OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd
28-05-2013 18:30
B&W-kamer 1.25
18:30 Fractievoorzittersoverleg
vrz: Van Wijngaarden gr: Van der Vlies secr: Mark Pen
19:00 Tijd
Raadzaal 1.02
19:00 01. Vaststelling agenda
pfh: Bolsius
Besluit zonder debat *met moties en amendement 02. Concept-jaarstukken 2012 en Concept-programmabegroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
19:15 Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 2015-2017, inclusief Kadernota 2014 03. Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 2015-2017, inclusief Kadernota 2014 - 19:15 Algemene beschouwingen - 20:30 Pauze - 20:45 Reactie college - 21:00 Indienen en toelichten amendementen en moties 23:00 Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 28 mei 2013
1
pfh: Bolsius
Intern Datum: Aanvang:
dinsdag 28 mei 2013 18:30
’’’Fractievoorzittersoverleg’’’ Intern
’’’Fractievoorzittersoverleg’’’ Intern
Het Besluit Voorzitter: L. Bolsius Griffier: W. van der Vlies *Toegevoegd/gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie Datum: Aanvang:
dinsdag 28 mei 2013 19:00
01. ’’’Vaststelling agenda’’’
Besluit zonder debat *met moties en amendement 02. ’’’Concept-jaarstukken 2012 en Concept-programmabegroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)’’’
Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 2015-2017, inclusief Kadernota 2014 03. ’’’Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 2015-2017, inclusief Kadernota 2014’’’ - 19:15 Algemene beschouwingen - 20:30 Pauze - 20:45 Reactie college - 21:00 Indienen en toelichten amendementen en moties ’’’Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 28 mei 2013’’’
01. ’’’Vaststelling agenda’’’
02. ’’’Concept-jaarstukken 2012 en Concept-programmabegroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)’’’ Het college stelt voor om geen zienswijze in te brengen op de jaarstukken 2012. En wel een zienswijze in te brengen op de concept-programmabegroting 2014 (taakstelling, nullijn en duurzaamheid). Zienswijze moet op 6 juni bij VRU zijn. Wordt besproken in De Ronde van 21 mei 2013. Raadsvoorstel/besluit Conceptjaarstukken 2012 en conceptprogrammabegroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) (pdf) Bijlage - Conceptjaarstukken 2012 VRU (pdf) Bijlage - Gewaarmerkte jaarverantwoording MKA 2012 (15 maart 2013) (pdf) Bijlage - Conceptprogrammabegroting 2014 VRU (pdf) Bijlage - Gemeentelijke bijdrage 2014 VRU en MKA (pdf) Bijlage - *Beantwoording openstaande + aanvullende vragen n.a.v. De Ronde 21 mei 2013 ’Concept-jaarstukken 2012 en Concept-programma begroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)’ (pdf) Amendement - A-2.1 PvdA+CDA VRU Teruggave BDUR (pdf) Amendement - A-2.2 VVD+CDA+D66 Aanscherping zienswijze VRU (pdf)
03. ’’’Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 2015-2017, inclusief Kadernota 2014’’’ - 19:15 Algemene beschouwingen - 20:30 Pauze - 20:45 Reactie college - 21:00 Indienen en toelichten amendementen en moties Bijlage - Collegeprogramma 2013-2014, Invulling 2013, Kadernota 2014, doorkijk naar 2015-2017 (pdf) Raadsvoorstel Collegeprogramma 2013 - 2014 (pdf) Bijlage - Behandeling jaarstukken 2012 en Kadernota 2014 (pdf) Bijlage - *Indeling en spreektijden 28 mei 2013 19.15 – 23.00 uur (pdf) Bijlage - *Beantwoording feitelijke vragen kadernota 2014 - versie 27 mei 2013 (pdf) Bijlage - *Beantwoording aanvullende vragen D66 en SP n.a.v. beantwoording feitelijke vragen Kadernota 2014 (pdf) Bijlage - Overzicht amendementen en moties: zie agenda 11 juni 2013
’’’Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 28 mei 2013’’’ Videoverslag Besluitenlijst Het Besluit 28 mei 2013 (pdf) Verslag Het Besluit 28 mei 2013 (pdf)
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Burgemeester L.M.M. Bolsius
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
14-05-2013 21-05-2013 28-05-2013 28-05-2013
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4374035 : 7 mei 2013 : HB-2
Met inachtneming aangenomen amendementen
TITEL Conceptjaarstukken 2012 en conceptprogrammabegroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
BESLISPUNTEN 1. Geen zienswijze op de jaarstukken 2012 in te brengen. 2. Als zienswijze op de conceptprogrammabegroting 2014 in te brengen: - Het Algemeen Bestuur (AB) heeft de VRU opdracht gegeven een nieuwe bezuiniging van 5% te realiseren. In de begroting van de gemeente Amersfoort is deze vanaf 2014 ingeboekt. Wij verwachten dat de besluiten die hierover nog genomen moeten worden leiden tot het realiseren van deze taakstelling in 2014. - In de kadernota kiest het College van Amersfoort voor de nullijn. Deze geldt ook voor het programma fysieke veiligheid. Voor de VRU komt dit neer op een extra korting van 65.000 euro. Wij gaan met u in gesprek over de mogelijkheden om deze extra korting te realiseren. - Duurzaamheid is een belangrijk thema voor de gemeente Amersfoort. Wij hechten er aan dat de VRU dit thema op de agenda zet en houdt.
AANLEIDING Op grond van de gemeenschappelijke regeling VRU worden de ontwerp-begroting en de ontwerpjaarrekening door het Dagelijks Bestuur toegezonden aan de gemeenteraden. De raden kunnen bij het Dagelijks Bestuur VRU hun zienswijzen kenbaar maken of nadere toelichting vragen. De zienswijzen worden meegezonden bij de ontwerp-begroting en de ontwerp-jaarrekening zoals die aan het Algemeen Bestuur VRU ter vaststelling worden aangeboden. Jaarstukken 2012 De jaarstukken van de VRU zijn gebaseerd op het oude stramien van de programma-indeling. Er heeft inhoudelijk een verbeterslag plaatsgevonden, voortkomend uit de verbeterslag met betrekking tot de begroting 2013. Opgemerkt moet worden dat de risico-inventarisatie in de jaarstukken (blz 38) beperkt is. Jaarlijks voert de VRU een risico-inventarisatie uit, maar doet dit bij de begroting. Daarin is een uitgebreide inventarisatie opgenomen en deze is gerelateerd aan het weerstandsvermogen. Het positieve saldo van de VRU (exclusief de Meldkamer Ambulancezorg MKA) wordt toegevoegd aan de bedrijfsvoeringreserve, conform de gebruikelijke werkwijze. Het tekort van de MKA wordt onttrokken aan de reserve aanvaardbare kosten, die gevormd is om schommelingen op te kunnen vangen. Concept programmabegroting 2014 VRU
Inlichtingen bij :
S.C. Robijn, MO/VW, (033) 469 45 26
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4374035 pagina 2
In dit programma wordt beleid zoals beschreven in het vastgestelde Beleidsplan VRU 2012-2015 voor 2014 uitgewerkt. De begroting is financieel gebaseerd op de kadernota waarover de raad zich uitgesproken heeft. Als bijlage bij de aanbiedingsbrief is een overzicht opgenomen van de bijdrage per gemeente. Daarbij is aangegeven dat de bijdrage in de begroting hoger is dan zoals opgenomen in de kadernota. Dit komt omdat pas na het opstellen van de kadernota duidelijk is geworden dat de pensioenpremies verhoogd worden. Conform de vastgestelde systematiek van indexeren, is dit doorgerekend in de begroting. Daarnaast is in dit overzicht de bijdrage aan de VRU en aan de MKA apart gespecificeerd. De RAVU is, ingevolge de tijdelijke Wet ambulancezorg, met ingang van 2013 rechtstreeks verantwoordelijk voor de MKA. De bijdrage voor de MKA zal nog wel door de VRU worden geïnd en doorgegeven aan de RAVU. Dit wordt gedaan om de administratieve last voor de gemeenten te beperken. Met betrekking tot de programmabegroting moet verder opgemerkt worden dat er per abuis een tekstuele fout staat in de tweede tabel op pagina 10. In plaats van “totaal structureel omgebogen” dient hier te staan “totaal incidentele ruimte”. Deze incidentele middelen worden overigens ook incidenteel besteed. In de begroting is inhoudelijk een verbeterslag doorgevoerd op de programma’s. Daarnaast is de begroting financieel op orde gebracht. Daarbij zijn de bezuinigingen van de 1e tranche structureel verwerkt en zijn een tweetal nadelige autonome effecten structureel opgevangen binnen de begroting. In een bijlage wordt de gemeentelijke bijdrage 2014 weergegeven. Voor de gemeenten Utrecht en Vianen ligt deze lager dan het bij de kadernota geraamde bedrag. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn bezuinigingen die deze gemeenten realiseren op hun aanvullende takenpakket.
BEOOGD EFFECT Alle formele procedures rondom het jaarverslag 2012 en de programmabegroting 2014 af te kunnen ronden.
ARGUMENTEN 1.1 De jaarstukken zijn voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring. 1.2 De resultaten van 2012 zijn binnen de afgesproken financiële kaders gebleven. 2.1 Met het vaststellen van de conceptprogramma 2014 wordt de VRU in staat gesteld uitvoering te geven aan de beleidsvoornemens voor 2014.
FINANCIËN Het Algemeen Bestuur van de VRU heeft opdracht gegeven tot een 2e bezuinigingsopdracht van 5% op de gemeentelijke bijdrage. Voor Amersfoort betekent dit een verlaging van de bijdragen aan de VRU met ca. € 400.000,-- per jaar. Nog dit jaar wordt door de VRU besloten over de invulling van deze bezuiniging, naar inhoud en tempo. In de gemeentebegroting 2014 van Amersfoort is al rekening gehouden met deze bezuiniging. In het Collegeprogramma 2013-2014/Kadernota heeft het College voor 2014 een algehele nullijn voor loon- en prijsbijstellingen, voor zowel de gemeentelijke organisatie, de verbonden partijen, als de gesubsidieerde instellingen aangekondigd. Dit geldt ook voor het programma fysieke veiligheid. De gemeente Amersfoort kan deze extra korting niet eenzijdig aan een Gemeenschappelijke regeling zoals de VRU opleggen. We gaan derhalve in gesprek met de VRU over de mogelijkheden om deze extra korting te realiseren.
RISICO’S Indien de VRU de bezuiniging van 5% niet vanaf 2014 realiseert en/of deze bezuiniging door de VRU niet op andere wijze wordt ingevuld, betekent dit voor Amersfoort een tekort op de begroting 2014 e.v. van ca. € 400.000,-- per jaar. Indien de VRU de nullijn niet overneemt betekent dit voor Amersfoort een tekort op de begroting 2014 e.v. van ca. € 65.000,-- per jaar.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4374035 pagina 3
VERVOLG Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling stelt op grond van artikel 34 Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)de begroting en de jaarrekening vast. Het algemeen bestuur van de VRU besluit hierover op grond van artikel 4.3 Gemeenschappelijke Regeling VRU 2010 (GR/VRU) met gekwalificeerde meerderheid.
BETROKKEN PARTIJEN VRU
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- Raadsbesluit - conceptjaarstukken 2012 VRU - conceptprogrammabegroting 2014 VRU
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4374035
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013, sector MO/VW (nr.4374035); b e s l u i t: 1. geen zienswijze op de jaarstukken 2012 in te brengen; 2. als zienswijze op de conceptprogrammabegroting 2014 in te brengen: -
Draagt het algemeen bestuur van de VRU op een nieuwe bezuiniging van 5% te realiseren, omdat de gemeente Amersfoort vanaf 2014 al het bedrag van € 0,4 miljoen heeft ingeboekt, ervan uitgaande dat een dergelijke bezuiniging met efficiencymaatregelen is te realiseren. Draagt het algemeen bestuur van de VRU op om per 2014 ten opzichte van de ingediende begroting een extra korting van circa 0,8% (te weten: de begrote loon- en prijsstijging) te realiseren, hetgeen overeenkomt met € 65.000. Dringt bij het algemeen bestuur van de VRU erop aan het thema duurzaamheid op de agenda te zetten en te houden. Een financieel voordeel op de BDUR ten gunste te laten komen van de deelnemende gemeenten door een verlaging van de gemeentelijke bijdrage aan de VRU.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 mei 2013. de griffier
de voorzitter
Jaarstukken 2012
Voorwoord
In ons jaarverslag blikken we terug op een aantal bijzondere gebeurtenissen in 2012. Centraal bij al deze momenten staat de samenwerking met bestaande en nieuwe partners. De Veiligheidsregio Utrecht is immers een netwerkorganisatie. Voor onze activiteiten is het van belang dat we verbinding leggen met iedereen die het veiligheidsdomein een warm hart toedraagt. De VRU staat aan het begin van een periode van verdere versterking. Maar leidend voor onze werkzaamheden blijven de volgende kerntaken: • hulpverlening op straat, waaronder repressieve brandweerzorg; • rampen bestrijden en crisis beheersen, samen met onze gemeenten en partners; • bestuur en samenleving ondersteunen met expertise, advies en toezicht; • partners in veiligheid bij elkaar brengen, om samen veiligheid te bevorderen. Met deze belangrijke kerntaken gaan we ook in 2013 verder. Het aanbrengen van focus is van belang omdat er meer van ons wordt verwacht tegen lagere kosten. Dat vraagt om creativiteit en flexibiliteit om hieraan te kunnen voldoen. Aangezien ik dagelijks de enorme bevlogenheid van de VRU-medewerkers ervaar, weet ik dat dit zeker gaat lukken. Want: ons werk doet ertoe!
Peter L.J. Bos Algemeen Directeur/Secretaris
Jaarverslag 2012
3
Inhoudsopgave
Voorwoord Inhoudsopgave
3 5
Jaarverslag 2012 Inleiding Programmaverantwoording Risico- en crisisbeheersing Indicatoren Risico- en Crisisbeheersing Financieel overzicht en toelichting Risico- en Crisisbeheersing Veiligheidszorg Financieel overzicht en toelichting Veiligheidszorg Bedrijfsvoering Financieel overzicht en toelichting Bedrijfsvoering Directie & Staf Financieel overzicht en toelichting Directie & Staf Verplichte paragrafen 1. Weerstandsvermogen en risicomanagement 2. Verzekeringen 3. Kapitaalgoederen en onderhoud 4. Financiering 5. Bedrijfsvoering 6. Verbonden partijen 7. Financiële toelichting
8 10 11 15 17 17 20 24 27 29 33 35 38 38 39 39 41 43 45 46
Jaarrekening VRU (excl. MKA) 2012 Inhoudsopgave jaarrekening 2012 Algemeen Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De programmarekening Toelichting op de programmarekening Balans per 31 december 2012 Toelichting op de balans Single Information Single Audit (SISA) Controleverklaring
48 49 50 52 53 57 58 66 67
Bijlagen (behorende bij de jaarrekening Samengevoegde Balans Samengevoegde Programmarekening Overzicht gemeentelijke bijdragen
69 70 70
Jaarverslag 2012
5
Jaarverslag 2012
Jaarverslag 2012
7
Inleiding Voor u ligt het jaarverslag en jaarrekening 2012 van de Veiligheidsregio Utrecht (hierna VRU). In 2012 heeft de VRU een aanzienlijke verbeterslag gemaakt in het transparant en beheersbaar maken van de programmabegroting voor 2013. Wij hebben getracht dit jaarverslag zoveel mogelijk te laten aansluiten op de nieuwe vorm voor de begroting en verantwoording. Uiteraard rapporteren we op de programma-indeling zoals die in de begroting 2012 vastgelegd is. Deze jaarstukken zijn inhoudelijk gebaseerd op de programmabegroting 2012, de DVO-afspraken en de slotbegroting. Daar sommige DVOafspraken pas heel laat vastgesteld zijn, was het niet mogelijk deze te verwerken in een tussentijdse begrotingswijziging. Deze technische wijziging wordt dan ook in de vorm van een slotbegroting samen met de overige jaarstukken vastgesteld. Omdat de begroting is opgebouwd vanuit de drie boxen en daarmee nog steeds gebaseerd is op kengetallen die in 2006 ontwikkeld zijn, leidt dit evenals in voorgaande jaren tot veel, en soms grote, afwijkingen tussen begrote bedragen en de realisatiecijfers. Begin 2013 heeft ons directieteam een verbeterslag gemaakt in de begroting. Op basis van de realisatiecijfers van de afgelopen twee jaar zijn de budgetten realistisch begroot, in plaats van met behulp van kengetallen. We verwachten daarmee grote afwijkingen in de toekomst te voorkomen. In de programmabegroting 2014 wordt dit verwerkt en nader toegelicht. Slotbegroting In de initiële programmabegroting 2012 was nog geen rekening gehouden met de 5% bezuinigingen in Box 1 en 2. De slotbegroting 2012 is gebaseerd op de definitieve DVO’s. Omdat sommige DVO-afspraken pas heel laat vastgesteld zijn, was het niet mogelijk deze te verwerken in een tussentijdse begrotingswijziging. Deze technische wijziging wordt dan ook in de vorm van een slotbegroting samen met de overige jaarstukken vastgesteld. Daarnaast is in de slotbegroting de interne rekenrente opgenomen. Dit heeft geen effect op de bijdrage van de gemeenten en ook niet op het resultaat. Met deze rekenrente wordt intern rente toegekend aan de activaposten per afdeling, om de volledige kapitaallasten op de juiste plek tot uitdrukking te brengen. De toename van de kapitaallasten door het opnemen van de interne rekenrente bedraagt ruim € 1,7 mln. Hetzelfde bedrag is opgenomen onder de opbrengsten. Verder is de extra bijdrage van het rijk (BDUR) ter compensatie van de niet compensabele BTW ad. € 1,1 mln. opgenomen onder zowel de baten als de lasten. De taken van de meldkamer, de GHOR en de multidisciplinaire taken zijn sinds ingang van de nieuwe wet (okt 2010) niet meer compensabel. Door een ophoging van de BDUR, worden de regio’s hiervoor gecompenseerd. Dit was nog niet verwerkt in de primaire begroting 2012. 8
Jaarverslag 2012
Tenslotte is binnen de directie bedrijfsvoering een verschuiving van kosten verwerkt. De personele lasten van de afdeling Informatisering & Ict zijn verhoogd door toename van formatie en daarnaast heeft dit geleid tot een verlaging van de kapitaallasten (€ 0,5 miljoen). Deze verschuiving is conform de eerder vastgestelde formatie van de afdeling, die gefaseerd is opgebouwd van 2010 naar 2012. De inkoop van diensten bij gemeenten is eind 2011 afgebouwd. Rekeningresultaat Het resultaat over 2012 komt voor toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves uit op een onderschrijding van € 192.698 (exclusief MKA). Dit is een afwijking van 0,24% ten opzichte van de slotbegroting. Dit saldo komt voornamelijk door een verschil op de BTW die via de BDUR gecompenseerd wordt. Hierop blijft ongeveer € 150.000 over. Reserves Er is € 38.413 onttrokken aan de bestemmingsreserves ten gunste van het resultaat. Het gaat hier om een drietal (restant)bestemmingsreserves die voor de bedrijfsvoering van de VRU niet meer noodzakelijk zijn. Zie pagina 60. Na onttrekking van de bestemmingsreserves komt het resultaat uit op € 231.111. Door toevoeging van dit resultaat aan de bedrijfsvoeringreserve komt de reserve uit op € 1.313.077. Dit betekent dat de omvang nog steeds onder het vastgestelde minimum van 2% van het begrotingsvolume blijft. Echter, bij de begroting 2013 is voorgesteld om de SOBRU-reserve ook te betrekken als onderdeel van de dekking. Hiermee komt het totaal van de aanwezige dekkingsmiddelen wel binnen de bandbreedte van 2% tot 3%.
Jaarverslag 2012
9
Programmaverantwoording In navolging van onze programmabegroting, hebben we dit jaarverslag verbeterd. De begroting geeft antwoord op de vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat gaat dat kosten. Dit jaarverslag geeft het antwoord op de vierde vraag: wat hebben we gedaan. Opbouw van de programma’s is nog gebaseerd op de oude indeling. De volgende programma’s worden onderscheiden; Risico & Crisisbeheersing, Veiligheidszorg, Bedrijfsvoering en Directie & Staf. In de programmaverantwoording is een groot deel van de prestatieindicatoren opgenomen vanuit het landelijk project Aristoteles. Een deel hiervan is niet opgenomen, omdat deze in de praktijk niet goed meetbaar zijn. Landelijk vindt inmiddels bijstelling van deze indicatoren plaats. De VRU heeft in de nieuwe begroting 2013 een aantal andere indicatoren opgenomen waarop gerapporteerd zal worden. Ook in de komende jaren blijven indicatoren in ontwikkeling. Er vindt in deze begroting over de programma’s toerekening van kosten plaats. Dit ingevolge de gehanteerde systematiek van toerekenen sinds de start van de VRU. Dit betekent dat alle baten en lasten van directie en staf gesaldeerd worden toegerekend aan de overige programma’s. Ook een deel van de kosten van de directie bedrijfsvoering, worden toegerekend aan de verschillende programma’s. Het gaat daarbij onder andere om kosten voor ICT, werkplekken, verzekeringen en andere gemeenschappelijke kosten die via de directie bedrijfsvoering lopen.
10
Jaarverslag 2012
Risico- en crisisbeheersing Uitgelicht: We zijn vooral trots op hoe Koninginnedag is verlopen in onze regio. Zowel voorbereiding als uitvoering hebben veel inzet vereist. Verder zijn de eerste gemeenten en netwerkpartners aangesloten op LCMS, waarmee belangrijke stappen gezet zijn in het netcentrisch werken. Het beleggen van risico- en crisiscommunicatie in de organisatie is een belangrijke stap voorwaarts in de structurele communicatie naar onze burgers.
Regionale risico’s In 2012 is het regionaal risicoprofiel uit 2011 geactualiseerd. Verder is overeenkomstig de afspraak in het Beleidsplan, gestart met de ontwikkeling van scenario’s voor de grootste risico’s in onze regio. Als eerste zijn de risico’s voor extreem weer en natuurbranden opgesteld.
Risicocommunicatie Zoals toegezegd is het visiedocument Risicocommunicatie in 2012 opgesteld. Tegelijkertijd is de capaciteit voor dit onderwerp in de lijn belegd, waarmee dit onderwerp geborgd is in de organisatie.
8 maart: In Veenendaal is een bedrijf dat medische apparatuur verkoopt (Nijverheidslaan) in vlammen op gegaan. Volgens de brandweer is bij de zeer grote brand geen risico voor de volksgezondheid ontstaan.
2 april: In Maarn heeft maandagavond een zeer grote brand gewoed bij autobedrijf Schelling. Meerdere korpsen uit de regio werden naar het pand aan de Amersfoortseweg gestuurd om de vlammen te bestrijden. Niemand raakte gewond, maar vanwege asbest is het gebied rond het afgebrande bedrijf afgezet.
Nieuwe veiligheidsdenken Het nieuwe veiligheidsdenken gaat meer uit van verantwoordelijkheid in de maatschappij. Bewustzijn is dan een belangrijke factor. De in 2011 ontwikkelde pilot “Geen nood bij brand” waarbij in de zorg ontruimingsoefeningen nagespeeld worden op papier (waarbij op een plattegrond met pictogrammen en lego een scenario nagespeeld wordt), is in 2012 genomineerd voor de Jan van der Heydenprijs. Uiteraard hebben we deze pilot in 2012 ook gewoon voortgezet. De pilot “Vergroten risicobewustzijn burgers woningbranden en woninginbraken” is in de gemeente Zeist afgerond. De eindrapportage over dit project waarbij politie, gemeente en de VRU samenwerken, is gepresenteerd in het Algemeen Bestuur. Rondom het thema verbinding tussen fysieke en sociale veiligheid zijn we een samenwerking aangegaan met het bureau Regionale Veiligheidstrategie.
Jaarverslag 2012
11
Verder is in 2012 het thema zelfredzaamheid en burgerparticipatie opgepakt. Er ligt inmiddels een concept-beleidsvisie, met bijbehorend plan van aanpak.
Inrichting crisisorganisatie Het regionaal crisisplan moet gaan dienen als kapstok om 26 organisaties voor bevolkingszorg te integreren naar één organisaties voor bevolkingszorg. Daartoe is in de 2012 een foto van de huidige crisisorganisatie opgeleverd. In november is het procesvoorstel voor het traject nieuw Regionaal Crisisplan ter besluitvorming aangeboden. Op de startconferentie Nieuwe crisis-organisatie is een houtskoolschets gemaakt van de beoogde crisis-organisatie. In 2013 zal een nieuw regionaal crisisplan ter besluitvorming worden voorgelegd. Door veranderingen in wetgeving is niet langer voor elk project of instelling een incidentbestrijdingsplan vereist. In de plaats daarvan komen rampbestrijdingsplannen gebaseerd op relevante scenario’s voor de regio. In 2012 is het rampbestrijdingsplan voor de A2-Tunnel geactualiseerd. Dit plan wordt, vanwege de veranderingen in de komende jaren, jaarlijks herzien.
Juni: De afdeling Preventie heeft voor de aanvang van het EK voetbaltoernooi bierviltjes met opschriften zoals ( waar is de nooduitgang, wees voorzichtig met vuur, en in geval van nood bel 112) uitgedeeld aan de sportkantines, buurthuizen en cafés.
14 juni: Systeemoefening Prisma (GRIP 4): waarbij een fictieve crisis heeft plaatsgevonden. In dit geval een vergiftiging van het drinkwater in Zeist.
In 2012 zijn 4 van 5 verplichte incidentbestrijdingsplannen voorlopig vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Begin 2013 is het laatste incidentbestrijdingsplan vastgesteld. Het afgelopen jaar is het beleid rond de paraatheidorganisatie verder doorontwikkeld. Er zijn diverse mogelijkheden beschreven voor invulling van vakbekwaamheid en uitruk in relatie tot de operationele (piket)functies. Hierbij is een koppeling gemaakt tussen koude en warme functies. Na een voorgenomen besluit door het DT zijn de betrokken functionarissen geconsulteerd. Definitieve besluitvorming vindt plaats in 2013. Onze crisisorganisatie heeft inzet gepleegd tijdens het asbest-incident in de gemeente Utrecht. De leerpunten uit de evaluatie van dit incident zullen betrokken worden bij het nieuwe crisisplan dat medio 2013 gereed komt.
12
Jaarverslag 2012
Beleidskader OTO In 2012 is het meerjarenbeleidsplan OTO 2012-2015 vastgesteld. Daarnaast is onderzoek gedaan naar het realiseren van een uniforme oefensystematiek voor de brandweer. Het realistisch oefenen maakt daar onderdeel van uit. De onderzoeksfase is afgerond, in 2013 worden de resultaten verder uitgewerkt. De doorontwikkeling van het accreditatiesystematiek voor de piketten van de GHOR is gerealiseerd. De doorontwikkeling van OTO bevolkingszorg loopt gelijk op met de doorontwikkeling van de gemeentelijke Crisisbeheersing.
Systeemoefening Prisma Op donderdagavond 14 juni heeft in de gemeenten Zeist en Utrechtse Heuvelrug een fictieve crisis plaatsgevonden. Met deze oefening hebben we de structuur en opschalingsysteem van de VRU uitvoerig kunnen testen. De opgedane ervaring biedt uitstekende leermomenten en input voor verdere professionalisering.
21 en 22 juni: 2 branden in transformatorhuisjes met o.a. een flinke stroomstoring in Nieuwegein
26 juni: een grote gezamenlijke OGS eindoefening Post- Noord en Zuid Nieuwegein bij de Fa. Van Wijk op het Vuilcop
22 juni: Kockengen komt als winnaar uit de bus bij nachtelijke wedstrijden 24 juni: Maarssen duikers: zoektocht naar eigenaar fiets in het Amsterdam-Rijnkanaal.
Informatiemanagement In 2012 is geworven voor de functie coördinator netcentrisch werken. Deze zal per april 2013 aantreden. Daarmee hangt samen dat het de uitvoering van het project Digitale bereikbaarheidskaart (iDBK) naar 2013 geschoven is. De voorbereidingen hebben wel in 2012 plaats gevonden. De implementatie van netcentrisch werken binnen de gemeenten en in het bijzonder de Gemeentelijke Beleidsteams (GBT) loopt door de annulering van de levering van LCMS 2.0 vertraging op. De eerste 5 GBT’s zijn inmiddels aangesloten op versie 1.4 en hebben een bestuurlijke oefening doorlopen. In 2012 is een planning gemaakt om de overige gemeenten allen in 2013 aan te sluiten. Ook de eerste externe partners zijn inmiddels aangesloten. Denk hierbij aan Waterschappen, Defensie, Rijkswaterstaat, Provincie Utrecht en de Politie.
Jaarverslag 2012
13
Op 30 april is er bij het bezoek van de Koningin aan Veenendaal en Rhenen uiteraard gebruik gemaakt van netcentrisch werken. Dit heeft goed gefunctioneerd en ervaring opgeleverd.
Crisiscommunicatie Het visiedocument Crisiscommunicatie is gereed en samen met het visiedocument Risicocommunicatie aangeboden aan ons Dagelijks Bestuur. Ook het onderwerp social media heeft een plek gekregen in dit document.
Crisispartners Naast deelname in diverse landelijke overlegorganen, zijn de belangrijkste bovenregionale inspanningen gericht geweest op de samenwerking met veiligheidsregio’s Gooi & Vechtstreek en Flevoland. Naast de bestaande contacten met partners zoals politie, waterschappen, defensie zijn de contacten met nieuwe partners als Rijkswaterstaat en de Nutsbedrijven verder geïntensiveerd. Zo ook met Huisartsen, verpleegen verzorgingstehuizen. Het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) heeft, als resultaat van een door de VRU geïnitieerd project, een structureel overleg ingesteld voor de versterking van de infectieziektebestrijding in de regio. 2 juli: Officiële opening van de Landtunnel op de A2; Nieuwegein rukt hierop uit, 42 personen hebben het Certificaat E-Campus tunnelveiligheid hiervoor gehaald.
22 juli: Asbest in Kanaleneiland
14 augustus: Bewoners in Harmelen: blussen zelf brand! 15 augustus: District Utrecht heeft op de UIT-dagen gestaan. 18 augustus: De post DriebergenRijsenburg bestaat 80 jaar en viert dat gezamenlijk met de KLPD die 50 jaar gevestigd is in DriebergenRijsenburg. Een open dag samen met ondernemers.
Ook de koppeling met zoönosen (dier-op-mens-besmetting) wordt hier een plek gegeven. Voor onze netwerkpartners hebben wij twee bijeenkomsten gehouden. Deze zijn goed bezocht en zullen ook in 2013 voortgezet worden.
Koninginnedag 2012 Koninginnedag 2012 vond plaats in Rhenen en Veenendaal. De VRU heeft samen met partners zorggedragen voor de multidisciplinaire voorbereiding op en optreden tijdens het evenement. De voorbereiding en het optreden op de dag zelf van de crisisorganisatie zijn in afstemming en samenwerking met het SGBO uitvoering geëvalueerd. Naast de evaluatie heeft er een departementale audit plaatsgevonden. De NTCV (Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid) heeft het eindrapport overhandigd aan burgemeester Elzenga.
14
Jaarverslag 2012
De VRU kijkt net als alle betrokken operationele diensten terug op een zeer geslaagde Koninginnedag in Rhenen en Veenendaal.
Nazorg en evaluatie In 2012 is een start gemaakt met het ontwikkelen van beleid voor evaluatie van incidenten. Het accent ligt daarbij op multidiciplinair optreden (vanaf GRIP 1). In 2013 zullen overeenkomstig dit beleid de evaluaties worden ingericht. Naast incidenten zal het beleid dan ook voor de evaluatie van oefeningen gebruikt worden. Uiteraard worden er desalniettemin evaluaties uitgevoerd. Een belangrijke evaluatie was de al eerder genoemde evaluatie van Koninginnedag. Deze evaluatie is multidisciplinair uitgevoerd. Begin 2012 is de externe evaluatie van het incident “Geinsche Hof” gepresenteerd. De leerpunten uit deze evaluatie zijn belegd in de organisatie.
30 augustus: Besluit gemeenteraad tot samenvoeging posten Achterberg en Rhenen. Tijdens de oefenavond kwamen de korpsleden van Achterberg en Rhenen voor het eerst bij elkaar om bij te praten na het besluit van de gemeenteraad eerder deze week tot samenvoeging.
1 september: Amstelhoek: grote brand, boot van brandweer Vinkeveen verleent assistentie. 20 september: Grote brand Cothen bedrijfsverzamelgebouw aan de Wijkersloot. Pand is volledig verwoest.
Jaarverslag 2012
15
Indicatoren Risico- en Crisisbeheersing Netwerkcoördinatie: Onderwerp Afspraken met ketenpartners Continuïteitsplannen
Indicator Met hoeveel procent van de eerstelijns ketenpartners zijn actuele afspraken gemaakt? Hoeveel procent van de eerstelijnszorginstellingen heeft een actueel continuïteitsplan?
Zirop
Hoeveel procent van de ziekenhuizen in de regio beschikt over een actueel en geoefend Ziekenhuis Rampen Opvangplan (Zirop)? Hoeveel procent van de eerstelijns ketenpartners dat een convenant heeft, is beoefend zoals afgesproken in het convenant? Hoeveel procent van de ketenpartners heeft toegang tot netcentrische operationele informatie?
Geoefendheid ketenpartners
Toegang tot netcentrische operationele informatie
Resultaat 2012 Ivm komst DPG gepland voor 2013 GGD/Ziekenhuizen Aanwezig Huisartsen/Ravu Wordt aan gewerkt. Op 1 na alle
nnb
5 gemeenten
Evaluatie: Onderwerp Multidisciplinaire evaluaties GRIP
16
Indicator Hoeveel van de GRIP-incidenten is in multidisciplinair verband geëvalueerd?
Jaarverslag 2012
Resultaat 2012 6 evaluaties
Financieel overzicht en toelichting Risico- en Crisisbeheersing R IS IC O & C R IS IS B EH EER S IN G
R e ke n in g 2 0 11
B e g ro tin g 2 0 12
S lo tb e g ro tin g 2 0 12
R e ke n in g 2 0 12
%
LA STEN Salarissen en sociale lasten Kapitaallasten Personeel van derden
4.888.721
4.553.896
4.553.896
72.148
308.061
242.298
491.489
123.339
123.339
Energie
-
-
-
D uurzame goederen
-
-
-
Algemene benodigdheden
-
Onderhoud goederen en diensten Huren
105.738 -
4.480.962
- 2%
111.964 - 54% 309.665 -
151% 0%
4.441 100%
64.596
64.596
34.837 - 46%
205.012
205.012
123.741 - 40%
-
-
13.553 100%
Verzekeringen en belastingen
20.994
20.399
20.399
Overige goederen en diensten
511.965
188.769
188.769
Specifieke personeelskosten
- 61.807
157.565
157.565
0.0 Doorbelasting directie en staf
233.351
178.193
251.993
260.677
3%
6 .2 6 2 .5 9 9
5 .7 9 9 .8 3 0
5 .8 0 7 .86 7
5 . 7 6 1. 18 5
- 1%
Rente
-
-
-
-
0%
Vergoedingen duurzame goederen
-
-
-
-
0%
556.292
331.743
331.743
432.593
30%
Vergoeding vervoerders
-
-
-
-
0%
Overdrachten Rijk
-
-
-
-
0%
Bijdrage gemeenten (Overdrachten niet Rijk)
-
-
-
-
0%
0.0 Toerekening algemene dekkingsmiddelen
5.706.307
5.468.087
5.476.124
5.328.593
- 3%
6 .2 6 2 .5 9 9
5 .7 9 9 .8 3 0
5 .8 0 7 .86 7
5 . 7 6 1. 18 5
- 1%
Tota a l uitga v e n
12.164 - 40% 312.398
65%
96.782 - 39%
BATEN
Vergoeding goederen en diensten
Tota a l Ba te n
Re sulta a t v oor be ste m m ing Toevoeging Onttrekking Re sulta a t na be ste mm ing
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Salarissen De salariskosten onderschrijden in totaal met € 73.000. Door het aanhouden van vacatures heeft een onderschrijding plaatsgevonden van € 198.000. Daarnaast is € 17.000 ontvangen aan zwangerschapsverlof. Daarbij overschrijden de salariskosten als gevolg van de in juni 2012 afgesloten cao. In januari en april 2012 heeft een loonsverhoging plaatsgevonden van 1%. In de begroting was rekening gehouden met 1%. De verhoging van 1% per april ad ruim € 31.000 moest incidenteel opgevangen worden binnen de begroting. Als gevolg hiervan ontstaat in 2012 een nadeel, welke in de gewijzigde begroting 2013 wordt gecorrigeerd. Jaarverslag 2012
17
De reiskosten voor woon-werkverkeer waren bij de start niet begroot. Op deze kostenpost zit een overschrijding van bijna € 112.000. Deze post Valt ook onder de rubriek salarissen. Kapitaallasten De kapitaallasten onderschrijden met ruim € 130.000 als gevolg van beperkte kapitaallasten voor ICT-werkplekken welke worden doorbelast vanuit Bedrijfsvoering. De totale doorbelasting van kapitaallasten is bijna € 112.000. Personeel van derden Binnen de categorie ‘Inhuur personeel’ is een overschrijding van € 186.000. Deze overschrijding is het gevolg van inhuur voor de vervanging van vacatures en specialistische deskundigen. Het betreft hier o.a. inhuur voor Risico- en Crisiscommunicatie, Externe Veiligheid, Koninginnedag en Regionaal Risicoprofiel. Hier staan ook hogere inkomsten tegenover. Deze zijn verantwoord onder “vergoeding goederen en diensten”. Algemene benodigdheden, onderhoud, huren en verzekeringen De uitgaven aan de posten algemene benodigdheden, onderhoud goederen en diensten, huren en verzekeringen en belastingen onderschrijden samen met bijna € 106.000 omdat er op deze onderdelen minder wordt uitgegeven en doorbelast vanuit Bedrijfsvoering. Overige goederen en diensten Dit nadeel ontstaat door de inkoop van specialistische kennis BRZO € 27.000 en onderzoeken naar de benodigde preventiecapaciteit € 91.000 en Geinsche Hof € 48.000. Specifieke personeelskosten De specifieke personeelskosten onderschrijden met bijna € 61.000. Er zijn minder uitgaven gedaan voor werving en selectie en studiekosten voor de medewerkers. Doorbelasting directie en staf Voor de toelichting op de kosten in de categorie ‘Doorbelasting directie en staf’ wordt verwezen naar het programma ‘’Directie en Staf’. Vergoeding goederen en diensten De opbrengsten binnen het programma Risico- en Crisisbeheersing zijn € 101.000 hoger dan begroot. Dit voordeel is ontstaan door hogere opbrengsten dan begroot voor PUEVwerkzaamheden, bijdrage van gemeente Nieuwegein in de kosten voor het onderzoek naar Geinsche Hof, detacheringsopbrengsten (o.a. bij Min VenJ en andere veiligheidsregio) en deelname aan opleidingen en oefeningen door derden.
18
Jaarverslag 2012
Voornaamste afwijkingen t.o.v. slotbegroting
Personeel gerelateerd (x € 1.000,-) Lasten
Voordeel
Nadeel
Baten
Voordeel
Saldo
Voordeel
Vacatures Uitkering zwangerschapsverlof Werving en selectie en studiekosten Incidenteel opvangen cao stijging Reiskosten woon-werkverkeer niet begroot Inhuur extern personeel, oa Risico- en Crisicommunicatie, Koninginnedag, regionaal Risicoprofiel, Externe Veiligheid Inkomsten PUEV, detachering bij Min VenJ
€ 198 € 17 € 61 € -31 € -112
€ -186 € 74 € 21
Materieel gerelateerd (x € 1.000,-) Lasten
Voordeel
Nadeel
Baten
Voordeel
Saldo
Voordeel
Kapitaallasten Algemene benodigdheden, onderhoud, huren en verzekeringen Diverse algemene kosten Inhaalslag BRZO, Onderzoek benodigde preventiecapaciteit en Geinsche Hof Bijdrage gemeente Nieuwegein in onderzoekskosten Geinsche Hof
€ 130 € 106 € 38 € -166 € 27 € 135
Doorbelasting (x € 1.000,-) Lasten
Nadeel
Doorbelasting directie en staf
€ -9
Baten
Nadeel
Toerekenning algemene dekkingsmiddelen
Saldo
Nadeel
€ -148 € -156
Jaarverslag 2012
19
Veiligheidszorg Uitgelicht: Wij zijn trots op de nominaties voor de Jan van der Heydenprijs. Ze symboliseren voor ons de innovatiekracht in onze organisatie. Verder mogen niet onbenoemd blijven onze bijdrage aan het landelijke project “Variabele voertuigbezetting” en de stappen die gezet zijn voor ons Regionale dekkingsplan.
Veilig, effectief en efficiënt optreden In de voorbereiding van het nieuwe regionale dekkingsplan zijn belangrijke stappen gezet. De bestuurlijke uitgangspunten zijn vastgesteld en breed gecommuniceerd in de organisatie. Vanuit een zeer brede respons is een visie opgesteld op die uitgangspunten. Het project “variabele voertuigbezetting” is afgerond met een week lang realistisch oefenen met verschillende voertuigbezettingen in Zweden. Dit heeft geresulteerd in een concept voor verdere implementatie. Daarnaast zijn onze ervaringen opgenomen in het (landelijke) eindrapport van de NVBR. Nodeloze meldingen leggen een druk op de organisatie. We doen mee aan het landelijk project “STOOM” om de hoeveelheid meldingen terug te 22 september: brandweerpost Eemnes organiseert chauffeurswedstrijden. 22 september: Spectaculaire lasershow bij de brandweerpost in Doorn. De brandweercollega's stonden met deze show letterlijk in het licht tussen alle bewoners van Doorn en hoopten aanwezigen warm te maken voor het vak van brandweervrijwilliger:
26 september: De post Nieuwegein is opgeroepen om op de A2 loslopende stieren na afschieten op te ruimen. 29 september: Jeugdbrandweer Amerongen landskampioen klasse Aspiranten Hoge Druk:
dringen. We worden daarbij geholpen door wijziging in de regelgeving waardoor minder aansluitingen op het openbaar meldsysteem verplicht worden. De vakbekwaamheid van onze mensen staat voorop. Daartoe wordt het beleidsplan “Oefenen: vakbekwaam worden en blijven” uitgevoerd. De brandweerkorpsen Rhenen en Achterberg worden samengevoegd tot een nieuwe brandweerploeg op de post Rhenen. Proactie en preventie In 2012 is een slag gemaakt in het uniformeren van de preventieprocessen. Ook is er een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van onze preventieprocessen en de benodigde capaciteit. De resultaten van dit onderzoek worden in samenhang met het onderzoek Veiligheidszorg op Maat bezien, en krijgen dan hun beslag. Op het terrein van preventie speelt ook de ontwikkeling van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Vanuit verschillende disciplines denken we 20
Jaarverslag 2012
hier in mee en wordt er voorgesorteerd op samenwerking. Ook dit is van invloed op de implementatie van de resultaten van het onderzoek naar preventieprocessen. Lerend en innoverend vermogen Drie ideeën vanuit onze regio waren genomineerd voor de Jan van der Heydenprijs: • Ontruiming oefenen met lego en pictogrammen • Brandveiligheid als bindmiddel voor de samenleving (2e prijs) • Kwaliteit van oefenen verbeteren Voor onze visie op vrijwilligheid haken we aan bij de visie die landelijk in ontwikkeling is. In 2013 wordt de vertaling naar onze regio gemaakt. De mogelijkheden om samen met de regio’s Gooi & Vechtstreek en Flevoland te komen tot brandonderzoeksteams zijn in 2012 onderzocht. De verdere uitwerking is opgenomen in de plannen voor 2013. Meldkamer Het Operationeel Centrum Midden Nederland (OCMNL) heeft vertraging opgelopen door de voorgenomen vorming van een landelijke meldkamerorganisatie onder het ministerie van V&J. De Minister heeft in 2013 in overleg met de regiobesturen de locaties voor de 10 nieuw te vormen meldkamers aangewezen. Voor Midden-Nederland is die locatie in Soest (Kamp Zeist). 1 oktober: In Mijdrecht vindt een grote rietenkap brand plaats. 6 oktober: Bunschoten wordt 2e tijdens de Landelijke brandweerwedstrijden TAS-HD
Het OMS is vanwege het aflopen van de aanbesteding aan Siemens gemigreerd naar een systeem waarbij meerdere aanbieders een tijdelijke concessie hebben gekregen voor het leveren van deze dienst aan abonnees.
Brandweerspecialismen Voor het thema natuurbrandbestrijding is een visie uitgewerkt en is gestart met de implementatie. In 2013 zal de focus liggen op de specialismen duiken, ongevallen gevaarlijke stoffen en veilig repressief optreden. Voor het onderwerp Waterongevallenbeheersing is een notitie voorbereid. De komende jaren worden gebruikt om via registraties effecten te meten.
Jaarverslag 2012
21
Indicatoren Veiligheidszorg Preventie: Onderwerp Actualisatie plannen
Indicator Hoeveel procent van de wettelijke verplichte plannen zijn binnen de daarvoor gestelde norm geactualiseerd? In hoeveel procent van de relevante evenementen waarbij GHOR moet adviseren, heeft GHOR advies gegeven? Bij hoeveel procent van de geplande controles op afgegeven gebruiksvergunningen heeft controle plaatsgevonden? Hoeveel procent van de aangevraagde (preventie)adviezen is binnen de hiervoor gestelde termijn afgegeven? In hoeveel procent van de relevante evenementen waarbij de brandweer moet adviseren, heeft de brandweer geadviseerd?
GHOR-advies bij evenementen Controle gebruiksvergunningen/ meldingen Adviestermijn
Brandweeradvies bij evenementen
Preventieadviezen 3000 2498 2500 2000
1806 1466
1500 1000 324
500
538
211
0
Toetsing en handhaving 4722 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
2193 1614 1052 143
22
Jaarverslag 2012
1105 576
348
Resultaat 2012 100%
365 adviezen
96,5%
98%
98%
Uitrukken
Ondersteuning Repressie Onderwerp Aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten Brandkranen
Indicator Hoeveel procent van de daarvoor in aanmerking komende objecten beschikken over actuele aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten? Hoeveel brandkranen zijn er? Hoeveel procent van de brandkranen is geschouwd? Hoeveel procent van de geschouwde brandkranen was op orde?
Resultaat 2012 100%
31.853 63% 96%
Jaarverslag 2012
23
Financieel overzicht en toelichting Veiligheidszorg V EILIG HEIDS ZO RG
Re ke ning 2 0 11
Be groting 2 0 12
S lotbe groting 2 0 12
Re ke ning 2 0 12
%
LASTEN Salarissen en sociale lasten
39.916.093
40.748.192
40.101.600
41.106.646
3%
Kapitaallasten
6.224.780
8.213.628
7.626.519
6.338.195
- 17%
Personeel van derden
3.927.951
360.469
360.469
998.687
177%
Energie
563.308
573.087
573.087
575.138
0%
Duurzame goederen
265.620
7.686
7.686
87.324
426.692
426.692
359.277
- 16%
3.706.922
2.476.533
2.476.533
3.373.048
36%
Algemene benodigdheden Onderhoud goederen en diensten
993.668 12828%
Huren
165.365
611.401
611.401
197.739
- 68%
Verzekeringen en belastingen
796.421
1.444.113
1.444.113
995.803
- 31%
Overige goederen en diensten
4.703.698
1.538.091
1.538.091
1.757.139
14%
Specifieke personeelskosten
5.725.344
8.353.596
7.738.823
5.562.609
- 28%
0.0 Doorbelasting directie en staf Totaal uitgaven
2.920.860
2.165.873
3.062.890
3.168.443
3%
69.003.685
6 6 . 9 19 . 3 6 0
65.967.904
65.426.393
- 1%
-
-
-
-
0%
BATEN Rente Vergoedingen duurzame goederen Vergoeding goederen en diensten Vergoeding vervoerders Overdrachten Rijk Bijdrage gemeenten (Overdrachten niet Rijk) 0.0 Toerekening algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten
Resultaat voor bestemming
2.020.971
-
-
115.497
100%
731.400
731.400
1.899.227
160%
-
-
0%
-
-
0%
3.333 -
-
-
-
0%
66.979.381
66.187.960
65.236.504
63.411.669
- 3%
69.003.685
6 6 . 9 19 . 3 6 0
65.967.904
65.426.393
- 1%
-
-
-
-
Toevoeging
-
-
-
-
Onttrekking
-
-
-
-
-
-
-
-
Resultaat na bestemming
-
Salarissen De salariskosten overschrijden met ruim € 1 mln. Voor een deel komt dit door de in juni 2012 afgesloten cao. In 2012 heeft twee keer een loonsverhoging plaatsgevonden van 1% (respectievelijk in januari en april). In de begroting was rekening gehouden met de eerste verhoging van 1% uit januari. De verhoging van 1% per april ad ruim € 300.000 moest incidenteel opgevangen worden binnen de begroting. Als gevolg hiervan ontstaat in 2012 een nadeel, welke in de gewijzigde begroting 2013 wordt gecorrigeerd. Daarnaast bedraagt de overschrijding € 700.000. Een afwijking met daarbinnen een aantal positieve en negatieve verschillen. Zo zijn de kosten voor het beroepspersoneel beduidend hoger dan geraamd (€ 1,1 mln.). Dit komt met name door de uitvoering van het sociaal plan en de daarmee samenhangende extra kosten voor o.a. inschaling 24
Jaarverslag 2012
personeel, maatwerkplaatsingen en te lage raming van salariskosten op de districten. Daarnaast waren de reiskosten woon-werkverkeer niet begroot. Dit resulteert in een overschrijding van € 476.000. Een gedeelte van de piketkosten is verantwoord onder personeel van derden. Dit omdat dit veelal personeel van onze ketenpartners betreft. In de salariskosten werkt dit positief door met € 400.000. Er is verder sprake van een onderschrijding op de uitrukvergoeding van € 440.000. Daarnaast is ruim € 38.000 ontvangen in verband met ontvangen uitkeringen voor ziekte en zwangerschap. Kapitaallasten en duurzame goederen In dit verslagjaar bedraagt de onderuitputting op de kapitaallasten bijna € 1,3 mln. Enerzijds worden er meer kapitaallasten doorbelast vanuit het programma Bedrijfsvoering, anderzijds is de VRU i.v.m. de bezuinigingen en het project Veiligheidszorg op maat (nieuw dekkingsplan) zeer terughoudend geweest in het doen van investeringen. Met name het brandweermaterieel is zeer beperkt vervangen. Dit resulteert wel in een overschrijding op de post onderhoud ad € 540.000 omdat het materieel verouderd is. Dit is verantwoord onder “onderhoud goederen en diensten”. Daarnaast waren bij de start van de VRU alleen kapitaallasten begroot en is geen splitsing gemaakt in kapitaallasten en kleine aankopen onder de activeringsgrens. In de praktijk vinden er veel kleine aankopen plaats voor bijna € 986.000. In dit geval is sprake van een verschuiving van de uitgaven. Hiermee is tevens de overschrijding op de post duurzame goederen verklaard. Personeel van derden De overschrijding op inhuur binnen het programma Veiligheidszorg bedraagt € 638.000. Deels heeft dit te maken met vergoeding voor piketdiensten ad € 230.000 voor medewerkers van buiten de VRU, zoals hiervoor benoemd en deels heeft dit te maken met het project A2 tunnel en de inhuur van specifieke kennis binnen de afdeling preventie van het district Utrecht. Een gedeelte van deze kosten is verrekend met gemeente Utrecht. De overschrijding op de post inhuur is fors teruggebracht ten opzichte van vorig jaar. Voor een deel komt dit omdat in 2011 nog veel werd ingehuurd voor het project inhaalslag, daarnaast is in mei ingegrepen om de inhuur drastisch te beperken. Algemene benodigdheden, huren en verzekeringen De uitgaven aan de posten algemene benodigdheden, huren en verzekeringen en belastingen onderschrijden samen met bijna € 930.000 omdat er op deze onderdelen minder wordt uitgegeven en doorbelast vanuit Bedrijfsvoering. Onderhoud goederen en diensten Op de posten onderhoud, goederen en diensten bedraagt het tekort € 897.000. Zoals aangegeven onder de toelichting op de kapitaallasten heeft dit voor € 540.000 betrekking op hogere kosten in verband met verouderd materieel. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor het herstel van schade. Hier staat een opbrengst tegenover van € 419.000. Dit betreft de uitkering van de verzekeraar. Specifieke personeelskosten Ook de onderschrijding op overige personele kosten hangt o.a. samen met de huidige bezuinigingen en de huidige crisissituatie. Door het geringe personeelsverloop is met name bespaard op studiekosten, de kosten voor oefenen en functiegericht opleiden, keuringen en kosten voor werving en selectie. In totaliteit bedraagt de onderschrijding € 2.176.200. Doorbelasting directie en staf Voor de toelichting op de kosten in de categorie ‘Doorbelasting directie en staf’ wordt verwezen naar het programma ‘’Directie en Staf’. Jaarverslag 2012
25
Vergoeding goederen en diensten De opbrengst van € 115.497 heeft betrekking op de verkoop van materieel. Vergoeding goederen en diensten In de opbrengstensfeer is in bijna € 1,2 mln. voordeel behaald. Ruim € 115.000 incidenteel heeft te maken verkoop van duurzame goederen. Verder is er voor € 419.000 aan schade-uitkeringen ontvangen (hier staan ook kosten tegenover; zie hiervoor). Het OMS heeft een surplus van € 300.000 inkomsten gegenereerd en door detachering personeel en project A2 tunnel zijn € 300.000 opbrengsten gerealiseerd. Hier staan ook kosten voor inhuur tegenover. Voornaamste afwijkingen t.o.v. slotbegroting
Personeel gerelateerd (x € 1.000,-) Lasten
Voordeel
Nadeel
Baten
Voordeel
Saldo
Voordeel
Vergoeding vrijwilligers Piketpersoneel Besparing studiekosten, functiegericht opleiden, oefenen, W&S, keuringen Uitkeringen voor ziekte en zwangerschap Diversen Incidenteel opvangen cao stijging Reiskosten woon-werkverkeer niet begroot Kosten bovenformatieven, afwijkende inschaling etc. a.g.v. regionalisering en te lage salarisraming districten Inhuur specialistisch personeel Detachering personeel en vergoeding ihkv project A2-tunnel
€ 440 € 400 € 2.176 € 38 € 17 € -300 € -476 € -1.124
€ -638 € 300 € 833
Materieel gerelateerd (x € 1.000,-) Lasten
Voordeel
Kapitaallasten Algemene benodigdheden, onderhoud, huren en verzekeringen
Nadeel
Onderhouds- en herstelkosten Kleine aanschaffingen duurzame goederen Diversen en lasten voorgaande jaren
Baten
Voordeel
Verkoop materieel Schade uitkeringen OMS-uitkeringen Diversen
Saldo
Voordeel
€ 1.288 € 930 € -897 € -986 € -219 € € € €
115 419 300 149
€ 1.099
Doorbelasting (x € 1.000,-) Lasten
Nadeel
Doorbelasting directie en staf
Baten
Nadeel
Toerekenning algemene dekkingsmiddelen
Saldo
Nadeel
26
Jaarverslag 2012
€ -106 € -1.825 € -1.930
Bedrijfsvoering Uitgelicht: In 2012 gewerkt aan het op orde brengen van de basis. De migratie naar een geharmoniseerde, nieuwe ict-omgeving is hier een belangrijk onderdeel van. Verder zijn wij trots op de visie op leiderschap die uitdrukkelijk met de hele organisatie is opgesteld. Wij gaan hier de komende tijd mee aan de slag!
Gebouwenbeheer & Huisvesting Met als doel om het decentrale huisvestingsproces in lijn te brengen met de ontwikkeling van het nieuwe dekkingsplan, is in 2012 de inventarisatie naar de boekwaarde, WOZ-waarde, exploitatielasten en het meerjaren onderhoud van de decentrale huisvesting, de brandweerposten die in eigendom zijn van de gemeenten, gestart. Het directieteam VRU en het bestuur worden geïnformeerd over de resultaten en bevindingen. Voor alle gebouwen waarvan de VRU eigenaar is, zijn meerjarenonderhoudsplanningen (MJOP’s) gemaakt met bijbehorende begrotingen en zijn de daaruit voortvloeiende taken op het gebied van gebouwenonderhoud georganiseerd.
3 november: Rampoefening “LEK” waarbij zo’n 150 hulpverleners van Reddingsbrigades, Brandweer, Ambulance en Lotusvereniging ingezet. Circa 30 personen werken mee als figurant.
13 november: In Oudewater woedt een grote brand in een kippenschuur. 48.000 kippen komen hierbij om. 15 november: Aan de hand van een
afwisselend scenario hebben de collega's van Maarn en Maarsbergen op donderdag 15 november een grote overstroming geoefend rondom de Lek met een flink aantal partners.
Verhuizing hoofdkantoor VRU In juli is de huurovereenkomst voor de panden aan de Kobaltweg opgezegd. De voorbereidingen zijn gestart voor de verhuizing van het hoofdkantoor van de VRU naar de Archimedislaan (Provinciehuis)te Utrecht en gebouw Belcampo (brandweer Utrecht. Het projectteam werkt met de Provincie aan de bouwplannen en afspraken over de dienstverlening. Geplande verhuisdatum is half juni.
Facilitaire Dienstverlening In verband met een gewijzigde prioriteitstelling is de aanschaf en implementatie van een Document Management Systeem (DMS) doorgeschoven naar 2013. Dit geldt ook voor de Produkt-DienstCatalogus (PDC). Vooruitlopend op het DMS is in 2012 het DIVbeleidsplan vastgesteld. De implementatie van dit beleid is gepland voor 2013 en richt zich primair op het regiobreed voldoen aan de eisen zoals gesteld in de Archiefwet.
Jaarverslag 2012
27
Financieel pakket Het nieuwe financieel pakket JD Edwards/Enterprise (JDE) is half januari 2012 in gebruik genomen. In de aanloop naar de implementatie van JDE per 1 januari 2012 is besloten om ook de workflow via JDE te laten verlopen. De medewerkers die het systeem moeten gebruiken, zijn opgeleid, de afhandeling van facturen geschiedt hierdoor volledig digitaal. In de loop van het jaar is ook de activamodule ingericht. 2012 is gebruikt om de mogelijkheden van JDE te verkennen en op de juiste wijze te gebruiken. 2013 zal vooral gericht zijn op het afstemmen van JDE op de behoefte van de budgethouders, het ontsluiten van gegevens en de ingebruikname van de inkoopmodule.
ICT Het hierboven al genoemde nieuwe financiële pakket heeft ook beslag gelegd op ict-capaciteit. Een ander belangrijk project was de overgang naar 088-nummers voor onze hele organisatie. Hierbij is vast en mobiele telefonie geïntegreerd waardoor continuïteit is versterkt: als bijvoorbeeld bij een ramp de provider uitvalt, kunnen wij intern blijven bellen over ons eigen netwerk en eigen centrale. Daarbij is een nieuw en goedkoper contract voor mobiele telefonie afgesloten.
16 november: Grote brand woonboerderij met rietenkap aan Grebbeweg in Veenendaal. Boerderij grotendeels afgebrand ondanks inspanningen brandweer. December: De scholen in de hele regio worden gecontroleerd op brandveiligheid en brandveilige versiering/
Leiderschapstraject In 2012 is een leiderschapsprogramma ontwikkeld. Samen met de medewerkers is gewerkt aan de inmiddels vastgestelde visie op leiderschap en de medewerker. De (vervangend) postcommandanten zijn belangrijke leiders in onze organisatie, daarmee zijn ook de vrijwilligers betrokken bij dit traject. In 2013 gaan wij uiteraard verder met het ontwikkelen van leiderschap.
28
Jaarverslag 2012
Financieel overzicht en toelichting Bedrijfsvoering B ED R IJF S V O ER IN G
R e ke n in g 2 0 11
B e g ro tin g 2 0 12
S lo tb e g ro tin g 2 0 12
R e ke n in g 2 0 12
%
LASTEN Salarissen en sociale lasten
3.451.793
3.966.501
4.480.030
4.326.552
- 3%
669.754
285.909
1.800.808
2.046.720
14%
3.395.884
1.021.667
1.021.667
1.994.137
95%
Energie
117.810
70.850
70.850
88.242
25%
Duurzame goederen
112.726
51.125
51.125
Algemene benodigdheden
136.692
61.197
61.197
79.322
30%
Onderhoud goederen en diensten
521.495
203.063
203.063
368.335
81%
Huren
743.349
743.658
743.658
735.780
- 1%
Verzekeringen en belastingen
59.664
- 82.911
- 82.911
Overige goederen en diensten
524.722
401.185
401.185
895.564
Specifieke personeelskosten
172.357
137.646
137.646
338.701 146%
0.0 D oorbelasting directie en staf
298.310
225.600
319.035
330.029
3%
10 . 2 0 4 . 5 5 5
7.085.49 1
9 .2 0 7 .3 5 4
11. 2 4 1. 9 9 4
22%
1.921.927
150.000
1.737.966
1.913.653
10%
Kapitaallasten Personeel van derden
Tota al uitgav en
4.935 - 90%
33.679 - 141% 123%
BATEN Rente Vergoedingen duurzame goederen
-
-
-
-
0%
165.837
12.649
12.649
77.934
516%
Vergoeding vervoerders
-
-
-
-
0%
Overdrachten Rijk
-
-
-
-
0%
Bijdrage gemeenten (Overdrachten niet Rijk)
-
-
-
-
0%
8.116.791
6.922.842
7.456.739
9.250.407
24%
10 . 2 0 4 . 5 5 5
7.085.49 1
9 .2 0 7 .3 5 4
11. 2 4 1. 9 9 4
22%
Vergoeding goederen en diensten
0.0 Toerekening algemene dekkingsmiddelen Tota al Bate n
Resultaat v oor be stemm ing
-
-
-
-
Toevoeging
-
-
-
-
Onttrekking
-
-
-
-
-
-
-
-
Resultaat na beste mming
Algemeen Op de totale uitgaven van het programma bedrijfsvoering wordt € 2 mln. overschreden. De belangrijkste oorzaak hiervoor is het op orde brengen van de bedrijfsvoering. Naast de reguliere werkzaamheden is met name op het ICT-vlak nog veel inspanning geleverd om zaken te harmoniseren om op termijn ook een besparing op dit terrein te realiseren. Hiertoe is gebruik gemaakt van externe expertise, waarop ongeveer € 1 mln. overschreden wordt. In mei is vrijwel alle inhuur stopgezet om verdere overschrijding te voorkomen. Daarna zijn de werkzaamheden meer gefaseerd uitgevoerd en zal dit zeker ook doorlopen in 2013. Jaarverslag 2012
29
De overschrijding op de kapitaallasten van ruim € 200.000 is een fictieve overschrijding. Dit heeft te maken met een hogere interne rekenrente. Daar tegenover staan ook hogere opbrengsten binnen het programmabedrijfsvoering. Daarnaast zijn er binnen het programma bedrijfsvoering kosten verantwoord die eigenlijk ten behoeve van de hele VRU zijn, maar die niet apart doorbelast zijn aan de andere directies en stafafdelingen. Het gaat hierbij om bijna € 600.000 voor met name vrije verstrekkingen voor brandweerpersoneel, hogere telefoniekosten en hogere kosten voor de salarisadministratie. Tenslotte is ruim € 100.000 besteed aan juridische kosten voor de overdracht van panden. Deze kosten zijn niet doorgerekend aan de betreffende gemeenten.
Hierna volgt een analyse gebaseerd op het voorgaande financiële overzicht. Salarissen en sociale lasten Bij de salarissen zijn in 2012 nog enkele vacatures aangehouden, om zoveel mogelijk binnen de financiële kaders te blijven. Dit heeft geresulteerd in een onderschrijding van € 231.000. Deze is gebruikt als dekking voor de overschrijding op de kosten van ingehuurd personeel. Daarnaast is de verhoging van de cao met 1% per april ad € 34.000 incidenteel opgevangen. Tenslotte waren de reiskosten woon-werkverkeer niet begroot. Dit resulteert in een overschrijding van € 78.000. Kapitaallasten Een deel van de kapitaallasten worden vanuit de directie bedrijfsvoering doorbelast aan de overige programma’s. Binnen het programma bedrijfsvoering is sprake van een overschrijding op de kapitaallasten van € 246.000. Voor een groot deel heeft dit betrekking op hogere interne rentelasten. Het betreft hier een verschil op de interne rekenrente. Hierdoor zijn de rentebaten € 176.000 hoger dan geraamd. Personeel van derden Net als 2010 en 2011 werd van de directie Bedrijfsvoering in 2012 verwacht de “gewone” werkzaamheden uit te voeren en daarnaast moesten veel extra zaken, ingezet in 2011, in 2012 nog worden voortgezet en afgerond om “de basis op orde” te krijgen. Deze zijn in het jaarverslag 2011 uitvoerig beschreven. De werkzaamheden moesten worden uitgevoerd binnen de begrotingskaders, waarvan de bedragen grotendeels gebaseerd zijn op kengetallen. Kaders, die uitgaan van een stabiele organisatie, waar alles al “op orde” is. Wat dus (zeker in 2012) nog niet zo was. Bij de uitvoering van deze extra werkzaamheden is zo veel mogelijk het principe gehanteerd dat de inzet van externen tot een minimum beperkt blijft. Omdat de basis nog niet op orde was, moest nog een beroep op externen worden gedaan. Teneinde verdere overschrijdingen te voorkomen is medio 2012 afscheid genomen van vrijwel alle inhuur. Ondanks tijdige bijsturing kon niet worden voorkomen dat een incidentele overschrijding is ontstaan van ruim € 972.000. Gevolg daarvan is wel, dat een aantal incidentele zaken zijn getemporiseerd. De extra uitgaven aan inhuur zijn gebruikt om onder andere het volgende te realiseren: • ICT projecten waaronder: vaste telefonie, WIFI hardware voor MDT, Koninginnedag 2012, thuiswerkplek. • Inhuur voor het project transitie en harmonisatie liep door tot in het derde kwartaal. In het laatste kwartaal is ingehuurd voor de laatste fase van de migratie naar de nieuwe ict-omgeving. 30
Jaarverslag 2012
• •
In de 1e helft van het jaar is voor € 95.000 een projectleider ingehuurd geweest voor de implementatie JDE (het nieuwe financiële pakket van de VRU). Met name bij de afdeling I&I zijn in 2012 nog veel incidentele werkzaamheden verricht als vervolg op de activiteiten van 2011, zoals het afronden van de ICT infrastructuur, de implementatie van het nieuwe financiële systeem, functioneel en technisch beheer werk.
Duurzame goederen Een onderschrijding van ruim € 46.000 na interne doorbelasting op duurzame goederen komt doordat de uitgaven aan huisvesting gerelateerde uitgaven zijn beperkt in verband met de aanstaande verhuizing. Onderhoud goederen en diensten Na interne doorbelasting is een overschrijding zichtbaar van € 165.000 op het onderhoud van goederen en diensten. De oorzaak is voornamelijk daarin gelegen, dat de VRU nu voor de gehele organisatie ICT-voorzieningen levert en daarvan de werkelijke kosten te laag zijn begroot. Verzekering en belastingen De overschrijding op verzekeringen bedraagt € 116.590 na doorbelasting. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de premie voor de verzekeringen voor het personeel € 134.476 meer heeft gekost dan werd begroot. Overige goederen en diensten De overschrijding op de algemene kosten bedraagt ruim € 494.000 na interne doorbelasting. De belangrijkste componenten juridische kosten in verband met de overname van panden (€103.000), kantinekosten (€ 105.000) in verband met de uitbesteding van werkzaamheden en hogere inkoop, lasten uit voorgaande jaren (€ 148.000) in verband met nagekomen facturen met betrekking tot 2011 en restantbedragen van niet doorberekende gebouwgebondenkosten en voor niet begrote kosten voor uitbesteding van de receptiediensten (€ 130.000). Specifieke personeelskosten De overschrijding op de specifieke personeelskosten bedraagt € 201.000. Dit is voornamelijk veroorzaakt door het saldo van de volgende posten: Vrije verstrekkingen € 217.000 (tekort), studiekosten € 39.000 (overschot) en overige personeelskosten € 26.000 (tekort). Doorbelasting directie en staf Voor de toelichting op de kosten in de categorie ‘Doorbelasting directie en staf’ wordt verwezen naar het programma ‘’Directie en Staf’. Vergoeding goederen en diensten De hogere opbrengst van ruim € 65.000 zijn voornamelijk incidentele inkomsten zoals schade-uitkeringen, opbrengsten uit detacheringen en verkoop van activa. Doorbelasting Bedrijfsvoering Van de totale lasten van bedrijfsvoering is ruim € 4,5 miljoen doorbelast aan de andere programma’s. Dit zijn kosten voor onder andere telefonie, kopieer- en drukwerk, portoen vrachtkosten, onderhoud van kantoorautomatisering, applicaties, werkplekken en centrale omgeving. Daarnaast is circa € 2,1 miljoen doorbelast aan Veiligheidszorg voor het overgangsrecht.
Jaarverslag 2012
31
Voornaamste afwijkingen t.o.v. slotbegroting Personeel gerelateerd (x € 1.000,-) Lasten
Voordeel
Aanhouden vacatures Werving en selectie, studiekosten, overige personeelskostenn
€ 231 € 16
Nadeel
Incidenteel opvangen cao stijging Inhuur extern personeel Vrije verstrekkingen Reiskosten woon-werkverkeer niet begroot
€ -34 € -972 € -217 € -78
Baten
Voordeel
Detacheringen
Saldo
Nadeel
€ 65 € -989
Materieel gerelateerd (x € 1.000,-) Lasten
Voordeel
Minder aanschaf huisvestingsgerelateerde kosten
Nadeel
Juridische kosten ivm overname panden Meer kantinekosten Lasten voorgaande jaren Niet-begrootte receptiekosten Meerkosten ICT-voorzieningen Meer kapitaallasten Meerkosten verzekering personeel
Baten
Voordeel
Verschil rekenrente/doorbelastingsrente
Saldo
Nadeel
€ 46 € € € € € € €
-103 -105 -148 -130 -165 -246 -117
€ 176 € -792
Doorbelasting (x € 1.000,-) Lasten
Nadeel
Verschil in ontvangen doorbelastingen
Baten
Voordeel
Doorbel. i.v.m. door BV geleverde dienstverl.
Saldo
Voordeel
32
Jaarverslag 2012
€ -11 € 1.794 € 1.783
Directie & Staf Uitgelicht: Een belangrijk speerpunt in 2012 was het doorontwikkelen van onze programmabegroting. Wij zijn trots op het resultaat zoals dat gepresenteerd is aan het bestuur. Daarnaast is een mijlpaal geweest het verankeren van risico- en crisiscommunicatie in de lijn.
Bestuurlijke en juridische zaken Reguliere taken van dit organisatieonderdeel zijn het ondersteunen van besluitvorming in het Directieteam, het Dagelijks Bestuur en het Algemeen bestuur, het organiseren van bestuurlijke conferenties en werkbezoeken van en aan Colleges en Raden. Veel werk wordt gedaan in bestuurlijke adviescommissies ter voorbereiding op DB en AB. Ook de bestuurlijke districtsoverleggen zijn geëvalueerd en worden in 2013 voortgezet. De gewijzigde Wet publieke gezondheid heeft er onder andere toe geleid dat de directeur publieke gezondheid (DPG) per 1 december 2012 is toegetreden tot de directie van de VRU. De DPG stuurt naast de GGD ook de GHOR aan.
11 december: Een levensechte grote oefening in Woerden waaraan de VRU brandweer en politie met politiepaarden en –honden participeren.
31 december: post Bunschoten wordt eerste bij de Sylvestercross. 31 december: Tijdens Oudjaarsavond wordt vuurwerk gegooid naar twee collega’s die aan het werk zijn in Veenendaal. Beide geven later aan last te hebben van hun gehoor.
Naast het doorlopend ontwikkelen van juridisch bewustzijn en juridische kennis bij medewerkers, hebben er in 2012 een paar grote dossiers beslag gelegd op de juridische capaciteit. Zo speelden de wijziging van de gemeenschappelijke regeling VRU, de aanbesteding van een nieuw Openbaar Meldsysteem (OMS); de wijziging in het contract met Siemens en uiteraard de implementatie van de Wet publieke gezondheid (Wpg) en de Tijdelijke wet ambulance zorg (Twaz). Het toegezegde contractenbeheersysteem is niet verder uitgewerkt. Er wordt voor gekozen om hiervoor aan te sluiten bij het vanaf 2013 te implementeren organisatie brede Documentmanagementsysteem (DMS).
Communicatie In een organisatie met vele vrijwilligers is interne communicatie belangrijk. Om de afstand van die vrijwilligers tot de VRU te verkleinen, is in het kader van “Veiligheidszorg op maat” begonnen met een experiment met VRU-tv. De eerste afleveringen zijn goed ontvangen. Jaarverslag 2012
33
In onze externe communicatie is het VRU-twitteraccount een belangrijke ontwikkeling. In korte tijd hebben we 1600 volgers gekregen. Onderwerpen zijn de grote incidenten, beleidsontwikkelingen en projecten. Een bijzondere vorm van communicatie is crisiscommunicatie. De voorbereiding op Koninginnedag 2012 is een belangrijke impuls geweest voor dit onderwerp. Zowel voor risico- als voor crisiscommunicatie zijn beleidsplannen ontwikkeld.
Planning, Control & Kwaliteit Vanuit de verschillende disciplines is samengewerkt aan het verbeteren van onze Planning & Control-cyclus. Een herkenbaar product hiervan is de al eerder genoemde herziene programmabegroting 2013. Vanuit kwaliteit is de verweving met de beleidscyclus gerealiseerd, tegelijkertijd zijn de projecten nadrukkelijker opgehangen aan de beleidsdoelen. Deze doorontwikkeling hebben we uitdrukkelijk samen met gemeenten gedaan. Met in het achterhoofd de ontwikkeling van een nieuw regionaal dekkingsplan, is één van de uitkomsten van dit traject geweest dat de DVO’s met gemeenten zijn komen te vervallen. De reguliere taken hebben hun plek gevonden in de begroting.
Figuur 1 Aantal meldingen van (bijna) ongevallen en gevaarlijke situaties
Arbo Onze arbo-organisatie is verder opgetuigd met een arbo-specialist en arbo-preventiemedewerkers in de districten. Besluitvorming met betrekking tot het uitvoeren van voor de VRU nieuwe RisicoInventarisatie & -Evaluaties (RI&E’s) volgt in het eerste halfjaar van 2013. Dit geldt ook voor het aangekondigde BHV-beleid. Na een aanloopperiode zien we nu dat de meldingsbereidheid van (bijna)ongevallen en gevaarlijke situaties omhoog gaat (in Figuur 1 hierboven de aantallen incidenten). De incidenten die gemeld worden, staan op zichzelf. Er zijn geen structurele knelpunten gemeld.
34
Jaarverslag 2012
Financieel overzicht en toelichting Directie & Staf D IR EC T IE EN S T A F
R e ke n in g 2 0 11
B e g ro tin g 2 0 12
S lo tb e g ro tin g 2 0 12
R e ke n in g 2 0 12
%
LASTEN Salarissen en sociale lasten Kapitaallasten Personeel van derden
1.892.370
2.041.291
2.041.291
29.293
129.756
101.221
252.028
46.526
46.526
2.065.167
1%
48.581 - 52% 244.817
426%
Energie
-
-
-
-
0%
D uurzame goederen
-
-
-
1.927
100%
Algemene benodigdheden Onderhoud goederen en diensten
-
27.208
27.208
30.741
13%
42.328
51.466
51.466
53.692
4%
-
-
-
5.881
100%
Huren Verzekeringen en belastingen
8.524
8.592
8.592
5.278
- 39%
Overige goederen en diensten
1.194.691
194.498
1.287.285
1.227.718
- 5%
Specifieke personeelskosten 0.0 Doorbelasting directie en staf Tota al uitgav e n
33.285 - 3.452.521 -
70.328
70.328
75.348
7%
- 2.569.666
- 3.633.918
- 3.759.150
3%
-
-
0%
-
,
BATEN Rente
-
-
-
-
0%
Vergoedingen duurzame goederen
-
-
-
-
0%
15.712
-
-
21.937
100%
Vergoeding goederen en diensten Vergoeding vervoerders Overdrachten Rijk
6.089.008
5.044.931
-
-
0%
6.137.718
6.137.718
0%
Bijdrage gemeenten (Overdrachten niet Rijk)
74.468.199
73.533.959
72.031.648
72.023.712
0%
0.0 Toerekening algemene dekkingsmiddelen
- 80.802.479
- 78.578.890
- 78.169.366
- 77.990.669
0%
Tota al Bate n
- 229.560
Resulta a t v oor be ste mm ing
- 229.560
-
-
Toevoeging
375.000
-
-
231.111
Onttrekking
375.000
-
-
38.413
-
-
-
Resulta a t na be ste mm ing
-
-
19 2 . 6 9 8 10 0 %
19 2 . 6 9 8
-
Salarissen en sociale lasten De overschrijding op de salariskosten bedraagt 1%, zijnde € 24.000, als gevolg van de in juni 2012 afgesloten cao. In januari en april 2012 heeft een loonsverhoging plaatsgevonden van 1%. In de begroting was rekening gehouden met 1%. De verhoging van 1% per april ad € 14.000 moest incidenteel opgevangen worden binnen de begroting. Als gevolg hiervan ontstaat in 2012 een nadeel, welke in de gewijzigde begroting 2013 wordt gecorrigeerd. Daarnaast zit er in de salariskosten ongeveer € 41.000 aan kosten voor reiskosten woonwerkverkeer die niet in de begroting waren opgenomen. In de salariskosten zit daarnaast een ontvangst ad € 25.000 in verband met zwangerschapsverlof. Daarnaast zit er een positief saldo van € 5.000 op de afdracht van FLO-lasten. Jaarverslag 2012
35
Kapitaallasten De kapitaallasten onderschrijden met bijna € 53.000 als gevolg van beperkte kapitaallasten voor ICT-werkplekken welke worden doorbelast vanuit Bedrijfsvoering. De totale doorbelasting van kapitaallasten zijn ruim € 48.000. Personeel van derden De post inhuur heeft een overschrijding van ruim € 198.000 als gevolg van de inhuur van specialisten op het gebied van Communicatie, vervanging bij zwangerschapsverlof en de tijdelijke inhuur van een managementassistent omdat gedurende de tweede helft van het jaar aanvullende capaciteit noodzakelijk was. Overige kosten goederen en diensten De overige kosten goederen en diensten onderschrijden met circa € 60.000 wat vooral veroorzaakt wordt door het verschil ad € 150.000 tussen de niet-compensabele BTW (€ 940.000) en de extra inkomsten bij Overdrachten Rijk (€ 1,1 miljoen). Er is in 2012 sprake van een onderschrijding. Daarnaast is ongeveer € 21.000 minder besteed aan vergaderkosten. Er is sprake van een overschrijding op het communicatiebudget, met name door de meerkosten van het blad UVRU (€ 39.000), de hogere lasten voor de OR (€ 27.000), hogere accountantskosten over 2011 (€ 12.000), hogere uitgaven voor representatie extern (€ 9.000) en de kosten Externe diensten (€ 20.000) voor onder andere het onderzoek Organisatie Publieke Dienst. Vergoedingen goederen en diensten De hogere vergoedingen van circa € 22.000 komen voort uit opbrengsten uit detachering van personeel. Bijdrage gemeenten De bijdrage gemeenten in de jaarrekening wijkt bijna € 8.000 af van de slotbegroting, dit betreft kleine afwijkingen bij twee gemeenten. Resultaat Het resultaat voor bestemming is € 192.698 en is grotendeels ontstaan door het verschil in uitgaven en BDUR-compensatie van de niet-compensabele BTW. Daarnaast heeft de VRU een resultaat behaald van ruim € 40.000 op de exploitatie. Vanuit de reserves wordt een onttrekking gedaan van € 38.413 zoals beschreven in de inleiding.
36
Jaarverslag 2012
Voornaamste afwijkingen t.o.v. slotbegroting
Personeel gerelateerd (x € 1.000,-) Lasten
Voordeel
Uitkering zwangerschapsverlof Saldo op afrekening FLO
€ 25 €5
Nadeel
Incidenteel opvangen cao stijging Reiskosten woon-werkverkeer niet begroot Inhuur specialisten
Baten
Voordeel
Saldo
Nadeel
€ -14 € -41 € -198
Detachering personeel
€ 22 € -201
Materieel gerelateerd (x € 1.000,-) Lasten
Saldo
Voordeel
Kapitaallasten ICT werkplekken BTW Minder vergaderkosten
€ 53 € 150 € 21
Nadeel
UVRU OR Accountant Representatie Diverse kleine verschillen op duurzame goederen, algemene benodigdheden, onderhoud, huur en verzekeringen Externe diensten
€ -39 € -27 € -12 € -9 € -20
Voordeel
€ -20 € 97
Doorbelasting en overdrachten gemeenten en rijk (x € 1.000,-) Lasten
Nadeel
Doorbelasting directie en staf
Baten
Nadeel
Bijdragen gemeenten
Voordeel
Toerekenning algemene dekkingsmiddelen
Saldo
€ 125 € -8
Voordeel
€ 178 € 295
Totaal Voordeel Personeel gerelateerd (x € 1.000,-) Voordeel Materieel gerelateerd (x € 1.000,-) Nadeel Doorbelasting (x € 1.000,-) Resultaat
€ -201 € 97 € 295 € 192
Jaarverslag 2012
37
Verplichte paragrafen In deze rapportage worden ook beheersmatige aspecten vastgelegd: 1. weerstandsvermogen en risicomanagement 2. Verzekeringen 3. kapitaalgoederen en onderhoud; 4. financiering; 5. bedrijfsvoering; 6. verbonden partijen; 7. financiële toelichting; 8. uitgangspunten begroting. Gelet op de zelfstandige verantwoordelijkheid en de fysieke scheiding (huisvesting en financieel), wordt hierna voor de MKA op een aantal onderdelen een separate toelichting gegeven.
1. Weerstandsvermogen en risicomanagement 1.1 Beschikbare weerstandscapaciteit Voor 2012 bedraagt de weerstandscapaciteit € 1.313.077 (na bestemming resultaat 2012 € 231.111) en is als volgt opgebouwd;
2011 Bedrijfsvoeringsreserves
2012
€
1.081.966
€
1.313.077
€
1.081.966
€
1.313.077
Stille reserves Niet ingevulde begrotingsruimte Onvoorzien Totaal
1.2 Risico- inventarisatie In de begroting zijn de risico’s geïnventariseerd. Hieronder volgt een toelichting op een aantal concrete situaties. Rijksbijdragen De bijdrage van het Rijk is een belangrijke inkomstenbron. In de meerjarenbegroting is er van uitgegaan dat de vaste Rijksbijdrage jaarlijks word geïndexeerd. Er bestaat het risico dat het Rijk de bijdrage vermindert. De BDUR is de afgelopen jaren verhoogd. Vanaf 2011 is er een bezuiniging opgevoerd van 1,5% per jaar, oplopend naar 2015. Hiermee was in de begroting al rekening gehouden. Uitval door ziekte Het risico van als gevolg van ziekteverzuim is niet verzekerd.
38
Jaarverslag 2012
2. Verzekeringen Ter afdekking van verzekerbare risico’s heeft de VRU 18 verzekeringen afgesloten voor schade aan materieel en personeel gerelateerde verzekeringen, gebouwen en aansprakelijkheid.
3. Kapitaalgoederen en onderhoud Ten aanzien van de in de BBV genoemde kapitaalgoederen zijn alleen de gebouwen van toepassing op onze organisatie. Echter gezien de omvang van ons materieel, besteden we ook daar aandacht aan. Kapitaalgoederen Ontwikkelingen investeringen in gebouwen Naast de tot en met 2011 vanuit de gemeenten overgenomen vijf brandweerkazernes, zijn er geen panden meer overgenomen. De overname van de overige 63 panden is voorlopig opgeschort. Het bestuur van de VRU heeft besloten om alvorens een definitief besluit te nemen, eerst het dekkingsplan af te wachten, alsmede de inventarisatie naar de boekwaarde, WOZ-waarde, exploitatielasten en het meerjaren onderhoud. Onderhoud Huisvesting Hoofdkantoor VRU De huisvesting van het centrale kantoor betreft twee huurpanden. De reguliere onderhoudskosten hiervan komen grotendeels voor onze rekening. Groot onderhoud wordt gedragen door de verhuurder. Medio 2013 verhuist het hoofdkantoor VRU naar het Huis van de Provincie in Utrecht. Daartoe is in 2012 een huurovereenkomst voor 10 jaar afgesloten. Het onderhoud van het aldaar gehuurde wordt georganiseerd door, en uitgevoerd namens, de verhuurder (provincie Utrecht). De VRU betaalt haar aandeel in de onderhoudskosten via de contractueel overeengekomen servicekosten. Dit reguliere onderhoud bedraagt € 92.382 over 2012. Districtskantoren en brandweerkazernes Met betrekking tot districtskantoren en brandweerposten zijn met gemeenten gebruiksovereenkomsten gesloten. Daarin is geregeld dat het onderhoud om fiscale redenen (BTW compensatiefonds) wordt betaald door de VRU en dat de gemeenten de daarvoor geraamde bedragen beschikbaar stellen aan de VRU. De kosten van beheer en onderhoud worden één op één doorbelast aan gemeenten. Van de panden die na 1 januari 2003 in gebruik zijn genomen en waar gemeenten in het kader van herziening van teruggevorderde BTW (BTW compensatiefonds) financiële risico’s liepen, zijn de kazernes van Eemnes, Cothen en Lopik (in de vorm van een Vereniging van Eigenaren) inmiddels in eigendom van de VRU. Van de posten die na 01 januari 2010 in gebruik zijn genomen, zijn de posten Achterveld en Amerongen inmiddels ook in eigendom van de VRU. Het proces van de totstandkoming van deze gebruikersovereenkomsten is in 2012 geëvalueerd. De uitkomst hiervan is dat er een heldere en toekomstbestendige verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de gemeenten en VRU nodig is. Hiertoe heeft het Algemeen Bestuur besloten om de demarcatielijst voor gebouwenonderhoud te hanteren als leidraad bij het realiseren van de nieuwe gebruikersovereenkomsten. Deze worden in 2013 opgesteld. Over 2012 is een bedrag van ruim € 2,6 miljoen betaald aan beheer en onderhoud. Dit bedrag is via een aanvullende bijdrage weer in rekening gebracht bij de gemeenten. Jaarverslag 2012
39
Onderhoud materieel Een klein deel van de kapitaalgoederen wordt beheerd door de GMU. Waar mogelijk wordt binnen de meldkamerfaciliteiten gemeenschappelijk onderhoud op deze activa gepleegd. Het in eigendom verkregen materieel, zowel overgenomen van de gemeenten als aangekocht, wordt zoveel mogelijk gestandaardiseerd om de onderhoudskosten te verlagen en de inzetbaarheid te bevorderen. In 2012 is een begin gemaakt met het harmoniseren (en standaardiseren) van de, van de gemeenten overgenomen, onderhoudsplannen. Op basis hiervan kan de materieel- en personeelscapaciteit efficiënter worden ingezet en inzicht worden verschaft op het aantal nieuwe investeringen en de ouderdom van het materieel. Daardoor kunnen de onderhoudskosten materieel beter worden geraamd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de informatie uit het Internet Materieelbeheer Systeem (IMS). Het onderhoud van materieel bedraagt € 2.325.479 over 2012.
40
Jaarverslag 2012
4. Financiering Deze paragraaf geeft inzicht in de financieringsmethodiek en de risico's die hiermee samenhangen. Het wettelijke kader is de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het treasurybeleid van de VRU ligt vast in het treasurystatuut (d.d.21 juni 2010). De uitvoering van de treasury vindt zijn weerslag in de paragraaf financiering van de begroting en het jaarverslag. In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van treasury als volgt gedefinieerd: 1. Het aantrekken c.q. uitzetten van financiële middelen binnen de door het Algemeen Bestuur gestelde kaders; 2. Het beschermen van de VRU tegen financiële risico's; 3. Het minimaliseren van de in- en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities en 4. Het optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten, binnen de gestelde kaders. 4.1 Risicobeheer en financieringsportefeuille Relatiebeheer Met de BNG zijn we overeengekomen dat alle investeringen, inclusief eventuele overname of nieuwbouw van brandweerposten, gefinancierd kunnen worden via de BNG. De kosten hiervoor zijn opgenomen onder de post “Rente geïnvesteerd vermogen” onder het onderdeel kapitaallasten. Financieringsportefeuille Het verloop van de lening portefeuille is opgenomen in de toelichting op de balans onder de post Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar. Risicobeheer Aan het uitvoeren van treasurybeleid zijn risico's verbonden. In de eerste plaats mogen alleen middelen aangetrokken worden om de publieke taak uit te voeren. Om de risico's verder te beperken worden de kasgeldlimiet en de renterisiconorm gehanteerd. Deze zijn wettelijk bepaald in de wet Fido. 4.2 Kasgeldlimiet Voor korte financiering (looptijd < 1 jaar) geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn. Fluctuaties in korte rente hebben direct een relatief grote impact op de rentelasten. Door middel van de kasgeldlimiet wordt een grens gesteld aan de mogelijkheid om lopende uitgaven kort te financieren en daarmee het risico te beperken. De wet Fido staat een kasgeldlimiet toe van 8,2% van het begrotingstotaal. De ruimte die de kasgeldlimiet biedt, wordt zoveel mogelijk benut. De reden hiervan is dat kort geld aanzienlijk goedkoper is dan lang geld. Indien nodig worden langlopende leningen aangegaan om een overschrijding van de limiet tegen te gaan. In onderstaande tabel wordt de voor 2012 geldende kasgeldlimiet afgezet tegen de werkelijke ontwikkeling van de netto vlottende schuld (korte termijn, looptijd korter dan één jaar). Hieruit blijkt dat de Veiligheidsregio Utrecht het gehele jaar gemiddeld binnen deze limiet is gebleven. In het eerste kwartaal van het jaar was sprake van een overschrijding maar deze is ruimschoots gecompenseerd door de ruimte die in de rest van het jaar ontstond. Daarmee werd voldaan aan de eisen die de Wet Fido stelt.
Jaarverslag 2012
41
Maand v/h kwartaal
Kw 1
Kw 2
Kw 3
Kw 4
(1) Vlottende (korte) schuld
maand 1
7.633
1.725
2.010
598
(1) Vlottende (korte) schuld
maand 2
9.403
1.754
1.176
3.409
(1) Vlottende (korte) schuld
maand 3
12.485
1.385
1.722
1.677
(2) Vlottende middelen
maand 1
570
15.655
7.959
4.429
(2) Vlottende middelen
maand 2
11.891
9.527
2.593
9.859
(2) Vlottende middelen
maand 3
6.040
3.341
3.406
2.784
-3.831
(3) Netto vlottende schuld (+)/Overschot vlottende middelen (-) (1-2) maand 1
7.063
-13.930
-5.949
maand 2
-2.488
-7.773
-1.417
-6.450
maand 3
6.445
-1.956
-1.684
-1.107
(4) Gemiddelde netto vlottende schuld (+)/Gemiddeld overschot vlottende middelen (-)
3.673
-7.886
-3.017
-3.796
(5) Kasgeldlimiet
6.765
6.765
6.765
6.765
(6a) Ruimte onder kasgeldlimiet (5-4) (6b) Overschrijding van de kasgeldlimiet (4-5)
3.092
14.652
9.782
10.561
0
0
0
0
Berekening kasgeldlimiet De kasgeldlimiet moet worden berekend bij aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage (post 8). (7) Begrotingstotaal (8) Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage (9) Kasgeldlimiet : 7 x 8 : 100
82.505
82.505 82.505
82.505
8,20%
8,20%
8,20%
8,20%
6.765
6.765
6.765
6.765
4.3 Renterisiconorm Met de renterisiconorm wordt een kader gesteld voor de spreiding van de looptijden van lang lopende geldleningen. Het doel hiervan is te komen tot een spreiding van de fluctuaties in de renterisico’s over langlopende geldleningen. In de uitvoeringsregeling Wet Fido is de renterisiconorm bepaald op 20%. Concreet stelt de renterisiconorm dat de vaste schulden (berekend per 1 januari) die de VRU in enige jaar mag aangaan door herfinanciering of renteherziening is begrensd tot 20% per jaar maximaal 20% van haar begroting. Herfinanciering houdt in dat een vervangende lening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van een bestaande lening te voldoen. Renteherziening doet zich voor wanneer de geldgever het rentepercentage van een lening gedurende de looptijd herziet. Deze situatie heeft zich in 2012 niet voorgedaan. 4.4 Verloop reserves en voorzieningen De stand en het verloop van de reserves en de voorzieningen is in een overzicht opgenomen bij de toelichting op de balans in de jaarrekening (blz. 59 en 60). 4.5 Financieringsfaciliteiten Bij de BNG-Bank zijn de volgende rekening-courantfaciliteiten afgesloten: • Voor de VRU ter grootte van € 1.100.000. • Voor de MKA ter grootte van € 1.000.000. 42
Jaarverslag 2012
5. Bedrijfsvoering De paragraaf bedrijfsvoering beperkt zich tot kerncijfers personeel. Voor de overige bedrijfsvoeringsactiviteiten wordt verwezen naar het programma “Bedrijfsvoering”. Personeel In het hierna volgende overzicht zijn de personeelscijfers over 2012 per directie en stafafdeling weergegeven: Directie & Staf
Bedrijfsvoering Veiligheidszorg
Risico & TOTAAL crisisbeheersing
Formatie (fte)
28,95
74,13
536,92
66,72
706,72
Bezetting (fte)
27,5
76,06
562
68,19
733,75
Vrijwilligers (aantal)
0
0
1627
0
1627
Vrouwen %
61%
47%
8%
46%
18%
Mannen %
39%
53%
92%
54%
82%
Ziekte verzuim %
5%
5%
5%
4%
5%
Personeel van derden (aantal)
9
51
28
20
108
Stagiares (aantal)
0
2
8
12
22
537 562 600 500 400 300 200 100 0
Formatie (fte) Bezetting (fte)
29 28
Directie & Staf
74 76
Bedrijfsvoering
Veiligheidszorg
67 68
Risico & crisisbeheersing
Dienstverlening In 2012 is de overeenkomst op het gebied van Documentaire Informatie Voorziening (DIV) met Gemeente Utrecht beëindigd. Een medewerker is overgegaan naar de VRU en de overige DIV taken worden voorlopig waargenomen door personeel van derden. In 2013 wordt vast personeel geworven. Investeringen Vanaf 2012 is de activamodule geïmplementeerd in het nieuwe financiële pakket. Voor het actuele overzicht van de aanwezige activa op 31 december 2012 wordt verwezen naar bladzijde 50.
Jaarverslag 2012
43
BTW/BCF De VRU is voor het grootste deel van haar activiteiten geen ondernemer voor de omzetbelasting omdat geen sprake is van prestaties waar een rechtstreekse vergoeding tegenover staat. Voor zover hiervan wel sprake is in die zin dat bijdragen worden ontvangen van de aangesloten gemeenten, is de vrijstelling van artikel 11-1-u Wet OB van toepassing. In 2012 is de Wet Veiligheidsregio’s aangepast. Hierdoor is de BTW voor de wettelijke taken van de Veiligheidsregio’s met ingang van 1 januari 2014 niet meer compensabel. Eerder (01-10-2010) was dit al het geval voor taken van de GHOR, meldkamer en de multidisciplinaire taken. Vanuit ministerie van V&J wordt met ingang van de wet ook de BDUR verhoogd om het financiële effect wegvallen van de compensatie mogelijkheden recht te trekken. Op 1 oktober 2012 is tevens het BTW-tarief van 19% naar 21% verhoogd. In de decembercirculaire 2012 BDUR is aangegeven dat het effect van deze verhoging voor 2012 niet verwerkt wordt in de bijdrage. Het niet compensabel BTW deel bedraagt over 2012 is € 940.000.
44
Jaarverslag 2012
6. Verbonden partijen Hieronder is de lijst van derde rechtspersonen waarmee Veiligheidsregio Utrecht een bestuurlijke én financieel belang heeft, door een participatie in een vennootschap of deelnemingen in stichtingen. Naam en vestigingsplaats
Openbaar belang dat wordt behartigd
Stichting Gemeenschappeli jke Meldkamer Utrecht (GMU) te Utrecht
De GMU beoogt op kwalitatief vlak hoogwaardige coördinatie en ondersteuning te bieden aan het multidisciplinaire optreden van de moederorganisaties ( de Politie, Ambulance en Veiligheidsregio Utrecht): hoge bereikbaarheid, snelle hulpverlening aan de burger en op kwantitatief gebied minder meerkosten en efficiencyverbeteringen
Het belang in verbonden partij
De veranderingen welke zich gedurende begrotingsjaar hebben voorgedaan;
De stichting wordt financieel gevoed door de achterliggende organisaties. (Politie, Ambulance en VRU). Het financiële belang van de VRU bedraagt 21%. Het stichtingsbestuur wordt gevormd door de directeuren van de verschillende hulpverleningsdiensten
Jaarverslag 2012
Het eigen en vreemd vermogen aan begin en einde begrotingsjaar (of indien nog geen definitieve cijfers beschikbaar zijn, voorlopige cijfers); Eigen vermogen 1/1/2012 € nnb 31/12/2012 €nnb Vreemd vermogen 1/1/2012 €nnb 31/12/2012 €nnb
45
Het jaarresultaat na bestemming (of indien nog geen definitieve cijfers beschikbaar zijn, voorlopige cijfers € nnb
7. Financiële toelichting Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien De algemene dekkingsmiddelen betreffen de inkomsten die vrij besteedbaar en dus bestuurlijk afweegbaar zijn. De besteding van deze inkomsten is niet gerelateerd aan een vooraf bepaald doel (programma). De ontwikkeling van de algemene dekkingsmiddelen wordt jaarlijks betrokken bij de opstelling van de Kadernota. Ten opzichte van de begroting zijn de dekkingsmiddelen hoger uitgekomen. Voor de toelichting op deze stijging wordt verwezen naar Toelichting op de programma’s. Rekening 2011 Rente
Begroting 2012
1.921.927
Slotbegroting 2012
150.000
1.737.966
Vergoedingen duurzame goederen Vergoeding goederen en diensten Overdrachten Rijk Bijdrage gemeenten (Overdrachten niet Rijk) Totaal
2.758.813
Rrekening 2012
1.075.792
1.913.653
0
115.497
1.075.792
2.431.792
6.092.341
5.044.931
6.137.718
6.137.718
74.468.199
73.808.701
72.031.648
72.023.712
85.241.280
80.079.424
80.983.125
82.622.372
Incidentele lasten en baten Incidentele lasten worden opgevangen binnen de begroting. De baten waren in 2012 hoger dan de lasten. In het geval dat een gemeente extra dienstverlening wenst, zullen de daarmee gemoeide incidentele lasten gedekt worden uit de extra bijdrage die deze gemeente betaald. De toename van de BDUR 2012 is conform de begroting aangewend voor projectkosten ten behoeve van verdere implementatie van het informatiebeleidskader. Met name het centraal opbouwen van de ICT-omgeving en de harmonisering van het aantal applicaties.
INCIDENTELE LASTEN EN BATEN
Lasten Implementatie informatiebeleidskader Niet compensable BTW
Baten Verhoging BDUR Nabetaling BDUR 2011 Saldo
46
Jaarrekening 2012
REKENING 2011
Begroting 2012
REKENING 2012
556.824 100.000 656.824
479.998 479.998
479.998 479.998
556.824 100.000 656.824 -
479.998 479.998 -
479.998 479.998 -
Jaarrekening VRU (excl. MKA) 2012
Opgemaakt d.d. 28 maart 2013
Jaarverslag 2012
47
Inhoudsopgave jaarrekening 2012
Inhoudsopgave jaarrekening 2012 Algemeen Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De programmarekening Toelichting op de programmarekening Balans per 31 december 2012 Toelichting op de balans Single Information Single Audit (SISA) Controleverklaring
48
Jaarrekening 2012
48 49 50 52 53 57 58 66 67
Algemeen In de voorliggende jaarrekening 2012 wordt in hoofdlijnen ingegaan op de balanspositie per 31-12-2012 en de programmarekening 2012. De jaarrekening is gebaseerd op de uitgangspunten van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). In deze jaarrekening is – zoals voorgeschreven zoveel als mogelijk op programmaniveau verantwoord. De basis hiervoor zijn de op hoofdlijnen toegerekende kosten en opbrengsten in de begroting 2012. Opbouw jaarrekening Het jaarverslag 2012 is in lijn gebracht met de programmabegroting, waardoor de jaarrekening beperkt blijft tot een aantal cijfermatige bijlagen. De jaarrekening begint met de weergave van de balans en een toelichting daarop. Het volgende hoofdstuk gaat in op de programmarekening in totalen per programma en een totaal exploitatieoverzicht op economisch categorie. In die paragraaf zijn de voornaamste afwijkingen t.o.v. de begroting weergegeven. Een gedetailleerde toelichting per programma is terug te vinden in het jaarverslag. Na de controleverklaring volgen nog een aantal cijfermatige bijlagen.
Jaarverslag 2012
49
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Om inzicht in de rekening te verbeteren is de rubricering van de volgende balansposten gewijzigd ten opzichte van vorige jaar. Deze herrubricering is ook verwerkt in de toelichting in de beginbalans: - Materiele Vaste Activa: o Er is een onderscheid gemaakt tussen de investeringen in Bedrijfsgebouwen en investeringen in Gronden en terreinen. o De investeringen in de Vervoermiddelen en Verbinden zijn samengevoegd. -
-
De vaste schulden met rente typische periode >1 is in deze jaarrekening geen splitsing meer aangebracht in de lange en korte termijn deel van deze schulden. De Vooruitontvangen specifieke uitkeringen (projecten) zijn in de balans 2012 gerubriceerd onder de balanspost “Overlopende passiva”. Vorige jaar zijn deze bedragen opgenomen onder de post kortlopende schulden. Van de overige balansposten is de omschrijving van de post aangepast en de toelichting gewijzigd: Bij de overlopende posten (activa en passiva) wordt geen onderscheid gemaakt tussen rijksoverheid, gemeenten en overige instellingen. In de toelichting wordt een specificatie gegeven van Nog te ontvangen en Vooruitbetaald resp. Nog te betalen en Vooruit ontvangen.
Deze wijzigingen hebben geen betrekking op stelsel- en/of schattingswijzigingen en hebben geen invloed op het resultaat.
Waarderingsgrondslagen Materiële vaste activa met economisch nut Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats (lineair) volgens een percentage van de aanschaffingswaarde, gebaseerd op de verwachte gemiddelde levensduur van de activa. Op grond wordt niet afgeschreven. Hierbij wordt geen rekening gehouden met restwaarden. Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Deze voorziening wordt bepaald door middel van individuele benadering van de openstaande posten/. Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar worden tegen nominale waarde gewaardeerd. Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden op de vorderingen in mindering gebracht. Liquide Middelen Liquide Middelen zijn tegen nominale waarde opgenomen.
50
Jaarrekening 2012
Overlopende activa Overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves, de bestemmingsreserves en het resultaat na bestemming. Voorzieningen Onder de voorzieningen zijn opgenomen, de op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en / of risico’s, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. Vaste schulden Vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden opgenomen tegen nominale waarde.
Grondslagen van resultaatbepaling In de programmarekening zijn zowel de baten als de lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. De baten en de lasten worden toegerekend aan het jaar, waarop zij betrekking hebben. De kosten zijn bepaald met inachtneming van de hierboven vermelde waarderingsgrondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten zijn verantwoord in het jaar waarin de diensten zijn verricht. Verliezen zijn in aanmerking genomen in het jaar waarin ze voorzienbaar zijn. Afschrijvingen geschieden tijdsevenredig, op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. De activa dat in de loop van het jaar in gebruik is genomen, is er vanaf dat tijdstip (tijdsevenredig) afschrijving berekend.
Overzicht afschrijvingstermijnen: Soort activa
Afschrijvingstermijn
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen
nvt 40 jaar (bij renovaties en investeringen in gebouwen derden 25 jaar)
Vervoermiddelen, verbindingen
6
Machines, apparaten, installaties
10 jaar (3,5 jaar bij automatisering)
Overige materiële vaste activa
6 jaar (kleding en inventaris)
Jaarverslag 2012
51
De programmarekening (excl. MKA) Hieronder volgt eerst een samenvattend overzicht van de programmarekening, waarna de afwijkingen worden toegelicht op basis van de indeling naar de economische categorie van de totale lasten en baten. PROGRAMMA'S
Begroting 2012 Slotbegroting 2012 Rekening 2012 Afwijking
%
LASTEN Veiligheidszorg
66.919.360
65.967.904
Risico en Crisisbeheersing
5.799.830
5.807.867
5.761.185
Bedrijfsvoering
7.085.491
9.207.354
11.241.994
Directie en Staf
541.51146.6822.034.641
-1% -1% 22%
-
-
-
0%
79.804.682
80.983.125
82.429.573
1.446.448
2%
66.919.360
65.967.904
65.426.393
Risico en Crisisbeheersing
5.799.830
5.807.867
5.761.185
Bedrijfsvoering
7.085.491
9.207.354
11.241.994
Totaal
-
65.426.393
BATEN Veiligheidszorg
Directie en Staf
46.682-
-1% -1%
2.034.640
22%
-
192.698
192.698
100%
80.983.125
82.622.271
1.639.146
2%
-
192.698
192.698
100%
Toevoegingen aan de reserves
231.111
231.111
Onttrekkingen aan de reserves
38.413
38.413
Totaal
-
541.511-
79.804.682
Resultaat voor bestemming
Resultaat na bestemming
-
-
-
In de initiële programmabegroting 2012 was nog geen rekening gehouden met de 5% bezuinigingen in Box 1 en 2. De slotbegroting 2012 is gebaseerd op de definitieve DVO’s. Omdat sommige DVO-afspraken pas heel laat vastgesteld zijn, was het niet mogelijk deze te verwerken in een tussentijdse begrotingswijziging. Deze technische wijziging wordt dan ook in de vorm van een slotbegroting samen met de overige jaarstukken vastgesteld.
52
Jaarrekening 2012
Toelichting op de programmarekening R e ke n in g 2 0 11
B e g ro tin g 2 0 12
S lo tb e g ro tin g 2 0 12
R e ke n in g 2 0 12
%
LA STEN Salarissen en sociale lasten
50.148.977
51.309.880
51.176.817
51.979.327
2%
Kapitaallasten
6.995.977
8.937.354
9.770.846
8.545.461
- 13%
Personeel van derden
8.067.352
1.552.002
1.552.002
3.547.306
129%
681.119
643.937
643.937
663.380
3%
378.346
58.811
58.811
Energie Duurzame goederen Algemene benodigdheden
1.004.971 1609%
224.015
579.693
579.693
504.176
- 13%
4.376.483
2.936.075
2.936.075
3.918.816
33%
Huren
908.714
1.355.059
1.355.059
952.953
- 30%
Verzekeringen en belastingen
885.602
1.390.192
1.390.192
1.046.924
- 25%
Overige goederen en diensten
6.935.076
2.322.543
3.415.330
4.192.820
23%
Specifieke personeelskosten
5.869.179
8.719.135
8.104.362
6.073.439
- 25%
Onderhoud goederen en diensten
0.0 Doorbelasting directie en staf Totaal uitgav e n
-
-
-
-
0%
85.4 70.840
79.8 04.682
8 0 . 9 8 3 . 12 5
82 .429.5 72
2%
1.921.927
150.000
1.737.966
1.913.653
10%
-
115.497
100%
1.075.792
2.431.691
126%
BA TEN Rente Vergoedingen duurzame goederen
-
Vergoeding goederen en diensten
2.758.813
Vergoeding vervoerders
1.075.792
-
Overdrachten Rijk Bijdrage gemeenten (Overdrachten niet Rijk)
-
-
-
0% 0%
6.092.341
5.044.931
6.137.718
6.137.718
74.468.199
73.533.959
72.031.648
72.023.712
0%
-
-
0%
8 0 . 9 8 3 . 12 4
82 .622.2 70
2%
0.0 Toerekening algemene dekkingsmiddelen Totaal Bate n
-
8 5 . 2 4 1. 2 8 0
79.8 04.682
-
Re sultaa t v oor be ste mming
- 2 29.560
-
-
19 2 . 6 9 8
Toevoeging
145.440
-
-
231.111
Onttrekking
375.000
-
-
38.413
Re sultaa t na be ste m ming
-
-
-
100%
-
De hieronder gegeven analyse is op hoofdlijnen, een nadere detaillering is terug te vinden in de programmaverantwoording. Rekeningresultaat Het resultaat over 2012 komt voor toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves uit op een onderschrijding van € 192.698. Dit is een afwijking van 0,24% ten opzichte van de slotbegroting. Dit saldo komt voornamelijk door een verschil op de BTW die via de BDUR gecompenseerd wordt. Hierop blijft ongeveer € 150.000 over. Er is € 38.413 onttrokken aan de bestemmingsreserves ten gunste van het resultaat. Het gaat hier om een drietal (restant)bestemmingsreserves die voor de bedrijfsvoering van de VRU niet meer noodzakelijk zijn. Zie bladzijde 60.
Jaarverslag 2012
53
LASTEN Salarissen en sociale lasten Het nadelig verschil van € 800.000 is grotendeels veroorzaakt door de niet begrote kosten van bovenformatieven en afwijkende inschaling als gevolg van regionalisering en een te lage raming van de salariskosten op de districten ad € 1.124.000, de reiskosten woon-werkverkeer € 717.000 en de doorwerking van de cao afspraken in 2012 voor € 378.000. Hier tegenover staat vacatureruimte van € 430.000. Daarnaast is € 440.000 minder uitgegeven aan de daadwerkelijke inzet van vrijwilligers en € 400.000 minder voor piketkosten. Naast een aantal kleinere afwijkingen is er nog € 74.000 ontvangen voor uitkering zwangerschapsverlof. Personeel van derden De overschrijding op personeel van derden bedraagt bijna € 2 mln. Dit is verklaarbaar gelet op de inhaalslag op de bedrijfsvoering van de organisatie. Het totaalbedrag is drastisch afgenomen ten opzichte van 2011. De overschrijding van € 1.995.000 bestaat voor € 974.000 uit kosten die samenhangen met het verder op orde brengen van de bedrijfsvoering. Net als 2010 en 2011 werd van de directie Bedrijfsvoering in 2012 verwacht de “gewone” werkzaamheden uit te voeren en daarnaast moesten veel extra zaken, ingezet in 2011, in 2012 nog worden voortgezet en afgerond om “de basis op orde” te krijgen. Daarom is nog een beroep op externen worden gedaan. De overschrijding op inhuur binnen het programma Veiligheidszorg bedraagt € 638.000. Deels heeft dit te maken met vergoeding voor piketdiensten ad € 230.000 voor medewerkers van buiten de VRU, zoals hiervoor benoemd en deels heeft dit te maken met het project A2 tunnel en de inhuur van specifieke kennis binnen de afdeling preventie van het district Utrecht. Een gedeelte van deze kosten is verrekend met gemeente Utrecht. Het restantbedrag van circa € 383.000 is het gevolg van inhuur van externe personeel op niet vervulde vacatures en vervanging bij ziekte. Kapitaallasten en duurzame goederen Het voordelig verschil van € 1.225.000 is veroorzaakt door terughoudendheid in het doen van (vervangings)investeringen in verband met de bezuinigingen en het project veiligheidszorg op maat (nieuw dekkingsplan). Met name het brandweermaterieel is zeer beperkt vervangen. Dit resulteert echter wel in een overschrijding op de post onderhoud ad € 540.000 omdat het materieel verouderd is. Zie toelichting onderhoud goederen en diensten. Daarnaast zijn de kapitaallasten van de kleine aankopen onder de activeringsgrens niet begroot. Dit leidt tot een overschrijding van € 946.000 op de post duurzame goederen. In dit geval is sprake van een gedeeltelijke verschuiving van de uitgaven van kapitaallasten naar duurzame goederen en daarnaast zit er een piek in 2012 in de kleine aanschaffingen. Onderhoud goederen en diensten De overschrijding van € 983.000 is voor € 540.000 veroorzaakt door, zie toelichting op de kapitaallasten, hogere kosten in verband met verouderd materieel. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor het herstel van schade voor circa 443.000. Hier staat een opbrengst tegenover van € 419.000 inzake verzekeringsuitkering.
54
Jaarrekening 2012
Algemene benodigdheden, huren en verzekeringen De uitgaven aan de posten algemene benodigdheden, huren en verzekeringen en belastingen zijn voor bijna € 820.000 lager dan begroot. Dit betreft grotendeels aanbestedingsvoordelen op verzekeringen en algemene kantoorbenodigdheden. Daarnaast zijn de kosten van huur van kantoorruimte en lijnverbindingen lager. Overige goederen en diensten De overschrijding op de algemene kosten bedraagt ruim € 777.000. De belangrijkste componenten zijn juridische kosten in verband met de overname van panden (€103.000), kantinekosten (€ 105.000) in verband met de uitbesteding van werkzaamheden en hogere inkoop, hogere telefoonkosten (€ 227.000), lasten uit voorgaande jaren (€ 148.000) in verband met nagekomen facturen met betrekking tot 2011, restantbedragen van niet doorberekende gebouwgebonden kosten en voor niet begrote kosten voor uitbesteding van de receptiediensten (€ 130.000) en de inkoop van specialistische kennis BRZO (€ 27.000) en onderzoeken naar de benodigde preventiecapaciteit (€ 91.000) en Geinsche Hof (€ 48.000). Op de BTW zit een onderschrijding van € 150.000. De ophoging van de BDUR was voldoende om de BTW over de GHOR-taken, multitaken en de meldkamertaken op te vangen. Specifieke personeelskosten De lagere kosten van € 2.031.000 worden voor een groot deel verklaart door lagere kosten voor OTO. Onder deze rubriek zijn de kosten € 893.000 lager dan begroot. Dit komt voor een deel doordat kosten elders verantwoord staan. Dit geldt voor bedrijfsvoering gerelateerde uitgaven. Daarnaast is door het geringe personeelsverloop met name bespaard op de kosten voor oefenen en functiegericht opleiden. Ook waren de kosten voor keuringen (€211.000) en kosten voor werving en selectie (€ 327.000), de studiekosten (€ 250.000), kosten voor loopbaanbeleid (€ 75.000) en de reis- en verblijfskosten (€ 280.000) lager dan begroot. De kengetallen hiervoor zijn te ruim en zullen in de begroting voor 2014 bijgesteld worden.
BATEN Rente De hogere rentebaten komen voort uit de interne toerekening van rente. De rente onder de kapitaallasten zijn met een zelfde bedrag hoger. Vergoeding duurzame goederen Deze opbrengsten hebben te maken met de verkoop van activa. Vergoeding goederen en diensten Het voordeel van € 1.640.000 ten opzichte van de begroting is veroorzaakte door ontvangen schade-uitkeringen van € 419.000. Daarnaast zijn extra inkomsten gerealiseerd door OMS (€ 300.000), detachering personeel (€ 254.000), verstrekken opleidingen (€ 161.000) en project A2 tunnel (€ 300.000) zijn. Daarnaast zijn er nog diverse kleinere opbrengsten met betrekking tot onder andere PUEV werkzaamheden, kantine opbrengsten en de bijdrage van gemeente Nieuwegein in de kosten voor het onderzoek naar Geinsche Hof.
Jaarverslag 2012
55
Overige toelichtingen Incidentele lasten en baten
Incidentele lasten worden opgevangen binnen de begroting. De baten waren in 2012 hoger dan de lasten. In het geval dat een gemeente extra dienstverlening wenst, zullen de daarmee gemoeide incidentele lasten gedekt worden uit de extra bijdrage die deze gemeente betaald. De toename van de BDUR 2012 is conform de begroting aangewend voor projectkosten ten behoeve van verdere implementatie van het informatiebeleidskader. Met name het centraal opbouwen van de ICT-omgeving en de harmonisering van het aantal applicaties. Topinkomens Sinds 1 maart 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens(WOPT) van kracht. Dit betekent dat elke instelling – die overwegend uit publieke middelen wordt gefinancierd – jaarlijks informatie over topinkomens moet publiceren en inkomens boven de norm bekend maken bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het gaat hierbij om belastbare jaarinkomens per individuele functionaris hoger dan de vastgestelde norm. De publicatie wordt gerelateerd aan de functienaam. Jaarlijks wordt het gemiddeld belastbaar jaarloon van de ministers vastgesteld in een Ministeriële regeling. Het normbedrag over 2012 bedraagt € 194.000. Uit onderzoek naar de jaarinkomens 2012 blijkt dat geen van de medewerkers bij de VRU een jaarinkomen heeft gehad dat hoger is dan het vastgestelde normbedrag voor 2012.
56
Jaarrekening 2012
Balans per 31 december 2012 (excl. MKA) Omschrijving
2011
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut Financiële vaste activa Leningen u/g aan personeel
VLOTTENDE ACTIVA Uitzettingen met een rentetypische looptijd ≤ 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige Vorderingen
Liquide middelen
39.852.903
2012
38.191.080
630.351 630.351
616.343 616.343
4.453.859 494.497 4.948.355
11.953.871 165.293 12.119.165
10.151.355
2.793.688
Omschrijving VASTE PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve: Bedrijfsvoeringsreserve VRU Bestemmingsreserves: Reserve SOBRU Reserve grootschalig oefenen Overige bestemmingsreserve
Resultaat na bestemming
Voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar Onderhandse lening van binnenlandse bank
Overlopende activa
6.662.386
2.957.684
6.662.386
2.957.684
VLOTTENDE PASSIVA Vlottende schulden met een rentetypische looptijd ≤ 1 jaar Overige schulden
Overlopende passiva Voorschotten specifieke uitkeringen Overige overlopende passiva
62.245.350 56.677.960
Garantiesetllingen
2011
2012
1.081.964
1.313.077
626.744 120.000 101.413 848.157
626.744 120.000 63.000 809.744
0 1.930.121
0 2.122.821
356.439
509.921
46.506.182 46.506.182
42.883.246 42.883.246
3.191.241 3.191.241
2.622.074 2.622.074
1.001.198 9.260.169 10.261.367
739.248 7.800.650 8.539.898
62.245.350 56.677.960
0
Jaarverslag 2012
57
0
Toelichting op de balans ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Boekwaarde 31-12-2011
Soort activa Gronden en terreinen
Investeringen 2012
887.665
Boekwaarde 31-12-2012
-
-
-
8.245.390
105.594
-
346.231
8.004.753
26.669.503
2.642.963
-
3.813.646
25.498.820
3.385.372
759.000
-
1.103.423
3.040.949
Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen, verbindingen
Desinvestering Afschrijving 2012 2012
Machines, apparaten, installaties Overige materiële vaste activa
664.973
330.103
39.852.903
3.837.660
-
887.665
236.183
758.893
5.499.483
38.191.080
De materiële vaste activa bestaan uit de boekwaarden van de overgedragen activa door de gemeenten en de eigen investeringen. De rubricering van de activasoorten is gewijzigd ten opzichte van de jaarrekening 2011 om beter aan te sluiten op de BBV. - Investeringen in grond en terreinen zijn onderscheiden van de investeringen in de bedrijfsgebouwen. - De Vervoermiddelen en verbinden zijn samengevoegd. Cijfermatige toelichting van de herrubricering van de beginstand materiele vaste activa is las volgt: Omschrijving na herrubricering Omschrijving volgens 2011
Bedrijfsgebouwen
Materieel Verbindingen Machines apparatuur en installaties Vervoermiddelen
Inventaris Automatisering Overige materiele vaste activa
8.670.235
5.499.600 1.369.509 6.869.110 20.457.127
1.861.324 1.995.108 3.856.432
Gronden en Terreinen Bedrijfsgebouwen
Omvang activa na Specificatie herrubricering 887.665 7.782.570
887.665 8.245.390
664.973
664.973
Verbindingen Vervoermiddelen Vervoermiddelen en verbindingen
6.204.137 20.457.127 26.661.263
26.669.503
Machines apparaten en installaties
3.856.432
Overige materiele vaste activa
39.852.904
39.852.904
Toelichting verschuivingen
462.820 Was geactiveerd onder inventaris.
8.240 Was geactiveerd onder inventaris.
3.385.372 -471.060 Is overgeheveld naar Bedrijfsgebouwen
39.852.903
-1
In 2012 zijn investeringen gedaan voor een bedrag van € 3,8 miljoen. Op de boekwaarden zijn de cumulatieve afschrijvingen in mindering gebracht.
58
Jaarrekening 2012
Financiële vaste activa Boekwaarde 31-12-2011 Leningen aan personeel u/g
Toevoeging 2012
630.351 630.351
-
Vermindering 2012
Boekwaarde 31-12-2012
14.008
616.343
14.008
616.343
De Financiële vaste activa heeft betrekking op ten tijde van de RBE verstrekte hypothecaire leningen aan het personeel. Met de overgang van het personeel zijn ook de leningen en de hiermee samenhangende risico’s overgedragen aan de VRU. VLOTTENDE ACTIVA De vlottende activa zijn bezittingen, waarvan het daarin geïnvesteerde vermogen binnen één jaar vrijkomt. Uitzettingen korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder zijn als volgt te specificeren:
31-12-2011
31-12-2012
4.453.859
11.953.871
494.497
165.293
4.948.356
12.119.165
Vorderingen op openbare lichamen Overige Vorderingen
Ten opzichte van vorig jaar zijn de vorderingen fors gestegen. Ruim 3 miljoen euro heeft betrekking op vorig jaar. De vorderingen hebben betrekking op gefactureerde bedragen in kader van doorbelasting van FLO, de gebouwgebonden kosten en overige DVO afspraken met de gemeenten. De VRU gaat deze vordering volledig innen. Op 6 februari 2013 staat hiervan nog € 4.876.283 open. De afloop bedraagt bijna 60%. Liquide Middelen Het bedrag is in overeenstemming met de rekeningafschriften en het aanwezige kasgeld. De deposito’s zijn vrij opneembare bedragen. Bij de BNG bank zijn kredietfaciliteiten beschikbaar ad € 1,1 miljoen. Daarnaast staat er een bankgarantie bij ABN AMRO bank uit van € 0,1 miljoen.
Kassaldi Banksaldi Deposito's
31-12-2011
31-12-2012
30.047
8.838
10.020.486
2.681.826
100.822
103.024
10.151.355
2.793.688
Jaarverslag 2012
59
De overlopende activa De overlopende activa bestaan uit de volgende posten:
31-12-2011 Nog te ontvangen bedragen BTW- compensatiefonds NTO/te factureren aan gemeenten (FLO en gebouwgebondenkosten(GGK)) Overige overlopende activa
Vooruitbetaalde bedragen aan Voertuigen Voorschotten personeel
31-12-2012
1.902.909
914.588
2.038.198 1.290.373 5.231.480
383.677 585.353 1.883.618
1.347.520 83.387 1.430.907 6.662.386
963.291 110.775 1.074.066 2.957.684
De post overlopende activa is fors gedaald ten opzichte van vorige jaar. Er is veel energie gestoken in het tijdig factureren en verhalen van te ontvangen bedragen. De overige overlopende activa bestaat voor het overgrote deel uit nog te factureren opbrengsten OMS. Voor 2012 betreft dit het vierde kwartaal voor het bedrag € 480.000.
PASSIVA Eigen Vermogen Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: Boekwaarde Toevoegingen 31-12-2011
Bedrijfsvoeringsreserve VRU
1.081.966
231.111
Algemene reserves
1.081.966
231.111
Onttrekking
Boekwaarde 31-12-2012
1.313.077 -
1.313.077
Reserve SOBRU
626.744
626.744
Reserve grootschalig oefenen
120.000
120.000
Overige bestemmingreseves Vervanging kleding
25.000
Veiligheidszorg op maat (VOM)
33.000
Autonome ontwikkelingen Evenementenkalender C risisbeheersplan
25.000
33.000
9.343
9.343
30.000
30.000
4.070
4.070
Overige bestemmingreseves
101.413
38.413
63.000
Bestemmingsreserves
848.157
38.413
809.744
Totaal
1.930.123 -
60
Jaarrekening 2012
231.111
38.413
-
2.122.821
Bedrijfsvoeringsreserve Deze reserve dient ter opvang van schommelingen in de bedrijfsvoering van de VRU. De vorming van deze reserve voorkomt dat bij een (dreigende) beperkte overschrijding van het budget, de gemeenten geconfronteerd worden met een afrekening van de VRU. Dit vanwege de verantwoordelijkheid voor de overschotten en tekorten van de VRU. Omdat schommelingen kunnen optreden heeft het bestuur besloten een bandbreedte te hanteren van minimaal 2% en maximaal 3% van de exploitatielasten over 2012. De bandbreedte groeit in principe mee met de omvang van de exploitatielasten. Echter indien grote veranderingen optreden, zal dit uitgangspunt opnieuw worden bezien. Door deze toevoeging komt de reserve op € 1.313.179 totaal. Dit betekent dat de omvang nog steeds onder het vastgestelde minimum van 2% van het begrotingsvolume blijft. Reserve SOBRU Deze reserve is ontstaan na liquidatie van de SOBRU en mag alleen aangewend worden voor opleiding-gerelateerde zaken. Het kan worden aangewend voor het organiseren van cursussen, instructies, informatiedagen e.d. in het kader van brandweeropleidingen. Daarnaast kan het gebruikt worden voor het tot stand brengen en exploiteren van een regionaal centrum voor praktijkoefeningen. Reserve grootschalig oefenen Deze reservering is bedoeld voor het, in principe vierjaarlijks, grootschalig oefenen. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag gereserveerd uit het oefenbudget. Het saldo bedroeg per 1 januari 2010 €120.000 en in de loop van 2011 en 2012 is daar niets aan toegevoegd omdat de reservering gevuld is tot het maximum. Overige bestemmingsreserve Deze reserve bestaat uit (deel) budgetten die vanuit eerdere jaren en huidig jaar zijn doorgeschoven. De bestemmingsreserves voor Vervanging Kleding, Autonome ontwikkelingen en Crisisbeheersplan zijn vrijgevallen ten gunste van het resultaat. De restant reserves zijn niet meer nodig voor de bedrijfsvoering van de VRU en kunnen daarom vrijvallen. De reserves voor Veiligheidszorg op maat en voor de evenementenkalender zullen naar verwachting aangewend worden voor incidentele uitgaven. Voorzieningen Boekwaarde 31-12-2011 Voorziening verplichtingen, verliezen en risico's Voorziening afdracht pensioenpremies instructeurs Voorziening loondoorbetalingsverplichting Totaal
Toevoegingen Onttrekkingen
326.000 30.439
169.800
356.439
169.800
Boekwaarde 31-12-2012
16.318
495.800 14.121
16.318
509.921
Voorziening afdracht pensioenpremies In 2011 heeft in opdracht van het ABP een looncontrole plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze controle stelt het ABP dat de pensioenafdracht niet op een juiste wijze gebeurt. Het gaat hierbij om de uitbetaling van instructeurs voor opleiden en oefenen. Over die uitbetaling worden geen pensioenafdrachten gedaan. Hoewel de VRU van mening is dat dit ook niet nodig is met de toegepaste constructie, schat de VRU toch in dat de kans groot is dat alsnog afdrachten moeten plaatsvinden over de jaren 2009 t/m 2011. In de periode daarvoor was sprake van een andere constructie en daarmee bestaat over de voorliggende periode geen risico. De hoogte van de voorziening is bepaald door de Jaarverslag 2012
61
huidige pensioenpremies toe te passen op de uitbetaalde vergoedingen over de periode 2009 t/m 2011. De toevoeging betreft de reservering van te verwachten pensioenafdrachten van instructeurs over 2012. Voorziening loondoorbetalingverplichting Voor het ontwikkeltraject binnen het RAC is een voorziening gevormd in verband met loondoorbetalingverplichting. Deze voorziening is daarvoor vrijwel volledig benut. De voorziening zal naar verwachting in 2013 komen te vervallen. Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar
Onderhandse lening Gemeente Amersfoort Onderhandse lening Bank BNG
Saldo
Vermeerderingen
Aflossingen
Saldo
31-12-2011
2012
2012
31-12-2012
1.006.182 45.500.000
-
56.269 3.566.667
949.913 41.933.333
46.506.182
-
3.622.936
42.883.246
Het betreft leningen die de VRU had per 1 januari 2010 (datum van regionalisering) en de aanvullende leningen die begin 2011 zijn afgesloten ter financiering van vijf panden en overgenomen materiaal en materieel vanuit gemeenten. VLOTTENDE PASSIVA Indien sprake is van schulden met een looptijd van ten hoogste één jaar, worden deze vlottende passiva genoemd. Deze passiva kunnen onderverdeeld worden in: Vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
31-12-2011 Overige schulden Totaal
31-12-2012
3.191.241
2.622.074
3.191.241
2.622.074
De overige schulden bestaan uit crediteuren. De openstaande posten zijn ultimo 1e kwartaal 2013 nagenoeg afgewikkeld.
62
Jaarrekening 2012
Overlopende passiva 31-12-2011 Ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
31-12-2012
1.001.198
739.248
45.777
70.331
Belastingen en premies inzake salarissen
3.695.730
3.310.987
Overige nog te betalen bedragen
5.518.661
4.017.332
Nog af te dragen BTW
Vooruitontvangen bedragen
402.000
Overige overlopende passiva Totaal
9.260.168
7.800.650
10.261.366
8.539.898
De overige nog te betalen bedragen hebben betrekking op gebouwgebonden kosten, overgangsrechten FLO en vrijwilligersvergoeding. De vooruit ontvangen bedragen van € 402.000 betreft een incidentele ontvangst uit de BDUR, dat besteed zal worden 2013. Ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Saldi begin Inkomsten Overige 31-12-2011 Rijk Inkomsten BDUR BZK subsidie ESF UBV gelden Totaal
617.348 243.698 39.971 901.017
75.000 50.000
Uitgaven
52.500 88.320
125.000
140.820
Vrijgevallen Saldi eind t.g.v. 31-12-2012 resultaat
317.791 10.496 98.961 427.247
342
342
426.715 39.504 233.057 39.971 739.248
Dit overzicht omvat de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, maar nog niet bestede voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van de volgende begrotingsjaren. Hieronder een nadere specificatie van de vooruit ontvangen bijdragen en subsidies : Omschrijving project BDUR BDUR BDUR BDUR BDUR BDUR
BDUR BDUR BDUR
Kwaliteisborging gemeentelijke Processen Procesopleidingen gemeente Risicobeleid overstromingen Hoogwateroefeningen (Dijkring 14) Evenementenkalender (Region. Pro-actie en preventie brandweer) Veiligheidszorg op Maat (Regionale inrichting repressieve brandweertaken) Mono en multidisciplinair uitvoeringsprogramma Serious rook en vuur Slachtofferprofielen
BDUR BZK
Agressiehantering
ESF
Project ESF
UBV
Natuurbrandbestrijding-UBV gelden
Saldi begin 12-12-2011
Inkomsten Rijk
14.262 3.145 45.606
Uitgaven
Vrijgevallen t.g.v. resultaat
Saldi eind 31-12-2012
0 0 0
14.262 3.145 45.606
161.274
88.434
17.150
0
17.150
129.180
61.991
342 53.616 231.839
0 37.500 57.025
342
0 16.116 174.814
317.791
342
426.715
122.208
75.000
617.348
75.000
0
50.000
243.698
Totaal projecten
Overige Inkomsten
52.500 *
52.500 *
10.496
39.504
88.320
98.961
233.057
140.820
427.247
39.971 901.017
0 125.000
* Dit betreft ontvangen gelden van de projectpartners en dienen als extra dekking boven op de BDUR.
Jaarverslag 2012
63
67.189
39.971 342
739.248
Toelichtingen op de projecten BDUR bijdrage Risicobeleid Overstromingen In het kader van risicobeheersing worden de ontwikkelingen gemonitord. Voor de Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s worden overstromingsrisicobeheerplannen uitgewerkt. In het kader van crisisbeheersing is het herziene plan voor Dijkring in oktober 12 vastgesteld. In 2013 worden de middelen ingezet voor de totstandkoming en verspreiding van de geplande incidentbestrijdingsplannen (voorheen rampenbestrijdingsplannen). Grootschalige Oefening Dijkring 14 Eind 2012 is in samenwerking met de Stuurgroep Dijkringen 14/15/44 en in samenwerking met de Stuurgroep Management Overstromingen een grootschalige oefening gehouden waarbij voor de betrokken veiligheidsregio’s de focus lag op het beoefenen van de interregionale coördinatie. De evaluatie wordt afgerond in 2013. Quick scan bevolkingszorg Dit uitvoering van dit project is doorgeschoven naar 2013. De onderzoeksfase is gestart. Procesopleidingen gemeente Dit budget wordt in 2013 aangewend voor het traject Gemeentelijke Crisisorganisatie 2.0. In een projectgroep met 9 gemeenten wordt momenteel onderzocht wat de wettelijke eisen zijn aan de gemeentelijke crisisbeheersing, wat wij de afgelopen 10 jaar geleerd hebben en hoe we de gemeentelijke crisisbeheersing nu effectiever en efficiënter kunnen inrichten. Evenementenbeleid Met oog op de introductie van de Evenementen Assistent, de beoogde opvolger van de regionale evenementenkalender is een implementatietraject opgestart. Realisatie is gepland voor 2013. Veiligheidszorg op Maat Plateau 2 (ontwikkelen van bestuurlijke uitgangspunten) is afgerond. De besluitvorming rondom bestuurlijke uitgangspunten is n.a.v. de gemeentelijke en organisatiebrede consultatieronden uitgesteld tot januari 2013. Plateau 3 wordt opgestart in het eerste kwartaal 2013. Serious rook en vuur Project is afgerond. Het resultaat van het project is realistische simulaties van rook en vuur te ontwikkelen voor gebruik in virtual reality serious games. De eerste fase is gericht op het simuleren van zeer realistische rook en vuur in afgesloten ruimtes, specifiek tunnels. Dat specifiek tunnels zijn gekozen is onder meer gebaseerd op het feit dat de A2 overkapping in Utrecht recent is opgeleverd. In de tweede fase is een proof of concept voor een virtual reality (VR) natuurbrand simulatie opgeleverd. Slachtofferprofielen Het project is verlengd en gaat de afrondende fase in. Doelstelling van het project is het innoveren van modellering van 3D slachtoffer bij VR. In de tweede helft van 2013 zal het project worden opgeleverd. Agressiehantering In het kader van Veilig Publieke taak zijn in het district Utrecht workshops Agressiehantering gegeven. De vervolgstap is workshops voor leidinggevenden over het vroegtijdig signaleren van trauma. 64
Jaarrekening 2012
ESF Project ESF Opleidingen De inkomsten uit het ESF programma zijn onder meer aangewend voor de bijdrage aan landelijke projecten van Brandweer Nederland( NVBR) in het kader van onderwijsvernieuwing. UBV-gelden Dit betreft een bijdrage voor Natuurbrandbestrijding. Het plan van aanpak is opgesteld en de uitvoering is gestart.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huurverplichting De VRU heeft een (per 1 juli 2003 aangegane) 10-jarige huurovereenkomst met De Waal Beheer te Utrecht. Hiertoe is een garantie afgegeven van €100.000. Het jaarlijkse huurbedrag komt op ongeveer € 500.000. Met DTZ Zadelhof zijn huurovereenkomst afgesloten voor de panden aan de Kobaltweg 58 en Kobaltweg 59/61 voor een bedrag van € 169.700 resp. € 513.300 per kalenderjaar. Deze contracten lopen medio 2013 af. Het hoofdkantoor van de VRU zal vanaf juni 2013 in het Provinciehuis te Utrecht worden gevestigd. Over de inhoud van de huurovereenkomst wordt nog onderhandeld. Vakantieverplichtingen Ten aanzien van de vakantiegelden en de verlofdagen zijn slechts de feitelijke jaarlasten in de rekening opgenomen. Het opgebouwde vakantiegeld € 1.498.266,75 en de nog openstaande verlofdagen zijn niet als verplichting op de balans opgenomen. Garantiestellingen De VRU heeft zich tegenover derden voor € 0 garant gesteld.
Jaarverslag 2012
65
Ontvanger
A2
Juridische grondslag
Nummer
V&J
Specifieke uitkering
Departement
Single Information Single Audit (SISA) SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T) Brede DoelUitkering Rampenbestrijdi Aard controle R ng (BDUR) Indicatornummer: A2 / 01
Besluit
66
Jaarrekening 2012
€ 6.570.012
Controleverklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht te Utrecht Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de (in de jaarstukken opgenomen) jaarrekening 2012 (inclusief de bijlagen die onderdeel uitmaken van de jaarrekening) van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en de controleverordening zoals door het algemeen bestuur op 21 juni 2010 vastgesteld . Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Jaarverslag 2012
67
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door het algemeen bestuur op 2 juli 2012 en geoperationaliseerd in de beheersorganisatie van de gemeenschappelijke regeling. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het algemeen bestuur bij besluit d.d. 21 juni 2010 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Arnhem, 28 maart 2013 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. M. Knip RA
68
Jaarrekening 2012
Samengevoegde Balans VRU e x MKA 2012
Omschrijv ing VASTE A CTIVA Mate rië le v aste activ a Investeringen met economisch nut F inancië le v aste activ a Leningen u/g aan personeel
38.191.080
616.343 616.343
MKA 2012
Eliminatie poste n
113.876
VRU Totaal 2012
38.304.956
-
616.343 616.343
VLOTTENDE ACT IVA Uitze ttinge n me t e e n re nte ty pische looptijd ≤ 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige Vorderingen Liquide midde le n Kassaldi Banktegoeden
Ov e rlope nde activ a NTO specifieke uitkeringen Overige overlopende activa
11.953.871 165.293 12.119.165
352.061 352.061
8.838 2.784.850
145.128
8.838 2.929.978
2.793.688
145.128
2.938.816
-347.209 -347.209
11.953.871 170.145 12.124.017
2.957.684
-
2.957.684
2.957.684
-
2.957.684
Omschrijv ing VA STE PASSIVA Eige n v e rmoge n Algemene reserve: Bedrijfsvoeringsreserve VRU Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves: Reserve S OBRU Reserve grootschalig oefenen Overige bestemmingsreserve
Voorzie ninge n Voorziening loondoorbetalingsverplichting Voorziening pensioenpremies instructeurs
Vaste schulde n me t e e n re nte ty pische looptijd ≥ 1 jaar Onderhandse lening van binnenlandse bank
Ov e rlope nde passiv a Voorschotten specifieke uitkeringen Overige overlopende passiva Financieringsoverschot
Jaarverslag 2012
69
- 347.209 56.941.816
MKA 2012
E liminatie poste n
1.313.077
VRU Totaal 2012
363.465
1.313.077 363.465
626.744 120.000 63.000
97.358
626.744 120.000 160.358
2.122.821
460.823
2.583.644
14.121 495.800 509.921
-
14.121 495.800 509.921
42.883.246 42.883.246
-
42.883.246 42.883.246
VLOT TENDE PASSIVA Vlotte nde schulde n m e t e e n re nte ty pische looptijd ≤ 1 ja ar Overige schulden
56.677.960 611.065
VRU e x MKA 2012
2.622.074 2.622.074
86.839 86.839
2.708.913 2.708.913
739.248 7.800.650
63.403
-347.209
739.248 7.516.844
8.539.898
63.403
-347.209
8.256.092
56.677.960 611.065
-347.209
56.941.816
Samengevoegde resultatenrekening Be groting VRU e x cl. MKA
Be groting MKA
Be groting tota a l
Re ke ning VRU e x cl. MKA
Re ke ning MKA
Re ke ning tota a l
2 0 12
2 0 12
2 0 12
2 0 12
2 0 12
2 0 12
LASTEN Salarissen en sociale lasten Kapitaallasten Personeel van derden Energie Duurzame goederen Algemene benodigdheden Onderhoud goederen en diensten Huren Verzekeringen en belastingen Overige goederen en diensten Specifieke personeelskosten Tota a l uitga v e n
BATEN Rente Vergoedingen duurzame goederen Vergoeding goederen en diensten Vergoeding vervoerders Overdrachten Rijk Bijdrage gemeenten Tota a l Ba te n
51.176.817 9.770.846 1.552.002 643.937 58.811 579.693 2.936.075 1.355.059 1.390.192 3.415.330 8.104.362 8 0 . 9 8 3 . 12 5
1.962.923 132.621 667.672 2 . 7 6 3 . 2 16
53.139.740 9.903.467 1.552.002 643.937 58.811 579.693 2.936.075 1.355.059 1.390.192 4.083.002 8.104.362 83.746.341
51.979.327 8.545.461 3.547.306 663.380 1.004.971 504.176 3.918.816 952.953 1.046.924 4.192.820 6.073.439 82.429.572
124.224 2.025.838 708.949 2 . 8 5 9 . 0 11
51.979.327 8.669.685 5.573.144 663.380 1.004.971 504.176 3.918.816 952.953 1.046.924 4.901.769 6.073.439 85.288.583
1.737.966 1.075.792 6.137.718 72.031.648
2.488.474 274.742
1.737.966 1.075.792 2.488.474 6.137.718 72.306.390
1.913.653 115.497 2.431.691 6.137.718 72.023.712
2.481.094 274.742
1.913.653 115.497 2.431.691 2.481.094 6.137.718 72.298.454
8 0 . 9 8 3 . 12 4
2 . 7 6 3 . 2 16
83.746.340
Re sulta a t v oor be ste mming Toevoeging Onttrekking Re sulta a t na be ste mming
70
Jaarrekening 2012
-
-
-
-
-
82.622.270 19 2 . 6 9 8 231.111 38.413 -
2.755.836 10 3 . 17 5 103.175 -
8 5 . 3 7 8 . 10 6 89.523 2 3 1. 111 14 1. 5 8 8 -
Overzicht gemeentelijke bijdragen
GEMEENTE Ame rsfoort Ba a rn Bunnik Bunschote n De Bilt De Ronde Ve ne n Ee mne s Houte n IJsse lste in Leusde n Lopik Montfoort Nie uw e ge in Oude w a te r Re nsw oude Rhe ne n Soe st Stichtse Ve cht Utre cht Utre chtse He uve lrug Ve e ne nda a l Via ne n W ijk bij Duurste de W oe rde n W oude nbe rg Ze ist Totaal
Realisatie 2012 exclusief MKA € 7.804.155 € 1.419.125 € 847.292 € 952.006 € 2.413.589 € 2.311.420 € 576.209 € 1.812.382 € 1.369.285 € 1.302.679 € 886.169 € 847.700 € 2.968.492 € 602.399 € 355.312 € 1.075.369 € 2.463.530 € 3.729.341 € 23.426.977 € 3.238.048 € 2.420.652 € 1.057.703 € 1.420.655 € 2.504.277 € 703.625 € 3.523.257 € 72.031.648
Jaarverslag 2012
Realisatie 2012 MKA € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
71
32.776 5.451 3.228 4.497 9.402 9.615 1.978 10.718 7.680 6.397 3.157 3.018 13.627 2.195 1.062 4.237 10.198 14.097 69.618 10.894 13.922 4.401 5.168 11.123 2.685 13.599 274.742
Realisatie 2012 inclusief MKA
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
7.836.931 1.424.576 850.520 956.503 2.422.991 2.321.035 578.187 1.823.100 1.376.965 1.309.076 889.326 850.719 2.982.119 604.594 356.374 1.079.607 2.473.728 3.743.438 23.496.595 3.248.942 2.434.574 1.062.104 1.425.823 2.515.400 706.309 3.536.856
€ 72.306.390
Programmabegroting 2014
Versie: Concept 0.3
Voorwoord
Met genoegen presenteer ik u de begroting van de VRU, waarin wij in programma’s onze ambities en inspanningen hebben verwoord. Wij willen als VRU een betrouwbare taakuitvoerder zijn die continu kan inspelen op ontwikkelingen in ons veiligheidsdomein. Onze wettelijke kerntaken zijn onze focus, met passie en resultaatgericht uitgevoerd door vakmensen. Voor het begrotingsjaar 2014 hebben wij ten opzichte van eerdere begrotingen drie belangrijke aanscherpingen gedaan. Ten eerste is de taakstelling van de eerste tranche die tot en met 2013 door de VRU voor een deel steeds op incidentele basis werd gerealiseerd structureel verwerkt. Daarmee is ook in meerjarenperspectief aan de eerste tranche taakstelling invulling gegeven. Zodoende is het financieel management niet langer afhankelijk van een risicovolle incidentele maatregel en kan beter worden gestuurd op het resultaat. Ten tweede is de begroting inhoudelijk verbeterd. Waar voorgaande begrotingen nog waren ingericht op basis van kengetallen, is met de begroting 2014 gewerkt op basis van realistische cijfers, dat wil zeggen historische analyses van baten en lastenpatronen. Hierdoor is niet alleen de stuurkracht en het tolerantiemanagement sterk verbeterd, maar ook de transparantie naar de gemeenten. Ten derde is een sterke verbetering aangebracht in het benoemen van prestatie- indicatoren per programma. De VRU ziet dit als een goede start, maar heeft nadrukkelijk de ambitie haar sturing op prestaties verder te verbeteren. Ons doel is naar de gemeenten nog beter te kunnen verantwoorden over hetgeen de VRU heeft willen bereiken en over wat de VRU daarvoor heeft gedaan. Vanzelfsprekend zal dit ook tot uiting komen in de rapportages van de VRU, waarmee de prestatieindicatoren verbonden zijn. Het jaar 2014 wordt een belangrijk transitiejaar. Onderzoeken die in 2013 zullen plaatsvinden over de verbetering van de effectiviteit, vergroting van de efficiency en de interne beheersing van de financiën van de VRU worden vanaf 2014 geïmplementeerd. Dat alles tegen de achtergrond van het invullen van een tweede tranche bezuiniging waartoe is besloten. In die veranderslag is het essentieel dat de VRU de relatie met de gemeenten onderhoudt en waar mogelijk verbetert. Transparantie en verbinding zijn in dat verband belangrijke pijlers, opdat gemeenten en burgers het werk van de VRU van meerwaarde kunnen vinden.
Namens het dagelijks bestuur, Peter L.J. Bos Algemeen Directeur/Secretaris
Programmabegroting 2014
3
4
Programmabegroting 2013
Inhoudsopgave
Voorwoord Inhoudsopgave Financieel kader Meerjarenraming 2015-2017 Risicobeheersing Programma Risicobeheersing Crisisbeheersing Programma Crisisbeheersing Incidentbestrijding, nazorg en evaluatie Programma Incidentbestrijding, nazorg en evaluatie Verplichte paragrafen 1 Weerstandsvermogen en risicomanagement 2 Kapitaalgoederen en onderhoud 3 Financiering 4 Bedrijfsvoering 5 Verbonden partijen 6 Financiële toelichting 7 Uitgangspunten begroting 2014 Bijlage 1: Gemeentelijke pagina’s Bijlage 2: Kostenoverzicht per onderwerp Bijlage 3: Risicomanagement en weerstandsvermogen Bijlage 4: Overzicht (niet-)wettelijke taken Bijlage 5: Begrippen en afkortingen
Programmabegroting 2014
3 5 7 12 20 27 30 30 40 45 48 48 51 53 57 61 62 76 78 83 84 86 89
5
Financieel kader
De gewijzigde begroting 2013 is inhoudelijk fors verbeterd. Voor 2014 is als speerpunt benoemd om de begroting financieel op orde te brengen. De VRU is bij de regionalisering in 2010 gestart met een begroting gebaseerd op kengetallen. Deze kengetallen zijn ver voor die tijd ontwikkeld en zijn inmiddels verouderd. De oude begroting is inputgericht en sluit daarmee onvoldoende aan op de noodzakelijke budgetten binnen de directies. Om die reden zijn de bezuinigingen over 2012 weliswaar structureel gekort op de gemeentelijke bijdragen, maar binnen de begroting gedeeltelijk als “voorlopig” verwerkt op een aantal posten. Het directieteam van de VRU heeft in een aantal sessies gezorgd voor een structureel sluitende begroting die budgettair aansluit op de behoefte van de organisatie. Daarnaast is een tweetal autonome ontwikkelingen met een forse financiële impact opgevangen binnen de begroting. Hierna volgt een uitgebreide toelichting.
Autonome ontwikkelingen Hieronder volgt een nadere toelichting op een aantal autonome ontwikkelingen. Alleen de indexering als gevolg van de stijging van de pensioenlasten, is doorgerekend in de gemeentelijke bijdrage. De effecten als gevolg van het gestegen BTW-percentage en de werkkostenregeling, zijn structureel opgelost binnen de begroting van de VRU. BTW stijging De BTW over de taken van de VRU is als gevolg van de Wet veiligheidsregio en het daarna verleende uitstel, vanaf 1 januari 2014 niet meer compensabel. De veiligheidsregio’s worden hiervoor gecompenseerd via een ophoging van de BDUR. Vanaf 2014 is de begroting van de VRU inclusief BTW opgesteld. De kostenkant van de begroting gaat hierdoor aanzienlijk omhoog. Ook de BDUR gaat omhoog. In de junicirculaire is voor de VRU een bedrag van € 4.711.186 opgenomen. Dit bedrag is nog gebaseerd op een BTWpercentage van 19%. Het is nog onzeker of de BDUR wordt opgehoogd in verband met de stijging van het BTW-percentage van 19% naar 21%. Dit wordt pas bekend bij de voorjaarsnota. Hierdoor is de ophoging van de BDUR niet toereikend. Er ontstaat een structureel nadeel van € 535.000. Dit nadeel is structureel opgevangen binnen de begroting door herschikking van budgetten. Indien de BDUR verder opgehoogd wordt, dan is nog sprake van een structureel nadeel van € 39.479. Incidenteel is de komende 5 jaar nog sprake van een voordeel. Dit voordeel is aanwezig op de activa. Omdat de in het verleden aangeschafte goederen (bijv. werkplekken, voertuigen en materieel) nog zijn geactiveerd zonder BTW en deze nog niet afgeschreven zijn, zullen de kapitaallasten de komende tijd feitelijk lager zijn dan wanneer deze volledig doorgerekend worden met 21%. Op de bestemming van dit incidentele voordeel ten opzichte van de huidige begroting, zal verderop ingegaan worden.
Programmabegroting 2014
7
werkkostenregeling Op 1 januari 2011 is de werkkostenregeling van kracht geworden. Met deze regeling kunnen werkgevers maximaal 1,5% van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor medewerkers. Over het bedrag dat besteed wordt boven de vrije ruimte, moet loonbelasting betaald worden in de vorm van een eindheffing van 80%. Uit recent onderzoek onder gebruikers, blijkt dat een percentage van 1,5% toereikend is. Voor Veiligheidsregio’s gaat dit echter niet op. Hier doet zich het specifieke probleem voor dat een belangrijk deel van het brandweerpersoneel uit vrijwilligers bestaat. De loonsom van een vrijwilliger is laag, maar de verstrekkingen zijn vaak gelijk aan die van een fulltime medewerker. Macro gezien is 1,5% van de loonsom hierdoor niet toereikend, gegeven de verstrekkingen die thans gedaan worden. In eerste instantie hadden werkgevers tot en met 2013 de vrije keuze om de werkkostenregeling toe te passen. Vanaf 2014 zou dit verplicht ingevoerd moeten worden. Om die reden is het effect in beeld gebracht en zijn maatregelen genomen om de structurele effecten op te vangen binnen de begroting van 2014. Echter werd begin maart bekend dat de invoering van de werkkostenregeling is uitgesteld naar 1 januari 2015. De effecten voor de begroting zijn doorgerekend op basis van de realisatie over 2012. Het nadeel is berekend op € 470.000. Dit nadeel is nu als structureel opgevangen binnen de begroting. Echter, vanwege de uitgestelde implementatiedatum, ontstaat er in de begroting 2014 incidentele ruimte van € 470.000. Verderop in dit hoofdstuk wordt ingegaan op de bestemming van dit incidentele voordeel. Indexering Bij de begroting 2012 is de systematiek voor indexering bekrachtigd. Om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de systematiek van de gemeenten, hanteren wij voor de loonaanpassing de cao-wijzigingen als uitgangspunt. Voor de prijsaanpassing gaan we uit van het cijfer van het CPB. Dit cijfer staat ook vermeld in de circulaire van het gemeentefonds. Tot slot vindt jaarlijks bij de indexering een correctie plaats op basis van de gecorrigeerde cijfers over de voorliggende twee jaar. Zo wordt er nooit te veel of te weinig geïndexeerd. Deze methode komt overeen met de werkwijze bij gemeenten. In de kadernota 2014 is hierover het volgende opgenomen; In de gewijzigde begroting voor 2013 is de loonbijstelling over 2012 van 1% per 1 januari en 1% 1 april structureel doorgerekend. Voor 2013 is geen stijging doorgerekend. Er is nog geen nieuwe CAO bekend, waarmee ook voor 2014 vooralsnog geen stijging doorgerekend wordt. De in de gewijzigde begroting 2013 doorgerekende prijsindexen kunnen worden aangepast aan de hand van de septembercirculaire van 2012. Dit resulteert in de volgende bijstelling;
Prijsindex 2012 Prijsindex 2013
8
Programmabegroting 2014
Oud 1,75% 1,50%
Nieuw 1,25% 1,75%
Ten opzichte van deze cijfers is inmiddels bekend geworden dat de pensioenpremies verhoogd worden met 1,3%. Hiervan komt 70% voor rekening van de werkgevers. Rekening houdend met franchises stijgen de loonkosten voor de VRU gemiddeld met ongeveer 0,6%. In de begroting zijn de exacte bedragen per loonschaal doorgerekend. Ten opzichte van de kadernota stijgt de gemeentelijke bijdrage hierdoor met € 239.725. Voor de begroting 2014 leidt dit per saldo tot de volgende mutaties; Jaar Bijstelling verwachting cijfers 2012 Bijstelling verwachting 2013 Verwachting 2014 Percentage programmabegroting 2014
Loon 0,60% 0,60%
Prijs - 0,50% 0,25% 1,75% 1,50%
De percentages die feitelijk worden toegepast voor de begroting 2014, worden gebaseerd op de dan meest recente cijfers.
Begroting op orde Om de begroting financieel op orde te brengen, heeft de directie in het eerste kwartaal van 2013 de begroting post voor post kritisch bezien. Daartoe is eerst in beeld gebracht wat de behoefte is vanuit de budgethouders, los van de historische kengetallen maar gebaseerd op taken. Het doel was om de bezuinigingen uit de eerste tranche structureel te verwerken. Daartoe moest nog € 830.000 omgezet worden naar structurele maatregelen. Daarnaast moest aanvullend ruim € 1 mln. binnen de begroting gevonden worden om de effecten van de werkkostenregeling en de BTW-effecten op te vangen binnen de bestaande middelen. Het is gelukt om de gestelde doelen te realiseren. De voorliggende begroting is financieel realistisch en duurzaam. Er is een grote hoeveelheid mutaties verwerkt in de begroting. De rode draad hierbij is dat de uitgaven aan ondersteuning en bedrijfsvoering fors zijn verlaagd ten behoeve van het primaire proces. Onder andere door lagere huisvestingslasten, inkoopvoordeel op verzekeringen, kantoorkosten en onderhoud kantoorautomatisering, ontstaat er ruimte om de personele en materiele budgetten voor het primaire proces op orde te brengen. In hoofdstuk 6 zullen deze mutaties nader toegelicht worden.
Incidenteel beschikbaar In de begroting is het structurele effect van de doorberekening van de BTW opgenomen. Feitelijk zijn de BTW-lasten op de kapitaalgoederen (activa) gedurende een aantal jaren lager. Dit komt omdat er pas sprake is van hogere lasten inclusief BTW als er vervangingsinvesteringen plaatsvinden. Aanschaffingen na 1 januari 2014 zijn inclusief BTW, waardoor de kapitaallasten 21% stijgen. Op de kapitaalgoederen die nog niet afgeschreven zijn, ontstaat er tijdelijk ruimte. Voor 2014 is dit geschat op € 625.000. Dit bedrag loopt in een aantal jaren terug naar nul.
Programmabegroting 2014
9
Ook de effecten van de werkkostenregeling zijn structureel verwerkt in de begroting. Inmiddels is echter bekend dat de verplichte invoering is uitgesteld tot 1 januari 2015. Hierdoor ontstaat in 2014 incidenteel ruimte van € 470.000. Tenslotte is vanuit de BDUR nog € 75.000 incidenteel beschikbaar. Vanwege de bezuinigingen op de BDUR die in 2011 in gang gezet zijn, is dit bedrag in 2015 niet meer beschikbaar. De incidenteel beschikbare middelen worden in 2014 ingezet om de structurele verlagingen mogelijk te maken. Onder andere betreft het uitgaven doordat aanbestedingen gefaseerd uitgevoerd worden waardoor de kosten in 2014 nog op het oude (hogere) niveau liggen. Daarnaast is budget gereserveerd om de hogere kosten als gevolg van bovenformatieven op te vangen en is meerjarig incidenteel budget geoormerkt voor mobiliteit en flankerend beleid. Dit laatste mede in verband met de tweede tranche bezuinigingen. In hoofdstuk 6 zullen deze bestedingen nader worden toegelicht.
Samenvattend financieel Samenvattend zijn de volgende stappen gezet om de begroting structureel sluitend te krijgen; Ombuiging incidenteel naar structureel Opvangen nadelig effect op BTW-compensatie Opvangen nadelig effect werkkostenregeling Totaal structureel omgebogen
€ 830.000 € 535.000 € 470.000 € 1.835.000
Binnen de begroting zijn voor 2014 incidentele middelen beschikbaar, vooral omdat de eerder genoemde nadelige effecten op de BTW en de werkkostenregeling, in 2014 niet (geheel) optreden. Het gaat om de volgende posten; Nog geen BTW-effect op al aanwezige activa Ingangsdatum werkkostenregeling uitgesteld naar 2015 Incidenteel beschikbaar BDUR Totaal structureel omgebogen
€ 625.000 € 470.000 € 75.000 € 1.170.000
Tenslotte heeft bijstelling plaatsgevonden van de gehanteerde indexeringspercentages. In verband met de verhoging van de pensioenpremies stijgen de loonkosten met € 239.725. Conform de vastgestelde systematiek, is de gemeentelijke bijdrage hier op aangepast. Meldkamer ambulancezorg Bij de samenvoeging van de meldkamers van Utrecht en Amersfoort in de nieuwe gemeenschappelijke meldkamer op de Briljantlaan te Utrecht in 1999/2000 is bepaald dat de gemeenten die deel uitmaakten van de gemeenschappelijke regeling CPA Utrecht jaarlijks een bijdrage ter grootte van € 0,23 per inwoner zouden bijdragen aan de instelling en instandhouding van de meldkamer ambulancezorg Utrecht. De gemeenschappelijk regeling CPA Utrecht is via de gemeenschappelijke regeling CPA/GHOR Utrecht opgegaan in de Veiligheidsregio Utrecht (VRU).
10
Programmabegroting 2014
Met de inwerkingtreding van de tijdelijke Wet Ambulance Zorg (tWAZ) heeft in formele zin per 1 januari 2013 overdracht plaatsgevonden van de MKA Utrecht (CPA Utrecht) van het bestuur VRU aan het bestuur van de RAVU. De gemeentelijke bijdrage voor de MKA van ongeveer € 275.000 zat verwerkt in de begroting van de VRU. De voorliggende begroting is voor het eerst opgebouwd zonder de bijdrage van de MKA. Met ingang van 2014 zal de VRU namens de RAVU deze bijdrage incasseren bij de deelnemende gemeenten. Voor 2014 gaat het om € 277.010. Dit bedrag vormt geen onderdeel van de begroting van de VRU.
Programmabegroting 2014
11
Meerjarenraming 2015-2017 De begroting 2015 en volgende jaren is gebaseerd op het beleidsplan VRU 2012-2015 en de bijbehorende uitvoeringsprogramma’s. Ons beleidsplan heeft een doorlooptijd van vier jaar en wordt in 2015 geactualiseerd naar een nieuw beleidsplan. Regionaal Beleidsplan 2012-2015 De Wet veiligheidsregio's (Wvr) verplicht het bestuur van de VRU om iedere vier jaar een beleidsplan vast te stellen. In november 2011 heeft het algemeen bestuur, na een uitgebreide consultatieronde bij gemeentebesturen (colleges en raden), netwerkpartners en buurregio’s het Beleidsplan 2012-2015 vastgesteld. Aansluitend zijn in het voorjaar 2012 specifieke programma’s voor brandweerzorg, geneeskundige zorg en bevolkingszorg vastgesteld. In het beleidsplan en voornoemde programma’s wordt richting gegeven aan de ambities van de Veiligheidsregio op het terrein van rampenbestrijding, crisisbeheersing (inclusief geneeskundige hulpverlening en bevolkingszorg) en brandweerzorg voor de periode 2012 -2015. Hiermee is een stap gezet om de meerjarenraming van de VRU beter vorm en inhoud te geven. Wat nog aandacht behoeft voor de verdere doorontwikkeling van de begroting, is het toevoegen van een doorkijk voor de jaren waarvoor nog geen beleidsplan is vastgesteld. Voor deze begroting gaat het om de jaarschijven 2016/2018. Het interne begrotingsproces zal hierop nog aangepast moeten worden. Jaarlijks leggen we de keuzes en de financiële consequenties hiervan voor aan het bestuur. De speerpunten uit het beleidsplan voor de periode 2014-2015 zijn hieronder in het kort opgenomen. Uitgebreider is het een en ander weergegeven in het Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015. Voor 2016 zijn nog geen speerpunten benoemd. Beleidsplan 2016-2019 Het huidige beleidsplan heeft een doorlooptijd tot en met 2015. Per 2016 willen we dan ook het beleid opnieuw bepalen en vastleggen. Om dit in samenspraak met onze partners te kunnen doen, beginnen we in 2014 met de voorbereiding. Allereerst zullen we het huidige beleid evalueren om daarna samen met onze partners te bezien waar de komende jaren beleidsimpulsen nodig zijn. In 2015 kan dan het besluitvormings-traject van dit nieuwe beleidsplan plaatsvinden. Risicoprofiel Het regionale risicoprofiel is een inventarisatie en analyse van aanwezige risico’s, zowel voor het gehele grondgebied van de regio als per gemeente. De belangrijkste geïdentificeerde risico’s in de regio zijn: 1. Transportongevallen 2. Overstromingen 3. Pandemie/ziektegolf 4. Terroristische aanslag 5. Paniek in de menigte 6. Langdurige uitval nutsvoorzieningen 7. Brand (inclusief brand in tunnel en natuurbranden)
12
Middels het regionaal risicoprofiel is een beleidsplan ontwikkeld met als uitgangspunten: Programmabegroting 2014
• •
Risicobeheersing (voorkomen) heeft de voorkeur boven crisisbeheersing (respons). Generieke maatregelen (veerkracht) hebben de voorkeur boven specifieke maatregelen.
In het kader van dit risicobeleid worden in de periode 2012-2015 de volgende activiteiten voortgezet: Actueel beeld van de risico’s in het verzorgingsgebied en beheer van risico-informatie. De VRU zal in samenwerking met relevante netwerkpartners de belangrijkste risico’s in beeld brengen door middel van scenario’s. Op basis daarvan brengen we de mogelijke maatregelen ter voorkoming en beperking, dan wel voorbereiding op de bestrijding in beeld en maken we specifieke afspraken. Het resultaat is dat in 2015 voor de belangrijkste risico’s afspraken zijn gemaakt.
2014 -2015 201442015
Risicobeheersing Risicobeheersing behelst de structurele aandacht voor fysieke (on)veiligheid en het voorkomen en terugdringen van onveilige situaties. De komende jaren wordt meer de nadruk gelegd op het voorkomen en beperken van risico’s. Waar mogelijk worden risico’s gereduceerd door het voorkomen en beperken ervan: proactie en preventie. Risicobeheersing richt zich niet alleen op risico’s op rampen en crisis in de regio, maar ook op risico’s op kleine incidenten, bijvoorbeeld branden en evenementen. In het kader hiervan zijn in de periode 2012- 2015 onderstaande activiteiten gepland: Projecten pilots in het kader van het programma (brand)veilig Leven, gericht op veiligheidsbewustzijn, verantwoordelijkheidsverdeling en zelfredzaamheid van specifieke doelgroepen zoals studenten, jeugd en ouderen (evidence based)* Trainingen, themabijeenkomsten over risicocommunicatie Het ontwikkelen van kennis en expertise en contacten met netwerkpartners, als eerste aanspreekpunt in de regio voor zelfredzaamheid en burgerparticipatie en deze ter beschikking stellen aan gemeenten en hulpverleningsdiensten Evaluatie Evenementenbeleid Toevoegen paragraaf risicocommunicatie bij advisering op ruimtelijke plannen en risico-objecten. Trainingen, voorlichtingsbijeenkomsten over zelfredzaamheid op scholen, in gemeenten en bij hulpverleningsdiensten. Maatregelen gericht op aantal doelgroepen: ouderen, studenten/scholieren en scholieren Convenanten sluiten met relevante ketenpartners, ook maatschappelijke organisaties over taken en verantwoordelijkheden bij zelfredzaamheid en burgerparticipatie.
2014 e.v.
2014 2015
2014 2014 e.v. 2014
2014 2014-2015
Programmabegroting 2014
13
Crisisbeheersing De organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing is een belangrijke wettelijke taak van de VRU. Rampenbestrijding en crisisbeheersing omvat zowel de voorbereiding als het daadwerkelijke optreden. Het beleid voor de komende jaren is allereerst gericht op de verbetering van de voorbereiding. De versterking van de algemene veerkracht en terugdringen van vrijblijvendheid zijn belangrijke uitgangspunten. Geplande activiteiten in het kader hiervan zijn: Uitvoering beleidsplan Opleiden Trainen en Oefenen 2012-2015 Jaarplannen Opleiden Trainen en Oefenen Implementatie actieprogramma verbetering gemeentelijke crisisbeheersing dat ultimo 2012 is vastgesteld. Met de GGD-en zal invulling worden gegeven aan de Wet Publieke Gezondheid en wordt nauwer samenwerking gezocht op het gebied van publieke gezondheidszorg, te weten; medische milieukunde, grootschalige infectieziektebestrijding, gezondheidsonderzoek na rampen en psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen. De Politie Midden Nederland levert een bijdrage aan de risico- en crisisbeheersing overeenkomstig dit beleidsplan en zoals vastgelegd in het convenant dat in 2011 tussen Politie en de VRU is gesloten. Parate crisisorganisatie (in overeenstemming met het regionale crisisplan en de wettelijk bepaalde opkomsttijden) is gerealiseerd. Met betrekking tot ziekenhuizen, verpleeghuizen en thuiszorginstellingen zijn de inspanningen gericht op planmatige voorbereiding op rampen en crises, vergroten van zelfredzaamheid en borgen van zorgcontinuïteit in buitengewone omstandigheden. Afspraken met relevante netwerkpartners over hun inbreng in de crisisorganisatie zijn gemaakt en geïmplementeerd. Jaarlijks trainingsprogramma crisiscommunicatie voor communicatie-adviseurs en bestuurders.
2014-2015 2014-2015 2014-2015
2014-2015
2014-2015
2014 e.v.
2014 e.v.
2014-2015
2014 -2015 e.v.
Incidentenbestrijding In de komende jaren richt de VRU zich ten aanzien van incidentbestrijding vooral op de respons op basis van de risico’s. Incidentbestrijding bestaat uit basisbrandweerzorg, specialistische taken en slagkracht voor het grootschalige brandweeroptreden. In de periode 2014-2015 wil de VRU de volgende activiteiten realiseren: Ontwikkelen van een afwegingskader voor het bestuur voor het beargumenteerd afwijken van landelijke opkomsttijden en standaardbezetting als onderdeel van Veiligheidszorg Op Maat (VOM). Nieuw dekkingsplan als eindresultaat van VOM regionaal dekkingsplan.
14
Programmabegroting 2014
2013 e.v.
2014
Nazorg en evaluatie Dit houdt in afschaling na de afwikkeling van het incident. De psychosociale nazorg aan slachtoffers, hulpverleners en bevolking, herstel van fysieke en sociale infrastructuur, schadeafhandeling etc. worden meer regionaal georganiseerd. Er komt ondersteuning bij bestuurlijke-politieke verantwoording, inspectieonderzoeken en aansprakelijkheidsvraagstukken en beleidsbijstelling: het gestructureerd evalueren van incidenten en het borgen van geleerde lessen uit interne en externe evaluaties. De volgende activiteiten worden uitgevoerd: Invoering evaluatiesystematiek, waaronder formeren vaste 2014-2015 evaluatieteams, opleiding en training Herijking van bestaande afspraken over het leveren van 2014 e.v. psychosociale nazorg Gecoördineerde voorbereiding van nazorg aan de bevolking als 2014 e.v. onderdeel van de gemeentelijke processen. Financieel perspectief In het kader van de bezuinigingen is besloten om ook in 2014 geen extra geld aan de gemeenten te vragen voor nieuw beleid. Ook voor de komende jaren verwachten wij dat geen aanvullende middelen (naast loon- en prijsbijstelling) vanuit de gemeenten beschikbaar komen voor het uitvoeren van de hierboven genoemde speerpunten. Indien een gemeente extra diensten wenst af te nemen bovenop het gezamenlijk afgesproken niveau, dan zal dit aanvullend bekostigd moeten worden door de betreffende gemeente. Gezien de financiële krapte zullen nieuw beleid, beleidswijzigingen of beleidsintensiveringen die voortkomen uit de speerpunten, in beginsel budgettair neutraal worden uitgevoerd door herprioritering van middelen, het effectiever en efficiënter organiseren van bestaande taken en het realiseren van synergie.
Programmabegroting 2014
15
Programma’s
Risicobeheersing Crisisbeheersing Incidentbestrijding
Programmabegroting 2014
17
18
Programmabegroting 2014
Risicobeheersing
Regionale risico’s Proactie en Preventie Risicocommunicatie Nieuwe veiligheidsdenken
Programmabegroting 2014
19
Risicobeheersing Ambitie Risicobeheersing is de structurele aandacht voor fysieke (on)veiligheid en het voorkomen en terugdringen van onveilige situaties. De VRU legt steeds meer de nadruk op het voorkomen en beperken van risico’s. In de komende jaren werkt de VRU toe naar een nieuwe balans tussen risicobeheersing en incidentbestrijding.
Regionale risico’s Wat willen we bereiken? 1. Wij verschaffen inzicht in de risico’s met betrekking tot incidenten, rampen en crisis in het verzorgingsgebied, hetgeen resulteert in een regionaal risicoprofiel. 2. Wij willen onze informatiepositie verbeteren door onze informatie met die van crisispartners te koppelen. Dit alles met als doel een steeds beter actueel beeld te krijgen van ons verzorgingsgebied.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. In 2014 worden in samenwerking met diverse crisispartners scenario’s opgesteld. De scenario’s worden ontwikkeld op de regionale risico’s terrorisme en transportongevallen.
2. Eveneens wordt in samenwerking met de diverse crisispartners verder gebouwd aan het steeds beter zicht krijgen op ons verzorgingsgebied en specifiek op de risico’s. Er worden koppelingen gelegd met de basisregistraties en de informatie die beschikbaar is bij crisispartners. Er wordt een koppeling gerealiseerd tussen de provinciale risicokaart en het risico-informatiesysteem van de VRU (RISC).
3. In 2014 wordt verder gebouwd aan een veiligheidsinformatiecentrum (VIC). Eén van de resultaten is een continue actueel risicoprofiel voor zowel de reguliere advisering als voor crisisomstandigheden.
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Norm
Actueel risicoprofiel eens per 4 jaar
100%
Wettelijke taak
Operationeel veiligheidsinformatiecenrum (VIC)
100%
Wettelijke taak
20
Programmabegroting 2014
Herkomst
Cijfers en feiten Omschrijving Het regionaal risicoprofiel is in 2011 vastgesteld Voor de zeven risico’s genoemd in het risicoprofiel en beleidsplan worden scenario’s uitgewerkt. Afgerond zijn: 1. Extreem weer (overstromingen, droogte e.d.) 2. Natuurbranden Nog op 3. 4. 5. 6. 7.
te pakken: Transportongevallen (2014) Terroristische aanslag (2014) Pandemie/ziektegolf Paniek in de menigte Langdurige uitval nutsvoorzieningen
Programmabegroting 2014
21
Proactie en Preventie Wat willen we bereiken? 1. Meer dan in het verleden worden burgers, instellingen en bedrijven aangesproken op eigen verantwoordelijkheid. Dit moet leiden tot een groter risico- en veiligheidsbewustzijn onder deze doelgroepen. 2. Binnen de VRU ligt het accent op reductie van risico’s. Inspanningen aan het begin van de veiligheidsketen leiden uiteindelijk tot reductie van het aantal en de omvang van incidenten.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. We stimuleren het risico-en veiligheidsbewustzijn door middel van een mix aan instrumenten. Afhankelijk van de doelgroep wordt gekozen voor toezicht en handhaving en/of brandveilig leven. 2. Risico’s worden gereduceerd door in een vroegtijdig stadium betrokken te zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen en veranderingen in gebruik van grond of gebouwen. De VRU adviseert het bevoegd gezag hierbij over risico’s (risicoprofiel) en externe veiligheid (Besluit Risico’s Zware Ongevallen, Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, Vuurwerkbesluit en aanwijzing bedrijfsbrandweer).
3. De VRU adviseert het bevoegd gezag over en houdt toezicht op brandveiligheid op het gebied van milieu, bouw, gebruik, klachten en nodeloze meldingen. 4. De VRU adviseert het bevoegd gezag over aanvragen van evenementen. De evenementenkalender ondersteunt hierbij de capaciteitsverdeling van de hulpverleningsdiensten. 5. Bovenstaande producten zijn een belangrijke informatiebron voor zowel crisisbeheersing als incidentbestrijding. Meer dan in het verleden wordt de beschikbare informatie tussen de verschillende taakvelden uitgewisseld.
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Norm
Herkomst
Advisering over risico’s en externe veiligheid binnen adviestermijn
100%
Wettelijke taak
Advisering over brandveiligheid binnen adviestermijn (milieu, bouw, gebruik, klachten en nodeloze meldingen) Toezicht op brandveiligheid (milieu, bouw, gebruik, klachten en nodeloze meldingen)
100%
Wettelijke taak
100%
Wettelijke taak en lokaal handhavingsbeleid
Naleving (hercontrole/handhaving niet noodzakelijk) 80%
Wettelijke taak en lokaal handhavingsbeleid
Advisering over evenementen binnen advies termijn
Wettelijke taak en lokaal evenementen beleid
22
Programmabegroting 2014
100%
Cijfers en feiten Omschrijving
Aantal
Verwachte adviezen (2012): Bouw , milieu, gebruik, omgevingsrecht
4.500
Evenementen
1.500
Ruimtelijke plannen en infrastructurele projecten.
100
Verwachte controles/inspecties activiteit bouw
1.500
activiteit milieu
100
activiteit Brzo
10
activiteit gebruik
10.000
evenementen
500
klachten
100
nodeloze meldingen
1.500
BRZO-inspecties (VR-plichtig)
5
BRZO-inspecties (PBZO-plichtig)
5
Aantal beoordelingen bedrijfsbrandweren BRZObedrijven
10
Programmabegroting 2014
23
Risicocommunicatie Wat willen we bereiken? Het doel van risicocommunicatie is drieledig, namelijk: 1. Het informeren over risico’s; 2. Het vooraf geven van een handelingsperspectief bij rampen en zware ongevallen; 3. Meer algemeen; het vergroten van het veiligheidsbewustzijn bij burgers, bedrijven en instellingen.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. Op basis van de regionale risico’s worden (risico)communicatieplannen opgesteld en geïmplementeerd. De implementatie van de plannen voor de uitgewerkte scenario’s natuurbrand en extreem weer (waaronder overstromingen) wordt voorzien in 2014. 2. Op basis van twee pilots wordt een risicocommunicatieplan opgesteld voor transport van gevaarlijke stoffen over het spoor. 3. Opstellen handreiking risicocommunicatie voor Brzo-bedrijven. 4. De VRU zoekt ook op het gebied van risicocommunicatie zoveel mogelijk de samenwerking met haar crisispartners. Het gaat daarbij uiteindelijk over het maken van afspraken wie waarover communiceert. 5. Bij advisering op ruimtelijke plannen en risico-objecten voegen we een paragraaf risicocommunicatie toe.
Prestatie-indicatoren
24
Omschrijving
Norm
Herkomst
Actuele risicocommunicatie op basis van risicoprofiel
100%
Wettelijke taak
Programmabegroting 2014
Het nieuwe veiligheidsdenken Wat willen we bereiken? Het nieuwe veiligheidsdenken is een overkoepelende term die past bij een aantal ontwikkelingen waarbij het veiligheidsbewustzijn centraal staat, te weten; (brand)veilig leven en preventievoorlichting, zelfredzaamheid en burgerparticipatie en de wijkgerichte aanpak. Hieronder worden de doelen per ontwikkeling kort toegelicht. 1. Brandveilig leven en preventievoorlichting De VRU richt zich op specifieke doelgroepen die kwetsbaar zijn en/of zich relatief onveilig gedragen, zoals jeugd, ouderen, studenten en bewoners van krachtwijken. In eerste instantie richten we ons op brand in woningen, omdat uit onderzoek blijkt dat daar de meeste slachtoffers vallen. Daarbij wordt aangesloten op (uitkomsten van) de landelijke pilotprojecten en wordt samengewerkt met burgercollectieven en het maatschappelijke middenveld. Op het gebied van projecten, zoals “brandveilig leven” en “geen nood bij brand” wordt integraal afgestemd met de GHOR. In het kader van zorgcontinuïteit heeft de GHOR met alle zorginstellingen in de regio contact en zijn in 2013 de eerste pilot COPI oefeningen gehouden in samenwerking met de brandweer, GHOR en zorginstellingen.
2. Zelfredzaamheid en burgerparticipatie Deze ontwikkeling staat in het teken van het vermogen en de handelingen van burgers om incidenten, en de nasleep ervan, zelfstandig dan wel met behulp van anderen zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beheersen. De VRU heeft in 2014 (en verder) aandacht voor het benutten en waar mogelijk versterken van zelfredzaamheid. 3. Wijkgerichte aanpak De VRU wil een koppeling maken tussen fysieke en sociale veiligheid met gemeentelijke en geneeskundige partners om tot een integrale benadering te komen. In het verlengde van de werkwijze van de GGD voor wat betreft de gezonde wijk ligt het voor de hand om de directeur Publieke Gezondheid te laten aansluiten bij de ontwikkeling en opzet van de Veilige Wijk. Wat gaan we daarvoor doen? 1. Het ontwikkelen van inzicht in de (maatschappelijke) effecten van de (brand)veiligheid-acties die vanaf 2010 in de regio hebben plaatsgevonden. 2. In gemeenten, bij hulpverleningsdiensten en op scholen geeft de VRU trainingen en voorlichtingsbijeenkomsten over brandveilig leven en zelfredzaamheid. 3. Met het bureau regionale veiligheidsstrategie van de gemeenten leggen we verbinding tussen fysieke en sociale veiligheid om naar een wijkgerichte aanpak te werken. We streven naar borging hiervan in de gemeentelijke integrale veiligheidsplannen. Ten behoeve hiervan worden in 2014 3 scenario’s uitgewerkt in het kader van maatschappelijke onrust.
Programmabegroting 2014
25
4. In samenwerking met enkele zorginstellingen in de regio zetten we de activiteiten in het kader van het project ‘Geen Nood Bij Brand” in 2014 voort. Het project heeft ten doel het veiligheidsbewustzijn bij directies, medewerkers en bewoners te vergroten.
Cijfers en feiten Omschrijving Evidence-based interventies en producten (brand) veilig leven aan de hand van doelgroepen.
26
Programmabegroting 2014
Programma Risicobeheersing Wat kost het? Risicobe he e rsing Be groting
Ge wijzigde
Re ke ning
prima ir
2012
2013
Be groting 2013
Be groting 2014
La ste n D irecte kosten
8.838.479
8.737.138
8.741.831
8.999.392
O verige kosten
4.173.802
3.173.991
3.150.841
4.087.116
Tota le La ste n
13.012.281
11.892.672
13.086.508
11.911.129
Ba te n D irecte opbrengsten Algem ene dekkingsm iddelen Tota le Ba te n
118.592
122.920
120.629
106.950
12.893.689
11.788.209
11.772.043
12.979.557
13.012.281
11.911.129
11.892.672
13.086.508
-
-
-
-
Re sulta a t na be ste m ming
Incide nte le la ste n
-
-
-
51.052
Incide nte le ba te n
-
-
-
-
Sa ldo
-
-
-
• •
•
•
51.052-
De directe kosten bestaan uit de directe salariskosten en direct gekoppelde kosten aan product. De overige kosten zijn kosten die ondergebracht zijn bij bedrijfsvoering en staf. hieronder werkplekken, kantoorautomatisering, huisvesting van het personeel en de administratie. Deze kosteb zijn procentueel gezien hoger dan vorig jaar. Dit komt door de ophoging van de begroting met de BTW. De directe kosten bestaan grotendeels uit salariskosten dus deze zijn niet opgehoogd met de BTW. De indirecte kosten bestaan grotendeels wel uit kosten die opgehoogd zijn. Per saldo bedraagt het percentage indirecte kosten op VRU totaalniveau 20,9% ten opzichte van 19,1% in 2013. In hoofdstuk 6 van de verplichte paragrafen wordt toegelicht welke mutaties er zijn doorgevoerd. Enerzijds betreft het algemene mutaties zoal indexering, BTW, werkkostenregeling etc. Anderzijds heeft de grote ombuigingsoperatie voor deze begroting geresulteerd in tal van mutaties. Deze zijn ook in hoofdstuk 6 toegelicht. De incidentele lasten bestaan voor 2014 uit; • Het bedrag van € 22.000 is geoormerkt door BRZO-advisering. • Onder de overige kosten is € 19.000 opgenomen voor de implementatie van het evenementenbeleid. Het gaat hierbij om de implementatie van software zoals beschreven onder de structurele lasten. • Daarnaast is € 10.000 opgenomen voor de aanschaf van digitaal kaartmateriaal.
Programmabegroting 2014
27
Wat zijn de risico’s? De visie van de VRU op de netwerkorganisatie wordt niet voldoende ondersteund door netwerkpartners. De VRU beschikt nog niet over een uniform beleid inzake bevolkingsgebied, wat mogelijk kan leiden tot onvoldoende regie en coördinatie van activiteiten. De gemeenten en/of projectontwikkelaars betrekken de VRU nog niet vroegtijdig bij het ontwikkelen van de bestemmingsplannen. Hierdoor kunnen relevante adviezen over de veiligheid en de bereikbaarheid niet worden meegenomen.
28
Programmabegroting 2014
Crisisbeheersing
Crisisorganisatie Informatiemanagement Crisiscommunicatie GHOR Crisispartners
Programmabegroting 2014
29
Crisisbeheersing Ambitie We zijn een flexibele en veerkrachtige crisisorganisatie. Naast de operationele hulpverlening zijn informatie, communicatie en zorg voor de bevolking belangrijke pijlers. We trekken actief samen op met onze crisispartners.
Crisisorganisatie Wat willen we bereiken? 1. We bouwen aan een veerkrachtige en flexibele crisisorganisatie die voldoet aan de wettelijke eisen (Wet op de veiligheidsregio’s), waarbij de vrijblijvendheid in opleiden, trainen, oefenen is teruggedrongen. 2. Het regionaal crisisplan is leidend.
3. De hoeveelheid specifieke plannen wordt minder.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. Het regionale crisisplan dat in 2013 is vastgesteld helpt ons om flexibel in te spelen op uiteenlopende crises die onze regio kunnen treffen. Dit betekent dat we het aantal specifieke rampbestrijdingsplannen terugdringen en we ons beperken tot plannen die wettelijk verplicht zijn of nadrukkelijk een toegevoegde waarde hebben (incidentbestrijdingsplannen). 2. Het Veiligheidsinformatiecentrum (VIC) wordt bij een daadwerkelijk incident, crisis of ramp opgeschaald naar een crisiscentrum bestaande uit een RBT, ROT, desbetreffende secties en persruimten.
3. Vakbekwaamheid van crisis (piket) functionarissen. De mono- en multidisciplinaire opleidings-, trainings- en oefenactiviteiten voor betreffende functionarissen worden uitgevoerd overeenkomstig het OTO-beleidsplan 2012-2015. Het hieruit voortvloeiende OTO programma is gebaseerd op regionale risico’s uit het risicoprofiel. De OTO-activiteiten zijn zoveel mogelijk met onze crisispartners afgestemd en uitgevoerd. 4. De gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie (Bevolkingszorg) is efficiënter en effectiever ingericht. We moeten keuzes maken over de organisatievorm en de schaalindeling van de organisatie. Per 1 maart 2014 gaat de nieuwe organisatie van Bevolkingszorg van start, met de experts die regionaal worden ingezet op het gebied van “publieke zorg” en “voorbereiding nafase”. Deze experts werken samen met de lokale kernteams. 30
Programmabegroting 2014
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Norm
Herkomst
Operationeel en paraat crisiscentrum
100 %
Wettelijke taak
GRIP-incidenten waarbij de sleutelfunctionarissen en 100% crisisteams binnen de daarvoor gestelde tijden na alarmering aanwezig zijn
Wettelijke taak
Opgeleide en geoefende sleutelfunctionarissen in crisisteams volgens gestelde eisen
100 %
Wettelijke taak
Actueel regionaal crisisplan en rampbestrijdingsplannen
100 %
Wettelijke taak
Programmabegroting 2014
31
Informatiemanagement Wat willen we bereiken? 1. We hebben een goede informatiepositie, zowel in systemen als organisatorisch. Beschikbare relevante informatie is in crisissituaties snel toegankelijk. 2. Het geheel is ondergebracht in het Veiligheidsinformatiecentrum (VIC) en in het crisiscentrum ten tijde van incidenten rampen en crises.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. In 2014 sluiten we de in alle gemeenten in 2013 ingestelde teams Bevolkingszorg aan op LCMS. 2. Onze informatiepositie is versterkt door aansluiting op de basisregistraties en het gebruiken van de informatie van crisispartners.
3. Opleiding en training en borging van de vakbekwaamheid van de operationele informatiemanagers wordt in 2014 voortgezet.
4. We werken nauw samen met de regio’s Gooi & Vechtstreek en Flevoland.
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Norm
Herkomst
Netcentrisch werken
100 %
Wettelijke taak
32
Programmabegroting 2014
Crisiscommunicatie Wat willen we bereiken? 1. We willen tijdens een crisis transparant communiceren met tijdige en betrouwbare communicatie. We gebruiken hiervoor alle beschikbare middelen. De communicatie is gericht op informatievoorziening. schadebeperking en betekenisgeving.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. Wij streven ernaar om per 1 maart 2014 experts op het gebied van “crisiscommunicatie” in piket te hebben voor de hele regio. De experts zijn vakbekwaam (opgeleid, getraind en geoefend). Voor het opleiden en oefenen (en daar waar mogelijk voor het inrichten van gezamenlijke piketten) wordt intensief samengewerkt met Gooi & Vechtstreek en Flevoland. 2. We investeren verder in het inrichten van een specialistische communicatiepool ter ondersteuning. 3. Samen met netwerkpartners organiseren we bijeenkomsten op het gebied van (risico- en) crisiscommunicatie. 4. De rol van sociale media bij rampen en crises is groot. De crisiscommunicatie speelt daarop in door expertise te ontwikkelen voor het uitvoeren van een adequate omgevingsanalyse. De omgevingsanalyse gaat uit van een analyse van de informatie en informatiebehoefte die er is in de samenleving. De analyse draagt bij aan eenduidige beeldvorming, duiding en deling van informatie. 5. In 2014 maken wij nadere afspraken ten aanzien van rol- en taakverdeling en informatiedeling binnen het domein van crisiscommunicatie met onze crisispartners.
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Norm
Herkomst
Actuele crisiscommunicatie
100 %
Wettelijke taak
Programmabegroting 2014
33
GHOR Wat willen we bereiken? 1. Er is een operationele piketorganisatie ten behoeve van de wettelijke regiefunctie van de directeur Publieke Gezondheid tijdens crises.
2. Deze piketorganisatie is vakbekwaam, conform het Besluit Personeel Veiligheidsregio’s.
3. Integrale organisatie van de GHOR processen binnen de Veiligheidsregio Utrecht en in het bijzonder met de GGD-regio Utrecht (GGD-rU) organisatie, op basis van de wet Publieke Gezondheid.
4. Intensivering van de samenwerking met de GGD-rU.
5. Het maken van afspraken (of zo nodig herzien) met zorginstellingen en beroepsbeoefenaren (conform de Wet Toelatingen Zorginstellingen en de Wet Beroepen Individuele Gezondheidzorg) over voorbereiding op en daadwerkelijke inzet ten tijde van crises en zorgcontinuïteit van de instellingen. Het monitoren en rapporteren aan het bestuur van de Veiligheidsregio omtrent de mate van voorbereiding.
6. Het organiseren en borgen van informatie-uitwisseling met de zorgaanbieders, GGD-U en GHOR/ VRU.
7. Kwaliteitscertificering om de borging van preparatie, operationele inzet en nazorg aantoonbaar te maken.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. Het conform vastgestelde GHOR/VRU piketorganisatiebeleid organiseren van de diverse piketten. 2. Het opleiden, trainen en oefenen van de GHOR piketorganisatie en SIGMA teams, op basis van het GHOR-OTO jaarplan. Door middel van registratie inzichtelijk maken van de individuele vakbekwaamheid.
3. Zowel voor de multidisciplinaire organisatie van de VRU als de regionale GGD-rU zal het Regionaal Crisisplan geoperationaliseerd zijn en zullen de deelprocessen, te weten Spoedeisende Medische Hulpverlening en Publieke Gezondheid, geactualiseerd worden.
34
Programmabegroting 2014
4. Intensivering van de samenwerking met de GGD-rU. Naast de verplichte OTOactiviteiten zal het gezamenlijk werken aan een operationele GHOR/GGD-rU organisatie worden opgepakt en uitgewerkt.
5. De accounthouders van GHOR Netwerkcoördinatie onderhouden structureel contact met alle zorgaanbieders. De wettelijk verplichte afspraken zullen in de diverse convenanten worden vastgelegd en geactualiseerd. De dPG zal periodiek het bestuur van de VRU rapporteren over de kwaliteit van de preparatie van de zorgaanbieders.
6. De informatieuitwisseling met de dPG, inzake de GHOR zal worden gedefiniëerd en zo nodig worden georganiseerd. Hierbij wordt tevens naar de netcentrische informatiedeling ten tijde van crises en incidenten gekeken. Het digitaal aanleveren van slachtoffergegevens aan de frontoffice van de landelijke Slachtoffer Informatie Systematiek valt hieronder.
7. In 2014 vraagt de GHOR (analoog aan de GGD) het kwaliteitscertificaat HKZ aan. Voorwaarde hiervoor is dat de VRU-processen middels het INK-kwaliteitssysteem gecertificeerd zijn. Prestatie-indicatoren Omschrijving Percentage GHOR- sleutelfunctionarissen en GHORteams dat is opgeleid en geoefend conform de hiervoor afgestelde eisen. Percentage sleutelfunctionarissen die deel uitmaken van een crisisteam dat is opgeleid en geoefend volgens het multidisciplinaire opleidings- en oefenplan. Percentage GRIP 1+ incidenten waarbij de gealarmeerde crisisteams (kernbezetting) na alarmering binnen de hiervoor gestelde tijden aanwezig waren.
Norm 100%
Herkomst Wettelijke taak
100%
Wettelijke taak
85%
Wettelijke taak
Cijfers en feiten Omschrijving Aantal convenanten met netwerkpartners in de zorgketen over samenwerking in het kader van voorbereiding crisisorganisatie
70%
Programmabegroting 2014
35
Crisispartners Wat willen we bereiken? 1. Het realiseren van een intensieve samenwerking met onze crisispartners, zowel voorafgaand aan een (mogelijk) incident, tijdens als achteraf.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. We maken afspraken met de crisispartners over de samenwerking in het kader van de (voorbereiding op) crisisbeheersing. Voorbeelden van crisispartners zijn: politie, defensie, waterschappen, Rijkswaterstaat, Vitens, Stedin, ProRail. 2. De effectiviteit van de crisisorganisatie valt of staat met het kennen en gekend worden van onze crisispartners. We organiseren bijeenkomsten, we oefenen en we delen informatie om een zo goed mogelijk beeld te krijgen en te houden van ons verzorgingsgebied. 3. We kennen onze traditionele partners waarmee we samenwerken; te denken valt hierbij aan de waterschappen en defensie. 4. Met ´nieuwe partners’ starten we met convenanten waarin de afspraken worden vastgelegd. Te denken valt hierbij aan partners die betrokken zijn bij uitval nutsvoorzieningen.
36
Programmabegroting 2014
Programma Crisisbeheersing Wat kost het? Crisisbe he e rsing Be groting
Ge wijzigde
Re k e ning
prima ir
2012
2013
Be groting 2013
Be groting 2014
La ste n D irecte kosten
4.206.326
4.134.253
4.587.480
4.189.190
O verige kosten
1.899.218
1.464.855
1.444.319
1.859.773
Tota le La ste n
6.105.544
5.599.108
6.031.798
6.048.963
Ba te n D irecte opbrengsten Algem ene dekkingsm iddelen Tota le Ba te n
190.477
201.387
115.000
46.000
5.915.067
5.397.721
5.916.798
6.002.963
6.105.544
5.599.108
6.031.798
6.048.963
-
-
-
-
Re sulta a t na be ste m ming
Incide nte le laste n Incide nte le ba te n Sa ldo
• •
•
-
-
-
De directe kosten bestaan uit de directe salariskosten en direct gekoppelde kosten aan product. De overige kosten zijn kosten die ondergebracht zijn bij bedrijfsvoering en staf. hieronder werkplekken, kantoorautomatisering, huisvesting van het personeel en de administratie. Deze kosten zijn procentueel gezien hoger dan vorig jaar. Dit komt door de ophoging van de begroting met de BTW. De directe kosten bestaan grotendeels uit salariskosten dus deze zijn niet opgehoogd met de BTW. De indirecte kosten bestaan grotendeels wel uit kosten die opgehoogd zijn. Per saldo bedraagt het percentage indirecte kosten op VRU totaalniveau 20,9% ten opzichte van 19,1% in 2013. In hoofdstuk 6 van de verplichte paragrafen wordt toegelicht welke mutaties er zijn doorgevoerd. Enerzijds betreft het algemene mutaties zoal indexering, BTW, werkkostenregeling etc. Anderzijds heeft de grote ombuigingsoperatie voor deze begroting geresulteerd in tal van mutaties. Deze zijn ook in hoofdstuk 6 toegelicht.
Wat zijn de risico’s? Niet actualiseren van het crisisplan en daarvan afgeleid een beleidsplan OTO, leidt tot inefficiëntie en het niet voldoen aan de kwaliteitseisen OTO medewerkers. Enkele gemeenten en crisispartners (waaronder de gehele witte kolom) zijn niet aangehaakt bij het LCMS, waardoor bij uitruk onvoldoende informatie beschikbaar komt. Het realiseren van de ambities m.b.t. aansluiting van gemeenten en netwerkpartners op LCMS is afhankelijk van hun bereidheid om voor het gebruik de benodigde capaciteit beschikbaar te stellen. Programmabegroting 2014 37
-
Incidentbeheersing, nazorg en evaluatie
Veilig, effectief en efficiënt optreden Meldkamer Lerend en innoverend vermogen Nazorg en evaluatie
Programmabegroting 2014
39
Incidentbestrijding, nazorg en evaluatie
Ambitie Incidentbestrijding is één van de kerntaken van de VRU. De VRU voert deze taak in opdracht van de 26 gemeenten zo veilig, efficiënt en effectief mogelijk uit. Burgers, bedrijven en instellingen kunnen 24 uur per dag, 7 dagen in de week en 365 dagen per jaar rekenen op de inzet van de VRU bij alle hulpverleningen op straat bij branden, ongevallen, rampen en crises. De VRU zal de komende jaren steeds meer gaan sturen op activiteiten die bijdragen aan minder slachtoffers, minder incidenten en minder schade.
Veilig, effectief en efficiënt operationeel optreden Wat willen we bereiken? 1. Een parate crisis(hulpverlenings)organisatie voor branden, ongevallen, rampen en crises afgestemd op de aanwezige (fysieke) veiligheidsrisico’s in het verzorgingsgebied. Leiding en coördinatie maakt hier onderdeel vanuit. 2. Een basisbrandweerzorg in de gemeenten binnen de daarvoor (wettelijke) vastgestelde opkomsttijden. De VRU voldoet nu bij 65 % van de brandincidenten aan de normtijden die in het besluit veiligheidsregio’s worden gesteld. Dit is vrijwel gelijk aan het landelijk gemiddelde percentage van 67%.
3. Het in stand houden, beschikbaar en inzetbaar hebben van materieel (brandweer en GHOR) en personeel ten behoeve van de basisbrandweerzorg, specialismen en grootschalig optreden. 4. Het beschikbaar hebben en houden van voldoende opgeleid en geoefend (aantoonbaar vakbekwaam) personeel evenals goed onderhouden materieel. 5. Het beschikbaar hebben van actuele informatie zoals aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten van risico en kwetsbare objecten uit het risicoprofiel om veilig, effectief en efficiënt te kunnen optreden. 6.
Het terugdringen van het aantal nodeloze meldingen.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. We ronden in 2014 het project ‘veiligheidszorg op maat’ af en leggen het resultaat, het dekkingsplan 2.0, ter besluitvorming aan het bestuur voor. Onderdeel van het dekkingsplan is het bestuurlijk afwegingskader waarmee het bestuur, op grond van het regionaal brandrisicoprofiel, beargumenteerd kan afwijken van de (wettelijke) vastgestelde opkomsttijden en standaard voertuigbezettingen (variabele voertuigbezetting). 40
Programmabegroting 2014
Het project zal binnen de geformuleerde bestuurlijke uitgangspunten voorstellen bevatten over de inrichting en organisatie van de basisbrandweerzorg, specialismen en grootschalig optreden. 2. Al het personeel betrokken bij incidentbestrijding neemt deel aan een functiegericht programma vakbekwaamheid en wordt jaarlijks getest. De resultaten worden individueel opgenomen in een registratiesysteem en komen terug in de jaarlijkse functioneringsgesprekken (Resultaat Gericht Werken-systematiek).
3. De VRU versterkt de informatiepositie van operationele eenheden. We koppelen de beschikbare informatie van risico en kwetsbare objecten aan de operationele informatievoorziening (meldkamer, digitale bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen). Zodoende kan, afhankelijk van de melding, op een verantwoorde wijze bepaald worden welk hulpverleningspotentieel (personeel en materieel) gealarmeerd moet worden. Aan het eind van 2014 zijn alle eerstelijns brandweervoertuigen voorzien van de hiervoor benodigde ICT apparatuur (mobiele data terminals).
4. De VRU voert de bepalingen uit het Bouwbesluit rondom de verplichte aansluitingen op het Openbaar Meldsysteem strikt uit. Hierdoor zal het aantal OMS-aansluitingen de komende jaren met ca. 30 % afnemen en daarmee het aantal nodeloze meldingen. In combinatie met voorlichting, toezicht & handhaving en verificatie zal het aantal nodeloze meldingen in 2017 met 50 % zijn afgenomen (eindbeeld 2017: 3000 meldingen).
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Norm
Herkomst
Opkomsttijden en beschikbaarheid crisisteams en specialismen
100%
Wettelijke taak
Opkomsttijden brandweer conform normtijd besluit veiligheidsregio’s
100%
Wettelijke taak
Afname aantal nodeloze meldingen (OMS)
15 % t.o.v. 2012
Beleidsplan
De in het risicoprofiel opgenomen risico/kwetsbare objecten beschikken over actuele aanvalsplannen en/of bereikbaarheidskaarten
100%
Wettelijke taak
Medewerkers opgeleid en geoefend conform de gestelde eis
100%
Wettelijke taak
Programmabegroting 2014
41
Cijfers en feiten Omschrijving
Aantal
Uitruklocaties
68
Aantal aansluitingen op Openbaar Meldsysteem (OMS)
2050 (jaar 2012)
Specialismen
Waterongevallen Grootschalig optreden Rietkapbrandbestrijding Hoogteredding Gevaarlijke stoffen Natuurbrandbestrijding Technische Hulpverlening
Meldkamer Wat willen we bereiken? 1. De meldkamer is het hart van de dagelijkse en opgeschaalde (multidisciplinaire) hulpverlening. De meldkamer voert de in de WVR genoemde meldkamertaken ten aanzien van het melden, alarmeren, opschalen en afschalen, leiding en coördinatie en informatiemanagement, uit voor politie, brandweer, ambulancedienst en de rampenbestrijding en crisisbeheersing (de multidisciplinaire taakuitvoering).
Wat gaan we daarvoor doen? 1. De komst van een landelijke meldkamerorganisatie betekent voor de VRU dat de huidige meldkamers in de regio’s Utrecht, Flevoland en Gooi- en Vechtstreek worden samengevoegd op de locatie kamp Zeist (Gemeente Soest). Vooruitlopend op de verwachte samenvoeging medio 2017 wordt gestart met de standaardisatie van de meldkamerprocessen. 2. Het verder terugdringen van verwerkingstijd waardoor nog sneller hulp kan worden verleend. 3. Accurate alarmering van de bevolking met behulp van het landelijke Waarschuwingsstelsel(WAS).
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Norm
Herkomst
Verwerkingstijd meldkamer brandweer < 90 seconden
80%
Beleid VRU
Proefalarm waarschuwingsstelsel bevolking 1e maandag van de maand 12.00 uur
100%
Wettelijke taak
42
Programmabegroting 2013
Cijfers en feiten Omschrijving Totaal aantal meldingen incidenten
15.000
(afgerond op basis van 2012) Brand
2.600
Hulpverlening
5.000
Ongeval
700
Automatische meldingen (OMS/PAC)
6000
Overig
700
Gemiddeld aantal GRIP incidenten per jaar
16
(2008 – 2012) GRIP 1
12
GRIP 2
3
GRIP 3
1
Lerend en innoverend vermogen Wat willen we bereiken? 1. Inzicht verkrijgen in de oorzaken van brand. Dit is belangrijk om goede voorlichting aan burgers te kunnen geven en het (brand)veiligheidsbewustzijn te vergroten. Brandverloop en het effect van preventieve voorzieningen stellen de brandweer in staat de brandpreventie en de repressie te vernieuwen. 2. Het professionaliseren van de informatievoorziening. 3. Visie op vrijwilligheid. 4. Het stimuleren van het veiligheidsbewustzijn van incidentbestrijders.
Wat gaan we daarvoor doen? 1. De VRU richt samen met de regio’s Gooi & Vechtstreek en Flevoland een interregionaal brandonderzoeksteam op (brandveiligheidsoptiek). Daarmee voldoet de VRU aan de landelijke afspraken. Het team zal een aantal woningbranden in de regio Utrecht onderzoeken. Een convenant tussen de drie regio’s biedt het fundament voor deze nieuwe samenwerkingsactiviteit. 2. De VRU verbetert de registratie van incidentgegevens. Wij analyseren de meldkamergegevens (GMS) en CBS-informatie en leggen verband met brandveiligheidsacties (het nieuwe brandveiligheidsdenken). 3. Wij stellen op grond van de uitkomsten van het betrokkenheidsonderzoek in 2013 en de landelijke visie op vrijwilligheid brandweer, een VRU visie vrijwilligheid op. De visie draagt bij aan het boeien, binden en vinden van brandweervrijwilligers. 4. De VRU vervult een leidende rol in het landelijke project Innovatieve inzet strategieën van Brandweer Nederland (nieuwe brandweerdoctrine). Dit project heeft ten doel om het veiligheidsbewustzijn van brandweerpersoneel te vergroten.
Programmabegroting 2014
43
Cijfers en feiten Omschrijving Gemiddeld aantal woningbranden per jaar
500
Aantal uitgevoerde brandonderzoeken
20
Nazorg en evaluatie Wat willen we bereiken? 1. Volledige evaluatie van alle GRIP-incidenten en incidenten met bestuurlijke en/of maatschappelijke impact aan de hand van de vastgestelde VRUevaluatiesystematiek voor multidisciplinair optreden. 2. Een evaluatiesystematiek voor brandweeroptreden op basis van de multidisciplinaire VRU-systematiek. Wat gaan we daarvoor doen? 1. De integrale evaluatiesystematiek die in 2013 wordt toegepast voor alle bovengenoemde én multidisciplinaire oefeningen. De evaluaties worden (be)geleidt door specifiek daartoe opgeleide evaluatoren. De evaluaties worden zo snel mogelijk afgerond, opdat de leerpunten snel beschikbaar komen voor de operationele organisatie. De implementatie van de verbeterpunten is in de organisatie geborgd. 2. Een evaluatiesystematiek voor brandweeroptreden wordt ontwikkeld en geborgd. De systematiek is er op gericht de geleerde lessen uit de praktijk beschikbaar te stellen aan alle VRU medewerkers. Het levert zodoende een bijdrage aan het vergroten van de veiligheid van repressief personeel.
Prestatie-indicatoren
44
Omschrijving
Norm
GRIP-incidenten worden in multidisciplinair verband geëvalueerd
100%
Herkomst Beleidsplan
Incidenten met bestuurlijke en/of maatschappelijke impact worden geëvalueerd
100%
Beleidsplan
Programmabegroting 2013
Programma Incidentbestrijding, nazorg en evaluatie Wat kost het?
Incide ntbe strijding , na zorg e n e v a lua tie Be groting
Ge wijzigde
Re ke ning
prima ir
2012
2013
Be groting 2013
Be groting 2014
La ste n D irecte kosten
53.794.158
55.195.308
55.755.280
55.205.244
O verige kosten
12.376.601
9.799.400
9.769.403
12.119.550
Tota le La ste n
66.170.759
64.994.708
65.524.683
67.324.794
Ba te n D irecte opbrengsten Algemene dekkingsm iddelen Tota le Ba te n
1.327.556
809.965
841.734
1.274.661
64.843.203
64.184.743
64.682.949
66.050.132
66.170.759
64.994.708
65.524.683
67.324.794
-
-
-
-
Re sulta a t na be ste m ming
Incide nte le la ste n Incide nte le ba te n Sa ldo
• •
•
•
-
-
-
342.931 625.000 282.069
De directe kosten bestaan uit de directe salariskosten en direct gekoppelde kosten aan product. De overige kosten zijn kosten die ondergebracht zijn bij bedrijfsvoering en staf. hieronder werkplekken, kantoorautomatisering, huisvesting van het personeel en de administratie. Deze kosteb zijn procentueel gezien hoger dan vorig jaar. Dit komt door de ophoging van de begroting met de BTW. De directe kosten bestaan grotendeels uit salariskosten dus deze zijn niet opgehoogd met de BTW. De indirecte kosten bestaan grotendeels wel uit kosten die opgehoogd zijn. Per saldo bedraagt het percentage indirecte kosten op VRU totaalniveau 20,9% ten opzichte van 19,1% in 2013. In hoofdstuk 6 van de verplichte paragrafen wordt toegelicht welke mutaties er zijn doorgevoerd. Enerzijds betreft het algemene mutaties zoal indexering, BTW, werkkostenregeling etc. Anderzijds heeft de grote ombuigingsoperatie voor deze begroting geresulteerd in tal van mutaties. Deze zijn ook in hoofdstuk 6 toegelicht. De incidentele lasten bestaan voor 2014 uit; • De salariskosten zijn als gevolg van de regionalisering nog tijdelijk hoger dan volgens de gehanteerde uitgangspunten voor de begroting. Enerzijds komt dit door bovenformatieve formatie op de districten, wat niet opgevangen kan worden met vacatures. Anderzijds zijn medewerkers in 2010 overgegaan met de bestaande inschaling ook hierdoor treden afwijkingen op die in een aantal jaren uitgefaseerd moeten worden. Hiervoor is in 2014 incidenteel € 312.000 geraamd. Programmabegroting 2014
45
•
De volgende projecten worden voor € 30.000 gefinancierd vanuit de incidentele ruimte; o Project brandonderzoek o Project brandveilig leven o Project Geen nood bij brand
•
Daarnaast is incidenteel nog € 625.000 beschikbaar doordat het BTW-nadeel feitelijk pas volledig optreedt als alle activa op termijn is vervangen. Investeringen die vanaf 1 januari 2014 gedaan worden, zullen inclusief BTW moeten worden geactiveerd. Hierdoor stijgen de afschrijvings- en rentelasten. Dit geldt niet voor de al aanwezige activa van voor 1-1-2014. Hierdoor ontstaat een incidenteel voordeel wat kleiner wordt zodra er vervangingsinvesteringen worden gedaan. In de meerjarenraming is ervan uitgegaan dat het incidentele voordeel geleidelijk afloopt en in 2018 verdwenen is.
Wat zijn de risico’s? Het uitvoeren en bewaken van het kwaliteitsniveau van (brand)veiligheid wordt gedaan door inhuur. Continuïteit kwaliteitszorg hierdoor niet gewaarborgd. Na regionalisering van de VRU bleek dat de RI&E’s niet geactualiseerd zijn. Dit vergt enige tijd om alle RI&Es uit te voeren, waardoor onvoldoende beeld is van de actuele risico’s. Daarnaast is de VRU niet verantwoordelijk voor de huisvesting, waardoor dit buiten de scope van de VRU valt. De gemeenschappelijke meldkamers zijn landelijk volop in beeld. Er komen nieuwe meldkamers. Een en ander leidt tot grote veranderingen voor medewerkers en de organisatie..
46
Programmabegroting 2013
Verplichte paragrafen
Weerstandsvermogen en risicomanagement Verzekeringen Kapitaalgoederen en onderhoud Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Financiële toelichting Uitgangspunten begroting
Programmabegroting 2013
47
Verplichte paragrafen In deze begroting worden ook beheersmatige aspecten vastgelegd: 1. weerstandsvermogen en risicomanagement 2. kapitaalgoederen en onderhoud; 3. financiering; 4. bedrijfsvoering; 5. verbonden partijen; 6. financiële toelichting; 7. uitgangspunten begroting. Gelet op de zelfstandige verantwoordelijkheid en de fysieke scheiding (huisvesting en financieel), wordt hierna voor de MKA op een aantal onderdelen een separate toelichting gegeven.
1 Weerstandsvermogen en risicomanagement 1.1 Beleid Risicomanagement en weerstandsvermogen In bijlage 3 is uitgewerkt hoe risico’s gewaardeerd en geclassificeerd worden. Hieronder de resultaten. Het uitgangspunt is dat het weerstandsvermogen (berekend als beschikbare gedeeld door benodigde weerstandscapaciteit) groter of gelijk is aan 1. Oftewel: de VRU moet de verwachte impact van haar risico’s kunnen opvangen, zonder dat dit hoeft te leiden tot beleidsaanpassingen. 1.2 Risico- inventarisatie Op de volgende bladzijde zijn de belangrijkste risico’s weergegeven, voor zover bekend ten tijde van het opstellen van deze begroting. Daarbij is een analyse gemaakt van de omvang en de kans dat het risico zich voordoet. Hierna volgen de, voor de VRU van toepassing zijnde financiële risico’s. De risico’s zijn gesorteerd op het verwachte netto financiële gevolg in combinatie met de kans van optreden.
48
Beleidsbegroting 2014
Benodigde weerstandscapaciteit
Oorzaak
Gevolg
Indexering wordt niet doorgerekend in de begroting
De methodiek van indexeren is zo opgebouwd dat geen correcties in het lopende jaar worden doorgevoerd. Schommelingen moeten worden opgevangen binnen de begroting.
Meerkosten moeten opgevangen worden binnen de lopende begroting
95%
€ 500.000
€ 475.000
Langdurig uitval door ziekte
Ongeval, ziekte en zwangerschap
Inhuur is nodig om de weggevallen capaciteit op te vangen.
95%
€ 250.000
€ 237.500
Frictie- en ontvlechtingskosten die als gevolg van de overgang naar een landelijke meldkamer achter blijven bij de VRU.
Ontvlechten Meldkamer
Frictie kosten blijven achter bij de VRU
50%
500.000
250.000
De gemeenten nemen (niet wettelijke) preventietaken niet meer af bij de VRU, De komst van de Regionale maar dragen deze over aan de RUD uitvoeringsdiensten (RUD’s) om ook de waardoor de kosten en dekking ervan geen preventietaken uit te voeren. neuttraal effect meer heeft voor de VRU.
Dit kan leiden tot frictiekosten in de bedrijfsvoering.
50%
€ 250.000
€ 125.000
Wegvallen, dan wel verlagen subsidies en bijdragen, waaronder de BDUR
Geen dekking voor de lopende activiteiten en projecten
75%
€ 100.000
€ 75.000
De niet uit BDUR gedekte BTW vormt een kostenpost voor de VRU
50%
€ 100.000
€ 50.000
Ongedekte uitgaven
50%
€ 100.000
€ 50.000
Bezuinigingen en/of nieuwe wetgeving of herverdeling van de uitkering. Vanaf 1/10/2010 kan VRU de BTW –druk op een deel van haar taken niet meer De verhoging van de BDUR is niet compenseren uit het BTWtoereikend om de hoogte van de niet compensatiefonds. Vanaf 2014 geldt dit compensabele BTW (sterk afhankelijk van voor alle taken. Het risico neemt hierdoor de benodigde investeringen in een jaar) te dan toe. dekken. De GGK zijn hoger door toename uitgaven bij gemeenten De kosten voor evaluatie en nazorg zijn Evaluatie/nazorg niet begroot
Kans
Financieel effect
Gebeurtenis/risico
Het niet tijdig onderhouden van materieel en gebouwen waardoor deze meer slijtage en ouderdom vertonen.
De onderhoudsplannen gebouwen en materieel zijn òf niet aanwezig òf verouderd.
Extra kosten door structureel kwaliteitsverlies. Uitstel van (groot) onderhoud, maakt onderhoudsmaatregelen uiteindelijk ingrijpender en duurder.
75%
€ 50.000
€ 37.500
De subsidie voor de implementatie van de digitale bereikbaarheidskaarten wordt niet toegekend en het project kan niet tijdig stilgelegd worden.
Ministerie van J&V voert bezuinigingen door.
Kosten voor digitale bereikbaarheidskaarten drukken op eigen begroting
50%
€ 50.000
€ 25.000
Crisissituatie
De kosten voor een feitelijke crisis zijn niet Ongedekte uitgaven begroot.
50%
€ 50.000
€ 25.000
Totaal
€ 1.350.000
49
Programmabegroting 2013
1.3 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de VRU bestaat uit de bedrijfsvoerings- en bestemmingsreserve en het budget voor onvoorzien, die dienen om restrisico’s (onvoorziene toekomstige financiële tegenvallers) op te vangen. De stand van de reserves is als volgt: Rekening Begroting Bedrijfsvoeringreserve Bestemmingsreserves Onvoorzien Totaal
2012 1.313.077 809.744
2013 1.313.077 809.744 2.122.821 2.122.821
Gewijzigde Begroting begroting 2013 2014 1.313.077 1.313.077 809.744 626.744 113.000 2.122.821 2.052.821
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit: • De bedrijfsvoeringreserve is bedoeld voor het opvangen van de risico’s van de VRU. Deze reserve bedraagt minimaal 2% en maximaal 3% van het totaal van de lasten. Voor 2014 komt het minimum op € 1.729.205. • Eventueel aanwezige bestemmingsreserves (De inzetbaarheid van de SOBRU-reserve als onderdeel van de bestemmingsreserves ad € 626.744 is beperkt. Vanuit de voormalige stichting zijn concrete bestedingsdoeleinden bepaald die moeilijk te wijzigen zijn). • De stille reserves (het verschil tussen de marktwaarde bezittingen en de boekwaarde, voor zover binnen 1 jaar verkoopbaar en voor zover verkoop de continuïteit van de uitvoering niet aantast). • Nog niet ingevulde begrotingsruimte. • Een post onvoorzien. Deze post is opgenomen in de begroting en bedraagt €113.000. • De totale beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt circa € 2.052.821 1.4 Benodigde weerstandscapaciteit Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit € 1.350.000. Dit betekent dat € 1.350.000 nodig is om de risico’s financieel af te dekken. De ratio weerstandsvermogen bedraagt € 2.052.821/€ 1.350.000 =1,5. Dat houdt in dat de VRU in staat is om de onderkende risico’s in 2014 financieel te dragen. Hierbij nemen we als kanttekening op dat in de programmabegroting geen sluitende opsomming van risico’s is gegeven, met name de belangrijkste risico’s zijn in beeld gebracht. 1.5 Verzekeringen Ter afdekking van verzekerbare risico’s heeft de VRU 18 verzekeringen afgesloten voor schade aan materieel en personeelsgerelateerde verzekeringen, gebouwen en aansprakelijkheid. Het risico veroorzaakt door ziekteverzuim is niet verzekerd.
50
Programmabegroting 2013
2 Kapitaalgoederen en onderhoud Ten aanzien van de in de BBV genoemde kapitaalgoederen zijn alleen de gebouwen van toepassing op onze organisatie. Echter gezien de omvang van ons materieel, besteden we ook daar aandacht aan. 2.1
Kapitaalgoederen Waarderingsgrondslagen en afschrijvingsmethodiek Conform artikel 59 van de BBV worden alle materiele vaste activa met een economisch nut geactiveerd. De VRU heeft geen beschikking over materiële vaste activa met een maatschappelijk nut. Nieuwe investeringen worden lineair afgeschreven. Als uitgangspunt voor het activeren geldt dat activering plaatsvindt vanaf € 10.000 per object. Echter voor grote gespreide investeringen geldt dat indien deze gezamenlijk de grens van € 10.000 overschrijd, ook activering zal plaatsvinden. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan volledige vervanging van meubilair of PC’s. Ontwikkelingen investeringen in gebouwen Tot en met 2011 zijn vanuit de gemeenten vijf brandweerkazernes overgenomen door de VRU. De overname van de overige panden is voorlopig opgeschort. Het bestuur van de VRU heeft besloten om alvorens een definitief besluit te nemen, eerst het dekkingsplan af te wachten, alsmede de inventarisatie naar de boekwaarde, WOZ-waarde, exploitatielasten en het meerjaren onderhoud.
2.2
Investeringsplanning Materiele vaste activa In 2014 is de VRU voornemens de volgende vervangingsinvesteringen te doen. De aanschafprijs is gebaseerd op de historische waarde van de afgeschreven activa rekening houdend met prijsstijgingen.
Omschrijving
2.3
code
Rekening 2012
Gewijzigde begroting 2013
Begroting 2014
Gronden en terreinen
121
887.665
Bedrijfsgebouwen
123
8.004.753
72.294
201.897
Vervoersmiddelen
125
25.498.820
2.004.980
2.974.776
Overige materiële activa Totaal
129
1.514.773 3.592.047
529.416 3.706.090
3.799.842 38.191.080
Onderhoud Huisvesting Hoofdkantoor VRU De huisvesting van het centrale kantoor betreft een huurpand. De reguliere onderhoudskosten hiervan komen gedeeltelijk voor onze rekening. Groot onderhoud wordt gedragen door de verhuurder. Voor het onderhoud van gebouwen van de VRU centraal wordt in 2014 € 39.900 gereserveerd. Districtkantoren en brandweerkazernes Met betrekking tot districtskantoren en brandweerposten zijn met gemeenten gebruiksovereenkomsten gesloten. Daarin is geregeld dat het onderhoud om fiscale redenen (BTW compensatiefonds) wordt betaald Programmabegroting 2013
51
door de VRU en dat de gemeenten de daarvoor geraamde bedragen beschikbaar stellen aan de VRU. De kosten van beheer en onderhoud worden integraal betaald door en/of doorbelast aan gemeenten. In 2012 is ruim € 2,6 miljoen besteed aan het onderhoud en beheer van de brandweerkazernes, wat ook ongeveer de basis zal zijn voor de komende jaren. Bij het opstellen van deze begroting is nog geen zicht op de beschikbare budgetten bij gemeenten voor het onderhoud van de gebouwen. Omdat de kosten één op één worden doorbelast aan gemeenten, is er geen financieel risico voor de VRU.
2.4
Onderhoud materieel De kapitaalgoederen van de VRU zijn gedeeltelijk eigendom van de GMU, en gedeeltelijk eigendom van de VRU, afhankelijk van de aard van de goederen. Waar mogelijk wordt binnen de meldkamerfaciliteiten gemeenschappelijk onderhoud op vaste activa gepleegd. Het in eigendom verkregen materieel, zowel overgenomen van de gemeenten als aangekocht, wordt zoveel mogelijk gestandaardiseerd om de onderhoudskosten te verlagen en de inzetbaarheid te bevorderen. Ook harmoniseren (en standaardiseren) we de overgenomen onderhoudsplannen. Op basis hiervan kan de materieel- en personeelscapaciteit efficiënter worden ingezet. Op basis van de onderhoudsplannen hebben we zicht op het aantal nieuwe investeringen en de ouderdom van het materieel. Hiermee kunnen ook de daarmee gemoeide onderhoudskosten worden geraamd. Voor het onderhoud van materieel wordt in 2014 € 2,3 mln. gereserveerd.
52
Programmabegroting 2014
3 Financiering Deze paragraaf geeft inzicht in de financieringsmethodiek en de risico's die hiermee samenhangen. Het wettelijke kader is de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Het treasurybeleid van de VRU ligt vast in het treasurystatuut (d.d.21 juni 2010). De uitvoering van de treasury vindt zijn weerslag in de paragraaf financiering van de begroting en de jaarrekening. In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van treasury als volgt gedefinieerd: 1 Het aantrekken c.q. uitzetten van financiële middelen binnen de door het Algemeen Bestuur gestelde kaders; 2 Het beschermen van de VRU tegen financiële risico's; 3 Het minimaliseren van de in- en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; 4 Het optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten, binnen de gestelde kaders. 3.1
Risicobeheer en financieringsportefeuille Relatiebeheer Met de BNG zijn we overeengekomen dat alle investeringen, inclusief eventuele overname of nieuwbouw van brandweerposten, gefinancierd kunnen worden via de BNG. De kosten hiervoor zijn opgenomen onder de post “Rente geïnvesteerd vermogen” onder het onderdeel kapitaal. Financieringsportefeuille Het verloop van de leningportefeuille is opgenomen in het onderstaande overzicht.
Type lening
Hoofdsom
Onderhands lening gemeente Amersfoort Onderhands lening BNG
Totaal
1.118.719
31-12-2013
893.644
31-12-2014
837.375
31-12-2015
781.107
31-12-2016
724.838
31-12-2017
668.569
47.000.000
40.433.333
38.933.333
37.433.333
35.933.333
34.433.333
48.118.719
41.326.977
39.770.709
38.214.440
36.658.171
35.101.902
Het betreft hier de leningen die de VRU had per 1 januari 2010 (datum van regionalisering) en de aanvullende leningen die begin 2011 zijn afgesloten ter financiering van vijf panden en overgenomen materiaal en materieel van gemeenten. Omdat er nog geen helderheid is of en wanneer een aantal andere brandweerposten wordt overgenomen, is hier geen rekening mee gehouden in de meerjarige planning. In 2013 – 2017 vallen geen leningen vrij. Risicobeheer Aan het uitvoeren van treasurybeleid zijn risico's verbonden. In de eerste plaats mogen alleen middelen aangetrokken worden om de publieke taak uit te voeren. Om de risico's verder te beperken worden de kasgeldlimiet en de renterisiconorm gehanteerd. Deze zijn wettelijk bepaald in de Wet fido. Programmabegroting 2013
53
3.2
Kasgeldlimiet Juist voor korte financiering (looptijd < 1 jaar) geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn. Fluctuaties in korte rente hebben direct een relatief grote impact op de rentelasten. Door middel van de kasgeldlimiet wordt een grens gesteld aan de mogelijkheid om lopende uitgaven kort te financieren en daarmee het risico te beperken. De Wet fido staat een kasgeldlimiet toe van 8,2% van het begrotingstotaal. Per kwartaal wordt de kasgeldlimiet gecontroleerd. De ruimte die de kasgeldlimiet biedt, wordt zoveel mogelijk benut. De reden hiervoor is dat kort geld aanzienlijk goedkoper is dan lang geld. Indien nodig worden langlopende leningen aangegaan om een overschrijding van de limiet tegen te gaan.
3.3
Renterisiconorm Met de renterisiconorm wordt een kader gesteld voor de spreiding van de looptijden van lang lopende geldleningen. Het doel hiervan is te komen tot een spreiding van de fluctuaties in de renterisico’s over langlopende geldleningen. In de uitvoeringsregeling Wet fido is de renterisiconorm bepaald op 20%. Een renterisiconorm van 20% betekent dat de voorgeschreven rentetypische looptijd van de leningenportefeuille vijf jaar is. Concreet stelt de renterisiconorm dat per jaar maximaal 20% van de vaste schuld (berekend per 1 januari) in aanmerking mag komen voor herfinanciering en/of renteherziening. De renterisiconorm zal binnen het vastgestelde percentage van 20% blijven. In onderstaande tabel is het verloopoverzicht van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm opgenomen. Omschrijving 2014
2015
2016
2017
7.089.742
7.089.742
7.089.742
7.089.742
17.292.053
17.292.053
17.292.053
17.292.053
2014
2015
2016
2017
Omvang begroting
86.460.265
86.460.265
86.460.265
86.460.265
Renterisiconorm (20% begroting)
17.292.053
17.292.053
17.292.053
17.292.053
5.194.732
5.142.906
5.091.080
5.039.254
12.097.321
12.149.147
12.200.973
12.252.799
Kasgeldlimiet Renterisiconorm
Het verwachte renterisico Omschrijving
Aflossingen en rente op leningen Ruimte onder renterisiconorm
54
Programmabegroting 2014
3.4
Verloop reserves en voorzieningen Hieronder een overzicht met het verloop van de reserves en voorzieningen. Deze cijfers komen voort uit de rekening 2012. Het meerjarige verloop is opgenomen in paragraaf 6.8. Reserves:
Bedrijfsv oeringsrese rve VRU Algem e ne re se rv e s Reserve SOBRU Reserve grootschalig oefenen Overige bestemmingrese ves Veiligheidszorg op maat (VOM) Eve nementenkalender Be ste mm ingsre se rv e s Resultaat na bestemming Totaal
Re ke ning
Be groting
2012
2013
Begroting Toe v oe ginge n Onttre kkinge n
2014
1.313.077 1.313.077
1.313.077 1.313.077
-
-
1.313.077 1.313.077
626.744 120.000
626.744 -
-
-
626.744 -
-
-
626.744
-
-
1.939.821
33.000 30.000 809.744
626.744
2.122.821
1.939.821
Voorzieningen: Rekening
Begroting
2012
2013
Begroting Toev oegingen Onttrekkingen
2014
Voorziening verplichtingen, verliezen en risico's Voorziening afdracht pensioenpremies instructeurs 495.800
-
-
-
-
-
5.962 5.962
-
Voorziening loondoorbetalingsverplichting Totaal
14.121 509.921
5.962 501.762
Bedrijfsvoeringreserve In beginsel hoeft een gemeenschappelijke regeling geen bedrijfsvoeringreserve te hebben. Dit komt omdat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de tekorten en overschotten. Voor de VRU is een bedrijfsvoeringreserve echter wel noodzakelijk. Op de eerste plaats komt dit door het begrotingsvolume. Dit komt overeen met dat van een middelgrote gemeente. Door het aanhouden van een reserve is de VRU in staat om een deel van de risico’s op te vangen, zonder dat dit direct afgewenteld hoeft te worden op de gemeenten. Daarnaast is afgesproken dat er geen afrekening met gemeenten plaats zal vinden wanneer de overeengekomen prestaties geleverd worden. De schommelingen die optreden worden opgevangen met de reserve. Het bestuur heeft besloten een bandbreedte te hanteren van minimaal 2% en maximaal 3% van de exploitatielasten over 2014. De bandbreedte groeit in principe mee met de omvang van de exploitatielasten. Echter indien grote veranderingen optreden, wordt dit uitgangspunt opnieuw bezien. Programmabegroting 2013
55
Reserve Sobru De SOBRU reserve bedraagt € 626.744 en is ontstaan na liquidatie van de SOBRU. De reserve is bestemd voor opleidingsgerelateerde zaken. Het kan worden aangewend voor cursussen, instructies, informatiedagen e.d. in het kader van brandweeropleidingen. Daarnaast kan het gebruikt worden voor het tot stand brengen en exploiteren van een regionaal centrum voor praktijkoefeningen. Voorziening afdracht pensioenpremies In 2011 heeft in opdracht van het ABP een looncontrole plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze controle stelt het ABP dat de pensioenafdracht niet op een juiste wijze plaatsvindt. Het gaat hierbij om de uitbetaling van instructeurs voor opleiden en oefenen. Over die uitbetaling worden geen pensioenafdrachten gedaan. Hoewel de VRU van mening is dat dit ook niet nodig is met de toegepaste constructie, schat de VRU toch in dat de kans groot is dat alsnog afdrachten moeten plaatsvinden over de jaren 2009 t/m 2011. In de periode daarvoor was sprake van een andere constructie en daarmee bestaat over de voorliggende periode geen risico. De hoogte van de voorziening is bepaald door de huidige pensioenpremies toe te passen op de uitbetaalde vergoedingen over de periode 2009 t/m 2011. Naar verwachting zal in 2013 de afrekening met het ABP plaatsvinden. Voorziening loondoorbetalingsverplichting Voor het ontwikkeltraject binnen het RAC is een voorziening gevormd in verband met loondoorbetalingverplichting. Deze voorziening is daarvoor vrijwel volledig benut.
3.5
Financieringsfaciliteiten Bij de BNG-Bank zijn de volgende rekening-courantfaciliteiten afgesloten: Voor de VRU (zonder MKA) ter grootte van € 1.100.000.
56
Programmabegroting 2014
4 Bedrijfsvoering 4.1
Inleiding Bedrijfsvoering is gericht op het ondersteunen van de gehele VRUorganisatie. In de oude begroting was hiervoor een apart programma opgenomen. In deze nieuwe opzet is ervoor gekozen om de belangrijkste thema’s een plek te geven in de verplichte paragrafen. Hieronder volgen de onderwerpen waaraan in 2014 extra aandacht wordt besteed. Personeel In 2014 zijn 1.683 vrijwilligers begroot bij de VRU. Daarnaast is 713 fte begroot voor de beroepsbrandweer en de koude functies. De genoemde formatie is exclusief jeugdbrandweer en de instructeurs die worden ingehuurd voor opleiden en oefenen. In het hierna volgende overzicht is de formatie per directie en stafafdeling weergegeven:
1.685 1.800 1.600
Bezetting 2011
1.400
Formatie 2012
1.200
Formatie 2013
1.000 800 600 302 230
400 200
3
72
15
67 10
0
Het P&O beleid dient de gewenste organisatieontwikkeling te ondersteunen. Vanuit het personeelsbeleid gaan de ontwikkelingen over de na volgende onderwerpen. Leiderschapsontwikkeling In 2012 is gestart met het verder ontwikkelen van het leiderschap binnen de VRU. Dit is een essentieel onderdeel wil de organisatie verder kunnen ontwikkelen. De VRU is immers opgebouwd uit 30 verschillende organisaties, uit verschillende disciplines en uit verschillende kleuren. Aanspreken op (on)gewenst gedrag is een hoofdthema van dit traject, Programmabegroting 2013
57
waaraan alle niet-repressieve leidinggevenden deelnemen van hoog tot laag. In 2012 is de visie op leiderschap vastgesteld inclusief twee competentieprofielen vanuit een breed gedragen programma. In 2013 wordt gewerkt aan de horizontale en verticale samenwerking en de opbouw van het leiderschapsatelier (waarbij gekeken wordt naar samenwerking met de Academie voor Talent en Leiderschap en eventuele samenwerking met andere regio’s), alsmede aan het realiseren van een aantal quick wins. In 2014 zal de Academie gaan lopen en worden leidinggevenden verder geschoold aan de hand van de opgestelde competentieprofielen. Digitalisering en procesverbetering Na de verhuizing naar het nieuwe provinciehuis zal P&O in 2014 inzetten op digitalisering en continue verbetering van werkprocessen (lean). Inkoopbeleid Inkoop besteedt in 2014 ongeveer de helft van de beschikbare capaciteit aan (Europese) aanbestedingstrajecten. De andere helft wordt besteed aan het verbeteren van de eigen organisatie en aan de ontwikkeling en integratie van de inkoopprocessen en –organisatie van onder andere de veiligheidsregio’s Gooi & Vechtstreek en Flevoland. Facilitaire dienstverlening Na de herhuisvesting van VRU Centraal verschuift de focus naar het programma decentrale huisvesting, waarin onder andere het in lijn brengen van huisvesting met het aanstaande dynamisch dekkingsplan aan de orde is. De doorontwikkeling van de DIV-functie en digitaal documentenbeheer en –archivering zal leiden tot een toegenomen gebruikersgemak en een structurele kostenbesparing. Overige belangrijke thema’s in 2014 zijn de harmonisatie van schoonmaak, de doorontwikkeling van de uitvoering van facilitair beheer en onderhoud en de ontwikkeling van beleid voor fysieke beveiliging van gebouwen. Arbo In 2014 zal voor het eerst een regiobrede digitale en cyclisch georganiseerde risico inventarisatie en –evaluatie (RI&E) plaatsvinden, welke een belangrijke bouwsteen is voor een arbozorgsysteem. Informatie en ICT beleid De VRU werkt toe naar ‘Het nieuwe werken’. In 2013 zijn de eerste stappen gezet met de verhuizing van VRU Centraal naar het huis van de Provincie en door het inrichten van de crisisruimtes aan de Belcampostraat in Utrecht. In 2014 zal de ontwikkeling worden doorgezet en verbreed naar meer locaties. Een belangrijke ontwikkeling die hieraan gerelateerd is, is digitalisering van informatiestromen. In 2013 is een visie op digitaal werken gerealiseerd. In 2014 wordt deze ontwikkeling doorgezet door gaandeweg de werkprocessen te digitaliseren. Deze beide ontwikkelingen vragen om herziening van de informatie-architectuur en ICT middelen.
58
De opbouw en harmonisatie van de informatievoorziening gaat door en volgt de harmonisatie van de werkprocessen. In 2014 wordt een nieuwe applicatie aanbesteed en ingericht die toekomstvast is door aansluiting bij Programmabegroting 2014
ontwikkelingen als digitalisering en ketensamenwerking. In 2013 is een geomagazijn (ook wel datawarehouse genoemd) aanbesteed (i-DBK). Dit is een belangrijke bouwsteen in de informatievoorziening: alle objectgerelateerde informatie wordt op 1 plaats opgeslagen en beheerd en vanuit het magazijn aan verschillende gebruikers binnen brandweer en risico- en crisisbeheersing geleverd. Daarna kan de ontwikkeling worden uitgebreid naar andere informatietypen. Hierin volgt de VRU de landelijke Veiligheids referentiearchitectuur (VeRA), waaraan de VRU ook heeft bijgedragen. Informatiebeveiliging is geagendeerd op directieniveau en er is formeel capaciteit beschikbaar gesteld (1fte). In 2013 is de stand van zaken vastgesteld door middel van een nulmeting en een cultuurscan. Dit resulteert in een beleidskader dat in 2014 verdere uitvoering zal krijgen. Bestuurlijke Zaken De VRU is van en voor de gemeenten. De samenwerking krijgt onder meer gestalte via overleggen met (coördinerend) gemeentesecretarissen, en gemeentelijke accountfunctionarissen. De afdeling Bestuurlijke Juridische en Zaken en Communicatie (BJZC) voert het secretariaat van deze overleggen. In 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Een programma wordt ontwikkeld om (nieuwe) college – en raadsleden vertrouwd te laten raken met het werk van de VRU. Op verzoek van gemeenten kunnen ook toelichtingen in raden worden gegeven over de ontwikkelingen en specifieke thema’s bij de VRU. BJZC is de front office voor gemeenten waar het gaat om VRU brede aangelegenheden. Juridische Zaken Naast het reguliere werk van Juridische Zaken, het behandelen van uiteenlopende dossiers zoals adviezen, WOB verzoeken, beoordelen van contracten, wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van het juridisch bewustzijn en van de juridische kennis bij de medewerkers. De resultaten van de implementatie van de juridische kwaliteitszorg worden zichtbaar gemaakt, door het leveren van een bijdrage aan producten met een hoge juridische kwaliteit. Juridische Zaken bevordert dat het beleid, de regelgeving en procedures regionaal worden geharmoniseerd. Juridische Zaken zorgt ervoor dat zij tijdig in het besluitvormingsproces wordt ingeschakeld. Communicatie Communicatie draagt zorg voor een samenhangend corporate communicatiebeleid. Zij adviseert en ondersteunt de organisatie bij alle communicatie activiteiten. Communicatie omvat interne, concern (externe) en projectcommunicatie. Met communicatie wordt bijgedragen aan een overkoepelend ‘wij’-kader. Richtinggevend is het streven naar verbinding. Verbinding binnen de organisatie, maar ook tussen de organisatie en haar omgeving. Speerpunten in 2014 zijn de verdere uitvoering van een crossmediale mediastrategie, het bewaken van de huisstijl en de (door)ontwikkeling van diverse communicatiemiddelen en media.
Programmabegroting 2013
59
Interne beheersing Interne beheersing is een proces, gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid omtrent het bereiken van doelstellingen in de volgende categorieën; • Bereiken van strategische doelstellingen • Effectiviteit en efficiëntie van bedrijfsprocessen • Betrouwbaarheid van de financiële informatieverzorging • Naleving wet– en regelgeving Interne beheersing bestaat uit de volgende componenten; 1. Beheersingskader (Hoe kan de organisatie er zeker van zijn dat de onderneming op de juiste wijze wordt bestuurd). 2. Risicobeoordeling (Hoe gaat de organisatie om met de interne en externe risico’s die het realiseren van de organisatiedoelstellingen in de weg staat). 3. Beheersingmaatregelen (Hoe zorgt de organisatie ervoor dat datgene dat moet gebeuren ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd). 4. Informatie en communicatie (Hoe waarborgt de organisatie dat de informatie die nodig is om werkzaamheden goed uit te voeren bij de juiste personen aanwezig is en wordt gebruikt). 5. Bewaking (Hoe zorgt de organisatie ervoor dat de werkprocessen tot de gewenste effectiviteit en efficiëntie leiden). Sinds de start van de VRU wordt jaarlijks een risico inventarisatie uitgevoerd. Daarnaast vinden er aan de hand van een intern controleplan, door het jaar heen diverse interne controles plaats om de werking van processen te beoordelen, om de betrouwbaarheid van de financiële informatie te waarborgen en om fraude/misbruik te signaleren. In 2013 zal met de accountant een scan uitgevoerd worden naar de werking en reikwijdte van de huidige aanpak. Waar nodig zal aanscherping en verdieping plaatsvinden, zodat de interne beheersing in 2014 verder op orde gebracht kan worden. 4.2
BTW De VRU is voor het grootste deel van haar activiteiten geen ondernemer voor de omzetbelasting omdat geen sprake is van prestaties waar een rechtstreekse vergoeding tegenover staat. Voor zover hiervan wel sprake is in die zin dat bijdragen worden ontvangen van de aangesloten gemeenten, is de vrijstelling van artikel 11-1-u Wet OB van toepassing. In 2012 is de Wet veiligheidsregio’s aangepast. Hierdoor is de BTW voor de taken van de Veiligheidsregio’s niet meer compensabel. Het ministerie heeft uitstel verleend en de ingangsdatum bepaald op 1 januari 2014. Eerder (01-10-2010) was dit al het geval voor taken van de GHOR, meldkamer en de multidisciplinaire taken. Vanuit ministerie van V&J wordt met ingang van 2014 ook de BDUR verhoogd om het financiële effect wegvallen van de compensatie mogelijkheden recht te trekken. Voor 2014 wordt rekening gehouden met een bedrag van € 4.770.599.
60
Programmabegroting 2014
5 Verbonden partijen De Veiligheidsregio Utrecht heeft alleen een bestuurlijk én financieel belang in de Stichting GMU. Hieronder de specificaties. Naam
Doel
Het belang
Ontwikkeling
Stichting Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht (GMU) te Utrecht
De GMU beoogt op kwalitatief vlak hoogwaardige coördinatie en ondersteuning te bieden aan het multidisciplinaire optreden van de moederorganisaties ( de Politie, Ambulance en Veiligheidsregio Utrecht): hoge bereikbaarheid, snelle hulpverlening aan de burger en op kwantitatief gebied minder meerkosten en efficiencyverbeteringen.
De stichting wordt financieel gevoed door de achterliggende organisaties. (Politie, Ambulance en VRU). Het financiële belang van de VRU bedraagt 21% (€ 546.755). Binnen de stichting is een reserve gevormd om eventuele financiële afwijkingen op te kunnen vangen. Het stichtingsbestuur wordt gevormd door de directeuren van de verschillende hulpverleningsdiensten.
Tijdens het opstellen van de begroting 2013 zijn de meldkamer onder landelijke aandacht. Vooral de besluitvorming over de nationale meldkamerorganisatie, het tijdschema van realisatie daarvan en de vorming van de nationale politie zal zeker ook in 2013 de meldkamer en haar omgeving in beleidsmatige zin beheersen
Programmabegroting 2013
61
6 Financiële toelichting 6.1
Begroting Rekening (incl. MKA) 2012
LASTEN
Salarissen en sociale lasten Kapitaallasten Personeel van derden Energie Duurzame goederen Algemene benodigdheden Onderhoud goederen Verzekeringen en belastingen Overige goederen en diensten Betaalde huren Specifieke personeelskosten Totaal uitgaven
Gewijzigde begroting (incl. MKA) 2013
Begroting (incl. MKA) 2013
Begroting (excl. MKA) 2014
54.005.165 8.669.685 3.547.306 663.380 1.004.971 504.176 3.918.816 1.046.924 4.901.769 952.953 6.073.439 85.288.584
53.510.421 9.387.868 1.565.280 656.558 59.964 591.055 2.993.622 1.417.440 2.996.901 1.381.618 8.888.417 83.449.145
53.770.482 10.831.167 1.305.919 631.969 59.386 605.309 2.695.116 1.170.916 3.345.753 1.369.039 7.858.635 83.643.691
53.237.361 12.625.246 629.612 856.721 193.015 465.583 4.526.580 1.216.430 2.970.934 1.114.963 8.623.820 86.460.265
BATEN Rente 1.913.653 Vergoedingen duurzame goederen 115.497 Vergoedingen goederen en diensten 2.431.691 Inkomensoverdrachten Rijk 6.137.718 Overige inkomensoverdrachten overheid (niet 72.298.454 Rijk) 4.0 Vergoeding vervoerders 2.481.094 Totaal inkomsten 85.378.107
152.940 1.005.578 4.969.257 74.862.711 2.458.659 83.449.145
1.887.966 1.015.473 4.969.257 73.304.581 2.466.416 83.643.693
2.164.663 1.427.612 9.500.863 73.367.127 86.460.265
-
-
-
1.170.000 1.170.000 -
89.523 231.111 141.588 -
-
-
-
Incidentele lasten Incidentele baten Saldo Resultaat voor bestemming Toevoeging Onttrekking Resultaat na bestemming
Algemeen Zoals in de inleiding verwoord is de begroting voor het eerst opgebouwd zonder de MKA omdat deze formeel geen onderdeel meer uitmaakt van de gemeenschappelijke regeling. Het begrotingsvolume was in 2013 ongeveer € 2,7 mln. Hiermee is de begroting verlaagd. Conform onze indexeringsystematiek is voor loon- en prijscompensatie € 616.000 opgenomen. Daarnaast zijn een aantal afspraken met gemeenten doorgevoerd die leiden tot financiële bijstelling. Met gemeente De Bilt zijn afspraken gemaakt over het inlopen van de maatwerkafspraak. Het begrotingsvolume neemt hierdoor toe met € 136.351. Voor gemeente Utrecht moest nog een bezuinigingsbedrag van € 412.000 verwerkt worden. Daarnaast is het volume van de begroting toegenomen door de BTW. Doordat de BTW per 1 januari 2014 niet meer compensabel is, is deze opgesteld inclusief BTW. Via de BDUR is daarvoor € 4,7 mln. ontvangen. 62
Programmabegroting 2013
Begroting op orde Om de begroting financieel op orde te brengen, heeft de directie in het eerste kwartaal van 2013 de begroting post voor post kritisch bezien. Daartoe is eerst in beeld gebracht wat de behoefte is vanuit de budgethouders, los van de historische kengetallen maar gebaseerd op taken. Het doel was gesteld om de bezuinigingen uit de eerste tranche structureel te verwerken. Daartoe moest nog € 830.000 omgezet worden naar structurele maatregelen. Daarnaast moest aanvullend ruim € 1 mln. binnen de begroting gevonden worden om de effecten van de werkkostenregeling en de BTW-effecten, op te vangen binnen de bestaande middelen. Dit nadelige BTW-effect is berekend op de begroting voordat bijstelling van de budgetten heeft plaatsgevonden. Door deze bijstelling is het feitelijke BTW-nadeel verlaagd. Uit de analyse van de kengetallen bleken tal van afwijkingen. Een aantal kengetallen zijn te ruim, maar ook een deel van de kengetallen bleek te krap. Dit is gecorrigeerd op basis van de ervaringcijfers over 2011 en 2012. Samenvattend zijn de volgende stappen gezet om de begroting structureel sluitend te krijgen; Ombuiging incidenteel naar structureel Opvangen nadelig effect op BTW-compensatie Opvangen nadelig effect werkkostenregeling Totaal structureel omgebogen
€ 830.000 € 535.000 € 470.000 € 1.835.000
Hiertoe zijn de volgende maatregelen genomen;
Salaris Inhuur Overige personeelskosten Externe diensten Huisvesting Verzekeringen Materieel Onderhoud OTO Kantoorkosten Overige kosten Werkkostenregeling BTW Onvoorzien Projecten Opbrengsten
Structureel 732 -392 -83 152 -353 -451 763 -654 -271 -334 79 470 440 113 -210 -
Incidenteel 312 50 372 22 -625 281 73 29 -470 31 -75 -
Allereerst worden de voornaamste structurele aanpassingen toegelicht. Salaris De salariskosten van beroepspersoneel bleek op de districten te laag begroot. Hierdoor is het budget opgehoogd met € 118.000. In het verleden werden de salariskosten begroot op basis bandbreedte tussen schalen (bijvoorbeeld schaal 7, 8 en 9 werden geraamd op max schaal 8). Door alle functies te begroten op de werkelijke schalen, is een verlaging doorgevoerd op de salariskosten van € 300.000. Dit is een samenstelling van veel kleine mutaties over de afdelingen.
Programmabegroting 2013
63
Het salarisbudget is daarnaast met € 637.000 opgehoogd in verband met de aanpassing van formatie. De DIV-functie wordt niet meer ingehuurd bij gemeente Utrecht, maar zal in eigen beheer uitgevoerd worden (€ 252.000). Daarnaast is de formatie van de afdeling ICT & Informatievoorziening aangepast op basis van een uitgevoerd onderzoek naar de benodigde formatie (€ 307.000). Tenslotte is de ondersteunende capaciteit op orde gebracht. Omdat het kengetal voor de vergoeding van vrijwilligers te hoog bleek, is deze verlaagd met € 250.000. Voor piketkosten betreft het € 95.000 en FLO-kosten voor oud-VRU personeel € 98.000. Bij de start van de VRU is geen rekening gehouden met reiskosten voor woonwerkverkeer. De oude rechtspositie van de VRU was daarbij als uitgangspunt gehanteerd. In de praktijk blijken de reiskosten voor woon-werkverkeer € 717.000. Inhuur De kosten voor inhuur zijn verlaagd met € 441.000 door de DIV-functie in eigen beheer uit te voeren. Daarnaast is het budget ad € 56.000 voor inhuur van baliepersoneel geschrapt in verband met verhuizing naar het huis van de Provincie. De kosten voor inhuur zijn verhoogd met € 105.000 in verband met de detachering van de directeur publieke gezondheid vanuit de GGD en het opnemen van een budget voor inhuur van specialistische expertise voor de afdeling ICT & Informatisering. Dit komt voort uit het onderzoek naar de formatie en inrichting van deze afdeling. Overige personeelskosten Naast diverse kleine bijstellingen bestaat de voornaamste wijziging uit het structureel verlagen van het budget voor werving en selectie met € 193.000, het verlagen van het budget voor keuringen met € 50.000 en de ophoging van het budget voor vrije verstrekking voor beroepsbrandweerpersoneel met € 105.000. Daarnaast is € 80.000 opgenomen met betrekking tot de OR. Hiervan is € 20.000 bedoeld als aanvulling op het aanwezige budget van € 10.000 voor de OR en € 60.000 voor de interne vergoeding van uren. Externe diensten Er is € 125.000 voor de afdeling I&I opgenomen. Specialistische hulp en kennis over de datanetwerken, telefonie, de centrale omgeving en het werkplekconcept zal dus niet ingericht worden, maar telkens worden ingekocht. Ten behoeve van incidentmanagement worden standaard contracten afgesloten, voor incidentele werkzaamheden word met een strippenkaartstructuur gewerkt. Daarnaast is een budget van € 25.000 opgenomen voor het inkopen van specialistische juridische expertise die bij de VRU niet aanwezig is. Huisvesting De verlaging van de huisvestingslasten ad € 353.000 heeft vooral te maken met de verhuizing naar het huis van de Provincie. In eerste instantie was een voordeel gepresenteerd van € 90.000. Doordat er 2 verdiepingen gehuurd kunnen worden in plaats van 3, ontstaat een aanvullend voordeel van € 175.000. Daarnaast is een deel verschoven naar de kapitaallasten ten behoeve van extra investeringen die nodig zijn om de besparing op de huur te kunnen realiseren. Verzekeringen Het inkoopvoordeel op verzekeringen bedraagt € 451.000. 64
Programmabegroting 2014
Materieel De kapitaallasten voor de inventaris van de tankautospuiten is verhoogd met € 1,2 mln. Reden hiervoor is dat het ontwikkelde kengetal fors te laag was omdat uit werd gegaan van een te lange levensduur en omdat ten tijde van het ontwikkelen van de kengetallen nog geen rekening werd gehouden met mobiele dataterminals op de voertuigen. Om een deel van deze extra lasten op te vangen is de afschrijvingstermijn van een TS gesteld op 15 jaar. Hier werden afwijkende termijnen voor gebruikt afhankelijk van het gebruik. Door regionale spreiding kan efficiency gerealiseerd worden. Dit levert een besparing van € 480.000 op. Ook het aanpassen van de afschrijvingstermijn voor dienstauto’s van 6 naar 8 jaar levert een besparing op van € 82.000. Door het verlagen van de rente naar het niveau van de huidige leningenporteffeuille ontstaat een besparing van € 220.000. Daar staat tegenover dat een historisch geraamde rente opbrengst van € 150.000 is geschrapt. Verder heeft ophoging van de kapitaallasten plaats gevonden als de kosten die gemaakt moeten worden voor de huisvesting op de kazerne Leidscherijn en voor de aanschaf van meubilair ten behoeve van het flexwerken concept. Tenslotte zijn kosten opgenomen voor het onderhoud van de communicator en de bijbehorende lijnverbindingen. De kosten ad € 77.000 zijn verschoven vanuit de categorie kantoorkosten. Onderhoud De verlaging op de onderhoudskosten ad € 654.000 heeft betrekking op de kosten voor ICT binnen de VRU. Daar staat tegenover dat een deel van dit budget is aangewend om de formatie van de afdeling op orde te brengen. OTO De verlaging van de OTO-kosten ad € 271.000 heeft betrekking op de kosten voor specialismen. Kantoorkosten Deze verlaging wordt gerealiseerd door onder andere verlaging van de vergaderkosten, kopieer- en drukwerk, abonnementen, verzendkosten en kantoorartikelen. Daarnaast is een deel van het budget voor de huur van lijnverbindingen verschoven naar de categorie materiaal brandweer. Overige kosten Onder de overige kosten zijn de kosten opgenomen van het in- en uitdienst melden met betrekking tot OMS aansluitingen. Hiervoor is € 55.000 opgenomen. Daarnaast is € 30.000 voor licentiekosten iv.m. software t.b.v. de regionale evenementen. Naast een ophoging van het communicatiebudget met € 20.000 is het budget voor de HKZcertificering ad € 17.000 geschrapt. Hier wordt geen invulling meer aan gegeven. Werkkostenregeling Het nadeel van de invoering van de werkkostenregeling is begroot op € 470.000. Dit nadeel betreft de eindheffing die betaald moet worden voor de uitgaven aan personeel die boven de toegestane drempel uit komen.
Programmabegroting 2013
65
BTW Door bijstelling van de budgetten is het BTW-nadeel verlaagd van € 535.000 naar € 440.000. Dit komt door het inscourcen van diensten (DIV), maar ook door het opvangen van het effect van de werkkostenregeling en de BTW zelf. Hierdoor daalt het volume van de posten waarover BTW betaald moet worden. Onvoorzien De gehele exercitie heeft ertoe geleid dat nog € 113.000 begroot kon worden voor onvoorzien. Vanuit de Provincie is herhaaldelijk aangegeven dat een dergelijke post ontbreekt. Deze post kan aangewend worden om kleine onvoorziene uitgaven te doen. Opbrengsten Door de hogere marge per OMS aansluiting is de opbrengst naar verwachting € 309.000 hoger. Daar staat tegenover dat als gevolg van de bezuinigingen de BDUR afneemt met € 59.000. Een paar kleinere opbrengsten die voortkomen uit de oude begroting van de VRU zijn geschrapt omdat deze naar verwachting niet meer reëel zijn. De gemeentelijke bijdrage is aangepast in verband met; Verhoging • Indexering voor loon- en prijscompensatie € 616.000.
•
• • •
Inlopen maatwerkafspraak De Bilt € 136.351. Verlaging Ontvlechting MKA uit de gemeenschappelijke regeling VRU. Via de RAVU zal in 2014 apart de bijdrage aan de meldkamer ambulancezorg van € 277.010 gefactureerd. Nog te verwerken bezuinigingen Utrecht uit 2013 ad € 412.000. Schrappen van 1b taken op verzoek van gemeenten € 28.000.
Hieronder volgt een toelichting op de incidentele budgetten. Omdat de ingangsdatum van de werkkostenregeling onlangs is uitgesteld tot 1 januari 2015, bestaat een incidenteel voordeel voor 2014 van € 470.000. Daarnaast is incidenteel nog € 625.000 beschikbaar doordat het BTW-nadeel feitelijk pas volledig optreedt als alle activa op termijn zijn vervangen. Investeringen die vanaf 1 januari 2014 gedaan worden, zullen inclusief BTW moeten worden geactiveerd. Hierdoor stijgen de afschrijvings- en rentelasten. Dit geldt niet voor de al aanwezige activa van vóór 1-1-2014. Hierdoor ontstaat een incidenteel voordeel wat kleiner wordt zodra er vervangingsinvesteringen worden gedaan. In de meerjarenraming is ervan uitgegaan dat het incidentele voordeel geleidelijk afloopt en in 2018 verdwenen is. Tenslotte is incidenteel € 75.000 vanuit de BDUR beschikbaar. Door de gefaseerde bezuiniging op de BDUR vanaf 2012 tot 2015, neemt de doeluitkering in die jaren met € 75.000 af. De beschikbare incidentele middelen worden in 2014 aangewend voor de navolgende incidentele lasten: Salaris De salariskosten zijn als gevolg van de regionalisering nog tijdelijk hoger dan volgens de gehanteerde uitgangspunten voor de begroting. Enerzijds komt dit door 66
Programmabegroting 2014
bovenformatieve formatie op de districten, wat niet opgevangen kan worden met vacatures. Anderzijds zijn medewerkers in 2010 overgegaan met de bestaande inschaling. Ook hierdoor treden afwijkingen op die in een aantal jaren uitgefaseerd moeten worden. Hiervoor is in 2014 incidenteel € 312.000 geraamd. Voor 2015 is nog € 228.000 geraamd. Inhuur Er is incidenteel € 50.000 geraamd voor inhuur van expertise om de inkoopsamenwerking met andere regio’s op te zetten. Hierdoor zullen op termijn inkoopvoordelen gerealiseerd worden. Overige personeelskosten Om de tweede tranche bezuinigingen te realiseren zijn incidentele middelen nodig om de mobiliteit te bevorderen en om invulling te geven aan flankerend beleid. Voor 2014 is hiervoor € 312.000 geraamd. De jaren erna (tot en met 2017) zal de resterende incidentele ruimte ook ingezet worden voor dit doeleinde. Dit komt overeen met de volgende bedragen; voor 2015 is € 228.000 beschikbaar, voor 2015 is € 388.000 beschikbaar en voor 2017 tenslotte nog € 194.000. Daarnaast is € 48.000 geraamd voor vrije verstrekkingen. Deze worden structureel verlaagd in de begroting, maar deze kosten nemen naar verwachting gefaseerd af. Tenslotte is incidenteel € 12.000 opgenomen voor hogere kosten voor de salarisverwerking. De kosten nemen na 2014 af. Externe diensten Het bedrag van € 22.000 is geoormerkt voor BRZO-advisering. Onderhoud Om de structurele verlaging op de onderhoudskosten ad € 654.000 te realiseren is voor 2014 nog incidenteel € 281.000 nodig. Dit komt omdat de noodzakelijke aanbestedingen gefaseerd uitgevoerd worden. Kantoorkosten Om de structurele verlaging op de kantoorkosten ad € 334.000 te realiseren is voor 2014 nog incidenteel € 73.000 nodig. Dit komt omdat de noodzakelijke aanbestedingen gefaseerd uitgevoerd worden. Overige kosten Onder de overige kosten is € 19.000 opgenomen voor de implementatie van het evenementenbeleid. Het gaat hierbij om de implementatie van software zoals beschreven onder de structurele lasten. Daarnaast is € 10.000 opgenomen voor de aanschaf van digitaal kaartmateriaal. Projecten De volgende projecten worden gefinancierd vanuit de incidentele ruimte; • Project brandonderzoek • Project brandveilig leven • Project geen nood bij brand
Programmabegroting 2013
67
Onderstaand overzicht geeft de totale lasten en baten per programma weer.
Begroting
Programma 's
2013
Gewijzigde begroting 2013
Begroting 2014
Lasten Risicobeheersing
11.911.129
11.892.672
C risisbeheersing
5.599.108
6.031.798
6.048.963
64.994.708
65.524.683
67.324.794
82.504.946
83.449.154
86.460.265
11.911.129
11.892.672
13.086.508
Incidentbestrijding , nazorg en evaluatie Totaal Lasten
13.086.508
Baten Risicobeheersing C risisbeheersing Incidentbestrijding , nazorg en evaluatie Totale baten
5.599.108
6.031.798
6.048.963
64.994.708
65.524.683
67.324.794
82.504.946
83.449.154
86.460.265
Resultaat voor bestemming
-
-
-
Toevoegingen/Onttrekkingen
-
-
-
Resultaat na bestemming
-
-
-
Incidentele lasten
-
-
1.170.000
Incidentele baten
-
-
1.170.000
Saldo
-
-
-
Onder volgt de grafische weergave van de procentuele verdeling van het totale budget.
In het volgende schema wordt de verhouding tussen de personeelskosten en de materiële kosten weergegeven. De trend is dat de salariskosten marginaal dalen t.o.v. de materiele kosten.
68
Programmabegroting 2014
6.2
Incidentele lasten en baten Incidentele lasten dienen in principe budgettair neutraal gedekt teworden. In het geval dat een gemeente extra dienstverlening wenst, worden de daarmee gemoeide incidentele lasten gedekt uit de extra bijdrage die deze gemeente betaalt.
INCIDE NTE LE LAST EN EN BAT EN La ste n Implementatie informatiebeleidskader
Rek ening
Be groting
Gewijzigde Be gro ting
Begro ting
2012
2013
2013
2014
479.998 -
20.000 200.000 -
20.000 200.000 -
312.000 50.000
O ntwikkeling systeem dynamisch risicoprofiel Implementatie datawarehouse O pvangen hogere salarislasten regionalisering Inhuur inkoopsamenwerking Mobiliteit, flankerend beleid en vrije verstrekkingen B RZ O-advisering O nderhoud IC T Kantoorkosten Evenementenbeleid en digitaal kaartmateriaal Projecten T ota le La ste n
479.998
220.000
220.000
22.000 281.000 73.000 29.000 31.000 1.170.000
Bate n B TW op kapitaallasten Lateren invoering werkkostenregeling Incidentele B DUR ivm afname T ota le Ba ten
479.998 479.998
150.000 150.000
150.000 150.000
625.000 470.000 75.000 1.170.000
70.000
70.000
Verschil lasten en bate n
-
-
-
-
372.000
Een toelichting van de incidentele baten en lasten is opgenomen onder paragraaf 6.1. 6.3
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien De algemene dekkingsmiddelen betreffen de inkomsten die vrij besteedbaar en dus bestuurlijk afweegbaar zijn. De besteding van deze inkomsten is niet gerelateerd aan een vooraf bepaald doel (programma). De ontwikkeling van de algemene dekkingsmiddelen wordt jaarlijks betrokken bij de opstelling van de Kadernota.
Programmabegroting 2013
69
-
Rente Vergoedingen duurzame goederen Vergoedingen goederen en diensten Vergoeding vervoerders Inkomensoverdrac hten Rijk Gemeentelijke bijdrage T otaal inkomsten
6.4
Gewijzigde begroting 2013
Rekening 2012
Begroting 2013
1.913.653 115.497 2.431.691 2.481.094 6.137.718 72.298.454 85.378.107
152.940 1.005.578 2.458.659 4.969.257 74.862.711 83.449.145
Begroting 2014
1.887.966 2.164.663 1.015.473 1.427.612 2.466.416 4.969.257 9.500.863 73.304.581 73.367.127 83.643.693 86.460.265
Meerjarenraming Hieronder is de meerjarenraming van de lasten en baten van de VRU opgenomen. Ra m ing
Ra m ing
Ra m ing
2015
2016
2017
53.237.361 12.625.246 629.612 856.721 193.015 465.583 4.526.580 1.216.430 2.970.934 1.114.963 8.623.820 86.460.265
53.237.361 12.625.246 629.612 856.721 193.015 465.583 4.526.580 1.216.430 2.970.934 1.114.963 8.623.820 86.460.265
53.237.361 12.625.246 629.612 856.721 193.015 465.583 4.526.580 1.216.430 2.970.934 1.114.963 8.623.820 86.460.265
BATEN Rente 2.164.663 Vergoedingen goederen en diensten 1.427.612 Inkomensoverdrachten Rijk 9.500.863 Overige inkom ensoverdrachten overheid (niet Rijk) 73.367.127 Totaal inkomsten 86.460.265
2.164.663 1.427.612 9.500.863 73.367.127 86.460.265
2.164.663 1.427.612 9.500.863 73.367.127 86.460.265
-
-
Salarissen en sociale lasten Kapitaallasten Personeel van derden Energie Duurzam e goederen Algem ene benodigdheden Onderhoud goederen Verzekeringen en belastingen Overige goederen en diensten Betaalde huren Specifieke personeelskosten Totaal uitgaven
Re sulta a t v oor be ste m ming Toevoeging Onttrekking Re sulta a t na be ste m ming
-
De meerjarenraming is gebaseerd op een structureel sluitende begroting. Daarbij is geen raming opgenomen voor verwachte loon- en prijsontwikkelingen. Binnen deze raming vallen incidenteel middelen vrij die incidenteel worden aangewend in dezelfde jaren. Het hierna volgende overzicht geeft hiervan een beeld.
70
Programmabegroting 2014
6.5
Baten en lasten per programma met vergelijkende cijfers
Progra mm a 's
Ram ing 2015
Ram ing 2016
Ra m ing 2017
La ste n Risicobeheersing
13.086.508
13.086.508
C risisbeheersing
6.048.963
6.048.963
6.048.963
67.324.794
67.324.794
67.324.794
86.460.265
86.460.265
86.460.265
Risicobeheersing
13.086.508
13.086.508
13.086.508
C risisbeheersing
6.048.963
6.048.963
6.048.963
67.324.794
67.324.794
67.324.794
86.460.265
86.460.265
86.460.265
Incidentbestrijding , nazorg en evaluatie Tota a l La ste n
13.086.508
Ba te n
Incidentbestrijding , nazorg en evaluatie Tota le ba te n Re sulta a t v oor be ste mm ing
-
-
-
Toevoegingen/Onttrekkingen
-
-
-
Re sulta a t na be ste m ming
-
-
-
Incidentele lasten
456.000
388.000
194.000
Incidentele baten
456.000
388.000
194.000
-
-
-
Sa ldo
Hieronder volgt een toelichting op de incidentele budgetten. Incidenteel is in 2015 tot en met 2017 nog geld beschikbaar doordat het BTW-nadeel feitelijk pas volledig optreedt als alle activa op termijn is vervangen. Investeringen die vanaf 1 januari 2014 gedaan worden, zullen inclusief BTW moeten worden geactiveerd. Hierdoor stijgen de afschrijvings- en rentelasten. Dit geldt niet voor de al aanwezige activa van voor 1-1-2014. Hierdoor ontstaat een incidenteel voordeel wat kleiner wordt zodra er vervangingsinvesteringen worden gedaan. In de meerjarenraming is ervan uitgegaan dat het incidentele voordeel geleidelijk afloopt en in 2018 verdwenen is. De beschikbare incidentele middelen worden in 2014 aangewend voor de volgende incidentele lasten; Salaris De salariskosten zijn als gevolg van de regionalisering nog tijdelijk hoger dan volgens de gehanteerde uitgangspunten voor de begroting. Enerzijds komt dit door bovenformatieve formatie op de districten, wat niet opgevangen kan worden met vacatures. Anderzijds zijn medewerkers in 2010 overgegaan met de bestaande inschaling ook hierdoor treden afwijkingen op die in een aantal jaren uitgefaseerd moeten worden. Voor 2015 is nog € 228.000 geraamd. Overige personeelskosten Om de tweede tranche bezuinigingen te realiseren zijn incidentele middelen nodig om de mobiliteit te bevorderen en om invulling te geven aan flankerend beleid. Voor 2015 is € 228.000 beschikbaar, voor 2015 is € 388.000 beschikbaar en voor 2017 tenslotte nog € 194.000. Programmabegroting 2013
71
6.6
Meerjaren investeringen De investeringen zijn nodig omwille van vervanging van verouderd materieel en andere activa en renovatie gebouwen. Omschrijving
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Gronden en terreinen
6.7
Bedrijfsgebouwen
273.241
48.843
217.349
Vervoersmiddelen
2.926.275
4.543.103
4.454.569
Overige materiële activa Totaal
974.145 4.173.662
711.835 5.303.780
2.719.190 7.391.108
Meerjaren financiering De financiering van de meerjaren investeringen en de daarmee gepaard gaande afschrijvings- en rentelasten zijn in de begroting verwerkt. Met de BNG is overeengekomen dat alle investeringen gefinancierd kunnen worden via de BNG. Ook de ontwikkeling van de reserves en voorzieningen en debiteuren en crediteuren positie zijn van invloed op de financieringsvraag (zie volgende paragraaf).
6.8
Stand en verloop reserves en voorzieningen RESERVES
Bedrijfsvoeringsreserve VRU Algemene reserves
Raming
Raming
Raming
2015
2016
2017
1.313.077 1.313.077
1.313.077 1.313.077
1.313.077 1.313.077
Reserve SOBRU Bestemmingsreserves
626.744 626.744
626.744 626.744
626.744 626.744
Resultaat na bestemming Totaal
1.939.821
1.939.821
1.939.821
VOORZIENINGEN Tijdens het opstellen van deze begroting zijn geen verplichtingen en/of verliezen bekend die, volgens art. 44 van de BBV, dienen te worden voorzien.
72
Programmabegroting 2014
6.9
Algemene dekkingsmiddelen De algemene dekkingsmiddelen betreffen de inkomsten die vrij besteedbaar en dus bestuurlijk afweegbaar zijn. De besteding van deze inkomsten is niet gerelateerd aan een vooraf bepaald doel (programma). De ontwikkeling van de algemene dekkingsmiddelen wordt jaarlijks betrokken bij de opstelling van de Kadernota.
Rente Vergoedingen goederen en diensten Inkomensoverdrachten Rijk Gemeentelijke bijdrage Totaal inkomsten
Raming
Raming
Raming
2015
2016
2017
2.164.663
2.164.663
2.164.663
1.427.612
1.427.612
1.427.612
9.500.863
9.500.863
9.500.863
73.367.127
73.367.127
73.367.127
86.460.265
86.460.265
86.460.265
Programmabegroting 2013
73
6.10 Bijdrage per gemeente Hierna volgt een overzicht van de bijdrage per gemeente. Zoals in de inleiding verwoord is de begroting opgebouwd zonder de MKA omdat deze formeel geen onderdeel meer uitmaakt van de gemeenschappelijke regeling. De RAVU zal de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage innen. Voor 2014 is dit € 277.010. De begrote cijfers voor 2014 zijn ook opgebouwd zonder de huisvestingskosten. De kosten voor onderhoud van de panden wordt op nacalculatie verrekend met de gemeenten. Dit geldt eveneens voor de kosten voor FLO.
GEMEENTE Ame rsfoort Ba a rn Bunnik Bunschote n De Bilt De Ronde Ve ne n Ee mne s Houte n IJss e ls te in Le us de n Lopik Montfoort Nie uw e ge in Oude w a te r Re nsw oude Rhe ne n Soe st Stichts e Ve cht Utre cht Utre chtse He uve lrug Ve e ne nda a l Via ne n W ijk bij Duurste de W oe rde n W oude nbe rg Ze is t Totaal
Realisatie 2012 Begroting 2013 inclusief MKA inclusief MKA
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
7.836.931 1.424.576 850.520 956.503 2.422.991 2.321.035 578.187 1.823.100 1.376.965 1.309.076 889.326 850.719 2.982.119 604.594 356.374 1.079.607 2.473.728 3.743.438 23.496.595 3.248.942 2.434.574 1.062.104 1.425.823 2.515.400 706.309 3.536.856
€ 72.306.390
€ 8.105.403 € 1.499.542 € 891.602 € 1.004.989 € 2.409.417 € 2.437.846 € 606.915 € 1.908.364 € 1.437.361 € 1.374.196 € 922.270 € 863.777 € 3.123.530 € 632.488 € 341.074 € 1.137.237 € 2.597.681 € 3.878.016 € 24.060.270 € 3.424.191 € 2.549.958 € 1.103.873 € 1.439.150 € 2.644.126 € 742.469 € 3.726.964 € 74.862.711
Gewijzigde begroting 2013 inclusief MKA
Kadernota 2014 inclusief MKA
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
7.971.596 1.440.962 860.944 969.489 2.410.639 2.348.433 572.376 1.850.539 1.391.774 1.329.363 897.105 858.142 3.017.264 612.170 362.244 1.094.229 2.498.306 3.793.485 23.921.444 3.291.625 2.472.617 1.076.431 1.441.678 2.544.553 715.343 3.589.715 73.332.468
8.005.647 1.449.253 866.802 975.926 2.428.568 2.364.460 576.503 1.862.578 1.400.834 1.337.486 903.301 864.234 3.033.433 616.418 364.955 1.101.715 2.513.560 3.819.462 23.997.402 3.313.626 2.486.769 1.084.631 1.451.531 2.562.015 719.457 3.607.861 73.708.426
Begroting 2014 exclusief MKA € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
In de bijdrage van de gemeente Utrecht is een bedrag opgenomen als voorfinanciering i.v.m. het overgangsrecht. Met de gemeente lopen nog gesprekken om deze voorfinanciering uit de bijdrage aan de VRU te halen en achter te laten bij de gemeente. Zodra hierover overeenstemming is bereikt, wordt dit verwerkt in de definitieve versie van de begroting. Met de gemeente Rhenen worden nog gesprekken gevoerd over de verwerking van de voordelen van het samenvoegen van beide kazernes. Zodra overeenstemming is bereikt, worden de afspraken verwerkt in de begroting. Met de gemeente Amersfoort worden nog gesprekken gevoerd over mogelijke bezuinigingen op het extra takenpakket. Zodra overeenstemming is bereikt, worden de afspraken verwerkt in de begroting. De gemeentelijke bijdrage is ten opzichte van de gewijzigde begroting 2013 aangepast in verband met; 74
Programmabegroting 2013
8.004.035 1.447.414 865.809 974.182 2.562.430 2.360.772 575.970 1.857.510 1.397.368 1.334.885 902.430 863.095 3.030.532 615.668 364.746 1.100.100 2.510.067 3.814.809 23.609.950 3.310.246 2.480.203 1.053.079 1.449.836 2.557.321 718.682 3.605.988 73.367.127
Verhoging • Indexering voor loon- en prijscompensatie € 616.000. • Inlopen maatwerkafspraak De Bilt € 136.351.
Verlaging • Ontvlechting MKA uit de gemeenschappelijke regeling VRU. Via de RAVU zal in 2014 apart de bijdrage aan de meldkamer ambulancezorg van € 277.010 worden gefactureerd. • Bezuinigingen Utrecht uit 2013 ad € 412.000 op extra taken. • Schrappen van 1b taken op verzoek van gemeenten € 28.000.
Programmabegroting 2013
75
7 Uitgangspunten begroting 2014 Hieronder worden de technische uitgangspunten opgesomd die gehanteerd worden voor het opstellen van de begroting: 1. De bezuinigingen in box 1 en 2 zijn structureel ingeboekt o.b.v. een aantal vastgestelde maatregelen. 2. Vanuit de BDUR was € 115.000 te bestemmen voor 2014. Dit bedrag is ingezet om het BTW-nadeel wat ontstaat via de BDUR, te compenseren. 3. Voor de loonaanpassing worden de CAO-wijzigingen als uitgangspunt genomen. Voor de prijsaanpassing wordt uitgegaan van de cijfers van het CPB. Jaarlijks vindt een correctie plaats op basis van de gecorrigeerde cijfers over de voorliggende twee jaar. 4. De mutatie voor de prijsindex bedraagt per saldo 1,5%. 5. De loonaanpassing bedraagt 0,6% in verband met de verhoging van de pensioenpremies met 1,3%. Een deel hiervan komt ten laste van de werkgever. 6. De begroting wordt vanaf 2014 inclusief BTW opgesteld. 7. De salariskosten worden begroot op basis van het maximum van de schaal. 8. Als interne rekenrente wordt 4,5% gehanteerd. Op basis van deze rekenrente wordt intern rente toegekend aan de activaposten per afdeling, om de volledige kapitaallasten op de juiste plek tot uitdrukking te brengen. De begrote rente-uitgaven zijn gebaseerd op de aanwezige leningenportefeuille en de investeringsplanning over het lopende jaar. 9. Voor de vaststelling van de inwoneraantallen wordt uitgegaan van de stand per 1 januari 2013. Als bron hiervoor wordt het CBS gehanteerd. 10. De Meldkamer Ambulancezorg is in 2013 ontvlochten uit de VRU als gevolg van de Tijdelijke Wet Ambulance Zorg.
Programmabegroting 2013
76
Bijlagen
Gemeentelijke pagina’s `
Kostenraming per onderwerp Risicomanagement en weerstandsvermogen Overzicht (niet-) wettelijke taken Begrippen en afkortingen
Programmabegroting 2013
77
Bijlage 1: Gemeentelijke pagina’s Binnensticht Lekstroom Bunnik Aantal BIJDRAGE 2014
De Bilt
€
Aantal
865.809
€
Houten Aantal
2.562.430
IJsselstein
€
Aantal
Nieuwegein
€
Aantal
Vianen
€
Aantal
Zeist
€
Aantal
€
1.857.510
1.397.368
3.030.532
1.053.079
3.605.988
-
-
-
-
-
Maatwerk Afschrijving activa
35.000
Werving & selectie
36.000
Totaal Maatwe rk
-
71.000
Optionele dienstv erlening (1b) Postcommandant
-
-
0,2
13.943
-
-
0
-
0
-
0
-
Jeugdbrandweer - tankautospuit (tot 100.000 inw.)
8
5.238
12
4.889
12
12.570
15
5.238
0
-
15
10.475
8
8.380
1
52.819 1
7.939
1
7.939
1
2.115 1
9.035
1
10.897 1
10.213
-
personeel/materieelvoertuig
-
motorspuitaanhanger
-
hulpverleningsvoertuig
-
boot + trailer
-
voertuig controle bluswatervoorz.
-
tankautospuit (alleen exploitatie)
-
bergingsvoertuig (exploitatie)
€ €
1
7.939
€
1
1
1.048
1
10.475
1
10.213
2.619 1
Totaal optione le dienstve rlening
13.177
74.270
24.093
15.451
13.012
37.662
5.238 21.557
Basisbrandweerzorg Persone el Postcommandant (S9/S10)
0
0,2
0
0
0
0,4
0,4
Totaal beroe ps
0
0,2
0
0
0
0,4
0,4 28
Bevelvoerder (vrijwillig)
8
24
12
8
16
7
Manschap (vrijwillig)
33
80
47
35
36
39
66
Totaal v rijwillig
41
104
59
43
52
46
94
Uitrukuren
50
75
65
75
70
50
30
Bevelvoerder (dagdienst)
0
0,4
0
0
1,6
0
3
Manschap (dagdienst)
0
0,6
0
0
4
0
3
Totaal Dagdienst
0
1
0
0
5,6
0
6
Aantal Bevelvoerders
0
4
0
0
4
0
12
Aantal Manschap
0
6
0
0
10
0
12
Aantal medewerkers Dagdienst
0
10
0
0
14
0
24
Mate rieel Tankautospuit
2
6
3
2
4
2
3
Autoladder
0
1
0
0,5
0,5
0
0
Hoogwerker
0
0
0
0
0
1
1
Motorspuitaanhanger
1
1
1
1
1
1
0
Bijzondere Afspraken Ge me ente
Bunnik
Preventie inclusief handhaving
Houten
Preventie conform gemeentelijk toezicht/handhavingsplan (afwijkend prevap)
Nieuwegein
Preventie conform gemeentelijk toezicht/handhavingsplan (afwijkend prevap)
Doorberekening licentiekosten gemeentelijke werkplekken Vianen
Geen/beperkte preventietaken (tenzij VRU wettelijke taak heeft: BRZO, vuurwerk
Zeist
Preventie inclusief handhaving Opbrengst UML is verrekend in de bijdrage de dvo bijdragen zijn exclusief gebruik bluswatervoorziening en FLO
Uitgangspunten
de nieuwe percentages loon- en prijsindexering zijn doorgerekend in deze gemeentelijke pagina huisvesting en de financiering van de overgenomen kazernes, inclusief beheer en exploitatie zijn buiten beschouwing gelaten de uitkomsten van het preventieonderzoek moeten leiden tot generieke afspraken over de norm en kwaliteit met eventuele gemeentelijke afspraken de uitkomsten van het dekkingsplan bepalen de omvang en kwaliteit van de repressieve inzetbaarheid
78
Programmabegroting 2014
Eemland Amersfoort Aantal BIJDRAGE 2014 Totaal Maatwerk
Baarn
€
Aantal
Bunschoten €
Aantal
Eemnes
€
Aantal
Leusden
€
Aantal
Soest
€
Aantal
Woudenberg €
Aantal
€
8.004.035
1.447.414
974.182
575.970
1.334.885
2.510.067
718.682
-
-
-
-
-
-
-
Optionele dienstverlening (1b) Postcommandant
0,25
19.775
Jeugdbrandweer
0,2
13.943
14
14.665
0,2
13.943
0,2
13.943
0,4
27.340
0,2
13.943
8
8.380
Bevelvoerders Roodblauw surveillance - personeel/materieelvoertuig -
motorspuitaanhanger
-
dienstauto t.b.v. repressie
-
bijdrage kapitaallast 2e TS
-
4x4 uitvoering 3e TS
69.360
1
8.453
3
25.360 10.364
Donatie PV Totaal optionele dienstv erlening
97.588
28.608
-
13.943
13.943
63.064
22.323
Basisbrandweerzorg Personeel Postcommandant (S9/S10) Bevelvoerder (beroeps - S9)
1
0,2
0,2
0,2
0,2
0,4
0,2
6
0
0
0
0
0
0
34
0
0
0
0
0
0
0,2
0,2
0,2
0,2
0,4
0,2
Manschap (beroeps - S7) Totaal beroeps
41
Bevelvoerder (vrijwillig)
16
5
8
5
4
10
4
Manschap (vrijwillig)
64
35
34
22
40,5
69
24
Totaal vrijwillig
80
40
42
27
44,5
79
28
Uitrukuren
50
75
45
45
75
50
60
Bevelvoerder (dagdienst) Manschap (dagdienst) Totaal Dagdienst Aantal Bevelvoerders
0,5
0,3
0,1
0
0,75
0,6
0,15
4
0,1
0
0,1
0
0,75
0
4,5
0,4
0,1
0,1
0,75
1,35
0,15
2
3
1
0
5
4
1
Aantal Manschap
16
1
0
1
0
5
0
Aantal medewerkers Dagdienst
18
4
1
1
5
9
1
Materieel Tankautospuit
4
2
2
2
2
3
1
Autoladder
0
1
0
0
0
0
0
Hoogwerker
1
0
0
0
0
1
0
Motorspuitaanhanger
1
0
1
1
1
0
0
Bijzondere Afspraken Gemeente:
Amersfoort Bezuiniging Amersfoort gefaseerd doorgevoerd (laatste tranche in 2014 moet nog verwerkt worden) Veiligheidscoordinator Evenementen (2 dgn per week) Roodblauw surveillance Baarn
Overeenkomst samenwerking Brandweer-Regionale Brandweer Gooi- en Vechtstreek
Bunschoten Vrijwilligers aanwezig met alleen specialistische functie (niet opgeleid voor alle brandweerfuncties) Eemnes
Gemeente kan gebruik maken van instructie- en vergaderruimte brandweer
Leusden
Overeenkomst met Barneveld over dekking vanuit post Achterveld
Borging en opstag systeem cameratoezicht op omgeving in brandweerkazerne Tweede tankautospuit is tegen boekwaarde door de VRU overgenomen. De gemeente betaalt de jaarlijkse afschrijving, vaste lasten en gebruikskosten. Soest
Repressieve brandweerzorg voldoet niet aan regionaal vastgestelde kwaliteitsniveau (dekkingsplan 2005), pilot gestart ter verbetering Onderhoud brandweervoertuigen tot 1-6-2015 door RMN Bezuiniging optionele dienstverlening (3 personenauto's) moet nog verwerkt worden.
WoudenbergSchouwing bluswatervoorzieningen door gemeente ondergebracht bij brandweer Woudenberg. Rapportage rechtstreeks aan gemeente Uitgangspunten
de dvo bijdragen zijn exclusief gebruik bluswatervoorziening en FLO de nieuwe percentages loon- en prijsindexering zijn doorgerekend in deze gemeentelijke pagina huisvesting en de financiering van de overgenomen kazernes, inclusief beheer en exploitatie zijn buiten beschouwing gelaten de uitkomsten van het preventieonderzoek moeten leiden tot generieke afspraken over de norm en kwaliteit met eventuele gemeentelijke afspraken de uitkomsten van het dekkingsplan bepalen de omvang en kwaliteit van de repressieve inzetbaarheid
Programmabegroting 2013
79
Heuvelrug Renswoude Aantal BIJDRAGE 2014
€
Rhenen Aantal
364.746
Utrechtse Heuvelrug
€
Aantal
€
Veenendaal Aantal
Wijk bij Duurstede
€
Aantal
€
1.100.100
3.310.246
2.480.203
1.449.836
-
-
-
-
Maatwerk Salarissen preventie
23.165
Totaal Maatwerk
23.165
Optionele dienstverlening (1b) Jeugdbrandweer
32
29.330
C onsignatie vergoeding
15
11.523
58.993
Materieel - personeel/materieelvoertuig -
hulpverleningsvoertuig
-
haakarmvoertuig
-
voertuig controle bluswatervoorz.
-
tankautospuit (exploitatie)
-
inventaris
-
4x4 uitvoering 3e TS
-
voertuig bestrijding olievlekken
2 1
15.878
9.035 19.545 2.619 10.213
1
10.213
2.619 1
10.364 2.619
- aanhanger noodstroom
4.190
Donatie PV
5.028
Budget jubel en treurregeling
-
12.570
Budget loon en inkomstenderving
5.238
Totaal optionele dienstverlening
2.619
10.364
134.596
46.518
15.878
Basisbrandweerzorg Personeel Postcommandant (S9/S10)
0
0
0
0,5
0
Totaal beroeps
0
0
0
0,5
0 16
Bevelvoerder (vrijwillig)
6
13
34
6
Manschap (vrijwillig)
14
37
110
48
46
Totaal vrijwillig
20
50
144
54
62
Uitrukuren
50
70
60
100
50
Bevelvoerder (dagdienst)
0
0
0
0,6
0
Manschap (dagdienst)
0
0
0
0,1
0
Totaal Dagdienst
0
0
0
0,7
0
Materieel Tankautospuit
1
3
8
2
4
Autoladder
0
0
1
0
0
Hoogwerker
0
0
0
1
0
Motorspuitaanhanger
1
1
2
0
1
Bijzondere Afspraken Gemeente
Rhenen
Geen/beperkte toezichtstaken inzake gebruik gebouw brandveiligheid Financieel effect samenvoegen Rhenen en Achterberg moet nog verwerkt worden
Veenendaal
In dvo 2010 zijn rechtspositionele afspraken gemaakt inzake piketvergoeding beroeps Veenendaal stelt twee medewerkers om niet beschikbaar, dit levert de dekking op voor de postcommandant.
Uitgangspunten
de dvo bijdragen zijn exclusief gebruik bluswatervoorziening en FLO de nieuwe percentages loon- en prijsindexering zijn doorgerekend in deze gemeentelijke pagina huisvesting en de financiering van de overgenomen kazernes, inclusief beheer en exploitatie zijn buiten beschouwing gelaten de uitkomsten van preventieonderzoek moeten leiden tot generieke afspraken over de norm en kwaliteit met evt. gemeentelijke afspraken de uitkomsten van het dekkingsplan bepalen de omvang en kwaliteit van de repressieve inzetbaarheid
80
Programmabegroting 2014
Rijn en Venen De Ronde Venen Aantal BIJDRAGE 2014
€
Lopik Aantal
2.360.772
Montfoort €
Aantal
902.430
€
Stichtse Vecht Aantal
863.095
€
Oudewater Aantal
3.814.809
€
Woerden Aantal
615.668
€ 2.557.321
Optionele dienstverlening (1b) Jeugdbrandweer Personeel/materieelvoertuig (zwaar)
24
21.998
1
15.713
10
10.429
20
20.858
29
SGG exploitatie
24.093
15
15.643
6.285
Donatie PV Totaal optionele dienstverlening
37.710
10.429
20.858
4.085
4.190
34.463
19.833
-
Basis brandweerzorg Personeel Bevelvoerder (vrijwillig)
21
10
10
38
7
25
Manschap (vrijwillig)
81
36
32
123
20
80
102
46
42
161
27
105
52
35
50
53,32
50
71
Materieel Tankautospuit
4
2
2
10
2
5
Autoladder
0
0
0
1
0
0
Hoogwerker
1
0
0
0
0
1
Personeel/materieelvoertuig (zwaar)
1
0
0
1
0
0
Motorspuitaanhanger
3
1
2
1
0
3
Totaal vrijwillig Uitrukuren
Bijzondere Afspraken Gemeente:
De Ronde Venen
Vergoeding voor gebruik gemeentelijke wasplaats
Woerden
Vergoeding gebruik kazerne als districtskantoor Vergoeding voor stalling GHOR-materieel
Uitgangspunten:
De dvo bijdragen zijn exclusief gebruik bluswatervoorziening en FLO De nieuwe percentages loon- en prijsindexering zijn doorgerekend in deze gemeentelijke pagina Huisvesting en de financiering van de overgenomen kazernes, inclusief beheer en exploitatie zijn buiten beschouwing gelaten De uitkomsten van het preventieonderzoek moeten leiden tot generieke afspraken over de norm en kwaliteit met evt. gemeentelijke afspraken. De uitkomsten van het dekkingsplan bepalen de omvang en kwaliteit van de repressieve inzetbaarheid
Programmabegroting 2013
81
Utrecht Aantal BIJDRAGE 2014
€
Basis brandweerzorg
23.609.950
Aantal
Personeel Postcommandant (S9/S10)
3
Bevelvoerder (beroeps - S9) Optionele dienstverlening (1b) Jeugdbrandweer
21
C VD en ROVD-piket
9.000 35.350
Vaste duikploeg ipv springbemanning Bezetting HV (box 1b)
16
Bevelvoerder (beroeps - S8)
16
Manschap (beroeps - S7)
32
Manschap (beroeps - S6) Totaal beroeps
99 166
9,4 fte + 9,6 fte 19 fte
Voorfinanciering overgangsrecht
981.667 2.049.180
Tunneladviseur 1x haakarmvoertuig
19.546
2x tankautospuit (alleen exploitatie)
20.426
Bevelvoerder (vrijwillig)
21
Manschap (vrijwillig)
69
Totaal vrijwillig
90
Uitrukuren
60
18.944
Totaal optionele dienstverlening
3.134.112
Materieel Tankautospuit Autoladder
10 2
Bijzondere Afspraken Gemeente Utrecht:
Preventie inclusief handhaving conform gemeentelijk handhavingsplan (niet prevap) Tunneladviseur A2-taken C asemanager ikv WABO Doorberekening licentiekosten gemeentelijke applicaties Voorfinanciering overgangsrecht wordt miv 2014 beëindigd, deze is nog niet verwerkt in voorliggende begroting
Uitgangspunten:
De dvo bijdrage is exclusief gebruik bluswatervoorziening. In de bijdrage is een bedrag opgenomen als voorfinanciering i.v.m. het overgangsrecht. Met de gemeente lopen nog gesprekken om deze voorfinanciering uit de bijdrage aan de VRU te halen en achter te laten bij de gemeente. Zodra hierover overeenstemming is bereikt, wordt dit verwerkt in de definitieve versie van de begroting. De nieuwe percentages loon- en prijsindexering zijn doorgerekend in deze gemeentelijke pagina. Huisvesting en de financiering van de overgenomen kazernes, inclusief beheer en exploitatie zijn buiten beschouwing gelaten. De uitkomsten van het preventieonderzoek moeten leiden tot generieke afspraken over de norm en kwaliteit met eventuele gemeentelijke afspraken. De uitkomsten van het dekkingsplan bepalen de omvang en kwaliteit van de repressieve inzetbaarheid.
82
Programmabegroting 2014
Bijlage 2: Kostenoverzicht per onderwerp Be groting 2014
PROGRAMMA: Risicobe he e rsing
La ste n
Ba te n
Regionale risico's
2.035.634
2.035.634
-
10.795.306
10.795.306
-
Risicocomm unicatie
120.034
120.034
-
Nieuwe (brand)veiligheidsdenken
135.534
135.534
-
13.086.508
13.086.508
4.115.110
4.115.110
-
705.048
705.048
-
Preventie
Tota a l progra m ma
Sa ldo
-
Crisisbe he e rsing Inrichting crisisorganisatie Informatie m anagement C risiscomm unicatie
120.034
120.034
-
1.108.771
1.108.771
-
6.048.963
6.048.963
64.407.321
64.407.321
-
2.674.398
2.674.398
-
Lerend en innoverend vermogen
135.534
135.534
-
Nazorg en evaluatie
107.540
107.540
Tota a l progra m ma
67.324.794
67.324.794
Tota a l
86.460.265
86.460.265
C risispartners Tota a l progra m ma
-
Incide ntbe strijding , na zorg e n e v a lua tie Veilig, effectief en efficient optreden Meldkam er van de toekomst
-
NB: In het kader van de Wet publieke gezondheid zijn de taken van de GHOR apart in beeld gebracht om de taken van de directeur Publieke gezondheid zichtbaar te maken. De budgetten die samenhangen met de GHOR-taken zijn opgenomen in bovenstaande uitsplitsingen.
Programmabegroting 2013
83
Bijlage 3: Risicomanagement en weerstandsvermogen Risicomanagement is gericht om de schadelijke gevolgen van risico’s zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Risicomanagement bestaat binnen de VRU uit de volgende stappen: (1) identificeren en classificeren (2) kwantificeren (3) sturen en beheersen. Identificeren betekent het in kaart brengen van risico’s, waarna de mogelijke gevolgen van risico’s in geld worden uitgedrukt. Dit heeft twee doelen: (1) ordening aanbrengen ten bate van sturing en beheersing en (2) bepalen benodigde weerstandscapaciteit. De impact van risico’s is afhankelijk van de omvang van het risico (de gevolgschade) en de mate van waarschijnlijkheid dat het risico zich daadwerkelijk zal voordoen. Risico’s worden op basis van de netto verwachte omvang ingedeeld in een van onderstaande risicoklassen. Risico’s met structurele gevolgen delen we in op basis van de verwachte omvang in de eerste twee jaar. Netto verwachte omvang
Risicoscore op omvang 1 2 3 4 5
< € 250.000 € 250.000 - € 500.000 € 500.000 - € 1.000.000 € 1.000.000 - € 1.500.000 > € 1.500.000
Ook voor de mate van waarschijnlijkheid hanteren we vijf klassen:
Klasse
Referentiebeeld
%
Waarschijnlijk Toelichting -heid
1
< of 1 x 20 jaar
5%
Zeer klein
2
1x per 4 jaar
25%
Klein
3
1x per 2 jaar
50%
50/50
4
1 x per jaar 1 -2
75%
Groot
5
1x per jaar of >
95%
Zeer groot
Onwaarschijnlijk, komt slecht 1 in de 20 jaar voor. Niet waarschijnlijk maar mogelijk, is 1 keer voorgekomen in de afgelopen 4 jaar. Kan beide kanten op. Kan zich komend jaar voordoen, het kan ook zijn van niet. Kans van 1 keer in de 2 jaar. Waarschijnlijk, kan komende jaar voorgekomen, jaarlijks. zeer waarschijnlijk, zal zich komend jaar daadwerkelijk voordoen (1 of meerdere keren per jaar).
Het weerstandsvermogen is een waarborg voor de financiële gezondheid van de VRU. Het is een maatstaf voor de mate waarin de VRU in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de relatie gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit.
84
Programmabegroting 2014
In het onderstaande figuur is het bovenstaande schematisch weergegeven Beschikbare weerstandscapaciteit • Bedrijfsvoeringreserves • Bestemmingsreserves • Stille reserves • Nog niet gevulde begrotingsruimte?? • Prioriteiten heroverwegen • etc
Risico’s • Financieel • Materieel • Juridisch • Bestuurlijk • etc
Samenloop van risico’s Benodigde weerstandscapaciteit
Flexibiliteit
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Het uitgangspunt is dat het weerstandsvermogen groter of gelijk is aan 1. Oftewel: de VRU moet de verwachte impact van haar risico’s kunnen opvangen, zonder dat dit hoeft te leiden tot beleidsaanpassingen. Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen(1≤)= -------------------------------------Benodigde weerstandscapaciteit
Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
2,0<x 1,4<x<2,0 1,0<x<1,4 0,8<x<1,0 0,6<x<0,8 X<0,6
Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Programmabegroting 2013
85
Bijlage 4: Overzicht (niet-)wettelijke taken Product
Hulpproduct
Wetgeving
Aard taak
Programma
Risicobeheersing
Proactie
Inventarisatie en analyse risico's branden rampen en crisis.
WVR art 10 sub a
wettelijke taak VRU
Opstellen scenario's voor (maatgevende scenario's) voor specifieke risico's.
In Beleidsplan o.b.v. WVR art 14, art 45
wettelijke taak VRU
Vaststellen regionaal risicoprofiel en/of risicoobjecten; tunnelveiligheid.
WVR art 15
wettelijke taak VRU
Opstellen veiligheidseffectrapportages (externe veiligheid, BrZo).
BRZO en EV besluiten
wettelijke taak VRU
Integrale advisering bevoegd gezag over externe veiligheidsrisico's infrastructuur en ruimtelijke plannen.
WVR art 10 sub b, In Beleidsplan o.b.v. WVR art 14
wettelijke taak VRU
Advisering over opslag vuurwerk (vuurwerkbesluit).
Vuurwerkbesluit
wettelijke taak VRU
Advisering over opslag en vervoer gevaarlijke stoffen.
BRZO en EV besluiten. Art. 4.3
wettelijke taak VRU
Advisering over evenementen.
Beleid: 'Verdeling van de schaarste bij samenloop van grote evenementen' In Beleidsplan o.b.v. WVR art 14
uitvoering gemeentelijke taak o.b.v. regionaal beleid
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). VRU treedt op als adviseur van bevoegd gezag (de gemeente). Kennis en informatie uit vergunningverlening en toezicht is van essentieel belang voor waarmaken van het niveau van veiligheidszorg (directe relatie met taken VRU uit Wvr).
Uitvoering gemeentelijke taak, afstemming is voorwaarde voor goede uitvoering van brandpreventie en samenhang met repressieve organisatie.
Risicocommunicatie coordineren en ondersteunen van gemeenten. Preventie
Ontwikkelen regionaal beleid gericht op brandveiligheid (vergunningverlening, controle en handhaving).
De uitvoering van brandpreventie is wisselend per gemeente (soms bij brandweer, soms bij gemeentelijke diensten). Afstemming met Wabo en uitvoeringsdiensten.
86
wettelijke taak VRU
Afspraken vastgelegd in de DVO's
Advisering over medische milieukundige risico's en infectieziekten.
In Beleidsplan o.b.v. WVR art 14, Wet Publieke gezondheidszorg
Wettelijke taak VRU.
Aanwijzingsbevoegdheid bedrijfsbrandweren.
WVR art 31
Wettelijke taak VRU.
Programmabegroting 2014
Programma
Crisisbeheersing
Organisatie Zorg voor (beleid) en uitvoerig van de crisisbeheersing regionale voorbereiding op rampen en crisis (multidisciplinair).
WVR art 10 sub d
Wettelijke taak VRU
Het opstellen en beheer van een regionaal crisisplan en bijbehorende deelplannen, draaiboeken en leidraden.
WVR art 16, 17, 39, 40,
Wettelijke taak VRU
Het opstellen en onderhouden van rampbestrijdingsplannen.
WVR art 17, BVR art 6.1.1
Wettelijke taak VRU. voor bepaalde rampbestrijdingsplannen . Voor overige plannen uitvoering gemeentelijke taak.
De zorg voor de instandhouding van de paraatheid van de crisisorganisatie (piketten), het grootschalig optreden van de brandweer en bijbehorende specialismen.
WVR art 10 sub 7, 32, 34
Wettelijke taak VRU
De instandhouding van een GHORorganisatie en bijbehorende afstemming met de organisaties in de geneeskundige keten.
WVR art 10 sub f, 32, 34
Wettelijke Taak VRU
Afstemming met ambulancebijstandplannen en ziekenhuisrampenopvangplannen.
WVR art 16, 33
Wettelijke taak VRU
Coördinerend functionaris bevokingszorg.
WVR art 36
Wettelijke taak VRU.
Het ondersteunen van gemeenten bij de gemeentelijke crisisorganisatie.
In Beleidsplan
Uitvoering gemeentelijke taak, o.b.v. bestaand beleid.
Bijstandsplannen en convenanten.
WVR art 16, BVR art 2.1.1 e.v.
Wettelijke taak VRU
Gecoordineerde alarmering en opschaling.
BVR art 2.2.1. e.v., art 2.3.1. e.v.
Wettelijke taak VRU
Leiding en coördinatie: Copi, ROT en RBT, samenstelling en opkomsttijden overeenkomstig de WVR en besluit veiligheidsregio's.
WVR art 16, BVR art 2.1.1 e.v.
Wettelijke taak VRU
Crisisfuncties zijn beschreven en middels piketten zijn de paraatheid en opkomsttijden geborgd.
WVR art 16, BVR art 2.1.1 e.v.
Wettelijke taak VRU
Door opleiding, training en oefening wordt de vakbekwaamheid geborgd, op peil gebracht en gehouden.
BVR art 2.5.1.
Wettelijke taak VRU
Crisiscommunicatie is geborgd.
WVR art 46
Wettelijke taak VRU, deels uitvoering van gemeentelijke taak
Zorg voor rampbestrijdingsmaterieel.
WVR art 10 sub h
Wettelijke taak VRU
De instandhouding van een geïntegreerde meldkamervoorziening voor brandweer, politie en ambulancezorg.
WVR art 10 sub g, 35
Wettelijke taak VRU
Het evalueren van incidenten.
WVR, art 14 sub e, BVR art 3.2.1. e.v.
Wettelijke taak VRU
Nazorg personeel.
Wettelijke plicht VRU (vloeit voort uit werkgeverschap)
Programmabegroting 2013
87
Ontwikkelen en onderhouden van samenwerkingsrelaties met diverse netwerkpartners op het domein van fysieke veiligheid.
WVR, art 14, 15, 16, BVR art 2.1.1
Wettelijke taak VRU
Het maken en beheren van afspraken (convenanten) met netwerkpartners.
WVR art 19, 33
Wettelijke taak VRU
Fungeren als aanspreekpunt vanuit VRU.
In Beleidsplan
Ondersteuning vakgroepen Bevolkingszorg en GHOR en de relaties met hun achterban(GHOR-ketenpartners, ROCU, gemeentensecretarissen).
In Beleidsplan
Netwerkcontacten GHOR, wettelijke eis. evolkingszorg best. beleid.
Informatie voorziening
Informatieuitwisseling en informatiemanagement.
WVR art 7, 10 sub i, 21, 22, BVR art 2.4.1 e.v.
Wettelijke taak VRU
Bedrijfs brandweer
Bedrijfsbrandweer
WVR art 31
Wettelijke taak VRU
Aanname en verwerking van 112meldingen (24/7)
WVR art. 35
Wettelijke taak VRU
Alarmering
BVR art. 2.2.1. ev
Wettelijke taak VRU
Netwerk coördinatie
Programma Meldkamer
Incidentbestrijding & Nazorg
Opschaling
BVR art. 2.3.1. ev
Wettelijke taak VRU
Informatieuitwisseling en informatiemanagement Onderhouden contact met en informeren van uitgerukte eenheden
BVR art. 2.4.1. ev
Wettelijke taak VRU
BVR art. 2.3.1. ev
Wettelijke taak VRU
Beheer Openbaar Meld Systeem (OMS)
BVR art. 2.2.1. ev
Wettelijke taak VRU
Sirenenetwerk (WAS)
Landelijk netwerk, vanuit de regionale alarmcentrale bediend. BVR art. 2.2.2.
Wettelijke taak VRU
Multidisciplinaire afstemming binnen het meldkamerdomein (GMU) Paraatheid
Opstellen en beheren dekkingsplan Operationele inzet crisisorganisatie Operationele inzet specialismen
Specialismen
Grootschalige hulpverlening Natuurbrandbestrijding Grootschalig optreden / bijstandsverlening Bijstand RAVU; AED; transport van hoogte
Wettelijke taak VRU Wettelijke taak VRU
WVR art 25, t.b.v. BVR hoofdstuk 4 WVR art 25, t.b.v. BVR 2.2.1. ev WVR art 25
Wettelijke taak VRU
WVR art 25, t.b.v. BVR 2.2.1. ev Convenant?
Wettelijke taak VRU
Beleid & ondersteuning Jeugdbrandweer Beleid & ondersteuning Brandweerwedstrijden Beleid & ondersteuning Sport incl. keuringen Beheer en beveiligingsbeleid C2000
88
Wettelijke taak VRU
Waterongevallenbestrijding Gevaarlijke stoffen
Overig
WVR, art 14 sub e, BVR art 3.2.1. e.v. WVR art. 25 BVR art. 5.1 BVR art. 2.2.1. ev
Programmabegroting 2014
Aanpassing CAR in de loop van 2011 (PPMO).
Wettelijke taak VRU Wettelijke taak VRU
Bijlage 5: Begrippen en afkortingen AB AC AED AWBC BBV BCF BDUR BHV B&W BGC BPV BRZO BZK Caco CdK COH CoPI COT CvD DB DIV DT DVO EV FLO GBT GHOR GMK GMU GRIP I&I ISOR IVA IV&E JDE LCMS LSOP MKA MKD MT NBB NIFV NUT NVBR OCML OL OLO OMS OR Osio OTO OvD
Algemeen Bestuur Algemeen commandant Automatische externe defibrillator Algemeen brandweer wedstrijd comité Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten BTW compensatie fonds Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen Bedrijfshulpverlening Burgemeester & Wethouders Bureau gemeentelijke coördinatie Besluit personeel veiligheidsregio’s Besluit risico’s zware ongevallen Ministerie van binnenlandse zaken & koninkrijksrelaties Calamiteiten-Coordinator Commisaris der Koningin Commando haakarmbak Commando plaats incident Instituut voor veiligheids- en crisismanagement (crisis onderzoeksteam) Commandant van dienst (-G: geneeskundig, -P: politie, -B: brandweer) Dagelijks bestuur Documentaire informatievoorziening Directieteam Dienstverleningsovereenkomst Externe veiligheid Functioneel leeftijdsontslag Gemeentelijk beleidsteam Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen. Gemeenschappelijke meldkamer Gemeenschappelijke meldkamer Utrecht Gecoördineerde regionale incidentbestrijdingsprocedure Informatiemanagement & ICT Informatiesysteem overige ramptypen Individuele vergelijking arbeidsvoorwaarden Interdisciplinaire voorbereiding & evaluatie JD Edwards (systeem voor Financiën) Landelijk Crisismanagement systeem Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie Meldkamer Ambulance Meldkamerdomein Managementteam Natuurbrandbestrijding Nederlands instituut fysieke veiligheid Nodeloze uitrukken terugdringen Nederlandse vereniging van brandweer en rampenbestrijding Operationeel Centrum Midden Nederland Operationeel leider Omgevingsloket online Openbaar (brand)meldsysteem Ondersteuning & repressie Ongewenste situaties, incidenten en ongevallen Opleiden, trainen en oefenen Officier van dienst (-G: geneeskundig, -P: politie, -B: brandweer) Programmabegroting 2013
89
P&M P&O PION PPMO Prevap PvA RAC RAVU RBT R&C RI&E RISC ROT SIE/OMS SIS SOBRU SVS T&H TOOM TSC-test UBV UMCU UML/TD VC V&A VR VRU VZ Wabo WO WOB
Paraatheid & Meldkamer Personeel & Organisatie Personeelsinformatiestysteem voor overheid en non-profit Preventief periodiek medisch onderzoek Preventieactiviteitenplan Plan van aanpak Regionale Alarmcentrale Regionale ambulancevoorziening voor de provincie Utrecht Regionaal beleidsteam Risico- & Crisisbeheersing Risico inventarisatie & evaluatie Database regionaal risicoprofiel Regionaal operationeel team Snelle Interventie Eenheid in kader OMS (pilot Utrecht) Slachtoffer informatie systematiek Stichting opleidingen brandweer regio utrecht Slachtoffervolgsystematiek Toezicht & Handhaving Terugdringen ongewenste en onechte meldingen Taakspecifieke conditietest Utrechtse Bosbrandweer vereniging Universitair medisch centrum Utrecht Uitrusting, materieel & logistiek/technische dienst Verbindingscommandowagen Vergunningverlening & Advisering Veiligheidsregio Veiligheidsregio Utrecht Veiligheidszorg Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Waterongevallen Wet openbaarheid van bestuur
90
Programmabegroting 2014
Bijlage: overzicht bijdrage per gemeente aan de VRU en aan de MKA.
GEMEENTE Amersfoort Baarn Bunnik Bunschoten De Bilt De Ronde Venen Eemnes Houten IJsselstein Leusden Lopik Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen Soest Stichtse Vecht Utrecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zeist Totaal
Kadernota 2014 inclusief MKA
Totaal gemeentelijke bijdrage begroting 2014
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
€ 8.037.230 € 1.452.870 € 869.044 € 978.707 € 2.571.854 € 2.370.401 € 577.946 € 1.868.330 € 1.405.039 € 1.341.358 € 905.576 € 866.142 € 3.044.128 € 617.873 € 365.826 € 1.104.369 € 2.520.279 € 3.828.995 € 23.680.751 € 3.321.048 € 2.494.277 € 1.057.479 € 1.455.001 € 2.568.536 € 721.377 € 3.619.702 € 73.644.137
8.005.647 1.449.253 866.802 975.926 2.428.568 2.364.460 576.503 1.862.578 1.400.834 1.337.486 903.301 864.234 3.033.433 616.418 364.955 1.101.715 2.513.560 3.819.462 23.997.402 3.313.626 2.486.769 1.084.631 1.451.531 2.562.015 719.457 3.607.861 73.708.426
Waarvan begroting 2014 VRU € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
8.004.035 1.447.414 865.809 974.182 2.562.430 2.360.772 575.970 1.857.510 1.397.368 1.334.885 902.430 863.095 3.030.532 615.668 364.746 1.100.100 2.510.067 3.814.809 23.609.950 3.310.246 2.480.203 1.053.079 1.449.836 2.557.321 718.682 3.605.988 73.367.127
Waarvan begroting 2014 MKA € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
33.195 5.456 3.235 4.525 9.424 9.628 1.976 10.820 7.672 6.473 3.146 3.047 13.596 2.206 1.081 4.268 10.211 14.186 70.801 10.802 14.075 4.401 5.165 11.214 2.694 13.714 277.010
In bovenstaand overzicht is allereerst de geraamde bijdrage conform de kadernota 2014 opgenomen. Ten opzichte van deze kadernota, heeft in de begroting nog een aanpassing plaatsgevonden in verband met de verhoging van de pensioenpremies met 1,3%. Hiervan komt 70% voor rekening van de werkgevers. Rekening houdend met franchises stijgen de loonkosten voor de VRU gemiddeld met ongeveer 0,6%. In de begroting zijn de exacte bedragen per loonschaal doorgerekend. Ten opzichte van de kadernota stijgt de gemeentelijke bijdrage hierdoor met € 239.725. Deze stijging verklaart het verschil tussen de eerste kolom met de bijdrage volgens de kadernota en de tweede kolom met de bijdrage gebaseerd op de begroting. Voor gemeente De Bilt wijkt dit af omdat de maatwerkkorting is ingelopen. Voor de gemeenten Utrecht en Vianen wijkt dit af door bezuinigingen op het aanvullende takenpakket.
Beantwoording openstaande + aanvullende vragen n.a.v. De Ronde 21 mei 2013
Onderwerp
: Concept-jaarstukken 2012 en Concept-programma begroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Beh. afdeling
: MO-VW
Nr. Vragensteller (partij)
DOCS open:
4401007
Vraag
Antwoord
1. PvdA
De VRU geeft aan in de jaarrekening 2012 dat de kosten voor keuringen (211.000 euro), werving en selectie (327.000 euro), studiekosten (250.000 euro), loopbaanbeleid (75.000 euro) en reis en verblijfskosten (280.000 euro) lager dan begroot waren. De kengetallen hiervoor zijn te ruim en worden in de begroting 2014 bijgesteld. De PvdA wil duidelijkheid over de wijze waarop dit doorwerkt in de financiële bijdragen van de gemeenten. Mocht dit niet doorwerken in de financiële bijdragen van de gemeente, kan de burgemeester duidelijk maken waar deze "besparing" van ongeveer 1,1 miljoen euro in de toekomst ten gunste van komt of voor zal worden gereserveerd?
De begroting 2014 is financieel op orde gebracht. De kengetallen die in het verleden zijn gehanteerd om de begroting op te bouwen, zijn bijgesteld op basis van ervaringscijfers uit 2011 en 2012. In de praktijk bleken kengetallen soms te ruim en soms te krap. Dit is gecorrigeerd in de begroting. Tevens is het gelukt om de bezuinigingen die incidenteel waren ingeboekt, nu structureel te verwerken en zijn de risico’s als gevolg van de BTW en de werkkostenregeling opgevangen binnen de begroting. De ruimte die zat op onder andere de posten die genoemd zijn in de vraag, zijn ingezet om dit te realiseren.
2. PvdA
Is de burgemeester het met de PvdA eens dat het financiële nadeel dat voortkomt uit de BTW stijging, hoe hoog deze ook zal zijn, structureel opgelost moet worden binnen de begroting van de VRU?
3. PvdA
Indien de BDUR niet opgehoogd wordt ontstaat er een structureel nadeel van 535.000 euro. Indien de BDUR verder opgehoogd wordt, dan is nog er nog sprake van een structureel nadeel van 39.479 euro. Het nadeel van 535.000 is structureel opgevangen binnen de begroting van de VRU. Indien uit de voorjaarsnota blijkt dat de ophoging van de BDUR wel doorgaat, kan de PvdA er dan vanuit gaan dat de VRU het structurele voordeel van 495.521 euro (535.000 - 39.479) door middel van een begrotingswijziging, ten gunste laat komen van de gemeenten door een verlaging van de gemeentelijke bijdrage?
Wij hebben de VRU per brief van 25 maart 2013 laten weten dat uitgangspunt is dat de mogelijke financiële risico’s (BTW, werkkostenregeling, rijksbezuinigingen) worden opgevangen binnen de begroting van de VRU”. Zoals uit het antwoord bij vraag 1 blijkt, heeft de VRU de risico’s als gevolg van de BTW opgevangen binnen de begroting. Indien dit voordeel zich voordoet, zal binnen het bestuur van de VRU mede in het licht van de actuele financiële context de bestemming van deze middelen worden besproken.
4. PvdA
Heeft de gemeente Amersfoort gebruiksovereenkomsten en demarcatielijsten afgesloten met de VRU over het gebruik, beheer en onderhoud van de brandweerkazernes en of deze ook nodig zijn? Zo ja, kan de gemeente deze aan de raad verstrekken en zo, nee wanneer kunnen wij deze verwachten?
Nee
5.
Op bladzijde 12 van de financiële verantwoording MKA wordt gesproken over personeelskosten en verschillen hierin. De raad ziet dat graag uitgedrukt in aantallen fte' s en toelichting op de inhuur. Verder blijkt dat de ambulancezorg een negatief resultaat had. Welke effecten heeft dit op de reserves? Graag een toelichting op de systematiek van de ambulancezorg.
Op pagina 13 van de verantwoording MKA staat vermeld hoeveel medewerkers er gemiddeld als verpleegkundig centralist werkzaam zijn. De inhuur personeel, in de volksmond uitzendkrachten genoemd, heeft te maken met de uitzendkrachten die de ziektevervanging doen voor de zieke meldkamercentraliste. Daarnaast is er al geruime tijd een teamleider MKA ingehuurd voor een beperkt aantal dagen per week. Deze is in 2012 o.a. belast geweest met de invoering van Nederlandse Triage Standaard op de MKA in Utrecht. Het resultaat van de MKA kwam negatief uit en dit saldo is ten laste van de reserves gekomen.
6.
De GHOR betaalt soms stallingsvergoeding tbv de ambulances aan gemeenten. Heeft Amersfoort ook zo'n stallingsvergoeding ontvangen?
Nee. Het betreft hier geen vergoeding voor stalling van ambulances maar van voertuigen van de Geneeskundige Combinatie (GNK). In de VRU regio zijn drie GNK sets: in Woudenberg, Woerden en in Utrecht. Er is dus geen sprake van een vergoeding aan de gemeente Amersfoort.
7.
In de begroting 2013 wordt aangegeven dat de vrijgevallen sobru gelden beperkt inzetbaar zijn voor de algemene reserve. Nu blijkt dat de sobru reserve vervalt en onder de algemene reserve wordt gebracht. Mag en kan dit?
De reserve mag in principe alleen aangewend worden voor opleidingsgerelateerde zaken, zoals het organiseren van cursussen, instructies, informatiedagen e.d. in het kader van brandweeropleidingen.
Vanuit de VRU heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de gebouwgebondenkosten en de aanwezige budgetten bij gemeenten. Deze inventarisatie levert onvoldoende resultaten op. Daarom is besloten tot een aanvullend extern onderzoek, om heldere afspraken te kunnen maken tussen de VRU en gemeenten rondom het gebruik van de uitruklocaties. Nadere voorstellen aan het bestuur zullen na de zomer gedaan worden vanuit de VRU.
Omdat de omvang van de algemene reserve circa € 500.000 onder
het vereiste minimum ligt, is er gezocht naar een alternatief dat niet leidt tot meerkosten voor gemeenten. In dat kader is bij de gewijzigde begroting 20I3 besloten om de aanwezige bestemmingsreserves zonder concrete bestedingen (zoals de SOBRU) hiervoor in te zetten. Op de SOBRU reserve is op dit moment geen bestedingsperspectief. Daarom is het mogelijk om deze reserve zo nodig in te zetten ter dekking van tekorten.
8.
Het verschil in de gemeentelijke bijdrage van Amersfoort tussen 2012 en 2014 is 2 ton. Wordt dit veroorzaakt door effecten van indexering of zijn er nog andere zaken die een rol spelen in dit verschil?
De mutatie in de bijdrage wordt enerzijds veroorzaakt door indexering, maar anderzijds speelt het aantal inwoners een rol. Een deel van de kosten (box 3) wordt verdeeld op basis van inwoneraantallen. Door toe- of afname van dit aantal, verandert de onderlinge verhouding, wat in geval van een groeigemeente resulteert in een relatief hogere bijdrage.
9.
Wat is er gebeurd met de 1,1 miljoen die over is en waarover gesproken wordt in het jaarverslag 2012? Wordt dit benut om de tweede tranche aan bezuinigingen in te vullen?
Zie het antwoord op vraag 1.
Collegeprogramma 2013-2014 Concrete invulling voor 2013 Kadernota voor 2014 Doorkijk naar 2015-2017 23 april 2013
Pagina |2
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ..................................................................................................... 2 1. INLEIDING: VERTROUWEN IN SAMENWERKING ............................................................. 3 2. ONZE INZET VOOR DE KOMENDE PERIODE .................................................................. 4 Concrete resultaten voor 2013 ......................................................................................4 De financiële vertaling van de ambities voor 2013 ..............................................................7 Incidentele dekking vanuit het coalitieakkoord ..................................................................8 3. NIEUW PERSPECTIEF ............................................................................................ 9 Kennis en kunde in de samenleving benutten ....................................................................9 Onze buurt ..............................................................................................................9 Vangnet met meerwaarde............................................................................................9 Beweging in het sociale domein................................................................................... 10 Online gemak ......................................................................................................... 10 Een sterke regio ...................................................................................................... 10 Vitale, duurzame stad .............................................................................................. 10 4. DE STRUCTURELE FINANCIËLE OPGAVE .................................................................... 12 De financiële opgave als gevolg van rijksbezuinigingen ...................................................... 12 Effecten van het Coalitieakkoord ................................................................................. 15 Overige financiële ontwikkelingen ............................................................................... 15 Overzicht: de totale financiële opgave .......................................................................... 17 5. OPLOSSINGSRICHTINGEN VOOR 2014 ...................................................................... 18 Richtingen en opdrachten vanuit het Coalitieakkoord ........................................................ 18 Budgettaire nullijn .................................................................................................. 19 Structurele dekking vanuit het coalitieakkoord ................................................................ 22 Het structurele beeld voor 2014 .................................................................................. 24 6. EEN DOORKIJK: OPLOSSINGSSTRATEGIE VOOR 2015 EN DAARNA .................................... 25 Een grote bezuinigingsoperatie ligt nog in het verschiet ..................................................... 25 Doorvertalen van de onderwijskorting naar het onderwijsveld ............................................. 25 Ruimte voor een nieuw college om een nieuwe operatie voor te bereiden ............................... 25 7. OVERIGE ONDERWERPEN ...................................................................................... 26 Lokale lasten ......................................................................................................... 26 Risico’s en Weerstandsvermogen ................................................................................. 27 Bezuinigingstaakstelling grote projecten ........................................................................ 29 Voortgang implementatie bezuinigingsmaatregelen .......................................................... 29 Wijkse voorzieningen Vathorst .................................................................................... 31 Inhuur externen ...................................................................................................... 33
Pagina |3
1. Inleiding: vertrouwen in samenwerking Het college dat eind februari is aangetreden wil de korte periode tot aan de volgende verkiezingen zoveel mogelijk voortgang maken. Op de korte termijn, met afspraken uit het coalitieakkoord die al dit jaar zichtbaar worden, en ook op de middellange termijn, gezien de fors oplopende bezuinigingsopgave. Wij zien de ernst van de komende bezuinigingen, maar willen ook kansen benutten. We doen dat in samenwerking met raad, wijk, stad en regio en hebben vertrouwen in de kracht, kennis en kunde van mensen die samen een vitale samenleving maken. Gezien de nieuwe bestuurlijke door start doorbreekt deze nota de afspraak om over te gaan naar een ‘vierjarige’ kadernota. Om diezelfde reden hebben wij ook een hoofdstuk opgenomen over de resultaten die wij in het lopende jaar willen boeken, als uitwerking van het coalitie-akkoord. Accenten in onze aanpak In onze stijl van besturen leggen we het accent op uitvoering en resultaten. Dat doen we in samenspraak met de stad, de raad en de regio. Naar de regio nemen we een open houding in gericht op samenwerking, want een sterke regio is goed voor de Amersfoorters. Dit college legt ook een accent op de ontwikkelingen in het sociale domein. Met de overheveling van rijkstaken op het gebied van jeugd, zorg, en arbeidsparticipatie naar gemeenten willen en moeten we zaken in beweging zetten. We willen voorzieningen dicht bij mensen brengen en omgekeerd mensen betrekken bij de zorg voor hun buurt en voor elkaar. Voor hen die door persoonlijke of economische tegenspoed worden geraakt zorgen we dat er een vangnet is, en maken daar extra middelen voor vrij. Ook hebben we speciale aandacht voor jeugd en jongeren. Amersfoort is een vitale, groene en aantrekkelijke stad. Wij zetten ons in om dat ook in de toekomst zo te laten zijn. Daarvoor moeten we banen en bedrijven werven, de mobiliteit op peil houden en er voor zorgen dat onze maatregelen duurzaamheid bevorderen. In het volgende hoofdstuk staan concrete resultaten voor 2013 benoemd. Voortgang en duidelijkheid op een aantal belangrijke langlopende dossiers, zoals Vathorst, Eemplein/Eemhuis, Sportcomplex Hogekwartier en de Westelijke Ontsluiting, komen daar nog bij. De samenleving verandert, en wij moeten, om meerdere redenen, daar onze gemeentelijke werkwijze op aanpassen. Nieuw Perspectief is een laatste accent in onze aanpak dat wij hier noemen: een voorwaardescheppende overheid, die problemen aanpakt vanuit een ontkokerde blik. Vertrouwend op samenwerking met de netwerksamenleving. Dat is nodig ook, want in de jaren na 2014 zal de bezuinigingsopgave nog fors oplopen. Wij willen deze druk inzetten voor vernieuwing en veerkracht. Leeswijzer Hierna volgt eerst een hoofdstuk over het lopende jaar: onze inzet op concrete resultaten in 2013, op een sluitende begroting voor 2014 en op de aanzet voor de middellange termijn. Ook financiële aspecten over 2013 komen aan de orde. Het hoofdstuk daarna gaat in op ‘Nieuw Perspectief’, onze aanzet voor de verkenning naar andere werkwijzen. Daarop volgen in zes pagina’s de elementen die opbouwen tot onze structurele financiële opgave (p.12), gevolgd door een hoofdstuk over de oplossingsrichting voor 2014. Het zesde hoofdstuk benoemt enkele belangrijke onderwerpen in de doorkijk naar 2015 en daarna, en tenslotte komen een aantal ‘overige’ onderwerpen aan de orde waarover wij u willen informeren omdat ze in financiële zin mede de ruimte bepalen die in deze nota aan de orde is.
Pagina |4
2. Onze inzet voor de komende periode 2013: concrete resultaten boeken en lange termijn strategie voorbereiden Ons college is aangetreden ongeveer een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen. Met nog maar een klein jaar voor de boeg, moeten we erkennen dat de tijd om resultaten te boeken beperkt is. Toch hebben wij de ambitie om in het laatste jaar van deze raadsperiode een aantal zichtbare, concrete resultaten neer te zetten. Het coalitieakkoord biedt daarvoor een uitstekende basis. In het coalitieakkoord is aangegeven dat het door de gewijzigde financiële en maatschappelijke omstandigheden nodig is om de verhouding tussen gemeentelijke taken enerzijds en verantwoordelijkheden van inwoners en organisaties anderzijds te herijken. Wij zien het als onze opdracht om in 2013 deze lange termijn strategie voor te bereiden ten behoeve van een nieuwe raad en een nieuw college, dat zal aantreden na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014. Zie ook hfdst. 3 en 6. Reëel en structureel sluitende begroting voor 2014 Het is onze inzet om voor 2014 een begroting te presenteren waarin we concrete oplossingen bieden voor de financiële opgave waarvoor we staan. Dit sluit aan bij de wijze waarop de provinciale toezichthouder onze begroting beoordeelt. De regelgeving op dit punt is aangescherpt. Er moet sprake zijn van een reëel en structureel sluitende begroting. De term reëel heeft betrekking op de mate van realiteit van de ramingen. Structureel wil zeggen dat tegenover de structurele lasten ook structurele baten dienen te staan. Nieuw Perspectief draagt op korte termijn onvoldoende bij aan de structurele financiële opgave voor 2014. Daarom moeten we bij het sluitend maken van de begroting voor 2014 terugvallen op de meer klassieke oplossingsstrategieën. Het coalitieakkoord heeft daarvoor een aantal richtingen aangegeven: Bezuinigen, Efficiencymaatregelen, en Lokale lasten. Zie verder hfdst. 5 en 7. Een inhoudelijke en financiële doorkijk naar 2015 en volgende jaren Het College heeft er voor gekozen om eerst en vooral de jaarschijf 2014 van de nieuwe meerjarenbegroting sluitend te maken. Met een concreet, structureel sluitende begroting 2014 willen we niet alleen voldoen aan de regelgeving op dit punt, maar door Nieuw Perspectief vooraf te laten gaan aan de invulling van de financiële opgave voor 2015 en volgende jaren, geven we tevens de aanzet om ‘visievol’ te bezuinigen, zoals het coalitieakkoord ons opdraagt.
CONCRETE RESULTATEN VOOR 2013 Hierbij geven wij een overzicht van aantal belangrijke resultaten in 2013. Dit is overigens geen uitputtende lijst.
Onderwerp Toelichting Steun- en informatiepunten in de Instellen wijk-of gebiedsgerichte teams waarin professionele organisaties wijken / behoud activiteitencentra en informele aanbieders samenwerken op wijkniveau met als doel een afgestemd aanbod van zorg- en welzijnsdiensten. -
Implementatie sociale agenda’s, Implementatie bezuinigingen: haalbaarheidsonderzoeken naar de mogelijkheden voor het verplaatsen van welzijnsactiviteiten naar andere locaties, maatschappelijk aanbesteden van een aantal wijkaccommodaties en eventueel verkoop / verhuur wijkaccommodaties.
-
Realiseren van 4 activiteitencentra in de stad maatschappelijke overname, hetzij op andere wijze).
(hetzij
via
Pagina |5
Onderwerp
Toelichting -
Afbouwen subsidiëring wijkaccommodaties.
-
Het Makelpunt is vanaf 1 januari 2013 operationeel.
-
Uitwerken ‘formule’ STIPS en implementatie
Sociale maatregelen in economisch Ontwikkelen van reeks van sociale maatregelen, deels in de vorm van moeilijke tijden / vangnet een fonds, gericht op inwoners die hard geraakt worden door de crisis en armoedebeleid dreigen te worden uitgesloten en indirect op initiatieven in de stad die bijdragen aan armoedebestrijding. Sociaal Domein N.a.v. het regeerakkoord voortzetten van de voorbereiding van de decentralisatie AWBZ. De beleidsmatige uitgangspunten voor een te organiseren of te vernieuwen wijkgerichte ondersteuning nemen wij op in het nieuwe WMO-beleidskader. Hierin nemen wij ook de wijzigingen in de WMO Hulp bij het huishouden op. In 2015 is de decentralisatie van een groot deel van de jeugdzorg een feit. In 2013 gaan we verder met de voorbereiding van deze decentralisatie. Dit doen we onder andere met een experiment in het Soesterkwartier. Hierbij wordt samenhang gezocht met andere belangrijke ontwikkelingen, waaronder passend onderwijs. Westelijke Ontsluiting Wij voeren – samen met de provincie- een onderzoek uit naar de haalbaarheid van een tracé voor de Westelijke ontsluiting, zoals is aangegeven in het coalitieakkoord. Aanbesteding Kersenbaan In 2013 willen we de aanbesteding van de Kersenbaan afronden en starten met de uitvoering. Inrichtingsplan Elisabethlocatie Samen met betrokken bewoners wordt een inrichtingsplan voor een groene inrichting van de Elisabethlocatie opgesteld. Aanbesteding sportcomplex Voor het sportcomplex Hogekwartier is gekozen voor een design & buildHogekwartier aanbesteding: alle betrokken partijen hebben samen een voorstel ingediend voor het ontwerp en de bouw. Daardoor worden kennis en innovatiekracht gebundeld, wordt efficiënt gewerkt en heeft de gemeente te maken met één contractpartij die ontwerpt en bouwt. Binnenkort komt een voorstel naar de raad, teneinde het aanbestedingsproces te starten. Jongeren betrekken Jongeren meer betrekken bij politiek en bestuur van de stad. Versteviging samenwerking Versteviging van de samenwerking en programmering tussen de culturele instellingen verschillende culturele instellingen in de stad (podia, musea, festivals). Organisatorische samenwerking tussen de diverse podia. Bestuurlijke en beleidsmatige samenwerking met de gemeente Utrecht. Actualisering Milieubeleidsplan De insteek is één geïntegreerd strategisch plan op te stellen, waarin zowel de milieubeleidsvelden aan bod komen als ook de wijze van samenwerken met de stad.
Pagina |6
Onderwerp Toelichting Duurzaamheid In al onze besluitvorming wegen wij duurzaamheid zichtbaar mee. Versterken groene netwerk Met een groene dag (en andere activiteiten), georganiseerd voor en door milieu-organisaties in de stad, wordt het groene netwerk versterkt en uitgebreid. Onderwijshuisvestingsplan In overleg met alle betrokken schoolbesturen stellen we de inhoudelijkeen financiële kaders op t.b.v. een Integraal Huisvestingsplan (IHP). Hier moet de huisvesting van het primair en voortgezet onderwijs aan voldoen. Duurzaamheid is een belangrijk uitgangspunt. N.a.v. het coalitieakkoord wordt nader invulling gegeven aan mogelijkheden voor verdere doordecentralisatie. Of de doordecentralisatie middelen oplevert, is nog onzeker en zal nog moeten blijken. Faciliteren van economische groei -
Actualisatie Economische Agenda. In 2013 maken we een agenda met meer focus. Het verbeteren van de gemeentelijke werkwijze bij dienstverlening en bedrijvenacquisitie blijft speerpunt.
-
Vitaliteit en leegstand. Samen met marktpartijen nemen we maatregelen in ons beleid en onze dienstverlening om economische vitaliteit en aanpak leegstand te bevorderen.
-
Afronding EFRO project Amersfoort Innovatief Sterk, o.a. gericht op het stimuleren van de creatieve economie (Amersfoort Creatieve Stad) en innovatie met breedband en ICT (Amersfoort Breed).
-
Participatie in Economic Board regio Utrecht (EBU). Dit doen we samen met Regio Amersfoort. De agenda van EBU is het nieuwe kader voor ons innovatieprogramma.
-
Intensiveren van de inzet op acquisitie en accountmanagement, om banen voor Amersfoort te werven en behouden.
Woonvisie 2011-2020 Over verschillende onderwerpen uit de Woonvisie gaan we met marktpartijen in gesprek: woonmilieus, beschikbaarheid van woningen, functiemenging (wonen en werken), Amersfoort in de regio, en kwaliteit en duurzaamheid.
Burgers actief betrekken bij beheer Zie hiervoor ook de paragraaf ‘onze buurt’ in het hoofdstuk 3 over nieuw eigen omgeving perspectief. Geactualiseerd sportbeleid Met de actualisatie streven wij de volgende ambities na: -
Zoveel mogelijk Amersfoorters sporten en bewegen;
-
Sterke, brede sportverenigingen die de ruimte krijgen;
-
Efficiente en effectieve multifunctionele sportvoorzieningen;
-
Een beweegvriendelijke openbare ruimte.
Vathorst Samen met de aandeelhouders uitvoeren van een verkenning naar de afronding van Vathorst, waarbij financiële risicobeheersing centraal staat (conform RIB’s 2012-101 en 2012-114). In het voorjaar van 2013 zijn de eerste resultaten van de verkenning te verwachten.
Pagina |7
Onderwerp Uitvoeringsagenda binnenstad -
Toelichting Actualisatie uitvoeringsagenda binnenstad. In 2013 houden we met onze partners ook de huidige visie binnenstad tegen het licht. Evaluatie Ondernemersfonds 2013.
-
Stimuleren ambulante handel voor meer levendigheid, met name op de route Eemplein-binnenstad.
-
Spreiding van Festivals
Horecanota In afstemming met horeca partners actualiseren we de horecanota. Oplevering Eemhuis Eind 2013 is de oplevering van het Eemhuis gepland, zodat de inrichting voor de gebruikers van start kan gaan. Oplevering park Randenbroek Herinrichten van Park Randenbroek en omgeving en het Waterwingebied.
DE FINANCIËLE VERTALING VAN DE AMBITIES VOOR 2013 Nieuwe wensen In het op 12 februari 2013 gesloten coalitieakkoord staat een aantal nieuwe wensen, zoals de realisatie van nieuwe Steun- en Informatiepunten (STIPS) en Activiteitencentra, het verzachten van de gevolgen van de Participatiewet en het in stand houden van de Combinatiefuncties. Voor 2013 gaat het om een bedrag van € 3 miljoen. Ten opzichte van het coalitieakkoord voeren wij één wijziging door: Bij het voorstel voor de bestemming van het rekeningsresultaat over 2012 hebben wij reeds € 1 miljoen geoormerkt voor het sociaal vangnet. Dit konden wij dekken door de benutting van de meevaller op het programma Werk en Inkomen. Dit wordt nu in mindering gebracht op de geoormerkte middelen voor dit doel in 2013. Bij de bestemming van het rekeningssaldo 2012 hebben wij uiteindelijk € 1 miljoen extra moeten onttrekken aan de saldireserve. Dat kan in 2013 worden verevend. Per saldo blijft de financiële opgave in 2013 hierdoor gelijk. De overige financiële ontwikkelingen over 2013 in beeld gebracht bij de Zomerrapportage Net als ieder jaar, zal ook dit jaar weer een Zomerrapportage worden uitgebracht waarbij de financiële ontwikkelingen voor het lopende begrotingsjaar (algemene uitkering, ontwikkelingen m.b.t. de bijstand, rente etc.) in beeld worden gebracht. In deze nota gaan wij daar niet op in.
Pagina |8
Incidentele opgave vanuit het coalitieakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2013
STIPS
-0,75
Activiteitencentra
-0,35
Sociaal vangnet
-0,5
Sport
-0,07
Jongeren
-0,1
Cultuur
-0,2
Aanvulling saldireserve
-1,0
Totaal
-3,0
2014
2015
2016
2017
INCIDENTELE DEKKING VANUIT HET COALITIEAKKOORD Teruggaaf afvalstoffenheffing en rioolrecht inzetten voor prioriteiten In de Tussenbalans vorig jaar is besloten om gedurende drie jaar (2013 t/m 2015) tot terugbetaling over te gaan van de meevallers van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. In het coalitieakkoord is besloten om deze middelen in te zetten voor de incidentele prioriteiten. Rentevoordeel als gevolg van de contractafspraken met Meander Medisch Centrum Binnen de contractafspraken met Meander Medisch Centrum gaan wij uit van betaling voor gronden en opstal per medio 2014. Dit geeft een voordeel op kapitaallasten van € 900.000. Aflopen bestuursakkoord Bijstand Als gevolg van het aflopen van het bestuursakkoord inzake de bijstand kon over 2012 een voordeel worden gehaald ten opzichte van de begroting. In de Zomerrapportage is de gemeenteraad hierover geïnformeerd. Naar verwachting zal dit ook een doorwerking hebben in 2013. Daarom kan zonder gevolgen voor de doelgroep en zonder grote financiële risico’s hieraan in 2013 het resterende bedrag van € 300.000 worden onttrokken. Overzicht incidentele dekkingsmaatregelen Coalitieakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2013
Terugdraaien teruggaaf afvalstoffenheffing en rioolrecht Rente voordeel contract Meander Medisch Centrum
0,6
Aflopen bestuursakkoord bijstand
0,3
Totaal incidentele dekking
0,9
Incidentele opgave
-3,0
Saldo
-2,1
2014
2015
0,9
0,9
0,3
1,2
0,9
1,2
0,9
2016
2017
Pagina |9
3. Nieuw Perspectief KENNIS EN KUNDE IN DE SAMENLEVING BENUTTEN Ons college werkt aan een moderner stadsbestuur, dat vertrouwen krijgt van de Amersfoortse samenleving en dat vertrouwen heeft in de eigen verantwoordelijkheid van inwoners. Kennis en kunde die in de samenleving aanwezig is moet zo goed mogelijk worden benut. Tegelijk willen wij een vangnet bieden voor mensen in moeilijke situaties. Ook samenwerking in de regio moet worden versterkt. Daarnaast zijn wij ons bewust van de noodzaak om in de komende jaren structureel te bezuinigen. Wij willen andere werkwijzen verkennen, waarin burgerinitiatieven meer ruimte krijgen en het gezamenlijk met de stad en de regio oppakken van publieke taken wordt onderzocht. Op 5 februari 2013 werd op een rondetafelbijeenkomst met Amersfoorters, raads- en collegeleden en ambtenaren een opzet besproken voor die verkenningen naar andere werkwijzen vanuit een ‘nieuw perspectief’. Hieronder worden op een aantal thema’s voorbeelden geschetst. Andere thema’s zijn mogelijk en kunnen zeker volgen. Nadrukkelijk betreft het hier een tussenstand. Een en ander moet nog worden opgeschaald, al was het alleen maar omdat we in transitie zijn naar een kleinere overheid: de rolverdeling met de samenleving zal echt veranderen. In samenhang met en als onverbrekelijk onderdeel van het Nieuwe Perspectief is een organisatieontwikkeling ingezet onder de titel ‘Samen-foort’. Doel is om de organisatie meer open te laten staan naar de omgeving, naar het bestuur en naar elkaar. In het coalitie-akkoord ‘Samenwerken in Vertrouwen’ wordt het college gevraagd met nadere voorstellen te komen. Op 9 april jl besprak de raad de voordracht ‘Nieuw Perspectief – verkenning van andere werkwijzen’. De discussie daarover wordt vervolgd. De lopende verkenningen naar andere werkwijzen, waarover wij u in deze nota een tussenstand zouden melden, helpen daarbij.
ONZE BUURT De verkenning ‘onze buurt’ biedt mogelijkheden om mensen ruimte en verantwoordelijkheid te geven in hun directe leefomgeving. Vaak zijn mensen daarbij al zeer betrokken: het is concreet, tastbaar en dicht bij huis. Wij willen het gevoel van eigenaarschap van de directe leefomgeving teruggeven aan de Amersfoorters zelf. In de afgelopen jaren is al veel ervaring opgedaan met zelfbeheer-projecten. Kan het opdrachtgeverschap voor het dagelijks beheer verdergaand worden overgedragen aan bewoners?
VANGNET MET MEERWAARDE Kunnen door een intensivering en vernieuwing van de aanpak meer mensen met een WSW of WWB achtergrond op vacatures worden geplaatst? Om die vraag te beantwoorden werd met de SRO (verbonden partij) en het Crematorium en Begraafplaatsen een concrete business case uitgewerkt. Als meer vacatures beschikbaar komen wordt de doorstroom in het WWB/WSW-bestand vergroot en zal het bestand als totaal afnemen. Dat is prettig voor betrokkenen en kan geld besparen. De nieuwe aanpak komt bovenop de huidige werkgeversbenadering. Ter vergelijking: in 2012 werden bijna 250 mensen uit een uitkering in een reguliere baan geplaatst en zo’n 280 in een deeltijdbaan, waardoor de uitkeringslast daalde.
P a g i n a | 10
BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN De komende jaren willen en moeten wij een forse beweging in het sociale domein maken. Wij willen (zorg)taken beter regelen en dichter bij de mensen brengen. Er worden taken in de Jeugdzorg, AWBZ en arbeidsparticipatie overgeheveld vanuit het rijk, waarvoor minder geld beschikbaar is. De decentralisaties van deze taken bieden zowel een kans voor verbetering als ook een opgave om met een andere manier van werken de bezuinigingen zoveel mogelijk op te vangen.
ONLINE GEMAK Kunnen we de dienstverlening zó moderniseren dat de klant actiever wordt en de kosten afnemen? In de reisbranche is het al heel gewoon: je boekt zelf je ticket, kiest een comfort-niveau en print je boarding-pass. De gemeente kan hier nog wat van leren. Kunnen we 90% van de klantvragen via een ‘Easyjet-methode’ afwikkelen en de dure face-to-face begeleiding beperken tot de 10% voor wie het digitale kanaal niet voldoet of voor wat wettelijk nog niet mag? Onze ambitie is om nog dit jaar 5 producten/diensten te digitaliseren aan de hand van een op te stellen businesscase. Hierbij is niet enkel ‘de voorkant’ maar het hele proces in beeld, ook over de grens van onze eigen uitvoering bij bijv. keten- en regiepartners. Uit een eerste inventarisatie van ideeën en mogelijkheden blijkt een fors besparingspotentieel. Op voorhand gaan wij uit van een structurele besparing van € 0,1 miljoen met ingang van 2014.
EEN STERKE REGIO Een sterke regio levert ons allemaal wat op en is goed voor Amersfoorters. Dan gaat het om samenwerking in bedrijfsvoering en in beleidsonderwerpen. Welke bedrijfsvoeringstaken kunnen gezamenlijk worden uitgevoerd, om schaalvoordelen te behalen en/of kwetsbaarheid te verminderen? Daarbij speelt in regiogemeenten de bestuurlijke behoefte om de eigen zelfstandigheid zeker te stellen. In bedrijfsvoeringstaken wordt nu eerst nader verkend hoe een gezamenlijke inkoop tot stand kan komen. Op termijn liggen er kansen voor o.a. ICT en een expertisepool, mogelijk ook administraties. Op het gebied van inhoudelijke en beleidsmatige samenwerking zijn momenteel de volgende onderwerpen actueel: bedrijfsterreinen en coördinatie van bedrijvenvestiging; regionale woningbouwprogrammering; recreatie en toerisme; voorzieningen (in een verkennend stadium); sociaal domein. Ons college hecht aan een sterke regio en heeft dat benadrukt in een brief aan de regiogemeenten (2 april 2013). Samenwerking vereist op de eerste plaats goede omgangsvormen en onderling vertrouwen. In 2013 worden nog enkele momenten gecreëerd waarop de colleges en de gemeenteraden elkaar kunnen ontmoeten rond actuele samenwerkingsthema’s, zoals de ontwikkelingen op het Sociaal Domein.
VITALE, DUURZAME STAD Amersfoort heeft toekomst als duurzame stad. Economisch blijven de inzichten uit de economische visie van de Commissie Van Ek leidend (waaronder 1700 banen per jaar). Ons coalitie-akkoord beschrijft ook ambities op het gebied van duurzaamheid. Voor de verdere toekomst van de stad is de vraag: hoe kunnen we de beweging versterken, gericht op een schaalsprong in vitaliteit en duurzaamheid? Daarbij is het perspectief van de transitie nodig: het gaat om een blijvende verandering.
P a g i n a | 11
Transities vragen om een actieve, maar wel anders acterende overheid. Van sturen en voorschrijven, naar meer anticiperen en faciliteren. Hier dringt het nieuw perspectief zich op: als gemeente willen we meer uitgaan van wat speelt in de stad en met een open, flexibele houding onze inzet plegen. Bovenstaande verkenningen geven zicht op andere werkwijzen maar zijn momenteel niet ver genoeg om de bezuinigingsopgave 2014 te dragen. Ook met Nieuw Perspectief zelf moeten wij nog een schaalsprong maken met het oog op de structurele financiële opgave, die in het volgende hoofdstuk wordt besproken.
P a g i n a | 12
4. De structurele financiële opgave DE FINANCIËLE OPGAVE ALS GEVOLG VAN RIJKSBEZUINIGINGEN Uitgangspunt: Begroting bestaand beleid is sluitend De financiële opgave voor de komende meerjarenbegroting bestaat uit een aantal onderdelen, die hieronder een voor een de revue passeren en zo opbouwen tot de totale financiële opgave. We beginnen met de nieuwe begroting bij bestaand beleid. Dat zijn de jaarschijven van de lopende meerjarenbegroting, aangevuld met autonome (onontkoombare) ontwikkelingen zoals de ontwikkelingen in de bijstand, actualisering van kapitaallasten, echter zonder nieuw beleid. Voor deze nota nemen we als uitgangspunt dat de begroting bestaand beleid sluitend is. Dit is nog een forse opgave, vooral omdat we op een aantal terreinen worden geconfronteerd met een stijging van de BTW (van 19 naar 21%) die niet gecompenseerd wordt. Bijvoorbeeld bij onderwijs, bij individuele verstrekkingen en bij een aantal gesubsidieerde instellingen. Bovendien worden we op enkele onderdelen geconfronteerd met extreme prijsstijgingen, bijvoorbeeld bij het WMO-vervoer. In wezen gaat het hier om ontwikkelingen waar geen sprake is van bestuurlijke afweging, maar die onafwendbaar op ons af komen. We willen deze ontwikkelingen binnen de begroting bestaand beleid opvangen. Dat vraagt binnen de begroting bestaand beleid om een nadere afweging. In eerste instantie willen we bezien of we door het verder uitstellen van de vervangingsinvesteringen middelen kunnen vrijspelen die als dekking kunnen dienen. Daarbij moeten we wel bedenken dat we al een jaarlijkse stelpost voor onderuitputting in de begroting hebben opgenomen, die voor een groot deel gerealiseerd moet worden door het niet of later uitvoeren van geplande vervangingsinvesteringen. We hanteren als uitgangspunt dat de bezuinigingen op het sociale domein kunnen worden opgevangen binnen het beleidsterrein Vooralsnog gaan wij ervan uit dat de rijksbezuinigingen op het sociale domein worden opgevangen binnen het beleidsterrein zelf. De bezuinigingen zijn echter dermate omvangrijk, dat het onzeker is of deze veronderstelling haalbaar en houdbaar is. Zo hebben wij in de 20-miljoensoperatie een aantal maatregelen doorgevoerd, waar nu in het regeerakkoord op wordt bezuinigd. Deze bezuinigingen zullen dus op een andere manier moeten worden gecompenseerd. Daarnaast is het zeer wel denkbaar dat het één op één doorvertalen van rijksbezuinigingen tot maatschappelijke problemen leidt; hoe hier mee om te gaan is uiteindelijk een politieke afweging. Huidige meerjarenbegroting In de Tussenbalans is een taakstelling opgenomen van structureel € 6 miljoen. Daarmee anticipeerden we op de uitkomsten van het Lente-akkoord en het daarna te sluiten regeerakkoord. Deze taakstelling is onderdeel van de totale, nog op te lossen, financiële opgave. Bovenop de begroting bestaand beleid komen de effecten van het regeerakkoord en mogelijk nog bezuinigingsmaatregelen uit het zgn. ‘oranjeakkoord’ dat het kabinet begin maart jl. sloot met een aantal (oppositie)partijen, maar dat (vooralsnog) van tafel ging met het sociaal akkoord. Los van deze landelijke ontwikkelingen, zijn er andere zaken van invloed op het begrotingssaldo. In de huidige meerjarenbegroting 2013-2016 zijn de juni-, september- en decembercirculaire van het afgelopen jaar nog niet verwerkt, want de begrotingsopstelling vond eerder plaats dan het verschijnen van de circulaires. Deze circulaire gaven een vertekend (positief) beeld te zien, omdat de rijksbezuinigingen waar wij in de Tussenbalans al wel op geanticipeerd hadden, nog niet verwerkt waren in de circulaires. In onderstaande tabel wordt het effect van deze circulaires
P a g i n a | 13
afgezet tegen de reeds in de meerjarenbegroting ingeschatte lagere uitkering uit het gemeentefonds. Taakstelling op basis van huidige meerjarenbegroting, Inclusief juni- en septembercirculaire (Bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Bezuinigingstaakstelling Tussenbalans
-6,0
-6,0
-6,0
-6,0
Juni- en septembercirculaire
4,2
7,1
7,0
7,0
Totaal huidige meerjarenbegroting
-1,8
1,1
1,0
1,0
Effecten regeerakkoord Op 1 maart 2012 presenteerde het Centraal Planbureau de op dat moment nieuwste prognoses voor de economische situatie van 2012. Om aan de Europese norm van een begrotingstekort van maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product te voldoen, zou er in 2013 en latere jaren fors moeten worden bezuinigd op de rijksbegroting. Deze ontwikkelingen doorvertalend naar de Amersfoortse situatie, zou een aanvullende bezuinigingsoperatie van minimaal € 9 miljoen noodzakelijk zijn, zo werd in het voorjaar van 2012 bij de Tussenbalans geconcludeerd. Op Rijksniveau werd getracht deze opgave in te vullen via het zgn. Catshuisoverleg. Na het mislukken daarvan kwam een Kunduzakkoord of Lenteakkoord, dat later is vervangen door het Regeerakkoord van het kabinet Rutte II (na de verkiezingen van sept. 2012). Inmiddels is duidelijk dat de effecten voor Amersfoort niet beperkt zullen blijven tot het eerder ingeschatte bedrag van € 9 miljoen. De effecten van het regeerakkoord zijn op te splitsen in twee delen. Enerzijds zijn er de effecten die de rijksbezuinigingen hebben op het gemeentefonds via de ‘trap op trap af’ systematiek. Dat houdt in dat ontwikkeling van het Gemeentefonds gelijke tred houdt met de ontwikkeling van (een deel van)1 de rijksuitgaven. Wordt er op de rijksbegroting bezuinigt dan bezuinigt het Gemeentefonds evenredig mee, en omgekeerd. Een aantal weken na het verschijnen van het regeerakkoord heeft het Kabinet de zgn. ‘Startnota’ uitgebracht, waarin een aantal financiële uitgangspunten zijn bijgesteld of nader uitgewerkt. Deze Startnota gaf de eerste jaren een gunstiger beeld te zien dan aanvankelijk bij het Regeerakkoord werd verondersteld, maar vanaf 2016 verslechtert het beeld verder. De uitkomsten van de Startnota zijn vervolgens weer meegenomen in de Decembercirculaire van 2012.
1
Een aantal onderdelen van de rijksbegroting zijn uitgezonderd: Het betreft hier met name: Zorg, Sociale Zekerheid, Rente en de uitgaven voor Ontwikkelingssamenwerking.
P a g i n a | 14
Indicatieve effecten Regeerakkoord op gemeentefonds (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Regeerakkoord
0,0
-0,4
-2,1
-3,1
Startnota
1,6
1,5
-0,3
-1,7
Overige effecten dec. Circulaire
0,2
0,2
0,2
0,2
Totaal (circa)
1,8
1,3
-2,2
-4,6
Anderzijds zijn er bezuinigingen op het gemeentefonds zelf, los van de ‘trap op trap af’ methodiek. Zo is in het regeerakkoord uitvoering gegeven aan de motie van Van Haersma Buma. Die motie zegt dat de niet bestede middelen uit het gemeentefonds voor onderwijshuisvesting rechtstreeks aan de schoolbesturen worden overgemaakt. Het betreft hier een “theoretische onderbesteding”. Gemeenten worden niet gecompenseerd als er sprake is van een “theoretische overbesteding” op andere onderdelen. De eerdere aankondiging van de afschaffing van het BTW-compensatiefonds is inmiddels van de baan, maar heeft plaats gemaakt voor een generieke korting op het gemeentefonds. Daarnaast wordt het Gemeentefonds gekort vanwege het opschalen van gemeenten van 100.000 inwoners of meer, waardoor efficiencykortingen zouden kunnen worden behaald. Voor de reeds bestaande 100.000+ is dat natuurlijk een lastig te realiseren opgave. Extra kortingen op het gemeentefonds (bedragen x € 1 miljoen) Indicatieve bedragen
Omschrijving
2014
Uitname Onderwijshuisvesting Korting BTW-compensatiefonds
-2,1
Uitname vanwege opschalen van gemeenten Totaal (circa)
-2,1
2015
2016
2017
-2,2
-2,2
-2,2
-4,2
-4,3
-4,3
-0,5
-1,1
-1,6
-6,9
-7,6
-8,1
Oranje akkoord en Sociaal akkoord Op 28 februari 2013 presenteerde het Centraal Planbureau de nieuwste economische prognoses voor 2013. Een paar weken daarvoor was de Staat der Nederlanden weer een bank rijker geworden door de nationalisering van de SNS Bank. Deze nationalisatie heeft echter een opwaarts effect op de staatsschuld, met daardoor hogere rentebetalingen, die weer een negatieve impact hebben op het overheidstekort. Het Centraal Planbureau voorspelde daarom voor 2013 en latere jaren een groter tekort en een grotere schuld dan eerder geraamd. Als maatregel kondigde het Kabinet (samen met oppositiepartijen) nieuwe bezuinigingen aan, ter grootte van ruim € 4 miljard2. Omdat het grootste deel van de bezuinigingen betrekking heeft op de 2
We hanteren als vuistregel dat 1 miljard bezuiniging op de rijksbegroting voor 1 mjn. doorwerkt naar Amersfoort. Dit berekenen we als volgt: We gaan er van uit dat de helft (500 miljoen) wordt bezuinigd op het deel van de rijksbegroting dat niet relevant is voor het gemeentefonds en de andere helft neerslaat op het deel dat wel relevant is. Het aandeel van het gemeentefonds is ongeveer 20%, dus een korting van € 100 miljoen. Het aandeel van Amersfoort in het Gemeentefonds bedraagt grofweg 1%. Daarmee komen we op een Amersfoorts aandeel van € 1 mjn.. Het zal duidelijk zijn dat als in de praktijk andere verhoudingen gelden, dat dan het Amersfoortse deel in de rijksbezuinigingen ook anders zal uitvallen.
P a g i n a | 15
onderdelen van de rijksbegroting die niet meetellen voor de omvang van het gemeentefonds, is het effect op onze begroting relatief laag. Het niet uitkeren van loon- en prijscompensatie bij het Rijk heeft wél een doorwerking naar het gemeentefonds, via de trap op trap af systematiek. Het gemeentefonds krimpt hierdoor € 180 miljoen waardoor € 1,8 miljoen (1%) minder uit het gemeentefonds zouden krijgen. Maar: op 11 april jl. heeft het Kabinet een akkoord gesloten met de sociale partners en daarmee is de aangekondigde bezuiniging op de rijksbegroting voor 2014 vooralsnog van de baan. In augustus wordt opnieuw bezien of deze bezuiniging alsnog doorgang moet vinden. Bij onze financiële opgave houden wij daarom vooralsnog geen rekening met deze bezuinigingsopgave. Onze maatregelen, die verderop in deze nota worden beschreven, zijn zodanig van omvang dat wanneer in augustus mocht blijken dat het Oranjeakkoord toch weer van stal wordt gehaald, dit opgevangen kan worden.
Effecten Oranjeakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Oranjeakkoord
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
EFFECTEN VAN HET COALITIEAKKOORD In het op 12 februari 2013 in Amersfoort gesloten nieuwe coalitieakkoord staat een aantal nieuwe wensen, zoals de realisatie van nieuwe Steun- en Informatiepunten (STIPS) en Activiteitencentra, het verzachten van de gevolgen van de Participatiewet en het in stand houden van de Combinatiefuncties. Deze nieuwe wensen kosten structureel € 1,1 miljoen. Effecten coalitieakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
STIPS
-0,45
-0,45
-0,45
-0,45
Activiteitencentra
-0,2
-0,2
-0,2
-0,2
Sociaal vangnet
-0,28
-0,28
-0,28
-0,28
Sport
-0,13
-0,13
-0,13
-0,13
Totaal
-1,1
-1,1
-1,1
-1,1
OVERIGE FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Grondexploitaties en (Maatschappelijk) Vastgoed Door de tegenvallende economische ontwikkelingen hebben we in de achterliggende periode voor een bedrag van ongeveer € 39 miljoen afgeboekt op de grondexploitaties. De onderstaande tabel geeft een beeld van de afboekingen die de afgelopen vier jaar hebben plaats gevonden bij de vaststelling van de jaarrekening. Deze afboekingen zijn gedekt via bestemmingsreserves of opgevangen binnen het saldo van de jaarrekening.
P a g i n a | 16
Afboeking op Grondexploitaties en strategisch Vastgoed (2009-2012) (Bedragen x € 1 miljoen)
Jaar
Afboeking
2009
8,9
2010
3,5
2011
19,2
2012
7,4
Totaal afboekingen
39,0
Daarmee zijn we er nog niet. Van de drie categorieën: Gemeentelijke grondexploitaties, Publiek Private Samenwerking en Strategisch Vastgoed lopen we de grootste risico’s bij de laatste twee. Van de 10.000 woningen in Vathorst moeten er nog 3.000 ontwikkeld en gebouwd worden. Vanwege de situatie op de woningmarkt stagneert die ontwikkeling en moet rekening worden gehouden met grote verliezen. Dit laatste risico hangt vooral samen met risico's rondom het afzettempo (faseringsen rentekosten) en het opbrengstenniveau (voornamelijk in het duurdere woningsegment). Het moeizame verloop van de ontwikkeling van de kantorenlocatie Podium met oplopende risico’s heeft zijn weerslag op de samenwerking tussen partijen in de Vennootschap. De verhouding tussen partijen staan onder druk. Partijen verschillen van mening over de hardheid van de afspraken om de gronden van het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) af te nemen. Het OBV is een juridische procedure gestart om de afname van de grond af te dwingen. Daarnaast is er aantal andere risico’s. Kortheidshalve verwijzen wij u naar de projecten- en risicorapportage bij de jaarrekening. In de Tussenbalans van 2012 is een bedrag gereserveerd van € 1 miljoen structureel om (op termijn) de vorming van een risicovoorziening mogelijk te maken. Wij stellen voor om daar bovenop een extra structurele reservering op te nemen om eventuele risico’s met betrekking tot grondexploitaties en maatschappelijk vastgoed op te kunnen vangen. Voor elke euro die we structureel opnemen, kunnen we ongeveer 13 euro incidenteel afboeken. In de verwachting dat in de komende jaren nog gefaseerd afgeboekt zal moeten worden, nemen wij in 2014 € 1 miljoen extra op. De jaren daarna laten we dit bedrag tot en met 2017 telkens stijgen met € 0,5 miljoen. Daarmee hebben we (op termijn) incidentele budgettaire ruimte om maximaal voor € 45 miljoen incidenteel af te boeken.
Stadhuis In de bezuinigingsoperatie is een taakstelling van € 1 miljoen opgenomen als gevolg van de renovatie van het Stadhuis en gelijktijdige invoering van Het Nieuwe Werken. In het coalitieakkoord is afgesproken dat er vooralsnog geen grootschalige renovatie van het Stadhuis komt. Wel wordt een besluit genomen voor het realiseren van noodzakelijk onderhoud. Het geheel aan maatregelen moet passen binnen het huidige onderhoudsbudget. Op langere termijn zullen grootschalige kosten voor renovatie, c.q. vernieuwende huisvestingsoplossingen gemaakt moeten worden. Uitstel kan nog worden opgevangen, afstel van de hele operatie leidt er toe dat er geen dekking is voor noodzakelijke aanpassingen, c.q. aangepaste huisvesting waardoor de bezuinigingstaakstelling op termijn niet meer kan worden gerealiseerd. In afwachting van verdere plannen gaan wij voorshands uit van een nadelig van financieel effect van € 1 miljoen structureel met ingang van 2017.
P a g i n a | 17
Overige ontwikkelingen (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Grondexploitaties / Vastgoed
-1,0
-1,5
-2,0
-2,5
Renovatie Stadhuis
-1,0
Begroting Bestaand beleid
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Totaal
-1,0
-1,5
-2,0
-3,5
OVERZICHT: DE TOTALE FINANCIËLE OPGAVE De totale financiële opgave voor 2014-2017 is, een en ander opgeteld, daarmee als volgt: De totale financiële opgave (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Huidige meerjarenbegroting
-1,8
1,1
1,0
1,0
Effecten Regeerakkoord
1,8
1,3
-2,2
-4,6
Overige bezuinigingen Gem. Fonds
-2,1
-6,9
-7,6
-8,1
Oranjeakkoord
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Coalitieakkoord
-1,1
-1,1
-1,1
-1,1
Overige financiële Ontwikkelingen
-1,0
-1,5
-2,0
-3,5
Totaal
-4,2
-7,1
-11,9
-16,3
P a g i n a | 18
5. Oplossingsrichtingen voor 2014 RICHTINGEN EN OPDRACHTEN VANUIT HET COALITIEAKKOORD In het Coalitieakkoord is een aantal randvoorwaarden opgenomen dat het zoeken naar oplossingsrichtingen om te komen tot eventuele bezuinigingsopties op korte termijn beperkt. Een aantal taakvelden worden impliciet dan wel expliciet ontzien. Strikt genomen zou dat betekenen dat we de bezuinigingsopgave op een beperkt aantal beleidsterreinen moeten vinden. Dat is een lastig te realiseren opgave. Daarnaast is ons College gevraagd om in de Kadernota te rapporteren over de haalbaarheid van: - de algehele nullijn voor loon- en prijsbijstellingen; - het kostendekkend maken van de rioolheffing; - het substantieel terugbrengen van personeelskosten en kosten voor externe inhuur en advies. Een aantal specifieke posten is benoemd ter dekking van de intensiveringen uit het coalitieakkoord, te weten de concentratie van ambtelijke diensten aan het Stadhuisplein, het stopzetten van personeelsuitbreiding verbonden aan areaaluitbreidingen en een besparing als gevolg van het aflopen van een overeenkomst met de gemeente Veenendaal inzake bemoeizorg en verslavingszorg. Bij de uitwerking van onze voorstellen, houden we rekening met eventuele stapelingseffecten. Voor de beleidsterreinen die worden ontzien, is afgesproken dat maatregelen die geen nadelig effect voor de betreffende doelgroepen geven, zoals efficiëntieverbeteringen, wel mogelijk blijven.
Visievol bezuinigen: ‘Nieuw Perspectief’ biedt voor 2014 nog onvoldoende soelaas In het coalitieakkoord is de volgende opdracht opgenomen: “Het college wordt gevraagd met een procesvoorstel te komen om ‘visievol’ te bezuinigen. Onlangs is al een eerste aanzet gedaan met ‘het nieuwe perspectief’. Onderzocht moet worden of een discussie over gemeentelijke taken en eigen inzet van inwoners en organisaties kan leiden tot het ontlasten van de gemeentebegroting.”
In het begin van deze nota hebben wij de stand van zaken met Nieuw Perspectief uiteengezet. Hiermee hebben wij een aanzet gegeven voor het zoeken van andere werkwijzen, die de kracht en kunde in de samenleving benutten en leiden tot lagere kosten. Voor de structurele opgave van 2014 biedt Nieuw Perspectief op dit moment nog onvoldoende oplossingen. Toch staan wij nu voor de opgave om richting te geven aan het structureel sluitend maken van de begroting voor 2014. Daar komt bij dat in het coalitieakkoord een heel aantal beleidsterrein expliciet zijn ontzien. Generieke maatregelen voor het sluitend maken van de begroting 2014 Eén en ander houdt in dat we, uiteraard rekening houdend met de richtingen die in het coalitieakkoord zijn aangegeven, de begroting 2014 structureel sluitend willen maken met generieke maatregelen. Voor de jaren daarna resteert nog steeds een forse opgave. Mede aan de hand van de uitkomsten van Nieuw Perspectief kan na de verkiezingen een nieuw college en een nieuwe raad inhoudelijke keuzes voorbereiden en vaststellen.
P a g i n a | 19
BUDGETTAIRE NULLIJN Budget van € 4 miljoen beschikbaar voor loon- en prijsstijgingen In het coalitieakkoord is de volgende opdracht opgenomen: “Daarnaast rapporteert het college in de Kadernota tenminste over de uitkomsten van de volgende zoekrichtingen voor bezuinigingen: De haalbaarheid en de consequenties van een algehele nullijn voor loon- en prijsbijstellingen, voor zowel de gemeentelijke organisatie, de verbonden partijen, als de gesubsidieerde instellingen.”
Voor iedere jaarschijf reserveren wij in de begroting een bedrag voor loon- en prijsstijgingen. Voor een belangrijk deel kan dit worden gedekt doordat ook de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds groeit met de inflatie. Dit bedrag vullen wij aan met de middelen die beschikbaar komen als gevolg van de inflatoire bijstelling van de OZB. Hierdoor komt ieder jaar ongeveer € 4 miljoen structureel beschikbaar. Dit bedrag is grofweg toereikend om de budgetten met 2% te verhogen voor de prijsinflatie en om de salarisbudgetten met 2,5% te verhogen. In onderstaand overzicht geven wij aan wat de budgettaire consequenties zijn voor de onderscheiden programma-onderdelen. Overzicht financiële consequenties loon- en prijsbijstellingen (Bedragen x € 1.000)
Programma
Onderdeel
Effect
Algmeen Bestuur en Public Affairs
bestuur
115
dienstverlening
16
Totaal algemeen bestuur en public affairs
Veiligheid en handhaving
131
fysieke veiligheid
200
sociale veiligheid
17
Totaal veiligheid en handhaving stedelijk beheer en milieu
217 milieu (SB G)
44
stedelijk beheer (RWA, ROVA)
312
Totaal stedelijk beheer en milieu zorg welzijn en wijkontwikkeling
356 Diverse instellingen
115
WMO huishoudelijke hulp /persgeb.budget
272
vervoerscontinuum
24
st. zorg op maat/Riagg
16
buurtwerk
22
alg. gezondheidszorg/jeugdgezondheidszorg
12
st. Versa (welzijnswerk Vathorst)
9
Beweging 3.0
56
Victas
61
Servicebureau gemeenten
137
GGD midden nederland
117
Kwintis
79
Ravelijn
20
SWA st. Welzijn Amersfoort
82
SOVEE
26
Totaal zorg welzijn en wijkontwikkeling onderwijs
Totaal
1.048 Diverse instellingen
77
P a g i n a | 20
Programma
Onderdeel
Effect
onderwijsachterstanden/RMC
69
leerl. Vervoer
52
SRO
11
ROC
12
STAP
16
SWA st. Welzijn Amersfoort
32
SOVEE
31
Totaal onderwijs sport
300 Diverse instellingen
19
SRO Amersfoort bv
129
Totaal sport ruimtelijk ontwikkeling
148 grondexploitaties
2
ruimtelijke ontwikkeling
3
Totaal ruimtelijk ontwikkeling mobiliteit
5 openbaar vervoer
4
parkeren (Parkeerservice)
47
verkeersregelingen
9
vvp/verkeersveiligheid
1
wijkverkeer
3
Totaal mobiliteit cultureel klimaat
64 Diverse instellingen
52
De Flint
41
RMA de Hof, scholen in de Kunst
80
Theater de Lieve Vrouw
15
Verenigde Openbare Bibliotheken st.
76
Stichting Amersfoort in C
51
Totaal cultureel klimaat economie en wonen
315 economie
17
toerisme
15
wonen
5
Totaal economie en wonen werk en inkomen
37 St. Stadsring 51
34
Totaal werk en inkomen financien en belastingen
Totaal
34 indexering lonen ambtelijk apparaat
1.283
indexering prijzen algemene apparaatskosten
206
Totaal financien en belastingen
1.489
Eindtotaal
4.144
P a g i n a | 21
Een budgettaire nullijn voor 2014 Wij zijn voornemens om voor 2014 een zgn. ‘budgettaire nullijn’ te hanteren voor de loon- en prijsbijstelling. Dat geldt niet alleen voor onze eigen organisatie, maar ook voor alle gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen. Dezen zullen we hierover tijdig inlichten. Feitelijk is hier sprake van een bezuiniging, waarbij reëel wordt ingeteerd op de budgetten. We realiseren ons dat dit een zware opgave zal zijn en dat we op onderdelen voor lastige afwegingen komen te staan. Implementatie van deze maatregel is alleen effectief als we geen of zo min mogelijk uitzonderingen toestaan die afgewenteld mogen worden op de algemene middelen. Instellingen Het overzicht zoals dat hierboven is gepresenteerd is gedaan op basis van algemene aannames. Het effect dat de instellingen ondervinden van de budgettaire nullijn is ondermeer afhankelijk van de uitkomsten van hun eigen CAO. Als de loonstijging bij de instellingen beperkt blijft, zullen ze minder last hebben van de maatregel, dan wanneer de loonstijgingen van grotere omvang zal zijn. Wij gaan in gesprek met de instellingen over de manier waarop de bezuinigingen zullen worden doorgevoerd. We realiseren ons dat dit ten koste kan gaan van de uit te voeren prestaties. Ten behoeve van de gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen organisatie willen wij een bedrag van € 1,5 miljoen oormerken voor het incidenteel opvangen van knelpunten die optreden als gevolg van de budgettaire nullijn. Voor € 1 miljoen willen wij hiervoor de calamiteitenreserve voor gesubsidieerde instellingen inzetten. Jaarlijks wordt ca. 1% van het budgetsubsidie gestort in deze reserve en bij een eventuele calamiteit kan daarop een beroep worden gedaan. Een bedrag van € 0,5 miljoen wordt gedekt door implementatiereserve bezuinigingen. Geen extra geld voor stijgende personeelskosten De gemeentelijke organisatie krijgt geen extra geld voor loon- en prijsstijgingen. Dat betekent dat er bezuinigd moet worden op de kosten van de gemeentelijke organisatie. Effectief betekent dat een bezuiniging van 1,25 mln. die per 1 januari 2014 moet zijn geëffectueerd. Wij willen hierbij voorkomen dat we maatregelen nemen die leiden tot nieuwe knelpunten in de organisatie. Zo staat in de Tussenbalans: “De bezuinigingsoperatie van € 20 miljoen heeft geleid tot een aantal knelpunten in de organisatie. Om deze knelpunten op te lossen stellen we hiervoor € 0,2 miljoen structureel beschikbaar”. Om nieuwe knelpunten te voorkomen is zorgvuldig onderzoek nodig, waarin we als eerste kijken naar verdere mogelijkheden om efficiënter te werken. We realiseren ons tegelijkertijd dat er een grens is aan het verder optimaliseren van de organisatie. In de afgelopen bezuinigingsrondes van 10 en 20 miljoen is de gemeentelijke organisatie aangeslagen voor ongeveer één derde van het te bezuinigen bedrag. Dit heeft geleid tot een slankere organisatie met relatief minder overhead (minder management, minder ondersteuning), terugloop van externe inhuur en een optimalisatie van diverse werkprocessen (Lean six sigma). De komende maanden verkennen wij of deze aanpak nog ruimte biedt voor verdere besparingen in 2014, als eerste door vermindering van externen en overhead. Ook denken wij aan het verder optimaliseren van de werkprocessen. Wij hopen daarmee de beoogde besparingen te behalen. Tegelijk houden wij houden er rekening mee dat dergelijke maatregelen onvoldoende soelaas zullen bieden voor de nieuwe bezuinigingsopgaven in de toekomst. We denken dat stevige inhoudelijke keuzes onvermijdelijk zijn. ‘Waar zijn we van als overheid en waar niet meer van en wat betekent dit dan voor onze organisatie?’zijn de vragen die daarbij centraal staan. Met de mogelijkheden van het Nieuw Perspectief en Samen-foort willen wij deze vragen beantwoorden. Onder de titel ‘Samenfoort’ is een ontwikkelingstraject gestart om de organisatie meer open te laten staan voor de omgeving, terwijl in samenhang daarmee met Nieuw Perspectief gekeken wordt of en hoe publieke taken mede door de samenleving kunnen worden uitgevoerd – en ook welke publieke taken nog wel of niet meer uitgevoerd gaan worden. Zie daarover pagina 14 en verder, hierboven.
P a g i n a | 22
Voorts hebben we afgesproken dat we gaan onderzoeken voor welke werkzaamheden programmasturing en wijkgericht werken een bijdrage kunnen leveren aan de vergroting van onze effectiviteit en efficiency. Kern van onze aanpak is werkende weg inhoudelijke prioriteiten te stellen en tegelijkertijd zoeken naar slimmere en effectievere manieren van werken en organiseren. We kijken daarbij naar de organisatie als geheel, in plaats van naar afzonderlijke beleidsterreinen. Wij verwachten dat deze aanpak de komende jaren de nodige concrete besparingen zal opleveren.
STRUCTURELE DEKKING VANUIT HET COALITIEAKKOORD Maatschappelijke Opvang Veenendaal Veenendaal is een van de regiogemeenten waarvoor Amersfoort centrumgemeente is voor maatschappelijke opvang (MO), verslavingsbeleid (VB) en bemoeizorg. Echter, jaren geleden hebben Amersfoort en Veenendaal afgesproken dat Amersfoort een deel van de Rijksmiddelen voor MOVB overhevelt naar Veenendaal, voor lokaal beleid op een aantal van deze “centrumgemeente-taken”. Het gaat om € 353.000,-, waarover Veenendaal aan Amersfoort verantwoording aflegt. Op het bestuurlijk overleg van 25 januari 2012 liet Veenendaal weten, dat zij vanaf 2014 de “centrumgemeente-taken” niet langer wil uitvoeren en zich beperkt tot haar taken als regiogemeente. De Veenendaalse subsidiënten zijn afgelopen voorjaar op de hoogte gebracht van deze verandering. Amersfoort is voornemens, teneinde de taak als centrumgemeente in te vullen en de benodigde opvang te realiseren, om vanaf 2014 hiervoor een subsidie te verlenen aan Kwintes/Victas. Een bezuiniging van ongeveer € 100.000 kan worden behaald. Concentratie Ambtelijke Diensten In het coalitieakkoord is aangegeven kosten kunnen worden bespaard door concentratie van ambtelijke diensten aan het Stadhuisplein en het tegelijkertijd afstoten van decentrale panden. Wij zien mogelijkheden om met ingang van 2015 Arbeidsintegratie in het Stadhuis te huisvesten. Dit levert een meeropbrengst op van € 150.000 structureel. De incidentele opgave die dan voor 2014 resteert willen we overbruggen door de verlaging van de gemeentebrede huisvestingsbudgetten. Stelpost Wijkse Voorzieningen Vathorst Binnen de stelpost voor wijkse voorzieningen Vathorst is rekening gehouden met de noodzakelijke groei van de ambtelijke organisatie ten gevolge van Vathorst. Eerder hebben wij aangegeven dat bij invoering van Het Nieuwe Werken een dusdanige efficiencywinst verwacht mag worden, dat kan worden afgezien van deze uitbreiding. Ondanks het uitstel van de renovatie van het Stadhuis vinden wij het, mede gelet op de huidige beperkte groei van Vathorst, verantwoord om (tijdelijk) af te zien van deze middelen voor formatie-uitbreiding. Voor de komende meerjarenperiode levert dit een budgetruimte op van € 500.000. Na 2017 is het niet meer verantwoord om af te zien van de aanwending van deze middelen voor formatie-uitbreiding; dan vervalt deze ruimte weer. Rioolheffing De kosten van straatreiniging bedragen in de begroting 2012 circa € 3,0 mln. Van dit bedrag wordt al € 0,7 miljoen toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Uit jurisprudentie blijkt dat de helft van de kosten van straatreiniging mogen worden doorberekend in de heffingen. Dat betekent dat, aanvullend, een bedrag van € 0,8 miljoen kan worden toegerekend aan de rioolheffing.
P a g i n a | 23
Toeristenbelasting In 2012 heeft 75% van de gemeenten een toeristenbelasting. Een vast bedrag per overnachting komt het meest voor (in 70% van de gemeenten). Ook komt het voor dat het te betalen bedrag afhangt van de overnachtingprijs of het aantal sterren van het hotel of camping. In de meeste gemeenten met een toeristenbelasting ligt het tarief tussen € 0,50 en € 1,50 per nacht. De gemeente Oss is het goedkoopst (€ 0,41), Haarlemmermeer het duurst (€ 5,46). Het gewogen gemiddelde van gemeenten met toeristenbelasting bedraagt € 1,87. Wij stellen voor om een tarief van € 2,- per persoon per nacht te hanteren. Grofweg kunnen we in Amersfoort uitgaan van 100.000 overnachtingen. Uitgaande van € 2,- per overnachting levert dit € 200.000 op. Conform het coalitieakkoord zetten wij dit bedrag in voor economische doeleinden. Een deel van de kosten voor de Economische Agenda en Citymarketing (zakelijk toerisme etc.) die nu uit de algemene middelen wordt bekostigd kan hierdoor vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 100.000 structureel. Extra taakstelling organisatie In het coalitieakkoord is de opdracht neergelegd om te rapporteren over de haalbaarheid en de consequenties van het substantieel terugbrengen van personeelskosten en kosten voor inhuur en extern advies. Verderop in deze nota geven wij een analyse van deze kosten. Een belangrijke conclusie is dat een flexibele schil voor inhuur en advies onlosmakelijk verbonden is met de regieorganisatie en de relatief geringe omvang van de vaste formatie. Toch willen wij ook op dit punt invulling geven aan het coalitieakkoord. Voor een deel met de invoering van de nullijn, die leidt tot inkrimping van de formatie, het langer open laten staan van vacatures en terughoudendheid bij inhuur en extern advies. Daar bovenop geven wij de organisatie een extra taakstelling van € 0,3 miljoen structureel.
Dienstverlening Zoals bij het Nieuw Perspectief al is aangegeven kunnen wij voor 2014 een structurele besparing inboeken van € 0,1 miljoen. Dit bedrag kan worden ingezet ter dekking van de structurele financiële opgave voor 2014.
P a g i n a | 24
HET STRUCTURELE BEELD VOOR 2014 Recapitulatie (Bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Budgettaire nullijn
4,0
4,0
4,0
4,0
Veenendaal
0,1
0,1
0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
Concentratie Ambtelijke diensten Inzet centrale huisvestingsbudgetten
0,2
Stelpost Vathorst
0,5
0,5
0,5
0,5
Rioolheffing
0,8
0,8
0,8
0,8
Vijval middelen EZ agv invoering toeristenbelasting
0,1
0,1
0,1
0,1
Extra taakstelling organisatie
0,3
0,3
0,3
0,3
Dienstverlening (Nieuw Perspectief)
0,1
0,1
0,1
0,1
Totaal oplossingen
6,1
6,1
6,1
6,1
Structurele financiële opgave
-4,2
-7,1
-11,9
-16,3
Saldo
1,9
-1,0
-5,8
-10,2
P a g i n a | 25
6. Een doorkijk: oplossingsstrategie voor 2015 en daarna EEN GROTE BEZUINIGINGSOPERATIE LIGT NOG IN HET VERSCHIET Uit het voorgaande hoofdstuk blijkt dat er voor de jaren na 2015 nog een grote bezuinigingsoperatie in het verschiet ligt. Wanneer onverhoopt het Oranjeakkoord toch weer van stal wordt gehaald, dan loopt de structurele financiële opgave op tot ruim € 12 miljoen in 2017.
DOORVERTALEN VAN DE ONDERWIJSKORTING NAAR HET ONDERWIJSVELD In het coalitieakkoord is afgesproken de doordecentralisatie van onderwijshuisvesting verder mogelijk te maken. Met het onderwijsveld is al een proces gaande waar we hierbij goed op aansluiten: de totstandkoming van het integrale huisvestingsplan. De middelen die vanwege de korting op het gemeentefonds ten gevolge van de motie Haersma Buma, voor Amersfoort 2,2 miljoen euro, direct worden uitgekeerd aan het onderwijsveld, worden daarbij betrokken. Wij stellen de raad voor deze uitname van 2,2 miljoen euro uit het gemeentefonds per 1 januari 2015 ten laste te brengen van het programmaonderdeel onderwijsvoorzieningen, zodat per saldo de middelen voor onderwijshuisvesting bij gemeente en schoolbesturen gezamenlijk gelijk blijven. Aangezien binnen de gemeentebegroting alle middelen belegd zijn kan de korting alleen worden gecompenseerd als de onderwijsbesturen de taken overnemen die met deze middelen worden gefinancierd. Dit vraagt overeenstemming met de schoolbesturen. Zoals al opgenomen in de visie op onderwijshuisvesting, wil het college vooruitlopend op het IHP vaart maken met de versterking van de rol van het onderwijs in de wijk en het beter benutten van het beschikbare vastgoed in de stad en wijken.
RUIMTE VOOR EEN NIEUW COLLEGE OM EEN NIEUWE OPERATIE VOOR TE BEREIDEN Met de doorvertaling van de onderwijskorting naar het onderwijsveld is de financiële opgave voor 2015 voor een zeer belangrijk deel afgedekt. Dit zal ook afhangen van de vraag of de bezuinigingen uit het Oranjeakkoord wel of geen doorgang zullen vinden. We creëren daarmee voor een nieuwe raad, voor een nieuwe coalitie en voor een nieuw college in 2015 de ruimte om structurele maatregelen voor te bereiden voor 2016 en volgende jaren. Daarmee bieden we ook de stad, de instellingen en de eigen organisatie het perspectief dat er na de maatregelen voor 2014 even rust en ruimte ontstaat om twee jaar te overbruggen in de aanloop naar een nieuwe bezuinigingsronde met ingang van 2016.
Omschrijving
2015
2016
2017
Structurele financiële opgave
-1,0
-5,8
-10,2
Doorvertalen korting onderwijshuisvesting
2,2
2,2
2,2
Structureel opgave
1,2
-3,6
-8,0
P a g i n a | 26
7. Overige onderwerpen LOKALE LASTEN Bij de Tussenbalans is besloten om meevallers uit afval en riool gedurende drie jaar (2013, 2014 en 2015) voor een bedrag van € 0,9 mjn. per jaar terug te geven. In het coalitieakkoord is afgesproken om deze teruggaaf niet door te zetten, waarbij overigens de tarieven 2013 reeds zijn vastgesteld en niet meer worden gecorrigeerd. In onderstaande tabellen is te zien hoe het lastenniveau zich de komende jaren ontwikkelt voor zowel gezinnen als bedrijven. In dit overzicht zijn ook de effecten verwerkt van de dekkingsstrategie m.b.t. knooppunt Hoevelaken. In de begroting zullen wij verder uitgewerkte overzichten opnemen van de woonlasten van diverse categorieën belastingbetalers. Belastingopbrengst gezinnen (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Onroerende zaakbelasting (2013)
17.4
17.4
17.4
17.4
Afvalstoffenheffing (2013)
12.9
12.9
12.9
12.9
Rioolrecht (2013)
6.6
6.6
6.6
6.6
Aflopen teruggaaf (Tussenbalans)
0.85
0.85
Verlaging rioolrecht (Tussenbalans)
-1.1
-1.1
Verhoging OZB(Tussenbalans)
0.35
0.35
37,00
37,00
Geraamde opbrengst begroting 2013
36,90
36,90
Terugdraaien teruggaaf afval / riool
0.85
0.85
Kostendekkend maken rioolrecht
0.50
0.50
0.50
0.50
OZB t.b.v. wensen Hoevelaken
0.08
0.16
0.16
0.16
Totaal opbrengst
38.33
38.41
37.66
37.66
In % tov vorig jaar (excl. inflatie)
3,9%
0,2%
-2,0%
0%
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Onroerende zaakbelasting (2013)
14.7
14.7
14.7
14.7
Afvalstoffenheffing (2013)
0
0
0
0
Rioolrecht (2013)
3.7
3.7
3.7
3.7
Aflopen teruggaaf (Tussenbalans)
0.05
0.05
Verlaging rioolrecht
-0.6
-0.6
Verhoging OZB
0.35
0.35
18,20
18,20
Belastingopbrengst bedrijven (bedragen x € 1 miljoen)
Geraamde opbrengst begroting 2013
18,40
18,40
Terugdraaien teruggaaf afval / riool
0.05
0.05
Kostendekkend maken rioolrecht
0.30
0.30
0.30
0.30
OZB t.b.v. wensen Hoevelaken
0.07
0,14
0,14
0,14
Totaal opbrengst
18.82
18.89
18.64
18.64
In % tov vorig jaar (excl. inflatie)
2,3%
0,3%
-1.3%
0%
P a g i n a | 27
RISICO’S EN WEERSTANDSVERMOGEN
Risico’s In het Jaarverslag 2012 hebben wij uw Raad geïnformeerd over de risico’s en de grote projecten. Daarom volstaan we hier met het vermelden van een aantal grotere onzekerheden en risico’s: - De bandbreedte van risico’s binnen de grondexploitatie is erg groot. Wij hebben extra structureel budget opgenomen voor de opvang van deze risico’s. We volgen de risico’s nauwgezet en sturen tijdig bij. - Het aframen van de onderuitputtingspost zal pas in 2016 plaatsvinden. Tot dat moment zal elk jaar een bedrag van € 5,0 miljoen aan onderuitputting waargemaakt moeten worden, wil de rekening op dit onderdeel niet negatief uitpakken; - Als de economische situatie de komende tijd niet sterk verbetert, zal het Rijk wellicht aanvullende bezuinigingen doorvoeren. Dat heeft negatieve consequenties voor gemeenten; - De budgetten en taken voor de decentralisatie van de jeugdzorg en begeleiding zijn nog niet bekend. Wij verwachten meer helderheid in de loop van dit jaar. Momenteel zijn de financiële gevolgen van deze decentralisaties budgettair neutraal ingeschat; - De omvang van het BTW-compensatiefonds (BCF) wordt met ingang van 2015 beperkt. Wanneer de declaraties aan BTW hoger zijn dan het bedrag dat in het BCF beschikbaar is, wordt het restant aangezuiverd uit het gemeentefonds. We weten niet of deze situatie zich zal gaan voor doen en dat maakt het risico lastig in te schatten; - Van diverse grote projecten starten binnenkort de aanbestedingsprocedures. De financiële uitkomsten daarvan zijn onzeker en de risicomarges zijn groot. Tegelijk zijn de bijsturingsmogelijkheden van beginnende projecten groter zijn dan vergevorderde projecten. Weerstandsvermogen Het beschikbare weerstandsvermogen van onze gemeente daalt de komende jaren. De omvang van de reserves neemt immers af: reserves voor grote projecten dalen wanneer deze projecten in uitvoering of uitgevoerd zijn. Er zijn de komende jaren weinig financiële mogelijkheden om geld apart te leggen voor nieuwe reserves of om de saldireserve substantieel te vergroten. Weerstandsratio De ratio tussen de weerstandscapaciteit die nodig is om de risico’s op te kunnen vangen en het weerstandsvermogen dat daarvoor beschikbaar is, de weerstandsratio, zal de komende jaren een dalende trend vertonen. Enerzijds omdat de risico’s blijven bestaan of althans niet versneld afnemen; anderzijds omdat de reservepositie wel afneemt, in elk geval sneller dan de risico’s afnemen. Inmiddels beschikken we in onze gemeente ook over een uitgebreid risicomanagement systeem. Alle risico’s worden zo goed mogelijk in beeld gebracht, gekwantificeerd en besproken met de verantwoordelijke portefeuillehouder. Het volgende overzicht geeft een beeld van de verwachte ontwikkeling van het weerstandsratio bij een gelijkblijvend risicoprofiel, gebaseerd op gegevens bij de begroting 2013-2016. Deze gegevens zullen voor de komende meerjarenbegroting (2014-2017) geactualiseerd worden.
P a g i n a | 28
Ontwikkeling Weerstandsratio (bedragen x € 1 miljoen)
Rekening Omschrijving
2012
2013
2014
2015
2016
Totaal reserves
114,3
90.8
74.2
71.4
69.8
minus stadhuiscomplex
-1,1
-0.6
0
0
0
minus dekkingsreserve
-12,8
-9.0
-9.1
-9.4
-9.8
minus dekking kapitaallasten
-38,7
-47.8
-46.6
-45.4
-44.1
minus buffer onderuitputting Beschikbare weerstandscapaciteit
-4,0
-4.0
-4.0
-4.0
-2.0
57,7
29.4
14.5
12.6
13.9
Benodigde weerstandscapaciteit
78.0
78.0
78.0
78.0
78.0
Ratio
0,74
0,37
0,19
0,16
0,18
Het bovenstaande overzicht toont aan dat bij een gelijkblijvend risicoprofiel de weerstandsratio, die nu al ver onder de gewenste norm van 1 zit, de komende jaren verder zal dalen. Onze norm van 1 (bestemmingsreserves toereikend om risico’s geheel op te vangen) is geen harde boven of ondergrens, maar een signaalwaarde. Wanneer we uitkomen onder de norm betekent dat dat we, als deze risico’s zich feitelijk voordoen, eerder zullen moeten overstappen op de andere twee opties: bezuinigen of lastenverzwaring. Om in 2013 een weerstandsratio van 1 te kunnen behalen, zouden we nog € 48,6 miljoen aan extra weerstandscapaciteit moeten hebben. Dit vraagt om een even grote bezuiniging, welke zeker niet op deze korte termijn realiseerbaar is. Overigens is het aannemelijk dat met het afronden van de diverse projecten op de middellange termijn, ook ons risicoprofiel en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit afneemt. Zoals eerder is aangegeven reserveren we een bedrag van maximaal € 3,5 miljoen voor risico’s inzake grondexploitaties en de realisatie van de taakstelling voor Vastgoed. Wanneer dit bedrag wordt omgezet in een incidenteel budget, neemt de beschikbare weerstandscapaciteit op termijn toe met € 40 miljoen. Daarbij gaan we er wel van uit dat dit volledig kan worden ingezet voor de reeds geïnventariseerde risico’s. Eén en ander geeft het volgende beeld: Betrekening weerstandsratio, rekening houdend met gereserveerde budget voor grondexploitaties (Bedragen x € 1 miljoen)
=
Rekening
Omschrijving
2012
2013
2014
2015
2016
Beschikbare weerstandscapaciteit
57,7
29.4
14.5
12.6
13.9
26.0
32.5
39.0
Reservering grondexploitaties Saldo
57.7
29.4
40.5
45.1
52.9
Benodigde weerstandscapaciteit
78.0
78.0
78.0
78.0
78.0
Ratio
0,74
0,37
0,52
0,58
0,68
P a g i n a | 29
BEZUINIGINGSTAAKSTELLING GROTE PROJECTEN In Tussenbalans is er voor gekozen om op het totaal van de reeds ingezette grote projecten enige versobering aanbrengen, tot een totaalbedrag van € 2 miljoen, als “taakstellende uitdaging”. Projecten kunnen daarbij breed worden bezien: (aanbestedings)voordelen binnen projecten worden bij voorrang aangewend voor de invulling van deze taakstelling. Daarnaast zouden verdere versoberingsmogelijkheden worden bekeken, hoewel die mogelijkheden beperkt zijn. De taakstelling bedraagt € 1 mjn. voor elk van de jaren 2014 en 2015. Wij vinden het niet verstandig om de taakstelling vooraf toe te wijzen. Eventuele aanbestedingsvoordelen wegen wij per geval af of ze ingezet worden ten behoeve van het betreffende project, dan wel voor deze taakstelling.
VOORTGANG IMPLEMENTATIE BEZUINIGINGSMAATREGELEN Bezuinigingstaakstelling van € 20 miljoen Op 31 mei 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd een omvangrijk pakket aan bezuinigingsmaatregelen. Momenteel zijn we volop bezit met de implementatie daarvan. Het duurt nog enkele jaren voordat alle maatregelen daadwerkelijk zijn ingevoerd. De taakstelling was als volgt: Taakstelling op basis van huidige meerjarenbegroting (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
Apparaatskosten
3,1
5,1
5,2
5,2
5,2
Activiteiten
11,9
14,0
14,9
14,9
14,9
Totaal bezuinigingspakket
15,0
19,1
20,1
20,1
20,1
Bij de zomerrapportage hebben wij u gerapporteerd over de voortgang van de implementatie van deze bezuinigingsoperatie. De belangrijkste conclusie was dat over het algemeen de implementatie goed op schema lag. Een aantal ingeboekte bezuinigingsmaatregelen vraagt aandacht. In onderstaand overzicht is aangegeven op welk deelprogramma de risico’s zitten. Overzicht stand van zaken implementatie bezuinigingsoperatie € 20 miljoen (bedragen x € 1 miljoen) = = =
In overwegende mate is binnen dit deelprogramma geen sprake van actuele risico’s Binnen dit programma zijn wel risico’s, maar de beheersmaatregelen zijn thans voldoende Binnen dit programma zijn er risico’s in de implementatie die beheersmaatregelen noodzakelijk maken 2013
2014
2015 en volgende
Risico
Apparaats-
Activi-
Apparaats-
Activi-
Apparaats-
Activi-
Omschrijving
Kosten
teiten
Kosten
teiten
kosten
teiten
Algemeen bestuur
0,3
0,0
0.3
0.0
0.3
0.0
Sociale Veiligheid
0,0
0,2
0,0
0,2
0,0
0,2
Fysieke Veiligheid
0,0
0,3
0,0
0,8
0,0
0,8
Stedelijk Beheer
0,2
2,5
0,3
2,5
0,4
2,5
Milieu
0,0
0,3
0,2
0,3
0,3
0,2
P a g i n a | 30
2013
Omschrijving
2014
2015 en volgende
Risico
Apparaats-
Activi-
Apparaats-
Activi-
Apparaats-
Activi-
Kosten
teiten
Kosten
teiten
kosten
teiten
Kwetsbare groepen
1,4
2,0
2,5
Senioren
0,1
0,2
0,2
Zorg
0,4
Welzijn en wijkontwikkeling
Onderwijsbeleid
2,1
0,4
1,0
0,2
0,6
2,1
0,4
1,0
0,2
0,6
2,1 1,0
0,2
0,6
Onderwijsvoorzieningen
0,8
0,8
0,8
Sport
0,5
0,6
0,6
Ruimtelijke Ontwikkeling
0,1
0,2
0,1
Mobiliteit
0,3
0,3
0,3
Cultuur
0,1
0,6
0,1
1,5
Economie en Wonen
0,1
Minimabeleid
0,2
Sociale Zekerheid
0,4
0,4
0,4
Belastingen /Burgerzaken
0,3
0,3
0,3
Inkoop
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
0,1 0,8
Renovatie Stadhuis
0,2
0,1
0,1 0,8
0,2
ICT
0,5
0,5
0,5
Staf & Management
1,4
2,1
2,0
Overige en afronding
0,3
Dekking interne overhead
-2,0
Totaal bezuinigingspakket
3,1
0,1 -2,0
11,9
5,1
2,1
0,8
0,1 -2,0
14,0
5,2
14,9
Een paar specifieke posten willen hier nader benoemen. Versoberen leefvoorzieningen WMO Bij de WMO is besloten tot het invoeren van een inkomensafhankelijke bijdrage. Of dit gerealiseerd kan worden is nog onzeker. In zijn algemeenheid is er sprake van een openeinderegeling en een autonome groei van de uitgaven ten behoeve van de Wmo. Onzeker is of de binnen de begroting aanwezige middelen voldoende zijn om de vraag naar individuele verstrekkingen op te kunnen vangen. Ook is onzeker of de autonome groei door het Rijk gecompenseerd wordt. De in de reserve Wmo beschikbare middelen zijn niet voldoende voor het (structureel) opvangen van eventuele overschrijdingen.
P a g i n a | 31
Bijzonder risicovol zijn de volgende aspecten: - Om bezuinigingen op de individuele verstrekkingen op te vangen hanteren wij een draagkrachtprincipe op basis van individuele toetsing; de juridische houdbaarheid is nog onduidelijk; - Vanaf 2014 wordt de hulp bij het huishouden naar alle waarschijnlijkheid met 75% gekort en alleen toegankelijk voor mensen die het zelf niet kunnen betalen. Omdat wij al een vorm van draagkracht hanteren kunnen wij deze bezuiniging moeilijk opvangen; - Binnen de begroting zijn geen middelen aanwezig om de rijksbezuinigingen te compenseren. - Vanaf 2015 decentraliseert het Rijk een aantal functies uit de AWBZ naar de WMO, en boekt tegelijk 25% korting in. Wij rekenen op een bijdrage van ca € 30 miljoen euro, waar het Rijk thans ca € 40 miljoen aan deze taken besteedt. Het realisatierisico ligt bij de gemeente, evenals de onzekerheid m.b.t. het tempo van besluitvorming door het Rijk. Cultuur De subsidie voor Scholen in de Kunst verminderen wij in het kader van de bezuinigingsoperatie gefaseerd met € 700.000. De bezuinigingen worden gevonden door een versnelde uitvoering van het strategisch beleidsplan van Scholen in de Kunst. Er is sprake van een indirect wachtgeldrisico. Door middel van raadsinformatiebrief 2013-26 bent u van de actuele stand van zaken rond de bezuinigingen Scholen in de Kunst op de hoogte gesteld. Daarnaast spelen in mindere mate nog risico’s bij de bibliotheek. Renovatie Stadhuis In de bezuinigingsoperatie is een taakstelling van € 1 miljoen opgenomen als gevolg van de renovatie van het Stadhuis en de gelijktijdige invoering van Het Nieuwe Werken. In het coalitieakkoord is afgesproken dat er vooralsnog geen grootschalige renovatie van het Stadhuis komt. Wel wordt een besluit genomen voor het realiseren van noodzakelijk onderhoud. Het geheel aan maatregelen moet passen binnen het huidige onderhoudsbudget. Op langere termijn zullen grootschalige kosten voor renovatie, c.q. vernieuwende huisvestingsoplossingen gemaakt moeten worden. Uitstel kan nog worden opgevangen, afstel van de hele operatie leidt ertoe dat er geen dekking is voor noodzakelijke aanpassingen, c.q. aangepaste huisvesting en waardoor de bezuinigingstaakstelling op termijn niet meer kan worden gerealiseerd. Dit effect hebben wij meegenomen in de financiële opgave van deze Kadernota. Besparing op de organisatie agv digitalisering Als gevolg van de digitalisering van de procesgang van post- en archiefstukken hebben wij een taakstelling opgenomen van € 350.000. De formatie van de betreffende afdeling zal met 8 fte moeten worden teruggebracht. Randvoorwaarde daarbij is wel dat een Document Management Systeem operationeel zal zijn. De aanbesteding hiervan is momenteel in volle gang. De vertraging van de implementatie van het Document Management Systeem heeft gevolgen voor de implementatie van deze bezuinigingstaakstelling.
WIJKSE VOORZIENINGEN VATHORST De kost gaat voor de baat uit De kapitaal- en exploitatielasten van de voorzieningen die wij in Vathorst realiseren bekostigen wij uit de extra middelen die de gemeente ontvangt vanwege de groei van Vathorst (extra OZB en extra gemeentefondsuitkering). Sinds enige jaren melden wij dat deze reserve door een sterk negatief dal zal gaan, omdat we de voorzieningen realiseren voordat de mensen er zijn . Al enkele jaren moeten we de groeicijfers naar beneden bijstellen. In de laatste begroting presenteerden we een scenario met een groei van Vathorst van gemiddeld 350 woningen per jaar, voortgezet tot na de huidige
P a g i n a | 32
meerjarenperiode. In dat scenario zou Vathorst rond 2023 tot een afronding komen. Inmiddels is duidelijk dat we de komende jaren ver onder dit aantal van 350 woningen per jaar zullen uitkomen. Het groeitempo is verder naar beneden bijgesteld In de nieuwe meerjarenbegroting zullen we de groeicijfers van Vathorst verder naar beneden bijstellen. De jongste prognoses gaan uit van een groeitempo van 150 woningen per jaar. In dit scenario gaan we er wel weer vanuit dat na de huidige meerjarenperiode (na 2017) het woningbouwtempo in Vathorst weer op 350 woningen per jaar komt. Op dit moment valt niet te zeggen of dit een realistisch-, een optimistisch- of een pessimistisch scenario is. Zeker is wel dat ook in dit scenario Vathorst een aantal jaren later tot afronding komt, waarmee dus ook de structurele dekkingsmiddelen later beschikbaar komen terwijl het overgrote deel van de structurele lasten al wel gemaakt zijn. De Reserve Wijkse Voorzieningen Vathorst komt daarmee verder in de rode cijfers. Het betekent dat er geen middelen voor onderhoud Openbare ruimte beschikbaar kunnen worden gesteld. Over de periode tot en met 2025 gaat het om € 6 miljoen (incidenteel). Daarna zullen de middelen weer volledig beschikbaar komen. Vathorst is een jonge wijk waarin in het begin de onderhoudslasten relatief laag zijn, dus enige fasering moeten we kunnen opvangen. Of dat ook in deze mate haalbaar is, zal nog moeten blijken. Maar het betekent wel degelijk bezuiniging op de beschikbare budgetten voor onderhoud en zal ook versobering in de aanleg noodzakelijk maken. Wij zullen dit nauwgezet blijven volgen en zo nodig hierover met nadere voorstellen bij u terugkomen. Wanneer het toch noodzakelijk wordt gevonden om de onderhoudsbudgetten eerder te verhogen, dan zal dit moeten worden meegenomen binnen het kader van totale begrotingsafweging. Zwemwateronderzoek Voor het Zwembad Vathorst zijn geen middelen beschikbaar. Wij moeten u ook dit jaar voorstellen te besluiten dit zwembad niet te realiseren als onderdeel van de Wijkse voorzieningen Vathorst. In de vergadering van 6 december 2011 heeft uw Raad een motie ingetrokken, naar aanleiding van het voorstel van het College om de fasering (van het zwembad) voor één jaar toe te kennen en te onderzoeken wat op de langere termijn de werkelijke zwemwater behoefte is in Amersfoort. Op 30 oktober 2012 is het raadsvoorstel Onderzoek zwemwaterbehoefte Amersfoort besproken in de ronde (voorbereiding besluit). Besluitvorming is tot dusverre niet geagendeerd. Conclusie uit dit onderzoek is: “De zwembadconfiguratie in Amersfoort vanaf 2017 (zwembad Hoogland en het zwembad Hogekwartier) is passend bij de toekomstige bevolkingsomvang en –samenstelling van Amersfoort (2017-2031), mits de zwembaden in de buurgemeenten en het huidige gebruik van deze zwembaden bij deze afweging worden betrokken”. Ontwikkelingen Nijkerk De gemeenteraad van Nijkerk heeft op 2 april 2013 besloten tot nieuwbouw van een centraal gelegen zwembad (open 2018) en sluiting van de bestaande 2 overdekte baden in 2018. Nijkerk doet nog aanvullend onderzoek, o.a. naar de locatie en de afstemmingmogelijkheden met Amersfoort. Conclusie Het aanbod van zwemwater in de regio zal, volgens de normen in het zwemwateronderzoek, door uitvoering van het raadsbesluit in Nijkerk naar verwachting verminderen. Ongeacht deze mogelijke vermindering van het aanbod zwemwater zien wij gezien de stand van de reserve Wijkse voorzieningen Vathorst geen andere optie dan uw raad voor te stellen af te zien van de realisatie van een zwembad in Vathorst. Er is binnen de Wijkse Voorzieningen Vathorst is er ook geen ruimte om middelen te reserveren voor een financiële bijdrage aan de bouw van een zwembad in Nijkerk. Indien de raad toch eerder middelen beschikbaar wil stellen voor het Zwembad, dan geldt ook hier dat dit moet worden meegenomen binnen het kader van de totale begrotingsafweging.
P a g i n a | 33
Pas ultimo 2026 uit de rode cijfers Pas ultimo 2026 is de reserve weer uit de rode cijfers. Administratief kan dit worden opgevangen door een combinatie te maken met andere (positieve) reserves, zodat het totaal in de plus komt en er ook vanuit het provinciale toezicht sprake is van een acceptabele situatie. Overzicht realisatie Wijkse Voorzieningen Vathorst (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
Stand per 1/1
-3.9
-4.3
-6.0
-7.7
-9.6
-11.4
-13.0
-13.8
-13.9
-13.1
-11.6
-9.2
-5.8
-1.5
Rente
-0.2
-0.2
-0.3
-0.4
-0.5
-0.6
-0.6
-0.6
-0.6
-0.6
-0.5
-0.4
-0.2
-0.1
Overheveling
0.9
Bestaand beleid
-1.8
-1.2
-1.2
-1.7
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
4.4
Ambtelijk apparaat Onderuitputting
0.3
0.2
0.1
Netto voeding (agv woningbouw)
0.3
-0.2
-0.9
-1.5
-1.2
-0.9
-0.2
0.5
1.2
1.8
2.5
3.2
3.8
0.2
0.9
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
0.7
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
0.1
0.2
0.3
0.3
0.5
0.6
0.8
0.9
1.0
1.2
0.1
0.1
-0.1
-0.1
-0.1
-7.7
-9.6 -11.4 -13.0 -13.8 -13.9 -13.1 -11.6
-9.2
Maatregelen Laak-2-cluster Zwembad Openbare ruimte
0.1
Afronding
0.1
Stand per 31/12
-4.3
-6.0
-0.1 -5.8
-1.5
0.0
In de komende begroting zullen de jaarschijven 2014 t/m 2017 uit dit overzicht worden verwerkt. Bij de volgende begroting vraagt de jaarschijf 2018 om een nieuwe afweging. Dat zal dan worden bezien in het licht van de dan geldende prognoses ten aanzien van deze reserve.
INHUUR EXTERNEN De gemeente Amersfoort maakt, net zoals andere gemeenten, overheidsinstellingen en bedrijven, gebruik van de diensten van derden. Onze gemeente is een regie-organisatie. In het verleden is bewust gekozen voor een relatief kleine ambtelijke organisatie. Veel taken zijn uitbesteed en externe, specialistische expertise wordt ingehuurd. In het coalitieakkoord is het college verzocht om de haalbaarheid en consequenties aan te geven van het substantieel terugbrengen van de kosten voor externe inhuur en adviesdiensten. In dit hoofdstuk gaan wij daar nader op in. Externe inhuur, of het inwinnen van extern advies vindt plaats vanwege: (1) vervanging wegens ziekte; (2) tijdelijke invulling van een vacature; (3) opvangen van werkpieken en tijdelijke projecten, of (4) andere redenen. Voor wat betreft de inhuur van derden, maken we onderscheid in de inhuur van tijdelijk personeel en de inhuur van specialistische diensten waarvoor de kennis in de organisatie veelal ontbreekt. Bovendien kunnen we door de inzet van externen gemakkelijker inspelen op een bezuinigingsopgave.
P a g i n a | 34
Inhuur tijdelijk personeel Vanwege vacatures, ziekte, zwangerschap of anderszins is er behoefte om tijdelijk personeel in te huren, zodat het werk toch verricht wordt. Ongeveer de helft van het totaalbedrag dat we uitgeven aan inhuur, gaat op dit tijdelijk personeel. In totaal bedraagt het aantal ingehuurden (ultimo 2012) 107 Fte. De kosten van de inhuur, ongeveer € 11,1 mln. over heel 2012 zijn als volgt verdeeld: uitzendkrachten (53%); ingenieursdiensten (15%); interim management (12%). Het restant (20%) van de € 11,1 mln. wordt uitgegeven aan diverse diensten als marketing/ communicatie, beleidsondersteuning en ICT diensten en advies en nog wat kleinere zaken. Adviesdiensten Omdat binnen een regie-organisatie als de gemeente Amersfoort niet alle deskundigheid in de eigen organisatie voorhanden is worden vaak diensten en adviezen van derden ingehuurd. Amersfoort heeft bijvoorbeeld geen eigen ingenieursbureau. Deze moeten worden ingehuurd. Aan adviesdiensten is in 2012 € 6,7 mln. uitgegeven. Het grootste deel hiervan (48%) wordt uitgegeven aan ingenieursdiensten. Andere grote brokken betreffen de beleidsondersteunende diensten (12%) en architectdiensten (10%). Van de adviesdiensten komt ongeveer een kwart ten laste van investeringsbudgetten. Dit zijn m.n. de ingenieursdiensten (bijv. projectleiders). Bekostiging inhuur tijdelijk personeel De uitgaven aan inhuur van tijdelijk personeel zijn allemaal gedekt binnen de begroting en leiden in principe niet tot een overschrijding op de budgetten. De bekostiging van de inhuur vindt plaats via: vacatureruimte (50%); projecten of grondexploitaties (10%); leges (burgerzaken, VTH; 20%), en activiteitenbudgetten (zowel incidenteel als structureel, samen 20%). Dit betekent dat in feite alle uitgaven aan tijdelijk personeel gedekt zijn in de begroting. Ziekteverzuim en natuurlijk verloop Het ziekteverzuimpercentage in 2012 lag op 4,8%. Op basis van een personeelsformatie van 723 fte (per 31 december 2012) betekent dit dat er in 2012 35 fte ziek waren. Het aantal zwangerschapsverloven bedroeg in 2012 5 fte. Het natuurlijk verloop was in 2012 5,7%. De uitstroom komt daarmee op 41 fte. Wanneer we alle ziektes, zwangerschappen en natuurlijk verloop op willen vangen via inhuur, is 80 fte nodig. Dat verklaart een groot deel van de totale inhuur. Daarnaast is er ongeveer 30 a 40 fte voor het opvangen van piekmomenten en als flexibele schil, met name bij VTH en sociale zekerheid. Consequenties terugbrengen kosten externe inhuur en advies De totale uitgaven aan externe inhuur en adviesdiensten is de afgelopen jaren gedaald. Werd hier in 2008 nog € 28 miljoen uitgegeven; in 2011 was dat € 22 miljoen en in 2012 is dit gedaald naar € 18 miljoen. Voor een deel komt deze daling op het conto van een lager aantal ingehuurde fte’s; voor een ander deel is er in 2012 sprake van lagere tarieven dan in 2008. De inhuur van externen vindt volledig plaats binnen de bestaande budgetten. Ons College probeert daar waar mogelijk het aantal en de kosten verbonden aan de externe inhuur en adviesdiensten te verlagen. Het is uiteraard mogelijk om zonder flexibele arbeidsschil te werken en alleen met een vaste formatie. Dat zou betekenen dat we minder flexibel zijn om fluctuaties in de werkvoorraad op te vangen, of om de continuïteit te garanderen bij ziekte, zwangerschap of uitstroom. Door middel van het afsluiten van raamovereenkomsten en het scherp onderhandelen over de tarieven van de ingehuurde externen proberen wij de kosten te drukken.
P a g i n a | 35
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 23-04-2013 : 07-05-2013 : :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4377057 : 21 april 2013 :
TITEL Collegeprogramma 2013 - 2014
BESLISPUNTEN 1.
2.
3.
4.
Als uitvloeisel van het coalitieakkoord de begroting voor 2013 te wijzigen door de volgende posten op te nemen in de gemeentebegroting a. € 750.000 ten behoeve van STIPS; b. € 350.000 ten behoeve van activiteitencentra; c. € 500.000 ten behoeve van het Sociaal Vangnet; d. € 70.000 ten behoeve van combinatiefuncties in de sport; e. € 100.000 ten behoeve van Jongerenvoorzieningen; f. € 200.000 ten behoeve van Cultuur; g. € 1.000.000 ten behoeve van de Saldireserve, ter compensatie van het feit dat bij de jaarrekening 2012 door ons college is voorgesteld om € 1.000.000 te oormerken voor het Sociaal Vangnet, waardoor voor het zelfde bedrag een beroep moest worden gedaan uit de Saldireserve. Ten behoeve van de dekking van de onder 1 genoemde bedragen de begroting voor 2013 als volgt te wijzigen: a. De post rentelasten te verlagen met € 600.000 als gevolg van een latere aankoop van het Elisabethterrein; b. De rijksvergoeding inzake de WWB-uitkeringen met € 300.000 te verhogen. Ten behoeve van de dekking van de onder 1 genoemde bedragen in te stemmen met de volgende wijzigingen in de meerjarenramingen: a. In elk van de jaren 2014 en 2015 de opbrengst inzake afvalstoffenheffing / rioolrecht met € 900.000 te verhogen; b. In 2014 de post rentelaten te verlagen met € 300.000 als gevolg van een latere aankoop van het Elisabethterrein. Voor de begroting 2014 – 2017 uit te gaan van de financiële opgave, zoals is weergegeven in de achterliggende nota, waarbij: a. De ontwikkelingen ten aanzien van de rijksbezuinigingen als volgt worden ingeschat: 2014: -/- 2,1 miljoen; 2015: -/- 4,5 miljoen; 2016: -/- 8,8 miljoen; 2017: -/- 11,7 miljoen; b. De financiële opgave voortvloeiende uit het coalitieakkoord € 1,1 miljoen bedraagt voor elk van de jaren 2014 tot en met 2017, bestaande uit: € 450.000 ten behoeve van STIPS; € 200.000 ten behoeve Activiteitencentra; € 280.000 ten behoeve van het Sociaal Vangnet; € 130.000 ten behoeve van Sport;
Inlichtingen bij :
Drs. G.W. Ormel, CM/CF, (033) 469 42 34
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4377057 pagina 2
5.
6. 7.
c. Een extra reservering op te nemen voor risico’s inzake de grondexploitaties en het vastgoed die oploopt van € 1 miljoen in 2014 tot € 2,5 miljoen in 2017; d. Een extra reservering op te nemen ten behoeve van de risico’s die gepaard gaan met het mogelijk niet realiseren van de bezuinigingstaakstelling op het Stadhuis van structureel € 1 miljoen met ingang van 2017. Als kader voor het opstellen van de begroting 2014 – 2017 vast te stellen dat a. De begroting 2014 reëel en structureel sluitend dient te zijn; b. De budgetten in de begroting 2014 niet worden bijgesteld voor loon- en prijsinflatie (budgettaire nullijn). De hiervoor gereserveerde middelen (vanuit de algemene uitkering en de inflatoire bijstelling van de OZB) te laten vrijvallen. c. Voor uitzonderlijke knelpunten uit de incidentele middelen een bedrag wordt vrijgemaakt; d. Als gevolg van de afbouw van uitvoering van de centrumgemeente-taak door Veenendaal inzake de maatschappelijke opvang een bedrag van € 0,1 miljoen kan worden vrijgemaakt; e. Voor de concentratie van de ambtelijke diensten met ingang van 2015 de huuropbrengst in de begroting met € 0,2 miljoen kan worden opgehoogd en het ontbrekende bedrag voor 2014 te dekken ten laste van de centrale huisvestingsbudgetten; f. De gereserveerde middelen binnen de wijkse voorziening Vathorst voor uitbreiding ambtelijke organisatie / Het Nieuwe Werken voor de periode tot en met 2017 kunnen vrijvallen, waardoor budgettaire ruimte van € 500.000 wordt gerealiseerd; g. Als gevolg van het volledig kostendekkend maken van het rioolrecht, een bedrag van € 0,8 miljoen ingeboekt kan worden; h. Door invoering van de Toeristenbelasting een bedrag van € 100.000, zijnde een deel van de kosten van Citymarketing en Economische Agenda die nu nog worden gedekt uit de algemene middelen, kan vrijvallen. i. De organisatie een extra taakstelling op te leggen van € 300.000 structureel; j. Als gevolg van Het Nieuwe Perspectief ten behoeve van Dienstverlening met ingang van 2014 een structurele besparing in te boeken van € 100.000 k. Voor 2015 als inzet wordt genomen dat de korting op het gemeentefonds ad. € 2,2 miljoen inzake de onderwijshuisvesting, wordt doorvertaald naar de schoolbesturen. De taakstelling versobering grote projecten vooralsnog in te vullen met eventuele voordelige aanbestedingsresultaten. Binnen de reserve Wijkse Voorzieningen Vathorst geen middelen oormerken voor Laak-2 cluster, Zwembad Vathorst en areaal Openbare ruimte.
AANLEIDING Het college dat eind februari is aangetreden wil de korte periode tot aan de volgende verkiezingen zoveel mogelijk voortgang maken. Op de korte termijn, met afspraken uit het coalitieakkoord die al dit jaar zichtbaar worden, en ook op de middellange termijn, gezien de fors oplopende bezuinigingsopgave. Wij willen kansen benutten zonder de ernst van de komende bezuinigingen te miskennen. We hebben vertrouwen in de kracht van samenwerking met raad, wijken, stad en regio, en hebben vertrouwen in de kracht, kennis en kunde van mensen die samen een vitale samenleving maken. Gezien de nieuwe bestuurlijke start doorbreekt deze nota de afspraak om over te gaan naar een ‘vierjarige’ kadernota. Om diezelfde reden hebben wij ook een hoofdstuk opgenomen over de resultaten die wij in het lopende jaar willen boeken, als uitwerking van het coalitie-akkoord.
Accenten in onze aanpak In onze stijl van besturen leggen we het accent op uitvoering en resultaten. Dat doen we in samenspraak met de stad, de raad en de regio. Naar de regio nemen we een open houding in gericht op samenwerking, want een sterke regio is goed voor de Amersfoorters. Dit college legt ook een accent op de ontwikkelingen in het sociale domein. Met de overheveling van rijkstaken op het gebied van jeugd, zorg, en arbeidsparticipatie naar gemeenten willen en moeten we zaken in beweging zetten. We willen voorzieningen dicht bij mensen brengen en omgekeerd mensen betrekken bij de zorg voor hun buurt en voor elkaar. Voor hen die door persoonlijke of economische tegenspoed worden geraakt zorgen we dat er een vangnet is, en maken daar extra middelen voor vrij. Ook hebben we speciale aandacht voor jeugd en jongeren.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4377057 pagina 3
Amersfoort is een vitale, groene en aantrekkelijke stad. Wij zetten ons in om dat ook in de toekomst zo te laten zijn. Daarvoor moeten we banen en bedrijven werven, de mobiliteit op peil houden en er voor zorgen dat onze maatregelen duurzaamheid bevorderen. In het volgende hoofdstuk staan concrete resultaten voor 2013 benoemd. Voortgang en duidelijkheid op een aantal belangrijke langlopende dossiers, zoals Vathorst, Eemplein/Eemhuis, Hogekwartier en de Westelijke Ontsluiting, komen daar nog bij. De samenleving verandert, en wij moeten, om meerdere redenen, daar onze gemeentelijke werkwijze op aanpassen.
2013: concrete resultaten boeken en lange termijn strategie voorbereiden Ons college is aangetreden ongeveer een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen. Met nog maar een klein jaar voor de boeg, moeten we erkennen dat de tijd om resultaten te boeken beperkt is. Toch hebben wij de ambitie om in het laatste jaar een aantal zichtbare, concrete resultaten neer te zetten. Het coalitieakkoord biedt daarvoor een uitstekende basis. In het coalitieakkoord is aangegeven dat het door de gewijzigde financiële en maatschappelijke omstandigheden nodig is om de verhouding tussen gemeentelijke taken enerzijds en verantwoordelijkheden van inwoners en organisaties anderzijds te herijken. Wij zien het als onze opdracht om in 2013 deze lange termijn strategie voor te bereiden ten behoeve van een nieuwe raad en een nieuw college, dat zal aantreden na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014.
Reëel en structureel sluitende begroting voor 2014 Het is onze inzet om voor 2014 een begroting te presenteren waarin we concrete oplossingen bieden voor de financiële opgave waarvoor we staan. Dit sluit aan bij de wijze waarop de provinciale toezichthouder onze begroting beoordeelt. De regelgeving op dit punt is aangescherpt. Er moet sprake zijn van een reëel en structureel sluitende begroting. De term reëel heeft betrekking op de mate van realiteit van de ramingen. Structureel wil zeggen dat tegenover de structurele lasten ook structurele baten dienen te staan. Nieuw Perspectief draagt op korte termijn onvoldoende bij aan de structurele financiële opgave voor 2014. Daarom moeten we bij het sluitend maken van de begroting voor 2014 terugvallen op de meer klassieke oplossingsstrategieën. Het coalitieakkoord heeft daarvoor een aantal richtingen aangegeven: Bezuinigen, Efficiencymaatregelen, en Lokale lasten.
Een inhoudelijke en financiële doorkijk naar 2015 en volgende jaren Ons College heeft er voor gekozen om eerst en vooral de jaarschijf 2014 van de nieuwe meerjarenbegroting sluitend te maken. Met een concreet, structureel sluitende begroting 2014 willen we niet alleen voldoen aan de regelgeving op dit punt, maar door Nieuw Perspectief vooraf te laten gaan aan de invulling van de financiële opgave voor 2015 en volgende jaren, geven we tevens de aanzet om ‘visievol’ te bezuinigen, zoals het coalitieakkoord ons opdraagt.
BEOOGD EFFECT Een duidelijke kaderstelling ten behoeve van de opstelling van de begroting 2014 - 2017
VERVOLG BETROKKEN PARTIJEN Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.4377057
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 april 2013, sector CM/CF (nr.4377057); b e s l u i t: 1. Als uitvloeisel van het coalitieakkoord de begroting voor 2013 te wijzigen door de volgende posten op te nemen in de gemeentebegroting a. € 750.000 ten behoeve van STIPS; b. € 350.000 ten behoeve van activiteitencentra; c. € 500.000 ten behoeve van het Sociaal Vangnet; d. € 70.000 ten behoeve van combinatiefuncties in de sport; e. € 100.000 ten behoeve van Jongerenvoorzieningen; f. € 200.000 ten behoeve van Cultuur; g. € 1.000.000 ten behoeve van de Saldireserve, ter compensatie van het feit dat bij de jaarrekening 2012 door ons college is voorgesteld om € 1.000.000 te oormerken voor het Sociaal Vangnet, waardoor voor het zelfde bedrag een beroep moest worden gedaan uit de Saldireserve. 2. Ten behoeve van de dekking van de onder 1 genoemde bedragen de begroting voor 2013 als volgt te wijzigen: a. De post rentelasten te verlagen met € 600.000 als gevolg van een latere aankoop van het Elisabethterrein; b. De rijksvergoeding inzake de WWB-uitkeringen met € 300.000 te verhogen. 3. Ten behoeve van de dekking van de onder 1 genoemde bedragen in te stemmen met de volgende wijzigingen in de meerjarenramingen: a. In elk van de jaren 2014 en 2015 de opbrengst inzake afvalstoffenheffing / rioolrecht met € 900.000 te verhogen; b. In 2014 de post rentelaten te verlagen met € 300.000 als gevolg van een latere aankoop van het Elisabethterrein. 4. Voor de begroting 2014 – 2017 uit te gaan van de financiële opgave, zoals is weergegeven in de achterliggende nota, waarbij: a. De ontwikkelingen ten aanzien van de rijksbezuinigingen als volgt worden ingeschat: 2014: -/- 2,1 miljoen; 2015: -/- 4,5 miljoen; 2016: -/- 8,8 miljoen; 2017: -/- 11,7 miljoen; b. De financiële opgave voortvloeiende uit het coalitieakkoord € 1,1 miljoen bedraagt voor elk van de jaren 2014 tot en met 2017, bestaande uit: € 450.000 ten behoeve van STIPS; € 200.000 ten behoeve Activiteitencentra; € 280.000 ten behoeve van het Sociaal Vangnet; € 130.000 ten behoeve van Sport; c. Een extra reservering op te nemen voor risico’s inzake de grondexploitaties en het vastgoed die oploopt van € 1 miljoen in 2014 tot € 2,5 miljoen in 2017; d. Een extra reservering op te nemen ten behoeve van de risico’s die gepaard gaan met het mogelijk niet realiseren van de bezuinigingstaakstelling op het Stadhuis van structureel € 1 miljoen met ingang van 2017.
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
5. Als kader voor het opstellen van de begroting 2014 – 2017 vast te stellen dat a. De begroting 2014 reëel en structureel sluitend dient te zijn; b. De budgetten in de begroting 2014 niet worden bijgesteld voor loon- en prijsinflatie (budgettaire nullijn). De hiervoor gereserveerde middelen (vanuit de algemene uitkering en de inflatoire bijstelling van de OZB) te laten vrijvallen. c. Voor uitzonderlijke knelpunten uit de incidentele middelen een bedrag wordt vrijgemaakt; d. Als gevolg van de afbouw van uitvoering van de centrumgemeente-taak door Veenendaal inzake de maatschappelijke opvang een bedrag van € 0,1 miljoen kan worden vrijgemaakt; e. Voor de concentratie van de ambtelijke diensten met ingang van 2015 de huuropbrengst in de begroting met € 0,2 miljoen kan worden opgehoogd en het ontbrekende bedrag voor 2014 te dekken ten laste van de centrale huisvestingsbudgetten; f. De gereserveerde middelen binnen de wijkse voorziening Vathorst voor uitbreiding ambtelijke organisatie / Het Nieuwe Werken voor de periode tot en met 2017 kunnen vrijvallen, waardoor budgettaire ruimte van € 500.000 wordt gerealiseerd; g. Als gevolg van het volledig kostendekkend maken van het rioolrecht, een bedrag van € 0,8 miljoen ingeboekt kan worden; h. Door invoering van de Toeristenbelasting een bedrag van € 100.000, zijnde een deel van de kosten van Citymarketing en Economische Agenda die nu nog worden gedekt uit de algemene middelen, kan vrijvallen. i. De organisatie een extra taakstelling op te leggen van € 300.000 structureel; j. Als gevolg van Het Nieuwe Perspectief ten behoeve van Dienstverlening met ingang van 2014 een structurele besparing in te boeken van € 100.000 k. Voor 2015 als inzet wordt genomen dat de korting op het gemeentefonds ad. € 2,2 miljoen inzake de onderwijshuisvesting, wordt doorvertaald naar de schoolbesturen. 6. De taakstelling versobering grote projecten vooralsnog in te vullen met eventuele voordelige aanbestedingsresultaten. 7. Binnen de reserve Wijkse Voorzieningen Vathorst geen middelen oormerken voor Laak-2 cluster, Zwembad Vathorst en areaal Openbare ruimte. Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
Behandeling Jaarverslag/Jaarrekening 2012 en Kadernota 2014 Aan: Van: Datum: Docsnr.:
Raadsleden Griffie 25 april 2013 4370624v3
In onderstaand schema wordt de planning voor de behandeling van Jaarverslag/Jaarrekening en Kadernota uiteengezet. Bij deze planning is rekening gehouden met opmerkingen van het presidium en fractievoorzitters die eerder deze week zijn gemaakt. Vergaderschema Hieronder staat het vergaderschema zoals door de raad is vastgesteld.
Bijzondere data: ma 29 apr
Verplichte vrije dag ambtenaren
di 30 apr
Koninginnedag
do 9 mei
Hemelvaartsdag
vr 10 mei
Verplichte vrije dag ambtenaren
19/20 mei
Pinksteren
Data en tijden (voor zover al bekend) voor behandeling jaarrekening en kadernota Datum:
Tijd:
30-4
RECES
6-5
9.00
Deadline inleveren feitelijke vragen Jaarverslag/Jaarrekening
6-5
9.00
Deadline inleveren feitelijke vragen Kadernota
7-5
19.00-21.00
DR
7-5
21.30
HB
De Ronde: Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 20152017, inclusief Kadernota 2014 Inwoners en organisaties hebben de mogelijkheid om hun mening te laten horen. Iedereen krijgt gelegenheid om kort, zo’n twee minuten, een mening naar voren te brengen. Vervolgens is er ruimte voor een gesprek tussen inwoners, raadsleden en collegeleden. Aan de hand van de aanmeldingen wordt een indeling gemaakt. De indeling wordt maandag 6 mei aan het eind van de dag gepubliceerd op de website. Indien nodig werken we met drie parallelle sessies over clusters van beleidsthema’s/maatregelen. Reguliere onderwerpen
14-5
19.00-23.00
DR
Reguliere onderwerpen
17-5
15.00
Deadline antwoorden op feitelijke vragen Kadernota
17-5
15.00
Deadline antwoorden op feitelijke vragen Jaarverslag/Jaarrekening
21-5
10.00
Indienen concept moties en amendementen over Kadernota bij griffie voor evt. advies en/of vormcheck
21-5
RaadsAgenda: bijeenkomst:
DR
Commissie B&V over Kadernota 1
21-5 21-5
19.00-21.00 21.30-23.00
DR HB
24-5
12.00
Deadline inleveren concept moties en amendementen over Kadernota
28-5
10.00
Deadline aanleveren statement fracties over Kadernota voor raadspagina’s in Stadsberichten
28-5
19.00-23.00
HB
29-5
Reguliere onderwerpen Reguliere onderwerpen
Algemene beschouwingen + indienen en toelichten moties en amendementen over Kadernota Moties en amendementen over Kadernota naar college voor reactie
4-6
DR
4-6
DR
DR
Behandeling jaarrekening en accountantsrapport in De Ronde Financieel-technische behandeling jaarrekening en accountantsrapport in Commissie B&V, incl. voorbereiding advies aan de raad Reguliere onderwerpen
4-6
19.00-21.00
7-6
15.00
Deadline schriftelijke reactie college op concept moties en amendementen over Kadernota
11-6
10.00
Deadline inleveren finale versies moties en amendementen over Kadernota bij griffie
11-6 11-6
19.00-20.00 20.30-23.00
DR HB
Reguliere onderwerpen Einddebat en besluitvorming Kadernota + moties en amendementen over Kadernota
18-6
19.00-21.00
DR
Reguliere onderwerpen
25-6 25-6
19.00-21.00 21.30-23.00
DR HB
Reguliere onderwerpen Verantwoordingsdebat Jaarverslag/Jaarrekening en besluitvorming
Feitelijke vragen Feitelijke vragen over Jaarverslag/Jaarrekening en Kadernota graag z.s.m. aanleveren bij de griffie, maar uiterlijk 6 mei. Antwoorden op de feitelijke vragen over zowel Jaarverslag/Jaarrekening als Kadernota verschijnen op 17 mei. Moties en amendementen Aan fracties wordt gevraagd om zoveel mogelijk (voorafgaand aan het indienen) moties en amendementen informeel met andere fracties af te stemmen, waardoor het aantal kan worden beperkt en tijd wordt bespaard bij de behandeling. Ook wordt de fracties verzocht om moties en amendementen tijdig bekend te maken (dus liever geen ‘last minute’ moties en amendementen. Statements voor stadsberichten In de Stadsberichten is er voor de fracties de gelegenheid om hun statements over de bezuinigingsvoorstellen te geven. Deadline voor het inleveren van de bijdrage is 28 mei voor 10.00 uur. Aanleveren via mail bij griffie. De bijdrage mag maximaal 150 woorden zijn. Te lange teksten worden door de redactie ingekort.
2
Indeling en spreektijden 28 mei 2013 19.15 – 23.00 uur 19.15 – 20.45 uur Algemene beschouwingen en reactie college Bij de algemene beschouwingen door de fractievoorzitters op 28 mei gelden spreektijden met een differentiatie naar fractiegrootte op basis van drie minuten per fractie en één minuut per fractielid. Hierbij volgt een overzicht van de beschikbare maximale spreektijden per fractie.
Fracties
Spreektijden
VVD
7 10
PvdA
6 9
D66
5 8
GroenLinks
5 8
CDA
5 8
ChristenUnie
3 6
Groep Van Vliet
3 6
BPA
2 5
SP
2 5
Lijst Özcan
1 4
TOTAAL
39 69
Voor de reactie van het college is 15 minuten gereserveerd. 20.45 – 21.00 uur: pauze 21.00 – 23.00 uur: indienen en toelichten moties en amendementen
Feitelijke vragen Kadernota 2014
Onderwerp
: Kadernota 2014
Beh. afdeling
: CM-FIN
DOCS open
:4387691
Nr.
Vragensteller (partij)
Sector
Vraag
Antwoord
1.
CU (KennedyDoornbos)
CM
Nee, volgens de richtlijnen van het BBV (die de provincie handhaaft) moeten incidentele lasten gedekt zijn door incidentele baten en structurele lasten door structurele baten. Het is echter ook toegestaan om incidentele lasten te dekken met structurele baten. Het gaat er om dat in de meerjarenbegroting geen structurele lasten met incidentele baten gedekt zijn. Zie bijlage I voor meer informatie.
2.
CU (KennedyDoornbos)
CM
3.
CU (KennedyDoornbos)
MO
In de brief van de provincie dd. 19-03-2013 over de Toetsingsaspecten en begrotingslijnen (meer)jarenbegroting 2014-2017 staat dat een begroting pas sluitend of materieel in evenwicht is als ook incidentele lasten worden gedekt door incidentele baten. Uw plan is om de komende jaren 3,5 miljoen euro voor risico’s inzake grondexploitaties structureel in de begroting op te nemen, om dit om te zetten in 40 miljoen incidenteel geld waarmee afboekingen betaald kunnen worden. Daarmee wilt u dus een incidentele last dekken door structurele baten. Gaat u hiermee in tegen deze provinciale begrotingslijn? Gaat u in tegen de provinciale toetsings- en begrotingsrichtlijnen door incidentele baten uit 2014 en 2015 de incidentele lasten over 2013 te laten dekken (om ambities uit het coalitieakkoord waar te maken), zodat de begroting dus niet incidenteel sluitend is voor 2014? Is de begroting 2014 dan wel reëel in evenwicht, zoals de provincie vereist? Het college wil een budgettaire nullijn voor loon- en prijsbijstelling voor de eigen organisatie en alle gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen. Betekent dit dat de gemeente en instellingen die CAOlonen uitbetalen deze nullijn niet door kunnen doorvertalen in het bevriezen van salarissen en dus te maken krijgen met een kaasschaaf van 4,5% die snijdt in prestaties, programma’s of werkgelegenheid? Kunt u aangeven welke grote instellingen hun lonen niet kunnen bevriezen omdat zij CAO-lonen uitbetalen?
Wij gaan niet in tegen de begrotingsrichtlijnen, omdat in die systematiek zowel de incidentele baten, als de incidentele lasten uit de ramingen worden geëlimineerd.
CAO afspraken moeten altijd worden nageleefd. Voor zover hogere kosten als gevolg hiervan niet opgevangen kunnen worden door grotere mate van efficiency, kan deze maatregel betekenen dat prestaties, programma’s of werkgelegenheid aangepast moeten worden Bijvoorbeeld instellingen die vallen onder de sectoren Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, openbare bibliotheken, kunsteducatie etc. hebben te maken met CAO-lonen. Zie hiervoor bijvoorbeeld de berichtgeving van de VNG: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/cultuur-ensport/brieven/indexering-en-wijziging-subsidies-welzijn-en-cultuur-2012-2014
CM
4.
CU (KennedyDoornbos)
CM
5.
CU (KennedyDoornbos)
MO
6.
CU (KennedyDoornbos)
CM
7.
CU (KennedyDoornbos)
CM
De kosten van straatreiniging worden door toevoeging van 0,8 miljoen euro voor de helft toegerekend aan de afvalstoffenheffing, het maximale percentage dat wettelijk is toegestaan. Wat is de gemiddelde kostenstijging voor eigenaars van woningen en bedrijven? De toeristenbelasting levert 200.000 euro aan inkomsten op. Toch kan maar 100.000 euro worden toegevoegd aan de Algemene Middelen. Wordt de overige 100.000 euro toegevoegd aan Economie of gebruikt voor administratiekosten? U neemt aan dat de gemeente overeenstemming zal kunnen bereiken met de schoolbesturen over een korting van 2,2 miljoen euro op het programmaonderdeel onderwijsvoorzieningen, omdat scholen datzelfde bedrag van het rijk zullen krijgen. Dan moeten onderwijsbesturen de taken overnemen die in het onderwijsprogramma belegd zijn. Welke taken zijn dit? Is het geld dat zij van het rijk krijgen vrij besteedbaar? Kunnen zij de taken die wij willen overdragen financieren met het geld dat zij van het rijk krijgen? Het weerstandsvermogen in 2014 is 0,19 en zal de jaren daarna nauwelijks wijzigen en is dus volstrekt onvoldoende om risico’s op te kunnen vangen. Als we de structurele toevoegingen aan de risicovoorziening buiten beschouwing laten, hoe ziet het weerstandsvermogen er over 2013-2016 uit als we de onbenutte belastingcapaciteit meenemen in de berekeningen? Bij het berekenen van de weerstandscapaciteit mogen bestemmingen die door een raadsbesluit definitief zijn geworden niet meegenomen worden als bestemmingsreserve die bijdraagt aan de weerstandscapaciteit. Zijn alle bestemmingsreserves die ten grondslag liggen aan het bepalen van het weerstandsvermogen nog vrij van een dergelijk raadsbesluit? Is er een raadsbesluit nodig om de bestemming van de reserve te wijzigen? Welke
In de nota is op pagina 26 aangegeven wat de lastenstijging zal zijn ten opzichte van 2013. Daarin is ook verdisconteerd het kostendekkend maken van het rioolrecht.
De opbrengst van € 200.000 komt in zijn geheel ten goede aan de economische agenda / citymarketing. Omdat deze activiteiten worden bekostigd uit de algemene middelen valt een bedrag van € 100.000 vrij ten gunste van de algemene middelen.
Op basis van beschikbare informatie is de aanname dat de korting 2,2, miljoen euro bedraagt. Het is echter nog niet bekend hoe het Rijk de regeling voor schoolbesturen vorm gaat geven. Aanname is dat het huidige totale budget gelijk blijft, alleen verschuift het deels van gemeente naar schoolbesturen. De taken waar het om gaat kunnen een mix zijn van Nieuwbouw, Uitbreiding, Vervangende Nieuwbouw of Renovatie, Schades en Diefstal, bijzondere situaties en asbest, Verhuiskosten en sloop, WOZ en verzekeringen, evt. Gym-en sportaccommodaties zijn gemeentelijke taken. Er is overeenstemming nodig met de schoolbesturen over de overdracht van (een mix van) taken. We weten nu nog niet welke taken we overdragen en wat de schoolbesturen willen overnemen. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt ongeveer € 7,4 mln per jaar (structureel). Het weerstandsvermogen stijgt met een veelvoud hiervan. Als we uitgaan van een periode van 4 jaar, dan mogen we uitgaan van € 30 miljoen. De weerstandsratio, zoals die is vermeld onder op bladzijde 28, komt dan uit op ruim 1.
Voor elke vorming, storting of onttrekking van/in/aan de reserves is een raadsbesluit nodig. In principe kan dus van elke reserve de bestemming gewijzigd worden, wanneer de raad daartoe besluit. Een uitzondering hierop vormen de reserves ten laste waarvan al concrete verplichtingen zijn aangegaan. Dat geldt echter maar voor een beperkt aantal reserves en voor een beperkt bedrag (ongeveer € 5 mln.)
8.
CU (KennedyDoornbos)
CM
9.
CU (KennedyDoornbos)
SOB
10.
CU (KennedyDoornbos)
MO
projecten worden gerealiseerd van 2013 tot 2017, waarvoor bestemmingsreserves zijn meegenomen in het berekenen van de weerstandscapaciteit, die nog geannuleerd kunnen worden om de reserve te gebruiken voor het afdekken van risico’s? Wat is de omvang van deze bestemmingsreserves? In de begroting wordt het weerstandsvermogen opgekrikt door de structurele toevoegingen aan de risicovoorziening van 2 miljoen in 2014 en 0,5 miljoen de daaropvolgende jaren om te zetten naar incidenteel geld. Als wij in 2014 een miljoen euro zouden omzetten naar incidenteel geld, hoeveel incidenteel geld levert dit op? En hoeveel jaar moet dit structurele bedrag van 1 miljoen in de begroting blijven staan? Dus hoeveel betalen we uiteindelijk over de gehele looptijd aan rente en aflossing als wij in 2014 een miljoen euro omzetten naar incidenteel geld? Bij de Wijkse voorzieningen Vathorst zegt u dat er tot 2025 geen middelen voor onderhoud Openbare Ruimte beschikbaar gesteld kunnen worden, om zo 6 miljoen euro te besparen. Welk onderhoud zou tot 2025 eigenlijk wel gedaan moeten worden, welke investeringen en uitgaven zijn te verwachten in die periode, die nu niet gefinancierd kunnen worden? Hoe denkt u de gemeente Nijkerk te kunnen overhalen om het zwembad in de buurt van Amersfoort te bouwen? Kunt u een bedrag reserveren om hen hierin tegemoet te komen? Kunt u grond beschikbaar stellen?
Bij de dekking van de afboeking van Vathorst West, waar een soortgelijke kwestie aan de orde was, hebben we gerekend met een factor 13. Een bedrag van 1 miljoen structureel, werd omgezet naar een bedrag van € 13 miljoen incidenteel. Dat komt overeen met een rentebedrag van 4,5% en een afschrijvingstermijn van 30 jaar. Zie ook bijlage I.
Dagelijks onderhoud moet tot 2025 worden uitgevoerd. Groot onderhoud is in deze periode nog minimaal. De consequenties zijn op dit moment niet volledig te overzien. Zoals aangegeven zullen wij u bij knelpunten daar te zijner tijd over rapporteren.
Er zijn met de gemeente Nijkerk enkele gesprekken gevoerd m.b.t. hun plannen voor een nieuw zwembad. Hierbij realiseert men dat een bad dichtbij Vathorst een aantrekkende werking heeft en bijdraagt aan het exploitatieresultaat van dit bad. In deze gesprekken is ook aangegeven dat een eventuele bijdrage vanuit Amersfoort nu niet wordt voorgesteld, aangezien dit in financiële zin een verder negatief effect heeft op de Reserve Wijkse Voorzieningen Vathorst. Wij zien – gezien het budgettaire kader – hiertoe thans niet de mogelijkheid. Ten aanzien van het beschikbaar stellen van grond heeft Nijkerk aangegeven dat zij ten behoeve van het te bouwen Nijkerkse zwembad zelf reeds over grond beschikken. Een aanbod van grond vanuit Amersfoort heeft derhalve voor hen geen meerwaarde.
11.
VVD (Vogels)
SOB
12.
VVD (Vogels)
MO
13.
VVD (Vogels)
SOB
14.
VVD (Vogels)
SOB
15.
VVD (Vogels)
CM
16.
VVD (Vogels)
MO
Pagina 5: Westelijke Ontsluiting: in de omschrijving ontbreekt het vervolg op het onderzoek? Mogen wij aannemen dat indachtig het collegeprogramma er vervolgens ook een besluit inzake de westelijke ontsluiting genomen gaat worden? Pagina 5: Sociale maatregelen ontwikkelen voor de inwoners die hard geraakt worden: Kan er een inschatting gemaakt worden over de aantallen?
Pagina 6: Faciliteren economische groei: '2013' is gezien het korte tijdsbestek wel erg on-SMART? Gaat u deze omschrijving nog van Smart doelstellingen voorzien? Pagina 6: Vathorst: inmiddels zijn wij al een eind onderweg in het het voorjaar van 2013, kunt u concreet aangeven wanneer u de raad een update gaat geven inzake de ontwikkelingen van Vathorst? Pagina 9: Vangnet met meerwaarde: Kunt u een inschatting maken op basis van de getallen uit 2012 hoeveel meer vacatures u verwacht te vervullen? Pagina 10: Online gemak: onze ambitie is…… staat eigenlijk zonder concrete doelstellingen geformuleerd, kun u dit concreter maken wat u nou precies van plan bent?
Ja. Wij willen het besluit voor de zomer aan de raad voorleggen.
Nee, inschatting van het aantal inwoners dat hard geraakt wordt door de crisis en dreigt te worden uitgesloten is moeilijk te maken. Uit de ‘monitor effecten minimabeleid en WMO beleid 2012’ komt naar voren dat veel verondersteld kwetsbaren, hoewel soms met problemen kampend, met het thans geboden vangnet voldoende veerkracht hebben. Om hierin meer duidelijkheid te verkrijgen doen wij verder onderzoek. U ontvangt binnenkort een RIB over de Economische Agenda en wij zullen in het derde kwartaal 2013 met uw raad de beleidsevaluatie Economie houden. Wij zien dit als een belangrijk moment om niet alleen terug te kijken, maar ook vooruit te kijken en de juiste focus te behouden. Wij hebben uw raad op 16 april hierover geïnformeerd. Het volgende informatiemoment is 4 juni.
50.
De belangrijkste uitdaging voor de komende tijd is: goede dienstverlening tegen lagere kosten. Aan de ene kant willen we het onze klanten makkelijker maken en ze snel, deskundig, vriendelijk en transparant helpen. Tegelijkertijd moet er een efficiencyslag worden gemaakt in de afhandeling van klantcontacten. Wat we willen is: Klantcontact zoveel mogelijk voorkomen, bijvoorbeeld door een goede website waar snel de juiste informatie kan worden gevonden in begrijpelijk taalgebruik. Als mensen dan toch contact met ons opnemen dan helpen we ze het liefst via het goedkoopste kanaal. Meestal is dat het digitale kanaal. Die klantcontacten willen we zoveel mogelijk in één keer goed afdoen. Dat is prettig voor de klant en wel zo efficiënt. Wat we in het kader van ‘online gemak’ willen doen en wat we de komende maanden verder uitwerken is: Dit jaar 5 producten of diensten digitaliseren, op basis van een businesscase die
17.
VVD (Vogels)
SOB
Pagina 10: Vitale duurzame stad: Naar de mening van de VVD fractie is deze paragraaf nog wat te vaag gesteld. wat gaan ze doen? Hoeveel banen worden in de komende jaren verwacht? Wordt de visie van de commissie Van Ek bijgesteld? Pagina 15: In de tabel omschrijft u de effecten van het Oranjeakkoord als PM - kunt u hier toch niet een indicatie geven met de kennis die u wel heeft? Pagina 16: Maatschappelijk vastgoed --> op welke risico's van maatschappelijk vastgoed wordt gedoeld?
18.
VVD (Vogels)
CM
19.
VVD (Vogels)
SOB
20.
VVD (Vogels)
CM
Pagina 18: Welke andere oplossingsrichtingen ziet het college om meer inkomsten te verwerven?
21.
VVD (Vogels)
CM
Pagina 19: Tabel: Kunnen de grootste effecten gelezen worden als het grootste aantal FTE aldaar?
22.
VVD (Vogels)
CM
Pagina 21: Instellingen: Wat zijn 'implementatiereserve bezuinigingen' en waar vinden we die nog meer?
23.
VVD (Vogels)
CM
Pagina 23: Extra taakstelling op het budget van de " externen " --> is een grotere taakstelling dan de genoemde 300.000 mogelijk in de ogen van het college en welke risico's zouden daar aan vastzitten?
24.
VVD (Vogels)
CM
Pagina 25: Aangezien binnen….. kan de korting alleen worden gecompenseerd als de….. dit vraagt overeenstemming met de schoolbesturen. Indien er geen of gedeeltelijk overeenstemming bereikt met de schoolbesturen. Hoe wordt dan de tekort opgevangen?
aantoont dat (verdere) digitalisering leidt tot lagere kosten. Producten/diensten kiezen waar duidelijk behoefte aan is: dat moet blijken uit klantonderzoek en eigen cijfermateriaal . Kijken naar producten/diensten met enig volume: daar valt de meeste winst te behalen. Het rapport van de commissie van Ek blijft uitgangspunt. In deze crisisperiode zijn exacte aantallen te verwachten banen niet aan te geven. De verkenning van het thema duurzame, vitale stad vormt input voor onder andere de Economische Agenda (zie ook beantwoording vraag 13) en het programma Duurzame Ontwikkeling. Concretisering zal daarin plaatsvinden. Zoals op p. 15 boven de tabel beschreven staat, bedragen de effecten van het Oranjeakkoord ongeveer € 1,8 mln. Op pagina 16 wordt over de risico’s van het strategisch vastgoed gesproken. Het betreft het risico van weinig afzet met dalende prijzen tegenover een oplopende boekwaarde van dit vastgoed door bijboeken van rente en beheerslasten. Dit geldt ook voor het te verkopen maatschappelijke vastgoed. Het enige andere alternatief dat op korte termijn extra inkomsten genereert is de verhoging van de OZB. Nee, het gaat hier om het budgettair effect. In de tabel wordt zichtbaar gemaakt met welke bedragen de budgetten zouden worden verhoogd, als er geen sprake was geweest van een budgettaire nullijn. De implementatiereserve bezuinigingen is ingesteld om de implementatiekosten van de bezuinigingen te kunnen opvangen. Vanuit de bezuinigingsoperatie 2012-2015 is rekening gehouden met een benodigd bedrag van afgerond € 3,4 mln. Voor het college is de taakstelling van € 300.000 breder dan alleen externen, maar heeft betrekking op de totale personele formatie, inclusief externe inhuur. Nee, indien een grotere taakstelling mogelijk was, zouden we daar rekening mee gehouden hebben. Op pagina 34 hebben wij aangegeven dat we dan nog minder flexibel zijn om fluctuaties in de werkvoorraad op te vangen of om continuïteit te garanderen bij nieuwe projecten ziekte, zwangerschap of uitstroom. Als onverhoopt zou blijken dat dit bedrag niet zou kunnen worden doorvertaald aan het onderwijsveld, dan vergroot dat de financiële opgave met hetzelfde bedrag en dan is een nieuwe afweging aan de orde.
25.
VVD (Vogels)
CM
26.
VVD (Vogels)
CM
27.
VVD (Vogels)
CM
28.
VVD (Vogels)
CM
29.
VVD (Vogels)
CM
30.
SP (Schoenmaker)
MO
31.
SP (Schoenmaker)
MO
Pagina 27: Risico's: Hoe verhouden zich bij de aan te besteden grote projecten de genoemde risico's tot de (nu niet vermelde) kansen op aanbestedingsvoordeel? Pagina 29: Bezuinigingstaakstelling grote projecten: De taakstelling wordt niet toegewezen, maar wat wordt er gedaan/hoe wordt er gestuurd om deze wel te proberen te realiseren? Pagina 29&30: Voortgang implementatie bezuinigingsmaatregelen: ORANJE Binnen dit programma zijn er risico's in de implementatie die beheersmaatregelen noodzakelijk maken. Pagina 29&30: ROOD Binnen dit programma zijn er risico's in de implementatie die beheersmaatregelen noodzakelijk maken. Pagina 29&30: Bij twee zaken die de kleur Rood of Oranje gegeven is, zijn niet nader benoemd. Kunt u risico's en de (mogelijke) beheersmaatregelen van de volgende twee genoemde onderwerpen nader benoemen: Algemeen Bestuur en Staf & Management?
Op pagina 8 onder Aflopen bestuursakkoord Bijstand. Ook hier gaarne een nadere toelichting waarom zonder gevolgen voor de doelgroep en zonder grote financiële het resterende bedrag van 3 ton kan worden onttrokken? Naar verwachting zal dit ook in 2013 doorwerken klinkt redelijk vaag? Waarom wordt deze meevaller niet gebruikt voor het sociale domein, zoals op pagina 12 wordt aangekondigd? Bezuinigingen op het sociale domein kunnen worden opgevangen binnen het beleidsterrein zelf is het uitgangspunt op pagina 12. In zeven zinnen zegt het college heel veel zonder enige uitleg of toelichting. Bij de 20-miljoensoperatie zijn een aantal maatregelen doorgevoerd, waar in het regeerakkoord op wordt
Bij risico’s wordt alleen gekeken naar de mogelijke verliezen. De kansen op aanbestedingsvoordelen worden wel bekeken bij ieder project afzonderlijk, maar niet zondermeer op voorhand ingeboekt. Wij hebben er niet voor gekozen om nu een generieke taakstelling op alle projecten te leggen, maar wij volgen de aanbestedingsresultaten en bezien per geval of dit al dan niet wordt ingeboekt ten gunste van de taakstelling. Zie antwoord 29.
Zie antwoord 29.
Bij algemeen bestuur heeft de raad besloten om een deel van de formatie bij Strategie en Bestuur te dekken ten laste van de middelen van de Economische Agenda. Deze middelen zijn weliswaar meerjarig, maar niet volledig structureel in de begroting beschikbaar. Bij Staf & Management gaat het om de bezuiniging die is ingeboekt bij de afdeling Informatiebeheer. Deze bezuiniging kan pas worden gerealiseerd, als het nieuwe DMS operationeel is. Dat is nog niet het geval en daarom loopt de implementatie van deze bezuinigingsopgave vertraging op. In de systematiek van voor het bestuursakkoord 2007-2011, die vanaf 2012 opnieuw is ingevoerd, worden gemeenten met een vertraging van een jaar door het Rijk gecompenseerd voor de werkelijke uitkeringslasten. Indien Amersfoort in 2013 niet substantieel afwijkt van het landelijke beeld, door bijvoorbeeld een verdere sterke stijging van de bijstandsuitgaven, wordt een incidentele autonome meevaller van € 3 ton verwacht. Gezien het autonome karakter is voorgesteld het te verwachte voordeel van € 3 ton in te zetten ten behoeve van de beleidsprioriteiten (w.o. sociaal vangnet), die in het collegeprogramma 2013-2014 zijn omschreven. Deze bezuinigingsmaatregelen uit de 20-miljoensoperatie betreffen met name de huishoudelijke hulp en hergebruik van middelen (zie verder oa pagina 6 Raadsinformatiebrief 2012-156; Financiële effecten regeerakkoord). De uitwerking van de bezuinigingen op de Wmo (huishoudelijke hulp) is nog onduidelijk. Als meer duidelijkheid bestaat over de maatregelen kunnen wij de
bezuinigd. Om welke maatregelen gaat dat? En kunnen deze bezuinigingen gecompenseerd worden? Heeft het college daarbij ideeën en welke gevolgen kunnen die hebben? Het één op één doorvertalen van rijksbezuinigingen kan leiden tot maatschappelijke problemen. Aan welke problemen denkt het college dan? Voorbeelden graag? 32.
SP (Schoenmaker) SP (Schoenmaker)
CM
34.
SP (Schoenmaker)
CM
35.
SP (Schoenmaker)
MO
33.
MO
Moeten bezuinigingen op andere terreinen ook binnen de eigen beleidsterreinen worden opgevangen? Het doorvertalen van de onderwijskorting naar het onderwijsveld op pagina 25. Amersfoort wordt 2,2 miljoen gekort op het gemeentefonds en dat gaat rechtstreeks naar het onderwijsveld. Deze 2,2 miljoen wordt per 2015 ten laste gebracht van het programmaonderdeel onderwijsvoorzieningen, zodat per saldo de middelen voor onderwijshuisvesting bij gemeente en schoolbesturen gezamenlijk gelijk blijven. Gaarne een toelichting hierop? Welke taken zouden onderwijsbesturen moeten overnemen? Waarom betalen bedrijven geen afvalstoffenheffing?
Op pagina 31 wordt aangegeven dat Amersfoort al een vorm van draagkracht hanteert, zodat de bezuiniging op de hulp in huishouding moeilijk kan worden opgevangen. Wat is het verband tussen de beide opmerkingen?
budgettaire effecten in beeld brengen en bezien of deze kunnen worden opgevangen in samenhang met de andere decentralisaties binnen het sociaal domein. Een maatschappelijk probleem kan ontstaan doordat mensen niet de ondersteuning krijgen waaraan mogelijk wel een noodzaak of behoefte bestaat. Eerder is onder meer aangegeven dat zorgen bestaan over de ontwikkeling rond de sociale werkvoorziening en de bezuinigingen van het Rijk op de Wmo (zie oa pagina 4 van het Coalitieakkoord). Ja, dat is het uitgangspunt. Zie het antwoord op vraag 5
Afvalstoffenheffing ziet toe op de gemeentelijke taak van inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Bedrijven vallen daar buiten en mogen niet in de afvalstoffenheffing worden betrokken. Bedrijven sluiten individuele contracten met afvalinzamelaars. De bezuiniging van rijkswege op de hulp bij het huishouden gaat uit van het betrekken van de (financiële) draagkracht van cliënten. Door het betrekken van de (financiële) draagkracht is het Rijk van mening dat een korting van 40% (was oorspronkelijk 75%) kan worden gerealiseerd. Nu wij in Amersfoort de (financiële) draagkracht, als uitvloeisel van de € 20 miljoen bezuinigingsoperatie, al betrekken is het zeer onwaarschijnlijk dat wij deze korting kunnen opvangen.
Kunnen gemeentes die geen vorm van draagkracht hanteren de bezuiniging op de hulp in de huishouding makkelijker opvangen?
Andere gemeenten kunnen deze naar verwachting makkelijker opvangen. Ook zij (zoals VNG ook formuleert) verwachten wel tekorten.
Een vorm van draagkracht hanteren bij het indiceren voor hulp in huishouding is momenteel niet toegestaan?
Wij zijn van mening dat het betrekken van (financiële) draagkracht is toegestaan (RIB 2012-134)
36.
BPA
CM
Op pagina 4 staat: “Er moet sprake zijn van een reëel en structureel sluitende begroting. De term reëel heeft betrekking op de mate van realiteit van de ramingen.” Hoe reëel zijn in dit licht bezien de huidige ramingen van de grondexploitaties Vathorst en Elisabeth locatie?
37.
BPA
CM
38.
BPA
CM
39.
BPA
PO / SB
Op dezelfde pagina staat: “Structureel wil zeggen dat tegenover de structurele lasten ook structurele baten dienen te staan.” Wordt de 1% OZB verhoging in het kader van de 10 miljoen cofinanciering van Knooppunt Hoevelaken als een structurele baat gezien? Op pagina 8 staat te lezen “In de Tussenbalans vorig jaar is besloten om gedurende drie jaar (2013 t/m 2015) tot terugbetaling over te gaan van de meevallers van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. In het coalitieakkoord is besloten om deze middelen in te zetten voor de incidentele prioriteiten.” Welk deel van de totale dekking voor de incidentele prioriteiten wordt gevormd door deze meevallers van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht en welk bedrag moet aan andere posten worden onttrokken? Op pagina 9 staat te lezen dat de gemeente Amersfoort in transitie is naar een kleinere overheid en dat de rolverdeling met de samenleving echt zal veranderen. Betekent dit dat er ook in 2013 zogenaamde ‘boventallige’ ambtenaren worden ontslagen? (Zie technische vragen over Jaarverslag 2012) Zijn er in dit kader daarnaast nog plannen om het komende jaar gemeentelijke taken uit te besteden? (Buiten het SBG en de RUD om?)
40.
BPA
SB
Op dezelfde pagina vinden we de volgende vraag: “Kan het opdrachtgeverschap voor het dagelijks beheer verdergaand worden overgedragen aan bewoners?” Wat gaat dit college komende periode concreet ondernemen om deze vraag te beantwoorden? (anders dan het verder ontwikkelen van Nieuw Perspectief / Samenfoort)
Afboekingen op de grondexploitaties zijn in beginsel incidenteel en niet structureel en vallen daarom buiten dit criterium (reëel en structureel sluitend). Dat neemt niet weg dat de provincie de financiële situatie rondom de grondexploitaties wel meeweegt in haar beoordeling. Zoals eerder al is aangegeven is op dit moment nog onzeker of en voor welk bedrag voor Vathorst een voorziening moet worden getroffen. Vandaar ook de oordeelonthouding van de accountant. De Elisabethlocatie is via de Tussenbalans vorig jaar financieel afgedekt in de begroting. Ja.
Dat is weergegeven op pagina 8 van de nota. Van het totaal bedrag van € 3 miljoen wordt € 1,8 miljoen gedekt door het terugdraaien van de teruggaaf van afvalstoffenheffing en rioolrecht.
In 2013 is er één boventallige medewerker in de WW terecht gekomen. Van de 6 boventallige medewerkers die er nu zijn zullen er 2 op korte termijn in de WW komen. Als er nieuwe boventalligheid ontstaat door de nieuwe bezuinigingen dan hebben de medewerkers vanaf 2 jaar in dienst een re-integratietermijn van 24 maanden. Het is verder lastig in te schatten hoeveel medewerkers door de nieuwe bezuinigingen boventallig zullen worden. Wij staan steeds open voor waar taken het best kunnen worden uitgevoerd: uitbesteed of in eigen huis. Concreet onderzoeken wij samen met de stad de opzet van een maatschappelijk groenbedrijf: 033GROEN, een maatschappelijke onderneming die groene doelstellingen heeft en snel handelt en inspeelt op lokale actualiteiten.
41.
BPA
MO & SB
42.
BPA
SB
43.
BPA
CM
44.
BPA
CM
Op pagina 10 staat: “Kunnen we 90% van de klantvragen via een ‘Easyjet-methode’ afwikkelen en de dure face-to-face begeleiding beperken tot de 10% voor wie het digitale kanaal niet voldoet of voor wat wettelijk nog niet mag?” Er wordt gesproken over “dure face-to-face” begeleiding. Betekent dit dat het resultaat van deze begeleiding gemiddeld niet opweegt tegen de kosten?
Nee. Hiermee wordt uitsluitend bedoeld dat face-to-face klantcontact duurder is dan bijvoorbeeld telefonisch contact.
Is er duidelijk welke klantvragen van inwoners zich in deze zogenaamde 10% groep zullen bevinden?
Ja. Hoewel face-to-face klantcontact duurder is dan telefonisch of digitaal contact, is dit soms onvermijdelijk. Bijvoorbeeld omdat het wettelijk verplicht is zoals het aanvragen en ophalen van een paspoort, ID-kaart of rijbewijs. In andere gevallen is er geen wettelijke grondslag maar streven we naar persoonlijk contact omdat we mensen dan beter kunnen helpen. Je kan cliënten van SZ bijvoorbeeld beter begeleiden naar werk als je ze met enige regelmaat persoonlijk spreekt. Ook bij meer ingewikkelde vragen (denk bijv. aan het aanvragen van een bouwvergunning) werkt face-to-face contact soms beter dan contact via een ander kanaal. Tot slot is er een, steeds kleiner wordende groep, die digitaal minder competent is of geen toegang heeft tot internet.
Een besparing kan doorgaans ook een extra kostenpost worden. Welke financiële risico’s zijn er in de ogen van het college verbonden aan het digitaliseren van gemeentelijke diensten volgens een ‘Easyjetmethode’?
Voor een deel gaat het bij ‘online gemak’ om het beter en slimmer toepassen van dingen die we al in huis hebben: daar zijn niet altijd extra kosten aan verbonden. In andere gevallen is dat wel het geval (met name op ICTgebied) en gaat de kost voor de baat uit. In dat geval zal een heldere afweging worden gemaakt of de kosten opwegen tegen de baten. Zie ook het antwoord op vraag 16. Er vindt periodiek een werkdrukmeting plaats in de organisatie, en hierover is ook overleg met de ondernemingsraad.
Ook op pagina 10 vinden we “Een sterke regio levert ons allemaal wat op en is goed voor Amersfoorters.” Hoe verzekert het college zich ervan dat door nieuwe of intensivering van de samenwerking met de regiogemeenten geen extra druk op het Amersfoortse ambtenaren apparaat komt te liggen, zonder dat zij hiervoor (financieel) gecompenseerd wordt? Op pagina 12 staat te lezen dat door middel van het uitstellen van vervangingsinvesteringen getracht zal worden om financiële middelen vrij te spelen. Welke risico’s brengt dit uitstel met zich mee en om welke investeringen gaat het hier specifiek? Bij de uitleg van voetnoot nummer 2 op pagina 15 wordt gespecificeerd welke vuistregel Amersfoort
Een eerste inventarisatie brengt de volgende investeringen naar voren die mogelijk uitstelbaar zijn (zie bijlage III).
De vuistregel is geen door het Rijk of Provincie erkende methode maar gebaseerd op een uitspraak van de VNG.
45.
BPA
SOB
46.
BPA
CM
47.
BPA
CM
48.
BPA
CM
49.
BPA
CM
hanteert met betrekking tot de gevolgen van de bezuinigingen op het gemeentefonds. Is dit een door het Rijk en de Provincie erkende methode? Op pagina 16 staat dat het OBV een juridische procedure is gestart om de afname van de grond af te dwingen. Hoe kijkt de gemeente Amersfoort als ‘partner’ tegen deze stap aan? Op pagina 17 blijkt dat de financiële opgave waar Amersfoort voor komt te staan de komende jaren enorm zal stijgen. Verder valt er in de daaraan voorgaande pagina’s te lezen dat er nog veel onzekerheden zijn met betrekking tot extra bezuinigingen op de diverse uitkeringen die er van het Rijk ontvangen worden (Bijv. het Oranjeakkoord). Hoe worden deze onzekerheden in dit toekomstbeeld ingebed? Op pagina 18 staat in het kader van “visievol bezuinigen” dat “na de verkiezingen een nieuw college en een nieuwe raad inhoudelijke keuzes” kunnen maken. Betekent dit dat er op dit moment voornamelijk sprake is van korte termijn keuzes met alle risico’s van dien? Op pagina 21 wordt inzake de budgettaire nullijn gesproken over het feit dat “we op onderdelen voor lastige afwegingen komen te staan” Kan er nader worden gespecificeerd om welke afwegingen dit gaat?
De aandeelhouders van OBV, waaronder dus ook de gemeente, hebben hiermee ingestemd.
Mocht het Oranjeakkoord toch doorgaan, hebben we daar in ieder geval volledige dekking voor. Voor wat betreft de extra kortingen op het gemeentefonds (o.g.v. het regeerakkoord) zijn de maximale effecten van de nu bekende maatregelen ingeboekt. Mocht bijvoorbeeld blijken dat de opschaling van het aantal gemeenten niet door gaat en de korting ten gevolge daarvan ook niet, betekent dit een kleiner nadeel.
Nee. Wat ons betreft is er geen sprake van korte termijn keuzes. In de nota hebben wij aangegeven dat vanwege het feit dat het Nieuwe Perspectief op korte termijn onvoldoende soelaas biedt, we voor de begroting 2014 moeten terugvallen op meer generieke maatregelen, waarvan de budgettaire nullijn de belangrijkste is. Het kan zijn dat we met verbonden partijen of met gesubsidieerde instellingen afspraken moeten maken over het verminderen van prestaties. Ook in onze eigen organisatie zullen we te maken krijgen met kostenstijgingen waar geen budgetverhoging tegenover staat. Dat zal inhouden dat we op onderdelen moeten inleveren op het serviceniveau.
Op dezelfde pagina staat te lezen dat de gemeentelijke organisatie de afgelopen be zuinigingsronde voor 1/3 van het te bezuinigen bedrag is aangeslagen. Voor welk te bezuinigen bedrag is de gemeentelijke organisatie exact aangeslagen?
3 miljoen bij de 10 miljoensoperatie;
Wat hebben de verschillende initiatieven (slankere organisatie, minder externe inhuur, procesoptimalisatie) aan kostenvoordeel opgebracht? (uitgesplitst naar initiatief)
6 miljoen (plus aanvullend 2 miljoen) bij de 20 miljoensoperatie
Welke risico’s (pagina 29) bevinden zich op de gebied van staf en management (rood gekleurd) en wat betekenen deze risico’s voor de bezuinigingen die op deze onderdelen moeten worden gerealiseerd of al gerealiseerd hadden moeten zijn?
50.
BPA
CM
51.
BPA
CM
52.
BPA
CM
53.
BPA
CM
54.
BPA
CM
55.
BPA
CM
Op pagina 21 staat “Wij hopen daarmee de beoogde besparingen te behalen” en op pagina 22 “Wij verwachten dat deze aanpak de komende jaren de nodige concrete besparingen gaat opleveren”. Dit zijn voorzichtige formuleringen. Welke garanties zijn er omtrent de financiële besparingen die met de bewuste aanpakken bereikt moeten worden? Waar komt inzake de concentratie van ambtelijke diensten de meeropbrengst van 150.000 euro structureel vandaan? Betekent de aanvullende 0,8 miljoen die wordt toegevoegd aan de rioolheffing een forse lastenverzwaring voor de Amersfoortse burgers of vindt er elders compensatie plaats? Op pagina 26 wordt uit het overzicht belastingopbrengst duidelijk dat gezinnen de komende jaren meer belasting zullen moeten betalen dan eerder begroot was. Aanleiding is onder meer de OZB verhoging inzake Knooppunt Hoevelaken en het kostendekkend maken van de rioolrechten. Hoe verhoudt deze verhoogde belastingdruk zich tot het voornemen van het college om in 2014 “inhoudelijke keuzes” te gaan maken met betrekking tot het takenpakket van de gemeente? Kunnen we bij een afstoting van gemeentelijke taken in dit kader bijvoorbeeld een lastenverlaging verwachten? Op pagina 27 valt te lezen dat binnenkort de aanbestedingsprocedures van enkele grote projecten gaan beginnen en dat de risicomarges hiervan groot zijn. Hoe zit het in dit kader met de risico’s omtrent de aanbesteding van de projecten Laakzone (fase C) en
Dit ligt voor een deel in elkaars verlengde. Door procesoptimalisatie kon bijvoorbeeld een slankere organisatie worden bewerkstelligd (belastingen /burgerzaken / planning en control). En voor een deel is er ook sprake geweest van het terugdringen van externe inhuur en voor een deel zijn het ook andere besparingen geweest die hebben bijgedragen aan de realisatie van de bezuinigingstaakstelling Dit onderdeel heeft betrekking op een te realiseren bezuinigingstaakstelling van 8 Fte bij de post en archiefverzorging, die pas kan worden gerealiseerd wanneer het nieuwe Document Managementsysteem operationeel is. Zie vraag 51. De budgettaire nullijn voor de organisatie is een harde bezuiniging, waarbij reëel wordt ingeteerd op de budgetten. Om deze bezuiniging te realiseren zonder de dienstverlening aan de burger hier te veel onder te laten lijden, kijken we naar mogelijkheden om de werkprocessen verder te optimaliseren en om de kosten van de externe inhuur terug te dringen. Door inkrimping van de organisatie is kantoorruimte beschikbaar gekomen. Wij zien mogelijkheden om deze ruimte met ingang van 2015 te verhuren. Dit is een lastenverzwaring. Voor het effect op het totale lastenplaatje wordt verwezen naar het overzicht op pagina 26 van de nota.
Dit hangt af van de uitkomst van een politieke weging die op dat moment aan de orde is.
Graag verwijzen wij u naar de laatste projectenrapportage RIB 2013-28
56.
BPA
CM
57.
BPA
CM
58.
BPA
CM
het zwembad aan de Hogeweg? Op pagina 33 staat “Pas ultimo 2026 is de reserve weer uit de rode cijfers. Administratief kan dit worden opgevangen door een combinatie te maken met andere (positieve) reserves, zodat het totaal in de plus komt en er ook vanuit het provinciale toezicht sprake is van een acceptabele situatie.” Wat is de waarde van een puur administratieve oplossing (naast het feit dat er anders geen sprake is van een acceptabele situatie voor de provincie) als de risico’s gewoon blijven bestaan? Hoe verhoudt deze administratieve oplossing zich tot het scherp in de gaten houden van risico’s en het tijdig willen bijsturen? Op pagina 34 staat inzake de inhuur van tijdelijk personeel dat er 11,1 miljoen wordt uitgegeven aan diverse diensten. In dit kader wordt “nog wat kleinere zaken” genoemd. Kunnen deze kleinere zaken nader worden gespecificeerd? Op dezelfde pagina staat drie keer te lezen dat inhuur volledig plaatsvindt binnen de bestaande budgetten. Betekent dit dat er in deze bestaande budgetten ruimte is gemaakt voor inhuur of gaat inhuur ten koste van andere aspecten die binnen het budget vielen? Hoe wordt er, indien er binnen bestaande budgetten reeds bedragen zijn gereserveerd voor inhuur, scherp onderhandeld over de tarieven van de externen?
59.
GL (Prins)
MO
Gaat dit scherpe onderhandelen ook op overeenkomsten met externen die zich in het topsegment van de ambtelijke organisatie bevinden zoals bijvoorbeeld interim-projectmanagers en een gemeentesecretaris? Concrete resultaten in 2013, p. 4: Het realiseren van vier activiteitencentra in Randenbroek, Zielhorst, Liendert en het Soesterkwartier. Wat betekent dit voor de overige huidige wijkcentra zoals bijvoorbeeld de Neng in Hoogland? Worden er voorbereidingen
Het alternatief is dat we voor ruim € 13 miljoen aan incidentele middelen tijdelijk moeten vrijmaken om ervoor te zorgen dat de reserve uit de rode cijfers blijft. Deze middelen kunnen dan niet voor andere doeleinden worden ingezet.
Na uitvoering van de voorgestelde maatregelen worden er geen middelen voor nieuwe projecten meer onttrokken aan de reserve. Het risico zit hem dus niet in de uitgavensfeer, maar in de inkomstensfeer. Als het woningbouwtempo nog verder achterblijft bij deze prognoses dan ontstaat daar het risico. Er zijn dan geen bijsturingsmaatregelen meer. Wij monitoren de woningbouwontwikkelingen nauwgezet. Zie bijlage II.
Binnen de budgetten is er geen aparte ruimte voor inhuur.
Er wordt te allen tijde scherp onderhandeld over tarieven van externen.
Dit geldt ook voor externen uit het topsegment.
In het coalitieakkoord is afgesproken in deze collegeperiode 6 STIPS te realiseren. Deze afspraak wordt volop ter hand genomen. Het college wil minimaal vier activiteitencentra realiseren. Bij de keuze ligt het voor de hand na te gaan of aangesloten kan worden bij de wijkaccommodaties die maatschappelijk overgenomen zijn / worden en wijkaccommodaties die nog
getroffen om in de volgende collegeperiode nog enkele z.g. –stips- te realiseren?
open zijn. Het college onderzoekt of het haalbaar is om in de Neng een STIP te combineren met een bibliotheek- en wijkfunctie. De aanpak rond de STIPs en activiteitencentra worden u verder toegelicht in twee toegezegde Raadsinformatiebrieven. Wij houden rekening met beëindiging van het huidige huurcontract van VFA, mogelijk op korte termijn. Wij ondersteunen een initiatief uit de stad om nieuwe huisvesting te zoeken voor voedselbank en kledingbank. Over het resultaat kunnen wij nu nog niets zeggen. Momenteel worden de ramingen voor de Westelijke ontsluiting gemaakt. grondverwerving en planschade worden daarin meegenomen. In het raadsvoorstel, dat voor de zomer aan de raad zal worden voorgelegd, zullen de ramingen zijn opgenomen. In het coalitieakkoord is in wezen een dubbele afspraak gemaakt: een aantal beleidsterreinen worden ontzien, maar is ook de opdracht gegeven om de effecten van een generieke budgettaire nullijn te onderzoeken. De budgettaire nullijn geldt voor de organisatie, gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen. Dus ook voor gesubsidieerde culturele instellingen. Daarmee voldoen we aan de opdracht uit het coalitieakkoord: ‘Daarnaast rapporteert het college in de Kadernota tenminste over de uitkomsten van de volgende zoekrichtingen voor bezuinigingen: De haalbaarheid en consequenties van een algehele nullijn voor loon- en prijsbijstellingen, voor zowel de gemeentelijke organisatie, de verbonden partijen, als de gesubsidieerde instellingen’. Het college is van mening dat alles afwegende een evenwichtig bezuinigingspakket aan u is voorgelegd.
60.
GL (Prins)
MO
Armoedebeleid, p. 5: Is er rekening gehouden met de evt noodgedwongen verhuizing VFA? Wordt herhuisvesting zeker gesteld?
61.
GL (Prins)
SOB
Westelijke ontsluiting, p. 5: Welke bedrag is gereserveerd voor eventuele planschade?
62.
GL (Prins)
CM
Hoofdstuk 5, oplossingsrichtingen: Op p 18 stelt u terecht dat in het coalitieakkoord impliciet of expliciet taakvelden zullen worden ontzien. In de daaropvolgende paragraaf stelt u een budgettiare nullijn voor, en geeft u inzicht in de financiele consequenties op de verschillende taakvelden. Een die u daarbij noemt is Cultureel Klimaat. Stelt u hierbij dus voor te bezuinigen op een volgens het coalitieakkoord te ontzien veld?
63.
GL (Prins)
CM
Wij gaan ervan uit dat na 2017 dit bedrag als gevolg van de groei van de stad vanwege Vathorst weer moet worden ingezet.
64.
GL (Prins)
SB
Stelpost Wijkse Voorzieningen Vathorst: Op p. 22 wordt aangegeven dat het na 2017 niet meer verantwoord is af te zien van middelen voor formatie-uitbreiding. Waar is deze uitspraak op gebaseerd? In het collegeprogramma 2013-2014 wordt het begrip Het Nieuwe Perspectief genoemd. Het begrip Het Nieuwe Samenwerken wordt niet genoemd. Kan hier een verklaring voor worden gegeven?
65.
D66 (Nederkoorn)
CM
P. 4: “Nieuw perspectief draagt op korte termijn onvoldoende bij aan de structurele financiële opgave voor 2014”. Er wordt gesproken over een bezuiniging van een ton en zelfs bij wijkse voorzieningen Vathorst over 5 ton. Kunt u uitleg geven hoe deze bezuinigingen
Het bedrag van € 500.000 heeft betrekking op de dekking die is aangedragen in het coalitieakkoord. Bij uitstel van de grootschalige renovatie van het stadhuis wordt de eerste vier jaar afgezien van de uitbreiding van de ambtelijke organisatie als gevolg van de groei van de stad. Dit kan niet worden gekoppeld aan Het Nieuwe Perspectief.
Het Nieuwe Samenwerken (HNS) is een burgerinitiatief om anders met de overheid om te gaan. Nieuw Perspectief is de koepelnaam andere werkwijzen te verkennen waarin de rolverdeling tussen overheid en samenleving aan de orde is. De initiatiefnemers van HNS worden betrokken bij Nieuw Perspectief.
tot stand komen? Waar wordt dan op bezuinigd?
66.
D66 (Nederkoorn)
SOB
67.
D66 (Nederkoorn)
MO
68.
D66 (Nederkoorn)
CM
69.
D66 (Nederkoorn)
CM
70.
D66 (Nederkoorn)
SOB
P. 6: Duurzaamheid. Betekent dit dat bij alle beleidsstukken een paragraaf duurzaamheid komt? Anders graag wat meer specificeren. Dat geldt ook voor duurzaamheid bij het onderwijshuisvestingsplan, wat houdt dit precies in? Wat zijn de “andere activiteiten” bij een groen netwerk? Woonvisie: wanneer komen de nieuwe prestatieafspraken? Wat is een beweegvriendelijke ruimte? P. 14 U geeft aan dat u vanaf 2015 2,2 miljoen euro minder aan onderwijshuivesting wilt uitgeven, omdat de schoolbesturen direct uit van het Rijk een bedrag zullen kijken. -Hoeveel geld krijgen de schoolbesturen vanaf 2015 van het Rijk? -Worden deze gelden op dezelfde manier verdeeld als de gemeentegelden nu? -Kan de raad inzage krijgen in eventuele huisvestigingsachterstanden die er nu zijn? -Reserveert de gemeente geld om scholen met achterstanden te helpen, ook indien zij naar verhouding te weinig geld van het Rijk krijgen? P. 27: wat wordt bedoeld met het aframen van de onderuitputtingspot zal pas in 2016 plaatsvinden? En waarom moet er 5 miljoen waargemaakt worden aan onderuitputting? P. 29: Wat zijn bij het Algemeen Bestuur de risico’s? En staat Zorg voor WMO? En Staf & Management voor document Management Systeem? Als deze laatste twee niet zo zijn als dat ik het opvat dan ben ik benieuwd wat daar de risico’s zijn? P. 32 kan er een preciezer beeld gegeven worden van de gevolgen van het niet beschikbaar stellen van de 6 miljoen voor onderhoud openbare ruimte in Vathorst.
Het bedrag van € 100.000 kan worden behaald door efficiencymaatregelen als gevolg van de digitale dienstverlening. - Wij streven ernaar om onze besluitvormingsformats zo aan te passen dat duurzaamheid een duidelijk en herkenbare plek krijgt in de stukken. - Woonvisie: De gemeenteraad ontvangt hierover op korte termijn (eind mei) een Raadsinformatiebrief van ons.
Zie het antwoord op vraag 5 - De verdeelsystematiek van het gemeentefonds is niet gelijk aan die van de lump sum van het onderwijs. - Er zijn nu geen achterstanden in het Primair en Speciaal onderwijs, bekostiging gaat nog via de onderwijsverordening. De huisvesting van het Voortgezet onderwijs is een verantwoordelijkheid van de betreffende schoolbesturen. - De gemeente reserveert geen middelen voor scholen met achterstand in onderhoud omdat dat niet kan in het kader van de materiële, financiële gelijkstelling van schoolbesturen waaraan de gemeente zich moet houden.
Wij hebben een stelpost voor onderuitputting in de begroting opgenomen. Deze bedraagt 5 miljoen. We gaan er op voorhand van uit dat we van de totale begroting ieder jaar € 5 miljoen niet uitgeven. Zeker in tijden van bezuinigingen, waar de budgetten onder druk staan legt dit een zware druk op de begroting. Met ingang van 2016 is deze stelpost verlaagd naar € 3 miljoen. Bij algemeen bestuur gaat het om de bekostiging van een deel van de formatie van Strategie en Bestuur uit de economische agenda. Zie ook de beantwoording op vraag 29. De laatste twee constateringen zijn correct.
De consequenties zijn op dit moment nog niet volledig te overzien. Zoals aangegeven zullen wij u bij eventuele knelpunten daar te zijner tijd over rapporteren.
71.
CDA (Offereins)
CM
72.
CDA (Offereins)
SOB
73.
CDA (Offereins)
MO
p3. “Gezien de nieuwe bestuurlijke door start doorbreekt deze nota de afspraak om over te gaan naar een ‘vierjarige’ kadernota.” Welke consequenties heeft dit voor de afgesproken P&C cyclus? Deze cyclus leverde ook een bezuiniging op; wat zijn de financiële gevolgen van het doorbreken van deze cyclus? p.4-7 Overzicht ‘Concrete’ resultaten: Westelijke ontsluiting. Wat is de rol van de provincie bij dit onderzoek?
We hebben het taakstellend opgelost binnen het bestaande budget.
Betaalt de provincie ook mee aan de kosten van het onderzoek?
De provincie betaalt via haar VERDER bijdrage mee aan de onderzoeken.
Betaalt de provincie ook mee aan de realisatie van de variant wanneer die het Amersfoortse budget te boven gaat?
Het dekken van de meerkosten als de te kiezen variant boven het beschikbaar gestelde budget van € 60 mio. uitkomt. is een van de punten waarover momenteel bestuurlijk overleg plaatsvindt.
Welke rol is nog weggelegd voor de participatiegroep?
De rol van de participatiegroep staat beschreven in het coalitieakkoord d.d. 14 februari 2013. De leden van de participatiegroep zijn gevraagd advies uit te brengen over hoe om te gaan met de effecten van de nieuwe variant (concrete inpasbaarheid, milieu en ecologische impact).
De variant die nu wordt onderzocht is in een eerder stadium afgevallen. Wat is destijds er fout gegaan dat die variant, blijkbaar onterecht, is afgevallen?
Varianten over het kazerneterrein zijn in eerder stadium afgevallen mede vanwege de financiële randvoorwaarde om binnen het budget van € 60 mio. te blijven. Het coalitieakkoord laat deze randvoorwaarde in die zin los, dat naar aanvullende dekking wordt gezocht, waarbij de meerkosten echter niet ten laste van de Amersfoortse begroting mogen komen. Denk daarbij ook aan samenwerkende instellingen in het Eemhuis. Er wordt inmiddels op veel verschillende manieren door de culturele organisaties samengewerkt. Samenwerking in promotie en publiciteit door het culturele veld komt onder meer tot uiting in het jaarlijks binnen De Flint georganiseerde Amsup. Vier grote festivals hebben zich verenigd en werken samen op onder meer het gebied van inkoop en programmering. In het geval van Amersfoort Jazz en het Global Village Festival heeft de samenwerking zelfs geleid tot samenvoeging. Basisinstellingen werken samen met de festivals door onder meer het beschikbaar stellen van podia en het aanhaken op de programmering (bv. aansluiting Museumnacht bij festival Spoffin). De podia werken al veel samen op het gebied van programmering, producties, promotie en publiciteit en inkoop. Verdere mogelijkheden worden onderzocht. De samenwerking betreft
p.4-7 Overzicht ‘Concrete’ resultaten: Samenwerking culturele instellingen Uit de jaarrekening van 2012 blijkt dat de samenwerking culturele instellingen niet van de grond is gekomen. Welke concrete nieuwe voorstellen heeft het college om de samenwerking te realiseren
Er vindt zowel ambtelijk als bestuurlijk overleg plaats tussen de gemeente en de provincie. Bestuurlijk komt onder andere de financiering aan de orde, waarbij het zekerstellen van de Beter Benutten bijdrage specifieke aandacht heeft.
74.
CDA (Offereins)
MO / SB
p.4-7 Overzicht ‘Concrete’ resultaten: Meer jongeren betrekken bij de politiek en het bestuur van de stad. Hoewel dit bij de concrete resultaten wordt genoemd, ontbreken hier de concrete resultaten. Wat gaat u doen om dit te bereiken?
Hoe gaat u beoordelen of u hier in slaagt?
We beschouwen het als geslaagd als we met de peiling een redelijke groep jongeren bereiken en we samen met een aantal jongeren vorm kunnen geven aan jongerenparticipatie. De wet milieubeheer biedt de mogelijkheid aan de gemeenteraad om de geldingsduur van een milieubeleidsplan met ten hoogste twee jaar te verlengen. Van deze mogelijkheid heeft uw raad voor het huidige milieubeleidsplan (20082011) gebruik gemaakt. Er wordt nu gewerkt aan een nieuw plan. Omdat de doelstellingen en ambities echter voor een groot deel nog overeind staan, wordt met name een actualisatieslag gemaakt rekening houdend met trends en ontwikkelingen. Wij streven ernaar om onze besluitvormingsformats zo aan te passen dat duurzaamheid een duidelijk en herkenbare plek krijgt in de stukken.
75.
CDA (Offereins)
SOB
p.4-7 Overzicht ‘Concrete’ resultaten: Actualisering Milieubeleidsplan. Eerder was sprake van verlengen van het bestaande plan. Bedoelt u hier het verlengen, of gaat u echt een nieuw plan opstellen?
76.
CDA (Offereins)
SOB
p.4-7 Overzicht ‘Concrete’ resultaten: Duurzaamheid meewegen. Hoe wordt dit zichtbaar bij uw besluiten?
77.
CDA (Offereins)
SOB
een lopend proces, dat volop in uitvoering is en dat voorlopig ook blijft. Om die reden is in het jaarverslag 2012 de status ‘in uitvoering’ aangegeven bij dit onderdeel. Meer jongeren betrekken bij de politiek en het bestuur van de stad willen we bereiken door naar de jongeren te stappen en het gesprek met hen aan te gaan, laten zien dat we jongeren serieus nemen. We willen niet aanbod gericht maar meer vraaggericht te werk gaan. Hiervoor willen we een jongerenpeiling uitzetten waarmee we in beeld willen krijgen wat jongeren in Amersfoort bezighoudt en wat ze willen. Met de uitkomsten van de peiling gaan we aan de slag om samen met de jongeren vorm te geven aan jongerenparticipatie, het betrekken van jongeren bij de politiek en het bestuur van de stad.
Kunt u aangeven op welke wijze dit zichtbaar is geworden bij uw besluit om het stadhuis niet te renoveren?
Het realiseren van onze duurzaamheiddoelstellingen is niet alleen afhankelijk van het besluit om het stadhuis niet te renoveren (blz 16). Vanzelfsprekend is het zonder renovatie onmogelijk om een labelsprong te maken van G naar A, maar uiteraard wordt duurzaamheid bij al het onderhoud binnen bestaande middelen meegewogen.
p.4-7 Overzicht ‘Concrete’ resultaten: Oplevering Eemhuis Wat is de status van de realisatie van de woontoren aan de Eemzijde op het Eemplein?
Wij verkennen hoe wij deze locatie het beste tot ontwikkeling kunnen brengen, mede in relatie tot de ontwikkelingen in het Oliemolenkwartier. Daarbij wordt ook tijdelijke verhuur onderzocht.
Is de financiele calculatie, waarbij sprake was van een tekort van 10,5 miljoen euro, nog altijd actueel? Zo
In Raadsinformatiebrief 2012-129 van 23 oktober 2012 hebben wij u laten weten dat over het project Eemplein/Eemhuis vanaf 1 januari 2013 alleen nog
nee, wat is de huidige financiele situatie?
(financieel) zal worden gerapporteerd in de reguliere rapportages Grote Fysieke Projecten. De laatste versie vindt u via deze link: RIB 2013-28
78.
CDA (Offereins)
MO
p.10 Online Gemak Welke 5 producten gaat u digitaliseren?
Er is nog geen definitieve keuze gemaakt welke producten of diensten we verder gaan digitaliseren. We zijn bezig met een verkenning waarbij o.a. gedacht wordt aan de volgende producten: Het digitaal doorgeven van een verhuizing Het digitaal aanvragen van een uitreksel uit de gemeentelijke basisadministratie Het digitaal aanvragen van een afschrift uit de burgerlijke stand Het mogelijk maken dat een uitvaartondernemer een overlijden digitaal door kan geven Gaan werken met Persoonlijke Internetpagina’s, bijvoorbeeld voor cliënten van SZ
79.
CDA (Offereins)
CM
p.12 Uitgangspunt: Begroting bestaand beleid is sluitend U geeft aan dat het sluitend krijgen van de begroting bestaand beleid een bijzonder lastige opgave is. Welke beheersmaatregelen heeft u genomen om dit risico te beperken/af te dekken?
a. voor ons is een sluitende begroting bestaand beleid een hard uitgangspunt. Zoals aangegeven willen we als beheersmaatregelen in eerste instantie bezien of er door het verder uitstellen van vervangingsinvesteringen middelen kunnen worden vrijgespeeld waarbij we beseffen dat het lastiger wordt om de onderuitputtingspost zoals opgenomen in de huidige meerjarenbegroting te realiseren. In de uitwerking van de begroting 2014-2017 komen we hier nader op terug.
MO
Wat is de oorzaak van de extreme prijsstijgingen van het WMO vervoer?
In het contract dat provincie Utrecht en de gemeenten in Eemland en Heuvelrug hebben gesloten met de vervoerder is vastgelegd dat we voor de indexering van de vervoersprijs de NEA-index hanteren. Deze was voor 2013 6,5%, terwijl de index die wij gemeenebreed hanteren 1,5% was. De belangrijkste reden dat de NEA index hoger is dan de CBS index is de loonstijging op grond van de CAO Taxivervoer. De loonstijging vindt zijn oorsprong in de cao-afspraak tussen werkgevers en werknemers die de lonen te laag vonden voor het verantwoordelijke werk van de chauffeur. 2013 is het laatste jaar van de afspraak over de loonstijging . Daarnaast worden andere kosten, zoals de verwachte brandstofprijzen meegenomen in de index.
MO
p.15 Effecten Coalitieakkoord In het overzicht ontbreken de in het coalitieakkoord toegezegde middelen om de rijkskortingen op de WMO te compenseren voor de minima (Tekst uit het akkoord: “De coalitie beseft dat ingrepen in het Wmo-
Naar het recent gesloten Zorgakkoord zich laat aanzien wordt de bezuiniging op de huishoudelijke hulp anders vorm gegeven en wordt de korting – alhoewel nog steeds fors – beperkt. De uitwerking van het Zorgakkoord is nog onduidelijk. Als meer duidelijkheid bestaat over de maatregelen kunnen de effecten voor de mensen met een (economisch) zwakke positie in beeld worden gebracht. Wij
80.
CDA (Offereins)
voorzieningenniveau vooral inwoners met een beperking treffen. Bezuinigingen mogen niet ten koste gaan van inwoners met een economisch zwakke positie.”. Wanneer het inderdaad een korting van 75% op de huishoudelijke hulp betreft gaat het om een structureel bedrag van miljoenen euro’s per jaar. Waarom zijn die niet opgenomen?
81.
CDA (Offereins)
MO
82.
CDA (Offereins)
CM
83.
CDA (Offereins)
CM
84.
CDA (Offereins)
CM
De kosten voor de combinatiefunctionaris staan onder het kopje ‘Sport’. Is het inderdaad de bedoeling om de combinatiefunctionaris volledig voor sport in te zetten, en dus niet voor welzijn en cultuur? p22. Maatschappelijke Opvang Veenendaal Elders in de nota geeft u hoog op over regionale samenwerking. Hier besluit u om 100.000,- te besparen op geld dat u van de landelijke overheid hebt ontvangen voor een regionale taak. Heeft u over deze bezuiniging overleg gehad met de gemeenten namens wie u deze taak uitvoert? Wat vinden de regiogemeenten ervan dat u deze bezuiniging doorvoert en dat u het bedrag voor andere doeleinden, die niet gerealateerd zijn aan de regio en ook niet aan het betreffende beleidsterrein, gaat inzetten? En wat vindt het rijk hiervan? p22. Toeristenbelasting Van de door u verwachte opbrengst van de toeristenbelasting wordt de helft gebruikt ter financiering van bestaand beleid. Hier is sprake van het vestzak/broekzak principe en levert de sector dus niets extra op. Uit de andere helft moeten de administratieve lasten betaald worden die deze maatregel met zich meebrengt. Hoeveel blijft er werkelijk extra over voor inzet in de economische sector? p31. Besparing op de organisatie agv digitalisering Welke gevolgen heeft de besparing als gevolg van de digitalisering? p31. Inhuur Externen | ziekteverzuim en natuurlijk verloop
zullen dan in samenhang met de decentralisaties binnen het sociaal domein bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn en deze te financieren zijn door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociale domein. Wij achten het thans nog niet noodzakelijk om additionele middelen hiervoor te reserveren.
De structurele toevoeging van €130.000 is bedoeld voor de in stand houding van het Sporttechnisch kader (en betreft niet de combinatiefunctionarissen) Nee we hebben alleen met Veenendaal overleg gevoerd en nog niet met de andere regiogemeenten. Deze bezuiniging heeft naar het zich laat aanzien geen gevolgen voor opvang in Amersfoort.
Veenendaal ziet als risico dat de bezuiniging de drempel richting opvang en hulpverlening verhoogt voor haar inwoners. Daarnaast begrijpt Veenendaal de noodzaak van gemeentelijke bezuinigingen, mede omdat het budget voor Veenendaal in de vorige bezuinigingsronde is ontzien. Het Rijk is hier niet bij betrokken, want dit betreft een gedelegeerde taak. De uitvoeringskosten zijn beperkt en worden meegenomen in het budget voor het bestaand beleid. Wij gaan er van uit dat een bedrag van € 100.000 resteert voor de inzet in de economische sector en met name toerisme.
Bij de bezuingingsoperatie van € 20 miljoen is hiervoor een taakstelling van € 350.000 opgenomen (8 FTE). Aflopende contracten en naderend pensioen worden ook zoveel mogelijk ingevuld door reguliere invulling van vacatures, echter dit is niet altijd mogelijk.
Natuurlijk verloop is voor een groot deel ruim van te voren vast te stellen (aflopende contracten, naderend pensioen). Waarom is hier inhuur van externen voor nodig en wordt dit niet met reguliere invulling van vacatures opgevangen? Op pagina 21 staat dat er een ‘calamiteitenreserve’ ingevoerd wordt voor gesubsidieerde instellingen die te maken krijgen met de budgettaire nullijn. Dat wordt gevuld met een korting van de subsidiepot van 1%. Aan welke criteria wordt gedacht om hier als instelling gebruik van te kunnen maken?
85.
CU (Hunink)
MO
86.
CU (Hunink)
PO
Bezuinigingen op gemeentelijk personeel kan leiden tot minder inhuur van externen, maar ook tot ontslagen. Is arbeidstijd/duur verkorting ook een optie?
87.
CU (Hunink)
PO
88.
CU (Hunink)
MO
Op pagina 21 staat: Wij willen hierbij voorkomen dat we maatregelen nemen die leiden tot nieuwe knelpunten in de organisatie. Zo staat in de Tussenbalans: “De bezuinigingsoperatie van € 20 miljoen heeft geleid tot een aantal knelpunten in de organisatie. Om deze knelpunten op te lossen stellen we hiervoor € 0,2 miljoen structureel beschikbaar”. Is de kans niet groot dat een dergelijk effect weer zal optreden? Hoe wil het college dit concreet voorkomen? Is dat realistisch? Een aanvankelijk in het coalitieakkoord genoemde bezuiniging van 353.000 i.v.m. de opvang, verslavingsbeleid en bemoeizorg dat de gemeente Veenendaal ontving van Amersfoort (als centrumgemeente) is nu voor 100.000 ingeboekt. Hoe wordt dit bedrag gerealiseerd? Wat zijn de gevolgen voor deze doelgroep uit Veenendaal? Heeft deze
De calamiteitenreserve is een bestaande reserve. Een subsidieontvanger kan onder bepaalde voorwaarden een verzoek om een bijdrage uit de calamiteitenreserve indienen. Het college hanteert de volgende criteria bij haar afweging al dan niet over te gaan tot toekenning: de calamiteit is onvoorzien en niet verwijtbaar aan de organisatie; de calamiteit is substantieel; de calamiteit brengt de continuïteit van de organisatie in gevaar; de calamiteit heeft een incidenteel karakter; de instelling heeft zich ingespannen zelf een deel van de gevolgen te dragen. In het collegeprogramma/Kadernota is aangegeven dat deze reserve ook kan worden gebruikt voor het incidenteel opvangen van knelpunten bij gesubsidieerde instellingen als gevolg van de nullijn. Door bezuinigingen kan op het niveau van individuele medewerkers boventalligheid ontstaan. Onze aanpak is gericht op begeleiding van werk-naarwerk. Arbeidsduurverkorting kan in een individueel geval een bijdrage leveren aan de oplossing voor boventalligheid. Maar als generieke maatregel is het wat ongericht en niet passend voor deze bezuinigingsopgave. Gekozen is voor zorgvuldig onderzoek naar mogelijkheden tot verdere vermindering van overhead en inhuur van externen, en verbetering van de efficiency van werkprocessen. Bij deze onderzoeken wordt allereerst de actuele situatie in beeld gebracht om daarna opnieuw te kijken waar nog vermindering cq verbeteringen mogelijk zijn zonder nieuwe organisatorische knelpunten te veroorzaken. Het voorkomen van nieuwe organisatorische knelpunten is dus onderdeel van deze onderzoeken.
Zie antwoord opvraag 81.
89.
90.
CU (Hunink)
CU (Hunink)
MO
MO
bezuiniging ook gevolgen voor de opvang van dak- en thuislozen uit Amersfoort e.o.? We nemen pas een expliciet besluit over de toekomst van het zwemwater in Amersfoort met de vaststelling van de Sportnota. Wordt in dit collegeprogramma hierop voorgesorteerd? Nemen we een expliciet of impliciet besluit over dit onderwerp door deze kadernota vast te stellen?
Op pagina 21 staat dat er een ‘calamiteitenreserve’ ingevoerd wordt voor gesubsidieerde instellingen die te maken krijgen met de budgettaire nullijn. Dat wordt gevuld met een korting van de subsidiepot van 1%. Aan welke criteria wordt gedacht om hier als instelling gebruik van te kunnen maken?
Bij de vraag wordt er van uitgegaan dat bij de sportnota een besluit wordt genomen over de toekomst van het zwemwater. Dit is niet het geval. Besluitvorming over de realisatie van een zwembad in Vathorst is opgenomen in het raadsvoorstel Onderzoek zwemwaterbehoefte Amersfoort dat is besproken in de ronde van 30 oktober 2012. In dit voorstel is als beslispunt opgenomen: “Geen zwembad in vathorst te realiseren”. Besluitvorming over dit voorstel is nog niet geagendeerd door uw raad. In het raadsvoorstel behorende bij het collegeprogramma/kadernota is als expliciet beslispunt 7 opgenomen: “Binnen de reserve Wijkse voorzieningen Vathorst geen middelen oormerken voor Laak 2 cluster, Zwembad Vathorst en areaal open ruimte. op pagina 32 van het Collegeprogramma wordt toegelicht waarom geen ruimte beschikbaar is binnen de reserve Wijkse voorzieningen Vathorst voor de realisatie van onder meer het zwembad. Hier staat ook gemeld dat wil de raad toch middelen beschikbaar stellen voor realisatie van het zwembad in vathorst, dat dit moet worden meegenomen binnen het kader van de totale begrotingsafweging. Zie antwoord bij vraag 85.
BIJLAGE Bijlage I Omzetten structurele raming in incidenteel bedrag. Ter nadere toelichting op de eerste vraag met betrekking tot de “Kadernota” van mevr. Kennedy en de opmerkingen rond dit punt tijdens de ronde van 14 mei j.l. (de raadsleden Smit en Kennedy) het volgende. Er is kennelijk sprake van een misverstand over de opbouw van de structurele reeks voor het treffen van voorzieningen voor de grondexploitaties. In de Kadernota is voorzien dat deze reeks geleidelijk oploopt naar 3,5 structureel in 2017. Daarbij is het uitgangspunt dat het extra bedrag dat jaarlijks beschikbaar komt direct in dat jaar omgezet wordt in een daadwerkelijk aanwendbaar incidenteel bedrag voor het treffen van een voorziening. Hoe werkt dat? Naar analogie van de procedure die bij de 13-mln-afboeking van Vathorst-West is gevolgd (en door de provincie goedgekeurd) wordt het incidenteel benodigde bedrag uit de “Reserve afdekking kapitaallasten” gehaald en overgeheveld naar de voorziening grondexploitaties c.q. afgeboekt van de boekwaarde gronden. De “Reserve afdekking kapitaallasten” wordt normaliter gebruikt voor de dekking van diverse rente- en afschrijvingslasten van in het verleden gedane investeringen, die volgens de BBV voorschriften moeten worden afgeschreven en waarvoor in het verleden reserves waren gevormd om de investering (al dan niet geheel of gedeeltelijk) ineens af te dekken. Sinds 2004 is het niet meer toegestaan om dergelijke investeringen in een keer weg te boeken tegen de gevormde reserve; gedurende de looptijd van de afschrijvingen (gemiddeld 30 jaar) wordt steeds een stukje van de reserve gebruikt om de lasten te dekken. Als nu deze reserve wordt gebruikt voor het treffen van een voorziening voor de grondexploitaties kan deze reserve niet meer dienen om kapitaallasten af te dekken. Dat betekent dus een extra last in de begroting. Deze extra last kan echter worden weggestreept tegen de structurele ramingen (de oplopende reeks) zoals hiervoor genoemd en in de Kadernota opgenomen. Aldus levert een structurele raming van 1 mln. een incidenteel bedrag op van: 1.000.000/7,5% (=4,5%(rente)+3,%(afschrijving)) of ongeveer 13 mln. En dus levert 3,5 mln. structureel ca 45 mln. op. Een paar kanttekeningen hierbij: Door deze afboeking worden we als gemeente dus “echt armer”: onze reserves slinken, in het voorbeeld, met 13 mln. Doordat de reserve kapitaallasten niet meetelt bij het bepalen van de weerstandsratio wordt die ratio door de afboeking niet verlaagd, sterker nog: aangezien door de afboeking het risico binnen de GREX zal afnemen zal de ratio zelfs hoger worden! Dit is ook geïllustreerd in de Kadernota (blz. 28) Deze financiële (dekkings)move heeft helemaal niets te maken met een financierings-vraagstuk; er is namelijk geen financieringsvraagstuk: de balans wordt zowel aan de activa- als aan de passiva-kant met hetzelfde bedrag verlaagd; we hoeven dus geen extra geld te lenen voor deze boekhoudkundige transactie Deze constructie kan worden toegepast zolang er nog ruimte is in de reserve afdekking kapitaallasten; zodra die op nul staat zullen andere oplossingen gezocht moeten worden.
Bijlage II 0401 interim management 0402 uitzendkrachten 0403 organisatie- en formatieadvies 0404 beleidsondersteunende diensten 0405 ict diensten en advies 0406 juridisch onderzoek en advies 0407 marketing / pr / communicatie 0408 accountant 0409 overig financieel advies 0410 inkoopadvies 0411 ingenieursdiensten 0412 milieukundige diensten 0413 overige diensten 0414 notaris 0415 architectdiensten 0416 makelaars en taxateurs 0417 archeologische diensten en inhuur
12,03% 52,61% 0,19% 4,72% 4,62% 0,88% 5,39% 0,00% 0,21% 0,92% 15,04% 0,00% 0,50% 0,00% 0,16% 0,00% 2,74%
Eindtotaal
100,00%
Aanvullende vragen n.a.v. beantwoording feitelijke vragen Kadernota 2014
Onderwerp
: Kadernota 2014
Beh. afdeling
: CM-FIN
DOCS open
: # 4398191
Nr.
Vragensteller (partij)
Vraag
Antwoord
1.
D66
P. 14 U geeft aan dat u vanaf 2015 2,2 miljoen euro minder aan onderwijshuivesting wilt uitgeven, omdat de schoolbesturen direct uit van het Rijk een bedrag zullen kijken. -Hoeveel geld krijgen de schoolbesturen vanaf 2015 van het Rijk? -Worden deze gelden op dezelfde manier verdeeld als de gemeentegelden nu? -Kan de raad inzage krijgen in eventuele huisvestigingsachterstanden die er nu zijn? -Reserveert de gemeente geld om scholen met achterstanden te helpen, ook indien zij naar verhouding te weinig geld van het Rijk krijgen?
Zie het antwoord op vraag 5
En dan een extra vraag n.a.v. de beantwoording van vraag 67 over de kadernota. Daar staat dat er op dit moment geen achterstanden zijn in de huisvesting. Mijn vraag is waarom er dan in de tussenbalans wel degelijk geld gereserveerd werd voor achterstanden onderwijshuisvesting.
2.
SP
In hoeverre wordt in de kadernota rekening gehouden met mogelijke uitputting van
- De verdeelsystematiek van het gemeentefonds is niet gelijk aan die van de lump sum van het onderwijs. - Er zijn nu geen achterstanden in het Primair en Speciaal onderwijs, bekostiging gaat nog via de onderwijsverordening. De huisvesting van het Voortgezet onderwijs is een verantwoordelijkheid van de betreffende schoolbesturen. - De gemeente reserveert geen middelen voor scholen met achterstand in onderhoud omdat dat niet kan in het kader van de materiële, financiële gelijkstelling van schoolbesturen waaraan de gemeente zich moet houden In de Tussenbalans wordt verwezen naar de begroting 2012. Hierin staat onder de risicoparagraaf (achtergronden) dat op basis van de MJOP’s tot 2018 een tekort is van 10 mln op het toekomstig onderhoud. In de meerjarenbegroting 2012-2015 was vanaf 2015 een structurele dotatie van 250.000 opgenomen, waarmee het tekort t/m 2018 nog 9 mln incidenteel was. N.a.v. de tussenbalans is vanaf 2016 nog eens 600.000 extra structurele dotatie opgenomen (in 2014: 300.000 en 2015: 400.000). Hiermee is het incidentele tekort t/m 2018 nog steeds in potentie nog 6,5 mln. Verdere beïnvloeding is nog mogelijk door het instellen van bekostingsplafonds en/of fasering. Het gaat dus niet om geld om huidige achterstanden in het onderhoud weg te werken, maar om toekomstig onderhoud te kunnen betalen. De structurele budgetten voor de Tussenbalans waren niet voldoende om het verwachte toekomstig onderhoud (o.b.v. de MJOP’s) te kunnen dekken. De stand van de reserve WMO bedraagt € 589.000 (na onttrekking van € 92.000 bij vaststelling jaarrekening 2012). Middels de kadernota wordt
de WMO-reserve? Hoe wordt dit opgevangen binnen de begroting?
geen bedrag toegevoegd, of onttrokken aan de Wmo-reserve. In de raadsinformatiebrief 2012-134 is de raad geïnformeerd over de ontwikkelingen WMO en de financiën. Hierin is onder meer aangegeven dat op korte termijn geen bezuinigingsoperaties plaatsvinden. In het Collegeprogramma 2013-2014 (p. 5) is aangegeven dat de wijzigingen in de Wmo worden meegenomen in de voorbereiding van de decentralisatie van de AWBZ. Over onttrekking aan en uitputting van de reserve WMO wordt u met de Zomerrapportage geïnformeerd. In het Collegeprogramma 2013-2014 worden verder de ontwikkelingen en risico’s voor de WMO genoemd (zie oa blz. 10 (beweging in het sociale domein) en blz. 31 (risico’s WMO) Zoals in de dagmail van 23 mei j.l. - over de uitspraak van de meervoudige kamer over betrekken financiële draagkracht bij Hulp bij het Huishouden (Wmo) - is aangegeven, zullen wij u binnenkort informeren over de (financiële) consequenties van deze uitspraak. Voor het overige verwijzen wij u kortheidshalve naar raadsinformatiebrief 2012-134.
3.
SP
Wat wordt precies bedoeld met sociaal vangnet? Waarom wordt in de kadernota, in tegenstelling tot in het coalitieakkoord, niet gesproken over de sociale reserve?
Met sociaal vangnet wordt de sociale maatregelen (noodfonds) bedoeld zoals vermeld op pagina 9 van het Coalitieakkoord.
4.
SP
Hoeveel middelen worden ingezet voor citymarketing?
Wij dragen €280.000 bij waarvan €90.000 in de vorm van personele inzet.
Besluitenlijst Het Besluit Datum:
28 mei 2013
van
Raadzaal
(1.02)
aantal bezoekers:
19.00
tot 22.45
Reg.nr.:
4402690
uur
15 + pers
Aanwezig zijn Voorzitter raad Griffier Leden raad
Wethouders Afwezig (mk)
drs. L.M.M. Bolsius (burgemeester) mevrouw W.M. van der Vlies Adli (PvdA), Ballast-Tatarian (VVD), Barske (VVD), Van Bekkum (CDA), Van Bruggen (PvdA), Dijksterhuis (CU), El-Messaoudi (PvdA), Van Hamersveld (D66) (vanaf 19.21u), Hessels (VVD) (vanaf 20.47u), Hinloopen (PvdA), Houwing (D66), Hunink (CU), Kennedy-Doornbos (CU), Killi (PvdA) (vanaf 19.30u), Van Koningsveld (CDA), Kraanen (VVD), Land (GL), Meijer (SP), Nederkoorn (D66), Offereins (CDA), Oostlander-Çetin (CDA), Özcan (Lijst Özcan), Pongers (CDA), Prins (GL), Roelé (Groep Van Vliet), Sanders (D66), Schoenmaker (SP) (vanaf 19.07u), Schulten (BPA), Smit (Groep Van Vliet), Smits Alvarez (PvdA), Van de Velde (GL), Van Vliet (GL), Van Vliet (Groep Van Vliet) (vanaf 19.23u), Vogels (VVD), Voogt (VVD), Van de Voort (D66), Van Wegen (BPA), Van Wijngaarden (VVD) Van den Berg, Buijtelaar, Van Eijk, Lubbinge, Van Muilekom (vanaf 19.14u) en Van der Werff Koet-Minis (GL)
Besluitvorming Titel
1. Vaststelling agenda
Reg.nr.
xxx
Besluit Toezeggingen Stemming Titel
2. Conceptjaarstukken 2012 en conceptprogrammabegroting 2014 Reg.nr.
Besluit
4374035
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) 1. Geen zienswijze op de jaarstukken 2012 in te brengen. 2. Als zienswijze op de conceptprogrammabegroting 2014 in te brengen: - Draagt het algemeen bestuur van de VRU op een nieuwe bezuiniging van 5% te realiseren, omdat de gemeente Amersfoort vanaf 2014 al het bedrag van € 0,4 miljoen heeft ingeboekt, ervan uitgaande dat een dergelijke bezuiniging met efficiencymaatregelen is te realiseren. - Draagt het algemeen bestuur van de VRU op om per 2014 ten opzichte van de ingediende begroting een extra korting van circa 0,8% (te weten: de begrote loonen prijsstijging) te realiseren, hetgeen overeenkomt met € 65.000. - Dringt bij het algemeen bestuur van de VRU erop aan het thema duurzaamheid op de agenda te zetten en te houden. - Een financieel voordeel op de BDUR ten gunste te laten komen van de deelnemende gemeenten door een verlaging van de gemeentelijke bijdrage aan de VRU.
Toezeggingen
#4402690 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 28-5-2013
Stemming
Titel
Amendement A-2.1 (PvdA, CDA) is aangenomen met 23 stemmen voor en 11 tegen. voor: VVD, PvdA, CDA, CU (Dijksterhuis, Hunink), Groep Van Vliet, BPA, Lijst Özcan tegen: D66, GL, CU (Kennedy-Doornbos), SP Amendement A-2.2 (VVD, CDA, D66) is aangenomen met 30 stemmen voor en 4 tegen. voor: VVD, PvdA, D66, GL, CDA, CU (Kennedy-Doornbos), Groep Van Vliet, SP, Lijst Özcan tegen: CU (Dijksterhuis, Hunink), SP Voorstel is aangenomen met 31 stemmen voor en 2 tegen, met inachtneming van de aangenomen amendementen. Özcan (Lijst Özcan) onthield zich van stemming. voor: VVD, PvdA, D66, GL, CDA, CU, Groep Van Vliet, BPA tegen: SP 3. Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 2015-2017, inclusief Reg.nr. 4377057 Kadernota 2014
Besluit Toezeggingen Stemming
Wethouder Buijtelaar zegt toe de door D66 gestelde vragen schriftelijk te beantwoorden. Amendementen en moties zijn door de fracties ingediend. Stemming hierover en over het raadsvoorstel vindt plaats op 11 juni 2013.
#4402690 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 28-5-2013
Verslag raadsvergadering Het Besluit
28 mei 2013 om 19.00 uur (nr. 4405113)
28 mei 2013 Agenda 1.
Vaststelling agenda
pag. 3
Besluit zonder debat met moties en amendementen 2.
4374035
Conceptjaarstukken 2012 en Conceptprogrammabegroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
3
Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 2015-2017, inclusief Kadernota 2014 - Algemene Beschouwingen - Reactie college - Indienen en toelichten moties en amendementen
6 6 16 19
Besluit met debat 3.
4377057
2
NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE AMERSFOORT, GEHOUDEN OP DINSDAG 28 MEI 2013 OM 19.00 UUR Voorzitter: drs. L.M.M. Bolsius Griffier: mevrouw W.M. van der Vlies Voorts zijn aanwezig: de leden: S. Adli, mevrouw M. Ballast-Tatarian, mr. H. Barske, W.M. van Bekkum, mevrouw ir. S. van Bruggen, mr. R.K. Dijksterhuis, T.J.T. van Hamersveld (vanaf 19.21 uur), mevrouw drs. M.E. Hessels (vanaf 20.47 uur), drs. E. Hinloopen, mevrouw A. Houwing, G.H. Hunink, mevrouw drs. S.J. Kennedy-Doornbos, F. Killi (vanaf 19.30 uur), drs. B. van Koningsveld, C.W. Kraanen, mevrouw A.H. Land, A.M. Meijer, Y. el-Messaoudi, drs. P.J. Nederkoorn, R.P. Offereins, mevrouw drs. ing. I.L. Oostlander-Çetin, M. Özcan, mevrouw A.J. Pongers, dr. F.J. Prins, A.O. Roelé, mevrouw drs. N.P.C. Sanders, F. Schoenmaker (vanaf 19.07 uur), R. Schulten, G.J.A. Smit, S.R. Smits Alvarez, D.A. van de Velde, drs. E.D. van Vliet, G. van Vliet (vanaf 19.23 uur), drs. M. Vogels, mr. J.F.H. Voogt, D.H. van der Voort, ing. J.J.W. van Wegen en mevrouw drs. D. van Wijngaarden de wethouders: drs. ing. P. van den Berg, J.C. Buijtelaar, drs. C.J.M. van Eijk, drs. B.J. Lubbinge, R.G.H. van Muilekom (vanaf 19.14 uur), G.J. van der Werff Afwezig is: het lid: mevrouw ing. E.M.H. Koet-Minis
De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen welkom. Het ontvangen bericht van verhindering wordt gemeld. Een aantal raadsleden en wethouder Van Muilekom zullen de vergadering later betreden. 1.
Vaststellen agenda De VOORZITTER: - Bij agendapunt 3 wordt spreektijd gehanteerd. - Vraagt woordvoerders hun bijdrage, indien mogelijk, schriftelijk beschikbaar te stellen aan de griffie. - De moties en amendementen moeten tijdens Het Besluit van 11 juni getekend worden ingediend. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt de agenda ongewijzigd vastgesteld. De VOORZITTER: - Geeft het voorzitterschap over aan mevrouw Kennedy-Doornbos.
2.
Conceptjaarstukken 2012 en Conceptprogrammabegroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) (4374035) De heer VOOGT (VVD): - Dient, mede namens D66 en CDA, amendement A-2.2 in om de burgemeester extra steun te geven om zich binnen de VRU te presenteren. Amendement A-2.2, ingediend door VVD, D66, CDA: Aanscherping zienswijze VRU "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 28 mei 2013; indieners overwegen dat: 3
1. al bij de € 20 miljoen bezuinigingsoperatie eind 2011 tot een korting op de VRU is besloten; 2. Amersfoort, met andere gemeenten, al een paar jaar haar broekriem fors moet aanhalen; 3. in de begroting voor het jaar 2014 een nieuwe bezuiniging van 5% (€ 0,4 miljoen) is ingeboekt; 4. Amersfoort voor de begroting 2014 de nullijn moet aanhouden, wat ook gevolgen heeft voor het programma fysieke veiligheid; 5. dit volgens het beginsel van "samen trap op, trap af" ook doorvertaald dient te worden naar organisaties, die met een gemeenschappelijke regeling aan gemeenten zijn verbonden; 6. bij de Veiligheidsregio Utrecht door schaalvergroting efficiencyvoordelen mogelijk zijn; 7. duurzaamheid een belangrijk thema is om te agenderen door de VRU agenda; 8. de tekst van het raadsbesluit qua intenties duidelijk behoort te zijn; en stellen het onderstaande amendement voor: De raad van de gemeente Amersfoort; besluit: in het raadsbesluit onder punt "2. Als zienswijze de conceptprogrammabegroting 2014 in te brengen:" het daarna volgende tekstonderdeel te vervangen door: - draagt het algemeen bestuur van de VRU op een nieuwe bezuiniging van 5% te realiseren omdat de gemeente Amersfoort vanaf 2014 al het bedrag van € 0,4 miljoen heeft ingeboekt, ervan uitgaande dat een dergelijke bezuiniging met efficiencymaatregelen is te realiseren; - draagt het algemeen bestuur van de VRU op om per 2014 ten opzichte van de ingediende begroting een extra korting van circa 0,8% (te weten: de begrote loon- en prijsstijging) te realiseren, hetgeen overeenkomt met € 65.000,00; - dringt bij het algemeen bestuur van de VRU erop aan het thema duurzaamheid op de agenda te zetten en te houden." De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Steunt amendement A-2.2: "Aanscherping zienswijze VRU". - Dient, mede namens CDA, amendement A-2.1 in. Amendement A-2.1, ingediend door PvdA, CDA: VRU teruggave BDUR "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 28 mei 2013; indieners constateren dat: als de BDUR (Brede Doeluitkering Rampenbestrijding) niet opgehoogd wordt ontstaat er een structureel nadeel van € 535.000,00; indien de BDUR verder opgehoogd wordt, dan is er nog sprake van een structureel nadeel van € 39.479,00; het nadeel van € 535.000,00 is structureel opgevangen binnen de begroting van de VRU; indien uit de Voorjaarsnota blijkt dat de ophoging van de BDUR wel doorgaat, dan ontstaat er een structureel voordeel van € 495.521,00 (€ 535.000,00 - € 39.470,00); door dit voordeel ten gunste te laten komen van de deelnemende ge-
4
meenten een verlaging van de gemeentelijke bijdrage mogelijk is; en stellen het onderstaande amendement voor: De raad van de gemeente Amersfoort; besluit: in het raadsbesluit onder punt "2. Als zienswijze op de conceptprogrammabegroting 2014 in te brengen:" het volgende tekstonderdeel toe te voegen: - "Een financieel voordeel op de BDUR ten gunste te laten komen van de deelnemende gemeenten door een verlaging van de gemeentelijke bijdrage aan de VRU."" De heer BOLSIUS (burgemeester): - Dit onderwerp is uitgebreid in De Ronde besproken. Amendement A2.2: "Aanscherping zienswijze VRU" ligt in lijn met wat toen is afgesproken. - Amendement A-2.1: "VRU teruggave BDUR" betreft een structurele meevaller die ten gunste moet komen van de deelnemende gemeenten. Door amendement A-2.2 moet de VRU een tweede bezuiniging van 5% inboeken vanaf 2014. Meevallers binnen de financiële huishouding van de VRU ten gunste van de gemeenten, worden betrokken bij de tweede bezuiniging van 5%. Zal zijn best doen de tweede bezuiniging te laten realiseren. Dat zou voor Amersfoort structureel ongeveer € 4 ton bedragen. De heer VOOGT (VVD): - Het is een gecompliceerde casus. Amersfoort heeft al een bezuiniging ingeboekt. Ziet de portefeuillehouder niet graag terug met een lagere bezuiniging dan € 4 ton. Wat moet de raad dan doen? Een grootschalig orgaan als de VRU moet met doelmatigheid een en ander kunnen realiseren. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Wil de portefeuillehouder ruimte geven op dit onderwerp. - Steunt amendement A-2.1: "VRU teruggave BDUR" niet en amendement A2-2: "Aanscherping zienswijze VRU" wel. De heer VAN DE VOORT (D66): - Wil met betrekking tot de brede doeluitkeringen ruimte laten voor de portefeuillehouder. Steunt amendement A-2.1: "VRU teruggave BDUR" niet. De heer MEIJER (SP): - Hoe zou tegen dergelijke problemen worden aangekeken als er geen VRU was en het over een gemeentelijke dienst zou gaan? Is gereserveerd ten opzichte van de VRU en heeft moeite met het afpelprincipe. Is terughoudend met betrekking tot het opnieuw terughalen van gelden, gelet op de aanslagen die op de VRU plaatsvinden. - Stemt tegen beide amendementen. De heer HUNINK (ChristenUnie): - Sluit zich aan bij de verklaringen van GroenLinks en D66. Wil de VRU en de burgemeester meegeven dat moet worden bezuinigd. Dit mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van de inzet van de VRU.
5
De heer VAN WEGEN (BPA): - Roept de portefeuillehouder op het maximale te doen. Binnen de VRU kan worden bezuinigd. Houd financieel graag de vinger aan de pols. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Amendement A-2.1, ingediend door PvdA, CDA: VRU teruggave BDUR Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van VVD, PvdA, CDA, Groep Van Vliet, BPA, Lijst Özcan, de heer Dijksterhuis en de heer Hunink. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, GroenLinks, SP en mevrouw Kennedy-Doornbos. Amendement A-2.1 wordt aangenomen met 23 stemmen voor en 11 stemmen tegen. Amendement A-2.2, ingediend door VVD, D66, CDA Aanscherping zienswijze VRU: Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van VVD, PvdA, D66, GroenLinks, CDA, Groep Van Vliet, SP, Lijst Özcan en mevrouw Kennedy-Doornbos. Tegen het amendement stemmen de leden van de fractie van SP, de heer Dijksterhuis en de heer Hunink. Amendement A-2.2 wordt aangenomen met 30 stemmen voor en 4 stemmen tegen. Conceptjaarstukken 2012 en Conceptprogrammabegroting 2014 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) (4374035) Voor het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van VVD, PvdA, D66, GroenLinks, CDA, ChristenUnie, Groep Van Vliet en BPA. Tegen het raadsvoorstel stemmen de leden van de fractie van SP. Lijst Özcan heeft niet aan de stemming deelgenomen. Raadsvoorstel 4374035 wordt aangenomen met 31 stemmen voor en 2 stemmen tegen. De VOORZITTER: - Geeft het voorzitterschap over aan burgemeester Bolsius. 3.
Collegeprogramma 2013-2014 & Doorkijk 2015-2017, inclusief Kadernota 2014 Algemene Beschouwingen De heer OFFEREINS (CDA): - Heeft de Kadernota 2014 niet met gejuich ontvangen. De meeste plannen zijn gemaakt zonder contact met de mensen, bedrijven en organisaties die de gevolgen ervan ondervinden. Door zo met je rug naar de samenleving toe te staan, kweek je onbegrip en wantrouwen. - Het gaat goed met de verzelfstandiging van Het Middelpunt in Zielhorst. Dit lijkt het tweede wijkcentrum te zijn dat door bewoners zelf wordt gedragen. Dat is een bevestiging van het succes van het in 2010 ingezette welzijnsbeleid. Met de juiste ondersteuning van de gemeente kan dit ook op andere plekken een succes worden. Wanneer op sommige plekken het moeilijker is een dergelijke verzelfstandiging te realiseren, moet het college dat niet oplossen door te komen met een structurele financiële bijdrage. Dat geeft scheve gezichten en onder6
-
-
-
-
-
-
-
graaft de inzet van de mensen. Steunt de keuze een structureel bedrag vrij te maken voor het afdekken van risico's van grondexploitaties. Door de relatief lage rentestand kan met een relatief laag bedrag een relatief groot risico worden afgedekt. Steunt het principe deze structurele reserveringen mee te tellen voor de berekening van het weerstandsratio. Een geringe rentewijziging kan daarop een flinke impact hebben. De nodige zekerheden moeten worden ingebouwd. De op slot zittende huizenmarkt is een probleem waarop de gemeente beperkt invloed kan uitoefenen. Onorthodoxe maatregelen mogen niet worden geschuwd. Ziet onder strikte voorwaarden mogelijkheden tot het invoeren van een erfpachtsysteem. Dat biedt financieringskansen voor woningkopers. Kopers moeten de keuze krijgen tussen het kopen van een woning met erfpacht of een woning inclusief de grond. Die keuze moet bij eventuele doorverkoop blijven bestaan. Op verzoek van CDA worden de mogelijkheden ambtelijk onderzocht. Maakt zich zorgen om de uitvoering van de Woonvisie. Er is nog steeds geen akkoord met de corporaties. De plannen over een efficiëntere en eerlijker woonruimteverdeling moeten worden geëffectueerd. Wijst de voorgestelde herinvoering van de toeristenbelasting af. Met dit voorstel blijft nog geen eenderde van het geld beschikbaar voor de sector, mede door het stopzetten van de steun van de hotels aan Citymarketing. Deze belasting drukt een zware stempel op de bedrijfsvoering van de hoteliers. De invoering van toeristenbelasting zal een verslechtering voor het toerisme en de werkgelegenheid betekenen. De toeristenbelasting is net afgeschaft. Door het nu weer in te voeren toont de gemeente zich een zwalkende onbetrouwbare partner. De negatieve gevolgen voor de sector zijn enorm. Die onbetrouwbaarheid toont het college ook ten aanzien van het niet teruggeven van de teveel betaalde afvalstoffenheffing en rioolrecht. In Amersfoort is de afgelopen jaren het principe gehanteerd de wettelijke verplichting om niet meer dan het kostendekkende tarief te vragen, ook achteraf te hanteren door het te verrekenen met de belastingbetalers. Deze coalitie stapt af van dat principe en gaat nog verder. Het geld dat vanwege de vereveningssystematiek nog in handen van gemeente is, maar is opgehaald in de periode dat het oude principe nog gold, wordt niet meer terug gegeven. Dergelijk gedrag kan slechts leiden tot verdere afbraak van het vertrouwen in de politiek. Partijen die afspraken met de inwoners breken, verdienen dat vertrouwen niet. Het college heeft niet aan de opdracht voldaan te rapporteren over de haalbaarheid en de consequenties van de algehele nullijn. Uit een rekenkundige exercitie is een bedrag van € 4 miljoen gekomen, maar er is geen inzicht in de haalbaarheid en de consequenties voor de getroffen instanties en beleidsterreinen. Het college hanteert de kaasschaaf zonder visie ten aanzien van het beleid. De grens is bereikt ten aanzien van de gemeentelijke bezuiniging op Zorg en Welzijn. Kan niet instemmen met deze vorm van bezuinigen. De Kadernota wordt gedomineerd door de noodzaak tot bezuinigen en kleine accenten die deze coalitie nog wil leggen. Er is meer dan het afdekken van risico's en het vullen van gaten in de begroting. Het bestuur van de stad is het aan de inwoners verplicht ook vooruit te kijken. De gemeente kan zich geen risicovol nieuw bouwplan veroorloven, maar moet inspelen op wensen op het gebied van wonen, werken en recreëren. De Kop van Isselt is nu een van de minst aantrekkelijke plekken met de potentie de meest aantrekkelijke plek te worden. Juist
7
-
in deze tijd moeten plannen worden gemaakt en de stad moet zich blijven voorbereiden op de toekomst. Het nieuwe college zet met hun voorstellen voor de begroting 2014 de samenwerking met anderen onder druk. Het college breekt de belofte teveel betaalde afvalstoffenheffing terug te betalen, verhoogt de ozb, breekt de belofte de gevolgen van de bezuinigingen op langdurige zorg te compenseren voor minima. Het grootste deel van de bezuinigingen wordt afgewend op organisaties zonder te kijken wat zij betekenen voor het gemeentelijk beleid. Het college voert de onlangs afgeschafte toeristenbelasting weer in. Er wordt bezuinigd op regionale taken zonder met regiogemeenten te overleggen. Door zo nadrukkelijk de rug te keren naar buurgemeenten, organisaties, bedrijven en inwoners verdwijnt bereidheid gezamenlijk de schouders eronder te zetten, net als het laatste restje vertrouwen dat mensen nog in de overheid hadden. Steunt de Kadernota niet.
Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - Geeft een voorbeeld van stedelijke herverkaveling in Groningen. Degene die investeert, heeft het profijt. De gemeente heeft daarvan geen kosten. Wellicht kan de gemeente mogelijkheden vinden om te investeren in tijden dat het moeilijk is. De gemeente moet zodanig investeren dat mensen graag in Amersfoort willen zijn en bedrijven zich willen vestigen. De gemeente moet investeren in bereikbaarheid, veiligheid, minder regels voor bedrijven, goede voorzieningen voor sport en cultuur. - Het college heeft een goed stuk opgeleverd voor de beperkte tijd die nog te gaan is. De concrete resultaten spreken aan. Er wordt voortgang geboekt op het gebied van de westelijke ontsluiting, de Kersenbaan en de koopzondagen. - Is blij met de doorkijk naar de komende jaren. Voor de stad is het van belang dat wordt nagedacht over toekomstige tekorten. - Kan zich vinden in de keuze voor de reële en structureel sluitende begroting. Dat wordt steeds moeilijker in deze tijden van bezuinigingen, beperkingen en tekorten. De bezuinigingsmaatregelen om te komen tot een sluitende begroting zijn pijnlijk voor VVD. Heeft ingestemd met een lichte verhoging van de ozb. Dat was een lastige beslissing die een hoger doel dient. - Wil kritisch blijven kijken naar de uitgaven. Ziet een stevige overschrijding op de formatiebudgetten bij een aantal sectoren. Ziet 4,8% ziekteverzuim dat is vertaald naar een inhuur van 35 fte. Ziet enorme lijsten met subsidies. Is dit allemaal nodig? - Kondigt motie M-4.1: "Heroverweging inzet straatcoaches" aan. Leveren de kosten de baten op? - Aandachtspunt is een rode loper voor bedrijven. Wil minder regels en richtlijnen en het vestigen van nieuwe bedrijven stimuleren voor werkgelegenheid, gronden die in de verkoop kunnen, huizen die minder lang leegstaan. Kondigt motie M-10.4: "Realisatie banengroei in Amersfoort" en amendement A-10.5: "Toeristenbelasting" aan. - Aandachtspunt is de verrijkte visie op het financiële plaatje. Behalve naar bezuinigingen en uitgaven moet ook worden gekeken naar inkomsten van de stad. Kondigt motie M-12.2: "Naast bezuinigen ook inkomsten verhogen" aan om op basis van best practices wat succesvol is geweest in andere steden in Amersfoort toe te passen en SMART terug te koppelen aan de raad. - Mensen moeten graag in Amersfoort willen zijn en bedrijven moeten
8
zich willen vestigen. Dat betekent naast aantrekkelijke huizen, veilige wijken en bereikbaarheid ook sport en cultuur. Kondigt motie M-9.2: "Tijdelijke stimulering cultureel ondernemerschap" aan voor een tijdelijke investering in evenementen die het moeilijk hebben, maar die de stad waardevol maken. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - De visie van dit college in de Kadernota zit vooral in het uitgavenpatroon maar niet in de bezuinigingsvoorstellen. Dit college heeft veel geld over voor het verzachten van bezuinigingen die door het vorige college in gang zijn gezet. Het sociale gezicht van het college is indrukwekkend en mooi, maar kost veel geld. Waar haalt het college dat vandaan? Door visieloos te bezuinigen. Incidenteel door burgers hun teveel betaalde belastingen niet terug te geven en structureel door de kaasschaaf te halen over de gemeentelijke organisatie en alle verenigingen en organisaties die subsidie krijgen. De Kadernota is noch reëel, noch incidenteel sluitend. Het college rekent zich rijker dan het is. Op de ontwikkeling van Vathorst moeten vele miljoenen worden afgeboekt. Het college stelt dit besluit uit. In 2013 wordt al geld uitgegeven, dat pas in 2014 en 2015 wordt verkregen. - Het realiteitsgehalte van de Kadernota is groter dan dat van het coalitieakkoord. Het lijkt soms alsof het college moeite had binnen de kaders van het coalitieakkoord te blijven. Er waren zoveel beleidsterreinen uitgezonderd waarop het college niet mocht bezuinigen, dat het bijna onontkoombaar was de kaasschaaf te halen over alle beleidsterreinen. De coalitiefracties wilden € 350.000,00 bezuinigen op de daken thuislozenopvang, maar het college acht dit niet realistisch en komt met € 100.000,00. De coalitiefracties wilden geen uitbreiding van het aantal ambtenaren als de stad groeit, maar het college zegt dat dit onontkoombaar is vanaf 2017. De coalitiefracties wilden geen grote renovatie van het stadhuis, maar het college zegt dat dit op termijn € 1 miljoen per jaar gaat kosten. Een goede renovatie was goedkoper geweest dan zo vasthouden aan principes en door te modderen in een oud gebouw. - Is het eens met het maatwerkvangnet en het Sociale Fonds om minima in schrijnende situaties incidenteel te ondersteunen. Dat kost niet veel geld en is gericht op de eigen kracht van inwoners. - Heeft meer moeite met het opzetten van de STIP's (Steun en Informatiepunten). Wat is het doel van deze STIP's? In het coalitieakkoord staat dat dit plekken zijn waar inwoners kunnen binnenlopen en punten voor samenwerking tussen zorgaanbieders in de wijk, de wijkagent, de wijkbeheerder en vrijwilligerswerk. Waarom komt er geen STIP in Vathorst? Of gaat het om het doorsluizen van geld naar voormalige wijkaccommodaties, zodat deze kunnen openblijven? Waarom is het zo duur? De STIP's naar Gronings model zijn bijzonder duur (circa € 50,00 per contact). De Seniorenwegwijzers kwamen bij senioren thuis om hen van informatie te voorzien. Dat waren vrijwilligers die hun werk met hart en ziel deden. Deze zijn wegbezuinigd. De visie van het college op het nut van STIP's mag verder worden uitgewerkt. - Ondanks het coalitieakkoord zijn de huidige bezuinigingsvoorstellen volstrekt visieloos. Iedereen moet een steentje bijdragen en overal wordt bezuinigd. Er worden geen concrete keuzes gemaakt. Hoewel iedereen te lijden heeft onder de kaasschaaf is het plan hetzelfde te blijven doen met minder geld en minder personeel. De prestaties moeten hetzelfde blijven. Is dat realistisch na de vorige bezuinigingsron-
9
-
-
de? Dit zal in het stadhuis waarschijnlijk leiden tot minder dienstverlening, minder handhaving en meer fouten. Er wordt onvoldoende bezuinigd. De grote bezuinigingsrondes komen nog na de verkiezingen en nadat er een onderhandelingsresultaat is met de ontwikkelaars in Vathorst. Dan komen er klappen door de rijksbezuinigingen en moet grond worden afgeboekt. Dit college wil de bezuinigingen overlaten aan het volgende college, maar geeft wel tips mee en wil de bezuinigingen in het Gemeentefonds op onderwijshuisvesting doorvertalen naar de schoolbesturen en wil geld creëren door het afboeken van de gronden in Vathorst met een boekhoudkundig trucje. Om € 13 miljoen te krijgen, kun je incidenteel geld nemen uit de pot Kapitaaldekkingsreserve en dat over een periode van dertig jaar weer aanvullen. Er moet dan jaarlijks € 1 miljoen worden teruggelegd in die reserve. Dat is in totaal € 30 miljoen. Was het niet goedkoper als 13 jaar lang € 1 miljoen was gespaard? Waarom is besloten de spaarpotten leeg te maken om er gebouwen en wegen van te betalen? Waarom moet nu worden geleend van de toekomst? Heeft hieraan in vorige coalities ook bijgedragen. Deze nieuwe coalitie stelt het nemen van pijnlijke keuzes uit. Het afboeken van grond of panden wordt zo lang mogelijk uitgesteld, zodat collegeambities kunnen worden gerealiseerd. De begroting wordt visie-arm op orde gebracht door met de kaasschaaf een bezuiniging van € 4 miljoen door te voeren. De pijnlijke inhoudelijke keuzes worden doorgeschoven tot na de verkiezingen.
De heer HINLOOPEN (PvdA): - De Kadernota is, volgens een maatschappelijke organisatie, een verademing; een helder antwoord van een organisatie die in de tijd van het vorige college in de hoek zat waar de klappen vielen. Is trots op het nieuwe collegeprogramma waar de burger weer centraal staat en waar grootschalige investerings- en renovatieprojecten op de lange baan zijn geschoven. Het is belangrijk dat de bezuinigingen op wijkcentra een halt is toegeroepen en dat met bewoners Steun- en Informatiepunten worden ingericht. In het collegeakkoord is € 1,5 miljoen gereserveerd om bewoners te ondersteunen die hard worden geraakt door de crisis. - Ziet in de Kadernota dat een aantal STIP's en activiteitencentra wordt gerealiseerd. Nodigt het college uit snel met plannen hierover te komen. - Het is een eis dat een degelijk budgettair beleid wordt gevoerd. In de Kadernota is een budgettaire nullijn aangegeven. Heeft er moeite mee dat op een aantal terreinen extra bezuinigingen zijn doorgevoerd. Er is een knelpuntenbudget beschikbaar om de bezuinigingen te verzachten. - Kondigt amendement A-11.1: "Geen nullijn voor Wmo huishoudelijke hulp of PGB" aan om de bezuiniging op Wmo huishoudelijk en het PGB terug te draaien. Er komt een forse korting op de thuiszorg en op de Wmo/AWBZ. - Kondigt motie M-4.2: "Knelpuntenfonds" aan, waarin het college wordt verzocht burgers en organisaties op te roepen met creatieve plannen te komen voor het inzetten van het budget om de bezuinigingen zo goed mogelijk te doorstaan. - Aan economie en toerisme moet een goede impuls worden gegeven. Afgesproken is dat de toeristenbelasting opnieuw wordt ingevoerd. De opbrengst daarvan mag niet terugvloeien naar de algemene middelen maar moet volledig aan de sector worden besteed (amendement A-
10
-
-
-
-
10.1: "Toeristenbelasting voor toerisme). In 2014/2015 is er een sluitende begroting met een licht overschot. Dat is verstandig vanwege een mogelijk Oranjeakkoord met eventueel bezuinigingen voor de gemeente Amersfoort. De jaren 2016/2017 vertonen nog forse tekorten. De eindafrekening van Vathorst is nog niet opgenomen in de financiële reeksen. Kondigt amendement A-1.1: "Externe inhuur en advies" aan om het college de opdracht te geven goed te kijken naar besparingen door tijdelijke vacature niet meteen op te vangen. Het weerstandsvermogen neemt een duikvlucht. Dat baart PvdA grote zorgen. Het is goed dat het college voorstelt een bedrag te reserveren om het weerstandsvermogen en de weerstandsratio naar een acceptabeler peil te brengen. Hiermee gaat het weerstandsvermogen niet naar de gewenste waarde van minimaal 1, maar de duikvlucht wordt tot stand gebracht en teruggebogen in een stijging. Het college is er goed in geslaagd een Kadernota op te stellen die recht doet aan de zwaksten in de samenleving en een financieel degelijk beleid tracht uit te voeren. Is tevreden met wat nu voorligt. Met deze aanpak kan de Amersfoortse burger op een sterke en sociale wijze door de crisis komen.
De heer SMIT (Groep Van Vliet): - De Titanic maakt steeds meer water, maar het orkest speelt verder. Krijgt deze indruk bij het lezen van deze Kadernota. Na 2014 wordt een doorkijk gegeven en wordt afgeweken van een sluitende begroting over vier jaar. In het verkiezingsjaar willen de coalitiepartijen niet aangeven hoe na 2014 de tekorten worden opgelost. Dat is een laffe benadering van de problemen. De mensen in Amersfoort hebben het recht te weten hoe coalitiepartijen problemen op de lange termijn willen oplossen en wat de bijdrage van burgers daarbij moet zijn. - De begroting van 2014 is, met hang- en vliegwerk, sluitend. Er is een greep uit de reserves gedaan. De zittende coalitiepartijen willen een zo mooi mogelijk beeld geven en de rekening komt na de verkiezingen. - De nullijn voor het personeel van de gemeente en gesubsidieerde instellingen is een utopie. Een nullijn levert geen bezuiniging op. Dat is ook uit onderzoek op rijksniveau gebleken. Een nullijn zorgt er hooguit voor dat de kosten niet teveel uit de hand lopen. De gemeente wordt geconfronteerd met zaken waarop zij geen invloed heeft. Het is geen bezuiniging, maar het afdempen van het stijgen van lasten. De nullijn geldt ook voor organisaties, waar men te maken heeft met caos. De bedragen die organisaties krijgen zijn gefixeerd. Alle verplichtingen van organisaties ten aanzien van hun personeel moeten worden vertaald in bezuinigingen: een koude sanering waarbij talloze organisaties op hun personeel en activiteiten moeten korten. - In het Nieuwe Perspectief worden vrijwilligers ingezet en moeten burgers activiteiten doen die de gemeente deed. In de praktijk betekent dit dat mensen die al maatschappelijk actief zijn, extra moeten gaan doen. Mensen die niet actief zijn, worden niet makkelijk overgehaald mee te werken aan de bezuinigingen. De mensen die het wel doen worden beloond met bezuinigingen en belastingmaatregelen. Het is een utopie te denken dat het Nieuwe Perspectief gaat functioneren. Mensen laten zich niet tot vrijwilligerswerk dwingen, omdat de overheid wil besparen. Mensen worden om andere redenen vrijwilliger. Het Nieuwe Perspectief is een utopie om de begroting sluitend te maken om de komende verkiezingen te kunnen zeggen dat mooi werk is gedaan.
11
-
-
Voor het miljoenentekort op de grondexploitaties is een creatieve oplossing gevonden door een structurele storting ten behoeve van het weerstandsvermogen. Deze oplossing heeft een groot risico. Verwijst naar een casus in Breda. Voor toezichthoudende instanties is het de vraag of deze oplossing wordt gevonden. Breda is teruggefloten door de provincie. Dit is een maatregel die geen hout snijdt. Denkt aan de militaire woordvoerder in Irak met prachtige verhalen terwijl bommenwerpers en vijandelijk vuur zichtbaar waren. Het college heeft een soortgelijke positie. Maakt zich grote zorgen over de toekomst van het financieel beleid van Amersfoort.
De heer NEDERKOORN (D66): - Citeert Michel Bauwens (Belgische wetenschapper): "Een samenleving is ten dode opgeschreven als er meer energie gaat zitten in het behouden van wat je hebt en in controle dan in nieuwe ideeën, innovatie en groei. Je hebt altijd de keuze om terug te kijken naar wat je had of om vooruit te kijken naar wat je kunt hebben." De aartsbisschop van de Oud-Katholieke kerk vond dat politici erge technocraten zijn: boekhouders en knutselaars. Was beide keren uit het lood geslagen en was uit het patroon waarin controle, financiën en politieke tegenstellingen vaak centraal staan. De politieke binnenwereld kent eigen wetten en gebruiken. Vaak wordt gesproken over samenwerken en vertrouwen. Werken we wel samen? Hebben we wel vertrouwen? Van politici wordt soms cynisch gezegd dat ze het geheugen hebben van een dag en de horizon van een week. Hoe vaak heeft de raad zich laten leiden door de waan van de dag? Hoe vaak vinden echte ideeënstrijden plaats? In tijden van crisis is het van wezenlijk belang dat de financiën op orde zijn en de risico's in kaart zijn gebracht. Dat kan geen doel op zich zijn. De financiën zijn voorwaarden voor een bloeiende samenleving. Een samenleving waarin steeds meer, vaak zonder de overheid, waarde wordt gecreëerd. Waarde is meer dan geld. Staat de raad open voor die ontwikkeling? Maakt de raad die ontwikkeling mogelijk? Kijkt de raad voor- of achteruit? - Het Nieuwe Perspectief is een utopie als alle taken van de overheid moeten worden overgenomen door mensen in de stad. Dat is niet het Nieuwe Perspectief. Het Nieuwe Perspectief is dat de overheid zichzelf vormgeeft naar aanleiding van de behoeftes in de stad en wat al in de stad gebeurt. - Bauwens heeft gelijk. Als nu niet het breder perspectief wordt gekozen en vooruit wordt gekeken, wordt de boot gemist. De raad is dan niet op tijd om zich aan te passen aan technologische en sociale ontwikkelingen en vervreemdt zich dan van de belangrijke buitenwereld. - Ziet de Kadernota als een uitwerking van het coalitieakkoord. - Begrijpt dat, gezien de korte tijd dat dit college actief is, is gekozen voor de kaasschaaf, maar betreurt dit. Bezuinigen moet in de toekomst plaatsvinden op basis van visie. Veranderingen in de economie en de samenleving geven aanleiding om de lokale overheid anders in te richten. - De STIP's dragen een enorme pracht in zich, maar ook een enorm gevaar. Het gevaar is dat de STIP's een representant worden voor oude politiek. Wil niet zo naar STIP's kijken. De wethouder moet de STIP's gebruiken om te kijken hoe alles wat binnen een wijk leeft kan worden opgelost via de STIP's. - Financiën zijn een belangrijke voorwaarde voor een bloeiende samenleving. Het rijk werd de afgelopen week geconfronteerd met een
12
-
-
-
-
nieuw miljardenverlies, omdat er minder belastinginkomsten waren dan gepland. Behoort dit lokaal ook tot de mogelijkheden? Waarom is dat niet in de risicoprofielen meegenomen? De Kadernota moet nog worden aangepast met betrekking tot het weerstandsvermogen. De accountant heeft opgemerkt dat alleen bestemmingsreserves waarbij nog geen verplichtingen zijn aangegaan, mogen worden gebruikt. Dat is nog niet in de Kadernota verwerkt. D66 maakt zich zorgen over de bezuiniging op het beheer van de openbare ruimte in Vathorst. Schrikt van de beantwoording van vragen dat de consequenties niet zijn te overzien en dat de raad wordt gerapporteerd als er knelpunten zijn. Dan bestaat het gevaar dat je je rijk rekent en dat de problemen later komen. Is medeondertekenaar van amendement A-6.1: "Sporttechnisch kader". De afgelopen periode is veel geïnvesteerd in accommodaties, maar het gaat ook om de mensen en de kwaliteit van sporten. Daarom moet het Sporttechnisch Jeugdkader blijven bestaan. Kondigt motie M-5.1: "Geen ongelijkheid onderwijshuisvesting" aan. Er zijn veranderingen op het gebied van de financiering van onderwijshuisvesting gaande. De gevolgen zijn niet duidelijk. Mogelijk ontstaat er verschil in de kwaliteit van huisvesting van scholen. Dat moet worden voorkomen.
De heer VAN WEGEN (BPA): - De vorige spreker sprak over "de waan van de dag", maar liet toe dat tijdens de vorige raadsvergadering twee uur tijd werd besteed aan de Weggeefwinkel, terwijl nog nooit langer dan vijf minuten is gesproken over de grote tekorten in Vathorst. - BPA is erg bezorgd en is niet blij met deze Kadernota. Vindt het onvoorstelbaar dat de VVD de toeristenbelasting invoert en de ozb verhoogt. Het is onvoorstelbaar dat er de laatste weken radiostilte is vanuit de PvdA over de Weggeefwinkel. - De heer Hinloopen was blij met de verademing van een maatschappelijke organisatie, maar was ook bij een vergadering van de commissie B&V met de provincie Utrecht die forse op- en aanmerking had op de begroting 2014-2016. De provincie onderneemt nog net geen stappen ondanks het feit dat de begroting 2014-2016 niet in evenwicht is: onvoldoende weerstandsvermogen, ontbrekend budget voor onderhoud gebouwen/infrastructuur en bijvoorbeeld de bestaande zwembaden. Voor Vathorst constateerde de provincie: er zijn geen actuele en betrouwbare gegevens. De provincie concludeerde zelfs dat Amersfoort niet beschikt over specifieke reserves om de verliezen op de grondexploitaties van het OBV te dekken. - De provincie ziet een risico van € 59 miljoen op een weerstandsvermogen van € 74 miljoen. Amersfoort heeft aan de OBV-partners een kredietfaciliteit verleend van € 175 miljoen. De accountant van Deloitte gaat de jaarrekening niet goedkeuren of van een onthouding voorzien. In de nabije en verre toekomst is er een onzekere factor van € 269 miljoen. Dit betekent een oordeelonthouding voor Amersfoort. De bezuinigingsramingen 2014-2016 zijn voor de provincie niet concreet en plausibel. - Kijkt verder dan de komende negen maanden. Hoopt dan ook weer onderdeel van deze gemeenteraad te zijn. - Steunt de Kadernota niet. Het college heeft beperkte tijd om de problemen op te lossen. Veiligheid, leefbaarheid en een sociaal Amersfoort zijn zeer belangrijk, maar bovenaan staat een financieel en ge-
13
zond Amersfoort. Vindt dat niet terug. Is en blijft erg bezorgd over wat dit college Amersfoort aandoet tot de verkiezingen. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Alleen een Kadernota zou niet gepast zijn. Er is een nieuwe situatie: een college voor een jaar; een nieuwe lente en een nieuw geluid. - De Mei van Gorter werd voorgelezen in Park Randenbroek van elf uur 's morgens tot half zes 's middags. Gorter dit kon veel korter. - Er is veel commentaar gekomen op het feit dat het nieuwe college geheel uit mannen bestaat en dat de voorzitter verklaarde dat iets in de boezem van het college behandeld zou worden. Ziet ook een college dat energie heeft, de klus aanpakt, contact zoekt en lol heeft met elkaar. Dat is goed. Er is nog krap een jaar te gaan met een nieuwe ploeg met pittige opdrachten met een coalitieakkoord met een sociaal en groen geluid waar GroenLinks in nodig was. Groen en sociaal in tijden van de cholera; de krapte van deze jaren. Het blijft moeilijk. Het voornaamste probleem in een vorige periode was hoe € 20 miljoen te besteden in plaats van structureel te bezuinigen en nu weer verder te bezuinigen. - Voor 2013 komt het college met concrete resultaten die ze wil behalen. Niet alle resultaten zijn concreet omschreven. Heeft vertrouwen dat het college die punten van handen en voeten voorziet. - Het college heeft gekozen voor het sluitend maken van de begroting voor 2014. Dat past in de huidige situatie met nog slechts een jaar te gaan. Is verrast door een bezuinigingsopdracht van € 6 miljoen in plaats van € 8 miljoen. Geen bezuinigingen zonder visie. Die weg heeft geen Nieuw Perspectief. Dat pas vanaf 2015. Bezuinigingsmiddelen worden toegepast: de nullijn en toch weer de kaasschaaf. Het is teleurstellend dat geen beter beredeneerde keuze wordt aangegeven. Na de haalbaarheid is om consequenties gevraagd. Volgens het college is de maximale opbrengst alleen te behalen als geen uitzonderingen worden gemaakt. Visieloos bezuinigen, tijdsdruk. Bij een aantal sectoren zit de kaasschaaf op de korst. Reden om het college de opdracht te geven de nullijn te onderzoeken en de effecten te laten zien. - Wil aandacht besteden aan het ambtelijk apparaat. Van de bezuinigingsrondes van afgelopen jaren hebben zij eenderde opgevangen. Het heeft een slanke en wellicht betere organisatie opgeleverd met relatief minder overhead, terugloop van externe inhuur en optimalisatie van werkprocessen. De grenzen zijn in beeld. Tot hoever? Verder doorzetten? Zwangerschapsverlof niet meer vervangen, is slecht voor de positie van vrouwen. - De nullijn Cultuur is onbespreekbaar wegens de afspraken in het coalitieakkoord dat in 2014 niet verder wordt bezuinigd op Cultuur. - Heeft zorgen over de effecten van de nullijn in het programma Zorg en Welzijn. Brengt dit de organisaties en de uitvoering van de Wmo niet in de problemen? Wil de wethouder vrijheid geven om van de nullijn af te wijken en terug te koppelen waar het spaak loopt. - Het college stelt dat, als het een-op-een doorvertalen van maatschappelijke problemen tot maatschappelijke problemen leidt, het een politieke afweging wordt. Is blij met die uitspraak. GroenLinks heeft al in 2010 gevraagd het automatisch doorvertalen van rijksbezuinigingen naar lokaal af te schaffen en ruimte te maken voor eigen keuzes. - Toeristenbelasting is een middel, geen doel op zich. Het is geen middel om de algemene middelen te spekken, maar om het economische en toeristische klimaat te versterken.
14
-
-
-
In tijden van crisis neemt het weerstandsvermogen af. Begrijpt dat het weerstandsvermogen nu niet omhoog kan, maar ziet dit wel als noodzakelijkheid in de volgende periode. Het is goed dat wordt gereserveerd voor grondexploitaties, zodat de potentiële financiële gaten kunnen worden gedicht. Amersfoort is niet de enige gemeente die hiermee worstelt, maar alle vierde en vijfde ruimtelijke ordeningsgemeenten met een groeiopdracht. Het college moet met deze gemeenten een vuist maken. Komt met een aantal moties en amendementen over cultuur, toerisme, sporttechnische kader, temporiseren bezuinigingen amateurkunst.
De heer MEIJER (SP): - Uithuilen en opnieuw beginnen was het credo waarmee SP aan het werk ging toen het vorige college was gevallen. Eindelijk was er de mogelijkheid om te proberen met elkaar een missie te vinden; een duidelijke koers die niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Het credo van een aantal fracties bleek te zijn: uitruilen en opnieuw beginnen. Dat is de kern van de zaak. Als je geen gemeenschappelijke missie hebt, zal het iets moeten worden waarin allerlei partijen hun zin krijgen. Is dat wat de stad nodig heeft? De manier waarop de "voor-ieder-watwilspolitiek" wordt uitgerold, leidt ertoe dat grote groepen mensen in de kou staan. - Het college geeft een voorstelling van zaken die niet klopt. Stoort zich aan de raadsinformatiebrief over Wmo en Minimabeleid van 15 mei jl. Daarin wordt een beeld gegeven van de werkelijkheid die in strijd is met de ervaringen die op allerlei vlakken zijn op te doen. Er wordt gezegd: "het valt wel mee met de mensen die uit de boot vallen; het is niet nodig om extra reserves in te zetten. En sociale zekerheid: prima voor elkaar. We kunnen de knip dicht houden. Die mensen redden zichzelf." Het college begrijpt niet hoe het komt dat zoveel mensen naar de Voedselbank gaan en gaat daarnaar aanvullend onderzoek doen. Het college moet kijken bij en luisteren naar mensen die ervaring hebben opgedaan met het aanvragen van een Wmo-indicatie en de Voedselbank. Dan ontstaat een ander beeld. Als iedereen wordt afgepoeierd, komen ze niet in de statistieken. Dat is het beeld dat zich aftekent. De kanteling heeft ervoor gezorgd dat mensen geen aanspraak meer kunnen maken op Wmo-zorg. Als mensen niet passen in het frame van de Sociale Dienst, moeten zij een andere oplossing zoeken. Hoe zit het met de sociale reserves en het vangnet? Hoort weinig steun voor de mensen die uit de boot dreigen te vallen. Het bedrag van € 1,5 miljoen voor dat fonds is te weinig. Een verhoging naar € 600.000,00 voor de sociale reserve is goed, maar niet genoeg. Hoe gaat het met de Wmo-reserve? Landelijk gaan 50.000 banen in de Thuiszorg onderuit. Hoe vangen we dat op? Waar komen die mensen terecht? Waarom zijn geen fundamentele keuzes gemaakt? Kennelijk omdat de coalitie elkaar te vriend moest houden. - Wel gaat een aantal projecten door. Strubbelingen rondom de westelijke ontsluiting; voorstellen om het goedkoper te doen en ineens een fenomenale oplossing: of de provincie wil bijplakken en of er geschoven kan worden. Noemt ook het project Hogewegzone in combinatie met het veel te dure zwembad en de Kersenbaan. De manier waarop het college dit heeft aangepakt, is schandalig. In het coalitieakkoord zijn uitspraken gedaan over het bekijken van het budget en dat daarna zou worden beslist over de manier waarop eventuele aanbesteding plaatsvindt. Het college heeft niemand laten meepraten en de raad niet
15
-
aan het woord gelaten. Wekenlang was er geen mogelijkheid om er tussen te komen. Het college moet verantwoording afleggen over de manier waarop dat is gedaan. De STIP's mogen geen fopspeen worden. Er is nog geen STIP te bekennen, terwijl alle mogelijke bedragen worden genoemd. Dit is kennelijk het alternatief van het college voor de afbraak van de wijkcentra. De afbraak is niet tot staan gebracht, want de wijkcentra zijn al in belangrijke mate weg. Er moet op een serieuze manier met wijkpolitiek worden omgegaan.
De heer ÖZCAN (Lijst Özcan): - De Kadernota is bedoeld als document met het beleid en de financiële kaders voor de begroting. Maakt zich zorgen over het financiële realiteitsgehalte van de Kadernota die nu wordt voorgelegd. - Is enige tijd afwezigheid geweest en is er veel gebeurd. Het college is gevallen. Wethouders moesten plaatsmaken voor nieuwe. Collegepartijen VVD, GroenLinks en D66 vertrouwden partners CDA en ChristenUnie niet meer. Het ging om de onenigheid over de Westelijke Rondweg. Volgens VVD moest deze worden aangepast om de fileproblemen aan te pakken. GroenLinks vreest voor de natuur in het gebied. Irritatie ontstond tussen beide partijen. Op 4 december 2012 heeft VVD het vertrouwen opgezegd in collegepartner GroenLinks. Binnen drie maanden zijn de kemphanen weer op een lijn gekomen en werken ze weer samen inclusief de haantjes van PvdA. De Westelijke Rondweg wordt controversieel verklaard en het probleemdossier wordt in de ijskast gezet. Was dit nodig in deze financiële onzekere tijd? - Het Nieuwe Perspectief geeft een goed gevoel, maar geen nieuw perspectief. Wijst op de financiële haalbaarheid. In de Kadernota geeft het college teveel geld uit aan de wensen van de coalitiepartners. Met het oog op de verkiezingen maakt het college niet of nauwelijks inhoudelijke keuzes. Toekomstige bezuinigingen worden alleen maar groter. Het college bezuinigt op de verkeerde plek, namelijk de eigen organisatie. Of dit een nieuw perspectief biedt, is de vraag. Het is niet realistisch. - Het is zorgelijk dat het financiële tekort van Amersfoort oploopt tot € 16 miljoen in 2017. De stad groeit elke dag en de taak van de gemeente ook. Het college wil het gemeentelijke apparaat niet laten meegroeien, maar wel wordt van het personeel verwacht dat meer wordt gedaan. Dit is niet realistisch. - Spreekt waardering uit voor het werk dat door het bestuur en de medewerkers is verricht. Schorsing van 20.32 uur tot 21.00 uur. Reactie college De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Voorheen de Kadernota heet nu: Collegeprogramma 2013/2014, concrete invulling voor 2013, Kadernota voor 2014 en doorkijk naar 2015-2017. Op 23 april heeft het college, dat op 26 februari jl. is aangetreden, deze plannen gepresenteerd. Het college heeft de wil om meters te maken. Het college wil niet afwachten en kiest in het lopende jaar aanvullend budgettaire ruimte te maken. - De economie gaat sinds enkele jaren door een dal. Het is de vraag of sprake is van een transitie, waarbij men zich moet aanpassen aan de 16
-
-
-
-
-
nieuw ontstane werkelijkheid. Alleen hopen op beter zal niet volstaan. Het tijdelijk aanpassen van het uitgavenpatroon zal niet blijvend helpen. Het bestuur moet zich opnieuw uitvinden als het gaat om de ontstane rolopvatting van de gemeentelijke overheid. Vragen komen naar voren als: moeten we dit nog doen? Waarom doen we het niet anders? Wat gebeurt er als anderen door de gemeente toegeëigende taken overnemen? Vinden we dat erg? Het vraagt veel tijd deze vragen adequaat te beantwoorden. Het vaste stramien van de Kadernota en de begroting gecombineerd met de korte zittingsduur van het college maakt dat de uitwerking van al deze vragen niet kon landen in deze Kadernota. Het Nieuwe Perspectief draagt op korte termijn onvoldoende bij aan de structurele financiële opgave voor 2014. Daarom moet het komende jaar worden teruggevallen op de meer klassieke oplossingsstrategieën. Dit college wil concrete resultaten boeken ook op langlopende dossiers. Ontwikkelingen op het sociale domein, de drie decentralisaties en de hierbij behorende overheveling van taken vragen een organisatie die deze werkzaamheden goed kan uitvoeren. Voorzieningen moeten dichtbij de mensen worden gebracht. Wijkbewoners moeten bij de STIP's terecht kunnen. Het college wil concrete resultaten boeken om Amersfoort een blijvende aantrekkingskracht geven. Met bewoners wordt een inrichtingsplan opgesteld voor een groene inrichting van de Elisabethlocatie. Er wordt geïnvesteerd in bereikbaarheid zodat bedrijven kiezen voor Amersfoort waardoor er banen komen en blijven en mensen kiezen zich in Amersfoort te vestigen. Wil investeren in een sportcomplex aan de Hogeweg dat aan de financiële randvoorwaarden moet voldoen, maar dat de sport een boost zal geven. Dit college gelooft erin dat dergelijke investeringen, die de spankracht van het weerstandsvermogen zullen beproeven, nodig zijn om aantrekkelijk te zijn en blijven. Als het economisch aantrekt moet Amersfoort er klaar voor zijn. Om klaar te zijn voor de toekomst moet de gemeentelijke financiële huishouding op orde zijn. Rijksbezuinigingen leiden tot kortingen voor gemeenten. De effecten van vijftien jaar geleden gemaakte keuzes in Vathorst, zorgen ervoor dat de financiële positie van Amersfoort onder druk is komen te staan en nog steeds onder druk staat. In het kader van de Jaarrekening van 2012 is daarover al gesproken en er volgen nog gesprekken. Uit de Voorjaarsnota van het rijk blijkt dat het tekort op de rijksbegroting verder oploopt. dat zal consequenties hebben voor 2014. Alle gemaakte keuzes in de gemeentebegroting zijn uitgeput. Dat is goed terug te zien in de reactie van de provincie op de gemeentebegroting. Streeft naar een gebalanceerd evenwicht in bezuinigingen, lastenontwikkelingen, het in stand houden van gewaardeerde voorzieningen en voldoende financiële soliditeit. Dat is dansen op een wankel koord. Deze elementen zijn terug te zien in de reacties van de raad. Wil met de voorliggende plannen een kader neerleggen dat een zo goed mogelijke basis biedt voor een structureel sluitende begroting voor 2014. Daarom worden de structurele financiële opgaven met structurele dekkingsmiddelen opgelost. Als het Oranjeakkoord in de loop van 2013 onverhoopt wordt aangenomen, heeft dat een effect voor Amersfoort van € 1,8 miljoen, maar is grotendeels al in de dekking voorzien met dit maatregelenpakket. Het college is blij met de gedane suggesties rondom zaken als het inverdienvermogen; een bredere kijk bij de buren naar hun oplossing
17
-
-
-
-
voor de Grex. Kijkt met de buren en verder gelegen gemeenten of richting VNG en het rijk een vuist kan worden gemaakt om door de moeilijke tijd te komen. Ziet de suggestie van het CDA over het erfpacht als steun in de rug om samen te kijken naar oplossingen om deze periode door te komen. Het aanwenden van bestemmingsreserves en het scherper in beeld brengen van risico's leiden tot een daling van de weerstandsratio. Als alle reserves worden uitgenut, resteren alleen nog bezuinigingen of lastenverhogingen als oplossing om het weerstandsvermogen op te krikken. Is de huidige veerkracht voldoende om naast de bestaande financiële maatregelen aanvullende acties te ondernemen om de reserves te laten groeien? Dit is geen makkelijke opgave. Kiest ervoor in de komende jaren in de begroting een buffer te creëren om belangrijke risico's op te kunnen vangen. In het coalitieakkoord is het college gevraagd de nullijn uit te werken, maar zijn ook beleidsterreinen genoemd die zouden moeten worden uitgezonderd van bezuinigen. Het college heeft gekozen voor het in 2014 generiek toepassen van een budgettaire nullijn. Tegen alle sectoren en beleidsterreinen wordt gezegd dat het budget niet wordt verlaagd, maar dat het ook niet wordt aangepast voor loon- en prijscompensatie. Gekozen is niemand daarvan uit te zonderen. Deelt de zorg over de effecten van de maatregelen van deze budgettaire nullijn. Het college is niet blind en doof voor de effecten van deze uitgesproken zorg. Daarom is ervoor gekozen een vangnet te creëren in de vorm van een Knelpuntenpot van € 1,5 miljoen. Voor het maken van fundamentele keuzes is meer tijd nodig dan de twee à drie maanden die nu beschikbaar waren. Het college heeft ervoor gekozen een voor 2014 structureel sluitende begroting via een nullijn voor te leggen en verdere mogelijkheden nadrukkelijk nader te onderzoeken, maar keuzes voor 2015 en verder te laten maken door het dan zittende college. Dat past in de vernieuwde Planning & Controlcyclus.
De heer NEDERKOORN (D66): - Verwijst naar de opmerking van de accountant over de Jaarrekening: alle bestemmingsreserves waarover nu al afspraken zijn gemaakt, kunnen niet worden meegenomen in de weerstandsratio. Heeft dat gevolgen voor de Kadernota? - Loopt de gemeente hetzelfde risico als wat bij het rijk heeft plaatsgevonden? Kunnen de verwachte inkomsten van de belasting lager zijn dan nu begroot is? - Is de Knelpuntenpot een noodfonds of een andere pot? Waar komt die pot dan vandaan? De heer MEIJER (SP): - De wethouder heeft een obligaat verhaal, waarin hij globaal op dingen ingaat en de rest onbehandeld laat. Het college geeft bewust een onzuiver beeld van de situatie van de minima en de mensen die zijn aangewezen op gemeentelijke Wmo-zorg. Hierop wordt niet gereageerd. Heeft het college gevraagd verantwoording af te leggen over de gang van zaken bij de Kersenbaan. Vond dat een heel kwalijke procedure. Hierop wordt niet gereageerd. - Het hoort niet op deze manier te gaan. Verwacht dat de wethouder alsnog op een aantal opmerkingen ingaat.
18
De VOORZITTER: - In het presidium is afgesproken dat geen debat zal worden gevoerd. De heer VAN WEGEN (BPA): - Heeft het idee dat door de wethouder een verhaal is opgelezen dat al eerder is geprepareerd. De wethouder gaat nergens op in. Betreurt dat ten zeerste. De heer NEDERKOORN (D66): - De vragen kunnen later worden beantwoord. Sluit zich aan bij de afgesproken orde. De heer OFFEREINS (CDA): - Heeft behoefte aan enig debat. Wil graag reageren op de wethouder. Fracties hebben niet op elkaar gereageerd. De heer NEDERKOORN (D66): - Het einddebat vindt plaats als de Kadernota wordt vastgesteld. De heer MEIJER (SP): - In andere jaren werd bij de Tussenbalans en de begroting eerst gedebatteerd. Vervolgens werd dat steeds meer getrechterd. Schorsing van 21.18 uur tot 21.23 uur. De VOORZITTER: - Wil nu overgaan tot het indienen en toelichten van moties en amendementen. Eventuele aanvullende vragen kunnen nog aan het college worden gesteld. - Op 11 juni is er ruimte voor een debat waarbij de inbreng van het college en de fracties wordt betrokken. De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Wil secuur antwoord geven op de vragen. Indienen en toelichten moties en amendementen PROGRAMMA 1: ALGEMEEN BESTUUR EN PUBLIC AFFAIRS De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Amendement A-1.1, ingediend door PvdA: "Externe inhuur en advies" vraagt in kaart te brengen wat mogelijk is om de kosten van zowel personeel als externe inhuur en advies substantieel terug te brengen. - Het college wil € 300.000,00 op dat vlak bezuinigen. Dit issue speelt al een decennium. Dankt het college voor de verschafte informatie. Dit is nog redelijk op hoofdlijnen. Constateert dat de vacatureruimte vaak door externen wordt ingevuld. De term "zwangerschapsverlof" wordt uit het amendement gehaald. Wil € 2 miljoen bezuinigen tenzij het college kan aantonen dat structurele problemen ontstaan als 8% van het budget wordt verminderd. De heer VOGELS (VVD): - De tekst van het amendement lijkt een self fulfilling prophecy. Is van mening dat het amendement leidt tot structurele problemen.
19
De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Als het college met dat antwoord komt, is het onvoldoende en gaat de maatregel in. Wil inzichtelijk hebben wat achter de tekst van het college zit. In het coalitieprogramma is afgesproken € 8 miljoen te bezuinigen en het college wil € 6 miljoen bezuinigen. Dat gat moet hiermee worden opgevuld. De heer OFFEREINS (CDA): - Motie M-1.2, ingediend door CDA: "Calamiteitenplan voor wanneer digitale dienstverlening niet beschikbaar is" vraagt een alternatief voor digitale dienstverlening. Digitale dienstverlening kan ook mis gaan. De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Betreft dit ook afspraken rondom dienstverlening met buurgemeenten? De heer VOGELS (VVD): - Is navraag gedaan bij de belastingdienst of zij een calamiteitenplan hebben? De heer OFFEREINS (CDA): - Het gaat niet om het uitvallen van servers en dergelijke. - Wacht de reactie van het college af. - Weet niet of het calamiteitenplan van de belastingdienst geschikt is voor de gemeente Amersfoort. PROGRAMMA 2, VEILIGHEID EN HANDHAVING De heer DIJKSTERHUIS (ChristenUnie): - Motie M-2.1, ingediend door ChristenUnie, CDA: "Slagvaardig handhaven #2": In 2012 is per motie gevraagd om een handhaving uitvoeringsprogramma, gestoeld op een visie. Het college heeft besloten hetzelfde handhavingsuitvoeringsprogramma opnieuw vast te stellen. Het aantal meldingen en klachten is toegenomen en het aantal juridische procedures is sterk afgenomen. Vraagt het college zich daarover uit te laten en de motie van 2012 nog in 2013 uit te voeren. De heer EL-MESSAOUDI (PvdA): - Waarom is deze motie bij de Kadernota ingediend en niet in De Ronde besproken? PROGRAMMA 4, ZORG, WELZIJN EN WIJKONTWIKKELING De heer VOOGT (VVD): - Motie M-4.1, ingediend door VVD: "Heroverweging inzet straatcoaches": Movisie heeft een analyse gedaan van de wijkaanpak en heeft zich negatief uitgelaten over de straatcoaches/wijkaanpak. Het effect van straatcoaches zou gering zijn. Is dat juist? Hoe is het in Amersfoort? Als iets niet werkt, moet er niet voor worden betaald en moet het worden gestopt. De heer MEIJER (SP): - Het onderdeel straatcoaches maakt deel uit van een breed onderzoek dat allerlei aspecten van wijkaanpak en veiligheid onder de loep neemt. Zal technische vragen indienen over dit onderzoek. - In het onderzoek komen elementen aan het licht die het waard maken
20
naar de Amersfoortse situatie te kijken. De heer EL-MESSAOUDI (PvdA): - Motie M-4.1 gaat ervan uit dat straatcoaches geen positieve invloed hebben. In het rapport staat dat die conclusie niet is te trekken omdat er geen nulmeting is gedaan. De VOORZITTER: - Wil nu geen inhoudelijke discussie die vooral over straatcoaches gaat. Wellicht moet de motie onder programma 2 vallen. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Bij de beantwoording van de feitelijke vragen over de Jaarrekening heeft CDA vragen gesteld over de effectiviteit van straatcoaches. Toen is gewezen op een raadsinformatiebrief met een evaluatie waaruit is gebleken dat het effectief was. Wat wil VVD nog meer? De heer VOOGT (VVD): - Er is een raadsinformatiebrief geweest. Dit is een groot onderzoek van buiten. Deze moeten met elkaar worden vergeleken op zoek naar de waarheid. Mevrouw VAN BRUGGEN (PvdA): - Motie M-4.2, ingediend door PvdA: "Knelpuntenfonds" betreft het Knelpuntenfonds zoals het op pagina 21 van de Kadernota staat. Wil meer draagvlak en begrip krijgen voor de bezuinigingen. Bij de bepaling van het verzachten van de bezuinigingen moet worden geluisterd naar de burgers en de instanties die eronder te lijden hebben. Vraagt het college met een voorstel te komen waarin de burgers en bewoners worden uitgedaagd met voorstellen te komen en te overleggen om een goede afweging te kunnen maken. De heer NEDERKOORN (D66): - Wordt met verzachten temporiseren bedoeld? Van € 1,5 miljoen incidenteel kunnen geen structurele maatregelen worden getroffen. Heeft voorkeur voor andere terminologie. Mevrouw VAN BRUGGEN (PvdA): - Het programma Wijkwelzijn wordt zwaar getroffen. Burgers kunnen ook met flankerende zaken komen waarmee iets moet gebeuren en die ervoor kunnen zorgen dat de bezuinigingsmaatregelen worden verzacht. De heer MEIJER (SP): - Wat verstaat PvdA onder de burgers in de stad? - Wil PvdA een oproep doen? Mevrouw VAN BRUGGEN (PvdA): - De instanties en de mensen die worden getroffen door de bezuinigingen (de budgettaire nullijn). Zij kunnen aangeven wat de raad eraan kan doen om dat eventueel te verzachten. - Vraagt het college een voorstel hoe de raad dat op de beste manier kan doen.
21
De heer SCHOENMAKER (SP): - Motie M-4.3, ingediend door SP: "Heroverweging Amersfoort Vernieuwt": Maakt zich grote zorgen over de sociale woningbouw. In de raadsinformatiebrief van 21 mei is gemeld dat de corporaties geen mogelijkheden meer zien voor de realisatie van extra sociale huurwoningen. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft geconcludeerd dat de nieuwbouw van sociale huurwoningen zal afnemen. Gebleken is dat de behoefte aan sociale huurwoningen toeneemt. De corporaties blijven verkopen, dus het aantal huurwoningen daalt. Vraagt een heroverweging van Amersfoort Vernieuwt. Amersfoort Vernieuwt is afbraak van sociale woningbouw. Wil geld inzetten voor nieuwe sociale huurwoningen. De heer EL-MESSAOUDI (PvdA): - SP vraagt om heroverweging van Amersfoort Vernieuwt en van het vrijkomende geld woningcorporaties te verzoeken sociale huurwoningen te bouwen. Welke garantie is er dat de woningcorporaties daadwerkelijk de sociale woningbouw realiseert? De heer SCHOENMAKER (SP): - Heeft geen garantie, maar met de corporaties kunnen afspraken worden gemaakt. De heer KRAANEN (VVD): - Wil SP alle wijken heroverwegen waar nu AV-projecten zijn? De heer SCHOENMAKER (SP): - Wat is gerealiseerd, kan niet worden teruggedraaid. Alle plannen moeten worden bekeken. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - De sociale huurwoningen in Amersfoort Vernieuwt worden betaald uit de andere woningen die daar worden gerealiseerd. SP wil dit heroverwegen. Wil SP alles bij het oude laten? Hoe genereer je anders geld om sociale huurwoningen te realiseren? De heer SCHOENMAKER (SP): - Slopen en nieuwbouw kosten geld. Als je niet sloopt, houd je geld over. Dat kan worden gebruikt voor nieuwbouw. De heer MEIJER (SP): - Motie M-4.4, ingediend door SP: "Géén inkomensgrens meer bij Wmo-indicaties": De inkomensgrens bij de Wmo is sinds de nieuwe Wmo-verordening een groot discussiepunt geweest. Het college heeft de inkomensgrens in de verordening ingevoerd. De verwachting was dat er jurisprudentie zou komen die zou uitwijzen dat de toepassing niet legaal is. Toen heeft het college het niet in de verordening opgenomen, maar in de werkinstructie. Nu wordt de inkomensgrens op grote schaal toegepast als feitelijk instrument. - De vakbond heeft een proefproces gestart tegen de gemeente Amersfoort. De rechter in Utrecht heeft geoordeeld dat sprake is van stapeling. Het staat niet in de verordening, maar er is voldoende aangetoond dat het feitelijk wordt toegepast. Wil dat deze beperking wordt weggenomen. Vraagt het college alsnog een dekkingsvoorstel aan de raad voor te leggen en te stoppen met deze inkomensgrens.
22
Mevrouw VAN BRUGGEN (PvdA): - Wat gaat SP doen als de wet verandert? De heer MEIJER (SP): - Gaat uit van de huidige wet, de uitspraken die door diverse bewindslieden zijn gedaan en de gerechtelijke uitspraak. PROGRAMMA 5, ONDERWIJS De heer NEDERKOORN (D66): - Motie M-5.1, ingediend door D66: "Geen ongelijkheid onderwijshuisvesting": In de Tweede Kamer is een motie aangenomen waarin wordt gezegd dat de gemeentes de onderwijshuisvesting niet meer financieren, maar de scholen zelf. De gevolgen zijn nog niet duidelijk. Mogelijk komt er onderscheid tussen de verschillende scholen. Vraagt het college hoe scholen zich onderling verhouden. Wil niet dat er groot onderscheid bestaat in de onderwijshuisvesting. De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Is het de bedoeling dat, als er een nulmeting is, vanuit die gelden recht te trekken of moet het worden gespreid en vanuit eigen middelen worden rechtgetrokken? Blijft het met gesloten beurs vanuit het rijk of komen er extra eigen middelen bij? De heer NEDERKOORN (D66): - Het gaat niet om extra eigen middelen. In de Kadernota wordt een korting voorgesteld. Wil een uitgangspositie hebben in het overleg met de koepels en kijken hoe het gelijk kan worden getrokken. - Is niet op zoek naar onderzoek, maar wil voorkomen dat ongelijkheid ontstaat. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Motie M-5.2a, ingediend door ChristenUnie: "Decentralisatie taken sport- en onderwijshuisvesting": Schoolbesturen worden ook verantwoordelijk voor het groot onderhoud. Vergelijkt dit met sportverenigingen die voor hun eigen gebouwen verantwoordelijk zijn en via de eenderde regeling kwaliteit kunnen toevoegen. Daar zijn allerlei vragen over aansprakelijkheid, verzekeringen, exploitatie, van wie het gebouw is en wie verantwoordelijk voor het gebouw is. Wil daarin meer helderheid krijgen. PROGRAMMA 6, SPORT De heer PRINS (GroenLinks): Motie M-6.1, ingediend door GroenLinks, D66, CDA: "Sporttechnisch kader": Met de coalitiepartners is afgesproken het sporttechnisch kader structureel in stand te houden. Daarvoor is geld nodig. In het collegevoorstel staat dat het geld dat voor sport is gereserveerd naar de combinatiefuncties gaat. Daarin is al voorzien in de begroting van 2013. Dit geld moet naar het sporttechnisch kader.
23
PROGRAMMA 7, RUIMTELIJKE ORDENING Mevrouw OOSTLANDER-ÇETIN (CDA): - Motie M-7.1, ingediend door CDA: "Ambities grote projecten bijstellen I": Er moet kritisch worden gekeken naar de uitgaven. Het Elisabethterrein moet met beperkte, goed inpasbare bebouwing kostenneutraal worden heringericht. - Een jaar geleden vond PvdA dat ook. PvdA had toen ook het idee te kijken hoe de investering kon worden uitgesteld, door tijdelijk iets met de bestaande panden te doen. CDA was daartegen, omdat het in een packagedeal zat met andere projecten. - De situatie is sinds een jaar ernstiger en slechter geworden. De heer SCHOENMAKER (SP): - Motie M-7.2, ingediend door SP: "Heroverweging Elisabeth Groen": De kosten om het Elisabethterrein groen te houden, drukken te zwaar op de begroting. Er moet iets op dat terrein gebeuren. Het college moet een voorstel doen. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Wie zijn de sociale partners die mogen meepraten? Wat is een sociaal acceptabel plan? De heer SCHOENMAKER (SP): - De sociale partners zijn de woningbouwverenigingen, onderwijs, zorginstellingen en dergelijke. - Een sociaal aanvaardbaar voorstel moet impact hebben op het sociale vlak. Het mag ook iets anders als sociale woningbouw zijn. De heer SMIT (Groep Van Vliet): - Moet het een sociale tijdelijke bestemming krijgen, of mag het ook een commerciële tijdelijke bestemming krijgen? De heer SCHOENMAKER (SP): - Wil in eerste instantie een sociale invulling. Heeft moeite met de hoeveelheid geld die naar het groen houden van deze locatie gaat. Sluit een commerciële invulling niet uit. De heer KILLI (PvdA): - Vindt SP de woningbouwcorporaties sociale partners? De heer SCHOENMAKER (SP): - De corporaties zijn er voor sociale woningbouw en hebben een sociale functie, maar moeten commercieel werken. PROGRAMMA 8, MOBILITEIT Mevrouw OOSTLANDER-ÇETIN (CDA): - Motie M-8.1, ingediend door CDA: "Ambities grote projecten bijstellen II": De westelijke ontsluiting moet worden heroverwogen. Voor de zomer wordt hierover nog inhoudelijk gesproken. Een kosteneffectieve oplossing met voldoende oplossend vermogen is voorhanden. Het college gaat door met oude ambities. Het lijkt erop dat nog meer geld moet worden uitgegeven. Hoe wordt dat volgehouden?
24
De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - In de motie wordt gesproken een bezuiniging van € 9 miljoen. Is dat structureel of incidenteel? - CDA wil geld vrijspelen. Gaat dat over structureel of incidenteel geld? Mevrouw OOSTLANDER-ÇETIN (CDA): - Of de bezuiniging van € 9 miljoen structureel of incidenteel is, is niet relevant voor een standpunt over deze motie. - Incidenteel geld dat het college voor een project wil uitgeven, kan heel goed voor andere dingen worden gebruikt. De heer BARSKE (VVD): - CDA wil de westelijke ontsluiting beperken tot een niet verkeersaantrekkende route. Elke verbetering is verkeersaantrekkend. Hoe kan dat worden gerijmd? Mevrouw OOSTLANDER-ÇETIN (CDA): - De raad heeft als uitgangspunt vastgesteld dat het geen extra verkeer zou mogen aantrekken, maar dat het leidt tot een betere afwikkeling van de huidige hoeveelheid verkeer. Daarom is voor een route over het bestaande tracé gekozen. Als aan deze uitgangspunten moet worden voldaan, moet daaraan worden vastgehouden. Neemt aan dat hierop inhoudelijk wordt teruggekomen. De heer BARSKE (VVD): - Zelfs de 10+-variant trekt enigszins verkeer aan. Die kan ook niet volgens de motie. De VOORZITTER: - Mevrouw Oostlander schudt "nee". - Motie M-8.2: "Bezuinigen waar mogelijk om kwetsbare groepen te beschermen" staat bij mobiliteit. Groep Van Vliet wil ook een motie van gelijke strekking indienen. Deze moties horen bij de financiële paragraaf. De heer MEIJER (SP): - Motie M-8.2, ingediend door SP: "Bezuinigen waar mogelijk om kwetsbare groepen te beschermen" gaat om incidenteel geld. Als een eerlijk en verantwoord sociaal minima- en Wmo-beleid wordt gevoerd, zijn de huidige middelen ontoereikend om de klap op te vangen. Wil geen prestigeprojecten laten prevaleren boven zorg voor elkaar. Wil redden wat er te redden valt. PROGRAMMA 9, CULTUREEL KLIMAAT Mevrouw LAND (GroenLinks): - Motie M-9.1, ingediend door GroenLinks: "Geen nullijn voor Cultuur": Ziet het aanhouden van de nullijn als bezuiniging. Dat staat haaks op pagina 7 van coalitieakkoord. De heer SMIT (Groep Van Vliet): - De afspraak is gemaakt bij het herziene coalitieakkoord. Was dat voor GroenLinks een belangrijk punt?
25
Mevrouw LAND (GroenLinks): - Heeft dat punt ingebracht. Als de motie niet wordt aangenomen, is er een probleem. Doet niet aan achterkamertjes, maar vecht het in de openheid uit. Mevrouw HESSELS (VVD): - Motie M-9.2, ingediend door VVD: "Tijdelijke stimulering cultureel ondernemerschap": Het college kiest voor een sterk cultureel klimaat en daarbij voor festivals. Kleinere festivals plukken de zure vruchten van de bezuinigingen. Als de gemeente geen ondersteuning geeft, is het extra moeilijk om geld uit de markt te krijgen. Wil het bedrag dat vrijvalt door de festivallocatie op De Isselt niet te verharden, ten goede laten komen aan het cultureel klimaat in Amersfoort. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Motie M-9.3, ingediend door GroenLinks: "Temporiseren bezuiniging amateurkunst": Wil rekening houden met de uitspraken die in de rapportage van de amateurkunst (uitvoering van de motie uit november 2012) zijn gedaan. Wil verder temporiseren. De sector is dat waard en het is van groot belang voor gemeente Amersfoort. Het betreft een gering bedrag. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Motie M-9.4, ingediend door ChristenUnie: "Verzachten bezuinigingen op amateurkunstverenigingen": Volgens het rapport van de amateurkunst willen de amateurkunstverenigingen flink bezuinigen van € 220.000,00 naar € 125.000,00, maar naar € 110.000,00 gaat te ver. Stelt voor te bezuinigen tot € 125.000,00 en dat temporiseren tot 2016. Wil de aanbevelingen van het rapport verwerken in een raadsvoorstel. PROGRAMMA 10, ECONOMIE EN WONEN De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Amendement A-10.1, ingediend door PvdA: "Toeristenbelasting voor toerisme": In het coalitieakkoord is afgesproken dat de toeristenbelasting wordt ingevoerd. Die middelen zouden worden ingezet voor de VVV, Citymarketing en Hotel Overleg Samenwerking Toerisme (HOST). Het college wil met een deel van het budget de huidige middelen afdekken. Dat is niet in lijn met het coalitieakkoord. Repareert dit in de Kadernota. - De hoteliers geven aan dat het veel administratieve last met zich meebrengt. Wil dat inzichtelijk wordt gemaakt hoe het college de vervolgstappen brengt. Volgens een rapport van het ministerie van Economische Zaken en KPMG zijn hoteliers gemiddeld zeven minuten per dag bezig met de toeristenbelasting. Vindt dat dit binnen proportie is. De heer SCHULTEN (BPA): - De toeristenbelasting is afgeschaft. De hoteliers waren daar blij mee. Vinden hoteliers het goed dat hun gasten extra worden belast om het hoteliersoverleg te kunnen subsidiëren? De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Ze staan niet te springen.
26
De heer OFFEREINS (CDA): - Is de hoogte van het bedrag relevant? Als de hoogte van het bedrag niet relevant is, waarom moet de toeristenbelasting dan worden ingevoerd? - Het bedrag moet toekomen aan de genoemde organisaties. Er zijn ook administratieve lasten voor de gemeente. HOST levert een bijdrage (€ 30.000,00) aan Citymarketing. Dat wordt gestopt. Moet dat bedrag ook door de gemeente worden gecompenseerd of mag dat van opbrengsten worden afgetrokken? - VVD wil € 100.000,00 binnenhalen met de toeristenbelasting. Dan kan geen € 100.000,00 extra worden uitgegeven aan de toeristische sector, omdat er € 30.000,00 minder binnenkomt en er administratieve lasten zijn van € 10.000,00. Vraagt duidelijkheid daarover. De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Heeft nog geen opinie over het bedrag. - Het amendement beoogt wat is afgesproken. Wil een discussie met het veld zelf of naar aanleiding van een collegevoorstel. Daarin komen al deze aspecten aan bod. De heer MEIJER (SP): - Heeft vernomen dat de gemeente een uitvoeringspost van € 10.000,00 heeft opgenomen. Is dat juist? De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Bevestigt dat. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - In het amendement worden de bedragen niet geamendeerd. Dit betekent dat Citymarketing € 300.000,00 krijgt. Is dat de bedoeling? Hoe wordt het bedrag van € 100.000,00 dat naar de Algemene Middelen zou vloeien uit andere programma's gehaald? De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - Het bedrag van € 100.000,00 zit in de surplus. Geeft de visie van de coalitiepartijen weer. Het college kan aangeven hoe het dat taakstellend opvolgt. De heer MEIJER (SP): - Amendement A-10.2, ingediend door SP: "Geen toeristenbelasting in Amersfoort": Is tegen de toeristenbelasting, omdat mensen minder makkelijk in de stad terecht kunnen. Er zijn belangen voor de economie en de werkgelegenheid. Er zijn ook uitvoeringskosten. Mede door de concurrentiepositie van de hoteliers, berekenen zij de kosten niet aan hun klanten door en dragen zij zelf de kosten. Kleinere hotels worden daarvan het slachtoffer. Er zijn voldoende bezwaren tegen deze belasting. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Motie M-10.3, ingediend door ChristenUnie: "Grotere rol horeca in Citymarketing": De hoteliers moeten veel moeite doen om de toeristenbelasting te innen en moeten daarvoor veel betalen en afdragen aan Citymarketing. Kan zich de frustratie van de hoteliers voorstellen als zij denken dat Citymarketing dat geld niet juist besteedt en het aantal hotelovernachtingen niet omhoog gaat. Stelt voor dat een deel van het
27
budget teruggaat naar het samenwerkingsverband van horeca en dat zij zelf de acties ondernemen om het aantal hotelovernachtingen en bezoekers omhoog te brengen. Zo kunnen zij terugverdienen wat ze investeren. De heer SMITS ALVAREZ (PvdA): - In de overwegingen staat dat horecaondernemingen € 5.000,00 euro per jaar moeten betalen aan Citymarketing. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Het gaat om een vrijwillige bijdrage. Het gaat in totaal om € 30.000,00. Om in bepaalde overzichten van Citymarketing te komen, moeten zij een bijdrage betalen. Mevrouw HESSELS (VVD): - Motie M-10.4, ingediend door VVD: "Realisatie banengroei in Amersfoort": In het Jaarverslag staat dat de voorgenomen banengroei van 1.000 tot 1.700 banen niet wordt gehaald. Betreurt dit. Amersfoort heeft alles in zich om beter te scoren. Amersfoort is gestegen in de atlas van gemeenten om aantrekkelijk te wonen en te werken. Het kan beter. In kaart moet worden gebracht wat kan worden gedaan om dit beter te doen. De heer BARSKE (VVD): - Amendement A-10.5, ingediend door VVD: "Toeristenbelasting": De toeristenbelasting wordt niet geheven om € 100.000,00 van het staande budget af te halen en weg te bezuinigen. Stelt voor om de toeristenbelasting van het collegevoorstel te halveren. - Er is nog geen bedrag afgesproken hoeveel aan toeristenbelasting wordt geheven. - Wil niet automatisch meer heffen vanwege de administratieve lasten en andere zaken die misschien minder worden doordat hoteliers minder afdragen. De heer OFFEREINS (CDA): - Realiseert VVD zich dat dit netto slechts € 60.000,00 oplevert? De heer VAN WEGEN (BPA): - Wil VVD niet meer dereguleren? De heer MEIJER (SP): - Wat wordt de besteding? Wat is het nut van het bedrag dat overblijft? Wat is het voordeel hiervan? De heer BARSKE (VVD): - In het coalitieakkoord worden compromissen gesloten. - In het coalitieakkoord staat waar het geld naartoe zou moeten gaan. De invoering van de toeristenbelasting is om de VVV, Citymarketing en het Hoteloverleg samenwerking toerisme extra te financieren. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Amendement A-10.6, ingediend door GroenLinks: "Nu geen uitspraak over invoeren toeristenbelasting": Heeft geen idee hoe het allemaal wordt uitgevoerd. Wil met de sector kijken hoe dit het beste vorm kan worden gegeven.
28
Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Begrijpt niet dat drie coalitiepartijen de toeristenbelasting willen invoeren, terwijl de sector dat absoluut niet wil. PROGRAMMA 11, WERK EN INKOMEN De heer HINLOOPEN (PvdA): - Amendement A-11.1, ingediend door PvdA: "Geen nullijn voor Wmo huishoudelijke hulp of persoonsgebonden budget": Wmo huishoudelijke hulp/persoonsgebonden budget moet worden uitgesloten van de bevriezingsvoorstellen. Bij de decentralisatie worden ook de Wmo en de AWBZ fors gekort. De reserve Wmo is nu al onvoldoende groot en verwachte overschrijdingen kunnen niet worden opgevangen. Wil deze sector uitsluiten van de kaasschaaf. De heer NEDERKOORN (D66): - Er is een Knelpuntenpot opgebouwd om calamiteiten bij instellingen te voorkomen. In dit amendement staat dat het naar de Wmo-reserve moet. De Wmo-reserve staat los van bestaande instellingen. Kan geld dat is gereserveerd voor calamiteiten bij instellingen in een reserve van de gemeente zelf worden gedaan? - Vraagt het college of er ooit regels zijn geweest rondom calamiteiten bij instellingen. De heer HINLOOPEN (PvdA): - Het college stelt voor van de € 1,5 miljoen die bestemd is voor de Calamiteitenpot € 1 miljoen te bestemmen aan de Knelpuntenpot en € 0,5 miljoen aan de Knelpuntenpot toe te voegen uit het implementatiebudget. De heer MEIJER (SP): - Is aangenaam getroffen door de gedachtegang van dit voorstel. - Is het genoemde bedrag incidenteel? - Op welke manier wordt het bedrag verwerkt in de compensatiemaatregel als het bedrag voor huishoudelijke hulp/persoonsgebonden budget wordt bestemd? De heer HINLOOPEN (PvdA): - Het bedrag is incidenteel. Daarmee worden niet alle structurele problemen opgelost. Wellicht is de Calamiteitenpot toereikend om voor een aantal jaren het te bezuinigen bedrag te dekken. - Verwijst naar pagina 19 waar een effect van € 272.000,00 wordt genoemd als gevolg van de bevriezing van de budgetten. Wil dat effect voor het eerste jaar teniet doen en voor komende jaren kleiner laten zijn. De heer VOOGT (VVD): - Neemt PvdA een hap uit het potje voor kwetsbaren om het aan de reserve voor de Wmo toe te voegen? Het is nog niet bekend hoe het potje voor kwetsbaren wordt benut. De VOORZITTER: - Het gaat niet uit het potje voor de kwetsbaren.
29
PROGRAMMA 12, FINANCIËN De heer BARSKE (VVD): - Amendement A-12.1, ingediend door VVD: "Aanpassing vermelding rioolheffing": In de Kadernota staan twee componenten van rioolbelasting. Heeft hierop technische opmerkingen gekregen en gaat er nog naar kijken. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - Motie M-12.2, ingediend door VVD: "Naast bezuinigen ook inkomsten verhogen": Is teleurgesteld over de beperkte opvatting van het college over het verhogen van inkomsten. Verzoekt het college met drie best practices te komen en deze in een concreet voorstel aan de raad voor te leggen. - In het katern van Binnenlands bestuur staan voorbeelden over best value management. De heer SMIT (Groep Van Vliet): - Waarom drie? Mogen het er niet meer zijn? De heer OFFEREINS (CDA): - Motie M-12.3, ingediend door CDA: "Een structurele last verdient een structurele dekking, of: eigen problemen zelf oplossen": In de begroting is een bezuiniging van € 1 miljoen opgenomen in verband met het niet renoveren van het stadhuis. Dat loopt veel eerder dan 2017, zoals het in het collegevoorstel staat. Dat gat wordt gedicht met incidentele middelen. Het college benoemt zelf het principe dat een structurele last door structurele baten moet worden gedekt. Tot 2017 wordt het incidenteel gedekt en daarna niet. Dat gaat in tegen het eigen principe van het college. De groot onderhoudspot wordt uitgeput. Dat maakt het moeilijker om de renovatie in 2017 alsnog te doen. Heeft begrepen dat deze coalitie de renovatie niet wil uitvoeren, maar dan moet een structurele oplossing voor dit probleem worden gezocht. - Motie M-12.4, ingediend door CDA: "Geen kaasschaaf zonder inzicht in de gevolgen": Het college heeft niet voldaan aan de opdracht in het coalitieakkoord om inzicht te geven. Vraagt dit alsnog te doen. - Motie M-12.5, ingediend door CDA: "Een geloofwaardige overheid is betrouwbaar": Dit is het breken van een eerder gemaakte afspraak met de bewoners. Dat is onfatsoenlijk. Vraagt het college zich als een betrouwbare overheid op te stellen. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Motie M-12.6, ingediend door ChristenUnie: "Echte bezuinigingsvoorstellen": Wil voor de helft van de bezuinigingen waarvoor de nullijn wordt ingevoerd werkelijke, visievolle bezuinigingsvoorstellen. De heer MEIJER (SP): - Motie M-12.7, ingediend door SP: "Overschot rijksbijdrage WWB uitsluitend voor sociale doelen inzetten": Het rijk geeft geld voor de bijstand. Amersfoort houdt daarvan over. Het college wil dat geld besteden zonder dat de mensen die zijn aangewezen op de uitkering daarvan last hebben. Volgens het overzicht gaat het geld eerst naar de Algemene Middelen en vervolgens wordt een wensenlijst gefinancierd. Dat wekt de indruk dat het geld van het rijk voor de bijstand dat Amersfoort overhoudt naar een sociaal doel gaat, maar dat is niet zo.
30
Wil dat dit geld blijft waarvoor het is bedoeld. De heer SMIT (Groep Van Vliet): - Motie: "Sluitende begroting 2014-2017": Kiezers hebben recht te weten hoe de problemen na 2014 worden opgelost, zodat het onderdeel kan zijn van een politieke discussie in het kader van de verkiezingen. Draagt het college op in het najaar met een begroting komen die de hele periode 2014-2017 omvat en sluitend is inclusief noodzakelijke maatregelen. - Motie: "Bouwstop": De komende tijd is een groot tekort te verwachten op grondexploitaties naast een aantal andere tekorten. Dat zijn incidentele middelen. Er staat een aantal investeringen in de planning waarvoor de aanbesteding nog moet plaatsvinden. Vraagt een bouwstop in te stellen voor grote werken die nog in aanbesteding moeten komen en het geld dat daardoor beschikbaar blijft te reserveren voor het afdekken van de financiële risico's. - Motie: "Weerstandsvermogen": Vraagt niet de truc toe te passen met een structurele dekking voor een incidenteel probleem, maar een incidentele uitgave om een incidenteel probleem af te dekken. Op korte termijn moet geld worden gereserveerd waarvan bekend is dat het binnen een aantal jaren beschikbaar moet zijn om nu al bekende tekorten te kunnen afdekken. De VOORZITTER: - Het college geeft een reactie op de moties en amendementen en de gestelde vragen op 7 juni 2013. - De bespreking over de Kadernota wordt vervolgd op 11 juni 2013.
De VOORZITTER sluit de vergadering (22.48 uur). Goedgekeurd door de raad der gemeente Amersfoort in de openbare vergadering van d.d. 25 juni 2013 de griffier,
de voorzitter,
31