Aanbiedingsbrief meerjarenbegroting 2006-2008 Voor de behandeling en vaststelling van de begroting 2005 en de meerjarenbegroting 2006-2008 bieden wij de ontwerp-begroting 2005-2008 aan. In deze aanbiedingsbrief (tevens raadsvoorstel 0057/2004) lichten wij de indeling en de mogelijke wijze van behandeling van de programmabegroting nader toe. Indeling van de begroting De programmabegroting is als volgt opgebouwd. In de bestuurlijke inleiding worden de bestuurlijke accenten van deze begroting aangegeven. In hoofdstuk 1 worden de financiële uitkomsten van de begroting kort samengevat. In hoofdstuk 2 worden de negen programma’s uitgewerkt. Hier geven wij ook aan hoe wij als College de maatschappelijke effecten denken te gaan bereiken. Bij de programma’s zijn onze accenten voor 2005 beschreven. Onder de kop accenten geven wij ook aan welke ombuigingen wij bij het betreffende programma voorstellen. Hoofdstuk 3 bevat de verplichte paragrafen. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens de volgende paragrafen aan de orde: Weerstandsvermogen, Onderhoud kapitaalgoederen, Financieringsfunctie, Woonlasten, Grondbeleid, Bedrijfsvoering en Verbonden partijen. In hoofdstuk 4 is de financiële analyse van de begrotingsuitkomsten 2005-2008 opgenomen. De programmabegroting wordt tenslotte afgesloten met het vaststellingsbesluit (hoofdstuk 5). U stelt als raad de programmabegroting vast. Wij hebben voor onszelf de productenraming vastgesteld. Dit is de financiële vertaling en uitwerking van de programmabegroting. Dit document, dat geen onderdeel uitmaakt van de besluitvorming, is voor u ter inzage gelegd. Hierin kunt u, naar behoefte, ter ondersteuning aanvullende (achtergrond)informatie vinden. Procedure voor vaststelling van de programmabegroting 14 oktober is er een werkvergadering van de gemeenteraad belegd, waarin gelegenheid is tot het stellen van technische vragen over de begroting. In de begrotingsraad kan hierdoor de nadruk op de politieke discussie liggen. Tenslotte is er gelegenheid om schriftelijk vragen te stellen over (onderdelen van) de begroting. Vanaf 4 oktober tot uiterlijk vrijdag 22 oktober 12.00 uur kunt u schriftelijke vragen indienen bij Bureau Beleidscoördinatie. Uiterlijk vrijdag 29 oktober zenden wij de schriftelijke beantwoording aan de leden van de raad. Wij bieden u de ontwerp-programmabegroting 2005-2008 ter vaststelling aan. Gelet op het bepaalde in artikel 191, lid 2 Gemeentewet verzoeken wij deze ontwerp-begroting voor 15 november 2004 vast te stellen. Een ontwerp-besluit (0056/2004) bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Dit vaststellingsbesluit vindt u op pagina 115 van de programmabegroting. De burgemeester heeft, voor wat betreft de onderdelen Veiligheid en Handhaving, bij de Voorjaarsnota een eigen standpunt ingenomen, dat nog steeds van kracht is. Het college van Papendrecht.
PROGRAMMABEGROTING 2005 GEMEENTE PAPENDRECHT INHOUDSOPGAVE
1. 2.
Beleid in uitvoering
1
Samenvatting van de uitkomst van de meerjarenraming
5
De programma’s 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid Onderwijs en jeugd Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Veiligheid Verkeer en ruimtelijk beheer Cultuur, sport en recreatie Economische ontwikkeling Bestuur Algemene dekkingsmiddelen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Woonlasten Grondbeleid Bedrijfsvoering Verbonden partijen
4.1 4.2
Inleiding De meerjarenbegroting 2005-2008 4.2.1 De uitkomst van de meerjarenbegroting 4.2.2 Toelichting belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de lopende meerjarenraming 4.2.3 Nieuw beleid en beleidsintensivering 4.2.4 Administratieve en/of incidentele maatregelen 4.2.5 Gehanteerde uitgangspunten begrotingsresultaat 2005-2008 4.2.6 Overzicht geraamde incidentele baten en lasten (art. 19 lid c BBV) Financiële positie 4.3.1 Uiteenzetting van de financiële positie 4.3.2 Investeringsprogramma 2005-2008 4.3.3 Financiering 2005-2008 4.3.4 De stand en het verloop van de reserves
105 108 109 109 110 110 111 112 112
Ontwerp-besluit
115
3.
61 67 71 75 81 85 89
De financiële begroting
4.3
Bijlagen: A. B. C. D. E. F. G. H. I.
7 13 19 29 35 41 47 51 57
Verplichte paragrafen
4.
5.
Pagina
Overzicht nieuw beleid Overzicht ombuigingen Investeringsprogramma 2005-2008 Overzicht personeelssterkte, salarissen inclusief sociale lasten Reserves Voorzieningen Balans Invulling taakstelling efficiency bedrijfsvoering Productenraming
93 94 94 95
Beleid in uitvoering Papendrecht bestaat in 2005 900 jaar. Een heuglijk en bijzonder feit dat we niet zomaar voorbij laten gaan. Een jubileumjaar van, voor en door onze inwoners. Aan de vooravond van een, voor Papendrecht belangrijk en spannend jaar, bieden wij u de Programmabegroting 2005 en meerjarenbegroting 2006-2008 aan. Een belangrijk jaar in meerdere opzichten. Er staat een aantal grote projecten op stapel, zoals de bouw van het Centrum. 2005, een jaar waarin onze ambities tot realisatie komen. Aan de andere kant dwingen de economische ontwikkelingen en het rijksbeleid ons tot stevige ingrepen om op korte maar ook op langere termijn een gezonde gemeente te zijn. Maatregelen die niet onopgemerkt zullen blijven. Ambities 2005
Ruimtelijke ontwikkelingen
Nieuwbouw Oostpolder
Overige wijken
Oosteind
Grondexploitatie
In het Collegeprogramma hebben wij vastgelegd, dat de jaren 2005 en 2006 oogstjaren gaan worden. De afgelopen jaren heeft het zwaartepunt gelegen bij beleidsontwikkeling. We gaan van voorbereiden naar realisatie. Het financieeleconomisch tij zit daarbij niet mee. Efficiencyverbetering en ombuigingen zijn de komende jaren een belangrijk aandachtspunt. Ondanks dit financieel zware weer gaan we wel door met het realiseren van onze ambities. De resultaten van de bestuurlijke inzet in de afgelopen jaren gaan in 2005 maatschappelijk zichtbaar worden. In 2005 wordt op een groot aantal plaatsen in Papendrecht gebouwd. In 2005 worden de contouren van het nieuwe centrum zichtbaar. De schop gaat opnieuw de grond in maar nu niet om af te breken maar om op te bouwen. Daarnaast krijgt het uitvoeren van de realisatie-overeenkomst Centrum volop onze aandacht. Maar niet alleen de Meent gaat op de schop. Het wijkwinkelcentrum Middenpolder wordt gesloopt en vervolgens herbouwd en het winkelcentrum Westpolder wordt uitgebreid. Deze uitbreidingen passen binnen onze doelstelling om onze inwoners een breed en divers winkelaanbod te bieden. In Oostpolder staat in 2005 het nodige te gebeuren. Deze nieuwbouwwijk transformeert steeds meer naar een “normale” woonwijk. Daar horen adequate voorzieningen op wijkniveau bij. In 2005 wordt dan ook gestart met de bouw van het tijdelijke winkelcentrum en verwachten wij resultaten van de onderzoeken naar een gezondheidscentrum en een overdekte sportvoorziening. In andere delen van Papendrecht blijven we ook investeren. In 2005 wordt het rivierfront verder ontwikkeld. Langs de Merwede ontstaat steeds meer een prachtige woonwijk met regionale uitstraling. De zorgvoorziening Kleine Waal wordt in 2005 opgeleverd. Papendrecht beschikt dan over een zorgvoorziening die aan alle eisen van de tijd voldoet. Na langdurig en intensief overleg heeft het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden de plannen voor de dijkverzwaring Ketelweg afgerond. Dat betekent, dat wij in 2005 kunnen starten met de broodnodige reconstructie van de Ketelweg. Hier gaat de schop dus letterlijk de grond in en geven wij opnieuw een impuls aan de totale revitalisering van bedrijventerrein Oosteind. Wij constateren overigens ook, dat dit de laatste stap is in het totale traject van de dijkverzwaring Papendrecht. Op dit gebied bieden wij onze inwoners en bedrijven een veilige woon-, werk- en leefomgeving. De grondexploitatie is een belangrijk financieel instrument voor de gemeente. Door actualisatie van het grondbeleid en door efficiencyverbetering gaan wij de grondexploitatie in financiële zin verder optimaliseren. Met de opbrengsten kunnen wij weer investeren in de kwaliteit van voorzieningen en het openbaar gebied.
1
Beheer
Naast ontwikkelen van het openbaar gebied, moet dat gebied ook beheerd worden. In 2005 staan diverse reconstructies op stapel. Daarnaast voeren wij de reguliere beheerprogramma’s uit. Door de ombuigingen zal er wel een versobering gaan plaatsvinden.
Onderwijs
Het basisonderwijs in Papendrecht is volop in ontwikkeling. In de loop van 2005 wordt het bestuur van het openbaar onderwijs op afstand geplaatst. Een ontwikkeling waarin wij volop vertrouwen en hebben en die past bij de regierol (sturen op afstand) die wij willen vervullen. Het blijft echter niet alleen bij veranderingen in de bestuurlijke sfeer. De onderwijshuisvesting wordt flink aangepakt. Er wordt op een groot aantal locaties (o.a. De Viermaster, Moerbeihof, Anne Frank en Willem de Zwijger) gestart met de uitbreiding van de scholen.
Economie en werkgelegenheid
Om het regionale bedrijfsleven ruimte te geven te groeien en om nieuwe bedrijvigheid aan te trekken wordt Polder Nieuwland in 2005 verder bebouwd. Daarmee krijgt dit deel van Papendrecht invulling.
Veiligheid en handhaving
Op het gebied van veiligheid streven wij naar betrokkenheid van onze inwoners. Dat doen wij onder meer door buurttoezicht en via de Stuurgroep Veiligheid overleg met politie, het bedrijfsleven en de woningstichting over knelpunten.
Voorzieningen
Visie
Bestuur
Regionale samenwerking
Wij werken toe naar definitieve besluitvorming, begin 2005, over het Theater. Wij hebben ook grote verwachtingen van het onderzoek naar de mogelijkheden van het zwembad. Hierover willen wij snel maar zorgvuldig tot finale besluitvorming komen. Daarnaast definiëren wij, in overleg met de sportverenigingen, het noodzakelijke voorzieningenniveau. In 2005 zullen wij onze plannen daarvoor verder aan u kenbaar maken Naast aandacht voor concrete en zichtbare zaken blijven we ook vooruit kijken. Samen met inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld gaan wij op een interactieve wijze aan de slag met de structuurvisie. De kaders en richting liggen vast, bijvoorbeeld in de Visie 2015. Nu gaan wij de uitdaging aan om in samenspraak met alle belanghebbenden en belangstellenden tot een goede en breed gedragen visie op Papendrecht te komen. Een visie die als kader dient bij de toekomstige inrichting van Papendrecht. Wij staan open voor dat wat leeft en speelt in de samenleving. In 2005 gaan wij weer regelmatig de wijken in en worden wijkavonden georganiseerd, waar inwoners hun zegje kunnen doen. We blijven inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld ook actief betrekken bij ons handelen. Het wijkgericht werken heeft een nieuwe impuls gekregen en dit zetten we voort. Regelmatige contacten, wijkbezoeken, optimalisering van het meldpunt leefbaarheid, veiligheid en onderhoud zijn voor ons in 2005 belangrijke aandachtspunten. Vanzelfsprekend hoort daar ook een goede bereikbaarheid van het gemeentehuis en een correcte afhandeling van vragen, klachten en opmerkingen bij. De zorgvuldigheid van de afhandeling staat daarbij centraal. Wij verwachten echter ook een actieve inbreng van de samenleving. Daarin zullen wij door een interactieve aanpak een stimulerende rol hebben. De samenwerking in de Drechtsteden is het afgelopen jaar in een stroomversnelling geraakt. Door een goede inhoudelijke discussie en sterke argumenten heeft Papendrecht weer een belangrijke plaats in de Drechtsteden ingenomen. Een positie die wij willen vasthouden en uitbouwen. Maar wel met de praktische en pragmatische aanpak waarvoor Papendrecht de afgelopen periode heeft gekozen. Uitvoering en realisatie van de projecten uit het eindbod Manden Maken is onze prioriteit; structuur en vorm zijn volgend. 2
Financieel beleid
Aan de inkomstenkant voeren wij het vastgestelde beleid conform uit. In 2005 verhogen wij de OZB met het inflatiepercentage van 2%. Daarnaast worden de leges verhoogd om deze op het kostendekkende tarief te houden, dan wel te brengen. Papendrecht blijft hierdoor, vergeleken met het landelijk gemiddelde en de omliggende gemeenten, een gemeente met een hoog voorzieningenniveau en een lage lastendruk. In de Voorjaarsnota 2004 hebben wij een somber financieel beeld gepresenteerd en zijn ingrijpende maatregelen in het vooruitzicht gesteld. In dat beeld is de afgelopen periode geen verandering opgetreden. De september-circulaire geeft slechts een klein voordeel voor de gemeente. De gemeente Papendrecht wordt de komende jaren met forse structurele tekorten geconfronteerd. Deze tekorten dienen in de begroting te worden opgevangen. Daarnaast heeft het College in november 2003 een traject om een traject efficiency bedrijfsvoering in te zetten, met als doel een besparing van € 1.200.000 in 2007. In de Voorjaarsnota 2004 hebben wij aangegeven, dat wij deze extra tekorten willen ombuigen door een takendiscussie. Een discussie waarin wij als gemeentelijke overheid onderscheid moeten maken tussen wat wij moeten en wat wij willen. De afgelopen periode hebben wij de gemeentelijke begroting op alle posten tegen het licht gehouden. Dat heeft geresulteerd in een groot aantal ombuigingsvoorstellen. Veel van deze voorstellen hebben tot stevige discussie geleid. Haalbaarheid, maatschappelijke consequenties en de speerpunten van het Collegeprogramma waren daarin voor ons belangrijke toetsingscriteria. Door de maatregelen hebben wij in het meerjarenperspectief een overschot op de begroting weten te creëren. Wij stellen u voor deze ruimte in te vullen door de investering voor de HOV-D naar voren te halen. Daarmee vullen we onze verantwoordelijkheid richting De Drechtsteden in het kader van Manden Maken in. Het uiteindelijke resultaat van de ombuigingsoperatie is afdoende. Wij constateren wel, dat het totale pakket, ondanks de afgewogen en zorgvuldige besluitvorming, voor wat betreft de realisatie ervan nog een behoorlijke inspanning zal vragen. Daarnaast blijven, ondanks deze zorgvuldige afwegingen, maatregelen die onze inwoners in welke vorm en mate dan ook zullen raken, niet uit. Wij zijn ons ervan bewust, dat dit maatschappelijke effecten heeft, waarbij wij de meest kwetsbare groepen zoveel mogelijk zullen ontzien. Wij hebben ons voorgenomen om belanghebbenden actief te betrekken bij en te informeren over de maatregelen. Duidelijkheid en ruimte voor inbreng zijn voor ons belangrijke uitgangspunten. Het Collegeprogramma hebben wij ook tegen het licht gehouden. De begrote budgetten voor de uitvoering van het Collegeprogramma hebben wij bijna volledig als ombuiging opgevoerd. De uitvoering van het programma gaan wij zo veel mogelijk binnen de begroting realiseren. Vanzelfsprekend blijft daarnaast een stringent begrotingsbeleid noodzakelijk. Beleidskeuzes zullen wij toetsen aan onderstaande criteria: · Structurele beleidsintensiveringen compenseren met structurele ombuigingen (oud voor nieuw); · Incidentele beleidsintensiveringen compenseren met incidentele ombuigingen; · Beleidsintensiveringen alleen bij de begroting en niet bij tussentijdse rapportages; · Bij prioritering van beleidsintensiveringen wordt voorrang gegeven aan versterking beleidsuitvoering i.p.v. aan nieuwe beleidsontwikkelingen; · Structurele meevallers worden toegevoegd aan de algemene reserve; · Structurele tegenvallers worden door structurele ombuigingen gecompenseerd; · Incidentele mee- en tegenvallers worden toegevoegd/onttrokken aan de Algemene Reserve. 3
De taakstelling voor 2004 (€ 100.000 structureel) is reeds gerealiseerd. Voor het realiseren van de taakstelling 2005 (€ 500.000 structureel) zijn ruim 50 efficiencyopdrachten geformuleerd. De (financiële) resultaten hiervan zijn als besparing in de Programmabegroting verwerkt. Daarmee wordt de taakstelling 2005 gerealiseerd. Ook voor 2006 en 2007 staan stevige taakstellingen. Om ook deze taakstellingen te realiseren zijn al in 2005 aanvullende maatregelen noodzakelijk. 1. Wij gaan kijken naar meer specifieke onderdelen van de bedrijfsvoering (passend binnen kaders van efficiencyverbetering in de bedrijfsvoering). In relatie met artikel 213a Gemeentewet (specifiek onderzoek naar doelmatigheid) wordt de formatie grondig bekeken. 2. De mogelijkheden van regionale samenwerking worden nadrukkelijker in beeld gebracht. De samenwerking op het gebied van ICT is al in gang gezet (planning resultaten begin 2005). Vanaf 2005 wordt ook gekeken naar andere vormen van zogenaamde “shared services”. 3. De nullijn op beïnvloedbare budgetten (voor wat betreft bedrijfsvoering) wordt oor meerdere jaren vastgelegd. Dit leidt tot structurele besparingen oplopend tot ruim € 500.000 in 2007. 4. Wij gaan kritisch kijken naar de mogelijkheden die de inkoopfunctie biedt en welke voordelen hiermee te behalen zijn (zowel incidenteel als structureel). Wij zijn van mening, dat qua bedrijfsvoering de rek er wel zo’n beetje uit is. De te nemen en genomen maatregelen zijn niet zichtbaar voor onze klanten (conform het uitgangspunt van de raad). Echter, ook met dit soort maatregelen dreigt op termijn een achteruitgang in de kwaliteit van dienstverlening. Immers, er is bij onze gemeentelijke dienstverlening voornamelijk sprake van mensenwerk. Interen op (technische) voorwaarden en (technische) mogelijkheden zal onvermijdelijk leiden tot mindere kwaliteit. De Voorjaarsnota 2004 heeft u voor kennisgeving aangenomen. De maatregelen en het nieuw beleid uit de Voorjaarsnota zijn dan ook nog niet verwerkt in deze Programmabegroting. Onze inzichten zijn echter niet gewijzigd. Om die reden bieden wij hetzelfde pakket aan voorstellen nogmaals ter besluitvorming aan. U kan als raad kan hier vanzelfsprekend de accenten verleggen. Onze voornemens voor 2005 bestaan uit een afgewogen mix van ambities, realisatie en ingrijpende maatregelen. Wij vertrouwen erop dit in goede samenwerking met u als gemeenteraad, de ambtelijke organisatie, belanghebbenden in Papendrecht en daarbuiten te kunnen realiseren.
4
1. Samenvatting van de uitkomst van de meerjarenraming De meerjarenraming sluit met een voordelig saldo en biedt nog enige ruimte voor politieke keuzes. Wij beseffen, dat de financiële ruimte minimaal is. Gegeven de ambities waaronder lage woonlasten enerzijds en de forse kortingen op het gemeentefonds anderzijds is het echter niet mogelijk om een ander financieel beeld te presenteren. Met deze uitkomsten wordt in ieder geval voldaan aan het toezichtskader van de provincie ZuidHolland en mogen wij rekening op het regime van repressief financieel toezicht.
Programma
Omschrijving
Saldi 2005 Saldi 2006 Saldi 2007 Saldi 2008
Sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid 2 Onderwijs en jeugd Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en 3 milieu 4 Veiligheid 5 Verkeer en ruimtelijk beheer 6 Cultuur, sport en recreatie 7 Economische ontwikkeling 8 Bestuur 9 Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming (exclusief begrotingsresultaat) 1
Saldo
-4.900.000 -4.743.000 -4.879.000 -4.854.000 -3.691.000 -3.900.000 -4.090.000 -4.083.000 -954.000
Begrotingsresultaat voor bestemming aan de algemene reserve
5
-849.000 -1.062.000
-844.000
-1.282.000 -5.499.000 -3.786.000 -75.000 -3.781.000 23.617.000 437.000
-1.320.000 -5.751.000 -3.516.000 -63.000 -3.709.000 24.271.000 -315.000
-1.306.000 -5.505.000 -4.022.000 -63.000 -3.724.000 24.893.000 -141.000
-1.267.000 -6.058.000 -3.990.000 -58.000 -3.702.000 25.278.000 -322.000
86.000
105.000
101.000
99.000
6
Programma 1:
Sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid
Hoofdkenmerken Het sociale gezicht van de gemeente wordt in belangrijke mate bepaald door de wijze waarop zij het lokale beleid op het gebied van welzijn, gezondheid en maatschappelijke zorg heeft georganiseerd. Op het terrein van de (gezondheids-)zorg is de gemeente vooral regisseur of “inkoper” van diensten die door allerlei verschillende organisaties aan de Papendrechtse burgers worden geleverd.
Visie De gemeente streeft naar een situatie waarin alle Papendrechters bij maatschappelijke ontwikkelingen worden betrokken, waar iedereen zo lang mogelijk zelfstandig in onze maatschappij kan functioneren en waar sociale uitsluiting wordt voorkomen. Ook willen wij een situatie waar ziekten zoveel mogelijk worden voorkomen, waar de mogelijkheid van passende zorg bestaat, waar de leefomgeving schoon en hygiënisch is. Bestuurlijk kader: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Welzijnsvisie (2001) Algemene subsidieverordening (2003) Beleidsplan SoZaWe (2005) Beleidsnota Lokaal gezondheidsbeleid (2003-2007) Beleidsnota gehandicapten (2004) Beleidsnota wijkgericht werken in Papendrecht (2004) Beheersverordening algemene Begraafplaats (2002) Subsidiebundel 2005 Beleidsnota ouderen (2004)
Toelichting bestuurlijke kader 1. Welzijnsvisie (2001) In de Welzijnsvisie is het kader neergelegd voor het toekomstig welzijns- en subsidiebeleid. Kernwoorden uit de welzijnsvisie zijn participatie en preventie. 2. De algemene subsidieverordening De algemene subsidieverordening biedt de kaders om subsidie te verstrekken. 3. Beleidsplan SoZaWe (2005) In het jaarlijkse beleidsplan Wwb worden de hoofdpunten van het gemeentelijk bijstandsbeleid en activeringsbeleid vastgelegd. Daarnaast staan de hoofdlijnen van het gemeentelijke minimabeleid en de wijze waarop met cliëntenparticipatie wordt omgegaan in het beleidsplan. 4. Beleidsnota Lokaal gezondheidsbeleid (2003-2007) In deze nota zijn de doelgroepen (ouderen, jongeren) en de ambities (beschrijving taken GGD, Sociale kaart, zo lang mogelijk zelfstandig wonen voor ouderen, leefstijl jeugd, toegankelijkheid eerste lijnszorg) vastgesteld voor het lokaal gezondheidsbeleid voor de jaren 2003-2007. 5. Beleidsnota gehandicapten (2004) In deze nota worden de kaders gesteld voor het gehandicaptenbeleid voor de komende jaren.
7
6. Beleidsnota wijkgericht werken in Papendrecht (2004) De beleidsnota wijkgericht werken in Papendrecht heeft het invoeren van wijkgericht werken in alle wijken van de gemeente Papendrecht als doel. Het wijkgericht werken wordt gedefinieerd als een manier van werken waarbij een gezamenlijke aanpak van wensen en problemen in de wijken van Papendrecht voorop staat. Doelstelling van het wijkgericht werken is de leefbaarheid en veiligheid in de wijken te verbeteren en het verantwoordelijkheidsgevoel van bewoners voor hun eigen woonomgeving te vergroten. 7. Beheersverordening algemene begraafplaats (2002) In de beheersverordening wordt aangegeven op welke wijze en onder welke voorwaarden stoffelijke resten ter aarde kunnen worden besteld. 8. Subsidiebundel (2005) In de subsidiebundel wordt jaarlijks, binnen de wettelijke kaders en een van tevoren door de raad vastgesteld subsidieplafond, de afweging gemaakt welke instelling tot welk bedrag wordt gesubsidieerd. 9. Beleidsnota ouderen (2004) In deze nota worden de kaders gesteld voor het ouderenbeleid in de komende jaren. De dubbele vergrijzing en de extramuralisering (zo lang mogelijk zelfstandig wonen) vormen hier belangrijke aandachtspunten.
Trends & Knelpunten · · · ·
De normen op het gebied van veiligheid en gezondheid worden steeds verder aangescherpt. Dit legt een druk op allerlei voorzieningen waarvan de bekostiging via subsidiëring bij de gemeente ligt. De ‘dubbele vergrijzing’ gekoppeld aan het feit dat ouderen langer zelfstandig blijven wonen (extramuralisering) stelt andere (extra) eisen aan allerlei voorzieningen (en uiteraard ook aan de woningen). Door arbeidsparticipatie en andere invulling van de vrije tijd neemt het aantal beschikbare vrijwilligers af. Een punt van zorg is de ongezonde leefstijl van de jeugd, waarbij er steeds meer sprake is van een combinatie van roken, alcohol gebruik, slechte voeding, te weinig bewegen en te weinig ontspanning.
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? Doel is dat inwoners (wederom) zelfstandig (gaan) functioneren en participeren in de Papendrechtse samenleving. De volgende pijlers worden onderscheiden: Zorg en dienstverlening, onderwijs en educatie en vrije tijd. De nadruk wordt gelegd op de preventieve rol van de gemeente. Een hoog kwalitatief, dekkend aanbod van voorzieningen is daarbij een voorwaarde. 1. Een hoge maatschappelijke participatiegraad (sociale activering) De gemeente heeft een belangrijke rol bij het toeleiden naar de arbeidsmarkt. Langdurige werkloosheid belemmert maatschappelijke participatie en kan gemakkelijk leiden tot sociale uitsluiting. Voor ons zijn kernwoorden van het actieve sociale beleid: innovatief, actiegericht en resultaatgericht. Een belangrijke manier om mensen (weer) te laten integreren is ze de mogelijkheid van vrijwilligerswerk te bieden. Voor velen is de stap naar betaald werk daarna minder groot. Daarom zullen hiervoor concrete voorstellen worden gedaan. Daarnaast is vrijwilligerswerk niet alleen een vorm van maatschappelijke participatie, vrijwilligers zijn ook onmisbaar in het verenigingsleven in Papendrecht. Omdat het voor veel verenigingen steeds moeilijker wordt om vrijwilligers te vinden, komen er concrete voorstellen om het vrijwilligerswerk te stimuleren.
8
Met betrekking tot ouderen is de prognose dat in 2010 één op de drie Papendrechters ouder is dan 55 jaar. Teruggerekend van 1999 betekent dit een stijging van ruim 30%. Ook zal er in de leeftijdscategorie 75 jaar en ouder een flinke toename te zien zijn. Daarom hebben wij de komende jaren aandacht voor de senioren in Papendrecht. In het seniorenbeleid zijn ‘zelfstandig wonen, mobiliteit, activiteiten, zorg op maat en communicatie’ kernbegrippen. 2. Minimabeleid Doel van het minimabeleid van de gemeente Papendrecht is de sociale participatie bevorderen. Daarbij heeft de gemeente structureel aandacht voor de doelgroepen (onder meer ouderen, jeugd en de mensen met een handicap). 3. Het verbeteren van fysieke/sociale (woon-)omgeving Burgers vragen niet rechtstreeks om welzijn. Ze vragen een schone en veilige buurt en willen dat hun kinderen in een prettige buurt opgroeien. Ze willen ergens deel van uitmaken en willen uitgenodigd worden om initiatieven te nemen op maatschappelijk vlak. Samen met het gemeentelijke standpunt dat maatschappelijke participatie gestimuleerd moet worden, waarbij het versterken van het verantwoordelijkheidsgevoel van de inwoners een belangrijk uitgangspunt is, heeft dit geleid tot de volgende thema’s van welzijnsbeleid voor de komende jaren: scholing en educatie (vroeg beginnen), vrije tijd (tijd voor elkaar) en zorg en dienstverlening (minder zorg door welzijn). Daarnaast hebben we oog voor de thema’s veiligheid en leefbaarheid (sociale kwaliteit versterken) en samenleven in diversiteit (rijker met culturen en generaties). Door middel van wijkgericht werken willen wij de fysieke en sociale (woon)omgeving verbeteren. Dat doen wij natuurlijk niet alleen. Het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners zal dan ook veel aandacht krijgen in het wijkgericht werken. 4. Investeren in preventieve en curatieve zorg De gemeente streeft naar het voorkomen van schade aan de gezondheid. Gemeentelijk beleid is op dit beleidsterrein dan ook het bevorderen van gezond gedrag, met name bij specifieke doelgroepen jeugd en senioren. Een belangrijke taak binnen de gezondheidszorg waar de gemeente haar regierol kan vervullen is de eerstelijns curatieve zorg. Daarom zijn wij bereid tot het aannemen van een actievere bemiddelende rol bij de vestiging van medische beroepsgroepen, wanneer er knelpunten ontstaan in het aanbod van medische zorg.
Wat gaat het College daarvoor doen? Accenten 2005 1. Zorgdragen voor een hoge maatschappelijke participatiegraad (sociale activering): · Het jaarlijks aanbieden van inburgeringcursussen voor nieuwkomers en oudkomers; · Streven naar maatwerk en deskundigheidsbevordering bij vrijwilligers; · Het aanbieden van maatschappelijke stages binnen het voortgezet onderwijs; · Vrijwilligersorganisaties ondersteunen via informatie en advies (steunpunt vrijwilligerswerk); · Voorbereiding implementatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning. 2. Zorgdragen voor minimabeleid: · Het gericht bestrijden van armoede; · Het selectief aanbieden van trajecten schuldhulpverlening en cursussen budgetbeheer (‘Omgaan met geld’); · Structureel aandacht hebben voor de doelgroepen minderheden (bijv. ouderen, jeugd en de mensen met een handicap); · De voorlichting over het minimabeleid op doelgroepen afstemmen; · Het tijdelijk compenseren van de armoedeval op basis van individualisering. 9
3. Verbeteren van fysieke/sociale (woon-)omgeving: · Het invoeren van wijkgericht werken in alle wijken; · Het innemen van een bemiddelende rol, indien knelpunten bij de vestiging van medische diensten geconstateerd worden; · Het uitwerken van een visie gericht op de afstemming wonen, zorg en welzijn, tezamen met Stolpehoven, de Stichting Welzijn Ouderen Papendrecht en Westwaard Wonen. 4. Investeren in preventieve en curatieve zorg: · Het implementeren van het lokaal gezondheidsbeleid; · Voorlichting organiseren gericht op BRAVO (bewegen, roken, alcohol voeding en ontspanning); · Beleid maken over gedragsbeïnvloeding in relatie tot de nuloptie van coffeeshops; · Actievere bemiddelende rol bij de vestiging van medische beroepsgroepen, wanneer er knelpunten ontstaan in het aanbod van medische zorg.
Ombuigingen Ombuigingen
2005
Ouderenvisie, flankerend ouderen beleid Sociale zekerheidswetgeving Uitvoering WVG Begraafplaats Totaal
17.000 9.000 25.000 20.000 51.000
2006 17.000 9.000 50.000 20.000 76.000
2007 17.000 9.000 50.000 30.000 76.000
2008 17.000 9.000 50.000 40.000 76.000
Ouderenvisie, flankerend ouderen beleid Het budget vervalt als gevolg van eerdere besluitvorming. Structureel vanaf 2005. Sociale zekerheidswetgeving Wij kiezen ervoor niet te bezuinigen op uitgaven in het kader van de sociale zekerheidswetgeving. Niettemin zien wij een bezuiniging. Fraudevorderingen waren gebonden aan een maximale aflossingstermijn. Met de komst van de WWB is dit de beleidsvrijheid van gemeenten geworden en komen de ontvangsten ook geheel ten gunste van de gemeente. Wij kiezen er voor fraudevorderingen geheel, dat wil zeggen voor 100% terug te vorderen, wat naar verwachting € 9.000 extra per jaar oplevert. Structureel vanaf 2005. Uitvoering WVG Voor de WVG geldt, dat op het terrein van woonvoorzieningen en ten aanzien van gehanteerde inkomensnormen bezuinigen zijn te realiseren. Woonvoorzieningen zullen wij kritisch beoordelen op prijs-, kwaliteitsniveau en inkomensnormen. Op grond van het onderzoek worden nieuwe toekenningsnormen bepaald, waarbij wij ernaar streven dit niet ten koste te laten gaan van het voorzieningenniveau. Structureel vanaf 2005. Begraafplaats Het onderhoudsniveau op de begraafplaats is anders (heeft een verzorgder uitstraling) dan in het openbaar groen. Om het onderhoudsniveau te handhaven en kostendekkendheid als uitgangspunt te nemen, zullen de tarieven verhoogd moeten worden naar een kostendekkend niveau. Structureel vanaf 2005 (oplopend). 10
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren Indicatoren bijstandsverlening en minimabeleid: · Percentage gegronde en gedeeltelijk gegronde bezwaarschriften op beslissingen per jaar. · Verhouding instrumenten WWB/uitstroom WWB. Uit deze indicator blijkt in hoeverre de gemeente erin slaagt om bijstandsgerechtigden te activeren en door middel van maatwerk structureel uit te laten stromen naar werk. · Percentage bijstandsgerechtigden in Papendrecht. · Het houden van een enquête onder de doelgroep minima. · Aantal toekenningen bijzondere bijstand (gesplitst in verstrekkingen ‘om niet’ en leenbijstand) · Aanmeldingen schuldhulpverlening · Aantal aanvragen bijdrageregeling schoolgaande kinderen en activiteitenbijdrageregeling. Indicatoren inkomensvoorziening: · Percentage gegronde en gedeeltelijk gegronde bezwaarschriften op beslissingen. · Percentagepersonen dat gebruikt maakt van de IOAW en IOAZ. Indicatoren Inburgering nieuwkomers/oudkomers. · Omvang van de wachtlijst en wachttijd in weken voor deelname aan een inburgeringscursus op peildatum. Door de omvang van de wachtlijst en de wachttijd wordt de dynamiek van de wachtlijst inzichtelijk. · Aantal inburgeraars dat op peildatum de inburgeringcursus volgt. · Aantal (percentage) inburgeraars dat de inburgeringcursus met een diploma afrondt.
Wat mag het kosten? Sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid Voorjaarsnota Begroting 2004 Saldo lasten Saldo baten Saldo programma (- is nadelig)
2005
Meerjarenbegroting 2006
2007
2008
13.241.000 12.911.000 12.730.000 12.730.000 12.716.000 7.830.000
8.011.000
7.987.000
7.851.000
7.861.000
-5.411.000 -4.900.000 -4.743.000 -4.879.000 -4.855.000
Nieuw beleid Geen
11
12
Programma 2:
Onderwijs en jeugd
Hoofdkenmerken Goed onderwijs is de sleutel tot maatschappelijk succes. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de inhoud; zij stelt de kerndoelen en controleert de resultaten via de inspectie. Jeugdbeleid strekt zich over vele terreinen uit. De jeugd moet op een veilige en verantwoorde manier kunnen opgroeien. Er wordt gestreefd naar een integraal beleid, waarbij de afspraken uit het Bestuurlijke Akkoord Nieuwe Stijl (BANS) van toepassing zijn. Op lokaal niveau heeft de gemeente een aantal belangrijke taken ten aanzien van het onderwijs: · Het zorgdragen voor een goede huisvesting; · Aandacht schenken aan kinderen met (onderwijs-) achterstanden en de daarbij horende schoolbegeleiding; · Het aanbieden van leerlingenvervoer; · Het handhaven van de leerplicht; · Het voorzien in een veilige leefomgeving voor de jeugd; · Het opzetten van projecten die bijdragen aan preventie; · Het aanbieden van activiteiten en voorzieningen voor de jeugd.
Visie De gemeente streeft naar een complete schoolvoorziening (groep 1 t/m 8) in alle wijken. Uitgangspunt in het onderwijsbeleid is het creëren van een situatie met gelijke kansen voor zowel jongeren als volwassenen. In de toekomst zal het schoolbestuur meer op afstand geplaatst worden waarbij de directies de rol van integraal manager krijgen. De schoolgrootte dient hanteerbaar te zijn en te blijven. Om de aansluiting van school naar opvang te bevorderen is een goed en breed aanbod van opvangmogelijkheden belangrijk. De gemeente Papendrecht moet voor jongeren een aantrekkelijke gemeente zijn met voldoende aansprekende voorzieningen en activiteiten. Bestuurlijk kader: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Welzijnsvisie (2001) Beleidsplan Gemeentelijk Onderwijs Achterstandbeleid (2002-2006) Schooluitval en leerplichtbeleid (2000) Beleidsnota Jeugd (2003) Wet Kinderopvang (2004) Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (2003) Visie peuterspeelzaalwerk (2005) Beleidsnota speelruimte (2003) Verordening Leerlingenvervoer (2003) Nota Voor- en Vroegschoolse Educatie in Papendrecht (2001) Beleidsnota wijkgericht werken in Papendrecht (2004) Algemene subsidieverordening (2003)
Toelichting bestuurlijk kader 1. Welzijnsvisie (2001) In de Welzijnsvisie is het kader neergelegd voor het toekomstig welzijns- en subsidiebeleid. Kernwoorden uit de welzijnsvisie zijn participatie en preventie.
13
2. Beleidsplan Gemeentelijk Onderwijs Achterstandbeleid (2002-2006) Elke vier jaar formuleert de gemeente de doelstellingen van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. 3. Schooluitval en leerplichtbeleid (2000) In deze nota staan de maatregelen genoemd die de gemeente inzet om schooluitval tegen te gaan en om de leerplicht te handhaven. 4. Beleidsnota jeugd ( 2003) In deze nota wordt stilgestaan bij de vele beleidsterreinen waar jeugd mee te maken heeft. De aandachtspunten voor het jeugdbeleid voor de komende jaren zijn in de nota verwerkt. Preventie en het bieden van voorzieningen voor de jeugd hebben bijzondere aandacht. 5. Wet Kinderopvang (2004) In deze nota is de stand van zaken weergegeven binnen de sector kinderopvang (landelijk en lokaal). 6. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (2002) Hierin staan de hoofdlijnen van het gemeentelijk onderwijs huisvestingsbeleid voor een periode van 10 jaar. In het IHP wordt in overleg met de schoolbesturen en directies vastgesteld welke ruimtelijke behoefte er is voor de scholen. Aan de hand hiervan wordt een efficiënte verdeling van lokalen over de scholen geregeld en wordt bepaald waar er op korte en middellange termijn behoefte is aan aanpassing van het schoolvolume. 7. Visie peuterspeelzaalwerk (2005) In de visie staat hoe de gemeente in de toekomst met het peuterspeelzaalwerk omgaat. Er worden keuzes gemaakt over het soort voorziening (algemeen toegankelijk of voor doelgroepen) en er wordt vastgelegd of er van een verdere professionalisering sprake moet zijn. 8. Beleidsnota speelruimtes ( 2003) In de beleidsnota speelruimtes is de visie op het speelruimtebeleid neergelegd. Daarnaast worden de uitgangspunten geformuleerd die gehanteerd worden bij de concrete uitwerking van het speelruimtebeleid. 9. Verordening Leerlingenvervoer (2003) In deze Verordening staan de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om voor leerlingenvervoer in aanmerking te komen. Daarnaast is opgenomen op welke soorten vervoer of vergoedingen er rechten kunnen bestaan. 10. Nota Voor- en Vroegschoolse Educatie in Papendrecht (2001) In deze nota staat op welke manier de gelden die de gemeente in het kader van de regeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ontvangt worden ingezet. 11. Beleidsnota wijkgericht werken in Papendrecht (2004) De beleidsnota wijkgericht werken in Papendrecht heeft het invoeren van wijkgericht werken in alle wijken van de gemeente Papendrecht als doel. Het wijkgericht werken wordt gedefinieerd als een manier van werken waarbij een gezamenlijke aanpak van wensen en problemen in de wijken van Papendrecht voorop staat. Doelstelling van het wijkgericht werken is de leefbaarheid en veiligheid in de wijken te verbeteren en het verantwoordelijkheidsgevoel van bewoners voor hun eigen woonomgeving te vergroten. 12. Algemene subsidieverordening De algemene subsidieverordening biedt de kaders bij het verstrekken van subsidie
14
Trends & knelpunten ·
· · ·
Vanaf 2006 (januari) wordt bij rijksbesluit de Lumpsum financiering in het (basis)onderwijs ingevoerd. Hierdoor krijgen de schoolbesturen als het ware een geldbedrag om de onderwijsplannen uit te voeren. Daarmee krijgen de schoolbesturen meer vrijheid (dan voorheen) om de middelen over personeel, gebouwen en leermiddelen te verdelen. De risico’s op personeelsgebied kunnen hierdoor echter wel toenemen. Om deze beter het hoofd te kunnen bieden wordt (vooral door kleinere schoolbesturen) naar samenwerking gezocht. Uit onderzoeken is gebleken dat de jeugd steeds ongezonder gaat leven (minder bewegen, een slecht voedingspatroon, roken en gebruik van alcohol en drugs). De huisvesting van jongeren door het geringe aanbod. Toenemende jeugdwerkloosheid.
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? Doel is dat inwoners (wederom) zelfstandig (gaan) functioneren en participeren in de Papendrechtse samenleving. De volgende pijlers worden onderscheiden: Zorg en dienstverlening, onderwijs en educatie en vrije tijd. De nadruk wordt gelegd op de preventieve rol van de gemeente. Een hoog kwalitatief, dekkend aanbod van voorzieningen is daarbij een voorwaarde Op het terrein van “zorg en dienstverlening” wordt voor de jeugd gestreefd naar een kwalitatief hoog dekkend aanbod van voorzieningen met het doel de jongeren zelfstandig te laten functioneren en participeren. Op het terrein van “scholing en educatie” wordt gestreefd naar een dekkend aanbod van onderwijs en educatie met het motto een leven lang leren. Scholing en educatie hebben een taak in het voorkomen van sociale uitsluiting en in het bevorderen van integratie. Op het terrein van “vrije tijd” wordt gestreefd naar het inzetten en/of creëren van voorzieningen op het gebied van cultuur, recreatie, sport en horeca die voor jongeren aantrekkelijk zijn. Deze voorzieningen hebben een preventieve taak om sociale uitsluiting te voorkomen. 1. Terugdringen van spijbelen en voortijdig schoolverlaten Om een goede startpositie op de arbeidsmarkt te verwerven is het halen van een diploma een belangrijke voorwaarde. Vandaar dat veel belang wordt gehecht aan een succesvolle afronding van de school. Ook het terugdringen van spijbelen en het voortijdig schoolverlaten blijft hierin onze aandacht houden. 2. Vergroten autonomie openbaar onderwijs Met betrekking tot het openbaar onderwijs blijft de overheid de uiteindelijke verantwoordelijkheid dragen. Het gemeentebestuur vervult thans een dubbelrol als bevoegd gezag van openbare scholen en als hoedster van het algemeen belang, verantwoordelijk voor het gehele onderwijs. Daarom willen wij de autonomie van het openbaar onderwijs ten opzichte van het gemeentebestuur vergroten. 3. Aanbieden van goede, brede opvangmogelijkheden Om de aansluiting van opvang naar school te bevorderen is een goed en breed aanbod van opvangmogelijkheden belangrijk. Het gaat hierbij om peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en buitenschoolse opvang. 4. Vermindering van achterstanden bij kinderen en volwassenen Mensen die behoren tot een minderheidsgroep halen hun achterstanden (te) langzaam in. Het werkloosheidspercentage van deze doelgroep is nog steeds substantieel hoger dan het gemiddelde werkloosheidspercentage van Papendrecht. Het is daarom goed hier extra aandacht aan te schenken Een deel van de kinderen van oud- en nieuwkomers en van de autochtone kinderen heeft vaak een achterstand op het moment van het betreden van de basisschool. Er zal dan ook geïnvesteerd moeten worden in het wegnemen van (taal)achterstanden bij deze kinderen. 15
5. Het aanbieden van een divers onderwijsaanbod In regionaal verband blijven wij ons inzetten voor het aanbieden van beroepsopleidingen in de regio (MBO en HBO). 6. Bevorderen van jeugdactiviteiten en voorzieningen Kinderen moeten -zowel thuis als in de buurt- veilig kunnen spelen, goed onderwijs kunnen krijgen gezond kunnen opgroeien, kunnen sporten en er moet goede kinderopvang zijn als hun ouders of verzorgers aan het werk zijn of scholingstrajecten volgen.
Wat gaat het College daarvoor doen? Accenten 2005 1. Terugdringen van spijbelen en voortijdig schoolverlaten · Tijdige melding aan het regionaal bureau leerplicht+. 2. Autonomie openbaar onderwijs vergroten · Na het definitief besluit de implementatie ervan zowel in- als extern regelen. 3. Aanbieden van goede, brede opvangmogelijkheden · Door een beleidsombuiging alleen nog doelgroepen subsidiëren. Wel zorgdragen voor een goede spreiding van voorzieningen over de gemeente; · Kwaliteitscriteria ontwikkelen voor opvangvoorzieningen. 4.
Vermindering van achterstanden bij kinderen van nieuwkomers en oudkomers · Uitvoeren van het beleidsplan gemeentelijk onderwijs achterstandenbeleid (2002-2006); · Verminderen achterstanden kinderen door het invoeren van VVE op peuterspeelzalen en kinderopvang da Vinci College en de Anne Frankschool; · In het kader van leerplichtbeleid stimuleren dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie halen; · Ter ondersteuning van de schoolloopbaan wordt de doorlopende leerlijn gewaarborgd via invoering van overdrachtsformulieren tussen de verschillende vormen van onderwijs.
5. Bevorderen van jeugdactiviteiten en voorzieningen · Uitvoeren van de kadernota speelruimtebeleid; · Uitvoeren van de kadernota Jeugdbeleid; · Vaststellen van de visie peuterspeelzaalwerk.
Ombuigingen Ombuigingen
2005
Leerlingenvervoer Overig vervoer, 2 kilometer zone Reinigingsrechten Voortgezet onderwijs Afbouwen subsidie Volksuniversiteit Afschaffen subsidies jeugdsport Halvering bijdrage voor Powerpark Stimulering leisureactiviteiten gehandicapten Peuterspeelzalen Panden kinderdagverblijven Interval
30.000 15.300
18.200 6.500 10.000
Totaal
16
80.000
2006
2007
2008
29.700 18.000 34.000 14.100 18.200 6.500 10.000 50.000 29.000 27.500 237.000
29.700 18.000 34.000 14.100 18.200 6.500 10.000 50.000 58.000 27.500 266.000
29.700 18.000 34.000 14.100 18.200 6.500 10.000 50.000 58.000 27.500 266.000
Leerlingenvervoer De huidige grens wordt verhoogd. Dus de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer, zal pas ingaan bij een afstand langer dan 6 km. Het vergoedingssysteem wordt veranderd, zodat zelfstandig vervoer een aantrekkelijke optie wordt. Structureel vanaf 2005. Overig vervoer, 2 kilometer zone Toepassen van de 2-km zone wordt, ingaande schooljaar 2004/2005, stringenter toegepast. Structureel vanaf 2005. Reinigingsrechten Voortgezet onderwijs In de huidige situatie wordt via interne doorboeking de afvalverwerking aan het voortgezet onderwijs doorbelast. Wij stellen voor om de totale reinigingsrechten bij het voortgezet onderwijs in rekening te brengen. Structureel vanaf 2006. Afbouwen subsidie Volksuniversiteit Het algemene uitgangspunt is kostendekkendheid na te streven. Halveren van de subsidie aan de Volksuniversiteit beschouwen wij als een ingrijpende maatregel. De gemeentelijke middelen moeten echter gemeentelijke beleidsdoelen dienen Structureel vanaf 2006. Afschaffen subsidies jeugdsport Jaarlijks wordt aan de plaatselijke sportverenigingen per jeugdlid een subsidiebedrag toegekend. Wij menen, dat deze middelen efficiënter ingezet kunnen worden om de beoogde doelstellingen op het terrein van sport te verwezenlijken. Wij stellen dan ook voor deze wijze van subsidiëren te beëindigen en 50% van het bedrag in te zetten voor andere sportdoeleinden, zoals een sportmenu, confom het kunstmenu. Structureel vanaf 2005. Halvering bijdrage voor Powerpark Wij gaan de maximale bijdrage voor Powerpark terugbrengen tot € 6.500 (50% van het huidige budget) De organisatie zal in eerste instantie het huidige ambitieniveau moeten handhaven en de mogelijkheden van sponsoring dienen te onderzoeken. Structureel vanaf 2005. Stimulering leisure activiteiten voor gehandicapten Wij gaan de bijdrage voor regionale gehandicaptensport aan SGD te Dordrecht met ingang van het tweede halfjaar 2005 beëindigen. Structureel vanaf 2005. Peuterspeelzalen Wij gaan voor de peuterspeelzalen een beleidsombuiging realiseren door alleen bepaalde doelgroepen te subsidiëren in plaats van voor alle peuters een bijdrage te verstrekken. Structureel vanaf 2006.
17
Panden kinderdagverblijven De exploitatiebijdrage vervalt per 1-1-2005 op grond van een nieuwe regeling. Voor de 5 panden is er een exploitatietekort van € 50.000. Vanaf 2007 willen wij voor alle panden kostendekkendheid realiseren. Structureel vanaf 2006, oplopend. Interval Wij willen Interval in een nieuw op te richten Stichting onderbrengen en op basis van het huidige budget maximaal 50% als activiteitenbudget beschikbaarstellen. Structureel vanaf 2006.
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren Indicatoren basisonderwijs · Percentage voortijdig schoolverlater in een (school)jaar. · Omvang wachtlijst in weken voor het speciaal basisonderwijs en gemiddelde wachttijd voor speciaal basisonderwijs (peildatum 1 oktober). Indicatoren onderwijsachterstandenbestrijding: · Gemiddelde score op laatste inspectieonderzoek onderwijsachterstandenbeleid. Indicatoren kinderopvang · Aantal plaatsen voor kinderopvang per 1000 inwoners/per X kinderen.
Wat mag het kosten? Onderwijs en jeugd Voorjaarsnota Begroting 2004
2005
Meerjarenbegroting 2006
2007
2008
Saldo lasten
9.973.000 10.247.000 10.360.000 10.529.000 10.523.000
Saldo baten
6.214.000
Saldo programma (- is nadelig)
6.557.000
6.459.000
6.440.000
6.440.000
-3.759.000 -3.690.000 -3.901.000 -4.089.000 -4.083.000
Nieuw beleid Speelruimtebeleid Aanpassing infrastructuur basisscholen Wilgendonk
13.000-
13.000-
13.000-
13.000-
13.000-
13.000-
13.000-
75.00088.000-
18
Programma 3:
Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu
Hoofdkenmerken De gemeente streeft naar een integraal ruimtelijk beleid dat wordt vormgegeven in een op te stellen structuurvisie. Om een plezierig woonklimaat te bevorderen, moet een blijvend breed en divers woningaanbod worden gecreëerd met bijzondere aandacht voor ruimtelijke- en milieukwaliteit. Het ontwikkelen van een hoogwaardig centrum is een speerpunt in het verbeteren van de voorzieningen in Papendrecht.
Visie De gemeente streeft naar een plezierig woonklimaat voor iedereen en naar een duidelijke groene uitstraling. Hierbij past een herkenbaar aanbod van park- en/of natuurvoorzieningen in Papendrecht. Ook zal er aandacht zijn voor de kwaliteit van de ruimte, waarbij intensief en meervoudig grondgebruik tot de mogelijkheden kan behoren en waar doorlopend aandacht is voor vermindering van belasting voor ons milieu. Bestuurlijk kader: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Revitaliseringprogramma Oosteind (2002) Woonvisie Drechtsteden (2004) Beleidsplan Wonen Papendrecht 2003 PALT (Prestatie Afspraken Lange Termijn) (2003) Beeldkwaliteitsplan Centrum (2004) Bestemmingsplannen (vigerend) Bestemmingsplan centrum (2003) Raamovereenkomst herontwikkeling Centumgebied (juli 2001) Deelplanovereenkomst Winkelcentrum De Meent (2001) Wet voorkeursrecht gemeenten Onteigeningsplan (Centrum) Landschapsplan “De Tiendzone Uitgewerkt” (2003) Welstandsnota (2004) Bouwverordening (2004) Milieu Uitvoeringsprogramma, MUP Milieumonitor (Regionaal)
Toelichting bestuurlijk kader 1. Revitaliseringprogramma Oosteind (2002) In het revitaliseringsprogramma Oosteind is aan de hand van een viertal thema’s (bereikbaarheid, zorgvuldig ruimtegebruik, optimaal gebruik van de havens en bedrijventerreinmanagement) een groot aantal projecten geformuleerd. Met de bedrijven, verenigd in de Belangenvereniging Oosteind (BVO) is hiervoor een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Voor de uitvoering van de revitalisering zal mogelijk een contract worden gesloten met ROM-D. De aanbesteding van de werkzaamheden voor de dijkverzwaring ter plaatse van de Ketelweg, gepland in december 2004, markeert tevens voor 2005 de aanvang van de, in het revitaliseringsprogramma opgenomen, herprofilering van de Ketelweg en de aanleg van de rotonde Ketelweg/Rietgorsweg. 2. Woonvisie Drechtsteden (2004) Het doel van de “Woonvisie Drechtsteden” is om de regionaal geldende rapporten, afspraken enz. te bundelen waarna dit document als regionaal kader fungeert op het gebied van de volkshuisvesting.
19
3. Beleidsplan Wonen Papendrecht 2003 Het “Beleidsplan Wonen Papendrecht 2003” fungeert op lokaal niveau als volkshuisvestingskader, dat de basis vormt voor het uitwerken van onderwerpen op het gebied van volkshuisvesting. 4. PALT (Prestatie Afspraken Lange Termijn) (2003) "Prestatieafspraken Lange Termijn Drechtsteden" (PALT) is een overeenkomst tussen de gemeenten in de Drechtsteden en de regionale woningcorporaties waarmee wordt beoogd een regionaal kader te bieden voor een omvangrijke opgave ten aanzien van het aanpassen van de woningvoorraad in de Drechtsteden. 5. Beeldkwaliteitsplan Centrum (2004) Het beeldkwaliteitsplan Centrum vormt in combinatie met de welstandsnota 2004 het welstandskader voor het Centrumgebied. 6. Bestemmingsplannen (vigerend) De bestemmingsplannen vormen een belangrijk planologisch-juridisch kader voor de inrichting en ontwikkeling van de gemeente. 7. Bestemmingsplan centrum (2003) Het bestemmingsplan centrum vormt de planologisch-juridische basis voor de uitvoering van de ingrijpende reconstructie van het centrumgebied. Het vormt de basis voor een toekomstgericht beheer van het gebied. 8. Raamovereenkomst herontwikkeling Centumgebied (juli 2001) Met deze raamovereenkomst hebben deze partijen zich geconformeerd aan het Masterplan Centrum 2000+, voor de ontwikkeling van het centrumgebied. Per deelgebied wordt het Masterplan met name in financiële zin nader uitgewerkt. Per deelgebied wordt vervolgens een deelplanovereenkomst gesloten met de bij de ontwikkeling van het betreffende deelgebied betrokken partijen. 9. Deelplanovereenkomst Winkelcentrum De Meent (2001) Het doel van deze overeenkomst is de ontwikkeling en realisering door van der Vorm Vastgoed B.V. van het bouwprogramma voor dit deelgebied door middel van sloop van in het gebied aanwezige winkels, kantoren en woningen en de nieuwbouw van een gebouw voor winkels, woningen en overige functies (conform het Masterplan Centrum 2000+). 10. Wet voorkeursrecht gemeenten (2003) Wet voorkeursrecht gemeenten is op grond van artikel 2 van die wet definitief gevestigd op het gebied dat globaal ligt tussen enerzijds de P.C. Hooftlaan en Pontonniersweg/Beatrixstraat en anderzijds door de Markt/Schooldwarsstraat en de Muilwijckstraat zuidzijde Weteringsingel/Badhuisstraat. 11. Onteigeningsplan (Centrum) Het onteigeningsplan geldt voor een aantal aangewezen percelen/perceelsgedeelten. 12. Landschapsplan “De Tiendzone Uitgewerkt” (2003) Het Landschapsplan vormt het beleidskader voor de ruimtelijke inrichting van de Tiendzone in de Oostpolder. Het Landschapsplan vormt ook een belangrijke basis voor twee op te stellen bestemmingsplannen voor dit gebied. 13. Welstandsnota (2004) In de nieuwe Woningwet is benadrukt dat de gemeente verantwoordelijk is voor het welstandsbeleid en dat de welstandscommissie dient te worden aangestuurd door de gemeente. Daarnaast geeft de Wet ook enkele kaders waarbinnen het welstandstoezicht plaatsvindt. Eén van die kaders is de verplichting tot het opstellen van en welstandsnota. 20
14. Bouwverordening (2004) OP grond van de Woningwet beschikt de gemeente over een bouwverordening. In die verordening zijn onder meer voorschriften opgenomen ten aanzien van het gebruik van gebouwen en terreinen, alsmede sloop- en brandpreventie bepalingen. 15. Milieu Uitvoeringsprogramma, MUP De Wet milieubeheer bepaalt dat de gemeente jaarlijks een milieuprogramma moet vaststellen. Het programma bevat tenminste een overzicht van de activiteiten die de gemeente als gevolg van wettelijke voorschriften moet uitvoeren. In het programma zijn ook de kosten van deze activiteiten opgenomen. Door de samenwerking op milieugebied in de Regio Zuid-Holland Zuid (via de Milieudienst Zuid-Holland Zuid) is het milieuprogramma afgestemd in de regio. 16. Milieumonitor (Regionaal) Jaarlijks wordt in regionaal verband getoetst of milieudoelstellingen op diverse terreinen gehaald zijn.
Trends & knelpunten ·
·
·
· · ·
Bij het verlenen van milieuvergunningen wordt de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven steeds belangrijker. In de milieuvergunning kan dit tot uitdrukking komen in een vergunning op hoofdzaken, waarbij doelvoorschriften in plaats van middelvoorschriften worden opgenomen. Dit is een gevolg van de doorwerking van het landelijke milieubeleid. Handhaving is een kerntaak binnen het lokale milieubeleid, maar werd vaak als sluitstuk beschouwd. Met name ten aanzien van controle en toezicht is er dan ook een achterstand ontstaan die dient te worden weggewerkt. Bekeken wordt of bij bedrijven die “goed gedrag” vertonen de controlefrequentie kan worden verlaagd. In de provincie Zuid-Holland zijn afspraken gemaakt in het kader van het project DECOR: Duurzaam Economisch Ruimtegebruik. Dit betekent onder andere het duurzaam herstructureren/revitaliseren van bedrijventerreinen. Belangrijk punt hierbij is het duurzaam beheren van bedrijventerreinen in de vorm van bedrijventerreinmanagement. Het in beeld hebben van de bodem in 2005 biedt de mogelijkheid om adequater te reageren op bodemverontreinigingen waardoor stagnatie in ontwikkelingen kan worden voorkomen. De wet- en regelgeving met betrekking tot archeologie, flora en fauna enz. bewaakt enerzijds de kwaliteit van milieu en leefomgeving, maar werkt anderzijds vertragend op procedures voor de ontwikkeling van bouwplannen. Door een toename van de gemiddelde hoeveelheid neerslag neemt de noodzaak tot het vergroten van waterberging toe.
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? De hoofddoelstellingen van het gemeentelijk beleid luiden als volgt: Op gebied van milieu: · Een effectieve en goede inzameling van het afval; · Een duurzame en leefbare woonomgeving. Op gebied van de openbare ruimte: · Het in standhouden en versterken van het groen in en om Papendrecht; · Het creëren van leefbare wijken en buurten. Op het gebied van volkshuisvesting: · Realiseren van een voldoende evenwicht in het woningbestand; · Realiseren van een adequaat ruimtelijk instrumentarium.
21
1. Integraal ruimtelijk beleid Er moet een eenduidige visie komen waarin aandacht wordt geschonken aan: · actuele ontwikkelingen; · wensen en thema’s met betrekking tot wonen, werken, sport, recreatie en cultuur; · visie 2015; · welke locaties de gemeente wil ontwikkelen en welke niet bebouwd mogen worden; · de welzijnsvisie; · de aard van het grondbeleid en de financiële gevolgen. Dit gaat met name gestalte krijgen in de structuurvisie die onder meer de basis wordt voor de op te stellen en uit te werken bestemmingsplannen. 2. Breed, divers woningaanbod en een plezierige woonomgeving We willen bewoners van de wijk, zowel bij het plannen maken als bij de uitvoering van de plannen, nadrukkelijk betrekken. Nieuwe wetgeving op het gebied van welstand (uit te werken in een welstandsbeleid) kunnen extra garanties geven voor behoud van de eigen identiteit van de historische woonomgeving en de woonomgeving als geheel. Aan alle categorieën van woningen en van woningzoekenden zal aandacht worden besteed. De vraag naar typen woningen is uiteraard van groot belang, maar er zal ook extra aandacht worden besteed aan de positie van starters, naar de vraag van goedkope (ééngezins)huurwoningen en naar de vraag van woningen in het duurdere segment. Gezien de landelijke vraag naar ‘dun-duur wonen’ willen we bekijken of ook in Papendrecht deze vorm van wonen mogelijk is. Versterking van recreatie, alsmede vermindering van de druk op het te bebouwen groen binnen de bebouwde kom willen we hieraan gekoppeld zien. Met betrekking tot de woonomgeving blijven we ons inzetten voor een schoon en een net straatbeeld. 3. Een hoogwaardig centrum Ons centrum staat aan de vooravond van een belangrijke kwaliteitsimpuls. Het moet zich ontwikkelen tot de “huiskamer” van onze gemeente: een bruisend hart waar ruimte is voor winkelen, cultuur, dienstverlening en ontspanning in de openbare ruimte. Kortom, het moet een veelzijdige ontmoetingsplaats voor alle inwoners van Papendrecht worden, waar een gezellige levendigheid is en waar voor jong en oud genoeg te doen is. 4. Intensief en meervoudig grondgebruik Wij blijven aandacht schenken aan intensief en meervoudig grondgebruik om zowel de beperkte groene open ruimte te sparen als de kwaliteit van de woonomgeving te vergroten. Bij het proces van herstructurering zal een zorgvuldige afweging gemaakt moeten worden tussen de belangen van individuele bewoners en het algemeen belang. Bijzondere plekken, zoals het historisch dijklint, vragen een specifieke benadering in het ruimtelijke beleid. Dit geldt tevens voor de inrichting van het landelijk gebied aan de randen van het stedelijke gebied. 5. Veilige en gezonde leefomgeving Een veilige en gezonde leefomgeving vraag om controle en handhaving van de milieuwetgeving. De milieudienst Zuid-Holland Zuid heeft een belangrijke rol bij de handhaving op milieugebied. In samenwerking met de brandweer en milieudienst zal ook gekeken moeten worden naar de risico’s die relevant zijn voor onze gemeente. Uitgangspunt hierbij is dat deze risico’s (uiteindelijk) tot een minimum/aanvaardbaar niveau gebracht zullen moeten worden. Naast veiligheid zullen ook geluidsaspecten, bodem- en luchtkwaliteit de nodige aandacht krijgen. De inbedding van deze aspecten zal met name plaats vinden in bestemmingsplannen en structuurvisie.
22
6. Veilige gebouwen Waar regels zijn, worden regels overtreden. Op het gebied van volkshuisvesting komt dit regelmatig voor. Een aantal gebeurtenissen in het land heeft duidelijk gemaakt dat handhaving van regelgeving extra aandacht verdient. Op lokaal niveau zullen wij dit verder uitwerken. De rapportage van het Ministerie van VROM is uitgangspunt voor wat betreft de verdere uitwerking van handhaving van de bouwregelgeving. Ook willen we “wildgroei” van bouwwerken die gebouwd zijn zonder vergunning terugdringen. 7. Bevorderen duurzame energie en energiebesparing De ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen, duurzame energie en de differentiatie van tarieven worden alert gevolgd. 8. Stimuleren milieubewustzijn met betrekking tot afval Voor een goed en schoon leefmilieu is het op een verantwoorde manier met afval en afvalstromen omgaan van groot belang. Afvalscheiding wordt bevorderd, onder meer door het uitbreiden van (ondergrondse) milieuparken en het verbeteren van de inrichting van het afvalbrengstation. Een voor de toekomst gefaciliteerde reinigingsdienst is daarbij eveneens van belang.
Wat gaat het College daarvoor doen? Accenten 2005 1. Integraal ruimtelijk beleid · Opstellen van een ruimtelijke structuurvisie; · Actualiseren bestemmingsplannen en (digitaal) toegankelijk maken; · Beperken van nieuwbouw in groene gebieden; · Uitwerken van de dijkvisie voor Papendrecht, waarbij het versterken en herstellen van het historisch dijklint aandacht krijgt; · Actuele grondexploitaties; · Bijzondere aandacht voor woon- en leefomgevingsaspecten bij de ontwikkeling van nieuwe bouwplannen; · Opstellen van een Stedelijk Waterplan; · Opstellen van een nota grondbeleid; · Ontwikkeling Van der Palmpad; · Opstellen van een kadernota Archeologisch Bodembeleid. 2. Breed, divers woningaanbod, plezierige woonomgeving · Handhaven voldoende groen in het stedelijke gebied; · Stimuleren van het verbeteren van het kwaliteitsniveau van bestaande woningen; · Verbeteren van de bestaande situatie van de woonwagencentra met als doel de centra op termijn over te dragen aan een derde (bijvoorbeeld de Woningstichting); · Het naleven en doorontwikkelen van de welzijnsvisie; · Het zorgdragen voor en een schoon en net straatbeeld; · Aandacht voor de toegankelijkheid van openbare ruimte en gebouwen voor mensen met een handicap. 3. Hoogwaardig centrum · Het ontwikkelen van een modern centrum als ontmoetingsplaats met speciale aandacht voor de openbare ruimte; · Het aanbieden van een breed en divers aanbod van winkels, voorzieningen, woningen en parkeergelegenheid. 4. Intensief en meervoudig grondgebruik · Bevorderen ondergrondse parkeervoorzieningen; · Bevorderen ontwikkeling van combinatieprojecten (functiemenging, flexibel bouwen); · Zuinig omgaan met de (openbare) ruimte. 23
5. Veilige en gezonde leefomgeving · Strikte controle handhaving milieuwetgeving; · Bevorderen samenwerking brandweer, milieudienst Zuid-Holland Zuid; · Aandacht vestigen op geluidsaspecten, bodem- en luchtkwaliteit; · Externe veiligheid (bovenliggende infrastructuur) 6. Veilige gebouwen · Inlopen van de achterstanden bouwinspecties (toezicht bouwvoorschriften); · Het optimaliseren van de samenwerking tussen de gemeente, brandweer, politie en de welstandscommissie; · Strikte controles op en handhaving van de bouwvoorschriften. 7. Bevorderen duurzame energie en energiebesparing · Het alert volgen van de ontwikkeling projecten duurzame energie, het energie- en milieubeleidsplan gemeentelijke accommodaties en duurzaam bouwen. 8. Stimuleren milieubewustzijn met betrekking tot afval · Het bevorderen van de afvalscheiding; · Het verbeteren van de inrichting van het afvalbrengstation; · Het uitbreiden van de ondergrondse milieuparken; · Het in de toekomst faciliteren van de reinigingsdienst.
Ombuigingen Ombuigingen
2005
Bedrijfsmilieuzorg Geluidhinder Planschade, verhaal en schrappen verwachte onderuitputting Bestemmingsplannen, afstemmen behoefte op capaciteit Woonwagencentra Uitgifte beheer volkstuinen Gebouwen Baggeren Onkruidbestrijding Speelvoorzieningen Totaal
20.000 1.500 2.500 50.000 10.000 10.000 114.000
2006
2007
2008
3.000 11.100 59.574 20.000 16.587 3.000 2.500 50.000 10.239 10.000 206.000
3.000 11.100 59.574 20.000 16.587 4.000 2.500 50.000 10.239 10.000 217.000
3.000 11.100 61.374 20.000 16.587 5.200 2.500 50.000 10.239 10.000 230.000
Bedrijfsmilieuzorg Als gevolg van het bezuinigen op de kosten van bedrijfsmilieuzorg zal het uitvoeren van het programma voor de interne en externe milieuzorg enigermate worden getemporiseerd. Een en ander zal inhouden dat het enkele jaren langer zal duren alvorens maatregelen om tot op meer milieuhygiënisch verantwoorde wijze werkprocedures en –processen te komen. Ook voor het stimuleren van ondernemingen buiten de gemeentelijke organisatie tot het nemen van maatregelen zal een lager budget beschikbaar zijn, waardoor gewenste effecten minder snel kunnen worden bereikt. Structureel vanaf 2006. Geluidhinder Ten aanzien van geluidhinder wordt voorgesteld een deel van het bedrag, dat beschikbaar is voor personele kosten, te bezuinigen. Het adviseren van het gemeentebestuur op het terrein van de geluidhinder krijgt steeds meer een regionaal karakter.
24
Voor voorstellen en advisering zal in toenemende mate gebruik worden gemaakt van de meer algemeen, regionale adviezen van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Deze maatregel past binnen het kader om de regierol van de gemeente te versterken. Structureel vanaf 2006. Planschade, verhaal en schrappen verwachte onderuitputting Bij planontwikkelingen zal als uitgangspunt dienen de mogelijke kosten als gevolg van planschade onder te brengen bij de betreffende planontwikkelaars. Hiervoor is wet- en regelgeving in voorbereiding. In te sluiten privaatrechtelijk overeenkomsten zal hiermee voor zoveel als mogelijk rekening worden gehouden. Bij het indienen van planschadeverzoeken zal in voorkomende gevallen wel steeds een deskundig advies dienen te worden ingewonnen. Hiervoor is jaarlijks nog een bedrag voor benodigd. Voor planschaden, welke niet bij planontwikkeling kunnen worden betrokken, zal een beroep moeten worden gedaan op het weerstandsvermogen van de gemeente. Structureel vanaf 2006. Bestemmingsplannen, afstemming behoefte op capaciteit Het budget voor het opstellen van bestemmingsplannen dient te zijn afgestemd op de door het Rijk gestelde verplichting de bestemmingsplannen om de tien jaar te actualiseren. Thans is wetgeving in voorbereiding waardoor het berekenen van bouwleges voor het verstrekken van bouwvergunningen binnen gebieden, waarvan het bestemmingsplan ouder is dan tien jaar, niet meer is toegestaan. Daarmee zullen de kosten van het bouw- en woningtoezicht geheel op de gemeentelijke begroting rusten, zonder dat daar tegenover inkomsten kunnen staan. Een dergelijke ontwikkeling wordt onwenselijk geacht. De temporisering zal vooral betrekking hebben op egalisering van pieken en dalen in de, door het College, vastgestelde planning voor de herziening van bestemmingsplannen. Dit betekent, dat het aantal bestemmingsplannen dat in een piek volgens de planning zou moeten worden herzien, niet gehaald wordt. Structureel vanaf 2005. Woonwagencentra Nu standplaatsen voor woonwagens worden aangemerkt als woonruimte, is het beheren van de woonwagencentra en het verhuren van standplaatsen een taak, welke bij een andere instantie ondergebracht zal kunnen worden. Het uitgeven van woonwagenstandplaatsen kan volledig binnen het beleidsterrein “wonen” integreren. Over de overdracht van taken wordt onder andere in regionaal verband en met de Woningstichting overlegd. Structureel vanaf 2006. Uitgifte beheer volkstuinen Voor het beheer van volkstuinen wordt een tarief ontwikkeld, dat op komende termijn kostendekkend zal zijn. Structureel vanaf 2005, oplopend. Gebouwen Het beleid met betrekking tot het gemeentelijk woningbezit is gericht op verkoop. Dit geldt in principe eveneens in voordoende situaties voor gemeentelijke gebouwen, indien deze in het kader van gemeentelijk taakuitoefening niet meer benodigd zijn. Daarentegen wordt met betrekking tot woningen, gebouwen, bedrijfspanden en –terreinen een actief aankoopbeleid gevoerd indien dit onroerende goed voor de realisering van gemeentelijke ontwikkelingen van strategisch belang is.
25
Deze onroerende goederen zullen alsdan binnen een daartoe op te zetten grondexploitatie worden ondergebracht zodat deze kosten niet op de algemene dienst drukken en kunnen verrekend met kosten en opbrengsten binnen zo’n exploitatie. Structureel vanaf 2005. Baggeren Het doorberekenen van een gedeelte van de kosten van baggerwerkzaamheden naar het rioolrecht heeft te maken met het feit dat het overstorten van het riool invloed heeft op de prijs van de te verwijderen bagger. Het overstorten levert beperkt baggerspecie op en zorgt voor een vervuilend effect op bagger hetgeen mede kostenbepalend is. Doorberekening naar rioolrecht in verband met riool overstorten is dus mogelijk. Doorberekening van ca 25% van de baggerkosten komt neer op circa € 4,00 verhoging van het rioolrecht per jaar Structureel vanaf 2005. Onkruidbestrijding Beperken van onkruidbestrijding op verharding betekent gebieden minder of niet behandelen met onkruidbestrijdingsmiddelen. Het gevolg is meer onkruid op verhardingen en een minder verzorgd beeld van de openbare ruimte. Structureel vanaf 2005. Speelvoorzieningen Minder speelvoorzieningen (toestellen en terreinen). Toestellen worden niet meer gerepareerd of vervangen maar in deze voorkomende gevallen zal het aantal verminderd worden. Structureel vanaf 2005.
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren Indicatoren ruimtelijke ordening en overige volkshuisvesting: · Aantal bestemmingsplannen dat verouderd is op de peildatum (mag niet ouder zijn dan 10 jaar). · Aantal te realiseren geplande op te leveren woningen. Indicatoren milieubeheer: · Dekkingsgraad van de milieuvergunningen op peildatum. Deze indicator geeft aan of alle bedrijven die een vergunning zouden moeten hebben die ook hebben. · Aantal klachten over bedrijven per jaar per 1000 inwoners. Indicator afvalinzameling · De hoeveelheden ingezameld afval verdeeld over diverse fracties.
26
Wat mag het kosten? Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Voorjaarsnota Begroting 2004
2005
Meerjarenbegroting 2006
2007
2008
Saldo lasten
19.005.000 49.789.000 16.099.000 15.034.000 18.014.000
Saldo baten
17.297.000 48.835.000 15.250.000 13.972.000 17.170.000
Saldo programma (- is nadelig)
-1.708.000
-954.000
-849.000 -1.062.000
-844.000
Nieuw beleid Actief bodembeheer Onderzoek flora, fauna en archeologie Structuurvisie
10.00020.00050.00080.000-
Totaal
27
20.000-
20.000-
20.000-
20.000-
20.000-
20.000-
28
Programma 4:
Veiligheid
Hoofdkenmerken De zorg voor het veiligheidsgevoel voor de inwoners van Papendrecht heeft zowel in preventieve als repressieve zin hoge prioriteit. Het gemeentelijk veiligheidsbeleid kent een vijftal schakels. Door pro-actie worden structurele oorzaken van onveiligheid weggenomen. In dit kader onderneemt de gemeente ook de nodige actie op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu. Met preventie worden directe oorzaken van onveiligheid voorkomen of de gevolgen ervan beperkt. Door middelen van preparatie zijn de hulpdiensten goed voorbereid en beschikken ze over adequaat materiaal. Repressie is het snel, adequaat en professioneel ingrijpen als het er werkelijk op aan komt. Nadat de acute hulpverlening achter de rug is, staan opvang en nazorg centraal. Kortom in dit programma gaat het om de veiligheid en bescherming van mensen, dieren, goederen en het milieu in situaties van brand, ongevallen, rampen en andere buitengewone omstandigheden.
Visie De gemeente streeft naar een situatie waar, in samenspraak met inwoners, instellingen en ondernemers, voortdurend wordt gewerkt aan zowel verbetering van de veiligheid als aan de kwaliteit van de woonomgeving. Onze inwoners -van woning tot wijk- zullen door middel van interactieve beleidsvorming hierbij worden betrokken. Bestuurlijk kader: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Beleidsnota Integrale Veiligheid (2003) Beleidsnota Programmatisch Handhaven (2003) Brandweerbeleidsplan (2001) Rampenplan (2002) APV Beleidsnota lokaal horecabeleid (2003)
Toelichting bestuurlijk kader 1. Beleidsnota Integrale Veiligheid In de nota Integrale veiligheid zijn de randvoorwaarden voor het veiligheidsbeleid in Papendrecht vastgesteld. Via het zogenoemde facetbeleid wordt aan een aantal maatregelen gewerkt, die op middellange tot lange termijn moeten leiden tot een veiliger Papendrecht. Daarnaast wordt een korte termijn aanpak op wijkniveau toegepast. Hiermee wordt beoogd de kleine overlast en hinder snel op te lossen. Ook speelt externe veiligheid een belangrijke rol in het integrale Veiligheidsbeleid. 2. Beleidsnota Programmatisch Handhaven (2003) Handhaving is het sluitstuk van het veiligheidsbeleid. Om op een consistente en structurele wijze te handhaven is, op basis van de bestuurlijke prioriteiten, een handhavingsprogramma opgesteld. 3. Brandweerbeleidsplan Het beleidsplan heeft een looptijd van ongeveer 5 jaar en kent een groot aantal maatregelen, die tot doel hebben de brandweerzorg in zowel de regio Zuid-Holland Zuid als in Papendrecht toe te rusten voor de opgaven van deze tijd. Met het beleidsplan kan een noodzakelijke inhaalslag, die nodig is om lokale brandweer op het gewenste kwaliteitsniveau te brengen, gemaakt worden.
29
4. Rampenplan (2002) In 2002 is het nieuwe Rampenplan vastgesteld. Het Rampenplan Papendrecht is opgesteld conform het regionale model. Binnen het rampenplan zijn ook de verschillende verplichte deelplannen vastgesteld. 5. APV De APV is een belangrijk instrument om op te kunnen treden tegen ongewenste situaties in Papendrecht. 6. Beleidsnota lokaal horecabeleid (2003) De horecanota geeft inzicht in het gemeentelijk beleid en de diverse regelingen ten aanzien van de horeca en vormt een juridisch toetsingskader voor de beoordeling van aanvragen voor verschillende vergunningen voor horecabedrijven.
Trends & knelpunten ·
·
· ·
·
·
De overheid stelt regels voor ons allemaal, maar ook namens ons allemaal. In vroeger tijden werd het gezag van die overheid voetstoots geaccepteerd. Dat is veranderd. Om gezag te hebben moet een overheid er nu voor zorgen dat er een breed draagvlak bestaat voor de door haar vastgestelde regels. Verder zal de overheid die regels ook daadwerkelijk moeten handhaven. Ten aanzien van risico´s en (externe) veiligheid is de provincie verplicht de risicokaart, met daarop alle relevante risico´s inzichtelijk te hebben. Alle belanghebbende partners (zo ook de gemeente) dragen de benodigde informatie hiervoor aan. De kaart is een extra instrument om mogelijke risicosituaties aan te pakken. De objectieve veiligheid mag in Papendrecht relatief goed genoemd worden. In 2003 werden er door de politie Zuid-Holland Zuid in totaal 1.534 aangiften in Papendrecht geregistreerd, een daling van 7% ten opzichte van 2002 (1.644). Het blijkt dat het met de veiligheid in Papendrecht redelijk gesteld is. Het gemiddelde rapportcijfer voor de veiligheid in Papendrecht is een 7,1 (Drechtsteden 7,1, Dordrecht 6,6). Dit blijkt uit het onderzoek “feiten, belevingen en trends, 2003, de nulmeting voor leefbaarheid en veiligheid in Papendrecht”. Een kwart van de bevolking van Papendrecht voelt zich in het algemeen wel eens onveilig. Dit aandeel is vergelijkbaar met het gemiddelde van de Drechtsteden, maar wel opvallend lager dan in Dordrecht. Wat dit aspect betreft bestaan er geen significante verschillen tussen de wijken. Waarom voelen burgers zich onveilig? De meest genoemde reden is angst voor groepjes jongeren die op straat rondhangen: 13% van de Papendrechtse bevolking voelt zich hierdoor wel eens onveilig. Daarnaast noemt 8% de angst beroofd te worden als reden voor onveiligheidsgevoelens. Daarbij spelen buurtproblemen zoals verkeersonveiligheid, sociale onveiligheid (rommel op straat, vandalisme, onvoldoende verlichting ook een rol). Ook wordt tijdens wijkavonden overwegend negatief geoordeeld over de beschikbaarheid van de politie. Echter, in de wijken waar het wijkgericht werken is ingevoerd groeit het begrip voor de werkwijze van de politie. Op uitvoerend niveau begint de samenwerking tussen gemeente, bewoners, politie en Westwaard Wonen in deze wijken vorm te krijgen.
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? Meer veiligheid in het publieke domein Geweldsdelicten, vermogensdelicten en vernielingen (programma 5) hangen nauw samen met onveiligheidsgevoelens van onze inwoners. Een belangrijke doelstelling is dan ook om deze vormen van criminaliteit terug te dringen. Om je veilig te voelen moet het immers ook veilig zijn. Gezamenlijk met de politie, inwoners, instellingen en ondernemers zullen plannen worden uitgevoerd om de criminaliteit terug te dringen.
30
In de nota’s integrale veiligheid en programmatisch handhaven wordt daarom aandacht geschonken aan alle fasen van de ketenbenadering van veiligheid (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg). Deze nota’s zijn de basis voor jaarlijkse actieprogramma’s met bijdragen van inwoners, instellingen, ondernemers, operationele diensten en de gemeente. Minder overlast Wij streven naar versterking van het toezicht in de openbare ruimte. Onze lokale accenten 2005 willen wij nadrukkelijk bij de politie aan de orde stellen. Op basis van hetgeen de politie aangeeft en in overleg met de gemeenteraad en de politie willen wij de accenten bepalen. Verbeteren bereikbaarheid en beschikbaarheid van de politie We willen ook onderzoeken of de beschikbaarheid en bereikbaarheid van de politie vergroot kan worden. Verbeteren externe veiligheid en crisisbeheersing We streven er na de gemeente zodanig in te richten dat wonen en werken elkaar, vanuit het oogpunt van veiligheid, niet negatief beïnvloeden. Gemeente, bedrijfsleven en inwoners moeten gezamenlijk de risico’s beperken en daarnaast goed voorbereid zijn op calamiteiten. Het versterken van de kwaliteit in en de leefbaarheid van de wijk De leefbaarheid en veiligheid in de wijk zijn belangrijke aandachtspunten. Het gaat hierbij ook om aspecten als de sociale samenhang in de buurt, de binding met de buurt, het oordeel over de mensen in de buurt, de medeverantwoordelijkheid voor de buurt, de actieve inzet en het oordeel over de gemeentelijke inspanning op dit gebied. Wij willen onder meer via wijkgericht werken bevorderen dat bewoners elkaar beter leren kennen en samen met politie, gemeente en Westwaard Wonen werken aan de leefbaarheid en veiligheid in de wijk.
Wat gaat het College daarvoor doen? Accenten 2005 1. Meer veiligheid in het publieke domein · Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid (o.a. Meldpunt Leefbaarheid, Veiligheid en Onderhoud, aandacht voor Keurmerk Veilig Wonen, bedrijfsterreinmanagement, buurtpreventie en buurttoezicht); · Uitvoeringsprogramma Programmatisch Handhaven (aanpak van de prioriteiten); · Aanbieden geactualiseerde APV (als instrument om op gemeentelijk niveau accuraat op te kunnen treden tegen onveilige en/of ongewenste situaties); · Onderzoek naar de mogelijkheden van cameratoezicht. 2. Minder overlast · Verminderen overlast door hangjeugd ten opzichte van 2001; · Voortzetting beleid horeca en prostitutie; · Jaarlijkse horecacontrole; · Betrokkenheid bij en afstemming met de politie bij opstellen van het politiejaarplan. 3. Versterking toezichthoudende functie · Inzet Gemeentelijk Opsporingsambtenaar (inclusief uitschrijven van boetes); · Onderzoek naar mogelijkheden en wenselijkheid van bestuurlijke boetes; · (Her)huisvesting politiebureau. 4. Verbeteren externe veiligheid en crisisbeheersing · Uitvoeren jaarschijf 2005 van het Brandweerbeleidsplan; · Minimaal 1 x per jaar een integrale (crisis)oefening; · Herziening en actualisatie van het gemeentelijke rampenplan, uitvoeringsplannen en rampenbestrijdingsplannen, mede op basis van de Wet Zware Rampen en Ongevallen 31
5. Versterken van de sociale samenhang in de wijk Zie programma 1.
Ombuigingen Ombuigingen
2005
2006
Verhoging leges horecavergunningen Totaal
-
2.000 2.000
2007
2008
2.000 2.000
2.000 2.000
Verhoging leges horeca vergunningen, maximaal naar kostendekkend niveau Conform gemeentelijk beleid wordt voorgesteld de leges horecavergunningen kostendekkend te maken. De hogere lasten worden aan de aanvragers van de vergunningen doorberekend. Structureel vanaf 2006.
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren ·
Indicatoren Basis-brandweerzorg (Repressieve brandweerzorg): Overschrijdingpercentage van de opkomsttijden uit de dekkingsplan/zorgnorm voor spoedeisende uitrukken per jaar ten opzichte van de norm.
·
Indicatoren Gebruikvergunningen brandveiligheid (Preventieve brandweerzorg): Percentage van totaal aantal afgegeven gebruiksvergunning dat gecontroleerd wordt
·
Indicatoren Brandweeroefeningen (Preparatieve brandweerzorg): Aantal brandweeroefeningen per jaar ten opzichte van de norm.
·
Indicatoren Bestuurlijke oefeningen (Rampenbestrijding): Aantal bestuurlijke oefeningen per jaar ten opzichte van de norm.
·
1 x 4 jaar (gekoppeld aan Drechtstedenmonitor GSB) de veiligheid in Papendrecht meten via Monitor Leefbaarheid en Veiligheid: Feiten, belevingen en trends Papendrecht.
·
Daling van de criminaliteit en -als gevolg daarvan- het aantal personen dat wordt doorgeleid naar het OM.
·
Betere bereikbaarheid van de politie.
·
Hoger rapportcijfer voor veiligheid.
·
Het bedrag dat aan scholen, wegens vandalisme en inbraak moet worden uitgekeerd, dient qua doelstelling jaarlijks bijgesteld te worden. Bedrag dat in 2002 is uitbetaald als “nulpunt”.
32
Wat mag het kosten? Veiligheid Voorjaarsnota Begroting 2004
2005
Meerjarenbegroting 2006
2007
2008
Saldo lasten
203.224
1.309.000
1.367.000
1.354.000
1.314.000
Saldo baten
82.099
27.000
47.000
47.000
47.000
Saldo programma (- is nadelig)
-121.125 -1.282.000 -1.320.000 -1.307.000 -1.267.000
Nieuw beleid Integrale veiligheid, actieplan veiligheid Integrale handhaving Totaal
33
15.00040.000-
15.00040.000-
15.00040.000-
15.00040.000-
55.000-
55.000-
55.000-
55.000-
34
Programma 5:
Verkeer en ruimtelijk beheer
Hoofdkenmerken Op het gebied van verkeer en ruimtelijk beheer zijn de bereikbaarheid en de leefbaarheid van Papendrecht grote aandachtspunten. Hierbij zijn een goede doorstroming op zowel lokaal als bovenlokaal niveau doelstellingen.
Visie De gemeente streeft naar een situatie waarin verkeersveiligheid, toegankelijkheid, leefbaarheid en bereikbaarheid, vooral ook voor fietsers en voetgangers, wordt gerealiseerd. In regionaal verband wordt ingezet op een verbetering van de kwaliteit, bereikbaarheid en het gebruik van het openbaar vervoer. Bestuurlijk kader 1. 2. 3. 4. 5.
Stimulering Waterkwaliteitsspoor (1996) Groenvisie (2004) Bomenverordening (2004) Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) (2004) Bestemmingsplannen algemeen
Toelichting bestuurlijk kader 1. Stimulering Waterkwaliteitspoor (1996) In het Stimuleringsregeling Waterkwaliteitsplan zijn, op basis van de beoordeling van de ecologische omstandigheden en de waterkwaliteitstoetsing voor riooloverstorten, maatregelen opgenomen. De maatregelen voor de waterkwaliteitstoetsing bestaan uit het plan voor watercirculatie, natuurlijke oevers, bergbezinkbassins en baggerwerkzaamheden. 2. Groenvisie (2004) De Groenvisie wordt gebruikt als uitgangspunt bij de planvorming en het beheer. Het heeft als doel het ontwikkelen van groen voor de langere termijn. Hiermee wordt de samenhang in het groen bij allerlei ontwikkelingen en veranderingen gewaarborgd. In de groenvisie worden verschillende soorten groen onderscheiden, die vervolgens de basis vormen voor de groenstructuur en de visie op het groen. Actualisering van de visie, die recentelijk heeft plaatsgevonden, was noodzakelijk in verband met allerlei veranderingen, zoals invloeden van verkeer en gebruikers, natuurlijk groenbeheer, het niet-gebruiken van chemische bestrijdingsmiddelen, het belang van bomen, uitgevoerde reconstructies. De opbouw van de visie is ondersteund door gegevens uit het geautomatiseerde groenbeheerssystemen. 3. Bomenverordening (2004) In de beleving van het leefmilieu door de inwoners neemt groen een belangrijke plaats in. Om de inwoners de mogelijkheid te bieden invloed op dit onderdeel van zijn leefmilieu uit te oefenen, is een bomenverordening opgesteld. 4. Gemeentelijk Rioleringsplan (2004) Het gemeentelijk rioleringsplan uit 1995 is in januari 2004 door de raad vastgesteld. In het nieuwe gemeentelijke rioleringsplan zijn onder andere de voorzieningen omschreven, die moeten worden aangelegd, dan wel moeten worden vernieuwd om te voldoen aan een doelmatige en verantwoorde inzameling van het afvalwater. Binnen het GRP zijn bedragen opgenomen voor het opstellen van onder meer een afkoppelplan. 5. Bestemmingsplannen algemeen Bestemmingsplannen gelden in het algemeen als toetsingskader voor de ruimtelijke inrichting en verkeerstechnische aangelegenheden. 35
Trends & knelpunten ·
·
·
· ·
Landelijk verandert de kijk op beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Enerzijds leidt de individualisering tot minder betrokkenheid van de burgers; anderzijds weet de burger juist bij problemen in de openbare ruimte de gemeente snel te vinden. Ook wordt de gemeente eerder en vaker aansprakelijk gesteld. Landelijke trend op het gebied van personenvervoer is meer te werken met aanbieden van reële alternatieven voor de auto, dan het tegengaan van het autogebruik. Het openbaar vervoer moet het alternatief zijn voor de auto op de wat langere afstanden. Op de kortere afstanden is dit de fiets. Ook regionaal wordt er meer ingezet op openbaar vervoer en fiets. Openbaar vervoer over water zal hierin een steeds nadrukkelijker rol gaan spelen. Deze trend is ingezet met de waterbus en zal verder worden vormgegeven met een dienstregeling van de Fast Ferry. Het gemiddelde autobezit per huishouden is de laatste decennia sterk toegenomen hetgeen leidt tot een grotere druk op de bestaande parkeervoorzieningen in (met name oudere) woongebieden en rondom winkelcentra en andere verkeersgenerende voorzieningen. Het invoeren van een vorm van parkeerregulering met als doel parkeergedrag en ruimtegebruik te beïnvloeden wordt derhalve steeds vaker toegepast. Toenemende omvang van het vandalisme. Dat leidt voor gemeente tot hogere beheerskosten. Als die trend niet kan worden gekeerd, zal de voeding van de voorzieningen en de beheerposten versterkt dienen te worden. In de openbare ruimte is er een toename van kwaliteits- en milieueisen. Dit betekent dat op het gebied van rioleringen, openbare verlichting, milieuparken, enzovoort, steeds verdergaande maatregelen getroffen worden om aan deze eisen te blijven voldoen.
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? De hoofddoelstellingen van het gemeentelijk beleid zijn: Op gebied van de openbare ruimte: · Het creëren van leefbare wijken en buurten. · Het in standhouden en versterken van het groen in en om Papendrecht. Op gebied van verkeer en vervoer: · Het vergroten van de bereikbaarheid en leefbaarheid · Het bieden van een goede verkeersdoorstroming 1. Betere kwaliteit openbare ruimte Om een betere kwaliteit voor de openbare ruimte in stand te houden, wordt structureel onderhoud gepleegd aan het wegenstelsel met bijhorende voorzieningen (conform de richtlijnen van wegbeheer), het rioolstelsel (voldoet aan een doelmatige en verantwoorde inzameling van het afval- en hemelwater), het openbare groen (om het groene karakter van de gemeente te behouden) en het watergangenstelsel (herstel en verbetering van de waterkwaliteit). Bij reconstructies worden inwoners (met name omwonenden) actief bij de planvorming betrokken, zodat zij hun inbreng in de plannen kunnen hebben. Het verder verminderen van het onveiligheidsgevoel is een belangrijk item. De eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen spelen hierin een rol. Een onderdeel hiervan is de openbare verlichting (eisen met betrekking tot spreiding en de intensiteit van het licht). Bij nieuwe verlichtinginstallaties en bij ombouw van bestaande installaties (bij reconstructie- en onderhoudswerkzaamheden), wordt in het ontwerp rekening gehouden met deze eisen. 2. Behoud groene karakter van de gemeente De Groenvisie is geactualiseerd. Papendrecht is en blijft een groene gemeente met eigentijds ingerichte parken. Voorbeelden van versterking van het groene karakter, waar we de komende tijd aan zullen werken, zijn het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, de overgang van stedelijk naar landelijk gebied en een speciale status voor specifieke bomen in de gemeente. De recreatieve waarde van Slobbengors, met de unieke ligging aan het drierivierenpunt, willen we versterken. 36
3. Bevorderen verkeersveiligheid en bereikbaarheid We willen het doorgaand verkeer in de woon- of verblijfsgebieden (worden omgebouwd tot 30 km/u zones) zoveel mogelijk tegengaan. Doorgaand verkeer willen we concentreren op wegen met een stroomfunctie; de zogenaamde gebiedsontsluitingswegen waar, binnen de bebouwde kom, 50 km/u gereden mag worden. In de woongebieden ligt de nadruk op de ‘kwetsbare’ verkeersdeelnemers, zoals voetgangers, fietsers, ouderen en kinderen. Bij de wegen met een stroomfunctie ligt de nadruk op een goede afwikkeling van het verkeer, met speciale aandacht voor het scheiden van verkeersstromen en voor rotondes. Wij willen belangrijke voorzieningen goed bereikbaar houden. Dat doen we onder meer door een evenwichtig parkeerbeleid (blauwe zones, betaald parkeren), maar ook door het aanleggen van (verkeers)voorzieningen voor ouderen en mensen met een lichamelijke handicap. Daar worden belangenverenigingen nadrukkelijk bij betrokken. In regionaal verband wordt ingezet op het verbeteren van de doorstroom op de A15 en het afwaarderen van de N3 tot een gebiedsontsluitingsweg. 4. Stimuleren van Openbaar vervoer en de fiets De gemeente zal zich inzetten om een goed alternatief voor de auto aan te bieden. De gemeente wil een goed Openbaar Vervoer, waaronder ook het openbaar vervoer over water, en verkeersveilige fietsvoorzieningen stimuleren. Ook in regionaal verband wordt steeds meer nadruk op het OV en gebruik van de fiets gelegd.
Wat gaat het College daarvoor doen? Accenten 2005 1. Betere kwaliteit openbare ruimte · Goed onderhouden wegen, straten, pleinen, openbaar groen, watergangen, rioolstelsel, havens en rivieroevers; · Goede openbare verlichting; · Opknappen park Oostpolder, Noordhoekse Wiel; · Bestrijden klad- en plakvandalisme; · Verdere uitbreiding klantgerichte benadering; · Uitwerken rationeel beheer ten behoeve van doelmatige inzet van mensen en middelen. 2. Behoud van het groene karakter · Uitvoeren geactualiseerde Groenvisie; · Aanleggen van natuurvriendelijke oevers; · Aandacht schenken aan de overgang van stedelijk gebied naar landelijk gebied; · Toepassen van de bomenverordening; · Aanpak iepziekte. · Goed onderhoud van het openbaar groen 3. Verkeersveiligheid en bereikbaarheid Doelstelling is naar evenredigheid bij te dragen aan de landelijk geformuleerde taakstelling: in 2010 50% minder verkeersdoden en 40% minder verkeersgewonden dan in het peiljaar 1986. Om dit te bereiken wordt onder meer ingezet op: Het opstellen van een integraal verkeersveiligheidsplan (IVVP), dat ingaat op alle facetten van duurzaam veilig verkeer, met daaraan gekoppeld meerjarige uitvoeringsprogramma’s. Speciale aandacht is er voor kwetsbare groepen (senioren en schoolgaande jeugd) en minder validen. Binnen het IVVP wordt onder meer ingezet op: · Gedragsbeïnvloeding van weggebruikers; · Scheiding van verkeersstromen; · Uniformering van voorrangsregels op rotondes; · Duurzaam verkeersveilige schoolomgevingen; · Het zorgdragen voor veilige school-thuisroutes; · Het opstellen van beleid betaald parkeren. 37
Door middel van een (boven)regionale aanpak inzetten op: · Betere bereikbaarheid van Papendrecht via de A15; · Verbeteren externe veiligheid door afwaardering N3; · Tegengaan ongewenst (doorgaand) sluipverkeer dat gebruik maakt van het gemeentelijk wegennet. 4. Openbaar vervoer en fiets · Voldoende en goed bereikbare bushaltes van goede kwaliteit; · In Drechtstedenverband inzetten op hoogwaardig openbaar vervoer dat de Drechtstedengemeenten onderling en met Rotterdam verbindt; · Streven naar de aanleg van een Fast Ferry halte in het westelijke deel van Papendrecht.
Ombuigingen Ombuigingen
2005
2006
2007
2008
Straatmeubilair Inspraak bij reconstructies Asfalt werken Onderhoud tegels, klinkers en asfalt Reconstructies Lichtmasten en armaturen Onderhoud sloten Onderhoud plantsoenen, versobering
5.500 10.000 10.000 30.000 10.000 8.000 30.000 50.500 154.000
5.500 10.000 20.000 30.000 20.000 8.000 30.000 100.500 224.000
5.500 10.000 30.000 30.000 30.000 8.000 30.000 150.500 294.000
5.500 10.000 40.000 30.000 40.000 8.000 30.000 200.500 364.000
Totaal
Straatmeubilair Wij gaan het aantal elementen straatmeubilair in de openbare ruimte beperken. Deze beperkingen bestaan met name uit het verminderen van zitbanken en rijwielrekken. Hierbij houden wij rekening met de mate van gebruik. Dit betekent een lichte versobering van de openbare ruimte. Structureel vanaf 2005 Inspraak bij reconstructies Wij gaan de uitvoering van de inspraak vereenvoudigen door efficiënter gebruik te maken van de beschikbare middelen zoals bijvoorbeeld plattegronden. Structureel vanaf 2005 Asfalt werken Wij gaan het aantal meters per jaar te herstellen asfalt wegoppervlak verminderen. Dit betekent een vertraging van de meerjarenplanning van het asfaltprogramma. Op termijn leidt dit tot kwalitatief minder goede asfaltwegen. Een nadelig neveneffect is dat de noodzaak van kleinschalig onderhoud, kleine reparaties, toeneemt. Structureel vanaf 2005, oplopend.
38
Onderhoud tegels, klinkers, asfalt Wij gaan het jaarlijkse budget regulier onderhoud aan klinkers, tegels en asfalt verminderen, wat zich vertaalt in minder reparaties van met name gelijkmatig verzakte verhardingen. Dit betekent een afname van de kwaliteit van het onderhoudsniveau van een verouderende openbare ruimte. Hierdoor zal mogelijk het aantal meldingen, klachten en daarmee het kleinschalig onderhoud toenemen. Structureel vanaf 2005. Reconstructies Wij gaan de hoeveelheid jaarlijks grootschalig te reconstrueren openbare ruimte verminderen. Dit is een vertraging van de meerjarenplanning van de egalisatievoorziening reconstructies. Op termijn leidt dit tot kwalitatief minder goede wegen en riolering en mogelijk een toename van klachten door derden. Een neveneffect is dat de noodzaak van kleinschalig onderhoud toeneemt. Structureel vanaf 2005, oplopend. Lichtmasten en armaturen Het verlagen van het onderhoud aan lichtmasten betekent op termijn een afnemende kwaliteit van de masten en armaturen. De gevolgen voor het lichtniveau op straat zijn nihil omdat de ombuiging stoelt op de verlenging van de restlevensduur. Structureel vanaf 2005. Onderhoud sloten De mogelijkheid van het afkopen van de ontvangstplicht van baggerspecie voor particulieren moet nog nader onderzocht worden. De financiële aspecten van de ontvangstplicht baggerspecie (afkopen) kan ingeschat worden op € 30 per jaar per aan het water gelegen woning. Zie ook programmaveld 9 algemene dekkingsmiddelen met doorberekening aan het rioolrecht. Structureel vanaf 2005 Onderhoud plantsoenen, versobering De vermindering van het onderhoudsbudget vertaald zich in het vereenvoudigen en versoberen van het groenonderhoud. Hierin maken wij de volgende keuzes: · Het inzetten van toegestane onkruidbestrijdingsmiddelen waardoor er minder geschoffeld hoeft te worden. Deze maatregel is komend jaar al uitvoerbaar. Overigens staat de inzet van bestrijdingsmiddelen in het groen los van de inzet van bestrijdingsmiddelen bij verhardingen. · Het verkopen van (snipper)groenstroken levert een besparing op het te onderhouden oppervlak openbaar groen op. Het gevolg is dat de openbare ruimte een minder groen uiterlijk krijgt, namelijk meer schuttingen langs de openbare weg, e.d. Deze maatregel vergt veel voorbereiding. · Het omvormen van intensief onderhoud naar extensief onderhoud. Door heesters te vervangen door gazon, door gazon te vervangen door ruw gras en door het gebruik van perkgoed te verminderen kan het onderhoud goedkoper worden. Het beeld van het groen zal hierdoor een ruwer en minder verzorgd uiterlijk krijgen en de kleurrijke plekken in het groen zullen verminderen. Deze maatregel vergt de nodige voorbereiding en kan geleidelijk ingevoerd worden. Structureel vanaf 2005, oplopend.
39
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren Indicatoren verkeersveiligheid · Daling van het aantal verkeersongevallen. · Daling van het aantal slachtoffers. Indicatoren onderhoud openbare ruimte · Aantal meldingen over de openbare ruimte: · Schriftelijk · Meldpunt (mondeling) · Beheergegevens rationeel wegbeheer · Beheergegevens groenvoorziening
Wat mag het kosten? Verkeer en ruimtelijk beheer Voorjaarsnota Begroting 2004
2005
Meerjarenbegroting 2006
2007
2008
Saldo lasten
5.903.000
5.908.000
6.007.000
5.761.000
6.314.000
Saldo baten
271.000
409.000
256.000
256.000
256.000
Saldo programma (- is nadelig)
-5.632.000 -5.499.000 -5.751.000 -5.505.000 -6.058.000
Nieuw beleid Eigen bijdrage in aanleg HOV-D Exploitatietekort parkeren centrum Verkeers- en vervoersbeleid
400.000-
300.000900.000-
40.00040.000-
Totaal
40
400.000-
300.000-
900.000-
Programma 6:
Cultuur, sport en recreatie
Hoofdkenmerken Op de beleidsterreinen cultuur, recreatie en sport richt de gemeente zich in de eerste plaats op haar eigen inwoners. Cultuur en (toeristische)recreatie worden echter ook ingezet om publiek naar Papendrecht te trekken, waarbij vooral de aandacht wordt gevestigd op cultuurliefhebbers en op ruimtezoekers en natuurvorsers.
Visie De gemeente streeft naar een situatie waarin zoveel mogelijk inwoners gebruik maken van sportieve, culturele en recreatieve voorzieningen en waarin de positieve kanten van sport, cultuur en recreatie (maatschappelijke participatie, individuele ontplooiing, ontspanning, gezondheid) zoveel mogelijk worden bereikt. Bestuurlijk kader: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Algemene subsidieverordening Subsidiebundel 2005 Beleidsnota Subsidie- en tariefbeleid Papendrecht in beweging (2004) Principebesluit Zwembad Startnotitie toekomst sportvoorzieningen (2004) Projectplan breedtesportimpuls (1999)
Toelichting bestuurlijk kader 1. Algemene subsidieverordening De ASV geeft de kaders waarbinnen subsidie kan worden verstrekt. 2. Subsidiebundel 2005 In de subsidiebundel wordt jaarlijks, binnen de wettelijke kaders en een van tevoren door de raad vastgesteld subsidieplafond, de afweging gemaakt welke instelling tot welk bedrag wordt gesubsidieerd. 3. Beleidsnota Subsidie- en tariefbeleid De huidige subsidie- en tariefstructuur moet geactualiseerd worden. Met beleidsnota subsidie- en tariefbeleid wordt dit bereikt. 4. Beleidsnota Papendrecht in beweging In de beleidsnota Papendrecht in beweging worden de uitgangspunten geschetst voor de ontwikkeling van het sportbeleid. De pijlers zijn accommodaties, sportstimulering, verenigingsondersteuning en subsidies en tarieven. 5. Projectplan breedtesportimpuls De subsidie breedtesport heeft als doel het lokale sportaanbod duurzaam te versterken en (zo mogelijk) sport beter benutten bij het voorkomen of oplossen van sociale en maatschappelijk problemen. De impuls bevat de volgende thema’s: · Sport en gezondheid; · Sport en jeugd; · Sport in de wijk; · Verenigingsondersteuning.
41
Trends & knelpunten · · · · ·
Steeds meer mensen raken zich ervan bewust wat cultuur is en vooral dat men zuinig moet zijn op cultureel erfgoed. Mensen hebben ook steeds meer vrije tijd, waardoor de vraag naar cultuur (en naar sporten en recreatie) toeneemt. De jeugd is (bestuurlijk) weinig betrokken bij de georganiseerde sport. Ook is geconstateerd dat jongeren steeds minder bewegen c.q sporten. Gebrek aan goede accommodaties/faciliteiten zijn barrières voor sportdeelname. Maar ook het aantrekken van gemotiveerde vrijwilligers blijft voor de meeste verenigingen een belangrijk probleem. Het is een positieve ontwikkeling dat ook op het gebied van recreatie, sport en cultuur meer ingezet wordt op de regionale samenwerking (bijv. samenwerking openbare bibliotheken). Er is sprake van een sterke veroudering van onze sportvoorzieningen (sporthallen en zwembad). Er komt een eind aan de economische en gebruikstijd. Onderhoud wordt steeds duurder. Er is visieontwikkeling en besluitvorming noodzakelijk om deze uitgangspunten voor sport en welzijn veilig te stellen.
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? Doel is dat inwoners (wederom) zelfstandig (gaan) functioneren en participeren in de Papendrechtse samenleving. De volgende pijlers worden onderscheiden: Zorg en dienstverlening, onderwijs en educatie en vrije tijd. De nadruk wordt gelegd op de preventieve rol van de gemeente. Een hoog kwalitatief, dekkend aanbod van voorzieningen is daarbij een voorwaarde 1. Het bevorderen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid De lichamelijke en geestelijke gezondheid wordt bevorderd door sport en bewegen en daarnaast is sportbeoefening een belangrijke vorm van maatschappelijke participatie. We willen daarom blijvend kijken of de faciliteiten die worden geboden en de voorwaarden, die worden gecreëerd waarbinnen sport kan worden beoefend, kunnen worden verbeterd. 2. Versterken van het cultuurbeleid Kunst en cultuur leveren een wezenlijke bijdrage aan de maatschappelijke vorming en de kwaliteit van het bestaan. Daarom is het van belang de inwoners van Papendrecht te laten kennismaken met kunst op veel terreinen (muziek, beeldende kunst, podiumkunsten, dans, literatuur enz.). Voor de jeugd gaan we, in samenwerking met culturele instellingen, culturele vorming in het basisonderwijs aanbieden. Het theater is een belangrijke culturele voorziening in Papendrecht. Vervangende nieuwbouw van Theater De Willem is van groot belang voor het culturele leven in Papendrecht. 3. Extensieve recreatie Ten aanzien van recreatie wordt beoogd om uitwerking te geven aan de realisering van een ecologische verbindingszone in het Papendrechtse gedeelte van polder Nieuwland en het gebied rond de Matenasche Scheidkade. In Drechtstedenverband zal worden gewerkt aan het aanpassen van recreatieve routes op de aanlegplaatsen van de waterbus en het verbeteren van recreatieve routes, verbindingen en knooppunten. Eén van de pijlers voor het project ‘groene contramal’ -waarin gestreefd wordt naar een opwaarden van de stedelijke randen en groene verbindingen- is het verbeteren van de mogelijkheden voor ‘extensieve recreatie’. Daarnaast verdient ook natuur en water de nodige aandacht.
42
Wat gaat het College daarvoor doen? Accenten 2005 1. Het bevorderen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid · Creëren c.q behouden van goede sportaccommodaties die voldoen aan de huidige normen en eisen; · In 2005 vindt een onderzoek plaats naar vervangende nieuwbouw of grootschalige renovatie van het zwembad ‘De Hoogt’; · In het najaar van 2004 en het voorjaar van 2005 start een aantal projecten in het kader van de breedtesportimpuls, zoals het 55+ actief-project, Club-extra, Kennismaking met verenigingssport in het Voortgezet Onderwijs, Kies voor Hart en Sport in het basisonderwijs en verenigingsondersteuning. 2. Versterken van het cultuurbeleid · Actieve deelname jeugd bevorderen door aanbieden van culturele vorming op alle basisscholen; · Vervangende nieuwbouw Theater De Willem; 3. Extensieve recreatie · Uitvoering geven aan de ‘groene contramal’ (ecologische verbinding polder Nieuwland en het gebied rond de Matenasche Scheidkade); · Blijvend aandacht schenken aan natuur en water.
Ombuigingen Ombuigingen
2005
Binnen- en buitensportaccommodaties Subsidie Regionale IJshal Culturele raad, beperking en versobering activiteiten Afschaffen subsidie Jeugdtheater Toonkunstmuziekschool, maximale afbouw inbreng Pand museum en kunstuitleen Subsidie aan het Oranjecomité Subsidie aan de Hollandsche Biesbosch Subsidie aan de Molenstichting Subsidieverstrekking o.g.v. de subsidiebundel Subsidies overige welzijnsinstellingen Cultuurprofiel Drechtsteden Kinderboerderij 50% subsidie
5.000 9.000 12.500
3.000
Totaal
29.500
2006
2007
2008
48.610 5.000 1.800 20.900 10.000 18.000 1.250 12.500 840 111.600 3.000 7.500 100.000 341.000
48.610 5.000 1.800 20.900 15.000 27.000 1.250 12.500 840 111.600 3.000 7.500 100.000 355.000
48.610 5.000 1.800 20.900 20.000 27.000 1.250 12.500 840 111.600 3.000 7.500 100.000 360.000
Binnen- en buitensportaccommodaties Wij gaan de tarieven van alle gemeentelijke sportaccommodaties heroverwegen en hiervoor een percentage voor kostendekkendheid vaststellen. Structureel vanaf 2006. Subsidie Regionale IJshal Wij gaan de subsidierelatie beëindigen. Structureel vanaf 2006.
43
Culturele raad, beperking en versoberingen activiteiten Wij gaan het subsidievolume met 10% verlagen. Structureel vanaf 2006. Afschaffen subsidie Jeugdtheater Wij gaan de subsidierelatie met het Jeugdtheater met ingang van 2006 beëindigen. Ter compensatie gaan wij wel onderzoeken in hoeverre theaterlessen in een kunstmenu kunnen worden ondergebracht. Structureel vanaf 2006. Toonkunstmuziekschool ToBe, maximale afbouw van inbreng Handhaving van het kunstmenu heeft prioriteit. Wij gaan onderzoeken tot welk bedrag bezuiniging mogelijk is, door volledige afbouw instrumentaal onderwijs. Structureel vanaf 2005, oplopend. Pand museum en kunstuitleen Door efficiënt ruimtegebruik en het combineren van functies verwachten wij een bezuiniging vanaf 2005 te realiseren. Structureel vanaf 2005, oplopend. Subsidie aan het Oranjecomité Gelet op de financiële positie van de gemeente wordt, uitzonderingen daargelaten over de volle breedte op alle subsidieterreinen gemiddeld 10% bezuinigd. Uitgangspunt hierbij is dat gemeentelijke doelstellingen zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. Structureel vanaf 2006. Subsidie aan de Hollandse Biesbosch De subsidie aan recreatieschap de Hollandse Biesbosch wordt stopgezet. Structureel vanaf 2006. Subsidie aan de Molenstichting Gelet op de financiële positie van de gemeente wordt, uitzonderingen daargelaten, over de volle breedte op alle subsidieterreinen gemiddeld 10% bezuinigd. Uitgangspunt hierbij is dat gemeentelijke doelstellingen zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. Structureel vanaf 2006. Subsidieverstrekking op grond van de subsidiebundel Voor een aantal in de subsidiebundel opgenomen instellingen zijn aparte ombuigingsvoorstellen gedaan (ToBe, Jeugdtheater en Volksuniversiteit). Gelet op de financiële positie van de gemeente wordt, over de volle breedte op alle terreinen gemiddeld 10% bezuinigd. Uitgangspunt hierbij is dat gemeentelijke doelstellingen zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. Structureel vanaf 2006. Subsidies overige welzijnsinstellingen Gelet op de financiële positie van de gemeente wordt, uitzonderingen daargelaten, over de volle breedte op alle subsidieterreinen gemiddeld 10% bezuinigd. Uitgangspunt hierbij is dat gemeentelijke doelstellingen zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. Structureel vanaf 2005. 44
Cultuurprofiel Drechtsteden Met ingang van 2006 zetten wij de bijdrage aan het Cultuurprofiel stop. Gezien de financiële positie van de gemeente hebben lokale prioriteiten de voorkeur Structureel vanaf 2006. Kinderboerderij (met 50% subsidie) De kinderboerderij is een voorziening waar door veel Papendrechters gebruik van gemaakt wordt. De lasten van deze voorziening zijn hoog terwijl er nauwelijks baten zijn. Om het nadelig saldo zo veel mogelijk te beperken kunnen inkomsten verworven worden op de kinderboerderij (door het aantrekken van sponsoren). Hiervoor is wel de interesse nodig uit bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Een andere mogelijkheid is het omvormen van de kinderboerderij tot slechts een “schapenwei” waar geen permanente verzorging noodzakelijk is en geen ontvangstruimte meer is voor het publiek. Deze maatregel vergt een uitgebreide voorbereiding Structureel vanaf 2006.
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren Indicatoren openbare bibliotheek en kunstuitleen: · Aantal jeugdleden ten opzichte van totale aantal jeugdigen (0-18 jaar) in de gemeente. · Openstelling: aantal uren per week dat de kunstuitleen geopend is. Indicatoren sport: · Bezettingsgraad/dekkingsgraad van sportaccommodaties en sportvelden (’s avonds en overdag). Indicatoren kunst: · Aantal theatervoorstellingen per jaar (bezettingsgraad). Indicatoren overige recreatieve voorzieningen: · Aantal speeltoestellen in de gemeente per 1000 kinderen.
Wat mag het kosten? Cultuur, sport en recreatie Voorjaarsnota Begroting 2004
2005
Meerjarenbegroting 2006
2007
2008
Saldo lasten
5.161.000
4.883.000
4.775.000
5.287.000
5.254.000
Saldo baten
1.100.000
1.097.000
1.259.000
1.266.000
1.264.000
Saldo programma (- is nadelig)
-4.061.000 -3.786.000 -3.516.000 -4.021.000 -3.990.000
Nieuw Beleid Geen
45
46
Programma 7:
Economische ontwikkeling
Hoofdkenmerken Het economisch beleid vertaalt zich in het actualiseren en het toetsen van lokale en regionale beleidskaders op het gebied van onder andere kantoren, bedrijventerreinen, winkelcentra en horeca. Op regionaal gebied spelen de Ontwikkelingsvisie Shipping Valley, de regionale Kantorenvisie Drechtsteden, het Uitvoeringsprogramma Herstructurering Bedrijventerreinen ZHZ en de Structuurvisie Detailhandel en Horeca Drechtsteden een rol. De gemeente Papendrecht is actief om deze zaken te promoten en te ondersteunen.
Visie De gemeente streeft samen met de ons omringende gemeenten naar bevordering van de economische ontwikkeling. Doel is dat Papendrecht een sterke gemeente is in een economisch sterke regio. Bestuurlijk kader: 1. 2. 3. 4.
Structuurvisie Detailhandel en Horeca (Strategisch Economisch Profiel Drechtsteden) (2003) Beleidsnota kantorenmarkt Papendrecht (2003) Beleidsnota lokaal horecabeleid (2003) Revitaliseringsprogramma Oosteind (2002)
Toelichting bestuurlijk kader 1. Structuurvisie Detailhandel en Horeca (Strategisch Economisch Profiel Drechtsteden) De structuurvisie Detailhandel en Horeca geeft over een periode van 5 jaar de ontwikkelingsrichting, met een doorkijk naar de middellange termijn tot 2010. Het uitgangspunt is het de inwoners van de regio Drechtsteden aanbieden van een zo uitgebreid en gevarieerd mogelijk pakket aan voorzieningen, op het gebied van detailhandel en horeca, op de daarvoor meest geschikte locaties, binnen de ruimtelijke en functionele aanbodstructuur. Deze structuurvisie maakt onderdeel uit van het Strategisch Economisch Profiel Drechtsteden. 2. Beleidsnota kantorenmarkt Papendrecht (2003) In vergelijking met gelijksoortige gemeenten heeft Papendrecht een achterstand in de kantoorontwikkeling. De beleidsnota kantorenmarkt Papendrecht heeft de eind 2001 verschenen regionale kantorenvisie Drechtsteden als basis. In de beleidsnota is de strategie vervat voor de typering, fasering/reservering en ontwikkelingskansen voor nieuwe kantorenlocaties in Papendrecht. Het inzakken van de kantorenmarkt in 2002 is in de strategie meegenomen. 3. Beleidsnota lokaal horecabeleid (2003) Een florerende horeca is belangrijk als voorziening in Papendrecht en is daarnaast ook belangrijk voor de werkgelegenheid. De beleidsnota geeft kaders waarbinnen ondernemers zich in Papendrecht kunnen vestigen. 4. Revitaliseringprogramma Oosteind In het revitaliseringsprogramma Oosteind is aan de hand van een viertal thema’s (bereikbaarheid, zorgvuldig ruimtegebruik, optimaal gebruik van de havens en bedrijventerreinmanagement) een groot aantal projecten geformuleerd. Met de bedrijven, verenigd in de Belangenvereniging Oosteind (BVO) is hiervoor een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Voor de uitvoering van de revitalisering zal mogelijk een contract worden gesloten met ROM-D. 47
De aanbesteding van de werkzaamheden voor de dijkverzwaring ter plaatse van de Ketelweg, gepland in december 2004, markeert tevens voor 2005 de aanvang van de, in het revitaliseringsprogramma opgenomen, herprofilering van de Ketelweg en de aanleg van de rotonde Ketelweg/Rietgorsweg.
Trends & knelpunten ·
· · ·
· ·
·
Er is een toenemende spanning tussen lokale economische ontwikkeling en landschappelijke en milieuwaarden te constateren. Desondanks is de ecozone in polder Nieuwland een goed voorbeeld van synergie tussen economie (waterberging) en landschap en milieuwaarde. Spanning bestaat er eveneens ten aanzien van Rijks- en provinciale regelgeving. Verder moet bij ontwikkeling van nieuwe bedrijventerrein rekening gehouden worden met de bescherming van flora, fauna en archeologische bodemschatten. Trends op het gebied van de (inrichting van) bedrijventerreinen zijn duurzaamheid, intensief ruimtegebruik, parkmanagement en kwaliteitsverbetering. Revitalisering en herstructurering moet gebeuren op basis van deze thema’s. Met betrekking tot de middenstand zet de trend tot schaalvergroting zich voort. In 2005 zal winkelcentrum Westpolder (supermarkt) worden uitgebreid. Er worden onderhandelingen gevoerd over het behoud van een kleinschalige winkelvoorziening in Middenpolder en het opstarten van een detailhandelvoorziening in Oostpolder. Een ontwikkeling die Papendrecht nauwlettend volgt is de mogelijke komst van een megasuper op de Leisure locatie Oostpoort. Horeca in Papendrecht is buiten het geringe aantal zaken, veelal winkelondersteunend. Er is sprake van een zekere spanning tussen omwonenden en de vestiging van horecagelegenheden. Echter de roep om meer horeca speelt al jaren onder de Papendrechtse bevolking. De horecanota wijst nieuwe horeca locaties in het Centrum aan. De gemeente Dordrecht heeft een Programmabureau Economische Ontwikkeling in het leven geroepen. Er zijn plannen dit uit te bouwen naar de Drechtsteden. Omdat ROM-D zich beperkt tot acquisitie van ROM-D terreinen, is het weer oppakken van een gemeenschappelijk traject economische promotie en acquisitie Drechtsteden een gewenste ontwikkeling. In het kader van het Manden Maken zal de rol van ROM-D met betrekking tot de regionale economische ontwikkelingen nader bekeken worden.
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? 1. Duurzame werkgelegenheid Door middel van het opstellen van nieuwe beleidskaders wordt het economisch beleid geactualiseerd. Aandachtspunten zijn bedrijfshuisvesting en werkgelegenheid. 2. Vitale bedrijventerrein Revitalisering van het bedrijventerrein Oosteind biedt kansen tot vernieuwing, tot vergroting van de kwaliteit van het terrein en tot doelmatiger ruimtegebruik. Er zullen mogelijk nieuw te ontwikkelen bedrijvenlocaties worden geïnventariseerd en beoordeeld in relatie tot de op te stellen ruimtelijke structuurvisie. Polder Nieuwland is in volle ontwikkeling op zowel economisch als ecologisch gebied. De uitgangspunten van de regionale economische visie Shipping Valley zijn voor ons mede uitgangspunt in de ontwikkeling van bedrijventerreinen. 3. Versterken detailhandel en bedrijvigheid Een breed en divers samengesteld winkelaanbod is belangrijk voor de inwoners van Papendrecht. Zij moeten op redelijke afstand hun aankopen kunnen doen. Daarom gaan wij voor de inwoners van de Oostpolder een noodwinkelvoorziening realiseren. Deze wordt op termijn vervangen door een blijvend winkelcentrum. 48
4. Uitbreiden kantoorlocaties Indien mogelijk willen we, in het kader van de regionale Kantorenvisie, binnen Papendrecht meer ruimte creëren voor kantoorlocaties. Deze zoeklocaties voor de vestiging van kantoren zijn inmiddels door BRO in beeld gebracht. Op basis van dit onderzoek worden verdere stappen gezet, met name voor “Witte brug” locatie De Biezen-Oost. 5. Verbeteren van de economische concurrentiepositie van de regio De versterking van de (internationale) concurrentiepositie is bij uitstek een regionale opgave. De Drechtsteden (Papendrecht) onderkennen dit en werken samen op een groot aantal onderwerpen. Zoals het op gang brengen van de lokale herstructureringsopgaven.
Wat gaat het College daarvoor doen? Accenten 2005 1. Duurzame werkgelegenheid Actualiseren economisch beleid met aandacht voor: · De positie van starters; · Nieuwe locaties; · Werken aan huis; · Goede bereikbaarheid. 2. Vitale bedrijventerreinen · Met de BVO overleggen over uitvoering revitalisering bedrijventerrein Oosteind en de afspraken vastleggen in een uitvoeringsovereenkomst; · Vervolg uitvoering revitalisering; · In samenwerking met de gemeente Alblasserdam aan de verdere invulling van het gebied Polder Nieuwland werken. 3. Versterken detailhandel en bedrijvigheid · Realiseren van een tijdelijke winkelvoorziening in Oostpolder; · Ontwikkelen winkelcentra Westpolder, Middenpolder en de Meent; · Implementeren van de lokale horecanota. 4. Uitbreiden kantoorlocaties · Concrete aanvragen voor kantoorfuncties nader uitwerken; · Promoten en stimuleren van kantoorhuisvesting. 5. Verbeteren van de economische concurrentiepositie van de regio · Stimuleren van de economische concurrentiepositie van de regio.
Ombuigingen Ombuigingen
2005
Marktgeld, mogelijkheden kostendekkendheid Uitbreiding standplaatsen
5.000 Totaal
5.000
2006 10.000 5.000 15.000
2007 10.000 5.000 15.000
Marktgeld, mogelijkheden kostendekkendheid Voor het beheer en exploitatie van de weekmarkt wordt een tarief ontwikkeld, dat op korte termijn kostendekkend is. Structureel vanaf 2005.
49
2008 10.000 10.000 20.000
Uitbreiding standplaatsen Door het aantal standplaatsen binnen de gemeente Papendrecht uit te breiden zullen de inkomsten van dit product verhoogd kunnen worden. Gedacht moet worden aan onder andere een standplaats in het uitbreidingsplan Oostpolder nabij de tijdelijke winkelvoorziening. Structureel vanaf 2006, oplopend.
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren Indicatoren economische zaken: · Werkgelegenheid plaatselijke bedrijven en instellingen (CWI) 2 · Aantal m winkelvloeroppervlakte · Aantal nieuwe bedrijven/starters 2 · Aantal m kantoorvloeroppervlakte (programmabureau Drechtsteden)
Wat mag het kosten? Economische ontwikkeling Voorjaarsnota Begroting 2004
Meerjarenbegroting
2005
2006
2007
2008
Saldo lasten
203.000
165.000
165.000
165.000
165.000
Saldo baten
82.000
90.000
102.000
102.000
107.000
Saldo programma (- is nadelig)
-121.000
-75.000
-63.000
-63.000
-58.000
Nieuw beleid Geen
50
Programma 8:
Bestuur
Hoofdkenmerken Door onder meer interactieve beleidsvorming met bewoners en organisaties wordt de relatie tussen burger, bestuur en beleid onderhouden. Doortastendheid, duidelijkheid en nakomen van afspraken zijn belangrijke waarden voor het gemeentebestuur. In het kader van de dualisering van het gemeentebestuur is de taakverdeling tussen raad en college verhelderd. De raad stelt de kaders voor de uitvoering door het college en toetst of de gestelde doelen zijn bereikt en de gewenste acties door het college zijn uitgevoerd. Tenslotte is van belang dat de gemeente een aantal wettelijke (dienstverlenende) taken uitvoert op het gebied van de Wet Openbaarheid van Bestuur, publiekszaken en verkiezingen.
Visie De gemeente streeft ernaar de lokale democratie effectief, efficiënt en transparant te laten zijn. Het bestuur van de gemeente Papendrecht moet open staan voor de wensen en verlangens van haar inwoners, instellingen en ondernemers maar zal die altijd moeten afwegen tegen het algemeen belang. Bestuurlijk kader: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Strategisch communicatiebeleid (2003) Reglement van orde raad (2002) Reglement van orde raadscommissies (2002) Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (2002) BBV (diverse financiële verordeningen) Nota Integriteit bestuurlijk- en ambtelijk apparaat Gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid Perspectiefnota Drechtsteden (2002-2006). Verordeningen recht van onderzoek en recht van initiatief Verordening huwelijkslocaties (2004) Reglement adviesraden
Toelichting bestuurlijk kader 1. Strategisch communicatiebeleid 2003-2006 Het strategisch communicatiebeleid 2003-2006 dient als uitgangspunt voor de toekomstige gemeentelijke communicatie. In het plan worden de communicatie doelstellingen omschreven en prioriteiten voor de langere termijn aangegeven. Dit plan is zeker geen eindpunt, maar juist een vertrekpunt voor het opzetten van concrete activiteiten, die jaarlijks in een planning moeten worden opgenomen. Het plan begint met een globale verkenning van de huidige situatie en formuleert vervolgens een aantal aandachtspunten van uit de huidige problematiek. Afgesloten wordt met een aantal punten die als gewenste verandering gezien worden. 2. Reglement van orde raad (2002) In het Reglement van orde zijn procedures en regels over de voorbereiding en het verloop van raadsvergaderingen vastgelegd. 3. Reglement van orde raadscommissies (2002) In het Reglement van orde zijn procedures en regels over de voorbereiding en het verloop van de commissievergaderingen vastgelegd.
51
4. Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (2002) In deze verordening is vastgelegd op welke wijze en onder welke voorwaarden de gemeenteraad en gemeenteraadsleden gebruik kunnen maken van het wettelijke recht op ambtelijke bijstand. Tevens is in deze verordening geregeld dat de fracties in de raad een vergoeding ten behoeve van fractieondersteuning krijgen. 5. BBV (diverse financiële verordeningen) Op grond van de Wet dualisering en de daaruit voortkomende wijzigingen in de Gemeentewet, gelden strenge eisen en regels voor de financiële huishouding van de gemeente. In een aantal financiële verordeningen is het financiële beleid van de gemeente vastgelegd. 6. Nota Integriteit bestuurlijk en ambtelijk apparaat (2003) De Gemeentewet stelt gedragscodes voor de raad, college en burgemeester verplicht. Deze gedragscodes zijn inmiddels vastgesteld. In de gedragscodes zijn gedragsregels opgenomen over integriteit. Ook voor de ambtelijke organisatie is een gedragscode vastgesteld. 7. Gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid De gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid is het bestuurlijke en juridische kader waarbinnen regionale samenwerking mogelijk is. Binnen de gemeenschappelijke regeling wordt een aantal taken gezamenlijk uitgevoerd. Onder de gemeenschappelijke regeling vallen ook de drie subregionale samenwerkingsverbanden. 8. Perspectiefnota Drechtsteden (2002-2006) De perspectiefnota 2002-2006 geeft inzicht van alle plannen die de Drechtsteden tot en met oktober 2002 hebben gemaakt. Deze plannen worden uitgevoerd. De perspectiefnota markeert daarmee het eindpunt van (papieren) discussie over het ambitieniveau van de Drechtsteden en het startpunt van de daadwerkelijke uitvoering van de plannen. De samenwerking in de Drechtsteden heeft via het project Manden Maken een nieuwe impuls gekregen. In 2004 heeft hierover in iedere gemeente besluitvorming plaatsgevonden. Vanaf 2005 wordt gestart met de uitvoering van de projecten. 9. Verordeningen recht van onderzoek en recht van initiatief In deze verordeningen is vastgelegd onder welke voorwaarden en op welke wijze raadsleden gebruik kunnen maken van het recht van onderzoek en het recht van initiatief. 10. Verordening huwelijkslocaties (2004) Door deze Verordening is het mogelijk om op andere locaties dan het gemeentehuis binnen de gemeente een huwelijk te voltrekken. De locaties worden getoetst aan de in de Verordening opgenomen criteria. 11. Reglement adviesraden Dit reglement biedt het kader waarbinnen de adviesraden hun werkzaamheden kunnen verrichten.
Trends & knelpunten · ·
Naarmate de klachtenprocedure verder ingeburgerd raakt, zal het aantal klachten naar verwachting toenemen. Hoewel de afhandeling extra tijd zal vergen, beschouwen wij een klacht vooral als een “advies van de burger”. In Papendrecht staat de klant centraal. Hij verwacht op een klantvriendelijke wijze te worden geholpen bij het afhandelen van zaken, waarbij ingespeeld wordt op vraagpatronen. De klant kan op een centrale plaats terecht voor alle publieksproducten. Ontwikkeling van digitale dienstverlening is een belangrijk ontwikkeling.
52
·
· ·
Per 1 januari 2005 treedt de Wet op de uitgebreide Identificatieplicht in werking. Vanaf deze datum moet iedereen in Nederland van 14 jaar en ouder een geldig identiteitsbewijs kunnen tonen als politie of andere toezichthouders daar om vragen. In de praktijk betekent dit dat iedereen van 14 jaar en ouder altijd een geldig identiteitsbewijs bij zich moet dragen. Hierdoor zal een toenemende vraag naar identiteitsbewijzen zijn. Het kabinet wil vanaf 2007 een nieuw kiesstelsel invoeren. Met deze herziening wordt beoogd de burger meer bij de politiek te betrekken. Er zijn twee belangrijke landelijke speerpunten voor ICT beleid, waaraan de gemeente zal moeten werken. In 2007 dient 65% van de dienstverlening elektronisch te worden aangeboden aan de burger en burgers hoeven in de toekomst bepaalde gegevens maar één keer aan te leveren bij de overheid.
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? 1. Verbeteren gemeentelijke dienstverlening Om een open en betrouwbare overheid te kunnen zijn zal in toenemende mate gebruik worden gemaakt van eigentijdse middelen van de informatie- en communicatietechnologie. Onze democratie moet zich weer kenmerken door grotere en directere betrokkenheid bij het totale beleidsproces. Daarom is het belangrijk dat onze inwoners beter zicht krijgen op de verantwoording van het gemeentelijk handelen. Bij elke vorm van dienstverlening aan onze inwoners dient sturing aan de vraagzijde plaats te vinden. 2. Open en betrokken bestuursstijl We vinden het belangrijk dat inhoud wordt gegeven aan vergroting van de betrokkenheid van inwoners, instellingen en ondernemers. Daarnaast willen we ook graag dat er breed draagvlak ontstaat voor het beleid. In de derde plaats verwachten wij ook dat via interactief besturen de kwaliteit van de besluitvorming (proces en uitkomst) zal toenemen. Dit vergt tijd en inspanning, het is immers een leerproces, maar het is een belangrijk doel waarnaar wij streven. Naast de geformaliseerde contacten, moet er ook meer ruimte komen om te horen wat individuele Papendrechters bezighoudt, hoe zij tegen bepaalde onderwerpen aankijken en welke oplossingen zij zien. 3. Een helder financieel beleid Wij willen een gemeente zijn en blijven met een financieel gezonde en transparante financiële huishouding, die een sluitend meerjarenperspectief kent maar waar ook ruimte is voor nieuw beleid. Dat vraagt voor de komende jaren om stevige maatregelen. In de eigen organisatie is fors ingezet op kostenbesparing en efficiency. Daarnaast zijn ombuigingen noodzakelijk om het gewenste financiële evenwicht te bewaren. 4. Optimalisatie planning en controlcyclus Bij wet heeft het college een groot aantal bevoegdheden en verantwoordelijkheden gekregen. Dat neemt niet weg dat (beleids)kaderstelling vooraf en (beleids)controle achteraf door de raad van groot belang is. Er wordt sterk gehecht een goede planning- en controlcyclus met voldoende rapportagemomenten aan de raad. Tijdig en voldoende informeren van de raad is belangrijk zodat er ruimte is voor het politieke debat en de mogelijkheid bieden voor herprioritering.
53
Wat gaat het College daarvoor doen? Accenten 2005 1. Verbeteren gemeentelijke dienstverlening · Blijvende aandacht voor effectief, efficiënt en transparant werken; · Blijvende aandacht voor afhandeling van meldingen, brieven, telefonische contacten; · Ontwikkelen van het Internet. · In Drechtstedenverband de samenwerking op het gebied van ICT verder vormgeven, waarbij elektronische dienstverlening verder ontwikkeld wordt. 2. Open en betrokken bestuursstijl Meer informele contacten en betrokkenheid door onder meer: · Wijk- en bedrijfsbezoeken; · Spreekuur voor burgemeester en wethouders. 3. Helder financieel beleid · Sluitende begroting (zo mogelijk reeds bij de voorjaarsnota) en een sluitend meerjarenperspectief. Beter inzicht in de financiële positie van de gemeente door: · Overzicht van alle elementen waarmee tegenvallers kunnen worden bekostigd; · Actueel overzicht van de onderhoudstoestand van wegen, riolering, gebouwen, kunstwerken, e.d.; · Discussie over belastingen en retributies. 4. Optimalisatie planning en controlcyclus · De planning en controlcyclus kent voldoende ruimte voor kaderstelling en verantwoording: Voorjaarsnota (inclusief bestuursrapportage), Programmabegroting, Najaarsnota (inclusief bestuursrapportage), Jaarrekening. 5. De volgende adviesraden adviseren het college: · Sportadviesraad · Adviesraad Cultuur · Jeugdadviesraad · Adviesraad sociaal beleid · Adviesraad ouderen
Ombuigingen Ombuigingen
2005
Bijdrage samenwerkingsverband ZHZ Budget bestuurlijke vernieuwing Totaal
15.000 15.000
2006 50.000 15.000 65.000
2007 50.000 15.000 65.000
2008 50.000 15.000 65.000
Bijdrage samenwerkingsverband ZHZ De bijdragen van de deelnemende gemeenten aan het samenwerkingsverband ZHZ wordt voor een groot gedeelte bepaald door de zogenaamde inwonersbijdragen. Deze bijdrage is gerelateerd aan het aantal inwoners van de deelnemende gemeente. Wij menen dat deze huidige systematiek geen recht doet aan de draagkracht van de deelnemende gemeenten. In regionaal verband zullen we een discussie aangaan omtrent een rechtvaardigere verdeelsystematiek. Structureel vanaf 2006.
54
Budget bestuurlijke vernieuwing In 2002 zijn diverse budgetten opgevoerd om de raad middelen te geven om bijvoorbeeld aanvullende onderzoeken te doen of externen in te huren. Wij stellen u voor om het budget inzake het recht van onderzoek en de ontwikkeling van de programmabegroting met totaal € 15.000 af te ramen. Er resteert dan nog een budget van € 16.000. De gemeenteraad heeft overigens altijd de mogelijkheid om een budget te voteren, wanneer hij hier behoefte aan heeft. Structureel vanaf 2005.
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren Indicatoren bestuursondersteuning: · Percentage van het totale aantal ingediende bezwaar- en beroepschriften dat binnen de wettelijke termijn is afgehandeld · Aantal gegronde klachten van onbehoorlijk gedrag van een ambtenaar of bestuurder Indicator open en betrokken bestuursstijl: · Termijn waarbinnen brieven worden beantwoord · Aantal wijk- en bedrijfsbezoeken Indicator helder financieel beleid · Aantal uitgevoerde doelmatigheidsonderzoeken Indicatoren dienstverlening · Tevredenheid klanten gemeentewinkel · Bereikbaarheid van de organisatie · Aantal vragen over beleid · Aantal bezoekers gemeentewinkel · Gemiddelde wachttijd gemeentewinkel · Gemiddelde transactietijd gemeentewinkel · Aantal huwelijken op alternatieve locaties
Wat mag het kosten? Bestuur Voorjaarsnota Begroting 2004
2005
Meerjarenbegroting 2006
2007
2008
Saldo lasten
3.471.000
4.129.000
4.081.000
4.096.000
4.074.000
Saldo baten
348.000
348.000
372.000
372.000
372.000
Saldo programma (- is nadelig)
-3.123.000 -3.781.000 -3.709.000 -3.724.000 -3.702.000
Nieuw beleid Intensivering Drechtsteden
600.000600.000-
Totaal 55
600.000600.000-
600.000600.000-
600.000600.000-
56
Programma 9:
Algemene dekkingsmiddelen
Hoofdkenmerken Dit programma is niet zo zeer een programma zoals door de gemeenteraad bij het opstellen van de programmabegroting gedefinieerd. Programma 9 betreft een verzameling van diverse posten die van belang zijn voor de financiering van alle programma’s 1 tot en met 8 en dus onder één programma zijn onder te brengen. De voornaamste posten die hieronder vallen zijn de algemene uitkering, de opbrengsten uit gemeentelijke belastingen (= OZB) en het financieringsresultaat. Ook de uitkomst tussen enerzijds de kosten van de bedrijfsvoering en de doorbelasting aan de programma’s anderzijds is in programma 9 verantwoord. Een visie en specifieke beleidskaders zijn verwoord in het onderdeel financiële begroting en de paragrafen treasury, lokale lasten en bedrijfsvoering. Op de acht programma’s van de gemeente zijn de lasten en baten verwerkt die toerekenbaar zijn aan de inhoud van de programma’s. Het saldo van de baten en lasten van de programma’s is uiteraard negatief. De algemene dekkingsmiddelen zorgen ervoor dat de negatieve saldi van de programma’s worden opgevangen. De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit de algemene uitkering, de OZB, deelnemingen (dividenden) etc. De lasten die betrekking hebben op deze middelen, de uitvoering van de wet WOZ, ambtelijke uren en kapitaallasten staan eveneens in programma 9. Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren niet de rioolrechten en de afvalstoffenheffing, die immers een vastgesteld bestedingsdoel hebben. Voor onvoorziene lasten neemt de gemeente een bedrag op van ruim € 3 per inwoner (= totaal € 100.000). Deze onvoorziene lasten zijn niet verdeeld over de programma’s, zodat deze middelen niet bij voorbaat worden geoormerkt, maar gedurende het begrotingsjaar breed inzetbaar zijn waar dat nodig is.
Visie De erkenning bij burgers dat onze gemeente haar financiële positie goed beheert en dat de van hen gevraagde financiële bijdragen (via belastingen, heffingen en leges) in een redelijke verhouding staan tot de gerealiseerde effecten, producten en diensten. Kernpunten omtrent de planning van algemene dekkingsmiddelen zijn: transparantie, rechtmatigheid en vooral actualiteit. Bestuurlijk kader 1. Gemeentefonds. Het analyseren van en anticiperen op landelijke ontwikkelingen ten aanzien van het gemeentefonds, waarbij de gevolgen voor de algemene uitkering van Papendrecht zo concreet mogelijk in beeld worden gebracht. 2. Toezichtskader provincie Zuid-Holland. De begroting wordt na vaststelling door de gemeenteraad ter goedkeuring bij de afdeling Financieel Toezicht van de provincie ZuidHolland ingediend. De programmabegroting 2005 dient aan de specifieke criteria van financieel toezicht te voldoen. 3. Met inachtneming van kapitaalmarktontwikkelingen en de bepalingen in het financieringsstatuut streven naar een maximaal rente- en dividendresultaat. 4. Het zorgvuldig, klantgericht en efficiënt regelen van: WOZ-beschikkingen, aanslagen gemeentelijke belastingen en invordering. 5. Het voorzien in een financiële buffer voor onvoorziene en bestuurlijk onontkoombare uitgaven.
57
Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten/outcome? 1. Het volgen van de ontwikkeling van het gemeentefonds is van belang voor het tijdig verschaffen van financieel inzicht van de budgettaire mogelijkheden. Uitvoering van de beleidsprogramma’s is nu eenmaal afhankelijk van begrotingsruimte. 2. Met een begroting die voldoet aan het provinciale toezichtskader wordt de gemeente onder repressief toezicht geplaatst. Bij repressief toezicht kunnen raadsbesluiten zonder voorafgaande toestemming van Gedeputeerde Staten worden uitgevoerd. Een dergelijk predikaat getuigt van een goede begroting en is daarmee een basis voor het uitvoeren van beleidsvoornemens. 3. Het voorkomen van financiële tegenvallers terzake in het volgende begrotingsjaar. 4. Meer service aan belastingplichtigen en een toename van klanttevredenheid; lage perceptiekosten bij de uitvoering van de WOZ en de aanslagregeling gemeentelijke belastingen en het verminderen van betalingsachterstanden. 5. Het oplossen van knelpunten binnen de vastgestelde begroting.
Wat gaat het college daarvoor doen? Accenten 2005 1. Gemeentefonds. Vaststellen van de financiële gevolgen van de periodieke circulaires voor de begrotingspositie van de gemeente Papendrecht. 2. Toezichtkader provincie Zuid-Holland. Het voldoen aan de volgende criteria van de provincie om in 2005 onder repressief toezicht te vallen: · Het indienen van de begroting 2005 voor 15 november 2004 en de jaarrekening 2004 voor 15 juli 2005. · Een sluitende begroting 2005 of een sluitende meerjarenperspectief in uiterlijk 2007. · Verantwoording van de algemene uitkering op basis van de septembercirculaire in de begroting 2005. · Het opnemen van de behoedzaamheidsreserve voor maximaal 50% als structureel dekkingsmidddel. · Geen stelposten onder algemene dekkingsmiddelen waarmee de begroting voor 2005 sluitend is gemaakt. Ombuigingen horen daadwerkelijk op het programmaniveau ingevuld te zijn. · Het opnemen van negatieve voorzieningen en reserves duidt op een vermogenstekort en is derhalve vanaf 2008 niet meer toegestaan. · Optimaal financieringsresultaat. Het renteresultaat wordt op basis van een actuele liquiditeitenplanning geoptimaliseerd. Bij de huidige rentestand zullen wij de kasgeldlimiet maximaal benutten. 3. In 2005 ontvangen alle eigenaren en/of huurders een WOZ-beschikking. Dat zijn er ruim 15.000. Gelijktijdig ontvangen de belastingplichtigen een gecombineerde aanslag die voor particulieren via machtiging in 8 termijnen mag worden voldaan. Deze betaalservice wordt aangeboden en beoogt soepele financiële afwikkeling van de gemeentelijke belastingaanslag. Om WOZ-belanghebbenden zo gericht mogelijk van dienst te zijn zullen wij voorts op Internet een raadpleegfaciliteit voor de WOZ-gegevens beschikbaar stellen. Deze site is vanaf begin 2005 operationeel. 4. Het jaarlijks opnemen in de begroting van een budget voor onvoorziene uitgaven.
58
Ombuigingen Ombuigingen
2005
2006
2007
2008
Budget collegeprogramma Precariorechten Verkoop panden, terreinen, beheer en exploitatie door het grondbedrijf Totaal
140.000
140.000 25.000
140.000 25.000
140.000 25.000
200.000
200.000
200.000
200.000
340.000
365.000
365.000
365.000
Budget Collegeprogramma De uitvoering van het Collegeprogramma is vertaald in de begroting en meerjarenbegroting. Inmiddels is een groot deel van het programma gerealiseerd of in uitvoering genomen. In de begroting was een budget opgenomen ter dekking van de uitvoering van dit programma. Wij stellen u voor om het budget grotendeels in te zetten als dekking van het tekort. Nieuwe beleidskeuzes zullen wij in het kader van het stringente begrotingsbeleid bij de huidige begrotingsposten onderbrengen. Precariorechten Precariobelasting kan worden geheven voor het gebruik van openbare gemeentegrond. Belastingplichtige is diegene, die voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond heeft. Voor containers, bouwmaterialen, kranen, pallets, verpakkingsmaterialen, terrassen, enz., op of boven openbare gemeentegrond moet worden betaald. Maar ook voor een aanhangwagen, trailer of caravan, die op de openbare weg staat, is precariobelasting verschuldigd. In 2005 zult u omtrent de verdere uitwerking hiervan op de hoogte worden gesteld. Structureel van 2006. Verkoop panden, terreinen, beheer, exploitatie door het grondbedrijf, ook scholen etc, bijdrage vanuit de grondexploitatie De gemeente Papendrecht bezit op diverse plaatsen binnen de gemeente accommodaties, woongebouwen, scholen en percelen bouwgrond. Wij wensen uitsluitend strategisch vastgoed in eigendom te houden. De overige activa brengen wij onder in de grondexploitatie omdat door een bedrijfsmatige aanpak het beste rendement wordt gerealiseerd. Zowel financieel alsmede qua planning. Op basis van een grove inventarisatie menen wij tenminste gedurende de nieuwe planperiode jaarlijks € 200.000 te verdienen. Structureel vanaf 2005.
Evaluatie: waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Prestatie-indicatoren: · Gelet op het belang van de algemene uitkering op de financiële positie wensen wij de gevolgen van respectievelijk de maart-, juni- en septembercirculaire in de jaarrekening, voorjaarsnota en begroting te verwerken. · Een beschikking van Gedeputeerde Staten waaruit blijkt dat de gemeente Papendrecht onder repressief toezicht valt. · Verantwoording van het renteresultaat in de Voorjaars- en Najaarsnota. · 25% verlaging van de openstaande vorderingen gemeentelijke belastingen t.o.v. stand per ultimo 2004. · Aantal ontvangen bezwaarschriften WOZ; 5% van het aantal afgegeven WOZbeschikkingen.
59
Algemene dekkingsmiddelen Voorjaarsnota Begroting 2004 Saldo lasten
5.638.000
2005 1.451.000
Meerjarenbegroting 2006 1.415.000
2007 1.401.000
2008 1.411.000
Saldo baten
29.229.000 25.068.000 25.686.000 26.294.000 26.689.000
Saldo programma (- is nadelig)
23.591.000 23.617.000 24.271.000 24.893.000 25.278.000
Nieuw beleid Vervoersmanagement Totaal
50.00050.000-
60
50.00050.000-
1.
Weerstandsvermogen
Inleiding De financiële positie van de gemeente wordt in volgorde van belangrijkheid bepaald door: 1. Het begrotingsresultaat van 2004. 2. De uitkomsten van de meerjarenraming. 3. Het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is één van de beschikbare en voorgeschreven financiële graadmeters. De bedragen die in de paragraaf weerstandsvermogen staan, blijken derhalve niet uit de financiële (meer)jarenbegroting. Dat betekent dat de geschetste visie omtrent het weerstandsvermogen geen vrijbrief is om nieuwe verplichtingen aan te gaan. Het weerstandsvermogen expliciteert op hoofdlijnen de risico’s en buffers en is geen allocatie en/of autorisatie van kredieten c.q. budgetten. Verder zal het nooit zo zijn dat in enig dienstjaar alle risico’s tot financiële verplichtingen leiden en dat anderzijds de algemene reserve via het effectueren van de buffers voor de weerstandscapaciteit ineens wordt versterkt. Het weerstandsvermogen is één van de instrumenten om de financiële positie te beoordelen. De uitkomst zegt op dit moment wellicht nog niet veel omdat een normenkader ontbreekt. Deze norm kan niet vanuit de overheid en/of provincie worden opgelegd omdat risico’s en buffers sterk met lokale omstandigheden samenhangen. Deze paragraaf zet bij wijze van spreken een eerste toon ten aanzien van het weerstandsvermogen. Via de jaarrekening 2004 en begroting 2005 wordt de toon bijgesteld en zodoende ontwikkelt zich vanzelf een norm en wordt het duidelijk in welke richting het weerstandsvermogen zich ontwikkelt. En om dit laatste argument draait het feitelijk. Een ongunstige ontwikkeling van het weerstandsvermogen kan aanleiding geven tot risicomijdend beleid waardoor bijvoorbeeld strategische aankopen uitgesteld moeten worden. Zoals blijkt is de uitkomst van het weerstandsvermogen op diverse uitgangspunten gebaseerd. De keuze van deze uitgangspunten is op realisme gebaseerd maar zou op onderdelen anders kunnen. Voor het ontwikkelen van een normenkader blijven deze uitgangspunten voor het vasthouden van zuivere tonen overigens een aantal jaren gelden. Samenvatting De paragraaf weerstandsvermogen beoogt een kwalitatieve beschouwing over de kwaliteit van de vermogenspositie van de gemeente op lange termijn te zijn. Deze paragraaf is nieuw en een eerste opzet en mening heeft verstrekkende gevolgen voor het beeld van de gemeente en de te volgen strategische koers. Op basis van de gekozen uitgangspunten en naar de huidige inzichten zijn wij van mening dat de gemeente over een positief weerstandsvermogen beschikt. Met een begrotingstotaal van ruim 90 miljoen euro verdient het aanbeveling om het weerstandsvermogen te versterken. Dit is onder andere mogelijk door een gedeelte van het begrotingsresultaat structureel aan de algemene reserve toe te voegen. Deze toevoeging borgt in enige mate de financiering van de geluidsschermen en het vervangen/vernieuwen van de sportaccommodaties. Deze toevoeging ten laste van de begroting kan wegvallen zodra duidelijk is welke bedragen voor genoemde doeleinden in de begroting worden opgenomen. Samenstelling weerstandsvermogen Iedere programmabegroting heeft een paragraaf over het weerstandsvermogen. Deze paragraaf komt in de plaats van de risicoparagraaf en bevat een aantal nieuwe elementen. Zo worden vanaf heden niet alleen de risico’s in geld beter gekwantificeerd maar ook wordt de capaciteit om extra financiële weerstand op te bouwen belicht. Het weerstandsvermogen is dus de resultante van een inschatting van allerlei risico’s onder aftrek van de weerstandscapaciteit. Normen over een minimaal weerstandsvermogen zijn van overheidswege niet gesteld. Het behoeft overigens geen betoog dat het weerstandsvermogen niet negatief mag zijn.
61
Uitgangspunten · Het weerstandsvermogen wordt in principe uitgedrukt in één bedrag. Bij het kwantificeren van structurele risico’s en de jaarlijkse weerstandscapaciteit geldt een factor van 10. Het veronderstelt dat ieder risico of kans binnen een termijn van 10 jaar eindigt. De gemeente Papendrecht bestaat echter ook na 2014. Het hanteren van een looptijd van 10 jaar is een praktische keuze geweest. Het leidt tot een gewenst niveau van nauwkeurigheid van allerlei berekeningen en geeft voldoende ruimte om het beleid zonodig bij te stellen. · Grondexploitaties. Van grondexploitaties worden jaarlijks de exploitatieberekeningen geactualiseerd. De uitkomst van deze berekening is een voorspelling van het voordelig of nadelig resultaat op het moment van beëindiging. Vanwege de onzekerheid die in de bouwscenario’s en samenhangende berekeningen schuilt, worden de uitkomsten voor 50% voor de berekening van het weerstandsvermogen meegenomen. Voor strategische aankopen van panden en ruwe gronden geldt een risicomarge van 20% over de geïnvesteerde waarde. De marge van 20% veronderstelt dat alle investeringen voor tenminste 80% van marktpartijen worden terugontvangen. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit een vijftal componenten te weten: 1. Omvang van de vrij besteedbare reserves. 2. Omvang van de onbenutte belastingcapaciteit. 3. De financiële ruimte die blijkt uit de jaarcijfers. 4. Omvang stille reserves. 5. Verwachte resultaten van onderhanden grondexploitaties. 1. Omvang van de vrij besteedbare reserves Tot de vrij besteedbare reserves worden gerekend: Samenstelling vrij besteedbare reserves A Algemene reserve B Reserve raadsvisie C Reserve stedelijke vernieuwing Totaal Afgerond
Primo 2005 2.075.000 751.000 2.111.000 4.937.000 5.000.000
Ultimo 2008 2.392.000 747.000 2.619.000 5.758.000 6.000.000
2. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit betreft de ruimte tussen de feitelijke OZB opbrengst en de opbrengst die de gemeente moet realiseren indien zij een beroep zou moeten doen op een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds op grond van artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet. De onbenutte belastingcapaciteit over 10 jaar kan als volgt worden berekend: Ontwikkeling belastingtarief tot 2006 Tarief woningen Norm artikel 12 Financiële Verhoudingswet Ruimte t.o.v. de norm Belastingcapaciteit 2003 woningen en niet woningen (= 2 miljard euro) Aantal belastingeenheden van € 2.268 Jaarlijkse ruimte ten opzichte van de norm (aantal eenheden * € 0,55) Over 10 jaar gerekend Afgerond
2004
2005 5,38 5,99 0,61
5,38 5,99 0,61 2.005.000.000 884.039 537.000 5.370.000 5.400.000
Het is voor de goede orde een politieke keuze om de onbenutte belastingscapaciteit als bouwsteen voor het weerstandsvermogen te gebruiken. Met de herwaardering per 1 januari 2006 ingevolge de WOZ zal ook de limiet van de Financiële Verhoudingswet worden bijgesteld. Verder is het de vraag of bij het wettelijke regelen van de maximale OZB-verhogingen de onbenutte belastingcapaciteit nog tot het weerstandsvermogen mag worden gerekend. 62
Het wetsontwerp van de regering wordt één deze dagen met een negatief advies van de Raad van State naar de Tweede Kamer gestuurd. 3. De financiële ruimte die blijkt uit de jaarcijfers De jaarcijfers wijken blijkens de volgende opsomming telkens gunstig van de begroting af. Meestal komt dat door incidentele meevallers zoals de bijstelling van het gemeentefonds. Gegeven de budgetdiscipline en een reële begroting, is er een gerede kans dat het jaarresultaat positief uitvalt. Ook in de toekomst zal de algemene reserve op basis van een positief rekeningsaldo worden versterkt. Om deze reden is het realistisch om hiervoor een bedrag in de berekening van het weerstandsvermogen op te nemen. Aangezien behaalde resultaten geen volledige garantie voor de toekomst geven, is het behoedzaam om het gekwantificeerde voordeel voor 50% mee te nemen. Ontwikkeling jaarresultaat: Dienstjaar 1995 Dienstjaar 1997 Dienstjaar 1997 Dienstjaar 1998 Dienstjaar 1999 Dienstjaar 2000 Dienstjaar 2001 Dienstjaar 2002 Dienstjaar 2003 Dienstjaar 2004 (raming) Totaal
Voordelig Nadelig Voordelig Voordelig Nadelig Voordelig Voordelig Voordelig
Gemiddeld Over 10 jaar gerekend Voorzichtigheidshalve mee te nemen voor 50% Afgerond
Begroting 2005 598.000 28.000321.000 57.000 145.000183.000 590.000 1.221.000 279.000 03.076.000 307.600 3.076.000 1.538.000 1.500.000
4. Omvang stille reserves Stille reserves zijn bezittingen waarvan de marktwaarde niet uit de balans blijkt. Dit betreft bijvoorbeeld de verkoopwaarde van allerlei groenstroken. Deze groenstroken zijn volgens de balans niets waard en zodoende kan er sprake van een stille reserve zijn. Op basis van een structuurvisie van Papendrecht kan een globale indicatie van de stille reserve worden gegeven. Het bebouwen van groen vereist een zorgvuldige afweging en daarom is het verstandig om voor dit onderdeel geen bedrag voor eventuele versterking van het weerstandsvermogen op te nemen. Als tweede stille reserve kan de waarde van de aandelen Eneco worden genoemd. Hiervan kan een betere indicatie van de stille reserve worden gegeven. Indicatief bedraagt de marktwaarde € 15.000.000 maar door het wegvallen van dividend en het afboeken van de oorspronkelijke aanschafwaarde resteert een stille reserve van € 3.100.000. Sinds 2001 is de marktsituatie voor de aandelen Eneco verslechterd. Dat komt enerzijds door de malaise op de aandelenmarkt en anderzijds ook door wettelijke bepalingen die bij het vrijgeven van de energiemarkt door de overheid zijn opgelegd. Uit de jaarrekening 2002 blijkt voorts dat de uitkeerbare winst als gevolg van de te betalen vennootschapsbelasting is gedaald. Het realiseren van de afgegeven indicatie lijkt onder de huidige omstandigheden niet meer realistisch.
63
De berekening van de stille reserve: Dividend Eneco Kapitalisatiefactor Beleggerswaarde aandelen Eneco Inschatting van de marktwaarde op dit moment (maximaal) Bruto (stille) reserve Af: boekwaarde aandelen Netto stille reserve Afgerond
276.512 4% 6.912.800 11.000.000 4.087.200 984.000 3.103.200 3.100.000
5. Verwachte resultaten van onderhanden grondexploitaties Uit de paragraaf grondbeleid blijkt dat op grond van recente exploitatieberekeningen een positieve ontwikkeling van het weerstandsvermogen mag worden verwacht. Het betreft: Complex Merwehoofd Kraaihoek-Noord Centrum Oostpolder Wilgendonk Van Maerlantstraat Kleine Waal Polder Nieuwland
Actualisatie in 2004 -578.000 2.396.000 505.0001.053.000 465.000 190.000 100.000 600.000 3.721.000 Per saldo
Realiseerbaar voor 50%
1.900.000
Prognose in 2003 1.000- Nadelig 1.829.000 Voordelig 2.100.000- Nadelig 580.000 Voordelig 364.000 Voordelig 241.000 Voordelig Voordelig Voordelig 913.000
Jaar 2007 2006 2010 2010 2006 2004 2005 2005
450.000
Op het moment dat de grondexploitatie financieel wordt afgesloten, vindt administratieve verrekening met de reserve stedelijke vernieuwing plaats. Wij schatten op dit moment het effect op de weerstandscapaciteit in op 50% van het verwachte saldo. Resumerend bedraagt de maximale weerstandscapaciteit: Samenvatting omvang weerstandscapaciteit Beschikbare reserves Belastingcapaciteit Ruimte bij begrotingsanalyse op basis van jaarcijfers Stille reserves aandelenkapitaal Verwacht resultaat onderhanden grondexploitaties
Begroting 2004 Begroting 2005 5.000.000 5.000.000 5.900.000 5.400.000 1.600.000 1.500.000 3.000.000 3.000.000 450.000 1.900.000 Totaal 15.950.000 16.800.000
Het benodigde weerstandsvermogen voor risico’s Tot het risicoprofiel behoren alle risico’s waarvoor geen voorzieningen binnen de exploitatie of vermogensfeer zijn gevormd. Voor risico’s met omvangrijke gevolgen, die het gevolg zijn van brand, storm en wettelijke aansprakelijkheid zijn verzekeringen afgesloten. Voor deze risico’s heeft de gemeente in feite geen of weinig weerstandsvermogen nodig. Behalve storm, brand en wettelijke aansprakelijkheid zijn er risico’s: 1. uit hoofde van normale bedrijfsvoering. 2. uit hoofde van bouwgrondexploitaties. 3. uit hoofde van taakstelling bouwgrondexploitatie Centrumgebied. 4. vanwege strategische aankopen (panden en gronden) 5. uit hoofde van verleende gemeentegaranties. 6. die verband houden met ontwikkelingen in het gemeentefonds. 7. uit hoofde van lopende claims en vorderingen. 8. uit hoofde van vervanging eigendommen waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen. 64
1. Risico’s uit hoofde van normale bedrijfsvoering Hierbij kan worden gedacht aan risico’s die we lopen in de sfeer van de uitvoering van de regelgeving (fouten in de uitvoering van procedures), achterstand in de afwikkeling van een aanvraag voor rijksvergoeding (onderwijs, sociale zaken), en de gevolgen van een niet optimaal functionerende bedrijfsvoering. Gezien het exploitatieresultaat over de afgelopen 10 jaar (zie hiervoor) blijkt dat financiële risico’s binnen de bestaande budgetten financierbaar zijn. Het risico uit hoofde van normale bedrijfsvoering kan daarom op nihil worden gesteld. De Wet werk en bijstand kan daarentegen wel grote invloed op het weerstandsvermogen hebben. Deze wet, die per 1 januari 2004 in werking is getreden, legt nogal wat financiële risico’s bij het uitvoeren van de bijstandswet bij de gemeente. Iedere bijstandsgerechtigde drukt voortaan tijdens het dienstjaar ten laste van het begrotingsresultaat. In het daarop volgende jaar vindt een landelijke volumecorrectie op basis van de macro-economische ontwikkeling plaats. Het is op dit moment zeer onzeker of gemeenten in budgettaire problemen raken. Vaststaat dat gemeenten een fors budgettair risico lopen. Zeker bij een economische recessie. Uitgaande van 40 nieuwe (= +10%) bijstandsgerechtigden bedraagt het jaarlijkse vermogenseffect € 800.000. Dit risico is echter tijdelijk omdat ieder jaar het budget wordt bijgesteld. Het maximale vermogenseffect bedraagt daarom € 800.000. 4. Risico’s vanwege strategische aankopen Voor het rendement van de grondexploitatie en het borgen van verre beleidsvoornemens omtrent ruimtelijke ordening zijn strategische aankopen noodzakelijk. Hierin schuilt per definitie een aankooprisico. Het rendement hangt vooral samen met de bestemming van het aangekochte eigendom. Ook tussentijds kunnen er exploitatieverliezen optreden indien de activa niet aan derden kunnen worden verhuurd of verpacht. Het risico van strategische aankopen wordt op 20% (= € 800.000) van de geïnvesteerde waarde (€ 3.840.000) geschat. 5. Risico’s uit hoofde van verleende gemeentegaranties Ter borging van rente- en aflossingsverplichtingen staat de gemeente Papendrecht garant voor een bedrag van € 97.000.000. Een eenduidige risicobepaling is niet mogelijk omdat de garanties aan volstrekt verschillende partijen zijn verstrekt. Zo is het financieel risico voor allerlei leningen, die in het kader van de volkshuisvesting zijn verstrekt, door de waardeontwikkeling van het vastgoed nihil. Ook bij andere gemeentegaranties fungeert het vastgoed meestal als zakelijke zekerheid en is de kans dat de gemeente financieel wordt aangesproken zeer gering. De afgelopen 10 jaar zijn er uit deze hoofde geen betalingen verricht. Het risico becijferen wij op € 200.000 en is als volgt onderbouwd: Schatting risico verleende gemeentegaranties Woningbouw Verzorging Overige instellingen
Bedrag * € 1.000 91.658.000 3.976.000 1.873.000
Risico 0% 1% 10% Totaal Afgerond
39.760 187.300 227.060 200.000
6. Risico’s die verband houden met ontwikkelingen in het gemeentefonds In de vorige paragraaf weerstandsvermogen is de wetgeving omtrent afschaffing gebruikersgedeelte OZB en de Wetwerk en Bijstand als belangrijk risico’s aangemerkt. De gevolgen die verband houden met de OZB hebben wij op basis van de ontvangen rekenmodellen in beeld gebracht en zijn verwaarloosbaar. De financiering van de Wet Werk en Bijstand is reeds uit het gemeentefonds gehaald. Actueel is de financiering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Hiervan is nog geen enkele financiële indicatie te geven. Het kabinet heeft voldoende middelen voor de uitvoering van de WMO toegezegd.
65
7. Risico’s uit hoofde van lopende claims en vorderingen Claims met grote financiële gevolgen voor het weerstandsvermogen zijn niet aanwezig. In de paragraaf verbonden partijen wordt aangegeven, dat de claim van Gevudo NV inzake de verbrandingstarieven bij toewijzing bij de belastingplichtigen in rekening wordt gebracht. 8. Risico’s uit hoofde van vervanging eigendommen waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen Uit de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen blijkt dat niet duidelijk is wie verantwoordelijk is voor het vervangen van de geluidsschermen langs de A15 en N3. Rijkswaterstaat vindt dat gemeenten verplicht zijn het onderhoud en het vervangen voor hun rekening te nemen. Uitgaande van een levensduur van 25 jaar en een financiële verplichting van € 7.50.000 (3.125 1 m maal € 2.400) bedraagt de jaarlijkse storting € 300.000. Over 10 jaar gerekend € 3.000.000. Belangrijke financiële onzekerheid bestaat eveneens voor de vervanging en verbetering van de sportaccommodaties. Het is nog niet bekend in welke mate het bedrag van de meerjarenbegroting wordt beïnvloed. Uitgaande van een investering van € 10.000.000 bedragen de extra jaarlijkse lasten € 500.000. Over een periode van 10 jaar dus € 5.000.000. Samenvatting van benodigd weerstandsvermogen in verband met risico’s: Bedrijfsvoering Grondexploitatie, Oosteind voor 50% Boekverliezen op gronden en strategische aankopen die nog niet in exploitatie zijn genomen Gemeentegaranties Herverdeeleffect algemene uitkering Lopende claims Op hoogte brengen van voorzieningen
Begroting 2004 800.000 1.000.000
Begroting 2005 800.000
700.000
800.000
200.000 1.200.000 200.000 8.000.000 12.100.000
200.000
8.000.000 9.800.000
Begroting 2004 15.950.000
Begroting 2005 16.800.000
12.100.000
9.800.000
3.850.000
7.000.000
Conclusie ten aanzien van het weerstandsvermogen: Beschikbare weerstandscapaciteit Af: Benodigd weerstandsvermogen in verband met risico’s waarvoor geen financiële voorzieningen zijn getroffen Per saldo overschot
Het weerstandsvermogen is toegenomen en dat beeld is op zijn minst merkwaardig want in de begroting zit nog een stevige taakstelling voor een efficiëntere bedrijfsvoering en een pakket aan ombuigingen met een opbrengstwaarde van bijna € 1.800.000. De zienswijze is als volgt. Wij zijn van mening dat de financiële onzekerheden die vanzelfsprekend verband houden met de geplande ombuigingen geen invloed op het weerstandsvermogen mogen en zullen hebben. Immers, indien bepaalde ombuigingen niet effectueerbaar zijn dan zullen wij bij u met nieuwe ombuigingen komen. De meerjarenraming beschikt nog over een bescheiden financiële ruimte, die als buffer voor financiële tegenvallers en niet-effectueerbare ombuigingen fungeert. Een positief weerstandsvermogen betekent dat de financiële positie van de gemeente gezond is. Ondanks de versterking van het weerstandsvermogen ten opzichte van 2004 met 80% (= 10% van het balanstotaal), blijft het weerstandsvermogen gering. Wij vinden het wenselijk om het weerstandsvermogen komend begrotingsjaar verder te versterken.
66
2. Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De gemeente Papendrecht heeft ongeveer 325 ha aan openbare ruimte in beheer. Veel activiteiten van de burgers zoals wonen, werken en recreëren vinden plaats binnen de gemeente Papendrecht. Om deze activiteiten te kunnen laten plaatsvinden zijn veel kapitaalgoederen nodig. Onder kapitaalgoederen worden zaken zoals wegen, riolering, groenvoorzieningen en gebouwen verstaan. De kwaliteit van de kapitaalgoederen is bepalend voor het voorzieningen niveau binnen de gemeente en uiteraard bepalend voor de (jaarlijkse) lasten. Het beleid omtrent de kapitaalgoederen is opgenomen in verschillende beleidsnota's zoals het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), het baggerplan en de groenvisie. Riolering Het Gemeentelijk Rioleringsplan heeft tot doel op gestructureerde wijze zorg te dragen voor de aanleg, het onderhoud en de verbetering van het gemeentelijke rioleringssysteem met als doel een goede afvoer van het afval- en regenwater. Begin 2004 is het tweede Gemeentelijk Rioleringsplan vastgesteld voor de planperiode 2004-2008. Het onderhoud en het doen van nieuwe investeringen en de renovatie- en vervangingsinvesteringen zal conform de kaders van deze beleidsnota plaatsvinden. Het uitgangspunt hierbij is dat alle aan de riolering toe te rekenen kosten volledig gedekt worden door de rioolrechten. De reconstructiewerken (het groot onderhoud) is een samenspel met de disciplines wegen en groenvoorzieningen. De onderhoudsstaat van de riolering is in vele gevallen bepalend om een reconstructiewerk op te nemen in de planning. De financiering van dit soort werken vindt plaats met behulp van de egalisatievoorziening reconstructies. Op basis van meerjaren planningen worden de benodigde dotaties in de egalisatievoorziening bepaald. Voor het jaar 2005 bedraagt de dotatie € 381.000. In het jaar van uitvoering vindt de bekostiging plaats door de benodigde gelden te onttrekken uit de egalisatievoorziening. In 2005 zal fase 2 (overige deel) van de wijk Kraaihoek Noord uitgevoerd worden. Op basis van het oude rioolbeheerssysteem zijn de planningen, de onttrekkingen en dotaties bepaald. In het tweede kwartaal van 2004 is het project van de geïntegreerde beheerssystemen (riolering, wegen en groenvoorzieningen) afgerond. Dit betekent dat vanaf het begrotingsjaar 2005 met de nieuwe methodiek van deze systemen een meerjarenplanning en -raming wordt opgesteld voor de komende jaren met een doorkijk van 30 jaar (riolering). Vanwege de levensduur van de riolering is gekozen voor 30 jaar. De financiële uitkomsten van deze planningsmethodiek zullen nog bediscussieerd worden, waarna een nauwkeurige dotatie bepaald kan worden. Voorlopig wordt deze voor het jaar 2005 vastgesteld op € 381.000. Wegen De kwaliteit van de wegen in de gemeente Papendrecht wordt vastgesteld door middel van visuele inspecties voor alle soorten verhardingen en aanvullend onderzoek naar draagkracht van de wegconstructie. Het laatst genoemd onderzoek is alleen noodzakelijk voor asfaltverhardingen. De laatste visuele inspectieronde heeft plaatsgevonden in 2003 bij het opstellen van de beheersstrategie. Aan de hand van de visuele inspectieresultaten en afstemming op de geplande rioleringswerken is tot en met 2005 een planning opgesteld voor de reconstructiewerken. De financiering van deze werken geschiedt met de egalisatievoorziening reconstructies zoals omschreven bij het onderdeel riolering. In 2005 zal fase 2 (overige deel) van de wijk Kraaihoek Noord uitgevoerd worden. In het tweede kwartaal van 2004 is het project van de geïntegreerde beheerssystemen (riolering, wegen en groenvoorzieningen) afgerond. Dit betekent dat vanaf het begrotingsjaar 2005 met de nieuwe methodiek van deze systemen een meerjarenplanning en -raming wordt opgesteld voor de komende jaren met een doorkijk van 10 jaar (wegen). 67
Vanwege de zettingsproblematiek van de wegen is gekozen voor 10 jaar. De financiële uitkomsten van deze planningsmethodiek zullen nog bediscussieerd worden, waarna een nauwkeurige dotatie bepaald kan worden. Voorlopig wordt deze voor het jaar 2005 vastgesteld op € 315.000. Het onderhoudsplan voor de asfaltwegen wordt opgesteld aan de hand van de visuele inspecties en het aanvullend onderzoek. Het onderhoudsplan dateert uit 1999 en heeft een looptijd van 10 jaar. In 2005 is het streven om voor enkele asfaltwegen een nieuw onderhoudsplan op te stellen. Ten behoeve van de uitvoering van het onderhoudsplan voor asfaltwegen wordt voor 2005 een bedrag van € 400.000 gedoteerd in de voorziening asfalteringsprogramma. Volgens planning zullen in 2005 de voorbereidingen van de reconstructie van de Willem Dreeslaan van start gaan. De uitvoering zal in 2006/2007 gaan plaatsvinden. In aansluiting op de invoering van de nieuwe geïntegreerde beheerssystemen (riolering, wegen en groenvoorzieningen) en uit te voeren onderzoek naar draagkracht van deze wegen zal de planning van de asfalteringswerken voor de komende tien jaar bijgesteld worden. Eventuele aanpassingen van de stortingen in de voorziening asfalteringsprogramma zullen vanaf het begrotingsjaar 2005 bepaald worden. Groenvoorzieningen De groenvisie is in 2004 geactualiseerd. De groenvisie wordt gebruikt als het uitgangspunt bij planvorming en het beheer en heeft als doel het ontwikkelen van groen voor de langere termijn. Hiermee wordt de samenhang in het groen bij allerlei ontwikkelingen en veranderingen gewaarborgd. Het planmatig groot onderhoud van het openbaar groen is dus indirect verwoord in de groenvisie en sluit aan op het reconstructiewerken van wegen en riolering. De financiering van deze werken geschiedt met de egalisatievoorziening reconstructies zoals omschreven bij het onderdeel riolering. In 2005 zal fase 2 (overige deel) van de wijk Kraaihoek Noord uitgevoerd worden. In het tweede kwartaal van 2004 is het project van de geïntegreerde beheerssystemen (riolering, wegen en groenvoorzieningen) afgerond. Dit betekent dat voor het begrotingsjaar 2005 met de nieuwe methodiek van deze systemen een meerjarenplanning en -raming wordt opgesteld voor de komende jaren met een doorkijk voor 10 jaar. De financiële uitkomsten van deze planningsmethodiek zullen nog bediscussieerd worden, waarna een nauwkeurige dotatie bepaald kan worden. Voorlopig wordt deze voor het jaar 2005 vastgesteld op € 182.000. Na de invoering van het geïntegreerde beheerssysteem zal de uitvoering van het kleine onderhoud met diverse varianten doorgerekend worden met als doelstelling een optimum te vinden tussen kosten inzet van menskracht en geleverde kwaliteit. In verband met het ingezette noodzakelijke bezuinigingstraject zal een versobering van het reguliere onderhoud van de groenvoorzieningen doorgevoerd worden. Er is ingezet om voor het jaar 2005 een bezuiniging te realiseren van € 50.000. De bezuiniging kan gerealiseerd worden door omvorming van intensief naar extensief onderhoud, de verkoop van groenstroken en gebruikmaking van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Openbare verlichting Voor het opstellen van de uitvoeringsplanning en raming van de openbare verlichting wordt gebruik gemaakt van een beheerspakket openbare verlichting van derden. Voor het begrotingsjaar 2005 wordt bekeken wat de planning is in relatie tot de beschikbare budgetten.
68
Binnen het Vastgoedinformatieplan is het projectenplan opgenomen. In dit projectenplan zijn de projecten opgesomd die in de periode 2004-2007 uitgevoerd moeten gaan worden. Een van deze projecten is het geautomatiseerd beheerssysteem openbare verlichting. De planning was dat voor de openbare verlichting in 2006 een startnotitie zal worden opgesteld. Voorlopig zal voor de openbare verlichting geen nieuw geautomatiseerd beheerssysteem worden aangeschaft omdat de huidige gebruikmaking van het beheerspakket van derden voldoet. In geval van aanleg van nieuwe verlichtingsinstallaties, ombouw van bestaande installaties in relatie tot reconstructie werken wordt met het ontwerp rekening gehouden met de eisen en normen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De kostenverhoging ten gevolge van deze handelswijze wordt ten laste gebracht van de budgetten van reconstructie werken. De overige kosten worden gedekt door de hiervoor in de begroting opgenomen budgetten. Er wordt in dit geval geen gebruik gemaakt van een voorziening. De doorgevoerde bezuinigen hebben “slechts” betrekking op kwalitatieve aspecten zoals het oprekken van de levensduur van de installatie. Water In 2001 is het baggerplan voor binnenwateren van de gemeente Papendrecht vastgesteld. Dit baggerplan is in regionaal verband en onder regie van het Hoogheemraadschap opgesteld. De baggerwerkzaamheden zijn afgestemd op de werkzaamheden van het Hoogheemraadschap en hebben een cyclisch karakter met een periode van 7 jaar. De financiering van de baggerwerkzaamheden voor binnenwateren geschiedt met de voorziening baggeren vijvers en watergangen. Stortingen en onttrekkingen zijn gebaseerd op de uitvoeringskosten van één cyclus. Voor het jaar 2005 bedraagt de storting € 150.000. Naast de financiering is er een subsidieprogramma van het Ministerie van Economische Zaken (SUBBIED). Bij dit Ministerie zal voor 2005 een subsidie-uitkering worden aangevraagd. Deze wordt ingezet om versneld het baggerschema (planning en uitvoering) uit te voeren. De projecten die voor 2005 in uitvoering worden genomen zijn de watergangen aan de Veerweg, Jacob Catslaan, Muilwijckstraat en de Noordhoekse Wiel. Voor het baggeren van de haven is het uitgangspunt dat een baggercyclus van 10 jaar voldoende is om de vereiste diepgang te kunnen garanderen. Omdat recentelijk de waterbodem van de gemeentelijke havens op de vereiste diepte is gebracht zullen op korte termijn geen baggerwerkzaamheden uitgevoerd worden. Vooralsnog is het uitgangspunt dat een jaarlijkse storting van € 100.000 in de desbetreffende voorziening voldoende zal zijn om de uitvoeringscyclus te kunnen handhaven. De gemeente Papendrecht moet in 2005 beschikken over een stedelijk waterplan. Door middel van het stedelijk waterplan wordt het toekomstig te voeren beleid ten aanzien van het oppervlaktewater vastgelegd. Het plan kan tevens dienen als onderlegger van de door de provincie Zuid-Holland geëiste waterparagraaf in de (herziene) bestemmingsplannen. De benodigde financiële middelen voor het opstellen van het plan (2004) en de uitvoering (2005 en 2006) zijn reeds opgenomen in de begroting. De kosten zullen worden doorberekend in de tariefstelling voor de rioolrechten. Speelruimte Eind 2003 is de kadernota speelruimtebeleid vastgesteld door de gemeenteraad. In deze kadernota wordt bij de uitvoering hiervan 6 gedeelten uitgesmeerd over een periode van 6 jaar. Dit betekent dat er jaarlijks één deel wordt aangepakt. Voor het jaar 2005 staat Middenpolder op de planning. De vervangingswerkzaamheden zijn afgestemd op de uitvoering van de kadernota en hebben een cyclisch karakter met een periode van 15 jaar. Bezuinigingen zullen doorgevoerd worden in voornamelijk kwantitatieve aspecten. Het aantal speelvoorzieningen, speeltoestellen en terreinen, zal teruggebracht worden.
69
Gebouwen Eind 2003 is een meerjarenplanning 2004 -2007 voor onderhoud gemeentelijke gebouwen opgesteld aan de hand van het geautomatiseerde planningssysteem Planon. Dit systeem gaat uit van een planperiode van 4 jaar en heeft betrekking op alle gemeentelijke gebouwen zoals het gemeentehuis, de brandweerkazerne, kleine panden, scholen en welzijnsaccommodaties. Voor het opstellen van de meerjarenplanning en -begroting was in 2004 aangegeven dat naar een situatie gestreefd zal worden waarbij binnen Planon een planningsperiode van 10 jaar gehanteerd kan worden. Door diverse ontwikkelingen is deze vertraagd. Door het aantrekken van een regiefunctionaris zal in 2005 gestreefd worden om deze situatie te bewerkstelligen. Het klein onderhoud en de exploitatielasten worden gedekt door de hiervoor bestemde budgetten in de begroting. Voor de dekking van de kosten verbonden aan het groot onderhoud wordt gebruik gemaakt van diverse voorzieningen. Geluidschermen De gemeente Papendrecht heeft aan de noordrand van de wijken Molenvliet, Wilgendonk en Oostpolder een drietal geluidsschermen in eigendom en is hier formeel de beheerder van. De geluidsschermen staan gedeeltelijk op gronden die in eigendom zijn bij Rijkswaterstaat. Hierdoor zou formeel op deze gebieden Rijkswaterstaat door natrekking eigenaar van deze schermdelen worden. Het uit te voeren onderhoud aan beide zijden van de schermen is vanwege de aangegeven situatie niet geheel duidelijk. De eigendomssituatie van de schermen en het uit te voeren onderhoud aan de schermen dient met Rijkswaterstaat geregeld te worden, dit kan door middel van het sluiten van beheersovereenkomsten tussen beide partijen. In 2004 zijn onderhandelingen over de genoemde beheersovereenkomsten gaande. Hoe voor 2005 de uiteindelijke financiële impact op de begroting zal zijn, was bij het opstellen van deze paragraaf nog niet duidelijk. Voor dit moment zijn er dan ook door beide partijen geen financiële bijdragen vastgelegd.
70
3. Financiering Bij de vaststelling van het financieringsstatuut heeft u de treasuryfunctie een beleidsmatige inkadering gegeven. De treasuryfunctie dient uitsluitend de publieke taak, bankieren is niet toegestaan. Het treasurybeheer is met name gericht op het liquiditeitsrisico en het renterisico. Ter beheersing van de risico’s is er overeenkomstig het financieringsstatuut een liquiditeitsplanning opgesteld. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van het liquiditeitstekort/ liquiditeitsoverschot wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken/ uitgezet. Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt en er zoveel mogelijk kort vreemd vermogen wordt aangetrokken De algemene ontwikkelingen 2005 en verder Uit de onderstaande grafieken blijkt dat zowel op de kapitaalmarktrente (> 1 jaar) als de geldmarktrente (< 1 jaar) een dalende trend is te zien. De kapitaalmarktrente is gedaald van 4,75% in 1999 naar 3,8% augustus 2004. De geldmarktrente is over deze periode gedaald van 2,6% naar 2,1%. kapitaalmarktrente
(BRON: Bank Nederlandsche Gemeenten)
geldmarktrente
(BRON: Bank Nederlandsche Gemeenten)
71
De verwachting is dat zowel de kapitaalmarktrente als de geldmarktrente de komende jaren licht zal gaan stijgen. De interne rentevoet is hierom verhoogd van 4% naar 4,5% voor de komende jaren. Renterisiconorm De gemeente loopt renterisico op het moment dat zij nieuwe geldleningen moet aantrekken of wanneer er op een lang lopende geldlening een renteherziening van toepassing is. Langlopende geldleningen worden aangetrokken voor herfinanciering van lopende geldleningen of ter financiering van nieuwe investeringen. De renterisiconorm is bedoeld om het renterisico van de lopende leningenportefeuille in beeld te brengen. Uitgangspunt bij de bepaling van het renterisico is de bepaling van de financieringsbehoefte van het betreffende jaar. De gemeente Papendrecht beschikt over een relatief kleine leningenportefeuille, waardoor het renterisico op de vaste schuld betrekkelijk gering is. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de renterisiconorm met name in 2008 wordt overschreden. De oorzaak van de overschrijding in 2005 en 2008 wordt veroorzaakt door herfinanciering van grondtransacties in het centrumplan. De bijbehorende rentelasten worden verrekend in de grondexploitatie. De gemeentelijke exploitatie loopt hierover geen renterisico. Renterisico’s vaste schuld
1a 1b 2 3a 3b 4 5 6 7
Renterisico's Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) Nieuwe aangetrokken vaste schuld Nieuwe verstrekte lange leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2 + 6)
2005 0 0 0 10.000 0 10.000 22.075 10.000 10.000
Renterisiconorm 8 Stand vaste schuld per 1 januari 9 Verwacht normpercentage 10 Renterisiconorm ((8) x 20/100)
47.960 0 9.592
Toets renterisiconorm 10 Renterisiconorm 7 Renterisco op vaste schuld Ruimte (+) / overschrijding (-); (10-7)
9.592 10.000 -408
(bedragen x € 1.000) 2006 2007 0 0 0 0 0 0 4.500 3.000 0 0 4.500 3.000 3.079 11.032 3.079 3.000 3.079 3.000 35.885 0 7.177 7.177 3.079 4.098
37.307 0 7.461 7.461 3.000 4.461
2008 0 0 0 10.000 0 10.000 9.836 9.836 9.836 29.274 0 5.855 5.855 9.836 -3.981
Kasgeldlimiet Naast de renterisiconorm wordt er jaarlijks een kasgeldlimiet vastgesteld. De kasgeldlimiet bepaalt de maximale omvang van het aan te trekken kort vreemd vermogen. De hoogte van de kasgeldlimiet is bepaald op 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2005 komt dit uit op ongeveer € 7.690.000.
72
Kasgeldlimiet 2005 1e kw. (1) Toegestane kasgeldlimiet Omvang begroting 2005 Toegestane kasgeldlimiet in procent Toegestane kasgeldlimiet in euro (2) Omvang vlottende schuld Opgenomen geldleningen < 1 jaar
(Bedragen x € 1000) 2e kw. 3e kw.
91.114 8,5% 7.745
91.114 8,5% 7.745
6.000
3.000
(3) Vlottende middelen Uitstaande gelden
91.114 8,5% 7.745
4e kw. 91.114 8,5% 7.745 7.000
1.000
(4) Toets Kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld (2) - (3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+) / Overschrijding (-); (1) - (4)
6.000 7.745 1.745
3.000 7.745 4.745
1.0007.745 8.745
7.000 7.745 745
Kredietrisico’s In geval van een liquiditeitsoverschot worden de middelen maximaal 1 jaar, conform financieringsstatuut, risicoloos uitgezet bij publiekrechtelijke lichamen, De Nederlandsche Bank N.V., instellingen die vallen onder Wet Toezicht Kredietwezen van de Nederlandse Bank met minimaal A-rating en instellingen die zijn aangesloten bij een waarborgfonds, zoals woningbouwcorporaties en zorginstellingen.
73
74
4. Woonlasten Samenvatting In 2005 stijgen de gemeentelijke belastingen ten opzichte van 2004 door: 1. Inflatie. De inflatiecorrectie bedraagt volgens de kadernota 2004 2%; 2. Het wegvallen van de zalmsnip van € 41,00. Het uitkeren van de Zalmsnip is vanaf 2005 wettelijk niet meer toegestaan en bovendien zijn de financiële middelen door het Rijk bij de gemeenten weggehaald; 3. Een toename van het rioolrecht met € 11,50. Deze stijging is opgebouwd uit inflatie, de maatregelen van het gemeentelijke rioleringsplan 2004-2008 en een kwart van de uitgaven voor het op diepte houden van vijvers en sloten. Wij weten dat in veel huishoudens sprake is van koopkrachtverlies en financiële positie van onze inwoners steeds krapper wordt. Het betalen van gemeentelijke beslag die zoals aangegeven ten opzichte van 2004 hoger uitvalt, heeft daarom onze bijzondere aandacht. Vanaf 2005 bieden wij onder de voorwaarde van machtiging de mogelijkheid om de belastingaanslag in 8 termijnen te voldoen. In januari 2005 stellen wij voor de OZB-tarieven te verlagen. Het verlagen van de OZB-tarieven houdt verband met de verstrekking van nieuwe WOZ-beschikkingen die in 2004 zijn getaxeerd. De waardestijging van het onroerend goed heeft hierdoor gemiddeld geen gevolgen voor de hoogte van de belastingaanslag. Inleiding Het pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat in de gemeente Papendrecht uit een 16-tal heffingen welke gelegitimeerd worden door verordeningen die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. De heffingen kunnen worden verdeeld in drie categorieën, te weten belastingen (OZB, afvalstoffenheffing, hondenbelasting), retributies (vooral leges, grafrechten) en privaatrechtelijke heffingen (zwembadkaartjes, marktgelden). De indeling van de paragraaf lokale heffingen is als volgt: a. Algemene ontwikkelingen vanuit het Rijk inzake lokale heffingen; b. De geraamde inkomsten; c. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; d. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; e. Een aanduiding van de lokale lastendruk; f. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. a. Algemene ontwikkeling vanuit het Rijk inzake lokale heffingen De Zalmsnip wordt afgeschaft. Het Rijk verbiedt zelfs gemeenten om de Zalmsnip uit te keren. De Zalmsnip is destijds als lokale lastenvermindering ingevoerd. Het afschaffen van de Zalmsnip past in het beleid van het kabinet-Balkenende om de zogenoemde armoedeval aan te pakken. Die treedt op als mensen vanuit een uitkering een baan accepteren en er financieel niet of nauwelijks op vooruit gaan. Inkomensafhankelijke regelingen als de Zalmsnip vergroten volgens het kabinet deze armoedeval. Afschaffen gebruikersgedeelte aanslag OZB. Ingevolge het regeerakkoord overweegt het kabinet om de OZB voor het feitelijk gebruik van woningen per 1 januari 2006 af te schaffen. Het gemis aan belastingopbrengsten zal het Rijk via een hogere uitkering uit het gemeentefonds compenseren. Naar huidig inzicht heeft het wetsvoorstel inzake afschaffing nauwelijks financiële gevolgen voor de gemeente Papendrecht. De belastingplichtigen zullen afschaffing als een welkome lokale lastenvermindering ervaren.
75
Maximering van tariefsstijgingen voor de OZB. Het Rijk vindt het wettelijk reguleren van gemeentelijke tariefstijgingen wenselijk. De VNG als belangbehartiger van gemeenten, vindt dat maximering afbreuk aan de lokale autonomie doet en dat gemeenteraden als volksvertegenwoordigers zelfstandig horen te besluiten. Gehoord hebbende de bezwaren heeft het kabinet besloten om het gewraakte wetsontwerp in 2005 pas in te dienen. Het wetsontwerp houdt in dat extra tariefsstijgingen boven het inflatieniveau (1,5%) niet zijn toegestaan. Het effect van deze maatregel is dat de belastingplichtigen over de ontwikkeling van zijn belastingaanslag zekerheid krijgt. Rioolrecht. De Tweede Kamer heeft het kabinet via een motie opgeroepen om voor 1 oktober 2004 duidelijkheid te geven over de financiering van de gemeentelijke watertaken. Daarbij wordt nadrukkelijk de verbrede gemeentelijke rioolheffing als optie genoemd. De VNG gaat er vanuit dat het kabinet verder opschuift in deze richting. Geen van de landelijke fracties bleek voorstander van een waterketentarief. In een andere motie werd het kabinet gevraagd om naast het waterketentarief ook andere mogelijkheden van samenwerking tussen gemeenten en waterschappen te onderzoeken. Rekenmodel voor bouwleges. Minister Remkes heeft reeds in 2003 een (verplicht) rekenmodel voor de legesheffing toegezegd. Gezien de bevindingen van de belangenvereniging Eigen Huis mag op korte termijn nadere bericht- of wetgeving worden verwacht. Eigen autonomie ten aanzien van lokale heffingen Het is duidelijk dat de kaderstellende rol van het lokale bestuur op de hoogte van de lokale heffingen wordt beperkt. Welke beleidsruimte gemeenten nog resteert, is vooralsnog onduidelijk. Een discussie en een beleidsnota over de woonlasten zullen wij in 2005 plannen nadat de Tweede Kamer zich over de OZB, Zalmsnip en rioolrecht heeft uitgesproken. Het beleid inzake lokale woonlasten wordt thans feitelijk door het parlement bepaald. b.
Geraamde inkomsten
Afvalstoffenheffing Rioolrechten Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Woningen Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Niet-woningen Hondenbelasting Overige leges Bouwleges Lijkbezorgingsrechten Binnenhaven- en kadegeld Brandweerrechten Parkeerbelastingen Reinigingsrechten Geraamde uitgaven Uitkering zalmsnip (afgeschaft) Kwijtschelding afvalstoffenheffing Kwijtschelding OZB
Raming 2005
Tarief 2005
Tarief 2004
B R
2.687.000 1.772.000
209,00 131,50
204,00 120,00
B
4.062.000
5,55
5,44
B
882.000
7,20
7,05
B R R R R R R P
128.000 314.000 740.000 370.000 46.000 2.700 3.500 264.000
61,00 Diversen Diversen Diversen Diversen Diversen Diversen Diversen
59,40 Diversen Diversen Diversen Diversen Diversen Diversen Diversen
41,00
Verschil Toename % 5,00 11,50
+2,50 +9,50 +2,00
0,11 0,15 1,60
+2,00 +2,00 +2,00 +2,00 1 12,50 +2,00 +2,00 +2,00
41, 00
61.000 21.000
B = belasting; P = publiekrechtelijke heffing, R = retributie 1
Alle tarieven worden voor inflatie met 2% verhoogd. Voor het realiseren van een kostendekkende exploitatie gaan de tarieven overeenkomstig de vastgestelde meerjarenraming met nog eens 10,5% omhoog. Verder worden in 2005 de mogelijkheden van kostenbesparingen onderzocht zodat nieuwe tariefsverhogingen achterwege kunnen blijven. 76
c. Beleid ten aanzien van de lokale heffingen 1. Kostendekkendheid van afvalstoffenheffing, rioolrecht en grafrechten. Aan deze heffingen wordt dus niets verdiend. De gerealiseerde overschotten uit 2001 tot en met 2003 zijn onder meer in de tarieven van 2005 verrekend zodat achteraf geen belastinggeld naar de algemene middelen vloeit. Ook op basis van nacalculatie wordt geen winst gemaakt. 2. Streven naar (meer) kostendekkendheid van leges en overige retributies. 3. Conform de kadernota 2004 wordt voorgesteld om de tarieven voor 2005 ten opzichte van 2004 met 2% (= inflatiecorrectie) te verhogen. Het tarief voor rioolrechten bedraagt overeenkomstig het gemeentelijke rioleringsplan 2004-2008 € 127,50. Op dit tarief komt voortaan een toeslag voor het uitbaggeren van sloten van € 4,00 per aansluiting. Het op diepte houden van sloten is namelijk essentieel voor het afvoeren van hemelwater en rioolwater. De toeslag op het rioolrecht stellen wij vast op 25% van de jaarlijkse reservering voor grootschalige baggerwerkzaamheden. De grafrechten moeten vanwege tegenvallende opbrengsten iets extra omhoog. 4. Voorgesteld wordt om met ingang van 2006 precariorecht in te voeren. Wij vinden het redelijk dat voor het gebruik van de openbare ruimte door commerciële instellingen wordt betaald. Onder aftrek van handhaving- en perceptiekosten bedraagt de netto opbrengst ongeveer € 25.000. 5. Zoals in de kaderbrief 2004 aangegeven, kan het OZB-tarief voor 2005 pas eind 2004 worden bepaald. Het tarief is namelijk afhankelijk van de uitkomsten van de hertaxaties en de gevolgen hiervan voor het gemeentefonds. Uitgangspunt voor de tariefstelling is de geplande opbrengst voor 2005 volgens de jaarschijf 2005 van lopende meerjarenraming 2005-2007. De tarieven die voor 2005 zijn genoemd houden geen rekening met de waardestijging en zullen na bekendmaking van nieuwe taxaties dus dalen. d.
Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Afvalstoffenheffing Deze bijdrage wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een woning waarvoor de gemeente ingevolge de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Papendrecht kent al jarenlang een vast tarief per woning. Het Papendrechtse systeem heeft als voordelen: lage perceptiekosten en het uitblijven van bezwaren over vuil dat namens anderen is aangeboden. Daarnaast wordt het uit kostenbesparingsoverwegingen illegaal dumpen van afval langs openbare wegen, afvaltoerisme naar buurgemeenten voorkomen. De heffing wordt al jarenlang uitbesteed aan energiebedrijf Eneco. Het ‘meeliften’ heeft als voordeel een laag percentage oninbare vorderingen. Veel mensen zijn immers bang dat de elektriciteit wordt afgesloten wanneer zij hun energienota (inclusief de afvalstoffenheffing) niet betalen. Daarnaast wordt de heffing berekend zodra een energieaansluiting wordt genomen. Rioolrechten Deze rechten worden geheven voor het verkrijgen en het hebben van een aansluiting op een gemeentelijk rioolstelsel. De mate van gebruik heeft geen invloed op het tarief. Het is een door eigenaren verschuldigde vergoeding voor de kosten van aanleg en onderhoud van het gemeentelijk rioolstelsel. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Deze belasting bestaat nog uit twee heffingen, te weten een eigenarenbelasting en een gebruikersheffing. De basis wordt gevormd door de ‘waarde in het economisch verkeer’ van onroerende zaken. Deze wordt periodiek (momenteel een keer per vier jaar) vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Vanaf 2005 vindt taxatie om de twee jaar plaats zodat de financiële gevolgen door hertaxaties geringer en voor de burger meer herkenbaar zijn. De huidige WOZ-waarden zijn gebaseerd op de feitelijke situatie van 1 januari 2005 en naar het waardeniveau van 1 januari 2003. De taxaties voor de waardebepaling per 1 januari 2005, naar het waardeniveau van 1 januari 2003, wordt in het vierde kwartaal afgerond. 77
Begin 2005 wordt aan ruim 15.000 belanghebbenden een nieuwe waardebeschikking (zgn. WOZ-beschikking) afgegeven. Hondenbelasting De hondenbelasting wordt in 2004 uit financieel oogpunt weer verhoogd. Gezien de ontwikkeling van de budgettaire positie blijft een discussie over het afschaffen van de hondenbelasting voorlopig achterwege. Overige leges Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verleende diensten. Enkele tarieven (met name reisdocumenten) zijn gebonden aan maxima die periodiek door de rijksoverheid worden vastgesteld. Aangezien de kosten voor de uitgifte van de rijbewijzen, het uittreksel uit het bevolkingsregister en de pas 65 niet in de juiste verhouding tot de ontvangen leges staan, worden deze leges extra verhoogd. Lijkbezorgingsrechten Deze rechten worden geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de gemeentelijke begraafplaats. Het rouwcentrum in onze gemeente is enkele jaren geleden geprivatiseerd en valt derhalve buiten het bestek van deze verordening. Met het oog op het toepassen van kostendekkende tarieven, wordt in 2005 ten opzichte van 2004 een extra tariefsstijging voorzien. Binnenhavengeld Deze bijdrage wordt in rekening gebracht bij degenen die gebruik maken van een gemeentelijke haven. Bij de tariefstelling wordt sinds een aantal jaren aansluiting gezocht bij de regionale tarieven. Op haar beurt zijn deze gerelateerd aan de tarieven van Rijnmond. Deze tarieven zijn doorgaans pas in een laat stadium bekend. Brandweerrechten Brandweerrechten zijn verschuldigd door degenen die gebruik maken van de diensten van de gemeentelijke vrijwillige brandweer, in geval de hulp geen spoedeisend karakter heeft. Parkeerbelastingen Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ wordt, ter uitvoering van de Parkeerverordening 2001 c.a., een belasting geheven ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van voertuigen. Reinigingsrechten Reinigingsrecht is een vergoeding voor het door de gemeente inzamelen van bedrijfsafval. Dit gebeurt op privaatrechtelijke basis: de gemeente is niet verplicht om bedrijfsafval in te zamelen. Bedrijven kunnen dit ook uitbesteden aan een particuliere inzamelaar. De gemeente dient bij de tariefstelling derhalve enerzijds rekening te houden met de beschikbare capaciteit en anderzijds met de door particuliere bedrijven gehanteerde tarieven. Anders gezegd: als de gemeente beschikbare (over)capaciteit wil aanwenden voor inzameling van bedrijfsafval, dan zal zij tarieven moeten hanteren, die lager zijn dan particuliere inzamelaars. e. Aanduiding van de lokale lastendruk Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) (onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen) onderzoekt en publiceert sinds 1998 de woonlasten in Nederland.
78
Het volgende overzicht geeft een gedetailleerder inzicht in de bruto woonlasten:
Jaar 1999 2000 2001 2002 2003 2004 1
Gemeenten Nederland Duurste Goedkoopste Gemiddeld 835 828 932 975 1.069 1.146
313 292 341 334 387 442
544 521 563 587 628 659
Papendrecht
Rangorde (vanaf goedkoopste) Papendrecht Totaal Nederland
449 447 483 507 545 587
59 77 75 70 1 59 73
630 580 550 536 518 483
In 2004 zijn 12 van de 483 gemeenten waarbij de lokale lasten lager uitvallen.
Een vergelijking van de lastendruk met omliggende gemeenten: De brutowoonlasten voor een meerpersoonshuishouding 2004
Alblasserdam Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
Brutolasten Stijging in € Stijging in % 2004 t.o.v. 2003 t.o.v. 2003 700,00 26,00 3,9% 597,00 27,00 4,7% 717,00 65,00 10,0% 587,00 42,00 7,7% 594,00 34,00 6,1% 644,00 43,00 7,2%
Rangorde in Atlas 314 92 341 73 83 188
Brutolasten Rangorde 2003 in Atlas 674,00 339 570,00 110 652,00 291 545,00 59 560,00 90 601,00 172
Brutolasten: OZB eigenaar + gebruiker + rioolrecht + afvalstoffenheffing – zalmsnip De netto woonlasten voor een meerpersoonshuishouding
Alblasserdam Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
Rangorde in Nettolasten Stijging in € Stijging in % Atlas (497 2004 t.o.v. 2003 t.o.v. 2003 gemeenten) 488,00 19,00 4,1% 401 414,00 23,00 5,9% 232 482,00 61,00 14,5% 390 359,00 38,00 11,8% 123 391,00 30,00 8,3% 193 427,00 35,00 8,9% 261
Nettolasten 2003 469,00 391,00 421,00 321,00 361,00 392,00
Rangorde in Atlas 432 263 341 110 190 268
Netto lasten = Brutolasten minus korting OZB in gemeentefonds; door de hogere WOZ-waarde vallen de nettolasten per woonruimte t.o.v. de andere gemeenten laag uit. Dat is voor de gemeente niet gunstig want de nettolasten bepalen de budgettaire ruimte
Kwalificatie lokale lastendruk De gemeenten bereiken met enige regelmaat de media ter zake van verwachte forse stijgingen van de woonlasten. Helaas worden daar doorgaans stijgingspercentages breed uitgemeten. Volledig wordt dan voorbijgegaan aan het woonlastenniveau in euro’s. Indien men dit in ogenschouw neemt dan blijkt, zoals in het voorgaande van deze verhandeling is vermeld, het woonlastenniveau in de gemeente Papendrecht op een laag niveau te liggen.
79
f. Kwijtscheldingsbeleid Indien een belastingplichtige niet of over (te) weinig financiële middelen beschikt om een belastingaanslag te voldoen, dan kan onder bepaalde voorwaarden aan de belastingplichtige kwijtschelding worden verleend. De gemeente Papendrecht hanteert een kwijtscheldingspercentage van 100%. Dit betekent dat belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandnorm) of lager bedraagt, in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van OZB-gebruikers en afvalstoffenheffing. Voor kwijtschelding van beide belastingsoorten mag één aanvraagformulier worden ingediend. De maatregel om het gebruikersgedeelte van de OZB af te schaffen, betekent voor de burgers en de gemeente geen administratieve lastenvermindering omdat de regeling kwijtschelding voor afvalstoffenheffing blijft.
80
5. Grondbeleid Algemeen Het grondbeleid is er opgericht het grondgebruik binnen onze gemeente te optimaliseren, binnen de gemeentelijke doelstellingen in het kader van de ruimtelijke ordening (structuurvisie), onder de voorwaarde dat hierbij geen onaanvaardbaar maatschappelijk en/of economisch risico wordt gelopen. Het grondbeleid wordt beïnvloed door of heeft invloed op de programma’s 3 “Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu”, 5 “Verkeer en ruimtelijk beheer”, 6 “Cultuur, sport en recreatie” en 7 ”Economische ontwikkeling”. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De resultaten van de grondexploitaties en de financiële risico’s zijn van betekenis op de financiële positie van de gemeente. Voor 1 maart 2005 gaan wij een nota over het grondbeleid vaststellen. Deze nota gaat in op de financiële kaders en voorwaarden bij het aanbieden van bouwrijpe grond aan projectontwikkelaars. Ook wordt voor de prijspolitiek inzake sociale woningbouw een kader gesteld. Tenslotte wensen wij in deze nota de wijze van winstneming bij onderhanden grondexploitaties te beschouwen. Uitgangspunten grondexploitatie Bij grondexploitatie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: · De gemeente streeft, binnen de woonvisie Drechtsteden, naar maatschappelijk gewenst en efficiënt ruimtegebruik, waarbij gestreefd wordt naar een optimale prijs-kwaliteitverhouding; · De gemeente kiest voor een actief grondbeleid; waarbij de gemeente zelf de initiator is van de grondexploitatie, maar wel ruimte is voor particulier opdrachtgeversschap; · De gemeente kiest voor passief grondbeleid (faciliterend) indien de financiële risico’s voor het ontwikkelen van het gebied te groot zijn of het verkrijgen van grondposities niet mogelijk blijkt; · De gemeente beperkt zich tot grondexploitatie en zal geen opstallen ontwikkelen c.q. voor langere tijd exploiteren; · De gemeente hanteert marktconforme prijzen gebaseerd op de residuele grondwaarde methodiek, behalve voor de realisatie van sociale woningbouw. Hiervoor sluit de gemeente aan op de gehanteerde prijzen binnen de Drechtsteden; · Jaarlijks actualiseren van de exploitatieberekeningen. Over de financiële ontwikkeling van het centrumproject wordt ieder kwartaal gerapporteerd; · Resultaatbepaling vindt plaats wanneer een grondexploitatie is afgerond. Uitvoering De uitvoering van het grondbedrijf vindt plaats binnen de sector Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer. De sector heeft als taak om in het kader van het gemeentelijk (RO en ander) beleid gronden aan te kopen, bouwrijp te maken, bouwrijpe gronden te verkopen en het openbaar gebied woonrijp te maken en hierover verantwoording af te leggen. De financiële controlfunctie inzake grondexploitatie vindt plaats door de afdeling Financiën. De afdeling Financiën verzorgt tevens de projectadministratie. Risico’s in de grondexploitatie Bij de exploitatie van grond loopt de gemeente een aantal algemene risico’s. ·
Publiekrechtelijk risico: Dit risico doet zich voor tijdens de haalbaarheids- en realisatiefase. Het gaat hier met name om vertragingen als gevolg van langlopende bestemmingsplanprocedures. Ook valt hier de planschade onder. Doordat de burger meer bekend is met haar rechten neemt het aantal planschade claims toe. De financiële gevolgen van eventuele claims zijn vooraf moeilijk in te schatten. Waar mogelijk wordt de planschade, conform exploitatieverordening, bij de projectontwikkelaar in rekening gebracht. 81
·
·
·
·
·
Conjunctuurrisico: Het resultaat van een grondexploitatie is, als gevolg van de gehanteerde residuele grondwaarde berekening, zeer gevoelig voor ontwikkelingen op de woningmarkt. Deze ontwikkelingen bepalen namelijk voor een groot deel de hoogte van de te realiseren grondopbrengsten. Om deze reden worden bij het opstarten van nieuwe projecten eerst haalbaarheidsstudie(s) uitgevoerd. Verwervingrisico: De verwervingskosten van gronden en opstallen zijn de laatste jaren fors gestegen. Doordat deze verwerving van gronden ver voor de opbrengsten uit gronduitgifte uitloopt neemt de omvang van deze post door rente toevoeging alleen maar toe. De verwervingskosten zijn dan ook van zeer grote invloed op het resultaat van de grondexploitatie. Het verwervingsrisico wordt geminimaliseerd door het uitvoeren van haalbaarheidsstudie en van iedere verwerving wordt één of meer taxatieadviezen gevraagd. Bodemverontreinigingrisico: Bodemverontreiniging vormt een groot risico dat het resultaat van de exploitatie negatief kan beïnvloeden. Het principe bij bodemsanering is, dat de vervuiler betaalt en wanneer deze niet te achterhalen is, de eigenaar van de grond. Het is dan ook van groot belang dat de kosten op de vervuiler worden verhaald. In veel situaties is het daarnaast mogelijk bijdragen te verkrijgen van andere overheden, zoals het rijk of de provincie. In laatste instantie zullen kosten voor bodemsanering die niet kunnen worden verhaald op derden ten laste moeten worden gebracht van de grondexploitatie. Archeologisch onderzoek: Indien er bij (archeologisch) onderzoek een archeologisch monument wordt aangetroffen kunnen de kosten en stedenbouwkundige implicaties die dit met zich mee brengt de haalbaarheid van het plan onder druk zetten. In het mede door Nederland ondertekende verdrag van Malta is vastgelegd dat in principe in geval van een archeologisch monument de verstoorder ervan betaalt. Renterisico: De invloed van de rente op de grondexploitatie is zeer groot. Aan een positieve boekwaarde (kosten groter dan de opbrengsten) worden rentekosten toegerekend en aan een negatieve boekwaarde (opbrengsten groter dan de kosten) zal resulteren een renteopbrengst. Doordat de kosten bij over het algemeen voor de baat uitgaan kunnen de rentekosten behoorlijk oplopen. Een stijgende rente tijdens de looptijd van het project heeft dus invloed op het exploitatieresultaat. Daarnaast zal een rentewijziging ook gevolgen hebben voor de vraag op de woningmarkt. Indien de rente stijgt zal door de hogere hypotheekrente de koopkracht van de consument op de woningmarkt dalen.
Financiële positie Om de realisatie van de huidige exploitaties en nog in exploitatie te nemen complexen mogelijk te maken, zal er een weerstandsvermogen voor de grondexploitaties aanwezig moeten zijn. De minimale omvang van de reserve stedelijke vernieuwing is hiervoor op basis van scenarioberekeningen bepaald op € 2.100.000 vrij besteedbaar. De reserve stedelijke vernieuwing zal naar verwachting eind 2004 op dit niveau zijn. Prognose resultaten grondexploitatie
Naar verwachting zullen per in 2005 de volgende complexen in exploitatie zijn: Complex Merwehoofd Kraaihoek-Noord Centrum Oostpolder Wilgendonk Van Maerlantstraat Kleine Waal Polder Nieuwland
Nog op te leveren woningen na 2004 391 72 167 643 4 7 44 0
82
Prognostisch resultaat 578.000 nadelig 2.396.000 voordelig 505.000 nadelig 1.053.000 voordelig 465.000 voordelig 190.000 voordelig 100.000 voordelig 600.000 voordelig
Jaar 2008 2007 2009 2010 2009 2005 2005 2005
De geprognostiseerde resultaten zijn overeenkomstig de huidige methodiek van winstneming niet opgenomen in de reserve stedelijke vernieuwing. Daarnaast is er een aantal complexen dat nog in exploitatie genomen moet worden, complex Van der Palmgebied, complex Jachthaven, complex Middenpolder en complex Land van Matena. Wanneer de exploitatie van deze complexen financieel haalbaar blijkt, zal de exploitatie van de gronden starten.
83
84
6. Bedrijfsvoering Inleiding Binnen de gemeentelijke organisatie spelen tal van processen om tot externe en interne producten te komen. Ter ondersteuning van de organisatie bij het vervullen van zijn taken is interne ondersteuning en facilitering onmisbaar. De bedrijfsvoering ondersteunt direct of indirect de uitvoering van de programma’s. De kwaliteit van de bedrijfsvoering draagt daarom bij aan het slagen van deze programma’s. Hierbij zijn de begrippen actualiteit, betrouwbaarheid en continuïteit van toepassing voor deze kwaliteit. In dit hoofdstuk worden onderdelen belicht, die in 2005 (verder) worden vormgegeven op het vlak van bedrijfsvoering. De verdere richting van de ontwikkeling van de bedrijfsvoering is onder meer neergelegd in de leidraad voor organisatieontwikkeling “Onze Koers”. Organisatie Enige jaren geleden is de ambtelijke organisatie gestart met een kwaliteitsverbeteringtraject, die gekenmerkt wordt door een ontwikkeling van interne gerichtheid naar steeds meer externe gerichtheid. Om in de bedrijfsvoering zowel met interne als externe klanten beter rekening te houden wordt in de organisatie systematisch aan verbeteringen gewerkt. Met dit ingezette traject wordt binnen verschillende lagen van de ambtelijke organisatie een extra impuls aan kwaliteit gegeven. Hierbij neemt procesmatig werken een belangrijke plaats in. Deze manier van werken is vastgelegd in het zogenaamde procesmodel. Het College is zich ervan bewust, dat werknemers essentieel zijn voor het vermogen van een organisatie om goed in te spelen op maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen. Met het behalen van vastgestelde doelen hoort een bedrijfscultuur, die zich in belangrijke mate kenmerkt door: · open en transparant; · daadkrachtig en ondernemend; · betrouwbaar en planmatig. De organisatiestructuur is niet meer dan een middel om organisatiedoelen te bereiken. Er zal sprake zijn van een permanent ontwikkelproces met een evenwichtige ontwikkeling van de diverse organisatiegebieden (conform het kwaliteitsmodel overheden). In de verdere ontwikkeling van de organisatie zullen externe omgevingsfactoren nadrukkelijk meegenomen worden. Personeel Medewerkers bepalen voor een groot gedeelte het succes van een organisatie. Mede door de steeds wijzigende arbeidsmarkt is grote aandacht voor personeel geen luxe meer, maar noodzaak. Wanneer aandacht voor het personeel niet in voldoende mate tot uitdrukking komt, dan heeft dit een weerslag op de prestaties van het ambtelijk apparaat. Vanuit deze gedachte moet de gemeente Papendrecht dan ook een aantrekkelijke werkgever blijven. Vanuit het bezuinigingstraject bedrijfsvoering zullen we dan ook weloverwogen keuzes proberen te maken. In “Onze Koers” wordt onderkend dat indien een organisatie effectief wil inspelen op veranderingen in de omgeving, ze behoort te beschikken over competente medewerkers. Essentieel voor het kunnen bereiken van de organisatiedoelen is dat medewerkers niet alleen beschikken over vakkennis, maar ook over een juiste attitude en motivatie. De gemeente Papendrecht wil dit bereiken door verdere ontwikkeling van onder meer human resource management (HRM), competentiemanagement en strategisch opleiden en mobiliteit van medewerkers.
85
In 2004 is de aanpak om het ziekteverzuim voor de komende jaren terug te dringen vastgesteld. In dit jaar is een meersporenbeleid gevoerd, dat zowel gericht is op de terugkeer van zieke medewerkers, preventie (voorkomen, dat medewerkers ziek worden) en cultuuromslag (zakelijk benaderen van en omgaan met zieke medewerkers). Dit beleid heeft inmiddels in de afgelopen periode tot positieve resultaten geleid. In de komende jaren zal deze aanpak verder worden gecontinueerd. Taakstelling efficiency bedrijfsvoering In 2004 heeft het College uitvoering gegeven aan het behalen van de taakstelling 2004 en 2005 op de bedrijfsvoering. Een belangrijke randvoorwaarde bij het invullen van deze taakstelling is, dat dit voor de burger niet zichtbaar mag zijn. Gedurende 2004 zijn alle bezuinigingsopdrachten in eigen beheer uitgevoerd, waarbij we een grote betrokkenheid van de ambtelijke organisatie hebben waargenomen. We kunnen constateren, dat de taakstellingen 2004 en 2005 (zie tabel) zijn gehaald. Hiermee voldoet de gemeente Papendrecht aan de eis van de Provincie omtrent de vertaling van de taakstellingen naar de budgetten. Voor een specificatie van de ingevulde bezuinigingen wordt verwezen naar bijlage H. Tabel: Taakstelling efficiency bedrijfsvoering Jaar 2004 2005 2006 2007 Totaal
2004 100.000
2005 100.000 500.000
2006 100.000 500.000 500.000
2007 100.000 500.000 500.000 100.000
0
0
500.000
600.000
Voor het behalen van de taakstellingen 2004 en 2005 is gebruik gemaakt van zogenaamde quick-winners. De komende periode gaan we meer de diepte in en naar meer specifieke onderdelen van de bedrijfsvoering kijken (zie ook doelmatigheid en doeltreffendheid). Wij concluderen voorzichtig, dat bij de bedrijfsvoering de rek er wel zo’n beetje uit is. Daarmee dreigt op termijn een achteruitgang in de kwaliteit van dienstverlening. Wij sluiten dan ook niet uit, dat nadere maatregelen naast maatregelen in de bedrijfsvoering noodzakelijk zullen zijn. Communicatie Verdere vergroting van de betrokkenheid van inwoners, instellingen en ondernemers blijft hoog op de politieke agenda staan. De maatschappelijke opdracht tot een helder, eenduidig en consistent beleid zal intern en extern moeten worden uitgedragen. In een vroegtijdig stadium zal intern goed moeten worden aangegeven wat het doel van een voornemen is. De huidige werkwijze om in de besluitvorming communicatie als vast onderdeel te benoemen zal worden voortgezet. In 2005 wordt internet als communicatiemiddel verder uitgebouwd en onder meer gebruikt bij de ontwikkeling van de structuurvisie. Doelmatigheid en doeltreffendheid In het dualistische stelsel heeft het College van burgemeester en wethouders de plicht de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. Het College voert een dergelijk onderzoek uit op basis van de “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Papendrecht”. In de komende jaren zal de nodige ervaring worden opgedaan om dergelijke onderzoeken op een goede wijze uit te voeren. In de verdere ontwikkeling zal samenwerking met andere gemeenten worden onderzocht. In het bezuinigingstraject bedrijfsvoering wordt het onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid meegenomen. Overigens zal zoveel mogelijk afstemming plaatsvinden betreffende de onderzoeken, die vanuit de lokale rekenkamerfunctie geïnitieerd worden.
86
In 2005 zal het onderzoek zich richten op de volgende organisatieonderdelen: · afdeling Ontwikkeling – cluster Grond- en Economische Zaken; · afdeling Welzijnsvoorzieningen – jeugdcentrum “Interval”. Het doel van het onderzoek is de mate van doelmatigheid en doeltreffendheid van de organisatie-onderdelen vast te stellen en -voor zover dit mogelijk is- te verbeteren. De duur van een dergelijk onderzoek wordt in principe op drie maanden gesteld. In de onderzoeksmethode zal zoveel mogelijk worden aangesloten op het kwaliteitsmodel Overheden. Rechtmatigheid Tot en met 2003 was de accountantscontrole van de gemeentelijke jaarrekening voornamelijk toegespitst op financiële rechtmatigheid. Vanaf 2004 is de reikwijdte van het begrip rechtmatigheid vergroot, waarbij de rechtmatigheid op interne en externe wet- en regelgeving wordt meegenomen. In november 2003 heeft de gemeenteraad de “Controleverordening gemeente Papendrecht” vastgesteld. Verdere uitwerking van deze verordening zal via expliciete beleidsregels plaatsvinden. Jaarlijks zal het College over de uitvoering rapporteren. Planning en control De gemeenteraad heeft haar eerste programmabegroting in november 2003 vastgesteld. Deze begroting ondersteunt de raad bij de vormgeving van de kaderstellende rol. Met de begroting worden per programma bedragen vastgesteld waarbinnen het college het programma dient uit te voeren. Daarnaast wordt in de begroting per programma aangegeven wat het doel van het beleid is (wat willen we bereiken?) en hoe het college van plan is dit doel te bereiken (wat gaan we ervoor doen?). Door bij de begroting kaders te stellen kan de raad achteraf beter de resultaten controleren. Een goed systeem van planning en control is op strategisch, tactisch en operationeel niveau een eerste vereiste in de bedrijfsvoering. We zullen dan ook in 2005 verdere verbeteringen in de planning en control doorvoeren. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Het doelgericht inzetten van ICT blijft een essentieel middel om de efficiency van de organisatie te verhogen en de dienstverlening aan de klant te verbeteren. In 2004 heeft migratie naar een nieuw serverplatform (Windows server 2003) plaatsgevonden. Daarnaast wordt eind 2004 met een uitloop naar het eerste kwartaal van 2005 op de werkplekken een nieuw besturingssysteem (Windows XP) in gebruik genomen. Door gebruik te maken van de functionaliteiten van deze nieuwe systemen zorgen we voor stabiele standaardwerkplekken voor alle gebruikers. Met deze nieuwe functionaliteiten kunnen we beter inspelen op organisatorische veranderingen, waarmee dus betere facilitering aan de organisatie plaatsvindt. In 2004 is regionale samenwerking op het gebied van ICT in gang gezet. Mogelijkheden en resultaten zullen in de tweede helft van 2004 in beeld gebracht worden. Ook zal gekeken worden naar andere vormen van zogenaamde “shared services”. Nadere rapportage zal in 2005 plaatsvinden. Documentaire informatievoorziening (DIV) In de afgelopen jaren zijn drie ministeriële regelingen voor archiefvorming en archiefbeheer in werking getreden. Deze regelingen hebben tot doel om de beschikbaarheid en toegankelijkheid van overheidsarchieven in de toekomst te waarborgen. Deze regelingen zijn een belangrijk middel om het archief als cultureel historisch erfgoed te behouden. Na het werkwerken van achterstanden, wat voor een gedeelte in 2005 plaatsvindt zal verdere selectie van archiefbestanden plaatsvinden, waarna verdere verduurzaming zal plaatsvinden. Vanuit de wetgeving worden gemeenten verplicht gesteld om een documentair structuurplan op te stellen. Een dergelijk plan is een middel om de structuur van het archief te laten aansluiten op de werkprocessen. De verdere ontwikkeling van het documentaire informatievoorziening (DIS) sluit hierop aan. DIS dient onder meer als sturingsmiddel van het management ten behoeve van de inkomende en uitgaande informatiestromen (beheersing van afdoeningstermijnen).
87
88
7. Verbonden partijen Inleiding Papendrecht heeft bestuurlijke en financiële belangen in een groot aantal verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. De verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Uiteraard blijft de gemeente beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden houden ten aanzien van deze partijen. Onder de term “verbonden partijen” worden de deelnemingen verstaan van onze gemeente in gemeenschappelijke regelingen, samenwerkingsverbanden, stichtingen en verenigingen. In onderstaand overzicht zijn de gelieerde instellingen en een indicatie van de vermogenpositie weergegeven. Overzicht verbonden partijen (bedragen * € 1.00.000) Naam (gemeenschappelijke Max. risico Resultaat Gepland Eigen Raming regeling) 2003 resultaat in vermogen per 2005 2005 ultimo 2003 A Regio Zuid-Holland Zuid B De Drechtsteden C Drechtwerk D Gevudo GR stortplaats E Logopedische Dienst F Toonkunst muziekschool G Willem de Zwijgercollege
+0,3 -0.1 +5,3 0,0 0,0 9,3 +2,5 -2,0 +0,2 +4,3 +0,162 +4.228 0,014 0,0 0,119 0,1 0,0 0,27 -0,839 -0,14 1,1 Jaarrekening 2003 nog niet ontvangen; H Regionaal Indicatie Orgaan Geen max. RIO-functie vervalt per 1 januari 2005. Naam Vennootschap I N.V. Eneco J Bank Nederlandse Gemeenten K N.V. Hydron L ROM-D Naam Stichting M Veiligheid en Toezicht
Geen max. Geen max. Geen max. Geen max. Geen max. Geen max. Geen max.
1,002 0,199 0,103 0,000 0,077 0,181 0,000
0,9840
185
1.279
-0,276
0,0140
304
2.565
-0,013
0,0130 0,2010
5
47
-0,001 -0,010
0,0
0,034
Geen max. onbekend
onbekend
Gemeenschappelijke Regelingen A. Regio Zuid-Holland Zuid De jaarrekening 2003 vertoont tot ieders verrassing een nadelig saldo. Hoewel praktisch alle diensten met verlies sluiten, is het met name bij de bestuursdienst uit de hand gelopen. De tekorten van 2003 worden ten laste van de reserves van de regio gebracht zodat de gemeenten over 2003 geen extra bijdrage zijn verschuldigd. Thans is de regio aan het bezuinigingen met vooral als doel om de structurele meerkosten binnen de vastgestelde budgettaire kaders op te vangen. De financiële ontwikkeling van onze regio veroorzaakt grote financiële onzekerheden door een stevig ambitieniveau enerzijds en de zeer beperkte budgettaire kader anderzijds. Opgemerkt wordt dat de begroting van de regio afhankelijk van de (negatieve) ontwikkeling van het gemeentefonds is.
89
Verder wordt momenteel druk over een andere opzet van de regio Zuid Holland Zuid gesproken. Het is denkbaar en logisch dat de Drechtsteden zich bestuurlijk aan de regio loskoppelen en dat ook de andere 2 samenwerkingsverbanden (SAV en Hoekse Waard) zich zelfstandig positioneren. Of aan deze bestuurlijke reorganisatie financiële gevolgen zitten, is niet bekend. B. De Drechtsteden De jaarrekening 2003 van de Drechtsteden vertoont een klein nadelig saldo hetgeen uit de reserves kan worden gefinancierd. Gelet op de aard en omvang van de activiteiten in 2004, durft het bestuur van de Drechtsteden geen geruststellende uitspraak over de financiële ontwikkeling van 2004 te doen. Wij hebben aangegeven dat de ambities binnen de vastgestelde begroting moeten worden gerealiseerd. Naast de inwonerbijdrage vraagt het bestuur van de Drechtsteden doelsubsidies voor het cultuurprofiel, sociaal beleid, realisatie fietsknooppunt en het investeringsfonds Drechtsteden. De begroting 2005 verkeert nog in een voorbereidende fase. De vaststelling door het nieuwe bestuur is op 23 december 2004 voorzien. C. Drechtwerk Drechtwerk heeft volgens de jaarrekening 2003 een positief resultaat van ruim 2,5 miljoen euro. Dit resultaat wordt vooral door het toepassen van het Besluit Begroting Verantwoording veroorzaakt. Het bedrijfsresultaat was namelijk € 494.000 nadelig en deze neerwaartse trend heeft zich in 2004 voortgezet. De directie en het bestuur van Drechtwerk hebben inmiddels een herstelplan opgesteld. Realisatie hiervan houdt in dat de gemeente Papendrecht over 2005 en volgende jaren geen extra bijdrage is verschuldigd. D. Gevudo Over 2003 bedroeg het voordelig saldo € 4.300.000 (inclusief € 3.600.000 buitengewone baten). De GR kent geen bijzondere budgettaire problemen. Met dien verstande echter dat de GR geen risicodragende partij is het geschil met Gevudo NV. De GR behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten in de richting van Gevudo NV. Gevudo NV claimt via de GR ongeveer 110 miljoen euro aan schadevergoeding omdat zij meent bij de overname van de verbrandingsinstallatie geen waar voor haar inbreng te hebben ontvangen. Het geschil duurt inmiddels al jaren. Mocht het voor de gemeente Papendrecht tot een ongunstige uitspraak komen dan zal het verlies in het toekomstig tarief voor afvalstoffenheffing worden verdisconteerd. Overige verbonden partijen Over het algemeen geen bijzonderheden. Bijzondere aandacht ontvangt inmiddels het financieel verslag 2003 van het regionaal indicatie-orgaan. De accountant kan de jaarrekening namelijk nog niet goedkeuren.
Vennootschappen I. Eneco In de begroting 2005 is een dividenduitkering van € 270.000 opgenomen. Deze raming is gezien de resultaten van ENECO over de afgelopen jaren vrij behoedzaam. Maar met de liberalisering van de energiemarkt is de winstontwikkeling vrij onzeker. Over de ontwikkeling van de energieleveranciers en distributeurs wordt verschillend gedacht. Het kabinet heeft besloten dat de handel en distributie van energie niet binnen een concern samen kunnen zijn. Het eigendom van de distributie mag bovendien niet aan particulieren of buitenlandse investeerders worden verkocht.
90
Voor de handel is vervreemding van bezit in beperkte mate toegestaan. Deze visie is volgens de energiemaatschappijen niet gunstig voor de aandeelhouders en bovendien is het buitenlandse energieleveranciers veel makkelijker om de Nederlandse markt te betreden in plaats van andersom. Voorlopig is vervreemding van het aandelenbezit aan derden niet mogelijk en blijft de gemeente mede-eigenaar van Eneco in een onzeker marktperspectief. Het is niet anders. De aandelen van Eneco vertegenwoordigen een boekwaarde van € 1.000.000 en het risico van boekverliezen is minimaal. Bij de berekening van het weerstandsvermogen is wel rekening gehouden met een incidentele toevoeging bij verkoop. J. Bank Nederlandse Gemeenten Financiële of bestuurlijke problemen zijn de BNG onbekend. Waarschijnlijk al gedurende haar 90-jarig bestaan. Relevant is te melden dat de dividenduitkering door de heffing van vennootschapsbelasting afneemt. K. Hydron Hoewel het financieel belang in de waterleidingmaatschappij NV Hydron gering is, zijn voornamelijk via de pers berichten omtrent een eventuele overname ontvangen. Sinds 1 augustus 2004 zijn geen berichten meer ontvangen en kunnen wij u hierbij niet concerteter informeren. De gemeente Papendrecht loopt bij een eventuele overname geen direct risico.
Stichtingen M. Stichting Veiligheid en Toezicht De jaarrekening 2003 is ondanks een berichtgeving inzake een forse begrotingsoverschrijding in 2003 niet ontvangen. Aangezien ook tussentijdse berichtgeving over 2004 en de begroting 2005 ontbreken kan financieel geen uitspraak over de financiële risico’s die verband houden met het lidmaatschap van de Stichting Veiligheid en Toezicht worden gedaan. Het budget voor de stadswachten bedraagt € 34.000. Conclusie verbonden partijen Het huidige tijdsbeeld van bezuinigen raakt duidelijk ook de begroting bij verbonden partijen. Met name bij de regio Zuid-Holland Zuid, de Drechtsteden en Drechtwerk lopen de verbonden gemeenten een stevig financieel risico. In principe wordt de financiële ontwikkeling bij verbonden partijen nauwlettend gevolgd maar wij zijn wel afhankelijk van de tijdige en betrouwbare informatievoorziening. Gezien de gang van zaken bij de Stichting Veiligheid en Toezicht en het RIO zullen wij met alle verbonden partijen hardere afspraken omtrent de informatievoorziening proberen te maken.
91
92
4.1
Inleiding
De begroting 2005 is opgesteld conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Dit besluit is in werking getreden per 1 februari 2003. De voorschriften maken een tweedeling tussen de beleidsbegroting (programma’s en paragrafen) en de financiële begroting. Ook het onderscheid tussen resultaatbepaling en resultaatbestemming heeft invloed op de presentatie. Het BBV is het gevolg van: · Wet dualisering gemeentebestuur · Verdere aansluiting op het Burgerlijk Wetboek (BW2) waarin de eisen voor verslaglegging voor de private sector zijn opgenomen · Europese regelgeving Van bovenstaande punten heeft de Wet dualisering gemeentebestuur de meeste invloed gehad. Het ontvlechten van de gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders, een toenemende transparantie voor de burgers en een verhoging van de betrokkenheid vraagt niet alleen een andere cultuur (openheid) maar ook wijzigingen in instrumenten als begroting en jaarrekening. Om een betere aansluiting te krijgen met de private sector (bedrijfsmatiger werken) wordt bij de nieuwe voorschriften meer aansluiting gezocht bij de regels zoals deze zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek (BW 2). Om gegevens tussen de diverse lidstaten te kunnen afstemmen en te kunnen gebruiken voor verdere vergelijking en rapportages, is het van belang dat de presentatie een meer éénduidig karakter krijgt. De beleidsbegroting bestaande uit de programmabegroting en de verplichte paragrafen. De financiële begroting bestaande uit het (meerjaren) overzicht van baten en lasten en een toelichting daarop alsmede de uiteenzetting van de financiële positie 2
Het overzicht van de baten en lasten Dit gedeelte bevat de financiële verantwoording over 2005 tot en met 2008. In dit gedeelte van de begroting staan ook de afwijkingen ten opzichte van de lopende meerjarenbegroting 20052007 en een specificatie van nieuw beleid c.q. beleidsintensivering. Een toelichting op de voorgestelde ombuigingen treft u aan bij de betreffende programma’s. Voor het vaststellen van een financiële kader draait het om een financieel (sluitend) perspectief over een reeks van jaren. Financieel toezicht van de provincie gebruikt de term financiële duurzaamheid. Een financieel kader is solide indien de investeringsvraagstukken van nu en het komende begrotingsjaar ook in 2008 betaalbaar zijn. Voor meer inzicht naar financiële duurzaamheid richt de financiële verslaglegging zich niet alleen op 2005 maar vooral op het eind van de periode waarop de meerjarenraming betrekking heeft. De uiteenzetting van de financiële positie Bij de financiële positie gaat het om de ontwikkeling van de financiële soliditeit van de gemeente. Dan hebben we het over de ontwikkeling van het meerjarig begrotingsresultaat, het weerstandsvermogen en vanzelfsprekend de ontwikkeling van de reserves. Resultaatbepaling en resultaatbestemming Eén van de aanpassingen betreft de resultaatbepaling en -bestemming. In het verleden (Comptabiliteitsvoorschriften 1995) was het toegestaan onttrekkingen uit en stortingen in de reserves ten laste respectievelijk ten gunste van het resultaat te laten komen. Door zoveel aan te sluiten bij de richtlijnen voor de private sector vervalt deze mogelijkheid bij de nieuwe voorschriften. Eerst dienen alle lasten en baten van de programma’s te worden geboekt, vervolgens wordt het resultaat bepaald en pas daarna bestemd. Deze onttrekkingen uit en stortingen in de reserves mogen niet meer worden verantwoord op de afzonderlijke programma’s. 2
In de financiële (programma)begroting zijn in principe alle bedragen op eenheden van duizend euro afgerond. Aangezien in de beheersbegroting de bedragen meestal niet zijn afgerond, komt het voor dat bij tellingen en allerlei aansluitingen afrondingsverschillen van een hooguit enkele duizenden euro’s optreden.
93
4.2
De meerjarenbegroting 2005-2008
4.2.1. De uitkomst van de meerjarenraming Programma
Omschrijving
Saldi 2005 Saldi 2006 Saldi 2007 Saldi 2008
Sociale voorzieningen, maatschappelijke 1 dienstverlening en volksgezondheid 2 Onderwijs en jeugd Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en 3 milieu 4 Veiligheid 5 Verkeer en ruimtelijk beheer 6 Cultuur, sport en recreatie 7 Economische ontwikkeling 8 Bestuur 9 Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming (exclusief begrotingsresultaat) Saldo
-4.900.000 -4.743.000 -4.879.000 -4.854.000 -3.691.000 -3.900.000 -4.090.000 -4.083.000 -954.000
Begrotingsresultaat voor bestemming aan de algemene reserve
-849.000 -1.062.000
-844.000
-1.282.000 -5.499.000 -3.786.000 -75.000 -3.781.000 23.617.000 437.000
-1.320.000 -5.751.000 -3.516.000 -63.000 -3.709.000 24.271.000 -315.000
-1.306.000 -5.505.000 -4.022.000 -63.000 -3.724.000 24.893.000 -141.000
-1.267.000 -6.058.000 -3.990.000 -58.000 -3.702.000 25.278.000 -322.000
86.000
105.000
101.000
99.000
De meerjarenraming sluit met een voordelig saldo en biedt nog enige ruimte voor politieke keuzes. Wij beseffen, dat de financiële ruimte minimaal is. Gegeven de ambities waaronder lage woonlasten enerzijds en de forse kortingen op het gemeentefonds anderzijds is het niet mogelijk om een ander financieel beeld te presenteren. Met deze uitkomsten wordt in ieder geval voldaan aan het toezichtskader van de provincie ZuidHolland en mogen wij rekening op het regime van repressief financieel toezicht.
In het begrotingsresultaat zit begrepen:
2005
Nieuw beleid en intensiveringen van bestaand beleid begrepen (een nadere uitsplitsing staat in bijlage A) Ombuigingen (zie bijlage B en de toelichting bij de betreffende programma’s) Administratieve maatregelen en/of incidentele dekking Een efficiëntere bedrijfsvoering; de taakstelling voor 2005 is overeenkomstig de eis van de provincie reeds in de verschillende budgetten van de begroting verwerkt.
2006
2007
2008
-863.000 -1.088.000 -1.038.000 -1.638.000 788.500
1.531.000
1.655.000
1.748.000
1.023.000
398.000
687.000
687.000
500.000
600.000
600.000
Uit deze tabel kunnen de volgende conclusies worden getrokken: · Het principe oud voor nieuw is toegepast. Deze programmabegroting stimuleert vernieuwing en stelt door het ontbreken van financiële ruimte bestaand beleid ter discussie. · 2005 is met name via het doorvoeren van administratieve maatregelen sluitend gemaakt. De omvang van kortingen op het gemeentefonds, de nieuwe ambities en het tempo waarmee ombuigingen realiseerbaar zijn, noopten ons deze maatregelen toe te passen. · Het forse resultaat van de ombuigingen die vanaf 2006 worden voorzien. Binnen een relatief kort tijdsbestek zijn we er in geslaagd om de gemeenteraad een evenwichtig en toereikend pakket aan concrete ombuigingsvoorstellen aan te bieden, dat naar onze mening de komende 4 jaar realiseerbaar is. · Ten opzichte van de situatie per ultimo 2003 is de bedrijfsvoering per ultimo 2004 € 600.000 (= 5% van het budget voor personeelskosten) efficiënter geworden. Daartoe zijn inmiddels voorstellen door het college geaccordeerd en zijn de budgetten voor 2005 aangepast. De budgetbewaking wordt terzake aangescherpt. 94
Resultaatbestemming Alle mutaties binnen de reservepositie moeten ingevolge het Besluit Begroting en Verantwoording via het begrotingsresultaat worden verantwoord. Deze maatregel draagt bij tot meer transparantie want in het verleden hebben diverse gemeenten baten en lasten rechtstreeks aan reserves toegevoegd of onttrokken waardoor het inzicht in alle baten en lasten verminderde. Naarmate een gemeente meer reserves heeft, dreigt de rubriek resultaatbestemming in de programmabegroting nu weer onduidelijk te worden. Uitgangspunt is om het aantal reserves en de mutaties zo minimaal mogelijk te laten zijn. Bestemming begrotingsresultaat:
Saldi 2005 Saldi 2006 Saldi 2007 Saldi 2008
Inflatiecorrectie diverse reserves Reserve stedelijke vernieuwing
142.000
145.000
155.000
157.000
60.000
292.000
10.000-
21.000
-122.000
4.000-
144.000
-437.000
315.000
141.000
322.000
86.000
105.000
101.000
99.000
-351.000
342.000
242.000
421.000
Financiering investeringen met een maatschappelijk nut
-195.000
Tariefsegalisatiereserve riolering en afvalstoffenheffing Overige waaronder BTW compensatiefonds, reserve raadsvisie Subtotaal bestemd begrotingsresultaat
-249.000
Algemene reserve Saldo bestemming begrotingsresultaat
-195.000
Toelichting · De inflatiecorrectie is voor de belangrijkste reserves op 1,5% berekend. Dit percentage stemt overeen met de berichtgeving vanuit het CBS. Het toepassen van deze correctie voorkomt dat de kwaliteit van de reservepositie langzamerhand wordt uitgehold. Indien de inflatiecorrectie lager uit valt, zou in principe meer aan de algemene reserve kunnen worden toegevoegd. Helaas is dit niet het geval want bij het aanwenden van de reserve stijgen ook de rentelasten. · Binnen de planperiode worden aangaande de grondexploitatie weinig spectaculaire toevoegingen aan de reserve stedelijke vernieuwing verwacht. Wij verwachten dat uit hoofde van grondtransacties in Oostpolder alleen in 2005 en 2006 nog forse bedragen aan de reserve kunnen worden toegevoegd. · Aan de tariefsegalisatiereserve riolering wordt conform het gemeentelijk rioleringsplan in 2005 en 2006 forse bedragen onttrokken. De bijdrage uit de reservepositie is mogelijk dankzij de overschotten in 2000 tot en met 2003. Feitelijk zijn de tarieven in 2005 niet kostendekkend. · Algemene reserve. Gebruikelijk is om het begrotingsresultaat ten gunste van de algemene reserve te verantwoorden. Wij stellen u voor om deze gedragslijn weer toe te passen.
4.2.2 Toelichting belangrijkste afwijkingen ten opzichte van lopende meerjarenraming Vertrekpunt voor het opstellen van de financiële meerjarenbegroting 2005-2008 is de vastgestelde meerjarenbegroting. De nieuwe begroting wordt voor autonome mee- en tegenvallers en nieuwe beleidsvoornemens vanzelfsprekend bijgesteld. Ter financiering hiervan stellen wij voor een aantal administratieve maatregelen te treffen en diverse ombuigingen in beleid te realiseren. In de programmabegroting zijn de ombuigingen toegelicht. In dit gedeelte geven rekenschap van de mee- en tegenvallers, het nieuwe beleid en de administratieve maatregelen ten opzichte van de vastgestelde begroting.
95
Dienstjaren (- = nadelig) Uitkomsten lopend meerjarenresultaat
3
Af: autonome mee- en tegenvallers
2005
2006
2007
100.000
600.000
2008 0
-962.500 -1.336.000 -1.203.000
Af: nieuw beleid
-863.000 -1.088.000 -1.038.000 -1.638.000
Bij: administratieve en/of incidentele maatregelen Overige mutaties 2008 zoals OZB en kapitaallasten vervangingsinvesteringen, algemene uitkering etc
1.023.000
398.000
687.000 -11.000
Uitkomsten ontwerpresultaat 2005 –2008
-702.500 -1.426.000 -1.554.000 -1.649.000
Ombuigingen Ontwerp begrotingsresultaat (na ombuigingen)
788.500
1.531.000
1.655.000
1.748.000
86.000
105.000
101.000
99.000
Toegelicht worden de verschillen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2005-2007. 2008 blijft buiten beschouwing omdat voor 2008 vorig jaar geen begrotingsresultaat is vastgesteld. Opgemerkt wordt dat de meeste verschillen reeds in de voorjaarsnota 2004 zijn verantwoord. Waar dat niet het geval is, staat een (X). Autonome mee- en tegenvallers
2005
Sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid Onderwijs en jeugd Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Veiligheid Verkeer en ruimtelijk beheer Cultuur, sport en recreatie Economische ontwikkeling Bestuur Algemene dekkingsmiddelen Totaal
2006
2007
82.000
83.000
-41.000
-81.000 6.000 -30.000 -4.000 -8.000
-25.300 -51.000 -10.000 9.500 -8.000
-89.000 -51.000 -10.000 9.500 -8.000
-123.000 -804.500 -962.500
-112.000 -1.222.200 -1.336.000
-117.000 -896.500 -1.203.000
Sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening en saldo2005 saldo2006 saldo2007 volksgezondheid Budgettering bekostiging IOAW, IOAZ en BZ (X) 140.000 140.000 140.000 Bijstelling budget bijzondere bijstand en leenbijstand (X) 11.000 11.000 11.000 Gevolgen nieuw wet kinderopvang op het budget voor alleenstaande -29.000 -29.000 -29.000 ouders (X) Reserve werk en inkomen -19.000 -19.000 -19.000 Ouderenzorg SWOP -17.000 -17.000 -17.000 Rivas -35.000 -35.000 -35.000 AZC – doeluitkering (X) 35.000 35.000 0 AZC correctie huurvergoeding -90.000 Basisgezondheidsdienst (GGD) 9.000 9.000 9.000 Logopedische dienst 6.000 6.000 6.000 Slottermijn aanschaf pakket GWS4all -19.000 -18.000 -17.000 Totaal 82.000 83.000 -41.000
3
Bij het vaststellen van de meerjarenbegroting 2004-2007 is besloten om de geplande bezuinigingen op de bedrijfsvoering naar voren te halen. Hierdoor sluiten de jaarschijven 2005 en 2006 met respectievelijk € 100.000 en € 600.000 voordelig.
96
Budgettering bekostiging IOAW, IOAZ en BZ, structureel voordeel €140.000 Per 1 januari 2004 is de Wet Werk en Bijstand (WWB) in werking getreden. Voor het eigen aandeel van 25% in de bekostiging van de regelingen IOAW, IOAZ en BBZ wordt een aanvullend budget ontvangen. Bij het opstellen van de meerjarenraming 2005-2008 is hiermede thans rekening gehouden. Bijstelling budget bijzondere bijstand en leenbijstand, structureel voordeel € 11.000 Vanwege de ontwikkeling van de uitgaven en terugontvangsten in 2004 wordt het budget per saldo met € 11.000 verlaagd. Gevolgen nieuwe wet kinderopvang op het budget voor alleenstaande ouders, structureel nadeel € 29.000 Met de nieuwe wet op de kinderopvang per 1-1-2005 is ook de financiering van de kinderopvang voor alleenstaande ouders herzien. Voor de uitvoering van hetzelfde beleidsniveau is een aanvullend budget van € 29.000 nodig. Reserve Werk en Inkomen. Structureel nadeel vanaf 2005 € 19.000 Door de invoering van de Wet Werk en Bijstand en de daaruit vloeiende opbouw van een reserve WWB wordt de Reserve Werk en Inkomen van ruim € 40.000 ten gunste het begrotingsresultaat in 2004 opgeheven. Zodoende vervalt vanaf 2005 een jaarlijkse onttrekking ten gunste van de exploitatie. SWOP. Structureel nadeel € 17.000 Het subsidiebedrag wordt door o.a. de invoering van het functieloongebouw met € 13.000 verhoogd. Verder is de vergoeding aan de gemeente voor het financieel beheer van € 4.000 komen te vervallen Maatschappelijke ondersteuning RIVAS. Structureel nadeel € 35.000 Voor de financiering van het algemeen maatschappelijk werk is besloten om het budget van het RIVAS met ingang van 2004 structureel met € 35.000 te verhogen tot € 307.000. AZC – doeluitkering. Eenmalige voordelen in 2004, 2005 en 2006 € 35.000 De gemeente ontvangt in 2004, 2005 en 2006 een vergoeding conform een facilitair besluit voor niet-ingeschreven asielzoekers. Hiermee is nog geen rekening gehouden. Het voordeel bedraagt € 35.000 per jaar. AZC correctie huurvergoeding (eenmalig nadeel in 2007 van € 90.000) Het asielzoekerscentrum wordt volgens planning per 1 november 2006 opgeheven, waardoor in 2007 geen huurvergoeding meer wordt ontvangen. De meerjarenraming 2005-2008 is voor de jaarschijf 2007 bijgesteld. Subsidiëring gezondheidsdienst. Structureel voordeel vanaf 2005 € 9.000 Op grond van een nieuwe beschikking is de doeluitkering voor de subsidie van jeugdgezondheidszorg per 2005 positief bijgesteld. Logopedische dienst. Structureel voordeel € 6.000 Door de Logopedische dienst is voor de totale bedrijfsvoering een bezuinigingsronde doorgevoerd. De bijdrage kan met € 6.000 worden verlaagd. Slottermijn aanschaf pakket GWS4all. Extra kapitaallasten vanaf 2005 € 19.000 e In het 2 halfjaar 2003 is het nieuwe automatiseringspakket GWS4all van sociale zaken geïmplementeerd, is de externe ondersteuning beëindigd en is het acceptatierapport getekend. Nu alle inkomende facturen zijn ontvangen, is een aanvullend slotkrediet nodig van € 74.000. De kapitaallasten voor het aanvullende krediet worden vanaf 2005 in de exploitatie verantwoord
97
Onderwijs en jeugd Correctie rijksvergoeding voor onderwijskansen op schoolachterstanden (X) Subsidie ROC Scholen voor openbaar basisonderwijs Huur noodlokaal Merwerodeschool IP uitbreiding Anne Frank IP uitbreiding Knotwilg IP uitbreiding Pr Floris IP uitbreiding de Lage Waard IP uitbreiding de Viermaster
Saldo 2005
Saldo 2006
Saldo 2007
40.700
Totaal
11.000 -35.000 -15.000 -6.000 -12.000 -12.000 0 -12.000 -81.000
11.000 -35.000 0 -6.000 -12.000 -12.000 0 -12.000 -25.300
11.000 -35.000 0 -6.000 -12.000 -12.000 -23.000 -12.000 -89.000
Correctie rijksvergoeding voor onderwijskansen op schoolachterstanden – eenmalig voordeel € 40.700 Het recht op subsidie van schoolachterstanden ontstaat na afloop van het jaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden. Zodoende wordt er voor 2006 een subsidie geraamd en omdat de uitgaven reeds voor 2005 zijn gepland, ontstaat aldus een eenmalig voordeel. Subsidiëring ROC. Structureel voordeel € 11.000 Ultimo het cursusjaar 2003-2004 wordt de subsidierelatie aan het Centrum voor oriëntatie en opleiding voor technische vakken beëindigd. De subsidie over het tijdvak 1-8-2003 / 1-7-2004 is in het boekjaar 2003 reeds volledig voldaan. Kosten salarisadministratie onderwijspersoneel. Structureel nadeel € 35.000 De kosten zijn de afgelopen tijd terechtgekomen op een tussenrekening. Dit is onjuist, want de kosten moeten naar de producten (de scholen) doorbelast worden. Het betreft de volgende basisscholen: Anne Frank (€ 5.470), De Viermaster (€ 6.125), De Knotwilg (€ 12.470) en ’t Kofschip (€ 10.935), in totaal € 35.000 (afgerond). Extra kosten huur noodlokaal t.b.v. school De Merwerode. Eenmalig nadeel 2005 € 15.000 Voor de Merwerodeschool zijn 2 noodlokalen gehuurd. De vergoeding voor 2005 bedraagt € 15.000. Na deze huurperiode kan de school verhuizen naar de uitbreiding aan de Noordersingel 1. Investeringskrediet basisschool Anne Frank. Structureel nadeel vanaf 2005 € 6.000 De raming voor de uitbreiding van de openbare basisschool Anne Frank komt hoger uit. Daarom wordt alvast een aanvullend krediet voor 2004 van € 100.000 gevraagd. De kapitaallasten hiervan bedragen vanaf 2005 € 6.000. Investeringskredieten basisscholen De Knotwilg en Prins Floris. Structureel nadeel vanaf 2005 € 24.000 De leerlingprognoses zijn nu per wijk opgesteld en niet langer per school. Hieruit blijkt dat in de wijk Wilgendonk meer stabiliteit voor de langere termijn is. Het criterium van de behoefte komt hiermee over tien jaar één groep hoger uit. Nu wordt alvast aanvullend kredieten voor 2004 gevraagd. Voor De Knotwilg € 200.000 en voor Prins Floris € 200.000. Elk krediet betekent vanaf 2005 een kapitaallast van € 12.000, dus samen € 24.000. Investeringskrediet voortgezet onderwijs De Lage Waard. Structureel nadeel vanaf 2007 € 23.000 en vanaf 2008 € 35.000 De scholengemeenschap De Lage Waard moet lokalen bijbouwen, want onlangs zijn de normen aangepast als gevolg van de onderwijskundige vernieuwingen en het aantal leerlingen blijft stijgen. Het schoolbestuur is nu al bezig met het voor eigen rekening bouwen van extra lokalen, omdat zij knelpunten ervaart die niet anders en ook niet later opgelost kunnen worden. Vanaf het schooljaar 2006-2007 dient de gemeente rekening te houden met het verlenen van een vergoeding voor huisvesting. 98
Het voorstel is om de volgende investeringskredieten nu alvast te vragen: voor 2 lokalen in 2006 € 400.000, voor 1 lokaal in 2007 € 200.000 en voor 1 lokaal in 2008 € 200.000. De jaarlijkse kapitaallasten bedragen respectievelijk € 23.000, € 12.000 en € 12.000. Bij elkaar opgeteld zijn de kapitaallasten in 2007 € 23.000 en in 2008 € 35.000. Investeringskrediet De Viermaster. Structureel nadeel vanaf 2005 € 12.000 Een vorige prognose van 12 leerling-groepen op basisschool De Viermaster leidde tot goedkeuring voor uitbreiding met 2 lokalen. Een nieuwe prognose toont een structurele aanwezigheid van minimaal 13 groepen. Gedurende 5 jaar worden zelfs 14 groepen verwacht. Tijdens deze periode is interne opvang van 2 groepen niet verantwoord en ook niet mogelijk. Om deze reden en ter voorkoming dat de aanwezige nevenruimte wederom voor jaren moet fungeren als klaslokaal is permanente uitbreiding van het schoolgebouw noodzakelijk. Hiervoor dient een investeringskrediet voor 2004 van € 200.000 beschikbaar gesteld te worden. De kapitaallasten bedragen € 12.000. De groei van het aantal leerlingen dient t.z.t. tot uitdrukking te komen in de algemene uitkering. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Saldo 2005 Saldo 2006 Saldo 2007 Bijstelling rijksvergoeding voor uitvoeren van de vangnetregeling -20.000 -20.000 -20.000 (X) Aanpassing huuropbrengsten woonwagens en standplaatsen (X) -17.000 -17.000 -17.000 Geluidhinder -18.000 -18.000 -18.000 Leges Bouwvergunningen 57.000 0 0 Woninguitzetting 4.000 4.000 4.000 Totaal 6.000 -51.000 -51.000
Bijstelling rijksvergoeding voor het uitvoeren van de vangnetregeling, structureel nadeel € 20.000 De vangnetregeling is een regeling voor huurders die niet via de normale kanalen voor huursubsidie in aanmerking kunnen komen. Bij aanvang van de vangnetregeling ontving de gemeente flink wat aanvragen en vanzelfsprekend een passende rijksvergoeding voor het uitvoeren van de regeling. Vanwege allerlei wetstechnische aanpassingen is het aantal aanvragen in de loop der jaren drastisch teruggelopen en dient de meerjarenraming met betrekking tot de rijksvergoeding te worden aangepast. Aanpassing huuropbrengsten woonwagens en standplaatsen, structureel nadeel € 17.000 De raming van huur voor woonwagens en standplaatsen is stelselmatig te hoog opgenomen. Een technische bijstelling van het budget is noodzakelijk. Bouwvergunningen. Eenmalig voordeel 2005 € 57.000 Naar verwachting zullen er naar aanleiding van de af te geven bouwvergunningen meer bouwleges ontvangen worden, dat in 2005 eenmalig € 57.000 extra oplevert. Woninguitzetting. Structureel voordeel vanaf 2004 € 4.000 De gemeente Papendrecht heeft geen inbreng meer bij woninguitzettingen. Het product kan vervallen.
Veiligheid Hogere kapitaallasten aanschaf nieuwe brandweerauto’s 2003 (X) Leges gebruiksvergunningen – einde inhaalslag
Saldo 2005
99
Saldo 2007
-30.000
-30.000
-30.000
0
-5.000
-5.000
25.000
25.000
-10.000
-10.000
Bijdrage buurgemeenten in aanschaf Redvoertuig Totaal
Saldo 2006
-30.000
Hogere kapitaallasten aanschaf nieuwe brandweerauto’s 2003 In 2003 is een tweetal brandweerauto’s voor een bedrag van € 417.000 aangeschaft. De beschikbare kredieten, die reeds in 1999 of 2000 zijn berekend, bleken door prijsstijgingen en nieuwe eisen niet helemaal toereikend te zijn. Bovendien wordt opgemerkt, dat de aanschaf enige tijd vanwege het voordeel van het BTW-compensatiefonds is uitgesteld. Zodoende viel de aanschaf wat hoger uit, maar werd wel de BTW via het BTW-compensatiefonds terugontvangen. Preventieve brandweerzorg. Jaarlijks nadeel vanaf 2006 € 5.000 Ultimo 2006 wordt het einde van de inhaalslag gebruiksvergunningen voorzien. Voor controles op de vergunningen mogen geen kosten in rekening gebracht worden. Het geraamde bedrag aan inkomsten moet met € 5.000 neerwaarts bijgesteld worden. Aanschaf redvoertuig brandweer. Jaarlijks voordeel vanaf 2006 van € 25.000 De gemeenten Sliedrecht en Alblasserdam dienen, conform regionale afspraken, bij te dragen in de aanschaf van het redvoertuig. Deze inkomsten zijn tot op heden niet geraamd. Verkeer en ruimtelijk beheer Waterbus en voetveren Ombouwen armaturen (X) Bijstelling opbrengsten gebruik kade door leegstand (X)
Saldo 2005 20.000
Totaal
-24.000 -4.000
Saldo 2006 20.000 13.500 -24.000 9.500
Saldo 2007 20.000 13.500 -24.000 9.500
Waterbus en voetveren structureel voordeel € 20.000 Door herschikking van de huidige budgetten en het voortschrijdend inzicht ontstaat een financieel voordeel van structureel € 20.000. Ombouwen armaturen, structureel voordeel vanaf 2006 € 13.500 Het sox-project wordt in 2005 afgerond en daarmee verdwijnt de oranjeachtige verlichting uit het nachtelijk straatbeeld. Dit specifieke budget voor straatverlichting wordt uit de meerjarenraming geschrapt. Bijstelling opbrengsten gebruik kade door leegstand, structureel nadeel € 24.000 Met het oog op de aanleg van de Betuwelijn en het voorbelasten vanwege de geplande woningbouw in Oostpolder zijn de opbrengsten voor het gebruik van de kade aan de Kooyhaven een aantal jaren geleden structureel hoger bijgesteld. Het is duidelijk, dat op basis van de huidige inzichten de opbrengsten niet worden gerealiseerd en dat de begroting moet worden aangepast. Cultuur, sport en recreatie Cultuurprofiel Drechtsteden
Saldo 2005 Saldo 2006 Saldo 2007 -8.000 -8.000 -8.000 Totaal -8.000 -8.000 -8.000
Cultuurprofiel. Structureel nadeel € 8.000 Bij raadsbesluit is voor 2003 incidenteel een bedrag van € 8.000 beschikbaar gesteld voor de realisatie van diverse projecten. Inmiddels is de Drechtsteden begroting 2004 vastgesteld inclusief bijdrage cultuurprofiel. Hiermee is in de gemeentebegroting 2004 geen rekening gehouden.
100
Bestuur Ziektekosten IZA Voormalig personeel – ambtelijk personeel Voormalig personeel – FPU-regeling Wachtgelduitkeringen voormalig wethouders Dotatie pensioenpremie huidige wethouders Automatisering lease Verkiezingen en publieksservice Legionella bestrijding brandweerkazerne
Saldo 2005 Saldo 2006 Saldo 2007 -10.000 -10.000 -10.000 -70.000 -70.000 -70.000 -20.000 -20.000 -20.000 5.000 5.000 5.000 -23.000 -23.000 -23.000 3.000 10.000 -3.000 5.000 -7.000 -2.000 -2.000 -2.000 Totaal -123.000 -112.000 -117.000
Ziektekosten IZA. Structureel nadeel € 10.000 Door de verhoging van de werkgeverspremie zal de IZA-premie voor niet-actieven met € 10.000 toenemen, hetgeen structureel bijgeraamd dient te worden. Voormalig personeel – ambtelijk personeel. Structureel nadeel € 70.000 Ex-medewerkers met een gedeeltelijke WAO-uitkering kunnen door gewijzigde wetgeving alsnog een beroep doen op een gemeentelijke ontslaguitkering (eigen risicodrager). Het betreft hier medewerkers die eerder volledig met arbeidsongeschiktheidsontslag zijn gegaan. Daarnaast zal een aanvullend budget benodigd zijn voor stimulering FPU-regeling voor het nietreguliere personeel. Door beëindiging van het dienstverband van een medewerker die via een ID-baan werkzaam is geweest, zal tevens het budget bijgesteld moeten worden. Voormalig personeel – FPU-regeling. Structureel nadeel € 20.000 De FPU-uitkering bestaat gedeeltelijk uit een aanvullende uitkering van de gemeente. Deze aanvullende uitkering is in 1999 ingevoerd. Nog steeds is sprake van aangroei van medewerkers die gebruik maken van de FPU-gemeente (de uitstroom in verband met het bereiken van de 65-jarige leeftijd is nog beperkt). In het kader van versobering van de FPUregeling staat ook de FPU-gemeente ter discussie. Op basis van de huidige inzichten wordt een aanvullend budget gevraagd van € 20.000. Voormalige wethouders – wachtgeld. structureel voordeel € 5.000 In 2005 wordt een voormalig wethouder 65 jaar, waardoor vanaf 2005 de netto lasten (wachtgeld minus verzekeringsuitkering arbeidsongeschiktheid) met € 5.000 omlaag gaan. Dit bedrag kan afgeraamd worden. (Voormalige) wethouders – dotatie pensioenvoorziening.; structureel € 23.000 Met ingang van 2004 lopen alle betalingen van pensioenen van de voormalige wethouders via een voorziening (uitvloeisel Besluit Begroting en Verantwoording). Dit betekent een structurele last van € 23.000. Daar staat tegenover dat er in de toekomst geen grote afwijkingen meer zijn. Automatisering lease. Structureel voordeel vanaf medio 2006 € 10.000 De PC’s voor raadsleden zijn in 2002 eenmalig geleased, waardoor het budget in de meerjarenraming vanaf 2006 wordt geschrapt. Verkiezingen en publieksservice. Eenmalig voordeel in 2006 € 5.000, eenmalig nadeel in 2007 € 5.000 De budgetverschuiving houdt verband met de verwachte Tweede Kamerverkiezingen in 2007. Daarnaast vallen de organisatiekosten structureel € 2.000 hoger uit.
101
Algemene dekkingsmiddelen Renteresultaat (X) Bijstelling budget voor externe advisering en begeleiding WOZ (X) Aanvulling van post voor onvoorziene uitgaven naar € 100.000 (X) Kapitaallasten aanschaf nieuwe software (Office XP) (X) Lagere interne doorbelasting aan kostprijsdekkende activiteiten (X) Algemene uitkering uit het gemeentefonds Algemene uitkering bijstelling o.b.v. miljoenennota 2005 Pensioenpremie Archivering - wegwerken achterstanden Vervangen van netwerkbekabeling Documentair structuurplan (dsp) Personeels- en salarisadministratie Kwaliteitsmodel automatisering procesmodel Automatisering lease Legionellabestrijding gem. accommodaties Hondenbelasting Overige niet direct aanwijsbare verschillen Totaal
Saldo 2005 298.000
Saldo 2006 -28.000
Saldo 2007 109.000
-26.000
-51.000
-3.000
-25.000
-25.000
-25.000
-50.000
-50.000
-50.000
-961.000 49.000 -220.000 0 0 -3.000 -20.000 -5.000
-848.000 50.000 -220.000 -60.000 -14.000 -3.000 -20.000 -5.000 10.000 -3.000 5.000 39.800
-724.000 51.000 -220.000 -48.000 -13.000 -3.000 -20.000 -5.000 50.000 -3.000 5.000 2.500
-804.500 -1.222.200
-896.500
35.000
-3.000 5.000 121.500
Renteresultaat, incidenteel voordeel in 2005 € 298.000 Met name jaarschijf 2005 kan op grond van de afspraken met betrekking tot de financiering van het centrum incidenteel fors hoger worden bijgesteld. Het voordeel houdt geen enkel verband met de financiering via een eventuele BV- of CV constructie. Bijstelling budget externe advisering door de WOZ, eenmalig voordeel € 35.000 Het traject voor de hertaxaties ligt ondanks de geringe externe begeleiding goed op schema. Op grond hiervan verwachten wij dat de opgenomen post voor externe advisering in het traject van bezwaarschriften met € 35.000 kan worden verlaagd. Aanvulling van het budget voor onvoorziene uitgaven tot € 100.000 De post voor onvoorziene uitgaven is bij de jaarschijven 2005 en 2006 eigenlijk als sluitpost van de begroting gebruikt. Het is logisch om in de ontwerpbegroting het budget voor onvoorziene uitgaven weer op de oorspronkelijke hoogte te brengen. Kapitaallasten aanschaf nieuwe software (Office XP), structureel nadeel € 25.000 Op basis van de najaarsnota 2003 is een krediet voor het vernieuwen van de kantoorautomatisering beschikbaar gesteld. Begin 2005 zal de overgang naar een Office-XP omgeving een feit zijn en zal de bedrijfsvoering door een geringer aantal storingen slagvaardiger en efficiënter kunnen functioneren. Thans worden de kapitaallasten voor de jaarschijven 2005 tot en met 2008 geraamd. Lagere doorbelasting aan kostprijsdekkende activiteiten, structureel nadeel € 50.000 Diverse gemeentelijke diensten of activiteiten worden zoals gebruikelijk kostendekkend doorberekend of zijn ingeval van de grondexploitatie niet van invloed op het begrotingsresultaat. Een verschuiving van de interne doorbelasting ofwel uren tussen deze diensten en / of activiteiten en de overige posten van de begroting beïnvloedt wel de hoogte van het begrotingsresultaat. Het effect van een lagere doorbelasting in 2005 en volgende jaren bedraagt € 50.000 nadelig.
102
Algemene uitkering Volgens de maartcirculaire 2004 moeten de gemeenten met een zeer ongunstige ontwikkeling van het gemeentefonds rekening houden. De verwachting is zelfs dat de gemeenten volgend jaar zelfs minder ten opzichte van 2004 te besteden hebben, zeker nu nog meer bezuinigingen op de rijksbegroting plaatsvinden. De bevestiging van deze verwachting volgt in de meicirculaire. Verder wordt voor een andere financiering van indicatiecommissie € 177.000 uit het gemeentefonds gelicht. Aangezien de geplande uitgaven voor indicatiestelling € 144.000 bedragen, resulteert deze ontwikkeling in een structurele tegenvaller van € 34.000. Algemene uitkering Bijstelling algemene uitkering Effecten ontwikkeling op de lopende rijksbegroting t/m 2003 Effecten ontwikkeling lopende rijksbegroting 2004 Ontwikkeling rijksbegroting 2005 o.b.v. september circulaire Ontwikkeling rijksbegroting 2005 op basis van voorjaarsoverleg Volume ontwikkelingen Verplichting inzake hogere behoedzaamheidsreserve Kinderopvang (zie hierna budgettair neutraal) Onroerende zaakbelasting (zie hierna budgettair neutraal) Suppletieregeling stadsvernieuwing Implementatie wet werk en bijstand Overheveling budget regio regionale indicatiestelling Bij: bijstelling rijksvergoeding kinderopvang Bij: bijstelling budget onroerende zaakbelasting Af: bezuiniging nullijn budgetten 2005 2% Bij te stellen op programma 9
Saldo 2005 Saldo 2006 Saldo 2007 205.000212.000215.000396.000395.000383.000220.000 225.000 227.000 119.000 121.000 122.000 300.000200.000100.00075.00075.00075.000210.000210.000210.000110.000110.000110.00084.00072.00060.00040.0001.081.000210.000 110.000 200.000961.000-
40.000968.000210.000 110.000 200.000848.000-
40.000844.000210.000 110.000 200.000724.000-
Effecten ontwikkeling op de lopende rijksbegroting De uitkering uit het gemeentefonds (“algemene uitkering”), staat onder druk. Het gemeentefonds is gekoppeld aan de Rijksbegroting en als gevolg daarvan worden de gemeenten rechtstreeks geconfronteerd met de bezuinigingen van het Rijk. En hoewel reeds vorig jaar een donker scenario is geschetst, blijkt de ontwikkeling nog negatiever uit te vallen. Op het FAMO congres van 14 mei 2004 hebben sprekers van de Ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken, vooruitlopend op het verschijnen van de Junicirculaire 2004, reeds uitspraken gedaan met betrekking tot de diverse ontwikkelingen op de Rijksbegroting. Deze ontwikkelingen betreffen enerzijds de structurele bijstelling naar beneden als gevolg van de nacalculatie 2003 en anderzijds de lagere accressen ten opzichte van de in de septembercirculaire 2003 opgenomen bedragen. Ontwikkeling rijksbegroting 2005 De rijksbegroting 2005 stijgt ten opzichte van 2004 en op basis van de normeringssystematiek pakt deze ontwikkeling zelfs iets gunstiger uit. Aangezien de jaarschijf 2005 in de (meer)jarenbegroting 2004-2007 op basis van constante prijzen is opgesteld, leidt het bijstellen van de jaarschijf thans tot een optische meevaller. Van deze meevaller moeten de loon- en prijsstijgingen worden voldaan. Voor dienstverlening door derden bedraagt de prijsstijging ongeveer € 200.000 welke voor het afboeken van het invullen van het efficiencytraject bedrijfsvoering is bestemd.
103
Verder valt de opbrengst lager uit door volume ontwikkelingen binnen de gemeente. Op langere termijn zal zich dit vanzelf corrigeren maar door het verschuiven naar de toekomst van onder andere aantallen op te leveren woningen, verschuift ook de geraamde groei van o.a. het aantal inwoners. En aangezien beide maatstaven een forse invloed hebben op de algemene uitkering, heeft dit behoorlijke gevolgen op kortere termijn van de algemene uitkering. Behoedzaamheidsreserve De behoedzaamheidsreserve over 2003 is nagenoeg niet uitgekeerd. Naar aanleiding hiervan hebben de Gedeputeerde Staten van Zuid Holland bevolen om van maximaal 50% uitkering uit te gaan. Het opnemen van 50% van de behoedzaamheidsreserve resulteert in een nadeel van € 75.000. Kinderopvang Voor Kinderopvang is landelijk een bedrag uit het gemeentefonds gehaald en overgeheveld naar het Ministerie van Sociale Zaken voor Kinderopvang. De gemeente zal genoemd bedrag via laatstgenoemd Ministerie weer ontvangen (zie bijstelling Rijksvergoeding Kinderopvang). Door deze overheveling zijn de gelden echter niet meer inzetbaar als algemeen dekkingsmiddel. Stadsvernieuwing Met ingang van 2003 vindt een inhouding plaats op de algemene uitkering voor de overgangsmaatregel ISV. Dit is het gevolg van een herziening van de maatstaf Stadsvernieuwing. Met de negatieve financiële gevolgen van deze herziening, die afloopt in 2011, was in de meerjarenraming ten onrechte geen rekening gehouden. De inhouding heeft een aflopend karakter. Overheveling middelen naar AWBZ voor indicatiestelling De middelen voor de indicatiestelling worden gedeeltelijk uit het gemeentefonds gehaald. Hiertegenover vallen uiteraard diverse uitgaven weg. Per saldo resteert hiervoor de gemeenten een nadelig saldo van € 40.000 omdat de gemeente de indicatiestelling hoogwaarschijnlijk efficiënt uitvoerde en de herverdeling op basis van gemiddelden plaatsvindt. Algemene uitkering bijstelling op basis van de miljoenennota 2005 structureel € 50.000 Volgens de miljoenennota nemen de uitgaven op de rijksbegroting toe en dientengevolge wordt er ruim 40 miljoen euro extra in het gemeentefonds gestort. Op grond hiervan is de algemene uitkering uit het gemeentefonds nog eens doorgerekend. Voor de gemeente Papendrecht betekent de meevaller in het gemeentefonds een structureel voordeel van € 50.000. Uit de miljoenennota blijken verder geen relevante zaken die van wezenlijke invloed op deze programmabegroting zijn. Stelpost salarislasten voor pensioenpremie. Structureel nadeel van € 220.000 Door de verslechtering van de financiële positie van de pensioenfondsen hebben bijna alle pensioenfondsen in Nederland van de Pensioen- en Verzekeringskamer de opdracht gekregen een herstelplan op te stellen, zo ook het ABP. Dit heeft een nadelig effect op de salarislasten. Hoewel er begin 2004 werd omgeschakeld van eindloonregeling naar middenloonregeling blijft er een nadelig effect op de totale salarislasten van € 220.000 per jaar. Aanpassing archief – ministeriële regelingen. Structureel nadeel vanaf 2006 € 55.000 In de afgelopen periode zijn drie ministeriële regelingen voor archiefvorming en archiefbeheer in werking getreden. Dit beoogt een waarborg voor de beschikbaarheid en toegankelijkheid van overheidsarchieven. Onder meer moeten achterstanden weggewerkt worden, archiefbestanden geselecteerd worden en archieven verduurzaamd worden. De genoemde budgetnadelen zijn deels een inhaaleffect, want in 2003 was er sprake van onderuitputting.
104
Vervangen van netwerkbekabeling Reeds enige jaren geleden is ingezet op een gefaseerde vervanging naar een zogenaamde ethernet bekabeling (netwerkbekabeling). Voor zover mogelijk zou deze vervanging van de bekabeling synchroon lopen met bouwkundige aanpassingen binnen het gemeentehuis. Aangezien de budgetten ten behoeve van bouwkundige aanpassingen zijn geminimaliseerd is het aan te bevelen om in 2005 hiervoor een aanvullend krediet van € 90.000 te voteren. Met dit krediet kan dan de resterende bekabeling worden vervangen, waardoor standaardisatie is gewaarborgd. Vervanging van de huidige bekabeling is met name ingegeven door de verminderde support en beschikbaarheid van componenten van de leverancier van de huidige bekabeling. Personeels- en salarisadministratie. Structureel nadeel € 20.000 Door stijging van de jaarlijkse onderhoudskosten en vanwege extra benodigde specifieke dienstverlening moet het budget structureel met € 20.000 verhoogd worden. Automatisering lease. Structureel voordeel vanaf medio 2006 € 50.000 De p.c.’s zijn in 2002 vanwege het BTW-compensatiefonds eenmalig geleased waardoor het budget in de meerjarenraming vanaf 2006 wordt geschrapt. Hondenbelasting. Structureel voordeel vanaf 2004 € 5.000 In 2004 zijn hondencontroles gehouden in tweederde deel van Papendrecht, waarbij 240 honden zijn aangetroffen, waarvoor geen aangifte hondenbelasting gedaan is. De nettoopbrengst (na aftrek van de kosten) bedraagt vanaf 2004 structureel € 5.000 per jaar en vormt een meevaller.
4.2.3 Nieuw beleid en beleidsintensivering Inleiding In de Voorjaarsnota 2004 zijn onze voornemens inzake nieuw beleid en beleidsintensivering onder uw aandacht gebracht. Hierin zijn nauwelijks wijzigingen aangebracht. De verantwoording is als volgt weer te geven. Nieuw Beleid
Saldo 2005 Saldo 2006
Programma 2 Onderwijs en jeugd Programma 3 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Programma 4 Veiligheid Programma 5 Verkeer en ruimtelijk beheer Programma 8 Bestuur Programma 9 Algemene dekkingsmiddelen Totaal
Saldo 2007
Saldo 2008
-88.000
-13.000
-13.000
-13.000
-80.000
-20.000
-20.000
-20.000
-55.000 -40.000 -600.000 0 -863.000
-55.000 -400.000 -600.000 0 -1.088.000
-55.000 -300.000 -600.000 -50.000 -1.038.000
-55.000 -900.000 -600.000 -50.000 -1.638.000
Toelichting: Onderwijs en Jeugd
Saldo 2005 Saldo 2006
Speelruimtebeleid Aanpassing infrastructuur basisscholen Wilgendonk
-13.000
-13.000
Saldo 2007
Saldo 2008
-13.000
-13.000
-13.000
-13.000
-75.000 Totaal
-13.000
105
-88.000
Ontwikkelen van het speelruimtebeleid in de wijken structureel nadeel € 13.000 Conform de kadernota speelruimtebeleid worden in 2004 speelplaatsen ingericht in de wijken Kraaihoek en Middenpolder. Daarna voorziet de nota in ontwikkeling van het speelruimtebeleid in de wijken Westpolder, Molenvliet, Wilgendonk en Oostpolder, alsmede planmatige vervanging en onderhoud. Een deel van de benodigde budgetten wordt gedekt vanuit bestaande budgetten, als volgt: Budget speelruimtebeleid Dekking uit Wijkgericht Werken Dekking uit bestaand speelruimtebeleid Benodigd budget
73.000 -25.000 -35.000 13.000
Aanpassing infrastructuur i.v.m. uitbreiding Moerbeihof. Eenmalig nadeel € 75.000 Op de locatie Moerbeihof worden zowel de Knotwilg als de Prins Floris met een aantal lokalen uitgebreid. Hiertoe dient mede de infrastructuur te worden aangepast. Door een extern adviesbureau wordt een plan van aanpak uitgewerkt, worden extra parkeervoorzieningen aangelegd. Het totale project kost € 226.000 en komt voor 1/3 deel ten laste van de voorziening schoolonderhoud, 1/3 deel ten laste van de voorziening wegreconstructies en 1/3deel ten laste van de reserve stedelijke vernieuwing Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en Saldo 2005 Saldo 2006 Saldo 2007 Saldo 2008 milieu Actief bodembeheer -10.000 Onderzoek flora, fauna en archeologie -20.000 -20.000 -20.000 -20.000 Structuurvisie -50.000 Totaal -80.000 -20.000 -20.000 -20.000
Actief bodembeheer. Eenmalig nadeel in 2005 € 10.000 Na afloop van het project Landsdekkend Beeld 2005 heeft de gemeente een goed gevuld bodeminformatiesysteem met een verbeterde bodemkwaliteitskaart. In het kader van actief bodembeheer willen de Drechtsteden gekoppeld aan dit project een subregionale bodemkwaliteitskaart laten maken voor het stedelijk gebied. Parallel hieraan zal de provincie kaarten van de landelijk gebieden laten maken. Aan de hand van beide kaarten wordt voor het gehele (stedelijke én landelijke) grondgebied van de Drechtsteden een subregionaal bodembeheersplan en grondstromenplan gemaakt. Kosten in 2005 eenmalig € 10.000. Bestemmingsplannen, flora – en faunawet. Structureel vanaf 2006 € 20.000 Als gevolg van wettelijke bepalingen en hierop aangepast provinciaal beleid moet in nieuwe bestemmingsplannen inzicht worden gegeven in de gevolgen van een planherziening op de in een plangebied aanwezige flora en fauna en op mogelijk aanwezige archeologische vondsten. Hierin gespecialiseerde bureaus dienen dit te onderzoeken. Dit maakt een structurele verhoging van het budget bestemmingsplannen noodzakelijk van € 20.000. Structuurvisie. Eenmalig nadeel 2005 € 50.000; dekking ten laste van reserve raadsvisie In 2004 wordt gestart met uitvoering van de structuurvisie. Ten opzichte van de eerder aangegeven planning (start in 2003), zal het traject van de totstandkoming langer gaan worden. Tevens zal voor communicatie rondom de structuurvisie extra tijd en capaciteit noodzakelijk zijn. De totale extra kosten worden geschat op € 50.000 in 2005.
106
Veiligheid Integrale handhaving, actieplan veiligheid Integrale handhaving Totaal
Saldo 2005
Saldo 2006
Saldo 2007
Saldo 2008
-15.000 -40.000 -55.000
-15.000 -40.000 -55.000
-15.000 -40.000 -55.000
-15.000 -40.000 -55.000
Uitvoering actieplan veiligheid. Structureel nadeel vanaf 2005 € 15.000 Om de beleidsintensivering Integrale Veiligheid vorm en inhoud te kunnen geven is extra budget noodzakelijk. Daarmee kan de gemeente snel en adequaat (kleine) problemen in Papendrecht aanpakken, namelijk enerzijds de veiligheidssituatie direct verbeteren en anderzijds laten zien dat veiligheid een hoge prioriteit heeft. Besteding van het budget wordt jaarlijks onderbouwd door het actiejaarplan Veiligheid met projecten als buurttoezicht en kleinschalige acties tegen bijvoorbeeld vandalisme en overlast. Integrale handhaving. Structureel nadeel € 40.000 In november 2003 is de kadernota met betrekking tot integrale en programmatische handhaving in Papendrecht vastgesteld. De kadernota dient als basis voor het op te stellen Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving Papendrecht 2004. Op basis van de notitie Handhaving in Papendrecht (voortgangsrapportage) wordt een personeelsbudget verzocht oplopend van € 40.000. Het ligt duidelijk in ons voornemen om voor de financiering de uitvoering van bestaande taken te versoberen of zelfs te schrappen. Verkeer en ruimtelijk beheer Eigen bijdrage in aanleg HOV-D Exploitatietekort parkeren centrum Verkeers- en vervoersbeleid
Saldo 2005 Saldo 2006 Saldo 2007 Saldo 2008 -400.000 -300.000 0 -900.000 -40.000 -40.000 -400.000 -300.000 -900.000
Verkeers- en vervoersbeleid. Eenmalig nadeel 2005 € 40.000 Het opstellen van een GVVP is een logische uitwerking na de totstandkoming van een structuurvisie. Op dit moment ontbreken duidelijke vastgestelde gemeentelijke kaders op het gebied van verkeer en vervoer. Gelet op diverse (grootschalige) ontwikkelingen op landelijk, provinciaal en regionaal niveau en de totstandkoming van de gemeentelijke structuurvisie is er behoefte aan een integrale, gemeentelijke visie op het gebied van verkeer en vervoer voor dit moment en in de toekomst. Verkeer en vervoer zijn beleidsvelden die zich in een snel tempo ontwikkelen. De behoefte aan een integrale visie ten aanzien van deze aspecten is derhalve noodzakelijk en urgent. De totstandkoming van het GVVP kenmerkt zich door een interactieve aanpak. Bestuur Intensivering Drechtsteden
Saldo 2005 Saldo 2006 Saldo 2007 Saldo 2008 -600.000 -600.000 -600.000 -600.000
Intensivering Drechtsteden. Structureel nadeel vanaf 2005 € 600.000 De bevindingen van de commissie Dijkstal zijn op 13 januari 2004 in Dordrecht gepresenteerd. Uit de rapportage blijkt dat de tijd van woorden, rapporten en vrijblijvendheid voorbij is. Het komt voor de Drechtsteden nu aan op daadkracht en actie. De aanbevelingen van de commissie Dijkstal zijn herkenbaar. Het gaat om de toekomstige positionering van de Drechtsteden en daarbij het realiseren van projecten die voor Papendrecht van belang zijn. Voor de gemeente Papendrecht wordt op basis van financiële draagkracht een budget verzocht van € 2.850.000. Dit budget wordt over vijf jaren uitgesmeerd. De bijdrage voor 2009 nemen wij in de volgende meerjarenbegroting op voor € 450.000. Algemene dekkingsmiddelen Vervoersmanagement
Saldo 2005 Saldo 2006
107
Saldo 2007 Saldo 2008 -50.000 -50.000
Vervoersmanagement. Structureel nadeel vanaf 2007 € 50.000 Het afsprakendocument vervoersmanagement voorziet in het invoeren van een basispakket vervoersmanagement voor de gemeente als werkgever (o.a. beschikbaar stellen van een fiets, carpoolvergoeding, OV-abonnementen). Daarnaast is met de vakorganisaties afgesproken om te overleggen over de mogelijkheid tot het invoeren van een algemene reiskosten vergoeding woon-werkverkeer. Op basis van de huidige inzichten wordt een structureel budget geraamd van € 50.000.
4.2.4 Administratieve en/of incidentele maatregelen Overige maatregelen
Saldo 2005
Geplande storting in algemene reserve achterwege laten Vrijval voorziening personeelskosten Eenmalige verlaging van de storting aan voorziening onderhoud scholen Financiering parkeerproblematiek Wilgendonk t.l.v. complex Wilgendonk via de reserve stedelijke vernieuwing Verschuiving van 2005 naar 2006 van een gedeelte van de dotatie aan de egalisatievoorziening asfaltwerken Budget structuurvisie t.l.v. reserve raadsvisie Extra budget voor verkeers- en vervoersbeleid, reserve SV Inflatie correctie reserves bijstellen naar 1,5% Totaal overige maatregelen
419.000 112.000
Saldo 2006 428.000
Saldo 2007 636.000
200.000 75.000 80.000
-80.000
50.000 40.000 47.000 1.023.000
50.000 398.000
51.000 687.000
Geplande storting in algemene reserve achterwege laten Op pagina 83 van de programmabegroting 2004 blijkt dat het voordelig resultaat voor bestemming voornamelijk ten gunste van de algemene reserve is gebracht. Nu het voordelig begrotingsresultaat (voor ombuigingen) is omgeslagen in een begrotingstekort, vervalt automatisch de storting ten gunste van de algemene reserve. Vrijval voorziening personeelskosten Bij het voeden van de voorziening voor personeelskosten openbaar onderwijs ten laste van het exploitatieresultaat is rekening gehouden met personele risico’s. Uit eigen gemeentelijke middelen zijn voor onder andere het verbeteren de personele situatie op de Viermaster financiële middelen beschikbaar gesteld. Het oplossen van de personele problematiek heeft grotendeels binnen de ontvangen financiële middelen van het Rijk kunnen plaatsvinden. Hierdoor is een gedeelte van de gevormde voorziening vrij besteedbaar geworden. Wij stellen voor om € 112.000 ter financiering van het begrotingsresultaat aan te wenden. Financiering parkeerproblematiek Wilgendonk t.l.v. complex Wilgendonk Onder nieuw beleid zijn middelen voor de aanleg van parkeervoorzieningen nabij een tweetal basisscholen in Wilgendonk gevraagd. Het is logisch om een gedeelte ten laste van het grondcomplex Wilgendonk te verantwoorden omdat de parkeersituatie verband houdt met de ontwikkeling van de wijk. Verschuiving van 2005 naar 2006 van een gedeelte van de dotatie aan de egalisatievoorziening asfaltwerken Deze maatregel dient uitsluitend om te komen tot een positief begrotingsresultaat in 2005 en is gelet op het niveau van de voorziening financieel toegestaan. Budget structuurvisie ten laste van de reserve raadsvisie Voor het uitvoeren en afronden van de structuurvisie is onder nieuw beleid een extra budget van € 50.000 gevraagd. Voorgesteld wordt om dit budget ten laste van de reserve raadsvisie te financieren.
108
Extra budget voor verkeers- en vervoersbeleid ten laste van de reserve stedelijke vernieuwing De aard en omvang van de verkeers- en vervoersstromen veranderen voortdurend. Het verkeers- en vervoersbeleid moet daarom met enige regelmaat worden herzien. Zie voorts onder nieuw beleid. De financiering vindt eenmalig plaats ten laste van de reserve stedelijke vernieuwing. Inflatie correctie reserves bijstellen naar 1,5% Volgens de programmabegroting bedraagt de jaarlijkse toevoeging aan diverse reserves 2%. Deze storting is in feite een inflatiecorrectie. Nu de inflatie naar 1,5% is gezakt, stellen wij voor om de inflatiecorrectie te verlagen en het jaarlijkse voordeel (ca € 40.000) in te boeken.
4.2.5 Gehanteerde uitgangspunten begrotingsresultaat 2005-2008 Bij het samenstellen van de financiële begroting zijn de volgende uitgangspunten toegepast: Vastgestelde meerjarenraming 2005-2007 met het bijbehorende investeringsprogramma. a. Financiële kaders conform de kadernota 2004; b. Het collegeprogramma; c. De circulaires van het gemeentefonds tot en met september 2004; d. Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en toezichtskader van de provincie Zuid-Holland. In kwantitatief opzicht zijn in de begroting 2005 ten opzichte van de begroting 2004 de volgende stijgingspercentages c.q. brongegevens toegepast: · Lonen en salarissen bestuurders en gemeentepersoneel 0,0% · Prijzen door leveranciers 0,0% · Subsidies aan verenigingen en stichtingen 0,0% · Renteniveau aan te trekken leningen op de kapitaalmarkt 4,5% · Onroerende zaakbelasting inflatiecorrectie 2,0% 4 · Gemeentelijke heffingen, retributies, leges en leveringen van diensten 2,0% · Gemeentefonds, meest recente beschikking en eigen prognose inwoners en woonruimten op basis van het laatste bouwscenario · De behoedzaamheidsreserve, welke op de uitkeringen van het gemeentefonds wordt ingehouden, is voor 100% opgenomen.
4.2.6 Overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten (artikel 19 lid c BBV) Door een indicatie af te geven van de incidentele baten en lasten wordt informatie gegeven die relevant is voor het beoordelen van de financiële positie en de meerjarenraming. Bij de beoordeling van de financiële positie en meerjarenraming gaat het vooral om trendmatig inzicht. Voor trendmatig inzicht horen incidentele baten en lasten buiten beschouwing te blijven. De belangrijkste incidentele baten en lasten over 2005 tot en met 2008 zijn: Incidentele mee- en tegenvallers In feite alle administratieve maatregelen (exclusief de verlaging van de inflatiecorrectie) De leges bouwvergunningen vallen door grote bouwprojecten in 2005 hoger uit. Bijdrage in aanleg HOV-D
2006
2007
604.000
-30.000
51.000
-350.000 -380.000
-350.000 -401.000
2008
320.000 Totaal
4
2005
924.000
Om te komen tot meer kostendekkende tarieven zijn enkele legestarieven en heffingen extra verhoogd. 109
4.3
Financiële positie
4.3.1 Uiteenzetting van de financiële positie De ontwikkeling van de financiële positie wordt met behulp van de volgende gegevens beoordeeld: · Uitkomsten meerjarenraming 2005-2008; de jaarschijven sluiten zonder noemenswaardige reservering voor de algemene reserve en inclusief een bedrag van ruim € 1.500.000 aan te realiseren ombuigingen. · Ontwikkeling weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen bedraagt op basis van de gestelde uitgangspunten € 3.500.000. In de berekening van het weerstandsvermogen zijn de algemeen aanwendbare reserves van in totaliteit € 5.000.000 begrepen. · Overige factoren zoals de leningenportefeuille en het investeringsprogramma. De meerjarenraming De kwaliteit en de uitkomst van de meerjarenraming staat momenteel onder zware druk. Daarvoor gelden de volgende vijf belangrijke factoren: 1. De bezuinigingen op het gemeentefonds en diverse onzekerheden zoals de financiering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en het BTW compensatiefonds. 2. De participatie in het investeringsfonds Drechtsteden en de financiële risico’s die verband houden met de uitvoering van deze grootschalige projecten. 3. De jaarlijkse kosten verband houdende met de parkeersituatie van de nieuwe Meent. 4. De voorstellen inzake ombuigingen; wij hebben op voorhand de ombuigingen taakstellend in de meerjarenbegroting verwerkt. 5. De voorstellen inzake het efficiencytraject bedrijfsvoering. De taakstelling voor 2005 is gerealiseerd. Voor 2006 moet ondanks de bestuurlijke ambities en het feite dat de broekriem binnen de bedrijfsvoering reeds stevig is aangehaald, nog eens € 500.000 aan bezuinigingen worden gevonden. De kans op financiële tegenvallers neemt ook hier toe naarmate verder wordt bezuinigd. Daarnaast schuiven uitgaven in verband met vervanging en vernieuwing van het voorzieningenniveau steeds meer in de gemeentebegroting. Het is duidelijk dat de gemeente in zeer zwaar weer verkeert en de kwaliteit van de meerjarenraming afneemt. Maar er mag ook hoop en vertrouwen zijn. Op grond van bewezen begrotingsdiscipline en de verwachting dat het gemeentefonds door economisch herstel vanaf 2007 weer zal toenemen. Het weerstandsvermogen Uit de paragraaf weerstandsvermogen blijkt een lichte daling van het weerstandsvermogen ten opzichte de lopende programmabegroting. Op zich logisch want bij financiële krapte nemen de risico’s bij uitvoeren van beleid toe terwijl de algemene middelen teruglopen. Uit de paragraaf blijkt voorts dat het verwachte resultaat uit hoofde van grondexploitatie is verbeterd. Deze trend is uiteraard voor ontwikkeling van de financiële positie gunstig maar een dergelijke factor ontbreekt indien de gemeente is uitgebouwd. Ofwel dankzij de grondexploitatie is het mogelijk om de financiële positie nog enigszins te verbeteren. Dit resultaat (€ 1.900.000) is reeds voor 50% in de berekening van het weerstandsvermogen verwerkt. Het verbeteren van de financiële positie is tot nu toe door het benutten van de belastingcapaciteit mogelijk geweest. Deze optie wordt mogelijk wettelijk verboden indien het wetsvoorstel inzake maximering en limitering van OZB-verhogingen door het parlement wordt aangenomen. Het wegvallen van de belastingcapaciteit betekent een correctie op het weerstandsvermogen van € 5.400.000 en dan is meteen sprake van een negatief weerstandsvermogen.
110
Overige punten ten aanzien van de financiële positie Waardering activa. De waardering vindt vanaf 2004 plaats op het Besluit Begroting en Verantwoording. De kans op boekverliezen bij het afstoten van activa is thans minimaal hetgeen voor de ontwikkeling financiële positie gunstig is. Voorzieningen. De Gemeente Papendrecht heeft voor veel beheersmatige zaken voorzieningen getroffen waaruit het geplande groot onderhoud wordt gefinancierd. Daarnaast is via de jaarrekening 2003 ook de pensioenvoorziening voor wethouders geregeld. Aldus lijkt de ontwikkeling van de financiële positie gevrijwaard voor grote uitgaven waarvan de oorzaken in voorgaande begrotingsjaren zijn ontstaan. Op zich gunstig. Verzelfstandiging openbaar onderwijs. De impact van de verzelfstandiging op de financiële positie van de gemeente is nog niet helder. De nieuwe organisatie is de gebruikelijke bruidschat toegezegd. Over de inhoud en de onderbouwing wordt nog volop gerekend. In deze berekeningen wordt ook de financiering van het gemeentelijk personeel meegenomen die in ieder geval een werkgelegenheidsgarantie van 5 jaar heeft. Drechtsteden. De ontwikkeling van de Drechtsteden ligt goed op koers. Bij schaalvergroting en overdracht van taken moet meestal leergeld worden gevraagd. Gelet op de zorgvuldigheid waarmee het bestuur van de Drechtsteden opereert, zal een goed werkapparaat worden opgetuigd. De consequenties van schaalvergroting (inclusief een goed en waarschijnlijk duurder) werkapparaat zijn over het algemeen niet gunstig voor de financiële ontwikkeling van de financiële positie. Conclusie De ontwikkeling van de financiële positie is zorgwekkend. Er is weinig perspectief op een wezenlijke verbetering terwijl de ontwikkeling van de budgettaire- en reservepositie ten opzichte van een jaar geleden is verzwakt. Om de financiële positie te verbeteren zullen nieuwe investeringen en strategische aankopen extra goed overwogen moeten worden. Verder is het effectueren van de geplande ombuigingen en woningbouw beslist noodzakelijk om ook volgend jaar een sluitende meerjarenraming te komen.
4.3.2 Investeringsprogramma 2005-2008 Investeringen met een economisch nut; deze investeringen worden geactiveerd en op basis van reële termijnen afgeschreven 2005 2006 2007 2008 Scholenbouw (zie onderstaande specificatie) 2.657.000 2.695.000 200.000 200.000 Automatisering software 257.600 338.100 128.000 230.000 Auto’s en rollend materieel 740.500 148.700 103.000 303.000 Bedrijfsmiddelen, materieel en inventaris 330.900 105.600 70.500 98.000 Aanpassing sportaccommodaties 24.000 475.000 0 0 4.010.000 3.762.400 501.500 831.000 Kapitaaluitgaven met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte: deze uitgaven worden ineens door een bijdrage uit de bestemmingsreserve maatschappelijke investeringen gedekt. Duurzaam veilig (uitbreiding)
195.000 4.205.000
Totaal Investeringen
111
3.762.400
501.500
831.000
Het investeringsprogramma 2005-2008 heeft, gelet op de gestelde uitgangspunten, geen invloed op de financiële positie. Geplande investeringen betreffen behalve scholenbouw vooral vervangingsinvesteringen. Voor scholen geldt het volgende overzicht: 2005 80.000 200.000 100.000 200.000 200.000 1.797.000
Uitbreiding OBS de Wielen 2002 Uitbreiding OBS de Knotwilg 2002 Uitbreiding Anne Frankschool 4 lokalen 2004 Uitbreiding De Viermaster 2004 Pr. Floris, uitbreiding 2002 Uitbreiding W. de Zwijgerschool 2001 Nieuwbouw Oranje-Nassau Augustinusschool uitbreiding Uitbreiding De Lage waard
2006
2007
2008
200.000 200.000
200.000 200.000
2.295.000 80.000 0 2.657.000
400.000 2.695.000
4.3.3 Financiering 2005-2008 Financiering 2005 Nieuw aan te trekken geldleningen op basis van 10.000.000 4% Af: te betalen aflossing 22.075.000Saldo 12.075.000-
2006 4.500.000
2007
2008
3.000.000
10.000.000
3.079.000- 11.032.0001.421.000 8.032.000
9.800.000200.000
In 2005 wordt met de projectontwikkelaar de transactie inzake de Meent afgerekend. De lening die de gemeente terzake heeft afgesloten, behoeft dus niet te worden verlengd en beïnvloedt derhalve niet de financiële positie. De nieuwe leningen die worden afgesloten zijn bestemd voor het aflossen van bestaande leningen en het financieren van het investeringsprogramma.
4.3.4 De stand en het verloop van de reserves Algemene reserve en bestemmingsreserves Stand per 1 januari Bij: inflatiecorrectie vanaf 2005 1,5% Bij toevoegingen Af: verminderingen Stand per 31 december
2004
2005
2006
2007
2008
12.741.000 10.661.000 10.225.000 10.540.000 10.681.000 217.000 142.000 145.000 155.000 157.000 349.200 143.000 334.000 39.000 121.000 2.646.000-721.000 -164000 -53.000 44.000 10.661.200 10.225.000 10.540.000 10.681.000 11.003.000
De ontwikkeling van de gemeentelijke reserves is stabiel. In deze verantwoording zit tevens de reserve zonder naam begrepen waarop voor de financiering van het nieuwe theater een claim rust. Het aanwenden van de reserve voor de realisatie van het nieuwe theater zal nauwelijks 5 effect op de financiële positie hebben. De uitsplitsing van de reservepositie is:
Algemene reserve Reserve zonder naam Reserve stedelijke vernieuwing Reserve raadsvisie Overige reserves
5
Ultimo 2005 Ultimo 2006 Ultimo 2007 Ultimo 2008 2.106.000 2.138.000 2.170.000 2.203.000 4.617.000 4.686.000 4.757.000 4.829.000 2.204.000 2.528.000 2.558.000 2.619.000 712.000 723.000 735.000 747.000 586.000 465.000 461.000 605.000 10.225.000 10.540.000 10.681.000 11.003.000
Uit bijlage E blijkt een volledige uitsplitsing van de reserves.
112
Op een begrotingstotaal van jaarlijks 90 miljoen euro en de gedane investeringen binnen de grondexploitatie is het duidelijk dat de reservepositie minimaal is en het weerstandsvermogen niet substantieel kan versterken. Eén van de spaarzame mogelijkheden om op korte termijn de boekhoudkundige reservepositie te verbeteren, betreft de wijze en vooral het tijdstip van winstneming binnen de grondexploitaties. Winstneming geschiedt momenteel aan het einde van de looptijd van het complex. Uit het oogpunt van voorzichtigheid valt hiervoor veel te zeggen maar deze methodiek houdt wel in dat behaalde resultaten tussentijds nauwelijks zichtbaar zijn en helemaal niet binnen de reservepositie merkbaar zijn. Bij de volgende herziening van de exploitatieberekening van onderhanden grondexploitaties wordt het kader van waardering en de wijze van winstneming nader beoordeeld en met een voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd. Voorzieningen zijn te beschouwen als toekomstige verplichtingen die niet door nieuwe beleidsvoornemens worden veroorzaakt. Voorzieningen zijn noodzakelijk voor het beheren van bestaande eigendommen en kunnen derhalve niet voor andere doeleinden worden ingezet. De beschikbare voorzieningen worden voor het uitvoeren van de verwachten werkzaamheden voorlopig toereikend geacht. Op bijlage F is een uitsplitsing van de voorzieningen opgenomen.
113
114
RAADSBESLUIT
Datum en nummer 28 september 2004, nummer 056/2004
De raad van de gemeente Papendrecht; Gelezen het voorstel (057/2004) van het college d.d. 28 september 2004, gelet op artikel 191 Gemeentewet besluit: 1. Vast te stellen de programmabegroting 2005 en de meerjarenprogrammabegroting 20062008 (inclusief de verplichte paragrafen en de financiële begroting).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2004. De griffier,
De voorzitter,
J. Nieuwland.
C.J.M. de Bruin.
115
116
BIJLAGE A
Overzicht nieuw beleid
2005
Programma 2 Speelruimtebeleid Aanpassing infrastructuur basisscholen Wilgendonk
2006
Totaal
13.00075.00088.000-
Totaal
10.00020.00050.00080.000-
Totaal
15.00040.00055.000-
Programma 3 Actief bodembeheer Onderzoek flora, fauna en archeologie Structuurvisie
Programma 4 Integrale handhaving, actieplan veiligheid Integrale handhaving
Programma 5 Eigen bijdrage in aanleg HOV-D Exploitatietekort parkeren centrum Verkeers- en vervoersbeleid
2007
2008
13.000-
13.000-
13.000-
13.000-
13.000-
13.000-
20.000-
20.000-
20.000-
20.000-
20.000-
20.000-
15.00040.00055.000-
15.00040.00055.000-
15.00040.00055.000-
400.000-
300.000900.000-
Totaal
40.00040.000-
400.000-
300.000-
900.000-
Programma 8 Intensivering Drechtsteden
Totaal
600.000-
600.000-
600.000-
600.000-
Programma 9 Vervoersmanagement
Totaal
0
-50.000
-50.000
Totaal programma 1 tot en met 9
-863.000 -1.088.000 -1.038.000 -1.638.000
117
BIJLAGE B
Overzicht Ombuigingen
2005
Programma 1 Oudervisie., flankerend ouderen beleid Sociale zekerheidswetgeving Uitvoering WVG
2006
2007
2008
17.000 9.000 25.000 51.000
17.000 9.000 50.000 76.000
17.000 9.000 50.000 76.000
17.000 9.000 50.000 76.000
30.000 15.300 18.200 6.500 10.000 80.000
29.700 18.000 34.000 14.100 18.200 6.500 10.000 50.000 29.000 27.500 237.000
29.700 18.000 34.000 14.100 18.200 6.500 10.000 50.000 58.000 27.500 266.000
29.700 18.000 34.000 14.100 18.200 6.500 10.000 50.000 58.000 27.500 266.000
20.000
3.000 11.100 20.000
3.000 11.100 30.000
3.000 11.100 40.000
-
59.574
59.574
61.374
20.000
20.000
20.000
20.000
Totaal
1.500 2.500 50.000 10.000 10.000 114.000
16.587 3.000 2.500 50.000 10.239 10.000 206.000
16.587 4.000 2.500 50.000 10.239 10.000 217.000
16.587 5.200 2.500 50.000 10.239 10.000 230.000
Totaal
-
2.000 2.000
2.000 2.000
2.000 2.000
Totaal
5.500 10.000 10.000 30.000 10.000 8.000 30.000 50.500 154.000
5.500 10.000 20.000 30.000 20.000 8.000 30.000 100.500 224.000
5.500 10.000 30.000 30.000 30.000 8.000 30.000 150.500 294.000
5.500 10.000 40.000 30.000 40.000 8.000 30.000 200.500 364.000
Totaal Programma 2 Leerlingenvervoer Overig vervoer, 2 kilometer zone Reinigingsrechten Voortgezet onderwijs Afbouwen subsidie volksuniversiteit Afschaffen subsidies jeugdsport Halvering bijdrage voor Powerpark Stimulering leisureactiviteiten voor gehandicapten Peuterspeelzalen Panden kinderdagverblijven Interval
Totaal Programma 3 Bedrijfsmilieuzorg Geluidhinder Begraafplaats, kosten omlaag en/of opbrengsten omhoog Planschade, verhaal en schrappen verwachte onderuitputting Bestemmingsplannen, afstemmen behoefte op capaciteit Woonwagencentra Uitgifte beheer volkstuinen Gebouwen Baggeren Onkruidbestrijding Speelvoorzieningen Programma 4 Verhoging leges horeca vergunningen Programma 5 Straatmeubilair Inspraak bij reconstructies Asfalt werken Onderhoud tegels, klinkers en asfalt Reconstructies Lichtmasten en armaturen Onderhoud sloten Onderhoud plantsoenen, versobering
118
Programma 6 Binnensport- en buitensportaccommodaties Subsidie Regionale IJshal Culturele raad beperking en versobering van activiteiten Afschaffen subsidie jeugdtheater Toonkunstmuziekschool, maximale afbouw Van inbreng Pand museum en kunstuitleen Subsidie aan het Oranjecomité Subsidie aan de Hollandsche Biesbosch Subsidie aan de Molenstichting Subsidieverstrekking o.g.v. de subsidiebundel Subsidies overige welzijnsinstellingen Cultuurprofiel Drechtsteden Verzelfstandiging kinderboerderij 50% subsidie
-
48.610 5.000 1.800
48.610 5.000 1.800
48.610 5.000 1.800
5.000
20.900 10.000
20.900 15.000
20.900 20.000
Totaal
9.000 12.500 3.000 29.500
18.000 1.250 12.500 840 111.600 3.000 7.500 100.000 341.000
27.000 1.250 12.500 840 111.600 3.000 7.500 100.000 355.000
27.000 1.250 12.500 840 111.600 3.000 7.500 100.000 360.000
Totaal
5.000 5.000
10.000 5.000 15.000
10.000 5.000 15.000
10.000 10.000 20.000
Totaal
15.000 15.000
50.000 15.000 65.000
50.000 15.000 65.000
50.000 15.000 65.000
140.000 200.000
140.000 25.000 200.000
140.000 25.000 200.000
140.000 25.000 200.000
340.000
365.000
365.000
365.000
Programma 7 Marktgeld, mogelijkheden kostendekkendheid Uitbreiding standplaatsen Programma 8 Bijdrage samenwerkingsverband ZHZ Budget bestuurlijke vernieuwing
Programma 9 Budget collegeprogramma Precariorechten Verkoop panden, terreinen, beheer en exploitatie door het grondbedrijf Totaal Totaal ombuigingen
788.500 1.531.000 1.655.000 1.748.000
119
BIJLAGE C INVESTERINGSPROGRAMMA 2005-2008
2005
Investeringsomschrijving Uitbreiding OBS de Wielen 2002 Uitbreiding OBS de Knotwilg 2002 Uitbreiding Anne Frankschool 4 lokalen 2004 Uitbreiding De Viermaster 2004 Pr. Floris, uitbreiding 2002 Augustinusschool uitbreiding Uitbreiding De Lage waard Vervanging BVD-auto Aanschaf autoladder (redvoertuig) 2005 Opzet-zoutstrooier groot 1988 en 1990 Uitbreiding W. de Zwijgerschool 2001 Transportauto klein groen 1995 Huisvuilwagen 2005 Vervanging pompen riolering Grafdelfmachine Verv.meubilair kantine/instr.ruimte 2005 Arbo aanpassingen 2005 Hard-/software kantoorautom. 2004 Tractie stoomcleaner Veegauto 2005 Tourniquetas zwembad Wettelijke aanpassing archivering Vervanging netwerkbekabeling Aanschaf server financien/ingenieursbureau Actiewagen bestrating 2004 en veegdienst Vervanging raadsinfo systeem 2006 Nieuwbouw Oranje-Nassau Renovatie De Laaght Heggeschaar/aggregaat 2006 Diepverluchter 1975 Containerauto 2006 Vastgoedinformatievoorziening 2006 Verbouw / herindelen kantoor brandweer Arbo aanpassingen 2006 Hefbrug Vervanging OvD-voertuig 930 2007 Vervanging ademluchtapparatuur 2007 Opzet-zoutstrooier klein 2007 Vervanging perscontainer 2007 en opzetcontainer Aanhanger 2007 Vervanging auto algemene dienst 2007 Documentair informatiesysteem (dis) Gereedschaps-, materieelwagen en gasdetector Aggregaat en trilplaat Hoogwerker en houtversnipperaar Subtotaal met economisch nut Duurzaam veilig Subtotaal investeringen met maatschappelijk nut Totaal investeringen
2006
2007
2008
400.000
200.000
200.000
80.000 200.000 100.000 200.000 200.000 80.000 11.400 476.700 61.000 1.797.000 37.800 179.200 19.100 72.600 9.800 19.500 127.600 5.900 25.400 24.000 143.000 90.000 40.000 10.000
209.000
19.500 127.600
128.000
19.500 130.000
29.000 55.000 2.295.000 475.000 8.000 6.100 148.700 155.500 42.000 19.500 30.000 40.000 18.000 17.500 35.000 8.000 55.000
4.010.000 195.000 195.000 4.205.000 120
7.000
3.762.400
501.500
100.000 65.000 15.000 56.500 831.000
3.762.400
501.500
831.000
BIJLAGE D Overzicht personeelssterkte, salarissen incl. sociale lasten Formatie raming 2005 Formatie raming 2004 Bestuur College van B&W Bestuur Raadsleden Totaal bestuur Concern Algemeen Projectbureau Totaal concern Sector Bestuur en Bedrijfsvoering Bureau beleidscoördinatie incl. sectordirecteur Sectorbudget Brandweer Personeel en organisatie Afdeling Facilitaire zaken Afdeling Financiën Totaal sector Bestuur en Bedrijfsvoering Sector Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer Sectorbureau incl. sectordirecteur Sectorbudget Ingenieursbureau Afdeling Ontwikkeling Algemeen cluster Volkshuisvesting, ruimtelijke ontwikkeling en milieu cluster Grond en economische zaken cluster Bouw- en woningtoezicht Afdeling Beheer en onderhoud Algemeen cluster Reiniging en tractie cluster Groen en water cluster Wegen en riolering cluster Gebouwenbeheer (zie Welzijnsvoorzieningen) Totaal sector Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer Sector Burger en Samenleving Sectorbureau incl. sectordirecteur Sectorbudget Afdeling Publiekszaken Afdeling Samenleving Afdeling Sociale zaken en werkgelegenheid Afdeling Welzijnsvoorzieningen (zie afdeling Beheer en Onderhoud) Totaal sector Burger en Samenleving Niet-regulier personeel Stelposten salarissen Salarislasten direct ten laste van externe producten Totaal huidig personeel bestuur, concern sectoren Voormalig ambtelijk personeel Voormalig bestuurlijk apparaat Totaal exclusief onderwijs Salarissen openbaar onderwijs/schoonmaak basisonderwijs Totaal inclusief personeel openbaar onderwijs 121
4,0 23,0 27,0
337.000 269.000 606.000
4,0 23,0 27,0
337.000 267.000 604.000
4,3 4,0 8,3
270.000 241.000 511.000
4,3 4,0 8,3
278.000 238.000 516.000
16,3
898.000 41.000 300.000 351.000 531.000 539.000 2.660.000
16,3
871.000 42.000 304.000 338.000 526.000 529.000 2.610.000
4,8
11,0
304.000 59.000 573.000
11,0
294.000 61.000 562.000
2,8 8,4 5,0 6,0
166.000 419.000 253.000 292.000
2,8 8,5 5,0 6,0
173.000 413.000 252.000 284.000
5,1 21,6 31,4 13,4 0,0 109,5
279.000 792.000 1.140.000 557.000 0 4.834.000
5,1 21,3 31,4 13,4 4,5 113,9
268.000 784.000 1.127.000 561.000 200.000 4.979.000
5,7
310.000 53.000 588.000 511.000 866.000 1.618.000
5,7
302.000 57.000 550.000 515.000 861.000 1.394.000
6,0 7,4 12,1 10,9 52,7 4,8
14,7 8,6 19,4 36,0 84,4 2,2
284,1
3.946.000 94.000 49.000 21.000 12.721.000 210.000 52.000 12.983.000 4.899.000 17.882.000
6,0 7,4 12,3 10,9 52,9
14,6 8,6 19,4 32,4 80,7 9,3
292,1
3.679.000 437.000 214.000 21.000 13.060.000 210.000 146.000 13.416.000 4.523.000 17.939.000
BIJLAGE E RESERVES Omschrijving
A. Algemene reserve 1) B. Bestemmingsreserves Reserve zonder naam (v/h CAI) Reserve stedelijke vernieuwing Reserve raadsvisie Reserve maatschappelijke kapitaaluitgaven Reserve tariefsegalisatie afvalstoffenheffing Reserve tariefsegalisatie riolering Reserve nog uit te voeren beleid Reserve BTW-compensatiefonds Reserve Wet Werk en Bijstand inkomensdeel Subtotaal bestemmingsreserves TOTAAL RESERVES
Saldo per 1-jan-05
Saldo per 31-dec-05
Saldo per 31-dec-06
Saldo per 31-dec-07
Saldo per 31-dec-08
2.075.000
2.144.000
2.229.000
2.311.000
2.393.000
4.549.000 2.111.000 751.000 195.000
4.617.000 2.203.000 712.000 0
4.687.000 2.528.000 723.000 0
4.758.000 2.558.000 735.000 0
4.830.000 2.619.000 747.000 0
107.000
140.000
172.000
211.000
300.000
556.000 0 293.000 21.000
275.000 0 148.000 21.000
122.000 0 148.000 21.000
79.000 0 148.000 21.000
133.000 0 148.000 21.000
8.583.000
8.116.000
8.401.000
8.510.000
8.798.000
10.658.000
10.260.000
10.630.000
10.821.000
11.191.000
1) De uitkomsten van de meerjarenraming 2005-2008 zijn niet in deze prognose meegenomen.
122
BIJLAGE F VOORZIENINGEN
Saldo per 1-jan-05
Saldo per 31-dec-05
Saldo per 31-dec-06
Saldo per 31-dec-07
Saldo per 31-dec-08
1.265.000 -24.000
1.419.000 57.000
1.626.000 23.000
1.832.000 83.000
143.000 69.000
147.000 75.000
185.000 80.000
216.000 86.000
51.000
53.000
-35.000
3.000
1.000
1.000
1.000
1.000
0 1.419.000 457.000 72.000
0 1.486.000 425.000 87.000
0 1.555.000 383.000 102.000
0 1.627.000 335.000 117.000
923.000 133.000 4.509.000
1.343.000 233.000 5.326.000
613.000 333.000 4.866.000
988.000 433.000 5.721.000
445.000 543.000
539.000 543.000
634.000 543.000
728.000 544.000
385.000
290.000
209.000
128.000
-3.000
-3.000
-3.000
-3.000
2.000 36.000 -1.000 45.000 480.000 23.000 0 1.955.000
2.000 36.000 -1.000 45.000 480.000 20.000 0 1.951.000
2.000 36.000 -1.000 45.000 480.000 18.000 0 1.963.000
2.000 36.000 -1.000 45.000 480.000 15.000 0 1.974.000
8.263.000 107.000 8.370.000
8.717.000 112.000 8.829.000
9.197.000 119.000 9.316.000
9.702.000 125.000 9.827.000
10.236.000 132.000 10.368.000
14.817.000
15.293.000
16.593.000
16.656.000
18.063.000
Voorziening latente verplichtingen Planmatig onderh. welzijnsvoorzieningen. 1.081.000 Planmatig onderh. buitenkant 377.000 schoolgebouwen Planmatig onderh. > 5 jaar raadhuis, werf. 119.000 Planmatig onderh. >5 jaar 64.000 bedrijfsverzamelgeb. Planmatig onderh. >5 jaar 76.000 brandweerkazerne Overschrijdingsvergoeding bijzonder 81.000 onderwijs aanvulling negatieve GA onderwijsreserves 15.000 Voorziening pensioenen wethouders 1.355.000 Egalisatievoorziening reconstructies 520.000 Voorziening 57.000 pontons/geluidschermen/wegmeubilair Egalisatievoorziening asfaltlagen 613.000 Voorziening baggeren havens 33.000 Subtotaal voorziening latente 4.391.000 verplichtingen Voorziening nog te besteden doeluitkeringen Gebouwafh. vz. openbaar primair onderwijs 350.000 Niet-gebouwafh. vz. openbaar primair 543.000 onderwijs Personele verplichtingen openbaar 578.000 onderwijs Vervanging meubilair openbare -3.000 basisscholen Overige doelvoorzieningen onderwijs 2.000 Onderwijsachterstandenbeleid 36.000 Asiel- en vluchtelingenwerk -1.000 Kinderopvang 45.000 WIW scholing en activering 480.000 Wet Werk en Bijstand werkdeel 26.000 ISV Drechtsteden 0 Nog te besteden doeluitkeringen 2.056.000 (onderwijs etc) Voorzieningen onderhanden werk 1) Centrumgebied Ontwikkeling Van der Palmpad Totaal voorzieningen onderhanden werk TOTAAL voorzieningen
1) In de geprognosticeerde balans op de voorraad onderhanden werk in mindering te brengen.
123
BIJLAGE G
Geprognosticeerde balans 2005 Balans per 1 januari en 31 december 2005 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
31-12-05
331.000 60.828.000 2.790.000
01-01-05
PASSIVA
31-12-05
01-01-05
Vaste Passiva 334.000 Eigen vermogen 58.678.000 Reserves 3.438.000 Saldo van de begroting Voorzieningen 2)
10.258.000 6.464.000
10.658.000 6.447.000
Langlopende schulden
37.385.000
57.960.000
Totaal vaste activa
63.949.000
62.450.000 Totaal vaste Passiva
54.107.000
75.065.000
Vlottende activa Voorraden 1) Vorderingen Liquide middelen Overlopende activa
(735.000) 1.000.000 333.000 500.000
Vlottende passiva 20.688.000 Verplichtingen 1.000.000 Financieringstekort 617.000 Overlopende passiva 500.000
1.750.000 7.690.000 1.500.000
1.000.000 7.690.000 1.500.000
1.098.000
22.805.000
10.940.000
10.190.000
65.047.000
85.255.000
Totaal vlottende activa
Totaal Generaal
65.047.000
Totaal vlottende passiva
85.255.000 Totaal Generaal
1) Dit betreft de geschatte boekwaarde van de onderhanden grondexploitaties onder aftrek van de voorziening onderhanden werk. 2) Volgens bijlage F heeft deze raming betrekking op de voorziening latente voorzieningen en nog te besteden doeluitkeringen.
124
BIJLAGE H
Invulling taakstelling efficiency bedrijfsvoering De taakstelling voor 2004 en 2005 (= totaal € 600.000) is als volgt op de diverse onderdelen van de begroting ingevuld: Nr.
2004
2005
2006
2007
1. 2. 4. 7. 11. 13. 15. 18. 19. 20. 22a. 24. 25. 27. 33a. 33b. 35. 37. 38. 40. 46. 48.
0 35.000 0 0 0 0 0 0 0 0 7.496 0 100 0 40.000 10.000 35.000 0 0 0 0 500
12.500 100.000 40.000 0 4.000 4.677 0 25.316 8.000 8.760 7.496 750 900 0 40.000 10.000 50.000 0 0 2.000 200.000 1.000
12.500 100.000 20.000 0 4.000 4.677 0 25.316 8.000 8.760 7.496 750 1.700 0 40.000 10.000 45.000 0 0 2.000 200.000 1.000
12.500 100.000 20.000 0 4.000 4.677 0 25.316 8.000 8.760 7.496 750 1.700 0 40.000 10.000 40.000 0 0 2.000 200.000 1.000
49. 51.
10.000 5.309
10.000 5.309
10.000 5.309
10.000 5.309
0 10.000 0 153.405
40.000 10.000 20.000 600.708
40.000 10.000 20.000 576.508
40.000 10.000 20.000 571.508
52. 53. 54. Totaal
125
2008
Naam opdracht
12.500 Abonnementen 100.000 Bovenformatieven 20.000 Ambtelijke capaciteit brandweer 0 Postbezorging 4.000 Personeelsinformatiebulletin (PIB) 4.677 Raadsstukken 0 Inzet personeel tbv regio 25.316 Vergoeding kinderopvang 8.000 Reiskostenvergoeding 8.760 Papierinkoop 7.496 Vakantiekrachten 750 Agenda's 1.700 Aankleding gemeentehuis 0 Gemeentegids 40.000 Openbare verlichting 10.000 Verkeersregelinstallaties 40.000 Werving & selectie 0 1% - regeling IZA 0 Welstandscommissie 2.000 Betaling van facturen 200.000 Prijsindexatie budgetten 1.000 Secundaire arbeidsvoorwaarden bij langdurige afwezigheid 10.000 Contract met IBM 5.309 Personele inzet bij inrichting huizen asielzoekers 40.000 Dualisering - ambtelijke inzet 10.000 Interne capaciteitsinzet 20.000 Ambtelijke inzet - snipperformatie 571.508
BIJLAGE I Programma / Product Programma 1 Soc.voorz/maatsch.dv/volksg Product E61101 Verstrekken van uitkeringe Product E61102 Terugvordering en verhaal Product E61201 Schuldhulpverlening Product E61301 Armoedebestrijding Product E62101 Intensieve trajectbegeleid Product E62102 Scholing en activering Product E62103 Wet inschakeling werkzoeke Product E62104 I/D banen Product E62107 Wet sociale werkvoorzienin Product E63102 Voorz. maatsch. ondersteun Product E63103 Regionale indicatiestellin Product E64101 Ouderenvisie Product E64201 S.W.O.P. Product E65101 Welzijnsvisie Product E65103 Vrijwilligerswerk Product E68101 Beleidsvisie nieuwkomers Product E68102 Opvang nieuwkomers Product E68103 Asielzoekerscentrum Product E69101 Voorz. gehandicapten algem Product E69201 Wvg woonvoorzieningen Product E69301 Wvg diverse voorzieningen Product E74101 Begraafplaats Product E75101 Gezondheidsvisie Product E75201 Basisgezondheidsdienst Product E75202 Logopedische dienst Product E75301 Beheer gebouw. gezondheids Product E86101 Wijkgericht werken Totaal programma 1
2005 1.371.000 78.000122.000 191.000 849.000395.000 342.000 273.000 110.000 338.000 9.000 33.000 320.000 21.000 36.000 1.000 29.000 123.000143.000 549.000 838.000 66.000 29.000 391.000 80.000 32.000296.000 4.901.000
Begroting 2006 2007 1.368.000 1.365.000 78.00078.000122.000 122.000 191.000 191.000 826.000804.000395.000 395.000 342.000 342.000 273.000 273.000 110.000 110.000 310.000 310.000 9.000 9.000 33.000 33.000 289.000 289.000 15.000 15.000 11.000 11.000 1.000 1.000 29.000 29.000 123.0002.000 143.000 143.000 524.000 524.000 769.000 799.000 73.000 63.000 29.000 29.000 391.000 391.000 80.000 80.000 33.00033.000296.000 269.000 4.743.000 4.880.000
2008 1.355.000 78.000122.000 191.000 804.000395.000 342.000 273.000 110.000 310.000 9.000 33.000 288.000 15.000 11.000 1.000 29.000 2.000 143.000 524.000 799.000 49.000 29.000 391.000 80.000 33.000269.000 4.855.000
Programma 2 Onderwijs en jeugd Product E41100 Bovenschoolsfonds Product E41101 Anne Frank Product E41102 De Viermaster Product E41104 De Knotwilg Product E41105 't Kofschip (Oostpolder) Product E41201 Oranje Nassauschool Product E41202 Koningin Beatrixschool Product E41203 Prins Constantijnschool Product E41204 Prins Florisschool Product E41205 Augustinusschool Product E41301 De Bongerd Product E41302 De Merwerode Product E41401 R.M.P.I. School Product E42101 Willem de Zwijgercollege Product E42301 De Lage Waard Product E43101 Schoolmaatschappelijk werk Product E43103 Leerlingenvervoer Product E43104 Overig vervoer Product E43105 Leerplicht Product E43201 Onderwijsvisie Product E43202 Onderwijs specifieke doelg Product E43203 Schoolbegeleidingsdienst Product E43301 Festiviteiten onderwijs Product E43402 Huisvestingsvisie
2005
2006
2008
44.000 40.000 56.000 47.000 1.000 1.000 1.000 4.000 4.000 2.000 10.000 9.000 25.000 388.000 10.000 117.000 3.000 22.000 111.000 51.000 107.000
126
44.000 40.000 56.000 47.000 1.000 1.000 1.000 4.000 4.000 2.000 3.000 25.000 388.000 7.000 117.000 3.000 19.000111.000 51.000 107.000
2007 44.000 40.000 56.000 47.000 1.000 1.000 1.000 4.000 4.000 2.000 3.000 25.000 388.000 7.000 117.000 3.000 22.000 111.000 51.000 107.000
44.000 40.000 56.000 47.000 1.000 1.000 1.000 4.000 4.000 2.000 3.000 25.000 388.000 7.000 117.000 3.000 22.000 111.000 51.000 107.000
Product E43410 Beh schoolgeb, openb basis Product E43412 Beh schoolgeb bijz basison Product E43413 Beh schoolgeb voortgez ond Product E43414 Beh geb bijz voortgez onde Product E43420 Gem baten/lasten onderwijs Product E43421 Bijz (voortgez) so huisves Product E44101 Subs. Reg. Opleiding Centr Product E44201 Subsidiëring volksuniversi Product E66101 Kindplaats kinderdagverbli Product E66201 Kindplaats peuterspeelzale Product E66302 Beheer gebouwen kinderopva Product E67101 Jeugdvisie Product E67102 Jeugdraad Product E67103 Recreatief opbouwwerk Product E67201 Interval Product E67202 Overige jeugdactiviteiten Product E67203 Beheer gebouw Interval Product E67204 Speelplaatsen en speeltuin Product E67205 Jeugdpreventieplatform Totaal programma 2 Programma 3 Volkshuisvesting/ro/milieu Product E21204 Straatreiniging Product E55103 Speelvoorzieningen Product E55203 Bestrijding plaagdieren Product E71101 Afvalinzameling Product E71102 Baten afvalinzameling Product E72101 Gemeentelijk rioleringspla Product E72201 Onderhoud rioolstelsel Product E72202 Reconstructies rioolstelsel Product E72203 baten rioolrechten Product E72301 Rioolwaterzuivering Product E73101 Milieuprogramma's Product E73102 Actief bodembeheer Product E73103 Bedrijfsmilieuzorg Product E73104 Geluidhinder Product E73105 Milieudienst Zuid-Holland Product E73106 Verkeersmilieukaart milieu Product E81101 Bestemmingsplannen algemee Product E81201 Planologie regionaal algem Product E82201 Woningverbetering Product E82202 Woningverbetering complexm Product E83101 Volkshuisvestingsbeleid Product E83102 Woonruimteverdeling Product E83103 Huursubsidie Product E83104 Gemeentegaranties Product E83105 Woninguitzetting Product E83201 Regionaal volkshuisvest.be Product E83202 Besluit woninggeb. subsidies Product E83301 Woonwagens algemeen beleid Product E83302 Woonwagencentrum Amberdree Product E83303 Woonwagencentrum Randweg Product E83401 Bouwtoezicht Product E83402 Woningtoezicht Product E83403 Bouwvergunning Product E83504 Woonconsumenten Product E84101 Gegevensbeheer vastgoed Product E84102 Technische automatisering Product E84201 Gronden en terreinen Product E84202 Volkstuinen
127
757.000 663.000 78.000 202.000 54.000288.000 9.000 43.000 15.000 130.000 75.000 55.000 27.000 36.000 122.000 17.000 172.000 1.000 2.000 3.691.000
787.000 662.000 182.000 174.000 258.000 270.000 9.000 29.000 12.000 80.000 39.000 55.000 27.000 36.000 95.000 17.000 173.000 1.000 2.000 3.901.000
783.000 797.000 181.000 187.000 298.000 266.000 9.000 29.000 12.000 80.000 9.000 55.000 27.000 36.000 95.000 17.000 171.000 1.000 2.000 4.089.000
782.000 786.000 180.000 199.000 298.000 262.000 9.000 29.000 12.000 80.000 8.000 55.000 27.000 36.000 95.000 17.000 171.000 1.000 2.000 4.083.000
2005 336.000 168.000 1.000 2.424.000 2.949.000187.000 960.000 396.000 1.822.00079.000 99.000 60.000 11.000 40.000 366.000 598.000 47.000 18.000 16.000 52.000 64.000 14.000 2.00021.000 2.000 20.000 12.000 9.000 425.000 97.000 740.000135.000 143.000 22.000 7.000
2006 337.000 169.000 1.000 2.465.000 3.015.000161.000 954.000 396.000 1.912.00079.000 99.000 50.000 8.000 18.000 366.000 488.000 47.000 18.000 16.000 52.000 64.000 14.000 2.00021.000 2.000 3.000 10.000 17.000 425.000 97.000 422.000135.000 138.000 22.000 6.000
2007 338.000 170.000 1.000 2.486.000 3.046.000151.000 947.000 396.000 2.003.00078.000 99.000 50.000 8.000 18.000 366.000 488.000 47.000 18.000 16.000 52.000 64.000 14.000 2.00021.000 2.000 3.000 16.000 10.000 421.000 97.000 422.000135.000 172.000 22.000 5.000
2008 339.000 171.000 1.000 2.469.000 3.077.000151.000 939.000 400.000 2.095.00077.000 99.000 50.000 8.000 18.000 366.000 487.000 47.000 18.000 16.000 52.000 64.000 14.000 2.00021.000 2.000 3.000 16.000 10.000 421.000 97.000 422.000135.000 133.000 22.000 3.000
Product E84203 Gebouwen Product E84204 Gemeentelijke woningen Product E84207 Verhuur van percelen water Product E85101 Grondexploitatie algemeen Product E85102 Cplx Merwehoofd Product E85103 Cplx Kraaijhoek-Noord Product E85104 Cplx Centrum-Meent deel A Product E85105 Cplx Centrum-Meent deel B Product E85106 Cplx Oostpolder woongebied Product E85107 Cplx Veerplein Product E85108 Cplx Vissersbuurt / Naneng Product E85109 Cplx Palmpad Product E85110 Cplx Wilgendonk Product E85111 Cplx Jachthaven Product E85113 Cplx Van Maerlantstraat Product E85114 Cplx Middenpolder Product E85116 Cplx Oosteind Ketelweg Product E85117 Cplx Land van Matena Product E85118 Cplx Slobbengors Product E85119 Cplx Kleine Waal Product E85120 Polder Nieuwland Totaal programma 3
2.000 7.000 15.000 200.00061.000125.000954.000
2.000 7.000 15.000 200.00061.000241.000849.000
2.000 7.000 15.000 200.0001.062.000
1.000 7.000 15.000 200.00031.000845.000
Programma 4 Veiligheid Product E11101 Integrale veiligheid Product E11102 Stadswacht Product E12101 Repressieve brandweerzorg Product E12102 Preventieve brandweerzorg Product E12103 Preparatieve brandweerzorg Product E12104 Dienstverlening Product E12201 Rampenbestrijding Totaal programma 4
2005 108.000 38.000 439.000 154.000 413.000 7.000137.000 1.282.000
2006 108.000 38.000 460.000 159.000 424.000 7.000137.000 1.319.000
2007 108.000 38.000 447.000 159.000 424.000 7.000137.000 1.306.000
2008 108.000 38.000 408.000 159.000 424.000 7.000137.000 1.267.000
Programma 5 Verkeer en ruimtelijk behee Product E21101 Straatnaamgeving en huisnu Product E21102 Straatmeubilair Product E21103 Bruggen Product E21104 Verkeersborden en markerin Product E21105 Verkeersregelinstallaties Product E21201 Onderhoud wegen Product E21202 Reconstructies wegen Product E21203 Gladheidsbestrijding Product E21301 Lichtmasten en armaturen Product E22103 Verkeersmaatregelen Product E22104 Verkeersveiligheidsplannen Product E22105 Verkeersmilieukaart Product E22106 Ontheffingen RVV en WVR Product E22107 Klachtenbehandeling verkee Product E22201 Reg. proj. verkeersv. Drec Product E22202 Convenant duurzaam veilig Product E22301 Parkeerregulering Product E22302 Baten parkeerregulering Product E23101 Buslijnennet Arriva Product E23201 Waterbus en voetveren Product E24101 Havenbeheer Product E24201 Beheer en onderh vijvers e Product E24202 Kwaliteitsbeheer vijvers e Product E55101 Regulier onderh openbaar g Product E55102 Reconstructies openbaar gr Product E81202 Betuwelijn
2005 4.000 49.000 99.000 147.000 62.000 1.084.000 377.000 75.000 384.000 113.000 47.000 14.000 2.00012.000 15.000 201.000 67.000 3.0002.000 92.000 36.000 374.000 1.000 2.009.000 235.000 4.000
2006 4.000 49.000 130.000 149.000 62.000 1.248.000 377.000 82.000 377.000 38.000 7.000 14.000 2.00012.000 15.000 6.000 67.000 3.000402.000 92.000 35.000 375.000 1.000 1.969.000 240.000 4.000
2007 4.000 49.000 101.000 150.000 54.000 1.172.000 377.000 81.000 378.000 38.000 7.000 14.000 2.00012.000 15.000 6.000 67.000 3.000302.000 91.000 35.000 378.000 1.000 1.927.000 245.000 4.000
2008 4.000 50.000 101.000 151.000 54.000 1.166.000 377.000 83.000 380.000 38.000 7.000 14.000 2.00012.000 15.000 6.000 967.000 3.0002.000 87.000 35.000 381.000 1.000 1.879.000 250.000 4.000
128
Totaal programma 5
5.498.000
5.750.000
5.503.000
6.059.000
Programma 6 Cultuur, sport en recreatie Product E51101 Cultuurvisie Product E51102 Culturele raad Papendrecht Product E51103 Toonkunstmuziekschool Drec Product E51203 Beheer gebouwen cult. acti Product E51204 Kunstwerken Product E51205 Theater De Willem Product E51206 Museum Product E51207 Kunstuitleen Product E51301 Programmaraad Product E51401 Openbare bibliotheek Product E52101 Toerisme Product E53101 Monumenten Product E54101 Sportvisie Product E54102 Sportraad Product E54201 Sportstimulering Product E54202 Zwembad de Hooght Product E54203 Beheer zwembad de Hooght Product E54204 Sporthallen en gymzalen Product E54205 Beheer sporthallen en gymz Product E54206 Sportterreinen Product E54207 Sportpark Oostpolder Product E54208 Sportpark Slobbengors Product E54209 Beheer overige sportterrei Product E55201 Kinderboerderij de Papenho Product E55202 De Noordhoeve Product E56101 Festiviteiten recreatie Product E56102 Beleidsvisie recreatie Product E57203 Beheer gebouwen soc-cult. Totaal programma 6
2005 41.000 61.000 179.000 144.000 29.000 492.000 24.000 26.000 4.000 437.000 11.000 3.000 91.000 28.000 48.000 5.000 757.000 388.000 315.000 3.000 181.000 117.000 19.000 206.000 3.000 64.000 12.000 100.000 3.788.000
2006 33.000 59.000 174.000 144.000 29.000 471.000 24.000 17.000 4.000 394.000 11.000 3.000 85.000 28.000 48.000 5.000 761.000 388.000 272.000 3.000 166.000 110.000 19.000 106.000 3.000 44.000 12.000 103.000 3.516.000
2007 33.000 59.000 169.000 140.000 29.000 971.000 24.000 8.000 4.000 394.000 11.000 3.000 88.000 28.000 48.000 5.000 759.000 388.000 316.000 3.000 159.000 108.000 19.000 105.000 3.000 44.000 12.000 92.000 4.022.000
2008 33.000 59.000 164.000 132.000 29.000 971.000 24.000 8.000 4.000 394.000 11.000 3.000 89.000 28.000 48.000 5.000 755.000 388.000 311.000 3.000 153.000 107.000 19.000 105.000 3.000 44.000 12.000 88.000 3.990.000
Programma 7 Economische ontwikkeling Product E31101 Lokaal economisch beleid Product E31201 Promotie en acquisitie Product E31202 Bedrijveninfo Product E31203 Middenstandszaken Product E31301 Bedrijfsverz.geb d'Oude Sc Product E31401 (Week)markten Product E31402 Standplaatsen Product E31501 Regionale overlegstructure Product E31502 Reg. Ontw. Mij. Drechtsted Totaal programma 7
2005 18.000 4.000 7.000 13.000 2.000 7.000 6.00019.000 10.000 74.000
2006 18.000 4.000 7.000 11.000 2.000 2.000 11.00019.000 10.000 62.000
2007 18.000 4.000 7.000 11.000 2.000 2.000 11.00019.000 10.000 62.000
2008 18.000 4.000 7.000 11.000 2.000 2.000 17.00019.000 10.000 56.000
Programma 8 Bestuur Product E01101 Gemeenteraad Product E01102 Raadscommissies Product E01103 College van b&w Product E01104 Burgemeester Product E01105 Commissie bezwaarschriften Product E01106 Nationale ombudsman Product E01107 Bestuursonderstening raad Product E01108 Rekenkamer (functie) Product E01201 Kabinetszaken Product E01202 Bestuursondersteuning coll Product E01203 Planning en control colleg Product E02102 Documenten publiekszaken Product E02103 Gemeentelijke basisregistr Product E02104 Burgerlijke stand
2005 294.000 11.000 448.000 152.000 32.000 6.000 197.000 65.000 17.000 293.000 276.000 229.000 314.000 56.000
2006 291.000 11.000 448.000 152.000 32.000 6.000 197.000 65.000 17.000 293.000 276.000 229.000 312.000 56.000
2007 297.000 11.000 448.000 152.000 32.000 6.000 197.000 65.000 17.000 293.000 276.000 229.000 312.000 56.000
2008 295.000 11.000 448.000 152.000 32.000 6.000 197.000 65.000 17.000 293.000 276.000 229.000 305.000 56.000
129
Product E02105 Publieksservice Product E02106 Verkiezingen Product E02107 Geslachtsnaamwijz / natura Product E02108 Baten secretarieleges Product E02109 Vreemdelingenloket Product E03101 Project Drechtsteden Product E03102 Samenwerkingsverband ZHZ Product E04101 Blomberg Product E05101 Externe communicatie Product E05102 Representatie Product E05103 Vlaggen Product E05104 Burgerjaarverslag Totaal Programma 8
397.000 4.000 14.000 348.0005.000 829.000 93.000 11.000 309.000 70.000 3.000 4.000 3.781.000
383.000 25.000 14.000 372.0005.000 829.000 43.000 10.000 309.000 70.000 3.000 4.000 3.708.000
373.000 44.000 14.000 372.0005.000 829.000 43.000 10.000 309.000 70.000 3.000 4.000 3.723.000
373.000 32.000 14.000 372.0005.000 829.000 43.000 10.000 309.000 70.000 3.000 4.000 3.702.000
Programma 9 Algemene dekkingsmiddelen Product E91101 Geldleningen en garanties Product E91102 Beleggingen Product E91103 Algemene uitkering Product E91401 Geldlening en gar > 1 jaar Product E92101 Wet waardering onroerende Product E92102 Onroerende zaakbelasting Product E92131 Baten OZB gebruikers Product E92132 Baten OZB eigenaren Product E92202 Aanslagregeling & dwanginv Product E92203 Baten hondenbelasting Product E93101 Voormalig personeel Product E93102 Boventallig personeel Product E93103 Ov. algemene baten en last Product E93104 Werken voor derden Product E94101 Saldo kostenplaats BeB Product E94201 Saldo kostenplaats ROB Product E94301 Saldo kostenplaats BeS Totaal programma 9
2005 1.308.000383.00017.768.00055.000 127.000 62.000 2.173.0002.771.00079.000 128.000378.000 94.000 298.000 6.0002.872.000 1.489.0001.558.00023.619.000-
2006 919.000383.00018.238.00023.000 167.000 62.000 2.173.0002.771.00079.000 128.000373.000 94.000 396.0008.0002.993.000 1.489.0001.558.00024.272.000-
2007 1.168.000383.00018.493.00023.000 166.000 62.000 2.173.0002.771.00079.000 128.000373.000 94.000 501.0008.0002.985.000 1.493.0001.558.00024.894.000-
2008 1.126.000383.00018.779.00023.000 161.000 62.000 2.238.0002.856.00079.000 128.000373.000 94.000 501.0008.0003.002.000 1.495.0001.558.00025.278.000-
2005 31.000 468.000437.000-
2006 31.000 285.000 316.000
2007 32.000 109.000 141.000
2008 33.000 289.000 322.000
R
Reserve bestemming Product E99100 Algemene reserve (bestemmi Product E99101 Bestemmingsreserves (beste Totaal reserve bestemming
130
BIJLAGE J
KERNGEGEVENS 2005 (voor berekening Algemene Uitkering) A.
Sociale structuur Inwoners aantal inwoners
31.297 0-19 jaar 20-64 jaar 65 jaar en ouder
7.798 19.172 4.327
Periodiek uitkeringsgerechtigden ABW 65IOAW IOAZ militairen WAO WAZ WAJONG WIW Aantal tewerkgestelden in sociale werkgemeenschappen
360 35 1 19 1.092 50 144 55 128
Minderheden Aantal leerlingen (voortgezet en speciaal) Aantal leerlingen SO/VSO Aantal leerlingen VO B.
Fysieke structuur OZB waarde ( * € 1.000,-) Totale waarde Waarde woningen Waarde niet-woningen Oppervlakte gemeente
1.160 320 3.078
2.009.747 1.647.732 362.015 1.077 oppervlakte land in hectaren oppervlakte binnenwater in hectaren
Woonruimten Totaal aantal woonruimten woningen recreatiewoningen capaciteit bijzondere woongebouwen Wegen(in km.) Lengte van de wegen (totaal) waarvan: -secundaire wegen -tertiaire wegen -quartaire wegen Andere wegen buiten de bebouwde kom Andere wegen binnen de bebouwde kom Lengte van de recreatieve fiets-, ruiter,- en wandelpaden Aantal m2 openbaar groen 131
948 129
13.474 13.225 3 246 120,5 1,1 2,0 0,7 6,7 110,0 31,2 138