PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 11 EN 12 JANUARI 2011 FINANCIËLE ADMINISTRATIE DERKSEN BV 1.
De verkoopprijs van een kuubskist bedraagt: € 154,- × 100/70 × 1,19 = € 261,80.
2.
De machinekosten worden in dit geval tot de directe kosten gerekend, omdat ze uitsluitend ten behoeve van de productie van kuubskisten worden gemaakt.
3.
310 Voorraad hout Aan 515 Opslag inkoopkosten Aan 320 Inkopen hout (20 × € 300,- = € 6.000,-; 5% van € 6.000,- = € 300,-)
€ 6.000,-
320 Inkopen hout 515 Opslag inkoopkosten Aan 310 Voorraad hout
€ „
320 Inkopen hout 170 Te verrekenen omzetbelasting Aan 330 Prijsverschillen inkopen hout Aan 120 Crediteuren (€ 5.700,- – € 570,- = € 5.130,-)
€ 5.130,„ 874,-
610 Direct houtverbruik Aan 310 Voorraad hout (30,7 × € 300,- = € 9.210,-)
€ 9.210,-
705 Voorraad kuubskisten voor de verhuur Aan 620 Standaard houtverbruik Aan 621 Standaard directe loonkosten Aan 622 Standaard directe machinekosten Aan 623 Standaard indirecte fabricagekosten (50 × € 154,- = € 7.700,-)
€ 7.700,-
4.
5.
6.
7.
8.
€ 300,„ 5.700,-
570,30,€
€ 530,„ 5.474,-
€ 9.210,-
700 Voorraad kuubskisten voor de verkoop € 13.875,40 Aan 620 Standaard houtverbruik Aan 621 Standaard directe loonkosten Aan 622 Standaard directe machinekosten Aan 623 Standaard indirecte fabricagekosten Aan 701 Ongerealiseerde verkoopkosten, winst en btw [53 × € 261,80 = € 13.875,40; 53 × (€ 261,80 ‒ € 154,-) = € 5.713,40]
PDB FCA dagexamen januari 2011
600,-
1
€ 4.500,„ 1.500,„ 1.000,„ 700,-
€ „ „ „ „
4.770,1.590,1.060,742,5.713,40
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
430 Afschrijvingskosten vaste activa Aan 035 Afschrijving machines (20% van € 150.000,-/12 = € 2.500,-)
€ 2.500,-
900 Interestkosten Aan 151 Nog te betalen bedragen [6% van (€ 150.000,- € 30.000,-)/12 = € 600,-]
€
045 Afschrijving inventaris 910 Diverse baten en lasten Aan 040 Inventaris
€ 32.000,„ 4.000,-
110 Debiteuren Aan 171 Verschuldigde omzetbelasting Aan 821 Opbrengst van verhuur kuubskisten
€ 1.190,-
706 Voorraad verhuurde kuubskisten Aan 705 Voorraad kuubskisten voor de verhuur (20 × € 154,- = € 3.080,-)
€ 3.080,-
811 Kosten van verhuur kuubskisten Aan 707 Afschrijving verhuurde kuubskisten (1/12 × 25% van € 3.080,- = € 64,17)
€
701 Ongerealiseerde verkoopkosten, winst en btw 910 Diverse baten en lasten Aan 700 Voorraad kuubskisten voor de verkoop (2 × € 261,80 = € 523,60; 2 × € 154,- = € 308,-)
€ „
105 Bank 170 Te verrekenen omzetbelasting 330 Prijsverschillen inkopen hout 520 Verkoopkosten 900 Interestkosten Aan 110 Debiteuren [19/119 × (€ 83,30 + € 273,70) = € 57,-]
€ 2.870,50 „ 57,„ 70,„ 230,„ 45,-
€ 2.500,-
600,€
600,-
€ 36.000,€ 190,„ 1.000,€ 3.080,-
64,17 €
64,17
€
523,60
215,60 308,-
€ 3.272,50
16.
710 Goederen in bewerking € 6.900,Aan 620 Standaard houtverbruik € 5.400,Aan 621 Standaard directe loonkosten „ 900,Aan 622 Standaard directe machinekosten „ 600,(60 × € 90,- = € 5.400,-; 60 × ½ × € 30,- = € 900,-; 60 × ½ × € 20,- = € 600,-)
17.
701 Ongerealiseerde verkoopkosten, winst en btw € 8.624,810 Kostprijs verkopen kuubskisten „ 14.080,Aan 700 Voorraad kuubskisten voor de verkoop € 20.944,Aan 525 Opslag verkoopkosten „ 1.760,[80 × (€ 261,80 ‒ € 154,-) = € 8.624,-; 80 × (€ 154,- + € 22,-) = € 14.080,-; 80 × € 22,- = € 1.760,-]
PDB FCA dagexamen januari 2011
2
18.
171 Verschuldigde omzetbelasting 820 Opbrengst verkopen kuubskisten Aan 110 Debiteuren (5 × € 261,80 = € 1.309,-)
€ 209,„ 1.100,€ 1.309,-
19.
Er is sprake van (controletechnische) functiescheiding, omdat taken door verschillende medewerkers worden uitgevoerd. Ook is er sprake van verbandscontrole, omdat verschillende grootheden met elkaar kunnen worden vergeleken.
20.
Men maakt gebruik van de permanence de l’inventaire om aan het einde van een periode (uit het grootboek) snel een balans en een winst-en-verliesrekening te kunnen opstellen. (Dat kan, omdat het grootboek uitsluitend zuivere rekeningen bevat.)
21.
De transitorische grootboekrekeningen die gebruikt worden bij de boeking van opbrengsten zijn: Vooruitontvangen bedragen en Nog te ontvangen bedragen.
22.
De grootboekrekeningen die nodig zijn om de waarde van de balanspost Voorraad producten te bepalen zijn: 700, 701, 705, 706 en 707.
23.
De grootboekrekeningen die nodig zijn om het saldo van de post Omzet op de winst-enverliesrekening te bepalen zijn: 820 en 821.
24.
De boekhoudkundige naam van een boek waarin grootheden uitsluitend in hoeveelheden worden bijgehouden is een bijboek.
PDB FCA dagexamen januari 2011
3
KOSTPRIJSCALCULATIE PAPIER BV 1.
De standaardkostprijs van een goedgekeurd pak kopieerpapier bedraagt: 100/98 × € 2,36 = € 2,41.
2.
Het verkoopresultaat op kopieerpapier over het eerste kwartaal van 2010 bedraagt: 44.000 × (€ 3,50 € 2,41) = € 47.960,- (voordelig).
3.
Afval is grondstofverlies dat ontstaat tijdens het productieproces; uitval zijn afgekeurde producten.
4.
Het prijsresultaat op grondstoffen over het eerste kwartaal van 2010 bedraagt: 65.000 × € 1,- – € 66.625,- = – € 1.625,- (nadelig).
5.
Het efficiencyresultaat op machine-uren over het eerste kwartaal van 2010 bedraagt: [(45.000 + 1200) × 0,005 – 240] × € 100 ,- = € 900,- (nadelig).
6.
Het aantal arbeidsuren, waarbij er geen efficiencyresultaat op arbeidskosten was geweest, is: (45.000 + 1200) × 0,01 uren = 462 uren.
7.
De standaard variabele machinekosten bij normale bezetting over het eerste kwartaal van 2010 bedragen: 40/60 × € 14.400,- = € 9.600,-. [Ook goed: 250 × 40% van € 100,- = € 10.000,-.]
8.
Het prijsresultaat op variabele machinekosten over het eerste kwartaal van 2010 bedraagt: 240 × 40% van € 100,- – € 8.200,- = € 1.400,- (voordelig). Of: € 9.600,- (antwoord van vraag 7) ‒ € 8.200,- = € 1.400,- (voordelig). [Ook goed: 240/250 × € 9.600,- – € 8.200,- = € 1.016 (nadelig).]
9.
Het bezettingsresultaat op machinekosten over het eerste kwartaal van 2010 bedraagt: (240 – 250) × 60% van € 100,- = – € 600,- (nadelig). [Ook goed: (240 – 250) × € 14.400,-/250 = € 576,- (nadelig.]
10.
Onder de standaardkostprijs van een product wordt verstaan het totaal van de toegestane (vaste en variabele) kosten per eenheid product.
11.
Functies van de standaardkostprijs zijn onder meer: ‒ het vaststellen van de verkoopprijs; ‒ het waarderen van de voorraad; ‒ het bepalen van de doelmatigheid van de productie en verkoop.
12.
De afschrijving per maand op de huidige machine bedraagt: (€ 120.000,- – € 6.000,-)/(10 × 12) = € 950,-. Op de grootboekrekening Afschrijving machines staat € 104.500,- credit. Er is afgeschreven: € 104.500,-/€ 950,- × 1 maand = 110 maanden.
PDB FCA dagexamen januari 2011
4
13.
De afschrijvingskosten van de machine van een ongekeurd pak kopieerpapier bedragen: (€ 120.000,- ‒ € 6.000,-)/(10 × 1000) × 0,005 = € 0,06.
14.
Het boekresultaat op de huidige machine als deze per 1 januari 2010 wordt ingeruild, bedraagt: € 12.000,- ‒ (€ 120.000,- ‒ € 104.500,-) = ‒ € 3.500,- (verlies).
15.
De afschrijving over 2009 bedraagt: 25% van € 90.000,- = € 22.500,-. De afschrijving over 2010 bedraagt: 25% van (€ 90.000,- ‒ € 22.500,-) = € 16.875,-. De boekwaarde per begin 2010 bedraagt: € 90.000,- ‒ € 22.500,- = € 67.500,-. De boekwaarde per eind 2010 bedraagt: € 67.500,- ‒ € 16.875,- = € 50.625,-. De interest over 2010 bedraagt: 6% van (€ 67.500,- + € 50.625,-)/2 = € 3.543,75. Het totaal van de afschrijvings- en interestkosten over 2010 bedraagt: € 16.875,- + € 3.543,75 = € 20.418,75.
16.
Variabele kosten zijn kosten die in totaliteit veranderen ten gevolge van een verandering in de bedrijfsdrukte.
17.
Variabele kosten zijn progressief variabel als deze kosten per eenheid product toenemen bij toename van de bedrijfsdrukte. Een voorbeeld is grondstoffen die schaars zijn en waarvan een toenemende vraag ernaar prijsverhogend werkt. Variabele kosten zijn degressief variabel als deze kosten per eenheid product afnemen bij toename van de bedrijfsdrukte. Een voorbeeld hiervan is het verstrekken van een hogere korting door een leverancier van grondstoffen bij afname van een grotere hoeveelheid tegelijk.
18.
Voorbeelden van variabele kosten bij een vrachtwagen zijn: brandstofverbruik, slijtage aan de banden en kosten van de chauffeur (als deze voor andere werkzaamheden kan worden ingezet als de vrachtwagen niet rijdt).
19.
Constante kosten bij een vrachtwagen zijn onder meer: motorrijtuigenbelasting, verzekeringskosten en (periodieke) onderhoudskosten.
20.
De totale partij in entrepot Tarra 5% Verlies 10% Bruikbaar
21.
100.000 kg 5.000 kg ‒‒‒‒‒‒‒‒‒ 95.000 kg 9.500 kg ‒‒‒‒‒‒‒‒‒ 85.500 kg
85.500 € 2,50 = Korting voor contant: 1½/98½ × € 213.750,- = Maximaal inschrijvingsbedrag
22.
In ponden moet Papier maximaal betalen: 217.005,08 ₤ 0,870 = ₤ 188.794,42.
PDB FCA dagexamen januari 2011
5
€ 213.750,„ 3.255,08 ‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒ € 217.005,08
PERIODEAFSLUITING BEUKENRODE BV 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
€
140 Crediteuren Aan 310 Inkopen Aan 450 Transportkosten Aan 180 Te verrekenen omzetbelasting
16.660,-
800 Opbrengst verkopen € 13.000,Aan 181 Te betalen omzetbelasting (19/119 × € 126.140,- – 6/106 × € 126.140,- = € 13.000,-)
€ „ „
7.000,7.000,2.660,-
€
13.000,-
310 Inkopen € 3.781,51 180 Te verrekenen omzetbelasting „ 718,49 Aan 140 Crediteuren € (€ 26.180,- × 100/119 – € 21.680,- × 100/119 = € 3.781,51) 102 ING bank Aan 084 6% Onderhandse lening o/g
€ 180.000,-
200 Kruisposten Aan 101 Rabobank
€
970 Kasverschillen Aan 100 Kas
€
400 Materiaalkosten Aan 490 Overige kosten Aan 300 Voorraad materialen
€
050 Betonstortmachines 180 Te verrekenen omzetbelasting Aan 060 Inventaris
€ „
€ 180.000,4.000,4.000,-
€
50,-
€ „
630,5.670,-
€
19.040,-
€
400,-
€
17.000,-
€ „
12.000,900,-
6.300,-
16.000,3.040,-
400,-
082 5,5% Hypothecaire lening o/g Aan 161 Nog te betalen kosten
€
17.000,-
160 Vooruitbetaalde kosten Aan 161 Nog te betalen kosten Aan 180 Te verrekenen omzetbelasting (7,5/107,5 × € 12.900,- = € 900,-)
€
6
€ 50,-
430 Afschrijvingskosten € Aan 053 Afschrijving schuurmachines (€ 3.600,- × 8/36 – € 3.600,- × 8/72 = € 400,-)
PDB FCA dagexamen januari 2011
4.500,-
12.900,-
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
461 Assurantiekosten Aan 160 Vooruitbetaalde kosten (€ 12.900 × 1/12 = € 1.075,-)
€
162 Nog te ontvangen bedragen 410 Huisvestingskosten 450 Transportkosten 480 Verkoopkosten Aan 161 Nog te betalen kosten
€ „ „ „
1.075,€
1.075,-
€
5.700,-
€
6.300,-
€
5.950,-
€
2.600,-
€
9.850,-
€
28.600,-
100,200,400,5.000,-
132 Voorziening dubieuze debiteuren € Aan 480 Verkoopkosten (€ 21.300,- – € 15.000,- = € 6.300,-)
6.300,-
131 Dubieuze debiteuren Aan 130 Debiteuren
€
5.950,-
163 Vooruitontvangen bedragen Aan 130 Debiteuren
€
300 Voorraad materialen Aan 310 Inkopen
€
162 Nog te ontvangen bedragen Aan 800 Opbrengst verkopen
€
2.600,-
9.850,-
28.600,-
19. De rekening Inkopen wordt gecrediteerd bij de ontvangst van materialen en gedebiteerd bij ontvangst van de inkoopfactuur. Een creditsaldo geeft aan, dat er voor € 5.600,materialen zijn ontvangen waarvoor nog geen inkoopfacturen zijn binnengekomen. 20. Een agioreserve ontstaat als aandelen boven pari worden geplaatst. 21. Pandbrieven zijn obligaties die worden uitgegeven door een hypotheekbank. 22. Achtergestelde obligaties zijn obligaties die pas worden afgelost als alle andere schuldeisers zijn betaald. (Dit is van belang bij liquidatie van de instelling die de achtergestelde obligaties heeft uitgegeven.) 23. Voorrechten verbonden aan het bezit van preferente aandelen zijn: ‒ voorrechten op het gebied van de zeggenschap; ‒ voorrecht op dividenduitkering; ‒ voorrecht bij uitbetaling van het liquidatiesaldo. 24. Cijferbeoordeling is het vergelijken van cijfers met die van vergelijkbare andere perioden of met een bepaalde norm.
PDB FCA dagexamen januari 2011
7
BEDRIJFSECONOMIE CONDON BV 1. Het aantal geplaatste aandelen per 31 december 2010 is: € 500.000,-/€ 10,- = 50.000 stuks. 2. De aandelen zijn per 1 januari 2006 geplaatst voor: (€ 500.000,- + € 600.000,-)/50.000 = € 22,- per aandeel. 3. De intrinsieke waarde per aandeel per 31 december 2010 bedraagt: (€ 500.000,- + € 600.000,- + € 800.000,-)/50.000 = € 38,-. 4. De interestlasten van de 6% hypothecaire lening o/g over 2010 bedragen: 6% van € 1.500.000, - × 7/12 + 6% van € 1.400.000,- × 5/12 = € 87.500,-. De interestlasten van het rekening-courantkrediet over 2010 bedragen: € 160.000,- – € 87.500,- = € 72.500,-. 5. De solvabiliteit van Condon per 31 december 2010 is: (€ 500.000,- + € 600.000,- + € 800.000,-)/€ 4.780.000,- = 0,40. 6. Stel de opbrengst van de aandelenuitgifte op Y. Dan geldt: (€ 500.000,- + € 600.000,- + € 800.000,- + Y)/(€ 4.780.000,- + Y) = 0,50. Hieruit volgt: € 1.900.000,- + Y = € 2.390.000,- + 0,50Y; 0,50Y = € 490.000,-; Y = € 980.000,-. Het aantal aandelen dat Condon minimaal moet uitgeven is: € 980.000,-/€ 42,- = 23.334 stuks. 7. De current ratio per 31 december 2010 is: (460 + 750 + 800 + 120)/(450 + 345 + 685) = 1,44. 8. De liquiditeit van Condon is de afgelopen kwartalen verbeterd, omdat de current ratio is toegenomen. Hoe hoger de current ratio hoe beter de onderneming in staat is de kortlopende schulden te betalen. 9. De liquiditeit kan ook worden berekend met de quick ratio. Dit kengetal wordt als volgt berekend: (vlottende activa – voorraden)/kortlopende schulden. 10. Bezwaren van de current ratio voor het beoordelen van de liquiditeit zijn: – het is een momentopname, want het meet alleen de liquiditeit op een bepaald moment; – het is vatbaar voor manipulatie; indien bijvoorbeeld kort voor de balansdatum nog een aantal kortlopende verplichtingen wordt voldaan, verbetert de uitkomst; ‒ het is afhankelijk van de wijze waarop de voorraad wordt gewaardeerd. 11. De omloopsnelheid van de voorraad onderdelen over 2010 is: € 8.000.000,-/€ 750.000,- = 10,7. De omloopsnelheid van de voorraad onderdelen voldoet aan de doelstelling, want de omloopsnelheid is meer dan 10.
PDB FCA dagexamen januari 2011
8
12. De gemiddelde krediettermijn van debiteuren over 2010 is: 100/119 × € 800.000,-/€ 9.600.000,- × 365 dagen = 26 dagen. De krediettermijn van debiteuren voldoet niet aan de doelstelling, want de gemiddelde krediettermijn is meer dan 25 dagen. 13. Het verwachte gemiddelde debiteurensaldo in 2011 bedraagt: (€ 9.600.000,- × 1,04 × 1,19) × 20/365 = € 652.000,-. 14. Wat de invloed is van de verlaging van de krediettermijn op de liquiditeit is afhankelijk van de aanwending van de eerdere ontvangst van de geldstroom. Indien de verlaging van het debiteurensaldo wordt gebruikt voor investering in hogere voorraden, dan verandert de quick ratio wel (wordt ongunstiger) en verandert de current ratio niet. Wordt het geld gebruikt om het rekening-courantkrediet te verlagen, dan veranderen zowel de quick ratio als de current ratio. 15. Het gemiddeld aantal werknemers in 2010 is: (80 + 2 × 90 + 88)/4 = 87. De gemiddelde arbeidsproductiviteit per werknemer over 2010 bedraagt: € 9.600.000,-/87 = € 110.000,-. 16. De rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen vóór belasting over 2010 is: € 500.000,-/€ 4.780.000,- × 100% = 10,46%. 17. De rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen na belasting over 2010 is: € 255.000,-/(€ 500.000,- + € 600.000,- + € 800.000,-) × 100% = 13,42%. 18. De aflossing van het rekening-courantkrediet heeft geen invloed op de rentabiliteit van het totaal vermogen, omdat het bedrijfsresultaat niet verandert en ook het totaal vermogen gelijk blijft. Op de rentabiliteit van het eigen vermogen heeft de aflossing van het rekening-courantkrediet wel invloed, omdat zowel het resultaat na belasting (minder interestlasten) als het eigen vermogen toenemen. Als de rentabiliteit van de toename hoger is dan 13,42% neemt de totale rentabiliteit van het eigen vermogen toe. Is de rentabiliteit van de toename lager, dan neemt de rentabiliteit van het eigen vermogen af. 19. De interest in de annuïteit van 31 december 2011 bedraagt: 5% van € 1.400.000,- = € 70.000,-. 20. De interest in de annuïteit van 31 december 2012 bedraagt: 5% van [€ 1.400.000,- ‒ (€ 112.340,- ‒ € 70.000,-)] = € 67.883,-. 21. Bij betaling van de annuïteit aan het begin van het jaar bedraagt deze: € 112.340,-/1,05 = € 106.990,-. 22. Condon is verplicht een ondernemingsraad te hebben, omdat het bedrijf meer dan 35 werknemers in dienst heeft. 23. Als Condon een fusie wil aangaan, heeft de ondernemingsraad adviesrecht. 24. Andere rechten van een ondernemingsraad zijn: instemmingsrecht en informatierecht.
PDB FCA dagexamen januari 2011
9