Aanvraag voor een erkenning als Vlaamse organisatie met terreinwerking voor het ondersteunen van de socialistische ziekenfondsen m.b.t. preventieve gezondheid
Beleidsplan – meerjarenbegroting 2012-2016 JUNI 2011 – HERZIENE VERSIE Indiener: Gezondheidsbevordering, Nationaal Verbond Socialistische Mutualiteiten, Sint-Jansstraat 32-38, 1000 Brussel, 02/51.50.319 Ivan Van der Meeren, Voorzitter Stuurgroep Gezondheidspromotie – Coördinator Studiedienst,
[email protected] Siska Germonpré, senior stafmedewerker NVSM,
[email protected]
INHOUDSTAFEL A. Organisatieprofiel 1. NVSM 1.1. Missie ondernemingsplan Horizon 1.2. Doelstellingen ondernemingsplan Horizon 1.3. Activiteiten • De verplichte verzekering • De aanvullende verzekering 1.4. Situering binnen de verzekeringsinstellingen 1.5. Ziekenfondsen aangesloten bij het NVSM 1.6. Relevante deelentiteiten en partnerorganisaties NVSM/ziekenfondsen • Adviserende geneesheren • Studiedienst – Onderzoek & Ontwikkeling • Dienst Maatschappelijk Werk • Medische materialen en hulpmiddelen • Thuishulp vzw • Reddie Teddy • Thuisverpleging – Sovervlag vzw • Steunpunt Thuiszorg vzw • Seniorenvereniging S-Plus vzw • S-Sport vzw • VIVA-SVV vzw • Vrijwilligerswerking S-Hulp vzw • Joetz vzw • VFG vzw • Recreas vzw 2. Dienst Gezondheidsbevordering: indiener beleidsplan 2.1. Missie gezondheidspromotie NVSM, ziekenfondsen en partnerorganisaties 2.2. Kerntaken/doelstellingen landsbonden in Vlaams preventief gezondheidsbeleid 2.3. Organogram 2.4. Nederlandstalige werking 2.5. Activiteiten • Werking niet gekoppeld aan specifiek gezondheidsthema • Werking voeding en beweging • Werking geestelijke gezondheid • Werking ongevallen in de privesfeer • Werking seksuele gezondheid • Werking rugklachten 2.6. Communicatiekanalen • S-Magazine • Socmut.be • Gezondweb.be • Inhoudelijke brochures • Intervisie • S-Mail • Intranet • Promotiestanden • Evenementen 2.7. Gezondheidspromotie binnen de ziekenfondswetgeving 2.8. Situering in het werkveld en tendensen op het vlak van gezondheidspromotie
B. Doelstellingen beleidsplan 2012 -2016 2
1. Inleiding 1.1. Wetenschappelijke en kwaliteitsvolle onderbouwing werking 1.2. Samenwerking met externe organisaties 1.3. Samenwerking met de campagnes van de Vlaamse overheid - methodieken partnerorganisaties 1.4. Aandacht voor specifieke doelgroepen 1.5. “Perimeter” van de doelstellingen 2. Doelstellingen beleidsplan 2012-2016 • Strategische doelstelling Borstkankeropsporing • Strategische doelstelling Voeding & beweging • Strategische doelstelling Depressie en zelfdoding • Strategische doelstelling Tabak, alcohol en drugs • Strategische doelstelling Infectieziekten en vaccinaties • Strategische doelstelling Ongevallen in de privésfeer • Strategische doelstelling samenwerking actoren 3. Rooster resultaatsgebieden 2012-2016
C. Meerjarenbegroting 2012 – 2016 1. Toelichting 2. Begroting
D. Bijlagen 1. Woord van eer 2. Verslag vergadering VIGeZ 15/3/11 3. Overzicht Vlaamse gezondheidsdoelstellingen
3
A. Organisatieprofiel 1. NVSM De dienst Gezondheidsbevordering is de cel die binnen het Nationaal Verbond Socialistische Mutualiteiten verantwoordelijk is voor gezondheidspromotie. Ter situering van haar activiteiten starten we met een inleiding i.v.m. missie, doelstellingen en activiteiten van het NVSM. 1.1. Missie ondernemingsplan Horizon Wij staan voor een toegankelijke, betaalbare en kwalitatieve gezondheidszorg voor iedereen en willen in die zin ons dienstenaanbod aanpassen en uitbreiden. Ons ziekenfonds engageert zich voor het globale welzijn van iedereen. We willen een warm en open ziekenfonds waar iedereen zich goed voelt. Solidariteit bepaalt ons dagelijks handelen en denken. Daarnaast betonen wij respect voor de mens (lid, patiënt, klant, vrijwilliger, medewerker, …) binnen en buiten onze organisatie. Welke keuzes iemand in zijn leven ook maakt, hij kan altijd en in alle omstandigheden rekenen op ons ziekenfonds. 1.2. Doelstellingen van het ondernemingsplan Horizon 1. Verder een duidelijke visie ontwikkelen op onze rol als beheerder en uitvoerder van de ziekteverzekering 2. Ons ziekenfonds verder uitbouwen tot een moderne dienstverlenende organisatie waar een lid optimaal antwoord krijgt op al zijn vragen en problemen 3. Ons ziekenfonds positioneren als sociale actor en middenveldorganisatie 4. Een dynamisch Zorgbedrijf uitbouwen dat performant alle aspecten van zorgverlening aanbiedt 1.3. Activiteiten a. De verplichte verzekering Kerntaak van de mutualiteit is het medebeheer en de uitvoering van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Het ziekenfonds komt bij de aangesloten leden tussen in de kosten van geneeskundige verzorging, in het kader van de verplichte verzekering. Het gaat hier onder meer over kosten verbonden aan een doktersbezoek, tandzorgen, kinesitherapie, ziekenvervoer, enz. De dienst Gezondheidsbevordering situeert zich in deze tak van de activiteiten (meer info in het luik “Gezondheidsbevordering binnen de ziekenfondswetgeving”) b. De aanvullende verzekering Leden die een mutualiteitbijdrage betalen, kunnen ook nog genieten van andere voordelen. Op gebied van gezondheid en preventie gaat het onder meer om volgende zaken: -
gedeeltelijke terugbetaling baarmoederhalskankervaccin, griepvaccin, enz. dieet- en voedingsadvies gedeeltelijke terugbetaling brillen en lenzen herstelkuren voor bepaalde doelgroepen gedeeltelijke terugbetaling (mits voldaan aan bepaalde voorwaarden) alternatieve geneeswijzen zoals acupunctuur, homeopathie of osteopathie gedeeltelijke terugbetaling anticonceptiemiddelen voordelen bij het stoppen met roken enz.
1.4. Situering binnen de verzekeringsinstellingen
4
Uit cijfers (2009) van het RIZIV blijkt dat het NVSM de tweede grootste landsbond is in België met een marktaandeel van 28,6%. Het NVSM vertegenwoordigt 2,95 miljoen leden op een totaal van 10,5 miljoen rechthebbenden in het land.
Algemeen kan gesteld worden dat de leden van het NVSM een ‘sociaal kwetsbaarder’ profiel hebben ten opzichte van de gemiddelde burger. Dit kan worden afgeleid uit het feit dat het NVSM meer rechthebbenden met een verhoogde tegemoetkoming, meer rechthebbenden op de maximumfactuur en meer alleenstaanden telt. Onder onze leden zitten ook proportioneel meer arbeidsongeschikten en invaliden, maar wel relatief minder chronisch zieken. Ten slotte is het te vermelden waard dat de ‘NVSM-bevolking’ relatief jonger is dan de gemiddelde leeftijd van de Belgische bevolking. Cijfers leeftijdsverdeling leden ziekenfonds Bond Moyson – De Voorzorg
5
1.5. Ziekenfondsen aangesloten bij het NVSM Het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten overkoepelt in Vlaanderen de volgende ziekenfondsen. • • • • •
De VoorZorg, Socialistische Mutualiteit van de provincie Antwerpen Sint-Bernardsesteenweg 200 2020 Antwerpen Federatie van Socialistische Mutualiteiten van Brabant Zuidstraat 111 1000 Brussel Bond Moyson West-Vlaanderen Pres. Kennedypark 2 8500 Kortrijk Bond Moyson Oost-Vlaanderen Tramstraat 69 9052 Gent Mutualiteitsverbond “De Voorzorg” Capuciennenstraat 10 3500 Hasselt
1.6. Relevante deelentiteiten en partnerorganisaties NVSM/ziekenfondsen a. Adviserende geneesheren Een adviserend geneesheer adviseert leden en verstrekkers en controleert of een lid in aanmerking komt voor een bepaalde tussenkomst. De dienst Gezondheidsbevordering werkt nauw samen met dr. Vera De Groof, adviserend geneesheer. Zij of een van haar collega’s leest alle teksten na geschreven door de dienst. b. Studiedienst + Onderzoek & Ontwikkeling De belangrijkste invalshoek voor de werking van beide diensten is enerzijds wat voorbereid moet worden in functie van de brede beleidsverantwoordelijkheid in het RIZIV en voor de Vlaamse overheid, anderzijds wat van nut kan zijn voor de goede werking van onze ziekenfondsen en de dienstverlening ten aanzien van de leden. Beide diensten schakelen zich volop in voor een meer
6
transparante ziekteverzekering, waar zowel de kostprijs voor de patiënt als de overheid een vitale bekommernis is en blijft. c.
Dienst Maatschappelijk werk Definitie woonzorgdecreet: “Een dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds is een voorziening die als opdracht heeft, hulp- en dienstverlening te bieden aan gebruikers en aan hun mantelzorgers, in het bijzonder als zij door ziekte, handicap, ouderdom of vanuit sociale kwetsbaarheid blijvend of tijdelijk problemen ondervinden.”
Partnerorganisaties Met deze partnerorganisaties hebben de socialistische ziekenfondsen een historische band en/of samenwerkingsovereenkomst. •
Medische materialen en hulpmiddelen: Aan elk ziekenfonds is een vzw gekoppeld die medische materialen en hulpmiddelen ter beschikking stelt. In de winkels en aan de loketten van het ziekenfonds kan je het materiaal zowel uitlenen als kopen.
•
Thuishulp vzw: Is een van de grootste erkende diensten voor gezinszorg die actief is in Vlaanderen. Thuishulp levert gezinszorg, kraamzorg, poetshulp (met en zonder dienstencheques), klusjes - en oppashulp. 4.250 medewerkers staan dagelijks borg voor kwaliteitsvolle zorg.
•
Reddie Teddy : is een onderdeel van vzw Thuishulp. Reddie Teddy heeft verschillende diensten die (aanstaande) jonge ouders ondersteunen: Kinderopvang, consultatiebureaus, activiteiten en projecten rond opvoedingsondersteuning.
•
Thuisverpleging – Sovervlag vzw : De verpleegkundigen van Thuisverpleging staan in voor de totaalzorg aan huis. Dit gaat van wondverzorging, inspuitingen, lavementen en persoonlijke hygiëne tot het begeleiden van diabetici en het geven van palliatieve zorg. De diensten Thuisverpleging bieden ook primaire, secundaire als tertiaire preventieve zorg aan.
•
Steunpunt Thuiszorg vzw: Steunpunt Thuiszorg is een erkende mantelzorgvereniging. De vzw is er voor iedereen die te maken heeft met mantelzorg. De mantelzorger zelf, maar ook de zorgbehoevende die hulp vraagt. Deze laatste noemen we de gebruiker. Steunpunt informeert de mantelzorger en verdedigt zijn belangen.
•
Seniorenvereniging S-Plus vzw: S-Plus wil senioren informeren over diverse gezondheidsthema’s. Hiermee willen we zowel senioren aansporen aandacht te schenken aan gezondheidsproblemen alvorens ermee te worden geconfronteerd als informatie verstrekken naar senioren toe die aan een bepaald ziektebeeld lijden. De vereniging doet dit op verschillende manieren. Jaarlijks wordt er een infomoment georganiseerd rond een actueel gezondheidsthema. Het geheugen, ouderenmis(be)handeling, rouw en partnerrelaties na pensioen kwamen de voorbije jaren aan bod. Ook ontwikkelt S-Plus educatieve pakketten naar zijn afdelingen rond gezondheid. Om de pakketten leerrijk maar ook aangenaam te houden, wordt er met diverse methodieken gewerkt. Actuele pakketten zijn Gehoor, Depressie bij ouderen en Sociale beschermingsmaatregelen. Daarnaast wordt er in elke editie van ons tijdschrift Kras uitgebreid aandacht aan gezondheid besteed. Ook ontwikkelde S-Plus in 2010 de brochures “Gezond op reis” en “Wens.Wil.Wet. Over het levenseinde”.
•
S-Sport vzw S-Sport streeft ernaar zoveel mogelijk 50-plussers aan te zetten tot meer sport en beweging. Gezondheid staat dus centraal binnen de werking. Meer dan 170 sportclubs over gans Vlaanderen beoefenen wekelijks allerlei sporttakken. Daarnaast organiseert S-Sport ook sportieve vakanties in binnen- en buitenland, promoot men sport en bewegen binnen de rust- en verzorgingscentra en lanceert men regelmatig nieuwe projecten zoals ‘stap je sterk’ om vooral de sedentaire 50-plusser te bereiken. S-Sport heeft eveneens de fitwijzer ontwikkeld zodat 50-plussers op beurzen en evenementen hun fitheid kunnen testen. Daarnaast heeft S-Sport ook een aantal gezondheidspublicaties. Fit op 50 geeft bijvoorbeeld bewegingstips.
7
•
VIVA-SVV vzw: Bij deze vrouwenvereniging komt gezondheid in heel wat activiteiten aan bod. In het afdelings- en ledenaanbod neemt het thema gezondheid een belangrijke plaats in: zo organiseert de vereniging heel wat bewegingsactiviteiten als zumba, joggen of dans, ontwikkelde ze recent het ‘menopauzespel’ en geeft ze vormingen over borstkanker. Bovendien organiseert VIVA-SVV elk jaar een campagne rond een prangend gezondheidsthema. Thema’s die al aan bod kwamen, zijn bijvoorbeeld osteoporose, slaap, hart- en vaatziekten, huid, borstkanker, reuma, luchtwegproblemen …Ook richten sommige publicaties zich op gezondheid, bijvoorbeeld de receptenbundel die in het kader van “Buurt je gezond” werd ontwikkeld. Deze bundel staat vol gezonde en betaalbare recepten en ook nuttige tips rond gezonde, betaalbare voeding.
•
Vrijwilligersvereniging S-Hulp vzw: Bij S-Hulp kunnen mensen zich aanbieden om vrijwilligerswerk te doen. Eén van de soorten vrijwilligerswerk waarvoor je je kan opgeven, is lesgeven over gezondheidsthema’s (versterken van gemeenschapsactiviteiten rond gezondheid). In gans Vlaanderen worden voordrachten georganiseerd over uiteenlopende gezondheidsthema’s waardoor actief aan gezondheidspromotie wordt gedaan. Vrijwilligers geven, mits voorbereiding, deze voordrachten.
•
Joetz vzw: Joetz (het vroegere Maatschappelijke Jongeren Actie) treedt op als gezondheidspromotor, -activist en -communicator voor alle kinderen en jongeren. De vzw ontwikkelt tal van informatieve en preventieve gezondheidsprojecten voor deze doelgroep. Zo worden jongeren onder meer geïnformeerd over aidspreventie, drugpreventie (via de condoshop en condomobiel), enz. Dit alles gebeurt op een niet-belerende en interactieve manier. Joetz leidt ook studenten op tot jongerengezondheidswerkers die ‘healthies’ worden genoemd. Deze healthies trekken naar scholen en jeugdbewegingen om aan gezondheidspromotie te doen. Joetz is ook een grote organisator van vakanties in binnen- en buitenland en vormt haar eigen monitoren. Alle vormingen en vakanties staan in het teken van gezondheid.
•
VFG vzw: Wil een volwaardig burgerschap voor personen met beperkingen en biedt haar leden mogelijkheden om geestelijk in goede gezondheid te blijven en goed geïnformeerd te zijn over belangrijke gezondheidsthema’s. Ze informeert over leven met een handicap, organiseert aangepaste activiteiten, biedt ontspannings/moetingsmogelijkheden en komt op voor de belangen van personen met een handicap. Voorbeelden van thema’s zijn tegemoetkomingen, cultuur, hulpmiddelen, lichamelijke gezondheid, toegankelijkheid. VFG is actief op gemeentelijk, provinciaal, Vlaamse en nationaal niveau.
•
Recreas vzw: Met zijn recreatieve sportbeoefening voor personen met een handicap, staat gezondheid centraal bij Recreas. Deze sportfederatie heeft een ruim en gevarieerd aanbod aan sportmogelijkheden. Zwemmen, voetbal, boccia, badminton, boogschieten, … is een greep uit dit aanbod. Ook worden er sportkampen en skivakanties georganiseerd.
2. Dienst Gezondheidsbevordering De Dienst Gezondheidsbevordering (entiteit van een rechtspersoon) is de indiener van deze aanvraag tot “erkenning als Vlaamse organisatie met terreinwerking voor het ondersteunen van de socialistische ziekenfondsen m.b.t. preventieve gezondheid”. 2.1. Missie gezondheidspromotie NVSM, ziekenfondsen en partnerorganisaties We dragen bij aan een betere levenskwaliteit van onze (potentiële) leden door hen te helpen gezonder te leven. Gezondheid is veel meer dan niet ziek zijn, het omvat het volledig fysiek, sociaal en mentaal welzijn. Informeren, sensibiliseren, zich verenigen en diensten verlenen zijn daarin onze kernopdrachten. We werken niet enkel preventief, maar dragen ook bij tot de kwaliteitsoptimalisatie van het leven van zieken. 2.2. Kerntaken/doelstellingen landsbond in Vlaams preventief gezondheidsbeleid KERNTAAK I: informatie geven rond alle aspecten van gezondheid
8
Het NVSM speelt een belangrijke rol in het sensibiliseren en informeren van de leden rond gezondheid, ziekte en ziektepreventie. We doen dit vanuit een onafhankelijke, objectieve positie. De leden worden geïnformeerd via ledentijdschriften, websites, allerhande projecten en contacten ter plaatse. De thema’s die we aankaarten gaan ruimer dan de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. KERNTAAK II: ondersteuning naar gedragsverandering Het NVSM beperkt zich niet tot loutere sensibilisering en informatie-overdracht. We nemen ook initiatieven die verder gaan en mikken op duurzame gedragsverandering m.b.t. gezondheid. KERNTAAK III: wetenschappelijk onderbouwde werking We hechten groot belang aan de kwaliteit en effectiviteit van onze werking rond gezondheidsbevordering. We erkennen het belang van wetenschappelijk onderbouwd werken aan preventie en engageren ons om hier aandacht aan te besteden in de eigen werking. Wetenschappelijk onderbouwde werking (of evidence) laat zich echter moeilijk meten in gezondheidsgedrag. De relaties tussen gedrag en omgeving zijn complex en er zijn heel veel factoren die een rol spelen (individuele, sociale, economische, culturele en politieke factoren). “Evidence” kan uit verschillende hoeken worden gehaald: gepubliceerde studies, reviews (fact sheets), best practices (praktijkervaringen), actieplannen, expertise partnerorganisatie, theorieën en modellen waarop interventies kunnen gebaseerd worden, … KERNTAAK IV: projectontwikkelaar Het NVSM en ziekenfondsen hebben een belangrijke rol als onafhankelijke projectontwikkelaar en als innovator, zowel op het vlak van de thema’s als inzake methodologie. KERNTAAK V: samenwerken voor gezondheid Het NVSM en ziekenfondsen spelen een belangrijke rol in het uitbouwen en ondersteunen van een duurzame samenwerking tussen diverse actoren in gezondheidsbevordering, onder andere met en via de Logo’s. De ziekenfondsen zijn aanwezig in de beheersstructuren van de Logo’s. NVSM en ziekenfondsen zijn ook een “leverancier” van preventieactiviteiten aan de Logo’s. KERNTAAK VI: via wettelijke opdracht verbindingen maken tussen gezondheidspromotie & federale ziekteverzekering Landsbonden (en ziekenfondsen) maken via hun wettelijke opdrachten een verbinding tussen gezondheidspromotie en de federale ziekteverzekering. De ziekenfondsen beschikken over heel wat gegevens die nuttig kunnen zijn voor de onderbouwing van het Vlaamse gezondheidsbeleid. De landsbonden vertegenwoordigen ook hun verzekerden in heel wat werkgroepen en commissies en hebben grote expertise opgebouwd in beleidsondersteunend werk. 2.3. Organogram
9
NL Directiecomité NVSM Algemeen Secretaris (Guy Peeters) Adjunct algemeen secretaris (Patrick Verertbruggen) Schatbewaarder (Luc Carsauw) Directeur HR (Sofie Meerschaut)
Stuurgroep Gezondheidspromotie (Voorzitter dr. Ivan Van der Meeren-)
Dienst Gezondheidsbevordering Senior Stafmedewerker Siska Germonpré
Stafmedewerkers Hanne Proost (stafmedewerker) Isabel Geenens (stafmedewerker)
a. NL Directiecomité NVSM Het dagelijks bestuur is in handen van een Vlaams directiecomité. b. Stuurgroep Gezondheidspromotie (Nederlandstalige leden) De Stuurgroep Gezondheidspromotie is een intern advies-, communicatie-, consultatie- en sturingsorgaan inzake gezondheidspromotie. Leden van de stuurgroep zijn o.a. vertegenwoordigers van de ziekenfondsen. Organogram aanpassing Sinds begin mei 2011 maakt de dienst Gezondheidsbevordering niet langer deel uit van de directie Gezondheid en Welzijn, maar van het Algemeen Secretariaat, met als aanspreekpunt Ivan Van der Meeren, coördinator van de Studiedienst en Voorzitter van de Stuurgroep Gezondheidspromotie. 2.4. Nederlandstalige werking De dienst Gezondheidsbevordering heeft een Nederlandstalige beheersstructuur, werking en taalkundige inrichting. a. Nederlandstalige werking • De werking van de dienst Gezondheidsbevordering gebeurt enkel in het Nederlands. Het “Woord van eer” ondertekend door dhr. Ivan Van der Meeren, Voorzitter Stuurgroep Gezondheidspromotie en coördinator Studiedienst NVSM en Siska Germonpré, Senior stafmedewerker/verantwoordelijke Gezondheidsbevordering, zie hiervoor het onderdeel “D. Bijlagen”. b. Interne beheersstructuur Nederlandstalig • De Dienst Gezondheidsbevordering heeft een aparte kostenplaats voor uitgaven en inkomsten en heeft ook een eigen budget. Deze is enkel voor de Nederlandstalige cel Gezondheidsbevordering. Zie ook hiervoor het document “Woord van eer”.
10
•
Ook uit het bovenstaand organogram (onderdeel 2.3.) blijkt dat de dienst Gezondheidsbevordering een Nederlandstalige beheersstructuur heeft.
c. Nederlandstalige taalkundige inrichting (voertaal) • De voertaal en werktaal is het Nederlands. Alle publicaties, websites, projecten worden in het Nederlands opgesteld. Hierbij een link naar de publicaties van de dienst Gezondheidsbevordering als bewijsmateriaal. i. http://www.gezondweb.be/GezondWeb/InformatieOver/educatiefmateriaal/Educatievep akketten/ ii. http://www.gezondweb.be/GezondWeb/InformatieOver/educatiefmateriaal/publicaties/ 2.5. Activiteiten a. Werking niet gekoppeld aan specifiek gezondheidsthema o
Gezondweb is de gezondheidswebsite van de socialistische ziekenfondsen. De website biedt valide, betrouwbare gezondheidsinformatie aan internetgebruikers. Daarom investeren we sterk in kwaliteit en objectiviteit van de geboden informatie op de site. De website bundelt veel informatie rond de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. Leden kunnen ook gratis een vraag stellen aan experten (diëtist, diabeteseducator, beweegexpert, psycholoog). Gezondweb bereikt gemiddeld 2.554 bezoekers/dag (februari 2011).
o
Gezondmail (digitale nieuwsbrief gekoppeld aan website Gezondweb.be). De nieuwsbrief brengt maandelijks haar leden op de hoogte van de nieuwe dossiers op de gezondheidswebsite. De nieuwsbrief heeft 13.956 leden (februari 2011).
o
Gezondheidsmailing aan 50-jarige leden. 50-jarige leden van de socialistische ziekenfondsen ontvangen in hun geboortejaar een gezondheidsmailing. Ze kunnen informatie aanvragen (kookboekje of usb-stick met gezondheidsinformatie). Op de stick (de info wordt ook online ter beschikking gesteld aan de personen die het kookboekje bestellen) wordt gefocust op een gezond gewicht, cholesterol, voldoende bewegen, intimiteit en relaties en geestelijke gezondheid. In de periode 2002-2010 werden +/150.000 personen op 50-jarige leeftijd bereikt met deze mailing.
o
Lokale gezondheidsvoordrachten. In samenwerking met S-Hulp vzw worden lokaal gezondheidsvoordrachten georganiseerd in verenigingen. S-Hulp staat in voor de vrijwilligers. Wij ontwikkelen de voordracht inhoudelijk en voorzien een training voor de vrijwilligers.
b. Werking rond de gezondheidsdoelstelling voeding & beweging o
Workshop “Gezond kiezen in de winkel” voor volwassenenverenigingen. De workshop wil mensen leren om vaker de informatie op het etiket of verpakking van voedingsmiddelen te lezen. Qua inhoud wordt er vooral gefocust op overmatig gebruik van vetten, suikers en zout. De ziekenfondsen verspreiden de workshop ook bij Logo’s en andere geïnteresseerden. De inhoud van de workshop en begeleidend boodschappenlijstje werden nagezien door de voedingsexperts van VIGeZ.
o
Totaal project gezonde voeding/beweging voor het kleuter- en lager onderwijs. Project om kinderen bewust te maken van het belang van een gezonde voeding en voldoende beweging. Het project werd ontwikkeld in samenwerking met de voedingsexperts van VIGeZ. Ook de ouders en leerkrachten worden nauw betrokken. Elementen van het project zijn voor kinderen van 8 tot 12 jaar (tentoonstelling Resto Resto + begeleidend doeboekje) en voor kinderen van 5 tot 8 jaar (koelboxspel + begeleidend verhalenboekje).
11
c.
o
Uitlenen koelboxspel “De grote picknick” en verhalenboekje “Wat een picknick” (voor kinderen van 5 tot 8 jaar en leerkracht) aan scholen door de 5 ziekenfondsen.
o
Kookboekjes: Recepten en kookboekjes zijn een goede invalshoek om mensen aan te zetten tot gezonder koken. Onze receptenboekjes geven een positieve boodschap en zetten de gezonde voedingsrichtlijnen in de praktijk om. De recepten zijn gemakkelijk en snel klaar te maken met geen al te dure ingrediënten. We hebben de afgelopen jaren 5 kookboekjes gemaakt.
o
Folders rond voedingsthema’s. Op dit ogenblik hebben we rond volgende thema’s een folder in stock: cholesterol, actieve voedingsdriehoek, studenten en voeding, leven met coeliakie.
Werking rond de gezondheidsdoelstelling geestelijke gezondheid o
Pak van mijn hart is een educatief programma voor kinderen met depressieve kenmerken tussen 6 en 12 jaar. Het wil voorkomen dat deze kinderen effectief een depressie ontwikkelen door de kinderen een aantal vaardigheden aan te leren. Het kan ingezet worden in zowel secundaire als tertiaire preventie.
o
In Voelsprieten, een gevoelig kaartspel voor alle 9- tot 12-jarigen, worden kinderen op een speelse manier aangespoord om na te denken en te praten over hun gevoelens. Kinderen zien al spelend in dat elk gevoel recht van bestaan heeft. Spel gemaakt in samenwerking met CIS vzw.
d. Werking rond de gezondheidsdoelstelling ongevallen in de privésfeer o
CO-vergiftiging zorgt jaarlijks opnieuw voor menselijke drama’s. Ongevallen die niet zouden moeten gebeuren, mits degelijke informatie en tijdige ingrepen. We verspreiden rond dit thema een folder en affiche.
e. Werking rond seksuele gezondheid o
f.
“Minnaars met ervaring voor mannen en vrouwen ouder dan 50” werd in 2006 gelanceerd. Relaties, intimiteit en seksualiteit bij het ouder worden stonden centraal in het project. De bekende androloog Professor dr. Bo Coolsaet werkte mee. De informatie via web en brochure wordt nog steeds verspreid.
Werking rond rugklachten o
Eind 2010 werd Rugweb.be gelanceerd. Het is een onderdeel van onze gezondheidswebsite en wil een volledig beeld geven van rugpijn. De meest voorkomende rugziektes worden er uitgelegd en er wordt uitgebreid ingegaan op allerlei soorten behandelingen en manieren van pijnverlichting. De informatie is opgesteld in samenwerking met specialisten (pijnarts, kinesitherapeut, revalidatiearts, enz.). Rugweb maakt gebruik van ondersteunend en nieuw beeldmateriaal om de informatie toegankelijker en luchtiger te maken.
2.6. Communicatiekanalen a. S-Magazine is het ledenblad van de socialistische ziekenfondsen en heeft een oplage van 508.200 exemplaren. Het verschijnt 10 maal per jaar (in de zomer tweemaandelijks). De dienst Gezondheidsbevordering neemt deel aan de maandelijkse redactievergaderingen waar de inhoud van het tijdschrift wordt besproken en levert artikels. De leden informeren over gezondheid en wat ze er zelf voor kunnen doen, is een belangrijke rol van het tijdschrift. Maandelijks worden verschillende gezondheidsthema’s behandeld.
12
b. Socmut.be is de website van de socialistische ziekenfondsen. Op de site staat informatie over de ziekteverzekering en aanvullende tegemoetkomingen. De website haalt 4.960 dagelijkse bezoekers (februari 2011). De meeste ziekenfondsen hebben een digitale nieuwsbrief verbonden aan de website. c.
Gezondweb is de gezondheidswebsite (www.gezondweb.be) van de socialistische ziekenfondsen. Aan de website is een digitale nieuwsbrief verbonden (zie eerder).
d. Inhoudelijke brochures. Rond een reeks gezondheidsthema’s hebben we ook gedrukte publicaties. Deze worden verdeeld via de website, evenementen, activiteiten, Logo’s en partnerorganisaties. e. Intervisie is een publicatie van het socialistisch ziekenfonds specifiek bestemd voor alle Vlaamse artsen (huisartsen - specialisten). Het verschijnt 4 maal per jaar. Volgende thema’s komen aan bod: standpuntverduidelijking rond actualiteitsthema’s - informatie brengen over evoluties in de ziekte- en invaliditeitsverzekering – verduidelijken van het eigen aanbod. De oplage is 12.380 ex. f.
S-Mail verschijnt driemaandelijks en komt in de bus bij iedereen die voor de socialistische ziekenfondsen werkt in heel Vlaanderen. De artikels die in S-Mail verschijnen zijn meestal kort en hebben als functie de collega’s te informeren over de werking van de ziekenfondsen en landsbond. De oplage is 8.733 ex.
g. Het intranet is een “netwerk” op het internet dat enkel toegankelijk is voor de personeelsleden van het NVSM. Ook via dit kanaal kunnen we activiteiten bekend maken aan eigen personeelsleden. h. Promotiestanden: onze werking wordt ook via beurzen en evenementen gepromoot. Dit gebeurt zowel nationaal (sporadisch) als provinciaal (lokale initiatieven). i.
Evenementen zoals de jaarlijkse ledendag Dagje Oostende. Ook in de ziekenfondsen gaan ledendagen door, vaak opgehangen aan het thema gezondheid.
2.7. Gezondheidspromotie binnen de ziekenfondswetgeving Gezondheidsvoorlichting: kernopdracht De dienst Gezondheidsbevordering vervult een van de kernopdrachten van de mutualiteit in het voorlichten van haar leden rond gezondheid. De ziekenfondswet van 06.08.1990 (1) omschrijft de ziekenfondsen als “verenigingen die het bevorderen van het fysiek, psychisch en sociaal welzijn als streefdoel hebben. Zij oefenen hun activiteiten uit zonder winstoogmerk, in een geest van voorzorg, onderlinge hulp en solidariteit". Deze wet verplicht de ziekenfondsen bovendien minstens een dienst op te richten met als doel “het verlenen van hulp, voorlichting, begeleiding en bijstand met het oog op het bevorderen van het fysiek, psychisch of sociaal welzijn”. De diensten DMW (Dienst Maatschappelijk Werk), Rechtshulp (Jurimut) en de dienst Gezondheidsbevordering zijn hiervan sprekende voorbeelden. Vergoedingsmechanisme via variabele administratiekosten De landsbonden en ziekenfondsen ontvangen van het RIZIV administratiekosten voor de opdrachten die ze vervullen. Een deel van deze administratiekosten is variabel met het oog op het “responsabiliseren” van de verzekeringsinstellingen. Het variabele luik heeft betrekking op 10% van het totale bedrag van de administratiekosten van de verzekeringsinstellingen (2). 1
. Voor alle duidelijkheid: het NVSM heeft voor gezondheidsbevordering niet gewacht op de ziekenfondswetgeving van 1990. De ziekenfondsen aangesloten bij het NVSM zijn van oudsher actief op het vlak van gezondheidsbevordering o.a. via gezondheidsvakanties voor kinderen. 2 . Vastgelegd in het KB van 28/8/2002 betreffende de responsabilisering van de verzekeringsinstellingen met betrekking tot het bedrag van hun administratiekosten. http://staatsbladclip.zita.be/staatsblad/wetten/2002/09/14/wet-2002022723.html
13
Er zijn 10 evaluatiecriteria wettelijk vastgesteld ter beoordeling van de “variabele administratiekosten”. Deze hebben onder meer betrekking op de tijdigheid en kwaliteit van gegevensverstrekking aan het RIZIV (o.a. inzake de maximumfactuur), (terug)betalingsverplichtingen inzake geneeskundige verstrekkingen en uitkeringen, beleidsvoorbereidende studies, werking inzake adviserende geneesheren en interne controle/audit. Het 10de criterium heeft betrekking op gezondheidspromotie: “De verwezenlijkte inspanningen met het oog op het bevorderen van de gezondheidsopvoeding en het aanmoedigen van het gebruik van minder dure geneeskundige verzorgingsformules, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de verstrekte verzorging.” De 10 criteria wegen niet allemaal even veel door voor de “variabele” administratiekosten. De weging varieert van 5, 10, tot 15%. Criterium 10 weegt voor 5% mee. Pas wanneer een landsbond/ziekenfonds alle 10 criteria voldoende heeft gerealiseerd, ontvangt de verzekeringsinstelling het maximale vastgelegde bedrag aan “variabele administratiekosten”. Geen dubbele financiering Vanzelfsprekend worden de financiële middelen ontvangen van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid steeds in rekening gebracht bij het “variabel gedeelte administratiekosten”. Daardoor is er geen sprake van een dubbele financiering. 2.8. Situering in het werkveld en tendensen op het vlak van gezondheidspromotie Belang landsbonden & ziekenfondsen Landsbonden en ziekenfondsen zijn een unieke partner voor de Vlaamse overheid omdat ze: • gezondheid in al zijn verscheidenheid behandelen door een zeer brede werking te hebben die tal van deelterreinen integreert; • stabiele, betrouwbare actoren zijn die een ruime continuïteit garanderen; • zeer brede lagen van de bevolking bereiken; • een zeer groot vertrouwen genieten van de bevolking en beschikken over een breed netwerk van partnerorganisaties; • vanuit hun wettelijke opdrachten de verbinding maken tussen gezondheidspromotie en de federale ziekteverzekering; • heel wat eigen middelen in hun beleid inzake gezondheidspromotie en ziektepreventie investeren • een groot belang hechten aan een kwalitatief hoogstaande en betrouwbare werking • voortdurend waken over de effectiviteit van acties en producten opdat deze terecht komen bij de doelgroepen die er het meeste nood aan hebben Tendensen in de sector gezondheidspromotie De sector professionaliseert. Er is het toenemend belang van expertisecentra. Bij de Logo’s is er langzaam maar zeker een stijging van het aantal personeelsleden (medisch milieukundigen, rookstopregisseurs, geestelijke gezondheid op school, fusieoperatie). Hogescholen en universiteiten worden ook uitvoerders van gezondheidspromotie. Ze beperken zich niet meer alleen tot het wetenschappelijke kader maar realiseren ook zelf gezondheidsmethodieken (denk maar aan “10.000 stappen” – Expertisecentrum Valpreventie – losse projecten bij de hogescholen). Gezondheidspromotie is ook een business geworden De voedings- en farma-industrie is zeer actief via websites, online coaching programma’s, … Lifestyle magazines staan vol gezondheidsinformatie. Er verschijnen regelmatig extra nummers over gezondheidsonderwerpen zoals afslanken, borstkanker en gezond op je 50ste. Het lijkt alsof de commerciële sector de traditionele rol van GVO voor een behoorlijk stuk heeft ingenomen. De kwaliteit van deze gezondheidsinformatie is echter niet altijd gegarandeerd door de onvermijdelijke vermenging met commerciële belangen. Er wordt vaak foutieve, verwarrende en weinig genuanceerde info gegeven. De bevolking kan vaak het “kaf van het koren” niet meer scheiden, welke informatie is correct en welke niet. Bovendien speelt het internet ook een grote rol in het verspreiden van allerlei gezondheidsinformatie. Voor de digitale revolutie was content maken een exclusief domein van de media en uitgevers van boeken. Maar
14
internet heeft dit helemaal omgedraaid. Nu kunnen ook particulieren, vzw’s, firma’s die het verspreiden van “content” niet als hun core business hebben, toch naar hartelust informatie verspreiden en daar bovendien erg succesvol in zijn. Internet zorgt voor een ware explosie aan informatie. Kwaliteit, legitimiteit en geloofwaardigheid zijn meer dan ooit belangrijk en daar kunnen de landsbonden en ziekenfondsen een belangrijke rol in spelen.
15
B. Doelstellingen beleidsplan 2012 – 2016 1. Inleiding 1.1. Wetenschappelijke en kwaliteitsvolle onderbouwing werking We hechten groot belang aan de kwaliteit en effectiviteit van onze werking rond gezondheidsbevordering. We erkennen het belang van wetenschappelijk onderbouwd werken aan preventie en het belang van gevalideerde informatie. We engageren ons om hier aandacht aan te besteden in de eigen werking. Deze kwaliteitsvolle werking wordt ondersteund via deze wijzen: • Intensieve samenwerking met artsen. Sinds begin mei 2011 is dr. Ivan Van der Meeren, coördinator van de Studiedienst en Voorzitter van de Stuurgroep Gezondheidspromotie ons aanspreekpunt bij de directie van het NVSM. Daarnaast wordt er ook nauw samengewerkt met adviserende geneesheren. Dr. Vera De Groof of een collega leest alle teksten na van de dienst en zetelt ook in de Stuurgroep Gezondheidspromotie. • Er wordt ook nauw samengewerkt met de Studiedienst en Onderzoek & Ontwikkeling van het NVSM. In 2010 maakte O&O een studie i.v.m. röntgenfoto’s bij rugklachten, gekoppeld aan het project Rugweb.be (3). • Daarnaast doen we ook sinds geruime tijd beroep op freelance experten naar gelang de noodzaak. Momenteel gaat het over diëtiste Claudia Fripont, seksuoloog/psycholoog Ellen Van Looy, psycholoog Marcel Joos, gezondheidspsycholoog/diëtiste Barbara Brunelli, diabeteseducator Martine Van Tichelen en beweegexpert Hanne Proost vast in dienst (4). Voor de gezondheidswebsite werken we ook samen met artsen van universitaire ziekenhuizen (meestal UG) en andere experten. Naar gelang het dossier wordt er contact opgenomen met een specifieke arts-specialist. Deze personen ontvangen hiervoor momenteel geen vergoeding. De teksten van alle bovenvermelde experten worden nagelezen door de adviserend geneesheer Vera De Groof of haar collega’s. Zo wordt er op toegezien dat de informatie correct is. • Ook met de partnerorganisaties VIGeZ en VAD hebben we in het verleden samengewerkt voor projecten. VIGeZ (tentoonstelling Resto Resto, workshop etiketten lezen, folder actieve voedingsdriehoek) – VAD (promotie de Druglijn en quizzen ivm verslaving). De partnerorganisaties verleenden gratis hun medewerking. Voor meer intensieve samenwerking met VIGeZ i.v.m. tevredenheidsonderzoeken werden in het verleden wel vergoedingen afgesproken. We hopen in de toekomst een vergelijkbare samenwerking te kunnen opzetten (nalezen = gratis – intensiever = betalend). • We vergroten uiteraard ook onze deskundigheid via consultatie van relevante literatuur en vorming en opleiding (vormingen bij de dienst Vorming & Selectie van het NVSM & partnerorganisaties e.a.). • Naast inhoudelijke validering van informatie zoeken we ook op andere wijzen naar kwaliteitsgaranties die een hoge mate van verzekering geven dat onze producten/acties voldoen aan de verwachtingen van de gebruiker/overheden. We baseren ons op een gefundeerde onderbouw, vertrekken van objectief feitenmateriaal, streven naar het maken van verantwoorde keuzes, betrekken de doelgroep actief, schakelen experten in (bv. artikels ledentijdschrift S-Magazine worden voor publicatie ook nog gecheckt door hoofd – en eindredacteur), gaan planmatig te werk en evalueren. 1.2. Samenwerking met externe organisaties • Ook in de komende beleidsperiode 2012-2016 willen we nauw samenwerken met partnerorganisaties, Vlaamse overheid en andere relevante partners. Voor ons is dit duidelijk een inspanningsverbintenis. 3
. Meer info over adviserende geneesheren, Studiedienst en Onderzoek & Ontwikkeling vindt u in het luik “Partnerorganisaties en relevante deelentiteiten NVSM/ziekenfondsen”.- deel A NVSM. 4 . Link naar onze freelance Gezondweb experten: http://www.gezondweb.be/GezondWeb/Experten-gezondweb.htm
16
Met VIGeZ hebben we vergaderd i.v.m. een samenwerking voor volgende gezondheidsdoelstellingen: voeding/beweging, vaccinaties, borstkankeropsporing, suïcidepreventie, ongevallen in de privésfeer, samenwerking met de Logo’s en tabak. Voor meer informatie zie bijlage 2 verslag van de vergadering van 15/3/2011. Ook met VAD wensen we verder samen te werken. In de komende maanden willen we met hen de samenwerking bespreken inzake alcoholgebruik en illegale drugs. Andere partnerorganisaties (bv. diabetes, valpreventie) van toepassing op deze oproep zijn op dit ogenblik nog niet definitief bekend.
1.3. Samenwerking met de campagnes van Vlaamse overheid – methodieken partnerorganisaties • Waar mogelijk gaat de Dienst Gezondheidsbevordering in haar werking linken leggen met de campagnes van de overheid en methodieken van de partnerorganisaties om op deze manier ondersteuning te geven. Het gaat dan meer specifiek over minstens volgende campagnes/methodieken: actieve voedingsdriehoek, vaccinatie initiatieven (seizoensgriep + vaccinatieweek), Fit in je hoofd, Druglijn, 24 uur niet roken, 10.000 stappen. 1.4. Aandacht voor specifieke doelgroepen • We hebben aandacht voor en houden rekening met kansengroepen (o.a. kansarmoede). We nemen hier rond een inspanningsverbintenis op. Dit vertaalt zich onder meer via volgende terreinen: het gratis ter beschikking stellen van producten, het gebruik van eenvoudige taal, waar nodig teksten laten nalezen door verenigingen gespecialiseerd in kansengroepen, e.a. Bij de gezondheidsdoelstellingen (zie verder) worden een aantal specifieke actiepunten geformuleerd. • Onze werking is bedoeld voor alle leden. Toch zien we ook het “bijdragen tot de kwaliteitsoptimalisatie van het leven van zieken” (onderdeel van onze missie) als één van onze opdrachten. Deze groepen staan in grotere mate blootgesteld aan bedreigingen van hun gezondheid. 1.5. “Perimeter” van de doelstellingen • Deze doelstellingen overlopen de “perimeter” waarin we in de periode 2012-2016 willen werken. Het is duidelijk dat niet alle thema’s en resultaatsgebieden evenveel aan bod kunnen komen rekening houdend met het subsidiebedrag zoals voorzien in de oproep. Jaarlijks zal in de jaarplanning worden uiteengezet waar het accent op zal worden gelegd in het specifieke werkingsjaar. De bedoeling is wel dat in de periode 2012-2016 alle doelstellingen zoals hier geformuleerd aan bod zullen komen.
2. Doelstellingen beleidsplan 2012-2016 GEZONDHEIDSDOELSTELLING BORSTKANKEROPSPORING Strategische doelstelling 1 De dienst Gezondheidsbevordering informeert doelgericht en correct Vlaamse vrouwelijke leden van de socialistische ziekenfondsen tussen 50-69 jaar over het Vlaams bevolkingsonderzoek borstkankeropsporing. Motivatie voor het werken rond het thema “Borstkankeropsporing” Borstkanker is in Vlaanderen de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen en is ook de voornaamste doodsoorzaak bij Vlaamse vrouwen van 40 tot 69. Jaarlijks krijgen 9.500 vrouwen borstkanker in België (in Vlaanderen meer dan 5.000) en overlijden er 2.300 (in Vlaanderen 1.400 overlijdens). Ons land scoort hiermee het hoogst van de hele Europese Unie. Toch overleeft de meerderheid van de vrouwen borstkanker. Naast de leefstijlfactoren speelt borstkankerscreening een belangrijke rol in de preventie. Hoe vroeger borstkanker wordt ontdekt, hoe kleiner de kans op uitzaaiing, hoe beter de genezingskansen en hoe milder de therapie. Door vroeger te ontdekken en steeds beter te behandelen wordt borstkanker een ziekte waar vrouwen nog vele jaren mee kunnen leven. Dit
17
zijn de motieven waarom de dienst Gezondheidspromotie deze thematiek opneemt in haar werking. Het gaat dus om een ernstige ziekte en treft een groot aantal vrouwen. Bijna de helft van de vrouwen uit de doelgroep (48%) laat zich momenteel screenen. Veel redenen voor niet-deelname aan het bevolkingsonderzoek zijn gebaseerd op foute informatie over het onderzoek of over borstkanker(cf. rapport niet-participatie borstkankeropsporing Vlaanderen). Daarom zal de dienst de doelgroep van het bevolkingsonderzoek die zij kan bereiken zo correct mogelijk informeren. Motivatie voor de gekozen doelgroep 75% van alle borstkankers komt voor bij vrouwen boven de 50. Doorgaans is een screeningsmammografie bij jonge vrouwen minder efficiënt en schadelijker. Het is nuttiger de deelname op te voeren bij de leeftijdsgroep waar de efficiëntie van het onderzoek wel bewezen is, namelijk tussen 50 en 69 jaar. Vrouwen moeten meer en beter overtuigd worden van het belang en de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek. Daarom zal de dienst Gezondheidsbevordering haar communicatie vooral richten naar de vrouwelijke leden van het ziekenfonds tussen 50 en 69 jaar, maar niet steeds exclusief naar leden van het socialistisch ziekenfonds (bv digitale informatie is toegankelijk voor iedereen). Operationele doelstelling 1.1. De personeelsleden (of het personeelslid) die de informatie verspreiden aan de beoogde doelgroep Vlaamse vrouwen van 50 t.e.m. 69 – hebben hun deskundigheid en kennis van de thematiek ‘borstkanker en borstkankerscreening’ bevorderd tegen het einde van de looptijd van het beleidsplan. Motivatie Doordat de medewerkers van de dienst Gezondheidsbevordering multi-inzetbaar zijn en in het verleden rond diverse thema’s werkten, hadden zij niet de tijd om zich meer te bekwamen in specifieke gezondheidsthema’s. Door meer prioriteit te geven aan deze strategische doelstelling is bekwaming in het thema borstkanker(opsporing) verantwoord. Dit met het oog op correct en doeltreffender informeren van de doelgroep. Acties De personeelsleden of het personeelslid zal daartoe: • een beroep doen op ondersteuning van experten wanneer mogelijk, bv VIGeZ, artsen of professoren. • zich bijscholen via vormingen over borstkanker(opsporing) indien de mogelijkheid zich voordoet. • literatuur en betrouwbare bronnen raadplegen (bv borstkankeropsporing.be). Resultaatsgebieden Kan passen in volgend resultaatsgebied: • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst. Indicatoren • Aantal geconsulteerde leerboeken, documentatiebronnen, bijscholingen of contacten met experten. Operationele doelstelling 1.2. Vrouwelijke leden van de socialistische ziekenfondsen tussen 50-69 jaar ontvangen meer informatie over borstkankeropsporing en borstkanker via de gebruikelijke informatiekanalen van de dienst Gezondheidsbevordering en de socialistische ziekenfondsen. Acties • •
Verzamelen van up-to-date informatie over vroegtijdige opsporing van borstkanker, de procedure van het bevolkingsonderzoek, verschil tussen screeningsmammografie en diagnostische mammografie, borstkanker en de factoren die de kans op deze ziekte vergroten en verkleinen. De dienst Gezondheidsbevordering maakt informatiedragers die ze verspreidt met de bedoeling zoveel mogelijk vrouwen uit de doelgroep te bereiken, via deze kanalen: - het ledenblad S-Magazine (enkel leden) - de websites van de socialistische ziekenfondsen en de gezondheidswebsite (zowel leden als nietleden)
18
-
het personeelsblad S-Mail digitale nieuwsbrieven (abonnees= zowel leden als niet leden) op maat gemaakte mailings wanneer haalbaar
Resultaatsgebieden Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst. • Resultaatsgebied 3: Waar nodig bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken afstemmen op de doelgroep van de ziekenfondsen en hun leden. Indicatoren • Indicator 1: verspreide informatie/acties is gebaseerd op gevalideerde richtlijnen in samenwerking met relevante partners/experten (bv. Agentschap Zorg & Gezondheid, VIGeZ, consortium Borstkankerscreening, eigen experten) • Indicator 2: aantal verspreide exemplaren van een tijdschrift of nieuwsbrief (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen), waarin info over borstkanker(opsporing) verscheen • Indicator 3: aantal artikels over borstkanker(opsporing) op de eigen websites (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) • Indicator 4: aantal publicaties of informatiedragers over borstkanker(opsporing) Operationele doelstelling 1.3. De dienst Gezondheidsbevordering selecteert tegen 2016 via welk kanaal en op welke wijze (folder, flyer of ander communicatiemiddel) ze de informatie in eenvoudige taal ook kan overbrengen op kansarme en allochtone vrouwen van 50 t.e.m. 69 jaar. Acties • Oriënterende gesprekken met een aantal intermediairen. Mogelijke intermediairen zijn bijvoorbeeld bepaalde diensten van de socialistische ziekenfondsen, de vrouwenvereniging VIVA-SVV, met Wijkgezondheidscentra, Logo’s, … om af te toetsen waar opportuniteiten liggen voor het realiseren van deze doelstelling. • Selectie van mogelijke partner die bereid is om in samenwerking deze doelstelling te realiseren. • Eventueel ontwikkelen nieuwe/aangepaste informatiedrager of gebruik maken van bestaande informatiedragers (bv die van VIGeZ) naar de kansarmen uit de doelgroep. • De communicatie verspreiden waar mogelijk. Resultaatsgebieden Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst. • Resultaatsgebied 3: Waar nodig bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken afstemmen op de doelgroep van de ziekenfondsen en hun leden. Indicatoren • Indicator 1: verspreide informatie/acties is gebaseerd op gevalideerde richtlijnen in samenwerking met relevante partners/experten (bv. VIGeZ, verenigingen waar armen het woord nemen, Wijkgezondheidscentrum, e.a.) • Indicator 2: selectie van een samenwerkingspartner met ervaring in de doelgroep • Indicator 3: omschrijving van concreet initiatief, communicatiedrager en draagwijdte • Indicator 4: gesprekken met intermediairen GEZONDHEIDSDOELSTELLING VOEDING EN BEWEGING
19
Strategische doelstelling 2 De dienst Gezondheidsbevordering biedt aan de leden van de socialistische ziekenfondsen deskundige informatie over een gezonde levensstijl met focus op meer bewegen, evenwichtiger eten en het nastreven van een gezond gewicht. Motivatie voor het werken rond het thema ‘voeding en beweging’ De laatste jaren worden we alsmaar zwaarder. Slechte voeding en te weinig beweging spelen een hoofdrol in de opmars van obesitas. De Belgische volwassen bevolking heeft een gemiddeld BMI van 25 of meer (54% van de mannen en 40% van de vrouwen), wat gelijk staat aan overgewicht. 14% is echt zwaarlijvig (met een BMI van 30 of meer). Vanaf een BMI van 25 stijgt de kans op morbiditeit en mortaliteit. Overgewicht en obesitas kunnen namelijk leiden tot de ontwikkeling van ziektes als kanker, hart- en vaataandoeningen, diabetes type 2, hypertensie, osteoporose en valpartijen. Wat nog meer verontrustend is, is dat al 18% van de jongeren van 2 tot en met 17 jaar overgewicht heeft. In de leeftijdsgroep 5 tot 9 jaar is dat zelfs 22%. Dit is extra verontrustend omdat overgewicht bij kinderen bijdraagt tot de epidemie van overgewicht bij volwassenen (5). Motivatie voor de gekozen doelgroepen Binnen het thema voeding en beweging richten we ons in de eerste plaats tot kinderen en jongeren. De kindertijd is de beslissende levensfase voor het verwerven van een gezonde levensstijl met evenwichtige en gevarieerde voedingsgewoonten en voldoende beweging. Het is dan ook belangrijk om in deze fase acties op maat uit te voeren. De school is voor de doelgroep kinderen een belangrijke leefomgeving. De impact ervan op het gedrag van haar leerlingen of studenten mag niet worden onderschat (6). We kiezen er daarom voor om hen via deze weg te benaderen. Daarnaast mogen we de kansengroepen niet vergeten. We proberen een extra inspanning te leveren om ook deze doelgroep te informeren over gezonde voeding en beweging. Daar het gemiddelde BMI bij de algemene populatie nog steeds zo hoog is, mogen we ook het volwassen publiek niet vergeten. Een laatste risicogroep waar we extra aandacht op willen vestigen, is de doelgroep van diabetespatiënten. Deze ziekte, en dan vooral diabetes type 2, komt steeds meer voor onder de bevolking. We kunnen terecht spreken van een gezondheidsprobleem. De prevalentie van type 1 en type 2 diabetes bij volwassenen samen wordt geschat op 8,0 % van de volwassen Belgische bevolking. Dit zal verder oplopen tot 9,6 % of 1 op 10 volwassen Belgen in 2030 5 (7). De overgrote meerderheid van de diabetespatiënten (90%) lijdt aan diabetes type 2. Om deze evolutie tegen te gaan, willen we gerichte acties ondernemen om de algemene bevolking beter te informeren over gezonde voeding en lichaamsbeweging. Het is ook belangrijk om hierbij aandacht te besteden aan de diabetespatiënten zelf, die door hun ziekte vaak extra kans lopen om complicaties te krijgen. Operationele doelstelling 2.1. De dienst Gezondheidsbevordering stimuleert bij voornamelijk kansengroepen uit het basisonderwijs een juistere kijk op het eigen voedings- en beweegpatroon. Het totaalproject rond gezonde voeding dat we aanbieden, omvat een koelboxspel, tentoonstelling Resto Resto, werkboekjes en een kookboekje voor de ouders en leerkrachten (8). De afzonderlijke elementen worden al enkele jaren met succes verspreid naar basisscholen en andere organisaties (gemeenten, Logo’s, enz.). De tentoonstelling werd in 2010 in samenwerking met VIGeZ (voedingsexperte Erika Van Hauwaert) herwerkt. De herwerking wordt in 2011 door VIGeZ (wetenschappelijke experte Veerle Stevens) via een tevredenheidsmeting onderzocht. In het kader van deze beleidsperiode willen we het project blijven verspreiden en ook een aantal inspanningen doen om nieuwe leerlingen te bereiken. We willen ons hierbij specifiek concentreren op kansengroepen. Kansengroepen hebben een hoger gezondheidsrisico. Het project is heel visueel en heel toegankelijk. Dit 5. Gezondheidsenquête 2008 6. Vlaams Actieplan voeding en beweging 7. Website Vlaamse Diabetesvereniging, http://www.diabetes.be/3/83/overdiabetes/diabeteswereldwijd.aspx, opgehaald op 2/3/11 8 . Meer info over Resto Resto op deze link http://www.gezondweb.be/GezondWeb/InformatieOver/educatiefmateriaal/Educatievepakketten/Voeding/voedingsweek.htm
20
maakt het ook bruikbaar in groepen met allochtone leerlingen en leerlingen uit het bijzonder onderwijs. Er zijn ook inspanningen gedaan om de tentoonstelling aan te passen aan de allochtone gemeenschap. Acties • Het totaalproject gezonde voeding naar scholen toe bekendmaken via promotiefolders en mailings. • Onderzoeken welke scholen kansengroepen onder hun leerlingen hebben. • Bekijken of er een financiële tussenkomst kan gebeuren naar scholen met veel allochtone leerlingen en andere kansengroepen. Indien mogelijk deze financiële tussenkomst extra in de verf zetten in de promotie van het project. Actieplan Voeding en beweging Dit kadert in actieplan V&B, strategie 3: gezond bewegen en evenwichtiger eten op school, prioriteit 6: kwaliteitsvolle, educatieve materialen en schoolprojecten voor elk onderwijsniveau, -type en –vorm met aandacht voor afstemming doorheen de verschillende onderwijsniveaus. Indicator • Indicator 1: aantal uitleningen per jaar (rekening houdend met vakanties en toetsperiodes in de praktijk maximaal 30 weken) • Indicator 2: aantal bereikte scholen met leerlingen uit kansengroepen • Indicator 3: resultaten van de tevredenheidmeting bij gebruikers (2011) Resultaatsgebied • Resultaatsgebied 2: ondersteunen van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst: de tentoonstelling is volledig opgebouwd rond de actieve voedingsdriehoek van VIGeZ (ook voor de allochtone gemeenschap). • Resultaatsgebied 3: Waar nodig bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken afstemmen op de doelgroep van de ziekenfondsen en hun leden: Het in overleg met de ontwikkelaar aanpassen van deze methodieken om een betere afstemming met de doelgroep van de leden van ziekenfondsen te bekomen. Operationele doelstelling 2.2. De dienst gezondheidsbevordering en de ziekenfondsen informeren de leden over gezonde voeding en beweging met het oog op het voorkomen van diabetes en doen een poging om diabetespatiënten aan te zetten om gezonder te leven om zo complicaties te voorkomen. Patiënten met diabetes hebben een verhoogd gezondheidsrisico. Zij hebben een grote nood aan een juiste voeding en een goede afstemming van beweging en sport. Binnen de mutualiteit zijn er al heel wat lokale initiatieven rond diabetes, zoals: diabetescafés en een educatief diabetesspel. Op onze gezondheidswebsite is er de diabetescoach (beantwoorden persoonlijke vragen van surfers) en verder een heel voedingsdossier met diabetesvriendelijke recepten. Acties • We informeren diabetespatiënten via de bekende informatiekanalen zoals S-Magazine en de gezondheidswebsite. We zoeken naar geschikte onderwerpen voor de doelgroep en brengen indien mogelijk informatie op maat (zoals een nieuwsbrief in het thema). • We gaan op zoek naar geschikte informatiedragers zodat de informatie de juiste doelgroep bereikt. • We onderzoeken effectieve strategieën om diabetespatiënten aan te zetten om gezonder te eten en te bewegen. Dit onderzoek kan gebeuren a.d.h.v. literatuuronderzoek, begeleiding door deskundigen uit het werkveld, focusgroepen met patiënten, enz. Eens een effectieve strategie gevonden, voeren we deze ook uit indien mogelijk. • Om de actie en informatie zo gericht mogelijk te kunnen aanbieden, willen we ons zo veel als mogelijk baseren op ledengegevens van de socialistische ziekenfondsen (bv. geneesmiddelengebruik en zorgconsumptie diabetespatiënten). Indien deze gegevens bepaalde trends of hiaten tonen, zullen we hierop inspelen indien mogelijk. Indicator • Indicator 1: verspreide informatie/acties is gebaseerd op kwalitatieve gevalideerde informatie
21
• • •
Indicator 2: aantal artikels over diabetes in interne communicatiekanalen Indicator 3: inventaris van strategieën Indicator 4: aantal bereikte leden (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen)
Resultaatsgebied • Resultaatsgebied 1: aanbieden van informatie en advies Operationele doelstelling 2.3. De dienst Gezondheidsbevordering informeert de leden van de socialistische ziekenfondsen rond verschillende aspecten van voeding en beweging met het oog op het verbeteren van hun voedings- en bewegingspatroon. Het aanbieden van de juiste informatie via verschillende communicatiekanalen kan bij onze leden een hoger bewustzijn creëren rond gezonde voeding en beweging. De voorbije werkingsjaren hebben we veel aandacht besteed aan het thema voeding en beweging. Het is een centraal thema binnen onze werking. We beschikken over voldoende interne communicatiekanalen zodat we de boodschap kunnen verspreiden onder onze leden, zowel op papier als online. Via de gezondheidswebsite kunnen leden een persoonlijke vraag stellen aan de beweegexpert en webdiëtiste. Deze dienstverlening is gratis en via internet dus voor mensen met een computer erg toegankelijk. Mensen moeten zich niet verplaatsen en kunnen toch professioneel advies krijgen op hun maat. Verder is er ook een ruim aanbod aan voedings- en bewegingsdossier met artikels, gezonde recepten en gezondheidstesten rond voeding en beweging (vettest, calorietest, enz.). Acties: • Uitbreiden of updaten van de rubrieken ‘voeding’ en ‘bewegen en sporten’ met relevante onderwerpen op onze gezondheidswebsite. • Ondersteunen initiatieven partnerorganisaties: interventies als 10.000 stappen hebben we de voorbije jaren steeds verspreid. Nieuwe initiatieven opnemen in artikels in tijdschriften en op de website. • De bovenstaande informatie ruim verspreiden met de bedoeling zoveel mogelijk leden te bereiken, via deze kanalen: - het ledenblad S-Magazine - gezondheidswebsite - digitale nieuwsbrieven (abonnees = zowel leden als niet-leden) Resultaatsgebied • Resultaatsgebied 1: aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: ondersteunen van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst: in de communicatie rond beweging wordt de geldende norm voor fysieke activiteit van 30 minuten per dag voor volwassenen en 60 minuten per dag voor kinderen en jongeren gecommuniceerd (WHO). In de communicatie rond voeding wordt, waar mogelijk, gerefereerd naar de actieve voedingsdriehoek van VIGEZ. Indicator • Indicator 1: overzicht van artikels in ledenbladen en op gezondheidswebsite • Indicator 2: aantal bereikte leden (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) • Indicator 3: verspreide informatie/acties is gebaseerd op kwalitatieve informatie gevalideerd door eigen experten (bv. interne medewerkers, freelance experten, …) Operationele doelstelling 2.4. De personeelsleden (of het personeelslid) die de informatie verspreiden aan de beoogde doelgroep verwerven tegen het einde van de looptijd van het beleidsplan meer deskundigheid en kennis van de thematiek voeding en beweging. Motivatie Doordat de medewerkers van de dienst Gezondheidsbevordering multi-inzetbaar zijn en in het verleden rond diverse thema’s werkten, hadden zij niet de tijd om zich meer te bekwamen in specifieke gezondheidsthema’s.
22
Door meer prioriteit te geven aan deze strategische doelstelling is bekwaming in het thema voeding en beweging verantwoord. Dit met het oog op correct en doeltreffend informeren van de doelgroep. Acties De personeelsleden of het personeelslid zal daartoe: • literatuur en betrouwbare bronnen raadplegen. • een beroep doen op ondersteuning van experten wanneer mogelijk, bv VIGeZ, artsen of professoren, … • zich bijscholen via vormingen over voeding en beweging indien de mogelijkheid zich voordoet. Resultaatsgebied Vorming en deskundigheidsvorming hoort bij een voorwaardenscheppende sfeer voor de realisatie van de resultaatsgebieden. Indicator • Overzicht van de wijze waarop de kennis werd vergroot (lijsten vormingen, studiedagen, literatuur die werd geconsulteerd, lijst samenwerking met externe organisaties ) GEZONDHEIDSDOELSTELLING DEPRESSIE EN ZELFDODING Strategische doelstelling 3 De dienst Gezondheidsbevordering sensibiliseert en informeert in het bijzonder kinderen en jongeren over beschermende factoren tegen depressie en stimuleert hen erover te praten. Motivatie voor het werken rond het thema ‘depressie en zelfdoding’ Zelfdoding is een belangrijk gezondheidsprobleem. In 2008 overleden 1027 mensen aan zelfdoding (9). Verder heeft een tiende van de bevolking (12%) ooit al aan zelfmoord gedacht en 4,8% heeft ooit al geprobeerd om zelfmoord te plegen (10). Depressie is een risicofactor voor zelfdoding. Het risico dat iemand die depressief is ooit zelfdoding zal plegen, bedraagt 6 tot 15%. In Vlaanderen heeft maar liefst 93 op 1000 patiënten de voorbije 15 jaar een diagnose van depressie gekregen (11). Aangezien de kans op herval bij depressie zeer hoog is, namelijk 50 tot 70%, wordt depressie vaak een chronische recidiverende aandoening. Motivatie voor de gekozen doelgroepen De dienst gezondheidsbevordering zal zich richten op de preventie van depressie om op die manier het aantal zelfmoorden terug te dringen. Op basis van hun leeftijd zijn kinderen en jongeren een geschikte doelgroep voor de preventie van depressie. Een inadequate manier van omgaan met stressvolle situaties (coping) is een risicofactor voor het ontwikkelen van een depressie. Door jongeren in een vroeg stadium sociaal-emotionele vaardigheden eigen te maken om adequaat om te gaan met stressvolle situaties, zijn ze in hun leven mogelijk beter beschermd tegen het ontwikkelen van psychische problemen, waaronder depressie (12). In de preventie van zelfdoding scoort geen enkel op zichzelf staand initiatief goed. Het is een combinatie van initiatieven die effectief is. Projecten die zich focussen op risicogroepen scoren over het algemeen goed. Preventieprojecten binnen het onderwijs, die zich focussen op gedragsverandering en stimuleren van het probleemoplossend vermogen bij jongeren, met specifieke vaardigheidstraining en sociale steun naar risicojongeren blijken efficiënt te zijn (13). Aangezien de prevalentie van depressie bij volwassenen zeer hoog is, lijkt het ons nuttig om ons ook hier op te focussen en hier vooral aan universele preventie (preventie voor het algemeen doelpubliek zonder verhoogd risico) te doen. Operationele doelstelling 3.1. 9 Website Agentschap Zorg en Gezondheid, http://www.zorg-en-gezondheid.be/Cijfers/Ziekten/Depressies-en-zelfdoding/Evaluatiegezondheidsdoelstelling-zelfdoding-en-depressie-via-sterftecijfers/, opgehaald op 24/2/11. 10 Gezondheidsenquête 2008 – Belgische cijfers 11 Cijfers Intego-databank, 2008 12 Hermanns et al, 2005 13 Vlaams actieplan suïcidepreventie
23
De dienst Gezondheidsbevordering biedt kinderen en jongeren stimulansen aan om te praten over gevoelens, op school en in het CLB. Zoals hierboven aangegeven, is de doelgroep kinderen en jongeren een belangrijke groep om te betrekken in de preventie van depressie. Op school kunnen we ze bereiken. Bovendien kent de leerkracht zijn leerlingen meestal goed en kan deze herkennen welke leerlingen nood hebben aan extra begeleiding. Kinderen moeten in groep durven praten over hun gevoelens. Wij bieden leerkrachten hier graag materiaal voor aan. Acties • Het pakket ‘Pak van mijn hart’ (indien positief resultaat tevredenheidsmeting – zie jaarplanning 2011) opnieuw aanpassen aan de noden van de gebruiker en terug op de markt brengen. Indien geen verbeteringen noodzakelijk, blijven we het pakket verder verspreiden via de bestaande kanalen. • Het spel ‘Voelsprieten’ (zie voor meer informatie punt 2.5. Activiteiten dienst Gezondheidsbevordering) verder verspreiden en op zoek gaan naar nieuwe verspreidingskanalen. Kadering in actieplan suïcidepreventie • 3.5.4 jongeren, schoolactieplan: 6. activiteiten die kunnen bijdragen tot geestelijke gezondheidsbevordering aan leerlingen. 7. het aanbieden van begeleiding aan jongeren die signalen van somberheid en hopeloosheid vertonen en die kaderen binnen de reguliere werking van het CLB. Indicator • Indicator 1: Aantal verkochte pakketten ‘Pak van mijn hart’ • Indicator ingeval van herwerking: aangepaste pakket is kwalitatief en gevalideerd. • Indicator 3: Aantal verkochte pakketten ‘Voelsprieten’ Resultaatsgebied • Resultaatsgebied 2: het spel ‘Pak van mijn hart’ werd ontwikkeld in samenwerking met Prof. Dr. Frank De Fever van de VUB. De methodiek werd op voorhand getest in scholen en is effectief bevonden. In 2011 loopt een tevredenheidsmeting i.s.m. VIGeZ. Operationele doelstelling 3.2. De dienst Gezondheidsbevordering informeert leden van de socialistische ziekenfondsen over thema’s als mentaal welzijn en geluk. Informatie over mentaal welzijn en geluk kan al onze leden bereiken via onze interne communicatiekanalen. Naar het volwassen publiek toe schrijven we hier vooral preventieve artikels (via ledenblad, website en digitale nieuwsbrieven). Er kunnen ook artikels worden opgenomen gericht naar een specifiek doelpubliek door een aanpassing van het taalgebruik en thema. Leden van de socialistische ziekenfondsen kunnen via de gezondheidswebsite nu al online een gratis vraag stellen aan de webpsycholoog. De rubriek ‘Vraag het aan de webpsycholoog’ loopt nu 2 jaar en de binnengekomen vragen behandelen uiteenlopende onderwerpen zoals angsten, verslaving, stress, enz. Acties • • • • •
Zoeken naar relevante informatie rond mentaal welzijn en geluk. Artikels schrijven in eenvoudige taal en de thema’s op een positieve manier in de aandacht brengen. Artikels schrijven specifiek gericht naar risicogroepen zoals ouderen. Verspreiden van informatie die we aangeboden krijgen van experten zoals nummer zelfmoordlijn, campagne Fit in je hoofd, enz. De bovenstaande informatie wordt ruim verspreid met de bedoeling zoveel mogelijk leden te bereiken, via deze kanalen: - het ledenblad S-Magazine - de gezondheidswebsite - digitale nieuwsbrieven (abonnees = zowel leden als niet-leden)
Indicator • Indicator 1: overzicht van artikels in ledenbladen en op gezondheidswebsite
24
• •
Indicator 2: aantal bereikte leden (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) Indicator 3: verspreide informatie/acties is gebaseerd op kwalitatieve informatie gevalideerd door eigen experten (bv. interne medewerkers, freelance experten, …)
Resultaatsgebied • Resultaatsgebied 1: aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 3: ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst Operationele doelstelling 3.3. De personeelsleden (of het personeelslid) die de informatie verspreiden aan de beoogde doelgroep verwerven tegen het einde van de looptijd van het beleidsplan meer deskundigheid en kennis van de thematiek depressie en zelfdoding. Motivatie Doordat de medewerkers van de dienst Gezondheidsbevordering multi-inzetbaar zijn en in het verleden rond diverse thema’s werkten, hadden zij niet de tijd om zich meer te bekwamen in specifieke gezondheidsthema’s. Door meer prioriteit te geven aan deze strategische doelstelling is bekwaming in het thema depressie en zelfdoding verantwoord. Dit met het oog op correct en doeltreffend informeren van de doelgroep. Acties De personeelsleden of het personeelslid zal daartoe: • literatuur en betrouwbare bronnen raadplegen. • een beroep doen op ondersteuning van experten wanneer mogelijk, bv VIGeZ, artsen of professoren, … • zich bijscholen via vormingen over depressie en zelfdoding indien de mogelijkheid zich voordoet. Resultaatsgebied Vorming en deskundigheidsvorming hoort bij een voorwaardenscheppende sfeer voor de realisatie van de resultaatsgebieden. Indicator • Overzicht van de wijze waarop de kennis werd vergroot (lijsten vormingen, studiedagen, literatuur die werd geconsulteerd, lijst samenwerking met externe organisaties ) GEZONDHEIDSDOELSTELLING TABAK, ALCOHOL EN DRUGS Strategische doelstelling 4 De dienst Gezondheidsbevordering informeert en adviseert volwassen leden van de socialistische ziekenfondsen over tabak- alcohol- en drugspreventie. 1° TABAKSGEBRUIK Motivatie voor het werken rond het thema “Roken” In België sterven jaarlijks ongeveer 20.000 mensen aan de gevolgen van roken, en nog eens 2.000 aan de gevolgen van passief roken. Roken verhoogt de kans op longziekten zoals chronische bronchitis, emfyseem en longkanker. 90% van die gevallen is te wijten aan roken. Rokers hebben bovendien 2,5 keer meer kans op hart- en vaatziekten. Ook allerlei andere kankers (leukemie, mond-, maag-, lever- en baarmoederkanker) zijn in meer dan 30% van de gevallen aan roken te wijten. Daarnaast zorgt roken voor een verminderde vruchtbaarheid, erectieproblemen, maagzweren, huidziekten, osteoporose en tandverlies. Er zijn dus redenen genoeg om deze thematiek te integreren in de werking van de dienst Gezondheidsbevordering. Rookgedrag wordt meestal op jongere leeftijd aangeleerd. Hiermee zal de dienst Gezondheidsbevordering rekening houden bij de communicatie naar gezinnen toe. De specifieke streefdoelen van de Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen zijn bovendien ook gericht op het beperken van rokers bij jongeren.
25
Motivatie voor de gekozen doelgroep roken De directe omgeving is een belangrijke factor bij het voorspellen van het rookgedrag van jongeren. Jongeren die thuis mogen roken worden vaker dagelijkse rokers, ongeacht leeftijd en opleidingsniveau. Rokende jongeren hebben vaker een directe omgeving waar dagelijks roken de norm is. Rookpreventie zal bij die jongeren dan ook niet alleen gericht moeten zijn op het individu, maar ook op de omgeving. Daarom is het belangrijk dat volwassenen die jongeren opvoeden ook zelf het goede voorbeeld geven. Haar communicatie over tabaksgebruik zal de dienst Gezondheidsbevordering dan ook voornamelijk naar deze volwassenen richten, zodat zij zelf het goede voorbeeld kunnen geven en zij geïnformeerd zijn over de competenties om hun kind(eren) van het roken af te houden. Bovendien beschikt de dienst Gezondheidbevordering over de informatiekanalen die makkelijker de oudersopvoeders bereiken dan de jongere zelf. Bovendien is het ook zeer belangrijk dat ouders-opvoeders zich bewust zijn van de voordelen van een rookvrije leefomgeving in het gezin of van de nadelen van een rookomgeving voor kinderen (passief roken). 2° CIJFERS ALCOHOLGEBRUIK Alcoholmisbruik is een niet te onderschatten gezondheidsprobleem. Volgens de WHO is alcoholmisbruik in de Westerse landen één van de “10 leading risk factor causes of death by income Group” (14). Het Europese gemiddelde alcoholgebruik is in vergelijking met de rest van de wereld dubbel zo hoog. Het gemiddeld alcoholgebruik wordt in België op 10,8 liter zuivere alcohol per persoon (bevolking van 15 jaar en ouder) geschat. Daarmee zitten we op het Europese gemiddelde. Alcoholmisbruik wordt gelinkt aan 6,3% van de vroegtijdige sterftes in Europa. Een aantal conclusies uit “Middelengebruik in Vlaanderen: een stand van zaken” (15). • 67 % van de Vlaamse bevolking (+15 jaar) drinkt wekelijks alcohol. Het regelmatig gebruik ligt het hoogst in de leeftijdscategorie 19-24 jaar. Meer mannen dan vrouwen drinken op regelmatige basis alcohol. • 8% van de Vlamingen ouder dan 15 jaar drinkt dagelijks alcohol. In gezinnen met de hoogste opleidingsniveaus komt dagelijks drinken meer voor dan in gezinnen met lagere opleidingsniveaus. • 20% van de Vlaamse bevolking drinkt minstens één keer per maand 6 of meer eenheden op één dag. Dit gedrag komt voornamelijk voor bij 19-34-jarigen (vnl. mannen). • Onder scholieren heeft 85% al eens alcohol gedronken. Drie op de vier leerlingen heeft dit reeds gedaan voor de leeftijd van 15 jaar. • Risicovol gebruik volgens de WGO-normen (> 14 glazen per week voor vrouwen en > 2 1 glazen per week voor mannen) komt voor bij 13% van de Vlaamse mannen en bij 5% van de vrouwen. Er wordt geschat dat er in België tussen de 5 en 7% probleemdrinkers zijn (vrouwen meer dan 4 eenheden per dag; mannen meer dan 6 eenheden per dag), ofwel tussen (bij benadering) 380.000 en 570.000 personen. 3° CIJFERS GEBRUIK ILLEGALE DRUGS Gezondheidsenquête 2008(16) Cannabis: • 14% van de bevolking van 15 tot 64 jaar geeft aan minstens eenmaal in hun leven cannabis gebruikt te hebben, terwijl 5% aangeeft dit in de afgelopen 12 maanden te hebben gebruikt en 3% in de afgelopen 30 dagen.
14
. WHO Global Health Risks http://www.who.int/healthinfo/global_burden_disease/global_health_risks/en/index.html, opgehaald in augustus 2010 .Rapport Middelengebruik in Vlaanderen, een stand van zaken, 2007, opgehaald op 28/2/11, http://www.zorg-engezondheid.be/Cijfers/Gezond-leven-en-milieu/Tabak-alcohol-drugs/Middelengebruik-in-Vlaanderen/ 16 . Gezondheidsenquête 2008 – illegale drugs, opgehaald op 23/2/11. Hier worden de Belgische cijfers vermeld. De Vlaamse cijfers zijn sterk vergelijkbaar met de Belgische cijfers. http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/CROSPNL/HISNL/his08nl/r2/6.het%20gebruik%20van%20illegale%20drugs_r2.pdf 15
26
• •
Onder de huidige gebruikers geeft 30% aan cannabis op een intensieve wijze te gebruiken. Op het niveau van de bevolking is de leeftijd waarop voor het eerst cannabis wordt gebruikt, 18 jaar en 11 maand. Het profiel van de druggebruiker: cannabisgebruik is vooral populair bij jongeren (van 15 tot 34 jaar), bij mannen, bij stedelingen en in alle sociale milieus.
Andere drugs: • 4% van de bevolking van 15 tot 64 jaar heeft ooit minstens een andere drug (zoals cocaïne, amfetamines, ecstasy) gebruikt. 1,5% deed dit tijdens de afgelopen 12 maanden. • Het profiel van deze gebruikers komt overeen met het profiel van de cannabisgebruikers. Een aantal conclusies uit “Middelengebruik in Vlaanderen: een stand van zaken” (17). • 12% van de Vlaamse bevolking heeft al ooit cannabis gebruikt. Bij scholieren, studenten en uitgaanders ligt het ooit gebruik nog een stuk hoger (respectievelijk 21, 50 en 58%). Scholieren en studenten beginnen met cannabis tussen 14 en 16 jaar. • Wat andere drugs betreft, zien we dat het ooit gebruik bij scholieren veel lager ligt dan voor cannabis. Het ooit gebruik van andere drugs dan cannabis is hoger bij uitgaanders en neemt toe met de leeftijd. De startleeftijd voor andere drugs ligt hoger dan de startleeftijd voor cannabis. Met bepaalde producten wordt pas gestart na 20 jaar. Operationele doelstelling 4.1. voor tabak, alcohol en drugs De personeelsleden (of het personeelslid) die de informatie en adviezen verspreiden aan de beoogde doelgroep maximaliseren hun deskundigheid en kennis van het middelengebruik tegen het einde van de looptijd van het beleidsplan. Dit met het oog op het doeltreffender informeren en adviseren van de doelgroep. Acties • Raadplegen van literatuur en betrouwbare bronnen, bv documentatie VIGeZ, VAD, boeken zoals “Nederland stopt! Met roken”, • Een beroep doen op ondersteuning van experten wanneer mogelijk, bv VIGeZ, Tabakstop, VLK, VAD, … • Bijscholen via vormingen over tabaks-, alcohol- en drugsgebruik indien de mogelijkheid zich voordoet. Resultaatsgebieden Kan passen in volgend resultaatsgebied: • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst …”Het investeren in samenwerking en afstemming met de Logo’s. Indicatoren • Aantal geconsulteerde leerboeken, documentatiebronnen, bijscholingen of contacten met experten. Operationele doelstelling 4.2. tabak-, alcohol en drugsgebruik De dienst Gezondheidsbevordering heeft deze beleidsperiode uitgezocht via welke intermediairen de informatie inzake tabak-, alcohol en drugspreventie verder bij de doelgroepen kan uitgedragen worden en welke stimulerende rol de dienst hierbij kan spelen. Mogelijke intermediairen zijn bijvoorbeeld welzijnswerkers van de diensten Maatschappelijke Werk van de ziekenfondsen, personeel van de Thuiszorg, vrouwenvereniging VIVA-SVV, Project Superpapa van Joetz (doelgroep jonge vaders), de dienst Reddie Teddy (doelgroep zwangere vrouwen)… Acties • Oriënterende gesprekken met de bovenvermelde diensten om de opportuniteiten of mogelijke samenwerking af te toetsen.
17
.Rapport Middelengebruik in Vlaanderen, een stand van zaken, 2007, opgehaald op 28/2/11, http://www.zorg-engezondheid.be/Cijfers/Gezond-leven-en-milieu/Tabak-alcohol-drugs/Middelengebruik-in-Vlaanderen/
27
• • •
Beslissen tot samenwerking met die diensten, die de infoverspreiding zinvol vinden en zich willen engageren voor een samenwerking. Overlegvergaderingen om de specifiek informatienoden te detecteren en informatie op maat te produceren, en ook de best geschikte infokanalen te bepalen. De gekozen initiatieven in samenwerking verder uitwerken.
Resultaatsgebieden Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst. • Resultaatsgebied 3: Waar nodig bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken afstemmen op de doelgroep van de ziekenfondsen en hun leden Indicatoren • Indicator 1: selectie van intermediair(en) om mee samen te werken • Indicator 2: concretisering of omschrijving van samenwerkingsinitiatief, doelgroep en bereik • Indicator 3: verspreide informatie/acties is gebaseerd op gevalideerde richtlijnen in samenwerking met relevante partners/experten (bv. VAD, VIGeZ, Stichting tegen Kanker, eigen experten) Operationele doelstelling 4.3. roken De dienst Gezondheidsbevordering informeert en adviseert volwassenen, (groot)ouders en familieleden van jongeren over de factoren die tabaksgebruik beïnvloeden. Met de bedoeling het roken in gezinnen te verminderen zal info verspreid worden over: - De voordelen van stoppen met roken (gezondheidswinst, financieel voordeel, voordelen op sociaal vlak, op psychologisch vlak, voordelen van rookvrije gezinsomgeving voor kinderen). - Bekend maken van het aanbod van methoden en middelen om te stoppen met roken, waaronder ook de tegemoetkomingen van de socialistische ziekenfondsen bij het stoppen met roken. - Opvoedingsadviezen: hoe de kans verkleinen dat je kind gaat roken, hoe de kans vergroten dat je kind stopt met roken? Dit overzicht wordt kortweg als de “tabakspreventie” hieronder geformuleerd. Acties • De informatie over tabakspreventie wordt ruim verspreid met de bedoeling zoveel mogelijk volwassenen uit de doelgroep te bereiken, via deze kanalen: - het ledenblad S-Magazine (enkel leden), - de websites van de ziekenfondsen en de gezondheidswebsite (zowel leden als niet-leden), - het personeelsblad S-Mail (enkel leden), - digitale nieuwsbrieven. Resultaatsgebieden Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst. Indicatoren • Indicator 1: verspreide informatie is gebaseerd op kwalitatieve gevalideerde informatie (bv. VIGeZ, Tabakstoplijn, VRGT, interne medewerkers, freelance experten, …) • Indicator 2: aantal verspreide exemplaren van een tijdschrift of nieuwsbrief, waarin info over tabakspreventie verscheen (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) • Indicator 3: aantal artikels over tabakspreventie op de eigen websites • Indicator 4: aantal publicaties of informatiedragers over tabakspreventie • Indicator 5: overzicht van de rookstopmiddelen of –methodes die worden terugbetaald door de ziekenfondsen.
28
Operationele doelstelling 4.4. roken De dienst Gezondheidsbevordering zoekt een geschikte manier om bij de personeelsleden van het socialistisch ziekenfonds de boodschap m.b.t. tabakspreventie over te brengen en voert het uit tegen het einde van de looptijd van het beleidsplan. Acties • Overlegvergadering met de directie Human Resources van het NVSM om de opportuniteiten of mogelijke verspreiding van de “stop-roken”-boodschap op bedrijfsniveau af te toetsen. • In samenwerking met de directie Human Resources mogelijke initiatieven onderzoeken op hun opportuniteit, relevantie en haalbaarheid. (bv een mailing naar het personeel, affiches in de rookruimte op het werk, een “rookstop-kit” op maat van de rokende werknemers, …) • Het geselecteerd initiatief voorleggen aan de directie die dan een formele ‘go’ of ‘no go’ beslissing neemt. • Na goedkeuring verder bepalen van concrete techniek en materiaal en praktisch uitwerken van het geselecteerde initiatief. Resultaatsgebieden Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst. • Resultaatsgebied 3: Waar nodig bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken afstemmen op de doelgroep van de ziekenfondsen en hun leden Indicatoren • Indicator 1: het resultaat van de overlegvergadering • Indicator 2: een omschrijving van het gewenste resultaat waarover een consensus werd bereikt en wat haalbaar is gerealiseerd. Operationele doelstelling 4.5. alcohol De dienst Gezondheidsbevordering draagt bij de leden van de socialistische ziekenfondsen bij tot een hoger bewustzijn omtrent een gezond alcoholgebruik en hoe dit kan bereikt worden. De dienst maakt de 1ste lijnshulpverlening inzake alcoholmisbruik bekend. Alcohol maakt deel uit van het dagelijkse leven in vele Europese regio’s. Gezondheidsmaatregelen zijn noodzakelijk om de kwalijke gevolgen ervan te voorkomen of verminderen. Focus leggen op: aanzetten om de gemiddelde consumptie te verminderen + problematisch gebruik verlagen (18). Aanpak Uit literatuur blijkt dat alcoholmisbruik een belangrijke omgevingscomponent heeft. Drankgewoontes worden door individuele keuzes en motivatie gekleurd maar worden sterk beïnvloed door factoren van organisatorische, economische, omgeving- en sociale aard. Strategieën die enkel via educatie een verschil in drinkgewoontes willen aanbrengen, hebben weinig kans op slagen. Gecombineerde acties: gedrag, milieu, beleid, structurele veranderingen lijken het meest effectief. Bij de effectieve strategieën zitten veel beleidsmatige acties: prijsverhogingen, wetgeving i.v.m. alcoholverkoop (leeftijd, alcohollicentie uitbaters, …), wetgeving i.v.m. rijden onder invloed (verlagen bloedwaardes, hogere boetes/sancties, alcoholslot…), verhogen pakkans alcohol & rijden, richtlijnen en opleiding voor obers/uitbaters, beperking van alcoholreclame, gezondheidswaarschuwingen op alcoholische dranken, aanbod openbaar vervoer na sluitingstijd, … (19) (20) (21).
18 18
. . Bron: Gezondheidsenquête 2008, opgehaald op 22/2/11. http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/CROSPNL/HISNL/his08nl/r2/7.het%20gebruik%20van%20alcohol_r2.pdf 19. Effectiveness of Health Promotion in Preventing Alcohol Related Harm, Global Perspectives on Health Promotion Effectiveness, 2007, Section 2, 163-178, http://cbrcc.curtin.edu.au/reports/books/howat%20et%20al%202007.pdf, opgehaald op 15/2/2011 20 . Effecten van preventie, Deelrapport van de VTV 2010, Van gezond naar beter, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM http://www.vtv2010.nl/object_binary/o9241_Rivm03-Effecten-van-preventie-VTV-2010.pdf, opgehaald op 15/2/2011
29
Toch hecht de WGO in de “Global strategy to reduce harmful use of alcohol” ook belang aan educatie en informatie, maar ze geeft wel toe dat het impact van alcohol educatie programma’s klein is. Vooral in volgende aspecten ziet ze meerwaarde: promotie effectieve interventies en het mobiliseren van de publieke opinie in de ondersteuning van een effectief alcohol beleid. Gezien deze vaststellingen van de Wereldgezondheidsorganisatie, zien we onze rol inzake alcoholmisbruik dan ook eerder beperkt. Daarbij kiezen we voor de doelgroep volwassenen (eigen alcoholgebruik of als ouder van tieners). Acties • Inventariseren van de eerstelijnshulpverlening inzake alcoholmisbruik. • Media aandacht met de bedoeling zoveel mogelijk volwassenen uit de doelgroep te bereiken, via deze kanalen: - het ledenblad S-Magazine (enkel leden), - de websites van de ziekenfondsen en de gezondheidswebsite (zowel leden als niet-leden), - digitale nieuwsbrieven (zowel leden als niet leden) Resultaatsgebied Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst” • Resultaatsgebied 3: Waar nodig bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken afstemmen op de doelgroep van de ziekenfondsen en hun leden Indicator • Indicator 1: Overzicht (en proces van totstandkoming) van de informatiedragers of publicaties inzake gezond alcoholgebruik en 1ste lijnshulpverlening • Indicator 2: aantal bereikte personen (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) • Indicator 3: verspreide informatie is gebaseerd op kwalitatieve gevalideerde informatie (bv. interne medewerkers, freelance experten, VAD, …) Operationele doelstelling 4.6. illegale drugs De dienst Gezondheidsbevordering verhoogt het bewustzijn omtrent illegale drugs bij opvoeders en verwijst door naar de 1ste lijnshulpverlening. Illegale drugs zullen minder aan bod komen in onze werking. Gebruikers hebben intensievere contacten en andere methodieken nodig dan wij hen kunnen bieden. Ook onze kanalen en activiteiten zijn minder geschikt om de problematiek aan te kaarten. We zullen vnl. een beroep doen op de methodieken gerealiseerd door de partnerorganisaties en terreinorganisaties. We zullen ons daarbij voornamelijk richten op “opvoeders” in de ruime zin. Acties • Informeren van opvoeders over illegale drugs. • Doorverwijzen naar de 1ste lijnshulpverlening. Focus op ouders als opvoeders, kennis vergroten over risico’s van illegaal druggebruik en verdere bekendmaking van de Druglijn. Mogelijke kanalen zijn - het ledenblad S-Magazine (enkel leden) - de websites van de ziekenfondsen en de gezondheidswebsite (zowel leden als niet-leden) - digitale nieuwsbrieven (abonnees= zowel leden als niet-leden) Resultaatsgebied Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies 21.WHO, global strategy to reduce harmful use of alcohol, 18–23 January 2010: EXECUTIVE BOARD 126th Session http://apps.who.int/gb/ebwha/pdf_files/EB126/B126_R11-en.pdf, opgehaald op 15/2/2011
30
•
Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst”
Indicator • Indicator 1: Overzicht (en proces van totstandkoming) van de informatiedragers inzake gezond illegale drugs en 1ste lijnshulpverlening • Indicator 2: aantal bereikte personen (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) • Indicator 3: verspreide informatie is gebaseerd op kwalitatieve gevalideerde informatie (bv. interne medewerkers, freelance experten, VAD, …) GEZONDHEIDSDOELSTELLING INFECTIEZIEKTEN EN VACCINATIES Strategische doelstelling 5 De dienst Gezondheidsbevordering sensibiliseert en motiveert leden van de socialistische ziekenfondsen om de aanbevolen vaccinaties te laten zetten. Aanpak problematiek vaccinaties • Heel wat effectieve methodes om de vaccinatiegraad op te trekken zitten voornamelijk in de medische sfeer zoals vaccinatierichtlijnen van de arts (soort standaard doktersbriefje voor vaccinatie), huisbezoeken, een vaccinatie benchmark met andere artsen, herinneringen per telefoon/mail of gecomputeriseerd (22). • Voor educatie zonder flankerende maatregelen is er te weinig bewijs dat het effectief werkt. Educatie als onderdeel van een vaccinatie interventie wordt wel aanbevolen. Ook financiële tussenkomsten in de kostprijs van vaccinaties, hebben een zeer positief effect op de vaccinatiegraad (23–24). Net als media aandacht voor vaccinaties en de risico’s van ziektes, mensen lijken aan te zetten tot vaccineren. (25-26). • De socialistische ziekenfondsen hebben tegemoetkomingen voor vaccins. Op deze manier zijn de vaccins voordeliger voor de leden. Het gaat momenteel over het baarmoederhalskankervaccin, griepvaccin, pneumokokkenvaccin en vaccins voor kinderen en jongeren. Sommige ziekenfondsen hebben nog bijkomende vaccinatie tegemoetkomingen (27). Operationele doelstelling 5.1: De personeelsleden (of het personeelslid) die de informatie en adviezen verspreiden hebben hun deskundigheid en kennis van de thematiek “vaccinaties en infectieziektes” bevorderd tegen het einde van de looptijd van het beleidsplan. Doordat de medewerkers van de dienst Gezondheidsbevordering multi-inzetbaar zijn en in het verleden rond diverse thema’s werkten, hebben zij niet de tijd om zich meer te bekwamen in specifieke gezondheidsthema’s.
22
. Website Center for Disease Control VS, website “Increasing adult vaccination rates, what works” http://www2a.cdc.gov/vaccines/ed/whatworks/index.html - http://www2a.cdc.gov/vaccines/ed/whatworks/strategies_list.asp, opgehaald op 16/2/2011 23 . Website Center for Disease Control VS, “Strategies to increase adult vaccination rates”, http://www2.cdc.gov/vaccines/ed/whatworks/strategies_other.asp, opgehaald op 16/2/2011 24 24 .. Studie van 2010. Er is in de VS een duidelijk verband tussen Medicaid terugbetalingen en griepvaccinatie bij kinderen uit armere gezinnen. http://www.nelm.nhs.uk/en/NeLM-Area/Evidence/Medicines-Management/References/2010---November/04/Associationbetween-Medicaid-reimbursement-and-child-influenza-vaccination-rates/, opgehaald op 5/11/2010 25 . Uit een studie verschenen in 2010 in “Health Services Research” blijkt dat er een duidelijk verband is tussen media-aandacht en de graad van griepvaccinaties bij ouderen en het vroeger laten zetten van het vaccin. Effects of Mass Media Coverage on Timing and Annual Receipt of Influenza Vaccination among Medicare Elderly, Health Services Research, http://www.hsr.org/hsr/abstract.jsp?aid=4590934753 – http://www.urmc.rochester.edu/news/story/index.cfm?id=2907, opgehaald op 5/11/10. 26 . Uit een studie verschenen in 2006 blijkt dat er een verband is tussen media-aandacht voor de risico’s van griep en een significante stijging van de vaccinatiegraad bij kinderen met astma. Parental Perspectives on Influenza Vaccination Among Children with Asthma, Public Health Reports, http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1525270/, opgehaald op 5/11/10. 27 . Meer informatie over de vaccinatie tegemoetkomingen op de website van de Socialistische ziekenfondsen: http://www.socmut.be/Socmut/Aanbod/Voordelen-diensten/, opgehaald op 16/2/2011
31
Door meer prioriteit te geven aan deze strategische doelstelling is bekwaming in het thema “vaccinaties en infectieziektes” verantwoord. Dit met het oog op het doeltreffender informeren en adviseren van de leden. Acties De personeelsleden of het personeelslid zal daartoe: • Literatuur en betrouwbare bronnen raadplegen • Nauw samenwerken met de adviserende geneesheren van het NVSM • Een beroep doen op ondersteuning van experten waar mogelijk, bv VIGeZ, Agentschap Zorg & Gezondheid, … • Bijscholen via vormingen over vaccinaties en infectieziektes indien de mogelijkheid zich voordoet Resultaatsgebied Vorming en deskundigheidsvorming hoort bij een voorwaardenscheppende sfeer voor de realisatie van de resultaatsgebieden. Indicator • Overzicht van de wijze waarop de kennis werd vergroot (lijsten vormingen, studiedagen, literatuur die werd geconsulteerd, lijst samenwerking met externe organisaties ) Operationele doelstelling 5.2: We promoten aanbevolen vaccinaties (basis vaccinatieschema Vlaanderen) bij onze leden via verschillende kanalen en beklemtonen hierbij onze aanvullende tegemoetkomingen rond vaccinaties. Vaccinaties zijn een veilige en effectieve bescherming tegen gevaarlijke besmettelijke ziektes. Dankzij het uitgebreid aanbod van vaccins in België komen infecties zoals pokken, kinderverlamming, difterie, mazelen en rodehond bijna niet of helemaal niet meer voor. Vaccinatie beschermt niet alleen de persoon zelf tegen de infectieziekte, maar ook zijn kinderen, familie en personen in zijn omgeving die om een of andere reden geen vaccinaties kunnen krijgen. “Het percentage gevaccineerde personen moet echter voldoende hoog zijn (90% of meer, afhankelijk van de ziekte) om die ziekten blijvend te elimineren” (28). De leden van de socialistische ziekenfondsen worden via verschillende kanalen/methodes herinnerd aan het belang van vaccineren, met extra aandacht voor risicogroepen (ouderen, chronisch zieken, zwangere vrouwen, e.a.) en voor het specifieke vaccin dat op dat ogenblik moet worden gepromoot. De boodschap wordt - waar mogelijk - “just in time” gebracht (bv. griepvaccin in oktober). Acties • Media aandacht via ledentijdschrift, websites en digitale nieuwsbrieven • Financiële tussenkomsten voor vaccins • Op maat gemaakte mailings wanneer haalbaar Resultaatsgebied Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst Indicator • Indicator 1: verspreide informatie is gebaseerd op kwalitatieve gevalideerde informatie (bv. interne medewerkers, freelance experten, Agentschap Zorg en Gezondheid, VIGeZ, …) • Indicator 2: overzicht van de informatiedragers of publicaties inzake vaccinaties • Indicator 3: aantal bereikte personen (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) • Indicator 4: overzicht van de financiële tussenkomsten van de ziekenfondsen voor vaccins Operationele doelstelling 5.3: 28
. Website Agentschap Zorg en Gezondheid, http://www.zorg-en-gezondheid.be/vaccinatie.aspx, opgehaald op 9/11/10.
32
In geval van plotse, grootschalige infectieziektes de leden mee sensibiliseren over de risico’s en mogelijke preventieve maatregelen. Motivatie Een infectieziekte wordt overgedragen door een mens of dier. De ziekte wordt veroorzaakt door bacteriën, virussen, schimmels of parasieten. De ziekte kan worden overgebracht door contact met dieren, via voedsel, besmette oppervlaktes of water, het inademen van besmette lucht of door insecten. Door de globalisering lijken de risico’s op een snelle verspreiding van infectieziektes in vergelijking met het verleden toegenomen (laatste decennium grieppandemie, Q-koorts in Nederland, teken (ziekte van Lyme), SARS, …). Ons ledentijdschrift (de teksten moeten wel 5 weken voor publicatie binnen zijn), websites en nieuwsbrieven kunnen een rol spelen in onze leden informeren over de risico’s en mogelijke preventieve maatregelen. Resultaatsgebied Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies Indicator • Indicator 1: overzicht van de informatiedragers inzake infectieziektes • Indicator 2: aantal bereikte personen (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) • Indicator 3: kwalitatieve informatie gevalideerd door eigen experten op basis van informatie van overheden. GEZONDHEIDSDOELSTELLING ONGEVALLEN IN DE PRIVESFEER Strategische doelstelling 6 De dienst Gezondheidsbevordering sensibiliseert de leden van de socialistische ziekenfondsen rond veilig gedrag, risico inschatting en promoot kleinschalige gedrag- en omgevingsaanpassingen. Cijfers ongevallen Gezondheidsenquête 2008 Ongevallen in de privésfeer komen veel voor en zijn vaak vermijdbaar. Ze zijn ook de eerste doodsoorzaak in de leeftijdsgroep tot 44 jaar en impliceren een enorm verlies in termen van levensjaren in goede gezondheid. In Vlaanderen verklaart bijna 7% van de bevolking dat ze in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête slachtoffer werd van een ongeval dat heeft geleid tot een medische consultatie. Er is sinds 2001 een daling (de vraagstelling van de enquête werd wel gewijzigd in deze periode). In stedelijke gebieden zijn er meer ongevallen (8%) dan halfstedelijke gebieden (6%). Ongevallen variëren uiteraard naar gelang de levensfase. Gezondheidsenquête 2008: “Ongevallen op school worden het vaakst vermeld in de leeftijdsgroep van 12-18 jaar. Daarnaast komen ongevallen op het werk het meest frequent voor in de leeftijdsgroep 15-24 jaar (vooral bij mannen) en dalen op de (brug)pensioengerechtigde leeftijd, terwijl ongevallen in de privésfeer met de leeftijd toenemen. Ongevallen op de weg raken meer de jongvolwassenen tussen 15 en 44 jaar, met een piek in de leeftijdsgroep 25-34 jaar (vooral mannen), en de 75-plussers.” (29). Aanpak ongevallen in de privésfeer Drie factoren spelen een rol in ongevallen: het gedrag van het individu, de omgeving en de veiligheid van de gebruikte producten. Het beleid moet zich dus toespitsen op het beïnvloeden van deze factoren. In de fysieke omgeving kunnen maatregelen genomen worden inzake wetgeving, normalisatie, invoeren van keurmerken en productverbetering. Dit zijn bevoegdheden die op Belgisch (of soms zelfs Europees) bestuursniveau liggen.
29
. Gezondheidsenquête 2008 - traumata, opgehaald op 23/2/11 http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/CROSPNL/HISNL/his08nl/r4/7.TR_Traumata_report_2008_nl.pdf
33
Invloedsfactoren binnen de sociale omgeving zijn kennisgebrek en onjuiste risico inschatting, ingeschatte vooren nadelen van preventieve maatregelen, vaardigheden, sociaal-economische achterstelling, leefstijl (organisatie van het huishouden, vrijetijdsbesteding) Bij educatie werken 1 of 2 specifieke boodschappen beter dan meerdere boodschappen tegelijk. Vaak maken kleinschalige omgevingsaanpassingen al een groot verschil uit qua veiligheid. Dikwijls kosten deze niet veel en zijn ze ook gemakkelijk verkrijgbaar. Om dit ingang te doen vinden, is vaak wel eerst een beïnvloeding van de publieke opinie nodig. (30) Operationele doelstelling 6.1. De personeelsleden (of het personeelslid) hebben hun deskundigheid en kennis bevorderd tegen het einde van het beleidsplan inzake “ongevallen in de privésfeer”. Doordat de medewerkers van de dienst Gezondheidsbevordering multi-inzetbaar zijn en in het verleden rond diverse thema’s werkten, hebben zij niet de tijd om zich meer te bekwamen in specifieke gezondheidsthema’s. Door meer prioriteit te geven aan deze strategische doelstelling is bekwaming in het thema “ongevallen in de privésfeer” verantwoord. Dit met het oog op correct en doeltreffend informeren van de doelgroep. Acties De personeelsleden of het personeelslid zal daartoe: • Literatuur en betrouwbare bronnen raadplegen • Nauw samenwerken met de adviserende geneesheren van het NVSM • Een beroep doen op ondersteuning van experten waar mogelijk, bv VIGeZ, Agentschap Zorg & Gezondheid, partner- en terrreinorganisaties inzake ongevallen in de privesfeer, … • Zich bijscholen via vormingen over vaccinaties en infectieziektes indien de mogelijkheid zich voordoet Resultaatsgebied Vorming en deskundigheidsvorming hoort bij een voorwaardenscheppende sfeer voor de realisatie van de resultaatsgebieden. Indicator • Overzicht van de wijze waarop de kennis werd vergroot (lijsten vormingen, studiedagen, literatuur die werd geconsulteerd, lijst samenwerking met externe organisaties, ) Operationele doelstelling 6.2. De dienst Gezondheidsbevordering verhoogt bij de leden van de socialistische ziekenfondsen het bewustzijn omtrent veilig gedrag en hoe dit kan bereikt worden. Ongevallen in de privésfeer zijn een bijzonder ruim thema. Onderwerpen die hieronder kunnen vallen zijn ongevallen door vuurwerk, brand, verkeer, hondenbeten, verdrinking, vergiftiging, vallen bij kinderen & ouderen, sportongevallen, ongevallen in de speeltuin, … Acties • Promoten van kleinschalige gedrags- en omgevingsaanpassingen. • Informeren van leden via ons ledentijdschrift, websites en nieuwsbrieven kunnen een rol spelen in onze leden informeren over de risico’s en mogelijke preventieve maatregelen. • We plannen voor de doelgroep kinderen en tieners ons te inspireren op de domeinen waarop volgens het OIVO maatregelen nodig zijn (Child Safety Report Card - 31) Resultaatsgebied Kan passen in volgende resultaatsgebieden: • Resultaatsgebied 1: Aanbieden van informatie en advies • Resultaatsgebied 2: Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst” 30 31
. Factsheet gezond leven NIGZ, 2001, Veiligheid in de privésfeer, http://www.nigz.nl/index.cfm?act=winkeldl.form&pid=166 . Website OIVO, Child safety Report Card, http://www.oivo-crioc.org/show_doc.php?doc=4284&lang=NL, opgehaald op 17/2/11
34
•
Resultaatsgebied 3: Waar nodig bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken afstemmen op de doelgroep van de ziekenfondsen en hun leden
Indicator • Indicator 1: verspreide informatie is gebaseerd op kwalitatieve gevalideerde informatie (bv. VIGeZ, OIVO, Agentschap Zorg & Gezondheid, Federale overheid, interne medewerkers, freelance experten) • Indicator 2: overzicht van de informatiedragers inzake ongevallen in de privésfeer • Indicator 3: aantal bereikte personen (voor standaard oplages zie 2.6. Communicatiekanalen) ALGEMEEN Strategische doelstelling 7 De Dienst Gezondheidsbevordering NVSM/ziekenfondsen bouwen een duurzame samenwerking uit tussen diverse actoren in gezondheidsbevordering. Operationele doelstelling 7.1: De dienst Gezondheidsbevordering NVSM/ziekenfondsen participeren actief aan overlegorganen en vergaderingen. We volgen beleidsevoluties inzake de gezondheidsdoelstellingen op de voet, hebben kennis van nieuwe tendensen/projecten, laten daarbij onze stem horen, wisselen “good practices” uit en versterken aldus de samenwerking door te participeren aan overlegorganen en vergaderingen. Acties Er zijn heel wat overlegorganen in de sector. Deze zijn structureel of niet-structureel van aard (naargelang de aandacht voor een specifiek gezondheidsthema of –project). Overlegorganen variëren dus in de tijd. Op dit ogenblik participeren we aan volgende overlegorganen: • Sectoroverleg gezondheidspromotie • Raad van Bestuur/Algemene Vergadering van VIGeZ (dit mandaat kan wel vervallen – VIGeZ werkt immers met een beurtrol) • Raad van Bestuur/ Algemene Vergadering Vlaamse Liga tegen Kanker • Werkgroep Voeding & Beweging (plaatsvervangend lid) • Rook stop overleg van de rook stop regisseurs • Ad hoc vergaderingen: CO-netwerk, goed-gevoel-stoel, vergaderingen van de Vlaamse overheid (10.000 stappen, valpreventie, … ) Resultaatsgebied • Netwerking en participatie zijn een voorwaarde scheppende factoren voor de realisatie van de resultaatsgebieden en de vraag naar samenwerking in de oproep. • Via overleg kunnen ook noden worden gesignaleerd inzake “toegankelijkheid van het aanbod in de preventieve gezondheidszorg” (cfr. oproep). • Past ook binnen Resultaatsgebied 1 voor het onderdeel “De minister en het agentschap op eigen initiatief en op vraag informeren over activiteiten en inzichten van ziekenfondsen die relevant zijn voor het preventieve gezondheidsbeleid”. Indicator Lijst van de personen die periodiek georganiseerde overlegorganen en ad hoc vergaderingen hebben opgevolgd. • Indicator 1: Deelname aan overleggroepen partnerorganisaties en intermediairs • Indicator 2: Deelname aan overleg/stuurgroepen overheid Operationele doelstelling 7.2: NVSM en ziekenfondsen participeren in de Logo beheersstructuren en leveren aan de Logo’s preventieactiviteiten aan.
35
De ziekenfondsen participeren in de beheersstructuren van de Logo’s en werken zo locoregionaal samen met andere preventieorganisaties. De dienst Gezondheidsbevordering NVSM engageert zich om het aanspreekpunt te zijn voor het Agentschap bij de lokale socialistische ziekenfondsen aangaande de Logo’s. De ziekenfondsen zijn, net als het NVSM “leverancier” van preventieactiviteiten aan de Logo’s. Acties Dit zal als volgt opgenomen worden: • De regionale ziekenfondsen nemen deel aan de bestuursorganen van het lokale Logo bestuur • De samenwerking met de Logo’s wordt besproken op de contactvergaderingen met de verantwoordelijken gezondheidsbevordering van de ziekenfondsen. • Indien nodig worden de lokale Logovertegenwoordigers per mail op de hoogte gebracht van specifieke aangelegenheden. • Het NVSM en ziekenfondsen ontwikkelen projecten of publicaties die kunnen worden ingezet door de Logo’s en andere partners. Resultaatsgebied Past in resultaatsgebied 2: “Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst … Het investeren in samenwerking en afstemming met de Logo’s”. Indicator • Indicator 1: lijst met personen die een mandaat opnemen in een Logo voor het ziekenfonds • Indicator 2: lijst van activiteiten/projecten van het NVSM en ziekenfondsen die worden aangeboden aan de Logo’s.
3. Rooster resultaatsgebieden 2012-2016 RESULTAATSGEBIEDEN 1° Aanbieden van informatie en advies; • Het informeren van hun leden over preventieve acties die ze kunnen ondernemen om gezondheidswinst te bekomen; • Het motiveren van hun leden om deze preventieve acties te ondernemen, en in het bijzonder om deel te nemen aan bevolkingsonderzoeken namens de Vlaamse overheid; • De minister en het agentschap op eigen initiatief en op vraag informeren over activiteiten en inzichten van ziekenfondsen die relevant zijn voor het preventieve gezondheidsbeleid. 2° Ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die bijdragen tot het creëren van gezondheidswinst; • Het ondersteunen van de uitvoering van wetenschappelijk onderbouwde interventies die kaderen binnen de uitvoering van actieplannen voor het realiseren van de gezondheidsdoelstellingen, en dit door samen te werken met de organisaties die deze interventies ontwikkelen, aanbieden of bekendmaken; • Het investeren in samenwerking en afstemming met de Logo’s. 3° Waar nodig bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken afstemmen op de doelgroep van de ziekenfondsen en hun leden. • Het op basis van signalen uit de praktijk en onderzoek identificeren van bestaande wetenschappelijk onderbouwde methodieken die om de leden van ziekenfondsen optimaal te bereiken, een aanpassing vergen; • Het in overleg met de ontwikkelaar aanpassen van deze methodieken om een betere afstemming met de doelgroep van de leden van ziekenfondsen te bekomen; • Het voorzien in een aanbod van deze methodieken aan de doelgroep van de leden van de ziekenfondsen.
36
Onderstaand rooster duidt aan hoe vaak een resultaatsgebied aan bod komt per gezondheidsdoelstelling. Tabak, alcohol en drugs vormen qua aantallen een uitschieter. Toch willen we even benadrukken dat we niet van plan zijn om extra het accent te leggen op TAD.
Gezondheidsdoelstelling Borstkankeropsporing Gezondheidsdoelstelling Voeding & Beweging Gezondheidsdoelstelling Depressie & zelfdoding GezondheidsdoelstellingTabak, alcohol en drugs Gezondheidsdoelstelling Infectieziekten en vaccinaties Gezondheidsdoelstelling Ongevallen in de privésfeer Totaal
Resultaats- Resultaats- Resultaatsgebied 1 gebied 2 gebied 3 2 3 2 2 2 1 1 1 1 5 6 3 2 1 1 1 1 13 14 8
37
C. Meerjarenbegroting 2012 – 2016 1. Toelichting Landsbond investeert veel eigen middelen Het NVSM en de ziekenfondsen investeren heel wat eigen middelen en mensen in hun gezondheidswerking. We schakelen ons dus volop in voor het realiseren van het beleid en actieplannen van de Vlaamse overheid. Deze aanvraag behandelt slechts een klein deel van onze werking. •
Ter illustratie van de investering de uitgaven & tegemoetkomingen 2011 van de dienst Gezondheidsbevordering UITGAVEN Bureelbenodigdheden Personeel Publicatiekosten Andere (verzendingskosten enz) Totaal
€ 188,63 € 202.464,20 € 109.295,87 € 23.599,76 € 335.546,46
TEGEMOETKOMINGEN DEELNEMERS - DERDEN Toelage € 22.311 Tegemoetkoming deelnemers € 15.730,90 Totaal € 38.041,90 Resultaat: totale kostprijs (€ 335.546,46) – tegemoetkomingen (€ 38.041,90) = € 297.504,56 •
In bovenstaande uitgaven worden een hele reeks uitgaven niet opgenomen, zoals o Loonkosten van de arts die alle teksten/projecten van de dienst Gezondheidsbevordering naleest. Voor sommige projecten moet er worden samengewerkt met personen van de marketing, medische shops, … Hun loonkosten worden niet opgenomen. Ook de loonkosten van de regionale medewerkers Gezondheidsbevordering zijn niet opgenomen. o Kosten voor het technisch onderhouden en aanmaken van de websites www.gezondweb.be, www.socmut.be en de elektronische nieuwsbrief. o Kosten voor de opmaak, druk en verzending van het ledentijdschrift S-Magazine, Intervisie, S-Mail, … o Alle huisvestingskosten. o Ook tegemoetkomingen inzake ziektepreventie en gezondheidsbevordering (bv. vaccinatietegemoetkomingen, korting bij beweegactiviteiten, …) worden hierin niet opgenomen. o …
•
Bij sommige projecten zijn ook inkomsten voorzien. Op dit ogenblik gaat het over de “Tentoonstelling Resto Resto”, “Pak van mijn hart” en “Voelsprieten”. Bij een grote bestelling van folders wordt ook een tussenkomst gevraagd. Deze inkomsten dekken in alle gevallen steeds maar een zeer beperkt deel van de uitgaven. De inkomsten worden gebruikt om de uitgaven te beperken. In de jaarverslagen zullen uitgaven & inkomsten telkens uitgebreid gedocumenteerd worden.
Personeel • Op dit ogenblik werken 3 personeelsleden voor de dienst Gezondheidsbevordering: o Siska Germonpré, 40 jaar, senior stafmedewerker o Isabel Geenens, 47 jaar, stafmedewerker o Hanne Proost, 26 jaar, stafmedewerker • Voor de begroting zullen we werken met de gemiddelde loonkosten per dag. o Totale loonkosten voor 3 personeelsleden: 182.479 euro o We gaan uit van 261 gemiddelde werkdagen. Dat geeft een gemiddelde loonkost per werkdag per werknemer van € 233.
38
RG 2 RG 1 2 3 RG 1 2 RG 1 2 3 RG 1 2 3 RG 1 2
OD 1 Kennis verhogen personeel RG 1 2 OD 2 Promotie vaccinaties RG 1 OD 3 Sensibiliseren infectieziektes Totaal SD6 Ongevallen in de privesfeer OD 1 Kennis verhogen personeel RG 1 2 3 OD 2 Bewustzijn verhogen Totaal SD7 samenwerking actoren OD 1 Overleg RG 2 OD 2 Overleg logo's Totaal Overheadkosten (allerlei) Algemeen totaal
OD 1 Kennis verhogen personeel OD 2 Doelgroepspecifiek OD 3 Informeren en adviseren tabak OD 4 Tabakspreventie bij personeel OD 5 Informeren alcoholgebruik OD 6 Bewustzijn illegale drugs Totaal
RG 2 OD 1 Praten gevoelens RG 1 3 OD 2 Informeren OD 3 Kennis verhogen personeel Totaal
RG 2 3 OD 1 Basisonderwijs RG 1 OD 2 Informeren diabetes OD 3 Informeren OD 4 Kennis verhogen personeel Totaal
RG 2 OD 1 Kennis verhogen personeel RG 1 2 3 OD 2 Informeren OD 3 Kansarmen-allochtonen Totaal
SD5 Infectieziektes en vaccinaties
SD4 Tabak, alcohol en drugs
SD3 Depressie en zelfdoding
SD2 Voeding en Beweging
SD1 Borstkankeropsporing
AANVRAAG SUBSID IE 2012 - 2016 AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
932 € 1.173 € 2.105 € 2.500 € 35.000 €
6.699 €
699 € 6.000 €
3.199 €
2.500 €
699 €
699 € 1.399 €
700 €
699 € 15.399 €
9.000 € 5.700 €
3.699 €
699 € 3.000 €
2012
2.097 € 2.500 € 35.000 €
4.605 €
5.000 €
4.798 €
6.000 €
9.000 €
1.000 €
2013
2.097 € 2.500 € 35.000 €
3.000 €
7.605 €
3.798 €
9.000 €
7.000 €
2014
2.097 € 2.500 € 35.000 €
3.699 €
5.000 €
5.000 €
2.906 €
12.000 €
1.798 €
2015
2.097 € 2.500 € 35.000 €
5.000 €
3.798 €
4.906 €
13.000 €
3.699 €
10.493 € 12.500 € 175.000 €
13.304 €
23.497 €
20.602 €
19.009 €
58.399 €
17.196 €
2016 2012-2016
Erkenningaanvraag 2012-2016 Agentschap Zorg en Gezondheid De begroting voor 2012 wordt gedetailleerd weergegeven in het document “Jaarplanning en budget 2012”. De budgetten voor de jaren 2013-2016 zijn illustratief. Jaarlijks zal in de “jaarplanning en budget” van het desbetreffende jaar meer details worden gegeven.
D. Bijlagen Overzicht • Woord van eer van Dhr Ivan Van der Meeren, Voorzitter Stuurgroep Gezondheidspromotie en coördinator Studiedienst NVSM en Siska Germonrpé, senior stafmedewerker/verantwoordelijke gezondheidsbevordering • Verslag van de vergadering met mevrouw Annemie Peeters, directeur VIGeZ op 15/3/2011. Verslag werd goedgekeurd door Mevrouw Annemie Peeters. • Overzicht Vlaamse gezondheidsdoelstellingen
40
BIJLAGE 2 Verslag vergadering VIGeZ Verslag vergadering 15/3/11 met VIGeZ i.v.m.oproep Vlaamse organisatie met terreinwerking voor het ondersteunen van de ziekenfondsen m.b.t. preventieve gezondheid Aanwezig: Annemie Peeters (directeur VIGeZ), Siska Germonpré (NVSM – dienst Gezondheidsbevordering) en Isabel Geenens (NVSM – dienst Gezondheidsbevordering) Verslag •
Aanleiding voor de vergadering: De oproep legt fel het accent op samenwerking met o.a. de partnerorganisaties. Ook in het verleden werkten het NVSM en VIGeZ reeds vaak samen. Toch bespreken we bij de lancering van de oproep graag hoe de samenwerking kan verlopen in de periode 2012-2016.
•
De onderwerpen van vermelde oproep liggen fel in de lijn van de basisthema’s van VIGeZ: o Voeding en beweging o Tabak, alcohol en drugs o Infectieziekten en vaccinaties o Ongevallen in de privésfeer o Depressie en zelfdoding o Borstkankeropsproring Daarom is een samenwerking in de periode 2012-2016 voor de handliggend voor beide partijen.
•
NVSM en VIGeZ kunnen op volgende terreinen samenwerken in de periode 2012-2016 (conform het verleden): o Advies verlening van VIGeZ aan NVSM (nalezen teksten, adviseren over methodieken, eventueel waar nodig beroep doen op consultancy VIGeZ) o Sporadisch opvolgen van projectgroepen van VIGeZ door NVSM o Deelname van NVSM aan vormingsaanbod van VIGeZ o Deelname door NVSM aan overleg- en bestuursorganen (o.a. sectoroverleg gezondheidspromotie, tijdelijk mandaag Raad van Bestuur – Algemene Vergadering).
•
De strategische doelstellingen voor de oproep 2012-2016 van het NVSM worden overlopen. o Strategische doelstelling 1: De dienst Gezondheidsbevordering informeert doelgericht en correct Vlaamse vrouwelijke leden van de socialistische ziekenfondsen tussen 50-69 jaar over het Vlaams bevolkingsonderzoek borstkankeropsporing. Samenwerking met expert borstkankeropsporing en kansengroepen VIGeZ. Indien relevant overleg op themagroep borstkankeropsporing -kansengroepen Logo’s en VIGeZ. Er zal ook worden overlegd met het Agentschap Zorg en Gezondheid. o Strategische doelstelling 2: De dienst Gezondheidsbevordering biedt aan de leden van de socialistische ziekenfondsen deskundige informatie over een gezonde levensstijl met focus op meer bewegen, evenwichtiger eten en het nastreven van een een gezond gewicht. Samenwerking met expert voeding – onderwijs – kansengroepen VIGeZ. Indien relevant overleg op desbetreffende themagroep Logo’s en VIGeZ. o Strategische doelstelling 3: De dienst Gezondheidsbevordering sensibiliseert en informeert kinderen en jongeren over beschermende factoren tegen depressie. Samenwerking met expert Fit in je hoofd VIGeZ. Indien relevant overleg op themagroep geestelijke gezondheid Logo’s en VIGeZ. o Strategische doelstelling 4: De dienst Gezondheidsbevordering informeert en adviseert volwassen leden van de socialistische ziekenfondsen over tabaks-alchol- en drugspreventie. Samenwerking met expert stoppen met roken. Indien relevant overleg op themagroep roken Logo’s en VIGeZ. o Strategische doelstelling 5: De dienst Gezondheidsbevordering sensibiliseert en motiveert leden van de socialistische ziekenfondsen om de aanbevolen vaccinaties te laten zetten.
41
Samenwerking met expert vaccinaties. Er zal ook worden overlegd met het Agentschap Zorg en Gezondheid. Strategische doelstelling 6: De dienst Gezondheidsbevordering sensibiliseert de leden van de socialistische ziekenfondsen rond veilig gedrag, risico inschatting en promoot kleinschalige gedragsen omgevingsaanpassingen. Samenwerking met expert ongevallenpreventie. Indien relevant overleg op themagroep Logo’s en VIGeZ. Strategische doelstelling 7: De Dienst Gezondheidsbevordering NVSM/ziekenfondsen bouwen een duurzame samenwerking uit tussen diverse actoren in gezondheidsbevordering. NVSM neemt ook in de toekomst deel aan een reeks overlegorganen.
o
o
42
Bijlage 3: Overzicht Vlaamse gezondheidsdoelstellingen GEZONDHEIDSDOELSTELLING TABAK-ALCOHOL-DRUGS Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door tegen 2015 het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen. Gebruik terugdringen betekent voor roken onder meer: • Voorkomen dat jongeren en jongvolwassenen beginnen te roken • Verantwoordelijk gedrag bevorderen • Vroegtijdige aanpak stimuleren • Gezonde leefomgeving waarborgen • Hulp aanbieden Specifiek streefdoel voor roken: • Bij personen van 15 jaar en jonger is het percentage rokers niet hoger dan 11% (in het schooljaar 2004 - 2005 was dat 14,2%). • Bij personen van 16 jaar en ouder is het percentage rokers niet hoger dan 20% (in 2004 was dat 27.1%). Gezondheidsdoelstelling Alcohol 2009-2015 • Bij personen van 15 jaar en jonger is het percentage dat meer dan 1 keer per maand drinkt niet hoger dan 20% (in het schooljaar 2004 - 2005 was dat 26,6%). • Bij de 15- tot 25-jarigen ligt het percentage jongeren dat minstens 1 keer per week 6 glazen op 1 dag drinkt niet hoger dan 13% (in 2004 was dat 17,3%). • Bij de mannen van 16 jaar en ouder is het percentage dat meer dan 21 eenheden per week drinkt niet hoger dan 10% (in 2004 was dat 13%). • Bij de vrouwen van 16 jaar en ouder is het percentage dat meer dan 14 eenheden per week drinkt niet hoger dan 4% (in 2004 was dat 5,5%). Gezondheidsdoelstelling illegale drugs • Bij personen van 17 jaar en jonger is het percentage dat ooit cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 14% (in het schooljaar 2004 - 2005 was dat 19%). • Bij personen van 17 jaar en jonger is het percentage dat 12 maanden voor de bevraging cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 7% (in het schooljaar 2004 - 2005 was dit 9,9%). • Bij 18- tot 35-jarigen is het percentage dat 12 maanden voor de bevraging cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 8% (in 2004 was dit 10,7%). GEZONDHEIDSDOELSTELLING BORSTKANKEROPSPORING Tegen 2012 verloopt het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker bij vrouwen van 50 t.e.m. 69 jaar doelmatiger: voldoende vrouwen nemen deel, meer kankers worden tijdig gevonden en er gebeuren zo weinig mogelijk overbodige onderzoeken. Heel concreet is het beoogde resultaat van de gezondheidsdoelstelling: • • •
dat ten minste 75% vrouwen uit de doelgroep deelnemen aan het bevolkingsonderzoek; dat meer kankers tijdig gevonden worden, d.w.z. dat bij een eerste screening ten minste 25% en bij een vervolgscreening 30% van de gevonden (invasieve) kankers kleiner is dan 1 centimeter; dat het aantal verwijzingen van deelnemende vrouwen niet meer bedraagt dan 5%, zodat zo weinig mogelijk overbodige onderzoeken gebeuren.
GEZONDHEIDSDOELSTELLING VOEDING EN BEWEGING Hoofddoelstelling: Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft.
43
5 subdoelstellingen: • Tegen 2015 stijgt het percentage personen dat voldoende fysiek actief is om gezondheidswinst te behalen met 10 procentpunten • Tegen 2015 daalt het percentage sedentaire personen met 10 procentpunten • Tegen 2015 stijgt het percentage moeders dat met borstvoeding start (gemeten op dag 6) van 64% naar 74% • Tegen 2015 eten meer mensen evenwichtig overeenkomstig de aanbevelingen van de actieve voedingsdriehoek • Tegen 2015 blijft het percentage personen met een gezond gewicht minstens behouden GEZONDHEIDSDOELSTELLING ZELFDODING (EN DEPRESSIE) Hoofddoelstelling: "De sterfte door zelfdoding bij mannen en vrouwen moet tegen 2010 verminderd zijn met 8% ten opzichte van 2000." 3 subdoelstellingen: • Daling van het aantal suïcidepogingen • Daling van het aantal zelfdodingsgedachten • Daling van het aantal depressies. GEZONDHEIDSDOELSTELLING INFECTIEZIEKTEN EN VACCINATIES Gezondheidsdoelstelling vastgelegd in 1998. "In het jaar 2002 moet de preventie van infectieziekten op significante wijze worden verbeterd, met name door het verder verhogen van de vaccinatiegraad voor aandoeningen als polio, kinkhoest, tetanos, difterie, mazelen, bof en rubella." GEZONDHEIDSDOELSTELLING ONGEVALLEN IN DE PRIVESFEER “Gezondheidsdoelstelling vastgelegd in 1998. Voorlopig is de gezondheidsdoelstelling nog niet hernieuwd, maar er worden op verschillende domeinen wel initiatieven genomen om het aantal ongevallen in de privésfeer en het verkeer te doen afnemen.” “In het jaar 2002 moet het aantal dodelijke ongevallen in de privésfeer en in het verkeer afnemen met 20 %.”
44