1,95% per jaar zou toenemen. Op basis van de huidige inzichten komen we uit op een toename van zo'n 1,9% per jaar tot en met 2020. De stijging van de totale lasten voor zowel 2015 als de jaren daarna, ligt ruim binnen de marge die op grond van het Bestuursakkoord door de Unie van Waterschappen is aangegeven. Grafisch ziet de ontwikkeling eruit als volgt.
Als we de huidige meerjarenperiode in ogenschouw nemen, kunnen we concluderen dat de verwachte groei van het belastingvolume in ons gebied onder de norm ligt die als een’ gematigde ’lastenontwikkeling’ is geduid. Dit ondanks het feit dat we in 2010 en 2011 nog extra stappen hebben moeten zetten om onze begroting structureel op orde te brengen (o.a. vanwege taakverzwaringen, wegvallen dividenduitkering Nederlandse Waterschapsbank, incidentele dekking van structurele kosten omzetten in structurele dekking). Het financieel beeld van ons waterschap wordt continu positief en negatief beïnvloedt. Maar door onze eigen strategie en dynamiek kunnen we de meeste ontwikkelingen het hoofd bieden en inpassen. Hierna gaan we op hoofdlijn in op de ontwikkelingen naar taak.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 10 -
Zuiveringstaak Uw bestuur heeft bij de behandeling van eerdere begrotingen onderschreven dat u zich kunt vinden in de uitgangspunten van het financiële beleid die wij hanteren als het gaat om de zuiveringsheffing. Die uitgangpunten zijn:
aan het einde van de planperiode een structureel kostendekkend zuiveringstarief;
aan het einde van de planperiode zo min mogelijk reserves en gedurende de planperiode alleen reserves opbouwen om het tarief gelijkmatig te kunnen laten stijgen over de jaren;
een gematigde stijging van de zuiveringsheffing om de kostenstijging van het watersysteem te compenseren.
Onze inzet was het tarief voor de zuiveringsheffing tot en met 2015 gelijk te houden aan het tarief 2012. De kostenontwikkeling van de zuiveringstaak is dermate, dat het verantwoord is het zuiveringstarief in 2015 te laten dalen. Hiervan profiteren zowel de huishoudens als de bedrijven hetgeen kan bijdragen aan een positieve impuls in ons gebied. Uitgaande van een structureel sluitende begroting op de zuiveringstaak zal het belastingvolume stijgen van € 28,1 miljoen in 2014 naar afgerond € 29,9 miljoen in 2024. Deze ontwikkeling is zo'n € 1,0 miljoen lager dan de ontwikkeling waarmee wij in de begroting 2014-2018 en de voorjaarnota 2014 rekening hadden gehouden. Deze lagere kostenontwikkeling komt enerzijds door andere toepassing van nieuwe zuiveringstechnieken door het Waterschapsbedrijf Limburg, en anderzijds en in mindere mate, vanwege voordelen door nieuwe toetreders in de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. Het voorgaande gecombineerd met de inzet van een tariefegalisatiereserve (mede ter afdekking van risico's) zouden we in 2024 een structureel sluitende begroting kunnen bereiken door het belastingvolume van de zuiveringsheffing in de periode 2016-2024 jaarlijks met 1% te laten stijgen. Watersysteemtaak In de voorjaarsnota 2014 gingen we voor 2015 nog uit van een stijging van de te dekken kosten uit belastingen van 4,74%. Die was onder andere gebaseerd op:
reguliere loon- en prijsinflatie (+2%);
de jaarlijkse HWBP bijdrage (+1%). De jaarlijkse bijdrage neemt toe van € 2,99 miljoen in 2014, naar € 4,13 miljoen in 2015. Hiermee wordt de afgesproken overname en fasering van gedeeltelijke financiering van het HWBP door de waterschappen (totaal € 181 miljoen per jaar) voltooid;
uitvoering van projecten herstel watersystemen (+0,85%);
het opzetten/faciliteren van een professionelere dijkwachtorganisatie (+0,5%).
Op basis van de huidige inzichten komen we uit op 3%. Dit komt onder andere door doorgevoerde kostenverlagingen (bijvoorbeeld als gevolg van digitalisering van processen, ander invulling ICTfunctie), meevallende kostenontwikkelingen (bv lagere sociale lasten, hogere doorberekening aan taak zuiveringsbeheer) en kostenontwikkelingen die we binnen de huidige begroting afdekken. Een lager stijgingspercentage voor 2015, brengt met zich mee dat de basis voor de percentages van de kostenontwikkeling ná 2015 ook weer wijzigen. Zo komt de prognose voor 2016 uit op een stijging van 4,66% terwijl eerder nog werd uitgegaan van 2,32%. Het blijven echter prognoses die continu invloed van interne en externe ontwikkelingen blijven veranderen. We proberen door de inzet van instrumenten eventuele extremen (op een verantwoorde) wat af te zwakken en tegelijkertijd een
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 11 -
gelijkmatige groei te realiseren. Die mogelijkheden zullen we ook in relatie tot de ontwikkeling 2016 verkennen. Meerjarenbegroting 2015-2020 De afgelopen periode hebben we op basis van de meest recente ontwikkelingen de meerjarenraming opnieuw opgebouwd en aangepast. De dynamiek kan door allerlei ontwikkelingen groot zijn waardoor aanpassing of bijsturing van het strategisch financieel beleid gewenst of zelfs noodzakelijk is. De actuele meerjarenraming ziet er uit als volgt: Meerjarenraming (x € 1.000)
Raming ¹
Raming (incl. wijz)²
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
2014
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Lasten P ro gramma Waterkering P ro gramma Watersysteem P ro gramma Vergunningen en Handhaving ³ P ro gramma B estuur, co mmunicatie, heffingen en veiligheid P ro gramma B edrijfsvo ering P ro gramma Co ncern-/administratieve po sten To taal lasten (A )
3.306
3.591
3.820
4.133
4.546
5.064
5.496
5.934
14.323
40.152
40.639
42.185
42.078
42.906
44.068
44.328
29.887
4.219
4.140
4.222
4.305
4.390
4.477
4.565
5.050
3.697
4.128
4.304
4.392
4.492
4.562
4.670
0
1.574
1.081
1.114
918
567
447
436
5.299
4.857
4.378
4.580
4.649
4.499
4.423
4.483
57.865
58.090
58.186
60.538
60.888
61.918
63.473
64.416
B aten P ro gramma Waterkering P ro gramma Watersysteem P ro gramma Vergunningen en Handhaving P ro gramma B estuur, co mmunicatie, heffingen en veiligheid P ro gramma B edrijfsvo ering P ro gramma Co ncern-/administratieve po sten To taal baten (B ) T e de k k e n k o s t e n/ s a ldi m e e rja re nra m ing ( A - B )
0
0
0
0
0
0
0
0
512
434
434
434
434
434
434
434 128
50
128
128
128
128
128
128
722
138
0
0
0
0
0
0
0
584
696
696
696
282
127
111 2.550
2.418
2.418
2.433
2.456
2.479
2.502
2.526
3.702
3.702
3.691
3.714
3.737
3.346
3.215
3.223
5 4 .16 3
5 4 .3 8 8
5 4 .4 9 5
5 6 .8 2 4
5 7 .15 1
5 8 .5 7 2
6 0 .2 5 8
6 1.19 3
Wa a rv a n: T e de k k e n k o s t e n zuiv e rings t a a k
2 8 .10 5
2 8 .10 5
2 7 .6 8 2
2 8 .8 2 6
2 8 .3 9 5
2 8 .7 2 6
2 9 .5 6 4
2 9 .4 8 3
T e de k k e n k o s t e n wa t e rs ys t e e m t a a k
2 6 .0 5 8
2 6 .2 8 3
2 6 .8 13
2 7 .9 9 8
2 8 .7 5 6
2 9 .8 4 6
3 0 .6 9 4
3 1.7 10
257
482
239
18 5
13 9
117
80
79
0
0
350
1.2 2 1
5 14
566
1.12 3
757
D e k k ing: D e k k ing uit s pe c if ie k e be s t e m m ings re s e rv e s D e k k ing uit be s t e m m ings re s e rv e t a rie f s e ga lis a t ie D e k k ing uit be la s t inge n
5 3 .9 0 6
5 3 .9 0 6
5 3 .9 0 6
5 5 .4 18
5 6 .4 9 8
5 7 .8 8 9
5 9 .0 5 5
6 0 .3 5 7
T o taal
5 4 .16 3
5 4 .3 8 8
5 4 .4 9 5
5 6 .8 2 4
5 7 .15 1
5 8 .5 7 2
6 0 .2 5 8
6 1.19 3
¹
Dit is de raming 2014 volgens de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 in het algemeen bestuur van 20 november
2013; dus vóór kanteling van de organisatie. ² Dit is de gewijzigde begroting 2014 inclusief de verschuivingen als gevolg van de kanteling van de organisatie. ³ Voor de raming 2014¹ geldt dat dit de raming was voor het programma ‘watersysteem op orde: herstelde watersystemen’.
In de meerjarenraming hebben wij gerekend met een loon- en prijsontwikkeling van 2%. Deze inschatting vormt een risico in de meerjarenraming. Géén rekening hebben wij gehouden met de consequenties van de fusie omdat er nog geen duidelijkheid is over de basis waarop die berekening dan gebaseerd zou moeten worden. Ook is geen rekening gehouden met groei van het areaal. Wél hebben we rekening gehouden met de structurele en incidentele effecten als gevolg van nieuwe toetreders tot de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen per 1 januari 2015. Daarnaast hebben wij ook rekening gehouden met de meerjarige lasten van het investeringsplan voor zowel de afschrijvingslasten als de financieringslasten. Hierin begrepen:
een investeringsvolume van € 3 miljoen (netto) per jaar in projecten watersystemen om de dekking van die investeringen te garanderen en gelijkmatig door te berekenen in de tarieven;
de te betalen jaarlijkse bijdrage aan de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), die we aanmerken als een jaarlijkse investering. De bijdrage van ons waterschap aan het HWBP is het gevolg van het gesloten Bestuursakkoord Water. Een en ander om de Rijksbegroting structureel met € 181 miljoen te verlichten. Nieuw is, dat we vanaf 2016
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 12 -
rekeninghouden met de jaarlijkse prijsindexatie van de € 181 miljoen. Het verloop van de bijdrage was/is als volgt: bijdrage 2011-2013 € 1,85 miljoen per jaar, 2014 € 2,99 miljoen oplopend tot jaarlijks € 4,13 miljoen in 2015. Door de prijsindexatie loopt de bijdrage in 2016 op naar € 4,3 miljoen. Met ingang van 2017 hebben wij ook rekening houden met de invoering van een eigen projectgebonden bijdrage (€2 miljoen per jaar) waardoor het bedrag volgens onze huidige berekeningen oploopt tot zo'n € 6,3 à € 6,4 miljoen per jaar. In de vorige meerjarenraming gingen we nog uit van € 5,3 miljoen; De te dekken kosten in de periode 2014-2020 lopen op van € 54,16 miljoen in 2014, naar € 61,19 miljoen in 2020 (+ € 7,03 miljoen = + 12,9%). Dat is over de hele periode een jaarlijkse groei van 2,05% per jaar. Dit is op basis van het huidig inzicht. De te dekken structurele lasten nemen volgens onze verwachting op basis van voortschrijdend inzicht, risico’s en ontwikkelingen die we op ons af zien komen, eerder toe dan af. Het strategisch financieel beleid dient daarom steeds heroverwogen te worden. Te dekken kosten uit belastingen Om de begroting structureel sluitend te houden zou het totale belastingvolume in ons gebied van € 53,91 miljoen in 2014, moeten stijgen naar € 60,36 miljoen in 2020. Dit een stijging van € 6,45 miljoen over een periode van zes jaren. De stijging van de totale lastendruk in ons gebied zou in die periode daarom uitkomen op 1,9% per jaar. Afgezet tegen de landelijke opvatting over wat een gematigde stijging is (2,7% + inflatie) voldoen we ruimschoots aan het verwachtingspatroon. De uitsplitsing van de structureel te dekken kosten vanaf 2015 naar taak, gecorrigeerd voor de incidentele kosten in de exploitatie die we uit de reserves halen (2015 € 589.000), is als volgt: Structurele kosten te dekken uit belastingvolum e (x € 1.000)
2014 Zuiveringstaak
28.105
% stijging zuiveringstaak t.o.v. voorgaande jaar Watersysteem taak
25.801
% stijging w atersysteemtaak t.o.v. voorgaande jaar Structureel te dekken kosten/belastingvolume 2014-2020
53.906
% stijging t.o.v. voorgaande jaar
2015
2016
2017
2018
2019
2020
27.332
27.605
27.881
28.160
28.441
28.726
-2,75%
1,00%
1,00%
1,00%
1,00%
1,00%
26.574
27.813
28.617
29.729
30.614
31.631
3,00%
4,66%
2,89%
3,89%
2,98%
3,32%
53.906
55.418
56.498
57.889
59.055
60.357
0,00%
2,80%
1,95%
2,46%
2,01%
2,20%
Om de begroting structureel sluitend te houden in 2015 hoeft het totale belastingvolume 2015 (watersysteem- en zuiveringsheffing) ten opzichte van 2014 niet te stijgen. Ook de meerjarige ontwikkeling van de waterschapslasten voldoet ruim aan het uitgangspunt opgenomen in het Bestuursakkoord Water. De kosten, die we structureel dekken uit het belastingvolume van de zuiveringsheffing, dalen met 2,75% ten opzichte van 2014 en zijn met name het gevolg van de uitwerking van de neerwaarts bijstelling van de structurele netto kosten van het Waterschapsbedrijf. Vanaf 2016 is het nodig om het belastingvolume voor de zuiveringsheffing jaarlijks met zo'n 1,00% te verhogen. Dit om de begroting van de zuiveringstaak op termijn (2024) structureel sluitend te houden overeenkomstig de bestuurlijke uitgangspunten.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 13 -
1.2.2
Dekkingsplan 2015
Zuiveringstaak Wij stellen voor het belastingvolume van de zuiveringsheffing 2015 te verlagen van € 28.104.825 in 2014 naar € 27.331.943 in 2015. Dit is een daling van 2,75%. De structurele lasten en baten zijn zo in evenwicht. Watersysteemtaak In 2011 en 2012 heeft uw algemeen bestuur een solide financiële basis gelegd voor de ambitie en taakuitvoering van het waterschap. Om onze begroting op orde te houden, stellen we voor het belastingvolume voor de watersysteemtaak te laten groeien van € 25.800.871 in 2014 naar € 26.573.753 in 2015. Dit is een stijging van 3,00%. Hierdoor blijft onze begroting structureel in evenwicht. Samenvatting dekkingsvoorstel begroting 2015 Op grond van het voorgaande stellen wij voor:
het belastingvolume 2015 voor de zuiveringsheffing vast te stellen op € 27.331.943;
het belastingvolume 2015 voor de watersysteemheffing vast te stellen op € 26.573.753;
de resterende nog niet gedekte incidentele kosten watersysteem (€ 239.369), te halen uit de specifiek daarvoor gevormde bestemmingsreserves. Een en ander overeenkomstig in het verleden genomen besluiten;
de tijdelijke verhoging van het kwijtscheldingsbudget zuiveringsheffing te verlengen en het bedrag (€ 350.000) te dekken uit de bestemmingsreserve tariefegalisatie zuiveringsheffing.
Het totale belastingvolume 2015 (zuiverings- en watersysteemheffing) komt hiermee op € 53.905.696 en is gelijk aan het belastingvolume 2014. Wat dit betekent voor de tarieven en voor de belastingdruk, is uitgewerkt in paragraaf 2.2 'Waterschapsbelastingen'. 1.2.3
De begroting van kosten- en opbrengstensoorten 2015
Kostensoorten: de lasten (x € 1.000)
Cat.
Rekening
Begroting
2013
2014
Begroting (incl. wijz) 2014
Begroting 2015
Lasten
41 To taal rente en afschrijvingen
5.430
7.355
7.176
7.775
14.302
13.455
13.735
13.686
7.989
7.416
8.131
7.824
25.947
27.351
27.351
26.796
86
280
280
281
1.010
2.007
1.583
1.824
54.764
57.864
58.256
58.186
42 To taal perso neelslasten 43 To taal go ederen en diensten derden 43a To taal go ederen en diensten WB L en B sGW 44 To taal bijdrage aan derden 45 To taal to evo egingen aan vo o rzieningen / o nvo o rzien
Totaal Lasten
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 14 -
Opbrengstsoorten: de baten (x € 1.000)
Cat.
Rekening
Begroting
Begroting
2014
Begroting (incl. wijz) 2014
2013
864
2015
Baten
81
To taal financiële baten
801
842
1.009
82
To taal perso nele baten
168
0
0
0
83
To taal go ederen en diensten aan derden
2.736
1.146
1.146
1.257
84
To taal bijdragen van derden
85
To taal waterschapsbelastingen
86
To taal interne verrekeningen
Totaal Baten Saldo baten minus lasten/te dekken kosten Dekking uit specifieke bestemmingsreserves Dekking exploitatiesaldo uit overige reserves
137
0
0
0
52.420
53.609
53.609
53.538
2.333
2.010
2.010
1.938
58.595 3.831
57.607 -257 257 0
57.774 -482 482 0
57.597 -589 589 0
De totale lasten 2015 stijgen ten opzichte van de (primitieve) begroting 2014 met € 322.000 (0,56%). De stijging is beperkt en het gevolg van::
een stijging van de kapitaallasten (€ 420.000) als gevolg van uitvoering van het investeringsplan. Inbegrepen de (verhoging van de) bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2015;
een stijging van de totale personeelslasten met per saldo € 231.000. Dit is enerzijds het gevolg van de doorberekening van de verwachte 2% indexering en versterking van een aantal onderdelen in onze organisatie. Anderzijds zijn op dit onderdeel budgetten komen te vervallen door een andere invulling van de ICT functie en de rechtstreekse verantwoording van pensioen-/wachtverplichtingen ten laste van daarvoor gevormde voorziening;
een stijging van de kosten van goederen en diensten geleverd door derden met € 408.000. Een bedrag van € 155.000 heeft betrekking op de regulier doorgerekende prijsinflatie 2015 (2%). Daarnaast zijn door de andere invulling van de ICT-functie een aantal budgetten binnen de waterschapsbegroting hergroepeerd waardoor op dit onderdeel de ICT/GIS budgetten met € 144.000 zijn verhoogd. Hier ligt een relatie met het vervallen van een budget van € 100.000 personeel derden op het vorige onderdeel. Daarnaast zijn een aantal posten structureel verhoogd vanwege verhoging budgetten overeenkomstig eerdere besluitvorming van uw bestuur (benzine en diesel € 45.000, recreatief medegebruik € 24.000, onderhoudskosten gebouwen € 81.000). Daarnaast zijn door het digitaliseren van processen de budgetten voor porto-, kopieer- en drukwerkkosten verlaagd met € 37.000. De overige wijzigingen hebben per saldo een verlaging van € 3.000 opgeleverd;
zeer geringe stijging van de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg met € 131.000. Dit in combinatie met de verlaging van de post ‘taakontwikkeling zuiveringsbeheer’ met € 686.000 om het huidige scenario voor de tariefontwikkeling op een financieel rechtmatige manier in te kunnen vullen;
verhoging van de incidentele ruimte voor nieuw beleid in post ‘incidentele taakontwikkeling watersysteem’ met € 111.000 als gevolg van nieuwe toetreders tot de BsGW;
verlaging van de post ‘structurele taakontwikkeling watersysteem’ met € 337.000 vanwege verschuiving van de gereserveerde ruimte voor nieuw beleid naar de desbetreffende posten in combinatie met een verhoging van € 152.000 met het oog op de meerjarige kosten- en tariefontwikkeling watersysteem;
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 15 -
daling met € 113.000 van de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening voor het waterschapskantoor en de loodsen ten gunste van de reguliere onderhoudsbudgetten;
overige per saldo een stijging van € 5.000.
De totale baten 2015, exclusief belastingvolume 2015, zijn per saldo met € 12.000 gedaald ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2014 ten gevolge van:
de hogere bespaarde rente eigen financieringsmiddelen (€ 22.000 voordeel) vanwege het meer ter beschikking hebben van eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen);
extra inkomsten vanwege te ontvangen 'entreegelden' € 111.000 van nieuwe toetreders per 1 januari 2014 tot de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen;
verhoging baten omdat we meer kosten weg kunnen schrijven naar investeringsprojecten (€ 64.000). Een en ander overeenkomstig de bestaande gedragslijn;
stijging van het bedrag voor kwijtschelding en oninbaarheid met € 71.000 (nadeel) ten opzichte van 2014;
verlaging van de baten met € 138.000 door het vervallen van de onttrekking aan de voorziening pensioenen/wachtgelden voormalig personeel/bestuurders. Dit omdat we die kosten voortaan rechtstreeks ten laste van de voorziening brengen.
Voor meer gedetailleerde cijfers met toelichting verwijzen we naar het hoofdstuk van de kostensoorten.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 16 -
1.2.4
Vermogenspositie
Weerstandsvermogen In juli 2005 heeft uw bestuur de nota 'Reserves en voorzieningen' vastgesteld. In deze nota zijn normen opgenomen voor de hoogte van onze algemene reserves. De algemene reserves worden geacht aan de maat te zijn, wanneer deze een omvang hebben van minimaal 5% en maximaal 10% van de structurele netto kosten van een taak. Het streefniveau is 7,5% (per taak). Op basis van de begroting 2015 bedraagt het percentage van het weerstandsvermogen afgezet tegen de structurele kosten van de watersysteemtaak 7,06% en die van de zuiveringstaak 8,23%. We voldoen hiermee aan onze eigen normering. Het eigen vermogen (algemene en bestemmingsreserves) bedraagt per einde 2015 circa € 15,6 miljoen op een verwacht balanstotaal van ongeveer € 80 miljoen (20% van het verwachte balanstotaal). 1.2.5
Conclusie ten aanzien van de financiële positie
De financiële positie moet in samenhang worden gezien met de ontwikkeling van structurele lasten en baten (meerjarenraming), de vermogenspositie en de mogelijkheden tot kostenbeheersing in relatie tot taakuitvoering. De meerjarenraming is de belangrijkste indicator. De meerjarenraming is een prognose van de meerjarige Verlies- en Winstrekening. Een exploitatie die structureel op orde is, is de beste garantie voor de continuïteit (ook in politiek bestuurlijke zin) van een overheidsbedrijf. Een structureel sluitende meerjarenraming en het eventueel nemen van maatregelen om het evenwicht te herstellen, worden onderschreven/geëist door de wetgever. Enerzijds vanwege het streven naar een structureel financieel gezonde overheid, anderzijds vanwege het nakomen van afspraken op Europees niveau (Economische en Monetaire Unie (EMU)).
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 17 -
Uit de analyse van de meerjarenraming maken wij op dat we onze kosten, voor zover door ons zelf beïnvloedbaar, beheersen en dat de totale lastendrukstijging voor de inwoners in ons gebied de komende jaren zeer gematigd is. Dat onderschrijft ons inziens dat we een solide begroting met een goed en stevig fundament hebben. Dit vormt een uitstekend vertrekpunt in de nieuwe bestuursperiode om (verder) invulling te geven aan het waterbeheer in Limburg.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 18 -
Begroting 2015 naar kosten en opbrengsten en de financiële positie
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 19 -
2 Begroting 2015 naar kosten en opbrengsten en de financiële positie 2.1
Begroting 2015 naar kosten- en opbrengstensoorten
Kostensoorten (de lasten) R e k e ning 2 0 13
B e gro t ing 2 0 14 ( inc l wijziginge n)
B e gro t ing 2 0 14
B e gro t ing 2 0 15
Catego rie (€)
(€)
(€)
(€)
1.016.729
1.899.421
1.519.105
2.268.396
800.711
801.775
968.535
824.259
3.612.156
4.653.676
4.688.730
4.681.966
5.429.596
7.354.872
7.176.370
7.774.621
4201 Salarissen huidige perso neel en bestuurders
9.820.729
10.069.064
10.129.818
10.301.376
4202 So ciale lasten
2.454.933
2.307.511
2.325.270
2.243.054
641.973
564.474
639.474
593.709
1.279.001
118.000
244.387
18.000
105.380
138.000
138.000
0
0
258.041
258.041
258.041
Lasten 41 Rente en afschrijvingen 4101 Externe rentelasten 4102 Interne rentelasten 4103 A fschrijvingen van activa To taal 42 P erso neelslasten
4204 Overige perso neelslasten 4205 P erso neel van derden 4206 Uitkeringen vo o rmalig perso neel en bestuurders Structurele lo o n- en prijso ntwikkeling 2014 (2%) Structurele lo o n- en prijso ntwikkeling 2015 (2%) To taal
0
0
0
271.908
14.302.016
13.455.090
13.734.990
13.686.088
43 Go ederen en diensten van derden 4301 Duurzame gebruiksgo ederen
428.304
415.083
415.083
439.083
4302 Overige gebruiks- en verbruiksgo ederen
296.338
342.929
364.429
678.474
4303 Energie
493.039
419.948
465.077
465.077
4304 Huur en pachten
458.256
491.988
470.888
464.888
4307 Verzekeringen
172.379
168.261
168.261
168.111
71.564
46.535
73.535
73.535
4309 Onderho ud do o r derden
2.382.955
1.917.709
2.066.249
1.728.625
4310 Overige diensten do o r derden
3.685.936
3.315.153
3.983.887
3.528.098
P rijso ntwikkeling t/m 2014
0
298.649
123.364
123.364
P rijso ntwikkeling 2015
0
0
0
154.612
7.988.773
7.416.255
8.130.773
7.823.867
24.235.475
24.865.487
24.865.487
24.996.076
0
795.050
795.050
108.649
-53.498
0
0
0
1.764.592
1.690.951
1.690.951
1.690.951
25.946.569
27.351.488
27.351.488
26.795.676
0
4308 B elastingen
To taal 43a Waterschapsbedrijf Limburg en B elastingsamenwerking B sGW 4310a B ijdrage Waterschapsbedrijf 4310a Ko sten taako ntwikkeling zuiveringsbeheer 4310b Verevening ko sten WB L met Ws Ro er en Overmaas 4310c B ijdrage B elastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen To taal 44 B ijdrage aan derden 4402 A an o verheden 4402 A an o verheden: bijdrage in frictieko sten Libel 4403 A an o verigen 4405 B ijdragen aan o penbare lichamen 4405 B ijdragen aan o penbare lichamen: frictieko sten Libel To taal
68.823
63.500
63.500
0
189.617
189.617
0
16.810
27.000
27.000
27.000
0
0
0
65.000
0
0
0
189.617
85.633
280.117
280.117
281.617
422.600
45 To evo egingen aan vo o rzieningen / o nvo o rzien 4501 A an vo o rzieningen
1.010.266
536.000
423.600
4502 Onvo o rzien
0
230.969
364.926
235.533
4502 Incidentele taako ntwikkeling watersysteem
0
395.000
165.000
506.075
4502 Structurele taako ntwikkeling watersysteem
0
845.000
629.287
659.746
1.010.266
2.006.969
1.582.813
1.823.954
5 4 .7 6 2 .8 5 3
5 7 .8 6 4 .7 9 1
5 8 .2 5 6 .5 5 1
5 8 .18 5 .8 2 3
To taal T o t a a l La s t e n
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 20 -
Opbrengstensoorten (de baten) R e k e ning 2 0 13
B e gro t ing 2 0 14
B e gro t ing 2 0 15
B e gro t ing 2 0 14 ( inc l wijziginge n)
Catego rie (€)
(€)
(€)
(€)
0
40.000
40.000
40.000
800.711
801.775
968.535
824.259
800.711
841.775
1.008.535
864.259
150.757
0
0
0
17.400
0
0
0
168.157
0
0
0
154.648
50.000
50.000
50.000
45.500
0
0
0
9.291
0
0
0
67
0
0
0
240
0
0
0
2.525.760
1.095.989
1.095.989
1.207.292
2.735.506
1.145.989
1.145.989
1.257.292
8401 Van o verheden
82.358
0
0
0
8405 Van pro vincies
54.393
0
0
0
0
0
0
0
136.751
0
0
0
B aten 81 Financiële baten 8101 Externe rentebaten 8102 Interne rentebaten To taal 82 P erso neel baten 8201 B aten salarissen / so ciale lasten 8202 Uitlening perso neel To taal 83 Go ederen en diensten aan derden 8301 Verko o p gro nd 8302 Verko o p duurzame go ederen 8303 Verko o p o verige go ederen 8304 Opbrengsten uit gro nd en water 8305 Huuro pbrengsten uit o verige eigendo mmen 8306 Diensten vo o r derden To taal 84 B ijdragen van derden
8406 Van o verigen To taal 85 Waterschapsbelastingen 8501 Opbrengst waterssyteemheffing gebo uwd
13.884.000
14.486.327
14.486.327
15.083.158
8502 Opbrengst watersysteemheffing ingezetenen
7.318.000
7.650.155
7.650.155
7.876.090
8503 Opbrengst watersysteemheffing o ngebo uwd
3.040.000
3.606.176
3.606.176
3.527.611
62.000
58.213
58.213
86.894
8.488.000
8.315.475
8.315.475
8.195.010
19.850.999
19.789.350
19.789.350
19.136.933
-1.291.000
-1.097.148
-1.097.148
-1.168.191
1.067.829
800.000
800.000
800.000
52.419.828
53.608.548
53.608.548
53.537.505
8504 Opbrengst watersysteemheffing natuur 8506 Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven 8507 Opbrengst zuiveringsheffing huisho udens 4503/04 Kwijtschelding en o ninbaarverklaring 8507 B elastingo pbrengsten vo o rgaande jaren To taal 86 Interne verrekeningen 8601 Onttrekkingen aan vo o rzieningen 8603 Geactiveerde lasten
633.490
138.000
138.000
0
1.699.870
1.873.498
1.873.498
1.937.398
2.333.361
To taal T o taal B aten
S a ldo ba t e n m inus la s t e n ( re s ult a a t )
2.011.498
2.011.498
1.937.398
5 8 .5 9 4 .3 14
5 7 .6 0 7 .8 10
5 7 .7 7 4 .5 7 0
5 7 .5 9 6 .4 5 4
3 .8 3 1.4 6 1
- 2 5 6 .9 8 1
- 4 8 1.9 8 1
- 5 8 9 .3 6 9
2 5 6 .9 8 1
4 8 1.9 8 1
5 8 9 .3 6 9
D e k k ing uit s pe c if ie k e be s t e m m ings re s e rv e s
In de tabellen vergelijken we (conform de voorschriften) de jaarrekening 2013, de begroting 2014, de gewijzigde begroting 2014 en de begroting 2015 met elkaar. In de begroting 2014 zijn de ontwikkelingen tot en met medio 2014 verwerkt. De bruto lasten stijgen ten opzichte van de (oorspronkelijke) begroting 2014 van € 57.864.000 naar € 58.186.000 (+0,56%). 2.1.1
Toelichting op de kostensoorten (de lasten)
Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de soorten kosten binnen onze exploitatiebegroting.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 21 -
Rente en afschrijvingen De kosten van rente en afschrijving bedragen € 7.774.621 (begroting 2014: € 7.354.872). De kosten van rente en afschrijving hebben betrekking op de in het verleden gedane investeringen en geplande investeringsprojecten 2015 (meerjarig investeringsprogramma (MIP)). De afschrijvingskosten bedragen € 4.681.966 en de rentekosten € 3.092.655. Een groot gedeelte van het investeringsprogramma is gebaseerd op de projecten van ons Integraal Waterbeheerplan (vanaf 2012 € 3 miljoen per jaar). Bij uitvoering van projecten nemen de jaarlijkse kapitaallasten sneller toe dan de vrijval uit oude projecten is. Met het oog op kostenbeheersing en kostenbeperking hebben we het investeringsvolume in watersysteemprojecten gefaseerd afgebouwd van € 5 miljoen in 2010, naar € 4 miljoen in 2011 en € 3 miljoen vanaf 2012. Dit heeft een positief effect gehad op ons EMU saldo van ons waterschap mede waardoor het nemen van aanvullende maatregelen op dat vlak nu niet nodig is. De jaarlijkse stijging van de kapitaallasten zet in de toekomst door. Dit komt doordat we elk jaar opnieuw investeren en dat tegelijkertijd de vrijvallende kapitaallasten uit oude investeringen gering zijn. Ook de jaarlijks te betalen bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) vanaf 2011 heeft een verhogend effect op de kapitaallastenontwikkeling. De bijdrage 2014 van € 2,99 miljoen, stijgt naar € 4,13 miljoen in 2015. Overeenkomstig het Bestuursakkoord Water stijgt de totale bijdrage van de waterschappen in het HWBP van € 131 miljoen in 2014, naar € 181 miljoen in 2015. In 2014 heeft er een heroriëntatie plaatsgevonden ten aanzien van de ICT investeringen. Een en ander in het licht van het ‘outsourcen’ van ICT dienstverlening. Dit heeft een verlagend effect gehad op de te plegen investeringen en daarmee op de kapitaallastenontwikkeling 2015 en verder. Afschrijvingen De afschrijvingskosten 2015 stijgen licht ten opzichte van 2014 vanwege de doorberekening van de lasten van de investeringsplanning. De stijging is minder hoog doordat we het investeringsvolume op ICT gebied structureel hebben verlaagd. Rente Bij het opmaken van de begroting houden we vooraf rekening met de rentelast van de financiering van nieuwe investeringen. Het aantrekken van een externe geldlening levert dus geen extra lasten op voor de begroting, tenzij we meer moeten aantrekken dan vooraf voorzien. In de begroting 2014 hebben we er rekening mee gehouden dat de externe financieringsbehoefte vanwege gepleegde en nieuwe investeringen circa € 35,7 miljoen bedraagt. Die behoefte is hoger dan in de begroting 2014 (€ 22 miljoen) omdat we jaarlijks blijven investeren in het realiseren van onze wateropgave en niet te vergeten de voorfinanciering van de aanpak van onze dijken vooruitlopend op het nHWBP. We hebben de gemiddelde financieringskosten per € 1 geïnvesteerd vermogen (rente omslagrentepercentage) verder kunnen verlagen naar 3,77% (2014: 3,88%). In de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) staan heldere regels over wanneer een geldlening aangetrokken moet worden. Daarnaast hebben we nog nadere regels gesteld ten aanzien van het risicogedrag in de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Peel en Maasvallei 2009. Ons beleid is gericht op het financieren van activiteiten tegen zo laag mogelijke financieringskosten. De financieringsbehoefte neemt afhankelijk van de omvang van het meerjarig investeringsprogramma jaarlijks toe. Daarnaast stijgen de externe rentelasten door de verwachte afname van de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen). Dit mede als gevolg van de
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 22 -
besteding van de reserves naar aanleiding van besluitvorming door het algemeen bestuur op 6 oktober 2010 (inzet vrij aanwendbare deel van de reserves). Hierdoor moeten we meer met geldleningen gaan financieren. Interne rentelasten De interne rentelasten betreffen een 'fictieve' rentevergoeding aan de reserves en voorzieningen op basis van de verwachte stand op 1 januari van het betreffende begrotingsjaar. Hierbij houden we rekening met het verwachte rekeningsaldo van het lopende jaar. De verwachte omvang per 1 januari 2015 waarover de interne rentelast is berekend, bedraagt afgerond € 20,5 miljoen (2014: € 20 miljoen). Op basis van een rentepercentage van 4,0% rekenen we € 824.259 (2014: € 801.775 ) toe aan onze reserves en voorzieningen, als ware het externe financieringsmiddelen. Per saldo heeft het voorgaande geen invloed op de begroting, omdat we de berekende fictieve rentekosten weer volledig als bespaarde rente (vanwege het hebben van eigen financieringsmiddelen) terugsluizen naar de exploitatie als 'fictieve' batenpost (zie interne rentebaten). Het opnemen van deze posten is een wettelijke verplichting. Personeelslasten De geraamde bestuurs- en personeelslasten betreffen alle lasten die verband houden met het huidige en voormalige bestuur en personeel. Hierbij horen het salaris met vaste toelagen van het personeel en bestuur, de uitkeringen en pensioenen ten behoeve van voormalig personeel en de daarop betrekking hebbende sociale lasten. Ook horen hierbij de uitgaven die voortvloeien uit diverse vergoedingsregelingen. We ramen de personeelslasten 2015 op totaal € 13.686.088 (2014: € 13.455.090). Dit is een stijging van € 230.998. Gecorrigeerd voor het verschuivingen (€ 100.000 personeel derden als gevolg van een andere invulling van de ICT-functie, het voortaan verantwoorden van bestuurderspensioenen direct ten laste van de daarvoor specifieke bestemde voorziening (€ 138.000), bedraagt de feitelijke stijging € 468.998 (€ 230.998 + €100.000 + 138.000). Salarissen huidig personeel en bestuurders De salarissen en vergoedingen van personeel en bestuur worden in 2015 geraamd op € 10.301.376. In 2013 was dat aanvankelijk € 10.069.064. Per saldo een stijging van afgerond € 232.000. De stijging is een resultante van de invulling van een aantal functies in het kader van ‘het robuust maken van de organisatie’. Dit hadden we in de begroting 2014 al aangekondigd. Een belangrijke aanleiding was onderzoeksrapport dat is opgesteld door Policy Research corporation naar de toekomstvastheid van het waterschapsbestel in Limburg waarin ook de kwetsbaarheid van ons waterschap werd blootgelegd. De budgetruimte voor de te nemen maatregelen hadden wij expliciet binnen de structurele begrotingspost voor nieuw beleid benoemd én gereserveerd (voorjaarsnota 2013). Het is dus niet zo dat de daarmee gemoeide kosten nu leiden tot extra kosten voor onze waterschapsbegroting. In 2015 is de formatie, inclusief team dijkverbetering (3 fte), geraamd op 182,11 fte (2014:178,50fte). Dit is een toename van 3,6fte en is het gevolg van versterking van de projectcontrol (+1 fte), adviesfunctie watertoets (+1fte), ecologisch adviesfunctie (+1fte), ICT en verschuivingen binnen overige bedrijfsvoeringsfuncties (per saldo +1,8 fte). Tot slot hebben er zich als gevolg van de dynamiek in de taakuitvoering, verschuivingen voorgedaan binnen de totale organisatie die per saldo nog hebben geleid tot een verlaging van 0,2fte.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 23 -
Sociale lasten De sociale werkgeverslasten zijn een afgeleide van de berekende bruto loonkosten en overige vergoedingen waarover we wettelijke sociale werkgeverslasten zijn verschuldigd. In de begroting 2014 hadden we de sociale lasten structureel extra verhoogd met € 400.000 om de raming en werkelijkheid dichter bij elkaar te brengen. We gaan er vanuit dat de sociale werkgeverslasten 2015 cumulatief zo’n 23% zullen gaan bedragen. Op grond van onze berekening op basis van de ‘belaste’ vergoedingen/uitgaven, verwachten we ten opzichte van 2014 bijna € 65.000 minder nodig te hebben.. Overige personeelslasten Onder deze post zijn kosten geraamd van bijvoorbeeld werving en selectie, opleidingen, seminars, Arbo maatregelen, geneeskundige dienst en de exploitatiekosten van het bedrijfsrestaurant. De stijging komt voor rekening van de opleidings-/studiekosten die afgeleid worden van de loonsom (is een percentage van de loonsom conform Cao/SAW). Personeel van derden Een structureel budget van € 100.000 vervalt op dit onderdeel doordat we het ICT-beheer op een andere wijze invullen. Voor vervanging van personeel bij (langdurige) ziekte, zwangerschapsverlof en dergelijke, hebben wij geen vervangingsbudget geraamd (= bedrijfsrisico). Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Dit betreft de verwachte kosten van wachtgelden pensioenverplichtingen voormalig bestuur. Deze kosten brengen wij met ingang van 2015 voortaan rechtstreeks ten laste voor de speciaal daarvoor gevormde voorziening. Enerzijds omdat de storting al ten laste is gekomen van de exploitatie en anderzijds, met het oog op vermindering van de administratieve belasting. Stelpost loon- en prijsontwikkeling In de voorjaarsnota 2014 is aangegeven dat we rekening houden met een structurele loon- en prijsstijging op de personeelslasten van 2% ten opzichte van 2014. De indexering is niet alleen bedoeld voor dekking van de stijging van kosten van het bruto loon uit hoofde van het nog nieuw uit te onderhandelen CAO akkoord ingaande 2014, maar ook voor stijging van kosten als uitwerking van secundaire arbeidsvoorwaarden en sociale lasten. Op het moment dat een nieuwe Cao is gesloten en de financiële effecten daarvan bekend zijn, gaan we die bij de eerst volgende gelegenheid op basis van de werkelijkheid doorrekenen en komen deze stelposten te vervallen. Goederen en diensten van derden De totale kosten van goederen en diensten van derden bedragen € 7.823.867 (2014: € 7.416.255). Dit is afgerond € 407.612 hoger dan in 2014. De kosten van goederen en diensten die we afnemen van derden bestaan onder andere uit:
energiekosten, belastingen, verzekeringen, huren en pachten;
onderhoudskosten: het uitbestede onderhoud van waterlopen en waterkeringen, onderhoud waterschapshuis en loodsen, werkmaterieel, pompen en dergelijke;
overige diensten door derden, zoals juridische en technische advisering door derden, maar ook contributies, lidmaatschappen en bijdragen aan verenigingen (Stichting Toegepast Waterbeheer (STOWA) en Unie van Waterschappen).
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 24 -
Naast verschuivingen tussen de kostensoorten is de wijziging ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2014 het gevolg van:
verhoging van het budget recreatief medegebruik met € 24.000;
verhogingen/hergroeperingen diverse budget ICT-/Gisbeheer vanwege andere invulling € 144.300. Hier ligt een relatie met het vervallen van een budget van € 100.000 voor de inhuur van derden en de heroriëntatie van ICT investeringen;.
structurele verhoging van het budget voor benzine en diesel met € 45.000. Dit vanwege stijging van accijnzen en btw de afgelopen jaren (1ste Bestuursrapportage 2013 € 20.000, en de begroting 2014 € 25.000);
hogere kosten (€ 27.000) voor de motorrijtuigen- en onroerendzaakbelasting;
verhoging budget onderhoudskosten gebouwen € 81.700. Hier ligt een relatie met de verlaging van de storting in de onderhoudsvoorziening met € 113.400;
verlaging budget porto-, kopieer-/drukwerk kosten met afgerond € 38.000 vanwege de digitalisering van processen;
stijging normvergoeding afname Woz-gegevens gemeenten ten behoeve van het opleggen van belastingen € 25.000;
een bedrag van afgerond € 154.600 ter compensatie van de verwachte prijsinflatie 2015 (2%) over de budgetten die onder deze categorie vallen;
daling van € 175.285 van de post prijsontwikkeling t/m 2014 vanwege compensatie stijgingen op andere begrotingsposten;
overige per saldo een verlaging van € 11.603.
Goederen en diensten Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) en Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) Bijdrage Waterschapsbedrijf Limburg Op basis van de begroting 2015 van het Waterschapsbedrijf, bedraagt de te betalen bijdrage aan het Waterschapsbedrijf € 24.996.076. In de begroting 2014 was een bedrag geraamd van € 24.865.487. Ten opzichte van de begroting 2014 stijgt de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf met € 130.589 miljoen. Dit is een stijging van 0,52%. Ons aandeel in kosten van het Waterschapsbedrijf is afgenomen (van 36,24% naar 36,2%) op basis van de afgesproken verdeelsleutel tussen de waterschappen (aandeel in verhouding vervuilingseenheden Limburg). De totale bijdrage 2015 aan het Waterschapsbedrijf heeft volledig betrekking op de zuiveringstaak. Kosten taakontwikkeling zuiveringsbeheer Deze post is sinds een aantal jaren onderdeel van begroting om op een financieel rechtmatige manier invulling te kunnen geven aan het gewenste tarievenbeleid. Voor 2015 is dat een daling van het belastingtarief met circa 4% met een kleine stijging van circa 1 % in de jaren daarna. Bijdrage Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Met ingang van 2011 is de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen opgericht. De oprichting is er op gericht zoveel mogelijk financiële en maatschappelijke voordelen te behalen door samenwerking op het gebied van belastingheffing en invordering. Bij de oprichting zijn we er van uitgegaan dat we een structurele besparing realiseren van € 254.000 in 2012, oplopend tot € 358.000 in 2015. Door het ‘succesverhaal’ van de gemeenschappelijke regeling in termen van partijen die zich aangesloten hebben sinds de oprichting in 2011, is de
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 25 -
besparing in 2015 opgelopen tot zo'n € 0,7 miljoen. Dat bedrag loopt op tot bijna € 1,2 miljoen in 2020. Hiermee halen we ruimschoots de gestelde financiële doelen bij de oprichting van de belastingsamenwerking. Bijdragen aan derden Op deze kostensoort worden bijdragen geraamd die we verstrekken aan derden. Er zijn bijdragen geraamd ten behoeve van:
het projectbureau Maas voor de Kaderrichtlijn Water (€ 15.000);
de financiering van de landelijke beverrattenbestrijding (€ 30.000);
het project Deltaplan Hoge Zandgronden (€ 35.000);
de bijdrage op basis van een bestuurlijk convenant met betrekking tot glastuinbouw en milieu € 12.000);
jaarlijkse tegemoetkoming in de frictiekosten voormalig ‘Libel’-gemeenten in de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (€ 189.617). Deze tegemoetkoming loopt tot en met 2017.
Toevoegingen aan voorzieningen/onvoorzien Voorzieningen De toevoeging aan de voorziening ad € 422.600 (2014: € 536.000) bestaat uit de toevoegingen aan:
de voorziening ‘onderhoud waterschapskantoor en loodsen’ voor de instandhouding van die gebouwen € 22.600 (2014: € 136.000). Op basis van een geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan, hebben we de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening verlaagd. Die verlaging is grotendeels ten gunste van gekomen van de reguliere onderhoudsbudgetten voor de gebouwen;
de voorziening ‘beheer en onderhoud waterkeringen’ (€ 400.000).
Op basis van een geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan voor het waterschapskantoor en de loodsen, is de jaarlijks storting in de onderhoudsvoorziening voor het kantoor en de loodsen van het waterschap verlaagd van € 136.000 naar € 22.600. Onvoorzien In de begroting is verder een post ter grootte van € 235.533 opgenomen ter dekking van onvoorziene kosten (verplicht). Conform de voorjaarsnota bedraagt deze post circa 0,4% van de totale begroting. Binnen de post onvoorzien is een bedrag van € 50.000 geoormerkt om invulling te geven aan innovaties. De exacte invulling van dit bedrag is op dit moment nog niet bekend. Het oormerken heeft tot doel om te waarborgen dat er budgetruimte beschikbaar is voor het onderzoeken of ten uitvoer brengen van innovaties. Incidentele en structurele taakontwikkeling watersysteem (lees: posten incidenteel en structureel nieuw beleid) Om invulling te kunnen geven aan de voorstellen en ontwikkelingen opgenomen in de voorjaarsnota 2013, hebben we een post structurele taakontwikkeling watersysteem van € 845.000 opgenomen. Hiervan is medio 2014 zo’n € 337.000 aan ontwikkelingen/maatregelen in de jaarschijf 2015 geïmplementeerd waardoor nog zo’n € 508.000 voor 2015 resteert. Daarnaast hebben we met het oog op de meerjarige structurele ontwikkeling van de watersysteemheffing en het nakomen van de budget-
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 26 -
afspraak met Waterschap Roer en Overmaas met betrekking tot voorbereidingskosten fusie, een incidenteel bedrag van € 151.746 opgenomen. Ook hebben we een budget van € 506.075 (was 2014 € 395.000) opgenomen voor incidentele uitgaven. Dit budget is gekoppeld aan de incidentele middelen die wij ontvangen uit de entreegelden van nieuwe toetreders tot de BsGW. Vanwege verwachte nieuwe toetreders per 1 januari 2015 (negen nieuwe gemeenten) stijgt het bedrag dat wij tijdelijk aan entreegelden ontvangen. Dit doen we om grip te houden op de begroting. Door dit op deze wijze inzichtelijk te houden willen we voorkomen dat we tijdelijke middelen als een structureel dekkingsmiddel gaan gebruiken. Dit is een maatregel om te waarborgen dat bij een afname of zelfs het volledig vervallen van tijdelijke inkomsten, een begrotingstekort ontstaat. Het beschikbare bedrag voor incidentele aanwending is hoger geworden dan waarmee we oorspronkelijk rekening mee hadden gehouden in bijvoorbeeld de Voorjaarsnota 2013 (€ 167.000). Hierdoor hoeven we om invulling te geven aan de voorstellen en ontwikkelingen die een incidenteel karakter hebben, minder beslag te leggen op onze reserves. Bijkomend voordeel is dat het minder interen op reserves een positief effect heeft op het EMU-saldo van ons waterschap. 2.1.2
Toelichting op de opbrengstensoorten (de baten)
Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de soorten opbrengsten binnen onze exploitatiebegroting. Financiële baten We ramen de financiële baten 2015 op € 864.259 (2014: € 841.775). Met ingang van 2012 hebben geen dividenduitkering van de Waterschapsbank meer geraamd. Wel hebben we nog een opbrengst geraamd van € 40.000 uit externe rentebaten. De overige financiële baten betreffen de bespaarde rente vanwege het kunnen aanwenden van reserves en voorzieningen voor de financiering van onze activiteiten. Zie hiervoor ook de toelichting onder het kopje ‘interne rentelasten’ van de vorige paragraaf. Goederen en diensten aan derden In de oorspronkelijke begroting 2014 hadden we rekening gehouden met € 1.145.989 vanwege de levering van goederen en diensten aan derden. In de begroting 2015 gaan we uit van € 1.257.292. Deze stijging van afgerond € 111.303 is het gevolg van extra incidentele inkomsten (tot en met 2020 aflopend) uit te ontvangen ‘entreegelden’ BsGW doordat per 1 januari 2015 naar verwachting negen nieuwe gemeenten toetreden tot het samenwerkingsverband. De geraamde entreegelden stijgen daarom van € 584.389 naar € 695.692. Bijdragen van derden De raming 2015 bedraagt evenals in 2014 € 0. De in de jaarrekening 2013 verantwoorde bedragen betroffen bijdrages vanwege de coördinatie van het project samenwerken in de afvalwaterketen en een ontvangen bedrag vanwege het gesloten partnercontract met de provincie (onderdeel bevers). Waterschapsbelastingen Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren hebben wij een inschatting gemaakt ten aanzien van een structurele post voor extra/nagekomen belastingbaten. Met ingang van de begroting 2009 hebben wij daarom een post opgenomen van € 600.000. Als onderdeel van de door te voeren ombuigingsmaatregelen (pakket I) hebben wij die raming op basis van ervaringscijfers met ingang van 2012 verhoogd tot € 800.000. Het geraamde bedrag voor kwijtschelding en oninbaar hebben wij voor
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 27 -
2015 geraamd op € 1.168.191. In de begroting 2013 hadden we aangegeven dat we gelet op de ontwikkelingen ten aanzien van de kwijtschelding belastingen, het kwijtscheldingsbudget voor 2013 en 2014 tijdelijk met € 295.000. Op grond van de realisatie van de afgelopen jaren trekken we die lijn door vanaf 2015 en verder, door het budget voor kwijtschelding te verhogen met € 350.000. Deze verhoging wordt niet structureel doorgerekend in het tarief van de zuiveringsheffing omdat we die kosten dekken uit de opgebouwde tariefegalisatiereserve zuiveringsheffing. Dit is in lijn met het gevoerde beleid in de afgelopen jaren. Uitgaande van een stijging van het belastingvolume van de watersysteemheffing met 3,00% en een daling van het belastingvolume voor de zuiveringsheffing van 2,75%, blijft de opbrengst uit belastingen gelijk aan de belastingopbrengst van 2014 zijnde € 53.905.696. De verdeling van watersysteemheffing en zuiveringsheffing naar categorie ziet er uit als volgt.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 28 -
In de afzonderlijke paragraaf ‘waterschapsbelastingen’ gaan wij nader in op de belastingen, de belastingtarieven en de belastingdruk. Interne verrekeningen Onttrekkingen aan voorzieningen De kosten van de wachtgeld- en pensioenverplichtingen brengen voortaan rechtstreeks ten laste van de daarvoor gevormde voorziening. Dit maakt de tot 2014 geraamde onttrekking overbodig. De raming bedraagt daarom in 2015 € 0. Geactiveerde lasten Hier verantwoorden we de inzet van personeel op investeringsprojecten. Voor 2015 gaat het om een bedrag van € 1.937.398 (2014: € 1.873.498) In de doorberekening is rekening gehouden met het team Dijkverbetering waarvan we de kosten ten laste brengen van de te verwachten subsidie (ca. € 42 miljoen) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor prioritaire dijkverbeteringen. Een en ander overeenkomstig het besluit van het algemeen bestuur (15 december 2010). In de doorberekening zijn ook organisatiekosten opgenomen. Een en ander overeenkomstig de bestaande gedragslijn die we volgen bij reguliere watersysteemprojecten. 2.1.3
Incidentele baten en lasten
Er zijn in de begroting lasten en baten opgenomen met een incidenteel karakter. We noemen aan de kant van de kostensoorten van de begroting:
een budget voor kapitaallasten van incidentele investeringen die worden afgedekt door inzet van bestemmingsreserves (€ 204.359) conform eerdere besluitvorming;
een beschikbaar budget van € 506.075 (‘incidentele taakontwikkeling watersysteem) voor invulling van voorstellen en ontwikkelingen met een incidenteel karakter volgens de opsomming in de Voorjaarsnota 2013;
een budget voor de tegemoetkoming in de frictiekosten van de Libelgemeenten die per 1 januari 2014 waren toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (€ 189.617 in de periode 2014-2017);
een projectbijdrage (€ 35.000) voor het project Deltaplan Hoge Zandgronden die ten laste wordt gebracht van de het budget Nieuw Limburgs Peil (via bestemmingsreserve).
Aan de kant van de opbrengstensoorten/baten van de begroting noemen we de te ontvangen ‘entreegelden’ door ons waterschap vanwege nieuwe toetreders tot de BsGW. Op grond van de gemeenschappelijke regeling ontvangen de ‘founding fathers’ ingeval van nieuwe toetreders, een compensatie voor de gepleegde investeringen als initiatiefnemers. De nieuwe deelnemer mag het totale bedrag over een periode van maximaal 6 spreiden. Rekening houdende met de toetreding van negen nieuwe gemeenten per 1 januari 2015, hebben we een opbrengst 2015 geraamd van € 695.692. De incidentele verhoging van het budget voor kwijtschelding belastingen in 2013 en 2014 (€ 295.000), hebben we voor 2015 gehandhaafd en verhoogd tot € 350.000.
2.2 2.2.1
Waterschapsbelastingen Inleiding
De waterschapsbelastingen en de daarmee gepaard gaande wijzigingen, spelen een belangrijke rol binnen onze begroting. Vandaar dat wij hierna uitvoerig ingaan op de op te brengen belastingen. De
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 29 -
uiteindelijke tariefontwikkeling wordt bepaald door twee factoren. Enerzijds is dit de ontwikkeling van de kosten en anderzijds is dit de ontwikkeling in de belastinggrondslagen. In de voorgaande paragrafen zijn we in gegaan op de kostenontwikkeling, dus ligt in deze paragraaf de nadruk op de ontwikkeling van de belastingopbrengsten, belastinggrondslagen en belastingcategorieën. 2.2.2
Belastingopbrengsten 2015
Doel van het belastingstelsel is de bekostiging van waterschapstaken. Waterschappen zijn voor de structurele dekking van de kosten voor uitvoering van de waterschapstaken bijna volledig afhankelijk van de opbrengst uit belastingen. We onderscheiden de watersysteemheffing, verontreinigingsheffing (directe lozingen op ons watersysteem) en zuiveringsheffing (indirecte lozingen). Op de verontreinigingsheffing wordt verder niet ingegaan, omdat de opbrengsten onderdeel uitmaken van de totale watersysteemtaak en de opbrengsten verwaarloosbaar zijn omdat de gemeentelijke overstorten zijn vrijgesteld. Rekening houdende met het halen van € 589.359 uit de bestemmingsreserves, blijft het totale belastingvolume (watersysteem- en zuiveringstaak) 2015 gelijk aan dat van 2014 zijnde € 53,906 miljoen. De totale lastendruk in ons gebied stijgt/daalt met 0,0%. Volgens de ontwerpbegroting 2015 wordt € 26,574 miljoen gedekt uit de belastingopbrengsten van de watersysteemheffing. In 2014 was dat € 25,8 miljoen. Dit is een stijging van 3% en dat is aanzienlijk lager dan de Voorjaarsnota 2014. Nadat de direct toe te rekenen kosten aan de betreffende categorieën zijn toegerekend, dient op basis van de geldende kostentoedelingsverordening 2015 daarvan te worden opgebracht:
30,0% door ingezetenen;
56,1% door gebouwd;
13,6% door ongebouwd;
0,3% door natuur.
Het op te halen belastingbedrag van de zuiveringsheffing 2015, zijnde € 27,4 miljoen, wordt omgeslagen over het aantal vervuilingseenheden in ons verzorgingsgebied. Gebaseerd op de kostenverdeling en kaders zoals vastgelegd in de kostentoedelingsverordening 2014, zijn de opbrengsten naar belastingcategorie als volgt:
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
De stijgingspercentages per categorie voor de watersysteemheffing verschillen onder andere als gevolg van wijziging van de kosten die we per categorie direct toerekenen zoals de kosten van kwijtschelding naar de categorie ingezetenen. Een en ander veroorzaakt daardoor kleine verschillen ten opzichte de stijging van het totaal van de belastingopbrengsten watersysteemheffing van 3,00%. Maar wat een en ander nu feitelijk betekent voor de tarieven 2015 en nog belangrijker de lastendruk, is in de volgende paragrafen uitgewerkt. Dekkingspercentage structurele kosten door belastingopbrengsten De structureel te dekken kosten 2015 (na correctie van de incidentele posten ten laste van de reserve) bedragen in totaal € 53.905.696. Hiervan heeft een bedrag van € 26.573.753 betrekking op te dekken kosten watersysteembeheer en € 27.331.943 op zuiveringsbeheer. Gelet op de totaal te dekken structurele kosten 2015 en het dekkingsvoorstel, bedragen de dekkingspercentages van de belastingen voor het watersysteembeheer 100% en het zuiveringsbeheer 100%. Bestemmingsreserve tariefegalisatie De bestemmingsreserve tariefegalisatie is bedoeld om in te zetten voor een evenwichtige en gelijkmatige tariefontwikkeling. De structurele kosten van het watersysteem en zuiveringsbeheer zijn en worden structureel afgedekt. De tijdelijke verhoging van het budget voor kwijtschelding voor de zuiveringsheffing is verlengd. De bestemmingsreserve tariefegalisatie zuiveringsheffing dient hiervoor als achtervang als mocht blijken dat de reguliere exploitatie hiervoor ruimte biedt. Kwijtscheldingsbeleid Huishoudens die de waterschapsbelastingen niet kunnen betalen, kunnen aanspraak maken op de kwijtscheldingsregeling. De kwijtscheldingsregeling is in wezen een vangnet voor de financieel minder bedeelden. Het kwijtscheldingsbeleid wordt uitgevoerd door de BsGW en zijn gebaseerd op het rapport ‘Financiële gevolgen Kwijtscheldingsbeleid Limburgse Waterschappen’ van maart 2001. Het geraamde kwijtscheldingsbedrag voor 2015 bedraagt € 921.991 (2014: € 855.775). We hadden het bedrag in 2013 en 2014 incidenteel met € 295.000 verhoogd. Met ingang van 2015 verhogen we dat bedrag tot
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 31 -
€ 350.000. Dit om meer de ervaringscijfers van voorgaande jaren te volgen voor wat betreft de zuiveringsheffing. Structurele aanpassing van het budget achten we nog niet nodig omdat we door meevallende resultaten op de zuiveringstaak de afgelopen jaren, op basis van de huidige inzichten nog voldoende reserves hebben om het risico voor langere termijn te kunnen dragen. Belastingtarieven 2015 Nadat we per categorie het op te brengen belastingbedrag hebben bepaald op basis van de kostentoedelingsverordening, wordt het tarief bepaald aan de hand van een wiskundige breuk:
€ belastingvolume categorie Tarief
= aantal eenheden / waarde
Uit de formule kan worden afgeleid dat wanneer we de kosten beheersen, dit niet hoeft te betekenen dat we het tarief beheersen. De kosten (en daarmee indirect het belastingvolume) zijn beïnvloedbaar, echter externe ontwikkelingen die de omvang in het onderste deel van de formule bepalen niet (bijvoorbeeld aantal ingezetenen, WOZ-waarde, vervuilingswaarden). Wanneer het belastingvolume (de teller) van het ene op het andere jaar hetzelfde blijft, maar bijvoorbeeld het aantal ingezetenen (de noemer) daalt, is er toch sprake van een tariefstijging door externe factoren. De gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen verstrekt jaarlijks de gegevens met betrekking tot de verwachte ontwikkeling van het aantal ingezetenen, WOZwaarde, vervuilingseenheden en dergelijke. Dit wordt afgeleid uit het register van belastingplichtigen (cohier) van het lopend belastingjaar. Van bekende ontwikkelingen wordt een inschatting gemaakt van het effect op de meerjarige ontwikkeling van de belastingmaatstaven. Die gegevens dienen vervolgens als basis om te komen tot de uiteindelijke tariefvaststelling (decembervergadering algemeen bestuur). Om te komen tot een prognose van de voorlopige tarieven 2015 gaan we uit van de volgende grootheden of uitgangspunten:
we gaan uit van de huidige kostentoedelingspercentages volgens de kostentoedelingsverordening 2014;
het aantal te belasten woonruimten stijgt met 400 ten opzichte van 2014;
in de totale WOZ-waarde van gebouwd is een verwachte waardedaling van 2,5% en 0,15% groei vanwege toename van het aantal onroerende zaken. De herrekende prognose 2014 (€ 46,01 miljard op basis van de feitelijke belastingkohier stand augustus 2014) heeft als basis gediend voor de berekening van de prognose 2015;
handhaving van het aantal hectares per deelcategorie wegen, overig ongebouwd en natuurterreinen op het niveau van 2014. Dit doen we zolang de huidige kostentoedelingsverordening voor wat betreft de toedelingspercentages, ongewijzigd blijft.
In de volgende tabel zijn de gehanteerde uitgangspunten voor berekening van de belastingtarieven samengevat.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 32 -
Omvang belastingmaatstaven (aantal x 1000)
Categorie
Ingezetenen
Maatstaf
Aantal ingezetenen
Categorie
Gebouw d
Maatstaf
Belastbare Woz-w aarde (x € 1 mrd)
Categorie
Ongebouw d
Maatstaf
Hectares w egen
Maatstaf
Hectares overig ongebouw d
Categorie
Natuur
Maatstaf
Hectares natuur
Rekening
Prognose
Prognose
2013
2014
2015
Watersysteem
Watersysteem
Watersysteem
164,3
165,0
165,4
47,4
45,8
44,9
6,9
6,9
6,9
66,5
66,0
66,0
26,7
24,5
24,5
Wanneer we het uiteindelijke tarief gaan bepalen, rekenen we met niet-afgeronde getallen. Ontwikkeling vervuilingseenheden (aantal x 1000) Rekening Prognose Prognose 2013
2014
2015
402,3
401,0
404,0
172,0
168,5
173,0
Vervuilingseenheden zuiveringsheffing Categorie
Huishoudens
Maatstaf
Vervuilingseenheden
Categorie
Bedrijven
Maatstaf
Vervuilingseenheden
De aannames zijn onder andere gebaseerd op onderzoeken naar bevolkingsontwikkeling, de vastgestelde Provinciale Woonvisie, het vestigingenregister Limburg (VRL) en het handelsregister. Op grond van de geactualiseerde prognoses van de BsGW verwachten we ten opzichte van de ramingen 2014 een toename van het aantal vervuilingseenheden. Ondanks het afhaken van een bedrijf die uit kostenoverwegingen een eigen zuiveringsinstallatie heeft gebouwd met een rendement van 95% en die voorheen voor circa 6.200 vervuilingseenheden werd aangeslagen. Dit stijging is vooral het gevolg van de kwalitatieve verbetering van onderliggende administraties door koppeling van meerdere (voorheen afzonderlijke) administraties. Op basis van het voorgaande komen we tot de volgende voorlopige tarieven voor de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing. Tarieven watersysteemheffing 2014 en indicatieve tarieven 2015 2014 2015 Vastgestelde Indicatief tarieven Categorie Ingezetenen Maatstaf Per ingezetene € 46,32 € 47,62 Categorie Gebouwd Maatstaf % van Woz-waarde 0,0320 0,0336 Categorie Ongebouwd Maatstaf Hectares wegen € 132,79 € 136,82 Maatstaf Hectares overig € 37,94 € 39,09 Categorie Natuur Maatstaf Hectares € 3,08 € 3,16
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 33 -
De daling van de WOZ-waarde heeft weliswaar een verhogend effect op het tarief voor gebouwd, maar door de daling van de WOZ-waarde op de aanslag (2,5%) wordt dit effect geneutraliseerd. Omdat we bij de tarievenberekening voor gebouwd uitgaan van een gemiddelde daling over heel Noord- en Midden-Limburg, kunnen er echter door afwijkingen in individuele gemeenten toch verschillen ontstaan. Bij de definitieve tariefvaststelling 2015 in december 2014 (door het algemeen bestuur), gaan we uit van de meest recente prognose van de WOZ-waarde. Tarieven zuiveringsheffing 2014 Zuiveringsheffing Categorie Maatstaf Categorie Maatstaf
Huishoudens Per vervuilingseenheid Bedrijven Per vervuilingseenheid
2015 Zuiveringsheffing
€
49,35
€
47,37
€
49,35
€
47,37
Door structurele daling van de kostenontwikkeling bij het Waterschapsbedrijf Limburg in combinatie met de toename van het aantal vervuilingseenheden, kunnen we de eerdere scenario’s ten aanzien van de tariefontwikkeling op een verantwoorde wijze herzien.. Oorspronkelijk hadden we afgesproken om het tarief in de periode 2012-2015 hetzelfde te houden, met een gematigde stijging in de jaren daarna. Op grond van de huidige inzichten kunnen we het tarief met ingang van 2015 structureel verlagen met € 1,98 (-4%) met een gematigde stijging van circa 1% per jaar voor de jaren daarna. Lastendruk Als gevolg van wijziging van de belastingtarieven 2015, verandert ook de lastendruk voor belastingplichtigen ten opzichte van 2014. Om een beeld te kunnen vormen van wat een en ander betekent voor de lastendruk, hebben we een aantal voorbeelden uitgewerkt. Dit onder voorbehoud van veranderingen in de persoonlijke situatie en afwijkingen in individuele gemeenten ten opzichte van de gemiddelde ontwikkeling van de WOZ-waarde in ons hele gebied. Voorbeeld 1:
huishouden bestaande uit meerdere personen;
waarde eigen woning per 1 januari 2013 € 250.000 (belastingjaar 2014);
waarde eigen woning per 1 januari 2014 € 243.750 (belastingjaar 2015).
Vanwege de verwachte waardedaling van de marktprijzen met gemiddeld 2,5%, is de waarde van de eigen woning gedaald. De lastendruk 2014/2015 ziet er uit als volgt.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
In juli 2005 heeft uw bestuur de nota ‘Reserves en voorzieningen’ vastgesteld. De in deze nota opgenomen voorstellen tot herijking van reserves en voorzieningen hebben we in de begroting 2006 geïmplementeerd en actualiseren we van jaar tot jaar. 2.3.1
Algemene reserves
We kennen twee algemene reserves, te weten:
algemene reserve watersysteem (geraamde stand 1 januari 2015: € 1,875 miljoen positief);
algemene reserve waterzuivering (geraamde stand 1 januari 2015: € 2,250 miljoen positief).
Verkorte staat reserves en voorzieningen (x € 1.000) Verkorte staat reserves en voorzieningen Eigen vermogen Weerstandsvermogen Algemene reserve watersysteem Algemene reserve waterzuivering
Stand per 1 januari
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve tariefegalisatie watersysteemheffing Bestemmingsreserve tariefegalisatie zuiveringsheffing Bestemmingsreserves met specifieke bestemming Totaal eigen vermogen (a) Voorzieningen (b) Totaal reserves en voorzieningen (a+b)
Vermeerderingen Verminderingen
Stand per 31 december 2015 2015
2015
2015
1.875 2.250
0 0
0 0
1.875 2.250
1.646 6.454 5.498 17.723
0 0 0 0
39 350 1.740 2.129
1.607 6.104 3.758 15.594
2.881
423
405
2.899
20.604
423
2.534
18.493
In de nota ‘Reserves en voorzieningen’ hebben we normen opgenomen voor de gewenste hoogte van de algemene reserves. Streefniveau is een hoogte van 7,5% van de netto kosten per taak, waarbij het minimum niveau is bepaald op 5% en het maximum niveau op 10%.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 38 -
Toetsing algemeen weerstandsvermogen (€ x 1000) Watersysteem 26.574
Zuivering
Streefniveau is 7,5% van netto structurele kosten zijnde
1.993
2.050
Geraamde stand 31 december 2015 Afwijking ten opzichte van streefniveau (7,5%) in geld
1.875 -118
2.250 200
Bandbreedte op basis van begroting 2015: Minimaal niveau 5 % van netto structurele kosten Maximaal niveau 10 % van netto structurele kosten
1.329 2.657
1.367 2.733
Geraamde stand 31 december 2015
1.875
2.250
Algemene reserve (weerstandsvermogen) Netto structurele kosten in begrotingjaar 2015
27.331
Toetsing:
Op basis van het voorgaande concluderen we dat de omvang van het weerstandsvermogen voor het watersysteem 7,06% bedraagt en die voor de zuivering 8,23% van de netto structurele kosten 2015. Deze uitkomsten passen binnen de afgesproken normen. 2.3.2
Directe onttrekkingen of toevoegingen aan reserves mogen volgens de voorschriften niet plaatsvinden. Dit betekent dat de kosten die uit een bestemmingsreserve worden gedekt, eerst in de exploitatie (Verlies- en Winstrekening) verantwoord moeten worden. Daarna moet het rekenings-/ begrotingssaldo worden bepaald. En dan pas wordt via resultaatbestemming de inzet van de bestemmingsreserves zichtbaar gemaakt. Voor de beeldvorming met betrekking tot het verwachte verloop van de reserves, houden wij in deze paragraaf toch rekening met de inzet van de reserves. Reserves worden bij besluit van algemeen bestuur ingesteld, en bij besluit van het algemeen bestuur opgeheven. Bestemmingsreserve ‘Tariefegalisatie watersysteemheffing’ Deze reserve vindt haar oorsprong in de jaarrekening 2005. Deze bestemmingsreserve is bedoeld om, indien de algemene reserves aan de maat zijn, rekening-/begrotingsoverschotten op de watersys-
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 39 -
teemtaak in te storten. Deze kunnen we op een later moment inzetten om de tarieven van de watersysteemheffing te egaliseren en/of om deze minder hard en/of gelijkmatiger te kunnen laten stijgen in de toekomst. In feite is er sprake van een instrument waarmee we een evenwichtiger tarievenbeleid kunnen voeren of waarmee we incidentele uitgaven kunnen bekostigen. Ook zal deze reserve ingezet worden om invulling te kunnen geven aan de incidentele ontwikkelingen geschetst in de Voorjaarsnota 2013. Hoe groot het beslag op deze reserve bedrag uiteindelijk zal zijn, is niet exact te zeggen in afwachting van mogelijk incidentele ruimte die binnen de reguliere exploitatie zal ontstaan. Bij de jaarrekening zal de definitieve balans op worden gemaakt en zullen wij uw bestuur de bijbehorende voorstellen doen. Bestemmingsreserve ‘Tariefegalisatie zuiveringsheffing’ Deze reserve vindt haar oorsprong in de jaarrekening 2012. Deze bestemmingsreserve is bedoeld om, indien de algemene reserves aan de maat zijn, rekening-/begrotingsoverschotten op de waterzuiveringstaak in te storten. Deze kunnen we op een later moment inzetten om de tarieven van de zuiveringsheffing te egaliseren en/of om deze minder hard en/of gelijkmatiger te kunnen laten stijgen in de toekomst. In feite is er sprake van een instrument waarmee we een evenwichtiger tarievenbeleid kunnen voeren of waarmee we incidentele uitgaven kunnen bekostigen. Op basis van de huidige inzichten is de reserve is voldoende groot om het risico ten aanzien van de kwijtschelding voor de langere termijn af te dekken. Bestemmingsreserve ‘bestrijding hoogwater’ De bestemmingsreserve hoogwaterbestrijding is bedoeld om de variabele kosten bij een hoogwatergolf te dekken indien er geen andere dekkingsmiddelen zijn. Conform eerder gemaakte afspraken hebben we de noodzakelijke omvang bepaald op € 450.000. De gedragslijn is dat we eerst de kosten proberen op te vangen binnen de lopende exploitatie van het jaar waarin de hoogwatergolf optreedt, daarna via de vrij aanwendbare reserve, en als laatste via deze bestemmingsreserve. Bestemmingsreserve ‘stimulering verbetering watersystemen’ Deze reserve is ingesteld om mogelijkheden te creëren om derden te stimuleren maatregelen te nemen die leiden tot verbetering van het watersysteem. In de voorjaarsnota 2008 hebben we aangekondigd dat we gemeenten willen stimuleren om de gemeentelijke overstorten op ons watersysteem aan te pakken. In de begroting 2009 hebben we hiervoor in totaal een bedrag vrijgemaakt van € 3 miljoen. Als onderdeel van het pakket 3 om ruimte te creëren binnen onze begroting, hebben we in 2012, een bedrag van € 1 miljoen van deze reserve afgeroomd. We verwachten op basis van declaraties 2015 dat we zo’n € 790.000 gaan afrekenen met de gemeenten. Bestemmingsreserve ‘mobiliteit’ De mens is de belangrijkste productiefactor voor een organisatie. Het is daarom van belang dat de kennis en vaardigheden van de mensen kwalitatief op peil blijven. Dat kan alleen wanneer we in mensen blijven investeren. Als dat niet gebeurt vermindert de waarde, net als bij een ander kapitaalgoed. Daarnaast is het zo dat wanneer er discrepanties zijn in de organisatie, er ruimte moet zijn om deze aan te pakken. Met de vorming en het kunnen beschikken over deze reserve, kunnen we de mobiliteit van het personeel bevorderen/stimuleren. Bij concrete inzet maken we (eventueel achteraf) een begrotingswijziging. De kosten worden altijd eerst in de exploitatie verantwoord..
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 40 -
Bestemmingsreserve ‘Saneringskosten’ De kosten van bodemsanering in enig jaar moeten volgens de regels voor verslaglegging, als kosten/verlies in de exploitatie verantwoord worden. De te verwachten subsidie over de gemaakte kosten moet als inkomst verantwoord worden. Het verschil is het bedrag dat wij als waterschap voor onze rekening nemen en verrekenen we via het jaarrekeningbesluit verrekenen met deze bestemmingsreserve. Vanwege het onzekere en incidentele karakter als ook de omvang daarvan, ramen we géén structureel budget in onze exploitatie. De bestemmingsreserve, voor zover er niet is voorzien in dekking binnen de reguliere exploitatie, dient als achtervang. We verwachten dat met het afronden van de sanering/ledigen zandvang Leudal te Neer de bestemmingsreserve opgeheven kan worden. Omdat het er nog geld beschikbaar is in deze bestemmingsreserve ten tijde van de opmaak van deze begroting (€ 1 miljoen), hebben we deze reserve nog wel vermeld. Bestemmingsreserve ‘Innovatieprojecten KenA’ Deze bestemmingsreserve gebruiken we voor het afdekken van incidentele kosten voor innovatieprojecten van de afdeling Kennis en Advies. We verwachten dat met de vaststelling van de jaarrekening 2014 deze reserve volledig is opgebruikt waardoor deze opgeheven wordt. Omdat het er nog geld beschikbaar is in deze bestemmingsreserve ten tijde van de opmaak van deze begroting (€ 35.000), hebben we deze reserve nog wel vermeld. Bestemmingsreserve ‘bedrijfsvoering 2012 en verder’ Deze reserve zetten we in om (organisatie)wijzigingen als gevolg van beleidswijzigingen, te kunnen realiseren. Ook willen we met deze reserve de kwetsbaarheid van de organisatie verminderen. Bij concrete inzet zal (eventueel achteraf) maken we een begrotingswijziging (kosten moeten eerst in exploitatie verantwoord worden). Afhankelijk van hoe een en ander zich de komende jaren ontwikkelt, kan in principe altijd een heroverweging plaatsvinden ten aanzien van het bestedingsdoel van deze reserve. Dat geldt dan voor dat deel van deze reserve, waarop geen financieel/juridische verplichtingen rusten. Bestemmingsreserve ‘dekking kapitaallasten’ Op basis van de nieuwe voorschriften voor de waardering en afschrijving van investeringen op de balans, mogen bestemmingsreserves niet meer rechtstreeks in mindering worden gebracht op de investering of andersom. De bestemmingsreserve en de ‘bruto’ investering blijven zichtbaar op de balans waarbij de bestemmingsreserve evenredig via resultaatbestemming vrijvalt ten gunste van dekking van het rekening/begrotingssaldo. Een en ander vloeit voort uit eerdere, door het algemeen bestuur genomen besluiten. Voorzieningen Voorzieningen (x € 1.000)
Voorzieningen Wachtgeld-/pensioenverplichtingen vm bestuur Onderhoud waterschapskantoor en loodsen Beheer en onderhoud waterkeringen Natschade peilopzet Maas Totaal voorzieningen
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
Stand per 1 januari 2015
872 456 186 1.367 2.881
Stand per 31 december 2015
716 430 486 1.267 2.899
- 41 -
Voorziening ‘Wachtgeld-/pensioen verplichtingen’ Met ingang van 2006 moeten we voor wachtgeld- en pensioenverplichtingen voor voormalige bestuurders een voorziening vormen ter grootte van de verwachte toekomstige verplichting. De toekomstige verplichting wordt jaarlijks bij het opmaken van de jaarrekening opnieuw berekend. Dan vindt ook eventuele bijstorting of vrijval plaats ten laste respectievelijk ten gunste van de exploitatie (Verlies- en Winstrekening). Voor het afdekken van de geraamde kosten 2015 verwachten we zo’n € 156.000 uit de voorziening ‘Wachtgelden en pensioenverplichtingen voormalig bestuurders’ te halen. Voorziening ‘Onderhoud waterschapskantoor Blerick’, ‘onderhoud loods Horst’ en ‘onderhoud loods Nederweert’ Met ingang van 2007 hebben we een voorziening ingesteld voor het onderhoud van het waterschapskantoor Blerick. De jaarlijkse storting bedroeg € 136.000. Op basis van een actualisatie van het onderhouds-/beheerplan in 2014 voor het waterschapskantoor waarbij we ook de loodsen hebben betrokken, hebben we met ingang van 2014 het bedrag neerwaarts bijgesteld tot € 22.600. De neerwaartse bijstelling is ten gunste gekomen van reguliere onderhoudsbudgetten in de exploitatie. Voor het uitvoeren van diverse onderhoudswerkzaamheden volgens het onderhoudsplan 2015, hebben we naar verwachting in totaal zo’n € 50.000 nodig en halen we uit deze voorziening. Voorziening ‘Beheer en onderhoud waterkeringen’ Met ingang van 2011 hebben we een voorziening ingesteld voor het beheer en onderhoud van waterkeringen. De jaarlijkse storting in de voorziening is begroot op € 400.000. Voor het uitvoeren van het onderhoud verwachten we in 2015 een bedrag van € 100.000 nodig te hebben uit de voorziening. Voorziening ‘Natschade peilopzet Maas’ Dit is een voorziening voor claims van ingezetenen en bedrijven. In 2010 hebben wij een bedrag ontvangen van Rijkswaterstaat ter grootte van € 1.526.234 ter afhandeling van schadeclaims die het gevolg kunnen zijn van de verhoging van het peil van de Maas (traject Sambeek-Grave). Het waterschap heeft een bestuursakkoord met Rijkswaterstaat om deze claims af te handelen. Het gaat hier om het treffen van een voorziening voor aanwezige risico’s en te verwachten verplichtingen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. Medio 2014 heeft de eerste fase (+10cm) van de peilopzet plaatsgevonden. In 2015 houden we rekening met een uitgave ten laste van deze voorziening van € 100.000. 2.3.3
Prognose balans 2015
Als basis voor de berekening van de kapitaallasten, die voortvloeien uit de in het verleden gedane investeringen, hebben we de staat van vaste activa begroting 2015 genomen. Daarin hebben we ook de investeringsprogramma’s tot en met 2015 verwerkt.
2.4
Financieringsparagraaf
Als gevolg van onze dagelijkse activiteiten is er continu een ingaande en uitgaande geldstroom via onze rekening courant. Via de rekening courant doen we niet alleen reguliere uitgaven (bijvoorbeeld salarissen) maar ook investeringsuitgaven. Uitgaande van een sluitende jaarbegroting zorgen de investeringsuitgaven ervoor dat er een vermogensbehoefte (financieringsbehoefte) op lange termijn bestaat. In de bedrijfseconomie wordt als vuistregel gehanteerd dat reguliere uitgaven (exploitatieuitgaven) met ‘kort geld’ gefinancierd mogen worden (zoals bijvoorbeeld de rekening courant) en investeringsuitgaven met ‘lang geld’ (looptijd geldlening langer dan één jaar). Het doel is de financieel-
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 42 -
economische kwetsbaarheid te minimaliseren en de continuïteit op langere termijn te waarborgen (solvabiliteit). Op grond van het voorgaande kan de financieringsstructuur van een organisatie op hoofdlijn worden afgelezen aan de verhouding tussen de afschrijvingen op investeringen en de aflossingen op geldleningen. Wanneer deze verhouding nagenoeg (structureel) 1:1 is, zou men kunnen concluderen dat investeringen zijn gefinancierd met vaste geldleningen met een looptijd die nagenoeg aansluit bij de investerings- en kapitaalbehoefte op langere termijn. Voor een (semi-) overheidsorganisatie geldt echter een uitzonderlijke situatie, omdat financieringsbeslissingen naast het wettelijke kader vooral worden geleid door het kostenaspect. De continuïteit staat niet of nauwelijks ter discussie. Als we kijken naar de verhouding tussen afschrijvingen en aflossingen in de begroting 2015, dan is die verhouding ongeveer 2,3:1 (€ 4.681.966 : € 2.030.756). Hieruit kunnen we concluderen dat we tot op heden de gepleegde investeringen veelal met ‘kort geld’ en interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) hebben gefinancierd. De wettelijke kaders geven tot op zekere hoogte de ruimte voor deze benaderingswijze. Wij maken maximaal gebruik van die ruimte zolang de rentetarieven voor ‘kort geld’ voordeliger zijn en een stijging van de ‘lange rente’ niet te verwachten is. Op deze wijze houden we de financieringskosten voor ons waterschap zo laag mogelijk. Dit zolang we ons binnen de gestelde kaders van de Wet Fido (de renterisico-norm en de kasgeldlimiet) begeven. Bij het opmaken van de begroting houden we vooraf rekening met de rentelast van de financiering van nieuwe investeringen. De rentelasten dekken we in de begroting door de rentecomponent in de kapitaallasten van investeringen. Wanneer we namelijk een nieuwe investering in het investeringsprogramma opnemen, ramen we kapitaallasten die bestaan uit een afschrijvingskostencomponent en een rente-kostencomponent. Door deze laatste in de begroting als last op te nemen, hebben we de financieringskosten voor de investering afgedekt. Het aantrekken van een externe geldlening levert dus geen extra lasten op voor de begroting, tenzij we meer moeten aantrekken dan vooraf voorzien of rentepercentages hoger zijn. In de begroting 2015 hebben we de financieringsbehoefte voor eind 2015 berekend op afgerond € 35 miljoen bij volledige realisatie van het investeringsprogramma. In de Wet Fido staan heldere regels over wanneer een geldlening aangetrokken moet worden. De externe financieringsbehoefte op lange termijn neemt op basis van de verwachte beschikbaarheid van interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen), de aflossingen op de huidige geldleningen en het meerjaren investeringsprogramma, met zo’n € 8 miljoen per jaar toe. Renteontwikkeling 2015-2020 in relatie tot de meerjarenraming De onrust op de financiële markten levert onzekerheden op ten aanzien van de renteontwikkeling. Naar verwachting zal de rente, vanwege krapte op de internationale kapitaalmarkt en onder invloed van economisch herstel, de komende jaren stijgen. Met ingang van 2013 hadden we het rentepercentage waarmee we rekenen structureel met een 0,5% verlaagd. In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een rentepercentage van 4,0% voor 2015 en 2016, en 4,5% voor 2017 en 2018. Vanaf 2019 gaan we uit van 5% om het renterisico in de meerjarenraming te minimaliseren. Een en ander conform de Voorjaarsnota 2014. Reserves en voorzieningen Het bedrag van de reserves en voorzieningen wenden we aan voor de financiering van investeringen. Dit levert een besparing op ten aanzien van de rentelasten. Indien we reserves en/of voorzieningen gaan besteden betekent dit een stijging van de externe rentelasten. We moeten dan namelijk ‘vreemd
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 43 -
geld’ (in de vorm van een geldlening) aantrekken, waarvan de rentekosten volledig ten laste van de exploitatie komen. Rentegevoeligheid Zoals eerder aangegeven, houden we in de meerjarenraming rekening met de financieringslasten van investeringen. De rentegevoeligheid van onze begroting hangt af van hoe de rente zich ontwikkeld ten opzichte van de begrote rentepercentages. De rentegevoeligheid moet in relatie worden gezien met de nieuw af te sluiten geldleningen voor de te plegen investeringen of herfinancieringen. De rentegevoeligheid van de huidige leningportefeuille is nihil, omdat we over de hele looptijd vaste percentages hebben afgesloten. We kunnen rentegevoeligheid meetbaar maken door te berekenen wat het betekent als de rente 1% hoger uitvalt dan geraamd in vergelijking met het renteontwikkelingspatroon dat we nu aangehouden hebben. Uitgaande van de financieringsbehoefte van € 35 miljoen eind 2015 en een jaarlijks gemiddelde oplopende financieringsbehoefte van circa € 8,0 miljoen in 2015-2020, zouden de rentelasten in 2020 zo’n € 0,75 miljoen hoger zijn dan wat nu is geraamd in de meerjarenraming. De structureel te dekken kosten zouden daarmee 3% hoger zijn dan waar we nu in de meerjarenraming van uit zijn gegaan. De Kasgeldlimiet en renterisico-norm Op 1 januari 2001 is de Wet Fido in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet Financiering lagere overheden (Wet Filo), die sinds 1987 van kracht was. De Wet Fido heeft kort gezegd tot doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Om die doelstelling te kunnen toetsen, hanteert de wet twee instrumenten:
de kasgeldlimiet t.b.v. de beperking van het renterisico op korte financiering (≤ 1 jaar);
de rente-risiconorm t.b.v. de beperking van het renterisico op lange financiering (> 1 jaar).
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met korte middelen mogen financieren. Een en ander om de renterisico’s te beperken. Voor waterschappen is die limiet bepaald op 23% van het begrotingstotaal. Elk kwartaal wordt de gemiddelde ‘kort geld’schuld van de betreffende maanden getoetst aan de limiet. Voor ons waterschap betekent dit voorschrift dat in 2015 de ‘kort geld’-schuld gemiddeld per kwartaal maximaal afgerond € 13.383.000 (23% van € 58.185.823) mag bedragen. Als we twee kwartalen de kasgeldlimiet overschrijden, moeten we de ‘kort geld’-schuld omzetten in een langlopende financiering. We ramen de financieringsbehoefte in 2015 op circa € 35 miljoen. We financieren zo lang mogelijk vanuit de rekening courant, vanwege de lage kosten voor ‘rood staan’. Hoe lang we hiermee doorgaan, hangt af van de (verwachte) renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt. Renterisico-norm Uitgangspunt voor het invoeren van een renterisico-norm is het streven naar een spreiding van looptijden van ‘lang geld’-leningen met het oog op een beperking van renterisico's. Het bedrag aan aflossingen en het leningsbedrag dat in aanmerking komt voor renteherziening mogen in het betreffende jaar de renterisico-norm niet overschrijden.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 44 -
Voor waterschappen is de wettelijke renterisico-norm bepaald op 30% van het begrotingstotaal. 30% van het begrotingstotaal 2015 komt neer op een bedrag van € 17.456.000. Het op vaste geldleningen af te lossen bedrag in 2014 is € 2.030.756 en blijft ruim binnen de renterisico-norm van € 17.456.000. Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord was opgenomen dat met ingang van 2013 ook de decentrale overheden worden verplicht tot ‘schatkistbankieren zonder leenfaciliteit’. In feite is schatkistbankieren een mechanisme waarmee de centrale overheid de staatsschuld collectief wil verlagen door tekort- en overschotposities met elkaar te verrekenen waarbij zij op termijn ook de ‘rente-uitgaven’ van de collectieve overheid te kunnen verlagen. Schatkistbankieren houdt in dat publieke instellingen al hun liquide middelen boven de norm van 0,75% van het bruto begrotingstotaal (o.b.v. het daggemiddelde binnen een kwartaal), aan móeten houden bij het ministerie van Financiën. Ze doen dat in de vorm van een rekening-courant, zoals bij een bank. Decentrale overheden (zoals waterschappen) hebben de mogelijkheid om termijndeposito’s aan te houden. Over de aangehouden middelen wordt een voor de Staat marktconforme rente vergoed, dat wil zeggen een rente die gelijk is aan de rentes waartegen de Staat zich financiert op de financiële markten. Dit betekent dat bij schatkistbankieren per definitie sprake is van rentederving omdat bij uitzetting bij andere (commerciële) partijen die eveneens voldoen aan de hoogste eisen, de rentevergoeding doorgaans hoger is. Daarnaast brengt het schatkistbankieren een administratieve lastenverzwaring met zich mee. Alleen in geval van overtollige liquide middelen zijn we verplicht tot schatkistbankieren en dan ook nog wanneer we boven de norm voor het daggemiddelde van 0,75% van € 58.185.823 (afgerond € 437.000) binnen een kwartaal uitkomen. Op het moment is het zo dat we hoofdzakelijk ‘rood’ staan en onze financieringsbehoefte als gevolg van te plegen investeringen, alleen maar toeneemt. Risicogedrag Ons beleid is gericht op het financieren van activiteiten tegen zo laag mogelijke financieringskosten en zo laag mogelijk renterisico. Gezien het feit dat we de vaste geldleningen voor langere tijd zijn aangegaan zonder de mogelijkheid tot renteherziening gedurende de looptijd, lopen we een laag renterisico.
2.5
Risicoparagraaf
Waterkeringstaak Voor het uitvoeren van onze wettelijke taak op het gebied van de waterkering, is het noodzakelijk om te beschikken over een actueel en gevuld beheerregister. Veel gegevens van onze waterkeringen zijn nog onbekend. Dit heeft zijn oorsprong met name in het feit dat de 1/50e keringen in 1996 zijn aangelegd met een tijdelijk perspectief en in een zeer hoog tempo. Toentertijd was er, nog afgezien van het feit dat de dijken geen primaire status hadden, geen reden om een beheerregister hiervoor op te stellen, omdat de dijken binnen afzienbare tijd overbodig zouden worden. Wij beschouwen de nog uit te voeren dijkverbeteringen hét moment om een actueel beheerregister van deze dijken te gaan opbouwen en beschouwen dit ook als onderdeel van de dijkverbeteringen. De geplande dijkverbeteringen worden grotendeels betaald met Rijksmiddelen. Dat betekent dat er geen vervangingsinvestering wordt opgebouwd ter vervanging van onderdelen uit de waterkering op het moment dat de technische levensduur is bereikt. De voorziening groot onderhoud (€ 400.000) heeft tot doel om constructies en dijklichamen ook daadwerkelijk tot aan het einde van de technische
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 45 -
levensduur te laten functioneren, maar het is best mogelijk dat door externe factoren (niet zijnde hogere waterstanden in de Maas) deze technische levensduur eerder is bereikt. Dit is dus een groot risico. Landelijk is een projectbureau opgericht om de dijkverbeteringen uit het nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP) te coördineren (prioritering, subsidieafhandeling, kostenbewaking e.d.). De opgave in Limburg heeft daarin een unieke positie, omdat via de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas reeds € 160 miljoen is gelabeld aan onze opgave. Volgend uit het Bestuursakkoord Water wordt het projectbureau nHWBP gevuld met 50% medewerkers van Rijkswaterstaat en 50% medewerkers van de waterschappen. Zo zal er in de komende jaren een toenemend beroep worden gedaan op een bijdrage vanuit de waterschappen, ook op ons waterschap. Nagekomen belastingbaten Op basis van ervaringscijfers houden we in de begroting 2014 en verder rekening met structurele nagekomen belastingbaten van € 800.000. Naarmate de kwaliteit van de prognoses met betrekking tot de belastingmaatstaven (aantal ingezeten, waardeontwikkeling Wet Woz, vervuilingseenheden en dergelijke) hoger wordt, zullen de nagekomen belastingbaten lager worden. Landelijk vereveningsfonds Hoogwaterbeschermingsprogramma (2011 € 81 miljoen, 2014 € 131 miljoen, 2015 € 181 miljoen) Bij de berekening van de bijdragen 2014, 2015 en verder voor ons waterschap, gaan wij er van uit dat dezelfde verdeelsleutel wordt gehanteerd als voor de ‘1ste tranche’ van € 81 miljoen in 2011. Als men uiteindelijk voor een andere verdeelsleutel kiest, kan het bedrag voor ons waterschap hoger of lager uitvallen dan de bedragen die we nu hebben geraamd. Meerjarenraming 2015-2020 In de meerjarenraming zijn we uitgegaan van een loon- en prijsontwikkeling van 2% per jaar. De meerjarenraming is een momentopname en is geen statisch instrument. De meerjarenraming is een meerjarige indicator van de meerjarige ontwikkeling van onze exploitatielasten en -baten. Niet meer en niet minder. De ervaring leert dat door allerlei ontwikkelingen in de omgeving waarin wij acteren, de groei in de structurele kosten meestal hoger uitvalt dan we op enig moment voorzien. Sociale lasten In de begroting zijn wij uitgegaan dat de wettelijke sociale werkgeverslasten zo’n 23% bedragen van de belaste vergoedingen en bruto lonen. Het percentage voor 2015 wordt echter pas eind december bepaald. Kwijtschelding 2015-2020 In de begroting 2015 hebben wij rekening gehouden met een totaal bedrag aan kwijtschelding 2014 van afgerond € 921.991 (ca. 1,6% van de bruto op te leggen heffingen). De afgelopen jaren is een opwaartse trend te signaleren als gevolg van onder andere de economische situatie en koppeling van kwijtschelding aan de gemeentelijke kwijtschelding. Ook zijn er meer mensen zich bewust van de mogelijkheid tot het aanvragen van kwijtschelding en vinden ook makkelijker de (digitale) weg waardoor de realisatie de voorbije jaren hoger uit is gevallen dan de raming. We hadden/hebben daarom het kwijtscheldingsbedrag voor in ieder geval 2013 en 2014 (mede gelet op de crisis) met
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 46 -
€ 295.000 verhoogd ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen. Gelet op de ervaringscijfers trekken wij die lijn door voor de jaren 2015 en verder met dien verstande dat we de verhoging op hebben getrokken naar € 350.000. Wij vinden het op dit moment niet nodig om aan de ‘voorkant’ hogere structurele kosten voor kwijtschelding door te berekenen in het zuiveringstarief. Gelet op de omvang van de bestemmingsreserve tariefegalisatie zuiveringsheffing in relatie tot de hoogte van het risico, vinden we dat nu niet nodig. Voorziening groot onderhoud Sinds enkele jaren maken wij gebruik van de voorziening groot onderhoud. Op basis van deze ervaring en prognoses van toekomstig onderhoud, voorzien wij in de komende jaren een tekort aan middelen om het noodzakelijke geprogrammeerde onderhoud uit te voeren. Kijken we nog verder in de toekomst (voorbij 2024), dan moeten we concluderen dat de nooddijken uit 1996 ook na 2024 gedeeltelijk aanwezig zullen zijn en een waterkerende functie hebben. Destijds zijn deze dijken daar nooit op ontworpen, zodat ook vanuit dit perspectief te verwachten is dat de onderhoudskosten zullen gaan toenemen. Daarnaast blijven de eerder genoemde risico’s, zoals het ontbreken van een vervangingsinvestering en de reële kans op een leidingbreuk onder de dijk, van kracht. Realisatie beleidsopgave en Dienst Landelijk Gebied (DLG) Wij realiseren onze beleidsopgaven samen met onze omgeving. Een aantal van die opgaven realiseren wij in de vorm van Integrale projecten; Integrale Gebieds Uitwerkingen (IGU). De Provincie Limburg is opdrachtgever van deze zogenaamde IGU’s. De feitelijke realisatie van de IGU’s heeft de provincie uitbesteed aan de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Begin 2015 wordt DLG opgeheven en een deel van de taken van DLG zullen door het Rijk worden overge-dragen aan de provincie. Dit betekent dat de realisatie - de voortgang - van een aantal WPM-beleidsopgaven wordt bedreigd. Wij overleggen met de provincie over de voortgang van deze IGU’s en gaan uit van een actieve rol (inzet) van het waterschap om onze beleidsopgaven te kunnen realiseren.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 47 -
Begroting 2015 naar programma’s
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 48 -
3 Programma Waterkering Als waterschap dragen wij bij aan een veilige Maas in Limburg, omdat de Maas ook af en toe haar grillige en gevaarlijke kant laat zien. Wij doen dit door de waterkeringen te beheren, te onderhouden en daar waar nodig te versterken, zodat de inwoners van Noorden Midden-Limburg elke dag kunnen genieten van de Maas. Portefeuillehouder(s) - bestuurlijk programma ‘Waterkering’: Rein Dupont proces ‘waterkeringenbeheer’: Rein Dupont projecten ‘dijkversterking’: Rein Dupont
Programmamanager - ambtelijk programma ‘Waterkering’: Enno Kuipers
3.1
Wat willen we bereiken?
We willen in de basis dat de inwoners in ons gebied veilig zijn en zich vervolgens ook veilig voelen en vertrouwen hebben in ons waterschap als waterkerende instantie. En daarnaast willen we dat de beschermde gebieden tijdens hoogwater van de Maas zo normaal mogelijk kunnen functioneren en zo weinig mogelijk (over)last en/of schade ondervinden van het hoogwater. Mochten de waterstanden onverhoopt hoger worden dan onze keringen, dan zien wij graag dat wij en onze omgeving op een dergelijke situatie zijn voorbereid. Daar waar mogelijk willen wij onze inwoners hierbij ondersteunen. Programmadoelen
dijken voldoen aan de Waterwet;
waterschap voldoet aan de zorgplicht;
de burger voelt zich veilig.
De bovenstaande doelen zijn de stip op de horizon voor de langere termijn. Voor een belangrijk deel is de hoogwaterbescherming in Limburg nog niet op orde. Dijken voldoen aan de Waterwet Vanuit de lopende bestuursovereenkomsten met specifieke ontwerpkaders zullen we in de komende jaren diverse dijkverbeteringsprojecten uitvoeren. Hierbij weten we dat deze dijken in de toekomst zullen moeten gaan voldoen aan nieuwe en strengere normen. Dat betekent dat deze dijken (en de onlangs verbeterde dijken) op termijn (uiterlijk 2050) zeer waarschijnlijk nog een keer moeten worden verbeterd. Wij zijn daarbij van mening dat het goede niet moet wachten op het betere, zeker niet waar op dit moment de bescherming ruim onder de wettelijke norm van 1/250e bevindt. De eerste stap richting de stip op de horizon is dat de dijken gaan voldoen aan het ontwerpkader uit de bestuursovereenkomsten.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 49 -
De nieuwe norm zal waarschijnlijk in de loop van 2017 van kracht worden, zodat we vanaf dat moment ook dijken op deze nieuwe norm kunnen ontwerpen en verbeteren. In het ontwerp zullen we ook onze eigen beleidskaders en de landelijke leidraden meenemen. Dit betekent dat de dijken die vanaf 2018 worden verbeterd, waarschijnlijk al wel kunnen voldoen aan de Waterwet. Ons is gebleken dat de Rijksmiddelen onvoldoende zijn om heel Limburg de beoogde veiligheid te bieden in de komende jaren. Dit betekent dat een deel van de nooddijken uit 1996 langer dan gepland een waterkerende functie moeten vervullen en niet de beoogde basisveiligheid bieden. Uiteraard zullen wij in samenwerking met onze partners in de Veiligheidsregio werken aan een zo’n veilig mogelijke situatie. De nog te verbeteren dijken zullen we inbrengen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Waterschap voldoet aan de zorgplicht Sinds dit jaar is het toezicht op de waterschappen, wat betreft hoogwaterbescherming, verschoven van provincie naar het Rijk. Het Rijk heeft de taak om toe te zien op de waterschappen en te beoordelen of de waterschappen de waterkeringszorg naar behoren en binnen hun vermogen uitvoeren. Om dit inzichtelijk te maken zijn Rijk en waterschappen gezamenlijk gestart met het vormgeven van een dashboard met prestatie indicatoren. Dit dashboard zal de komende jaren meer gestalte krijgen en worden getoetst. Voor de komende jaren willen wij mee in de ontwikkeling zodat op termijn feitelijk kan worden gemeten dat wij voldoen aan de zorgplicht en de indicatoren in het dashboard op groen staan. Onze doelstelling daarbij is dit aantoonbaar te maken tijdens audits die door het Rijk zullen worden uitgevoerd. De burger voelt zich veilig Onze primaire taak is ervoor te zorgen dat de burger met betrekking tot hoogwaterbescherming veilig is. Onze ambitie is verder dat wij graag zien dat de burger zich op dit vlak ook veilig voelt en daarbij vertrouwen heeft in het waterschap en veiligheidsregio. Als onderdeel of verlengstuk van dit veilig voelen zien wij ook een stuk zelfredzaamheid. Om als burger hierin te kunnen handelen zal bewustwording en kennisontwikkeling nodige zijn, dit is dan ook de inzet van het waterschap de komende jaren. We zijn hiermee reeds gestart en we zullen de communicatieplannen hierop verder aanscherpen en actualiseren. We willen daarbij uitdrukkelijk de social media in betrekken. Eveneens vraagt het de komende jaren de ontwikkeling van een aantal indicatoren, want hoe meet je dat de burger zich veilig voelt of zelfredzaam is? Van belang is daarbij de huidige situatie te verkennen, doormiddel van een meting (enquête, hits social media, etc.). Programma
Doel
Doel
indicatoren
2015
2020
Waterkering
aantal km dijken dat voldoet aan Waterwet……………………………………………………...
0
24
aantal km dijken dat is verbeterd conform bestuursovereenkomsten………………………..
3
46
invulling geven aan de zorgplicht, aantoonbaar via audits……………………………………..
ontwikkelen dashboard
positieve score dashboard
communicatie met onze omgeving………………………………………………………………..
0-meting
n.i.o.*
* n.i.o. = nog in ontwikkeling
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 50 -
3.2
Wat gaan we ervoor doen?
Beleidsproducten nr
naam beleidsproduct
omschrijving beleidsproduct
01
Eigen plannen - waterkering
Het opstellen van beheer- en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema’s en/of gebieden.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
1.1 Beheerplan waterkeringen
Inspectie en onderhoudsplan Op basis van de ontwikkelde en vastgestelde plannen zullen wij onze onderhoudsstrategie voor onze waterkeringen in de diverse onderhoudsprogramma’s verder operationaliseren. Met het doorlopen van de plan-do-check-act (PDCA) cyclus zullen we de programma’s ook in de komende jaren verder gaan optimaliseren. Het volgen van ruimtelijke ordening ontwikkelingen in het Maasdal We geven uitvoering aan onze wettelijke taak. Wij stellen ons daarbij in eerste instantie op als adviserend partner. In de uitvoering van de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum zijn we actief betrokken als uitvoeringspartner voor de planvorming van de dijkversterking binnen deze gebiedsopgave. Ook zullen we een actieve rol hebben in de verdere uitwerking en voorbereiding van de voorkeurstrategie van het Deltaprogramma. Beleidsontwikkeling van derden Wij volgen de landelijke en provinciale beleidsontwikkeling op het gebied van de waterkering en zullen, waar noodzakelijk en mogelijk, op een proactieve wijze onze bijdrage leveren dan wel onze eigen beleidsdoelstellingen aanpassen.
02
Plannen van derden waterkering
Het beoordelen en zo nodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden ten behoeve van het realiseren van doelstellingen van ons waterschap.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
2.1 Plannen van derden
Wij volgen en participeren in het Deltaprogramma, waarbij wij sturen op een integrale en duurzame realisatie van de hoogwaterbeschermingsopgave. Wij sturen op een duidelijke knip tussen de korte termijn opgave (inhalen achterstand met huidige bestuursovereenkomsten) en lange termijn opgave (Deltaprogramma). De rivierverruiming Ooijen-Wanssum begeleiden wij waar het dijkverbeteringen betreft. Ook overige projecten in de Maasvallei zullen wij volgen en waar mogelijk ondersteunen. Analoog met de visie van het Deltaprogramma beogen we daarbij werk met werk.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 51 -
03
04
Beheerinstrumenten waterkeringen
Voorbereiding, op- en vaststelling en het actueel houden van de legger en het beheerregister, met bijbehorende kaarten, waarin de ligging, richting, vorm, constructie en overige kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand van de waterkeringen en de daarin gelegen kunstwerken is aangegeven.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
3.1 Legger waterkeringen
Beheer voeren op basis van nieuwe legger. We houden de legger actueel. Aandachtspunt hierbij is het verwerken van de uitkomsten van initiatieven van derden na oplevering.
3.2 Beheerregister waterkeringen
Actualisatie en beheer van gegevens van de waterkering en objecten in en nabij de waterkering ten behoeve van de toetsing op veiligheid, draaiboek hoogwater en beheer en onderhoud van de waterkering.
3.3 Veiligheidstoetsing waterkeringen
Als beheerder blijven we verantwoordelijk voor de periodieke toetsing van de waterkeringen. Vanaf 2017 zullen een nieuw toets kader en nieuwe toets systematiek beschikbaar zijn, waarbij de periodieke toetsing zal worden getransformeerd naar een meer continue toetsing. In 2015 gaan wij ons voorbereiden op deze nieuwe systematiek en gaan wij dit vertalen naar een meerjarenplanning en meerjarenbegroting.
Aanleg en onderhoud waterkeringen
Het tot stand brengen, vernieuwen, overnemen en uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden van keringen en de bij ons waterschap in beheer zijnde kunstwerken, inclusief het verwerven van de ondergrond.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
4.1 Aanleg en verwerving primaire waterkeringen
Ons doel is een veilig Maasdal. Dit willen wij realiseren via de volgende sporen:
uitvoeren 2e tranche dijkverbetering, prioritaire dijkverbeteringen.
uitvoeren Hoogwaterbeschermingsprogramma.
begeleiden van de dijkverbeteringen in gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum.
Onze doelstelling is de achterstandsituatie in Limburg (qua hoogwaterveiligheid) zo spoedig mogelijk in te lopen, aansluiten op de landelijke systematiek en waar mogelijk anticiperen op het Deltaprogramma en nieuwe normering.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 52 -
4.2 Onderhoud primaire waterkeringen
Het uitvoeren van geprogrammeerd onderhoud aan grijze en groene dijken en waterkerende kunstwerken. Het onderhoud zal conform planning worden uitgevoerd. Doelstelling van het waterschap is, zoals ook verwoord in het beheerplan waterkeringen, het verminderen van het aantal demontabele keringen en coupures. De insteek bij deze doelrealisatie is het principe van “werk met werk”. Het uitvoeren van noodzakelijk ongeprogrammeerd onderhoud aan grijze en groene dijken en waterkerende kunstwerken. Ook in 2015 zullen wij enkele probleemlocaties oplossen, zoals het herstellen van taluds en het verwijderen van de meest risicovolle beplanting. Inspecties waterkeringen Door middel van gerichte inspecties van zowel de groene dijken als de kunstwerken, houden wij zicht op het goed functioneren van de kering. Tevens wordt deze taak gecombineerd met toezicht op keur, begeleiding van de onderhoudsbestekken en de vergroting van het bewustzijn bij burgers aan de waterkering.
05
4.8 Muskusrattenbestrijding
Uitvoeren van de bestrijding schadelijke knaagdieren.
van muskusratten
en
andere
Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding
Het plan- en doelmatig bewaken van waterkeringen in bedreigende situaties en het treffen van maatregelen om de waterkerende functie te waarborgen alsmede het beperken van de gevolgen van calamiteiten.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
5.1 Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding
Het laten functioneren van de dijkwachtorganisatie Wij zorgen voor een adequate dijkbewaking tijdens hoogwaters. Dit doen we door het aantal vrijwilligers op peil te houden en deze goed voor te bereiden. Het laten functioneren van de hoogwaterbestrijdingsorganisatie Wij zorgen voor het goed functioneren van de calamiteitenorganisatie tijdens hoogwaters. Dit doen we door de calamiteitenorganisatie jaarlijks te instrueren en op te leiden. Hierbij actualiseren wij het hoogwaterbestrijdingsplan jaarlijks. Voorafgaand aan het hoogwaterseizoen verspreiden wij dit plan onder de betrokkenen en waar noodzakelijk wordt op onderdelen geoefend.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 53 -
Onderhoud en beheer van hoogwaterbestrijdingsmaterieel Wij zorgen voor het beheer en onderhoud van het hoogwaterbestrijdingsmaterieel. Het periodiek inspecteren van de keer- en afsluitmiddelen voor het hoogwaterseizoen Wij inspecteren periodiek de keer- en afsluitmiddelen en houden een jaarlijkse schouw voorafgaand aan het hoogwaterseizoen. De inspecties vormen weer input voor het onderhoudsprogramma en hoogwaterbestrijdingsplan. Het actueel houden van het calamiteitenbestrijdingsplan hoogwater Maas. Wij zorgen voor een actueel bestrijdingsplan als gevolg van dijkverbeteringen en evaluaties. Het periodiek testen en plaatsen van hoogwaterbestrijdingsmaterieel Essentieel in de hoogwaterbestrijding is het tijdig en volledig opbouwen van het hoogwaterbestrijdingsmaterieel. Een jaarlijkse oefening ten behoeve van voldoende ervaring en routine, ook bij derden (m.n. aannemers) die vanuit de waakvlamconstructies een belangrijke bijdrage leveren in het realiseren van de hoogwaterbescherming. Voor 2015 is de doelstelling een grootscheepse oefening te organiseren met de veiligheidsregio. Het streven is een en ander te combineren. We communiceren met inwoners over risico’s en wat zij hiertegen kunnen doen. Wij blijven communiceren met de inwoners op alle mogelijke momenten en via alle mogelijke media ten behoeve van een grotere zelfredzaamheid.
Projecten naam
o
omschrijving
2e Tranche dijkverbetering
Voorbereiden en uitvoeren van de 2e tranche dijkverbetering.
activiteit
beoogd resultaat
Het voorbereiden en uitvoeren van de prioritaire dijkverbeteringen uit de 2e tranche dijkverbetering
Met het Rijk is een Bestuursovereenkomst Planstudie Sluitstukkaden in 2010 gesloten. Op basis van deze overeenkomst vindt de uitwerking van de planstudie en de voorbereidingen van de uitvoering van de prioritaire dijkverbeteringen plaats. De kosten komen ten laste van de beschikbare middelen (€ 42 miljoen) zoals
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 54 -
vastgesteld in de bestuursovereenkomst. Omdat de beschikbare middelen onvoldoende zijn om het initiële programma te realiseren, zullen we hierover met het Rijk in overleg treden en mogelijk keuzes maken wat wel of niet wordt uitgevoerd. o
o
o
o
Ooijen-Wanssum
Voorbereiden en uitvoeren van de dijkverbeteringen in het gebiedsontwikkelingsplan Ooijen-Wanssum.
activiteit
beoogd resultaat
Het voorbereiden en uitvoeren van de dijkverbeteringen in het gebiedsontwikkelingsplan Ooijen-Wanssum
De doelstelling van het waterschap is een trekkersrol te vervullen wat betreft de dijkverbeteringen in het gebiedsontwikkelingsplan Ooijen-Wanssum. Ook in 2015 zullen wij, onder regie van Provincie Limburg, een actieve bijdrage leveren. De kosten hiervoor komen ten laste van het integrale project.
Hoogwaterbeschermingsprogramma
Voorbereiden op de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2017 e.v..
activiteit
beoogd resultaat
Het voorbereiden en uitvoeren van de dijken in kader van het Hoogwaterberschermingsprogramma (HWBP)
Op basis van de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas zullen wij een stevige bijdrage leveren in de basisveiligheid. In 2017 en volgende jaren is € 20 miljoen gereserveerd vanuit het HWBP. In de periode van 2015 tot 2017 pakken wij de projectvoorbereiding op zodat wij in 2017 ook daadwerkelijk de uitvoering van enkele dijkverbeteringstrajecten ter hand kunnen nemen. Daar waar mogelijk zullen we anticiperen op de nieuwe norm.
Kabels en leidingen
Opstellen visie en plan van aanpak.
activiteit
beoogd resultaat
Opstellen visie en plan van aanpak
Kabels en vooral leidingen in of nabij waterkeringen vormen een risico voor de veiligheid. In ons beheergebied liggen er relatief veel kabels en leidingen onder of direct naast de waterkeringen. In de lopende dijkverbeteringsprogramma’s is geen rekening gehouden met het structureel oplossen van kabels en leidingenproblematiek in Limburg. In 2015 willen wij komen tot nadere afspraken met de leidingbeheerders en een concreet plan om de problematiek naar de toekomst structureel te verkleinen.
Beplanting
Opschonen van gevaarlijke situaties.
activiteit
beoogd resultaat
Opschonen van gevaarlijke situaties
De aanwezige bomen en beplantingen op en nabij de waterkeringen zijn geïnventariseerd. Daar waar deze een negatieve invloed hebben op de veiligheid, zal via de dijkverbeteringen worden gewerkt aan een structurele oplossing. Echter, de dijkverbeteringen
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 55 -
lopen minimaal door t/m 2024 zodat ook voor deze overbruggingsperiode aanvullende maatregelen worden voorzien.
3.3
Wat mag het kosten?
Programma Waterkering R e k e ning 2 0 13 Catego rie
B e gro t ing 2 0 14 v ó ó r k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ná k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ( inc l.wijz.)
B e gro t ing 2 0 15 (€)
(€)
(€)
(€)
(€)
0
0
0
50.000
0
43 Go ederen en diensten van derden
1.269.859
539.667
534.667
649.868
552.368
45 To evo egingen aan vo o rzieningen
400.000
400.000
400.000
400.000
400.000
50 Kapitaallasten
474.332
728.659
678.758
678.758
1.184.308
Lasten 42 P erso neelslasten
51t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvo eringsko sten To taal Lasten
B aten
1.600.020
1.637.430
1.811.951
1.811.951
1.682.890
3.744.211
3.305.756
3.425.376
3.590.577
3.819.566
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
83 Go ederen en diensten aan derden
2.430
0
0
0
0
83 Go ederen en diensten aan derden
528.199
0
0
0
0
To taal B aten S a ldo la s t e n m inus ba t e n
530.629
0
0
0
0
3 .2 13 .5 8 2
3 .3 0 5 .7 5 6
3 .4 2 5 .3 7 6
3 .5 9 0 .5 7 7
3 .8 19 .5 6 6
Vooraf De rekeningcijfers 2013 hebben nog betrekking op het ‘oude’ programma Waterkering. Toelichting lasten 43 Goederen en diensten van derden De hogere werkelijke kosten verantwoord in 2013 hielden met kosten van het onderhoudsprogramma waterkeringen die ten laste werden gebracht van de daarvoor gevormde voorziening (zie ook de hogere baten). De ramingen baseren we op het normale structurele niveau van de verwachte kosten. Ook de kosten van een hoogwatercalamiteit ramen we niet vooraf, omdat we er vanuit gaan dat deze incidenteel optreedt. Mocht er sprake zijn van een hoogwatercalamiteit, dan is de gedragslijn om eerst de kosten binnen de totale exploitatierekening op te vangen. Mocht dat niet lukken dan hebben we nog altijd de bestemmingsreserve hoogwater achter de hand. 45 Toevoegingen aan voorzieningen Op basis van het onderzoeksrapport van Arcadis (beheer en onderhoud waterkeringen) en de bestuurlijke besluitvorming naar aanleiding daarvan, ramen we met ingang van 2011 jaarlijks bedrag van € 400.000 voor te plegen onderhoud aan waterkeringen. Dit bedrag storten we in een onderhoudsvoorziening. Dit met het oog op gelijkmatige spreiding van meerjarige cyclische onderhoudskosten in de exploitatie. 50 Kapitaallasten De toename in 2015 is het gevolg van de doorrekening van de kapitaallasten van de geplande investeringen voor dit programma. De voor dit programma geplande investeringen zijn opgenomen in het overzicht ‘Investeringen 2015-2019’ dat bij dit programma is opgenomen. Een gedeelte van de kapitaallasten wordt via bestemming/dekking van het resultaat ten laste gebracht van de bestemmingsreserve kapitaallasten. De stijging van de kapitaallasten is vooral het gevolg van de
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 56 -
jaarlijks te betalen bijdragen aan het HWBP en de (voor)financiering van projecten nHWBP. De bijdrage HWBP stijgt van € 2.990.000 in 2014 naar ongeveer € 4.130.000 in 2015. Dat bedrag beschouwen we als een investering waarvan de kapitaallasten ten laste van de exploitatie worden gebracht. Dit is de uitvoering van het besluit genomen door het algemeen bestuur op 27 april 2011. 51 t/m 59 Organisatie- en bedrijfsvoeringkosten Op de zogenaamde proceskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een proces verzameld, waarna we op basis van een procentuele verdeling gebaseerd op de werkelijke tijdsbesteding van de afgelopen 3 jaren (2011-2013), de kosten doorberekenen naar de desbetreffende producten en programma’s. Dit is een ander uitgangspunt dan voorgaande jaren, waarin werd uitgegaan van de verwachte tijdsbesteding. Een en ander om de verschillen tussen raming en realiteit te verkleinen en tevens de administratieve belasting te verlagen. Deze wijziging veroorzaakt verschillen met de doorberekende organisatie- en bedrijfsvoeringskosten 2014. Productramingen Programma Waterkering (€) Producten
Begroting Lasten 2014
Begroting Begroting Begroting Lasten 2015 Baten 2014 Baten 2015
Eigen plannen - waterkering
137.062
191.466
0
0
P lannen derden - waterkering
193.585
133.968
0
0
B eheersinstrumenten waterkeringen
628.494
859.565
0
0
A anleg en o nderho ud van waterkeringen
1.997.757
2.150.785
0
0
Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding
468.478 3.425.376
483.782 3.819.566
0 0
0 0
3.425.376
3.819.566
Totaal (€) Saldo lasten minus baten
In de tabel zijn de cijfers van de primitieve begroting 2014 ná kanteling opgenomen. Dit om de vergelijkbaarheid met de cijfers 2015 mogelijk te maken. Investeringen Investeringen meerjarenperiode (x € 1.000) Nr
Cat. Afschr. termijn
B ijdrage landelijk vereveningsfo nds HWB P
1.
A
30 jaar
P ro ject gebo nden eigen bijdrage HWB P Geo technisch en co nstructief o nderzo ek waterkeringen
2.
B
30 jaar
3.
A
vo o rfinanciering
P erio dieke veiligheidsto etsing waterkeringen
4.
B
5 jaar
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Totaal
4.130,0
4.300,0
4.400,0
4.200,0
4.200,0
4.200,0
2.000,0
2.000,0
2.000,0
2.000,0
6.200,0
6.475,0
75,0 335,0 4.205,0
4.300,0
6.735,0
275,0 6.200,0
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie hebben gepland in 2015 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2015. Categorie B investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie na 2015 hebben gepland en die dus nog niet uitvoering in aanmerking komen. In de meerjarenraming hebben we wel alle geplande investeringen doorgerekend.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 57 -
Meerjarenraming 2015-2020 Meerjarenraming ( x € 1.000)
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Raming 2020
Lasten
3.820
4.133
4.546
5.064
5.496
5.934
B aten
0 3.820
0 4.133
0 4.546
0 5.064
0 5.496
0 5.934
Saldo
In de meerjarenraming zijn alle kosten van geplande investeringen doorgerekend. Daarnaast is rekening gehouden met de vrijval van kapitaallasten uit oude investeringen. Verder is rekening gehouden met:
de stijging van lonen en prijzen met 2% per jaar;
de opname van een jaarlijkse uitgavenpost vanwege de bijdrage aan het landelijke vereveningsfonds voor uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en Deltaprogramma, een en ander naar aanleiding van het Bestuursakkoord Water. De jaarlijks te betalen bijdragen merken we als investering aan waarvan de kapitaallasten ten laste van de exploitatie worden gebracht;
de structurele verhoging van de bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma in 2014 en 2015, van € 1.850.000 in 2012 naar € 4.130.000 in 2015 vanwege extra Rijksbezuinigingen (landelijk + € 50 miljoen in 2014 en nog eens + € 50 miljoen in 2015). We zijn bij de berekening van de bijdragen er van uit gegaan dat de dezelfde verdeelsleutel wordt gehanteerd als bij de bijdrage 2011/2012, namelijk 50% via de verhouding van ingezetenen en 50% via de verhouding van de Woz waarde. De waterschappen nemen vanaf 2015 landelijk € 181 miljoen van de financiering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor hun rekening;
de invoering van de nieuwe verdeelsystematiek HWBP bijdragen met de ‘projectgebonden eigen bijdrage HWBP’ in 2017. We verwachten dat de ‘vaste’ bijdrage minder hard daalt dan we tot op heden hadden ingecalculeerd. We hadden rekening gehouden met een daling van van € 4,13 miljoen naar € 3,304 miljoen. Echter het Rijk is voornemens om met ingang van 2016 een jaarlijkse prijsindexatie toe te passen, met eveneens een correctie met terugwerkende kracht over de periode 2011-2015. Hierdoor komt de ‘nieuwe’ vaste bijdrage hoger uit dan we tot op heden rekening mee hebben gehouden. In de meerjarenraming 2015-2020 zijn we van de hogere bijdrage uitgegaan waardoor de kostenontwikkeling hoger is;
op grond van het gesloten convenant met het Rijk over het toekennen van prioritering van de Limburgse dijken op het HWBP programma 2017 en verder, hebben we aanvullend rekening gehouden met een projectgebonden eigen bijdrage van € 2 miljoen per jaar op basis van een bruto investering van € 20 miljoen per jaar (€ 160-180 miljoen totaal in periode 2017-2025).
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 58 -
4 Programma Watersysteem Als waterschap dragen wij bij aan een vitale landbouw, mooie natuurgebieden en vertier aan het water. Wij doen dit door het watersysteem te beheren, te onderhouden en daar waar nodig te verbeteren, zodat deze omliggende maatschappelijke functies optimaal tot hun recht komen. Ook zorgen we er samen met onze partners in de waterketen voor dat de volksgezondheid wordt beschermd door goed beheer van de waterketen. Daarnaast onderkennen wij dat het watersysteem een intrinsieke waarde bezit en dat wij dat daarom herstellen en/of beschermen. Portefeuillehouder(s) - bestuurlijk programma ‘Watersysteem’: Jan Classens, Sjraar Roelofs en Joop de Hoon proces ‘watersysteembeheer’: Jan Classens projecten ‘watersysteem’: Sjraar Roelofs proces ‘waterketen en -kwaliteit’: Joop de Hoon
Programmamanager - ambtelijk programma ‘Watersysteem’: Alfred Paarlberg
4.1
Wat willen we bereiken?
We willen met ons watersysteem een optimaal gebiedsgericht waterpeil realiseren en behouden, niet te veel water (vernatting) en niet te weinig (verdroging), waarbij we rekening houden met toekomstige klimaatwijzigingen. Tegelijkertijd willen we in afstemming met onze omgeving een gezond en veerkrachtig watersysteem realiseren en behouden in al zijn facetten als bijdrage aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. Programmadoelen Onze opgaven zijn:
een met de regio afgestemd grond- en oppervlaktewaterregime dat duurzaam de functies in het gebied bevordert en daarmee een bijdrage levert aan de economische dynamiek.
een veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem in al zijn facetten dat daarmee een bijdrage levert aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving.
Deze opgaven vertalen we in de volgende doelen:
droge voeten
voldoende water
schoon water
natuurlijk water
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 59 -
Programma
Doel
Doel
indicatoren
2015
2020
Watersysteem Droge voeten
percentage streefpeilen onder bovenmarge…………………………………………………….. o percentage resterende knelpunten uit watersysteemtoets 2010……………………
o percentage resterende knelpunten uit watersysteemtoets 2014…………………… o aantal gevangen muskusratten per km.……………………………………………….. Voldoende water
percentage streefpeilen boven ondermarge…………………………………………………….. o n.i.o.*………………………………………………………………………………………. Schoon water
n.i.o.* o 0%
n.i.o.* o 0%
o 100% o < 0,35
o 0% o < 0,35
n.i.o.* o n.i.o.*
n.i.o.* o n.i.o.*
percentage waterlichamen met een goede chemische toestand……………………………..
0%
0%
percentage KRW toetsingslocaties dat voldoet op het gebied van fysisch chemische stoffen………………………………………………………………………………………………..
0%
30%
percentage KRW toetsingslocaties dat voldoet op het gebied van overige relevante stoffen……………………………………………………………………………………………….. o realisatie van effluentnormen…………………………………………………………… o terugdringen rioolwateroverstorten……………………………………………………..
0% o n.i.o.* o n.i.o.*
0% o n.i.o.* o n.i.o.*
Natuurlijk water
percentage KRW toetsingslocaties met een goede macrofauna toestand…………………...
20%
40%
percentage KRW toetsingslocaties met een goede waterflora toestand……………………..
5%
20%
percentage KRW toetsingslocaties met een goede vis toestand……………………………... o aantal km beekherstel opgeleverd vanaf 2015 t/m aangegeven jaar………………
10% o 28
15% o 61
* n.i.o. = nog in ontwikkeling
4.2
Wat gaan we ervoor doen?
Beleidsproducten nr
naam beleidsproduct
omschrijving beleidsproduct
01
Eigen plannen - waterkwantiteit
Het opstellen van beheer- en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema’s en/of gebieden.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
1.5 Thema- en gebiedsgerichte uitv. plannen
Waterbeheerplan Het vigerende Waterbeheerplan heeft een looptijd t/m 2015. In 2014 bereiden we een nieuw waterbeheerplan voor. In 2015 leggen we samen met WRO het ontwerp waterbeheerplan 2016-2021 voor finale besluitvorming voor aan de beide algemeen besturen, en we leggen de definitieve versie voor goedkeuring voor aan de Provincie Limburg. Beleidsontwikkeling Exoten Niet inheemse soorten (exoten) komen steeds vaker voor en zorgen voor specifieke beheersvraagstukken. In 2015 ontwikkelen we beleid voor exoten. Een aanpak is eind 2015 gereed.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 60 -
Beekontwikkeling We werken in 2015 conform voornemen 4 à 5 beekontwikkelplannen uit, inclusief een Leidraad Onderhoud voor die beken. De format Leidraad Onderhoud geven we vorm in het project ‘Beekontwikkeling bij WPM, zo doen we dat’. Klimaatontwikkeling Met de partners in DHZ hebben we in 2014 een gezamenlijke strategie voor de lange termijn bepaald en een gezamenlijk uitvoeringsprogramma opgesteld. Dit werken we gebiedsgericht verder uit, zo mogelijk ook met pilots. We ontwikkelen een aanpak en plannen om de klimaatverandering in de streek en binnen WPM verder op de kaart te zetten (thema Klimaat). GGOR / Nieuw Limburgs Peil In afstemming met natuurterreinbeheerders voeren we een aantal NLP maatregelen uit (waterconservering/verdrogingsbestrijding). Zie 7.1. Onderzoek Subirrigatie, oftewel peilgestuurde drainage gebruiken voor infiltratie, lijkt een goede mogelijkheid voor verbetering van waterconservering. In 2014/2015 verrichten we modelonderzoek. De kosten hiervan bedragen ca. € 15.000 (ten laste van budget NLP, bijdrage provincie 50%). Bij positief resultaat voeren we in de periode 2015-2019 een pilot uit samen met agrariërs in een ‘kenniscirkel’. De totale kosten van de pilot zijn geraamd op € 200.000, waarvan € 36.000 voor rekening komt van WPM (ten laste van budget NLP). Planvorming We constateren dat we behoefte hebben aan planvorming op tactisch en operationeel niveau met kaders voor de uitvoering van het watersysteembeheer op het gebied van :
onderhoud infrastructuur van watersysteem programmering groot onderhoud);
De Stuwende Kracht;
wateraanvoer;
onderhoud houtachtige beplanting bij watersysteem;
onderhoud Zandvangen / retentiebekkens;
onderhoud voorzieningen verwante belangen;
onderhoud kunstwerken passieve waterbeheersing;
onderhoud kunstwerken water regulerende objecten.
(inclusief
Eind 2015 is de planvorming voor infrastructuur, De Stuwende Kracht en wateraanvoer gereed. De overige volgen in 2016.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 61 -
Grensoverschrijdende activiteiten We zetten in op participeren in INTERREG projecten zowel met Duitsland als met België. Zonodig initiëren we nieuwe projecten. 01
Eigen plannen - waterkwaliteit
Het opstellen van beheer- en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema’s en/of gebieden.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
1.5 Thema- en gebiedsgerichte uitv. plannen
Waterbodems Wij zijn ingevolge de Waterwet het bevoegde gezag geworden voor toepassing van wet- en regelgeving voor alle oppervlaktewateren incl. waterbodems. Expertise op het vlak van waterbodems is slechts beperkt en verspreid binnen de organisatie aanwezig. Risico's ten aanzien van het niet werken conform wet- en regelgeving zijn onvoldoende in te schatten of af te dekken. We stellen voor om expertise van waterbodems binnen onze organisatie te verankeren door tijdelijke uitbreiding van de formatie met 1 fte vanaf 2015 tot 2017. In een separaat besluit werken we de financiële dekking hiervan uit. Waterkwaliteit gebiedsproces De laatste jaren stagneert de verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit hoofdzakelijk door de aanwezigheid van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Voor verdere waterkwaliteitsverbetering zijn we ook afhankelijk van acties van derden. Dit vraagt een specifieke aanpak in de komende jaren. Hiervoor werken we in 2015 het thema waterkwaliteit uit in projecten die we vervolgens in de daarop volgende jaren zullen uitvoeren. Uiteindelijke doelstelling is het behalen van de KRW doelen in 2027. Eén van de sporen in dit thema is om middels een gebiedsproces (werktitel NLP-next) met alle betrokken partners die invloed hebben op de waterkwaliteit, te komen tot een concreet pakket van maatregelen dat nodig is om de waterkwaliteit te verbeteren. Overigens is ook het thema Klimaat onderdeel van dit gebiedsproces. De uitvoering van het maatregelenpakket moet in de periode 2017-2027 door de betrokken partners zelf plaatsvinden. Opgestelde maatregelen kunnen worden ingebracht als KRW maatregelen voor het 3e Stroomgebiedsbeheerplan (SGBP, looptijd 2021-2027). Kaderrichtlijn Water We brengen in 2015 in beeld hoe het staat met de KRW maatregelen, (zo mogelijk) de effecten van deze maatregelen en met het doelbereik voor de KRW waterlichamen en de overige wateren in ons gebied. Dit geeft een indruk wat de eerste planperiode heeft opgeleverd en wat de uitgangspositie is voor de
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 62 -
volgende periode. KRW maatlatten en doelstellingen voor niet KRW waterlichamen moeten we in 2015 hebben uitgewerkt. Wij adviseren hierover aan Provincie, die de doelen in zijn plannen vaststelt. Op basis daarvan herzien we ook het monitoringsprogramma. Limburgse inbreng voor SGBP 2016-2021(KRW) Met het vaststellen van ons Waterbeheerplan 2016-2021 zijn ook de maatregelen die we als waterschap inbrengen voor het 2e Stroomgebiedsbeheerplan (SGBP 2016-2021) vastgesteld. Het 2e SGBP gaat 22 december 2014 ter inzage en zal uiterlijk december 2015 moeten worden bekrachtigd. In de periode 2015-2020 zullen we monitoren op het behalen van de KRW doelen, om zo te kijken wat de genomen maatregelen ons opleveren. Wanneer niet duidelijk is waardoor KRW doelen niet gehaald worden, voeren we nader onderzoek uit en zonodig rapporteren we daarover. De periode 2018/2019 zal gebruikt worden om onze inbreng voor het 3e SGBP (2022-2027) voor te bereiden. Kennisopbouw Watersysteem (waterkwaliteit en ecologie) Vanaf 2014 zetten we in op kennisopbouw, nader onderzoek en modelontwikkeling voor waterkwaliteit en ecologie. Het gaat daarbij om de oorzaken van het niet halen van KRW doelen en kwantificering van de effectiviteit van mogelijke maatregelen. We ontwikkelen een waterkwaliteitsmodel waarmee goed onderbouwde oorzaak-effect-uitspraken kunnen worden gedaan. Wij zoeken uit welke mogelijkheden en perspectieven er zijn om de grondwaterkwaliteit (mede in relatie tot de oppervlaktewaterkwaliteit) te modelleren, met name wat betreft Stikstof en Fosfaat. Geteste concepten rollen we uit over het gehele beheergebied. Voor de validatie van dit modelinstrumentarium zijn waarschijnlijk aanvullende metingen noodzakelijk. Afwenteling "Afwenteling" is een KRW-thema dat ziet op het importeren van problemen (waterkwaliteit, waterkwantiteit) van bovenstrooms gelegen grensoverschrijdende watersystemen (uit Duitsland, Belgié), en op exporteren van problemen vanuit ons beheergebied naar m.n. Maas en Noord-Brabant (bv Eeuwselse Loop). Het behalen van de KRW doelen in ons beheergebied is mede afhankelijk van de mate van afwenteling van waterverontreiniging van buiten naar binnen ons beheergebied. Daarom gaan we gericht onderzoek doen naar vracht en herkomst van specifieke stoffen en inventariseren we wie onze aan te spreken boven- of benedenstroomse partners zijn. We trekken hierbij zo mogelijk samen op met de Provincie Limburg.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 63 -
Zo kunnen we niet alleen bepalen wat er ons beheergebied binnenkomt, maar ook wat wij vanuit ons beheergebied afwentelen op andere gebieden, zodat we de gewenste acties bepalen. Ontwikkeling watersysteemkader We werken in 2015 aan een watersysteemkader (uitgewerkt in een businesscase), onder meer om de kansen voor afstemming tussen het Modulaire duurzame RWZI concept en watersysteemeisen in beeld te brengen. Achtergrondkwaliteit watersysteem in relatie tot effluent rioolwaterzuiveringsinstallaties De achtergrondkwaliteit van het watersysteem boven- en benedenstrooms van de lozingspunten van de rwzi’s, is momenteel onvoldoende bekend. Het effect van de rwzi lozingen met betrekking tot o.a. nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen kunnen we daardoor onvoldoende inschatten. We gaan daarom meetpunten toevoegen aan het huidige monitoringsprogramma om inzicht te krijgen in deze waterkwaliteitsvariabelen. Met o.a. deze kennis bepalen we maatregelen voor de zuiveringen en kunnen in het gesprek met derden de invloed van rwzi's op de waterkwaliteit verduidelijken. Samenwerken in de afvalwaterketen In 2011 hebben we samen met de gemeenten, WRO en WBL in Waterpanel Noord een convenant ondertekend om invulling te geven aan de opgaven uit het Bestuursakkoord Water BAW (kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en verminderen kwetsbaarheid). Als uitvoering daarvan worden onder de vlag van Waterpanel Noord gezamenlijke projecten uitgevoerd. Het beoogde besparingspotentieel op basis van de reeds uitgevoerde projecten/kostenbesparingen WBL bedraagt circa € 16 mln., waarmee de financiële doelstelling uit het convenant en BAW voor Noord haalbaar lijkt. Dit wordt onderschreven door de landelijke visitatiecommissie, die beide regio’s in Noord als landelijke koploperregio’s heeft aangemerkt. In 2015 en verder worden lopende projecten afgerond, nieuwe projecten gestart en de resultaten uit de projecten geïmplementeerd om het beoogd besparingspotentieel daadwerkelijk te verzilveren en de BAW-doelen te behalen. Ook in 2015 zullen wij deelnemen en onze bijdrage (inhoudelijk en financieel) leveren aan de Limburg-brede samenwerking in de (afval)waterketen o.a. door deelname aan het AROL en BROL van Waterpanels Limburg. Onze bijdrage jaarlijks à € 50.000 hebben we in de begroting opgenomen t/m 2017.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 64 -
Stedelijk waterbeheer Het beleid voor stedelijk waterbeheer is gedateerd. In 2015 evalueren we het stedelijk waterbeheer en samen met WRO actualiseren we het zo nodig. 02
Plannen van derden waterkwantiteit
Het beoordelen en zo nodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden ten behoeve van het realiseren van doelstellingen van ons waterschap.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
2.1 Plannen van derden
Participeren in de beleidsvorming van hogere en andere overheden In 2015 bereidt de Provincie Limburg als uitwerking van het POL 2014 het Provinciaal Waterprogramma 2016-2021 voor. Zo mogelijk leveren we hierin onze inbreng.. Hiermee borgen we dat we kennis hebben van het provinciaal beleid en dat het waterschapsbeleid wordt verankerd in het provinciaal beleid. Ook adviseren wij de provincie, bijvoorbeeld in de provinciale werkgroep ‘Waterbeheer na 2015’ (o.a. over beregeningsbeleid). Uitwerken en uitdragen visie/beleid bever en otter in Limburg (partnercontract) In 2015 actualiseren we het bever-protocol op basis van de bevervisie. We zorgen ervoor dat activiteiten gericht op bevers (coördinatie, beheer) een plek krijgen in een nieuwe partnerovereenkomst met de provincie. Actualisatie visie op schoonwatersysteem Peelvennen Voor het stroomgebied van de Einderbeek-Leukerbeek is bij het Tungelroysebeek project het schoonwatersysteem Peelvennen als concept neergezet. Inmiddels zijn grote delen hiervan gerealiseerd, waaronder veel omleidingen rond de natuurparels. Hoe het schoonwatersysteem vervolmaakt moet worden en daarmee kan gaan werken, moet nog worden uitgewerkt en vervolgens uitgevoerd. Deze uitwerking/actualisatie stellen we samen met de natuurbeheerders in 2015 op. Integraal project (IGU) Maasgaard Bij het integrale project Maasgaard herinrichten we in 2015 de Groote Molenbeek traject A73-oost, en starten we het deelproject voor verdrogingsbestrijding van de Castenrayse Vennen. Agrarisch natuurbeheer Naar verwachting zal vanaf 2016 een regeling worden opengesteld voor agrarisch natuurbeheer, die voor minstens 50% uit watermaatregelen zal bestaan. De maatregelen zullen vooral betrekking hebben op bufferzones bij belangrijke natuur en beekdalen. Wij
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 65 -
houden deze ontwikkeling, gerelateerd aan GLB en POP3 subsidiemogelijkheden,, nauwkeurig in de gaten om hierop tijdig te kunnen anticiperen. 02
Plannen van derden waterkwaliteit
Het beoordelen en zo nodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden ten behoeve van het realiseren van doelstellingen van ons waterschap.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
2.1 Plannen van derden
Stedelijk accountmanagement en advisering (ruimtelijke) plannen Wij voeren stedelijk accountmanagement uit waarmee we o.a. een bijdrage leveren aan de realisatie van waterschapsdoelen alsook aan doelmatigheidskansen door samenwerking met gemeenten te initieren en te faciliteren. Wij adviseren over waterschapsbelangen in grote ruimtelijke conceptplannen zoals structuurvisies en gebiedsontwikkelingen en zorgen voor verankering van onze watersysteemambitie ‘van helder naar schoon water’ in de gemeentelijke rioleringsplannen. Landbouw en waterkwaliteit De huidige beleidskaders én onze toezegging dat WPM een bijdrage levert aan het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) volgens de CWE aanpak, hebben geleid tot het initiatief NLP-next (zie waterkwaliteit gebiedsproces), Hierin zoeken we samen met de sector naar concrete maatregelen die nodig zijn om de KRW doelen te behalen. Wij zullen het proces om te komen tot de maatregelen faciliteren. De uitvoering van de maatregelen ligt bij de sector zelf om zo te kunnen komen tot de door de sector gestelde DAW-doelen. Onze bijdrage aan het DAW is onderdeel van een gebiedsproces waterkwaliteit. Samenwerkingsagenda "Samen voor schoon Limburgs water" Samen met de provincie Limburg, WML en WRO zien we meerwaarde in het gezamenlijk optrekken in een aantal sporen (beekinrichting, probleemstoffen, samenwerking landbouw, duurzaam terreinbeheer, overstorten). Deze sporen sluiten goed aan bij reeds lopende ontwikkelingen bij WPM. Bij positief resultaat kan dit leiden tot uitbreiding van de samenwerking om de Limburgse grond- en oppervlaktewaterkwaliteit mogelijk effectiever te kunnen verbeteren dan in autonome ontwikkelingen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 66 -
06
Beheersinstrumenten watersystemen
Het opstellen en actualiseren van de legger met de juridische grenzen van de beheersobjecten en het beheersysteem, waarin we ook de werkelijke situatie inclusief vergunninggegevens bijhouden.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
6.2 Waterakkoorden
Waterakkoord kanalen Op 17 april 2014 is de intentieverklaring ondertekend voor overname van beheer van de Noordervaart. Rijkswaterstaat zal uiterlijk in 2017 de Noordervaart op orde hebben hetgeen tevens inhoudt dat de aanvoercapaciteit minimaal wordt verhoogd van 4,3 naar 5,4 m3/s. We onderzoeken of verdere vergroting van de wateraanvoer naar 6,1 m3/s haalbaar en betaalbaar is. Doorvoerproblemen zijn aanwezig in het Peelkanalenstelsel en mogelijk ook verder in het regionale stelsel bij verhoging van aanvoerdebieten ten opzichte van de huidige situatie. Daarnaast is het wenselijk het totaal waterinlaatsysteem te evalueren, volgend op de batenstudie in het kader van het Deltaplan Hoge Zandgronden (DHZ). Wij voeren in 2015 een knelpuntenanalyse uit. Wij ramen de kosten van deze knelpuntenanalyse op € 30.000. De dekking hiervan werken we uit in het projectplan.
6.4 Beheerregister waterlopen en kunstwerken
Beheerregister waterlopen en kunstwerken We bouwen verder aan een actuele databank met gegevens over de waterlopen, onderhoudspaden, kunstwerken en andere objecten en zones waarop de Keur van toepassing is. Gegevensbeheer We leggen de gegevens van de watersystemen in een beheerregister vast en we beheren die.
07
Aanleg, verbetering en onderhoud watersystemen
Uitvoering en onderhoudswerkzaamheden aan de waterlopen en kunstwerken en het houden van toezicht op werkzaamheden wanneer deze zijn uitbesteed. Uitvoering van inspecties voor het vaststellen van de onderhoudsstaat van de waterlopen en de daarin gelegen kunstwerken. Bovendien uitvoering van, of bijdrage aan derden voor, de bestrijding van muskusratten en andere schadelijke graaf- en knaagdieren.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
7.1 Aanleg en verwerving waterlopen
Aanleg en verwerving waterlopen Dit beheer-product omvat de volgende activiteiten:
De jaarlijkse kapitaallasten van eerder uitgevoerde investeringswerken aan het watersysteem;
De jaarlijkse kapitaallasten van gronden (vooral waterlopen en onderhoudspaden) die eigendom zijn van WPM;
De inzet voor het verwerven van strategische gronden om
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 67 -
daarmee de slagvaardigheid en de haalbaarheid van (watersysteem)projecten te verhogen; Daarnaast betreft dit het aanpassen van de eigendomssituatie naar aanleiding van leggeraanpassingen op initiatief van derden (vergunning aanvragen).
Projectbeheersing en GIS ondersteuning daarvan. In 2015 gaan we verder met projectbeheersing en risicobeheersing.
Het verwerven van subsidies voor het realiseren van de beleidsopgaven. Hierbij zetten wij vooral in op het opnemen van waterdoelen en voor het waterschap passende criteria in het ontwerptraject van subsidie-/bijdrage regelingen. De feitelijke aanleg en verwerving van waterlopen vindt plaats in de vorm van investeringsprojecten (MIP Nieuwe Werken), waarvoor jaarlijks € 3,0 mln. netto investeringsvolume beschikbaar wordt gesteld (zie projecten). Partnerovereenkomst Provincie Limburg Voor het realiseren van de beleidsopgaven beekherstel, verdrogingsbestrijding en soortenbeleid sloten wij met de Provincie Limburg een partnerovereenkomst 2013-2015 af. Deze partnerovereenkomst voorziet in een bijdrage van de provincie van € 5,7 mln.:
ca. € 3,9 mln. voor het realiseren van 14,6 km beekherstel;
€ 1,5 mln. voor verdrogingsbestrijding (NLP projecten) en
ruim € 0,3 mln. voor soortenbeleid (Otter en Bever).
In 2014 startten wij de besprekingen met de provincie over een vervolg op het Partnercontract 2013-2015 voor de periode na 2015. Eveneens verzochten wij de provincie Limburg in 2014 om een extra financiële impuls van € 3,0 miljoen voor de realisatie van waterdoelen in 2015, mede om hiervan intentioneel ca. € 0.5 mln. aan te wenden als bijdrage voor projectpartners ter verbetering van de waterkwaliteit (terugdringen overstortfrequentie). Beekmondingen convenant RWS Met Rijkswaterstaat sloten we een beekmondingenconvenant om gezamenlijk, vóór 2016 een 9-tal beekmondingen op orde te brengen. Dit convenant betekent dat wij trekker zijn van de beekmondingprojecten en dat RWS 50% van de externe kosten voor haar rekening neemt. Momenteel zijn vier mondingen opgeleverd en voor zes worden maatregelen voorbereid. Resultaat
Realisering van de jaarschijf van het MeerjarenInvesteringsProgramma en de opgebouwde reserve;
Verwerven van subsidies en bijdragen aan het realiseren
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 68 -
van de beleidsdoelstellingen. Beoogd resultaat: gem. 25% van de externe investeringskosten is gedekt door subsidies en bijdragen. 7.2 Onderhoud waterlopen
Onderhoud waterlopen We voeren onderhoud aan watergangen uit binnen de beleidskaders en conform de operationele onderhoudsplannen. Deze kaders behelzen o.a. gewenste (norm)waterpeilen, ecologische ontwikkelmogelijkheden, in stand houden van het watergangprofiel, recreatief medegebruik, veiligheid in de uitvoering, wetgeving en afspraken met derden. We voeren het onderhoud uit om de watergangen in goede onderhoudstoestand te houden of te brengen.
7.4 Onderhoud kunstwerken en passieve waterbeheersing
Onderhoud kunstwerken passieve waterbeheersing Uitvoeren van onderhoud aan in watergangen gelegen niet waterregulerende kunstwerken binnen de beleidskaders en conform operationeel onderhoudsplan. We voeren het onderhoud aan de kunstwerken voor passieve waterbeheersing uit zodat ze in goede onderhoudstoestand blijven of komen en daarmee kunnen voldoen aan hun functie. Uitvoeren inspecties Inspecteren kunstwerken passieve waterbeheersing. Vispassages hebben speciaal de aandacht. Jaarlijks evalueren we het onderhoud en werking van vispassages.
7.6 Voorzieningen verwante belangen watersystemen
Voorzieningen verwante belangen watersystemen Uitvoeren van onderhoud aan nabij de watergangen gelegen verwante belangen binnen de beleidskaders en conform operationeel onderhoudsplan. Deze voldoen aan hun functie (bijv. bebording). Uitvoeren inspecties Inspecteren verwante belangen watersystemen.
7.7 Rattenbestrijding algemeen
Muskus- en beverrattenbestrijding Uitvoeren van bestrijding muskusratten en beverratten volgens jaarplannen.
7.7a Muskusrattenbestrijding
Bestrijden muskusratten We speuren naar en bestrijden muskusratten zodat de muskusrattenpopulatie afdoende onder controle is. We voldoen aan de norm: < 0,35 / km.
7.7b Beverrattenbestrijding
Bestrijden beverratten We voeren grensbewaking uit, d.w.z. we voorkomen instroom vanuit het buitenland en bestrijden de beverrat binnen het beheergebied om graafschade aan waterschapsobjecten te voorkomen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 69 -
08
09
Baggeren van waterlopen en saneren waterbodems
Derden stimuleren om een baggerplan op te stellen. Verstrekken van een geldelijke bijdrage aan derden voor het verwijderen van verontreinigde bagger.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
8.6 Sanering van waterbodems
Sanering van waterbodems De kosten van het saneren van substantiële verontreinigingen binnen watersysteemprojecten worden niet geactiveerd. Overeenkomstig de comptabiliteitsvoorschriften dienen deze kosten ten laste te worden gebracht van de exploitatie. De gemaakte kosten komen ten laste van de bestemmingsreserve.
Beheer hoeveelheid water
Het aansturen en onderhouden van kunstwerken die direct regulerende invloed uitoefenen op de hoeveelheid water, het waterpeil en kwaliteit van het water. Ook de benodigde energie en alle andere handelingen die voor de gewenste beïnvloeding van het watersysteem nodig zijn.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
9.2 Onderhoud kunstwerken actieve waterbeheersing
Onderhoud kunstwerken actieve waterbeheersing Uitvoeren van technisch onderhoud kunstwerken voor actieve waterbeheersing binnen beleidskaders en conform operationeel onderhoudsplan. We voeren het onderhoud aan de kunstwerken voor actieve waterbeheersing zo uit dat ze in goede onderhoudstoestand blijven of komen en daarmee kunnen voldoen aan hun functie. Uitvoeren inspecties We inspecteren de kunstwerken voor actieve waterbeheersing, waarmee we o.a. een beeld van de onderhoudstoestand verkrijgen.
10
9.3 Bediening kunstwerken actieve waterbeheersing
Uitvoeren instelwerkzaamheden We stellen de kunstwerken voor actieve waterbeheersing zo in dat de oppervlaktewateren kunnen voldoen aan de daar geldende functies, waarbij het grondgebruik en de waterhuishouding van het stroomgebied bepalend zijn.
Calamiteitenbestrijding watersystemen
Bestrijding van afwijkingen van de gewenste hoeveelheid water dan wel de kwaliteit of ecologische toestand daarvan voor zover dat niet onder de normale bedrijfsvoering valt.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
10.1 Calamiteitenbestrijding watersystemen
Calamiteitenplannen We actualiseren het calamiteitenbestrijdingsplan wateroverlast en het calamiteitenbestrijdingsplan droogte. In 2015 zijn beide up-totdate.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 70 -
Calamiteitenbestrijding We bestrijden de zich voordoende calamiteiten in het watersysteem conform de daarvoor geldende bestrijdingsplannen (wateroverlast, waterverontreiniging en droogte). Doel is dat de bestrijding effectief is en efficiënt. 11
Monitoring watersystemen waterkwantiteit
Het meten van relevante parameters om de toestand en het effect van maatregelen en het functioneren van het watersysteem te kunnen beschrijven en beoordelen.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
11.0 Monitoring algemeen
Stroomlijnen datastromen De publicatie van meetgegevens op internet breiden we uit met waterkwaliteits- en ecologische gegevens. Daarnaast leggen we de focus op het gebruiksvriendelijk ontsluiten van toestandsinformatie voor specifieke toepassingen, zoals dashboard droogte Rapportages Dit betreft onder meer de ‘thermometer’ als onderdeel van het jaarverslag. Strategische monitoring We doen integrale evaluaties van uitgevoerde beekherstel- en verdrogingbestrijdingsprojecten. IBRAHYM In 2014 maken we een visie van de vier bij IBRAHYM samenwerkende partners over de verdere ontwikkeling, beheer & onderhoud en financiering van IBRAHYM. Eén belangrijk aspect hierin, is de mogelijke oprichting van een Limburgs modelexpertisecentrum waarin beheer en onderhoud en de uitvoering van berekeningen samengebracht worden. Een ontwikkeling hierin is het geschikt maken van het huidige model-instrumentarium voor waterkwaliteitsmodellering, onder meer om de voorziene waterkwaliteitsaanpak te onderbouwen. Wij gaan hierbij uit van kosten à ca. € 200.000 netto op basis van 75% bijdrage van de samenwerkingspartners. Of en hoe dit gestalte krijgt, wegen we nog af. In 2015 beschikken wij over een gezamenlijk met Waterschap Roer en Overmaas (WRO) opgesteld Monitoringsbeleidsplan en een daarvan afgeleid Waterkwantiteits- en Waterkwaliteitsmeetplan. Op basis van deze plannen streven wij ernaar om reeds vóór de beoogde fusie in 2017 te komen tot één geïntegreerd monitoringsproces.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 71 -
11.1 Monitoring waterkwantiteit
Vergaren van de benodigde gegevens Het resultaat is een database met gegevens van de routinematige meetnetten, waaronder hydrologische oppervlaktewatermeetnet. Meetplan Waterkwantiteit We stellen in 2015 samen met WRO een operationeel meetplan oppervlaktewaterkwantiteit op, ook voor het bevorderen van intensieve samenwerking tussen WRO en WPM bij monitoring. Beheer en onderhoud databaseprogramma's en rekensoftware Het resultaat is dat we betrouwbare en actuele rekensoftware hebben voor verwerking (databases) en analyse (modellen) van monitoringsgegevens. Realisatie vervangingsprogramma kwantiteitsmeetnet We faseren verouderde meetinstallaties c.q. installaties die veel onderhoud behoeven uit. Jaarlijks maken we hiervoor een programmering. Uitvoeren specifiek (monitorings)onderzoek We voeren onder andere doorlopend onderzoek uit in de pilot Tungelroysebeek naar weerstandgestuurd onderhoud. Een ander betreft onderzoek, samen met Niersverband, naar de effecten van aangepast onderhoud van de Niers. In 2014/2015 besluiten we over een verdere aanpak bij de Niers.
11
11.3 Monitoring grondwater
Dit product behelst het plaatsen en onderhouden van eigen grondwatermeetpunten. De gegevens uit het primaire meetnet van de provincie zijn opvraagbaar via internet.
Monitoring watersystemen waterkwaliteit
Het meten van relevante parameters om de toestand en het effect van maatregelen en het functioneren van het watersysteem te kunnen beschrijven en beoordelen.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
11.2 Monitoring waterkwaliteit
Vergaren van waterkwaliteit- en ecologische gegevens We verzamelen, verwerken en bewerken gegevens over waterkwaliteit en water-ecologie. Hiermee hebben we actuele en betrouwbare informatie voor rapportages, onderzoek, evaluatie en beleidsontwikkeling. Het resultaat is een database met gegevens van de routinematige meetnetten, waaronder oppervlaktewaterkwaliteit. Meten waterkwaliteit en uitvoeren fysisch-chemische analyses Gemiddeld worden jaarlijks ca. 800 chemische watermonsters genomen en geanalyseerd. De bemonstering en fysisch-chemische analyses hebben we uitbesteed. Vanaf 2014 worden de resultaten
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 72 -
gevalideerd en opgeslagen in DAWACO in één database met WRO. De bezuiniging die we vanaf 2013 taakstellend hebben opgelegd voor kwaliteitsmonitoring, hebben we verwerkt in een afgeslankt monitoringpakket met circa 40% minder verrichtingen voor monitoring dan in 2011 en 2012. In het afgeslankte monitoringpakket zijn monstername en analyses voor calamiteiten, projecten en adhoc werk niet inbegrepen, noch de groeiende vraag om analyses vanuit de KRW. Gedurende 2014 moet duidelijk worden welke extra monitoringsinspanning met name de KRW van ons gaat vragen de komende jaren. Op grond van een nadere analyse hebben we een verdere besparing van € 50.000 kunnen doorvoeren. Meten biologie Gemiddeld nemen we jaarlijks ca. 65 macrofaunamonsters en 10 diatomeeënmonsters. Monstername vindt plaats door eigen personeel. De determinatie (i.c. op naam brengen) besteden we uit. We valideren de resultaten en slaan die (vanaf 2014) op in één database met WRO (DAWACO). Uitvoering specifiek (monitorings)onderzoek Wij voeren specifiek monitoringsonderzoek uit voor een aantal beleidsthema’s en bij projecten nieuwe werken (projectmonitoring). Voor alle toekomstige herinrichtingsprojecten leggen we de hydrologische en ecologische nul-situatie vast om na uitvoering de maatregelen te kunnen evalueren. De extra middelen die dat vraagt, komen ten laste van de specifieke projecten. 12
13
Getransporteerd afvalwater
Het door het bouwen, verwerven, beheren, onderhouden en bedienen van transportgemalen en -leidingen mogelijk maken dat afvalwater wordt getransporteerd.
Voor deze producten verwijzen we naar de begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg.
Gezuiverd afvalwater
Het door het realiseren, overnemen, beheren, onderhouden en exploiteren van rioolwaterzuiveringsinstallaties en IBA-inrichtingen zorgen dat het aangeboden afvalwater wordt gezuiverd.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
13.1 Bouw en verwerving zuiveringsinstallaties
Voor deze producten verwijzen we naar de begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
Het door het realiseren, beheren, onderhouden en exploiteren van slibverwerkingsinstallaties zorgen dat het zuiveringsslib en de andere restproducten van een rwzi of IBA die voor een eindbestemming worden aangeboden tot een eindproduct worden verwerkt.
Voor deze producten verwijzen we naar de begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg.
Regulering lozingen
Aanvullende, niet direct bij andere beleidsproducten onder te brengen maatregelen waarmee gezorgd wordt voor het beheersen van lozingen op de bij het waterschap in beheer zijnde zuiveringstechnische werken en oppervlaktewateren.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
27.2 Subsidies lozingen
Dit betreft het adviseren over en beschikken van aanvragen voor het saneren van overstorten in het kader van het Overstortfonds. De overstortregeling is weliswaar beëindigd maar de financiële afwikkeling vindt in latere jaren plaats nadat de maatregelen zijn gerealiseerd. We evalueren de overstortregeling in 2016.
27.3 Stimulering derden aanpak diffuse emissies
Zie product “1.5 Thema- en gebiedsgerichte uitv. plannen (waterkwaliteit)”.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 74 -
Projecten naam
o
omschrijving
Projecten Watersysteem
De feitelijke aanleg en verwerving van waterlopen cq. de investeringen aan het watersysteem vinden plaats in de vorm van afzonderlijke projecten. Deze projecten zijn opgenomen in het Meerjaren Investerings Programma (MIP).
De verbindingen tussen het ‘proces Watersysteembeheer’ en ‘projecten Watersysteem’ enerzijds en de dekking van de projecten Watersysteem is weergegeven in onderstaande figuur.
Als voorbeeld: Het Beek-Ontwikkel-Plan initieert maatregelen aan het watersysteem, bijvoorbeeld een beekherstelproject. Deze beekherstelprojecten zijn/worden opgenomen in het Meerjaren Investerings Programma (MIP). Voor de realisering van o.a. deze projecten is jaarlijks gemiddeld € 3 mln. netto beschikbaar. Meerjaren Investerings Programma (MIP)
Een overzicht van de beekherstel- en WB21- projecten die wij in de periode 2015-2020 onder handen hebben, is te vinden in hoofdstuk 9. In projecten onder WB21 zijn alleen de projecten opgenomen waarvan planvaststelling en kredietvotering door het algemeen bestuur is gemandateerd aan het dagelijks bestuur. De projecten ‘Kabroeksebeek (duiker te Horst)’ en ‘Bovenloop Aalsbeek’ geven beide invulling aan het opheffen van WB21knelpunten maar zijn om reden van impact aangeduid als majeure projecten.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 75 -
Beekherstel Uiterlijk 2027 dienen, volgens de beleidsopgave, de herinrichtingbehoeftige beken op orde te zijn. Dit betekent dat tot 2027 nog ca. 133 km. op orde dient te worden gebracht. Verdeeld over de jaren 2014-2027 betekent dit gemiddeld ruim 10 km per jaar. Uit het overzicht MIP (hoofdstuk 9) blijkt dat volgens planning in de periode 2015-2020 ruim 60 km watergang wordt opgepakt. WB21 In 2016 zullen alle knelpunten vanuit de toetsing 2010 zijn opgeheven. In 2015 wordt de toetsing 2014 afgerond. Omdat toetsing plaatsvindt op basis van het vernieuwde toetsingskader kan dit leiden tot nieuwe knelpunten in het watersysteem. Het opheffen daarvan kan betekenen dat aanvullend projecten WB21 dienen te worden geprogrammeerd. In de onderstaande bestedingsruimte is hiermee vooralsnog geen rekening gehouden. Indien aanvullende WB21 investeringen nodig zijn en dit de realisatie van de beekherstelopgave frustreert, vergt dit nadere besluitvorming en afhankelijk van de investeringsomvang eventueel herprioritering van de opgaven.
o
Realiseren NLP-projecten
In hoofdstuk 9 is een overzicht (NLP) opgenomen, met daarin welke projecten wij onder handen hebben in 2015. De dekking van de bijdrage is voorzien in het partnercontract met de provincie. Alle NLP projecten worden uitgevoerd door de terreinorganisaties, met uitzondering van het project ‘St. Jansberg’. Dit betekent dat WPM in die projecten projectpartner is en niet verantwoordelijk en direct sturende in de planning. Mogelijk worden de projecten niet voor de deadline 2015 gerealiseerd. Wij sturen op een realistische programmering door de natuurterreinbeheerders.
Projectmatig uitvoeren groot onderhoud
Binnen het ‘proces Watersysteembeheer’ voeren wij in 2014 een inventarisatie uit naar groot onderhoud dat projectmatig dient te worden opgepakt.
Strategische grondvoorraad
De omvang van de strategische grondvoorraad is afgestemd op de jaarlijkse rentelasten. Deze bedragen € 250.000. Voor 2015 betekent dit dat de omvang ca. € 5 mln. zal bedragen.
BOS-OMAR
Een model dat in staat is om het operationele waterbeheer te ondersteunen op basis van kennis van de actuele situatie en een voorspelling van de (nabije) toekomst.
activiteit
beoogd resultaat
Ontwikkelen BOS-OMAR
Het resultaat is een gebiedsdekkend betrouwbaar en werkbaar Beslissing Ondersteunend Systeem voor het operationele beheer van de watersystemen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 76 -
o
o
Streefpeilenplan
Ontwikkelen van een methodiek en opstellen van een plan waarmee streefpeilen worden vastgelegd.
activiteit
beoogd resultaat
Ontwikkelen streefpeilenplan
Een vastgesteld, transparant en gedragen streefpeilenplan voor heel Waterschap Peel en Maasvallei.
Beekontwikkeling, zo doen we dat
Uitwerken en doorontwikkelen van beleid, streefbeelden, procesafstemming en vastleggen van uitgangspunten voor beekherstel
activiteit
beoogd resultaat
Ontwikkelen van het proces beekontwikkeling
4.3
eenduidig beleid voor beekontwikkeling, inclusief streefbeelden;
uitgewerkte procesbeschrijving;
helder en gedragen technisch kader;
verbeterde interne en externe communicatie.
Wat mag het kosten?
Programma Watersysteem R e k e ning 2 0 13 Catego rie Lasten 42 P erso neelslasten 43 Go ederen en diensten van derden 44 B ijdragen aan derden 50 Kapitaallasten 51t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvo eringsko sten To taal Lasten
B aten 83 Go ederen en diensten aan derden 84 B ijdragen van derden To taal B aten S a ldo la s t e n m inus ba t e n
B e gro t ing 2 0 14 v ó ó r k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ná k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ( inc l.wijz.)
B e gro t ing 2 0 15
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
73.872
18.000
15.000
15.000
15.000
1.875.595
1.576.223
26.340.963
26.536.573
26.488.174
85.633
90.500
78.500
78.500
80.000
265.704
274.945
4.522.313
4.535.316
4.353.539
11.226.736
12.363.577
8.987.019
8.987.019
9.702.151
13.527.540
14.323.245
39.943.795
40.152.408
40.638.864
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
539.652
511.600
433.600
433.600
433.600
54.393
0
0
0
0
594.045
511.600
433.600
433.600
433.600
12 .9 3 3 .4 9 5
13 .8 11.6 4 5
3 9 .5 10 .19 5
3 9 .7 18 .8 0 8
4 0 .2 0 5 .2 6 4
Vooraf De rekeningcijfers 2013 hebben nog betrekking op het ‘oude’ programma Watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik. Het gepresenteerde totaal van de kolom ‘Begroting 2014 ná kanteling’ wijkt af (€ 647.416 lager) ten opzichte van het ‘kantelingsbesluit/-begrotingswijziging’ zoals genomen bij de Bestuursrapportage 2014-I. De reden hiervoor is de volgende. Bij de nadere invulling van de kanteling en het maken van afspraken over verantwoordelijkheidsterreinen, was het nodig om een aantal onderliggende (sub) producten naar een ander programma over te brengen. De begroting als zodanig is hierdoor niet gewijzigd. Er zijn in dit geval alleen wat posten qua presentatie veranderd en/of verschoven.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 77 -
Toelichting lasten 43 Goederen en diensten van derden Een bedrag van € 24.688.997 (2014: 24.571.396) heeft betrekking op de bijdragen aan het Waterschapsbedrijf Limburg. Voorheen werden die kosten voor het grootste gedeelte op een ander programma (programma watersysteem op orde: herstelde watersystemen) verantwoord hetgeen het verschil met de jaarrekening 2013 en de primitieve begroting 2014 vóór kanteling verklaart. Daarnaast zitten in de ramingen componenten met betrekking tot het onderhoud en monitoring van onze waterlopen. 44 Bijdrage aan derden Hier zijn de bijdragen geraamd van € 15.000 voor het projectbureau Maas voor de Kaderrichtlijn Water, € 35.000 voor deelname in het project Deltaplan Hoge Zandgronden, de bijdrage van € 30.000 aan de Unie met betrekking tot de landelijke beverrattenbestrijding. 50 Kapitaallasten De afname in 2015 ten opzichte van 2014 komt doordat de vrijval van kapitaallasten in 2015 groter is dan de toename van kapitaallasten door nieuwe investeringen. De voor dit programma geplande investeringen zijn terug te vinden in het overzicht ‘Investeringen 2015-2020’ dat bij dit programma is opgenomen. Een gedeelte van de kapitaallasten wordt via bestemming/dekking van het resultaat ten laste gebracht van de bestemmingsreserve kapitaallasten. Dit naar aanleiding van het voorstel met betrekking tot de inzet van het vrij aanwendbare deel van de reserves (AB 6 oktober 2010). 51 t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvoeringkosten Op de zogenaamde proceskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een proces verzameld, waarna we op basis van een procentuele verdeling gebaseerd op de werkelijke tijdsbesteding van de afgelopen 3 jaren (2011-2013), de kosten doorberekenen naar de desbetreffende producten en programma’s. Dit is een ander uitgangspunt dan voorgaande jaren, waarin werd uitgegaan van de verwachte tijdsbesteding. Een en ander om de verschillen tussen raming en realiteit te verkleinen en tevens de administratieve belasting te verlagen. Deze wijziging veroorzaakt verschillen met de doorberekende organisatie- en bedrijfsvoeringskosten 2014. Toelichting baten 83 Goederen en diensten aan derden Als gevolg van de kanteling van de organisatie zijn de structurele opbrengstenramingen van de leges vergunningen (€ 100.000) en de vergoeding voor het toezicht op zwemwater (€ 28.000), verhuist naar het programma Vergunningen en Handhaving. De structurele opbrengst van € 50.000 vanwege het afstoten van watergangen en cultuurgronden heeft de omgekeerde beweging gemaakt.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 78 -
Productramingen Programma Watersysteem (€)
Begroting
Producten
Lasten 2014
Eigen plannen - watersysteem P lannen derden - watersysteem
A anleg, verbetering en o nderho ud watersystemen
Begroting
Begroting
Lasten 2015 Baten 2014 Baten 2015
1.323.536
1.100.227
0
483.379
482.708
0
0
0
11.605
0
0
Calamiteitenbestrijding watersystemen B eheersinstrumenten watersystemen
Begroting
0
128.280
66.577
0
0
10.389.798
11.435.991
299.600
299.600
B eheer ho eveelheid water
982.586
926.883
109.000
109.000
M o nito ring watersystemen
2.150.981
2.004.308
25.000
25.000
655
95
0
0
4.477.428
4.729.185
0
0
13.598.284
13.672.006
0
0
6.384.680
6.178.004
0
0
17.638
0
0
0
6.550
0
0
0
0 39.943.795
31.275 40.638.864
0 433.600
0 433.600
39.510.195
40.205.264
B aggeren van waterlo pen en saneren waterbo dems Getranspo rteerd afvalwater Gezuiverd afvalwater Verwerkt slib Rio leringsplannen en subsidies lo zingen A anpak diffuse emissies derden Stimulering en subsidies lo zingen
Totaal (€) Saldo lasten minus baten
In de tabel zijn de cijfers van de primitieve begroting 2014 ná kanteling opgenomen. Dit om de vergelijkbaarheid met de cijfers 2015 mogelijk te maken. Daarnaast zijn ten opzichte 2014 de omschrijvingen van een aantal producten aangepast in overeenstemming met gewijzigde BBP-afspraken die per 1 januari 2015 ingaan. De producten ‘Rioleringsplannen en subsidies lozingen’ en ‘Aanpak diffuse emissies derden’ worden in 2015 samengevoegd tot ‘Stimulering rioleringsplannen en subsidies lozingen’. Investeringen Investeringen meerjarenperiode (x € 1.000)
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Nr
Cat. Afschr. termijn
Vervanging meetapparatuur mo nito ring
1.
A
10 jaar
20,0
20,0
Vervanging gemalen/stuwen
2.
A
15 jaar
105,0
40,0
Investeringen in watersysteem (eigen aandeel)
3.
A
30 jaar
3.000,0
Herstelmaatregelen Nieuw Limburgs P eil
4.
A
30 jaar
300,0
Totaal
3.425,0
20,0
20,0
20,0
20,0
3.000,0
3.000,0
3.000,0
3.000,0
3.000,0
3.060,0
3.020,0
3.020,0
3.020,0
3.020,0
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie hebben gepland in 2015 en de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2015. Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie hebben gepland in 2015 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2015. Investeringsnummer 3 heeft betrekking op de investeringen in het herstel/verbetering van ons watersysteem. Het geraamde investeringsbedrag betreft het netto (bruto uitgaven -/- subsidies) bedrag dat voor rekening van ons eigen waterschap komt. Het bedrag van € 3 miljoen is een meerjarig gemiddelde zodat er jaarlijks sprake is van een gelijkmatige stijging van onze kosten (en daarmee indirect de belastingtarieven) op begrotingsbasis. De investering met nummer 4 is opgevoerd naar aanleiding van het voorstel inzake de inzet van het vrij aanwendbare deel van de reserves destijds (AB 6 oktober 2010).
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 79 -
Meerjarenraming 2015-2020 Meerjarenraming ( x € 1.000)
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Raming 2020
Lasten
40.639
42.309
42.287
43.125
44.309
44.629
B aten
434 40.205
434 41.875
434 41.853
434 42.691
434 43.875
434 44.195
Saldo
Voor de doorrekening van lonen en prijzen zijn we uitgegaan van een stijging van 2% per jaar en het vervallen van eventuele incidentele posten. Geen rekening is gehouden met groei van het areaal. In de meerjarenraming is rekening gehouden met geplande investeringen en de vrijval van kapitaallasten uit oude investeringen. Voor de doorrekening van lonen en prijzen zijn we uitgegaan van een stijging van 2% per jaar en het vervallen van eventuele incidentele posten. Geen rekening is gehouden met groei van het areaal. Voor wat betreft de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg zijn we uitgegaan van de onlangs vastgestelde meerjarenbegroting van het Waterschapsbedrijf Limburg.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 80 -
5 Programma Vergunningen en handhaving Ter bescherming en herstel van het watersysteem en ter bescherming tegen hoog water (de veiligheid) reguleren wij als waterschap op een professionele en klantgerichte wijze activiteiten van derden en zorgen wij met transparant beleid voor een slagvaardige, consequente en rechtvaardige handhaving. Portefeuillehouder(s) - bestuurlijk programma ‘Vergunningen en handhaving’: Jan Classens en Toine Gresel proces ‘vergunningen’: Jan Classens proces ‘handhaving’: Toine Gresel
Programmamanager - ambtelijk programma ‘Vergunningen en handhaving’: Geert Vogels
5.1
Wat willen we bereiken?
We willen met onze Keur en de daaraan verbonden algemene regels en beleidsregels maar ook via beïnvloeding van plannen van derden bijdragen aan een optimale bescherming van onze waterkeringen en ons watersysteem. We zien toe op de naleving van de gestelde regels en handhaven consequent en op een professionele manier. Programmadoelen De doelen op het terrein van watersysteem respectievelijk waterkering zijn in die programma’s geformuleerd. Vanuit het programma Vergunningen en handhaving leveren wij een bijdrage aan de realisatie van die doelen. Als het een autonome verantwoordelijkheid van het waterschap betreft is er een keuze. Regels worden uitsluitend gesteld indien dit bijdraagt aan de realisatie van de doelen. Op de naleving van de gestelde regels zien we toe. De programmadoelen op het terrein van Vergunningen en Handhaving zijn:
Samenwerking met inachtneming van de wettelijk kaders voeren we onze taak op het terrein van VTH uit. De complexiteit van wet- en regelgeving stelt hoge eisen aan deskundigheden van medewerkers. Het is onmogelijk/onbetaalbaar alle deskundigheden te (be)houden binnen de eigen organisatie. Dit is ook niet nodig. Samenwerking met andere organisaties, die actief zijn op het terrein van VTH, biedt hiervoor een oplossing. Het zijn van een betrouwbare samenwerkingspartner is dan wel een kritische succesfactor.
Klantgerichtheid We zijn ons terdege bewust van het effect van ons handelen op/voor klanten op het terrein van VTH. Klantgerichtheid laden we door enerzijds actief in te zetten op deregulering (niet meer beperkingen opleggen aan de klant, dan strikt gezien noodzakelijk is) en anderzijds tijdig
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 81 -
reageren op signalen van de klant. Bekendheid van de klant met gestelde regels is ook belangrijk.
Kwaliteit We investeren in kwaliteitsontwikkeling. Dit doen we omdat we vinden dat we kwaliteit aan onze klanten moeten leveren. Daarbij anticiperen we op de kwaliteitscriteria van waterbeheer, die mogelijk op termijn een wettelijke status krijgen.
Programma
Doel
Doel
indicatoren
2015
2020
Vergunningen en handhaving Samenwerking
we zijn een betrouwbare samenwerkingspartner op het terrein van VTH
het programma levert bijdrage aan realisatie doelen op het terrein van watersysteem en waterkering
o ≥2
o ≥2
o ja
o ja
o 100%
o 100%
o percentage aanvragen om vergunning dat binnen wettelijke termijn wordt afgehandeld……………………………………………………………………………………… o percentage klachten en meldingen op terrein van toezicht en handhaving dat binnen
o 90%
o 95%
24 uur wordt opgepakt (≠ binnen 24 uur afgehandeld)……………………………………...
o 90%
o 100%
o ≥2
o ≥2
o aantal samenwerkingspartners dat ons betrouwbaar vindt…….………………….............
o programma Watersysteem en programma Waterkering zijn tevreden over rol VTH………………………………………………………………………………………………. Klantgerichtheid
met onze eigen regelgeving stellen we niet meer eisen dan strikt noodzakelijk is o percentage initiatieven van derden tot deregulering dat door ons vanuit een positieve grondhouding wordt opgepakt…………………………………………………………………. we reageren tijdig op signalen van de klant
bekendheid met wet- en regelgeving vergroten o aantal initiatieven om bekendheid met wet- en regelgeving te vergroten…………………
Kwaliteit
we anticiperen aantoonbaar op kwaliteitscriteria VTH Waterbeheer o plan van aanpak is opgesteld…………………………………………………………….........
o ja
o n.v.t.
we leren van ervaringen van andere waterbeheerders o aantal verbeterinitiatieven op het terrein van VTH dat voortkomt uit resultaat benchmark VTH en/of andere ervaringen van waterbeheerders…………………….........
o ≥2
o ≥2
5.2
Wat gaan we ervoor doen?
Beleidsproducten nr
naam beleidsproduct
omschrijving beleidsproduct
02
Plannen van derden vergunningen en handhaving
Het beoordelen en zo nodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden ten behoeve van het realiseren van doelstellingen van ons waterschap.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
2.1 Plannen van derden
Watertoets Wij leveren gevraagd en ongevraagd inbreng bij concrete ruimtelijke plannen via een plantoetsing. Daartoe onderhouden wij contacten met gemeenten.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 82 -
Prestatie-indicator: aantal plannen getoetst, aantal uitgebrachte adviezen aan gemeente en aantal overgenomen adviezen door gemeente. De wijze waarop deze taak wordt ingevuld is relatief nieuw. Sinds 2014 zetten we één formatieplaats voor dit doel in. De 1ste helft 2015 evalueren we de ervaringen en rapporteren de uitkomst. 06
Beheersinstrumenten watersystemen
Het opstellen en actualiseren van de legger met de juridische grenzen van de beheersobjecten.
Beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
6.3 Legger waterlopen en kunstwerken
In het 2e kwartaal 2015 wordt de legger fase 2 (van 2D naar 3D) vastgesteld. De legger is ontsloten via internet. Dialoog vindt plaats met Waterschap Roer en Overmaas om overeenkomsten en verschillen bij inrichting van de legger zichtbaar te maken. De legger is (en blijft) actueel. Aanvragen tot leggerwijziging door derden worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Bij eigen projecten wordt in het kader van de projectvoorbereiding bepaald of en zo ja in welke mate een project noodzaakt tot aanpassing van de legger. Het initiatief tot aanpassing wordt zo mogelijk gekoppeld aan het projectbesluit. Prestatie-indicator: actuele legger.
11
6.4 Beheerregister grondwater
Beheerregister grondwater We leggen grondwatergegevens in een beheerregister vast en we beheren die. Rapportage aan de Provincie maakt hiervan deel uit.
Monitoring watersystemen waterkwaliteit
Het meten van relevante parameters om de toestand en het effect van maatregelen en het functioneren van het watersysteem te kunnen beschrijven en beoordelen.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
11.2 Monitoring waterkwaliteit
Inzet laboratorium Laboratoriumdiensten voor Vergunningverlening en Handhaving
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 83 -
22
Beheer Keurkwartet en VTHbeleid
Voorbereiding, op- en vaststelling alsmede het onderhoud van de Keur verordening, de beleidsregels, de algemene regels en de richtlijnen voor de legger van het waterschap waarbij de ge- en verbodsbepalingen ten aanzien van beheer, onderhoud en gebruik van water en de waterstaatskundige infrastructuur door derden worden geregeld. Eén en ander gebeurt als bevoegd gezag op basis van de Waterwet en de Waterschapswet en daaruit voortvloeiende of daarmee samenhangende regelgeving Tevens het beheer van het wettelijk verplichte T&H-beleid en (toekomstig) V-beleid (Wet VTHcriteria).
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
22.1 Beheer Keurkwartet en VTH-beleid
Beheer keurkwartet Keur, algemene regels, beleidsregels en richtlijnen legger zijn vastgesteld. Als ontwikkelingen op het terrein van watersysteem of waterkering daartoe aanleiding geven vindt beheer keurkwartet plaats. Zodra uitwerking grondwaterbeleid (actie op het terrein van watersysteembeheer) in inhoudelijk opzicht heeft plaatsgevonden krijgt doorvertaling naar regelgeving gestalte. Gelet op de afhankelijkheid is dit nu nog niet strak te plannen. Vanuit de optiek terugdringen van onnodige regelgeving houden we het keurkwartet jaarlijks tegen het licht. Eind 2015 wordt ten minste de tarieventabel, die behoort bij de Legesverordening, vastgesteld voor het komende jaar. Prestatie-indicator: vastgestelde keur, beleidsregels, algemene regels en richtlijnen voor de legger. VTH-beleid Professionalisering op het terrein van vergunningen, toezicht en handhaving is een thema. In 2014 zijn/worden kwaliteitscriteria op het terrein van vergun-ningen, toezicht en handhaving ontwikkeld voor (en door) water-beheerders. Eisen op het punt van kritieke massa maken deel uit van kwaliteitscriteria VTH Water. Dit jaar (in 2015) vindt een externe toets plaats of de medewerk(st)ers die werkzaam zijn op dit terrein beantwoorden aan de gestelde eisen. De hiermee gemoeide (incidentele) kosten zijn geraamd op € 40.000. Daarnaast geven we invulling aan de proceseisen, die eveneens deel uitmaken van de kwaliteitscriteria VTH Water. De totstandkoming van het wetsvoorstel VTH, inclusief de gevolgen voor dit taakveld, vormt een continu aandachtspunt.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 84 -
Kwaliteitssysteem VTH Processen vergunningen, toezicht en handhaving zijn gecertificeerd. Klanttevredenheid Klanttevredenheid wordt gemeten via een continu online onderzoek. Kritische respons van klanten wordt opgepakt als verbetervoorstel. Ontwikkeling op het terrein van wet- en regelgeving Het terrein van wet- en regelgeving van het Rijk wijzigt in behoorlijk tempo. In het kader van de totstandkoming van die regelgeving laten we (veelal via de Unie van Waterschappen) een eigen geluid horen. Belangrijkste ontwikkeling op dit terrein zijn vanuit de optiek van vergunningen, toezicht en handhaving: (1) doorontwikkeling activiteitenbesluit, (2) wetsvoorstel VTH en (3) totstandkoming Omgevingswet. 23
Vergunningen en meldingen
Het als bevoegd gezag verlenen van vergunningen en het afhandelen van meldingen op basis van de Waterwet- en –daarmee samenhangende regelgeving (zoals de keur).
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
23.1 Vergunningen en meldingen
Algemeen We reguleren activiteiten, inclusief aanpassingen aan de natte infrastructuur, op basis van geldende wettelijke regelingen, met inachtneming van het vastgestelde beleid. Dit doen we door vergunningen te verlenen en meldingen te behandelen. Prestatie-indicator: aantal afgeronde vergunningen en afgehandelde meldingen. Behandelingstermijn Aanvragen om vergunningen worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld (norm: 95% binnen wettelijke termijn). Prestatie-indicator: % tijdig afgehandelde aanvragen. Actualiteitstoets verleende vergunningen Bepaalde vergunningen, die zien op het lozen op oppervlaktewateren, moeten periodiek worden getoetst op actualiteit. Hieraan geven we invulling. Gebiedsgericht standstill In 2014 is het project Gebiedsgericht standstill afgerond met het labellen van de pompen. We evalueren begin 2015 of de projectdoelstellingen zijn gerealiseerd en rapporteren de uitkomst.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 85 -
Vergunningen en meldingen waterkeringen Als gevolg van de kanteling van de organisatie wordt via proces Vergunningen invulling gegeven aan technische advisering vergunningen op het terrein van waterkeringenbeheer. Onze expertise op dit gebied is beperkt. Er bestaat behoefte aan externe expertise. Door de intensivering toezicht waterkeringen, grote gebiedsontwikkelingsprojecten en piekbelastingen is de behoefte naar verwachting groter dan in voorgaande jaren. De (structurele) kosten worden geraamd op € 50.000. Deze kosten zijn niet voorzien in de Voorjaarsnota. De kosten zijn in het verleden gedekt uit (incidenteel) budget verzwaring waterkeringstaak. Een en ander zal binnen de totale begroting vrijgemaakt worden. 24
Adviezen vergunningen
Adviezen die waterschappen verstrekken aan andere bevoegde gezagen in relatie tot de Waterwet en daarmee samenhangende wet- en regelgeving, waartoe ook de Wabo behoort.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
24.1 Wabo-adviezen
Reeds eerder is besloten tot een reactieve rolinvulling. De adviesrol vullen we in beginsel niet in; bij significante lozingen wordt wel geadviseerd. Dit is gecommuniceerd met gemeentebesturen (zie o.a. document 2012.03029). We volgen de totstandkoming van de regionale uitvoeringsdiensten op enige afstand. Prestatie-indicator: het aantal afgeronde adviezen voor vergunningen aan bevoegd gezag Wabo.
24.2 Adviezen Waterwet aan andere waterbeheerders
Laatstelijk in 2014 zijn/worden de afspraken tussen de waterbeheerders over samenloop opnieuw bestuurlijk vastgesteld. Op basis hiervan verlenen/weigeren we de vergunning rekening houdend met het advies van Rijkswaterstaat of zijn we adviseur aan Rijkswaterstaat, die met ons advies rekeninghoud bij het verlenen/ weigeren van de vergunning. De gemaakte afspraken komen we na. Prestatie-indicator: het aantal afgeronde adviezen voor vergunningen aan andere waterbeheerders.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 86 -
25
Toezicht
De werkzaamheden die door of namens het waterschap - meestal als bevoegd gezag, maar bv. in het kader van de Wabo of samenloop als niet-bevoegd gezag - worden verricht om na te gaan of voorschriften van de Keur en de Waterwet en daarmee samenhangende regelgeving worden nageleefd. Toezicht op de naleving ziet aldus op programmatische controle, is preventief en gaat gewoonlijk aan handhaving c.q. het toepassen van sancties vooraf.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
25.1 Toezicht
Strategie Op het terrein van handhaving zijn drie strategieën te onderscheiden, te weten: preventie-, toezicht- en sanctiestrategie. De invloed van landelijke ontwikkelingen op toezicht en handhaving groeit. Na een landelijke handhavingsstrategie (sanctiestrategie in 2014) volgt mogelijk een landelijke toezichtstrategie. Deze ontwikkeling wordt kritisch gevolgd. Handhavingsbeleid WPM is laatstelijk in 2013 geactualiseerd. Beleid is/wordt aangepast aan landelijke sanctiestrategie. Programmatisch handhaven We bepalen jaarlijks vooraf prioriteiten, handhaven programmatisch en rapporteren de voortgang via rapportages aan bestuur. Prestatie-indicator: afwijking planning en realisatie handhavingsprogramma ≤ 15%. Uitbreiden handhavingsprogramma Als gevolg van de kanteling van de organisatie wordt via proces Handhaving invulling gegeven aan toezicht op de naleving van de regels op het terrein van waterkeringenbeheer. Het handhavingsprogramma moet hierop worden aangepast. Prioritering, vaststellen “0”-situatie en capaciteitsinzet toezicht waterkeringen moeten in beeld worden gebracht. Het vaststellen van de “0”-situatie is van belang om toezicht op een transparante en uniforme wijze uit te kunnen voeren. De uitbreiding van het handhavingsprogramma krijgt 1ste helft 2015 vorm. De hiermee gemoeide (incidentele) kosten zijn geraamd op € 50.000. Deze kosten waren niet voorzien in de Voorjaarsnota en zullen binnen de totale begroting vrijgemaakt worden. Toezicht We zien toe op de naleving van de bij of krachtens de Waterwet gestelde regels, inclusief de keur, om normconform gedrag te bewerkstelligen. Toezien op indirecte lozingen is een gemeentelijke/ provinciale verantwoordelijkheid, die deels belegd is bij de regionale
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 87 -
omgevingsdiensten. We vervullen geen rol in relatie tot toezicht op indirecte lozingen. We treden enkel op als er problemen zijn ontstaan bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie. We zien ook toe op de naleving van de regels bij zwemgelegenheden in oppervlaktewater (op basis van delegatiebesluit provincie). Prestatie-indicator: het aantal controlebezoeken (eerste controlebezoeken en hercontrolebezoeken) en aantal overtredingen. Werkafspraken over samenloop De gemaakte afspraken met Rijkswaterstaat komen we na. Samenwerking binnen waterkolom Door bundeling van toezichtactiviteiten met andere handhavende organisaties zijn/ worden de administratieve lasten in het kader van toezicht (bij ten hoogste gelijkblijvende bestuurlijke lasten) teruggedrongen. We zoeken actief de samenwerking met andere waterbeheerders omdat dit toegevoegde waarde oplevert. Samenwerking buiten waterkolom We zijn bereid tot samenwerking buiten de waterkolom mits dit toegevoegde waarde oplevert. Ontsluiten info toezicht (en handhaving) Informatie op het terrein van toezicht en handhaving ontsluiten we digitaal. Bekendheid klanten met regelgeving We bevorderen dat onze klanten op de hoogte zijn van de geldende regelgeving. Zoals voorzien in de preventiestrategie gaat communicatie vooraf aan toezicht (en handhaving). 26
Handhaving
Alle acties van het waterschap als bevoegd gezag die gericht zijn op het ongedaan maken van en/of het toekomstig voorkomen van een toestand die in strijd is met de wettelijke voorschriften.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
26.1 Bestuursrechtelijke handhaving
De doorvertaling van de landelijke handhavingsstrategie naar de dagelijks praktijk heeft in 2014 aandacht gevraagd. Begin 2015 bepalen we of nog aanvullend actie nodig is. Met inachtneming van landelijke handhavingsstrategie en eigen handhavingsbeleid geven we invulling aan bestuursrechtelijke handhaving (m.n. opleggen dwangsom / toepassen bestuursdwang). Prestatie-indicator: aantal overtredingen, aantal malen dwangsom, aantal malen bestuursdwang, aantal verzoeken tot handhaving aan Waterbeheerders en aantal verzoeken tot handhaving aan bevoegd gezag Wabo.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 88 -
26.2 Strafrechtelijke handhaving
Met inachtneming van landelijke handhavingsstrategie en eigen handhavingsbeleid geven we invulling aan strafrechtelijke handhaving (m.n. opmaken proces-verbaal, bestuurlijke straf-beschikking en boeterapport). Prestatie-indicator: aantal opgemaakte processenverbaal, aantal opgemaakte boeterapporten en aantal opgelegde bestuurlijke strafbeschikkingen.
Projecten naam
o
5.3
omschrijving
SAW@
Een procesondersteunend systeem op het terrein van vergunningen, toezicht en handhaving.
activiteit
beoogd resultaat
Implementeren Saw@
Rijkswaterstaat en vooralsnog zeven waterschappen maken gezamenlijk gebruik van Saw@, een procesondersteunend systeem op het terrein van vergunningen, toezicht en handhaving. Eind 2014 is/wordt Saw@ bij ons waterschap geïmplementeerd. In 2015 staat centraal: op gepaste wijze gebruik maken van Saw@. Op dit moment is nog onduidelijk wat daartoe concreet nodig is.
Wat mag het kosten?
Programma Vergunningen en Handhaving R e k e ning 2 0 13 Catego rie Lasten 42 P erso neelslasten 43 Go ederen en diensten van derden 44 B ijdrage aan derden 50 Kapitaallasten 51t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvo eringsko sten To taal Lasten
B e gro t ing 2 0 14 ná k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 v ó ó r k a nt e ling
83 Go ederen en diensten aan derden
B e gro t ing 2 0 15
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
0
0
3.000
3.000
3.000
24.082.991
24.917.530
152.790
267.790
155.725
0
0
12.000
12.000
12.000
3.168.632
4.301.577
54.209
44.967
37.826
630.067
668.107
3.728.278
3.891.514
3.931.376
27.881.690
29.887.214
3.950.277
4.219.271
4.139.927
(€)
(€)
(€)
50.000
128.000
128.000
128.000
(€)
B aten
B e gro t ing 2 0 14 ( inc l.wijz.)
154.648
84 B ijdragen van derden
9.755
0
0
0
0
86 Interne verrekeningen
188.452
0
0
0
0
352.855
50.000
128.000
128.000
128.000
2 7 .5 2 8 .8 3 5
2 9 .8 3 7 .2 14
3 .8 2 2 .2 7 7
4 .0 9 1.2 7 1
4 .0 11.9 2 7
To taal B aten S a ldo la s t e n m inus ba t e n
Vooraf De rekeningcijfers 2013 hebben nog betrekking op het ‘oude’ programma Watersysteem op orde: herstelde watersystemen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 89 -
Het gepresenteerde totaal van de kolom ‘Begroting 2014 ná kanteling’ wijkt af (€ 409.542 hoger) ten opzichte van het ‘kantelingsbesluit/-begrotingswijziging’ zoals genomen bij de Bestuursrapportage 2014-I. De reden hiervoor is de volgende. Bij de nadere invulling van de kanteling en het maken van afspraken over verantwoordelijkheidsterreinen, was het nodig om een aantal onderliggende (sub) producten naar dit programma over te brengen. De begroting als zodanig is hierdoor niet gewijzigd. Er zijn in dit geval alleen wat posten qua presentatie veranderd en/of verschoven. Toelichting lasten 43 Goederen en diensten van derden In de raming 2014 vóór kanteling was een bedrag van € 24.478.030 opgenomen dat betrekking had op de bijdrage aan Waterschapsbedrijf Limburg (WBL). Op een raming 2014 van € 12.598 na, heeft er een verschuiving plaatsgevonden naar het programma Watersysteem. De raming 2015 is lager dan de raming 2014 inclusief wijzigingen, omdat een incidenteel budget 2014 in 2015 weer is komen te vervallen. Het betrof een incidenteel budget van € 115.000 voor de 2de fase legger waterstaatswerken oppervlaktewateren. 44 Bijdragen aan derden Hier is een bijdrage geraamd van € 12.000 op grond van een bestuurlijk (landelijk) convenant met betrekking tot glastuinbouw en milieu. Deze was voorheen geraamd op het oude programma watersystemen op orde: geschikt voor grondgebruik. 50 Kapitaallasten Als gevolg van de kanteling in 2014 is het grootste gedeelte van de kapitaallasten en welke betrekking hebben op de watersysteemprojecten, overgegaan naar het programma Watersysteem. Alleen kapitaallasten verband houdende met de actualisatie van de Keur/Legger, zijn hier achter gebleven. 51 t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvoeringkosten Op de zogenaamde proceskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een proces verzameld, waarna we op basis van een procentuele verdeling gebaseerd op de werkelijke tijdsbesteding van de afgelopen 3 jaren (2011-2013), de kosten doorberekenen naar de desbetreffende producten en programma’s. Dit is een ander uitgangspunt dan voorgaande jaren, waarin werd uitgegaan van de verwachte tijdsbesteding. Een en ander om de verschillen tussen raming en realiteit te verkleinen en tevens de administratieve belasting te verlagen. Deze wijziging veroorzaakt verschillen met de doorberekende organisatie- en bedrijfsvoeringskosten 2014. Toelichting baten 83 Goederen en diensten aan derden Als gevolg van de kanteling van de organisatie zijn de structurele opbrengstenramingen van de leges vergunningen (€ 100.000) en de vergoeding voor het toezicht op zwemwater (€ 28.000), overgekomen van het oude ‘programma watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik’. De structurele opbrengst van € 50.000 vanwege het afstoten van watergangen en cultuurgronden heeft de omgekeerde beweging gemaakt naar het programma Watersysteem.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 90 -
Productramingen Programma Vergunningen en Handhaving (€) Producten
Begroting Lasten 2014
Begroting Begroting Begroting Lasten 2015 Baten 2014 Baten 2015
M o nito ring watersystemen - Vergunningen en Handhaving
62.692
62.692
0
0
P lannen derden - Vergunningen en Handhaving
82.530
110.142
0
0
B eheersinstrumenten watersystemen- Vergunningen en Handhaving
346.850
303.363
0
0
B eheer Keurkwartet en VTH-beleid
126.191
113.210
0
0
To ezicht
12.598
15.533
1.216.266
1.563.220
100.000
100.000
2.103.150 3.950.277
1.971.767 4.139.927
28.000 128.000
28.000 128.000
3.822.277
4.011.927
Vergunningen en meldingen A dviezen vergunningen
Totaal (€) Saldo lasten minus baten
In de tabel zijn de cijfers van de primitieve begroting 2014 ná kanteling opgenomen. Dit om de vergelijkbaarheid met de cijfers 2015 mogelijk te maken. Daarnaast zijn ten opzichte 2014 de omschrijvingen van een aantal producten (laatste 4 producten) aangepast in overeenstemming met gewijzigde BBP-afspraken die per 1 januari 2015 ingaan. Investeringen Er zijn geen investeringen gepland. Meerjarenraming 2015-2020 Meerjarenraming ( x € 1.000)
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Raming 2020
Lasten
4.140
4.222
4.305
4.390
4.477
4.565
B aten
128 4.012
128 4.094
128 4.177
128 4.262
128 4.349
128 4.437
Saldo
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 91 -
6 Programma Bestuur, communicatie en veiligheid Wij zetten ons ervoor in om bestuur en collega’s te laten excelleren bij het realiseren van de organisatiedoelen. Wij bereiden de besluiten van het bestuur en directie voor en adviseren over het aangaan van de dialoog met onze stakeholders. Wij adviseren over een wijze van communicatie die loont en borgen de calamiteitenzorg. Portefeuillehouder(s) - bestuurlijk programma ‘Bestuur, communicatie en veiligheid’: Toine Gresel en Joop de Hoon proces ‘besturing’ (strategie, beleid en innovatie): Toine Gresel proces ‘besturing’ (externe verantwoording): Joop de Hoon proces ‘externe omgeving’: Toine Gresel proces ‘crisisbeheersing’: Toine Gresel
Programmamanager - ambtelijk programma ‘Bestuur, communicatie en veiligheid’: Rob Kickken
6.1
Wat willen we bereiken?
Het programma Bestuur, communicatie en veiligheid omvat de processen besturing, externe omgeving (communicatie en relatiebeheer) en crisisbeheersing. Programmadoelen Besturing Het ondersteunen van het bestuur uit zich in het faciliteren van het bestuursvergaderingen en het faciliteren van het bestuur in de brede zin van het woord. Besturing is een nieuw proces. Besturing wordt vorm gegeven door het vertalen van de missie en visie van het waterschap naar strategische doelen en resultaten die wij in onze taakgebieden willen nastreven en realiseren. De te bereiken resultaten worden onder andere via deze begroting als opdracht naar de organisatie vertaald. De voortgang van de realisatie wordt gevolgd en waar nodig bijgestuurd. Het proces sturing ziet niet op de inhoud van dit proces maar op het goed doorlopen van het proces zelf: In kader stellende en ondersteunende zin. Proces Besturing ondersteunt bestuur, directie en programmamanagers in het op deze wijze strategisch sturen van het waterschap. Externe omgeving Succesfactor voor het goed functioneren van het waterschap is het samenwerken en communiceren met onze externe omgeving. We willen als betrouwbare waterpartner geaccepteerd worden en ingebed in de omgeving zijn. Randvoorwaarde hierbij is het betrekken van onze omgeving bij het
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 92 -
benoemen van de strategische doelen en de manier waarop wij deze doelen willen realiseren. De processen relatiebeheer en communicatie geven kaders, adviseren en ondersteunen daarbij. Relatiebeheer zetten we in om de effectiviteit te verhogen, zodat we met afnemende middelen toch de gestelde doelen behalen. We gaan samenwerkingsvormen aan om samen met onze partners en inwoners waterproblemen aan te pakken en ontwikkelingskansen te benutten. We denken in gezamenlijke opgaven en oplossingen. Onze communicatie draagt bij aan het realiseren van de organisatiedoelen. We streven een effectieve inzet van communicatiemiddelen na om in contact te blijven met de moderne partners en burgers en om de efficiëntie van het waterschap te verhogen. Wij verspreiden actief informatie over ons werk via traditionele en nieuwe communicatiekanalen en gaan de dialoog aan via onder andere social media. Crisisbeheersing Crisisbeheersing omvat het voorbereiden op en bestrijden van calamiteiten die de taakuitvoering van het waterschap bedreigen. In de voorbereiding richten wij een crisisorganisatie in, stellen we plannen op en oefenen we met de crisisorganisatie op de uitvoering van de plannen. Dit doen we in nauwe samenwerking met onze partners. Het optreden tijdens (dreigende) calamiteiten of crisis is gericht het voorkomen van erger en het beperken van schade alsmede het herstel van de oorspronkelijke situatie. Vooral in buitengewone situaties rondom droogte, regenval, afvalwaterinfrastructuur, hoogwater en verontreiniging wordt gezorgd voor het beheersbaar houden van peilen, afvoeren en kwaliteit van het water. Het voorkomen van slachtoffers, economische- en ecologische schade is het doel. In geval dat calamiteiten of crisis onze primaire taak overschrijden maken we onderdeel uit van de regionale crisisorganisatie binnen de veiligheidsregio. Als volwaardig en gelijkwaardige partner nemen wij ook daar onze rol. Het optreden tijdens calamiteiten is geborgd in het calamiteitenhandboek. Daarin is naast de voorbereiding op watergerelateerde risico’s ook de voorbereiding op risico’s rondom de continuïteit van primaire taakuitvoering opgenomen. Denk hierbij aan uitval van elektriciteit, ICT of personeel. Samengevat luiden de programmadoelen:
het ondersteunen van het bestuur;
het ontwikkelen en ondersteunen van (strategische) sturing;
een effectievere en efficiëntere realisatie van de organisatiedoelen door de inzet van relatiebeheer en communicatie;
een adequaat opgeleide en geoefende crisisorganisatie, die in staat is zich zelfstandig op het gewenste niveau in stand te houden;
het goed voorbereiden en professioneel inrichten om zodoende doelmatig bij te dragen aan de bestrijding van kleine tot grootschalige incidenten, zware ongevallen, rampen en crises;
volwaardig en gelijkwaardig partner zijn in het optreden rondom watergerelateerde calamiteiten en crises;
een voorbeeld voor de crisisorganisaties van waterschappen zijn;
als waterschap zichtbaar zijn voor onze omgeving met (h)erkenning voor onze rol als crisispartner.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 93 -
Programma
Doel
Doel
indicatoren
2015
2020
Bestuur, communicatie en veiligheid Besturing
mate van tevredenheid van het bestuur over de geleverde ondersteuning (op schaal: ontevreden - matig tevreden – tevreden - zeer tevreden)…………………..........
percentage van de programma’s dat strategische sturingsdocumenten (visie, WBP, begroting, jaarrekening, programmaplannen) benut voor eigen plannen (procesplannen, werkplannen)………………………………………………………………………………………..
tevreden
zeer tevreden
80%
100%
0-meting
n.i.o.
dienstverlening van onze organisatie……………………………………………………………..
0-meting
n.i.o..
percentage van de inwoners dat met ons samenwerkt bij het ontwikkelen en van uitvoeren van ons beleid…………………………………………………………………………...
0-meting
n.i.o.
n.i.o.
n.i.o.
n.i.o.
n.i.o.
Externe omgeving
percentage van de inwoners dat weet wie we zijn en wat we doen…………………………..
percentage van de inwoners dat positief staat ten opzichte van de doelen, taken en
aantal samenwerkingsverbanden met partners…………………………………………........... Crisisbeheersing
Eigen plannen - bestuur, communicatie en veiligheid
Het opstellen van beheer- en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema’s en/of gebieden.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
1.2 Waterbeheerplan
Voorbereiden Waterbeheerplan 2016-2021 Het vigerende Waterbeheerplan heeft een looptijd tot en met 2015. We leggen een nieuw ontwerp waterbeheerplan ter inzage, verwerken de inspraakreacties, en zorgen dat het nieuwe plan bestuurlijk vastgesteld is vóór 1 januari 2016.
1.5 Thema- en gebiedsgerichte uitv. plannen
Overige programmaoverstijgende plannen Het voorbereiden en laten vast stellen van plannen m.b.t. programmaoverstijgende onderwerpen (bijvoorbeeld klimaatontwikkeling, buitenlandbeleid, etc.).
1.6 Calamiteitenplannen
Crisisbeheersing Het professioneel optreden van het waterschap bij calamiteiten en crisis. We bestrijden watergerelateerde calamiteiten conform de daarvoor geldende afspraken in het calamiteitenhandboek. Doel is effectief en efficiënt optreden. Crisiszorg Het geheel aan activiteiten gericht op de voorbereiding op het professioneel optreden van het waterschap bij calamiteiten en crisis. We voeren alle activiteiten uit die nodig zijn om het waterschap voor te bereiden op het optreden bij calamiteiten en crisis volgens de
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 94 -
daarvoor geldende (wettelijke) afspraken en gestelde ambitie. Dit doen we naast de dagelijkse zorg in 2015 nadrukkelijk voor: De grootschalige multidisciplinaire oefening 2015 WATERKRACHT We maken een volgende stap in de ontwikkeling van de crisisbeheersing door de volledige bijdrage aan de oefening uit te laten voeren door eigen medewerkers. Waterschap Limburg In 2015 werken we toe naar een volledig geïntegreerde crisisorganisatie per 1 januari 2017 onder de noemer crisisorganisatie Waterschap Limburg. Landelijke visie samenwerking in de crisisbeheersing (UVW) In lijn met de landelijk visie richten we de crisiszorg uniform in met ruimte voor eigen (regionaal) maatwerk. Samenwerking met de Veiligheidsregio Limburg Noord De veiligheidsregio Limburg Noord is onze belangrijkste partner in de crisisbeheersing. Gezamenlijk dragen we zorg voor de voorbereiding op en het optreden door het waterschap in de regionale crisisorganisatie. Netcentrisch werken In lijn met de bestuurlijke besluitvorming zullen we de voorbereiding van netcentrisch werken in de crisisorganisatie ter hand nemen. 02
31
Plannen van derden - bestuur, communicatie en veiligheid
Het beoordelen en zo nodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden ten behoeve van het realiseren van doelstellingen van ons waterschap.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
2.1 Plannen van derden
Beoordelen/beïnvloeden plannen van derden We beogen hiermee waterschapsbrede belangen op de agenda van derden te zetten en te bewerkstelligen dat plannen van derden hier optimaal op aansluiten.
Belastingheffing
Het samenstellen van belastingkohieren en het opleggen van aanslagen.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
31.1 Kostentoedeling en belastingverordeningen
Opstellen en actueel houden van belastingverordeningen en belastinguitvoeringsregelingen op basis van wetgeving en beleid. Een legitieme basis voor het opleggen en invorderen van aanslagen watersysteemheffing, zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 95 -
32
33
34
Invordering
Verzending aanslagbiljetten, betalingsverwerking, kwijtschelding en verdere invorderingsmaatregelen op het gebied van waterschapsbelastingen.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
32.1 Betalingsverwerking aanslagen
Aanslagen verzenden Aanslagen, niet behorende tot het speelveld van de gemeenschappelijke regeling BsGW, zoals bijvoorbeeld leges.
Bestuur
Het democratisch besturen door het nemen van besluiten in vergaderingen en het extern representeren.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
33.1 Bestuur
Verkiezingen Wij ondersteunen het bestuur door het organiseren van verkiezingen en door het faciliteren van het nieuwe bestuur dat in 2015 aantreedt, door bijvoorbeeld het organiseren van een introductieprogramma.
33.2 Bestuursondersteuning
Ondersteunen bestuur Wij faciliteren het bestuur door te ondersteunen bij bestuursvergaderingen en -activiteiten.
Externe communicatie
Centrale extern gerichte communicatieactiviteiten die door team Externe omgeving worden uitgevoerd, gericht op het informeren, stimuleren en activeren van de externe doelgroepen.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
34.1 Externe communicatie
Ontwikkelen en uitvoering geven aan het communicatiebeleid We blijven uitvoering geven aan het communicatiebeleidsplan dat gericht is op een communicatieve organisatie. Speerpunten voor 2015 zijn het actualiseren en professionaliseren van de risico- en crisiscommunicatie en de inzet van social media. Verzorgen van een deel van het relatiebeheer van het waterschap en het uitvoeren van de activiteiten die het relatiebeheer ondersteunen (relatiebeleidsplan, relatiebeheersysteem) We gaan onze partners en de relaties die wij nu met hen onderhouden in beeld brengen/zichtbaar maken en verbinden. Dit beeld spiegelen we aan de visie, succesfactor ‘Samenwerkend waterschap.’ Op basis hiervan gaan wij samen met onze partners onderzoeken of er wederzijds behoefte bestaat om deze relatie te bestendigen en te verdiepen en gaan wij relatiebeheer zowel qua beleid (relatiebeleidsplan) als in de uitvoering (adviseren en ondersteunen van de organisatie) verder gestalte geven. Zodoende kan de organisatie proactief relatiebeheer gaan toepassen, een vertrouwensband met partners opbouwen en goede antennes voor
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 96 -
potentiële samenwerkingskansen ontwikkelen. Produceren en verspreiden van algemeen communicatiemateriaal Partners en publiek zijn op de hoogte van de hoofdlijnen van het organisatiebeleid, de uitvoering en ontwikkelingen, zodat er draagvlak ontstaat voor medewerking. Beantwoorden van vragen van inwoners, pers en anderen Voldoen aan informatiebehoefte over het waarom, hoe en wat van ons werk. Coördineren, produceren en verspreiden van publieksjaarverslag Inwoners en partners krijgen inzicht in de wijze van de besteding van het belastinggeld en het waarom daarvan. Open dagen, rondleidingen en tentoonstellingen Zichtbaarheid, aanwezigheid en naamsbekendheid in de omgeving, zodat er positieve betekenis wordt gegeven aan het waterschap en zijn werk. Educatieve communicatie en algemene publiekscommunicatie Waterbewustzijn wordt gestimuleerd en gewenst gedrag (leven met water) geactiveerd. Verzorgen redactie website en social media We gaan door met de inzet van social media, zijn aanwezig, actueel, beeldend en monitoren wat de maatschappelijke informatiebehoefte is. De inhoudelijke bijdrage aan de totstandkoming van specifiek communicatiemateriaal behoort niet tot het product Externe communicatie. Deze wordt door de inhoudelijke teams geleverd en behoort tot de directe uren van een product van die teams. A
Centrale sturing
De activiteiten die betrekking hebben op het op centraal niveau leiding geven aan het ambtelijk apparaat alsmede de (secretariële) ondersteuning daarvan.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O1. Centraal management
Zorgen voor een goed functionerende organisatie Inspirerend leiderschap.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 97 -
B
D
Organisatieontwikkeling
De activiteiten die betrekking hebben op de verbetering van projecten procesmatig werken en de ontwikkeling van de factor mens.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O1. Centraal management
Traject organisatieontwikkeling Het doel van het traject is om binnen processen en projecten onze producten en diensten effectief en efficiënt op te leveren aan interne en externe klanten. De manier van werken is zodanig dat medewerkers en klanten meerwaarde hiervan ervaren. Verder is er oog voor het ontwikkelen van het aspect mens in de organisatie en in processen en projecten: de cultuur (door)ontwikkelen zodat medewerkers goed gedijen in de veranderde omgeving.
Interne communicatie
De centrale activiteiten die zijn gericht op het informeren van ons personeel en bestuur over het beleid van ons waterschap en de activiteiten die ter realisering daarvan worden uitgevoerd alsmede over het intern functioneren van ons waterschap.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O5. Interne communicatie
Werkzaamheden ten behoeve van het personeelsblad Het personeelsblad is in goede samenwerking met de directeur en collega’s tot stand gekomen en het blad geeft uiting aan de gewenste waterschapsidentiteit. Organiseren van interne algemene informatiebijeenkomsten De bijeenkomsten voor het hele personeel (nieuwjaars- en eindejaarsbijeenkomst) worden goed bezocht en zijn informatief en dragen bij aan de interne samenwerking. Verzorgen redactie Intranet Op het nieuwe sociale intranet delen medewerkers informatie waaraan organisatiebreed behoefte is. De site is actueel en beeldend en wordt regelmatig door de collega’s bekeken.
E
Bestuurlijke en juridische zaken
De activiteiten van algemeen-bestuurlijke en algemeen-juridische aard ten behoeve van ons waterschap als geheel.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O6. Algemeen bestuurlijke en juridische ondersteuning
Opstellen en actualiseren van algemene verordeningen Betrouwbare, robuuste decentrale overheid die legitieme besluiten neemt conform de geldende wet- en regelgeving. Aansprakelijk stellen Schadeverhaal bij ontbreken van waterschapsaansprakelijkheid.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 98 -
Adviseren over - gevolgen van - wet- en regelgeving. Zorgvuldige besluitvorming die een rechtmatigheids- en rechterlijke toets met succes kan doorstaan. Opstellen algemene overeenkomsten Rechtmatige overeenkomsten conform de intentie en wensen van betrokken partijen. F
G
Concerncontrol en financieel beleid
Het geheel van centrale activiteiten die gericht zijn op het zo doelmatig mogelijk sturen en beheersen van de organisatieprocessen ten behoeve van de te bereiken organisatiedoelstellingen, alsmede het ontwikkelen en het tot uitvoering brengen van financiële kaders.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O7. Concerncontrol en financieel beleid
(Strategische) sturing Wij gaan (strategische) sturing faciliteren. In 2015 staat het verkennen en beschrijven van de strategische doelen centraal, het bepalen van onze rol bij het realiseren van deze doelen, het benoemen van de gewenste resultaten en de daarvoor benodigde acties. Het waterbeheerplan en de meerjarenbegroting zijn hiervoor de aangewezen instrumenten. Het meten van de voortgang en het waar nodig bijsturen vindt plaats in de achterliggende jaren.
Planning en control cyclus
De planning- en control cyclus is het proces van (strategische) planning, via uitvoering en bijsturing naar verantwoording. De planning- en control cyclus vormt daarmee de basis voor zowel de interne sturing als de externe verantwoording van ons waterschap.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O8. Meerjarenraming en begroting
Meerjarenbegroting, begrotingswijzigingen Een transparante, rechtmatige, doelmatige organisatiesturing ((strategische) planning).
en
doeltreffende
O9. Management- en bestuursrapportages
Management- en bestuursrapportages Een transparante, rechtmatige, doelmatige organisatiesturing (uitvoering en bijsturing).
en
doeltreffende
O11. Jaarstukken
Jaarrekening en -verslag Een transparante, rechtmatige, doelmatige organisatiesturing (verantwoording).
en
doeltreffende
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 99 -
Projecten naam
o
6.3
omschrijving
Crisiscommunicatie
Het actualiseren en professionaliseren van de crisiscommunicatie.
activiteit
beoogd resultaat
Actualiseren en professionaliseren
Crisiscommunicatie staat voor het verspreiden van juiste, tijdige en begrijpelijke informatie over, tijdens en na een crisis.
Wat mag het kosten?
Programma bestuur, communicatie en veiligheid R e k e ning 2 0 13 Catego rie Lasten 42 P erso neelslasten 43 Go ederen en diensten van derden 44 B ijdragen aan derden 45 To evo egingen aan vo o rzieningen 50 Kapitaallasten 51t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvo eringsko sten 69 Organisatie-/bedrijfsvo eringsko sten To taal Lasten
B e gro t ing 2 0 14 v ó ó r k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ná k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ( inc l.wijz.)
B e gro t ing 2 0 15
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
599.766
640.273
640.273
640.273
502.384
3.301.433
3.144.583
1.002.370
1.024.119
1.032.347
0
189.617
0
0
0
474.266
0
0
0
0
12.821
6.275
79.028
79.028
117.361
981.859
880.140
1.763.968
1.763.968
2.272.260
169.105
189.135
189.135
189.135
203.937
5.539.250
5.050.023
3.674.774
3.696.523
4.128.289
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
83 Go ederen en diensten aan derden
164.161
584.389
0
0
0
84 B ijdragen van derden
72.603
0
0
0
0
86 Interne verrekeningen
105.292
138.000
138.000
138.000
0
B aten
To taal B aten S a ldo la s t e n m inus ba t e n
342.056
722.389
138.000
138.000
0
5 .19 7 .19 4
4 .3 2 7 .6 3 4
3 .5 3 6 .7 7 4
3 .5 5 8 .5 2 3
4 .12 8 .2 8 9
Vooraf De rekeningcijfers 2013 hebben nog betrekking op het ‘oude’ programma Bestuur, communicatie, heffingen en veiligheid van vóór de kanteling. Het gepresenteerde totaal van de kolom ‘Begroting 2014 ná kanteling’ wijkt af (€ 506.233 hoger) ten opzichte van het ‘kantelingsbesluit/-begrotingswijziging’ genomen bij de Bestuursrapportage 2014-I. De reden hiervoor is de volgende. Bij de nadere invulling van de kanteling en het maken van afspraken over verantwoordelijkheidsterreinen, was het nodig om een aantal onderliggende (sub) producten tussen de programma’s te schuiven. De begroting als zodanig is hierdoor niet gewijzigd. De begroting als zodanig is hierdoor niet gewijzigd. Er zijn in dit geval alleen wat posten qua presentatie veranderd en/of verschoven. Toelichting lasten 42 Personeelslasten Onder deze kostensoort hebben we de personeelslasten geraamd van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de pensioenverplichtingen en wachtgeldverplichtingen van voormalig leden van het bestuur. De kosten op dit onderdeel zijn gedaald omdat we de uitkeringen van pensioen-/ wachtgeldverplichtingen niet meer in de exploitatie verantwoorden maar rechtstreeks ten laste brengen van de specifiek daarvoor gevormde voorziening. Enerzijds vanwege een juistere
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 100 -
verantwoording (geen dubbele verantwoording meer van dezelfde euro), en anderzijds vanwege vermindering van de administratieve belasting. Zie in dit verband ook de baten categorie ’86 Interne verrekeningen’. 43 Goederen en diensten van derden Een bedrag van € 187.527 (in 2014 was dat € 179.298) heeft betrekking op onze bijdrage aan Waterschapsbedrijf Limburg en vloeit voort uit de vastgestelde begroting 2015 van het Waterschapsbedrijf. De bijdrage aan de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (2014: € 1.690.951) is met de kanteling van de organisatie, bijna volledig overgegaan (€ 16.398 na) naar het programma Bedrijfsvoering. De reden hiervoor is de volgende. De activiteiten met betrekking tot het beheer en onderhoud van belastingadministraties, het feitelijk opleggen en invorderen van belastingen is in weze een uitvoeringstaak van het Programma/Proces Bedrijfsvoering. Dat dit door een externe partij (de BsGW) wordt uitgevoerd, speelt hierbij geen rol. Ook de wettelijk normvergoeding (€ 2014: € 605.000 = normbedrag x aantal belastingobjecten) die wij jaarlijks via het Ministerie van Binnenlandse Zaken, aan gemeenten betalen als vergoeding voor het meeliften op de Woz gegevens, is vanuit dezelfde redenatie ook overgeheveld. Ten aanzien van de bestuurlijke en beleidsmatige kant (het tarievenbeleid, de kostentoeling en de belastingverordeningen), is dat een ander verhaal. Dat is een aangelegenheid van het bestuur van ons waterschap. 44 Bijdragen aan derden Bij de herinrichting van de programma’s hebben wij vanwege het uitvoeringskarakter van de activiteiten van de gemeenschappeljjke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, de begrotingsposten die daarmee verband houden overgeheveld naar het programma Bedrijfsvoering. Dat geldt dus ook voor het budget voor de tegemoetkoming in de frictiekosten van de zogenaamde ‘libel-gemeenten’. 50 Kapitaallasten In de begroting hebben we er rekening mee gehouden dat er in 2015 verkiezingen plaatsvinden. Vooruitlopend daarop verwachten we in 2014 en 2015 een voorinvestering van in totaal € 600.000 (2x€ 300.000) te moeten doen. 51 t/m 59 + 69 Organisatie-/bedrijfsvoeringkosten Op de zogenaamde proceskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een proces verzameld, waarna we op basis van een procentuele verdeling gebaseerd op de werkelijke tijdsbesteding van de afgelopen 3 jaren (2011-2013), de kosten doorberekenen naar de desbetreffende producten en programma’s. Dit is een ander uitgangspunt dan voorgaande jaren, waarin werd uitgegaan van de verwachte tijdsbesteding. Een en ander om de verschillen tussen raming en realiteit te verkleinen en tevens de administratieve belasting te verlagen. Deze wijziging veroorzaakt verschillen met de doorberekende organisatie- en bedrijfsvoeringskosten 2014.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 101 -
Toelichting baten 83 Goederen en diensten aan derden Bij de herinrichting van de programma’s hebben wij vanwege het uitvoeringskarakter van de activiteiten van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, de begrotingsposten die daarmee verband houden overgeheveld naar het programma Bedrijfsvoering. Dat geldt ook voor de raming van de te verwachten entreegelden van nieuwe toetreders. 86 Interne verrekeningen Omdat we de kosten van wachtgelden en pensioenen van voormalig bestuurs-/personeelsleden voortaan rechtstreeks ten last brengen van de specifiek daarvoor gevormde (en wettelijk verplichte) voorziening, hoeven we hier de onttrekking aan de voorziening ook niet meer te verantwoorden. Productramingen Programma bestuur, communicatie en veiligheid (€)
Begroting
Producten
Lasten 2014
Eigen plannen - bestuur, co mmunicatie, heffingen en veiligheid P lannen derden - bestuur, co mmunicatie, heffingen en veiligheid Calamiteitenbestrijding watersystemen B elastingheffing (beleid) Externe co mmunicatie Interne co mmunicatie
Begroting
Begroting
Begroting
Lasten 2015 Baten 2014 Baten 2015
190.107
163.739
0
6.660
3.960
0
0 0
237.874
196.729
0
0
23.117
29.183
0
0
180.565
158.975
0
0
187.249
164.914
0
0
2.136.100
2.163.508
138.000
0
B estuurlijke juridische zaken
165.329
209.974
0
0
Centrale sturing
326.153
827.898
0
0
221.620 3.674.774
209.409 4.128.289
0 138.000
0 0
3.536.774
4.128.289
B estuur
P lanning en co ntro lcyclus
Totaal (€) Saldo lasten minus baten
In de tabel zijn de cijfers van de primitieve begroting 2014 ná kanteling opgenomen. Dit vanwege de vergelijkbaarheid met de cijfers 2015 mogelijk te maken. Investeringen Investeringen meerjarenperiode (x € 1.000) Nr
Cat. Afschr. termijn
Verkiezingen 1. Vervanging/instandho uding ict vo o rzieningen bestuur (o a i-pads) 2.
A A.
3/5 jaar
Vervanging co mmunicatiemiddelen
B.
5 jaar
3.
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
2015
2016
2017
2018
2019
2020
4 jaar
Totaal
300,0
300,0
17,0 317,0
300,0
144,0
48,0
29,0
1,0
49,0
7,0
144,0
29,0
145,0
397,0
307,0
144,0
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie hebben gepland in 2015 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2015. Categorie B investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie na 2015 hebben gepland en die nog niet voor uitvoering in aanmerking komen. In de meerjarenraming hebben we alle geplande investeringen doorgerekend.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 102 -
Meerjarenraming 2015-2020 Meerjarenraming ( x € 1.000)
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Raming 2020
Lasten
4.128
4.302
4.391
4.495
4.578
4.690
B aten
0 4.128
0 4.302
0 4.391
0 4.495
0 4.578
0 4.690
Saldo
In de meerjarenraming zijn alle geplande investeringen doorgerekend. Daarnaast is rekening gehouden met de vrijval van kapitaallasten uit oude investeringen. Verder is rekening gehouden met een stijging van lonen en prijzen met 2% per jaar.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 103 -
7 Programma Bedrijfsvoering Wij zijn professionals die samen met anderen werken aan door bestuur en samenleving gestelde doelen en wij voeren ons werk uit tegen zo laag mogelijke kosten en een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement. Portefeuillehouder(s) - bestuurlijk programma ‘Bedrijfsvoering’: Joop de Hoon proces ‘Bedrijfsvoering’: Joop de Hoon project ‘Bedrijfseigen projecten’: Joop de Hoon
Programmamanager - ambtelijk programma ‘Bedrijfsvoering’: Gineke Anninga
7.1
Wat willen we bereiken?
Wij willen dat het bestuur en de directie van het waterschap zich bij het realiseren van de ‘Visie waterbeheer Limburg in 2020’ efficiënt ondersteund voelt bij haar rol om bedrijfsvoeringskaders vast te stellen en te toetsen. Ook willen wij dat de leidinggevenden en medewerkers van het waterschap zich effectief en efficiënt ondersteund voelen bij de uitvoering van hun werkzaamheden binnen de gestelde bedrijfsvoeringskaders. Programmadoelen
een effectief en efficiënt functionerende proces- en projectorganisatie;
een duurzame wijze van dienstverlening;
bedrijfsvoeringskaders die leiden tot tevreden klanten en een maatschappelijke verantwoorde omvang van de bedrijfsvoeringkosten.
Om bovenstaande doelen te realiseren werken we aan de voorbereiding van de fusie van de beide waterschappen, de doorontwikkeling van de organisatie en de medewerkers, het geven van hoogwaardige op de klantvraag afgestemde adviezen, goede informatievoorziening en adequate ondersteuning van bestuur, directie, leidinggevenden en medewerkers. Programma
Doel
Doel
indicatoren
2015
2020
Bedrijfsvoering
percentage klanten dat tevreden is per (deel)proces en project………………………………
60%
80%
percentage bedrijfsvoeringskosten in de totale kosten…………………………………………
40%
35%
percentage duurzame inkopen (conform agentschap.nl) in totale inkopen…………………..
Opstellen en actueel houden van belastingbestanden Klantgerichte, rechtsgeldige aanslagoplegging, vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW.
31.4 Aanslagen watersysteemheffing gebouwd, ongebouwd en natuur
Opstellen en actueel houden van belastingbestanden Klantgerichte, rechtsgeldige aanslagoplegging, vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW.
31.6 Verzoek-, bezwaar- en beroepschriften huishoudens en forfaitaire bedrijfsruimten
Beslissen op verzoek- en bezwaarschriften Uitspraken binnen de wettelijke termijn, die de rechterlijke toets met succes doorstaan, vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW. Verweer in beroep Plausibel verweer tot bevestiging van de primaire uitspraak, vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW.
31.7 Bezwaar- en beroepschriften zuiveringsheffing overige bedrijven
Beslissen op verzoek- en bezwaarschriften Uitspraken binnen de wettelijke termijn, die de rechterlijke toets met succes doorstaan, vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW. Verweer in beroep Plausibel verweer tot bevestiging van de primaire uitspraak, vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW.
31.8 Bezwaar- en beroepschriften watersysteemheffing gebouwd, ongebouwd en natuur
Beslissen op bezwaarschriften Uitspraken op bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn, die de rechterlijke toets doorstaan, vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW. Verweer in beroep Plausibel verweer tot bevestiging van de primaire uitspraak, vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 105 -
32
C
Invordering
Verzending aanslagbiljetten, betalingsverwerking, kwijtschelding en verdere invorderingsmaatregelen op het gebied van waterschapsbelastingen.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
32.1 Betalingsverwerking aanslagen
Aanslagen verzenden Vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW, het innen van 99% van de totaal opgelegde aanslagen en het ontvangen van de belastingbedragen binnen 3-6 maanden na dagtekening van de aanslagbiljetten.
32.2 Kwijtschelding
Beslissen op verzoekschriften tot uitstel van betaling, betalingsregeling en kwijtschelding; beslissen op kwijtscheldingsberoepschriften Vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW, uitspraken op verzoekschriften en in beroep, binnen de wettelijke termijn en overeenkomstig wet- en regelgeving.
32.3 Invorderingsmaatregelen aanslagen
Aanmaningen verzenden en invorderingsmaatregelen nemen. Vanuit de gemeenschappelijke regeling BsGW, het innen van 99% van de totaal opgelegde aanslagen en het ontvangen van de belastingopbrengsten binnen 3-6 maanden na dagtekening van de aanslagoplegging.
Personeel, organisatie en KAM
Het ontwikkelen, onderhouden en beheren van het organisatie- en personeelsbeleid, de organisatie- en personeelsgegevens, de uitvoering van een intern milieuzorgsysteem, een adequaat arbozorgniveau en een kwaliteitszorgsysteem.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O2. Organisatiebeleid en -beheer
Uitvoering geven aan het sturingsconcept. Het faciliteren van de proces- en projectorganisatie. Heldere rollen en onderlinge verhoudingen. Permanent investeren in ontwikkeling van de organisatie.
O3. Personeelsbeleid en -beheer
Zorgen voor Modern werkgeverschap Een professionele organisatie (waterautoriteit) met contente en competente leidinggevenden en medewerkers. We ontwikkelen tactisch en strategisch HRM-beleid, passend bij de visie op waterbeheer Limburg 2020.
O4. Kwaliteit, arbo en milieu
Uitvoeren interne audits Interne toetsing in hoeverre de uitvoering van de processen overeenkomen met de gemaakte afspraken in de procesbeschrijving.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 106 -
KAM-beoordelingen Vaststellen of KAM-systeem doelmatig is en een bijdrage levert aan de bedrijfsvoering. Beheersing Arbozorg Zorgdragen voor een veilige werkplek. We kennen onze arborisico’s en hebben deze met beheersmaatregelen tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Afhandelen van verbetervoorstellen Effectieve en efficiënte (lean) werkprocessen F
Concerncontrol en financieel beleid
Het geheel van centrale activiteiten die gericht zijn op het zo doelmatig mogelijk sturen en beheersen van de organisatieprocessen ten behoeve van de te bereiken organisatiedoelstellingen, alsmede het ontwikkelen en het tot uitvoering brengen van financiële kaders.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O7. Concerncontrol en financieel beleid
(Door)ontwikkelen/actualiseren van financieel-economische kaders en toetsen op de naleving ervan Een financieel gezonde organisatie. Beheer assurantiën Zorgvuldige risicoafdekking op basis van risicoanalyse.
H
O8. Meerjarenraming en begroting
Opstellen meerjarenbegroting, begrotingswijzigingen Een transparante, rechtmatige, doelmatige en doeltreffende organisatiesturing.
O11. Jaarstukken
Jaarrekening en -verslag Een transparante, rechtmatige, doelmatige en doeltreffende verslaglegging.
Financiële informatieverwerking en -voorziening
De registratie in financiële zin van de uitvoering van de verschillende budgetten in de administratieve systemen van ons waterschap en het voorzien in de externe informatiebehoefte en -eisen (CBS, EU, UvW, andere waterschappen, provincie, enz.).
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O10. Comptabiliteit
Het voeren en onderhouden van diverse administraties Transparante, rechtmatige, doelmatige en doeltreffende interne en externe informatievoorziening, ondersteund door digitale afhandeling van het financieel administratieve proces.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 107 -
I
Informatiemanagement
Voorwaarden scheppen, beleid ontwikkelen en toetsen met het oog op het functioneren van de ICT-middelen ter ondersteuning van de primaire en secundaire processen. Optimale ondersteuning van de bedrijfsprocessen met Geo-informatie. Ondersteunen van gebruikers van de GIS-applicatie.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O12. ICT
Incidentbeheer Effectief en efficiënt verhelpen van verstoringen, conform contractuele afspraken. Een professionele organisatie met een gegarandeerde continuïteit van 99% tussen 7.00 uur en 19.00 uur. Configuratiebeheer Adequaat voorraadbeheer van ICT-middelen en zorgdragen voor reguliere vervanging binnen de afgesproken kaders. Een professionele organisatie met een gegarandeerde continuïteit van 99% tussen 7.00 uur en 19.00 uur. Telefoniebeheer Effectief en efficiënt verhelpen van verstoringen, contractuele afspraken. Optimale (technische) bereikbaarheid van medewerkers.
conform
Informatiebeveiliging Beschikbaarheid van informatie garanderen waarborgen ongeautoriseerd gebruik wordt voorkomen. Een op geldende wet- en regelgeving afgestemde beveiliging.
dat
Waterschapshuis 2.0 De waterschappen ontwikkelen samen een informatiearchitectuur en applicaties voor een zo doelmatig mogelijk waterbeheer. Doelmatig waterbeheer. Documentaire informatievoorziening Uitvoering geven aan de visie op informatievoorziening en doorontwikkelen in de richting van zaakgericht werken. Doelmatiger ondersteuning van de primaire processen. O13. GIS
Gis-beheer Het op actuele en betrouwbare wijze registreren, ontsluiten en beheren van geografische gegevens. Doelmatig waterbeheer.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 108 -
Gis-samenwerkingsverbanden We werken samen met andere waterschappen via het Waterschapshuis, de Unie van Waterschappen (geo-overleg) en andere overheden in Limburg (GEOL). Vergroten doelmatigheid. J
K
Huisvesting en services
Het geheel van activiteiten dat nodig is om te kunnen beschikken over een ‘slim’ kantoor, inclusief alle activiteiten die in en om het gebouw plaatsvinden.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O14. Huisvesting en services
Beheer en onderhoud kantoor/loodsen, het voeren van een zorgvuldig contractbeheer Passende werkplek en werkomgeving, conform vastgesteld meerjarig onderhoudsplan gebouwen, handboek wet- en regelgeving gebouwen, Arbowet en regelgeving en de Wet milieubeheer.
Interne faciliteiten
Het geheel van activiteiten dat een wezenlijke bijdrage levert aan de kwaliteit van de organisatie en het welbevinden van de werknemers.
beheerproduct
activiteit met beoogd resultaat
O15. Interne faciliteiten
Facilitaire dienstverlening Een effectieve, doelmatige en waar mogelijk digitale dienstverlening. Inkoop- en aanbesteding Rechtmatig, doelmatig en duurzaam inkopen. Waar mogelijk vanuit het principe van total cost of ownership, de duurzaamheidsprincipes van agentschap.nl en samen met het lokale bedrijfsleven. De inkopende budgethouders ondersteunen we vanuit het vakberaad. Een professionele inkooporganisatie. Beheer dienstauto’s Een flexibel en bij de uitvoering van de taak passend wagenpark. Tractie Een flexibel en bij de uitvoering van de taak passend machinepark.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 109 -
Projecten naam
o
o
omschrijving
Project organisatieontwikkeling
Het (door)ontwikkelen van de organisatie naar een effectieve, klant-, toekomst- en omgevingsgerichte organisatie (volwaardige partner in de waterketen).
activiteit
beoogd resultaat
Projectborging, Procesborging, Mensborging
In 2014 leveren de deelprojecten: projecten, processen en mens hun resultaten op. Om de resultaten van deze ontwikkeling te borgen in de proces- en projectorganisatie richten we ons op het werken met het leerregister en de gesloten PCDA-cirkel en de ontwikkeling van het ketenpartnerschap.
Programma Informatiemanagement op orde
Het realiseren van de Visie informatievoorziening WPM 2013-2016.
activiteit
beoogd resultaat
Gegevens op Orde
Realisatie van eenmalige opslag ten behoeve van meervoudig gebruik. Op deze wijze wordt een betere beschikbaarheid gerealiseerd van betrouwbare, actuele en volledige gegevens.
Digitalisering en professionalisering documentaire informatievoorziening
Voorzien in een instrumentarium waarmee maximale invulling gegeven wordt aan het delen van informatie. Realiseren van koppelingen tussen digitale documenten en de (met name generieke) gestructureerde informatiesystemen. Eindresultaat: vanaf 2016 is het technisch mogelijk om zaakgericht en netcentrisch te kunnen werken.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 110 -
7.3
Wat mag het kosten?
Programma bedrijfsvoering R e k e ning 2 0 13 Catego rie Lasten 42 P erso neelslasten 43 Go ederen en diensten van derden 44 B ijdragen aan derden 45 To evo egingen aan vo o rzieningen 50 Kapitaallasten 51t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvo eringsko sten To taal Lasten
B aten 51/ t/m 59 B aten uit do o rberekening 82 P erso neelsbaten 83 Go ederen en diensten aan derden 83 Go ederen en diensten aan derden To taal B aten S a ldo la s t e n m inus ba t e n
B e gro t ing 2 0 14 v ó ó r k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ( inc l.wijz.)
B e gro t ing 2 0 14 ná k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 15
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
368.107
261.000
261.000
412.387
236.000
3.053.797
3.099.531
5.246.744
5.575.487
5.568.308
0
0
189.617
189.617
189.617
136.000
136.000
136.000
23.600
22.600
1.379.078
1.972.692
1.949.840
2.000.817
2.004.798
4.475.247
4.103.029
-6.211.185
-6.628.391
-6.939.904
9.412.229
9.572.252
1.572.016
1.573.517
1.081.419
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
9.410.691
9.572.252
0
0
0
998
0
0
0
0
0
0
584.389
584.389
695.692
540
0
0
0
0
9.412.229
9.572.252
584.389
584.389
695.692
0
0
9 8 7 .6 2 7
9 8 9 .12 8
3 8 5 .7 2 7
Vooraf De rekeningcijfers 2013 hebben nog betrekking op het ‘oude’ programma bedrijfsvoering van vóór de kanteling. Het gepresenteerde totaal van de kolom ‘Begroting 2014 ná kanteling’ wijkt af (€ 268.359 lager) ten opzichte van het ‘kantelingsbesluit/-begrotingswijziging’ genomen bij de Bestuursrapportage 2014-I. De reden hiervoor is de volgende. Bij de nadere invulling van de kanteling en het maken van afspraken over verantwoordelijkheidsterreinen, was het nodig om een aantal onderliggende (sub) producten tussen de programma’s te schuiven. De begroting als zodanig is hierdoor niet gewijzigd. Er zijn in dit geval alleen wat posten qua presentatie veranderd en/of verschoven. Toelichting lasten De hier vermelde kosten hebben betrekking op primaire en ondersteunende producten. Tot de kanteling in 2014 zaten er dit in dit programma alléén ondersteunende producten waarvan de álle kosten naar primaire producten van andere programma’s werden doorberekend en waardoor het saldo op dit programma altijd ‘0’ bedroeg. Doordat het programma bedrijfsvoering in de huidig presentatievorm óók primaire producten (=’eindkostendrager’) bevat, geeft dit programma ook voortaan een saldo te zien. Voor de goede orde: dat is puur vanwege een andere sortering qua presentatie. Als we volgens de traditionele bedrijfseconomische wijze de begroting presenteren is het saldo van dit programma met de ondersteunende producten gewoon weer ‘0’ omdat we nog altijd de kosten op (hulp)kostenplaatsen allemaal doorberekenen aan een eindproduct. Aan dat bedrijfseconomische principe is niets veranderd. 42 Personeelslasten Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2014 is een budget van € 100.000 komen te vervallen door een andere invulling van de ICT-functie. Anderzijds is het budget voor de exploitatiekosten van de kantine structureel met € 75.000 (2e bestuursrapportage 2013)
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 111 -
43 Goederen en diensten van derden De stijging van de kosten op dit onderdeel onder andere het gevolg van hergroepering van ICT/GIS kosten vanwege een andere invulling van de centrale ICT functie. Daarnaast zijn ook de onderhoudsbudgetten voor gebouwen verhoogd waarvoor de budgetruimte is vrijgemaakt uit verlaging van de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening. Daarnaast zijn de kosten voor benzine en diesel toegenomen door accijns en btw verhogingen die nog niet in een verhoging van het desbetreffende budget waren doorvertaald (voorjaarsnota 2013 en 1ste bestuursrapportage 2013). De ruimte hiervoor is vrijgemaakt uit de stelpost prijscompensatie 2014. Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) Een bedrag van € 1.674.555 (2014: € 1.674.555) heeft betrekking op de bijdrage aan de BsGW. Het structurele voordeel door samenwerking op het gebied van belastingheffing en invordering in 2015 bedraagt zo’n € 0,7 miljoen, oplopend tot bijna € 1,2 miljoen in 2020. Hiermee hebben we oorspronkelijke financiële doelstelling bij de oprichting van de BsGW (€ 358.000 in 2015) ruimschoots gerealiseerd. Vergoeding gebruik WOZ gegevens Daarnaast is er in 2015 een bedrag geraamd van € 629.442 (2014: € 605.000) als vergoeding voor gemeenten voor het meeliften op de Woz gegevens. Dat is een verplichte bijdrage die wij aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken betalen, die op haar beurt doorbetaald aan gemeenten. 44 Bijdragen aan derden Bij de herinrichting van de programma’s hebben wij vanwege de uitvoeringskarakter van de activiteiten van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, de begrotingsposten die daarmee verband houden overgeheveld van het programma Bestuur, communicatie, heffingen en veiligheid naar dit programma. Per 1 januari 2014 zijn de zogenaamde ‘libel-gemeenten’ toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. Op basis van de gesloten overeenkomsten met de nieuwe toetreders ramen wij een tegemoetkoming in de frictiekosten ter grootte van € 189.617 per jaar in de periode 2014-2017. 45 Toevoegingen aan voorzieningen De toevoeging aan de voorziening betreft de toevoeging aan de voorziening onderhoud van het waterschapskantoor en de loodsen. Op basis van een geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan, hebben we de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening verlaagd van € 136.000 naar € 22.600. Die verlaging is grotendeels ten gunste van gekomen van het reguliere onderhoudsbudget voor gebouwen. 50 Kapitaallasten De toename van de kapitaallasten is gering mede door een andere invulling van de centrale ICT functie een heroverweging heeft plaatsgevonden op de te plegen en geplande ICT investeringen. Dit heeft een verlagend effect gehad op de kapitaallastenontwikkeling. In de kapitaallastenberekening is rekening gehouden met de het investeringsplan opgenomen investeringen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 112 -
83 Goederen en diensten aan derden Op het moment dat er nieuwe partijen toetreden tot de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, ontvangen de oorspronkelijke oprichters een soort ‘goodwill’ of ‘entreegelden’. Dit ter compensatie van in het verleden gedane investeringen en bodemstortingen in het weerstandsvermogen. Afhankelijk van de afgesproken betalingstermijnen worden die gelden maximaal over een periode van 6 jaren uitgesmeerd. Op basis van de huidige inzichten verwachten wij in de periode 2015-2017 jaarlijks zo’n € 695.692 ontvangen. Dat bedrag stijgt ten opzichte van 2014 omdat per 1 januari 2015 er 9 nieuwe toetreders te verwachten zijn. Productramingen Programma bedrijfsvoering (€) Producten B elastingheffing
Begroting Lasten 2014
Begroting Begroting Begroting Lasten 2015 Baten 2014 Baten 2015
2.001.281
2.022.528
584.389
Invo rdering
471.086
471.086
0
0
Organisatie en perso neel
749.395
585.735
0
0
Kwaliteitszo rg
181.973
193.397
0
0
Co ncernco ntro l en financieel beleid
176.122
77.277
0
0 0
Financiële info rmatieverwerking en -vo o rziening
695.692
375.131
343.941
0
Huisvesting en services
1.424.997
1.382.128
0
0
Interne faciliteiten
2.239.143
2.696.463
0
0
Info rmatiemanagement Do o rberekening naar pro ducten / thema’ s
Totaal (€) Saldo lasten minus baten
3.525.140
3.129.980
0
0
-9.572.252 1.572.016
-9.821.116 1.081.419
0 584.389
0 695.692
987.627
385.727
In de tabel zijn de cijfers van de primitieve begroting 2014 ná kanteling opgenomen. Dit vanwege de vergelijkbaarheid met de cijfers 2015 mogelijk te maken.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
RI&E bio lo gische agentia Vervanging/instandho uden financieel info rmatie systeem
10
B
5 jaar
11
A
5 jaar
16,0
67,0
Digitalisering en pro fessio nalisering DIV Vervanging/instandho uden perso neel info rmatie systeem
12
A
5 jaar
146,2
30,2
13
A
5 jaar
5,0
Vervanging kanto o rmeubilair/vlo erbedekking
14
B
10 jaar
Reno vatie waterschapskanto o r
15
B
10 jaar
Instandho uding Geo grafisch info rmatiesysteem
16
B
5 jaar
Vervanging/ko ppelingen Iris met ander systemen
17
A
5 jaar
Vervanging Landmeetapparatuur (o .a. Taxhymeter)
18
B
5 jaar
Vervanging tractiemiddelen/materieel buitendienst
19
A
5 jaar
300,0
Vervanging industriële lapto ps
20
A
3 jaar
25,0
21
A
3/5 jaar
40,0
5,0
11,0
40,0
40,0
6,0
5,0 9,0 31,0
6,0 7,0
54,0
246,0
79,0
37,0
210,0
25,0
2,0
5,0
187,0
113,0
40,0
16,0
5,0
77,0
(Opdrachtgever)P ro gramma Watersysteem
8,0
28,0
4,0
25,0
370,0
96,0
57,0
13,0
102,0
8,0
56,0 300,0
300,0
300,0
300,0
300,0
25,0
(Opdrachtgever) P ro gramma Vergunningen en Handhaving Vervanging ICT Vergunningen en Handhaving
Totaal
40,0
85,0
554,2
1.242,7
796,0
40,0
158,0
40,0
843,0
1.566,5
521,0
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie hebben gepland in 2015 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2015. Categorie B investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie na 2015 hebben gepland en die nog niet voor uitvoering in aanmerking komen. Meerjarenraming 2015-2020 Meerjarenraming ( x € 1.000)
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Lasten
1.081
1.114
918
567
447
436
B aten
696 385
696 418
696 222
282 285
127 320
111 325
Saldo
In de meerjarenraming zijn alle geplande investeringen doorgerekend. Daarnaast is rekening gehouden met de vrijval van kapitaallasten uit oude investeringen. Verder is rekening gehouden met de stijging lonen en prijzen met 2% per jaar. Ook is rekening gehouden met de incidentele en structurele effecten van nieuwe toetreders tot de BsGW. In de ramingen is geen rekening gehouden met areaalgroei. De structurele kosten zoals op dit moment in de meerjarenraming opgenomen kunnen daardoor hoger uitvallen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 114 -
8 Programma Concern- / administratieve posten Een eis uit het Waterschapsbesluit is dat wij op de programma’s al onze baten en lasten moeten opnemen. Eén van de gevolgen van deze eis is dat wij de belastingopbrengsten en andere algemene dekkingsmiddelen als ook algemene kostenposten in een afzonderlijk programma moeten verantwoorden. Met de opname van dit programma ‘concernposten-/administratieve posten’ voldoen we aan het bepaalde in het Waterschapsbesluit. Programma concern-/administratieve posten
R e k e ning 2 0 13 Catego rie
B e gro t ing 2 0 14 v ó ó r k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ná k a nt e ling
B e gro t ing 2 0 14 ( inc l.wijz.)
B e gro t ing 2 0 15
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
41 Rente en afschrijvingen
94.588
0
0
0
0
42 P erso neelslasten
56.315
658.041
658.041
258.041
529.949
43 Go ederen en diensten van derden
20.114
1.195.894
1.195.894
1.020.609
490.645
44 B ijdragen aan derden 45 To evo egingen aan vo o rzieningen/ o nvo o rzien 45 Taako ntwikkeling watersysteem
0
0
0
0
0
0
230.969
230.969
364.926
235.533
0
1.240.000
1.240.000
824.287
1.165.821
46 Rekening-/begro tingsresultaat
0
Lasten
50 Kapitaallasten 51t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvo eringsko sten 69 Organisatie-/bedrijfsvo eringsko sten To taal Lasten
B aten
0
0
0
-400.000
3.516
3.728.442
1.973.649
1.973.649
2.789.633
1.952.294
3.899.459
5.298.553
5.298.553
4.857.496
4.377.758
(€)
(€)
(€)
(€)
(€)
800.711
841.775
841.775
841.775
864.259
-5
0
0
0
0
1.872.074
0
0
0
0
0
51/59 B aten uit do o rberekening 81 To taal financiële baten 82 To taal perso neelsbaten 83 To taal go ederen en diensten aan derden 84 B ijdragen van derden 85 To taal waterschapsbelastingen
0
0
0
0
0
51.496.389
52.808.548
52.808.548
52.808.548
52.737.505
85 Nageko men belastingbaten
923.439
800.000
800.000
800.000
800.000
86 Interne verrekeningen
1.511.418
1.873.498
1.873.498
1.873.498
1.937.398
To taal B aten S a ldo la s t e n m inus ba t e n
56.604.026 - 5 2 .7 0 4 .5 6 7
56.323.821 - 5 1.0 2 5 .2 6 8
56.323.821 - 5 1.0 2 5 .2 6 8
56.323.821 - 5 1.4 6 6 .3 2 5
56.339.162 - 5 1.9 6 1.4 0 4
Toelichting lasten 42 Personeelslasten De personeelslasten van de afdelingen zijn niet geïndexeerd en geraamd op het prijspeil 2013. Het totaal van wat normaal de indexering (2%) zou zijn geweest moet wel binnen de totale begroting worden opgenomen om CAO stijgingen en dergelijke af te dekken. Dit betekent dat we in afwachting van de nieuwe Cao die met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 in zal gaan, in onze begroting nog rekening moeten houden met de loonontwikkeling 2014 én 2015. Overeenkomstig de uitgangspunten, houden we voor 2014 en 2015 rekening met een jaarlijkse loon-/prijsstijging van 2%. We hebben daarom een stelpost opgenomen voor de structurele ontwikkeling van € 258.041 voor 2014 en € 271.908 voor 2015. Op het moment dat de financiële gevolgen van de nieuwe Cao bekend zijn, gaan we bij de eerst volgende gelegenheid uit van de werkelijke cijfers en komt de gereserveerde begrotingsruimte op deze posten te vervallen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 115 -
43 Goederen en diensten van derden Hier is een bijdrage geraamd aan het Waterschapsbedrijf Limburg € 104.020. Ook hebben we hier een concernpost opgenomen van € 277.976 ter compensatie van de prijsstijging vanaf 2014 op onze directe uitgaven met betrekking tot de afname van goederen en diensten van derden. De uitgavenbudgetten zijn bevroren op het niveau van 2009. Alleen daar waar nodig, wordt op basis van nut en noodzaak het budget voor prijscompensatie vrijgegeven. Daarnaast hebben we om invulling te geven aan een evenwichtig en stabiel tarievenbeleid ten aanzien van de zuiveringsheffing een post ‘kosten taakontwikkeling zuiveringsbeheer’ opgenomen ten laste van de zuiveringstaak van € 108.649 (2014: € 795.050). Hiermee hebben we het mogelijk gemaakt om het tarief voor de zuiveringsheffing in de periode 2012-2014 op hetzelfde niveau te houden, voor 2015 te laten dalen tot het voorgestelde scenario en de jaren daarna tot en met 2024, zeer gematigd te laten stijgen. 45 Toevoegingen aan voorzieningen/onvoorzien Hier is een verplichte post voor onvoorziene uitgaven geraamd. Deze bedraagt circa 0,4% van het begrotingstotaal. Een en ander conform de voorjaarsnota 2014. 45 Taakontwikkeling watersysteem Hier zijn de bedragen om invulling te geven aan de ontwikkelingen/voorstellen overeenkomstig de Voorjaarsnota 2013. De structurele ruimte is ten opzichte van 2014 verlaagd omdat op de onderdelen waar bestuurlijke besluitvorming is geweest, de ruimte wordt vrijgegeven en overgeheveld naar het desbetreffende programma en product. Daarnaast hebben wij eenmalig een bedrag van € 151.746 opgevoerd met het om de ruimte vast te leggen die we hebben gekregen voor de groei van het belastingvolume watersysteem. Dit bedrag zou eventueel ook aangewend kunnen worden voor voorbereidings- of aanloop kosten richting de fusie van de Limburgse waterschappen. Het totale beschikbare bedrag om invulling te geven aan de structurele ontwikkelingen komt hiermee op € 508.000 verhoogd met een eenmalig bedrag van € 151.746. De ruimte om invulling te geven aan overig incidenteel nieuw beleid en ontwikkelingen bedraag € 506.075. Dat bedrag is gekoppeld aan de entreegelden toetreders BsGW (€ 695.692) en de tijdelijke tegemoetkoming in de frictiekosten van de ‘libel’-gemeenten (€ 189.617). 51 t/m 59 Organisatie-/bedrijfsvoeringkosten Op de zogenaamde proceskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een proces verzameld, waarna we op basis van een procentuele verdeling gebaseerd op de werkelijke tijdsbesteding van de afgelopen 3 jaren (2011-2013), de kosten doorberekenen naar de desbetreffende producten en programma’s. Dit is een ander uitgangspunt dan voorgaande jaren, waarin werd uitgegaan van de verwachte tijdsbesteding. Een en ander om de verschillen tussen raming en realiteit te verkleinen en tevens de administratieve belasting te verlagen. Deze wijziging veroorzaakt verschillen met de doorberekende organisatie- en bedrijfsvoeringskosten 2014. De hier geraamde kosten betreffen de organisatie-/bedrijfsvoeringkosten die verband houden met de uitvoering/-realisatie van de investeringen die we als waterschap doen. Toelichting baten 81 Financiële baten We ramen de financiële baten 2015 op € 864.259 (dat was in 2014: € 841.775). Deze bestaan € 40.000 externe rentebaten en bespaarde rente vanwege het kunnen aanwenden van reserves voorzieningen voor de financiering van onze activiteiten. Doordat de verwachte omvang van reserves en voorzieningen 2015 hoger is dan we in de begroting 2014 van uit waren gegaan, is
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
uit en de de
- 116 -
bespaarde rente vanwege het aanhouden van eigen financieringsmiddelen voor onze activiteiten hoger. 85 Totaal waterschapsbelastingen Hier wordt het bedrag aan totaal op te halen belastingen (watersysteem- en zuiveringsheffing) geraamd ter dekking van de exploitatie. Het gaat hierbij om de netto belastingopbrengst (het bruto op te leggen belastingbedrag minus kwijtschelding en oninbaarheid). In de begroting 2013 en 2014 hebben we hebben we het budget voor kwijtschelding incidenteel verhoogd met € 295.000. Gelet op de ervaringscijfers trekken we die lijn in 2015 en verder en verhogen we dat bedrag tot € 350.000. De totale raming voor kwijtschelding komt hiermee op € 921.991. Structurele verhoging en daarmee ook het structureel doorrekenen in het belastingtarief van de hoger kwijtschelding (kwijtschelding is een kostenpost), lijkt ons gelet op de omvang van de aanwezige tariefegalisatiereserve zuiveringsheffing niet nodig. Met ingang van 2012 hebben we op basis van ervaringscijfers een bedrag van € 800.000 geraamd vanwege te verwachten nagekomen belastingopbrengsten uit oude jaren. Hierin schuilt wel een zeker risico. Naarmate de kwaliteit van de prognoses ten aanzien van het aantal ingezetenen, de ontwikkeling van de WOZ-waarde, vervuilingseenheden en dergelijk, beter wordt, zullen de nagekomen baten afnemen. 86 Interne verrekeningen Het betreft het berekende bedrag van organisatie-/bedrijfsvoeringkosten op basis de realisatie 2011-2013, dat wij naar verwachting ten laste kunnen brengen van de investeringen in het watersysteem en die dus niet ten laste komen van de exploitatie (is vanuit de exploitatie bezien een bate). Hierin inbegrepen de kosten die we doorberekenen aan de dijkverbeteringsprojecten. Productramingen/concernposten Programma concern-/administratieve posten (€) Producten/posten
Begroting Lasten 2014
Begroting Begroting Begroting Lasten 2015 Baten 2014 Baten 2015
Interne rentebaten
0
0
801.775
824.259
Externe rentebaten
0
0
40.000
40.000
230.969
235.533
0
0
102.195
104.020
0
0
P o st o nvo o rzien WP M P o st o nvo o rzien Waterschapsbedrijf Opbrengst watersysteemheffing
0
0
25.800.871
26.573.753
Opbrengst zuiveringsheffing (indirecte lo zingen)
0
0
28.104.825
27.331.943
Nageko men belastingbaten
0
0
800.000
800.000
Kwijtschelding en o ninbaarheid
0
0
-1.097.148
-1.168.191
Stelpo st o ntwikkeling perso neelslasten 2014/2015
Incidentele taako ntwikkeling watersysteem (nieuw beleid) Ko sten ko stenplaatsen/activering
Totaal (€) Saldo lasten minus baten
395.000
506.075
0
0
1.973.649 5.298.553
1.955.810 4.377.758
1.873.498 56.323.821
1.937.398 56.339.162
-51.025.268
-51.961.404
Investeringen 2015-2020 N.v.t.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 117 -
Meerjarenraming 2015-2020 Meerjarenraming ( x € 1.000)
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming 2020
2015
2016
2017
2018
2019
Lasten
4.378
4.579
4.649
4.500
4.423
4.483
B aten
56.339 -51.961
2.456 2.123
2.479 2.170
2.502 1.998
2.526 1.897
2.550 1.933
Saldo
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 118 -
Meerjaren investeringsprogramma 2015-2020
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 119 -
9 Meerjaren investeringsprogramma 2015-2020 We maken op hoofdlijn onderscheid tussen drie soorten soorten investeringen:
Waterkeringinvesteringen: aanleg waterkeringen: aanleg en aanpassing van het waterkerend vermogen van de waterkeringen die wij in beheer hebben;
Watersysteeminvesteringen: aanleg en verbetering watersystemen: aanleg en verwerving van waterlopen en kunstwerken voor de waterbeheersing inclusief alle kwaliteitsmaatregelen in oppervlaktewater en voorzieningen verwante belangen die daarin worden getroffen;
Bedrijfsvoeringsinvesteringen: investeringen ter ondersteuning van de optimalisering van de bedrijfsvoering en ter waarborging van de bedrijfseconomische continuïteit.
9.1
Projecten watersysteem
In onderstaand overzicht is de geraamde besteding in relatie tot de beschikbare middelen aangegeven. Hieruit blijkt dat realisatie van de projecten zoals aangegeven in de bijlage MIP realiseerbaar is binnen het beschikbare investeringsvolume.
Uitputting Max Uitputting Gem. Uitputting Min Reservering € 3mln
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Toelichting bij de blauwe lijn Het netto beschikbare investeringsvolume in 2014 bedraagt afgerond € 12 mln.. Dit bestaat uit ca. € 8,8 mln. uit voorgaande jaren, waarin het beschikbare netto volume niet is besteed, vermeerderd met € 3 mln. voor 2014. Uitgaande van gelijkblijvend jaarlijks netto investeringsvolume betekent dit dat t/m 2020 € 30 mln. beschikbaar is voor het realiseren van de beleidsopgaven (beekherstel en WB21). De drie gekleurde vlakken geven het cumulatieve verloop aan van de bestedingen (beekherstel en WB21) die ten laste komen van het netto investeringsvolume. De kleuren van licht naar donker duiden op de onzekerheid binnen projecten.
Het licht gekleurde vlak duidt op de meest positieve variant in euro’s;
Het donker gekleurde vlak duidt op de meest negatieve variant (bijv. géén subsidies).
Deze onzekerheid betreft enerzijds de onzekerheid over bijdragen/subsidies en anderzijds de onzekerheid over de projectramingen. Immers, voor de projecten die nog in de pre-projectfase verkeren is slechts een globale inschatting op basis van kengetallen mogelijk. De totaal geplande
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 120 -
invulling van de beleidsopgave beekherstel en WB21 lijkt realiseerbaar binnen de (te verwachten) beschikbare bestedingsruimte. Opmerking De projectenplanning, de basis voor het bovenstaande overzicht, gaat uit van de huidige planning op projectniveau. Ervaring leert dat ca. 30% van de projecten om uiteenlopende redenen vertragen. Deze verwachting is niet verwerkt in bovenstaand overzicht. De verdere optimalisatie van projectcontrol zal leiden tot een steeds realistischer inzicht en overzicht. Beheersmaatregel Lopende de projectvoorbereiding sturen wij op projectniveau om optimaal gebruik te maken van enerzijds subsidies en anderzijds beschikbare capaciteit. Bijlage MIP Projecten watersysteem Voor een overzicht van de gestarte projecten en de nog op te starten projecten in de periode 20152020 verwijzen wij u naar de bijlagen.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 121 -
9.2
Investeringen 2015-2020
Overzicht meerjarige investeringen 2015-2020 In deze paragraaf hebben we een samenvattend overzicht opgenomen van de in deze begroting opgenomen investeringen. Investeringen meerjarenperiode (x € 1.000) Cat. Afschr. termijn B ijdrage landelijk vereveningsfo nds HWB P
1.
A
30 jaar
P ro ject gebo nden eigen bijdrage HWB P Geo technisch en co nstructief o nderzo ek waterkeringen
2.
B
3.
A
30 jaar vo o rfinanciering
Verlengde 3de to etsing waterkeringen
4.
B
5 jaar
Vervanging meetapparatuur mo nito ring
5.
A
10 jaar
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
2015
2016
2017
2018
2019
2020
4.130,0 75,0 20,0
4.300,0 20,0
Vervanging gemalen/stuwen
6.
A
15 jaar
105,0
40,0
Investeringen in watersysteem (eigen aandeel)
7.
A
30 jaar
3.000,0
3.000,0
Herstelmaatregelen Nieuw Limburgs P eil
8.
4.400,0
4.200,0
4.200,0
4.200,0
2.000,0
2.000,0
2.000,0
2.000,0
335,0 20,0 3.000,0
A
30 jaar
300,0
-
-
Verkiezingen 9. Vervanging/instandho uding ict vo o rzieningen bestuur (o a i-pads) 10.
A
4 jaar
300,0
-
-
A
3jaar
17,0
Vervanging co mmunicatiemiddelen
11.
A
5 jaar
-
ICT vervangingsinvesteringen infra
12.
B
3 jaar
ICT vervangingsinvesteringen/lapto ps
13.
B
3/5 jaar
-
133,0
M igratie o ffice
14.
B
3/5 jaar
-
40,0
-
20,0 3.000,0 300,0
275,0 20,0 3.000,0 300,0
20,0 3.000,0 -
144,0
48,0
-
29,0
1,0
49,0
7,0
-
277,5
-
277,5
-
35,0 -
-
144,0
-
-
-
-
-
-
17,0
5,0
11,0
Vervanging i-pads management
15.
A
3 jaar
-
5,0
11,0
Vervanging telefo o ncentrale
16.
B
5 jaar
-
19,0
112,0
42,0
-
Vervanging mo biele dataverwerking/telefo o ns
17.
A
2 jaar
-
40,0
-
40,0
-
40,0
Uitvo eren RIE (A rbo )
18.
B
5 jaar
5,0
6,0
-
-
-
5,0
Uitvo eren gezo ndsheidso nderzo ek
19.
B
4 jaar
9,0
-
-
-
9,0
-
P M O bio lo gische agentia
20.
B
4jaar
-
-
31,0
6,0
-
-
RI&E bio lo gische agentia Vervanging/instandho uden financieel info rmatie systeem
21.
B
5 jaar
-
0,0
7,0
-
-
22.
B
5 jaar
16,0
67,0
54,0
246,0
79,0
16,0
Digitalisering en pro fessio nalisering DIV Vervanging/instandho uden perso neel info rmatie systeem
23.
A
5 jaar
146,2
30,2
-
37,0
24.
B
5 jaar
5,0
25,0
2,0
5,0
-
5,0
Vervanging kanto o rmeubilair/vlo erbedekking
25.
B
10 jaar
-
187,0
113,0
40,0
0,0
0,0
Reno vatie dak waterschapskanto o r
26.
B
10 jaar
-
-
77,0
-
-
-
Instandho uding Geo grafisch info rmatiesysteem
27.
A
5 jaar
-
0,0
4,0
25,0
370,0
96,0
Vervanging/ko ppelingen Iris met ander systemen
28.
B
5 jaar
8,0
28,0
57,0
13,0
102,0
8,0
Vervanging Landmeetapparatuur (o .a. Taxhymeter)
29.
A
5 jaar
-
-
-
-
56,0
Vervanging ICT Vergunningen en Handhaving
30.
B
3/5 jaar
Vervanging tractiemiddelen/materieel buitendienst
31.
A
Vervanging industriële lapto ps
32.
B
40,0
85,0
5 jaar
300,0
300,0
3 jaar
25,0
Totaal
8.501,2
8.631,7
300,0 10.696,0
210,0
-
-
-
40,0
158,0
40,0
300,0
300,0
300,0
25,0 10.460,0
11.368,5
9.885,0
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie hebben gepland in 2015 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2015. Categorie B investeringen zijn investeringen waarvan we de start/realisatie na 2015 hebben gepland en die nog niet voor uitvoering in aanmerking komen. Voor invulling van de investeringen in de watersysteemprojecten verwijzen wij ook naar bijlage 10 bij deze begroting. Een en ander naar aanleiding van het mandaatbesluit van 13 maart 2013 met betrekking tot de specifieke watersysteemprojecten. Voor de indeling van de projecten dijkversterking verwijzen we naar bijlage 11. Lopende investeringen tot en met 2014 In de bijlagen is een overzicht opgenomen van investeringen (en ramingen) die medio 2013 nog onderhanden zijn.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 122 -
9.3
Meerjarige kapitaallastenontwikkeling 2015-2020
Naast de reguliere loon- en prijsstijging is in de meerjarenraming rekening gehouden met de effecten van de uitvoering van het meerjaren investeringsprogramma. Sinds 2004 zijn de kapitaallasten jaarlijks aanzienlijk gestegen omdat de toename van de kapitaallasten door investeringen gemiddeld groter is dan de vrijval van kapitaallasten uit oude investeringen (gepleegd door de oude waterschappen). Het gemiddeld geïnvesteerd vermogen neemt jaarlijks toe waardoor ook de jaarlijkse kapitaallasten (afschrijvingslasten en financieringslasten) toenemen. In de voorjaarsnota 2012 zijn wij op langjarige ontwikkeling van de kapitaallasten uitvoerig ingegaan en de factoren die van belang zijn in het geheel. De daarin geschetste ontwikkeling is nog steeds actueel. Door voortschrijdend inzicht doen er zich wel continu verschuivingen tussen de jaarschijven voor vanwege de dynamiek. Meerjarige ontwikkeling kapitaallasten (x € 1.000) Kapitaallasten investeringen tot en met 2014 Vrijval kapitaallasten (cumulatief) 2016-2020 Kapitaallasten vervangingsinvesteringen 2015-2020 (cumulatief) Subtotaal: kapitaallastenontwikkeling "going concern" tot en met 2014
De kapitaallasten nemen in de meerjarenraming ten opzichte van 2015 verder toe tot € 9,830 miljoen in 2020. Dit is een toename van € 2,056 miljoen in de periode 2015-2020. Los van andere ontwikkelingen zoals loon- en prijsinflatie, nemen de te dekken kosten van de watersysteemtaak 2020 ten opzichte van 2015 hierdoor toe met 7,7% (1,54% per jaar). Deze toename komt 100% voor rekening van de watersysteemtaak. De ontwikkeling van de kapitaallasten is hoofdzakelijk historisch bepaald door de in het verleden gedane investeringen en de gekozen afschrijvingstermijn en de daarmee verband houdende vrijval. Dit maakt het actief sturen op de kapitaallasten moeilijk. Als we enige sturing willen uitoefenen op de kapitaallasten dan beperkt zich dat tot de planning van de nog te plegen investeringen. Daar zit vervolgens weer een verdere beperking in opgesloten omdat hieronder ook vervangingsinvesteringen vallen die noodzakelijk zijn om het ‘bedrijf’ overeind te houden. In termen van het bereiken van effecten, hebben we het bij de kapitaallasten meer over de middellange en lange termijn. Het ‘even’ schuiven tussen jaarschijven, is in de praktijk geen reële optie. Ons bedrijfseconomisch beleid in deze is er wel op gericht om naar een situatie toe te groeien waarin de jaarlijkse vrijval van kapitaallasten even groot is dan de toename door te plegen investeringen. Bij de berekening van de meerjarige kapitaallasten hebben we rekening gehouden met de opdracht ten aanzien van de waterkeringstaak en de jaarlijkse bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma vanwege het gesloten Bestuursakkoord Water. In de meerjarenraming zijn we daarom uitgegaan van een jaarlijkse verevenings-/solidariteitsbijdrage bijdrage HWBP van € 1,85 miljoen in 2012 en 2013, € 4,13 miljoen in de periode 2014 en 2015, en € 4,2 miljoen in 2016. We verwachten
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 123 -
dat de ‘vaste’ bijdrage minder hard daalt door de invoering van projectgebonden eigen bijdrage dan we tot op heden hadden ingecalculeerd. We hadden rekening gehouden met een daling van € 4,13 miljoen naar € 3,304 miljoen. Echter het Rijk is voornemens om met ingang van 2016 een jaarlijkse prijsindexatie toe te passen, met eveneens een correctie met terugwerkende kracht over de periode 2011-2015. Hierdoor komt de ‘nieuwe’ vaste bijdrage in de voorliggende begroting hoger uit dan we tot op heden rekening mee hebben gehouden. Vanaf 2017 hebben we rekening gehouden met de project gebonden eigen bijdrage van 10% vanwege onze uit te voeren projecten. Rekening houdende met een investering vanaf 2017 van € 20 miljoen per jaar (tot 2024/2025 en dus € 160 - € 180 miljoen in totaal) gaan we vanaf 2017 uit van een totaal bedrag van zo’n € 6,2 miljoen per jaar.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 124 -
Overige paragrafen begroting 2015
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 125 -
10 Overige paragrafen begroting 2015 In dit hoofdstuk hebben we de overige - wettelijk - verplichte paragrafen opgenomen.
10.1 Verbonden partijen Met name als gevolg van de intensivering van de samenwerking van waterschappen, onderling en met andere partijen, is het aantal deelnemingen en andere partijen waarmee het waterschap een financiële en bestuurlijke relatie heeft de laatste jaren sterk toegenomen. Het gaat om naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, vennootschappen onder firma, stichtingen, verenigingen en commanditaire vennootschappen. Mede omdat er altijd een zeker (financieel) risico aan deze relaties verbonden is, is het van belang dat we voldoende inzicht bieden in deze zogenaamde verbonden partijen, oftewel die organisaties waarmee het waterschap een bestuurlijke relatie heeft èn waarin zij een financieel relevant belang heeft. Naam verbonden partij
Rechtsvorm
Vestigings- Belang plaats
Waterschapsbedrijf Limburg
Gemeenschappelijke Roermond Regeling
Bestuurlijk, financieel belang
Nederlandse Waterschapsbank NV
Naamloze Vennootschap
Den Haag
Eigen vermogen € 1.256 Bestuurlijk, financieel belang Vreemd vermogen € 73.006 beperkt tot storting aandelen.
Unie van Waterschappen
Vereniging
Den Haag
Bestuurlijk belang, Eigen Vermogen € 0,84 financieel beperkt Vreemd Vermogen € 11,9 tot het betalen van contributie.
De Nederlandse waterschappen zijn verenigd in de Unie van Waterschappen. De Unie behartigt op nationaal en internationaal niveau de belangen van de waterschappen voor een goede waterstaatsverzorging binnen het waterschapsbestel
Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer
Stichting
Utrecht
Bestuurlijk belang, Eigen Vermogen € 0,02 financieel beperkt Vreemd Vermogen - onbekend tot het betalen van een deelnemersbijdrage
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Gemeenschappelijke Roermond Regeling
De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) is het kenniscentrum van regionale waterbeheerders in Nederland. STOWA ontwikkelt, vergaart en verspreidt kennis die nodig is om de opgaven waar waterbeheerders voor staan, goed uit te voeren. STOWA werkt samen met andere instellingen om onderzoek op elkaar af te stemmen of gezamenlijk uit te voeren. De redenen voor samenwerking zijn grotere wetenschappelijke slagkracht, synergie en financiële voordelen. Gemeenschappelijke Regeling opgericht met Waterschap Roer en Overmaas en gemeente Venlo. Samenwerking op het gebied van belastingheffing teneinde de processen zo efficiënt en doelmatig mogelijk in te richten tegen zo laag mogelijke kosten. De deelnemers staan garant voor het gemeenschappelijke regeling.
Bestuurlijk, financieel belang
Balansgegevens (x € 1 miljoen)
Openbaar belang
Eigen Vermogen € 2,7 Vreemd Vermogen € 219,4
Gemeenschappelijke Regeling met Waterschap Roer en Overmaas. Samenwerking op het gebied van watersysteembeheer en zuivering teneinde de processen zo efficiënt en doelmatig mogelijk in te richten tegen zo laag mogelijke kosten. De waterschappen staan met hun vermogen garant voor het Waterschapsbedrijf. De Nederlandse Waterschapsbank is huisbankier van de waterschappen en heeft ten doel de waterschappen tegen zo laag mogelijke kosten de meest gunstige voorwaarden te creëren voor uitoefening van de financieringsfunctie. Het waterschap is aandeelhouder in de NV en bezit 1.866 aandelen A en 153 aandelen B respectievelijk 3,7% en 1,8% van het totaal aantal geplaatste aandelen.
Eigen Vermogen € 0,618 Vreemd Vermogen € 3,8
10.2 Uitgangspunten en normen De uitgangspunten voor het opstellen van de begroting en meerjarenraming hebben we in de voorjaarsnota 2014 uitvoerig verwoord. Daarom zal hierop, met uitzondering van de samenvattende tabel hierna, niet nader worden ingegaan. Voor de volledigheid hebben wij de gehanteerde uitgangspunten en normen opgenomen in de bijlagen. Wij verwijzen u daarom naar de bijlage ‘uitgangspunten en normen’.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
10.3 EMU-saldo Het EMU-saldo is een in Europees verband gehanteerd en gedefinieerd macro-economisch begrip dat het financieringssaldo van de overheid weergeeft. In het kader van de euro zijn internationale afspraken gemaakt over wat het financieringstekort van de ‘Nederland B.V.’ mag zijn. De geldende maximaal toegestane EMU-tekorten voor de decentrale overheden is in principe een 0,5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en specifiek voor waterschappen 0,06% (was 2014 0,07%). Als de EU aan Nederland een boete oplegt vanwege overschrijding van de EMU-norm en er is sprake van een groter tekort bij de decentrale overheden dan 0,5% BBP, dan wordt de boete proportioneel doorvertaald naar de decentrale overheden. Het (mede) sturen op het EMU-saldo van ons waterschap heeft een prominentere positie ingenomen in de financiële sturing. Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) Om de eurocrisis te beteugelen, zijn eind 2011 de Europese afspraken aangescherpt voor beheersing van de EMU-saldi (voor financieringstekort en schuld van de overheid). Deze eisen dat het kabinet verdergaande afspraken maakt met medeoverheden (provincies, gemeenten en waterschappen) over de beheersing van het Nederlandse EMU-saldo en deze in regelgeving vastlegt. De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) bevat deze regels uitgewerkt in een aantal beheers-mechanismen. Een dilemma bij beheersing van het EMU-saldo is dat beheersing van het EMU saldo is gebaseerd op beheersing van feitelijke uitgaven- en inkomstenstromen (kas- of transactiestelsel), terwijl waterschappen en andere decentrale overheden wettelijk verplicht begroten en verantwoorden op basis van het lasten en batenstelsel. Die uitzonderlijke situatie geldt alleen voor Nederland. We sturen financieel dus op basis van een ander beginsel. Hierdoor zou de situatie zich voor kunnen doen dat we volgens het lasten en batenstelsel de begroting structureel prima op orde hebben, terwijl we een boete krijgen omdat we Europese afspraak over beheersing van het EMU-saldo, gebaseerd op het kasstelsel, overtreden. Dat op goede en begrijpelijke manier naar buiten communiceren is een uitdaging op zichzelf. In de praktijk blijkt dat vooral het doen van investeringen en het interen op reserves, zorgt voor de frictie tussen de stelsels. Voor wat betreft de investeringen geldt dat, zolang het punt nog niet is bereikt waarbij de jaarlijkse vrijval van kapitaallasten (lasten en batenstelsel) even groot is als het te investeren bedrag (bepalend in het kasstelsel) in enig jaar. Daarnaast brengt het baten en lastenstelsel met zich mee dat investeringen worden gefinancierd door leningen aan te gaan terwijl dat weer haaks staat op beheersing/terugbrengen van de overheidsschuld. Daarbij opgeteld dat de waterschappen vooral het karakter hebben van investeringsmaatschappijen (in watersystemen en keringen en -zuiveringen), maakt het speelveld en het nastreven van meerdere doelen wel heel complex of misschien zelfs onmogelijk.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 127 -
Uit berichtgeving over de uitkomsten van de onderhandelingen over de verdeling van de -0,5% tussen de decentrale overheden, blijkt dat de beschikbare ruimte 2015 voor waterschappen -0,06% bedraagt. Op basis van die lijn mogen de waterschappen, uitgaande van een verwacht Bruto Binnenlands Product van € 667,3 miljard in 2015, een maximaal EMU-tekort hebben van in totaal zo’n € 400,4 miljoen. Op basis van de tussen de waterschappen afgesproken verdeelsleutel met betrekking tot de referentiewaarden van individuele tekorten van de waterschappen, mag het EMU-saldo van ons waterschap in 2015 maximaal zo’n € 8,1 miljoen (= € 400,4 mln. x 2,03% [=aandeel wpm in totaal netto kosten waterschappen NL]) negatief bedragen. Berekening EMU saldo
Invloed voorzieningen: toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. betalingen rechtstreeks uit voorzieningen externe vermeerderingen van voorzieningen
+ -/-/+
364 1.010 646 0 0
-502 636 138 1.000 0
18 423 0 405 0
18 423 0 405 0
-246 423 0 669 0
-246 423 0 669 0
-246 423 0 669 0
0 0 0 0 0
Invloed reserves: eventuele betalingen rechtstreeks uit eventuele externe vermeerderingen van
-/+
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0 1.795
0 0 0 -4.931
0 0 0 -5.358
0 0 0 -1.488
0 0 0 -6.582
0 0 0 -11.103
0 0 0 -4.110
0 0 0 -4.303
Deelnemingen en aandelen: boekwinst boekverlies EMU - SALDO
-/+
Onder de wet Houdbare Overheidsfinanciën is ons waterschap ook verantwoordelijk voor het EMUsaldo van een gemeenschappelijke regeling waarin we deelnemen. We hebben daarom ook rekening gehouden met de invloed van het Waterschapsbedrijf Limburg. We hebben dat deel in onze berekening betrokken dat redelijkerwijs aan ons toe te rekenen is. We hebben hierbij de verhouding in het aantal vervuilingseenheden tussen Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas als uitgangspunt gehanteerd. Gekeken naar de begroting 2015 van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, is de invloed van die gemeenschappelijke regeling te verwaarlozen. Het feit dat we de afgelopen jaren ons investeringsvolume in het watersysteem hebben teruggebracht, onze begroting op basis van het lasten en batenstelsel structureel op orde hebben gebracht zonder (grote) inzet van reserves, heeft een positieve bijdrage geleverd aan het binnen de individuele referentiewaarde blijven van ons waterschap. Het volgen van het geadviseerde scenario (uitgewerkt in deze begroting), zorgt ervoor dat we die situatie voorlopig handhaven alhoewel het EMU saldo over de jaren toeneemt terwijl de toegestane ruimte onder invloed van de Europese afspraken afneemt. Desalniettemin verwachten wij dat wij voorlopig geen aanvullende maatregelen hoeven te nemen. We blijven de ontwikkelingen op de voet volgen.
10.4 Kostentoerekening Kostentoerekening, ofwel de kostenverdeling naar kostendragers en waterschapstaken, moet geschieden op basis van objectieve criteria voor zover deze niet rechtstreeks toe te rekenen zijn. De budgetten voor onze activiteiten hebben we gekoppeld aan voorgeschreven beheerproducten. De
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 128 -
beheerproducten hebben we vervolgens weer gekoppeld aan voorgeschreven beleidsproducten. Een en ander conform de zogenaamde Beheers- en Beleidsproducten (BBP) systematiek. Deze beleidsproducten (verzameling van beheerproducten) vormen de basis voor de kostentoerekening naar de waterschapstaken. De meeste beleidsproducten kunnen we eenduidig aan een waterschapstaak toerekenen. Echter, in bepaalde gevallen is er sprake van gemengde kosten die meerdere waterschapstaken dienen. In die gevallen, waarin eenduidige toerekening niet kan plaatsvinden, rekenen we de kosten toe op basis van een verdeelsleutel naar taken. We streven ernaar zoveel mogelijk een consistent beleid te volgen. In de toelichting van de bijlage ‘Kostenverdeelstaat naar kostendragers en taken’ gaan we uitvoerig in op de kostentoerekening.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 129 -
Bijlagen
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 130 -
11 Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Staat van vaste geldleningen 2015 Staat van vaste activa 2015 Staat van activa/kostenverdeelstaat kapitaallasten 2015 Staat van reserves en voorzieningen 2015 Rente omslagberekening 2015 (gemiddelde rentevoet) Staat van personeelslasten 2015 Kostenverdeelstaat naar kostendragers en taken 2015 Uitgangspunten en normen Lopende investeringen medio 2014 Majeure en niet-majeure programma Watersysteem mede in relatie tot mandaatbesluit 13 maart 2013 11. Lijst met afkortingen
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 131 -
Bijlage 1. Staat van vaste geldleningen 2015 STAAT VASTE GELDLENINGEN 2015
Oorspronkelijk
Datum en nr.
bedrag van
best.besluit resp.
de lening
goedk.besluit
*)
2
3
4
Leningnr. 1
O,S,R,P of G
Rente-
Looptijd
Vervaldag
Restant
Bedrag van
Verschuldigde
Betaalde
percentage
in
rente-
bedrag lening
opgenomen
rente per
rente
jaren
betaling
per 1 januari
geld in jaar
1 januari
5
6
7
8
9
10
Ten laste van Niet verschenen
Restantbedrag
rente per
lening
komende rente
31 december
per 31 december
12
13
11
2.268.901
03apr99
S
6,28
25
03/04
€
726.049
€
- €
21790
€
11.500.000
20-feb-02
S
5,25
25
01-02
€
5.980.000
€
-
€
287.788
€
313.950
€
291.812
€
265.650
€
460.000
€
5.520.000
23576
€
20.000.000
04-jan-05
S
3,99
25
03-01
€
12.800.000
€
-
€
510.720
€
510.720
€
478.800
€
478.800
€
800.000
€
12.000.000
1-27973
€
1.500.000
14-mei-13
S
0,86
5
12-06
€
1.200.000
€
-
€
6.020 €
10.320
€
8.815
€
4.515
€
300.000 €
900.000
1-27962
€
9.500.000
14-mei-13
S
2,51
25
01-10
€
9.120.000
€
-
€
228.912
€
226.528
€
54.844
€
380.000
TOTAAL
€
44.768.901
€
29.826.049
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
€
895.953 € 1.109.498 €
- 132 -
41.321 €
1.047.276 €
29.922 €
15
€
57.228
45.596 €
14
14496
€
34.197 €
Aflossing
het boekjaar
833.731 €
90.756 €
635.293
€
8.740.000
2.030.756 €
27.795.293
Bijlage 2. Staat van vaste activa 2015 STAAT VAN VASTE ACTIVA 2015 Balans vlgnr
Omschrijving
011.00 Uitgaven i.v.m. onderzoek en ontwikkeling 012.00 Geactiveerde bijdragen aan het Rijk
Aanschafprijs per 1jan15 1.333.582
Cumulatieve subsidies
Cumulatieve afschrijvingen
198.600
11.309.966
014.00 Overige immateriële vaste aktiva
321.211
Totaal immateriële vaste aktiva
12.964.759
198.600
Boekwaarde per 1jan15
jaarmutaties Geactiveerde lasten
Nieuwbouw derden
jaarmutaties Aanschafprijs per 31dec15
Verkoop
Subsidies
Afschrijvingen
Cumulatieve subsidies
Cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 31dec15
118.031
1.016.951
1.333.582
479.199
198.600
597.230
537.752
61.947
11.248.019
11.309.966
340.639
0
402.586
10.907.380
261.620
59.591
441.598
12.324.561
321.211 0
0
0
12.964.759
30.661
0
292.281
28.930
850.499
198.600
1.292.097
11.474.062
0
0
5.558.119
020.00 Gronden
5.558.119
021.00 Vervoermidddelen en werktuigen
3.195.853
2.167.697
1.028.156
300.000
3.495.853
326.407
0
2.494.104
1.001.749
022.00 Overige bedrijfsmiddelen
8.315.415
361.423
6.075.147
1.878.845
861.200
9.176.615
662.438
361.423
6.737.585
2.077.607
13.559.158
1.934.527
3.541.854
8.082.777
13.559.158
395.479
1.934.527
3.937.333
7.687.298
023.00 Kantoren, dienstwoningen en centrale werkplaatsen
5.558.119
0
5.558.119
024.00 Waterkeringen
11.218.731
7.595.865
740.221
2.882.645
4.205.000
025.00 Watergangen en kunstwerken
81.022.178
14.455.106
20.686.599
45.880.473
4.133.402
1.937.398
Totaal materiële vaste aktiva
122.869.454
24.346.921
33.211.518
65.311.015
9.499.602
1.937.398
030.00 Deelnemingen en effecten Totaal financiële vaste aktiva
TOTALEN
247.724
15.423.731
0
231.678
7.595.865
971.899
6.855.967
87.092.978
3.000.000
2.215.465
17.455.106
22.902.064
46.735.808
134.306.454
3.000.000
3.831.467
27.346.921
37.042.985
69.916.548
0
0
0
247.724
247.724
247.724
247.724
0
0
247.724
0
0
136.081.937
24.545.521
33.653.116
77.883.300
9.499.602
1.937.398
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
0
247.724
0
0
0
0
247.724
0 147.518.937
3.000.000
4.681.966
27.545.521
38.335.082
81.638.334
- 133 -
Bijlage 3. Staat van activa/kostenverdeelstaat kapitaallasten 2015 Staat van vaste activa Omschrijving
Vermeerderingen 2015
Verminderingen 2015
Boekwaarde per 1-1-2015
Gronden
Afschrijving Mip
Afschrijving lopende projecten
Afschrijving aanvullend
Afschrijving 2015
5.558.119
Boekwaarde per 31-12-2015
Rente omslag (3,77%)
Totaal Kapitaallasten
0
5.558.119
209.541
209.541
Vervoermidddelen en werktuigen
300.000
1.028.156
30.000
296.407
326.407
1.001.749
44.416
370.823
Overige bedrijfsmiddelen
861.200
1.878.845
29.345
633.093
662.438
2.077.607
87.066
749.504
395.479
395.479
7.687.298
304.721
700.200
Kantoren, dienstwoningen en centrale werkplaatsen
8.082.777
Waterkeringen
4.205.000
Watergangen en kunstwerken
6.070.800 11.437.000
Totaal materiele vaste aktiva
2.882.645
68.833
162.845
231.678
6.855.967
187.940
419.618
3.000.000
45.880.473
7.000
2.208.465
2.215.465
46.735.808
1.784.996
4.000.461
3.000.000
65.311.015
135.178
3.696.289
3.831.467
69.916.548
2.618.680
6.450.147
Uitgaven i.v.m. onderzoek en ontwikkeling Geactiveerde bijdragen aan het Rijk Overige immateriële vaste activa Totaal immateriele vaste aktiva
0
0
Deelnemingen en effecten Totaal financiele vaste aktiva
TOTAAL VASTE ACTIVA
0
1.016.951
479.199
479.199
537.752
38.339
517.538
11.248.019
340.639
340.639
10.907.380
424.050
764.689
59.591
30.661
30.661
28.930
2.247
32.908
850.499
11.474.062
464.636
1.315.135
0
247.724
9.339
9.339
12.324.561
0
247.724
850.499
0
0
0
0
247.724
0
0
0
0
247.724
9.339
9.339
11.437.000
3.000.000
77.883.300
135.178
4.546.788
0
4.681.966
81.638.334
3.092.655
7.774.621
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 134 -
Bijlage 4. Staat van reserves en voorzieningen 2015 Volgnr.
A 040005
040006
B
Omschrijving
Stand begin dienstjaar
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN BEGROTING 2015 Vermeerderingen Verminderingen
Verwachte wijzigingen nav Jaarrek. 2014
Interne rente
overige
Externe
Interne rente
Stand einde Aanwending dienstjaar
overige
Algemene reserves Algemene reserve watersysteem ( incl. wettelijke reserve onderzoek en ontwikkeling ad. € 81.850 conform art.2:365 lid 2 BW) Algemene reserve zuivering
Toelichting kostenverdeelstaat Algemeen Een kostenverdeelstaat moet volgens de voorschriften inzicht bieden in de wijze waarop de kosten/opbrengsten worden verdeeld naar de kostendragers. Een kostendrager is in dit verband de reglementaire taak volgens de Waterschapswet. Met ingang van 2009 onderscheiden we twee taken te weten de zorg voor de watersysteemtaak (waterkwantiteit, waterkering, passief kwaliteitsbeheer) en de zorg voor het zuiveren van afvalwater (zuiveringstaak). Om de onderlinge vergelijkbaarheid van kosten/opbrengsten van de diverse waterschappen mogelijk te maken, onderscheiden de voorschriften landelijk uniforme beleidsvelden en beleidsproducten binnen elke reglementaire taak. Ook ons waterschap moet zich hier aan houden. Het totaal van de netto kosten verdeeld naar de taken vormen het uitgangspunt voor de opbrengst uit de verschillende belastingen en daarmee het uitgangspunt voor de tariefsberekening. De begroting en jaarrekening worden óók conform het landelijke uniforme BBP-model opgesteld, waarbij naast beleidsvelden/beleidsproducten ook uniforme beheerproducten worden onderscheiden. Op organisatieniveau is ten behoeve van de bewaking en uitvoering van begrotingsbudgetten een extra dimensie toegevoegd (werkplanproducten), om kosten en baten te kunnen indelen naar de taken van een organisatieonderdeel. Werkplanproducten zijn zodanig geformuleerd dat een werkplanproduct maar onderdeel kan uitmaken van één beleids-/beheerproduct. Omgekeerd bestaan beleids-/beheerproducten uit één of meerdere werkplanproducten. De kostenverdeelstaat voor de kosten en de baten De kostenverdeelstaat is ingedeeld naar de relevante voorgeschreven beleidsvelden en beleidsproducten. De kolom ‘WPM eigen kosten’ bestaat uit de geraamde netto kosten (lasten minus baten) per beleidsveld en beleidsproduct van onze eigen organisatie (exclusief de bijdrage aan het waterschapsbedrijf). Onderligger hiervoor vormen de onderliggende voorgeschreven beheerproducten en werkplanproducten naar kostensoorten. In twee volgende kolommen zijn deze kosten verdeeld over de kostendragers of wel de reglementaire taken. In principe zijn alle kosten die voortvloeien uit onze eigen activiteiten, toe te rekenen aan het watersysteembeheer. Natuurlijk zitten er ook waterkwaliteitsaspecten in onze activiteiten, maar die behoren tot het passief kwaliteitsbeheer en daarmee tot de watersysteemtaak. Gedeeltelijke uitzondering hierop vormen de beleidsproducten ‘23. Vergunningen en meldingen’ en ‘24. Adviezen vergunningen’. Op basis de hergroepering 2010 is de verdeelsleutel 75,89% watersysteemtaak en 24,11% waterzuiveringsheffing. Voor wat betreft de kosten van bestuur en externe communicatie gaan we op basis van de verwachte tijdsbesteding uit van 90% toerekening aan de watersysteemtaak en 10% aan het zuiveringsbeheer. Ook de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf (kolommen ‘WBL kosten naar taak’) moet uitgesplitst worden naar beleidsproducten en vervolgens naar kostendragers/taken toegerekend worden. Dit is gebeurd op basis van begroting van het Waterschapsbedrijf. De kosten van belastingheffing en invordering zijn versleuteld op basis van de begroting en de opgave van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. Vanaf 2011 is de belastingheffing en invordering in een Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (=BsGW) ondergebracht. Dit is een samenwerking opgericht door Gemeente Venlo, Waterschap Roer en Overmaas en Waterschap Peel en Maasvallei. Net als de bijdrage aan het waterschapsbedrijf, moet de bijdrage aan de
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 139 -
gemeenschappelijke regeling uitgesplitst worden naar beleidsproducten en vervolgens naar kostendragers/taken toegerekend worden. Dit is gebeurd op basis van begroting 2015 van de BsGW tevens rekening gehouden met de nieuwe toetreders per 1 januari 2015 In de laatste drie kolommen zijn alle kosten van de voorgaande kolommen getotaliseerd en getotaliseerd per taak. Waarbij na toevoeging van de kosten van oninbaarheid en kwijtschelding alsook de dekking van het saldo van de begroting door onttrekking aan de reserves, het totaal geeft te zien van de door belastingen te dekken kosten per soort belasting. Het totaal van de kolom ‘watersysteem’ en ‘Zuiveringstaak’ vormen de basis (in weze het belastingvolume) voor de berekening van de tarieven voor de watersysteemheffing respectievelijk de zuiveringsheffing. Onderliggende toerekening van kosten Algemeen uitgangspunt kostentoerekening Kosten worden zoveel mogelijk rechtstreeks toegerekend tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. Kapitaallasten De kapitaallasten (afschrijving- en rentekosten) zijn toegerekend op basis van de staat van activa naar investeringsobjecten in relatie tot het doel van de investering. Indirecte kosten Kosten die verband houden met de inzet van personele capaciteit kunnen niet rechtstreeks toegerekend worden aan producten. Deze worden eerst verzameld in zogenaamde kostenplaatsen waarna de kosten op basis van de gemiddelde tijdsbesteding 2011-2013 doorgerekend zijn naar (eind)producten. Overheadkosten De toe te rekenen overheadkosten bestaan uit het saldo van de kosten en baten zoals die zijn verzameld op de ondersteunende producten (zie ook programma bedrijfsvoering). De ondersteunende beheerproducten en de gehanteerde verdeelsleutels zijn hierna weergegeven. Huisvesting waterschapskantoor De kosten van het waterschapskantoor (directe en indirecte kosten, kapitaallasten) worden gedeeld door het aantal in gebruik zijnde netto m² van de kantoorruimtes, hierdoor krijg je een tarief per m². Na inventarisatie van de in gebruik zijnde vierkante meters per afdeling wordt het aantal in gebruik zijnde vierkante meters vermenigvuldigt met het tarief naar iedere afdeling doorberekend. Mobiele telefonie De kosten van de mobiele telefoons (directe kosten, indirecte kosten, kapitaallasten) worden gedeeld door het aantal mobiele telefoons. Het resultaat is een tarief per mobiele telefoon. Na inventarisatie van hoeveel mobiele telefoons iedere afdeling gebruikt, wordt het aantal in gebruik zijnde telefoons vermenigvuldigd met het tarief, naar iedere afdeling doorberekend. Huisvesting loodsen De kosten van de 3 loodsen (directe en indirecte kosten, kapitaallasten) worden verdeeld als volgt: Bergen is noord, Nederweert is zuid en de gecombineerde loods is 60% noord en 40% wordt ten laste
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 140 -
gebracht van product 5.1 (waterkering). Noord en zuid wordt naar het programma Watersysteem doorberekend. ICT De kosten van ICT (directe en indirecte kosten, kapitaallasten) worden gedeeld door het aantal personal computers (pc’s). Het resultaat is een tarief per pc. Na inventarisatie van hoeveel pc’s ieder proces gebruikt wordt het aantal in gebruik zijnde pc’s vermenigvuldigd met het tarief, en naar ieder proces- en programmakostenplaats doorberekend. GIS De kosten van GIS (directe kosten, uren x tarief, kapitaallasten) worden gedeeld door het aantal GIS gebruikers, hierdoor krijg je een tarief per gebruiker. Naar rato van het gebruik per proces/programma krijgt elk proces/programma een bedrag toegerekend. Dienstauto’s De kosten van de dienstauto’s (directe kosten, uren x tarief) worden doorberekend naar de processen/programma’s ter grootte van het verwachte aandeel. Tractie De kosten van tractie worden per groep verzameld. Deze worden op basis van de tijdsbesteding 2011-2013 procentueel doorberekend naar de diverse producten waarvoor de tractie wordt ingezet. Directie/Personeel en Organisatie/Bestuurlijke en juridische zaken/Concerncontrol en financieel beleid/ Financiële informatieverwerking en –voorziening en overige. Voor zover deze kosten niet rechtstreeks kunnen worden toegerekend worden deze op basis van de onderling verhouding van de direct productieve uren naar de afdelingen toegerekend. Proces-/programmakostenplaatsen Per proces/programma worden alle kosten die verband houden met de bedrijfsvoering (salarissen, opleidingskosten, reiskosten en dergelijke inclusief de doorrekeningen van andere (hulp)kostenplaatsen) verzameld. Op basis van de werkelijke tijdsbesteding 2011-2013 zijn de kosten procentueel doorgerekend naar de producten en programma’s. Deze toerekening komt op de programma’s tot uitdrukking in de kostensoort 51 t/m 59 en 69 met als omschrijving ‘lasten uit doorberekening’.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 141 -
Bijlage 8. Uitgangspunten en normen Externe factoren Prijsinflatie Voor het jaar 2014 wordt een stijging van 1,5% verwacht (Centraal Economisch Plan, dec 2013). Gelet op het ingezette en verwachte economisch herstel (verhogend effect op inflatiecijfer) in 2014 en 2015 èn het streven naar een stabiele meerjarenraming, zijn we voor 2015 en verder uitgegaan van een inflatiepercentage van 2,0%. Het is niet zo dat we de budgetten automatisch verhogen. Sinds 2010 hanteren wij de lijn dat we de jaarlijkse toegekende budgetten bevriezen en dat we de gecalculeerde prijscompensatie 'parkeren' op een aparte post. Hiermee krijgen de budgethouders een jaarlijkse taakstelling ter grootte van de werkelijke inflatie van hun budget als te realiseren ombuiging (2015 dus 2,0%). Alleen op basis van aangetoonde nut en noodzaak doen we een beroep op deze post en geven we de ruimte vrij. Daarnaast beoordelen we van jaar tot jaar óf en in hoeverre de geparkeerde ruimte van voorgaande jaren, nog vastgehouden moet worden. Op deze manier houden wij strak de hand aan de groei van de budgetten. Loonkosten De CAO was per 31 december 2013 afgelopen. Ten tijde van het voorbereiden van deze begroting, zijn de onderhandelingen over een nieuwe CAO nog in volle gang. We hebben nog geen zicht tot welke kostenstijging die mogelijk leidt voor ons waterschap in 2015. We houden daarom voorlopig vast aan de gedragslijn die we hebben gevolgd bij het opstellen van de (meerjaren)begroting 20142018. Naast de reguliere verhogingen (o.a. vanwege doorgroei in functieschalen), hebben we voor 2015 rekening gehouden met een indexering van de bruto loonkosten van 2,0%. Ook voor de jaren 20162020 zijn we uitgegaan van een jaarlijkse stijging van 2,0%. Dit 'opslagpercentage' is niet alleen bedoeld voor de bekostiging van bruto loonstijgingen, maar ook voor secundaire arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld groei Individueel Keuze Budget) die op basis van de CAO worden afgesproken. Hiermee wordt de bestaande lijn gecontinueerd. Net zoals de inflatie, 'parkeren' wij de berekende 'loonstijging' op een aparte post. Op het moment dat er een definitief CAO akkoord is gesloten, zullen we voor de periode waarop de CAO betrekking heeft het CAO akkoord als uitgangspunt nemen. Rente langlopende leningen Voor 2015 en 2016 zijn we uitgegaan van een percentage van 4%. Om het meerjarig renterisico te beperken, zijn we voor 2017 en 2018 uitgegaan van een percentage van 4,5% en de jaren vanaf 2019 van een percentage van 5,0%. Het meerjarige ontwikkelingspatroon komt hiermee overeen met het rente-ontwikkelingspatroon gehanteerd in de meerjarenraming 2014-2018. Rente kortlopende leningen Voor 2015 zijn we uitgegaan van een rentepercentage voor kortlopende geldleningen (looptijd minder dan 1 jaar) van 0,5%. Op de langere termijn verwachten we dat dit percentage zal stijgen tot 1,5%. Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) Met ingang van 2011 is de Unit Heffing en Invordering afgesplitst van het Waterschapsbedrijf Limburg en ondergebracht in een aparte gemeenschappelijke regeling. Op basis van de bestuurlijke uitgangspunten bij de start van de gemeenschappelijke regeling, gaan we er van uit dat de bijdrage 2015 maximaal gelijk is aan de bijdrage die wij in 2014 moeten betalen (afgerond € 1,691 miljoen).
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 142 -
Naarmate er meer deelnemers zich aansluiten zullen de kosten verder dalen. Voor 2015 zijn we uitgegaan van 9 nieuwe deelnemers. Naar verwachting zal dat er nog 1 meer zijn (Kerkrade), echter de eventuele toetreding en de financiële gevolgen daarvan zijn pas na het verstrijken van de deadline van deze begroting bekend geworden. Waterschapsbedrijf Limburg In onze rol als opdrachtgever aan het Waterschapsbedrijf geven wij aan waaraan de begroting van het Waterschapsbedrijf moet voldoen. In het kort komt de opdracht er op neer dat:
uitgegaan wordt van verdergaande kostenreductie op termijn door middel van verdergaande samenwerking in de waterketen en andere efficiencymaatregelen (w.o. innovatie);
de financiële voordelen van samenwerking op het gebied van zuiveringsbeheer naar de waterschappen moeten terugvloeien in de vorm van een lagere bijdrage of zeer gematigde groei voor de individuele waterschappen.
Een en ander ter compensatie van de stijging van de kosten voor de watersysteemtaak als gevolg van het gesloten Bestuursakkoord Water. Deze opdracht leidt op termijn tot een zeer gematigde stijging van de bijdrage van de waterschappen aan het Waterschapsbedrijf ten behoeve van het zuiveringsbeheer, zoals vertaald in de (meerjaren)begroting 2015-2020. Interne factoren Basis voor de meerjarenbegroting 2015-2020 zijn onder andere geweest:
'Water in Beweging', Visie waterbeheer Limburg in 2020;
'Orde in water Water in orde', Waterbeheerplan 2010-2015;
(Meerjaren)begroting 2014-2018;
Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie WPM 2009;
de uitkomsten van de gevoerde takendiscussie in 2011.
De voorgaande opsomming is niet limitatief. Ook andere relevante beleidsnotities en besluiten zijn in de begrotingsvoorbereiding. Kwijtschelding/oninbaar Belastingkwijtschelding en oninbaarheid beoordeling voor 2015 vindt plaats volgens de bestaande beleidslijn en wordt geraamd op een percentage van het belastingvolume. Voor oninbaarheid hanteren we een percentage van een 0,5%. Voor kwijtschelding hanteren we gewoonlijk een percentage van 1 procent van het belastingvolume. In de begroting 2013 en 2014 zijn we hier van afgeweken. Naar aanleiding van ervaringscijfers (jaarrekening 2011) en de economische situatie hadden we het kwijtscheldingsbedrag boven de norm van 1,0%, met € 295.000 extra verhoogd voor 2013 en 2014. Op grond van de jaarrekening 2013 en de recente prognoses van de BsGW houden we die lijn vast voor 2015 en verder én verhogen het bedrag van € 295.000 naar € 350.000. We rekenen die vooraf niet structureel door in de zuiveringsheffing gelet op de omvang van tariefegalisatiereserve zuiveringsheffing gevormd uit rekeningoverschotten van afgelopen jaren. Indien
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 143 -
blijkt dat de meerkosten niet uit het lopende verslagjaren gedekt kan worden, voorziet de huidige reserve qua omvang voor komende 10 jaar in het afdekken van die meerkosten. Post onvoorzien Het budget voor onvoorziene uitgaven bedraagt bruto ± 0,4% van het begrotingstotaal, conform bestaand beleid. De opname van een budget voor onvoorziene uitgaven is wettelijk verplicht.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 144 -
Bijlage 9. Lopende investeringen medio 2014 Lopende investeringen medio 2014 (x € 1.000) Jaar van oorsprong
Programma Waterkering Verlengde 3de toetsing waterkeringen Calamiteitenplannen Opstellen beheerplan waterkeringen Vullen beheerregister waterkeringen Geotechnisch en constructief onderzoek waterkeringen (Voor)financiering nHWBP 2017-2024 HWBP bijdrage vereveningsfonds Programma watersysteem WaterBeleid 21e eeuw Vervanging gemalen/stuwen Vervanging meetapparatuur monitoring Opstellen nieuwe legger Uitbouw Ibrahym/Wahyd Doorontwikkeling Ibrahym Bos-Omar Herijking waterstysteemtoets Project gebiedsdekkend en -gericht standstill Bebording zwemwater Investeringen in watersysteem Strategische grondvoorraad Herstelmaatregelen Nieuw Limburgs Peil Programma bestuur, communicatie en veiligheid Communicatiemiddelen staf Verkiezingen 2015 GMO 2015 Programma bedrijfsvoering (Opdrachtgever)Programma Watersysteem Instandhouding Geografisch informatiesysteem Vervanging landmeetapparatuur inrichting grootschalige basiskaart Koppeling Iris met ander systemen Project Gis op orde en op orde brengen Gis gegevens Tractiemiddelen/materieel buitendienst Aanpassing werf Nederweert Vervanging industriële laptops Vergunningen en Handhaving: ICT Vergunningen en Handhaving Concern/Middelen: Inrichting werklplekken PMO biologische agentia Diverse ICT investeringen Vervanging mobiele dataverwerking/telefoons Vervanging telefooncentrale+voicelogging Vervanging/instandhouden financieel informatie systeem Digitalisering en professionalisering DIV Totaal onderhanden investeringen medio 2014
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
10 jaar 4 jaar 3/5 jaar 2 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar
t.l.v. reserve t.l.v. reserve vo o rfinanciering vo o rfinanciering
t.l.v. reserve 100% subsidie P ro vincie
t.l.v. reserve
deels t.l.v. reserve
68,0 37,0 645,0 40,0 162,0 359,0 482,2 31.093,5
- 145 -
Bijlage 10. Majeure en niet-majeure programma Watersysteem mede in relatie tot mandaatbesluit 13 maart 2013
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei
- 146 -
Toelichting De opsomming betreft watersysteemprojecten die we in 2014/2015 onder handen hebben. In de lijst is onderscheid gemaakt tussen majeure en niet majeure projecten. Deze onderverdeling geeft invulling aan het mandaatbesluit van 13 maart 2013. Krachtens dat besluit mandateert het algemeen bestuur, bij het vaststellen van de begroting, de kredietvotering en planvaststelling van “overige projecten” (niet majeure) projecten aan het dagelijks bestuur.
(Meerjaren)begroting 2015-2020, Waterschap Peel en Maasvallei