Programmabegroting 2008
Inhoudsopgave Pagina
Programmabegroting Burger en bestuur
3
Economische zaken
11
Openbare orde en veiligheid
16
Recreatie en toerisme
22
Ruimtelijk beheer
25
Ruimtelijke ontwikkeling
33
Sociale zaken
38
Verkeer en vervoer
44
Vorming en onderwijs
49
Welzijn en gezondheid
55
De inkomsten van de Gemeente Woensdrecht
64
Overzicht van baten en lasten Overzicht van baten en lasten
67
Toelichting op het overzicht van baten en lasten
71
Paragrafen Lokale heffingen
76
Weerstandsvermogen
88
Onderhoud kapitaalgoederen
98
Financiering
104
Bedrijfsvoering
108
Verbonden partijen
114
Grondbeleid
124
1
Programma
Burger en Bestuur
Algemeen In dit programma draait het in de eerste plaats om de directe relatie tussen de burger en de gemeentelijke bestuursorganen. In deze relatie zullen door de invoering van het dualisme veranderingen gaan optreden. Uitgangspunt is echter dat zowel de raad als het college de burger zoveel mogelijk centraal willen stellen bij de beleidsvorming en het bestuur van de gemeente. In de tweede plaats draait het in dit programma om het verstrekken van persoonsgebonden documenten en andere individuele dienstverlening. Tenslotte wil de gemeente nadrukkelijk het begrip publieke verantwoording verder uitwerken. De bestuursorganen zullen op democratische en controleerbare wijze gestalte gaan geven aan de ontwikkeling en uitvoering van beleid en aan de uitvoering van de aan de gemeente toebedeelde wettelijke taken. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 1. De burgers en instellingen dienen eerder betrokken te worden bij de beleidsvoorbereiding. Het college dient burgers en instellingen al in een vroeg stadium te betrekken bij de voorbereiding van beleid en de uitvoering daarvan. Deze vorm van burgerparticipatie betekent ook dat verantwoording wordt afgelegd aan burgers en lokale instellingen door de bereikte resultaten inzichtelijk te maken. Van het college wordt een nieuwe koers verwacht door bij de aanvang van de initiatieffase van projecten en plannen de wijze van burgerparticipatie voor te leggen aan een vertegenwoordiging uit de raad zodat aan de volksvertegenwoordigende rol van de raad beter invulling kan worden gegeven. 2. Er dient meer aandacht besteed te worden aan de oudere en minder mobiele inwoners op afstand van het gemeentehuis. Vooral oudere inwoners en minder mobiele inwoners in de kernen buiten Hoogerheide/Woensdrecht vinden de afstand tot het gemeentehuis bezwaarlijk voor sommige onderdelen van de gemeentelijke dienstverlening. Aan het college wordt gevraagd om na te gaan of er nieuwe vormen van dienstverlening waaronder digitale kunnen worden gerealiseerd via complexen in de kernen (bijvoorbeeld in woonzorgcomplexen). Hierbij dient ook de toekomstige uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning te worden betrokken. Deze nieuwe koers met betrekking tot het verbeteren van de dienstverlening op afstand via complexen in de verschillende kernen zal moeten leiden tot meer tevreden ouderen waaronder ook de minder mobiele inwoners in de kernen (een vorm van kernenbeleid).
3
3. De samenstelling en taken van de buurtplatforms dienen heroverwogen te worden. De buurtplatforms in de verschillende kernen dienen beter gefaciliteerd te worden. Er dienen dan ook financiële middelen beschikbaar te worden gesteld om zowel uitvoeringszaken van beperkte omvang (bv straatmeubilair, activiteiten) als het promoten van de werkwijze van de buurtplatforms te kunnen realiseren. Bij het implementeren van de resultaten van de evaluatie van de buurtplatforms wordt aandacht gevraagd voor deelname van een vertegenwoordiging uit de raad (2 leden) als toehoorder zodat de volksvertegenwoordigers beter op de hoogte zijn van wat er leeft in de kernen. Het college wordt gevraagd aandacht te schenken aan een evenwichtige samenstelling van de buurtplatforms. Door een actieve deelname in de buurtplatforms kunnen de burgers in de kernen hun mening geven over bepaalde zaken die de kernen aangaan. 4. Het waar mogelijk verminderen van regels voor de burgers en bedrijfsleven. De hoeveelheid en gedetailleerdheid van regels is voor vele burgers een doorn in het oog. Er dient een intensivering te worden gemaakt met het verminderen van regels in alle beleidsvelden. Zowel op het gebied van de Algemene Plaatselijke Verordening waarmee al een start is gemaakt als met regelingen op het gebied van bouwen en wonen (schuttingen, tuinhuisjes e.d.) en andere mogelijke beleidsterreinen. Ook het kapvergunningstelsel dient daarbij meegenomen te worden waarbij voorafgaand overleg met de natuurvereniging wordt aangeraden. Het college wordt gevraagd om nog in 2006 deze zogenaamde “minder-regels-operatie” in kaart te brengen en in te plannen en daarbij een vertegenwoordiging uit de raad te betrekken, met als doel een nieuwe koers met minder regels. 5. De opzet van de gemeentelijke organisatie dient heroverwogen te worden in het kader van een betere en efficiëntere dienstverlening. Een nieuwe koers waarbij de burger beter wordt bediend vraagt een daarop afgestemde vraaggerichte organisatie. Om tot een meer procesgestuurde, efficiënte en resultaatgerichte werkwijze te komen zal kanteling en herinrichting noodzakelijk zijn. Het aantal afdelingen en clusters moet daarbij worden herzien. Van het management wordt visie, daadkracht, kostenbewustzijn en vernieuwing verwacht om de organisatie zodanig aan te sturen dat de raad, het college, de burger, de maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven optimaal worden bediend. Daar waar samenwerking met andere gemeenten kan leiden tot schaalvoordelen en kwaliteitsverbetering dient actief op dergelijke ontwikkelingen te worden ingespeeld, bijvoorbeeld op het gebied van Sociale zaken, Personeel en Organisatie en ICT. Door de gemeentelijke organisatie her in te richten en daar waar mogelijk samen te werken met andere gemeenten moet een substantiële besparing op de personele kosten kunnen worden gerealiseerd. Van het college van burgemeester en wethouders wordt verwacht dat zij voor 1 januari 2007 met een uitgewerkt plan komen waarin voornoemde punten zijn verwerkt.
4
6. De invulling van de duale rollen van het bestuur (raad en college) dient verbeterd te worden. Van het bestuur (de raad en het college) wordt verwacht dat zij een nieuwe koers gaan varen om het duale bestel dat in 2002 is ingevoerd meer inhoud te geven. Daarbij is een vereiste dat de kwaliteit van het duale debat wordt verhoogd door een goede informatieuitwisseling tussen alle partijen, op basis van uitwisseling van wederzijdse argumenten te komen tot een heldere meningvorming hetgeen vervolgens zal moeten leiden tot goed (eventueel geamendeerd) onderbouwde voorstellen en vervolgens tot besluitvorming. Van het college en de (vernieuwde) ambtelijke organisatie wordt verwacht dat zij het college en de raad voorzien van voorstellen met aandacht voor de inbreng van de inwoners, mogelijke door de raad vast te stellen kaders en keuzemogelijkheden met voor-en nadelen c.q. gevolgen. Van de griffie wordt bij deze nieuwe koers een zwaardere taak verwacht waarbij de samenwerking tussen de raad en het college moet worden geoptimaliseerd. Er zal immers meer geïnvesteerd moeten worden in burgerparticipatie. De raadsleden moeten daarbij professioneel worden ondersteund en in samenspraak met de gemeentesecretaris dienen de ambtelijke beleidsmedewerkers zonodig ondersteund te worden bij het voorbereiden van voorstellen aan de raad. Om deze opgave te kunnen bewerkstelligen zal de raad zich moeten bezinnen over de taken van de griffie. Bestaand beleid Bestuurlijke kaders: • • • • • • •
Inspraakverordening (2007) Kadernota burgerparticipatie (2006) Nota aanbevelingen evaluatie dualisme(2004) Nota communicatie hoe nu verder? (2002) Verordening op de dorpsplatforms (2007) Klachtenverordening (2005) Verordening commissie bezwaarschriften (2002)
Ontwikkelingen en knelpunten Relatie burger en bestuur • Juridificering, d.w.z. toenemend aantal procedures en verlegging van het zwaartepunt naar contracten en besluiten. • Noodzaak van juridische kwaliteitszorg • Het organiseren van inspraak • Actieprogramma andere overheid • Ontwikkelen van een kwaliteitshandvest (servicenormen)
5
Regionale samenwerking • Door de West-Brabantse vergadering is een strategische agenda voorbereid, de besluitvorming hierover vindt plaats eind 2007. • Regionale samenwerking op de terreinen personeelszaken, ICT en sociale zaken is volop in onderzoek, in 2008 worden concrete samenwerkingsvoorstellen verwacht. De strategische agenda van de West-Brabantse agenda gaat uit van verder onderzoek naar vormen van samenwerking De burger als ‘klant’ • Interne en externe audits • Per 1 september 2003, d.w.z. de datum van ingebruikneming van het nieuwe gemeentehuis, is er een scheiding tussen front- en backoffice gemaakt. Verder zijn de openingstijden verruimd. Ten behoeve van de doorstroming wordt gewerkt met een cliëntbegeleidingsysteem en een nieuw kassasysteem. Wat willen wij bereiken ? 1. Relatie burger en bestuur I. geactualiseerd en up to date nota communicatie II. hogere tevredenheid over het functioneren van het openbaar bestuur door middel van minimaal een cijfer 6 in de eerst volgende burger-enquête III. betere invulling rol van de volksvertegenwoordigende rol van de raad IV. meer tevreden ouderen waaronder ook de minder mobiele inwoners in de kernen (een vorm van kernenbeleid) blijkend uit ten minste een cijfer 6 bij de eerst volgende burger-enquête; V. 50% van de inwoners van een buurt dient bekend te zijn met het werk en samenstelling van het dorpsplatform VI. Grotere tevredenheid over de leefbaarheid in de buurt, blijkend uit de burger-enquête, waarbij de waardering 5% hoger dient te zijn als bij de laatst gehouden enquête VII. Besparing op de ambtelijke organisatie VIII. Een procesgerichte organisatie die vraaggericht werkt IX. Minder aantal afdelingen en clusters X. Besparing op de personele kosten XI. Managers die bedrijfsmatig en procesgericht functioneren XII. Management dat stuurt op resultaten en klantgerichtheid
6
1jul08 1jan09 nader te bepalen 1jan09
1jan09 1jan09 1jul08 vanaf 1jan08 vanaf 1jan08 1jan09 1jul07 vanaf 1jan08
2. Regionale samenwerking I. Een versterking van de positie van de gemeente in regionaal verband zowel binnen de provincie als provincie- en landgrensoverschrijdend. II. Samenwerking met andere gemeenten op het gebied van 1 jan07 o.a. sociale zaken en onderdelen van ICT en personeels en salarisadministratie III. Deelname van bovengenoemde onderdelen in shared 1jan09 service centra 3. De burger als ‘klant’ I. 50% minder bezwaarschriften dan de trend (dat komt neer op 75 bezwaarschriften per jaar) II. 95% van alle bezwaarschriften dient ongegrond te zijn III. uitbreiding van het aantal digitaal verkrijgbare producten met minimaal 10 per jaar voor met name voorzieningen voor ouderen IV. Duidelijke vermindering van het aantal regels voor burgers en bedrijfsleven. Dit zal worden opgenomen in het burgerjaarverslag
1jan09 1jan08 1jul08 1jan08
Meetbare effecten 2006 5
2008 6
4
7
8,8 8,8 5,9 7,25
7,5
Aantal klanten front-office (wmo en nieuw rijbewijs) - Gemiddelde wachttijd balie (norm 5 minuten) - Percentage klanten dat langer wacht dan 10 minuten - Gem. duur klantcontact aan de balie (norm 10 minuten)
23.795 3.38min 6,59% 5.38min
30.000 5min 7,5% 6min
Bezoekers aan de website Aantal producten dat elektronisch afgehandeld kan worden Benchmark ranglijst website volgens ranglijst overheid.nl
115.651 110.000 10 126 50-100
Tevredenheid openbaar bestuur (enquête burger en bestuur) Kwaliteitsmonitor 2005 - Aantal klachten (Klachtenverordening) - Klanttevredenheid (meting 1999 6,7) a. dienstverlening aan de balie: b. telefonische dienstverlening c. schriftelijke dienstverlening d. tevredenheid website
7
Bezwaarschriften AWB Waarvan ingetrokken gerepareerd tijdens proces Waarvan gegrond maximaal Beroepsprocedures (excl. Belastingen)
126 34% 4%
95 25% 5%
n.g
15
n.g. : niet gemeten Wat doen wij daarvoor ? 1. Relatie burger en bestuur Prestaties • burgers en instellingen pro-aktief benaderen voordat 1jul06 plannen worden ontworpen en zo inventariseren welke wensen en verlangens er leven, zodat daarbij bij de planontwikkeling rekening kan worden gehouden. • Wijze van burgerparticipatie vast onderdeel laten zijn gerealiseerd van voorstellen aan college en raad • Meer interactieve inloopavonden organiseren 1sep06 • Terugmelden aan burgers en instellingen wat met hun 1sep06 wensen is gebeurd • Betrokken burgers en instellingen aktief uitnodigen bij 1sep06 (voorbereiding) besluitvorming aanwezig te zijn • Actualiseren van de nota communicatie waarbij boven1jul08 staande punten geformaliseerd worden • Aan de dorpsplatforms zal een budget ter beschikking gerealiseerd worden gesteld voor uitvoeringszaken en promotie • Bij de benoeming van leden van de dorpsplatforms zal gerealiseerd gekeken worden naar de achtergrond en vertegenwoordiging zodat een goede afspiegeling over de buurt zal plaatsvinden. • Naar evenredigheid zullen raadsleden aan de dorpsplatforms niet uitgevoerd worden toegevoegd als toehoorder • Jaarlijks zal per dorpsplatform een algemene consultatiebijeen- vanaf 1jan08 komst worden georganiseerd, waarbij de mening van de bewoners over hun buurt kan worden gegeven • Herinrichting van de organisatie 1jan08 • Versterken van het ambtelijk management gerealiseerd • Vergroten kostenbewustzijn 1jan08 • Opleiden medewerkers voorjaar 2008 • Herformulering competenties managementfuncties gerealiseerd • Herijking managementposities gerealiseerd • Herbezinning managementstructuur gerealiseerd • Er zal een cursus vergader- en discussietechniek worden aange- gerealiseerd boden aan de raadsleden en vooral de voorzitters van de commissies
8
•
• •
De ambtelijke top en beleidsmedewerkers zullen worden gerealiseerd getraind in het vervaardigen van duale voorstellen, waarbij ruime aandacht wordt besteed aan het kaderstellend voorleggen van keuzes aan de raad College- en raadsvoorstellen zullen standaard worden voorzien gerealiseerd van een paragraaf waarin wordt ingegaan op de wijze waarop burgerparticipatie is/ zal worden verkregen. Periodieke peiling onder de aanwezigen op de publieke tribune 1jul08 van de raads- en commissievergaderingen
2. Regionale samenwerking Prestaties • Bestuursopdrachten in GSV-verband • Actief aanhaken bij regionale samenwerkingsinitiatieven • Deelname aan shared service centre
1jan07 1jan09
3. De burger als ‘klant’ Prestaties • Uitbreiden van de digitaal aanvraagbare producten op v.a. 1jul08 de gemeentelijke website • Periodiek spreekuur houden in de gemeentelijke v.a. 1jan08 woonzorgcomplexen en verzorgingstehuizen in de verschillende kernen • In uitzonderlijke gevallen het thuis bezorgen van op verzoek gemeentelijke producten voor ouderen en minder gerealiseerd mobiele inwoners op afstand van het gemeentehuis • Er zal een ambtelijke projectgroep worden samengesteld die 1dec06 als opdracht krijgt ook te onderzoeken welke regels voor burgers afgeschaft kunnen worden. • Aan burgers en bedrijfsleven zal worden gevraagd suggesties 1sep06 te doen voor het afschaffen van regels • De uitkomsten van het onderzoek van de Kamer van Koop1jan08 handel naar de mogelijkheden om het aantal regels voor het bedrijfsleven te verminderen zullen met voortvarendheid geïmplementeerd worden. • Regelmatige in- en externe audits van – met name – de publieksgerichte afdelingen. • Persoonsgebonden documenten (m.u.v. reisdocumenten) worden verstrekt conform het principe ‘klaar terwijl u wacht’. • Procedures afronden ruimschoots binnen de wettelijke termijn en de administratieve lasten tot een minimum beperken.
9
Wat mag het kosten ? Lasten Bestuursorganen Bestuursondersteuning Burgerzaken Totaal lasten Baten Bestuursorganen Bestuursondersteuning Burgerzaken Totaal baten
Realisatie 2006 1.334.518 1.600.082 542.788 3.477.387
Begroting 2007 1.436.678 2.053.020 508.626 3.998.324
Begroting 2008 1.408.358 1.984.802 511.715 3.904.875
Begroting 2009 1.406.351 1.886.059 511.677 3.804.087
Begroting 2010 1.404.360 1.829.634 511.639 3.745.633
Begroting 2011 1.402.369 1.773.209 511.601 3.687.179
Realisatie 2006 39.535 238.924 326.117 604.576
Begroting 2007 160.869 545.158 310.325 1.016.352
Begroting 2008 155.092 104.900 308.708 568.700
Begroting 2009 155.092 104.900 308.708 568.700
Begroting 2010 155.092 104.900 308.708 568.700
Begroting 2011 155.092 104.900 308.708 568.700
Investeringen •
De volgende investeringen zijn gepland: (De met een asterisk aangeduide bedragen zijn incl. BTW; de BTW is compensabel in het kader van de Wet op het BTW-Compensatiefonds)
Omschrijving
jaar 2008
Personeels & organisatiebeleid Medewerkerstevredenheidonderzoek
5.000*
Automatisering Software distributie server Vervanging Unix-server + VA Aanschaf IAS-server Vervanging netwerkcomponenten Vervanging W2000-servers (2 stuks) Vervanging desktops (43 stuks) Monitoring software Vervanging pakket PIV4all (key2personen) Vervanging pakket LLA4all (key2leerlingen) Vervanging BPA4all (key2begraven) Vervanging KIP printer-scanner
8.000* 60.000* 40.000* 50.000* 47.600* 40.000* 10.000* 15.000* 8.000* 6.000* 34.000*
Totaal
323.600
10
Programma
Economische Zaken
Algemeen In algemene zin worden in dit programma doelen en acties geformuleerd ten aanzien van de bevordering van werkgelegenheid. Specifieke aandacht is er voor de detailhandel (winkels en markten), voor de agrarische sector en de nutsvoorzieningen. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 1. Het bestuur en de ambtelijke organisatie moeten zich voorbereiden op de mogelijke komst van Maintenance Valley. Alle partijen die in de raad vertegenwoordigd zijn, een enkele met enige zorg en nuancering, hebben zich tijdens de besprekingen voorafgaande aan de formatie positief uitgesproken over de mogelijke komst van Maintenance Valley. De realisering van Maintenance Valley (conglomeraat van onderhoudstechnologische bedrijven gerelateerd aan de luchtvaart) zal een behoorlijke impact krijgen op onze regio en in feite ook een nieuwe koers kunnen gaan betekenen op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling, de infrastructuur en werkgelegenheid. De (inter)nationale besluitvorming hierover wordt in de loop van 2006 verwacht. Zowel raad als college zullen zich daarom in de komende periode moeten gaan bezinnen op welke wijze de voorwaardenscheppende rol moet worden ingevuld. Een goede samenwerking tussen raad en college en overleg met de inwoners is hierbij belangrijk. Van het college wordt verwacht dat zij de raad tijdig en regelmatig informeert over deze ontwikkelingen. 2. Woensdrecht wil prominent mee werken aan de intergemeentelijke samenwerking. Alle partijen die in de raad vertegenwoordigd zijn hebben zich de afgelopen jaren positief uitgesproken over intergemeentelijke samenwerking. Recent nog in het “Ontwikkelingsprogramma West Brabant”. Het continueren en verder uitbouwen van deze samenwerking tot een flexibele en robuuste samenwerking is van groot belang. Hierbij moet de nadruk vooral liggen op concrete projecten zoals b.v. “Maintenance Valley”. Bureaucratie en bestuurlijke drukte moet hierbij tot een minimum worden beperkt. Wel is het van groot belang de gelijkwaardigheid van alle partners, waarbij vrijwilligheid van samenwerken geen vrijblijvendheid is en dit met respect voor het democratisch proces en de positie van de gemeenteraad. 3. De kwaliteit van de bestaande bedrijventerreinen dient op peil gehouden te worden en waar nodig te worden verbeterd. De kwaliteit van de bestaande bedrijventerreinen moet op peil blijven en zonodig moeten deze gerevitaliseerd worden zodat de bedrijven een positieve uitstraling behouden hetgeen goed is voor het vestigingsklimaat. De bedrijventerreinen
11
dienen een goede ontsluiting te hebben, van het college wordt een voorstel verwacht over een mogelijke verbetering van de ontsluiting van het bedrijventerrein in Putte. Na aanleg van de randweg om Hoogerheide behoort de realisatie van de uitbreiding van bedrijventerrein de Kooi tot de mogelijkheden. Het college wordt aangespoord om de voorbereidende werkzaamheden daartoe tijdig in te plannen waarbij vooraf een discussie moet worden gevoerd over welke invulling hieraan wordt gegeven. 4. Handhaving van het beleid met betrekking tot winkelgebieden en openingstijden. Het behoud van de winkels in de kleinere kernen verdient de nodige aandacht. Door concentratie van onder andere enkele supermarkten in Hoogerheide en in Putte hebben de winkels in de andere kernen het zwaar. Alhoewel het marktmechanisme hierbij een grote invloed heeft is het van belang dat de ondernemers (in het bijzonder in de kleinere kernen) voor wat betreft hun bedrijfseconomische ontwikkelingen planologisch meer optimale mogelijkheden krijgen. Met betrekking tot de openingstijden op de zondagen wordt geen nieuwe koers ingezet maar zal het bestaande beleid (in Putte iedere zondag en in de andere kernen 12 x per jaar) worden voortgezet.
Bestaand beleid Bestuurlijke kaders: SVT (2002) Ruimtelijke economische visie op de voorzieningenstructuur van de kern Hoogerheide (1996) Locatiestudie Maintenance Valley Woensdrecht 2007
Ontwikkelingen en knelpunten • Faciliteren en accommoderen van Maintenace Valley. • Bevorderen van een intensievere en integrale samenwerking op het gehele gebied van gemeentelijke taken tussen de burgers, raad, college en ambtenaren. • Parkmanagement op de Kooi.
12
Wat willen wij bereiken? 1. Maintenance Valley I. Het resultaat van het onderzoek naar Maintenance Valley moet inzicht geven in de mogelijkheden om bedrijven te vestigen op en rond de vliegbasis. Indien blijkt dat hier te weinig ruimte is moet worden bezien of deze ruimte elders te vinden is. II. Dat de Raad en de bevolking van Woensdrecht regelmatig zullen worden geïnformeerd. 2. Intergemeentelijke samenwerking I. Betere samenwerking tussen de gemeenten in de regio Westelijk NoordBrabant 3. Verbeteren kwaliteit bedrijventerrein I. Een gerevitaliseerd bedrijventerrein dat door middel van parkmanagement up-to-date wordt gehouden. II. Betere ontsluiting van het industrieterrein Putte III. Onderzoek doen naar uitbreiding van industrieterrein de Kooi na de aanleg van de randweg 4. Handhaving beleid winkelgebieden en openingstijden I. Voor een goede ondersteuning van de bedrijfscontactfunctionaris die behulpzaam is op het economische vlak, bijvoorbeeld door hulp te bieden bij het invullen van aanvragen en andere formulieren. II. Door samenwerking te bevorderen van de kleine ondernemers. III. Regelmatig bestuurlijk overleg met de ondernemers. IV. Het aantal bedrijfsbezoeken van de bedrijfscontactfunctionaris verhogen. V. Planologische mogelijkheden uitbreiden. Meetbare effecten
Aantal arbeidsplaatsen Bestuurlijk overleg met ondernemers Jaarlijkse bedrijfsbezoeken Aantal regionale samenwerkingsprojecten * naar schatting
13
2006 8.912 4 20 9
2007 2008 9.000* 9.500* 4* 4 20* 50* 11* 11*
Wat doen wij daarvoor ? 1 Maintenance Valley • In overleg met het REWIN en de provincie Noord Brabant een onderzoek starten met de volgende vraagstelling ”Geef inzicht in de ruimtelijke mogelijkheden en onmogelijkheden voor concentratie van bedrijfsfuncties op en rond de vliegbasis Woensdrecht”. • Aan de hand van dit onderzoek zal intensief overleg gepleegd worden met alle betrokken partijen bij dit proces. • De inmiddels werkzame stuurgroep zal periodiek verslag doen van haar werkzaamheden en vorderingen op dit terrein. 2 Intergemeentelijke samenwerking • Intensiever samen werken met de regiogemeenten, waarbij de huidige vorm bezien zal worden op zijn effectiviteit • Door portefeuillehouders intensiever bij de samenwerking te betrekken • Door de raadsleden frequenter te informeren en hen daardoor ook beter bij het samenwerkingsproces te betrekken 3 Verbeteren kwaliteit bedrijventerrein • Revitaliseren en het realiseren van parkmanagement op het industrieterrein de Kooi. • Onderzoek doen naar de ontsluiting van het bedrijventerrein in Putte. • Onderzoek doen naar uitbreiding van industrieterrein de Kooi. 4 • • • •
Handhaving beleid winkelgebieden en openingstijden 6 maal per jaar bestuurlijk overleg met ondernemersverenigingen. Jaarlijks 20 bedrijfsbezoeken afleggen. Minder art 19 procedures. Zondagopenstelling in Putte elke week en voor de andere kernen 12 maal per jaar.
Wat mag het kosten ? Lasten Economische zaken Nutsvoorzieningen Totaal lasten Baten Economische zaken Nutsvoorzieningen Totaal baten
Realisatie 2006 152.668 10.591 163.259
Begroting 2007 173.745 41.589 215.334
Begroting 2008 142.710 34.775 177.485
Begroting 2009 142.557 34.775 177.332
Begroting Begroting 2010 2011 139.741 136.925 34.775 34.775 174.516 171.700
Realisatie 2006 48.219 10.080 58.299
Begroting 2007 95.710 4.200 99.910
Begroting 2008 66.500 6.300 72.800
Begroting 2009 66.500 6.300 72.800
Begroting Begroting 2010 2011 66.500 66.500 6.300 6.300 72.800 72.800
14
Investeringen De volgende investeringen zijn gepland: (De met een asterisk aangeduide bedragen zijn incl. BTW; de BTW is compensabel in het kader van de Wet op het BTW-compensatiefonds) Omschrijving
Jaar 2008
Handel en ambacht Masterplan en plan-mer maintenance Valley Totaal
250.000* 250.000
15
Programma
Openbare orde en veiligheid
Algemeen Het gevoel van veiligheid bij de burger is een groot goed. De zorg daarvoor heeft daarom zowel in preventieve als repressieve zin hoge prioriteit. Eerst verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid is de burger. Samen met de burger werkt de gemeente aan de integrale veiligheid, waarbij de regierol nadrukkelijk bij de gemeente ligt. In dit programma worden doelen en acties geformuleerd ten aanzien van de wijze waarop de gemeente de veiligheid van haar burgers wil waarborgen en invulling wil geven aan haar wettelijke taken op het gebied van brandweer, rampbestrijding en de uitvoering van bijzondere wetten. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 1. Het bieden van veiligheid aan de inwoners Veiligheid is ieders zorg en basisvoorwaarde voor het welzijn van de inwoners. De resultaten van het onderzoek dat eind 2005 is uitgevoerd, leiden mogelijk tot een bijstelling van de speerpunten van het veiligheidsplan 2006-2007. Vooral aan het speerpunt jeugd en drugsgebruik dient de nodige aandacht te worden besteed. De aangekondigde wijzigingen binnen de politieregio worden met enige terughoudendheid afgewacht, het politiebureau in Hoogerheide dient operationeel te blijven. Het structureel overleg van de raad c.q. een vertegenwoordiging ervan met de politie dient te worden voortgezet. Het veiligheidsplan dient jaarlijks geëvalueerd te worden en voorgelegd te worden aan de raad of een vertegenwoordiging daarvan. Met betrekking tot het drugsbeleid (0-optie), speelautomatenbeleid en prostitutiebeleid wordt geen nieuwe koers ingezet en zal het bestaande beleid worden voortgezet. Bestaand beleid Bestuurlijke kaders: Algemeen • Veiligheidsplan (2006-2007) • Samen leven in Woensdrecht (1998) • HALT-project Uitvoering bijzondere wetten • Algemene Plaatselijke Verordening (2000) • Notitie weggebruik en leefbaarheid (2001) • Evenementenbeleid (2004) • Horecabeleidsplan (2000) • Notitie drugsbeleid in de grensgemeente (1997) • Prostitutiebeleid (2006)
16
Ontwikkelingen en knelpunten Algemeen • Hoewel jeugdoverlast en –criminaliteit reeds wordt aangepakt, is er behoefte aan een duidelijk beleidskader en aan afstemming van de strafrechtelijke en gemeentelijke aanpak. • Er is behoefte aan het opzetten en implementeren van een meldpunt huiselijk geweld. Regionaal wordt daarbij samengewerkt. Brandweer • Landelijke ontwikkelingen in het denken over veiligheidsrisico’s en het huidige kabinetsstandpunt daarover laten het er naar uitzien dat de gemeentelijke zeggenschap over de brandweer zal afnemen en meer op regionaal niveau zal komen. Op regeringsniveau is een nieuwe wet opd e Veiligheidsregio’s aangekondigd. Aan de hand daarvan worden mogelijk verdere keuzes aan de raad voorgelegd. Rampbestrijding • Het streven naar territoriale congruentie heeft geleid tot herstructurering van samenwerkingsverbanden zoals de regionale brandweer en de GHOR. Daarbij is vooral aandacht voor eenduidigheid en afstemming in aansturing. • Beoefening en training van de bij de rampbestrijding betrokken functionarissen uit de gemeente krijgt meer aandacht. Professionalisering van de gemeentelijke kolom is hierbij uitgangspunt. Hiervoor heeft de Veiligheidsregio inmiddels de nodige initiatieven ontwikkeld. Wat willen wij bereiken ? 1. Algemeen I. Ten minste een stabilisering van gebruik van alcohol en drugs eind 2009 tov voorgaande onderzoeken naar gebruik van alcohol en drugs. II. In raadsperiode 2006-2010 zullen vestigingen van is bestaand drugsverkooppunten met kracht worden bestreden en gesloten. beleid Er zal geen vestiging van een speelautomatenhal worden toegestaan. De bestaande prostitutie-inrichtingen werken onder het vergunningenregime en worden stelselmatig en regelmatig gecontroleerd. Bij vergunningverlening en als daartoe aanleiding is wordt de integriteit van de onderneming maximaal onderzocht, indien deze zogenaamde BIBOB toets daartoe aanleiding geeft zal geen vergunning worden verstrekt of ingetrokken. III. Voorkomen en terugdringen van criminaliteit en vandalisme. IV. Tenminste gelijkblijvend cijfer van gevoelens van veiligheid in de eigen woonbuurt conform de resultaatmeting in d e bewonersenquete.
17
2. Politie I. Behoud van het politiebureau te Hoogerheide met tenminste 1jan07 de huidige openingstijden. Voor het gehele grondgebied van de gemeente dienen de aanrijtijden voor noodhulp in 85% van de gevallen gehaald te worden. II. Een goede informatieoverdracht tussen politie en gemeente. III. De politie moet aanspreekbaar zijn voor de burgers. De politie is lokaal verankerd en blijft dat. 3. Brandweer I. Branden en andere ongevallen worden zoveel mogelijk voorkomen. II. Zo adequaat mogelijk optreden bij calamiteiten. 4. Rampbestrijding I. Instandhouding van een goed geoefende rampenbestrijdingsorganisatie. II. Adequaat optreden ter voorkoming en bestrijding van ongevallen en rampen en crisissituaties. III. Optimale communicatie- en informatiemechanismen zowel binnen Nederland als grensoverschrijdend. 5. Uitvoering bijzondere wetten I. Het periodiek uitvoeren van controles op de naleving van gebruiksvergunningen. Meetbare effecten
Jeugdoverlast (w.o. Haltverwijzingen) Aantal verwijzingen Jeugd Preventie Project Aantal meldingen huiselijk geweld Aantal woninginbraken Aantal inbraken in bedrijven Geweldsmisdrijven Aantal vermogensmisdrijven Drugspanden
18
2006
2008
18 21 5
20 20 25
89 49 35 185
88 45 35 150
0
0
Wat doen wij daarvoor ? 1. Algemeen Prestaties • Wij integreren alle aspecten van het veiligheidsbeleid op een logische plaats in de gemeentelijke organisatie om te komen tot een integraal veiligheidsbeleid. • Het speerpunt jeugd is deels een uitwerking van de van het totale integrale jeugdbeleid. Voor de jeugd zal blijvend ingezet worden op projectmatige aanpak in projecten zoals o.a. Doe effe Normaal. Verder zal de problematiek van hangjongeren gevolgd worden en waar nodig zullen jeugdigen en hun ouders/verzorgers aangesproken worden op hun verantwoordelijkheden. De gemeente blijft binnen de regio participeren en ondersteunde trajecten die ontsporing moeten voorkomen, deze zullen waarschijnlijk gebundeld worden in een zogenaamd Veiligheidshuis. Wij zullen u een voorstel doen over de inzet van een zogenaamde straathoek of jongerenwerker. • Wij sluiten een convenant af met woningbouwverenigingen en andere maatschappelijke partners om het zogenaamde thuiskweken te ontmoedigen en daar waar dat geconstateerd wordt met kracht te bestrijden. Wij ontwikkelen beleid om dezelfde effecten ook in eigendomssituaties aan te pakken middels het opleggen van dwangsommen en bestuurlijke boetes. • In overleg met de raad zal worden bezien of er aanleiding bestaat om op termijn volledig te participeren in Courage. • In deze raadsperiode organiseren wij een nieuw onderzoek naar drugs- en alcoholgebruik onder de inwoners van onze gemeente. • Wij evalueren jaarlijks het veiligheidsplan en betrekken in het overleg daarover met de raad of een vertegenwoordiging daarvan de politie en brandweer
1jan08 1jan08
gerealiseerd
eind08 2008 1jan07
Prioriteiten/investeringen • geen 2. Politie Prestaties • Informatie over de lokale politie op gemeentelijke website plaatsen. • Afspraken in het Veiligheidsplan 2008-2010 worden nageleefd en uitgevoerd. • Wij organiseren 2 maal per jaar gestructureerd overleg, loopt nu al met politie en brandweer
19
3. Brandweer Prestaties • Een goede lokale brandweerorganisatie op basis van goed opgeleide en gedreven vrijwilligers. • Structureel overleg ( zonodig in beslotenheid) tussen brandweer, politie en betrokken portefeuillehouder met de commissie Bestuur. • Afspraken in het Veiligheidsplan 2008-2010 worden nageleefd en uitgevoerd. • Wij organiseren 2 maal per jaar gestructureerd overleg loopt nu al met politie en brandweer Prioriteiten/investeringen • Geen 4. Rampbestrijding Prestaties • Afspraken in het Veiligheidsplan 2008-2010 worden nageleefd en uitgevoerd. • Actualiseren van rampbestrijdingsplannen en draaiboeken alsmede de daarbij behorende gemeentelijke processen. Hiertoe wordt in regionaal verband samengewerkt aan professionalisering van de gemeentelijke kolom. • Verdere ontwikkeling en implementatie trainingsprogramma voor bij de rampbestrijding betrokken functionarissen van de gemeente. Verder wordt er deelgenomen in regionale invliegteams. 5. Uitvoering bijzondere wetten Prestaties • Handhaving van de 0-optie ten aanzien van coffeeshops ed. • Nering die zich op het randje van het wettelijk toelaatbare begeeft, wordt met argusogen gevolgd. • Periodieke controle van de gebruiksvergunningen. • Opzet en implementatie handhavingnota voor wat betreft apv en bijzondere wetten. • Opzet en implementatie in regionaal verband van een meldpunt voor huiselijk geweld. • De in het veiligheidsplan opgenomen speerpunten worden ter hand genomen.
20
Wat mag het kosten ? Lasten Brandweer en rampenbestrijdin Openbare orde en veligheid Totaal lasten Baten Brandweer en rampenbestrijdin Openbare orde en veligheid Totaal baten
Realisatie 2006 1.067.804 243.725 1.311.529
Begroting 2007 1.166.096 254.373 1.420.469
Begroting 2008 1.264.402 242.162 1.506.564
Begroting 2009 1.263.197 241.869 1.505.066
Begroting 2010 1.261.992 241.576 1.503.568
Begroting 2011 1.260.787 241.283 1.502.070
Realisatie 2006 11.349 43.226 54.575
Begroting 2007 39.657 40.000 79.657
Begroting 2008 17.275 25.000 42.275
Begroting 2009 17.275 25.000 42.275
Begroting 2010 17.275 25.000 42.275
Begroting 2011 17.275 25.000 42.275
Investeringen De volgende investeringen zijn gepland: (De met een asterisk aangeduide bedragen zijn incl. BTW; de BTW is compensabel in het kader van de Wet op het BTW-compensatiefonds) Omschrijving
Jaar 2008
Brandweer en rampenbestrijding Aanschaf brandweerauto Materialen tbv brandbestrijding Aanschaf dienstauto incl. uitrusting Materialen tbv brandbestrijding (tankautospuit)
345.100* 14.067* 18.151* 14.067*
Openbare orde en veiligheid Uitvoeren werkzh. nav verzoeken dorpsplatform
20.000*
Totaal
411.385
21
Programma
Recreatie en toerisme
Algemeen Binnen het programma recreatie en toerisme richt de gemeente zich in de eerste plaats op haar eigen inwoners. Cultuur en (toeristische) recreatie worden echter ook ingezet om toeristen naar Woensdrecht te trekken. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 Initiatieven, zowel vanuit de markt als van particulieren op het gebied van toerisme en recreatie dienen zoveel mogelijk te worden ondersteund. We denken aan realisatie c.q. verbetering van hotelaccommodatie, verblijfsaccommodaties, horeca, het transformeren van voormalige agrarische gebouwen tot geschikte verblijfsaccommodatie enz.. Om te zorgen dat recreatie en toerisme zich binnen onze gemeente beter kan ontwikkelen, dienen er attractiepunten gerealiseerd te worden waarbij er niet alleen gekeken wordt naar goede fiets- en wandelroutes maar zeker ook naar niet-grootschalige verblijfsrecreatie. Het besteden van een substantieel deel van de ontvangen toeristenbelasting voor het faciliteren van initiatieven in deze sector behoort daarbij tot de mogelijkheden. Bestaand beleid Bestuurlijke kaders: Toerisme • Toeristisch Recreatief Actie Plan (1998)
Ontwikkelingen en knelpunten Realisatie c.q. verbetering van recreatieve voorzieningen, o.a. realisering van hotelaccomodatie etc. • The Kettle • Dennenheuvel • Kwaliteitsverbetering campings en bungalowparken • Realiseren thermen Huijbergen • Molen Johanna Realiseren van attractiepunten • Realisering Grenspark + • Groeve Boudewijn
22
Wat willen wij bereiken ? 1. Recreatie en toerisme I. Kwalitatieve verbetering van de toeristisch recreatieve ontwikkeling II. Het opzetten van een plan van aanpak om in de voorwaardenscheppende sfeer het gebied nabij molen Johanna te herontwikkelen waarbij de integrale planvorming zich richt op de functies recreatie en cultuurhistorie. Meetbare effecten Werkelijk 2005 2007 Aantal toeristische overnachtingen - op basis van overnachtingen - op basis van forfaits * exclusief overnachtingen NL. Services ** schatting
2008
136.693* 138.199** 138.199** 128.668* 151.854** 151.854**
Wat doen wij daarvoor ? 1. Recreatie en toerisme •
•
• •
•
Door de inbreng van de gemeentelijke medewerker recreatie en toerisme zullen losstaande initiatieven die bij verschillende ondernemers leven met elkaar worden verbonden. Hierbij kan gedacht worden aan themaweken en themaweekenden op het gebied van schilderen, beeldhouwen, sporten, gezondheid, reiki, fotografie ed. Door mee te denken met de klant en te bezien waar op grond van bestemmingsplannen mogelijkheden zijn. Verder zijn er mogelijkheden om Dennenheuvel geschikt te maken voor verblijfsaccommodatie. Door rond Groeve Boudewijn toeristisch-recreatieve mogelijkheden te creëren, als onderdeel van een totaal product, gebaseerd op natuur, rust en ruimte en hierbij het Grenspark te betrekken. Uiterlijk in 2009 te komen tot een besteding van 100% van de toeristenbelasting voor toeristisch-recreatieve voorzieningen, waarbij een ingroeimodel wordt gehanteerd van 50% in 2007, 75% in 2008 en 100% in 2009. Door bevordering van de natuurontwikkeling en ecologische hoofdstructuur rondom het Grenspark.
23
Wat mag het kosten ? Lasten Kunst en cultuur Oudheidkunde Natuurbescherming Openluchtrecreatie Overige recreatieve voorzienin Totaal lasten Baten Kunst en cultuur Oudheidkunde Natuurbescherming Openluchtrecreatie Overige recreatieve voorzienin Totaal baten
Realisatie 2006 137.888 201.394 14.809 193.113 125.614 672.819
Begroting 2007 133.715 219.203 9.722 228.240 129.407 720.287
Begroting 2008 137.524 219.292 9.455 258.990 147.876 773.137
Begroting 2009 137.524 214.113 9.455 258.627 158.841 778.560
Begroting Begroting 2010 2011 137.524 137.524 213.792 213.471 9.455 9.455 258.264 257.901 155.775 152.709 774.810 771.060
Realisatie 2006 3.503 20.887 0 39.515 0 63.906
Begroting 2007 0 23.675 0 33.316 100 57.091
Begroting 2008 0 24.000 0 23.316 100 47.416
Begroting 2009 0 24.000 0 23.316 100 47.416
Begroting Begroting 2010 2011 0 0 24.000 24.000 0 0 23.316 23.316 100 100 47.416 47.416
Investeringen De volgende investeringen zijn gepland: (De met een asterisk aangeduide bedragen zijn incl. BTW; de BTW is compensabel in het kader van de Wet op het BTW-compensatiefonds) Omschrijving
Jaar 2008
Openbaar groen en openluchtrecreatie Renovatie diverse groenstroken 2008 Organisatie Brabantse Waldag (eenmalig) Restyling nieuwe toeristenfolder (eenmalig) Realisatie aanbouw V&O gebouw De Remise Opknappen bouwloods carnaval Ossendrecht
89.250* 11.900* 9.520* 25.000 10.000
Overige recreatieve voorzieningen Vervangen speeltoestellen diverse kernen 2008
30.476*
Oudheidkunde/musea Aanvullende inventarisatie gemeentelijke monumenten
10.000*
Totaal
186.146
24
Programma
Ruimtelijk beheer
Algemeen Het programma omvat het schoon en heel houden van de openbare ruimte in de meest brede zin van het woord. Instrumenten die daarvoor worden ingezet zijn het wegbeheer, het beheer van de watergangen en het openbaar groen, het beheer van de openbare verlichting, de afvalinzameling en het riool- en milieubeheer. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 Er wordt met betrekking tot de uitvoering van verkeersremmende maatregelen een pas op de plaats gemaakt. Te ver doorgevoerde maatregelen leiden immers tot irritatie van de verkeersdeelnemers en ook tot vertraging van de aanrijtijden van hulpdiensten. De uitgaven in de begroting en de investeringsprojecten die in het meerjarenplan opgenomen zijn, dienen kritisch te worden bekeken op noodzaak en prioriteit. Gezien de openbare ruimte in het algemeen dient prioriteit te worden gegeven aan de kwaliteit hiervan. In de Raadhuisstraat zijn een aantal projecten in voorbereiding zoals de omgeving voormalig raadhuis, de omgeving Hooghe Heide en de hoek Raadhuisstraat-Onderstal die qua bouwwerkzaamheden een behoorlijke last voor de verharding van de Raadhuisstraat zullen betekenen. Ter voorkoming van kapitaalvernietiging door schade aan verhardingen dient de herinrichting van de Raadhuisstraat te worden uitgesteld. Onze gemeente ligt op korte afstand van het havengebied van Antwerpen hetgeen gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit. Het college wordt aanbevolen om jaarlijks met zowel de provincie, de Regionale Milieudienst, de GGD en Benegora in overleg te gaan omtrent de mogelijke gezondheidsgevolgen van de activiteiten in het havengebied en hierover de raad te rapporteren. Moties Raad 28-06-2007 Motie 7: Onderzoek naar de aanleg van kunststof grasvelden. Motie 10: Onderzoek beleids- en beheerplan speelvoorzieningen/-uitbreiding speelvoorzieningen. Motie 12: Onderzoek aanpassing onderhoudsplan wegen en verbetering onderhoud groen (combinatie). Bestaand beleid Gezien het belang van het visueel aspect van de openbare ruimte in het algemeen en de klachten met betrekking tot de leefomgeving dient prioriteit te worden gegeven aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Het gemeentelijk afvalstoffenbeleid is erop gericht om de afvalberg substantieel te verminderen. Continue intensieve voorlichting is noodzakelijk. Verdere 25
scheiding van afval en een strakker beleid waar het gaat om "de vervuiler betaalt" moeten in overweging worden genomen. Daarbij moet het risico van afvaltoerisme zoveel mogelijk worden vermeden. Bestuurlijke kaders: Wegbeheer • Beleidsplan openbare verlichting (2000) • Beleidsplan kwaliteit wegen (2006) • Uitvoeringsprogramma wegen (2007) • Gladheidbestrijdingsplan (2006-2007) Beheer gemeentelijk groen • Beleidsnotitie verkoop openbaar groen (2003) • Groenbeleidsplan (2006) • Bomenbeleidsplan (2007) Afvalinzameling • Afvalplan (2002) • Afvalstoffenverordening (2006) Rioolbeheer • Overkoepelend Basisrioleringsplan (1998) • Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) - voortgangsrapportage (2007) Milieubeheer • Milieubeleidsplan 2007-2010 Handhaving • Handhavingsbeleid (2005) Lijkbezorging • Beheersverordening Begraafplaatsen (2006) Speelvoorzieningen • Beleids- en beheerplan speelvoorzieningen (2005) Ontwikkelingen en knelpunten infrastructuur en milieu Algemeen • De uitgaven in de begroting en de investeringsprojecten die in het meerjarenplan opgenomen zijn, dienen kritisch bekeken te worden op noodzaak en prioriteit. • In de Raadhuisstraat zijn een aantal projecten in voorbereiding zoals de omgeving voormalig raadhuis, de omgeving Hooghe Heide en de hoek Raadhuisstraat-Onderstal, die qua bouwwerkzaamheden een behoorlijke last voor de verharding van de Raadhuisstraat zullen betekenen. Ter voorkoming van kapitaalvernietiging door schade aan verhardingen is de herinrichting van de Raadhuisstraat uitgesteld. Vanwege de voorgenomen ontwikkelingen in de Raadhuisstraat en de voorgenomen reconstructie wordt de ondergrondse infrastructuur gefaseerd aangepast. De werkzaamheden worden uitgevoerd eind 2007 en begin 2008.
26
Wegbeheer • Het beleidsplan kwaliteit wegen is vastgesteld, waarbij voor het “centrumgebied” het kwaliteitsniveau “verzorgd” en voor de overige gebieden het kwaliteitsniveau “basis” is vastgelegd. Jaarlijks kan bijstelling plaatsvinden. • Met betrekking tot de uitvoering van verkeersremmende maatregelen dient een pas op de plaats te worden gemaakt, omdat te ver doorgevoerde maatregelen leiden tot irritatie van de verkeersdeelnemers en tot vertraging van de aanrijtijden van hulpdiensten. • Motie 12: Onderzoek aanpassing onderhoudsplan wegen en verbetering onderhoud groen (combinatie). Beheer gemeentelijk groen • Aantal klachten over zwerfvuil en onderhoud groen neemt af. • Ontwikkeling van een groenbeheerplan. • Ontwikkeling van een bomenbeleidsplan. • Motie 12: Onderzoek aanpassing onderhoudsplan wegen en verbetering onderhoud groen (combinatie). Afvalinzameling • Het Afvalplan is vastgesteld met als uitgangspunt dat een betere afvalscheiding voor de gemeente tot lagere kosten leidt. • Het invoeren van een ondergrondse afvalinzameling bij nieuw te ontwikkelen complexen met relatief veel wooneenheden. • Betaalsysteem voor milieustraten (in SAVER-verband). • Onderzoek naar mogelijkheden DIFTAR (in SAVER-verband). Rioolbeheer • Het overkoepelend basisrioleringsplan moet worden geactualiseerd. • Periodiek wordt het Gemeentelijk Rioleringsplan geactualiseerd (2007). • Opstellen Gemeentelijke Wateropgave. • Optimalisatie Afvalwatersysteem Studies (OAS). • Kaderrichtlijn Water. Milieubeheer • Milieubeleidsplan 2007-2010 is begin 2007 vastgesteld. Het beleidsplan voorziet met name de uitvoering van wettelijke taken. Voor de uitvoering van bodemtaken wordt een bodeminformatiesysteem. • Onze gemeente ligt op korte afstand van het havengebied van Antwerpen hetgeen gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit. Jaarlijks wordt met de provincie, de Regionale Milieudienst, de GGD en milieuorganisaties in overleg getreden over de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid van de activiteiten in het havengebied. Handhaving • Voor de taakvelden milieu, bouwen en wonen is in 2005 het handhavingsbeleid vastgesteld. In het kader van verbreding en integrale handhaving wordt het beleid ook in de openbare ruimte toegepast. Hierdoor wordt zoveel mogelijk integraal toezicht en controle gehouden op bovengenoemde taakvelden en in geval van overtredingen conform de in 27
het sanctiestrategie van het beleid opgetreden. Begraven • Bij het aflopen van de termijn van grafrechten zijn er – indien desgevraagd het grafrecht niet wordt verlengd – geen middelen meer om de graven te onderhouden. Op een aantal gemeentelijke begraafplaatsen is dat het geval. De voorbereiding om te komen tot het opruimen van grafmonumenten waarvoor geen grafrechten worden betaald, loopt. Voor de uitvoering wordt opdracht gegeven. Sportvelden • Motie 7: Onderzoek naar de aanleg van kunststof grasvelden Speelvoorzieningen • Motie 10: Onderzoek uitvoeren beleids- en beheerplan speelvoorzieningen/uitbreiding speelvoorzieningen. Wat willen wij bereiken en wanneer? 1. Algemeen I. Tenminste stabiliseren van de uitgaven die betrekking hebben op de openbare ruimte, waarbij wel de inflatiecorrectie en uitbreidingscorrectie worden toegepast. II. Voorkomen van schade door bouwverkeer aan de heringerichte Raadhuisstraat. III. Afstemming van riool- en wegwerkzaamheden, werkzaamheden openbare verlichting, groenwerkzaamheden en werkzaamheden voortvloeiend uit het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP). IV. Naleving van wet- en regelgeving. 2. Wegbeheer I. Goed begaanbare, veilige en schone openbare wegen en paden. 1jan09 II. Minder irritatie bij verkeersdeelnemers hetgeen moet blijken uit de burgerenquête, maar de veiligheid en vermindering van het aantal slachtoffers moet meegewogen zijn. III. Vroegtijdige inspraak van betrokkenen bij herinrichtingsplannen van straten en wegen (burgerparticipatie). IV. Motie 12: Hoger kwaliteitsniveau onderhoud wegen, vegen van 2e helft 2007 wegen en onderhoud groen 3. Beheer watergangen I. Een adequate afvoer van overtollig oppervlaktewater. 4. Beheer gemeentelijk groen I. Een plezierige en sociaal veilige leefomgeving passend bij het groene (en toeristische) karakter van de gemeente. II. Bescherming van de natuur- en landschapswaarden. III. Motie 12: Hoger kwaliteitsniveau onderhoud wegen, vegen van wegen en onderhoud groen. 28
2e helft 2007
5. Afvalinzameling I. Een zo efficiënt mogelijk functionerend inzamelsysteem. II. Vermindering van de hoeveelheid aangeboden restafval door betere scheiding van het afval door de burgers. III. Vermindering van totale hoeveelheid aangeboden afval. IV. Handhaving volledig kostendekkende inzameling. V. Afname van het aantal klachten over zwerfvuil. 6. Rioolbeheer I. Een goed functionerend gemeentelijk rioolstelsel. II. Voor zover wettelijk vereist en technisch/financieel mogelijk is, wordt ieder perceel op de riolering aangesloten. III. Regenwater wordt zo mogelijk en zonder wateroverlast binnen het IV. opvanggebied aan de bodem doorgegeven. V. Geen vloeistofuitwisseling met de bodem. 7. Milieubeheer I. Duidelijkheid of de luchtkwaliteit in de gemeente directe gevolgen heeft voor de gezondheid van de bevolking. II. Een positieve mentaliteit en gedrag met betrekking tot natuur en milieu. 8. Handhaving I Adequate handhaving van wet- en regelgeving 9. Begraven I. De gemeentelijke begraafplaatsen worden zorgvuldig beheerd en geëxploiteerd. 10. Sportvelden .
Motie 7: Lagere onderhoudskosten sportvelden.
1e helft 2008
11. Speelvoorzieningen I. Motie 10: uitbreiding speelvoorzieningen
2e helft 2007
Hoe denken wij dat te bereiken en wanneer? 1. Algemeen •
Alle uitgaven en investeringen met betrekking tot ruimtelijk beheer doorlopend worden kritisch bekeken op noodzaak en prioriteit. • De definitieve herinrichting van de Raadhuisstraat uitvoeren wanneer de 2009 in voorbereiding zijnde bouwkundige projecten op de locaties voormalig gemeentehuis, Hooghe Heide en Raadhuisstraat-Onderstal zijn uitgevoerd. 29
2. Wegbeheer • • • • • • •
Planmatig onderhoud conform het beleidsplan kwaliteit wegen en het uitvoeringsprogramma wegen. Alleen daar waar vanwege de verkeersveiligheidsaspecten strikt vanaf heden noodzakelijk worden verkeersremmende maatregelen aangelegd. Gladheidbestrijding conform een bestrijdingsplan. Het plan wordt waar nodig jaarlijks bijgesteld. Planmatig onderhoud en verbeteren van de openbare verlichting. Uitbreiding voorlichting ter voorkoming en bestrijding overlast hondenpoep. Beleggen inspraakavonden in een vroegtijdig stadium. Motie 12: Verhoging van de middelen voor onderhoud wegen, 2e helft 2007 vegen van wegen en kwaliteitsniveau onderhoud groen.
3. Beheer watergangen •
Planmatig onderhoud.
4. Beheer gemeentelijk groen • • • •
Planmatig onderhoud. Verkoop groenstroken. Opstellen groenbeheerplannen en bomenbeleidsplan. Motie 12: Gecombineerd onderzoek naar kwaliteitsniveau onderhoud 2e helft 2007 wegen, vegen van wegen en kwaliteitsniveau onderhoud groen.
5. Afvalinzameling •
Gescheiden inzameling van afval inclusief controle daarop.
6. Rioolbeheer • • • •
Planmatig onderhoud. Een kostendekkend rioolrecht is bereikt. Jaarlijks wordt geïndexeerd. Starten project Wateropgave. Uitvoeren studies optimalisatie Afvalwatersystemen.
7. Milieubeheer • •
Overleg met provincie, rmd, ggd en milieuorganisaties Inwoners bewust maken van de invloed van hun handelen op het milieu.
8. Handhaving Verder ontwikkelen van integrale handhaving en afstemming met andere handhavingpartners Monitoren van resultaten 30
9. Begraven • •
Opruimen van grafmonumenten op gemeentelijke begraafplaatsen Verbetering begraafplaatsen (paden/beplanting)
10. Sportvelden •
Motie 7: In combinatie met verbetering voetbalvelden Huijbergen een 1e helft 2008 onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheid van aanleg van kunststof grasvelden.
10. Speelvoorzieningen •
Motie 10: Uitvoering geven aan uitbreiding van de speelvoorzieningen zoals opgenomen in het voorstel beleids- en beheerplan speelvoorzieningen 2005.
2e helft 2007
Wat mag het kosten ? Lasten Wegen, straten en pleinen Watergangen Openbaar groen Afvalverwijdering en -verwerkin Riolering en waterzuivering Milieubeheer Lijkbezorging Totaal lasten Baten Wegen, straten en pleinen Watergangen Openbaar groen Afvalverwijdering en -verwerkin Riolering en waterzuivering Milieubeheer Lijkbezorging Totaal baten
Realisatie 2006 2.173.185 78.424 1.533.965 2.560.183 2.180.724 679.202 121.804 9.327.487
Begroting 2007 2.317.746 114.450 1.132.362 2.532.422 2.027.143 979.777 141.381 9.245.281
Begroting 2008 2.198.386 96.958 1.150.350 2.672.712 2.016.288 919.750 119.298 9.173.742
Begroting 2009 2.274.151 96.535 1.162.708 2.672.712 2.016.288 917.481 122.024 9.261.899
Begroting 2010 2.298.046 91.933 1.181.903 2.672.712 2.016.288 917.103 121.084 9.299.069
Begroting 2011 2.395.764 87.331 1.201.098 2.672.712 2.016.288 916.725 120.144 9.410.062
Realisatie 2006 470.753 0 238.609 2.728.744 1.701.498 190.109 81.769 5.411.482
Begroting 2007 209.584 0 25.381 3.059.331 1.684.961 100.680 108.460 5.188.397
Begroting 2008 155.645 0 25.381 3.202.084 1.682.461 680 108.460 5.174.711
Begroting 2009 155.645 0 25.381 3.202.084 1.682.461 680 108.460 5.174.711
Begroting 2010 155.645 0 25.381 3.202.084 1.682.461 680 108.460 5.174.711
Begroting 2011 155.645 0 25.381 3.202.084 1.682.461 680 108.460 5.174.711
31
Investeringen De volgende investeringen zijn gepland: (De met een asterisk aangeduide bedragen zijn incl. BTW; de BTW is compensabel in het kader van de Wet op het BTW-compensatiefonds) Omschrijving
Jaar 2008
Wegen, straten en pleinen Uitvoeren integraal parkeeronderzoek kern Putte 15.000* Onderzoek herinrichting Kruidvatplein en verplaatsen weekmarkt Putte 15.000* Voorbereiding herziening wegenlegger 20.000* Uitvoeringsprogramma wegbeheer 2008 470.000* Aanleg randweg Hoogerheide -bijdrage aanleg randweg (2008) 1.805.746* Verbreding wegen (naar recreatiebedr. met grasbetongtegels (Putte) 100.000* Inrichting locatie zoutopslag 20.000* Uitvoeringsprogramma openbare verlichting 2008 233.847* Riolering en waterzuivering Uitvoeringsprogramma rioolbeheer 2008 Onderzoek differentiatie rioolrecht
422.408* 20.000*
Totaal
3.122.001
32
Programma
Ruimtelijke ontwikkeling
Algemeen In dit programma formuleert de gemeente in algemene zin haar doelstellingen en acties ten aanzien van de bestemming en het gebruik van de ruimte. Voor het beleidsterrein wonen worden specifieke doelstellingen en acties opgenomen. Tenslotte geeft de gemeente in dit programma aan hoe zij invulling geeft aan haar wettelijke taak op het gebied van het bouw- en woningtoezicht. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 1. Het uitwerken van de toekomstvisie 2005-2025, de structuurvisiePlus en de integrale visie centrumgebied Hoogerheide Door vaststelling van de toekomstvisie eind 2005 zal er met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente een nieuwe koers worden gestart. In deze raadsperiode zal een aanzet moeten worden gegeven met de uitkomsten van de strategische visie. Het gaat dan om het bouwen van woningen, het mogelijk clusteren van voorzieningen (doel: kwaliteitsverbetering) zonder dat dit ten koste gaat van de leefbaarheid, het accommoderen van Maintenance Valley en het ontwikkelen van een recreatieve trekpleister bij de Groeve Boudewijn. Van het college wordt tijdig vóór de begrotingsbehandeling in november 2006 een (opiniërend) voorstel verwacht welke onderdelen zij van de strategische visie in de komende periode wil aanpakken. Van het college wordt tevens verwacht dat zij op zeer korte termijn een visie laat ontwikkelen voor het gebied tussen de Raadhuisstraat en Scheldeweg in Hoogerheide in verband met de ontwikkeling van het gebied Hooghe Heide en de wijziging van de functie van de Scheldeweg. De invulling van het oude raadhuis wordt door de coalitiepartners als een vrije kwestie beschouwd. 2. Het realiseren van diversiteit in woningbouw met aandacht voor bepaalde doelgroepen. In deze raadsperiode zal er ruime aandacht moeten zijn voor het bouwen voor doelgroepen zoals genoemd in de Woonvisie. Er dienen in de verschillende kernen voldoende mogelijkheden geschapen te worden voor de bouw van nieuwe woningen, waarbij aan de doelgroepen ouderen en starters voorrang gegeven dient te worden. Daarnaast dienen de woningstichtingen aan hun primaire sociale taak te voldoen door het realiseren en in beheer houden van voldoende sociale woningen in de verschillende kernen. Van het college wordt verwacht dat zij met de woningbouwcorporaties op korte termijn prestatieafspraken maakt over de genoemde onderdelen. Aan het college wordt opgedragen om binnen deze raadsperiode in alle kernen starterswoningen te bouwen.
33
Bestaand beleid Bestuurlijke kaders: Ruimtelijke ordening en stedenbouw • Structuurvisie Plus (2001) • Beleidsnota Centrumgebied Hoogerheide (2000) • Uitwerkingsplan Brabantse Buitensteden en Woensdrecht (2004) • Gebiedsplan Brabantse Delta (2005) • Bestemmingsplannen • Streekplan • Nota landgoederen (2005) • Grondnota (2005) Wonen • Woonvisie (2005) Ontwikkelingen en knelpunten Het vinden van voldoende (betaalbare) locaties om op korte termijn
starterswoningen te (laten) realiseren. Behoud van voldoende (kwalitatief goede) sociale huurwoningen. Realiseren van grondgebonden woningen op de vrijkomende schoollocaties. Wat willen wij bereiken ? 1. Het uitwerken van de toekomstvisie 2005-2025, de structuurvisiePlus en de integrale visie centrumgebied Hoogerheide. I. Clusters van voorzieningen. II. Een plan van aanpak waarbij de strategische visie stapsgewijs wordt vormgegeven. III. Een visie op de Raadhuisstraat en Scheldeweg. 2. Het realiseren van diversiteit in woningbouw met aandacht voor bepaalde doelgroepen. I. De bouw van levensloopbestendige (nul-trede) woningen die voor diverse doelgroepen ingezet kunnen worden, waardoor het tekort aan deze woningen van 400 naar 300 terugloopt. II. Inbreidingsplan voor de kavels van de Brede School. III. Duidelijke prestatieafspraken met de Woningbouwcorporaties. IV. Dat in elke kern starterswoningen gebouwd worden.
34
Meetbare effecten
1. Ruimtelijke ordening Aantal bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar 2. Behoefte aan zorgwoningen tot 2015, 350 stuks gepland Putte (ongeveer) Woensdrecht Ossendrecht gepland zoekgebied Huijbergen (ongeveer 25) gepland Raadhuisplein (WoZoCo plus SDW) 3. Realisatie van starterswoningen De Hei Putte Hoogerheide 4.. Bouw- en woningtoezicht Bouw-sloop en reclamevergunningen
2006
2007
2008
17
17
19
29 22 38 36 16 9 439
424*
424*
*schatting Wat doen wij daarvoor ? 1. Het uitwerken van de toekomstvisie 2005-2025, de structuurvisiePlus en de integrale visie centrumgebied Hoogerheide. • •
•
• •
Door het clusteren van voorzieningen in een Brede School, in woonzorgvoorzieningen en rond het Raadhuisplein. Het accommoderen van Maintenance Valley en Groeve Boudewijn Voor de begrotingsbehandeling zal een voorstel worden voorgelegd waarbij zal worden aangegeven welke onderdelen van de strategische visie als eerste zullen worden opgepakt. Daarin zal tevens aandacht worden besteed aan het natuurbeheer dat zo’n belangrijke factor in onze gemeente is. Door de visie gebied Raadhuisstraat en Scheldeweg, die momenteel in ontwikkeling is, af te ronden en voor te leggen aan het college en de Raad. Voor de grote projecten die op stapel staan zijn kostendragers noodzakelijk. Bezien zal worden welke locaties als kostendrager kunnen fungeren. Het uitvoeren van onderdelen van het Actieplan Putte. Het opstellen van een Actieplan voor Huijbergen en Woensdrecht.
35
2. Het realiseren van diversiteit in woningbouw met aandacht voor bepaalde doelgroepen. • •
• • • • •
Er zullen afspraken worden gemaakt met de woningbouw coöperaties en projectontwikkelaars over het realiseren van levensloopbestendige woningen (nul-trede woningen) in de woonkernen Door bij nieuwe projecten bijvoorbeeld boven de Hema en rond het Raadhuisplein te zorgen dat hier wordt gebouwd voor doelgroepen conform de Woonvisie. Belangrijk hierbij is dat de woningen levensloop bestendig moeten zijn. Door de kavels die vrij komen door de bouw van de Brede school in te zetten voor starters en senioren. De voorkeur gaat hierbij uit naar grondgebonden woningen. Het realiseren en in beheer houden van voldoende sociale woningen zal via een prestatieafspraak gestalte moeten krijgen. De bouw van starterswoningen in Putte is in voorbereiding. De Semmelweissstraat in Hoogerheide volgt hierop. In Woensdrecht en Ossendrecht zal een locatie worden gevonden. Het begrip “starter” op de woningmarkt zal duidelijker geformuleerd worden. Er zal een beleid worden ontwikkeld over perceelssplitsing dat in de 2e helft van deze collegeperiode zal worden uitgevoerd.
Wat mag het kosten ? Lasten Ruimtelijke ordening Woningexploitatie/woningbouw Overige volkshuisvesting Bouwgrondexploitatie Totaal lasten Baten Ruimtelijke ordening Woningexploitatie/woningbouw Overige volkshuisvesting Bouwgrondexploitatie Totaal baten
Realisatie 2006 672.495 236.894 720.223 1.837.044 3.466.656
Begroting 2007 676.139 162.525 476.253 791.628 2.106.545
Begroting 2008 582.750 149.190 481.026 2.351.525 3.564.491
Begroting 2009 532.655 149.190 481.026 2.351.525 3.514.396
Begroting Begroting 2010 2011 532.560 532.465 149.190 149.190 481.026 481.026 2.351.525 2.351.525 3.514.301 3.514.206
Realisatie 2006 145.527 124.210 686.760 1.958.124 2.914.621
Begroting 2007 114.866 149.370 510.805 655.477 1.430.518
Begroting 2008 5.332 132.050 594.305 2.153.036 2.884.723
Begroting 2009 5.332 132.050 510.805 2.153.036 2.801.223
Begroting Begroting 2010 2011 5.332 5.332 132.050 132.050 510.805 510.805 2.153.036 2.153.036 2.801.223 2.801.223
36
Investeringen De volgende investeringen zijn gepland: (De met een asterisk aangeduide bedragen zijn incl. BTW; de BTW is compensabel in het kader van de Wet op het BTW-compensatiefonds) Omschrijving
Jaar 2008
Ruimtelijke ordening Invoeren omgevingsvergunning Herziening Bp Huijbergen/Hoogerheide-Woensdrecht Opstellen herinrichtingsplan(nen) Putte n.a.v. toekomstvisie kern Putte Planschadevergoedingen Projecten agrarisch landschapsbeheer 2008
10.000* 80.000* 10.000* 50.000 50.000
Totaal
200.000
37
Programma
Sociale zaken
Algemeen De gemeente heeft de wettelijke taak om uitvoering te geven aan een drietal sociale wetten (WWB, IOAW en IOAZ) die een minimale inkomensvoorziening waarborgen. In de WWB is geregeld dat werk boven inkomen gaat. Inwoners hebben recht op werk en bemiddeling van de gemeente daarbij. Pas wanneer dat (nog) niet lukt bestaat er recht op een uitkering. Daarnaast zijn er mensen die in een situatie verkeren dat de afstand tot regulier werk moeilijk te overbruggen is. Voor hen biedt de gemeente mogelijkheden op een (gedeeltelijk) gesubsidieerde arbeidsplaats of op training en scholing (volwasseneneducatie). Doelstelling hiervan is het bevorderen van uitstroom uit de uitkering naar betaald werk. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 Het voeren van een meer sociaal beleid. Het college dient middels de bekende communicatiekanalen en indien mogelijk op een meer individueel gerichte manier (binnen de grenzen van de privacy) regels, bedragen en mogelijkheden kenbaar te maken die in het kader van de bijzondere bijstand van belang zijn voor de sociaal zwakkeren in onze samenleving. Steeds meer wordt het gemis aan samenhangend beleid op het gebied van de werkgelegenheid gevoeld. Het gaat hierbij om het inzetten van een instrumentarium om meer mensen met een uitkering aan een betaalde baan te helpen. Voorts wordt inzet gevraagd om langdurig werklozen die niet of nauwelijks meer aan de slag komen, te bewegen vrijwilligerswerk te doen. Het ontwikkelen en ondersteunen van vrijwilligersbeleid wordt dan ook aanbevolen. Het ruimer toepassen van het kwijtscheldingsbeleid. Met betrekking tot de hoogte van het percentage van het kwijtscheldingsbeleid gaan wij een nieuwe koers inzetten door dit percentage te verhogen van 95 naar 100. Het college wordt gevraagd om het verrichte onderzoek naar de leefsituatie/financiële positie van ouderen nader te analyseren en een nota voor te leggen over de aanpak cq de vervolgacties. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de zogenaamde verborgen armoede.
38
Bestaand beleid Bestuurlijke kaders: Algemeen • Uitvoeringsbesluit reïntegratieverordening gemeente Woensdrecht (2004) • Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering en verhaal WWB gemeente Woensdrecht (2004) • Beleidsnotitie debiteuren (2004) • Beleidsregels Bijzondere bijstand WWB gemeente Woensdrecht (2004) • Beleidsuitgangspunten belastingstelsel (2001) • Fraudebeleidsplan (1999) • Minimabeleidsplan (1997) • Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht (2004) • Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht (2004) • Maatregelen- en handhavingverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht (2004) • Verordening cliëntenplatform gemeente Woensdrecht (2004) Volwasseneneducatie •
Beleidsprogramma volwasseneneducatie 2007-2010
Ontwikkelingen en knelpunten Algemeen • Door het economisch herstel neemt het beroep op de Wet werk en bijstand geleidelijk af. • Ondanks dit herstel blijft een aantal inwoners van een bijstandsuitkering afhankelijk. • Door een actieve benadering zullen deze cliënten worden gestimuleerd vrijwilligerswerk te verrichten, zodat een link wordt gelegd met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. • Alle verordeningen en beleidsregels zijn in 2006 geëvalueerd. De wijzigingen worden per 1 januari 2007 doorgevoerd, inclusief het nieuwe minimabeleid. • De benchmarkresultaten zoals deze nu voorhanden zijn zullen worden gebruikt voor verbeteracties. Volwasseneneducatie •
Voor de periode 2007-2010 is er een nieuw plan worden vastgesteld.
39
Statushouders en nieuwkomers • • •
De nieuwe Inburgeringwet (WI) is vanaf 1 januari 2007 in werking treden. Ook zijn er personen die vanuit de Generaal Pardonregeling een verblijfsvergunning krijgen. Deze mensen krijgen een woning, doen een beroep op de uitkering WWB en de inburgering. Tekortschietende middelen om te voldoen aan de verplichtingen van de Wet, met name om te voorzien in de kosten van kinderopvang.
Wat willen wij bereiken ? 1. Bijstandsverlening I. Het minimabeleid dient te worden verruimd en zo ruim mogelijk bekend te worden gemaakt, zodat iedereen die rechten heeft daar ook aanspraak op kan maken. II. Het ruimer toepassen van het kwijtscheldingsbeleid. III. Het actief hulp aanbieden bij schuldproblematiek. IV. Het voeren van een meer sociaal beleid. V. Door het terugbrengen van de intake naar de gemeente wordt ernaar gestreefd de aanvragen binnen 4 weken af te handelen. Doordat de uitkering geregeld is kan de klant zich volledig op de reïntegratie richten. 2. Individuele trajectbegeleiding I. Iedereen met een bijstands/ioaw/ioaz- uitkering dient een traject te worden aangeboden, waarbij uitstroom naar werk het doel is. Indien uitstroom (nog) niet mogelijk is zal inzet ten behoeve van vrijwilligerswerk, leerwerkplek, stage, scholing worden gevraagd. II. Verkleining van de afstand tot de arbeidsmarkt van die werklozen die zonder intensieve begeleiding niet in staat zijn om zich aldaar een plaats te verwerven. III. Aandacht voor andere problemen die het reïntegratietraject belemmeren, zoals schuldproblematiek, opvoeding kinderen, huisvestingsproblemen. IV. Het ondersteunen van personen zonder een uitkering met een reïntegratie traject. 3. Inkomensvoorziening IOAW, IOAZ en BBZ I. Zoveel mogelijk voorkomen dat het uitkeringsbestand in omvang toeneemt. II. Voor de IOAW gerechtigden geldt dat zoveel mogelijk personen een reïntegratietraject aangeboden wordt dat passend is bij hun individuele situatie en mogelijk medische belemmeringen.
40
4. Volwasseneneducatie I. Verkleinen van de educatieve achterstand van volwassenen om hen zodoende meer kansen op de arbeidsmarkt te geven en/of voor hen een betere integratie in de maatschappij te realiseren. 5. Statushouders en nieuwkomers I. Statushouders en nieuwkomers integreren en participeren in de gemeente en zo snel mogelijk naar de arbeidsmarkt toeleiden. Meetbare effecten 2006 1. Bijstandsverlening Aantal aanvragen bijzondere bijstand Aantal aanvragen periodieke bijstand/IOA/BBZ 2. Trajectbegeleiding Uitstroom naar regulier werk* Gerealiseerde (opleidings)trajecten* Aantal bij WVS geplaatste personen * op basis van stimuleringsregeling
2008
21 74
25 75
28 75 121
30 125 121
Wat doen wij daarvoor ? 1. Bijstandsverlening Prestaties • Het minimabeleid wordt geëvalueerd en in relatie tot uitkomsten armoedebeleid ingericht. • Het verruimen van de norm voor kwijtschelding gemeentelijke belastingen van 95% naar 100%. • Door overleg met onder meer woningbouwcorporaties trachten om schuldhulpproblematiek vooraf te ontdekken uit bijvoorbeeld betalingsachterstanden. • Het inzetten van de bekende communicatiekanalen en, indien mogelijk, een meer individuele benadering van (mogelijke) rechthebbenden door afspraken te maken met o.a. belastingdienst, pensioeninstellingen etc. • Nieuwe afspraken maken met het CWI over intake en doorgeleiding van de uitkeringsaanvraag.
41
2. Individuele trajectbegeleiding Prestaties • Er dienen meer mensen met een uitkering aan een betaalde baan geholpen te worden. • Op eigen initiatief lokaal en/of (sub) regionaal meer instrumenten ontwikkelen tbv arbeidsmarkttoeleiding, alsmede het ontwikkelen van vrijwilligersbeleid. Met behulp van de bedrijfscontactfunctionaris actief de in onze gemeente gevestigde bedrijven benaderen om reguliere banen, stageplaatsen, werkervaringsplaatsen en proefplaatsen beschikbaar te stellen. Gestreefd wordt naar minimaal 25 arbeidsplaatsen.Tenminste 20 langdurig werklozen die niet of nauwelijks een betaalde baan kunnen vinden, bewegen tot het verrichten van vrijwilligerswerk. • Inzet van schuldhulpverleningstraject en begeleiding van de thuissituatie. • Begeleiding van terugkeer naar de arbeidsmarkt door onder andere het aanbieden van reïntegratietraject 3. Inkomensvoorziening IOAW, IOAZ en BBZ Prestaties • Verstrekken van (periodieke) uitkeringen aan oudere arbeidsongeschikte en werkloze werknemers en zelfstandigen en het verstrekken van geldleningen ten behoeve van de instandhouding van bedrijven van burgers die niet of onvoldoende beschikken over middelen om in hun levensonderhoud te voorzien. Tegengaan van oneigenlijk gebruik en misbruik. • Het ondersteunen van startende zelfstandigen bij het opstarten van een eigen bedrijf; 4. Volwasseneneducatie Prestaties • Verstrekken van een subsidie aan een instituut dat cursussen basiseducatie en vormings- en ontwikkelingswerk aanbiedt ten behoeve van volwassenen met educatieve achterstand. 5. Statushouders en nieuwkomers Prestaties • Vergroten van de deelname aan en succesvolle afronding van trajecten voor de beheersing van de Nederlandse taal en integratie in de samenleving. Prioriteiten/investeringen Van het ministerie van VROM wordt voor de inburgering een rijksbijdrage verkregen die als subsidie zal worden ingezet.
42
Wat mag het kosten ? Lasten Bijstandsverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Volwasseneneducatie Totaal lasten Baten Bijstandsverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Volwasseneneducatie Totaal baten
Realisatie 2006 3.258.308 797.500 281.884 93.210 4.430.901
Begroting 2007 3.269.812 967.356 209.154 383.613 4.829.935
Begroting 2008 3.107.189 804.098 210.143 234.806 4.356.236
Begroting 2009 3.107.189 804.098 210.143 234.806 4.356.236
Begroting 2010 3.107.189 804.098 210.143 234.806 4.356.236
Begroting 2011 3.107.189 804.098 210.143 234.806 4.356.236
Realisatie 2006 2.869.517 792.472 403.431 32.923 4.098.343
Begroting 2007 2.477.878 747.104 284.481 342.000 3.851.463
Begroting 2008 2.429.385 605.300 284.481 302.000 3.621.166
Begroting 2009 2.429.385 605.300 284.481 302.000 3.621.166
Begroting 2010 2.429.385 605.300 284.481 302.000 3.621.166
Begroting 2011 2.429.385 605.300 284.481 302.000 3.621.166
Investeringen Geen
43
Programma
Verkeer en vervoer
Algemeen Het is voor een gemeente belangrijk om de vormgeving en het gebruik van de infrastructuur voortdurend te monitoren en op elkaar af te stemmen. Mobiliteit en (verkeers)veiligheid worden daarbij continu tegen elkaar afgewogen. De inzet van openbaar vervoer moet daarbij een belangrijke rol spelen. Het parkeerbeleid tenslotte is het sluitstuk van de mobiliteitsketen. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 Het evalueren van het fietspadenplan, in stand houden, stimuleren en waar mogelijk uitbreiden van collectief vervoer en temporiseren van verkeersremmende maatregelen. Het fietspadenplan dient op korte termijn te worden geëvalueerd en eventueel geactualiseerd. Het collectief vervoer voor ouderen en gehandicapten dient in stand te worden gehouden en waar mogelijk binnen de financiële kaders te worden uitgebreid. Om het gebruik van openbaar of collectief vervoer te stimuleren dienen er voldoende opstapplaatsen te zijn binnen een redelijke loopafstand van de woongebieden. Daarnaast dient het collectief vervoer meer vraaggericht te opereren. Moties Raad 28-06-2007 Moties 8 en 9: ● Haalbaarheidsstudie ontwikkeling recreatieve fietspaden Huijbergen-Putte, Aggerverbinding Woensdrecht-Ossendrecht, bosroute Lange Steen-Heimolen. ● Onderzoek mogelijkheid aanleg fietspad Huijbergen-Putte, mogelijke subsidies en bijdrage vanuit Grenspark. Motie 13: Onderzoek naar mogelijke ontsluitingsweg bedrijventerrein Putte. Bestaand beleid Realisering van de Randweg heeft hoge prioriteit. In het kader van het uitvoeringsprogramma van het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP) worden in de komende jaren diverse onderzoeken uitgevoerd. Bestuurlijke kaders: Verkeersveiligheid • Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (2005) Mobiliteit en bereikbaarheid • Fietspadenplan (2001) • Verbod parkeren grote voertuigen (APV) in Hoogerheide-Woensdrecht (2004)
44
Ontwikkelingen en knelpunten Verkeersveiligheid • Het evalueren van het fietspadenplan. • In 2005 is het bestaande Gemeentelijke Verkeersveiligheidsplan geactualiseerd en omgezet naar een Gemeentelijk Verkeers- en Vervoer Plan (GVVP). • Uitvoering van de onderzoeken op basis van het vastgestelde GVVP en het convenant "Duurzaam Veilig". • Moties 8 en 9: Haalbaarheidsstudie ontwikkeling recreatieve fietspaden Huijbergen-Putte, Aggerverbinding Woensdrecht-Ossendrecht, bosroute Lange Steen-Heimolen. Onderzoek mogelijkheid aanleg fietspad Huijbergen-Putte, mogelijke subsidies en bijdrage vanuit Grenspark. • Motie 13: Onderzoek naar mogelijke ontsluitingsweg bedrijventerrein Putte. Mobiliteit en bereikbaarheid • Bestemmingsplan en voorbereiding Randweg Hoogerheide. • Voorbereiding herinrichting komtraverse Scheldeweg/Putseweg. • In de afgelopen jaren is een onderzoek en interactief proces gestart voor de herinrichting van de Raadhuisstraat, mede als onderdeel van het Centrumplan Hoogerheide. Openbaar vervoer • Het gebruik van openbaar of collectief vervoer stimuleren door voldoende opstapplaatsen. In het kader van een Gebiedsgerichte aanpak (GGA) loopt een project voor de verbetering van de infrastructuur voor het openbaar vervoer (IVO). • Het collectief vervoer voor ouderen en gehandicapten in stand houden en waar mogelijk uitbreiden. • Het collectief vervoer dient meer vraaggericht te opereren. Parkeren • Uitvoering regulerende parkeermaatregelen • Aanleg gehandicaptenparkeerplaatsen bij openbare gebouwen • Onderzoek naar parkeren van vrachtwagens in Putte. Wat willen wij bereiken en wanneer? 1. Verkeersveiligheid I. Nagegaan zal worden of de aangelegde fietspaden voldoen aan de verwachtingen ten opzichte van de geïnvesteerde bedragen en besluitvorming kan plaatsvinden of aanvullende fietsvoorzieningen noodzakelijk of wenselijk zijn. II. Een verbetering van de lokale verkeersafwikkeling, waarbij de belangen van het verkeer en de verkeersveiligheid worden afgewogen, om te komen tot een verkeersluwe en veilige woon- en verblijfsomgeving, vermindering van het aantal verkeersslachtoffers en het terugdringen van de snelheid van het verkeer zowel binnen als buiten de bebouwde kom. III. Temporiseren van verkeersremmende maatregelen waarbij de veiligheid en vermindering van het aantal verkeersslachtoffers meegewogen is. 45
2008
IV. Moties 8 en 9: Recreatieve fietspaden Huijbergen-Putte, Aggerverbinding Woensdrecht-Ossendrecht, bosroute Lange Steen-Heimolen. Onderzoek mogelijkheid aanleg fietspad Huijbergen-Putte, mogelijke subsidies en bijdrage vanuit Grenspark. V. Motie 13: De woonomgeving in Putte ontlasten van vrachtverkeer.
eind 2007/ begin 2008
2008
2. Mobiliteit en bereikbaarheid I. In het kader van de voorbereiding en aanleg van de Randweg: ontheffing verkrijgen van de Flora- en faunawet, een vastgesteld en goedgekeurd bestemmingsplan Randweg, overeenkomst met de provincie over bijdrage in de kosten van de Randweg en de overdracht van de huidige komtraverse (Scheldeweg en Putseweg (ged.)). II. Voorbereiding herinrichting komtraverse Scheldeweg/Putseweg: een aanvang maken met het proces voor de planvorming van de herinrichting Putseweg/Scheldeweg in relatie met het Centrumgebied. III. Een adequate en veilige bereikbaarheid van woningen, bedrijven en voorzieningen. 3. Openbaar vervoer I. Voor iedereen een toegankelijker openbaar vervoer, met name voor mindervaliden. Om het gebruik van openbaar of collectief vervoer te stimuleren zullen er voldoende opstapplaatsen dienen te worden gerealiseerd, binnen een redelijke loopafstand van de woongebieden. II. Uitbreiding van gebieden van het collectief vervoer en mogelijk tegen minder kosten. III. Een gedegen rapport waaruit blijkt of een buurtbus haalbaar is.
2008
2008
4. Parkeren I. Voldoende gratis parkeergelegenheid in het centrumgebied van de doorlopend kernen. II. Voldoende parkeerplaatsen voor gehandicapten bij openbare gebouwen. 2008 III. Terugdringen van parkeeroverlast van vrachtwagens. Hoe denken wij dat te bereiken en wanneer? 1. Verkeersveiligheid •
Het fietspadenplan, zoals vastgesteld, is grotendeels uitgevoerd. medio 2008 Na uitvoering van het vrijliggende fietspad Langeweg te Ossendrecht, naar verwachting eind 2007, zal het fietspadenplan worden geëvalueerd en eventueel geactualiseerd. • Uitvoering van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoer Plan (GVVP) en 2007-2008 het convenant ‘Duurzaam Veilig’. Onderzoeken naar het sluipverkeer in de kernen Huijbergen, Hoogerheide en Ossendrecht en naar de inrichting van de Onderstal, de voetgangersvoorzieningen in de kernen Hoogerheide, Ossendrecht en Putte en het parkeren in de Postbaan, Schoolstraat en Huijgensstraat. 46
• •
Evaluatie van het verkeersveiligheidsbeleid. Moties 8 en 9: In combinatie met de evaluatie van het fietspadenplan eind 2007/ een haalbaarheidsstudie uitvoeren naar de ontwikkeling van recreatieve begin 2008 fietspaden Huijbergen-Putte, Aggerverbinding Woensdrecht-Ossendrecht, bosroute Lange Steen-Heimolen en naar de mogelijkheid van de aanleg van een fietspad Huijbergen-Putte, mogelijke subsidies en bijdrage vanuit het Grenspark. • Motie 13: Onderzoek, in combinatie met het uitvoeringsprogramma 2008 GVVP 2008, naar mogelijke ontsluitingsweg bedrijventerrein Putte. 2. Mobiliteit en bereikbaarheid •
•
•
Het bestemmingsplan Randweg is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Bij de Raad van State is beroep ingesteld. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (Stab) heeft in grote lijnen positief geadviseerd over het bestemmingsplan en de natuurcompensatie. De uitspraak van de Raad van State (goedkeuring bestemmingsplan) wordt verwacht begin 2008. De voorbereiding van de randweg (bestek/tekeningen), de aanleg van het natuurgebied (ecozone) en de inpassing van de bunkers is in een afrondende fase. De aanbestedingsprocedure voor de realisatie van de Randweg Hoogerheide zal plaatsvinden na de uitspraak van de Raad van State. De uitvoering van het project randweg Hoogerheide wordt in de periode 2008-2009 verwacht. Komtraverse Putseweg/Scheldeweg: een concept notitie is opgesteld met betrekking tot een te maken beleidskeuze voor de toekomstige inrichting van de Scheldeweg (zonder of met viaduct) en de daarbij horende ontwikkelingsmogelijkheden. Met de werkelijke uitvoering van de herinrichting kan voor het eerst in 2009 worden aangevangen. De Raadhuisstraat maakt deel uit van het centrumgebied, in dit kader zal de reconstructie plaatsvinden na de ontwikkelingen in het centrumgebied.
3. Openbaar vervoer •
De infrastructuur van diverse halteplaatsen voor openbaar vervoer wordt aangepast en verbeterd. Uit de IVO-studie blijkt dat uitbreiding van halteplaatsen voor het openbaar vervoer niet haalbaar is. Voor collectief vervoer zijn geen speciale halteplaatsen, passagiers worden aan huis opgehaald. • Het collectief vervoer voor ouderen en gehandicapten wordt in stand gehouden en met de aangesloten partners zal worden overlegd of er draagvlak is voor uitbreiding. • Mogelijkheden voor een buurtbus Huijbergen/Woensdrecht onderzoeken (naar model Wouw) in relatie tot collectief vraagafhankelijk vervoer.
2008
2008
4. Parkeren • •
Onderzoek naar parkeervoorzieningen als onderdeel van het GVVP. 2007-2008 Inventariseren en zo nodig uitbreiden van de algemene gehandicapten2008 parkeerplaatsen. Overleg met de werkgroep Toegankelijkheid van het Gehandicaptenplatform gemeente Woensdrecht. • Een voorstel om een parkeerverbod in te stellen voor vrachtwagens 2007 47
binnen de bebouwde kom van Putte wordt in november aangeboden aan de raad. Wat mag het kosten ? Lasten Verkeersmaatregelen Openbaar vervoer Parkeren Totaal lasten Baten Verkeersmaatregelen Openbaar vervoer Parkeren Totaal baten
Realisatie 2006 279.951 21.775 18.300 320.026
Begroting 2007 215.693 43.907 18.661 278.261
Begroting 2008 214.472 36.919 22.482 273.873
Begroting 2009 211.138 36.919 22.212 270.269
Begroting Begroting 2010 2011 207.814 204.490 36.919 36.919 21.744 21.276 266.477 262.685
Realisatie 2006 12.543 6.791 3.560 22.894
Begroting 2007 1.300 0 5.901 7.201
Begroting 2008 1.300 0 5.901 7.201
Begroting 2009 1.300 0 5.901 7.201
Begroting Begroting 2010 2011 1.300 1.300 0 0 5.901 5.901 7.201 7.201
Investeringen De volgende investeringen zijn gepland: (De met een asterisk aangeduide bedragen zijn incl. BTW; de BTW is compensabel in het kader van de Wet op het BTW-compensatiefonds) Omschrijving
Jaar 2008
Verkeersmaatregelen te land Nieuwe straatnaamborden (2008) 25.000* Uitvoeringsprogramma gemeentelijke verkeers- & vervoersplan (2008) 100.000* Reconstructie wegen ivm Duurzaan Veilig 2008 25.000* Totaal
150.000
48
Programma
Vorming en onderwijs
Algemeen Goed onderwijs is een sleutel voor maatschappelijk succes. De rijksoverheid is eerst verantwoordelijk voor de inhoud; zij stelt de inhoudelijke kerndoelen en controleert de resultaten via de inspectie. De lokale overheid richt zich onder meer op de onderwijshuisvesting, op kinderen met (onderwijs)achterstanden en op de schoolbegeleiding op onderwijskundig terrein. Verder zorgt de gemeente voor een netwerk van zorg en diensten in de omgeving van het onderwijs, zoals leerlingenvervoer en het bestrijden van schooluitval. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 In deze raadsperiode zal de huisvesting voor het VMBO-onderwijs in onze gemeente daadwerkelijk gestalte krijgen. Ook de nieuwe huisvesting voor een brede school in Hoogerheide zal in deze raadsperiode worden gerealiseerd. Het college wordt gevraagd de definitieve locatie voor te leggen en spoed te betrachten bij de eventueel te volgen planologische procedure alsmede te onderzoeken op welke wijze aan de realisering van brede scholen in de andere kernen vorm kan worden gegeven. Bibliotheken zijn belangrijke instellingen binnen een gemeenschap, zowel voor jongeren als volwassenen, zowel voor educatie als ontspanning. Er is de coalitie veel aan gelegen om deze instellingen te behouden en de bijbehorende dienstverlening verder te verbeteren. De bibliotheken dienen meer samen te werken met andere culturele en maatschappelijke instellingen om hun functie als informatiecentrum meer inhoud te kunnen geven. Bestaand beleid Bestuurlijke kaders: Algemeen • Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid • Verordening leerlingenvervoer Onderwijshuisvesting basisonderwijs • Verordening onderwijshuisvesting • Integraal huisvestingsplan onderwijs • Notitie Brede Scholen in de gemeente Woensdrecht Onderwijsachterstanden • Concept Onderwijsachterstandenplan 2006-2010 Schoolbegeleiding • Convenant schoolbegeleiding Leerplicht • Beleidsnotitie voortijdig schoolverlaten ‘Vangnet’ Vormings- en ontwikkelingswerk • Lokale regeling muziekonderwijs 49
Ontwikkelingen en knelpunten Onderwijshuisvesting basisonderwijs • Herschikking onderwijsgebouwen en welzijnsvoorzieningen in Hoogerheide en Woensdrecht. Onderwijsachterstanden • Professionaliseren peuterspeelzalen. • Opzetten monitor om effecten van het beleid te kunnen beoordelen. • Gemeenten zijn niet meer planplichtig maar hebben nog wel een taak op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie, schakelklas bo/vo en buitenschoolse voorzieningen. Lokale Educatieve Agenda Gemeenten bespreken samen met schoolbesturen en eventuele andere partners een lijst van onderwerpen die op deze agenda gezet worden, waarbij ook afspraken gemaakt worden over de uitvoering en verantwoording van deze thema’s. Voortgezet onderwijs • Huisvesting voor het voortgezet onderwijs aan de Onze Lieve Vrouw ter Duinenlaan te Ossendrecht. Schoolbegeleiding • Jaarlijks (van 2006-2010) wordt er een vast bedrag overgemaakt naar Edux, die dit vervolgens weer inzet bij de FZPO (Federatie Zorgbreedte Primair Onderwijs). Leerplicht • Structurele verdieping van de Lokale Meld- en Coördinatiefunctie om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Bibliotheek • Verkennen van een herstructurering van het bibliotheekwerk. Wat willen wij bereiken ? Algemeen Binnen de brede school kan gedacht worden aan een breed scala van aktiviteiten op het gebied van onderwijs en opvang van kinderen/jeugd, een plaats waar ontspanningsmogelijkheden zijn voor jong en oud, zodat de optimale ontplooiing van ieder individu zoveel mogelijk gewaarborgd is. Een plek waar informatie voorhanden is en waar men elkaar kan ontmoeten. Samenwerking met instanties, verenigingen, instellingen en vrijwilligersorganisaties is daarbij onontbeerlijk.
50
1aug08
1. Openbaar basisonderwijs I. Voorzien in de behoefte aan openbaar basisonderwijs en dit op een goede manier ingebed houden in de lokale gemeenschap. 2. Onderwijshuisvesting basisonderwijs I. Voldoende huisvestings- en gymnastiekcapaciteit (zowel droog als nat) en kwalitatief goed onderhouden schoolgebouwen. 3. Onderwijsachterstanden I. Voorkomen en terugdringen van onderwijsachterstanden. 4. Leerlingenvervoer I. Het op een zo doelmatig mogelijke wijze uitvoeren van het leerlingenvervoer. 5. Lokale Educatie Agenda I. Een structurele overlegsituatie met gemeente, schoolbesturen en overige instellingen, waarbij de educatieve agenda fungeert als inhoudelijke basis. 6. Voortgezet onderwijs I. Een vernieuwde VMBO school
1aug08
7. Schoolbegeleiding I. Voorkomen en oplossen van onderwijskundige problemen op scholen. 8. Leerplicht I. Voorkomen en terugdringen van het schoolverzuim en het voortijdig schoolverlaten. II. Het behalen van een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. 9. Bibliotheek I. Een op de behoeften van de inwoners afgestemd aanbod van bibliotheekvoorzieningen. 10. Vormings- en ontwikkelingswerk I. Een op de behoeften van de inwoners afgestemd aanbod van curussen creatieve vorming en muziekonderwijs en Nederlands als tweede taalonderwijs (NT2).
51
Meetbare effecten 2006 Scholen openbaar onderwijs Scholen bijzonder onderwijs Leerlingen basisonderwijs Verzoeken leerlingenvervoer Leerlingen voortgezet onderwijs
1 7 1880 110 652
Uitleningen bibliotheken
2008 1 7 1860 114 650
265.356 265.000
Wat doen wij daarvoor ? Algemeen •
De door de raad vastgestelde kadernota brede school wordt thans uitgewerkt in een beleidsnotitie, waar het gaat over het concept van een brede school en dus niet om het gebouw.
1dec06
1. Openbaar basisonderwijs Prestaties • Opstellen van beleid op personeel, materieel en onderwijskundig gebied en het beschikbaarstellen van de randvoorwaarden hiervoor. 2. Onderwijshuisvesting basisonderwijs Prestaties • Jaarlijks opstellen van een onderwijshuisvestingsprogramma. • Aanpassing van de Verordening onderwijshuisvesting. Prioriteiten/investeringen • Uitvoering programma planmatig onderhoud onderwijshuisvesting. • Realiseren van een zogenaamde brede school in Hoogerheide 3. Onderwijsachterstanden Prestaties • Jaarlijks overleggen met de partners omtrent de bestrijding van onderwijsachterstanden.
52
4. Leerlingenvervoer Prestaties • Behandeling van verzoeken om leerlingenvervoer. • Het periodiek gunnen van de uitvoering van het leerlingenvervoer. 5. Voortgezet onderwijs Prestaties • De werkzaamheden ten behoeve van het VMBO zijn voor wat betreft het onderwijsterrein afgerond. Het krediet zal per 1 januari 2008 beschikbaar zijn. • Participatie in wielercollege Zuidwesthoek.
1jan08
Prioriteiten/investeringen • Realisatie huisvesting VMBO te Ossendrecht. 6. Schoolbegeleiding Prestaties • Jaarlijks (van 2006-2010) wordt er een bedrag overgemaakt naar Edux die dit vervolgens weer inzet bij de FZPO (Federatie Zorgbreedte Primair Onderwijs). 7. Leerplicht Prestaties • Het houden van toezicht op de naleving van de leerplicht en zorg voor leerlingen die met schooluitval bedreigd worden. • Bezien of gemeente een rol kan spelen in het stimuleren van leer/werktrajecten. 8. Bibliotheek Prestaties • Het subsidiëren van de lokale bibliotheken en de bibliotheek in Kapellen (B) • In overleg met het bibliotheekwerk mogelijkheden verkennen voor een eventuele herstructurering. 9. Vormings- en ontwikkelingswerk Prestaties • Het instandhouden van muziekonderwijs. • Het subsidiëren van vrouwenverenigingen. • Het in stand houden van de NT2-cursus op locatie in Hoogerheide.
53
Wat mag het kosten ? Lasten Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Gemeenschappelijke baten en Vorming en ontwikkelingswerk Openbare bibliotheek Totaal lasten Baten Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Gemeenschappelijke baten en Vorming en ontwikkelingswerk Openbare bibliotheek Totaal baten
Realisatie 2006 573.944 745.362 610.832 718.995 26.346 637.700 3.313.179
Begroting 2007 551.960 1.084.917 561.434 612.023 28.771 586.423 3.425.528
Begroting 2008 102.635 1.029.171 434.119 661.313 29.122 558.397 2.814.757
Begroting 2009 101.474 1.011.759 424.669 661.313 29.122 556.397 2.784.734
Begroting 2010 100.313 993.939 415.219 661.313 29.122 553.677 2.753.583
Begroting 2011 99.152 976.119 405.769 661.313 29.122 550.957 2.722.432
Realisatie 2006 492.863 242.780 30.145 152.513 0 49.670 967.971
Begroting 2007 461.176 230.846 28.948 60.448 0 20.650 802.068
Begroting 2008 0 223.023 27.751 60.040 0 31.887 342.701
Begroting 2009 0 223.023 27.751 60.040 0 31.887 342.701
Begroting 2010 0 223.023 27.751 60.040 0 31.887 342.701
Begroting 2011 0 223.023 27.751 60.040 0 31.887 342.701
Investeringen De volgende investeringen zijn gepland: Omschrijving
Jaar 2008
Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Uitvoeringsprogr. Planmatig oh huisv. onderwijs 2008
310.788
Totaal
310.788
54
Programma
Welzijn en gezondheid
Algemeen Het welzijn van burgers wordt in belangrijke mate bepaald door het hebben van een goede gezondheid, het hebben van werk en/of inkomen, het beschikken over toereikende huisvesting en het functioneren binnen een sociale omgeving. In dit programma draait het specifiek om het functioneren van burgers binnen hun eigen woongemeenschap en de gemeenschap van de gemeente Woensdrecht in meer algemene zin. Dit functioneren is primair de eigen verantwoordelijkheid van burgers en van allerhande verenigingen en particuliere instellingen. De rol van de gemeente is in principe secundair. Zij houdt afstand en beperkt zich tot het scheppen van voorwaarden om achterstandssituaties en sociaal isolement te voorkomen en waar nodig op te heffen. Een actieve rol is slechts aan de orde wanneer het particulier initiatief niet in staat blijkt om bepaalde problemen aan te pakken en op te lossen. De gemeente zet hoofdzakelijk het instrument van subsidieverlening in, maar houdt ook diverse (verenigings)gebouwen, (sport)terreinen en multifunctionele centra in stand. Op het gebied van de basisgezondheidszorg en ambulancevervoer heeft de gemeente een aantal wettelijke zorgtaken. Binnen het programma welzijn en gezondheid worden de specifieke doelgroepen ouderen, jongeren, gehandicapten en statushouders/nieuwkomers onderscheiden. Hoofdlijnen raadsprogramma 2006-2010 Verenigingen en clubs vormen het cement van de lokale samenleving. Het maatschappelijk belang hiervan is dermate groot dat hiervoor een beroep op gemeenschapsmiddelen kan worden gedaan. De gemeente heeft echter primair een sturende en initiërende taak. Particulier initiatief wordt alle ruimte geboden en reële mogelijkheden tot privatisering worden door de gemeente in principe positief benaderd. Het beleid moet in zijn algemeenheid gericht zijn op het zoveel mogelijk bevorderen van de zelfwerkzaamheid. Enerzijds beperkt dit de kosten, anderzijds vergroot dit juist het gevoel van saamhorigheid binnen de vereniging. De gemeente heeft waar het gaat om de eerstelijns gezondheidszorg een duidelijke verantwoordelijkheid. Ook in meer algemene zin zal de gemeente een beleid voor de eerstelijns gezondheidszorg moeten formuleren. De gemeente voert inzake het minimabeleid een actief voorlichtingsbeleid. Kwijtschelding van schulden en schuldsaneringtrajecten kunnen in individuele gevallen deel uitmaken van het gemeentelijk minimabeleid. In het kader van een ruimer sociaal beleid willen wij de in 2006 en eventueel 2007 te vervangen en vrijkomende pc's in het gemeentehuis beschikbaar stellen aan 55
minder draagkrachtigen zoals bijstandsmoeders met schoolgaande kinderen en voor senioreneducatie. Hier is ook sprake van een nieuwe koers, aandacht voor de minder draagkrachtigen. De multifunctionele centra in alle kernen dienen in stand te worden gehouden en zo optimaal mogelijk te worden benut. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 1 januari 2007 in werking getreden. Deze Wet regelt de verantwoordelijkheid van de gemeente om op het gebied van maatschappelijke ondersteuning actief beleid te voeren, waar de burgers de raad op kunnen aanspreken. Het einddoel is het herstel van de zelfredzaamheid van mensen, mensen toerusten om maatschappelijk te kunnen (blijven) deelnemen en de voorwaarden daarvoor te scheppen (o.a. een leefbare woonomgeving). De Wmo gaat verder dan alleen het samenvoegen van een aantal wetten (Welzijnswet, Wet voorzieningen gehandicapten, Algemene wet bijzondere ziektekosten (gedeeltelijk). Het gaat om voorzieningen op het terrein van maatschappelijke participatie en ondersteuning van alle burgers. Belangrijke voorwaarde daarbij is een samenhangende structuur van wonen, zorg en welzijn. De coalitie zal deze nieuwe koers op basis van de reeds door de gemeenteraad op 15 december 2005 vastgestelde kadernota Wmo, naar beste vermogen en binnen de mogelijkheden uitvoeren. Ook is het van belang aandacht te schenken aan de jeugd, waarbij richting wordt gegeven aan een integraal preventief jeugdbeleid. Basis voor dit beleid zijn de Wet op de Jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de problematiek waarmee de jongeren in de huidige maatschappij geconfronteerd worden. De coalitiepartners willen geen versnipperd beleid met betrekking tot de jeugd maar een nieuwe koers inzetten door een integraal jeugdbeleid dat bij één portefeuillehouder wordt onder gebracht. Bestaand beleid Bestuurlijke kaders: Algemeen • Welzijnsplan (2001) • Kadernota Wmo 2005 • Beleidsplan Wmo 2007-2010 • Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning(2006) Ouderen • Ouderenbeleidsplan (1998) • Convenant ouderenloket (2000) Schuldhulp en minimabeleid • Beleidsbesluit gemeentelijke kwijtschelding • Eindrapport evaluatie minimabeleid (2000) Accommodatiebeleid • Notitie accommodatiebeleid (1997) 56
• Discussienota uitgangspunten welzijnsvoorzieningen (1998) Kinderopvang • Beleidsnotitie kinderopvang (2002) • Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Basisgezondheidszorg • Beleidsnota voor een lokaal gezondheidsplan ( 2006) Ontwikkelingen en knelpunten Algemeen • Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk • Het Welzijnsplan (2001) wordt in 2008 geactualiseerd op basis van de uitkomsten en discussies naar aanleiding van de evaluatie van de subsidies (Blik op Welzijn). • In het 1e kwartaal 2008 zal de motie ‘stimuleren deelnamen jongerenparticipatie aan verenigingsactiviteiten’ uitgewerkt worden. Basisgezondheidszorg • Bereikbaarheid ambulancevervoer: stationeren van een ambulance in de gemeente Woensdrecht. Sport • Participatie wielercollege • Subsidiëring sportverenigingen Wat willen wij bereiken ? 1. Algemeen I. Welzijnsactiviteiten staan in principe open voor alle inwoners. II. Grotere betrokkenheid en verantwoordelijkheid van gebruikers van welzijnsvoorzieningen. III. Het verbeteren van de positie van inwoners met beperkingen door activeren van extra beleid (mantelzorg/vrijwilligerswerk, cliëntondersteuning, maatschappelijke zorg). IV. Achterstandssituaties worden voorkomen of opgeheven. V. Aan mensen die door sociale omstandigheden in moeilijkheden zijn geraakt, wordt hulp verleend. VI. Het beschikbaar stellen van pc’s aan de genoemde doelgroepen kan bijdragen aan het voorkomen van achterstanden, waarbij voor de schoolgaande kinderen de kansen op een succesvolle schoolloopbaan worden verhoogd. 2007-2008 VII. Het behoud van de MFC’s in de kernen die voldoen aan de eisen 1jan09 van deze tijd, dragen bij aan het welzijn van de bevolking in deze kernen. Individueel of in verenigingsverband bestaat de mogelijkheid om dicht bij huis te kunnen ontspannen in de breedste zin van het woord. 57
VIII. Het resultaat van een brede insteek van de Wmo is om in de toekomst kostenbesparend te kunnen werken voor individuele voorzieningen. Door middel van benchmarking zal een verplichte vergelijking ontstaan tussen Nederlandse gemeenten.
1jan09
2. Jeugd Het taakveld “welzijn jeugd” heeft binnen het welzijnsplan prioriteit gekregen. De doelstellingen zijn: Activiteiten voor kinderen van 6 tot en met 17 welke bedoeld zijn om: I. Maatschappelijke uitval (zoals schoolverzuim), vandalisme, achterstandssituaties en drug- en alcoholgebruik te voorkomen of tegen te gaan. II. Te komen tot een zinvolle vrijetijdsbesteding onder de volgende voorwaarden: - bevorderen recreatieve ontplooiing; - bevorderen sociale integratie - bevat educatieve elementen; gericht om in de toekomst goed in de samenleving te kunnen functioneren; - dient aan te sluiten bij de behoefte van de lokale doelgroep. III. Het resultaat in het kader van een preventief jeugdbeleid zal medio 2008 moeten gaan om informatievoorziening voor ouders, kinderen en jongeren over opvoeden en opgroeien; informatieverstrekking over jeugdvoorzieningen; hulp geven bij vragen van ouders, kinderen en jongeren; signaleren van problemen die soms niet door ouders en jongeren worden onderkend. 3. Ouderen I. Oudere inwoners functioneren zo lang mogelijk op een verantwoorde wijze in hun vertrouwde woon- en leefomgeving en kunnen op volwaardige wijze deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. 4. Gehandicapten I. Gehandicapte inwoners zijn in staat om zo zelfstandig mogelijk aan de samenleving deel te nemen. 5. Statushouders en nieuwkomers I. Statushouders en nieuwkomers integreren en participeren in de gemeente. 6. Schuldhulp en minimabeleid I. Voorkomen dan wel opheffen van een sociaal isolement van mensen met een minimum inkomen.
58
7. Accommodatiebeleid I. Iedere woongemeenschap beschikt over minimale basisvoorzieningen (conform het Welzijnsplan), waarbij uitgegaan wordt van het zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen en de leefbaarheid van de gemeenschap. 8. Kinderopvang I. Een zodanig kwantitatief en kwalitatief goed aanbod dat kinderen van 6 weken tot en met 12 jaar kunnen worden opgevangen in de dagopvang en de voor- en naschoolse opvang. 9. Basisgezondheidszorg I. Beschermen en verbeteren van de objectieve (door derden) vastgestelde en subjectieve (eigen beleving) gezondheid van de inwoners van Woensdrecht. II. Een goed toegankelijke eerstelijns gezondheidszorg. 10. Sport I. Een zo groot mogelijke deelname aan sport door jeugd tot 18 jaar. II. Voorzien in de behoefte van inwoners om te sporten in accommodaties die niet door het particulier initiatief worden aangeboden. Meetbare effecten 2006 Wachtlijst algemeen maatschappelijk werk
2008
< 2 weken<2 weken
Aantal 65-74 jarigen die zelfstandig wonen
1855
1870
Aantal jeugdleden sportverenigingen Wachtlijst kinderopvang Aantal peuterspeelzalen Aantal kinderdagverblijven Aantal buitenschoolse opvang Aantal verenigingsgebouwen Aantal scoutinggebouwen
1450
1461
5 3 3 14 3
5 3 3 14 3
59
Wat doen wij daarvoor 1. Algemeen Prestaties • Opzetten van de lokale beleidsuitgangspunten voor de Wmo. • Voorkomen van wachtlijst(en) voor het algemeen maatschappelijk werk. • Subsidiëring van particulier initiatief conform door de raad vastgestelde beleidskaders. • Overleg over voorzieningen binnen het Cliëntenplatform. • Vrijkomende pc’s kunnen beschikbaar gesteld worden aan 2007-2008 het zogenaamde “groen-computer-project” van de Stichting Samen Werken, waardoor deze pc’s beschikbaar komen voor deze doelgroep(en). • De MFC’s worden in alle kernen in stand gehouden doch bezien 1jan09 zal worden of nieuwe beheersvormen tot de mogelijkheden behoren. Wmo • Herijking van het maatschappelijk gebeuren, waarbij de negen prestatievelden in samenhang worden doorlopen. • Door middel van burgerparticipatie. Vertegenwoordigers van representatieve instellingen (o.a. gehandicaptenraad, seniorenadviesraad, buurtplatforms, cliëntenraad etc.) vormen een klantenpanel dat op hun beurt op een creatieve manier (individuele) burgers zal benaderen. • Op (sub-)regionaal niveau de samenwerking zo veel mogelijk zoeken en initiëren. • Het in gemeentelijk beheer exploiteren van een Wmo loket. 2. Jeugd Prestaties Om te komen tot een integraal (preventief) jeugdbeleid is door de raad de startnotitie lokaal jeugdbeleid vastgesteld. Tevens is door K2 een inventarisatie uitgevoerd. Momenteel wordt gestart met een participatietraject uitgevoerd door K2. De resultaten van dit traject zullen in het eerste kwartaal 2008 aan de raad worden voorgelegd. Aan de hand hiervan kan de raad haar visie geven en bepalen op welke wijze zij welke onderdelen uitgewerkt wil hebben. Hiermee wordt tevens uitvoering gegeven aan een door de raad aangenomen motie inzake het implementeren van de zienswijze van K2 in jeugdbeleid. Een tweede motie aangaande het stimuleren van de deelname van jongeren aan verenigingsactiviteiten zal apart worden uitgewerkt. • Gedurende het lopende schooljaar zal de jeugdraad in zijn huidige vorm blijven draaien. Tijdens dit schooljaar zal tevens uitvoering worden gegeven aan de motie van de raad waarin gevraagd is om een evaluatie van de jeugdraad waarbij opnieuw naar de leeftijd van de jeugdraadsleden wordt gekeken. K2 zal een evaluatie uitvoeren een de toekomstige wensen mbt de jeugdraad meenemen in het participatie-traject.
60
3. Ouderen Prestaties • •
Het ouderenbeleidsplan wordt geactualiseerd. Seniorenadviesraad geeft gevraagd en ongevraagd advies.
Prioriteiten/investeringen • Invoeren informatiesysteem GOW zorgwijzer. • Het ouderenproof maken van de gemeente Woensdrecht. 4. Gehandicapten Prestaties • Verkorten van de termijn waarbinnen voorzieningen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning, met name bij huurwoningen, verstrekt worden • In stand houden project Steunpunt Aangepast Sporten; 5. Statushouders en nieuwkomers Prestaties • Vergroten van de deelname aan en succesvolle afronding van trajecten voor de beheersing van de Nederlandse taal en integratie in de Nederlandse samenleving. Prioriteiten/investeringen Van het ministerie van VROM wordt in het kader van de WI een uitkering verkregen die als subsidie moet worden ingezet. 6. Schuldhulp en minimabeleid Prestaties • Kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke belastingen en heffingen. • Bevorderen gebruik gemeentelijke regelingen. 7. Accommodatiebeleid Prestaties • De voorzieningen in de voormalige gemeenten worden minimaal in stand gehouden, waarbij uitgegaan wordt van het zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen en de leefbaarheid van de gemeenschap. Prioriteiten/investeringen • Aanschaf/reparatie inventaris MFC de Drieschaar 8. Kinderopvang Prestaties • Definitieve huisvesting kinderopvang 61
9. Basisgezondheidszorg Prestaties • Gestructureerd overleg met (een vertegenwoordiging van) de huisartsen en de apothekers. • Overleg met de klankbordgroep volksgezondheid m.b.t. de beleidsnota voor een lokaal gezondheidsplan. • Uitwerking van de speerpunten uit de beleidsnota voor een lokaal gezondheidsplan • Speciale aandacht voor de jeugdgezondheidszorg. 10. Sport Prestaties • Verstrekken van subsidie aan sportverenigingen. • Beheren en onderhouden van binnen- en buitensportaccommodaties. Prioriteiten/investeringen • Uitvoeringsprogramma gebouwenbeheer Wat mag het kosten ? Lasten Sport Maatschappelijke begeleiding Sociaal cultureel werk Kinderdagopvang Openbare gezondheidszorg Totaal lasten Baten Sport Maatschappelijke begeleiding Sociaal cultureel werk Kinderdagopvang Openbare gezondheidszorg Totaal baten
Realisatie 2006 1.499.311 2.275.268 1.399.454 276.739 647.384 6.098.155
Begroting 2007 1.418.714 4.516.552 1.288.115 215.693 728.485 8.167.559
Begroting 2008 1.387.667 4.486.160 1.204.249 214.661 753.529 8.046.266
Begroting 2009 1.383.062 4.486.084 1.204.542 214.269 753.424 8.041.381
Begroting 2010 1.369.101 4.486.008 1.196.022 213.877 751.290 8.016.298
Begroting 2011 1.358.433 4.485.932 1.187.502 213.485 749.156 7.994.508
Realisatie 2006 221.699 96.167 437.192 150.848 236.173 1.142.080
Begroting 2007 165.100 275.425 309.731 40.256 245.804 1.036.316
Begroting 2008 156.008 189.270 240.646 41.382 228.803 856.109
Begroting 2009 156.008 189.270 240.646 41.382 228.803 856.109
Begroting 2010 156.008 189.270 240.646 41.382 228.803 856.109
Begroting 2011 156.008 189.270 240.646 41.382 228.803 856.109
62
Investeringen De volgende investeringen zijn gepland: (De met een asterisk aangeduide bedragen zijn incl. BTW; de BTW is compensabel in het kader van de Wet op het BTW-compensatiefonds) Omschrijving
Jaar 2008
Sport Uitvoeringsprogr. Gebouwenbeheer 2008 Aanpak bamboe sportvloeren MFC Kloosterhof Renovatie tennisbanen H’bergen & H’heide Renovatie 2 tennisbanen H’bergen
362.668* 125.000* 85.000* 53.000*
Groene sportvelden & terreinen Renovatie div. voetbalvelden 2008 Vervangen veldverlichting sportp. JvHoek Uitbeiding kleed-, douchegebouw sportp. JvHoek Optimaliseren terrein incl. kleed- & doucheruimten sp. H’bergen
15.500* 20.000* 35.000* 125.000*
Totaal
821.168
63
De inkomsten van de gemeente Algemeen De algemene inkomsten van de gemeente omvatten de onderdelen “’Beleggingen en overige baten”, “Gemeentelijke belastingen” en ”Algemene uitkering gemeentefonds”. Deze inkomsten zijn niet toe te wijzen aan een programma. Voor elk van de onderdelen wordt hierna aangegeven op welke plaats in de begroting meer informatie is te vinden. Beleggingen Het onderdeel “Beleggingen en overige baten” bestaat uit de netto-inkomsten van de gemeentelijke beleggingen in diverse nutsvoorzieningen en de nettoopbrengst van bespaarde rente over het eigen vermogen. Daarnaast is met ingang van het jaar 2004 bij dit onderdeel opgenomen de gewijzigde financiële verantwoording van gemeentelijke reserves, een en ander volgens het nieuwe Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2004. De aanwendingen van reserves geschiedt vanaf 2004 niet meer functioneel doch worden verzameld op een nieuwe functie (functie 980). Gemeentelijke belastingen Informatie over dit onderdeel is opgenomen in de begrotingsparagraaf “Lokale heffingen” met een uitgebreid beeld van de uitgangspunten, belastingvoorstellen, kwijtscheldingsbeleid en overige ontwikkelingen. Deze paragraaf is qua omvang breder dan het onderdeel gemeentelijke belastingen, omdat onder lokale heffingen ook de afvalstoffenheffing en het rioolrecht vallen. Deze belastingen zijn onder de functionele programma’s geraamd, omdat het hier niet om algemene dekkingsmiddelen gaat. Algemene uitkering gemeentefonds De berekening van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de juni-circulaire van het ministerie van binnenlandse zaken van 29 juni 2007. De uitkering komt voor 2008 ruim € 700.000,00 hoger uit dan de herziene uitkering over het jaar 2007. De voornaamste oorzaak hiervan is de toevoeging van bijna 620 miljoen euro aan het gemeentefonds. Op basis van de voor 2008 voorziene hogere rijksuitgaven neemt het gemeentefonds op grond van het principe “samen de trap op, samen de trap af” toe met 4,47% (accres).
64
Onderstaande tabel geeft inzicht in welke mate de drie onderdelen bijdragen aan de algemene dekkingsmiddelen: Realisatie 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Begroting 2010
Begroting 2011
Beleggingen en overige baten beleggingen bespaarde rente
9.895.044 922.811
970.253 1.356.821
732.747 1.723.475
732.747 1.723.475
732.747 1.723.475
732.747 1.723.475
Gemeentelijke belastingen OZB overige gem.belastingen verrekenbare woz-activiteiten
2.866.487 419.147 87.148
3.153.907 422.138 106.000
3.320.067 422.138 107.000
3.335.067 422.138 107.000
3.350.067 422.138 107.000
3.365.067 422.138 107.000
Algemene uitkering gemeentefonds algemene uitkering 12.898.282 integratie-uitkeringen 95.571 Totaal alg. dekkingsmiddelen 27.184.490
13.290.888 2.105.285 21.405.292
14.504.078 1.565.176 22.374.681
14.685.775 1.565.176 22.571.378
14.554.682 1.565.176 22.455.285
14.669.868 1.565.176 22.585.471
65
Overzicht van baten en lasten 2008
67
Overzicht van baten en lasten begroting 2008 Programma
Lasten
Burger en bestuur
Baten
Saldo (in €)
3.775.411
563.567
-3.211.844
177.485
51.300
-126.185
1.354.187
38.500
-1.315.687
773.137
47.416
-725.721
Ruimtelijk beheer
9.040.472
4.577.259
-4.463.213
Ruimtelijke ontwikkeling
3.564.491
2.884.723
-679.768
Sociale zaken
4.356.236
3.621.166
-735.070
273.873
7.201
-266.672
Vorming en onderwijs
2.804.757
96.225
-2.708.532
Welzijn en gezondheid
8.046.266
837.482
-7.208.784
Economische zaken Openbare orden en veiligheid Recreatie en toerisme
Verkeer en vervoer
34.166.315 Overige lasten/baten
1.586.356
1.725.081
138.725
20.664.206
20.664.206
35.752.671
35.114.126
-638.545
stortingen
onttrekkingen
saldo
129.464
5.133
-124.331
21.500
21.500
Algemene dekkingsmiddelen Geraamde resultaat voor bestemming
12.724.839 -21.441.476
Toevoegingen en onttrekkingen per programma:
Burger & Bestuur Economische zaken Openbare orde en veiligheid
152.377
3.775
-148.602
Ruimtelijk beheer
133.270
597.452
464.182
10.000
246.476
236.476
18.627
18.627
1.188.095
319.259
Vorming en onderwijs Welzijn en gezondheid Algemene dekkingsmiddelen
868.836
Batig begrotingsresultaat na bestemming 2008
148.566
69
Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2008
71
Toelichting op het overzicht van baten en lasten Lasten (x € 1.000) Rekening 2006 Bestuursorganen Bestuursondersteuning Burgerzaken Totaal Burger en Bestuur
Begroting 2007
Begroting 2008
Baten (x
2009
Rekening 2006
Meerjarenraming 2010 2011
Begroting 2007
Begroting 2008
1.335 1.600 543 3.477
1.437 2.053 509 3.998
1.408 1.985 512 3.905
1.406 1.886 512 3.804
1.404 1.830 512 3.746
1.402 1.773 512 3.687
40 239 326 605
161 545 310 1.016
155 105 309 569
153 11 163
174 42 215
143 35 177
143 35 177
140 35 175
137 35 172
48 10 58
96 4 100
67 6 73
1.068 244 1.312
1.166 254 1.420
1.264 242 1.507
1.263 242 1.505
1.262 242 1.504
1.261 241 1.502
11 43 55
40 40 80
17 25 42
138 201 15 193 126 673
134 219 10 228 129 720
138 219 9 259 148 773
138 214 9 259 159 779
138 214 9 258 156 775
138 213 9 258 153 771
4 21 0 40 0 64
0 24 0 33 0 57
0 24 0 23 0 47
Wegen, straten en pleinen Watergangen Openbaar groen Afvalverwijdering en -verwerking Riolering en waterzuivering Milieubeheer Lijkbezorging Totaal Ruimtelijk beheer
2.173 78 1.534 2.560 2.181 679 122 9.327
2.318 114 1.132 2.532 2.027 980 141 9.245
2.198 97 1.150 2.673 2.016 920 119 9.174
2.274 97 1.163 2.673 2.016 917 122 9.262
2.298 92 1.182 2.673 2.016 917 121 9.299
2.396 87 1.201 2.673 2.016 917 120 9.410
471 0 239 2.729 1.701 190 82 5.411
210 0 25 3.059 1.685 101 108 5.188
156 0 25 3.202 1.682 1 108 5.175
Ruimtelijke ordening Woningexploitatie en woningbouw Overige volkshuisvesting Bouwgrondexploitatie Totaal Ruimtelijke ontwikkeling
672 237 720 1.837 3.467
676 163 476 792 2.107
583 149 481 2.352 3.564
533 149 481 2.352 3.514
533 149 481 2.352 3.514
532 149 481 2.352 3.514
146 124 687 1.958 2.915
115 149 511 655 1.431
5 132 594 2.153 2.885
Bijstandsverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Volwasseneneducatie Totaal Sociale zaken
3.258 798 282 93 4.431
3.270 967 209 384 4.830
3.107 804 210 235 4.356
3.107 804 210 235 4.356
3.107 804 210 235 4.356
3.107 804 210 235 4.356
2.870 792 403 33 4.098
2.478 747 284 342 3.851
2.429 605 284 302 3.621
280 22 18 320
216 44 19 278
214 37 22 274
211 37 22 270
208 37 22 266
204 37 21 263
13 7 4 23
1 0 6 7
1 0 6 7
Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Gemeenschappelijke baten en lasten Vorming en ontwikkelingswerk Openbare bibliotheek Totaal Vorming en Onderwijs
574 745 719 26 638 3.313
552 1.085 612 29 586 3.426
103 1.029 661 29 558 2.815
101 1.012 661 29 556 2.785
100 994 661 29 554 2.754
99 976 661 29 551 2.722
493 243 153 0 50 968
461 231 60 0 21 802
0 223 60 0 32 343
Sport Maatschappelijke begeleiding Sociaal cultureel werk Kinderopvang Openbare gezondheidszorg Totaal Welzijn en Gezondheid
1.499 2.275 1.399 277 647 6.098
1.419 4.517 1.288 216 728 8.168
1.388 4.486 1.204 215 754 8.046
1.383 4.486 1.205 214 753 8.041
1.369 4.486 1.196 214 751 8.016
1.358 4.486 1.188 213 749 7.995
222 96 437 151 236 1.142
165 275 310 40 246 1.036
156 189 241 41 229 856
Beleggingen en overige baten en lasten Gemeentelijke belastingen Algemene uitkering gemeentefonds Totaal algemene dekkingsmiddelen
10.981 384 2 11.367
1.317 385 1 1.703
2.075 379 1 2.455
1.665 379 1 2.045
1.850 379 1 2.229
2.020 379 1 2.399
12.924 3.389 12.994 29.307
3.879 3.694 15.321 22.894
3.646 3.862 16.069 23.577
Totaal
43.948
36.110
37.047
36.539
36.634
36.792
44.646
36.463
37.195
Economische zaken Nutsvoorzieningen Totaal Economische Zaken Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Totaal Openbare orde en Veiligheid Kunst en cultuur Oudheidkunde Natuurbescherming Openluchtrecreatie Overige recreatieve voorzieningen Totaal Recreatie en Toerisme
Verkeersmaatregelen te land Openbaar vervoer Parkeren Totaal Verkeer en Vervoer
72
€ 1.000)
Saldo (x € 1.000)
2009
Rekening 2006
Meerjarenraming 2010 2011
1.295 1.361 217 2.873
Begroting 2007 N N N N
N N N N
N N N N
155 105 309 569
67 6 73
67 6 73
67 6 73
105 N 1 N 106 N
78 N 38 N 116 N
76 N 29 N 105 N
76 N 29 N 105 N
73 N 29 N 102 N
70 N 29 N 99 N
17 25 42
17 25 42
17 25 42
1.057 N 201 N 1.258 N
1.126 N 214 N 1.340 N
1.247 N 217 N 1.464 N
1.246 N 217 N 1.463 N
1.245 N 217 N 1.462 N
1.244 N 216 N 1.460 N
0 24 0 23 0 47
0 24 0 23 0 47
0 24 0 23 0 47
134 180 15 153 126 608
N N N N N N
134 195 10 195 129 663
N N N N N N
138 195 9 236 148 726
N N N N N N
138 190 9 236 159 732
N N N N N N
138 190 9 235 156 728
N N N N N N
138 189 9 235 153 724
N N N N N N
156 0 25 3.202 1.682 1 108 5.175
156 0 25 3.202 1.682 1 108 5.175
156 0 25 3.202 1.682 1 108 5.175
1.702 78 1.295 -169 480 489 40 3.915
N N N V N N N N
2.108 114 1.107 -527 342 879 33 4.056
N N N V N N N N
2.042 97 1.125 -529 334 919 11 3.999
N N N V N N N N
2.118 97 1.138 -529 334 916 14 4.088
N N N V N N N N
2.142 92 1.157 -529 334 916 13 4.125
N N N V N N N N
2.240 87 1.176 -529 334 916 12 4.236
N N N V N N N N
5 132 511 2.153 2.801
5 132 511 2.153 2.801
5 132 511 2.153 2.801
526 113 33 -121 551
N N N V N
561 14 -35 137 677
N N V N N
578 17 -113 199 681
N N V N N
528 17 -30 199 714
N N V N N
528 17 -30 199 714
N N V N N
527 17 -30 199 713
N N V N N
2.429 605 284 302 3.621
2.429 605 284 302 3.621
2.429 605 284 302 3.621
388 6 -121 60 333
N N V N N
792 220 -75 42 979
N N V N N
678 199 -74 -67 736
N N V V N
678 199 -74 -67 736
N N V V N
678 199 -74 -67 736
N N V V N
678 199 -74 -67 736
N N V V N
1 0 6 7
1 0 6 7
1 0 6 7
267 15 14 296
N N N N
215 44 13 272
N N N N
213 37 16 266
N N N N
210 37 16 263
N N N N
207 37 16 260
N N N N
203 37 15 255
N N N N
0 223 60 0 32 343
0 223 60 0 32 343
0 223 60 0 32 343
81 502 566 26 588 1.763
N N N N N N
91 854 552 29 565 2.091
N N N N N N
103 806 601 29 526 2.065
N N N N N N
101 789 601 29 524 2.044
N N N N N N
100 771 601 29 522 2.023
N N N N N N
99 753 601 29 519 2.001
N N N N N N
156 189 241 41 229 856
156 189 241 41 229 856
156 189 241 41 229 856
1.277 2.179 962 126 411 4.955
N N N N N N
1.254 4.242 978 176 482 7.132
N N N N N N
1.232 4.297 963 174 525 7.191
N N N N N N
1.227 4.297 964 173 524 7.185
N N N N N N
1.213 4.297 955 173 522 7.160
N N N N N N
1.202 4.297 947 172 520 7.138
N N N N N N
3.295 3.877 16.251 23.424
3.258 3.892 16.120 23.270
3.258 3.907 16.235 23.400
-1.943 -3.005 -12.992 -17.940
V V V V
-2.562 -3.309 -15.320 -21.191
V V V V
-1.571 -3.483 -16.068 -21.122
V V V V
-1.630 -3.498 -16.250 -21.378
V V V V
-1.408 -3.513 -16.119 -21.040
V V V V
-1.238 -3.528 -16.234 -21.000
V V V V
36.958
36.804
36.934
-149 V
N = nadeel V = voordeel
73
1.251 1.781 203 3.235
N N N N
-419 V
1.249 1.725 203 3.177
N N N N
2011
155 105 309 569
-353 V
1.253 1.880 203 3.336
Meerjarenraming 2010
2009
155 105 309 569
-698 V
1.276 1.508 199 2.983
Begroting 2008
-170 V
1.247 1.668 203 3.118
N N N N
-143 V
Paragrafen 2008
75
70
1
Paragraaf lokale heffingen
1.1
Algemeen
De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op zowel de heffingen waarvan de besteding is gebonden, als heffingen waarvan de besteding niet van te voren al is bestemd (bijvoorbeeld de onroerende zaakbelastingen of de hondenbelasting). Deze nog niet van te voren bestemde heffingen vormen een belangrijk deel van de inkomsten van onze gemeente, zie hiervoor “de inkomsten van de gemeente” van de programmabegroting. Inzicht in de omvang, werking en reikwijdte van de lokale heffingen is van belang voor de raad omdat zij immers veelal de enige mogelijkheid vormen om aanvullende wensen te kunnen financieren. Woensdrecht staat echter niet op zichzelf: inzicht in de hoogte van de heffingen in vergelijkbare gemeenten is eveneens verhelderend. Tot slot komt in deze paragraaf nog een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid aan de orde. Ons eigen beleid Zoveel als mogelijk wordt gekozen voor het uitgangspunt dat de tarieven van die belastingen waarbij maximaal de kosten mogen worden verhaald, de gemeentelijke dienstverlening 100% kostendekkend dient te zijn (o.a. afvalstoffenheffing, leges). De gemeente is beperkt in de belastingen die ze mag heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Het grote belang van de belastingmiddelen maakt dat steeds kritischer wordt gekeken naar de totale gemeentelijke belastingdruk. De gemeente Woensdrecht kent de volgende gemeentelijke belastingen: Onroerende zaakbelastingen (ozb); Afvalstoffenheffing; Rioolrecht; Hondenbelasting; Toeristenbelasting; Forensenbelasting. Daarnaast zijn er nog diverse leges, rechten en tarieven. Bovenvermelde belastingen (exclusief de toeristenbelasting) worden per belastingplichtige zoveel mogelijk verzameld op één aanslagbiljet. De zes bovengenoemde belastingen worden onderstaand afzonderlijk toegelicht. In de onderstaande tabellen is voor de onroerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en het rioolrecht rekening gehouden met de aan de gemeenteraad overeenkomstig de nota van aanbieding voor te stellen tariefsverhogingen voor 2008. Het pakket belastingmaatregelen zal de gemeenteraad uiterlijk in de maand december 2007 worden voorgelegd ter doorvoering in de onderscheidene belastingverordeningen. Een verhoging van de tarieven van de toeristenbelasting voor 2008 wordt niet overwogen. Het beleid ten aanzien van lokale heffingen is gebaseerd op de uitgangspunten van het raadsprogramma 2006–2010. Deze uitgangspunten zijn: kostendekkende tarieven en heffingen; dit betekent dat de tarieven jaarlijks in elk geval trendmatig worden verhoogd i.v.m. loon- en prijsontwikkelingen; een belastingdruk die slechts door inflatie wordt bepaald;
76
verhoging van de kwijtscheldingslasten zullen worden verhaald via de aanslagen afvalstoffenheffing en rioolrecht. Landelijk beleid Over de jaren 2006 en 2007 zijn de ozb-tarieven gemaximeerd en zijn er grenzen gesteld aan de maximale tariefsstijgingen. Op basis van het bestuursakkoord met de VNG zijn afspraken gemaakt over voornoemde limitering van de ozb-grondslagen en wordt de huidige limitering per 1 januari 2008 geschrapt onder het gebruikelijke voorbehoud van parlementaire goedkeuring. VNG en kabinet zijn het er over eens dat dit niet mag leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve belastingdruk. In verband hiermee zal een macronorm worden ingesteld. De ontwikkeling van de lokale lasten zal worden gevolgd en zo nodig onderwerp van gesprek vormen van bestuurlijk overleg, waarna het rijk in geval van overschrijding van de macronorm kan ingrijpen via correctie van het volume van het gemeentefonds. Deze afspraak zal in 2010 worden geëvalueerd. Het kabinet kan dan, indien daar aanleiding voor is, alsnog een wettelijk mechanisme van limitering en compensatie via het gemeentefonds instellen. Tarieven en BTW-compensatiefonds De gemeenten worden met ingang van 2004 via het Gemeentefonds gekort voor de BTW op overheidsactiviteiten. Daarbij is eveneens de betaalde BTW op inzameling huishoudelijk afval, onderhoud riolen en drainage etc. betrokken. Deze BTW kan worden gedeclareerd bij het BTW compensatiefonds, maar dit is slechts de compensatie voor de korting op de algemene uitkering. Als de tarieven verlaagd zouden worden voor de BTW component, vanuit de gedachte dat deze BTW immers teruggevorderd wordt, zou voor de gemeente een nadeel ontstaan. De wetgever heeft derhalve uitdrukkelijk bepaald dat bij de vaststelling van de tarieven de btwcomponent betrokken kan blijven.
77
1.2
Geraamde inkomsten
In 2008 worden de volgende inkomsten met betrekking tot de lokale heffingen geraamd: Specificatie
Opbrengsten (in €)
belastingopbrengsten
1
Opbrengs ten JaarBegroting Primitieve HeffingsTotaal begroting Rekening 2007 begroting maatregel begroting 2008 en 2006 (na 2008 2008 2008 In % wijzig.) 2
3
4
5
Bedrag per inwoner in euro (€)
(k4 + k5)
(k. 6 in %)
(k6/21.500)
6
7
8
Onroerende zaakbelastingen Afvalstoffenheffing
2.866.487 3.153.907 3.271.002 2.540.940 2.581.756 2.629.257
49.065 3.320.067 -64.070 2.565.187
41,6% 32,1%
154,42 119,31
Rioolrecht
1.663.855 1.674.961 1.674.961
5.609 1.680.570
21,0%
78,17
Hondenbelasting
101.210
104.638
99.638
0
99.638
1,2%
4,63
Toeristenbelasting
300.000
300.000
300.000
0
300.000
3,8%
13,95
Forensenbelasting
17.938
17.500
22.500
0
22.500
0,3%
1,05
-9.396 7.987.962
100,0%
371,53
Totaal:
7.490.430 7.832.762 7.997.358
(*) De heffingsmaatregelen 2008 (kolom 5) zijn opgenomen in de nota van aanbieding van de begroting 2008 die separaat aan de raad wordt aangeboden.
78
1.3
Beleidsvoornemens per heffing
Onderstaand geven wij een toelichting op de belangrijkste tariefsaanpassingen voor het begrotingsjaar 2008. Hierbij is al rekening gehouden met de hiervoor genoemde trendmatige verhoging. Onroerende zaakbelastingen Iedere eigenaar en/of gebruiker van een pand in de gemeente ontvangt een aanslag OZB. De onroerende zaakbelastingen kent twee belastingen nl. de ‘eigenarenbelasting’ en de ‘gebruikersbelasting’. Per 1 januari 2006 is het gebruikersdeel ozb op woningen afgeschaft. Over de jaren 2006 en 2007 zijn de resterende ozb-tarieven gemaximeerd en zijn er grenzen gesteld aan de maximale tariefstijgingen. De zgn. ‘gebruikersbelasting’ op woningen is per 1 januari 2006 komen te vervallen. De eigenarenbelasting wordt opgelegd aan degene die het genot heeft krachtens zakelijk recht, volgens de vermelding in het kadaster, van het belastingobject (woning of bedrijf) op 1 januari 2008. De gebruikersbelasting wordt opgelegd aan degene die op 1 januari 2008 het belastingobject (niet-woningen) gebruikt of er over beschikt. Voor de belasting geldt de belastingplicht voor het hele jaar (geen ontheffing). De aanslagen OZB worden berekend over de WOZ-waarde van de betreffende onroerende zaken. Hierbij wordt een vast tarief voor elke € 2.500,- van de vastgestelde WOZ-waarde in rekening gebracht. De voormalige eenheid van € 2.268,- (NLG 5.000,-) is door een wetswijziging (per 2006) veranderd in € 2.500,-. Het jaar 2007 is het laatste jaar waarvoor de WOZ-waarden wordt bepaald op de waardepeildatum welke twee jaar eerder ligt (1 januari 2005). Met ingang van het jaar 2008 wordt jaarlijks een nieuwe WOZ-waarde vastgesteld waarbij de waardepeildatum één jaar eerder ligt. Voor het jaar 2008 worden de onroerende zaken aldus getaxeerd naar de waardepeildatum 1 januari 2007. De nieuwe Wozwaarden voor 2008 zijn nog niet bekend. Bij een waardestijging van de onroerende zaken zal dit worden gecorrigeerd middels aanpassing van de ozb-tarieven. De woz-beschikkingen worden vanaf 2005 jaarlijks vermeld op de belastingaanslag ozb. Met betrekking tot bezwaar en beroep dient de woz-beschikking en de onderliggende aanslag onroerende zaakbelasting(en) als één product te worden aangemerkt. De gemeente Woensdrecht kent m.i.v. het belastingjaar 2001, als gevolg van de uiteenlopende waardeontwikkeling, aparte tarieven voor ‘woningen’ en ‘niet woningen’. Indien de tarieven destijds niet zouden zijn gedifferentieerd, zou dit een grote latenverzwaring voor de woningen hebben betekend, ten gunste van de bedrijven. Onder woning wordt verstaan een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient, dit is voor ten minste 70 procent, alle overige onroerende zaken vallen onder de categorie: niet woningen.
79
Voor 2007 bedragen de tarieven ozb in onze gemeente per volle € 2.500,-: • tarief woningen eigenaren € 2,34 (*) • tarief niet-woningen gebruikers € 2,55 • tarief niet-woningen eigenaren € 3,17 (*) Omdat woningen sterker in waarde zijn gestegen dan de eerdere landelijke inschatting is er voor 2007 een korting verleend op het ozb tarief voor de eigenaar van een woning. Deze korting geldt alleen voor 2007 en bedraagt € 0,10 per volle € 2.500,- vastgestelde waarde. Het feitelijke tarief 2007 bedraagt daardoor € 2,24. Alhoewel verhoging van de tarieven geen wettelijke belemmeringen meer kent, is het voornemen de tarieven in 2008 met niet meer dan het inflatiepercentage (1,5%) te laten stijgen. De tarieven 2008 komen uit op: • tarief woningen eigenaren € 2,37 • tarief niet-woningen gebruikers € 2,58 • tarief niet-woningen eigenaren € 3,21 Op basis van de verhoogde tarieven wordt een meeropbrengst onroerendezaakbelastingen verkregen van: meeropbrengst woningen eigenaren € 29.400,meeropbrengst niet-woningen gebruikers € 8.091,meeropbrengst niet-woningen eigenaren € 11.574,totale meeropbrengst € 49.065,Het ‘normtarief’ ofwel redelijk peil van de OZB is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties voor 2008 vastgesteld op € 3,45 per € 2.500,- WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2007). Op basis van dit ‘normtarief’ en de in de begroting opgenomen opbrengsten onroerende zaakbelastingen (inclusief tariefsverhoging 2008) bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB voor de gemeente Woensdrecht € 313.470,-. Afvalstoffenheffing Iedere gemeente heeft de wettelijke plicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen binnen haar grondgebied (art. 10.11 Wet milieubeheer). De gemeente kan, ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen, een heffing instellen, alleen van burgers, voor ieder perceel (woning) waar de mogelijkheid bestaat tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, ook al wordt er geen vuilnis aangeboden. Deze afvalstoffenheffing kent twee tarieven, een tarief voor éénpersoonshuishoudens en voor meerpersoonshuishoudens. Het beleid in Woensdrecht is er steeds gericht op geweest om de activiteit ‘afvalverwijdering en afvalverwerking’ kostendekkend te doen uitvoeren. Met de tarieven en met een bijdrage uit de egalisatiereserve wordt ‘kostendekkendheid’ bereikt. De egalisatiereserve, die is ontstaan uit de verkoop van het aandeel in stortplaats ‘De Kragge’, wordt in afbouwende bedragen gedurende de jaren 2001 tot en met 2014 ingezet ter gedeeltelijk dekking van de reinigingstekorten. Bij de Kadernota 2008 heeft de gemeenteraad besloten het batig rekeningsaldo 2006
80
(afgerond € 642.800,-) toe te voegen aan de egalisatiereserve ‘afvalverwijdering’. Op deze wijze wordt het volledige tekort niet ineens op de belastingplichtigen verhaald. Het tekort op de totale exploitatie van “afvalverwijdering en –verwerking” over 2008 bedraagt € 400.367,- (inclusief een bedrag van € 63.000,- wegens kwijtschelding afvalstoffenheffing 2008). Ter beperking van de toegenomen belastingdruk wordt dit tekort niet geheel verhaald via de tarieven. Een bedrag van € 464.437,- wordt gehaald uit de egalisatiereserve ‘afvalverwijdering’. Het restant overschot van € 64.070,- leidt tot een verlaging van de tarieven afvalstoffenheffing Rekening houdende met deze bijdrage uit de egalisatiereserve ‘afvalverwijdering’ komen de tarieven 2008 uit op: Meerpersoonshuishouden Eenpersoonshuishouden
€ 312,72 € 233,76
(2007: € 320,52) (2007: € 239,64)
Uitgangspunt van de afvalstoffenheffing is 100% kostendekking. Dit uitgangspunt zal in 2014 worden bereikt wanneer geen gebruik meer kan worden gemaakt van de bijdrage van egalisatiereserve ‘afvalverwijdering’. Het inzamelen van de niet-huishoudelijke afvalstoffen (kantoren-, winkel- en dienstenafval) is met ingang van oktober 2002 overgedragen aan Saver NV. Tarieven afvalstoffenheffing 2004 - 2008
350,00
Tarief in euro's (€)
300,00
320,52
314,64
301,08
312,72
283,44
250,00
211,68
225,00
235,20
239,64
233,76
200,00 150,00 100,00 50,00 0,00
2004
2005
2006
2007
2008
meerpersoonshuishouden afvalstoffenheffing
283,44
301,08
314,64
320,52
312,72
eenpersoonshuishouden afvalstoffenheffing
211,68
225,00
235,20
239,64
233,76
Jaar
Rioolrechten De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast (art. 4.22 Wet milieubeheer). In het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) wordt aangegeven op welke manier de gemeente de riolerings81
voorzieningen wil verbeteren, uitbreiden, onderhouden en beheren en welke middelen noodzakelijk zijn om de gestelde doelen te bereiken. Het GRP wordt jaarlijks geactualiseerd. Het actualiseren heeft o.a. tot doel het vaststellen en bewaken van het rioolrecht. Onder de naam ‘rioolrecht’ wordt geheven: een recht van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het rioolrecht wordt geheven van: de onroerende of roerende zaak die als woonhuis of recreatie-bungalow wordt gebruikt (rioolrecht huishouding); alle ander onroerende of roerende zaken waarbij sprake is van een bedrijfsmatig karakter of die niet uitsluitend als woonhuis worden gebruikt (rioolrecht overig). Het ‘rioolrecht huishouding’ kent twee tarieven, een tarief voor éénpersoonshuishoudens en voor meerpersoonshuishoudens. Voor 2008 is het voorstel: Meerpersoonshuishouden Eenpersoonshuishouden
€ 181,44 € 136,20
(2007: € 180,84) (2007: € 135,72)
De verhoging heeft geen effect op de budgetruimte omdat de exploitatie op riolering geheel wordt geneutraliseerd door stortingen in dan wel uitnames uit de voorziening ‘rioolbeheer’. Bij de jaarlijkse actualisatie van het GRP zal steeds worden bezien of een verhoging van het rioolrecht noodzakelijk is en met welk bedrag. Tarieven rioolrecht 2004 - 2008 200,00 175,00
178,80 153,72
Tarief in euro's (€)
150,00 125,00
181,44
180,84
167,28
134,16
125,40
115,20
136,20
135,72
100,00 75,00 50,00 25,00 0,00
2004
2005
2006
2007
2008
meerpersoonshuishouden rioolrecht
153,72
167,28
178,80
180,84
181,44
eenpersoonshuishouden rioolrecht
115,20
125,40
134,16
135,72
136,20
Jaar
82
Hondenbelasting In de begroting 2008 is een opbrengst hondenbelasting geraamd van € 99.638,-. De tarieven voor 2008 zijn vooralsnog niet gewijzigd ten opzichte van de tarieven 2007. • Tarief 1e hond • Tarief 2e hond • Tarief kennel
€ 58,80 € 96,12 € 249,00
(2007: € 58,80); (2007 € 96,12); (2007: € 249,00).
Tarieven hondenbelasting 2004 - 2008 96,12
96,12
96,12
100,00 87,12
Tarief in euro's (€)
80,00 58,80 60,00 46,08
58,80
58,80
49,80
40,00 26,04 20,00
0,00
2004
2005
2006
2007
2008
hondenbelasting 1e hond
26,04
49,80
58,80
58,80
58,80
hondenbelasting 2e & volg. hond(en)
46,08
87,12
96,12
96,12
96,12
Jaar
Toeristenbelasting Toeristenbelasting is een directe belasting die geheven wordt ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen. De belastingplichtige is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als genoemd in voorgaande zin in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen. De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. In de raadsvergadering van 22 september 2005 is het tarief voor 2006 vastgesteld op € 1,08 per persoon, per overnachting in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans respectievelijk € 1,16 per persoon, per overnachting in woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans (2005: € 1,16; raadsbesluitnr. 2005.09.20-1).
83
Deze tarieven zijn eveneens van toepassing voor het begrotingsjaar 2008. Forensenbelasting De forensenbelasting wordt opgelegd aan natuurlijke personen (die geen hoofdverblijf in de gemeente hebben) en die op meer dan 90 dagen een tweede woning beschikbaar houden voor zich of hun gezin. De belasting bedraagt sinds 1 januari 2005 1,25 promille per jaar van de waarde in het economische verkeer (woz-waarde). De belasting bedraagt per woning minimaal € 100,- en maximaal € 400,-. Leges Naast belastingen heft de gemeente rechten (leges) voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van de rechten dienen zodanig vastgesteld te worden dat de opbrengsten de kosten ter zake van het verlenen van de dienst niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals bijvoorbeeld voor reisdocumenten, dient rekening gehouden te worden met van rijkswege gestelde maximumtarieven. VROM is samen met de VNG bezig om meer structuur te brengen in de bouwgerelateerde leges: meer uniformiteit in heffingsgrondslagen, tariefstructuur, tariefdifferentiatie en kostentoerekening. Lokale lastendruk In het voorbeeld van de berekening van de lokale lastendruk, opgenomen in de nota van aanbieding, is sprake van een lastenverzwaring van € 5,15, dit is 0,72%. De lastenverzwaring heeft als voornaamste oorzaak de verhoging van het ozb-tarief voor eigenaren van woningen, waarbij de korting van € 0,10 op het ozb tarief voor de eigenaar van een woning is vervallen. Voor 2007 was sprake van een lastenverzwaring van € 31,17 ofwel 4,6%. Oorzaak hiervan was de verhoging van het ozb-tarief voor eigenaren van woningen naar het drempeltarief. 1.4
Vergelijkend overzicht woonlasten
De hierboven toegelichte tariefaanpassingen leiden tot een totaal bedrag aan woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in 2008 van € 719,31 (bij een WOZwaarde (eigen woning) van € 237.902,00 (waardepeildatum 1-1-2005)). Ter vergelijking zijn deze gegevens ook voor onze buurgemeenten opgenomen, zij het dat deze betrekking hebben op 2007: de tarieven 2008 van deze gemeenten zijn thans nog niet bekend. Ter informatie zijn ook de “laagste” en de “hoogste” waarden opgenomen. De cijfers zijn ontleend aan “de Atlas van de lokale lasten 2007” van het COELO 1 . Het begrip bruto woonlasten is samengesteld uit de OZB voor een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde, het rioolrecht en de afvalstoffenheffing.
1
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden / Rijksuniversiteit Groningen.
84
De vergelijking ziet er als volgt uit: gemeente Terneuzen Etten-Leur Steenbergen Zundert gemiddelde Nederland gemiddelde NoordBrabant Moerdijk Halderberge Rucphen Roosendaal Woensdrecht Bergen op Zoom Blaricum
bruto woonlasten eph 2007 in € 398 578 552 515 547
bruto woonlasten mph 2007 in € 437 578 602 604 613
535 509 540 612 636 580 711 924
615 621 668 677 698 706 711 1.089
landelijk rangnummer 1 124 179 188
221 339 359 388 395 402 475
eph = eenpersoonshuishuoden; mph = meerpersoonshuishouden
Uit dit overzicht blijkt dat de woonlasten in Woensdrecht in 2007 zowel boven het landelijke als provinciale gemiddelde liggen en in vergelijking met de omliggende gemeenten als een van de duurste uit de bus komt. 1.5
Algemene ontwikkelingen
Gemeentelijke belastingen In het bestuursakkoord met de VNG van 4 juni 2007 zijn afspraken gemaakt over het lokaal belastinggebied van gemeenten. Het kabinet en de VNG zijn overeengekomen om de samenstelling van het gemeentelijk belastinggebied te bespreken aan de hand van de resultaten van de commissie Van Aartsen (ingesteld door de VNG). Dat overleg moet nog plaatsvinden. Verbrede rioolheffing De wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer in verband met de introductie van zorgplichten van gemeenten voor afvloeiend hemelwater en grondwater, alsmede verduidelijking van de zorgplicht voor het afvalwater en aanpassing van het bijbehorende bekostigingsinstrument (Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken), treedt in werking op 1 januari 2008. De gemeenten hebben vanaf die dag de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Om deze zorgplicht te bekostigen creëert de nieuwe wet per diezelfde datum een nieuwe belastingbevoegdheid. Er wordt een nieuwe rioolheffing geïntroduceerd. De nieuwe rioolheffing kan vanaf 1 januari 2008 toegepast worden. Gemeenten hebben twee jaar de tijd om over te schakelen van het oude naar het nieuwe
85
systeem. Gedurende 2008 en 2009 kunnen zij er voor kiezen op de huidige vorm van rioolrechten te blijven heffen of de nieuwe heffing in te stellen. Na 1 januari 2010 kunnen gemeenten uitsluitend de nieuwe belasting heffen. Gemeenten krijgen uiterlijk vijf jaar de tijd, dus tot 1 januari 2012, om een (nieuw) gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op te stellen. In dit GRP staat een overzicht van de aanwezige voorzieningen in relatie tot de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater, plus de voorgenomen maatregelen op deze terreinen. Wet Waardering onroerende zaken In de Waarderingsinstructie 2005 formuleert de Waarderingskamer, naast de eisen die gesteld worden aan de uitvoering van de WOZ, aandachtspunten op het gebied van beleid en uitvoering voor de komende jaren. Gemeenten hebben de uitvoering van de Wet WOZ de afgelopen jaren procesmatig ingericht. Dit om zowel de kwaliteit als de doelmatigheid verder te verbeteren. Omdat de kwaliteit van de taxaties sterk wordt bepaald door goede, actuele en betrouwbare gegevens en door een gedegen marktonderzoek is hier de afgelopen jaren steeds sterker de nadruk op gelegd. Dit alles in voorbereiding op het feit dat per 01-01-2008 sprake is van een jaarlijkse herwaardering. Bij een jaarlijkse herwaardering is beheersing van het WOZ-proces van nog groter belang dan in het verleden. Dit omdat vanaf 01-01-2008 jaarlijks massaal WOZ-beschikkingen worden verzonden met een actuele waarde (in Woensdrecht voor zo’n 11.000 objecten), bezwaren worden afgehandeld, mutaties worden verwerkt. Daarnaast moeten aan het eind van het jaar de taxaties voor het volgende jaar weer beschikbaar zijn. Een goede planning, organisatie en een adequate kwaliteitsbeheersing van de activiteiten is daarvoor absoluut noodzakelijk. Hoger beroep in belastingzaken Per 01-01-2005 is een tweede feitelijke instantie ingevoerd in de belastingrechtspraak. De eerste feitenrechter wordt de rechtbank in Breda. Hoger beroep bij de belastingrechter kan zowel door de belastingplichtige als de heffingsambtenaar ingediend worden bij het Gerechtshof in ’s-Hertogenbosch. Op dit moment kan een belastingplichtige nadat hij in het ongelijk is gesteld door de belastingkamer van het gerechtshof in cassatie bij de Hoge Raad. Deze geeft alleen een oordeel over rechtsvragen en niet over de feiten. Bij hoger beroep wordt alsnog naar de feiten gekeken. Wet electronisch bestuurlijk verkeer Deze wet is 01-07-2004 in werking getreden. Deze wet regelt voorwaarden waaronder elektronisch verkeer in de primaire fase kan plaatsvinden. Zij geldt voor berichten/beschikkingen aan een of meer geadresseerden, indien geadresseerde kenbaar heeft gemaakt voldoende bereikbaar te zijn. Dit geldt niet voor algemene besluiten. Er zijn slechts enkele gemeenten die ruime mogelijkheden hebben geschapen tot elektronische communicatie. De spanning tussen wat technologisch mogelijk is en het feitelijk gebruik dat er van wordt gemaakt, met name door de overheid, heeft alles te maken met de bestuursstijl, met een visie op democratie. Worden deze keuzes niet gemaakt, dan zal het beeld van de overheid als een uitgewoonde institutie zich opdringen. De burger went langzaam maar zeker, niet alleen aan het gemak van internet, maar ook aan het wezenlijk democratische karakter ervan. Dankzij de toegankelijkheid van steeds meer informatie, krachtiger zoekmachines, uitdagende websites, logische
86
loketten, waarop burgers steeds makkelijker een actieve gesprekspartner kunnen zijn, wennen mensen er aan serieus genomen te worden. Toegang te hebben, te kunnen communiceren, vragen te stellen, opvattingen te geven en antwoorden te krijgen. In 2005 zijn de eerste stappen gezet om via internet te communiceren met de belastingplichtigen. Van dit medium is inmiddels door veel belastingplichtigen gebruik gemaakt, enerzijds voor het verkrijgen van informatie en het inzien van taxatiegegevens en anderzijds voor het elektronisch indienen van bezwaarschriften. 1.6
Kwijtscheldingsbeleid
Bij de beoordeling van een verzoek tot kwijtschelding is de betalingscapaciteit bepalend. Indien bij de beoordeling van een kwijtscheldingsverzoek blijkt dat er geen betalingscapaciteit is dan wordt kwijtschelding verleend. De betalingscapaciteit is het positieve verschil tussen netto-besteedbaar inkomen en de door het Rijk genormeerde kosten van bestaan. Het netto-besteedbare inkomen is het inkomen dat resteert na de betaling van de huur (na aftrek van huursubsidie) en de premie voor de ziektekostenverzekering / ziekenfonds. De genormeerde kosten van bestaan bedragen in onze gemeente 100% van de bijstandsuitkering. Overeenkomstig het bepaalde in het collegeprogramma is de gemeentelijke kwijtscheldingsnorm in onze gemeente 100%. Het kwijtscheldingsbudget bedraagt voor 2008 € 100.000,00, wat middels het solidariteitsbeginsel verhaald wordt op de meer draagkrachtige belastingplichtigen. In december 2004 is door de gemeenteraad de ‘Regeling meerjarige kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2005’ vastgesteld. Voor twee doelgroepen, AOW’ers en uitkeringsgerechtigden Wet werk en bijstand, voorziet de regeling erin dat na één jaar van volledige kwijtschelding wordt overgegaan tot een doorlopende kwijtschelding. Een WWB-er ontvangt na twee jaar automatische kwijtschelding weer een uitgebreid formulier om te toetsen of er gewijzigde omstandigheden zijn. 1.7
Conclusie
De in deze paragraaf opgenomen informatie is zeker niet nieuw, vroeger was zij ook al in de begroting terug te vinden, zij het versnipperd en op meerdere plaatsen. Nu wordt beoogd om alle relevante informatie die met heffingen te maken hebben (zowel gebonden als niet gebonden) op één plaats te concentreren. Uitgangspunt in het beleid van de gemeente Woensdrecht blijft dat er aangaande de belangrijkste heffingen, afvalstoffenheffing en rioolrecht, wordt gestreefd naar 100% kostendekking.
87
2
Paragraaf weerstandsvermogen
2.1
Algemeen
Onder het begrip weerstandsvermogen verstaan wij het vermogen van onze gemeente om niet-structurele risico’s op te kunnen vangen, zodat het afgesproken gemeentelijke takenpakket toch onverkort kan worden uitgevoerd. In de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften wordt aangegeven dat het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen waarover we beschikken of kunnen beschikken om niet begrote kosten te kunnen dekken en anderzijds: alle risico’s waarvoor nog geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn. De weerstandscapaciteit van een gemeente bestaat in het algemeen uit de volgende elementen: • de in de begroting opgenomen ruimte in de stelpost voor onvoorziene uitgaven; • het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve; • het overige deel van de algemene reserve, onder gelijktijdige voorwaarde dat ombuigingen moeten plaatsvinden om het gemis aan bespaarde rente structureel op te kunnen vangen; • de vrije ruimte in de belastingcapaciteit; • de stille reserves, zijnde die activa waarvan de boekwaarde lager is dan de werkelijke waarde en die direct verkoopbaar zijn. Voor de raad is het weerstandsvermogen van belang, want een sluitende begroting impliceert weliswaar dat er evenwicht is tussen de uitgaven en inkomsten, maar ook dat er eigenlijk geen ruimte is voor tegenvallers. Een buffer is daarom wenselijk. Hierbij moeten we denken aan echt onvoorziene zaken die de grenzen van de stelpost voor onvoorziene uitgaven op de begroting fors overschrijden. Maar deze zaken zijn meestal ook zó onvoorzien dat zij met geen mogelijkheid voorspeld kunnen worden! Het weerstandsvermogen is ook van belang bij het bepalen van de “financiële gezondheid” van de gemeente. Er zijn geen uniforme antwoorden te geven op de vraag hoe groot het weerstandsvermogen van een gemeente zou moeten zijn. Dit is sterk afhankelijk van de eigenheid van de gemeente en het risicoprofiel dat zij heeft. Hoe ziet de sociale structuur eruit, hoever reiken onze groeipotenties, hebben we de komende ontwikkelingen goed in beeld, opereren we in onze bedrijfsvoering voorzichtig of accepteren we wat meer risico’s, lopen er gerechtelijke procedures waarvan de uitkomst niet zeker is maar die grote consequenties kunnen hebben? Vanuit het provinciaal toezicht zijn ook geen directe normen te geven, zij het dat er wel op wordt toegezien dat de algemene reserve aan een bepaalde minimale omvang moet voldoen en uiteraard is er het repressieve toezicht. 88
2.2
Beleid
Er is op dit ogenblik nog geen beleidslijn vastgesteld over de noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit in relatie tot de mogelijke risico’s. Er zal op dit terrein beleid ontwikkeld moeten worden en worden vorm gegeven in een nog vast te stellen nota. In deze nota weerstandsvermogen en risicomanagement (tenminste eenmaal in de vier jaar bij te stellen) zal worden ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen en voorzieningen of anderszins. Afspraken hierover zijn gemaakt in de verordening ex artikel 212 Gemeentewet: “Financiële verordening gemeente Woensdrecht”. 2.3
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit van onze gemeente kan als volgt worden weergegeven: X € 1.000 Weerstandscapaciteit exploitatie Onbenutte capaciteit: Ozb (incl. maatregelen 2008) Totaal onbenutte belastingcapaciteit: Onvoorziene uitgaven Weerstandscapaciteit exploitatie Weerstandscapaciteit vermogen Vrij aanwendbare deel algemene reserve: Algemene bestemmingsreserve Behoedzaamheidsreserve Vrij aanwendbaar deel algemene reserve (saldo in relatie tot vastgestelde norm) Stille reserves: Weerstandscapaciteit vermogen Totale weerstandscapaciteit
313 313 124 437
1.046 416 2.596
0 4.058 4.495
De in de tabel opgenomen elementen kunnen als volgt worden toegelicht: Onbenutte belastingcapaciteit Uitgangspunt voor het gemeentelijk tarievenbeleid vormen kostendekkende tarieven. De in de begroting opgenomen lasten voor de inzameling van afvalstoffen worden volledig gedekt door aanwending van reserves/voorzieningen en de opbrengst van de afvalstoffenheffing na aanpassing van de tarieven. Bij leges en andere rechten/heffingen zijn de tarieven kostendekkend. 89
Voor de onbenutte OZB capaciteit zou het tarief artikel 12 als uitgangspunt kunnen gelden; voor 2008 is dit tarief € 3,45 (tarief gebaseerd op de WOZwaarden 2007). Het gemiddelde tarief, waar in de programmabegroting 2008 al rekening mee is gehouden (inclusief de voorgestelde tariefsverhoging met het inflatiepercentage van 1,5), is € 2,72; het verschil tussen deze twee bedragen, afgezet tegenover het aantal eenheden, bepaalt de nog beschikbare vrije ruimte. De onbenutte belastingcapaciteit is voor 2008 als volgt te berekenen: waarde woningen € 2.094.029.570 / 2.500 = 837.612 eenheden waarde niet-woningen € 538.968.500 / 2.500 = 215.587 eenheden totaal 1.053.199 eenheden tarief 3,45 € 3.633.537,00 geraamde opbrengst in begroting 2008 € 3.320.067,00 onbenutte ozb-capaciteit € 313.470,00 In dit verband speelt nog wel de wijze waarop de kwijtschelding in Woensdrecht is geregeld. Voor kwijtscheldingsbeleid zijn afzonderlijke budgetten geoormerkt; deze worden dus niet binnen de opbrengst van de heffingen en de opbrengst OZB gecompenseerd. Onvoorzien Voor het opvangen van niet voorziene calamiteiten hebben wij in de begroting een structureel bedrag voor onvoorziene uitgaven opgenomen. De raming voor 2008 bedraagt afgerond € 123.952,-. Dit bedrag ligt boven het door de provincie gehanteerde bedrag. Zij gaan uit van een benedengrens van 0,6% van de som van alle verdeelmaatstaven (dus inclusief de aftrekpost ozb) en de (tot 100%) herrekende inkomstenmaatstaf ozb van de algemene uitkering uit het gemeentefonds met een bovengrens van € 250.000,-. De minimumnorm is alzo te berekenen op 0,6% van € 14.050.000,- plus € 3.140.000,ofwel € 103.000,- (afgerond). De post onvoorzien wordt in principe slechts belast met eenmalige tegenvallers. Deze uitgaven moeten voldoen aan de drie o’s: onvoorzienbaar – onvermijdbaar – onuitstelbaar. Structurele knelpunten in de begrotingsuitvoering moeten op structurele wijze worden opgelost. Algemene reserve; vrij aanwendbare deel De algemene reserve kan niet volledig ingezet worden voor de berekening van de weerstandscapaciteit daar deze moet dienen als buffer, welke minimaal in stand moet worden gehouden. Op basis van de door de provincie Noord-Brabant gehanteerde norm kan de hoogte van deze buffer voor het begrotingsjaar 2008 gesteld worden op minimaal 5 x 2% van (€ 14.050.000,(uitkering gemeentefonds) plus € 3.140.000,- (herrekende maatstaf ozb)) ofwel afgerond € 1.719.000,-. De hoogte van de algemene reserve bedraagt ultimo 2008 een bedrag van € 4.315.000,-. Het resterende deel van de algemene reserve ad € 2.596.000,- is vrij aanwendbaar en kan derhalve worden ingezet bij het berekenen van de weerstandscapaciteit. 90
Het in bovenstaande tabel opgenomen bedrag van het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve heeft betrekking op de algemene bestemmingsreserve (per ultimo 2007 € 1.046.000,-) en de afgezonderde behoedzaamheidsreserve (€ 416.000,-). Stille reserves Voor stille reserves is in het overzicht geen bedrag opgenomen. Stille reserves zijn activa die tegen nul zijn gewaardeerd en die bij verkoop leiden tot opbrengsten. Of de gemeente beschikt over stille reserves is op dit moment niet vast te stellen; hiervoor zal inventarisatie moeten plaatsvinden. Flexibiliteit van de begroting Hoe flexibel kunnen de budgetten worden ingezet, zonder dat sprake is van wijzigingen in het beleid? Hierbij speelt de vraag m.b.t doelmatigheid / doelgerichtheid. Hoe efficiënt gaan wij om met de middelen – hoe kan deze speelruimte worden bepaald / aangesproken. Dit onderwerp moet verder worden uitgezocht, waarbij duidelijk een relatie met onderhoudsprogramma’s – is uitstel van onderhoud gelet op de financiele uitkomsten mogelijk etc. – aanwezig is. 2.4
Inschatting risico’s
Diverse elementen dragen een risico met zich mee; zij kunnen als volgt worden toegelicht: Specifieke risico’s Eerder in deze programmabegroting bent u geïnformeerd over de financiële ontwikkelingen in de komende periode. In deze risicoparagraaf wordt aangegeven welke bedreigingen zich ten aanzien van het (thans geactualiseerde) perspectief kunnen voordoen. Het gaat hierbij om de risico’s die de financiële positie van de gemeente als concern in gevaar kunnen brengen. Economische groei Ook voor Woensdrecht is het economisch klimaat een belangrijke factor. Niet alleen het draagvlak van voorzieningen gedijt beter in een situatie van economische groei, ook de uitstraling naar begrippen als werkgelegenheid, koopkracht en het aangewezen zijn op een uitkering, hangt rechtstreeks met de economische situatie samen. Duidelijk zichtbaar is dat bij een afnemende groei de werkgelegenheid over het algemeen ook afneemt en dit laat zich dan veelal vertalen in een toenemend aantal uitkeringsgerechtigden, waarbij de bekostiging van de bijstandsgerechtigden vanaf 2004 voor rekening van de gemeente is. De conjunctuur speelt ook een belangrijke rol bij de grondexploitatie en de te ontwikkelen bedrijfsterreinen. Op dit moment is er sprake van een redelijk tot goed herstel van het economisch klimaat, wat zich onder meer vertaalt in een afname van het aantal uitkeringsgerechtigden. 91
Claims van derden (bijv. planschade) Het is niet uitgesloten dat als gevolg van ontwikkeling van bebouwingsplannen, zoals aangegeven in het programma Ruimtelijke Ordening, planschadeclaims op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening worden ingediend omdat voor die gebieden de vigerende bestemming wordt gewijzigd. Dekking van eventueel toe te wijzen claims zal geschieden ten laste van de bouwgrondexploitatie dan wel zal afgedekt kunnen worden in de met projectontwikkelaars af te sluiten exploitatie-overeenkomsten. Risico’s t.a.v. milieu-aspecten en bodemverontreiniging Op basis van inventarisatie zullen eventuele milieurisico’s in beeld moeten worden gebracht. Deelnemingen in derden-rechtspersonen Het risico blijft beperkt tot het door de gemeente ingebrachte kapitaal. Rechtsgedingen Het eigen risico bij vermogensschade bedraagt € 2.500,00 per schadegeval, waardoor het financiële risico aanzienlijk is. Het aantal schadegevallen is niet in te schatten. Gedacht wordt hierbij aan aansprakelijkheidsstellingen in verband met een door een gemeentelijk bestuursorgaan genomen onrechtmatig besluit of onrechtmatig verrichte daad of het nalaten daarvan, een en ander volgens artikel 1:3 en 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Borgstellingen De gemeente loopt risico voor borgstellingen die verstrekt zijn aan de Stichting Savelanden als rechtsopvolger van de Stichting Bejaardenvoorzieningen Zuidwesthoek ten behoeve van de bouw van verzorgingstehuizen voor bejaarden en aan de Landelijke Stichting Belegging Woningbouw ten behoeve van de bouw van 31 premie huurwoningen (klimlening). Eventuele verplichtingen uit gemeentegaranties zijn ondergebracht bij het Waarborgfonds Eigen Woningen; het eventuele financiële risico voor onze gemeente is daardoor beperkt tot de aangegane obligo’s die worden afgeroepen wanneer zich verliezen voordoen. Een dergelijk verzoek is op dit moment niet aan de orde. Rente Als gevolg van externe factoren kunnen opwaartse renteontwikkelingen op de geld- en/of kapitaalmarkt het budgettaire evenwicht danig verstoren. De huidige geldmarktrente geeft een lichte daling te zien, terwijl de kapitaalmarktrente een lichte stijging laat zien. Openeinde regelingen De gemeente is wettelijk verplicht tot het uitvoeren van bepaalde taken c.q. het instandhouden van bepaalde voorzieningen. Deze hebben hierdoor veelal een openeinde karakter. Voorbeelden in dit kader zijn het leerlingenvervoer en de uitvoering van de Wet voorziening gehandicapten. In beginsel ontvangen de gemeenten voor deze taken compensatie uit het gemeente92
fonds. De praktijk wijst uit dat hiermee echter belangrijke budgettaire effecten gemoeid kunnen gaan. Gemeentegaranties Om initiatieven mogelijk te maken die een maatschappelijk belang dienen, kunnen door de gemeente gemeentegaranties worden verstrekt, waarbij de gemeente garant staat voor de rente en aflossing van geldleningen van die maatschappelijke instellingen. Invoering Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Het kabinet heeft besloten met ingang van 1 januari 2007 de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in te voeren. Met deze wet worden bepaalde zorgvoorzieningen van de AWBZ overgedragen aan de gemeente. Dat vanuit het inzicht dat de uitvoering beter bij de gemeenten past, onder meer vanwege de samenhang met de voorziening gehandicapten (Wvg) en welzijnsvoorziening. Gemeenten ontvangen daarvoor met ingang van 1 januari 2007 een langdurige integratie-uitkering uit het gemeentefonds. De verdeling van de gemeentefondsmiddelen heeft voor 2007 plaatsgevonden op basis van historische gegevens (ijkjaar 2005) en is geindexeerd voor de jaren 2006 en 2007. Voor 2007 bedroeg de integratie-uitkering € 2.009.714,00. Vanaf 2008 wordt de integratie-uitkering berekend aan de hand van een objectief verdeelmodel. Op basis van dat model wordt een integratie-uitkering ontvangen van € 1.447.878,00. De herverdeeleffecten zorgen er voor dat onze gemeente een nadeelgemeente is (€ 26,- per inwoner). Om de lagere uitkering gefaseerd voor rekening van de gemeente te laten komen ontvangt de gemeente over de jaren 2008 en 2009 een suppletie uitkering van € 378.256,- resp. € 189.128,-. De verwachting is dat het aantal personen dat een beroep zal doen op huishoudelijke zorg de komende jaren zal toenemen. Op basis van de huidige prognoses zal het tekort op de huishoudelijke zorg (door het wegvallen van de suppletie-uitkeringen en de structureel lagere integratie-uitkering) de komende jaren groter worden. Voor 2008 wordt een tekort verwacht van € 30.000,00 wat in 2010 opgelopen zal zijn tot € 410.000,00. De hogere kosten voor de huishoudelijke zorg zijn in het meerjarenperspectief 2008-2011 afgedekt. Middelen voor openbare orde en veiligheid Op basis van het gesloten akkoord in het bestuurlijk overleg tussen de fondsbeheerders en de VNG van 4 april 2006 is besloten voor de jaren 2007, 2008 en 2009 € 220 miljoen aan het gemeentefonds toe te voegen. De fondsbeheerders erkennen dat gemeenten in de afgelopen jaren extra uitgaven hebben verricht voor openbare orde en veiligheid. Bij de junicirculaire 2007 is besloten om ingaande 2007 om nog eens 115 miljoen euro structureel extra beschikbaar te stellen voor openbare orde en veiligheid. In verband met de herijking van het cluster openbare orde en veiligheid worden met ingang van 2008 de hiervoor bestemde middelen op een andere wijze verdeeld. Hierdoor ontstaan herverdeeleffecten. Hieruit blijkt dat onze gemeente een zogenaamde voordeelgemeente is; vanaf 2008 wordt bijna 93
€ 350.000,00 aan rijksmiddelen ontvangen. Analoog aan de regeling bij nadeelgemeenten (maar dan in tegengestelde richting) wordt het voordeel niet al vanaf 2008 volledig uitgekeerd; over de jaren 2008 en 2009 wordt een korting toegepast op de suppletie-uitkering (1/3). Risico’s grondexploitatie Bij het opstellen van de begroting 2008 van het gemeentelijk grondbedrijf is de kostprijsberekening van Driehoeven II (bedrijventerrein Ossendrecht) geactualiseerd. Alleen dit complex is in ontwikkeling en leidt tot een positief resultaat. Tot op dit moment zijn er 4 percelen verkocht met een totale oppervlakte van 2.370m². Tevens zijn er 3 percelen in optie genomen met een totale oppervlakte van 10.334m², waarvan de opbrengst in 2007 wordt verwacht te worden gerealiseerd. De exploitatieberekeningen van de in ontwikkeling zijnde complexen worden jaarlijks geactualiseerd waarbij direct kan worden geconstateerd of de complexen nog winst- dan wel verliesgevend zijn. Indien een complex een nadelig saldo vertoond kan hierop direct worden ingespeeld door aan te geven hoe het tekort zal worden gedekt. Gezien het enkele complex wat nu in ontwikkeling is, bestaan er geen risico’s bij de ontwikkeling van dit plan. Naast 1 in ontwikkeling genomen complex beschikt het grondbedrijf over 8 (nog) niet in ontwikkeling genomen complexen. Er zijn 2 (van de 8) complexen die als “voorraad” kunnen worden aangemerkt, namelijk Diverse percelen en Oost Algemeen. Belangrijker zijn de overige complexen. Deze complexen zijn gevormd ten behoeve van toekomstige woningbouw. Van belang is of deze locaties kunnen worden ontwikkeld en binnen welke termijn. Veel zal afhankelijk zijn van de overeenstemming met de provincie inzake het woningbouwprogramma. In verband met de ontwikkeling van de Brede School zijn in 2008 binnen het grondbedrijf de locaties Putseweg en Matthias Wolffstraat gevormd. Deze locaties komen vrij voor eventueel woningbouw. De inbrengwaarde is gelijk aan de totale vrijkomende oppervlakte à € 225,-. Gezien de inbrengwaarde per m² dient als risico te worden aangegeven dat genoemde complexen mogelijk met een nadelig saldo moeten worden afgesloten. Er dient nog rekening te worden gehouden met voorbereidingskosten voor de ontwikkeling van het gebied, afweging of de gronden als bouwgrond dienen te worden verkocht etc. Het voorstaande betekent dat die kosten per m² opgeteld dienen te worden bij de inbrengwaarde van € 225,-. Bij het opstellen van de begroting en jaarrekening van het grondbedrijf zal U van de ontwikkelingen op de hoogte gehouden worden. De omvang van de reserves van het grondbedrijf zijn per ultimo 2008 geraamd op € 2.256.942,-. In dit bedrag is de bijdrage van het grondbedrijf aan de Brede School al opgenomen. De totale boekwaarde van de complexen bedraagt ultimo 2008 € 2.226.578,-. Per saldo betekent dit dat er een bedrag van € 30.364,- beschikbaar is om mogelijke tegenvallers en risico’s op te vangen. Duidelijk mag zijn dat de financiële ruimte binnen het grondbedrijf minder wordt. Een belangrijke factor bij de ontwikkeling van de reserves is de vraag of woningbouw op korte termijn mogelijk is. 94
Met betrekking tot bestemmingsplan de Hoef kan worden gemeld dat in juli 2004 de commanditaire vennootschap ‘De Hoef’ (CV de Hoef) is opgericht waarin de gemeente Woensdrecht deelneemt tot een bedrag van € 671.594,72. Tevens beschikt de gemeente Woensdrecht over een aandelenkapitaal van de Hoef Beheer BV tot een bedrag van € 9.076,00. Over dit totale bedrag loopt de gemeente risico als participant in de CV de Hoef. De gemeente deelt als participant in CV de Hoef voor de helft in de winst. Echter, om de winst te realiseren dient tevens de zogenaamde 2e fase te worden gerealiseerd. Tot op heden is er nog geen goedkeuring van de Provincie ontvangen om de 2e fase ter ontwikkelen. Voor het overige bestaan er geen bijzondere risico’s met uitzondering van die risico’s welke voortvloeien uit de normale exploitatie van een grondbedrijf. Beheersplannen openbaar gebied In de nu beschikbare beheersplannen is aangegeven wat de personele en financiële gevolgen zijn van het op adequate wijze in stand willen houden van wegen, riolering etc. Met betrekking tot riolering laat dit zich vertalen in een kostendekkend rioolrecht. Hier zitten dus geen onzekerheden voor onze gemeente meer in. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen, maar op voorhand is wel duidelijk dat voor beheer, onderhoud en vervanging aanzienlijke budgetten nodig zullen zijn. Gemeenschappelijke regelingen De gemeente heeft zich verplicht gesteld bij te dragen in eventuele nadelige saldi van een aantal gemeenschappelijke regelingen. De structuur van deze regelingen is veelal zo dat de gemeente individueel slechts beperkte invloed uit kan oefenen op de uitgaven. Winstuitkeringen Van aan aantal bedrijven, respectievelijk instellingen ontvangt de gemeente jaarlijks een winstuitkering, o.a. de RMD West-Brabant, Saver N.V., Delta N.V., Intergas N.V. en de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Het dividend is afhankelijk van het behaalde resultaat bij deze bedrijven en instellingen. Dit kan fluctueren, zeker als rekening gehouden wordt met de consequenties van een verdere liberalisering van de energiemarkt. Saver N.V. heeft medio 2006 een dividend- en solvabiliteitsbeleid vastgesteld wat zal ingaan na de verhuizing van de onderneming naar de nieuwe locatie. De dividenduitkering (na verhuizing) wordt afhankelijk van de behaalde winst en de mate van solvabiliteit. Tot het moment van verhuizing (planning medio 2008) blijft het huidige dividendbeleid van kracht, waarbij de behaalde winst voor 50% wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders en 50% wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Bij het opmaken van de begroting 2008 is het uit te keren dividend Delta N.V. nog niet bekend. Het dividendbeleid wordt in 2007 geëvalueerd. Er komt een commissie uit de RvC, aandeelhouders en directie onder leiding van een onafhankelijke voorzitter die aan de AvA in december 2007 een nieuw beleid zal voorleggen. In de begroting 2008 is een bedrag van € 272.905,- aan 95
dividend opgenomen. Bij de kadernota 2008 is dit met een bedrag van € 75.000,- verhoogd. De beoogde fusie van het netwerkbedrijf van Intergas N.V. en het netwerkbedrijf NRE is niet door gegaan. Intergas zal vooralsnog zelfstandig voortbestaan. De BAvA van Intergas heeft de directie van Intergas verzocht het traject tot aansluiting bij een (grotere) partner opnieuw in kaart te brengen en daarover in de voorjaars AvA van 2008 te besluiten. In de begroting 2008 is een bedrag van € 364.814,- opgenomen als dividenduitkering van Intergas NV. In de decembervergadering 2007 van Intergas wordt aandacht besteed aan de dividendverwachting voor 2007 en verdere jaren. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) heeft in augustus 2006 een meerjarig beleid rondom de gewenste kapitalisatie en het dividend gepresenteerd. Het beleid van de BNG gaat uit van een regulier pay-out ratio van 50% van de winst na belastingen (was 43%), een in de toekomst aan te houden minimale capital ratio (2,0%) en een minimale BIS tier-1 ratio van 18%. Voorwaarde voor dit beleid is het behoud van de aan de BNG toegekende ratings. Voorts moeten de vermogenspositie en de benodigde winstinhouding een dergelijk pay-out toestaan. Het gepresenteerde beleid betekent naar huidig inzicht en de beschreven voorwaarden, dat de BNG in 2009 een extra uitkering van € 200 miljoen (aandeel Woensdrecht: ca. € 40.000,-) zal doen. 2.5
Risico’s beleid overheid
Accres algemene uitkering Volgens het principe ‘gelijk trap op - gelijk trap af’ leiden wijzigingen in het uitgavenniveau van het Rijk tot aanpassingen (het zogenoemde accres) van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Op grond van de juni-septembercirculaire 2007 is het accres opnieuw becijferd. Duidelijk is dat de accressen de komende jaren hoger uitkomen dan volgens eerdere prognoses is berekend. De belangrijkste oorzaak hiervan is het aantrekken van de economie. Btw compensatiefonds (BCF) In 2003 is het BTW-compensatiefonds ingesteld. Bij dit fonds kunnen gemeenten BTW declareren die zij hebben betaald bij het uitbesteden van werkzaamheden. Hierdoor kan de afweging tussen zelf doen of uitbesteden op zuivere gronden (dat wil zeggen prijs-kwaliteitsverhouding) plaats vinden. Het was echter niet de bedoeling dat gemeenten per saldo hierop geld zouden overhouden: de operatie moest in zijn geheel budgettair neutraal zijn. Daarom werk tegelijkertijd een bedrag uit het gemeentefonds gehaald en in het BTW-compensatiefonds gestort. Na een paar jaar is het BTW-compensatiefonds geëvalueerd en daarbij is gebleken dat gemeenten meer BTW declareren dan verwacht. Dat betekent in feite dat er te weinig uit het gemeentefonds is gehaald. Daarom is besloten tot een aanvullende uitname. In 2006 zal nog 115 miljoen extra uit het gemeentefonds worden gehaald, in 2007, 2008 en 2009 elk jaar 520 miljoen en in de jaren daarna 300 miljoen structureel. 96
Onze gemeente werd reeds voor ruim € 1,3 miljoen gekort op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De hiervoor vermelde uitnames leiden tot een extra korting van € 0,7 miljoen, waardoor de totale korting uitkomt op ruim 2 miljoen euro. Om die totale korting niet volledig op de explotatie te laten drukken wordt onze eigen reserve btw-compensatiefonds ingezet. Deze reserve is als volgt gevormd: • de voor 2003 berekende uitgestelde uitname uit het gemeentefonds in verband met de invoering van het btw-compensatiefonds is gestort in de reserve btw-compensatiefonds. • de reserves en voorzieningen zijn herzien met betrekking tot het in de reserves/voorzieningen opgenomen btw-aandeel. Het hieruit voortvloeiend voordeel is eveneens gestort in de eerder genoemde reserve. De reserve wordt zodanig ingezet dat de extra last voor de begroting gelijkmatig oploopt en wel zodanig dat vanaf 2010 de last voor de begroting uitkomt op structureel € 715.000,00, gebaseerd op de structurele extra uitname uit het gemeentefonds van 300 miljoen. 2.6
Conclusies
De risico’s waar onze gemeente mee geconfronteerd kunnen worden zijn naar onze mening te overzien en voor een deel redelijk te kwantificeren. De middelen om deze risico’s op te kunnen vangen achten wij in voldoende mate aanwezig. Van groot belang blijft wel de vraag hoe wij met eventuele risico’s om gaan. In de eerste plaats geldt dat middels het goed uitvoeren van de bedrijfsvoeringsprocessen in het algemeen, interne controle maatregelen in het bijzonder maar zeker ook een goed ingebedde en na te leven planningen controlcyclus bereikt moet worden dat eventuele calamiteiten tijdig zichtbaar en daardoor beheersbaar worden. Met name de tussentijds uit te brengen rapportages, zowel op managementniveau als door het college aan de raad, zullen hier op moeten ingaan. Daar, waar risico’s zijn te kwantificeren dienen vervolgens voorzieningen te worden getroffen om hen op te vangen. Daar, waar dit nog niet goed kan, hetzij om dat de consequenties niet of niet helemaal bekend zijn, hetzij om dat het moment waarop de gebeurtenis zich kan aandienen nog niet bekend is, kan worden teruggevallen op de hiervoor berekende weerstandscapaciteit van onze gemeente. Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve kan in principe aangesproken worden, het restant niet; de rente van de algemene reserve is immers bestemd.
97
3
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
3.1
Algemeen
In deze paragraaf gaan wij in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot de ‘grotere’ kapitaalgoederen van de gemeente. Hierbij kan gedacht worden aan de kosten van beheer en instandhouding van wegen, riolering, water, groen, openbare verlichting, gebouwen en speelvoorzieningen. De instandhoudingskosten behoren hun weerslag te vinden in onderhoudsplannen, die door de raad moeten worden vastgesteld. Voor de meeste onderdelen zijn de kosten voor instandhouding en beheer goed in beeld gebracht. Zo wordt in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 1 aangegeven hoe de gemeente invulling geeft aan de zorgplicht die zij heeft voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater. In het GRP en ook in onze begroting is uitgegaan van kostendekkendheid door de totale kosten te verhalen op de gebruikers middels het rioolrecht. De noodzakelijke onderhoudskosten voor wegen e.d. zijn omvangrijk. Tegelijkertijd kunnen zij ook voorzien worden van het etiket ‘beheer’ of ‘uitvoering’. Zij lenen er zich daarom niet direct voor om te worden opgenomen in een van de programma’s; daar wordt immers toch meer aandacht besteed aan tot een visie terug te leiden doelstellingen en de concrete richtingen, waarin de uitwerkingen moeten worden gevonden. Echter, een groot deel van het ‘vermogen’ van onze gemeente ligt in de grond of op het openbaar gebied. Een zorgvuldig beheer hiervan is dan ook van wezenlijk belang. Een tweede, wellicht nog belangrijker aspect, is dat de kwaliteit van het openbaar gebied door de inwoners vaak het meest intensief beleefd wordt. Zwerfvuil, hondenpoep, loszittende stoeptegels, boomwortels, slecht onderhouden schoolgebouwen, moeilijk toegankelijke gemeentelijke gebouwen: deze onderwerpen in de directe omgeving raken de burgers direct en hier hebben zij vaak een eigen en duidelijke mening over. Met de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen kunnen wij de kaders stellen voor het onderhoud van wegen, riolering, gebouwen etc. Een individueel geval of een individuele klacht kan dan beoordeeld worden aan deze totale kaders. Een derde reden voor specifieke aandacht voor het geïnvesteerde vermogen in het openbaar gebied is dat deze kapitaalgoederen vaak van belang zijn voor het realiseren van de gemeentelijke programma’s. In 2008 worden de totale uitgaven voor beheer en onderhoud met betrekking tot het openbare gebied geraamd op € 5,5 miljoen. De volgende tabel laat zien hoe dit bedrag is opgebouwd (bedragen x € 1.000): 1
Het opstellen van een rioleringsplan is overigens een wettelijke verplichting
98
Omschrijving Beheerplan wegen Onderhoud verhardingen Onderhoud bermen Onderhoud straatmeubilair Gladheidbestrijding Straatreiniging Onkruidbestrijding Exploitatie openbare verlichting Bebording en bewegwijzering Wegmarkeringen Beheer en onderhoud watergangen Groenbeheerplannen Instandhouding houtopstand Onderhoud / renovatie groenvoorz. Onderhoud hertenkamp Onderhoud / renovatie speelvoorz. IJsbanen / trimbaan Rioolbeheerplan Dagelijks beheer rioleringen Totaal 3.2
Begroting Begroting 2007 2008 72 47 1.305 1.211 126 143 72 71 110 104 155 156 64 72 297 296 63
60
22 115
24 97
76 11 1.018
78 11 1.034
8 73
8 76
7 62 1.916 5.572
7 61 1.906 5.462
Wegen
Alle wegen in de gemeente Woensdrecht zijn geïnventariseerd en geïnspecteerd aan de hand van de landelijke schadecatalogus. De gegevens zijn verwerkt in het geautomatiseerde wegbeheersysteem. Er is een meerjarenplan opgesteld, het Beleidsplan kwaliteit wegen, waardoor het wegonderhoud op een doelmatige, efficiënte en verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd. Aan de hand van de inspectieresultaten zijn een planning en begroting opgesteld voor de korte (1-2 jaar) en de middellange termijn (3-5 jaar). Met behulp van cyclusbedragen is tevens, voor de lange termijn (5-10 jaar), een jaarlijks budget bepaald. Voor het opstellen van het Beleidsplan kwaliteit wegen is een verdeling gemaakt van gebieden. Een viertal gebieden zijn benoemd, t.w. het centrumgebied, het woongebied, het bedrijventerrein en het buitengebied. Ook zijn er drie onderhoudsniveaus (sober, basis, verzorgd) benoemd. Het niveau “basis” is het standaard niveau voor de wegbeheersystematiek. Het niveau “verzorgd” ligt boven de standaard en het niveau “sober” ligt onder de standaard. Door een koppeling te maken van de verschillende gebieden met een onderhoudsniveau ontstaan diverse scenario’s, die vervolgens financieel kunnen worden doorgerekend. In een model zijn de scenario’s 0, 1, 2, 3 en 4 doorgerekend. Scenario 0 betreft het “basis” onderhoudsniveau voor alle
99
gebieden. In scenario 1 heeft een opwaardering van het onderhoudsniveau van het centrumgebied plaatsgevonden. Scenario 2, 3 en 4 zijn varianten met een verdere versobering van het onderhoudsniveau voor bepaalde gebieden. Besluitvorming over het Beleidsplan kwaliteit wegen heeft plaatsgevonden. Gekozen is voor scenario 1 voor uitvoering van het meerjarenplan. Verder is gekozen voor een ingroeimodel voor de jaarlijkse investeringen voor het onderhoudsplan wegen totdat in het jaar 2010 het investeringsniveau van scenario 1 is bereikt. De gemiddelde jaarlijkse kosten worden in dit scenario geraamd op ca. € 646.000,00 (incl. btw). Aan de huidige voorziening ‘onderhoud wegen’ is een extra dotatie gedaan ten laste van de algemene bestemmingsreserve. Door deze maatregelen is het groot onderhoud aan de gemeentelijke wegen in de toekomst financieel afgedekt. 3.3
Riolering
Het GRP is vastgesteld en heeft een theoretische looptijd van 5 jaar. Het GRP wordt jaarlijks geactualiseerd. In het GRP wordt aangegeven op welke manier de gemeente de rioleringsvoorzieningen wil verbeteren, uitbreiden, onderhouden en beheren en welke manieren noodzakelijk zijn om de gestelde doelen te bereiken. In het GRP worden meerdere doelen onderscheiden; deze hebben betrekking op: de inzameling van afvalwater de inzameling van hemelwater het transport het voorkomen van ongewenste emissies het beperken van overlast voor de omgeving het zorgdragen voor een effectief rioleringsbeheer en het bereiken van aanvaardbare effecten voor de gemeenschap De in het GRP weergegeven gewenste situatie wordt getoetst aan de huidige, werkelijke situatie en uit deze toetsing blijkt dan welke maatregelen genomen moeten worden. Dit betreft zowel de aanleg van nieuwe voorzieningen (voor de bestaande bebouwing, nieuwbouw en de buitengebieden) als een adequater beheer van de bestaande rioleringsvoorzieningen, gericht op het verbeteren van de kwaliteit en het voorkomen van wateroverlast (kern Putte). In het nieuw op te stellen GRP zal het actuele rijks- en waterschapsbeleid op het gebied van KRW (Kaderrichtlijn Water), SWO (Stedelijke Wateropgave), OAS (Optimalisatie afvalwatersystemen) en afkoppeling worden opgenomen. Gesteld is door de raad dat de kosten van beheer en onderhoud van de riolering kostendekkend moeten zijn. De uitgaven voor riolering variëren overigens per jaar. Daarom is vanuit het rioolrecht een egalisatievoorziening gevormd waarmee schommelingen in (vervangings)investeringen kunnen worden opgevangen. Het GRP biedt verder inzicht in de ontwikkeling van het tarief (rioolrecht) op termijn.
100
De kosten voor aanleg van nieuwe riolering en aanpassingen a.g.v. uitbreidingen komen voor rekening van de grondexploitatie. In het geactualiseerde GRP zijn voor de jaren 2007 tot en met 2009 respectievelijk de volgende investeringsbedragen (incl. BTW) voorzien: € 759.287,83, € 422.408,35 en € 154.891,59. 3.4
Openbare verlichting
In 2000 is een beleids-, beheer- en een kostendekkingsplan vastgesteld voor renovatie van de openbare verlichting. Aan het beheerplan is een inspectie en inventarisatie vooraf gegaan: het bleek dat wij (toen) in onze gemeente over 3.555 lichtmasten beschikten. Op basis van vastgestelde uitgangspunten zijn de jaarlijks benodigde kosten geraamd voor het instandhouden van de huidige openbare verlichting en de noodzakelijke investeringen om het verlichtingsnet aan te passen aan het NSVV-niveau. Dit laatste betekent dat er in vijftien jaar tijd een groot aantal lichtmasten bijgeplaatst moet worden om dat niveau te bereiken. In 2007 staan er in totaal in de hele gemeente 4.256 lichtmasten. In feite ligt het uitvoeringsprogramma tot en met 2015 hiermee vast en wordt bereikt dat onze gemeente over een adequaat openbaar verlichtingsnet zal gaan beschikken. In 2007 is een aanvang gemaakt met actualisatie van het beheerplan openbare verlichting. Het beheerplan wordt bekeken. Er zal een herziene meerjarenplanning voor uitvoering van de renovaties aan worden toegevoegd. Het kostendekkingsplan zal daarop worden aangepast. 3.5
Groen
Het jaarlijks onderhouden en renoveren van de openbare groenvoorzieningen binnen en buiten de bebouwde kom gebeurt idealiter volgens het groenbeheerplan en is afgestemd op de andere beheerplannen. Het openbaar groen in onze gemeente is geïnventariseerd en een groenbeleidsplan is vastgesteld. Het groenbeleidsplan bestaat uit twee hoofdonderdelen t.w. Groenstructuren en Groenbeleid. De primaire doelstelling van een groenbeleidsplan kan als volgt worden weergegeven. “Bepaling van het gemeentelijk groenbeleid voor de lange termijn met betrekking tot de inrichting, gebruik en beheer van het groen binnen de gemeente en het uitzetten van concrete acties voor de komende jaren, om te komen tot een waardevolle, karakteristieke, veilige en duurzame groenstructuur”. Na vaststelling van de geschetste groenstructuren wordt overgegaan tot het opstellen van de beheerplannen door middel van beeldkwaliteitplannen. In de beeldkwaliteitplannen wordt vastgelegd aan welke kwaliteit het openbaar groen in bepaalde delen van een dorpskern moet voldoen. Uiteraard zullen hieraan financiële middelen gekoppeld moeten worden. Vooralsnog wordt het huidige onderhoudsbudget als richtlijn genomen.
101
In de toekomst zal meer aandacht worden besteed aan het onderhoud van bomen, dit mede in het kader van aansprakelijkheid. Een bomenbeleidsplan is opgesteld en in procedure. Naar verwachting zal dit eind 2007/begin 2008 worden vastgesteld. Naast het reguliere onderhoud worden jaarlijks delen van het openbaar groen gerenoveerd. Reconstructies dienen periodiek te worden uitgevoerd omdat het openbaar groen onderhevig is aan slijtage en derhalve periodiek vervangen moet worden. In de toekomst zal rekening gehouden moeten worden met vervanging en reconstructie van het groen, waarmee de instandhouding van het kapitaalgoed wordt verzekerd. De in de dorpskernen te verkopen groenstroken zijn geïnventariseerd en zijn te koop aangeboden. Periodiek worden kleine gedeelten openbaar groen verkocht. 3.6
Gebouwen
We kunnen vier soorten onderhoud onderscheiden: het dagelijks onderhoud dat tot doel heeft om het gebouw en de installaties in een toestand te houden die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is; het correctief onderhoud, waaronder wordt verstaan het uitvoeren van niet geplande werkzaamheden om storingen zo snel mogelijk te verhelpen en verdere schade te voorkomen; het periodieke onderhoud waarbij in de regel geen vernieuwing plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld binnenschilderwerk. Dit betreft terugkerend onderhoud met als kenmerken een planmatige voorbereiding; het achterstallig onderhoud, waarbij het gaat om het uitvoeren van nagelaten of uitgesteld preventief onderhoud en het beëindigen van ongewenste situaties. Het is landelijk gebruikelijk om de kosten van het periodieke en het achterstallig onderhoud in een meerjaren onderhoudsplan op te nemen, waarna de gemiddeld per jaar benodigde bedragen zijn te berekenen. Indien dit gemiddelde elk jaar in een voorziening wordt gestort en de jaarlijkse benodigde (uiteraard wisselende!) bedragen aan de voorziening worden onttrokken, is al het noodzakelijke onderhoud aan het onroerende goed in financiële zin afgedekt. Uiteraard moet regelmatig een herijking plaatsvinden. Een meerjarenprogramma gebouwen is voor onze gemeente vastgesteld voor de periode 2005-2015. In het investeringsschema behorende bij de begroting 2008 zijn de voorgenomen investeringen van het periodieke groot onderhoud voor de jaren 2007 tot en met 2009 afgestemd op het niveau van de in de begroting opgenomen stortingen in de voorziening “onderhoud gemeentelijke gebouwen”. De stortingen zijn afgestemd op het onderhouds-meerjarenplan conform de vastgestelde kwaliteitseisen. Voor de uitvoering van het gewone, dagelijkse onderhoud worden elk jaar de benodigde bedragen in de begroting opgenomen.
102
3.7
Reiniging
In december 2002 is het “afvalplan gemeente Woensdrecht” vastgesteld. Aanleiding hiervoor waren de sterk gestegen kosten van inzameling en verwerking van afvalstoffen en de daaruit voortvloeiende stijging van de afvalstoffenheffing. Door middel van alternerend inzamelen van GFT en restfractie worden kosten bespaard. De bereidheid tot scheiden van deze fracties is in de gemeente Woensdrecht groot, waardoor minder vuil wordt verbrand en meer afval kan worden gecomposteerd. De kosten van de milieustraat zijn hoog en in verband hiermee is een systeem ontwikkeld voor een beperkt aantal gratis bezoeken op de milieustraat. Het systeem voldoet aan de verwachtingen en zal in 2008 in de huidige vorm worden voortgezet. In Saver-verband wordt onderzocht wanneer en op welke wijze DIFTAR op termijn kan worden ingevoerd. 3.8
Speelvoorzieningen
In juni 2005 is het beleids- en beheerplan speelvoorzieningen door de raad geaccordeerd. Op basis van de huidige inzichten en behoeften is een beleidsplan vastgesteld voor de huidige en nieuwe locaties en de inrichtingen. Verder spelen de aanvullende veiligheidseisen op basis van het attractiebesluit en restlevensduur van de speelvoorzieningen en het onderhoud ervan een grote rol van betekenis. Bij de inrichting van speelvoorzieningen wordt onderscheid gemaakt in diverse doelgroepen. Inmiddels is besloten op welke wijze de herinrichting van de bestaande speelterreinen gaat plaatsvinden. Daarnaast is besloten dat er een voorziening gevormd wordt voor het toekomstig groot onderhoud van de speelvoorzieningen. In de raad van juni 2007 is een motie aangenomen om een onderzoek te doen naar uitbreiding van de speelvoorzieningen. De bedoeling is dat uitvoering gegeven wordt aan uitbreiding van de speelvoorzieningen zoals opgenomen in het voorstel beleids- en beheerplan speelvoorzieningen 2005. 3.9
Conclusie
Vast te stellen is dat nagenoeg alle beheerplannen voorzien zijn van een meerjarenbeeld dat ook in financiële zin op structurele wijze is doorgevoerd in begroting en meerjarenperspectief. Hiertoe behoren de beheerplannen “gebouwen”, “riolering”, “wegen”, "groenbeleidsplan", “openbare verlichting”, “speelvoorzieningen” en “materieel openbare werken”. Het beheerplan “materieel openbare werken” dient te worden geactualiseerd. Aanbieding hiervan is voorzien in 2008. De beschreven stand van zaken mag doen concluderen dat inmiddels de nodige beheerplannen financieel zijn doorvertaald in de begroting c.q. meerjarenperspectief dan wel dat is geanticipeerd op oplopende stortingen. De slotsom mag zijn dat hiermee de financiële risico’s tot een acceptabel niveau worden beperkt.
103
4
Paragraaf financiering
4.1
Algemeen
De financieringsparagraaf is met ingang van het jaar 2004 in de duale begroting en de jaarrekening verplicht gesteld en vloeit voort uit de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO). De Wet FIDO stelt regels voor het financieringsgedrag van gemeentes. Op lokaal niveau is deze regelgeving vertaald in het vastgestelde treasurystatuut. De financieringsparagraaf is in samenhang met het treasurystatuut een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de treasuryfunctie van de gemeente. De treasuryfunctie omvat het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De financieringsparagraaf in de begroting gaat in op de beleidsplannen en renterisico’s voor het komend jaar. Aan het einde van het begrotingsjaar wordt in het jaarverslag teruggeblikt en aangegeven in hoeverre de voorgenomen plannen zijn gerealiseerd. 4.2
Beleidsvoornemens
Renterisico Renterisicobeheer omvat het beperken van de (negatieve) invloed van toekomstige rentewijzigingen op het resultaat van de organisatie en op de waarde van rentedragende activa en passiva; tevens behoort het minimaliseren van de rentekosten en het optimaliseren van de rentebaten tot de doelstelling. Dit is het risico dat de gemeente kan worden geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor reeds afgesloten geldleningen. In zijn algemeenheid kan dit risico worden beperkt door het afsluiten van leningen met een lange looptijd en een vast rentepercentage. De twee laatst afgesloten langlopende geldleningen voor een totaalbedrag van nominaal € 8 miljoen (voor de bouw van het nieuwe gemeentehuis) zijn afgesloten tegen een rentepercentage van 4,62% resp. 4,67%. Kredietrisico Dit is het risico dat de gemeente loopt wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen financiële problemen zouden kunnen komen. In het op 3 april 2006 door het college vastgestelde treasurystatuut is bepaald dat de gemeente alleen geld mag uitlenen aan betrouwbare bedrijven (met minimaal de zogenaamde A-rating) of instellingen waarvoor een solvabiliteitsratio van 0% geldt. Thans zijn geen geldleningen verstrekt aan de hier bedoelde rechtspersonen. Liquiditeitsrisico Dit is het risico dat de gemeente op de korte termijn niet genoeg geld in kas heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen. Om een goed inzicht te krijgen in de vraag hoeveel, wanneer moet worden geleend en met welke looptijd, zal de informatievoorziening moeten worden verbeterd.
104
Het vaststellen van investeringsschema’s voor de komende jaren en eventuele bijstellingen in reeds vastgestelde investeringsschema’s dragen aanmerkelijk bij aan het liquiditeitsbeheer. Daarnaast is een degelijke liquiditeitsplanning een goed instrument om dit risico in beeld te brengen. Een summiere liquiditeitsplanning is in de loop van 2006 opgesteld. In de loop van 2008 zal een begin worden gemaakt met het opstellen van een liquiditeitenplanning voor de korte termijn (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal 3 jaar. Valutarisico Dit is het risico dat kan voortvloeien uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment. Het valutarisico is nihil, omdat het uitzetten en lenen van gelden in vreemde valuta niet is toegestaan (en ook niet meer nodig gezien het brede bereik van de euro). Debiteurenrisico Dit is het risico dat debiteuren hun rekeningen niet (op tijd) betalen. Het risico kan worden beperkt door debiteuren vooraf te laten betalen, opbrengsten tijdig te innen en om de dubieusheid van vorderingen en tegenpartijen conform de richtlijnen op dit gebied zo goed als mogelijk in kaart te brengen. Informatierisico Dit is het risico dat informatie over de ontwikkeling van financiële risico’s niet / niet volledig / niet tijdig ter beschikking komt van treasury. Door onjuiste informatie kunnen onjuiste beslissingen worden genomen De aanlevering van betrouwbare informatie voor de lange termijn planning (langer dan één jaar) blijft dan ook een groot aandachtspunt. 4.3
Eisen wet FIDO
Publieke taak en prudent beheer Conform het treasurystatuut komen leningen, uitzettingen en garanties alleen tot stand indien zij een publieke taak dienen en de uitzettingen een prudent karakter kennen. De gemeenteraad heeft de nadere definiëring van deze begrippen overeenkomstig de wet FIDO vastgesteld. Kasgeldlimiet Ter beperking van het renterisico is bij de wet FIDO een norm opgelegd ten aanzien van de korte schuld, de zogenaamde kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is de maximale omvang van de korte schuld (korter dan 1 jaar). Deze limiet wordt berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Op dit moment bedraagt deze limiet circa € 3 miljoen. Indien blijkt dat kasgeldlimiet wordt overschreden, zal een deel van de kortlopende schuld worden omgezet in een langlopende schuld. Zolang de kortlopende rente lager is dan de rente voor langlopende geldleningen zal uiteraard zoveel mogelijk met kortlopende geldleningen worden gefinancierd. De gemeente is op grond van de wet FIDO verplicht om per kwartaal aan de provincie te rapporteren over de hoogte van de kasgeldlimiet.
105
Op dit moment is de stand als volgt (bedragen x € 1.000): Begrotingstotaal per 1/1/2008 Vastgesteld percentage Kasgeldlimiet Kortlopende geldleningen Ruimte (+)
35.497 8,5 3.017 0 3.017
Renterisiconorm De renterisiconorm houdt verband met het renterisicobeheer waaronder wordt verstaan het beperken van de (negatieve) invloed van toekomstige rentewijzigingen. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overschrijden. Kort gezegd komt deze norm erop neer dat wij er voor moeten zorgen dat in enig jaar niet meer dan 20% van onze vaste schuld (leningen met looptijd langer dan 1 jaar) mag worden geherfinancierd. Deze norm is ingesteld om een stabiele rentelast over de komende jaren te bewerkstelligen. De omvang van de renterisiconorm voor de komende jaren is als volgt weer te geven (bedragen x € 1000): 2008 1a: Renteherziening op vaste schuld o/g 1b: Renteherziening op vaste schuld u/g 2: Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a: Nieuwe aangetrokken vaste schuld 3b: Nieuwe verstrekte lange leningen 4: Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5: Betaalde aflossingen 6: Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7: Renterisico op vaste schuld (2 + 6) Renterisiconorm 8: Stand van de vaste schuld per 1 januari 9: Vastgesteld percentage 10: Renterisiconorm (8*9/100) Toets renterisiconorm 10: Renterisiconorm 7: Renterisico op vaste schuld 11: Ruimte (+) / Overschrijding (-); (10 – 7)
2009
2010
723
2011
723
723
689
10.990 20% 2.198
10.268 20% 2.054
9.545 8.822 20% 20% 1.909 1.764
2.198
2.054
1.909 1.764
2.198
2.054
1.909 1.764
Op basis van de huidige leningenportefeuille mag de gemeente in 2008 dus maximaal 2,2 miljoen euro herfinancieren op de vaste geldleningen. 4.4
In- en externe ontwikkelingen
Rentebeleid Een visie omtrent de renteontwikkeling van de korte en de lange termijn rente is een dwingende voorwaarde om de treasuryfunctie te kunnen uitoefenen.
106
Het in beschouwing nemen van macro-economische ontwikkelingen met betrekking tot het Bruto Nationaal Produkt (BNP), betalingsbalans, economische groei, inflatie, consumentenvertrouwen, werkeloosheidscijfers, oorlogsdreiging, politieke spanning en met name de rentevisie van grootbanken levert een beeld op, waarop financieringsen beleggingsbeslissingen gefundeerd kunnen zijn. De Coöperatieve Centrale Raiffeissen-Boerenleenbank hanteert momenteel een gemiddelde geldmarktrente van circa 4,52% (Euribor); dit is het tarief waarop de gemeente kort geld, maximaal 1 jaar, kan aantrekken. Hun visie is dat deze rente de komende twaalf maanden licht zal dalen tot 4,47%. De kapitaalmarktrente bedraagt momenteel 4,76% (10-jaars swaptarieven). Dit is het tarief waarvoor de gemeente een financiering kan aantrekken voor lange termijn. Over 12 maanden zal deze zijn opgelopen tot 5,0%, aldus de verwachting van de Rabobank. De Bank Nederlandse Gemeenten gaat momenteel voor 3-maands geldmarktrente uit van een percentage van 4,72. Hun verwachting is dat deze rente de komende twaalf maanden licht zal dalen tot 4,69%. Voor 10-jaars vaste leningen hanteert de BNG momenteel een rentetarief van 4,67%. Binnen een jaar zien zij het rentepercentage licht oplopen. Daar de gemeente Woensdrecht voor haar bankzaken veelal gebruik maakt van de diensten van de BNG zijn met name de renteontwikkelingen zoals de BNG die schetst, interessant voor ons rentebeleid. Samenstelling vreemd vermogen Per 1 januari 2008 bedraagt de omvang van het vreemde vermogen (= het totaal aan aangetrokken langlopende geldleningen) € 11,0 miljoen; 97,8% daarvan betreft geldleningen, welke door de BNG aan onze gemeente zijn verstrekt. De gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt 22,1 jaar tegen rentepercentages variërend van 4,14 tot 4,90%. Voor het laatst zijn in 2003 voor de financiering van het gemeentehuis c.a. een tweetal leningen aangegaan voor een totaal leningsbedrag van € 8 miljoen tegen een gemiddelde rentevoet van 4,65%.
107
5
Paragraaf bedrijfsvoering
5.1 Algemeen De gemeente Woensdrecht levert een scala aan externe producten. Voor het leveren van deze producten is interne ondersteuning en facilitering onontbeerlijk. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Het succesvol kunnen uitvoeren van de verschillende programma’s is dan ook in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. In deze paragraaf wordt ingegaan op de verschillende facetten die hierbij te onderkennen zijn. De bedrijfsvoering binnen onze gemeente is erop gericht om onze klanten zo optimaal mogelijk te bedienen, de in- en externe processen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen en een zorgvuldige besluitvorming te garanderen. Onze gemeente kent een grote diversiteit aan cliënten en afnemers, waar een groot aantal producten aan wordt geleverd in verschillende organisatievormen en waar vele werkprocessen voor worden uitgevoerd. Bedrijfsvoering heeft dan ook betrekking op de totale gemeentelijke organisatie, zowel de ambtelijke als de bestuurlijke. De burger verwacht van de gemeente dat de gelden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend besteed worden en dat de gemeente een betrouwbare partner voor de burger is. Er is momenteel sprake van een groeiende maatschappelijke aandacht voor het functioneren van de gemeentelijke overheid. Wij juichen die tendens toe. Er zijn omvangrijke middelen gemoeid met de gemeentelijke bedrijfsvoering. Zowel voor de gemeenteraad als voor de burger is transparantie en inzicht in deze kosten dan ook van belang. In het kader van de begroting moet expliciet aandacht worden geschonken aan de bedrijfsvoering. Ten aanzien van de vormgeving en de inhoud van deze paragraaf is de gemeente tamelijk vrij: het Besluit Begroting en Verantwoording geeft slechts aan dat .... tenminste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.... moet worden gegeven. Leidraad hierbij is de vraag waarin de raad met betrekking tot de bedrijfsvoering is geïnteresseerd. In ieder geval moet de basale situatie op orde zijn en de behoefte hieraan komt naar voren in vragen als: Doen we de goede dingen? Doen we die dingen wel goed? Acties met betrekking tot de tweede vraag behoren primair tot het domein van het college, maar de resultaten beïnvloeden de realisatie van de door de raad geformuleerde doelstellingen.
108
5.2 Personeel Op 1 september 2007 bestaat de personeelsformatie (exclusief bestuur, incl. griffie) van de gemeente Woensdrecht uit 134,88 formatie-eenheden (fte). De formatie is opgebouwd uit 130,6 fte structureel en 4,02 fte tijdelijk. De formatie wordt aangepast als gevolg van de doorlichting die is uitgevoerd tijdens het reorganisatieproces. In totaal stijgt daardoor de totale formatie tot 139,4 fte. Bij het schrijven van de begroting in september 2007 waren totaal zijn er 155 personen werkzaam, de verhouding fulltime/parttime is 3:2. Er wordt een groot beroep gedaan op tijdelijke krachten. De oorzaak hiervan is een vacaturestop die sinds april 2006 van kracht is. Een substantieel deel van het huidige personeelsbestand (69%) is ouder dan 41 jaar. Dit gegeven vergt de komende jaren de nodige aandacht. In de gemeente en in regionaal verband wordt de noodzaak gevoeld te komen tot vormen van mobiliteitsbeleid. Op basis van leeftijd stroom tot 2015 30% van onze medewerkers uit. Dit is exclusief de 20% uitstroom om andere redenen. In de huidige arbeidsmarkt leidt dat bij een aantal disciplines tot moeilijk vervulbare vacatures. Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage over 2006 bedroeg 4,01 % inclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof, in 2005 bedroeg dit 3,01%. Het eerste halfjaar van 2007 is het percentage tot boven de 5% zien. Het gaat vooral om langdurige ziektes en zwangerschappen. Na de verkiezingen in 2006 maar vooral in 2007 is terughoudend omgegaan met scholing van personeel. We verwachten een forse inspanning te moeten verrichten. Niet alleen om de nieuwe manier van werken volgens het nieuwe dienstverleningconcept in te voeren. Maar vooral de cultuuromslag die dit met zich meebrengt is van groot belang. Na het formuleren van de doelstellingen zal ook hier externe hulp noodzakelijk zijn. Het is bedoeling de niet uitgegeven gelden aan scholing in 2007 door te schuiven naar 2008. Het primaire doel hierbij is om het functioneren van de medewerkers op een niveau te brengen dat overeenkomt met de doelen van de organisatie. Bij een nieuwe manier van werken hoort ook een omslag in de wijze waarop organisatie en medewerkers afspraken met elkaar maken. Het gaat niet alleen over de uit te voeren werkzaamheden maar ook over ander vaardigheden, houding en mogelijk ook gedrag. Hierover zijn met de Ondernemingsraad de eerste gesprekken gevoerd. In 2008 moet dat leiden tot een aangepast systeem van werken, ontwikkelen en belonen. Landelijk zijn afspraken gemaakt om het ziekteverzuim in de gemeentelijke sector te laten dalen. Dit kan gebeuren door de arbeidsrisico’s, die zich in gemeenten voordoen, aan te pakken. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld vermindering van de werkdruk, de fysieke belasting en RSI. In 2007 is een 109
beperkte risico inventarisatie uitgevoerd bij de buitendienst en de brandweer. De actiepunten uit de RIE’s 2007 worden in 2008 opgepakt. In 2008, na het stabiliseren van de nieuwe organisatie zal er een beperkte RIE en opnieuw een medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) worden uitgevoerd. 5.3
Organisatie
Herinrichting organisatie Vanaf het einde van 2007 zal de gemeentelijke organisatie werken volgens een nieuw dienstverleningconcept. Hierin zijn de afdelingen Publiekszaken, Beleid en Planvorming en Beheer Collectieve voorzieningen verantwoordelijk voor de externe contacten van de gemeente. De afdeling Interne Dienstverlening zorgt voor de eigen processen en de ondersteuning daarvan. Met de reorganisatie is het aantal afdelingen en het aantal leidinggevenden sterk verminderd. Alle afdelingen hebben ontwikkelopdrachten. Deze worden kort samengevat per afdeling. Deze zijn doorgetrokken naar ontwikkelopdrachten voor de teams en krijgen tot op medewerkerniveau invulling. De ontwikkelopdracht van de afdeling Publiekszaken is: • Het vergroten van het leervermogen van de afdeling. • Het zo veel mogelijk standaardiseren van de werkprocessen en deze naar de “voorkant” brengen. • Het ontwikkelen van elektronische dienstverlening • Eenduidigheid in advies/informatie. Ontwikkelopdracht voor de afdeling Beleid en Planvorming is: • Werken aan integratie tussen de verschillende beroepsgroepen. • Werken aan generalisten om naast de specialisten in te kunnen zetten. • Ontwikkelen van opdrachtgever/opdrachtnemerschap. • Ontwikkelen van integrale adviesvaardigheden. • Verantwoordelijkheden duidelijk beleggen. • Voortgang monitoren. De ontwikkelopdracht voor de afdeling Beheer Collectieve Voorzieningen (BCV) is: • Het ontwikkelen van goedlopend wijk en buurtbeheer op basis van bestuurlijke besluitvorming. • Verder gevolg geven aan integrale handhaving. • Het werken naar een integrale aanpak van de werkzaamheden en gebruiken van elkaars deskundigheid.
110
De ontwikkelopdracht van de afdeling Interne Dienstverlening is: • Het inzicht krijgen in de specifieke adviesbehoefte o Wat is er? o Wat is de kwaliteit? o Is de capaciteit voldoende? o Wat is de haalbaarheid? • Het realiseren van integrale bedrijfsvoeringadvisering. • Het realiseren van samenhang tussen de adviestaken. • Het realiseren van een link met de serviceactiviteiten. • Het inzicht krijgen in de (klant)processen. • Ontwikkelen van opdrachtgever-/-nemerschap. • Het maken van afspraken met de opdrachtgever. • Ontwikkelen van adviesvaardigheden. • Vertalen van externe ontwikkelingen. • Verantwoordelijkheden duidelijk beleggen. • Het ontwikkelen van werkwijzen. • Het versterken van de controleactiviteiten. Management development Voor de nieuwe organisatie zijn de managementvaardigheden opnieuw gedefinieerd. De nieuwe afdelingshoofden zijn hierop geselecteerd. Een ontwikkelprogramma moet leiden tot een continue proces van voortdurende bijstelling en aanpassing. Werkprocessen In de nieuwe organisatie is herinrichting van de werkprocessen noodzakelijk. Enerzijds om de burgers beter en sneller te kunnen helpen. Anderzijds om digitale dienstverlening in te richten. Herijken interne planning en control Met ingang van de nieuwe organisatie wordt concerncontrol ingevoerd. Er is meer behoefte om kritischer te sturen op de bedrijfsprocessen. Hiervoor wordt een concerncontroller aangesteld die rechtstreeks aan de gemeentesecretaris gaat rapporteren. 5.4 Dienstverlening Na de invoering van de nieuwe organisatiestructuur wordt de dienstverlening aangepast. Dit gaat gepaard met een leerproces. Uitvoering hiervan is één, meten of de beoogde effecten bereikt zijn is van groot belang. Dit zal pas in 2009 kunnen. Een betere invulling van de regierol door de gemeente is op veel beleidsterreinen gewenst. De gemeente zal initiatief nemen om samen met de maatschappelijke partners in beeld te brengen welke behoeften er op bepaalde beleidsterreinen bestaan en op welke wijze daar al dan niet invulling aan kan worden gegeven. Door deze meer pro-aktieve opstelling verwachten wij beter en tijdig te kunnen inspelen op mogelijke veranderingen waarbij tevens de 111
onderlinge verwachtingspatronen tussen gemeente en maatschappelijke instellingen beter op elkaar afgestemd kunnen worden. 5.5 Informatisering en automatisering 2008 zal zich kenmerken door twee ontwikkelingen. Met de implementatie van de nieuwe website start de gemeente met interactieve productverstrekking (de ambitie is 10 producten in 2008). Daarnaast word ook intern een begin gemaakt met de digitalisering van de informatievoorziening. Over een aantal jaren moet het geheel aan actuele informatie, nodig voor de werkprocessen digitaal beschikbaar zijn. In 2009 dient een groot deel van de zogenaamde basisregistraties klaar te zijn. Voor 2008 betekent dat voor de gemeente verder werken aan adresbestanden en de gebouwenregistratie. In 2008 moeten ook de verschillende applicaties onderling hun gegevens uit dezelfde bron halen. Samen met de basisregistraties en de landelijke voorzieningen die daarvoor beschikbaar komen kan onze gemeente in de gehele dienstverleningsketen van de overheid haar rol gaan spelen. In 2008 zal in regioverband duidelijk komen over de wijze waarop de samenwerking op ICT gebied vorm krijgt. Dit proces verloopt moeizaam. 5.6 Juridische zaken Juridische kwaliteitszorg is een belangrijk aandachtpunt voor de nieuwe organisatie. De kwaliteit hiervan kan bijvoorbeeld een rechtstreeks effect kan hebben op de hoeveelheid bezwaarschriften die binnenkomt. In de nieuwe organisatie is daarom ook bewust gekozen voor een versterking van deze kwaliteitszorg. Ook gaat de gemeente een begin maken met gerichte vormen van mediation. Per 1 januari 2005 is het extern klachtrecht ingevoerd. De klager kan nadat zijn klacht intern door de gemeentelijke klachtenbehandelaar is behandeld, kiezen voor een heroverwegingsprocedure bij de Nationale Ombudsman. In 2008 zullen naar verwachting circa 6 klachten over gedragingen van bestuursorganen dan wel personen werkzaam voor deze bestuursorganen worden ingediend en opgepakt.
112
5.7 Communicatie Communicatie is continu aan vernieuwing onderhevig. Met name het steeds verbeteren van de digitale communicatie is daaruit een belangrijk proces. De aanschaf van een geavanceerder content managementsysteem moet hier een bijdrage aan leveren. Voorts staat voor 2008 de uitbreiding van functies digitaal loket, informatie bestemmingsplannen en DiGiD op de rol. Met DiGiD kan onze klant online (betaalde) gemeentelijke diensten afnemen o.a uittreksel GBA, uittreksel geboorte register, kapvergunning etc. In 2008 wordt het communicatiebeleid verder uitgewerkt.
113
6
Paragraaf verbonden partijen
6.1
Algemeen
Deze paragraaf gaat in op de doelstellingen, activiteiten en de mate van de financiële betrokkenheid van de samenwerkingsverbanden, waarin onze gemeente participeert en waarin zij tevens een bepaalde bestuurlijke invloed kan uitoefenen. Het gaat hierbij om banden met derde partijen, waarbij het realiseren van een publiek belang centraal staat. In het Besluit Begroting en Verantwoording wordt hiervoor het begrip “verbonden partijen” gehanteerd. Per partij kan sprake zijn van een financieel en een bestuurlijk belang. De nadruk dient inderdaad op die combinatie te liggen; indien alleen een financiële relatie bestaat, bijvoorbeeld een subsidierelatie, dan is geen sprake van een “verbonden” partij, zoals in het eerder genoemde Besluit beschreven. In de in december 2003 door de raad vastgestelde “financiële verordening gemeente Woensdrecht” (voorgeschreven conform artikel 212 van de Gemeentewet), zijn nadere bepalingen en voorschriften met betrekking tot de verbonden partijen opgenomen. Zo stelt artikel 19 dat het college tenminste eenmaal in de vier jaar een nota verbonden partijen aan de raad aanbiedt, waarin van elke partij wordt weergegeven het openbaar belang, het eigen vermogen, de solvabiliteit, het financieel resultaat en het belang en de zeggenschap van de gemeente. Ook moet deze nota de kaders voor het beleid m.b.t. deze partijen bevatten en de betrokken paragraaf van de begroting moet worden ingegaan op nieuwe partijen, wijzigingen en beëindigingen. Met weinig moeite kan dit dan ook een vrij brede en uitgebreide paragraaf worden, de uitdaging is onzerzijds om de paragraaf toch compact en overzichtelijk te houden. Centraal staat de vraag waarin de raad met betrekking tot de verbonden partijen is geïnteresseerd. Gesteld is dat er sprake moet zijn van een combinatie van een financieel en een bestuurlijk belang. Dit sluit echter niet uit dat, wanneer bijvoorbeeld er alleen maar sprake is van een financieel belang, hierover toch gerapporteerd wordt, zeker wanneer de financiële relatie omvangrijk is. De combinatie van de begrippen financieel en bestuurlijk geeft ook een zekere continuïteit weer. Een subsidierelatie kan immers beëindigd worden maar indien er ook bestuurlijke afspraken zijn gemaakt ligt dit veel moeilijker. Voor de raad is informatie over de verbonden partijen om twee redenen van belang: de partijen voeren taken uit die in het verlengde van de gemeentelijke doelstellingen liggen (bijvoorbeeld regionale brandweer, schoolbegeleiding); er is sprake van financiële en budgettaire consequenties. 114
6.2
Visie gemeente
Uit het vervolg van deze paragraaf blijkt dat de financiële en bestuurlijke belangen van de gemeente aanzienlijk zijn. Het is dan ook gewenst om een eigen beleid te formuleren waar bij de beoordeling van de relatie met een verbonden partij van kan worden uitgegaan. 6.3
Overzicht externe partijen
Onze gemeente heeft met veel participanten een relatie (al was het maar een subsidietechnische) en het is dan ook niet de bedoeling om over elk van hen in dit kader te rapporteren. Gezien het hierboven genoemde criterium, een financieel en een bestuurlijk belang, zijn de volgende partijen te onderscheiden: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Onroerendgoedmaatschappij Hoogerheidsche Plantage B.V. (100% eigendom) De Hoef Beheer B.V. Commanditaire vennootschap De Hoef (2004) N.V. Vliegveld Seppe N.V. REWIN West-Brabant N.V. Delta Nutsbedrijven N.V. Intergas N.V. SAVER (1999) N.V. Bank Nederlandse Gemeenten N.V. Hypotheekfonds Noordbrabantse Gemeenten Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap West NoordBrabant (WVS) Gemeenschappelijke Regeling Regionale Milieudienst West-Brabant (RMD) Gemeenschappelijke Regeling Openbare Gezondheidszorg (GROGZ) Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Economisch Samenwerkingsverband West-Brabant (SES) Gemeenschappelijke Regeling Beheer en Ontwikkeling Kleinschalig Collectief Vervoer West-Brabant Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Gemeenschappelijke Regeling Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden West Noord Stichting Halt-Buro West Noord-Brabant Stichting Traverse, organisatie voor maatschappelijk welzijn in Westelijk Noord-Brabant Stichting Inkoopbureau West-Brabant. Regeling Benego (1992)
Per “partij” geven we in het volgende overzicht aan wat het publieke, bestuurlijke en financiële belang is. 115
nr. 1
Partij Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Onroerendgoedmaatschappij Hoogerheidsche Plantage B.V. publiek belang Exploiteren van een zwembadinrichting bestuurlijk belang Het college van B&W voert toezicht uit op de directie van de BV financieel belang Gemeente is enig aandeelhouder; aan de BV zijn door de gemeente twee geldleningen verstrekt voor totaal € 1,68 miljoen. De restant leningen per 1 januari 2008 bedragen € 1,28 miljoen. De Onroerendgoedmaatschappij heeft een huurcontract met Zwembad De Plantage BV voor het zwembadcomplex. De gemeente verstrekt een exploitatiebijdrage aan Zwembad De Plantage BV in 2008 van € 390.024,00. beleidsvoornemens In stand houden van het gemeentelijk zwembadcomplex.
2
naam
naam
publiek belang bestuurlijk belang financieel belang beleidsvoornemens 3
naam publiek belang bestuurlijk belang financieel belang
Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Hoef Beheer B.V. Ontwikkeling en exploitatie van het bestemmingsplan “De Hoef” te Hoogerheide Gemeente wijst 2 van de 4 commissarissen aan in de RvC Gemeente bezit 50% van de aandelen Commanditaire Vennootschap De Hoef Realisatie van het bestemmingsplan “De Hoef” te Hoogerheide De Hoef Beheer B.V. is beherend vennoot, het bestuur van de C.V. berust bij De Hoef Beheer B.V. De Hoef Beheer B.V. brengt, naast arbeid, kennis en vlijt, een bedrag in de C.V. van € 18.151,21 (NLG 40.000,00). De gemeente Woensdrecht brengt daarnaast een bedrag in de C.V. van € 671.594,72 (NLG 1.480.000,00), e.e.a. zoals vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.
beleidsvoornemens 4
naam publiek belang bestuurlijk belang financieel belang
Nv vliegveld Seppe Ontwikkeling, beheer en exploitatie van vliegveld Seppe Geen De gemeente Woensdrecht bezit één aandeel 116
NV Vliegveld Seppe (0,25% van de aandelen). Het aandeel heeft een nominale waarde van € 453,78. beleidsvoornemens 5
naam publiek belang bestuurlijk belang
financieel belang
Nv Rewin West-Brabant Bevorderen werkgelegenheid en versterken van de regionaal economische structuur van WestBrabant De raad van commissarissen (RvC) kent 11 commissarissen; 6 commissarissen worden voorgedragen door de participerende gemeenten. De gemeente bezit vijf aandelen NV Rewin WestBrabant (1,48% van de aandelen). De aandelen hebben een nominale waarde van € 2.268,90 (€ 453,78 per aandeel). De gemeente verstrekt een exploitatiebijdrage aan NV Rewin in 2008 van € 26.945,00 (bijdrage is voor 2008 vastgesteld op € 1,253 per inwoner). De NV opereert nagenoeg budgettair neutraal
beleidsvoornemens 6
naam publiek belang
bestuurlijk belang financieel belang
NV Delta Nutsbedrijven Het leveren van energie (elektriciteit, water en gas) en telecommunicatie. Delta levert voornamelijk in de provincie Zeeland. In Zuidwest-Nederland, zoals in Woensdrecht, levert Delta drinkwater. De gemeente heeft geen bestuurlijk belang. Woensdrecht bezit 139 aandelen van nominaal € 454,00 per stuk (= 0,91% van de aandelen). Delta keert in 2008 aan haar aandeelhouders € 30 miljoen dividend uit. De jaarlijkse dividenduitkering die Woensdrecht hieruit ontvangt bedraagt € 272.906,00. De dividenduitkering is in de begroting 2008 opgenomen. In het meerjarenperspectief is opgenomen dat € 75.000,00 extra dividend wordt ontvangen.
beleidsvoornemens 7
naam publiek belang
Intergas NV Intergas is werkzaam op het gebied van openbare voorziening van gas en andere vormen van energie, zoals elektriciteit en warmte, onder meer door het inkopen, transporteren, distribueren en leveren van energie, een en ander tegen zo laag mogelijke kosten. 117
bestuurlijk belang financieel belang
De gemeente heeft geen bestuurlijk belang. De gemeente heeft 1.320 aandelen in haar bezit van nominaal € 454,00 per aandeel (= 6,5% van de 20.445 aandelen, inclusief 2030 aandelen van Gasterra). Het aantal aandelen is gerelateerd aan het aantal aansluitingen op het gasnet van de gemeente. In de begroting 2008 is een te ontvangen dividenduitkering opgenomen van € 364.814,00.
beleidsvoornemens 8
naam
Samenwerkingsverband Reinigingsdiensten (SAVER) NV publiek belang Samenwerking op het gebied van gemeentelijke taken, zoals het inzamelen van huishoudelijk- en bedrijfsafval en reiniging alsmede op het gebied van andere milieuvelden, één en ander in de ruimste zin, in het algemeen belang en tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. bestuurlijk belang De gemeente heeft één zetel in de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA). De AVA benoemt de directie, de raad van commissarissen en kan deze schorsen en ontslaan. financieel belang De gemeente heeft 660 aandelen met de nominale waarde van € 453,78 per aandeel (= 11 % van het aandelenkapitaal). beleidsvoornemens Vermindering van de afvalstoffenberg, enerzijds door intensievere voorlichting en anderzijds door betere scheiding van de afvalstromen. Het uitgangspunt is “de vervuiler betaalt”. Zoveel mogelijk voorkomen van afvaltoerisme.
9
naam publiek belang bestuurlijk belang financieel belang
NV Bank Nederlandse Gemeenten De BNG is kredietverstrekker voor de publieke sector. Het aantal stemmen in procenten van het totaal is 0,02017 %. De gemeente heeft een deelname van 11.232 aandelen van nominaal € 2,50 per aandeel. In de begroting 2008 is een te ontvangen dividenduitkering opgenomen van € 1,78 per aandeel ofwel totaal € 19.993,00.
beleidsvoornemens 10
naam publiek belang
Gemeenschappelijke regeling Hypotheekfonds Noordbrabantse Gemeenten (HNG) De gemeenschappelijke regeling leidt een slapend bestaan. De hypotheekportefeuille van 118
het HNG is per 31 december 1995 verkocht aan de NV Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. De regeling blijft bestaan tot het moment dat de NV Bouwfonds de totale koopsom heeft voldaan en de laatste lening “opgenomen gelden” zal zijn afgelost. Het doel van de regeling beperkt zich tot het blijven instaan voor de verplichtingen die niet zijn overgegaan naar de NV Bouwfonds, alsmede voor het geval genoemd Bouwfonds zijn verplichtingen niet (geheel) nakomt, het nodige te verrichten ter afwikkeling van de portefeuille onder hypothecair verband door het hypotheekfonds uitgeleende gelden. bestuurlijk belang Per deelnemende gemeente wordt door de gemeenteraad één vertegenwoordiger in het algemeen bestuur afgevaardigd. Het dagelijks bestuur bestaat uit ten minste 2, doch ten hoogste 8 leden, aan te wijzen door en uit het algemeen bestuur. financieel belang De overnamesom wordt in 25 termijnen aan de deelnemende gemeenten uitbetaald. In de begroting 2008 is de 13e termijn van de verkoopsom opgenomen. Deze te ontvangen termijn bedraagt € 94.305,00. beleidsvoornemens Geen. 11
naam
Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant publiek belang Het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de sociale werkvoorziening met als doel de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. bestuurlijk belang Per deelnemende gemeente wordt door de gemeenteraad één vertegenwoordiger in het algemeen bestuur afgevaardigd. Elk lid van het algemeen bestuur heeft één stem. financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij in de nadelige saldi van de exploitatierekeningen naar rato van het aantal werknemers die uit iedere gemeente afkomstig zijn en in de bestuurs- en secretariaatskosten van het werkvoorzieningsschap, naar rato van het aantal inwoners op 1 januari van het betreffende dienstjaar. De in de begroting 2008 opgenomen bijdrage op basis van 122 WSW-geplaatsten bedraagt € 57.050,00 (€ 467,62 per persoon). beleidsvoornemens Het scheppen van werkgelegenheid ter ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het begeleiden van deze 119
mensen met het oog op het kunnen gaan verrichten van arbeid onder normale omstandigheden. 12
naam
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Milieudienst West-Brabant (RMD West-Brabant) publiek belang Uitvoeren van milieutaken en verlenen van ondersteuning bij formuleren van gemeentelijk milieubeleid bestuurlijk belang Gemeente wijst een lid aan in het Algemeen Bestuur financieel belang De gemeente neemt in 2008 voor ongeveer € 208.495,00 aan diensten/uren af beleidsvoornemens Woensdrecht wil het aantal af te nemen diensten/uren terugdringen
13
naam publiek belang
bestuurlijk belang financieel belang
Gemeenschappelijke Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant (OGZ WestBrabant) Inhoud geven aan de voor de deelnemende gemeenten noodzakelijke en gewenste samenwerking op het terrein van de openbare gezondheidszorg Gemeente heeft een zetel in het Algemeen Bestuur Het financiële aandeel van de gemeente is 3,48% van het totaal; de in de begroting 2008 opgenomen bijdrage bedraagt € 354.901,00.
beleidsvoornemens 14
naam publiek belang
bestuurlijk belang financieel belang
Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Economische Samenwerking West-Brabant (SES West-Brabant) Het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde afstemming tussen de gemeenten op de sociaaleconomische beleidsterreinen in de ruimste zin van het woord. Gemeente heeft een zetel in het Algemeen Bestuur De kosten worden verdeeld naar rato van het aantal inwoners. De gemeentelijke exploitatiebijdrage voor 2008 bedraagt € 23.805,00 (de bijdrage voor 2008 is vastgesteld op € 1,107 per inwoner; dit is exclusief de bijdrage voor de NV Rewin).
beleidsvoornemens 15
naam
Gemeenschappelijke 120
regeling
Beheer
en
Ontwikkeling Kleinschalig Collectief Vervoer West-Brabant (KCV). publiek belang Een regionaal samenwerkingsverband van 18 gemeenten en de Provincie Noord-Brabant dat zorg draagt voor de ontwikkeling en het contractbeheer van het collectief personen vervoer in West-Brabant. bestuurlijk belang De gemeente wordt vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder. Per 20.000 of (rest-)deel inwoners krijgt de gemeente een stem in het algemeen bestuur. financieel belang Het in de begroting 2008 opgenomen budget bedraagt € 381.536,00. beleidsvoornemens De deelnemers (gemeenten en Provincie) willen de afstemming van de vervoerkundige, organisatorische en bestuurlijke aspecten van het collectief vraagafhankelijk vervoer en het lijngebonden openbaar vervoer in de toekomst bevorderen, met het openbaar vervoer als overkoepelend beleidskader. 16
naam publiek belang bestuurlijk belang financieel belang
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Een goede behartiging van de zorg voor de veiligheid van en de hulpverlening aan de burgers. De burgemeester is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Het in de begroting 2008 opgenomen budget bedraagt € 193.342,00.
beleidsvoornemens 17
naam publiek belang bestuurlijk belang financieel belang
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden West Noord Het verkrijgen van, op een zo doelmatige wijze, ambulancezorg. De portefeuillehouder Gezondheidszorg van de gemeente is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur Het in de begroting 2008 opgenomen budget bedraagt € 61.048,00.
beleidsvoornemens 18
naam publiek belang
Stichting Halt-Buro West-Brabant Het terugdringen en voorkomen van vandalistisch gedrag van jongeren in de leeftijdscategorie van twaalf tot achttien jaar, door middel van voorlichting, alternatieve 121
bestuurlijk belang
financieel belang
afdoening in plaats van justitiële reactie en het wegnemen van oorzaken die leiden tot deze vormen van criminaliteit onder jongeren. In het bestuur van de stichting hebben drie burgemeesters zitting uit het werkgebied van de stichting. De gemeente Woensdrecht heeft op dit moment geen bestuurlijke vertegenwoordiging in het bestuur. De in de begroting 2008 opgenomen subsidie bedraagt € 5.773,00.
beleidsvoornemens 19
naam publiek belang bestuurlijk belang financieel belang
Stichting Traverse, organisatie voor Maatschappelijk Welzijn in Westelijk NoordBrabant. Het bevorderen en uitvoeren van maatschappelijke dienstverlening. De in de begroting 2008 opgenomen subsidie bedraagt € 260.500,00.
beleidsvoornemens 20
naam publiek belang
bestuurlijk belang financieel belang
Stichting Inkoopbureau West-Brabant Het creëren van voordelen op zowel financieel, kwalitatief en procesmatig gebied voor de zelfstandige gemeenten, onder andere door het faciliëren van regionaal inkoopbureau Gemeente heeft een zetel in het Algemeen Bestuur Met de stichting is een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor onbepaalde tijd, waarbij Woensdrecht zich verplicht tot afname van 2 dagen per week advisering door de stichting per jaar. Het in de begroting 2008 opgenomen budget bedraagt € 40.000,00.
beleidsvoornemens 21
naam publiek belang
bestuurlijk belang
Openbaar lichaam Belgisch-Nederlands Grensoverleg (BENEGO) Grensoverschrijdende samenwerking door middel van grensoverschrijdend overleg, het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking en het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten. Per deelnemende gemeente wordt door de gemeenteraad twee vertegenwoordigers in het algemeen bestuur afgevaardigd. 122
financieel belang
De in de begroting 2008 opgenomen subsidie bedraagt € 1.307,00.
beleidsvoornemens 6.4
Conclusie
In de inleiding is aangegeven dat deze paragraaf moet ingaan op de doelstellingen, activiteiten en de mate van de financiële betrokkenheid van de samenwerkings-verbanden, waarin onze gemeente participeert en tevens een bepaalde bestuurlijke invloed kan uitoefenen. Het verkrijgen van het hiervoor noodzakelijke inzicht blijkt echter veel inspanningen te kosten, met name het financiële belang dat wij als gemeente in een dergelijk samenwerkingsverband hebben, is niet altijd eenduidig aan te geven.
123
7
Paragraaf grondbeleid
7.1
Algemeen
Onder grondbeleid verstaan we het geheel aan maatregelen dat een gemeente ter beschikking staat om haar vastgestelde ruimtelijke, volkshuisvestelijke en economische doelstellingen te realiseren. Grondbeleid is geen doel op zich, maar is “dienstbaar” aan de hiervoor genoemde beleidsvelden. Grondbeleid kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, waarbij een gemeente een actieve of een faciliterende rol kan innemen, met uiteraard diverse gradaties daar tussenin. In en met grondbeleid gaan grote bedragen om; daarnaast is het een beleidsveld waarbij niet alle handelingen en transacties even transparant gemaakt kunnen worden. Dit heeft alles te maken met de toch wat moeilijke positie die de gemeente op de grondmarkt inneemt want de concurrent in de vorm van marktpartijen en projectontwikkelaars is uiterst alert. Juist daarom is het raadzaam om over het te voeren grondbeleid helder te communiceren en vooraf duidelijkheid te verkrijgen over de gestelde kaders. Het grondbeleid dient op basis van art. 212 van de Gemeentewet te worden vastgelegd. De jaarlijks bij de begroting uit te brengen paragraaf grondbeleid kan dan specifiek ingaan op de kans dat eventuele risico’s zich kunnen voordoen. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording dient elke gemeente in de jaarlijks bij de programmabegroting op te nemen paragraaf grondbeleid tenminste inzicht te geven in de volgende zaken: Een visie op het grondbeleid in relatie tot de te realiseren doelstellingen; Een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd; Een prognose van de te verwachten resultaten van de grondexploitatie; De beleidsuitgangspunten m.b.t. de reserves voor grondzaken; Een onderbouwing van de winstneming. 7.2
Gemeentelijk grondbeleid
De begrippen actief en faciliterend grondbeleid kunnen als volgt worden toegelicht: Onder actief grondbeleid verstaan wij, dat de gemeente zelf de nodige gronden verwerft, ze tijdelijk beheert, ze bouwrijp maakt en vervolgens uitgeeft. De gemeente kan dan zelf bepalen welke bestemmingen waar en wanneer gerealiseerd moeten worden en heeft dus de regie in handen. De instrumenten die de gemeente hiervoor kan gebruiken zijn in eerste instantie minnelijke verwerving en vervolgens eventueel de Wet Voorkeursrecht Gemeenten en de Onteigeningswet. Indien de gemeente de grond eenmaal in handen heeft, is het verhaal van kosten bij actief grondbeleid eenvoudig te realiseren en mits de markt het toelaat, kan zelfs sprake zijn van een surplus 124
op de grondexploitatie (in de jaren negentig van de vorige eeuw was dat dan ook bijna overal het geval). Bij faciliterend grondbeleid (ook wel passief grondbeleid genoemd) beperkt de gemeente zich tot het reguleren van de activiteiten van de private sector. Instrumenten hiervoor zijn het bestemmingsplan, de exploitatieovereenkomst en eventueel baatbelasting. De grondexploitatiewet, die naar verwachting op 1 juli 2008 als onderdeel van de nieuwe Wro in werking treedt, kan hier ook toe gerekend worden. Bij faciliterend grondbeleid wordt het initiatief tot het exploiteren van bouwgrond overgelaten aan private partijen en draagt de gemeente de zorg voor de aanleg van het openbaar gebied en het realiseren van de objecten ten behoeve van maatschappelijke doeleinden (b.v. scholen, gemeenschapsvoorzieningen). Dit kan door de gemeente zelf worden uitgevoerd, maar ook de betrokken private partijen kunnen dit realiseren (over het algemeen hebben die daar minder belangstelling voor). De gemeente voert natuurlijk wel toezicht uit op het bouw- en woonrijpmaken en geeft de nodige (bouw)vergunningen af. In onze gemeente wordt het grondbeleid uitgevoerd door zowel de afdeling Beleid en Planvorming als de afdeling Interne Dienstverlening. Het Grondbedrijf heeft als hoofddoel om de gewenste actieve grondpolitiek vorm te geven. Om deze taak goed uit te kunnen oefenen is een goed inzicht op de vastgoedpositie van de gemeente vereist en is het Grondbedrijf de spil voor alle vastgoedtransacties waarbij de gemeente betrokken is. Naast deze ontwikkelingstaken heeft het Grondbedrijf ook een aantal beheersmatige taken. Deze taken komen onder meer voort uit de centrale rol bij vastgoedtransacties. De taken van het grondbedrijf liggen op de volgende terreinen: Verwerving van gronden en terreinen voor nieuwe woonlocaties, aankoop van gronden en opstallen in bestaande wijken t.b.v. reconstructie e.d., verwerving t.b.v bedrijfslocaties en voorzieningen; Tijdelijk beheer van gronden en gebouwen tot het moment van verdere exploitatie en vervreemding; Het beheer van ruil-, huur- en pachtgronden; Het ontwikkelen van de gewenste bestemmingen; Uitgifte van bouwrijpe gronden; Woonrijp maken van openbaar gebied. Het Grondbedrijf hanteert hierbij (indien mogelijk) een strategisch aankoopbeleid. Door verschillende oorzaken is de rol van het verwervingsbeleid voor met name nieuwe woonlocaties veranderd. Er zijn meer spelers in het spel en de grondprijzen zijn fors gestegen. Het op voorraad inkopen van grond om verzekerd te zijn van een (leidende) rol is in bepaalde gevallen verantwoord; het risico moet echter aanvaardbaar zijn. Per geval moet dan worden afgewogen of vroegtijdige verwerving, gericht op toekomstige ontwikkelingen, plaats moet vinden. Hierbij gelden drie criteria: 125
De termijn waarbinnen de gronden ontwikkeld kunnen worden (hoe langer het duurt, hoe hoger het renteverlies); Inzichten en plannen kunnen wijzigen. Ook politieke verhoudingen kunnen tot gevolg hebben dat veronderstelde ontwikkelingen geen doorgang vinden; De hoogte van de verwervingskosten. In hoeverre wijkt de aankoopprijs af van de marktwaarde en kan een eventueel verschil straks in de grondexploitatie nog worden goedgemaakt? Tenslotte is het ook raadzaam om een aantal percelen grond “op voorraad” te hebben als ruilobject ter compensatie bij verwervingen. Het ideaalbeeld is om “just in time” te verwerven (kort voor het bouwrijp maken) wat de renteverliezen natuurlijk minimaliseert. Het risico is dan echter zeer groot dat derden, voor speculatiedoeleinden of voor het inkopen van bouwvolume, de gemeente een slag voor zijn. Om adequaat in te kunnen spelen op o.a. grondaankopen heeft de gemeenteraad besloten tot het “Vaststellen van de bedragen in het kader van artikel 160 eerste lid sub e. Gemeentewet m.b.t. rechtshandelingen op het gebied van grondzaken” (Raadsbesluit 2004.07.14-1, d.d. 15 juli 2004). Hierbij is vastgesteld het college te mandateren tot het doen van grondaankopen tot een bedrag van € 250.000,00 waarbij de gemeenteraad achteraf wordt geïnformeerd. Bij aankopen boven € 250.000,00 wordt de gemeenteraad vooraf geïnformeerd. 7.3
Uitkomsten
Het instrument bij uitstek om te beoordelen of een bestemmingsplan financieel dan wel maatschappelijk haalbaar is, is de exploitatieopzet. In deze opzet worden de geraamde kosten en opbrengsten verantwoord en blijkt of er een batig, dan wel een nadelig resultaat zal ontstaan. Eénmaal per jaar worden alle kostprijsberekeningen van de lopende bestemmingsplannen geactualiseerd. Boekwaarden Er is op dit moment 1 complex in ontwikkeling, namelijk Driehoeven II. De boekwaarde per 31 december 2006 bedraagt € 836.164,00 (negatief). In het jaar 2007 zijn opbrengsten voorzien tot een bedrag van € 1.305.710,00. Dit betekent dat ultimo 2007 12.704m² industriegrond is verkocht op een totaal van 18.231m². De overige nog uit te geven percelen zijn voorzien om in 2008 te worden verkocht. Ultimo 2008 bedraagt de boekwaarde € 877.048,00 (positief). Tevens is een nieuwe exploitatieberekening opgezet waarbij tevens de looptijd met een jaar is verlengd, tot en met 2010. Het verwachte positieve resultaat aan het einde van de looptijd is berekend op € 453.763,00. De totale boekwaarde van de (6) nog niet in exploitatie genomen complexen bedraagt per 31 december 2006 € 1.107.924,00. Hierbij dient te worden aangetekend dat 2 complexen zijn gewaardeerd tegen een vaste waarde (conform de “inventarisatie van de complexen in het Grondbedrijf”, 126
raadsbesluit dd. 21 december 2000) tot een bedrag van € 469.914,00 (per 31 december 2006). Het betreft de complexen Oost Algemeen en Diverse percelen. Oost Algemeen: In 2006 heeft een grondtransactie met de Provindie NoordBrabant plaatsgevonden in verband met de aanleg van de Randweg. Dit heeft ertoe geleid dat de boekwaarde is afgenomen met een bedrag van € 93.774,44 tot een totale boekwaarde van € 169.302,65 per 31 december 2006. Diverse percelen: De inventarisatie in 2006 van de pacht- en huurovereenkomsten heeft ertoe geleid dat de boekwaarde toeneemt met een bedrag van € 41.504,00 tot een totale boekwaarde van € 300.611,00 per 31 december 2006. Beide complexen vertonen in 2007 en 2008 geen mutatie in de boekwaarde omdat de exploitatiekosten ten laste of ten gunste komen van de algemene reserve van het grondbedrijf. Complex de Hei: betreft een complex in de kern Putte waar voorlopig 21 woningen worden gepland, waaronder 16 starterswoningen. Het is de bedoeling dat de gronden worden overgedragen aan Woningstichting Wonen West-Brabant., die voor realisatie van de starterswoningen zal zorg dragen. Onderhandelingen over de (ver)koopprijs worden nu gevoerd. Tijdens het opstellen van de begroting 2008 is er nog geen concrete prijs bekend. Op basis hiervan is besloten om dit complex nog niet te behandelen als een in exploitatie genomen complex. Indien de gronden kunnen worden overgedragen zal er een exploitatieopzet worden voorgelegd ter besluitvorming. Na overdracht zal de gemeente zorgdragen voor het woonrijpmaken van het gebied. Volgens een laatste voorlopige opzet zal het complex met een gering negatief saldo worden afgesloten. Complexen Putseweg resp. Matthias Wolffstraat: 2 vrijkomende locaties in verband met het project Brede School. Het realiseren van de Brede School betekent concreet dat de peuterspeelzaal, basisschool Open Hof (gevestigd aan de Putseweg/Dr. De Bruijnlaan te Hoogerheide) en basisschool Klim-Op (gevestigd aan de Matthias Wolffstraat te Hoogerheide) hun intrek daarin nemen. Deze locaties zullen vrijkomen als inbreidingslocaties ten behoeve van woningbouw. De gronden die vrijkomen zullen worden overgedragen aan het grondbedrijf tegen een vooraf vastgestelde prijs van € 225,00 per m² (totaal € 1.833.750,00). Naar het zich laat aanzien zal dit in 2008 plaatsvinden, en aldus is de inbreng in beide complexen in de begroting opgenomen. Molen Johanna: tijdens het opstellen van de begroting 2008 wordt door de Stichting Wonen West-Brabant de financiële haalbaarheid onderzocht om dit project te realiseren. Boekwaarden (- = positief) In ontwikkeling genomen complexen (Nog) niet in ontw. genomen complexen Totaal
127
1-01-’08 -373.657,00 1.155.798,00 782.141,00
31-12-‘08 - 877.048,00 3.103.625,00 2.226.577,00
Reserve toekomstige verliezen grondexploitatie. Deze reserve dient ter dekking van eventuele negatieve exploitatiesaldi die zich kunnen voordoen wanneer complexen worden afgesloten. De omvang van deze reserve bedraagt per 31 december 2006 € 1.092.000,00. Op 23 juli 2004 heeft het college van Burgemeester en Wethouders besloten om een gemeentelijke woonvisie op te stellen. Deze visie is door de gemeenteraad op 22 september 2005 vastgesteld. De directe aanleiding tot het opstellen van een woonvisie wordt gevormd door de uitgebrachte provinciale nota “wonen met een visie”. Deze notitie beschrijft de omslag van het kwantitatieve woningtekort naar de kwalitatieve eisen die de samenleving op dit moment aan wonen en zijn leefomgeving stelt. In het uitwerkingsplan met de Provincie, daar waar het gaat om het onderdeel “wonen” bij het aantal te bouwen woningen, wordt de nadruk gelegd op herstructurering en inbreidingslocaties. Gezien de verschuiving van uitbreidings- naar inbreidingslocaties zal het beroep op deze reserve gaan toenemen. De ontwikkeling van inbreidingslocaties blijkt namelijk, in het algemeen, niet kostendekkend te zijn. Indien (inbreidings-)locaties zullen kunnen worden ontwikkeld, zal de gemeenteraad een separaat voorstel inclusief exploitatieberekening worden voorgelegd (onder verwijzing naar het actieve grondbeleid). Algemene reserve De algemene reserve van het gemeentelijk grondbedrijf per 31 december 2006 bedraagt € 3.252.828,00. In 2007 zal naar verwachting € 547.777,00 aan de algemene reserve worden onttrokken terwijl naar verwachting € 130.113,00 kan worden gestort. Aldus bedraagt de algemene reserve ultimo 2007 naar verwachting € 2.841.164,00. De algemene reserve van het Grondbedrijf dient in principe als afzonderlijke buffer om onvoorziene risico’s met betrekking tot de grondexploitatie op te kunnen vangen, zoals bijvoorbeeld risico’s die samenhangen met conjuncturele ontwikkelingen, ontwikkelingen op de onroerend goedmarkt, prijs- en renteontwikkelingen etc. Deze risico’s worden gekenmerkt door het feit dat de hoogte ervan, evenmin als het moment waarop zij zich naar verwachting kunnen aandienen, nu nog niet is in te schatten. Een andere reden om omzichtig met de algemene reserve om te gaan zijn o.a. nu nog niet te voorziene mogelijke claims en risico’s die zich met betrekking tot de bouwgrondexploitatie zouden kunnen aandienen. Verder dient te worden opgemerkt dat vanuit het grondbedrijf bijdragen aan investeringen worden verstrekt in het kader van o.a. revitalisering de Kooi en de aanleg van fietspaden. Een ander belangrijk attentiepunt hierbij is de overdracht van de locaties die vrijkomen ten behoeve van woningbouw in relatie tot het project Brede School. De voorlopig berekende bijdrage aan dit project, vanuit het grondbedrijf, is vastgesteld op € 1.833.750,00 (8.150m² à € 225,00). Na de realisatie van de Brede School dient nog een afweging te worden gemaakt over het restantperceel op het terrein van de nieuwbouw gemeentehuis. Indien wordt besloten deze gronden over te hevelen naar het grondbedrijf 128
dient nog rekening te worden gehouden met een bedrag van ca. € 509.097,00. Om de risico’s met betrekking tot de positie van het grondbedrijf en de algemene reserve te beperken, wordt aanbevolen zo spoedig mogelijk de betreffende vrijkomende locaties te ontwikkelen ten behoeve van de woningbouw. Wij verwijzen u hiervoor ook naar de bij deze begroting behorende paragraaf weerstandsvermogen. 7.4
Winstneming
Tussentijdse winstneming is alleen raadzaam onder bepaalde voorwaarden. Bij grote projecten, die diverse jaren duren, is het mogelijk tussentijds winst te nemen. Het is dan echter wenselijk dat het project is onderverdeeld in duidelijk herkenbare delen. Tussentijdse winstneming is dan mogelijk als een deelproject is afgesloten, de winst op het deelproject is gerealiseerd, en er geen verlies verwacht wordt op andere deelprojecten, tenzij daarvoor voldoende voorzieningen worden getroffen. In het geval van de gemeente Woensdrecht is tussentijdse winstneming op dit moment niet van belang gezien de lopende ontwikkeling van industrieterrein Driehoeven II. Jaarlijks zal worden bezien of tussentijdse winstneming verantwoord en te realiseren is. Het dagelijks bestuur zal hiervan op de hoogte worden gesteld, tevens dient de bestemming van de winst hierbij te worden aangegeven. 7.5
Conclusies en aanbevelingen
Met grondbeleid gaat veel geld om: uitgaven en inkomsten zijn omvangrijk en de risico’s eveneens. Het element “tijd” kan hierbij zowel in het voordeel als in het nadeel werken. Het is van groot belang om de ontwikkelingen kritisch te volgen en de exploitatieberekeningen regelmatig te herzien. In de nota grondbeleid worden een aantal conclusies en aanbevelingen genoemd die wij hier overnemen. Zij vormen ook in 2008 leidraad voor het handelen. 1. gestreefd wordt naar een grondvoorraad voor minimaal vijf en maximaal tien jaar ter grootte van het toegestane bouwvolume; 2. in eerste instantie wordt gestreefd naar minnelijke verwerving waarbij tevens de administratieve onteigeningsprocedure wordt opgestart (conform de geactualiseerde “Nota grondbeleid Gemeente Woensdrecht”, besluitnr. 2005.06.23-1), zonodig wordt de Wet Voorkeursrecht Gemeenten en in het uiterste geval de Onteigeningswet gehanteerd; 3. risico’s worden zoveel mogelijk beperkt; 4. bij samenwerking met marktpartijen dient de realisatie van maatschappelijke voorzieningen gewaarborgd te zijn en zal de gemeente kwaliteitseisen stellen; 5. uitgangspunt is een actief grondbeleid; 6. na vaststelling van een bouwgrondexploitatie door de raad is het college gemachtigd om gronden aan te kopen en te verkopen; 7. - bij strategische grondaankopen van meer dan € 250.000,00 wordt de raad vooraf geïnformeerd; 129
- bij aankopen in het kader van een grondexploitatie waarvoor reeds krediet beschikbaar is gesteld zal de raad vooraf worden geïnformeerd bij een aankoopbedrag groter of gelijk aan € 500.000,--; indien het bedrag substantieel hoger is dan geraamd zal de raad in de gelegenheid worden gesteld om wensen en bedenkingen te uiten; - Bij grondverkopen buiten een grondexploitatie om geldt dat tot een bedrag van € 50.000,-- het college zelf tot verkoop overgaat. Bij een bedrag van meer dan € 50.000,-- tot en met € 250.000,-- wordt de raad vooraf geïnformeerd. Bij bedragen van meer dan € 250.000,-- zal de raad in de gelegenheid worden gesteld om wensen en bedenkingen te uiten alvorens het college een besluit neemt. 8. - bij exploitatie- en realisatieovereenkomsten tussen € 50.000,00 en € 150.000,00 zal de raad vooraf worden geïnformeerd. Boven een bedrag van € 150.000,00 zal de raad in de gelegenheid worden gesteld om wensen en bedenkingen te uiten.
130