Programmabegroting 2014-2017
Programmabegroting 2014-2017
Programmabegroting 2014-2017
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Leeswijzer
4
“Andere tijden”
8
Programmaplan 1. Bouwen & wonen 2. Economie & glastuinbouw 3. Mobiliteit 4. Groen, water & recreatie 5. Onderwijs 6. Maatschappelijke voorzieningen 7. Publiekszaken 8. Leefbaarheid & veiligheid 9. Bestuur & bedrijfsvoering
18 24 30 36 42 50 56 64 72
A. Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien 1. Lokale heffingen niet gebonden 2. Algemene uitkering uit het Gemeentefonds 3. Dividenden en ontvangen rente 4. Overige eigen middelen 5. Saldo financieringsfunctie 6. Stelposten 7. Onvoorzien
82 83 83 84 85 85 85 87
B. Paragrafen 1. Lokale heffingen 2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 3. Onderhoud kapitaalgoederen 4. Financiering 5. Bedrijfsvoering 6. Verbonden partijen 7. Grondbeleid 8. Wijkgericht werken 9. Duurzaam en energieneutraal 10. Ruimtelijk beleid 11. Te ontvangen subsidies 12. Inkoop en aanbesteden 13. Sociaal domein
90 96 100 108 112 122 134 138 140 142 144 148 150
C. De financiële begroting 1. Overzicht van lasten & baten 2. Uiteenzetting financiële positie 3. Overzicht reserves & voorzieningen
154 169 172
Programmabegroting 2014-2017
Bijlagen: Producten per programma Investeringsplanning 2014-2017 Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017 Begrippenlijst Afkortingenlijst
Programmabegroting 2014-2017
Programmabegroting 2014-2017
Programmabegroting 2014-2017
Voorwoord
“Andere tijden” Sinds het begin van de kredietcrisis in 2008 heeft de gemeente Pijnacker-Nootdorp te maken met aanhoudende bezuinigingsopgaven. In dat jaar werd de investeringsplanning grondig herijkt. In 2011 is na een maatschappelijke dialoog een bezuinigingspakket vastgesteld voor de jaren 2011-2015, waaraan de afgelopen jaren invulling is gegeven. De kredietcrisis was ondertussen uitgegroeid tot een economische recessie, die langer aanhoudt dan verwacht en tot structurele beleidswijzigingen leidt, zowel van rijksoverheid als gemeenten. Daar komt bij dat de rol van de lokale overheid de laatste jaren nadrukkelijk aan het veranderen is, in het bijzonder in het sociaal domein. Voor het inhoudelijk en het financieel beleid zal dit grote gevolgen hebben. Kortom: we leven in andere tijden. Materieel sluitende begroting 2014 Bij de behandeling van de begroting 2013 – 2016 is afgesproken om de begroting voor 2014 in ieder geval sluitend te laten zijn om te voorkomen dat de nieuwe raad in 2014 al direct grote maatregelen moet nemen. Op basis van de meicirculaire en periodieke actualisatie van inkomsten en uitgaven is nu duidelijk dat de begroting voor 2014 materieel sluitend zal zijn. Voor 2015 wordt een tekort voorzien van € 2,4 mln., oplopend naar € 4,5 mln. in 2017. Handreiking en productencatalogus Het college heeft toegezegd bij de begroting 2014 te komen met een inventarisatie van structurele maatregelen voor een sluitende meerjarenbegroting vanaf 2015. Hiervoor zijn eerst de beïnvloedbare uitgaven en bezuinigingsmogelijkheden geïnventariseerd in een productencatalogus en vervolgens in een handreiking uitgewerkt tot tien mogelijke pakketten van maatregelen om de financiële positie te verbeteren. Deze handreiking wordt samen met deze begroting aan u aangeboden. Terughoudendheid Een belangrijke factor in de financiële prognose is de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, waarover de rijksoverheid de meicirculaire 2013 heeft uitgegeven. De VNG adviseert terughoudend om te gaan met de uitkomsten van deze circulaire. De verwachting is dat het accres 2014 lager uitpakt dan nu geraamd, aangezien het kabinet heeft aangegeven komend jaar € 6 miljard extra te willen bezuinigen. In deze begroting wordt daarom voorgesteld het positieve saldo in 2014 toe te voegen aan de algemene reserve ter versterking van het weerstandsvermogen. Weerstandsvermogen (nog) voldoende In de paragraaf weerstandsvermogen is de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 15,9 mln. De ratio voor het weerstandsvermogen wordt voor de jaren 2014 en 2015 als ‘voldoende’ gekwalificeerd (inclusief actualisatie Grondexploitatie per 01/07/2013), maar ontwikkelt zich voor de jaren 2016 en 2017 respectievelijk als ‘matig’ en onvoldoende’. Dus zijn structurele bezuinigingen noodzakelijk om te voldoen aan de minimumeis van 1,0 (= voldoende). Lokale lasten Voor de lokale lasten geldt als uitgangspunt dat de tarieven kostendekkend dienen te zijn en de belastingopbrengsten niet meer stijgen dan met het inflatiepercentage. Voor 2013 betekent dit een indexatie van de belastingen met 2,0%. Daarnaast worden de tarieven voor de rioolheffing met 2,0% verhoogd conform het vastgestelde gemeentelijk rioleringsplan (GRP 2009-2012).
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 2
Namens het college van Burgemeester en Wethouders Peter van Haagen Portefeuillehouder Financiën
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 3
Leeswijzer De programmabegroting is een belangrijk instrument voor de gemeenteraad om haar kaderstellende rol in te vullen. In de begroting geeft de gemeente aan wat ze het komend jaar wil doen om bepaalde doelen te bereiken en wat dat mag kosten. Daarmee vormt de begroting een duidelijk kader waarbinnen het gemeentebestuur en de organisatie het komend jaar moeten werken. Deze begroting is niet alleen voor financieel specialisten, maar voor iedereen. Het gaat immers om het gemeentelijk huishoudboekje en dat moet voor een ieder te volgen zijn. In deze leeswijzer leest u hoe de begroting is opgebouwd, wat waar te vinden is en welke relaties er liggen naar andere documenten uit de planning en controlcyclus. De kaderstellende rol van de gemeenteraad De gemeenteraad geeft het college financiële en inhoudelijke kaders mee voor het beleid en de uitvoering daarvan. Het uitgangspunt voor deze kaderstellende rol is de bestuurlijke agenda voor de periode 2010 - 2014. Deze agenda bepaalt in hoge mate de inhoud van de verschillende documenten die onderdeel uitmaken van de jaarlijkse begrotingscyclus: de kadernota, de meerjarenbegroting, de najaarsnota en de jaarstukken. De kadernota is een uitwerking van deze bestuurlijke agenda en is een koersbepalend document met financiële en inhoudelijke kaders voor het daarop volgende begrotingsjaar. De programmabegroting is een nadere concretisering van de voornemens uit de kadernota. Het is een wettelijk voorgeschreven document waarmee de gemeenteraad het college van Pijnacker-Nootdorp autoriseert tot het doen van uitgaven voor bepaalde doeleinden. Na vaststelling van deze begroting geeft de najaarsnota tussentijds een overzicht van de stand van zaken van de uitvoering van beleid en de financiële stand van zaken. In de jaarstukken tenslotte wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en het financiële beheer. In navolgende figuur is de planning- en controlcyclus schematisch weergegeven
Bestuurlijke agenda (Deze cyclus komt, 4 jaar lang, elk jaar voorbij). Kadernota
Programmabegroting
Jaarstukken
Najaarsnota
Planning- en controlcyclus
Wat is de programmabegroting precies? In de programmabegroting geeft de raad aan welke doelen zij wil bereiken en wat de beoogde maatschappelijke effecten daarvan zouden moeten zijn. Om deze maatschappelijke effecten meetbaar te maken, worden Programmabegroting 2014-2017
Pagina 4
aan de verschillende programma’s prestatie-indicatoren en normen gekoppeld. Tot slot wordt benoemd wat de gemeente gaat doen om deze doelen te halen en hoeveel dat mag kosten. Onderstaand relatieschema geeft de relatie aan tussen (maatschappelijke) doelstellingen van de gemeente en de financiële vertaling daarvan. Uitgangspunt in het schema zijn de maatschappelijke behoeften die staan beschreven in documenten als de bestuurlijke agenda en het Bestuurlijk Uitvoeringplan (BUP). Daarin staat wat we als gemeente willen bereiken.
Doelstellingen en ambities (pit!) (coalitieprogramma) (uitvoeringsplan)
HUISHOUDBOEKJE GRONDEXPLOITATIES
ONTVANGSTEN
saldo
(algemene uitkering) (belastingen) (verkopen) (subsidies) (overige)
(lokatieontwikkelingen)
storting
HUISHOUDBOEKJE GEMEENTE programmabegroting programmarekening
FONDS BOVENWIJKS
RESERVES
overheveling
(bovenwijkse voorzieningen)
(algemene reserve vrij inzetbaar) (bestemmingsreserves) (weerstandsvermogen)
INVESTERINGSPROGRAMMA
UITGAVEN (personeel) (goederen en diensten) (subsidies) (kapitaallasten) (overige)
onttrekking
onttrekking toevoeging
BEZITTINGEN (scholen) (overheidsgebouwen) (riolering) (wegen)
Resultaten programma’s
Relatieschema beleid en middelen De financiële vertaling van al deze ambities is weergegeven in het blauw. Het huishoudboekje van de gemeente is de programmabegroting. Hierin staan de inkomsten en de bestedingen voor het komende jaar. In de programmarekening, na afloop van een jaar, legt de gemeente verantwoording af over de financiën. Een bijzonder huishoudboekje is dat van de grondexploitaties. Hierin staan alle uitgaven en inkomsten van de grondexploitaties. Het uiteindelijke resultaat per grondexploitatie wordt als saldo in het algemene huishoudboekje van de gemeente opgenomen. Naast het huishoudboekje kent de gemeente ook spaarpotjes in de vorm van reserves. Deze kunnen vanuit de begroting gevuld worden, bijvoorbeeld bij overschotten of door bewust ergens voor te sparen. Een bijzondere spaarpot is het Fonds Bovenwijkse Voorzieningen (BOVO). Deze wordt gevuld vanuit de grondexploitaties doordat ontwikkelaars per m2 grond die ze van de gemeente afnemen een bedrag betalen. Met geld uit deze reserve worden infrastructurele voorzieningen gerealiseerd die voor toekomstige inwoners van belang zijn. Alle uitgaven die de gemeente doet - via de begroting of via investeringen - dragen bij aan het realiseren van de doelstellingen en het behalen van maatschappelijke effecten. Hoe zit de begroting in elkaar? De begroting bestaat uit vier delen: het programmaplan, de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien, de paragrafen en de financiële begroting.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 5
I Programmaplan Het eerste deel uit de begroting is het programmaplan. Hierin staan negen programma’s waarin alle gemeentelijke activiteiten en aandachtspunten op een bepaald beleidsterrein zijn verwoord. In de programmabladen zijn doelenbomen opgenomen waarvan de inhoud gebaseerd is op de gemeentelijke Toekomstvisie. Daarbij is vooral aandacht voor de wat-vraag. Per programma is aangegeven wat we willen bereiken (de doelstelling), wat we daarvoor gaan doen (prestatie/inspanning) en wat het mag kosten. Hetgeen wij willen bereiken is benoemd in effectindicatoren/normen en deze worden zowel overzichtelijk in een tabel geplaatst en daaronder toegelicht. Ook voor ‘Wat gaan wij daarvoor doen’ (prestatieindicatoren/normen) geldt dat deze in een tabel zijn geplaatst en daaronder worden toegelicht. II Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien Hierin staat welke algemene dekkingsmiddelen er zijn en wat het verloop daarvan is voor de komende vier jaar. Algemene dekkingsmiddelen hebben vooraf geen bepaald bestedingsdoel. Ze zijn onder te verdelen in lokale heffingen, algemene uitkering uit het gemeentefonds, dividend en ontvangen rente, overige eigen middelen en het saldo financieringsfunctie. III Paragrafen De paragrafen gaan in op de bedrijfsvoering in brede zin. In de paragrafen staat de ‘hoe-vraag’ centraal: -
Hoe gaan we om met belastingen? (paragraaf 1) Hoe worden risico’s beheerst en welk effect heeft dat op het weerstandsvermogen? (paragraaf 2) Hoe onderhouden we onze bezittingen en de openbare ruimte? (paragraaf 3) Hoe lopen de geldstromen en onze vermogenspositie? (paragraaf 4) Hoe is de bedrijfsvoering geregeld en wat kost dat? (paragraaf 5) Met wie vormen wij verbonden partijen en hoe zijn de afspraken geregeld? (paragraaf 6) Hoe is ons grondbeleid? (paragraaf 7) Hoe geven wij invulling aan wijkgericht werken? (paragraaf 8) Hoe gaan wij het duurzame en energie neutrale kernthema van het Bestuurlijk UitvoeringsPlan (BUP) invullen (paragraaf 9) Hoe gaan we het ruimtelijk beleid invullen (paragraaf 10) Hoe gaan wij om met (te) ontvangen subsidies (paragraaf 11) Hoe vullen het inkoopbeleid in (paragraaf 12) Hoe gaan wij om met de wijzigingen met betrekking tot het sociaal domein (paragraaf 13).
IV Financiële begroting In dit hoofdstuk zijn diverse (verplichte) financiële overzichten ondergebracht, waaronder de realisatie baten en lasten van het vorig jaar en de komende begrotingsjaren. Eigenlijk is het een samenvatting van het deel ‘Wat mag het kosten’ dat per programma is opgenomen, op verschillende wijzen gepresenteerd. In verband met afronding op duizendtallen kunnen kleine afrondingsverschillen ontstaan. Ook is opgenomen welke lasten en baten incidenteel zijn, zodat beoordeeld kan worden of de begroting ook duurzaam sluitend is. Vervolgens volgt een uiteenzetting van de financiële positie. Dat is een prognose voor het verloop van de balans. Op de actiefzijde staan bezittingen, opgedeeld in de vaste activa en de grondexploitatie. Dat laatste is de voorraad onderhandenwerk bij de meerjarige bouwprojecten. Op de passiefzijde staat ons vermogen in de vorm van reserves, de voorzieningen en de langlopende geldleningen. Daarna is een overzicht opgenomen met alle reserves en voorzieningen van de gemeente en het verwachte verloop daarvan. Bijlagen In een bijlage is aangegeven hoe de programma-uitgaven in verschillende producten zijn onderverdeeld, zodat duidelijker te zien is waar het geld in bepaalde programma’s naar toe gaat, alsmede de investeringsplanning. Afsluitend is een begrippen- en afkortingenlijst opgenomen. In een bijlage is voor alle beleidskaders inzichtelijk gemaakt in welke fase van het beleidsproces dit zich bevindt. Tevens wordt hierin een classificatie van de mate van invloed gegeven. Hierdoor zijn de raad en het college beter in staat om te bepalen wanneer en in welke mate invloed kan worden uitgeoefend op een bepaald terrein. De vastgestelde beleidskaders zijn in de digitale versie van de begroting via een directe koppeling op te vragen. Programmabegroting 2014-2017
Pagina 6
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 7
”Andere tijden”
Een nieuwe visie op de toekomst In 2012 hebben wij onze nieuwe toekomstvisie vastgesteld. In de resterende tijd van de lopende bestuursperiode zal, in lijn met de Bestuurlijke Agenda 2010-2014 en het Bestuurlijk Uitvoeringsplan 20102014, deze visie als referentiekader worden gehanteerd bij het formuleren van beleid. De gemeente Pijnacker-Nootdorp wil in de regio een uniek woonmilieu bieden; met het groene buitengebied meerwaarde geven; en met duurzame en innovatieve bedrijven, waaronder de glastuinbouw, de economie versterken. Pijnacker-Nootdorp wordt in het ideaalbeeld gekenmerkt door zelfredzame, zelfwerkzame en initiatiefrijke bewoners en ondernemers die zich vrij bewegen in een samenleving die grotendeels op regionale schaal functioneert. Tegen deze achtergrond is de inzet van de gemeentelijke overheid in de ontwikkeling van Pijnacker-Nootdorp begrensd maar ook actief en gericht. De rol van de gemeente varieert en wordt opgeschaald langs de lijn van garanderen, uitnodigen en faciliteren en regisseren/afstemmen. Op basis van deze toekomstvisie worden drie hoofdbeleidsvisies ontwikkeld die richtinggevend zijn voor de politieke agenda, de evaluatie en de actualisatie van beleid en programmering van ontwikkelingen.
een economische visie (2013 vastgesteld); een visie op de stelselwijzigingen in het maatschappelijk domein (2013 vastgesteld); een ruimtelijke structuurvisie (2014).
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 8
Financieel kader In dit deel gaan we in op de vraag hoe de gemeente haar inkomsten verkrijgt. Grofweg zijn de Algemene uitkering, grondexploitaties en de opbrengsten uit belastingen en heffingen de belangrijkste inkomstenbronnen. In grafiekvorm ziet de verdeling er als volgt uit:
Belangrijkste inkomstenbronnen 2014 in procenten
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds De algemene uitkering uit het gemeentefonds is voor Pijnacker-Nootdorp de grootste bron van inkomsten. De hoogte van deze uitkering wordt bepaald op basis van objectieve verdeelmaatstaven zoals bv het aantal inwoners, de (sociale) samenstelling van het aantal inwoners en het aantal woningen. Bij de bepaling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp is uitgegaan van onder andere de volgende maatstafgegevens: Aantallen per 01 januari Inwoners
2014
2015
2016
2017
51.005
51.255
51.630
52.005
430
460
490
520
Totaal aantal woonruimten
20.212
20.312
20.462
20.612
Inwoners < 20 jaar
15.046
15.120
15.231
15341
8.416
8.457
8.519
8.581
Bijstandsontvangers
Inwoners > 64 < 85 jaar
Algemene uitkering in de begroting 2014-2017 De hoogte van raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp voor de periode 2014-2017 is geraamd op basis van informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2013 van het ministerie van BZK. In deze circulaire zijn de (negatieve) effecten op de accressen als gevolg van het Regeerakkoord Rutte II verwerkt. Een vergelijking van de raming op basis van het laatst vastgestelde P&Cdocument (de kadernota 2013) met de nieuwe raming voor de begroting 2014 levert het volgende beeld op: bedragen * € 1.000,-
2014
2015
2016
2017
Stand kadernota 2013
38.343
36.114
37.414
38.556
Stand begroting 2014-2017
39.181
36.490
37.130
37.368
838
376
-284
-1.188
Verschil
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 9
Heffingen, belastingen en leges Een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente Pijnacker-Nootdorp bestaat uit lokale heffingen en belastingen. Deze lokale heffingen worden opgebracht door de inwoners en bedrijven van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De gemeente Pijnacker-Nootdorp kent de volgende gemeentelijke belastingen, heffingen en retributies: OZB, afvalstoffenheffing, rioolrechten, hondenbelasting, leges, toeristenbelasting en marktgelden. De procentuele verdeling van deze inkomsten is als volgt:
Een nadere toelichting op de lokale heffingen wordt gegeven in de paragraaf ‘Lokale heffingen’.
Financieel Perspectief In de Kadernota 2013 zijn de financiële mutaties als gevolg van autonome ontwikkelingen, algemene uitkering, dividend, Wmo, belastingen, investeringsplanning, renteresultaat enz. in beeld gebracht. Na vaststelling van de Kadernota d.d. 28 juni 2013 zijn deze mutaties verwerkt in de Programmabegroting 2014-2017. Het meerjarig begrotingssaldo is hieronder in tabelvorm opgenomen en wordt daarna per onderdeel afzonderlijk toegelicht. Samenvatting Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
1. Saldo primaire begroting 2013-2016 2. Mutaties Kadernota 2013 Saldo Kadernota 2013 3. Erratum investeringsplanning Kadernota 4. Gevolgen meicirculaire 2013 5. Dividend 6. Actualisatie belastingen en heffingen 7. Gevolgen P-begroting (incl. raad en college) 8. Gevolgen raads- en/of collegebesluiten na opstellen Kadernota 2013 9. Herziening kapitaallasten en renteomslag 10. Overige ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2013 11. Dotatie algemene reserve Saldo begroting 2014-2017
Programmabegroting 2014-2017
2014
2015
2016
2017
59
-1.078
-1.893
283
-3.264
-2.390
-1.893 -3.058
342
-4.342
-4.283
-4.951
5
3
-5
36
705
454
-180
-1.020
-
289
289
289
110
215
229
187
89
123
141
170
-5
-
-
-
-23 757
198 677
199 671
199 568
-1.980
-
-
-
-
-2.381
-2.939
-4.522
Pagina 10
Het financiële overzicht is als volgt opgebouwd: 1. als beginpunt het saldo van de primaire begroting 2013-2016; 2. financiële mutaties zoals opgenomen in de Kadernota 2013; De bovenstaande gegevens 1 en 2 zijn uitgebreid toegelicht in de Kadernota 2013 en worden daarom niet in de programmabegroting toegelicht. De onderstaande gegevens zijn mutaties na vaststelling van de Kadernota 2013 en zullen wel uitgebreid worden toegelicht. 3. Erratum investeringsplanning Kadernota Bij de Kadernota 2013 heeft de raad een erratum ontvangen in verband met enkele mutaties in de investeringsplanning. De financiële gevolgen worden hierbij verwerkt in de meerjarenbegroting. Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
2014
Erratum investeringsplanning Kadernota 2013 Totaal
2015
2016
2017
5
3
-5
36
5
3
-5
36
4. Gevolgen meicirculaire 2013 Op 31 mei 2013 is de meicirculaire 2013 inzake de algemene uitkering uit het gemeentefonds gepubliceerd door het ministerie van BZK. Hierin zijn de gevolgen van het Regeerakkoord Rutte II verwerkt. De gevolgen van de meicirculaire zijn als volgt: Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
meicirculaire: inkomsten algemene uitkering meicirculaire: transitiekosten decentralisatie AWBZ meicirculaire; invoeringskostendecentr. jeugdzorg meicirculaire; hergebruik scootmobielen / aframing budget meicirculaire; verrekening uitname maatschappelijke stage Totaal gevolgen meicirculaire 2013
2014
2015
2016
2017
838
376
-284
-1.188
-107
0
0
0
-26
0
0
0
0
35
61
126
0
43
43
43
705
454
-180
-1.020
Terughoudendheid Door de VNG wordt geadviseerd terughoudend om te gaan met de uitkomsten van de meicirculaire. De verwachting is dat het accres 2014 lager uitpakt dan momenteel in de raming staat. Het kabinet heeft aangegeven dat ze het komend jaar € 6 miljard extra wil bezuinigen. De koppeling aan de departementale uitgaven betekent dat de aangekondigde € 6 miljard aan extra bezuinigingen leiden tot een korting op het gemeentefonds. Hoeveel is afhankelijk van de wijze van invullen van de bezuinigingen, worden belastingen verhoogd of bezuinigd op sociale zekerheid, zorg of de rijksbegroting in enge zin? Via de vuistregel betekent de € 6 miljard aan bezuinigingen een korting van € 360 mln. op het gemeentefonds. Dit zit als volgt. Van de € 6 miljard zal € 2 miljard (1/3) worden verhaald via belastingverhogingen en € 4 miljard (2/3) via uitgaven/besparingen. De helft van deze besparingen worden via de departementale uitgaven gerealiseerd, dat is gelijk aan € 2 miljard (50 procent). Achttien procent van € 2 miljard is gelijk aan € 360 mln.. Op basis van een grove indicatie betekent dit voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp ongeveer een structureel nadeel van € 0,75 mln.. 5. Dividend Op basis van het halfjaarbericht van Eneco N.V. zal het te ontvangen dividend over 2013 minimaal op het niveau zijn van 2012 en wordt daarom met € 289.548 opgehoogd. Conform de richtlijnen van de provincie Zuid-Holland is het toegestaan dit hogere bedrag meerjarig te ramen. Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
Dividend Eneco N.V. Totaal
Programmabegroting 2014-2017
2014
2015
2016
2017
-
289
289
289
-
289
289
289
Pagina 11
6. Actualisatie belastingen en heffingen Belastingopbrengsten De opbrengsten van de OZB, de hondenbelasting en de toeristenbelasting worden in de begroting geactualiseerd. Uitgangspunt in de begroting 2014 is een stijging van de belastingopbrengsten met 2,0% inflatie en 0,5% areaalontwikkeling. De basis hiervoor zijn de gegevens zoals deze in juli 2013 bekend zijn. In de jaren 2015-2017 worden de opbrengsten jaarlijks met 2,0% inflatie en respectievelijk met 0,5%, 0,75% en 1,0% areaaluitbreiding opgehoogd. Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
Onroerendezaakbelasting (OZB) Hondenbelasting Toeristenbelasting Meeropbrengsten OZB ondernemersfonds Hogere bijdrage aan het ondernemersfonds Riool- en afvalstoffenheffing Te betalen belastingen en heffingen Totaal gevolgen
2014
2015
2016
2017
141
267
258
188
4
3
2
1
32
31
30
29
349
0
0
0
-349
0
0
0
-25
-49
-22
6
-42
-37
-37
-37
110
215
229
187
Ondernemersfonds Voor de periode 2012-2014 is het ondernemersfonds ingesteld. De opbrengsten hieruit worden voor 2014 geraamd op € 648.810 en zijn daarmee € 348.810 hoger dan begroot. Deze inkomsten worden als bijdrage aan het ondernemersfonds verstrekt, hetgeen betekent dat deze bijdrage tevens dient te worden verhoogd en daarmee budgetneutraal in de begroting is verwerkt. Kostendekkendheid riolering en afvalstoffenheffing De exploitatie van riolering en afvalstoffenheffing is financieel een ‘gesloten systeem’. Het systeem van toerekenen van kosten gebeurt voor een deel extracomptabel, omdat deze kosten op andere producten in de begroting zijn opgenomen, zoals de overhead, kwijtschelding en een deel van de kosten van zwerfval, straatreiniging, straatvegen en btw. De actualisatie van deze toerekening geeft per saldo een nadeel op de begroting van € 25.000 in 2014, oplopend tot een klein voordeel van € 6.000 in 2017. De basis voor de kostendekkendheid van riolering is gebaseerd op het vastgestelde GRP. Te betalen belastingen en heffingen De gemeente betaalt als eigenaar en gebruiker diverse belastingen en heffingen (o.a. zuiveringsheffing, verontreinigingsheffing en watersysteemheffing). Met name als gevolg van de stijging van de tarieven van het Hoogheemraadschap van Delfland leidt dit tot een nadeel in de meerjarenraming. 7. Gevolgen P-begroting inclusief raad en college Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
Salarissen en overige personeelslasten College van B&W (incl. voormalig B&W) Uitbreiding gemeenteraad Toerekening uren/intern product Totaal gevolgen P-begroting
2014
2015
2016
2017
189
201
221
-16
5
5
233 5
-26
-35
-35
-35
-58
-48
-50
-33
89
123
141
170
Actualisatie salarissen en overige personeelskosten Bij het opstellen van de begroting 2014 is het restant van de personele taakstelling van € 600.000 volledig ingevuld. In de meerjarenraming wordt rekening gehouden met een prijsindex op de salarissen en sociale lasten van 2,0%. Als gevolg van het gedaalde volume aan salarislasten geeft dit een licht oplopend voordeel in de meerjarenbegroting.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 12
College van B&W en uitbreiding gemeenteraad Als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 wordt rekening gehouden met een toename van het wachtgeld van voormalig wethouders. Wel wordt voor de nieuwe raadsperiode rekening gehouden met 4,0 fte voor de wethouders (was 4,5 fte). Daarnaast vindt er een uitbreiding van het aantal gemeenteraadsleden plaats van 29 naar 31 raadsleden. Dit veroorzaakt een nadeel ten opzichte van de meerjarenraming. Doorberekening uren / intern product Jaarlijks wordt bij het opstellen van de begroting de toerekening van de uren aan de producten, voorzieningen, investeringen en grondexploitaties geactualiseerd. De verdeling van de kosten van het intern product is voor de begroting gebaseerd op het voortschrijdende gemiddelde van de gerealiseerde uren van de afgelopen 3 jaar. Als gevolg van actualisatie van deze toerekening vanuit onder andere de grondexploitatie naar de producten geeft dit een nadeel op de begroting. 8. Raads- en/of collegebesluiten na opstellen Kadernota 2013 Tussen het opstellen van de Kadernota 2012 en de begroting 2013-2016 zijn enkele raads- en/of collegebesluiten genomen met financiële gevolgen. Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
2014
Huuropbrengsten vrachtwagenparkeerterrein Ontwerpbegroting Stadsgewest Haaglanden 2014 Aanschaf zoutstrooier Totaal
2015
2016
2017
1
2
2
-4
0
0
2 0
-2
-2
-2
-2
-5
-
-
-
Huuropbrengsten vrachtwagenparkeerterrein Op 29 maart 2011 heeft het college besloten om de exploitatie van het vrachtwagenparkeerterrein op industrieterrein de Boezem op proefbasis over te dragen aan No Risk Parking BV. Onlangs is de overeenkomst geëvalueerd en is de conclusie getrokken dat de proef is geslaagd. NoRisk Parking BV heeft door maatwerk te leveren en acquisitie te voeren het gebruik van het terrein weten te intensiveren. Om die reden kan de vergoeding die NoRisk aan de gemeente moet betalen dan ook verhoogd worden met 100%. (13INT02803) Ontwerpbegroting Stadsgewest Haaglanden 2014 Instemmen met de ontwerpbegroting 2014 van Stadsgewest Haaglanden heeft als gevolg dat de jaarschijf 2014 een nadeel geeft van € 4.000 (13INT03321). Aanschaf zoutstrooier Als gevolg van een defect aan de hydraulische installatie van een strooier, wordt overgegaan tot vervanging (BBV13.0188). 9. Herziening kapitaallasten en renteomslag Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
Actualisatie van kapitaalasten en renteomslag
2014
2015
2016
2017
-23
198
197
197
-23
198
197
197
Actualisatie van kapitaalasten en renteomslag Vanwege herfinanciering wordt in 2014 lang geld aangetrokken. De verwachting is dat het rentepercentage op de nieuwe leningen lager zal zijn dan op de huidige leningen.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 13
10. Overige ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2013 Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
Actualisatie WMO (incl. toename Regiotaxi) Huuropbrengsten ambtswoning Leges bouwvergunningen / Bestaand Monumenten/archeologie ODH opstartbijdrage (kasritmeverschil) Sloopvergunningen Integraal huisvestingsbeleid Breedtesport Lijkbezorging en begraafplaats Jeugd- en jongerenbeleid Algemeen maatschappelijk werk Vergunn/meldingen Wet milieubeheer Water en bermen Gemeenteraad Accountantskosten College (nationale ombudsman) Jaarrekening (drukwerk) Ambachtsweg (huur) Opbrengsten boetes door handhaving Crisisbeheersing VeiligheidsRegio Haaglanden (VRH) Actualisatie beheerplan Openbare Verlichting Restant stelpost prijs en areaal 2014 Totaal (Afgerond)
2014
2015
2016
2017
601
566
540
475
-12
-12
-12
-12
-40
-40
-40
-40
6
6
6
6
-3
7
15
-23
-2
-2
-2
-2
35
35
35
35
2
2
2
2
1
1
1
1
35
35
35
35
5
5
5
5
1
1
1
1
50
50
50
50
6
6
6
6
17
17
17
17
8
8
8
8
1
1
1
1
3
3
3
3
-
-
10
10
-15
-15
-15
-15
4
4
4
4
53
-
0
0
757
677
671
568
Actualisatie WMO Begin 2013 zijn de WMO-hulpmiddelen opnieuw aanbesteed. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke tariefsdaling waardoor de bestaande dienstverlening tegen lagere kosten kan worden geleverd. In de meicirculaire is reeds een taakstelling ingeboekt oplopend tot €126.000 per jaar. Daartegenover staat dat er veel meer gebruik wordt gemaakt van de regiotaxi, waardoor deze kosten juist stijgen. Hierdoor resteert per saldo een voordeel van 6 ton aflopend naar 475.000 per jaar. Actualisatie diverse budgetten Nadat in de kadernota 2013 diverse budgetten zijn afgeraamd waarbij sprake is van structurele uitputting, zijn bij de het opstellen van de begroting 2014 nogmaals alle budgetten kritisch doorgelopen. Dit heeft geleid tot de actualisatie van zowel uitgaven als inkomsten. 11. Dotatie algemene reserve Omdat de begroting 2014 materieel sluitend is wordt voorgesteld om het positief begrotingssaldo toe te voegen aan de algemene reserve waardoor het weerstandsvermogen wordt versterkt. Omschrijving (-/- = nadeel) Bedragen x € 1.000
Dotatie algemene reserve
Programmabegroting 2014-2017
2014
2015
2016
2017
-1.980
-
-
-
-1.980
-
-
-
Pagina 14
Materieel sluitende begroting 2014 De provincie Zuid-Holland stelt als toezichthouder de eis dat of de meerjarenbegroting sluitend is of de begroting van het komend jaar materieel sluitend is om in aanmerking te komen voor repressief toezicht. Om de begroting materieel sluitend te maken dienen de incidentele baten en lasten van € 13.584.000 te worden gecorrigeerd op het totaal saldo van baten en lasten van de begroting 2014. Na correctie van de incidentele baten en laten vertoont het totaal saldo van baten en lasten van de begroting 2014 een positief saldo van € 313.000, waarmee wordt voldaan aan de eis van de toezichthouder. Een compleet overzicht in tabelvorm van de incidentele baten en lasten treft u aan in op pagina 162. Weerstandsvermogen De onttrekkingen aan de algemene reserve zijn het gevolg van de jaarlijkse noodzakelijke aanvulling van de voorziening ‘Nadelige complexen’, het afboeken van de berekende rente op de ‘Niet in exploitatie genomen gronden’ en het nadelig begrotingssaldo voor de jaren 2015, 2016 en 2017. Verloop van de algemene reserve Bedragen x € 1.000
Weerstandscapaciteit per 01/01 (Algemene reserve) Post onvoorzien Totale weerstandcapaciteit per 01/01 Mutaties in de algemene reserve (incl. begrotingssaldo) Weerstandscapaciteit per 31/12
2014
2015
2016
2017
17.046
17.896
15.389
11.273
172
172
172
172
17.218
18.068
15.561
11.445
678
-2.679
-4.288
-5.858
17.896
15.389
11.273
5.587
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 15,854 mln. De ratio weerstandsvermogen wordt dan ook (meerjarig) gebaseerd op deze benodigde weerstandscapaciteit. Verloop ratio weerstandsvermogen
2014
2015
2016
2017
A. Weerstandscapaciteit per 01/01 B. Benodigde weerstandscapaciteit C. Ratio weerstandvermogen = A/B
17.218
18.068
15.561
11.445
15.854
15.854
15.854
15.854
1,09
1,14
0,98
0,72
Het benodigde weerstandsvermogen is geactualiseerd (inclusief actualisatie Grondexploitatie per 01/07/2013) conform de bij de jaarrekening 2009 ingevoerde systematiek en wordt voor de jaren 2014 en 2015 als ‘voldoende’ gekwalificeerd en voor de jaren 2016 en 2017 als ‘matig’ en ‘onvoldoende’.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 15
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 16
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 17
1
Bouwen en Wonen
Algemene omschrijving Het programma Bouwen en Wonen is gericht op het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit en woonkwaliteit. Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota’s voor dit programma zijn opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017'.
Doelstelling Evenwichtige woningvoorraad en goede ruimtelijke ordening
Wat willen we bereiken? (effect) 1. Voorzien in de woningbehoefte van lokale doelgroepen
2.Proportioneel bijdragen aan regionale groeiopgave
3.Behouden en versterken ruimtelijke kwaliteit
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1. Benutten bestaande woningvoorraad
Wat mag het kosten? Bouwen en wonen (bedragen x € 1.000)
2. (mede) Realiseren van gevraagde woningen en woonmilieus op in- en uitbreidingslocaties
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
3. Afstemmen van functie, gebruik en vormgeving van de fysieke ruimte
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten
-29.663
-29.705
-25.105
-23.091
-25.549
-29.928
Baten
27.790
28.448
23.856
21.862
24.321
28.660
Totaal Bouwen en wonen
-1.873
-1.258
-1.249
-1.229
-1.228
-1.268
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 18
Wat willen we bereiken? (effectindicatoren/normen) Effect 1. Voorzien in de woningbehoefte van lokale doelgroepen
2. Proportioneel bijdragen aan de regionale groeiopgave 3. Ruimtelijke kwaliteitsverbeteringen die passen bij de eigenheid van en visie op Pijnacker-Nootdorp
Indicator Gemiddelde slaagkans op huurwoning in eigen gemeente, vraag/aanbodverhouding bij goedkope koop/dure huur en geschikte woningen.
Norm/afspraak Jongeren: verbetering in kern Pijnacker, verbetering gemeentebreed in de koop Middeninkomens: toename aanbod Lage inkomens en Senioren: neutraal, tot licht negatief in Delfgauw en Nootdorp Stabiele wachtlijsten intramuraal. -Geen vertraging urgenties - < 10% verleningen urgenties Er zijn geen knelpunten
Afhandeltermijn urgentieaanvragen - % verlengingen Aangemelde knelpunten bij huisvesting arbeidsmigranten Aantal huisvestingen in het kader van Er is geen achterstand. taakstelling vergunninghouders Groei van de woningvoorraad Streven naar realisatie bouwprognoses Beleving ondoelmatigheid (lokale) regelgeving Vestigingsklimaat voor inwoners en ondernemers Leefbaarheid fysieke omgeving Vitaliteit fysieke omgeving
Geen beleving lokale ondoelmatigheid Nader te bepalen bij uitvoeringsparagraaf structuurvisie in 2014 Nader te bepalen bij uitvoeringsparagraaf structuurvisie in 2014 Nader te bepalen bij uitvoeringsparagraaf structuurvisie in 2014
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie 2040 De nieuwe toekomstvisie schetst een richtinggevende context voor invulling van het programma bouwen en wonen voor de komende jaren. Doel is het behoud van de kenmerkende rustige, groene en dorpse woonomgeving. Dit willen we bereiken door de woonkernen, na afronding van de geplande nieuwbouwwijken, niet verder grootschalig uit te breiden en over te gaan van groei in kwantiteit naar beheer en groei in kwaliteit. De herkenbaarheid en karakteristieken die leiden tot de vestigingsplaatskeuze voor Pijnacker-Nootdorp worden behouden en zo mogelijk versterkt. De gemeente zal geïnteresseerde partijen uitnodigen om ruimtelijke ontwikkelingen te initiëren die passen bij deze visie. 1. Voorzien in de woningbehoefte van lokale doelgroepen Om beter te voorzien in de woningbehoefte is een Uitvoeringsstrategie Wonen 2020 uitgewerkt. Daarmee beogen wij binnen de mogelijkheden lokale wooncarrières te faciliteren voor inwoners die dat willen. Dit vraagt om woningbouw voor doelgroepen en benutting van bestaande voorraad via afspraken over huurbeleid en woonruimteverdeling. 2. Proportioneel bijdragen aan de regionale groeiopgave Pijnacker-Nootdorp draagt bij aan de regionale groeiopgave met in totaal vanaf 2013 nog zo’n 4.200 nieuw te bouwen woningen. De focus voor de komende jaren ligt op afronding van de bestaande projecten AckersWoude en Keijzershof en vanaf ongeveer 2017 ook grotere inbreidingen. Vanwege de gestagneerde en veranderende markt is de doorlooptijd langer en moeilijk voorspelbaar. Regionaal wordt informatie uitgewisseld over het planaanbod in de verschillende woonmilieus. Het financiële belang van de gemeente bij het beheersen van risico’s is groot. 3. Bijhouden en versterken ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijke ontwikkelingen moeten passen bij de eigenheid van Pijnacker-Nootdorp. In 2014 wordt een nieuwe ruimtelijke structuurvisie vastgesteld waarin de kwalitatieve doelstellingen worden geactualiseerd. Behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteiten is nodig voor het vestigingsklimaat en de leefbaarheid en vitaliteit van de gemeente.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 19
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie-indicatoren/normen) Prestatie/inspanning 1. Benutting bestaande woningvoorraad
2. (mede) realiseren van gevraagde woningen en woonmilieus op in- en uitbreidingslocaties
Indicator Nieuwe lokale en regionale prestatieafspraken voorbereiden Aantal vertragingen bij voorrangsverklaringen en huisvestingsvergunningen
Norm/afspraak Gereed in 2015
De hoeveelheid achterstand bij de begeleiding van huisvestingsprocessen voor vergunninghouders Uitbreiding van de algemene woningvoorraad
Geen achterstand
Woningen voor doelgroepen
3. Afstemmen van functie, gebruik en vormgeving van de fysieke ruimte.
Ruimtelijke structuurvisie Aantal ontheffingsprocedures
Aanvragen worden tijdig afgehandeld. Geen vertraging in de procedures
2014: 58 woningen 2015: 108 woningen 2016: 169 woningen 2017: 225 woningen 2014: 28 doelgroepwoningen 2015: 63 doelgroepwoningen 2016: 60 doelgroepwoningen 2017: 166 doelgroepwoningen Gereed in 2014 Norm nader te bepalen in nieuw document ruimtelijke ordening 20142024
Toelichting 1. Benutting bestaande woningvoorraad Eind 2013/begin 2014 wordt ingrijpende wetswijziging verwacht inzake de volkshuisvesting waarbij de rol van de gemeente en de verhouding ten opzichte van de corporaties verandert. Tegelijk lopen prestatieafspraken lokaal en regionaal af en worden er nieuwe voorbereid op basis van de woonvisie. Naar aanleiding van de decentralisaties AWBZ en scheiden van wonen en zorgfinanciering, is herijking van het beleid aan de orde in 2014 voor extramurale woonvormen met zorg. 2. (mede) realiseren van gevraagde woningen en woonmilieus op in- en uitbreidingslocaties Door de veranderde marktomstandigheden zijn inspanningen van de gemeente nodig op meerdere vlakken, zoals uitgewerkt in de uitvoeringsstrategie wonen. Het meer vraaggericht ontwikkelen en het vinden van de juiste kwaliteit met nieuwe financiële regels vraagt om doorlopende oriëntatie op kansen om de productie te bevorderen. De prognose voor algemene uitbreiding van de woningvoorraad in de periode 2014-2017 is als volgt: Algemene uitbreiding woningvoorraad 2014-2017 Prognose Woningbouwproductie t/m 2017 Locatie Keijzershof Craeyenburch AckersWoude Pijnacker-Noord P&R-terrein Overige projecten Totalen-Generaal
2014
2015
2016
2017
42 2 7 5 2 58
7 4 25 9 63 108
8 4 82 38 37 169
2 91 94 16 22 225
Met een totale productie van ± 2.200, komt de prognose voor de periode 2010-2019 hoger uit dan de totale woonbehoefteraming van de provincie voor onze gemeente, van ongeveer 1.750 woningen. Bij het bepalen van de prognose van ca 2.200 woningen voor de periode 2010-2019, is rekening gehouden met de reeds gerealiseerde woningen over 2010-2013 en de prognose voor de periode 2014-2019.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 20
Bouwen voor lokale doelgroepen Ontwikkelingen voor starters die in de periode 2014-2017 worden uitgewerkt zijn: Koningshof (voorheen: Klavertje 3), Kerkweg, en Zonnedauw. Daarnaast wordt vanaf 2016 bekeken wat de mogelijkheden zijn voor de locaties Pauwmolen en Meikoninginlaan in Delfgauw. De opleveringen voor doelgroepen van genoemde locaties zijn dus nog nader te bepalen. In de projecten Pijnacker-Noord, AckersWoude en Keijzershof wordt voorzien in de grootste projecten voor lokale doelgroepen. Op basis van de huidige verwachtingen voor lokale doelgroepen worden de volgende woningaantallen gerealiseerd in de jaren 2014-2017: Uitbreiding voorraad voor doelgroepen 2014-2017 2014 Project AckersWoude Pijnacker-Zuid P+R Emmastraat Pijnacker Noord
2015
2016 25
2017 43
72
23 17 nultreden 5 levensloopbestendig
29 huurwoningen 9 levensloopbestendig
28
63
Totaal doelgroepen
94 appartementen divers 166
60
In Pijnacker-Zuid is een aanvullend project voor doelgroepen (Marquant) in voorbereiding en dat kan nog een aanvulling geven op bovenstaande aantallen voor doelgroepen. Verdere uitsplitsing naar doelgroepen moet nog plaats vinden. 3. Afstemmen van functie, gebruik en vormgeving van de fysieke ruimte. De opgave in de structuurvisie is de functie, het gebruik en de vormgeving van de fysieke ruimte goed op elkaar af te stemmen. De norm hiervoor wordt in de uitvoeringsstrategie van de structuurvisie bepaald. Instrumenten voor de bewaking van de samenhang tussen functie, gebruik en vormgeving zijn met name de bestemmingsplannen. Over de actualisatie van bestemmingsplannen wordt een eindrapportage opgesteld en komt er een nieuw document met een horizon van tien jaar. Hierin wordt eveneens de norm voor het aantal ontheffingsverzoeken bepaald. Specificatie van de lasten en baten per product Bouwen en Wonen (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 320 Ruimtelijke ordening
-986
-938
-806
-806
-806
-806
335 Wonen
-195
-284
-183
-163
-163
-202
345 Grondzaken
-115
-650
-358
-358
-358
-358
350 Bouwgrondexploitaties
-27.866
-27.031
-22.961
-20.020
-23.504
-27.834
Totale lasten
-29.162
-28.903
-24.309
-21.347
-24.831
-29.201
36
54
55
55
55
55
210
106
6
6
6
6
21
25
26
26
26
26
Baten per product 320 Ruimtelijke ordening 335 Wonen 345 Grondzaken 350 Bouwgrondexploitaties
25.423
25.950
22.454
20.438
22.873
27.225
Totale baten
25.689
26.134
22.540
20.524
22.959
27.311
Totaal saldo van baten en lasten
-3.473
-2.769
-1.769
-823
-1.872
-1.890
Toevoegingen aan reserves 320 Ruimtelijke ordening
0
-225
0
0
0
0
350 Bouwgrondexploitaties
-501
-577
-796
-1.744
-718
-727
Totale toevoegingen aan reserves
-501
-802
-796
-1.744
-718
-727
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 21
Bouwen en Wonen (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Onttrekkingen aan reserves 320 Ruimtelijke ordening
26
103
0
0
0
0
350 Bouwgrondexploitaties
0
75
5
5
5
5
Totale onttrekkingen aan reserves
0
483
8
8
8
8
2.075
1.653
1.303
1.325
1.349
1.336
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
2.101
2.313
1.316
1.338
1.361
1.349
Resultaat
1.600
1.511
520
-406
643
621
Investeringen Bedragen in € Geen investeringen Totaal Bouwen en Wonen
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2014
Begroting 2015 -
Begroting 2016 -
Begroting 2017 -
Pagina 22
-
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 23
Economie en glastuinbouw
2
Algemene omschrijving Het programma Economie & glastuinbouw is gericht op de beschikbaarheid, kwaliteit en invulling van de fysieke ruimte om te ondernemen, afgestemd op behoeften van ondernemers. Het programma levert zo een bijdrage aan het ondernemers- en vestigingsklimaat in de gemeente. Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota voor dit programma is opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017. Doelstelling Verbeteren van de beschikbaarheid, uitstraling en kwaliteit van fysieke ruimte om te ondernemen
Wat willen we bereiken? (effect) 1. Sterk, duurzaam & innovatief glastuinbouwcluster
2. Passend aanbod aan bedrijventerreinen & kantorenlocaties
3. Evenwichtig & fijnmazig aanbod aan (dagelijkse) detailhandelen horecavoorzieningen
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1.1. Versnellen van de ruimtelijke ontwikkeling van de duurzame glastuinbouwgebieden
1.2. Versnellen van het proces van verduurzaming
1.3. Samenwerken in de Greenport
Wat mag het kosten? Economie en glastuinbouw (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Totaal Economie en glastuinbouw
Programmabegroting 2014-2017
2.1. Actieve en doelgerichte acquisitie van bedrijven
Rekening 2012
2.2. Vraaggericht (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen en kantorenlocaties
Begroting 2013
2.3. Waarborgen van een basispakket parkmanagement
Begroting 2014
3.1. Beleidsmatig ruimte creëren om de kwaliteit en diversiteit van het horeca aanbod te versterken
Begroting 2015
3.2. Clustering van detailhandel in de centra
Begroting 2016
Begroting 2017
-597
-664
-1.014
-357
-366
-366
34
82
82
82
82
82
-563
-582
-932
-275
-284
-284
Pagina 24
Wat willen we bereiken? (effectindicatoren/normen) Effect 1. Sterk, duurzaam & innovatief glastuinbouwcluster
Indicator Areaal duurzaam glas Omvang van het cluster
2. Passend aanbod aan bedrijventerreinen & kantorenlocaties
Gemiddelde bedrijfsoppervlakte in de primaire sector Bruto werkgelegenheid Aantal vestigingen Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Mate van leegstand
3. Evenwichtig & fijnmazig aanbod aan (dagelijkse) detailhandel- en horecavoorzieningen
Cijfer leefbaarheidsmonitor Leegstand detailhandel Gevarieerd horeca-aanbod
Norm/afspraak Minimaal 325 ha netto in de duurzame glastuinbouwgebieden in 2014 Belang van minimaal 25% van de vestigingen en de bruto werkgelegenheid in de gemeente Hoger dan het landelijk gemiddelde in 2014 Groei minimaal gelijk of hoger dan het regionaal gemiddelde in 2014 Groei minimaal gelijk of hoger dan het regionaal gemiddelde in 2014 Periodieke hercertificering (incl. het oplossen van gesignaleerde knelpunten) Leegstand van bedrijventerreinen & kantorenlocaties is lager dan het regionaal gemiddelde in 2014 Minimaal gelijk aan voorgaande periodes Leegstand detailhandel is lager dan het regionaal gemiddelde in 2014 Evenwichtige verdeling over de horecasegmenten
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie 2040 De ligging ten opzichte van de Mainports Rotterdam en Schiphol, de Greenport Westland-Oostland en de deltametropool van grote steden als Den Haag, Rotterdam, Delft en Zoetermeer, maakt van PijnackerNootdorp strategisch de juiste vestigingsplaats voor burgers en ondernemers. Pijnacker-Nootdorp heeft een stimulerend, innoverend en duurzaam ondernemers- en vestigingsklimaat en levert vanuit een unieke combinatie van vestigingsindicatoren een bijdrage aan een vitale samenleving. Pijnacker-Nootdorp biedt ruimte om te ondernemen. Aandachtspunten zijn: - Herstructurering glastuinbouw stimuleren en faciliteren. - Inzet voor glastuinbouw afstemmen in Greenportverband. - Recreatieve functies in buitengebied stimuleren en faciliteren. - Afronden eerder geprogrammeerde bedrijvenparken. - Herstructurering bedrijvenpark Boezem. - Bijdragen aan parkmanagement, eventueel parkbeheer aan gebruikers overdragen. Economische visie 2025 Na jaren van groei liggen de contouren van de gemeente nu redelijk vast. Voor de primaire glastuinbouw beperken de ontwikkelingsmogelijkheden zich tot de duurzame glastuinbouwgebieden. De locaties voor detailhandel en horeca in de centra van Pijnacker, Nootdorp en Delfgauw en enkele kleinschalige voorzieningen in de woonwijken liggen vast. Ruimte voor groei is er op Boezem II, Heron, Pijnacker-Centrum en op beperkte schaal in het buitengebied. Daarnaast moet fysieke ruimte grotendeels gezocht worden in effectief en multifunctioneel ruimtegebruik. In het samenspel tussen bedrijfsleven en gemeente beogen wij wederkerigheid. Wij formuleren en creëren randvoorwaarden en het bedrijfsleven is bereid om hiermee ook daadwerkelijk aan de slag te gaan. De strategie wordt uitgewerkt in het uitvoeringsplan ‘Ruimte om te ondernemen 2016’. 1. Sterk, duurzaam & innovatief glastuinbouwcluster Pijnacker-Nootdorp werkt met partners in de Greenport Westland-Oostland, zoals buurgemeente Lansingerland en het lokale tuinbouwbedrijfsleven, aan de bereikbaarheid en de aansluiting van kennis en onderwijs op het bedrijfsleven. Wij willen de modernisering, herstructurering en verduurzaming van het primaire productieareaal versnellen door in overleg individuele belangen van burgers en ondernemers en collectief belang van de sector op één lijn te brengen.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 25
2. Passend aanbod aan bedrijventerreinen & kantorenlocaties Voor verdere groei van de lokale economie en de werkgelegenheid zetten we in op vraaggerichte (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen en kantorenlocaties. In beginsel is de vestiging van bedrijven buiten de bedrijventerreinen niet wenselijk, en zelfstandige kantoren worden geconcentreerd rondom de haltes van de RandstadRail. Ons aanbod is in belangrijke mate complementair aan het aanbod in de regio en grotendeels gericht op lokaal verzorgende en kleinere regionaal opererende bedrijven. De (groot)handel, bouw, nijverheid, zakelijke dienstverlening, gezondheids‐ en welzijnszorg en agrobusiness zijn de belangrijkste sectoren voor actieve en doelgerichte acquisitie van bedrijven. Ook ZZP’ers en starters zijn belangrijke doelgroepen voor aquisititie. 3. Evenwichtig & fijnmazig aanbod aan (dagelijkse) detailhandel- en horecavoorzieningen De ligging van Pijnacker‐Nootdorp nabij grote steden maakt dat de detailhandel en horeca in de gemeente vooral in een lokale en dagelijkse behoefte voorzien. Het fijnmazig aanbod (dat zich onderscheidt door het lokale en vriendelijke karakter, service en kwaliteit) is belangrijk voor de kwaliteit en het karakter van het woon- en leefklimaat in de gemeente. We willen dit aanbod handhaven en versterken door clustering van detailhandel in de centra, versterking van kwaliteit en diversiteit van het horeca-aanbod en accommoderen van initiatieven. Daarnaast gaan we onderzoeken of er ruimte kan worden gecreëerd in het buitengebied. Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie-indicatoren/normen) Prestatie/inspanning 1.1. Versnellen van de ruimtelijke ontwikkeling van de duurzame glastuinbouwgebieden
1.2. Versnellen van het proces van verduurzaming 1.3. Samenwerken in de Greenport
2.1. Actieve en doelgerichte acquisitie van bedrijven 2.2. Vraaggericht (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen en kantorenlocaties
Indicator Gerealiseerd aantal ha netto duurzame glastuinbouwgebieden
Norm/afspraak Gelijk aan of hoger dan aantal netto ha in 2013, met een minimum van 325 ha netto
Gemiddelde schaalgrootte tuinbouwbedrijf
Groter dan 2013 én hoger dan landelijk gemiddelde
% toegekende omgevingsvergunningen tbv glastuinbouw Aantal duurzame initiatieven binnen glastuinbouw op jaarbasis
% toegekende omgevingsvergunningen tbv glastuinbouw is gelijk/hoger dan in 2013 aantal duurzame initiatieven binnen glastuinbouw gelijk aan of hoger dan in 2013 Nog geen norm bekend.
Ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in de primaire sector/ het cluster Aantal ha kaveluitgifte
De mate van leegstand van bedrijfs- en kantoorpanden
Aantal nieuwe vestigingen 2.3. Waarborgen van een basispakket parkmanagement tbv bedrijventerreinen en glastuinbouw
Aantal gehonoreerde parkmanagementsverzoeken in de glasuinbouw Verbetering omgevingskwaliteit van de glastuinbouw en bedrijfsterreinen
Gemiddeld 1.5 ha per jaar
Jaarlijkse monitor stadsgewest Haaglanden Leegstand is gelijk of lager dan het landelijke gemiddelde Aantal vestigingen is gelijk aan of hoger dan in 2013 Nog geen norm bekend (0-meting)
Snelheid van oplossingen op bedrijfsterreinen op gebied van schoon, heel en veilig (op basis van jaarlijkse schouw in kader van Keurmerk Veilig Ondernemen en veiligheidsmonitor)
3.1. Beleidsmatig ruimte creëren om de Het mogelijk maken van een aantal % toegewezen aantal aanvragen om een kwaliteit en diversiteit van het horeca horecavestigingen horecavestiging tov 2013 in de dorpscentra aanbod te versterken Nulmeting kwaliteit horeca-aanbod in 2013
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 26
Prestatie/inspanning 3.2. Clustering van detailhandel in de centra
Indicator Aantal m2 detailhandel buiten de centra
Norm/afspraak Aantal m2 detailhandel buiten de centra (c.q. concentratiegebieden) en binnen de bebouwde kom neemt niet toe
Toelichting 1.1 t/m 3.2 Bij het verbeteren van de beschikbaarheid, uitstraling en kwaliteit van fysieke ruimte om te ondernemen, is de rol van de gemeente veelzijdig. De gemeente faciliteert ondernemersinitiatief met een proactieve dienstverlening, gericht op het wegnemen van belemmeringen. De belangen van individuele burgers en ondernemers en de collectieve belangen van groepen ondernemers of sectoren liggen echter niet altijd op één lijn. Er zijn situaties waarin de markt niet voorziet of waar sprake is van een gemeenschappelijk of maatschappelijk belang. In dergelijke gevallen kan de gemeente een regisserende, initiërende of stimulerende rol vervullen. Met de genoemde activiteiten gaat de gemeente uitvoering geven aan de nieuwe economische visie. Daartoe zullen deze activiteiten worden gespecificeerd in het op te stellen uitvoeringsplan. Specificatie van de lasten en baten per product Economie en glastuinbouw (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 120 Economisch beleid
-597
-664
-1.014
-357
-366
-366
Totale lasten
-597
-664
-1.014
-357
-366
-366
120 Economisch beleid
12
82
82
82
82
82
Totale baten per product
12
82
82
82
82
82
-584
-582
-932
-275
-284
-284
120 Economisch beleid
0
0
0
0
0
0
Totale toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
120 Economisch beleid
22
0
0
0
0
0
Totale onttrekkingen aan reserves
22
0
0
0
0
0
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
22
0
0
0
0
0
-563
-582
-932
-275
-284
-284
Baten per product
Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen aan reserves
Onttrekkingen aan reserves
Resultaat
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 27
Investeringen Bedragen in € Geen investeringen Totaal Economie en glastuinbouw
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2014
Begroting 2015 -
Begroting 2016 -
Begroting 2017 -
Pagina 28
-
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 29
Mobiliteit
3
Algemene omschrijving Het programma Mobiliteit is erop gericht de voorzieningen te realiseren die nodig zijn om de toenemende mobiliteit van (het toenemende aantal) inwoners en bedrijven mogelijk te maken. Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota’s voor dit programma zijn opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017.
Doelstelling Goede bereikbaarheid binnen de gemeente en met onze gemeente
Wat willen we bereiken? (effect) 1. Verbeterde doorstroming
2. Minder verkeersoverlast
3. Optimale & eerlijke benutting beschikbare parkeercapaciteit
4. Verhoging verkeersveiligheid op wegen in wijken en bij scholen
5. Behoud goede interne & externe bereikbaarheid met het OV
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1. Aanleg wegen
2. Stimuleren OV en langzaam verkeer
3. Weren sluipverkeer
Wat mag het kosten? Mobiliteit (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Totaal Mobiliteit
Programmabegroting 2014-2017
4. Actualisatie parkeerbeleids -plan
Rekening 2012
5. (Her)inrichten van de openbare ruimte
Begroting 2013
6. Houden van gedragscampagnes
Begroting 2014
7. Inspraak & overleg met vervoersautoriteit
Begroting 2015
8. Uitbreiden buurtbus
Begroting 2016
Begroting 2017
-8.753
-14.505
-18.453
-10.471
-9.068
-8.955
9.236
13.496
17.467
9.478
8.077
7.965
483
-1.009
-986
-992
-991
-990
Pagina 30
Wat willen we bereiken? (effectindicatoren/normen) Effect 1. Verbeterde doorstroming
Indicator Verkeerdruk
2. Minder verkeersoverlast
Tevredenheid inwoners en ondernemers luchtkwaliteit verkeerslawaai cijfer leefbaarheidsmonitor
3. Optimale & eerlijke benutting beschikbare parkeercapaciteit
parkeerdruk tevredenheid inwoners en ondernemers
4. Verhoging verkeersveiligheid op wegen in wijken en bij scholen
aantal verkeersslachtoffers tevredenheid inwoners en ondernemers aantal reizigers tevredenheid inwoners en ondernemers
5. Behoud goede interne & externe bereikbaarheid met het OV
Norm/afspraak Weg- en knooppuntcapaciteit. Zie toelichting Minimaal 75% van de bewoners en ondernemers is in 2017 tevreden wettelijke normen (zie toelichting) wettelijke normen (zie toelichting) In 2015 gemiddeld hoger en per wijk minimaal gelijk aan 2011 Maximaal 95% In de centra is minimaal 75% van de bewoners en ondernemers in 2017 tevreden In de wijken is minimaal 75% van de bewoners in 2017 tevreden minder dan het landelijk gemiddelde minimaal 70% van de bewoners en ondernemers is tevreden N.t.b. bij vorming vervoersautoriteit is minimaal 50% van de bewoners en ondernemers in 2017 tevreden
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie 2040 De nieuwe toekomstvisie schetst een richtinggevende context voor invulling van het mobiliteitsbeleid voor de komende jaren. De belangrijkste punten voor het programma Mobiliteit zijn: - Bereikbaarheid van basisvoorzieningen in de kernen garanderen. - Bereikbaarheid van voorzieningen in omliggend stedelijk gebied bevorderen. - Bereikbaarheid van recreatieve groengebieden vanuit Pijnacker-Nootdorp en omgeving. 1. Verbeterde doorstroming Er zijn voor de gemeente in grote lijnen twee mogelijkheden om de verkeerdruk te verminderen en de doorstroming te verbeteren: uitbreiden van de weg- en knooppuntcapaciteit en terugdringen van het verkeersaanbod. De gemeente zet in deze bestuursperiode op beide in, door aanleg van nieuwe wegen, stimulering van OV-gebruik en langzaam verkeer en het zoveel mogelijk weren van sluipverkeer. Bestuurlijk zijn ontmoedigingsmaatregelen tegen autogebruik geen optie. 2. Minder verkeersoverlast Stimulering van OV-gebruik en langzaam verkeer moet, naast betere doorstroming, ook zorgen voor minder overlast van (vracht)auto’s. De Wet geluidhinder kent verschillende normwaarden voor geluidsbelasting. De richtlijn van de Europese Unie bevat diverse grenswaarden, streefwaarden en alarmdrempels voor concentraties van stoffen in de buitenlucht. Omdat bewoners zich storen aan teveel en verkeerd geparkeerde auto’s zal het Parkeerbeleidsplan uit 2006 moeten worden geactualiseerd. 3. Optimale & eerlijke benutting beschikbare parkeercapaciteit Het nieuwe Parkeerbeleidsplan zal naast overlastvermindering moeten bijdragen aan een optimale en eerlijke benutting van de beschikbare parkeercapaciteit voor zowel bewoners als ondernemers. Uit parkeeronderzoek blijkt dat de parkeerdruk in (delen van) de gemeente blijft toenemen. De norm van 85% parkeerdruk overdag en 90% ‘s-nachts wordt niet altijd gehaald. In de Bestuurlijke Agenda 2010-2014 is afgesproken de oplossing niet te zoeken in invoering van betaald parkeren. 4. Verhoging verkeersveiligheid op wegen in wijken en bij scholen Het aantal verkeersslachtoffers stabiliseert zich al jaren tussen de 5 en 10 gewonden en 0 tot 2 doden per jaar. De norm was tot nu toe om het aantal ziekenhuisgewonden met 15% en het aantal verkeersdoden met 20% te verminderen t.o.v. 2002. Vanwege de kleine aantallen wordt deze norm het ene jaar ruim en het andere jaar helemaal niet gehaald. Beter is het een objectieve vergelijking te maken met het landelijk gemiddelde.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 31
5. Behoud goede interne & externe bereikbaarheid met het OV Wij hebben via het Stadsgewest Haaglanden alleen indirecte invloed op het openbaar vervoer binnen en van en naar onze gemeente. Wij proberen door inspraak en overleg met de vervoersautoriteit en de vervoersmaatschappijen te bewerkstelligen, dat zoveel mogelijk reizigers in en naar onze gemeente gebruik (kunnen) maken van het openbaar vervoer. Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie-indicatoren/normen) 1.
Prestatie/inspanning 1. Aanleg wegen 2. Stimuleren OV en langzaam verkeer
3. Weren sluipverkeer
4. Actualisatie parkeerbeleidsplan 5. (Her)inrichten van wegen
Indicator Aanleg Komkommerweg Aanleg Oostelijke randweg aandeel in wijze van verplaatsen
Overeenstemming tussen functie; gebruik & vormgeving van onze weg vaststelling door de raad aangepaste knelpunten aanleg extra parkeerplaatsen
6. Houden van gedragscampagnes 7. Inspraak & overleg met vervoersautoriteit 8. Uitbreiden buurtbus
hoeveelheid campagnes dienstregeling aantal reizigers tevredenheid reizigers
Norm/afspraak ingebruikname 2016 ingebruikname 2015/ 2016 Autogebruik binnen de gemeente is verminderd tot 20% van alle verplaatsingen, en van en naar de gemeente tot max. 50% van alle verplaatsingen aantal wegen met mismatch in 2017 maximaal gelijk aan 2013 2014 Conform Rapport Kansen voor verkeersveiligheid Wordt eind 2013 vastgelegd in de parkeernota aansluiting landelijk/ regio dekkingsgraad in 2017 minimaal gelijk aan 2013 5000 per jaar In 2017 minimaal gelijk aan cijfer (7,8) 2012
Toelichting 1. Aanleg wegen Met de afronding van de Tuindersweg, Komkommerweg en Oostelijke Randweg beschikt de gemeente over de hoofinfrastructuur die in het mobiliteitsplan en Pit! was voorzien voor 2025 en past bij een gemeente van 64.000 inwoners. Herijking van de randwegambities en mogelijke tweede verbinding Pijnacker-Nootdorp komen aan de orde bij de nieuwe Ruimtelijke Structuurvisie. 2. Stimuleren OV en langzaam verkeer Door het treffen van voorzieningen rondom de OV-haltes en aanleg van een uitgebreid fietspadennetwerk moet het autogebruik binnen de gemeente verminderen tot maximaal 20% van alle verplaatsingen, en van en naar de gemeente tot maximaal 50%. 3. Weren sluipverkeer De opgave in het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit is om het gebruik, de functie en de vormgeving van onze wegen met elkaar in overeenstemming te brengen, zodat sluipverkeer kan worden geweerd. Dit mag niet leiden tot verschuiven naar wegen die hier niet op berekend zijn. 4. Actualisatie parkeerbeleidsplan In het najaar van 2013 is een geactualiseerde parkeernota aan de raad aangeboden als opmaat naar een mogelijke nieuw Parkeerbeleidsplan. Nieuw parkeerbeleid is gewenst met het oog op de toekomst, nieuwe ontwikkelingen als elektrisch rijden en autodelen, en wordt noodzakelijk bij een hernieuwde groei van het autobezit of de invoering van betaald parkeren in de centrumgarages. 5. (Her)inrichten van wegen In de openbare ruimte worden verkeersonveilige knelpunten aangepast en kunnen meer parkeerplaatsen gerealiseerd, conform de Uitvoeringsstrategie Mobiliteit 2013-2025 en op basis van de geactualiseerde parkeernota.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 32
6. Houden van gedragscampagnes Gedragscampagnes moeten een bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij regionale en landelijke campagnes omdat dit goedkoper en effectiever is. 7. Inspraak & overleg met vervoersautoriteit De mogelijke metropoolvorming Rotterdam-Den Haag en daarbij de nieuwe en grotere vervoer autoriteit kan leiden tot verschuivingen in onze invloedspositie. Conform de strategische bereikbaarheidsagenda (concept)van de vervoersautoriteit is de gemeente Pijnacker-Nootdorp gelegen binnen het economisch kerngebied van de regio, goede bereikbaarheid van en met het economisch kerngebied is voor de doelstellingen van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag van essentieel belang. Voor de dienstregeling openbaarvervoer stuurt de gemeente middels inspraak en overleg met de vervoersautoriteit eropaan dat de dekkingsgraad openbaar vervoer in 2017 gelijk is aan die van 2013. 8. Uitbreiden buurtbus Sinds december 2011 rijdt de buurtbus tussen de kernen van Pijnacker, Delfgauw, Nootdorp en Oude Leede. Het streven (de eis van het Stadsgewest haaglanden) is 5000 passagiers. De kosten voor de uitbreiding zijn tijdelijk gedekt uit het budget voor lokaal mobiliteitsbeleid. In het najaar van 2013 wordt het project geëvalueerd. Specificatie van de lasten en baten per product Mobiliteit (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 70 Mobiliteitsbeleid 80 Verkeersmaatregelen Totale lasten
-3.618
-11.180
-12.159
-3.934
109
-5.904
-408
-438
-448
-448
-567
-447
-4.026
-11.618
-12.607
-4.382
-459
-6.351
Baten per product 70 Mobiliteitsbeleid
46
0
0
0
0
0
80 Verkeersmaatregelen
215
96
98
98
98
98
Totale baten per product
261
96
98
98
98
98
-3.766
-11.522
-12.509
-4.284
-361
-6.253
-4.667
-2.887
-5.846
-6.089
-8.610
-2.604
Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen aan reserves 70 Mobiliteitsbeleid 80 Verkeersmaatregelen
-60
0
0
0
0
0
-4.727
-2.887
-5.846
-6.089
-8.610
-2.604
8.976
13.346
17.369
9.380
7.859
7.867
0
54
0
0
120
0
Totale onttrekkingen aan reserves
8.976
13.400
17.369
9.380
7.979
7.867
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
4.249
10.513
11.523
3.292
-630
5.263
483
-1.009
-986
-992
-991
-990
Totale toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves 70 Mobiliteitsbeleid 80 Verkeersmaatregelen
Resultaat
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 33
Investeringen Bedragen in € Komkommerweg Komkommerweg Komkommerweg grondverkopen Komkommerweg bijdragen FES project FES project, oostelijke randweg (7571..) FES project, oostelijke randweg grondverkopen FES project, oostelijke randweg bijdragen derden FES project, ecologische/recreatieve dooadering (7572..) Overig: Vervanging Update Beleidsplan Verkeer en Vervoer (BVV) Vlielandseweg 50 km (duurzaam veilig) Totaal Mobiliteit
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2014 4.851.691
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
5.504.193
4.728.169
-1.684.754
-2.950.959
-1.560.704
12.317.334
3.676.145
2.931.201
4.916.520
-248.535
-5.598.999
-1.004.081
-2.889.305
-1.200.000
-1.359.015
-2.801.910
2.750.677
-250.000 -1.600.000
2.793.168 80.000 120.000 14.116.514
3.091.539
-830.333
Pagina 34
5.143.116
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 35
Groen, water en recreatie
4
Algemene omschrijving Het programma Groen, water & recreatie is gericht op het ontwikkelen, beheren en behouden van de groene ruimte, het landelijk karakter en het watersysteem.
Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota’s voor dit programma zijn opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017.
Doelstelling Behouden en ontwikkelen van hoogwaardig groen rond de dorpskernen
Wat willen we bereiken? (effect) 1.Toegankelijke recreatiegebieden en een samenhangende recreatief netwerk
2.Een vitale landbouwsector die bijdraagt aan instandhouding van het historische) waardevolle weidelandschap
3.Aantrekkelijke recreatie voorzieningen, die aansluiten op de maatschappelijke behoefte
4.Droge voeten, een gezond watersysteem en optimale waterbeleving
5.Samenhangend ecologisch netwerk
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1. (Mede) ontwikkelen en beheren van recreatiegebieden & de aanleg van wegen en paden
2. Informatie voorziening en gebiedsmarketing
3. Beheerdersoverleg Oude Leede en waar nodig planologisch ruimte bieden faciliterend). Toepassen ruimte voor ruimte
Programmabegroting 2014-2017
4. Benutten economisch potentieel buitengebied, passend bij het landschap
5. Waar mogelijk passend planologisch ruimte bieden
6. Water integraal beheren en realiseren waterberging, samen met het Hoogheemraadschap van Delfland
7. Gebiedsontwikkeling ecologisch inrichten
8. Ecologisch beheer toepassen
Pagina 36
Wat mag het kosten? Groen, water en recreatie (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Totaal Groen, water en recreatie
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
-443
-604
-1.066
-700
-722
-744
60
191
607
0
0
0
-383
-413
-459
-700
-722
-744
Wat willen we bereiken? (effectindicatoren/normen) Effect Indicator 1. Toegankelijke recreatiegebieden en bezoekersaantallen een samenhangende recreatief netwerk
klanttevredenheidcijfer
2. Een vitale landbouwsector die bijdraagt aan instandhouding van het (historische) waardevolle weidelandschap
Openheid van het landschap
Waardering van het landschap 3. Aantrekkelijke recreatievoorzieningen, die aansluiten op de maatschappelijke behoefte
klanttevredenheidscijfer
4.Droge voeten, een gezond watersysteem en optimale waterbeleving
Waterbergingscapaciteit Waterkwaliteit Klanttevredenheidscijfer waterbeleving
5.Samenhangend ecologisch netwerk
Biodiversiteit
Norm/afspraak In 2017 een toename van minimaal 10 procent in Buytenhout. De gegevensverzameling gebeurt in samenwerking met de beheerders Staatsbosbeheer en GZH. In de najaarsnota worden de actuele gegevens opgenomen. In 2017 een hogere waardering door de inwoners van Pijnacker-Nootdorp. Dit jaar wordt het digitaal burgerpanel ingezet voor een 0-meting. In 2017 afname van de huidige bebouwing in het Oude Leedegebied. Gegevensverzameling wordt uitgewerkt bij de uitvoeringsstrategie structuurvisie. In 2014. Minimaal gelijk aan waardering landschap Midden-Delfland In 2017 een hogere waardering door recreanten en inwoners van PijnackerNootdorp. Dit jaar wordt het digitaal burgerpanel ingezet voor een 0-meting. conform Raamplannen conform Waterplan In 2017 een hogere waardering door recreanten en inwoners van PijnackerNootdorp. Dit jaar wordt het digitaal burgerpanel ingezet voor een 0-meting. Aantal soorten minimaal gelijk aan peildatum 1-1-2013
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie 2040 Het groene buitengebied is voor Pijnacker-Nootdorp een belangrijke onderscheidende kwaliteit. Door de recreatieve gebruiksfunctie verder vorm te geven, biedt Pijnacker-Nootdorp toegevoegde waarde aan de inwoners van de gemeente én de metropool. Aandachtspunten zijn: - Uitwerking van de visie op recreatieve functies in het buitengebied, met participanten. - Regionale afstemming van bereikbaarheid, gebruik en beheer van het buitengebied. - Borging van groenverbindingen van buitengebied met woongebieden en van buitengebied met omliggende gebieden. - Stimulering en facilitering van groene inpassing van de glastuinbouw. Uitvoeringsstrategie Groen, water en recreatie In het Bestuurlijk Uitvoeringsplan 2010-2014 staat als actie het opstellen van een uitvoeringsstrategie voor dit programma. Het college heeft echter besloten geen prioriteit te stellen aan deze uitvoeringsstrategie. Dit product is niet meer opportuun vanwege nieuwe afspraken voor de drie Groenblauwe Slingerprojecten in de gemeente (De Balij-Bieslandsebos, Groenzoom en Ruyven-Zuidpolder). Deze nieuwe afspraken waren nodig vanwege een provinciale herijking van het groenprogramma. In de uitvoeringsstrategie was voorzien om de
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 37
indicatoren en normen bij deze doelenboom uit te werken. De ontwikkeling hiervan vraagt daarom nog nader aandacht. De uitvoeringsstrategie van de structuurvisie wordt hiervoor mede benut. 1. Toegankelijke recreatiegebieden en een samenhangend recreatief netwerk De onderscheidende kwaliteit van het buitengebied is gebaat bij versterking van de recreatieve gebruiksfunctie. Daarom werken we aan een samenhangend recreatief netwerk van fiets-, wandel- en ruiterpaden, goede bewegwijzering en informatievoorziening. Dit doen we met buurgemeenten, provincie en Haaglanden en binnen samenwerkingsverbanden als de Hof van Delfland en Buytenhout. 2. Een vitale landbouwsector die bijdraagt aan instandhouding van het (historische) waardevolle weidelandschap Voor de instandhouding van het open landschap is een vitale landbouwsector van groot belang. De openheid en kwaliteit van het landschap is ook gebaat bij de aanpak van verouderde agrarische opstallen en regie op de ruimtelijke ordening in het buitengebied. 3. Aantrekkelijke recreatievoorzieningen, die aansluiten op de maatschappelijke behoefte Voor de gebruikskwaliteit van de natuur- en recreatiegebieden zijn recreatievoorzieningen belangrijk, die aansluiten bij de maatschappelijke vraag. Hieraan werken wij samen met de beheerders in het gebied zoals Natuur- en Recreatieschap Dobbeplas, Groenservice Zuid-Holland en Staatsbosbeheer. 4. Droge voeten, een gezond watersysteem en optimale waterbeleving Samen met het Hoogheemraadschap van Delfland (HHD) zorgen we voor een goed functionerend watersysteem (waterberging en afvoercapaciteit). Op dit moment voldoen de meeste polders binnen PijnackerNootdorp aan de norm van HHD. Ook vinden in Pijnacker-Nootdorp geen ongezuiverde lozingen op het watervlak meer plaats. Ter verbetering van de waterkwaliteit en de beeldkwaliteit leggen we zoveel mogelijk natuurvriendelijke oevers aan. Het HHD gaat de kwaliteit van het zwemwater verbeteren. 5. Samenhangend ecologisch netwerk Biodiversiteit is een kernkwaliteit van het groene buitengebied. Biodiversiteit gaat verder dan verscheidenheid aan soorten. Het draagt ook bij aan economische activiteit (zoals hout- en voedselproductie) en het beleven van groen. Voor behoud van de biodiversiteit wordt het ecologisch samenhangend netwerk ontwikkeld zoals vastgelegd in de Ecologische Kaart. Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie-indicatoren/normen) Prestatie/inspanning 1.(Mede) ontwikkelen en beheren van recreatiegebieden & de aanleg van wegen en paden
2.Informatie voorziening en gebiedsmarketing
3. Beheerdersoverleg Oude Leede en waar nodig planologisch ruimte bieden (faciliterend); Toepassen ruimte voor ruimte
Programmabegroting 2014-2017
Indicator Aantal hectare natuur- en recreatiegebied in Buytenhout Aantal hectare natuur- en recreatiegebied Groenzoom
Norm/afspraak Aanleg (door provincie) van 55 hectare
Aanleg (door UO Groenzoom) van 430 hectare natuur- en recreatiegebied (130 ha gem PN, 300 ha gem. LL) Opstellen beheerplan Groenzoom Vastgesteld beheerplan eind 2013 Aantal recreatieve verbindingen en Aanleg recreatieve verbindingen en 30 hectare waterberging en hectare waterberging en recreatiegebied in recreatiegebied Oude Leede Ruyven-Zuid conform afspraak provincie Groenblauwe dooradering in 12 hectare groenblauwe dooradering plangebied FES-project Oostland Aantal routes en stadlandver2014-2015: Fietsknooppuntensysteem bindingen, opname in relevante gereed, minimaal 3 aantrekkelijke stad-land websites, recreatiekaarten. fietsverbindingen, onderdeel marketing van Hof van Delfland en Buytenhout inclusief recreatiekaart en informatiepanelen. Realisatie TOP Dobbeplas (toeristische ontmoetingsplaats) Afspraken over beheer en Met stakeholders in 2014 opstellen van een ontwikkeling gebied Oude Leede. gezamenlijke ontwikkelings- of beheervisie. Aantal ha gesaneerd verspreid glas Sanering van minimaal 12 hectare verspreid in Lint Oude Leede glas Aantal ha gesaneerd verspreid glas Sanering van minimaal 8 hectare verspreid in de Katwijkerbuurt glas Pagina 38
Prestatie/inspanning Indicator 4.Benutten economisch potentieel Het aansluiten van vraag en buitengebied passend bij het landschap aanbod van recreatieve en leisurevoorzieningen.
5.Waar mogelijk passend planologisch ruimte bieden
Aantal gerealiseerde voorzieningen.
6.Water integraal beheren + realiseren waterberging, samen met het HHD
a) Hoeveelheid waterberging, b) waterkwaliteit, c) veilige kaden
7.Gebieds-ontwikkeling ecologisch inrichten 8. Ecologisch beheer toepassen
Aantal km natuurvriendelijke oevers Hoeveelheid (oppervlak en lengte) ecologisch ingerichte en beheerde gebieden
Norm/afspraak In 2015 nader uitwerken op basis van een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van recreatieve en leisurevoor-zieningen (na vaststelling van de uitvoeringsstrategie Economische Visie). Te bepalen bij uitvoeringsstrategie structuurvisie. Ontwerp structuurvisie e gereed 3 kwartaal 2013. Conform uitvoeringsprogramma Waterplan
Conform ecologische kaart Conform ecologische kaart
Toelichting 1.(Mede) ontwikkelen en beheren van recreatiegebieden & de aanleg van wegen en paden De Balij-Bieslandsebos, de Groenzoom en Ruyven-Zuidpolder zijn in integrale ontwikkeling. In het FES-project Oostland is een groenblauwe dooradering gepland. Vanwege rijksbezuinigingen heeft de provincie het provinciaal groenprogramma herijkt. Dit heeft geleid tot enkele ingrijpende wijzigingen. Van het project Ruyven-Zuidpolder zijn de natuurkern in de Zuidpolder en de uitbreiding van Ruyven-Noord geschrapt. Voor de Groenzoom geldt dat de provincie het project, inclusief het eindbeheer, volledig heeft gedecentraliseerd naar de twee gemeenten (Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland). De provincie heeft het eindbeheer afgekocht. De integrale ontwikkelingsopgave voor Groenzoom en De Balij-Bieslandsebos is gehandhaafd. 2. Informatievoorziening en gebiedsmarketing In samenwerking met het Hof van Delfland en Buytenhout wordt de informatievoorziening en gebiedsmarketing verder uitgewerkt met recreatiekaarten, fietsroutes en de ontwikkeling van de Toeristische Ontmoetingsplaats (TOP) Dobbeplas. 3. Beheerdersoverleg Oude Leede en waar nodig planologisch ruimte bieden (faciliterend); toepassen ruimte voor ruimte Bij het streven naar een vitale landbouwsector met behoud van de openheid en identiteit van het landschap (vooral Oude Leede) vervullen wij een faciliterende rol. In Katwijkerbuurt en Lint Oude Leede passen we gebiedsgericht ruimte voor ruimte toe. Het benodigde bestemmingsplan Katwijkerbuurt is in juni 2013 vastgesteld. Voor een beperkt gedeelte wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld (Katwijkerbuurt 2). De e planning hiervan is Voorontwerp gereed 4 kwartaal 2013. Volgens de planning is het bestemmingsplan Lint Oude Leede voor fase 2 de tweede helft 2014 gereed. 4. Benutten economisch potentieel buitengebied, passend bij het landschap In het buitengebied is ruimte voor laagdrempelige horeca, kwalitatief hoogwaardige restaurants en kleinschalige overnachtingsmogelijkheden. Daarnaast kunnen aanvullende voorzieningen en attracties de groen‐ en buitenrecreatie versterken. Dit kunnen kostendragers zijn voor het groenbeheer. Hoe wij hierin faciliteren, waarbij we de samenwerking in de Hof van Delfland hopen te benutten, wordt uitgewerkt in de uitvoeringsstrategie van de structuurvisie. 5. Waar mogelijk passend planologisch ruimte bieden In (de uitvoeringstrategie van) de nieuwe ruimtelijke structuurvisie worden kaders uitgewerkt voor het geven van ruimte voor economische activiteiten in het buitengebied, die passen bij de kwaliteit (rust, ruimte, landschap) van het groengebied. 6. Water integraal beheren en realiseren waterberging, samen met HHD In het Uitvoeringsprogramma bij het Waterplan 2010-2013 zijn onder meer een kadeverbeteringsprogramma, een rioleringsplan, Kader Richtlijn Water (KRW) maatregelen, een baggerplan, onderzoek naar klimaatverandeProgrammabegroting 2014-2017
Pagina 39
ringen en waterbergingsmaatregelen (via Raamplannen) opgenomen. In 2014 zullen o.a. de volgende projecten worden opgepakt: Gemeentelijk Rioleringsplan: opstellen ontwateringskaart en opstellen incidentenplan water en riolering; Beheerplan Oevers: is doorlopend in uitvoering; Waterplan: aanleg waterberging van 20.000 m3 ten behoeve van Oude Polder en aanleg pandscheiding in de plas van Buysen; Kader Richtlijn Water (KRW): in 2014 wordt het maatregelenpakket door het bestuur vastgesteld 7. Gebiedsontwikkeling ecologisch inrichten De Ecologische Kaart Pijnacker-Nootdorp beschrijft waar het ecologische netwerk gerealiseerd zou moeten worden. Voor het buitengebied wordt ecologie integraal meegenomen bij de groenprojecten en in het FESproject Oostland. 8. Ecologisch beheer toepassen Onderdeel van de strategie bij de Ecologische Kaart is het uitbreiden van ecologisch beheer. Daarmee wordt een belangrijke slag geslagen voor de instandhouding en uitbreiding van leefgebieden en verbindingszones. Specificatie van de lasten en baten per product Groen, water en recreatie (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 200 Beleid groen
-443
-604
-1.066
-700
-722
-744
Totale lasten
-443
-604
-1.066
-700
-722
-744
200 Beleid groen
11
0
0
0
0
0
Totale baten per product
11
0
0
0
0
0
-432
-604
-1.066
-700
-722
-744
200 Beleid groen
0
0
0
0
0
0
Totale toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
200 Beleid groen
49
191
607
0
0
0
Totale onttrekkingen aan reserves
49
191
607
0
0
0
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
49
191
607
0
0
0
-383
-413
-459
-700
-722
-744
Begroting 2015
Begroting 2016
Baten per product
Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen aan reserves
Onttrekkingen aan reserves
Resultaat
Investeringen Bedragen in € Ruyven Zuid Polder Totaal Groen, water en recreatie
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2014 607.155 607.155
-
Begroting 2017 -
Pagina 40
-
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 41
Onderwijs
5
Algemene omschrijving Het programma Onderwijs is erop gericht de basisvoorzieningen voor kinderen (en dus ook gezinnen) te borgen, zodat zij eigen kracht en zelfstandigheid ontwikkelen om deel te nemen aan de samenleving. Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota’s voor dit programma zijn opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017.
Doelstelling Stimuleren van de eigen kracht en zelfstandigheid van jeugd, het bieden van kansen en bevorderen van sociale binding en maatschappelijke participatie
Wat willen we bereiken? (effect) 1. Jeugd groeit gezond en veilig op
2. Jongeren volgen onderwijs, behalen een startkwalificatie en gaan aan het werk
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1.1. Preventieve ondersteuning van jeugd met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden
1.2. Voorkomen en terugdringen van overgewicht door preventie
Wat mag het kosten? Onderwijs (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Totaal Onderwijs
Programmabegroting 2014-2017
1.3. Voorkomen en terugdringen van verslaving aan genotsmiddelen door preventie
1.4. Voorkomen en terugdringen van jeugdcriminaliteit
Rekening 2012
2.1. Realiseren basisvoorzieningen voor kinderen en gezinnen voor onderwijs, beweging, ontmoeting en ontplooiing
Begroting 2013
Begroting 2014
2.2. Bieden van een veilige omgeving waarbinnen kinderen van 2-4 jaar zich spelenderwijs kunnen ontwikkelen (Wet OKE)
2.3. Verminderen van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten
Begroting 2015
Begroting 2016
2.4. Samenwerking onderwijs en bedrijven
Begroting 2017
-6.415
-6.282
-6.926
-6.883
-6.844
-6.775
1.336
1.055
1.303
1.288
1.175
1.159
-5.079
-5.227
-5.622
-5.595
-5.669
-5.616
Pagina 42
Wat willen we bereiken (effectindicatoren/normen) Effect 1. Jeugd groeit gezond en veilig op 2. Jongeren behalen een startkwalificatie en gaan aan het werk
Indicator Het percentage jongeren 12-18 jaar dat (een beetje of heel) blij is. Het percentrage jongeren tot 23 jaar dat zonder starkwalificatie de school verlaat is lager dan landelijk gemiddelde. Het percentage jongeren tot 25 jaar met een uitkering is lager dan het landelijk gemiddelde
Norm/afspraak 95% of meer van de jongeren tussen 12-18 jaar is (een beetje of heel) blij. Minder dan 3,6 % van de jongeren verlaat het onderwijs zonder een starkwalificatie.
Minder dan 4,4% van de jongeren tot 25 jaar heeft een uitkering.
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie 2040 Kinderen, jongeren en gezinnen vormen de primaire doelgroepen van het preventief maatschappelijk beleid. De leefbaarheid voor deze doelgroepen is geborgd met basisvoorzieningen zoals zorg en onderwijs in de directe omgeving. Aandachtpunten zijn: Basisvoorzieningen onderwijs in de drie kernen op maat beschikbaar stellen. Open scholen stimuleren en faciliteren. Combinatie onderwijs-sport stimuleren en faciliteren. Combinatie onderwijs-cultuureducatie stimuleren en faciliteren. Regionale afstemming aanbod en bereikbaarheid onderwijs. Samenwerking onderwijs en bedrijven stimuleren en faciliteren. 1. Jeugd groeit gezond en veilig op De gemeente wil dat de jeugd gezond en veilig opgroeit en dat opvoed- en opgroeiproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Met een brede aanpak (zowel preventief als curatief, gericht op jeugdigen én ouders) streven we ernaar dat minimaal 95% van de jongeren tussen 12 en 18 jaar een beetje blij tot (heel) blij is. Het op de jeugd gerichte gezondheidsbeleid sluit hierop aan. Onderstaande figuur toont de gemoedstoetstand van 12-18-jarigen (cijfers GGD ZHW 2010):
In 2010 had 18% van de ouders opgroei- en opvoedzorgen. Tussen de 3% en 9% van de kinderen tot 12 jaar kampten met (psychosociale, emotionele en gedrags-)problemen. Uit het klanttevredenheidsonderzoek van de Jeugdgezondheidszorg (najaar 2012) geven de ouders van 0-5 jarigen de jeugdgezondheidszorg een 6,6. 2. Jongeren behalen een startkwalificatie en gaan aan het werk De uitvalcijfers van de afgelopen jaren liggen in Pijnacker-Nootdorp lager dan het landelijk en regionaal gemiddelde. Omdat wij flink zijn gegroeid, laat het aantal verzuim- en zorgmeldingen een stijgende trend zien van 362 meldingen in schooljaar 2007-2008 naar 601 in 2011-2012. Vanuit onze leerplichttaak streven wij er naar verzuimmeldingen tijdig op te pakken in samenwerking met scholen, jongeren en ouders. Wij besteden aandacht aan onnodig ziekteverzuim door extra consultatie en samenwerking te organiseren tussen schoolarts en leerplichtfunctionaris. Gezien de groei van het aantal jongeren is de uitdaging om het voortijdig schoolverlaten onder het regionaal en landelijk gemiddelde te houden zonder extra inzet van de leerplicht- en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC). Jongeren die toch zonder startkwalificatie de school verlaten worden via de RMC begeleid om ze weer in onderwijs of aan het werk te krijgen. In dit kader bouwen we aan samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 43
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren/normen) Prestatie/afspraak 1.1. Preventieve ondersteuning van jeugd met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden
1.2. Voorkomen en terugdringen van overgewicht door preventie
1.3. Voorkomen en terugdringen van verslaving aan genotsmiddelen door preventie
1.4. Voorkomen en terugdringen van jeugdcriminaliteit
2.1 Realiseren basisvoorzieningen voor kinderen en gezinnen voor onderwijs, beweging, ontmoeting en ontplooiing. En bevorderen van participatie en efficiënt gebruik van de voorzieningen
Indicator Percentage ouders dat opgroei- en opvoedzorgen heeft, zodanig dat behoefte was aan deskundige hulp of advies. Percentage kinderen tot 12 jaar dat problemen heeft. Mate van klanttevredenheid over het CJG. Percentage 5-6 jarigen met (ernstig) overgewicht. Percentage 12-18 jarigen met (ernstig) overgewicht. Percentage 12-18 jarigen dat rookt t.o.v. regionale beeld in ZuidHolland West. Percentage 12-18 jarigen dat alcohol nuttigt t.o.v. regionale beeld in Zuid-Holland West. Percentage 12-18 jarigen dat doet aan ‘Binge-drinken’ t.o.v. regionale beeld in Zuid-Holland West. Aantal verdachten 12-24 jarigen.
Norm/afspraak Percentage is gelijk of lager dan de norm van 18% in 2010.
Aantal leerlingen dat onderwijs volgt op scholen binnen de gemeente.
Er is voldoende huisvesting beschikbaar voor voorschoolse voorzieningen. Bij voorkeur geïntegreerd in onderwijshuisvesting.
Aantal kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar.
Voorzieningen worden zo efficiënt mogelijk gebruikt. Er is zo min mogelijk leegstand van gebouwen. Er is voldoende aanbod voor sportvoorzieningen. Behoefte aan sportvoorzieningen jaarlijks monitoren. De score is in 2015 gelijk of hoger dan het landelijk gemiddelde. De score is in 2015 gelijk of hoger dan het landelijk gemiddelde. Percentage 12-18 jarigen dat lid is van een sportvereniging is in 2014 in P-N 83% (79% in Zuid-Holland West).
Leefbaarheidsmonitor: Score algemene voorzieningen. Leefbaarheidsmonitor: Score speelvoorzieningen. Percentage 12-18 jarigen dat lid is van een sportvereniging t.o.v. het regionale beeld in Zuid-Holland West.
Programmabegroting 2014-2017
Percentage in 2014 is niet hoger dan in 2010 (7%). Percentage in 2014 is niet hoger dan in 2010 (13%). Percentage in 2014 is niet hoger dan in 2010 (11%). Percentage in 2014 is niet hoger dan in 2010 (52%). Percentage in 2014 is lager dan in 2010 en bedraagt maximaal 25% (in 2010 30%).
Het aantal aangehouden jeugdige verdachten is in 2014 lager dan 2,5% per jaar. Aantal minderjarige doorstromers. Het aantal minderjarige doorstromers blijft in 2014 lager dan 20 per jaar. Aantal jongvolwassen Het aantal jongvolwassen doorstromers doorstromers. blijft in 2014 lager dan 40 per jaar. Aantal jongvolwassen veel plegers. Het aantal jongvolwassen veelplegers blijft in 2014 lager dan 10 per jaar. Aantal beschikbare Voor alle leerlingen die in de gemeente schoolgebouwen in de gemeente. onderwijs volgen, is er voldoende huisvesting beschikbaar. Aantal beschikbare ruimten voor Alle huisvestingsbehoeften(aanvragen) voorschoolse voorzieningen zoals worden volgens de verordening kinderopvang en peuterspeelOnderwijshuisvesting en Algemene Wet zaalwerk. Bestuursrecht getoetst.
Het aantal sportvoorzieningen.
Prestatie/afspraak
Percentage in 2014 is niet hoger dan in 2010 (tussen de 3 en 9%). In 2013 vindt een nulmeting plaats.
Indicator
Norm/afspraak
Pagina 44
2.2. Bieden van een veilige omgeving waarbinnen kinderen van 2-4 jaar zich spelenderwijs kunnen ontwikkelen (Wet OKE).
Aantal voorschoolse voorzieningen Elke kern beschikt over kinderopvang, een in de gemeente peuterspeelzaal en voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Aantal kinderen dat wordt 100% van de kinderen dat een peuterovergedragen aan het speelzaal bezoekt wordt middels een basisonderwijs met een overdrachtsdocument overgedragen aan overdrachtsdocument. het basisonderwijs. Aantal kinderen dat heeft Minimaal 80% van de primaire- en deelgenomen aan VVE. secundaire doelgroepkinderen dat een VVEprogramma heeft gevolgd, voldoet aan de voorwaarden om probleemloos over te gaan van groep 2 naar groep 3. 2.3. Verminderen van schoolverzuim en Aantal verzuimmeldingen dat 100% van de verzuimmeldingen wordt door voortijdig schoolverlaten wordt opgepakt bij leerplicht leerplicht opgepakt. Percentage voortijdig Percentage blijft lager dan 3,6. (In 2012 schoolverlaters t.o.v. landelijk 2,8%). gemiddelde Percentage voortijdig65% van de door RMC begeleidde jongeren schoolverlaters dat uitstroomt stroomt terug naar school en/of werk. richting onderwijs of werk 2.4. Samenwerking onderwijs en Aantal activiteiten door SOBBedrijven (SOB) Oostland uitgevoerd ten behoeve Het SOB-Oostland werkt samen met andere van versterking samenwerking SOBs binnen de stichting SOB -ZHW. Het onderwijs en bedrijven. SOB Oostland houdt een eigen Platform en een eigen lokale activiteitenplan. De prioriteiten liggen bij het verbinden van onderwijs met greenpoortbedrijven, techniek bedrijven en zorginstellingen.
Toelichting 1.3 Voorkomen en terugdringen van verslaving aan genotsmiddelen door preventie In de vergadering van de raad van 28 juni 2012 is een motie aangenomen waarin het college is verzocht met een integrale aanpak te komen tegen verslaving aan genotsmiddelen. Vastgesteld is dat het percentage bingedrinkers onder jongeren tot en met 18 jaar in onze gemeente beduidend hoger is dat elders in de regio. Het college heeft daarom een plan van aanpak opgesteld om dit percentage te verlagen tot het regionale gemiddelde. De activiteiten zijn gericht op handhaving van het alcoholverbod, samenwerking met verstrekkers van alcohol op het gebied van preventie, voorlichting en het bieden van alcoholvrije alternatieven. Daarnaast zetten we in op voorlichting en educatie op scholen en het helpen van ouders bij opvoedingsvragen rond alcohol. 2.4 Samenwerking onderwijs en bedrijven (SOB) Samenwerking tussen onderwijs en bedrijven is vanuit onderwijsbeleid én sociaal-economisch beleid een belangrijk thema, dat ook in de nieuwe economische visie wordt benadrukt. Wij participeren in het samenwerkingsverband SOB-Oostland om leerlingen/studenten, scholen en bedrijven met elkaar in contact te brengen. We hebben ingezet op regionale samenwerking met andere SOB. Vanaf 2013 is er een stichting SOB ZHW waarin de SOB’s Zoetermeer, Delft, Westland en Oostland participeren. Op uitvoerend niveau sluiten we met de SOB-activiteiten op de actieagenda ‘Geslaagd in het vak’ van de gemeente Den Haag . In 2013-2014 gaan we samen met Zoetermeer bekijken of we samen kunnen werken aan het ontwikkelen van strategisch beleid op het gebied van onderwijs-arbeidsmarkt.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 45
Specificatie van de lasten en baten per product Onderwijs (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 130 Openbaar basisonderwijs
-40
-17
0
0
0
0
140 Onderwijsaccomodaties
-4.016
-4.115
-4.794
-4.751
-4.810
-4.740
155 Lokaal onderwijs
-1.009
-1.141
-1.132
-1.132
-1.036
-1.036
160 Leerplicht
-1.089
-918
-895
-895
-895
-895
-260
-91
-105
-105
-105
-105
-6.415
-6.282
-6.926
-6.883
-6.844
-6.775
165 Volwasseneducatie Totale lasten Baten per product 140 Onderwijsaccommodaties 155 Lokaal onderwijs 160 Leerplicht
13
6
87
87
87
87
278
191
292
292
196
196
8
5
5
5
5
5
165 Volwasseneducatie
260
89
89
89
89
89
Totale baten per product
558
291
473
473
377
377
-5.857
-5.992
-6.453
-6.410
-6.468
-6.399
140 Onderwijsaccommodaties
0
0
0
0
0
0
Totale toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen aan reserves
Onttrekkingen aan reserves 135 Overschrijdingsregeling bijzonder basisonderwijs 140 Onderwijsaccommodaties
0
0
79
76
73
70
778
765
752
739
726
713
Totale onttrekkingen aan reserves
778
765
830
814
799
783
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
778
765
830
814
799
783
-5.079
-5.227
-5.622
-5.595
-5.669
-5.616
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Resultaat
Investeringen Bedragen in € Voorzieningen Ackerswoude: OBS Ackerswoude, schoolwoningen (713018) OBS Ackerswoude, grondkosten (713015) OBS Ackerswoude, nieuwbouw (713017) Overig Inrichting RK school Keijzershof, groep 6 Inrichting RK school Keijzershof, groep 7 Inrichting RK school Keijzershof, groep 8 Inrichting RK school Keijzershof, groep 9 Inrichting RK school Keijzershof, groep 10 Inrichting RK school Keijzershof, groep 11
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2017 13.500 552.000 120.000
14.000 14.000 14.000 14.000 14.000 14.000
Pagina 46
Bedragen in € Inrichting Casaschool, 3 groepen (8-10) Inrichting Casaschool, 3 groepen (11-13) Inrichting Casaschool, 3 groepen (14-16) Uitbreiding De Regenboog Terugkoop grond Vestia Regenboog Renovatie Koningshofcomplex Verv.tijd.accommodatie Mariaschool (714018) Casaschool: permanente huisvesting (714019) Totaal Onderwijs
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
42.000 42.000 42.000 270.000 1.176.120 812.725
1.124.725
812.725
2.058.845
65.000
617.500
1.700.000
500.000
1.849.000
1.817.000
Pagina 47
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 48
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 49
Maatschappelijke voorzieningen
6
Algemene omschrijving Het programma Maatschappelijke voorzieningen is – met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als breed kader – er op gericht de collectieve basisvoorzieningen te borgen voor mensen met beperkingen, waaronder ouderen. De eigen kracht van inwoners wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. (Bewoners die het met zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid niet redden kunnen rekenen op een doelmatig werkend professioneel vangnet (zie hiervoor programma 7). Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota’s voor dit programma zijn opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017.
Doelstelling Iedereen participeert in de samenleving en levert daar een bijdrage aan
Wat willen we bereiken? (effect) 1. Kwetsbare inwoners kunnen zelfstandig functioneren en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer
2. Inwoners kunnen zich persoonlijk en sociaal ontwikkelen en dragen bij aan de leefbaarheid en sociale samenhang
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1.1. Realiseren collectieve basisvoorzieningen voor kinderen, gezinnen, ouderen en kwetsbare inwoners voor beweging, ontmoeting en ontplooiing
1.2. Realiseren van een op een doelmatige schaal werkend professioneel vangnet voor kwetsbare inwoners
Wat mag het kosten? Maatschappelijke voorzieningen (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Totaal Maatschappelijke voorzieningen
Programmabegroting 2014-2017
1.3. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
Rekening 2012 -11.259
Begroting 2013 -12.122
2.1. Bevorderen sociale samenhang in en leefbaarheid van wijken en kernen
Begroting 2014 -11.809
Begroting 2015 -11.699
2.2. Bieden van op preventie gerichte ondersteuning t.b.v. gezondheid (Wet publieke gezondheid)
Begroting 2016
Begroting 2017
-11.615
-11.556
1.909
1.767
2.014
2.099
2.093
2.086
-9.350
-10.355
-9.795
-9.600
-9.523
-9.470
Pagina 50
Wat willen we bereiken (effectindicatoren/normen) Effect 1. Kwetsbare inwoners kunnen zelfstandig functioneren en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer 2. Inwoners kunnen zich persoonlijk en sociaal ontwikkelen en dragen bij aan de leefbaarheid en sociale samenhang
Indicator n.t.b.
Norm/afspraak n.t.b. in 2014.
Score Wmo-thermometer t.o.v. andere gemeenten
Gelijk of beter dan andere gemeenten die deelnemen aan de basisbenchmark (zie toelichting).
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie 2040 Pijnacker-Nootdorp bestaat in het toekomstbeeld uit vitale gemeenschappen in leefbare hoofdkernen. De kracht van deze vitale gemeenschappen ligt in de vrijwillige inzet van inwoners voor elkaar en voor de samenleving. Aandachtspunten voor het programma Maatschappelijke voorzieningen zijn: -
basisvoorzieningen gezondheidszorg in de drie kernen op maat beschikbaar (laten) stellen; eigen kracht in maatschappelijke initiatieven en collectieven stimuleren en faciliteren; open scholen stimuleren en faciliteren; combinatie onderwijs-sport stimuleren en faciliteren; combinatie onderwijs-cultuureducatie stimuleren en faciliteren; regionale maatschappelijke voorzieningenkaart inkleuren en regionaal afstemmen.
Effectindicatoren Voor dit programma moeten de effectindicatoren nog worden ingevuld. Door eind 2013/begin 2014 deel te nemen aan de basisbenchmark van SGBO krijgen we de beschikking over een Wmo-thermometer die aangeeft waar Pijnacker-Nootdorp staat ten opzichte van andere gemeenten. 1. Kwetsbare inwoners kunnen zelfstandig functioneren en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer Ons beleid is gericht op het bevorderen van zelfstandigheid en participatie van onze inwoners, zodat zij hun bijdrage leveren en erbij horen. Tal van collectieve voorzieningen op sportief, cultureel en welzijnsgebied staan hiervoor ter beschikking. Als werk (nog) niet mogelijk is, stimuleren we inwoners om toch op andere manieren mee te doen, door het inzetten van collectieve voorzieningen en het bieden van ondersteuning. 2. Inwoners kunnen zich persoonlijk en sociaal ontwikkelen en dragen bij aan de leefbaarheid en sociale samenhang De sociale samenhang en de leefbaarheid van wijken en kernen stimuleren wij door wijkgericht samen te werken met onze partners: de maatschappelijke organisaties, wijk- en bewonersverenigingen en burgers. Omdat gezondheid een belangrijke randvoorwaarde voor bewoners is om te kunnen participeren, voert de gemeente preventief gezondheidsbeleid. Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren/normen) Prestatie/inspanning 1.1. Realiseren collectieve basisvoorzieningen voor kinderen, gezinnen, ouderen en kwetsbare inwoners voor beweging, ontmoeting en ontplooiing (Wmo)
Programmabegroting 2014-2017
Indicator Score algemene voorzieningen Leefbaarheidsmonitor Aantal woonservicezones
Norm/afspraak De score is minimaal een 7,0 In elke kern is minimaal één woonservicezone.
Pagina 51
Prestatie/inspanning 1.2. Realiseren van een op een doelmatige schaal werkend professioneel vangnet voor kwetsbare inwoners (Wmo)
1.3. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
2.1. Bevorderen sociale samenhang in en leefbaarheid van wijken en kernen (Wmo)
Indicator Aantal gerichte ontmoetingsactiviteiten/aantal deelnemers welzijnsdiensten per woonservicezone.
Aantal meldingen in Sociaal Platform. Aantal deelnemers dat meewerkt aan activiteiten in het kader van re-integratie op de arbeidsmarkt. Aantal inwoners dat gebruik maakt van een op de vraag afgestemd aanbod van diensten in het kader van praktische hulp. Gemiddeld rapportcijfer Bureau Vrijwilligerswerk voor de ontvangen ondersteuning van vrijwilligers Percentage mantelzorgers dat overbelasting ervaart. Score betrokkenheid bij de buurt Leefbaarheidsmonitor
Score omgang tussen bewoners van verschillende inkomensgroepen Leefbaarheidsmonitor Score omgang tussen bewoners van verschillende etnische afkomst Leefbaarheidsmonitor 2.2. Bieden van op preventie gerichte Percentage slachtoffers huiselijk geweld ondersteuning t.b.v. gezondheid (Wet publieke gezondheid) Percentage inwoners met overgewicht
Percentage inwoners dat overmatig drinkt.
Norm/afspraak Voor 2014 wordt de aansturingsstructuur op basis van de beleidsgestuurde contract-financiering opgesteld en worden prestatieafspraken gemaakt met de uitvoerende partijen. Zodra dit gereed is, worden de prestatieafspraken verwerkt in de programmabegroting 2015-2018 Idem Idem
Idem
De score is minimaal een 7.
Percentage mantelzorgers dat in 2014 overbelasting ervaart is lager dan het percentage van 32% in 2011. De score is minimaal gelijk aan de landelijke lemon-score met een minimum van 6. De score is minimaal gelijk aan de landelijke lemon-score met een minimum van 6. De score is minimaal gelijk aan de landelijke lemon-score met een minimum van 6. Percentage slachtoffers van huiselijk geweld in 2014 is gelijk of lager dan het percentage van 1% in 2009. Percentage inwoners met ernstig overgewicht in 2014 is t.o.v. 2009 stabiel gebleven op 10%. Percentage inwoners dat overmatig drinkt is in 2014 t.o.v. 2009 stabiel gebleven op 11%.
Toelichting 1.1 Realiseren collectieve basisvoorzieningen voor kinderen, gezinnen, ouderen en kwetsbare inwoners voor beweging, ontmoeting en ontplooiing De gemeente ondersteunt bibliotheek, culturele instellingen en sportverenigingen. In 2013 is De Groene Wijdte uitgebreid met hockey- en voetbalvelden. In Keijzershof is een multifunctionele accommodatie gerealiseerd, inclusief sporthal en handbalvoorziening. SWOP biedt in de vier woonservicezones activiteiten en ondersteuningsdiensten aan. 1.2 Realiseren van een op doelmatige schaal werkend professioneel vangnet voor kwetsbare inwoners Met de zogenaamde gekantelde uitvoering van de Wmo zetten we in op (versterken van) het zelforganiserend vermogen van inwoners. We bereiden ons voor op de transformatie van het sociale domein. Naast de decentralisatie AWBZ gaat het om scheiding wonen/zorg, verlaging vervoerskosten voor de instellingen en ketensamenwerking dementie. Individuele verstrekkingen zijn het sluitstuk van dit vangnet. Zie hiervoor programma 7 Publiekszaken.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 52
1.3 Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Wij ondersteunen mantelzorgers en vrijwilligers via het Bureau mantelzorgondersteuning en Bureau Vrijwilligerswerk. Hier wordt informatie en advies geboden, praktische ondersteuning, waardering en ontmoeting met lotgenoten of andere vrijwilligers. Verder hebben beide bureaus een rol in het verbinden van vraag en aanbod. Ook ondersteunen wij enkele andere aanbieders van mantelzorgondersteuning. 2.1 Bevorderen sociale samenhang in en leefbaarheid van wijken en kernen Het betrekken van de maatschappelijke partners in het wijkgericht werken is ondersteunend aan de ontwikkelingsmogelijkheden van inwoners en stimuleert hen om hun bijdrage te leveren aan leefbaarheid en sociale samenhang. Zie verder programma 8 Leefbaarheid en Veiligheid en paragraaf 8 Wijkgericht Werken. 2.2 Op preventie gerichte ondersteuning t.b.v. gezondheid (Wet publieke gezondheid) Het percentage slachtoffers Huiselijk Geweld bedraagt in de gemeente 1%. Dit pakken we aan in de regio DelftWestland-Oostland. Het percentage volwassenen met overgewicht in de gemeente bedraagt 43% ten opzichte van 42% in de regio Zuid-Holland West. Van de volwassenen drinkt 12% zwaar en 11% overmatig, iets minder dan in de regio als geheel. Hieraan wordt in GGD-verband gewerkt. Specificatie van de lasten en baten per product Maatschappelijke voorzieningen (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 170 Bibliotheek 175 Algemeen subsidiebeleid
-832
-845
-794
-773
-773
-773
-45
-34
-45
-258
-258
-258
-561
-565
-454
-567
-563
-560
182 Buitensport
-1.237
-1.285
-1.461
-1.417
-1.380
-1.368
192 Welzijns- en sportaccommodaties
-3.207
-3.238
-3.473
-3.430
-3.386
-3.343
195 Kunst, Cultuur en Monumenten
-394
-329
-149
-56
-56
-56
242 Kinderopvang en peuterspeelzalen
-457
-457
-432
-421
-421
-421
-661
-728
-747
-747
-747
-747
-689
-742
-786
-783
-783
-783
-158
-166
-175
-133
-133
-133
180 Sport
245 Beleid maatschappelijke voorzieningen 250 Ouderenzorg 251 Mantelzorg en vrijwilligerswerk 270 Jeugd en jongeren 280 Volksgezondheid Totale lasten
-758
-876
-728
-677
-677
-677
-2.259
-2.857
-2.565
-2.437
-2.437
-2.437
-11.259
-12.122
-11.809
-11.699
-11.615
-11.556
190
165
161
161
161
161
Baten per product 180 Sport 182 Buitensport 192 Welzijns- en sportaccommodaties 195 Kunst, Cultuur en Monumenten 245 Beleid maatschappelijke voorzieningen 270 Jeugd en jongeren 280 Volksgezondheid
115
96
267
323
323
323
1.083
1.096
1.206
1.244
1.244
1.244
49
0
0
0
0
0
4
0
0
0
0
0
0
13
13
13
13
13
8
0
0
0
0
0
Totale baten per product
1.449
1.369
1.647
1.741
1.741
1.741
Totaal saldo van baten en lasten
-9.810
-10.753
-10.163
-9.959
-9.874
-9.815
180 Sport
0
0
0
0
0
0
Totale toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Toevoegingen aan reserves
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 53
Maatschappelijke voorzieningen (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Onttrekkingen aan reserves 182 Buitensport 192 Welzijns- en sportaccommodaties
80
79
77
76
75
73
289
284
287
282
277
272
195 Kunst, Cultuur en Monumenten
92
35
3
0
0
0
Totale onttrekkingen aan reserves
460
398
368
358
352
345
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
460
398
368
358
352
345
-9.350
-10.355
-9.795
-9.600
-9.523
-9.470
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Resultaat
Investeringen Bedragen in € Ackerswoude- gym.acc.-bouwkosten (719228) De Groene Wijdte (DGW): aanpassen parkeervoorziening Totaal Maatschappelijke Voorzieningen
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2017 75.000
200.000 200.000
Pagina 54
75.000
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 55
Publiekszaken
7
Algemene omschrijving Het programma Publiekszaken geeft invulling aan de rol van de gemeente als dienstverlener en bestrijkt alle door de gemeente te beantwoorden individuele verzoeken en aanvragen van bedrijven en inwoners. Het programma richt zich in het bijzonder op de individuele kwetsbare burger wiens zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid hersteld of aangevuld moet worden. Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota’s voor dit programma zijn opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017. Doelstelling De gemeente gedraagt zich als een goede dienstverlener, zodat bedrijven oplossingsgericht worden geholpen en inwoners zo min en zo kort mogelijk afhankelijk zijn van sociale voorzieningen
Wat willen we bereiken? (effect) 1.De gemeente is een goede dienstverlener voor bedrijven en inwoners
2.Individuele kwetsbare burgers worden adequaat ondersteunend
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1.1 Klant Contact Centrum verder professionaliseren en toegang sociaal domein organiseren
1.2 Oplossingsgerichte dienstverlening aan bedrijven bieden
Wat mag het kosten? Publiekszaken (bedragen x € 1.000) Lasten
1.3 Administratieve lastendruk beperken
Rekening 2012
2.1 Permanent ontwikkelen van personeel en systemen
Begroting 2013
2.2 Informatie verstrekken
Begroting 2014
2.3 Werkzoekenden naar werk toeleiden
Begroting 2015
2.4 Verstrekken van (een pakket van) individuele voorzieningen
Begroting 2016
Begroting 2017
-19.790
-18.666
-18.788
-18.726
-18.714
-18.714
Baten
11.467
10.642
11.107
11.107
11.282
11.282
Totaal Publiekszaken
-8.323
-8.025
-7.681
-7.619
-7.432
-7.432
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 56
Wat willen we bereiken? (effectindicatoren/normen) Effect 1. De gemeente is een goede dienstverlener voor bedrijven en inwoners 2. Individuele kwetsbare burgers worden adequaat ondersteunend
Indicator Kwaliteitshandvest
Bereik van de doelgroep kwetsbare burgers
Norm/afspraak De gemeente voldoet aan de normen uit het eigen kwaliteitshandvest. Deze normen zijn per product verschillend. Iedere inwoner die niet zelfredzaam blijkt te zijn, ontvangt ondersteuning conform wet- en regelgeving.
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie 2040 Inwoners van Pijnacker-Nootdorp zijn in principe zelfredzaam en zelfwerkzaam. Zij zijn in staat hun persoonlijke leven in te richten en om te zien naar elkaar. De eigen kracht van inwoners is de basis voor de gemeenschap en wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Bewoners die het met deze zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid niet redden vormen de primaire doelgroep van curatief maatschappelijk beleid. Zij worden individueel ondersteund met een op doelmatige schaal werkend professioneel vangnet. Aandachtspunten zijn: - Maatschappelijk curatief, doelmatig functionerend, professioneel vangnet inrichten. - Ondernemers hoog basisniveau dienstverlening bieden. Visie op het Sociaal Domein De Raad heeft de visie op het Sociaal Domein vastgesteld. In deze visie staan uitgangspunten genoemd die de gemeente hanteert bij het inregelen van alle activiteiten die de gemeente gaat overnemen van de overheid. De zogenoemde decentralisatie van taken op het gebied van AWBZ, Participatie en Jeugdzorg. 1. De gemeente is een goede dienstverlener voor bedrijven en inwoners Pijnacker-Nootdorp werkt continu en gestructureerd aan ontwikkeling van de kwaliteit van de dienstverlening. Als gevolg van de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015, staat 2014 vooral in het teken van het organiseren van de toegang van het sociaal domein. In samenwerking met Zoetermeer zal in een pilot Integrale Toegang en Sociale Wijkteams geëxperimenteerd worden met verschillende werkwijzen. Met als doel een uniforme werkwijze te ontwikkelen die voor beide gemeenten uitvoerbaar is, rekening houdend met de eigenschappen van de inwoners van beide gemeenten. 2.Individuele kwetsbare burgers worden adequaat ondersteunend Burgers die geen werk en/of onvoldoende inkomen hebben, ondersteunen we met het begeleiden en bemiddelen naar werk. Hierbij zijn de uitgangspunten zoals geformuleerd in de in 2013 vastgestelde visie op het sociaal domein leidend. We brengen werkzoekenden en werkgevers bij elkaar door inzet van het Werkgeversservicepunt Zoetermeer (WGSP). Vanuit dit servicepunt worden werkgevers benaderd en worden WWB-klanten geplaatst naar werk. Indien nodig verstrekken we een uitkering voor levensonderhoud. Waar mogelijk vragen we een tegenprestatie. Zelfstandig ondernemers die problemen hebben kunnen we onder strikte voorwaarden ook helpen. Onderstaande grafieken tonen de ontwikkeling van de bijstandsverlening in de afgelopen jaren.
Aantal klanten levensonderhoud 2006-2012
450
400 350
300
355
366
ultimo 2009
ultimo 2010
ultimo 2011
386
289
250 200
351
223
228
ultimo 2006
ultimo 2007
150 100
50 0
Programmabegroting 2014-2017
ultimo 2008
ultimo 2012
Pagina 57
Bijstandsdichtheid op basis van aantal huishoudens
5,00% 4,50% 4,00% 3,50%
3,00% 2,50%
pijnacker-nootdorp
nederland referentiegroep
2,00% 1,50% 1,00%
Onze ondersteuning gaat verder dan uitkeringsverstrekking. Inwoners die worden geconfronteerd met bijzondere kosten en die dit niet kunnen betalen vanwege onvoldoende inkomen, kunnen in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Inwoners met schulden kunnen we schuldhulpverlening bieden. 3. Overig We werken in dit programma samen met de gemeente Zoetermeer in het werkplein Zoetermeer en het WGSP. We betrekken de Adviesraad Werk en Inkomen bij beleidsontwikkeling en uitvoering op het gebied van sociale zaken. Mede vanwege de impact van de economische crisis willen we (nog) meer in control komen over beleid en uitvoering door management-informatie te verbeteren. Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren/normen) Prestatie/inspanning 1.1 Klant Contact Centrum verder professionaliseren en toegang sociaal domein organiseren
1.2 Oplossingsgerichte dienstverlening aan bedrijven bieden 1.3 Administratieve lastendruk beperken
Indicator Het aantal producten dat via website wordt aangevraagd in verhouding tot het totaal aantal aanvragen Reikwijdte van de vragen die binnen het callcenter worden afgehandeld Een geïntegreerde Front office die de vragen die binnenkomen via de kanalen kan beantwoorden Alle ondernemers hebben een accountmanager toegewezen gekregen Aantal regelingen waarin een vergunningplicht wordt voorgeschreven Eenmalige gegevensuitvraag
2.1 Permanent ontwikkelen van personeel en systemen (waarborgen deskundigheid, betrouwbaarheid, integraliteit, kwaliteit en snelheid)
Programmabegroting 2014-2017
Het aantal gevallen van toepassing mediation en pre-mediation in verhouding tot het aantal formele klacht- en bezwaarprocedures Aantal beschikkingen in eerste aanleg die niet worden herzien (Beschikkingen zijn in één keer goed) Aantal weken gemiddelde doorlooptijd afhandeling klantvragen Mate waarin samenwerkingsvoordelen met Zoetermeer worden benut
Norm/afspraak Steeds meer producten zijn digitaal verkrijgbaar. 10 % groei in het aantal aanvragen van digitale producten t.o.v. 2013. Het call center beantwoordt vragen over burgerzaken, Wmo, Wwb, Wabo en Belastingen KCC functioneert conform eisen “Gemeente heeft Antwoord” in 2020 Accountmanagers hebben in 2014 contact gelegd met de grote werkgevers van onze gemeente. In 2014 vindt een meting plaats (op een nog nader te noemen aantal specifieke prodcuten) van de mate van lastendruk t.o.v. andere gemeenten. Eerder verstrekte informatie wordt niet opnieuw gevraagd Opwaartse trend t.o.v. 2013.
Norm volgens kwaliteitshandvest. Deze normen zijn per product verschillend.
Norm volgens kwaliteitshandvest. Deze normen zijn per product verschillend. Jaarlijks minimaal één nieuw voorbeeld van samenwerking in de externe dienstverlening
Pagina 58
Prestatie/inspanning 2.2 Informatie verstrekken
2.3 Werkzoekenden aan het werk krijgen (laten participeren)
2.4 Verstrekken van (een pakket van) individuele voorzieningen (als er geen goedkopere en toch doeltreffende collectieve voorziening beschikbaar is)
Indicator Het aantal vragen van burgers en bedrijven dat door het Klant Contact Centrum wordt beantwoord. Score klanttevredenheidsonderzoek Wet werk en bijstand Klanttevredenheidsonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Aantal inwoners met een uitkering dat duurzaam uitstroomt naar school of werk. Aantal inwoners met een uitkering dat een tegenprestatie naar vermogen levert. Aantal inwoners dat deelneemt aan volwassenenonderwijs en een startkwalificatie behaalt. Wmo-loket is centraal loket voor alle samenhangende vragen op het terrein van wonen, zorg, welzijn en inkomen Aantal individuele verstrekkingen in verhouding tot aantal verwijzingen naar collectieve voorzieningen
Norm/afspraak 80% van de vragen
De klanten waarderen de dienstverlening jaarlijks met een 7,0. Aanbevelingen uit het klanttevredenheidsonderzoek WMO zijn opgevolgd.. Minimaal 40 inwoners stromen jaarlijks uit naar school of werk. 40% van het aantal inwoners met een uitkering dat hiertoe in staat is levert jaarlijks een tegenprestatie. 25 inwoners behalen jaarlijks via het volwassenenonderwijs een startkwalificatie. Alle Wmo-doelgroepcliënten die in aanmerking komen voor een individuele voorziening worden binnen het Wmo-loket geholpen. Conform Wmo-beleid.
Toelichting 1.1 Klant Contact Centrum verder professionaliseren en toegang tot sociaal domein realiseren 2014 staat vooral in het teken van het organiseren van de toegang tot het sociaal domein, als gevolg van de nieuwe doelgroepen die op 1 januari 2015 onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. 1.2 Oplossingsgerichte dienstverlening aan bedrijven bieden Door de invoering van accountmanagement professionaliseren we de dienstverlening aan ondernemers. De accountmanager heeft regie op deze klantcontacten. Het nog te maken uitvoeringsprogramma economische zaken zal hier concrete doelstellingen aan verbinden. 1.3 Administratieve lastendruk beperken Bij de werkprocessen wordt voortdurend gekeken of alle stappen en vragen aan de klant werkelijk noodzakelijk zijn. Hiermee wordt de gemeentelijke organisatie ook efficiënter. Een meting van de mate van lastendruk geeft inzicht in de wijze waarop de gemeente lastendrukvermindering realiseert. 2.1 Permanent ontwikkelen van personeel en systemen (waarborgen deskundigheid, betrouwbaarheid, integraliteit, kwaliteit en snelheid) In het Klant Contact Centrum werken medewerkers met een HBO denk- en werkniveau. Zij worden permanent opgeleid, bijgeschoold en geïnstrueerd (bijv. als er sprake is van nieuwe wetgeving) om alle benodigde kennis en vaardigheid in het klantcontact paraat te houden. 2.2 Informatie verstrekken Medewerkers in het Klant Contact Centrum verstrekken aan de telefoon, receptie en balie en via het e-loket de juiste informatie en vergewissen zich ervan dat de klantvraag is beantwoord. De klant hoeft een vraag in principe maar één keer te stellen. 2.3 Werkzoekenden aan het werk krijgen (c.q. laten participeren) In onze participatieaanpak richten wij ons in eerste instantie op inwoners met een bijstandsuitkering, met een accent op jongeren en 45-plussers. Bij groeipotentieel en/of arbeidsperspectief zetten we reïntegratietrajecten in. Is reïntegratie naar werk (nog) niet mogelijk, dan stimuleren we participatie in de vorm van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of het volgen van een cursus. We benutten de mogelijkheid van de Wet werk en bijstand om Programmabegroting 2014-2017
Pagina 59
inwoners met een uitkering te verplichten tot een tegenprestatie naar vermogen. Pijnacker-Nootdorp zet het Werkgeversservicepunt Zoetermeer (WGSP) in om werkzoekenden met lokale werkgevers te matchen. 2.4 Verstrekken van (een pakket van) individuele voorzieningen (als er geen goedkopere en toch doeltreffende collectieve voorziening beschikbaar is) Om te voorkomen dat inwoners met financiële problemen of schulden te maken krijgen, geven we voorlichting aan risicogroepen over het omgaan met geld. We brengen ook mogelijkheden voor inkomensondersteuning onder de aandacht. De gemeente biedt diverse inkomensondersteunende regelingen voor minima aan: bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag, kwijtschelding gemeentelijke belastingen en ondersteuning door Stichting Urgente Noden Delft. Er is inmiddels een collectieve zorgverzekering afgesloten voor deze doelgroep. Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor een participatiepas. In het Wmo-loket gebruikt de gemeente een nieuwe werkwijze. Dit houdt in dat door een brede vraagverheldering door medewerkers van de gemeente en maatschappelijke partners gekeken wordt of de inwoner in staat is met lichte ondersteuning op eigen kracht een oplossing te vinden. Dit is een resultaatgerichte manier van werken waarbij o.a. gebruik wordt gemaakt van voorliggende voorzieningen, de digitale sociale kaart en vrijwilligerswerk. Als dit geen oplossing biedt dan wordt overgegaan tot een individuele verstrekking. Specificatie van de lasten en baten per product Publiekszaken (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 218 Inkomen 220 Handhaving
-225
-203
-260
-260
-260
-260
-80
-87
-90
-90
-90
-90
225 Werk
-8.447
-7.405
-7.865
-7.865
-7.865
-7.865
230 Bijzondere regelingen
-2.488
-2.515
-2.576
-2.576
-2.576
-2.576
-197
-157
-105
-105
-105
-105
-5.005
-5.295
-4.491
-4.470
-4.470
-4.470
-89
-142
-205
-205
-205
-205
287 Vergunningen
-285
-275
-127
-127
-127
-127
330 Bouw en woningtoezicht
-637
-655
-451
-451
-451
-451
-1.381
-953
-1.657
-1.617
-1.616
-1.616
-338
-340
-301
-300
-291
-291
-264
-228
-251
-251
-251
-251
260 Inburgering 265 Maatschappelijke Ondersteuning 286 Servicepunt bedrijven
35 Burgerzaken 411 Heffing en invordering gemeentelijke belastingen 412 Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen 420 Wet WOZ Totale lasten
-354
-411
-410
-409
-407
-406
-19.790
-18.666
-18.788
-18.726
-18.714
-18.714
Baten per product 218 Inkomen
223
200
250
250
250
250
225 Werk
6.872
6.323
6.690
6.690
6.690
6.690
230 Bijzondere regelingen
1.829
1.865
1.865
1.865
1.865
1.865
260 Inburgering
146
114
77
77
77
77
265 Maatschappelijke Ondersteuning
543
648
601
601
601
601
1
0
0
0
0
0
286 Servicepunt bedrijven 287 Vergunningen
64
46
47
47
47
47
330 Bouw en woningtoezicht
966
665
798
798
973
973
35 Burgerzaken
798
779
779
779
779
779
24
0
0
0
0
0
11.467
10.642
11.107
11.107
11.282
11.282
420 Wet WOZ Totale baten per product
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 60
Publiekszaken (bedragen x € 1.000) Totaal saldo van baten en lasten
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
-8.323
-8.025
-7.681
-7.619
-7.432
-7.432
330 Bouw en woningtoezicht
0
0
0
0
0
0
Totale toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
420 Wet WOZ
0
0
0
0
0
0
Totale onttrekkingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
-8.323
-8.025
-7.681
-7.619
-7.432
-7.432
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Toevoegingen aan reserves
Onttrekkingen aan reserves
Resultaat
Investeringen Bedragen in € Stemmachines
220.000
Totaal Publiekszaken
220.000
Programmabegroting 2014-2017
0
Begroting 2017 0
Pagina 61
0
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 62
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 63
Leefbaarheid en veiligheid
8
Algemene omschrijving Het programma Leefbaarheid en Veiligheid is gericht op de sociale en fysieke veiligheid van de woon- en leefomgeving. We streven naar verbindingen tussen alle betrokken partijen zodat zij door gecombineerde inzet optimaal maatschappelijk rendement voor de leefbaarheid en veiligheid realiseren. Pijnacker-Nootdorp zorgt voor een veilige inrichting van de openbare ruimte en wil bovendien een duurzame en klimaatneutrale gemeente zijn. Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota’s voor dit programma zijn opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017. Doelstelling Het behouden en versterken van het huidige niveau van sociale en fysieke veiligheid
Wat willen we bereiken? (effect) 1. Sociale samenhang en een leefbare omgeving voor alle inwoners van Pijnacker-Nootdorp
2. Een klimaatneutrale gemeente in 2050
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1.1. Bevorderen sociale samenhang in en leefbaarheid van wijken en kernen
1.2. Terugdringen criminaliteit. Bevorderen van preventief integraal veiligheidsbeleid
Wat mag het kosten? Leefbaarheid en veiligheid (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Totaal Leefbaarheid en veiligheid
Programmabegroting 2014-2017
1.3. De openbare ruimte schoon, heel en veilig houden
Rekening 2012
1.4. Handhaven
Begroting 2013
2.1. Hernieuwbare energie opwekken en het stimuleren daarvan
Begroting 2014
Begroting 2015
2.2. Gebruik fossiele brandstoffen terugdringen
Begroting 2016
Begroting 2017
-26.922
-24.139
-23.690
-23.200
-23.737
-24.185
15.256
11.285
11.067
10.404
10.821
11.129
-11.666
-12.854
-12.624
-12.796
-12.917
-13.056
Pagina 64
Wat willen we bereiken (effectindicatoren/normen) Effect 1. Sociale samenhang en een leefbare omgeving voor alle inwoners van Pijnacker-Nootdorp
Indicator Het totaaloordeel van de inwoners over de leefbaarheid. Het totaaloordeel van de inwoners over de veiligheid in de woonomgeving
2. Een klimaatneutrale gemeente in 2050
CO2 reductie door energiebesparing en hernieuwbare energie
Norm/afspraak Gelijk aan de landelijke Lemon-scores met tenminste een score van een 6. Rapportcijfer woonomgeving integrale veiligheidsmonitor minimaal een 7 op: - veiligheid - leefbaarheid CO2 reductie van 30% in 2020 CO2 reductie van 50% in 2030 CO2 reductie van 100% in 2050 20% hernieuwbare energie in 2020
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie 2040 De gemeente legt zich toe op het tot stand brengen van verbindingen, door partijen bij elkaar te brengen om samen optimaal maatschappelijk rendement te realiseren. Dit krijgt concreet vorm in open scholen, wijkgericht samenwerken aan de fysieke en sociale leefomstandigheden, woonzorgzones. Aandachtspunten zijn: - Wijkgericht samenwerken aan fysieke en sociale leefomgeving. - Open scholen stimuleren en faciliteren. - Combinaties onderwijs-sport en onderwijs-cultuureducatie. - Veiligheid van de (inrichting van de) openbare ruimte garanderen. Energieneutraliteit wordt in samenwerking met alle partijen uit de samenleving gerealiseerd. 1. Sociale samenhang en een leefbare omgeving voor alle inwoners van Pijnacker-Nootdorp De gemeente zorgt op basis van beheerplannen voor het onderhoud van de openbare ruimte. De sociale samenhang en de leefbaarheid van wijken en kernen stimuleren wij door wijkgericht samen te werken met onze partners in het wijkgericht werken: de maatschappelijke organisaties, wijk- en bewonersverenigingen en burgers. We werken vanuit vierjarige leefbaarheidsplannen per kern, uitgewerkt in uitvoeringsprogramma’s. In het integraal veiligheidsbeleid wordt geïnvesteerd in de burger als co-producent van wijkveiligheid, onder andere door toepassing van wijktoezicht. 2. Een klimaatneutrale gemeente in 2050 In overeenstemming met de beleidsdoelstelling wordt toegewerkt naar een klimaatneutrale gemeente in 2050 door verregaande energiebesparing en het opwekken van hernieuwbare energie voor de resterende energiebehoefte. Vanuit een studie naar scenario’s voor dit einddoel wordt de focus bepaald. Samen met de inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen werken we aan energiemaatregelen. Het is de inzet om gerealiseerde initiatieven op te schalen. De nulsituatiegegevens van het peiljaar 2010 geven de uitstoot door het energieverbruik bij de sectoren aan.
CO²-emissie 2010
Utiliteit 9%
Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen 1%
Woningen 23% Agrarisch 52%
Bedrijven 3% Verkeer en vervoer 12%
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 65
Samen met marktpartijen en mede-overheden wordt uitvoering gegeven aan het ‘warmte, tenzij…’ beleid en aan de innovatie en energievoorziening in de duurzame glastuinbouwgebieden. De beleidsambitie is om nieuwbouwwoningen en nieuw te vestigen bedrijven duurzaam te realiseren (zie programma 1 en 2). In programma 4 wordt een ecologie-doelstelling uitgewerkt. De gemeente heeft zich er aan verbonden om in 2015 zelf 100% duurzaam te gaan inkopen. Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren/normen) Prestatie/inspanning 1.1. Bevorderen sociale samenhang in en leefbaarheid van wijken en kernen
Indicator Scores aspecten sociale woonomgeving Leefbaarheidsmonitor
1.2. Terugdringen criminaliteit en bevorderen gevoel van veiligheid. Bevorderen van preventief integraal veiligheidsbeleid
Scores veiligheidsaspecten Leefbaarheidsmonitor
1.3. De openbare ruimte schoon, heel en veilig houden
Scores aspecten fysieke woonomgeving Leefbaarheidsmonitor Scores aspecten ongenoegens Leefbaarheidsmonitor
1.4. Handhaven
Geactualiseerd veiligheids- en handhavingsbeleid (incl. indicatoren en normen)
2.1. Hernieuwbare energie opwekken en het stimuleren daarvan 2.2. Gebruik fossiele brandstoffen terugdringen
Aantal projecten
Norm/afspraak De scores zijn minimaal gelijk aan de landelijke Lemon-scores met tenminste een score van 6. De scores zijn minimaal gelijk aan de landelijke Lemon-scores met tenminste een score van een 6. Totaal ondervonden slachtofferschap is maximaal 25%. Totaal ondervonden delicten is maximaal 14.400 Het percentage dat zich wel eens onveilig voelt is maximaal 23,3%. De scores zijn minimaal gelijk aan de landelijke Lemon-scores met tenminste een score van een 6. De scores zijn minimaal gelijk aan de landelijke Lemon-scores met tenminste een score van een 6. In 2013 is het veiligheids- en handhavingsbeleid geactualiseerd. Hierbij worden de indicatoren en normen bepaald en verwerkt in de meerjarenbegroting 2015-2018. Conform de energieagenda 2014.
Aantal projecten
Conform de energieagenda 2014.
Scores slachtofferschap / delicten integrale veiligheidsmonitor
Toelichting 1.1 Bevorderen sociale samenhang in en leefbaarheid van wijken en kernen De gemeente werkt samen met partners in de wijken op basis van vierjaren leefbaarheidsplannen per kern. Dit heeft zowel een fysieke als een sociale component (zie hiervoor programma 6). Een belangrijke ontwikkeling is de invoering van combinatiefunctionarissen. In 2012 is de eerste combinatiefunctionaris aan de slag gegaan. In 2013 gevolgd door de overige combinatiefunctionarissen (totaal. 7,9 fte). Met de inzet van de combinatiefunctionarissen leveren wij een bijdrage aan een samenhangend netwerk van organisaties op het
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 66
gebied van onderwijs, sport, cultuur en jeugd op kern- en wijkniveau. Hiermee bieden wij onze inwoners tot 18 jaar een breed samengesteld activiteitenprogramma in een veilige, leerzame en uitdagende omgeving waarin talenten ontwikkeld worden. In 2014 wordt bepaald of het project wordt verlengd. 1.2 Terugdringen criminaliteit en bevorderen gevoel van veiligheid. Bevorderen van preventief integraal veiligheidsbeleid In het veiligheidsbeleid integreren we de inzet op sociale en fysieke veiligheid, met vooral aandacht voor preventie en samenspel tussen burgers, instellingen, organisaties en overheid. Het in 2013 ontwikkelde veiligheidsen handhavingsbeleid, wordt verwerkt in de programmabegroting 2015-2018. 1.3 De openbare ruimte schoon, heel en veilig houden De technische kwaliteit en de beeldkwaliteit van de openbare ruimte is op het in de beheerplannen beschreven niveau, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een prettige en duurzame woon- en leefomgeving. Vanuit de leefbaarheidsplannen zijn er projecten die een bijdrage leveren aan een schone en veilige openbare ruimte. 1.4 Handhaven In 2013 is het veiligheids- en handhavingsbeleid geactualiseerd. De indicatoren die daarin zijn benoemd worden in de programmabegroting 2015-2018 verwerkt. 2.1. Hernieuwbare energie opwekken en het stimuleren daarvan In 2014 wordt het proces van energietransitie doorgepakt, waar onder een warmtenet voor de glastuinbouw in de Noord- en Zuidpolder, Noukoop/Baijade en in het FES-gebied Oostland. Tevens wordt verder gewerkt aan het verbinden van de aardwarmte uit tuinbouwbedrijf Ammerlaan met de woningen in Pijnacker-Noord en het uitvoeren van de samenwerkingsafspraken daarover. Ook worden de opties voor een duurzaam Keijzershof en AckersWoude verkend. De potentiele locaties voor windenergie worden afgewogen in het kader van de structuurvisie. 2.2. Gebruik fossiele brandstoffen terugdringen We zijn aan de slag gegaan met besparingsprojecten, in het bijzonder het energetisch verbeteren van bestaande woningen. Deze wijkgerichte aanpak wordt voortgezet. De glastuinbouw en woningvoorraad dragen in belangrijke mate bij aan de CO2-uitstoot. Het plaatsen van zonnepanelen wordt gestimuleerd. We spannen ons in om de kennis over energie bij inwoners en ondernemers te verbinden en initiatieven op gang te brengen en op te schalen. De in 2013 gelanceerde website ‘Energiek Pijnacker-Nootdorp’ wordt hierbij ingezet. Specificatie van de lasten en baten per product Leefbaarheid en veiligheid (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 100 Leefomgeving groot onderhoud en renovatie 110 Leefomgeving wijkbeheer
-4.102
-4.886
-5.682
-4.968
-5.003
-5.030
-3.476
-3.629
-3.554
-3.645
-3.647
-3.649
115 Water groot onderhoud en renovaties
-282
-440
-286
-390
-509
-604
290 Integrale handhaving
-774
-712
-597
-596
-591
-588
-66
-101
-80
-70
-80
-90
292 Milieu uitvoering en projecten
-657
-1.466
-1.222
-1.107
-1.107
-1.107
295 Wijkgericht werken
-360
-402
-366
-382
-361
-361
-4.217
-4.002
-4.073
-4.187
-4.305
-4.440
-5
-9
-31
-32
-33
-33
291 Milieubeleid
300 Afvalinzameling 302 Reinigingsheffingen 310 Riolering, gemalen en drukriolering
-3.734
-3.568
-3.906
-4.114
-4.332
-4.572
312 Rioolheffing
-3
-12
-27
-28
-29
-30
50 Politiezaken
-33
-33
-22
-22
-22
-22
0
-35
-8
-8
-8
-8
51 Beleid integrale veiligheid 55 Integrale veiligheid 60 Brandweer
Programmabegroting 2014-2017
-422
-432
-420
-420
-420
-420
-3.234
-3.274
-3.308
-3.124
-3.183
-3.124
Pagina 67
Leefbaarheid en veiligheid (bedragen x € 1.000) Totale lasten
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
-21.365
-23.001
-23.583
-23.092
-23.630
-24.077
5.764
1.006
108
108
108
108
206
80
81
81
81
81
Baten per product 100 Leefomgeving groot onderhoud en renovatie 110 Leefomgeving wijkbeheer 290 Integrale handhaving 292 Milieu uitvoering en projecten 295 Wijkgericht werken
6
24
24
24
11
11
28
135
132
31
38
0
30
0
0
0
0
0
237
0
0
0
0
0
4.934
5.030
5.179
5.321
5.467
5.630
102
20
20
20
20
20
3.836
4.046
4.401
4.610
4.829
5.070
0
0
0
0
0
0
Totale baten per product
15.144
10.341
9.946
10.196
10.554
10.922
Totaal saldo van baten en lasten
-6.220
-12.660
-13.637
-12.897
-13.075
-13.155
-5.557
-500
0
0
0
0
300 Afvalinzameling 302 Reinigingsheffingen 310 Riolering, gemalen en drukriolering 312 Rioolheffing 55 Integrale veiligheid
Toevoegingen aan reserves 100 Leefomgeving groot onderhoud en renovatie 60 Brandweer Totale toevoegingen aan reserves
0
-638
-108
-108
-108
-108
-5.557
-1.138
-108
-108
-108
-108
14
74
800
0
0
0
Onttrekkingen aan reserves 100 Leefomgeving groot onderhoud en renovatie 110 Leefomgeving wijkbeheer 292 Milieu uitvoering en projecten 310 Riolering, gemalen en drukriolering 60 Brandweer Totale onttrekkingen aan reserves Toevoegingen en onttrekkingen reserves Resultaat
60
0
0
0
0
0
6
225
225
0
0
0
32
0
0
0
0
0
0
646
95
208
266
207
112
945
1.120
208
266
207
-5.446
-193
1.013
101
159
100
-11.666
-12.854
-12.624
-12.796
-12.917
-13.056
Begroting 2014
Begroting 2015
Investeringen Bedragen in € Asfaltering Asfaltering 2014 (707038) Asfaltering 2015 (707041) Asfaltering 2016 Asfaltering Pijnacker-Noord 2014 ISV Pijnacker-Noord ISV Pijnacker Noord ISV Pijnacker Noord (2014 ISV Pijnacker Noord (2015)
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2016
Begroting 2017
438.596 438.596 438.596 250.000 200.000
200.000
200.000
300.000 300.000
Pagina 68
200.000
Bedragen in € ISV Pijnacker Noord (2016) ISV Pijnacker Noord (2017) Riolering vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2013 (731077) vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2014 (731078) vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2015 (731079) vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2016 (731081) vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2017 af te schrijven in 15 jaar vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2017 af te schrijven in 45 jaar Riolering Pijnacker Noord (2014) (731083) Speelvoorzieningen Speelvoorzieningen (2013)(720509) Speelvoorzieningen (2014)(720510) Overig Bergingsopgave Ruijven Zuidpolder Bergingsopgave Zuidpolder van Delfgauw Stuwen Nootdorp Pandscheiding Plas van Buysen (711507) Berging Kern Pijnacker/Boezem (711504) Gemaal Ruijven Noordpolder van Delfgauw Totaal Leefbaarheid & Veiligheid
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
300.000 300.000 500.000 1.408.432 1.408.432 1.408.432 990.719 1.024.702 500.000 111.000 173.500 375.000 276.000 200.000 150.000 600.000
1.100.000 400.000
400.000 500.000
5.282.528
3.847.028
3.447.028
Pagina 69
2.515.421
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 70
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 71
Bestuur en bedrijfsvoering
9
Algemene omschrijving In dit programma wordt beschreven wat bestuur en organisatie doen, om de wettelijke en autonome taken en ambities die de gemeente heeft uit te voeren, en hoe hiervoor in de bestuurlijke en maatschappelijke context de juiste verbindingen worden aangegaan. Kaderstellende nota’s De kaderstellende nota’s voor dit programma zijn opgenomen in de bijlage 'Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017.
Doelstelling Een krachtig bestuur en een effectief en efficiënt werkende organisatie
Wat willen we bereiken? (effect) 1. Het hanteren, benutten en versterken van de positie van de gemeente Pijnacker-Nootdorp in de Metropoolregio
2. Een kwalitatief hoogwaardige organisatie met een goede balans tussen effectiviteit en efficiëntie
Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie/inspanning) 1.1. Het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden, en het formuleren van een strategische agenda voor positionering in de Metropoolregio
Wat mag het kosten? Bestuur en bedrijfsvoering (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Totaal Bestuur en bedrijfsvoering
Programmabegroting 2014-2017
2.1. Het verder vormgeven van de nieuwe werkwijze raad en het verkennen van mogelijke aanpassingen in het vergadermodel
2.2. Organisatieontwikkeling van excellente beheersing naar excellente omgevingsbewuste partner
Rekening 2012
Begroting 2013
2.3. Realiseren gezonde financiële huishouding
Begroting 2014
2.4. Verder ontwikkelen digitale dienstverlening E-power
Begroting 2015
2.5. Regionaal samenwerken bij uitvoerende taken
Begroting 2016
Begroting 2017
-21.704
-21.427
-14.206
-14.188
-14.218
-14.486
8.157
9.661
-224
1.410
1.364
1.174
-13.547
-11.766
-14.430
-12.778
-12.854
-13.312
Pagina 72
Wat willen we bereiken? (effectindicatoren/normen) Effect 1. Het hanteren, benutten en versterken van de positie van de gemeente Pijnacker-Nootdorp in de Metropoolregio 2. Een kwalitatief hoogwaardige organisatie met een goede balans tussen effectiviteit en efficiëntie
Indicator De mate waarin de doelen uit de programma’s 1 t/m 8 worden gerealiseerd, voor zover daarvoor regionale samenwerking nodig is. De uitkomsten van de INKpositiebepaling 2015.
Norm/afspraak De genoemde doelen uit de programma’s 1 t/m 8 zijn gerealiseerd.
De verbeterpunten uit de INK positiebepaling van 2011 zijn in 2015 voor 95% uitgevoerd.
Toelichting Nieuwe Toekomstvisie De toekomstvisie wijst op het belang van het samenspel met regionale partners om de gemeentelijke visie en missie vorm te geven. Pijnacker-Nootdorp kiest er voor om in de regio complementariteit te zoeken en vanuit die intentie bestuurlijke allianties aan te gaan. Pijnacker-Nootdorp kiest uit bedrijfsmatige en strategische redenen voor een duurzaam partnerschapmet de gemeenten Zoetermeer en Lansingerland, met vergaande samenwerking op een breed terrein. Aandachtspunten zijn: - Bestuurlijk partnerschap met lokale actoren vormgeven. - Bestuurlijke allianties met buurgemeenten vormen. - Bedrijfsmatige schaalvoordelen uit duurzaam partnerschap realiseren. 1. Het hanteren, benutten en versterken van de ligging van de gemeente Pijnacker-Nootdorp in de Metropoolregio De positie van de gemeente aan de rand van het stadsgewest Haaglanden verandert door de vorming van de Metropoolregio in een centrale ligging. Op het gebied van groen, greenport en wonen heeft de gemeente een regionale functie. De toekomstvisie biedt de inhoudelijke grondslag voor de daaruit voortvloeiende bestuurlijke positionering. Om de gemeentelijke doelen uit de visie te bereiken zetten we in op intensievere samenwerking met buurgemeenten. Tegelijkertijd positioneert de gemeente zich daarmee als bestuurlijke partner in de regio. 2. Een kwalitatief hoogwaardige organisatie met een goede balans tussen effectiviteit en efficiency Onze organisatie en interne processen zijn geordend rond vragen van klantgroepen: de inwoner (individuele producten), de wijkbewoner (collectieve producten), politiek en bestuur (formuleren en evalueren van beleid) en de eigen organisatie (informatie, advisering en ondersteuning). Op deze stevige basis zal de organisatie zich de komende jaren verder ontwikkelen om op veranderende omstandigheden aan te sluiten. We zetten onder meer in op slagvaardig management, doorontwikkeling van het Klant Contact Centrum, een serviceorganisatie voor de openbare ruimte, beleidsmatige sturing op de uitvoering, versterking van informatievoorziening en doorgaande efficiency verbetering door samenwerking. De voortgang in deze ontwikkeling wordt gepeild aan de hand van positiebepalingen met het zogenaamde INK managementmodel (zie verder Paragraaf Bedrijfsvoering). Wat gaan we daarvoor doen? (prestatie-indicatoren/normen) Prestatie/inspanning 1.1. Het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden, en het formuleren van een strategische agenda voor positionering in de Metropool-regio
2.1. Het verder vormgeven van de nieuwe werkwijze raad en het verkennen van mogelijke aanpassingen in het vergadermodel
Programmabegroting 2014-2017
Indicator Afspraken met buurgemeenten
Norm/afspraak Samenwerkingsovereenkomsten o.a. met Zoetermeer en Lansingerland Deelname gemeenschappelijke regeling metropool Rotterdam/Den Haag. Geactualiseerde toekomstvisie De toekomstvisie is in juni 2012 door de met als onderdeel een strategische raad vastgesteld. agenda. Uitkomsten van de evaluatie van Opvolging aanbevelingen van de de voortgangsgroep werkwijze voortgangsgroep werkwijze raad en raad implementatie van de aanpassingen in het vergadermodel in 2013.
Pagina 73
Prestatie/inspanning 2.2. Organisatieontwikkeling van excellente beheersing naar excellente omgevingsbewuste partner
Indicator Interactieve beleidsvorming
Score op organisatie- en resultaatgebieden INK. In 2015. Organisatieperspectief 2013.
2.3. Realiseren gezonde financiële huishouding
Saldo meerjarenbegroting Saldo jaarrekening Realiseren bezuinigingsmaatregelen Inzicht in vrij inzetbaar vermogen Netto contante waarde grondexploitaties Ontwikkeling lokale lasten
2.4. Verder ontwikkelen digitale dienstverlening Egem/E-power 2.5. Regionaal samenwerken bij uitvoerende taken
Vaststellen investeringsplan EPower 2013-2015 Afspraken met lokale en bovenlokale overheden over (intensivering van) de samenwerking
Norm/afspraak De in het Bestuurlijk Uitvoeringsplan benoemde beleidsvoornemens worden op interactieve wijze uitgevoerd. Vanaf het opstellen van de startnotitie worden adviesorganen en overlegplatforms hierbij betrokken. De verbeterpunten uit de INKpositiebepaling van 2011 zijn in 2015 voor 95% uitgevoerd. Contourennota 2016 is gereed (d.w.z. opgenomen in de Nota Bedrijfsvoering) in e de 1 helft 2013. In 2014 en volgende jaren vindt verdere implementatie plaats. Sluitend: saldo ≥ € 0. Afwijking van de begroting na laatste wijziging ≤ 1%. Taakstelling Kadernota 2011 gerealiseerd. Ratio weerstandsvermogen > 1. Het resultaat van alle grondexploitaties gezamenlijk is minimaal 0. Kostendekkendheid leges en retributies Stijging belastingen = inflatiepercentage (op basis van Consumenten Prijs Index). Het plan is vastgesteld in 2012. Zie de toelichting bij 2.4. Samenwerkingsovereenkomsten o.a. met Zoetermeer en Lansingerland Samenwerkingsovereenkomst met Hoogheemraadschap van Delfland en andere gemeenten binnen het gebied van het waterschap over samenwerking in de afvalwaterketen gereed in 2013.
Toelichting 1.1. Het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden, en het formuleren van een strategische agenda voor positionering in de Metropoolregio In de samenwerkingsovereenkomst tussen Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp zijn de aandachtsgebieden strategisch (positionering in de Metropool), beleidsmatig (Wmo, participatiebeleid en jeugdzorg) en bedrijfsmatig (belastingen en sociale zaken) benoemd. Met de bestuurlijke samenwerkingsagenda is daar een verdiepingsslag aan gegeven door 28 onderwerpen te benoemen waarop de samenwerking zich de komende tijd toespitst. Ook met Lansingerland maken we aan de hand van deze agenda afspraken over intensievere samenwerking. Bij de vorming van de Metropool is er intensief contact tussen de drie gemeenten voor informatie uitwisseling en standpuntbepaling. Wij bouwen daarbij ambtelijk en bestuurlijk actief aan draagvlak voor standpunten en in bestuurlijke processen spelen we een zichtbare rol. 2.1. Het verder vormgeven van de nieuwe werkwijze raad en het verkennen van mogelijke aanpassingen in het vergadermodel De voortgangsgroep werkwijze raad heeft de taak om de opvolging van de aanbevelingen uit het eindrapport van de werkgroep werkwijze raad (2011) te monitoren en daarover verslag uit te brengen middels een evaluatie. Per januari 2013 zijn de aanbevelingen uitgevoerd en is het vergadermodel gewijzigd. Medio 2013 heeft een eerste tussentijdse evaluatie plaatsgevonden van dit zogenaamde BOB-model die leidde tot een aantal kleine aanpassingen. Een jaar na de start van het nieuwe vergadermodel zal een algehele evaluatie worden uitgebracht.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 74
2.2. Organisatieontwikkeling van excellente beheersing naar excellente omgevingsbewuste partner De ontwikkeling van klantgerichtheid, omgevingssensitiviteit en flexibiliteit van de organisatie is een doorgaand proces. Onder meer tot uiting komend in interactieve methoden van beleidsvorming en sturing op kwaliteit. Met de bepaling van de contouren voor de organisatie voor 2016 krijgt de organisatieontwikkeling weer een nieuwe impuls. Zie voor een nadere toelichting de paragraaf bedrijfsvoering. 2.3. Realiseren gezonde financiële huishouding In 2011 is door de raad de gehele begroting tegen het licht te gehouden, waardoor op een gedegen wijze ombuigingen tot stand zijn gebracht. In 2015 wordt hiermee uiteindelijk bijna € 6,7 mln. bezuinigd. De daadwerkelijke realisatie van deze bezuinigingen wordt via de P&C-cyclus gemonitord. In de begroting 2014 is reeds een bedrag van € 6,4 mln. aan bezuinigingen verwerkt. Het benodigde weerstandsvermogen is geactualiseerd en wordt voor de jaren 2014 en 2015 als “voldoende” gekwalificeerd. Zie verder paragraaf 2, weerstandsvermogen en risicobeheersing. Nadat de raad voor de periode 2012-2015 een bezuinigingspakket van € 6,7 mln. had vastgesteld, bleek in het najaar van 2012 dat als gevolg van het Regeerakkoord Rutte II er vanaf 2014 opnieuw een tekort zou gaan ontstaan. In de Kadernota 2013 is afgesproken dat het college zorgdraagt voor het opstellen van een sluitende begroting voor 2014 dat daarnaast een (bezuinigings)proces wordt gestart om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting vanaf 2015. Tevens is aangegeven dat de raad bij de behandeling van de begroting 20142017 een handreiking en inventarisatienota wordt aangeboden met bezuinigingsmogelijkheden. Gelijktijdig met deze begroting wordt deze handreiking en een productencatalogus aan de raad aangeboden. Hierin zijn 10 maatregelen geformuleerd waarmee de raad de meerjarenbegroting sluitend kan maken. Voorgesteld wordt om hiervan de eerste 5 maatregelen reeds vanaf 2015 te effectueren. 2.4. Verder ontwikkelen digitale dienstverlening E-power De komende jaren zullen we het niveau van (digitale) dienstverlening consolideren en waar mogelijk uitbreiden en de gedane investeringen effectueren. Nieuwe ontwikkelingen volgen we en realiseren we zoveel mogelijk met eigen mensen en middelen, waarbij we samenwerking in de regio benutten. Zie verder de toelichting op de investeringen, programma 7 en paragraaf bedrijfsvoering. 2.5. Regionaal samenwerken bij uitvoerende taken Bij uitvoerende taken werken we samen met diverse verbonden partijen en gemeenschappelijke regelingen. Belangrijke ontwikkelingen zijn de samenwerking in de afvalwaterketen, de omgevingsdienst Haaglanden, het Veiligheidshuis en de brede samenwerking met Zoetermeer. Met het waterschap Delfland en 13 andere gemeenten zetten we stappen tot verder samenwerking in de afvalwaterketen. Indien een bestuurlijk akkoord wordt bereikt (hopelijk nog in het laatste kwartaal van 2013) zal naar verwachting een samenwerkingsovereenkomst worden gesloten met genoemde partijen.
Specificatie van de lasten en baten per product Bestuur en bedrijfsvoering (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 1 Raad, raadscommissies en bestuursondersteuning 10 College, commissies en bestuurlijke samenwerking 20 Begrotingscyclus
-1.571
-1.415
-1.311
-1.306
-1.306
-1.306
-2.016
-1.903
-2.149
-2.016
-2.016
-2.016
-255
-288
-286
-286
-286
-286
25 Communicatie
-609
-558
-612
-612
-612
-612
40 Geo-informatie
-210
-171
-210
-209
-207
-206
-9.781
-9.695
-9.277
-9.400
-9.430
-9.701
-403
-370
-362
-359
-360
-359
-14.845
-14.400
-14.206
-14.188
-14.218
-14.486
450 Saldo van kostenplaatsen 910 Gemeentelijke huisvesting Totale lasten
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 75
Bestuur en bedrijfsvoering (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Baten per product 10 College, commissies en bestuurlijke samenwerking 40 Geo-informatie 450 Saldo van kostenplaatsen
45
21
71
71
71
71
2
3
3
3
3
3
1.257
-4
0
0
0
0
142
1.603
162
163
168
168
1.446
1.624
237
238
243
243
-13.399
-12.776
-13.969
-13.950
-13.975
-14.243
442 Mutaties reserves
-5.689
-5.593
0
0
0
0
450 Saldo van kostenplaatsen
-1.170
0
0
0
0
0
0
-1.434
0
0
0
0
-6.859
-7.027
0
0
0
0
0
0
0
910 Gemeentelijke huisvesting Totale baten per product Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen aan reserves
910 Gemeentelijke huisvesting Totale toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves 10 College, commissies en bestuurlijke samenwerking 442 Mutaties reserves
0
0
100
5.111
6.796
-1.980
0
0
0
450 Saldo van kostenplaatsen
1.443
1.241
1.419
1.172
1.122
931
910 Gemeentelijke huisvesting Totale onttrekkingen aan reserves Toevoegingen en onttrekkingen reserves Resultaat
157
0
0
0
0
0
6.711
8.037
-461
1.172
1.122
931
-148
1.010
-461
1.172
1.122
931
-13.547
-11.766
-14.430
-12.778
-12.854
-13.312
Investeringen De ambitie van de Gemeente Pijnacker-Nootdorp is excellente dienstverlening te bieden aan burgers en bedrijven. We willen deze ambitie onder andere waarmaken door het inzetten van het Klant Contact Centrum, het KCC. Via diverse kanalen komen vragen van klanten binnen en deze worden vervolgens zoveel mogelijk direct afgehandeld. Om deze werkwijze te kunnen faciliteren blijft investering nodig in mensen, hun manier van werken en ondersteunende ICT middelen. De ambities van de gemeente zijn vertaald in concrete doelstellingen en projecten die terug te vinden zijn in het dienstverleningsprogramma E-power (I en II). De doelstellingen zijn niet statisch maar ontwikkelen zich door nieuwe inzichten en trends op het gebied van dienstverlening en technische mogelijkheden. Waar het gaat om de ICT omgeving streven we naar een stabiele infrastructuur die goed beheersbaar is.De uitdaging voor automatisering is om een ICT omgeving neer te zetten die flexibel aan te passen is aan nieuwe ontwikkelingen zonder dat de infrastructuur zelf steeds drastisch moet worden aangepast. We noemen dat een toekomstvaste ICT infrastructuur. De investeringen die op het gebied van ICT plaatsvinden zijn onder te verdelen in 5 categorieën. - ICT infrastructuur Binnen de ICT wordt het woord "infrastructuur" gebruikt voor de verzameling voorzieningen die nodig is voor het transport van gegevens (data). De fysieke IT-infrastructuur wordt opgebouwd uit technische middelen die “netwerk componenten” worden genoemd. Deze infrastructuur maakt het mogelijk om gegevens aan te maken, weer te geven, te wijzigen en op te slaan.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 76
- Kantoorautomatisering Dit zijn de fysieke werkplekken zoals pc’s, laptops, ipads met de bijbehorende software die het medewerkers mogelijk maakt digitaal hun werk te doen. Binnen de gemeente maken we gebruik van Microsoft Office pakketten als Word, Excel, Outlook enz. - Bedrijfsvoeringsapplicaties Alle applicaties waarmee de (bedrijfskritische) bedrijfsprocessen digitaal worden ondersteund. - Publieksdienstverlening Alle applicaties die worden ingezet ten behoeve van de dienstverlening aan burgers en bedrijven zoals burgerzakensoftware, afsprakensoftware, kennissysteem en de digitale producten. - Basisregistraties Sinds 2003 werken de rijksoverheid en gemeenten aan het ontwikkelen van basisregistraties. Doelstelling van deze basisregistraties is dat gegevens die de overheid nodig heeft voor de uitvoering van haar werkzaamheden, slechts eenmaal worden ingewonnen en vastgelegd. Vervolgens worden deze gegevens aan alle relevante (overheids)organisaties ter beschikking gesteld. Om dit stelsel van basisregistraties te realiseren zijn zeer forse investeringen nodig. Voorbeelden van al gerealiseerde basisregistraties zijn: Gemeentelijke Basisadministratie Personen (GBA) en de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG). Nu en de komende jaren wordt gewerkt aan de koppeling van de basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) aan de landelijke voorziening, de basisregistratie Kadaster (BRK), de basisregistratie ondergrond (BRO) en de zeer omvangrijke Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Investeringen Bedragen in € ICT investeringen: SAN Uitwijk Plotters Werkplekken / laptops 2015 (795034) Werkplekken / laptops 2016 PDS / smartphones 2015 (795042) Scanner (DIV) Virtuele infrastructuur Groot formaat copier Proxy Server Telefooncentrale 2016 (795095) Laptops raadsleden Netwerkcomponenten (795043) Security 2014 (795046) Security 2016 ICT Infra Microsoft licenties ICT Infra Hardware/Implementatie/ov. licenties Oracle upgrade 2014 Oracle upgrade 2016 Belastingen upgrade Financiën applicaties Burgerzaken upgrade Leerplicht applicatie Werk & Inkomen applicatie (795057) Werk & Inkomen upgrade Zorg upgrade BGT (795013)
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
130.000 43.000 10.000 100.000 300.000 22.000 10.000 50.000 31.000 16.000 150.000 72.000 130.000 50.000 50.000 600.000 400.000 20.000 20.000 100.000 400.000 100.000 70.000 200.000 100.000 50.000 175.000
75.000
Pagina 77
Bedragen in € Personeel update Gegevensmakelaar upgrade DMS upgrade Tekenpakket upgrade Mid-Office (795063) Mid-Office upgrade Afspraaksysteem 2014 (795065) Afspraaksysteem 2016 Afspraaksysteem upgrade CMS BAG applicatie Meldpunt wijkbeheer (2016) Betaalsysteem (795076) KCC-module (E-power 2011) YOUPP (E-power 2011) Kennissysteem (E-power 2011) Work Force Managementsyst(E-power 2011) Ipads 2015 Ipads 2017 WiFi gemeentekantoor Overige software Huisvesting: Koeling computerruimte Vervangingsinvestering publieksbalie Tractie: Tractor Nieuw Holland (2003) Peugeot Expert 55-BS-NV (2005) Aktiewagen (mobiele bewegwijzering) Tractor Landini Alpine DT 65 (2005) Shovel Shaver (2005) Hogedrukspuit WV-77-FT (2006) Toyota Dyna 56-BZ-DH (2006) Toyota Dyna 98-BZ-DD (2006) Citroen Berlingo 38-BX-RJ (2006) Citroen Jumper 25-BZ-LF (2006) Citroen Jumpy 79-BZ-LF (2006) Citroen Berlingo (92-VJF-1) Toyota Dyna 10-VHJ-2 (2007) Toyota Dyna 10-VHT-3 (2007) Citroen Berlingo (42-VKS-9) handhaving Citroen Berlingo (43-VKS-9) handhaving Citroen Nemo 51-VTT-4 gebiedsbeheerder (2008) Ford Connect 26-VVG-5 opzichters (2008) Ford Connect 27-VVG-5 opzichters (2008) Ford Connect 28-VVG-5 opzichters (2008) Vrachtwagen Daf met opbouw (BV-VG-86) 2008 Personenauto handhaving BOR (citroen A1) 2008 Bedrijfsauto handhaving (2008) Vervanging Pick-up FIAT Ducato 6-VGH-74 (2009) Totaal Bestuur en bedrijfsvoering
Programmabegroting 2014-2017
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
50.000 40.000 125.000 30.000 100.000 100.000 50.000 50.000 25.000 100.000 30.000 50.000 30.000 50.000 20.000 30.000 15.000 70.000 70.000 40.000 20.000
20.000
20.000 30.000 90.000
10.946 14.363 13.000 31.688 32.409 39.008 24.136 23.160 12.742 56.881 22.021 11.693 29.050 29.050 17.635 17.635 15.500 17.825 17.825 17.825 120.000 10.000 25.000 31.500 1.846.346
947.071
2.474.975
Pagina 78
101.500
Toelichting begroting griffie, gemeenteraad en rekenkamercommissie Binnen dit programma zijn de budgetten van de gemeenteraad en haar organen opgenomen. Ten behoeve van het dualistisch functioneren van de raad worden deze budgetten hieronder nader uitgelicht. Bedragen x € 1
2014
Gemeenteraad Salarissen en sociale lasten Adviezen/onderzoek derden Overige goederen en diensten Fractievergoedingen Kapitaallasten Totaal
622.318
Ambtelijke ondersteuning raad Uren Totaal
235.353
Griffie Salarissen en sociale lasten Totaal
264.759
Rekenkamercommissie Presentiegelden Adviezen/onderzoek derden Overige goederen en diensten Uren Totaal Totaal budgetten - Waarvan budgetten salarissen - Waarvan toegerekende uren - Waarvan toegerekende kapitaallasten - Waarvan budgetten externe kosten
Programmabegroting 2014-2017
532.257 23.180 9.004 44.502 13.375
235.353
264.759
12.296 23.556 2.723 39.562 78.137 1.200.567 797.016 274.915 13.375 115.261
Pagina 79
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 80
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 81
Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien
A
Inleiding Algemene dekkingsmiddelen zijn middelen die geen vooraf bepaald bestedingsdoel hebben. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het rioolrecht waar ontvangsten en uitgaven direct aan elkaar zijn gekoppeld of specifieke uitkeringen vanuit de rijksoverheid. De omvang van de algemene dekkingsmiddelen en de toelichting daarop worden in dit hoofdstuk gepresenteerd. Ook zijn hierin de posten voor onvoorziene en onverdeelde lasten opgenomen. De volgende algemene dekkingsmiddelen zijn te onderscheiden: -
de lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is de algemene uitkering uit het gemeentefonds dividenden en rentebaten wegens interne financiering
Wat mag het kosten? Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten
-1.715
-2.298
-2.327
-3.581
-4.905
-6.364
Baten Totaal Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
55.497
54.377
56.105
52.784
53.585
54.013
53.782
52.079
53.779
49.203
48.680
47.649
Specificatie van de lasten en baten per product Algemene dekkingsmiddelen en Rekening 2012 onvoorzien (bedragen x € 1.000)
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten per product 401 Treasury, rente reserves en geldleningen 407 Deelnemingen en beleggingen 410 Gemeentelijke belastingen 430 Algemene uitkering
-43
5
-36
-35
-34
-32
-28
-28
-28
-28
-28
-28
0
0
-41
-42
-43
-44
-8
-4
-13
-13
-13
-13
440 Algemene baten en lasten /BCF
-378
-1.009
-1.000
-2.310
-3.686
-5.196
Totale lasten
-458
-1.036
-1.118
-2.428
-3.803
-5.314
5.700
5.500
5.227
5.144
5.074
5.025
2.250
2.530
2.530
2.517
2.517
2.517
Baten per product 401 Treasury, rente reserves en geldleningen 407 Deelnemingen en beleggingen 410 Gemeentelijke belastingen 430 Algemene uitkering 440 Algemene baten en lasten /BCF
7.516
8.338
9.067
8.579
8.759
8.945
38.824
37.974
39.281
36.490
37.130
37.368
1.206
35
0
54
106
159
Totale baten per product
55.497
54.377
56.105
52.784
53.585
54.013
Totaal saldo van baten en lasten
55.039
53.341
54.988
50.356
49.782
48.699
Toevoegingen aan reserves
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 82
Algemene dekkingsmiddelen enonvoorzien (bedragen x € 1.000) 401 Treasury, rente reserves en geldleningen Totale toevoegingen aan reserves
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
-1.257
-1.262
-1.209
-1.153
-1.102
-1.051
-1.257
-1.262
-1.209
-1.153
-1.102
-1.051
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
-1.257
-1.262
-1.209
-1.153
-1.102
-1.051
Resultaat
53.782
52.079
53.779
49.203
48.680
47.649
Onttrekkingen aan reserves 401 Treasury, rente reserves en geldleningen Totale onttrekkingen aan reserves
1. Lokale heffingen (OZB) Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De OZB is een belasting die gemeenten mogen heffen over woningen en niet-woningen. Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds (zie ook Algemene Dekkingsmiddelen). Eén van de maatstaven bij de verdeling van de algemene uitkering is de belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten die binnen hun grenzen veel hooggewaardeerde onroerende zaken hebben, ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevol onroerende zaken. De OZB genereert voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp de hoogste belastingopbrengst. De OZB kan worden gesplitst in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De aanslagen OZB worden berekend op basis van de waarde van de onroerende zaken. Deze waardering dient de gemeente uit te voeren op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De grondslag voor de heffing van de OZB wordt jaarlijks gewijzigd. De aanslag OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaken, zoals die op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt vastgesteld. Als zich afrondingsverschillen voordoen, wordt het passend geacht om dat in het voordeel van burger en bedrijfsleven te doen. Voor het jaar 2014 worden de onroerende zaken gewaardeerd naar waarde peildatum 1 januari 2013.
2. Algemene uitkering uit het Gemeentefonds Inleiding De algemene uitkering uit het gemeentefonds is voor Pijnacker-Nootdorp de grootste bron van inkomsten. De hoogte van deze uitkering wordt bepaald op basis van objectieve verdeelmaatstaven zoals bv het aantal inwoners, de (sociale) samenstelling van het aantal inwoners en het aantal woningen. Bij de bepaling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp is uitgegaan van onder andere de volgende maatstafgegevens: Aantallen per 01 januari Inwoners
2014
2015
2016
2017
51.005
51.255
51.630
52.005
430
460
490
520
Totaal aantal woonruimten
20.212
20.312
20.462
20.612
Inwoners < 20 jaar
15.046
15.120
15.231
15341
8.416
8.457
8.519
8.581
Bijstandsontvangers
Inwoners > 64 < 85 jaar
Algemene uitkering in de begroting 2014-2017 De hoogte van raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp voor de periode 2014-2017 is geraamd op basis van informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2013 van het
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 83
ministerie van BZK. In deze circulaire zijn de (negatieve) effecten op de accressen als gevolg van het Regeerakkoord Rutte II verwerkt. Een vergelijking van de raming op basis van het laatst vastgestelde P&Cdocument (de kadernota 2013) met de nieuwe raming voor de begroting 2014 levert het volgende beeld op: bedragen * € 1.000,-
2014
2015
2016
2017
Stand kadernota 2013
38.343
36.114
37.414
38.556
Stand begroting 2014-2017
39.181
36.490
37.130
37.368
838
376
-284
-1.188
Verschil
De daling van het accres als gevolg van de rijksbezuinigingen is zichtbaar. In 2014 is in de Rijksbegroting (nog) sprake van pieken in infrastructurele projecten met gunstige effecten voor het accres in dat jaar als gevolg. De voor het Gemeentefonds belangrijkste onderwerpen uit het regeerakkoord Rutte II hebben voor de algemene uitkering van Pijnacker-Nootdorp grote gevolgen. Gevolgen regeerakkoord Rutte II (bedragen * € 1.000,-)
2014
Accressen Afroming onderwijshuisvesting Uitname Gemeentefonds i.p.v. afschaffing BCF Terugdraaien vermindering politieke Ambtsdragers Totaal
2015
2016
2017
379
260
-689
-1.469
0
-673
-677
-695
-406
-1.067
-1.086
-1.095
0
268
277
285
-27
-1.212
-2.175
-2.974
Op basis van informatie vanuit o.a. het ministerie van BZK en de VNG is bij de Kadernota 2013 al een voorschot genomen op deze kortingen. Deze blijken hoger uit te vallen. Naast bovengenoemde kortingen zijn er nog een aantal in het oog springende mutaties. bedragen * € 1.000,-
2014
2015
2016
2017
Mutatie integratie uitkering WMO
126
126
126
126
Transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar de Wmo
107
0
0
0
0
-130
-265
-401
Lagere apparaatskosten/opschaling gemeenten Mutatie DU; invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg
26
0
0
0
Overig
236
58
123
-74
Totaal
495
54
-16
-349
Met de huidige nieuwe bezuinigingsronde van € 6 miljard, is het waarschijnlijk dat ook het huidige accres niet houdbaar blijft. Het is niet zeker hoe groot het effect van een nieuwe ronde bezuinigingen zal zijn omdat niet alle maatregelen zullen terugslaan op het gemeentefonds. Ervaringen met eerdere bezuinigingen leren dat het redelijk is te veronderstellen dat het gevolg voor onze gemeente een bedrag van € 750.000,- aan lagere uitkering zal inhouden.
3. Dividenden en ontvangen renten De dividenden worden ontvangen van Eneco N.V. en de Bank Nederlandse Gemeenten. Het totaal aan dividend geraamd in de begroting 2015 en verder bedraagt € 2,5 mln.: € 2,44 mln. van Eneco N.V. en € 0,07 mln. van de BNG. In 2014 is het dividend van de BNG geraamd op € 0,086 mln.). De ontvangen renten bestaan uit de renten op hypothecaire geldleningen aan medewerkers.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 84
4. Overige eigen middelen De bespaarde rente is de rente die de gemeente uitspaart omdat zij investeringen met eigen vermogen kan financieren en daar dus geen geldleningen voor hoeft aan te trekken. Op grond van besluitvorming wordt de rente toegevoegd aan de reserves: de Groene Wijdte, het Stanislas college, de gemeentelijke huisvesting, en kapitaallasten ICT-uitvoeringsplan. De vermelde rentetoevoeging aan de bestemmingsreserves betreffen reserves voor de dekking van de kapitaallasten van investeringen. De netto contante waarden van de investeringen komen overeen met de corresponderende reserves en worden daarom jaarlijks verhoogd met de omslagrente (5%). De voorziening nadelige grondcomplexen bevat de contante waarde van de te verwachten verliezen op enkele complexen. De voorziening wethouderspensioenen is bestemd voor de dekking van toekomstige pensioenen van zowel huidige als gewezen wethouders. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op actuariële berekeningen.
5. Saldo financieringsfunctie De investeringen in duurzame activa worden, overeenkomstig de verwachte levensduur, over meerdere jaren afgeschreven. Deze investeringen en de lopende grondexploitaties moeten worden gefinancierd. De gemeente financiert deze investeringen met eigen vermogen (reserves), voorzieningen en aangetrokken langlopende geldleningen. De betaalde rente op de aangetrokken geldleningen en de rente over het eigen vermogen plus voorzieningen (de bespaarde rente) vormen samen de rentelasten. Deze lasten worden toegerekend aan de diverse programma’s op basis van de boekwaarde van de investeringen per programma. Het gehanteerde renteomslagpercentage is 5% en voor de grondexploitatie 4%. Per saldo resteert hierna een voordelig renteresultaat van circa € 3,9 mln. voor alle begrotingsjaren dat ten gunste van de exploitatie komt. Dit saldo ontstaat onder andere doordat het gemiddeld rentepercentage op de aangetrokken leningen minder dan 5% bedraagt.
6. Stelposten Stelposten zijn posten die wel in de begroting zijn meegenomen voor het algemeen beeld, maar nog niet zijn uitgewerkt of ingevuld. Dit omdat nog niet bekend is hoe de verdeling precies zal plaatsvinden. Het is wenselijk zo min mogelijk met stelposten te werken. Soms is het niet mogelijk een post geheel in te vullen en resteert een stelpost. Een positieve stelpost is nog toe te wijzen budget en een negatieve stelpost een nog in te vullen taakstelling. De begroting is opgesteld op basis van de door de raad vastgestelde kaders. Voor wat betreft de prijsindex en areaaluitbreiding zijn hiertoe stelposten opgenomen, die in onderstaande tabellen zijn opgenomen. De in de begroting 2014-2017 opgenomen stelposten staan in de onderstaande tabellen. Stelpost prijsindex Alle budgetten in de programma’s worden in constante prijzen geraamd. Voor de diverse typen budgetten is jaarlijks 2,0% prijsstijging geraamd vanaf 2014. Dit percentage is gebaseerd op de meest recente voorspellingen van het CPB en wettelijke verplichtingen op grond van de cao, hogere werkgeverspremies en verplichte periodieken.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 85
Stelpost prijsindex (* € 1.000)
2014
2015
Salarissen Goederen en diensten Subsidies en gem. regelingen
2017
0
326
766
1.223
0
390
779
1.176
103
385
631
883
0
-53
-104
-157
103
1.048
2.072
3.125
Overige inkomsten Totaal
2016
Restant toekenning inflatie op subsidiebeleidskader 2014 Het bedrag aan inflatie dat samengaat met de inpassing van het nieuwe subsidiebeleidskader 2014 is als stelpost gereserveerd. Stelpost areaaluitbreiding Naast de prijsindexatie wordt tevens een stelpost geraamd voor areaaluitbreiding. Voor de diverse typen budgetten wordt hiervoor voor 2014 0,5% geraamd, voor 2015 en 2016 0,75% en voor 2017 1%. Stelpost areaaluitbreiding (* € 1.000)
2014
Salarissen
2015
2017
301
435
569
749
0
98
194
324
0
66
136
231
301
597
897
1.301
Goederen en diensten Subsidies en gem. regelingen Totaal
2016
Overige stelposten Cafetariamodel personeel Deze stelpost bestaat uit een jaarlijks bedrag van € 29.000 ten behoeve van de kosten van het cafetariamodel personeel. Korting Intern Product Bij de Kadernota 2013 hebben op producten welke de laatste jaren niet structureel volledig benut zijn, aframingen plaatsgevonden. Omdat hierbij de uitgaven leidend waren en niet de verwachte bestedingsdoelen voor 2014 en verder, is een bedrag van € 100.000,- als stelpost gereserveerd voor eventuele knelpunten. Taakmutaties algemene uitkering In verband met door het rijk gewenste beleidsintensiveringen/nieuw beleid ontvangt de gemeente via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds extra middelen. De gemeente besluit zelf hoe ze deze extra middelen besteed. Om hierover goed te kunnen besluiten moet er voor de betreffende taken eerst beleid uitgewerkt worden, op basis waarvan de raad middelen beschikbaar kan stellen. Om te voorkomen dat de betreffende middelen worden ingezet voor andere doelen, is voor een aantal taakmutaties een stelpost opgenomen. Het gaat om de volgende onderwerpen: -
Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie AWBZ naar de WMO Bijzondere bijstand kwetsbare groepen
De invulling hiervan zal in de komende tijd plaatsvinden op basis van te maken beleidsmatige keuzes. Stelposten (* € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Cafetariamodel personeel Structurele onderuitputting intern product Taakmutaties algemene uitkering
29
29
29
29
100
100
100
100
133
148
148
148
Totaal
262
277
277
277
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 86
7. Onvoorzien Voor 2014 en verder is voor onvoorziene uitgaven een bedrag opgenomen van € 171.861. Zie onderstaande tabel. bedragen * € 1
Post onvoorzien
2014 171.861
2015 171.861
2016 171.861
2017 171.861
De raming voor onvoorziene uitgaven is een wettelijk verplichte uitgavenpost. Via de stelposten voor prijsindex en areaaluitbreiding (zie 6. stelposten) wordt de post onvoorzien jaarlijks aangepast aan de inflatie en groei van de gemeente.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 87
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 88
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 89
Paragrafen
B
1. Lokale heffingen Inleiding Deze paragraaf geeft een overzicht op hoofdlijnen van de diverse gemeentelijke belastingen en rechten en de geraamde opbrengsten. Kort wordt aangegeven welk beleid de gemeente in het begrotingsjaar zal voeren ten aanzien van de lokale heffingen. Het lokale beleid is vastgelegd in de belastingverordeningen en beleidsregels. Dit beleid zal de komende jaren verder ontwikkeld en getoetst worden. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de lokale belastingdruk, kwijtscheldingsbeleid en de meerjarenprognose belastingopbrengsten voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp. In de Gemeentewet zijn de mogelijke belastingsoorten die de gemeente mag heffen, limitatief opgesomd. Voor het bepalen van de hoogte van de tarieven en belastingen wordt in de begroting van 2014 rekening gehouden met de volgende uitgangspunten, afgesproken in de Kadernota voor de jaren 2014 – 2017. Hierop zijn er geen wijzigingen als gevolg van de voorspellingen over de prijs- en loonontwikkelingen in de publicatie van maart van de Macro Economische Verkenning door het CPB. -
Belastingen mogen verhoogd worden met het inflatiepercentage Het Rioolrecht wordt extra verhoogd met een percentage voor voorzieningen o.b.v. het huidige GRP De OZB mag alleen extra worden verhoogd indien maatschappelijk investeringen dit noodzakelijk maken. Tarieven mogen alleen worden verhoogd indien deze niet kostendekkend zijn en dit niet bereikt kan worden door efficiency maatregelen.
Een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente Pijnacker-Nootdorp bestaat uit lokale heffingen. Deze lokale heffingen worden opgebracht door de inwoners en de bedrijven van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De gemeente Pijnacker-Nootdorp kent de volgende gemeentelijke belastingen, heffingen en retributies.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 90
Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De OZB wordt geheven op basis van artikel 220 tot en met 220h van de Gemeentewet en bestaat uit drie heffingen. Er wordt OZB geheven van de eigenaren van woningen en van de eigenaren/gebruikers van nietwoningen. De OZB geeft de hoogste opbrengst van de gemeentelijke belastingen. Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds (zie ook Algemene Dekkingsmiddelen). Eén van de maatstaven bij de verdeling van de algemene uitkering is de belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van alle onroerende zaken. Gemeenten die binnen hun grenzen veel hooggewaardeerde onroerende zaken hebben, ontvangen een lagere uitkering uit het gemeentefonds dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken. De aanslag OZB wordt berekend aan de hand van een percentage van de WOZ-waarde (heffingsgrondslag) zoals die op het aanslagbiljet staat vermeld. De WOZ-beschikking wordt jaarlijks vastgesteld. Het percentage (het tarief) wordt ook jaarlijks vastgesteld in de verordening Onroerende zaakbelastingen. Voor het jaar 2014 worden de onroerende zaken gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2013. De nu verkerende kredietcrisis heeft een negatief effect op de marktontwikkeling. De permanente markt analyse geeft aan dat de marktontwikkeling, zoals die bekend is op 1 juli 2013, voor woningen een waardedaling geeft van 4,34% en voor de niet-woningen eveneens een daling van 4,40%. In de meerjarenraming van 2013-2016 is uitgegaan van een waardedaling van respectievelijk 4% voor de woningen en van 3% voor de niet-woningen. Bij het instellen van het ondernemersfonds is bepaald dat uit het tarief van de niet-woningen € 50,00 per € 100.000 waarde gestort zal worden in het ondernemersfonds voor de jaren van 2012, 2013 en 2014. Voor 2014 is even als in 2013 op het tarief van de niet-woningen een opslag toegepast als gevolg van een correctie op het in 2012 foutief gehanteerde tarief per eenheid. Hierdoor bedraagt In 2014 de bijdrage € 74,75 per € 100.000 waarde voor het ondernemersfonds. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing wordt opgelegd aan degene die gebruik maakt van een perceel, waarvoor, als gevolg van artikel 10.11 van de Wet Milieubeheer, een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. De afvalstoffenheffing dient ter bestrijding van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Bij de vaststelling van de hoogte van de aanslag wordt rekening gehouden met een gedifferentieerd tarief van één-, twee- en meerpersoonshuishoudens. De verdeling van de huishoudens in de gemeente is op dit moment als volgt: 21,82% eenpersoonshuishouden, 31,54% tweepersoonshuishouden en 46,64% meerpersoonshuishouden. Bij de Programmabegroting 2014 - 2017 zullen de tarieven voor de afvalstoffenheffing met 2% worden verhoogd. Dit conform de uitgangspunten in de Kadernota voor de jaren 2014 – 2017. Rioolheffing Rioolheffing wordt geheven op grond van artikel 228a van de Gemeentewet. Rioolheffing is een bestemmingsbelasting en dient als bekostigingsinstrument van de gemeentelijke watertaken. Deze watertaken zijn het inzamelen, zuiveren en transporteren van huishoudelijk afvalwater en het inzamelen en transporteren van bedrijfsafvalwater en het inzamelen en verwerken van hemelwater. De uitvoering van de gemeentelijke watertaken is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Op dit moment wordt het GRP geactualiseerd en met ingang van 2014 treedt het met terugwerkende kracht in werking. In de programmabegroting 2014-2017 is rekening gehouden met een verhoging van 4% ten opzichte van 2013. Dit percentage is opgebouwd uit 2,0%, zoals opgenomen in de vastgestelde GRP 2009-2012 en 2% inflatie. Ook in de nieuw op te stellen GRP 2014-2017 wordt uitgegaan van deze 2%. Precariobelasting Vanaf 2012 wordt op grond van artikel 228 Gemeentewet een precariobelasting geheven van leidingnetwerken die zijn gelegen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voor precariobelasting is een wetsvoorstel in de maak waarin een vrijstelling voor precariobelasting voor netwerken van nutsbedrijven wordt opgenomen. Voor gemeenten die op 1 januari 2012 precariobelasting voor netwerken in rekening brachten, is een overgangsregeling van toepassing, waarin de precariobelasting met ingang van 2013 jaarlijks met 10% afneemt.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 91
Toeristenbelasting De gemeente Pijnacker-Nootdorp kan op grond van artikel 224 Gemeentewet toeristenbelasting heffen van personen die verblijf houden binnen de gemeente en die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven. De gemeente kan de aanslag toeristenbelasting opleggen aan degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Voor het jaar 2014 worden de tarieven met het inflatiepercentage van 2% verhoogd ten opzichte van 2013. De perceptiekosten zijn gering. Hondenbelasting De hondenbelasting is een algemene belasting, waarvan de baten ten gunste komen aan de algemene middelen. Het staat de raad vrij om de hoogte van de tarieven te bepalen, aangezien er geen relatie met de kosten is. De hondenbelasting van Pijnacker-Nootdorp kent een progressief tarief. Dit houdt in dat voor een tweede en derde hond een hoger tarief geldt dan voor de eerste hond. Dit komt voort uit het oorspronkelijke doel van de hondenbelasting, het terugdringen van het aantal honden. Voor het jaar 2014 is uitgegaan van 2.487 honden en 10 kennels. Om te zorgen voor een goede administratie van de honden wordt jaarlijks binnen een deel van de gemeente gecontroleerd op de aanwezigheid van honden. Ten opzichte van 2013 toont het aantal honden een geringe groei. Voor het jaar 2014 worden de tarieven met het inflatiepercentage van 2% verhoogd. Leges Artikel 229 is de grondslag waarop de gemeentelijke leges geheven worden. Leges worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Deze diensten zijn zeer divers en zijn in drie titels onderverdeeld: Titel 1
Burgerzaken
Titel 2
Wabo
Titel 3
Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn
De diverse leges die worden geheven zullen in 2014 grotendeels met het inflatiepercentage van 2 % worden verhoogd. De tarieven die van rijkswege worden bepaald of gemaximeerd, zullen meer of minder dan deze correctie stijgen. Marktgelden Onder de naam van marktgeld wordt een recht geheven voor de aanspraak op het innemen van één of meer standplaats op het marktterrein of op andere, voor openbare dienst bestemde, als markt aan te wijzenplaatsen. Onder de naam standplaatsgeld wordt een recht geheven voor het hebben van één of meer standplaatsen op buiten de markt op de, voor de openbare dienst bestemde, als standplaats aangewezen plaatsen. Het marktgeld en het standplaatsgeld worden geheven van de vergunninghouder. Grondslag voor de berekening van het marktgeld en voor het standplaatsgeld is het aantal vierkante meters oppervlakte standplaats, waarin tevens zijn begrepen de energielasten tot een maximum van 1000 Watt. Conform de Verordening op de heffing en invordering van markt- en standplaatsgeld 2013, vastgesteld in de openbare vergadering van 29 november 2012. Voor het jaar 2014 zullen de tarieven met het inflatiepercentage van 2 % worden verhoogd
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 92
Geraamde opbrengsten belastingen 2014-2017 In onderstaand tabel en grafiek zijn aangegeven de geraamde opbrengsten voor de komende jaren. De cijfers 2014-2017 zijn gebaseerd op de richtlijnen van de Kadernota 2013. 2014 OZB feitelijk gebruik niet-woningen
2015
2016
2017
959
978
998
1.017
OZB zakelijk gebruik woningen
5.481
5.618
5.772
5.931
OZB zakelijk gebruik niet-woningen
1.415
1.444
1.473
1.502
Afvalstoffenheffing
5.164
5.306
5.452
5.615
Rioolheffing
4.401
4.610
4.829
5.070
Hondenbelasting
158
161
164
170
Toeristenbelasting
135
138
141
144
Precariobelasting
270
240
210
180
1.703
1.703
1.878
1.878
36
36
36
36
19.722
20.234
20.953
21.543
Leges Marktgelden Totale opbrengst
Bij de opbrengsten en tarieven voor de OZB, de afvalstoffenheffing en het rioolrecht is rekening gehouden met de woningbouwprognose. Tevens zijn de vermelde opbrengsten voor de OZB voor de niet-woningen(bedrijven) exclusief het bedrag voor het ondernemersfonds. Het bedrag voor het ondernemersfonds zal voor 2014 € 648.811,00 bedragen. Het kalenderjaar 2014 is tevens het laatste jaar waarin rekening wordt gehouden met het ondernemersfonds. Dit conform het besluit bij het instellen van het ondernemersfonds. Lokale lastendruk Evenals voorgaande jaren zal in het raadsvoorstel voor het vaststellen van de belastingtarieven nader ingegaan worden op de lokale lastendruk.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 93
Woonlasten en tarieven in de regio In de onderstaande tabellen met betrekking tot de woonlasten en tarieven in de regio is uitgegaan van het kalenderjaar 2013. Voor het bepalen van de gemiddelde woonlasten wordt uitgegaan van de onroerende zaakbelasting eigendom, afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden en het rioolrecht voor gebruikers.
Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden.(COELO) Tarieven in de regio 2013
PijnackerNootdorp
Westland
Lansingerland
Delft
L’damVoorburg
Rijswijk
Landelijk gemiddelde
Eigendom woning
0,1000%
0,1093%
0,1268%
0,1080%
0,0857%
0,1098%
0,1066%
Eigendom niet-woning
0,1998%
0,1728%
0,2425%
0,1080%
0,1359%
0,2283%
0,1812%
Gebruik niet-woning
0,1420%
0,1288%
0,1942%
0,1080%
0,1097%
0,1943%
0,1462%
€ 212,52
€ 180,24
€ 202,30
€ 302,04
€ 258,48
€ 248,60
€ 187,06
€ 279,60
€ 203,64
-
-
-
€ 264,12
-
€ 290,28
€ 227,40
€ 316,90
€ 377,52
€ 313,32
€ 319,80
€ 245,50
€ 208,08
€ 224,74
€ 175,70
€ 209,52
€ 127,32
€ 82,56
€ 203,46
Afvalstoffenheffing: Eénpersoonshuishouden Tweepersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Rioolrecht
Bij het vaststellen van tarieven is de kostendekking van de tarieven een belangrijk onderdeel geworden bij het bepalen van de hoogte van de tarieven. Kosten kunnen op verschillende wijze worden toegerekend aan de dienst die wordt verleend. Iedere gemeente maakt daar een eigen keuze in. Ook over de mate van kostendekking van tarieven. Kwijtscheldingsbeleid Huishoudens met een inkomen op bijstandsniveau kunnen in de gemeente Pijnacker-Nootdorp in aanmerking komen voor kwijtschelding van afvalstoffen- en rioolheffing. Gehele of gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend als een belastingschuldige financieel gezien niet in staat is om de belastingaanslag te betalen. Programmabegroting 2014-2017
Pagina 94
Voor de bepaling van de betalingscapaciteit wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm. Wanneer bij de beoordeling van een kwijtscheldingsverzoek blijkt dat belastingplichtige geen betalingscapaciteit heeft, wordt kwijtschelding verleend. Het aantal kwijtscheldingsverzoeken is ten opzichte van vorig jaar, over dezelfde periode, met 10% gestegen. Deze stijging heeft te maken met de huidige economische recessie. Belanghebbenden die op 31 december voorafgaand aan het belastingjaar een WWB-uitkering en minimaal 2 jaar volledige kwijtschelding hebben ontvangen, komen in aanmerking voor automatische kwijtschelding. De kosten voor kwijtscheldingen wordt binnen de afvalstoffenheffing en de rioolheffing meegenomen in de berekening van de kostendekking. Perceptiekosten Om belastingen te kunnen heffen en in te vorderen moeten kosten worden gemaakt. Deze kosten worden perceptiekosten genoemd. De perceptiekosten vormen een criterium om de interne doeltreffendheid van de belastingheffing te meten. Voor het uitleveren van de WOZ-gegevens ontvangt de gemeente via de algemene uitkering uit het gemeentefonds een bijdrage van de afnemers (Hoogheemraadschap van Delfland en de Belastingdienst). De perceptiekosten zullen gedurende de periode 2014 - 2017 naar verwachting minimaal stijgen. Echter procentueel zullen naar schatting de perceptiekosten ten opzichte van de belastingopbrengsten geleidelijk afnemen. Het aantal belastingplichtigen dat via de automatische incasso betaalt, stijgt jaarlijks een paar procent. Daarmee worden de kosten voor invordering teruggebracht.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 95
2. Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing 1. Aanleiding en achtergrond De gemeente Pijnacker-Nootdorp acht het wenselijk om risico's beheersbaar te maken. Door inzicht in risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s en investeringen nu en in de toekomst in verhouding staan tot de vermogenspositie van de gemeente. Om inzicht in de risico’s te verkrijgen is er een risico-inventarisatie uitgevoerd. Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de risico-inventarisatie. Op basis van de geïnventariseerde risico’s is tevens het weerstandsvermogen berekend. 2. Algemeen risicoprofiel inclusief negatieve grondexploitaties De afgelopen periode zijn de risicoprofielen geanalyseerd en beoordeeld met als doel het risicoprofiel van de gemeente Pijnacker-Nootdorp een update gegeven. De risico’s worden bijgehouden in het softwareprogramma NARIS® waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. In het onderstaande overzicht worden alleen de tien risico's gepresenteerd die de grootste bijdrage hebben aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Belangrijkste financiële risico's (algemeen) RisicoRisico nummer R109 Vertraging woningbouw Ackerswoude R4 Afzet m² bedrijventerrein Boezem II stagneert R95 Koersrisico toegekende claim Landsbanki R359
R458
R356
R355
R361
R55
R418
Vertraging ontwikkeling kantorenlokatie op bedrijventerrein Heron Afzet- en prijsrisico extra m2 grondaanleg FES en groen/blauwe dooradering Een deel van de inkomsten uit Algemene uitkering vervalt omdat de gemeente uit de maatstaf 'Bommenregeling' valt. Bezuinigingsvoorstellen zijn onvoldoende voor sluitende begroting. Terugbetaling van bouwleges uit 2006 en 2007 en een mogelijke kostenvergoeding aan Rondom Wonen Extra bezuinigingen van het Rijk op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Decentralisatie van de taken AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet
Gevolgen
Kans
Financieel gevolg
Financieel Inkomstenverlies Financieel - Renteverlies
50%
max.€ 6.000.000
50%
max.€ 3.000.000
Financieel - Financieel verlies
50%
max.€ 3.500.000
Financieel - renteverlies
50%
max.€ 1.750.000
Financieel - Financieel
10%
max.€ 12.000.000
Financieel Begrotingstekort
90%
max.€ 1.000.000
FinancieelBegrotingstekort
60%
max.€ 1.500.000
Financieel - Financieelextra kosten
70%
max.€ 1.100.000
Financieel Bezuinigingen voor de komende jaren Financieel – Onvoldoende middelen
50%
max.€ 1.250.000
70%
max.€ 750.000
Het totaal van alle risico’s bedraagt € 66,2 mln.. Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag € 66,2 mln. ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Op basis van de risicosimulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 15,9 mln. (benodigde weerstandscapaciteit). Programmabegroting 2014-2017
Pagina 96
Van bovenstaande top 10 zijn ten opzichte van de jaarrekening 2012 een aantal risico’s substantieel veranderd. Deze worden hieronder toegelicht: Nieuw toegevoegde risico's FES project Voor de realisering van de oostelijke randweg en de groen blauwe dooradering worden gronden verworven. Om de gronden te verwerven voor de weg dient er soms een geheel bedrijf aangekocht te worden. De vierkante meters die niet nodig zijn voor de weg dienen weer verkocht te worden van nieuwe glastuinbouw bedrijven. Tevens kunnen in het gebied Oude Polder gronden voor nieuwe glastuinbouw bedrijven worden verkocht. De verwachting is dat dit na 2016 zal starten. De kans dat deze gronden niet binnen de geraamde tijd en tegen de verkoopwaarde verkocht zijn wordt geschat op 10%. De totale grondwaarde nog te verkopen gronden bedraagt € 12 mln.. Hoger eigen risico gemeente op de WWB Het gemeentelijk aandeel in de Rijksbijdrage BUIG is gesteld op € 616.000. Uitgaande van voorgaande jaren is er in de begroting € 345.000 opgenomen, hetgeen een nadeel betekent van € 271.000 indien het aantal uitkeringsgerechtigden toeneemt. Stijgers Bezuinigingsvoorstellen onvoldoende voor sluitende begroting Voor de periode 2015-2018 dient er respectievelijk € 2,4 mln., € 2,9 mln., oplopend naar structureel € 4,5 mln. te worden bezuinigd. Bij de begroting 2014 wordt reeds een pakket aan maatregelen aangeboden waarmee het tekort in 2015 (structureel 2,5 mln.) kan worden teruggebracht. Inschatting van het risico is gebaseerd op: 1/3 van het tekort van 4,5 mln. Deel inkomsten Algemene uitkering vervalt door vervallen maatstaf ‘bommenregeling’ In de periode 2011-2014 zijn er tot nu toe alleen in 2012 kosten gemaakt voor ‘bommenonderzoek’. Naar verwachting worden er in 2013 geen kosten gemaakt. Dat betekent dat er niet in 3 van de 4 jaar kosten zijn gemaakt en de gemeente Pijnacker-Nootdorp uit de maatstaf valt. Dalers Algemene uitkering valt lager uit dan begroot De woningbouwprognose is in de Kadernota 2013 opnieuw bijgesteld. Het risico kan daarom naar beneden worden bijgesteld van € 1 mln. naar € 500.000 Extra rijksbezuinigingen van het Rijk op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds In de kadernota 2013 is rekening gehouden met de gevolgen van Rutte II en kan van € 5 mln. worden bijgesteld naar € 1,25 mln. 3. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van Gemeente Pijnacker-Nootdorp bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. 3.1 Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Dit betreft de algemene reserve. Bestemmingsreserves rekenen we niet mee omdat een onttrekking uit deze reserves direct invloed heeft op de dekking van kosten in de exploitatie in meerjarenperspectief. Ook worden stille reserves buiten beschouwing gelaten. 3.2 Structurele weerstandscapaciteit Structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die permanent (jaarlijks in meerjarenperspectief) ingezet kunnen worden om tegenvaller op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. De structurele weerstandscapaciteit is opgenomen in de exploitatie als de post Onvoorzien. Programmabegroting 2014-2017
Pagina 97
Een mogelijkheid is om de onbenutte belastingcapaciteit ook onder de structurele weerstandscapaciteit te rekenen. Onder onbenutte belastingcapaciteit vallen met name de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing, rioolrechten en leges. Omdat de belastingtarieven waar een direct aanwijsbare prestatie tegenover staat 100% kostendekkend zou moeten zijn, is voor het bepalen van de structurele weerstandscapaciteit alleen de OZB van belang. Het verschil tussen de geraamde stijging van de OZB opbrengsten (2014: 2,0%) en de macronorm voor de groei van de OZB (2014: 2,45%) geeft de onbenutte belastingcapaciteit weer. Omdat moet worden opgemerkt dat deze veronderstelling sterk afhankelijk is van de politieke haalbaarheid van het verhogen van de belastingen wordt deze post niet gekwantificeerd weergegeven. Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstand
Startcapaciteit
Algemene reserve
17.045.979
Onvoorzien
171.861
Totale weerstandscapaciteit
17.217.840
4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Risico's:
Weerstandscapaciteit:
Bedrijfsproces (effectief/efficiënt) Financieel Imago / politiek Informatie / strategie Juridisch / aansprakelijkheid Letsel / veiligheid Materieel Milieu Personeel / arbo Product
Algemene reserve weerstandsvermogen Onvoorzien Resultaat jaarrekening Saldo begroting
Weerstandvermogen De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen =
Programmabegroting 2014-2017
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
=
€ 17.217.840 € 15.853.842
= 1,09
Pagina 98
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio.
Waarderingscijfer
Tabel 4: Weerstand velden Ratio
Betekenis
A
>2.0
Uitstekend
B C
1.4-2.0 1.0-1.4
Ruim voldoende Voldoende
D
0.8-1.0
Matig
E 0.6-0.8 Onvoldoende F <0.6 Ruim onvoldoende Het ratio van de gemeente Pijnacker-Nootdorp valt in klasse C. Dit duidt op een voldoende weerstandsvermogen. Het benodigde weerstandsvermogen zoals bovenstaand weergegeven betreft een momentopname. Door het treffen van aanvullende beheersmaatregelen of door het structureel opnemen in de meerjarenbegroting door middel van heroverwegingen, ombuigingen of bezuinigingen kan het benodigde weerstandsvermogen worden beïnvloed.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 99
3. Onderhoud kapitaalgoederen Kapitaalgoederen zijn eigendommen van de gemeente, zoals wegen, rioleringen, bruggen en gebouwen, die door de gemeente duurzaam in stand gehouden moeten worden. Zij worden grotendeels beheerd op basis van beheerplannen. In deze beheerplannen staat op welke wijze het reguliere en het periodieke onderhoud plaatsvindt. De beheerplannen worden één keer in de vier jaar geactualiseerd. Dit is zo geregeld in artikel 18 van de Financiële verordening gemeente Pijnacker-Nootdorp 2004. Regulier onderhoud Het reguliere onderhoud is het jaarlijkse programma voor klein preventief onderhoud en het curatieve onderhoud, oftewel het verhelpen van meldingen en schadeherstel. De kosten van dit reguliere onderhoud zijn jaarlijks relatief constant. In de begroting zijn daarom reguliere budgetten opgenomen, die jaarlijks worden bijgesteld op basis van de prijsindex en worden geactualiseerd op basis van de toename (of eventuele afname) van het in stand te houden areaal. De begroting van deze kosten is weergegeven in de betreffende programma’s en in de productenraming. Periodiek onderhoud Het periodieke onderhoud is het jaarlijkse programma voor groot onderhoud en voor renovaties, waarmee we de levensduur van onze eigendommen vergroten. In de beheerplannen is aangegeven wat de levensduur is en hoe we omgaan met het periodieke onderhoud. Ook staat aangegeven op welk moment vervanging nodig is. De kosten voor het periodieke grote onderhoud, de renovaties en de vervanging kunnen jaarlijks sterk fluctueren. Daarom zijn voorzieningen ingesteld voor de uitvoering van het periodieke groot onderhoud en renovaties van de verschillende beheeractiviteiten. Voor vervangingen worden specifieke investeringen benoemd. De investeringen zijn toegelicht bij de programma’s. De diverse voorzieningen worden gevoed door een jaarlijkse dotatie ten laste van de begroting. In deze paragraaf is de uitvoeringsplanning van de diverse voorzieningen in beeld gebracht. Hoewel de kosten ook al in de beheerplannen zijn aangegeven, is niet in elk beheerplan een concreet programma van uitvoering opgenomen. Ook blijkt geregeld dat, indien er wel een uitvoeringsprogramma is, deze door de actualiteit wordt ingehaald. In deze paragraaf wordt daarom per voorziening en per beheercategorie op basis van de laatste inzichten aangegeven wat het geactualiseerde uitvoeringsprogramma voor 2014 is. Ook wordt de geactualiseerde uitvoeringsplanning voor de periode 2015 – 2017 in beeld gebracht. De jaarlijkse uitvoeringsplanning wordt overigens ook nog eens direct aan het begin van het jaar geactualiseerd en aan het college ter kennisneming aangeboden. Wegen De uitgangspunten voor het beheer van wegen, straten, fietspaden en voetpaden zijn vastgelegd in het Beheerplan Wegen 2012-2016. Het reguliere preventieve onderhoud aan asfaltverhardingen en verhardingen van open elementen gebeurt op basis van een in dat jaar uit te voeren schouw. Met dit onderhoud is (inclusief gladheidbestrijding) jaarlijks een bedrag van zo’n € 1,18 mln gemoeid. Het groot onderhoud van asfaltverhardingen gebeurt op basis van het uitvoeringsprogramma, zoals opgenomen in genoemd beheerplan. In 2014 staat groot onderhoud aan asfalt gepland voor diverse wegen in het buitengebied en de Oranjelaan. Voor de uitvoering van de renovaties en groot onderhoud van de asfaltverhardingen is in het beheerplan Wegen 2012-2016 het jaarlijks budget vanaf 2012 teruggebracht tot circa € 440.000. Hiermee wordt verwacht het asfalt de komende jaren te kunnen onderhouden zonder te veel in te boeten op kwaliteit en veiligheid. Het planmatig groot onderhoud aan elementenverhardingen wordt gebiedsgericht aangepakt. Op basis van de planning van de rioolrenovaties en verkeersmaatregelen (o.a. 30 km/u- zones) wordt telkens een wijk of buurt integraal (riolering, verkeer, wegen, straatmeubilair, verkeer, groen, spelen, etc.) aangepakt. In de periode 2014-2017 concentreert de uitvoering zich in de wijken Koningshof, Vrouwtjeslant en Pijnacker-Noord. De financiering van deze activiteiten vindt plaats via de voorziening Wegen. Zie de stortingen en onttrekkingen in de onderstaande tabel. In 2014 wordt een bedrag van € 0,8 mln toegevoegd aan de voorziening wegen vanuit de bestemmingsreserve Delftsestraatweg. Hoewel de uitgaven pas in 2016 zijn gepland, wordt hiermee het kasgeldritme binnen de voorziening positief gehouden. Programmabegroting 2014-2017
Pagina 100
Onderhoud wegen (bedragen x € 1.000) Beginstand
2014
2015 113
2016 605
2017 698
190
Storting
2.292
1.492
1.492
1.492
Totaal dekking
2.405
2.097
2.190
1.682
Koningshof
-400
-400
-400
-400
Vrouwtjeslant
-600
-400
-
Pijnacker-Noord
-800
-600
-800
Delftsestraatweg Totaal onttrekking
-630
-800 -1.800
-1400
-2.000
-1.030
605
698
190
652
Eindstand
Civiele kunstwerken De uitgangspunten voor het beheer van de civiele kunstwerken zijn vastgelegd in het Beleids- en beheerplan Civiele Kunstwerken 2012-2015. Naar verwachting beschikt de gemeente eind 2015 over circa 350 civiele kunstwerken. Vanaf 2013 wordt het kleinschalig en dagelijks onderhoud aanbesteed middels een raamcontract met open posten. Op basis van jaarlijkse inspecties worden hoeveelheden verwerkt in deelopdrachten voor het raamcontract. Het eenmalig en grootschalig onderhoud vindt plaats vanuit het uitvoeringsprogramma. Ook hierbij wordt vanuit inspecties de onderhoudsbehoefte vastgesteld. Het streven is om vanuit restlevensduur de werkzaamheden uit te voeren. De komende 10 jaar moet een groot aantal civiele kunstwerken in de gemeente vervangen worden. Bij vervanging is vanuit het perspectief sober & doelmatig uitgangspunt om kunstwerken met een lange levensduur en een onderhoudsarm karakter te realiseren. De werkelijke kosten voor het vervangen zijn afhankelijk van het type kunstwerk dat terugkomt, de actuele marktprijzen, uitvoeringseisen i.v.m. bijvoorbeeld veenkades en de gebruiksvraag. Vanuit het huidige beleids- en beheerplan is een inschatting gemaakt van de vervangingskosten tot 2020. Hierbij gaat het om 21 objecten met een totale waarde van € 1 mln. Afhankelijk van de wens en ambitie vanuit de gemeente moeten deze kosten met het nieuwe beleids- en beheerplan (2016-2019) worden geraamd, bovenop de al bestaande onderhoudsbehoefte. Kortom de kosten voor het in standhouden en vervangen van de civiele kunstwerken nemen komende jaren fors toe, grootste oorzaak is veroudering van het areaal. Civiele kunstwerken (bedragen x € 1.000) Beginstand
2014
2015
2016
2017
136
163
51
0
Storting
424
421
421
421
Totaal dekking
560
584
472
421
Beheerplan
- 397
-532
-472
-421
Totaal onttrekking
-397
-532
-472
-421
163
51
0
0
Onttrekking conform
Eindstand
* Stortingen vanaf 2016 worden opnieuw bepaald o.g.v. nieuw beleids- en beheerplan
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 101
Openbare Verlichting en Verkeersregelinstallaties (VRI’s). De uitgangspunten voor het beheer van de openbare verlichting worden vastgelegd in het Beleid- en beheerplan Openbare Verlichting 2014-2018. Bij de druk van dit stuk is het nieuwe plan nog niet vastgesteld, vandaar dat onderstaand meerjarenprogramma als indicatief moet worden beschouwd. Het regulier preventief onderhoud (o.a. groepsmatig vervangen lampen) voor de openbare verlichting en de VRI’s vindt jaarlijks plaats op basis van een schouw. Daarnaast gebeurt regulier onderhoud na storingsmeldingen, waaronder voornamelijk meldingen van kapotte lampen en kabelstoringen. Met het regulier onderhoud (inclusief kosten voor inspectie, elektra en curatief onderhoud) is via de reguliere budgetten jaarlijks circa € 0,6mln. gemoeid. Het groot onderhoud voor de openbare verlichting gebeurt op basis van het beheerplan. Bij de uitvoering wordt, in afwijking van de technische planning in het beheerplan, prioriteit gegeven aan renovaties in de buurten waar integrale renovaties zijn gepland, zoals in de wijken Vrouwtjeslant en Pijnacker-Noord. De financiering van deze activiteiten gebeurt via de voorziening Openbare Verlichting. Voorziening openbare verlichting (bedragen x € 1.000) Beginstand
2014
2015
2016
2017
0
0
0
0
325
325
325
325
Pijnacker Noord
145
55
100
Vrouwtjeslant
180
Storting Totaal dekking
Achter het Raadhuis
180 270
Klapwijk
290
Oudeweg–Katwijkerlaan-Vlielandseweg Totaal onttrekking Eindstand
45
35
325
325
325
325
0
0
0
0
Binnen de gemeente bevinden zich weinig Verkeersregelinstallaties (VRI’s). Er wordt voor het beheer hiervan geen beheerplan opgesteld. Het renoveren en vervangen van VRI’s gebeurt door het opnemen van specifieke investeringen. Beeldende Kunst De uitgangspunten voor het beheer van kunstwerken zijn vastgelegd in het Beheerplan Beeldende Kunst 20112014. Het reguliere onderhoud (kleine reparaties) gebeurt jaarlijks op basis van een schouw. Voor het onderhoud is (inclusief inspectie en schoonmaken) via de reguliere budgetten jaarlijks een bedrag van € 13.000 beschikbaar. Voor het periodieke en incidentele onderhoud is per jaar € 9.000 beschikbaar. Alle uitgaven worden verantwoord via de gemeentelijke exploitatie. Buitensport Voor het groot onderhoud aan de sportvelden wordt vanaf 2009 een voorziening gevormd. De beleidsuitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in het Sportbeheervisie 2006-2018. Daarnaast is in deze visie een aantal investeringen opgenomen om het voorzieningenniveau mee op te laten lopen met de groei van de buitensportverenigingen. Deze zijn opgenomen in het programma 6, maatschappelijke voorzieningen. Het reguliere onderhoud (maaibestekken en het periodieke onderhoud in de zomermaanden) wordt uitgevoerd via reguliere onderhoudsbestekken. Met het reguliere onderhoud is jaarlijks een bedrag van € 0,3 mln gemoeid. In november 2012 is het beheerplan Sportvelden 2013-2017 vastgesteld. Het beheerplan geeft inzicht in de jaarlijkse beheer- en onderhoudskosten van de buitensportaccommodaties. In het beheerplan is ook het meerjarig renovatie programma en de investeringsplanning opgenomen. Met ingang van 2014 is de jaarlijkse storting in de voorziening verlaagd van € 69.000 naar jaarlijks € 49.000. Programmabegroting 2014-2017
Pagina 102
Voorziening groot onderhoud en renovaties buitensport
2014
2015
2016
2017
(bedragen x € 1.000) 386
225
175
100
49
49
49
49
435
274
224
149
Groot onderhoud en renovatie
-210
-99
-124
-165
Totaal onttrekking
-210
-99
-124
-165
225
175
100
-15
Beginstand Storting Totaal dekking
Eindstand
Openbaar groen De uitgangspunten voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Groen en Straatreiniging 2010-2013 (voorheen Beheerplan Openbaar Groen). Het dagelijks onderhoud wordt voor een groot deel (bijvoorbeeld schoffelen, knippen hagen, maaien) uitgevoerd via onderhoudsbestekken. Daarnaast wordt preventief onderhoud verricht (o.a. inboet, begeleidingssnoei) op basis van een jaarlijkse schouw. Eind 2013 wordt een nieuw beheerplan groen opgesteld voor de periode 2014 – 2018. Voor het dagelijkse onderhoud is via de reguliere budgetten onderhoud openbaar groen ca. € 1 mln. beschikbaar In het uitvoeringsprogramma voor het groot onderhoud en voor renovaties wordt prioriteit gegeven aan renovaties in de buurten waar integrale renovaties zijn gepland: Koningshof en Vrouwtjeslant. De financiering van deze activiteiten gebeurt via de voorziening Openbaar Groen. Zie onderstaande tabel. Ook staan voor de periode 2014-2017 groenrenovaties gepland voor Pijnacker-Noord. Het budget voor de renovatie in Pijnacker-Noord is in het betreffende ISV-budget opgenomen. Voorziening openbaar groen (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Beginstand
296
298
300
272
Storting Totaal dekking
112
112
112
112
408
410
412
384
Koningshof Vrouwtjeslant
-50
-50
-50
-50
-40
-40
-40
-20
Overig
-20
-20
-50
-50
-110
-110
-140
-120
298
300
272
264
Totaal onttrekking Eindstand
Spelen De uitgangspunten voor het beheer en onderhoud van de speelplaatsen zijn vastgelegd in het Beheerplan Spelen 2010-2013. In maart 2008 is voor een inhaalslag in de realisatie van speelvoorzieningen het Uitvoeringsplan Spelen vastgesteld. In de tweede helft van 2013 wordt gestart met het opstellen van een Beheerplan Spelen voor de periode 2014 – 2018. Het dagelijkse onderhoud wordt jaarlijks bepaald op basis van de wettelijke veiligheidsinspecties en op een jaarlijkse technische schouw. Met het dagelijkse onderhoud (inclusief kosten voor inspecties, curatief onderhoud en inboet) is via de reguliere budgetten jaarlijks een bedrag van zo’n € 0,2 mln. gemoeid. In het uitvoeringsprogramma voor het groot onderhoud en renovaties wordt prioriteit gegeven aan renovaties in de buurten waar integrale renovaties zijn gepland: Koningshof en Vrouwtjeslant. De financiering van deze activiteiten gebeurt via de voorziening Renovatie Speelplaatsen. Zie onderstaande tabel. Ook staan renovaties van speelterreinen gepland in Pijnacker-Noord. Het budget voor de renovaties in Pijnacker-Noord is in het betreffende ISV-project opgenomen. De uitvoering van de inhaalslag uit het uitvoeringsplan spelen vindt via het investeringsprogramma plaats. In het uitvoeringsprogramma is een bedrag van € 300.000 opgenomen voor de inrichting omgeving Verkeerstoren Ypenburg waaronder het speelterrein.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 103
Voorziening renovatie speelplaatsen (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Beginstand
491
192
183
154
Storting
101
101
101
101
Totaal dekking
592
293
284
255
-30
-40
-40
-40
-30
-30
Koningshof Ypenburg
-300
Vrouwtjeslant
-30
Overig Totaal onttrekking Eindstand
-40
-40
-60
-60
-400
-110
-130
-100
192
183
154
155
Riolering De uitgangspunten voor het beheer van de riolering zijn vastgelegd in het Gemeentelijk RioleringsPlan 20092012 (GRP) / nieuw verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2013-2017. Voor het reguliere onderhoud (uren, rioolreiniging, kolken zuigen, inspecties pompen en gemalen) is jaarlijks een budget van € 1.1 mln beschikbaar via de reguliere budgetten. Het planmatig groot onderhoud aan de vrijvervalriolering wordt gebiedsgericht aangepakt in samenhang met de planning van wegrenovaties en verkeersmaatregelen. In de periode 2014-2017 ligt het zwaartepunt van de uitvoering en de gebiedsgerichte aanpak in Koningshof, Vrouwtjeslant en Pijnacker-noord en het renoveren van drie wijkgemalen, Vrouwenrecht, Ru Parésingel, Ruyven en Rivierenlaan. Beleidsmatig ligt de aandacht bij de implementatie van meer samenwerking in de afvalwaterketen in Delfland welke een uitvloeisel is uit de Waterwet. De essentie van de samenwerking is om in de regio te komen tot een bundeling van kennis en capaciteit in de planvorming en uitvoering van de beheertaken. Hierbij wordt onder andere gestreefd naar een grotere efficiëntie in het beheer van de afvalwaterketen die moet leiden naar een substantiële kostenreductie. Via het rioolrecht worden deze activiteiten gefinancierd. Afspraak is dat de tarieven volledig kostendekkend zijn. Voor een nadere berekening van de tarieven wordt verwezen naar paragraaf 1, Lokale heffingen. De sterke areaaluitbreiding het afgelopen decennium zal leiden tot grote vervangingsinvesteringen op de langere termijn. Hierdoor nemen de kapitaallasten binnen het product riolering op termijn sterk toe. Om te voorkomen dat dit leid tot grote tariefstijgingen is de voorziening riolering ingesteld waarmee ‘gespaard’ wordt voor deze toekomstige kapitaallasten. Voorziening riolering (bedragen x € 1.000)
Beginstand
2014
2015
3.293
2016
3.845
2017
4.596
5.574
552
751
978
751
Totaal dekking
3.845
4.596
5.574
6.325
Onttrekkingen
-
-
-
-
Totaal onttrekking
0
0
0
0
3.845
4.596
5.574
6.325
Storting
Eindstand * de stortingen zijn gebaseerd op het GRP 2009-2012
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 104
Water De uitgangspunten voor het waterbeheer zijn vastgelegd in het Beheerplan Baggeren 2012-2017 en in het Beheerplan Openbaar Groen. Daarnaast is in het Gemeentelijke Waterplan 2010-2013 met als werktitel “Helder (over) water” een visie neergelegd over het toekomstige waterbeheer, waarbij de gemeente en het waterschap zich gezamenlijk richten op het opheffen van knelpunten en het watersysteem (o.a. tekort aan waterberging). In 2012 heeft er een actualisatie plaatsgevonden van het uitvoeringsprogramma behorende bij het Gemeentelijk Waterplan. Met het reguliere onderhoud (o.a. het maaien waterbermen, krozen) is jaarlijks zo’n € 0,4 mln gemoeid. Het periodiek onderhoud betreft het jaarlijkse baggerprogramma. Dit groot onderhoud vindt altijd plaats in de winterperiode op basis van een mede door het waterschap bepaalde vak-indeling en het Beheerplan Baggeren. De financiering van deze activiteiten gebeurt via de Voorziening Baggerwerken. Zie onderstaande tabel. Baggerwerken (bedragen x € 1.000)
Beginstand Storting
2014
2015
2016
2017
374
390
352
314
90
90
90
90
Totaal dekking
464
480
442
404
Beheerplan Baggeren
-74
-128
-128
-100
Totaal onttrekking
-74
-128
-128
-100
Eindstand
390
352
314
304
Beschoeiingen/oevers De uitgangspunten voor het beheer van de beschoeiingen en overige oevers is vastgelegd in het Beheerplan Oevers 2013-2016. Het reguliere onderhoud aan de beschoeiingen/oevers betreft vooral het curatieve onderhoud dat op basis van meldingen en eigen waarneming wordt uitgevoerd. Het periodieke onderhoud betreft de uitvoering van groot onderhoud, renovatie en met name vervanging en het omvormen naar natuurlijke oevers. De uitgaven, voor 2014 geraamd op € 124.000, worden verantwoord via de gemeentelijke exploitatie. Onderhoud gebouwen De uitgangspunten voor het beheer van de gemeentelijke gebouwen zijn vastgelegd in het Beheerplan Gebouwen 2010-2014. In dit plan is de beheervisie aangegeven voor de gemeentelijke accommodaties, zoals de huisvesting van gemeentelijke organisatie, de accommodaties voor kinderopvang en peuterspeelzalen, de welzijnsaccommodaties en de binnensportaccommodaties. Het reguliere preventieve onderhoud (o.a. inspecties en planmatig klein onderhoud) vindt jaarlijks plaats op basis van reguliere onderhoudsbestekken en op basis van een schouw. Daarnaast vindt regulier onderhoud plaats op navolging van meldingen. Met het reguliere onderhoud (inclusief kosten voor inspectie, verzekeringen, belastingen, gas, water, elektra, etc.) is via de reguliere budgetten jaarlijks een bedrag van € 1,1 mln gemoeid. Het groot onderhoud voor de gebouwen vindt plaats op basis van het beheerplan gebouwen. Hiervoor is de voorziening gebouwen weer in het leven geroepen. Zie onderstaande tabel.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 105
Onderhoud gebouwen (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Beginstand
123
231
139
35
Storting
192
192
192
192
Totaal dekking
315
423
331
227
Beheerplan Gebouwen
-84
-284
-296
-107
Totaal onttrekking
-84
-284
-296
-107
Eindstand
231
139
35
120
Onderwijsgebouwen De gemeente is op grond van de onderwijswetgeving verantwoordelijk voor het groot onderhoud aan schoolgebouwen. Via de algemene uitkering ontvangt de gemeente een vergoeding voor dit doel. Het onderhoud is door gedecentraliseerd, wat betekent dat de gemeente jaarlijks een vast bedrag aan de schoolbesturen uitkeert, waarvan het onderhoud moet worden bekostigd. Als gevolg van een wetswijziging, wordt vanaf 1 januari 2015 de vergoeding rechtstreeks vanuit het rijk naar de schoolbesturen uitgekeerd. De invoering van deze wet zou oorspronkelijk op 1 januari 2014 in werking treden, maar is met 1 jaar vertraagd. De gemeente vervult hierin dan geen rol meer, zodat de doordecentralisatie overeenkomst wordt ontbonden. Tractie Een aantal onderdelen van de gemeentelijke organisatie maakt gebruik van voertuigen en ander (rollend) materieel voor de uitvoering van haar taken. Het is belangrijk dat deze tractie veilig, herkenbaar en representatief is. Voor het reguliere onderhoud (o.a. brandstof, verzekeringen, onderhoud, reparaties) is via de reguliere budgetten jaarlijks een bedrag beschikbaar van circa € 0,1 mln. In deze begroting zijn voor de vervanging van de tractie investeringen opgenomen. Voor de tractie geldt een financiële afschrijvingstermijn van 8 jaar. De vervangingsinvesteringen voor de tractie zijn opgenomen in programma 9.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 106
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 107
4. Financiering In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot de financieringsfunctie van de gemeente. Het zijn de onderwerpen die betrekking hebben op het besturen en beheersen van vermogenswaarden, geldstromen, die financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De gemeentelijke regelgeving met betrekking tot de financieringsfunctie is gehouden aan de algemeen geldende wettelijke kaders, waaronder de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden. Als uitvloeisel van artikel 212 van de Gemeentewet is de basis vastgelegd in de Financiële verordening van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en het Treasurystatuut. In deze paragraaf wordt ingegaan op: - Rentevisie - Liquiditeitsplanning - Financieringspositie - Risicobeheersing 1. Rentevisie Geldmarkt: de rente over kortlopende schulden wordt gebaseerd op de Euribor (Euro Interbank Offered Rate). De Euribor is het tarief dat wordt bepaald aan de hand van de percentages waartegen Europese primaire banken elkaar onderling leningen verstrekken. Eén van de op kort geld meest toegepaste tarieven, de 3maands Euribor, wordt medio 2014 op een stand van 0,27% verwacht. Kapitaalmarkt: vanuit banken als BNG en Rabobank wordt in 2014 slechts een lichte stijging van de rentetarieven op de kapitaalmarkt verwacht. Een van de oorzaken hiervan is het ruime monetaire beleid dat gevoerd wordt door de ECB; de ECB-herfinancieringsrente wordt medio 2014 op een stand van 0,50% verwacht. 2. Liquiditeitsplanning De globale liquiditeitsplanning voor 2014 en verder ziet er als volgt uit:
Meerjaren liquiditeitsprognose (bedragen x € 1 mln.)
2014
2015
2016
2017
Cashflow in Baten (excl. Reserves & voorzieningen)
102,2
97,2
100,9
106,1
0
0
0
0
102,2
97,2
100,9
106,1
-115,4
-103,8
-105,2
-117,6
-4,0
-3,2
-3,7
-3,0
Investeringsplanning
-23,2
-9,9
-7,1
-9,7
Afschrijvingen
18,4
9,9
6,2
12,4
Aflossingen leningen o/g
-35,5
-16,3
-10,3
-27,4
-159,7
-123,3
-120,1
-145,3
-57,5
-26,1
-19,2
-39,2
Aangetrokken leningen nog te storten Totaal Cashflow out Lasten (excl. Reserves & voorzieningen) Ten lasten voorzieningen
Totaal Nieuw aan te trekken leningen per jaar
Om in de liquiditeitsbehoefte te voorzien zal in eerste instantie een beroep worden gedaan op de rekening courant bij de BNG. De rente die op het krediet in rekening courant gerekend wordt is gebaseerd op de kortetermijnrente en lager dan de langetermijnrente. Fluctuaties tot een limiet van € 15 debet worden hierin opgevangen. In het structurele deel van de liquiditeitsbehoefte zal worden voorzien door middel van langlopende leningen.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 108
In februari 2013 heeft het kabinet het voorstel “Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden(Fido) in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in ’s Rijks schatkist’ bij de Tweede Kamer ingediend. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 4 juli 2013 aanvaard. Pas nadat ook de Eerste Kamer zich heeft uitgesproken over het wetsvoorstel, wordt schatkistbankieren voor decentrale overheden wettelijk verplicht. Het wetsvoorstel verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert daar niets aan. Definitieve wetgeving omtrent de invoering van schatkistbankieren is op het moment van het samenstellen van de begroting 2014-2017 niet bekend. 3. Financieringspositie Financiering activa De financiering van de gemeentelijke activa ziet er voor de periode 2014-2017 als volgt uit: Te financieren activa per 1 januari (bedragen x € 1 mln.)
2014
2015
2016
2017
Activa (materieel/financieel)
138,6
144,7
144,7
145,5
Grondexploitatie
125,7
125,9
125,2
117,9
Totaal financieringsbehoefte
264,3
270,6
269,9
263,4
Reserves
67,4
54,2
50,1
48,7
Voorzieningen
25,9
27,4
29,0
29,3
Langlopende leningen
184,7
168,4
166,1
143,6
Totaal financieringsmiddelen
278,0
250,0
245,2
221,6
13,7
-20,6
-24,7
-41,8
Financieringsmiddelen
Financieringsoverschot/-behoefte
Interne doorbelasting rentelasten De rentelasten van de financieringsmiddelen worden intern doorbelast. Over de gemeentelijke activa wordt een rekenrente van 5% gehanteerd. Het verschil tussen de rentelasten van de financieringsmiddelen en de rekenrente uit zich in het renteresultaat. 4. Risicobeheersing De risico’s die binnen de gemeentefinanciering kunnen worden onderscheiden zijn: - Renterisico - Kredietrisico - Liquiditeitsrisico - Koersrisico - Valutarisico De gemeente maakt geen gebruik van beursgenoteerde, koersafhankelijke financieringsmiddelen of financieringsmiddelen in vreemde valuta en is dat de komende jaren ook niet van plan. Er zal dus geen sprake van directe koers- of valutarisico’s zijn. Renterisico De Wet Fido stelt een maximum aan de renterisico’s die een gemeente mag lopen, voor zowel de korte als de lange termijn. Om het effect van renteschommelingen op korte termijn te beperken moet de gemeente zich houden aan de kasgeldlimiet. Deze limiet bepaalt wat het maximum aan totale kortlopende schulden in de vorm van rekening
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 109
courantkrediet en kasgeld mag zijn, en is gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2014 bedraagt de kasgeldlimiet voor Pijnacker-Nootdorp:
berekening kasgeldlimiet
2014
(bedragen x € 1 mln.) Begrotingstotaal
123,4
Kasgeldpercentage
8,5%
Kasgeldlimiet
10,5
Bij een structurele overschrijding van deze limiet financieringsmiddelen.
moet
overgegaan worden op langlopende
Ter beperking van renterisico’s op de lange termijn geldt vanuit de wet Fido de renterisiconorm. Volgens deze norm mag het renterisico maximaal 20% van het begrotingstotaal bedragen. Hiermee wordt een evenwichtige spreiding van renteherzienings- en herfinancieringsmomenten beoogd. De aflossings- en herfinancieringstotalen afgezet tegen de begrotingstotalen voor de komende jaren levert het volgende beeld op qua renterisiconorm: (bedragen x € 1 mln.) Begrotingstotaal
2014
2015
2016
2017
123,4
107,6
109,4
111,6
Norm %
20%
20%
20%
20%
Renterisiconorm
24,7
21,5
21,9
22,3
Risico voor herfinanciering
35,5
16,3
10,3
27,4
-10,8
5,2
11,6
-5,1
Onder-/overschrijding
Aflossingsverplichtingen van € 35,5 mln. in de reeds bestaande leningenportefeuille zorgen ervoor dat in 2014 de renterisiconorm wordt overschreden. Op het renterisico voor herfinanciering van deze leningen zal in 2013 geanticipeerd worden met de aantrekking van langlopende leningen met uitgestelde storting in 2014. De rente die op deze leningen vergoed moet worden ligt onder de rekenrente die de gemeente zelf hanteert. Verdisconteert met het renterisico op het bedrag aan herfinanciering is de overschrijding van de renterisiconorm met deze aantrekkingen teniet gedaan. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij haar financiële verplichtingen niet na kan komen. In het geval van uitzettingen bestaat het risico dat de kredietwaardigheid van de tegenpartij daalt onder de minimum gestelde rating. Bij het opstellen van deze paragraaf zijn er geen uitzettingen bekend voor 2014 en verder. De gemeente loopt risico op geldleningen waarover een garantstelling is verstrekt. Voor een overzicht van de garantstellingen wordt verwezen naar de staat van gewaarborgde geldleningen. De voormalige gemeente Pijnacker heeft, als secundaire arbeidsvoorwaarde, hypothecaire leningen verstrekt aan haar personeel. Nieuwe verstrekkingen zijn inmiddels niet meer toegestaan, derhalve wordt alleen nog risico gelopen over de restant hypotheeksommen. Liquiditeitsrisico Op basis van een gedetailleerde korte termijnplanning en een meer globale meerjaren liquiditeitsplanning wordt ingeschat wanneer de gemeente over welke hoeveelheid liquide middelen moet beschikken. Geëigende middelen om over de juiste liquiditeit te beschikken zijn de inzet van de rekening courant bij de BNG en (langlopende) leningen. Omdat de gemeente een zeer solide en betrouwbare partner is kan er, ook in geval van krapte op de geld- en kapitaalmarkt, altijd geld worden aangetrokken.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 110
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 111
5. Bedrijfsvoering 1. Inleiding
Belang van bedrijfsvoering voor de programmabegroting In de programmabegroting legt de raad per programma vast welke maatschappelijke effecten zij nastreeft, wat de gemeente daarvoor gaat doen en hoeveel financiële middelen daarvoor beschikbaar zijn. Het bestuur en de ambtelijke organisatie ontvangen hiermee de kaders voor hun inzet. Daarbij moeten zij vanzelfsprekend aan de geldende regelgeving voldoen. De middelen moeten bovendien doelmatig worden gebruikt en met die inzet is het uiteraard de bedoeling om de beoogde doelen te verwezenlijken. Het is aan het bestuur en management van de gemeente om hiervoor te zorgen. Om dit waar te kunnen maken is een adequate bedrijfsvoering noodzakelijk. De bedrijfsvoering moet op orde zijn, maar tegelijkertijd actief ontwikkeld worden om aan te blijven sluiten bij de dynamiek in de taakinhoud en in de omgeving. Opzet Paragraaf Bedrijfsvoering In artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt een begrotingsparagraaf Bedrijfsvoering verplicht gesteld. De toelichting op dit artikel stelt: “Bedrijfsvoering is heden ten dage (…) meer en meer van belang voor het verwezenlijken van de programma’s en in verband daarmee voor een rechtmatig, doelmatig en doeltreffend beheer en beleid. (…). De bedrijfsvoeringsparagraaf dient inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering.“ Wij leggen in deze paragraaf bedrijfsvoering de nadruk de belangrijkste ontwikkelingen in de bedrijfsvoering. Om te beginnen in de planning en control. Eerst staan wij daar stil bij de wijze waarop de rechtmatigheid en doelmatigheid wordt geborgd, want dat is de basis. Op die basis bouwen wij aan planning en control-methoden die helpen om op de doeltreffendheid te sturen. Vervolgens lichten wij toe hoe de ontwikkeling van de dienstverleningsorganisatie doorgaat. Hierbij speelt de samenwerking met buurgemeenten (vooral Zoetermeer) een grote rol. En er is een nauw verband tussen ontwikkelingen in de informatievoorziening en dienstverlening. De inzet is om schaarse middelen zo goed mogelijk in te zetten om de kwaliteit van de dienstverlening op peil te houden. Ook wanneer de eisen aan de dienstverlening steeds hoger worden, onder meer door taken die de gemeente erbij krijgt. Communicatie is hierbij uiteraard van groot belang en ook daarin ontwikkelen wij. Tot slot besteden we aandacht aan de ontwikkeling van de organisatie en besturing in brede zin. Wij laten zien dat wordt gestuurd op kwaliteit, risico’s, kosten en flexibiliteit. Ook gaan we in op het perspectief op hoofdlijnen in de organisatieontwikkeling. 2. Planning en control Borging rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid Rechtmatigheid Bij de controle van de programmarekening moet het oordeel van de accountant over rechtmatigheid -naast het oordeel over de getrouwheid- expliciet tot uitdrukking komen. Bij de controle op de rechtmatigheid toetst de accountant of de in de programmarekening opgenomen baten en lasten, balansmutaties, de vastlegging daarvan in de administraties en de financiële verslaglegging, in overstemming zijn met de begroting en de wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen. Rechtmatigheid is een vast onderdeel in de reguliere bedrijfsvoering. De rechtmatigheidsaspecten worden periodiek gemonitord via verbijzonderde interne controles en audits. Daarover wordt gerapporteerd. Doelstelling is een interne beheersing die op orde is en blijft, met als logisch gevolg (net als in voorgaande jaren) een goedkeurende accountantsverklaring.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 112
Doelmatigheid en doeltreffendheid De Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Pijnacker-Nootdorp 2004 definieert doelmatigheid als “de mate waarin de gewenste prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen”. En doeltreffendheid als “de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald”. Daar wordt intern periodiek onderzoek naar gedaan. De beslissing wat te onderzoeken ligt bij het college. Jaarlijks wordt een onderzoeksplan opgesteld en ter kennisname aan de raad voorgelegd. Door middel van quick scans wordt de opvolging van aanbevelingen uit doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken bewaakt. Vervolg werkgroep P&C Er is een werkgroep planning en control die bestaat uit vertegenwoordigers van de raad en de ambtelijke organisatie. Deze werkgroep heeft in 2011 een zestal aanbevelingen geformuleerd. Onderstaand de aanbevelingen met daarbij de stand van zaken en de wijze waarop verder invulling wordt gegeven aan de aanbevelingen. Aanbeveling 1: sturen op hoofdlijnen Door in de begroting met doelenbomen te gaan werken, ontstaat inzicht in de bestuurlijke kaders (o.a. kaderstellende nota’s/plannen) en indicatoren op de hoofdlijnen van het beleid. Zie de toelichting bij aanbeveling 3. Aanbeveling 2: de samenhang tussen beleidsprocessen en de P&C-producten Bij het opstellen van nieuwe beleidsnota’s wordt vanaf nu al zoveel als mogelijk gewerkt met doelen/effecten/prestaties/indicatoren, die aan moeten sluiten bij de doelenbomen in de begroting. Overigens kan het ook zijn dat nieuwe visiedocumenten juist aanleiding zijn om de doelenbomen te actualiseren. In die zin is dit dan ook een “dynamisch” proces. Aanbeveling 3: integreer het werken met doelenbomen in de begroting Hiermee is in deze Begroting 2013-2016 een start gemaakt. Bij elk programma wordt bovendien een toelichting opgenomen waarin wordt aangegeven wat de hoofdlijnen uit de nieuwe Toekomstvisie zijn voor het betreffende programma. Aanbeveling 4: maak speelruimte raad en college inzichtelijk In de begroting is een bijlage opgenomen waarin voor alle beleidskaders inzichtelijk wordt gemaakt in welke fase van het beleidsproces dit zich bevindt. Tevens wordt hierin een classificatie van de mate van invloed gegeven. Hierdoor is de raad beter in staat te bepalen wanneer en in welke mate invloed kan worden uitgeoefend op een bepaald terrein. De vastgestelde beleidskaders zullen via een directe koppeling op te vragen zijn. Aanbeveling 5: sterkere link tussen financiën en resultaten Vanaf 2013 is in de programmabladen een start gemaakt met het koppelen van financiële middelen en resultaten. Op blad 1 van de programmabladen zijn de drie W-vragen opgenomen, waarbij de totale kosten en investeringen voor het betreffende programma zijn opgenomen. Daar staat in een oogopslag Wat we willen bereiken, Wat we daarvoor gaan doen en Wat het mag kosten. Na de toelichtingen in de programmabladen zijn de baten en lasten per product opgenomen en de investeringen. Daarnaast is aan het overzicht met investeringen een kolom toegevoegd, waarin wordt vermeld op welke wijze de investering wordt gedekt. Aanbeveling 6: benut digitale mogelijkheden Deze aanbeveling wordt verder opgepakt bij het opstellen van de Begroting 2015-2018. De Begroting 20142017 wordt natuurlijk wel digitaal beschikbaar gesteld, maar nog niet met het doorkliksysteem (met uitzondering van de beleidskaders). Control op gemeenschappelijke regelingen Ontwikkelingen in diverse gemeenschappelijke regelingen zijn aanleiding om de ‘governancestructuur’ in algemene zin tegen het licht te houden. Meer hierover in de paragraaf Verbonden Partijen.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 113
3. Dienstverleningsorganisatie Operationele samenwerking Zoetermeer In 2011 hebben de colleges van Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer met instemming van beide raden hun intentie uitgesproken om op een breed terrein te gaan samenwerken. Het streven is om deze samenwerking structureel op te bouwen op strategisch, beleidsmatig en bedrijfsvoering niveau. De eerste plannen zijn concreet voor Belastingen, Bedrijfsvoering en Sociale Zaken. Ook op het gebied van Interne Dienstverlening zijn de eerste stappen gezet om te komen tot samenwerking. Een van onze doelen is om de dienstverlening op peil te houden tegen lagere kosten. In 2012 is dit vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. De samenwerking met Zoetermeer was op onderdelen al eerder aan de gang, is in 2012 en 2013 verder uitgebouwd en deze lijn zal in 2014 worden doorgezet: -
-
-
In de inkoop en aanbesteding van producten en diensten werken wij al langere tijd zoveel mogelijk met buurgemeenten samen, waaronder Zoetermeer, Landsingerlan en Delft. Pijnacker-Nootdorp werkt sinds 2011 in het Werkplein Zoetermeer samen om mensen met een uitkering aan werk te helpen. Een effectieve werkgeversbenadering staat daarbij centraal. In 2013 wordt ingevuld of en hoe verdere samenwerking bij uitvoerende taken van Sociale Zaken en wellicht breder in het sociale domein vorm kan krijgen. Op die manier kunnen we slagvaardig de taken oppakken die met de decentralisaties op ons afkomen. Vanaf 2013 worden taken op het terrein van belastingen gezamenlijk met Zoetermeer uitgevoerd. De continuïteit en kwaliteit van de uitvoering van deze taken worden hiermee versterkt. In de ontwikkeling van de externe dienstverlening en daaraan gerelateerde ICT heeft Pijnacker-Nootdorp ervoor gekozen om een snelle volger te zijn. In dit kader wordt sinds 2011 samengewerkt met Zoetermeer en andere gemeenten in Haaglanden. Zo komt kennis en ervaring van onze partners voor ons beschikbaar en kan de ontwikkeling van de dienstverlening doelmatig worden voortgezet. Zie verder onder het kopje ‘ICT en dienstverlening’. In de ontwikkeling van de samenwerking met Zoetermeer is het jaar 2012 benut voor diepere kennismaking tussen beide organisaties en het herkennen en oppakken van kansen in de samenwerking. Bij tal van werkzaamheden worden in 2013 de krachten praktisch gebundeld en van elkaars kennis, ervaring, creativiteit en capaciteit gebruik gemaakt. Inmiddels is er een bestuurlijke samenwerkingsagenda die voor 2014 nog meer focus in de inzet geeft.
Programma E-power In 2013 hebben we een start gemaakt met de uitvoering van het programma Dienstverlening & ICT, E-power II. Wat betreft het Klant Contact Centrum heeft de nadruk gelegen op de doorontwikkeling van het digitale kanaal. Er is een nieuwe gemeentelijke website gelanceerd, het aantal digitale diensten is sterk uitgebreid. Om burgers en bedrijven, aan de balies en de telefoon, snel en efficiënt van dienst te kunnen zijn is een kennissysteem voor de KCC medewerkers geïntroduceerd. Voor 2014 wordt ingezet op een meer gerichte kanaalsturing gebaseerd volgens het principe click-call-face. De invoering van het wettelijk verplichte stelsel van basisregistraties is verder geconcretiseerd. Ook worden er voorbereidingen getroffen voor de aansluiting op de basisregistraties LV-WOZ (eind 2013), Basisregistratie Kadaster (half 2014) en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (half 2015). In het kader van procesgericht werken is het digitaliseren van in –en uitgaande post afgerond. Het bestuurlijk besluitvormingsproces is ook volledig gedigitaliseerd. De voorbereidingen om de vergunningsverlening volledig digitaal te laten verlopen zijn in volle gang. Deze vormen van digitaliseren worden de komende jaren verder uitgebouwd. Regionale samenwerking ICT / KCC In de regio wordt samengewerkt in het samenwerkingsverband Haaglanden op het vlak van ICT en op het vlak van de publieksdienstverlening. Er worden themasessies georganiseerd om gezamenlijk informatie te verwerven en ervaringen uit te wisselen. Bij nieuwe aanbestedingen en/of het aanschaffen van ICT systemen wordt de mogelijkheid onderzocht om samen te werken of bij elkaar aan te sluiten. Communicatie Communicatie in beleid
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 114
Bij het ontwikkelen van beleid is het zaak om naast de politiek-bestuurlijke doelstellingen ook de belangen van inwoners, bedrijfsleven, specifieke doelgroepen en samenwerkingspartners van meet af aan mee te wegen. Om dit te bereiken en onze organisatie communicatiever te maken hanteren we de zogenaamde methodiek van Factor C. Met deze aanpak nemen we signalen van het hele speelveld vanaf het begin van een project of beleid mee. Weten wat er leeft en daar slim op inspelen; dat is de kern van communicatief beleid maken. De instrumenten van Factor C helpen ons daarbij. Factor C is een methode die ervoor zorgt dat beleid en projecten vanaf het begin communicatiever zijn. Projectleiders en beleidsadviseurs werken hierin nauw samen met communicatieadviseurs. Met praktische tools maken we gezamenlijk de stakeholders, hun rol en belang expliciet. Daardoor staan ze op het netvlies van iedere betrokkene. De effectiviteit van het beleid wordt daardoor groter. De communicatieaanpak ontwerpen we samen als vast onderdeel van een project. Reparaties achteraf zijn verleden tijd. En dat verbetert de efficiëntie. De kern van deze aanpak is een set van drie instrumenten: 1.
Krachtenveld: de omgevingsanalyse staat centraal. Met een aantal analysemethodieken brengen we de betrokkenen in beeld en ontwikkelen we de gewenste communicatiestrategie naar de doelgroepen. 2. Kernboodschappen: voor elke belangrijke doelgroep ontwerpen we een eigen kernboodschap. Hierbij verplaatsen we ons in de doelgroep en benoemen we mogelijke vragen en kritiek. 3. Kalender: het plannen van bestaande en nieuwe contactmomenten met bijvoorbeeld bepaalde doelgroepen. Wie benaderen we met welk doel en op welke manier? Het Communicatieteam is getraind in deze aanpak. Het doel is deze aanpak in de komende periode verder uit te rollen in de organisatie. Dit levert een wezenlijke bijdrage aan de totstandkoming en uitvoering van acceptabel en te begrijpen gemeentelijk beleid. Social media In onze communicatiestrategie spelen social media een steeds belangrijkere rol. De gemeente beschikt over eigen accounts op Twitter, Facebook en YouTube. Ons doel is de functie en toepassing van social media bij onze online communicatie door te ontwikkelen. Als gemeente willen we o.a. met social media de dialoog aangaan met onze inwoners, luisteren, benaderbaar zijn, meer interactie met doelgroepen en minder zenden. Met social media bieden we ook open, vindbare en goed toegankelijke informatie aan. De gemeentelijke website neemt daarbij een centrale plaats in. Zo kunnen we via Twitter en Facebook verwijzen naar informatie op www.pijnacker-nootdorp.nl. En via de website weer linken naar onze social media. 4. Organisatie en besturing Organisatieperspectief De ambtelijke organisatie van Pijnacker-Nootdorp moet aansluiten op veranderende omstandigheden en nieuwe ontwikkelingen. In de Bestuurlijke Agenda 2010-2014 staat hierover: “De organisatie moet met minder kosten niet zozeer meer gaan doen maar vooral meer gaan bereiken. De managementtaak om een goed optimum te bereiken, en daarin niet alleen goede beheersing maar ook goed partnerschap voor het Bestuur te tonen, geldt voor de hele bedrijfsvoering.” En: ”De komende jaren is een organisatieontwikkeling nodig van excellente interne beheersing naar excellent partnerschap voor Bestuur en samenleving).” In dit kader speelt de samenwerking met Zoetermeer, maar ook veranderende verhoudingen met projectontwikkelaars, maatschappelijke organisaties, zorgverlenende instellingen, enzovoorts. De nieuwe toekomstvisie bevestigt deze ontwikkeling. Het vertrekpunt bij de gewenste organisatieontwikkeling is en blijft, dat de organisatie erop ingericht is om een excellente dienstverlener te zijn. Om dit voortdurend te stimuleren en sterk op integrale kwaliteit voor de ‘klanten’ te kunnen sturen, is principieel gekozen om de organisatie in te richten op basis van vraagpatronen van gedefinieerde klantengroepen. Alle taken die nodig zijn om een bepaalde klantgroep goed te bedienen, zijn zoveel als mogelijk onder één verantwoordelijkheid gebracht. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 115
Klant
Inwoner
Vraag
Individuele producten
Wijkbewoner Collectieve producten
Doel
Politiek & Bestuur Formuleren en evalueren van beleid
Eigen organisatie Informatie, advisering en ondersteuning
Een tevreden klant = goed en tijdig bediend
Zo worden bijvoorbeeld alle publiekscontacten, ongeacht de inhoud, verzorgd door de afdeling Frontoffice Publiekszaken. Vanuit dit principe verschuiven in de loop der jaren steeds meer klantcontacten naar deze afdeling, waardoor die steeds beter in staat wordt gesteld om snelle en integrale dienstverlening te garanderen. In de doorgaande ontwikkeling van deze klantgerichte organisatie is eind 2012 een vervolgstap gezet met de nota “Contouren van de organisatie in 2016, de vervolgstap”. Rekening houdend met alle ontwikkelingen in en om de organisatie, schetst deze nota een perspectief met de volgende kenmerken: Slagvaardig management (tweehoofdige directie, een compacte directiestaf voor strategische en bestuurlijke ondersteuning, afdelingshoofden met een bredere span of control, teamleiders die volop leidinggevende zijn). Een volwaardig KCC waar alle producten die zich daarvoor lenen worden geleverd (geleidelijke afbouw van de backofficeafdeling). Een beleidsafdeling die met behulp van goede beleidsinformatie adequate beleidsregie voert, niet alleen richting externe partners maar ook over de eigen uitvoeringsorganisatie). Een afdeling ontwikkeling die stevig stuurt op cashflow en kosten en van aanbodgericht overstapt op vraaggericht bouwen. Een doelmatiger binnendienst voor het beheer van de openbare ruimte en een buitendienst die als zelfstandig servicebedrijf primair op kwaliteit en efficiency wordt aangestuurd. Een middelenafdeling die integraal het bedrijfsvoeringsbeleid en de control verzorgt, en een middelenafdeling die integraal zorgdraagt voor administraties en beheertaken. Voor de invulling en effectuering van dit perspectief hanteren we een ontwikkelingsaanpak, zodat sprake is van een consistent en continue voortgaand proces, gericht op het versterken van het concept van de klantgerichte organisatie.
Sturen op kwaliteit, kosten en risico’s Kwaliteitsmanagement Permanente ontwikkeling van systematische kwaliteitszorg is onderdeel van onze bedrijfsvoering. Een goede administratieve organisatie maakt het mogelijk voor de financiële processen aan te geven welke kwalitatieve uitvoeringseisen daaraan worden gesteld en hoe de interne controle daarop is geregeld, om vervolgens te beoordelen en te rapporteren of in overeenstemming met deze eisen is gehandeld. Belangrijk daarbij is dat processen, procedures, regelingen en verordeningen actueel, helder, eenduidig en efficiënt zijn. Het zelfcontrolerend vermogen in de organisatie is recent op een aantal punten verbeterd. Naar aanleiding van het rekenkameronderzoek naar inkoop en aanbesteding worden ook weer nieuwe verbeteringen aangebracht. Via 213a onderzoeken, audits, interne controles etc. wordt periodiek het niveau van de kwaliteit gemeten en zo nodig worden verbeterpunten geformuleerd. Het opvolgen van de verbeterpunten wordt via een quick scan gemonitord. Daarnaast is één van de speerpunten van het directieteam het verder versterken van het zelfverbeterend en zelfcontrolerend vermogen met behulp van het INK managementmodel (INK staat voor Instituut Nederlandse Kwaliteit). Dit model ziet er volgt uit:
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 116
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
LEIDERSCHAP
MANAGEMENT VAN PROCESSEN
MEDEWERKERS BESTUUR EN FINANCIERS
STRATEGIE EN BELEID
KLANTEN EN PARTNERS
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
MAATSCHAPPIJ
ORGANISATIE
RESULTAAT
VERBETEREN EN VERNIEUWEN
Aan de linkerkant worden de vijf organisatiegebieden benoemd waarbij leiderschap en procesmanagement zwaarwegend zijn om de beoogde resultaten te realiseren. Beleid en strategie, management van medewerkers en van middelen hebben betrekking op de sturende respectievelijk ondersteunende processen. Deze vijf onderwerpen gezamenlijk zorgen voor aandacht voor evenwichtige resultaten met een lange termijn perspectief. Aan de resultatenkant gaat het vooral om inzicht in de waardering door medewerkers, waardering door klanten en partners, de waardering door de maatschappij en de waardering door het bestuur en de opdrachtgevers. Achterliggend gaat het om inspirerend leiderschap, verder bouwen aan een duurzame organisatie met vertrouwen in medewerkers, klanten, leveranciers en met focus op resultaten. Om te kunnen bepalen waar de afdelingen en de organisatie als geheel staan binnen het INK managementmodel, hebben alle afdelingen meegedaan aan een zgn. “positiebepaling INK”, die zijn uitgevoerd door een extern bureau. Op basis van deze positiebepaling worden aan organisatiegebieden en resultaatgebieden scores toegekend, waarmee kan worden vastgesteld hoe de afdelingen afzonderlijk en de organisatie in zijn geheel presteren binnen het INK managementmodel. Op basis van de uitkomsten uit deze positiebepalingen blijkt dat de organisatie het goed doet. Op basis van de uitkomsten van de positiebepalingen zijn door de afdelingen verbeterplannen opgesteld. Eens in de vier jaar worden de positiebepalingen herhaald. Risicomanagement In 2009 is de huidige systematiek ten aanzien het risicomanagement ingevoerd. Om de risico's van gemeente Pijnacker-Nootdorp in kaart te brengen is per afdeling een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van het softwareprogramma NARIS® waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. Twee maal per jaar wordt dit risicoprofiel geactualiseerd en opgenomen in de begroting en jaarrekening. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt hierbij een relatie gelegd tussen de verwachte risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit. In 2012 is gestart met het project “strategisch risicomanagement” in samenwerking met de Vrije Universiteit (VU) en het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR). Doelstelling hiervan is een verdere ontwikkeling van de sturing op de strategische risico’s van de organisatie. Personeelskosten De bezuinigingstaakstelling 2012 – 2014 op de personeelslasten is vrijwel geheel gerealiseerd. De meerjarige businessplannen van de afdelingen hebben als basis gediend voor de jaarlijkse beslissingen over de concrete reductie van de formatie en daardoor de personeelslasten van de gemeente. Deze beslissingen zijn verwerkt in de gemeentebegroting. Voor het realiseren van onze ambities is een efficiënte en effectieve organisatie nodig. Uit een recent gehouden onderzoek blijkt dat de omvang van de ambtelijke organisatie van Pijnacker-Nootdorp laag is ten opzichte van andere vergelijkbare gemeenten (Pijnacker-Nootdorp 5,7 fte/1000 inw t.o.v. Referentiegemeenten 7,0 fte/1000 inw.). Dit verschil is nog groter als de inzet van formatie voor de groei van onze gemeente er vanaf wordt gehaald, dan is de omvang van onze gemeente bepaalt op 4,9 fte/1000 inw. Programmabegroting 2014-2017
Pagina 117
De ontwikkeling van de omvang van onze organisatie is vanaf de fusiedatum in de onderstaande tabel op een rij gezet:
De eerste jaren (2003 – 2010) is de relatieve daling van de omvang van de organisatie te verklaren uit de toename van het aantal inwoners, het verbeteren van werkprocessen en andere efficiencymaatregelen. Vanaf 2011 is er vooral sprake van een krimp in aantal formatieplaatsen als gevolg van de bezuinigingen. Het inwoneraantal nam in diezelfde periode beperkt toe. De gemeentelijke organisatie is ondanks de beperkte omvang in staat gebleken te voldoen aan de vraag vanuit het College en de samenleving. Uitgangspunt is dat de dienstverlening aan de burger zo veel mogelijk op peil wordt gehouden. Verder terugdringen van de formatieomvang zal dit uitgangspunt onder druk zetten. Flexibilisering: Ons Nieuwe Werken De wereld om ons heen verandert. Er ontstaat meer werk met minder personeel. Dat dwingt ons tot maximale flexibiliteit, mobiliteit en efficiency om als organisatie het gewenste kwaliteitsniveau vast te houden. Door integraal te werken en meer samenwerking, kan de effectiviteit en efficiency van de organisatie op peil blijven. Daarnaast zijn op het gebied van ICT geheel nieuwe mogelijkheden ontstaan. Daarbij horen nieuwe werkvormen, zoals Het Nieuwe Werken. Het Nieuwe Werken is een visie op de verdere ontwikkeling van de organisatie door werken effectiever, efficiënter maar ook plezieriger te maken voor zowel de organisatie als de medewerker. Die visie wordt gerealiseerd door de medewerker, als meest kritische productiefactor, in de werkprocessen centraal te stellen en door hem - binnen bepaalde grenzen en mogelijkheden - de ruimte en vrijheid te geven om in te vullen hoe, waar, wanneer, waarmee en met wie hij werkt. Met verschillende maatregelen zullen wij dit nieuwe werkconcept in onze organisatie introduceren. Wij benaderen dit actiepunt vanuit 3 invalshoeken: bricks, bytes en behavior. Het gaat dan om: 1. 2. 3.
aanpassing van de fysieke werkomgeving (bricks), goede ondersteuning met met ICT apparatuur en programmatuur (bytes) en om gedrag, hoe de medewerker met deze nieuwe werkvorm omgaat (behavior).
Op deze onderdelen zijn plannen uitgewerkt, die de komende jaren worden uitgevoerd. Dit betekent niet dat we er dan ‘zijn’. Hiermee is de basis gelegd voor verdere flexibilisering en efficiencyverbetering. Gezondheidsmanagement De gemeente heeft de afgelopen jaren veel initiatieven genomen om gezondheid van medewerkers op de kaart te zetten. Naast goede arbozorg heeft dit zich onder meer vertaald in een proactief gezondheidsbeleid en laagdrempelige (in company) toegang tot zorg. Het gezondheidsbeleid krijgt vorm op drie verschillende niveaus:
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 118
1.
2.
3.
Managen van gezondheid. Hierbij moedigen we medewerkers aan zich bewust te zijn van hun gezondheid binnen en buiten de werkomgeving. De gemeente als werkgever ondersteunt dit met concrete acties zoals het aanbieden van gezondere voedingsmiddelen in de kantine, het geven van voorlichting, het organiseren van ‘gezondheidsdagen’ en het aanbieden van het persoonlijk gezondheidsbudget. Managen van werk en werkomstandigheden. Hieronder vallen onder andere de risico-inventarisatie en evaluatie, weerbaarheidstrainingen in het kader van agressie en geweld en werkplekonderzoeken. Er vinden voortdurend organisatorische, ergonomische of technische verbeteringen plaats om de belasting als gevolg van het werk zoveel mogelijk terug te dringen. Managen van inzetbaarheid. Dit onderdeel vormt de basis voor reïntegratie. De verzuimaanpak is niet langer reactief en op de ziekte gericht, maar proactief en op gezondheid gericht. Niet de ziekte staat centraal, maar de vraag of met de ziekte verzuimd moet worden. De risico’s herkennen we hierdoor eerder, waardoor we uitval door slechte arbeidsomstandigheden voorkomen.
De begeleiding van verzuim en het voorkomen er van, valt uiteen in 1e-lijns en 2e-lijns zorg. In de 1e-lijn zitten de arbeidsdeskundige en de arboadviseur. Zij zijn beide intern aanwezig. De 2e lijn wordt verzorgd door externe deskundigen zoals bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk werk en andere deskundigen. Dit actieve beleid resulteert in een ziekteverzuimpercentage van 3,3% in 2012 in Pijnacker-Nootdorp ten opzichte van 5,1% in gemeenten in dezelfde grootteklasse (50.000 tot 100.000 inwoners). Uurtarieven per afdeling, kostendekkendheid en nota Kostenverdeling 2012 Conform hetgeen is vastgesteld in de nota Kostenverdeling 2012, wordt in de begroting één tarief per afdeling vastgesteld. Voor de kostprijsberekening en de berekening van de kostendekkendheid van tarieven en leges wordt extracomptabel een bedrag voor intern product per productief uur berekend. Hiervoor worden op basis van de begroting de totale kosten van het intern product (overhead) gedeeld door het aantal toegerekende productieve uren aan de externe producten (exploitatie) en de grondexploitaties. Afdeling
Uurtarief
Opslag overhead
Directie
€
84,65
42%
Concernstaf
€
60,74
59%
Beleid
€
53,28
67%
P&O, communicatie en juridisch
€
50,78
70%
Ontwikkeling
€
51,38
69%
Griffie
€
49,08
73%
Beheer openbare ruimte
€
46,87
76%
Financiën
€
45,48
78%
Backoffice publiekszaken
€
45,21
79%
Frontoffice publiekszaken
€
42,68
83%
DIA
€
42,64
84%
Wijkbeheer
€
38,35
93%
Overhead (A) Totale kosten overhead
€ 11.095.413
Toerekenen op basis van urenmatrix: aan exploitatie
254.412
aan grondexploitaties
42.608
aan investeringen
10.100
aan voorzieningen
4.113
aan tractie
210
Totaal uren (B) Uurtarief overhead (A / B)
Programmabegroting 2014-2017
311.443 €
35,63
Pagina 119
Ten behoeve van de bepaling van de kostendekkendheid dient het afdelingstarief te worden verhoogd met het overheadtarief. In 2012 is een nieuwe notitie inzake de kostenverdeling opgesteld, waarin onder andere bovenstaande uitgangspunten zijn verwerkt.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 120
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 121
6. Verbonden partijen Algemeen Deze paragraaf geeft een overzicht van de rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijk relatie en waarin zij een financieel belang heeft. Deze rechtspersonen noemt het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verbonden partijen. Onder bestuurlijk belang verstaat het BBV: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Financieel belang wil zeggen dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld. De gemeente kan deze middelen kwijt raken als de verbonden partij failliet gaat of als financiële problemen van de verbonden partij op de gemeente kunnen worden verhaald. Deze paragraaf is om twee redenen belangrijk voor de raad: - De verbonden partijen voeren vaak beleid uit dat de gemeente in principe zelf ook kan doen. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Er blijft voor de raad nog steeds een kader stellende en controlerende taak over die programma’s. - Het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. Op grond van de Financiële verordening gemeente Pijnacker-Nootdorp 2006 stelde de raad 25 november 2010 de Nota verbonden partijen 2010-2013 vast. Deze nota: a. geeft inzicht in de partijen waarmee Pijnacker-Nootdorp publiek- of privaatrechtelijk verbonden is; b. bevat kaders voor het aangaan van nieuwe participaties; c. schetst per participatie de omvang van onze deelname en de rechtstreekse invloed die de gemeente Pijnacker-Nootdorp op basis daarvan kan uitoefenen; d. beschrijft het controlekader; e. bevat een beschrijving van de werkwijze en informatievoorziening Stadsgewest Haaglanden en overige gemeenschappelijke regelingen. In het najaar van 2013 wordt een Nota verbonden partijen 2014-2017 aan de raad aangeboden. Daarin worden onder andere aanbevelingen uit de in 2012/2013 bij de GGD uitgevoerde audit verwerkt. De nota schenkt bijzondere aandacht aan de diverse rollen (eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer) die er bij verbonden partijen zijn. Speerpunten 2014 Op basis van de uitkomsten van de in 2012 gestarte audits verbonden partijen regio Haaglanden zetten wij, samen met de andere deelnemers, in op verbetering van de aansturing en beheersing van en de informatievoorziening door verbonden partijen. Per situatie en per verbonden partij maken wij een afweging over het al dan niet toepassen van de aanbevelingen (bijvoorbeeld over het instellen van een auditcomité dat zich richt op de kwaliteit van de P&C-cyclus en producten, kwaliteit van risicomanagement en beheersing). Samen met de andere deelnemers: -
Maken wij voor de raadsverkiezingen profielschetsen voor de bestuursleden van gemeenschappelijke regelingen. e Wegen wij de conclusies en aanbevelingen uit de 1 rapportage mee in de governance van de nieuw te vormen GGD. Stellen wij een gezamenlijk kader op dat bij de start van hun begrotingsproces kan worden meegegeven aan de gemeenschappelijke regelingen. Streven wij er naar bij één van de gemeenschappelijke regelingen een pilot-project in te richten met een nieuwe methode van risicomanagement.
Visie op verbonden partijen Ten aanzien van de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting merken wij het volgende op. De eerder genoemde Nota verbonden partijen bevat de visie op verbonden partijen. Eén van de beleidsuitgangspunten is dat de gemeente niet over gaat tot de oprichting van of de deelneming in een privaatrechtelijke rechtspersoon, tenzij op deze wijze een publiek belang wordt behartigd dat niet op een andere wijze tot stand kan worden gebracht. Daarnaast moet bij
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 122
participaties onder andere bijzonder aandacht worden geschonken aan het doel van de regeling en de toekenning van de bevoegdheden om dit doel te bereiken. Het natuur- en recreatieschap Dobbeplas en de Groenzone Pijnacker-Berkel en Bergboezem Oude Leede (De Groenzoom) leveren een bijdrage aan de subdoelstelling ontwikkelen van groenprojecten (programma 4, Groen, water en recreatie). De GGD Zuid-Holland West bevordert mede de gelijke kansen op gezondheid en een gelijke toegang tot de gezondheidszorg voor alle inwoners (subdoelstelling van programma 6, Maatschappelijke voorzieningen). De verplichte samenwerking in de Veiligheidsregio Haaglanden wenden wij mede aan om de in programma 8, Leefbaarheid & Veiligheid, opgenomen subdoelstellingen ten aanzien van de verdere professionalisering van de brandweerorganisatie en de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie te bevorderen. De Omgevingsdienst Haaglanden beoogt een hogere kwaliteit van de milieuvergunningverlening (programma 7 Publiekszaken) en –handhaving (programma 8 Leefbaarheid & Veiligheid) te bereiken tegen lagere kosten. De activiteiten van het Reinigingsbedrijf Avalex leveren een bijdrage aan de instandhouding van de leefbaarheid in de gemeente (zie programma 8). Alle verbonden partijen zijn opgenomen in een tabel aan het eind van dit hoofdstuk. Deze tabel dient tevens te worden aangemerkt als de lijst van verbonden partijen als bedoeld in artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Specifieke ontwikkelingen bij de verbonden partijen Op 25 juni 2013 heeft de ledenvergadering van de Coöperatie Parkmanagement II UA besloten tot opheffing van de coöperatie. De Coöperatie Parkmanagement II UA is daarom niet langer opgenomen in tabel 1.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 123
TABEL 1 LIJST VERBONDEN PARTIJEN
1
Getallen update uitgevoerd voor EV, VV en Solvabiliteit. Nr 1
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) Den Haag 9 Bestuur en bedrijfsvoering Doel/openbaar belang Bijdrage leveren aan maatschappelijke voorzieningen tegen zo laag mogelijke kosten Partners De Staat, provincies en gemeenten Bestuurlijk belang Stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders Financieel belang 57.564 van de 55.690.720 aandelen (0,103% van het kapitaal), nominale waarde € 2,50 per aandeel Jaarlijks dividend +/- € 100.000, Dividend over 2012: € 85.770 2 3 4 EV (x € mln) EV (x € mln) VV (x € mln) VV (x € mln) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1.897 2.752 134.563 139.476 0,0141 0,0197 Financieel resultaat BNG Bank heeft over 2012 een resultaat behaald van € 332 mln. Hiervan is € 83 mln. als dividend uitgekeerd, een pay-out van 25 procent. Ontwikkelingen Het resultaat van BNG Bank voor 2013 e.v. blijft onder druk staan. Enerzijds zijn er de historisch lage lange rentetarieven. Anderzijds staat het resultaat de financiële sector als geheel onder druk. De sector wordt gekenmerkt door ingrijpende ontwikkelingen in wet- en regelgeving. Nagenoeg alle voorstellen brengen direct of indirect lastenverzwaringen met zich mee. Ook is in het licht van de economische vooruitzichten niet uitgesloten dat enkele debiteuren niet langer kunnen voldoen aan hun betalingsverplichtingen. Een verdere aanvulling van de debiteurenvoorziening of een bijzondere waardevermindering kan daardoor noodzakelijk zijn. Al met al ontwikkelingen die de resultaatvolatiliteit verhogen. BNG heeft geen uitspraak gedaan over de winstverwachting over 2013. Risico’s Beperkt tot financiële inleg Rapportage Jaarverslag en via de half-jaarberichten
1
als bedoeld in artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Financiële verordening 2006. EV = eigen vermogen 3 VV = vreemd vermogen 4 Solvabiliteit = verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen 2
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 124
Nr 2
Verbonden partij
Nr 3
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
Dunea N.V. (handelsnaam Dunea) Zoetermeer 9 Bestuur en bedrijfsvoering Doel/openbaar belang De gewaarborgde levering van water en het natuurbeheer in de duingebieden Partners Regio gemeenten Bestuurlijk belang Stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders Financieel belang 159.145 van de 4.000.000 aandelen (3,979% van het kapitaal), nominale waarde € 5,- per aandeel Er wordt geen dividend uitgekeerd. In 2013 is het aantal aandelen uitgebreid van 142.027 naar 159.145. EV (x € 1.000) EV (x € 1.000) VV (x € 1.000) VV (x € 1.000) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 161.121 161.876 358.305 356.799 0,4797 0,4537 Financieel resultaat Dunea heeft over 2012 resultaat behaald van € 755.000. Dit is toegevoegd aan de algemene reserve. Ontwikkelingen Door te verwachten vervangingsinvesteringen in het distributienet en extra investeringen in de zuiveringsinstallaties komt het resultaat de komende jaren onder druk te staan, hetgeen consequenties voor de watertarieven zal hebben. Risico’s Beperkt tot financiële inleg Rapportage Jaarverslag
Vestigingsplaats
Programma
Eneco Holding N.V. (sinds 1995) Rotterdam 9 Bestuur en bedrijfsvoering Doel/openbaar belang Gewaarborgde energielevering Partners De Staat, provincies en gemeenten Bestuurlijk belang Stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders Financieel belang 104.295 van de 4.970.978 aandelen (2,098% van het kapitaal), nominale waarde € 100 per aandeel Jaarlijks dividend van +/- € 1,5 à 2 mln. per jaar, Dividend over 2012: € 2.445.675. EV (x € mln) EV (x € mln) VV (x € mln) VV (x € mln) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 4.353 4.447 4.283 4.357 1,0163 1,0207 Financieel resultaat De Eneco groep boekte over 2012 een hoger nettoresultaat dan in 2011 (€ 233 tegenover € 204 mln.). Over 2012 is 50% van het netto-resultaat uitbetaald als dividend. Ontwikkelingen Eneco heeft, gelet op de grote externe onzekerheden, geen resultaatverwachting uitgesproken over 2013. Risico’s Beperkt tot financiële inleg Rapportage Jaarverslag
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 125
Nr 4
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
Stichting algemene begraafplaats Sint Janshof Delft 9 Bestuur en bedrijfsvoering Pijnacker-Nootdorp (sinds 2004) Doel/openbaar belang Exploitatie en beheer begraafplaats, beheer fonds afgekochte grafrechten Partners Uitvaartverzorging De Laatste Eer Bestuurlijk belang 4 van de 5 bestuurders worden benoemd door de gemeente Financieel belang De gemeente is eigenaar van de begraafplaats. Jaarlijks wordt het exploitatieresultaat verrekend met de stichting via de huur. EV (€) EV (€) VV (€) VV (€) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 42.389 25.806 176.966 193.483 0,2395 0,1334 Financieel resultaat Het financiële resultaat over 2012 bedroeg € 9.143 (2011: € 16.663). Ontwikkelingen In 2012 hebben 42 begravingen (2011: 39) plaatsgevonden. Risico’s Minder opbrengst dan de geschatte € 11.000 Rapportage Jaarverslag
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 126
Nr 5
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
Stadsgewest Haaglanden (sinds 1 oktober 1992)
Den Haag
1 Bouwen en wonen 2 Economie en Glastuinbouw 3 Mobiliteit 4 Groen, Water en Recreatie 6 Maatschappelijke voorzieningen
Doel/openbaar belang Behartiging van belangen met een regionaal karakter ten einde een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in de plusregio te bevorderen op de beleidsterreinen: - ruimtelijke ordening - volkshuisvesting - milieu - verkeer en vervoer - economie en werkgelegenheid - grondbeleid - jeugdzorg - volwasseneneducatie Partners Gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer Bestuurlijk belang AB: 4 van de 64 leden. 3 raadsleden en 1 collegelid (4 van de 64 stemmen). DB 1 van de 9 leden (1 van de 11 stemmen. Den Haag heeft er 3) Financieel belang Bijdrage 2013 was € 5,46 per inw. (exclusief bijdrage Groenfonds € 1,00 en Mobiliteitsfonds € 9,13). Voor 2014 € 5,40 + € 1,00 (Groenfonds) + € 9,13 (Mobiliteitsfonds, nog te indexeren) = € 15,53 per inwoner. EV (x € 1.000) EV (x € 1.000) VV (x € 1.000) VV (x € 1.000) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 15.000 16.253 346.834 279.473 0,0432 0,0582 Financieel resultaat Over 2012 is een resultaat behaald van € 1.037.700. Ontwikkelingen De 24 gemeenten in de Stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden werken in een organisch proces aan vrijwillige, nauwere samenwerking, uitmondend in de oprichting van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag in de vorm van verlengd lokaal bestuur op basis van de Wgr. Voor het takenpakket Verkeer en Vervoer inclusief Openbaar Vervoer wordt de oprichting van een aan de metropoolregio verbonden Vervoersautoriteit voorbereid. Risico’s - bestuurlijk organisatorische ontwikkelingen (wetgevingstraject ontbinden Wgr+, eventuele wijzigingen in sectorale regelgeving); - frictiekosten afbouw verplichtingen en personeelslasten Stadsgewest. - transitie bestaande fondsen naar nieuwe samenwerkingsverbanden; - inhuur externen door verloop organisatie; - doorberekening huisvestingslasten aan (tijdelijke) projecten. - kostenoverschrijding aanleg infrastructuur; - risico’s in concessieverlening openbaar vervoer; - schadeclaim Mgr. Van Steelaan. Rapportage Begroting en Jaarverslag
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 127
Nr 6
Verbonden partij Omgevingsdienst Haaglanden
Vestigingsplaats
Programma 7. Publiekszaken 8. Leefbaarheid en Veiligheid
Doel/openbaar belang Het ondersteunen van de deelnemers bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder. Bij aanvang met name op het terrein van de vergunningverlening, handhaving en toezicht op het gebied van milieu. Partners Gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer en de provincie Zuid-Holland Bestuurlijk belang AB: 1 van de 12 leden (8 van de 116 stemmen) Financieel belang Bijdrage 2013: € 673.000 aan personeelslasten, overhead en bijkomende kosten EV (€) EV (€) VV (€) VV (€) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Financieel resultaat n.v.t. Ontwikkelingen De dienst is sinds 1-4-2013 volledig operationeel. Werkwijze en financiële zaken zullen nauwlettend gevolgd worden Risico’s Naar grootte van gemeente verantwoordelijk voor winst/verlies Rapportage Jaarverslag
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 128
Nr 7
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
Veiligheidsregio Haaglanden (sinds 1 januari 2010) Den Haag 8 Leefbaarheid en Veiligheid Doel/openbaar belang - brandweerzorg; - geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; - (gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de) rampenbestrijding en crisisbeheersing - beheer van de gemeenschappelijke meldkamer; - het in stand houden van de zorginstelling CPA.; - zorg voor adequate samenwerking met het regionaal bestuurlijk overleg van de politie Partners Gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer Bestuurlijk belang Burgemeester heeft zitting in het AB (2 van de 22 stemmen) Financieel belang De gemeentelijke bijdrage over 2013 bedraagt € 3.320.172 EV (x € 1.000) EV (x € 1.000) VV (x € 1.000) VV (x € 1.000) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 6.218 10.074 81.891 79.663 0,0759 0,1265 Financieel resultaat Over 2012 is een resultaat behaald van € 4.008.000. Hiervan is € 2.979.300 uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten. Ontwikkelingen Het Algemeen Bestuur heeft de begroting van de VRH goedgekeurd met een inspanningsverplichting om vanaf 2015 een totale bezuiniging van € 6,9 mln., te realiseren. Om dit te bereiken heeft de VR de afgelopen jaren € 2,7 mln. omgebogen, teneinde incidentele investeringen mogelijk te maken (brandveilig leven en vernieuwde repressie). Risico’s - Teruglopen aantal verplichte aansluitingen op openbaar meldsysteem in verband met Wabo. - Ombuigingen brandweerzorg kunnen naast positief effect ook negatieve uitwerking hebben op de hoogte van het huidige veiligheidsniveau.. - Restrisico aansprakelijkheid dienstverlening. - Wanneer extra bezuinigingen vanuit het Rijk (bijvoorbeeld BTW) plaatsvinden of niet gecompenseerd worden kan dit effect hebben op het huidige dienstverleningsniveau en daarmee het veiligheidsniveau. Rapportage Jaarverslag en begroting
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 129
Nr 8
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
GGD Zuid-Holland West (sinds 1 januari 2002) Zoetermeer 6 Maatschappelijke voorzieningen Doel/openbaar belang Het bewaken, beschermen en bevorderen van de volksgezondheid Partners Gemeente Westland, Midden-Delfland, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Delft, Wassenaar en Zoetermeer Bestuurlijk belang 1 Wethouder in AB van 8 leden. Eén stem per 20.000 inwoners (3 van de 29) Financieel belang De gemeentelijke bijdrage over 2013 bedraagt € 542.509. Dit is exclusief een extra bijdrage van € 110.205 betaald ter dekking van het resultaat van 2012. EV (x € 1.000) EV (x € 1.000) VV (x € 1.000) VV (x € 1.000) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 253 -/328 -/4.660 6.433 0 0 Financieel resultaat Over 2012 is een resultaat behaald van € 1.179.446 negatief Ontwikkelingen De GGD Zuid Holland-West wordt per 1-1-2014 opgeheven. De taken moeten dan zijn overgenomen door de GGD Haaglanden, die in oprichting is. Risico’s Het is nog niet duidelijk welke kosten de GGD Haaglanden met zich mee brengt. Het nieuw te vormen bestuur van de GGD Haaglanden in oprichting moet hier duidelijkheid over geven. Door het bestuur van de GGD Zuid-Holland West is bij het bestuur van de GGD Haaglanden aangedrongen op het zo spoedig mogelijk geven van die duidelijkheid. Uit de jaarstukken van 2012 van de GGD Zuid-Holland West blijkt dat er een voorziening gevormd is van € 1,18 mln ter dekking van de risico’s voor de ontvlechting van de JGZ, personele frictiekosten en afbouw van de ICT-organisatie. Rapportage Jaarverslag en begroting
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 130
Nr 9
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
Natuur- en recreatieschap Dobbeplas (sinds 1 maart 2005)
Schiedam (secretariaat Groenservice ZuidHolland)
4 Groen, Water en Recreatie
Doel/openbaar belang Bovengemeentelijke belangenbehartiging inzake: openluchtrecreatie, natuurbescherming, behoud landschap Partners Provincie Zuid-Holland Bestuurlijk belang AB: 4 van de 6 leden (4 van de 8 stemmen), DB: 2 van de 3 leden (2 van 4 stemmen). 2 Collegeleden en 2 raadsleden in het AB, 2 collegeleden in het DB Financieel belang Bijdrage van 20% van de totale kosten. In 2013 € 61.992 EV (x € 1.000) EV (x € 1.000) VV (x € 1.000) VV (x € 1.000) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 307 417 313 435 0,9806 0,9596 Financieel resultaat Over 2012 is een resultaat behaald van € 3.658 Ontwikkelingen Mede in het licht van de bezuinigingen en de ontwikkelingen op het gebied van het beheer van natuur- en recreatiegebieden wil de provincie meer afstand nemen van de uitvoering van het beheer. Consequentie hiervan zou kunnen zijn opheffing of samenvoeging van het natuur- en recreatieschap. Risico’s Schade aan eigendommen door derden (vandalisme, graffiti, diefstal) of weersomstandigheden. Overschrijding van de begroting, waardoor extra middelen beschikbaar gesteld moeten worden. Dit wordt niet verwacht. Rapportage Jaarverslag, begroting en bestuursrapportages
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 131
Nr 10
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
Reinigingsbedrijf Avalex (sinds 1 oktober 2004) Den Haag 8 Leefbaarheid en Veiligheid Doel/openbaar belang Verzorgen van het inzamelen en afvoeren van het huishoudelijk afval met inbegrip van het contractbeheer voor de verwerking van de afvalstoffen en de exploitatie van het gemeentelijke afvalbrengstation. Partners Gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Rijswijk en Wassenaar Bestuurlijk belang AB: 2 van de 12 leden aangewezen door gemeenteraad (1 collegelid en 1 raadslid). In AB heeft P-N 12 van de 68 stemmen (17,6%). In het DB zit 1 collegelid (1 van de 6 stemmen) Financieel belang Bijdrage in 2013 € 3.902.115 EV (€ 1.000) EV (€ 1.000) VV (€ 1.000) VV (€ 1.000) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 436 1.844 -/29.310 33.932 0,0149 0 Financieel resultaat Het resultaat over 2012 is € 2,891 mln negatief. Ontwikkelingen Het negatieve exploitatieresultaat van 2012 is als gevolg van gekozen inverdienmodel ten laste gebracht van het eigen vermogen. Hierdoor is het eigen vermogen van Avalex tijdelijk negatief geworden. Volgens de planning zal het exploitatieresultaat vanaf 2014 weer positief worden met als doel om uiterlijk in 2017 weer een positief eigen vermogen te hebben. Daarnaast wordt de governance nader bekeken opdat het toezicht op de GR beter vorm krijgt. Risico’s Naar grootte van gemeente verantwoordelijk voor winst / verlies. Mocht er voor 2017 gekozen worden voor een ander governance model, dan bestaat er een risico dat het negatieve eigen vermogen (nu € 226.000 voor wat betreft het aandeel van Pijnacker-Nootdorp) aangezuiverd moet worden. Rapportage Jaarverslag, begroting en kwartaalrapportages. Voorts wordt de jaarlijks te actualiseren dienstverleningsovereenkomst ter kennisneming aan de raad gebracht
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 132
Nr 11
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Programma
Groenzone Pijnacker-Berkel en Bergboezem Oude Pijnacker 4 Groen, Water en Recreatie Leede (De Groenzoom) (sinds 1 januari 2007) Doel/openbaar belang De inrichting van de Groenzone en de Bergboezem Oude Leede te organiseren en uit te (laten) voeren, binnen de financiële en ruimtelijke kaders zoals die zijn vastgelegd in het Masterplan Groenzone Berkel-Pijnacker en het bestuursconvenant Groenzone Berkel-Pijnacker en Bergboezem Oude Leede Partners Gemeente Lansingerland Bestuurlijk belang AB: 3 leden per gemeente. 2 raadsleden en 1 collegelid (1 stem per gemeente). DB: 1 lid per gemeente (1 stem per gemeente) Financieel belang Resultaat wordt gelijkmatig verdeeld over beide partijen. EV (€) EV (€) VV (€) VV (€) Solvabiliteit Solvabiliteit 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 1-1-2012 31-12-2012 0 0 0 0 0 0 Financieel resultaat Het resultaat over 2012 is € 0 Ontwikkelingen Eind 2012 heeft een de afrondende discussie plaatsgevonden over bezuinigingen door het rijk in alle groen projecten, waaronder ook de Groenzoom, met voor de Groenzoom een positieve uitkomst. De realisatie kan verder opgepakt worden. Met de gemeente Lansingerland zijn afspraken gemaakt worden over de apparaatskosten van de Groenzoom , waarbij de insteek is dat beiden gemeenten t/m 2015 € 750.000 betalen, maar dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp van gemeente Lansingerland eind 2014 zijn aandeel teruggestort krijgt. In 2013 zijn of gaan de deelgebieden 1, 2, 3, 4 en 5 in uitvoering. In het kader van het FES-project ontving de Groenzoom een aanvullende opdracht voor het slechten van de ecologische en recreatieve barrières ter hoogte van de Katwijkerlaan, de Kop van de Kleihoogt en de Klapwijkse Knoop. In 2013 maakt het Algemene Bestuur van de Groenzoom keuzes over het invullen van de aanvullende opdracht. Risico’s Overschrijding van de begroting, waardoor extra middelen beschikbaar gesteld moeten worden. Dit wordt niet verwacht. Rapportage Jaarverslag en begroting
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 133
7. Grondbeleid Inleiding Het grondbeleid heeft een grote invloed op de samenhang en de realisatie van de programma’s zoals bouwen en wonen, economie en glastuinbouw, mobiliteit en groen,water en recreatie. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact en is het van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente. Algemeen Op 19 februari 2009 is de tweede nota Grondbeleid van de gemeente Pijnacker-Nootdorp door de raad vastgesteld. In deze nota zijn de kaders en de strategie aangegeven waarop het huidige grondbeleid wordt uitgevoerd. In de zomer van 2009 is de nota Kostenverhaal Bovenwijkse Zaken vastgesteld. Hiermee is ook het fonds bovenwijkse voorzieningen Wro proof gemaakt. Tevens is op 21 juni 2012 de nota Grondprijzen 2012e 2013 vastgesteld. De nota grondbeleid en de nota grondprijzen worden in 2013 herzien en in het 4 kwartaal aan de raad aangeboden. Grondbeleid Pijnacker-Nootdorp Met het vaststellen van de nota “Grondbeleid gemeente Pijnacker Nootdorp 2009-2013” stelt de raad het kader vast voor de gemeentelijke positie op de grondmarkt en de inzet van grondbeleidsinstrumenten. Voor het eigen gemeentelijk handelen en in de communicatie met externe partijen is een transparante en consequente stelling name over het gemeentelijke grondbeleid van belang. Het schept duidelijkheid en eenduidigheid, vermindert de discussie en voorkomt willekeur. Het grondbeleid is vastgelegd in 22 beleidsregels. De belangrijkste beleidsregels zijn: Beleidsregel 1 Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt in beginsel gekozen voor actief grondbeleid. Beleidsregel 2 Indien gemeente geen 100 % grondeigenaar is bij de start van een locatieontwikkeling wordt een strategie ontwikkeld afhankelijk van grondpositie, beperking van risico en inzet expertise om tot ontwikkeling te komen. Beleidsregel 3 Bij elke locatieontwikkeling opteert de gemeente voor een passend verwervingsinstrument dat in principe zoveel mogelijk past bij een actief grondbeleid. Indien gewenst zet de gemeente gericht het instrument van de Wet voorkeursrecht gemeenten in, en het onteigeningsinstrument om anticiperend op nieuwe ontwikkelingen verwervingen te verrichten. Beleidsregel 4 Het college kan strategische grondaankopen doen. Deze aankopen dienen in beginsel binnen vijf jaar opgenomen te worden in een ruimtelijk plan. De strategische aankopen dienen te voldoen aan de 4 randvoorwaarden. Het college is eerst bevoegd tot strategische grondaankopen over te gaan nadat zijn besluit daartoe schriftelijk aan de raad kenbaar is gemaakt met inachtneming van de door de raad vastgestelde procedure “spoedprocedure strategische grondverwerving” welke procedure is vastgelegd in het “Handvest actieve informatieplicht Pijnacker Nootdorp, vastgesteld door de raad op 25 november 2004 en gewijzigd bij besluit dd 19 februari 2009. Beleidsregel 14 Bij particuliere grondexploitatie bij een locatieontwikkeling wordt een strategie ontwikkeld afhankelijk van grondpositie, beperking van risico en inzet expertise om tot ontwikkeling te komen. Beleidsregel 15 Nadat de strategie is bepaald worden de onderhandelingen opgestart met de particulieren eigenaar om te komen tot een anterieure overeenkomst. In de overeenkomst worden goede afspraken gemaakt over de ontwikkeling van een locatie, de te betalen exploitatiebijdrage, het te realiseren programma en de bijzondere locatie-eisen.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 134
Beleidsregel 16 Het ruimtelijke besluit wordt niet eerder vastgesteld dan nadat een anterieure overeenkomst is aangegaan. Beleidsregel 17 Indien er geen anterieure overeenkomst kan worden gesloten binnen het voor de gemeente acceptabele tijdspad zal de gemeente alsnog het publieke spoor volgen en het ruimtelijk besluit gaan vaststellen voorzien van een exploitatieplan. Beleidsregel 18 Een actuele prognose van de totale grondexploitatie wordt jaarlijks in de herziening van de grondexploitaties opgenomen en over de ontwikkeling van de resultaten wordt in de producten uit de P&C-cyclus gerapporteerd. Grondexploitaties In oktober 2013 zijn de geactualiseerde grondexploitaties vastgesteld bij de herziening voor de halfjaarlijkse financiële voortgangsrapportage. Met de vaststelling van de exploitaties ontstaat een nieuw referentiekader. Afwijkingen daarvan zijn verantwoord en opnieuw onderwerp van besluitvorming. Financiële positie Het toepassen van het voorzichtigheidsprincipe bij de waardering van de grondexploitaties (GREX) is van wezenlijk belang. Dit betekent dat verwachte verliezen direct worden genomen op het moment dat deze voorzienbaar en onafwendbaar zijn. Winsten worden pas genomen na realisatie. Verder is op elk moment toereikend inzicht in de stand van de grondexploitatie (uitgaven, inkomsten, verliezen, gerealiseerde winsten, risico's en dergelijke), ondersteund door een betrouwbare en actuele prognose van de gecalculeerde uitgaven en inkomsten van de langlopende projecten. Dit zijn de belangrijkste uitgangspunten voor de vermogensvorming vanuit de grondexploitaties. Voor het inzicht in de financiële positie van de grondexploitatie zijn, naast de actuele exploitatie-berekeningen en de risicoanalyse, heldere afspraken en richtlijnen onmisbaar voor de systematiek van het treffen van voorzieningen en de tussentijdse winstneming. Deze richtlijnen zijn opgenomen in de nota grondbeleid. Overzicht projecten (x € 1.000.000)
Actieve grondexploitaties
Verwacht resultaat 01-01-2013 NCW*
Boekwaarde 01-01-2014
-17,0
-112,1
Mutaties Boekwaarde 2014 -0,2
Boekwaarde 31-12-2014
-112,3
Grondexploitaties in voorbereiding Projectadministraties Nog Niet In Exploitatie Genomen Gronden Totaal resultaat (NCW) Totaal Geïnvesteerd vermogen
-13,6
-13,6
-17,0 -125,7
-0,2
-125,9
*) Netto Contante Waarde
Gevoeligheidsanalyse In de grondexploitaties is uitgegaan van een kostenstijging van 2% en een opbrengststijging van 0%. Voor de periode tot en met 2017 en 1 % vanaf 2018. Wijzigingen in deze parameters hebben invloed op het uiteindelijke resultaat (NCW). Risico’s Het produceren van bouwrijpe grond is een bedrijfsmatige en veelal langdurige activiteit welke in principe risico’s met zich meebrengen. Voor de bedrijfsvoering van het grondbedrijf proces is het van belang dat er inzicht bestaat in de risico’s. De in het Meerjaren Programma Grond opgenomen grondexploitatieberekeningen zijn op zich uitkomsten van berekeningen gebaseerd op aannames en definities
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 135
Om inzicht te verkrijgen in de consequenties van de gekozen aannames en definities is per actief grondexploitatie complex een risicoprofiel opgesteld. De basis voor het risico profiel wordt gevormd door: Fase van het project: een project doorloopt een aantal stadia (initiatief-, definitie-, ontwerp- en uitvoeringsfase), waarbij per fase het risicoprofiel verandert. Relatie tussen reeds gerealiseerde opbrengsten en totaal verwachte opbrengsten Boekwaarde; als indicator wat het betekent indien er acuut integraal gestopt zou worden ( als gechargeerd model) bij een volledig “afwezige economie” Relatie tussen tijdsplanning en de berekening van de financiële resultaten (gevoeligheid t.a.v. rente en inflatie) De categorieën worden aangegeven in de onderstaande kleurcodering: Risicoprofiel Hoog (rood) Risicoprofiel Middel (oranje) Risicoprofiel Laag (groen) De kleurcodering komt overeen met de codering zoals die gehanteerd wordt in de voortgangsrapportages. De kwantificering van de algemene risico’s is in een apart hoofdstuk opgenomen bij de actualisering van de grondexploitaties en de halfjaarlijkse rapportages. Bij de afzonderlijke projecten zijn de projectspecifieke risico’s opgenomen. Hierbij zijn ook de beheersmaatregelen aangegeven. Overige gronden Naast de hiervoor genoemde projecten heeft de gemeente ook nog strategische gronden in haar bezit. Dit zijn gronden die in het verleden zijn aangekocht en die op dit moment niet zijn ondergebracht in een grondexploitatie. Het betreft totaal 65 hectare met een waarde van € 13,6 mln.. Deze gronden zijn opgenomen tegen marktconforme prijzen. Prognose Woningbouwproductie t/m 2018 Locatie 2014 2015 Keijzershof
2016
2017
2018
2019
Totaal
42
7
8
57
2
4
4
2
2
7
25
82
91
125
122
452
5
9
94
10
30
148
Centrumlijn Tuindershof Craeyenburch
14
’s-Gravenhout Ypenburg Kruisweg 1A AckersWoude Oranjepark Pijnacker-Noord Pijnacker Centrum P&R-terrein
38
16
64
Overige projecten
2
63
37
22
9
7
140
Totalen-Generaal
58
108
169
225
146
159
865
Voor de berekeningen in de begroting is het uitgangspunt dat voor de periode 2013-2020 de woning bouwproductie gekoppeld is aan de verwachte aantallen woningen uit de actuele grondexploitaties.. Bestaande grondexploitaties Projectnaam
Deelexploitatie
Status
Pijnacker Zuid
Centrumlijn overig
in voorbereiding
tot 2026
Keizershof
in uitvoering
tot 2022
KWG-West
in uitvoering
tot 2014
Pijnacker Centrum
Programmabegroting 2014-2017
Doorlooptijd
Pagina 136
Bestaande grondexploitaties Projectnaam
Deelexploitatie
Status
Doorlooptijd
Oostambacht
Deelplan II, III
in uitvoering
tot 2015
Boezem II
Boezem II
in uitvoering
tot 2023
Heron
Heron
in uitvoering
tot 2021
Katwijkerbuurt
in voorbereiding
tot 2015
Katwijkerlaan – van Sittert locatie
in voorbereiding
tot 2023
AckersWoude
Fase 1, 2, 3, 4
in voorbereiding
tot 2023
Lint Oude Leede
Oude Leede
in voorbereiding
tot 2016
In uitvoering
tot 2018
FES Oostland Ontsluiting glastuinbouwgebied
Komkommerweg
in uitvoering
tot 2018
P&R-terrein
P&R-terrein
in voorbereiding
tot 2016
Tuindersdorp
Tuindersdorp
uitgesteld
na 2020
Prognose winstuitnames Hieronder volgt een overzicht van de geprognosticeerde winstuitnames gebaseerd op de planning van de uitgaven en inkomsten van de per 1 juli 2013 geactualiseerde grondexploitaties. Deze bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarde (bedrag zoals dat in het betreffende jaar wordt verwacht). De bepaling van het verwachte resultaat vindt plaats op basis van de netto contante waarde (NCW), hierdoor kunnen er verschillen zijn tussen het verwachte resultaat en geprognosticeerde winstuitname. Grondcomplex (x € 1 mln)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022 t/m 2025
Pijnacker-Zuid Bedrijvenpark Heron
2026
Totaal
22.2
22,2
0,5
0,5
Oostambacht
1,0
1,0
Diverse complexen
0,1
0,1
Totaal
0.,0
1,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,5
0,0
22,2
23,8
In 2015 bevinden de grondexploitaties Katwijkerbuurt en Oostambacht zich in de eindfase en kan er waarschijnlijk winst worden genomen. De winstuitnames uit Pijnacker-Zuid en Bedrijvenpark Heron zijn sterk afhankelijk van het aantrekken van de woningmarkt respectievelijk de afzet van percelen bedrijfsterrein. In deze programmabegroting zijn bovenstaande cijfers opgenomen als dotaties aan de algemene reserve. Deze bedragen maken hiermee onderdeel uit van de verwachte ontwikkeling in het eigen vermogen en beïnvloeden hierdoor tevens de investeringsruimte in de komende jaren. Conform de vastgestelde spelregels m.b.t. winstuitname worden deze resultaten echter pas genomen op het moment dat deze daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Via de voortgangsrapportages, de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitaties en de reguliere P&C documenten wordt over de voortgang van de grondexploitaties en de verwachte resultaten periodiek gerapporteerd. Op basis van cijfers uit de geactualiseerde grondexploitaties kan elk jaar een prognose van de winstuitnames worden opgesteld.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 137
8. Wijkgericht werken Met het wijkgericht werken wordt ingezet op bevordering van burgerparticipatie, behoud en verbetering van de leefbaarheid en een goede communicatie tussen inwoner en gemeente om beter in beeld te krijgen wat er leeft in de wijken. Vanaf 2012 is wijkgericht werken in elke kern operationeel met een leefbaarheidsplan en een uitvoeringsprogramma. De goede ontwikkeling die het wijkgericht werken in de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, wordt in 2014 en volgende jaren doorgezet. Het accent verschuift daarbij wel meer richting burgerkracht en maatschappelijk initiatief vanuit de samenleving met een ondersteunende en faciliterende rol voor de gemeente. Deze accentverschuiving wordt geleidelijk aan en met zorg vormgegeven. Leefbaarheidsplannen centraal De systematiek van het gezamenlijk opstellen en uitvoeren van de leefbaarheidsplannen per kern staat centraal in het wijkgericht werken. De leefbaarheidsplannen komen tot stand op basis van een gedegen inventarisatie en analyse van de onderwerpen die op kernniveau spelen. De gemeente en samenwerkende partners trekken hiertoe gezamenlijk op met de bewoners en (andere) organisaties (scholen, ondernemers, verenigingen, maatschappelijke organisaties e.d.) in de kern. Partijen benoemen met elkaar in het leefbaarheidsplan de belangrijkste thema’s voor de kern en werken deze uit in uitvoeringsprogramma’s met concrete projecten. Het leefbaarheidsplan kent een uitvoeringstermijn van 4 jaar. In deze periode van 4 jaar worden twee uitvoeringsprogramma’s van elk 2 jaar uitgevoerd. Ook bij de uitvoering van de projecten hebben alle partijen hun bijdrage. De kosten van de projecten worden enerzijds gedekt uit de reguliere budgetten, anderzijds is per kern een leefbaarheidsbudget beschikbaar dat uit de middelen voor het wijkgericht werken wordt gedekt. Met ingang van 2013 zijn de leefbaarheidsbudgetten gehalveerd. Leefbaarheidsplan Delfgauw Het eerste Leefbaarheidsplan Delfgauw besloeg de jaren 2010-2013. Op het gebied van voorzieningen, verkeer, jeugd 12+, schoon en groen zijn in deze jaren 23 projecten uitgevoerd. Voor de periode 2014-2017 is een nieuw leefbaarheidsplan in voorbereiding, dat eind 2013/begin 2014 wordt vastgesteld. Na een brede campagne in Delfgauw zijn als thema’s voor dit nieuwe plan naar voren zijn gekomen: veilig, schoon, duurzaam en sportief. Tegelijk met het opstellen van het leefbaarheidsplan worden de gekozen thema’s uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma met projecten voor de jaren 2014-2015. Leefbaarheidsplan Nootdorp Het Leefbaarheidsplan Nootdorp 2011-2014 kent als thema’s: langzaam verkeer, jeugd 12+, sociale samenhang, toezicht en handhaving, zwerfvuil. In de jaren 2011-2012 is het eerste uitvoeringsprogramma met 9 projecten uitgevoerd. Op basis van de resultaten van deze projecten is door de samenwerkende partijen het tweede uitvoeringsprogramma met 8 projecten opgesteld, dat in de jaren 2013-2014 is/wordt uitgevoerd. Leefbaarheidsplan Pijnacker In Pijnacker is in het Leefbaarheidsplan Pijnacker 2012-2015 gekozen voor de thema’s: veiligheid, verkeer, sociale samenhang/onderlinge betrokkenheid bewoners en bewonersparticipatie bij de inrichting van de openbare ruimte. Het eerste uitvoeringsprogramma met 8 projecten is/wordt in de jaren 2012-2013 uitgevoerd. Eind 2013 wordt door de samenwerkende partijen het tweede uitvoeringsprogramma met projecten voor de jaren 2014-2015 opgesteld. Uitvoeringsinstrumenten Op uitvoerend niveau zullen de komende jaren ook de volgende instrumenten weer voor het wijkgericht werken worden ingezet: de structurele samenwerking met de partners, organisaties en bewoners(-organisaties) waaronder de driemensschappen per kern de maandelijkse spreekuren van de wijkmanagers en de jaarlijkse wijkschouwen de Doe-het-zelf Pot de tweejaarlijkse Leefbaarheidsmonitor het Meldpunt Wijkbeheer de combinatiefunctionarissen
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 138
Bij de uitvoering van de projecten uit de leefbaarheidsplannen worden ook andere, waar nodig vernieuwende technieken en instrumenten toegepast om bewonersparticipatie te bevorderen. Samenwerking en driemensschappen De wijkmanagers onderhouden voortdurend nauwe contacten met bewoners (-organisaties), politie, woningcorporaties, ondernemers en maatschappelijke organisaties binnen hun kern. De samenwerking met de wijkagenten en het jongerenwerk is op kernniveau georganiseerd in de vorm van een driemensschap per kern. Ook vanuit deze driemensschappen worden contacten onderhouden met bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De focus van de driemensschappen verschuift zoveel mogelijk van een repressieve naar een preventie aanpak. De wijkmanagers participeren in de trajecten Keurmerk Veilig Ondernemen. Spreekuren en wijkschouwen De wijkmanagers houden maandelijks spreekuur in hun kern. Bewoners kunnen zonder afspraak binnenlopen om leefbaarheidskwesties met de wijkmanager te bespreken. Daarnaast krijgen bewoners tijdens de jaarlijkse wijkschouw de gelegenheid hun zegje over de wijk te doen. De ervaringen wisselen per wijk, maar voor een groot aantal wijken biedt het een goed platform om met bewoners en organisaties in gesprek te raken c.q. te blijven. Doe-het-zelf Pot De Doe-het-zelf Pot is bedoeld om de inzet en betrokkenheid bij de eigen woonomgeving te stimuleren. Vanuit deze pot wordt financieel bijgedragen aan activiteiten die bewoners zelf voor hun straat of buurt organiseren. Leefbaarheidsmonitor De Leefbaarheidsmonitor (Lemon) is een al langer bestaand instrument, maar blijft van evident belang voor het wijkgericht werken. De Leefbaarheidsmonitor wordt in de oneven jaren uitgevoerd. Gemeten wordt hoe de leefbaarheid en veiligheid in de woonomgeving worden ervaren en welke thema’s in welke wijken aandacht behoeven. De resultaten van de monitor worden nadrukkelijk betrokken bij het opstellen van de leefbaarheidsplannen en het bepalen van de thema’s en projecten in de kernen. Daarnaast worden de cijfers in de monitor gehanteerd als prestatie-indicator in de programmabegroting: de scores in Pijnacker-Nootdorp moeten minimaal gelijk zijn aan de landelijke cijfers en in ieder geval een 6 of hoger zijn. Meldpunt Wijkbeheer Ook het Meldpunt Wijkbeheer blijft voor het wijkgericht werken een belangrijk basisinstrument voor een schone, hele en veilige woonomgeving. Met het Meldpunt worden de afhandelingstermijnen van meldingen in de openbare ruimte bewaakt en worden bewoners op de hoogte gehouden van de afhandeling van hun meldingen. In het burgerjaarverslag wordt verslag gedaan van de resultaten van het Meldpunt. Periodiek worden tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd en waar mogelijk wordt het Meldpunt verder verbeterd. Combinatiefunctionarissen Met de inzet van combinatiefunctionarissen wordt de samenwerking tussen de sectoren onderwijs, sport, cultuur, jeugd en buurt bevorderd. Het college heeft het Implementatieplan Combinatiefunctionarissen Pijnacker-Nootdorp vastgesteld. Dit implementatieplan voorziet in de aanstelling van de resterende 6,5 fte aan combinatiefuncties voor de (pilot)periode van 1 september 2013 tot en met 31 december 2014. Omdat reeds 1,4 aan fte is ingevuld, zal dan een totale formatie van 7,9 fte aan combinatiefuncties actief zijn. Met de deelnemende partijen is een intentieovereenkomst gesloten. Medio 2014 wordt de pilot geëvalueerd en wordt een besluit genomen of de inzet van combinatiefunctionarissen na 2014 wordt gecontinueerd.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 139
9. Duurzaam en energieneutraal Beleidskader Het beleidsplan Duurzaam Pijnacker-Nootdorp ‘een kwestie van doen…’, het uitvoeringsprogramma MUP en het programma ‘warmtetransitie’ vormen het beleidskader voor de duurzame en energiemaatregelen. Meerdere initiatieven zijn in gang gezet gericht voor op een verdere verduurzaming van de gemeente. Het betreffen zowel activiteiten voor de eigen gemeentelijke organisatie, als op woningen, bedrijven, energietransitie en mobiliteit. Uitvoering In deze collegeperiode is duurzaamheidsbeleid versterkt. Alle afwegingen over duurzaamheid en energie worden integraal in alle beleidskeuzes worden betrokken. Hierbij hoort ook een voorbeeldgedrag om nieuwe initiatieven van maatschappelijke partijen te versnellen én het verankeren van milieu en duurzaamheid in de producten van de begrotingsprogramma’s. In de afgelopen periode is onder meer ingezet op het actief stimuleren van de energietransitie in de glastuinbouw. Deze inzet heeft geleid tot aardwarmtewinning bij de glastuinbouwbedrijven Ammerlaan en Duijvestijn. Tevens wordt er hard gewerkt aan het project ‘energetisch verbeteren van bestaande woningen’. Het is nu van belang om op de in gang gezette processen door te pakken, in het bijzonder de woningverbetering én de energietransitie in de glastuinbouwsector. In het programma ‘economie en glastuinbouw’ zijn innovatie en energie belangrijke thema’s. Voor (aard)warmte ligt de focus op de bestaande projecten in de gebieden Noukoop-Balijade en FES Oostland, een warmteweb voor de tuinbouw in de Zuid- en Noordpolder en de verbinding van warmte uit de tuinbouw met de stedelijke omgeving van Pijnacker-Noord. Subsidiemogelijkheden en alternatieve financieringsconstructies worden ingezet. Nieuwe samenwerkings- en -financieringsopties zijn nodig om een volgende grote stap te maken naar een duurzame en klimaatneutrale gemeente. Binnen de Green Deal II met provincie en rijk is de glastuinbouw gepositioneerd als (top)sector waar veel kansrijke projecten zijn te realiseren in het kader van de duurzaamheidsagenda. Enkele bovengenoemde lokale warmteprojecten liften mee binnen de Green Deal II, waarbij de knelpunten van de projecten kunnen worden weggenomen. Kansrijk en kosteneffectief is het aansluiten bij (nieuwe) gebiedsontwikkelingen door het expliciet opnemen van milieunormen en ecologie in een bestemmingsplan of uitwerkingsplan. Bijvoorbeeld het integreren van ecologische structuren in de planvorming. Onder invloed van de terugval van de economie staat de inpassing van een ecologische structuur in het FES-gebied Oostland onder druk. Het is de inzet om ecologie toch een plaats te geven. Volgens de Toekomstvisie wordt bij de ruimtelijke ontwikkeling van Pijnacker-Nootdorp gestuurd op doelen en kwaliteit. Deze kaderstellende ‘overallvisie’ over de gemeente is voor de langere termijn het uitgangspunt voor de beleidsontwikkelingen in Pijnacker-Nootdorp. Voor duurzaamheid, milieu en ecologie is het gemeentelijke ruimtelijke ordeningsbeleid belangrijk. De gemeente wil daarom de kansrijke mogelijkheden voor hernieuwbare energie en milieu inbedden in ruimtelijke ordeningsplannen. Voor de energiedoelstelling in 2050 (en de tussendoelen in 2020 en 2030) behoren een groot aantal activiteiten door inwoners, bedrijven en de overheid in gang gezet te worden. Om een voortdurende beweging van samenwerkende initiatiefnemers te laten ontstaan, voort te zetten en op te schalen, onderhoudt de gemeente contacten met inwoners en bedrijven. Er hebben bijeenkomsten plaatsgevonden; hierop wordt doorgepakt. Wij zetten ons in om de beweging een steeds grotere vorm te laten aannemen. Een van de instrumenten daarbij is de website ‘Energiek Pijncaker-Nootdorp’. De einddoelstelling van Pijnacker-Nootdorp kan met de samenleving waargemaakt worden. Voor 2014 liggen accenten bij: de lopende energietransitieprojecten, vooral de warmte uit de tuinbouw; de verbetering van de bestaande woningvoorraad.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 140
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 141
10. Ruimtelijk beleid Gebiedsgericht Pijnacker-Nootdorp is een van de acht steeds terugkerende kernthema’s in de begroting. Integrale gebiedsontwikkeling vormt, aldus het Bestuurlijk Uitvoeringsplan 2010-2014, de rode draad van ons ruimtelijk beleid, met als doel de sectorale beleidsdoelen ruimtelijk te vertalen, onderling op elkaar af te stemmen en integraal af te wegen. Sinds de programmabegroting 2012 is een aparte paragraaf ruimtelijk beleid opgenomen om er voor te zorgen dat toekomstige ontwikkelingen op het grondgebied van PijnackerNootdorp steeds meer integraal zouden worden aangepakt en om hiervoor de inhoudelijke en methodische kaders te ontwikkelen. Voorbeelden zijn de Toekomstvisie, Economische Visie, Visie op het Sociale Domein en de Ruimtelijke Structuurvisie. De nieuwe toekomstvisie schetst een beeld van de ruimtelijke inrichting van Pijnacker-Nootdorp die qua maat en schaal wordt bepaald door enerzijds de kernen en anderzijds de regionale ligging. Kenmerkend in het ruimtelijk beeld zijn de drie woonkernen met een hoogwaardig woonklimaat én verbindingen met omliggend stedelijk gebied. Typerend ook zijn de grote groene buitengebieden die onderling en met aanpalende gebieden zijn verbonden tot een metropolitaan park. Visie Missie
Pijnacker-Nootdorp Herkenbare gemeente in een landelijke omgeving waar de stad nooit ver weg is Pijnacker-Nootdorp wil in de regio: een uniek woonmilieu bieden met het groene buitengebied meerwaarde geven met duurzame en innovatieve bedrijven, waaronder de glastuinbouw, de economie versterken
Een belangrijke ruimtelijke ontwikkeling is de nog steeds voortschrijdende schaalvergroting (regionalisering, globalisering) van de samenleving, met tegelijkertijd als reactie daarop het benadrukken van de eigen, vertrouwde plek als baken van continuïteit. Om de ruimtelijke kwaliteiten te behouden en versterken, worden na de realisatie van de huidige woningbouwopgave (VINEX/VINAC) geen grootschalige uitbreidingslocaties meer gebouwd. Het kaartbeeld van Pijnacker-Nootdorp laat dan ook na realisatie van al geplande nieuwe woonwijken en bedrijvenparken geen nieuwe grootschalige uitbreidingslocaties meer zien. Na deze realisaties liggen de ruimtelijke contouren ook in het landschap vast. De centrale ruimtelijke opgave schuift van kwantiteit naar kwaliteit en van groei naar beheer. Binnen de ruimtelijke kaders komen de komende decennia ruimtelijke kwaliteitsverbeteringen tot stand die passen bij de eigenheid van en visie op Pijnacker-Nootdorp. Kwaliteitsverbeteringen in de vorm van modernisering en herstructurering van glastuinbouwgebieden en bedrijvenparken, kleinschalige woningbouw en realisatie van recreatieve functies in het buitengebied. Binnen de groene contouren, die vastliggen, is functievermenging welkom als die bijdraagt aan de recreatieve functie. De contouren van de glastuinbouwgebieden worden gerespecteerd en daarbinnen vindt verduurzaming plaats met verbeteringen in de ruimtelijke kwaliteit, met groene overgangszones. Waar glastuinbouw verdwijnt zijn andere functies mogelijk. Ruimtelijke Structuurvisie In het Bestuurlijk Uitvoeringsplan is afgesproken om een Ruimtelijke Structuurvisie op te stellen. Direct na de vaststelling van de nieuwe Toekomstvisie is een traject gestart om de Ontwerpstructuurvisie rond de zomer van 2013 door de raad te kunnen laten vaststellen. De Ruimtelijke Structuurvisie wordt aan de raad aangeboden ter vaststelling in februari 2014. Net als bij de Economische visie en de Visie op het Sociale Domein vraagt de Toekomstvisie om heldere uitspraken te doen. In het geval van de Ruimtelijke Structuurvisie uitspraken over de beoogde doelen en kwaliteiten van de verschillende gebieden. De vitaliteit van de gemeenschap, de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving en de bereikbaarheid van functies en voorzieningen op verschillende schaalniveaus staan hierbij centraal. Evenals bij de economische- en maatschappelijke ontwikkeling, varieert de rol van de gemeente in de ruimtelijke ontwikkeling waarbij wordt opgeschaald langs dezelfde lijn van garanderen; uitnodigen & faciliteren en regisseren & afstemmen.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 142
Garanderen In de ruimtelijke ontwikkeling is de eerste taak van de gemeente om kaders te stellen vanuit de ruimtelijke ordening. De maatschappelijke en economische basisvoorzieningen moeten in de structuurvisie worden geborgd. De groene contouren van het buitengebied, die identiteitsbepalend zijn voor Pijnacker-Nootdorp, zijn hard. Ook moet de ruimte worden gegarandeerd waarbinnen de glastuinbouwsector het minimum productieareaal kan handhaven, evenals de basale instandhouding van de openbare ruimte en basisinfrastructuren in de kernen en naar de omgeving. Het ruimtelijke beeld anno 2012 zal in de structuurvisie nog veranderen door al geplande woningbouwprojecten, bedrijvenparken en herinrichtingen van buitengebieden. Uitnodigen en faciliteren De structuurvisie moet partijen uitnodigen om ruimtelijke ontwikkelingen te initiëren die passen bij de eigenheid van en visie op Pijnacker-Nootdorp. De ruimtelijke kwaliteit van de verschillende gebieden kan op die manier verder worden verbeterd. Herstructurering van glastuinbouwgebieden en bedrijvenparken, realisatie van nieuwbouwwoningen en recreatieve functies in het buitengebied komen bij voorkeur langs die weg tot stand. De gemeente faciliteert waar nodig zonder de taak over te nemen. Met inzet van uitnodigingsplanologie stuurt de gemeente daarbij op duurzame doelen en kwaliteit. Binnen de context en randvoorwaarden van de (regionale) woningmarkt streeft de gemeente primair naar woningbouwprojecten die op de lokale behoefte aansluiten. Gezien de demografische ontwikkeling van de bevolking is de inzet om levensloopbestendig en flexibel te bouwen zodat jongeren en ouderen indien gewenst een lokale wooncarrière kunnen doorlopen. De contouren van de glastuinbouwgebieden worden in de structuurvisie gerespecteerd: ruimtelijke veranderingen in deze gebieden hangen af van verduurzamingsinitiatieven van de sector. In de structuurvisie zullen voor de verschillende transformatiegebieden heldere uitspraken over beoogde doelen en kwaliteiten worden gedaan. Vrijkomende ruimte kan worden ingezet voor andere functies. Regisseren en afstemmen Voor ruimtelijke ontwikkelingen die van cruciaal belang zijn voor de gemeente in de metropool, maar die niet tot stand kunnen komen door particulier initiatief, neemt de gemeente in de structuurvisie de regie op zich. Veelal in alliantie met andere overheden. De ontwikkeling van (delen van) het buitengebied tot toegankelijk metropoolpark, verbonden met aansluitende groengebieden, is zo’n opgave. Evenals de ruimtelijke ordening van de ondergrondse infrastructuur en het openbaar vervoerssysteem.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 143
11. Te ontvangen subsidies Inkomsten Door de gehele gemeentelijke begroting en jaarrekening worden inkomsten begroot en gerealiseerd. Veel van deze inkomsten zijn direct te relateren aan de daartegenover staande uitgaven zoals de WWB, Wmo, bouwvergunningen, leges enz. of zoals de algemene uitkering vanuit het Gemeentefonds waar geen directe uitgaven tegenover staan. Andere vormen van inkomsten zijn onder andere subsidies. Subsidies Deze paragraaf is bedoeld om inzicht te geven in subsidies die ontvangen en aangewend worden ten behoeve van uitgaven in de openbare ruimte. Meestal worden deze subsidies ontvangen voor besteding aan meerjarige investeringen. Af en toe worden subsidies aangewend ten behoeve van de exploitatie. Het overzicht in deze paragraaf onderkent vier stadia in subsidies: subsidies in aanvraag; subsidies toegekend middels beschikking; subsidieverantwoording verzonden richting subsidieverstrekker; subsidieverantwoording akkoord door subsidieverstrekker. Naast dit onderscheid in stadia geeft het overzicht ook de hoogte weer van het subsidiebedrag, het bedrag dat is ontvangen en wat nog te ontvangen is. In de afgegeven beschikkingen is altijd een uitbetalingsschema opgenomen, maar in de praktijk wordt dit schema niet gerealiseerd. In de planning van de ontvangsten wordt uiteraard de volledige subsidie geprognosticeerd alleen komt dit niet altijd overeen met de vastgestelde beschikking. Te realiseren
Gerealiseerd Subsidie verstrekker Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden
Projectomschrijving In aanvraag (ontwerpbeschikking) Fietsroute Kruisweg Nootdorp Fietsparkeervoorzieningen Dorpsstraat Nootdorp Overrijdbare middenberm Nootdorpseweg/Noordweg Fietsenstallingen bushaltes PijnackerNootdorp Wisseling campagneborden
Subsidie bedrag
2.500
5.000.000
Haaglanden Haaglanden
Fietspad Keijzershof fase 2 definitief
100.000
Haaglanden
Fietspad Zuideindseweg-Wilgenweg
200.000
Haaglanden
Fietspad Laan van Ruyven - Ruyven Fietsbrug en Fietspad Zuideindseweg Ruyven Verkeersveiligheidsplan PijnackerNootdorp 2014 (cluster)
112.500
Haaglanden Haaglanden Haaglanden
Haaglanden Haaglanden
Programmabegroting 2014-2017
t/m juli 2013
5.000
Oostelijke Randweg fase 2 Fietspad Oostlaan-'s Gravenhout 4e fase Verkeersveilige schoolomgevingen (cluster) [aanvulling Kruisweg] 30 km/u-zone Pijnacker-Noord, Heesterbuurt Hoofdroute 30 km/u
Haaglanden
2012
75.525
6.360.535
Rijk
2011
176.980 176.980 1.387
Komkommerweg Komkommerweg MIRT (aanleg rotonde N470) Komkommerweg
Provincie
(tm)2010
1.200.000 600.000
200.000 8.060 180.000 369.750
200.000 90.000
Pagina 144
na juli 2013
Gerealiseerd Subsidie verstrekker Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden
Projectomschrijving Reconstructie kruispunt Oostlaan/Klapwijkseweg/Vlielandseweg Kwaliteit fietspaden Oostlaan, Klapwijkseweg, Vlielandseweg Fietsenstalling RandstadRailhalte Pijnacker-Centrum oostzijde P&R-terrein RandstadRailhalte Pijnacker-Centrum Bushaltes Pijnacker-Nootdorp Oostlaan Verkeersveiligheid kruispunt Kerkweg/Koningin Julianastraat Verbreding fietspad rotonde Oostlaan/Meidoornlaan Oudeweg (Ds. C. Spoorlaan - M Blonkweg) [asfaltering fietspad] Verkeersveiligheid Oudeweg en kruispunt Oudeweg/Braslaan Fietspad Laan van NootdorpSportparkweg Aardwarmteproject Ammerlaan
Subsidie bedrag
(tm)2010
2011
2012
t/m juli 2013
Te realiseren na juli 2013
1.953.150 862.875 710.625 293.750 37.000 11.250 56.250 265.415 325.200 112.500 350.000
Toegekend (beschikking) Verkeer Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden
Komkommerweg 30 km zone Pijnacker-Noord Staatsliedenbuurt Fietspad Klapwijkseweg - Oostlaan Bordbusters De scholen zijn weer begonnen 2012-2014 Verkeersveiligheid Molenweg en kruispunt Molenweg/Oudeweg Groen
Haaglanden
Fonds Groen Barrière Katwijkerlaan Groen blauwe dooradering Oostland Rijk/Provincie 2012-2014 Subsidies Groenzoom (w.o. Barrières en Rijk/Provincie inrichtingskwaliteit De Groenzoom) Onderwijs Gemeente DH Regiomiddelen Vroegtijdig Onderwijsbeleid Schoolverlaten (vsv) 2013 Overig PZH Gem Den Haag PZH Haaglanden Rijk/Provincie Provincie Min VROM
Partnership Duurzaamheid Boezem II RandstadRail Scope-overdracht , halte Nootdorp ISV Pijnacker Noord Grondkostenverordening Haaglanden (Keijzershof) Sanering verspreid liggend glas Katwijkerbuurt 2011-2014 Sanering verspreid liggend glas Katwijkerbuurt 2011-2014 Sanering verspreid liggend glas Lint Oude Leede 2011-2014 Proces- en plankosten LOL 2
Programmabegroting 2014-2017
5.438.354
2.719.177
212.231
132.336
2.426.597
106.115
106.115
153.400
153.400
6.150
4.100
226.955
2.050 113.480
50.000
113.475
50.000
10.400.000
4.000.000
6.400.000
2.683.900
91.377
91.377
22.550 832.799
18.040
4.510
666.239
166.550
441.276
441.276
6.552.972
4.107.972
350.000 644.000
-
2.445.000
160.000
190.000
515.200
128.800
300.000
300.000
Pagina 145
Te realiseren
Gerealiseerd Subsidie verstrekker
Projectomschrijving
Provincie
Sanering verspreid liggend glas Lint Oude Leede 2011-2014 realisatie saneringsafspraken (LOL 2) Procesondersteuning sanering verspreid glas Oude Leede (LOL 1) ISV Geluid
Provincie
ISV Bodem
Min VROM Provincie
Provincie
Verantwoording naar subsidieverstrekker Herstructurering bedrijventerreinen Kruisweg 1B
Haaglanden
Verantwoording akkoord door subsidieverstrekker Fietsproject Fietsstraat parallelweg Noordweg Fietsvoorzieningen Pijnacker Centrum Emmastraat Verkeersveiligheid Emmastraat
Haaglanden Haaglanden
Haaglanden Haaglanden
Subsidie bedrag
(tm)2010
2011
2012
t/m juli 2013
500.000
450.000
500.000
240.000
210.000
-
223.000
223.000
234.000
78.000
567.222
453.780
288.790
131.575
78.000
157.215
-
14.485
14.485
40.637
40.637
Fietsparkeren Witte Huis
19.700
65.650
62.650
Haaglanden
Fietsbrug Keijzershof-Koningshof Aanpassing openbaar vervoerhaltes cluster 2011/1 Fietsproject Asfaltproject Katwijkerlaan Fietstunnel Overgauwseweg /Onderdoorgang Tuindersweg Autoproject Randweg Nootdorp BDU (voorheen GDU) Autoproject Oostelijke randweg fase I
Haaglanden
Parkeeractieplan
Haaglanden
Autoproject Tuindersweg
Haaglanden
Verkeersveiligheid Westlaan Oostlaan
50.750
507.500
Haaglanden
Haltekom Laan van Nootdorp
29.807
29.807
Haaglanden
Fietsroute Europalaan
Haaglanden Haaglanden Haaglanden
Haaglanden
2e fase Fietspad Oostlaan PN-'s Gravenweg (HGL233) 3e fase Fietspad Oostlaan PN-'s Gravenweg (HGL233) Aansluiting fietstunnel 's-Gravenweg (HGL137) Fietspad Emerald (Rijksstraatweg /Zuideindseweg) (HGL132) Schoolzonemarkeringen
Haaglanden
Fietsproject Asfaltproject Westlaan
Haaglanden Haaglanden Haaglanden Haaglanden
Programmabegroting 2014-2017
32.600
32.600
467.950
225.900
1.553.934
824.200
609.908
4.186.121
3.139.590
1.046.531
2.782.399
1.329.381
1.453.018
100.000
50.000
50.000
6.909.746
3.639.636
395.190
355.589
950.056
475.028
475.028
250.814
125.405
125.405
49.270
24.635 167.090
24.635 29.486
25.450 130.950
119.826
3.270.110
730.799
196.577
78.000
113.442
19.700
Haaglanden
na juli 2013
25.450 65.475
65.475
-
Pagina 146
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 147
12. Inkoop en Aanbesteden Beleidskader Bestuurlijk Uitvoeringsplan 2010 – 2014 In 2012 heeft een onderzoek naar Inkoop- en aanbesteden van de Rekenkamercommissie geleid tot een viertal aanbevelingen. Deze aanbevelingen gaan over het verbeteren/aanpassen van: 1. 2. 3. 4.
Doelmatig financieel beheer bij ingekochte/aanbestede uitvoering. Administratieve organisatie en interne controle bij inkoop en aanbesteding Informatievoorziening over inkoop en aanbesteding in de p&c cyclus. Verankering duurzaamheid in inkoop- en aanbestedingsbeleid.
Per 1 april 2013 is er een nieuwe aanbestedingswet van kracht in Nederland die nieuwe eisen stelt aan de wijze waarop overheidsinstellingen inkopen- en aanbesteden. Per 1 juli 2013 is door ons college een nieuw inkoop- en aanbestedingsbeleid vastgesteld waarin zowel de adviezen van de Rekenkamercommissie als de eisen van de nieuwe wet verwerkt zijn. Dit nieuwe inkoop- en aanbestedingsbeleid is aan u via de actieve informatieplicht aangeboden. Het Inkoop- en aanbestedingsbeleid bestaat uit twee delen: een algemeen deel gebaseerd op de adviezen van de Vereniging Nederlandse Gemeente dat is vastgelegd in het Inkoop- en aanbestedingsbesluit 2013 van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en een specifiek voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp geldend deel: het Inkoop- en aanbestedingsreglement 2013. Beide zijn zowel via de Regelingenbank als op de website van de gemeente gepubliceerd. Inkoopkaart In het beleid zijn meer sturingselementen opgenomen om de door de rekenkamer geadviseerde controle op rechtmatige en doelmatige uitgaven op het gebied van inkoop- en aanbestedingen te vergroten. Aangezien ook de wet een aantal verplichtingen oplegt aan aanbestedende diensten om de sturingselementen voorafgaande aan een inkoop- en aanbestedingstraject vast te leggen, is gekozen voor een Inkoopkaart. Het is een sjabloon die voorafgaande aan een inkoop- of aanbestedingstraject ingevuld moet worden en waarop met de vooraf vastgelegde keuzes voldaan wordt aan de nieuwe wet en tijdens en achteraf door de gemeente gebruikt kan worden in het kader van de P&C cyclus. Op een Inkoopkaart worden de volgende gegevens vastgelegd: a) b) c) d) e) f) g) h)
welke afdeling het inkoop- of aanbestedingsproject start Of de verwerving een levering, dienst of een werk betreft Beschikbaar budget De geraamde waarde van de opdracht Welke inkoopprocedure gevolgd word (enkel- meervoudig, openbaar) Bij enkel en meervoudige procedures: welke ondernemers gevraagd worden De beoogde gunning op basis van EMVI of laagste prijs plaatsvind De inkoopkaart wordt digitaal vastgelegd
Gunningbesluit Na afloop van een inkoopprocedure wordt een gunningbesluit digitaal vastgelegd. In een gunningbesluit wordt vastgelegd wie de meest gerede ondernemer is aan wie de opdracht beoogd gegund gaat worden. In het gunningbesluit is een koppeling met de Inkoopkaart en wordt met name de aangeboden prijs van de meest gerede ondernemer vastgelegd. Informatievoorziening over inkoop en aanbesteding in de p&c cyclus Op basis van de data uit de Inkoopkaarten en de Gunningbesluiten worden in de P&C cyclus tussen de 5 en 10 uitgevoerde inkoopprocedures gemonitord. Op basis van de geraamde waarde van de opdracht, de aangeboden waarde en de betaalde facturen wordt gecontroleerd of deze overeen komen. De controle vindt
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 148
plaats over zoveel mogelijk afdelingen en ten aanzien van zowel leveringen, werken als diensten. Over de uitkomsten zal in de P&C cyclus melding worden gemaakt. Verankering duurzaamheid Manifest Professioneel Duurzaam Inkopen Duurzaamheid heeft in het beleid een verankering gekregen en door het ondertekenen van het Manifest Professioneel Duurzaam Inkopen wordt daar praktische invulling aan gegeven. De gemeente PijnackerNootdorp staat inmiddels op de lijst van gemeenten die het Manifest toepassen. Te verwachten aanbestedingen in 2014 In 2014 worden in elk geval de onderstaande aanbestedingen verwacht: opstellen bestemmingsplannen; verkeersborden intergemeentelijk); inhuur personeel (intergemeentelijk); licenties Oracle; belastingapplicatie (in samenwerking met Zoetermeer); WMO-trapliften (intergemeentelijk).
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 149
13. Sociaal domein Deze paragraaf is opgesteld als uitwerking van uitgangspunt 7 van onze visie op het sociaal domein, waarin wij willen komen tot integrale middeleninzet en sturingsmethoden binnen het sociaal domein. We gaan daarbij uit van ontschotting. Dit heeft consequenties voor de opzet van de huidige programmabegroting en de administratieve organisatie die daaraan vast zit. Het vraagt verder onderzoek om tot bijvoorbeeld één programma sociaal domein te komen. Het sociaal domein verandert! Met onze visie op het sociaal domein kiezen wij voor een fundamentele hervorming van het sociaal domein als geheel. Om die ambitie waar te maken gaan transities en transformaties hand in hand. Enerzijds hebben we een drietal wettelijke taken vorm te geven en moeten we onze organisatie en onze partners tijdig daarop voorbereiden. Tegelijkertijd moeten we stappen zetten die leiden tot een maatschappelijke ondersteuning, die uitgaat van het perspectief van onze inwoners en ruimte geeft aan de professionals. Transformatie betekent een verandering in houding en gedrag van onze inwoners, onze partners en niet in de laatste plaats van onszelf. Deze twee deelopdrachten pakken we parallel op en onderweg zoeken we de dwarsverbanden. Daarbij is steeds het uitgangspunt dat we bij de zaken die we voor de korte termijn moeten regelen, de noodzakelijke transformatie op lange termijn niet frustreren. In 2014 focus op decentralisatie van rijkstaken De uitvoeringsstrategie sociaal domein omvat vele projecten en activiteiten, waarvan er de afgelopen periode al veel in gang zijn gezet. Specifieke onderdelen of beleidskeuzes uit die drie wetten moeten worden voorbereid of zijn al in uitvoering. De decentralisaties van de Awbz, de Jeugdzorg en de Participatiewet vormen een grote uitdaging voor de gemeente. Het inkomensdeel van de Participatiewet blijft overigens sterk gebonden aan rijksregels, hetgeen ook zou kunnen gelden voor de Jeugdzorg als de nieuwe Jeugdwet in huidige vorm en inhoud wordt vastgesteld. De hele operatie betekent bijna een verdubbeling van de algemene uitkering van het gemeentefonds. De gemeente wordt verantwoordelijk voor vrijwel de gehele maatschappelijke ondersteuning, inclusief de aansluiting van de jeugdzorg op de operatie “Passend Onderwijs”. Tegelijkertijd is sprake van forse budgetkortingen. Dit betekent dat de decentralisaties het mogelijk én noodzakelijk maken de verschillende taken in hun onderlinge samenhang te bezien en uit te voeren vanuit een ander, integraal perspectief op het sociale domein. Onzekerheden en risico’s Het regeer- , sociaal - en zorgakkoord brengen voor de gemeente grote wijzigingen met zich mee op het sociaal domein. Er vindt landelijk onafhankelijk onderzoek plaats naar de financiële – en uitvoeringsrisico’s voor gemeenten bij de decentralisaties. De budgetten zijn nog niet exact bekend , de behandeling van de concept Jeugdzorgwet vindt nog plaats, de wetgeving m.b.t. Awbz/Wmo en Participatiewet is nog onderwerp van discussie. De concept-wetsteksten worden hopelijk begin 2014 door de Tweede en Eerste Kamer behandeld. Gelijktijdig moet de gemeente de beleidskaders voorbereiden, zodat de implementatie tijdig kan plaatsvinden. Invoeringskosten decentralisatie rijkstaken In aansluiting op de inhoudelijke informatie over de decentralisatie van rijkstaken, volgt in deze paragraaf een overzicht van de financiële consequenties voor de invoering van de veranderopgave. Uitgangspunt is dat de structurele jaarlijkse uitvoeringskosten, als deze taken zijn ingevoerd, budgettair neutraal plaatsvinden. Belangrijke opgaven in het sociaal domein zijn het versterken van netwerken, integrale toegang en een vernieuwd, vraaggestuurd en gebiedsgericht aanbod. Deze veranderopgave in het sociaal domein vraagt om een andere manier van sturen en verantwoorden. Om de inhoudelijke en financiële doelen van de veranderopgave te realiseren is het noodzakelijk in de voorbereidingsfase te investeren - in ieder geval totdat de structurele taken zijn ingeregeld. Voor de uitwerking van deze organisatie en ondersteuning op het sociaal domein wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande formatie. Op deze wijze wordt kennis en ervaring opgebouwd, die noodzakelijk is voor de uitvoering per 2015. Daarnaast zijn er ontwikkel- en implementatiekosten. Het gaat om onderzoek, ontwikkelprojecten, bijdrage aan regionale samenwerkingsverbanden, ICT, uitvoering communicatie en participatie e.d. Voor de invoering heeft het Rijk een transitiebudget beschikbaar gesteld.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 150
invoeringsbudget decentralisatie Jeugdzorg 2012
€ 35.387
2013
€ 135.821
2014
€ 26.481
budget transitiekosten AWBZ begeleiding naar WMO 2012
€ 136.930
2013
€ 93.732
2014
€ 106.825
Structurele uitvoeringskosten De bedoeling van het Rijk is om een deelfonds sociaal domein in te voeren. Het kabinet kiest ervoor om in stappen de budgetten voor Wmo/Awbz, Jeugdzorg en het werkdeel Participatiewet te bundelen. Het perspectief is een zo breed mogelijke ontschotting via drie kolommen in het gemeentefonds tot één integraal budget. Bundeling richt zich op de budgetten die bedoeld zijn om de participatie in de maatschappij te bevorderen. Het Inkomensdeel van de Wwb (straks Participatiewet) is naar zijn aard anders, namelijk gericht op inkomensondersteuning. Het vergt onderzoek of het betrekken van het Inkomensdeel in de bundeling vanuit dat perspectief toegevoegde waarde heeft. Voor de uitvoering (uitvoeringsapparaat en voorzieningen) van de gedecentraliseerde taken Awbz , Jeugdzorg en Participatiewet m.i.v. 2015 is nog niet bekend met welk bedrag het gemeentefonds wordt opgehoogd en welke uitvoeringscapaciteit nodig is. Vooralsnog gaan we uit van een budgettair neutrale invoering, met in achtneming van de opmerkingen over onzekerheden en risico’s.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 151
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 152
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 153
De financiële begroting
C
In dit hoofdstuk zijn diverse (verplichte) financiële overzichten ondergebracht. Deze overzichten geven naast de overzichten per programma inzicht in de exploitatie en de financiële positie. In verband met afronding op duizendtallen kunnen kleine afrondingsverschillen ontstaan (voor de onderstaande tabellen geldt dat een bedrag met een -/- teken een nadeel is).
1 Overzicht lasten en baten Omschrijving (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
-29.162
-28.903
-24.309
-21.347
-24.831
-29.201
-597
-664
-1.014
-357
-366
-366
-4.026
-11.618
-12.607
-4.382
-459
-6.351
Laten programma's 1 Bouwen en wonen 2 Economie en glastuinbouw 3 Mobiliteit 4 Groen, water & recreatie
-443
-604
-1.066
-700
-722
-744
-6.415
-6.282
-6.926
-6.883
-6.844
-6.775
6 Maatschappelijke voorzieningen
-11.259
-12.122
-11.809
-11.699
-11.615
-11.556
7 Publiekszaken
-19.790
-18.666
-18.788
-18.726
-18.714
-18.714
8 Leefbaarheid & Veiligheid
-21.365
-23.001
-23.583
-23.092
-23.630
-24.077
9 Bestuur en bedrijfsvoering 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal saldo van lasten
-14.845
-14.400
-14.206
-14.188
-14.218
-14.486
-458
-1.036
-1.118
-2.428
-3.803
-5.314
-108.359
-117.297
-115.427
-103.802
-105.202
-117.583
-18.902
-13.116
-7.958
-9.093
-10.537
-4.490
-127.261
-130.413
-123.385
-112.895
-115.739
-122.073
25.689
26.134
22.540
20.524
22.959
27.311
12
82
82
82
82
82
261
96
98
98
98
98
11
0
0
0
0
0
5 Onderwijs
Dotaties reserves Totaal lasten inclusief dotaties reserves Baten programma's 1 Bouwen en wonen 2 Economie en glastuinbouw 3 Mobiliteit 4 Groen, water & recreatie 5 Onderwijs
558
291
473
473
377
377
1.449
1.369
1.647
1.741
1.741
1.741
7 Publiekszaken
11.467
10.642
11.107
11.107
11.282
11.282
8 Leefbaarheid & Veiligheid
15.144
10.341
9.946
10.196
10.554
10.922
1.446
1.624
237
238
243
243
55.497
54.377
56.105
52.784
53.585
54.013
111.534
104.956
102.235
97.243
100.921
106.068
19.208
26.048
21.149
13.271
11.879
11.483
130.742
131.004
123.385
110.514
112.800
117.551
3.482
590
0
-2.381
-2.939
-4.522
6 Maatschappelijke voorzieningen
9 Bestuur en bedrijfsvoering 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal saldo van baten Onttrekkingen reserves Totaal baten inclusief onttrekkingen reserves Saldo
Programmabegroting 2014-2017
Het onderstaande overzicht geeft de specificatie weer van de baten en lasten van de algemene dekkingsmiddelen. Een nadere toelichting op de onderdelen is opgenomen vanaf pagina 82 (Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien) en vanaf pagina 90 (paragraaf Lokale heffingen). Omschrijving (bedragen x € 1.000)
Baten A. Onroerend zaak belasting gebruikersdeel B. Onroerend zaak belasting eigenarendeel C. Hondenbelasting E. Toeristenbelasting F. Algemene uitkering gemeentefonds G. Saldo financieringsfunctie H. Overige eigen middelen I. Dividend Overig Totaal saldo van baten Lasten A. Onroerend zaak belasting gebruikersdeel B. Onroerend zaak belasting eigenarendeel H. Overige eigen middelen K. Onvoorziene uitgaven L. Stelposten M. Storting bespaarde rente in reserves N. Kosten deelnemingen Overig
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
701
1.004
1.208
978
998
1.017
6.175
5.210
5.481
5.618
5.772
5.931
150
148
158
161
166
170
141
100
135
138
141
144
38.824
37.974
39.281
36.490
37.130
37.368
26
4.169
3.950
3.922
3.903
3.905
1.257
1.262
1.209
1.153
1.102
1.051
2.250
2.530
2.530
2.517
2.517
2.517
5.972
1.980
2.154
1.807
1.857
1.910
55.497
54.377
56.105
52.784
53.585
54.013
0
0
-6
-6
-6
-6
0
0
-28
-28
-29
-30
0
40
0
0
0
0
0
-68
-172
-172
-172
-172
0
-214
-162
-177
-177
-177
-1.257
-1.262
-1.209
-1.153
-1.102
-1.051
-28
-28
-28
-28
-28
-28
-429
-765
-721
-2.016
-3.391
-4.900
Total saldo van lasten
-1.715
-2.298
-2.327
-3.581
-4.905
-6.364
Totaal saldo van baten en lasten
53.782
52.079
53.779
49.203
48.680
47.649
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 155
Overzicht baten en lasten rekening 2012, begroting na wijziging 2013 en begroting 2014.
Baten en lasten per programmaveld Rekening 2012
Programmaveld (bedragen x € 1.000)
Lasten Resultaat voor bestemming 1 Bouwen en wonen 2 Economie en glastuinbouw 3 Mobiliteit 4 Groen, water & recreatie 5 Onderwijs 6 Maatschappelijke voorzieningen 7 Publiekszaken 8 Leefbaarheid & Veiligheid 9 Bestuur en bedrijfsvoering Subtotaal programma's 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal saldo van baten en lasten Mutaties reserves 1 Bouwen en wonen 2 Economie en glastuinbouw 3 Mobiliteit 4 Groen, water & recreatie 5 Onderwijs 6 Maatschappelijke voorzieningen 7 Publiekszaken 8 Leefbaarheid & Veiligheid 9 Bestuur en bedrijfsvoering Subtotaal programma's 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Toevoegingen en onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming 1 Bouwen en wonen 2 Economie en glastuinbouw 3 Mobiliteit 4 Groen, water & recreatie 5 Onderwijs 6 Maatschappelijke voorzieningen 7 Publiekszaken 8 Leefbaarheid & Veiligheid 9 Bestuur en bedrijfsvoering Subtotaal programma's 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Resultaat
Programmabegroting 2014-2017
Baten
Begroting na wijziging 2013 Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2014
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-29.162
25.689
-3.473
-28.903
26.134
-2.769
-24.309
22.540
-1.769
-597 -4.026 -443
12 261 11
-584 -3.766 -432
-664 -11.618 -604
82 96 0
-582 -11.522 -604
-1.014 -12.607 -1.066
82 98 0
-932 -12.509 -1.066
-6.415 -11.259 -19.790 -21.365 -14.845
558 1.449 11.467 15.144 1.446
-5.857 -9.810 -8.323 -6.220 -13.399
-6.282 -12.122 -18.666 -23.001 -14.400
291 1.369 10.642 10.341 1.624
-5.992 -10.753 -8.025 -12.660 -12.776
-6.926 -11.809 -18.788 -23.583 -14.206
473 1.647 11.107 9.946 237
-6.453 -10.163 -7.681 -13.637 -13.969
-107.901
56.038
-51.864
-116.261
50.579
-65.682
-114.309
46.130
-68.179
-458
55.497
55.039
-1.036
54.377
53.341
-1.118
56.105
54.988
-108.359
111.534
3.175
-117.297
104.956
-12.341
-115.427
102.235
-13.192
-501
2.101
1.600
-802
2.313
1.511
-796
1.316
520
0
22
22
0
0
0
0
0
0
-4.727
8.976
4.249
-2.887
13.400
10.513
-5.846
17.369
11.523
0 0 0
49 778 460
49 778 460
0 0 0
191 765 398
191 765 398
0 0 0
607 830 368
607 830 368
0 -5.557 -6.859
0 112 6.711
0 -5.446 -148
0 -1.138 -7.027
0 945 8.037
0 -193 1.010
0 -108 0
0 1.120 -461
0 1.013 -461
-17.644
19.208
1.564
-11.854
26.048
14.194
-6.749
21.149
14.400
-1.257
0
-1.257
-1.262
0
-1.262
-1.209
0
-1.209
-18.902
19.208
306
-13.116
26.048
12.931
-7.958
21.149
13.192
-29.663 -597
27.790 34
-1.873 -563
-29.705 -664
28.448 82
-1.258 -582
-25.105 -1.014
23.856 82
-1.249 -932
-8.753 -443 -6.415
9.236 60 1.336
483 -383 -5.079
-14.505 -604 -6.282
13.496 191 1.055
-1.009 -413 -5.227
-18.453 -1.066 -6.926
17.467 607 1.303
-986 -459 -5.622
-11.259 -19.790 -26.922 -21.704 -125.546
1.909 11.467 15.256 8.157 75.245
-9.350 -8.323 -11.666 -13.547 -50.300
-12.122 -18.666 -24.139 -21.427 -128.115
1.767 10.642 11.285 9.661 76.627
-10.355 -8.025 -12.854 -11.766 -51.488
-11.809 -18.788 -23.690 -14.206 -121.058
2.014 11.107 11.067 -224 67.279
-9.795 -7.681 -12.624 -14.430 -53.779
-1.715
55.497
53.782
-2.298
54.377
52.079
-2.327
56.105
53.779
-127.261
130.742
3.482
-130.413
131.004
590
-123.385
123.385
0
Pagina 156
Begrotingsverschil 2013-2014 Onderstaand wordt per programma het bruto verschil van baten en lasten tussen de begroting na wijziging 2013 en de primaire begroting 2014 weergegeven. Het totaalverschil bedraagt € 0,9 mln. nadelig. (Voor de onderstaande tabellen geldt dat een bedrag met een -/- teken een nadeel is). Resultaat voor bestemming Programmaveld (bedragen x € 1.000)
1 Bouwen en wonen 2 Economie en glastuinbouw 3 Mobiliteit 4 Groen, water & recreatie 5 Onderwijs 6 Maatschappelijke voorzieningen 7 Publiekszaken 8 Leefbaarheid & Veiligheid 9 Bestuur en bedrijfsvoering Subtotaal programma's 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal saldo van baten en lasten
Begroting na wijziging 2013 Lasten Baten Saldo
Begroting 2014 Lasten Baten Saldo
-28.903 -664 -11.618 -604 -6.282 -12.122 -18.666 -23.001 -14.400 -116.261
26.134 82 96 0 291 1.369 10.642 10.341 1.624 50.579
-2.769 -582 -11.522 -604 -5.992 -10.753 -8.025 -12.660 -12.776 -65.682
-24.309 -1.014 -12.607 -1.066 -6.926 -11.809 -18.788 -23.583 -14.206 -114.309
22.540 82 98 0 473 1.647 11.107 9.946 237 46.130
-1.769 -932 -12.509 -1.066 -6.453 -10.163 -7.681 -13.637 -13.969 -68.179
4.594 -350 -989 -462 -644 313 -122 -582 194 1.952
-3.594 0 2 0 183 277 465 -394 -1.387 4.449
1.000 -350 -988 -462 -461 590 343 -976 -1.194 -2.497
-1.036
54.377
53.341
-1.118
56.105
54.988
-81
1.728
1.647
-117.297
104.956
-12.341
-115.427
102.235
-13.192
1.870
-2.721
-851
Verschil Lasten
Baten
Saldo
De analyse op de verschillen per programma zijn als volgt: Programma (bedragen x € 1.000)
Bouwen en wonen Ruimtelijke ordening De externe kosten (€ 143.000)voor adviezen derden en overige goederen en diensten nemen af, deels als gevolg van minder bestemmingsplannen en anderzijds als gevolg van het meer inzetten van eigen personeel (-/- € 10.000). Wonen In 2013 is een verkopersbijdrage geraamd van € 100.000 voor de startersleningen ten laste van de reserve ‘Wonen’. Verwacht wordt 1 mln. aan startersleningen te verstrekken in 2013. De externe kosten voor adviezen en overige goederen en diensten nemen af mede als gevolg van de bezuinigingen. Grondzaken Met ingang van 1 september 2013 betaald de gemeente een jaarlijkse bijdrage voor de exploitatie van de parkeergarage in Pijnacker centrum van € 143.000. Dit volledige bedrag wordt voor het eerst in de begroting 2014 opgenomen. In 2013 is eenmalig € 475.000 gereserveerd als schadeloosstelling. Meer interne uren, die voornamelijk wordt besteed aan grondzaken. Aanpassen van de hoogte van inkomsten en uitgaven van de grondexploitaties (zie paragraaf 'Grondbeleid'). Voor de begroting is dit budgetneutraal omdat eenzelfde bedrag wordt toegevoegd aan de reserves. Overig Saldo Economie en glastuinbouw Als gevolg van meer opbrengsten OZB Ondernemersfonds (programma 10), wordt de bijdrage aan het Ondernemersfonds voor hetzelfde bedrag opgehoogd. Overig Saldo Mobiliteit Mobiliteitsinvesteringen Het sub product 'Mobiliteitsinvesteringen' heeft in 2014 lagere kapitaallasten vanuit de investeringsplanning. Het gaat hierbij o.a. om de Komkommerweg (-/- € 1,9 mln.), het FES project (+ € 0,9 mln.), Oostelijke randweg (-/- € 2,0 mln.) en Tuindersweg (+ € 1,6 mln). Deze lagere kosten worden gedekt door een lagere onttrekking aan de reserves.
Programmabegroting 2014-2017
Lasten
Baten
133
Saldo
133
-100
-100
101
101
-95
-95
475
475
-87
-87
4.069
-3.496
770
-2
2
-1
4.594
-3.594
1.000
0
-350
-349 -1 -350
-1.450
Pagina 157
Het sub product 'Lokaal mobiliteitsbeleid' heeft in 2014 lagere kapitaallasten vanuit de lopende investeringen en vanuit de investeringsplanning. Het gaat hierbij om ‘ISV Noord' (+ € 0,4 mln, en het BOR fonds N470 (-/- € 0,1 mln.). Overig Saldo Groen, water & recreatie In 2014 wordt de verwachte investering van € 607.000 in Ruyven Zuid Polder (is -/- € 0,485 mln. meer dan in 2013) in één jaar afgeschreven en ten laste van de exploitatie 2014 gebracht. Deze afschrijvingskosten zijn in 2014 gedekt door een onttrekking aan de reserve. Overige lagere kapitaallasten € 42.000. Overig Saldo Onderwijs Onderwijsaccommodaties In 2013 is de basisschool in Keijzershof opgeleverd, waardoor voor de eerste keer de afschrijvingskosten (+hogere rentelasten) ten laste van de exploitatie wordt gebracht. Mede als gevolg van de oplevering van de basisschool in Keijzershof nemen ook de onderhoudskosten toe. Huuropbrengsten als gevolg van oplevering Multifunctioneel Centrum (MFA) Keijzershof.
290 171
2
-989
2
-988
0
-462
-443 19 -462
-594 -94 81
Lokaal onderwijs
Van de ontvangen subsidie RMC gelden mag geen overschot en gunste van de exploitatie komen. De externe kosten voor adviezen en overige goederen en diensten nemen af mede als gevolg van de bezuinigingen
-144
102
127
Leerplicht
De externe kosten voor adviezen en overige goederen en diensten nemen af mede als gevolg van de bezuinigingen. Overig Saldo Maatschappelijke voorzieningen Buitensport Als gevolg van het profijtbeginsel hogere opbrengsten Lagere dotatie aan de voorziening als gevolg van een nieuwe beheerplan ‘Sportvelden 20132017. Hogere kapitaallasten als gevolg van aanleg kunstgrasvelden, vervanging toplaag in 2013 enz. Welzijns- en sportaccommodaties Als gevolg van het profijtbeginsel hogere opbrengsten Hogere kapitaalasten als gevolg van het opleveren in 2013 van het MFC Keijzershof Kunst, cultuur en monumenten In 2014 worden geen kosten gemaakt voor kunst. Overig, voor alle producten: De kosten overige goederen en diensten nemen af mede als gevolg van de bezuinigingen Lagere verstrekte subsidies aan overheid, marktproducenten, maatschappelijke organisatie enz. Saldo Publiekszaken Werk en Inkomen (BUIG); hogere ontvangsten van ministerie SZW. Hier tegenover staan ook hogere uitgaven en is hiermee budgetneutraal. Actieplan Jeugdwerkloosheid, gebaseerd op incidentele ontvangsten 2013. Reïntegratietrajecten; in 2013 is eenmalig bijgedragen aan het tekort op de begroting Combiwerk 2013. Inburgering; budget 2014 niet aangepast op beschikkingen 2013. Afbouw regeling vanaf 2014. Leges bouwvergunningen/nieuwbouw; de verwachte woningbouw 2015 is hoger dan die in 2014. Omdat de baten uit de bouwvergunningen een jaar voorafgaand aan oplevering worden gegenereerd, zijn die voor 2014 hoger geraamd dan die voor het voorgaande jaar. Leges bouwvergunningen/bestaande bouw; vanaf 2014 worden er minder aanvragen om bouwvergunningen verwacht hetgeen zich onder meer uit in lagere baten. In 2014 worden er tenminste twee keer verkiezingen georganiseerd: Gemeenteraads- en Europese verkiezingen.
Programmabegroting 2014-2017
24 37
-
-644
183
-461
171 20 -227 111 -198 68 23
-5
106 521 313
277
590
-514
514
0
97
-97
0
37 38
37 -38
0
175
175
-40
-40
-130
-130
Pagina 158
Heffing en Invordering gemeentelijke belastingen; eenmalige kosten 2013 t.b.v. waardebepalingen. Uren; afstoten van taken aan de Omgevingsdienst Haaglanden (EUR 400.000 voordelig) Daarnaast vindt een verbijzondering van uren plaats. Dit houdt in dat uren die voorheen als algemeen intern product op 'Klant Contact Centrum' binnen het programma Bedrijfsvoering werden verantwoord, voortaan worden toegerekend aan meer specifieke onderdelen binnen het programma Publiekszaken. (zoals burgelijke stand, balie burgerzaken, balie Sociale Zaken etc.) (EUR 680.000,- nadelig) Aanbestedingsvoordeel op WMO-verstrekkingen. Dit heeft een lagere eigen bijdrage als gevolg. WMO; toepassing subsidiebeleidskader 2014. Per 2014 start de afschrijving over in 2013 aangeschafte belastingapplicaties. Overig/prijsindexering Saldo Leefbaarheid & Veiligheid Leefomgeving groot onderhouden renovatie In 2014 wordt ten behoeve van onderhoud aan de Delftsestraatweg € 800.000 gedoteerd vanuit de bestemmingsreserve aan de voorziening onderhoud wegen. Lagere storting in voorziening nutsbedrijven als gevolg van bezuinigingsmaatregel. Lagere inkomsten degeneratie en daardoor een lagere storting aan de voorziening Nutsbedrijven (in 2013 waren deze eenmalig hoger door aanleg glasvezel Nootdorp). Hogere uitgaven 2014 door verhoging tarievenwaterschapslasten hoogheemraadschap Delfland. Kapitaallasten gerealiseerde investeringen door fasering/vertraging asfaltering. Kapitaallasten investeringsplanning door fasering/vertraging van asfaltering en ISV PijnackerNoord Vrijval overschot in 2013 uit voorziening Openbare verlichting. Structureel lagere onderhoudskosten OV. Leefomgeving wijkbeheer Verhoging onderhoudsbudget ten gevolge van uitbreiding beheer Ruyven ZP. Eenmalige dotatie in 2013 in voorziening spelen voor inrichting omgeving verkeerstoren Ypenburg. Water groot onderhoud en renovaties In 2013 was eenmalig budget beschikbaar gesteld voor Eco-zone ter hoogte van de Zuideindseweg. Milieu uitvoering en projecten In 2013 eenmalig budget beschikbaar gesteld voor het fonds Energie Neutraal. Stelpost ODH ingevuld Afvalinzameling Hogere opbrengsten afvalinzameling door prijsindex, areaal. Hogere inkomsten afval door prijsindex, areaal. Riolering Hogere dotatie aan voorziening conform Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP). Kapitaallasten door vertraagde investeringen. Hogere opbrengsten rioolheffing (zie paragraaf Lokale heffingen) Veiligheid Eenmalig stimuleringsfonds veiligheid 2012-2013. Hogere bijdrage aan VRH. Overige Saldo Bestuur en bedrijfsvoering Raad, raadscommissies en bestuursondersteuning Uitbreiding gemeenteraad van 29 naar 31 met ingang van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 Daling budget gemeenteraad i.v.m. overheveling beheerskosten ‘digitaal vergaderen’ naar DIA Interne uren op het product Raad, raadscommissies en bestuursondersteuning gedaald College, commissies en bestuurlijke samenwerking Stijging loonkosten B&W en Voormalig B&W. Enerzijds zijn de loonkosten voor het huidige B&W gedaald, omdat er vanaf de gemeenteraadsverkiezingen 2014 4fte wethouder is begroot
Programmabegroting 2014-2017
50
50
-285
-285
533
-52
160
481 160
-23
-23
-85
4
-81
-122
466
344
-800 -200 200
-200
-50 -150 -100 -500 55 -125 300
100 180 50 -93 148 -159 -148 355 100 -50 108 -582
3 -394
-16 -7 83
-83
Pagina 159
-976
in plaats van 4,5 fte in 2013. Anderzijds is er vanaf de gemeenteraadsverkiezingen een hoger bedrag voor wachtgeld begroot. In 2013 is eenmalig €74.000 ontvangen t.b.v. decentralisatie uitkering focusgemeente. In 2014 is €100.000 begroot t.b.v. de samenwerking tussen Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer Interne uren op het product College, commissies en bestuurlijke samenwerking gestegen Communicatie Interne uren voor externe communicatie zijn gestegen. Daarnaast zijn de uren van de trainees in 2014, in tegenstelling tot 2013, ook begroot. Een deel van deze uren komt terecht op dit product. Saldo van kostenplaatsen Overschot op het saldi van kostenplaatsen. Dit komt voornamelijk doordat de loonkosten van de trainees lager zijn dan de doorberekening van het standaard uurtarief naar producten. In 2014 is een stelpost opgenomen om eventueel niet gerealiseerde bezuinigingen te compenseren. In 2013 is een stelpost opgenomen voor de stijging van de sociale lasten, deze wordt voor 2013 nog verdeeld over de afdelingen. Totale kosten van het Intern Product zijn in 2014 gedaald ten opzichte van 2013 In 2013 is € 40.000 ten onrechte begroot in programma 10, deze hadden begroot moeten worden in programma 9. Gemeentelijke huisvesting In 2013 is de boekwinst op de verkoop van Dorpsstraat 40 begroot Overig Saldo Algemene dekkingsmiddelen Treasury, rente reserves en geldleningen Lager renteresultaat op financieringsmiddelen Lagere toerekening van rente op reserves In 2013 is € 40.000 ten onrechte begroot in programma 10, deze hadden begroot moeten worden in programma 9. Gemeentelijke belastingen Hogere opbrengsten ozb (toelichting in programma Algemene dekkingsmiddelen) Toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren (onderdeel OZB) Onvoorziene baten en lasten – diverse stelposten Lagere opbrengsten precariobelasting (toelichting in programma Algemene dekkingsmiddelen) Hogere opbrengsten toeristenbelasting (toelichting in programma Algemene dekkingsmiddelen) Algemene uitkering Hogere algemene uitkering vanuit het gemeentefonds (toelichting in programma Algemene dekkingsmiddelen) Effecten regeerakkoord Algemene baten en lasten/BCF In 2013 is door de raad besloten het nadelig jaarresultaat en de aanloopkosten voor GGD haaglanden ten laste te brengen van de post onvoorzien. Kosten inactief personeel gedaald. Gevolgen mutaties stelposten indexatie prijs, indexatie areaal enz. Overig Saldo Totaal
Programmabegroting 2014-2017
74 -100 -155
-100
174 -100 292 52 40 -1.434 40
47
194
-1.387
-1.194
-219 -53 -40 713 -41 -51 -30 35 1.421 -114
-103 98 48 -81
8
-25 1.728
1.647
1.870
-2.721
-851
Pagina 160
Resultaatbestemming (mutaties in reserves) Begroting na wijziging Programmaveld Lasten Bouwen en wonen Economie en glastuinbouw Mobiliteit Groen, water en recreatie Onderwijs Maatschappelijke voorzieningen Publiekszaken Leefbaarheid en Veiligheid Bestuur en bedrijfsvoering
Begroting 2014
2013
(bedragen x € 1.000)
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Verschil Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-802 0 -2.887 0 0 0 0 -1.138 -7.027
2.313 0 13.400 191 765 398 0 945 8.037
1.511 0 10.513 191 765 398 0 -193 1.010
-796 0 -5.846 0 0 0 0 -108 0
1.316 0 17.369 607 830 368 0 1.120 -461
520 0 11.523 607 830 368 0 1.013 -461
6 0 -2.959 0 0 0 0 1.031 7.027
-998 0 3.969 416 66 -30 0 176 -8.497
-991 0 1.010 416 66 -30 0 1.206 -1.470
Subtotaal programma's Algemene dekkingsmiddelen
-11.854 -1.262
26.048 0
14.194 -1.262
-6.749 -1.209
21.149 0
14.400 -1.209
5.105 53
-4.899 0
207 53
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
-13.116
26.048
12.931
-7.958
21.149
13.192
5.159
-4.899
260
Resultaat na bestemming Programmaveld (bedragen x € 1.000)
Begroting na wijziging 2013 Lasten
Bouwen en wonen Economie en glastuinbouw Mobiliteit Groen, water en recreatie Onderwijs Maatschappelijke voorzieningen Publiekszaken Leefbaarheid en Veiligheid Bestuur en bedrijfsvoering
Baten
Saldo
Begroting 2014 Lasten
Baten
Verschil Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-29.705 -664 -14.505 -604 -6.282 -12.122 -18.666 -24.139 -21.427
28.448 82 13.496 191 1.055 1.767 10.642 11.285 9.661
-1.258 -582 -1.009 -413 -5.227 -10.355 -8.025 -12.854 -11.766
-25.105 -1.014 -18.453 -1.066 -6.926 -11.809 -18.788 -23.690 -14.206
23.856 82 17.467 607 1.303 2.014 11.107 11.067 -224
-1.249 -932 -986 -459 -5.622 -9.795 -7.681 -12.624 -14.430
4.601 -350 -3.948 -462 -644 313 -122 449 7.220
-4.592 0 3.971 416 248 247 465 -219 -9.884
8 -350 23 -46 -396 560 343 230 -2.664
Algemene dekkingsmiddelen
-128.115 -2.298
76.627 54.377
-51.488 52.079
-121.058 -2.327
67.279 56.105
-53.779 53.779
7.057 -28
-9.347 1.728
-2.290 1.700
Resultaat
-130.413
131.004
590
-123.385
123.385
0
7.029
-7.619
-590
Subtotaal programma's
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 161
Overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma Baten/lasten (bedragen x € 1.000) Incidentele baten Maatschappelijke voorzieningen Opbrengst huur buitensport, in 2014 lager Opbrengst huur binnensportaccommodaties, in 2014 lager Subtotaal Leefbaarheid en veiligheid ISV subsidie bodem, bijdrage provincie Z-H, alleen in 2014 ISV geluid, bijdrage provincie Z-H, alleen in 2014 Subtotaal Algemene dekkingsmiddelen OZB, niet woningen, alleen in 2014 Subtotaal Totaal incidentele baten Incidentele lasten Mobiliteit Kapitaallasten op maatschappelijke investeringen Subtotaal
2014
2015
2016
2017
57 37
-
-
-
94
-
-
-
-78
-
-
-
-33 -121
-
-
-
-649
-
-
-
-649
-
-
-
-676
-
-
-
11.323
3.092
-830
5.063
11.323
3.092
-830
5.063
20
-
-
40
20
-
-
40
Economie en glastuinbouw Ondernemersprijs Bijdrage aan het ondernemersfonds Subtotaal
9 649
-
9 -
-
658
-
9
-
Groen, water en recreatie Kapitaalasten Ruyven Zuid Polder Subtotaal
607
-
-
-
607
-
-
-
20
-
-
-
20
-
-
-
43
-
-
-
51
-
-
-
187
-
-
-
21
-
-
-
65
-
-
-
86
-
-
-
Bouwen en wonen PIT/structuurvisie Subtotaal
Onderwijs Hogere OZB lasten als gevolg van het Ondernemersfonds Subtotaal Maatschappelijke voorzieningen Subsidie vrijwilligerswerk, in 2014 hogere subsidie Subsidie jeugd- en jongerenwerk, in 2014 hogere subsidie Bijdrage aan CJG, in 2014 hogere subsidie Subtotaal Publiekszaken Invoering subsidiebeleidskader 2014, in 2014 hogere subsidie Europese- en gemeenteraadsverkiezingen Subtotaal
Programmabegroting 2014-2017
93
Pagina 162
Baten/lasten (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
297
-
-
-
78
-
-
-
33
-
-
-
800 51
-
-
-
1.259
-
-
-
100
-
-
-
100
-
-
-
Totaal Incidentele lasten
14.260
3.092
-821
5.103
Saldo incidentele baten en lasten Totaal saldo van baten en lasten Saldo gecorrigeerd voor incidentele baten en lasten
13.584
3.092
-821
5.103
-13.192
-6.560
-4.281
-11.515
392
-3.468
5.102
-6.403
Leefbaarheid en veiligheid Brandweer, in 2014 eenmalig hogere regionale bijdrage Bodem, zie ook baten ISV geluid, zie ook baten Dotatie voorziening ‘Onderhoud wegen’, in 2014 hoger Onderhoudscontracten ‘water en bermen’ , in 2014 hoger Subtotaal Bestuur en bedrijfsvoering Kosten samenwerking Zoetermeer Subtotaal
Rekening houdend met het totaal saldo van baten en lasten van de begroting 2014 is het begrotingsjaar 2014 materieel sluitend. Overzicht van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen en onttrekkingen (bedragen x € 1.000) Structurele onttrekkingen Bouwen en wonen Reserve startersleningen Reserve P&R terrein Parochiekerk Algemene reserve Subtotaal Onderwijs Bestemmingsreserve Uitbreiding Stanislas Renovatie scholen Pijnacker Noord Subtotaal Maatschappelijke voorzieningen Bestemmingsreserve De Groene Wijdte Renovatie scholen Pijnacker Noord Subtotaal Leefbaarheid en veiligheid Reserve FLO brandweer Subtotaal
2014
2015
2016
2017
5
5
5
8
8
8
5 8
1.303
1.325
1.349
1.336
1.316
1.338
1.361
1.349
752
739
726
713
79
76
73
70
830
814
799
783
356
350
344
338
8
8
8
8
368
358
352
345
95
208
266
207
95
208
266
207
823
Bestuur en bedrijfsvoering Bestemmingsreserve Gemeentelijke huisvesting Reserve ICT uitvoeringsplan Bestemmingsreserve kapitaallasten uitvoeringsplan 2008-2011 Subtotaal
804
785
766
108 366
108 250
108 229
108 58
1.297
1.162
1.122
931
Totaal structurele onttrekkingen
3.906
3.826
3.900
3.615
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 163
Toevoegingen en onttrekkingen (bedragen x € 1.000) Structurele toevoegingen Bouwen en wonen Bovenwijkse voorzieningen, Bouwgrondexploitatie Subtotaal Leefbaarheid en veiligheid Reserve FLO brandweer Subtotaal
2014
2015
2016
2017
796
715
718
727
796
715
718
727
108
108
108
108
108
108
108
108
444 234
425 228
406 222
387 216
465
450
436
421
26
26
25
25
Algemene dekkingsmiddelen Bestemmingsreserve gemeentelijke huisvesting Bestemmingsreserve de Groene Wijdte Bestemmingsreserve uitbreiding Stanislas Renovatie scholen Pijnacker Noord Bestemmingsreserve kapitaallasten uitvoeringsplan 2008-2011 Subtotaal
39
23
12
1
1.209
1.153
1.102
1.051
Totaal structurele onttrekkingen
2.113
1.976
1.928
1.886
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 164
Berekening EMU-saldo Gemeente Pijnacker-Nootdorp
Omschrijving
2013
2014
2015
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Volgens realisatie Volgens begroting Volgens tot en met sept. 2014 meerjarenraming 2013, aangevuld in begroting 2015 met raming resterende periode 1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
-12.341
-13.192
-6.559
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
15.791
18.445
9.946
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) Baten bouwgrondexploitatie. Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen Lasten ivm transacties met derden , die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Verkoop van effecten: a. Gaat u effecten verkopen ? (ja/nee) b. Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie ?
5.215
5.396
4.800
-17.789
-23.197
-9.944
-4.443
-3.964
-3.216
nee
nee
nee
-13.567
-16.512
-4.997
4 5
6
7
8 9 10
11
Berekend EMU-saldo
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 165
Gespecificeerd verloop van de reserves Programma (bedragen x € 1.000)
Bouwen en wonen Algemene reserve Bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen Bestemmingsreserve P&R terrein Parochiekerk Bestemmingsreserve Starterslening Subtotaal
2014 Onttrekkingen
Stortingen
Saldo
2015 Onttrekkingen
Stortingen
Saldo
0 796
-1.303 0
-1.303 796
1.028 715
-1.325 0
-297 715
0 0 796
-8 -5 -1.316
-8 -5 -520
0 0 1.744
-8 -5 -1.338
-8 -5 406
0 3.044 2.802 0 5.846
0 -4.852 -12.317 -200 -17.369
0 -1.808 -9.515 -200 -11.523
0 2.951 3.138 0 6.089
0 -5.504 -3.676 -200 -9.380
0 -2.553 -538 -200 -3.292
Groen, water en recreatie Bestemmingsreserve Ruijven Zuid Polder Subtotaal
0 0
-607 -607
-607 -607
0 0
0 0
0 0
Onderwijs Bestemmingsreserve uitbreiding Stanislas Renovatie scholen Pijnacker Noord Subtotaal
0 0 0
-752 -79 -830
-752 -79 -830
0 0 0
-739 -76 -814
-739 -76 -814
Maatschappelijke voorzieningen Bestemmingsreserve de Groene Wijdte Reserve beeldende kunst Renovatie scholen Pijnacker Noord Subtotaal
0 0 0 0
-356 -3 -8 -368
-356 -3 -8 -368
0 0 0 0
-350 0 -8 -358
-350 0 -8 -358
0 0 108 108
-225 -800 -95 -1.120
-225 -800 12 -1.013
0 0 108 108
0 0 -208 -208
0 0 -101 -101
0 0 0
1.980 -213 -10
1.980 -213 -10
0 0 0
0 0 -10
0 0 -10
0 0 0 0
-823 -108 -366 461
-823 -108 -366 461
0 0 0 0
-804 -108 -250 -1.172
-804 -108 -250 -1.172
444 234 465 26 39 1.209 7.958
0 0 0 0 0 0 -21.149
444 234 465 26 39 1.209 -13.192
425 228 450 26 23 1.153 9.093
0 0 0 0 0 0 -13.271
425 228 450 26 23 1.153 -4.178
Mobiliteit Bestemmingsreserve Duurzaam Veilig Best.res.Komkommerweg Best.res.FES Oostelijke Randweg Best.res.ISV Pijnacker Noord Subtotaal
Leefbaarheid & Veiligheid Bestemmingsreserve bedrijfsvoering Bestemmingsreserve Delftsestraatweg Bestemmingsreserve FLO Brandweer Subtotaal Bestuur en bedrijfsvoering Algemene reserve Bestemmingsreserve bedrijfsvoering Bestemmingsreserve arbeidsvoorwaardenbeleid Bestemmingsreserve gemeentelijke huisvesting Reserve ICT uitvoeringsplan Best.res.kap.lasten uitvoeringsplan 2008-2011 Subtotaal Algemene dekkingsmiddelen Bestemmingsreserve gemeentelijke huisvesting Bestemmingsreserve de Groene Wijdte Bestemmingsreserve uitbreiding Stanislas Renovatie scholen Pijnacker Noord Best.res.kap.lasten uitvoeringsplan 2008-2011 Subtotaal Totaal
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 166
Gespecificeerd verloop van de reserves Programma (bedragen x € 1.000)
Bouwen en wonen Algemene reserve Bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen Bestemmingsreserve P&R terrein Parochiekerk Bestemmingsreserve Starterslening Subtotaal
2016 Onttrekkingen
Stortingen
2017 Onttrekkingen
Stortingen
Saldo
Saldo
0
-1.349
-1.349
0
-1.336
-1.336
718
0
718
727
0
727
0 0 718
-8 -5 -1.361
-8 -5 -643
0 0 727
-8 -5 -1.349
-8 -5 -621
0 1.811 6.799 0 8.610
-120 -4.728 -2.931 -200 -7.979
-120 -2.917 3.868 -200 630
0 1.600 1.004 0 2.604
0 -2.751 -4.917 -200 -7.867
0 -1.151 -3.912 -200 -5.263
Groen, water en recreatie Bestemmingsreserve Ruijven Zuid Polder Subtotaal
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Onderwijs Bestemmingsreserve uitbreiding Stanislas Renovatie scholen Pijnacker Noord Subtotaal
0 0 0
-726 -73 -799
-726 -73 -799
0 0 0
-713 -70 -783
-713 -70 -783
Maatschappelijke voorzieningen Bestemmingsreserve de Groene Wijdte Reserve beeldende kunst Renovatie scholen Pijnacker Noord Subtotaal
0 0 0 0
-344 0 -8 -352
-344 0 -8 -352
0 0 0 0
-338 0 -8 -345
-338 0 -8 -345
0 0 108 108
0 0 -266 -266
0 0 -159 -159
0 0 108 108
0 0 -207 -207
0 0 -100 -100
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
0
0 0 0 0
-785 -108 -229 -1.122
-785 -108 -229 -1.122
0 0 0 0
-766 -108 -58 -931
-766 -108 -58 -931
406 222 436 25 12 1.102 10.537
0 0 0 0 0 0 -11.879
406 222 436 25 12 1.102 -1.342
387 216 421 25 1 1.051 4.490
0 0 0 0 0 0 -11.483
387 216 421 25 1 1.051 -6.993
Mobiliteit Bestemmingsreserve Duurzaam Veilig Best.res.Komkommerweg Best.res.FES Oostelijke Randweg Best.res.ISV Pijnacker Noord Subtotaal
Leefbaarheid & Veiligheid Bestemmingsreserve bedrijfsvoering Bestemmingsreserve Delftsestraatweg Bestemmingsreserve FLO Brandweer Subtotaal Bestuur en bedrijfsvoering Algemene reserve Bestemmingsreserve bedrijfsvoering Bestemmingsreserve arbeidsvoorwaardenbeleid Bestemmingsreserve gemeentelijke huisvesting Reserve ICT uitvoeringsplan Best.res.kap.lasten uitvoeringsplan 2008-2011 Subtotaal Algemene dekkingsmiddelen Bestemmingsreserve gemeentelijke huisvesting Bestemmingsreserve de Groene Wijdte Bestemmingsreserve uitbreiding Stanislas Renovatie scholen Pijnacker Noord Best.res.kap.lasten uitvoeringsplan 2008-2011 Subtotaal Totaal
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 167
Gespecificeerd verloop van de voorzieningen Programma (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Bouwen en wonen Voorziening nadelige complexen grondexploitatie Subtotaal
757 757
779 779
802 802
790 790
Groen, water & recreatie Voorziening openbaar groen Subtotaal
113 113
113 113
113 113
113 113
Onderwijs Voorziening tijdelijke onderwijshuisvesting Subtotaal
80 80
80 80
80 80
80 80
Maatschappelijke voorzieningen Voorz.groot onderh.+renovatie buitensport Subtotaal
49 49
49 49
49 49
49 49
Leefbaarheid en veiligheid Voorziening riolering Voorziening Onderhoud wegen Voorziening baggerwerken Voorziening dubieuze debiteuren Voorziening openbare verlichting Voorziening civiele kunstwerken Voorziening nutsbedrijven Voorziening reiniging Voorziening renovatie speelplaatsen Subtotaal
552 2.292 90 48 325 424 103 30 101 3.966
751 1.492 90 50 325 421 103 13 101 3.346
978 1.492 90 51 325 421 103 6 101 3.568
751 1.492 90 53 325 421 103 4 101 3.341
Bestuur en bedrijfsvoering Voorziening onderhoud gebouwen Voorziening wethouderspensioenen Subtotaal
192 200 392
192 200 392
192 200 392
192 200 392
41 41 5.396
42 42 4.800
43 43 5.046
44 44 4.807
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Voorziening dubieuze debiteuren Subtotaal Totaal
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 168
2. Uiteenzetting van de financiële positie Totaal overzicht In de diverse overzichten over het vermogen is de algemene reserve cumulatief gecorrigeerd voor het overschot of tekort van de begrotingssaldi. De financiële positie in meerjarenperspectief blijkt uit de geprognosticeerde balanscijfers voor de jaren 2014-2017. Meerjarenperspectief per 31 december
2014
2015
2016
2017
Activa
144.688
144.660
145.502
142.692
Grondexpl.(gecorrigeerd met voorz. Nadelige complexen)
111.152
109.694
102.455
88.870
Totaal activa
255.840
254.354
247.957
231.562
Reserves (incl. algemene reserve en begrotingssaldo)
54.242
47.680
43.394
31.871
Voorzieningen (excl. Nadelige complexen)
12.624
13.429
13.829
14.875
Langlopende geldleningen
184.704
168.418
166.133
141.647
Totaal passiva
251.570
229.527
223.356
188.393
-4.270
24.827
-24.601
-43.169
(bedragen x € 1.000)
(+/+=) Financieringsbehoefte
Vaste activa Het verloop van de post vaste activa is gebaseerd op het bestaande beleid. Er is rekening gehouden met vermeerderingen door investeringen en verminderingen door afschrijvingen en aflossingen. Immateriële vaste activa De mogelijkheden tot het activeren van immateriële kosten is in het Besluit begroting en verantwoording (BBV) aanzienlijk beperkt. Alleen de kosten die verband houden met aangetrokken geldleningen en kosten van onderzoek en ontwikkeling voor investeringen kunnen nog geactiveerd worden. Materiële vaste activa In de materiële vaste activa zijn de investeringen uit het investeringsprogramma 2013-2016 begrepen. Grondexploitatie De balanspost Grondexploitatie betreft de boekwaarden van de bouwgrondcomplexen (exclusief de bovenwijkse voorzieningen) waarvoor exploitatieberekeningen zijn vastgesteld en de niet in exploitatie genomen gronden. De niet in exploitatie genomen gronden betreffen de strategische grondvoorraad en overige gronden. De boekwaarde van de niet in exploitatie genomen gronden bedraagt ultimo 2012 circa € 18 mln.. Aan de gronden in exploitatie wordt jaarlijks rente toegerekend. Het rentepercentage bedraagt 4%. Aan de niet in exploitatie genomen gronden wordt jaarlijks 4% rente toegevoegd. Voor de in exploitatie zijnde bouwgrondcomplexen met een verwacht verlies, is een voorziening gevormd om het tekort te dekken. In de paragraaf Grondbeleid wordt verder ingegaan op de bouwgrondexploitaties. Kapitaallasten Kapitaallasten worden gesplitst in toegerekende kapitaallasten aan producten en behaalde renteresultaat. Toegerekende kapitaallasten De raming van de kapitaallasten is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: notitie “waardering en afschrijving activa” van januari 2004; omslagrentepercentage van 5%; actualisering bestaande investeringsprogramma’s op grond van de Begroting; restantkredieten uit de programmarekening 2011.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 169
Voor het verloop van de kapitaallasten 2014-2017 ten opzichte van de begroting 2013-2016 kan het volgende overzicht worden gegeven. Kapitaallasten (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Begroting 2013-2016
26.942
21.622
20.818
19.499
Begroting 2014-2017
30.435
22.187
18.490
24.407
Saldo t.o.v. vorige begroting (- = nadeel)
-3.493
-565
2.328
-4.908
Renteresultaat Het renteresultaat bestaat uit het saldo van de betaalde en toegerekende rentekosten ten opzichte van de doorberekende rente. Van het verloop van het renteresultaat kan het volgende overzicht worden gegeven:
Renteresultaat (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Begroting 2013-2016
3.789
3.960
3.541
n.v.t.
Begroting 2014-2017
3.950
3.922
3.903
3.905
161
-38
362
n.v.t.
Saldo t.o.v. vorige begroting (- = nadeel)
Reserves Reserves worden als volgt onderverdeeld: algemene reserve De algemene reserve heeft een bufferfunctie, namelijk het dekken van onvoorziene risico's en het dekken van risico’s, die (nog) niet kunnen worden gekwantificeerd. In dit verband wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Hierin zijn ook de stortingen en onttrekkingen van de begrotingssaldi in verwerkt, waardoor een verschil ontstaat tussen de overzichten ten aanzien van de exploitatie en het vermogen.
overige bestemmingsreserves De bestemmingsreserves zijn gevormd voor een bepaald doel. Hierbij hebben wij onderscheid aangebracht in bestemmingsreserves die tot doel hebben de kosten van investeringen te dekken of bestemmingsreserves die een ander doel hebben. Een bestemmingsreserve voor investeringen kan op twee manieren worden gebruikt: door de kosten van de investering ineens te dekken uit de reserve (immateriële vaste activa of investeringen met een maatschappelijk nut) of door jaarlijks een bedrag aan de reserve te onttrekken ter grootte van de kapitaallasten.
In meerjarenperspectief worden de mutaties in de reserves als volgt weergegeven: Mutaties reserves (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Beginsaldo
67.434
54.242
47.680
43.394
Rentetoevoeging
1.209
1.150
1.096
1.043
Begrotingssaldo
1.980
-2.381
-2.939
-4.522
Bijdragen uit programma's
6.749
7.940
9.435
3.483
Bijdragen naar programma's
-23.130
-13.271
-11.879
-11.527
Eindsaldo
54.242
47.680
43.394
31.871
Eindsaldo (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Algemene reserve
15.743
17.426
16.077
14.741
1.980
-2.381
-5.320
-9.842
Bestemmingsreserves
36.519
32.636
32.637
26.973
Totaal
54.242
47.680
43.394
31.871
Het eindsaldo bestaat uit:
Begrotingssaldo (m.i.v. 2016 cumulatief)
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 170
Bij een aantal reserves wordt de rente, middels resultaatbestemming, toegevoegd aan de betreffende reserve. Dit is het geval bij de bestemmingsreserves gemeentelijke huisvesting, De Groene Wijdte, Stanislascollege, renovatie Scholen Pijnacker Noord en reserve kapitaallasten ICT uitvoeringsplan. Voorzieningen De voorzieningen hebben als doel toekomstige verplichtingen te dekken, bijvoorbeeld voor het uitvoeren van groot onderhoud, of om verwachte verliezen op bijvoorbeeld grondexploitaties te dekken. De voorzieningen zijn, of worden, gevormd door dotaties ten laste van de programma's. Hierdoor wordt een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren bereikt of het verwachte verlies gedekt. In het jaar dat de uitgaven t.l.v. de voorziening worden gebracht, moet de voorziening daarvoor toereikend zijn. In meerjarenperspectief worden de mutaties in de voorzieningen als volgt weergegeven. Mutaties in voorzieningen (bedragen * € 1.000) Beginsaldo
2014 25.948
2015
2016
27.380
28.964
2017 29.250
+ toevoegingen uit programma's
5.396
4.800
5.046
4.808
-/- onttrekkingen
-3.964
-3.216
-4.760
-3.009
Eindsaldo
27.380
28.964
29.250
31.049
De voorziening Nadelige complexen is voornamelijk gebaseerd op de verwachte tekorten van grondexploitaties tegen de contante waarden. Ook de voorziening Wethouderspensioenen is gebaseerd op een contante waarde berekening. De toevoegingen uit programma's hebben met name betrekking op de jaarlijkse dotaties aan de voorzieningen onderhoud wegen, onderhoud gebouwen, baggerwerken en openbaar groen. Langlopende geldleningen De langlopende geldleningen zijn aangetrokken voor het financieren van de gemeentelijke investeringen en de bouwgrondexploitatie. Het verloop van de geldleningen is als volgt:
Langlopende geldleningen (bedragen * € 1.000) Beginsaldo Op te nemen leningen
2014
2015
2016
2017
175.190
184.704
168.418
166.133
45.000
-
8.000
5.000
Aflossingen
-35.486
-16.286
-10.285
-27.486
Eindsaldo
184.704
168.418
166.133
143.647
Financieringsoverschot In de paragraaf Financiering is aangegeven dat in 2014 een financieringsbehoefte ontstaat. Deze financieringsbehoefte zal worden opgevangen door inzet van de rekening courant Bank Nederlandse Gemeenten.
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 171
3. Gespecificeerde stand van de reserves en voorzieningen Reserves (bedragen x € 1.000)
Saldo eind dienstjaar 2013
Saldo eind dienstjaar 2014
Saldo eind dienstjaar 2015
Saldo eind dienstjaar 2016
Saldo eind dienstjaar 2017
EIGEN VERMOGEN Algemene Reserve (incl.begr.saldi) Bestemmingsreserves:
17.046
17.723
15.045
10.757
4.899
104
95
85
85
85
8.884
8.505
8.127
7.748
7.369
600
600
600
600
600
1.223
2.018
2.734
3.452
4.179
10.818
1.302
764
4.632
719
6.478
4.670
2.117
-800
-1.951
ISV Pijnacker Noord Ruijven Zuid Polder
800
600
400
200
0
607
0
Parkeervoorz.Parochiekerk Pijn. Onderhoud Delftsestraatweg
120
113
105
97
90
1.800
1.000
1.000
1.000
1.000
280
280
280
160
160
1.842
1.404
1.404
1.404
1.404
4.689
4.566
4.444
4.323
4.202
9.293
9.006
8.717
8.427
8.136
25
22
22
22
22
264
264
264
264
264
525
465
405
345
284
523
535
435
276
176
87
82
78
72
67
125
125
125
125
125
517
409
301
193
42
785
458
230
13
1
Totaal bestemmingsreserves
50.388
36.519
32.636
32.637
26.972
Totaal eigen vermogen
67.434
54.242
47.681
57.499
31.871
Lokaal arbeidsvoorwaardenbeleid Bestemmingsreserves Investeringen: Gemeentelijke huisvesting Ambtswoning Fonds bovenwijkse voorzieningen Fes Oostelijke Randweg Komkommerweg
Duurzaam veilig Bedrijfsvoering De Groene Wijdte Stanislas-college Beeldende Kunst Fietsplan 2006 Renovatie scholen Pijnacker Noord FLO brandweer Startersleningen Wonen ICT uitvoeringsplan Kapitaallasten ICT uitvoeringsplan
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 172
Saldo eind dienstjaar 2013
Saldo eind dienstjaar 2014
Saldo eind dienstjaar 2015
Saldo eind dienstjaar 2016
Saldo eind dienstjaar 2017
Onderhoud wegen Onderhoud gebouwen
113
605
698
190
652
124
232
139
35
120
Baggerwerken Voorziening Dubieuze debiteuren
374
390
352
314
304
Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
2.120
2.209
2.300
2.394
2.491
14.000
14.756
15.535
15.421
16.210
2.377
2.499
2.621
2.744
2.866
1.459
1.489
1.502
1.508
1.511
3.293
3.845
4.596
5.574
6.325
Renovatie speelplaatsen Openbaar groen
491
193
184
155
156
296
299
301
274
266
Tijdelijke onderwijshuisvesting Nutsbedrijven
433
176
256
336
2
344
297
251
204
157
Civiele kunstwerken Groot onderhoud en renovaties buitensport
137
164
53
2
3
387
226
176
101
-15
Totaal voorzieningen Totaal saldo van reserves en voorzieningen
25.948
27.380
28.964
29.250
31.048
93.382
81.622
76.645
86.749
62.919
Voorziening nadelige complexen. (4%) Wethouderspensioenen Reiniging Riolering
Programmabegroting 2014-2017
Pagina 173
Bijlagen
Producten per programma begroting 2014-2017 2014 Baten
Producten per programma (bedragen x € 1.000)
1. Bouwen en wonen 320 Ruimtelijke ordening 335 Wonen 345 Grondzaken 350 Bouwgrondexploitaties Mutatie reserves Totaal 2. Economie en glastuinbouw 120 Economisch beleid Mutatie reserves Totaal 3. Mobiliteit 70 Mobiliteitsbeleid 80 Verkeersmaatregelen Mutatie reserves Totaal 4. Groen, water & recreatie 200 Beleid groen Mutatie reserves Totaal 5. Onderwijs 140 Onderwijsaccommodaties 155 Lokaal onderwijs 160 Leerplicht 165 Volwasseneducatie Mutatie reserves Totaal
Lasten
Saldo
2015 Baten
Lasten
Saldo
2016 Baten
Lasten
Saldo
2017 Baten
Lasten
Saldo
-806
55
-751
-806
55
-751
-806
55
-751
-806
55
-751
-183
6
-178
-163
6
-157
-163
6
-157
-202
6
-197
-358
26
-333
-358
26
-333
-358
26
-333
-358
26
-333
-22.961
22.454
-508
-20.020
20.438
418
-23.504
22.873
-631
-27.834
27.225
-609
-796
1.316
520
-1.744
1.338
-406
-718
1.361
643
-727
1.349
621
-25.105
23.856
-1.249
-23.091
21.862
-1.229
-25.549
24.321
-1.228
-29.928
28.660
-1.268
-1.014
82
-932
-357
82
-275
-366
82
-284
-366
82
-284
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-1.014
82
-932
-357
82
-275
-366
82
-284
-366
82
-284
-12.159
-12.159
-3.934
-3.934
109
109
-5.904
-448
98
-350
-448
98
-350
-567
98
-469
-447
98
-349
-5.846
17.369
11.523
-6.089
9.380
3.292
-8.610
7.859
-750
-2.604
7.867
5.263
-18.453
17.467
-986
-10.471
9.478
-992
-9.068
8.077
-991
-8.955
7.965
-990
-1.066
-700
-700
-722
-722
-744
-744
-700
-722
-722
-744
-744
-1.066
-5.904
607
607
607
-459
-700
-4.794
87
-4.707
-4.751
87
-4.664
-4.810
87
-4.722
-4.740
87
-4.653
-1.132
292
-840
-1.132
292
-840
-1.036
196
-840
-1.036
196
-840
-895
5
-890
-895
5
-890
-895
5
-890
-895
5
-890
-105
-105
-105
-1.066
-105 -6.926
89
-16
830
830
1.303
-5.622
-6.883
89
-16
814
814
1.288
-5.595
-6.844
89
-16
799
799
1.175
-5.669
-6.775
89
-16
783
783
1.159
-5.616
Producten per programma (bedragen x € 1.000)
6. Maatschappelijke voorzieningen 170 Bibliotheek 175 Algemeen subsidiebeleid 180 Sport 182 Buitensport 192 Welzijns- en sportaccommodaties 195 Kunst, Cultuur en Monumenten 242 Kinderopvang en peuterspeelzalen 245 Beleid maatschappelijke voorzieningen 250 Ouderenzorg 251 Mantelzorg en vrijwilligerswerk 270 Jeugd en jongeren 280 Volksgezondheid Mutatie reserves Totaal 7. Publiekszaken 218 Inkomen 220 Handhaving 225 Werk 230 Bijzondere regelingen 260 Inburgering 265 Maatschappelijke Ondersteuning 286 Servicepunt bedrijven 287 Vergunningen 330 Bouw en woningtoezicht 35 Burgerzaken 411 Heffing en invordering gemeentelijke belastingen 412 Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen 420 Wet WOZ Mutatie reserves Totaal
-794
-794
-773
-773
-773
-773
-773
-773
-45
-45
-258
-258
-258
-258
-258
-258
-454
161
-293
-567
161
-407
-563
161
-403
-560
161
-399
-1.461
267
-1.194
-1.417
323
-1.093
-1.380
323
-1.057
-1.368
323
-1.045
-3.473
1.206
1.244
1.244
1.244
-2.099
-2.267
-3.430
-2.186
-3.386
-2.142
-3.343
-149
-149
-56
-56
-56
-56
-56
-56
-432
-432
-421
-421
-421
-421
-421
-421
-747
-747
-747
-747
-747
-747
-747
-747
-786
-786
-783
-783
-783
-783
-783
-783
-175
-175
-133
-133
-133
-133
-133
-133
-728
13
-2.565
-715
-677
-2.565
-2.437
13
-664
-677
-2.437
-2.437
13
-664
-677
-2.437
-2.437
13
-664 -2.437
368
368
358
358
352
352
345
345
368
-11.809
2.014
-9.795
-11.699
2.099
-9.600
-11.615
2.093
-9.523
-11.556
2.086
-9.470
-260
250
-10
-260
250
-10
-260
250
-10
-260
250
-10
-90
-90
-90
-90
-90
-90
-90
-90
-7.865
6.690
-1.175
-7.865
6.690
-1.175
-7.865
6.690
-1.175
-7.865
6.690
-1.175
-2.576
1.865
-711
-2.576
1.865
-711
-2.576
1.865
-711
-2.576
1.865
-711
-105
77
-28
-105
77
-28
-105
77
-28
-105
77
-28
-4.491
601
-3.890
-4.470
601
-3.869
-4.470
601
-3.869
-4.470
601
-3.869
-205
-205
-205
-205
-205
-205
-205
-205
-127
47
-79
-127
47
-79
-127
47
-79
-127
47
-79
-451
798
347
-451
798
347
-451
973
522
-451
973
522
-1.657
779
-878
-1.617
779
-838
-1.616
779
-836
-1.616
779
-837
-301
-301
-300
-300
-291
-291
-291
-291
-251
-251
-251
-251
-251
-251
-251
-251
-410
-410
-409
-409
-407
-407
-406
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-406 0
-18.788
11.107
-7.681
-18.726
11.107
-7.619
-18.714
11.282
-7.432
-18.714
11.282
-7.432
Producten per programma (bedragen x € 1.000)
8. Leefbaarheid & Veiligheid 100 Leefomgeving groot onderhoud en renovatie 110 Leefomgeving wijkbeheer 115 Water groot onderhoud en renovaties 290 APV vergunning 291 Milieubeleid 292 Milieu uitvoering en projecten 295 Wijkgericht werken 300 Afvalinzameling 302 Reiningingsheffingen 310 Riolering, gemalen en drukriolering 312 Rioolheffing 50 Politiezaken 51 Beleid intergrale veiligheid 55 Integrale veiligheid 60 Brandweer Mutatie reserves Totaal 9. Bestuur en bedrijfsvoering 1 Raad, raadscommissies en bestuursondersteuning 10 College, commissies en bestuurlijke samenwerking 20 Begrotingscyclus 25 Communicatie 40 Geo-informatie 450 Saldo van kostenplaatsen 910 Gemeentelijke huisvesting Mutatie reserves Totaal
-5.682
108
-5.574
-4.968
108
-4.860
-5.003
108
-4.895
-5.030
108
-4.922
-3.554
81
-3.473
-3.645
81
-3.564
-3.647
81
-3.565
-3.649
81
-3.567
-286
-390
-390
-509
-509
-604
-572
-596
-572
-591
-580
-588
-80
-70
-70
-80
-80
-90
-90
-1.090
-1.107
-1.077
-1.107
-1.069
-1.107
-1.107
-286 -597
24
-80 -1.222
132
24 31
11 38
-604 11
-577
-366
-366
-382
-382
-361
-361
-361
-361
-4.073
-4.073
-4.187
-4.187
-4.305
-4.305
-4.440
-4.440
-31
5.179
5.148
-32
5.321
5.289
-33
5.467
5.434
-33
5.630
5.597
-3.906
20
-3.885
-4.114
20
-4.093
-4.332
20
-4.311
-4.572
20
-4.552
-27
4.401
4.610
4.829
5.070
5.040
4.374
-28
4.582
-29
4.800
-30
-22
-22
-22
-22
-22
-22
-22
-8
-8
-8
-8
-8
-8
-8
-8
-420
-420
-420
-420
-420
-420
-420
-420
-3.308
-22
-3.308
-3.124
-3.124
-3.183
-3.183
-3.124
-108
1.120
1.013
-108
208
101
-108
266
159
-108
207
100
-23.690
11.067
-12.624
-23.200
10.404
-12.796
-23.737
10.821
-12.917
-24.185
11.129
-13.056
-1.311
-1.306
-1.306
-1.306
-1.306
-1.306
-2.078
-2.016
-1.945
-2.016
-1.945
-2.016
-286
-286
-286
-286
-286
-286
-286
-286
-612
-612
-612
-612
-612
-612
-612
-612
-1.311 -2.149
-210
71
3
-9.277 -362 -14.206
-207
-209
-9.277
-9.400 -359
162
-199
-461
-461
-224
-14.430
-14.188
71
3
-205
-207
-9.400
-9.430 -360
163
-196
1.172
1.172
1.410
-12.778
-14.218
71
3
-204
-206
-9.430
-9.701 -359
168
-192
1.122
1.122
1.364
-12.854
-14.486
-3.124
-1.306 71
3
-1.945
-203 -9.701
168
-191
931
931
1.174
-13.312
Producten per programma (bedragen x € 1.000)
10. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 401 Treasury, rente reserves en geldleningen 407 Deelnemingen en beleggingen 410 Gemeentelijke belastingen 430 Algemene uitkering 440 Algemene baten en lasten /BCF Mutatie reserves Totaal Totaal begroting
-36
5.227
5.191
-35
5.144
5.109
-34
5.074
5.040
-32
5.025
4.992
-28
2.530
2.502
-28
2.517
2.488
-28
2.517
2.488
-28
2.517
2.488
-41
9.067
9.026
-42
8.579
8.537
-43
8.759
8.716
-44
8.945
8.901
-13
39.281
39.268
-13
36.490
36.477
-13
37.130
37.117
-13
37.368
37.355
-1.000
-1.000
-2.310
54
-2.256
-3.686
106
-3.580
-5.196
159
-5.037
-1.209
-1.209
-1.153
-1.153
-1.102
-1.102
-1.051
-1.051
-2.327
56.105
53.779
-3.581
52.784
49.203
-4.905
53.585
48.680
-6.364
54.013
47.649
-123.385
123.385
-
-112.895
110.514
-2.381
-115.739
112.800
-2.939
-122.073
117.551
-4.522
Investeringsplanning begroting 2014-2017 Toelichting
Programma 2014
2015
2016
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017
t.l.v.
res. nr.
1 1
2017
1. Bouwen & Wonen Totaal 1. Bouwen & Wonen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0 0
0 reserve 0 reserve
2. Economie & Glastuinbouw Totaal 2. Economie & Glastuinbouw 3. Mobiliteit Nootdorp stationsomgeving: Gelijkvloerse kruising Hofweg (VA3) Gelijkvloerse kruising Hofweg (VA3) subsidie
0 0
Oostlaan/oostelijke ontsluiting:
0
0
0
0
0
0
0 reserve
0
0
4.851.691
5.504.193
4.728.169
2.750.677 reserve
1
-1.359.015
0
-250.000
0 reserve
1
-1.684.754
-2.950.959
-1.560.704
-1.600.000 reserve
1
1.548
1.484
1.419
Randweg fase I, II, III
0
0
0
0 reserve
1
Randweg fase I, II, III bijdrage
0
0
0
0 reserve
1
Fietsplan 2007 (nw bel 06)
0
0
0
0 reserve
8
0
0
0
0 expl.
Aansluiting Oostelijke Randweg-Boezem (7574..) Komkommerweg/verb.Delftsestraatw. Komkommerweg
4.851.691
Komkommerweg grondverkopen
-1.359.015
Komkommerweg bijdragen
-1.684.754
5.504.193
4.728.169
2.750.677
-250.000 -2.950.959
-1.560.704
Bijdragen derden -1.600.000
Overig: Update Beleidsplan Verkeer en Vervoer (BVV)
Vervanging Update Beleidsplan Verkeer en Vervoer (BVV)
0 Betreft software en berekeningen in modellen. Actualisatie een jaar na de openstelling N-470 en aansluiting Tuindersweg plaatsvinden.
80.000 Betreft software en berekeningen in modellen. Actualisatie een jaar na de openstelling N-470 en aansluiting Tuindersweg plaatsvinden.
Tuindersweg (VA1)
1
0
0 1.355 expl.
0
0
0
0 reserve
1
Tuindersweg (VA1)
Bijdrage Haaglanden BOR Fonds
0
0
0
0 reserve
1
Duurzaam veilig Pijnacker Noord
Investeringkrediet 600.000 -/- 450.000 subsidie
0
0
0
0 reserve
1
Oudeweg 30-50 km (duurzaam veilig)
Investeringkrediet bruto gemaakt
0
0
0
0 reserve
2
Oudeweg 30-50 km (duurzaam veilig) subsidie
Subsidie Haaglanden
0
0
0
0 reserve
2
Vrouwtjeslant 30 km (duurzaam veilig)
Ten laste van bestemmingsreserve duurzaam veilig.
0
0
0
0 reserve
2
Toelichting
Programma 2014
2015
2016
Molenweg 30 km (duurzaam veilig) Parkeer Aktieplan Vlielandseweg 50 km (duurzaam veilig)
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017
t.l.v.
res. nr.
2017
Ten laste van bestemmingsreserve duurzaam veilig. Ten laste van bestemmingsreserve duurzaam veilig.
0
0
0
0 reserve
2
0
0
0
0 reserve
2
0
0
120.000
0 reserve
2
FES project, oostelijke randweg (7571..) FES project, oostelijke randweg grondverkopen
12.317.334
3.676.145 -248.535
2.931.201 -5.598.999
4.916.520 Toezeggingen FES-project, t.l.v. BoVo (100%) -1.004.081 Toezeggingen FES-project, t.l.v. BoVo (100%)
12.317.334 0
3.676.145 -248.535
2.931.201 -5.598.999
4.916.520 reserve -1.004.081 reserve
1 1
FES project, oostelijke randweg bijdragen derden FES project, ecologische/recreatieve dooadering (7572..) Opzetstrooier gladheidsbestrijding (707093)
-2.801.910
-2.889.305
-1.200.000
Toezeggingen FES-project, t.l.v. BoVo (100%)
-2.801.910
-2.889.305
-1.200.000
0 reserve
1
0
209.487
205.996
202.504 expl.
2.625
2.531
2.438
2.344 expl.
Totaal 3. Mobiliteit
14.116.514
11.327.519
3.305.041
-620.480
607.155
0
0
0 reserve
0
0
0
0
4. Groen, Water & Recreatie Ruijven Zuid Polder Totaal 4. Groen, Water & Recreatie
120.000
2.793.168
Toezeggingen FES-project 0
0
3.091.539
-830.333
Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. 5.143.116
607.155 607.155
0
0
0
607.155
0
5.269.319
5. Onderwijs Voorzieningen Ackerswoude: OBS Ackerswoude, schoolwoningen (713018)
13.500 UMA 2009 max variant
0
0
0
0 expl.
OBS Ackerswoude, grondkosten (713015)
552.000 UMA 2009 Grondkosten
0
0
0
0 expl.
OBS Ackerswoude, nieuwbouw (713017)
120.000 UMA 2009 Ingebruikname staat gepland augustus 2013 UMA 2009
0
0
0
0 expl.
0
0
0
0 expl.
277.697
273.069
268.441
263.812 expl.
OBS Ackerswoude, kiss & ride Voorzieningen Keijzershof: MFA Keijzershof - school Overig onderwijshuisvesting:
UMA 2009
Inrichting RK school Keijzershof, groep 1en 2
0
0
0
0 expl.
RKB Keijzershof, inrichting groep 3
Vaststelling programma onderwijshuisvesting 2010; bedrag in 2010 laten staan Programma onderwijshuisvesting 2013
0
0
0
0 expl.
RKB Keijzershof, inrichting groep 4
Programma onderwijshuisvesting 2013
0
0
0
0 expl.
RKB Keijzershof, inrichting groep 5
Programma onderwijshuisvesting 2013
2.400
2.320
2.240
2.160 expl.
1
Toelichting
Programma 2014
2015
2016
RKB Keijzershof, inrichting vaste voet
Programma onderwijshuisvesting 2013
Inrichting RK school Keijzershof, groep 6 Inrichting RK school Keijzershof, groep 7
14.000 14.000
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017
t.l.v. 2017
10.350
10.005
9.660
9.315 expl.
Accommodatieplan 2012 Accommodatieplan 2012
0 0
0 0
2.100 2.100
2.030 expl. 2.030 expl.
Inrichting RK school Keijzershof, groep 8
14.000
Accommodatieplan 2012
0
0
0
2.100 expl.
Inrichting RK school Keijzershof, groep 9
14.000
Accommodatieplan 2012
0
0
0
2.100 expl.
Inrichting RK school Keijzershof, groep 10
14.000
Accommodatieplan 2012
0
0
0
2.100 expl.
Accommodatieplan 2012
0
0
0
0 expl.
Accommodatieplan 2012 Programma onderwijshuisvesting 2013
0 8.550
0 8.265
0 7.980
0 expl. 7.695 expl.
Programma onderwijshuisvesting 2013
Inrichting RK school Keijzershof, groep 11
14.000
Inrichting De Regenboog, groep 18 Casaschool, inrichting vaste voet Casaschool, inrichting groepen 5-7
4.350
4.205
4.060
3.915 expl.
Accommodatieplan 2012
0
6.300
6.090
5.880 expl.
Accommodatieplan 2012
0
0
6.300
6.090 expl.
Accommodatieplan 2012
0
0
0
6.300 expl.
0
40.500
39.150
37.800 expl.
0
0
58.806
58.806 expl.
Centrum Jeugd en Gezin, Gantellaan 13-21 Inrichting Ackerweide, groep 19
UMA 2009 3 p + 2 t lokalen; schuiven naar 2012 UMA 2009 na herhuisvesting Regenboog herontwikkeling UMA 2009; bedrag in 2010 laten staan UMA 2009
0 0
0 0
0 0
0 expl. 0 expl.
Inrichting Ackerweide, groepen 20 en 21
UMA 2009
Bouwvoorbereiding Koningshofcomplex
UMA 2009 indexering; bedrag schuiven naar 2012 UMA 2009 indexering, doorschuiven naar 2013-2014 (DT juni 2010) Programma onderwijshuisvesting 2013
Inrichting Casaschool, 3 groepen (8-10)
42.000
Inrichting Casaschool, 3 groepen (11-13)
42.000
Inrichting Casaschool, 3 groepen (14-16) Uitbreiding De Regenboog
42.000 270.000
Terugkoop grond Vestia Regenboog
Renovatie Koningshofcomplex
1.176.120
812.725
812.725
RKB Waterwilg, inrichting groep 28 Uitbreiding St. Jozef 2e fase
Verv.tijd.accommodatie Mariaschool (714018)
65.000
Casaschool: permanente huisvesting (714019) onderhoud/aanpassing Acacialaan 10 tbv een school onderhoud WA school, Groen van Prinstererlaan 1 (714022) Casaschool: tijdelijke huisvesting (714023)
1.700.000
0
0
0
0 expl.
4.278
4.278
6.417
6.310 expl.
0
40.636
121.909
119.877 expl.
res. nr.
1.050
1.015
980
945 expl.
Vaststelling programma onderwijshuisvesting 2010; via kredietoverzicht is aangegeven dat voor 2010: € 1.056.979 (restantkrediet) blijft staan en €1.149.563 naar 2011 doorschuift. 617.500 Accommodatieplan 2012
0
0
0
0 expl.
0
0
0
3.250 expl.
500.000
Accommodatieplan 2012 Accommodatieplan 2012
0 0
0 0
0 0
85.000 expl. 0 res
5
Accommodatieplan 2012
13.500
13.200
12.900
12.600 res
5
Accommodatieplan 2012
27.500
26.400
25.300
24.200 res
5
onderhoud Prins Hendrikstraat 28 (719233)
Accommodatieplan 2012
8.100
7.920
7.740
7.560 res
5
Verplaatsing kinderopvang/psz in PijnackerNoord (719234)
Accommodatieplan 2012
25.000
24.000
23.000
22.000 res
5
Toelichting
Programma 2014
2.058.845
2016 1.849.000
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017 1.817.000
t.l.v. 2017
382.775
462.113
605.173
UMA 2009
0
0
0
0 expl.
UMA 2009 75.000 UMA 2009
0 0
0 0
0 0
0 expl. 0 expl.
0
0
MFA Keijzershof - sportzaal
UMA 2009
120.100
118.098
116.097
114.095 expl.
MFA Keijzershof - welzijn
UMA 2009
21.695
21.334
20.972
20.611 expl.
0
0
0
0
0 0
0 0
0 expl. 0
Totaal 5. Onderwijs
1.124.725
2015
693.875
6. Maatschappelijke Voorzieningen Voorzieningen Ackerswoude: Ackerswoude- gym.acc.-grondkosten Ackerswoude- gym.acc.-bouwvoorbereiding Ackerswoude- gym.acc.-bouwkosten (719228) Voorzieningen Keijzershof:
MFA Delfgauw: Maatschappelijke voorzieningen Delfgauw Oliveo handbal:
UMA 2009
Oliveo handbal grondkosten
0
0
0
0
0 expl.
Oliveo handbal 2e verhard handbalveld (asfalt)
Sportbeheervisie
0
0
0
0 expl.
Oliveo handbal bijdrage verplaatsing clubhuis
Sportbeheervisie
0
0
0
0 expl.
Oliveo handbal verhardingen parkeerterreinen
Sportbeheervisie
0
0
0
0 expl.
Oliveo handbal extra bouwkosten gymzaal Keijzershof > sporthal Oliveo handbal extra bouwkosten gymzaal Keijzershof > sporthal extra m2 MFA Keijzershof - Oliveo Sportpark "De Groene Wijdte":
Sportbeheervisie
0
0
0
0 expl.
Collegebesluit 2-3-2010
0
0
0
0 expl.
Collegebesluit 2-3-2010
35.034
34.450 0
33.866 0
33.282 expl. 0
Sportpark DGW aankoop gronden (718257)
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
Sportpark DGW gronden bouwrijpmaken (2012)(718267)
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
Krediet afkomstig van DGW Infrastructuur. Dit wordt gebruikt voor het afbouwen van het zwembad en mogelijke nog te betalen termijnen bij failliesement van de aannemer. Krediet afkomstig van DGW Infrastructuur. Dit wordt gebruikt voor het afbouwen van het zwembad en mogelijke nog te betalen termijnen bij faillissement van de aannemer. Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
0
0
0
0 expl.
0
0
0
0 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
Nieuw-/verbouw zwembad "de Viergang"
Warmteinstallaties zwembad "de Viergang" (2012) DSVP voetbal veld 6 (kunstgrasveld, toplaag)(718258) DSVP voetbal veld 6 (kunstgrasveld, onderlaag)(718259)
res. nr.
Toelichting
Programma 2014
2015
2016
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017
t.l.v. 2017
DSVP voetbal veld 7 (grasveld, toplaag)(718260)
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
DSVP voetbal veld 7 (grasveld, onderlaag)(718261) HCP 2e helft veld 3 (kunstgrasveld, toplaag)(718262) HCP 2e helft veld 3 (kunstgrasveld, onderlaag)(718263) Oliveo voetbal veld 8 (kunstgrasveld, toplaag)(718264) Oliveo voetbal veld 8 (kunstgrasveld, onderlaag)(718265) DGW: voetbalveld 9 - aankoop grond (718257)
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
33.333
32.291
31.250
30.208 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
16.022
15.736
15.450
15.164 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
5.062
5.062
5.062
5.062 expl.
DGW: gras voetbalveld 9 - voorbereiding ( DGW: gras voetbalveld 9 - aanleg toplaag (718258) DGW: voetbalveld 10 - aankoop grond (7
Sportpark DGW: actualisatie 2013 Sportpark DGW: actualisatie 2013
30.000 28.800
29.250 27.840
28.500 26.880
27.750 expl. 25.920 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
DGW: voetbalveld 10 - voorbereiding
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
DGW: voetbalveld 10 - aanleg toplaag gras
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
DGW: aanleg voetbalveld en ombouw 1 veld naar wetra DGW: vervanging toplaag kunstgras hockeyveld 1 (7 DGW: vervanging toplaag kunstgras hockeyveld 2 (7 HCP DGW: meerkosten inrichting semiwaterveld (ann.afschr) DGW: aanpassen parkeervoorziening
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
0 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
42.000
40.688
39.375
38.063 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
42.000
40.688
39.375
38.063 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
9.145
9.145
9.145
8.820 expl.
Sportpark DGW: actualisatie 2013
0
0
0
16.667 expl.
20.764
19.933
19.103
18.272 expl.
403.956
394.515
385.075
28.650
27.456
26.263
25.069 expl.
-
25.667
24.934
24.200 expl.
28.650
53.123
51.197
49.269
200.000
Overige voorzieningen: Jozefhuis Nootdorp
Totaal 6. Maatschappelijke Voorzieningen
0
7. Publiekszaken Vervanging uitbreiding Geo-Tax (incl. opl.) Stemmachines
220.000
Totaal 7. Publiekszaken
220.000
0
0
200.000
0
75.000
0
391.977
res. nr.
Toelichting
Programma 2014
2015
2016
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017
t.l.v.
res. nr.
0 reserve
9
2017
8. Leefbaarheid & Veiligheid Bewegwijzering 2007 (nw bel 2006)
merendeel kosten in 2011 door gereedkomen Tuindersweg
Asfaltering 2011 (707035) Asfaltering 2012 (707036) Asfaltering 2013 (707037) Asfaltering 2014 (707038)
438.596
Asfaltering 2015 (707041)
438.596
Asfaltering 2016
438.596
Asfaltering Pijnacker-Noord 2010 (707031) Bijdrage Rondom Wonen in asfaltering Pijnacker-Noord 2010 (707031)
Krediet verhogen door bijdrage Rondom Wonen (€ 702.920) toe te voegen. Hiermee aansluiting realiseren tussen beschikbaar krediet en de begroting PN
Asfaltering Pijnacker-Noord 2013 Asfaltering Pijnacker-Noord 2014
250.000
ISV Pijnacker Noord
200.000
200.000
200.000
200.000
ISV Pijnacker Noord (2010) ISV Pijnacker Noord (2013) ISV Pijnacker Noord (2014
300.000
ISV Pijnacker Noord (2015)
300.000
ISV Pijnacker Noord (2016)
300.000
ISV Pijnacker Noord (2017)
300.000
Wegen - straatmeubilair Pijnacker Noord (2012) nieuw Aanleg vrijvervalriolering Vlielandseweg 2008 (731051)
0
0
0
14.460 45.375
13.978 43.863
13.496 42.350
13.014 expl. 40.838 expl.
65.790
63.597
61.404
59.211 expl.
0
65.790
63.597
61.404 expl.
0
0
65.790
63.597 expl.
0
0
0
65.790 expl.
0 0
0 0
0 0
0 expl. 0 expl.
37.500
36.250
35.000
33.750 expl.
0
37.500
36.250
35.000 expl.
200.000
200.000
200.000
200.000 reserve
0
0
0
0 expl.
27.000 0
26.400 27.000
25.800 26.400
25.200 expl. 25.800 expl.
0
0
27.000
26.400 expl.
0
0
0
27.000 expl.
0
0
0
0 expl.
0
0
0
0 expl.
4.333
4.266
4.200
4.133 expl.
24.213 expl.
Vervangen gemalen cfm GRP (731074)
kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. aanpassingen conform GRP 2009-2012
26.483
25.726
24.970
Duiker Vrouwtjeslant
Investering blijft staan in 2010
0
0
0
0 expl.
Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting.
0
36.111
35.555
35.000 expl.
vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2013 (731077)
500.000
0
0
1
Toelichting
Programma 2014
2015
2016
2017
Vrijvervalriolering Vrouwtjeslant, fase 3 (731010)
0
0
Vrijvervalriolering Koningshof, fase 5 (731011)
0
0
Vrijvervalriolering 2005 Vlielandseweg 2008 (731051)
0
0
vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2014 (731078)
1.408.432
0
0
vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2015 (731079)
0
1.408.432
0
vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2016 (731081)
0
0
1.408.432
vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2017 af te schrijven in 15 jaar
0
0
0
Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. 990.719 Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting.
Kapitaallasten 2015 2016
2014
t.l.v. 2017
52.321
51.516
50.711
49.906 expl.
21.666
21.333
20.999
20.666 expl.
7.222
7.111
7.000
6.889 expl.
0
101.720
100.155
98.590 expl.
0
0
101.720
100.155 expl.
0
0
0
101.720 expl.
0
0
0
0 expl.
res. nr.
Toelichting
Programma 2014 vrijvervalriolering - o.b.v. wijkprogramma 2017 af te schrijven in 45 jaar
2015 0
2016 0
1.024.702 Het krediet in 2010 is opgedeeld in een aantal deelprojecten (zie regels hieronder). Het resterend bedrag is doorgeschoven naar 2011. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting.
t.l.v. 2017
0
0
0
0 expl.
Riolering Pijnacker Centrum (2012) (731080)
0
0
0
0 expl.
Renovatie riolering Dr.vd Horstlaan (2010)
0
0
0
0 expl.
0
0
0
0 expl.
0
0
0
0 expl.
0
0
0
0 expl.
36.111
35.555
35.000
34.444 expl.
0
36.111
35.555
35.000 expl.
Vrijvervalriolering Vrouwtjeslant, fase 1
0
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017
Door vertraging in het project is dit krediet een jaar doorgeschoven. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting.
Vrijvervalriolering Vrouwtjeslant, fase 2 Vervanging riolering Pijnacker Noord (ISV) (731063)
Riolering Pijnacker Noord (2013) (731082)
Riolering Pijnacker Noord (2014) (731083)
500.000
Milieu & Informatiesysteem (728507) Speelvoorzieningen (2013)(720509)
111.000
Speelvoorzieningen (2014)(720510)
173.500
Speelvoorziening Pijnacker Noord Speelvoorziening Pijnacker Noord (2012) Speelvoorzieningen 2011 (720508) Civiele Kunstwerken; vervanging duikerbrug Nieuwkoopseweg
Onderdeel van project ISV Pijnacker Noord. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. Onderdeel van project ISV Pijnacker Noord. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. Onderdeel van project ISV Pijnacker Noord. Kapitaallasten worden gedekt binnen het product riolering (gesloten circuit) en hebben dus geen invloed op de begroting. vervanging LIAAN uitvoeringsplan spelen 2009-2012. In 2011 en 2012 wordt € 52.500 afgesplitst voor Pijnacker Noord. De investering blijft staan in 2010 uitvoeringsplan spelen 2009-2012. In 2011 en 2012 wordt € 52.500 afgesplitst voor Pijnacker Noord. De investering blijft staan in 2010 Afsplitsen apart krediet voor speelvoorzieningen Noord Afsplitsen apart krediet voor speelvoorzieningen Noord Afsplitsen apart krediet voor speelvoorzieningen Noord Voorziening Civiele Kunstwerken is opgeheven. Kosten voor vervanging worden nu meegenomen in de investeringsplanning
7.500
7.188
6.875
6.563 expl.
0
12.950
12.580
12.210 expl.
0
20.242
19.664
19.085 expl.
0
0
0
0 expl.
0
0
0
0 expl.
8.400
8.160
7.920
7.680 expl.
0
0
0
0 expl.
res. nr.
Toelichting
Programma 2014 Nationaal bestuursakkoord water: Verkeersmaatregelen kruising Kerkweg/Oudeweg Bergingsopgave Ruijven Zuidpolder Bergingsopgave Zuidpolder van Delfgauw Stuwen Nootdorp Pandscheiding Plas van Buysen (711507) Berging Kern Pijnacker/Boezem (711504) Gemaal Ruijven Noordpolder van Delfgauw
Totaal 8. Leefbaarheid & Veiligheid
2015
2016
collegebesluit 13 mrt. Eigen bijdrage dekken uit Algemene Reserve 375.000 276.000 200.000 150.000 600.000
5.282.528
1.100.000 400.000
3.847.028
400.000 500.000 3.447.028
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017
2.515.421
t.l.v.
res. nr.
0 reserve
6
2017
0
0
0
0 0 0 0 7.500 0 0
28.125 20.700 0 11.250 37.500 0 0
27.656 20.355 0 11.063 138.750 20.000 0
27.188 20.010 15.000 10.875 136.438 66.667 37.500
561.661
979.942
1.277.815
1.546.936
55.920
55.920
55.920
55.920 reserve
15.000 0 0 0 0 60.000 0 0 0 0 0 0 12.500 0 2.700 0
14.375 32.500 0 3.000 0 57.500 0 0 0 12.500 0 4.000 12.000 0 2.588 21.600
13.750 31.200 10.750 2.875 30.000 55.000 0 8.433 0 12.000 0 3.840 11.500 0 2.475 20.700
13.125 29.900 10.320 2.750 28.750 52.500 90.000 8.066 2.500 11.500 9.300 3.680 11.000 37.500 2.363 19.800
expl. expl. expl. expl. expl. expl. expl.
9. Bestuur en Bedrijfsvoering ICT investeringen: Uitvoeringsplan ICT (795050)
Back up systeem ICT (2012)(795036) SAN Uitwijk Plotters Werkplekken / laptops 2015 (795034) Werkplekken / laptops 2013 Werkplekken / laptops 2016 PDS / smartphones 2015 (795042) Scanner (DIV) Virtuele infrastructuur Groot formaat copier Proxy Server Telefooncentrale 2013 Telefooncentrale 2016 (795095) Printers front-office Laptops raadsleden
De kredieten zijn vanaf 2010, 2011 en 2012 met € 350.000, € 250.000 en € 250.000 verlaagd. Het budget E-power is in deze jaren met hetzelfde bedrag verhoogd. Het krediet 2010 is daarnaast verlaagd met € 235.670 (overschrijding budget E-power 2009) en € 69.357 (administratieve correctie, aansluiting met reserve) . 130.000 43.000 10.000 100.000 300.000 22.000 10.000 50.000 31.000 16.000 150.000 72.000
expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl
4
Toelichting
Programma 2014
2015
2016
2017
Kapitaallasten 2015 2016
2014
t.l.v. 2017
0
32.500
31.200
29.900 expl
0
0
0
0 expl
0 0 0 0 0 15.000 0 0 0 8.750 8.750 0 0
0 19.167 0 0 0 14.400 11.000 0 0 8.438 8.438 0 70.000
0 18.333 0 0 0 13.800 10.500 0 0 8.125 8.125 0 67.500
Financiën upgrade
0
0
0
Burgerzaken applicatie Burgerzaken upgrade Leerplicht applicatie Leerplicht upgrade Werk & Inkomen applicatie (795057) Werk & Inkomen upgrade Zorg applicatie (795058) Zorg upgrade WABO pakket WABO upgrade BGT (795013) Personeel applicatie Personeel update Gegevensmakelaar Gegevensmakelaar upgrade DMS upgrade Geo-viewer Geo-viewer upgrade 2011 Tekenpakket Tekenpakket upgrade Mid-Office (795063)
0
0
0
0 0 0 0 0 17.500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 7.000 0 0 0 5.000
0 12.250 0 35.000 0 16.875 0 0 0 8.750 0 0 0 7.000 0 6.750 0 0 0 60.000
17.500 11.813 0 33.750 0 16.250 0 0 0 54.166 0 8.750 0 6.750 21.875 6.500 0 0 0 57.500
Netwerkcomponenten (795043) Oracle hardware Security Security 2014 (795046) Security 2016 ICT Infra Microsoft licenties ICT Infra Hardware/Implementatie/ov. licenties Oracle licenties Oracle upgrade 2014 Oracle upgrade 2016 Cognos licenties Cognos upgrade Belastingen applicaties (742002) Belastingen upgrade Financiën applicaties
130.000
50.000 50.000 600.000 400.000 20.000 20.000
100.000 400.000
100.000 70.000 200.000 100.000 50.000
175.000
75.000 50.000
40.000 125.000
30.000 100.000
0 17.500 19.167 150.000 100.000 13.200 0 11.000 0 7.813 7.813 17.500 65.000
expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl
0 expl 0 expl 16.875 11.375 0 32.500 17.500 15.625 8.750 0 0 52.083 0 8.438 0 6.500 21.094 6.250 0 0 5.250 55.000
expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl
res. nr.
Toelichting
Programma 2014 Mid-Office upgrade Afspraaksysteem 2014 (795065) Afspraaksysteem 2016 Afspraaksysteem upgrade CMS CMS upgrade 2013 (795068) Helpdesksysteem (795069) Helpdesksysteem upgrade GVR (795070) BAG applicatie Meldpunt wijkbeheer (2013)(795075) Meldpunt wijkbeheer (2016) Betaalsysteem (795076) Documentgeneratiesysteem (795077) KCC-module (E-power 2011) KCC-module upgrade YOUPP (E-power 2011) Kennissysteem (E-power 2011) Work Force Managementsyst(E-power 2011) Ipads 2013 Ipads 2015 Ipads 2017 WiFi gemeentekantoor Overige software (2012) (795086) Overige software Huisvesting: vervanging stoelen gemeentekantoor (796512)
Koeling computerruimte Vervangingsinvestering publieksbalie Tractie: Tractor Nieuw Holland (2003) Toyota Dyna 90-BL-SJ (2004) Toyota Dyna 49-BL-TK (2004) Citroen Berlingo 12-BL-TF (2004) Aanhangwagen + oplegger Peugeot Expert 55-BS-NV (2005)
2015
2016
100.000 50.000 50.000 25.000 100.000
30.000 50.000 30.000 50.000 20.000 30.000 15.000 70.000 70.000 40.000 20.000
20.000
20.000 1e deel is vervangen. Tweede tranch staat voor dit jaar gepland. Wel gecommuniceerd maar nog geen verplichtingen aangegaan. 30.000 90.000
10.946
14.363
Kapitaallasten 2015 2016
2014
2017
0 0 0 0 0 15.000 8.750 0 6.000 0 15.000 0 0 4.375 0 7.500 0 0 0 38.500 0 0 0 10.500 21.000
0 15.000 0 7.500 0 14.375 8.438 0 5.750 9.000 14.375 0 9.000 4.219 0 7.188 0 0 0 36.750 0 0 0 0 21.000
30.000 14.375 0 7.188 0 13.750 8.125 0 5.500 8.625 13.750 0 8.625 4.063 15.000 6.875 6.000 0 4.500 0 38.500 0 0 0 21.000
1.687
1.627
1.566
0 0
0 0 0 2.111 3.908 4.388 3.850 1.688 2.513
0 0 0 2.033 3.764 4.225 3.707 1.625 2.423
0 4.053 4.550 3.993 1.750 0
t.l.v. 2017 28.750 13.750 15.000 6.875 30.000 13.125 7.813 0 5.250 8.250 13.125 15.000 8.250 3.906 14.375 6.563 5.750 9.000 4.313 0 36.750 0 10.000 0 21.000
expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl
1.506 expl.
4.500 13.500 0 1.955 3.619 4.063 3.565 1.563 2.334
expl. expl. expl expl expl expl expl expl
res. nr.
Toelichting
Programma 2014 Aktiewagen (mobiele bewegwijzering) Aanhangwagen met dranghekken Tractor Landini Alpine DT 65 (2005) Shovel Shaver (2005) Bremach BS-GL-39 (2005) Toyota Dyna 64-BV-DX(2005) Hogedrukspuit WV-77-FT (2006) Toyota Dyna 56-BZ-DH (2006) Toyota Dyna 98-BZ-DD (2006) Citroen Berlingo 38-BX-RJ (2006) Citroen Jumper 25-BZ-LF (2006) Citroen Jumpy 79-BZ-LF (2006) Citroen Berlingo (92-VJF-1) Toyota Dyna 10-VHJ-2 (2007) Toyota Dyna 10-VHT-3 (2007) Citroen Berlingo (42-VKS-9) handhaving Citroen Berlingo (43-VKS-9) handhaving Citroen Nemo 51-VTT-4 gebiedsbeheerder (2008) Ford Connect 26-VVG-5 opzichters (2008) Ford Connect 27-VVG-5 opzichters (2008) Ford Connect 28-VVG-5 opzichters (2008) Vrachtwagen Daf met opbouw (BV-VG-86) 2008 Personenauto handhaving BOR (citroen A1) 2008 Bedrijfsauto handhaving (2008) Vervanging Pick-up FIAT Ducato 6-VGH-74 (2009)
Totaal 9. Bestuur en Bedrijfsvoering Totaal Investeringsprogramma
2015
2016
2017
13.000
Kapitaallasten 2015 2016
2014
t.l.v. 2017
15.500
0 2.507 0 0 8.915 3.947 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 2.414 5.545 5.671 8.597 3.806 0 4.224 4.053 2.230 9.954 3.854 0 0 0 0 0 0
2.275 2.321 5.347 5.469 8.279 3.665 7.523 4.073 3.908 2.150 9.599 3.716 2.047 5.084 5.084 3.086 3.086 0
2.194 2.228 5.149 5.266 7.960 3.524 7.245 3.922 3.764 2.071 9.243 3.579 1.974 4.902 4.902 2.976 2.976 2.713
expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl expl
17.825 17.825 17.825 120.000
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
3.119 3.119 3.119 21.000
expl expl expl expl
10.000
0
0
0
1.750 expl
31.500
0 0
0 0
0 0
4.375 expl 0 expl
31.688 32.409
39.008 24.136 23.160 12.742 56.881 22.021 11.693 29.050 29.050 17.635 17.635
25.000
1.846.346
947.071
2.474.975
101.500
366.147
749.578
952.812
1.511.627
23.197.268
9.944.483
7.140.670
9.652.037
13.677.863
5.944.312
2.651.592
9.463.002
res. nr.
Kaderstellende nota’s/plannen programmabegroting 2014-2017 De gemeente is afhankelijk van een aantal wettelijke taken en opereert binnen kaders zoals die door provincie en rijk worden gesteld. Deze kaders dienen goed zichtbaar gemaakt te worden zodat de raad beter inzichtelijk krijgt wat de eigen speelruimte is, wat tot de bevoegdheden van het college behoort en waar met name de beleidsvrijheid gevonden kan worden. Het gaat hierbij om het inzichtelijk maken van de politieke keuzes die gemaakt kunnen worden binnen de wettelijke kaders. Daarnaast is het belangrijk dat ook rekening gehouden wordt met eerder genomen besluiten door de raad zelf. Ook die kaders beïnvloeden de speelruimte van de gemeenteraad en mogelijk ook de bevoegdheden van het college. Het inzichtelijk maken van deze kaders bevordert de sturingskracht van de raad. In deze bijlage is voor alle beleidskaders inzichtelijk gemaakt in welke fase van het beleidsproces dit zich bevindt. Tevens wordt hierin een classificatie van de mate van invloed gegeven (hoog, middel of laag).. Hierdoor is de raad beter in staat te bepalen wanneer en in welke mate invloed kan worden uitgeoefend op een bepaald terrein. De vastgestelde beleidskaders zijn te vinden bij de raadsinformatie op de website onder het kopje dossiers. Alle verordeningen staan op de regelingenbank. Nota/plan
Fase beleidsproces
Vastgesteld
Herziening
Mate van invloed
Programma/ paragraaf
Omschrijving nota/plan
-Voorbereiding -Uitvoering -Evaluatie uitvoering
Datum raad
Datum planning
Hoog, Middel of Laag
P of § nr.
26-06-2012
N.t.b.
Hoog
Allen
uitvoering
27-05-2010
Hoog
Allen
Bestuurlijk Uitvoeringsplan 20102014 Pit! Structuurvisie PijnackerNootdorp anno 2009 Nota Ruimtelijk Ordeningsbeleid Woonvisie 2005 Pijnacker-Nootdorp Uitvoeringsstrategie Wonen Regionale prestatieafspraken 20102014 (Stadsgewest Haaglanden)
uitvoering
02-11-2010
Hoog
Allen
uitvoering
07-07-2009
Hoog
P1
uitvoering uitvoering uitvoering uitvoering
Hoog Hoog Hoog Middel
P1 P1 P1 P1
Nota Grondbeleid (2009) Nota Kostenverhaal Bovenwijkse Zaken Kadernota Wonen, zorg en welzijn (2007)
uitvoering uitvoering
07-07-2009 27-10-2005 18-04-2013 Zienswijze raad, november 2009 19-02-2009 07-07-2009
2e kwartaal 2014 2e kwartaal 2014 1e kwartaal 2014 N.t.b. 2016 2016 2014
Toekomstvisie Pijnacker-Nootdorp 2040 Bestuurlijke agenda 2010-2014
2013 N.t.b.
uitvoering voltooid. beleidskaders nog geldig uitvoering
27-09-2009
2014
31-10-2007
Nota Grondprijzen (2012) Welstandsnota Gebiedsvisies en Bestemmingsplannen Integrale economische visie 2025: ‘Ruimte om te ondernemen’
gereed evaluatie
21-06-2012 24-06-2004
Geen (beleid gericht op beëindiging woonwagenbewoning) 2013 2013
uitvoering
21-06-2012
Nota handhaving bedrijventerreinen (2006) Integrale Visie Greenport WestlandOostland 2020 (2008)
uitvoering evaluatie
Woonwagenbeleid gemeente Pijnacker-Nootdorp (2007)
P1 P1 Middel
P1 + P6
P1
n.n.b. Hoog
P1 P1 P1 + P2
Hoog
P2+P3+P4+ P5+P6+P7+P8
30-11-2006
Uitvoeringsagenda 20122016 2014
Laag
P2
17-07-2008
N.t.b.
Laag
P2
Nota/plan
Fase beleidsproces -Voorbereiding -Uitvoering -Evaluatie
Vastgesteld
Herziening
Datum raad
Datum planning
Discussienotitie Sociale Cohesie Mobiliteitsplan Pijnacker-Nootdorp Fietsplan Pijnacker-Nootdorp 2006 Integraal Parkeerbeleidsplan Recreatievisie Integraal Waterplan 2010-2013 Geactualiseerd uitvoeringsprogramma Waterplan 2010-2013 voor de periode 2013-2015 Ecologische Kaart Notitie Vrijkomende Agrarische Bebouwing en verbreding van de landbouw Beleidsnotitie woningen in het buitengebied
uitvoering uitvoering uitvoering uitvoering uitvoering uitvoering uitvoering
januari 2008 29-09-2005 23-02-2006 26-10-2006 23-02-2006 17-12-2009 19-03-2013 (college)
uitvoering uitvoering
29-03-2012 25-09-2008
uitvoering
29-06-2006
Startnotitie Ruyven-Zuidpolder Masterplan FES-project Oostland /Groenzone De nota Integraal jeugdbeleid “De jeugd doet mee!” De deelnota Educatie en Werk van het integraal jeugdbeleid
uitvoering uitvoering
30-06-2005 18-02-2010
uitvoering
2008
uitvoering
De deelnota Gezin en Zorg van het integraal jeugdbeleid De deelnota Vrije tijd en Veiligheid van het integraal jeugdbeleid Lokaal Educatieve Agenda 20082012 (KVD: Uitvoeringsafspraken Nota educatie en werk/integraal jeugdbeleid) Notitie voorschoolse voorzieningen 2011-2014 (onderdeel integraal jeugdbeleid)
Omschrijving nota/plan
Mate van invloed Hoog, Middel of Laag
Programma/ paragraaf P of § nr.
Hoog
N.t.b. 2015 2015
Middel Laag Middel
P4 + P6 + P8 P3 P3 P3 P4 P4 P4
N.t.b. 2014 meenemen in structuurvisie 2014 meenemen in structuurvisie N.v.t. Niet van toepassing 2014
Middel Middel
P4 P4
Hoog
P4
Middel Middel
P4 P4
Middel/ hoog
P5
2008
Onderdeel van nota integraal jeugdbeleid
P5
uitvoering
2008
2014
Deels hoog: lokaal onderwijsbeleid; Deels laag: leerplichtwet, RMC, OAB Middel
uitvoering
2008
2014
uitvoering
2008
uitvoering
21-04-2011
2014 (onderdeel van integraal jeugdbeleid) N.n.b
Raamovereenkomst Volwasseneneducatie gemeente Delft en Mondriaan Onderwijsgroep 2010-2012
uitvoering
Notitie Doordecentralisatie onderhoud onderwijshuisvesting.
uitvoering: 10 jaar; Evaluatie: <5jr
Overeenkomst getekend door wethouders 22-12-2009 29-05-2008
Accommodatieplan onderwijs huisvesting 2012 Wmo beleidsplan Meedoen in P-N, 2008-2011 Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Pijnacker-Nootdorp
uitvoering
N.v.t.
P6 P5
Deels hoog / deels laag
P5
Deels hoog: PSZ Deels laag: OAB Laag
P5
P5
06-06-2012
Komt per 1-1-15 te vervallen wegens wetwijziging 2013/2014
P5
Middel
P5
evaluatie
26-06-2008
2014
Middel
P6
uitvoering
26-09-2009
2014
Middel
P6
Nota/plan
Fase beleidsproces
Vastgesteld
Herziening
Mate van invloed
Programma/ paragraaf
Omschrijving nota/plan
-Voorbereiding -Uitvoering -Evaluatie evaluatie
Datum raad
Datum planning
Hoog, Middel of Laag
P of § nr.
10-05-2007
2014
Middel
P6
Evaluatie (in beleidsplan WMO 20122015)? Uitvoering Uitvoering
28-05-2009
2014
Middel
P6
Hoog Hoog
P5, P6, P7 P6, P7
Uitvoering Uitvoering
30-05-2013 27-06-2013
2017
Hoog Hoog
P7 P6
Uitvoering (a.g.v. invoering Profijtbeginsel, is de Tarievennota op onderdelen herzien) uitvoering
07-10-2004
N.v.t.
Hoog
P6
29-03-2007
N.v.t.
Hoog
P6
uitvoering
17-12-2009
N.v.t.
Hoog
P6
evaluatie
27-03-2008
2014
Laag
P6
uitvoering
29-10-2009
Was hoog, wordt steeds lager
P6
Participatiebeleid 2012
uitvoering
26-01-2012
Was hoog, wordt steeds lager
P6
Beleidsvisie compensatiebeginsel WMO Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang 2009 Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2016 Verordening Reïntegratie 2012 Uitvoeringsbesluit Reïntegratie
uitvoering
23-06-2011
Bij invoering nieuwe bijstandswetgeving (2015) Bij invoering nieuwe bijstandswetgeving (2015) 2014
Hoog
P6
uitvoering
sept. 2009
uitvoering
31-10-2012
2016
Hoog
P6
uitvoering uitvoering
2015 2015
Laag Laag
P7 P7
Verordening toeslagen en verlagingen 2012 Verordening afstemming WWB, IOAW en IOAZ 2013 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013
uitvoering
27-09-2012 09-10-2012 (college) 27-09-2012
2015
Laag
P7
uitvoering
30-05-2013
2015
Laag
P7
uitvoering
30-05-2013
2015
Laag
P7
Ondersteunen mantelzorg en vrijwilligers (2007) Maatschappelijke stages in Pijnacker-Nootdorp 2009
Visie op het sociaal domein Startnotitie Wmo “Doorontwikkeling Wmo in het sociaal domein” Startnotitie participatiewet Subsidiebeleidskader Maatschappelijke Voorzieningen 2014-2017 Tarievennota sport 2005
Sportbeheervisie buitensport 20062018, ‘Ruimte voor buitensport’ Beleidsnota sport en bewegen 2009 - 2015 Wmo-deelnota sociaal kwetsbare groepen Pijnacker-Nootdorp 20082012 Participatienota Meedoen en meetellen
18-04-2013 30-05-2013
P6
Nota/plan
Fase beleidsproces
Vastgesteld
Herziening
Mate van invloed
Programma/ paragraaf
Omschrijving nota/plan
-Voorbereiding -Uitvoering -Evaluatie uitvoering
Datum raad
Datum planning
Hoog, Middel of Laag
P of § nr.
27-09-2012
Laag
P7
Verordening individuele verstrekkingen Wmo 2013 Verordening wachtlijstbeheer WSW
uitvoering
20-12-2012
Bij invoering nieuwe bijstandswetgeving (2015) 2014
Hoog
P7
uitvoering
01-07-2008
Hoog
P7
Verordening pgb en begeleid werken WSW
uitvoering
01-07-2008
Hoog
P7
Verordening cliëntenparticipatie WSW
uitvoering
01-07-2008
Laag
P7
Beleidsregels terugvordering, verhaal, invordering en krediethypotheek 2012 Beleidsregels tegemoetkoming id kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2012 Richtlijnen bijzondere bijstand 2011
uitvoering
17-04-2012
Bij invoering nieuwe bijstandswetgeving (2015) Bij invoering nieuwe bijstandswetgeving (2015) Bij invoering nieuwe bijstandswetgeving (2015) 2016
Hoog
P7
uitvoering
20-08-2012 (college)
2015
Hoog
P7
uitvoering
2015
Hoog
P7
Verordening Wet Inburgering 2010 Pijnacker-Nootdorp Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Pijnacker-Nootdorp Nota Strategisch Evenementenbeleid Beleidsplan Duurzaam PijnackerNootdorp 2010 – 2013 Milieubeleidsplan 2010 – 2013
uitvoering
14-06-2011 (college) 18-2-2010
2014
Hoog
P7
Uitvoering
22-12-2011
2013
Laag
P7
Uitvoering
31-05-2007
2013
Hoog
P7
Uitvoering
27-11-2008
Laag
P8
Uitvoering
18-02-2010
Laag + Hoog
P8
Beheerplan Gebouwen 2010-2014 Beheerplan Beeldende Kunst 20112014 Beheerkwaliteitsplan Groen en Straatreiniging 2010-2013 Beheerplan Spelen 2010-2013 Uitvoeringsplan Spelen 2009-2012
Uitvoering Uitvoering
28-01-2010 16-12-2010
Wordt in 2014 geëvalueerd Wordt in 2014 geëvalueerd 2013 2014
Hoog Hoog
P6, 7 en 9 P6 en 8
Uitvoering
17-12-2009
2013
Hoog
P8
Uitvoering Uitvoering
28-01-2010 27-03-2008
2014 2014 (evaluatie bij actualisatie beheerplan)
Hoog Hoog
P8 P8
Verordening Langdurigheidstoeslag 2012
Nota/plan
Fase beleidsproces
Vastgesteld
Herziening
Mate van invloed
Programma/ paragraaf
Omschrijving nota/plan
-Voorbereiding -Uitvoering -Evaluatie Beheerplannen zijn permanent in uitvoering
Datum raad
Datum planning
Hoog, Middel of Laag
P of § nr.
P8
/Baggerplan /Beheerplan Wegen /Beheerplan Civiele kunstwerken /Beheerplan Oevers /Beheerplan Openbare verlichting /Beheerplan Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2012 (GRP) /Beheerplan Tractie
Uitvoering Uitvoering Uitvoering Uitvoering Evaluatie Evaluatie
21-04-2011 27-09-2012 26-04-2012 25-10-2012 27-11-2008 23-04-2009
2015 2016 2016 2016 2013 2013
Hoog: betreffende de financiële beleidsvrijheid van de raad. Laag: betreffende de instandhouding van de kwaliteit van de buitenruimte. Hoog + Laag Hoog + Laag Hoog + Laag Hoog + Laag Hoog + Laag Hoog + Laag Hoog + Laag
P8
Beleidsplan Integrale Handhaving 2008-2011 (verlengd t/m 2012) Beleidsplan wijkgericht werken Pijnacker-Nootdorp Organisatieverordening van de raad van de gemeente PijnackerNootdorp 2007 Verordening op de ambtelijke ondersteuning en de fractieondersteuning 2010 Nota Verbonden partijen 2010-2013 Notitie Waardering en afschrijving activa (2003) Nota Weerstandsvermogen en risico-management 2006-2009 nota reserves en voorzieningen 2010 Inspraakverordening PijnackerNootdorp De verordeningen ingevolge de artikelen 212, 213 en 213a van de Gemeentewet Treasurystatuut 2009 Verordening Gemeentegaranties Geldleningen Pijnacker-Nootdorp 2012
Evaluatie
20-12-2007
Hoog + Laag
P8
Uitvoering
18-12-2008
Eerste vaststelling in 2014 1e kwartaal 2014 2014
Hoog
P8
Uitvoering
21-12-2006
N.t.b.
Uitvoering
26-01-2012 2e wijziging
Hoog
P9
Uitvoering Uitvoering
25-11-2010 29-01-2004
Geen herziening gepland/ noodzakelijk 2013 2013
Hoog Middel
P9 P9
Uitvoering
29-06-2006
2013
Middel
P9
Uitvoering
25-11-2010
2015
Middel
P9
Uitvoering
28-06-2007
Middel
P9
Uitvoering
30-10-2012 30-10-2003 30-10-2003 24-09-2009 31-05-2012
Indien noodzakelijk Indien noodzakelijk
212: Laag. 213: Laag. 213a: Middel. Laag Hoog
P9
Beheerplannen openbare ruimte
Voorbereiding
Uitvoering Uitvoering
2013 2014
P8 P8 P8 P8 P8 P8
P9
P9 P9
Begrippenlijst Accres algemene uitkering gemeentefonds Het accres geeft de algemene groei of krimp van de totale hoeveelheid geld in het gemeentefonds aan. De omvang van het gemeentefonds stijgt en daalt mee met de uitgaven van het rijk volgens een bepaalde afgesproken koppeling, de normeringssystematiek. Activa Overzicht van bezittingen en vorderingen op de balans. Afschrijving Jaarlijkse afboeking van een deel van de boekwaarde van een geactiveerd goed. De jaarlijkse afschrijving brengt de waardevermindering van het actief tot uitdrukking. De afschrijving wordt ten laste gebracht van de rekening, samen met de toegerekende rente (samen ook wel kapitaallasten genoemd). Algemene dekkingsmiddelen Die middelen van een gemeente waarvan de besteding niet gebonden is. Dat zijn onder andere de algemene uitkering, de lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is en dividend- en renteontvangsten. De algemene dekkingsmiddelen worden in de begroting en de jaarrekening als algemene dekkingsmiddelen gepresenteerd. AO/IC De beschrijving van de administratieve processen (AO) en de bijbehorende interne controles (IC) van een organisatie. Areaaluitbreiding De toename in de openbare ruimte (als gevolg van bouwactiviteiten) die beheerd en onderhouden moeten worden. Balans Overzicht van bezittingen en vorderingen enerzijds (activa) en het vermogen en schulden anderzijds (passiva). BBV Het Besluit Begroting en verantwoording bevat de comptabiliteitsvoorschriften voor gemeenten en provincies. Hierin staat aan welke voorwaarden begrotingen en verantwoordingen moeten voldoen.
Doel is eenduidige financiële stukken, zodat gemeenteraden en toezichthouders (provincie en CBS) weten wat ze lezen. Het BBV is vanaf 2004 van kracht en probeert de financiële verslaglegging van gemeente en provincies zoveel mogelijk te richten naar de financiële spelregels in de private sector. Het BBV kent een zogenaamde vraag en antwoordenrubriek waarin interpretatieverschillen worden geuniformeerd. Begroting Het overzicht van geraamde (verwachte) kosten en opbrengsten in een bepaald jaar, opgezet volgens de begrotingsvoorschriften (BBV). De begroting wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. De door de raad (in november) vastgestelde begroting wordt ook wel primitieve begroting genoemd. In de loop van het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd worden er wijzigingen op aangebracht (die door de raad worden vastgesteld). Daarom zal de uiteindelijke begroting per 31 december afwijken van de primitieve begroting. Begrotingscyclus Cyclus met activiteiten rondom de begroting. De cyclus bevat drie fasen: - begrotingsvoorbereiding - begrotingsuitvoering - begrotingsverantwoording. Het doorlopen van een volledige cyclus duurt 3 jaar. Begrotingswijziging Een aanpassing van ramingen in de begroting gedurende het jaar waarin de begroting in uitvoering is. Begrotingswijzigingen worden door de raad vastgesteld. Bestemmingsreserve Reserve waaraan een specifieke bestemming is gegeven. BTW-compensatiefonds Een fonds, beheerd door het Ministerie van Financiën, waar de gemeenten de btw die zij over (een deel van) aan hen geleverde goederen en diensten betalen, terug kan vorderen. Het fonds is in 2003 ingesteld om de positie van gemeenten op de
markt meer vergelijkbaar te maken met particuliere bedrijven. Sinds 2003 zijn daardoor alle bedragen in de begroting ’netto’ bedragen, dat wil zeggen bedragen zonder btw. Decentralisatie-uitkering algemene uitkering gemeentefonds D.m.v. een decentralisatie-uitkering is het mogelijk om een aantal specifieke uitkeringen over te hevelen naar het gemeentefonds en om de vorming van nieuwe specifieke uitkeringen te voorkomen. Het gaat veelal om decentralisatie-uitkeringen die voor een beperkt aantal gemeenten van toepassing zijn waardoor verdeling via de maatstaven van de algemene uitkering niet in aanmerking komt. Doeluitkering (specifieke uitkering) De door de rijksoverheid aan de gemeente verstrekte middelen voor de uitvoering van een specifieke taak (zoals onderwijs of bijstand). Een doeluitkering is, in tegenstelling tot de algemene uitkering, dus niet vrij besteedbaar. Dotatie Toevoeging aan reserve of voorziening. EGEM De EGEM i-teams werken samen met de gemeente aan een betere dienstverlening en een optimale bedrijfsvoering. Door het ontwikkelen van standaarden en het bieden van ondersteuning op maat. Eigen vermogen Dat deel van het vermogen dat in eigen bezit is. Op de balans zijn dat aan de passief zijde de algemene reserve, de bestemmingsreserves en een eventueel voordeling exploitatieresultaat. Egalisatievoorziening Een aangehouden voorziening voor het opvangen van schommelingen in de bedrijfsvoering of tarieven. Financiering De wijze waarop de gemeente in de behoefte aan geld en kapitaal voorziet: het geldbeheer. Uitgaven en inkomsten gaan niet altijd gelijk op en voor investeringen wordt in principe geld geleend. Daardoor kunnen overschotten of tekorten ontstaan. Op de geld- en kapitaalmarkt wordt zonodig geld uitgezet of aangetrokken.
Garantie Zekerheidsstelling door gemeente ten behoeve van derden (zoals sportclubs of welzijnsinstellingen) die een lening aantrekken. In het geval dat deze derden in financiële problemen komen dient de gemeente de resterende schuld af te lossen (voor het deel waarvoor het garant staat). Gemeenschappelijke regeling Een publiekrechtelijke samenwerkingsvorm, op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tussen gemeenten en/of waterschappen en/of provincies en/of het Rijk. Ook private partijen kunnen aan deze samenwerkingsvorm meedoen. Het is een (vergaande) vorm van verbonden partij. Gemeentefonds (algemene uitkering) Uitkering van het rijk die gemeenten vrij mogen besteden. De algemene uitkering wordt volgens een rekensysteem verdeeld over alle gemeenten. Factoren zoals de omvang, het aantal inwoners, de functie, de ligging en de bodem spelen daarbij een rol. De hoogte van de algemene uitkering is gekoppeld aan de rijksuitgaven. Grexen Afkorting voor grondexploitaties. Dat is een overzicht per grondcomplex waarin kosten en opbrengsten tegen elkaar worden afgezet. Veel grondexploitaties leveren meer op dan dat er kosten gemaakt worden. Dan is er sprake van winst. Deze winst kan tussentijds uitgenomen worden. Dit gebeurt een maal per jaar bij de vaststelling van de grondexploitaties. Integratie-uitkering algemene uitkering gemeentefonds De integratie-uitkering is een aparte geldstroom binnen het gemeentefonds, die niet via de normale verdeelmaatstaven wordt verdeeld. Een integratieuitkering heeft een aparte verdeling. In de meeste gevallen gaat het dan om een paar jaar, maar het kan ook langer zijn. De integratie-uitkering voor de WMO bijvoorbeeld heeft vooralsnog een looptijd van 20 jaar. Investeringsplan Het overzicht met alle investeringen die in de begroting zijn opgenomen en die door middel van een krediet worden gefinancierd.
Kapitaallasten Lasten voor afschrijving en rente op activa. Kredieten Het beschikbaar stellen van financiële middelen voor het doen van een investering. Voor de lening wordt rente toegekend. Samen met de afschrijving-lasten vormen deze de kapitaallasten. MARAP Afkorting voor managementrapportage. In de gemeente Pijnacker-Nootdorp vooral gebruikt voor voortgangsrapportages over de woningbouw en de grondexploitaties. Onttrekking Verlaging van een reserve of voorziening. Passief Overzicht op de balans met eigen en vreemd vermogen. Planning en control Het proces waarbij aansturing van de organisatie plaats vindt door het formuleren van doelen, het aangeven van termijnen, het beschikbaar stellen van middelen, het aanwijzen van verantwoorde-lijken, het volgen van de uitvoering, het normeren van de gewenste effecten, het meten van resultaten en het informeren van alle betrokkenen. De jaarlijks terugkerende werkzaamheden die samenhangen met het opstellen, bespreken, bewaken en verifiëren van budgetten in het kader van de begrotingscyclus.
Retributie Een heffing waar een aanwijsbare tegenprestatie aan de individuele (betalende) burger tegenover staat. Subsidies Een bijdrage van een derde om een bepaalde activiteit te ondersteunen. De verstrekker stelt meestal voorwaarden aan besteding en verantwoording van de subsidiegelden. Suppletie-uitkering algemene uitkering gemeentefonds In geval van herverdeeleffecten wordt het uitgangspunt gehanteerd, dat deze voor elke afzonderlijke gemeente in enig jaar niet groter mogen zijn dan € 15,-- per inwoner. Dit uitsmeren gebeurt door middel van een zogenaamde suppletie-uitkering. Taakmutaties algemene uitkering gemeentefonds De omvang van het gemeentefonds verandert niet alleen als gevolg van het accres maar ook als gevolg van veranderingen in taken. Jaarlijks krijgen gemeenten er nieuwe taken bij. Overigens kan er ook geld uit het gemeentefonds worden gehaald wanneer er taken vervallen of worden overgeheveld naar andere instanties. In het algemeen betreft het hier mutaties van een beperkte omvang. Treasury Het beheer van geldstromen, zoals het aantrekken van gelden of het (tijdelijk) wegzetten van gelden.
PPS Publiekprivate samenwerking. Daar waar de overheid met marktpartijen samenwerkt om iets te realiseren en waar bepaalde samenwerkingsvormen voor bedacht worden. Een voorbeeld in de gemeente Pijnacker-Nootdorp is de samenwerking rond Klapwijk-Noord/Ackerswoude.
Voorzieningen Een gereserveerd voor toekomstige uitgaven waarvan de aard en in meer of mindere mate de omvang bekend zijn of om fluctuaties in (exploitatie)kosten op te vangen. Voorzieningen staan op de balans en vormen geen onderdeel van het eigen vermogen.
Reserve Een bedrag dat is gereserveerd voor het doen van toekomstige uitgaven. De reserves staan op de balans en maken onderdeel uit van het eigen vermogen van een gemeente. Er zijn twee soorten van reserves: - Algemene reserves voor uitgaven waarvan aard en omvang nog niet bekend zijn. In Pijnacker-Nootdorp zijn dat de reserve weerstandsvermogen en de algemene reserve vrij inzetbaar. - Bestemmingsreserves: reserve waaraan een specifieke bestemming is gegeven.
Vreemd vermogen Dat deel van de passief zijde van de balans dat geen eigen vermogen is. Dat zijn voorzieningen, leningen en openstaande crediteuren. Weerstandscapaciteit De mate waarin de gemeente in staat is om tegenvallers (niet begrote kosten) te dekken door financiële middelen vrij te maken zonder direct te hoeven bezuinigen. Weerstandsvermogen Het vermogen van de gemeente om ook in ongunstige tijden haar activiteiten te kunnen voortzetten.
Afkortingenlijst AB APO APV Arvi BBL BBV BCF BNG BOR Bovo BV CAO CJG CV DAP DGW FES FLO GBA GGD GGZ GHOR GPR GRP HRH ICT ISV IVB LEA LEMON MAS MFA MFC MKBA MON NIFV nWro OGGZ OV OVPN OZB P&C PPS RMC RO SMW SOB
Algemeen Bestuur Accommodatieplan onderwijs Algemene Plaatselijke Verordening Algemene reserve vrij inzetbaar Bureau Beheer Landbouwgronden Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten BTW Compensatiefonds Bank Nederlandse gemeente Besluit omgevingsrecht Bovenwijkse voorzieningen Besloten vennootschap Collectieve arbeidsovereenkomst Centrum voor jeugd en gezin Commanditaire vennootschap Delfts Aardwarmte Project De Groene Wijdte Fonds economische structuurversterking Functioneel Leeftijdsontslag Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Gemeentelijke gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidzorg en verslavingszorg Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Gemeentelijk rioleringsplan Hulpverleningregio Haaglanden Informatie- en communicatietechnologie Investeringsbudget stedelijke vernieuwingen Integraal veiligheidsbeleid Lokaal educatieve agenda Leefbaarheidsmonitor Maatschappelijke stage Multifunctionele accommodatie Multifunctionele centrum Maatschappelijke kosten baten analyse Mobiliteitsonderzoek Nederland Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid nieuwe Wet ruimtelijke ordening Openbare geestelijke gezondheidszorg Openbaar vervoer Ondernemersvereniging Pijnacker-Nootdorp Onroerende zaakbelastingen Planning en control Publiek Private Samenwerking Regionaal Meld en Coördinatiefunctie voortijdige schoolverlaters Ruimtelijke ordening Schoolmaatschappelijk Werk Samenwerking, onderwijs & bedrijven
UPR VINAC VINEX VNG VRI VVE WABO Wmo WSW WWB WZW
Urgentie Programma Randstad Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Actualisatie Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra Vereniging Nederlandse Gemeenten Openbare Verlichting en Verkeersregelinstallaties Voor- en vroegschoolse educatie Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet maatschappelijke ondersteuning Wet sociale werkvoorziening Wet werk en bijstand Wonen, zorg en welzijn