PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 18 EN 19 JANUARI 2011 FINANCIËLE ADMINISTRATIE KRAKER BV 1.
Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks aan producten kunnen worden toegerekend. Indirecte kosten zijn kosten waarvan geen rechtstreeks verband met een product kan worden vastgesteld.
2.
Directe kosten zijn bijvoorbeeld vrachtkosten en invoerrechten. Indirecte kosten zijn bijvoorbeeld het salaris van de inkoper en de kosten van de kwaliteitscontrole.
3.
Een reden om bij grondstoffen met een vaste verrekenprijs te werken is, dat daardoor de kostprijs voor een langere periode kan worden vastgesteld. (De vaste verrekenprijs is vooral van belang bij niet individueel te volgen goederen. Het verband tussen grootboek en subadministratie is eenvoudig te leggen.)
4.
Het saldo van de grootboekrekening 140 Te ontvangen facturen staat credit op de balans, omdat de ontvangst van de noten altijd vóór de inkoopfactuur wordt geboekt.
5.
700 Voorraad noten € 14.000,Aan 140 Te ontvangen facturen Aan 505 Opslag inkoopkosten (1000 × € 14,- = € 14.000,-; 10% van € 14.000,- = € 1.400,-)
€ 12.600,„ 1.400,-
6.
140 Te ontvangen facturen € 17.640,171 Te vorderen omzetbelasting „ 1.115,52 720 Prijsverschillen noten „ 952,Aan 130 Crediteuren € 19.707,52 (1400 × 0,9 × € 14,- = € 17.640,-; € 18.592,- × 1,06 = € 19.707,52)
7.
145 Te verzenden facturen Aan 700 Voorraad noten (1500 × € 14,- = € 21.000,-)
€ 21.000,-
120 Debiteuren Aan 172 Te betalen omzetbelasting Aan 840 Opbrengst van de verkopen (1200 × € 21,- = € 25.200,-)
€ 26.712,-
800 Inkoopprijs van de verkopen Aan 145 Te verzenden facturen (1200 × € 14,- = € 16.800,-)
€ 16.800,-
8.
PDB FCA avondexamen januari 2011
€ 21.000,-
€ 1.512,„ 25.200,-
€ 16.800,-
1
9.
10.
11.
12.
700 Voorraad noten Aan 190 Te verzenden creditnota’s (200 × € 14,- = € 2.800,-)
€
190 Te verzenden creditnota’s Aan 800 Inkoopprijs van de verkopen
€
840 Opbrengst van de verkopen 172 Te betalen omzetbelasting Aan 120 Debiteuren (200 × € 21,- = € 4.200,-)
€ „
Overzicht te betalen lonen februari 2010 Brutoloon Directie: 2 × € 7.500,€ 15.000,Secretariaat: 2 × € 2.500,„ 5.000,Buitendienst: 8 × € 4.000,„ 32.000,Magazijn: 3 × € 1.600,„ 4.800,Boekhouding: 2 × € 3.500,„ 7.000,Inkoop: 2 × € 4.500,„ 9.000,Totaal € 72.800,230 Tussenrekening lonen Aan 181 Te betalen loonheffingen Aan 182 Te betalen nettolonen
2.800,€
2.800,-
€
2.800,-
€
4.452,-
2.800,-
4.200,252,-
Loonheffing Nettoloon € 7.050,€ 7.950,„ 1.800,„ 3.200,„ 13.760,„ 18.240,„ 1.584,„ 3.216,„ 3.010,„ 3.990,„ 3.870,„ 5.130,€ 31.074,€ 41.726,€ 72.800,€ 31.074,„ 41.726,-
13.
420 Loonkosten directie € 19.440,430 Loonkosten secretariaat „ 6.480,440 Loonkosten buitendienst „ 41.472,450 Loonkosten magazijn „ 6.220,80 460 Loonkosten boekhouding „ 9.072,470 Loonkosten inkoop „ 11.664,Aan 230 Tussenrekening lonen € 72.800,Aan 181 Te betalen loonheffingen „ 15.724,80 Aan 183 Te betalen vakantiegeld „ 5.824,[€ 15.000,- × 1,08 × 1,20 = € 19.440,-; € 72.800,- × 0,08 = € 5.824,-; (€ 72.800,- + € 5.824,-) × 0,20 = € 15.724,80]
14.
182 Te betalen nettolonen Aan 111 ING bank
15.
16.
€ 41.726,€ 41.726,-
De interne controle heeft tot doel vast te stellen of alle activiteiten volgens plan verlopen en om eventuele fouten op te sporen. (Als resultaat daarvan kan de controle onder meer ook leiden tot wijziging van deelprocessen, tot invoering of afstoting van activiteiten of tot herziening van doelstellingen.)
De beschikkende (beherende) functie met betrekking tot de inkoop kan bij Kraker inhouden, dat de inkoper (van noten) beslissingen neemt die rechtstreeks invloed hebben op de bezittingen of schulden van de onderneming. PDB FCA avondexamen januari 2011 2
17.
Andere functies uit het oogpunt van functiescheiding zijn: de bewarende functie, de registrerende functie, de controlerende functie en de uitvoerende functie.
18.
Bij financial lease van een bestelwagen komt deze debet op de balans te staan en de leaseverplichtingen credit.
19.
Bij operational lease is de onderneming geen (economisch) eigenaar van de bestelwagen en daarom komt hiervan niets op de balans te staan.
20.
035 Afschrijving bestelwagens 130 Crediteuren Aan 030 Bestelwagens Aan 171 Te vorderen omzetbelasting Aan 910 Diverse baten en lasten
€ 15.750,„ 8.330,-
031 Leasebestelwagen Aan 032 Verplichtingen leasebestelwagen
€ 36.000,-
21.
€ 22.000,„ 1.330,„ 750,€ 36.000,-
171 Te vorderen omzetbelasting € Aan 173 Verschuldigde omzetbelasting leasetermijnen (19% van € 36.000,- = € 6.840,-) 22.
23.
24.
032 Verplichtingen leasebestelwagen 410 Interestkosten leasebestelwagen 411 Onderhoudskosten leasebestelwagen 171 Te vorderen omzetbelasting 173 Verschuldigde omzetbelasting leasetermijnen Aan 135 Vervallen leasetermijnen
€ „ „ „ „
135 Vervallen leasetermijnen Aan 110 Rabobank
€
412 Afschrijvingskosten leasebestelwagens Aan 036 Afschrijving leasebestelwagen
€
PDB FCA avondexamen januari 2011
3
6.840,€
6.840,-
€
8.002,80
€
8.002,80
€
750,-
750,270,120,22,80 6.840,-
8.002,80
750,-
KOSTPRIJSCALCULATIE BOSMAN BV 1.
De doorberekening van de indirecte kosten vindt plaats via de verfijnde of meervoudige opslagmethode. Er is meer dan één opslagpercentage voor indirecte kosten.
2.
De netto hoeveelheid grondstof in een machine Grande XL is: – 95/100 × 320 kg = 304 kg grondstof A; – 90/100 × 510 kg = 459 kg grondstof B.
3.
Complementaire kosten van machine X zijn alle kosten behalve afschrijvingskosten en interestkosten. Voorbeelden zijn: grondstoffen, arbeidskosten, energiekosten, onderhoudskosten, verzekeringskosten etc.
4.
De jaarlijkse kosten van machine X bedragen: afschrijving: (€ 500.000,- – € 20.000,-)/6 = interest: 6% van (€ 500.000,- + € 20.000,-)/2 = Complementaire kosten totaal
€ 80.000,„ 15.600,„ 20.600,–––––––––– € 116.200,-
5.
Voor het berekenen van de constante kosten per machine-uur van machine X moet men het normale aantal machine-uren per jaar weten.
6.
De kosten per machine-uur voor machine X bedragen: € 116.200,-/1400 + € 10,- = € 93,-.
7.
De offerte voor VITO nv luidt als volgt: Verbruik grondstof A: 320 kg à € 15,- per kg Verbruik grondstof B: 510 kg à € 24,- per kg Directe manuren: 20 uren à € 65,- per uur Machine-uren X: 80 uren à € 93,- per uur Machine-uren Y: 20 uren à € 45,- per uur Opslagen voor indirecte kosten: ‒ op grondstof A: 5% van € 4.800,‒ op grondstof B: 3% van € 12.240,‒ op grondstof A + B: 7% van € 17.040,‒ op kosten machines X+Y: 10% van € 8.340,Totale fabricagekosten Opslag voor verkoopkosten: 15/65 × € 29.314,Winstopslag: 20/65 × € 29.314,Verkoopprijs exclusief omzetbelasting Omzetbelasting 19% Bedrag van de offerte inclusief omzetbelasting
PDB FCA avondexamen januari 2011
4
€ 4.800,„ 12.240,„ 1.300,„ 7.440,„ 900,„ 240,„ 367,20 „ 1.192,80 „ 834,–––––––––– € 29.314,„ 6.764,77 „ 9.019,69 –––––––––– € 45.098,46 „ 8.568,71 –––––––––– € 53.667,17
8.
Opbrengst verkopen: (1250 ‒ 900)/900 × 100% = + 38,9%; Bedrijfsresultaat: (80 ‒ 95)/95 × 100% = ‒ 15,8%.
9.
De belangrijkste oorzaak van het verschil in de procentuele verandering van de opbrengst verkopen en het bedrijfsresultaat is dat de variabele kosten procentueel veel meer zijn gestegen (62,4%) dan de opbrengst verkopen (38,9%).
10.
Mogelijke verklaringen voor de veranderingen in de constante kosten zijn onder andere: investeringen, prijswijzigingen in de componenten van de constante kosten, rentewijzigingen, meer personeel en hogere energiekosten.
11.
Mogelijke verklaringen voor het feit dat de variabele kosten niet steeds hetzelfde percentage zijn van de opbrengst verkopen zijn onder andere: – prijsschommelingen in de variabele kosten (die afwijken van de schommelingen in de verkoopprijs); – efficiencyverschillen bij het gebruik van variabele kosten; – stijging van de verkoopprijs die relatief lager is dan de stijging van de variabele kosten; – wijzigingen in samenstelling (componenten) van de variabele kosten.
12.
De inkoopprijs is: 30.000 × $ 18,50 = $ 555.000,-. In euro’s is dat: 555.000,-/1,3458 × € 1,- = € 412.394,12 Vrachtkosten „ 21.300,Poliskosten „ 15,––––––––––– Totaal € 433.709,12 Verzekerd bedrag 100/98,75 € 433.709,12 = € 439.199,11.
13.
De kostprijs per kg grondstof A bedraagt: € 439.199,11/30.000 = € 14,64.
14.
Deze methode van integrale kostprijsberekening wordt delingscalculatie of deelcalculatie genoemd.
15.
Deze methode wordt toegepast bij (homogene) massaproductie.
16.
Bij progressief variabele kosten stijgen de variabele kosten per eenheid product naarmate de productie toeneemt. Een voorbeeld hiervan is het stijgen van de variabele loonkosten per eenheid product bij toename van de productieomvang, omdat een deel van de productie in extra tijd moet worden gedaan, waarvoor een extra overwerkvergoeding moet worden betaald.
17.
Bij degressief variabele kosten dalen de variabele kosten per eenheid product naarmate de productie toeneemt. Een voorbeeld zijn de kosten van grondstoffen waarvan de inkoopprijs daalt naarmate er meer wordt ingekocht (kwantumkorting).
18.
Het prijsresultaat op grondstof A bedraagt: 478 × € 15,- ‒ € 6.815,- = € 355,- (voordelig).
PDB FCA avondexamen januari 2011
5
19.
Het efficiencyresultaat op grondstof B bedraagt: (640 ‒ 612) × € 24,- = € 672,- (voordelig).
20.
Het efficiencyresultaat op directe manuren bedraagt: (30 ‒ 33) × € 65,- = ‒ € 195,- (nadelig).
21.
De afschrijvingskosten zijn elk jaar een gelijk bedrag. De complementaire kosten stijgen jaarlijks met € 1.500,-. Om het totaal van interestkosten, complementaire kosten en afschrijvingskosten jaarlijks gelijk te houden, moeten de afschrijvingskosten met € 1.500,- per jaar dalen. Stel de afschrijvingskosten in het eerste jaar op A. De totale afschrijvingskosten gedurende vijf jaar bedragen dan: A + (A ‒ € 1.500,-) + (A ‒ € 3.000,-) + (A ‒ € 4.500,-) + (A ‒ € 6.000,-). Dit is gelijk aan € 120.000,-. Hieruit volgt dat: 5A ‒ € 15.000,- = € 120.000,- en A = € 135.000,-/5 = € 27.000,-. De afschrijving in het vierde jaar bedraagt: € 27.000,- – € 4.500,- = € 22.500,-.
PDB FCA avondexamen januari 2011
6
PERIODEAFSLUITING COUNTDOWN BV 1.
2.
Aan Aan Aan Aan 3.
€ 1.200.000,-
041 Ongeplaatste aandelen Aan 040 Aandelenkapitaal
€ 1.200.000,€ „ „ „ „ „ „
005 Goodwill 010 Onroerend goed 015 Vervoermiddelen 140 Rekening-courant Karel de Graaf 700 Voorraad producten 120 Debiteuren 100 Kas 041 Ongeplaatste aandelen 085 5,5% Hypothecaire lening 115 ING bank 130 Crediteuren
€
118 Rabobank Aan 041 Ongeplaatste aandelen Aan 048 Agioreserve (500 × € 250,- = € 125.000,-)
42.000,300.000,100.000,41.000,115.000,38.000,8.000,€ „ „ „
350.000,140.000,74.000,80.000,-
€ „
100.000,25.000,-
125.000,-
4. Openingsbalans per 1 juni 2010 van Countdown bv (bedragen × € 1000,-) Goodwill 102 Aandelenkapitaal Onroerend goed 760 Ongeplaatste aandelen Inventaris 120 Vervoermiddelen 100 Geplaatst aandelenkapitaal Voorraad producten 239 Agioreserve Debiteuren 38 5,5% Hypothecaire lening Rekening-courant Karel de Graaf 41 6% Onderhandse lening Rabobank 180 ING bank Kas 15 Crediteuren Rekening-courant Rob van Onderen Totaal ––––– 1.595 Totaal 5. Het bedrag op de rekening Rekening-courant Rob van Onderen is als volgt berekend: eigen vermogen € 520.000,correctie onroerend goed „ 60.000,correctie inventaris ‒ „ 20.000,goodwill „ 60.000,‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒ € 620.000,Nominale waarde verstrekte aandelen: 3000 × € 200,- = „ 600.000,–––––––––– Rekening-courant Rob van Onderen € 20.000,- (credit)
PDB FCA avondexamen januari 2011
7
1.200 150 –––– 1.050 25 140 110 74 176 20 –––– 1.595
6.
7.
8.
166 Interim-dividend € 63.000,Aan 160 Te betalen dividend € Aan 162 Te betalen dividendbelasting „ (1.050.000/200 × € 12,- = € 63.000,-; 15% van € 63.000,- = € 9.450,-) 160 Te betalen dividend Aan 118 Rabobank (5200 × 85% van € 12,- = € 53.040,-)
€
162 Te betalen dividendbelasting Aan 118 Rabobank
€
53.550,9.450,-
53.040,€
53.040,-
€
9.450,-
9.450,-
9. Het saldo op de grootboekrekening Interim-dividend gaat per 31 december 2010 naar de balans en komt daarop aan de debetzijde te staan. 10. Een optie is in dit verband een recht om in een toekomstige periode aandelen te kopen van de eigen onderneming tegen een tevoren vastgestelde prijs. 11. Deze index heet de Amsterdam Midkap Index. 12.
13.
14.
710 Nog te ontvangen producten 153 Te verrekenen omzetbelasting Aan 130 Crediteuren
€ „
700 Voorraad producten Aan 135 Nog te ontvangen facturen
€
135 Nog te ontvangen facturen Aan 710 Nog te ontvangen producten Aan 715 Prijsverschillen
€
31.000,5.890,€
36.890,-
€
38.700,-
€ „
157.500,2.700,-
38.700,-
160.200,-
15. Het saldo op de grootboekrekening Nog te ontvangen facturen per 31 december 2010 bedraagt: € 8.000,- (credit) + € 144.800,- (credit) + € 38.700,- (credit) – € 160.200,- (debet) = € 31.300,- credit. 16. De betekenis van het bij vraag 15 berekende saldo is dat er per 31 december 2010 voor € 31.300,- producten zijn ontvangen (tegen vaste verrekenprijs), waarvan de facturen nog niet zijn ontvangen. 17. Twee andere eisen die in de wettelijke bepalingen zijn opgenomen zijn: – publicatie-eisen; – controle-eisen. 18. De richtlijnen worden uitgevaardigd door de Raad voor de Jaarverslaggeving. 19. Gedurende de verificatiefase controleert de curator de juistheid van alle vorderingen van de schuldeisers. Hij doet dit aan de hand van de administratie van de schuldenaar en kan ook bij de schuldeisers inlichtingen vragen. PDB FCA avondexamen januari 2011
8
20. Op de grootboekrekening Nog te betalen interest staat per 31 december 2010: 3/12 van 5,5% van € 140.000,- = € 1.925,- credit. 21.
22.
410 Interestkosten Aan 170 Nog te betalen interest (1/12 × 5,5% van € 140.000,- = € 641,67)
€
170 Nog te betalen interest 085 5,5% Hypothecaire lening Aan 115 ING bank (6/12 × 5,5% van € 140.000,- = € 3.850,-)
€ „
641,67 €
641,67
3.850,10.000,€
13.850,-
23. De totale interestkosten van de 5,5% hypothecaire lening over 2011 bedragen: 3/12 van 5,5% van € 140.000,- = € 1.925,9/12 van 5,5% van € 130.000,- = „ 5.362,50 ––––––––– Totaal € 7.287,50
PDB FCA avondexamen januari 2011
9
BEDRIJFSECONOMIE BULDER BV 1. De current ratio per 31 december 2010 is: (955 + 387 + 18)/(205 + 190 + 141 + 42) = 2,35. 2. Een toename van de waarde van de voorraad onderdelen heeft geen invloed op de quick ratio, omdat daarbij de voorraden buiten beschouwing worden gelaten. 3. Een afname van de waarde van de voorraad onderdelen leidt tot een lagere current ratio, omdat de teller in de berekening kleiner wordt en de noemer gelijk blijft. 4. De inkopen onderdelen in 2010 bedragen: € 1.260.000,- – € 708.500,- + € 955.000,- = € 1.506.500,- × 1,19 = € 1.792.735,-. 5. De gemiddelde krediettermijn van het verstrekte leverancierskrediet in 2010 is: 387/(2415 × 1,19) × 365 dagen = 49 dagen. 6. Mogelijkheden voor Bulder om de krediettermijn van debiteuren te verlagen zijn onder meer: ‒ betalingskorting geven bij contante betaling; ‒ debiteuren eerder aanmanen te betalen; ‒ de betalingstermijn verkorten. 7. Het verwachte gemiddelde crediteurensaldo in 2011 wordt: (€ 1.260.000,- × 1,05 × 1,19) × 60/365 = € 259.000,-. 8. De rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen na belasting over 2010 is: 410/(1950 + 400 + 553 + ½ × 410) × 100% = 13,2%. 9. De waarde van de gemiddelde voorraad onderdelen in 2010 bedraagt: ½ × (€ 708.500,- + € 955.000,-) = € 831.750,-. De omzetsnelheid van de gemiddelde voorraad onderdelen in 2010 is: € 1.260.000,-/€ 831.750,- = 1,51. 10. Het geplaatste aandelenkapitaal is toegenomen met: € 1.950.000,- – € 1.625.000,- = € 325.000,-. De agioreserve is toegenomen met: € 400.000,- – € 140.000,- = € 260.000,-. Het aantal geplaatste aandelen is: € 325.000,-/10,- = 32.500. De emissiekoers per aandeel bedraagt: (€ 325.000,- + € 260.000,-)/32.500 = € 18,-. 11. Het aantal geplaatste aandelen per 31 december 2010 is: € 1.950.000,-/€ 10,- = 195.000. De intrinsieke waarde per aandeel bedraagt: (€ 1.950.000,- + € 400.000,- + € 553.000,- + € 410.000,-)/195.000 = € 16,99.
PDB FCA avondexamen januari 2011
10
12. Interestkosten van de 6,5% obligatielening over 2010: 7/12 × 6,5% van € 650.000,- = € 24.645,83 5/12 × 6,5% van € 600.000,- = „ 16.250,––––––––––– Interestkosten van de 5,5% hypothecaire lening over 2010: 9/12 × 5,5% van € 600.000,- = € 24.750,3/12 × 5,5% van € 579.000,- = „ 7.961,25 ––––––––––– Totale interestkosten van de leningen over 2010
€ 40.895,83
„ 32.711,25 –––––––––– € 73.607,08.
13. De boekwaarde van de gebouwen per 1 januari 2010 bedraagt: € 3.710.000,- + € 208.000,- (opbrengst oude loods) + € 144.000,- (afschrijvingen 2010) – € 131.000,- (verbeteringen 2010) = € 3.931.000,-. 14. Het aantal geplaatste aandelen per 31 december 2010 is: € 1.950.000,-/10 =195.000. Het aantal claims is dus ook 195.000. Hiervoor zullen 195.000/5 = 39.000 nieuwe aandelen worden uitgegeven. 15. De contante waarde van de vier jaarlijkse termijnen van € 55.000,- bedraagt: 55.000,- × (1 – 1/1,064)/0,06 = € 190.580,81. 16. Stel de jaarlijkse storting op T. Dan is: = T × 1,05 × (1,054–1)/0,05 = € 30.000,-. Hieruit volgt: T = € 6.628,91. 17. Deze grafiek heet een kolommendiagram. 18. De gemiddelde omzet in de branche in het eerste kwartaal bedraagt (ongeveer) € 500.000,-. 19. De gemiddelde omzet in de branche in 2010 bedraagt (ongeveer): (€ 500.000,- + € 640.000,- + € 1.000.000,- + € 540.000,-)/4 = € 670.000,-. 20. De omzet van Bulder blijft (iets) achter bij de gemiddelde omzet in de branche. 21. Indexcijfers zijn verhoudingscijfers. Ze worden toegepast om gegevens beter te kunnen vergelijken. 22. De gemiddelde omzet per kwartaal van Bulder in 2010 bedraagt: € 2.615.000,-/4 = € 653.750,-. De indexcijfers per kwartaal in 2010 zijn: 1e kwartaal: € 485.000,-/€ 653.750,- × 100 = 74 2e kwartaal: € 640.000,-/€ 653.750,- × 100 = 98 3e kwartaal: € 960.000,-/€ 653.750,- × 100 = 147 4e kwartaal: € 530.000,-/€ 653.750,- × 100 = 81 23. De verwachte omzet van Bulder over het eerste kwartaal van 2011 bedraagt: 80/100 × € 653.750,- = € 523.000,-. PDB FCA avondexamen januari 2011
11