Opleidingsgids 2008-2009 Technische Bedrijfskunde Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg Innovation Management Operations Management & Logistics Technische Innovatiewetenschappen Technology & Policy Human-Technology Interaction
Onderwijsinstituut faculteit Technologie Management
Redactie:
1
Herman van Hoeven (eindredactie) Sjanet Schot (redactie en lay-out)
Voorwoord Beste student(e), Met deze opleidingsgids willen we je nuttige informatie geven over de gang van zaken bij het studeren aan de faculteit TM. Je vindt in deze gids beschrijvingen van elke opleiding en het programma zoals dat dit jaar is vormgegeven. Naast de inhoud van de opleiding kun je hier ook informatie aantreffen over de organisatie van het onderwijs en de regelgeving van de opleidingen. De gids is opgedeeld in drie delen. Deel 1 (hoofdstuk 1 t/m 4) behandelt de opzet en inhoud van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde, Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg en de aansluitende masteropleidingen Innovation Management en Operations Management & Logistics. Deel 2 (hoofdstuk 5 t/m 8) gaat over de bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen en de aansluitende masteropleidingen Technology & Policy en Human-Technology Interaction. Deel 3 (hoofdstuk 9 t/m 11) betreft algemene informatie over de organisatie van het onderwijs, de bestuurlijke organisatie en de onderwijsvoorzieningen van de faculteit. In de bijlagen vind je de regelingen van de opleidingen: de onderwijs- en examenregeling en het examenreglement. Op de onderwijswebsite van de faculteit http://w3.tm.tue.nl/nl/onderwijs vind je een digitale versie van deze opleidingsgids met aanvullende informatie en links naar de studeerwijzers op studyweb en andere informatiebronnen. De opleidingsgids zal niet al je vragen beantwoorden. Regelmatig worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd waar je in de gelegenheid wordt gesteld vragen te stellen aan de opleidingsdirectie. Maar daarnaast ben je altijd van harte welkom bij je studieadviseur, student- of docentmentor voor nadere informatie. Ik hoop dat je je thuis voelt op deze faculteit en wens je, mede namens het faculteitsbestuur en de opleidingsdirectie, een succesvolle en plezierige studietijd toe. Herman van Hoeven hoofd onderwijsinstituut TM
3
voorwoord
Inhoud 1 De opleidingen TBdk en TIW 1.1 Profiel van de bedrijfskundig ingenieur 1.2 De Bacheloropleiding Tbdk 1.3 Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg (TBG) 1.4 Masteropleidingen Tbdk 2 Bacheloropleidingen TBdk en TBG propedeuse 2.1 Functies van de propedeuse 2.2 Studieadvies 2.3 Studieprogramma propedeuse 3 Bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en TBG: Postpropedeuse 3.1 Toelatingsvoorwaarden voor de postpropedeutische fase 3.2 Studieprogramma postpropedeuse 3.3 Het 2e en 3e studiejaar TBdk en TBG 4 Masterprograms Innovation Management en Operations 4.1 De Masteropleidingen 4.2 Schakelprogramma’s/ Pre-master programs 5 De opleiding Technische Innovatiewetenschappen 5.1 Inleiding 5.2 De bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen 5.3 Masteropleiding Technology & Policy 5.4 Masteropleiding Human-Technology Interaction 5.5 Masteropleiding Sustainable Energy Technology 5.6 Beroepsperspectief 6 Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen: propedeuse 6.1 Functies van de propedeuse 6.2 Studie-advies 6.3 Studieprogramma propedeuse 7 Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen: postpropedeuse 7.1 Toelatingsvoorwaarden voor de postpropedeutische fase 7.2 Studieprogramma postpropedeuse 8 Masterprograms T & P en HTI 8.1 Masterprograms 8.2. Schakelprogramma’s/ Pre-master programs 9 Organisatie van de opleidingen 9.1 De inrichting van de onderwijsprogramma's 9.2 Studeren 9.3 Tentamens 9.4 Afstuderen 9.5 Examens 9.6 Beroep 9.7 Keuzeaccenten in de opleiding 10 Onderwijsorganisatie en Achtergronden 11 Faciliteiten 11.1 Facilitaire voorzieningen 11.2 Studievereniging Industria 11.3 Studievereniging Intermate 11.4 Student-assistentschap
5
9 9 9 13 17 23 23 23 25 29 29 29 31 37 37 43 47 47 47 49 50 51 51 55 55 55 57 61 61 61 67 67 69 73 73 77 80 83 84 84 85 91 99 99 101 102 104
inhoud
Inhoud
6
Hoofdstuk 1 De opleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg
7
1 Opl. TBdk en TBG
1 De opleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg 1.1 Profiel van de bedrijfskundig ingenieur De bedrijfskundig ingenieur is een ontwerper op academisch niveau van oplossingen voor complexe bedrijfsvoeringsvraagstukken, vaak in een technologie-intensieve omgeving. In veel gevallen betreft dit bedrijfsprocessen, zoals operationele processen, innovatieprocessen of budgetteringsprocessen. Maar het kan bijvoorbeeld ook betrekking hebben op het ontwerpen van een nieuwe strategie of het voorbereiden van een strategische alliantie of een fusie. Bedrijfskundig ingenieurs kunnen dit doen vanuit een positie als adviseur of staffunctionaris, maar velen werken ook in managementposities. Ontwerpen op academisch niveau is kennisintensief ontwerpen, werken op basis van state-of-the-art bedrijfskundige kennis. Die kennis verwerf je bij de opleiding die je nu gaat volgen. De sterke bedrijfs- en ontwerporiëntatie van de opleiding vind je terug in de OGOcomponenten in de opleiding. OGO staat voor Ontwerp Gericht Onderwijs zie § 1.2.4. Binnen het OGO leer je ook om deze geavanceerde kennis toe te passen in concrete situaties, zowel gestyleerd op de universiteit als in de complexe werkelijkheid. Ontwerpen op academisch niveau betekent voorts het kritisch omgaan met ontwerpopdrachten, door die in de context te plaatsen, door je af te vragen of het gevraagde ontwerp wel het probleem zal oplossen, etc. Het betekent ook het toepassen van een gedegen aanpak en methodologie bij het analyseren en diagnostiseren van bedrijfsvoeringsproblemen en bij het ontwerpen van oplossingen en systemen. Ontwerpen op academisch niveau vereist dat je zelfstandig kunt werken, maar ook dat je met anderen in teams kan samenwerken en goed kan communiceren met opdrachtgevers en andere belanghebbenden bij het ontwerpvraagstuk. Tevens impliceert het dat je je mede verantwoordelijk voelt voor de eigen discipline en dat je kan en wil bijdragen aan het verder ontwikkelen van de kennis binnen die discipline. Het ontwikkelen van deze en andere academische vaardigheden is een centrale component van de opleiding. Tenslotte is een belangrijk kenmerk van bedrijfskundig ingenieurs dat zij goed zijn in het gebruik van wiskundige methoden en technieken bij het modelleren en analyseren van bedrijfsvoeringsvraagstukken en –oplossingen, en dat zij inzicht hebben in technologie, waardoor zij als partner kunnen optreden van bijvoorbeeld werktuigbouwkundige of electrotechnische ingenieurs. Zoals een vroegere decaan van deze faculteit zei: "Met scheikunde alleen kan je niets; je hebt bedrijfskunde nodig om er in een bedrijf wat mee te kunnen doen." De Bacheloropleiding bereidt je voor op een breed scala aan Masteropleidingen, waaronder onze eigen Masteropleidingen Innovation Management, Operations Management & Logistics en Business Information Systems. In de Bacheloropleiding leg je dus een belangrijke basis in het opbouwen van kennis in de verschillende disciplines, maar ontwikkel je tevens je analysevaardigheden en je competenties om wetenschappelijk methodisch te werken. De opleiding tot bedrijfskundig ingenieur, waarmee je nu begint, is niet eenvoudig, maar leidt wel op voor een mooi en spannend vak.
1.2 De Bacheloropleiding Tbdk De Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde biedt je een brede basis waarna je in de Masteropleiding kunt kiezen voor een specialisatie. Je kunt in elk geval drempelloos doorstromen, dus rechtstreeks worden toegelaten tot een van de Masteropleidingen die
9
1 Opl. TBdk en TBG
door deze faculteit zelf worden aangeboden: Innovation Management of Operations Management & Logistics. Maar ook andere Masteropleidingen aan deze universiteit of daarbuiten behoren tot de mogelijkheden. De Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde kan ook worden gevolgd als speciaal bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg. Voor dit speciale bachelorprogramma gelden dezelfde regelingen als voor Technische Bedrijfskunde, tenzij anders aangegeven. Zie § 3.1 1.2.1 Het eerste jaar De opleiding Technische Bedrijfskunde kent enkele belangrijke componenten, die je in elk jaar terugvindt. Dit zijn bedrijfskunde, techniek, methoden van onderzoek en wiskunde/statistiek. Binnen de opleiding zie je deze componenten terug in de vorm van theorievakken en praktijkopdrachten en projecten (de zogenaamde "integratieonderdelen”, die worden vormgegeven in OGO-projecten). Je volgt dus niet alleen colleges. Een groot en belangrijk deel van de opleiding bestaat uit het in groepen en later ook individueel werken aan concrete opdrachten, zowel binnen de opleiding als bij bedrijven of instellingen. Praktijk De praktijk loopt als een rode draad door de hele opleiding. Zo ook tijdens het eerste jaar. Je start je opleiding met het vak Introductie Technische Bedrijfskunde. In kleine groepen werk je aan een bedrijfskundige opdracht. Vanuit de monodisciplines binnen de faculteit wordt toegewerkt naar een multidisciplinaire benadering van het probleem in een praktijkcasus. Hierdoor krijg je een beter beeld van wat Technische Bedrijfskunde is en word je wegwijs gemaakt in de faculteit en de studie. Na deze introductie werk je aan een groot aantal technisch bedrijfskundige aspecten die bij het introduceren van een nieuw product en productieproces in een bedrijf een rol spelen. Dat doe je steeds per aspect en gekoppeld aan een vak in het eerste jaar. Dit zijn de eerste stappen in het bedrijfskundig ontwerpen (OGO). Aan het eind van het eerste jaar ga je nadenken over de manier waarop je nu bedrijfskundig onderzoek zou moeten opzetten en welke onderzoekstechnieken daarbij van belang zijn. Theorie, Bedrijfskunde Bedrijfskundig ingenieurs krijgen in hun werk niet alleen te maken met vraagstukken op het gebied van techniek, maar ook bijvoorbeeld met een hoge kostprijs, lange doorlooptijden, een gering marktaandeel, ongemotiveerd personeel, gebrekkige informatievoorziening of hoge voorraadkosten. Voor een bedrijfskundig ingenieur is het vooral belangrijk het overzicht te bewaren en een goed inzicht te hebben in de samenhang van al deze onderdelen, zodat een verbetering op één bepaald aspect niet ten koste gaat van een ander aspect. In de hele opleiding vind je dan ook vakken die aandacht besteden aan de verschillende aspecten waar een bedrijfskundig ingenieur mee te maken kan krijgen. In het eerste jaar zijn dat vakken op het gebied van: o organisatiekunde o mens en prestatie o logistiek o kwaliteit o bedrijfseconomie o informatiesystemen
1 Opl. TBdk en TBG
10
Methoden van onderzoek De onderzoekscomponent in de opleiding is erop gericht je te leren om goed, wetenschappelijk gefundeerd, bedrijfskundig onderzoek uit te voeren. Je leert daarbij hoe je met wetenschappelijke literatuur kunt omgaan, hoe je een verantwoord onderzoek opzet en hoe je onderzoeksresultaten moet beoordelen. Je hebt de methodische vakken nodig om de integratieprojecten goed te kunnen uitvoeren. Techniek Een bedrijfskundig ingenieur houdt zich met name bezig met het ontwerpen en verbeteren van bedrijven en bedrijfsprocessen. Daarbij kun je denken aan een fabriek, maar ook aan een vervoersbedrijf of een dienstverlenende instelling als een ziekenhuis. Een belangrijke factor bij het totstandkomen van een prestatie van een bedrijfsproces is de toegepaste techniek. De bedrijfskundig ingenieur is dan ook goed thuis in de techniek, waarbij techniek betrekking kan hebben op bijvoorbeeld beslissingen op het gebied van machinekeuzes en het ontwerp van een product. Maar onder techniek kan ook worden verstaan informatietechnologie. Binnen een dienstverlenende instelling zul je namelijk niet zo zeer te maken krijgen met machines en het maken van producten, als wel met mensen en computers.In het eerste jaar krijg je een aantal technische vakken over de fabricage van producten en over de informatietechnologie. Deze vakken leggen een basis voor de technische vakken in het vervolg van de opleiding. Wiskunde/statistiek Wiskunde vormt een belangrijk onderdeel van de opleiding Technische Bedrijfskunde. De wiskunde in het eerste jaar omvat een snelle herhaling en uitbreiding van de vwo-stof, met name op het gebied van het opstellen van wiskundige modellen van de werkelijkheid. Met wiskunde en statistiek kan de werkelijkheid tot de kern worden teruggebracht en kunnen mogelijke oplossingen worden doorgerekend. Daarom is een goede wiskundige basis voor een bedrijfskundig ingenieur zo belangrijk. Een bedrijfskundig ingenieur maakt een keuze uit mogelijke oplossingen voor een bepaald probleem. Deze keuze wordt gemaakt naar aanleiding van de analyse van verschillende alternatieven. Vaak is het echter niet mogelijk om de vele alternatieven allemaal in de praktijk uit te testen, omdat dit te veel geld of tijd zou kosten. Kwantitatieve modellen kunnen daarbij helpen. De opleiding bevat daarom naast een aantal basis wiskunde- en statistiekvakken ook een aantal vakken die ingaan op kwantitatief modelleren voor de bedrijfskunde. Wiskunde wordt op deze manier toegepaste wiskunde in allerlei bedrijfskundesituaties. Indeling in studieblokken Een belangrijk verschil met het vervolg van de opleiding vormt de indeling van het eerste jaar in studieblokken. Elk blok bestaat uit een aantal weken colleges en instructies en één of twee weken tentamens. Dit zorgt ervoor dat de werkdruk beter gespreid wordt en de overgang van het vwo naar de TU/e wat makkelijker verloopt. In je verdere opleiding heb je tentamens na elk semester. 1.2.2. Het tweede jaar Vergelijkbaar met het propedeusejaar bestaat het programma voor Technische Bedrijfskunde in het 2e en 3e jaar uit wiskunde-, techniek-, bedrijfskunde- en methodische vakken, waarbij je als student zowel individueel als in een groep zal moeten werken.
11
1 Opl. TBdk en TBG
In het tweede jaar maak je in het DVA-project in groepsverband (van 4 of 5 studenten) een analyse voor een werkelijke (bedrijfs)situatie. Door onderzoeken te verrichten en interviews te houden, probeer je te achterhalen wat er niet goed loopt en wat daar aan kan worden gedaan. De theorievakken bestaan uit toegepaste wiskunde en statistiek, techniek en bedrijfskunde. Daarnaast volg je vakken uit de reeks Methoden en Technieken van Onderzoek. 1.2.3. Het derde jaar Het derde jaar bestaat wederom uit vakken op het gebied van de toegepaste wiskunde (kwantitatieve modellering en logistiek), bedrijfskunde, techniek en methoden van onderzoek. Studenten die in 2005-2006 of later aan de Bacheloropleiding zijn begonnen, vervolgen in hun derde jaar de gekozen minoren. Een minor bestaat uit een set vakken die door andere faculteiten wordt aangeboden. De minor in het Bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde is een verdieping in een bepaalde richting. Je kan zelf kiezen welke minor je interessant vindt. In 2008/2009 zijn voor Bedrijfskundestudenten de volgende minoren mogelijk: • • • • • • •
Design of Ambient Intelligent Systems bij de faculteit Industrial Design Wiskunde bij de faculteit Wiskunde en Informatica Technische Informatica bij de faculteit Wiskunde en Informatica Business Information Systems bij de faculteit Wiskunde en Informatica Bouwkunde bij de faculteit Bouwkunde Economie bij de Universiteit van Tilburg Finance bij de faculteit Wiskunde
Studenten van generatie 2007 en later volgen alleen in het derde jaar van hun programma een minor. Zie hoofdstuk 3. Voorjaar 2009 wordt een voorlichting georganiseerd waarbij de verschillende minoren nader worden toegelicht (dit wordt aangekondigd via vakcode 1S120). Aan het eind van het derde jaar zul je in het Bachelor Eindproject zelfstandig een reëel bedrijfsproces in een specifieke technische bedrijfsomgeving moeten beschrijven en de prestaties van dat proces moeten analyseren op de kernoorzaken. De presentatie en verantwoording van deze onderzoeksopdracht vormt de afsluiting van de Bacheloropleiding. Je krijgt een officieel en internationaal erkend Bachelorsdiploma dat je de mogelijkheid geeft aan diverse universiteiten in Nederland én in het buitenland een Masteropleiding te volgen. (Zie § 1.4) 1.2.4 Ontwerpgericht onderwijs (OGO) In de bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde is een academische vaardighedenleerlijn opgenomen. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat studenten die een bachelordiploma Technische Bedrijfskunde halen, een gevorderd niveau van academische competenties bereiken. Om dit gevorderd niveau te bereiken bieden we naast vakken (hoorcolleges, werkcolleges en/of instructies) ook OGO aan. Het gaat bij OGO niet alleen om het verwerven van kennis, maar ook om het werken met die kennis en het verwerven van competenties als presenteren, literatuur gebruiken, rapporteren en onderzoek doen. Werkvormen die hiervoor worden gebruikt, zijn onder meer groepswerk, practica en trainingen. Ontwikkeling van deze competenties wordt gestimuleerd door middel van (zelf)reflectie op vaardigheden en houding. Door middel van portfolio's houden
1 Opl. TBdk en TBG
12
studenten de ontwikkeling van verschillende competenties bij. Een portfolio is een map waarin studenten hun inspanningen, vooruitgang en prestaties bijhouden. Zoals een architect een portfolio heeft waarin schetsen worden verzameld om aan een opdrachtgever te laten zien, zo houdt een bedrijfskundestudent een portfolio bij van de vaardigheden die hij of zij ontwikkelt. De doelen van OGO zijn: • Verwerven van disciplinaire kennis, academische vaardigheden en een academische houding. • Operationaliseren van kennis: op een gestructureerde manier werken aan een case. In het eerste jaar zal die sterk zijn voorgestructureerd; in latere jaren zal meer worden gewerkt in de bedrijfspraktijk. Hierbij kan indien nodig naar nieuwe kennis worden gezocht, maar wordt ook gebruik gemaakt van al eerder opgedane kennis. • Methodische integratie: vanuit verschillende disciplines, met de bij die discipline behorende methoden en technieken, verklaren en analyseren van een bepaalde prestatie van een operationeel proces. Beoordeling van OGO vindt op verschillende manieren plaats: • Beoordeling collectieve component: beoordeling van groepswerkproduct, groepsproces, presentatie. - Via beoordeling door tutoren, docenten • Beoordeling individuele component: - Via peer review. Studenten beoordelen zichzelf en de groepsleden (bijv. aan de hand van een lijstje met beoordelingscriteria). - Via beoordeling door meerdere tutoren (bijv. via checklist) - Beoordeling van individueel product (eventueel kennis en/of inzicht toets) • Eindbeoordeling: veelal een combinatie van individuele en groepsbeoordeling
1.3 Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg (TBG) 1.3.1. Inleiding De Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde kan ook worden gevolgd als speciaal bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg (TBG). Degenen die het speciale bachelorprogramma TBG met goed gevolg doorlopen, ontvangen het bachelordiploma Technische Bedrijfskunde met daarop vermeld dat het speciale bachelorprogramma TBG is gevolgd. TBG bestaat voor de helft uit vakken die speciaal voor deze variant worden gegeven en voor de helft uit vakken die worden gevolgd samen met studenten uit het Bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde of het Bachelorprogramma Technische Innovatiewetenschappen. Het eerste jaar van het Bachelorprogramma TBG is voor het eerst aangeboden met ingang van het studiejaar 2006-2007, het tweede jaar met ingang van 2007-2008, en het derde jaar wordt met ingang van 2008-2009 verzorgd. Het programma wordt dus jaar voor jaar uitgerold. Dat betekent dat, ook al beschrijven we in deze gids de opbouw van het complete speciale bachelorprogramma TBG en de gezondheidszorgvarianten van de aansluitende doorstroom-masteropleidingen, deze laatste pas met ingang van het studiejaar 2009-2010 worden aangeboden. In het speciale bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg staat het ondersteunen en verbeteren van processen in de gezondheidszorg met behulp
13
1 Opl. TBdk en TBG
van bedrijfskundige technieken centraal. Daarbij gaat het met name om de vraag hoe instellingen in de gezondheidszorg hun logistieke prestaties kunnen optimaliseren, hun informatie- en communicatieprocessen kunnen verbeteren met behulp van ICT, en hoe nieuwe (zorg)technologische hulpmiddelen beter kunnen worden afgestemd op de wensen en mogelijkheden van patiënten en zorgverleners. Het veld van de gezondheidszorg is dermate complex en dusdanig sterk in beweging, dat een speciaal bachelorprogramma nodig is, waarin systematisch aandacht wordt besteed aan de kenmerken van dit veld en de wijze waarop technisch-bedrijfskundige technieken, modellen en theorieën in dit veld moeten worden toegepast. Vanwege de dominante bedrijfskundige problematiek in de gezondheidszorg spitst TBG zich toe op de drie hierboven genoemde kerngebieden. Daarnaast wordt de kennis bijgebracht die nodig is om in te kunnen stromen in alle Masteropleidingen waar het bachelordiploma Technische Bedrijfskunde drempelloos toegang toe biedt. De vakken die betrekking hebben op het kerngebied gebruikersaspecten van zorgtechnologie overlappen voor een groot deel met vakken van het onderdeel menstechniek interactie uit het Bachelorprogramma Technische Innovatiewetenschappen. Als gevolg hiervan biedt de TBG-variant ook drempelloos toegang tot de Masteropleiding Human-Technology Interaction (HTI). Zowel de Masteropleiding HTI als de Masteropleiding Operations Management & Logistics (OML) bieden speciale op de gezondheidszorg toegespitste programmavarianten aan. Kennisgebieden Het speciale bachelorprogramma TBG biedt een grondige introductie in een aantal kennisgebieden die je in staat stellen om processen in de gezondheidszorg beter te laten verlopen. Bij processen moet je denken aan alle onderzoek- en behandelstappen die worden gezet van het eerste tot het laatste contact van een zorgvrager (patiënt of cliënt) en een zorgverlener of zorginstelling. Om het mogelijk te maken dat al die processtappen snel en goed kunnen verlopen, moeten capaciteiten (zorgverleners, operatiekamers, etc. etc.) goed op elkaar en op de omvang van de zorgvraag afgestemd zijn, moet alle benodigde informatie op het juiste moment beschikbaar zijn en moet alle zorgtechnologie, die wordt ingezet, afgestemd zijn op de behoeften van de gebruikers. Om dat voor elkaar te krijgen moet je beschikken over: 1. Veldkennis Veldkennis betreft kennis van de structuur van de gezondheidszorg, van de primaire processen in de gezondheidszorg en de wijze waarop die zijn georganiseerd, zowel binnen als tussen instellingen (transmuralisatie, ketenzorg). Tevens gaat het om inzicht in de doelen (kwaliteit, tijdigheid, kosten, maar ook gezondheid, veiligheid, gebruikersgemak, enz.) die met zorgprocessen worden nagestreefd en de rol van met name bedrijfskundige technieken bij het realiseren van die doelen. 2. Basiskennis Basiskennis betreft wiskunde, als basis voor disciplinaire kennis, methoden en technieken van onderzoek, wetenschapsfilosofie en ethiek. 3. Kennis van voor de gezondheidszorg belangrijke bedrijfskundige technieken Hier gaat het om kennis van de drie centrale disciplines binnen TBG: zorglogistiek, zorginformatiesystemen en gebruikersaspecten van zorgtechnologie. 4. Kennis van overige disciplines nodig voor het effectief en efficiënt laten verlopen van zorgprocessen. Bij 'overige disciplines' gaat het met name om: economie, en dan vooral bedrijfseconomie, kwaliteitsmanagement, innovatiemanagement en organisatiepsychologie.
1 Opl. TBdk en TBG
14
Behalve over bovengenoemde kennis moet je over inzicht beschikken in de wijze waarop die kennis kan worden geïntegreerd bij het analyseren en verbeteren van processen in de gezondheidszorg. In een aantal onderdelen van het programma (de integratiecomponenten) word je uitgedaagd te demonstreren dat je over dat inzicht beschikt. Het meest duidelijk komt dat tot uiting in de bachelor-eindopdracht, waarin je laat zien dat je op bachelorniveau kunt aangeven hoe een proces in de gezondheidszorg kan worden verbeterd. Naast je majorprogramma Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg volg je in het tweede en derde jaar (vanaf generatie 2007 alleen in het derde jaar) een minor bij een andere faculteit, ter verbreding of verdieping van de kennis die je in je majorprogramma opdoet. Studenten van het speciale bachelorprogramma TBG kunnen dezelfde minoren kiezen als de studenten van het bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde (zie § 1.2.3.). Aanbevolen wordt om de minor Ambient Intelligence/Ambient Care, waarin intelligente systemen ter ondersteuning van de extramurale zorg centraal staan, te kiezen of de minor Engineering for Health, waarin beeldverwerkende technieken in de gezondheidszorg centraal staan. 1.3.2 Algemene kenmerken van het Bachelorprogramma TBG Speciale TBG-vakken In het speciale bachelorprogramma TBG worden 'speciale TBG-vakken' gegeven en 'overige vakken'. Speciale TBG-vakken zijn vakken die apart zijn ontwikkeld voor TBG en die uitsluitend door TBG-studenten worden gevolgd. De overige vakken volg je samen met studenten uit de Bachelorprogramma's Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen.
Speciale TBG-vakken Overige vakken Totaal
Jaar 1 SP 27 33 60
% 45 55 100
Jaar 2 SP 28 32 60
% 47 53 100
Jaar 3 SP % 32 53 28 472 60 100
Totaal SP 87 93 180
% 48 52 100
Het aantal studiepunten (60 per jaar, dus 180 over drie jaar) wordt uitgedrukt in ectspunten (european credit transfer system); 1 ects = 28 uur; één jaar telt dus 1680 uren ofwel 42 werkweken. De speciale TBG-vakken in het eerste jaar zijn: • Gezondheidszorg en technologie 1 • Inleiding operationele processen in de gezondheidszorg • Inleiding gezondheidspsychologie • Bedrijfseconomische aspecten van de gezondheidszorg • Introductie in informatiesystemen voor de gezondheidszorg • Ethiek van gezondheidszorgtechnologie. Daarnaast wordt in twee vakken gewerkt met cases uit de gezondheidszorg: • Psychologie en gebruiker • Logistiek 1. De opbouw van het eerste jaar vind je in Hoofdstuk 2 (§ 2.3.2), die van het tweede en derde jaar in Hoofdstuk 3 ( § 3.2.1 en § 3.2.2). Een overzicht van de vakken van alle drie de jaren vind je in de tabellen in Bijlage 1 van het Opleidings- en examenreglement (OER)
15
1 Opl. TBdk en TBG
van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen (achter in deze opleidingsgids). OGO (ontwerpgericht onderwijs) en hoorcolleges: 40%, 60% Wat onderwijsvormen betreft wordt een balans nagestreefd tussen het op een klassieke wijze aanbieden van kennis in de vorm van hoorcolleges en het aanbieden van werkvormen, die bevorderen dat studenten zich actief kennis eigen maken. Dit laatste gebeurt via onderzoek- en ontwerpgerichte onderwijsvormen (OGO), die een beroep doen op zelfstandigheid en die je verantwoordelijk maken voor je eigen leerproces. Dit beroep neemt in de loop van het bachelorprogramma toe. In het eerste jaar wordt 35% van het onderwijs in OGO-vorm gegeven, in het tweede jaar 40% en in het derde jaar 45%, zie OER Bsc Tbdk, bijlage 1 tabel b1 en b2. Voor het totale programma wordt daarmee de door de TU/e nagestreefde verhouding 60:40 tussen klassieke kennisoverdracht en OGO gerealiseerd. Binnen OGO worden aangepaste toetswijzen gehanteerd. In veel gevallen gaat het daarbij om werkstukken en verslagen. Het vaardigheidsonderwijs maakt daarnaast gebruik van portfolio's, waarmee studenten aan de hand van duidelijk omschreven criteria hun vaardigheidsontwikkeling kunnen monitoren en bijsturen. Interactie met het veld Een belangrijk kenmerk van het TBG-programma is de nauwe interactie met het veld van de gezondheidszorg. De mogelijkheid hiertoe wordt o.a. geboden door de Brabant Medical School (BMS), een samenwerkingsverband van kennisinstituten en gezondheidszorginstellingen in de regio. De BMS heeft als doel om opleidingen en instellingen elkaar over en weer van dienst te laten zijn. Concreet betekent dit dat gezondheidszorginstellingen hun deuren open zetten om studenten van opleidingen die, zoals TBG, gericht zijn op de gezondheidszorg, in contact te brengen met het veld van de gezondheidszorg via kennismakingsbezoeken, opdrachten, cases, stages, enz. Daarnaast participeren ze in de opleiding door hun kennis ter beschikking te stellen via gastdocenten, klankbordgroepen, enz. Verschillen met het TBdk-programma Als je de twee bachelorprogramma’s (TBdk en TBG) onderling vergelijkt, zie je dat TBG met name afwijkt van TBdk doordat het TBG-programma vakken biedt waarin kennis van het veld van de gezondheidszorg centraal staat, vakken waarin (bepaalde) disciplinaire kennis specifiek vanuit gezondheidszorgtoepassingen wordt aangeboden, en vakken waarin de interactie tussen mens en techniek in de gezondheidszorg centraal staat. Daartegenover staat dat het speciale bachelorprogramma TBG op een aantal gebieden kennis in meer geconcentreerde vorm aanbiedt dan het geval is in het bachelorprogramma TBdk. 1.3.3. Aansluitende Masteropleidingen voor TBG Het speciale bachelorprogramma TBG biedt drempelloos toegang tot een aantal Master of Science opleidingen van de faculteit Technologie Management: Operations Management & Logistics (OML), Human Technology Interaction (HTI) en Innovation Management (IM). De eerste twee hiervan bieden een afstudeerrichting die is toegespitst op de gezondheidszorg. Deze afstudeerrichtingen vullen het programma van de betreffende Masteropleiding op een veldspecifieke wijze in. Ze worden in het Engels aangeboden en staan open voor internationale instroom. Daarnaast biedt TBG ook drempelloos toegang tot de TU/e Master of Science opleidingen Business Information Systems (BIS) en Construction Management and Engineering.
1 Opl. TBdk en TBG
16
1) Gezondheidszorgafstudeerrichting binnen de Master of Science opleiding Operations Management & Logistics (OML) De OML-Masteropleiding is gericht op het verwerven van inzicht in de factoren die bepalend zijn voor het gedrag en de prestaties van operationele processen in industrie en dienstverlening. De OML-Masteropleiding is een multidisciplinaire opleiding. De beheersing van operationele processen wordt bestudeerd vanuit de disciplines informatiesystemen, management accounting, operations research, psychologie, en systems engineering. De focus binnen OML is het optimaliseren van operationele bedrijfsprocessen door middel van het inzetten van kennis en technieken, zoals toegeleverd door de bijdragende disciplines. In de gezondheidszorgafstudeerrichting van OML wordt de inhoud van de OML-Masteropleiding toegespitst op de bedrijfsprocessen van organisaties in de gezondheidszorg en op besturingstechnologie daarvoor, die zo goed mogelijk is afgestemd op de specifieke kenmerken van processen in de gezondheidszorg. 2) Gezondheidszorgafstudeerrichting binnen de Master of Science opleiding Human Technology Interaction (HTI) De HTI-Masteropleiding is gericht op het verwerven van inzicht in de factoren die bepalend zijn voor de effectiviteit van interacties tussen mensen en technologie met in het verlengde daarvan de doelstelling die effectiviteit te verbeteren. Dat kan door aanpassingen van die technologie, maar ook door – gebaseerd op gedragswetenschappelijke inzichten – mensen te leren optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden geboden door technologie. Onder technologie worden zowel producten verstaan als de gebouwde omgeving (en daarin verwerkte producten). Waar in het speciale bachelorprogramma TBG de functionaliteit van technologie bestudeerd wordt vanuit verschillende invalshoeken, ligt in de Masteropleiding HTI het accent dus uitdrukkelijk op de functionaliteit van technologie vanuit één invalshoek, t.w. het gebruikersperspectief. In de gezondheidszorgafstudeerrichting van HTI wordt de inhoud van de HTIMasteropleiding toegespitst op voor de gezondheidszorg relevante technologie. Dat is primair die technologie die in het speciale bachelorprogramma TBG centraal is gesteld, te weten technologie die nieuwe vormen van gezondheidszorg mogelijk maakt (bv telemedicine, homecare), informatiesystemen en logistieke besturingssystemen. De HTI-Masteropleiding is gebaseerd op drie hoekstenen, een gedragswetenschappelijke, een technologische en een methodologische. De multidisciplinaire benadering die gevolgd wordt in het speciale bachelorprogramma TBG biedt hier een uitstekende voorbereiding op. In de HTI-Masteropleiding wordt enerzijds de kennis op de genoemde gebieden verder verdiept en wordt anderzijds veel aandacht besteed aan de gecombineerde toepassing van gedragswetenschappelijke en technologische inzichten in op mens-techniek interacties toegespitste ontwerptrajecten.
1.4 Masteropleidingen Tbdk Tijdens de laatste twee jaren van je universitaire studie kies je voor één van de mogelijke Masteropleidingen. Naast de hieronder genoemde Masteropleidingen van de TU/e die direct aansluiten bij de Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde, heb je de mogelijkheid ook elders een Masteropleiding te volgen, bijvoorbeeld aan een andere universiteit in Nederland of zelfs in het buitenland. Afhankelijk van waar je de Masteropleiding volgt, kun je de titel "ingenieur" of "doctorandus" krijgen; de engelstalige titel is voor de Masteropleidingen aan de TU/e "Master of Science".
17
1 Opl. TBdk en TBG
De Masteropleidingen verschillen van de Bacheloropleiding op vier aspecten: 1. De opleidingen zijn internationaal gericht, dat wil zeggen dat ook buitenlandse studenten de opleidingen volgen. De voertaal is dan ook Engels. 2. De Bacheloropleiding richt zich met name op de analyse van de prestaties van bedrijfsprocessen en dus staat de verklaring van hetgeen gepresteerd wordt, centraal; de Masteropleidingen zijn met name gericht op het (her-)ontwerpen van de bedrijfsprocessen om de prestaties daadwerkelijk te verbeteren, gebaseerd op de resultaten van een zorgvuldige analyse. 3. In de Bacheloropleiding word je, zeker in het begin, nog enigszins geleidelijk door de vakken meegevoerd. In de Masteropleidingen zal veel meer zelfstandigheid van je worden gevraagd, onder andere in het opzoeken en verwerken van wetenschappelijke literatuur. 4. De Masteropleidingen zijn sterker gefocusst op een bepaald toepassingsgebied van de Technische Bedrijfskunde. Je richt je binnen zo'n opleiding dus op bepaalde bedrijfsprocessen en bepaalde vraagstukken. Maar ook bij deze opleidingen blijft gelden dat je nog steeds de breedte van de Technische Bedrijfskunde nodig hebt om deze meer gefocusseerde vragen te kunnen beantwoorden. We noemen dat gerichte breedte. Er zijn momenteel twee erkende Masteropleidingen die door onze eigen faculteit worden ingericht en die een logisch vervolg vormen op de Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde of de speciaal bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde voor de gezondheidszorg: Operations Management & Logistics Centraal staat bij deze opleiding de inrichting en beheersing van operationele processen. Je kunt dat gebied zien als een deelgebied van de Technische Bedrijfskunde. Alle bedrijven, hoe verschillend ook, hebben te maken met activiteiten die gericht zijn op de productie en levering van goederen en diensten aan klanten. Deze activiteiten vinden plaats in verschillende afdelingen van een bedrijf en moeten op elkaar worden afgestemd om een goede voortgang te garanderen. Soms moeten daar ook de activiteiten van verschillende leveranciers van onderdelen en diensten bij worden betrokken. De inrichting van de deze processen en de organisatie en beheersing van de operationele activiteiten is het onderwerp van deze Masteropleiding. Kwaliteit, tijdigheid en economische aantrekkelijkheid zijn daarbij kernbegrippen. Beroepsperspectief Als afgestudeerde van de masteropleiding OML ben je uitstekend voorbereid op uiteenlopende functies en carrièremogelijkheden. Je kunt bijvoorbeeld terecht als relatiemanager met toeleveranciers, als kwaliteitsmanager in een productie of servicebedrijf of als bedrijfskundig adviseur voor informatiesystemen. Andere mogelijkheden zijn een functie als bedrijfsanalist en prestatiemanager. Ook kun je een bedrijf starten of kiezen voor een carrière in het onderzoek. Innovation Management Bedrijven vernieuwen voortdurend hun producten en diensten om beter aan de vraag van klanten te kunnen voldoen. Het organiseren en beheersen van de creatieve activiteiten die tot nieuwe producten en diensten leiden is een interessant vraagstuk voor technisch bedrijfskundigen. Op dit terrein is er nog weinig algemene kennis en ervaring beschikbaar. Het is heel uitdagend om voor deze innovatieve bedrijfsomgeving bedrijfskundige verbeteringen te ontwerpen. De afstudeeropdracht kan gericht zijn op vraagstukken over samenwerking tussen bedrijven bij innovatieprojecten, investeringsrisico's en
1 Opl. TBdk en TBG
18
marktmogelijkheden van nieuw te ontwikkelen producten en diensten. Maar ook op het beheersen van de productontwikkeling zelf. Beroepsperspectief Als afgestudeerde van deze masteropleiding ben je goed voorbereid op een breed scala aan functies en loopbanen. Zo kun je gaan werken als productontwikkelingsmanager in een productie- of servicebedrijf, inkoop- en voorraadmanager, strategieconsultant, ondernemersschap of alliantiemanager. Ook kun je een eigen bedrijf starten of kiezen voor een onderzoekscarrière. Veel werkgevers zien de meerwaarde in van een ingenieur op het gebied van innovatie management. Vooral vanwege de analytische manier van denken en de creatieve benadering bij het verbeteren en het vernieuwen van prestaties van bedrijfsprocessen. In projectgroepen kom je als ingenieur goed tot je recht vanwege het vermogen een probleem te isoleren, hoofdzaken van bijzaken te scheiden, en het probleem vanuit meerdere invalshoeken te bekijken. Programma's met veel (internationale) keuzemogelijkheden. De genoemde Masteropleidingen hebben een specifiek op die opleiding gericht vast vakkenpakket. Daarnaast heb je ruime mogelijkheden om met keuzevakken eigen accenten in je programma te leggen. Wellicht kies je er zelfs voor om deze keuzevakken aan een buitenlandse universiteit te volgen. Een dergelijk verblijf aan een buitenlandse universiteit is zeer leerzaam: het is goed voor je persoonlijke ontwikkeling, je leert omgaan met vreemde culturen en talen (hetgeen je later als bedrijfskundige ook moet kunnen!) en je kunt vakken volgen die je niet aan de TU Eindhoven kunt volgen! Aan het einde van de Masteropleiding ontvang je als je alle onderdelen succesvol hebt afgerond, het internationaal erkende ingenieursdiploma (in het Engels: Master of Science). Nadere informatie over de aansluitende masters kun je vinden in hoofdstuk 3 en 4 van deze gids. Overige Masteropleidingen Naast de genoemde Masteropleidingen kunnen studenten met een Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde drempelloos doorstromen naar de TU/e Masteropleidingen Business Information Systems (BIS), Construction Management and Engineering (CME) en naar opleidingen van de Universiteit Twente. Daarnaast is het mogelijk Masteropleidingen te volgen aan de TU/e of andere universiteiten door een deficiëntieprogramma van maximaal 30 studiepunten te volgen. Informatie over BIS en CME volgt hieronder: Business Information Systems De masteropleiding Business Information Systems combineert informatica met bedrijfskunde. In het programma ligt de nadruk op het ontwikkelen van kwalitatief goede informatiesystemen vanuit een business-perspectief. Als afgestudeerde van deze opleiding combineer je een wetenschappelijke houding met een model-gedreven ingenieursaanpak. Je bent in staat om de eisen die worden gesteld aan een informatiesysteem te begrijpen en nieuwe toepassingen te initiëren en te realiseren. Deze aanpak blijkt al uit de verplichte vakken van het programma. De verplichte informaticavakken zijn Software architecting, Web information systems, Database models, Process modeling en Information retrieval. De verplichte bedrijfskundevakken zijn Information management, IT governance, E-business architecture and systems, Workflow management systems en Supply chain logistics and information management.
19
1 Opl. TBdk en TBG
Beroepsperspectief De combinatie van een wetenschappelijke houding met de praktijkgerichte aanpak van een ingenieur vormt een uitstekende basis voor een interessante loopbaan. Je bent opgeleid om informatiesystemen te ontwerpen vanuit een business-perspectief. Je bent dan ook de sleutelfiguur bij uitstek waar het gaat om informatica-intensieve bedrijfsprocessen, zoals productie, distributie of zakelijke dienstverlening. Je kunt interessant en uitdagend werk vinden op het gebied van de ontwikkeling van informatiesystemen en de inrichting van geautomatiseerde bedrijfsprocessen bij grote en middelgrote organisaties. Je kunt bijvoorbeeld aan het werk als ontwikkelaar, architect of informatiemanager. De meeste informatici beginnen met een functie als lid van een team dat software ontwerpt, maar al gauw groeien velen van hen door naar functies als teamleider en, op den duur, naar managementfuncties of consultant. Construction Management and Engineering In de wereld van het bouwmanagement is Construction Management & Engineering een bekende tak van studie en wetenschap. Aan de TU/e geven de faculteiten Bouwkunde en Technologie Management inhoud aan dit vakgebied in de vorm van deze speciale masteropleiding. De masteropleiding Construction Management & Engineering is tot stand gekomen in samenwerking met het bedrijfsleven en zusterinstellingen binnen en buiten Europa. Deze masteropleiding richt zich hoofdzakelijk op de processen, de betrokken marktpartijen en technische bedrijfskenmerken evenals op innovatieve technische eigenschappen Beroepsperspectief Wanneer je Construction Management & Engineering hebt voltooid, ben je vertrouwd met de methodische analyse en procesontwerp van het project- en procesmanagement. Daarmee kun je in de praktijk gaan werken of je kunt je verder ontwikkelen en onderzoeker worden. In het eerste geval word je meestal aangesteld als bouwmanager bij bouwbedrijven, overheidsinstellingen of projectontwikkelaars. Het is duidelijk dat de combinatie van disciplines, de eigen verantwoordelijkheid van de student en de contacten met het bedrijfsleven zeer op prijs worden gesteld door het beroepenveld waar je als afgestudeerde werk vindt. Met het speciaal bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg zijn ook specifieke programma's in de Masteropleidingen OML en HTI toegankelijk. Zie § 1.3.3. Voor nadere informatie zie: § 5.2 TIW Overigens worden regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten over de Masteropleidingen georganiseerd. Raadpleeg regelmatig de faculteitsberichten: http://w3.tm.TU/e.nl/nl/nieuws/faculteitsberichten.
1 Opl. TBdk en TBG
20
Hoofdstuk 2 Bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg: Propedeuse
21
2 BSc. TBdk en TBG P-fase
2 Bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg : Propedeuse 2.1 Functies van de propedeuse De propedeuse heeft een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. Met de propedeuse wordt het volgende nagestreefd: • • • • •
Inzicht verschaffen aan de student in de inhoud van de opleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg De propedeuse moet daarmee representatief zijn voor de rest van de opleiding Een oordeelsvorming door de student en door de faculteit over de geschiktheid van de student voor de gekozen studie Het aanleren of zonodig verbeteren van effectief studeergedrag Het ontwikkelen van een academische houding Een basis leggen voor de postpropedeutische fase en de aansluitende Masteropleidingen.
Het propedeusejaar dient ervoor om je enerzijds de gelegenheid te bieden je te oriënteren op het eigen karakter van de opleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde voor de gezondheidszorg en anderzijds de kans te geven om er achter te komen of jij en de opleiding voor elkaar geschikt zijn. Verder stelt het propedeusejaar docenten en studieadviseur in staat om studenten van aanvang af te adviseren over hun geschiktheid voor de opleidingen en hen eventueel te verwijzen naar andere studiemogelijkheden.
2.2 Studieadvies Studieadvies na blok B/C van het eerste semester Voor februari krijgen alle eerstejaars studenten van de examencommissie een advies over de studievoortgang. Op basis van dit advies heeft de student die onder verwachting presteert of tot de ontdekking komt dat de studie niet aansluit bij zijn of haar verwachtingen nog de mogelijkheid zich tijdig uit te schrijven voor studiefinanciering. Het advies is dringend van aard: studenten met onvoldoende resultaten wordt aangeraden de studie te beëindigen. Het advies moet vóór 1 februari worden gegeven aangezien studenten tot deze datum de tijd hebben zich uit te schrijven zonder te hoeven voldoen aan de studievoortgangsnorm. Reeds ontvangen prestatiebeurs hoeft dan niet terugbetaald te worden. Voor meer informatie zie ook de IB-webpagina http://www.ib-groep.nl. Naar aanleiding van het advies worden alle studenten uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseur. Studieadvies na het tweede semester Aan elke student wordt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse een advies uitgebracht over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding (art. 7.9 lid 1 WHW). Dit studieadvies moet vóór 1 september aan alle eerstejaarsstudenten worden uitgebracht. Het is een belangrijk advies, omdat het je als student een reëel inzicht geeft in de kansen om met goed gevolg de opleiding te kunnen
23
2 BSc. TBdk en TBG P-fase
voltooien. Het studieadvies wordt namens het faculteitsbestuur uitgebracht door de examencommissie en wordt gebaseerd op de resultaten die behaald zijn tot en met de tentamenperiode volgend op blok F. Je krijgt een positief advies als je na één studiejaar tenminste 45 studiepunten (sp) aan propedeusevakken hebt gehaald. Bij minder dan 45 sp maar tenminste 30 studiepunten is het advies voorwaardelijk positief. Bij minder dan 30 studiepunten is het advies negatief. Als resultaten die in de interimperiode worden behaald daartoe aanleiding geven, kan een negatief of voorwaardelijk positief advies alsnog worden beschouwd als een voorwaardelijk positief respectievelijk positief advies. Bij bijzondere omstandigheden zoals ziekte kan van deze normen worden afgeweken. De studieadviseur adviseert de examencommissie. Zie ook het Onderwijs en Examenreglement (OER) bijlage 3 ( te vinden in de bijlage van deze opleidingsgids en op de onderwijs website). Voortzetting van de opleiding in het tweede studiejaar na een positief, voorwaardelijk positief of negatief advies Alleen studenten die alle P-vakken hebben gehaald krijgen onbeperkt toegang tot het volgen en afleggen van tweedejaarsvakken. Studenten die nog P-vakken open hebben staan maar wel een positief studieadvies hebben, mogen in het tweede jaar naast de nog resterende P-vakken ook tweedejaarsvakken volgen. Dit geldt ook voor studenten die alsnog vóór 1 september minstens 45 sp halen. De laatste P-vakken moeten uiterlijk aan het eind van het tweede studiejaar behaald zijn, anders vervalt deze voorwaardelijke toestemming tot het volgen van tweedejaarsvakken (zie OER bijlage 3). De student dient dus grote prioriteit te geven aan de Pvakken en wordt aangeraden om aan het begin van het tweede studiejaar met de studieadviseur een planning te maken van de nog te halen P-vakken plus een haalbaar gedeelte van de tweedejaarsvakken. Studenten met een negatief studieadvies en minder dan 30 sp na de herkansingen in augustus worden geadviseerd om met de opleiding te stoppen. Indien de opleiding toch wordt voortgezet in het tweede studiejaar, mogen uitsluitend P-vakken worden gevolgd. Voor studenten met een voorwaardelijk positief advies (minder dan 45 maar tenminste 30 sp), wordt door middel van een studiecontract de mogelijkheid geboden om naast de resterende P-vakken een aantal vooraf te bepalen tweedejaarsvakken af te leggen. Zij krijgen daarmee een voorwaardelijke toelating tot deze 2e jaars vakken. Een studiecontract houdt het volgende in: • de student moet na 1 semester alle in dat semester aangeboden P-vakken hebben gehaald. • de student moet na 1 semester tenminste 18 SP aan P- en PP-vakken hebben gehaald (60 % van nominaal studietempo). • als na het eerste semester aan beide voorwaarden is voldaan, mag de student in de rest van het tweede jaar de aangeboden PP-vakken afleggen. • in het geval dat in het eerste semester voor één P-vak het cijfer 5 gescoord wordt, moet dit vak bij de eerstvolgende herkansingsmogelijkheid alsnog worden gehaald (tenzij voor dit vak clustercompensatie van toepassing is). De studielast van dit vak wordt meegerekend bij de bepaling van het gerealiseerde tempo in het eerste semester. • vanaf het moment dat een student het P-diploma niet meer binnen 2 jaar zou kunnen halen, mogen geen PP-vakken meer afgelegd worden. De toegang tot het afleggen van tentamens in de PP-fase vervalt als de student niet aan de uit het contract voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan. Zie ook het Onderwijs en Examenreglement (OER) bijlage 2.
2 BSc.Tbdk en TBG: P-fase
24
2.3 Studieprogramma propedeuse Op OWINFO (http://owinfo.tue.nl/) is een beschrijving van de vakken behorend tot het onderwijsprogramma met de inhoud, de college- en tentamenvorm, de docent en de benodigde boeken of dictaten opgenomen. In het vakkenoverzicht zijn de instructies en oefeningen die behoren bij een aantal van de daar vermelde vakken niet opgenomen. Via www.studyweb.nl kun je voor een groot aantal vakken studiewijzers en oefeningen vinden. Inlichtingen over het programma voor het propedeutische examen Technische Bedrijfskunde zijn verkrijgbaar bij de onderwijsadministratie Technologie Management, Pav. B0.09, tel: 040 - 247 21 90. 2.3.1 Het eerste studiejaar Technische Bedrijfskunde (TBdk) in 2008-2009 voor de Pinstroom 2008 Voor studenten die in 2008 aan de opleiding beginnen, volgt hier het programma voor het eerste studiejaar. Verplichte onderwijseenheden behorend tot het propedeutisch examen (generatie 2008) Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs 1e jaar
Technische Bedrijfskunde
Semester 1A 1A 1A 1A-C 1A-F 1B 1B-C 1B-C 1B-C 1B-C 1C 2D 2D 2D-E 2D-E 2E-F 2E-F 2E-F 2E-F 2F
Vakkode 1BB20 1JJ12 2DD25 1PP29 0Z000 1AA11 1BB11 2DD12 2DD13 2DD16 1FF11 1FF21 1ZZ12 2DD14 2DD15 1AA33 1BB30 1CC11 2DD17 0L851
Vaknaam Verzamelingenleer en logica Individual Aspects of Human Performance Management (HPM 1) Calculus 1 OGO Introductie Technische Bedrijfskunde RSI-workshop Inleiding Bedrijfseconomie OGO Introductie in informatiesystemen Lineaire algebra Kansrekening Calculus 2 Quality and reliability engineering OGO Quality and reliability engineering OGO Organisatiekunde Statistiek Optimalisering OGO Economische besturing Procesmodelleren OGO Logistiek Calculus 3 Ethiek in bedrijfsprocessen: een goede zaak
sp 3 3 3 3 0 3 3 3 3 3 3 4 3 3 3 4 3 4 3 3
Totaal propedeutisch examen TBdk 60 studiepunten
25
2 Bsc.Tbdk en TBG: P-fase
2.3.2 Het eerste studiejaar Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg (TBG) in 2008-2009 voor de P-instroom 2008 Voor studenten die in 2008 aan de TBG-opleiding beginnen volgt hier het programma voor het eerste studiejaar. Verplichte onderwijseenheden behorend tot het propedeutisch examen (generatie 2008) Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs 1e jaar Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg Semester 1A-C 1A-F 1A 1A-C 1A 1B-C 1B-C 1B-C 2D-E 2D-E 2D-E 2D-E 2E-F 2E-F 2E-F 2F
Vakkode 0A211 0A212 0AG02 1BB20 1GG01 2DD25 2DD12 2DD13 2DD16 0AG03 1CG02 2DD14 2DD15 1BB30 1BG01 1CC11 0AG01
Vaknaam Psychologie en gebruiker Psychologie en gebruiker (OGO) OGO Gezondheidszorg en technologie 1 Verzamelingenleer en logica OGO Inleiding operationele processen in de gezondheidszorg Calculus 1 Lineaire algebra Kansrekening Calculus 2 Inleiding gezondheidspsychologie 0G0 Bedrijfseconomische aspecten van de gezondheidszorg Statistiek Optimalisering Procesmodelleren OGO Introductie in informatiesystemen voor de gezondheidszorg OGO Logistiek OGO Ethiek van gezondheidszorgtechnologie
Totaal propedeutisch examen TBG 60 studiepunten
2 BSc.Tbdk en TBG: P-fase
26
sp 6 4 6 3 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 3
Hoofdstuk 3 Bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg: Postpropedeuse
27
3 BSc.TBdk en TBG: PP-fase
3 Bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en TBG: Postpropedeuse 3.1 Toelatingsvoorwaarden voor de postpropedeutische fase Als hoofdregel geldt dat je als student pas aan tentamens van de postpropedeutische fase (PP) kunt deelnemen nadat het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd. In afwijking hierop kan de examencommissie de student op diens verzoek de toegang tot het afleggen van bepaalde onderwijseenheden van de PP-fase verlenen, voordat het propedeutisch examen afgelegd is. De voorwaarden hiervoor zijn opgenomen in bijlage 3 van de OER. Meer informatie is bij de studieadviseur te verkrijgen (zie ook Hoofdstuk 2.2).
3.2 Studieprogramma postpropedeuse Het tweede en het derde studiejaar van het Bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde Vergelijkbaar met het propedeusejaar bestaat het programma voor Technische Bedrijfskunde in het 2e en 3e jaar uit wiskunde-, techniek-, bedrijfskunde- en methodische vakken, waarbij je als student zowel individueel als in een groep zal moeten werken. Dataverwerving en -analyse (DVA) In het tweede jaar maak je in groepsverband (van 4 of 5 studenten) een analyse van een werkelijke bedrijfssituatie. Door metingen te verrichten, databases te raadplegen, te observeren en interviews te houden probeer je te achterhalen wat er niet goed loopt in de situatie en wat de oorzaken daarvan zijn. Er zijn twee startmomenten; in blok D start DVA volgens het nominale programma. Er is ook een alternatieve start in blok A. Minoren Studenten van generatie 2007 en later volgen alleen in het derde jaar van hun programma een zogenaamde minor. Een minor bestaat uit een set vakken die door andere faculteiten wordt aangeboden. De minor in het Bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde is bijvoorbeeld een technische verdieping in een bepaalde richting. Je kan zelf de minor kiezen die je interessant vindt. Voorjaar 2009 zal een voorlichting georganiseerd worden waarbij de verschillende minoren nader worden toegelicht (wordt aangekondigd via vakcode 1S120). In het minorenreglement wordt vastgelegd onder welke voorwaarden je aan een minor kunt deelnemen. Studenten van generatie 2006 vervolgen de minor die zij in het tweede jaar zijn gestart, in het derde jaar. Eindopdracht De hoofddoelstelling van de bacheloreindopdracht is dat studenten laten zien dat zij voor een bedrijfskundige vraagstelling het bedrijfskundig theoretische en methodische gereedschap zelfstandig kunnen toepassen.Deze doelstelling levert een randvoorwaarde op, namelijk dat de eindopdracht niet bestaat uit een voorgeprogrammeerde set onderzoeksactiviteiten. Je moet je eigen keuzes maken en verantwoorden.
29
3 BSc.TBdk en TBG: PP-fase
De bachelor eindopdracht omvat 8 studiepunten. De eindopdracht mag worden afgelegd na het behalen van onderwijseenheden uit de propedeutische en postpropedeutische fase met een gezamenlijke studielast van 130 studiepunten waaronder in elk geval Dataverwerving en data-analyse. Voor studenten die in 2007 aan de opleiding zijn begonnen en op grond van een P-examen Technische Bedrijfskunde of een positief studieadvies zijn toegelaten tot de postpropedeutische fase volgt hierna het programma van het tweede studiejaar 2e jaar Technische Bedrijfskunde Semester
Vakkode
Vaknaam
SP
1A
2DD18
Statistiek en stochastische operations research
6
1A-C 1A 1A-C 1B 1C 2D-E 2D-E 2D-F 2D-F 2D-F 2E-F
0AP03 1BB41 1JJ22 1PP31 1CC22 1AA22 1BB61 1CC32 1FF31 1PP41 1ZZ22
Methods and models in behavioral research OGO Inleiding programmeren en software engineering Human performance management 2 OGO MTO-Tbdk OGO Kwantitatieve modell. en analyse v. bedrijfsprocessen Marketing- en inkoopmanagement OGO Simulatie van operationele processen Analyse van productie, opslag en transportprocessen Reliability OGO Dataverwerving en -analyse Organisatie & strategie
6 4 6 4 4 3 4 6 6 8 3
Totaal 2e jaar TBdk 60 studiepunten Deze overzichten zijn medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs Voor studenten die in 2006 aan de opleiding zijn begonnen en op grond van een P-examen Technische Bedrijfskunde of een positief studieadvies zijn toegelaten tot de postpropedeutische fase volgt hierna het programma van het derde studiejaar 3e jaar Technische Bedrijfskunde Semester 1A-B 1A-C 1A-C 1B-C 1B-C 1B+2E 1A-C 2D-E 2D-F 2D-F 2D-F 2D-F
Vakkode Vaknaam 1AA22 Marketing- en inkoopmanagement 1AA41 Financieel management 1JJ32 OGO Human performance management 3 1CC41 Analyse van Goederenstromen Organisatie & strategie 1ZZ22 1P105 Toets Engels minor 1BB61 OGO Simulatie van operationele processen 1BB71 Enterprise and information modeling 1FF31 Reliability 1ZZ31 Innovatie management 1BT03 OGO Bachelor eindopdracht
Totaal 3e jaar TBdk 60 studiepunten
3 BSc.Tbdk en TBG: PP-fase
30
SP 3 3 4 3 3 0 14 4 6 6 6 8
3.3 Het tweede en derde studiejaar Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg Het tweede jaar van het speciale bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg Ook het tweede jaar van het speciale bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg heeft een opzet waarbij ongeveer de helft van de te volgen vakken bestaat uit speciale TBG-vakken en de helft uit aanschuifvakken bij het bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde of het bachelorprogramma Technische Innovatiewetenschappen. Omdat de minor gekozen kan worden uit alle minoren die toegankelijk zijn voor studenten uit het bachelorprogramma Technische Bedrijfskunde (zie hierboven), geldt het percentage van 50% op de gezondheidszorg gerichte vakken alleen voor die studenten die kiezen voor de minor Ambient Intelligence/Ambient Care of voor de minor Engineering voor Health. Behalve deze twee minoren zijn er in het tweede jaar twee speciale TBG-vakken: • Gezondheidszorg en technologie 2 • Dataverzameling en –analyse in de gezondheidszorg Gezondheidszorg en technologie 2 bouwt voort op het gelijknamige vak in het eerste jaar en verdiept het inzicht in de primaire processen die zich afspelen in gezondheidszorginstellingen, de typische kenmerken van gezondheidszorginstellingen, en de voor de technisch bedrijfskundige relevante elementen van de context van gezondheidszorginstellingen. Dit gebeurt aan de hand van een opdracht waarin studenten leren een innovatieve ontwikkeling op het gebied van zorgprocessen te beschrijven en evalueren vanuit verschillende disciplinaire invalshoeken en vanuit het perspectief van professionals/managers in de gezondheidszorg. In Dataverzameling en –analyse in de gezondheidszorg gaat het om het verzamelen en analyseren van empirische data met als doel het kunnen beschrijven en verklaren van de prestaties van een operationeel proces in de gezondheidszorg. Voor studenten die in 2007 aan de opleiding zijn begonnen en op grond van een Pexamen Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg of een positief studieadvies zijn toegelaten tot de postpropedeutische fase volgt hierna het programma van het tweede studiejaar. Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs 2e jaar Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg Semester 1A-C 1A-C 1A 1A-B 1B-C 1C 2D-F 2D-E 2D 2D-F 2D-F
Vakkode 2DD18 0AP03 1BB41 1GG02 0A641 1CC22 0A531 1BB61 1JP02 1CC32 1BG41
Vaknaam Statistiek en stochastische operations research Methods and models in behavioral research OGO Inleiding programmeren en software engineering OGO Gezondheidszorg en technologie 2 Denken en beslissen OGO Kwant. modellering en analyse v.bedr.processen. Human perception and performance OGO Simulatie van operationele processen Organizational behavior and human performance Analyse van productie, opslag en transportprocessen OGO D.V.A. in de gezondheidszorg
SP 6 6 4 4 6 4 6 4 3 6 8
Totaal 2e jaar TBG 60 studiepunten
31
3 BSc.TBdk en TBG: PP-fase
Het derde jaar van de speciale bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg In het eerste semester van het derde jaar van het TBG-programma wordt een minor gevolgd (30 ects). Bachelorstudenten TBG kunnen een minor kiezen uit dezelfde lijst minoren die open staan voor bachelorstudenten Technische bedrijfskunde. Geadviseerd wordt te kiezen voor de minor Ambient Intellligence/Ambient Care van de faculteit ID, voor de minor Engineering for Health van de faculteit BMT of voor een in overleg samen te stellen vrije minor, omdat zo het aantal minorvakken met speciale aandacht voor de gezondheidszorg kan worden gemaximaliseerd. Behalve de mogelijkheid een op de gezondheidszorg gerichte minor te kiezen kent het derde jaar de volgende speciaal op de gezondheidszorg gerichte vakken: • Logistieke beheersing in de gezondheidszorg • Financieel management in de gezondheidszorg • Bacheloreindopdracht in de gezondheidszorg. Tevens wordt in het vak Enterprise information models aandacht besteed aan toepassingen in de gezondheidszorg. . In Logistieke beheersing in de gezondheidszorg wordt naar gezondheidszorgprocessen gekeken als een keten van zorgschakels. Belangrijke vragen betreffen capaciteitsbehoefte en capaciteitsbenutting en de gevolgen van gemaakte keuzes voor de servicegraad aan patiënten (wachttijd, doorlooptijd). Het vak Financieel management in de gezondheidszorg verdiept de kennis die is opgedaan in het eerstejaarsvak Bedrijfseconomische aspecten van de gezondheidszorg en breidt deze uit naar andere terreinen (bv. evaluatie en rapportage, financiering, governance). In de bacheloreindopdracht-gezondheidszorg wordt individueel zelfstandig een analyse uitgevoerd van de prestaties van een operationeel proces in de gezondheidszorg. Daarin kan bijvoorbeeld worden ingegaan op de effecten van het inzetten van nieuwe zorgtechnologie op de prestaties van zo'n proces. Voor studenten die in 2006 aan de opleiding zijn begonnen en op grond van een Pexamen Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg of een positief studieadvies zijn toegelaten tot de postpropedeutische fase volgt hierna het programma van het derde studiejaar.
3 BSc.Tbdk en TBG: PP-fase
32
Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs 3e jaar Semester 1A-B 1A 1B-C 1B-C 1B+2E 1A-C 2D-E 2D-F 2? 2D-F 2D-F 2D-F
Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg Vakkode 1AA22 1JP02 1CG03 0A641 1P105 1BB61 1BB71 1?..... 1CG04 1ZZ31 1GT03
Vaknaam Marketing- en inkoopmanagement Organizational behavior and human performance OGO Logistieke Beheersing in de Gezondheidszorg Denken en beslissen Toets Engels minor OGO Simulatie van operationele processen Enterprise and information modeling nog niet bekend Financieel Management in de gezondheidszorg Innovatie management OGO Bachelor eindopdracht TBG
SP 3 3 4 6 0 14 4 6 3 3 6 8
Totaal 3e jaar TBG 60 studiepunten N.B. Door de invoering van de blokminor komen in 2008-2009 een aantal vakken zowel voor in het programma van het tweede als in dat van het derde jaar.
33
3 BSc.TBdk en TBG: PP-fase
Hoofdstuk 4 Masterprograms Innovation Management en Operations Management & Logistics
35
4 MSc.IM en OML
4 Masterprograms Innovation Management en Operations Management & Logistics 4.1 De Masteropleidingen Admission to the master program of Operations Management & Logistics and Innovation Management is only possible with a degree in one of the engineering sciences, such as Industrial Engineering and Management Science (including Health Care specialization) at the Eindhoven University. If there is sufficient teaching capacity for the program, the Examinations Committee may decide that a student who is registered in the Industrial Engineering and Management Science Bachelor’s Degree program at the TU/e may be admitted to the program before he or she has passed the final examination of the Bachelor’s Degree program in question. In any event, admission will be granted if the student has sufficient results for and/or exemption from program units in the Bachelor’s Degree program with a total study load of at least 160 credits including all study components belonging to the second year of the Industrial Engineering and Management Science bachelor program. Students from other universities or HBO-bachelors must have a relevant Bachelor’s degree (or equivalent), based on a program of sufficient academic level and quality to enable you to complete the TU/e Master’s degree program to which you wish to be admitted.To find more information about the admission for HBO-Bachelors, see chapter 4.2.
The program for the MSc Operations Management & Logistics and for the MSc Innovation Management is a two-year, 120 CP MSc program.
M a s te r T h e s is
S e m e s te r 4
S e m e s te r 2
S e m e s te r 1
Thesis Preparation
S e m e s te r 3
F r e e E le c tiv e s R e s tr ic te d E le c tiv e s ( s p e c ia lis a tio n ) C o re C o u rs e s
In this program structure, the core part is about one semester. The key program setup will be as follows: - Core courses: - Restricted Electives (specialisation, to be approved by mentor): - Free Electives: - Master Thesis Preparation: - Master Thesis:
37
35 cp 25 cp 20 cp 10 cp 30 cp
4 MSc.IM en OML
Note that the Free Electives space can be filled by deficiency courses for students with an undergraduate university degree different from Industrial Engineering. This deficiency program is determined by the Admission Board. The specific requirements on the free electives, are mentioned in chapter 4.1.1 (OML) and 4.1.2 (IM) Final qualifications Graduates of the Program are engineers that • are able to operate independently and in teams, at an academic level • have scientific knowledge and insights on the design, behavior, and performance of operational processes in industrial and service organisations. • are able to apply the knowledge and insights both in research & development positions in academia and industry, and in operational, consulting, and managerial positions in industry • have sufficient social and research skills to independently conduct a study that meets academic standards, in the domain of Operations Management & Logistics or Innovation Management • are able to make a redesign of a specific business process, based on the results of a study, including specifications for the required information and the organizational context • operate effectively and efficiently in a multidisciplinary context • communicate clear and unambiguous in international environments, both in industry and in academia, both with non-specialists and specialists in the domain • are aware of the relative importance of contributing disciplinary knowledge, and the mutual influence between scientific knowledge and societal impact. • have the necessary learning skills that enable the start in subsequent programs requiring substantial independence, such as PhD programs or postgraduate professional programs or courses. • are able to independently identify and supplement any lacks in knowledge. General requirements on courses The following requirements are identified to provide a framework for the development of courses in the program: • course content is related to current research • course content is positioned within the research context in which it has originated • students conduct design projects and relate this to the scientific literature • course contents contain various perspectives, including scientific controversies, and critically analyse these controversies • design projects within courses are based on actual business processes • students are required to independently find additional literature and other academic sources • student reporting is not limited to the actual design assignment, but always reflects on the relative contribution of the various disciplines, the societal context and impact, and the feasibility of implementation, related to the specific circumstances, including regional and business cultures. Thesis project, subdepartment of graduation, and mentor At the end of the first semester, the student identifies a research area in which he is interested within one of the subdepartments directly involved in the program Innovation Management or Operations Management & Logistics: • Human Performance Management (OML/IM) • Information Systems (OML/IM)
4 MSc.IM en OML
38
• Operations Planning, Accounting, and Control (OML) • Organisation Science and Marketing (IM) Students are free to apply for graduation at one of these subdepartments, while the subdepartments are free to accept or decline students, provided that they accept the minimum number of students per year that has been agreed between the subdepartment and the Program Director. With approval of the Program Director and the subdepartment involved, the student can choose to graduate at another subdepartment in the University. The subdepartment, after consultation of the student, assigns a mentor to the student. The mentor is responsible: • to assist the student with developing a thesis topic • to assist the student in selecting his electives • to approve and grade the research proposal of the student, which must be completed before the start of his graduation project • to approve the restricted elective courses For more information on the Requirements on the Thesis project see http://w3.tue.nl/en/navigate/portals/education and the Education and Examinations Regulations (EER) for the Master's degree programs, annex 3; Graduation Regulations for OML and IM. 4.1.1 Program Master of Science in Operations Management & Logistics Objective of MSc OML The objective of the program is to educate academic engineers who have scientific knowledge and insights on the design, behavior, and performance of operational processes in industrial and service organisations. Graduates of the program are able to use this knowledge and these insights to develop, conduct, and test design-oriented research within the domain of the program. Knowledge and insights in the domain originate from the disciplines information systems, systems engineering, operations research, psychology and management accounting. The core (compulsory) courses have been designed such that each of the five research perspectives that are present on BETA have one compulsory course. In this way, all students in the program receive basic training in these five research fields. The program consists of the following courses: This overview was made in the midst of July 2008. For actual information and coursedescriptions look at the education site of de Department www.tm.tue.nl/ Compulsory units of study Msc. OML, programme 2008-2009 Semester Code 2D - F 0LM05 1A - C 1JM10 2D - F 1CM20 2D - F 1ZM30 1ML05 1MR05 1..96
Course Philosophy of management science Performance enhancement Management accounting Research design, data collection and analysis Preparation Master Thesis Preparation Master Thesis 2 research proposal Master Thesis
39
CP 5 5 5 5 5 5 30
4 MSc.IM en OML
Semester Code One out of two 1A - C 1BM05 2D - F 1BM40 One out of two 1A - C 1CM10 2D - F 1CM25
Course
CP
Business process management ICT architectures
5 5
Modeling and analysis of manufacturingsystems Supply chain operations planning
5 5
Elective units of study (intake 2008) This overview was made in the midst of July 2008 . For actual information and coursedescriptions look at the education site of de Department www.tm.tue.nl/ Free elective units of study MSc. OML, programme 2008 SemesterCode 1A - C 0EE20 1A - C 0ZM05 1A - C 1JM05 1A - C 0LM10 1A - C 1BM10 1A - C 1BM20 1A - C 1BM25 1A - C 1BM60 1A - C 1CM05 1A - C 1CM40 1A - C 1JM10 1A - C 1JM16 1A - C 1JM17 1A - C 1ZM45 2D 1BM45 2D - F 1BM15 2D - F 1BM31 2D - F 1BM51 2D - F 1BM55 2D - F 1CM05 2D - F 1CM30 2D - F 1CM36 2D - F 1JM10 2D - F 1JM17 2D - F 1JM21 2D - F 1JM26 2D - F 1ZM20 2D - F 1ZM25 2D - F 1ZM35 2D - F 1ZM40 2D - F 1ZM45 2D - F 2DD23 1MS01
4 MSc.IM en OML
Course Technology and growth Innovation in networks and alliance management Human aspects of product development and quality Energy, production and process integration Electronic business architectures and systems Softw.req.management: quality and functionality Software management experience Product data management Design of operations planning and control systems Retail operations Performance enhancement Human factors in system failure Performance Enhancement (PhD Level) International negotiation Process mining Executable models (of logistic processes) Multi-agent systems for e-business Software process management Enterprise information systems Design of operations planning and control systems Service supply chain for capital goods Game theory with appl.to supply chain management Performance enhancement Performance Enhancement (PhD Level) Designing effective performance management syst. Human performance in complex ICT-enabled syst. Technology Entrepreneurship Knowledge processes & management Strategic sourcing and supply management Strategy and technology management International negotiation Time series analysis and forecasting International research project
40
CP 6 5 5 5 5 5 3 3 5 5 5 5 7 3 3 5 5 5 5 5 5 5 5 7 5 5 5 5 5 5 3 5 5
Electives Electives that are developed within the four subdepartments directly involved in the Program will be sized at 3 or 5 CP. All courses are full semester courses. In addition to the draft list above, courses from the Innovation Management program can be listed as electives. International Term All students who have obtained their undergraduate degree in the Netherlands are offered the opportunity to do a semester abroad, provided their deficiency program allows this. For more information about the International Term: http://w3.tm.tue.nl/en/education Pre-doctorate Certificate Operations Management & Logistics The pre-doctorate cerficate program Operations Management & Logistics, for excellent students, is an addition to the Master program OM&L (8 cp extra). You can attend with this program a more serious and more daring Master program. Moreover, the certificate program gives you dispensation from a number of parts of the Ph.D. program of the research school Beta. To start this program you will have to be admitted by the Admission Board. Requirements for this course are: 1. A Bachelor degree, finished cum laude 2. A Bachelor degree, average 7.5 and sufficient motivation For more information about the demands for participation and the content of the program: www.tue.nl/masterprograms/oml
Dual degree A limited number of students is eligible for a dual degree program; students will then, in addition to their semester abroad, be an additional semester abroad, leading to a total nominal program duration of 5 semesters. After completion of their thesis and the requirements of the dual degree, the students will receive diplomas from two institutions. 4.1.2 Program Master of Science in Innovation Management This Master program is eligible for a NFP fellowship. For more information about this scholarship, see: http://w3.tue.nl/en/services/stu/internationalisation/ Objective of MSc IM The program consists of the following courses: Compulsory units of study (Intake 2008) semester Code 1D - F 0LM05 1A - C 1CM15 1A - C 1ZM11 1A - C 1ZM15 1A - C 1ZM50 2D - F 1CM20 2D - F 1ZM30 1ML05 1MR05 1..96
Course Philosophy of management science Project and process management Marketing and innovation New product development Design science methodology Management accounting Research design, data collection and analysis Preparation Master Thesis Preparation Master Thesis 2 research proposal Master Thesis
41
CP 5 5 5 5 5 5 5 5 5 30
4 MSc.IM en OML
three out of Semester Code 1A - C 0EE20 1A - C 0ZM05 1A - C 1JM05 2D - F 1ZM20 2D - F 1ZM25 2D - F 1ZM35 2D - F 1ZM40
Course Technology and growth Innovation in networks and alliance management Human aspects of product development and quality Technology Entrepreneurship Knowledge processes & management Strategic sourcing and supply management Strategy and technology management
CP 6 5 5 5 5 5 5
Elective units of study (intake 2008) Note that courses from other universities must always be authorized by the Exam committee (separate from the approval of the mentor in case of a restricted elective course). This overview was made in the midst of July 2008 . For actual information and coursedescriptions look at the education site of de Department www.tm.tue.nl/ Semester 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 1A - C 2D 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F 2D - F
Code 0LM10 1BM05 1BM10 1BM20 1BM25 1BM60 1CM05 1CM10 1CM40 1JM10 1JM16 1JM17 1ZM45 1BM45 1BM15 1BM31 1BM40 1BM51 1BM55 1CM05 1CM25 1CM30 1CM36 1JM10 1JM17 1JM21 1JM26 1ZM45 2DD23 1MS01
4 MSc.IM en OML
Course Energy, production and process integration Business process management Electronic business architectures and systems Softw. requirements management: quality and functionality Software management experience Product data management Design of operations planning and control systems Modeling and analysis of manufacturing systems Retail operations Performance enhancement Human factors in system failure Performance Enhancement (PhD Level) International negotiation Process mining Executable models (of logistic processes) Multi-agent systems for e-business ICT architectures Software process management Enterprise information systems Design of operations planning and control systems Supply chain operations planning Service supply chain for capital goods Game theory with applications to supply chain management Performance enhancement Performance Enhancement (PhD Level) Designing effective performance management systems Human performance in complex ICT-enabled systems International negotiation Time series analysis and forecasting International research project
42
CP 5 5 5 5 3 3 5 5 5 5 5 7 3 3 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 7 5 5 3 5 5
All courses from the Operations Management & Logistics Program are possible Electives in the MSc Innovation Management Program. International Term All students who have obtained their undergraduate degree in the Netherlands are offered the opportunity to do a semester abroad, provided their deficiency program allows this. For more information about the International Term: Technische Universiteit Eindhoven: Education Dual degree A limited number of students is eligible for a dual degree program; students will then, in addition to their semester abroad, be an additional semester abroad, leading to a total nominal program duration of 5 semesters. After completion of their thesis and the requirements of the dual degree, the students will receive diplomas from two institutions.
4.2 Schakelprogramma’s/ Pre-master programs Als hbo-bachelor kun je niet zonder meer beginnen aan een Masteropleiding van een universiteit. Bij de TU/e moet je daarom ook eerst een aantal vakken van de universitaire Bacheloropleiding of specifiek ontwikkelde vakken volgen om toegelaten te kunnen worden tot de Masteropleiding: het zogenaamde schakelprogramma. Als hbo-ingenieur kun je instromen in de Masteropleiding Innovation Management of Operations Managament & Logistics na het succesvol afronden van dit schakelprogramma. Het standaard schakelprogramma omvat 40 studiepunten. Na het afronden van het schakelprogramma ontvang je een bewijs van toelating voor de gewenste Masteropleiding. Het schakelprogramma moet binnen een jaar worden afgerond. Indien >27 sp is behaald, kan de termijn met maximaal één jaar worden verlengd. Na een half jaar wordt aan de studenten een advies verstrekt over de voortzetting van de studie. Indien deze onvoldoende is (minder dan 10 sp behaald) wordt de student dringend geadviseerd de studie te beëindigen. Onze ervaring leert dat al na een semester voor deze categorie studenten duidelijk is dat voortzetting van de studie niet zinvol is. De regeling staat beschreven in de OER Bsc.2008, bijlage 4.
43
4 MSc.IM en OML
4.2.1 PRE-Master Innovation Management en Operations Management & Logistics Het eerste studiejaar in 2008-2009 voor de instroom 2008 voor IM en voor OML Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs Semester 1.1/1.2 1A 1A 1A-B 1A-C 1B-C 1B-C 1C 2D 2D-E 2D-F 2E-F
Code 1P105 2DT00 2DD20 1ZP04 0AP03 2DT01 1BP03 0LP52 1JP02 1CP06 1ZZ31 1CP07
Course Toets Engels Basis Wiskunde Pre-master statistics Marketing- en inkoopmanageme Methods and models in behavioral research Calculus Information systems An introduction into ethics Organizational behavior and human performance (Engelstalig) Business Economics Innovatie management Project management
CP 0 2 3 3 6 4 3 3 3 3 6 3
Semester 1.1/1.2 1A 1A-B 1A-C 1B-C 1B-C 1C 1B-C 1A-C 2D 2D-E 2E-F
Code 1P105 2DD19 2DL01 0AP03 2DD24 2DD21 0LP52 1BP03 1CP05 1JP02 1CP06 1BP04
Course Toets Engels Pre-master statistics for OML 1 Pre-master calculus Methods and models in behavioral research Pre-master statistics for OML 2 Pre-master stochastic operations research An introduction into ethics Information systems Logistics OML Organizational behavior and human performance (Engelstalig) Business Economics Data- and object modellering
CP 0 3 4 6 3 3 3 3 6 3 3 3
4.2.2 Het volgen van mastervakken in het schakelprogramma Aan studenten die het schakelprogramma volgen wordt toestemming verleend onderwijseenheden uit het masterprogramma te doen, indien na 1 semester of na de interimperiode voldoende studiepunten zijn behaald. - Voor OML: 21 sp na 1 semester, of 27 sp na de interimperiode waaronder de vakken 0LP52, 0AP03 en één wiskundevak (2DL01 of 2DP19 of 2DD24). - Voor IM: 18 sp na 1 semester, of 27 sp na de interimperiode waaronder de vakken 0LP52, 0AP03 en één wiskundevak (2DT01 of 2DD20). Een student die aan bovengenoemde voorwaarden voldoet moet een verzoek tot contractant-schakelstudent indienen bij de TUe. De duur van deze inschrijving is maximaal 12 maanden. Daarna moet het schakelprogramma zijn afgerond en kan volwaardige inchrijving in het masterprogramma plaatsvinden. In bijlage 4 van de OER is de regeling Schakelprogramma opgenomen.
4 MSc.IM en OML
44
Hoofdstuk 5 De opleiding Technische Innovatiewetenschappen
45
5 De opleiding Technische Innovatiewetenschappen 5.1 Inleiding In de opleiding Technische Innovatiewetenschappen gaat het over het (her)ontwerpen van techniek die aansluit bij de behoeftes van de samenleving. De opleiding leert je hoe je bestaande en nieuwe technische mogelijkheden optimaal kunt inzetten ten behoeve van mensen, organisaties en de maatschappij in het algemeen. Dit (her)ontwerpen van techniek is natuurlijk een hele uitdaging, en naarmate de techniek zich verder ontwikkelt wordt deze uitdaging steeds groter. Om alle nieuwe mogelijkheden goed te kunnen gebruiken, heb je kennis nodig van die techniek. Maar die kennis alleen is niet genoeg; het is belangrijk dat er niet alleen oog is voor de technische ontwikkeling en toepassing van innovaties, maar ook voor de effecten en het werkelijke nut ervan. Uiteraard leer je ook hoe je wetenschappelijk onderzoek moet doen op deze gebieden. Daarom moet je ook inzicht hebben in de belangrijkste maatschappijwetenschappen, zoals psychologie, economie, sociologie en recht. Als student Technische Innovatiewetenschappen word je opgeleid tot expert in maatschappijgerichte technologie. Centraal uitgangspunt in de opleiding vormen technologische innovaties. Uniek aan de opleiding is de combinatie van diverse vakgebieden. Je verdiept je in technische disciplines én in sociale wetenschappen. Tijdens je studie specialiseer je je in een bepaald technisch gebied – Bouwtechnologie, Energietechnologie of Informatie- en Communicatie Technologie – en dat combineer je in de Masteropleiding met een maatschappijgerichte specialisatie. Feitelijk bestaat de opleiding, vanwege de invoering van de zogeheten ‘BaMa-structuur’ in 2002, uit twee delen. Allereerst volg je een driejarige Bacheloropleiding waarin je het basisprogramma doorloopt. Daarna kun je doorstromen naar een tweejarige Masteropleiding die is gericht op één van de twee specialisaties: 'Mens-Techniek Interactie' (Human-Technology Interaction – HTI) of 'Technologie en Beleid' (Technology and Policy – T&P). Ook zijn er mogelijkheden om door te stromen naar andere masteropleidingen. Afhankelijk van je gekozen technisch domein kun je doorstromen naar bijvoorbeeld Construction Management Engineering (CME), Sustainable Energy Technology (SET), of Business Information Systems (BIS).
5.2 De bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen De Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen (TIW) duurt drie jaar en bestaat elk jaar uit drie ongeveer gelijke delen technische vakken, maatschappijwetenschappelijke vakken en integratieprojecten. Het eerste jaar wordt afgesloten met het propedeuse-diploma. Het behalen van je propedeuse geeft aan dat je normaal gesproken ook de rest van de opleiding aankunt. In het eerste semester volg je onder meer een aantal technische basisvakken. Deze vakken geven je met name een oriëntatie op en bereiden je voor op één van de drie technische minoren: Bouwtechnologie, Energietechnologie of ICT. Na het 1e semester moet je voor één van deze minoren kiezen.
47
5 opl. TIW
Daarnaast volg je vakken op het gebied van de sociale wetenschappen, vooral psychologie, sociologie en economie. Deze vakken spitsen zich toe op (het bestuderen van) technologie en innovatie. Ook krijg je een aantal wiskunde - en statistiekvakken. Voorts werk je in het eerste semester met medestudenten aan een interdisciplinair project "Technologie in Actie". Hierin komen naast de reeds genoemde disciplines ook recht, ethiek en geschiedenis van de technologie aan de orde en kun je je kennis toepassen en combineren. In het tweede jaar volg je technische basis- en verdiepingsvakken van de technische component waar je in de loop van het eerste jaar voor hebt gekozen. Daarnaast ga je je verder verdiepen in de vakken op het gebied van de sociale wetenschappen, en krijg je vakken over methoden en technieken van onderzoek. Ook in het tweede jaar voer je interdisciplinaire projecten uit met medestudenten op het gebied van een technischmaatschappelijk vraagstuk en volg je ook een aantal andere interdisciplinaire vakken. In het derde jaar ga je je weer verder verdiepen in de technische vakken van je technische richting en in de vakken op het gebied van de sociale wetenschappen, vooral psychologie, sociologie, economie en recht. Door het volgen van deze vakken, kun je je ook alvast oriënteren op een masteropleiding die je na je bachelor wilt gaan volgen. Ook interdisciplinaire projecten komen weer om de hoek kijken. Ontwerpgericht onderwijs (OGO) De kernbegrippen binnen het OGO-onderwijsconcept, zoals dat in de opleiding Technische Innovatiewetenschappen wordt ingevuld zijn: • Toepassen van verworven kennis • Opleidingsaspecten integreren • Werken aan multidisciplinaire onderzoeks -en ontwerpopgaven • Verwerven van niet vakgebonden competenties • Actief leren • Samenwerken De OGO onderwijsvorm wordt gekenmerkt door het groepsgewijs werken aan vraagstellingen of opdrachten, die door docenten zijn ontwikkeld. In onderwijsgroepen analyseren studenten vraagstellingen, bespreken ze een opdracht of formuleren ze zelfstudieopdrachten. Studenten rapporteren over wat ze gevonden hebben bij de bestudering van de literatuur en andere leermiddelen of over welke onderzoeksmethoden ze hebben toegepast met welke resultaten. Door deze onderwijsbenadering wordt een groot beroep gedaan op de zelfwerkzaamheid van studenten: zelf studiemateriaal opzoeken, zelf (leren) beslissen wat relevant is of niet, zelf een onderzoek formuleren, zelf onderzoeksmethoden kiezen en toepassen, zelf een studieweg uitstippelen, zelf aan medestudenten vragen wat onduidelijk is en uitleggen wat is bestudeerd of onderzocht. In de opleiding Technische Innovatiewetenschappen worden globaal twee werkvormen onderscheiden binnen het OGO onderwijs: • Probleemgestuurd onderwijs werkt vanuit duidelijk gedefinieerde taken, waarbij zelfstudieopdrachten in een groep worden besproken. Deze onderwijsvorm wordt vooral gebruikt in het eerste jaar van de bacheloropleiding. Studenten hebben dan nog weinig kennis en vaardigheden tot hun beschikking om een onderzoeksproject zelfstandig uit te kunnen voeren. • Projectonderwijs werkt met groepsopdrachten. In het tweede en derde jaar van de opleiding voeren de studenten een onderzoeksproject uit waarbij een groter beroep wordt gedaan op hun zelfstandigheid. In een groep leren studenten van elkaar. Studenten moeten in de loop van het programma steeds meer laten zien dat zij op het gewenste niveau over alle verworven competenties beschikken. Dit leidt ertoe dat de
5 opl. TIW
48
student in het bacheloreindproject in een individuele opdracht moet laten zien dat hij/zij de eindtermen van de opleiding heeft gehaald. De meest gangbare vormen van beoordeling zijn: • Beoordeling collectieve component: beoordeling van groepswerkproduct, groepsproces, presentatie. - Via beoordeling door tutoren en eventueel coördinator • Beoordeling individuele component: - Via peer review. Studenten beoordelen zichzelf en de groepsleden (bijv. aan de hand van een lijstje met beoordelingscriteria). - Via beoordeling door meerdere tutoren (bijv. via checklist) • Beoordeling van individueel product (eventueel kennis en/of inzicht toets) • Eindbeoordeling: veelal een combinatie van individuele en groepsbeoordeling Na afronding van de driejarige Bacheloropleiding heb je het diploma 'Bachelor of Science Technische Innovatiewetenschappen' gehaald. Dit diploma geeft rechtstreeks toelating tot een aantal masteropleidingen: Human-Technology Interaction, Technology & Policy, de interfacultaire masteropleiding Sustainable Energy Technology (met energietechnologie als technische component) en Construction Management and Engineering (met bouwtechnologie als technische component). Ook kun je met een ICT-pakket en afhankelijk van de daarbinnen gekozen vakken doorstromen naar de masteropleiding BIS (Business Informations Systems). Deze Masteropleidingen duren twee jaar en zijn Engelstalig. Naast bovenstaande masteropleidingen kun je ook rechtstreeks doorstromen naar de masteropleiding Philosophy of Science en Technology and Society aan de Universiteit Twente en Transport, Infrastructure and Logistics aan de Universiteit van Delft. Je kunt ook toegang krijgen tot bepaalde andere technische masteropleidingen aan de TU/e, zoals Industrial Design, Construction Management & Urban Design en Innovation Management. Meestal moet dan eerst nog een beperkt deficiëntieprogramma worden gevolgd. Ook andere opleidingen aan de TU/e, TUD of UT zijn nog mogelijk, maar dan zal je in principe eerst een ‘schakelprogramma’ (van max. 30 SP) moeten doen. Nadere informatie over de aansluitende masters kun je vinden op de website van de TU/e: http://w3.tue.nl/nl/diensten/cec/studievoorlichting/bacheloropleidingen/technische_innovati ewetenschappen/welke_masteropleiding_kan_ik_volgen/
5.3 Masteropleiding Technology & Policy Technologische verandering en innovatie zijn cruciale factoren voor economische groei en toenemende welvaart en welzijn. Het is daarom van groot belang om ze beter te begrijpen. Wat zijn de drijvende krachten én de gevolgen van innovatie en technologische verandering, en hoe kunnen tempo en richting daarvan worden beïnvloed om tegemoet te kunnen komen aan maatschappelijke wensen en behoeften? Ter beantwoording van deze vragen richt de Masteropleiding Technology & Policy zich op de analyse van de maatschappelijke effecten van innovaties, alsmede op het ontwerpen en evalueren van publiek- en privaatbeleid, strategieën en interventies die gericht zijn op het beïnvloeden van innovatieprocessen en technologische verandering. Kerngedachten zijn dat innovatieprocessen gedreven worden door zowel technologische als maatschappelijke krachten, in een internationaal krachtenvel. De masteropleiding kent door het combineren van technische kennis en kennis uit de sociale wetenschappen een sterk multidisciplinair karakter. Bovendien heeft het een sterke internationale oriëntatie. De masteropleiding bestaat deels uit verplichte vakken – vooral op het gebied van toegepaste
49
5 opl. TIW
economie en sociologie – die gaan over innovatie en technologie. Daarnaast doe je een groot multidisciplinair project en kies je technische en maatschappijwetenschappelijke keuzevakken ter specialisatie. Je rondt de opleiding af met een internationaal traject en een masterproject. In het internationaal traject breng je een periode (in de regel een semester) door aan een buitenlandse universiteit die gericht is op technologie en innovatie. De vakken die je tijdens dit internationaal traject volgt, verdiepen je tot nu toe opgedane kennis of ze vullen deze aan met onderwerpen die aan de TU/e niet worden onderwezen. De innovatiegerelateerde onderwerpen die aan de buitenlandse universiteit worden bestudeerd sluiten in principe nauw aan bij je afsluitende masterproject. Het masterproject kun je zowel binnen het eigen onderzoeksinstituut ECIS als bij een externe organisatie, zoals een (overheids)instelling of onderneming in binnen- of buitenland, uitvoeren.
5.4 Masteropleiding Human-Technology Interaction Computers, mobiele telefoons, kantooromgevingen, internet, home entertainment en duurzame energiesystemen zijn maar een paar voorbeelden van nieuwe technologieën die diverse aspecten van ons leven aanzienlijk hebben beïnvloed. Enerzijds bieden deze technologieën ons een steeds groeiende reeks mogelijkheden, vermaak en comfort. Anderzijds zijn deze nieuwe producten en systemen ook steeds complexer en moeilijker te bedienen. Het masterprogramma Human-Technology Interaction biedt een unieke kans om deze kwesties te bestuderen. Dit gebeurt door het toepassen van kennis uit de sociale wetenschappen, vooral de psychologie, op problemen die door de introductie van nieuwe technologieën worden opgeworpen. Het programma van de masteropleiding biedt fundamentele kennis uit de psychologische wetenschappen en dekt basisthema’s zoals taal en communicatie, attitudes en sociale cognitie, perceptie, cognitie. Deze basiskennis pas je tijdens de opleiding toe op een door jou gekozen technologisch domein. Zulke domeinen zijn bijvoorbeeld Informatie en communicatietechnologie (ICT), duurzame energie of de gebouwde omgeving. Het programma concentreert zich op problemen die voortkomen uit deze snel veranderende technologische omgevingen en op de manier waarop mensen deze ervaren. De opleiding wordt afgerond met een masterproject. Ter voorbereiding op het eindproject zul je je kennis uitbreiden in een internationaal studieprogramma in het buitenland. Dit gedeelte van het tweede jaar van het masterprogramma vormt een toevoeging van onschatbare waarde aan de opleiding. Je volgt colleges over onderwerpen die aansluiten op je masterprogramma van de TU/e. Het afsluitende masterproject bestaat uit een onderzoeksproject dat onder supervisie staat van één van de onderzoekers van de vakgroep Human-Technology Interaction. Om te voldoen aan de vereisten van de opleiding dient jouw project het juiste evenwicht te hebben tussen het aspect menselijk gedrag en de technologische kant. Het afstudeerproject kan worden uitgevoerd bij de eigen faculteit, een bedrijf of een (openbare) instelling.
5 opl. TIW
50
5.5 Masteropleiding Sustainable Energy Technology Deze masteropleiding wordt verzorgd door zes faculteiten van de TU/e. Zij sluit aan op een toenemende maatschappelijke vraag naar een duurzame energievoorziening en de behoefte uit het bedrijfsleven aan energie, micro-reactoren, brandstofcellen, intelligente elektrische netten en duurzame energie in de gebouwde omgeving. De opleiding is veel technischer dan de twee hierboven genoemde masteropleidingen. Je krijgt een inleiding in de belangrijkste opties voor duurzame energie: biomassa, zonne-energie, en windenergie en in de veelbelovende drager van duurzame energie: waterstof. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de integratie van energietechnologieën in systemen. De systemen waar aandacht aan wordt besteed zijn het elektrische systeem: het energienet, het systeem van de gebouwde omgeving waarin duurzame energie geïntegreerd moet worden en het maatschappelijke systeem waarin innovaties een plaats moeten krijgen.
5.6 Beroepsperspectief Afhankelijk van de masteropleiding die je kiest na je bachelor, kun je in een breed beroepenveld aan de slag. Na afronding van Human-Technology Interaction of Technology & Policy kun je terecht in functies waarin beslissingen over technische projecten worden genomen of voorbereid. Aan jou de taak om de ontwikkeling van technologieën en het maatschappelijke gebruik ervan te analyseren, bijvoorbeeld als projectleider milieusparend bouwen, adviseur energie of strategisch analist informatietechnologie. Je treft onze afgestudeerden aan in allerlei functies en in vrijwel alle bedrijfstakken, zowel nationaal als internationaal, bijvoorbeeld in de industrie (Shell, Océ, Philips, IBM), in de commerciële dienstverlening (Rabobank, KLM, Atos Origin, KPN) en het onderwijs (universiteiten). Ook kun je terechtkomen bij de overheid (gemeenten, provincies, ministeries), of bij internationale organisaties (VN, EU, Wereldbank). Volg je de masteropleiding Human-Technology Interaction, dan kom je meer terecht in functies op het gebied van bijvoorbeeld gebruikersonderzoek of de advisering over het gebruik van technologie. Na afronding van de masteropleiding Technology & Policy vind je vaak functies op het gebied van technologiebeleid, in het bedrijfsleven of bij de overheid.
51
5 opl. TIW
Hoofdstuk 6 Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen: Propedeuse
53
6 BSc TIW P-fase
6 Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen: Propedeuse 6.1 Functies van de propedeuse De propedeuse heeft een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. Met de propedeuse wordt het volgende nagestreefd: 1. Inzicht verschaffen aan de student in de inhoud van de Bacheloropleidingopleiding Technische Innovatiewetenschappen; 2. Een oordeelsvorming door de student en door de faculteit over de geschiktheid van de student voor de gekozen studie; 3. Het aanleren of zonodig verbeteren van effectief studeergedrag; 4. Het ontwikkelen van een academische houding 5. Een basis leggen voor de post-propedeutische fase en de aansluitende Masteropleidingen. Het propedeusejaar dient ervoor om je als student enerzijds de gelegenheid te bieden je te oriënteren op het eigen karakter van de Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen en anderzijds de kans te geven om er achter te komen of jij en de opleiding voor elkaar geschikt zijn. Verder stelt het propedeusejaar docenten en studieadviseur in staat om studenten van aanvang af te adviseren over hun geschiktheid voor deze multidisciplinaire opleiding en hen eventueel te verwijzen naar andere studiemogelijkheden.
6.2 Studie-advies Voor februari krijgen alle eerstejaars studenten van de examencommissie een advies over de studievoortgang. Op basis van dit advies heeft de student die onder verwachting presteert of tot de ontdekking komt dat de studie niet aansluit bij zijn of haar verwachtingen nog de mogelijkheid zich tijdig uit te schrijven voor studiefinanciering. Het advies is dringend van aard: studenten met onvoldoende resultaten wordt aangeraden de studie te beëindigen. Het advies moet vóór 1 februari worden gegeven aangezien studenten tot deze datum de tijd hebben zich uit te schrijven zonder te hoeven voldoen aan de studievoortgangsnorm. Reeds ontvangen prestatiebeurs hoeft dan niet terugbetaald te worden. Voor meer informatie zie ook de IB-webpagina http://www.ib-groep.nl. Naar aanleiding van het advies worden alle studenten uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseur. Studieadvies na blok F van het tweede semester Aan elke student wordt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse een advies uitgebracht over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding (art. 7.9 lid 1 WHW). Dit studieadvies moet voor 1 september aan alle eerstejaarsstudenten worden uitgebracht. Het is een belangrijk advies, omdat het je als student een reëel inzicht geeft in de kansen om met goed gevolg de opleiding te kunnen voltooien. Het studieadvies wordt namens het faculteitsbestuur uitgebracht door de
55
6 BSc TIW P-fase
examencommissie en wordt gebaseerd op de resultaten die behaald zijn tot en met de tentamenperiode volgend op blok F. Je krijgt een positief advies als je na één studiejaar tenminste 45 studiepunten (sp) aan propedeusevakken hebt gehaald. Bij minder dan 45 sp maar tenminste 30 studiepunten is het advies voorwaardelijk positief. Bij minder dan 30 studiepunten is het advies negatief. Als resultaten die in de interimperiode behaald worden daartoe aanleiding geven, kan een negatief of voorwaardelijk positief advies alsnog worden beschouwd als een voorwaardelijk positief respectievelijk positief advies. Bij bijzondere omstandigheden zoals ziekte kan van deze normen worden afgeweken. De studieadviseur adviseert de examencommissie. Zie ook het Onderwijs en Examenreglement (OER) bijlage 3 ( te vinden op de website http://www.tm.tue.nl/onderwijs/ ). Voortzetting van de opleiding in het tweede studiejaar na een positief, voorwaardelijk positief of negatief advies. Alleen studenten die alle P-vakken hebben gehaald krijgen onbeperkt toegang tot het volgen en afleggen van tweedejaarsvakken. Studenten die nog P-vakken open hebben staan maar wel een positief studieadvies hebben, mogen in het tweede jaar naast de nog resterende P-vakken ook tweedejaarsvakken volgen. Dit geldt ook voor studenten die alsnog vóór 1 september minstens 45 sp halen. De laatste P-vakken moeten uiterlijk aan het eind van het tweede studiejaar behaald zijn, anders vervalt deze voorwaardelijke toestemming tot het volgen van tweedejaarsvakken (zie OER bijlage 3). De student dient dus grote prioriteit te geven aan de P-vakken en wordt aangeraden om aan het begin van het tweede studiejaar met de studieadviseur een planning te maken van de nog te halen P-vakken plus een haalbaar gedeelte van de tweedejaarsvakken. Studenten met een negatief studieadvies en minder dan 30 sp na de herkansingen in augustus worden geadviseerd om met de opleiding te stoppen. Indien de opleiding toch wordt voortgezet in het tweede studiejaar, mogen uitsluitend P-vakken gevolgd worden. Voor studenten met een voorwaardelijk positief advies (minder dan 45 maar tenminste 30 sp) , wordt door middel van een studiecontract de mogelijkheid geboden om naast de resterende P-vakken een aantal tweedejaarsvakken af te leggen. Zij krijgen daarmee een voorwaardelijke toelating tot deze 2e jaars vakken. Een studiecontract houdt het volgende in: • de student moet na 1 semester alle in dat semester aangeboden P-vakken hebben gehaald. • de student moet na 1 semester tenminste 18 SP aan P- en PP-vakken hebben gehaald (60 % van nominaal studietempo). • als na het eerste semester aan beide voorwaarden is voldaan, mag de student in de rest van het tweede jaar de aangeboden PP-vakken afleggen. • in het geval dat in het eerste semester voor één P-vak het cijfer 5 gescoord wordt, moet dit vak bij de eerstvolgende herkansingsmogelijkheid alsnog worden gehaald (tenzij voor dit vak clustercompensatie van toepassing is). De studielast van dit vak wordt meegerekend bij de bepaling van het gerealiseerde tempo in het eerste semester. • vanaf het moment dat een student het P-diploma niet meer binnen 2 jaar zou kunnen halen, mogen geen PP-vakken meer afgelegd worden. De toegang tot het afleggen van tentamens in de PP-fase vervalt als de student niet aan de uit het contract voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan. Zie ook Onderwijs en Examenreglement (OER) bijlage 2.
6 BSc TIW P-fase
56
6.3 Studieprogramma propedeuse In het vakkenoverzicht zijn de instructies en oefeningen die behoren bij een aantal van de daar vermelde vakken niet opgenomen. In OWINFO (http://owinfo.tue.nl/) is een beschrijving van deze vakken met de inhoud, de college- en tentamenvorm, de docent en de benodigde boeken of dictaten opgenomen. Inlichtingen over het programma voor het propedeutische examen Technische Innovatiewetenschappen zijn verkrijgbaar bij de onderwijsadministratie Technologie Management, Pav. B 09b, tel: 040 - 2472190 6.3.1 Het eerste studiejaar in 2008-2009 voor de P-instroom 2008 Voor studenten die in 2008 aan de opleiding beginnen, volgt hierna het programma voor het eerste studiejaar. Verplichte onderdelen behorend tot het Propedeutische examen (generatie 2008) Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs Semester 1A-C 1A 1A-C 1A-C 1A 1B-C 1A-C 1B-C 1A-C
Code 0AA11 0Z000 0A211 0A212 2DT00 2DT01 2Z820 4B260 7T070
Vaknaam Technologie in actie (OGO) RSI-workshop Psychologie en gebruiker Psychologie en gebruiker (OGO) Basis wiskunde Calculus Programmeren Java 1 Fysische verschijnselen: Inleiding warmte en stroming Bouwtechnisch ontwerpen
2D-F 2D-F 2D-E 2D-E
0A411 0A412 2DT02 2S185
Markten en sociale organisatie vormen voor TIW (OGO) Markten en sociale organisatie vormen voor TIW (OGO Lineaire algebra Statistiek
2D-F 2E-F 2D-F 2D-E
0A804 1BB30 2Z830 4A250
ICT ICT (OGO) Procesmodelleren Programmeren Java 2 Signaalanalyse
2E-F 2D-E 2F 2D-E
2DW00 4A250 4A320 4DP00
Energietechnologie Vectorcalculus Signaalanalyse Systeemanalyse Energietechnologie (OGO)
2D-E 2F 2E-F 2E-F 2D-F
7S005 7S001 7S020 7W220 7T106
Bouwtechnologie Bouwfysisch ontwerpen 1 Bouwfysisch ontwerpen 1- oefening Materiaalkunde 1 Stedebouwkundig Ontwerpen Bouwatelier voor TIW
SP 4 0 6 4 2 4 4 3 3 (30) 6 4 3 3 (16)
4 3 4 3 (14) 3 3 3 5 (14) 2 1 2 3 6 (14)
Totaal studiepunten Propedeuse TIW: 60 studiepunten
57
6 BSc TIW P-fase
6 BSc TIW P-fase
58
Hoofdstuk 7 Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen: Postpropedeuse
59
7 BSc TIW PP-fase
BSc TIW PP-fase
60
7 Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen: Postpropedeuse 7.1 Toelatingsvoorwaarden voor de postpropedeutische fase Als hoofdregel geldt dat je als student pas aan tentamens van de postpropedeutische fase (PP) kunt deelnemen nadat het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd. In afwijking hierop kan de examencommissie de student op diens verzoek de toegang tot het afleggen van bepaalde onderwijseenheden van de PP-fase verlenen, voordat het propedeutisch examen afgelegd is. De voorwaarden hiervoor zijn opgenomen in bijlage 3 van de OER, zie bijlage in deze opleidingsgids. Meer informatie is bij de studieadviseur te verkrijgen.
7.2 Studieprogramma postpropedeuse 7.2.1 Het tweede studiejaar Voor studenten die in 2007aan de opleiding zijn begonnen en op grond van een P-examen Technische Innovatiewetenschappen of een positief studieadvies zijn toegelaten tot de postpropedeutische fase volgt hierna het programma van het tweede studiejaar. Onderwijseenheden behorend tot het 2e studiejaar TIW (Generatie 2007) Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs Semester
Code
1A-C 1A-C 1B-C
0AP03 0A521 0A522
1B-C 1B-C 1B-C 1A-C 1A-C 1B-C 1B-C
7P040 7P060 7S100 7S420 7S425 7T202 7T212
1B-C 1A-C 1A-C 1A
4B440 5DD17 0LM10 4P510
Vaknaam
SP
Algemeen MTO (MMBR) Techniekdynamica & Reflectie op techniek Techniekdynamica & Reflectie op techniek -OGO Bouwtechnologie Constructief ontwerpen 1 Mechanica 1: Evenwicht Materiaalkunde 2 Bouwfysisch ontwerpen 2: scheidingsconstructies Bouwfysisch ontwerpen 2: scheidingsconstructies oefeningen Bouwtechniek in concept en detail Oefening Bouwtechniek in concept en detail Energietechnologie Thermodynamica Netwerken A: Netwerkanalyse Energie, productie en procesintegratie Blijvende energiebronnen
61
6 6 4 3 2 2 2 1 3 0 3 3 5 3
7 BSc TIW PP-fase
Semester Code
1A-C 1A-C 1A-C
2IC05 5JJ90 2IT05
2D-F 2E-F 2D-F 2D-F
0A511 0A512 0A641 0A642
2E-F 2E-F 2E-F
7P070 7T644 7W220
2D-E 2E
3B470 4G004
2D-F 2D-F
2ID15 2II15
Vaknaam
SP
ICT Computersystemen/instructie Computernetwerken Logica & Verzamelingenleer / instructie Algemeen Technologie en Beleid Technologie en Beleid - OGO Denken en Beslissen Denken en Beslissen - OGO Bouwtechnologie Mechanica 2: Spanningen en Vervormingen Duurzame Bouwtechniek Stedebouwkundig ontwerpen Energietechnologie Fysische transportverschijnselen Energietechniek - OGO ICT Mens Machine Interactie Datamining & Kennissystemen
Totaal tweede studiejaar: 60 SP
BSc TIW PP-fase
62
6 3 6 9 4 6 4 2 3 3 3 4 3 3
7.2.2 Het derde studiejaar Voor studenten die in 2006 aan de opleiding zijn begonnen en op grond van een Pexamen Technische Innovatiewetenschappen zijn toegelaten tot de postpropedeutische fase volgt hierna het programma van het derde studiejaar. Onderwijseenheden behorend tot het 3e studiejaar TIW (Generatie 2006) Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs SemesterCode
1A-F 1A-B 1B-C 1A-B 1C
1P105 0A621 0A622 0A631 0A632
1A 1B-C 1A-C
7S320 7Z100 *****
1A-B 1A-C 1C
4B680 5EE60 5K133 *****
1A-C 1A-C
2ID05 *****
SemesterCode
2D-F 2D-F 2D-E 2E-F
0A641 0A641 0A611 0A***
2E-F
*****
2E-F 2D
5EE70 5K133 *****
2D-F 2E 2F 2D-F
2I105 5P670 5P680 *****
Vaknaam
SP
Algemeen Toets Engels Techn. Innovaties:creatie,protectie en diffusie TI:CPD - OGO Technologische innovatie:Leren innoveren Technologische innovatie:Leren innoveren (OGO Bouwtechnologie Integratie gebouw en klimaatinstallatie Technologie en Duurzaamheid keuzevakken Bouwtechnologie Energietechnologie Warmteoverdracht Basis elektrotechniek 3: velden Practicum elektrische energietechniek keuzevakken Energietechnologie ICT Datamodelleren en databases keuzevakken ICT Vaknaam
0 6 4 6 3 3 3 * 3 4 pm * 6 * SP
Algemeen Denken en Beslissen Denken en Beslissen (OGO) MTO - Advanced MMBR Bachelor Eindproject Bouwtechnologie keuzevakken Bouwtechnologie Energietechnologie Basis Elektriciteitsvoorziening Prakticum Elektrotechniek Keuzevakken Energietechnologie ICT Bedrijfsinformatiesystemen Advanced Topics in MSDN -1 Advanced Topics in MSDN -2 Keuzevakken ICT
6 4 3 8 * 3 3 * 6 2 2 *
Totaal derde studiejaar: 60 SP
63
7 BSc TIW PP-fase
Hoofdstuk 8 Masterprograms Technology and Policy and Human-Technology Interaction
65
8 MSc T&P en HTI
8 Masterprograms Technology and Policy and HumanTechnology Interaction 8.1 Masterprograms 8.1.1 Master Technology and Policy This Master program is eligible for a NFP fellowship. For more information about this scholarship see: http://w3.tue.nl/en/services/stu/internationalisation/ Influencing innovation The MSc. program in Technology and Policy focuses on the analysis of technological change and innovation and the ways in which public and private actors attempt to influence the speed and direction of technological change in society. In the program students acquire a deeper understanding of innovation processes and the forces driving technological change. They learn to analyse the economic and social impacts of new technologies. They learn to design and to evaluate public and private policies, strategies and interventions aimed at influencing innovation processes and to contribute to the successful introduction of new technologies. The program has a strong international orientation. It focuses on innovation issues in the advanced economies, economies in transition and also in the context of developing economies. The MSc program is closely linked to the research program of the Eindhoven Centre of Innovation Studies, a leading European research centre for the study of Innovation. Programme 2008/2009; Intake 2008, first year This overview was made in the midst of July 2008. For actual information and coursedescriptions look at the education site of de Department www.tm.tue.nl/ Compulsory units of study MSc. T&P Semester 1A-B 1A-C 1A-C 1B-C 2D-F 2D-F 2E-F
Code 0EE61 0EE10 0EE20 0EE40 0EE30 0EE90 0EE50
Course History of Innovation Innovation in Networks Technology & Growth Sectoral Systems of Innovation Technology Policy Multidisciplinary Project Technology Transfer
CP 4 6 6 4 6 16 4
Courses Optional Cluster Technology and Development Studies 1A-B 0N440 Development Studies; An introduction 1B-C 0N420 Development Economics 2D-E 0NN10 Appraisal, Planning & Implementation of Technical Projects 2E-F 0N421 Development Theory, Strategy and Policy
67
14 4 3 4 3
8 MSc T&P en HTI
Semester
Code
1A-B 1A-B 1A-C 2E-F
0C941 0C944 0LM10 0C940 ****
1A-C 2D-F
0EE12 0EE11
1A-C 1A-C 2D-F 2D-F
1ZM10 1ZM15 1ZM25 1ZM40
Course Energy and Sustainable Development System Innovation: Regime-Analysis & Transition Mangement Development Patterns of Energy Systems Energy, Production and Proces Integration System Innovation & Strategic Niche Management Other elective courses on Energy and Sustainable Development Technology and European Integration Perspectives on European Integration Perspectives on the European knowledge based economy Innovation Management Marketing & Innovation New Product Development Knowledge Processes & Management Strategy & Technology Management
CP 3 4 5 3 * 6 8 5 5 5 5
Programme 2008-2009; Intake 2007, second year This overview was made in the midst of July 2008 . For actual information and coursedescriptions look at the education site of de Department www.tm.tue.nl/ Compulsory units of study MSc. T&P Semester 1A-C 1A-B 2D-F
Code 0QQ20 0EE00 0EE06
Course International Course Preparation MSc. T&P Thesis Graduation Project
CP 20 10 30
8.1.2 Master Human-Technology Interaction The interaction between people and technology Computers, mobile phones, office environments, Internet, home entertainment, sustainable energy systems and e-commerce are just a few examples of new technologies that have considerably affected various aspects of our lives. On the one hand, these technologies provide us with an ever-increasing range of opportunities, and are often a fascinating source of enjoyment and comfort. Yet, these new products and systems also become increasingly complex, may be difficult to operate, unsafe or annoying. People will never succeed in exploiting the full range of functions afforded by these technologies, and often use them inefficiently and ineffectively. Consequently, they may get frustrated and their trust in these technologies may be eroded. It is also not entirely clear what are exactly people’s preferences regarding evolving new technologies. The Master's program Human-Technology Interaction offers a unique opportunity to study these issues by applying knowledge from the social sciences, in particular psychology, to problems raised by the introduction of new technologies. The program is based on three fundamentals: • human behaviour, specifically applied to technological settings; • user-oriented development of technological products and environments; • scientific methodology. The program offers basic knowledge from psychology covering basic themes such as perception, cognition, language and communication, and attitudes and social cognition. This knowledge is then applied to problems arising from the rapidly changing technological environments experienced in daily life. In particular, it is aimed at shedding light on questions like how should products, systems and environments be shaped such that they best serve
8 MSc T&P en HTI
68
the goals and needs of individual users, social groups and society in general, in a most efficient way, at the same time minimizing unwanted side effects. The technological domains on which the program focuses are the built environment, information and communication technology and sustainable energy. Human-Technology Interaction masters acquire the knowledge and skills that should enable them to assess the feasibility of new technological developments in view of human values, goals, constraints and capabilities. This knowledge should enable them to play an important role in the design of new technologies by rendering a central position to the role of the user. Programme 2008-2009; Intake 2008, first year This overview was made in the midst of July 2008 . For actual information and coursedescriptions look at the education site of de Department www.tm.tue.nl/ Compulsory units of study MSc. HTI Semester 1A-B 1B-C 1A-C 1A-C 2D-E 2D-F 2D-F 2D-E 2D-F
Code 0P380 0P391 0P470 0P482 0P330 0P392 0P393 0P410 0P492 **** ****
Course Advanced Data-analysis Social Psychology Consumer Behavior 2 HTI design track A Human Factors 2 Advanced Perception Advanced Cognition Environmental Psychology HTI design track B Engineering courses HTI Domains Built Environment - (Sustainable) Energy - ICT
CP 4 3 3 9 3 3 3 3 9 20
Programme 2008-2009; Intake 2007, second year Compulsory units of study MSc. HTI Semester 1A-C 1C 2D-F
Code 0*** 0P405 0PP06
Course International Course HTI Research Project MSc HTI Thesis
CP 20 10 30
8.2. Schakelprogramma’s/ Pre-master programs Als HBO-bachelor kun je niet zonder meer beginnen aan een Masteropleiding van een universiteit. Bij de TU/e moet je daarom ook eerst een aantal vakken van de universitaire Bacheloropleiding of specifiek ontwikkelde vakken volgen om toegelaten te kunnen worden tot de Masteropleiding: het zogenaamde schakelprogramma. Als HBO-ingenieur kun je instromen in de Masteropleiding Human-Technology Interaction of Technology & Policy na het succesvol afronden van dit schakelprogramma. Het standaard schakelprogramma van HTI omvat 39 studiepunten, en dat van T&P 40 studiepunten. Na het afronden van het schakelprogramma ontvang je een bewijs van toelating voor de gewenste Masteropleiding. Het schakelprogramma moet binnen 12 maanden worden afgerond. Indien > 27 sp zijn behaald, kan deze termijn met maximaal één jaar worden verlengd. Na een half jaar wordt aan de studenten een advies verstrekt over de voortzetting van de studie. Indien deze
69
8 MSc T&P en HTI
onvoldoende is (minder dan 10 sp behaald) wordt de student dringend geadviseerd de studie te beëindigen. Onze ervaring leert dat al na een semester voor deze categorie studenten duidelijk is dat voortzetting van de studie niet zinvol is. De regeling staat beschreven in de OER Bsc 2008, bijlage 4. 8.2.1 PRE-Master Technology & Policy Het studiejaar in 2008-2009 voor de instroom 2008 Dit overzicht is medio juli 2008 samengesteld. Raadpleeg voor actuele informatie en de vakbeschrijvingen de onderwijssite van de faculteit www.tm.tue.nl/onderwijs Compulsory units of study Pre-MSc T&P, 2008-2009 Semester Code 1P105 1A 2DT00 1B-C 2DT01 1A 2DD20 1A-C 0AP03 1A-C 0A521 1A-C 0A522 2D 0AP20 2D-E 0A511 2F 0A512
Course Toets Engels Basis Wiskunde Calculus Statistiek voor MTO MTO Techniekdynamica & Reflectie op techniek Techniekdynamica & Reflectie op techniek - OGO STI voor pre-master T&P Technologie en Beleid Technologie en Beleid - OGO
CP 0 2 4 3 6 6 4 2 6 4
8.2.2 PRE-Master Human-Technology Interaction Het studiejaar in 2008-2009 voor de instroom 2009 Compulsory units of study pre-MSc HTI, 2008-2009 Semester Code Course 1P105 Toets Engels 1A 2DT00 Basis Wiskunde 1B-C 2DT01 Calculus 1A 2DD20 Statistiek 1A-C 0AP03 Methods and models in behavioral research 1A-C 0A211 Psychologie en gebruiker 1C 0LP52 An introduction into ethics 1C-F 0AP02 Pre-master research assignment 2D-F 0A531 Human perception and performance 2D-F 0A641 Denken en beslissen
CP 0 2 4 3 6 6 3 4 6 6
40
8 MSc T&P en HTI
70
Hoofdstuk 9 Organisatie van de opleidingen
71
9 Organisatie van de opleidingen
9 Organisatie van de opleidingen 9.1 De inrichting van de onderwijsprogramma's In dit hoofdstuk worden alle zaken toegelicht die te maken hebben met de inrichting van de opleidingen, zoals de toelating, de onderwijsvormen, de roostering en de tentamens en examens. Voor een aantal onderwerpen is hiervoor in dit hoofdstuk een artikel uit de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de Bacheloropleiding dan wel de Education and Examination Regulations (EER) van de Masteropleidingen of uit het examenreglement (ER) opgenomen. Bij andere paragrafen wordt soms verwezen naar de desbetreffende artikelen. In geval van twijfel hebben de artikelen in de OER en de RR voorrang boven de tekst van dit hoofdstuk. De OER en EER kun je vinden achterin deze opleidingsgids, maar ook op de TM-website van de faculteit, daar vind je ook het ER. Zie: http://w3.tm.tue.nl/nl/onderwijs/ Toegang tot de opleidingen Voor toegang tot de bacheloropleidingen is een VWO-examen met het profiel ‘natuur en techniek’ of ‘natuur en gezondheid’ nodig. Overige profielen moeten worden aangevuld tot het niveau Wiskunde B 1 en Natuurkunde 1. Als een van deze vakken in het eindexamenpakket van de aankomende student ontbreekt, is er sprake van een deficiëntie. Deficiënties worden opgeheven wanneer de aankomend student met goed gevolg een toets in het vak aflegt voor de Commissie van Toelating. Meer informatie hierover is te krijgen bij de studieadviseur. Zie ook: www.tue.nl/stu onder: toelating. Voor toelating tot de masteropleidingen is een bachelordiploma verplicht van de voorbereidende bacheloropleidingen of een bewijs van toelating namens de Facultaire Toelatingscommissie (FTC). Bachelorstudenten die het diploma nog niet hebben behaald kunnen onder bepaalde condities toch al instromen in masteropleidingen. Zie par 9.3. onder volgtijdelijkheid. Deelname aan het onderwijs Voor de opleidingen bestaan geen beperkingen voor het volgen van het onderwijs. Aan bepaalde tentamens en praktische oefeningen kan pas worden deelgenomen nadat eerdere tentamens en praktische oefeningen met goed gevolg zijn afgelegd. De onderwijseenheden waarover het gaat zijn opgenomen onder par. 9.3, volgtijdelijkheid. De faculteit zorgt ervoor dat de student die zonder veel studievertraging studeert niet wordt belemmerd in de studievoortgang. Als student heb je het recht om deel te nemen aan het onderwijs aan de universiteit. In beginsel kan iedere student, ongeacht voor welke opleiding hij is ingeschreven, deelnemen aan het onderwijs van alle opleidingen. Het College van Bestuur heeft echter de bevoegdheid de toegang tot het onderwijs te beperken. Inrichting van de opleiding De inrichting van de opleiding (het onderwijsprogramma) is opgenomen in de OER/EER, bijlage 1. Op basis van het onderwijsprogramma word je als student in staat gesteld je een goed oordeel te vormen over inhoud en inrichting van het onderwijs en van de examens.De opleiding is zodanig ingericht dat je als student kunt voldoen aan de norm voor de studievoortgang. Dit betekent dat de opleiding voldoende tentamenmogelijkheden biedt, i.c. 2 gelegenheden per jaar, zo min mogelijk beperkingen stelt aan het volgen van
73
9 Organisatie van de opleidingen
het onderwijs en dat wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van het geboden onderwijs en het studiemateriaal. Je bent zelf verantwoordelijk voor de studievoortgang, bijzondere omstandigheden daargelaten. Wijzigingen in het opleidingsprogramma Er zullen tijdens het lopende studiejaar geen wijzigingen plaatsvinden in de OER en EER die de belangen van de student schaden (OER, EER, art.8.1). Taal De wet stelt in art. 7.2 WHW: Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking daarvan kan een andere taal worden gebruikt: a. wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft; b. wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een (gast)college door een anderstalige docent gegeven wordt; c. wanneer de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode. In de bacheloropleiding is Nederlands de voertaal, in de masteropleidingen Engels. Het voor de masteropleidingen voorbereidende schakelprogramma is overwegend Engelstalig. Indien vakken in een andere dan de voor de opleiding gangbare taal worden verzorgd, wordt dit in de vakbeschrijving aangegeven, te vinden op http://owinfo.tue.nl. In het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut, is de ‘Gedragscode Buitenlandse Talen TU/e’ terug te vinden, die is vastgesteld door de universiteitsraad. Zie: TU/e STU: Regelingen College-, practicum- en instructieroosters Voor aanvang van het collegejaar worden de examen- en tentamenroosters voor het hele jaar bekend gemaakt; voor het begin van een semester de college-, practicum- en instructieroosters. Roosters en de academische agenda zijn verkrijgbaar via internet: http://owinfo.tue.nl. Wijzigingen worden zo spoedig mogelijk bekend gemaakt. Op dezelfde pagina kun je ook je persoonlijke rooster opvragen. Via studyweb kun je je inschrijven voor de vakken waaraan je wilt deelnemen. Op die manier kom je aan aanvullend studiemateriaal zoals handouts. Ook is er ruimte voor vragen en discussie over het vak.
9 Organisatie van de opleidingen
74
Onderwijswerkvormen In de bijlagen bij de OER is beschreven op welke manier het onderwijs wordt aangeboden. In alle opleidingen die de faculteit Technologie Management aanbiedt, komen de volgende werkvormen voor. Hoorcollege:
Werkcollege of instructie:
Werkgroepen:
Integratie-onderwijs: Practicum:
Ontwerpgericht onderwijs:
Zelfstudie:
college waarbij de docent kennis en inzicht overdraagt aan de studenten. De studenten hebben niet of slechts zeer beperkt de mogelijkheid tot interactie door middel van het stellen van vragen of het voeren van discussie. Verschillende colleges worden ook opgenomen op video en worden via studyweb verspreid. college waarbij een probleem- of casusgerichte behandeling van de stof voorop staat. Studenten hebben de mogelijkheid vragen of discussiepunten voor te leggen aan de docent. werkvorm waarbij de interactie tussen studenten en docent voorop staat door middel van probleemoplossing, casusbehandeling of discussie. Van studenten wordt een actieve deelname gevraagd in de vorm van schriftelijke of mondelinge prestaties. in de vakken waar deze werkvorm wordt gehanteerd, wordt de kennis van de technische en maatschappijwetenschappen geïntegreerd toegepast. werkvorm waarbij de student praktische werkzaamheden moet verrichten die betrekking hebben op vaardigheden die essentieel zijn voor de opleiding. Voorop staat hierbij dat de student die vaardigheden zelf opdoet onder toezicht van de docent. een onderwijsvorm die zich kenmerkt door groepswerk, zelfwerkzaamheid en de ontwikkeling van academische competenties met aandacht voor de ontwerpcyclus. Nadere informatie kun je vinden op de onderwijswebsite van de faculteit: http://w3.tm.tue.nl/nl/onderwijs/. een werkvorm die zich kenmerkt door zelfwerkzaamheid van de student.
Contacturen Via de vakinformatie op http://owinfo.tue.nl is het aantal contacturen per vak te vinden. In het begin van de opleiding ligt het accent op contacturen, later meer op zelfstudie. Aanwezigheidsplicht Bij een practicum is de uitvoering van opdrachten tijdens dat practicum meestal de tentamenvorm. Daarom moeten alle studenten verplicht aanwezig zijn bij alle practica van de opleiding. Voor het overige onderwijs geldt in het algemeen geen aanwezigheidsplicht, behalve wanneer aanwezigheid nodig is om te voldoen aan de tentameneisen.
75
9 Organisatie van de opleidingen
RSI In samenwerking met de AMSO (Arbo en Milieu Service Organisatie) van de TU/e worden “workshops RSI” georganiseerd voor studenten van de TU/e. De “workshop RSI” maakt deel uit van de maatregelen tot het voorkomen en terugdringen van RSI-klachten bij studenten. RSI is de afkorting voor ‘Repetitive Strain Injuries’. Een aanduiding voor aandoeningen van nek, schouders, armen, polsen en vingers. Deze workshop heeft als doel om de eerstejaars studenten te informeren over en bewust te maken van de risico’s op deze klachten ten gevolge van overmatig intensief en langdurig gebruik van computer en notebook. Door middel van praktische opdrachten worden de deelnemers geattendeerd op een goede ontspannen houding en werkwijze. Tevens komt het gebruik van een pauzeprogramma en ergonomische hulpmiddelen, zoals een notebookstandaard, ter sprake. De instructie wordt verzorgd door een aantal docenten met beroepsmatige kennis van RSI-klachten (fysiotherapie, caesartherapie). Het spreekt vanzelf dat deelname aan deze workshops in je eigen belang is. Op grond van de Arbowet en in overleg met de AMSO stelt het faculteitsbestuur de deelname aan de workshops voor eerstejaars bachelorstudenten echter verplicht. De RSI-workshop is om deze reden opgenomen als studie onderdeel van de propedeuse. Dat wil zeggen dat de propedeuse alleen met voldoende resultaat kan worden afgerond als aan een RSI-workshop is deelgenomen. Nadere informatie kun je verkrijgen via http://owinfo.tue.nl, vakcode 0Z000. Toets Engels In het tweede jaar van de bacheloropleiding is een toets Engels opgenomen. Deze diagnostische toets is opgezet met het doel je inzicht te geven in je taalvaardigheid Engels. Het tijdstip is zo gekozen dat je goed voorbereid aan de Engelstalige Masteropleiding kunt beginnen. De toets test je lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid Engels en geeft je een advies met welke cursus je het beste op niveau kunt komen om de Master met succes af te ronden. De toets bestaat uit een schriftelijk van 2 uur (grammatica, vocabulaire, luistertest, schrijftest) en een mondeling van 20 minuten. Voor de toets wordt gebruik gemaakt van academische teksten. Je kunt zonder voorbereiding deelnemen. Bij het advies wordt uitgegaan van het Common European Framework, met een B2 niveau (= 7 VWO) heb je in principe genoeg in huis voor de Masterfase. De toets is diagnostisch d.w.z. dat er verwezen wordt naar de volgende cursussen Engels: 0T 200 (remedial, voor studenten met niveau onder 5 VWO) 0T 300 (leidt tot B1 niveau, voor studenten met 5 tot 6 VWO-niveau) 0T 400 (leidt tot B2 niveau, voor studenten met 6 tot 7 VWO-niveau) 0T 500 (leidt tot C1 niveau, voor studenten met 7+ VWO). De toets is verplicht voor alle premasterstudenten en studenten in de bacheloropleiding. Studenten die op het VWO eindexamen een 7 of hoger voor Engels hebben behaald, worden vrijgesteld. Je kunt je voor de toets inschrijven via studyweb; de vakcode is 1P105. Studiepunten en studielast De studielast van elke opleiding en elke onderwijseenheid wordt door het faculteitsbestuur vastgesteld. Aan de TUE wordt het European Credit Transfer System gehanteerd. De bacheloropleiding omvat 180 studiepunten (sp), de masteropleiding 120. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studie. Een vak met een omvang van 3 sp vraagt dus totaal 84 uren studie, verdeeld over contacturen, zelfstudie en afronding (tentamen, werkstuk). Studiekosten De kosten aan boeken en dictaten van de opleiding komen niet uit boven de norm die hiervoor door de IBG wordt gehanteerd. Voor het gebruik van notebooks door studenten wordt een bijdrage van ongeveer € 800,-- verlangd.
9 Organisatie van de opleidingen
76
Informatievoorziening Informatie over (wijzigingen in) het studieprogramma, het college- en tentamenrooster en andere zaken verband houdend met de studie is op de volgende wijze te verkrijgen:
•
De website van de faculteit: http://w3.tm.tue.nl/nl/onderwijs/
•
Cursor pagina “Universiteitsberichten”
•
Via Studyweb kun je je op onderwijsnieuws van de opleiding waarvoor je staat ingeschreven abonneren : http://studyweb.tue.nl/
•
Diverse brochures, verkrijgbaar bij de Onderwijsadministratie
•
Houd ook de voorlichtingsactiviteiten in de gaten die onder vakcode 0I001 t/m 0I007 (TIW, HTI en T&P) resp. 1S120 t/m 1S126 (TBDK, TBG, OML en IM) regelmatig worden georganiseerd.
9.2 Studeren Studiebegeleiding Binnen de opleiding word je als de student op verschillende manieren begeleid. Studieadviseurs: Docenten: Studentmentoren: Afstudeercoördinatoren: Afstudeerbegeleiders:
adviseren de studenten algemeen over de studie en studieaanpak begeleiden studenten vakinhoudelijk helpen studenten bij de studieaanpak of begeleiden inhoudelijk bij opdrachten in de Propedeuse zorgen in overleg met de student voor een geschikte afstudeeropdracht begeleiden studenten inhoudelijk bij de afstudeeropdracht
Studieadviseurs De studieadviseurs van de opleidingen helpen de studenten bij vragen over of problemen bij de studie, bv studievertraging, studieplanning, tentamenplanning, keuze van technische en maatschappijwetenschappelijke richting, keuzevakken, internationaal trimester. De studieadviseurs zijn betrokken bij commissies die zich met onderwijszaken bezighouden, zoals de Examencommissie. Zij hebben contact met de docenten en de directie van de opleiding. De studieadviseurs houden zich niet bezig met de beoordeling van studenten. Als je studieproblemen of vragen hebt, kun je contact opnemen met de studieadviseur. Voor namen en telefoonnummers zie hoofdstuk 10. Op de onderwijspagina van de faculteit is een lijst met veelgestelde vragen aan de studieadviseur beschikbaar: http://w3.tm.tue.nl/nl/onderwijs/portals/vragen_en_contact
77
9 Organisatie van de opleidingen
Docenten Studenten hebben recht op begeleiding door een docent, zowel in groepsverband als individueel. Een student heeft het recht daarvoor een verzoek in te dienen en binnen drie weken na dat verzoek een gesprek te voeren met een docent die belast is met het onderwijs waaraan de student deelneemt. Is de docent voor langere tijd afwezig, dan moet de capaciteitsgroep of opleiding voor vervanging zorgen. De portier beschikt over alle (interne) adressen van de docenten. Afstudeerbegeleiders Binnen het masterprogramma is het afstudeerproject een belangrijk onderdeel. De afstudeerbegeleider ondersteunt je bij de uitvoering van dit project en adviseert je ook bij de voorbereiding ervan, door bijvoorbeeld samen met jou te bepalen welke keuzevakken (in binnen- of buitenland) een goede voorbereiding vormen op jouw project. Bij de masteropleidingen OML en IM worden studenten na het eerste mastersemester toegewezen aan een mentor. Nadere informatie over de procedures bij het afstuderen vind je in de Master Thesis Manual (ER, bijlage 3). Studievaardigheden De opleiding biedt samen met het Onderwijs en Studenten Service Centrum aan eerstejaars bachelorstudenten en pre-masterstudenten een cursus studievaardigheden aan. De cursus wordt verzorgd door ouderejaarsstudenten van de opleiding en is speciaal toegespitst op de situatie bij de bachelorpleiding Technische Innovatiewetenschappen, Technische Bedrijfskunde of Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg. Ouderejaars en masterstudenten kunnen voor hulp bij problemen met studievaardigheden zelf contact opnemen met het Onderwijs en Studenten Service Centrum via het servicedesk van het STU (HG 0.72, tst 8015), of met de studieadviseur. Studievoortgangsregistratie De studievoortgang wordt door de onderwijsadministratie van de faculteit geregistreerd met behulp van het Onderwijs Informatie Systeem (OWIS). Bij onjuiste registratie moet de student contact opnemen met de onderwijsadministratie. Elk semester ontvang je een afschrift van de behaalde studieresultaten. Dit wordt verstuurd naar het huis- en/of vakantieadres. Op dit afschrift staat ook het aantal behaalde studiepunten vermeld. Wanneer je het niet eens bent met de registratie, moet je dit melden bij de onderwijsadministratie. Zie ook het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut, hoofdstuk 4. Dit statuut is te vinden via: http://w3.tue.nl/nl/diensten/stu/regelingen_en_gedragscodes/ Via internet http://owinfo.tue.nl kun je zelf tussentijds een overzicht van de behaalde studieresultaten opvragen.
9 Organisatie van de opleidingen
78
Studievertraging Er is sprake van studievertraging als in een studiejaar meerdere onderwijseenheden van dat jaar niet met een voldoende resultaat worden afgerond. In de propedeuse is er een mogelijkheid voor compensatie van onderwijseenheden die zijn afgerond met het cijfer vijf. Daarvoor moeten alle overige onderwijseenheden in één cluster wel met voldoende resultaat zijn afgerond, zoals vastgesteld in de ER, artikel 5; lid 3. Voor advies over voorkomen of wegwerken van vertraging kun je terecht bij de studieadviseur of bij het Onderwijs en Studenten Service Centrum. Wanneer studievertraging optreedt als gevolg van bijzondere omstandigheden (ziekte, familie-omstandigheden, handicap, bestuurswerk), kan een financiële ondersteuning worden aangevraagd bij de TU/e. Meer informatie hierover is te vinden in het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut. Zie http://w3.tue.nl/nl/diensten/stu/regelingen_en_gedragscodes/ Studentenadviseurs van het STU De studentenadviseurs van het Onderwijs en Studenten Service Centrum van de TU/e adviseren en geven informatie over problemen van zakelijke, dan wel meer persoonlijke aard, zoals studiekeuze en –wijziging, toelating tot examens, inschrijving, studieplanning, studievertraging, examenregelingen, solliciteren en alle andere zaken over studie, financiën en/of persoonlijke omstandigheden. Verder bieden studentenadviseurs hulp bij studie- of persoonlijke problemen door middel van gesprekken en cursussen. Individuele gesprekken kunnen verhelderend werken bij verwarde of onduidelijke gevoelens of een gevoel van machteloosheid met betrekking tot de eigen situatie, en de student helpen weer op gang te komen. Indien gewenst kan ook de partner betrokken worden. De adviseurs verzorgen daarnaast ook cursussen op het gebied van studievaardigheden, tentamenvrees en sociale vaardigheden. Ook kunnen diverse tests worden uitgevoerd. Studentenadviseurs hebben geheimhoudingsplicht tegenover anderen, zoals docenten, partners en ouders, maar ook tegenover universitaire en overheidsinstanties. Het belang van de student zelf gaat boven alle andere belangen. Meer informatie: http://w3.tue.nl/nl/diensten/stu/individuele_begeleiding/ Evaluatie van het onderwijs Studenten worden uitgenodigd om een kritische houding aan te nemen t.a.v. het onderwijsprogramma. Door te participeren in de P-raden en/of Opleidingscommissie kunnen studenten meewerken aan het optimaliseren van het onderwijsaanbod. Om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken wordt het voortdurend geëvalueerd. De evaluatieresultaten worden besproken met de docenten om verbeteringen aan te brengen en worden tevens besproken in de opleidingscommissie van de bacheloropleiding. Als student kun je de evaluatieresultaten inzien via Studyweb.
79
9 Organisatie van de opleidingen
9.3 Tentamens Algemeen Volgens de WHW is aan elke onderwijseenheid een tentamen verbonden dat een onderzoek omvat naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus. Aan elk tentamen is een beoordeling gekoppeld (ook OER par. 2 en ER hoofdstuk 2). De tentamens bereiden voor op een examen: het Propedeuse-, Bachelor- of het Masterexamen. Indien alle tentamens zijn behaald is aan de examenvooraarden voldaan en krijg je het bijbehorend diploma uitgereikt. Gang van zaken tijdens het tentamen De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens (ER, hoofdstuk 3). Tentamenvorm Bij de opleidingen van deze faculteit worden de volgende tentamenvormen gehanteerd: • Praktisch: tentamen waarbij de student aantoont over bepaalde vaardigheden te beschikken door middel van praktische oefeningen. • Schriftelijk: tentamen in een bepaalde ruimte waarbij de student schriftelijke vragen/opgaven krijgt voorgelegd die binnen een bepaalde tijdsduur beantwoord moeten worden. Tijdens het tentamen is er geen directe terugkoppeling van docent naar student. Ook een werkstuk/scriptie is een schriftelijke tentamenvorm: het schrijven van een tekst (verslag/scriptie) waarin de student een opgedragen onderwerp (probleemstelling) behandelt. Tentamen en scriptie worden ook wel gecombineerd. • Mondeling: tentamen waarbij de docent mondelinge vragen stelt aan de student en de student eveneens mondeling een antwoord formuleert. Daarbij is er een directe terugkoppeling van docent naar student. Een mondeling tentamen wordt in principe in het openbaar afgenomen, tenzij de student hiertegen bezwaar maakt. • Gemengd: een tentamen waarbij meerdere van bovenstaande toetsvormen gebruikt worden voor de afronding van het vak. Aantal tentamens Voor elke onderwijseenheid wordt doorgaans tweemaal per jaar een tentamen afgenomen. Dit is in de OER vastgelegd (OER artikel 2.1, lid 4). Blokkade deelname tentamens na 3x aanmelden Indien een student vaker dan drie keer een tentamen moet doen, is er meestal iets aan de hand. Door het College van Bestuur is daarom besloten dat een student maximaal drie keer kan deelnemen aan een tentamen. Let op: een NV (Niet Verschenen) telt ook als poging! Als je na 3 keer deelnemen nog geen voldoende resultaat hebt behaald wordt je automatisch geblokkeerd voor deelname en moet je contact opnemen met de studieadviseur (of de studieadviseur neemt contact met jou op), om te overleggen wat er aan de hand is. Als je drie keer een NV of hele lage cijfers scoort is er mogelijk iets mis met je studieplanning; als je drie keer een 5 haalt kan het zijn dat er iets fout gaat in het bestuderen van het vak en kan een gesprek met de docent mogelijk helpen. Nadat je hebt gesproken met de studieadviseur en/of de docent wordt de blokkade opgeheven en kun je jezelf aanmelden voor een vierde keer.Omdat een NV ook als tentamenpoging telt, is het van groot belang dat je tijdig plant welke vakken je wel en niet gaat tentamineren en dat je jezelf dan alleen aanmeldt voor vakken die je echt gaat doen, of weer afmeldt voor vakken die je niet gaat doen. (ER, artikel 2.1 lid 3).
9 Organisatie van de opleidingen
80
Nakijktermijn De uitslag van een schriftelijk tentamen wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 15 werkdagen na de tentamendatum, vastgesteld (OER, art.2.4, lid 2). Inzage De student kan op zijn of haar verzoek inzage in het gemaakte werk krijgen. (OER artikel 2.5). Geldigheidsduur van tentamens Met goed gevolg afgelegde tentamens zijn in beginsel onbeperkt geldig. De examencommissie kan echter, wanneer een tentamenresultaat ouder is dan 6 jaar, een aanvullend of vervangend tentamen opleggen.(OER, art.2.2) Fraude en plagiaat Fraude is het opzettelijk handelen of nalaten door een student dat er op is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn of haar kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Er is onder meer sprake van fraude als de student: werk ter beoordeling inlevert onder eigen naam dat geheel of gedeeltelijk van anderen is overgenomen (plagiaat); actief meewerkt aan het verstrekken van eigen werk aan anderen dat door die anderen ter beoordeling zou kunnen worden ingeleverd als eigen werk. Indien fraude is geconstateerd, dan kan de examencommissie besluiten de student voor ten hoogste één jaar uit te sluiten van verdere deelneming aan één of meer tentamens of examens (WHW, artikel 7.12, lid 4, ER art.3.2).
Aanmelding Je kunt slechts deelnemen aan een tentamen van de opleiding als je bent ingeschreven bij de opleiding en indien je aan de eventuele voorwaarden van voltijdelijkheid hebt voldaan zoals verderop in dit hoofstuk onder 'volgtijdelijkheid' aangegeven (OER, bijlage 1). Als je je wilt aanmelden of afmelden voor een centraal georganiseerd tentamen, is dit tot uiterlijk 5 werkdagen voor de tentamenperiode mogelijk via internet (http://owinfo.tue.nl/) (ER art. 2.1). Indien je je niet tijdig aanmeldt, is deelname aan het tentamen uitgesloten. Alleen in bijzondere omstandigheden kan de examencommissie ontheffing van deze regel verlenen. Je dient je voor een centraal georganiseerd tentamen aan te melden via internet: http://owinfo.tue.nl (aanmelden tentamen/examen). Indien je je niet tijdig, uiterlijk 5 werkdagen voor aanvang van de tentamenperiode, aanmeldt, is deelname uitgesloten.
Tentamendata De data waarop een tentamen wordt afgenomen, worden voor aanvang van het studiejaar bekend gemaakt. Alleen in gevallen van organisatorische overmacht kan van deze hoofdregel worden afgeweken. Tentamenroosters zijn te raadplegen via internet (http://owinfo.tue.nl ). Tentamens van vakken die schriftelijk worden afgerond, vinden steeds plaats in de tentamenperiode aan het einde van het blok, of semester. Hertentamens volgen in tentamenperioden daarna. De tijden waarop een tentamen wordt afgenomen, worden, voordat het onderwijs in het desbetreffende vak begint, aan de student bekendgemaakt.
81
9 Organisatie van de opleidingen
Voor de schriftelijke tentamens worden de volgende tijden gehanteerd: 's ochtends van 9.00 tot 12.00 uur of 's middags van 14.00 tot 17.00 uur. Volgtijdelijkheid De wet gebruikt de term 'volgtijdelijkheid' om de mogelijkheid te omschrijven voor opleidingen om bepaalde tentamens verplicht te stellen voordat een student een ander tentamen mag afleggen. Volgtijdelijkheid in de Bacheloropleidingen Als hoofdregel geldt voor de bacheloropleidingen dat je pas aan tentamens van de postpropedeutische (PP) fase kan deelnemen, nadat het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd. Is dat niet het geval, dan kun je de examencommissie verzoeken jou de toegang tot het afleggen van bepaalde onderwijseenheden van de postpropedeutische fase te verlenen vóórdat het propedeutisch examen behaald is. De voorwaarden hiervoor zijn als volgt vastgesteld. Indien na één jaar propedeuse meer dan 45 studiepunten zijn behaald, is deelname aan tentamens uit de PP-fase toegestaan. Indien tussen de 30 en 45 studiepunten zijn behaald, kan alleen aan tentamens uit de PP-fase worden deelgenomen indien een studiecontract met de faculteit is afgesloten.De mogelijkheid voor deelname aan onderwijseenheden van de PP-fase vervalt, wanneer niet binnen twee jaar na aanvang van de studie het propedeuse examen is behaald (OER Bsc, bijlagen 2 en 3). Voor TBdk en TBG geldt bovendien dat aan het Bachelor Eindproject pas kan worden deelgenomen na het behalen van onderwijseenheden uit de propedeutische en postpropedeutische fase met een gezamenlijke studielast van 130 studiepunten waaronder in elk geval Dataverwerving en data-analyse (OER Bsc, bijlage 1, onder h). Volgtijdelijkheid in de Masteropleidingen Je kunt pas aan tentamens van de masteropleiding deelnemen, nadat het hierop voorbereidende bachelorexamen met goed gevolg is afgelegd. In afwijking hiervan kan de examencommissie besluiten studenten die het bachelorexamen nog niet hebben behaald, tot de masteropleiding toe te laten onder de voorwaarden dat: je voldoende resultaat behaald hebt voor en/of vrijstelling hebt verkregen van onderwijseenheden van het bachelorexamen met een studielast van in totaal tenminste 160 studiepunten, waaronder alle tweedejaars Bsc-vakken. De toelating vervalt indien binnen een jaar na toelating het Bachelorexamen nog niet is afgerond. Studenten die onder deze condities tot de masteropleiding zijn toegelaten, kunnen pas met de MSc-onderwijseenheden “International Course” en “Graduation Project” beginnen indien het bachelorexamen is afgelegd. Voor deelname aan het Graduation Project mogen maximaal 10 studiepunten openstaan, ofwel 80 studiepunten van het Masterprogramma moeten zijn afgerond (OER MSc, bijlage 1, onder h). Vrijstellingen De examencommissie kan op verzoek van de student vrijstelling verlenen van een tentamen. Een schriftelijk verzoek hiertoe wordt uiterlijk twee maanden voordat het tentamen wordt afgenomen, ingediend. Bij het verzoek dienen bescheiden te worden ingediend die nodig zijn om het verzoek goed te kunnen beoordelen (OER, art.3.1).
9 Organisatie van de opleidingen
82
9.4 Afstuderen Onder afstuderen wordt verstaan: het maken van een (individueel) schriftelijk verslag van onderzoek met een wetenschappelijk karakter dat door een student verricht is onder individuele begeleiding van een docent. Nadere informatie is te krijgen via de onderwijswebsite van de opleiding en bij de onderwijsadministratie. Je hebt recht op begeleiding bij het afstuderen. Afspraken met de afstudeerbegeleider moeten zodanig te plannen zijn dat je in redelijkheid kunt afstuderen binnen de tijd die daarvoor staat. Op jouw verzoek worden alle data voor besprekingen en de nakijktermijnen van tevoren vastgelegd. Is de begeleidende docent voor langere tijd niet beschikbaar dan moet de docent of de capaciteitsgroep waartoe hij of zij behoort, zorgen voor vervanging. Bij veel bedrijven krijg je een vergoeding voor werk dat in het kader van de afstudeeropdracht wordt verricht. Dit inkomen kan de hoogte van de basisbeurs beïnvloeden. In het afstudeerreglement zijn alle zaken over de procedure vastgelegd. Dit reglement is opgenomen als bijlage 3 van het examenreglement.
83
9 Organisatie van de opleidingen
9.5 Examens Voor de aanmelding en de uitslag van het propedeutisch, bachelor of master examen gelden de artikelen uit het Examenreglement (ER, hoofdstuk 5). Afsluiting studieprogramma Indien je je studieprogramma hebt afgerond, conform de exameneisen van de opleiding, kun je je aanmelden voor de desbetreffende examenvergadering. Hiervoor moet je je uiterlijk 20 werkdagen voor de datum van het examen aanmelden bij het Onderwijs- en Studenten Service Centrum (STU) op de door het STU bepaalde wijze. Indien niet strikt aan de exameneisen en voorwaarden is voldaan, moet de student zijn afstudeerdatum verschuiven naar een volgende examenvergadering. De uitreiking van het getuigschrift geschiedt in het openbaar op één van de diplomauitreikingen die de faculteit elk jaar organiseert. De uitreiking vindt in de regel plaats om 14.00 en/ of 16.00 uur in de Blauwe zaal van het auditorium en wordt gevolgd door een receptie, die door de faculteit TM aangeboden wordt. Data examenvergaderingen voor alle examens TBdk,TBG,IM,OML zijn: 29 augustus 2008 vrijdag dinsdag 30 september 2008 2008 vrijdag 31 oktober vrijdag 28 november 2008 19 december 2008 vrijdag vrijdag 30 januari 2009 27 februari 2009 vrijdag 31 maart 2009 dinsdag 2009 woensdag 29 april 29 mei 2009 vrijdag dinsdag 30 juni 2009 31 augustus 2009 maandag
Data examenvergaderingen voor alle examens TIW,T&P,HTI zijn: 2008 donderdag 28 augustus woensdag 24 september 2008 2008 woensdag 29 oktober woensdag 26 november 2008 woensdag 17 december 2008 2009 woensdag 28 januari 2009 woensdag 25 februari 2009 woensdag 25 maart woensdag woensdag woensdag
27 mei 24 juni 26 augustus
2009 2009 2009
Je dient je uiterlijk 4 weken voor de examenvergadering aan te melden via internet: http://owinfo.tue.nl (aanmelden examen)
9.6 Beroep Bij alle beslissingen van de examencommissie over tentamens en examens kun je beroep instellen bij het College voor Beroep voor de Examens (ER, artikel 6.2., zie ook het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut, hoofdstuk 7: http://w3.tue.nl/nl/diensten/stu/regelingen_en_gedragscodes/)
9 Organisatie van de opleidingen
84
9.7 Keuzeaccenten in de opleiding Bij elke opleiding van de TU/e zijn naast de minoren, accenten in de opleiding te kiezen. Enkele interessante programma's zijn: • Certificaat Technisch Management (CTM) • Certificaat Technologie en Duurzaamheid (CTD) • Certificaat Ontwikkelingsproblematiek en Techniek (COT) • Certificaat OSM Ondernemerschap • Certificaat Philosophy: Philosophical Reflection on Science and Technology Certificaatopleiding Technisch Management Veel ingenieurs komen na hun studie terecht in het bedrijfsleven en in dienstverlenende organisaties. Om succesvol te kunnen functioneren binnen zo'n omgeving, is het voor een ingenieur in toenemende mate van belang dat hij of zij naast technische kennis ook beschikt over voldoende bedrijfskundig inzicht en persoonlijke vaardigheden. Ingenieurs die al tijdens hun studie kennis en ervaring hebben opgedaan met bedrijfskundig georiënteerde vraagstellingen kunnen zich duidelijk in positieve zin profileren. Met dit idee voor ogen is in 1995 door de faculteit Technologie Management groen licht gegeven voor het 'Certificaat Technisch Management' (CTM). Dit certificaat kan worden behaald door studenten van alle opleidingen van de TU/e, behalve door studenten Technische Bedrijfskunde. Kijk op website van CTM voor meer informatie. Certificaatopleiding Technologie en Duurzaamheid De TU/e vindt dat duurzaamheids en milieuaspecten thuishoren in elke ingenieursopleiding. Milieuproblemen kunnen het best aangepakt worden door specialisten die in hun eigen vakgebied zich welbewust zijn van methoden om milieuaspecten mee te nemen in het ontwerpproces. Ook kiezen meer en meer bedrijven voor een duurzamere aanpak van hun productie- en verwerkingsprocessen. Een ingenieur met kennis van duurzame ontwikkeling kan in zo'n bedrijf goed aan de slag. Ben je als student geïnteresseerd in een ruime verbreding van je studie op het gebied van Duurzame Ontwikkeling, dan kun je kiezen voor het TDO-certificaat. Het programma bestaat uit een multidisciplinair project, het vak technologie en duurzaamheid, een beleidsvak en tenminste twee technische keuzevakken (totaal 20 SP). Dit TU/e-certificaat getuigt van een uitgebreide kennis van Technologie voor Duurzame Ontwikkeling. Kijk op de website van TDO voor meer informatie. Certificaatopleiding Technology & Development Studies Het certificaatprogramma Technology & Development Studies (21 ects) bestaat sinds 2002. Het wordt aangeboden door de Faculteit Technologie Management. Het programma is toegankelijk voor alle studenten van de TU/e. De voertaal in het programma is Engels. Dit certificaatprogramma is zowel van belang voor studenten die later in ontwikkelingslanden willen gaan werken, als voor diegenen die vanuit een werkkring in Europa te maken krijgen met ontwikkelingsproblematiek, bijvoorbeeld door midel van samenwerking met overzeese partnerbedrijven op het gebied van R&D of internationale marktontwikkeling. Vanwege de steeds verdergaande globalisering is er een toenemende vraag naar ingenieurs die kennis en vaardigheden hebben om in verschillende institutionele en cultuurgebieden effectief te kunnen werken, en die goed kunnen
85
9 Organisatie van de opleidingen
functioneren in multinationaal samengestelde projectteams. De coördinator van het programma is dr. mw Henny Romijn, Universitair Hoofddocent in Technology & Development Studies, tel 2474754, Pav Q 1.25,
[email protected]. Inlichtingen over het certificaatprogramma zijn ook te krijgen bij mevr. S.E. Repelaer van Driel, tel 2472242, Pav.Q 1.01,
[email protected]. Nadere informatie over de aangeboden vakken, voorwaarden, en aanmelding is te vinden op: www.tue.nl/ctds Philosophy Certificate The Certificate in “Philosophy: Philosophical Reflection on Science and Technology” in short: the Philosophy Certificate - is meant for people who like to see the big picture. It trains you to ask yourself and others the right questions and to avoid common thinking errors. ‘Why’ is a word that frequently pops up on the philosophy radar, and for good reasons. Why, for example, would you want to follow an extra certificate programme when you are already quite busy with your normal curriculum? And why would you turn to philosophy when you are learning to become an engineer? While we can tell you what the Certificate is, why you might want to consider following it, and how to do such a thing, we are quite confident that you won’t believe us when we tell you that it is absolutely worth your time. We are obviously biased in favour of the Certificate programme and cannot view matters from your perspective. Which is why we have developed a student evaluation procedure that is completely public. You will be able to read the experiences of past students of the Certificate, so you can decide for yourself.
The Certificate is an initiative of the Philosophy and Ethics of Technology section of Eindhoven University of Technology. This section has received excellent reviews on account of both its research and its education performance. To find more information on this section, the curriculum and organization of the Certificate, or any other question, please browse this website. For remaining questions, please send an email to the certificate Programmer, Dr. Mr. Ir. Ir. Lambèr Royakkers.
Certificaatprogramma Technology Entrepreneurship Voor de master studenten die geïnteresseerd zijn in ondernemen is er het Certificaat Technology Entrepreneurship (CTE). Het CTE geeft studenten de kans om hun ondernemersgerichte vaardigheden te verbeteren. Het certificaat staat open voor alle master studenten en wordt uitgegeven door de faculteit Technologie Management en TU/e Innovation Lab. Het certificaatprogramma bestaat uit drie onderdelen:
9 Organisatie van de opleidingen
86
1. 9 ects aan keuzevakken, de vakken waaruit gekozen kan worden zijn allemaal gerelateerd aan het thema ondernemen en worden verzorgd door de faculteit Technologie Management. 2. Een cursus ondernemersvaardigheden, deze cursus wordt aangeboden in samenwerking met het STU. 3. Een Afstudeerproject Technology Entrepreneurship (ATE) wordt gebaseerd op een innovatief idee dat is ontwikkeld aan de TU/e. Dit idee moet meestal nog verder uitgewerkt worden, zowel op technisch gebied als op bedrijfskundig vlak. De benodigde kennis is vaak niet in één persoon te vinden. Daarom kunnen er meerdere afstudeerprojecten (van verschillende opleidingen) worden gecombineerd rondom hetzelfde idee
87
9 Organisatie van de opleidingen
Hoofdstuk 10 Organisatie en achtergronden
89
10 Onderwijsorganisatie en achtergronden
10 Onderwijsorganisatie en Achtergronden Bepaalde informatie m.b.t persoons- en adresgegevens kan achterhaald zijn, actuele info is verkrijgbaar via de website van TM: http://w3.tm.tue.nl/nl/
Bestuurlijke en onderwijskundige organisatie De taken en bevoegdheden van de bestuurs- en adviesorganen zijn uitgebreid beschreven in het faculteitsreglement. Dit is verkrijgbaar bij het faculteitssecretariaat. Faculteitsbestuur (FB) Het bestuur van de faculteit bestaat uit 3 leden, te weten de decaan, die voorzitter van het bestuur is, een directeur bedrijfsvoering en een derde lid afkomstig uit het wetenschappelijk personeel. Het bestuur van de faculteit is belast met de algemene leiding van de faculteit. Het bestuur is voorts belast met het bestuur en de inrichting van de faculteit voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefening, waaronder het instellen van capaciteitsgroepen of andere werkverbanden. Het neemt daarbij de wet, het bestuur- en beheersreglement en het faculteitsreglement in acht. Samenstelling: Prof.dr. A.G.L. Romme, decaan Drs.ing. J. Hermus directeur bedrijfsvoering Prof.dr.ir. H.W. Lintsen, vice-decaan Prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand, vice-decaan Dr.ir. A.M.C. Lemmens, vast adviserend lid Mw. E.A.M.Klaassen, studentadviseur Faculteitssecretariaat Mw. M.J. Verbeek, tst. 2873, e-mail:
[email protected] Mw. M.J.M. Tiggeler, tst. 2635, e-mail:
[email protected] Raad van Advies Faculteit TM Externe Leden: Voorzitter: Ir. P.J.A. van Schijndel (Raad van Bestuur, RABO-Bank Nederland, Utrecht) Ir. H.J.M.B. van Abeln (Partner Twijnstra & Gudde, Amersfoort) De heer R.H.M. Borsboom (Directeur Productontwikkeling Daf Trucks NV, Eindhoven) Drs. H.J.G. Hendriks (CEO Philips Electronics Nederland) Ir. L.J.M. Kenter (Voorzitter RvB Stichting Zuidwester, Middelharnis) Prof.dr. L.L. Soete (Directeur MERIT, Rijksuniversiteit Limburg, Maastricht) Drs. A.L.M. Nelissen (voorzitter Kamer van Koophandel Brabant) Raad van Advies TBG Faculteit TM Externe Leden: Voorzitter: Drs. R. Jonkers (Voorzitter Raad van Bestuur Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) Ir. J.W.M. Borgsteede (Lid Raad van Bestuur Sophia Revalidatie, Den Haag) Dr. G.J. Caris (Voorzitter Zorgorganisatie van zorgondernemers, Bunnik) Ir. B.F. Dessing ; Prof.dr. A.P.W.P. van Montfort (Algemeen Directeur Prismant) Dr. W.M.C.L.M. Schellekens (Hoofdinspecteur Curatieve Gezondheidszorg IGZ) Intern Lid: Dr. H.F.J.M. van Tuijl (Adj. Opleidingsdirecteur TBdk-TBG)
91
10 Onderwijsorganisatie en achtergronden
Opleidingsdirectie De opleidingsdirecteur is namens het bestuur van de faculteit belast met de zorg voor de ontwikkeling, programmering en uitvoering van het onderwijs in de betreffende opleiding en neemt hiertoe alle benodigde initiatieven. Opleidingsdirecteur TBdk en Tiw: Dr.ir. A.M.C. Lemmens Programmadirecteur OML: Prof.dr.ir. J.C. Fransoo Programmadirecteur IM: Prof.dr. E.J. Nijssen Programmadirecteur HTI: Prof.dr. C.J.H. Midden Programmadirecteur AW: Prof.dr. J.W.Schot Adjunct Opleidingsdirecteur Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg: Dr. H.F.J.M. van Tuijl Adjunct Opleidingsdirecteur Technische Bedrijfskunde: vacature Adjunct Opleidingsdirecteur Technische Innovatiewetenschappen: Mr.drs. E.F. Clarkson Secretariaat opleidingsdirecteuren: Mw. B. Schot, tst. 2234, e-mail:
[email protected] Faculteitsraad (FR) De faculteitsraad is bevoegd over alle aangelegenheden de faculteit betreffende aan het bestuur van de faculteit voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. De faculteitsraad oefent tegenover het bestuur van de faculteit het instemmingsrecht en het adviesrecht uit die toekomen aan de universiteitsraad voor zover het aangelegenheden betreft die de faculteit in het bijzonder aangaan en de desbetreffende bevoegdheden tevens aan het bestuur zijn toegekend. Het bestuur van de faculteit behoeft de voorafgaande instemming van de faculteitsraad voor o.a. de onderwijs- en examenregeling, zoals bedoeld in artikel 7.13 van de wet. Samenstelling: Voorzitter:: Dr.ir. H.P.G. van Ooijen ir. W. van der Valk, dr.ir. F.C.A. Veraart, dr.ir. M.C. Willemsen, dr.H.H. Willems Studenten: R.J.A. te Voert, W.H.M. Giesbers, M. Smedts, L.J. Saes, R.V. Weteling Secretariaat: Mw. M.J.M. Tiggeler, tst. 2635, mailto:
[email protected] Opleidingscommissie De opleidingscommissie heeft tot taak: - advies uit te brengen over de vaststelling en wijziging van de onderwijs- en examen regeling, bedoeld in artikel 7.13 van de wet; - het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling; - het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de opleidingsdirecteur en het bestuur van de faculteit over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding, mede in samenhang met het onderzoek van de faculteit; - een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van het onderwijs van de opleiding door in een vroeg stadium mee te denken over de grote lijnen van nieuwe voorstellen. Opleidingscommissie Technische Bedrijfskunde (OC-Tbdk)) Voorzitter: Dr. F.M. van Eijnatten Secretaris:Stefan Roza Stafleden: Dr.drs.ir.J.J. Berends, Dr.J.M.P. Gevers, Dr. M. Slikker, Dr. Ir. H. Eshuis, Dr. M.H. Jansen-Vullers
10 Onderwijsorganisatie en achtergronden
92
Adviseurs: dr.ir.A.M.C. Lemmens, Prof.dr.ir.J.C. Fransoo, dr.E.M. Halsema, ing.B. Osinga, dr.ir. W.G.M.M. Rutten, Mw. M.G.T.G. Sannes Studentleden: J. van Duren (commissaris onderwijs Industria) J.J. Arts, L..A. Hüskens, M.J.M. Loonen, L.C.G. Pieters; M.J. Graveland) Opleidingscommissie Technische Innovatiewetenschappen (OC-Tiw) Voorzitter: Nog niet bekend Secretaris: Femke Beute Stafleden: Dr.M. Davids, Dr. F.G. Kaiser, , Dr. U. Matzat, vacature Adviseurs: Dr.ir. A.M.C. Lemmens, mr.drs.E.F.Clarkson, dr.E.M. Halsema, Ir. W.L.M. Kuijpers Studentleden: E.A.M Klaassen (commissaris Onderwijs Intermate), C.H.G. Horsch , B.P. Knijnenburg. Examencommissie opleiding Technische Innovatiewetenschappen Voorzitter: Nog niet bekend Secretaris: S.Floris, tst. 2190, e-mail:
[email protected] Leden: Dr.ir. Y.A.W. de Kort, Dr. U. Matzat, Dr.ir. E.B.A. van der Vleuten. Studentleden: Naomie Baan Hofman, Joost Jongejan Adviseurs: Ir. W.L.M. Kuijpers, Mw. ir. A.C.J.Kirkels- van Steen Examencommissie Het faculteitsbestuur stelt voor iedere opleiding, ten behoeve van het afnemen van de examens en de organisatie en coördinatie van de tentamens, een examencommissie in. De leden van de examencommissie worden benoemd door het faculteitsbestuur. De examencommissie wijst examinatoren aan voor het afnemen van de tentamens (conform WHW art. 7.12). Met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen stelt de examencommissie regels en richtlijnen vast. Examencommissie opleiding Technische Bedrijfskunde Voorzitter: Dr.A.J.M.M.Weijters Secretaris: Mw. M.G.T.G. Sannes, tst. 4898, e-mail:
[email protected] Secretaris Beroepszaken: Drs. H.W.M. van Hoeven Leden: Prof.dr.ir.G.J.J.A.N. van Houtum, Dr.ing. J.P.M. Wouters Adviseurs: Mw.ing. B. Osinga-Kuipers Examencommissie opleiding Technische Innovatiewetenschappen Voorzitter: Vacature Secretaris: S.Floris, tst. 2190, e-mail:
[email protected] Leden: Dr.ir. Y.A.W. de Kort, Dr. U. Matzat, Dr.ir. E.B.A. van der Vleuten. Adviseurs: Ir. W.L.M. Kuijpers, Mw. ir. A.C.J.Kirkels- van Steen Onderwijsinstituut Technologie Management Het onderwijsinstituut (OWI) ondersteunt de voorbereiding en uitvoering van de onderwijsen examenprogramma's van de faculteit. Het OWI is belast met kwaliteitszorg en onderwijsevaluatie, ondersteuning van praktijkcomponenten in het onderwijs, onderwijsadministratie, studieadvisering, studievoorlichting, internationalisering en de ondersteuning van opleidingscommissies, examencommissies en facultaire toelatingscommissies.
93
10 Onderwijsorganisatie en achtergronden
Hoofd onderwijsinstituut Drs. H.W.M. van Hoeven, tst. 4559, e-mail:
[email protected] Secretariaat onderwijsinstituut en opleidingsdirecteuren Mw. B. Schot, tst. 2234, e-mail: e-mail:
[email protected] Secretaris opleidingscommissie TBdk Stefan Rozas, e-mail:
[email protected] Secretaris opleidingscommissie TIW Femke Beute, e-mail:
[email protected] Secretaris Facultaire Toelatingscommissies IM, OML, HTI en T&P Mw. A.J.A.M. Gerardu, tst. 2281, e-mail:
[email protected] Studieadviseurs TBdk, OML en IM: Mw.ing. B. Osinga-Kuipers, tst. 2875, e-mail:
[email protected] TBG: Mw.Drs. P.H. Veling, tst. 5139, e-mail:
[email protected] TIW, HTI en T &P : Ir. W.L.M. Kuijpers, tst. 4650, e-mail:
[email protected] Pre-Masters IM, OM&L, HTI en T&P en avondopleiding Tbdk: Mw.Ir. A.C.J.Kirkels- van Steen,tst 2473, e-mail:
[email protected] Secretariaat: Mw. M.A.W. Hafmans, tst. 2428, e-mail:
[email protected] Onderwijsadministratie TM: e-mail:
[email protected] Mw. T.N. Duyzer, tst. 2576 Mw. S. Floris, tst. 2190, Mw. M.G.T.G. Sannes, tst. 4898 Mw. C.M.Schunselaar- Boers, tst. 4898 Voorlichting en werving, PR Facultair Communicatie Medewerkers: Mw. Drs. Y.W.Liu, tst. 5865, e-mail:
[email protected] Mw. MA. J.A.A.Smits, tst. 5937, e.mail:
[email protected] Mw. mr. M.van de Ven, tst. 5061, e-mail:
[email protected] International Office TM TBdk: Mw. B.A. van de Ven, tst. 2281, e-mail:
[email protected] TIW : Mw. A.J.A.M. Gerardu, tst. 2281, e-mail:
[email protected] Onderwijsevaluatie en Kwaliteitszorg Dr..G.A. van de Watering, tst. 2003, e-mail
[email protected] Mw. drs. P.H.Veling, tst. 5139, e-mail
[email protected] Career Centre Mw. ir. A.C.J. Kirkels-van Steen, tst. 2473, e-mail:
[email protected] Studyweb: Drs. F.J.H.M. Vercoulen, tst. 3087,
[email protected]
10 Onderwijsorganisatie en achtergronden
94
Cluster Beheer Financiële en Materiële Zaken Financial Controller: Mevr. M.C.H. Hof, tst. 3610, e-mail:
[email protected] Projectmedewerker 3e GS: Mw.M. Pijs- van Zon, tst. 4818, e-mail:
[email protected]]) Financieel medewerker: Dhr. R.P.J.A. Dohmen, tst. 4016, e-mail:
[email protected] Financieel medewerker: Mw. I.A. Barkmeijer, tst.3153, e-mail:
[email protected] Medewerkers BMZ : H.J.M. Hoebers, tst. 4995, R.P.M. Pijs, tst. 4995, A. Aarts, tst. 5252, N.L.J. van de Ven, tst. 5299, e-mail:
[email protected] Receptie Paviljoen, ingang Lismortel tst. 2615, e-mail:
[email protected] Receptie Paviljoen, ingang Het Eeuwsel Mw. U. van Amelsfoort, tst. 2454, e-mail:
[email protected] Afdeling P&O Adviseurs P&O: Ir. M.E.M. Roelands tst. 4886, e-mail:
[email protected] Mw. C.J.M. van Overdijk, tst. 5204, e-mail:
[email protected] Medewerkers: Hr. M.R.K. Bröcheler, tst. 4409, e-mail:
[email protected] Mw. J.L. van de Sande, tst. 4979, e-mail:
[email protected] Mw. J.F.W.M. van Grinsven, tst. 5387, e-mail:
[email protected] Bureau Automatisering Locatie: Paviljoen U.50, tst. 2361, e-mail:
[email protected] Hoofd bureau automatisering/lokale coördinator: F.A.M. Oostrom, tst. 2266, Medewerkers: J.S.A.Beekwilder, H.J.M. Gillis, Ing. S.A. Pechler, Mw. E.M.A.T. Spinhof, Ing. C.P.J.M. Kuijpers (IPO gebouw), tst. 5224. Ontwerpersopleiding Logistics Management Systems Opleidingsdirecteur: dr.ir. N.P. Dellaert, tst. 2179, e-mail:
[email protected] Coördinator: Mw. J.A.G.Verkuijlen- Nelissen, tst. 4404, e-mail:
[email protected] Notebook Servicecentrum TM E-mail:
[email protected] tst 5176 Adres: Pav. Np 19 (in de bibliotheek van de faculteit TM) Openingstijden van het NSC-TM iedere werkdag van 12.00 tot 16.00 uur en dinsdag van 12.00 uur tot 19.00 uur Medewerkers faculteitsbibliotheek Informatiespecialist TIW: Mw. drs. H.W.J. (Rikie) Deurenberg, tst. 3907 Informatiespecialist Bdk: Mw. drs. M.L. (Marieke) Mathijsen, tst. 2504 Medewerk(st)ers: Mw. mr. M.W. (Ria) Janssen, Mw. H.M.V. (Hanneke) Gerritsen, Mw. A.M.E. (Elise) Rutten-Bouwman, P.F.M. (Peter) Smits, tst. 2347/2844 Informatievoorziening Ir. C. de Lange, tst. 4594,
[email protected] Webmasters: tst. 4632,
[email protected]
95
10 Onderwijsorganisatie en achtergronden
Capaciteitsgroepen Capaciteitsgroepen hebben tot taak bijdragen te leveren aan de voorbereiding en uitvoering van de onderwijs- en examenprogramma's alsmede van de onderzoekprogramma's van de faculteit. Voorts hebben zij tot taak om bijdragen te leveren aan de voorbereiding en uitvoering van interfacultaire en interuniversitaire programma's voor onderwijs en onderzoek Capaciteitsgroep TIW / Algemene Wetenschappen (AW) Secretaresses: Mw. S. Beekers (SHT), tst. 4641, e.mail:
[email protected] Mw. M.H. Dekkers (GvdT), tst. 2043, e-mail:
[email protected] Mw. drs.L. Hollanders-Kuipers (SHT), tst. 2708, e-mail:
[email protected] Mw. M.J. Schaaf (F&ET), tst. 4753, e-mail:
[email protected] Mw. M.E.H.A. Rossou-Rompen(TD), tst. 3408, e-mail:
[email protected] Capaciteitsgroep Human Performance Management (HPM) Secretaresse: Mw. A.M.A. van Bemmelen, tst. 2493, e-mail:
[email protected] Capaciteitsgroep Information Systems (IS) Secretaresses: Mw. A.T.v.d. Aa, tst. 2290, e-mail:
[email protected] Mw. A.C.Rijnberg, tst. 2290, e-mail:
[email protected] Capaciteitsgroep TIW / Mens-Techniek Interactie (HTI) Secretaresses: Mw. E.H.M. Diebels(C&T), tst. 2889, e-mail:
[email protected] Mw. M.M. Nellissen (K&T), tst. 2921, e-mail:
[email protected] Capaciteitsgroep Operations Planning Accounting and Control (OPAC, F-vleugel) Secretaresses: Mw. H.E.M.M. van Gastel, tst. 3841, e-mail:
[email protected] Mw. A.M.F. Stritzko, tst. 2230, e-mail:
[email protected] Capaciteitsgroep Operations Planning Accounting and Control (OPAC, E-vleugel) Secretaresse: Mw. R.H. Verbakel-Klok, tst. 4985, e-mail:
[email protected] Capaciteitsgroep Organisation Science and Marketing (OSM) Secretaresses: Mw. B. van Broeckhoven, tst. 2170, e-mail:
[email protected] Mw. M.A.A.W.C. van den Heuvel, tst. 2170, e-mail
[email protected] Capaciteitsgroep TIW / Technologie en Beleid (T&B) Secretaresses: Mw. A.S. Calame (TE), tst. 2640, e-mail:
[email protected] Mw. M.F.J. Jonker (TDS), tst. 2246, e-mail:
[email protected]
10 Onderwijsorganisatie en achtergronden
96
Hoofdstuk 11 Faciliteiten
97
11 Faciliteiten
99
11 Faciliteiten
11 Faciliteiten 11.1 Facilitaire voorzieningen Gebouwen Openingstijden Paviljoen ingang Lismortel: ma., di., wo., vr.: 07.00-18.00 uur, do.: 07.0022.00 uur. Het Paviljoen (ingang Het Eeuwsel) is op werkdagen geopend van 08.00 uur tot 18.00 uur. De directeur bedrijfsvoering heeft de bevoegdheid tot het nemen van ordemaatregelen. In de dagelijkse praktijk oefenen gebouwopzichters en portiers namens de directeur deze bevoegdheid uit. Faculteitsbibliotheek De faculteitsbibliotheek Technologie Management (TM) is een van de faculteitsbibliotheken van de Technische Universiteit Eindhoven. Elke faculteitsbibliotheek is in principe voor iedereen vrij toegankelijk. Studenten kunnen gratis publicaties lenen van elke faculteitsbibliotheek en van de Centrale Bibliotheek. Uitlening geschiedt volgens het leenreglement van de TU/e-Bibliotheek. De bibliotheekcatalogus biedt de mogelijkheid om zelf de uitleentermijn te verlengen en om zelf reserveringen te plaatsen. De faculteitsbibliotheek TM is gevestigd in het Paviljoen van de TU/e, NP 19. Tel.: 040-2472347 / 040-2472844 Fax: 040- 2451275 E-mail:
[email protected] Website TU/e -Bibliotheek: http://www.tue.nl/bib/ Open PC Shop In de directe nabijheid van de faculteitsbibliotheek is de facultaire Open PC Shop gelegen. In de Open Shop kunnen studenten gebruik maken van een van de 20 desktop-pc's en een multifunctionele printer/scanner/kopieerapparaat. Openingstijden Faculteitsbibliotheek en Open PC Shop Met uitzondering van de donderdag is de faculteitsbibliotheek van maandag tot en met vrijdag open van 9.00 tot 17.00. Op donderdag is de faculteitsbibliotheek open tot 19.00. Het lenen van boeken is dan mogelijk tot 17.00 In de zomerperiode vervalt de donderdagavond-openstelling en is de faculteitsbibliotheek elke werkdag tot 17.00 geopend. Bovengenoemde openingstijden gelden ook voor de Open PC Shop De digitale bibliotheek is de gehele week 24 uur per dag open. TU/e-studenten en – medewerkers hebben vanaf thuis toegang tot de digitale bibliotheek via een proxyserver. Studieplaatsen, notebook-werkplekken en andere faciliteiten De faculteitsbibliotheek telt 166 studieplaatsen. 67 Studieplaatsen zijn tevens ingericht als netwerk-werkplekken voor studenten-notebooks terwijl 7 plaatsen uitgerust zijn met een desktop-pc voor het raadplegen van informatiebestanden. Voor groepswerk zijn 6 groepswerkruimtes beschikbaar. In de faculteitsbibliotheek zijn aanwezig: 2 kopieerapparaten, 1 laser printer en 1 videorecorder.
Ex.regl.school of IS, bijl.3
Collectie De collectie van faculteitsbibliotheek TM is een gespecialiseerde collectie op het gebied van de technische bedrijfskunde en sociale wetenschappen. Zij omvat ongeveer 65.000 boeken en rapporten en 160 ‘papieren’ tijdschriftabonnementen. Ook alle afstudeerverslagen van de faculteit zijn in de faculteitsbibliotheek aanwezig. Via de bibliotheekcatalogus en website van de bibliotheek worden tevens zeer vele boeken, afstudeerverslagen en tijdschriften full-text elektronisch ter beschikking gesteld. Zoeksystemen Via de website van de TU/e-Bibliotheek heb je toegang tot een groot aantal wetenschappelijke zoeksystemen. De systemen die van belang zijn voor studenten en medewerkers van de faculteit TM, vind je onder de opties Zoeksystemen / Naar vakgebieden TU/e / Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen. Informatievaardigheden onderwijs De faculteitsbibliotheek verzorgt onderwijs voor eerste- en ouderejaars studenten van de faculteit. Tijdens de cursussen leer je vooral de weg te vinden in de diverse elektronische informatiebestanden op het gebied van Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen. Vak Bibliotheek De Vak Bibliotheek is een door de bibliotheek en StudyWeb ontwikkelde software applicatie welke docenten in staat stelt om leeslijsten te maken bij hun StudyWeb-vakken. Docenten kunnen in een leeslijst (e-reader) op een makkelijke manier artikelen, boekhoofdstukken, internetbronnen etc. toevoegen welke studenten dienen te raadplegen voor het vak. Een handleiding is beschikbaar op http://studyweb.tue.nl. Onderwerps portals De faculteitsbibliotheek ontwikkelt webbased portals op de onderwerpsgebieden, i.e. de onderzoeks- en onderwijszwaartepunten, van een capaciteitsgroep. De onderwerpsportals zijn toegankelijk via de website van de faculteitsbibliotheek. Medewerkers faculteitsbibliotheek Informatiespecialist TIW: Mw. drs. H.W.J. (Rikie) Deurenberg, tst. 3907 Informatiespecialist Bdk: Mw. drs. M.L. (Marieke) Mathijsen, tst. 2504 Medewerk(st)ers: Mw. mr. M.W. (Ria) Janssen, Mw. H.M.V. (Hanneke) Gerritsen, Mw. A.M.E. (Elise) Rutten-Bouwman, P.F.M. (Peter) Smits, tst. 2347/2844
11 Faciliteiten
102
11.2 Studievereniging Industria Industria is de studievereniging voor Technische Bedrijfskunde, Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg, Innovation Management en Operations Management & Logistics. Industria stelt zich ten doel om bij te dragen aan de ontplooiing van studenten door deze enerzijds te ondersteunen bij hun studie en anderzijds de mogelijkheden te bieden om zinvolle kennis en vaardigheden op te doen binnen het werk- en onderzoeksterrein van de technisch bedrijfskundig ingenieur. Industria telt ongeveer 200 actieve leden, die in verschillende commissies activiteiten organiseren. Deze activiteiten kunnen globaal ingedeeld worden in een viertal pijlers, namelijk Studie Industria is een verbindende schakel tussen student en faculteit. Via onderwijsraden (praden) en intensief contact met de faculteit, draagt Industria bij aan kwaliteitsverbetering van de opleidingen. Daarnaast kun je bij Industria terecht voor al je studieboeken, die met minimaal 10% korting worden aangeboden. Tevens slaat Industria een brug tussen studietheorie en bedrijfspraktijk. Elk jaar wordt een congres georganiseerd over een actueel technisch bedrijfskundig thema. Bovendien brengen we in samenwerking met de alumnivereniging VBI het magazine Scope uit. Carrière Industria biedt je de mogelijkheid om je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Een aantal keren per jaar organiseert Industria een workshop op het gebied van Carrièrevaardigheden. Via Career Vision kun je mailings van bedrijven ontvangen over onderwerpen die jou aanspreken. Verder is Industria medeorganisator van de Wervingsdagen, de bedrijvendagen van de TU/e, en Convent, een tweedaags consultancy evenement. Internationaal Elk jaar organiseert Industria een International Research Project: deelnemers voeren werkonderzoeken uit en gaan op studiereis in het kader van een internationaal bedrijfskundig thema. Tevens heeft Industria een internationale ondervereniging: Interactie (ESTIEM member). Zij organiseert o.a. uitwisselingsreizen binnen Europa. Ontspanning Industria kent ook tal van ontspanningsactiviteiten, zoals feesten, reizen en de wekelijkse borrel in Villa BDK (Pav.B.0.13). Tevens wordt elk jaar de Atlas uitgebracht, het jaarboek met daarin onder andere een smoelenboek van alle bedrijfskundestudenten. Informatie Als student kun je gratis lid worden van Industria. Wil je meer informatie over de activiteiten en commissies van Industria? Spreek dan gerust een van de bestuursleden aan. Contactgegevens: Kamer: Pav.B.0.06, telefoon: 040 – 247 2471, e-mail:
[email protected], Internet: http://industria.tm.tue.nl/index.php
103
11 Faciliteiten
11.3 Studievereniging Intermate Intermate is de studievereniging van de Bachelor Technische Innovatiewetenschappen en de Masters Technology and Policy en Human Technology Interaction (hierna te noemen Technische Innovatiewetenschappen of TIW). Intermate heeft als doel de belangen van de studenten van deze opleidingen te behartigen. Hiernaast bevordert Intermate de contacten tussen de Technische Innovatiewetenschappen studenten onderling, tussen studenten en docenten, de rest van de universiteit en het bedrijfsleven. Intermate ontplooit hiertoe een viertal soorten activiteiten: • studiegerelateerde activiteiten • activiteiten op onderwijsgebied • informatievoorziening • informele activiteiten. Studiegerelateerde activiteiten Dit zijn de activiteiten die direct of indirect met de opleiding Technische Innovatiewetenschappen te maken hebben. Als je aan deze activiteiten meedoet, kun je op een andere manier in contact komen met aan Technische Innovatiewetenschap gerelateerde onderwerpen, en kun je extra vakkennis opdoen. Hieronder is aangegeven wat er georganiseerd wordt, en welke commissie daar verantwoordelijk voor is: • proef de praktijk (TIW-ingenieurs laten TIW-studenten zien wat hun werk inhoudt) • de studiereis naar het buitenland (Studiereiscommissie) • lezingen over actuele (Technische Innovatiewetenschappen-gerelateerde) onderwerpen (Seminar- en ExcursieCommissie) • excursies naar diverse bedrijven of instellingen (Seminar- en ExcursieCommissie) • de Wervingsdagen (samen met de andere studieverenigingen van de TU/e) (Commissie wervingsdagen). Onderwijsgebied Natuurlijk houdt Intermate zich ook bezig met het behartigen van de onderwijsbelangen. Studenten Technische Innovatiewetenschappen nemen plaats in onderwijsraden en commissies op alle niveaus binnen de faculteit en de universiteit. Intermate brengt deze mensen bij elkaar in het Studenten Overleg (StOv). Hierin worden actuele onderwijsonderwerpen besproken, zodat de studenten uit de Faculteitsraad, Universiteitsraad en Opleidingscommissie zich op basis van discussie een mening kunnen vormen. Waar dat nodig is, wordt een gemeenschappelijk standpunt ingenomen. Voor evaluaties van het onderwijs in de verschillende jaargangen zijn er de Onderwijsraden. Ze houden zich bezig met het bespreken van vakken, het signaleren van problemen, en de studeerbaarheid van het curriculum. Voor de eerstejaars studenten is dit de P-raad, voor 2e en 3e-jaars studenten is er de BSc-raad, voor masterstudenten de MSc-raad, en voor de studenten die het schakeltraject volgen de S-raad. Als je lid bent van Intermate kun je bij Intermate studieboeken tegen gereduceerde tarieven kopen. Hiervoor kun je terecht bij het StudentenBuro (SB) dat in collegeweken geopend is van 12.35 uur tot 13.25 uur. Voor klachten is een klachtenformulier op Internet (zie hieronder) te vinden. Dit kan digitaal ingezonden worden. Klachten worden verzameld door de Commissaris Onderwijs, deze kun je natuurlijk ook persoonlijk aanspreken.
11 Faciliteiten
104
Informatievoorziening Intermate houdt je op verschillende manieren op de hoogte van ontwikkelingen binnen de faculteit en de vereniging. Dit wordt gedaan met: • de Intermania, het verenigingsblad dat zes keer per jaar verschijnt (Intermaniaredactie) • de ‘Nieuwsflits’, een digitale nieuwsbrief (Bestuur) • het Smoelenboek met de adressen en pasfoto’s van alle eerstejaarsleden (Smoelenboekcommisie) • de Internetpagina. Het adres is: www.intermate.nl (Webredactie). Informele activiteiten Dit zijn de leuke activiteiten die vooral een ontspannend karakter hebben, waar je de contacten met je medestudenten versterkt. Dit zijn bijvoorbeeld: • de Introductieweek (Introcommissie) • het EersteJaarsWeekend voor alle eerstejaars studenten (Introcommissie) • de borrel die in het ‘Internaat’ (de verenigingsruimte) gehouden wordt, iedere donderdagmiddag vanaf 16:00 uur (Borrelcommissie) • het feest dat 3 keer per jaar in de Eindhovense binnenstad plaatsvindt (Activiteitencommissie) • allerlei ludieke en sportieve evenementen, zoals een volleybaltoernooi en een filmmarathon (Activiteitencommissie) • de jaarlijkse liftwedstrijd naar een verre bestemming (Liftcommissie) • de ouderdag voor de familie van alle eerstejaars studenten Technische Innovatiewetenschappen (Ouderdagcommissie). Informatie De vereniging wordt geleid door vijf of zes studenten die samen het bestuur vormen. Zij maken het beleid en verzorgen de contacten binnen en buiten de vereniging. Als je vragen hebt over Intermate en de activiteiten en commissies van Intermate, dan kan je altijd een bestuurslid bellen (040-2474430) of aanspreken in het Internaat (Pav. R 1.12). In het Internaat is altijd iemand van het bestuur aanwezig. Het adres is: Studievereniging Intermate Den Dolech 2 Pav. R 1.12 5600 MB Eindhoven (040)2474430 http://www.intermate.nl e-mail:
[email protected]
105
11 Faciliteiten
11.4 Student-assistentschap
Procedure voor het aanstellen van student-assistenten Student-assistenten worden aangesteld ten behoeve van onderwijs- en/of onderzoektaken bij een capaciteitsgroep/afdeling van de faculteit. Alleen studenten die het propedeusediploma hebben behaald en als student staan ingeschreven, komen in aanmerking voor een student-assistentschap. Om aangesteld te kunnen worden als student-assistent moet je ingeschreven staan bij Euflex. Dit is eenmalig en kan op het moment dat de studentassistent voor het eerst als student-assistent gaat werken. Voor het aanstellen moet de volgende procedure worden gevolgd; Voor iedere (nieuwe) aanstelling als student-assistent moeten de volgende formulieren bij het secretariaat van de afdeling of capaciteitsgroep afgehaald en na invulling ingeleverd worden. 1. Aanvraagformulier voorzien van Euflexlogo 2. P-bijlage 3. Kopie van een geldig paspoort Op basis van deze informatie neemt Euflex via de e-mail contact op met de studentassistent over de aanstelling; Bij vragen of problemen altijd eerst contact opnemen met het secretariaat van de afdeling of capaciteitsgroep. Salariëring en Aanstellingsvoorwaarde 2e jaars ---- 60 punten ---- 0,3 fte 3e jaars ---- 120 punten ---- 0,4 fte 4e jaars ---- 180 punten ---- 0,5 fte Uitgangspunt van de salariëring is het cursusjaar waarin je je bevindt(2e/3e of 4e ). Dit wordt tussentijds niet aangepast. In 2008 bedragen de salarissen voor student-assistenten: 2-de jaars € 11,32 bruto per uur 3-de jaars € 12,12 bruto per uur 4-de jaars € 13,20 bruto per uur In de bruto uursalarissen zijn de verlofdagen “verwerkt”. Dit betekent dat studentassistenten geen recht hebben op verlofdagen. De salarissen zijn gebaseerd op de CAO en de TU/e-inschalingen en zullen worden aangepast zodra de CAO of TU/e-inschalingen worden gewijzigd.
11 Faciliteiten
106