PROGRAMMA BEGROTING 2014-2017
Inhoudsopgave Pagina Kerngegevens
2
Programmaplan 1. Programma Burgers, Bestuur en Dienstverlening
2. Programma Veiligheid 3. Programma Wonen en Woonomgeving 4. Programma Verkeer en Vervoer 5. Programma Jeugd en Onderwijs 6. Programma Milieu en Water 7. Programma Welzijn, Zorg en Volksgezondheid 8. Programma Cultuur, Sport en Recreatie 9. Programma Werk, Inkomen en Economie Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen
6
13 16 25 28 33 38 47 52 60
Financiële begroting Begrotingsrichtlijnen Toellichting begrotingssaldo Budgetautorisatie Overzicht incidentele baten en lasten Overzicht structurele mutaties reserves
62 63 64 68 70
Paragrafen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Lokale heffingen Nota reserves en voorzieningen
72 77 79 81 85 93 95 99
Bijlagen Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5
Meerjarig Overzicht Meerjarig Overzicht Overzicht
investeringsoverzicht programma’s en producten overzicht reserves en voorzieningen subsidies professionele instellingen nieuwe wensen en dekkingen cf voorjaarsnota 2013
Aanbiedingsbrief Raadsbesluit
1
108 109 111 113 114
KERNGEGEVENS KERNCIJFERS
A. Sociale structuur
31-12-2013 31-12-2012 31-12-2011
aantal inwoners waarvan: van 0 - 20 jaar 65 jaar en ouder
15.175 3.690 2.000
Aantal bijstandsgerechtigden wet BUIG Percentage totaal aantal inwoners Aantal inwoners per hectare
15.203 3.704 1.891
375 2,47% 20
324 2,13% 19
15.293 3.582 1.889
315 2,06% 20
Leeftijdsopbouw per 31-12-2013
3000 2780 2426
2500 2010 2000
1680
1680
1780
1620
1500 1000 815
500
360
0
0-9 10-19 jaar jaar 20-29 30-39 40-49 jaar jaar 50-59 jaar jaar 60-69 70-79 jaar jaar 80-89 jaar
2
24 R… > 90 jaar
B. Fysieke structuur in hectare 785
Totale oppervlakte Bebouwd gebied Groen (incl 7 ha water) Verharde wegen Water breder dan 6 meter Industriedoeleinden Dagrecreatie en sport Natuurgebied Overige gronden Spoorwegen Agrarisch gebied
286 71 66 58 43 17 155 65 11 13
Aantal woningen Aantal woonruimte per hectare land Woonruimtebezetting
6.625 8,3 2,30
Fysieke structuur hectare 350 300
286
250 200
155
150 100
71
66
58
65
43
50
17
00 0
3
11
13
C. Financiële structuur Algemene uitkering Eigen heffingen Specifieke uitkeringen Overige inkomsten
13.021.000 5.416.919 7.629.940 2.293.458
Totaal baten
28.361.317
FINANCIËLE STRUCTUUR 50%
46%
45% 40% 35% 27%
30% 25%
19%
20% 15%
8%
10% 5% 0% Algemene uitkering
Eigen heffingen
4
Specifieke uitkeringen
Overige inkomsten
PROGRAMMAPLAN
5
PROGRAMMA 1 : BURGERS, BESTUUR EN DIENSTVERLENING ONDERDEEL BURGERS Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Van Hout en mevrouw Wobma Publiekszaken, Management & Organisatie Kompas op participatie (mei 2005) (beleidsnotitie burgerparticipatie); Verordening Burgerinitiatief (november 2009); Spelregels wijkgericht werken Westervoort (december 2008); Evaluatie wijkgericht werken Westervoort 2011 (januari 2012); Herziening wijkbudgetten (februari 2013); kadernota Locaal Sociaal Beleid 2013; coalitieakkoord 2010 – 2014; beleidsplan Wmo 2013 – 2016.
Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Wat is de doelstelling? 1. Burgers betrekken bij het ontwikkelen en voorbereiden van (beleids)plannen. 2. Inzicht krijgen in de vraag van de burger als klant. 3. Versterken van de sociale samenhang binnen wijken (invulling prestatieveld 1/domein 1 van de Wmo). Toelichting doelstelling I. Bij burgerparticipatie staat interactie tussen de burgers en de organisatie centraal. Belangrijke aspecten van burgerparticipatie zijn: draagvlak creëren, burgers mobiliseren, wekken van juiste verwachtingen, tijdige informatie, leesbare informatie en correcte informatie. II. Via klanttevredenheidsonderzoeken, waaronder in 2009 voor het eerst de Burgerpeiling in het kader van Waarstaatjegemeente.nl, peilt de organisatie regelmatig de kwaliteit van dienstverlening aan de burgers. Klanttevredenheidsonderzoeken zijn logische controlemomenten om dienstverlening te meten en te verbeteren. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn input voor verbeteracties. III. Vanaf maart 2013 is gestart met de eerste stappen richting gebiedsgericht werken met het eerste gebiedsteam in Westervoort. Het betreft hier een structurele samenwerking tussen Vivare, politie en gemeente, waarbij de wijkraden binnen het werkgebied van het gebiedsteam tot de vaste partners behoren. Doel van het gebiedsteam is het samen met de burger versterken van de leefbaarheid en het aanpakken van problemen die de leefbaarheid in wijk en buurt beïnvloeden. De burger maakt daarmee een essentieel onderdeel uit van de oplossing. De wijze waarop wijkraden en burgers betrokken worden bij het versterken van de sociale samenhang binnen de eigen wijk moet samen met de uitwerking van het sociale domein in de komende 2 jaar (- 2015) worden vorm gegeven. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Via het instrument burgerparticipatie worden burgers betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van beleidsplannen en projecten. Dit draagt bij tot het vergroten van het wederzijdse vertrouwen en dus tot een beter imago. 2. Stimuleren en ondersteunen van (kleinschalige) initiatieven van burgers gericht op het onderhouden en verbeteren van de eigen woon- en leefomgeving doormiddel van de inzet van wijkbudgetten en via de inzet van het gebiedsteam. 3. Ondersteunen van wijkraden door het inzetten van een wijkcoördinator en het beschikbaar stellen van een organisatiebudget voor iedere wijkraad.
6
4. Wijkraden voeren jaarlijks in november/december overleg met de afdeling Openbare Werken. Afspraken die hieruit voortvloeien worden opgenomen in de planning van de gemeentelijk inzet in de betreffende wijken. 5. Uitbrengen gemeentegids. 6. Uitbrengen burgerjaarverslag. Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Waardering Waardering Ref Westervoort Westervoort gemeenten 2009 < 25.000 inw. 2012 2009 6,0 6,0 6,3
Oordeel burger over duidelijkheid en handhaving regelgeving en aanpak leefbaarheid Oordeel burger 5,6 5,7 over inspraak e.d. Oordeel burger 7,1 7,5 (was 7,4) over de leefbaarheid in de buurt. Bron: Waar staat je gemeente (voorjaar 2012)
7
Ref gemeenten < 25.000 inw. 2012 6,0
Prestatienorm 2014 6,3
6,0
5,8
6,0
7,2
7,5
7,5
PROGRAMMA 1 : BURGERS, BESTUUR EN DIENSTVERLENING ONDERDEEL BESTUUR Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
Autonome ontwikkelingen/ trends
De heer Van Hout en de heer Boone Directie, Management & Organisatie coalitieakkoord 2010-2014; Ontwikkelingsvisie 2026; uitkomsten ambitieonderzoek samenwerking Liemerse gemeenten; Gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Liemers. Geen
Wat is de doelstelling? I. Op basis van een integrale lange termijn strategie verder werken aan de (kwalitatieve) ontwikkeling van Westervoort. II. Actief samenwerken met de gemeenten Duiven, Rijnwaarden en Zevenaar. III. Realiseren van een open bestuursstijl. Toelichting doelstelling I. Vanuit verschillende invalshoeken (verkeer, wonen, werken, zorg, groen, onderwijs e.a.) komt de strategie voor de lange termijn tot stand. Dit is het beleid dat leidt tot meer onderlinge samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen. II. De gemeente Westervoort wil actief werken aan samenwerking met andere gemeenten. Gemeentelijke dienstverlening regionaal organiseren is hierbij het uitgangspunt. Het waarborgen van de kwaliteit van gemeentelijke dienstverlening, vermindering van de kwetsbaarheid, efficiency in werkprocessen en (mogelijk) kostenbesparing zijn hierbij de uitgangspunten. Het motto hierbij is: ‘Regionaal waar dat kan’. III. We betrekken burgers bij de ontwikkeling en voorbereiding van het beleid en besluitvorming. We geven ruim baan aan burgerparticipatie en zoeken naar nieuwe vormen om burger en politiek bij elkaar te brengen. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. De vastgestelde integrale visie ‘Westervoort 2026’ als basis nemen voor beleidsdoelstellingen in de komende jaren. 2. We nemen deel aan de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Liemers. Dit samenwerkingsverband voert voor de gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Zevenaar en Westervoort taken uit op de terreinen: werk, inkomen, ict en inkoop. Specifieke prestaties 2014 1. In het verleden is het budget voor scholing van de leden van het college wegbezuinigd. Deze kosten zouden kunnen worden geboekt onder representatie. In een latere bezuiniging is echter het budget voor representatie gehalveerd, waardoor in dit budget geen ruimte meer is. We zien ons nu geconfronteerd met de onwenselijke situatie dat het voor leden van het college om budgettaire redenen niet mogelijk is cursussen of trainingen te volgen om hun vaardigheden te vergroten dan wel hun beleidsinhoudelijke kennis actueel te houden. Dat is zeer onwenselijk. Vandaar dat € 5.000 structureel wordt bijgeraamd voor scholingskosten voor collegeleden. 2. Vanaf de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 moet het stem- en telproces elektronisch verlopen met behulp van stemcomputers. Er is een krediet beschikbaar gesteld voor de aanschaf van minimaal 8 stemcomputers. Aantal zal afhankelijk zijn van de capaciteit en de grootte van het stemdistrict. Het zal dan gaan om een bedrag van ongeveer € 40.000 (8 computers x € 5.000). De jaarlijkse kapitaallasten worden begroot op € 5.600. Mogelijk volgt er nog enige compensatie vanuit het rijk voor het invoeren van de stemcomputers.
8
3. Bij de behandeling van de concept voorjaarsnota 2013 in de commissie is gesproken over de wens om een bedrag beschikbaar te stellen voor deskundigheidsbevordering van raadsleden en fractieassistenten. Het is van belang dat hiervoor middelen beschikbaar komen en nemen in jaren van gemeenteraadsverkiezingen hiervoor een budget op van € 10.000 in de begroting.
Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Oordeel burger over vertegenwoordiging door gemeenteraad Oordeel burger over goed gemeentebestuur
Waardering Ref Waardering Westervoort gemeenten Westervoort 2009 < 25.000 inw. 2012 2009 5,5 5,4 5,8
6,0
5,9
6,4
9
Ref Prestatienorm gemeenten 2014 < 25.000 inw. 2012 5,5 5,8
6,2
6,4
PROGRAMMA 1 : BURGERS, BESTUUR EN DIENSTVERLENING ONDERDEEL DIENSTVERLENING Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Van Hout Directie, Publiekszaken coalitieakkoord 2010-2014; Dienstverleningsconcept 2012; Visie op de Frontoffice. Autonome ontwikkelingen/ trends de gemeentelijke overheid wordt het eerste aanspreekpunt van een burger, bedrijf of maatschappelijke instelling voor de gezamenlijke dienstverlenende Nederlandse overheden; dienstverlening zal steeds meer tijd- en plaats onafhankelijk vorm krijgen, door verruiming van de technische mogelijkheden; de dienstverleningsrelaties tussen burgers en gemeenten worden ingericht vanuit de logica van de burger, het bedrijf, de maatschappelijke instelling in zijn hoedanigheid als afnemer van producten c.q. diensten. Volumegegevens Paspoorten Identiteitskaarten Bijschrijvingen kind bij aanvraag Bijschrijvingen kind achteraf Spoedaanvragen reisdocumenten Rijbewijzen Spoedaanvragen rijbewijs Vermissingen reisdocument of rijbewijs Uittreksels GBA Naturalisatie Gehandicaptenparkeerkaart Verklaring omtrent gedrag Aantal bezoeken gemeentelijke website
2010 1.410 1.660 27 8 70 1.764 39 228 886 12 56 498 6.000
2011 1.388 2.247 18 3 56 1.583 44 206 777 14 61 505 6.862
2012 1.842 1.467 0 0 47 828 43 206 707 11 37 489 n.b.
Wat is de doelstelling? I. De kwaliteit van onze dienstverlening verder optimaliseren. II. De administratieve lasten van burgers en bedrijven verminderen. III. Verbeteren van het doelgroepgericht communiceren. Toelichting doelstelling I. In het dienstverleningsconcept gemeente Westervoort is de visie van de gemeente Westervoort verder worden vormgegeven. II. Uitgangspunt is ‘Minder regels, meer service’, zonder daarbij afbreuk te doen aan de rechtmatigheid en doelmatigheid. III. Voor elk onderwerp en project bepalen we welke doelgroep(en) het betreft, wat hun verwachtingen zijn en hoe we onze communicatie hierop in moeten richten. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Ontwikkelen van digitale dienstverlening via het Programma Dienstverlening
10
2. Begin 2007 zijn de servicenormen voor onze burgers opgesteld. Via deze servicenormen maakt de organisatie bekend wat onze burgers van de gemeente Westervoort mogen verwachten en wat de organisatie van onze burgers verwacht. 3. De organisatie communiceert duidelijk, open, tijdig en klantgericht. 4. Verbeteren website als informatiebron voor burgers instellingen en bedrijven. 5. Onderhouden van goede perscontacten. 6. Actieve PR en promotie van de gemeente bij evenementen. Specifieke prestaties 2014 1. Geldigheid van paspoorten zal vanaf 2014 opgehoogd worden van 5 naar 10 jaar. Voor de komende vijf jaren zal dit nog geen invloed op de begroting hebben, omdat de verlengingscyclus nu nog doorloopt. Bij afgifte voor 10 jaar per 1 januari 2014 zullen er in de jaren 2019-2023 aanzienlijk minder aanvragen paspoortverlenging komen, waardoor het bedrag van de ontvangen leges lager zal worden. In die jaren zullen er alleen aanvragen voor de eerste afgifte van een reisdocument komen. 2. Er vindt momenteel landelijk onderzoek plaats naar implementatie van nieuwe regelgeving inzake plaats onafhankelijke afgifte van rijbewijzen en het invoeren van één standaard legestarief. Dit kan twee kanten op werken: inwoners van Westervoort vragen elders hun rijbewijs aan, waardoor er minder leges binnenkomen of mensen uit omliggende plaatsen vragen in Westervoort hun rijbewijs aan. Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Prestatie indicator Aantal gegrond verklaarde zaken door de commissie bezwaarschriften en rechters Doorlooptijd van bezwaarschriften voldoet aan wettelijke termijnen De wachttijden aan het loket zijn kort: % wachttijden minder dan 15 minuten Ranking gemeentelijke website op landelijke lijst
In hoeverre voldoet de gemeentelijke website aan de webrichtlijnen
Realisatie 2012 0
Streefcijfer 2014 0
1 overschrijding
0
Toelichting
98
100
Bron: WsG en managementinformatieclientvolgsysteem (bavak)
Er zijn 33 gemeenten die het 3 sterren Waarmerk drempelsvrij.nl mogen voeren Westervoort is 1 van deze 33
n.v.t.
Bron: www.drempelsvrij.nl (d.d. 22 augustus 2013)
3-sterren Waarmerk drempelsvrij.nl
n.v.t.
Bron: www.drempelsvrij.nl
11
Effectindicator
Gemiddeld oordeel bezoeker over personeel, gemeentehuis en informatie
Waardering Ref Westervoort gemeenten 2009 < 25.000 inw. 2009 7,7 7,4
Waardering Ref Prestatienorm Westervoort gemeenten 2014 2012 < 25.000 inw. 2012 7,5 7,7 7,7
Wat mag het kosten?
Programma Burgers, bestuur en dienstverlening Rek 2012 Lasten Baten Saldo
3.505
Begr 2013 3.189
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015 3.145
Begr 2016
3.068
Begr 2017
3.083
3.062
279
276
255
255
251
251
-3.226
-2.913
-2.890
-2.813
-2.832
-2.811
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
in 2014 is eenmalig een bedrag beschikbaar voor opleiding (nieuwe) raadsleden en fractieassistenten; in 2013 en 2014 zijn nog incidentele bedragen beschikbaar voor de verbetering van de digitale dienstverlening.
Voor dit programma is de volgende reserve voorhanden: Stand per
Stand per
Stand per
Stand per
1-1-2014
1-1-2015
1-1-2016
1-1-2017
8.000
8.000
8.000
8.000
BESTEMMINGSRESERVES REKENKAMER
12
PROGRAMMA 2 : VEILIGHEID ONDERDEEL (REGIONALE) BRANDWEER EN RAMPENBESTRIJDING Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Van Hout Management & Organisatie Wet veiligheidsregio’s; Crisisplan gemeente Westervoort; Regionaal Risicoprofiel 2011-2014; Regionaal beleidsplan; Regionaal beheersplan rampenbestrijding; coalitieakkoord 2010-2014. Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Volumegegevens Uitrukken voor brand spoed Uitrukken voor brand overig Hulpverlening spoed Hulpverlening overig
2010 20 16 9 12
2011 14 16 9 12
2012 14 23 10 10
Wat is de doelstelling? I. Branden voorkomen, beperken en bestrijden. II. Brandgevaar beperken. III. Ongevallen bij branden voorkomen en beperken. IV. Zorgen voor optimaal mogelijke veiligheid en bescherming van mensen, dieren, goederen en milieu tijdens branden, rampen en andere buitengewone situaties. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Zorgen voor de feitelijke brandweerzorg in Westervoort. Deze brandweerzorg is uitbesteed aan Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden. 2. Actueel houden van ons crisisplan. 3. Bevordering van deskundigheid in de organisatie via opleidingen en oefeningen om goed voorbereid te zijn op echte rampensituaties. 4. Actief deelnemen aan de regionale werkgroepen Voorlichting en CRIB. 5. Functionarissen binnen de gemeente Westervoort draaien mee in piket voor het Regionaal Operationeel Team. 6. Goede voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing, waaronder de jaarlijkse bestuurlijke oefening. Specifieke prestaties 2014 1. Vanaf 1 januari 2014 is er in Gelderland-Midden sprake van een geregionaliseerde brandweer. Vanaf die datum is het bestuur van VGGM verantwoordelijk voor de gehele brandweerzorg in de regio: van risicobeheersing tot en met nazorg. De taken op het gebied van proactie en preventie werden tot dan toe door de gemeente zelf uitgevoerd. In het kader van de regionalisering heeft een 0-meting kwaliteit plaatsgevonden op alle onderdelen van de veiligheidsketen. Per gemeente is deze kwaliteit in beeld gebracht. In haar vergadering van 27 juni 2012 heeft het bestuur het kwaliteitsniveau voor de brandweer Gelderland-Midden vastgesteld. Niet alle gemeenten zitten op alle onderdelen al op het gewenste kwaliteitsniveau. Om dit te bereiken moet er soms incidenteel, soms structureel op onderdelen geïnvesteerd worden. Voor Westervoort moet er incidenteel geïnvesteerd worden in het op orde brengen van de bereikbaarheidskaarten en van een aantal dossiers. Ook structureel moet er bijgepast worden omdat de huidige formatie niet voldoende is om uitvoering te geven aan het bestuurlijk gekozen kwaliteitsniveau. De kosten die hiermee gepaard gaan zijn meegenomen in de voorjaarsnota 2013.
13
PROGRAMMA 2 : VEILIGHEID ONDERDEEL INTEGRALE VEILIGHEID Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Van Hout Management & Organisatie Kadernota Integrale Veiligheid; Veiligheidsmonitor 2009. Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Volumegegevens Aantallen bekeuringen
2010 149
2011 49
2012 501
Wat is de doelstelling? Zorgen voor een (sociaal) veilige woon-, werk- en leefomgeving. Toelichting doelstelling De gemeente is de regisseur op het gebied van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid. Als regisseur brengt de gemeente partijen samen om gezamenlijk de veiligheidssituatie in (delen van) de gemeente en de veiligheidsgevoelens bij de inwoners te verbeteren. Voor vier jaar (Kadernota Integrale Veiligheid 2012-2015) wordt er gewerkt aan een verbetering van de veiligheid in het algemeen en in het bijzonder op de thema’s die niet het gewenste niveau hebben (geprioriteerde aandachtspunten). Het gaat hier om een verbetering van zowel de objectieve als subjectieve veiligheid. We doen dit door onze aandacht te vestigen op: het structureel voorkomen van onveiligheid; het tijdig en adequaat reageren op signalen of dreiging van onveiligheid. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Uitvoering geven aan de kadernota Integrale Veiligheid Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Oordeel burger over straatverlichting, veiligheid in de buurt en aandacht van de gemeente voor verbeteren van de veiligheid.
Waardering Waardering Ref Westervoort Westervoort gemeenten < 25.000 inw. 2012 2009 2009 6,9 6,9 6,9
14
Ref Prestatienorm gemeenten 2014 < 25.000 inw. 2012 6,9 6,9
Wat mag het kosten?
Programma Veiligheid
Bedragen * € 1.000
Rek 2012 Lasten Baten Saldo
834
Begr 2013 945
Begr 2014 Begr 2015 1.046
Begr 2016
1.178
Begr 2017
1.178
1.178
4
13
8
0
0
0
-830
-932
-1.038
-1.178
-1.178
-1.178
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
de stijging van de lasten is een gevolg van de harmonisatie van de bijdrage voor de veiligheidsregio. Hierdoor gaan we meer betalen.
Voor dit programma is de volgende reserve voorhanden: Stand per
Stand per
Stand per
Stand per
1-1-2014
1-1-2015
1-1-2016
1-1-2017
14.926
14.926
14.926
14.926
BESTEMMINGSRESERVES RES. KST. OEFENINGEN
15
PROGRAMMA 3 : WONEN EN WOONOMGEVING ONDERDEEL WONEN EN BOUWEN Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Boone Ruimte & Samenleving rijksbeleid: AmvB Ruimte, Wro en Bro, Woningwet, Wabo, Monumentenwet 1988, Wet op de archeologische monumentenzorg; provinciaal beleid: Structuurvisie Gelderland 2005 inclusief uitwerkingen en herzieningen; Cultuur- en Erfgoedbeleid 2013-2016; Provinciale Verordening; regionaal beleid: Regionale Huisvestingsverordening 2013, Regionaal Plan Stadsregio Arnhem Nijmegen 2005-2020, Verstedelijkingsvisie en Mobiliteitsaanpak, Bestuursovereenkomst met stadsregio, GPR Gebouw, GPR Onderhoud, GPR Stedenbouw (duurzaamheid); lokaal beleid: Toekomstvisie Westervoort op weg naar 2026, Nota Wonen en Werken, Woonconvenant Vivare-Gemeente 2010-2014, Beleidsvisie Wonen, Masterplan Wonen Welzijn en Zorg, Nota Handhaving en handhavingsprogramma’s bouw- en woningtoezicht en APV, Structuurvisie Westervoort 2020, Centrumvisie, Landschapbeleidsplan, Stedenbouwkundige programma’s van eisen en ontwikkelingsvisies, Welstandsnota, Masterplan Westervoort Noord, Bestemmingsplannen, Verkeersplan Westervoort. Autonome ontwikkelingen/ trends stagnerende woningmarkt en woningbouw door financiële crisis; demografie: krimp, vergrijzing; werken middels gebiedsgerichte benadering; invoering nieuwe Omgevingswet ter vervanging van Wet ruimtelijke ordening, Wabo en Tracéwet per 2018; invoering kwaliteitseisen per 2016 voor de uitvoering van de VTH-taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving) op het terrein van het omgevingsrecht. Hoewel de oorspronkelijk ontwikkelde criteria versoepeld zijn, is het niet mogelijk om als Westervoort aan deze criteria te voldoen. Samenwerking in de Liemers is hiervoor een voorwaarde. Op ambtelijk niveau wordt hierover overlegd. mogelijke komst van een nieuw stelsel voor de bouwregelgeving, waarin sprake is van privatiseren, toetsing en toezicht op het gebied van het Bouwbesluit en het verschuiven van de verantwoordelijkheid daarvoor van gemeente naar de aanvrager/opdrachtgever. Verder is het streven om op 1 januari 2015 met aangepaste regelgeving te komen voor de eenvoudige bouwwerken en mogelijk het uitbreiden van het vergunningvrij bouwen. Of en welke gevolgen dit heeft voor deze gemeente is op dit moment niet duidelijk.
16
Wat is de doelstelling? I. Het ontwikkelen, inrichten en beheren van het woon- en leefgebied door: bevorderen van een gezonde, duurzame en kwalitatief goede leefomgeving; in stand houden en versterken van een aantrekkelijk vestigings- en verblijfsklimaat voor het bedrijfsleven en van een evenwichtig voorzieningenaanbod voor de inwoners; adequaat handhavingsbeleid en –uitvoeringsprogramma; goede afstemming van intersectorale en regionale belangen; opstellen en beheren van (structuur)visies en stedenbouwkundige kaders die richting geven aan gewenste ruimtelijke ontwikkelingen; tijdige actualisering en digitalisering van de ruimtelijke plannen; bescherming van het binnen de gemeente aanwezige cultuurhistorisch erfgoed; binnen te ontwikkelen woongebieden te zorgen voor voldoende groen- en speelvoorzieningen. II. Er zijn kwantitatief en kwalitatief (ook qua prijs) voldoende woningen voor de verschillende doelgroepen met daarbij bijzondere aandacht voor gezinnen, ouderen en starters. Toelichting doelstelling I. Ontwikkelen, inrichten en beheren van het woon- en leefgebied: een kwalitatief hoogwaardige woon-, werk- en leefomgeving vereist naast adequate verlening van omgevingsvergunningen ook dat er toegezien wordt op de handhaving van de verschillende regelgeving op deze terreinen; goede afstemming van intersectorale en regionale belangen vindt plaats op alle niveaus, dus zowel intergemeentelijk, provinciaal en stadsregionaal; de gemeente wil zorgvuldig omgaan met haar ruimte. Gewenste ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden vastgelegd in (structuur)visies en het gebruik van de ruimte moet in bestemmingsplannen worden vastgelegd; vanaf 1 januari 2010 is digitalisering van nieuwe bestemmingsplannen verplicht. Er heeft, om alle plannen digitaal beschikbaar te hebben, een inhaalslag plaatsgevonden welke het aankomend jaar wordt afgerond. Daarnaast dient het bestemmingsplannenbestand actueel te worden gehouden. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening verbindt er namelijk een sanctie aan: bij plannen ouder dan tien jaar mogen er geen leges worden geheven; de gemeente draagt zorg voor het behoud en de bescherming van het binnen de gemeente zo schaars aanwezige archeologische en cultuurhistorische erfgoed. Bekendheid en zichtbaarheid van het erfgoed draagt bij aan de kwaliteit van het wonen in de gemeente. Daarom dient de gemeente actief in te spelen op ontwikkelingen die het behoud van het erfgoed waarborgen en de bekendheid vergroten; de gemeente wil (de voorwaarden scheppen om) een kwalitatief hoogwaardige bebouwing en buitenruimte realiseren. De aspecten groen en speelvoorzieningen leveren hieraan een belangrijke bijdrage, evenals het opstellen van en toetsen aan stedenbouwkundige kaders en randvoorwaarden. II. De gemeenten in de stadsregio hebben gezamenlijk de hoofdlijnen voor ruimtelijk en mobiliteitsbeleid vastgelegd in de Verstedelijkingsvisie en de Mobiliteitsaanpak. In de Verstedelijkingsvisie staan afspraken over nadere (integrale) afstemming van woningbouwprogrammering, bedrijventerreinen en bereikbaarheid/mobiliteit. De afspraken voor de periode tot 2014 zijn nader geconcretiseerd en in de met de stadsregio afgesloten bestuursovereenkomsten opgenomen. Afspraken gelden voor alle regiogemeenten, voor de subregio De Liemers en voor de individuele gemeente. De subregio’s moeten nog afspraken maken over de verdeling van het woningbouwprogramma binnen het subregionaal kader. Uiterlijk 1 januari 2014 moet het woningbouwprogramma voor de subregio bestuurlijk zijn vastgesteld. Tot 1 januari 2014 worden, behalve de bekende plancapaciteit, geen nieuwe plannen toegevoegd. De eigen woningbouwprognose (gebaseerd op de Beleidsvisie Wonen) is door de economische recessie en het stilvallen van de woningmarkt niet meer reëel. Diverse projecten worden doorgeschoven. Tot 1 januari 2014 worden volgens de huidige prognose 7
17
woningen/appartementen opgeleverd. Na 2014 is de woningbouwprognose voorlopig gesteld op 499 woningen. Dit aantal is inclusief de zogenaamde zachte plannen. Dat zijn plannen die nog niet in bestemmingsplannen vastliggen. Een voorbeeld hiervan is Westervoort Noord. Westervoort mag 65% van het aantal woningen in het dure segment bouwen. De verwachting is dat op basis van de nog te sluiten nieuwe bestuurlijke afspraken de aantallen fors naar beneden moeten worden bijgesteld en dat er binnen de Liemers nadere afspraken moeten worden gemaakt over de prijsklasse en jaar van uitvoering. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Uitvoeren van de met Vivare overeengekomen prestatieafspraken. 2. Laten opstellen van stedenbouwkundige analyses, bestemmings- en beeldkwaliteitsplannen. 3. In procedure brengen van plannen/afwijkingsprocedures etc. 4. Begeleiden van planschadetrajecten. 5. Doorlopen van (interactieve) planvormingstrajecten. 6. Advisering en informatieverstrekking in juridische procedures. 7. Taxaties, aan- en verkopen van gronden. 8. Verhuur en onderhoud van gemeentelijke eigendommen. 9. (Laten) opstellen van realisatie- en samenwerkingsovereenkomsten. 10. Verlenen van omgevingsvergunningen. 11. Uitoefenen van toezicht op naleving en handhaven van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het gebruik van de openbare ruimte (onder meer Algemene Plaatselijke Verordening en Afvalstoffenverordening) door uitvoering handhavingsprogramma. 12. Vergunningen verlenen voor verhuur van leegstaande koopwoningen. Specifieke prestaties 2014 1. Herontwikkeling Huis Hamerden. De bestemmingsplanprocedure is in het najaar van 2013 afgerond. Met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vindt op dit moment overleg plaats voor de benodigde vergunningen voor de restauratie. De verwachting is dat begin 2014 daarmee daadwerkelijk kan worden gestart. 2. Digitalisering en actualisering bestaande bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan Kern Westervoort is geactualiseerd en gedigitaliseerd. Gestart is met de actualisatie van het bestemmingsplan Komplannen. De verwachting is dat dit plan kan worden afgerond in 2014 en dat het bestemmingsplan dan volledig digitaal beschikbaar is. In 2014 zal ook gestart worden met de actualisatie van de bestemmingsplannen Rivierverruiming Hondsbroeksche Pleij en Uiterwaarden alsmede IJsselwaard. 3. Verstedelijkingsafspraken/woningbouwprogramma’s. Uitwerken van de (sub)regionale afspraken ten aanzien van de verdeling van woningbouwprogramma’s binnen het subregionaal kader. Consequenties in beeld brengen voor de bekende plancapaciteit en de gevolgen voor nieuwe (plan)ontwikkelingen. 4. Herontwikkeling Forumlocatie. De verwachte oplevering van het complex is eind 2014/begin 2015. 5. Afhankelijk van verder overleg met de ontwikkelende partijen en de uitkomsten daarvan is de kans aanwezig dat voorstellen worden gedaan om de structuur en opzet van het stagnerende bestemmingsplan Beekenoord toch te gaan veranderen. 6. De herbouw van het voorhuis van de boerderij De Schans is in juni 2013 gestart en wordt naar verwachting begin 2014 opgeleverd. Ook verwachten we in 2014 de drie erfwoningen achter het voorhuis te hebben verkocht en gebouwd. 7. Het cultuurhistorisch landschapspark is in 2013 aangelegd. In 2014 zal de tweede fase van het uitdiepen en opschonen van de buitenste gracht plaatsvinden. 8. Het noordelijk deel van het park De Schans (het Boerenland) zal op basis van een opgesteld definitief ontwerp zodanig worden ingericht, dat het leefbaar is voor omwonenden en bewoners van het gebied. 9. Er zal verder uitvoering worden gegeven aan het Masterplan Westervoort-Noord op basis van de notitie ‘Westervoort Noord: op weg naar uitvoering’.
18
10. Vanaf 1 september 2007 is er een compensatie in het gemeentefonds beschikbaar voor de uitvoering van de wettelijke taken inzake de (bescherming van de) regioarcheologie. Voor 2013 komt dit neer op een compensatiebedrag van afgerond € 4.400. Dit bedrag is echter niet geoormerkt en daarom niet beschikbaar gesteld aan de archeologische taken. Westervoort heeft niet de capaciteit en kennis in huis om het archeologisch beleid vorm en inhoud te geven en om als goede opdrachtgever voor het archeologisch onderzoek te kunnen fungeren. In het samenwerkingsverband Regioarcheologie Arnhem e.o. (8 gemeenten) is daarom eind 2010 voor de duur van drie jaar (termijn dat de provincie subsidie verleent) een regioarcheoloog aangesteld. De regioarcheoloog moet samenwerking tussen de gemeenten op archeologiegebied tot stand brengen. 2013 is het derde jaar dat de regioarcheoloog voor de acht gemeenten werkt. In deze jaren is gebleken dat de regioarcheoloog direct en snel binnen de daarvoor beschikbare uren voor Westervoort kan worden ingezet voor het begeleiden van archeologisch onderzoek, het opstellen van programma’s van eisen, bureauonderzoeken etc. Het afgelopen jaar is hij bijvoorbeeld betrokken geweest bij de werkzaamheden voor Hamerstaete en het onderzoek bij Huis Hamerden. Hij adviseert de gemeente en doet dit gericht door zijn specifieke lokale kennis. De gemeente zou hiervoor anders een senior-archeoloog van een adviesbureau moeten inhuren, wat over het algemeen meer kost. Door de regelmatige regionale ambtelijke bijeenkomsten, georganiseerd door de regioarcheoloog wordt kennis gedeeld en wordt gewerkt aan meer éénduidigheid op het vlak van beleid en onderzoek. De regioarcheoloog is aanspreekpunt voor ambtenaren, burgers en bedrijven waar het archeologie betreft. Door zijn lokale kennis en inhoudelijke expertise kan efficiënt en kostenbesparend gewerkt worden. Voor Westervoort is de regioarcheologie daarnaast van belang om kennis en kunde ‘in huis’ te hebben waar het gaat om veranderend beleid en taken op het gebied van de archeologie. De regioarcheoloog is in dienst van de gemeente Arnhem en maakt daar gebruik van alle faciliteiten. De regioarcheoloog wordt op dit moment gefinancierd door de aangesloten acht gemeenten (50% = ca. € 40.000) en de Provincie Gelderland (50%). De subsidie van de provincie Gelderland is voor de duur van 3 jaar. In december 2013 eindigt deze subsidie. Onlangs is door de Provincie Gelderland toegezegd deze subsidie te verlengen met 4 jaar, voor ten minste € 10.000 per jaar. Met een verdeelsleutel op basis van inwonertal heeft iedere gemeente in de regio recht op een aantal beschikbare uren van de regioarcheoloog en zijn de kosten hiervoor verdeeld. Van 2011 t/m 2013 lagen deze kosten op ca. € 4.000 per jaar. Deze waren in de gemeentelijke begroting opgenomen. Deze kosten is de gemeente echter pas helemaal kwijt als het volledig aantal beschikbare uren wordt afgenomen of eventuele overgebleven uren niet in de regio bij andere gemeenten kunnen worden weggezet. Doordat de Provinciale subsidie afloopt en in mindere mate wordt doorgezet, zullen de kosten voor de gemeenten hoger uitvallen. Op basis van dezelfde uitgangspunten als in de huidige samenwerkingsovereenkomst ligt dit bedrag voor Westervoort op € 5.194. Om aangesloten te blijven in het samenwerkingsverband Regioarcheologie Arnhem e.o. is hiervoor genoemd bedrag beschikbaar gesteld, zodat de gemeente op die manier beschikt over de benodigde capaciteit en kennis inzake het archeologisch beleid en kan fungeren als goede opdrachtgever voor het archeologisch onderzoek. 11. Afgelopen augustus is de eigendom van het Winkelcentrum Broeklanden in andere handen overgegaan. Dat in combinatie met de komst van en de ombouw tot een (grotere) Jumbosupermarkt in het winkelcentrum, maken dat er nu ook concrete plannen bestaan om de aangrenzende openbare ruimte aan te pakken en op te waarderen. Voor het ondergronds brengen van de aanwezige kleding- en glascontainers is al een bedrag van € 35.000 beschikbaar gesteld. Omdat ook de gemeente gebaat is bij een opwaardering en bepaalde inrichtingseisen (verlichting, vervangend groen etc.) stelt, is een bijdrage gevraagd van € 10.000 voor de herinrichting van de omgeving van de winkelvestiging. Op dit moment vindt intensief overleg plaats tussen partijen over: een overeenkomst waarin de afspraken vast gelegd worden; een schets voor de (her)inrichting van de openbare ruimte; de te volgen ruimtelijke procedure; de communicatie met de omgeving. Verwachting is dat de Jumbosupermarkt eind november 2013 haar deuren opent. Het werk buiten wordt vermoedelijk in het eerste kwartaal 2014 uitgevoerd.
19
12. Onlangs zijn de voorlopige ontwerpen (VO) van de herinrichting van de DorpstraatHamersestraat en Zuidelijke Parallelweg-Liemersallee vastgesteld. Beide projecten zijn een vervolg op de eerder vastgestelde Centrumvisie, de ontwikkeling van de stationsomgeving en het verkeersplan. Op basis van de voorlopige ontwerpen is de raming van de totale kosten circa € 3.720.000. Voor een bedrag van € 3.143.708 is dekking aanwezig. Daarnaast is voor het project Dorpstraat–Hamersestraat een voorlopige subsidiebeschikking afgegeven van € 195.000. Nog onbekend is of we aan de gestelde subsidievoorwaarden kunnen voldoen. Het tekort voor beide projecten is dus € 576.292 (exclusief eventuele subsidie ad € 195.000). Bij het opstellen van de voorjaarsnota werden aanvullende subsidiemogelijkheden weinig kansrijk geacht. Zeer recent is er sprake van dat de provincie extra middelen beschikbaar stelt om de economie te stimuleren. De voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen zijn nog zeer vaag. Wel hebben we dit project voor deze zogenaamde robuuste investeringsimpuls aangemeld. Gezien die onzekerheid wordt de bij de voorjaarnota beschikbaar gestelde bijdrage van € 100.000 gehandhaafd. Inmiddels is duidelijk dat de aanvraag niet wordt gehonoreerd. Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Prestatie indicator Verhouding woningen nieuwbouw: Sociale sector Vrije sector
Realisatie 2012 100% in de vrije sector gerealiseerd.
Streefcijfer 2014 100% vrije sector.
20
Toelichting Gezien de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt is het moeilijk om een inschatting te maken van het aantal te realiseren woningen. Zoals het zich nu laat aanzien worden er geen woningen in de sociale sector gerealiseerd.
PROGRAMMA 3 : WONEN EN WOONOMGEVING ONDERDEEL WOONOMGEVING Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
Mevrouw Wobma Openbare Werken Verhardingenplan 2011-2014; Groenbeleid- en beheerplan 2010; Bomenbeleid 2013-2018; Groenbeleidsplan Levende Aders 2012-2025; Evaluatienota bestrijding hondenoverlast 2007; beleidsnota Openbare verlichting 2010-2019; Speelruimtenota 2009; Gladheidsbestrijdingsplan 2013-2014.
Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Volumegegevens Aantal lichtmasten
2010 2.520
2011 2.642
2012 2.679
Wat is de doelstelling? I. Instandhouding van wegenbestand op het minimaal onderhoudsniveau zoals is beschreven in het verhardingenplan 2011-2014 zonder dat er sprake is van kapitaalvernietiging. II. Instandhouding van de bestaande groenvoorziening en het bomenbestand op een minimaal maar nog acceptabel onderhoudsniveau zoals vastgelegd in het groenbeleidsplan Levende Aders 2012-2025. III. Instandhouding van de voorzieningen voor het uitlaten van honden. IV. Instandhouding van de openbare verlichting voor de verkeers- en sociale veiligheid van de burger en ter voorkoming van vandalisme, inbraak en andere vormen van criminaliteit op basis van het in 2010 vastgestelde beleidsplan openbare verlichting. V. Het beschikbaar hebben van speelvoorzieningen die aansluiten op de werkelijke behoefte. Toelichting doelstelling I. De basis van wegbeheer wordt gevormd door landelijke wetgeving. Ook maatschappelijke ontwikkelingen en daaruit voortkomende plannen zijn van invloed op het beleid en de uitvoering van het beheer. In dit perspectief is eind 2010 een geactualiseerd verhardingenplan vastgesteld. In deze nota is bepaald dat het minimale onderhoudsscenario zal worden gehanteerd. Dit onderhoudsniveau impliceert dat het onderhoud weliswaar minimaal is, echter niet leidt tot kapitaalvernietiging. Voor het seizoen 2013-2014 moet nog een aannemer worden vastgelegd, continuering met de huidige is een reële optie. Qua zoutinkoop profiteert de gemeente van de in 2011 gesloten afspraak met Akzo Zout. Met dat contract is de gemeente Westervoort gegarandeerd van voldoende strooizout tot en met seizoen 2014-2015. Er wordt in ‘Liemers’ verband bekeken of de gladheidbestrijding in gezamenlijkheid kan worden uitgevoerd. De gemeente Arnhem is hier ook bij betrokken. Dit onderzoek heeft een lage prioriteit, maar zal gezien de verdergaande vorm van samenwerking op korte termijn een vervolg krijgen. II. In 2011 zijn het groenbeleidsplan ‘Levende Aders’ en het groenbeheerplan vastgesteld. Op basis van deze plannen zal het onderhoud aan het groen worden uitgevoerd. Ter verbetering van de efficiëntie wordt het merendeel van het onderhoud door één partij uitgevoerd. Gezien de onderlinge relaties wordt ingestoken op het bereiken van overeenstemming met het werkvoorzieningschap Presikhaaf op basis van een alleenrecht. Er zijn slechts zeer beperkte middelen beschikbaar om groen te renoveren. Renovatie anders dan reguliere inboet vindt plaats na overleg met de betreffende wijkraad. Groenrenovaties worden uitgevoerd volgens het groenbeheerplan en worden vooraf besproken met wijkraad en bewoners. In 2013 is het bomenbeleidsplan vastgesteld. Doelstelling is het behouden en versterken van het groen karakter van Westervoort. III. Op basis van het hondenbeleid maakt de gemeente de hondenvelden schoon en worden de voorzieningen onderhouden.
21
IV. In 2010 heeft de raad het beleidsplan openbare verlichting vastgesteld. Met inachtneming van een daaraan gekoppeld uitwerkingsplan wordt uitvoering gegeven aan de uitgangspunten en doelstellingen van het openbaar verlichtingsnet zoals die opgenomen zijn in het beleidsplan. De looptijd van het uitwerkingsplan is 4 jaar, waarna aan de hand van de gerealiseerde werkzaamheden de resultaten worden geëvalueerd en het beleidsplan wordt geactualiseerd. V. In 2010 is de nota speelvoorzieningen ‘Spelen in Westervoort’ door uw raad vastgesteld. De speelterreinen worden onderhouden volgens deze nota. Het groenonderhoud rond de speelterreinen wordt meegenomen met het onderhoud van de groenvoorziening op basis van het groenbeheerplan. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Uitvoering van een regulier onderhoudsbestek wegen. 2. Uitvoering beleidsplan Levende Aders en renovaties uit het groenbeheerplan. 3. Beheer en onderhoud bruggen en civieltechnische kunstwerken. 4. Beheer en onderhoud volkstuinen. 5. Reiniging openbare ruimte. 6. Ongediertebestrijding en opvang zwerfdieren. 7. Gladheidbestrijding. 8. Uitvoering hondenbeleid. 9. Organisatie markt en kermis. 10. Uitvoering afvalinzameling. 11. Uitvoeren van het vastgestelde beleids- en beheerplan openbare verlichting. Specifieke prestaties 2014 1. In het voorjaar 2013 is het Bomenbeleidsplan voorgelegd aan de gemeenteraad. Een actiepunt uit het Bomenbeleidsplan is het oprichten van een Bomenfonds. Daarvoor is structureel een bedrag nodig van € 3.000. Voor het opstellen van een bomenbestek en beheerplan is eenmalig € 9.500 nodig. 2. Al jaren staat honden(-poep)overlast in de ergernis top drie van de burger. Wijkraad Emmerik heeft dit jaar de evaluatie van het hondenbeleid in haar wensen top drie opgenomen en binnen het gebiedsteam WTV-Noord wordt het expliciet genoemd op de actielijst voor 2013-2014. In 2007 is het hondenbeleid geëvalueerd. In 2014 wordt het hondenbeleid opnieuw geformuleerd, deels aan de hand van een evaluatie. Daarbij worden bezitters van honden en niet-hondenbezitters actief betrokken. Hiervoor is een geringe investering in de communicatie nodig. Dit zal zich terugverdienen in de uitwerking van het hondenbeleid. De inzet van handhaving is slechts van zeer beperkte invloed. Onder andere omdat de hondenbezitter op heterdaad betrapt moet worden en de formatie van de toezichthouder lang niet toereikend is om daadwerkelijk effectief te kunnen zijn. Overlast van hondenpoep wordt voornamelijk veroorzaakt door het gedrag van de eigenaar. Het is daarom zaak het communicatietraject zodanig in te richten dat dit direct gericht is op de beïnvloeding van dit gedrag. Koppeling met een bewustwordingscampagne waarmee hondenbezitters worden geprikkeld om de uitwerpselen van hun hond(en) op te gaan ruimen is veel effectiever. Wanneer hier geen koppeling in gezocht wordt is dit een gemiste kans. Voor een dergelijk traject zijn folders, posters en o.a. een bordbuster nodig om aandacht te vragen voor het hondenbeleid, zodat burgers in beweging komen om mee te denken en vooral ook mee te doen. 3. Het park Steenderens voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Het groen is te hoog en de speelvoorzieningen zijn verouderd. Dit is in het dagelijks groenonderhoud niet meer op te lossen. In het groenstructuurplan is de ambitie opgenomen om het park Steenderens te verbinden met andere ecologische zones, zoals het Horsterpark. Doelstelling van de renovatie: recreatieve en sociale functies van het park verhogen; ontwikkelen speelnatuur; beleving van het park verbeteren voor omwonenden; ecologische functie verbeteren; verminderen beheerkosten.
22
4.
5.
In het groenbeheerplan is een bedrag opgenomen van € 117.979 voor de renovatie van het groen in de woonwijk Steenderens. De renovatie van het park Steenderens valt daar dus buiten. Om de renovatie van het park te realiseren met de genoemde doelstellingen is een bedrag van € 250.000 beschikbaar. Het voorstel voor vervangen van het fietsviaduct is apart in de raad van september voorgelegd. De financiële consequenties zijn bij de voorjaarsnota meegenomen. Het huidige krediet Vervangen kunstwerken/onderhoud bruggen is verre van toereikend om deze kosten te dragen. Voor vervanging van de huidige fietsbrug is een krediet nodig van € 500.000. De Stadsregio heeft een subsidie toegekend van 90% over de meerwerkkosten, ter hoogte van € 180.000. Bij een (netto) investering van € 320.000 levert dit een jaarlijkse kapitaallast op van € 19.200. Vanuit de sportverenigingen en een aantal andere belanghebbenden in Westervoort Noord is al enkele jaren de uitdrukkelijke wens geuit om een plan te ontwikkelen met het doel om de parkeerproblematiek definitief het hoofd te bieden. Naast parkeerproblematiek is er vanuit andere (ruimtelijke) projecten zoals de realisatie van het woonzorgcomplex aan de Hamersestraat en het Masterplan Westervoort Noord ook een aantal initiatieven ontplooid in dit gebied. Onderstaande aspecten dienen bij de visievorming aan de orde te komen: de staat en (niet optimale) inrichting van het huidige hoofdparkeerterrein; het (beperkte) gebruik van het handbalveld; de strook parkeerplaatsen achter Hamersestraat 19-23; de gewenste doorgang over de parkeerplaats van het woonzorgcomplex naar de sportvelden (locatie huidige fietsenstalling); gebrek aan parkeerplaatsen tijdens piekmomenten sportverenigingen en behoefte aan extra capaciteit vanuit de functies aan de Dorpstraat; mogelijk maken inpassing wandelpad Brouwerslaan – heuvel langs hoofdwatergang (Masterplan Westervoort Noord). Vanuit bestaande budgetten (bestemmingsplannen) wordt een integraal parkeerontwerp voor dit gebied op geteld. Voor realisatie is een bedrag beschikbaar van € 50.000.
Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Oordeel burger over aanwezigheid voorzieningen, groen en bereikbaarheid in/van wijk en buurt.
Waardering Ref Waardering Westervoort gemeenten Westervoort 2009 < 25.000 inw. 2012 2009 6,7 6,9 7,1
Prestatieindicator Percentage van de asfaltverhardingen met een kwaliteit goed/zeer goed Percentage van de elementenverhardingen met een kwaliteit goed/zeer goed
Ref Prestatienorm gemeenten 2014 < 25.000 inw. 2012 6,9 7,1
Realisatie Streefcijfer 2012 2014 50% 55% 50%
23
55%
Toelichting Bron: normering CROW beheersystematiek wegen Bron: normering CROW beheersystematiek wegen
Wat mag het kosten?
Programma Wonen en woonomgeving Rek 2012
Begr 2013
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Lasten
3.356
Baten
1.022
233
196
188
188
188
Saldo
-2.334
-2.268
-2.558
-2.332
-2.319
-2.343
2.500
2.754
2.519
2.507
2.531
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
in 2012 hogere lasten en baten in verband met het landschapspark de Schans alsmede incidenteel hogere bouwleges; in 2014 is er incidenteel een bedrag beschikbaar voor de renovatie van het park Steenderens en voor het bomenbeleid; als gevolg van de investeringen voor groenrenovaties op grond van het meerjarige Groenbeheerpslan lopen de kapitaallasten op; tot en met 2015 is er incidenteel geld beschikbaar voor de digitalisering van bestemmingsplannen.
Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Stand per
Stand per 1-1-2014
Stand per 1-1-2015
Stand per 1-1-2016
1-1-2017
BESTEMMINGSRESERVES AANPASSING ZUIDELIJKE PARALLELWEG-LIEMERSALLEE AANPASSING DORPSTRAAT-HAMERSESTRAAT BOVENWIJKSE VOORZIENINGEN SCHANS
1.850.000
1.800.000
800.000
400.000
900.000
-
-
-
116.486
18.816
19.192
19.576
ABRI'S EN PLATTEGRONDKASTEN
10.000
10.000
10.000
10.000
HANDHAVINGSKOSTEN BOUWEN
22.671
22.671
22.671
22.671
-
-
-
20.350
20.350
20.350
INVENTARISATIE GEMEENTEGROND
6.121
SPEELBELEID
20.350
STIMULERING WONINGBOUW
10.461
KAPITAALLASTEN VERVANGINGSINVESTERINEN WEGEN
10.461
10.461
10.461
338.991
388.277
426.108
451.108
BOOMBELEIDSPLAN
15.524
15.524
15.524
15.524
DIGITALISEREN BESTEMMINGSPLANNEN
17.800
-
-
-
24
PROGRAMMA 4 : VERKEER EN VERVOER Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
Mevrouw Wobma Openbare Werken Verkeersplan Westervoort 2009; Verkeersplan Westervoort deel 2/maatregelenpakket; Fietsnota 2013. Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Wat is de doelstelling? De gemeente Westervoort draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het dorp en verliest daarbij niet het belang van de leefbaarheid uit het oog. Het bevorderen van de verkeersveiligheid en het faciliteren van het openbaar vervoer maakt onderdeel uit van de doelstelling. Belangrijk is ook het terugdringen van de verkeersongevallen. Toelichting doelstelling Dit programma omvat het instandhouden en verbeteren van de bereikbaarheid van Westervoort en de doorstroming van het verkeer en is in vele opzichten rand voorwaardelijk voor andere programma’s, want functies en activiteiten komen alleen tot ontplooiing als zij goed bereikbaar zijn. De groeiende verkeersproblematiek, de ruimtelijke ontwikkelingen in het centrum en de komst van het station, hebben geleid tot een geactualiseerd Verkeersplan 2009. Hierin is omschreven welke mogelijkheden de gemeente Westervoort ziet om de verkeerssituatie in Westervoort te verbeteren. Er zijn knelpunten gesignaleerd op het gebied van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. De meeste knelpunten kwamen voort uit verkeersstromen die op bepaalde plekken in de loop der tijd zijn ontstaan, waarbij verkeer conflicteert met de verblijfsfunctie. Met name de toename van het doorgaande regionaal verkeer veroorzaakte knelpunten in en rond het centrum. Door de realisatie van de nieuwe kruising Brugweg–Dorpstraat–Zuidelijke Parallelweg is de doorstroming van het verkeer sterk verbeterd. Daarmee is een deel van het verkeersplan niet meer actueel. In het vastgestelde verkeersplan wordt een geheel nieuwe gebiedsontsluiting door opwaardering van de Liemersallee en het aanleggen van een nieuwe ontsluitingsweg langs de Zuidelijke Parallelweg gezien als de mogelijke oplossing van de problemen die er voorheen waren. Het (daarna) afwaarderen van een gedeelte van de Klapstraat en de Kerkstraat zou daarnaast het woon- en leefmilieu van het gebied in de directe nabijheid van die wegen positief beïnvloeden. Door de komst van het station en de nieuwe kruising Brugweg– Dorpstraat–Zuidelijke Parallelweg is de praktijksituatie sterk veranderd. Besloten is om de kaders van het verkeersplan deels los te laten en de Zuidelijke Parallelweg–Liemersallee niet op te waarderen tot hoofdontsluitingsroute. Er wordt gewerkt aan het opstellen van een ontwerp voor de Zuidelijke ParallelwegLiemersallee, welke de huidige verkeerssituatie als uitgangspunt heeft en specifiek gericht is op het oplossen van de nog bestaande knelpunten, zoals bijvoorbeeld de kruising Zuidelijke Parallelweg - Liemersallee. Voor de herinrichting van het gebied Dorpstraat-Oost/ Hamersestraat wordt ook gewerkt aan het opstellen van een ontwerp. Ten aanzien van de problematiek die ontstaat door de toename van het doorgaande, regionale verkeer wordt opgemerkt dat het er op lijkt dat de maatregelen op zowel de Pleyroute als de A12 van positieve invloed zijn op de verkeersafwikkeling in onze gemeente. Veel wordt verwacht van het mogelijk doortrekken van de A15, wat zal leiden tot een omvangrijke wijziging van het hoofdwegennet in onze regio. De aanleg van het (trein-)station in Westervoort heeft niet geleid tot een grote toename van het verkeer richting centrum. De gedegen inrichting van de stationsomgeving en het
25
aanpassen van de weginrichting in de directe omgeving van het station, heeft geleid tot een aantrekkelijk gebied voor de gebruikers van het openbaar vervoer en een goede, veilige doorstroming van het verkeer. Uiteraard is bij de inrichting ruim aandacht geschonken aan een goede parkeervoorziening voor fietsers en (lang)parkeerders. Eveneens is gewerkt aan een plan om het parkeren rondom het centrum te reguleren. Deze maatregelen zijn begin 2012 geëffectueerd. Om het fietsgebruik te stimuleren (en daardoor de filedruk te reduceren) wordt samen met de stadsregio Arnhem-Nijmegen gewerkt aan de inrichting van een snelfietsroute. In 2011 heeft de raad het Verkeersplan deel 2/Maatregelenpakket vastgesteld waarmee de hiervoor genoemde maatregelen verder uitgewerkt kunnen worden. Bij de vaststelling is tevens besloten om vanaf 2012 een Fietsplan op te stellen. Kortom: zowel op lokaal als regionaal niveau hebben uitgevoerde maatregelen positief bijgedragen aan het realiseren van de doelstelling van dit programma. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Zorg voor de verkeersveiligheid van de kwetsbare groepen weggebruikers (fietsers en voetgangers) bij het herinrichten en reconstrueren van woonstraten. Waar mogelijk worden aanvullende maatregelen getroffen bij onderhoudswerk aan het wegennet, zodat de inrichting van de weg (beter) aansluit bij de functie van de weg. 2. Goed beheer en onderhoud van verkeersvoorzieningen. 3. Instandhouding van het huidige hoge niveau van openbaar vervoer en het scheppen van randvoorwaarden ten aanzien van het gebruik van het openbaar vervoer. 4. Het bevorderen van het gebruik van de fiets als vervoermiddel voor korte en middellange afstanden. Specifieke prestaties 2014 1. Aanleg snelfietsroute De Liemers. 2. Uitvoeringkosten fietsnota Westervoort (educatie). In de vast te stellen Fietsnota is aangegeven dat een extra budget noodzakelijk is om educatieve maatregelen gericht op fietsers/het fietsgebruik en initiatieven van derden daarin, te kunnen faciliteren. 3. Uitvoeringskosten fietsnota Westervoort (vegen fietspaden). In het maatregelenpakket is ook het vegen van de fietspaden opgenomen. Verhoging van het budget onderhoud wegen met € 3.000 geeft de mogelijkheid om fietspaden structureel te vegen. Voor een groot gedeelte vindt dekking plaats via de rioolheffing (60%) en afvalstoffenheffing (33%). 4. Tijdens de behandeling van de voorjaarsnota in de raadsvergadering van 24 juni 2013 is unaniem een amendement aangenomen om een bedrag van € 3.000 beschikbaar te stellen voor de opknap van het tunneltje van Biddle.
Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Prestatieindicator
Realisatie Streefcijfer 2012 2014 Aantal toegewezen claims van burgers 0,13 0 i.v.m. onderhoud wegen en fietspaden (uitgedrukt per 1.000 inwoners)
26
Toelichting
Effectindicator
Oordeel burger over parkeermogelijkheden, openbaar vervoer, onderhoud wegen e.d. en verkeersveilig heid
Waardering Ref Waardering Westervoort gemeenten Westervoort 2009 < 25.000 inw. 2012 2009 6,7 6,5 7,1
Ref Prestatienorm gemeenten 2014 < 25.000 inw. 2012 6,7 7,1
Wat mag het kosten?
Programma Verkeer en vervoer Rek 2012 Lasten Baten Saldo
Bedragen * € 1.000
Begr 2013
330
Begr 2014 Begr 2015
281
276
Begr 2016
276
Begr 2017
276
276
11
5
5
5
5
5
-319
-276
-272
-272
-272
-272
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
in 2012 hogere lasten in verband met incidentele kosten voor het Verkeersplan.
Voor dit programma is de volgende reserve voorhanden: Stand per
Stand per
Stand per
Stand per
1-1-2014
1-1-2015
1-1-2016
1-1-2017
96.000
92.000
88.000
84.000
BESTEMMINGSRESERVES AFSCRIJVINGSLASTEN STATIONSOMGEVING
27
PROGRAMMA 5 : JEUGD EN ONDERWIJS
Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Breunissen Ruimte & Samenleving nota Lokaal Sociaal beleid 2013; coalitieakkoord 2010-2014; convenant ‘Gaan voor de Gelderse jeugd’ tussen gemeenten in de regio Arnhem en de provincie over jeugdzorg en jeugdbeleid 2009; Plan van aanpak Jeugd & Veiligheid 2006; rapport ‘Groeikansen voor elk kind’ over de oprichting van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG); Centrum voor Jeugd en Gezin - Centrum VAN Jeugd en Gezin, 2010; Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; Handhaving- en Sanctiebeleid Kinderopvang en Peuterspeelzalen, november 2012; Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen 2010; Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE); Visie op voorschoolse voorzieningen; Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Westervoort 2011; Meerjaren onderhoudsplan schoolgebouwen 2010; Verordening financiële en materiële gelijkstelling 2011; Verordening leerlingenvervoer 2008; Integraal Positief Jeugdbeleid – Op weg naar participatie, verbinding en talentontwikkeling, 2011; Groeidocument ‘Zorg Voor De Jeugd’, visie van de regio Arnhem, 2012; Regionale Sociale Visie 2013. Autonome ontwikkelingen/ trends de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner voor zijn/haar eigen welzijn wordt steeds groter. De rol van de professional op dit terrein wordt verlegd van uitvoerder naar begeleider/ondersteuner; decentralisatie Jeugdzorg – verbinding maken met de decentralisaties AWBZ/WMO, participatiewet, passend onderwijs; integrale kind centra, waarin verregaande samenwerking tussen kinderopvang, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en basisonderwijs centraal staat; krimp: de gemeente Westervoort heeft te maken met dalende leerlingenaantallen. Volumegegevens
2010
Aantal leerlingen op de Westervoortse basisscholen Aantal openbare basisscholen (obs)
28
2011
2012
1386
1346
1316
3
3
3
Aantal m2 openbare basisscholen - De Schakel (excl. 3 lokalen die Schakel zelf heeft laten bouwen) - De Verrekijker (excl. 1 lokaal dat de Verrekijker zelf heeft laten bouwen) - Montessorischool Aantal leerlingen obs per 1 oktober - De Schakel - De Verrekijker - Montessorischool Aantal bijzondere basisscholen (bbs) Aantal m2 bijzonder basisonderwijs - De Brug Schoolstraat - De Brug Uitterweert - De Tuimelaar (excl. 2 lokalen die de Tuimelaar zelf heeft laten bouwen) - De Klimroos - De Flierefluiter Aantal leerlingen bbs per 1 oktober - De Brug Schoolstraat - De Brug Uitterweert - De Tuimelaar - De Klimroos - De Flierefluiter Aantal leerplichtigen Aantal schoolverzuimers - aantal jongens - aantal meisjes Aantal Halt-maatregelen Aantal procesverbalen Verzuimpercentage Aantal kwalificatieplichtigen Aantal voortijdig schoolverlaters Aantal kindplaatsen dagopvang Aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang Aantal kindplaatsen peuterspeelzalen Aantal gastouders Aantal kindplaatsen gastouderopvang (registratie LRKO is opvangkinderen incl. eigen kinderen) Aantal leerlingen schoolvervoer - Vergoeding aangepast vervoer; - Vergoeding vervoer eigen auto; - Vergoeding vervoer fiets/ov;
2943 1118
2943 1118
1118
945
945
945
880 251 101 97
452
5 6753 1325 1069 1486 1718 1155 935 200 143 200 198 194 2265 59 30 29 4 2 2,6% 423 41 127 190 56 53
880
442
244 91 107
5 6753 1325 1069 1486
1718 1155 216 138 187 170 193 46 21
177
904
2452 67 5 8 2,7% 459 59 127 190 56 61
880 225 100 123 1325 1069 1486 1718 1155 231 134 173 144 186 43 25
219 97 3 8
108
2943
448
5 6753
868
2376 68 3 11 2,9% 431 56 129 190 56 45 171
113 3 4
120
Wat is de doelstelling? I. Elke inwoner neemt op een zelfstandige en volwaardige manier deel aan de samenleving. Dit is zowel van toepassing op individueel niveau, als op het niveau van gezin, school, werk, verenigingsleven, buurt, dorp e.d. Elke inwoner moet in staat worden gesteld de regie over zijn/haar eigen leven te kunnen voeren en is hiervoor ook verantwoordelijk. De zogenoemde pedagogische civil society. Zie ook het programma Welzijn, Zorg en Volksgezondheid. II. Jeugd, jongeren, gezinnen en hun sociale omgeving dragen, indien nodig met ondersteuning van een professional, bij aan een goede, positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar. III. Zorg dragen voor passende huisvesting voor het onderwijs. IV. Uitvoering geven aan het leerlingenvervoer. V. Het zorgen voor voldoende en kwalitatief goede voorschoolse voorzieningen. VI. Het zorgen voor een vangnet om voortijdig schoolverlaten te voorkomen.
29
Toelichting doelstelling I/II Er zijn verschillende voorzieningen die gericht zijn op het ondersteunen van jeugd, jongeren en hun verzorgers. Deze variëren van voorzieningen in het algemeen preventief jeugdbeleid, zoals het subsidiëren van het verenigingsleven en het jongerenwerk, maar ook een aanbod vanuit het gericht preventief jeugdbeleid, zoals het CJG, het project Samen Starten van het consultatiebureau, het onderwijsachterstandenbeleid en het Jekk-project van bureau Lindenhout. Het functioneren en afstemmen van deze voorzieningen is een doorlopende zorg voor diverse instellingen en organisaties, waarbij de gemeente een regisserende taak heeft. III. Door krimp heeft Westervoort een te ruim scholenaanbod voor het aantal leerlingen. In 2011/2012 is een inventarisatie gemaakt van de scholen en de schoolgebouwen. Er is onder andere gekeken naar de dalende leerlingenaantallen, de inhoud en de staat van de schoolgebouwen en naar actuele onderwijsvisies, zoals integrale kindcentra (IKC’s). In overleg met de schoolbesturen wordt momenteel bekeken of we gezamenlijk kunnen komen tot een toekomstbestendig scholenaanbod in Westervoort. IV. Door individuele omstandigheden kunnen, vaak kwetsbare kinderen, geen gebruik maken van het reguliere schoolaanbod. Zij hebben dan recht op leerlingenvervoer. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan. V. Binnen Westervoort zijn er 72 reguliere kindplaatsen (twee dagdelen) en is het aantal VVE kindplaatsen 16 (vier dagdelen). Het aantal kinderen dat van de peuterspeelzaal gebruik maakt is stabiel en neemt (nog) niet extra toe vanwege de teruggang in de kinderopvang. Mikado heeft met de drie vestigingen een goede verdeling van locaties over Westervoort gerealiseerd. Er zijn geen wachtlijsten. In alle voorschoolse voorzieningen wordt gewerkt met het erkende VVE-programma Startblokken en vindt er regelmatig inspectie plaats naar de kwaliteit van de kinderopvang. VI. Voor een goed toekomstperspectief is het belangrijk dat jongeren hun onderwijskansen benutten. Uiteenlopende persoonlijke redenen kunnen leiden tot verzuim of zelfs voortijdig schoolverlaten. Om dit te voorkomen is er een vangnet dat zorgt dat zoveel mogelijk jongeren minimaal hun startkwalificatie halen. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Subsidiëren van activiteiten binnen het algemeen preventief positief jeugdbeleid (peuterspeelzaalwerk, jongerenwerk, sportverenigingen, scouting e.d.). 2. Subsidiëren van activiteiten binnen het gericht preventief positief jeugdbeleid (3de en 4de dagdeel peuterspeelzalen, maatschappelijk werk, Jekk e.d.). 3. Het in stand houden van sport- en welzijnsaccommodaties. 4. Versterken gemeentelijke regie door uitvoering te geven aan het CJG, een laagdrempelige voorziening voor opvoed en opgroeivragen voor 0-23 jaar en hun verzorgers. Daarbij wordt gebruik gemaakt van laagdrempelige activiteiten waarin jeugd, jongeren en verzorgers participeren. Daarnaast wordt er invulling gegeven aan bijvoorbeeld coördinatie zorgmodel, met het netwerk 12+ en het ZAT 0-12, etc. 5. Uitvoeren van maatregelen voor de aanpak van alcoholmatiging en vermindering van drugsgebruik langs drie sporen: communicatie, regelgeving/beleid en handhaving. 6. Uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid in de voorschoolse periode samen met betrokken partners. 7. Uitvoering convenant provincie/gemeente over jeugdzorg en jeugdbeleid. 8. Uitvoeringsprogramma Samen Starten (zie ook programmaonderdeel Volksgezondheid). 9. Landelijk Register Kinderopvang (LRKO). In het LRKO zijn kinderdagverblijven, locaties buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders opgenomen. Bijhouden van wijzigingen en aanvullingen in het LRKO. 10. Intensiever inspecteren van en handhaven op de kinderopvang, de buitenschoolse opvang (bso), gastouders en de peuterspeelzalen conform het handhaving- en sanctiebeleid kinderopvang en peuterspeelzalen 2012. 11. Uitvoering Leerplichtwet door het Regionaal Bureau Leerplicht. 12. Bestrijden van verzuim en vroegtijdig schoolverlaten door Regionaal Bureau Leerplicht in samenwerking met Time Out, Zorgadvies teams (Zat), Weer Samen Naar School. 13. Structureel overleg met alle schoolbesturen (OOGO) over onderwijskansen en onderwijshuisvesting.
30
14. Via een meerjaren onderhoudsplanning (MOP) worden jaarlijks de benodigde onderhoudswerkzaamheden aan de schoolgebouwen verricht. 15. Overleg voeren met de schoolbesturen over een toekomstbestendig scholenaanbod. 16. Uitvoering geven aan de wettelijke taak leerlingenvervoer. 17. Monitoren van de kwaliteit van het leerlingenvervoer door het houden van een jaarlijkse enquête onder de deelnemers. 18. Afstemming tussen jeugd en onderwijs realiseren via een Lokale Educatieve Agenda (LEA) en een regionale samenwerkingsagenda. Het onderwijsachterstandenbeleid, ouderbetrokkenheid en de invoering van passend onderwijs krijgen dit jaar prioriteit. 19. Het realiseren van 16 vve-kindplaatsen in peuterspeelzaal de Kleurdoos en kinderdagverblijf De Speeldoos van stichting Mikado. Met invoering van een brede doelgroep definitie en de met betrokken partijen overeengekomen werkinstructie (nota voorschoolse voorzieningen) vanaf maart 2013 kan dit aantal toenemen. 20. Participatie jeugd, jongeren en verzorgers door middel van jeugd, jongeren, ouders ambassadeurs. Samen met de ambassadeurs vorm geven aan het op te stellen beleidsplan ‘positief jeugdbeleid’. 21. Decentralisatie jeugdzorg. Samen met (zorg)partners, onderwijs, cliënten/burgers, provincie/zorgverzekeraars en regionale gemeenten werken aan een verder uitgewerkte visie, missie en invoering van de decentralisatie in het sociale domein. Specifieke prestaties 2014 1. Op 1 januari 2015 zijn gemeenten niet langer verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. Het onderhoud dient daarom in overleg overgedragen te worden door de gemeente naar de schoolbesturen. Mogelijkerwijs vloeien hier overdrachtskosten uit voort, dit zal blijken nadat er een onafhankelijk 0-meting is uitgevoerd. 2. De verantwoordelijkheid voor de invoering van Passend Onderwijs ligt bij de samenwerkingsverbanden onderwijs. Er zijn echter ook (mogelijke) gevolgen voor onder andere het leerlingenvervoer, huisvesting en de aansluiting van de interne onderwijs zorgstructuren op het CJG en de jeugdzorg. Gemeenten zijn daarom nauw bij de invoering van Passend Onderwijs betrokken. 3. Indien er met de schoolbesturen overeenstemming is bereikt in 2013 over een huisvestingsplan schoolgebouwen, dan kan na het raadsbesluit in 2014 begonnen worden met de uitvoering van het plan. 4. Per 1 januari 2015 wordt de Zorg voor de jeugd gedecentraliseerd naar de gemeenten. De exacte omvang van de operatie is nog steeds niet bekend. Wel is duidelijk dat de decentralisatie gaat over de (hele) jeugdzorg, de jeugd-GGZ en jeugd met beperkingen (was eerst alleen LVB–licht verstandelijk beperkten). De jeugdzorg gaat tot 18 jaar. Er wordt gerekend op een korting op het huidige budget van +/- 15%. De gemeente moet de volgende zaken organiseren in het kader van de decentralisatie jeugdzorg: toeleiding tot passende hulp; aanbod van jeugdhulp (individuele voorzieningen); regionale afspraken; continuïteit van zorg (overgangsregel voor bestaande gevallen); voorzieningen die een en ander moeten faciliteren. Het gaat om positionering, ondersteuning en participatie van cliënten en ouders, informatiesystemen, financieringsafspraken en relatie tot toezicht en verantwoording. 5. Medio 2011 is de omgeving van het jongerencentrum Creon opgeknapt. Destijds is om budgettaire redenen beperkt geïnvesteerd in de openbare verlichting. Nu blijkt dat er goed gebruik gemaakt wordt van zowel het centrum als de directe omgeving (skatebaan etc.), is het gewenst om de openbare verlichting ter plaatse aan te passen en uit te breiden. Het verzoek ligt er om de skatebaan aan te lichten en ter verhoging van de sociale veiligheid een vijftal straatlantaarns bij te plaatsen. Jongeren hebben in overleg met buurtbewoners, jongerenwerk en wijkraad een plan uitgewerkt. 6. Reeds een langere tijd bestaat er bij het jongerencentrum Creon en Westervoortse jongeren de wens voor de aanleg van een multifunctioneel sportveld, een zogenaamd Cruijffcourt. Het huidige speelveldje achter het jongerencentrum voldoet niet geheel aan de wensen en heeft beperkte gebruiksmogelijkheden. Een Cruijffcourt is een kunstgrasveld van 28 bij 42 meter dat door de aankleding en inrichting erg aansluit op de belevingswereld van jongeren en uitnodigt tot sportieve activiteiten. Het Cruijffcourt biedt
31
de combinatiefunctionaris sport en de buurtsportcoaches veel mogelijkheden voor de organisatie van sport- en spelactiviteiten voor Westervoortse scholen en jongeren. De kosten voor de aanleg van een Cruijffcourt komen voor 50 % voor rekening van de gemeente en de overige 50 % betaalt de Cruijff-foundation als een verzoek tot aanleg wordt gehonoreerd. De gemeentelijke kosten worden geschat op € 55.000. In 2014 zal het plan nader worden uitgewerkt (het waar en hoe) en worden voorgelegd aan uw raad. Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Waardering Ref gemeenten Westervoort < 25.000 inw. 2009 2009 Oordeel burger 6,7 6,8 voorzieningen voor jongeren en onderwijs in directe woonomgeving en gemeente
Waardering Ref gemeenten Prestatienorm Westervoort < 25.000 inw. 2014 2012 2012 7,1 6,8 7,1
Effectindicator
Wat mag het kosten?
Programma Jeugd en onderwijs Rek 2012 Lasten Baten Saldo
Bedragen * € 1.000
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
2.232
2.295
2.188
1.981
1.981
1.981
112
114
107
21
21
21
-2.120
-2.182
-2.081
-1.960
-1.960
-1.960
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
de lasten en baten nemen vanaf 2015 af omdat dan de huidige rijksregeling voor het onderwijsachterstandenbeleid afloopt; in 2012 t/m 2014 hogere incidentele lasten i.v.m. de invoeringskosten voor de decentralisatie van de jeugdzorg. Hiervoor is in de algemene uitkering een vergoeding ontvangen.
Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Stand per
Stand per 1-1-2014
Stand per
Stand per
1-1-2015
1-1-2016
1-1-2017
11.675
BESTEMMINGSRESERVES ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID
11.675
11.675
11.675
COMBINATIEFUNCTIES
51.500
26.500
-
-
HUISVESTINGSPLAN SCHOLEN
19.461
-
-
-
STRAAT EN JONGERENCOACH
60.000
30.000
-
-
INVOERINGSKOSTEN JEUGDZORG
33.000
10.000
-
-
32
PROGRAMMA 6: MILIEU EN WATER ONDERDEEL MILIEU Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
Mevrouw Wobma Ruimte & Samenleving benchmark Afvalscheiding 2011; Afvalbeleidsplan 2013; coalitieakkoord 2010-2014; bodembeheerplan, bodemkwaliteits- en bodemfunctieklassenkaart; gemeentelijk geluidbeleid; beleidsvisie Externe veiligheid; klimaatactieplan. Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Volumegegevens Aantal inrichtingen vergunningplichtig Wet Milieubeheer Aantal meldingsplichtige inrichtingen (B inr.) Inzameling glas Inzameling papier Gft-afval Inzameling textiel Inzameling kca Inzameling kunststof Restafval (incl. grof huishoudelijk) Bronscheiding (grof) huishoudelijk afval
2010 10
2011 8
2012 2
198 (A+B inr.) 23 kg/inw 76 kg/inw 67 kg/inw 7 kg/inw 1,2 kg/inw 10 kg/inw
208 (A+B inr.) 23 kg/inw 74 kg/inw 71 kg/inw 7 kg/inw 1,2 kg/inw 12 kg/inw 190 kg/inw 59 %
128 (Alleen B inr.) 23 kg/inw 71 kg/inw 69 kg/inw 7 kg/inw 1,2 kg/inw 12 kg/inw 187 kg/inw 59 %
Wat is de doelstelling? Een goede kwaliteit van de leefomgeving en het leefmilieu. Toelichting doelstelling Deze doelstelling is gericht op de huidige en toekomstige generaties. Dit vereist een actief en integraal beleid, zowel op het terrein van de handhaving als op de verschillende andere milieucomponenten zoals afval, bodem, lucht, water, geluid, externe veiligheid, klimaat en energie. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Opstellen jaarverslag 2013, uitvoeren probleemanalyse en vaststellen milieuprogramma 2015-2016. 2. Uitvoering handhavingsprogramma, deels i.s.m. Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA). 3. Het verlenen van vergunningen en het accepteren van meldingen, deels i.s.m. ODRA. 4. Uitvoering gemeentelijk geluidbeleid en beoordelen ontheffingen Wet Geluidhinder. 5. Beoordelen en registreren van bodemonderzoeken en bodemsaneringen en uitvoeren bodembeheerplan. 6. Afhandelen meldingen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit deels i.s.m. ODRA. 7. Afvalinzameling. 8. Afvalcommunicatie. 9. Monitoring ingezamelde hoeveelheden afval. 10. Natuur- en milieueducatie primaire onderwijs. 11. Uitvoeren uitvoeringsprogramma beleidsvisie externe veiligheid. 12. Uitvoeren actiepunten klimaatactieplan. 13. Volgen, deelnemen en inbreng in regionale ontwikkelingen van belang voor de gemeente Westervoort.
33
Specifieke prestaties 2014 1. Evaluatie klimaatactieplan. 2. Uitvoeren verbeterpunten n.a.v. verbeterplan zelfevaluatie kwaliteitscriteria i.s.m. andere Liemerse gemeenten. 3. Evaluatie van de nota bodembeheer zoals voorgesteld bij de vaststelling van de nota. 4. Medio 2013 is de AmvB bodemenergie in werking getreden. Omdat open en in mindere mate gesloten bodemenergiesystemen elkaar beïnvloeden is er een meldingsplicht. Gemeente accepteren en registreren de gesloten systemen. 5. De evaluatie van het gemeentelijk geluid is in 2013 afgerond. De uit deze evalutatie voortvloeiende maatregelen worden in 2014 opgepakt. 6. Ontwikkelingen Samen Werken in de Uitvoering van het Nieuw Geluidbeleid fase 2 (SWUNG-2) worden gevolgd. Regelgeving wordt na 2014 verwacht. 7. Het Afvalplan is voorgelegd aan de Gemeenteraad van juni 2013. In het afvalbeleidsplan is de koers uitgestippeld voor het huishoudelijk afvalbeheer voor de komende jaren. Westervoort wil de komende jaren nog meer huishoudelijk afval gescheiden inzamelen. In het afvalplan zijn hiervoor een visie en doelstellingen opgenomen. Om afvalscheiding op een hoger niveau te krijgen zijn nieuwe maatregelen in het plan opgenomen. De uitvoering van het afvalplan brengt kosten met zich mee voor bijvoorbeeld de aanschaf van minicontainers en ondergrondse containers. Er wordt naar gestreefd de maatregelen kostenneutraal uit te voeren. Het huidige contract met SITA voor de geregistreerde inzameling van gft- en restafval, grof vuil en container en chipbeheer loopt af per 31 december 2014. De verlengingsmogelijkheden zijn dan benut. Gezien de waarde van de inzamelopdracht dienen de werkzaamheden Europees aanbesteed te worden. 8. Herinvoering van de route snoeihout is een maatregel die is opgenomen in het vast te stellen Afvalplan. Bij bewoners is er veel vraag naar herinvoering van de gratis grof tuinafvalroutes. Het is een goede maatregel om de gescheiden inzameling te bevorderen en om inwoners enthousiast te maken voor gescheiden inzameling, terwijl de extra kosten bij 2x per jaar inzamelen beperkt zijn. Dekking van de kosten vindt plaats via de afvalstoffenheffing. Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator Oordeel burger over afvalinzameling
Waardering Ref gemeenten Waardering Westervoort < 25.000 inw. Westervoort 2009 2009 2012 6,5 7,6 7,3
Prestatieindicator Aantal controles inrichtingen wabo en Wet Milieubeheer Aantal verleende vergunningen (aantal kg per inwoner) Inzameling glas Inzameling papier Gft-afval Inzameling textiel Inzameling kca Inzameling kunststof Restafval (incl. grof huishoudelijk)
Realisatie 2012 26 0 23 71 69 7 1,2 12 187
34
Streefcijfer 2014 39
Ref gemeenten Prestatienorm < 25.000 inw. 2014 2012 7,7 7,7
Toelichting
Voor een deel door de ODRA uitgevoerd 0 Uitgevoerd door de ODRA Hoeveelheid restafval en het percentage bronscheiding is vastgesteld in Raad 22 juni (Afvalbeleidsplan). Er zijn geen specifieke doelstellingen per 150 in 2017 afvalstroom.
Bronscheiding (grof) huishoudelijk afval
59%
35
65% in 2015 70% in 2017
PROGRAMMA 6: MILIEU EN WATER ONDERDEEL WATER Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
Mevrouw Wobma Openbare Werken GRP 2012-2016; BRP 2009; Waterplan 2011; Waterkwaliteitsspoor.
Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Volumegegevens Aantal aansluitingen riolering Rioolheffing per inwoner Aantal m1 drukriool Aantal m1 vrijvervalriool Totaal aantal m1 riool
2010 6.618
2011 6.690
2012 6.727
160 5.750 77.040 82.790
183 5.750 79.090 84.840
200 6.700 79.090 85.790
Wat is de doelstelling? I. Instandhouding van een adequaat rioleringsstelsel teneinde de volksgezondheid, de bodem en het grond- en oppervlaktewater te beschermen. II. Beperken van (grond-)wateroverlast. III. Beheersing van de oppervlaktewaterkwaliteit om te voldoen aan het Waterkwaliteitsspoor in nauwe samenwerking met Waterschap Rijn en IJssel. Toelichting doelstelling In december 2012 heeft de gemeente het nieuwe GRP vastgesteld voor een periode van 4 jaar. Met dit GRP voldoet de gemeente aan de Wet gemeentelijke watertaken. Op basis van het GRP 2012–2016 worden alle maatregelen ter verbetering van de riolering en het voldoen aan de wettelijke eisen, waaronder het behalen van de basisinspanning, gerealiseerd. Door middel van onderzoek, planvorming en feitelijke realisatie wordt de riolering plan- en projectmatig beheerd en verbeterd. De gemeente beschikt ook over het waterkwaliteitsspoor: onderdeel van het WAKker-traject van het waterschap, waarbij onder andere de verbetering van het oppervlaktewater nabij overstorten verbeterd wordt. Er wordt de komende jaren veel minder uitgegaan van de uitstoot van rioolwater op de omgeving door overstorten, maar veel meer van de effecten op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Instandhouden en beheren riolering conform het GRP. 2. Instandhouden en beheren rioolgemalen. 3. Sanering van de foutieve verbindingen en/of onjuiste verbindingen en het afkoppelen van dakafvoeren op het rioolstelsel. 4. Instandhouden en beheren grondwatermeetnet. 5. Monitoren/analyseren waterkwaliteit.
36
Wat mag het kosten?
Programma Milieu en water Rek 2012
Bedragen * € 1.000
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Lasten
3.025
3.327
3.130
3.165
3.211
3.256
Baten
3.146
3.229
2.983
2.983
2.983
2.983
120
-98
-147
-181
-228
-273
Saldo
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
het verloop in de lasten is een gevolg van de kapitaallasten voor de rioleringsinvesteringen. Door het besluit om met een egalisatiereserve te gaan werken blijven de baten vooralsnog gelijk. Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Stand per
Stand per 1-1-2014
Stand per 1-1-2015
Stand per 1-1-2016
1-1-2017
BESTEMMINGSRESERVES Voor egalisatie van tarieven AFVAL RIOLERING
37.114
37.114
37.114
37.114
110.000
110.000
110.000
110.000
18.000
16.000
14.000
12.000
Overige bestemmingsreserves AFSCHR LASTEN ELECTROCAR
37
PROGRAMMA 7 : WELZIJN, ZORG EN VOLKSGEZONDHEID ONDERDEEL WELZIJN Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Breunissen Ruimte & Samenleving kadernota Lokaal Sociaal Beleid 2013; productenboek Algemeen Maatschappelijk Werk en Sociaal Raadsliedenwerk; beleidsnota ‘Nieuw voor Oud’; kadernota Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo); Masterplan Wonen, Welzijn, Zorg Westervoort; Notitie Sociaal-Cultureel centrum De Nieuwhof; nota ‘Wijkgericht werken’ en de evaluatie; beleidsnota Sociale activering Duiven en Westervoort; coalitieakkoord 2010-2014; overeenkomst ROC Rijn IJssel voor volwasseneneducatie; dienstverleningsovereenkomst met de stichting Art. 1 Gelderland Midden (meldpunt discriminatie). Autonome ontwikkelingen/ trends Westervoort heeft de komende jaren te maken met een relatief forse vergrijzing: het aantal 65-plussers neemt tussen 2010 en 2020 toe met 72%; in het kader van de Wmo stimuleert en ondersteunt de gemeente de zelfstandigheid en het zelf organiserend vermogen van de burgers. Door met elkaar in gesprek te gaan wordt vanuit de eigen kracht gezocht naar de beste oplossing voor beperkingen die deelname aan de samenleving in de weg staan. De gemeente zorgt voor de randvoorwaarden door te werken aan een prettige leefomgeving met goede algemene voorzieningen. Voor mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen en ook geen beroep kunnen doen op hun omgeving biedt de gemeente een vangnet; Welzijn Nieuwe Stijl: in het welzijnswerk van de toekomst staat de kracht van de burger centraal. Hierbij hoort vraaggericht werken, inspelen op de werkelijke vragen en op behoeften van de burger en uitdagen om zelf oplossingen te zoeken. De eigen verantwoordelijkheid van de inwoner voor zijn/haar eigen welzijn wordt steeds groter. De rol van de professional op dit terrein wordt verlegd van uitvoerder naar begeleider/ondersteuner; de gemeenten hebben geen rol meer bij het volwassenenonderwijs. Volumegegevens Geregistreerde klachten discriminatie
2010
4
2011
38
9
2012
6
Wat is de doelstelling? Het is erg belangrijk en waardevol dat elke inwoner op een zelfstandige en volwaardige manier deelneemt aan de samenleving. Dit is zowel van toepassing op individueel niveau, als op het niveau van gezin, school, werk, verenigingsleven, buurt, dorp e.d. Elke inwoner moet in staat worden gesteld de regie over zijn/haar eigen leven te kunnen voeren en is hiervoor ook verantwoordelijk. Zie hiervoor ook het programma Jeugd en Onderwijs. Toelichting doelstelling Uitgangspunt is, dat elke inwoner zelf verantwoordelijk is voor zijn/haar eigen welzijn. Daarvoor staan algemene en specifieke voorzieningen ter beschikking van de inwoners van Westervoort. De algemene (basis)voorzieningen zijn toegankelijk voor iedereen en de specifieke voorzieningen staan open voor inwoners die tijdelijk c.q. permanent ondersteuning nodig hebben om op een zelfstandige en volwaardige wijze te kunnen deelnemen aan de samenleving. Daarbij gaat de aandacht vooral uit naar inwoners die zich op voorhand reeds in een kwetsbare positie bevinden. Deze inwoners behoren tot de groep ouderen, jongeren, chronisch zieken, gehandicapten, mensen die moeten leven van een minimum inkomen, allochtonen en nieuwkomers. De beschikbare voorzieningen stellen de inwoners van Westervoort in staat de regie over het eigen leven te kunnen voeren. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Aanbieden van Algemeen Maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk. 2. Aanbieden van activiteiten op het gebied van ontmoeting, ontspanning, educatie, sport, cultuur, activering, maatschappelijke participatie e.d. 3. Aanbieden van een samenhangend en goed toegankelijk aanbod van algemene en collectieve voorzieningen en regelingen, zodat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en op een volwaardige wijze kunnen deelnemen aan de maatschappij. 4. Met De Liemers Helpt! stimuleren dat de Liemerse zorg- en welzijnsaanbieders elkaars aanbod kennen, vraaggericht nieuwe diensten ontwikkelen en kennis met elkaar uitwisselen, zodat de inwoners van de Liemers naar behoefte gebruik kunnen maken van rechtstreeks toegankelijke zorg- en welzijnsdiensten, die bijdragen aan het langer zelfstandig wonen. 5. Met de promotiecampagne Vertrouwd Wonen senioren voorlichten over de mogelijkheden van woningaanpassingen die bijdragen aan het zelfstandig wonen en met de subsidieregeling Vertrouwd Wonen het aanbrengen van deze woningaanpassingen stimuleren. 6. Ondersteunen wijkraden en instellingen (samenlevingsopbouw). 7. Organiseren belangenbehartiging. 8. Structureel overleggen met vertegenwoordigers van de doelgroep ouderen. 9. Organiseren van ondersteuning en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties, opzetten vrijwilligers vacaturebank en bemiddeling van vrijwilligers door het Vrijwilligers Service Centrum Duiven/Westervoort en promoten van het vrijwilligerswerk. 10. Samenwerking, afstemming en overleg met woon-, welzijn- en zorgpartijen. 11. Aanbieden van cursussen voor volwassenen voor een betere participatie in de samenleving. 12. Activiteiten voor het terugdringen van laaggeletterdheid. 13. Aanbieden van ondersteuningstrajecten aan kwetsbare groepen die bijdragen aan het voorkomen en opheffen van eenzaamheid. 14. In stand houden van een Steunpunt Mantelzorg. 15. De mogelijkheid bieden aan de inwoners om klachten van discriminatoire aard en/of ongelijke behandeling te melden bij de frontoffice van de gemeente (Publiekszaken) dan wel bij de backoffice, de stichting Art. 1 Gelderland-Midden. De inhoudelijke behandeling wordt door de stichting Art. 1 verzorgd.
39
Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Oordeel burger welzijnsvoorzieningen (buurthuis, jongerencentrum)
Waardering Ref Waardering Westervoort gemeenten Westervoort 2009 < 25.000 inw. 2012 2009 5,4 5,7 6,4
40
Ref Prestatienorm gemeenten 2014 < 25.000 inw. 2012 5,9 6,4
PROGRAMMA 7 : WELZIJN, ZORG EN VOLKSGEZONDHEID ONDERDEEL ZORG Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Breunissen Ruimte & Samenleving, Publiekszaken Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012; nota Armoedebeleid; Verordening Bijzondere Bijstand; nota Kinderopvang; Gelrepas; overeenkomst deelname aan Jeugdsportfonds; Verordening maatschappelijke participatie kinderen; Verordening Langdurigheidstoeslag; Besluit bijzondere bijstand chronisch zieken en gehandicapten; Verordening Wet inburgering; kadernota Lokaal Sociaal Beleid 2013; subsidiebeschikking aan de Stichting Vluchtelingenwerk Midden Gelderland; Beleidsnota ‘Samen in Beweging’ naar integraal gehandicaptenbeleid in Westervoort van december 2001; Uitwerkingsplan speerpunten integraal gehandicaptenbeleid 2006-2009; coalitieakkoord 2010-2014; Masterplan ‘Minder opvang, beter leven’, herstructurering maatschappelijke opvang, OGGz, verslavingsbeleid in Arnhem en de regio, 2011 – 2014; beleidsplan Wmo 2013 – 2016; beleidsnota Mantelzorg; Verordening Wmoraad Westervoort; Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Autonome ontwikkelingen/ trends
in het kader van de hervorming van de langdurige zorg zou de persoonlijke verzorging per 1 januari 2015 vanuit de AWBZ naar de Wmo gedecentraliseerd worden. In de troonrede heeft de regering echter haar voornemen uitgesproken de persoonlijke verzorging over te hevelen naar de zorgverzekeraars. De VNG heeft hierover duidelijkheid gevraagd aan de regering; vanuit de Rijksoverheid zullen structurele middelen beschikbaar komen voor de bestrijding van armoede. De nadruk dient komen te liggen op het vroegtijdig signaleren van armoedesituaties en het blijvend kunnen laten participeren van kinderen in de samenleving. De staatssecretaris en de VNG overleggen nog over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de middelen richting gemeenten komen.
41
Volumegegevens Aantal aanvragen Vervoervoorziening Woonvoorziening Rolstoelen Aantal aanvragen huishoudelijke verzorging % inwoners met een voorziening huishoudelijke verzorging % cliënten met een PGB (huishoudelijke verzorging) Aantal aanvragen bijzondere bijstand Aantal aanvragen reductieregeling/Gelrepas Aantal verzekerde minima via collectieve ziektekostenverzekering Aantal aanvragen schuldhulpverlening Aantal belastingplichtigen met automatische kwijtschelding Aantal belastingplichtigen met kwijtschelding op basis van aanvraag Aantal belastingplichtigen met gedeeltelijke kwijtschelding op basis van aanvraag Aantal toewijzingen kwijtschelding
2010
2011
2012
188 109 81
150 88 65
153 52 48
131
111
100
2,58%
2,80%
2,83%
15,77%
11,63%
11,84%
570
692
744
154
172
244
319
152
128
102
103
128
151
166
231
195
156
90
17
15
15
363
337
336
Wat is de doelstelling? Het bevorderen van een volwaardige deelname aan de samenleving, zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van inwoners. Toelichting doelstelling Alle inwoners die sociaal-maatschappelijk in een moeilijke situatie leven of zich buitengesloten voelen, moeten betrokken kunnen blijven bij de samenleving. Daarbij moet een evenwicht worden gezocht tussen wat de rijksoverheid voorschrijft (het wettelijk minimum), de individuele verantwoordelijkheid van de inwoners en de sociale verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit uitgebalanceerde beleid moet goed toegankelijk zijn, dat wil zeggen laagdrempelig, met initiatieven vanuit het gemeentelijk apparaat en eenvoudig te begrijpen. Bij de uitvoering van het sociale beleid geldt een daadwerkelijke aandacht voor jongeren, ouderen, mensen met een functiebeperking, minima en potentiële inburgeraars. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Informatie, advies en ondersteuning (via het Loket WWZ) geven. 2. Aan personen uit de doelgroep algemene, collectieve en/of individuele voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie om hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en mensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Voorop staat het resultaat – bv. een schoon en leefbaar huis – dat ter compensatie van de problemen die
42
iemand ondervindt bereikt moet worden, zodat de burger zichzelf kan redden en participeren. 3. Integrale beoordeling en behandeling van hulpvragen. 4. Actieve communicatie over en toepassing van het armoedebeleid. 5. Regelmatige communicatie over De Kanteling. 6. Uitvoering inburgeringstrajecten. 7. Uitwerken actiepunten ‘Samen verder in beweging’. 8. Ondersteuning vluchtelingen. 9. Ondersteunen mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg door middel van subsidiering Steunpunt Mantelzorg en Meldpunt Vrijwillige Thuishulp. (zie ook het programma Welzijn, Zorg en Volksgezondheid onderdeel Welzijn). 10. Voortzetten Lokaal zorgnetwerk OGGZ Duiven–Westervoort. 11. Uitvoeren van het lokaal minimabeleid. Specifieke prestaties 2014 1. Project de Kanteling–ontwikkeling voorliggende voorzieningen. Door de toenemende vergrijzing en de Kanteling van de WMO is er een toenemende druk ontstaan op voorliggende en algemene (collectieve) voorzieningen, zoals ontmoetingsactiviteiten, oppas- en bezoekdiensten, maatjesprojecten, boodschappen- en klussendiensten en de vrijwillige thuishulp. Naar verwachting gaat die druk nog toenemen wanneer de AWBZ-begeleiding, de persoonlijke verzorging, naar de gemeenten komt en de aangekondigde maatregelen op de huishoudelijke hulp worden geëffectueerd (zie ook hetgeen vermeld is onder Autonome ontwikkelingen/trends). De compensatie voor de beperkingen wordt in eerste instantie gezocht in de eigen kracht van de aanvrager en vervolgens bij de voorliggende en algemene (collectieve) voorzieningen. Dit proces werkt alleen als er een compleet en vraaggestuurd aanbod beschikbaar is. Het uitbreiden van bestaande activiteiten en diensten of het opzetten van nieuwe activiteiten en diensten kost in veel gevallen extra geld, maar het levert bij de individuele verstrekkingen WMO een besparing op indien deze voorliggende voorzieningen goedkoper zijn dan de individuele verstrekkingen. Gezien de voorbereiding van een aantal nieuwe initiatieven en de uitbreiding van een aantal bestaande activiteiten is de verwachting dat het huidige budget van € 15.000 niet toereikend zal zijn en er een overschrijding van € 5.000 – € 10.000 zal ontstaan. Daarvoor stellen we in 2014 op proef een budget beschikbaar. Daarna evalueren we of het project moet worden gecontinueerd en kunnen we overwegen het budget structureel beschikbaar te stellen. 2. Als gevolg van het regeerakkoord zal een aantal significante veranderingen plaatsvinden in het beleid. de individuele bijzondere bijstand voor daadwerkelijk gemaakte kosten wordt verruimd. Extra aandacht is er voor gezinnen met kinderen, werkenden met een laag inkomen en ouderen met een klein pensioen. De mogelijkheden voor bijzondere bijstand in de vorm van een aanvullende zorgverzekering (wetsvoorstel in de maak om de inkomensgrens te verhogen tot max. 130%) of een pas voor culturele, maatschappelijke en sportvoorzieningen worden ruimer. (Hebben wij in Westervoort weer verhoogd tot 120%). Het is belangrijk dat kinderen uit gezinnen met een laag inkomen kunnen sporten. Daarom wordt de subsidie aan Jeugdsportfonds Nederland verlengd en de Sportimpuls verhoogd. Mensen die langdurig van een laag inkomen rond moeten komen zonder zicht op verbetering, krijgen op individuele basis een toeslag. Categoriale bijzondere bijstand voor aannemelijke kosten wordt beperkt. Voor dit hele pakket wordt structureel 100 miljoen vrijgemaakt. Daarmee komt het landelijke budget voor armoedebestrijding op 800 miljoen (voor Westervoort 0,1%, is naar schatting zo’n € 80.000). Uit de helft van dit budget zullen de kosten van de Gelrepas bekostigd moeten worden. Het aantal uitkeringsgerechtigden zal voorlopig nog stijgen en dus ook de mensen die in armoede leven. Wij moeten er rekening mee houden dat de komende tijd een grotere groep aanspraak gaat maken; de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), Compensatieregeling eigen risico (CER) en de fiscale regeling aftrek specifieke zorgkosten gaan verdwijnen. (Dit zijn allemaal categoriale regelingen, met een eenvoudige toegang, weinig bewijslast, vaak automatische toekenning). Hiervoor in de plaats moet een ‘maatwerkvoorziening’ voor chronisch zieken komen (tot nu toe is niet duidelijk of dit een aparte regeling, een regeling onder de Wmo of onder bijzondere bijstand moet zijn). De
43
gelden die gemoeid waren met de Wtcg, CER en de regeling specifieke zorgkosten komen gehalveerd over naar de gemeenten, omdat men denkt dat er minder aanspraak gemaakt gaat worden op deze maatwerkvoorziening (wordt inkomensafhankelijk). Het landelijke budget voor de maatwerkregeling chronisch zieken komt op 760 miljoen (voor Westervoort naar schatting zo’n € 76.000). De maatwerkvoorziening is bedoeld voor chronisch zieken met een minimum inkomen. De verwachting is dat er uiteindelijk minder mensen gebruik maken van de maatwerkvoorziening. Niet duidelijk is of deze inschatting correct is en dit de halvering van het budget rechtvaardigt. Rekening dient te worden gehouden met verhoogde uitvoeringskosten. Immers elke vraag zal (net als bijvoorbeeld bijzondere bijstand) individueel moeten worden beoordeeld en dat vraagt altijd meer tijd dan een categoriale regeling. M.a.w. van het bedrag van € 76.000 moeten de uitvoeringskosten nog betaald worden. Bovenstaande zijn inschattingen die gemaakt zijn op basis van de thans bekende gegevens van de VNG en het ministerie. Naar verwachting zal de staatssecretaris op korte termijn een brief naar de gemeenten sturen, waarin (financiële) duidelijkheid wordt gegeven over de verdere uitwerking van het regeerakkoord. Gelet op hetgeen nu bekend is lijkt het verstandig voorlopig geen nieuwe initiatieven te gaan ontplooien met betrekking tot het armoedebeleid. Zo gauw er meer duidelijkheid bestaat over de uitwerkingen van het regeerakkoord en de financiële middelen, zullen voorstellen volgen over het gehele pakket van inkomensondersteunende voorzieningen. 3. Het aantal pashouders voor de Gelrepas is aanvankelijk geschat op zo’n 500. Omdat de Gelrepas al snel succesvol bleek, bedroeg begin 2013 het aantal pashouders zo’n 645. Op grond van de economische ontwikkelingen is het niet uitgesloten dat dit aantal nog iets stijgt, aangezien het aantal mensen met een minimum inkomen ook nog dagelijks stijgt. Het gebruik van de Gelrepas is – zeker na een eerste jaar – hoog te noemen. Het college heeft de wens geuit de participatie van de doelgroep te bevorderen. De acties die erop gericht zijn om de maatschappelijke participatie te bevorderen, zullen tot gevolg hebben dat er nog meer gebruik gemaakt zal gaan worden van de Gelrepas en dus zal dit een toename tot gevolg kunnen hebben van de af te rekenen programmakosten (hoe meer men participeert hoe hoger de programmakosten). Onlangs heeft de raad besloten om de Gelrepas bereikbaar te houden voor mensen met een inkomen tot 120%. Ook hier geldt: pas als er meer duidelijkheid is over de uitwerking van het regeerakkoord zullen de mogelijkheden aan de raad worden voorgelegd. Kortheidshalve wordt verwezen naar hetgeen beschreven staat bij specifieke prestaties onder 2. 4. Volgens het regeerakkoord Rutte II gaan de AWBZ-functies extramurale Begeleiding (inclusief het vervoer dat aan de begeleidingsactiviteiten is verbonden) en Persoonlijke Verzorging per 1 januari 2015 over naar gemeenten/de Wmo (zie ook hetgeen vermeld is onder Autonome ontwikkelingen/trends). De begeleiding die wordt gegeven aan mensen die intramuraal in een instelling verblijven blijft in de AWBZ. Ook de begeleiding aan zogeheten verblijfsgeïndiceerden die extramuraal wonen blijft in de AWBZ. Bij de decentralisatie van begeleiding en persoonlijke verzorging boekt het kabinet een bezuiniging in van € 1,6 miljard: dat is 25% van het huidige budget. De gemeente Westervoort bereidt zich, in samenwerking met de tien andere gemeenten van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen Noord, voor op de extra verantwoordelijkheden die ze er bij krijgt door decentralisatie van taken door de rijksoverheid. Die verantwoordelijkheden hebben betrekking op drie gebieden: jeugdzorg, begeleiding en dagbesteding van mensen die langdurige zorg nodig hebben (zie ook hetgeen vermeld is onder Autonome ontwikkelingen/trends), en sociale participatie van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De decentralisaties maken het voor de gemeente mogelijk om dwarsverbanden te leggen tussen de Wmo/Awbz, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Ter voorbereiding op de decentralisaties in 2015 werkt de gemeente Westervoort momenteel nauw samen met de drie andere Liemerse gemeenten aan de visievorming en de vormgeving van een nieuw lokaal samenspel tussen gemeente en instellingen en tussen instellingen onderling.
44
PROGRAMMA 7 : WELZIJN, ZORG EN VOLKSGEZONDHEID ONDERDEEL VOLKSGEZONDHEID Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
Autonome ontwikkelingen/trends
De heer Breunissen Ruimte & Samenleving visiedocument jeugdgezondheidszorg regio Arnhem ‘Bouwstenen voor een gezonde toekomst’; regionale en lokale nota volksgezondheid ‘Gezond verbinden’ 2011-2014; kadernota Lokaal Sociaal Beleid 2013; Wet Publieke Gezondheidszorg; beleidsnota Wmo; coalitieakkoord 2010-2014; startnotitie Inrichting van een frontoffice Centrum jeugd en gezin Westervoort: Kind en gezin centraal!; Bedrijfsplan Centrum voor Jeugd en Gezin; Centrum voor jeugd en gezin – Centrum van jeugd en gezin, 2011 een jaar van veranderingen. Met de inwerkingtreding van de Wet Publieke gezondheidszorg is de gemeente verantwoordelijk geworden voor het gezondheidsbeleid voor ouderen. Voorkomen en bestrijden van ouderenmishandeling zal extra aandacht krijgen. Door de toenemende verhoging van de collectieve kosten voor de gezondheidszorg, wordt het belang van een goed preventief volksgezondheidsbeleid urgenter. Er wordt vroegtijdiger ingezet op risicogroepen om effectiever de gezondheid van de jeugd te bevorderen.
Wat is de doelstelling? I. Het voorkomen van ziektes, waaronder het stimuleren van een betere leefstijl, het binnen de mogelijkheden zorg dragen voor een passende zorg en het zorgen voor een veilige, schone en hygiënische leefomgeving voor de burgers. II. Kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar op het gebied van gezondheid ondersteunen en begeleiden in hun groei naar volwassenheid. Toelichting doelstelling ‘Voorkomen is beter dan genezen’ is de weg die op het gebied van de volksgezondheid wordt bereden. Preventie is zowel uit persoonlijk oogpunt van de inwoner van groot belang, als uit oogpunt van het goed kunnen functioneren in de samenleving. Voor de groep 0 – 23 jaar is een goede lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van uitermate groot belang, omdat daardoor een goede basis wordt gelegd voor het functioneren in de samenleving. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Instandhouding van organisaties die belast zijn met de uitvoering van het gemeentelijk beleid: Gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) en de Stichting Thuiszorg Midden Gelderland. 2. Jeugdgezondheidszorg: uitvoering van het basistakenpakket, waaronder periodiek medisch onderzoek van leerlingen met name gericht op risicokinderen, spreekuren, vaccinaties, opvoedingsondersteuning, zorgstructuren onderwijs, bestrijding overgewicht, spreektaalontwikkelingen, consultatiebureau en prenatale voorlichting voor ouders. 3. Volksgezondheid: ambulancevervoer, inspecties veiligheid en hygiëne, infectieziektes, openbare geestelijke gezondheid, preventie en bestrijding eergerelateerd geweld, ouderengezondheid, gezondheid in relatie tot reizen, milieu en seksuele voorlichting. 4. Scholing professionals in jeugdsector toepassen protocol kindermishandeling. 5. Periodiek onderzoek naar de gezondheid van alle inwonersgroepen.
45
6. Uitvoeren van de speerpunten uit de regionale en lokale nota volksgezondheid ‘Gezond verbinden’ 2011-2014. 7. Instandhouding Centrum Jeugd en Gezin (back- en frontoffice). 8. Het instandhouden in Westervoort van een netwerk van AED-toestellen. Wat mag het kosten?
Programma Welzijn, zorg en volksgezondheid Rek 2012 Lasten
Begr 2013
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
6.450
5.196
5.135
4.998
4.991
4.972
408
464
474
474
474
474
-6.043
-4.732
-4.662
-4.525
-4.517
-4.498
Baten Saldo
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
daling van de lasten door de bezuinigingsmaatregelen WMO conform voorjaarsnota 2011; in 2013-2014 hogere incidentele lasten op het gebied van minimabeleid. Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Stand per
Stand per 1-1-2014
Stand per
Stand per
1-1-2015
1-1-2016
1-1-2017
BESTEMMINGSRESERVES ARMOEDEBELEID
31.360
31.360
31.360
31.360
INVOERINGSKOSTEN AWBZ
62.000
48.000
-
-
46
PROGRAMMA 8 : CULTUUR, SPORT & RECREATIE ONDERDEEL KUNST, CULTUUR EN OUDHEIDKUNDE Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Breunissen Ruimte & Samenleving beleidskader nota Lokaal Sociaal Beleid 2013; beleidsregels welzijnssubsidies; Verordening percentageregeling kunst gemeente Westervoort; beleidsplan Basisbibliotheek Westervoort 2012-2016; projectplan Cultuurpact Rondom Arnhem; beleidsnota ‘2011-2018 Cultuur en Ruimte’ gemeente Westervoort; visie- en uitwerkingsdocument ‘Impuls brede scholen, sport en cultuur’; coalitieakkoord 2010-2014. Autonome ontwikkelingen/ trends Bezuinigingen nopen tot een hogere eigen bijdrage voor actieve en passieve cultuurparticipatie en bij instellingen wordt het cultureel ondernemerschap gestimuleerd. Volumegegevens bibliotheekwerk Aantal leden t/m 17 jaar Aantal leden vanaf 18 jaar Totaal aantal leden Aantal media Aantal uitleningen media
2010
2011
2012
1.987
1.908
1632
1.795
1.858 3.845 30.381 97.430
3.703 30.942 115.080
2019 3651 32.715 97.371
Wat is de doelstelling? I. De Westervoortse bevolking te verrijken met uitingen van professionele kunst met als doel de drempel te verlagen om de gang naar professionele podiumoptredens, kunstexposities of musea te maken. II. Het actief en passief participeren van de Westervoortse bevolking op het gebied van dans, muziek, kunst, toneel, creativiteit, volkscultuur, cultureel erfgoed, historie van Westervoort en van de Liemers en literatuur. Toelichting doelstelling Kunst en cultuur zijn elementen die in een gemeenschap niet mogen ontbreken en waardevol zijn voor inwoners. Zowel actieve als passieve cultuurdeelname is een aangename vorm van vrijetijdsbesteding en draagt bij tot ontwikkeling en ontplooiing van inwoners van Westervoort. Ook kan cultuurdeelname een middel zijn om belangrijke maatschappelijke doelen zoals integratie, participatie en emancipatie te realiseren. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Faciliteren van activiteiten door amateurverenigingen en –instellingen op het gebied van muziek, dans, toneel, cultuurhistorie en (beeldende) kunst. 2. Lokale tentoonstellingen van professionele kunst in Huize Vredenburg en de bibliotheek. 3. Onderhoud van de kunst- en cultuurroute. 4. Realisatie van beeldende kunstprojecten en van kunstobjecten. 5. Deelname aan het Cultuurpact Rondom Arnhem die kunst- en culturele activiteiten organiseert in de gemeenten rond Arnhem.
47
6. Instandhouding van een centrale bibliotheekvoorziening in Westervoort en van voorzieningen op locatie bij de gebruiker voor de basisfuncties lezen, leren en informeren. Vorm geven aan de digitale bibliotheek. 7. Instandhouding van Huize Vredenburg als werkruimte voor de Historische Kring Westervoort en voor het houden van tentoonstellingen en kleinschalige concerten. 8. Het vastleggen en bewaren van allerlei documenten, foto´s e.d. in een archief door het streekarchivariaat en de Historische Kring Westervoort. 9. Het mede in stand houden van Het Liemers Museum voor tentoonstellingen en educatieve activiteiten. Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Oordeel burger over aanwezige cultuurvoorzieningen
Waardering Ref Westervoort gemeenten < 25.000 2009 inw. 2009 5,6 6,1
48
Waardering Westervoort 2012 5,9
Ref gemeenten < 25.000 inw. 2012 6,4
Prestatienorm 2014 5,9
PROGRAMMA 8 : CULTUUR, SPORT & RECREATIE ONDERDEEL SPORT EN RECREATIE Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Breunissen en de heer Boone Ruimte & Samenleving beleidskader Lokaal Sociaal Beleid 2013; subsidiebeleidsregels; Sportnota Westervoort 1999; visie- en uitvoeringsdocument ‘Impuls brede scholen, sport en cultuur’. Autonome ontwikkelingen/ trends De economische betekenis van recreatie/toerisme voor de regio Arnhem en met name voor de Liemers wordt steeds groter, waardoor ook de bestuurlijke aandacht voor recreatie/toerisme toeneemt. Toerisme is een groeimarkt. Volumegegevens Aantal sportverenigingen
2010 13
2011 13
2012 13
Wat is de doelstelling? I. Het bevorderen van sportbeoefening en bewegen in georganiseerd en ongeorganiseerd verband en aangenaam recreëren in de openlucht. II. Het bevorderen van het toerisme in regionaal verband. Toelichting doelstelling I. Sport, bewegen en openluchtrecreatie zijn populaire vormen van vrijetijdsbesteding. In sport en bewegen zitten ook elementen die waardevol zijn voor het realiseren van andere maatschappelijke doelstellingen. Sport kan ook een middel zijn voor integratie, gezondheidsbevordering, ontplooiing, participatie en redzaamheid. Het sportaanbod van de verenigingen zal moeten voldoen aan de (gewijzigde) vraag van de inwoners. II. Het toerisme/de recreatie is een belangrijke economische factor die ook uit oogpunt van werkgelegenheid van belang is. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Het stichten, beheren, exploiteren en onderhouden van (sport)accommodaties. 2. Subsidie verlenen waardoor sportverenigingen en sociaal-culturele instellingen mede in staat zijn de Westervoortse inwoners te laten sporten. 3. Het beheer en exploitatie van de kinderboerderij en het paviljoen in het Horsterpark met de inzet van mensen met een verstandelijke beperking door de Stichting Activiteiten Horsterpark. Het onderhoud van het Horsterpark wordt ook uitgevoerd door deze mensen. 4. Het deelnemen aan regionale overleggen op het gebied van recreatie en toerisme. Deze overleggen vinden op Liemers niveau plaats, maar er wordt ook deelgenomen aan de overlegstructuren van het Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem-Nijmegen. Specifieke prestaties 2014 1. Het recreatieschap Achterhoek Liemers wordt geliquideerd. Het onderhoud van de bewegwijzeringsborden en het onderhoud van de fietspaden komen weer op het bordje van de gemeente te liggen. 2. Aansluiting Sportservicepunt Gehandicaptensport Regio Arnhem. Voor mensen met een beperking heeft sport een belangrijke meerwaarde op lichamelijk, sociaal en geestelijk gebied. Het beoefenen van sport draagt voor deze groep mensen bij aan ontplooiing en verhoging van de eigenwaarde. Sport en bewegen kan als preventief middel worden ingezet voor gezondheidszorg en welzijnsdoelstellingen en het kan een middel zijn om integratie van mensen met een
49
beperking te bevorderen. Sport als voorliggende collectieve voorziening kan het beroep op individuele Wmo-voorzieningen beperken. Uit onderzoek is naar voren gekomen, dat sportparticipatie en het aantal lidmaatschappen van een sportvereniging achterblijft t.o.v. mensen zonder beperkingen. In 2011 is het ‘Sportservicepunt Gehandicaptensport Regio Arnhem’ opgericht. Dit servicepunt heeft als doel het verhogen van de sportparticipatiegraad van mensen met een beperking, het aantal sportmogelijkheden en sportactiviteiten te vergroten en de kwaliteit van het sportaanbod toe te laten nemen. Het Sportservicepunt Gehandicaptensport is ook een samenwerkingsplatform voor alle instellingen die bemoeienis hebben met gehandicaptensport. De gemeenten Arnhem, Renkum en Rheden zijn reeds toegetreden tot het Sportservicepunt. 3. Recreatie en toerisme is een beleidsveld dat in toenemende mate in de bestuurlijke belangstelling staat. De Liemerse portefeuillehouders recreatie en toerisme vergaderen periodiek over dit onderwerp. Aanleiding is het feit, dat recreatie en toerisme in de Regio Arnhem-Nijmegen een groeimarkt is en goede economische perspectieven heeft. Ook de groeiende werkgelegenheid in de vrijetijdseconomie is een belangrijke drijfveer. Een belangrijke speler op het terrein van recreatie en toerisme is het Regionaal Bureau voor Toerisme Knooppunt Arnhem- Nijmegen (RBT KAN). De gemeente Westervoort is als enige gemeente in de Liemers geen deelnemer aan het RBT KAN. Om te profiteren van de vrijetijdseconomie en hierop bestuurlijke invloed te hebben wordt aangesloten bij het RBT KAN. De kosten voor deelname van Westervoort op het terrein van marketing en promotie zijn € 0,57 per inwoner. 4. Toerisme en recreatie bieden kansen voor de lokale economie van Westervoort. Dat is een breed gedragen beeld. Wij hebben echter geen euro beschikbaar voor het creëren of benutten van kansen op het terrein van vrijetijdseconomie. We denken daarbij in eerste instantie niet aan grootse en meeslepende zaken, maar aan kleine initiatieven. Om activiteiten te kunnen ontwikkelen of te ondersteunen, is er structureel een budget beschikbaar gesteld van € 5.000 structureel voor vrijetijdseconomie. Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Oordeel burger over verenigingen en clubs Oordeel burger over sportvoorzieningen Prestatieindicator Aantal jeugdsporters
Waardering Ref Westervoort gemeenten < 25.000 2009 inw. 2009 7,3 7,3 7,6
Waardering Westervoort 2012 7,3
7,3
7,6
Realisatie 2012 1181
50
Streefcijfer 2014 Is geen streefcijfer bekend.
Ref gemeenten < 25.000 inw. 2012 7,4 7,5
Toelichting
Prestatienorm 2014 7,3 7,6
Wat mag het kosten?
Programma Cultuur, sport en recreatie Rek 2012 Lasten
Begr 2013
1.035
944
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015 874
Begr 2016
874
Begr 2017
874
874
Baten
147
187
147
147
147
147
Saldo
-888
-757
-727
-727
-727
-727
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
verlaging van de lasten door de bezuiniging op het bibliotheekwerk; in 2013 incidenteel hogere lasten en baten voor cultuurpunt het Element. Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Stand per
Stand per
Stand per
Stand per
1-1-2014
1-1-2015
1-1-2016
1-1-2017
31.701
BESTEMMINGSRESERVES KUNST
31.701
31.701
31.701
EXPLOITATIEBIJDRAGE PALS 2011-2014
80.000
-
-
-
CIVIELE KUNSTWERKEN
24.200
-
-
-
51
PROGRAMMA 9: WERK, INKOMEN EN ECONOMIE ONDERDEEL WERK Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Breunissen Publiekszaken beleidsplan Hoogwaardige Handhaving; Afstemmingsverordening; Fraudeverordening; Re-integratieverordening; beleidsplan Re-integratie; meerjarenbegroting 2014-2017 Regionale Sociale Dienst ‘De Liemers’ (RSD).
Autonome ontwikkelingen/ trends De financiële situatie bij Presikhaaf is verslechterd. Er dient een forse reorganisatie te worden uitgevoerd om het bedrijf weer gezond te maken. De deelnemende gemeenten hebben de hiervoor benodigde financiële middelen beschikbaar gesteld. Zie hiervoor ook de paragraaf weerstandsvermogen. Wat is de doelstelling? I. Zo veel mogelijk mensen regulier aan het werk. II. Iedereen doet mee en mag meedoen. Toelichting doelstelling I. De sleutel voor het behalen van deze doelstelling ligt bij de werkgevers. Werkgevers hebben immers de mogelijkheid om mensen in dienst te nemen of de kans te geven om relevante werkervaring op te doen. Het is aan de RSD om het eigen bestand goed in beeld te hebben en te houden om te kunnen voldoen aan de vraag vanuit de werkgevers. II. Deelname aan de samenleving is belangrijk. Zinvol bezig zijn in de samenleving geeft voldoening en versterkt bovendien de eigen sociale netwerken. Het hebben van sociale netwerken (familie, buren, vrienden en kennissen) is heel belangrijk voor de zelfredzaamheid van mensen. Mensen die kunnen terugvallen op sociale netwerken, maken over het algemeen minder gebruik van voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn. Het stimuleren van het hebben van sociale netwerken is daarom ook voor de gemeente belangrijk. De RSD stimuleert haar cliënten heel nadrukkelijk om maatschappelijk actief te worden. De maatschappelijke organisaties in de Liemers spelen hierbij een belangrijke rol evenals de Liemerse netwerkorganisatie ‘De Liemers Helpt’. Via de website van De Liemers Helpt kunnen burgers en organisaties die diensten aanbieden op de gebieden zorg, welzijn en activering met elkaar in contact komen. Ook de Liemerse Serviceteams zijn hier nadrukkelijk mee verbonden. Daarbovenop kan maatschappelijke participatie een eerste stap richting werk zijn. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Zoveel mogelijk cliënten regulier aan het werk. De ambitie is om in de periode 2014 – 2017 maximaal in te zetten op het reduceren van het aantal (Wwb-) uitkeringsgerechtigden. Dat doen we onder andere door: een actieve werkgeversbenadering; een actieve klantbenadering; een uitstroomgericht uitvoeringsproces;
52
een scherp handhavingsbeleid; maximale benutting van het arbeidsvermogen; contract compliance.
Actieve werkgeversbenadering De arbeidscontactfunctionaris en de jobhunters van de RSD onderhouden de contacten met de werkgevers in de regio. Vanuit deze contacten zijn diverse arrangementen en instroomprojecten met werkgevers ontstaan. De nadruk ligt op: directe plaatsingen bij het Midden – en Kleinbedrijf en de detailhandel in de Liemers; het peilen van behoeften en randvoorwaarden van werkgeverszijde om werkzoekenden (met arbeidsbeperking) in dienst te nemen; het realiseren van een doorlopende lijn van de activeringsprojecten naar werk. Op het gebied van werkgeversbenadering werkt de RSD ook intensief samen met partners in de regio Arnhem. Actieve klantbenadering De klantmanagers van de RSD begeleiden hun cliënten actief. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van de cliënt zijn hierbij het uitgangspunt. Jongeren, cliënten die nieuw instromen en cliënten die er klaar voor zijn om bij een werkgever aan de slag te gaan, hebben prioriteit. De jongeren worden begeleid vanuit het jongerenloket ‘het Startblok’. Cliënten onder de 27 die geen startkwalificatie hebben, worden zoveel mogelijk teruggeleid naar school of een opleiding. Kwetsbare jongeren worden extra ondersteund. Voor anderen geldt de kortste weg naar werk. Uitstroomgericht uitvoeringsproces Werk gaat voor deelname aan re-integratietrajecten. Vanuit dit werk, betaald of met behoud van uitkering wordt de klant verder geholpen om uit te stromen. De klant is hier zelf verantwoordelijk voor, de RSD ondersteunt op maat. Instrumenten die de RSD hierbij kan inzetten zijn werken met behoud van uitkering, (kortdurende) loonkostensubsidies, scholing, begeleiding op de werkplek en begeleiding van zelfstandigen. Intakes, workshops en groepstrainingen De RSD organiseert zelf groepsgewijze trainingen en workshops voor werkzoekenden. Scherp handhavingsbeleid Fraude mag niet lonen, is het uitgangspunt. Een scherp handhavingsbeleid is noodzakelijk om het maatschappelijk draagvlak voor sociale voorzieningen overeind te houden. Daarnaast heeft de RSD ook een financieel belang om alleen uitkeringen te verstrekken aan mensen die hier ook echt recht op hebben. Ook mag van uitkeringsgerechtigden verwacht worden dat ze zich maximaal inspannen om weer aan het werk te komen. Gebeurt dit niet dan kan de uitkering worden verlaagd. Contract compliance Contract compliance wordt steeds belangrijker. De Liemerse gemeenten nemen in de contracten met leveranciers steeds vaker voorwaarden op over het in dienst nemen van werkzoekenden of mensen met een arbeidsbeperking. Ook over stage- en werkervaringsplekken kunnen voorwaarden worden opgenomen. Dit biedt grote mogelijkheden voor mensen die anders langs de kant zouden blijven staan. POA de Liemers In onze regio is in 2008 het Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt (POA) De Liemers van start gegaan. In dit platform hebben inmiddels 16 partijen uit de overheid, het onderwijs en de ondernemers zitting. Het platform fungeert als schakel tussen deze 3 O’s. Het doel is om de arbeidsmarkt in de regio beter te laten functioneren en knelpunten op de arbeidsmarkt op te lossen. Vooral de aansluiting van het onderwijs op de personeelsvraag van de werkgevers in de regio heeft de aandacht. Het platform kijkt zowel naar de korte als naar de langere termijn.
53
Het POA heeft vooral een rol in het organiseren van regionale afstemming en het mogelijk maken van concrete projecten in een omgeving waarin partijen elkaar goed kennen. Belangrijke projecten zijn het Logistiek Expertise Centrum Liemers (LEC), Aan het werk in de Liemers (voor de Wajong-doelgroep), Laaggeletterdheid bij werknemers, Zorgtechnologie en zorgprofessional en het Banenoffensief techniek. Ook organiseert het POA jaarlijks een Arbeidsmarktconferentie, waarin netwerken en kennisdeling centraal staan. De provincie Gelderland heeft het POA tot nu toe steeds financieel ondersteund. De verwachting is dat de provincie deze ingezette lijn ook in 2014 zal voortzetten. 2. Iedereen doet mee en mag mee doen. Serviceteams in de Liemers De Serviceteams ondersteunen maatschappelijke organisaties, Liemerse gemeenten en Liemers burgers. De aard van de werkzaamheden is divers. De Serviceteams houden toezicht op de stations in Duiven, Westervoort en Zevenaar, ruimen zwerfafval op, doen groenonderhoud voor gemeenten en maatschappelijke organisaties, verrichten werkzaamheden voor de brede welzijnsinstellingen, verrichten huishoudelijke klusjes voor individuele burgers en verrichten werkzaamheden voor diverse bedrijven. Daarnaast ondersteunen de Serviceteams ook bij evenementen en bij hevige sneeuwval en het opruimen van blad in de herfst. Deelnemers doen in de Serviceteams werkervaring op. Deelnemers met goede werknemersvaardigheden worden zo snel mogelijk uitgeplaatst bij reguliere werkgevers in de regio. Het voornemen is om de Serviceteams de komende jaren verder uit te bouwen tot volwaardige wijkteams waar burgers terecht kunnen voor allerlei ondersteunende dienstverlening op het gebied van persoonlijke verzorging en huishoudelijke klusjes. Ook zal aan de Serviceteams een laagdrempelig aanbod van hulpverlening gekoppeld worden met een grote rol voor preventief en integraal werkende coaches. Specifieke prestaties 2014 1. Het recentelijk overeengekomen ‘sociaal akkoord’ wordt momenteel uitgewerkt door Kabinet en de sociale partners. De invoering van de Participatiewet (onduidelijk is of de wet deze naam zal gaan dragen) is in ieder geval met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2015. De Liemerse gemeenten hebben gezamenlijk een onderzoek laten instellen naar de meest gewenste uitvoeringsstructuur Participatiewet. Dit onderzoek is gestart voor het tot stand komen van het sociaal akkoord. De tekst van het sociaal akkoord lijkt weinig ruimte te laten voor de schaalkeuze van uitvoering (de schaal van de 35 arbeidsmarktregio’s wordt centraal gezet). Zodra uitwerking van het sociaal akkoord helder is zal over de mogelijke gevolgen voor de samenwerking op dit terrein worden gerapporteerd. Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd: Prestatieindicator Uitstroom naar werk WWB-cliënten Uitstroom naar werk werknemers op subsidiebaan
Realisatie 2012 33,33% 17%
54
Streefcijfer 2014 15% n.v.t.
Toelichting Zie meerjarenbegroting RSD/SDL 2014-2018 Er zitten nog maar 4 klanten op een subsidiebaan, met een verplichting tot na het jaar 2014. Afbouw niet wenselijk.
PROGRAMMA 9: WERK, INKOMEN EN ECONOMIE ONDERDEEL INKOMEN Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen)
De heer Breunissen Publiekszaken verordening Algemene bijstandsnormen; beleidsplan Hoogwaardige Handhaving; Afstemmingsverordening; Fraudeverordening; meerjarenbegroting 2014 – 2017 Regionale Sociale Dienst ‘De Liemers’ (RSD). Autonome ontwikkelingen/ trends De taken Werk en Inkomen worden in regionaal verband uitgevoerd door de Regionale Sociale Dienst ‘De Liemers’ (RSD). Volumegegevens aantal cliënten WWB per 31-12 aantal cliënten IOAW per 31-12 aantal cliënten IOAZ per 31-12 aantal cliënten BBZ per 31-12 Aantal geïndiceerde inwoners (WSW) per 31-12 met dienstverband begeleid werken wachtlijst
2010
2011 295
2012 306
17
15
2
2
3
2
2
2
265 13
2011
2012
128,25 4,75 30,75
134,5 4,5 10,25
Wat is de doelstelling? Op het gebied van inkomen zijn vier doelstellingen leidend: I. Beperken van de instroom door een actieve poortwachtersfunctie; II. Rechtmatige en tijdige inkomensondersteuning; III. Adequate uitvoering van het handhavings- en fraudebeleid; IV. Activerend handhaven. Toelichting doelstelling I. Beperken van de instroom door een actieve poortwachtersfunctie. Iedere inwoner, die een beroep doet op ondersteuning bij het vinden van werk, vraagt ook om een (tijdelijke) een uitkering. Het snel en zorgvuldig afhandelen van deze aanvragen blijft een belangrijk speerpunt. Daarbij spelen handhavingsaspecten (poortwachtersfunctie) en re-integratieaspecten een grote rol. Dit betekent enerzijds inzet op preventie en goede voorlichting over rechten en plichten, het verhogen van de nalevingsbereidheid van cliënten door actieve controle bij het begin van het aanvraagproces. En anderzijds een belangrijke focus op directe bemiddeling aan de poort naar werk (bemiddeling op vacatures, work first, leerwerktrajecten, participatiebanen etc.). II. Rechtmatige en tijdige inkomensondersteuning. Evenals in het verleden blijft de focus gericht op het bieden van een goed product, met een hoog dienstverleningsniveau en verantwoorde juridische kwaliteit. Daarnaast is onze ambitie dat voor al onze nieuwe cliënten het recht op uitkering of inkomensvoorziening binnen 15 werkdagen is vastgesteld en de beschikking is verzonden. Zo willen we de doorlooptijd kort houden en de klant- en servicegerichtheid verhogen. Uiteraard is onze cliënt hierin leidend; dat wil zeggen dat zonder tijdige aanlevering van de noodzakelijke
55
documenten door de klant de ambitie om binnen 15 werkdagen het recht op uitkering vast te stellen niet haalbaar zal zijn. III. Adequate uitvoering van het handhavings- en fraudebeleid. We handhaven ‘hoogwaardig’. We willen hiermee bereiken dat uitkeringsgerechtigden zich aan de regels houden en daarmee voorkomen dat misbruik van voorzieningen en uitkeringen wordt gemaakt. Daar waar overtredingen worden geconstateerd, moet de rechtmatige situatie zo snel mogelijk worden hersteld en de overtreder met een passende boete en terugvordering worden geconfronteerd. I.v.m. de opgehoogde aangiftegrens naar € 50.000 zullen er vaker boetes worden opgelegd en vervolgens worden ingevorderd. Wanneer het fraudebedrag hoger is dan € 50.000 wordt er aangifte van valsheid in geschrifte gedaan. Fraude mag immers nooit lonen! Bij de uitkeringsverstrekking wordt gericht onderzoek uitgevoerd. Dit gebeurt onder meer op basis van signalen en risicoanalyses. We voeren rechtmatigheidscontroles uit die tot aanpassing, beëindiging of terugvordering kunnen leiden. Ook worden bestandsvergelijkingen uitgevoerd. Door koppeling en vergelijking van gegevens in verschillende bestanden ontstaat zicht op het risico van fraude met uitkeringen. Koppelingen worden gelegd tussen de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), Suwinet (informatie uitwisseling in de keten Werk en Inkomen), Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV), Sociale Verzekeringsbank, Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), Kamer van Koophandel, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de Belastingdienst We zetten in op preventie en repressie: we onderzoeken vermoedens van fraude en leggen waar nodig boetes op. We zetten in op goede communicatie en voorlichting over rechten en plichten en over de gevolgen het van niet nakomen van deze verplichtingen. IV. Activerend handhaven. Uitkeringsgerechtigden die niet meewerken aan hun re-integratie zullen nadrukkelijk op hun arbeidsverplichtingen worden gewezen. Wanneer zij desondanks weigeren de op hen van toepassing zijnde arbeidsverplichtingen na te komen, zal er worden gesanctioneerd. Het betreft hier niet alleen uitkeringsgerechtigden die kans hebben om uit te stromen naar een betaalde baan, maar ook uitkeringsgerechtigden waarbij sociale activering het hoogste haalbare is. Want ook voor deze laatste groep is het goed dat zij in beweging komen om weer een normaal leefritme te verkrijgen. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Beperken instroom door een actieve poortwachtersfunctie: het aantal nieuwe Wwb-uitkeringen door middel van goede informatieverstrekking, voorlichting, handhavings- en fraudepreventie vroeg in het aanvraagproces zoveel mogelijk beperken; in 90% van de gevallen worden jongeren < 27 jaar buiten de uitkering gehouden door hen direct terug te leiden naar school en/of werk. 2. Rechtmatige en tijdige inkomensondersteuning: uitkeringsaanvragen zo snel mogelijk, in ieder geval binnen de wettelijke termijn, afhandelen; voor 95% van de klanten wordt het recht op een uitkering voor levensonderhoud binnen 4 weken bepaald; in 100% van de gevallen waarin de uitkering beëindigd moet worden, geschiedt dit binnen 8 weken; voor 50% van de klanten wordt gewerkt met E-intake; aantal gegronde bezwaarschriften < 2%. 3. Adequate uitvoering van het handhavings- en fraudebeleid: aanvragen voor Wwb-uitkeringen worden niet ten onrechte toegekend; actief inzetten van fraudepreventie door gebruikmaking van signalen van het Inlichtingenbureau en Suwinet inkijk; opsporen van alle fraude door preventief en repressief inzetten van Sociale Recherche; actief terugvorderen van teveel betaalde bijstandsuitkeringen;
56
4.
opleggen van een boetes bij misbruik en oneigenlijk gebruik; opleggen van maatregelen bij onvoldoende medewerking bij de inschakeling in het arbeidsproces. Activerend handhaven. met beleid sanctioneren wanneer men de arbeidsverplichtingen niet of onvoldoende nakomt; de klant blijven aanspreken op zijn/haar arbeidsverplichtingen en indien nodig wederom sanctioneren.
Indicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd: Prestatieindicator Aantal Aantal Aantal Aantal
cliënten cliënten cliënten cliënten
WWB per 31-12 IOAW per 31-12 IOAZ per 31-12 BBZ-starters per
Realisatie Streefcijfer 2012 2014 306 358 15 19 3 4 31-12 2 2
57
Toelichting 2% 2% 2% 2%
meer meer meer meer
dan dan dan dan
31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013
PROGRAMMA 9: WERK, INKOMEN EN ECONOMIE ONDERDEEL ECONOMIE Algemeen Portefeuillehouder Resultaatverantwoordelijke Beleidskaders (bronnen) Autonome ontwikkelingen/ trends
De heer Van Hout Management & Organisatie, Publiekszaken Coalitieakkoord 2010-2014. Geen
Wat is de doelstelling? 1. Organiseren van de weekmarkt. 2. Contacten onderhouden met het Westervoortse bedrijfsleven. Toelichting doelstelling Goede contacten met het bedrijfsleven in Westervoort zijn waardevol. In deze contacten kijk je hoe je gezamenlijke belangen kunt realiseren en waar je elkaar kunt versterken. Een belangrijk voorbeeld hiervan is actief afstemmen van vraag en aanbod op de lokale arbeidsmarkt om zo vraag naar en aanbod van werkzoekenden op elkaar af te stemmen. De gemeente onderhoudt actief contacten met werkgroep `t Ambacht van ondernemersvereniging Lindus, met de winkeliersvereniging van De Wyborgh en met ondernemersvereniging Ondernemend Westervoort. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Contacten onderhouden met werkgroep `t Ambacht van ondernemersvereniging Lindus, winkeliersvereniging De Wyborgh en Ondernemend Westervoort. 2. De organisatie onderhoudt actief contacten met Westervoortse ondernemers om op deze manier vraag naar en aanbod van werkzoekenden in Westervoort bij elkaar te brengen. Specifieke prestaties 2014 1. De economische agenda neemt een steeds belangrijker plaats in de regionale contacten, zowel in Liemers verband, als ook op Stadsregio- en Provinciaal niveau. Dit vraagt om meer personele capaciteit dan nu beschikbaar is. In de huidige personele capaciteit is 2 uur per week opgenomen. Om invulling te kunnen geven aan de ontwikkeling op rondom de economische agenda is een structureel bedrag van € 10.000 noodzakelijk. 2. De Liemers en Montferland zijn een belangrijke regio voor transport en logistiek. Het Logistiek Expertise Centrum (LEC) de Liemers is hét centrum dat alle logistieke arbeidsmarkt- en onderwijsvraagstukken in de regio bundelt. Momenteel werken alle betrokken partijen veelal zelfstandig aan het oplossen van deze vraagstukken. Met de komst van het LEC gaan het onderwijs, de ondernemers en de overheid zowel beleidsmatig als ook uitvoerend nauw met elkaar samenwerken. Een toenemend deel van de bedrijven in de Liemers is gericht op transport en logistiek. Het LEC wil de krachten bundelen en nog eens duidelijk maken dat de Liemers door ligging en infrastructuur een bij uitstek logistieke regio is. Westervoort wil het belang van het LEC benadrukken door voor een periode van 3 jaar € 5.000 hiervoor beschikbaar te stellen. Het belang van Duiven en Montferland is veel groter dan dat van Westervoort, maar daarom betalen wij ook minder en ook maar voor 3 jaar.
58
Wat mag het kosten?
Programma Werk, inkomen en economie Rek 2012 Lasten
Begr 2013
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
11.289
9.105
8.837
8.837
8.739
8.734
Baten
8.601
7.644
7.644
7.644
7.644
7.644
Saldo
-2.688
-1.460
-1.193
-1.193
-1.095
-1.090
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2013-2017 (bestaand beleid):
in 2012 incidenteel hogere lasten door de vorming van een voorziening voor de verliezen bij Presikhaaf; afnemende lasten voor de uitgaven in het kader van de wet BUIG; vanaf 2016 lagere rentelasten door aflossing van de laatste tranche van de aandelenverkoop.
Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden:
Stand per
Stand per 1-1-2014
Stand per 1-1-2015
Stand per 1-1-2016
1-1-2017
BESTEMMINGSRESERVES REVITALISERING AMBACHT WWB
59
12.500
-
-
-
156.294
156.294
156.294
156.294
OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN In dit onderdeel wordt aandacht besteed aan de uitgaven en inkomsten die niet apart aan de programma’s zijn toe te rekenen. Dit zijn de algemene baten en lasten en de post onvoorzien. De inkomsten worden mede gebruikt om het voorzieningenniveau in de gemeente te bekostigen. Het gaat bij deze middelen met name om de OZB, de algemene uitkering gemeentefonds en dividenden. De kosten die met deze opbrengsten te maken hebben, zoals de kosten van de belastingheffing, de uitvoering van de Wet WOZ worden hier ook verantwoord. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene middelen op grond van het bestaande beleid (productenraming).
Rekening 2012 Begroting 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Algemene Middelen Lasten i.v.m. Lokale heffingen Geldleningen Saldi kostenplaatsen Onvoorziene uitgaven Algemene lasten Subtotaal lasten Baten Algemene Uitkering Dividenden Rente eigen financieringsmiddelen Saldo kostenplaatsen Algemene baten Lok ale heffingen: OZB Hondenbelasting Terugontvangst perceptiekosten Subtotaal baten Totaal algemene dekkingsmiddelen
297.251 833 0 0 0 298.084
320.370 892 -165.425 25.000 136.516 317.352
311.936 881 0 25.000 274.914 612.731
311.936 881 -177.354 25.000 274.914 435.377
311.936 881 -339.470 25.000 274.914 273.261
311.936 881 -392.374 25.000 274.914 220.357
13.206.669 258.650 529.788 0 0
12.557.928 204.171 442.577 0 10.000
13.021.000 194.171 395.733 0 4.305
12.293.000 194.171 345.376 0 8.610
12.274.000 118.579 272.054 0 12.915
12.104.000 118.579 230.599 0 12.915
2.186.834 120.836 7.517 16.310.294 16.012.210
2.209.573 122.800 1.300 15.548.349 15.230.997
2.329.573 122.800 1.300 16.068.882 15.456.151
2.329.573 122.800 1.300 15.294.830 14.859.453
2.329.573 122.800 1.300 15.131.221 14.857.960
2.329.573 122.800 1.300 14.919.766 14.699.409
Toelichting op de belangrijkste mutaties: het verloop bij het onderdeel saldi kostenplaatsen (lasten) betreffen de mutaties op de kapitaallasten in de komende jaren alsmede de mutatie in de bespaarde rente. Bij dit laatste aspect bestaat er een relatie met het verloop van de rente eigen financieringsmiddelen aan de batenzijde. Deze bedragen lopen terug in verband met het aanspreken van gevormde bestemmingsreserves; in de algemene lasten vanaf 2014 is een component voor verwachte loon- en prijsstijgingen meegenomen; het verloop van de algemene uitkering is gebaseerd op de uitkomsten van de meicirculaire 2012. de dividendinkomsten lopen terug als gevolg van de verkoop van de NUON aandelen; de opbrengst OZB stijgt door de maatregelen uit de voorjaarsnota 2011 en voorjaarsnota 2013. Energiemaatregelen gemeentehuis In het rapport Energiemaatregelen gemeentehuis van Jardin Graywood (november 2012, JG30-797) is een aantal energiemaatregelen opgenomen welke een substantiële bijdrage leveren aan de vermindering van het energieverbruik van het gemeentehuis. Een deel van deze maatregelen kunnen niet uit de meerjaren onderhoudsplanning worden betaald. Het gaat hier om de volgende maatregelen: aanschaf en installeren zonnepanelen gemeentehuis; het vervangen van enkel glas door HR++-glas; aanbrengen van energiezuinige verlichting (LED en HF).
60
Conform voorjaarsnota 2013 is hiervoor in 2015 een investering van € 80.000 in de begroting opgenomen. Stagevergoedingen Wij beschikken over een jaarlijks budget van € 3.000 voor stagevergoedingen. Wij zien ons echter geconfronteerd met steeds meer verzoeken om stageplekken voor scholieren en studenten. Voor zover stagiaires een daadwerkelijke bijdrage kunnen leveren aan onze werkzaamheden en wij in staat zijn hen voldoende te begeleiden, komen wij graag tegemoet aan stageverzoeken omdat wij het een maatschappelijke plicht vinden stageplekken aan te bieden. Bovendien is de toenemende inzet van stagiaires bedrijfseconomisch interessant: zij verrichten zinvol werk tegen relatief lage kosten. Conform voorjaarsnota 2013 is hiervoor vanaf 2014 € 5.000 extra in de begroting opgenomen. Beloningsdifferentiatie Jaarlijks beschikken wij over een bescheiden budget van € 9.200 om medewerkers die – individueel of in groepsverband - bijzonder hebben gepresteerd een incidentele beloning toe te kennen. Zo’n incidentele beloning is de enige mogelijkheid binnen de starre ambtelijke arbeidsvoorwaarden om prestatiebeloning toe te kennen: wie het goed doet, krijgt iets extra’s. Dat is een belangrijk instrument voor ons om mensen uit te dagen ‘een stapje harder te lopen’ en om de uitblinkers iets extra’s te geven ten opzichte van hun collega’s. Om het instrument blijvend in de pas te laten lopen met de geldende fiscale wetgeving is een extra bedrag nodig. Conform voorjaarsnota 2013 is hiervoor vanaf 2014 € 9.000 extra in de begroting opgenomen. Overige personeelskosten Zeven medewerkers zijn lid van onze Ondernemingsraad. Zij krijgen een dagdeel per week ‘van de baas’ om aan de OR te besteden. Dat leidt er per saldo toe dat bijna een hele fte (34 uur per week) in onze organisatie besteed wordt aan de OR. Dat is goed en zinvol werk, maar het leidt natuurlijk wel tot productieverlies op het reguliere werk. Kon dit productieverlies in het verleden nog wel opgevangen worden, tegenwoordig lukt dat niet meer: de organisatie heeft geen vet meer op de botten. Zeker in die gevallen dat meerdere medewerkers van één afdeling lid zijn van de OR leidt dat tot grote knelpunten in de organisatie. Om de mogelijkheid te creëren om de grootste knelpunten op te kunnen lossen is een budget beschikbaar gesteld, waarmee het productieverlies opgevangen kan worden. Dat doen we niet één op één: we moeten creatief genoeg zijn om oplossingen te bedenken voor de wegvallende productie als een medewerker naar de OR gaat. Maar in die gevallen dat er ernstige knelpunten ontstaan in de voortgang van het reguliere werk of waarin van lidmaatschap van de OR moet worden afgezien omdat het reguliere werk in de knel komt, moeten we een oplossing kunnen bieden. Daarvoor is in 2014 op proef een budget van € 25.000 beschikbaar. Als dit goed blijkt te werken, overwegen we dit structureel te maken. Arbeidsomstandighedenzorg In het kader van een adequaat arbobeleid maken wij momenteel een nota gezondheidsbeleid. Daarin werken we een aantal maatregelen uit die moeten zorgen dat onze medewerkers gezond zijn en gezond blijven. Naar onze mening is het de verantwoordelijkheid van een medewerker om te zorgen dat hij of zij gezond is en blijft, maar wij zien de noodzaak en de wenselijkheid om medewerkers soms een zetje in de goede richting te geven. Wij hebben er immers belang bij dat medewerkers ook op de langere termijn gezond zijn. Om stimuleringsmaatregelen te kunnen nemen (bijvoorbeeld bedrijfsfitness of –fruit beschikbaar stellen) hebben wij geen middelen beschikbaar. Ook is er geen geld voor een zogenaamd ‘periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek’ (Pago). Dat is wel een verplichting. Het budget voor arbeidsomstandigheden wordt structureel met € 20.000 verhoogd om medewerkers aan te zetten tot gezond leven en werken.
61
FINANCIËLE BEGROTING Begrotingsrichtlijnen Bij de opstelling van de begroting 2014 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. A.
Ongewijzigd beleid. De besluiten tot en met de raadsvergadering van 24 juni 2013 zijn verwerkt in de begroting.
B.
Voor loon- en prijsstijgingen is uitgegaan van een gelijkblijvend niveau t.o.v. 2013. In de productenraming is de raming van de Algemene Uitkering voor de jaren 2014 en verder gebaseerd op de meicirculaire 2013. Voor 2014 is onder de post algemene lasten een bedrag opgenomen voor loon- en prijsstijgingen. Deze post zal nog worden verhoogd met de extra opbrengst uit de verhoging van de diverse leges en heffingen. De exacte verhoging van de leges en heffingen wordt vastgesteld na ontvangst van de septembercirculaire. Het beschikbare budget voor loon- en prijsstijgingen is ‘taakstellend’. Indien de onder de algemene lasten opgenomen buffer niet toereikend zal blijken te zijn dienen overschrijdingen middels extra bezuinigingen binnen de eigen budgetten/programma’s opgevangen te worden.
C.
De ramingen in meerjarig perspectief zijn gebaseerd op een gelijkblijvend loon- en prijsniveau. Ook bij de berekening van de algemene uitkering is hiervan uitgegaan.
D.
De tarieven van de hondenbelasting, de marktgelden, de leges en de onroerendezaakbelastingen zijn derhalve nog niet verhoogd voor wat betreft de inflatiecorrectie.
E.
De tarieven van de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten en de rioolheffing zijn kostendekkend.
F.
Grens- of bodembedragen worden afgerond op hele euro’s volgens de algemeen geldende afrondingsregels. In de ramingen is zoveel als mogelijk getracht ramingen op duizenden euro’s af te ronden.
G.
Per 1 januari 2014 wordt uitgegaan van een inwoneraantal van 15.175.
H.
Voor het aantal woonruimten wordt uitgegaan van 6.625 per 1 januari 2014.
I.
Er is rekening gehouden met een rentepercentage van 4% bij investeringen.
J.
Voor wat betreft rentetoerekening aan reserves (reserve bovenwijkse voorzieningen en afschrijvingslasten gemeentehuis) in verband met inflatiecorrectie wordt gerekend met een percentage van 2%.
K.
Voor wat betreft de zogeheten bespaarde rente wordt gerekend met 4%.
L.
De gevolgen van de septembercirculaire zullen apart in beeld worden gebracht. De uitkomsten zullen niet meer in deze begroting worden verwerkt en maken derhalve geen deel uit van de besluitvorming rond deze programmabegroting. De uitkomsten zijn echter wel een leidraad voor de voorjaarsnota 2014. Daar zullen zo nodig nadere financiële voorstellen worden gedaan om de begroting structureel sluitend te houden.
62
TOELICHTING BEGROTINGSSALDO A. Saldo programmabegroting 2014 (versus voorjaarsnota) Het saldo van deze concept begroting wijkt niet of nauwelijks af dan waarvan bij het opstellen van de voorjaarsnota 2013 is uitgegaan. In de tussenliggende periode zijn de ramingen nog eens geactualiseerd en aangepast aan de laatste inzichten. Dit heeft een aantal zowel voordelige als ook nadelige kleine verschillen opgeleverd. Het voordeliger saldo ten opzichte van de voorjaarsnota is met name een gevolg van lagere kapitaallasten en wat lagere kosten voor voormalig personeel. Daarnaast is het zo dat bij het actualiseren van de ramingen alle posten kritisch worden doorgelopen. Voor 2013 en verdere jaren zijn er op verschillende posten diverse kleine bijstellingen ontstaan die samen ook hebben geleid tot een voordeel ten opzichte van de voorjaarsnota 2013. Saldo begroting 2014 versus jaarrekening 2012 Het voordelige jaarsaldo 2012 bedroeg circa € 1.800.000. De huidige concept begroting laat een voordelig saldo zien van circa € 66.000. Daar waar het jaarsaldo een gevolg was van structurele mee- dan wel tegenvallers zijn deze in de huidige begroting verwerkt. Voor het overige betreft het incidentele, in 2012 ontstane, verschillen. Wij verwijzen u daarvoor naar de pagina’s 106 tot en met 116 van de jaarstukken 2012.
63
BUDGETAUTORISATIE In het hierna volgende overzicht treft u de budgetten per programma aan. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. De overzichten geven de bedragen aan waarop in het kader van de dualisering de raad de begrotingsbudgetten per programma autoriseert. Binnen deze budgetten is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Verschuiving van budgetten binnen een programma kan derhalve zonder tussenkomst van de raad, mits de doelstellingen van het betreffende programma gerealiseerd blijven worden. In de loop van het dienstjaar noodzakelijke mutaties op de budgetten per programma zullen separaat aan uw raad worden voorgelegd. Wij stellen u voor om de budgetten op programmaniveau te autoriseren, met dien verstande dat verschuivingen tussen programma’s die op concernniveau geen budgettaire consequenties hebben zijn toegestaan. Het gaat hierbij om verschuivingen van interne kosten. Uw raad autoriseert het college hiermee voor het totaal van de personeelskosten en het totaal van de kapitaallasten. Overschrijdingen hierop dienen vanzelfsprekend wel door ons college aan u voorgelegd te worden. Het college stelt de productenraming 2014 vast waarin de programmabegroting wordt uitgewerkt. In de productenraming is het autorisatieniveau opgenomen voor de ambtelijke organisatie.
64
Bedragen * € 1.000 Programma Burgers, bestuur en dienstverlening Rek 2012 Lasten Baten Saldo
Begr 2013
3.505
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015
3.189
3.145
Begr 2016
3.068
Saldo
3.062
279
276
255
255
251
251
-2.913
-2.890
-2.813
-2.832
-2.811
Bedragen * € 1.000
Rek 2012
Baten
3.083
-3.226
Programma Veiligheid
Lasten
Begr 2017
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
834
945
1.046
1.178
1.178
1.178
4
13
8
0
0
0
-830
-932
-1.038
-1.178
-1.178
-1.178
Programma Wonen en woonomgeving Rek 2012
Begr 2013
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Lasten
3.356
2.500
2.754
2.519
2.507
2.531
Baten
1.022
233
196
188
188
188
Saldo
-2.334
-2.268
-2.558
-2.332
-2.319
-2.343
Programma Verkeer en vervoer Rek 2012 Lasten Baten Saldo
Bedragen * € 1.000
Begr 2013
330
Begr 2014 Begr 2015
281
276
Begr 2016
276
Saldo
276
11
5
5
5
5
5
-276
-272
-272
-272
-272
Rek 2012
Baten
276
-319
Programma Jeugd en onderwijs
Lasten
Begr 2017
Bedragen * € 1.000
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
2.232
2.295
2.188
1.981
1.981
1.981
112
114
107
21
21
21
-2.120
-2.182
-2.081
-1.960
-1.960
-1.960
Programma Milieu en water Rek 2012
Bedragen * € 1.000
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Lasten
3.025
3.327
3.130
3.165
3.211
3.256
Baten
3.146
3.229
2.983
2.983
2.983
2.983
120
-98
-147
-181
-228
-273
Saldo
Programma Welzijn, zorg en volksgezondheid Rek 2012 Lasten Baten Saldo
Begr 2013
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
6.450
5.196
5.135
4.998
4.991
4.972
408
464
474
474
474
474
-6.043
-4.732
-4.662
-4.525
-4.517
-4.498
65
Bedragen * € 1.000 Programma Cultuur, sport en recreatie Rek 2012 Lasten
Begr 2013
1.035
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015
944
874
874
Begr 2016 874
Begr 2017 874
Baten
147
187
147
147
147
147
Saldo
-888
-757
-727
-727
-727
-727
Programma Werk, inkomen en economie Rek 2012 Lasten
Begr 2013
Bedragen * € 1.000
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
11.289
9.105
8.837
8.837
8.739
8.734
Baten
8.601
7.644
7.644
7.644
7.644
7.644
Saldo
-2.688
-1.460
-1.193
-1.193
-1.095
-1.090
SUBTOTAAL PROGRAMMA'S Rek 2012
Bedragen * € 1.000
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Lasten
32.056
27.782
27.386
26.897
26.841
26.864
Baten
13.729
12.164
11.818
11.716
11.713
11.713
Saldo
-18.328
-15.618
-15.568
-15.181
-15.128
-15.151
Algemene dekkingsmiddelen Rek 2012 Lasten Baten
Bedragen * € 1.000
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
298
317
613
435
273
220
16.310
15.548
16.069
15.295
15.131
14.920
16.012
15.231
15.456
14.859
14.858
14.699
Saldo
Bestemmingen
Bedragen * € 1.000
Rek 2012
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Lasten
1.369
236
296
112
52
26
Baten
5.481
444
474
234
184
204
4.113
208
178
121
131
178
Saldo
GENERAAL TOTAAL
Bedragen * € 1.000
Rek 2012
Begr 2013
Begr 2014 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Lasten
33.723
28.336
28.295
27.445
27.166
27.111
Baten
35.520
28.157
28.361
27.245
27.028
26.837
1.797
-179
66
-200
-138
-274
Saldo
66
Resumé overzicht lasten en baten per programma 2014
Lasten
Baten
Totaal saldo van Mutaties baten en lasten reserves
Resultaat na bestemming
Burgers, bestuur en dienstverlening
3.145.133
254.800
-2.890.333
-2.890.333
Veiligheid
1.045.842
7.500
-1.038.342
-1.038.342
Wonen en woonomgeving
2.753.728
195.624
-2.558.104
Verkeer en vervoer
276.340
4.500
-271.839
Jeugd en onderwijs
2.187.704
106.871
-2.080.833
3.750
-2.077.083
Milieu en water
3.130.255
2.983.406
-146.850
-109.700
-256.550
Welzijn, zorg en volksgezondheid
5.135.447
473.559
-4.661.888
-4.661.888
874.450
147.252
-727.198
-727.198
8.837.391
7.644.425
-1.192.966
-1.192.966
27.386.289
11.817.937
-15.568.352
68.964
-15.499.388
587.731
16.068.882
15.481.151
109.191
15.590.342
Cultuur, sport en recreatie Werk, inkomen en economie Subtotaal programma's Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Totaal
25.000 27.999.021
174.914
-271.839
-25.000 27.886.819
67
-112.202
-2.383.190
-25.000 178.155
65.953
OVERZICHT INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Op grond van de BBV-voorschriften dient een overzicht te worden gegeven van de in de begroting opgenomen incidentele baten en lasten. Onderstaand volgt een overzicht van alle incidentele posten. Dit jaar vanwege een wijziging in de voorschriften voor het eerst gesplitst per programma. Product
2014
PROGRAMMA BURGERS, BESTUUR EN DIENSTVERLENING Lasten 001.01 Onderzoek waarstaatjegemeente 002.02 Ontwikkeling dienstverlening Baten
Saldo programma Burgers, bestuur en dienstverlening PROGRAMMA WONEN EN WOONOMGEVING Lasten 210.01 Opknap tunnel Biddle 560.01 Park Steenderens 560.01 Bomenbeleid 560.01 Onderhoud bruggen 810.01 Digitaliseren bestemmingsplannen
210.01
Baten Vergoeding kosten nutsbedrijven
Saldo programma Wonen en woonomgeving PROGRAMMA JEUGD EN ONDERWIJS Lasten 480.01 Opstellen leerlingenprognose 480.01 Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid 630.01 Jeugdsportfonds 630.01 Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg
480.01
Baten Rijksbijdrage Onderwijsachterstandenbeleid
Saldo programma Jeugd en onderwijs PROGRAMMA MILIEU EN WATER Lasten 721.01 Aanbesteding inzamelen huisvuil 726.01 Rioolheffing (zie ook bestemmingen)
725.01 726.01
Baten Afvalstoffenheffing ivm aanbest.huisvuil Rioolheffing (zie ook bestemmingen)
Saldo programma Milieu en water
68
2015
2016
2017
5.000 50.000 55.000
5.000 0
5.000
0
0
0
0
0
55.000
0
5.000
0
3.000 250.000 9.500 36.000 50.000 348.500
50.000 50.000
0
0
8.000 8.000
0
0
0
340.500
50.000
0
0
2.500 86.000 3.750 10.885 103.135
0
0
0
86.000 86.000
0
0
0
17.135
0
0
0
9.000
0
0
20.900 20.900
9.000 120.700 129.700
73.400 73.400
26.100 26.100
0
-120.700
-73.400
-26.100
20.900
9.000
Product PROGRAMMA WELZIJN, ZORG EN VOLKSGEZONDHEID Lasten 614.01 Bijzondere bijstand 620.03 De Liemers helpt 622.01 Projec t de Kanteling 622.01 Transitiekosten AWBZ 622.01 Wet inburgering 714.01 Startnotitie Nota Gezondheidsbeleid Baten
Saldo programma Welzijn, zorg en volksgezondheid PROGRAMMA WERK, INKOMEN EN ECONOMIE Lasten 310.01 Logistiek Expertise Centrum
Baten
Saldo programma Werk, inkomen en ec onomie
2014
2015
2016
2017
35.000 8.000 10.000 46.637 17.500 3.825 120.962
0
0
0
0
0
0
0
120.962
0
0
0
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
0
0
0
0
0
5.000
5.000
5.000
0
0
0
0
0
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Lasten 921.01 Algemene uitkering ivm Nat.Uitvoerings Plan (NUP) 100.000 knpl personeel Ondernemingsraad en sc huldhulpverlening 50.000 25.000 knpl personeel FPU-regeling 14.500 64.500 125.000 Baten 921.01 Algemene uitkering (ivm NUP) 25.000 921.01 Algemene uitkering ivm transitiekosten AWBZ 46.637 921.01 Algemene uitkering ivm dec entr.jeugdzorg 10.885 knpl ICT Beleidsplan RID 20.000 913.01 Dividenduitkering Vattenfall 43.952 43.952 146.474 43.952 Saldo algemene dekkingsmiddelen
BESTEMMINGEN Lasten 980.01 Reservering voorfinanc iering NUP 980.01 Reservering Parallelweg-Liemersallee 980.01 Reservering egalsatie rioolheffing
921.01
Baten Aanwending reserves
Saldo algemene dekkingsmiddelen Totaal inc identele lasten Totaal inc identele baten Saldo inc identele lasten meer dan baten
69
-81.974
81.048
0
0
25.000 100.000 120.700 245.700
73.400 73.400
26.100 26.100
0
336.150 336.150
95.200 95.200
0
20.900 20.900
-90.450
-21.800
26.100
-20.900
951.797 253.400 706.324 212.552
36.100 26.100
20.900 20.900
245.473
10.000
0
40.848
OVERZICHT STRUCTURELE MUTATIES RESERVES Op grond van de BBV-voorschriften dient een overzicht te worden gegeven van de in de begroting opgenomen structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
Reserve structurele onttrekking Afschrijving investeringen maatschappelijk nut Afschrijvingslasten gemeentehuis Afschrijvingslasten electrocar Afschrijvingslasten stationsomgeving Kapitaallasten investeringen
2014 17.147 17.100 2.000 4.000 119.248
2015 17.147 17.100 2.000 4.000 119.248
2016 17.147 17.100 2.000 4.000 119.248
2017 17.147 17.100 2.000 4.000 119.248
Totaal structurele onttrekkingen
159.495
159.495
159.495
159.495
Reserve structurele toevoeging Bovenwijkse voorzieningen Schans (rentetoev.) Afschrijvingslasten gemeentehuis (rentetoev.) Kapitaallasten vervangingsinvesteringen wegen
2014 2.330 1.357 49.286
2015 376 1.042 37.831
2016 384 721 25.000
2017 392 393 20.000
Totaal structurele toevoegingen
52.973
39.249
26.105
20.785
70
PARAGRAFEN
71
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING 1. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet voorziene financiële tegenvallers te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of waarvoor verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming. De Gemeente Westervoort acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te kunnen verkrijgen is er een risico-inventarisatie uitgevoerd.
2. Risicoprofiel Om de risico's van Gemeente Westervoort in kaart te brengen is in samenwerking met de afdelingen een risicoprofiel opgesteld. Bij het samenstellen van dit risicoprofiel is gebruik gemaakt van een softwareprogramma NARIS® (NAR Risicomanagement Informatie Systeem) waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. Uit de inventarisatie zijn vanuit de afdelingen de risico's in beeld gebracht. In het onderstaande overzicht wordt het aantal risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit met een maximum van 10. Tabel 1: Belangrijkste financiële risico's Risic Risico onu mme r R219 Huisvestingsplan scholen R194 Plan de Schans
Gevolgen
Kans
Financieel - Te hoge 70% boekwaarde Financieel - Het plan 70% sluit met verlies R89 Aftreden bestuurders Financieel - Uitbetalen 50% van (langdurige) wachtgeldverplichting R85 Inhuur van externen Financieel - Hogere 90% kosten dan nodig en/of begroot; Imago - Geen binding met de organisatie R84 Onevenwichtige Financieel 90% opbouw van het Kennisverlies en personeelsbestand stagnatie in (vergrijzing) dienstverlening R65 Algemene Uitkering Financieel 70% Gemeentefonds valt (Structurele) lager uit dan geraamd begrotingstekorten en noodzaak tot bezuinigingen R167 Exploitatietekorten Financieel - Gemeente 50% bedrijven sociale draait op voor de 72
Financieel gevolg
Invloed
max.€ 500.000
19.25%
max.€ 500.000
12.69%
max.€ 500.000
9.12%
max.€ 250.000
8.35%
max.€ 250.000
8.22%
max.€ 250.000
6.41%
max.€ 300.000
5.23%
werkvoorziening R224 frictielasten decentralisaties R218 Databeveiliging R242 Overschrijding WWBinkomensdeel met meer dan € 200.000 (peil 2013)
Totaal grote risico's: Overige risico's: Totaal alle risico's:
financiele tekorten Financieel 50% aanloopkosten Financieel - Verdwijnen 90% van informatie, schade Financieel 50% Overschrijding komt tot 10% - voor rekening van de gemeenten
max.€ 200.000
3.61%
max.€ 100.000
3.30%
max.€ 160.000
2.91%
€ 3.010.000 € 3.902.500 ____________ € 6.912.500
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 6.912.500) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Onderstaand figuur en de bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie.
Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage Bedrag 5% € 758.430 10% € 886.182 15% € 963.524 20% € 1.039.774 25% € 1.103.952 30% € 1.162.420 35% € 1.213.516 40% € 1.262.263 45% € 1.311.755 50% € 1.357.345 55% € 1.406.016 60% € 1.453.336 65% € 1.504.913 73
70% 75% 80% 85% 90% 95%
€ 1.559.918 € 1.619.930 € 1.685.402 € 1.763.493 € 1.863.198 € 2.016.319
Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 1.863.198 (benodigde weerstandscapaciteit).
3. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van Gemeente Westervoort bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstand
Startcapaciteit
Algemene reserve Bestemmingsreserves Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
Bijboekingen
Afboekingen
€ 3.680.000 €0 €0 €0
€ € € €
0 0 0 0
€ 25.000 € 3.705.000
€0 €0
Huidige capaciteit € 651.000 € 3.029.000 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 € 651.000
€ 25.000 € 3.054.000
Algemene reserve
Prognose Algemene Reserve
Bedragen * € 1.000
Saldo per 1-1-2013 Saldobestemming jaarrekening 2012 Feitelijk saldo per 1-1-2013 Lopende claims: Procesmanager samenwerking (Programmabegroting 2004) Eenmalige investeringen waterpartijen (Programmabegroting 2012) Opstellen huisvestingsplan (raad februari 2011) Samenwerking VROM taken (raad mei 2011) Onderzoek risico's (raad dec 2012) Ontwikkeling dienstverlening (Programmabegroting 2012) Digitaliseren bestemmingsplannen (Programmabegroting 2012) Incidentele wensen Programmabegroting 2014 (Voorjaarsnota 2013) Subtotaal claims Geprognosticeerde stand inclusief claims
1.934 1.746 3.680 -5 -45 -13 -8 -15 -165 -150 -250 -651 3.029
Vrij aanwendbare bestemmingsreserves Van de aanwezige bestemmingsreserves is bij het vaststellen van de nota weerstandsvermogen geconcludeerd dat zij niet vrij aanwendbaar zijn, daar bij beschikking over de reserve dekkingsproblemen ontstaan. Er is derhalve geen ruimte.
74
Stille reserves Door de verkoop van de aandelen in het energiebedrijf van NUON zijn de stille reserves in omvang afgenomen. Wat resteert zijn de overblijvende aandelen in het netwerkdeel van NUON en aandelen Vitens, BNG en Nazorg Bodem. Voor een groot gedeelte dienen deze aandelen op basis van de wet in het bezit van de overheid te blijven. Daarnaast bezit de gemeente nog een aantal activa. Bij de activa gaat het om de mogelijk te realiseren winsten bij verkoop van panden. De bijdrage van bovenstaande stille reserves aan de weerstandscapaciteit ramen wij op nul. Onbenutte belastingcapaciteit De resterende belastingcapaciteit geeft inzicht in de mogelijkheden voor nog te heffen lokale lasten. Kijken we naar de tarieven die het Rijk hanteert bij een eventuele aanvraag in het kader van het artikel-12 beleid, dan dienen deze te voldoen aan een redelijk peil. Voor 2014 heeft het Rijk het percentage bepaald op 0,1651 van de vastgestelde WOZ-waarde. Onze eigen tarieven voor 2013 (0,1422%) liggen nog onder dit peil. Met de op dit moment ingeschatte daling van de waarde van de woningen voor 2013 (5,0%) alsmede de verhoging op grond van de voorjaarsnota 2013 (5,5%) zou ons percentage net boven het redelijk peil uitkomen (ca 0,1653%). Daarbij is nog geen rekening gehouden met een inflatiecorrectie voor 2014 die het percentage nog iets zal doen stijgen. Hierdoor is er geen onbenutte belastingcapaciteit meer. Onvoorzien De post onvoorzien mag worden opgevat als een buffer voor onvoorziene tegenvallers. Het dekt lasten die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. Structureel is hiervoor € 25.000 beschikbaar.
4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Risico's:
Weerstandscapaciteit :
Bedrijfsproces Financieel Imago / politiek Informatie / strategie Juridisch / Aansprakelijkheid Letsel / Veiligheid Materieel Milieu Personeel / Arbo Product
Algemene reserve Onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien
Weerstandvermogen
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
75
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
=
€ 3.054.000 € 1.863.198
= 1.64
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van de berekende ratio.
Weerstandsnorm Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Betekenis uitstekend ruim voldoende voldoende matig onvoldoende ruim onvoldoende
De ratio van onze organisatie valt in klasse B. Dit duidt op een ruim voldoende weerstandsvermogen. Als we naar de ondergrens kijken dan lijkt een minimumniveau van € 2 miljoen (met enige speling) voor de algemene reserve een acceptabel niveau. Een score van ruim voldoende is natuurlijk prima, een buffer is ook zeer gewenst, maar er is ook een bovengrens. Vooralsnog willen wij echter niet tornen aan het geraamde overschot.
5. Maatregelen en Ontwikkelingen Een eerste stap voor beheersing van de risico’s is om deze in beeld te brengen en te blijven monitoren. Er zullen risico’s bijkomen maar ook afvallen. Het is een dynamisch proces. De komende jaren zullen de risico’s rond het huisvestingsplan scholen en plan de Schans de nodige aandacht vergen. Voor wat betreft de decentralisaties gaan wij uit van budgettaire neutraliteit. Wij voorzien voor de decentralisaties wel frictielasten. De financiële situatie van Presikhaaf Bedrijven is in september 2012 apart aan de orde geweest. Voor het totaalbedrag van de te verwachten verliezen in de jaren 2012-2015 hebben we een kortlopende verplichting opgenomen. De recente begroting van Presikhaaf laat zien dat de rijksbezuinigingen een structureel nadelig effect hebben. Gevolg daarvan is dat vanaf 2016 een structurele bijdrage aan Presikhaaf dient te worden geraamd.
76
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN De gemeente Westervoort heeft ongeveer 150 hectare openbare ruimte in beheer. Daar vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren. Hiervoor zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, kunstwerken, groen, verlichting en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard voor de (jaarlijkse) lasten. Het is van belang, dat voor de openbare voorzieningen en gebouwen voor de continuïteit goede onderhouds-/vervangingsplanningen aanwezig zijn. Deze kapitaalgoederen vormen ons gemeentelijk kapitaal waar zorgvuldig mee moet worden omgegaan. Indien stortingen en onttrekkingen niet met elkaar in evenwicht zijn, ontstaan risico’s. Westervoort heeft 150 hectare openbare ruimte, waarvan ongeveer de helft bestaat uit wegen, straten en pleinen en de helft uit openbaar groen en water. Bovendien zijn circa 2.300 lichtmasten in beheer. Rationeel Wegbeheer (RAWEB) Het wegbeheer gebeurt volgens de systematiek van het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek) met RAWEB als software. Het beheerplan geeft aan dat er circa 70 hectare verharding in beheer is bij de gemeente Westervoort. In 2010 is het nieuwe Verhardingenplan vastgesteld. In dit Verhardingenplan gaan we uit van een R-onderhoudsscenario en scheiden we onderhoud en vervangingen/reconstructies qua financiële behandeling nu ook. Op grond van het nieuw vastgestelde plan zijn de strikt noodzakelijke bedragen voor onderhoud in de meerjarenbegroting opgenomen. De overige in het plan genoemde (mogelijke) kosten betreffen rehabilitaties van wegen en deze worden geactiveerd. Ten aanzien van dit laatste heeft u als raad jaarlijks de mogelijkheid om, afhankelijk van de financiële mogelijkheden, een rehabilitatie al dan niet uit te voeren. Voor 2014 staat er € 105.000 voor rehabilitaties gepland (zie bijlage investeringsoverzicht). Groen In het in 2011 vastgestelde groenstructuurplan wordt aangegeven hoe in grote de lijnen het groen in Westervoort wordt ingevuld. Het groenbeheerplan gaat uit van sturing op onderhoudskwaliteit. Het onderhoudsniveau vindt plaats op basis van variant basis +. In dit plan worden ook de kosten van onderhoud en vervangingsinvesteringen/renovaties gescheiden. Voor 2014 staat er afgerond € 157.000 voor renovaties gepland (zie bijlage investeringsoverzicht). Openbare verlichting De openbare verlichting onderhouden we volgens de eisen van de NSVV. In 2010 is een beleidsplan voor de periode 2010-2019 vastgesteld. Vanaf 2010 worden de bedragen voor aanschaf en vervanging volgens het plan als investering aangemerkt. Voor 2014 staat hiervoor € 64.500 gepland (zie bijlage investeringsoverzicht). Riolering, gemalen en randvoorzieningen De basis voor het onderhouden en vervangen van het totale rioleringssysteem is te vinden in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) dat we eenmaal in de vier jaar actualiseren. De uitwerking van het onderhoud voor het riool staat beschreven in het beheerprogramma rioolbeheerprogramma. Het GRP van Westervoort is vastgesteld in december 2012 voor een periode van 4 jaar. De financiële consequenties ervan zijn verwerkt in de meerjarenbegroting, waarbij de jaarlijkse lasten worden gedekt door een kostendekkende rioolheffing. Voor 2014 staat er € 937.000 voor investeringen in de rioleringssfeer gepland (zie bijlage investeringsoverzicht). Onderhoud Gemeentelijke Gebouwen Voor het regulier onderhoud met een cyclus van 0 tot 25 jaar vindt een reservering plaats. Het onderhoud met een cyclus tussen de 25 en 40 jaar nemen we afzonderlijk in de 77
begroting/meerjarenraming op. In 2007 is een geactualiseerd meerjarig plan aan de raad voorgelegd. In het voorjaar van 2010 zijn de meerjarenplannen voor de scholen geactualiseerd vastgesteld. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe actualisatie. Wij hopen u dit eind 2013 dan wel begin 2014 voor te leggen. In 2014 staan voor een bedrag van afgerond € 135.000 aan groot onderhoudswerkzaamheden op de planning. Resumé Het beleid voor het beheer en onderhoud is verwoord in de volgende nota´s, waarbij ook is aangegeven wat de volgens het plan benodigde storting dient te zijn en welk bedrag momenteel in de exploitatie hiervoor is opgenomen. Omschrijving nota
Beleidsnota wegbeheer Groenbeheersplan Nota openbare verlichting Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) Groot Onderhoud Gebouwen
Vastgesteld in
Ter actualisatie aan de raad voorleggen in
2010 2011 2010 2012
2019 2020 2019 2016
2007
Eind 2013 begin 2014
78
Benodigde storting volgens plan € 279.500 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Dotatie vanuit exploitatie in 2014 € 279.500 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
€ 222.700
€ 222.700
PARAGRAAF FINANCIERING Algemeen Per 1 januari 2001 is de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) van kracht geworden. In het kader van deze wet dient er een treasuryparagraaf in zowel de begroting als in het jaarverslag opgenomen te worden. De wet FIDO definieert treasury als volgt: het sturen, beheersen, verantwoorden over en toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico´s. Het beleid van de gemeente Westervoort voor de treasuryfunctie is vastgelegd in de aangepaste versie van het treasurystatuut (vastgesteld door de Raad van 26 juni 2006) als onderdeel van de Verordening financieel beheer (artikel 212 Gemeentewet). Treasurybeheer/kredietrisico Het beheer van de financieringsmiddelen zetten we in 2014 voort op dezelfde risicomijdende manier als voorheen. De treasuryfunctie omvat het aantrekken van langlopende geldleningen en het dagelijks beheer van kasgelden en beleggingen. De beleggingsportefeuille omvat aandelen BNG, Vitens en Nazorg Bodem Holding. Dit zijn allemaal deelnemingen voortvloeiend uit de publieke taak van de gemeente. In 2009 is besloten om tot verkoop van de aandelen in het energiebedrijf van NUON over te gaan. We ontvangen de opbrengst van de verkoop in een vier tranches. De laatste tranche is in 2015. Verstrekte geldleningen hebben betrekking op de Woonstichting, geldleningen op basis van hypotheek voor de eigen woning van de hier werkzame ambtenaren en leningen aan plaatselijke (sport)verenigingen ter financiering van accommodaties. Schatkistbankieren Onder voorbehoud van finale instemming door de Eerste Kamer wordt per 1 januari 2014 het zogeheten schatkistbankieren van kracht. Hiermee worden decentrale overheden verplicht om (een groot deel van) hun overtollige geldmiddelen bij het Rijk onder te brengen. Deelname van lagere overheden draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector. De voorbereidingen hiervoor zijn inmiddels afgerond en wij zijn klaar om bij invoering van de wet aan onze verplichting te voldoen. Het gaat zoals gezegd om het uitzetten van onze overtollige middelen boven een drempelpercentage (0,75% van het begrotingstotaal). Afhankelijk van de uitvoering van ons eigen investeringsprogramma in de loop van 2013, verwachten wij per begin 2014 niet of nauwelijks boven het drempelbedrag uit te komen. Rentebeleid/renterisiconorm De tarieven van de korte rente (looptijd < 1 jaar) en de lange rente (looptijd > 1 jaar) zijn momenteel nog steeds relatief laag. Ons treasurystatuut voorziet in het uitzetten van geld bij louter banken met een zogeheten triple A-rating (de Bank voor Nederlandse Gemeenten en Waterschapsbank). Voorlopig hebben we geen verdere financieringsbehoefte en bestaat er ook geen mogelijkheid om ‘oude’ leningen vervroegd geheel of gedeeltelijk af te lossen. Vanzelfsprekend wordt ook gebruik gemaakt van kort geld financiering. Het overige wordt gefinancierd met lang geld met een looptijd eventueel rekening houdend met de afschrijvingstermijn en de renterisiconorm. De renterisiconorm geeft een aanwijzing voor de gevoeligheid van het vaste leningenpakket voor wijzigingen in de rente. Deze norm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal op 1 januari van het begrotingsjaar. Voor Westervoort is dit in 2014 20% van € 28,17 miljoen ofwel € 5,6 miljoen. De verwachting is dat we voor 2014 ruim onder de genoemde € 5,6 miljoen zullen blijven. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet biedt een toetsingsmogelijkheid voor de risico´s van het beheer van de geldmiddelen op korte termijn.
79
De kasgeldlimiet berekenen we als een percentage van de jaarbegroting en geldt voor het gehele begrotingsjaar. De schuld op korte termijn mag niet langer dan één maand boven deze limiet uitkomen. De provincie houdt hier toezicht op. De uiterste sanctie is het overgaan op preventief toezicht waarbij alle nieuwe uitgaven vooraf moeten worden goedgekeurd. Omvang begroting per 1-1-2014 Toegestane kasgeldlimiet: in procenten in bedrag Omvang korte schuld (schatting) Omvang korte middelen Totaal netto korte schuld Toegestane kasgeldlimiet Ruimte
1 januari 2014 28.300.000 8,5% 2.400.000 0 250.000 ______ -/- 250.000 2.400.000 2.650.000
31 december 2014 28.300.000 8,5% 2.400.000 0 0 _____ 0 2.400.000 2.400.000
Uit dit overzicht blijkt dat de korte schuld het gehele jaar door onder de kasgeldlimiet blijft. Daardoor is het niet nodig om zogenaamd ‘kort geld’ om te zetten in nieuwe langlopende geldleningen. Kredietrisico Naast bovengenoemd renterisico wordt door onze gemeente ook kredietrisico gelopen op de door ons uitgeleende gelden en de door ons in het kader van de publieke taak gegarandeerde geldleningen. Het risico betreft de niet terugbetaalde leningen. Het schuldrestant van de leningen die wij verstrekt hebben, bedraagt per 1 januari 2013 € 5,3 miljoen. Hiervan is € 1,1 miljoen aan de bibliotheek verstrekt. Verder zijn er (hypothecaire) leningen vertrekt aan ambtenaren (€ 1,5 miljoen) en aan plaatselijke verenigingen (€ 0,5 miljoen). Ook onderdeel van de leningen is een vordering op Vattenfall van € 2,2 miljoen in verband met de aandelenverkoop NUON.
80
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING Inleiding De gemeente levert een scala aan producten. Om de levering van deze producten te garanderen, hebben we ons werk op een bepaalde wijze georganiseerd; de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering heeft betrekking op de totale gemeentelijke organisatie: zowel de ‘ambtelijke’ als de ‘bestuurlijke’. Onder bedrijfsvoering rekenen we de inzet van (productie-)middelen en de toepassing van processen bij de totstandkoming van producten. De directie en haar managers zijn hiervoor integraal verantwoordelijk. Integraal management, projectmatig en procesmatig werken, goed facilitair beheer en een goed beheer van de middelen dienen te leiden tot het realiseren en vervolgens het in stand houden van het gewenste niveau van dienstverlening richting burger en tot een daadkrachtige en slagvaardige organisatie. De volgende nota’s inzake bedrijfsvoering zijn vastgesteld: 1. Coalitieakkoord 2010-2014; 2. Organisatiestatuut 2008; 3. Strategienota Verbinden vanuit Vertrouwen! (2013-2017); 4. Notitie Integraal Personeelsbeleid (2005); 5. Kompas op communicatie (2005); 6. Notitie Communicatie en Dienstverlening (2010); 7. Regeling kredietbewaking; 8. Regeling Delegatie en Mandaat; 9. Nota Planning en Control; 10. Verordening Financieel beleid, het financieel beheer en de financiële organisatie (artikel 212 Gemeentewet); 11. Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie (artikel 213 Gemeentewet); 12. Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid van het door het college gevoerde beleid (artikel 213a Gemeentewet); 13. Gemeenschappelijke regeling ‘Samenwerking De Liemers (2010)’; 14. Dienstverleningsconcept Gemeente Westervoort (2012); 15. Programma Dienstverlening (2012-2014); 16. Informatiebeleidsplan (2012); 17. Visie op de Frontoffice (2012). Organisatie De strategische koers van de gemeente Westervoort is vastgelegd in de strategienota Verbinden vanuit Vertrouwen (2013-2017). Hierbij is rekening gehouden met onze visie op dienstverlening, de veranderende rol van gemeenten en de intergemeentelijke samenwerking. Het directiemodel vormt de basis voor onze organisatiestructuur. Het INK-model wordt gebruikt als leidraad in onze bedrijfsvoering. Missie en Visie 2013-2017 De inwoners, instellingen en bedrijven van Westervoort zijn voor veel zaken ‘veroordeeld’ tot de gemeente Westervoort. Zij hebben veelal (nog) geen keuzemogelijkheid uit aanbieders. Juist het feit dat wij als overheidsorganisatie monopolist zijn, sterkt ons in onze ambitie om onze dienstverlening op orde te hebben. Wij zijn er immers voor onze burgers, instellingen en bedrijven. Wij willen hen zo goed mogelijk van dienst zijn. De basis voor ons bestaan hebben we vertaald in onze missie: We zijn er voor onze burgers, instellingen en bedrijven. We willen hen zo goed mogelijk van dienst zijn.
81
Sinds 2008 is er het nodige veranderd in onze organisatie en in onze omgeving. Onze scope is gericht op continue ontwikkeling van onze bedrijfsvoering. Sociale Dienst, ICT en inkoop zijn regionaal georganiseerd. Het zijn met name de externe ontwikkelingen die ons anders naar onze organisatie doen kijken. Onze accenten voor ontwikkeling verschuiven hierdoor ten opzichte van 2008. Doordat we zelf en doordat onze omgeving veranderd is, kiezen we de komende jaren voor een andere visie van waaruit we onze doelen gaan bereiken. Onze visie verwoorden we via de volgende kreet: Verbinden vanuit Vertrouwen Wij verbinden door: in samenwerken strategisch allianties aan te gaan; in de organisatie procesgericht te werken in plaats van afdelingsgericht; onze medewerkers in te zetten vanuit hun kracht; ter verbetering van onze dienstverlening gegevens en applicaties gaan koppelen; onze werkwijzen te verbinden aan de behoefte van onze klanten. We doen dit vanuit vertrouwen: sturen op resultaat (in plaats van inzet); vertrouwen en verantwoordelijkheid (in plaats van regels en procedures); leiderschap gericht op het in de kracht neerzetten van medewerkers (in plaats van controleren). Onze visie: we zijn een moderne professionele organisatie en we voeren onze overheidstaken goed en efficiënt uit ten behoeve van onze burgers, onze bedrijven en onze instellingen; wij zijn partner van het bestuur, en ondersteunen hem zo goed mogelijk bij het realiseren van zijn ambities; wij creëren een werkomgeving waar met plezier wordt gewerkt, waar iedereen tot zijn recht komt en trots is op wat we samen presteren. Structuur van de organisatie Onze organisatie gaat per 1 januari 2014 terug naar vier afdelingen. Een intern gerichte afdeling en drie extern gerichte afdelingen. Bedrijfscultuur De bedrijfscultuur, die we willen creëren, vloeit voort uit de visie op onze organisatie. Hieruit vloeien eisen voort ten aanzien van de competenties voor leidinggevenden en medewerkers. Blijven ontwikkelen op het terrein van communiceren is hierbij van absoluut belang. Tevredenheidsonderzoeken: ‘Waar staat je gemeente’, medewerkertevredenheidsonderzoek en bestuurderstevredenheidsonderzoek We blijven ons verder ontwikkelen naar een vraaggerichte organisatie. Naast wettelijke voorgeschreven levering van producten en diensten is de gemeente autonoom in het aanbieden van andere gemeentelijke overheidsproducten. De vraagmarkt dient in belangrijke mate de voort te brengen diensten en producten te bepalen. De vraaggerichte instelling van de gemeente verlangt een flexibele bedrijfsvoering. We ontwikkelen daarom periodieke tevredenheidsonderzoeken; ‘Waar staat je gemeente’. Vanaf 2009 neemt de gemeente Westervoort deel aan het landelijke onderzoek ‘Waar staat je gemeente’. Het klanttevredenheidsonderzoek is hierin een onderdeel. Naast dit onderdeel, waarin de burgers hun mening geven over de gemeentelijke dienstverlening en organisatie, geven de resultaten van het onderzoek ‘Waar staat je gemeente’ ook inzicht in de mening van de burger over onder andere hun woonomgeving, gevoel van veiligheid en niveau van voorzieningen. het medewerkertevredenheidsonderzoek; het bestuurderstevredenheidsonderzoek. 82
Voor het bestuur en het managementteam is het van belang te weten in hoeverre de externe klant (de burger) en de interne klant de ambtelijke organisatie zich kunnen vinden in het producten- en dienstenaanbod en de wijze van levering. Gezien de specifieke rol en taken van de raad als kadersteller, controleur en volksvertegenwoordiger houden we ook een tevredenheidsonderzoek onder de raadsleden en fractieassistenten. Planning en Control De planning- en controlcyclus is erop gericht systematisch en gemeentebreed de gewenste effecten en doelen af te wegen, prioriteiten te bepalen (door de raad), uit te voeren en te verantwoorden (door het college). Met ingang van 2013 is reeds bij de voorjaarsnota voorgesorteerd op de prioriteiten voor 2014 en volgende jaren. Dit vormt de basis voor de behandeling van de programmabegroting 2014-2017. Het college stelt voor de reeds beschikbaar gestelde middelen jaarlijks de productenraming vast. De vertaling van de programmabegroting voor de organisatie gebeurt door de directie in het jaarlijkse directieplan en voor de afzonderlijke afdelingen via de afdelingsplannen. De verantwoording hiervan geschiedt door managementrapportages aan het college en vervolgens van het college aan de raad in de vorm van rapportages die zijn verwerkt in de voorjaarsnota, najaarsnota en jaarrekening. Financiën, doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid Om ervoor te zorgen dat de (programma)begroting, de jaarrekening, en de voorjaarsnota echte sturingsinstrumenten worden zijn de verordenende bevoegdheid, de rekenkamer(functie) en accountant van groot belang. De interne regels met betrekking tot de financiële beheersing van de organisatie met de daarbij behorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn neergelegd in de verordeningen ex artikel 212, 213 en 213a van de Gemeentewet. De relevante instrumentaria behorende bij de planning en control zijn hierop afgestemd. De accountant doet onderzoek naar het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten, ook onderzoekt hij de balansmutaties. De accountant geeft daarnaast een oordeel over de kwaliteit van de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie om zo te kunnen oordelen over de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoording. Belangrijk bij dat laatste is de jaarlijkse bij de interimcontrole door de accountant opgestelde managementletter. ICT ontwikkelingen De gemeente Westervoort wil in de pas lopen met het landelijke ambitieniveau voor de elektronische overheid. Zij wil haar klanten bedienen vanuit de één-loket-gedachte: onafhankelijk van tijd, plaats en medium (7 dagen per week, 24 uur per dag). De gemeente benut alle beschikbare kanalen: het fysieke loket, de telefoon, (elektronische) post en internet. De keuze is aan de burger. Om dit te kunnen bereiken, geven we uitvoering aan het Programma Dienstverlening. Via dit programma wordt onze visie op dienstverlening, zoals neergelegd in het Dienstverleningsconcept vertaald en geïmplementeerd in onze organisatie. Onze ICT-activiteiten zijn per 1 januari 2012 geregionaliseerd en uitgevoerd door de Regionale ict dienst Samenwerking De Liemers. Vanuit de RID is inmiddels in samenspraak met de deelnemende gemeenten en de Regionale Sociale Dienst een Informatiebeleidsplan ontwikkeld. Dit plan is het Kompas voor onze automatisering voor de komende jaren. De eerste concrete stappen om tot één softwarelandschap te komen zijn inmiddels gezet. Momenteel loopt een aanbestedingstraject voor gezamenlijke aanschaf van mid- en frontoffice software. Vanaf 2014 zal deze software gefaseerd worden geïmplementeerd bij de vier gemeenten. Naast de uniformering van software zal zwaar worden ingezet op uniforme inrichting van de applicaties en uniformering van processen. Deze laatste twee elementen zijn van belang om zo de beheerlasten zo laag te kunnen houden en om kwetsbaarheden te verminderen. Deze lopen vooruit op de aanstaande herindeling tussen de vier gemeenten.
83
Personeel De bezuinigingen die op onze gemeente afkomen, laten de organisatie niet ongemoeid. De organisatie heeft een taakstellende bezuiniging opgelegd gekregen van € 50.000 in 2014 en oplopend tot € 150.000 structureel in 2016. De organisatie is aan de gang gegaan om deze bezuiniging ook feitelijk te realiseren. Doorgaan met het verder ontwikkelen van ons personeelsbeleid en ons personeel is belangrijk om onze organisatie toegesneden te blijven houden op onze toekomstige taken. Het Westervoortse personeelsbeleid ontwikkelen we de komende jaren verder op basis van het vastgestelde Integraal Personeelsbeleid. Jaarlijks is een budget beschikbaar voor opleidingskosten van het personeel. Dit budget zal na enkele jaren van incidentele verlagingen, in 2014 weer op peil zijn. Overzicht totale personele lasten en formatiesterkte.
Personeelslasten FTE's Kosten per FTE
Rek 2012 Begr 2012 Begr 2013 Begr 2014 5.546.604 5.584.103 5.512.903 5.501.468 85,38 85,38 84 83,01 64.964 65.403 65.630 66.275
De lasten in bovenstaand overzicht beslaan alle personele lasten, dus salariskosten en overige lasten verband houdende met personeel. U moet hierbij denken aan kosten voor tijdelijk personeel, reis- en verblijfkosten, kosten van opleiding, bedrijfsgeneeskundige zorg etc.
84
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN In de paragraaf Verbonden Partijen nemen we de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke vormen van samenwerking op, waarin de gemeente in bestuurlijke en/of financiële zin deelnemer is. Het doel is door deelname uitvoering te geven aan haar (gemeentelijke) publieke taak ter behartiging van het openbaar belang. Vanuit bestuurlijk, beleidsmatig en financieel oogpunt is het van belang, dat we in de begroting en in de jaarstukken aandacht besteden aan rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Dit is wettelijk geregeld in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Dit belang is duidelijker als we hierbij in ogenschouw nemen, dat een verbonden partij vaak beleid uitvoert dat volgens een wettelijke bepaling een taak van de gemeente is. Als er sprake is van een verbonden partij dan leggen de deelnemende gemeenten haar taak als het ware neer bij die verbonden partij. Wel is en blijft de gemeente verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Met verbonden partijen bedoelen we rechtspersonen, zowel privaat als publiek, waarin de gemeente Westervoort een bestuurlijke en/of financieel belang heeft. Met bestuurlijk belang wordt bedoeld: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.
Met financieel belang wordt bedoeld: de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie of het door de gemeente te ontvangen dividend.
Visie op verbonden partijen De bestuursorganen van de gemeente Westervoort willen hun doelstellingen optimaal realiseren. In een groot aantal gevallen is dit op eigen gemeentelijke kracht mogelijk. Er zijn echter ook situaties waar het uit praktisch en bestuurlijk oogpunt beter is om daarvoor met derden samen te werken. Die samenwerking kan met andere overheden met name gemeenten en provincies zijn, maar ook met niet-overheden. Om te beoordelen of aan ‘verbonden partijen’ wordt deelgenomen gelden de volgende toetsingscriteria: de taak kan niet of zeer moeilijk door de gemeente alleen worden uitgevoerd; gezamenlijke uitvoering van de taak levert voor de gemeente een concrete meerwaarde op; de voordelen van de samenwerking wegen op tegen de nadelen. Het gemeentebestuur van Westervoort is voorstander van samenwerking binnen publiekrechtelijke kaders. Maar in sommige gevallen is het noodzakelijk om samenwerking op privaatrechtelijk terrein aan te gaan, door deelneming aan een stichting, vereniging of vennootschap. Bij deze vormen van samenwerking geldt als extra criterium, dat samenwerking via publiekrechtelijke weg niet of slechts zeer moeilijk mogelijk is. Dualisering en wetgeving over verbonden partijen Sinds 2002 is in de Gemeentewet geregeld dat het college de beslissingsbevoegdheid heeft tot het aangaan van privaatrechtelijke verplichtingen. Daaronder vallen ook de besluiten om deel te nemen aan privaatrechtelijke ‘verbonden partijen’ zoals stichtingen, verenigingen, vennootschappen en dergelijke. Wel voorziet artikel 160 van de Gemeentewet in een verplichte toezending van het ontwerpbesluit aan de raad. Tenslotte is goedkeuring nodig van Gedeputeerde Staten. Het aangaan van samenwerkingsvormen in de publiekrechtelijke sfeer is geregeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Dualisering hiervan heeft (nog) niet plaatsgevonden. Volgens de Wgr kunnen de raad, het college of de burgemeester ‘afzonderlijk of tezamen ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft’ een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van de gemeente. Als het college en/of de burgemeester tot een gemeenschappelijke regeling willen besluiten hebben zij de voorafgaande toestemming nodig van de raad. 85
Sinds 8 maart 2006 geldt de Wet dualisering gemeentelijke medebewindbevoegdheden. De raad is niet meer bevoegd tot het aangaan van gemeenschappelijke regelingen waarin voornamelijk uitvoerende taken worden ondergebracht. Voor bestaande gemeenschappelijke regelingen bevat de wet een overgangsbepaling die er op neer komt dat gemeenschappelijke regelingen voor taken die tegenwoordig tot de bevoegdheden van het college behoren, ‘geacht worden te zijn getroffen’ door het college, ook al zijn de betreffende besluiten in het verleden door de raad genomen. Zo geldt een gemeenschappelijke regeling voor hulpverlening van brandweer, rampenbestrijding en gezondheidszorg, waartoe u in het verleden heeft besloten. Vanaf 8 maart 2006 zijn bevoegdheden van brandweer, rampenbestrijding en gezondheidszorg overgeheveld naar het college. In de praktijk heeft bovengenoemde wetswijziging tot gevolg dat een aantal beslissingen dat volgens de tekst van bestaande gemeenschappelijke regelingen van de raad wordt verwacht, voortaan door het college wordt genomen, zoals het benoemen van bestuursleden, het beoordelen van begroting en jaarrekening e.d. Overzicht van partijen Verbonden partijen zijn onder te verdelen in private- en publieke verbonden partijen. Hierna volgt een overzicht van verbonden partijen van onze gemeente. Van elke partij noemen we het doel, de betrokkenen, het bestuurlijk belang, het financieel belang, het eigen vermogen en het laatst bekende resultaat. PRIVAAT VERBONDEN PARTIJEN Aan de hier bedoelde partijen zijn geen jaarlijkse terugkerende exploitatiebijdrage verschuldigd. Als aandeelhouder loopt de gemeente bij afnemende omzetten het risico dat minder dividend wordt ontvangen. a. Vitens Aandeelhouders zijn gemeenten en provincies. Wij hebben geen zitting in het bestuur. Vestigingsplaats Doel Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Zwolle Het leveren van leidingwater en de instandhouding van het leidingnetwerk. Provincies en gemeenten. Vitens N.V. kent een Raad van bestuur en een Raad van commissarissen. Gemeente Westervoort is een van de aandeelhouders. Uitstaande aandelen gemeente Westervoort 16.023. De dividenduitkering over 2012 bedroeg € 41.180. € 386.100.000 (2012) € 29.600.000 (2012) Niet van toepassing.
86
b. Alliander Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen Bestuurlijk belang Ontwikkelingen
Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Arnhem Het voorzien in energie en in het transport daarvan. De deelname in Alliander is een uitvloeisel van de opsplitsing van het energiebedrijf Nuon in een energie en transportdeel. Het energiedeel is verkocht aan Vattenfall. Provincies en gemeenten. Alliander kennen een raad van bestuur en een raad van commissarissen. Gemeente Westervoort is een van de aandeelhouders. In 2009 is besloten om tot verkoop van de aandelen in het energiebedrijf van NUON over te gaan. De opbrengst zal in een aantal tranches beschikbaar komen, waarbij de laatste termijn in 2015 wordt ontvangen. NUON zelf is overgenomen dor Vattenfall en het netwerkdeel is afgesplitst in een afzonderlijk bedrijf (Alliander). Wij blijven aandelen in het netwerkbedrijf bezitten. Uitstaande aandelen Alliander gemeente Westervoort 145.643. De dividenduitkering over 2012 voor Alliander bedroeg € 79.212. Alliander € 3.203.000.000 (2012) Alliander € 224.000.000 (2012) Niet van toepassing.
c. Vattenfall (voormalig N.V. NUON Energy) Vestigingsplaats Doel Betrokkenen Bestuurlijk belang Ontwikkelingen
Financieel belang
Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Amsterdam Het voorzien van energie. Provincies en gemeenten. Vattenfall kennen een raad van bestuur en een raad van commissarissen. Gemeente Westervoort is een van de aandeelhouders. In 2009 is besloten om tot verkoop van de aandelen in het energiebedrijf van NUON over te gaan. De opbrengst zal in een aantal tranches beschikbaar komen, waarbij de laatste termijn in 2015 wordt ontvangen. NUON zelf is overgenomen door Vattenfall en het netwerkdeel is afgesplitst in een afzonderlijk bedrijf (Alliander). Wij blijven aandelen in het netwerkbedrijf bezitten. Uitstaande aandelen gemeente Westervoort 30.586. De dividenduitkering over 2012 voor Nuon € 43.115. Door de aandelenverkoop zal het dividend in de komende jaren afnemen. Op termijn resteert alleen nog dividend uit het zogeheten netwerkdeel Alliander. Nuon € 3.333.000.000 (2012)ejdljlijw Nuon -/- € 716.000.000 (2012) Niet van toepassing.
d. BNG Vestigingsplaats Doel Betrokkenen
Den Haag De Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor maatschappelijk belang. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, 87
Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut. De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten kent een Raad van Commissarissen een Raad van Bestuur en Directeuren. Gemeente Westervoort is aandeelhouder. Gemeentelijke aandelenpakket van 3510 aandelen à € 2,50 nominaal. Dit betekent een belang van € 8.775. De dividenduitkering over 2012 bedroeg € 5.230. € 2.752.000.000 (2012) € 332.000.000 (2012) Niet van toepassing.
e. Nazorg Bodem Holding BV Vestigingsplaats Doel Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Arnhem Nazorg Bodem Holding BV heeft tot doel de overname van de langdurige (langer dan 7 jaar) (na)zorg voor bodemsaneringslocaties. Gemeenten en een waterschap. Nazorg Bodem Holding BV kent een raad van commissarissen. Gemeentelijk aandelenpakket van 47 aandelen à € 100 nominaal. Dit betekent een belang van € 4.700. Er is nog geen dividend ontvangen van deze nieuwe B.V. € 353.691 (2012) € 53.785 (2012) Niet van toepassing.
88
PUBLIEK VERBONDEN PARTIJEN 1. Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Arnhem Nijmegen Vestigingsplaats Openbaar belang Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
Nijmegen Adequate aanpak van de grootstedelijke problematiek alsmede de bevordering van een evenwichtige ontwikkeling van het gebied. Gemeenten. De Stadsregio Arnhem Nijmegen kent een college van bestuur. De gemeente Westervoort heeft zitting in het algemeen bestuur. Deelneming van 3 % in relatie tot de bijdrage. € 13.282.389 (2012) € 1.432.860 (2012) € 46.950 algemene bijdrage € 21.777 Stadsregiotaxi Kosten bij uittreding.
2. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen Ontwikkelingen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
Arnhem Samenwerking op het gebied van de regionale brandweertaken, ambulancevoorziening, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en collectieve preventieve gezondheidszorg ter realisering van deskundigheidsversterking en capaciteitsvergroting. Gemeenten. De regionalisering brandweer leidt in de komende jaren tot een hogere bijdrage per inwoner, hetgeen in deze begroting is verwerkt. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden kent een dagelijks bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van inwonertal. Deelneming van 3 % in relatie tot de bijdrage. € 2.487.257 € 194.411 (2012) € 635.800 Brandweer & Rampenbestrijding € 169.000 Volksgezondheid Deelname brengt een financieel en bestuurlijk risico met zich mee. Slechte financiële resultaten zullen leiden tot tekorten en per definitie, indien niet voldoende bezuinigingen kunnen worden bereikt, tot een hogere bijdrage per inwoner.
3. Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Regio Arnhem Vestigingsplaats Openbaar belang Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente
Arnhem Leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling en uitvoering van het gemeentelijke milieubeleid. Gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar. Het gemeenschappelijk orgaan kent een dagelijks bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling. € 483.695 (2012) € 16.206 (2012) € 8.383 89
aan verbonden partij Financieel risico
Er is geen financieel risico aanwezig.
4. Streekarchivariaat de Liemers en Doesburg Vestigingsplaats Openbaar belang Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
Zevenaar Het beheer van de archiefbescheiden en het bevorderen van publicaties over de streek de Liemers en Doesburg. Gemeenten Doesburg, Duiven, Montferland, Rijnwaarden, Westervoort, Zevenaar en provincie Gelderland. Het streekarchivariaat kent een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van inwonertal. Geen. €0 € 21.824 Er is geen financieel risico aanwezig.
5. Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Achterhoek-De Liemers (RAL) Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Financieel risico
Hummelo De deelnemende gemeenten in het geografische gebied Achterhoek-De Liemers maken het middels een financiële bijdrage, gebaseerd op een bedrag per inwoner, mogelijk voorzieningen op recreatief gebied te realiseren, in stand te houden en te exploiteren. Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Duiven, Oost-Gelre, Lochem, Montferland, Oude-IJsselstreek, Rijnwaarden, Westervoort, Winterswijk en Zutphen. De organisatie van het Recreatieschap Achterhoek-Liemers is opgebouwd uit een algemeen Bestuur en een dagelijks Bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van inwonertal. € 9.618.682 (2012) € -/- 394.312 (2012) Het voornemen is om het RAL per 1-1-2014 te liquideren. Op het moment van schrijven van dit stuk worden de laatste hobbels glad gestreken. Alle financiële verplichtingen en risico’s worden binnen het vermogen van het RAL opgevangen. Er wordt verder geen financieel beroep meer gedaan op de gemeente. Kosten bij uittreding.
6. Werkvoorzieningschap Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven) Vestigingsplaats Openbaar belang Betrokkenen Ontwikkelingen
Arnhem Uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar. In de raad van 17 september 2012 is de financiële situatie van Presikhaaf Bedrijven apart aan de orde geweest. Voor de jaren 2012-2015 is er een extra bijdrage in de verliezen te worden gedaan. Hiervoor is reeds een bedrag van de algemene reserve afgezonderd en in onze financiële stukken verwerkt. Door de voorgenomen rijksbezuinigingen op de sociale werkvoorzieningen blijven er onzekerheden aanwezig over de 90
Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
financiële positie van Presikhaaf. De organisatie kent een algemeen Bestuur en een dagelijks Bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling. € 0 (2012) -/- € 16.602.000 (2012) € 3.094.634 De deelnemende gemeenten zijn verantwoordelijk voor eventuele tekorten.
7. Gemeenschappelijke Regeling voor Onderwijszaken in de regio Arnhem (GRO) Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
Arnhem De regeling is getroffen voor de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de volwasseneneducatie. Het gemeenschappelijk orgaan heeft geen rechtspersoonlijkheid. De bevoegdheid om contracten te tekenen berust bij de afzonderlijke gemeenten. Gemeenten Arnhem, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar. Het gemeenschappelijk orgaan kent een dagelijks bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van inwonertal. n.v.t. n.v.t. € 1.019 Het GRO stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op, waarin jaarlijks de verschuldigde bijdragen per gemeenten zijn opgenomen. Gemeenteraden kunnen hierop hun commentaar geven. GS keuren de begroting goed. Het GRO kent een secretaris en een regionale regievoerder. De gemeente Arnhem draagt zorg voor de voorziening van dit personeel tegen vergoeding van de kosten. Het dagelijks bestuur van het GRO stelt taakomschrijvingen en instructies voor het personeel vast. Bij uittreding regelt het gemeenschappelijk orgaan, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, de financiële en overige gevolgen van de uittreding.
8. Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking De Liemers Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen Bestuurlijk belang
Duiven Het doel van de Samenwerking De Liemers is het, met behoud van de bestuurlijke zelfstandigheid, vergroten van de gemeentelijke slagkracht door bundeling van ambtelijke expertise op strategisch, tactisch en operationeel niveau met als resultaat verhoogde kwaliteit, continuïteit en efficiëntie. De Samenwerking De Liemers verricht voor de gemeenten beleidsvoorbereidende en uitvoerende taken met betrekking tot de volgende taakvelden: RSD, RID, Inkoopsamenwerking en uitoefening van overige door de gemeenten overgedragen taken aan Samenwerking De Liemers. Gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar. De regeling kent een algemeen bestuur (de college’s van b&w van de 4 gemeenten), een dagelijks bestuur (één lid per 91
Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
gemeente) en een voorzitter (tweejarig wisselend). Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van gelijkheid, aantal klanten RSD en inwonertal. n.v.t. n.v.t. Bestuurskosten € 7.500 Centrale Inkoop € 34.000 RSD € 696.700 RID € 320.900 De deelnemende gemeenten zijn verantwoordelijk voor eventuele tekorten.
9. Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem (Odra) Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen Bestuurlijk belang
Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
Arnhem Het doel van de Omgevingsdienst Regio Arnhem is om een hogere kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) te bereiken. Tevens wordt een goede samenwerking tussen de omgevingsdiensten in Gelderland beoogd. Gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Westervoort, Zevenaar en provincie Gelderland. Het algemeen bestuur (AB) bestaat uit de college’s van b&w van de 11 gemeenten en het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, waaronder de voorzitter. Het dagelijks bestuur (DB) bestaat, de voorzitter inbegrepen, uit de volgende 5 leden: Provincie Gelderland 1 lid, Gemeente Arnhem 1 lid, Gemeenten Lingewaard en Overbetuwe 1 lid, Gemeenten Doesburg, Renkum, Rheden en Rozendaal 1 lid en gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar 1 lid. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van de bij het openbaar lichaam ondergebrachte basistaken. n.v.t. n.v.t. € 30.318 De Odra stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op. In de begroting wordt het door elk van de deelnemers over het desbetreffende jaar de verschuldigde bedragen opgenomen. Bij uittreding regelt het gemeenschappelijk orgaan de financiële gevolgen van de uittreding.
92
PARAGRAAF GRONDBELEID Algemeen Het grondbeleid omvat de activiteiten en calculaties voor de grondverwerving, -beheer en –uitgifte. Via grondbeleid kan een nadere invulling aan het uitvoeren van bepaalde programma’s worden gegeven. We denken dan aan groen, water, wonen, werken en recreëren. Tegelijkertijd kan het grondbeleid tot (extra) baten van de gemeente leiden, maar ook tot (extra) lasten. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s van het grondbeleid, zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente en voor de exploitatie zelf. De raad heeft op 16 maart 2009 de nota Grondbeleid vastgesteld. De hoofdlijnen van het grondbeleid De gemeente Westervoort voert bij de woon- en werklocaties een faciliterend grondbeleid. Op deze manier houdt de gemeente het meeste grip op de door haar gewenste ruimtelijke ontwikkelingen omdat de grondpositie over het algemeen niet bij de gemeente ligt. Hiervoor sluit zij exploitatieovereenkomsten af met derden. Het grondbeleid van de gemeente Westervoort is er op gericht om minimaal kostendekkend te zijn. Dit betekent dat alle exploitatiekosten ten minste door de uiteindelijke opbrengsten worden gedekt. Ten aanzien van de uitgifteprijzen hanteren we zoveel mogelijk marktconforme prijzen. Financiële positie Algemene reserve Voor de opvang van onvoorziene risico’s, die bij de uitvoering van de grondexploitatie voortvloeien, is de algemene reserve beschikbaar. Bij de bepaling van het minimumniveau van de algemene reserve is rekening gehouden met de risico’s van de grondexploitatie. Exploitaties Gronden in exploitatie 1. Gronden De Schans/Versteeg De boekwaarde van het plan is op 1-1-2014 € 1.500.000,00. Het bestemmingsplan is eind 2010 onherroepelijk geworden, waardoor dit plan nu als een plan in exploitatie kan worden beschouwd. Er is een bestek opgesteld voor het bouwrijp maken van het te bebouwen gebied. Voor de aanleg van het zuidelijk deel inclusief het inundatiekanaal stellen we een Definitief Ontwerp op, op basis waarvan we de kosten in beeld brengen. We hebben een omgevingsvergunning verleend voor de 7 woningen aan de dijk en de 2 vrijstaande woningen aan Het Geerken. De eerste woning aan de dijk is verkocht. In 2011 is een gedeelte van verkoop van de grond van de projectontwikkelaar ontvangen en is begonnen met bouwrijpmaken. In 2013 is voor rekening en risico van de gemeente gestart met de bouw van een 2/1 kapwoning op de plek van de voormalige boerderij De Schans, dit is een voorwaarde voor de nog te ontvangen verzekeringsgelden. Vooralsnog gaan we bij het plan de Schans uit van een exploitatie met een, op basis van de huidige gegevens, positief saldo van ruim vier ton. Gezien de blijvende malaise op de woningmarkt stagneren ook in dit plan de verkopen en dient er uiterst voorzichtig te worden omgegaan met het eventuele voordelige saldo in dit plan. Het valt niet uit te sluiten dat de ontwikkeling van het plan vele jaren vertraging op gaat lopen, hetgeen consequenties heeft voor de exploitatie uitkomst. Gronden niet in exploitatie 1. Kavel Steenderens De oppervlakte van het terrein is 1.875 m2 . In 2011 zijn de noodlokalen op het terrein opgeruimd en verkocht en is er een aantal plannen gemaakt voor de invulling van het terrein. In 2012 is besloten om voorlopig op dit terrein niet te bouwen gezien de situatie op de woningmarkt. Er rust derhalve nog een onderwijsbestemming op de gronden. Gezien de 93
huidige vraagprijzen voor bouwgrond en de bebouwingsmogelijkheden ter plaatste is hier geen financieel risico te verwachten. Boekwaarde 1-1-2014 is € 138.428. Per m2 is dat € 73,83 (2013 € 70,99). 2. Gronden ‘Goris’ De gronden zijn gelegen aan de noordkant van de Hamersestraat/Rivierweg en hebben op dit moment geen bestemming. Bij eventuele uitbreiding aan de noordkant kunnen deze gronden gebruikt worden. De boekwaarde per 1-1-2014 is € 164.890 voor 36.210 m2. Per m2 is dit € 4,55 (2013: € 4,38). Gezien de boekwaarde is er geen financieel risico te verwachten. 3. Grond ’t Kasteeltje Aan de zijkant van ‘t Kasteeltje ligt nog een strook grond van ca. 3.000 m2. De boekwaarde van deze grond is op 1-1-2014 € 15.000. Per m2 is dit € 5,00 (2013: € 5,00). Aan de grond is nog geen bestemming gegeven. De waarde van de grond is in 2012 afgewaardeerd op basis van landbouwgrond. 4. Centrumvisie De verwachte boekwaarde van dit deelplan is op 1-1-2014 zal nagenoeg nihil zijn. In de boekwaarde is de aankoop van het pand Zuidelijke Parallelweg 3 meegenomen. Dit pand is aan marktpartijen aangeboden. Ook hier geldt dat het in de huidige tijd lastig is om een geschikte koper te vinden. In 2012 is het pand verder afgewaardeerd. In het kader van de financiële afwikkeling van het stationsproject zal de boekwaarde van het pand Zuidelijke Parallelweg verder teruggebracht worden. Overige plannen Rabobank Het pand van de voormalige Rabobank (Forumgebouw) is verkocht aan een externe partij. Na ontvangst van de verkoopopbrengst, inzet van een provinciale subsidie en middelen voor versnelde woningbouw zal dit ‘complex’ geen boekwaarde meer hebben. Afhankelijk van de start van de bouw van het nieuwe appartementencomplex op dit terrein zal dit eind 2013 dan wel in de loop van 2014 plaatsvinden.
94
PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN Binnen de gemeente Westervoort wordt een aantal lokale heffingen geheven. Aan elke heffing ligt een verordening ten grondslag. Aanwezige verordeningen: Verordening onroerende zaakbelastingen; Verordening reinigingsrechten; Verordening rioolheffing; Verordening afvalstoffenheffing; Verordening hondenbelasting; Legesverordening; Verordening lijkbezorgingsrechten; Verordening marktgeld. Uitgangspunten tariefbeleid De ramingen van de opbrengsten van belastingen en tarieven zijn in de productenraming gebaseerd op de tarieven 2013, de besluitvorming uit de programmabegroting 2013 en de voorjaarsnota 2013. Voor de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, de rioolheffing en de leges streven we kostendekkende tarieven na. OZB Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De Financiële verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen, maar ook verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met veel waardevol onroerend goed ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevol onroerend goed. Van de waarde van woningen wordt 80% meegerekend, van de waarde van niet-woningen 70%. Hierop wordt het zogenaamde rekentarief toegepast. Het resulterende bedrag wordt gekort op de algemene uitkering van de betreffende gemeente. Onderstaand een overzicht van de voorlopige tarieven 2014. De tarieven 2014 zijn inclusief de voorlopige verhoging van 5% op grond van de daling van de totale waarde van het woningenbestand en 3% stijging in verband met de dalingen van de waarde van het niet-woningenbestand, daarnaast stijgen de tarieven met 5,5% als compensatie voor de afvalstoffenheffing en eerder gemaakte afspraken, maar nog exclusief de inflatiecorrectie voor 2014. Eigenaren woningen 2010 2011 2012 2013 2014
0,1333% 0,1377% 0,1422% 0,1496% 0,1653%
Eigenaren niet-woningen 0,1610% 0,1667% 0,1724% 0,1776% 0,1927%
Gebruikers niet-woningen 0,1277% 0,1322% 0,1367% 0,1408% 0,1528%
Rioolheffing Het GRP is eind 2012 vastgesteld. Voor 2014 is het tarief voorlopig bepaald op € 211,00 exclusief inflatiecorrectie.
95
Afvalstoffenheffing De tarieven voor 2014 zijn op basis van de productenraming voorlopig als volgt berekend: Vastrecht Per lediging Per lediging Per lediging Per lediging
240 liter rest 140 liter rest 140 liter GFT 80 liter GFT
Verzamelcontainer meerpersoons Verzamelcontainer alleenwonend
€ € € € €
2014 156,00 9,70 7,65 0,00 0,00
€ € € € €
2013 170,00 6,45 4,35 3,95 2,40
€ €
244,00 183,00
€ €
260,00 195,00
Bij gebruik van een ondergrondse container bedragen de tarieven: Belasting per perceel € 156,00 Kosten per registratie/vuilniszak € 1,30 De tarieven voor 2014 zijn gebaseerd op de geraamde kosten in de productenraming exclusief inflatiecorrectie. Reinigingsrechten De tarieven voor 2013 zijn op basis van de productenraming voorlopig als volgt berekend: Vastrecht
2014 € 156,00
2013 € 170,00
Hondenbelasting De belasting wordt geheven op basis van het aantal honden dat wordt gehouden. De gemeente Westervoort heeft een uitzondering gemaakt voor blindengeleidehonden, honden die aan een gehandicapte ten dienste zijn gesteld ter bevordering van de zelfstandige deelname aan het maatschappelijk verkeer, asielhouders en honden jonger dan drie maanden die nog bij de moederhond verblijven. De gemeente Westervoort heft een progressieve belasting oplopend van € 83,00 (bij één hond), via € 119,65 (voor de tweede hond) tot € 245,20 (voor de derde en volgende hond). Voor kennelhouders, geregistreerd bij de raad van beheer op kynologisch gebied, geldt een vast tarief van € 202,65. Voor 2014 blijven de tarieven gelijk exclusief inflatiecorrectie. Lijkbezorgingsrechten Op grond van de verordening Lijkbezorgingsrechten heffen we voor de algemene begraafplaats rechten voor graven, urnenkelders en –muren en voor het verstrooien van de as. Voor 2014 blijven de tarieven gelijk exclusief inflatiecorrectie. Marktgelden Het marktgeld wordt geheven van degene die de goederen of koopwaren uitstalt. Het tarief berekenen we aan de hand van het aantal ingenomen strekkende meters. Voor 2014 blijven de tarieven gelijk exclusief inflatiecorrectie. Leges Onder de naam leges heffen we rechten over het door de gemeente verlenen van diensten, bedoeld in deze verordening en in de daarbij behorende tabel. Voor 2014 blijven de tarieven gelijk exclusief inflatiecorrectie. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding voeren we uit op grond van de Invorderingswet 1990 en de richtlijnen die behoren bij het verlenen van kwijtschelding. Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van een gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de geheven belasting. 96
Voor wat betreft Diftar is het zo dat nadere regels met betrekking tot kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing zijn gesteld. Kwijtschelding kan worden verkregen tot het maximum van het vooraf bepaalde gemiddeld aantal ledigingen in dat jaar. Voor 2014 is dit 10 aanbiedingen voor de grijze container en 39 aanbiedingen voor de ondergrondse container. Ook kan kwijtschelding voor het houden van een eerste hond worden aangevraagd. Naar verwachting zullen in 2014 ongeveer 400 (in 2013: 375) aanslagen voor (gedeeltelijke) kwijtschelding in aanmerking komen. Totaaloverzicht inkomsten lokale heffingen Onderstaande bedragen zijn inclusief de voorstellen uit het dekkingsplan.
Soort heffing/belasting Onroerende zaakbelasting Hondenbelasting Rioolheffing Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Bouwleges Marktgelden Begraafrechten Totaal
Werkelijk 2012 2.186.800 120.800 1.345.500 1.585.800 404.200 9.000 70.400 5.722.500
Raming 2013 2.209.600 122.800 1.415.400 1.615.000 88.000 11.700 52.000 5.514.500
Raming 2014 2.329.600 122.800 1.419.000 1.401.800 80.000 11.700 52.000 5.416.900
Lastendruk In het onderstaande overzicht zetten we de voornaamste lasten voor een gemiddeld huishouden in het jaar 2014 op een rij, waarbij de procentuele stijging of daling ten opzichte van het jaar 2013 is weergegeven. Aannames: Waarde woning per 1 januari 2014 € 185.725 (prognose) Waarde woning per 1 januari 2013: € 195.500 Waarde woning per 1 januari 2012: € 203.600 Waarde woning per 1 januari 2011: € 206.700 Aantal containerledigingen (grijs resp.groen): 13/6 (2013) 13/6 (2012) en 13/7 (2011) Eigenaren woningen:
Ontwikkeling lastendruk OZB eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolheffiing Totaal
2012 289 276 200 765
2013 291 278 211 780
2014 In% (tov 2013) 306 5,15% 253 -8,99% 211 0,00% 770 -1,28%
2012 276 276
2013 278 278
2014 In% (tov 2013) 253 -8,99% 253 -8,99%
Huurders woningen:
Ontwikkeling lastendruk Afvalstoffenheffing Totaal
Vergelijking lastendruk met gemeenten binnen Gelderland:
Vergelijking lastendruk binnen Gelderland Lastendruk per inwoner* Gemeente Westervoort Liemerse Gemeenten Gelderland
2011
2012
2013
320 303 356
328 320 368
342 334 382
Bron: Databank financiële gegevens Provincie Gelderland *Bij de bepaling van de lastendruk per inwoner wordt door de provincie gekeken naar de onroerende zaakbelastingen voor eigenaren woningen, de afvalstoffenheffing en het rioolheffing. Daarbij wordt overigens van andere eenheden uitgegaan dan onze eigen berekening die erboven staat!!
97
PARAGRAAF BEZUINIGINGEN Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2013 zijn een aantal dekkingsvoorstellen gedaan om de begroting 2014 sluitend te maken. Zo wordt in 2014, ter compensatie van de lagere afvalstoffenheffing, de OZB verhoogd. Tevens is gebleken dat de kosten van de uitgaven in het kader van de wet BUIG ten opzichte van de ‘zware’ jaren 2009 t/m 2011 gelukkig terug lopen. Op grond van de laatste gegevens omtrent het BUIG-Inkomensdeel en de cijfers van de RSD kan worden volstaan met een lager bedrag aan eigen aandeel in de kosten. Als laatste structurele maatregel is een vermindering van de personele lasten ingezet die oploopt van € 50.000 in 2014 tot €150.000 in 2016. Inmiddels zijn door natuurlijk verloop zodanige situaties ontstaan dat wij kunnen stellen de bezuiniging voor 2014 te realiseren. De plannen voor de invulling van de personele bezuiniging in de jaren daarna worden momenteel nader uitgewerkt.
98
NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN
99
INLEIDING De belangrijkste doelstelling van deze notitie is het (continu) herijken van de fondsen binnen de gemeente Westervoort. De notitie moet de uitgangspunten voor het vormen van reserves en voorzieningen helder maken, het formele onderscheid tussen de verschillende fondsen nog weer eens scherp trekken en bevoegdheden waar nodig opnieuw definiëren. Zoals voorgaand jaar hebben we nu ook de reserves en voorzieningen doorgelicht om te kijken of ze nog voldoen aan het doel waarvoor ze zijn gevormd. Van belang is dat in een raadsbesluit – hetzij afzonderlijk, hetzij binnen het kader van een nota reserve en voorzieningen – duidelijk het doel en wijze van aanwending wordt vastgelegd. Een periodieke herziening van het aantal en omvang van de reserves en voorzieningen is zowel vanuit bestuurlijk als vanuit bedrijfseconomisch oogpunt bezien noodzakelijk. Aangezien de omstandigheden voortdurend wijzigen moet het reserve- en voorzieningenbeleid regelmatig aan die gewijzigde omstandigheden worden getoetst en eventueel aangepast. Dit behoort door het bestuur in casu de gemeenteraad te gebeuren, aangezien het bij reserves en voorzieningen (grotendeels) gaat om het bestemmen van vrij besteedbaar vermogen. Hiermee wordt optimaal inhoud gegeven aan het budgetrecht van de gemeenteraad. In deze notitie bespreken we alle reserves en voorzieningen zoals deze voorkomen in de begroting 2014. We geven aan wat het verwachte saldo per 1 januari 2014 van elke reserve of voorziening is. Ook blijkt of claims rusten op de reserve of de voorziening en welk bedrag nog vrij besteedbaar is. In het eerste hoofdstuk behandelen we algemene zaken die te maken hebben met reserves en voorzieningen. De reserves bespreken we in hoofdstuk 2 en de voorzieningen in hoofdstuk 3.
100
1. ALGEMEEN In dit hoofdstuk wordt aangegeven: wat verstaan we onder een reserve; wat is een voorziening; nadere toelichting van het begrip bespaarde rente. WAT ZIJN RESERVES? In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 2004 (art. 42/43) worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als Eigen Vermogen zijn aan te merken en die bedrijfseconomisch gezien vrij zijn te besteden. De reserves worden onderscheiden in een algemene reserve en bestemmingsreserves. Indien door de raad aan reserves een bepaalde bestemming is gegeven om bepaalde doelen te kunnen realiseren, spreken we van bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves hebben een meer expliciet karakter, omdat de instelling ervan bewust is genomen. De bestemmingsreserves worden tot het eigen vermogen gerekend omdat deze reserves bij een heroverweging van beleid een andere bestemming kunnen krijgen dan wel aan de algemene reserve kunnen worden toegevoegd. Het is daarom zinvol om regelmatig de bestemming van de reserves te toetsen aan de werkelijkheid, zodat bij een integrale afweging de bestemming van een reserve eventueel kan worden gewijzigd of aan de algemene reserve kan worden toegevoegd. WAT ZIJN VOORZIENINGEN? Voorzieningen zijn fondsen voor concrete verplichtingen. Beschikking erover kan alleen plaatsvinden voor het doel of risico waarvoor ze zijn ingesteld. Bij voorzieningen gaat het min of meer om onzekere verplichtingen die te zijner tijd tot schulden kunnen leiden. Artikel 44 van het BBV geeft aan dat voorzieningen worden gevormd wegens: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten; bestaande risico´s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren. Volgens de voorschriften moet dus een voorziening worden opgenomen als er sprake is van een te kwantificeren financiële verplichting, verlies of risico. De omvang moet wel redelijkerwijs geschat kunnen worden en er moet een oorzakelijk verband bestaan met het lopend jaar of een voorgaand jaar. De voorziening mag dus niet kleiner, maar ook niet groter zijn dan de verplichting, verlies of risico. Een voorziening heeft het karakter van Vreemd Vermogen, namelijk een schuld in de toekomst met een oorzakelijke relatie tot het heden. Als het risico niet kwantificeerbaar is, zal het risico opgenomen moeten worden in de Risicoparagraaf bij de begroting. BESPAARDE RENTE De reserves en voorzieningen van de gemeente Westervoort gebruiken we als zogenaamd intern financieringsmiddel (= eigen financieringsmiddel). Dat betekent dat met deze middelen allerlei uitgaven en investeringen worden gefinancierd. Als deze interne financieringsmiddelen niet voorhanden zouden zijn, dan zou de gemeente voor haar totale financieringsbehoefte aangewezen zijn op het aantrekken van vreemd vermogen (langlopende geldleningen en kasgeldleningen). Dit wil zeggen dat de gemeente Westervoort voor al haar investeringen geld zou moeten lenen bij derden waarover rente verschuldigd zou zijn. Deze rente besparen we nu door interne financiering. De bespaarde rente komt tot uitdrukking in een rentetoerekening (fictieve rentelast). Dit percentage kan bestaan uit een inflatierente (koopkrachtbehoud) en/of een marktrente (koopkrachtverbetering). De rentelast die ontstaat, rekenen we uiteindelijk toe aan de
101
producten. Tegenover de rentelast staat een even grote fictieve rentebaat. Voor de bestemming van deze rentebaat bestaan de volgende mogelijkheden: de rente schrijven we bij op het saldo van de reserve; de rente brengen we ten gunste van de exploitatie. Rentetoerekening aan reserves is dus, zoals eerder is aangegeven, toegestaan. Door de rente toe te voegen aan de reserve handhaaft men de koopkracht van de reserve. Aan voorzieningen mag geen rente toegevoegd worden. Het toevoegen van rente is immers niet nodig, omdat de omvang van de voorzieningen altijd even groot moet zijn als de hoogte van de verplichtingen, verliezen of risico´s. De koopkracht van bijvoorbeeld onderhoudsvoorzieningen houden we op peil door het aanpassen van de jaarlijkse dotaties uit de exploitatie aan het inflatiepercentage. Als we de rente ten gunste van de exploitatie (gewone dienst) laten komen, creëren we ruimte in de begroting. Wel is een aantal aandachtspunten te noemen als de bespaarde rente als dekkingsmiddel fungeert: bij aanwending van de reserve (anders dan extra afschrijvingen) ontstaat er een gat in de begroting. Op het moment dat de reserve voor structurele of incidentele uitgaven wordt besteed ontstaat een dekkingsprobleem. Er is dan geen bespaarde rente meer aanwezig. Tot het bedrag dat over de reserves en voorzieningen wordt beschikt, vervallen de eigen financieringsmiddelen en moeten deze vervangen worden door vreemde financieringsmiddelen (geldleningen). Vreemde financieringsmiddelen kosten altijd geld, er moet immers rente betaald worden aan de geldschieters. Aangezien wij het inflatiepercentage als rente aan de reserves toevoegen en de vreemde financieringsmiddelen een hoger rentepercentage kennen, zal dit bij beschikking over de reserves leiden tot hogere rentelasten in de exploitatie. In 2014 voegen we 2% inflatie toe als rentetoerekening aan reserves; de koopkracht van de reserves wordt aangetast. De rente van de hierna genoemde reserves voegen we toe aan de desbetreffende reserve: reserve Afschrijvingslasten gemeentehuis; reserve Bovenwijkse voorzieningen Schans. De bespaarde rente voegen we niet toe aan de overige reserves en voorzieningen. SPELREGELS RESERVES EN VOORZIENINGEN Over het instellen en aanwenden van reserves en voorzieningen moeten we een aantal gedragslijnen en spelregels formuleren. Deze gedragslijnen en spelregels zijn een concrete vertaling van het beleid dat we willen voeren voor reserves en voorzieningen en hieraan gerelateerde onderwerpen. Het gaat om de volgende punten: vorming van reserves en voorzieningen vindt plaats met expliciete toestemming van de raad. Door middel van het strengere onderscheid resultaatbepaling- en resultaatbestemming is dit gewaarborgd; vorming van reserves vindt niet zondermeer plaats via onderuitputting op specifieke begrotingskosten en –opbrengsten; bestemmingsreserves en voorzieningen worden jaarlijks geëvalueerd. Dat betekent dat reserves en voorzieningen met een specifiek doel of een concrete aflooptermijn voor heroverweging wordt voorgelegd als de geplande realisatie uitblijft; voor alle ingestelde onderhoudsvoorzieningen moeten beheersplannen aanwezig zijn. Deze beheersplannen moeten eens per vijf jaar worden geëvalueerd. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de budgethouder van de afdeling waar de voorziening is ingesteld; reserves kunnen niet aangewend worden ter dekking van investeringen waarvan de prestaties aan meerdere jaren kunnen worden toegeschreven, tenzij de investering niet vervangen hoeft te worden of er tegelijkertijd stortingen plaatsvinden die de vervanging op termijn kunnen bekostigen. Zij kunnen echter wel dienen ter dekking van de kapitaallasten voortvloeiende uit investeringen. Een voorbeeld hiervan in onze situatie betreft de reserve Afschrijvingslasten stationsomgeving;
102
verrekeningen met bestemmingsreserves ten gunste van respectievelijk ten laste van de exploitatie vinden uitsluitend plaats door resultaatbestemming; aanwending van een (bestemmings)reserve geschiedt door een raadsbesluit waarin de hoogte van de onttrekking alsmede de uiteindelijke planvorming zijn aangegeven.
Indeling reserves en voorzieningen naar programma´s Naast de voorgeschreven indeling op grond van het BBV (reserves versus voorzieningen, alsmede differentiatie binnen de voorzieningen naar aard ervan) zijn de reserves respectievelijk voorzieningen per programma weergegeven in het Programmaplan. 2. RESERVES In dit hoofdstuk beschrijven we de huidige reserves. De genoemde saldi betreffen de stand per 1 januari 2014, inclusief geraamde mutaties 2014. Deze mutaties betreffen: nog lopende verplichtingen van eerdere jaren; geraamde beschikkingen over de reserves (of stortingen in de reserves) door de vastgestelde begroting 2013 en eventuele wijzigingen hierop. Algemene reserve Stand per 1 januari 2014 Doel Rentetoerekening/bestemming Gewenst minimumniveau Toekomstige stortingen/onttrekkingen
€ 3.029.000 Reserve voor echt onvoorziene uitgaven en het afdekken van risico’s. Aan de algemene reserve wordt geen rente toegevoegd. € 2.000.000 (zie paragraaf weerstandsvermogen) De saldi van de jaarrekeningen zullen met deze reserve worden geëgaliseerd.
103
Bestemmingsreserves In bijgaand overzicht geven we de aanwezige bestemmingsreserves weer.
Toelichtingen per reserve 1. Bij vaststelling van de jaarstukken 2009 is besloten om de hiervoor in voorgaande jaren ontvangen vergoedingen te reserveren. De reserve kunnen we aanspreken om het tarief voor de afvalstoffenheffing, indien gewenst, te verlagen of om niet ingeschatte kosten incidenteel af te dekken. 2. Bij het vaststellen van de voorjaarsnota 2013 is besloten om een reserve te vormen om verschillen tussen de geraamde en de werkelijke baten en lasten in verband met de rioolheffing te egaliseren, zodat de burger nooit meer te veel of te weinig betaald. 104
3. Bij vaststelling van het maatregelenpakket met betrekking tot het verkeersplan is besloten deze reserve te besteden voor de aanpassing van Zuidelijke ParallelwegLiemersallee. 4. Bij vaststelling van het maatregelenpakket met betrekking tot het verkeersplan is besloten deze reserve te besteden voor de aanpassing van Dorpstraat-Hamersestraat. 5. Bij de voorjaarsnota 2010 is besloten om een reserve te vormen voor de versnelde afschrijving van de investeringen met een maatschappelijk nut. 6. Deze reserve dient ter dekking van de kosten die gemoeid zijn met het realiseren van de zogeheten bovenwijkse voorzieningen. 7. Deze reserve dient ter dekking van de kapitaallasten die voortvloeien uit een deel van de aanpassing van het gemeentehuis in 2003 en 2004. 8. Als gevolg van frictiekosten en het versneld moeten afschrijven van investeringen die bij de vorming van de ICT dienst geen economisch nut meer vertegenwoordigen krijgen we op termijn echter nog wel met extra kosten te maken. Voor de dekking van deze uitgaven is deze reserve gevormd. 9. Deze reserve is gevoed met in het verleden ontvangen gelden in de algemene uitkering die voor het personeel dienden te worden ingezet. Op grond van het individuele beloningsbeleid dekken we hier jaarlijks eventuele extra kosten uit. Daarnaast egaliseren we eventuele meer- of minderkosten van het beschikbare bedrag in de productenraming door deze reserve, zodat een gelijkblijvende last in de exploitatie ontstaat. 10. Teneinde regelmatig oefeningen in het kader van het rampenplan te kunnen houden dient deze reserve. 11. Voor incidentele grote uitgaven door vervangingen en vandalisme aan deze objecten hebben we een reserve gevormd. 12. Bij vaststelling van de rekening 2006 is besloten om deze reserve te vormen voor de in de toekomst te maken kosten van handhaving bij grotere incidentele bouwprojecten. 13. Bij vaststelling van de begroting 2007 is besloten om jaarlijks een bedrag in deze reserve te storten om de periodieke inventarisatie te kunnen bekostigen. 14. In 2006 hebben we een reserve gevormd om de gewenste inventarisatie van alle overhoekjes te kunnen maken. Daarnaast is in 2011 de meeropbrengst als gevolg van de pilot aan de reserve toegevoegd teneinde deze pilot te kunnen verlengen. 15. Bij vaststelling van de najaarsnota 2007 is besloten om een reserve te vormen uit de in de algemene uitkering hiervoor ontvangen gelden. 16. Bij het vaststellen van de programmabegroting 2009 is besloten om deze reserve te vormen en te voeden om invulling te kunnen geven aan het speelruimtebeleid. 17. Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2008 is uit het aanbestedingsvoordeel voor de inzameling van huishoudelijk afval deze reserve gevormd. 18. Het doel van de reserve is de kosten van eenmalige duurdere investeringen en activiteiten af te dekken. Bij vaststelling van de kunstnota in 2012 is tevens besloten om bij toekomstige kapitaalwerken een vast percentage van de investeringssom toe te voegen aan deze reserve. 19. Ter dekking van de afschrijvingslasten van ons eigen aandeel in de investeringen rondom de stationsomgeving is deze reserve gevormd. 20. Bij vaststelling van de begroting 2010 is besloten een deel van de algemene reserve af te zonderen ter dekking van de bijdrage in de exploitatielasten van de Pals voor de jaren 2011-2014. 21. Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2012 is besloten om hiervoor een reserve te vormen. 22. Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2012 is besloten een reserve te vormen voor stimulering woningbouw. In de raad van oktober 2013 is besloten om het restant van de reserve in te zetten in het kader van de verordening Starterslening Westervoort 2013. 23. Voor de inzet van extra middelen op het vlak van arbeidsparticipatie is uit het incidentele voordeel over 2009 een reserve gevormd. 24. Bij vaststelling van de jaarrekening 2010 is besloten om het restant van de middelen uit de periode 2006-2010 te reserveren. Het restant van de middelen zal in de komende jaren voor dit beleidsterrein worden ingezet.
105
25. Bij het vaststellen van de voorjaarsnota 2011 is ingestemd met het bezuinigingsvoorstel tot vorming van de reserve ter dekking van kapitaallasten voor eenmalige investeringen. 26. Bij vaststelling van de voorjaarsnota heeft uw raad besloten om een reserve te vormen om toekomstige kosten voor de rekenkamerfunctie te kunnen dekken. 27. Vanaf 2011 worden via de algemene uitkering middelen voor de zogeheten combinatiefuncties ontvangen. Bij vaststelling van de najaarsnota 2011 is besloten om een bedrag te reserveren. 28. Bij de voorjaarsnota 2011 is besloten om de besparing op de bedragen voor dagelijks onderhoud aan de civiele kunstwerken te reserveren voor het opvangen van een schommeling in de jaarlijkse kosten van het onderhoud. 29. In de periode 2011-2014 wordt incidenteel jaarlijks een bedrag in de algemene uitkering ontvangen voor de uitvoering van het Nationaal Uitvoerings Programma (NUP). In 2015 wordt dit totale bedrag echter weer ineens ingehouden op de algemene uitkering. Om budgettaire schommelingen te voorkomen is besloten het extra bedrag te reserveren om in 2015 de uitname op te kunnen vangen. 30. Bij vaststelling van het nieuwe verhardingenplan in 2010 is besloten om een reserve te vormen voor de opvang van kapitaallasten van vervangingsinvesteringen. 31. Bij vaststelling van de jaarstukken 2011 is besloten een reserve te vormen voor boombeleidsplan. 32. Bij vaststelling van de jaarstukken 2011 is besloten een reserve te vormen voor BOSimpuls. 33. Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2012 is besloten een reserve te vormen voor huisvestingsplan scholen. 34. Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2012 is besloten een reserve te vormen voor het aanstellen van een straat- en jongerencoach gedurende 3 jaar. 35. Bij vaststelling van de najaarsnota 2012 is besloten een reserve te vormen voor het digitaliseren van de bestemmingsplannen. 36. Bij vaststelling van de najaarsnota 2012 is besloten een reserve te vormen voor de invoeringskosten AWBZ. 37. Bij vaststelling van de najaarsnota 2012 is besloten een reserve te vormen voor invoeringskosten jeugdzorg. 3. VOORZIENINGEN De voorzieningen rangschikken we als volgt: 1. voor verplichtingen, verliezen en risico´s; 2. onderhoudsegalisaties. Ad 1 Voor verplichtingen, verliezen en risico´s
Toelichtingen per voorziening: 1. Deze voorziening betreft overdragen pensioenen van een wethouder vanuit een vorige werkgever. 2. Deze voorziening betreft wachtgeldverplichtingen voor de vertrokken burgemeester. 3. Deze voorziening is gevormd om de (af)lopende wachtgeldverplichtingen na de beëindiging van het muziekonderwijs te kunnen voldoen.
106
Ad 2 Onderhoudsegalisaties Stand per
Toevoeging
Onttrekking
1-1-2014
Vrijval tgv
Stand per
exploitatie
31-12-2014
BESPAARDE RENTE
VOORZIENINGEN Onderhoudsegalisaties WEGEN VOORZ.STR.VERL GEMEENTELIJKE GEBOUWEN
142.142
279.500
279.500
142.142
99.811
222.700
138.000
241.953
502.200
417.500
-
5.686
-
-
184.511
3.992
326.653
9.678
Toelichtingen per voorziening: 1. In 2010 is het nieuwe Verhardingenplan vastgesteld. Hierbij is het benodigde wegonderhoud voor een periode van 10 jaar aangegeven. Er is besloten om volgens het zogenaamde R- scenario het wegonderhoud uit te voeren. Deze voorziening dient voor egalisatie van groot onderhoud. 2. Deze voorziening dient ter egalisatie van de onderhoudskosten voor groot onderhoud aan gemeentelijke gebouwen (inclusief de schoolgebouwen).
107
BIJLAGE 1: MEERJARIG INVESTERINGSOVERZICHT
I. BESTAAND BELEID & VERVANGINGSINVESTERINGEN De financiele consequenties van onderstaande investeringen zijn reeds in de productenraming opgenomen
Onderwerp Programma burgers, bestuur en dienstverlening Meerjaren ICT plan Aanschaf stemcomputers Programma wonen en woonomgeving Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting Rehabilitaties wegen* Groenbeheerplan ; renovaties** Civiele kunstwerken Maatregelenpakket verkeersplan Vervanging speeltoestellen Herinrichting buitenruimte C1000 Parkeervisie sportverenigingen Vernieuwen openb.verlichting Creon Programma jeugd en onderwijs Cruijffcourt Programma verkeer en vervoer Fietspadenplan (jaarlijkse investering) Programma milieu en water Jaarschijven uit GRP 2013-2017 Auto milieuwacht Ondergrondse containers Electrocar Minicontainers diftar Programma cultuur, sport en recreatie Electrokasten kermis Programma algemene dekkingsmiddelen Energiemaatregelen gemeentehuis Vervanging bedrijfsmiddelen Meubilair Vloerbedekking gemeentehuis Peugeot Boxer openbare werken Peugeot Partner openbare werken Inrichting raadszaal excl vloerbedekking SUBTOTAAL INVESTERINGEN BESTAAND BELEID
Investeringsbedrag 2014 2015
2016
2017
Separate besluitvorming gedaan bij: Programmabegroting 2007 Voorjaarsnota 2013
40.000 64.500 105.000 156.590 21.000
64.500 737.250 58.990 115.000
64.500 737.250 23.008 57.750
56.000 10.000 50.000 9.000
56.000
56.000
55.000
64.500 Programmabegroting 2011 737.250 Raad 13-12-2010 & Voorjaarsnota 2011 40.541 Voorjaarsnota 2011 Voorjaarsnota 2011 (=vervangingsinvestering) Raad 30-05-2011 56.000 =vervangingsinvestering Voorjaarsnota 2013 Voorjaarsnota 2013 Voorjaarsnota 2013 Voorjaarsnota 2013
50.000
70.000
70.000
937.000
937.000
887.000 26.000
236.000 Raad 10-12-2012 =vervangingsinvestering =vervangingsinvestering =vervangingsinvestering =vervangingsinvestering
20.000
=vervangingsinvestering
80.000 20.550 65.000
27.000
70.000 Programmabegroting 2005
Voorjaarsnota 2013 53.750
72.050 =vervangingsinvestering =vervangingsinvestering 55.000 =vervangingsinvestering 34.000 =vervangingsinvestering 45.000 =vervangingsinvestering 1.639.640 2.200.740 2.029.258 1.321.341
* Kredieten rehabilitaties jaarlijks bezien in relatie tot financiele mogelijkheden. ** Renovatie Emmerik zijn de jaarschijven 2014 en 2015 samengevoegd in 2014 ivm de dan te behalen aanbestedingsvoordelen
108
BIJLAGE 2: LIJST PROGRAMMA’S EN PRODUCTEN
001.01 002.01 002.02 002.06 003.01 003.06 005.01 006.01
Programma Burgers, Bestuur en Dienstverlening Bestuursorganen Bestuursondersteuning college B&W Communicatie Gebiedsgericht werken Producten Publiekszaken Verkiezingen Regionale samenwerking Bestuursondersteuning raad en rekenkamer
120.01 140.01
Programma Veiligheid Brandweer en rampenbestrijding Overige beschermende maatregelen
210.01 560.01 580.01 810.01 820.01 822.01 830.01
Programma Wonen en Woonomgeving Wegen Groen en onderhoud waterpartijen Speelplaatsen en trapveldjes Bestemmingsplannen Sociale woningbouw Volkshuisvesting, bouwzaken Bouwgrondexploitatie
211.01 212.01 214.01
Programma Verkeer en Vervoer Verkeer Openbaar vervoer Parkeren
420.01 480.01 630.01 650.01
Programma Jeugd en Onderwijs Basisonderwijs Gemeenschappelijke lasten en baten van het onderwijs Jeugd- en jongerenwerk Peuterspeelzalen en kinderopvang
721.01 721.02 722.01 723.01 724.01 725.01 726.01
Programma Milieu en water Afvalverwijdering Perceptiekosten Riolering en waterzuivering Milieu Lijkbezorging Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Rioolheffing
614.01 620.01 620.03 621.03 622.01 630.02 714.01
Programma Welzijn, Zorg en Volksgezondheid Minimabeleid Ouderenzorg en beleid Algemeen maatschappelijk werk Vreemdelingen Wet maatschappelijke ondersteuning Sociaal culturele accommodaties Basisgezondheidszorg
109
510.01 530.01 530.02 531.01 560.04 560.05
Programma Cultuur, Sport en Recreatie Kunst, cultuur en ontwikkelingswerk Binnensport Buitensport niet groen Buitensport groen Openluchtrecreatie Kermis
310.01 311.01 330.01 610.02 610.03 611.01 623.01
Programma Werk, Inkomen en Economie Handel en ambacht Markt Nutsbedrijven Wet BUIG Overige bijstandsverlening Werkgelegenheid Participatiebudget
911.01 921.01 922.01 930.01 937.01 940.01 960.01 970.01 980.01 990.01
Algemene dekkingsmiddelen Geldleningen en dividenden Algemene uitkering Algemene lasten en baten Uitvoering Wet WOZ en OZB Baten hondenbelasting Perceptiekosten belastingen Saldo kostenplaatsen Saldo rekening van baten en lasten voor bestemming Reserves en voorzieningen Saldo rekening van baten en lasten na bestemming
110
BIJLAGE 3: MEERJARIG OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN BIJLAGE 3 OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per
2014 Rente
Toevoeging
2015 Onttrekking
1-1-2014 toevoeging ALGEMENE RESERVE
3.429.881
-
Stand per
Stand per
31-12-2014 -
350.000
Rente
Toevoeging
Onttrekking
1-1-2015 toevoeging
3.079.881
3.079.881
-
Stand per 31-12-2015
-
50.000
3.029.881
BESTEMMINGSRESERVES Voor egalisatie van tarieven AFVAL
37.114
37.114
37.114
37.114
RIOLERING
110.000
110.000
110.000
110.000
Totaal egalisatiesreserves
147.114
147.114
147.114
-
-
-
-
-
-
147.114
Overige bestemmingsreserves AANPASSING ZUIDELIJKE PARALLELWEG-LIEMERSALLEE
1.850.000
50.000
1.800.000
1.800.000
900.000
AANPASSING DORPSTRAAT-HAMERSESTRAAT
800.000
400.000
400.000
400.000
400.000
AFSCHR INV.MAATSCH NUT
204.702
187.555
187.555
17.147
BOVENWIJKSE VOORZIENINGEN SCHANS
116.486
2.330
100.000
AFSCHRIJVINGSLASTEN GEM.HUIS
67.835
1.357
17.100
FRICTIEKOSTEN ICT
18.816
18.816
900.000 -
17.147
170.408
17.100
36.034
376
19.192
52.092
52.092
129.400
129.400
129.400
7.107
7.107
7.107
7.107
14.926
14.926
14.926
14.926
BELONINGSDIFFIRENTIATIE RES. KST. OEFENINGEN
1.042
129.400
ABRI'S EN PLATTEGRONDKASTEN
10.000
10.000
10.000
10.000
HANDHAVINGSKOSTEN BOUWEN
22.671
22.671
22.671
22.671
RISICOINVENTARISATIE
2.000
2.000
2.000
2.000
-
-
-
31.360
31.360
31.360
20.350
20.350
16.000
16.000
31.701
31.701
INVENTARISATIE GEMEENTEGROND
6.121
ARMOEDEBELEID
31.360
SPEELBELEID
20.350
AFSCHR LASTEN ELECTROCAR
18.000
KUNST
31.701
6.121
2.000
20.350 2.000
14.000
4.000
88.000
31.701
AFSCRIJVINGSLASTEN STATIONSOMGEVING
96.000
4.000
92.000
92.000
EXPLOITATIEBIJDRAGE PALS 2011-2014
80.000
80.000
-
-
REVITALISERING AMBACHT
12.500
12.500
-
-
-
STIMULERING WONINGBOUW
10.461
10.461
10.461
10.461
156.294
156.294
156.294
156.294
11.675
11.675
11.675
119.248
1.202.178
1.202.178
WWB ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID KAPITAALLASTEN INVESTERINGEN
1.321.426
-
REKENKAMER
8.000
8.000
8.000
COMBINATIEFUNCTIES
51.500
25.000
26.500
26.500
CIVIELE KUNSTWERKEN
24.200
24.200
-
-
KASSCHUIF NUP
75.000
25.000
100.000
100.000
KAPITAALLASTEN VERVANGINGSINVESTERINEN WEGEN
338.991
49.286
388.277
388.277
11.675 119.248
1.082.930 8.000
26.500
-
100.000 37.831
426.108
BOOMBELEIDSPLAN
15.524
15.524
15.524
15.524
BOS-IMPULS
20.000
20.000
20.000
20.000
HUISVESTINGSPLAN SCHOLEN
-
-
STRAAT EN JONGERENCOACH
60.000
19.461
30.000
19.461
30.000
30.000
DIGITALISEREN BESTEMMINGSPLANNEN
17.800
17.800
-
-
INVOERINGSKOSTEN AWBZ
62.000
60.000
48.000
48.000
48.000
INVOERINGSKOSTEN JEUGDZORG
33.000
11.000
34.000
10.000
10.000
10.000
4.862.887
4.862.887
46.000
Totaal overige bestemmingsreserves
5.746.491
3.686
131.286
1.018.577
Totaal bestemmingsreserves
5.893.605
3.686
131.286
1.018.577
Totaal reserves
9.323.486
Stand per
3.686
Toevoeging
131.286
Onttrekking
1-1-2014
1.368.577
5.010.001
8.089.882
Vrijval tgv
Stand per
exploitatie
31-12-2014
30.000
-
5.010.001
8.089.882
1.418
37.831
1.673.995
1.418
37.831
1.673.995
1.418
Stand per
Toevoeging
37.831
Onttrekking
1-1-2015
1.723.995
3.228.141 3.375.255
6.405.136
Vrijval tgv
Stand per
exploitatie
31-12-2015
VOORZIENINGEN Voor verplichtingen, verliezen en risico's PENSIOENOVERDR WETHOUDERS
165.177
165.177
165.177
WACHTGELDVERPLICHTINGEN BESTUUR
192.687
85.000
107.687
107.687
WACHTGELDVERPLICHTINGEN MUZIEKONDERW.
25.027
25.027
0
0
272.864
272.864
382.891
-
110.027
-
165.177 85.000
22.687 0
-
85.000
-
187.864
Onderhoudsegalisaties WEGEN GEMEENTELIJKE GEBOUWEN
Totaal voorzieningen
142.142
279.500
279.500
142.142
142.142
279.500
279.500
99.811
222.700
138.000
184.511
184.511
222.700
286.000
241.953
502.200
417.500
502.200
565.500
769.833
502.200
527.527
-
111
326.653 599.517
326.653 769.833
502.200
650.500
142.142 121.211 -
263.353 451.217
BIJLAGE 3 OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per
2016 Rente
Toevoeging
2017 Onttrekking
1-1-2016 toevoeging ALGEMENE RESERVE
3.029.881
-
Stand per
Stand per
31-12-2016 -
-
Rente
Toevoeging
Onttrekking
1-1-2017 toevoeging
3.029.881
3.029.881
-
Stand per 31-12-2017
-
-
3.029.881
BESTEMMINGSRESERVES Voor egalisatie van tarieven AFVAL
37.114
37.114
37.114
37.114
RIOLERING
110.000
110.000
110.000
110.000
Totaal egalisatiesreserves
147.114
147.114
147.114
-
-
-
-
-
-
147.114
Overige bestemmingsreserves AANPASSING ZUIDELIJKE PARALLELWEG-LIEMERSALLEE
900.000
AANPASSING DORPSTRAAT-HAMERSESTRAAT AFSCHR INV.MAATSCH NUT
900.000
-
-
-
-
-
-
153.261
153.261
19.576
19.576
392
19.654
19.654
393
129.400
129.400
170.408
BOVENWIJKSE VOORZIENINGEN SCHANS
19.192
AFSCHRIJVINGSLASTEN GEM.HUIS
36.034
FRICTIEKOSTEN ICT
129.400
BELONINGSDIFFIRENTIATIE RES. KST. OEFENINGEN
17.147 384 721
17.100
17.147
136.114 19.968
17.100
2.947 129.400
7.107
7.107
7.107
7.107
14.926
14.926
14.926
14.926
ABRI'S EN PLATTEGRONDKASTEN
10.000
10.000
10.000
10.000
HANDHAVINGSKOSTEN BOUWEN
22.671
22.671
22.671
22.671
RISICOINVENTARISATIE
2.000
2.000
2.000
2.000
-
-
-
-
ARMOEDEBELEID
31.360
31.360
31.360
31.360
SPEELBELEID
20.350
20.350
20.350
AFSCHR LASTEN ELECTROCAR
14.000
12.000
12.000
KUNST
31.701
31.701
31.701
INVENTARISATIE GEMEENTEGROND
AFSCRIJVINGSLASTEN STATIONSOMGEVING
2.000
88.000
4.000
84.000
20.350 2.000
10.000
4.000
80.000
31.701
84.000
EXPLOITATIEBIJDRAGE PALS 2011-2014
-
-
-
-
REVITALISERING AMBACHT
-
-
-
-
STIMULERING WONINGBOUW WWB
10.461
10.461
10.461
10.461
156.294
156.294
156.294
156.294
ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID KAPITAALLASTEN INVESTERINGEN
11.675
11.675
1.082.930
REKENKAMER
119.248
11.675
963.682
963.682
11.675 119.248
844.434
8.000
8.000
8.000
COMBINATIEFUNCTIES
-
-
-
-
CIVIELE KUNSTWERKEN
-
-
-
-
KASSCHUIF NUP KAPITAALLASTEN VERVANGINGSINVESTERINEN WEGEN
426.108
25.000
-
-
451.108
451.108
8.000
20.000
471.108
BOOMBELEIDSPLAN
15.524
15.524
15.524
15.524
BOS-IMPULS
20.000
20.000
20.000
20.000
HUISVESTINGSPLAN SCHOLEN
-
-
-
-
STRAAT EN JONGERENCOACH
-
-
-
-
DIGITALISEREN BESTEMMINGSPLANNEN
-
-
-
-
INVOERINGSKOSTEN AWBZ
-
-
-
-
INVOERINGSKOSTEN JEUGDZORG Totaal overige bestemmingsreserves Totaal bestemmingsreserves
Totaal reserves
3.228.141 3.375.255
6.405.136
-
-
1.105
25.000
1.059.495
2.194.751
2.194.751
785
20.000
159.495
2.056.040
1.105
25.000
1.059.495
2.341.865
2.341.865
785
20.000
159.495
2.203.154
1.105
Stand per
Toevoeging
25.000
1.059.495
Onttrekking
1-1-2016
5.371.745
Vrijval tgv
Stand per
exploitatie
31-12-2016
-
5.371.745
785
Stand per
Toevoeging
20.000
Onttrekking
1-1-2017
159.495
5.233.035
Vrijval tgv
Stand per
exploitatie
31-12-2017
VOORZIENINGEN Voor verplichtingen, verliezen en risico's PENSIOENOVERDR WETHOUDERS
165.177
WACHTGELDVERPLICHTINGEN BESTUUR
22.687
WACHTGELDVERPLICHTINGEN MUZIEKONDERW.
22.687
165.177
165.177
165.177
-
-
-
0 187.864
0 -
22.687
-
0
165.177
165.177
0 -
-
-
165.177
Onderhoudsegalisaties WEGEN GEMEENTELIJKE GEBOUWEN
142.142 121.211 263.353
Totaal voorzieningen
769.833
279.500
279.500
142.142
142.142
279.500
222.700
203.000
140.911
140.911
222.700
502.200
482.500
502.200
505.187
-
112
283.053 448.230
283.053 769.833
502.200 502.200
279.500
142.142
119.000
244.611
398.500 398.500
-
386.753 551.930
Bijlage 4 Overzicht subsidies professionele instellingen
Instelling
Subsidie 2013
VGGM, Backoffice STMG, maatw erkdeel JGZ STMG, uniformdeel JGZ VGGM, Maatw erkdeel JGZ STMG, DD JGZ STMG Projectleider cjg Westervoort STMG Inzet verpleegkundige cjg frontoffice Backoffice CJG STMG, PGO STMG, AMW en SRW Humanitas, Home Start
€ € € € € € € € € € €
17.604 19.686 175.900 9.541 13.480 52.500 14.950 17.604 30.524 226.572 17.123
STMG, Activerend Huisbezoek
€
20.756
Mikado; Vrijw illigers Centrale
€
40.360
Mikado; Adviseur zorg en dienstverlening
€
41.497
Mikado; Aangenaam
€
7.712
Mikado; Meldpunt Vrijw illige Thuishulp
€
18.404
Mikado; Steunpunt Mantelzorg en BOS
€
24.572
Mikado; Regulier ouderenw erk
€
31.124
Mikado kindplaatssen peuterspeelzalen regulier
€
105.876
Mikado; kindplaatsen peuterspeelplaatsen VVE
€
66.199
SWOA, Buddyzorg
€
8.400
SWOA Vriendendienst "op stap" Bibliotheek de Liemers, inhoud
€
16.800
€
158.189
Bibliotheek de Liemers, huisvesting
€
121.594
Bibliotheek integratieheffing
€
17.499
Bibliotheek de Liemers/Boekenpret Museater; combinatiefunctionaris cultuur
€ €
13.356 22.500
De Nieuw hof;combifuntie coördinatie
€
33.500
De Nieuw hof; combifuntie sport
€
50.000
De Nieuw hof; combifuntie leerbedrijf
€
16.500
SABW/de Nieuw hof, jongerenw erk+beeldbuis Lindenhout (JEKK)
€ €
132.112 51.160
Marant
€
5.085
Vluchtelingenw erk W’voort
€
18.312
113
BIJLAGE BIJ PROGRAMMABEGROTING 2014-2017 NIEUW BELEID CONFORM BESLUITVORMING VOORJAARSNOTA 2013 GEHONOREERDE WENSEN
2014 onderwerp inv estering inc struc PROGRAMMA BURGERS, BESTUUR & DIENSTVERLENING Kosten cursussen congressen 5.000 Verkiezingen 40.000 C ursussen congressen raadsleden 10.000 subtotaal programma 10.000 5.000
2015
2016
2017
5.000 5.600
5.000 5.600
5.000 5.600
10.600
10.600
10.600
2015
2016
2017
600 5.200 3.000
600 5.200 3.000
600 5.200 3.000
19.200 4.000 32.000
19.200 4.000 32.000
19.200 4.000 32.000
2015
2016
2017
3.000 200
3.000 200
3.000 200
3.000 200
3.200
3.200
3.200
3.200
2015
2016
2017
660 6.000 6.660
660 6.000 6.660
660 6.000 6.660
2015
2016
2017
15.000 -15.000
15.000 -15.000
15.000 -15.000
15.000 -15.000
0
0 2015
0 2016
0 2017
2014 onderwerp inv estering inc struc PROGRAMMA WONEN EN WOOMOMGEVING Herinrichting buitenruimte C 1000 10.000 Regioarcheologie 5.200 Bomenbeleid 9.500 3.000 Hondenbeleid 3.000 Renovatie groen park Steenderens 250.000 Vervangen fietsviaduct Rivierweg 320.000 Parkeervisie sportverenigingen 50.000 subtotaal programma 262.500 8.200
onderwerp PROGRAMMA VERKEER EN VERV0ER Uitvoeringskosten fietsnota Westervoort Vegen fietspaden Amendement: opknap tunnel Biddle subtotaal programma onderwerp PROGRAMMA JEUGD EN ONDERWIJS Vern/uitbr.openbare verlichting C reon C ruijffcourt subtotaal programma onderwerp PROGRAMMA MILIEU EN WATER Aanbesteding huisvuilinzameling Herinvoering route grof tuinafval Afvalstoffenheffing
inv estering inc
3.000 3.000 inv estering inc 9.000 55.000
onderwerp
2014
struc
struc
0
inv estering inc
2014 9.000
subtotaal programma onderwerp PROGRAMMA WELZ.ZORG&VOLKSGEZ Project de Kanteling subtotaal programma
2014
inv estering inc
9.000 2014
0 struc
struc
10.000 10.000
inv estering inc
PROGRAMMA CULTUUR, SPORT EN RECR Aansluiting bij RBT KAN Sportservicepunt Gehandicaptensport Vrijetijdseconomie subtotaal programma
2014
0
onderwerp WERK INKOMEN EN ECONOMIE Economische agenda Logistiek Expertise C entrum subtotaal programma
inv estering inc
onderwerp ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Energiemaatregelen gemeentehuis Stagevergoedingen Beloningsdifferentiatie Overige personeelskosten Arbeidsomstandighedenzorg subtotaal programma
inv estering inc
onderwerp BESTEMMINGEN Reserve Z.Parallelw.-Liemersallee Aanwending reserve Afvalfonds subtotaal programma
inv estering inc
2014
0 2014
80.000 25.000 25.000 2014
100.000 -9.000 91.000
0
0
0
0
2015
2016
2017
8.700 4.000 5.000 17.700
8.700 4.000 5.000 17.700
8.700 4.000 5.000 17.700
2015
2016
2017
10.000 5.000 15.000
10.000 5.000 15.000
2015
2016
2017
5.000 9.000
5.000 9.000
6.400 5.000 9.000
6.400 5.000 9.000
20.000 34.000
20.000 34.000
20.000 40.400
20.000 40.400
2015
2016
2017
0
0
0
struc 8.700 4.000 5.000 17.700 struc 10.000 5.000 15.000
struc
struc
0
10.000 10.000
BESLOTEN DEKKINGEN 2014 onderwerp inv estering inc struc Verhoging onr.zaakbelastingen 100.000 Aanwending algemene reserve (jaarrek.2012) 250.000 Verminderen lasten BUIG 160.000 Verminderen personeelslasten 50.000 TOTAAL DEKKINGEN
250.000
114
310.000 560.000
2015
2016
2017
100.000
100.000
100.000
160.000 100.000
160.000 150.000
160.000 150.000
360.000
410.000
410.000