PDB
PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING FINANCIËLE ADMINISTRATIE WOENSDAG 16 JUNI 2010 08.45 - 10.15 UUR
DIT EXAMENONDERDEEL BESTAAT UIT 4 PAGINA’S
D28.1
Beschikbare tijd 11⁄2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50. De uitwerkingen moet u maken in het bijgeleverde uitwerkingenboekje. Uit de antwoorden moet duidelijk blijken hoe de bedragen zijn verkregen. DE LEKKERE HAP Snackbar De Lekkere Hap te Veenendaal is een onderneming die wordt uitgeoefend in de vorm van een eenmanszaak. Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De Lekkere Hap heeft de volgende grootboekrekeningen in gebruik: 010 011 020 021 030 031 040 041 050 100 101 110 130 140 150 151 152
1
Bedrijfspand Afschrijving bedrijfspand Inventaris Afschrijving inventaris Auto Afschrijving auto Eigen vermogen Privé 6% Hypothecaire lening o/g Kas Kruisposten Bank Debiteuren Crediteuren Te verrekenen omzetbelasting Verschuldigde omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting
170 175 180 300 310 400 410 430 440 450 460 470 800 810 820 830 900
Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Voorraad snacks Voorraad drank Lonen en sociale lasten Afschrijvingskosten Energiekosten Verzekeringskosten Algemene kosten Interestkosten Verkoopkosten Inkoopprijs snacks Inkoopprijs drank Opbrengst snacks Opbrengst drank Incidentele baten en lasten
STICHTING NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PRAKTIJKEXAMENS
1.
Met behulp van welke grootboekrekeningen kan het verkoopresultaat worden berekend?
2.
Geef een reden waarom De Lekkere Hap voor elke soort vaste activa twee rekeningen in het grootboek heeft opgenomen. De Lekkere Hap past in de boekhouding de permanence de l’inventaire toe met resultatenbepaling per kwartaal. De voorraden snacks en drank worden geboekt tegen de inkoopprijs. Mevrouw D. de Jong, de partner van de eigenaar, houdt de boekhouding bij. Zij moet nog een aantal financiële feiten over het derde kwartaal van 2009 verwerken. Bij het journaliseren kan worden volstaan met het vermelden van uitsluitend de rekeningnummers en de bedragen. Het bedrijfspand staat per 30 juni 2009 voor € 380.000,- op de grootboekrekening Bedrijfspand. Op de grootboekrekening Afschrijving bedrijfspand staat € 31.680,-. De aanschafprijs van de grond bedraagt € 116.000,-. Aan het eind van het tweede kwartaal is een factuur van € 24.000,- exclusief 19% omzetbelasting voor de aanpassing van de keuken op de rekening Inventaris geboekt. De helft van dit bedrag moet worden beschouwd als waardevermeerdering van het bedrijfspand.
3.
Journaliseer de correctie van de aanpassing van de keuken. De jaarlijkse afschrijving op het bedrijfspand is 3% van de aanschafprijs, exclusief de grond.
4.
Journaliseer de afschrijving van het bedrijfspand over het derde kwartaal van 2009. Per 1 juli 2009 is een nieuwe frituuroven gekocht met een aanschafprijs van € 14.000,- exclusief 19% omzetbelasting. Een geheel afgeschreven oven met een aanschafprijs van € 8.000,- exclusief 19% omzetbelasting is daarbij ingeruild voor € 1.250,- exclusief 19% omzetbelasting. Van deze transactie is € 12.750,- geboekt op de rekening Inventaris. De omzetbelasting is correct geboekt.
5.
Journaliseer de correctie in verband met de aanschaf van de nieuwe frituuroven en de inruil van de oude. Op de inventaris wordt per jaar 20% van de aanschafprijs afgeschreven. Over delen van een jaar wordt afgeschreven in evenredigheid met de gebruiksduur. Voordat de hiervoor gemaakte boekingen zijn verricht, staat per 30 juni 2009 debet op de grootboekrekening Inventaris € 60.000,- en credit op de grootboekrekening Afschrijving inventaris € 21.000,-.
6.
Journaliseer de afschrijving op de inventaris over het derde kwartaal van 2009. Per 1 januari 2009 staat op de grootboekrekening Auto een debetbedrag van € 18.000,-. Op de grootboekrekening Afschrijving auto staat per dezelfde datum € 8.784,- credit. Er wordt jaarlijks 20% van de boekwaarde aan het begin van het jaar afgeschreven. De Lekkere Hap heeft één auto in gebruik.
7.
Bereken hoeveel jaar er per 1 januari 2009 is afgeschreven op de auto.
8.
Journaliseer de afschrijving op de auto over het derde kwartaal van 2009.
2
De 6% hypothecaire lening o/g bedraagt per 2 september 2008 € 200.000,-. Jaarlijks wordt per 1 september € 6.000,- afgelost. Tevens wordt op die datum de jaarlijkse interest achteraf betaald. 9.
Journaliseer de betaling van de aflossing en de interest van de 6% hypothecaire lening o/g per 1 september 2009 per bank.
10.
Journaliseer de interestkosten van de 6% hypothecaire lening o/g over het derde kwartaal van 2009. Op de grootboekrekening Kruisposten staat per 30 september 2009 een debetsaldo € 1.600,-.
11.
Wat is de betekenis van een debetsaldo op de rekening Kruisposten? Over het derde kwartaal van 2009 is per bank een inkoopbonus ontvangen van € 636,- inclusief 6% omzetbelasting. De inkoopfactuur hiervan wordt niet geboekt.
12.
Journaliseer de ontvangst van de inkoopbonus over het derde kwartaal van 2009. Van diverse snacks met een inkoopprijs van € 395,- is de uiterste houdbaarheidsdatum verstreken. Deze snacks zijn weggegooid.
13.
Journaliseer de correctie van de voorraad snacks per 30 september 2009. De verzekeringspremie bedraagt € 3.600,- per jaar en wordt per 1 maart van elk jaar vooruitbetaald.
14.
Journaliseer de verzekeringskosten over het derde kwartaal van 2009. Maandelijks betaalt De Lekkere Hap via een automatische incasso per bank een voorschot van € 600,- exclusief 19% omzetbelasting aan het energiebedrijf voor energiekosten. Elk jaar wordt per 1 september over het afgelopen verbruiksjaar een eindafrekening gemaakt. De Lekkere Hap heeft de definitieve jaarafrekening van het energiebedrijf ontvangen over de periode 1 september 2008 tot 1 september 2009 van € 5.900,- exclusief 19% omzetbelasting. Het nieuwe voorschot wordt vastgesteld op € 575,- per maand exclusief 19% omzetbelasting. Het negatieve of positieve resultaat kan volledig worden toegerekend aan 2008. De nota’s van het energiebedrijf worden niet afzonderlijk geboekt.
15.
Journaliseer de jaarafrekening van het energiebedrijf over de periode van 1 september 2008 tot 1 september 2009.
16.
Journaliseer de automatische betaling van de energiekosten over september 2009. Aan het eind van het derde kwartaal van 2009 doet De Lekkere Hap aangifte voor de omzetbelasting. Op 30 september 2009 staat, nadat de voorgaande boekingen zijn verricht, op de grootboekrekening Verschuldigde omzetbelasting € 12.233,- en op de grootboekrekening Te verrekenen omzetbelasting € 6.391,-.
17.
Journaliseer de overboeking in verband met de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal van 2009.
3
De Lekkere Hap heeft alle boekingen van het derde kwartaal van 2009 verwerkt en wil weten hoe groot het eigen vermogen per 30 september 2009 is. Het voordelige saldo van de opbrengsten minus kosten over het derde kwartaal van 2009 bedraagt € 37.835,-. Op de grootboekrekening Privé staat per 30 september 2009 een debetsaldo van € 16.396,-. Op de grootboekrekening Eigen vermogen staat per 1 juli 2009 een bedrag van € 46.300,-. 18.
Bereken het eigen vermogen per 30 september 2009. Snackbar De Lekkere Hap heeft haar administratie goed georganiseerd.
19.
Wat wordt verstaan onder de administratieve organisatie van een bedrijf?
Einde examenonderdeel Financiële Administratie
4
PDB
EXAMENNUMMER: NAAM: PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGENBOEKJE FINANCIËLE ADMINISTRATIE bij opgave: DE LEKKERE HAP
DIT EXAMENONDERDEEL BESTAAT UIT 7 PAGINA’S
D28.2
WOENSDAG 16 JUNI 2010 08.45 - 10.15 UUR
Beschikbare tijd 11⁄2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50.
1
STICHTING NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PRAKTIJKEXAMENS
1.
Met behulp van welke grootboekrekeningen kan het verkoopresultaat worden berekend? (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
2.
Geef een reden waarom De Lekkere Hap voor elke soort vaste activa twee rekeningen in het grootboek heeft opgenomen. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
3.
Journaliseer de correctie van de aanpassing van de keuken. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 4.
Journaliseer de afschrijving van het bedrijfspand over het derde kwartaal van 2009. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
2
5.
Journaliseer de correctie in verband met de aanschaf van de nieuwe frituuroven en de inruil van de oude. (4 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 6.
Journaliseer de afschrijving op de inventaris over het derde kwartaal van 2009. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 7.
Bereken hoeveel jaar er per 1 januari 2009 is afgeschreven op de auto. (3 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
3
8.
Journaliseer de afschrijving op de auto over het derde kwartaal van 2009. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 9.
Journaliseer de betaling van de aflossing en de interest van de 6% hypothecaire lening o/g per 1 september 2009 per bank. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 10.
Journaliseer de interestkosten van de 6% hypothecaire lening o/g over het derde kwartaal van 2009. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
4
11.
Wat is de betekenis van een debetsaldo op de rekening Kruisposten? (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
12.
Journaliseer de ontvangst van de inkoopbonus over het derde kwartaal van 2009. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 13.
Journaliseer de correctie van de voorraad snacks per 30 september 2009. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 14.
Journaliseer de verzekeringskosten over het derde kwartaal van 2009. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
5
15.
Journaliseer de jaarafrekening van het energiebedrijf over de periode van 1 september 2008 tot 1 september 2009. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 16.
Journaliseer de automatische betaling van de energiekosten over september 2009. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 17.
Journaliseer de overboeking in verband met de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal van 2009. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
6
18.
Bereken het eigen vermogen per 30 september 2009. (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
19.
Wat wordt verstaan onder de administratieve organisatie van een bedrijf? (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
Einde examenonderdeel Financiële Administratie
7
PDB
PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING KOSTPRIJSCALCULATIE WOENSDAG 16 JUNI 2010 10.30 - 12.00 UUR
DIT EXAMENONDERDEEL BESTAAT UIT 3 PAGINA’S
D28.3
Beschikbare tijd 11⁄2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50. De uitwerkingen moet u maken in het bijgeleverde uitwerkingenboekje. Uit de antwoorden moet duidelijk blijken hoe de bedragen zijn verkregen. RONDHOUT BV Rondhout bv te Elst maakt houten palen voor afrasteringen in weilanden en tuinen. Deze palen worden in verschillende doorsnedes en lengtes gemaakt. Rondhout wil meer inzicht krijgen in de kostprijs van de verschillende houten palen en de administrateur heeft daarvoor de nodige gegevens verzameld. Rondhout heeft vijf werknemers in dienst. Het gemiddelde brutoloon per werknemer bedraagt € 2.000,- per periode van vier weken. Bij het vaststellen van het tarief per arbeidsuur wordt rekening gehouden met de volgende gegevens: – een werkweek is 5 dagen; per week wordt 38 uur gewerkt; – een jaar heeft 52 weken; – per jaar worden 40 dagen toegekend voor vakantie, vrije dagen en atv-dagen; – de gemiddelde afwezigheid in verband met ziekte is 3% van de maximale werktijd; de kosten hiervan komen voor 100% ten laste van Rondhout; – Rondhout betaalt naast het brutoloon 8% vakantiegeld over het brutoloon en 30% sociale lasten over het brutoloon en het vakantiegeld. 1.
Bereken het aantal directe arbeidsuren per werknemer per jaar afgerond naar boven op hele uren.
2.
Bereken de jaarlijkse arbeidskosten per werknemer.
3.
Bereken het uurtarief per werknemer afgerond op € 0,50. De houten palen worden geïmpregneerd en geschaafd. Voor het impregneren en schaven is een machine in gebruik. De totale machinekosten bedragen bij de normale productie € 113.900,-. Dit is inclusief interestkosten en complementaire kosten. De administrateur heeft de volgende gegevens verzameld. Soort paal Type A Type B Type C Type D
4.
Doorsnee
Lengte
9 cm 9 cm 12 cm 12 cm
160 cm 190 cm 170 cm 200 cm
Normale productie in palen per jaar 40.000 25.000 15.000 5.000
Wat wordt verstaan onder complementaire kosten?
1
STICHTING NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PRAKTIJKEXAMENS
5.
Bereken het bedrag van de machinekosten dat aan type A zou worden toegerekend, indien de totale machinekosten uitsluitend op basis van de normale productie worden verdeeld over de vier verschillende soorten palen. Bij Rondhout worden de totale machinekosten niet alleen op basis van de normale productie aan de verschillende soorten palen toegerekend, maar er wordt ook rekening gehouden met de hoeveelheid hout per type. De totale kosten per type houten paal zijn: Soort paal Type A Type B Type C Type D
6.
Totale machinekosten bij een normale productie € 44.233,€ 33.175,€ 26.540,€ 9.952,-
Bereken afgerond op hele centen de machinekosten voor elk type houten paal. Voor een houten paal type B wordt 0,0192 m³ hout gebruikt. De kosten van het hout bedragen € 400,- per m³. De machinekosten bedragen € 18,75 per machine-uur en de arbeidskosten worden gesteld op € 23,- per arbeidsuur. Voor houten palen B is 4 minuten machinetijd nodig en 6 minuten arbeidstijd. De winst is 15% van de verkoopprijs exclusief omzetbelasting. De omzetbelasting is 19%. Bij een afname van meer dan 50 palen, krijgt de afnemer 5% korting. Voor het afleveren van de palen berekent Rondhout € 60,- exclusief 19% omzetbelasting aan bezorgkosten als het binnen een straal van 50 km van Elst is. Bij een afstand van meer dan 50 km komt daar € 0,50 exclusief omzetbelasting per gereden kilometer bij.
7.
Bereken de verkoopprijs exclusief 19% omzetbelasting van een paal type B zonder korting. Boer Gerritsen neemt 150 palen type B af en wil ze bezorgd hebben. Hij woont in Heusden; dat is 72 km van Elst.
8.
Stel de verkoopfactuur voor boer Gerritsen samen. Over 2009 heeft de administrateur de volgende gegevens verzameld. Het aantal machine-uren voor palen type B is 1800 en de machinekosten hiervan bedragen € 37.890,-. Er zijn 25.000 palen type B gemaakt, terwijl er 25.880 zijn verkocht. Het aantal manuren is 2585 uur; hiervoor is € 61.900,- betaald. Het houtverbruik is 500 m³ bij een productie van 25.000 palen type B. De inkoopprijs van het hout is gemiddeld € 394,- per m³.
9.
Bereken het verschil tussen de standaardfabricagekosten en de werkelijke fabricagekosten van houten palen type B over 2009 en geef aan of het resultaat voor- of nadelig is.
10.
Bereken het verkoopresultaat van houten palen type B over 2009 en geef aan of het voor- of nadelig is.
11.
Bereken het prijsresultaat op de arbeidskosten van houten palen type B over 2009 en geef aan of het voor- of nadelig is.
2
12.
Bereken het efficiencyresultaat op arbeidskosten van houten palen type B over 2009 en geef aan of het voor- of nadelig is. Rondhout maakt gebruik van leverancierskrediet bij de aanschaf van het hout.
13.
Wanneer is er sprake van leverancierskrediet?
14.
Waarom wordt leverancierskrediet verstrekt? Rondhout kan een partij hout kopen voor € 10.000,-. De betalingsvoorwaarden van de leverancier luiden: – betaling moet uiterlijk 30 dagen na de factuurdatum plaatsvinden; – als binnen 14 dagen na factuurdatum betaald wordt, mag een korting van 1% van de inkoopprijs in mindering worden gebracht; – een jaar wordt gesteld op 360 dagen.
15.
Bereken in een heel percentage de interestkosten per jaar van het leverancierskrediet. Om zijn afnemers sneller te kunnen betalen, kan Rondhout gebruikmaken van factoring.
16.
Wat wordt verstaan onder factoring?
17.
Vermeld twee voordelen en twee nadelen van factoring voor Rondhout.
Einde examenonderdeel Kostprijscalculatie
3
PDB
EXAMENNUMMER: NAAM: PRAKTIJEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGENBOEKJE KOSTPRIJSCALCULATIE bij opgave: RONDHOUT BV
DIT EXAMENONDERDEEL BESTAAT UIT 4 PAGINA’S
D28.4
WOENSDAG 16 JUNI 2010 10.30 - 12.00 UUR
Beschikbare tijd 11⁄2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50.
1
STICHTING NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PRAKTIJKEXAMENS
1.
Bereken het aantal directe arbeidsuren per werknemer per jaar afgerond naar boven op hele uren. (4 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
2.
Bereken de jaarlijkse arbeidskosten per werknemer. (3 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
3.
Bereken het uurtarief per werknemer afgerond op € 0,50. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
4.
Wat wordt verstaan onder complementaire kosten? (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
5.
Bereken het bedrag van de machinekosten dat aan type A zou worden toegerekend, indien de totale machinekosten uitsluitend op basis van de normale productie worden verdeeld over de vier verschillende soorten palen. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
6.
Bereken afgerond op hele centen de machinekosten voor elk type houten paal. (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
2
7.
Bereken de verkoopprijs exclusief 19% omzetbelasting van een paal type B zonder korting. (5 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
8.
Stel de verkoopfactuur voor boer Gerritsen samen. (4 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
9.
Bereken het verschil tussen de standaardfabricagekosten en de werkelijke fabricagekosten van houten palen type B over 2009 en geef aan of het resultaat voor- of nadelig is. (3 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
10.
Bereken het verkoopresultaat van houten palen type B over 2009 en geef aan of het voor- of nadelig is. (3 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
3
11.
Bereken het prijsresultaat op de arbeidskosten van houten palen type B over 2009 en geef aan of het voor- of nadelig is. (3 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
12.
Bereken het efficiencyresultaat op arbeidskosten van houten palen type B over 2009 en geef aan of het voor- of nadelig is. (3 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
13.
Wanneer is er sprake van leverancierskrediet? (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
14.
Waarom wordt leverancierskrediet verstrekt? (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
15.
Bereken in een heel percentage de interestkosten per jaar van het leverancierskrediet. (4 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
16.
Wat wordt verstaan onder factoring? (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
17.
Vermeld twee voordelen en twee nadelen van factoring voor Rondhout. (4 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
Einde examenonderdeel Kostprijscalculatie
4
PDB
PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING PERIODEAFSLUITING WOENSDAG 16 JUNI 2010 13.30 - 15.00 UUR
DIT EXAMENONDERDEEL BESTAAT UIT 4 PAGINA’S
D28.5
Beschikbare tijd 11⁄2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50. De uitwerkingen moet u maken in het bijgeleverde uitwerkingenboekje. Uit de antwoorden moet duidelijk blijken hoe de bedragen zijn verkregen. KWAKKERNAAT BV Kwakkernaat bv te Nijmegen levert producten op het gebied van verlichting zoals lichtbronnen en armaturen. De afnemers zijn met name winkels en kantoren. Kwakkernaat past in haar boekhouding de permanence de l’inventaire toe met maandelijkse resultatenbepaling. De gedeeltelijk ingevulde saldibalans per 31 januari 2010 van Kwakkernaat ziet er als volgt uit. Rek. Namen van de rekeningen nr.
010 011 020 030 031 045 050 070 075 080 100 120 121 122 140 150 152 154 156 170 171 175 450 470 810 910
Gebouwen en terreinen Afschrijving gebouwen Loods Inventaris Afschrijving inventaris Buitengebruikgestelde bestelauto’s Aandelenkapitaal 6% Hypothecaire lening o/g 6% Onderhandse lening o/g Voorziening onderhoud gebouwen Liquide middelen Debiteuren Dubieuze debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Rekening-courant directie Nog te ontvangen bedragen Vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Te verrekenen omzetbelasting Verschuldigde omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Interestkosten Afschrijvingskosten vaste activa Huuropbrengsten Incidentele baten en lasten
Debet
Credit
€
986.890 –
„ „
207.000 – 270.720 –
„
1.150 –
„ „ „ „
„
„
13.340 123.760 17.255 1.500
€
12.000 –
„
62.040 –
„ „ „
360.000 – 200.000 – 120.000 –
„
1.040 –
„
51.300 –
– – – –
25.650 –
800 –
STICHTING NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PRAKTIJKEXAMENS
1
Kwakkernaat heeft regelmatig te maken met debiteuren die niet aan hun betalingsverplichtingen voldoen. Daarom zijn in het grootboek de rekeningen Dubieuze debiteuren en Voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. In het kader van faillissementen van debiteuren heeft Kwakkernaat geregeld contact met curatoren. 1.
Vermeld drie werkzaamheden die behoren tot de taak van een curator in een faillissement.
2.
Aan wie is de curator verantwoording verschuldigd? De ondernemingsvorm van Kwakkernaat is de besloten vennootschap (bv). Een bv is verplicht om jaarlijks een jaarrekening te publiceren.
3.
Uit welke onderdelen bestaat de jaarrekening? In het grootboek van Kwakkernaat komen onder meer de grootboekrekeningen Maatschappelijk aandelenkapitaal, Geplaatst aandelenkapitaal en Gestort en opgevraagd aandelenkapitaal voor. Op de saldibalans staat echter uitsluitend de grootboekrekening Aandelenkapitaal. Een van de drie hierboven gegeven grootboekrekeningen komt overeen met de op de saldibalans vermelde rekening Aandelenkapitaal.
4.
Welke van de drie hiervoor genoemde grootboekrekeningen wordt bedoeld met de rekening Aandelenkapitaal op de saldibalans? Motiveer uw antwoord. Kwakkernaat maakt in het grootboek gebruik van rekeningen waarop zogenaamde transitorische posten worden geboekt.
5.
Vermeld de grootboekrekeningen op de saldibalans die behoren tot de transitorische activa. Bij controle van de saldibalans per 31 januari 2010 constateert de accountant, dat nog enkele boekingen moeten worden gemaakt. Bij het journaliseren kan worden volstaan met het uitsluitend vermelden van de nummers van de grootboekrekeningen en de daarbij behorende bedragen. Andere rekeningen dan vermeld op de saldibalans of in de rest van dit vraagstuk gegeven, mogen niet worden gebruikt. In januari 2010 is de volgende nota ontvangen van aannemersbedrijf De Wit voor groot onderhoud aan de gebouwen: Uitgevoerd groot onderhoud 19% omzetbelasting
€ 31.000,„ 5.890,-
Factuurbedrag
€ 36.890,-
Hiervan is door Kwakkernaat geboekt: 010 Gebouwen en terreinen Aan 130 Crediteuren
€ 36.890,-
€ 36.890,-
De jaarlijkse afschrijving op de gebouwen is 3% van de aanschafprijs. De terreinen zijn aangeschaft voor € 150.000,-. 6.
Journaliseer de correctie die naar aanleiding van de nota van De Wit moet worden gemaakt.
7.
Journaliseer de afschrijving op de gebouwen over januari 2010.
2
De loods is aangeschaft op 2 januari 2008 en is per 31 januari 2010 25 maanden in gebruik. De loods is aangeschaft voor € 225.000,-. Kwakkernaat wil vanaf 1 januari 2010 de aanschafprijs van de loods afzonderlijk tot uitdrukking laten komen op de grootboekrekening Loods. Dit heeft tot gevolg, dat er tevens een cumulatieve afschrijvingsrekening moet worden gemaakt. Dit wordt grootboekrekening 021 Afschrijving loods. De loods wordt afgeschreven met behulp van een vast percentage van de aanschafprijs. De afschrijving over januari 2010 is nog niet geboekt. 8.
Journaliseer de wijziging van de boekingswijze met betrekking tot de grootboekrekeningen Loods en Afschrijving loods per 1 januari 2010.
9.
Journaliseer de afschrijving op de loods over januari 2010. Een gedeelte van de loods wordt verhuurd voor € 3.000,- per jaar. De huur wordt telkens voor zes maanden vooruitontvangen per 1 april en 1 oktober. De huurder van de loods heeft medio januari 2010 de huur opgezegd per 1 februari 2010. De huurovereenkomst wordt per 31 januari 2010 als beëindigd beschouwd. De huurder is nog € 200,- verschuldigd voor onderhoud. Volgens een beding in het huurcontract moet de huurder bij voortijdige opzegging van de huurovereenkomst een boete betalen ter grootte van één maand huur. Het resterende bedrag van de vooruitbetaalde huur is in januari 2010 contant verrekend met de huurder. Van het voorgaande is nog niets geboekt.
10.
Journaliseer per 31 januari 2010 de verrekening per kas inzake de verhuur van de loods. De inventaris wordt in acht jaar met jaarlijks gelijke bedragen volledig afgeschreven.
11.
Journaliseer de afschrijving op de inventaris over januari 2010. Per 2 januari van elk jaar wordt € 35.000,- afgelost op de 6% hypothecaire lening o/g. De aflossing in januari 2010 is al geboekt. De interest op de 6% hypothecaire lening o/g wordt eveneens jaarlijks achteraf betaald per 2 januari. De interestbetaling per bank in januari 2010 is abusievelijk niet geboekt.
12.
Journaliseer de betaling van de interest van de 6% hypothecaire lening o/g in januari 2010.
13.
Journaliseer de interestkosten van de 6% hypothecaire lening o/g over januari 2010. Bij controle van de kas is een nadelig verschil geconstateerd van € 350,-. Voor dit verschil is geen verklaring gevonden. Het bedrag moet worden afgeboekt.
14.
Journaliseer het kasverschil. Met dubieuze debiteur Tesser is overeengekomen, dat hij € 3.570,- inclusief 19% omzetbelasting zal betalen. De totale vordering bedraagt € 4.998,- inclusief 19% omzetbelasting. Het restant van de vordering wordt hem kwijtgescholden. Een verzoek tot teruggaaf van de omzetbelasting is door de Belastingdienst goedgekeurd.
15.
Journaliseer de afwikkeling van de vordering op Tesser.
3
Per 31 januari 2010 moet de af te dragen omzetbelasting over januari 2010, nadat de hiervoor gemaakte correcties zijn verwerkt, nog worden geboekt. 16.
Journaliseer de af te dragen omzetbelasting over januari 2010. De directie van Kwakkernaat constateert, dat de geleverde goederen vaak te laat of soms helemaal niet worden betaald. Men wil in de toekomst voorkomen, dat aan afnemers zoveel wordt geleverd, dat zij in betalingsproblemen zouden kunnen komen.
17.
Op welke manier kan Kwakkernaat ervoor zorgen, dat het risico van wanbetaling zoveel mogelijk wordt beperkt? Op 1 maart en 1 september 2010 wordt op de 6% onderhandse lening o/g € 15.000,- afgelost. Tevens wordt op die data de interest achteraf betaald.
18.
Bereken de totale interestkosten over 2010 met betrekking tot de 6% onderhandse lening o/g.
19.
Maak de journaalposten die in maart 2010 met betrekking tot de 6% onderhandse lening o/g moeten worden gemaakt. Op 1 mei 2010 wordt een deel van de inventaris contant voor € 625,- exclusief 19% omzetbelasting verkocht. De verkochte inventaris is aangeschaft voor € 5.000,- en de boekwaarde op 1 mei 2010 bedraagt € 1.000,-.
20.
Journaliseer de verkoop van de inventaris.
Einde examenonderdeel Periodeafsluiting
4
PDB
EXAMENNUMMER: NAAM: PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGENBOEKJE PERIODEAFSLUITING bij opgave: KWAKKERNAAT BV
DIT EXAMENONDERDEEL BESTAAT UIT 7 PAGINA’S
WOENSDAG 16 JUNI 2010 13.30 - 15.00 UUR
Beschikbare tijd 11⁄2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50.
1
STICHTING NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PRAKTIJKEXAMENS
D28.6
1.
Vermeld drie werkzaamheden die behoren tot de taak van een curator in een faillissement. (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
2.
Aan wie is de curator verantwoording verschuldigd? (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
3.
Uit welke onderdelen bestaat de jaarrekening? (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
4.
Welke van de drie hiervoor genoemde grootboekrekeningen wordt bedoeld met de rekening Aandelenkapitaal op de saldibalans? Motiveer uw antwoord. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
5.
Vermeld de grootboekrekeningen op de saldibalans die behoren tot de transitorische activa. (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
6.
Journaliseer de correctie die naar aanleiding van de nota van De Wit moet worden gemaakt. (3 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
2
7.
Journaliseer de afschrijving op de gebouwen over januari 2010. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 8.
Journaliseer de wijziging van de boekingswijze met betrekking tot de grootboekrekeningen Loods en Afschrijving loods per 1 januari 2010. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 9.
Journaliseer de afschrijving op de loods over januari 2010. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
3
10.
Journaliseer per 31 januari 2010 de verrekening per kas inzake de verhuur van de loods. (4 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 11.
Journaliseer de afschrijving op de inventaris over januari 2010. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 12.
Journaliseer de betaling van de interest van de 6% hypothecaire lening o/g in januari 2010. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
4
13.
Journaliseer de interestkosten van de 6% hypothecaire lening o/g over januari 2010. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 14.
Journaliseer het kasverschil. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 15.
Journaliseer de afwikkeling van de vordering op Tesser. (4 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
5
16.
Journaliseer de af te dragen omzetbelasting over januari 2010. (2 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 17.
Op welke manier kan Kwakkernaat ervoor zorgen, dat het risico van wanbetaling zoveel mogelijk wordt beperkt? (1 punt) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
18.
Bereken de totale interestkosten over 2010 met betrekking tot de 6% onderhandse lening o/g. (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
6
19.
Maak de journaalposten die in maart 2010 met betrekking tot de 6% onderhandse lening o/g moeten worden gemaakt. (6 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 20.
Journaliseer de verkoop van de inventaris. (4 punten) Rekeningnummer
Naam van de rekening
Debet
Credit
(mag weggelaten worden)
Ruimte voor berekeningen: ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
Einde examenonderdeel Periodeafsluiting
7
PDB
PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING BEDRIJFSECONOMIE WOENSDAG 16 JUNI 2010 15.15 - 16.45 UUR
DIT EXAMENONDERDEEL BESTAAT UIT 4 PAGINA’S
D28.7
Beschikbare tijd 11⁄2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50. De uitwerkingen moet u maken in het bijgeleverde uitwerkingenboekje. Uit de antwoorden moet duidelijk blijken hoe de bedragen zijn verkregen. LAHO BV Laho bv produceert en verkoopt badkamertegels in diverse uitvoeringen en afmetingen. De balans van Laho ziet er ultimo 2008 en ultimo 2009 als volgt uit. Bedragen (× € 1.000,-)
Vaste activa: Terreinen Gebouwen Machines Vlottende activa: Voorraad grondstoffen Voorraad tegels Debiteuren
Totaal
1
31-12 2008
31-12 2009
300 1.000 700
300 950 900
180 460 600
210 490 700
3.240
3.550
31-12 31-12 2008 2009 Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Agioreserve Winstreserve
1.000 1.000 270 270 300 360
Lang vreemd vermogen: Voorziening groot onderhoud 7% Hypothecaire lening o/g
400 700
440 570
Kort vreemd vermogen: Crediteuren Bank Te betalen dividend
150 320 100
220 563 127
Totaal
3.240 3.550
STICHTING NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PRAKTIJKEXAMENS
De winst-en-verliesrekening van Laho ziet er over 2009 als volgt uit: (Bedragen × € 1.000,-) Omzet Kostprijs van de omzet
4.000 3.000
Brutowinst
1.000
Afschrijvingskosten gebouwen Afschrijvingskosten machines Overige kosten
50 50 560 660
Bedrijfsresultaat Interestkosten
340 90
Resultaat voor belasting Belasting (25%)
250 62,5
Resultaat na belasting
187,5
Toelichting op de balans en winst-en-verliesrekening: – de nominale waarde van één aandeel bedraagt € 20,-; – de inkoopwaarde van de omzet is variabel met de omzet; – het aandeel van de ingekochte grondstof in de kostprijs is gemiddeld 30%; – de omzet is volledig op rekening; – de inkopen van de voorraden zijn volledig op rekening; – de afschrijvingskosten en de overige kosten worden als constant beschouwd; – in 2009 is er ten laste van de voorziening groot onderhoud een bedrag van € 70.000,- gebracht in verband met groot onderhoud aan de gebouwen. In december 2009 heeft Laho een forse investering gedaan in het machinepark. Deze investering is betaald per bank en is in de posten Machines en Bank op de balans per 31 december 2009 verwerkt. In deze opgave wordt de omzetbelasting buiten beschouwing gelaten. 1.
Bereken de investering in machines in 2009. Naar verwachting levert de investering in machines in 2009 de komende vijf jaar € 70.000,- extra ontvangsten per jaar op. Voorzichtigheidshalve wordt er vanuit gegaan, dat de investering daarna geen extra ontvangsten meer oplevert. De directie van Laho wil weten wat de contante waarde is van de toekomstige vijf jaarlijkse extra ontvangsten. Ga er hierbij vanuit, dat de bedragen steeds aan het einde van elk jaar worden ontvangen, de eerste ultimo 2010. De bedragen worden contant gemaakt tegen een interestvoet van 6% per jaar.
2.
Bereken de contante waarde van de toekomstige extra ontvangsten.
3.
Is het bedrijfseconomisch gezien verstandig geweest van Laho te investeren in het machinepark? Motiveer uw antwoord.
4.
Bereken de dotatie aan de voorziening groot onderhoud in 2009.
5.
Bereken in twee decimalen de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen na aftrek van belasting over 2009.
2
Laho wil € 300.000,- van het dure bankkrediet omzetten in eigen vermogen of in een langlopende lening. In geval van financiering met eigen vermogen zal een claimemissie worden uitgegeven. De emissieprijs van de nieuw uit te geven aandelen wordt vastgesteld op € 25,- per aandeel. 6.
Wat wordt verstaan onder een claimemissie?
7.
Welke posten veranderen op de balans, indien de aandelenemissie volledig slaagt? Geef hierbij ook aan met welke bedragen de balansposten veranderen. De ondernemingsleiding van Laho is van mening, dat de intrinsieke waarde per aandeel niet te veel mag dalen door de aandelenemissie. Ook stelt zij hoge eisen aan liquiditeit en solvabiliteit. Laho wil berekenen wat de effecten zijn van de voorgenomen aandelenemissie op de volgende kengetallen: – intrinsieke waarde per aandeel; – solvabiliteit; – current ratio. Beantwoord de vragen 8 tot en met 10, indien de volledig geslaagde aandelenemissie plaatsvindt per 1 januari 2010.
8.
Bereken de intrinsieke waarde per aandeel zowel vóór de aandelenemissie per 1 januari 2010 als erna.
9.
Bereken in een heel percentage de solvabiliteit zowel vóór de aandelenemissie per 1 januari 2010 als erna.
10.
Bereken in twee decimalen de current ratio zowel vóór de aandelenemissie per 1 januari 2010 als erna.
11.
Geef van elk van onderstaande kengetallen aan of dat als gevolg van de aandelenemissie verbetert, verslechtert of ongewijzigd blijft: – intrinsieke waarde per aandeel; – solvabiliteit; – liquiditeit. De ondernemingsleiding heeft ook onderzocht wat de gevolgen zijn als een 6% obligatielening van € 300.000,- wordt uitgegeven. De nominale waarde per obligatie bedraagt € 1.000,- en de uitgiftekoers is 100%. Het totale bedrag wordt per bank ontvangen. De ondernemingsleiding van Laho stelt, dat het eigen vermogen niet minder mag zijn dan 50% van het balanstotaal.
12.
Zal Laho de financiering laten plaatsvinden door middel van een aandelenemissie of door middel van een obligatie-emissie? Motiveer uw antwoord. Naamloze vennootschappen hebben vaak nog de mogelijkheid om een converteerbare obligatielening uit te geven.
13.
Wat zijn converteerbare obligaties? Laho berekent nog andere kengetallen om de prestaties te beoordelen. Een van die kengetallen is de omzetsnelheid van de voorraad.
14.
Bereken in één decimaal de omzetsnelheid van de voorraad in 2009.
3
Met betrekking tot het beheer van de liquide middelen hecht Laho veel waarde aan de gemiddelde krediettermijn van het verstrekte en ontvangen leverancierskrediet. Een jaar wordt gesteld op 360 dagen. Gegeven is verder, dat de vordering op debiteuren uitsluitend betrekking heeft op verkopen van tegels en dat de schuld aan crediteuren uitsluitend betrekking heeft op ingekochte grondstoffen. 15.
Bereken de gemiddelde krediettermijn in 2009 van het aan debiteuren verstrekte leverancierskrediet in hele dagen.
16.
Bereken de gemiddelde krediettermijn in 2009 van het van leveranciers ontvangen krediet in hele dagen. Over het rekening-courantkrediet moet maandelijks interest worden betaald over de hoogste debetstand van die maand. De bank berekent op jaarbasis 8% interest. In mei 2010 bedraagt de gemiddelde rekening-courantschuld € 467.000,-; de hoogste debetstand in die maand bedraagt € 630.000,-.
17.
Bereken de te betalen interest over het rekening-courantkrediet over mei 2010. Laho keert jaarlijks dividend uit.
18.
In welke twee vormen kan dividend worden uitgekeerd?
Einde examenonderdeel Bedrijfseconomie
4
PDB
EXAMENNUMMER: NAAM: PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGENBOEKJE BEDRIJFSECONOMIE bij opgave: LAHO BV
DIT EXAMENONDERDEEL BESTAAT UIT 4 PAGINA’S
WOENSDAG 16 JUNI 2010 15.15 - 16.45 UUR
Beschikbare tijd 11⁄2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50.
1
STICHTING NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PRAKTIJKEXAMENS
D28.8
1.
Bereken de investering in machines in 2009. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
2.
Bereken de contante waarde van de toekomstige extra ontvangsten. (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
3.
Is het bedrijfseconomisch gezien verstandig geweest van Laho te investeren in het machinepark? Motiveer uw antwoord. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
4.
Bereken de dotatie aan de voorziening groot onderhoud in 2009. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
5.
Bereken in twee decimalen de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen na aftrek van belasting over 2009. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
6.
Wat wordt verstaan onder een claimemissie? (2 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
7.
Welke posten veranderen op de balans, indien de aandelenemissie volledig slaagt? Geef hierbij ook aan met welke bedragen de balansposten veranderen. (3 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
2
8.
Bereken de intrinsieke waarde per aandeel zowel vóór de aandelenemissie per 1 januari 2010 als erna. (4 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
9.
Bereken in een heel percentage de solvabiliteit zowel vóór de aandelenemissie per 1 januari 2010 als erna. (5 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
10.
Bereken in twee decimalen de current ratio zowel vóór de aandelenemissie per 1 januari 2010 als erna. (5 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
11.
Geef van elk van onderstaande kengetallen aan of die als gevolg van de aandelenemissie verbetert, verslechtert of ongewijzigd blijft: – intrinsieke waarde per aandeel; – solvabiliteit; – liquiditeit. (3 punten) verbetert
verslechtert
blijft ongewijzigd
Intrinsieke waarde per aandeel Solvabiliteit Liquiditeit 12.
Zal Laho de financiering laten plaatsvinden door middel van een aandelenemissie of door middel van een obligatie-emissie? Motiveer uw antwoord. (3 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
3
13.
Wat zijn converteerbare obligaties? (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
14.
Bereken in één decimaal de omzetsnelheid van de voorraad in 2009. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
15.
Bereken de gemiddelde krediettermijn in 2009 van het aan debiteuren verstrekte leverancierskrediet in hele dagen. (3 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
16.
Bereken de gemiddelde krediettermijn in 2009 van het van leveranciers ontvangen krediet in hele dagen. (4 punten) ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
17.
Bereken de te betalen interest over het rekening-courantkrediet over mei 2010. (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
18.
In welke twee vormen kan dividend worden uitgekeerd? (2 punten) ....................................................................................................................................... .......................................................................................................................................
Einde examenonderdeel Bedrijfseconomie
4