ORTHOFYTO
®
Pancreatitis bestrijden met orthomoleculaire voeding Metallothioneïnen, een zinkrover Ubiquinol: direct beschikbaar co-enzym Q10 Nieuwe eigenschappen van vitamine C Pancreasinsufficiëntie en diabetes: fytotherapeutische behandeling Sulforafaan uit broccoli
JAARGANG 13 APRIL-MEI 2008
Afgiftekantoor Lochristi
Verantwoordelijke uitgever: Walter, O. M. Faché Kerkstraat 101 9270 Laarne België: € 7,8 Nederland: € 8,5
Probiotica bij een dipje? THEMA: DE PANCREAS
ORTHO trends inclusief middenkatern met:
®
69 Orthofytho® en Orthotrends® zijn een Belgisch tweemaandelijks wetenschappelijk tijdschrift voor Orthomoleculaire geneeskunde, voeding en fyto. Een uitgave van de Belgische Vereniging voor Orthomoleculaire Geneeskunde BSOM.
Het natuurlijke alternatief t i j d e n s d e m e n o p a u z e.
B i o - Pa u s e A M
B i o - Pa u s e P M
’s ochtends
’s avonds
Bio-Pause AM/PM is een uniek middel voor de behandeling van overgangsklachten. Bio-Pause AM/PM heeft een afwijkende dag- (reguleren van hormoonhuishouding) en avondsamenstelling (zorgen voor een goede nachtrust) en kan als combinatie, maar ook enkelvoudig worden ingezet. Omdat niet iedereen vergelijkbare klachtenpatronen heeft, kunt u met Bio-Pause AM/PM optimaal inspelen op de individuele behoefte van uw patiënt. Bio-Pause AM/PM is een product van Biotics Research Corporation, de gerenommeerde producent van hoogwaardige natuurlijke preparaten met bewezen therapeutische waarde. Met Bio-Pause AM/PM voegt u een natuurlijk en veilig alternatief aan uw therapie toe.
B i o t i c s. N a t u u r l i j k.
Energetica Natura BV - België - Tel. 03 789 09 590 - Gratis Fax 0800 800 11 -
[email protected] - www.energeticanatura.com
Tweemaandelijks magazine - orthofyto® - orthotrends®
Inhoud 4
4 9 13
Neurologie ....................................................................................
18
Omega-3 (EPA) kan depressieve mensen helpen
Pancreatitis bestrijden met ........................................ orthomoleculaire voeding
Lecithine een cruciaal voedingssupplement voor meer stressbestendige zenuwen
Metallothioneïne een zinkrover ...........................
Zeven voedingsadditieven mee verantwoordelijk voor hyperactiviteit
Ubiquinol: .................................................................................... Direct beschikbaar co-enzym Q10
Nieuwe gezondheidsbevorderende eigenschappen van vitamine C
.......
Pancreasinsufficiëntie en diabetes: ...... fytotherapeutische behandeling Sulforafaan uit broccoli .......................................... Ontegensprekelijk nuttig in de kankerpreventie Probiotica bij een dipje? ........................................ Rol van de darmflora bij depressieve aandoeningen
24 27 30
Diagnostiek ................................................................................
������������������������������������������ ����������������������������������� ����������������������������������� ������������������������������ ������������������������� ������������������
����� ������
19
20 21 21
Zinktekort veroorzaakt immuniteitsproblemen Optimaliseer uw immuniteit met antikanker voeding Dermatologie ...........................................................................
��������������������������������
inclusief middenkatern met:
Vervangt de speekseltest de bloedproef? Immuniteit.....................................................................................
Website/nieuwsbrief/ seminaries Faché Instituut ............................4 Linus Pauling Instituut ............................... 24 Opleidingen Faché Instituut ....................... 38 Colofon Faché Instituut ............................... 38
���������������������������� ������������������� �������������� ����������� �������������� ����������������
Waarom kunnen Omega-3 supplementen een hartinfarct voorkomen?
36
FACHÉ INSTITUUT NIEUWS
������������������������
Apolipoprotein B (Apo B) kan hartaanvallen veroorzaken
Appels helpen mensen beschermen tegen darmkanker
Proteoomurinetest nieuwe .................................. diagnose voor kanker en arteriosclerose
��������������
Cardiologie..................................................................................
33
����������������������������������������������������
������������������������ �����������
Gebrek aan concentratie? Planning en beweging zijn essentieel!
Oncologie ......................................................................................
���������
Orthomoleculaire geneeskunde ........................... Een volledig biochemische evidence-based medicine
�
ORTHOTRENDS®
ORTHOFYTO®
22
�
�� Orthofytho® en Orthotrends® zijn een Belgisch tweemaandelijks wetenschappelijk tijdschrift voor Orthomoleculaire geneeskunde, voeding en fyto. Een uitgave van de Belgische Vereniging voor Orthomoleculaire Geneeskunde BSOM.
COVERSTORY Het is voor pancreasontsteking aanbevolen alle koolsoorten, koolsap, rauwkost en goede plantaardige oliën zoals sesam-, walnoten- en olijfolie dagelijks extra te consumeren. Bij veel kolengebruik moeten er telkens wat zeewieren bij gegeten worden om een jodiumdeficiëntie te voorkomen.
Erkenning Orthofyto Orthofyto is sinds juni 2007, als enig neutraal Orthomoleculair Wetenschappelijk Tijdschrift erkend door de ‘European Union of Science Journalists’ Associations’ en de ‘European Research Advisory Board (EURAB)’.
Vrouwen en cellulitis
ADVERTEERDERS Energetica Natura......................................... 2 Pharma Nord............................................... 16 Urmale ......................................................... 26 Orcovita ....................................................... 26 Similia ......................................................... 37 Ojibwa/De Roeck ........................................ 37 Springfield ................................................... 39 Ojibwa/De Roeck ........................................40
Syndroom X ...............................................................................
Stof uit pijnboompitten onderdrukt hongergevoel Het verband tussen antidepressiva en zwaarlijvigheid
22
ONDERWERPEN VOLGEND NUMMER: Orthomoleculaire doorbraken in de preventie en behandeling van cardiovasculaire ziektebeelden Plotse stressdaling slecht voor uw hart Fyto: hartige kruiden Cardiovasculaire problemen en het verband met chronische hyperventilatie De celbiochemie van vasten en de therapeutische waarde ervan
Redactioneel
Orthomoleculaire geneeskunde. Een volledig biochemische evidence-based medicine.
D
e grote massamedia beschikken niet over voldoende gespecialiseerde wetenschapsjournalisten teneinde een onderscheid te maken tussen alternatieve therapieën en orthomoleculaire voedingsleer en geneeskunde. Dat is aan de ene kant begrijpelijk omdat wetenschap bij televisiezenders, kranten, tijdschriften en de meeste websites niet massa populair is. Aan de andere kant blijft het betreurenswaardig dat al wat niet tot de farmaceutische nijverheid behoort, automatisch onder het ‘etiket’ alternatief wordt geklasseerd. Orthomoleculaire voedingsleer en geneeskunde bestaat reeds meer dan veertig jaar en is uitgegroeid als een wetenschappelijke meerwaarde van de klassieke geneeskunde, met dit verschil dat de orthomoleculaire geneeskunde volledig op de medische biochemie, fysiologie en toxicologie steunt. Het is een unieke medische specialisatie die gericht is op preventieve behandelingen met niet toxische stoffen en volledig onderbouwd wordt met de biochemische evidence based medicine. Walter OM Faché
Europa en het VIOWkwaliteitslabel
Bezoek onze nieuwe website www.viow.be Dagelijkse gezondheidstip Faché Alle data van onze komende activiteiten Schrijf u in voor de gratis wekelijkse nieuwsbrief Twee proefnummers Leefnu en Orthofyto Lijst goedgekeurde orthomoleculaire firma’s
Maak ook kennis met onze wekelijkse gratis nieuwsbrief Faché Instituut Neem hiervoor ook een kijkje op onze website om de nieuwsbrief ook bij u thuis te ontvangen.
Abonneer u op het gesloten gedeelte van onze website: Volledig archief van Orthofyto en Leefnu met meer dan 4000 artikels Meer dan 300 actuele artikels Seizoensadviezen Nieuws op vlak van orthomoleculaire diagnostiek Zoekfunctie
Mis de 6 seminaries niet Elk jaar organiseert het Faché Instituut een zestal seminaries. Het volgend seminarie is op zaterdag 7 en zondag 8 juni 2008. Expres cursus tweede jaar orthomoleculaire geneeskunde.
4
Journalisten verbonden aan het Faché Instituut bezochten tussen 6 en 8 mei 2008 Vitafoods, de grootste beurs ter wereld voor voedingsaanvullingen en aanverwante producten, in het Zwitserse Genève. Wetenschappers uit vier continenten gaven er lezingen over de meest recente ontwikkelingen in de voedingswereld en nutraceuticals. Het voornaamste nieuws kwam er uit de Europese hoek. Vanaf 2011 zullen alle producenten van voedingsaanvullingen en verrijkte voeding geen ‘claims’ meer kunnen voeren op hun verpakkingen zonder degelijk voorafgaand wetenschappelijk onderzoek. Kortom datgene wat het Faché Instituut met het VIOW-kwaliteitslabel al jaren aanbiedt zal – op Europees niveau – doorgevoerd worden. Zowel in de voedingsnijverheid als bij de producenten van voedingssupplementen zitten er volgens Joerg Gruenwald, directeur van Analyze & Realize en topman van www.foodclaims.eu nog veel te veel merken die met minderwaardige producten op de Europese markt actief zijn. “We moeten ons goed realiseren dat heel veel voedingssupplementen vandaag uit Aziatische landen komen waar de productiekosten en de controle – in vergelijking met de Europese normen – veel te wensen overlaten. Europa is in staat om absolute topkwaliteit te leveren en onze mensen preventief te beschermen
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
tegen de meeste degeneratieve ziektebeelden. De voorwaarde is dan wel dat enkel topproducten worden toegelaten waarvan de voedingswaarde en de daar aan gekoppelde gezondheidsclaims via degelijk wetenschappelijk onderzoek is aangetoond.” “In tegenstelling tot wat de meeste fabrikanten denken hoeven klinische studies geen handenvol geld te kosten. Dat is een misvatting. Producenten van voedingssupplementen zullen vanaf 2011 een financieel haalbaarheidsplan moeten opstellen voor ieder nieuw product dat ze willen lanceren. Daarin zal ook de prijs van een kleine, maar degelijk uitgevoerde klinische studie moeten ingecalculeerd worden. Wie vanaf 2011 ‘claims’ wenst te verzilveren, via de consument of de voedingsindustrie, zal de mogelijke toegevoegde gezondheidswaarde van zijn product op bijna identieke manier dienen te bewijzen als voor een nieuw geneesmiddel. De kans is dan ook reëel dat nogal wat bedrijven van de markt zullen verdwijnen, niet omdat ze te klein zijn, wel omdat ze niet de moeite willen doen om te investeren in degelijk gefundeerd onderzoek.” Het Faché Instituut is – via het eerder aangehaalde VIOW-label – altijd al gewonnen geweest voor dergelijke benadering van de orthomoleculaire voedingsaanvullingen en staat vandaag nog steeds klaar om bedrijven hier met raad en daad bij te staan.
Redactioneel Orthomoleculaire geneeskunde is zuiver ‘evidence based’ Deze visie is nu net het grote verschil tussen alternatieve therapieën en de evidence based orthomoleculaire wetenschap. Wetenschapsjournalisten maken doorgaans het onderscheid niet tussen het holistische, alternatieve circuit en de geïntegreerde orthomoleculaire geneeskunde. Het enige punt van gelijkenis bestaat uit de zoektocht van beiden naar andere methoden om ernstige ziektebeelden zoals kanker, cardiovasculaire aandoeningen en neurologische ziektebeelden anders en zonder neveneffecten te kunnen behandelen. Ook blijkt dat de waardevolle klassieke geneeskunde en de duizenden toxische, maar gemiddeld slechts in 42 procent van de gevallen werkende medicijnen, niet in staat zijn om degeneratieve ziekten te genezen. Het is duidelijk dat farmacologie geen antwoord heeft op een aantal problemen die wel tot een betere levenskwaliteit zouden leiden indien zij de orthomoleculaire aanpak nog beter zouden integreren. Dit is meteen de reden waarom steeds meer mensen kiezen voor de niet toxische, niet operatieve natuurlijke geneeskunde die volledig gebaseerd is op een gezonde levensstijl, optimale voeding (voor zover die vandaag nog mogelijk is) en de voedingsaanvullingen die noodzakelijk zijn om de tekorten aan vitaminen, mineralen en sporenelementen te neutraliseren.
Artsen krijgen geen orthomoleculaire kennis tijdens hun opleiding Het feit dat de klassieke geneeskunde nog te weinig of geen geloof hecht aan de orthomoleculaire aanpak is o.a. te wijten aan de opleiding van artsen. Toekomstige geneesheren krijgen geen orthomoleculaire vorming mee gedurende hun zeven jaar durende universitaire studies en worden volledig farmaceutisch gebrainwashed. Enkel de geneesheren, die de moeite doen om postuniversitaire bijscholingen te volgen aan het Faché Instituut en de orthomoleculaire medische wetenschap te bestuderen, zijn in staat hun patiënten op een meer kwaliteitsvolle wijze te behandelen, zonder dat er nevenwerkingen bij het genezingsproces ontstaan.
Dit soort artsen zijn nog steeds in de minderheid omdat de orthomoleculaire aanpak meer op preventie is gericht en dus financieel de belangen schaadt van de farmacologie.
‘Job protection’ primeert Het lijkt er sterk op dat zowel de farmaceutische industrie als de artsen aan ‘job protection’ doen. Niet het belang van de patiënt komt op de allereerste plaats, wel de financieel-economische zekerheid om zoveel mogelijk geld te verdienen. Eens aan die zekerheid is voldaan, komen de belangen van de patiënt wel aan de orde. Maar om die financiële zekerheid veilig te stellen zijn er dure en veelvuldige onderzoeken nodig. De orthomoleculaire aanpak doet net het tegenovergestelde. De therapie moet zo dicht mogelijk bij het dagelijkse leven zelf staan en bijgevolg gericht zijn op een orthomoleculair, medisch begeleide verandering van de levensstijl en voedingsgewoonten van de patiënt. Teneinde deze natuurlijke en op wetenschappelijke studies gebaseerde gezondheidsaanpak te ontmoedigen bij het grote publiek, worden voedingsaanvullingen voor de meeste mensen duur gehouden omdat ze niet worden terugbetaald door het ziekenfonds of de privéziekteverzekering. Voeg daarbij het sterke lobbywerk van de ‘job protectors’ om de orthomoleculaire geneeskunde en voedingsleer in het alternatieve circuit te catalogeren en het wordt begrijpelijk waarom deze op zuivere wetenschap gebaseerde medische kennis – totaal onterecht – als een randverschijnsel wordt bekeken.
Tot slot de belangrijkste principes van de moderne orthomoleculaire geneeskunde 1. Orthomolecules zijn essentieel voor een medische diagnose en behandeling. Kennis van het veilige en efficiënte gebruik van voeding, enzymen, hormonen, antigenen en antilichamen en andere natuurlijke moleculen is essentieel om een geïntegreerde medische behandeling aan een patiënt te geven. 2. Orthomoleculaire behandelingen hebben een onbestaand of zeer laag toxisch risico, dit in tegenstelling tot
farmacologische medicijnen. Daarom is farmacologie slechts de tweede optie en kan zij eventueel de orthomoleculaire therapie verder ondersteunen. De orthomoleculaire geneeskunde functioneert aldus als een eerstelijnsgeneeskunde. 3. De orthomoleculaire geneeskunde houdt rekening met de biochemische individualiteit van iedere patiënt en eist niet dat iedereen moet genezen met gestandaardiseerde medicijnen. Precies om die reden worden megadosissen van bepaalde nutriënten toegediend, indien uit een volbloedanalyse blijkt dat dit noodzakelijk is om de gezondheid van de patiënt te herstellen of te behouden. 4. De Belgische aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH) vitaminen en mineralen in de voeding gelden slechts voor kerngezonde en stressvrije mensen. Ongezond levende mensen hebben duidelijk hogere vitaminenconcentraties nodig, en dat zijn wij met zijn allen. 5. Orthomoleculaire geneeskunde houdt bij het stellen van een diagnose rekening met lucht-, water-, voedselpollutie, toxiciteit, sociaal-economische en psychische factoren. 6. Voor de orthomoleculaire geneeskunde is een optimale gezondheid een levenslange uitdaging. Naarmate mensen ouder worden hebben ze meer voedingsaanvullingen en hormonen nodig om van een degelijke levenskwaliteit te kunnen blijven genieten en geen financieel-economische meerkost te worden voor de maatschappij. 7. Ziektebeelden, die verbonden worden met voedingstekorten en hormonale disbalansen, kunnen door de orthomoleculaire geneeskunde meestal probleemloos opgelost worden. Dit wetenschappelijk feit ontkennen betekent medische onwetendheid of …! 8. Heel wat erfelijke gezondheidsrisico’s kunnen door de orthomoleculaire geneeskunde gedeeltelijk of volledig tot een positieve expressie worden gebracht en geneutraliseerd worden. 9. Orthomoleculaire wetenschappers steunen op klinische en effectiviteitsstudies die bij een nieuwe behandeling eerst en vooral veilig is en mogelijk efficiënt werkt. 10. In de orthomoleculaire geneeskunde worden de hormonenbalansen en de enzymactiviteiten als basisregulatoren de gouden standaardleidraad voor de hele stofwisseling en het welzijn van de mens. Uw hoofdredacteur, Walter O.M. Faché
ORTHOFYTO
5 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Hoofdartikel orthomoleculair
Dirk Bogaert
Pancreatitis bestrijden met orthomoleculaire voeding
P
ancreatitis is een ontsteking van de alvleesklier. De pancreas is een grote klier die achter de maag ligt en zeer dicht bij de duodenum of de twaalfvingerige darm. Die vormt het begin van de dunne darm en sluit via het maagportier aan op de maag. De pancreas produceert verteringsenzymen voor de dunne darm. Deze enzymen helpen bij de vertering van vetten, eiwitten en koolhydraten die uit het voedsel komen. De pancreas produceert ook de hormonen insuline en glucagon en zorgt ervoor dat die in de bloedsomloop terechtkomen. In normale omstandigheden worden deze verteringsenzymen niet actief vooraleer ze de dunne darm bereiken. Maar indien ze al geactiveerd worden binnenin de pancreas, verteren ze de alvleesklier zelf. Dat is een voorbeeld van een zeer ernstige aanval van acute pancreatitis die snel kan evolueren naar een chronische vorm van de ziekte.
Gelukkig komt het meestal nooit zover niet. Acute pancreatitis komt meestal plotseling op. De aanval duurt van enkele uren tot twee dagen. Chronisch pancreatitis is erger omdat het langzaam maar zeker de alvleesklier vernietigt. Beide vormen van pancreatitis kunnen echter ernstige en soms levensbedreigende complicaties veroorzaken. In ernstige gevallen is er sprake van interne bloedingen, weefselschade aan de pancreas en het ontstaan van diverse ontstekingshaarden in het lichaam. Verteringsenzymen en toxische stoffen kunnen in de bloedsomloop terechtkomen waardoor er schade kan ontstaan aan het hart, de longen, de nieren of andere organen. Dit laatste gebeurt in 20% van alle gevallen van acute pancreatitis. Vrouwen zijn meer het slachtoffer van dergelijke ontstekingsaanvallen. De oorzaken zijn meestal ofwel galstenen of een overconsumptie van alcohol.
Symptomen
Fig.1 Patiënten met chronische pancreatitis hebben bijna altijd hevige buikpijn, vooral linksmidden in de bovenbuik.
6
Een acute pancreatitis begint meestal met een scherpe pijn in de bovenbuik. Deze klachten kunnen verschillende dagen aanhouden. Soms verplaatsen de pijnklachten zich naar de rug of naar organen waar er door de pancreatitis ontstekingsreacties plaatsvinden die pijn veroorzaken. Meestal verergeren de pijnklachten als mensen gaan eten. Andere symptomen van een acute pancreatitis zijn een opgezwollen, zachte buik, misselijkheid, braken, koorts en een zeer snelle pols (rond de honderd slagen per minuut of meer). Een acute, zware aanval van
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
pancreatitis veroorzaakt uitdroging en een lage bloeddruk (waarden onder 90 over 60). Er kunnen ook zware en soms levenbedreigende complicaties optreden in de hartstreek, de longen of de nieren. Indien er een bloeding optreedt in de pancreas raakt de patiënt in shock en kan hij zelfs sterven.
Hoe wordt de diagnose van een acute pancreatitis vastgesteld? Behalve een gesprek met de patiënt over de historiek van zijn gezondheid, zal de arts ook een bloedstaal afnemen. Gedurende een acute pancreatitis bevat het bloed immers gemiddeld drie keer meer amylase en lipase dan in normale omstandigheden. Amylase en lipase zijn verteringsenzymen die gevormd worden in de pancreas. Uit het bloedonderzoek zal ook blijken dat er abnormale waarden gesignaleerd worden op het vlak van glucose, calcium, magnesium, zout en kalium. Na de acute aanval worden alle waarden terug normaal. De behandeling van acute pancreatitis hangt in zeer sterke mate af van de ernst van de aanval. Indien er zich geen nier- of longcomplicaties voordoen, geneest een acute pancreatitis meestal vanzelf. De behandeling wordt in dat geval beperkt tot het in stand houden van de vitale lichaamsfuncties om verwikkelingen te voorkomen. Patiënten worden meestal in een ziekenhuis opgenomen en krijgen voeding via een infuus. De patiënt is meestal na enkele dagen hersteld. Na een dergelijke aanval zal de arts de patiënt aanraden geen alcohol meer te drinken en liever vijf tot zes kleine maaltijden per dag te nuttigen dan drie grote. In meer ernstige gevallen zullen eerst de longen aangetast worden. De patiënt krijgt ademhalingsproblemen door een hypoxie.
Hoofdartikel orthomoleculair
Dirk Bogaert
Hypoxie of hypoxia is een conditie waarbij weefsels in het lichaam als geheel of in een bepaald deel van het lichaam niet voorzien worden van voldoende zuurstof. De enige remedie is zuurstoftoediening. In andere gevallen ontstaat er een nierblokkade. Nierdialyse is dan de enig levensreddende optie.
Chronische pancreatitis Bij chronische pancreatitis is er sprake van een blijvende en steeds verder voortschrijdende ontsteking van de alvleesklier. Als gevolg van een ontsteking in de alvleesklier ontstaat er littekenweefsel. Ook kan de afvoergang van de alvleesklier gaan verkalken. Dit heeft tot gevolg dat de afvoergang plaatselijk nauwer wordt. Het transport van alvleeskliersap naar de dunne darm wordt hierdoor gehinderd, waardoor de druk in de alvleesklier veel te groot wordt. Deze overdruk veroorzaakt verdere beschadiging van het weefsel van de alvleesklier. Er ontstaan op termijn steeds meer verkalkingen en littekenweefsel. De afvoergang van de alvleesklier is uiteindelijk onregelmatig vernauwd en verwijd. De alvleesklier heeft een reservecapaciteit van 70%. Dit betekent dat de ontsteking soms al enige tijd aan de gang kan zijn, voordat er duidelijke klachten optreden. Als eerste wordt de productie van alvleeskliersap aangetast, en pas daarna de hormoonproductie. Chronische pancreatitis gaat steeds verder en is niet te genezen. Omdat gezond alvleesklierweefsel verdwijnt gaat de alvleesklier steeds meer in functie achteruit. Na circa 10 tot 15 jaar is de hele alvleesklier verschrompeld. De alvleesklier produceert dan helemaal geen alvleeskliersap en hormonen meer.
Oorzaak van chronische pancreatitis Chronische pancreatitis wordt in 70% tot 80% van de gevallen veroorzaakt door langdurig alcoholmisbruik. De pancreatitis gaat in dat geval vaak samen met leverfunctiestoringen, leververvetting en leverontsteking. In de resterende 20% tot 30% van de gevallen, wordt de chronische pancreatitis veroorzaakt door: • Een onbekende factor (idiomatische pancreatitis) • Een stofwisselingsziekte, zoals onder andere hypercalciëmie en hyperli-
poproteïnemie • Erfelijke aanleg • Een acute pancreatitis • Langdurige belemmering van de afvoer van alvleeskliersap door bijvoorbeeld een tumor of sclerose (vernauwing door bindweefselvorming) van de Papil van Vater • Als gevolg van een trauma, zoals een ernstig verkeersongeluk waarbij de alvleesklier beschadigd raakt
Ziektesymptomen Patiënten met chronische pancreatitis hebben bijna altijd hevige buikpijn. De pijn kan continu aanwezig zijn, maar ook periodiek veel erger worden. De pijn zit vooral links midden in de bovenbuik en kan uitstralen naar de rug, linkerzij of linkerschouder. Karakteristiek hierbij is dat de patiënten de neiging hebben om voorovergebogen te gaan zitten, met de knieën opgetrokken voor de borst. Door deze houding staat er minder druk op de buik, waardoor de pijn iets afneemt. De patiënten hebben weinig eetlust, zijn misselijk en moeten braken. De klachten verergeren na een maaltijd. In de loop der jaren kan er vetdiarree optreden. Als gevolg hiervan kunnen er tekorten ontstaan aan belangrijke voedingsmiddelen. Mede hierdoor, maar ook door de angst voor de pijn die erger wordt tijdens eten, zullen de patiënten vaak ernstig vermageren. Omdat op termijn ook de hormoonproductie door de alvleesklier wordt aangetast ontstaat er suikerziekte. De hevige pijn wordt minder naarmate er meer alvleesklierweefsel verloren is gegaan en zal uiteindelijk na tien tot vijftien jaar helemaal verdwijnen. Als gevolg van de chronische ontsteking van de alvleesklier ontstaat er bij sommige patiënten een 'pseudocyste'. Dit is een holte gevuld met weefselresten en alvleeskliervocht. Pseudocysten kunnen de klachten van een chronische pancreatitis versterken. Door de druk die de pseudocyste uitoefent op de omliggende organen wordt de pijn heviger. Ook kan de pseudocyste de grote galweg dichtduwen, waardoor de galafvoer belemmerd wordt en er geelzucht ontstaat. In 50% van de gevallen verdwijnt de pseudocyste na verloop van tijd vanzelf.
Behandelingsmogelijkheden bij chronische pancreatitis Allereerst is de behandeling gericht op symptoombestrijding met medicijnen of kurkuma tegen de pijn of om eventuele
tekorten aan alvleesklierhormonen of enzymen aan te vullen. Bij een chronische pancreatitis wordt een energie- en eiwitrijke voeding geadviseerd en het eten van kleine porties verdeelt over de dag. Wanneer de alvleesklier niet meer voldoende enzymen kan uitscheiden worden deze aangevuld door enzympreparaten. Vaak is ook aanvulling van vitaminen en mineralen noodzakelijk. Een orthomoleculair arts kan, toegespitst op de persoonlijke situatie van de patiënt, adviezen geven met betrekking tot het dieet bij chronische pancreatitis. In zeer ernstige gevallen van chronische pancreatitis (als de ziekte reeds te ver gevorderd blijkt) is een endoscopische behandeling (ERCP) nodig. Daarbij wordt een endoscoop (flexibele 'kijkbuis' of 'slang'), via de mond, slokdarm en maag in de twaalfvingerige darm gebracht en de afvoerbuis van de alvleesklier en de gal opgezocht. Met een klein slangetje, via de endoscoop in de afvoerbuis gebracht, kan deze met een röntgencontrastmiddel zichtbaar worden gemaakt op een röntgenscherm. Dit onderzoek wordt een Endoscopische Retrograde Cholangio Pancreaticografie (ERCP) genoemd. Tijdens deze endoscopie kan door middel van een ‘papillotomie’ de afvoermogelijkheid worden verbeterd; de afvoerbuis wordt dan een stukje ingekort. Kleine steentjes in galof alvleesklierafvoerwegen kunnen via de endoscoop worden verwijderd.
Waarschuwing Een ERCP is een invasief onderzoek, een 'ingrijpend' onderzoek, waar complicaties als bloedingen, infecties en het weer heftiger worden van de pancreatitis bij voor kunnen komen. Vanwege deze risico’s wordt een ‘diagnostische’ ERCP steeds minder verricht. Wanneer de pijnklachten niet meer met medicijnen of orthomoleculaire producten zoals kurkuma te regelen zijn, kan een operatie worden voorgesteld.
De operatie Bij de operatie kan het verlittekende deel van de alvleesklier verwijderd worden. Ook kan met een operatie de afvoergang van de alvleesklier worden verbonden met een deel van de dunne darm, om een goede afvoer van de alvleeskliersappen mogelijk te maken.
ORTHOFYTO
7 ®
Jaargang 13 ~ nr.68 ~ 2008
Hoofdartikel orthomoleculair Waarschuwing: Complicaties na een operatie aan de alvleesklier Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo zijn ook bij operaties aan de alvleesklier risico's op complicaties aanwezig, zoals bloedingen, wondinfecties, trombose of longontsteking. Omdat operaties aan de alvleesklier altijd grote ingrepen zijn, bestaat er ook een verhoogde kans op complicaties. Ook kan het restant van de alvleesklier 'lekken' en infecties in de buik veroorzaken of via een fistel (pijpzweer) door de buikwand naar buiten aflopen. Soms zijn meerdere operaties nodig om deze complicaties te behandelen. De operatie kan in een aantal gevallen, in combinatie met de ziekte, leiden tot onvoldoende functie van de alvleesklierrest. Om herhaling van de ziekte te voorkomen zal de oorzaak moeten worden aangepakt. Wanneer alcohol de oorzaak van de pancreatitis is geweest, moet het gebruik definitief gestaakt worden.
van schade aan de pancreas. Bij mensen werd hiermee nog geen onderzoek gefinancierd. Bij de kruiden zijn de volgende soorten zeer goed bij de behandeling en de preventie van pancreasproblemen:
Glycyrrhiza glabra (zoethout) •
•
•
Advies Het Faché Instituut adviseert daarom van bij de eerste klachten een orthomoleculaire arts te raadplegen en nauwgezet de voedingsadviezen en aanvullingen op te volgen. In 95% van de gevallen voorkomen mensen dan de ernstige vormen van pancreatitis die tot een ziekenhuisopname en mogelijke verwikkelingen kunnen leiden.
Belangrijke orthomoleculaire tips bij pancreatitis Een aantal studies hebben aangetoond dat oxidatieve stress leidt tot pancreatitis. Oxidatieve stress is het gevolg van een teveel aan vrije radicalen in het lichaam. Die worden gevormd door nevenproducten van de stofwisseling en ze zijn schadelijk voor alle lichaamcellen, en meer in het bijzonder voor de cellen van de pancreas. Pancreatitis is dikwijls het gevolg van een veel te lage antioxidantenstatus in het menselijk organisme. Dit heeft te maken met alcoholgebruik die alle vitaminen en mineralen vernietigt, of met totaal verkeerde eetgewoonten. Mensen met pancreatitis hebben dikwijls tekorten aan vitamine A, vitamine E, selenium en carotenoïden. Verder is er ook behoefte aan magnesium, methionine, vitamine C, vitamine Bcomplex en fosfatidylserine. Deze laatste stof voorkomt in dierstudies iedere vorm
8
Dirk Bogaert
•
Anti-inflammatoir (ontstekingswerend), analgetisch ( pijnstillend), demulcerend (verzachtend) en helend op de maag- en darmslijmvlies (door glycyrrhizine dat een natuurlijke corticoïde-achtige werking ontplooit; in synergie met andere componenten die de lysosymen (afbrekende enzymen) afremmen en met de spasmolytische liquiritigenine-verbindingen) Spasmolitisch (ontkrampend) (door het liquiritigenine-aglycon van liquiritine- en isoliquiritigenine); stomachium (versterkt de maag, verbetert de kwaliteit van de maagsecreties), digestief (spijsverteringsbevorderend) (door de bitterstoffen) Immuunstimulerend, antiviraal (door stimulering van interferon, door remming van fofolipase A2 en prostaglandine E2) Choleretisch (galvormend) (door glycyrrhizine), antihepatotoxisch (beschermt de lever tegen gifstoffen) (door het verhogen van gluthathion en vitamine C, door het afremmen van transaminasen), antioxidant (voorkomt de vorming van lipidenperoxiden in de lever) cholestorolverlagend
de mineralenbalans in het bloed leiden. Omwille van het voorgaande, maar ook omwille van de fyto-oestrogene werking wordt het gebruik van zoethout tijdens de zwangerschap afgeraden.
Zingiber officinale (gember) Ook gember beschikt over pijnstillende en ontstekingsremmende eigenschappen. Aangezien iedere casus van pancreatitis anders is, worden geen doseringen gegeven. Een orthomoleculaire arts of therapeut zal op basis van een volbloedanalyse bepalen welke voedingsaanvullingen en kruiden noodzakelijk zijn en de juiste doseringen per patiënt bepalen.
Spijsverteringsenzymen Bij aanvang van de symptomen kan men een tiental enzymtabletten van goede kwaliteit innemen met de voeding, gevolgd door 3 maal daags 5 tabletten bij de maaltijd. Vitamine U en zwaveladenosine-methionine of SAM verbeteren eveneens de werking van lever, gal en pancreas. Om de enzymwerking te ondersteunen dient vit B6 bij elke maaltijd worden bijgenomen. Het is bovendien aanbevolen alle koolsoorten, koolsap, rauwkost en goede plantaardige oliën zoals sesam-, walnoten- en olijfolie dagelijks extra te consumeren. Bij veel kolengebruik moet telkens wat zeewieren bij gegeten worden om een jodiumdeficiëntie te voorkomen.
Opgelet!
Referenties:
Zoek steeds deskundige begeleiding voor de behandeling van pancreatitis door middel van zoethout. Preventief kan zoethout altijd worden gebruikt.
1. 2. 3. 4. 5.
Zoethout: waarschuwingen en contra-indicaties
6.
In de eerste plaats wordt vooral gewaarschuwd voor de bloeddrukverhogende werking van zoethout, die vaak vooral beschreven wordt bij overdreven gebruik van drop, maar die ook kan voorkomen bij het langdurig gebruik van zoethoutthee. De cortisone-achtige werking van zoethout kan eventueel ook leiden tot een ‘cushing-achtig’ beeld, met het typische vollemaansgezicht van een langdurige cortisonetherapie, en vocht- en vetophoping. De aanwezig kaliumzouten en de diuretische werking kunnen tot problemen in
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Bartel M, Hänsch G et al. J Pat hol. 2008 Jun;215(2):195-203. Igaz P, Tulassay Z. Orv Hetil. 2008;149(19):873-6. Masson E, Le Maréchal C et al. Hum Genet. 2008 Chung LW, Yeh SP, et al.,Ann Hematol. 2008 May;87(5):421-3 Wang X, Li W, et al;, {omega}-3 Fatty Acids-Supplemented Parenteral Nutrition Decreases Hyperinflammatory Response and Attenuates Systemic Disease Sequelae in Severe Acute Pancreatitis. JPEN. 2008 May-Jun;32(3):236-41 Andersen AM, Novovic S et al. Mortality in alcohol and biliary acute pancreatitis.Pancreas. 2008; 36(4):432-4 Xin MJ, Chen H, et al., Severe acute pancreatitis in the elderly. World J Gastroenterol. 2008; 14(16):2517-21. Petrov MS. ERCP versus conservative treatment in acute pancreatitis. Dig Liver Dis. 2008 Kiziler AR, Aydemir B et al. Biol Trace Elem Res. 2008 Maruyama K, Harada S et al. Association analysis among polymorphisms of the various genes and chronic alcoholic pancreatitis. J Gastroenterol Hepatol. 2008; Suppl 1:S69-72 Goel A, Kunnumakkara AB et al., Curcumin as “Curecumin”: from kitchen to clinic.Biochem Pharmacol. 2008; 75(4):787809 Masson E, Le Maréchal C et al. Hereditary pancreatitis caused by a double gain-of-function trypsinogen mutation. Hum Genet. 2008 García Aguilera X, Teruel Sánchez-Vegazo C et al., Orlistatinduced acute pancreatitis. Med Clin (Barc). 2008 Apr 19;130(14):557 Kiziler AR, Aydemir B et al., Relationships among Iron, Protein Oxidation and Lipid Peroxidation Levels in Rats with Alcohol-induced Acute Pancreatitis. Biol Trace Elem Res. 2008
Biochemie
Walter O.M. Faché
Metallothioneïne een zinkrover
E
en tijdelijk zinktekort tijdens de zwangerschap induceert een wijziging in de genexpressie voor de aanmaak van bepaalde eiwitten in het bijzonder metallothioneïne of afgekort MT. Tijdens het foetale stadium zou door een tekort aan zink cellen aangespoord worden meer metallothioneïne eiwit aan te maken Dit eiwit wordt gesynthetiseerd volgens een gewijzigde geninstructie als gevolg van een zinkdeficiëntie bij de moeder tijdens de zwangerschap. Het lichaamseiwit metallothioneïne is heel nauw betrokken bij het zinkmetabolisme van cellen. Dit MT bindt onder meer zeer sterk zink en kan het later voor gebruik weer afgeven waar het nodig is in het lichaam.
De lever hamstert zink Levercellen van baby’s die bij hun moeder onder zinkarme omstandigheden ontwikkelden, hebben leren zink hamsteren. De lever onttrekt aan het bloed meer zink zodat andere organen zoals de pancreas minder zink kunnen vasthouden. De betacellen van de pancreas van kinderen van zinkarme moeders hebben een groter risico structureel zink tekort te hebben in hun weefsels, indien zij niet meer zink uit hun voeding aangeboden krijgen. Zinktekort in de voeding en stress verhogen bovendien het cortisol- en prolactineniveau zodanig dat de lever alle zink uit de weefsels rooft. De lever heeft bij deze situatie enorm veel zink nodig en om aan de hoge vraag te
kunnen blijven voldoen, moet er niet alleen uit de darm meer zink in het bloed worden opgenomen, maar zal via het prolactine en het prostaglandine PGE2 mechanisme zink extra worden vrijgemaakt uit weefsels en botten. Bovendien wordt door de stress al meer zink (20 à 25%) uitgescheiden via de nieren, zodat er een ernstig zinktekort ontstaat.
Fig. 1: Het is heel belangrijk tijdens de zwangerschap voldoende zink in te nemen om later pancreas problemen te voorkomen.
In deze hebzuchtige levercellen wordt een genetisch mechanisme aangewakkerd om meer metallothioneïne aan te maken omdat dit eiwit juist krachtig zink kan binden om zijn levensnoodzakelijke opdrachten uit te voeren van honderden zinkafhankelijke enzymen. Levercellen die onder foetus zinkarme condities stonden, maken meer en sneller metallothioneïne aan bij eenzelfde zinkaanbod. Zij verwerven gedurende de zwanger-
ORTHOFYTO
9 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Biochemie
Walter O.M. Faché
schap een blijvende adaptatie omdat zij tijdens de zwangerschapsperiode de lage beschikbare zink van de moeder sneller leerden opnemen door meer metallothioneïne te synthetiseren. Levercellen bezitten een adaptatievermogen om metallothioneïne aan te maken volgens het zinkaanbod van den dag! Zie fig 1. Waarschijnlijk is dit mechanisme universeler dan men vermoedt en geldt dit evenzeer voor andere mineralen of zelfs nutriënten.
van de boorling. Een meegekregen zinkdeficiëntie tijdens het embryonaal of foetaal stadium is bij de baby of jong kindje niet onmiddellijk op te lossen omdat een embryonaal zinktekort nog lang nawerkt en een langere invloed uitoefent op het ontstaan van bepaalde lichaamseiwitten, met name een verhoogde synthese van metallothioneïne. Een gewijzigde genexpressie als gevolg van het zinktekort bij de moeder is verantwoordelijk voor deze nawerking! Het is gemakkelijk te begrijpen dat door
Vooral een zinktekort tijdens zwangerschap kan bij kinderen een versterkend effect uitoefenen om het zinkmetabolisme en de zinkhuishouding blijvend te verstoren. Zinktekort ontregelt de insulinesecretie, opslag en haar hormonale werking, wat kan leiden tot vetzucht en later diabetes. Dierproeven tonen significant aan dat zinkarme moeders jongen krijgen met lage zinkconcentraties en andere spoorelementen in hun pancreas en andere weefsels. Dit wijst op een verstoorde zinkdistributie in de weefsels en een functionele zinkdeficiëntie. Bij een voedingszinktekort en/of door foetale zinkdeficiëntie is men minder stressbestendig. De lever zuigt als een magneet eerder zink aan bij elke stress-situatie. Een verhoogde behoefte aan zink als gevolg van stress dreigt bij een zinkarme voeding te leiden tot een zinktekort in de pancreas. Marginale zink en andere spoorelementen resulteren in een spoorelementendeficiëntie, die zich het eerst manifesteert in de pancreas. Dit orgaan staat juist in voor de grootste productie van verteringsenzymen om de absorptie van spoorelementen en zink optimaal mogelijk te maken en tevens voor de productie van de hormonen insuline en glucagon voor de glucoseregeling in het bloed en de cellen. Kinderen en volwassenen met een zinkarme start in de zwangerschapsfase zullen eerder door stress in een zinkarme fase komen dan deze die tijdens de zwangerschap en borstvoeding voldoende zink kregen. Wetenschappelijk is reeds aangetoond dat de voeding van de moeder een sterke invloed uitoefent op het immuunsysteem van haar kind. Immers meer dan 200 functies zijn afhankelijk van zink als cofactor voor de respectievelijke enzymen, waarvan een aantal instaan voor de immuniteit. Voldoende zink in de voeding tijdens zwangerschap en zoogperiode is aldus noodzakelijk voor een optimaal functionerend immuunsysteem
10
Immuunsysteem Macrofagen
Zink nodig activatie door vreemde stoffen (bact., virus, allergenen)
hebben, waaronder de alvleesklier en het immuunstelsel. Een krappe zinkaanbod uit de voeding zal bij deze jongere kinderen bovendien de lever ondersteunen haar rooftocht naar zink verder te zetten ten koste van de grote zinkbehoefte voor de immuniteit en de alvleesklier. Het is zeer goed gekend dat jonge baby’s en kinderen een verlaagde immunitiet hebben en reeds vroeg aan overgewicht en obesiteit lijden. Vooral kinderen met een erfelijk minder robuust functionerend immuunsysteem zullen sneller schade
IL1-IL6 Zn/Va
Lever aanmaak MT
Zn/Va KH
wit suiker geen mineralen veel Ca
Pancreas
�
activiteit MT �-cellen insuline Zn Va
� trekt Zn aan � remt insuline-
beschermt �-cellen
afscheiding
glucose Zn
Va
+ +
endogeen insuline BLOEDBAAN
INTESTINAAL KANAAL DE DARM
+
rechtstreeks
Cr
hersenen Glycogeen spiercellen vetten
hersencellen
vetcellen
Fig. 2: Het eiwit metallothioneïne (MT) in de lever van de mens en dier hamstert zink. Het immuunsysteem en de pancreas hebben daardoor dikwijls zinktekort. Zinktekort leidt tot een wijziging van de metallothioneïne concentratie
het zinktekort en de langere nawerking de lever een roofzuchtig orgaan is geworden om zink te hamsteren omdat er meer metallothioneïne extra wordt aangemaakt om de zink uit alle weefsels te halen om te kunnen voldoen aan de hoge levereisen. De zinkverdeling in de verschillende compartimenten in het lichaam loopt fout doordat de hebzuchtige levercellen tijdelijk of zelfs blijvend te weinig zink overlaat aan de andere functies in het lichaam die zink nodig
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
ondervinden van zinktekorten. En toch hoeft dit geen probleem te zijn, indien de fractie vrij beschikbaar zink in het lichaam maar groot genoeg blijft. Is de hoeveelheid zink echter te klein in het lichaam, dan wordt aan dit krappe zinkpotentieel nog meer zink onttrokken door de levercellen (met hun hoge metallothioneïneconcentratie) dan normaal en verkrijgen de andere organen zoals pancreas en thymus een ernstig tekort aan zink.
Biochemie
Walter O.M. Faché
signaalstof IL-1
Zn nodig voor aanmaak IL-1
tekort leiden tot stijging van de antigeendrempel, stijging allergieën voor voedsel en intoleranties, kleiner aantal parate T-lymfocyten aanmaak, geringer IL-2 productie. Het immuunsysteem wordt overbelast, ontregeld en overgeactiveerd wat kan leiden tot (auto-) immuunziekten (diabetes, aids,….) en voedselallergie.
Signaalstof van het immuunsysteem aangemaakt door de fagocyten en macrofagen
dit immuunsysteem maakt veel minder IL-1 aan extra Zn toevoeging activeert
Besluit:
induceert aanmaak van
metallothioneïne (MT) in levercellen
•Insuline, Zn, Va en IL-1 hebben een anti-diabetisch effect. •IL-1, Zn en Va hebben een krachtig langwerkend bloedsuiker verlagend effect. •IL-1 en zink moduleren het immuunsysteem.
HLA-DR3 immuunsysteem
zink wordt aangetrokken uit de voeding
Werkingsgebieden van zink
DOEL
MT-Zn
-
1. MT-Zn moet �-cellen in pancreas beschermen tegen vrije radicalen en andere schade. 2. Zn is nodig voor de insuline regulatie
-
3. Zn substitueert insuline en spaart aldus insuline
Fig. 3: Bij een bepaald type immuunsysteem HLA-DR3, Human Leukocyt Antigeen, wordt meer insuline afgegeven door de pancreas voor dezelfde voedingsprikkel door tekort aan zink. Deze immuunsystemen verhogen de kans om diabetes of andere auto-immuunziekten te krijgen.
De levercellen van een kind bij een zinkarme moeder opgegroeid hebben geleerd meer metallothioneïne aan te maken bij stress. Zink wordt langer gebonden aan dit eiwit zodat dit kind eerder en meer lijdt aan de gevolgen van eenzelfde tekort aan zink. Dit is een prachtig voorbeeld hoe de biochemische individualiteit een belangrijke rol speelt in de gezondheidstoestand van elk individu! Dit verklaart ook dat kinderen zo vroegtijdig onderhevig kunnen zijn aan infecties en allergenen. Meer en meer hebben jonge kinderen recidiverende virale infecties en allerlei allergieën. Een te groot zinktekort tijdens de zwangerschap en de kindertijd opgebouwd verhoogt levenslang een grotere zinkbehoefte dan de aanbevolen zinkhoeveelheid die orthomoleculair sowieso al deficiënt is. Zinktekorten leiden sneller en vaker tot de degeneratieziekten van onze tijd, allergieën, weerstandstekorten, auto-immuunziekte, diabetes en kanker. Een zelfde hoeveelheid stress zal onder meer zinkarme omstandigheden meer schadelijke gevolgen hebben
dan deze zonder zinktekorten met dezelfde stress. Stressgevoeligheid hangt aldus af van de zinkstatus van het individu!
Immuunsysteem ontregelt door zinktekort (zie fig 2). Het immuunsysteem maakt via de fagocyten en macrofagen het interleukine-1 aan. Interleukine-1 (IL-1) is een door allerlei soorten cellen geproduceerd polypeptidehormoon met een veelheid aan krachtige biologische effecten. IL-1 deficiëntie speelt samen met zink en vanadium deficiënties een rol bij het ontstaan van diabetes mellitus. IL-1 blijkt net als Zn en Va, de functie van insuline bij het glucosetransport te kunnen overnemen en heeft een sterk langwerkend bloedsuiker verlagend effect. Insuline, Interleukine-1 en zink hebben aldus een antidiabtes effect en een immuunfunctie. Een erfelijk verzwakt immuunsysteem het Human Leucocyten Antigen immuunsysteem of HLA-DR3, maakt minder IL-1 aan dan het normaal immuunsysteem HLA-DR1. (zie fig 3) Tekort IL-1 (erfelijk bepaalt!) en Zn
-
is betrokken bij alle aspecten van insuline: synthese, secretie, activiteit van insuline. Zink oefent een insuline-achtige werking uit. oefent een betere glycemische controle uit. Zinktekort is geassocieerd met anorexia nervosa en boulemia nervosa (tekort stimuleert de behoefte aan suikerrijke voeding). doet de ernst van de perifere neuropathie afnemen. beschermt de β-cellen van de pancreas. matigt sterk de enorme behoefte aan zoetigheid bij optredende hypoglycemie. zink is nodig voor de werking van thymus en voorkomt allergieën en auto-immuunziekten. Zinkmonomethionine is de beste vorm. Dosis: 1 à 2 maal 150 mg/d
Controleer de Zn/Cu verhouding in het serum. De Zn/Cu verhouding moet dalen om insuline secretie te bevorderen. Zn remt (moduleert!) de insuline afgifte en Cu stimuleert insuline afgifte. Na een maaltijd daalt het zinkniveau en stijgt het koperniveau, zodat de Zn/Cu verhouding sterk daalt en het insulineniveau stijgt. Overmaat koper in onze voeding stimuleert groei door verhoogde insulinesecretie waardoor eetlust, groei en vetaanzet vergroten! (Cfr. mestvarkens!) Bij kopertekorten lijden ratten aan glucose-intolerantie en hyperlipemie (te veel lipiden in het bloed). Ze lijken aldus te lijden aan insuline tekorten. Met fructose erbij verergert deze glucose-intolerantie! Zink en koper reguleren samen de insuline secretie van de β-cellen van de pancreas. Diabetici excreteren te veel zink via urine wat leidt tot hyperzinkurie.
ORTHOFYTO
11 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Biochemie
Walter OM Faché
immuunsysteem HLA-DR1
HLA-DR3/DR5 �
�normaal functionerend �meer IL-1 aanmaak
bloedsuiker verlagend effect energie stijgt
�maakt minder IL-1 aan door de macrofagen en fagocyten • Invloed op de glucose homeostase! • Zn vergroot het effect van IL-1 op de cellen
port T-cellen aan en voorziet ze ook van energie
�geringe
�verhoogt
�bloedsuikerverlagend effect wordt onvoldoende �spaart te weinig insulineproductie
adrenaline productie in de bijnieren
overproductie insuline doet het suiker uit de lever weer in het bloed komen
uitputting pancreas: �-cellen beroofd van hun Zn en MT
bijnier uitputting hyperglycemie
meer kwetsbaarder voor beschadiging omdat bescherming ontbreekt
Adviezen
tere extra zinktoevoer dan de nor-
male aanbevolen dagelijkse dosis. Fig 3. IL-1 en zink moduleren samen het immuunsysteem.
1. Mensen met een zinkarme achtergrond zullen tijdens hun hele leven meer zink en spoorelementen nodig hebben om eenzelfde hoeveelheid stress aan te kunnen als mensen met een zinkrijker zwangerschapsverleden. 2. Bij een zinkarm zwangerschapsverleden of een verworven zinkdeficiëntie moeten deze patiënten zeker aangeraden worden om ongeraffineerde voeding rijk aan spoorelementen en vitamines te consumeren. De voedingsdriehoek Faché permanent toepassen in de keuken is een basis om de oprukkende diabetesgolf te doen stoppen. 3. Een zinkarme toestand van jongs af aan noodzaakt later een veel gro-
12
Zn noodzakelijk
4. Bij verhoogde stress zal de grotere hoeveelheid metallothioneïne in de lever, die deze cellen tijdens hun embryonale ontwikkeling hebben leren aanmaken, teveel en te lang zink vasthouden. Daardoor zal bij vele gestresste kinderen en later ook deze volwassenen extra zink meer dan welkom zijn. 5. Zorg dat je altijd meer dan normaal zink vrij beschikbaar in het lichaam hebt, zodat na het hamsteren van de lever nog voldoende zink overblijft. Neem daarom minstens 30 mg elementair zink elke dag! De arts of therapeut zal individueel deze dosis aanpassen. 6. De beste zinkvorm is zinkmonomethionine omdat deze aminozuur-
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
activatie T-cellen
�geringe productie van IL-2
antigeendrempels overbelasting IS overactiviteit IS ontregeling IS
allergieën intoleranties diabetes auto-immuunziekte kanker, aids,…
gecheleerde vorm niet complexeert met het fytinezuur in ongeraffineerde granen en sojaproducten.
Referenties 1. Sprietsma J.E., Zink, auto-immuunziekten, voedselallergieën en kanker. Ankh-Hermes, Deventer 1988. 2. Sprietsma J.E., Zink en falende zelftolerantie: autoimmuunziekten. Arts en alternatief p40, 1991. 3. Del Rey A., Proc. Natl. Acad. Sci. USA 86, p5943, 1998 4. Schroeder J. et al., Proc. Natl. Acad. Sci. USA 87, p3137,1990 5. Faché W.O.M. Diabetes orthomoleculair behandelen. Publi Media Faché Instituu, Laarne .2008. 6. Faché W.O.M. Het syndroom X. Publi Media Faché Instituu, Laarne .2008 7. Faché W.O.M. Orthomoleculaire Geneeskunde Module 3 Deel 3. Publi Media Faché Instituu, Laarne .2008
Orthomoleculair
Kiauw De Munck
Ubiquinol, direct beschikbaar co-enzym Q10
D
e gezondheidsbevorderende effecten van het co-enzym Q10 (CoQ10) behoeven nog nauwelijks toelichting. CoQ10 is een essentieel component van het energie producerend systeem van het lichaam en wordt in elke cel en orgaan gevonden. Onderzoeken laten zien dat CoQ10 positieve effecten heeft op de gezondheid van het hart en andere organen. CoQ10 is als cofactor nodig om cellulaire energie te produceren.
Co-enzym Q10 komt in vrijwel alle celmembranen voor en tevens in lipoproteïnen in het bloed. In de mitochondriën heeft co-enzym Q10 als elektron- en protoncarrier een essentiële functie voor de vorming van cellulaire energie (ATP). Tegelijkertijd zorgt het daarbij - als antioxidant - voor het wegvangen van zuurstofradicalen die vrijkomen bij de vorming van ATP.
Isopreen-eenheden terpenoïdstructuur
+H+ +2e-
Co-enzym Q10 wordt in het lichaam in bijna alle weefsels gesynthetiseerd. Organen die de meeste energie verbruiken hebben de hoogste concentraties van co-enzym Q10 (hart, longen en lever). Geschat wordt dat via de voeding minder dan 10 mg co-enzym Q10 per dag (gemiddeld 3-5 mg/dag) wordt ingenomen. Dit draagt voor ongeveer 25% bij aan de plasmaconcentratie. Rijke bronnen zijn vlees, gevogelte en vis. Bij het ouder worden gaat het gehalte van co-enzym Q10 in bepaalde weefsels achteruit en bij verschillende ziektebeelden worden er verlaagde spiegels gevonden, zoals bij congestief hartfalen, diabetes, kanker en migraine. Therapeutische effecten zijn gerapporteerd bij hoge bloeddruk, cardiomyopathie, hartfalen, vasculaire complicaties van diabetes, migraine en Parkinson. Het merendeel van het klinische onderzoek bij deze ziektebeelden is uitgevoerd met kleine aantallen patiënten. Bij aangeboren co-enzym Q10-deficiëntieziekten, waaronder ataxie van Friedreich en ziekte van Huntington heeft suppletie met coenzym Q10 zijn nut al bewezen. CoQ10 is een vetoplosbare voedingsstof. De biobeschikbaarheid hiervan speelt een belangrijke rol. Onderzoek laat zien dat de opname van de gangbare vorm van CoQ10 – ubiquinone – niet altijd optimaal verloopt. Co-enzym Q10 kan in drie oxidatieve vormen voorkomen:
/NADH
-2e-
Ubiquinon Geoxideerde vorm Chinonstructuur Oxidans CoQ10
Opgelet!
• Deze omzetting verlaagt met de ouderdom. • Oxidatieve stress verstoort de reducerende werking en de omzetting in ubiquinol • De totaal coënzymspiegels dalen met het ouder worden.
+H++ +2e/NADH
Ubiquinol Gereduceerde vorm Reductans CoQH2
Bron: Faché W. O.M. Orthomoleculaire Medische Biochemie. Publi Media - Laarne 2007
Fig. 1: Ubiquinol is een krachtig antioxidant in gereduceerde vorm.
1) de volledig geoxideerde ubiquinon vorm (CoQ10) 2) de deels gereduceerde tussenvorm, het semiquinon-radicaal (CoQ10H∙) 3) de volledig gereduceerde ubiquinol vorm (CoQ10H2) De prominente vorm van CoQ10 in het bloed en de lever (meer dan 80%) is ubiquinol. De elektronen die ubiquinol afgeeft neutraliseren vrije radicalen. Hierdoor beschermt deze vorm van CoQ10 tegen schadelijke oxidatieve reacties in het lichaam.
Ubiquinol Ubiquinol is de gereduceerde vorm van co-enzym Q10 en heeft een aantal
voordelen boven de gangbare vorm ubiquinone. Met ubiquinol kunnen meer dan twee maal hogere plasmaspiegels bereikt worden en een langere verblijfsduur in het lichaam. Het tweede belangrijke voordeel is dat ubiquinol direct beschikbaar is als antioxidant en als co-enzym bij de energieproductie in de mitochondriën. Dit in tegenstelling tot ubiquinone, dat eerst enzymatisch gereduceerd moet worden tot ubiquinol voor het uitoefenen van deze functies. Het vermogen om ubiquinone om te zetten in ubiquinol gaat achteruit met de leeftijd en wordt verstoord door chronische oxidatieve stress. Co-enzym Q10 komt voor in alle lichaamsweefsels en bestaat uit verschillende overgangsvormen van energie-
ORTHOFYTO
13 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Orthomoleculair
Kiauw De Munck
toestand (redox-stadia), die allen een werking hebben als cofactor voor metabole functies waarbij de ene vorm wordt omgezet in de andere. Weefsel
Totaal coenzym Q10 (µg/g weefsel)
CoQH2 (%)
hart
114,0
61
nieren
66,5
75
lever
54,9
95
spieren
39,7
65
pancreas
32,7
100
schildklier
24.7
70
milt
24.6
85
hersenen
13,4
23
dunne darm
11.5
93
dikke darm
10,7
87
testes
10.5
85
longen
7.9
25
ubiquinol voor zijn werking. Ubiquinol is in tegenstelling tot CoQ10 direct werkzaam voor de energieproductie en als antioxidant. Bovendien is bij proefdieren aangetoond dat de biologische beschikbaarheid van ubiquinol meer dat twee maal hoger is dan van ubiquinone1. In voedingssupplementen wordt doorgaans gebruik gemaakt van CoQ10, omdat CoQH2 zeer instabiel is. Een gestabiliseerde vorm van CoQH2 is nu verkrijgbaar als voedingssupplement.
�������
��� ��
����� ��
��
Fig. 2: Eenvoudig schema. Verbranding van glucose in de cel is niet meer dan een stroom elektronen die van hoge potentiaal “vallen” naar een lage potentiaal (vergelijk met elektrische stroom uit een batterij). Glucose vormt de bron van elektronen (terwijl het omgezet wordt naar koolstofdioxide), terwijl zuurstof deze elektronen gaat opvangen (waarbij het omgezet wordt naar water).
oxidatieve stress – geeft een verlaging van de ubiquinolspiegels. De bepaling van de plasmaconcentraties van ubiquinol ten opzichte van de spiegels van ubiquinone (ubiquinol/ubiquinone-ratio) is een gevoelige indicator voor de mate van oxidatieve stress in het lichaam. Oxidatieve stress komt voor bij ouderdomsziekten en verschillende degeneratieve aandoeningen. Bij hart- en vaatziekten, diabetes, migraine en de ziekte van Parkinson zijn verlaagde spiegels aangetoond van totaal co-enzym Q10 en van de ratio ubiquinol/totaal co-enzym Q10. Suppletie met ubiquinol kan de weefselspiegels herstellen en de ubiquinol/ CoQ10-ratio verschuiven naar een meer normale verhouding, waardoor de antioxidatieve capaciteit van het lichaam verbetert.
Cardiovasculaire aandoeningen Co-enzym Q10-deficiëntie is waargenomen bij patiënten met congestief hartfalen, angina pectoris, coronaire vaatziekten, cardiomyopathie, hypertensie en hartklep prolaps. Beperkte klinische gegevens duiden erop dat coQ10 mogelijk van nut kan zijn bij de behandeling van cardiovasculaire aandoeningen als
��� ����!������"���!��������� � ���������� �� �� ���������������!��� ����� ���� ������ Tabel 1. Weefselgehaltes van coënzym Q10
����
�������
Ubiquinol (coQh2) Bij gezonde personen komt het coenzym Q10 in bloedplasma, darmen en lever voor meer dan 80% voor in de gereduceerde vorm (ubiquinol, CoQ10H2)(zie tabel 1). Ubiquinol, in het kort CoQH2, is een van belangrijkste antioxidanten die celmembranen en mitochondriën beschermen tegen oxidatieve schade door vrije radicalen. Naast de bescherming van mitochondriën is CoQH2 essentieel voor de energieproducerende functie van mitochondriën. Als elektroncarrier in de ademhalingsketen is het onmisbaar voor de productie van cellulaire energie (ATP) in de mitochondriën.
�������� �����
��
���
������� �� ��
��
����
���
���
Fig. 3: Rol van co-enzym Q10 in de aanmaak van energie. De stroom elektronen wordt hier niet via een metaaldraadje geleid, wel via een serie organische moleculen. Glucose wordt omgezet naar CO2 via de glycolyse en de Krebscyclus. Hierbij komen elektronen vrij die gestockeerd worden in NADH. Deze elektronen worden verder doorgegeven aan ubiquinone (Q) dat in een volgende stap gereduceerd wordt naar ubiquinol (QH2). Vervolgens zijn nog een aantal elektronenuitwisselingen nodig ([...]) vooraleer de elektronen opgenomen worden door zuurstof ter vorming van water. Uit deze elektronentransfers haalt de cel energie in de vorm van ATP.
Ubiquinone (coQ10)
Verhouding ubiquinol/ ubiquinone als indicator voor gezondheid
De geoxideerde vorm van co-enzym Q10 (ubiquinone) is een electronenacceptor en heeft andere functies dan ubiquinol, dat als een electronen-donor en antioxidant fungeert. Wanneer ubiquinone (CoQ10) als voedingssupplement wordt ingenomen, dient het eerst in het lichaam omgezet te worden in
Bij aandoeningen met voortdurende of met hoge oxidatieve stress in lichaamscellen raakt het vermogen om ubiquinone in ubiquinol te reduceren verstoord. Dit veroorzaakt een aanzienlijke daling van de weefselspiegels van ubiquinol. Ook de verstoorde biosynthese van ubiquinone in weefsels – als gevolg van
14
��
�
��
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
aanvulling op de conventionele therapie. Co-enzym Q10 heeft een beschermende werking op het hartspierweefsel en heeft een gunstige werking op de endotheelfunctie van bloedvaten.
Hypertensie Een recente meta-analyse van 12 klinische studies (in totaal 362 patiënten) laat zien dat suppletie met coQ10 een verhoogde bloeddruk aanzienlijk kan
Orthomoleculair
Kiauw De Munck
verlagen. De systolische bloeddruk werd verlaagd met 11 tot 17 mm Hg en de diastolische bloeddruk met 8 tot 10 mm Hg.
controle met coQ10 (12 weken 200 mg/d)[10]. Het effect op de glycaemische controle is echter niet eenduidig.
Endotheelfunctie
Angina pectoris
Endotheel-afhankelijke relaxatie van de bloedvaten is verstoord bij verhoogd cholesterol, bij coronaire vaataandoeningen en bij diabetes, wat tot verhoogde bloeddruk, atherosclerose, linker ventrikel hypertrofie en -dysfunctie en hartinfarct leidt. De endotheel-afhankelijke relaxatie is afhankelijk van de productie en beschikbaarheid van stikstofoxide (NO) in de vaatwand. Oxidatieve stress blokkeert de NO-afhankelijke functie van de vaatwand. Deze oxidatieve stress kan veroorzaakt worden door hyperglycemie, dyslipidemie, hypertensie, hyperinsulinemie of verhoogde concentraties van vrije vetzuren. Een gering aantal kleine studies hebben een positief effect laten zien van coQ10 op de endotheelfunctie. De meest recente studie laat een verbetering van de endotheelfunctie zien bij patiënten met coronaire hartziekten. Drieëndertig patiënten kregen 3x daags 100 mg coQ10 of een placebo gedurende een maand. Gemeten werden de endotheel-afhankelijke vaatverwijding in de arm, zuurstofverbruik in een cardiopulmonaire inspanningstest en de activiteit van endotheel-gebonden extracellulair superoxide dismutase. Alle parameters waren meer toegenomen in de coQ10-groep dan in de placebogroep. De bevindingen wijzen er op dat coQ10 de endotheelfunctie verbetert door de beschikbaarheid van NO te verhogen, via het tegengaan van oxidatie van NO. Dit ondersteunt de hypothese van Chew dat coQ10 als krachtig antioxidant, onder omstandigheden met verhoogde oxidatieve stress, zoals bij diabetes, de NO-afhankelijke vaatverwijding kan herstellen. In een eerdere studie van Watts c.s. verbeterde suppletie met coQ10 (200 mg/d, 12 weken) de endotheelfunctie bij diabetici met dyslipidemie. De werking wordt toegeschreven aan een verbeterde afgifte en/of activiteit van vasculair NO door verminderde oxidatieve stress. Wat later vonden dezelfde onderzoekers dat verbetering van de endotheelfunctie bij diabetici met dyslipidemie alleen optrad met coQ10 (200 mg/d) in combinatie met fenofibraat (een cholesterolverlager) en niet met coQ10 of fenofibraat afzonderlijk. In een andere studie van Watts c.s. verbeterden bij 74 diabetici met dyslipidemie ook de bloeddruk en glycemische
Het effect van coQ10 op stabiele angina pectoris is in vijf kleine placebo-gecontroleerde studies bekeken. Daarbij werd coQ10 (60-600 mg/dag) gegeven in combinatie met conventionele therapie. In twee van de vijf studies werd een significante vermindering van de symptomen waargenomen en een verminderd gebruik van nitroglycerine.
Congestief hartfalen Congestief hartfalen is het gevolg van congestieve cardiomyopathie (ook dilaterende cardiomyopathie genoemd), waarbij de pompfunctie van de hartspier is verzwakt. Eén van de meest voorkomende oorzaken is een ernstige coronaire hartziekte. Hierdoor is de bloedtoevoer naar de hartspier onvoldoende, wat kan leiden tot blijvende beschadiging. Ook een doorgemaakt hartinfarct kan een oorzaak zijn van chronisch hartfalen. Resultaten van beperkt klinisch onderzoek (kleine onderzoeksgroepen) wijzen op een mogelijk gunstig effect van suppletie met coQ10 bij chronisch hartfalen. Twee meta-analyses van klinische studies tussen 1966 en 2005 werden uitgevoerd om het effect van coQ10 bij hartfalen te evalueren ,. Gegevens van elf gerandomiseerde, gecontroleerde trials wezen op een (geringe) toename van de systolische hartfunctie. De ejectiefractie verbeterde met 3,7%, of het hartminuutvolume nam toe met 0,28 l/min. De doseringen varieerden van 60 tot 200 mg coQ10 per dag en de behandelduur van 1 tot 6 maanden[13]. Opmerkelijk was de bevinding dat het effect van coQ10 groter was bij patiënten die geen ACE-remmers gebruikten[13]. In een recentere dubbelblinde, placebogecontroleerde cross-overstudie verbeterde coQ10 significant de hartfunctie, zowel met als zonder trainingstherapie. In deze studie kregen 23 patiënten met stabiel chronisch hartfalen (NYHA-klasse II en III), ten gevolge van een ischemische hartziekte (zoals hartinfarct), telkens gedurende vier weken coQ10, of coQ10 in combinatie met trainingstherapie, of placebo of placebo met training (dosering 3x 100 mg/d). Suppletie met coQ10 verbeterde de functionele capaciteit (+9%), de endotheliale functie (+38%) en de linker ventrikel contractie.
Cardioprotectie na hartchirurgie Voorbehandeling met coQ10 (60-300 mg/dag, gedurende 7-14 dagen) voorafgaand aan een bypass-operatie kan het hart beschermen tegen reperfusie-schade tijdens de operatie (oxidatieve schade door herstel van de doorbloeding van het hart) en het ziekenhuisverblijf verkorten. Resultaten van een klein onderzoek suggereren dat coQ10 (300 mg) met alfaliponzuur (300 mg), magnesiumorotaat (1200 mg) en omega-3 vetzuren (3 g), in combinatie met lichaamsoefeningen en stressreductie, ongeveer 5 weken voorafgaand aan een hartoperatie, de kwaliteit van leven na de operatie verbetert en de systolische bloeddruk en oxidatieve stress vermindert.
Migraine Hershey toonde recent aan dat een tekort aan coQ10 veel voor kan komen onder patiënten met migraine. Van 1550 patiënten vertoonde 75% een lage coQ10-spiegel en 33% een spiegel onder de referentiewaarde (minder dan 0,700 microgram/ml of een coQ10/cholesterolratio minder dan 0,350 microgram/ml). Suppletie met coQ10 bij deze groep patiënten gaf een klinische verbetering van de migraine. In totaal werden er 252 patiënten gesuppleerd met 1-3 mg coQ10/kg lichaamsgewicht gedurende 3 maanden. De gemiddelde serumconcentratie van coQ10 nam toe van 0,46 tot 1,23 Åg/ml. De gemiddelde hoofdpijnfrequentie nam af van ruim 19 naar 12,5 dagen per maand. Bij ruim 46% van de patiënten werd een reductie van 50% van de hoofdpijndagen bereikt. In een eerder onderzoek onder 42 patiënten met migraine bleek suppletie met coQ10 al effectiever te zijn dan placebo. De aanvalsfrequentie en het aantal dagen met hoofdpijn en misselijkheid waren in de derde behandelmaand met 300 mg coQ10 per dag veel minder dan bij placebo. De 50%-respons-rate voor aanvalsfrequentie was 47,6% met coQ10 en 14,4% met placebo.
Ziekte van Parkinson Verondersteld wordt dat herstel van de verstoorde mitochondriale energieproductie in dopaminerge neuronen in de substantia nigra zou leiden tot klinische verbetering van de ziekte van Parkinson. De hypothese is dat suppletie met coQ10 bij de ziekte van Parkinson (en andere neurodegeneratieve aandoeningen) de verstoorde activiteit van complex
ORTHOFYTO
15 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Orthomoleculair
SELENIUM+ZINC
I in de ademhalingsketen kan herstellen en/of de overmatige productie van superoxideradicalen die het gevolg zijn van een minder werkzaam complex I kan tegengaan. Bij parkinsonpatiënten zijn er 33% lagere coQ10-spiegels in de mitochondriën aangetroffen dan bij controlepersonen. In-vitro en in-vivo experimenten suggereren een potentieel neuroprotectief effect van coQ10. Het is echter nog de vraag of suppletie met (alleen) coenzym Q10 de progressie van de ziekte van Parkinson zou kunnen vertragen. Resultaten van klinisch onderzoek zijn tegenstrijdig. Enerzijds worden er effecten gezien bij beginnende, (nog) niet behandelde parkinson (1200 mg coQ10/d) en matige effecten bij behandelde, stabiele parkinson (360 mg/d). Anderzijds laat een recente studie geen effect zien van suppletie met coQ10 (300 mg/d) in het middenstadium (stadium III en IV) van parkinson. (In het laatstgenoemde onderzoek werd 300 mg van een speciaal coQ10-preparaat per dag gegeven waarmee dezelfde plasmaconcentratie verkregen werd als met 1200 mg standaardpreparaat). Mogelijk is er alleen enig effect van coQ10-suppletie te verwachten als het al vanaf het beginstadium wordt ingezet. Voor toekomstig onderzoek suggereert Shults een dosering van 2400 mg/d (in combinatie met 1200 mg vitamine E). Doseringen hoger dan 2400 mg/d geven geen verdere toename van de plasmaspiegel. Verder zou een combinatie met glutathion, NADH en vitamine E mogelijk effectiever kunnen zijn. Deze antioxidanten zijn samen met coQ10 nodig voor de functie van complex I en bij parkinsonpatiënten zijn daarvan tekorten vastgesteld in dopaminerge neuronen in de substantia nigra. Glutathion, coQ10 en NADH moeten elkaar voortdurend regenereren (reduceren) en daarom zou het niet zinvol kunnen zijn om coQ10 te suppleren terwijl glutathion en NADH deficiënt zijn.
De veilige keuze om gezond en actief te blijven • Volledige antioxidantenformule • Voor een optimale bescherming bij élke inname • Om opnieuw fit te worden!
Dé sleutel-elementen voor de gezondheid. SELENIUM+ZINC is een basiscomplex van primaire antioxidanten, bevattende de vitaminen A, B6, C en E en de spoorelementen zink en selenium. Pharma Nord ontwikkelde en produceert als eerste een organisch gistpreparaat, gestandaardiseerd op 70% selenomethionine dat als seleniumbron gebruikt wordt in SELENIUM+ZINC. Deze organische vorm kent een maximale biologische activiteit.
Bewezen doeltreffendheid De doeltreffendheid van SELENIUM+ZINC werd bewezen in een placebogecontroleerde dubbelblindstudie met goed getrainde personen tijdens een trektocht in de Himalaya.
Veiligheid co-enzym Q10 Co-enzym Q10 wordt goed verdragen en is ook in hoge doseringen veilig te gebruiken. Een dosering van 3000 mg/ dag gedurende 8 maanden bij 31 ALS-patiënten werd goed verdragen en gaf geen ongewenste bijwerkingen. Ook bij parkinsonpatiënten gaf 3000 mg/dag geen problemen[22].
Co-enzym Q10 en kristallisatie
Concentratie aan antioxidante nutrïenten
Evolutie van de antioxidante capaciteit Vitamine C Vitamine E Selenium Voor
28 dagen
Na
J. Pincemail, J. Lecomte en coll., "Oxidatieve stress, antioxidantia en lichaamsbeweging". Medi-Sfeer 09/2001; 323-326.
Het antioxidantenprofiel van de groep die SELENIUM+ZINC had ingenomen bleef ongewijzigd daar waar bij de placebogroep een daling tot 30% waargenomen werd.
BE_SelenZink_Ad_Orthofyto_LeefNu_1006
Co-enzym Q10 in olievorm kristalliseert normaal gesproken, waardoor de opname belemmerd wordt. Sinds kort zijn er formules met Q10 beschikbaar, die niet meer kristalliseren en daardoor beter in het lichaam worden opgenomen. Een voorbeeld is co-enzym Q10 die volledig opgelost wordt in d-limoneen - een vluchtige olie uit citrusvruchten. Hierdoor worden er geen kristallen gevormd, in tegenstelling tot co-enzym Q10 in plantaardige olie. Mede hierdoor vindt tevens een snelle afgifte van co-enzym Q10 plaats: binnen vijf minuten wordt meer dan 90% afgegeven.
Placebo SELENIUM+ZINC
Suppletie met co-enzym Q10 met d-limoneen geeft – gemeten na 28 dagen – een hoger plateau in de plasmaspiegels van co-enzym Q10 dan bijvoorbeeld in sojaolie opgeloste vormen. Referenties: Verkrijgbaar op aanvraag.
[email protected] • Tel. 09 369 06 42
16
SELENIUM+ZINC bestaat in verpakkingen van 30, 90 en 150 tabletten.
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
Verkrijgbaar in apotheken, 1 tablet per dag
Innoverend voor de gezondheid Minervastraat 14, B-1930 Zaventem Tel. 02/720.51.20 – Fax 02/720.51.60 E-mail:
[email protected]
ORTHO trends
ORTHOTRENDS wordt samengesteld uit de wetenschappelijke literatuur en de actualiteit en voorzien van orthomoleculaire commentaren, toelichtingen en adviezen. ORTHOTRENDS wordt samengesteld door Orth. Biochemicus Walter OM. Faché, Wetenschapsjournalist Dirk Bogaert, Bio-Ir. Joost Meeusen en Dr. Biol. Katleen Van der Gucht Eindredactie Walter OM Faché, Directeur van het Faché Instituut VIOW.
ORTHOTRENDS®
Neurologie ....................................................................................
18
Omega-3 (EPA) kan depressieve mensen helpen Lecithine een cruciaal voedingssupplement voor meer stressbestendige zenuwen Zeven voedingsadditieven mee verantwoordelijk voor hyperactiviteit Gebrek aan concentratie? Planning en beweging zijn essentieel! Cardiologie..................................................................................
19
Apolipoprotein B (Apo B) kan hartaanvallen veroorzaken Waarom kunnen Omega-3 supplementen een hartinfarct voorkomen? Oncologie ......................................................................................
20
Appels helpen mensen beschermen tegen darmkanker Diagnostiek ................................................................................
21
Vervangt de speekseltest de bloedproef? Immuniteit.....................................................................................
21
Zinktekort veroorzaakt immuniteitsproblemen Optimaliseer uw immuniteit met antikanker voeding Dermatologie ...........................................................................
22
Vrouwen en cellulitis Syndroom X ...............................................................................
Dit label is voor alle orthoceutische producten een kwaliteitsgarantie!
Stof uit pijnboompitten onderdrukt hongergevoel Het verband tussen antidepressiva en zwaarlijvigheid
22
Orthomoleculaire trends Neurologie
Omega-3 (EPA) kan depressieve mensen helpen Referentie: 1. S. Jazayeri, M. Tehrani-Doost et al. Comparison of therapeutic effects of omega-3 fatty acid eicosapentaenoic acid and fluoxetine, separately and in combination, in major depressive disorder. Australian and New Zealand Journal of Psychiatry. 2008; 42(3): 192-198
Wanneer artsen spreken van een depressie wordt er soms veel te snel naar medicatie gegrepen. Men vergeet al te gemakkelijk dat bepaalde voedingsstoffen depressieve mensen op een spectaculaire wijze kunnen helpen. Voorwaarde is wel dat men bereid is om bepaalde voedingsgewoonten te wijzigen. Iedere vorm van depressie gaat immers gepaard met een verandering van de celmembraanstructuur in de hersenen. Die 'depressieve' wijziging heeft bijna altijd te maken met een tekort aan een bepaald omega-3 vetzuur
EPA. Het menselijk organisme kan anno 2008 geen EPA zelf meer aanmaken. Het moet bijgevolg via de voeding tot in de bloedbaan gebracht worden. EPA (eicosapentaeenzuur) speelt een cruciale rol in de structuur van de celmembranen. EPA is o.a. verantwoordelijk voor de optimale functie van de neurotransmitters. Indien er - zoals bij depressieve mensen - een tekort is aan EPA, wordt de activiteit van de neurotransmitters ernstig verstoord. Een van de mogelijke gevolgen is een depressie. (DB)
Lecithine een cruciaal voedingssupplement voor meer stressbestendige zenuwen
Referentie: 1. Amenta F, Tayebati SK. Pathways of acetylcholine synthesis, transport and release as targets for treatment of adult-onset cognitive dysfunction. Curr Med Chem. 2008; 15(5):488-98
Lecithine is een zeer belangrijke stof om tot een optimale hersenfunctie te komen en de zenuwen aan te sterken. Lecithine moet in principe door het lichaam zelf worden aangemaakt, maar de moderne voedingsgewoonten leveren onvoldoende 'grondstoffen', om de lichaamseigen lecithinenproductie mogelijk te maken. Precies om die reden is het aan te raden dagelijks een degelijk lecithinenpreparaat, onder de vorm van pillen of korrels in te nemen. In de hersenen wordt lecithine omgevormd tot acetylcholine. Dit is belangrijke stof omdat ze instaat voor de goede overdracht van zenuwimpulsen. Lecithine zorgt op deze wijze voor een betere mentale alertheid, een sneller werkend geheugen en een optimaal concentratievermogen. Lecithine is ook verantwoordelijk voor de zenuwimpulsoverdracht van de hersenen naar de skeletspieren. Een menselijk lichaam zonder voldoende lecithine is ondenkbaar indien men weet dat 30 procent van het droog gewicht van de hersenen (na het verdwijnen van het water) uit lecithine bestaat. Bij zenuwen bedraagt het lecithinenpercentage 17 procent. (PVM)
Zeven voedingsadditieven mee verantwoordelijk voor hyperactiviteit
Referentie: 1. Philippe A Eigenmann, Charles A Haenggeli. Food colourings, preservatives, and hyperactivity. The Lancet - Vol. 370, Issue 9598, 3 November 2007, Pages 1524-1525 2. Biomedicine & Pharmacotherapy, Jan 2006, vol. 60 : 5-9
18
Zeven voedingsadditieven (E-nummers), waaronder zes kleurstoffen en een bewaarmiddel, moeten volgens de Europese consumenten organisatie verboden worden omdat ze mee verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van hyperactiviteit bij kinderen. Het Europees voedselagentschap negeert de studie, die einde vorig jaar werd gepubliceerd in het gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift 'The Lancet'. Volgens het Europees voedselagentschap hebben slechts een beperkt aantal kinderen last van de additieven.
ORTHO trends
®
De volgende voedingsadditieven zouden moeten vermeden worden: E 110, E 122, E 102, E 124, E 104, E 129 en E 211. De Europese consumentenorganisatie dringt er op aan om de voedingsadditieven te mijden en eist dat Europa de wetgeving ter zake drastisch zou wijzigen. Het Europees voedselagentschap moet - volgens de consumentenvereniging - alle Europese burgers beschermen en geen voedingadditieven toelaten die ook maar een klein deel van de bevolking schade kan berokkenen. (WF)
Orthomoleculaire trends Neurologie
Gebrek aan concentratie? Planning en beweging zijn essentieel! Veel mensen hebben last van concentratieproblemen. Dit zorgt voor problemen in de werk- en de privésfeer. Een goed concentratievermogen verwerven is een kunst op zich omdat er twee factoren in meespelen die niemand zou vermoeden. Een gebrekkige concentratie heeft o.a. te maken met het zich makkelijk laten afleiden door externe factoren zoals lawaai en vermoeidheid. Het goede nieuws is dat iedereen over de mogelijkheid beschikt om zich optimaal te leren concentreren en bijgevolg meer en beter werk af te leveren in minder tijd. Dat laatste heeft dan weer een positieve invloed op het privéleven. Het eerste wat je kunt doen is is nagaan hoe je psychofysiologische dagcyclus verloopt. Concreet wil dit zeggen dat er ochtend-, dag- en avondmensen zijn. Het is logisch dat
ochtendmensen hun beste prestaties voor 12 uur zullen neerzetten. Hou ook rekening met de maximale duur van het optimale concentratievermogen. De meeste mensen kunnen zich 40 tot 50 minuten zeer goed concentreren. Daarna hebben ze gedurende 15 tot 30 minuten een ander soort activiteit nodig om zich daarna terug goed mentaal te kunnen focussen. Alle neurologen zijn hierover formeel, lichaamsbeweging neutraliseert angst en spanningen, twee factoren die een goede concentratie blokkeren. Lichaamsbeweging zorgt trouwens ook voor nieuwe hersencellen. Het is bijgevolg van cruciaal belang om perioden van hoge concentratie af te wisselen met fysieke inspanning om tot de beste en meest efficiënte resultaten te komen. (DB)
Referenties: 1. Psaltopoulou T, Kyrozis A et al. Diet, physical activity and cognitive impairment among elders: the EPICGreece cohort (European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition). Public Health Nutr. 2008 Jan 21;:1-9 2. Trudeau F, Shephard RJ. Physical education, school physical activity, school sports and academic performance. Int J Behav Nutr Phys Act. 2008 Feb 25;5(1):10
Cardiologie
Apolipoprotein B (Apo B) kan hartaanvallen veroorzaken De 'American Diabetes Association' en het 'American College of Cardiology' hebben een nieuwe schuldige gevonden voor het ontstaan van hart- en herseninfarcten. Tot nu werd aangenomen dat een te hoge concentratie 'slechte' LDL cholesterol mee verantwoordelijk was voor een hartinfarct. Amerikaanse wetenschappers zijn er nu echter van overtuigd dat ze meer mensenlevens kunnen redden door de concentratie van de transportmolecule van de LDL (Low Density Lipoproteïnen) onder controle te houden. De apolipoproteine B (Apo B) is een duidelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten omdat het de LDL cholesterol transporteert naar de bloedvaten waar het tot plaquevorming kan leiden die uiteindelijk arteriosclerose wordt.
De Amerikaanse cardiologen willen hun diagnosevorming nu vooral richten op de eerder genoemde transportmolecule. De therapeutische benadering om te hoge LDL-waarden te bestrijden blijft dezelfde. Men gebruikt daarvoor statines en coenzym Q10 om de nevenwerkingen te beperken. Apolipoproteine B (Apo B) waarden kunnen verlaagd worden door tocotrienolen, een zeer zeldzame vorm van vitamine E. Deze tocotrienolen zitten in druivenpitolie. Mensen die van hun arts horen dat ze een te hoge LDL cholesterolspiegel hebben kunnen ook dagelijks een kleine portie druivenpitolie gebruiken om de aanwezigheid van Apolipoprotein B (Apo B) te beperken. (WF)
Referentie: 1. Brunzell JD et al. Lipoprotein management in patients with cardiometabolic risk: consensus statement from the American Diabetes Association and the American College of Cardiology Foundation. Diabetes Care, 2008, vol. 31, no 4, 811-22
Waarom kunnen omega-3 supplementen een hartinfarct voorkomen? Een van de beroemdste universitaire ziekenhuizen van deze planeet, de Amerikaanse Mayo Clinic, publiceerde een studie waaruit blijkt dat omega-3 supplementen in staat zijn het aantal hartinfarcten met 45 procent terug te dringen. Gezonde mensen moeten dan wel iedere dag een visoliesupplement innemen waarin 500 milligram EPA en DHA zit in een maximale natuurlijke verhouding van 3 op 1. Personen met een sterk verhoogd cardiovasculair risico hebben een dubbele dosis nodig.
De Mayo Clinic heeft drie grote klinische studies grondig geanalyseerd waar in totaal 32000 proefpersonen aan deelnamen. De ene helft van de deelnemers nam gedurende een lange termijn een omega-3 supplement in, de andere helft fungeerde als placebogroep. p het einde van de studie bleek dat de omega3 groep bijna de helft minder slachtoffer was van een hart- of herseninfarct, dit in vergelijking met de controlegroep. Omega-3-vetzuren hebben de goede eigenschap om de kans op een hartinfarct te
®
ORTHO trends
19
Orthomoleculaire trends Cardiologie
Referentie: 1. Lee JH, O'Keefe JH, et al. Omega3 Fatty acids for cardioprotection. Mayo Clin Proc. 2008 Mar;83(3):32432
Oncologie
verkleinen omdat ze de cholesterolwaarden en de triglyceriden (bloedvetten) in het bloed positief beïnvloeden. Omega-3 vetzuren hebben ook de neiging om een te hoge bloeddruk te verlagen. Een tweede reden waarom Omega-3 vetzuren uit vis beschermen tegen hartritmestoornissen. Hartspiercellen die zonder zuurstof komen te zitten (cardiologen noemen dit ischemische hartspiercellen) zijn zeer 'prikkelbaar'.
EPA (eicosapentaeenzuur) en DHA (docosahexaeenzuur), de omega-3 vetzuren uit visolie, verhogen de activatiedrempel van hartspiercellen in 'ademnood'. Hierdoor komen deze cellen niet tot een actiepotentiaal die de elektrische cyclus van het hart kan verstoren. (PVM)
Appels helpen mensen beschermen tegen darmkanker Het Britse gezegde ' an apple a day keeps the doctor away' is meer dan een eeuw oud. Toch krijgt haalt deze spreuk regelmatig de media omdat appelen een hele reeks antioxidanten bevatten die mensen beschermen tegen allerlei verwoestende ziektebeelden. De antioxidanten in appelen zijn zeker interessant om fruiteters te helpen beschermen tegen het ontstaan van darmkanker. Duitse wetenschappers publiceerden in de aprileditie van het toonaangevend tijdschrift 'Nutrition' de resultaten van een studie die aantoont hoe pectine in appelen een antikankerwerking heeft. Nu wordt het even moeilijk. Pectine verhoogd de productie van butyraat. Men kan de pH (de zuurtegraad) verlagen en de gezondheid van de darm verbeteren door veel
Referentie: 1. M Waldecker, T Kautenburge et a..Histone-deacetylase inhibition and butyrate formation: Fecal slurry incubations with apple pectin and apple juice extracts. Nutrition. 24 (2008). 366-374.
20
Dit heeft voor gevolg dat ze ongecontroleerd geactiveerd worden en een hartritmestoornis kunnen veroorzaken.
ORTHO trends
®
meer groente te eten, deze bevatten onoplosbare vezels. Deze niet-oplosbare vezels komen in de dikke darm terecht. Hier worden ze door darmbacteriën omgezet in korte keten vetzuren, De vetzuren dienen als voedingstof voor het slijmvlies van de darm. Dit is van groot belang is, daar de gezondheid van het lichaam in grote mate wordt bepaald door de gezondheid van de darm. Butyraat houdt het milieu in de darm op de juiste zuurtegraad. Butyraat vormt een voedingsbodem voor bacteriën en stimuleert de groei van lactobacillen en bifidobacteriën. Bacteriën verminderen op hun beurt het ammoniakgehalte, ontgiften (zijn dus ook anticarcinogeen) en produceren vitaminen. (DB)
Orthomoleculaire trends Diagnostiek
Vervangt de speekseltest de bloedproef? Speekselproeven zijn volgens Amerikaanse wetenschappers in staat om snel allerhande soorten bloedtesten te vervangen die nu worden uitgevoerd om een diagnose van tal van ziektebeelden te bepalen. Een speekseltest geeft veel snellere resultaten, is goedkoper, vermijdt problemen met naaldinfecties en verloopt 100 procent pijnloos voor de patiënt. Enkele dagen geleden verscheen over dit thema een studie in het wetenschappelijk vakblad Journal of Proteome Research. Om dit onderzoek tot een goed einde te brengen deed men beroep op 23 gezonde mensen van verschillende rassen. Van iedereen werden speekseltesten afgenomen. Achteraf bleek het speeksel van alle proefpersonen 1166 eiwitten te bevatten die via een eenvoudige test konden aanto-
nen of iemand aan diabetes, de ziekte van Alzheimer, Parkinson, kanker of andere ziektebeelden leed. Kortom de eiwitten die in het bloed terug te vinden zijn, zitten - volgens de onderzoekers - ook in het speeksel van de mens. Artsen hebben al verklaard dat de huidige bloedtest moeilijk kan vervangen worden omdat dit een gigantische aanpassing - financieel en technisch - zou betekenen. Verder is er commentaar over de beperktheid van deze studie. Medici die bij de politie werken geven echter wel toe dat een eenvoudige DNA-speekseltest wél snelle diagnoses mogelijk maakt. Volgens hen zal de speekseltest de komende maanden en jaren wel langzaam maar zeker de bloedproef in een aantal gevallen kunnen vervangen. (DB)
Referentie: 1. James E. Melvin et al. The Proteomes of Human Parotid and Submandibular, Sublingual Gland Salivas Collected as the Ductal Secretions. J. Proteome Res. March 25, 2008
Immuniteit
Zinktekort veroorzaakt immuniteitsproblemen Zink is een van de belangrijkste immuniteitstimulatoren door zijn interactie met de thymusklier. Voor de meeste mannen en vrouwen is het zeer moeilijk om dagelijks 15 tot 30 milligram zink via de voeding in de bloedbaan te krijgen. Zink is immers een oligo-element dat moeilijk door het menselijk organisme wordt opgenomen. Daarom is het veiliger iedere dag een zink voedingssupplement te gebruiken. Zink speelt immers een belangrijke rol in meer dan 200 stofwisselingsprocessen. Zink zit bij de mens vooral in de spieren, de beenderen, de lever en bij mannen ook in de prostaat. Zink is een zeer krachtige antioxidant die het immuunsysteem helpt om onze cellen te beschermen tegen
een groot aantal ziektebeelden en vroegtijdige veroudering van het lichaam. Het is wel belangrijk om te weten dat zink de koperopname in het lichaam kan verstoren. Daarom is het noodzakelijk om 1 milligram koper in te nemen voor 15 milligram zink. Nevenverschijnselen - zoals darmklachten - ontstaan pas indien mensen 150 milligram zink per dag zouden innemen. Dat is vijf maal meer dan de normale dagdosis. Vergeet tot slot niet dat thee, koffie, wijn, antibiotica en de anticonceptiepil de opname van zink nog verzwakt. Mensen die ijzersupplementen gebruiken hebben een groot risico op een zinktekort. (WF)
Referentie:
1. Overbeck S, Rink L, Haase H. Modulating the immune response by oral zinc supplementation: a single approach for multiple diseases. Arch Immunol Ther Exp (Warsz). 2008 Jan-Feb;56(1):15-30 2. Faché W.O.M. Metallothioneïne, een zinkrover. Orthofyto Jg. 13 nr 69. 2008
Optimaliseer uw immuniteit met antikanker voeding Kanker is de voornaamste oorzaak waarom mensen vroeger sterven dan hun 80ste levensjaar. Het goede nieuws bestaat in het feit dat 67 procent van de kankeroorzaken terug te brengen zijn tot de manier waarop we leven. We hebben dus de keuze om kanker voor een belangrijk deel uit ons leven te bannen, of de ziekte meer kansen te geven. Gezond eten, niet roken, dagelijkse lichaamsbeweging en stressbeheersing zijn de voornaamste controleerbare kankerfactoren. Wetenschappelijke studies tonen aan dat een gezonde voeding van essentieel belang is. De juiste keuze van voedingsmiddelen zou volgens talrijke onderzoeken niet alleen kanker voorkomen, maar mensen die de ziekte hebben ook helpen om beter te herstellen. Kort en krachtig weergegeven zijn dit de soorten voeding die bescherming bieden
tegen kanker: Eet zoveel mogelijk vers fruit en groenten (5 tot 10 porties per dag). Vooral citrusvruchten, broccoli, bloemkolen, uien en look, tomaten et frambozen en aardbeien zijn aan te bevelen. Verder is het belangrijk om dagelijks visolie en lijnzaadolie in het menu te verwerken. Soyaproducten, kurkuma en peper helpen ook mee om kanker op afstand te houden. Vergeet tot slot niet dat groene thee ook een nooit te verwaarlozen antikankerdrankje is. (JM)
®
ORTHO trends
Referenties: 1. Demark-Wahnefried W, Jones LW. Promoting a healthy lifestyle among cancer survivors. Hematol Oncol Clin North Am. 2008; 22(2):319-42 2. Martin-Moreno JM, Soerjomataram I, Magnusson G. Cancer causes and prevention: A condensed appraisal in Europe in 2008. Eur J Cancer. 2008 Mar 6
21
Orthomoleculaire trends Dermatologie
Vrouwen en cellulitis Cellulitis wordt - terecht of niet - als een normaal verschijnsel bij vrouwen beschouwd. 90 procent van de dames heeft er last van
met de bloedsomloop (veneuze insufficiëntie), voeding waarin te veel vet en suiker zit, stress, zittend leven, alcohol en tabak. Deze factoren zorgen voor een teveel aan afvalstoffen die opgeslagen worden in vetcellen die omgeven zijn met water. Cellulitis is ook een vorm van waterretentie in het lichaam.
De verschillende oorzaken van cellulitis en enkele oplossingen
Referentie: 1. Bachmeyer C, Entressengle H et al. Cellulitis due to Myroides odoratimimus in a patient with alcoholic cirrhosis. Clin Exp Dermatol. 2008 Jan;33(1):97-8.
Syndroom X
Referentie: 1. Georgina M Hughes, Emma J Boyland et al. The effect of Korean pine nut oil (PinnoThinac) on food intake, feeding behaviour and appetite. A double-blind placebocontrolled trial. Lipids in Health and Disease 2008, 7:6 doi:10.1186/1476511X-7-6
22
tegenover slechts 2 procent van de mannen. Cellulitis kan al opduiken vanaf de puberteit. Cellulitis is het ruwe huidweefsel dat bij vrouwen van allerlei vormen en leeftijden voorkomt. Door een zwelling van het onderhuidse weefsel zal de huid ruw en relatief hard worden. De huid lijkt uiterlijk - en met wat verbeelding - op een vleeskleurige sinaasappelschil. Cellulitis concentreert zich vooral op billen, heupen en dijen en soms op de onderbuik en bovenarmen. Cellulitis heeft vele oorzaken. Enkele zijn erfelijkheid, problemen
De neiging om cellulitis te ontwikkelen heeft zowel met geïsoleerde factoren te maken als een combinatie van verschillende probleempunten. Genetische aanleg voor cellulitis is een feit. Toch kan hyperoestrogenie - een teveel aan vrouwelijke hormonen - aanleiding geven tot extra veel cellulitis tijdens de menopauzejaren. Ook veneuze insufficiëntie in de onderste ledematen kan een oorzaak zijn. Een verkeerde levenshygiëne zoals een gebrek aan beweging, slechte voeding is een andere zeer veel voorkomende oorzaak die tot cellulitis kan leiden. Mogelijke oplossingen liggen dan ook voor de hand. Zorg voor een gezond en regelmatig eetpatroon op basis van groenten, vis, fruit en volkorenproducten. Drink voldoende water. Vermijd snoep. Probeer meer te bewegen of aan sport te doen (zwemmen, fietsen, wandelen). Gebruik vochtafdrijvende thee of zalf op basis van cafeïne, of gebruik centella, een plantaardig preparaat dat gebruikt wordt voor de meeste dermatologische aandoeningen. (DB)
Stof uit pijnboompitten onderdrukt hongergevoel Pinoleenzuur is afkomstig van de Koreaanse pijnboompit en wordt PinnoThin genoemd. PinnoThin stimuleert het vrijkomen van het hormoon cholecystokinine (CCK), de stof die voor een verzadigd gevoel zorgt. PinnoThin kan worden toegepast als voedingssupplement of in functionele voedingsmiddelen. Amerikaanse onderzoekers testten het middel bij 18 zwaarlijvige vrouwen en constateerde dat er een significante toename was van het CCK hormoon in het bloed. Het CCK hormoon vermindert het hongergevoel en de eetlust. Dertig minuten na inname van PinnoThin was de behoefte om te eten sterk verminderd en ook de hoeveelheid voedsel die de vrouwen vervolgens aten daalde met gemiddeld één derde. PinnoThin wordt gehaald uit de Koreaanse pijnboom (Pinus koraiensis). De actieve component is pinoleenzuur, een speciaal omega-6 vetzuur.
ORTHO trends
®
De proefpersonen kregen telkens 3 gram pinoleenzuur voor een belangrijke maaltijd. Uit de bloedproeven, die voor en na de inname van het voedingssupplement werden uitgevoerd, bleek dat PinnoThin na dertig minuten zorgde voor een sterke toename van het eerder vermelde CCK-hormoon. Dit verklaart het wegblijven van de zin om iets te eten. (PVM)
Orthomoleculaire trends Syndroom X
Het verband tussen antidepressiva en zwaarlijvigheid Het merendeel van de medicijnen die artsen voorschrijven aan depressieve of angstige personen zorgen voor een belangrijke gewichtstoename. Dat schrijft de Amerikaanse onderzoekster Paula J. Caplan in een artikel dat onlangs verscheen in het wetenschappelijk tijdschrift de 'New Scientist'. Volgens de researchspecialiste, die verbonden is aan de gerenommeerde Harvard University, zijn deze medicijnen - gedeeltelijkverantwoordelijk voor de obesitasepidemie die nu de Westerse wereld treft.
Ze geeft een voorbeeld. Dertig procent van de mensen die gedurende één jaar olanzapine (Zyprexa) innemen tegen manische depressiviteit of schizofrenie winnen 10 tot 30 kilogram aan lichaamsgewicht. Sommige relatief nieuwe antidepressiva - waaronder Prozac - veranderen de stofwisselingsprocessen van de patiënten. "Het aantal voorschriften voor antidepressiva blijft gigantisch toenemen", zegt Paula Caplan. "Heel wat mensen gebruiken trouwens meer dan één van deze stoffen tegelijkertijd. Artsen vergeten dikwijls hun patiënten er op te wijze dat deze medicjnen hun eetlust - door het chemisch gewijzigd metabolisme (stofwis-
seling) - sterk doen toenemen waardoor er automatisch overgewicht ontstaat
Werkingsmechanisme Antidepressiva zorgen voor een drang naar eten. Als mensen eten stijgt de glucoseconcentratie in het bloed. Als de bloedsuikerspiegel omhoog gaat, stijgt ook de cortisolconcentratie (stresshormoon). Dit heeft deze gevolgen. Insuline wordt geproduceerd door de Eilandjes van Langerhans die in de alvleesklier liggen. Als het suikergehalte in het bloed stijgt, zet insuline een gedeelte van de glucose om in glycogeen, een zetmeel dat in de spieren en de lever wordt opgeslagen en dat onmiddellijk als brandstof dienst kan doen. Als alle glycogeenreservoirs vol zitten en zich in het bloed meer glucose bevindt dan het lichaam op dat moment nodig heeft, zal insuline dit teveel omzetten in vetweefsel, waarvan triglyceride de belangrijkste chemische component is. Extra vetweefsel betekent extra lichaamsgewicht. Dat is bijgevolg de reden waarom mensen dik kunnen worden van antidepressiva en anti-psychotica. Bij anti-psychotica bestaat er zelfs een verhoogd risico op het ontstaan van diabetes type 2. (WF)
®
ORTHO trends
Referentie: 1. Caplan PJ. The pills that make us fat. New Scientist, No 2646, P.18, 2008
23
Nieuws Linus Pauling Institute
Professor Dr. Balz Frei, directeur van het Linus Pauling Instituut
Oregon State University U.S.A.
Het Linus-Pauling Instituut
Nieuwe gezondheidsbevorderende eigenschappen van vitamine C
D
e moderne medische wetenschap ontdekt en gebruikt steeds meer het enorme potentieel dat vitamine C te bieden heeft, zowel op het vlak van de preventieve gezondheidszorg als op het vlak van ondersteunende therapie bij ernstige ziektebeelden zoals kanker. Ascorbinezuur is vandaag niet alleen een aardig hulpmiddel om verkoudheden mee te voorkomen en te behandelen. Sportmensen gebruiken vitamine C nu om hun prestaties te verbeteren. Vitamine C is inmiddels ook een fundamenteel voedingssupplement geworden om de endotheelfunctie in de vaatwanden te beschermen en arteriosclerose te voorkomen. Vitamine C is verder van cruciaal belang om DNA schade te voorkomen en preventief te werken tegen kanker. Wetenschappers hebben ondertussen ook de bewijzen dat vitamine C een grote rol speelt in het blokkeren van oxidatieve stress die leidt tot astma en allerhande maagklachten tot zelfs diabetes. Kortom er is bijna geen ziektebeeld meer of vitamine C is er in mindere of meerdere mate bij betrokken om de levenskwaliteit en het herstel van de patiënt te stimuleren.
Prof Dr. Baltz Frei
Vitamine C heeft gedurende de laatste twee jaar sublieme nieuwe toepassingen gekregen in het beschermen van de endotheelfunctie, het verhinderen van een te hoge bloeddruk en het voorkomen van vaatwandveranderingen (verminderen van de elasticiteit) die op termijn leiden tot ernstige hartklachten.
Vitamine C tegen arteriosclerose In het zeer vroege stadium van beginnende arteriosclerose migreren witte bloedcellen, de monocyten, naar het endotheel in de vaatwand waar ze zich vastzetten. Dit is het begin van de verdikking van de bloedvaten en van de zogenaamde plaquevorming die kenmerkend is voor arteriosclerose. De vaatwand wordt door dit proces minder elastisch. In een kleine studie, waar 40 gezonde mensen aan deelnamen ontdekte men dat mannen en vrouwen met een laag vitamine C gehalte in hun bloed 30 procent meer naar de vaatwand migrerende monocyten hadden dan personen
24
met een optimale vitamine C status. Dit betekent dat een te lage inname van vitamine C deze mensen duidelijk meer arteriosclerose gevoelig maakte. De 40 deelnemers aan deze studie moesten gedurende zes weken minimaal 400 milligram vitamine C per etmaal gebruiken. Na die periode werd via een bloedproef aangetoond dat de monocyten vaatwandadhesie met maar liefst 37 procent was gedaald. De wetenschappers toonden op deze wijze aan dat relatief kleine hoeveelheden vitamine C in staat zijn om een molecule te normaliseren die witte bloedcellen gebruiken om zich op het endotheel vast te zetten. Vitamine C heeft immers een invloed op het reguleren van specifieke genen die vitale eiwitten produceren waardoor het risico op cardiovasculaire ziektebeelden op moleculair niveau sterk wordt verminderd.
Vitamine C en kanker Nieuw en zeer boeiend wetenschappelijk werk toont hoe vitamine C over
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
eigenschappen beschikt om de toxische neveneffecten van chemotherapie (zoals het beschadigen van hartweefsel) sterk kan beperken. Vitamine C verhoogt tevens de antitumor activiteit van de chemotherapie. Vitamine C werkt tevens in synergie met andere antioxidanten om kanker te bestrijden. Het dagelijks gebruik van vitamine C en andere oxidanten is trouwens een ideale preventieve therapie tegen kanker.
Vitamine C en diabetes Studies op mensen hebben aangetoond dat het dagelijks gebruik van vitamine C helpt om de bloedglucosespiegel bij diabetici te verlagen. Dit kan betekenen dat er minder, of in sommige gevallen geen medicatie meer moet gebruikt worden. Verlaag echter nooit het medicijngebruik zelf en raadpleeg uw arts hierover. Vitamine C reduceert ook de LDL cholesterol en het aantal soms ziekmakende vrije radicalen. Vitamine C voor een gezonde maag Vitamine C beschermt de maag tegen
Professor Dr. Balz Frei, directeur van het Linus Pauling Instituut
Nieuws Linus Pauling Institute Oregon State University U.S.A.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
oxidatieve schade die veroorzaakt wordt door de Helicobacter pylori bacterie, de voornaamste oorzaak van gastritis en maagzweren.
Vitamine C tegen luchtvervuiling Vitamine C biedt een belangrijke bescherming tegen de toenemende luchtvervuiling. Pollutie wordt steeds meer in verband gebracht met verhoogde C-reactieve proteïnewaarden (CRP). CRP is een ontstekingsmarker die duidt op een verhoogd cardiovasculair risico. Vitamine C verlaagt te hoge CRP waarden. Wetenschappers die verbonden zijn aan de Berkeley universiteit in de Verenigde Staten gaven 160 gezonde volwassenen, die in een milieuvervuilde omgeving werkten, dagelijks 515 milligram vitamine C. Binnen de week daalden de CRP concentraties met gemiddeld 24 producent bij alle deelnemers. Dit feit alleen pleit voor het dagelijks gebruik van minimaal 500 milligram vitamine C onder de vorm van fruit of supplementen. Luchtvervuiling heeft immers de neiging om nog toe te nemen in plaats van te verminderen. Luchtvervuiling zorgt niet alleen voor een sterke toename van hart- en vaatziekten. De fijne, toxische stofdeeltjes,
die we onzichtbaar inademen, resulteren ook in DNA schade. Dit is de eerste stap om gezonde cellen labiel te maken en ze in hun verzwakte vorm gevoelig te maken voor de cellulaire ontstekingsreacties die luchtvervuiling veroorzaakt. Op termijn kunnen deze steeds sterker verzwakte cellen kwaadaardig worden en deel gaan uitmaken van een groeiende tumor. Deense onderzoekers gaven proefpersonen gedurende vier weken dagelijks 500 milligram vitamine C en 182 milligram vitamine E. Na amper acht uur toonde een ver doorgedreven bloedonderzoek aan dat de DNA schade in witte bloedcellen duidelijk was verminderd. Een vitamine C zuigtablet van 500 mg beschermt mensen tegen DNA schade, veroorzaakt door luchtvervuiling, gedurende een periode van 4 uur. Wie een 24 uur bescherming wil moet vier tabletten van telkens 500 milligram verspreid over de hele wakkere dag innemen.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
Referenties:
18.
1. Rossig L, Hoffmann J et al. Vitamin C inhibits endothelial cell apoptosis in congestive heart failure. Circulation. 2001 Oct 30;104(18):2182-7. 2. Fotherby MD, Williams JC et al. Effect of vitamin C on ambulatory blood pressure and plasma lipids in older persons. J Hypertens. 2000 Apr;18(4):411-5. 3. Salonen RM, Nyyssonen K et al. Six-year effect
19.
of combined vitamin C and E supplementation on atherosclerotic progression: the Antioxidant Supplementation in Atherosclerosis Prevention (ASAP) Study. Circulation. 2003;107(7):947-53. Romieu I, Sienra-Monge JJ et al. Antioxidant supplementation and lung functions among children with asthma exposed to high levels of air pollutants. Am J Respir Crit Care Med. 2002 Sep 1;166(5):703-9. Guz J, Dziaman T et al.. Do antioxidant vitamins influence carcinogenesis?. Postepy Hig Med Dosw.(Online.). 2007;61:185-98. Afkhami-Ardekani M, Shojaoddiny-Ardekani A. Effect of vitamin C on blood glucose, serum lipids & serum insulin in type 2 diabetes patients. Indian J Med Res. 2007 Nov;126(5):471-4. Woollard KJ, Loryman CJ et al. Effects of oral vitamin C on monocyte: endothelial cell adhesion in healthy subjects. Biochem Biophys Res Commun. 2002 Jun 28;294(5):1161-8. Rayment SJ, Shaw J, Woollard KJ et al.. Vitamin C supplementation in normal subjects reduces constitutive ICAM-1 expression. Biochem Biophys Res Commun. 2003 Aug 22;308(2):339-45. Bast A, Haenen GR et al. Protection by flavonoids against anthracycline cardiotoxicity: from chemistry to clinical trials. Cardiovasc Toxicol. 2007;7(2):154-9. bdel-Latif MM, Raouf AA et al. Vitamin C enhances chemosensitization of esophageal cancer cells in vitro. J Chemother. 2005 Oct;17(5):539-49. Chen J, Kang J et al. Combination with water-soluble antioxidants increases the anticancer activity of quercetin in human leukemia cells. Pharmazie. 2004 Nov;59(11):859-63. Chen J, Wanming D et al. Water-soluble antioxidants improve the antioxidant and anticancer activity of low concentrations of curcumin in human leukemia cells. Pharmazie. 2005 Jan;60(1):57-61. Correa P, Fontham ET et al. Chemoprevention of gastric dysplasia: randomized trial of antioxidant supplements and anti-helicobacter pylori therapy. J Natl Cancer Inst. 2000 Dec 6;92(23):1881-8. Maramag C, Menon M et al.. Effect of vitamin C on prostate cancer cells in vitro: effect on cell number, viability, and DNA synthesis. Prostate. 1997 Aug 1;32(3):188-95. Wei DZ, Yang JY et al. Inhibition of liver cancer cell proliferation and migration by a combination of (-)-epigallocatechin-3-gallate and ascorbic acid. J Chemother. 2003 Dec;15(6):591-5 Paolisso G, Balbi V et al. Metabolic benefits deriving from chronic vitamin C supplementation in aged non-insulin dependent diabetics. J Am Coll Nutr. 1995 Aug;14(4):387-92 Block G, Jensen C et al. Plasma C-reactive protein concentrations in active and passive smokers: influence of antioxidant supplementation. J Am Coll Nutr. 2004 Apr;23(2):141-7 Moller P, Viscovich M et al. Vitamin C supplementation decreases oxidative DNA damage in mononuclear blood cells of smokers. Eur J Nutr. 2004 Oct;43(5):26774. Majewicz J, Rimbach G et al. Dietary vitamin C downregulates inflammatory gene expression in apoE4 smokers. Biochem Biophys Res Commun. 2005 Dec 16;338(2):951-5
ORTHOFYTO
25 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
����������������� ��������������������������������������������� ������������������������������������� ������������������������������������������������������������ �������������������������������������������������������� �������������������������������
�������������������������������������������������� ��������������������� ������������������������� �����������������������
�� ������������������ ������������������������ �� ����������������� ��������� �� �������������� ������������������ ��������
�������������������������� �����������������������
��������������������� ������������������������������
������������� ��������������������� ����������� ������������� ��������������������� �������������� ��������������������������� � ������������� � ���������������������
�� ������������������ �� ���������������
���������
�����������������������
����������
�������������������
����������������� ������������ �����������������
� ��������������������� ������������ ���������������� �������������������� ������������������ ������������������ �����������������
Kiezen voor de balans van Orthica > De basis van gezondheid ligt in een goed voedings patroon en een gezonde levensstijl; voldoende ontspanning en beweging, niet roken en matig zijn met alcohol. Orthica biedt daarnaast een ruime keuze aan uitgebalanceerde supplementen. Werkt u aan soepele gewrichten of besteedt u aandacht aan een goede darmwerking, Orthica maakt uw aanpak compleet. Wilt u weten welke voedingssupplementen het beste bij uw aanpak aansluiten? Onze deskundigen helpen u daarbij graag, hiervoor kunt u contact opnemen met Orcovita, verdeler van Orthica producten in België. Informatielijn: 011-831770 of
[email protected]
ER IS NOG ZOVEEL MOGELIJK
Hoofdartikel Fyto
Philippe Gerard
Pancreasinsufficiëntie en diabetes: fytotherapeutische behandeling
K
aneel heeft antioxidatieve en inflammatoire eigenschappen, zoals vele kruiden dat hebben. Voor behandeling van pancreasinsufficiëntie kan kaneel het insulinetekort compenseren door zowel de insulinereceptoren als het insulinesignaal te activeren.
Fig.1 kaneelbast
De kaneelboom Cinnamomum zeylanicum Nees, is de kaneelboom van Ceylon, Sri Lanka (de Guzman C.C. and Siemonsma J.S., 1999b). Ze behoort tot de familie van de Lauracea. De boom is een evergreen en groeit in Ceylon, maar wordt ook gekweekt in Madagascar en elders. Ze is tot 30 m hoog en verkiest een tropisch klimaat. Deze tropische evergreen komt zowel als struik en als boom voor, naargelang het ingrijpen van de mens. Wanneer vrijstaande bomen hun gang kunnen gaan, worden ze tot 50 m hoog ; de stam is vrij van takken voor de eerste 30 m en tot 125 cm dik. Dit blijkt van nut als we de schors willen oogsten van deze stam! De “verum”-soort wordt meestal slechts 18 m hoog en kan soms lager takken krijgen, tenzij we dit tijdens de groei verhinderen. De stam wordt tot 60 cm dik. In de schors bevinden zich de oliecellen, met
een zeer sterk geurende essentiële olie, die vooral cinnamaldehyde bevat. De bladeren zijn ook heel aromatisch, eveneens met oliecellen, maar de essentiële olie bevat er vooral eugenol, zoals in kruidnagel. De bloemen zijn wit tot crèmekleurig, mooie sterretjes met 6 kroonblaadjes. De vruchten zijn zwarte, ellipsoïdale besjes. Van deze boom gebruiken we vooral de schors: de binnenbast van de stam wordt losgemaakt en ontdaan van alle buitenste lagen, inclusief de kurklaag (Bültjer Ulrike, 1998). Tijdens het drogen in de zon, krult de bast zich op in rolletjes of stokjes en wordt ze geelbruin (de Guzman C.C. & Siemonsma J.S., 1999a).
Inhoudsstoffen De essentiële olie van de schors noemt men de E.O. cinnamomum zeylanicum c.t. cinnamal-
ORTHOFYTO
27 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Hoofdartikel Fyto
Philippe Gerard
dehyde: kaneel (Ceylon-kaneelbast). De essentiële olie bevat vooral de fenylpropanen cinnamaldehyde, eugenol en monoterpenen cineol en linalol (David G.Williams, 1996). In schorspoeder daarentegen, komen (epi-)catechines voor, procyanidines en geurige coumarines, alsmede diterpenen en fenolcarbonzuren, suikers en betasitosterol. De procyanidines zijn de precursoren van gecondenseerde looistoffen, die in het poeder verantwoordelijk zijn voor de fytotherapeutische werkingen!
Cinnamaldehyde Cinnamaldehyde remt een groot aantal bacteriën (Fritz Kemper, 2003;Hänsel, 1992;Shan et al., 2007). Benevens zijn antibacteriële activiteit werd ook een antivirale en antimycotische activiteit vastgesteld (Joanne Barnes et al., 2002;Singh et al., 2007). Cinnamaldehyde is eveneens een prostaglandinesynthese-inhibitor en dus een antiflogisticum! (Dr.Geert Verhelst, 2004;Hänsel, 1992). Een belangrijke anti-inflammatoire werking werd vastgesteld (Kim et al., 2007): het remt cyclo- en lipo-oxygenase (COX en LOX) en de vorming van leukotriëen B4 en prostaglandine E2. Het bastpoeder is bijzonder efficiënt tegen verschillende griepsymptomen, zoals nausea, braken, anorexie, intestinale kolieken, diarree, flatulentie en dyspepsie. Cinnamaldehyde is hypothermisch en antipyretisch (Joanne Barnes et al., 2002).
Methylhydroxychalconpolymeer Kaneel is, na recent ondezoek, zeer geprezen als antioxidant, lipidenperoxidatieremmer en superoxideradicaalvanger. De stof methylhydroxychalconpolymeer heeft men in kaneelpoeder ontdekt ; deze stof is een insulineresistentieremmer en dus werkzaam bij diabetes! Een overzichtsartikel uit 2004 (Beneficial Compounds in Cinnamon Spice Up Insulin Sensitivity) door Rosalie Marion Bliss (19 april 2004), vermeldt dat verschillende wateroplosbare inhoudsstoffen van kaneelbast (zowel de C. zeylanicum als de C. cassia) bloedsuikerspiegels verlagen. Wetenschappers van het Agricultural Research Service extraheerden de bast met water en bekwamen de polyfenolische polymeren, die het suikermetabolisme in vetcellen tot twintig maal versnellen.
28
Fig. 2: Kaneelpolyfenolen stimuleren de IRS-proteïnes via de tyrosinekinase (stimulatie van de autofosforylatie), wat de werking van de insulinereceptor activeert, en aldus ook het glucosetransport.
Methylhydroxychalconpolymeer of MHCP verhoogt de insulinesensitiviteit door het stimuleren van de insulinereceptors via het activeren van Proteine Tyrosine Phosphatases, verhoogt ook de proteïne- en mRNA-gehaltes van de insulinereceptor, de glucosetransporter-4 en het tristetraproline (Cao, Arch Biochem Biophys, maart 2007). De geëxtraheerde polyfenolen (catechinetype) stimuleerden de kinases (receptor tyrosine kinases in het cytosol en de extracellulaire insulinebinding (Maurice Goodman, 2003; Voet, 1995). Op die manier beïnvloeden ze de autofosforylering van de tyrosinekinases, en deze fosforylering van het tyrosinekinasedomein is onontbeerlijk voor de activatie van de receptor (Imparl-Radosevich et al., 1998; Maurice Goodman, 2003)! Ze inhibeerden daarentegen ook de enzymes die de receptoren voor insuline deactiveren: de phosphodiesterases. Dezelfde stof, MHCP, kan samen met de OPC’s (catechines en epicatechines) ook een daling veroorzaken van de
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
serumspiegels van cholesterol, LDL en triglyceriden. Veel recent onderzoek bevestigt deze bevindingen (Anderson et al., 2004; Blevins et al., 2007; Cao et al., 2007; Mang et al., 2006; Subash et al., 2007; Verspohl et al., 2005). Uiterst recent onderzoek geeft aan dat ook cinnamaldehyde zelf deze hypoglycemische werking bezit (Subash et al., 2007)! Subash Pabu baseerde zich op de eeuwenoude Ayurveda (Indië) bij zijn onderzoek; hij constateerde de insulinewerking van cinnamaldehyde, maar ook dat deze stof de plasmaspiegels normaliseerde van aminotransferase, alanine aminotransferase, lactaatdehydrogenase, alkalische fosfatase en zure fosfatase. Er was niet alleen een reductie in de bloedglucoseconcentratie, maar ook in geglycosyleerd hemoglobine (HbA1C), totaal serumcholesterol en triglyceridespiegels, alsook een verhoging van de plasma-insuline, hepatisch glycogeen en HDL-cholesterolspiegels.
Hoofdartikel Fyto
Philippe Gerard
Andere plantaardige antidiabetische middelen Voor de screening van andere planten, die nuttig kunnen zijn bij diabetes type 2, werd zeer recentelijk een algorithme ontwikkeld door Bradley et al.(Bradley et al., 2007). Uit de ayurveda komen o.a. Gymnema sylvestre, Trigonella foenum-graecum en Momordica charantia. • • • • •
Gymnema stimuleert de regeneratie van de β-cellen van de pancreas, die insuline produceren. Vers sap van de bittere meloen (Momordica) bevat insuline-achtige polypeptiden. Ginseng, fenegriek, look en ui worden eveneens vermeld(Joseph Pizzorno and Michael Murray, 2006). Spore-elementen zoals chroom, vanadium en zink blijken eveneens belangrijk (Rustenbeck, 2007). Onze westerse traditionele geneeskunde geeft ondermeer aan: - De bladeren van Vaccinium myrtillus: blauwe bosbes blaadjes. - Het bovengrondse deel van Polygonum aviculare, het varkensgraskruid. - De bladeren van Eucalyptus globulus: eucalyptusbladeren. - Een traditioneel recept voor thee (infuus) is dan ook deze drie planten samen (in gelijke delen).
Polygonum aviculare werd recentelijk onderzocht op zijn antioxidatieve kwaliteiten (Hsu, 2006). De actieve inhoudsstof is avicularine (Zhang and Xu, 1989). Een mengsel van de tincturen blijkt echter het best werkzaam. De reden is niet alleen een betere extractie der inhoudsstoffen, maar ook de aanwezigheid van een uiterst kleine hoeveelheid alcohol. Rustenbeck geeft in zijn artikel immers
aan, dat alcohol (“moderate intake!”) het risico op diabetes II manifestatie vermindert (Rustenbeck, 2007). Ook koffie zou dit trouwens doen; de polyfenolen uit “groene koffiebonen” zijn ook actieve antioxidantia en worden thans eveneens gecommercialiseerd. Een eenvoudig, maar efficiënt middel is dus: R./ Tinctura Cinnamomum zeylanicum Cortici 50 ml Vaccinium myrtillus Folii 30 ml Polygonum aviculare Herbae 20 ml S./ 4 x daags 30 druppels in wat water met wat eten. Referenties 1. Anderson RA, Broadhurst CL, Polansky et al. (2004) Isolation and characterization of polyphenol type-A polymers from cinnamon with insulin-like biological activity. J Agric Food Chem 52: 65-70 2. Barnes J, Anderson L et al. (2002) Herbal Medicines. London, UK: Pharmaceutical Press 3. Blevins SM, Leyva MJ et al. (2007) Effect of cinnamon on glucose and lipid levels in non insulin-dependent type 2 diabetes. Diabetes Care 30: 2236-2237 4. Bradley R, Oberg EB et al. (2007) Algorithm for complementary and alternative medicine practice and research in type 2 diabetes. J Altern Complement Med 13: 159-175 5. Bültjer Ulrike (1998) Lexicon der gewürze ; Het complete handboek van kruiden en specerijen. Niedernhausen: Zuidnederlandse Uitgeverij Aartselaar, België 6. Cao H, Polansky MM, Anderson RA (2007) Cinnamon extract and polyphenols affect the expression of tristetraprolin, insulin receptor, and glucose transporter 4 in mouse 3T3-L1 adipocytes. Arch Biochem Biophys 459: 214-222 7. de Guzman C.C., Siemonsma J.S. (1999a) Plant Resources of South-East Asia. Bogor, Indonesia: PROSEA 8. de Guzman C.C., Siemonsma J.S. (1999b) PROSEA: Plant Resources Of South-East Asia. Leiden, The Netherlands: Backhuys Publishers
Fig. 3: Vers sap van de bittere meloen (Momordica) bevat insuline-achtige polypeptiden. 9. Hänsel (1992) HAGERS HANDBUCH : Drogen. Berlin: Springer Verlag 10. Hsu CY (2006) Antioxidant activity of extract from Polygonum aviculare L. Biol Res 39: 281-288 11. Imparl-Radosevich J, Deas S et al. (1998) Regulation of PTP-1 and insulin receptor kinase by fractions from cinnamon: implications for cinnamon regulation of insulin signalling. Horm Res 50: 177-182 12. Kemper Fritz (2003) ESCOP Monographs. ESCOP 13. Kim DH, Kim CH et al. (2007) Suppression of agerelated inflammatory NF-kappaB activation by cinnamaldehyde. Biogerontology. 14. Mang B, Wolters M et al. (2006) Effects of a cinnamon extract on plasma glucose, HbA, and serum lipids in diabetes mellitus type 2. Eur J Clin Invest 36: 340-344 15. Maurice Goodman (2003) Basic Medical Endocrinology. New York, USA: Academic Press 16. Pizzorno J, Murray M (2006) Textbook of Natural Medicine. Churchill Livingstone Elsevier. 17. Rustenbeck I (2007) [Unconventional antidiabetic agents]. Med Monatsschr Pharm 30: 131-137 18. Shan B, Cai YZ et al. (2007) Antibacterial Properties and Major Bioactive Components of Cinnamon Stick (Cinnamomum burmannii): Activity against Foodborne Pathogenic Bacteria. J Agric Food Chem. 19. Singh G, Maurya S et al. (2007) A comparison of chemical, antioxidant and antimicrobial studies of cinnamon leaf and bark volatile oils, oleoresins and their constituents. Food Chem Toxicol 45(9):1650-61 20. Subash BP, Prabuseenivasan S et al. (2007) Cinnamaldehyde--a potential antidiabetic agent. Phytomedicine 14: 15-22 21. Verhelst Geert (2004) Groot Handboek Geneeskrachtige Planten. Mannavita 22. Verspohl EJ, Bauer K et al. (2005) Antidiabetic effect of Cinnamomum cassia and Cinnamomum zeylanicum in vivo and in vitro. Phytother Res 19: 203-206 23. Voet D&J (1995) Biochemistry. Bognor Regis, UK: John Wiley and Sons 24. Williams DB (1996) The Chemistry of Essential Oils. Weymouth, Dorset, UK: Micelle Press Zhang XQ, Xu LS (1989) Determination of avicularin in Polygonum aviculare L. by square wave polarography. Proc Chin Acad Med Sci Peking Union Med Coll 4: 193-195
ORTHOFYTO
29 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Voeding
Joost Meeusen
Sulforafaan uit broccoli Ontegensprekelijk nuttig in de kankerpreventie
E
ind jaren '80 was de rol van fase-II-enzymen in de ontgifting van schadelijke stoffen goed bekend. Ook was de preventieve rol van groenten en fruit al lang geweten. Het was in die context dat sulforafaan was ontdekt. Men vond dat broccoli-extracten één van de beste induceerders waren fase-II-enzymen. Men is dan verder gaan zoeken welke stof hiervoor verantwoordelijk was en in 1992 vond men het sulforafaan (1-isothiocyanaat-4-(methylsulfinyl)-butaan). Reeds bij de ontdekking was de kankerpreventieve rol zeer goed gekend. In feite heeft men sindsdien nog altijd geen sterkere induceerder gevonden voor de fase-II-enzymen, zelfs geen synthetische varianten.[1]
� �
�
�
�
Fig.2: Moleculaire structuur van sulforafaan.
Fig.1: Brocolli bevat een schat aan anticarcinogene stof sulforafaan.
Synthese van sulforafaan Broccoli behoort tot het kolengeslacht (brassica) en deze planten produceren isothiocyanaten die in de cellen opgeslagen worden. Isothiocyanaten zijn chemische verbindingen met een stikstof- en zwavelelement in volgende configuratie: -N=C=S; in broccoli is het glucorafanine het meest voorkomende.
30
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
Bij beschadiging van de plant komen deze isothiocyanaten vrij en worden ze door het enzym myrosinase aan de lopende rij omgezet naar sulforafaan en andere gelijkaardige stoffen. Voor de plant is dit een verdedigingsmechanisme tegen micro-organismen. Voor de broccoli-eters wil dit zeggen dat sulforafaan pas vrijgegeven wordt tijdens het kauwen of het snijden van de groente. Koken
Voeding
Joost Meeusen
van broccoli inactiveert het myrosinase en dan is het aan de darmbacteriën om hier en daar nog een isothiocyanaat om te zetten naar sulforafaan. Nu weet men ook dat het niet de volwassen struikjes zijn die het meeste glucorafanine bevatten, maar wel de drie dagen oude broccolikiemen.[2]
zaak is: op die manier worden minder snel nieuwe carcinogene metabolieten gevormd. Fase II is dus des te meer nodig om deze carcinogene metabolieten te elimineren. Mogelijke dragermoleculen in fase II zijn glutathion, UDP-glucuronzuur, methyl-, sulfaat-, acetyl- en glycosylgroepen.
IJzersterk principe van sulforafaan
Activatie van fase-IIenzymen via Nrf2-activatie
Het afvoeren van toxische stoffen vereist het oplosbaar maken van het toxische molecule. Meestal gebeurt dit in de levercellen en dit in twee fasen: (1) chemische wijziging van de molecule (chemische transformatie) (2) binding aan een dragermolecule (conjugatie). Een chemische transformatie in de eerste fase kan slaan op een oxidatie, epoxidatie, deaminatie, enz. Deze chemische wijziging kan echter wel het ontstaan geven aan een carcinogene metaboliet!
Nrf2 staat voor ‘nucleaire-factorerythroid-2-gerelateerde factor 2’ en is de belangrijkste activator van de ARE-genen. ARE moeten we lezen als Antioxidant-Response-Element. De genen die onder controle van ARE staan, hebben een functie in de bestrijding van oxidatieve stress in de cel. Met andere woorden, het sulforafaan dat Nrf2 activeert, zorgt er langs die weg voor dat een aantal antioxidantenzymen aangemaakt worden in de cel, namelijk epoxide hydrolase, ferritine, glutamaatcysteïnesynthetase, glutathion-S-transferase (zie volgende paragraaf), glutathionreductase, heemoxygenase-I,
Sulforaan heeft een remmende werking op deze fase-I-enzymen, wat een goede
��� �� �� �������
� � � �
�����������
Dit enzym is verantwoordelijk voor de binding van glutathion aan het te elimineren molecule. Ook de genetica van glutathion-S-transferase is goed bestudeerd geweest en één van die onderzoeken leidde naar de ontdekking van een belangrijke genetische variant, genaamd GSTM1. Ongeveer de helft van de wereldbevolking heeft dit gen niet en zou bovendien minder goed reageren op sulforafaan.
Oxidatieve stress Sulforafaan is zelf geen antioxidant, maar blijkt wel de oxidatieve stress in de cel te verlagen. In de eerste plaats wordt dit verklaard door toename van glutathion in de cel, omdat zowel de aanmaak als de recyclage ervan wordt gestimu-
��������� ��
� � �
��
����
��������� � ���������
����
���������������� �� �� �������
���� ���� ���������� ������������� ������
� �� � � � � � �� �� �� � � �� � �� �� � � �
���������
activatie
��������
Glutathion-S-transferase
��������� ��� ��� �������
�� ���������� �������
� � ���� ���� � �
thioredoxine, thioredoxinereductase, quinonreductase, aldoketoreductase en UDP-glucoronyltrasferase 1A, in één woord zijn dit de fase-II-detoxificatieenzymen!
������������������������� ��� ����� � ��������������� �� ��������� ���
�������� � &��������� ��������������������������! ��� � �������������� ��� � ��� ����! '���������������
"������ ���#� �� ��$� �$��%�"�!
����� ���� ��������%���������% Fig. 2: !�"��#������$� ����%���%�� �&�������� �'������$�����$� �'����% De kracht van sulforafaan zit hem in de activatie van de Nrf2-transcriptiefactor. Nrf2 wordt inactief gehouden�(��'��� �����%������'� � door KEAP2, dat na binding met sulforafaan het Nrf2 moet lossen. Nrf2 wordt naar de celkern gebracht, waar het zich bindt aan de ARE-gebieden op het DNA van een aantal '����)*+, ��'��� ���� '� ���������%���%�� �������% ����������� ����% �(��'�� ����'�����#�� �����������(��������&���� fase-II-enzymen. Deze binding zet de aanmaak van deze fase-II-enzymen (blauw) in gang: glutamaat-cysteïnesynthetase (synthese van glutathion), glutathionreductase (recuperatie van geoxideerd glutathion), glutation-S-transferase (binding van glutathion aan een toxische stof (N), �� '���� �'��+-*������'� ��������"�+�$� ��� ��� ����%����..�� &��� ��"�&���� '� ��&���'���� ���#�$� �'�&��%���� heemoxygenase (afbraak van heem tot het antioxidant bilirubine), quinonreductase (elektronentransfers), thioredoxinereductase (seleniumhoudend antioxidantenzym), ferritine (binding van vrije-ijzerionen) en epoxidehydrolase.
ORTHOFYTO
31 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Voeding
Joost Meeusen
leerd (glutamaatcysteïnesynthetase). Vreemd genoeg binden isothiocyanaten erg snel aan glutathion, waardoor er een kortstondige glutathionuitputting kan ontstaan. Netto zorgt sulforafaan wel voor een toename van glutathion in de cel. Een ander werkingsmechanisme vindt men bij het heemoxygenase. Dit enzym breekt het heem af (uit hemoglobine) naar biliverdine dat verder omgezet wordt naar bilirubine, een belangrijke antioxidant die de cel zelf aanmaakt in noodsituaties.[3] Ook het thioredoxine is een belangrijke schakel in het antioxidantensysteem van de cel. Het ferritine kan belangrijk zijn om vrij ijzer in de cel te strikken. Ongebonden ijzerionen kunnen door hun katalytisch effect zelf het ontstaan geven aan oxidatieve reactieproducten.
Uiteenlopende celtypes Hoewel de lever het belangrijkste detoxificatieorgaan is – alle inkomende stoffen uit de darm worden zoveel mogelijk door de lever gefilterd –, bezit elke cel detoxificatie-enzymen. Bij muizen en in celculturen vond men activatie in tal van weefseltypes: • darmcellen • voormaag • borstcellen • epitheelcellen • slokdarm (in vivo) • dunne darm (in vivo) • blaas (in vivo) • lymfocyten (in vivo)
Vele veelbelovende vivoantikankerresultaten Toch heel wat studies werden uitgevoerd op ratten en muizen met goede resultaten. Men kon tumoren aan de borst [2], pancreas, darm, maag, prostaat, pancreas en longen verminderen dankzij sulforafaantoediening. Deze goede resultaten zijn niet alleen te verklaren aan de hand van de detoxificatie-enzymen. Sulforafaan blijkt ook apoptose in kankercellen te induceren.
Apoptose: vroegtijdige beëindiging van een potentiële kankercel Apoptose is een reddingsmiddel wanneer een cel volledig uit balans is. De enige uitweg is dan zichzelf vernietigen om op die manier de vorming van een gevaarlijke kankercel te voorkomen. Sulforafaan is op dat vlak des te interessanter omdat het enkel apoptose veroorzaakt in kankercellen en gezonde cellen
32
ongemoeid laat. Andere mechanismen zijn inhibitie van deling, inhibitie van vorming van nieuwe bloedvaten (angiogenese) in kankercellen en anti-inflammatoire werking.
Pancreas Pancreaskanker is nog steeds één van de minst behandelbare kankertypes die er zijn, maar nochtans goed beïnvloedbaar (preventief) door omgevingsfactoren zoals tabak, zwaarlijvigheid en ongezonde voeding – veel vlees, weinig groenten en fruit. Wat opviel is dat het enkel beduidend werkzaam is in de beginfase van kankervorming. Eens de kanker zich definitief ontwikkeld had, bleek sulforafaan minder goed te helpen.[4]
Andere effecten Huidbeschermend
In de toekomst hoopt men sulforafaancrème te ontwikkelen ter bescherming tegen zonlicht. UV-licht veroorzaakt schade in huidcellen, die doorgaans goed hersteld wordt door de cel. In plaats van de huid af te schermen van UV activeert sulforafaan net die enzymen die de UV-schade opruimen. Sulforaan werd onlangs uitgetest op zes personen met plak UV-verbrande huid, waar het de rode uitslag en de ontsteking verminderde.[5]
Hartbeschermend
In een studie met bijna 35.000 vrouwen bleek broccoliconsumptie sterk geassocieerd zijn met een verminderd risico op hart- en vaatziekten. Vooral de thioredoxine-enzymen hebben hier een beschermende werking.[6]
Immuunversterkend
Sulforafaan stimuleert celdeling van immuuncellen reeds in het beenmerg en dat resulteert in een hoger aantal antilichamen in het bloed. Het bleek tevens de fagocytose bij macrofagen te stimuleren.[7]
Antibiotisch
Sulforafaan is sterk antibacterieel tegen helicobacter pyloris, ook tegen stammen die resistent zijn tegen de huidige antibioticaregimes.[8] Helicobacter pyloris is een maagbewoner die in overmaat aanwezig maagzweren kan veroorzaken.
Synergieën Het glutathionmetabolisme moet ook goed ondersteund worden door N-acetylcysteïne en selenium. N-acetylcys-
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
teïne is één van de drie aminozuren van het tripeptide glutathion, terwijl selenium als cofactor vereist is in de enzymen glutathionperoxidase en thioredoxinereductase.[9] Een synergetische interactie tussen sulforafaan en ECGC (epigallo-catechin gallaat in groene thee) vond men bij de onderdrukking van darmkankercellen in vitro.[10]
Dosering Sulforafaantoxicologie bij ratten wees aan dat doseringen van 30-60mg glucorafanine per kg lichaamsgewicht veilig en effectief waren.[11] Bij mensen is men niet verder gegaan dan 50 mg driemaal daags, waarbij geen enkele abnormaliteiten vastgesteld konden worden.[12] Referenties: 1. Moriarty RM, Naithani R et al. Cancer chemopreventive activity of sulforamate derivatives. Eur J Med Chem. 2006; 41:121-124 2. Juge N, Mithen RF, Traka M. Molecular basis for chemoprevention by sulforaphane: a comprehensive review. Cell Mol Life Sci. 2007; 64:1105 - 1127 3. Cornblatt BS, Ye L et al. Preclinical and clinical evaluation of sulforaphane for chemoprevention in the breast. Carcinogenesis. 2007; 28(7):1485-1490 4. Yuichi Kuroiwa, Akiyoshi Nishikawa. Protective effects of benzyl isothiocyanate and sulforaphane but not resveratrol against initiation of pancreatic carcinogenesis in hamsters. Cancer Letters. 2006; 241:275-280 5. Hamptom T. Broccoli extract may help reduce UV skin damage. JAMA. 2007; 298(19): 23 6. Mukherjee S, Gangopadhyay H, Das DK. Broccoli: a unique vegetable that protects mammalian hearts through the redox cycling of the thioredoxin superfamily. J Agric Food Chem. 2008; 56:609-617 7. Thejass P, Kuttan G. Immunomodulatory activity of Sulforaphane, a naturally occurring isothiocyanate from broccoli (Brassica oleracea). Phytomedicine 14 (2007) 538-545 8. Fahey JW, Haristoy X, Dolan PM et al. Sulforaphane inhibits extracellular, intracellular, and antibioticresistant strains of Helicobacter pylori and prevents benzo[a]pyrene-induced stomach tumors. Proc Natl Acad Sci U S A. 2002 May 28;99(11):7610-5 9. Finley JW, Sigrid-Keck A et al. Selenium enrichment of broccoli: interactions between selenium and secondary plant compounds. J Nutr. 2005; 135:1236-1238 10. Nair J, Hebbar V, Shen G et al. Synergistic effects of a combination of dietary factors sulforaphane and (j) epigallocatechin-3-gallate in ht-29 ap-1 human colon carcinoma cells. Pharmaceut Res. 2008; 25(2):387400 11. Lai RH, Keck AS et al. Evaluation of the safety and bioactivity of purified and semi-purified glucoraphanin. Food Chem Toxicol. 2008; 46:195-202 12. Shapiro TA, Fahey JW et al. Safety, tolerance, and metabolism of broccoli sprout glucosinolates and isothiocyanates: a clinical phase I study. Nutr Cancer. 2006; 55(1):53-62
Therapie
Joost Meeusen
Probiotica bij een dipje? Rol van de darmflora bij depressieve aandoeningen.
P
sychiatrie heeft een lange weg af moeten leggen vooraleer het aan een menswaardige instelling toekwam en tot vandaag nog bestaan psychiatrische wantoestanden. Psychiatrie is nog steeds het monopolie van farmaceutica, middelen die vaak bijwerkingen hebben die ironisch genoeg op het psychische een weerslag hebben. Niet moeilijk dat de vetzuren zo moeilijk ingang vinden in de psychiatrie. Probiotica zullen naar verwachting met meer verbijstering ontvangen worden, want wie houdt het voor mogelijk dat probiotica zinvol kunnen zijn in de behandeling van depressies?
��������� � ��������� �� ��������� �� ������������ ����������������
���������
��������� �������
�������
�
�
Fig.1: Verschillende aspecten van de gunstige werking van darmbacteriën kunnen verstoord worden door een slechte darmflora. (1) Darmbacteriën leveren vitamines aan voor het lichaam die voor de hersenen belangrijk zijn. (2) Darmbacteriën breken lactose af dat zich met tryptofaan kan binden en dat tryptofaan onopneembaar maakt. (3) Tryptofaan is een essentiële aminozuur, nodig voor de synthese van serotonine. (4) Een groot deel van de productie van serotonine gebeurt in de darmen. (5) Serotonine is de precursor voor melatonine, een belangrijk antiverouderingshormoon. (6) Goede bacteriën interageren met het immuunsysteem en zet aan tot productie van IL-10. IL-10 heeft een stressonderdrukkende werking in de hersenen. (7) Een slechte darmflora stimuleert ontstekingsfactoren zoals IL-1β en TNFα.
��������� ������� ����� ����
�
�
�
�����β
�����
�
����������
� !���������
��� ���α α
�������������� ��������������
Een normale darm is bewoond met een 500-tal bacteriesoorten, waarvan de lactobaccillen en de bifidobacteriën belangrijke vertegenwoordigers zijn. De bacteriële flora beschermt de darmen tegen ziekmakende bacteriën, levert vitamines en mineralen af aan het lichaam, ondersteunt de vertering en is belangrijk, zoniet essentieel voor het immuunssysteem.
Darmproblemen bij psychische stoornissen Wat de redenen ook moge zijn, statistisch gezien lijken mensen met psychische aandoeningen sneller geneigd om darmproblemen te hebben. Men zag onder meer dat buikpijn bij kinderen geassocieerd was met angst en depressieve stoornissen. Deze kinderen moesten het bovendien met minder lactobacillen
ORTHOFYTO
33 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Therapie
Joost Meeusen
stellen. Een omgekeerde link bevestigde dit: ongeveer 30% van depressielijders hebben ook te kampen met darmproblemen zoals het prikkelbare darmsyndroom en de ziekte van Crohn. Men vond een gelijkaardig verband tussen atopische ziekten en de gedragsstoornissen ADHD en depressie. De betreffende studie vonden meer stafylokokken en minder bifidobacteriën terug. Een ander breed omschreven syndroom die dikwijls met depressie gepaard gaat, is chronische vermoeidheid (CVS en fibromyalgie). Ook bestonden de bacteriële darmkolonies uit minder bifidobacteriën, maar wel meer enterokokkensoorten. Het aantal enterokokken in de darm was bovendien evenredig met de ernst van de symptomen zoals nervositeit, vergeetachtigheid en verwarring, symptomen die ook terugkomen bij depressieve stoornissen. Tot slot weet men dat endometriosis gelinkt is met depressie.
Dikkedarmbacteriën die oprukken naar de dunne darm Niet dat enterokokken (en stafylokokken) ongewone bacteriën zijn in het darmkanaal, maar men ziet ze liever in de dikke darm dan in de dunne darm. Bij de hierboven vermelde aandoeningen prikkelbare darmsyndroom, chronische vermoeidheid en endometriosis wordt een migratie van deze bacteriën naar de dunne darm waargenomen. Het resultaat is een overwoekering van de dunne darm, zoals die gemeten wordt met de lactulose-H2-ademtest.
De lactulose-H2-ademtest Vooraf de test wordt men verzocht om tien uur lang niet te eten. Bij de test zelf moet men een lactulose-oplossing opdrinken waarna op bepaalde tijdstippen de concentratie waterstofgas (H2) wordt gemeten. H2 is een fermentatieproduct van lactulose: de aanwezigheid kan een indicatie zijn van een bacteriële overwoekering in de darmen. Deze overwoekering kan het rechtstreeks gevolg zijn van te weinig maagzuur dat in de dunne darm terechtkomt, of is het gevolg van een te weinige darmperistaltiek. Ook een tekort aan beweging kan daaraan te wijten zijn, die men al te vaak bij depressieve personen aantreft.
34
Chronische vermoeide patiënten ondervonden verbetering van geheugen en depressie na behandeling van een dunnedarmoverwoekering.
Minder nutriënten Buikpijn is zeker niet de enige klacht die uit deze overwoekering volgt. De slechte samenstelling van de darmflora zorgt er ook voor dat bepaalde nutriënten slecht opgenomen worden, waaronder de B-vitamines. Bij depressieve personen vindt men net lage hoeveelheden terug van vitamine B6, B12 en foliumzuur. Vitamine B6 is hier belangrijk voor de omzetting van alfalinoleenzuur naar eicosapentaeenzuur (EPA). Het is dankzij de darmflora dat vegetariërs aan hun minimum vereiste hoeveelheid vitamine B12 geraken. Zink is een andere voorbeeld dat beter wordt opgenomen dankzij niet-opneembare oligosacchariden (de zogenaamde prebiotica).
Terug een omega 3probleem Nog maar enkele jaren terug werd zeer schamper gedaan over het gebruik van omega 3-vetzuren bij psychische aandoeningen. Ondertussen kan men wel in allerhande wetenschappelijke publicaties lezen dat EPA opkomt als een sterke kandidaat voor de behandeling van depressie. Omega 3-vetzuren uit het dieet beïnvloeden de darmflora en de darmflora beïnvloedt de hoeveelheid omega 3-vetzuren in het lichaam. Bij muizen is alvast aangetoond dat een dieet rijk aan visolie de populatie bifidobacteriën verdrievoudigt (in vergelijking met maïsolie) en dat visolie remmend werkt op de bacteroïden in de darm. Bacteroïden zijn enerzijds normale dikkedarmbewoners met nuttige eigenschappen, maar hebben anderzijds ook ziekmakende eigenschappen. Om een goede verstandhouding in de darmen te behouden dient men deze bacteriën goed onder controle te houden. De verklaring hiervoor is niet van de minste: omega 3-vetzuren blijken de aanhechting van lactobacillen aan de darmwand te stimuleren, terwijl arachidonzuur (een omega 6-vetzuur uit dierlijke producten) dit niet kan bewerkstelligen. Het is mede dankzij deze aanhechting dat lactobacillen en bifidobacteriën intestinale bescheming en immunologische ondersteuning bieden.
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
Een omgekeerd verband wordt nu ook onderkend. Bij atopische kinderen vond men een stijging van het alfalinoleenzuur in de fosfolipiden van het plasma dankzij probiotica. Bij leghennen steeg het EPA-gehalte in eieren sterker wanneer in de voeder naast vlaszaadolie ook probiotica werden toegevoegd.
Ontstekingsfactoren In het bloed van depressieve patiënten vindt men enkele afwijkende cytokines terug, waarvan IL-1beta en TNF-alfa de meest uitgesproken zijn. Deze cytokines zijn in staat om de maagsecretie in negatieve zin te beïnvloeden. Probiotica kunnen althans bij dieren de verhoging van cytokines doen omkeren.
Stress Nu komt daar nog bij dat stress eveneens een invloed heeft op de darmflorasamenstelling. Bij muisexperimenten noteert men minder lactobacillen en bifidobacteriën in de darmflora wanneer ze in een stressvolle situatie geplaatst worden. Het gaat zelfs zo ver dat de nakomelingen deze gewijzigde darmflora overgenomen hebben van de moedermuis wanneer ze stress ondervond tijdens de zwangerschap. Mensen kennen hetzelfde fenomeen: vooral de bifidobacteriën lijken uiterst gevoelig te zijn voor beperkende en fysieke stress. Kinderen met het prikkelbare darmsyndroom hebben in het algemeen hogere cortisonniveau's in het bloed. Probiotica hebben mogelijk ook een gunstige invloed op de hypothalamushypofyse-bijnieras, de hormonale route waarlangs psychische stress vertaald wordt naar fysiologische stress (bloeddruk, hartritme...). De verklaring die men nu heeft, is dat probiotica in staat zijn bepaalde immuuncellen aan te zetten tot productie van het cytokines IL10. Dit cytokine heeft receptoren in de hypothalamus en de hypofyse waar het aldaar de productie van stresshormonen kan onderdrukken.[1]
Alles komt samen in de darmen De darmen zijn schakelstation tussen zenuwcellen, immuuncellen en darmbacteriën. Het zenuwstelsel oefent controle uit over de darmflora via zenuwimpulsen en endocriene factoren. Omgekeerd beïnvloeden de darmbacteriën het neuro-endocriene systeem, bijvoorbeeld door stimulering van de productie van gammaboterzuur en zelfs
Therapie
Joost Meeusen
seksuele activiteit en eetlust. Serotonine is echter de precursor voor melatonine, het hormoon dat ’s nachts aangemaakt wordt. Melatonine en serotonine hebben een belangrijke rol in het bioritme (dagnachtcyclus), maar bepalen ook aspecten van de darmperistaltiek. Eten doen we immers enkel overdag, vandaar dat de darmen ’s nachts op een ander regime gezet moet worden.[5] Voor lactose-intoleranten is het niet altijd even gemakkelijk om elk voedingsmiddel waarin melk zit, te vermijden. Yoghurt is veel beter te verdragen om dat tot 50% van de lactose omgezet is door het bacteriële lactase. Het nut van probiotica is dan minder duidelijk naar voren gekomen in de studies.[6]
Hebben probiotica nut bij depressieve aandoeningen?
Fig.2: Depressieve personen blijken ook veel last te hebben van darmstoornissen.
serotonine (twee neurotransmitters). Depressieve personen hebben ongetwijfeld een constante stress te verduren, dat de darmperistaltiek ongunstig beïnvloedt. Alleen daardoor al kan de darmflora verstoord worden. Wijzigingen in de darmflora kunnen er toe leiden dat abnormale bacteriën in de darmslijmvliezen gaan nestelen, die het immuunsysteem ongunstig activeren. De cytokines die daaruit volgen kunnen in de hersenen de aanmaak van stresshormonen stimuleren. Lage doses van Campylobacter jejuni, die geen immuunrespons veroorzaakten, gaf men aan muizen waar ze een angstopwekkend effect hadden. Dit gebeurde via rechtstreekse neurale stimuli. Via immunologische wegen hebben darmbacteriën ook effect op de stemming. De anti-inflammatoire werking bij muizen bleek indrukwekkend: zelfs gewrichtsontstekingen werden door probiotica verminderd.
Serotonine en melatonine Lactose-intolerantie is een veeg teken bij opkomende depressies en wordt veroor-
zaakt door een gebrekkig lactase-activiteit.[2] Lactose bindt aan tryptofaan waardoor tryptofaan niet meer opneembaar is door de darmen. Een gelijkaardig verband en verklaring vond men bij fructose-intolerantie, waar fructoseintolerantie eveneens geassocieerd was met een lagere tryptofaanopname.[3] Men schat dat fructose-intoleratie bij 36% van de Europese bevolking aanwezig is, dikwijls slechts in mindere mate. Fructose dat niet opgenomen wordt bereikt de dikke darm waar het gassen gaat vormen met ongemakkelijke winderigheid als gevolg. Een slechte opname van tryptofaan beperkt de aanmaak van serotonine en melatonine. Men ziet dat patiënten met depressieve stoornissen vaak tryptofaantekorten hebben en dat deze tryptofaantekorten bij deze patiënten effectief aanleiding kunnen geven aan een depressie.[4]
Onvermijdelijk zijn de invloeden vanuit de darm op de hersenen onrechtstreeks, en moet men steeds spreken van een gedeeltelijk oorzakelijk verband. Tussen de darmen en de hersenen staan nog tal van andere beïnvloedbare en beïnvloedende factoren. In een holistisch kader van de menselijke biochemie echter mag men van een heilzame werking uitgaan van probiotica. Heeft deze argumentatie u niet overtuigd van het heil van probiotica bij depressies, dan hopelijk wel van die bij andere aandoeningen. Referenties 1. Eutamene H, Bueno L. Role of probiotics in correcting abnormalities of colonic flora induced by stress. Gut 2007;56;1495-1497 2. Ledochowski M, Sperner-Unterweger B, Fuchs D. Lactose malabsorption is associated with early signs of mental depression in females. Dig Dis Sci 1998;43:2513-7 3. Varea V, de Carpi JM, Puig C et al. Malabsorption of Carbohydrates and Depression in Children and Adolescents. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2005; 40(5):561-565 4. Neumeister A, Nugent AC, Waldeck T et al. Neural and Behavioral Responses to Tryptophan Depletion in Unmedicated Patients With Remitted Major Depressive Disorder and Controls. Arch Gen Psychiatry. 2004;61:765-773 5. Thor PJ, Krolczyk G, Gil K et al. Melatonin and serotonin effects on gastrointestinal motility. J Physiol Pharmacol. 2007; 58(6):97-105 6. Montalto M, Curigliano V et al. Management and treatment of lactose malabsorption. World J Gastroenterol. 2006; 12(2):187-191
Serotonine is hier een belangrijke neurotransmitter dat een rol speelt in stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie,
ORTHOFYTO
35 ®
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
Diagnose
Dirk Bogaert
Proteoomurinetest nieuwe diagnose voor kanker en arteriosclerose
M
enselijke urine werd tot voor zeer kort met weinig interesse gevolgd in de medische wetenschap. Nu echter gaan medici in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk er van uit dat via een gespecialiseerde urinetest tot zestig verschillende ziektebeelden in een zeer vroeg stadium kunnen worden vastgesteld. De meest gekende voorbeelden zijn blaas- of prostaatkanker. Door de vroege, goedkope en mensvriendelijke diagnose kunnen de behandelingskosten drastisch – tot 80 procent - dalen.
Fig. 1: Binnen vijf jaar hoopt men ziekten in een zeer vroeg stadium te ontmaskeren door middel van een grondige analyse van de proteïnen in het bloed.
Referentie: 1. González-Buitrago JM, Ferreira L et al. Urinary proteomics. Clin Chim Acta. 2007 Jan;375(1-2):49-56
36
Om bepaalde ziektebeelden via de urine te herkennen worden eiwitten die er zich in bevinden geanalyseerd. De Duitse professor Harald Mischak uit Hannover is een van de grootste specialisten op het vlak van de proteoomanalyse. Dit is de studie van proteïnen, wanneer en waar ze tot expressie worden gebracht, hoe ze in het metabolisme betrokken worden en hoe ze met elkaar interageren. Professor Mischak werkt samen met proteoomexperten uit Japan, de Verenigde Staten en Frankrijk. Mischak en zijn buitenlandse collega’s houden zich vooral bezig met de proteïnen die in menselijke urine terug te vinden zijn. Men analyseerde de urine van gezonde en van zieke mannen en vrouwen. Het werd snel duidelijk dat er significante verschillen waar te nemen waren. “Het grote voordeel van urine-eiwitten is dat ze niet invasief (zonder punctie of bloedafname), goedkoop en snel tot een degelijke diagnose kunnen leiden. Vooral nieraandoeningen konden dankzij de proteoomanalyse zeer vroeg vastgesteld worden, zodat patiënten konden behandeld worden vooraleer er zich ernstige complicaties manifesteerden. De kosten voor een behandeling lagen gemiddeld ook 80 procent lager dan indien de ziekte in een later stadium zou worden ontdekt.” Een internationaal onderzoeksteam identificeerde biomarkers (proteïnen) in de urine van duizend patiënten die aan nefropathie leden. Iemand met diabetes heeft 17 keer meer kans op nierproblemen dan iemand zonder
ORTHOFYTO
Jaargang 13 ~ nr.69 ~ 2008
®
diabetes. Het filtersysteem van de nieren bestaat uit miljoenen bloedvaten. Een hoge bloedsuikerspiegel en hoge bloeddruk kunnen deze bloedvaatjes beschadigen. In dat geval kunnen de nieren het bloed niet goed filteren en komen er eiwitten in de urine. Dit noemt men nefropathie. Meestal treden de symptomen pas in een laat stadium op. Dank zij de nieuwe urine-eiwit-test kan dit nu heel snel gebeuren. Bij diabetespatiënten zou het volgens de Duitse professor een standaarddiagnose moeten worden. Deze test kan de nierfunctie van diabetici veel langer optimaal tot goed houden. Via de urinetest konden ook tal van andere ziektebeelden in een zeer vroeg stadium ontdekt worden. “Het is juist dat de proteoomanalyse van urine eiwitten ons o.a. toelaten om arteriosclerose, blaas- en prostaatkanker en vernauwingen van de urinewegen zeer snel vast te stellen.” Een hartinfarct kan op deze wijze bijna achttien maanden vooraf worden voorspeld. “Het is zeer eenvoudig om via een proteoomanalyse bepaalde ziektebeelden vast te stellen”, vertelt professor Mischak. “Eiwitten worden in het menselijk lichaam voortdurend aangemaakt. In geval van een beginnende ziekte zijn er via de proteoomanalyse duidelijke structurele veranderingen zichtbaar. Dit maakt een snelle en vroegtijdige analyse mogelijk.” Op dit ogenblik wordt de proteoomanalyse al toegepast door honderden artsenspecialisten in Duitsland. Ook alle Duitstalige universiteiten zijn er volop mee bezig. “Het is de bedoeling dat we hooguit binnen vijf jaar alle mogelijke diagnoses door middel van een eenvoudige urinetest snel, goedkoop en accuraat zullen kunnen uitvoeren”, besluit professor Mischak.
SIMFIDUS FORTE Want een goede gezondheid begint in de darmen! 0
1 10
ilja 10 m
rd
Krachtig probioticum met 10 miljard goede bacteriën Lactobacillus acidophilus LA-5® Bifidobacterium BB-12®
3-voudige werking: Versterkt de weerstand Ondersteunt de darmtransit Bevordert een goede darmflora Simfidus Forte is vrij te verkrijgen bij uw apotheker. CNK-bestelcode: 2398-782
Uitermate geschikt als supplement bij gebruik van antibiotica Ideaal om mee te nemen in uw reisapotheek
Slechts 1 capsule per dag voor een gezond leven Similia_SimfidusForte_v1.indd 2
4/21/08 11:12:40 AM
Stress? Angstig? Slaapproblemen?
Overwin angst-, stress- en slaapproblemen op natuurlijke wijze De moderne prestatiemaatschappij eist steeds meer
ZENBEV is een poeder op basis van pompoenpitten en
van de mens. Daardoor slagen veel mensen er niet meer
natuurlijke ingrediënten, oplosbaar in water of vruchten-
in om ’s avonds tot rust te komen, wat leidt tot stress en
sap. Door zijn unieke samenstelling verzekert Zenbev
slaapproblemen. Chronisch slaaptekort, het jachtige leven
overdag een beter humeur, betere stressbestendigheid,
en de vrees om niet te kunnen voldoen aan de hoge eisen
minder angst en een verhoogd gevoel van welzijn.
van werk of gezin veroorzaken nog meer stress en slape-
Wanneer het ‘s avonds wordt ingenomen, zorgt Zenbev
loosheid, wat uiteindelijk kan leiden tot chronische angst-
voor een rustige, natuurlijke slaap.
toestanden. Een dagelijkse dosis ZENBEV zorgt ervoor dat u uitgerust de dag kan beginnen en helpt u om het jachtige leven beter aan te kunnen.
Voor meer info, surf naar www.ojibwa-deroeck.com of bel +32 (0)52 48 43 00
OjIbwa De roeck
your health, our mission
ORTHOFYTO
®
SEMINARIES AAN HET FACHÉ INSTITUUT Voor elk studiejaar van de opleiding Orthomoleculaire Nutritionele Geneeskunde bestaat er een mondeling seminarie. Voor het eerste en tweede jaar is dit een exprescursus waarbij 20 topics uit de volledige leerstof van dat jaar ge-update worden. Voor de andere seminaries worden elk jaar specifieke nieuwe topics gekozen als update van de andere orthomoleculaire cursussen.
13de orthomoleculair seminarie: Exprescursus 2de jaar orthomoleculaire geneeskunde. Zaterdag 7 juni 2008 (10-17u) Orthomoleculaire pathologie: spijsverteringsstoornissen, degeneratieziekten, immuun- en endocriene systeemziekten en voeding in de psychiatrie Zondag 8 juni 2008 (10-17u) Orthomoleculaire voedingsmanipulaties: voedingsallergie, gynaecologie, pediatrie, life extention, voedingsmanipulatie bij studenten en sporters, orthomoleculaire dermatologie. Deze snelcursus is een unieke kans om de hete hangijzers uit de uitgebreide tweedejaarscursus (normaal: 8 volledige dagen) te assimileren op twee dagen, onder de vorm van 20 topics, die U kan behandelen en integreren in uw orthomoleculaire praktijk.
14de orthomoleculair seminarie: Nieuwste ontwikkelingen van vitamine K2 Zaterdag 4 oktober 2008 (9-17u) Vitamine K: De nieuwste biochemische ontwikkelingen van vitamine K1 en K2 bij cardiovasculaire en osteomalaciestoornissen. Biochemische interacties met andere vitaminen en hun implicaties voor de praktijk.
15de orthomoleculair seminarie: Exprescursus 1de jaar orthomoleculaire geneeskunde 25 oktober 2008 (10-17u) Wat is orthomoleculaire voeding? Nieuwe denkwijze, orthomoleculaire voeding, supernutritie, toxicologie en voedingssupplementen van A tot Z. 26 oktober 2008 (10-17u) Belang van orthomoleculaire terreinen: Inflammatoire terrein, oxidatie-reductieterrein (vrije radicalen), immuniteitsterrein en basisregulatieterrein (bindweefselvorming, zuur-base evenwicht, detoxificatiesysteem).
16de orthomoleculair seminarie: Ubiquinol een superieure vorm van ubiquinon of CoQ10 5 december 2008 (14-18u) Door een betere absorptie en langer verblijf in de bloedstroom wordt ubiquinol 90% meer effectief dan ubiquinon. Deze nieuwe molekuulvorm is een doorbraak in de ondersteuning van talrijke biochemische pathways
COLOFON •
Een gids voor Orthomoleculaire preventie en Orthomoleculaire Substitutie Therapie
•
Verschijnt 6 maal per jaar
•
Brengt u het meest uitgebreide orthomoleculaire voedings- en geneeskundig blad voor alle gezondheidsverzorgende professionals en gezondheidsbewuste mensen.
Hoe abonneren ? Betaling geldt als enige abonnering Jaarabonnementen 6 nummers
� Voor België: storting van € 40 op rek. nr. FORTIS 290-0307607-41 � Voor Nederland: storting van € 44 op rek. nr. IBAN: BE 88290030760741 BIC code: GEBABEBB Abonnement loopt automatisch verder indien geen schriftelijke opzegging twee maand op voorhand.
Prijs per nummer: € 7,80 (B) of € 8,50 (Nl).
����
Gratis voor ingeschreven cursisten voor het respectievelijk studiejaar. Reservatie is noodzakelijk:
[email protected], T: 09 369 06 42, F: 09 366 18 38 Faciliteiten: Prachtige cursus en koffie/thee inbegrepen in de prijs. Betalen met opleidingscheques van de Vlaamse overheid is mogelijk (www.vdab.be) Middagmaal tegen €12, ter plaatse te betalen.
Kernredactie PROF. DR. BALZ FREI, directeur Linus Paulus Instituut, Oregon universiteit IR. JOOST MEEUSEN (genetica) PROF. DR. IR. JOZEF POPPE DR. K ATLEEN VAN DER GUCHT (Biologie) DIRK BOGAERT, wetenschapsjournalist A PR. PHILIPPE GERARD DR. OSTEOPAAT JOHAN DE COCK A PR. FERNAND H AESBROUCK PIETER VAN MELCKEBEKE DR. MED. FRANS FERMON Eindredactie WALTER OM FACHÉ, Medisch Journalist ERIC OST Secretariaat Faché Instituut Larenhoeve, Kerkstraat, 101 B 9270 Laarne Tel. 0032(0)9/369 06 42 Fax 0032(0)9/366 18 38 E-mail:
[email protected] Advertenties JOOST MEEUSEN VIOW Kerkstraat, 101 - B 9270 Laarne E-mail:
[email protected] Vormgeving, productie en druk WALTER O. FACHÉ, Directeur JOOST MEEUSEN PIETER VAN MELCKEBEKE DE PAUW STIJN, Drukkerij Coppens bvba Hospitaalstraat 2, 9080 Lochristi-Beervelde www.coppens-druk.be
Uitgeverij
Publi Media Faché Instituut Gespecialiseerd op het gebied van voeding, voedingsaanvullingen, gezonde levenswijze en adviezen bij ziekten.
Deze cursusdagen gaan door in het congreszaaltje van het Faché Instituut, Kerkstraat 101, 9270 Laarne.
Inschrijvingsgeld: €250 voor twee dagen, €160 voor één dag cursus, vooraf te storten op rekeningnummer 290-0307607-41, vanuit buitenland: IBAN BE 882900307607 BIC GEBABEBB.
Hoofdredactie WALTER O.M. FACHÉ, Hoofdredacteur JOOST MEEUSEN IR., Adjunct hoofdredacteur
Orthofyto blijft het enige orthomoleculair vakblad op de Beneluxmarkt dat zich niet bindt aan een productlijn om voldoende inkomsten te genereren. Wij hebben geopteerd voor een orthoceutische firmaraad die los van de redactie en de artikels in het blad functioneert.
PRAKTISCH:
Inschrijving kan per mail (
[email protected]), per telefoon of per fax.
Uitgever: WALTER O.M. FACHÉ, Kerkstraat 101 - 9270 Laarne
©Copyright 2008
ISSN 1780-3713
Prof. Dr. Linus Pauling
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotocopie of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toelating.
tweevoudig Nobelprijswinnaar
DISCLAIMER: De hoofdredacteur, de redactie, de eindredacteurs en de uitgever van de opgenomen artikelen en advertenties zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van vermeende algemene medische adviezen, onjuistheden en/of onvolledigheden.
of handelingen die niet toxisch
introduceerde in 1968 voor het eerst de term “Orthomoleculair” in Science: alle stoffen, moleculen en niet vreemd aan het lichaam zijn, die het lichaam biochemisch en fysiologisch normaal kan verwerken zonder enige schade
Iedere auteur blijft verantwoordelijk voor de volledige inhoud van zijn artikels.
en die op de juiste tijd met
Overname van artikelen of gedeelten hiervan is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur.
of geëlimineerd te worden.
de juiste dosis biochemisch individueel dient gegeven (verruimde betekenis uit Science 160:265-271, 1968)
������������������
����������������������
���������� gereduceerd CoQ10
EEN INNOVATIE VOOR DIRECT BESCHIKBAAR CO-ENZYM Q10 CO-ENZYM Q10 Co-enzym Q10 (CoQ10) is een essentieel component voor het behoud van energie en wordt in elke cel en orgaan gevonden. CoQ10 is als cofactor nodig voor cellulaire energie en is belangrijk voor het behoud van gezonde cellen en weefsels. CoQ10 is een vetoplosbare voedingsstof. De biobeschikbaarheid hiervan speelt een belangrijke rol. De opname van de gangbare vorm van CoQ10 – ubiquinon – verloop niet altijd optimaal, zeker wanneer we ouder worden.
KRISTALVRIJ Door de toevoeging van d-limoneen (een vluchtige olie uit citrusvruchten) kristalliseert CoQ10 niet meer en vindt een snelle afgifte plaats.
UBIQUINOL, GEREDUCEERD COQ10 De prominente vorm van CoQ10 is ubiquinol, de gereduceerde vorm van CoQ10. Ubiquinol beschermt tegen vrije radicalen. De meest recente ontwikkeling is de combinatie van deze gepatenteerde, stabiele vorm van ubiquinol met d-limoneen, waardoor deze olie kristalvrij is. Door toevoeging van alfa liponzuur wordt ubiquinol effectief beschermd tegen oxidatie. Ubiquinol is nu direct beschikbaar voor meer en directe energie. Ubiquinol is een belangrijke voedingsstof die een prominente rol kan vervullen bij een optimale gezondheid en vitaliteit. Te bestellen bij apotheek en gezondheidswinkels als softgels van 50 mg en 100 mg in verpakkingen van 60 stuks. reduquinol - ubiquinol 50 mg reduquinol - ubiquinol 100 mg Aanbevolen gebruik: 1 of 2 caps. per dag Aanbevolen gebruik: 1 caps. per dag CNK-code: 2505-261 CNK-code: 2505-253 Consumentenprijs: € 37,95 Consumentenprijs: € 62,95 Meer informatie: Springfield Nutraceuticals Belgium BVBA, Heist-op-den-Berg Tel. 015 - 349 113 •
[email protected]
H E A LT H
THROUGH
NATU RE,
SCIENCE
&
INNOVATION
Bescherm uw gezin met de juiste probiotica
INFANT’S BLEND
CHILDREN’S BLEND
ADULT’S BLEND
ADVANCED ADULT’S
SUPER 8 HI-POTENCY
SUPER 5 ZUIGTABLET
Voor zuigelingen en
Voor kinderen
Voor volwassenen
Voor senioren
Om gistoverwoekering in de
Voor een goede mond-
peuters 0-5 jaar
5-15 jaar
16-60 jaar
60 plus
darmen tegen te gaan
en darmhygiëne
UW DARMFLORA IN BALANS MET DE JUISTE GOEDE BACTERIËN In onze darmen leven meer dan 400 soorten en in totaal meer dan 100.000 miljard bacteriën. De totale bevolking noemen we de darmflora. Daaronder zitten zowel ‘nuttige’ als ‘schadelijke’ bacteriën. Zodra die ‘schadelijke’ of ‘ziekmakende’ bacteriën de overhand krijgen, is het delicate evenwicht verstoord en worden we ziek. Diverse factoren kunnen het aantal nuttige bacteriën drastisch verminderen: leeftijd, stress, slechte eetgewoonten, alcoholgebruik en te weinig beweging. Ook een bevalling met een keizersnede, chloorhoudend drinkwater, bacteriële infecties en het gebruik van vele medicijnen zoals o.a. antibiotica doen irritaties zoals gasvorming en een opgeblazen gevoel ontstaan.
Onderzoek toont het belang van supplementering met de juiste probiotica aan. Een consequent gebruik versterkt het immuunsysteem, produceert antioxidanten, verbetert de opname van de voeding door de verhoogde afbraak en opname van vitaminen, mineralen en aminozuren én synthetiseert de B vitaminen die noodzakelijk zijn voor een gezond zenuwstelsel. Probiotica zijn heilzame, nuttige bacteriën die voorkomen in het spijsverteringskanaal, waarbij hun effectiviteit afhangt van de juiste samenstelling en concentratie. Die zijn bij zuigelingen, peuters en kleuters verschillend van volwassenen of senioren. Daarom heeft Dr. Udo Erasmus nu voor elke leeftijd en conditie een specifieke probiotica ontworpen.
VERKRIJGBAAR IN DE BETERE NATUURVOEDINGSWINKEL OF APOTHEEK.
UDO’S CHOICE®
PROBIOTICA • verbeteren de weerstand tegen slechte bacteriën • optimaliseren de spijsvertering • verbeteren de opname van vitaminen, mineralen en aminozuren • bevorderen een regelmatige stoelgang • verhinderen de woekering van gisten en schimmels • versterken de immuniteit
voor meer informatie over de probioticaproducten
Ojibwa-De Roeck+32 (0)52 48 43 00 www.ojibwa.be | www.gezondevetten.be