PDB
PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING FINANCIËLE ADMINISTRATIE DINSDAG 10 JANUARI 2012 08.45 – 10.45 UUR
dit examenonderdeel bestaat uit 4 pagina’s
Beschikbare tijd 2 uur. Het maximumaantal te behalen punten is 50. De uitwerkingen moet u maken in het bijgeleverde uitwerkingenboekje. Indien een uitwerking niet duidelijk leesbaar is, worden daarvoor geen punten toegekend. GRIMBERG BV Grimberg bv te Leiden fabriceert en installeert open haarden. De onderneming werkt in opdracht van bedrijven die open haarden verkopen aan particulieren. Voor elke opdracht wordt eerst een offerte gemaakt. Na akkoordverklaring door de opdrachtgever wordt in de financiële administratie voor elke opdracht een doorlopend genummerde kostprijskaart gemaakt. De werkelijke fabricagekosten worden op de kostprijskaarten geboekt en vervolgens doorgeboekt naar de grootboekrekening Opdrachten in uitvoering. Na het gereedkomen van een opdracht wordt een factuur verzonden naar de opdrachtgever. Voor indirecte verkoopkosten houdt Grimberg rekening met een opslag van 2% van de aanneemsom. Deze opslag wordt tegelijk met de boeking van de kostprijs van de verkoop geboekt. De rekening Kostprijs uitgevoerde opdrachten wordt in de maand, dat de factuur is verzonden, gedebiteerd voor de werkelijke kosten. Grimberg past in de boekhouding de permanence de l’inventaire toe met maandelijkse resultatenbepaling. In het grootboek van Grimberg komen onder andere de volgende rekeningen voor: 010 Gebouwen 011 Afschrijving gebouwen 030 Vervoermiddelen 031 Afschrijving vervoermiddelen 040 Machines 041 Afschrijving machines 050 Inventaris 051 Afschrijving inventaris 060 6% Hypothecaire lening o/g 065 5,5% Lening ING bank o/g 100 Kas 110 ING bank 120 Debiteuren 130 Crediteuren 150 Te betalen loonheffingen 155 Vooruitbetaalde bedragen 160 Te betalen lonen 1
165 Te betalen pensioenpremies 175 Nog te betalen bedragen 180 Te verrekenen omzetbelasting 182 Verschuldigde omzetbelasting 240 Tussenrekening lonen 300 Voorraad materialen 460 Afschrijvingskosten 465 Verzekeringskosten 470 Sociale lasten 485 Algemene kosten 490 Interestkosten 580 Opslag indirecte productiekosten 585 Opslag indirecte verkoopkosten 600 Opdrachten in uitvoering 800 Kostprijs uitgevoerde opdrachten 840 Opbrengst uitgevoerde opdrachten 910 Incidentele baten en lasten Nederlandse Associatie voor praktijkexamens
D28.1
Over de maand november 2011 moet nog een aantal financiële feiten worden gejournaliseerd en een aantal correcties worden aangebracht. Bij de te maken journaalposten mag alleen gebruik worden gemaakt van de gegeven grootboekrekeningen. Bij het journaliseren kan worden volstaan met het vermelden van uitsluitend de nummers van de grootboekrekeningen en de bedragen. Ontvangen van Blom bv te Pijnacker een factuur voor diverse geleverde materialen. Diverse materialen volgens bijgevoegde specificatie € 4.200,Omzetbelasting 19% „ 798, –––––––– Totaal € 4.998,1.
Journaliseer de van Blom bv ontvangen factuur. (2 punten) Voor de opdracht van Nelissen bv te Gouda is voor een bedrag van € 2.280,- aan materiaal verbruikt.
2.
Journaliseer het verbruik aan materiaal voor de opdracht van Nelissen bv. (1 punt) Aan J. Berends te Zoeterwoude is factuur nr. 138 verzonden in verband met het gereedkomen van de opdracht met betrekking tot contract nr. 1995. Aanneemsom € 3.600,Omzetbelasting 19% „ 684, –––––––– Totaal € 4.284,-
3.
Journaliseer de aan J. Berends verzonden factuur. (2 punten) De werkelijke kosten van de opdracht met betrekking tot contract nr. 1995 bedragen € 2.920,-.
4.
Journaliseer de werkelijke kosten van de opdracht met betrekking tot contract nr. 1995. (2 punten) Over de maand november 2011 ziet de loonlijst er als volgt uit: Brutoloon € 40.693,Verrekening voorschot „ 600, –––––––– € 40.093,Inhoudingen: Loonheffingen € 15.200,Pensioenpremies „ 1.902, –––––––– € 17.102, –––––––– Netto te betalen € 22.991,-
5.
Journaliseer de loonlijst over november 2011. (4 punten) De werkgeverslasten over november 2011 bedragen: premies WAO/WIA € 2.362,premies WW € 1.441,pensioenpremies € 1.902,-
2
6.
Journaliseer de werkgeverslasten over november 2011. (2 punten) In de maand november is per ING bank betaald: – lonen november 2011 – inkoopfactuur Blom bv – aflossing 5,5% lening ING bank – interest over de 5,5% lening ING bank over de periode 1-8-2011 tot en met 31-10-2011
€ € €
22.991,4.998,11.000,-
€
1.375,-
7.
Journaliseer de betalingen per ING bank. (4 punten)
8.
Kan de grootboekrekening Opdrachten in uitvoering aan het einde van een boekingsperiode een saldo hebben? Zo ja, is dat dan een debet- of een creditsaldo? Motiveer uw antwoord. (2 punten) Gedurende de laatste week van november 2011 zijn aan de opdrachten in uitvoering 287 uren à € 39,60 per uur besteed. Het tarief van € 39,60 is verkregen door het directe uurloon te verhogen met een opslag voor indirecte productiekosten van 10% van het directe uurloon.
9.
Journaliseer de loonkosten die aan de opdrachten in uitvoering zijn besteed. (3 punten) Op 30 november 2011 is een machine contant verkocht voor € 357,- inclusief 19% omzetbelasting. De machine is op 1 december 2006 aangeschaft voor € 2.900,-. Maandelijks wordt er € 40,- op de machine afgeschreven. De machine is gedurende de hele maand november 2011 normaal gebruikt. De afschrijving over november 2011 is nog niet geboekt.
10.
Journaliseer de afschrijving op de machine over de maand november 2011. (1 punt)
11.
Journaliseer de verkoop en levering van de machine op 30 november 2011. (4 punten) Op de opdracht aan afnemer Gilles is in november 2011 voor een bedrag van € 700,- te veel aan materiaalkosten geboekt en voor een bedrag van € 900,- te weinig aan loonkosten. De opslag voor indirecte productiekosten bedraagt € 90,-.
12.
Journaliseer de correctie van de kosten van de opdracht van Gilles. (2 punten) Begin januari 2011 is een nieuwe bedrijfsauto aangeschaft voor € 55.930,inclusief 19% omzetbelasting. De verwachte technische levensduur van deze bedrijfsauto is 8 jaar en de economische levensduur wordt gesteld op 5 jaar. De restwaarde zal naar verwachting € 2.000,- bedragen.
13.
Bereken de afschrijvingskosten over november 2011 van de nieuwe bedrijfsauto. Vermeld ook de berekening. (2 punten) De in te calculeren interest is 6% per jaar over het gemiddeld in de bedrijfsauto geïnvesteerde vermogen gedurende de levensduur van de bedrijfsauto.
14.
Bereken de ingecalculeerde interest per jaar van de bedrijfsauto. Vermeld ook de berekening. (2 punten)
3
De schuldrest van de 6% hypothecaire lening o/g bedraagt per 1 januari 2011 € 300.000,-. Jaarlijks wordt per 1 mei € 30.000,- afgelost. De interest wordt per halfjaar achteraf betaald per ING bank op 1 mei en op 1 november. 15.
Journaliseer de betaling van de interest van de 6% hypothecaire lening op 1 november 2011 per ING bank. (2 punten)
16.
Journaliseer de interestkosten van de 6% hypothecaire lening over november 2011. (2 punten) Vanuit het Memoriaal moeten over november 2011 nog worden geboekt: – de afschrijving op de inventaris € 1.500,– de afschrijving op de personenauto € 800,– de verzekeringskosten € 180,– de overige kosten, zoals telefoon en fax € 400,- (exclusief 19% omzetbelasting) De verzekeringskosten worden vooruitbetaald en de overige kosten achteraf.
17.
Journaliseer de memoriaalposten over november 2011. (5 punten) Van de verzekeringsmaatschappij is in november 2011 een nota ontvangen voor de opstalverzekering van € 480,- voor de periode 1 november 2011 tot 1 november 2012. Deze nota is ook geboekt. In november 2011 is echter ook al eerder een nota voor dezelfde periode ontvangen en geboekt.
18.
Journaliseer de correctie van de in november 2011 ten onrechte geboekte nota. (0 of 2 punten) De leiding van Grimberg acht interne controle belangrijk. In dat verband wordt in het bijzonder van de bedrijfsleider aandacht gevraagd voor de voortgangscontrole.
19.
Wat wordt verstaan onder de voortgangscontrole bij een bedrijf zoals dat van Grimberg? (0 of 2 punten) De accountant van Grimberg besteedt in het kader van zijn controle van de jaarrekening onder andere aandacht aan de bevoegdheidscontrole.
20.
Wat wordt verstaan onder de bevoegdheidscontrole? (1 punt) De accountant van Grimberg heeft al meerdere malen bij de leiding aandacht gevraagd voor invoering van een ERP-systeem. Hij wijst daarbij op de voordelen van een dergelijk systeem.
21.
Wat is een voordeel van een ERP-systeem? (1 punt) Sommige bedrijven gaan ertoe over hun vorderingen op debiteuren of een deel ervan over te dragen aan een factoorsbedrijf. Naast het overnemen van vorderingen kan het factoorsbedrijf nog allerlei andere diensten verlenen.
22.
Geef, naast het overnemen van vorderingen, nog twee voorbeelden van diensten die het factoorsbedrijf kan verrichten. Alleen de eerste twee vermelde voorbeelden worden in de correctie betrokken. (2 punten)
Einde examenonderdeel Financiële Administratie
4
PDB
PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING KOSTPRIJSCALCULATIE DINSDAG 10 JANUARI 2012 11.00 – 13.00 UUR
dit examenonderdeel bestaat uit 4 pagina’s
Beschikbare tijd 2 uur. Het maximumaantal te behalen punten is 50. De uitwerkingen moet u maken in het bijgeleverde uitwerkingenboekje. Indien een uitwerking niet duidelijk leesbaar is, worden daarvoor geen punten toegekend. DE KORTE BV De Korte bv produceert onder andere het product Bospa. Voor 2011 zijn de volgende gegevens over Bospa bekend. – De normale productie en afzet van Bospa zijn 80.000 stuks per jaar. – De productie vindt plaats op machines die elk een capaciteit van 35.000 stuks per jaar hebben. – Voorraadvorming is om technische redenen niet mogelijk. – De variabele productiekosten bedragen € 38,- per stuk. – De variabele verkoopkosten bedragen € 3,20 per stuk. – De constante machinekosten bedragen € 80.000,- per machine per jaar.
1
Nederlandse Associatie voor praktijkexamens
D28.3
1.
Wat wordt verstaan onder de normale bezetting van een bedrijf? (1 punt) Bij De Korte verlopen de variabele productiekosten en variabele verkoopkosten proportioneel.
2.
Vermeld nog twee manieren waarop de variabele kosten kunnen verlopen. Geef van elke manier een voorbeeld. Alleen de eerste twee vermelde manieren worden in de correctie betrokken. (2 punten)
3.
Bereken hoeveel machines nodig zijn voor de normale productie van Bospa. Vermeld ook de berekening. (2 punten) De normale productie en afzet van Bospa in stuks zijn als volgt verdeeld over de kwartalen: 1e kwartaal 18.500 2e kwartaal 21.000 3e kwartaal 26.000 4e kwartaal 14.500 Het benodigd aantal machines moet worden afgestemd op het kwartaal met de hoogste productiebehoefte. Veronderstel dat De Korte voor het machinepark voor elk kwartaal wil beschikken over 8% extra capaciteit in verband met storingen.
4.
Bereken hoeveel machines nodig zijn, indien rekening wordt gehouden met de hoogste kwartaalproductie en de 8% benodigde extra capaciteit. Vermeld ook de berekening. (3 punten) Het machinepark van De Korte bestaat voor de productie van Bospa uit vier machines. De Korte neemt de constante machinekosten van alle vier machines op in de kostprijs.
5.
Bereken de constante machinekosten per product Bospa. Vermeld ook de berekening. (0 of 2 punten) De machinekosten bestaan onder meer uit complementaire kosten.
6.
Geef drie voorbeelden van complementaire machinekosten. Alleen de eerste drie vermelde voorbeelden worden in de correctie betrokken. (3 punten)
7.
Omschrijf het verschil tussen totale constante kosten en totale variabele kosten. (2 punten) De standaard commerciële kostprijs per product Bospa bedraagt € 46,-. De verkoopprijs inclusief 19% omzetbelasting bedraagt € 71,40 per stuk. De constante kosten in de standaard commerciële kostprijs bestaan uit constante machinekosten en constante verkoopkosten.
8.
Bereken per product Bospa het aandeel van de constante verkoopkosten dat begrepen is in de standaard commerciële kostprijs. Vermeld ook de berekening. (2 punten)
9.
Bereken de totale constante kosten per jaar voor de productie en verkoop van het product Bospa. Vermeld ook de berekening. (0 of 2 punten)
10.
Bereken afgerond op € 10.000,- de break-evenomzet van producten Bospa inclusief omzetbelasting. Vermeld ook de berekening. (3 punten) De directie van De Korte wil met producten Bospa in 2011 een bedrijfsresultaat behalen van ten minste € 350.000,-. 2
11.
Bereken afgerond op € 10.000,- de omzet inclusief omzetbelasting, die nodig is om deze doelstelling te halen. Vermeld ook de berekening. (2 punten) Aan het einde van 2011 blijken de werkelijke productie en afzet van Bospa per kwartaal als volgt te zijn geweest: 1e kwartaal 16.500 stuks 2e kwartaal 20.000 stuks 3e kwartaal 24.000 stuks 4e kwartaal 15.000 stuks
12.
Bereken met betrekking tot producten Bospa het verkoopresultaat over het 3e kwartaal van 2011. Vermeld ook de berekening. (2 punten)
13.
Bereken met betrekking tot producten Bospa het bezettingsresultaat over het 3e kwartaal van 2011. Vermeld ook de berekening. (2 punten) Over het 3e kwartaal van 2011 was het negatieve prijsresultaat op grondstoffen precies gelijk aan het positieve efficiencyresultaat op grondstoffen. Verder deden zich geen prijs- en efficiencyresultaten voor.
14.
Bereken met betrekking tot producten Bospa het bedrijfsresultaat over het 3e kwartaal van 2011. Geef aan of dit een voordelig of nadelig resultaat is. Vermeld ook de berekening. (1 punt)
15.
Leg uit waarom een negatief prijsresultaat op grondstoffen een positief efficiencyresultaat tot gevolg kan hebben. (0 of 2 punten) Het gemiddeld debiteurensaldo over 2011 bedraagt € 360.000,-. De Korte hanteert voor haar afnemers een krediettermijn van 21 dagen. In werkelijkheid is in 2011 de gemiddelde krediettermijn 36 dagen. De interest is 5,5% per jaar. Stel het jaar hierbij op 365 dagen.
16.
Bereken in hele euro’s het totale verlies dat De Korte over 2011 heeft geleden als gevolg van de te late betaling door afnemers. Vermeld ook de berekening. (0 of 2 punten) Per product Bospa worden standaard 5 eenheden materiaal verbruikt. De standaardprijs is € 3,- per eenheid materiaal. Het aantal arbeidsuren is 0,5 per product. Het standaarduurtarief is € 46,- per arbeidsuur. De materiaalkosten en arbeidskosten zijn proportioneel variabel. Aan het einde van 2011 blijken uit de financiële administratie van De Korte de volgende gegevens: – er zijn 390.000 eenheden materiaal verbruikt, waarvoor € 1.151.000,- is betaald; – het efficiencyresultaat op arbeidsuren bedraagt € 69.000,- voordelig; – het prijsresultaat op arbeid bedraagt € 56.000,- nadelig.
17.
Bereken met betrekking tot producten Bospa het efficiencyresultaat op het materiaalverbruik over 2011. Geef aan of dit een voordelig of nadelig resultaat is. Vermeld ook de berekening. (3 punten)
18.
Bereken met betrekking tot producten Bospa het prijsresultaat op het materiaalverbruik over 2011. Geef aan of dit een voordelig of nadelig resultaat is. Vermeld ook de berekening. (3 punten)
3
19.
Bereken het werkelijke aantal verbruikte arbeidsuren in 2011 voor de productie van Bospa. Vermeld ook de berekening. (3 punten)
20.
Bereken de werkelijke arbeidskosten in 2011 voor de productie van Bospa. Vermeld ook de berekening. (3 punten) De directie van De Korte verwacht dat de constante kosten in 2012 zullen stijgen.
21.
Geef een oorzaak waardoor de constante kosten in 2012 kunnen stijgen. Alleen de eerstvermelde oorzaak wordt in de correctie betrokken. (1 punt) Veronderstel dat voor 2012 geldt: – de verkoopprijs per product Bospa mag maximaal € 73,- inclusief omzetbelasting bedragen; – de variabele kosten per stuk veranderen niet; – de break-evenomzet mag maximaal € 1.600.000,- inclusief omzetbelasting bedragen.
22.
Bereken afgerond op € 1.000,- naar beneden tot welk bedrag de constante kosten bij die veronderstelling maximaal mogen stijgen. Vermeld ook de berekening. (4 punten) Einde examenonderdeel Kostprijscalculatie
4
PDB
PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING PERIODEAFSLUITING WOENSDAG 11 JANUARI 2012 08.45 – 10.45 UUR
dit examenonderdeel bestaat uit 5 pagina’s
Beschikbare tijd 2 uur. Het maximumaantal te behalen punten is 50. De uitwerkingen moet u maken in het bijgeleverde uitwerkingenboekje. Indien een uitwerking niet duidelijk leesbaar is, worden daarvoor geen punten toegekend. ELSOTTI VOF De dames Elsenaar en Otting hebben een winkel in Veenendaal, waarin dames-, heren- en kinderschoenen en overige artikelen, zoals tassen, portefeuilles en portemonnees worden verkocht. Alle activiteiten zijn ondergebracht in een vennootschap onder firma onder de naam Elsotti vof. Elsotti heeft voor Midden-Nederland het alleenrecht voor de verkoop van het schoenenmerk Grinto. Het bedrijf verkoopt dit merk schoenen niet alleen in de eigen winkel in Veenendaal, maar is ook leverancier voor een aantal winkels in Utrecht, Gelderland en Overijssel. De winkels ontvangen een korting van 20% op de door Elsotti vastgestelde verkoopprijs exclusief omzetbelasting. Deze korting wordt in de administratie verantwoord op de grootboekrekening Kortingen winkels. De omzetbelasting op de ingekochte en verkochte schoenen is 19%.
1
Nederlandse Associatie voor praktijkexamens
D28.5
Bij Elsotti vof zijn de volgende grootboekrekeningen in gebruik: 010 Gebouwen 015 Afschrijving gebouwen 020 Inventaris 025 Afschrijving inventaris 030 Bestelauto 050 Vermogen J. Elsenaar 051 Vermogen D. Otting 055 Privé J. Elsenaar 056 Privé D. Otting 060 4% Hypothecaire lening o/g 100 Kas 110 ING bank 120 Debiteuren 130 Crediteuren 140 Nog te ontvangen bedragen 150 Nog te betalen bedragen 160 Vooruitbetaalde bedragen 165 Vooruitontvangen bedragen 170 Af te dragen loonheffingen 180 Te verrekenen omzetbelasting 181 Verschuldigde omzetbelasting 182 Af te dragen omzetbelasting
200 Kruisposten 400 Loonkosten 410 Huisvestingskosten 420 Afschrijvingskosten vaste activa 430 Interestkosten 440 Administratiekosten 450 Autokosten 460 Verkoopkosten 470 Kasverschillen 480 Overige kosten 700 Voorraad schoenen 701 Inkopen schoenen 710 Voorraad overige artikelen 711 Inkopen overige artikelen 800 Inkoopprijs schoenen 801 Inkoopprijs overige artikelen 810 Opbrengst verkochte schoenen 811 Opbrengst verkochte overige artikelen 820 Kortingen winkels 900 Incidentele baten en lasten
Elsotti past in de boekhouding de permanence de l’inventaire toe met maandelijkse resultatenberekening. Bij het journaliseren mag alleen gebruik worden gemaakt van de gegeven grootboekrekeningen en kan worden volstaan met het vermelden van uitsluitend de nummers van de grootboekrekeningen en de bedragen. 1.
Hoe is de aansprakelijkheid in een vof geregeld en wat houdt die aansprakelijkheid in? (2 punten) In januari 2011 draait de accountant van Elsotti een overzicht uit met de voorlopige cijfers over het 4e kwartaal van 2010. Bij controle hiervan blijkt een aantal mutaties nog niet of foutief te zijn geboekt. De interest over de maand december 2010 van de 4% hypothecaire lening o/g, groot € 300.000,-, moet nog worden geboekt. De interest wordt achteraf betaald per 1 november.
2.
Journaliseer de interest over de maand december 2010. (1 punt) De opgebouwde rechten op vakantietoeslag van het personeel over de maand december 2010 van € 700,- moeten nog worden geboekt. De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand mei.
3.
Journaliseer de opgebouwde rechten op vakantietoeslag over de maand december 2010. (1 punt)
2
Van een in oktober 2010 ontvangen creditnota wegens retour gezonden herenschoenen is abusievelijk gejournaliseerd: Debiteuren € 2.380,Aan Te verrekenen omzetbelasting € 380,Aan Voorraad overige artikelen „ 2.000,De retourzending is juist geboekt. 4.
Journaliseer de correctie van de ontvangen creditnota. (3 punten) Van de bestelauto die per 1 maart 2008 is aangeschaft voor € 15.000,-, is tot en met 30 november 2010 € 8.250,- afgeschreven. De bestelauto wordt afgeschreven met gelijke bedragen per maand. Eind december 2010 is deze bestelauto total loss gereden. Van de verzekeringsmaatschappij is bericht ontvangen dat de schade-uitkering € 7.000,exclusief omzetbelasting zal bedragen. De bestelauto is inmiddels door een sloopbedrijf om niet afgevoerd.
5.
Journaliseer de afschrijving van de bestelauto over de maand december 2010. (1 punt)
6.
Journaliseer de te verwachten uitkering van de verzekeringsmaatschappij en de buitengebruikstelling van de bestelauto. (2 punten) Uit het faillissement van schoenwinkelier B. Duindam zal volgens de opgave van de curator € 8.330,- inclusief 19% omzetbelasting worden ontvangen. De vordering uit 2009 op deze debiteur bedraagt € 11.900,- inclusief 19% omzetbelasting. Van de Belastingdienst is bericht ontvangen dat de omzetbelasting in het oninbare gedeelte van de vordering op B. Duindam wordt terugbetaald.
7.
Journaliseer het bericht van de curator en van de Belastingdienst. (2 punten)
8.
Vermeld twee taken van een curator in een faillissement. Alleen de eerste twee vermelde taken worden in de correctie betrokken. (2 punten) In december 2010 is door mevrouw Elsenaar voor privédoeleinden tegen inkoopprijs een paar herenschoenen van € 119,- inclusief omzetbelasting en een dameshandtas van € 238,- inclusief omzetbelasting uit de winkel genomen.
9.
Journaliseer deze privéopname. (3 punten) In december 2010 is een factuur van het garagebedrijf voor het totale bedrag op de rekening Autokosten geboekt. Op deze factuur komt onder meer voor een servicebeurt aan de privéauto van mevrouw Otting. De kosten van de servicebeurt bedragen € 476,- inclusief 19% omzetbelasting.
10.
Journaliseer de correctie van de factuur van het garagebedrijf. (2 punten) Elsotti heeft in december 2010 30 paar schoenen van het merk Grinto geleverd aan schoenwinkel Jansen. De vastgestelde verkoopprijs per paar schoenen bedraagt € 150,- exclusief omzetbelasting. De inkoopprijs van de schoenen bedraagt voor Elsotti € 95,- per paar. Hiervan is nog niets geboekt.
11.
Journaliseer de verkoopfactuur voor schoenwinkel Jansen en de aflevering van de schoenen. (4 punten)
3
In januari 2011 is van de winkeliersvereniging een factuur ontvangen van € 750,exclusief omzetbelasting als bijdrage voor het sinterklaasfeest van 2010 in het winkelcentrum. 12.
Journaliseer de kosten van de winkeliersvereniging per december 2010. (1 punt) Bij het opmaken van de kas op 31 december 2010 blijkt er een tekort van € 5,25 te zijn. Hiervan is nog niets geboekt.
13.
Journaliseer per 31 december 2010 het kastekort. (1 punt) Na de winkelsluiting op 31 december 2010 wordt € 1.720,- kasgeld gestort bij de ING bank.
14.
Journaliseer de storting van het kasgeld bij de ING bank. (1 punt) Elsotti wil graag meer winkels opzetten in de omliggende plaatsen van Veenendaal. Het bedrijf heeft daarvoor meer kapitaal nodig. De dames Elsenaar en Otting besluiten hun vof om te zetten in een besloten vennootschap. Enkele beleggers zijn bereid in het kapitaal van de bv deel te nemen. In het grootboek zullen als gevolg daarvan rekeningen vervallen en andere rekeningen worden toegevoegd.
15.
Welke vier grootboekrekeningen komen te vervallen? Alleen de eerste vier vermelde grootboekrekeningen worden in de correctie betrokken. (0 of 2 punten)
16.
Vermeld twee voordelen van een bv boven een vof. Alleen de eerste twee vermelde voordelen worden in de correctie betrokken. (2 punten)
17.
Vermeld drie vereisten waaraan Elsotti vof moet voldoen om een bv op te richten. Alleen de eerste drie vermelde vereisten worden in de correctie betrokken. (3 punten) Per 1 januari 2011 wordt de bv opgericht. De administratie van de bv wordt voortgezet in de boeken van Elsotti vof. De saldi van de rekeningen 050, 051, 055 en 056 bedragen respectievelijk: € 400.000,- credit, € 275.000,- credit, € 3.200,- debet en € 11.000,- debet. Het maatschappelijk aandelenkapitaal wordt vastgesteld op € 2.000.000,-; de nominale waarde per aandeel bedraagt € 100,-. De volgende grootboekrekeningen worden toegevoegd: 040 Aandelenkapitaal 041 Aandelen in portefeuille 045 Agioreserve 046 Winstreserve 080 Winstsaldo 125 Aandeelhouders nog te storten 126 Te betalen dividend 127 Te betalen dividendbelasting
18.
Journaliseer de creatie van het maatschappelijk aandelenkapitaal van Elsotti. (1 punt) De vermogens van J. Elsenaar en D. Otting worden aangewend om de privérekeningen te egaliseren. Voor het restant van de vermogens ontvangen zij aandelen in de nieuwe bv tegen de nominale waarde.
4
19.
Journaliseer bovenstaande feiten. (4 punten) Nieuwe aandeelhouders kopen samen per 1 januari 2011 5000 aandelen tegen een koers van € 125,- per stuk. Ze storten op de rekening van de ING bank 80% van het te betalen bedrag.
20.
Journaliseer de uitgifte van de aandelen aan de nieuwe aandeelhouders en de ontvangst van de betaling. (3 punten) Elsotti wil in januari 2011 een winkel in Ede overnemen. Om deze aankoop te kunnen financieren wordt de aandeelhouders verzocht het nog te storten bedrag van de aandelen te betalen. De aandeelhouders voldoen aan dit verzoek.
21.
Journaliseer de ontvangst van de storting per ING bank. (1 punt) Over 2011 behaalt Elsotti bv een winst na belasting van € 250.000,-. De aandeelhouders krijgen een dividenduitkering van 10% en de rest van de winst wordt gereserveerd. Er heeft na 1 januari 2011 geen uitbreiding van het kapitaal plaatsgevonden. De dividendbelasting is 15%.
22.
Journaliseer de winstverdeling over 2011. (3 punten)
23.
Journaliseer de betaling van het dividend aan één van de aandeelhouders, die 20% van het geplaatste aandelenkapitaal bezit. (1 punt) Elsotti wil in het kader van interne controle diverse maatregelen nemen. Zo wil zij onder andere de volledigheid van de schulden vaststellen.
24.
Wat wordt verstaan onder de afloopcontrole van schulden? Leg uit hoe dat gaat. (2 punten)
25.
Vermeld twee andere balansposten dan schulden waarop de afloopcontrole kan worden toegepast. Alleen de eerste twee vermelde posten worden in de correctie betrokken. (2 punten) Einde examenonderdeel Periodeafsluiting
5
PDB
PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING BEDRIJFSECONOMIE WOENSDAG 11 JANUARI 2012 11.00 – 13.00 UUR
dit examenonderdeel bestaat uit 4 pagina’s
D28.7
Beschikbare tijd 2 uur. Het maximumaantal te behalen punten is 50. De uitwerkingen moet u maken in het bijgeleverde uitwerkingenboekje. Indien een uitwerking niet duidelijk leesbaar is, worden daarvoor geen punten toegekend. PLEIN BV Onderneming Plein bv is een groothandel in (licht) alcoholische dranken. Plein koopt deze dranken in bij distilleerderijen in binnen- en buitenland. Voor leveranties aan haar cliënten, waaronder een aantal grootwinkelbedrijven, maakt Plein gebruik van eigen vrachtauto’s. Hierna zijn enkele financiële gegevens van Plein weergegeven. Balans Plein bv per 31 december 2010 (bedragen × € 1.000) Vaste activa: Vlottende activa: Debiteuren Voorraden Liquide middelen
Totaal
1
600 830 170 –––
2.000 Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Reserves
1.600
Vreemd lang vermogen: 6% Hypothecaire lening o/g Vreemd kort vermogen: Crediteuren Rekening-courantkrediet
3.600 Totaal
1.250 850 ––––
2.100 800
450 250 –––
700 3.600
Nederlandse Associatie voor praktijkexamens
Plein wil in verband met de uitbreiding van haar activiteiten per 1 januari 2011 € 1.425.000,- vermogen aantrekken. Zij wenst daarin te voorzien door het aangaan van een 5% onderhandse lening of door een emissie van aandelen. De eerste aflossing van de onderhandse lening wordt vijf jaar na het afsluiten van de lening betaald. Ingeval van een emissie van aandelen zal deze plaatsvinden tegen een koers van € 95,- per aandeel. De nominale waarde bedraagt € 50,- per aandeel. De ondernemingsleiding zal de keuze tussen de beide financieringsvormen onder andere laten afhangen van de hoogte van de verwachte winst per aandeel in het volgende jaar. De jaarwinst over 2010 bedraagt € 300.000,-. De ondernemingsleiding verwacht dat door de investering het bedrijfsresultaat in 2011 met € 100.000,- zal stijgen. In dit bedrag is de eventuele interest over het extra aan te trekken vreemd vermogen niet meegenomen. Met belastingen hoeft in deze opgave geen rekening te worden gehouden. 1.
Vermeld twee functies van het eigen vermogen. Alleen de eerste twee vermelde functies worden in de correctie betrokken. (2 punten)
2.
Geef twee kenmerkende verschillen tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Alleen de eerste twee vermelde verschillen worden in de correctie betrokken. (2 punten)
3.
Bereken het aantal geplaatste aandelen van Plein per 31 december 2010. Vermeld ook de berekening. (0 of 2 punten)
4.
Bereken het aantal uitstaande aandelen, als via een aandelenemissie € 1.425.000,- zou worden aangetrokken. Vermeld ook de berekening. (0 of 2 punten) In 2011 zal verder geen ander vermogen worden aangetrokken.
5.
6.
Bereken de verwachte winst per aandeel per 31 december 2011, als in de financieringsbehoefte wordt voorzien door middel van een aandelenemissie. Vermeld ook de berekening. (2 punten) Bereken de verwachte winst per aandeel per 31 december 2011, als in de financieringsbehoefte wordt voorzien door middel van een 5% onderhandse lening. Vermeld ook de berekening. (3 punten)
7.
Voor welke financieringsvorm zal Plein kiezen, als de verwachte winst per aandeel het belangrijkste criterium is? (1 punt)
8.
Bereken bij welk interestpercentage van de onderhandse lening de winst per aandeel € 12,50 bedraagt. Het interestpercentage afronden op twee decimalen. Vermeld ook de berekening. (3 punten) De directie van Plein wil graag inzicht krijgen in de gevolgen voor de solvabiliteit en rentabiliteit bij de verschillende financieringsvormen.
9. 10. 11.
Wat wordt verstaan onder solvabiliteit? (0 of 2 punten) Wat wordt verstaan onder rentabiliteit? (0 of 2 punten) Bereken per 2 januari 2011 in twee decimalen de solvabiliteit op basis van de debt ratio bij financiering van de uitbreiding door middel van uitgifte van aandelen en bij financiering door middel van een 5% onderhandse lening. Vermeld ook de berekening. (4 punten)
2
12.
Leg uit wat de betekenis is van het bij vraag 11 gevraagde kengetal. (1 punt) Ga er bij de vragen 13 en 14 vanuit dat de gemiddelde balansbedragen over 2011 gelijk zijn aan de bedragen in de balans per 31 december 2010 verhoogd met het extra vermogen in verband met de uitbreiding per 1 januari 2011. Bovendien moet nog rekening worden gehouden met de winst over 2011, die gelijkmatig in het jaar ontstaat.
13.
Bereken in twee decimalen de verwachte rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen over 2011 bij financiering door middel van uitgifte van aandelen en bij financiering door middel van een 5% onderhandse lening. Vermeld ook de berekening. (4 punten) De interest van de 6% hypothecaire lening en van het rekening-courantkrediet samen bedraagt over 2010 € 72.000,-.
14.
15.
Bereken in twee decimalen de rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen over 2011 bij financiering door middel van uitgifte van aandelen en bij financiering door middel van een 5% onderhandse lening. Vermeld ook de berekening. (4 punten) Plein heeft in 2010 een omzet gerealiseerd van € 4.800.000,-. De brutowinst is 20% van de verkoopprijs. De bedragen in de balans per 31 december 2010 mogen als gemiddeld voor het hele jaar 2010 worden geschouwd. Bereken in één decimaal de gemiddelde omzetsnelheid van de voorraad tegen inkoopprijs in 2010. Vermeld ook de berekening. (2 punten) Het jaar wordt gesteld op 360 dagen.
16.
Bereken in hele dagen de gemiddelde opslagduur van de voorraad voor 2010. Vermeld ook de berekening. (0 of 2 punten) De directeur van Plein gaat met de bank praten over de financiering van zijn uitbreidingsplannen. De bank adviseert ook eens te kijken naar een converteerbare obligatielening. De bank stelt voor een converteerbare obligatielening uit te geven onder de volgende voorwaarden: Plein zou per 1 januari 2011 een 4% converteerbare obligatielening van € 1.425.000,- in obligaties van nominaal € 500,- per stuk kunnen uitgeven tegen een koers van 100%. Vanaf 1 januari 2016 kunnen de converteerbare obligaties worden omgewisseld in gewone aandelen. Tegen inlevering van 3 converteerbare obligaties en een bijbetaling van in totaal € 180,- kunnen 14 gewone aandelen worden verkregen van € 50,- nominaal.
17.
Wat wordt verstaan onder een converteerbare obligatielening? (2 punten)
18.
Geef een voordeel van een converteerbare obligatielening voor de onderneming die de obligaties uitgeeft ten opzichte van financiering door een bank of met eigen vermogen. Alleen het eerstvermelde voordeel wordt in de correctie betrokken. (1 punt)
19.
Geef een voordeel van een converteerbare obligatielening voor een belegger ten opzichte van deelname in het eigen vermogen. Alleen het eerstvermelde voordeel wordt in de correctie betrokken. (1 punt)
3
20.
Bereken de conversiekoers van de converteerbare obligatielening. Vermeld ook de berekening. (0 of 2 punten)
21.
Bereken het agio bij omwisseling van drie converteerbare obligaties in gewone aandelen. Vermeld ook de berekening. (2 punten)
22.
Met welke bedragen veranderen de grootboekrekeningen Aandelenkapitaal, Agioreserve en Liquide middelen als alle converteerbare obligaties in januari 2016 worden ingewisseld voor gewone aandelen? Vermeld ook de berekeningen. (4 punten) Einde examenonderdeel Bedrijfseconomie
4