Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
OPLEIDING tot Verzorgende-IG Kraam Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C Gevorderd
Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2011-2012 Fase: gevorderd Naam student:………………….
Albeda college Branche Gezondheidzorg
1
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H01.C1.K.gev.observeren van gezondheidsproblemen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan secundaire preventie toepassen door goed te observeren. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal, thuis, mediatheek Met behulp van antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij praktijk en de kennisopdrachten.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
2
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H02.C1.K.gev.observaties rapporteren Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan schriftelijk en mondeling rapporteren Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Primaire preventie toepassen hoofdstuk 2 Observaties rapporteren Leslokaal, thuis, mediatheek Met behulp van antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
3
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H03.C1.K.gev.gezondheidsproblemen bespreken Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan gezondheidsproblemen bespreken met de zorgvrager. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 secundaire preventie toepassen hoofdstuk 3 Gezondheidsproblemen bespreken Leslokaal, thuis, mediatheek Evaluatie met behulp van antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
4
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
04H01.C1.K.gev.reacties op gezondheidsproblemen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student weet de begrippen gezondheidsprobleem, stoornis, beperking en handicap uit te leggen. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen hoofdstuk 1 Reacties op gezondheidsproblemen. Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
5
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
04H02.C1.K.gev.negatieve effecten van gezondheidsproblemen voorkomen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan de negatieve effecten van gezondheidsproblemen benoemen. Studieboek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 2 Negatieve effecten van gezondheidsproblemen voorkomen. Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak voor het nakijken van de opdrachten gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
6
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
04H03.C1.K.gev.gevolgen van hospitalisering beperken Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan benoemen hoe de gevolgen van hospitalisering beperkt kunnen worden. Studieboek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 3 Gevolgen van hospitalisering beperken Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak voor het nakijken van de opdrachten gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
7
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
04H04.C1.K.gev.aanpassingen in de leefwijze Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan een zorgvrager adviseren en begeleiden bij het aanpassen van de leefwijze. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 4 Aanpassingen in de leefwijze Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Met behulp van het antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
8
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
04H05.C1.K.gev.vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan hulp bieden bij de ondersteuning van de zorgvrager, de omgang met gedragsregels en het gebruik van hulpmiddelen. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen hoofdstuk 5 Vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen. Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
9
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
04H06.C1.K.gev.andere hulpverleningsmogelijkheden Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student weet welke andere hulpverleners er zijn en wat ze te bieden hebben door het maken van een sociale kaart. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 6 Andere hulpverleningsmogelijkheden Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Door middel van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
10
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
04H07.C1.K.gev.patiëntenvoorlichting Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan het doel van patiëntenvoorlichting aangeven en weet hoe deze op methodische wijze gegeven kan worden. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 7 Patiëntenvoorlichting Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
11
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.K.gev.geïndiceerde en niet geïndiceerde symptomen Leerdoel
Locatie
De student kan een onderscheid maken tussen geïndiceerde symptomen en niet geïndiceerde symptomen. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal, thuis, mediatheek/OLC
Evaluatie
Evaluatie: zie boek.
Ondersteuning voor de competentie
K. Vakdeskundigheid toepassen
Theorie
Activiteit Maak uit het boek Voorlichting, advies en instructie, Thema 3 secundaire preventie toepassen, Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen: de samenwerkingsopdracht.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
12
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.K.gev.instructie voorbereiden aan oudere zv Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan m.b.v. een stappenplan instructie voorbereiden aan een oudere zorgvrager m.b.t. het uitvoeren van een bepaalde handeling. Boek; Voorlichting, advies en instructie Thema 4 tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 5 Vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen School of thuis. Evalueer aan de hand van antwoordmodel. Vraag evt. verduidelijking aan docent. K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten R. Op de behoefte van de klant richten T. Instructies en procedures volgen
Activiteit Volgens stappenplan een instructie voorbereiden over insuline toedienen met pen of het verzorgen van een stoma, aan een oudere zorgvrager die deze handeling zelf wil gaan doen. Werkwijze 1. Maak een keuze tussen insuline toedienen met de pen of het verzorgen van een stoma. 2. Zoek het stappenplan op voor het geven van instructie. 3. Werk dit stappenplan uit, geef bij iedere stap aan wat dit inhoudt voor deze handelingsinstructie. 4. Geef aan wat de aandachtspunten zijn speciaal voor de oudere zorgvrager.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
13
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.K.gev.objectieve en subjectieve zinnen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student toont aan het verschil te weten tussen objectief en subjectief. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema: Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1: Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Met behulp van antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Je geeft bij iedere zin aan of deze objectief of subjectief is. Vervolgens bespreek je met elkaar de opdracht. Werkwijze Objectief en subjectief Je ziet hieronder een aantal zinnen staan. Onderstreep bij iedere zin de subjectieve zinsdelen rood en de objectieve zinsdelen blauw. Doe dit eerst individueel, bespreek het daarna na met je groepsgenoten. Welke zinnen zijn objectief en welke subjectief? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Het meisje komt de winkel in en loopt naar de winterjassen. Dat mooie meisje heeft een ruige jas aan die haar goed staat. Meneer Peters zal wel weer klachten hebben over het eten, zoals altijd. Hij staat nu een uur te wachten bij de bushalte en kijkt van tijd tot tijd op zijn horloge. Zij was erg slordig gekleed en maakte een onverschillige indruk. Mijn vriendin werd ten onrechte beschuldigd, want die vent heeft gewoon een hekel aan haar. 7. Mijn vriendin is erg onzelfstandig en stelt voortdurend vragen. 8. De man draagt een blauwe broek met een blauwwit gestreepte trui. 9. Volgens mij had ze vandaag geen goede zin, ze keurde alles af. 10. Toen het Joost voor de derde keer niet lukte het stukje in de puzzel te leggen, gooide hij het stukje op de grond. 11. Als hij lacht, knijpt hij zijn ogen samen en komen er rimpeltjes aan weerskanten. 12. Het hoofd van de afdeling zegt tegen de stagiaire dat zij die bewoner de volgende keer niet meer mag helpen met aankleden, omdat deze dat goed zelf kan. Kijk deze oefening gezamenlijk na. Bespreek met elkaar wat de begrippen subjectief en objectief inhouden.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
14
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.K.gev.observatieverslag Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verwoordt het begrip observatie en is in staat een subjectief observatieverslag om te zetten in een objectief observatieverslag. Boek: voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1: Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal / thuis Laat een medestudent je opdracht nakijken/beoordelen en stel eventuele vragen aan je docent. J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
Activiteit Je leest de opdracht en maakt de bijbehorende vraag. Maak van een subjectief observatieverslag een objectief observatieverslag. Werkwijze Observeren: Je hebt een signaal opgemerkt bij de zorgvrager en je vraagt je af of de behoefte aan zorg aan het veranderen is. Beantwoord de volgende stappen: 1. Eerst moet je voor jezelf bepalen wat je precies wilt weten. 2. Dan vraag je je af in welke situatie je verandering hebt gezien. 3. Vervolgens kijk je in vergelijkbare situaties of je weer hetzelfde ziet. Je doet dat bijv. op vaste tijden van de dag. Je vraagt je dan af; zie ik weer hetzelfde als wat ik de eerste keer heb waargenomen? Er zit “een systeem” in het observeren. Je hebt er over nagedacht en aan de hand van een plan werk je dat uit. Bij het woord observeren moet je niet alleen denken aan: zien, ruiken, voelen en zelfs proeven. Ook wegen, meten en tellen kunnen hulpmiddelen zijn om nieuwe gegevens te verzamelen. Vraag: Heb je tijdens je stage wel eens iemand geobserveerd? Zo ja, beschrijf de situatie. Zo nee, waarom niet? Soms is het heel moeilijk om goed te observeren, bijv. verdriet of angst voor bepaalde dingen. Bij observeren zijn twee dingen heel belangrijk; objectief en subjectief. Objectief betekent alleen wat is waargenomen; bijv. dit is een spin. Subjectief betekent wat is waargenomen en waaraan dan een eigen mening is toegevoegd, bijv. dit is een heel lieve spin. Observeer objectief, laat je eigen mening erbuiten Observeer nauwkeurig, dus niet alleen horen maar ook…. Observeer meer dan één keer en op verschillende momenten Opdracht: Lees het onderstaande observatieverslag . Dit verslag is een subjectieve observatie. Maak er een objectief observatieverslag van.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
15
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
Observatieverslag Meneer Karelsen zit verdwaast naar buiten te kijken. Zijn rolstoel ligt op zijn kant naast hem. Hij zal hem wel weer hebben omgeduwd. Hij kijkt erg verdrietig en er loopt een dikke traan over zijn wang. Als hij me ziet zegt hij;”waarom moet mij zoiets vreselijks overkomen?” Ik zie dat hij ongelukkig is. Hij heeft maar 1 been. Even later doet hij zijn ogen dicht. Een verzorgende komt hem vragen of hij meegaat om een wandeling te maken. Hij reageert agressief. Hij zwaait met zijn armen en roept; ”ga toch weg mens.” Hij draait zijn hoofd naar het raam. Hij doet alsof hij naar buiten kijkt maar hij heeft zijn ogen dicht. Af en toe hoor je een snik. Meneer Karelsen kan zijn handicap niet accepteren.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
16
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.K.gev.preventie en GVO aan de kraamvrouw Leerdoel
De student heeft kennis van preventie en GVO aan de kraamvrouw Boek Kraamverzorging Kraamverzorging Theorielokaal/thuis Vergelijk je uitkomsten met die van een medestudent. Gebruik het antwoordprotocol behorende bij deze opdracht. I. Presenteren, L. Materialen en middelen inzetten
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie Activiteit Maak de bijbehorende opdracht
1. In een gezin is een baby geboren, het is het eerste kindje. Er komt iedere dag veel bezoek, ook ‟s avonds. De moeder is oververmoeid geraakt en vertelt jou als kraamverzorgster op de laatste dag dat je er bent, dat ze niet weet hoe ze het zonder jou moet redden. Welke adviezen geef je? 2. Een kraamvrouw heeft een langdurige, moeizame bevalling gehad. Ze heeft haar vierde kind gekregen. Ze blijft veel in bed omdat ze wil uitrusten. Straks is de kraamverzorgster weg en moet ze alles weer zelf doen. Je hebt een GVO-gesprek met haar, welke punten komen daarin aan de orde? 3. Wat kunnen oorzaken zijn van overmatig veel huilen en welke adviezen kun je geven aan ouders met een huilbaby?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
17
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.K.gev.voorlichting geven aan een oudere zorgvrager met een chronische aandoening Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan voorlichting geven aan een oudere zorgvrager met COPD en of hartfalen. Boek: Het verzorgen van ouderen Thema 3 Contextgebonden zorgverlening Hoofdstuk 1 De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag School, OLC Kijk de opdracht na m.b.v. antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Maak uit het boek: Het verzorgen van ouderen, Thema 3 Contextgebonden zorgverlening, Hoofdstuk 1 De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag: Praktijk 1 Praktijk 2
Albeda college Branche Gezondheidzorg
18
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.adviezen aanpassing leefwijze Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan adviezen geven bij gezondheidsproblemen. Boek: voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 4 Reacties op gezondheidsproblemen Leslokaal Door samen met de werkgroepstudentes de evaluatie, die aan het eind van de opdracht in het boek staan, te gaan doen. Vraag eventueel hulp aan de docent. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Maak uit bovenstaand hoofdstuk de samenwerkingsopdracht Variatie: Werk de vragen individueel uit en laat het rollenspel weg. Voor de evaluatie bespreek je met een mede leerling je antwoorden op de vragen. Kies zelf een gezondheidsprobleem waarover je advies wilt geven. Vul zelf het lijstje uit de samenwerkingsopdracht aan. Geef een presentatie over de antwoorden op de vragen in plaats van het rollenspel. Voer een discussie over de antwoorden die je gegeven hebt op de vragen. Maak een folder over het gezondheidsprobleem en de adviezen die jij geeft.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
19
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.doelgericht observeren Leerdoel De student kan bewust en doelgericht observeren. Theorie Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Locatie Leslokaal Evaluatie Evalueer met behulp van de evaluatiepunten. Ondersteuning voor de J. Formuleren en rapporteren competentie Activiteit Je gaat samen 3 medestudenten bewust en doelgericht observeren. Dit doe je met behulp van onderstaande punten. Voorbereiding Bespreek van te voren: Wie jullie gaan observeren. Wat jullie gaan observeren. Of het om een lichamelijk verschijnsel gaat of om een bepaald gedrag. Waarom jullie gaan observeren. Welk doel jullie hebben om te observeren. Wanneer, hoe lang en waar jullie gaan observeren. Op welke manier jullie gaan observeren. Welke hulpmiddelen jullie gebruiken bij de observatie (maken jullie van te voren een lijst met observatiepunten of letten jullie gewoon op). Bespreek met de docent jullie voorbereiding. Uitvoering Geef uitvoering aan jullie plan om te observeren op het moment en de manier zoals afgesproken. Evaluatie Product: 1. Wat is jullie conclusie naar aanleiding van jullie observatie? 2. Komt jullie conclusie overeen met wat jullie van te voren gedacht hadden? 3. Wat is het verschil tussen bewust/doelgericht observeren in vergelijking met als jullie onder dezelfde omstandigheden “gewoon” op dezelfde plaats aanwezig waren. Proces: 1. Hoe is de samenwerking verlopen tijdens deze opdracht? 2. Kwamen jullie observaties met elkaar overeen? Met andere woorden: waren jullie observaties steeds hetzelfde of zaten daar ook verschillen in. Afronding Maak een observatieverslag van 2 A4-tjes waarin de voorbereiding, uitvoering en evaluatie (product en proces) beschreven staan.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
20
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.eerste indruk Leerdoel
De student kan onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve observatie. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen. Leslokaal Bespreek de opdracht na met je medeleerlingen en vervolgens met je docent. Luisteren Vakdeskundigheid toepassen Duidelijk uitleggen en toelichten Informatie uiteenrafelen
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
Activiteit Door middel van een oefening kom je erachter hoe je een ander, zowel objectief als subjectief, observeert. Werkwijze: Iedere student komt om de beurt binnen, maar mag helemaal niets zeggen. De student gaat staan, lopen of iets doen, dat mag zij/hij zelf bepalen. Andere studenten observeren op: Objectieve kenmerken Subjectieve kenmerken Beschrijf wat je geobserveerd hebt met behulp van onderstaande tabel. Objectief
Subjectief
Albeda college Branche Gezondheidzorg
21
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.gevolgen gezondheidsproblemen Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competenties
De student kan negatieve effecten van gezondheidsproblemen benoemen. De student kan maatregelen bedenken om de negatieve effecten te beïnvloeden. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Hoofdstuk 2 (Preventie en GVO Hoofdstuk 10). Leslokaal Door samen met de werkgroepstudentes de evaluatie, die aan het eind van de opdracht in het boek staat. Vraag eventueel hulp aan de docent. I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Doe de samenwerkingsopdracht uit het boek preventie en GVO Variatie: Bespreek met 3 a 4 personen een bestaande situatie uit je leven of omgeving waarin gezondheidsproblemen naar voren kwamen. Je kunt het lijstje uit de samenwerkingsopdracht aanvullen met gezondheidsproblemen die je zelf hebt meegemaakt of interessant vindt om te onderzoeken. Bijvoorbeeld een gebroken been, het hebben van migraine enz.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
22
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.instructie geven hulpmiddelen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan instructie geven aan een zorgvrager om een hulpmiddel te gebruiken. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 5 Vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen Leslokaal Door samen met de werkgroepstudenten de evaluatie, die aan het eind van de opdracht in het boek staan, te gaan doen. K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures volgen
Activiteit Lees genoemde hoofdstuk en maak hiervan de samenwerkingsopdracht. Variatie: Doe deze samenwerkingsopdracht met z‟n tweeën. Bespreek de instructie samen na. Verzin zelf een casus waarin je instructie moet geven. bijvoorbeeld: geef instructie aan een zorgvrager met een gehoorapparaat over het schoonmaken ervan. Of geef instructie over het lopen met een looprek....verzin maar. Maak een video instructie over een hulpmiddel voor een zorgvrager. Vraag hiervoor de camera aan de docent.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
23
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.instructie geven Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan in een rollenspel m.b.v. een stappenplan instructie geven aan een oudere zorgvrager over het uitvoeren van een bepaalde handeling. Reserveer een praktijklokaal of de benodigde praktijkbenodigdheden. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 5 Vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen School, praktijklokaal Evalueer in subgroepje m.b.v. aantal evaluatievragen die in de opdracht verwerkt zijn. K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten E. Samenwerken en overleggen
Activiteit: Met behulp van rollenspel oefenen in het geven van instructies aan een oudere zorgvrager. Dit is aan de hand van een aantal casussen.
Werkwijze 1. Vorm een groepje van 3 a 4 personen (zorgvrager, verzorgende, evt. familie, observant). 2. Maak een keuze uit de beschreven casussen. 3. Neem de gekozen casus door en verdeel de rollen. 4. Spreek af hoeveel tijd je hebt voor de voorbereiding en hoelang het spel mag duren. Het is belangrijk dat de voorbereiding apart gebeurt, op die manier weet de “zorgvrager” niet hoe er uitleg gegeven gaat worden en weet de “verzorgende” niet hoe de zorgvrager gaat reageren. 5. Maak een plan voor je instructie en ga methodisch te werk. Volg de stappen van het plan voor het geven van een instructie. Gebruik hiervoor je studieboeken. 6. Speel het rollenspel. 7. Bespreek het rollenspel na. De verzorgende uit het rollenspel vertelt hoe het geven van de instructie is verlopen. Vervolgens vertelt de zorgvrager over zijn ervaringen en het evt. familielid. Hierna vertelt de observant wat hem/haar is opgevallen. 8. Doe hetzelfde nogmaals met een andere rol en een andere casus, net zolang iedereen een keer instructie heeft gegeven. 9. Beantwoord hierbij ook de volgende vragen: a. was de instructie juist? b. was de instructie duidelijk? c. werd de instructie methodisch gegeven? d. was de instructie aangepast aan de zorgvrager? e. heeft degene die de rol van de zorgvrager speelde het idee dat ze de vaardigheid beheerst of het hulpmiddel kan gebruiken? 10. Herhaal bovenstaande stappen met een andere casus.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
24
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
Casussen Casus 1. Je geeft mevrouw Klomp instructie over het aan- en uittrekken van elastische steunkousen. Mevrouw Klomp is zes dagen geleden bevallen en heeft trombose. Casus 2; Je geeft mevrouw Jansen instructie in het gebruik van een elektrische borstkolf. Ze ligt tijdens de instructie in bed. Mevrouw is vijf dagen geleden bevallen en is doof. Casus 3: Je geeft mevrouw De Vries instructies over het gebruik van de insulinepen omdat zij blijvend diabeet is. Mevrouw spreek alleen de franse taal Casus 4: Je geeft mevrouw Petterson instructies over het verzorgen haar verblijfskatheter die zij tijdelijk heeft gekregen omdat het urineren niet is gelukt.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
25
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.luisteren Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verwoordt het verschil tussen objectief luisteren en subjectief luisteren. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Bespreek de opdracht na met je medeleerlingen en beantwoord de evaluatie vragen. J. Formuleren en rapporteren
Activiteit Je geeft aan elkaar een zin door. Degene die het laatst de zin heeft gehoord schrijft de zin op het bord. Je kijkt hoe de boodschap van de zin is overgekomen. Werkwijze Bij een groep van 12 studenten wordt de groep in tweeën verdeeld. Bij een groep van minder dan 12 studenten wordt er in één groep gewerkt. Iedere groep gaat in een rij zitten. De student aan het begin van de rij krijgt een stukje tekst (zie bijlage) te lezen en vertelt deze door aan de buurman en zo verder. De laatste student van de rij schrijft de tekst op een bord. Vergelijk met elkaar wat er opgeschreven is en wat de begintekst was. Evaluatie vragen 1. Is de tekst goed overgekomen? Zo, niet noteer de “nieuwe” zin. 2. Geef aan welk deel uit de zin objectief luisteren laat zien. 3. Geef aan welk deel uit de zin subjectief luisteren laat zien. 4. Porbeer er gezamenlijk achter te komen bij wie de zin is veranderd. 5. Onderzoek wat de een reden kan zijn dat de zin bij diegene veranderd is. Je kan dan denken aan dat iemand ergens door afgeleid werd, verschillende interpretaties, articulatie, etc. 6. Bedenk een voorbeeld vanuit je werkveld/stage waarin naar voren is gekomen dat er subjectief geluisterd is.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
26
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
Bijlage: Zinnen
De weerberichten voor overmorgen zijn wisselend en voorspellen niet veel goeds.
De kat van mijn buurvrouw heeft 2 grijze streepjes op zijn voorpoot en een wit plekje op zijn neus.
Jan heeft weer in zijn broek geplast en in de tas van de buurvrouw zat geen luier.
Meneer de Bruin heeft 2 glazen whisky gedronken, zijn adem ruikt naar pepermunt en dan weet ik genoeg.
Is die blauwgroene auto, die voor mijn deur staat geparkeerd van jou?
Ik krijg op een heel bijzondere manier les, ze noemen dat competentiegericht leren, geloof ik.
Ik geloof niet dat die jongen erg handig is, nadat hij mijn lamp had gerepareerd kreeg ik kortsluiting in huis!
Ik heb de tillift niet gebruikt en nu heb ik erg veel last van mijn rug.
Wat kijk je verdrietig; wist je niet dat het examen een uur eerder begonnen is?
Ik begrijp niet dat zij met een man is getrouwd die „s morgens vroeg zo chagrijnig is.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
27
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.observeren foto Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student beschrijft het verschil tussen objectief en subjectief waarnemen. Min. 2 studenten, verschillende foto‟s bijv. uit een studieboek of van internet, pen en papier. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Bespreek de opdracht samen met je collega-student met behulp van de evaluatiepunten. J. Formuleren en rapporteren
Activiteit Je bekijkt met zijn tweeën ieder een verschillende foto. Je beschrijft de foto die jij bekeken hebt. De beschrijving geef je aan je collega-student, deze beoordeelt je beschrijving op subjectieve elementen. Werkwijze Bekijk, samen met een medestudent, een foto zonder met elkaar te praten. Beschrijf wat je ziet op de foto. Geef jouw beschrijving aan je collega-student en jij krijgt de beschrijving van je haar/hem. Onderstreep de subjectieve elementen in de beschrijving van de ander. Na het onderstrepen geef je de beschrijving weer terug aan de ander en bekijk je eigen beschrijving op de subjectieve elementen in je verslag. Je bespreekt het na met je collega-student. Evaluatie Bespreek de punten met je medeleerling: Beschrijf de verschillen en overeenkomsten tussen jouw beschrijving van de foto en die van de ander. Met welke aspecten hebben jouw subjectieve elementen te maken bijv; emotionele betrokkenheid? Motiveer je antwoord.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
28
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.patiënten voorlichting geven Leerdoel Theorie
De student kan voorlichting geven aan een zorgvrager. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 7 Patiëntenvoorlichting
Locatie
Leslokaal
Evaluatie
Door samen met de werkgroep studenten de evaluatie, die aan het eind van de opdracht in het boek staan, te gaan doen. Vraag eventueel hulp aan de docent. K. Vakdeskundigheid toepassen
Ondersteuning voor de competentie
Activiteit Maak van bovenstaand hoofdstuk de samenwerkingsopdracht Variatie: Doe deze opdracht met z‟n tweeën. Kies een casus een geef de voorlichting aan elkaar. Evalueer met de vragen onder aan de opdracht. Verzin zelf een casus waarover je voorlichting zou willen geven of aan wie je voorlichting wil geven. Maak een poster met de onderdelen van je voorlichting en geef aan de hand van deze poster je voorlichting.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
29
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.schriftelijk rapporteren (taaltaak) Leerdoel
Locatie
De student kan een rapportage maken vanuit een voorgelezen verhaal. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 2 Observaties rapporteren Leslokaal
Evaluatie
Bespreek de opdracht na met elkaar en met je docent
Ondersteuning voor de competentie
J. Formuleren en rapporteren
Praktische voorbereiding
Activiteit Je luistert naar een verhaal en maakt hiervan een schriftelijke rapportage. Vervolgens vergelijk je je eigen rapportage met die van je medeleerlingen. Hiervan maak je een verslag, waarin je antwoord geeft op de evaluatie vragen. Werkwijze De docent leest een artikel voor (kiest docent zelf uit). Na afloop van het voorlezen maak je een schriftelijke rapportage van datgene wat je hebt gehoord. Vergelijk in je groepje de rapportages van elkaar en schrijf de overeenkomsten en de verschillen op. Evaluatie Schrijf een verslag en beantwoord daarin de volgende vragen: 1. Hoe vond je het om schriftelijk te rapporteren? 2. Waar had je de meeste moeite mee tijdens het rapporteren? 3. Gaf jouw rapportage een goed beeld van het artikel? Leg uit waarom. 4. Waar moet je op letten bij een schriftelijke rapportage?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
30
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.waarnemen en observeren van afbeeldingen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor competentie
De student verwoordt het begrip objectieve observatie en subjectieve observatie Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Bespreek de opdracht na met je medestudenten en vervolgens met je docent J. Formuleren en rapporteren
Activiteit Je bekijkt met anderen dezelfde afbeeldingen en beschrijf wat je hierbij ziet. Vervolgens signaleer je of je allemaal hetzelfde hebt gezien (objectief) of dat je in je beschrijving subjectief bent geweest. Werkwijze Alle studenten bekijken zonder specifieke opdracht dezelfde afbeeldingen en iedereen beschrijft telkens in 3 zinnen wat zij/hij ziet. Vergelijk vervolgens met elkaar wat er is opgeschreven en signaleer of: Iedereen hetzelfde ziet. Of er sprake is van een eigen interpretatie.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
31
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C1.VH.gev.waarnemen en observeren Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verwoordt het begrip objectieve observatie en subjectieve observatie Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Bespreek de opdracht na met je medestudenten en maak de evaluatie vragen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Door middel van een observatieoefening kom je erachter hoe objectief /subjectief je een ander observeert. Werkwijze Observeren (doelgericht waarnemen: zien) Je werkt met 3 studenten in een groepje. Twee studentes observeren de 3de student gedurende een minuut op uiterlijke kenmerken. Nu draaien de 2 studenten zich om en verandert de 3de student 5 observeerbare zaken aan haar/ zijn uiterlijk. (bijv. bril af, knoopjes los, ring aan de andere vinger). De 2 studenten draaien zich weer om naar 3de student en zoeken en beschrijven de veranderingen op papier, zonder met elkaar te praten. Bespreek met elkaar wat de verschillen zijn die je geobserveerd hebt. Tot slot geeft de leerling die geobserveerd is aan welke veranderingen er gedaan zijn. Evaluatie vragen Bedenk een situatie bij jou in het werkveld/stage waarin observeren zeer van belang kan zijn. Schrijf deze situatie op en bespreek deze met je medestudenten.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
32
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H01 C2.K.gev. De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 1 De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met longemfyseem en welke voor zorgvragers met chronisch hartfalen? Wat is de doelstelling van deze organisaties?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
33
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H01 C2.K.gev. De zorgvrager met reuma Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met reuma Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 1 De zorgvrager met reuma Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met reuma? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met reuma. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met reuma? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
34
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H02 C2.K.gev. De zorgvrager met multiple sclerose Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met multiple sclerose Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 2 De zorgvrager met multiple sclerose Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met multiple sclerose? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met multiple sclerose. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met multiple sclerose? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
35
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H03 C2.K.gev. De oudere zorgvrager met kanker Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met kanker Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 3 De oudere zorgvrager met kanker Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met kanker? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met kanker. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met kanker? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
36
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H04 C2.K.gev. De zorgvrager met CVA die revalideert Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met CVA Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 4 De zorgvrager met CVA die revalideert Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met CVA die revalideert? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met CVA die revalideert. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met een CVA? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
37
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H05 C2.K.gev. De zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 5 De zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met de ziekte van Crohn en welke voor zorgvragers met een stoma? Wat is de doelstelling van deze organisaties?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
38
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H06 C2.K.gev. De zorgvrager met COPD Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met COPD Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 6 De zorgvrager met COPD Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met COPD? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met COPD. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met COPD? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
39
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H07 C2.K.gev. Een zorgvrager met aids Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met aids Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 7 De zorgvrager met aids Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met aids? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met aids. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met aids? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
40
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H08 C2.K.gev. Een zorgvrager met diabetes mellitus Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met diabetes mellitus Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 8 De zorgvrager met diabetes mellitus Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met diabetes mellitus? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met diabetes mellitus. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met diabetes mellitus? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
41
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
03H09 C2.K.gev. Een zorgvrager met een dwarslaesie Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met een dwarslaesie Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 9 De zorgvrager met een dwarslaesie Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een dwarslaesie? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een dwarslaesie. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met een dwarslaesie? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
42
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev. Coping, omgaan met emoties tijdens ziekte Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie
Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student beschrijft haar rol als verzorgende met betrekking tot de diverse strategieën die de zorgvrager gebruikt om met emoties om te gaan. Zorg dat je de beschikking hebt over je studieboek en internet. Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening: Contextgebonden zorgverlening, ondersteunende begeleiding. Internet, I-Care plein Laat je uitwerking ter beoordeling zien aan je begeleidend docent. D. Aandacht en begrip tonen M. Analyseren F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Beschrijf jouw rol als verzorgende als de zorgvrager een strategie gebruikt om met zijn emoties om te gaan. Beschrijf of het een juiste of onjuiste strategie is. Gebruik de onderstaande werkwijze. Werkwijze Angst, boosheid en verdriet zijn emoties waar je mee te maken krijgt als je de verpletterende boodschap krijgt, je hebt een chronische ziekte of je ben invalide voor de rest van je leven… Mensen gebruiken verschillende strategieën om met deze emoties om te gaan. Sommige daarvan zijn positief en helpen je de draad van het leven weer op te pakken. Andere strategieën bezorgen je alleen nog meer angst of verdriet. Toch slagen heel wat mensen, en hun omgeving erin een positieve draai te geven aan hun ziekte. In deze activiteit vind je de verschillende strategieën die een zorgvrager na de diagnose en tijdens zijn ziekte kan gebruiken om met de bijbehorende emoties om te gaan. Werk voor iedere strategie de onderstaande vragen uit. 1. 2. 3. 4.
Wanneer is het goed om deze strategie te gebruiken? Wanneer is het niet goed om deze strategie te gebruiken. Wat kun je als verzorgende in deze situatie doen? Wat kun je als verzorgende in deze situatie beter niet doen?
Strategie 1 Jezelf ontlasten (vrijwaren) van schuld. Bij Janet is vorige week longkanker vastgesteld. Ze denkt: 'Ik heb altijd mijn best gedaan en gezond geleefd. Ik heb nooit gerookt en ben niet te dik. Mij valt niets te verwijten, dit had iedereen kunnen overkomen.' Ook bij Erwin is onlangs longkanker geconstateerd. Hij denkt: 'Ik rook dan wel, maar dat kan toch nooit de oorzaak zijn. Ik ben in goede conditie en nog maar 40 jaar! Wat maken die paar sigaretten dan uit?' Strategie 2 Een positieve wending aan de ziekte geven. Thom was een workaholic, tot hij een jaar geleden een hartaanval kreeg. Dat heeft hem aan het denken gezet. 'Wat is nu echt belangrijk in het leven? Waar doe je het allemaal voor?' Zijn conclusie: liefde en genieten, daar draait het om. Hij gaat nu regelmatig met zijn vrouw leuke dingen doen en geniet van zijn kleinkinderen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
43
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
Strategie 3 Jezelf vergelijken met mensen die er beter aan toe zijn. Nico heeft al twee jaar last van het chronischevermoeidheidssyndroom (CVS). Elke week gaat hij naar een bijeenkomst van lotgenoten. Als hij daar iemand ziet die meer energie heeft dan hij en alweer aan het werk is, denkt hij: 'Dat lukt me nooit, wat ben ik er beroerd aan toe.' Maria heeft ook CVS en zit in dezelfde gespreksgroep. Ziet ze iemand die er beter aan toe is, dan denkt ze: 'Dat wil ik ook, hoe heeft die ander dat aangepakt?' Strategie 4 Jezelf vergelijken met mensen die er slechter aan toe zijn. François heeft kort na elkaar twee hersenbloedingen gehad. In het revalidatiecentrum komt hij veel lotgenoten tegen. Als hij daar iemand ziet die er slechter aan toe is, denkt hij: 'Oei, als ik maar niet op dat punt beland!' Veerle revalideert ook. Als zij iemand ziet die er slechter aan toe is, denkt ze: 'Dan heb ik toch maar getroffen, het had veel erger kunnen zijn!' Strategie 5 Relativeren. Situatie: Mireille heeft in een auto-ongeluk een whiplash opgelopen. Ze is vaak moe en heeft pijn aan haar nek en schouders. Ze denkt: 'Als die auto harder op de mijne was gebotst, had dit nog veel erger kunnen aflopen. Ik had wel dood kunnen zijn!' Strategie 6 Ontkennen. Philip heeft ontdekt dat hij besmet is met het hiv-virus. Hij wil er niet aan denken en gewoon blijven genieten van zijn vrijgezellenleven. Hij denkt: 'Aids is toch geen probleem meer, er zijn zoveel medicijnen voor.' Hij blijft onveilig vrijen. Strategie 7 Berusten. Paula heeft sinds vorig jaar een hersentumor. Ze was verbijsterd toen ze het hoorde, maar heeft zich er ondertussen bij neergelegd. Ze probeert zoveel mogelijk te genieten van elke dag. Ze denkt: 'Ik kan er toch niks aan doen, het is nu eenmaal niet anders.' Strategie 8 Protesteren. Ariane heeft twee jaar geleden te horen gekregen dat ze multiple sclerose heeft - een verlammende spierziekte die tot een vroegtijdige dood leidt. Ze is boos, en vraagt zich steeds weer af: 'Waarom moet mij dit overkomen?' Ze vindt het oneerlijk dat dit haar overkomt. Strategie 9 Doemdenken. Situatie: Beatrice heeft een leverziekte en moet binnen vier jaar een levertransplantatie ondergaan om te overleven. Donoren zijn echter zeer zeldzaam. Ze denkt vaak: 'Ik krijg nooit op tijd een nieuwe lever'. Ze ziet al voor zich hoe haar man en kinderen haar begraven. Situatie 10 Jezelf moed inspreken. Jeanine heeft de ziekte van Crohn, een chronische darmziekte die zorgt voor buikpijn en vermoeidheid. Het kan dagen of weken goed gaan, tot ze opeens een terugval heeft. Ze zegt dan tegen zichzelf: 'Dit gaat wel weer over!' en: 'Na regen komt zonneschijn.' Vindt ze het moeilijk haar dieet te volgen, dan zegt ze tegen zichzelf: 'Kom op, dit is goed voor je!‟
Albeda college Branche Gezondheidzorg
44
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev. Emoties na de diagnose Leerdoel Theorie
Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student beschrijft de emoties waar een zorgvrager mee te maken kan krijgen na het horen van de diagnose. Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening, Contextgebonden zorgverlening, begeleiding. Internet, I-Care plein. Mediatheek, Dvd‟s Laat je uitwerking ter beoordeling zien aan je begeleidend docent. D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
Activiteit Beschrijf de emoties waar een zorgvrager mee te maken kan krijgen na het horen van de diagnose. Werkwijze Veel mensen krijgen in hun leven te maken met een ernstige en of invaliderende ziekte, zoals kanker, diabetes of een hartkwaal. Zo'n ernstige ziekte confronteert je met je sterfelijkheid en roept veel emoties op. In deze opdracht ga je opzoek naar de emoties waar chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden mee te maken krijgen. Beantwoord de volgende vragen: 1. Kies drie ziektebeelden die een chronische ziekte, een handicap of revalidatie tot gevolg hebben. 2. Met welke emoties kunnen de zorgvragers met de door jou gekozen ziektebeelden in aanraking komen na de diagnose. 3. Noem per emotie de reden waarom de zorgvrager deze emotie kan hebben. 4. Zijn er verschillen en overeenkomsten tussen de ziektebeelden? 5. Wat zijn de redenen van deze verschillen en overeenkomsten? 6. Hoe kun jij als verzorgende de zorgvrager begeleiden bij deze emoties? Reflectievragen 1. Waarom heb je gekozen voor deze drie ziektebeelden? 2. Welke informatiebronnen heb je gebruikt om deze activiteit te maken? 3. Wat vond je moeilijk aan deze activiteit? 4. Wat heb je geleerd van deze activiteit?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
45
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev. Stellingen Leerdoel
Theorie
Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verkrijgt inzicht in de psychosociale gevolgen van een chronisch ziekte, lichamelijke handicap en revalidatie. Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening, Contextgebonden zorgverlening, begeleiding. Internet, I-Care plein Bespreek jullie uitwerking en laat dit ter beoordeling zien aan je begeleidend docent. D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
Activiteit Discussieer met medestudenten over de psychosociale gevolgen van een chronische ziekte, lichamelijke handicap en revalidatie volgens de onderstaande werkwijze. Werkwijze 1. Vorm een subgroep van 4-5 medestudenten. 2. Maak een afspraak wanneer je gaat discussiëren over de onderstaande uitspraken. 3. Bestudeer individueel de onderstaande uitspraken. 4. Zoek begrippen op die je niet kent 5. Schrijf je argumenten voor of tegen de uitspraak op papier. 6. Discuseer met je subgroep over de uitspraak en probeer tot een gemeenschappelijk antwoord te komen. 7. Schrijf de uitspraak met de gemeenschappelijke antwoorden op papier. Uitspraken 1. De situatie van een chronisch zieke is definitief veranderd van een leven leiden naar een leven lijden. 2. Je moet een chronisch zieke niet steeds vragen hoe het gaat, daar gaat hij zich steeds rotter door voelen. 3. Alle chronisch zieke hebben problemen op het gebied van seksualiteit. 4. Chronisch zieke zorgvragers zijn vaak betweterig, omdat ze denken meer van hun ziekte te weten dan hun dokter 5. Revaliderende met hetzelfde ziektebeeld leg je bij voorkeur op dezelfde afdeling, ze hebben toch allemaal dezelfde psychosociale zorg nodig 6. Revaliderende krijgen vroeg of laat te maken met een depressie. 7. Het terugkrijgen van zoveel mogelijk lichamelijke functies is het belangrijkste doel van een revaliderende zorgvrager. 8. Iemand in een rolstoel is lichamelijk gehandicapt. 9. Een onzichtbare handicap is voor een zorgvager het prettigst in de omgang. 10. Een lichamelijk gehandicapte zorgvrager heeft een verstoord lichaamsbeeld. 11. Begeleiden van familie en mantelzorgers van een chronisch zieke, revaliderende of lichamelijk gehandicapte zorgvrager is geen verzorgende taak. 12. Chronisch zieke, revaliderende of lichamelijk gehandicapte zorgvragers hebben altijd een verstoord zelfbeeld.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
46
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev. Simulatie ziekteacceptatie mevr L. Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student voert in een simulatie een gesprek met Mevr. L. met als doel het toepassen van ROT. Zorg dat je de beschikking hebt over een acteur en een coach. Eventueel medestudenten die feedback willen geven, pen en papier. Je kunt ook gebruik maken van een video opname. Hiervoor dien je een camera te reserveren. Boek “Verzorgen van ouderen” en “Begeleiden van zorgvragers” Leslokaal of ruimte met een huiskamer op school. Vraag feedback aan je docent. Kopieer het feedbackformulier van beroepstaak C gevorderd zodat de docent de feedback kan opschrijven. Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een reflectieverslag en lever dit binnen week in bij je docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen H. Overtuigen en beïnvloeden G. Relaties bouwen en netwerken R. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
Activiteit Voer een gesprek met mevrouw L waarbij je een ROT benadering inzet. Werkwijze - Lees de achtergrondinformatie door - De docent zal feedback geven aan de hand van het feedback formulier dat ook gebruikt wordt bij de beroepsopdracht C gevorderd. Kopieer dat van te voren. - Schrijf een persoonlijk leerdoel voor het toepassen van ROT. - Voer dit gesprek met Mevr. L. in een simulatie. - Vraag na afloop van het gesprek feedback aan je coach en aan andere aanwezigen. Schrijf dit op. - Schrijf een reflectieverslag volgens de criteria en lever dit binnen één week in bij de docent die aanwezig was. Achtergrond van de zorgvrager Mevrouw L. Leeftijd: Burg. Staat: Kinderen: Levensovertuiging: Familie:
78 jaar weduwe 2 dochters Een rode draad door het leven is de Antroposofie Mevrouw heeft een zus, Mevrouw Blanker, die 3 maanden geleden overleden is na een val van de trap.
Verleden van de zorgvrager. Mevrouw heeft altijd in Wassenaar gewoond. Haar man was jurist en had een heel goede baan op het ministerie van justitie. Haar echtgenoot is nu drie jaar geleden overleden. Zij praat soms veel over hem, maar dan weer dagen, dat ze met geen woord over hem rept. Soms praat ze liefdevol over hem en soms verbitterd. Mevrouw heeft altijd voor de kinderen gezorgd en zich met de opvoeding bezig gehouden. Er was genoeg geld, dus mevrouw werkte niet buitenshuis. Mevrouw heeft in Leiden Nederlands gestudeerd. Vanuit haar studietijd heeft ze nog veel vriendinnen. Mevrouw haar grote passie is literatuur, theater en schilderen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
47
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
Een dochter Stans (43), is jurist en getrouwd met een Surinaamse man. Het is een goed huwelijk en er zijn twee kleinkinderen, Sheila (18) en Rashid (20). De andere dochter Pien (39) is schooljuffrouw geworden op een vrije school op de Denneweg in Den Haag. Pien is lesbisch en woont samen met haar vriendin Margarita. Huidige situatie Mevrouw L. is opgenomen omdat het thuis niet meer goed ging. Ze heeft last van haar hart. De pompwerking is onvoldoende en mevrouw heeft bovendien problemen met haar rechter heup. Ze kan hier niet aan geopereerd worden in verband met haar slecht werkend hart. Zij draagt een brace om de heup op zijn plaats te houden. Mevrouw heet moeite te accepteren dat zij niet meer goed ter been is en dat daar niets aan gedaan kan worden. Ook haar vergeetachtigheid baart haar zorgen. Ze is vaak erg stil en wil niet betrokken raken bij de bewoners van het huis. Zij geeft aan zich niet thuis te voelen bij deze mensen. Het verpleeghuis Het William Stein verpleeghuis is een landelijk verpleeghuis op antroposofische grondslag voor somatische en psychogeriatrische bewoners die in het verpleeghuis verpleegd worden. Bewoners en medewerkers kunnen een antroposofische achtergrond hebben, maar dat is geen voorwaarde om in het verpleeghuis opgenomen te zijn of te werken. De kwaliteit van de zorg op basis van de antroposofie richt zich erop de bewoners, in hun fase van chronische ziekte en ouderdom waarin zijn hun levensopdracht vervullen, met behulp van gerichte therapieën aan te spreken en te ondersteunen. Deze zorg behandelt niet alleen het lichaam, er wordt tevens gestreefd naar het activeren van het belevingsproces. Zo is er voor de bewoners op de afdelingen een klimaat geschapen dat een antroposofisch karakter draagt, wat o.a. zichtbaar is aan de gesluierde muren, het meublement, de schilderijen en de seizoenstafels. Antroposofische medicijnen maken deel uit van de medische therapie. De fysiotherapie maakt gebruik van ritmische massage en badtherapie. De kunstzinnige therapie, door middel van tekenen, schilderen en boetseren, leert waarnemen en beleven, wat de vreugde aan het beleven en de gezondheid ten goede komt. De euritmie therapie, een door Rudolf Steiner ontwikkelde bewegingstherapie die door middel van bewegingen, klanken en gedichten invloed uitoefent op het ziekteproces. In de antroposofische zorg wordt gekeken naar het totale mensbeeld, met zijn vier wezensdelen, temperamenten en zielenontwikkeling. De keuken die de algemene voeding voor bewoners en medewerkers samenstelt, houdt er rekening mee dat er zo veel mogelijk biologisch dynamisch of biologisch geteelde producten gebruikt worden. Casus voor de simulatie Mevrouw zit aan tafel een boek te lezen. Jij gaat naar haar toe om haar naar de fysiotherapie te brengen. Mevrouw geeft aan hier geen zin meer in te hebben. Het helpt toch niet.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
48
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
Criteria voor het reflectieverslag In je reflectieverslag geef je antwoord op de onderstaande vragen. Het verslag bestaat uit ongeveer 2 A4tjes. Naam Datum Casus Coach die aanwezig was Nummer reflectieverslag
: : : : :
1. 2. 3. 4.
Hoe was het voor je om dit gesprek te voeren? Wat was je persoonlijk leerdoel? Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 5. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je minder goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je minder goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 6. Wat waren mogelijke oorzaken van jouw gedrag? 7. Wat waren mogelijke oorzaken van het gedrag van de zorgvrager voor zover je dit kunt beoordelen? 8. Welke feedback kreeg je van de coach? 9. Wat ga je de volgende keer anders doen? 10. Wat wil je nog gaan leren? 11. Hoe wil je dat gaan leren? 12. Wie of wat heb je daarbij nodig? 13. Wat heb je van deze opdracht geleerd? 14. Heb je je persoonlijk leerdoel behaald? Zo ja, waaruit bleek dat? Zo nee, hoe kwam dat denk je? 15. Formuleer aan de hand van dit gesprek en je reflectie een nieuw persoonlijk leerdoel.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
49
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev. Simulatie ziekteacceptatie mevr V Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student voert in een simulatie een gesprek met Mevr. V. met als doel het toepassen van ROT. Zorg dat je de beschikking hebt over een acteur en een coach. Eventueel medestudenten die feedback willen geven, pen en papier. Je kunt ook gebruik maken van een video opname. Hiervoor dien je een camera te reserveren. Boek “Verzorgen van ouderen” en “Begeleiden van zorgvragers” Leslokaal of ruimte met een huiskamer op school. Vraag feedback aan je docent. Kopieer het feedbackformulier van beroepstaak C gevorderd zodat de docent de feedback kan opschrijven. Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een reflectieverslag en lever dit binnen week in bij je docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen H. Overtuigen en beïnvloeden G. Relaties bouwen en netwerken R. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
Activiteit Voer een gesprek met mevrouw V waarbij je een ROT benadering inzet. Werkwijze - Lees de achtergrondinformatie door - De docent zal feedback geven aan de hand van het feedback formulier dat ook gebruikt wordt bij de beroepsopdracht C gevorderd. Kopieer dat van te voren. - Schrijf een persoonlijk leerdoel voor het toepassen van ROT. - Voer dit gesprek met Mevr. L. in een simulatie. - Vraag na afloop van het gesprek feedback aan je coach en aan andere aanwezigen. Schrijf dit op. - Schrijf een reflectieverslag volgens de criteria en lever dit binnen één week in bij de docent die aanwezig was. Achtergrond van de zorgvrager. Mevrouw van V. Leeftijd 81 jaar Burgerlijke staat gescheiden Kinderen 1 zoon Jacob, momenteel rector magnificus aan de Technische Universiteit van Delft. Levensovertuiging geen Familie 1 zus, mevrouw Wind in Barendrecht. Verleden van mevrouw van V. Mevrouw is 20 jaar geleden gescheiden. Zij werd ingeruild voor een jong mokkel, zoals ze zelf zegt. Ze was niet echt verbaasd, want Harry zoals haar man heette, was eigenlijk vooral geïnteresseerd in andere vrouwen. Dus toen hij er een keer echt vandoor ging, vond ze het eigenlijk niet zo heel erg. Ze vond het eigenlijk wel zo rustig, dan kon ze tenminste haar eigen gangetje gaan. Met haar zoon was het een heel ander verhaal. In haar hart vond ze hem een kapsoneslijer. Hij was niet onaardig tegen haar, maar ook niet echt intiem met haar. Ze dacht altijd dat het kwam omdat ze voor een goede opleiding voor hem had gezorgd. Zij de werkhuizen en hij de studie. Mevrouw van V. raakte bevriend met mevrouw Grot, buurvrouw Jetje. Beide
Albeda college Branche Gezondheidzorg
50
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
dames raakten verslingerd aan de Bingo. Het ging zelfs zo ver dat ze samen met de bus naar Amsterdam gingen voor de Bingo, heel gezellig in de Bingobus. Mevrouw Grot is een half jaar geleden overleden na een val waarbij zij haar heup brak. Naast het bezoek aan het buurthuis, had mevrouw niet veel sociale contacten. Haar zoon, die inmiddels rector magnificus is aan de Technische Universiteit van Delft, heeft zijn moeder weinig te melden en dat is wederzijds. Mevrouw vindt haar zoon een droogkloot. Jacob vindt zijn moeder platvloers, snapt eigenlijk niet dat het zijn moeder is. Hij had liever een andere moeder gehad, maar ja dat heeft hij niet voor het uitkiezen. Huidige situatie. Mevrouw van V. is opgenomen in het verpleeghuis de Schildershoek met een CVA en lichte dementie. Ze heeft een spastische verlamming aan haar rechterbeen en rechter arm. Mevrouw is nogal afgevallen en wordt onderzocht of het afvallen mogelijk veroorzaakt wordt door een te sterk werkende schildklier. Mevrouw moet gestimuleerd worden om te eten en drinken. Mevrouw is de laatste tijd erg emotioneel. Zij kan het niet meer aan, haar lichaam en geest willen niet meer. Ze geeft aan het leven heel moeilijk te vinden. Het verpleeghuis In het verpleeghuis “De Schildershoek” weerspiegelt zich duidelijk de interculturele omgeving. “De Schildershoek” staat midden in de Haagse Schilderswijk. Zorg bieden aan cliënten uit verschillende culturen vraagt om een organisatie die bereid is om andere dan de geijkte wegen te bewandelen. “De Schildershoek” doet dit al vele jaren en probeert vraaggestuurde zorg in de praktijk te brengen voor al haar bewoners: voor zowel de Nederlandse Haagse ouderen, als voor de mensen uit verschillende andere culturen. Dit blijkt onder andere uit het respect voor verschillende levensovertuigingen en de manier waarop het mogelijk gemaakt wordt voor de bewoners om daarnaar te leven. Zoals het aanbod van (interculturele) maaltijden, in de feesten en de religieuze diensten die men kan bezoeken. In “De Schildershoek” biedt men zowel somatische als psychogeriatrische verpleeghuiszorg. De vraag bepaalt het antwoord, dit betekent vraaggestuurde zorg. Het voedingsaanbod in “De Schildershoek” is multicultureel, wat in het kort betekent dat er gekookt wordt voor meerdere culturen. De diversiteit van de gerechten groeit bijna dagelijks. Casus voor de simulatie Je gaat naar mevrouw V om haar koffie te brengen. Je wil bij haar gaan zitten en dan samen met haar de koffie opdrinken. Ook wil je het met haar hebben over haar verdriet.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
51
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
Criteria voor het reflectieverslag In je reflectieverslag geef je antwoord op de onderstaande vragen. Het verslag bestaat uit ongeveer 2 A4tjes. Naam Datum Casus Coach die aanwezig was Nummer reflectieverslag
: : : : :
1. 2. 3. 4.
Hoe was het voor je om dit gesprek te voeren? Wat was je persoonlijk leerdoel? Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 5. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je minder goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je minder goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 6. Wat waren mogelijke oorzaken van jouw gedrag? 7. Wat waren mogelijke oorzaken van het gedrag van de zorgvrager voor zover je dit kunt beoordelen? 8. Welke feedback kreeg je van de coach? 9. Wat ga je de volgende keer anders doen? 10. Wat wil je nog gaan leren? 11. Hoe wil je dat gaan leren? 12. Wie of wat heb je daarbij nodig? 13. Wat heb je van deze opdracht geleerd? 14. Heb je je persoonlijk leerdoel behaald? Zo ja, waaruit bleek dat? Zo nee, hoe kwam dat denk je? 15. Formuleer aan de hand van dit gesprek en je reflectie een nieuw persoonlijk leerdoel.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
52
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
06H01 C2.K.gev. Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie beschrijven van het omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Boek Begeleiden van zorgvragers, thema 6, hoofdstuk 1 Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
53
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
06H03 C2.K.gev. Begeleiden bij verliesverwerking Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie beschrijven van het begeleiden bij verliesverwerking Boek Begeleiden van zorgvragers, thema 6, hoofdstuk 3 Begeleiden bij verliesverwerking Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
54
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
06H04 C2.K.gev. Begeleiden bij de acceptatie van gezondheidsproblemen Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie beschrijven van het begeleiden bij de acceptatie van gezondheidsproblemen Boek Begeleiden van zorgvragers, thema 6, hoofdstuk 4 Begeleiden bij de acceptatie van gezondheidsproblemen Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
55
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev. Rouw en verlies Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan een mening formuleren betreft rouw en verlies en fasen in het rouwproces. Haal (reserveer) dvd‟s uit de mediatheek die je kan bekijken alvorens deze opdracht te maken. Begeleiden van zorgvragers Thema 6 Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Lever het verslag in bij de docent. Deze geeft zo nodig mondelinge en of schriftelijke feedback. F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit Werk het onderwerp rouw en verlies uit aan de hand van onderstaande vragen. Bekijk een of meerdere dvd‟s over rouw, verlies en sterven. “Dood op verzoek” (gaat over een ALS patiënt met euthanasievraag) “Als alles duister is” (gaat over 2 zorgvragers op een palliatieve zorgunit) “Over mijn lijk” (gaat over jongeren die weten dat ze niet lang meer te leven hebben. Is ook te zien op uitzending gemist via internet) Beantwoord onderstaande vragen 1. Beschrijf wat terminale zorg inhoudt. Beschrijf met name jouw rol als verzorgende in de terminale fase. 2. Beschrijf welke disciplines betrokken zijn bij de terminale zorg. Beschrijf wat de taak is van deze disciplines. 3. Beschrijf de 5 fases van het rouwproces van drs. E. Kubler-Ross. Geef je mening over het belang van het indelen en herkennen van de verschillende fasen in het rouwproces. Zijn er nadelen aan het hanteren van fasen in een rouwproces? 4. Beschrijf hoe je familie en naasten kunt begeleiden bij het verzorgen van een terminale zorgvrager. 5. Beschrijf van 3 verschillende culturen de rituelen rondom de terminale en/ of overleden zorgvrager.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
56
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev. Excursie Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De stud brengntt een bezoek aan een organisatie die de (na)zorg geeft aan mensen in de palliatiefterminale fase. Vorm een groep van minimaal 10 personen. Zorg dat je de beschikking hebt over internet. http://www.laurens.nl/voor-klanten/locaties/23/cadenza http://www.hospicerotterdam.nl/index2.htm http://www.goetzee.nl/ http://www.matrice.nl/ Theorielokaal, thuis, OLC, bovenstaande locatie Mondelinge nabespreking met je excursie groep onder leiding van de docent. D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit Breng met een groep medestudenten een bezoek aan een instelling waar men de (laatste) zorg geeft aan de palliatief/terminale zorgvrager. Werkwijze 1. Bekijk de websites onder het kopje theorie. 2. Kies met je groep een instelling die je wilt bezoeken. 3. Geef dit door aan je docent. Stem af of de docent de excursie regelt of dat jullie dit zelf doen. 4. Maak een lijst met vragen die je zou willen stellen aan de instelling die je gaat bezoeken. 5. Bespreek met elkaar wat je eventueel mee zou kunnen nemen, je gaat namelijk “op visite”.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
57
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev. Palliatieve zorgunit Leerdoel Praktische voorbereiding Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan in theorie een palliatieve zorgunit organiseren Vorm een groepje van maximaal 3 medestudenten Mondeling aan de hand van de evaluatievragen met medestudenten en eventueel docent. E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden M. Analyseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
Activiteit Maak duidelijk wat jouw/jullie visie op palliatieve zorg is en hoe een palliatieve zorgunit er uit zou kunnen zien. Werkwijze Ga uit van de volgende situatie: In de instelling waar je werkt is het de bedoeling dat er een palliatieve zorgunit opgericht gaat worden. Deze unit komt in de nieuwe vleugel die volgend jaar opgeleverd gaat worden. Uit verschillende disciplines is gevraagd zitting te nemen in een werkgroep die het plan voor de nieuwe afdeling uit moet gaan werken. Ook aan de mensen in opleiding is deze vraag gesteld en jullie zitten namens de leerlingen in de werkgroep palliatieve zorg. Bedenk met z‟n drieën hoe jullie vinden dat een terminale zorgunit eruit zou moeten zien. Werk dit uit en presenteer dit aan de overige groepsleden. Denk in ieder geval aan: Het begeleiden van de zorgvrager en de opvang en steun aan familie en naasten. Hoe ziet de unit er uit en hoe is de zorg georganiseerd? Wie werken er op de unit? In hoeverre wordt er gebruik gemaakt van vrijwilligers? Wat is er mogelijk voor de stervende en zijn/haar naasten? Het open staan en het mogelijk maken van het uitvoeren van rituelen tijdens het ziekbed en sterven. De visie van de unit. Evaluatie 1. Hebben jullie duidelijk kunnen maken hoe jullie palliatieve zorgunit eruit komt te zien? 2. Hebben jullie tijdens de presentatie laten zien hoe bovenstaande punten geïntegreerd zijn in jullie plan?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
58
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev. Praten over de dood Leerdoel Praktische voorbereiding Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan haar/zijn gevoelens over de dood onder woorden brengen. Vorm een groepje van maximaal 5 medestudenten Aan de hand van de evaluatievragen. D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen J. Formuleren en rapporteren V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit Ga in discussie met 3 à 4 medestudenten over onderstaande stellingen 1. Ik ben bang om te sterven. 2. Als je jong bent denk je nooit na over de dood. 3. Voor iemand die al lang pijn lijdt is de dood een verlossing. 4. Sterven is de meest eenzame gebeurtenis uit je leven. 5. Ik vind het goed dat er een einde aan het leven komt. 6. Als je goed geleefd hebt, ben je niet bang voor de dood. 7. Het onderwerp “leven na de dood” maakt mij ongerust. 8. De dood is beter dan een leven vol pijn. 9. Ik zou het liefst in mijn slaap dood gaan, zonder het vooraf te weten. 10. Ieder mens hoort zijn eigen dood onder ogen te zien. 11. Ik vind het eng om de kamer van een stervende zorgvrager binnen te gaan. 12. Ik vind het moeilijk een zorgvrager te verplegen die in het laatste stadium van het leven verkeert. 13. Ik weet niet wat ik tegen een stervende zorgvrager moet zeggen. 14. Ik ben bang dat een terminale zorgvrager gaat praten over zijn/haar ziekte. 15. Ik ben bang dat een terminale zorgvrager gaat huilen. 16. Ik ben bang dat een terminale zorgvrager vragen gaat stellen over zijn/haar dood. 17. Ik ben bang dat de terminale zorgvrager tijdens het verzorgen onverwachts overlijdt. 18. Ik vind het moeilijk een zorgvrager te verzorgen die veel pijn heeft. 19. Problemen die ik heb met terminale zorgvragers kan ik met mijn collega‟s bespreken. 20. Bij het overlijden van een zorgvrager laat ik mijn gevoelens zien. 21. Een terminale zorgvrager moet je niet belasten met je eigen gevoelens. Evaluatie 1. Bespreek gezamenlijk hoe jullie het ervaren hebben om over de dood te praten. 2. Bespreek in hoeverre je eigen ervaringen rondom de dood van invloed zijn op hoe je als verzorgende omgaat met terminale zorgvragers. Schroom niet om de docent in te schakelen als het praten over dit onderwerp problematisch voor je is
Albeda college Branche Gezondheidzorg
59
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev.Beleving van de seksualiteit Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteunend voor de competentie
De student beschrijft het belang van goede seksuele voorlichting bij mensen met verstandelijke beperkingen. De student beschrijft oorzaken van seksueel misbruik en welke stappen je als verzorgende dient te nemen, bij een vermoeden van seksueel misbruik. Boek: Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking Thema 1 Oriëntatie op de zorgvrager met een verstandelijke beperking Hoofdstuk 3.6 De omgang met een zorgvrager met een verstandelijke beperking Theorielokaal Bespreek je opdracht na met behulp van het antwoordmodel en bespreek de opdracht na met je docent. F. Ethisch en integer handelen, K. vakdeskundigheid toepassen, C. begeleiden, D. aandacht en begrip tonen.
Activiteit Beantwoord de volgende vragen, kijk ze vervolgens na met behulp van het antwoord model en bespreek de opdracht na met je docent. Werkwijze; 1. In hoofdstuk 3.6.1, laatste alinea, staat: ”bij professionele relaties vraagt intimiteit extra aandacht”, wat wordt hiermee bedoeld? 2. Welke problemen met betrekking tot seksualiteit zouden zich kunnen voordoen bij mensen met verstandelijke beperkingen. 3. Welke acties kun je ondernemen om deze problemen op te lossen? 4. Waarom is het belangrijk om in je voorlichting rekening te houden met de gevoelens van de ouders. 5. Hoe zou het komen dat seksueel misbruik in de zorg met mensen met verstandelijke beperkingen een groot probleem vormt? 6. Welke verschijnselen kunnen wijzen op seksueel misbruik? 7. Welke stappen moet je nemen als je een vermoeden hebt van seksueel misbruik? Reflectie: Noteer leervragen die nog open staan en ga op zoek naar de antwoorden. Kijk naar de competenties: heb jij nu voldoende kennis om iemand uit deze doelgroep te begeleiden op het gebied van seksualiteit?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
60
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.BOPZ Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student kan aangeven wanneer de BOPZ wet van toepassing is. De student kan aangeven wanneer en voor wie het CCE kan worden ingeschakeld. Boek “Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking”, Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden deel 2, thema 4 OLC, thuis, leslokaal Aan de hand van het antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Google op “Brandon, vastgeketend aan de muur”‟ : bekijk hierover een filmpje van youtube of lees een artikel over Brandon. Beantwoord onderstaande vragen: 1. Brandon zit vastgeketend aan de muur. Welke wet regelt dat dit niet zomaar mag? Wanneer is deze wet van toepassing? 2. Noem middelen en maatregelen die goedkeuring nodig hebben van de BOPZ? 3. Benoem de stappen die noodzakelijk zijn voor het op de juiste manier aanvragen van een vrijheidsbeperkende maatregel. 4. Geef jouw mening over de situatie van Brandon? Activiteit Tijdens het begeleiden van Brandon is de hulp ingeschakeld van het CCE. Zoek informatie over het CCE en beantwoordt de volgende vragen:. Wat is de betekenis van de afkorting CCE Voor welke sectoren is het CCE actief? Kijk bij kopje professionals aan welke voorwaarde de vraag moet voldoen. Omschrijf dit in eigen woorden.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
61
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev.casus autisme met vragen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student kan de theorie verwoorden over het verzorgen van een zorgvrager met autisme en een lichte verstandelijke handicap. Boek: Anatomie en ziekteleer voor verzorgende IG, thema 4 „het verzorgen van zorgvragers met een verstandelijke beperking‟ Hoofdstuk 6 Ik wil helemaal geen verrassingen theorielokaal Zelf controle met behulp van antwoordmodellen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees onderstaande casus door. Maak daarna de vragen. Pieter is 12 jaar en woont in een woonhuis van de instelling met 4 andere jongens en meisjes. Als klein kind kon hij opeens in paniek raken, bang worden en beginnen te gillen. Na onderzoeken werd een verstandelijke beperking gevonden en werd de diagnose autisme gesteld. In het woonhuis krijgt Pieter de structuur die hij nodig heeft. Hij heeft in zijn kamer een dagagenda aan de muur. Deze wordt elke avond ingevuld met plaatjes die de indeling van de komende dag laat zien. Op school heeft hij ook een agenda die precies laat zien wat er die dag gaat gebeuren. Pieter bekijkt deze elke morgen bij binnenkomst. Pieter heeft nooit zin om met de anderen te spelen en zoekt geen contact. Pieter kan moeilijk omgaan met onverwachte situaties. Zo zijn vakanties voor hem moeilijk. Hij wordt dan onrustig en paniekerig. Soms zelfs onhandelbaar. Er gebeurde op een schooldag iets onverwachts. Pieter‟s juf was ziek; zij werd vervangen. De vervangende lerares had een grapje gemaakt tegen Pieter. Hij begon daarna te gillen en beet zich zelf in de arm. Vragen 1 Noem 3 verschijnselen van Pieter die wijzen op autisme. 2 Noem 4 gevolgen van zijn autisme voor het dagelijkse leven van Pieter. 3 Noem 5 aandachtspunten voor de begeleiding van Pieter. Werk ieder aandachtspunt uit in concrete maatregelen of activiteiten die in te zetten zijn. 4 Welke hulpmiddelen zijn geschikt om met Pieter te communiceren en nieuwe dingen aan te leren? Noem er 2. 5 Stel dat de methode “Operante conditionering” wordt gebruikt voor Pieter om iets aan te leren. Wat zijn de kenmerken van deze benaderingswijze? Noem 3 kenmerken. 6 Pieter bijt zichzelf. Hoe heet dit gedrag?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
62
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev.casus epilepsie met vragen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student kan de theorie verwoorden over het verzorgen van een zorgvrager met epilepsie en een lichte verstandelijke handicap. Boek anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel2 thema „het verzorgen van zorgvragers met een verstandelijke beperking‟ “ hoofdstuk 5 Is dat nu een vallende ziekte?. theorielokaal Zelf controle met behulp van antwoordmodellen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees onderstaande casus door. Maak daarna de vragen. Casus. Fransje is een meisje van 18 jaar met een lichte verstandelijke beperking. Zij heeft het syndroom van Lennox-Gastaut. Dit betekent dat zij regelmatig zware aanvallen van epilepsie heeft. Zij krijgt medicijnen om het optreden van de aanvallen te verminderen. Fransje woont met vijf andere jongeren met een verstandelijke beperking in een gezinsvervangend tehuis. ‟s Morgens en ‟s avonds is er een begeleider aanwezig, omdat de jongeren ondersteuning nodig hebben. Overdag gaan ze allemaal met een taxibus naar een activiteitencentrum. Fransje draagt een bril. Sinds twee dagen heeft Fransje een longontsteking. Zij blijft thuis, want ze voelt zich niet lekker. Zij heeft hoge koorts. Vlak na het middageten krijgt Fransje een zware epileptische aanval. Fransje heeft een grand-mal. De begeleider houdt het verloop van de aanval in de gaten. Fransje blijft buiten bewustzijn. Na dertig minuten is ze nog niet bijgekomen. Vragen 1 Wat is een andere naam voor de grand-mal? 2 Fransje blijft buiten bewustzijn. Welke complicatie is opgetreden bij Fransje? 3 De grand mal verloopt in 4 fasen. Noem deze in chronologische volgorde. 4 De begeleider blijft bij Fransje. Beschrijf de verzorgende aandachtspunten die hij moet toepassen tijdens de aanval. Noem er 5. 5 Welke actie moet de begeleider van Fransje ondernemen nu ze nog niet bijgekomen is? 6 Stel dat Fransje weer bij is. Ze blijkt incontinent te zijn. Beschrijf de verzorgende aandachtspunten die de begeleider moet toepassen na de aanval. Noem er 5. 7 Fransje ondervindt in haar dagelijkse leven hinder van de epilepsie. Noem 3 gevolgen waarmee zij te maken heeft. 8 Noem 3 factoren waarop de begeleiding moet letten om aanvallen te voorkomen of te beperken. 9 Welke factor heeft waarschijnlijk in dit geval de aanval opgeroepen? 10 Fransje gebruikt de volgende medicijnen: carbamazepine en keppra. Zoek van beide de belangrijkste nadelen (op lange termijn) op die relevant zijn voor Fransje.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
63
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.gev.K.Empowerment Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student beschrijft wat empowerment betekent en legt dit uit aan de hand van voorbeelden boek; Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking Thema 1 Oriëntatie op de zorgvrager met een verstandelijke beperking Hoofdstuk 2.2. Empowerment Theorielokaal Controleer jezelf met het antwoordmodel en beschrijf welke vragen je goed hebt en welke vragen niet. K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Lees uit het boek; Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking Thema 1 Oriëntatie op de zorgvrager met een verstandelijke beperking Hoofdstuk 2.2. Empowerment Maak praktijk 1 Activiteit Leg uit wat het begrip „empowerment‟ betekent en leg aan de hand van voorbeelden uit hoe je in kunt spelen op de mogelijkheden van mensen met verstandelijke beperkingen. Werkwijze; Wat betekent het begrip „empowerment‟? Hoe kun je inspelen op de mogelijkheden van: 1. mensen met lichte verstandelijke beperkingen 2. mensen met matige verstandelijke beperkingen 3. mensen met ernstige verstandelijke beperkingen Geef bij iedere mogelijkheid een voorbeeld van een activiteit.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
64
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev.epilepsie meerdere activiteiten Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan de theorie verwoorden over het verzorgen van een zorgvrager met epilepsie en een lichte verstandelijke handicap. De student kan de gevolgen van epilepsie voor het dagelijks leven beschrijven. De student toont kennis over het Nationaal fonds voor epilepsie. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 5 “De zorgvrager met epilepsie”. theorielokaal Zelf controle met behulp van modellen K. Vakdeskundigheid toepassen, D. aandacht en begrip tonen, R. Op de behoefte van de „klant‟ richten.
Activiteit Maak uit je boek „het verzorgen van zorgvragers met een verstandelijke beperking‟, thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 5 “De zorgvrager met epilepsie”: de competentieopdracht. Controleer je zelf met behulp van het antwoordmodel Activiteit Maak een werkstukje over een volwassen zorgvrager met een lichte verstandelijke handicap met epilepsie met tonisch-clonische aanvallen met flitsgevoeligheid. Beschrijf heel kort de oorzaak van de epilepsie, de verschijnselen van de tonisch-clonische aanval en de persoonlijke zorg tijdens de aanval. Beschrijf uitgebreider de ondersteunende begeleiding bij de flitsgevoeligheid en de gevolgen van de epilepsie voor het dagelijkse leven van deze zorgvrager. Max 2 A-4tjes, getypt, lettertype arial, lettergrootte 11. Lever in bij de docent.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
65
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev.gentle teaching DVD Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student benoemt wat gentle teaching is en verwoordt de eigen mening over deze benaderingswijze. boek: Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking Thema 3 Contextgebonden zorgverlening Hoofdstuk 7.3.2 De gentle teaching van McGee lokaal Bespreek je antwoorden met medestudenten en de docent. F. Ethisch en integer handelen, R. Op de behoefte van de „klant‟ richten, D. Aandacht en begrip tonen.
Activiteit Bekijk de DVD „Beschermer of cipier‟, beantwoord onderstaande vragen en bespreek de antwoorden na met je medestudenten en de docent. 1. Wat is het doel van Gentle teaching?. 2. Wat is jouw mening over deze benadering? 3. Wat vind je positief van de manier waarop deze Amerikaanse arts met de zorgvragers omdat? 4. wat vind je daarvan negatief? 5. Zou jij deze benadering (kunnen) willen toepassen bij mensen met een verstandelijke beperking met probleemgedrag? Waarom wel,waarom niet?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
66
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.gev.K.ontwikkelingspychologie Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student benoemt de ontwikkelingsfasen van een gezond kind van 5 t/m 7 jaar en 7 t/m 11 jaar. boek; Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking Thema 1 Oriëntatie op de zorgvrager met een verstandelijke beperking Hoofdstuk 3.1, 3.2 en 3.3 Theorielokaal Controleer jezelf met het antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren A. Beslissen en activiteiten initiëren
Activiteit Maak een overzicht van de ontwikkelingsfase van een schoolgaand kind op dezelfde manier als in je boek de andere fasen zijn beschreven Werkwijze Bestudeer hoofdstuk 3.1, 3.2 en 3.3 Kijk goed naar het schema in 3.3 en dan vooral naar het vierde punt waarbij staat Licht/af en toe ondersteuning, 6 tot 12 jaar. Maak nu het onderstaande schema af voor een gezond kind van 5 tot 11 jaar: Kijk daarvoor op de site www.opgroeien-in-epe.nl. Kind van 5 t/m 7 jaar Verstandelijk Motorisch of lichamelijk Communicatief of emotioneel Sociaal vaardig
Kind van 7 t/m 11 jaar Verstandelijk Motorisch of lichamelijk Communicatief of emotioneel Sociaal vaardig
Albeda college Branche Gezondheidzorg
67
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.gev.K.Probleemgedrag en benaderingswijzen DVD Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student vormt zich een mening over hoe om te gaan met probleemgedrag. Een dvd-speler en de DVD Formeer een groepje waarmee je de antwoorden kunt bespreken DVD; Vast en zeker”” (nr.326, 50 min) Theorielokaal Bespreek je antwoorden met medestudenten en de docent. F. Ethisch en integer handelen, R. Op de behoefte van de „klant‟ richten, D. Aandacht en begrip tonen.
Activiteit Je bekijkt de DVD; Vast en zeker””, beantwoord onderstaande vragen en bespreekt ze na met je medeleerlingen en de docent. Vragen 1. Welke classificatie volgens Timmers-Huigens kun je herkennen bij de mensen met een verstandelijke beperking in de DVD? Leg je antwoord uit. 1. Wordt er volgens jou ook rekening gehouden met de voorgeschiedenis en de toekomst van de personen? Leg eens uit. 2. Wat vond je goed en wat vond je niet goed in de beroepshouding van de begeleiders? Motiveer je antwoord. 3. Zou jij zo om kunnen gaan met mensen met probleemgedrag? Motiveer je antwoord. Beschrijf wat je moeilijk vind aan deze omgang.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
68
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev.stimuleren met speelgoed en spel Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student benoemt bij de ontwikkelingsfasen van het kind welk speelgoed of spel het kind tot ontwikkeling zal stimuleren. boek; Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking Thema 1 Oriëntatie op de zorgvrager met een verstandelijke beperking Hoofdstuk 3.1, 3.2 en 3.3 Theorielokaal Controleer jezelf door jouw bevindingen met die van een mede leerling te vergelijken. C. Begeleiden, R. Op de behoefte van de klant richten, D. Aandacht en begrip tonen.
Activiteit Benoem welk speelgoed het gezonde kind zal stimuleren in de ontwikkeling per fase. Gebruik hiervoor ook de activiteit „ontwikkelingspsychologie‟ waarbij je kinderen van 5 t/m 7 en 7 t/m 11 jaar moest beschrijven. Werkwijze - Lees eerst goed de fasen nog een keer door. - Bepaal daarna welk speelgoed of spel je het kind zou aanbieden en geef daarbij de motivatie. Voorbeeld: Kind van 1 jaar, zing samen een liedje met eenvoudige handbewegingen. Motivatie: Motorische ontwikkeling: het prikkelt de zintuigen van het kind en door het maken van bewuste bewegingen leert het kind zijn lichaam kennen. Sociale ontwikkeling: door samen de bewegingen te maken wordt contact gemaakt. Emotionele ontwikkeling: de muziek en bewegingen maken het kind blij. Dat verband kan het kind maken. - Maak bovenstaand schema ook voor de andere fasen. Reflectie Heb je voor alle fasen een spel of speelgoed kunnen verzinnen? Voor welke fase had je het meeste moeite om iets te verzinnen? Hoe komt dat? Zou je alle spellen met je zorgvragers kunnen spelen of aan kunnen bieden? Welke spel wel en welke niet? Wat zegt dat over jou?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
69
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.ADHD Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan de zorgvrager met ADHD en zijn ouders begeleiden. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 8 “De zorgvrager met ADHD” theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. A. beslissingen en activiteiten initiëren, C. Begeleiden, D. Aandacht en begrip tonen, E. Samenwerken en overleggen, K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten.
Activiteit Lees en maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 8 “De zorgvrager met ADHD” - Praktijk 1 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
70
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.autisme spectrum stoornis Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan een zorgvrager met een autisme spectrum stoornis en zijn ouders begeleiden. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 6 “De zorgvrager met een autisme spectrum stoornis” theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. C. Begeleiden, D. Aandacht en begrip tonen, K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten, V. Met druk en tegenslag omgaan.
Activiteit Lees en maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 6 “De zorgvrager met een autisme spectrum stoornis” - Praktijk 1 en 2 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
71
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.dement en slechtziend Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan veranderingen in de zorgvraag signaleren. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 9 “De oudere zorgvrager, die dement en slechtziend is” theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. A. beslissingen en activiteiten initiëren, C. Begeleiden, D. Aandacht en begrip tonen, E. Samenwerken en overleggen, K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten.
Activiteit Lees en maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 9 “De oudere zorgvrager, die dement en slechtziend is” - Praktijk 1 en 2 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
72
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.epilepsie Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan zorgvragers begeleiden waarbij een persoon een epileptische aanval doormaakt. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 5””De zorgvrager met epilepsie” theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. C. Begeleiden, D. Aandacht en begrip tonen, K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten, V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit Lees en maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk: 5””De zorgvrager met epilepsie” - Praktijk 1 en 2 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
73
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.ernstig meervoudige beperkingen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan de behoefte aan zorg, voor een persoon met EMB (ernstige meervoudige beperkingen), in kaart brengen. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 2 “De zorgvrager met ernstige meervoudige beperkingen”‟ theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten, Q. Plannen en organiseren
Activiteit Maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 2 “De zorgvrager met ernstige meervoudige beperkingen”‟: - Praktijk 1 en 2 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
74
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.Ethische dilemma’s Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student kan in een groep (minimaal 6 studenten) zijn of haar mening verwoorden over 4 ethische dilemma‟s. Formeer een groepje medestudenten De opdracht (komt van internet; Zorgethiek) Theorielokaal Bespreek je opdracht na met je medestudenten en je docent F. Ethisch en integer handelen, E. Samenwerken en overleggen, Q plannen en organiseren, D. aandacht en begrip tonen.
Activiteit Bespreek in een groep van minimaal 6 studenten onderstaande dilemma‟s. Werkwijze: Ieder dilemma wordt besproken met een andere voorzitter. De voorzitter kiezen jullie zelf. Bij ieder dilemma schrijf je op welke aanpak jullie hebben gekozen en wat de voor- en nadelen zijn.
hiervan
Casus 1: Cliënt pleegt strafbaar feit, wat te doen als begeleiding? Cliënt, lichte verstandelijke beperking, woont zelfstandig, heeft een fiets gestolen, fiets staat nu in zijn woonkamer. Begeleiding weet dat de fiets is gestolen, wat moet begeleiding doen? Andere cliënt met een lichte verstandelijke beperking woont zelfstandig, maakt zich schuldig aan seksueel misbruik van jongetjes. Begeleiding is hiervan ook op de hoogte. Moet begeleiding aangifte doen, ze zijn immers op de hoogte van het misbruik, dus medeplichtig? Bij aangifte schenden ze wel het vertrouwen van de cliënt. Casus 2 : Janneke heeft overgewicht Janneke is een vrouw van 35 met een lichte verstandelijke beperking. Een zelfstandig wonende vrouw, werkzaam op een sociale werkplaats. Ze krijgt elke week 1 uur ondersteuning van een woonbegeleider. Janneke weegt 135 kilo en is rond de 1.60 m lang. Ze heeft dus ernstig overgewicht, zij geeft zelf aan niet te willen afvallen. Ze heeft tevens last van verstopte bloedvaten en diabetes. Dilemma: Moeten wij als woonbegeleiders hier iets mee, aangezien het een gevaar voor haar gezondheid betreft? Casus 3 : Handen ingepakt In een werk- en activiteitengroep met mensen met een redelijk tot zware verstandelijke beperking en met mensen met meervoudige beperkingen zit een vrouw. Deze dame heeft af en toe wondjes en kan dan niet meer ophouden met krabben. Kortgeleden had ze een wondje aan haar hand en heeft deze tot bloedens toe opengekrabd. Daarop is besloten, in overleg met de ouders, om haar beide handen in een washandje te doen en om daar weer omheen een panty te doen met een knoop erin. Deze heeft ze de hele dag om en naar ik weet gaan ze alleen af tijdens het douchen thuis. Deze vrouw heeft Angelman syndroom en kan zich niet uitdrukken in woorden en is voornamelijk sensomotorisch ingesteld. Kan en mag je iemand vanuit zelfbescherming op deze manier beperken in haar handelen en deelname aan activiteiten? Of kan je alternatieven aanbieden?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
75
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
Casus 4 : Geheimhoudingsplicht bij strafbaar feit Situatieschets: Woonvoorziening voor mensen met een verstandelijke beperking, leeftijd tussen 20 en 40 jaar. Elke cliënt heeft een eigen appartement, er is sprake van 24-uurs verblijf. (zeg maar ouderwets "intramurale zorg"). Bij de cliënten is naast hun lichte verstandelijke beperking ook sprake van psychiatrische problematiek, de meeste cliënten functioneren laag wat betreft sociaal-emotioneel niveau. Cliënt X vertelt aan jou dat hij iemand die hij kent op een feestje heeft horen zeggen een overval te hebben gepleegd op een sigarenwinkel. Toen je vroeg of dat stoere praat was, zei cliënt X dat hij er zeker was dat het echt was. Je moest niet denken dat hij dat zou gaan melden bij de politie. Je hebt geen actie ondernomen, omdat je vindt dat het onder de geheimhoudingsplicht valt. Is dat terecht?
Reflectie: Geef aan wat je geleerd hebt door deze discussies ten aanzien van de competenties: F. Ethisch en integer handelen – Kon je verschillende standpunten accepteren? Motiveer je antwoord. E. Samenwerken en overleggen – Kon je goed afstemmen op de anderen en met hen tot een consensus komen? Motiveer. Q. Plannen en organiseren – Kon je je eigen prioriteiten duidelijk maken? Motiveer. D. Aandacht en begrip tonen - Kon je jezelf in de discussie laten zien? Motiveer. Wat zou je nog meer willen leren ten aanzien van deze competenties?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
76
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.genetische afwijking Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan voorlichting en advies geven, afgestemd op de zorgvrager met een verstandelijke beperking en zijn familie. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 4 “De zorgvrager met een genetische afwijking”‟ theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. B. Aansturen, C. Begeleiden, D. Aandacht en begrip tonen, H. Overtuigen en beïnvloeden, I. Presenteren, K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten.
Activiteit Maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 4 “De zorgvrager met een genetische afwijking”‟: - Praktijk 1 en 2 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
77
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.meervoudige beperkingen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan een plan van aanpak maken voor een meisje met meervoudige beperkingen. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 1 “De jonge zorgvrager met meervoudige beperkingen in de thuissituatie” theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. C. Begeleiden, D. Aandacht en begrip tonen, H. Overtuigen en beïnvloeden, I. Presenteren, K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten.
Activiteit Lees en maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 1 “De jonge zorgvrager met meervoudige beperkingen in de thuissituatie”‟: - Praktijk 1 en 2 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
78
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.Mirte Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan haar mening geven over het participeren van mensen met een verstandelijke beperking in de maatschappij. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 4 “De zorgvrager met een genetische afwijking”‟ theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. N. Onderzoeken M. Analyseren
Activiteit Bekijk de film over Mirte, een meisje met het Syndroom van Down. Ga naar de link: http://vimeo.com/8121099 of google op: het leven van Mirte Vervolgens beantwoord je de volgende vragen: 1. Mirte is een enorm belangrijk rolmodel binnen de Stichting Downsyndroom. Waarom denk je dat dit zo is? 2. De ouders van Mirte hebben haar ontwikkeling systematisch gestimuleerd. Wat vind je daarvan. Licht je antwoord toe. 3. Doel van de ouders van Mirte is om haar zo zelfstandig mogelijk te kunnen laten functioneren binnen de samenleving. Mirte gaat naar een gewone basisschool en naar een gewone VMBO school. Benoem hiervan 3 voordelen en 3 nadelen. Vergelijk met een medestudent elkaars antwoorden. Wanneer er verschillen zijn ga je met elkaar in overleg en kom tot 1 antwoord.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
79
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.niet aangeboren hersenletsel Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan een dagprogramma maken voor een persoon met niet aangeboren hersenletsel. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 3 ”De zorgvrager met een niet-aangeboren hersenletsel”‟ theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten, Q. Plannen en organiseren,
Activiteit Lees en maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 3 ”De zorgvrager met een nietaangeboren hersenletsel”‟ - Praktijk 1 en 2 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
80
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.probleemgedrag intramuraal Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties
De student kan een zorgvrager met probleemgedrag op de juiste wijze begeleiden. Boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 7 “De zorgvrager met probleemgedrag intramuraal” theorielokaal Vergelijk met een medestudent de antwoorden. C. Begeleiden, D. Aandacht en begrip tonen, K. Vakdeskundigheid toepassen, R. Op de behoefte van de klant richten, V. Met druk en tegenslag omgaan.
Activiteit Lees en maak uit het boek „het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking‟ thema 3 Contextgebonden zorgverlening, hoofdstuk 7 “De zorgvrager met probleemgedrag intramuraal”: - Praktijk 1 en 2 - Competentie Opdracht
Albeda college Branche Gezondheidzorg
81
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gevorderd.kinderen van de zorgvrager begeleiden Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties:
De student verdiept zich in het onderwerp “kinderen van de zorgvrager begeleiden”. Boek “begeleiden van zorgvragers” Thema 3 Hoofdstuk 6 Leslokaal, thuis. Met behulp van antwoordmodellen. Vakdeskundigheid toepassen Informatie genereren uitgegevens Oplossingen voor problemen bedenken Conclusies trekken
Activiteit Maak uit het boek het hieronder beschreven onderdelen. 1. Maak praktijk 1 van dit hoofdstuk. Gaat over mevrouw Smit. 2. Maak de kennisopdracht van dit hoofdstuk. 3. Kijk na met behulp van de antwoordmodellen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
82
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.K.gev.kraamtranen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven wat het verschil is tussen kraamtranen en een post-partumdepressie. Internet Lokaal of thuis, internetaansluiting Vergelijk en bespreek je antwoorden met een medestudent. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C Begeleiden F Ethisch en integer handelen, R Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Geef antwoord op onderstaande vragen. 1. 2. 3. 4.
Wat zijn kraamtranen? (ook wel genoemd: babyblues) Wat is de oorzaak van kraamtranen? Wat is jouw houding naar de kraamvrouw toe als zij last heeft van kraamtranen? Moet je andere disciplines inschakelen als de kraamvrouw last heeft van kraamtranen? Wanneer wel/ wanneer niet? 5. Wat is een postpartumdepressie? 6. Je hoort ook wel eens: postnatale depressie. Waarom is dat onjuist?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
83
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG Kraam
C2.VH.gev.simulaties Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan in een oefensituatie de kraamvrouw en of naasten begeleiden en of advies en instructie geven. Boek: begeleiden van zorgvragers Kraamverzorging Lokaal Met docent C Begeleiden, D Aandacht en begrip tonen, R Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten H Overtuigen en beïnvloeden
Activiteit Kies een of meer van onderstaande situaties en speel deze met een acteur. 1 Het is de vijfde dag na de bevalling. De kraamvrouw is oververmoeid door de gebroken nachten en alle kraamvisite. De kraamvrouw is om het minste van slag en begint steeds te huilen. 2 Oma “Marian” (de moeder van de kraamvader) is op visite. Marian is dol op haar eerste kleinzoon en wil hem steeds kusjes geven. Marian heeft een flinke bult op haar lip en je denkt dat het een koortslip is. 3 Freek is pas vader geworden. Hij is blij dat zijn vriendin voor flesvoeding heeft gekozen want hij wil de baby ook voeden. Jij gaat hem instructie geven hoe de flesvoeding te bereiden. Freek is nonchalant wat betreft de hygiëne en kijkt niet op een schepje meer of minder. 4 Ayana is een jonge Somalische moeder. Ayana spreekt geen Nederlands en geen Engels. Ayana kleedt de baby te warm aan en stopt hem stevig onder de dekentjes omdat het volgens haar heel koud is in Nederland. Geef voorlichting aan Ayana over de gevaren van te warm inpakken van de baby. Maak gebruik van creativiteit en pictogrammen. 5 Romy is drie dagen geleden bevallen en is na de bevalling begonnen met borstvoeding. De borstvoeding komt moeizaam op gang en daarom denkt Romy dat het niet gaat lukken. Geef voorlichting over de voordelen van borstvoeding en stimuleer Romy de borstvoeding een kans te geven. 6 Carola en Jozien hebben samen hun eerste kind gekregen. Carola en Jozien hebben een relatie met elkaar en Carola heeft het kind gebaard. Jij gaat Jozien instructie geven hoe de baby in bad te doen en te verschonen. Jozien is een type van “huppekee”, ze tilt de beentjes nogal ver naar boven bij het wassen van de billetjes. 7 Berend is opa geworden van kleinzoon Bas. Berend gaat een dag in de week op Bas passen als de moeder en vader van Bas allebei werken. Hij kijkt alvast zo veel mogelijk mee tijdens de verzorging. Een probleempje: Berend rookt in het bijzijn van de baby. 8 Mala is moeder geworden van baby Tiffany. De nieuwe babykamer is knalroze en voorzien van tientallen pluchen knuffels. Het babybedje is niet opgemaakt volgens de richtlijnen “veilig slapen” en in het bedje liggen maar liefst vijf knuffels. Er is bijna geen plaats voor Tiffany. 9 Heleen en Wouter hebben drie honden en een pasgeboren dochter. Om de honden niet jaloers te laten worden en aan de baby te laten wennen laten Heleen en Wouter de honden veel en vlak bij de baby komen. Ook laten ze de honden “kusjes” geven aan de baby.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
84