PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012 FINANCIËLE ADMINISTRATIE GRIMBERG BV 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
(2 punten) 300 Voorraad materialen 180 Te verrekenen omzetbelasting Aan 130 Crediteuren
€ „
(1 punt) 600 Opdrachten in uitvoering Aan 300 Voorraad materialen
€
(2 punten) 120 Debiteuren Aan 182 Verschuldigde omzetbelasting Aan 840 Opbrengst uitgevoerde opdrachten
€
(2 punten) 800 Kostprijs uitgevoerde opdrachten Aan 600 Opdrachten in uitvoering Aan 585 Opslag indirecte verkoopkosten (2% van € 3.600,- = € 72,-)
€
(4 punten) 240 Tussenrekening lonen Aan 150 Te betalen loonheffingen Aan 155 Vooruitbetaalde bedragen Aan 160 Te betalen lonen Aan 165 Te betalen pensioenpremies
€
4.998,-
€
2.280,-
€ „
684,3.600,-
€ „
2.920,72,-
2.280,-
4.284,-
2.992,-
€ 40.693,€ 15.200,„ 600,„ 22.991,„ 1.902,-
(2 punten) 470 Sociale lasten Aan 150 Te betalen loonheffingen Aan 165 Te betalen pensioenpremies
€
5.705,€ „
(4 punten) 065 5,5% Lening ING bank o/g 130 Crediteuren 160 Te betalen lonen 175 Nog te betalen bedragen Aan 110 ING bank
PDB FCA dagexamen januari 2012
4.200,798,-
3.803,1.902,-
€ 11.000,„ 4.998,„ 22.991,„ 1.375,€ 40.364,-
1
8.
(2 punten) De grootboekrekening Opdrachten in uitvoering kan een saldo hebben, want voor opdrachten die nog niet gereed zijn, is de rekening wel gedebiteerd maar nog niet gecrediteerd. Het saldo is een debetsaldo en het betreft de geboekte kosten voor opdrachten die aan het einde van een boekingsperiode nog niet gereed zijn.
9.
(3 punten) 600 Opdrachten in uitvoering € 11.365,20 Aan 580 Opslag indirecte productiekosten € 1.033,20 Aan 240 Tussenrekening lonen „ 10.332,(287 × € 39,60 = € 11.365,20; 10/110 × € 11.365,20 = € 1.033,20)
10.
11.
12.
(1 punt) 460 Afschrijvingskosten Aan 041 Afschrijving machines
€
(4 punten) 100 Kas 041 Afschrijving machines 910 Incidentele baten en lasten Aan 040 Machines Aan 182 Verschuldigde omzetbelasting (5 × 12 × € 40,- = € 2.400,-)
€ „ „
(2 punten) 600 Opdrachten in uitvoering 300 Voorraad materialen Aan 240 Tussenrekening lonen Aan 580 Opslag indirecte productiekosten
€ „
40,€
40,-
€ „
2.900,57,-
€ „
900,90,-
357,2.400,200,-
290,700,-
13.
(2 punten) De afschrijvingskosten van de nieuwe bedrijfsauto over de maand november 2011 bedragen: (€ 55.930,-/1,19 – € 2.000,-)/(12 × 5) = € 750,-.
14.
(2 punten) De ingecalculeerde interest per jaar voor de bedrijfsauto bedraagt: 6% van (€ 55.930,-/1,19 + € 2.000,-)/2 = € 1.470,-.
15.
(2 punten) 175 Nog te betalen bedragen € 8.100,Aan 110 ING bank [1/2 × 6% van (€ 300.000,- – € 30.000,-) = € 8.100,-]
€
8.100,-
(2 punten) 490 Interestkosten € 1.350,Aan 175 Nog te betalen bedragen [1/12 × 6% van (€ 300.000,- – € 30.000,-) = € 1.350,-]
€
1.350,-
16.
PDB FCA dagexamen januari 2012
2
17.
18.
(5 punten) 460 Afschrijvingskosten 465 Verzekeringskosten 485 Algemene kosten Aan 031 Afschrijving vervoermiddelen Aan 051 Afschrijving inventaris Aan 155 Vooruitbetaalde bedragen Aan 175 Nog te betalen bedragen
€ „ „
(0 of 2 punten) 130 Crediteuren Aan 155 Vooruitbetaalde bedragen
€
2.300,180,400,€ „ „ „
800,1.500,180,400,-
€
480,-
480,-
19.
(0 of 2 punten) Bij de voortgangscontrole gaat het om de vraag of er steeds op het juiste moment door de installateurs en de uitvoerders op de werkvloer is gehandeld en of de verschillende installatiewerkzaamheden voldoende voortgang hebben. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van vooraf opgestelde tijdschema’s.
20.
(1 punt) De bevoegdheidscontrole is een controle of op de verschillende (leidinggevende) niveaus binnen de schriftelijk vastgelegde bevoegdheden is gehandeld.
21.
(1 punt) Doordat gegevens slechts eenmaal hoeven te worden ingevoerd, verlopen administratieve handelingen sneller, eenvoudiger en met minder fouten. Het bedrijfsproces verloopt hierdoor efficiënter en effectiever.
22.
(2 punten) Voorbeelden van diensten die het factoorsbedrijf kan verrichten, zijn: – administreren van vorderingen; – verzorgen van incasso van vorderingen; – gedeeltelijke voorfinanciering van de overgedragen vorderingen.
PDB FCA dagexamen januari 2012
3
KOSTPRIJSCALCULATIE DE KORTE BV 1.
(1 punt) De normale bezetting van een bedrijf is de mate waarin de capaciteit van het bedrijf naar verwachting gemiddeld per jaar in de loop van de jaren wordt benut.
2.
(2 punten) Twee andere wijzen waarop de variabele kosten kunnen verlopen zijn: – progressief variabele kosten, bijvoorbeeld hogere loonkosten per uur bij overwerk; – degressief variabele kosten, bijvoorbeeld een lagere inkoopprijs bij een grotere afname van grondstoffen.
3.
(2 punten) Per machine kunnen 35.000 stuks Bospa per jaar worden gemaakt. Voor 80.000 producten zijn nodig: 80.000/35.000 = 2,28… machines, afgerond 3 machines.
4.
(3 punten) In het derde kwartaal moet een productiecapaciteit aanwezig zijn van: 1,08 × 26.000 = 28.080 stuks. Per jaar is dat: 4 × 28.080 = 112.320 stuks. De benodigde jaarcapaciteit is: 112.320/35.000 = 3,20… machines, afgerond 4 machines.
5.
(0 of 2 punten) De constante machinekosten per product Bospa bedragen: 4 × € 80.000,-/80.000 = € 4,-.
6.
(3 punten) Voorbeelden van complementaire kosten zijn: – loonkosten van bedienend personeel; – energiekosten; – onderhoudskosten; – verzekeringskosten.
7.
(2 punten) De totale constante kosten zijn binnen bepaalde productiegrenzen onafhankelijk van de bedrijfsdrukte en de totale variabele kosten zijn afhankelijk van de bedrijfsdrukte.
8.
(2 punten) De constante verkoopkosten in de standaard commerciële kostprijs bedragen per product Bospa: € 46,- – € 38,- – € 3,20 – € 4,- = € 0,80.
9.
(0 of 2 punten) De totale constante kosten voor de productie en verkoop van Bospa bedragen per jaar: 80.000 × (€ 4,- + € 0,80) = € 384.000,-.
PDB FCA dagexamen januari 2012
4
10.
(3 punten) De verkoopprijs exclusief omzetbelasting per product Bospa bedraagt: € 71,40/1,19 = € 60,-. De dekkingsbijdrage bedraagt: € 60,- – (€ 38,- + € 3,20) = € 18,80. De break-evenafzet over 2011 is: € 384.000/€ 18,80 = 20.426 stuks Bospa. De break-evenomzet inclusief omzetbelasting bedraagt: 20.426 × € 71,40 = € 1.458.416,40, afgerond € 1.460.000,-.
11.
(2 punten) De afzet die nodig is om de doelstelling te halen is: (€ 384.000,- + € 350.000)/€ 18,80 = 39.043 stuks Bospa. De omzet inclusief omzetbelasting die nodig is om de doelstelling te halen bedraagt: 39.043 × € 71,40 = € 2.787.670,20, afgerond € 2.790.000,-.
12.
(2 punten) Het verkoopresultaat op producten Bospa over het 3e kwartaal is: 24.000 × (€ 71,40/1,19 – € 46,-) = € 336.000,-.
13.
(2 punten) Het bezettingsresultaat over het 3e kwartaal op producten Bospa bedraagt: (26.000 – 24.000) × (€ 4,- + € 0,80) = € 9.600,- (nadelig).
14.
(1 punt) Het bedrijfsresultaat over het 3e kwartaal op producten Bospa bedraagt: € 336.000 – € 9.600 = € 326.400,- (voordelig).
15.
(0 of 2 punten) Een nadelig prijsresultaat op grondstoffen betekent dat de verbruikte grondstoffen duurder waren dan verwacht. Deze grondstoffen kunnen van betere kwaliteit zijn geweest dan normaal, waardoor minder verlies bij de productie is ontstaan. En dat heeft een voordelig efficiencyresultaat tot gevolg.
16.
(0 of 2 punten) Het totale verlies over 2011 door te late betaling door afnemers bedraagt: 5,5% van (36 – 21)/365 × € 360.000,- = € 814,-.
17.
(3 punten) Het efficiencyresultaat op materiaalverbruik voor producten Bospa over 2011 bedraagt: [(16.500 + 20.000 + 24.000 + 15.000) × 5 – 390.000] × € 3,- = – € 37.500,- (nadelig).
18.
(3 punten) Het prijsresultaat op materiaalverbruik voor producten Bospa over 2011 bedraagt: (390.000 × € 3,-) – € 1.151.000,- = € 19.000,- (voordelig).
19.
(3 punten) Het werkelijke verbruikte aantal arbeidsuren voor de productie van Bospa in 2011 is: [(16.500 + 20.000 + 24.000 + 15.000) × 0,5 – € 69.000,-/€ 46,-] = 36.250.
20.
(3 punten) De werkelijke arbeidskosten voor de productie van Bospa in 2011 bedragen: 36.250 × € 46,- + € 56.000,- = € 1.723.500,-. PDB FCA dagexamen januari 2012
5
21.
(1 punt) Constante kosten kunnen onder andere stijgen doordat: – een machine wordt vervangen door een duurdere; – de interestkosten stijgen.
22.
(4 punten) De maximaal toegestane break-evenafzet inclusief omzetbelasting is: € 1.600.000/€ 73,- = 21.918 stuks. De maximaal toegestane constante kosten bedragen: 21.918 × (€ 73,-/1,19 – € 38,- – € 3,20) = € 441.527,98, afgerond € 441.000,-.
PDB FCA dagexamen januari 2012
6
PERIODEAFSLUITING ELSOTTI 1.
(2 punten) De vennoten van een vof zijn hoofdelijk en privé aansprakelijk voor de schulden van de vof. Hoofdelijke aansprakelijk houdt in dat de totale schuld van de vof op elk van de vennoten kan worden verhaald. Bovendien kunnen schuldeisers hun vordering verhalen op het privévermogen van de vennoten als het vermogen van de vof niet toereikend is.
2.
(1 punt) 430 Interestkosten Aan 150 Nog te betalen bedragen (1/12 × 4% van € 300.000,- = € 1.000,-)
3.
4.
5.
6.
€
(1 punt) 400 Loonkosten Aan 150 Nog te betalen bedragen
€
(3 punten) 710 Voorraad overige artikelen 130 Crediteuren Aan 120 Debiteuren Aan 701 Inkopen schoenen
€ „
(1 punt) 420 Afschrijvingskosten vaste activa Aan 030 Bestelauto [€ 8.250,-/33 (maanden) = € 250,-]
€
(2 punten) 140 Nog te ontvangen bedragen Aan 030 Bestelauto Aan 900 Incidentele baten en lasten (€ 15.000,- – € 8.250,- – € 250,- = € 6.500,-)
€
1.000,€
1.000,-
€
700,-
€ „
2.380,2.000,-
€
250,-
€ „
6.500,500,-
700,-
2.000,2.380,-
250,-
7.000,-
7.
(2 punten) 900 Incidentele baten en lasten € 3.000,182 Af te dragen omzetbelasting „ 570,Aan 120 Debiteuren € 3.570,[100/119 × (€ 11.900,- – € 8.330,-) = € 3.000,-; 19% van € 3.000,- = € 570,-]
8.
(2 punten) De curator beheert, zolang het faillissement duurt, het vermogen van de faillietverklaarde onderneming. Hij maakt de boedelbeschrijving, verifieert de juistheid van de ingediende vorderingen en schrijft de verificatievergadering uit.
PDB FCA dagexamen januari 2012
7
9.
10.
11.
(3 punten) 055 Privé J. Elsenaar Aan 181 Verschuldigde omzetbelasting Aan 700 Voorraad schoenen Aan 710 Voorraad overige artikelen (19/119 × € 119,- + 19/119 × € 238,- = € 57,-)
€
(2 punten) 056 Privé D. Otting Aan 180 Te verrekenen omzetbelasting Aan 450 Autokosten
€
(4 punten) 120 Debiteuren € 820 Kortingen winkels „ Aan 181 Verschuldigde omzetbelasting Aan 810 Opbrengst verkochte schoenen (30 × € 150,- = € 4.500,-; 20% van € 4.500,- = € 900,-) €
800 Inkoopprijs schoenen Aan 700 Voorraad schoenen (30 × € 95,- = € 2.850,-) 12.
13.
14.
(1 punt) 460 Verkoopkosten Aan 150 Nog te betalen bedragen
€
(1 punt) 470 Kasverschillen Aan 100 Kas
€
(1 punt) 200 Kruisposten Aan 100 Kas
€
357,€ „ „
57,100,200,-
€ „
76,400,-
€ „
684,4.500,-
€
2.850,-
€
750,-
476,-
4.284,900,-
2.850,-
750,-
5,25 €
5,25
1.720,€
1.720,-
15.
(0 of 2 punten) De grootboekrekeningen die vervallen zijn: 050 Vermogen J. Elsenaar, 051 Vermogen D. Otting, 055 Privé J. Elsenaar en 056 Privé D. Otting.
16.
(2 punten) Voordelen van een bv boven een vof zijn onder meer: – de eigenaren zijn niet meer hoofdelijk aansprakelijk en niet meer aansprakelijk met hun privévermogen; – een bv kan in het algemeen iets makkelijker vermogen aantrekken.
PDB FCA dagexamen januari 2012
8
17.
(3 punten) Vereisten voor het oprichten van een bv zijn onder meer: – er moet een notariële akte van oprichting worden gemaakt; – de bv moet in het Handelsregister worden ingeschreven; – een kapitaalstorting van ten minste € 18.000,-. NB De ministeriële verklaring van geen bezwaar is per 1 juli 2011 afgeschaft, maar wordt in dit examen toch goed gerekend.
18.
19.
20.
21.
(1 punt) 041 Aandelen in portefeuille Aan 040 Aandelenkapitaal
€ 2.000.000,€ 2.000.000,-
(4 punten) 050 Vermogen J. Elsenaar 051 Vermogen D. Otting Aan 055 Privé J. Elsenaar Aan 056 Privé D. Otting Aan 041 Aandelen in portefeuille
€ 400.000,„ 275.000,€ 3.200,„ 11.000,„ 660.800,-
(3 punten) 110 ING bank 125 Aandeelhouders nog te storten Aan 041 Aandelen in portefeuille Aan 045 Agioreserve (80% van 5.000 × € 125,- = € 500.000,-)
€ 500.000,„ 125.000,€ 500.000,„ 125.000,-
(1 punt) 110 ING bank Aan 125 Aandeelhouders nog te storten
€ 125.000,€ 125.000,-
22.
(3 punten) 080 Winstsaldo € 250.000,Aan 126 Te betalen dividend € 98.668,Aan 127 Te betalen dividendbelasting „ 17.412,Aan 046 Winstreserve „ 133.920,[85% van 10% van (€ 500.000,- + € 660.800,-) = € 98.668,-]
23.
(1 punt) 126 Te betalen dividend Aan 110 ING bank (20% van € 98.668,- = € 19.733,60)
€
19.733,60 €
19.733,60
24.
(2 punten) De afloopcontrole van schulden is een methode om te controleren of schulden per een bepaalde datum (bijvoorbeeld de balansdatum) juist en volledig zijn. De controle vindt plaats door de afloop van de schulden gedurende de periode daarna te volgen.
25.
(2 punten) Balansposten waarop de afloopcontrole kan worden toegepast, zijn: PDB FCA dagexamen januari 2012
9
– de vorderingen op debiteuren; – de aanwezige voorraad schoenen; – de aanwezige voorraad overige artikelen.
PDB FCA dagexamen januari 2012
10
BEDRIJFSECONOMIE PLEIN BV 1.
(2 punten) Twee functies van het eigen vermogen zijn onder meer: – financiering van de activa; – buffer om verliezen op te vangen.
2.
(2 punten) Twee kenmerkende verschillen tussen eigen vermogen en vreemd vermogen zijn onder meer: – vreemd vermogen moet worden terugbetaald en eigen vermogen niet; – over vreemd vermogen moet interest worden betaald en over eigen vermogen niet.
3.
(0 of 2 punten) Het aantal aandelen per 31 december 2010 is: € 1.250.000,-/€ 50,- = 25.000.
4.
(0 of 2 punten) Het aantal aandelen na emissie is: € 1.425.000,-/€ 95,- + 25.000 = 40.000.
5.
(2 punten) Verwachte winst bij een aandelenemissie: De winst over 2010 bedraagt € 300.000,Verwachte winststijging in 2011 „ 100.000,––––––––––– Verwachte winst over 2011 € 400.000,Verwachte winst per aandeel per 31 december 2011: € 400.000,-/40.000 = € 10,-.
6.
(3 punten) Verwachte winst bij een lening: De winst over 2010 bedraagt Verwachte winststijging in 2011 Extra interest: 5% van € 1.425.000,- = Verwachte winst over 2011
€ 300.000,„ 100.000,––––––––––– € 400.000,„ 71.250,––––––––––– € 328.750,-
Verwachte winst per aandeel per 31 december 2011: € 328.750,-/25.000 = € 13,15. 7.
(1 punt) Plein kiest voor financiering via een onderhandse lening.
PDB FCA dagexamen januari 2012
11
8.
(3 punten) Verwachte winst over 2011 Winst per aandeel: 25.000 × € 12,50
€ 400.000,„ 312.500,––––––––––– € 87.500,-
De interest van de onderhandse lening bedraagt in dat geval: € 87.500,-/€ 1.425.000,- × 100% = 6,14%. 9.
(0 of 2 punten) Onder solvabiliteit wordt verstaan de mate waarin een onderneming in geval van liquidatie in staat is aan haar verplichtingen tegenover de verschaffers van vreemd vermogen te voldoen.
10.
(0 of 2 punten) Onder rentabiliteit wordt verstaan de verhouding tussen de opbrengst van het geïnvesteerd vermogen en het gemiddeld geïnvesteerd vermogen.
11.
(4 punten) De debt ratio per 2 januari 2011 bij emissie van aandelen is: (€ 800.000,- + € 700.000,-)/(€ 3.600.000,- + € 1.425.000,-) × 100% = 29,85%. De debt ratio per 2 januari 2011 bij een onderhandse lening is: (€ 800.000,-+ € 700.000,- + € 1.425.000,-)/(€ 3.600.000,- + € 1.425.000,-) × 100% = 58,21%.
12.
(1 punt) De debt ratio geeft aan voor welk percentage de onderneming is gefinancierd met vreemd vermogen.
13.
(4 punten) De verwachte rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen over 2011 bij emissie van aandelen is: € 400.000,-/(€ 2.100.000,- + € 1.425.000,- + ½ × € 400.000,-) × 100% = 10,74%. De verwachte rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen over 2011 bij een onderhandse lening is: € 328.750,-/(€ 2.100.000,-+ ½ × 328.750,-) × 100% = 14,52%.
14.
(4 punten) De verwachte rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen over 2011 bij emissie van aandelen is: (€ 400.000,- + € 72.000,-)/( € 3.600.000,- + € 1.425.000,- + ½ × € 400.000)/100% = 9,03%. De verwachte rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen over 2011 bij een onderhandse lening is: (€ 328.750,- + € 72.000,- + 5% van € 1.425.000,-)/(€ 3.600.000,- + € 1.425.000,- + ½ × 328.750,-) × 100% = 9,10%.
15.
(2 punten) De gemiddelde omzetsnelheid van de voorraad in 2010 is: 80% van € 4.800.000,- /€ 830.000,- = 4,6. PDB FCA dagexamen januari 2012
12
16.
(0 of 2 punten) De gemiddelde opslagduur van de voorraad in 2010 is: 360/4,6 = 78 dagen.
17.
(2 punten) Een converteerbare obligatielening is een lening, waarvan de obligaties onder bepaalde voorwaarden en gedurende een bepaalde periode door de houders kunnen worden ingewisseld in aandelen van de uitgevende onderneming.
18.
(1 punt) Voordelen voor een onderneming om een converteerbare obligatielening uit te geven zijn: – lagere rente dan in geval van financiering met een lening van de bank; – via een converteerbare obligatielening kan een hogere koers voor de aandelen worden verkregen dan wanneer direct aandelen worden uitgegeven.
19.
(1 punt) Voordelen voor een belegger om te beleggen in een converteerbare obligatielening zijn: – de belegger krijgt een vaste rentevergoeding; dividend is afhankelijk van de winst; – naast de zekerheid van een obligatie kan de belegger profiteren van de winststijging van de onderneming waardoor de koers van de converteerbare obligatie stijgt.
20.
(0 of 2 punten) De conversiekoers bedraagt: (3 × € 500,- + € 180,-)/14 = € 120,-. Of: (3 × € 500,- + € 180,-)/(14 × € 50,-) × 100% = 240%.
21.
(2 punten) Bij omwisseling van drie converteerbare obligaties bedraagt de agio: 3 × € 500,- + € 180,- 14 × € 50,- = € 980,-.
22.
(4 punten) Er komen € 1.425.000,-/€ 1.500,- × 14 aandelen = 13.300 aandelen bij. Het aandelenkapitaal neemt toe met: 13.300 × € 50,- = € 665.000,-. De agioreserve neemt toe met: 13.300 × (€ 120,- – € 50,-) = € 931.000,-. De liquide middelen nemen toe met: € 1.425.000,-/€ 1.500,- × € 180,- = € 171.000,-.
PDB FCA dagexamen januari 2012
13