Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
OPLEIDING tot Verzorgende-IG BBL Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C Gevorderd
Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2011-2012 Fase: gevorderd Naam student:………………….
Albeda college Branche Gezondheidzorg
1
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H01.C1.K.gev.observeren van gezondheidsproblemen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan secundaire preventie toepassen door goed te observeren. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal, thuis, mediatheek Met behulp van antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij praktijk en de kennisopdrachten.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
2
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H02.C1.K.gev.observaties rapporteren Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan schriftelijk en mondeling rapporteren Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Primaire preventie toepassen hoofdstuk 2 Observaties rapporteren Leslokaal, thuis, mediatheek Met behulp van antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
3
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H03.C1.K.gev.gezondheidsproblemen bespreken Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan gezondheidsproblemen bespreken met de zorgvrager. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 secundaire preventie toepassen hoofdstuk 3 Gezondheidsproblemen bespreken Leslokaal, thuis, mediatheek Evaluatie met behulp van antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
4
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
04H01.C1.K.gev.reacties op gezondheidsproblemen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student weet de begrippen gezondheidsprobleem, stoornis, beperking en handicap uit te leggen. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen hoofdstuk 1 Reacties op gezondheidsproblemen. Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
5
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
04H02.C1.K.gev.negatieve effecten van gezondheidsproblemen voorkomen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan de negatieve effecten van gezondheidsproblemen benoemen. Studieboek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 2 Negatieve effecten van gezondheidsproblemen voorkomen. Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak voor het nakijken van de opdrachten gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
6
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
04H03.C1.K.gev.gevolgen van hospitalisering beperken Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan benoemen hoe de gevolgen van hospitalisering beperkt kunnen worden. Studieboek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 3 Gevolgen van hospitalisering beperken Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak voor het nakijken van de opdrachten gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
7
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
04H04.C1.K.gev.aanpassingen in de leefwijze Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan een zorgvrager adviseren en begeleiden bij het aanpassen van de leefwijze. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 4 Aanpassingen in de leefwijze Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Met behulp van het antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
8
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
04H05.C1.K.gev.vaardigheden, gedragregels en hulpmiddelen Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan hulp bieden bij de ondersteuning van de zorgvrager, de omgang met gedragsregels en het gebruik van hulpmiddelen. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen hoofdstuk 5 Vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen. Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
9
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
04H06.C1.K.gev.andere hulpverleningsmogelijkheden Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student weet welke andere hulpverleners er zijn en wat ze te bieden hebben door het maken van een sociale kaart. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 6 Andere hulpverleningsmogelijkheden Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Door middel van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
10
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
04H07.C1.K.gev.patiëntenvoorlichting Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan het doel van patiëntenvoorlichting aangeven en weet hoe deze op methodische wijze gegeven kan worden. boek Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 7 Patiëntenvoorlichting Thuis, leslokaal of kleine werkruimte Maak gebruik van de antwoordmodellen. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees het aangegeven hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
11
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.advies darmkrampjes I-care Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven welke kennis nodig is om een kraamvrouw voorlichting te geven over het omgaan met darmkrampjes bij de baby Start I-careflex op Boek Kraamverzorging Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medeleerlingen en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. Presenteren, materialen en middelen inzetten
Activiteit Maak van: Het verzorgen barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen (SamenZorg) Vrijdag, na de pauze, buikpijn Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
12
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.geïndiceerde en niet geïndiceerde symptomen Leerdoel
Locatie
De student kan een onderscheid maken tussen geïndiceerde symptomen en niet geïndiceerde symptomen. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal, thuis, mediatheek/OLC
Evaluatie
Evaluatie: zie boek.
Ondersteuning voor de competentie
K. Vakdeskundigheid toepassen
Theorie
Activiteit Maak uit het boek Voorlichting, advies en instructie, Thema 3 secundaire preventie toepassen, Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen: de samenwerkingsopdracht.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
13
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.instructie baby baden I-care Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven welke kennis nodig is om een vader voorlichting te geven over het in bad doen van de baby Start I-careflex op Boek “Het verzorgen van barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen“ Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. I. Presenteren, L. Materialen en middelen inzetten
Activiteit Maak van: Het verzorgen barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen (SamenZorg) Woensdag, voor de pauze, baby wassen Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
14
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.instructie navelstomp I-care Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven welke kennis nodig is om een kraamvrouw voorlichting te geven over het verzorgen van de navelstomp Start I-careflex op Boek Kraamverzorging Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medeleerlingen en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. Presenteren, materialen en middelen inzetten
Activiteit Maak van: Het verzorgen barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen (SamenZorg) Vrijdag, begin van de dienst, navelstomp Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
15
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.instructie voorbereiden aan oudere zv Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan m.b.v. een stappenplan instructie voorbereiden aan een oudere zorgvrager m.b.t. het uitvoeren van een bepaalde handeling. Boek; Voorlichting, advies en instructie Thema 4 tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 5 Vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen School of thuis. Evalueer aan de hand van antwoordmodel. Vraag evt. verduidelijking aan docent. K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten R. Op de behoefte van de klant richten T. Instructies en procedures volgen
Activiteit Volgens stappenplan een instructie voorbereiden over insuline toedienen met pen of het verzorgen van een stoma, aan een oudere zorgvrager die deze handeling zelf wil gaan doen. Werkwijze 1. Maak een keuze tussen insuline toedienen met de pen of het verzorgen van een stoma. 2. Zoek het stappenplan op voor het geven van instructie. 3. Werk dit stappenplan uit, geef bij iedere stap aan wat dit inhoudt voor deze handelingsinstructie. 4. Geef aan wat de aandachtspunten zijn speciaal voor de oudere zorgvrager.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
16
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.objectieve en subjectieve zinnen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student toont aan het verschil te weten tussen objectief en subjectief. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema: Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1: Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Met behulp van antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Je geeft bij iedere zin aan of deze objectief of subjectief is. Vervolgens bespreek je met elkaar de opdracht. Werkwijze Objectief en subjectief Je ziet hieronder een aantal zinnen staan. Onderstreep bij iedere zin de subjectieve zinsdelen rood en de objectieve zinsdelen blauw. Doe dit eerst individueel, bespreek het daarna na met je groepsgenoten. Welke zinnen zijn objectief en welke subjectief? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Het meisje komt de winkel in en loopt naar de winterjassen. Dat mooie meisje heeft een ruige jas aan die haar goed staat. Meneer Peters zal wel weer klachten hebben over het eten, zoals altijd. Hij staat nu een uur te wachten bij de bushalte en kijkt van tijd tot tijd op zijn horloge. Zij was erg slordig gekleed en maakte een onverschillige indruk. Mijn vriendin werd ten onrechte beschuldigd, want die vent heeft gewoon een hekel aan haar. 7. Mijn vriendin is erg onzelfstandig en stelt voortdurend vragen. 8. De man draagt een blauwe broek met een blauwwit gestreepte trui. 9. Volgens mij had ze vandaag geen goede zin, ze keurde alles af. 10. Toen het Joost voor de derde keer niet lukte het stukje in de puzzel te leggen, gooide hij het stukje op de grond. 11. Als hij lacht, knijpt hij zijn ogen samen en komen er rimpeltjes aan weerskanten. 12. Het hoofd van de afdeling zegt tegen de stagiaire dat zij die bewoner de volgende keer niet meer mag helpen met aankleden, omdat deze dat goed zelf kan. Kijk deze oefening gezamenlijk na. Bespreek met elkaar wat de begrippen subjectief en objectief inhouden.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
17
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.observatieverslag Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verwoordt het begrip observatie en is in staat een subjectief observatieverslag om te zetten in een objectief observatieverslag. Boek: voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1: Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal / thuis Laat een medestudent je opdracht nakijken/beoordelen en stel eventuele vragen aan je docent. J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
Activiteit Je leest de opdracht en maakt de bijbehorende vraag. Maak van een subjectief observatieverslag een objectief observatieverslag. Werkwijze Observeren: Je hebt een signaal opgemerkt bij de zorgvrager en je vraagt je af of de behoefte aan zorg aan het veranderen is. Beantwoord de volgende stappen: 1. Eerst moet je voor jezelf bepalen wat je precies wilt weten. 2. Dan vraag je je af in welke situatie je verandering hebt gezien. 3. Vervolgens kijk je in vergelijkbare situaties of je weer hetzelfde ziet. Je doet dat bijv. op vaste tijden van de dag. Je vraagt je dan af; zie ik weer hetzelfde als wat ik de eerste keer heb waargenomen? Er zit “een systeem” in het observeren. Je hebt er over nagedacht en aan de hand van een plan werk je dat uit. Bij het woord observeren moet je niet alleen denken aan: zien, ruiken, voelen en zelfs proeven. Ook wegen, meten en tellen kunnen hulpmiddelen zijn om nieuwe gegevens te verzamelen. Vraag: Heb je tijdens je stage wel eens iemand geobserveerd? Zo ja, beschrijf de situatie. Zo nee, waarom niet? Soms is het heel moeilijk om goed te observeren, bijv. verdriet of angst voor bepaalde dingen. Bij observeren zijn twee dingen heel belangrijk; objectief en subjectief. Objectief betekent alleen wat is waargenomen; bijv. dit is een spin. Subjectief betekent wat is waargenomen en waaraan dan een eigen mening is toegevoegd, bijv. dit is een heel lieve spin. Observeer objectief, laat je eigen mening erbuiten Observeer nauwkeurig, dus niet alleen horen maar ook…. Observeer meer dan één keer en op verschillende momenten Opdracht: Lees het onderstaande observatieverslag. Dit verslag is een subjectieve observatie. Maak er een objectief observatieverslag van.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
18
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Observatieverslag Meneer Karelsen zit verdwaast naar buiten te kijken. Zijn rolstoel ligt op zijn kant naast hem. Hij zal hem wel weer hebben omgeduwd. Hij kijkt erg verdrietig en er loopt een dikke traan over zijn wang. Als hij me ziet zegt hij;”waarom moet mij zoiets vreselijks overkomen?” Ik zie dat hij ongelukkig is. Hij heeft maar 1 been. Even later doet hij zijn ogen dicht. Een verzorgende komt hem vragen of hij meegaat om een wandeling te maken. Hij reageert agressief. Hij zwaait met zijn armen en roept; ”ga toch weg mens.” Hij draait zijn hoofd naar het raam. Hij doet alsof hij naar buiten kijkt maar hij heeft zijn ogen dicht. Af en toe hoor je een snik. Meneer Karelsen kan zijn handicap niet accepteren.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
19
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.preventie en GVO aan de kraamvrouw Leerdoel
De student heeft kennis van preventie en GVO aan de kraamvrouw Boek Kraamverzorging Kraamverzorging Theorielokaal/thuis Vergelijk je uitkomsten met die van een medestudent. Gebruik het antwoordprotocol behorende bij deze opdracht. I. Presenteren, L. Materialen en middelen inzetten
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie Activiteit Maak de bijbehorende opdracht
1. In een gezin is een baby geboren, het is het eerste kindje. Er komt iedere dag veel bezoek, ook ‟s avonds. De moeder is oververmoeid geraakt en vertelt jou als kraamverzorgster op de laatste dag dat je er bent, dat ze niet weet hoe ze het zonder jou moet redden. Welke adviezen geef je? 2. Een kraamvrouw heeft een langdurige, moeizame bevalling gehad. Ze heeft haar vierde kind gekregen. Ze blijft veel in bed omdat ze wil uitrusten. Straks is de kraamverzorgster weg en moet ze alles weer zelf doen. Je hebt een GVO-gesprek met haar, welke punten komen daarin aan de orde? 3. Wat kunnen oorzaken zijn van overmatig veel huilen en welke adviezen kun je geven aan ouders met een huilbaby?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
20
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.voorlichting geven aan een oudere zorgvrager met een chronische aandoening Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan voorlichting geven aan een oudere zorgvrager met COPD en of hartfalen. Boek: Het verzorgen van ouderen Thema 3 Contextgebonden zorgverlening Hoofdstuk 1 De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag School, OLC Kijk de opdracht na m.b.v. antwoordmodel. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Maak uit het boek: Het verzorgen van ouderen, Thema 3 Contextgebonden zorgverlening, Hoofdstuk 1 De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag: Praktijk 1 Praktijk 2
Albeda college Branche Gezondheidzorg
21
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.K.gev.voorlichting huilen I-care Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven welke kennis nodig is om voorlichting te geven aan een kraamvouw over het huilgedrag van de baby Start I-careflex op Boek Kraamverzorging Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medeleerlingen en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. I. Presenteren, L. Materialen en middelen inzetten
Activiteit Maak van: Het verzorgen barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen (SamenZorg) Dinsdag, begin van de dienst, huilen Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
22
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.adviezen aanpassing leefwijze Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan adviezen geven bij gezondheidsproblemen. Boek: voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 4 Reacties op gezondheidsproblemen Leslokaal Door samen met de werkgroepstudentes de evaluatie, die aan het eind van de opdracht in het boek staan, te gaan doen. Vraag eventueel hulp aan de docent. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Maak uit bovenstaand hoofdstuk de samenwerkingsopdracht Variatie: Werk de vragen individueel uit en laat het rollenspel weg. Voor de evaluatie bespreek je met een mede leerling je antwoorden op de vragen. Kies zelf een gezondheidsprobleem waarover je advies wilt geven. Vul zelf het lijstje uit de samenwerkingsopdracht aan. Geef een presentatie over de antwoorden op de vragen in plaats van het rollenspel. Voer een discussie over de antwoorden die je gegeven hebt op de vragen. Maak een folder over het gezondheidsprobleem en de adviezen die jij geeft.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
23
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.doelgericht observeren Leerdoel De student kan bewust en doelgericht observeren. Theorie Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Locatie Leslokaal Evaluatie Evalueer met behulp van de evaluatiepunten. Ondersteuning voor de J. Formuleren en rapporteren competentie Activiteit Je gaat samen 3 medestudenten bewust en doelgericht observeren. Dit doe je met behulp van onderstaande punten. Voorbereiding Bespreek van te voren: Wie jullie gaan observeren. Wat jullie gaan observeren. Of het om een lichamelijk verschijnsel gaat of om een bepaald gedrag. Waarom jullie gaan observeren. Welk doel jullie hebben om te observeren. Wanneer, hoe lang en waar jullie gaan observeren. Op welke manier jullie gaan observeren. Welke hulpmiddelen jullie gebruiken bij de observatie (maken jullie van te voren een lijst met observatiepunten of letten jullie gewoon op). Bespreek met de docent jullie voorbereiding. Uitvoering Geef uitvoering aan jullie plan om te observeren op het moment en de manier zoals afgesproken. Evaluatie Product: 1. Wat is jullie conclusie naar aanleiding van jullie observatie? 2. Komt jullie conclusie overeen met wat jullie van te voren gedacht hadden? 3. Wat is het verschil tussen bewust/doelgericht observeren in vergelijking met als jullie onder dezelfde omstandigheden “gewoon” op dezelfde plaats aanwezig waren. Proces: 1. Hoe is de samenwerking verlopen tijdens deze opdracht? 2. Kwamen jullie observaties met elkaar overeen? Met andere woorden: waren jullie observaties steeds hetzelfde of zaten daar ook verschillen in. Afronding Maak een observatieverslag van 2 A4-tjes waarin de voorbereiding, uitvoering en evaluatie (product en proces) beschreven staan.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
24
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.eerste indruk Leerdoel
De student kan onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve observatie. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen. Leslokaal Bespreek de opdracht na met je medeleerlingen en vervolgens met je docent. Luisteren Vakdeskundigheid toepassen Duidelijk uitleggen en toelichten Informatie uiteenrafelen
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
Activiteit Door middel van een oefening kom je erachter hoe je een ander, zowel objectief als subjectief, observeert. Werkwijze: Iedere student komt om de beurt binnen, maar mag helemaal niets zeggen. De student gaat staan, lopen of iets doen, dat mag zij/hij zelf bepalen. Andere studenten observeren op: Objectieve kenmerken Subjectieve kenmerken Beschrijf wat je geobserveerd hebt met behulp van onderstaande tabel. Objectief
Subjectief
Albeda college Branche Gezondheidzorg
25
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.gevolgen gezondheidsproblemen Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competenties
De student kan negatieve effecten van gezondheidsproblemen benoemen. De student kan maatregelen bedenken om de negatieve effecten te beïnvloeden. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Hoofdstuk 2 (Preventie en GVO Hoofdstuk 10). Leslokaal Door samen met de werkgroepstudentes de evaluatie, die aan het eind van de opdracht in het boek staat. Vraag eventueel hulp aan de docent. I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Doe de samenwerkingsopdracht uit het boek preventie en GVO Variatie: Bespreek met 3 a 4 personen een bestaande situatie uit je leven of omgeving waarin gezondheidsproblemen naar voren kwamen. Je kunt het lijstje uit de samenwerkingsopdracht aanvullen met gezondheidsproblemen die je zelf hebt meegemaakt of interessant vindt om te onderzoeken. Bijvoorbeeld een gebroken been, het hebben van migraine enz.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
26
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.instructie geven hulpmiddelen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan instructie geven aan een zorgvrager om een hulpmiddel te gebruiken. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 5 Vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen Leslokaal Door samen met de werkgroepstudenten de evaluatie, die aan het eind van de opdracht in het boek staan, te gaan doen. K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures volgen
Activiteit Lees genoemde hoofdstuk en maak hiervan de samenwerkingsopdracht. Variatie: Doe deze samenwerkingsopdracht met z‟n tweeën. Bespreek de instructie samen na. Verzin zelf een casus waarin je instructie moet geven. bijvoorbeeld: geef instructie aan een zorgvrager met een gehoorapparaat over het schoonmaken ervan. Of geef instructie over het lopen met een looprek.... verzin maar. Maak een video instructie over een hulpmiddel voor een zorgvrager. Vraag hiervoor de camera aan de docent.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
27
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.instructie geven Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan in een rollenspel m.b.v. een stappenplan instructie geven aan een oudere zorgvrager over het uitvoeren van een bepaalde handeling. Reserveer een praktijklokaal of de benodigde praktijkbenodigdheden. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 5 Vaardigheden, gedragsregels en hulpmiddelen School, praktijklokaal Evalueer in subgroepje m.b.v. aantal evaluatievragen die in de opdracht verwerkt zijn. K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten E. Samenwerken en overleggen
Activiteit: Met behulp van rollenspel oefenen in het geven van instructies aan een oudere zorgvrager. Dit is aan de hand van een aantal casussen.
Werkwijze 1. Vorm een groepje van 3 a 4 personen (zorgvrager, verzorgende, evt. familie, observant). 2. Maak een keuze uit de beschreven casussen. 3. Neem de gekozen casus door en verdeel de rollen. 4. Spreek af hoeveel tijd je hebt voor de voorbereiding en hoelang het spel mag duren. Het is belangrijk dat de voorbereiding apart gebeurt, op die manier weet de “zorgvrager” niet hoe er uitleg gegeven gaat worden en weet de “verzorgende” niet hoe de zorgvrager gaat reageren. 5. Maak een plan voor je instructie en ga methodisch te werk. Volg de stappen van het plan voor het geven van een instructie. Gebruik hiervoor je studieboeken. 6. Speel het rollenspel. 7. Bespreek het rollenspel na. De verzorgende uit het rollenspel vertelt hoe het geven van de instructie is verlopen. Vervolgens vertelt de zorgvrager over zijn ervaringen en het evt. familielid. Hierna vertelt de observant wat hem/haar is opgevallen. 8. Doe hetzelfde nogmaals met een andere rol en een andere casus, net zolang iedereen een keer instructie heeft gegeven. 9. Beantwoord hierbij ook de volgende vragen: a. was de instructie juist? b. was de instructie duidelijk? c. werd de instructie methodisch gegeven? d. was de instructie aangepast aan de zorgvrager? e. heeft degene die de rol van de zorgvrager speelde het idee dat ze de vaardigheid beheerst of het hulpmiddel kan gebruiken? 10. Herhaal bovenstaande stappen met een andere casus.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
28
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Casussen Casus 1. Je geeft de dochter van mevrouw Klomp instructie in het aan- en uittrekken van elastische steunkousen. Mevrouw Klomp is 84 jaar en heeft reuma. Casus 2; Je geeft mevrouw Jansen instructie in het gebruik van haar elektrische hooglaagbed. Ze ligt tijdens de instructie in bed. Mevrouw is 75 jaar oud en heeft COPD. Ze is hardhorend. Casus 3: Je geeft meneer De Vries instructies over het gebruik van de insulinepen. Hij wil zichzelf leren prikken. Meneer is 80 jaar oud en is nog heel fit. Casus 4: Je geeft mevrouw Petterson instructies over het verzorgen van haar Colonstoma. Zij is 71 jaar oud en heeft sinds 3 maanden een stoma t.g.v. een darmtumor. Zij vindt het heel lastig om afhankelijk te zijn van hulp en wil het graag zelf leren te verzorgen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
29
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.luisteren Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verwoordt het verschil tussen objectief luisteren en subjectief luisteren. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Bespreek de opdracht na met je medeleerlingen en beantwoord de evaluatie vragen. J. Formuleren en rapporteren
Activiteit Je geeft aan elkaar een zin door. Degene die het laatst de zin heeft gehoord schrijft de zin op het bord. Je kijkt hoe de boodschap van de zin is overgekomen. Werkwijze Bij een groep van 12 studenten wordt de groep in tweeën verdeeld. Bij een groep van minder dan 12 studenten wordt er in één groep gewerkt. Iedere groep gaat in een rij zitten. De student aan het begin van de rij krijgt een stukje tekst (zie bijlage) te lezen en vertelt deze door aan de buurman en zo verder. De laatste student van de rij schrijft de tekst op een bord. Vergelijk met elkaar wat er opgeschreven is en wat de begintekst was. Evaluatie vragen 1. Is de tekst goed overgekomen? Zo, niet noteer de “nieuwe” zin. 2. Geef aan welk deel uit de zin objectief luisteren laat zien. 3. Geef aan welk deel uit de zin subjectief luisteren laat zien. 4. Porbeer er gezamenlijk achter te komen bij wie de zin is veranderd. 5. Onderzoek wat de een reden kan zijn dat de zin bij diegene veranderd is. Je kan dan denken aan dat iemand ergens door afgeleid werd, verschillende interpretaties, articulatie, etc. 6. Bedenk een voorbeeld vanuit je werkveld/stage waarin naar voren is gekomen dat er subjectief geluisterd is.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
30
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Bijlage: Zinnen
De weerberichten voor overmorgen zijn wisselend en voorspellen niet veel goeds.
De kat van mijn buurvrouw heeft 2 grijze streepjes op zijn voorpoot en een wit plekje op zijn neus.
Jan heeft weer in zijn broek geplast en in de tas van de buurvrouw zat geen luier.
Meneer de Bruin heeft 2 glazen whisky gedronken, zijn adem ruikt naar pepermunt en dan weet ik genoeg.
Is die blauwgroene auto, die voor mijn deur staat geparkeerd van jou?
Ik krijg op een heel bijzondere manier les, ze noemen dat competentiegericht leren, geloof ik.
Ik geloof niet dat die jongen erg handig is, nadat hij mijn lamp had gerepareerd kreeg ik kortsluiting in huis!
Ik heb de tillift niet gebruikt en nu heb ik erg veel last van mijn rug.
Wat kijk je verdrietig; wist je niet dat het examen een uur eerder begonnen is?
Ik begrijp niet dat zij met een man is getrouwd die „s morgens vroeg zo chagrijnig is.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
31
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.observeren foto Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student beschrijft het verschil tussen objectief en subjectief waarnemen. Min. 2 studenten, verschillende foto‟s bijv. uit een studieboek of van internet, pen en papier. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Bespreek de opdracht samen met je collega-student met behulp van de evaluatiepunten. J. Formuleren en rapporteren
Activiteit Je bekijkt met zijn tweeën ieder een verschillende foto. Je beschrijft de foto die jij bekeken hebt. De beschrijving geef je aan je collega-student, deze beoordeelt je beschrijving op subjectieve elementen. Werkwijze Bekijk, samen met een medestudent, een foto zonder met elkaar te praten. Beschrijf wat je ziet op de foto. Geef jouw beschrijving aan je collega-student en jij krijgt de beschrijving van je haar/hem. Onderstreep de subjectieve elementen in de beschrijving van de ander. Na het onderstrepen geef je de beschrijving weer terug aan de ander en bekijk je eigen beschrijving op de subjectieve elementen in je verslag. Je bespreekt het na met je collega-student. Evaluatie Bespreek de punten met je medeleerling: Beschrijf de verschillen en overeenkomsten tussen jouw beschrijving van de foto en die van de ander. Met welke aspecten hebben jouw subjectieve elementen te maken bijv.; emotionele betrokkenheid? Motiveer je antwoord.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
32
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.patiënten voorlichting geven Leerdoel Theorie
De student kan voorlichting geven aan een zorgvrager. Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 4 Tertiaire preventie toepassen Hoofdstuk 7 Patiëntenvoorlichting
Locatie
Leslokaal
Evaluatie
Door samen met de werkgroep studenten de evaluatie, die aan het eind van de opdracht in het boek staan, te gaan doen. Vraag eventueel hulp aan de docent. K. Vakdeskundigheid toepassen
Ondersteuning voor de competentie
Activiteit Maak van bovenstaand hoofdstuk de samenwerkingsopdracht Variatie: Doe deze opdracht met z‟n tweeën. Kies een casus een geef de voorlichting aan elkaar. Evalueer met de vragen onder aan de opdracht. Verzin zelf een casus waarover je voorlichting zou willen geven of aan wie je voorlichting wil geven. Maak een poster met de onderdelen van je voorlichting en geef aan de hand van deze poster je voorlichting.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
33
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.schriftelijk rapporteren (taaltaak) Leerdoel
Locatie
De student kan een rapportage maken vanuit een voorgelezen verhaal. Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 2 Observaties rapporteren Leslokaal
Evaluatie
Bespreek de opdracht na met elkaar en met je docent
Ondersteuning voor de competentie
J. Formuleren en rapporteren
Praktische voorbereiding
Activiteit Je luistert naar een verhaal en maakt hiervan een schriftelijke rapportage. Vervolgens vergelijk je je eigen rapportage met die van je medeleerlingen. Hiervan maak je een verslag, waarin je antwoord geeft op de evaluatie vragen. Werkwijze De docent leest een artikel voor (kiest docent zelf uit). Na afloop van het voorlezen maak je een schriftelijke rapportage van datgene wat je hebt gehoord. Vergelijk in je groepje de rapportages van elkaar en schrijf de overeenkomsten en de verschillen op. Evaluatie Schrijf een verslag en beantwoord daarin de volgende vragen: 1. Hoe vond je het om schriftelijk te rapporteren? 2. Waar had je de meeste moeite mee tijdens het rapporteren? 3. Gaf jouw rapportage een goed beeld van het artikel? Leg uit waarom. 4. Waar moet je op letten bij een schriftelijke rapportage?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
34
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.waarnemen en observeren van afbeeldingen Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor competentie
De student verwoordt het begrip objectieve observatie en subjectieve observatie Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Bespreek de opdracht na met je medestudenten en vervolgens met je docent J. Formuleren en rapporteren
Activiteit Je bekijkt met anderen dezelfde afbeeldingen en beschrijf wat je hierbij ziet. Vervolgens signaleer je of je allemaal hetzelfde hebt gezien (objectief) of dat je in je beschrijving subjectief bent geweest. Werkwijze Alle studenten bekijken zonder specifieke opdracht dezelfde afbeeldingen en iedereen beschrijft telkens in 3 zinnen wat zij/hij ziet. Vergelijk vervolgens met elkaar wat er is opgeschreven en signaleer of: Iedereen hetzelfde ziet. Of er sprake is van een eigen interpretatie.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
35
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C1.VH.gev.waarnemen en observeren Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verwoordt het begrip objectieve observatie en subjectieve observatie Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 3 Secundaire preventie toepassen Hoofdstuk 1 Observeren van gezondheidsproblemen Leslokaal Bespreek de opdracht na met je medestudenten en maak de evaluatie vragen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Door middel van een observatieoefening kom je erachter hoe objectief /subjectief je een ander observeert. Werkwijze Observeren (doelgericht waarnemen: zien) Je werkt met 3 studenten in een groepje. Twee studentes observeren de 3de student gedurende een minuut op uiterlijke kenmerken. Nu draaien de 2 studenten zich om en verandert de 3de student 5 observeerbare zaken aan haar/ zijn uiterlijk. (bijv. bril af, knoopjes los, ring aan de andere vinger). De 2 studenten draaien zich weer om naar 3de student en zoeken en beschrijven de veranderingen op papier, zonder met elkaar te praten. Bespreek met elkaar wat de verschillen zijn die je geobserveerd hebt. Tot slot geeft de leerling die geobserveerd is aan welke veranderingen er gedaan zijn. Evaluatie vragen Bedenk een situatie bij jou in het werkveld/stage waarin observeren zeer van belang kan zijn. Schrijf deze situatie op en bespreek deze met je medestudenten.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
36
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H01 C2.K.gev. De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 1 De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met longemfyseem en welke voor zorgvragers met chronisch hartfalen? Wat is de doelstelling van deze organisaties?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
37
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H02 C2.K.gev. De zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 2 De zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met de ziekte van Alzheimer? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
38
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H03 C2.K.gev. De zorgvrager met het syndroom van Korsakov en hartklachten Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met het syndroom van Korsakov en hartklachten Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 3 De zorgvrager met het syndroom van Korsakov en hartklachten Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met het syndroom van Korsakov? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met het syndroom van Korsakov. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met het syndroom van Korsakov? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
39
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H04 C2.K.gev. De dementerende, slechtziende en slechthorende zorgvrager Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een dementerende, slechtziende en slachthorende zorgvrager Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 4 De dementerende, slechtziende en slachthorende zorgvrager Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een dementerende, slechtziende en slachthorende zorgvrager? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een dementerende, slechtziende en slachthorende zorgvrager. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor dementerende zorgvragers? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
40
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H05 C2.K.gev. De zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 5 De zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met een diabetes mellitus en welke voor zorgvragers met prostaatkanker? Wat is de doelstelling van deze organisaties?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
41
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H06 C2.K.gev. De revaliderende volwassen zorgvrager in het verpleeghuis na een CVA links Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een revaliderende volwassen zorgvrager in het verpleeghuis na een CVA links Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 6 De revaliderende volwassen zorgvrager in het verpleeghuis na een CVA links Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een revaliderende volwassen zorgvrager na een CVA links? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een revaliderende zorgvrager met een CVA links. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met een CVA? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
42
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H07 C2.K.gev. De zorgvrager die depressief is na een heupoperatie Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager die depressief is na een heupoperatie Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 7 De zorgvrager die depressief is na een heupoperatie Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager die depressief is na een heupoperatie? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager die depressief is na een heupoperatie.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
43
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H08 C2.K.gev. De zorgvrager met de ziekte van Parkinson Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met de ziekte van Parkinson Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 8 De zorgvrager met de ziekte van Parkinson Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met de ziekte van Parkinson? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met de ziekte van Parkinson. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers de ziekte van Parkinson? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
44
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Beleving dementerende ZV I-care Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven hoe een gesprek wordt gevoerd met de naasten van een dementerende zorgvrager over zijn/haar beleving Start I-careflex op Boek “Verzorgen van ouderen“ Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. G. Relaties bouwen en netwerken R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Maak van: Het verzorgen van ouderen (Lauwershof) Dinsdag, na de pauze, besef en beleving Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
45
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Benaderingswijzen I-care Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven hoe en in welke situatie de verschillende benaderingswijzen bij dementie worden toegepast Start I-careflex op Boek “Verzorgen van ouderen“ Kijk de opdracht na met medeleerlingen en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. D. Aandacht en begrip tonen G. Relaties bouwen en netwerken
Activiteit Maak van: Het verzorgen van ouderen (Lauwershof) Woensdag, begin van de dienst, benaderingswijzen Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
46
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Psychosociale begeleiding bij cognitieve stoornis (taaltaak) Leerdoel
Theorie
Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student beschrijft de aandachtspunten van de psychosociale begeleiding aan een oudere zorgvrager met een cognitieve stoornis. Verzorgen van ouderen. Contextgebonden zorgverlening, begeleiding. Internet (voorbeeld artikelen beroeps gerichte tijdschriften) Laat je uitgewerkte artikel ter beoordeling zien aan je begeleidend docent C. Begeleiden J. Formuleren en rapporteren
Activiteit Schrijf een artikel voor een tijdschrift voor verzorgende over de aandachtspunten van de psychosociale begeleiding bij twee cognitieve stoornissen in de ouderenzorg. Werkwijze Het artikel van maximaal twee A4 moet voldoen aan de volgende criteria: 1. Kies twee cognitieve stoornissen die op kunnen treden bij ouderen. 2. Beschrijf bij iedere cognitieve stoornis de aandachtspunten van de psychosociale begeleiding. 3. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen? 4. Waardoor worden deze overeenkomsten en verschillen veroorzaakt? 5. Het artikel wordt voorzien van een passende titel en een passende foto.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
47
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Stellingen psychosociale begeleiding ouderenzorg (taaltaak) Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verkrijgt inzicht in de psychosociale gevolgen van ouderdomsziekten Verzorgen van ouderen. Contextgebonden zorgverlening, begeleiding. Theorielokaal. Bespreek jullie uitwerking met je begeleidend docent E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden
Activiteit Discussieer met medestudenten over de psychosociale gevolgen ouderdomsziekten volgens de onderstaande werkwijze. Werkwijze 1. Vorm een subgroep van 4-5 personen. 2. Maak een afspraak wanneer je gaat discussiëren over de onderstaande uitspraken. 3. Bestudeer individueel de onderstaande uitspraken. 4. Zoek begrippen op die je niet kent 5. Schrijf je argumenten voor of tegen de uitspraak op papier. 6. Discussieer met je subgroep over de uitspraak en probeer tot een gemeenschappelijk antwoord te komen. 7. Schrijf de uitspraken met de gemeenschappelijke antwoorden op papier. Uitspraken 1. De psychosociale begeleiding van een zorgvrager met Alzheimer is vooral gericht op de familie, de zorgvrager weet het toch niet meer. 2. Je moet een oudere zorgvrager met een vorm van dementie niet corrigeren in tijd plaats en persoon, daar gaat hij zich steeds rotter door voelen. 3. Oudere zorgvragers met geheugenstoornissen moeten eenduidig worden benaderd, ook door de familie. 4. Oudere zorgvragers zeuren vaak dat vroeger alles beter was. 5. Oudere zorgvragers met hetzelfde ziektebeeld leg je bij voorkeur op dezelfde afdeling, ze hebben toch allemaal dezelfde psychosociale zorg nodig 6. Zieke ouderen krijgen vroeg of laat te maken met een depressie. 7. Oudere zorgvragers hebben geen last van een verstoord lichaamsbeeld of verstoord zelfbeeld. 8. Een oudere zorgvrager die gelaten of berustend reageert met betrekking tot zijn ziekte heeft geen psychosociale begeleiding nodig. 9. Zorgvragers met een CVA krijgen te maken met verliesverwerking. 10. Oudere zorgvragers raken naar verloop van tijd in een sociaal isolement. 11. Begeleiden van familie en mantelzorgers van oudere zorgvragers is geen verzorgende taak. 12. Angst voor de dood speelt bij iedere oudere die een ouderdomsziekte krijgt een rol.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
48
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H01 C2.K.gev. De zorgvrager met reuma Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met reuma Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 1 De zorgvrager met reuma Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met reuma? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met reuma. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met reuma? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
49
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H02 C2.K.gev. De zorgvrager met multiple sclerose Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met multiple sclerose Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 2 De zorgvrager met multiple sclerose Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met multiple sclerose? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met multiple sclerose. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met multiple sclerose? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
50
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H03 C2.K.gev. De oudere zorgvrager met kanker Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met kanker Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 3 De oudere zorgvrager met kanker Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met kanker? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met kanker. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met kanker? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
51
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H04 C2.K.gev. De zorgvrager met CVA die revalideert Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met CVA Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 4 De zorgvrager met CVA die revalideert Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met CVA die revalideert? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met CVA die revalideert. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met een CVA? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
52
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H05 C2.K.gev. De zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 5 De zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met de ziekte van Crohn en welke voor zorgvragers met een stoma? Wat is de doelstelling van deze organisaties?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
53
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H06 C2.K.gev. De zorgvrager met COPD Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met COPD Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 6 De zorgvrager met COPD Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met COPD? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met COPD. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met COPD? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
54
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H07 C2.K.gev. Een zorgvrager met aids Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met aids Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 7 De zorgvrager met aids Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met aids? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met aids. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met aids? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
55
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H08 C2.K.gev. Een zorgvrager met diabetes mellitus Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met diabetes mellitus Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 8 De zorgvrager met diabetes mellitus Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met diabetes mellitus? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met diabetes mellitus. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met diabetes mellitus? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
56
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H09 C2.K.gev. Een zorgvrager met een dwarslaesie Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van een zorgvrager met een dwarslaesie Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 9 De zorgvrager met een dwarslaesie Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een dwarslaesie? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een dwarslaesie. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met een dwarslaesie? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
57
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Begeleiden naasten I-care Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven op welke wijze de naasten van een chronisch zieke zorgvrager worden begeleid Start I-careflex op Boek “Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening“ Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. G. Relaties bouwen en netwerken R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael) Dinsdag, begin van de dienst, ontkenning Dinsdag, voor de pauze, loslaten Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
58
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Coping, omgaan met emoties tijdens ziekte Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie
Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student beschrijft haar rol als verzorgende met betrekking tot de diverse strategieën die de zorgvrager gebruikt om met emoties om te gaan. Zorg dat je de beschikking hebt over je studieboek en internet. Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening: Contextgebonden zorgverlening, ondersteunende begeleiding. Internet, I-Care plein Laat je uitwerking ter beoordeling zien aan je begeleidend docent. D. Aandacht en begrip tonen M. Analyseren F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Beschrijf jouw rol als verzorgende als de zorgvrager een strategie gebruikt om met zijn emoties om te gaan. Beschrijf of het een juiste of onjuiste strategie is. Gebruik de onderstaande werkwijze. Werkwijze Angst, boosheid en verdriet zijn emoties waar je mee te maken krijgt als je de verpletterende boodschap krijgt, je hebt een chronische ziekte of je ben invalide voor de rest van je leven… Mensen gebruiken verschillende strategieën om met deze emoties om te gaan. Sommige daarvan zijn positief en helpen je de draad van het leven weer op te pakken. Andere strategieën bezorgen je alleen nog meer angst of verdriet. Toch slagen heel wat mensen, en hun omgeving erin een positieve draai te geven aan hun ziekte. In deze activiteit vind je de verschillende strategieën die een zorgvrager na de diagnose en tijdens zijn ziekte kan gebruiken om met de bijbehorende emoties om te gaan. Werk voor iedere strategie de onderstaande vragen uit. 1. 2. 3. 4.
Wanneer is het goed om deze strategie te gebruiken? Wanneer is het niet goed om deze strategie te gebruiken. Wat kun je als verzorgende in deze situatie doen? Wat kun je als verzorgende in deze situatie beter niet doen?
Strategie 1 Jezelf ontlasten (vrijwaren) van schuld. Bij Janet is vorige week longkanker vastgesteld. Ze denkt: 'Ik heb altijd mijn best gedaan en gezond geleefd. Ik heb nooit gerookt en ben niet te dik. Mij valt niets te verwijten, dit had iedereen kunnen overkomen.' Ook bij Erwin is onlangs longkanker geconstateerd. Hij denkt: 'Ik rook dan wel, maar dat kan toch nooit de oorzaak zijn. Ik ben in goede conditie en nog maar 40 jaar! Wat maken die paar sigaretten dan uit?' Strategie 2 Een positieve wending aan de ziekte geven. Thom was een workaholic, tot hij een jaar geleden een hartaanval kreeg. Dat heeft hem aan het denken gezet. 'Wat is nu echt belangrijk in het leven? Waar doe je het allemaal voor?' Zijn conclusie: liefde en genieten, daar draait het om. Hij gaat nu regelmatig met zijn vrouw leuke dingen doen en geniet van zijn kleinkinderen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
59
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Strategie 3 Jezelf vergelijken met mensen die er beter aan toe zijn. Nico heeft al twee jaar last van het chronischevermoeidheidssyndroom (CVS). Elke week gaat hij naar een bijeenkomst van lotgenoten. Als hij daar iemand ziet die meer energie heeft dan hij en alweer aan het werk is, denkt hij: 'Dat lukt me nooit, wat ben ik er beroerd aan toe.' Maria heeft ook CVS en zit in dezelfde gespreksgroep. Ziet ze iemand die er beter aan toe is, dan denkt ze: 'Dat wil ik ook, hoe heeft die ander dat aangepakt?' Strategie 4 Jezelf vergelijken met mensen die er slechter aan toe zijn. François heeft kort na elkaar twee hersenbloedingen gehad. In het revalidatiecentrum komt hij veel lotgenoten tegen. Als hij daar iemand ziet die er slechter aan toe is, denkt hij: 'Oei, als ik maar niet op dat punt beland!' Veerle revalideert ook. Als zij iemand ziet die er slechter aan toe is, denkt ze: 'Dan heb ik toch maar getroffen, het had veel erger kunnen zijn!' Strategie 5 Relativeren. Situatie: Mireille heeft in een auto-ongeluk een whiplash opgelopen. Ze is vaak moe en heeft pijn aan haar nek en schouders. Ze denkt: 'Als die auto harder op de mijne was gebotst, had dit nog veel erger kunnen aflopen. Ik had wel dood kunnen zijn!' Strategie 6 Ontkennen. Philip heeft ontdekt dat hij besmet is met het hiv-virus. Hij wil er niet aan denken en gewoon blijven genieten van zijn vrijgezellenleven. Hij denkt: 'Aids is toch geen probleem meer, er zijn zoveel medicijnen voor.' Hij blijft onveilig vrijen. Strategie 7 Berusten. Paula heeft sinds vorig jaar een hersentumor. Ze was verbijsterd toen ze het hoorde, maar heeft zich er ondertussen bij neergelegd. Ze probeert zoveel mogelijk te genieten van elke dag. Ze denkt: 'Ik kan er toch niks aan doen, het is nu eenmaal niet anders.' Strategie 8 Protesteren. Ariane heeft twee jaar geleden te horen gekregen dat ze multiple sclerose heeft - een verlammende spierziekte die tot een vroegtijdige dood leidt. Ze is boos, en vraagt zich steeds weer af: 'Waarom moet mij dit overkomen?' Ze vindt het oneerlijk dat dit haar overkomt. Strategie 9 Doemdenken. Situatie: Beatrice heeft een leverziekte en moet binnen vier jaar een levertransplantatie ondergaan om te overleven. Donoren zijn echter zeer zeldzaam. Ze denkt vaak: 'Ik krijg nooit op tijd een nieuwe lever'. Ze ziet al voor zich hoe haar man en kinderen haar begraven. Situatie 10 Jezelf moed inspreken. Jeanine heeft de ziekte van Crohn, een chronische darmziekte die zorgt voor buikpijn en vermoeidheid. Het kan dagen of weken goed gaan, tot ze opeens een terugval heeft. Ze zegt dan tegen zichzelf: 'Dit gaat wel weer over!' en: 'Na regen komt zonneschijn.' Vindt ze het moeilijk haar dieet te volgen, dan zegt ze tegen zichzelf: 'Kom op, dit is goed voor je!‟
Albeda college Branche Gezondheidzorg
60
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Emoties na de diagnose Leerdoel Theorie
Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student beschrijft de emoties waar een zorgvrager mee te maken kan krijgen na het horen van de diagnose. Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening, Contextgebonden zorgverlening, begeleiding. Internet, I-Care plein. Mediatheek, Dvd‟s Laat je uitwerking ter beoordeling zien aan je begeleidend docent. D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
Activiteit Beschrijf de emoties waar een zorgvrager mee te maken kan krijgen na het horen van de diagnose. Werkwijze Veel mensen krijgen in hun leven te maken met een ernstige en of invaliderende ziekte, zoals kanker, diabetes of een hartkwaal. Zo'n ernstige ziekte confronteert je met je sterfelijkheid en roept veel emoties op. In deze opdracht ga je op zoek naar de emoties waar chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden mee te maken krijgen. Beantwoord de volgende vragen: 1. Kies drie ziektebeelden die een chronische ziekte, een handicap of revalidatie tot gevolg hebben. 2. Met welke emoties kunnen de zorgvragers met de door jou gekozen ziektebeelden in aanraking komen na de diagnose. 3. Noem per emotie de reden waarom de zorgvrager deze emotie kan hebben. 4. Zijn er verschillen en overeenkomsten tussen de ziektebeelden? 5. Wat zijn de redenen van deze verschillen en overeenkomsten? 6. Hoe kun jij als verzorgende de zorgvrager begeleiden bij deze emoties? Reflectievragen 1. Waarom heb je gekozen voor deze drie ziektebeelden? 2. Welke informatiebronnen heb je gebruikt om deze activiteit te maken? 3. Wat vond je moeilijk aan deze activiteit? 4. Wat heb je geleerd van deze activiteit?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
61
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Functionele relatie I-care Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven op wat het verschil is tussen een functionele relatie en een persoonlijke relatie Start I-careflex op Boek “Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening“ Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael) Maandag, eind van de dienst, persoonlijk contact Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
62
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Stellingen Leerdoel
Theorie
Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student verkrijgt inzicht in de psychosociale gevolgen van een chronisch ziekte, lichamelijke handicap en revalidatie. Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening, Contextgebonden zorgverlening, begeleiding. Internet, I-Care plein Bespreek jullie uitwerking en laat dit ter beoordeling zien aan je begeleidend docent. D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
Activiteit Discussieer met medestudenten over de psychosociale gevolgen van een chronische ziekte, lichamelijke handicap en revalidatie volgens de onderstaande werkwijze. Werkwijze 1. Vorm een subgroep van 4-5 medestudenten. 2. Maak een afspraak wanneer je gaat discussiëren over de onderstaande uitspraken. 3. Bestudeer individueel de onderstaande uitspraken. 4. Zoek begrippen op die je niet kent 5. Schrijf je argumenten voor of tegen de uitspraak op papier. 6. Discussieer met je subgroep over de uitspraak en probeer tot een gemeenschappelijk antwoord te komen. 7. Schrijf de uitspraak met de gemeenschappelijke antwoorden op papier. Uitspraken 1. De situatie van een chronisch zieke is definitief veranderd van een leven leiden naar een leven lijden. 2. Je moet een chronisch zieke niet steeds vragen hoe het gaat, daar gaat hij zich steeds rotter door voelen. 3. Alle chronisch zieke hebben problemen op het gebied van seksualiteit. 4. Chronisch zieke zorgvragers zijn vaak betweterig, omdat ze denken meer van hun ziekte te weten dan hun dokter 5. Revaliderende met hetzelfde ziektebeeld leg je bij voorkeur op dezelfde afdeling, ze hebben toch allemaal dezelfde psychosociale zorg nodig 6. Revaliderende krijgen vroeg of laat te maken met een depressie. 7. Het terugkrijgen van zoveel mogelijk lichamelijke functies is het belangrijkste doel van een revaliderende zorgvrager. 8. Iemand in een rolstoel is lichamelijk gehandicapt. 9. Een onzichtbare handicap is voor een zorgvager het prettigst in de omgang. 10. Een lichamelijk gehandicapte zorgvrager heeft een verstoord lichaamsbeeld. 11. Begeleiden van familie en mantelzorgers van een chronisch zieke, revaliderende of lichamelijk gehandicapte zorgvrager is geen verzorgende taak. 12. Chronisch zieke, revaliderende of lichamelijk gehandicapte zorgvragers hebben altijd een verstoord zelfbeeld.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
63
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev. Simulatie ziekteacceptatie mevr L. Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student voert in een simulatie een gesprek met Mevr. L. met als doel het toepassen van ROT. Zorg dat je de beschikking hebt over een acteur en een coach. Eventueel medestudenten die feedback willen geven, pen en papier. Je kunt ook gebruik maken van een video opname. Hiervoor dien je een camera te reserveren. Boek “Verzorgen van ouderen” en “Begeleiden van zorgvragers” Leslokaal of ruimte met een huiskamer op school. Vraag feedback aan je docent. Kopieer het feedbackformulier van beroepstaak C gevorderd zodat de docent de feedback kan opschrijven. Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een reflectieverslag en lever dit binnen week in bij je docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen H. Overtuigen en beïnvloeden G. Relaties bouwen en netwerken R. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
Activiteit Voer een gesprek met mevrouw L waarbij je een ROT benadering inzet. Werkwijze - Lees de achtergrondinformatie door - De docent zal feedback geven aan de hand van het feedback formulier dat ook gebruikt wordt bij de beroepsopdracht C gevorderd. Kopieer dat van te voren. - Schrijf een persoonlijk leerdoel voor het toepassen van ROT. - Voer dit gesprek met Mevr. L. in een simulatie. - Vraag na afloop van het gesprek feedback aan je coach en aan andere aanwezigen. Schrijf dit op. - Schrijf een reflectieverslag volgens de criteria en lever dit binnen één week in bij de docent die aanwezig was. Achtergrond van de zorgvrager Mevrouw L. Leeftijd: Burg. Staat: Kinderen: Levensovertuiging: Familie:
78 jaar weduwe 2 dochters Een rode draad door het leven is de Antroposofie Mevrouw heeft een zus, Mevrouw Blanker, die 3 maanden geleden overleden is na een val van de trap.
Verleden van de zorgvrager. Mevrouw heeft altijd in Wassenaar gewoond. Haar man was jurist en had een heel goede baan op het ministerie van justitie. Haar echtgenoot is nu drie jaar geleden overleden. Zij praat soms veel over hem, maar dan weer dagen, dat ze met geen woord over hem rept. Soms praat ze liefdevol over hem en soms verbitterd. Mevrouw heeft altijd voor de kinderen gezorgd en zich met de opvoeding bezig gehouden. Er was genoeg geld, dus mevrouw werkte niet buitenshuis. Mevrouw heeft in Leiden Nederlands gestudeerd. Vanuit haar studietijd heeft ze nog veel vriendinnen. Mevrouw haar grote passie is literatuur, theater en schilderen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
64
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Een dochter Stans (43), is jurist en getrouwd met een Surinaamse man. Het is een goed huwelijk en er zijn twee kleinkinderen, Sheila (18) en Rashid (20). De andere dochter Pien (39) is schooljuffrouw geworden op een vrije school op de Denneweg in Den Haag. Pien is lesbisch en woont samen met haar vriendin Margarita. Huidige situatie Mevrouw L. is opgenomen omdat het thuis niet meer goed ging. Ze heeft last van haar hart. De pompwerking is onvoldoende en mevrouw heeft bovendien problemen met haar rechter heup. Ze kan hier niet aan geopereerd worden in verband met haar slecht werkend hart. Zij draagt een brace om de heup op zijn plaats te houden. Mevrouw heet moeite te accepteren dat zij niet meer goed ter been is en dat daar niets aan gedaan kan worden. Ook haar vergeetachtigheid baart haar zorgen. Ze is vaak erg stil en wil niet betrokken raken bij de bewoners van het huis. Zij geeft aan zich niet thuis te voelen bij deze mensen. Het verpleeghuis Het William Stein verpleeghuis is een landelijk verpleeghuis op antroposofische grondslag voor somatische en psychogeriatrische bewoners die in het verpleeghuis verpleegd worden. Bewoners en medewerkers kunnen een antroposofische achtergrond hebben, maar dat is geen voorwaarde om in het verpleeghuis opgenomen te zijn of te werken. De kwaliteit van de zorg op basis van de antroposofie richt zich erop de bewoners, in hun fase van chronische ziekte en ouderdom waarin zijn hun levensopdracht vervullen, met behulp van gerichte therapieën aan te spreken en te ondersteunen. Deze zorg behandelt niet alleen het lichaam, er wordt tevens gestreefd naar het activeren van het belevingsproces. Zo is er voor de bewoners op de afdelingen een klimaat geschapen dat een antroposofisch karakter draagt, wat o.a. zichtbaar is aan de gesluierde muren, het meublement, de schilderijen en de seizoenstafels. Antroposofische medicijnen maken deel uit van de medische therapie. De fysiotherapie maakt gebruik van ritmische massage en badtherapie. De kunstzinnige therapie, door middel van tekenen, schilderen en boetseren, leert waarnemen en beleven, wat de vreugde aan het beleven en de gezondheid ten goede komt. De euritmie therapie, een door Rudolf Steiner ontwikkelde bewegingstherapie die door middel van bewegingen, klanken en gedichten invloed uitoefent op het ziekteproces. In de antroposofische zorg wordt gekeken naar het totale mensbeeld, met zijn vier wezensdelen, temperamenten en zielenontwikkeling. De keuken die de algemene voeding voor bewoners en medewerkers samenstelt, houdt er rekening mee dat er zo veel mogelijk biologisch dynamisch of biologisch geteelde producten gebruikt worden. Casus voor de simulatie Mevrouw zit aan tafel een boek te lezen. Jij gaat naar haar toe om haar naar de fysiotherapie te brengen. Mevrouw geeft aan hier geen zin meer in te hebben. Het helpt toch niet.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
65
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Criteria voor het reflectieverslag In je reflectieverslag geef je antwoord op de onderstaande vragen. Het verslag bestaat uit ongeveer 2 A4tjes. Naam Datum Casus Coach die aanwezig was Nummer reflectieverslag
: : : : :
1. 2. 3. 4.
Hoe was het voor je om dit gesprek te voeren? Wat was je persoonlijk leerdoel? Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 5. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je minder goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je minder goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 6. Wat waren mogelijke oorzaken van jouw gedrag? 7. Wat waren mogelijke oorzaken van het gedrag van de zorgvrager voor zover je dit kunt beoordelen? 8. Welke feedback kreeg je van de coach? 9. Wat ga je de volgende keer anders doen? 10. Wat wil je nog gaan leren? 11. Hoe wil je dat gaan leren? 12. Wie of wat heb je daarbij nodig? 13. Wat heb je van deze opdracht geleerd? 14. Heb je je persoonlijk leerdoel behaald? Zo ja, waaruit bleek dat? Zo nee, hoe kwam dat denk je? 15. Formuleer aan de hand van dit gesprek en je reflectie een nieuw persoonlijk leerdoel.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
66
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev. Simulatie ziekteacceptatie mevr V Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student voert in een simulatie een gesprek met Mevr. V. met als doel het toepassen van ROT. Zorg dat je de beschikking hebt over een acteur en een coach. Eventueel medestudenten die feedback willen geven, pen en papier. Je kunt ook gebruik maken van een video opname. Hiervoor dien je een camera te reserveren. Boek “Verzorgen van ouderen” en “Begeleiden van zorgvragers” Leslokaal of ruimte met een huiskamer op school. Vraag feedback aan je docent. Kopieer het feedbackformulier van beroepstaak C gevorderd zodat de docent de feedback kan opschrijven. Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een reflectieverslag en lever dit binnen week in bij je docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen H. Overtuigen en beïnvloeden G. Relaties bouwen en netwerken R. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
Activiteit Voer een gesprek met mevrouw V waarbij je een ROT benadering inzet. Werkwijze - Lees de achtergrondinformatie door - De docent zal feedback geven aan de hand van het feedback formulier dat ook gebruikt wordt bij de beroepsopdracht C gevorderd. Kopieer dat van te voren. - Schrijf een persoonlijk leerdoel voor het toepassen van ROT. - Voer dit gesprek met Mevr. L. in een simulatie. - Vraag na afloop van het gesprek feedback aan je coach en aan andere aanwezigen. Schrijf dit op. - Schrijf een reflectieverslag volgens de criteria en lever dit binnen één week in bij de docent die aanwezig was. Achtergrond van de zorgvrager. Mevrouw van V. Leeftijd 81 jaar Burgerlijke staat gescheiden Kinderen 1 zoon Jacob, momenteel rector magnificus aan de Technische Universiteit van Delft. Levensovertuiging geen Familie 1 zus, mevrouw Wind in Barendrecht. Verleden van mevrouw van V. Mevrouw is 20 jaar geleden gescheiden. Zij werd ingeruild voor een jong mokkel, zoals ze zelf zegt. Ze was niet echt verbaasd, want Harry zoals haar man heette, was eigenlijk vooral geïnteresseerd in andere vrouwen. Dus toen hij er een keer echt vandoor ging, vond ze het eigenlijk niet zo heel erg. Ze vond het eigenlijk wel zo rustig, dan kon ze tenminste haar eigen gangetje gaan. Met haar zoon was het een heel ander verhaal. In haar hart vond ze hem een kapsoneslijer. Hij was niet onaardig tegen haar, maar ook niet echt intiem met haar. Ze dacht altijd dat het kwam omdat ze voor een goede opleiding voor hem had gezorgd. Zij de werkhuizen en hij de studie. Mevrouw van V. raakte bevriend met mevrouw Grot, buurvrouw Jetje. Beide
Albeda college Branche Gezondheidzorg
67
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
dames raakten verslingerd aan de Bingo. Het ging zelfs zo ver dat ze samen met de bus naar Amsterdam gingen voor de Bingo, heel gezellig in de Bingobus. Mevrouw Grot is een half jaar geleden overleden na een val waarbij zij haar heup brak. Naast het bezoek aan het buurthuis, had mevrouw niet veel sociale contacten. Haar zoon, die inmiddels rector magnificus is aan de Technische Universiteit van Delft, heeft zijn moeder weinig te melden en dat is wederzijds. Mevrouw vindt haar zoon een droogkloot. Jacob vindt zijn moeder platvloers, snapt eigenlijk niet dat het zijn moeder is. Hij had liever een andere moeder gehad, maar ja dat heeft hij niet voor het uitkiezen. Huidige situatie. Mevrouw van V. is opgenomen in het verpleeghuis de Schildershoek met een CVA en lichte dementie. Ze heeft een spastische verlamming aan haar rechterbeen en rechter arm. Mevrouw is nogal afgevallen en wordt onderzocht of het afvallen mogelijk veroorzaakt wordt door een te sterk werkende schildklier. Mevrouw moet gestimuleerd worden om te eten en drinken. Mevrouw is de laatste tijd erg emotioneel. Zij kan het niet meer aan, haar lichaam en geest willen niet meer. Ze geeft aan het leven heel moeilijk te vinden. Het verpleeghuis In het verpleeghuis “De Schildershoek” weerspiegelt zich duidelijk de interculturele omgeving. “De Schildershoek” staat midden in de Haagse Schilderswijk. Zorg bieden aan cliënten uit verschillende culturen vraagt om een organisatie die bereid is om andere dan de geijkte wegen te bewandelen. “De Schildershoek” doet dit al vele jaren en probeert vraaggestuurde zorg in de praktijk te brengen voor al haar bewoners: voor zowel de Nederlandse Haagse ouderen, als voor de mensen uit verschillende andere culturen. Dit blijkt onder andere uit het respect voor verschillende levensovertuigingen en de manier waarop het mogelijk gemaakt wordt voor de bewoners om daarnaar te leven. Zoals het aanbod van (interculturele) maaltijden, in de feesten en de religieuze diensten die men kan bezoeken. In “De Schildershoek” biedt men zowel somatische als psychogeriatrische verpleeghuiszorg. De vraag bepaalt het antwoord, dit betekent vraaggestuurde zorg. Het voedingsaanbod in “De Schildershoek” is multicultureel, wat in het kort betekent dat er gekookt wordt voor meerdere culturen. De diversiteit van de gerechten groeit bijna dagelijks. Casus voor de simulatie Je gaat naar mevrouw V om haar koffie te brengen. Je wil bij haar gaan zitten en dan samen met haar de koffie opdrinken. Ook wil je het met haar hebben over haar verdriet.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
68
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Criteria voor het reflectieverslag In je reflectieverslag geef je antwoord op de onderstaande vragen. Het verslag bestaat uit ongeveer 2 A4tjes. Naam Datum Casus Coach die aanwezig was Nummer reflectieverslag
: : : : :
1. 2. 3. 4.
Hoe was het voor je om dit gesprek te voeren? Wat was je persoonlijk leerdoel? Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 5. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je minder goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je minder goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 6. Wat waren mogelijke oorzaken van jouw gedrag? 7. Wat waren mogelijke oorzaken van het gedrag van de zorgvrager voor zover je dit kunt beoordelen? 8. Welke feedback kreeg je van de coach? 9. Wat ga je de volgende keer anders doen? 10. Wat wil je nog gaan leren? 11. Hoe wil je dat gaan leren? 12. Wie of wat heb je daarbij nodig? 13. Wat heb je van deze opdracht geleerd? 14. Heb je je persoonlijk leerdoel behaald? Zo ja, waaruit bleek dat? Zo nee, hoe kwam dat denk je? 15. Formuleer aan de hand van dit gesprek en je reflectie een nieuw persoonlijk leerdoel.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
69
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H01 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met schizofrenie of een andere psychotische stoornis Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met schizofrenie of een andere psychotische stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 1 Verzorgen van zorgvragers met schizofrenie of een andere psychotische stoornis Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met schizofrenie of een andere psychotische stoornis? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met schizofrenie of een andere psychotische stoornis. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met schizofrenie of een andere psychotische stoornis? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
70
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H02 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een stemmingsstoornis Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met een stemmingstoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 2 Verzorgen van zorgvragers met een stemmingsstoornis Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een stemmingsstoornis? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een stemmingsstoornis. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met stemmingsstoornissen? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
71
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H03 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een angststoornis Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met angststoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 3 Verzorgen van zorgvragers met een angststoornis Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een angststoornis? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een angststoornis. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met angststoornissen? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
72
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H04 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een persoonlijkheidsstoornis Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met persoonlijkheidsstoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 4 Verzorgen van zorgvragers met een persoonlijkheidsstoornis Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een persoonlijkheidsstoornis? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een persoonlijkheidsstoornis. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met persoonlijkheidsstoornissen? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
73
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H05 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een eetstoornis Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met eetstoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 5 Verzorgen van zorgvragers met een eetstoornis Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een eetstoornis? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een eetstoornis. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met eetstoornissen? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
74
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H06 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een somatoforme of nagebootste stoornis Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met somatoforme of nagebootste stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 6 Verzorgen van zorgvragers met een somatoforme of nagebootste stoornis Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een somatoforme of nagebootste stoornis? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een somatoforme of nagebootste stoornis. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met somatoforme of nagebootste stoornis? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
75
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H07 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een verslaving Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met een verslaving Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 7 Verzorgen van zorgvragers met een verslaving Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een verslaving? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een verslaving. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met verslaving? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
76
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H08 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met suïcidaal gedrag Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met een suïcidaal gedrag Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 8 Verzorgen van zorgvragers met suïcidaal gedrag Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met suïcidaal gedrag? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met suïcidaal gedrag. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met suïcidaal gedrag? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
77
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H09 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met chronisch psychiatrische stoornis Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met een chronisch psychiatrische stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 9 Verzorgen van zorgvragers met chronisch psychiatrische stoornis Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een zorgvrager met een chronisch psychiatrische stoornis? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een zorgvrager met een chronisch psychiatrische stoornis. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor zorgvragers met een chronisch psychiatrische stoornis? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
78
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H10 C2.K.gev. Verzorgen van allochtone zorgvragers met een psychiatrische ziekte Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van allochtone zorgvragers een psychiatrische ziekte Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 10 Verzorgen van allochtone zorgvragers met een psychiatrische ziekte Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij een allochtone zorgvrager met een psychiatrische ziekte? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan een allochtone zorgvrager met een psychiatrische ziekte. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor allochtone zorgvragers met een psychiatrische ziekte? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
79
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H13 C2.K.gev. Verzorgen van ouderen met een psychiatrische stoornis Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van ouderen met een psychiatrische stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 13 Verzorgen van ouderen met een psychiatrische stoornis Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij ouderen met een psychiatrische stoornis? 2. Op welke wijze beïnvloedt de ziekte seksuele gevoelens en activiteiten? 3. Beschrijf de voorlichting en het advies aan ouderen met een psychiatrische stoornis. 4. Welke patiëntenorganisaties zijn er voor ouderen met een psychiatrische stoornis? Wat is de doelstelling van deze organisatie(s)?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
80
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
03H14 C2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met agressief gedrag Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie met betrekking tot de begeleiding beschrijven van zorgvragers met agressief gedrag Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 14 Verzorgen van zorgvragers met agressief gedrag Leslokaal, thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de paragraaf over begeleiding en over voorlichting en advies. Beantwoord de onderstaande vragen 1. Welke psychosociale begeleiding is nodig bij zorgvragers met agressief gedrag? 2. Beschrijf de voorlichting en het advies aan zorgvragers met agressief gedrag.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
81
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Benaderingswijzen bij dementie Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student weet verschillende benaderingswijzen te omschrijven. Verzorgen van ouderen thema 3 hoofdstuk 4 De dementerende, slechtziende en slechthorende zorgvrager www.btsg.nl (ga vervolgens naar bibliotheek) School of thuis Kijk op www.btsg.nl . Bespreek je antwoorden met medestudenten. Wanneer er onduidelijkheden zijn, vraag de docent om uitleg. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen
Activiteit Bestudeer de literatuur en beantwoord de onderstaande vragen. Er zijn verschillende benaderingswijzen bij dementie. De belangrijkste zijn: ROB Validation Reminiscentie Warme Zorg Zintuigprikkeling (snoezelen) Complementaire zorg Beantwoord in eigen woorden van al deze vormen de volgende vragen: - Geef een omschrijving van deze benaderingswijze? - Wat zijn de theoretische uitgangspunten? - Wat is het doel? - Wat is de doelgroep? - Wat is de wijze van toepassing? - Wat is de inhoud van de methodiek?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
82
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Casus over depressie Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan weergeven wat wel en wat niet wenselijk is in de omgang van een depressieve zorgvrager Boek: Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg thema 3 Boek: Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2 thema 3 en thema 6 School of thuis Met behulp van het antwoordmodel C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen
Casus Mevrouw Meiske Gerritse-Plaisier is 72 jaar oud en woont zelfstandig in het rentmeesterhuis op Landgoed De Hof. Haar zoon en z‟n gezin wonen op de pachtboerderij op het landgoed die eens werd gepacht door Wietze Gerritse, de overleden man van mevrouw. Mevrouw heeft een zoon Harm en een dochter Tjetske. Op het landgoed is ook een kasteel, hier woont in het voorjaar de graaf van het landgoed. Twee weken geleden werd mevrouw geopereerd. Mevrouw had een verzakking van de blaas. Sinds vier dagen is mevrouw weer thuis en in zorg bij de thuiszorg omdat mevrouw zich nog niet zelfstandig kan verzorgen. De verpleegkundige van het ziekenhuis heeft in haar overdracht gevraagd mevrouw ook goed te observeren wat haar gedrag betreft. Na de operatie zag zij een totaal andere mevrouw Gerritse dan de dag ervoor tijdens de opname. Mevrouw is tien dagen in het ziekenhuis geweest en bleef na de operatie moe en initiatiefloos. Mevrouw hield een verminderde eetlust en liet niet blijken ergens blij over te zijn of plezier aan te beleven. Mevrouw gaf regelmatig aan vergeetachtig te zijn Je werkt als verzorgende in de thuiszorg. Vandaag ga je voor de eerste keer naar mevrouw Gerritsen. Mevrouw krijgt hulp bij de dagelijkse verzorging. Mevrouw Gerritsen is sinds drie dagen in zorg. De verzorgende rapporteert het volgende over mevrouw: Sinds drie dagen heb ik iedere morgen mevrouw Gerritsen geholpen met de dagelijkse verzorging. Het valt mij op dat mevrouw niet goed kan nadenken ook neemt zij geen besluiten en mevrouw vertelde zich waardeloos en moe te voelen. Bij doorvragen vertelde mevrouw dat zij liever in bed zou willen blijven. Woordelijk zei mevrouw; “ mijn leven is voorbij “. Mijn interpretatie van deze situatie is dat mevrouw mogelijk een beginnende depressie zou kunnen hebben. Vraag: Wil jij tijdens de dagelijkse verzorging mevrouw observeren, om over twee dagen samen te kunnen evalueren en de zorg bij te stellen. Activiteit 1 Vandaag ga je mevrouw Gerritsen helpen met de dagelijkse verzorging. Maak een lijstje met wat je wel kan doen/zeggen bij de omgang met een depressieve zorgvrager en wat je juist niet moet doen/zeggen. Activiteit 2 Vandaag heb je een overleg met je collega om de observaties over mevrouw Gerritsen door te spreken en een voorstel te doen omtrent de verzorging/begeleiding. Bereid dit overleg voor. Ga er vanuit dat er bij mevrouw sprake is van een beginnende depressie.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
83
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev.DVD Vergeten Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student heeft kennis van de benaderingswijze, welke wordt toegepast bij mensen die lijden aan dementie. Boek Verzorgen van ouderen, Thema 3 hoofdstuk 2. Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel2, thema 3, hoofdstuk 2 School Maak een korte samenvatting van deze DVD K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Bekijk de DVD “Vergeten”. Maak een korte samenvatting van deze DVD. In maximaal 1 A4 beschrijf je de hoofdzaken van deze DVD.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
84
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev.verschillende benaderingswijzen bij dementie Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student weet verschillende benaderingswijze te omschrijven en weer te geven. Boek “Het verzorgen van ouderen” thema 3, Hoofdstuk 2 en 4 www.btsg.nl (ga vervolgens naar bibliotheek) School of thuis Kijk op www.btsg.nl . Wanneer er onduidelijkheden zijn, vraag de docent om uitleg. C. Begeleiden, D. aandacht en begrip tonen, F. ethisch en integer handelen
Activiteit Er zijn verschillende benaderingswijzen bij dementie. De belangrijkste zijn: ROB Validation Reminiscentie Warme Zorg Zintuigprikkeling (snoezelen) Complementaire zorg Beantwoord in eigen woorden van al deze vormen de volgende vragen: - Geef een omschrijving van deze benaderingswijze? - Wat zijn de theoretische uitgangspunten? - Wat is het doel? - Wat is de doelgroep? - Wat is de wijze van toepassing? - Wat is de inhoud van de methodiek?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
85
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev.video Nabijheid Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student heeft kennis van de benaderingswijze Validation, welke wordt toegepast bij mensen die lijden aan dementie. Boek “Verzorgen van ouderen” Thema 3, hoofdstuk 2 en 4 School of thuis Kijk de opdracht na door nogmaals naar de video te kijken. C. Begeleiden, D. aandacht en begrip tonen, F. ethisch en integer handelen
Activiteit Bekijk de video “Nabijheid” over validation. Beantwoord de volgende vragen: Wanneer wordt Validation toegepast? Omschrijf wat Validation inhoudt. Omschrijf de 11 technieken van Validation.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
86
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.rollenspel benaderingswijze Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student is in staat een dementerende zorgvrager te begeleiden door middel van het toepassen van ROB en/of Validation Boek “Verzorgen van ouderen Thema 3, hoofdstuk 2 en 4 Speellokaal Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel C. Begeleiden, D. aandacht en begrip tonen, F. ethisch en integer handelen
Activiteit Simulatie: begeleiding van een zorgvrager met dementie in verschillende stadia van de dementie. In je werk als verzorgende heb je regelmatig te maken met een zorgvrager die te maken krijgt met een vorm van dementie Om je competenties te vergroten in het begeleiden van deze zorgvragers is het noodzakelijk om inzicht te krijgen op jouw begeleidingsvaardigheden en hoe je deze zou kunnen vergroten
Planning Er zijn 4 leersituaties Het begeleiden van een zorgvrager met dementie 1e simulatiespel - kennismakingsgesprek - behoeften en wensen op het spoor komen - benadering ROB Het begeleiden van een zorgvrager met dementie 2e simulatiespel - het voeren van een biografiegesprek; ingaan op de levensgeschiedenis van de zorgvrager - benadering ROB / validation Het begeleiden van een zorgvrager met dementie 3e simulatiespel - de zorgvrager betrekken bij een activiteit - benadering validation Het begeleiden van een zorgvrager met dementie 4e simulatiespel - omgaan met dolend / dwalend / claimend gedrag - benadering validation
Albeda college Branche Gezondheidzorg
87
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Mevrouw de Winter Mevrouw de Winter is 88 jaar en woont in kleinschalige woonvorm de Drie Linden in Rotterdam. Mevrouw heeft een fijne jeugd gehad, zij woonde met haar ouders in Voorburg en ging in Den Haag naar de Mulo want zij kon goed leren Daarna werkte zij als verkoopster bij C&A. Mevrouw was 15 jaar toen zij haar latere man leerde kennen op een schoolfeest Op haar 18e verloofde zij en op 23 jarige leeftijd trouwde zij in Rotterdam Haar man had daar een kapperszaak. Het bombardement van Rotterdam kan zij zich nog goed herinneren dit was op 31 mei „s middag om half twee. Terwijl zij in de keuken stond zag zij de bommen vallen, de kapperszaak van haar man werd weg gebombardeerd en haar man en twee klanten overleden ten gevolgen van het bombardement Enige weken later kreeg mevrouw een miskraam Mevrouw is na de oorlog opnieuw getrouwd en in Rotterdam gaan wonen Het echtpaar kreeg twee kinderen, een zoon Ruurd en dochter Anneke Haar man is in 1980 overleden en een half jaar later overleed haar zoon Ruurd Mevrouw was altijd actief in het vrijwilligerswerk, zij hield ervan om gedichten te lezen, muziek te luisteren en te dansen en lange wandelingen te maken Mevrouw is op de kleinschalige woonvorm komen wonen omdat bij haar de ziekte van Alzheimer is vastgesteld. Ze kon niet meer voor haar medicijnen zorgdragen, liep over straat en „zocht‟ naar haar overleden man Ook kon zij niet meer voor zichzelf zorgen m.b.t. de ADL. Ze belde meerdere keren per dag haar dochter omdat ze niet meer wist hoe ze alles moest regelen en uit het raam wilde springen Mevrouw loopt met een rollator omdat zij artrose heeft in de ruggenwervels, hierdoor neigt mevrouw bij het lopen voorover te vallen Op het moment kan zij d.m.v. korte opdrachten de ADL zelfstandig uitvoeren Regelmatig is zij dingen ‟kwijt‟ en is zij op zoek, zij wil dan haar dochter bellen Met name later in de middag wordt mevrouw onrustig en loopt door het huis, op zoek Zij spreekt dan ieder die bij haar in de buurt is aan om te helpen zoeken 1e simulatiespel Het is ongeveer drie uur in de middag en je begint de avonddienst Je gaat kennismaken met mevrouw de Winter en kijken wat haar wensen / behoeften zijn deze dag 2e simulatiespel Het is wat later op de middag. Je hebt tijd om verder kennis te maken met mevrouw de Winter en je wil graag iets meer weten van haar achtergrond 3e simulatiespel Het is ongeveer 17.00 uur en de tafel moet gedekt worden voor de avondmaaltijd Je hebt gehoord dat er nog servetten gevouwen moeten worden en waarschijnlijk moet de was nog opgevouwen worden Je wilt mevrouw hierbij betrekken 4e simulatiespel Mevrouw de Winter is onrustig, zij wil haar dochter bellen
Albeda college Branche Gezondheidzorg
88
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Zij loopt onrustig door het huis en is op zoek naar haar bril Het is bijna tijd om te gaan eten Beoordelingscriteria - je luistert actief (oogcontact, open vragen stellen, samenvatten, doorvragen) - ja gaat in op verbale en non-verbale signalen - je benadert de zorgvrager met respect - je verdiept je in de achtergrond van de zorgvrager - je woorden en lichaamstaal vormen een eenheid in de benadering - je maakt onderscheid tussen feiten en interpretaties - je kunt beargumenteren waarom je kiest voor een benadering ROB of validation - je gaat in op de beleving van de zorgvrager - je past minimaal twee van de elf technieken van validation toe - je betrekt de zorgvrager bij een activiteit - je begeleidt de zorgvrager in zijn zoekend / dolend / claimend gedrag Reflectieverslag Je sluit deze lessencyclus af door het schrijven van een reflectieverslag over het simulatiespel, waarin je het volgende verwerkt: - je leervragen - je ervaringen tijdens en na de simulatie - de ontvangen feedback van de docent en groepsgenoten - de leerpunten waarmee je verder gaat in de praktijk - de onderwerpen / thema‟s / vaardigheden die je nog op school wil behandelen / oefenen
Albeda college Branche Gezondheidzorg
89
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie: angststoornis (taaltaak) Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan een zorgvrager met een angststoornis psychosociale begeleiding geven. Casus Ron Schouten uit het boek “anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2”, thema 6, hoofdstuk 3 Boek “verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg”, thema 3, hoofdstuk 3, formulier beoordelingscriteria Beroepscompetenties hoofdstuk 3 en bijlage.; Rollenspelruimte Vraag feedback aan je medeleerlingen die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een kort zelfreflectie verslag van deze activiteit waarbij je ingaat op de competenties passende bij deze activiteit. Je kan hiervoor het feedbackformulier van de beroepsopdracht raadplegen. Beschrijf (nieuwe) persoonlijke leerdoelen en hoe je deze aan gaat pakken. D. Aandacht en begrip tonen, M. Analyseren, H. Overtuigen en beïnvloeden, K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Lees de casus van Ron en de uitgewerkte activiteiten nog eens door. Ga een gesprek aan met Ron waarin je samen bedenkt welke activiteiten zijn dwanghandelingen kunnen verminderen. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze Activiteit 2 Ga een gesprek aan met Ron waarin je achterhaalt welke consequenties zijn dwanghandelingen hebben voor zijn werk en relaties. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
90
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simualtie; persoonlijkheidsstoornis (taaltaak) Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan een zorgvrager met een persoonlijkheidsstoornis psychosociale begeleiding geven Boek: “verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg” thema 3, hoofdstuk 3, de Beroepscompetenties Rollenspelruimte Vraag feedback aan je medeleerlingen die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een kort zelfreflectie verslag van deze activiteit waarbij je ingaat op de competenties passende bij deze activiteit. Je kan hiervoor het feedbackformulier van de beroepsopdracht raadplegen. Beschrijf (nieuwe) persoonlijke leerdoelen en hoe je deze aan gaat pakken. D. Aandacht en begrip tonen M. Analyseren H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Lees de casus van Wilma. Ga een gesprek aan met Wilma en geef haar begeleiding n.a.v. het snijden in haar pols. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze (zie beroepscompetentie zorgvrager met een persoonlijkheidsstoornis uit je psychiatrieboek)
Activiteit 2 Wilma praat erg negatief over je collega`s. Dit doet ze ook over jou weer met een andere collega. Laat in een gesprek zien hoe je met `splitting` omgaat. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze. Gebruik hierbij uit het boek: “verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg” thema 3, hoofdstuk 3, de Beroepscompetenties)
Beoordelingscriteria gesprek met de zorgvrager met een Borderline persoonlijkheidsstoornis Let op: beantwoorde de vragen met ja/nee en licht je antwoord toe. 1. Toont altijd duidelijk, eerlijk, consequent, voorspelbaar, steunend, vriendelijk, waarderend,vertrouwenwekkend en resoluut gedrag in het contact met de zorgverlener 2. Toont begeleidend gedrag dat bij de zorgvrager op dat moment past: kalm,coachend of juist directief 3. Waarborgt de continuïteit door gebruik te maken van een nauwgezette overdracht en evaluatie in het team en met andere begeleiders/therapeuten. 4. Is erop bedacht om als team niet verdeeld of gesplitst te worden in goede en slechte, strenge en soepele, begripvolle en begriploze begeleiders 5. Maakt afspraken en stelt regels waar,in beginsel, niet van kan worden afgeweken 6. Biedt zorg op maat bij ADL 7. Laat de zorgvrager zoveel mogelijk zelf keuzes en beslissingen maken binnen de vastgestelde regels 8. Bewaakt de eigen grenzen zorgvuldig 9. Wijst negatief gedrag op een positieve, constructieve manier af 10 Helpt bij het stellen van op korte termijn haalbare doelen
Albeda college Branche Gezondheidzorg
91
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie ROT mevr L Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Competenties
De student voert in een simulatie een gesprek met Mevr. L. met als doel het toepassen van ROT. Zorg dat je de beschikking hebt over een acteur en een coach. Eventueel medestudenten die feedback willen geven, pen en papier. Je kunt ook gebruik maken van een video opname. Hiervoor dien je een camera te reserveren. boek “Verzorgen van ouderen” en “begeleiden van zorgvragers” Leslokaal of ruimte met een huiskamer op school. Vraag feedback aan je docent. Kopieer het feedback formulier van beroepstaak C gevorderd zodat de docent de feedback kan opschrijven. Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een reflectieverslag en lever dit binnen week in bij je coach. B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Voer een gesprek met mevrouw L waarbij je een ROT benadering inzet. Werkwijze - Lees de achtergrondinformatie door - De docent zal feedback geven aan de hand van het feedback formulier dat ook gebruikt wordt bij de beroepsopdracht C gevorderd. Kopieer dat van te voren. - Schrijf een persoonlijk leerdoel voor het toepassen van ROT. - Voer dit gesprek met Mevr. L. in een simulatie. - Vraag na afloop van het gesprek feedback aan je coach en aan andere aanwezigen. Schrijf dit op. - Schrijf een reflectieverslag volgens de criteria en lever dit binnen één week in bij de docent die aanwezig was. Achtergrond van de zorgvrager. Mevrouw L. Leeftijd: Burg. Staat: Kinderen: Levensovertuiging: Familie:
78 jaar weduwe 2 dochters Een rode draad door het leven is de Antroposofie Mevrouw heeft een zus, Mevrouw Blanker, die 3 maanden geleden overleden is na een val van de trap.
Verleden van de zorgvrager. Mevrouw heeft altijd in Wassenaar gewoond. Haar man was jurist en had een heel goede baan op het ministerie van justitie. Haar echtgenoot is nu drie jaar geleden overleden. Zij praat soms veel over hem, maar dan weer dagen, dat ze met geen woord over hem rept. Soms praat ze liefdevol over hem en soms verbitterd. Mevrouw heeft altijd voor de kinderen gezorgd en zich met de opvoeding bezig gehouden. Er was genoeg geld, dus mevrouw werkte niet buitenshuis. Mevrouw heeft in Leiden Nederlands gestudeerd. Vanuit haar studietijd heeft ze nog veel vriendinnen. Mevrouw haar grote passie is literatuur, theater en schilderen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
92
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Een dochter Stans (43), is jurist en getrouwd met een Surinaamse man. Het is een goed huwelijk en er zijn twee kleinkinderen, Sheila (18) en Rashid (20). De andere dochter Pien (39) is schooljuffrouw geworden op een vrije school op de Denneweg in Den Haag. Pien is lesbisch en woont samen met haar vriendin Margarita. Huidige situatie Mevrouw L. is opgenomen omdat het thuis niet meer goed ging. Ze heeft last van haar hart. De pompwerking is onvoldoende en mevrouw heeft bovendien problemen met haar rechter heup. Ze kan hier niet aan geopereerd worden in verband met haar slecht werkend hart. Zij draagt een brace om de heup op zijn plaats te houden. Mevrouw is licht dement, haar geheugen laat haar in de steek. Zij wil nog wel eens namen verwarren of ze ziet in een verzorgende een van haar kleinkinderen. Ze wil ook nog wel eens vergeten dat ze een verhaal al eens verteld heeft. Verder wil zij steeds naar haar zuster gaan die pas geleden overleden is. Dit is iets wat mevrouw L steeds vergeet. Ook heeft zij fysiotherapie om de problemen met de rechter heup aan te pakken. Mevrouw L vergeet steeds dat zij hier naartoe wordt gebracht door een verzorgende. Zij vindt dat zij dat wel alleen kan doen. Helaas verdwaald zij vaak en is dan in paniek. Jullie hebben in een MDO overleg besloten de ROT benaderingswijze toe te passen. Het verpleeghuis Het William Stein verpleeghuis is een landelijk verpleeghuis op antroposofische grondslag voor somatische en psychogeriatrische bewoners die in het verpleeghuis verpleegd worden. Bewoners en medewerkers kunnen een antroposofische achtergrond hebben, maar dat is geen voorwaarde om in het verpleeghuis opgenomen te zijn of te werken. De kwaliteit van de zorg op basis van de antroposofie richt zich erop de bewoners, in hun fase van chronische ziekte en ouderdom waarin zijn hun levensopdracht vervullen, met behulp van gerichte therapieën aan te spreken en te ondersteunen. Deze zorg behandelt niet alleen het lichaam, er wordt tevens gestreefd naar het activeren van het belevingsproces. Zo is er voor de bewoners op de afdelingen een klimaat geschapen dat een antroposofisch karakter draagt, wat o.a. zichtbaar is aan de gesluierde muren, het meublement, de schilderijen en de seizoenstafels. Antroposofische medicijnen maken deel uit van de medische therapie. De fysiotherapie maakt gebruik van ritmische massage en badtherapie. De kunstzinnige therapie, door middel van tekenen, schilderen en boetseren, leert waarnemen en beleven, wat de vreugde aan het beleven en de gezondheid ten goede komt. De euritmie therapie, een door Rudolf Steiner ontwikkelde bewegingstherapie die door middel van bewegingen, klanken en gedichten invloed uitoefent op het ziekteproces. In de antroposofische zorg wordt gekeken naar het totale mensbeeld, met zijn vier wezensdelen, temperamenten en zielenontwikkeling. De keuken die de algemene voeding voor bewoners en medewerkers samenstelt, houdt er rekening mee dat er zo veel mogelijk biologisch dynamisch of biologisch geteelde producten gebruikt worden. Casus voor de simulatie Mevrouw zit aan tafel een boek te lezen. Jij gaat naar haar toe om haar naar de fysiotherapie te brengen. Je hebt ruim de tijd genomen om haar in te lichten dat het weer tijd is om te gaan. Je weet dat mevrouw dat nodig heeft. Mevrouw heeft over een kwartier een afspraak met de FT.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
93
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Criteria voor het reflectieverslag In je reflectieverslag geef je antwoord op de onderstaande vragen. Het verslag bestaat uit ongeveer 2 a-4tjes. Naam Datum Casus Coach die aanwezig was Nummer reflectieverslag
: : : : :
1. 2. 3. 4.
Hoe was het voor je om dit gesprek te voeren? Wat was je persoonlijk leerdoel? Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 5. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je minder goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je minder goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 6. Wat waren mogelijke oorzaken van jouw gedrag? 7. Wat waren mogelijke oorzaken van het gedrag van de zorgvrager voor zover je dit kunt beoordelen? 8. Welke feedback kreeg je van de coach? 9. Wat ga je de volgende keer anders doen? 10. Wat wil je nog gaan leren? 11. Hoe wil je dat gaan leren? 12. Wie of wat heb je daarbij nodig? 13. Wat heb je van deze opdracht geleerd? 14. Heb je je persoonlijk leerdoel behaald? Zo ja, waaruit bleek dat? Zo nee, hoe kwam dat denk je? 15. Formuleer aan de hand van dit gesprek en je reflectie een nieuw persoonlijk leerdoel.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
94
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie ROT mevr V Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Competenties
De student voert in een simulatie een gesprek met Mevr. V. met als doel het toepassen van ROT. Zorg dat je de beschikking hebt over een acteur en een coach. Eventueel medestudenten die feedback willen geven, pen en papier. Je kunt ook gebruik maken van een video opname. Hiervoor dien je een camera te reserveren. Boek “Verzorgen van ouderen” en “begeleiden van zorgvragers” Leslokaal of ruimte met een huiskamer op school. Vraag feedback aan je docent. Kopieer het feedback formulier van beroepstaak C gevorderd zodat de docent de feedback kan opschrijven. Vraag feedback aan je medeleerlingen die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een reflectieverslag en lever dit binnen week in bij je coach. B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Voer een gesprek met mevrouw V waarbij je een ROT benadering inzet. Werkwijze - Lees de achtergrondinformatie door - De docent zal feedback geven aan de hand van het feedback formulier dat ook gebruikt wordt bij de beroepsopdracht C gevorderd. Kopieer dat van te voren. - Schrijf een persoonlijk leerdoel voor het toepassen van ROT. - Voer dit gesprek met Mevr. L. in een simulatie. - Vraag na afloop van het gesprek feedback aan je coach en aan andere aanwezigen. Schrijf dit op. - Schrijf een reflectieverslag volgens de criteria en lever dit binnen één week in bij de docent die aanwezig was. Achtergrond van de zorgvrager. Mevrouw van V. Leeftijd 81 jaar Burgerlijke staat gescheiden Kinderen 1 zoon Jacob, momenteel rector magnificus aan de Technische Universiteit van Delft. Levensovertuiging geen Familie 1 zus, mevrouw Wind in Barendrecht. Verleden van mevrouw van V. Mevrouw is 20 jaar geleden gescheiden. Zij werd ingeruild voor een jong mokkel, zoals ze zelf zegt. Ze was niet echt verbaasd, want Harry zoals haar man heette, was eigenlijk vooral geïnteresseerd in andere vrouwen. Dus toen hij er een keer echt vandoor ging, vond ze het eigenlijk niet zo heel erg. Ze vond het eigenlijk wel zo rustig, dan kon ze tenminste haar eigen gangetje gaan. Met haar zoon was het een heel ander verhaal. In haar hart vond ze hem een kapsoneslijer. Hij was niet onaardig tegen haar, maar ook niet echt intiem met haar. Ze dacht altijd dat het kwam omdat ze voor een goede opleiding voor hem had gezorgd. Zij de werkhuizen en hij de studie. Mevrouw van V. raakte bevriend met mevrouw Grot, buurvrouw Jetje. Beide dames raakten verslingerd aan de Bingo. Het ging zelfs zo ver dat ze samen met de bus
Albeda college Branche Gezondheidzorg
95
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
naar Amsterdam gingen voor de Bingo, heel gezellig in de Bingobus. Mevrouw Grot is een half jaar geleden overleden na een val waarbij zij haar heup brak. Naast het bezoek aan het buurthuis, had mevrouw niet veel sociale contacten. Haar zoon, die inmiddels rector magnificus is aan de Technische Universiteit van Delft, heeft zijn moeder weinig te melden en dat is wederzijds. Mevrouw vindt haar zoon een droogkloot. Jacob vindt zijn moeder platvloers, snapt eigenlijk niet dat het zijn moeder is. Hij had liever een andere moeder gehad, maar ja dat heeft hij niet voor het uitkiezen. Huidige situatie. Mevrouw van V. is opgenomen in het verpleeghuis de Schildershoek met een CVA en dementie. Ze heeft een spastische verlamming aan haar rechterbeen en rechter arm. Mevrouw is nogal afgevallen en wordt onderzocht of het afvallen mogelijk veroorzaakt wordt door een te sterk werkende schildklier. Mevrouw moet gestimuleerd worden om te eten en drinken. Zij is verder heel vergeetachtig: denkt steeds dat haar zoon op bezoek komt, vergeet dat mevrouw Grot overleden is en wil naar de bingo op momenten dat er geen bingo is. Verder denkt zij vaak dat zij heel veel heeft gedronken maar dat is dan niet zo. Jullie als verzorgenden hebben besloten haar met een ROT benadering aan te spreken. Het verpleeghuis In het verpleeghuis “De Schildershoek” weerspiegelt zich duidelijk de interculturele omgeving. “De Schildershoek” staat midden in de Haagse Schilderswijk. Zorg bieden aan cliënten uit verschillende culturen vraagt om een organisatie die bereid is om andere dan de geijkte wegen te bewandelen. “De Schildershoek” doet dit al vele jaren en probeert vraaggestuurde zorg in de praktijk te brengen voor al haar bewoners: voor zowel de Nederlandse Haagse ouderen, als voor de mensen uit verschillende andere culturen. Dit blijkt onder andere uit het respect voor verschillende levensovertuigingen en de manier waarop het mogelijk gemaakt wordt voor de bewoners om daarnaar te leven. Zoals het aanbod van (interculturele) maaltijden, in de feesten en de religieuze diensten die men kan bezoeken. In “De Schildershoek” biedt men zowel somatische als psychogeriatrische verpleeghuiszorg. De vraag bepaalt het antwoord, dit betekent vraaggestuurde zorg. Het voedingsaanbod in “De Schildershoek” is multicultureel, wat in het kort betekent dat er gekookt wordt voor meerdere culturen. De diversiteit van de gerechten groeit bijna dagelijks. Casus voor de simulatie Je gaat naar mevrouw V om haar koffie te brengen. Je wil bij haar gaan zitten en dan samen met haar de koffie opdrinken. Verder wil je haar een lijst laten zien waarop jullie gaan bijhouden hoeveel zij drinkt.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
96
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Criteria voor het reflectieverslag In je reflectieverslag geef je antwoord op de onderstaande vragen. Het verslag bestaat uit ongeveer 2 a-4tjes. Naam Datum Casus Coach die aanwezig was Nummer reflectieverslag
: : : : :
1. 2. 3. 4.
Hoe was het voor je om dit gesprek te voeren? Wat was je persoonlijk leerdoel? Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 5. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je minder goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je minder goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 6. Wat waren mogelijke oorzaken van jouw gedrag? 7. Wat waren mogelijke oorzaken van het gedrag van de zorgvrager voor zover je dit kunt beoordelen? 8. Welke feedback kreeg je van de coach? 9. Wat ga je de volgende keer anders doen? 10. Wat wil je nog gaan leren? 11. Hoe wil je dat gaan leren? 12. Wie of wat heb je daarbij nodig? 13. Wat heb je van deze opdracht geleerd? 14. Heb je je persoonlijk leerdoel behaald? Zo ja, waaruit bleek dat? Zo nee, hoe kwam dat denk je? 15. Formuleer aan de hand van dit gesprek en je reflectie een nieuw persoonlijk leerdoel.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
97
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie schizofrenie (taaltaak) Leerdoel Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan een schizofrene zorgvrager psychosociale begeleiding geven. Boek: verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 1: Casus Corine/ formulier beoordelingscriteria Beroepscompetenties Rollenspelruimte Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een kort zelfreflectie verslag van deze activiteit waarbij je ingaat op de competenties passende bij deze activiteit. Je kan hiervoor het feedbackformulier van de beroepsopdracht raadplegen. Beschrijf (nieuwe) persoonlijke leerdoelen en hoe je deze aan gaat pakken. D. Aandacht en begrip tonen M. Analyseren H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Lees de casus van Corine en je uitgewerkte opdracht t.a.v. het samenstellen van een dagprogramma nog eens door. Bespreek in een gesprek met Corine jouw voorstellen t.a.v. dit dagprogramma. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze (zie beroepscompetentie schizofrene zorgvrager uit het boek “verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg”, thema 3, H1)
Activiteit 2 Corine wil niet dat haar dochter op bezoek komt. Ga een gesprek aan waarin je probeert te achterhalen waarom Corine dit niet wil. Zoek samen met haar naar een mogelijke oplossing hiervoor. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze.
Activiteit 3 Corine eet het liefst op haar kamer, daardoor heb je geen goed overzicht of ze wel goed eet. Je maakt je zorgen omdat Corine ook diabetes mellitus heeft. - Probeer in een gesprek te achterhalen waarom Corine het liefst op haar kamer eet - Motiveer in dit gesprek waarom jij het belangrijk vindt dat ze in de groep mee eet en zoek samen naar een acceptabele oplossing Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
98
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Beoordelingscriteria gesprek met schizofrene zorgvrager Let op: beantwoorde de vragen met ja/nee en licht je antwoord toe. Beheersingscriteria zorgverlener: 1. Toont altijd ondersteunend, vriendelijk en aandachtgevend gedrag 2. Toont begeleidend gedrag dat bij de zorgvrager op dat moment past: kalm coachend, of juist directief 3. Waarborgt de continuïteit door gebruik te maken van een nauwgezette overdracht en evaluatie in het team en met andere begeleiders/therapeuten 4. Biedt gedoseerd prikkels en activiteiten aan op geleide van de toestand en de mogelijkheden van de zorgvrager (van eenvoudig tot complex, van individueel tot in groepsverband) 5. Raakt de zorgvrager niet zonder meer aan 6. Vermijdt situaties die stress van de zorgvrager verhogen 7. Geeft de zorgvrager zo weinig mogelijk kritiek en oefent zo weinig mogelijk emotionele druk uit op de zorgvrager 8. Gaat flexibel (niet star) om met regels, afhankelijk van de behoefte van de zorgvrager in het hier en nu 9. Biedt zorg op maat bij ADL 10. Betrekt de zorgvrager zo veel mogelijk bij het maken van keuzes en het nemen van beslissingen en geeft goede (toekomstgerichte) voorlichting hierbij
Albeda college Branche Gezondheidzorg
99
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie somatoforme- of nagebootste stoornis (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan een zorgvrager met een somatoforme- of nagebootste stoornis psychosociale begeleiding geven Zoek je uitgewerkte activiteit “B2.K.gev.zorgvrager met een somatoforme- of nagebootste stoornis” activiteit 1 en 2 op Vorm een groepje met 3 andere studenten (voor activiteit 1) Plan het rollenspel met de docent (voor activiteit 2) Boek”verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg”, thema 3, hoofdstuk 6: Casus Wilma 2 / formulier beoordelingscriteria Beroepscompetenties Theorielokaal / Rollenspelruimte Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een kort zelfreflectie verslag van deze activiteit waarbij je ingaat op de competenties passende bij deze activiteit. Je kan hiervoor het feedbackformulier van de beroepsopdracht raadplegen. Beschrijf (nieuwe) persoonlijke leerdoelen en hoe je deze aan gaat pakken. D. Aandacht en begrip tonen M. Analyseren H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Lees de casus van Wilma 2 en je uitgewerkte activiteit B2.K.gev.zorgvrager met een somatoforme- of nagebootste stoornis” activiteit 1 en 2 nog eens door. Bespreek je uitwerking van opdracht 2 met 3 andere medestudenten in een overleg. Pas je verslag aan met de feedback die je van je medestudenten krijgt, zodat er een gezamenlijk standpunt ontstaat.
Activiteit 2 Bespreek deze standpunten vanuit het zorgoverleg met Wilma 2. Laat tijdens deze begeleiding zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze
Albeda college Branche Gezondheidzorg
100
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Beoordelingscriteria gesprek met de zorgvrager met een somatoforme- of een nagebootste stoornis Let op: beantwoorde de vragen met ja/nee en licht je antwoord toe. Beheersingscriteria zorgverlener: 1. Toont begrip en echte aandacht, neemt het gedrag van de zorgvrager serieus. 2. Signaleert veranderingen in gedrag en maakt deze bespreekbaar met de zorgvrager 3. Waarborgt de continuïteit door gebruik te maken van een nauwgezette overdracht en evaluatie in het team en met andere begeleiders/therapeuten 4. Biedt ondersteuning bij ADL op maat, op basis van wederzijds vertrouwen, waarbij afhankelijk gedrag van de zorgvrager zoveel mogelijk voorkomen wordt. 5. Geeft de zorgvrager (gedoseerd) de ruimte om over zijn problemen en klachten te praten 6. Zoekt samen met de zorgvrager naar oplossingen om met klachten om te gaan. Laat de zorgvrager zelf een beslissing nemen binnen de mogelijkheden 7. Zoekt samen met de zorgvrager naar een zinvolle dagbesteding die afleiding geeft en helpt bij de opbouw van een vertrouwensband 8. Zorgt voor een veilige omgeving voor de zorgvrager en medebewoners
Albeda college Branche Gezondheidzorg
101
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie stemmingsstoornissen (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan een zorgvrager met een stemmingsstoornis psychosociale begeleiding geven. Zoek je uitgewerkte activiteiten 2 en 3 van “B2.K.gev.zorgvrager met stemmingsstoornissen” op Plan het rollenspel met de docent Boek “verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg”, thema 3, hoofdstuk 2 Casus Jenny / formulier beoordelingscriteria (3 stuks) Beroepscompetenties Rollenspelruimte Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een kort zelfreflectie verslag van deze activiteit waarbij je ingaat op de competenties passende bij deze activiteit. Je kan hiervoor het feedbackformulier van de beroepsopdracht raadplegen. Beschrijf (nieuwe) persoonlijke leerdoelen en hoe je deze aan gaat pakken. D. Aandacht en begrip tonen M. Analyseren H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Lees de casus van Jenny en de uitgewerkte activiteiten nog eens door. Ga een gesprek aan met Jenny in haar depressieve/manische periode, waarin je afspraken met haar maakt t.a.v. haar voedingspatroon en haar slaap- en rustpatroon. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze
Activiteit 2 Jenny is op dit moment suïcidaal. Ga een gesprek aan met Jenny waarin je voorstellen doet voor een plan van aanpak om een suïcidepoging te voorkomen. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze
Albeda college Branche Gezondheidzorg
102
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Beoordelingscriteria gesprek met een zorgvrager met een stemmingsstoornis (depressie) Let op: beantwoorde de vragen met ja/nee en licht je antwoord toe. Beheersingscriteria zorgverlener: 1. Toont altijd ondersteunend, vriendelijk,waarderend en vertrouwenwekkend gedrag, o.a. door afspraken altijd na te komen. 2. Toont begeleidend gedrag dat bij de zorgvrager op dat moment past: kalm coachend, of juist directief, laat zich niet beïnvloeden door de depressieve gedachtegang van de zorgvrager 3. Waarborgt de continuïteit door gebruik te maken van een nauwgezette overdracht en evaluatie in het team en met andere begeleiders/therapeuten 4. Biedt, in overleg met de zorgvrager, gedoseerd prikkels en activiteiten aan 5. Voert samen met de zorgvrager activiteiten uit of stimuleert de zorgvrager op een vriendelijke manier deze zelf uit te voeren, toont begrip als deze het niet kan 6. Gaat flexibel,dus niet star om met de gestelde regels, passend binnen de afspraken, afgestemd op de mogelijkheden van de zorgvragers 7. Geeft de zorgvrager afgestemde voorlichting over het hier en nu, mogelijkheden in de toekomst en de rol van naasten hierin 8. Gaat flexibel (niet star) om met regels, afhankelijk van de behoefte van de zorgvrager in het hier en nu 9. Biedt zorg op maat bij ADL 10. Betrekt de zorgvrager zo veel mogelijk bij het maken van keuzes en het nemen van beslissingen en geeft goede (toekomstgerichte) voorlichting hierbij Beoordelingscriteria gesprek met een zorgvrager met een stemmingsstoornis (hypomanie of manie) Let op: beantwoorde de vragen met ja/nee en licht je antwoord toe. Beheersingscriteria zorgverlener: 1. Toont begeleidend gedrag dat bij de zorgvrager op dat moment past: kalm, coachend, of juist directief, gebruik makend van duidelijke,concrete taal 2. Signaleert veranderingen in het gedrag van de zorgvrager met een (hypo) manie en schat de ernst en de consequenties voor de begeleiding hiervan in. 3. Waarborgt de continuïteit door gebruik te maken van een nauwgezette overdracht en evaluatie in het team en met andere begeleiders/therapeuten 4. Biedt in de manische periode gedoseerd prikkels en activiteiten aan en bouwt deze uit aan de hand van gemaakte afspraken in het zorgplan 5. Zorgt voor een veilige omgeving voor de zorgvrager en zijn omgeving 6. Geeft de zorgvrager afgestemde voorlichting over het hier en nu, mogelijkheden in de toekomst en de rol van naasten hierin 7. Biedt zorg op maat bij ADL, voeding en slaap en rustpatroon volgens afspraken in het zorgplan
Albeda college Branche Gezondheidzorg
103
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Beoordelingscriteria gesprek met een suïcidale zorgvrager Let op: beantwoorde de vragen met ja/nee en licht je antwoord toe. Beheersingscriteria zorgverlener: 1. Neemt de zorgvrager serieus in zijn suïcidale uitingen 2. Vindt een goede balans tussen zijn rol als bewaker en vertrouwenspersoon van de zorgvrager door contact te houden en afspraken met de zorgvrager te maken 3. Geeft de grenzen aan van de hulpverlening: (de verzorgende biedt geen hulp bij zelfdoding, praat niet inhoudelijk over de keuze voor het leven of de dood, omgeving mag niet volledig in beslag worden genomen door de suïcidale zorgvrager) 4. Signaleert veranderingen in gedrag van de zorgvrager die suïcidaal gedrag vertoont en kan de ernst hiervan inschatten 5. Neemt preventieve maatregelen om suïcide te voorkomen bijv. door het geven van hand in hand begeleiding 6. Zoekt samen met de zorgvrager naar een andere (betere) manier van stressverwerking en begeleidt de zorgvrager bij de uitvoer hierin. 7. Waarborgt de continuïteit door gebruik te maken van een nauwgezette overdracht en evaluatie in het team en met andere begeleiders/therapeuten 8. Bespreekt de gevoelens die de zorg voor de suïcidale zorgvrager bij hem oproept met collega`s en andere betrokkenen 9. Begeleidt familie en naasten bij hun steun aan de suïcidale zorgvrager, door uitleg en instructie bij bijv. crisissituaties 10. Geeft zijn persoonlijke grenzen in de begeleiding van de suïcidale zorgvrager en draagt zo nodig de zorg over aan een collega
Albeda college Branche Gezondheidzorg
104
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie validation mevr L Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie
Competenties
De student voert in een simulatie een gesprek met Mevr. L. met als doel het toepassen van validation. Studieboek “verzorgen van ouderen” en “begeleiden van zorgvragers” Leslokaal of ruimte met een huiskamer op school. Vraag feedback aan je docent. Kopieer het feedback formulier van beroepstaak C gevorderd zodat de docent de feedback kan opschrijven. Vraag feedback aan je medeleerlingen die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een reflectieverslag en lever dit binnen week in bij je coach. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en Integer handelen M. Analyseren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Voer een gesprek met mevrouw L waarbij je validation toepast. Werkwijze - Lees de achtergrondinformatie door - De docent zal feedback geven aan de hand van het feedback formulier dat ook gebruikt wordt bij de beroepsopdracht C gevorderd. Kopieer dat van te voren. - Schrijf een persoonlijk leerdoel voor het toepassen van validation - Voer dit gesprek met Mevr. L. in een simulatie. - Vraag na afloop van het gesprek feedback aan je coach en aan andere aanwezigen. Schrijf dit op. - Schrijf een reflectieverslag volgens de criteria en lever dit binnen één week in bij de docent die aanwezig was. Achtergrond van de zorgvrager. Mevrouw L. Leeftijd: 78 jaar Burg. Staat: weduwe Kinderen: 2 dochters Levensovertuiging: Een rode draad door het leven is de Antroposofie Familie: Mevrouw heeft een zus, Mevrouw Blanker, die 2 jaar geleden overleden is na een val van de trap. Verleden van de zorgvrager. Mevrouw heeft altijd in Wassenaar gewoond. Haar man was jurist en had een heel goede baan op het ministerie van justitie. Haar echtgenoot is nu drie jaar geleden overleden. Zij praat soms veel over hem, maar dan weer dagen, dat ze met geen woord over hem rept. Soms praat ze liefdevol over hem en soms verbitterd. Mevrouw heeft altijd voor de kinderen gezorgd en zich met de opvoeding bezig gehouden. Er was genoeg geld, dus mevrouw werkte niet buitenshuis. Mevrouw heeft in Leiden Nederlands gestudeerd. Vanuit haar studietijd heeft ze nog veel vriendinnen. Mevrouw haar grote passie is literatuur, theater en schilderen. Een dochter Stans (43), is jurist en getrouwd met een Surinaamse man. Het is een goed huwelijk en er zijn twee kleinkinderen, Sheila (18) en Rashid (20). De andere dochter Pien (39) is schooljuffrouw geworden op een vrije school op de Denneweg in Den Haag. Pien is lesbisch en woont samen met haar vriendin Margarita.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
105
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Huidige situatie Mevrouw L. is opgenomen omdat het thuis niet meer goed ging. Ze heeft last van haar hart. De pompwerking is onvoldoende en mevrouw heeft bovendien problemen met haar rechter heup. Ze kan hier niet aan geopereerd worden in verband met haar slecht werkend hart. Zij draagt een brace om de heup op zijn plaats te houden. Mevrouw is dement, fase 3, haar geheugen laat haar ernstig in de steek. Zij herkent mensen niet meer en wil steeds naar haar zuster gaan die overleden is. Ook heeft zij fysiotherapie. De therapie is gericht op ontspanning en pijn vermindering in haar heup. Mevrouw L vergeet dat zij daar naar toe gaat, zij snapt niet meer wat het is en raakt dan in paniek. Als de behandeling plaats vindt gaat het juist heel goed, ze vindt het heerlijk. Jullie hebben in een MDO overleg besloten de ROT benaderingswijze toe te passen. Het verpleeghuis Het William Stein verpleeghuis is een landelijk verpleeghuis op antroposofische grondslag voor somatische en psychogeriatrische bewoners die in het verpleeghuis verpleegd worden. Bewoners en medewerkers kunnen een antroposofische achtergrond hebben, maar dat is geen voorwaarde om in het verpleeghuis opgenomen te zijn of te werken. De kwaliteit van de zorg op basis van de antroposofie richt zich erop de bewoners, in hun fase van chronische ziekte en ouderdom waarin zijn hun levensopdracht vervullen, met behulp van gerichte therapieën aan te spreken en te ondersteunen. Deze zorg behandelt niet alleen het lichaam, er wordt tevens gestreefd naar het activeren van het belevingsproces. Zo is er voor de bewoners op de afdelingen een klimaat geschapen dat een antroposofisch karakter draagt, wat o.a. zichtbaar is aan de gesluierde muren, het meublement, de schilderijen en de seizoenstafels. Antroposofische medicijnen maken deel uit van de medische therapie. De fysiotherapie maakt gebruik van ritmische massage en badtherapie. De kunstzinnige therapie, door middel van tekenen, schilderen en boetseren, leert waarnemen en beleven, wat de vreugde aan het beleven en de gezondheid ten goede komt. De euritmie therapie, een door Rudolf Steiner ontwikkelde bewegingstherapie die door middel van bewegingen, klanken en gedichten invloed uitoefent op het ziekteproces. In de antroposofische zorg wordt gekeken naar het totale mensbeeld, met zijn vier wezensdelen, temperamenten en zielenontwikkeling. De keuken die de algemene voeding voor bewoners en medewerkers samenstelt, houdt er rekening mee dat er zo veel mogelijk biologisch dynamisch of biologisch geteelde producten gebruikt worden. Casus voor de simulatie Mevrouw loopt door haar kamer wat onrustig heen en weer. Jij gaat naar haar toe om haar naar de fysiotherapie te brengen. Je hebt ruim de tijd genomen om haar in te lichten dat het weer tijd is om te gaan. Je weet dat mevrouw dat nodig heeft.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
106
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Criteria voor het reflectieverslag In je reflectieverslag geef je antwoord op de onderstaande vragen. Het verslag bestaat uit ongeveer 2 a-4tjes. Naam Datum Casus Coach die aanwezig was Nummer reflectieverslag
: : : : :
16. Hoe was het voor je om dit gesprek te voeren? 17. Wat was je persoonlijk leerdoel? 18. Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? 19. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 20. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je minder goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je minder goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 21. Wat waren mogelijke oorzaken van jouw gedrag? 22. Wat waren mogelijke oorzaken van het gedrag van de zorgvrager voor zover je dit kunt beoordelen? 23. Welke feedback kreeg je van de coach? 24. Wat ga je de volgende keer anders doen? 25. Wat wil je nog gaan leren? 26. Hoe wil je dat gaan leren? 27. Wie of wat heb je daarbij nodig? 28. Wat heb je van deze opdracht geleerd? 29. Heb je je persoonlijk leerdoel behaald? Zo ja, waaruit bleek dat? Zo nee, hoe kwam dat denk je? 30. Formuleer aan de hand van dit gesprek en je reflectie een nieuw persoonlijk leerdoel.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
107
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie validation mevr V Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Competenties
De student voert in een simulatie een gesprek met Mevr. V. met als doel het toepassen van validation. Zorg dat je de beschikking hebt over een acteur en een coach. Eventueel medeleerlingen die feedback willen geven, pen en papier. Je kunt ook gebruik maken van een video opname. Hiervoor dien je een camera te reserveren. boek “Verzorgen van ouderen” en “begeleiden van zorgvragers” Leslokaal of ruimte met een huiskamer op school. Vraag feedback aan je docent. Kopieer het feedback formulier van beroepstaak C gevorderd zodat de docent de feedback kan opschrijven. Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een reflectieverslag en lever dit binnen week in bij je coach. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en Integer handelen M. Analyseren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Voer een gesprek met mevrouw V waarbij je validation toepast. Werkwijze: - Lees de achtergrondinformatie door - De docent zal feedback geven aan de hand van het feedback formulier dat ook gebruikt wordt bij de beroepsopdracht C gevorderd. Kopieer dat van te voren. - Schrijf een persoonlijk leerdoel voor het toepassen van validation - Voer dit gesprek met Mevr. V. in een simulatie. - Vraag na afloop van het gesprek feedback aan je coach en aan andere aanwezigen. Schrijf dit op. - Schrijf een reflectieverslag volgens de criteria en lever dit binnen één week in bij de docent die aanwezig was. Achtergrond van de zorgvrager. Mevrouw van V. Leeftijd 81 jaar Burgerlijke staat gescheiden Kinderen 1 zoon Jacob, momenteel rector magnificus aan de Technische Universiteit van Delft. Levensovertuiging geen Familie 1 zus, mevrouw Wind in Barendrecht. Verleden van mevrouw van V. Mevrouw is 20 jaar geleden gescheiden. Zij werd ingeruild voor een jong mokkel, zoals ze zelf zegt. Ze was niet echt verbaasd, want Harry zoals haar man heette, was eigenlijk vooral geïnteresseerd in andere vrouwen. Dus toen hij er een keer echt vandoor ging, vond ze het eigenlijk niet zo heel erg. Ze vond het eigenlijk wel zo rustig, dan kon ze tenminste haar eigen gangetje gaan. Met haar zoon was het een heel ander verhaal. In haar hart vond ze hem een kapsoneslijer. Hij was niet onaardig tegen haar, maar ook niet echt intiem met haar. Ze dacht altijd dat het kwam omdat ze voor een goede opleiding voor hem had gezorgd. Zij de werkhuizen en hij de studie. Mevrouw van V. raakte bevriend met mevrouw Grot, buurvrouw Jetje. Beide dames raakten verslingerd aan de Bingo. Het ging zelfs zo ver dat ze samen met de bus
Albeda college Branche Gezondheidzorg
108
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
naar Amsterdam gingen voor de Bingo, heel gezellig in de Bingobus. Mevrouw Grot is een half jaar geleden overleden na een val waarbij zij haar heup brak. Naast het bezoek aan het buurthuis, had mevrouw niet veel sociale contacten. Haar zoon, die inmiddels rector magnificus is aan de Technische Universiteit van Delft, heeft zijn moeder weinig te melden en dat is wederzijds. Mevrouw vindt haar zoon een droogkloot. Jacob vindt zijn moeder platvloers, snapt eigenlijk niet dat het zijn moeder is. Hij had liever een andere moeder gehad, maar ja dat heeft hij niet voor het uitkiezen. Huidige situatie. Mevrouw van V. is opgenomen in het verpleeghuis de Schildershoek met een CVA en dementie. Ze heeft een spastische verlamming aan haar rechterbeen en rechter arm. Mevrouw is nogal afgevallen en wordt onderzocht of het afvallen mogelijk veroorzaakt wordt door een te sterk werkende schildklier. Mevrouw moet gestimuleerd worden om te eten en drinken. Verder is het slecht gesteld met het geheugen van mevrouw V. Zij bevindt zich in de 3de fase van dementie. Mevrouw wil naar de bingo op tijden dat er geen bingo is, zij wil naar mevrouw Grot om haar te bezoeken en haar zoon Jacob komt zo langs terwijl dat niet zo is. Zij kan niet meer met ROT benaderd worden, dan raakt ze overstuur en gaat heel hard huilen. Nu hebben jullie besloten haar met validation te benaderen. Het verpleeghuis In het verpleeghuis “De Schildershoek” weerspiegelt zich duidelijk de interculturele omgeving. “De Schildershoek” staat midden in de Haagse Schilderswijk. Zorg bieden aan cliënten uit verschillende culturen vraagt om een organisatie die bereid is om andere dan de geijkte wegen te bewandelen. “De Schildershoek” doet dit al vele jaren en probeert vraaggestuurde zorg in de praktijk te brengen voor al haar bewoners: voor zowel de Nederlandse Haagse ouderen, als voor de mensen uit verschillende andere culturen. Dit blijkt onder andere uit het respect voor verschillende levensovertuigingen en de manier waarop het mogelijk gemaakt wordt voor de bewoners om daarnaar te leven. Zoals het aanbod van (interculturele) maaltijden, in de feesten en de religieuze diensten die men kan bezoeken. In “De Schildershoek” biedt men zowel somatische als psychogeriatrische verpleeghuiszorg. De vraag bepaalt het antwoord, dit betekent vraaggestuurde zorg. Het voedingsaanbod in “De Schildershoek” is multicultureel, wat in het kort betekent dat er gekookt wordt voor meerdere culturen. De diversiteit van de gerechten groeit bijna dagelijks. Casus voor de simulatie Je gaat naar mevrouw V om haar mee te nemen naar de zaal om koffie te drinken. Je hebt gemerkt dat zij in de zaal meer drinkt en dat zij ervan opvrolijkt.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
109
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Criteria voor het reflectieverslag In je reflectieverslag geef je antwoord op de onderstaande vragen. Het verslag bestaat uit ongeveer 2 a-4tjes. Naam Datum Casus Coach die aanwezig was Nummer reflectieverslag
: : : : :
1. 2. 3. 4.
Hoe was het voor je om dit gesprek te voeren? Wat was je persoonlijk leerdoel? Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 5. Noem ten minste 2 voorbeelden van wat je minder goed vond gaan en beschrijf zo concreet mogelijk wat je minder goed vond gaan. Je kunt hiervoor gebruik maken van de criteria. 6. Wat waren mogelijke oorzaken van jouw gedrag? 7. Wat waren mogelijke oorzaken van het gedrag van de zorgvrager voor zover je dit kunt beoordelen? 8. Welke feedback kreeg je van de coach? 9. Wat ga je de volgende keer anders doen? 10. Wat wil je nog gaan leren? 11. Hoe wil je dat gaan leren? 12. Wie of wat heb je daarbij nodig? 13. Wat heb je van deze opdracht geleerd? 14. Heb je je persoonlijk leerdoel behaald? Zo ja, waaruit bleek dat? Zo nee, hoe kwam dat denk je? 15. Formuleer aan de hand van dit gesprek en je reflectie een nieuw persoonlijk leerdoel.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
110
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev.simulatie verslavingsstoornis (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan een zorgvrager met een verslavingsstoornis psychosociale begeleiding geven Zoek je uitgewerkte activiteit “B2.K.gev.zorgvrager met verslavingsstoornis” op Plan het rollenspel met de docent Boek “verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 7” Casus Nicole / formulier beoordelingscriteria Beroepscompetenties Rollenspelruimte Vraag feedback aan je medestudenten die aanwezig zijn geweest bij het gesprek. Schrijf een kort zelfreflectie verslag van deze activiteit waarbij je ingaat op de competenties passende bij deze activiteit. Je kan hiervoor het feedbackformulier van de beroepsopdracht raadplegen. Beschrijf (nieuwe) persoonlijke leerdoelen en hoe je deze aan gaat pakken. D. Aandacht en begrip tonen M. Analyseren H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Lees de casus van Nicole en je uitgewerkte opdracht van “B2.K.gev.zorgvrager met verslavingsstoornis” activiteit 1, 2 en 3 nog eens door. Nicole is erg onrustig en zegt dat ze snakt naar een borrel. Geef Nicole de passende begeleiding. Laat tijdens deze begeleiding zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze Activiteit 2 Nicole komt terug van verlof en ruikt behoorlijk naar de alcohol. Dit is tegen de afspraak! Ga een gesprek aan met Nicole waarin je dit bespreekt. Laat tijdens dit gesprek zien dat je rekening houdt met de juiste benaderingswijze Beoordelingscriteria gesprek met de zorgvrager met een verslavingsstoornis Let op: beantwoorde de vragen met ja/nee en licht je antwoord toe. Beheersingscriteria zorgverlener 1. Geeft ondersteuning die gekenmerkt wordt door empathie, geduld, begrip, respect en doorzettingsvermogen in het contact met de zorgvrager zonder negatieve emoties als boosheid, frustratie en wrok 2. Signaleert veranderingen bij zorgvragers met een verslavingsstoornis, schat de ernst hiervan in en past de zorgverlening hierop aan 3. Inventariseert de oorzaken van het verslavingsgedrag en gebruikt de informatie om het gedrag te verminderen of te voorkomen 4. Geeft begeleiding die afgestemd is op de aard en de ernst van het probleemgedrag en de mogelijkheden van de zorgvrager 5. Gaat consequent om met de gestelde regels, passend binnen de afspraken in het zorgleefplan, afgestemd op de mogelijkheden van de zorgvrager 6. Biedt individuele zorg op maat bij ADL en andere activiteiten 7. Helpt bij het stellen van op korte termijn haalbare doelen 8. Geeft de zorgvrager afgestemde voorlichting over het hier en nu, mogelijkheden in de toekomst en de rol van naasten hierin.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
111
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
06H01 C2.K.gev. Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie beschrijven van het omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Boek Begeleiden van zorgvragers, thema 6, hoofdstuk 1 Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
112
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
06H03 C2.K.gev. Begeleiden bij verliesverwerking Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie beschrijven van het begeleiden bij verliesverwerking Boek Begeleiden van zorgvragers, thema 6, hoofdstuk 3 Begeleiden bij verliesverwerking Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
113
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
06H04 C2.K.gev. Begeleiden bij de acceptatie van gezondheidsproblemen Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan de theorie beschrijven van het begeleiden bij de acceptatie van gezondheidsproblemen Boek Begeleiden van zorgvragers, thema 6, hoofdstuk 4 Begeleiden bij de acceptatie van gezondheidsproblemen Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
114
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.T1.K.gev.begeleiden I-care Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven welke kennis nodig is om een zorgvrager te begeleiden in de palliatief-terminale fase Start I-careflex op Begeleiden van zorgvragers Thema 3 en Thema 6 Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Maak van generiek: Begeleiden Praat jij dan voor mij Laat mijn vader toch met rust Ze moeten me vast niet meer Waarom juist nu? Oriëntatie op de casus en vaardighedenroute
Albeda college Branche Gezondheidzorg
115
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.K.gev. Rouw en verlies Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan een mening formuleren betreft rouw en verlies en fasen in het rouwproces. Haal (reserveer) dvd‟s uit de mediatheek die je kan bekijken alvorens deze opdracht te maken. Begeleiden van zorgvragers Thema 6 Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Lever het verslag in bij de docent. Deze geeft zo nodig mondelinge en of schriftelijke feedback. F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit Werk het onderwerp rouw en verlies uit aan de hand van onderstaande vragen. Bekijk een of meerdere dvd‟s over rouw, verlies en sterven. “Dood op verzoek” (gaat over een ALS patiënt met euthanasievraag) “Als alles duister is” (gaat over 2 zorgvragers op een palliatieve zorgunit) “Over mijn lijk” (gaat over jongeren die weten dat ze niet lang meer te leven hebben. Is ook te zien op uitzending gemist via internet) Beantwoord onderstaande vragen 1. Beschrijf wat terminale zorg inhoudt. Beschrijf met name jouw rol als verzorgende in de terminale fase. 2. Beschrijf welke disciplines betrokken zijn bij de terminale zorg. Beschrijf wat de taak is van deze disciplines. 3. Beschrijf de 5 fases van het rouwproces van drs. E. Kubler-Ross. Geef je mening over het belang van het indelen en herkennen van de verschillende fasen in het rouwproces. Zijn er nadelen aan het hanteren van fasen in een rouwproces? 4. Beschrijf hoe je familie en naasten kunt begeleiden bij het verzorgen van een terminale zorgvrager. 5. Beschrijf van 3 verschillende culturen de rituelen rondom de terminale en/ of overleden zorgvrager.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
116
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev. Excursie Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student brengt een bezoek aan een organisatie die de (na)zorg geeft aan mensen in de palliatiefterminale fase. Vorm een groep van minimaal 10 personen. Zorg dat je de beschikking hebt over internet. http://www.laurens.nl/voor-klanten/locaties/23/cadenza http://www.hospicerotterdam.nl/index2.htm http://www.goetzee.nl/ http://www.matrice.nl/ Theorielokaal, thuis, OLC, bovenstaande locatie Mondelinge nabespreking met je excursie groep onder leiding van de docent. D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit Breng met een groep medestudenten een bezoek aan een instelling waar men de (laatste) zorg geeft aan de palliatief/terminale zorgvrager. Werkwijze 1. Bekijk de websites onder het kopje theorie. 2. Kies met je groep een instelling die je wilt bezoeken. 3. Geef dit door aan je docent. Stem af of de docent de excursie regelt of dat jullie dit zelf doen. 4. Maak een lijst met vragen die je zou willen stellen aan de instelling die je gaat bezoeken. 5. Bespreek met elkaar wat je eventueel mee zou kunnen nemen, je gaat namelijk “op visite”.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
117
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev. Palliatieve zorgunit Leerdoel Praktische voorbereiding Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan in theorie een palliatieve zorgunit organiseren Vorm een groepje van maximaal 3 medestudenten Mondeling aan de hand van de evaluatievragen met medestudenten en eventueel docent. E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden M. Analyseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
Activiteit Maak duidelijk wat jouw/jullie visie op palliatieve zorg is en hoe een palliatieve zorgunit er uit zou kunnen zien. Werkwijze Ga uit van de volgende situatie: In de instelling waar je werkt is het de bedoeling dat er een palliatieve zorgunit opgericht gaat worden. Deze unit komt in de nieuwe vleugel die volgend jaar opgeleverd gaat worden. Uit verschillende disciplines is gevraagd zitting te nemen in een werkgroep die het plan voor de nieuwe afdeling uit moet gaan werken. Ook aan de mensen in opleiding is deze vraag gesteld en jullie zitten namens de leerlingen in de werkgroep palliatieve zorg. Bedenk met z‟n drieën hoe jullie vinden dat een terminale zorgunit eruit zou moeten zien. Werk dit uit en presenteer dit aan de overige groepsleden. Denk in ieder geval aan: Het begeleiden van de zorgvrager en de opvang en steun aan familie en naasten. Hoe ziet de unit er uit en hoe is de zorg georganiseerd? Wie werken er op de unit? In hoeverre wordt er gebruik gemaakt van vrijwilligers? Wat is er mogelijk voor de stervende en zijn/haar naasten? Het open staan en het mogelijk maken van het uitvoeren van rituelen tijdens het ziekbed en sterven. De visie van de unit. Evaluatie 1. Hebben jullie duidelijk kunnen maken hoe jullie palliatieve zorgunit eruit komt te zien? 2. Hebben jullie tijdens de presentatie laten zien hoe bovenstaande punten geïntegreerd zijn in jullie plan?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
118
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C2.VH.gev. Praten over de dood Leerdoel Praktische voorbereiding Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan haar/zijn gevoelens over de dood onder woorden brengen. Vorm een groepje van maximaal 5 medestudenten Aan de hand van de evaluatievragen. D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen J. Formuleren en rapporteren V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit Ga in discussie met 3 à 4 medestudenten over onderstaande stellingen 1. Ik ben bang om te sterven. 2. Als je jong bent denk je nooit na over de dood. 3. Voor iemand die al lang pijn lijdt is de dood een verlossing. 4. Sterven is de meest eenzame gebeurtenis uit je leven. 5. Ik vind het goed dat er een einde aan het leven komt. 6. Als je goed geleefd hebt, ben je niet bang voor de dood. 7. Het onderwerp “leven na de dood” maakt mij ongerust. 8. De dood is beter dan een leven vol pijn. 9. Ik zou het liefst in mijn slaap dood gaan, zonder het vooraf te weten. 10. Ieder mens hoort zijn eigen dood onder ogen te zien. 11. Ik vind het eng om de kamer van een stervende zorgvrager binnen te gaan. 12. Ik vind het moeilijk een zorgvrager te verplegen die in het laatste stadium van het leven verkeert. 13. Ik weet niet wat ik tegen een stervende zorgvrager moet zeggen. 14. Ik ben bang dat een terminale zorgvrager gaat praten over zijn/haar ziekte. 15. Ik ben bang dat een terminale zorgvrager gaat huilen. 16. Ik ben bang dat een terminale zorgvrager vragen gaat stellen over zijn/haar dood. 17. Ik ben bang dat de terminale zorgvrager tijdens het verzorgen onverwachts overlijdt. 18. Ik vind het moeilijk een zorgvrager te verzorgen die veel pijn heeft. 19. Problemen die ik heb met terminale zorgvragers kan ik met mijn collega‟s bespreken. 20. Bij het overlijden van een zorgvrager laat ik mijn gevoelens zien. 21. Een terminale zorgvrager moet je niet belasten met je eigen gevoelens. Evaluatie 1. Bespreek gezamenlijk hoe jullie het ervaren hebben om over de dood te praten. 2. Bespreek in hoeverre je eigen ervaringen rondom de dood van invloed zijn op hoe je als verzorgende omgaat met terminale zorgvragers. Schroom niet om de docent in te schakelen als het praten over dit onderwerp problematisch voor je is
Albeda college Branche Gezondheidzorg
119
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Activiteiten organiseren Leerdoel
De student kan een plan maken met geschikte activiteiten voor een groepje psychogeriatrische/ psychiatrische
Theorie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
zorgvragers Bijlage 1 plezierige activiteitenlijst Nabespreking opdracht met medestudenten en beoordeling door de docent C. Begeleiden K. Op de behoeften en verwachtingen van de"klant" richten U. Omgaan met verandering en aanpassen
Activiteit Kies minimaal vier psychogeriatrische zorgvragers uit je BPV . Inventariseer welke wensen /behoeften aan plezierige activiteiten deze personen hebben. Gebruik hiervoor de bijgevoegde `plezierige activiteitenlijst `(bijlage 1) Inventariseer gezamenlijke wensen. Werk drie activiteiten, die je met dit groepje zorgvragers wekelijks kunt uitvoeren, uit in een weekprogramma voor je afdeling Reflectie Hoe was het voor jou om zorgvragers te vragen wat zij graag willen doen? Motiveer je antwoord. Heb je een weekprogramma voor je afdeling kunnen maken? Wat vond je hier moeilijk of makkelijk aan? Sloten de activiteiten voor alle zorgvragers aan bij hun wensen?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
120
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
“Plezierige activiteiten lijst voor ouderen” Vind ik leuk
Doe ik al voldoende
In de buitenlucht zijn Kennis maken met iemand Plannen maken voor een uitstapje of vakantie Iets voor mezelf kopen Op het strand zijn Verhalen, romans, gedichten of toneelstukken lezen Schone lucht inademen Iets op een heldere manier zeggen T.V. kijken Aan iets goeds in de toekomst denken Een moeilijk karwei afmaken Lachen Een puzzel, kruiswoordraadsel enz. oplossen Een douche nemen Dieren om me heen hebben Een openhartig gesprek voeren Iemand helpen Door iemand geholpen worden Vrijetijdskleding dragen Mijn haren kammen of borstelen Een persoonlijk probleem oplossen Een bad nemen Bij mijn kleinkinderen zijn In de zon zitten In het bos wandelen Tuinieren Nieuwe kleren dragen Dat het mijn familie of vrienden goed gaat Naar geluiden van de natuur luisteren Een levendig gesprek hebben Naar de radio luisteren Vrienden ontvangen Post ontvangen Naar de wolken, de lucht of een storm kijken Iets voor mijn gezin kopen Schone kleren dragen Een uitstapje maken (wandelen, park, dierentuin) Over kinderen of kleinkinderen praten
Albeda college Branche Gezondheidzorg
121
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Begeleiden bij contacten in de groep Leerdoel
Theorie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan factoren noemen die van belang zijn bij het begeleiden van een oudere zorgvrager bij het leggen, onderhouden en afbouwen van zijn contacten in een groep Bijlage groepsprocessen Vergelijk je antwoorden in een groepje van maximaal vier medestudenten Vul eventueel je antwoorden aan. Raadpleeg de docent bij onduidelijkheden. M. Analyseren
Activiteit Beantwoord onderstaande vragen met behulp van de bijlage “groepsprocessen” 1. Sommige geriatrische zorgvragers vinden het fijn om in een woongroep te gaan wonen. Welke redenen zouden zijn hiervoor kunnen aangeven? 2. Andere geriatrische zorgvragers vinden het vreselijk om in een groep te gaan wonen. Wat kan hiervan de reden zijn? 3. Hoe kun je als verzorgende hiervoor zorgen dat groepsprocessen een positief effect hebben op het welzijn van de geriatrische zorgvrager? 4. Hoe kom je erachter of de zorgvragers de groepsactiviteiten als prettig hebben ervaren? 5. Maak twee lijstjes: een van dingen die je liever alleen doet en een van dingen die je liever in groepsverband doet. 6. Noem twee positieve en twee negatieve kenmerken van het leven in een groep. 7. Geef aan welke informatie jij in ieder geval moet hebben van een zorgvrager om hem te kunnen begeleiden bij het aangaan en onderhouden van contacten in een groep. 8. Beargumenteer waarom je het wel of niet eens bent met de volgende stelling:”Een oudere zorgvrager moet een deel van zijn identiteit inleveren als hij gaat leven in een woongroep”.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
122
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. De zes denkhoeden van Bono Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan met een groep een besluit nemen volgens de stappen van de denkhoeden van Bono Formeer een groepje van minimaal zes personen. Zorg dat je theorie gelezen hebt of dat je een workshop hebt gehad over dit onderwerp Bijlage de zes denkhoeden van Bono theorie Nabespreken opdracht met medestudenten en invullen reflectievragen C. Begeleiden M. Analyseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten U. Omgaan met verandering en aanpassen
Activiteit Bedenk een onderwerp waarover een besluit genomen moet worden . Maak zo nodig een keuze uit onderstaande onderwerpen - Het aanstellen van een klassenvertegenwoordiger in je groep - Het invoeren van de ja- cultuur op je werk - Het instellen van een happy- hour in de klas voor elke schoolvakantie - Het invoeren van dagelijkse evaluatie over de werksfeer in de BPV Kies een voorzitter uit die het proces bewaakt en de reactie van de deelnemers n.a.v. de denkstappen volgt: 1. De witte denkhoed opzetten: met zijn allen op zoek gaan naar feiten en cijfers. 2. De rode hoed opzetten: laat men de intuïtie spreken, en verzamelt men de emoties die leven rond het onderwerp. 3. De gele denkhoed opzetten: voordelen bedenken . 4. De zwarte denkhoed opzetten: nadelen, risico‟s en gevaren. 5. De groene denkhoed opzetten: van alternatieven en ideeën, 6. De blauwe denkhoed opzetten: van planning en processtappen. Kom met elkaar tot een besluitvorming over het gekozen onderwerp volgens deze stappen . De opdracht mag maximaal 20 minuten duren . Reflectievragen Let op: Deze vragen beantwoorden met ja/nee en licht je antwoord toe. 1. Is de opdracht binnen de voorgeschreven tijd uitgevoerd? 2. Is er een besluit genomen aan de hand van de denkstappen? 3. Heeft de voorzitter de taken volgens plan uitgevoerd ? 4. Wat vond je van deze vergadermethode? 5. Voor welke overlegsituaties op je werk vind je deze methode bruikbaar ? Noem er twee en motiveer je keuzes.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
123
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Vergaderrollen/ Denkhoeden van Edward de Bono Stroef verlopende besluitvorming in vergaderingen is voor de voorzitter ervan vaak schipperen tussen twee uitersten. De ene mogelijkheid is snel een besluit doordrukken, dat geeft tijdswinst voor de korte termijn. Maar als de groep het besluit niet draagt, wreekt zich dat achteraf. De bijbehorende acties blijken dan niet van de grond te komen. Het alternatief lijkt praten tot er consensus is bereikt. Afgezien van het feit dat dit veel tijd kost (en dus duur is) heeft het nog een nadeel. Want om tot consensus te komen wil iedereen een vinger in de pap hebben. Met als resultaat een compromis dat in de praktijk niet werkt. Een belangrijke achterliggende oorzaak van de stroef verlopende besluitvorming is het niet echt naar elkaar willen luisteren. Vaak komen deelnemers al met een mening over een probleem naar de bijeenkomst toe. Het denken in de vergadering richt zich dan vooral op het bewijzen van het eigen gelijk en andermans ongelijk. Dit gehakketak gaat meestal gepaard met herhaling van zetten en natuurlijk veel frustraties. De oplossingsgerichtheid en de sfeer worden er zeker niet door bevorderd. Door te werken met de denkhoeden van de Bono blijkt dat het ook anders kan. De denkhoeden zijn als het ware richtingaanwijzers voor het denkproces. Zo kunnen de leden van een vergadergroep de witte denkhoed opzetten en met zijn allen op zoek gaan naar feiten en cijfers. Daarna zet men de rode hoed op, en laat men de intuïtie spreken, en verzamelt men de emoties die leven rond het onderwerp. De derde richting die de groep uitdenkt is die van voordelen ( gele denkhoed). Deze richting wordt gevolgd door de zwarte denkhoed van nadelen, risico’s en gevaren. Tot slot is er nog de groene denkhoed van alternatieven en ideeën, en de blauwe van planning en processtappen. Door zo te werken wordt het probleem vanuit allerlei invalshoeken bekeken en in kaart gebracht. Dat geeft een basis voor kwalitatief goede besluitvorming. Bovendien wordt het onproductieve “stelling denken” vervangen door “samen denken”. Dat betekent minder gehakketak, en een plezieriger verloop van de vergadering. Illustratief is hierbij het volgende citaat van de Bono: “if you never change your mind, why have one?” Dit vergt wel een andere instelling van vergaderaars. Een basaal uitgangspunt is dat iedereen gelijk heeft, maar dat de situaties waarin verschillen. Een voorbeeld: als ik een bal zonder kracht loslaat uit mijn handen valt hij omlaag. Dat is waar in de sportzaal. Maar bevind ik mij op de bodem van een zwembad, dan beweegt de bal omhoog. In plaats van te argumenteren is het dus beter te zoeken naar condities waarin een bepaalde stelling geldt. Zo laat je de ander in zijn waarde en kun je gemakkelijk op elkaars ideeën voortbouwen. Natuurlijk is het in de praktijk zo dat de een beter is in “groene hoed denken” en een ander weer beter is in “zwarte hoed denken”. Dat is prima. Geen van deze hoeden is beter dan de ander. Waar het om gaat is dat de hoeden als aanvullend van elkaar worden gezien, en niet als strijdig met elkaar. De communicatie verloopt soepel als iedereen regelmatig wisselt van hoed.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
124
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
De denkhoedenmethode werkt niet goed als er sprake is van strijdige belangen. Als men in onderhandelingen het achterste van de tong niet wil tonen, is het niet erg zinvol om deze methode in te zetten. In de meeste vergaderingen van teams en afdelingen is het wel een heel bruikbaar hulpmiddel. De kracht van de denkhoedenmethode zit hem vooral in de eenvoud. Teams kunnen er zelf mee aan de slag, en daarmee onderscheidt dit concept zich van veel andere teamrolbenaderingen. Deze hebben natuurlijk ook hun toegevoegde waarde, maar vereisen vaak een teamcoach om ermee te kunnen werken. De denkhoedenmethode is daarop een uitzondering. De associatie van de verschillende kleuren met de denkpatronen maken het geheel gemakkelijk uit te leggen en te onthouden. Kleur van de denkhoed Wit
associatie Maagdelijk wit objectiviteit
denkpatroon Je bent objectief. Je denkt vanuit feiten, aantallen, bedragen, procenten.
Rood
Praten vanuit het hart
Je benadert zaken intuïtief. Je gaat uit van gevoelens, emoties.
Zwart
Negatief oordeel
Geel
Zonneschijn
Je kiest voor de kritische, negatieve benadering. Je komt met bezwaren, beperkingen of negatieve verwachtingen. Ondernemerschap is je uitgangspunt. Je kijkt naar (winst)kansen, naar mogelijkheden.
Groen
Vruchtbaar
Creativiteit is je basis. Je komt met nieuwe ideeën, onverwachte oplossingen.
Blauw
Koel en onder controle
Je kiest voor afstandelijkheid. Je bekijkt ideeën vanuit een theoretisch kader, filosofisch.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
125
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Groep begeleiden met spel Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student benoemt en motiveert een spel die de fictieve groep bewoners zal stimuleren in de ontwikkeling. Boek Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking Controleer jezelf door jouw bevindingen met die van een medestudent te vergelijken. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoefte van de klant richten
Activiteit Benoem welk spel de onderstaande fictieve groep zal stimuleren in de ontwikkeling. Werkwijze -Lees de gegevens van de groep door. -Bepaal daarna welk spel je de groep zou aanbieden en geef daarbij de motivatie. Voorbeeld: Ik ga met deze groep ballonnen opblazen en met hen de ballonnen rond tikken in een kleine ruimte. Elke keer als zij een tik geven stimuleer ik hen tot het maken van een geluid. Motivatie: Motorische ontwikkeling: het prikkelt het willen bewegen van de zorgvragers zodat zij de spieren gebruiken. Sociale ontwikkeling: door samen de bewegingen te maken wordt contact gemaakt. Emotionele ontwikkeling: de bewegingen maken de zorgvragers blij. Communicatieve ontwikkeling: door het eigen geluid te horen leren zij dit kennen en leren dat dit effect heeft op anderen. -Beantwoord daarna de vragen die onder de bewoners groep staan. Bewoners: Klaas: Hij is 42 jaar, heeft een verstandelijke beperking die valt in de lichaamsgebonden ervaringsfase. Hij zit in een rolstoel en moet overal bij geholpen worden. Hij houdt er van om aangeraakt te worden. Hij vindt lichamelijke aanraking zo fijn dat hij er erg om gaat lachen. Hij heeft geen tanden en een gebit kan hij niet inhouden. Daardoor eet hij niet erg goed en is hij mager. Hij vindt in bad gaan geweldig fijn. Loes: Loes is 23 jaar, heeft een verstandelijke beperking die valt in de associatieve fase. Zij heeft epilepsie en vaak last van absence aanvallen. Zij kan ineens stil vallen en gaan staren. Loes kan een beetje zingen en klappen en zelfstandig lopen. Zij houdt ervan om op het schoolbord te krassen met een groot krijt. Ze loopt graag hand in hand. Bert: Hij is 33 jaar en valt ook in de associatieve fase. Hij heeft een lichamelijk beperking omdat zijn linker lichaamshelft niet goed is gegroeid. Hij kan lopen met aangepaste schoenen. Bert kan kleine woordjes spreken en vraagt graag om koffie en koek. Verder is hij dol op knuffelen. Hij pakt iedereen vast en wil graag over zijn bol geaaid worden. Jacqueline: Zij is 30 jaar en heeft een verstandelijke beperking die valt in de structurerende fase. Zij kan korte zinnen spreken en loopt rond over de afdeling. Zij houdt er niet van om aangeraakt worden. Daardoor is wassen en aankleden voor haar geen feest. Soms reageert zij agressief omdat ze te veel geprikkeld wordt door geluiden. Aan tafel eten is daardoor niet mogelijk. Zij gaat wel graag met een begeleider naar de stad om kleren te kopen. Ze houdt ook erg van muziek. Gijs: Zij is 44 jaar en heeft een verstandelijke beperking dit valt in de associatieve fase. Zij heeft het syndroom van Prader willie. Zij eet alles wat los en vast zit op. Zo heeft zij een keer blokjes uit de blokkendoos opgegeten. Ook als zij naar buiten gaat eet zij gras. Zij kan niet praten, maar maakt nonverbaal duidelijk wat er met haar aan de hand is.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
126
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Vragen 1 Wat heb je nodig om deze activiteit te organiseren? 2 Wie heb je nodig om deze activiteit te doen? Denk hierbij aan het behalen van je doelstellingen en veiligheid van bewoners. 3 In welke ruimte ga je deze activiteit organiseren? Wat moet je doen om deze ruimte tot je beschikking te krijgen? Reflectie Bespreek met medestudenten wat je hebt verzonnen voor deze groep en de motivatie. Laat een andere student kijken of je aan alles hebt gedacht om deze activiteit te organiseren.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
127
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Groepsdoelen Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student kan benoemen waarom het belangrijk is om te werken vanuit een groepsdoelstelling. Internet Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel M. Analyseren
Activiteit 1. Beschrijf bij elk van onderstaande groepsdoelen een aantal voorbeelden die aan het behalen van dit doel kunnen bijdragen. 2. Waarom is het belangrijk voor een verzorgende te weten wat het doel van de groep is waar ze werkzaam is? Binnen een zorginstelling wordt een visie opgesteld over groepen. In deze visie wordt weergegeven waarom met groepen gewerkt wordt, welke doelen aan groepen gegeven worden, op welke momenten wel en niet in groepen gewerkt wordt en hoe de begeleiding om moet gaan met groepen. Doelen die instellingen willen behalen met het werken met groepen zijn bijvoorbeeld: Het vertragen van verdere geestelijke achteruitgang van de zorgvragers Het verbeteren van de zelfzorg Het optimaal inzetten van personeel Het voorkomen van onrust en verwardheid
Albeda college Branche Gezondheidzorg
128
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Groepsdynamiek Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan omschrijven welke maatregelen hij kan nemen om een goede groepsdynamiek te bevorderen Internet Evalueer je antwoord in een groepje van maximaal vier medestudenten C. Begeleiden M. Analyseren U. Omgaan met verandering en aanpassen
Activiteit Wanneer een groep goed functioneert is er een aantal kenmerken die daarbij opvallen. De manier waarop groepsleden op elkaar reageren noemt men groepsdynamiek. Bij een goede groepsdynamiek zijn vier kenmerken te onderscheiden, nl.: - sfeer - interactie - resoneren - rolpatronen Jij bent werkzaam als verzorgende op een kleinschalige groep binnen een verpleeghuis. De groep is (zoals iedere andere groep) onderhevig aan veranderingen. Het is als verzorgende moeilijk in te schatten hoe de groepsleden op elkaar zullen reageren. Je wilt een goede groepsdynamiek bevorderen. Noem per kenmerk minimaal één maatregel die dit kan bevorderen. Nadere uitleg vier kenmerken Sfeer Sfeer is moeilijk te definiëren, het wordt ervaren via de zintuigen. Vaak kun je als je ergens binnenkomt meteen de sfeer in een groep voelen. Bepaalde geuren, kleuren en geluid kunnen een sfeer versterken. Bijv. de geur van koffie of warme appeltaart uit de oven wekken de sfeer van gezelligheid. Ook aanrakingen en strelingen kunnen de sfeer beïnvloeden. De sfeer kan heel gemakkelijk veranderen. Stel dat een aantal geriatrische zorgvragers samen in een ruimte zitten. De muziek staat zachtjes aan, enkele zorgvragers zitten te kaarten, de sfeer is goed, rustig en iedereen is tevreden. Dan wordt ineens 1 van de zorgvragers agressief, ze gooit pardoes de tafel om. Iedereen schrikt, de sfeer is ineens helemaal omgeslagen. Een professioneel verzorgende kan sfeer maken, naar haar hand zetten en creëren. Daarbij is het belangrijk de individuele zorgvrager geobserveerd worden. Wanneer iemand de sfeer dreigt te bederven, kan de verzorgende hierop inspringen door even extra aandacht te besteden aan de zorgvrager, een praatje te maken. Het beïnvloeden en creëren van sfeer is een zeer subtiel gebeuren. Interactie Geriatrische zorgvragers worden soms grotendeels in hun eigen wereldje leven, door toedoen van ziekten. Daarom is het van belang om interactie te stimuleren. Als zorgvragers met elkaar praten over hun situatie, herkennen ze bepaalde zaken en kunnen zij zich enigszins steunen. De zorgvragers zijn dan even geen zorgvragers maar gewoon leeftijdgenoten in gesprek. Het contact met leeftijdgenoten is anders dan met de verzorgende. De verzorgende kan het contact tussen groepsleden stimuleren. Een manier om dat te doen is bijvoorbeeld om een gesprek met een zorgvrager te beginnen en vervolgens een andere zorgvrager in het gesprek te betrekken.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
129
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Resoneren Resoneren betekent dat de verzorgende het groepsproces zijn gang laat gaan. De zorgvragers moeten in een groep gestimuleerd worden. In principe observeert de verzorgende de groep en de individuele groepsleden. Als de verzorgende merkt dat er iets niet goed gaat, grijpt ze in. Rolpatronen Ieder groepslid heeft een bepaalde plaats in de groep. Er zijn zorgvragers die veel aandacht vragen en zorgvragers die juist heel onopvallend zijn, of zorgvragers die vaak mopperen, of juist grapjes maken. Als verzorgende kan het goed zijn om alle rollen van de verschillende groepsleden in kaart te brengen. Iedereen zou een rol moeten hebben die bij hem past. Soms komt een persoon in de groep niet volledig tot zijn recht binnen een groep. Door de rollen in kaart te brengen, kan duidelijk worden dat de huidige rol niet past.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
130
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Integreren in een nieuwe groep Leerdoel
Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan de zorgvrager ondersteunen bij het doorlopen van de verschillende fases wanneer een nieuwe zorgvrager in een bestaande groep komt Internet Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten U. Omgaan met veranderen en aanpassen
Activiteit Beschrijf wat je zou doen om een nieuw groepslid te helpen tijdens de verschillende fases om te integreren in een bestaande groep. Er zijn vier fases te onderscheiden, nl.: - wenfase - aanpassingsfase - kritieke fase - acceptatiefase Werkwijze: - lees de uitleg van de verschillende fases - Bedenk per fase wat je kunt doen om de zorgvrager te begeleiden bij het integratieproces. - Schrijf per fase op wat je kunt doen. Minimaal een half A-viertje per fase. - Beantwoord de reflectie vragen Reflectie: - Per fase heb je iets bedacht wat je kunt doen om de zorgvrager te begeleiden. Geef aan wat jij makkelijk of moeilijk vindt bij het uitvoeren van deze begeleiding. (Wat zijn valkuilen of kwaliteiten van jezelf?) - Wat zou je nog willen leren om dit heel goed te kunnen doen? Noteer dat voor jezelf en plan een actie om dit te gaan leren. Uitleg van de verschillende fases: Wenfase Tijdens de wensfase oriënteert de nieuwe zorgvrager zich op de groep. De zorgvrager bestudeert de andere zorgvragers: hoe de andere zorgvragers met elkaar omgaan, welke sociale regels er gelden en wie met wie omgaat. Verder neemt de zorgvrager kennis van het dagprogramma, de regels die de afdeling heeft en maakt hij kennis met de verzorgende op de afdeling. De wenfase wordt eigenlijk afgesloten op het moment dat de zorgvrager accepteert dat hij bij deze groep hoort. Sommige zorgvragers zijn blij weer onder de mensen te zijn, anderen zorgvragers voelen zich gedwongen tot een verandering waar ze nog lang niet aan toe waren. Naarmate de weerstand over de nieuwe situatie hoger is, zal het langer duren voordat de zorgvrager de aanpassingsfase heeft bereikt. Aanpassingsfase In de aanpassingsfase zal de zorgvrager zijn gedrag aanpassen aan de groep. De zorgvrager benadert de groep. De nieuwe zorgvragers zullen vragen gaan stellen, observeren, meedoen, reacties afwachten van de anderen uit de groep, hun gedrag daarop weer afstemmen. Soms wil een groep een nieuwe zorgvrager niet toelaten. Hier kunnen verschillende redenen voor zijn. Als een zorgvrager overlijdt, kan dit een groot verlies betekenen voor de andere zorgvragers. Ze kunnen er vervolgens moeite mee hebben dat de
Albeda college Branche Gezondheidzorg
131
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
plaats opgevuld wordt met een nieuwe zorgvrager. Een andere reden kan zijn dat de zorgvrager zich op een verkeerde manier opstelt. Kritieke fase In deze fase wordt een plekje veroverd in de groep. In de groep heerst voor de komst van een nieuwe zorgvrager een bepaald evenwicht. Evenwicht in een groep houdt in dat alle groepsleden tevreden zijn met de relaties tussen de groepsleden en de rol die zij innemen in de groep. Sommige mensen vinden dat zij in een groep meer te vertellen hebben dan anderen. De komst van een nieuwe zorgvrager kan dit evenwicht uit balans brengen. In deze fase kunnen makkelijk conflicten ontstaan. De verzorgende zal de hele groep dan ook nauwlettend in de gaten moeten houden. Welke invloed heeft de komst van een nieuw groepslid op de andere groepsleden? Het is mogelijk dat een nieuw groepslid iemand anders van zijn plek verdringt. Acceptatiefase Nadat de kritieke fase is doorlopen, heeft het nieuwe groepslid een plaatsje binnen de groep verworven. Het evenwicht in de groep herstelt zich. Niet elke zorgvrager heeft evenveel tijd nodig voor de verschillende fases. Sommige zorgvragers zullen bijvoorbeeld heel veel moeite hebben om te wennen aan de verandering, terwijl andere zorgvragers meer moeite hebben om zich aan te passen. Het proces om deel uit te gaan maken wordt grotendeels bepaald door de nieuwe zorgvrager. De verzorgende heeft echter een heel belangrijke ondersteunende, signalerende en sturende rol, voor zowel de nieuwe zorgvrager als de andere groepsleden.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
132
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Kenmerken van leefgroepen Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student kan de kenmerken van leefgroepen herkennen en benoemen Internet Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel M. Analysen
Activiteit Beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is een homogene groep? 2. Wat is een heterogene groep? 3. Is de groep waar jij stage loopt/werkt homogeen of heterogeen samengesteld? Vind je dat goed of juist niet? Motiveer je antwoord. 4. Wat zijn groepswaarden en groepsnormen? Benoem van jouw groep een aantal groepswaarden en groepsnormen. 5. Wat zijn formele en informele gedragsregels? Benoem van jouw groep een aantal formele en informele gedragsregels. 6. Leg het begrip groepscohesie uit.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
133
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Leefklimaat I-care Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven wat wordt verstaan onder leefklimaat en wat het belang ervan is. Start I-careflex op Boek “Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking“ Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden J. Formuleren en rapporteren
Activiteit Maak van: Het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking (Leekerweide) Woensdag, na de pauze leefklimaat Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
134
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Leefstijlgroep I-care Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven hoe een leefstijlgroep voor zorgvragers van Turkse afkomst kan worden ingericht en hoe een daarbij passende reminiscentieruimte er uit moet zien Start I-careflex op Boek “Verzorgen van ouderen“ Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden U. Omgaan met veranderingen en aanpassen
Activiteit Maak van: Het verzorgen van ouderen (Lauwershof) Dinsdag, na de pauze, leefstijlgroep Woensdag, voor de pauze, reminiscentieruimte Maak de oriëntatievragen en de prestatie
Albeda college Branche Gezondheidzorg
135
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Soorten woonvormen (taaltaak) Leerdoel
De student kan de verschillen noemen tussen een traditionele zorgvorm en kleinschalig wonen Artikel kleinschalige zorg Vergelijk je antwoorden met medestudenten en raadpleeg de docent bij onduidelijkheden J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren
Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
Activiteit Lees onderstaand artikel over kleinschalige zorg en beantwoord onderstaande vragen 1. Een kleinschalige woongroep bestaat uit maximaal acht personen. Bedenk een voordeel en een nadeel bij deze groepsgrootte 2. In het kolommenoverzicht staan de verschillen tussen kleinschalige zorg en een traditionele zorgvorm. Noem vijf verschillen die jou het meeste opvallen en motiveer je antwoord. 3. Uit onderzoek is gebleken dat autonoom gedrag van ouderen afneemt naarmate ze langer in een verpleeg- of verzorgingshuis wonen. De eerste dag zeggen ze "ik ga naar mijn kamer" of "ik wil naar mijn kamer". Na een paar dagen vragen ze: "Wilt u mij naar mijn kamer brengen?"en na drie weken vragen ze "mag ik naar mijn kamer?". Welke verklaring wordt hiervoor gegeven in dit artikel? 4. De regel voor kleinschalig wonen is dus: zo weinig mogelijk regels. Want voor je het weet zit je weer in de structuur van het verpleeghuis. Geef twee redenen waarom heb je minder regels nodig bij kleinschalige dan bij grootschalige zorg. 5. Er worden twee tips genoemd om een open communicatie te bevorderen. Bedenk zelf nog twee tips. Artikel kleinschalige zorg Zorgvisie profiel: wat heb je met kleinschalige zorg? De ene na de andere organisatie opent kleinschalige wooneenheden of is op zijn minst van plan ze te gaan bouwen. Veel mensen zien een intieme gezinsstructuur als ideale woonvorm. Maar dat is niet altijd terecht. Er zijn bijvoorbeeld bewoners die het benauwd krijgen in een kleine groep van zes mensen. Behalve bij bepaalde bewoners past kleinschalig wonen ook niet bij elke medewerker. Sommige medewerkers functioneren perfect in een traditioneel verpleeg- of verzorgingshuis. Maar ze zouden zich ongelukkig voelen in een kleinschalige woongroep. Wat maakt nu voor de medewerkers kleinschalig wonen tot een succes of een ramp. Welke factoren spelen daarbij een rol? In de eerste plaats is het belangrijk dat je inziet dat er een fundamenteel verschil is met werken in een traditioneel verpleeg- of verzorgingshuis. Nuanceverschillen ontbreken in onderstaand schema n de toelichting. Dit om het onderscheid scherp neer te zetten.
Doel Kader Relatie
Oud Nieuw cliënt is lichamelijk cliënt voert regie over eigen leven goed verzorgd medische en werken aan welzijn lichamelijke verzorging verzorging en beleving, regievoering
Albeda college Branche Gezondheidzorg
136
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
behandeling zingeving Begeleidingswijze cliënten plaatsen in vooropgezette, vaste situaties Omvang grote groepen Sturing Cultuur
Verzorgende-IG
met cliënten kansrijke situaties realiseren door creatief gebruik van omgevingsfactoren kleine groepen tot maximaal acht cliënten vanuit de cliënt op de cliënt gericht
vanuit het instituut op medewerker gericht Organisatie grootschalig met kleinschalig met veel flexibiliteit sterke normering Wijze van leiden opdrachten, instructies coachen en zelfsturing Werkbeleving routine, klussen, afwisseling, plezier, procesgericht productgericht Samenwerking sterk gescheiden integraal functioneren, disciplines, overlappend, lerend van elkaar overnemend "schoenmaker blijf bij je leest" Kernvaardigheid technisch verzorgend communicatief invoelend en afstemmend Appèl op lichamelijke arbeid geestelijke arbeid Levenssferen wonen en activiteiten activiteiten en wonen onlosmakelijk los van elkaar met elkaar verbonden Voorwaarden beheren, heldere kleinschalig denken en opdrachten, controle organiseren, overlaten Bestuursniveau grootschalig verantwoording achteraf organiseren
De verschillen tussen de traditionele instelling en de kleinschalige wooneenheid vragen een heel andere manier van werken dan je gewend bent. In de oude situatie is het gewoon om de dag te beginnen met collegiaal overleg, waarbij je onderling de taken verdeelt. Of je gaat meteen aan de slag en weet van tevoren al precies wat je gaat doen. Je bent gewend om in de eerste plaats aan taken en werkzaamheden te denken. Hoe meer meetbare taken je hebt uitgevoerd en afgerond, des te beter je dag is. Zijn de bewoners gewassen en netjes aangekleed in de huiskamer en is de boel aan kant? Dan ben je tevreden, want het belangrijkste werk is klaar. Samen met collega's voer je het werk uit en je kunt op elkaar terugvallen. Tussendoor kun je met elkaar overleggen. In de oude situatie bepaal jij samen met je collega's grotendeels wat er gebeurt, jij hebt de regie. Bij kleinschalig wonen is de manier van werken heel anders. Wanneer je 's ochtends om zeven uur binnenkomt heb je een overdracht met een collega en vervolgens sta je er in de meeste gevallen alleen voor. Een verschil met de traditionele situatie is dat niet de taken centraal staan maar de bewoners, die bepaalde wensen en behoeftes hebben. Het is niet de bedoeling dat de bewoner zich aanpast aan jouw tempo en jouw waarden en normen. De insteek is dat jij de bewoner volgt. Dat klinkt vrij simpel, maar in de praktijk is dat niet zo makkelijk. Want wat doe je nu precies aan het begin van de dag? Ga je de bewoners wassen en uit bed halen of "mogen" ze blijven liggen? De eerste valkuil komen we hier al meteen tegen. Bovenstaande vraag vinden we heel gewoon. Toch is het eigenlijk een heel rare vraag. Wanneer jij jezelf de vraag stelt of de bewoners mogen blijven liggen, dan heb je het over jóuw norm. Jij bepaalt blijkbaar wat de bewoner wel of niet mag.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
137
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Waarschijnlijk zeg je regelmatig op een dag "u mag". Bijvoorbeeld in zinnetjes als "u mag naar de huiskamer", "u mag over tien minuten naar het toilet" en "u mag daar wel gaan zitten". Maar we gebruiken het woord "mogen" veel te vaak in de verkeerde zin, namelijk om een ander toestemming te geven. Om een ander te zeggen wat wel en niet mag. We zouden het woord "mogen" veel meer moeten gebruiken om toestemming te vragen. Om aan de ander te vragen wat wel en niet mag. Bijvoorbeeld: "mag ik met u meelopen?"of "Vindt u het goed dat ik u hierbij help?" Uit onderzoek is gebleken dat autonoom gedrag van ouderen afneemt naarmate ze langer in een verpleeg- of verzorgingshuis wonen. De eerste dag zeggen ze "ik ga naar mijn kamer" of "ik wil naar mijn kamer". Na een paar dagen vragen ze: "Wilt u mij naar mijn kamer brengen?"en na drie weken vragen ze "mag ik naar mijn kamer?" Bij kleinschalig wonen volg je de bewoner, en is het niet zo dat jij alles bepaalt. Een mens is een gewoontedier en doet veel dingen "vanzelf", zonder erbij na te denken. Wanneer je van de traditionele verpleeghuiszorg overstapt naar kleinschalig wonen, is het belangrijk een aantal automatismen los te laten. Dan helpt het om jezelf bij alles wat je doet voortdurend de volgende vragen te stellen: Waarom doe ik wat ik doe? Volg ik mijn norm of die van de bewoner? Hoe zou ik het vinden om toestemming te moeten vragen bij dingen die ik wil doen? Neem een bewoner die van een borreltje houdt. Zeg ik dan dat eentje wel genoeg is? Of laat ik de bewoner dat zelf bepalen? De zorgcoördinator van een kleinschalige woning in Leeuwarden vertelde dat hij bij de bakker een lekkere banketstaaf had gekocht. Hij had een drukke dag gehad en was laat naar bed gegaan. En terwijl hij in bed lag moest hij aan die banketstaaf denken. Hij had er vreselijk veel zin in en is opgestaan om er lekker van te snoepen. Dat kon hij gewoon doen, want hij woont alleen en was in zijn eigen huis. Niemand die er wat van zegt. Maar wat doe je als mevrouw De Jong 's nachts opstaat om een boterham met pindakaas te smeren. Zeg je dan "nee, mevrouw De Jong. Dat doen wij hier niet. Straks om acht uur gaan we eten. Gaat u nu maar weer naar bed"? Wie ben jij dan om dat te zeggen? En ondertussen is het nog steeds zeven uur en sta je aan het begin van je werkdag. Hoe die dag eruit gaat zien is niet bekend. Er is waarschijnlijk wel een zekere structuur en er zal wel een bepaald ritme zijn. Maar het is niet de bedoeling dat al precies vaststaat wat je allemaal gaat doen en wanneer, want elke dag is anders. Diezelfde zorgcoördinator uit Leeuwarden vertelde dat er grote verschillen tussen de bewoners zijn. Onder andere wat de geloofsovertuiging betreft. Mevrouw Melchers is katholiek en gewend naar de kerkdienst te gaan. Een paar weken geleden voelde ze zich niet zo lekker en toen kon ze er niet naartoe. In overleg is toen besloten om in de huiskamer naar de katholieke kerkdienst op de televisie te kijken. En een paar niet-katholieke bewoners keken ook mee en genoten daarvan. Het was een plezierige ochtend voor iedereen. Maar dat betekent niet dat het volgende week weer gebeurt, omdat het zo geslaagd was. Het is niet de bedoeling hier nu een vaste regel van te maken. En dat geldt voor bijna alles. De regel voor kleinschalig wonen is dus: zo weinig mogelijk regels. Want voor je het weet zit je weer in de structuur van het verpleeghuis. Bij een grootschalige organisatie met veel mensen heb je nu eenmaal meer regels nodig dan in een kleinschalige setting. Elke dag is anders. Dus vandaag ga je met de bewoners pannenkoeken bakken en morgen eet je boerenkoolstamppot. Volgende week maak je een uitstapje en haal je nasi bij de chinees. En over een maand maak je weer een uitstapje, maar dan kook je soep. De meest succesvolle teams bestaan grotendeels uit mensen die een profiel hebben dat aansluit bij de oneven antwoorden van de test aan het begin van dit artikel. Dat is gebleken tijdens het introduceren en verder professionaliseren van kleinschalig wonen, waarbij
Albeda college Branche Gezondheidzorg
138
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
trainingsbureau Cerein diverse organisaties ondersteuning biedt. In een groot scholingstraject voor achttien teams van één organisatie zie je grote verschillen tussen de teams en de bewonersgroepen. Binnen een succesvol team is sprake van open communicatie en hebben de medewerkers vertrouwen in elkaar. Bij sommige teams is dat onderlinge vertrouwen er niet of veel minder. Die teams hebben het veel moeilijker. Soms is het terecht dat het vertrouwen niet groot is, bijvoorbeeld omdat sommige teamleden hun werk niet goed doen. In andere gevallen komt het voort uit onzekerheid. Vanuit die onzekerheid komen teams snel in een vicieuze cirkel terecht. Veel medewerkers willen dan regels en afspraken maken om problemen op te lossen. Bijvoorbeeld het probleem dat het strijkgoed steeds blijft liggen. Dan komt er een afspraak dat de nachtdienst daar verantwoordelijk voor is. Maar dan gebeurt het een keer dat het strijkgoed er de volgende ochtend nog ligt. De collega die 's morgens begint, ergert zich daar dood aan. Maar deze collega zegt niets en de collega die om drie uur begint verbaast zich erover dat het strijkgoed niet is weggewerkt. Beide collega's gaan mopperen op de nachtdienst die de afspraken niet nakomt. Wat deze collega's niet weten, is dat de nachtdienst niet heeft gestreken omdat mevrouw Van Vliet een heel onrustige nacht had en meneer Helmink heel angstig was geweest. Daar had ze haar handen vol aan. Nog twee tips voor open communicatie en goede samenwerking: 1. Als je het idee hebt dat een collega de kantjes ervan af loopt, ga dan met deze collega in gesprek en roddel niet achter haar rug 2. Wanneer je weet dat ze een goede collega is, ga er dan vanuit dat ze een goede reden gehad zal hebben om het niet te doen. Roep niet iedereen voortdurend ter verantwoording.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
139
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Teamrollen van Belbin Leerdoel
Theorie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan aangeven welke rol zij/hij vaak en welke hij minder vaak vervult in het team en in welke teamrol zij/hij zich meer wil ontwikkelen Bijlage Belbin teamrollen theorie en test Bekijk de uitkomst van de test via antwoordmodel in de map ondersteunend materiaal. Uitkomst nabespreken in een klein groepje M. Analyseren T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Lees de theorie over de Belbin teamrollen en doe de test. Werkwijze - Lees eerst de theorie over de Belbin teamrollen - Doe daarna de test. - Beantwoord de volgende vragen: 1. Welke rol is/zijn jouw favoriete teamrol(len)? 2. Op welke rol(len) heb je weinig punten gescoord? 3. Welke rollen heb je nodig om jouw werk goed te kunnen doen? 4. In welke rol(len) wil je meer ontwikkelen ? - Formuleer leerpunten/aandachtspunten hieruit voor jezelf , werk deze uit in een POP en bespreek dit met je SLB er. Teamrollen van Belbin In teams vervul je vaak telkens dezelfde rol. De Britse onderzoeker Meredith Belbin onderzocht de belangrijkste teamrollen en omschreef ze nauwkeurig. Je leest in dit onderdeel welke rollen dat zijn en wat de sterke en minder sterke punten zijn. Daarmee kun je voor jezelf nagaan wat je goed doet en hoe je jezelf of je medewerkers nog kunt ontwikkelen. Teams bestaan uit verschillende mensen, ieder met z‟n eigen eigenaardigheden en z‟n eigen gebruiksaanwijzing. Maar ook met z‟n eigen favoriete rol. In teams zie je dat telkens dezelfde pietje-precies de planning maakt. Je ziet dat altijd dezelfde de boel even flink opjut. Mensen hebben sterk de neiging om in teams telkens dezelfde rol te pakken. Dat is heel handig want dan weet je tenminste wat je aan elkaar hebt. Maar het is ook wel wat benauwend: er zijn meer rollen die je kunt oppakken. Een team is een groep mensen (hoogstens 12) die op een gecoördineerde manier samenwerken aan een gemeenschappelijk doel. Een teamrol is een gedragspatroon dat kenmerkend is voor de interactie tussen een teamlid en de andere teamleden. Samenwerken in teams Voor effectieve samenwerking moet er voldaan zijn aan 4 voorwaarden: duidelijke doelen, open communicatie, verantwoordelijkheidsbesef en een goede taak- en rolverdeling. Acht teamrollen Belbin onderscheidt in zijn model acht kenmerkende teamrollen: Plant, Voorzitter, Vormer, Brononderzoeker, Bedrijfsman, Monitor, Groepswerker, Zorgdrager. Maak de teamrollen test om te ontdekken welke rol jouw favoriet is. Deze is te vinden in de map ondersteunend materiaal.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
140
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Verschillen in groepsdoelen Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student kan het verschil in groepsdoelen benoemen Internet Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel T. Instructies en procedures volgen U. Omgaan met verandering en aanpassen
Activiteit 1 Benoem de groepsdoelen voor een aantal groepen waar je deel van uit maakt, zoals je vriendengroep, sportteam, opleidingsgroep, werk, stage, etc. Benoem zoveel mogelijk zowel werkdoelen als sociale doelen. Het doel van een groep kan beïnvloed worden door de verzorgenden. Als de verzorgenden het idee hebben dat er iets niet goed gaat in de groep, kunnen ze zich bepaalde doelen stellen. Groepsdoelen kunnen op zichzelf staan en ze kunnen op een bepaalde manier getypeerd worden. Er kunnen twee soorten doelen worden onderscheiden: Werkdoelen: Deze doelen zijn specifiek en meetbaar omdat er sprake is van een product. Als in een groep veel achterdocht bestaat over de manier waarop de verzorgenden geld van de zorgvragers besteden, kan dit een probleem vormen. Door tot doel te stellen de zorgvragers inzicht te geven in de manier waarop de eigen bijdrage wordt besteed, wordt een werkdoel gesteld. Het product om dit doel te bereiken kan bijvoorbeeld een presentatie zijn, met aansluitend een discussie met de ouderen. Door enerzijds inzicht te geven in de bestedingswijze en anderzijds inzicht in aanpassingen in de besteding te doen door suggesties van ouderen over te nemen, vermindert achterdocht. Sociale doelen: Deze doelen zijn niet meetbaar en algemeen. De doelen zijn gerelateerd aan sociale gebeurtenissen. Een voorbeeld is een gezellige sfeer creëren tijdens het koffie drinken. Activiteit 2 Je ziet hieronder een aantal stellingen over de “beleving van de opleiding”. Geef aan met welke stelling je het eens bent en welke stelling je heel belangrijk vindt? Leg deze stellingen ook eens voor aan drie medestudenten. Welke stellingen vinden zij belangrijk? Ik vind dat: werken belangrijker is dan gezelligheid de beste leerlingen moeten de andere helpen groepsbelang gaat boven individueel belang op tijd komen is niet zo belangrijk een onvoldoende niet erg is sociale contacten heel belangrijk zijn gezelligheid belangrijker is dan presteren vriendschap boven prestatie gaat het individuele belang belangrijker is dan het belang van de klas de docent of de opleiding de groepsregels vaststelt de groep zelf de regels vaststelt groepsafspraken af kunnen wijken van de regels van de opleiding afspraken streng moeten worden nageleefd
eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens eens/oneens
Albeda college Branche Gezondheidzorg
141
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Vermeld uit de vorige lijst de voor jou vijf belangrijkste stellingen, die stellingen waar jij veel waarde aan hecht. Laat medestudenten ook deze keuze maken. Welke stellingen komen overeen? Reflectie vragen - Hoeveel verschillen de genoteerde belangrijke stellingen van jou met die van je medestudenten? Waardoor komt het dat er verschillen of juist geen verschillen zijn genoteerd? - Maak een lijst met stellingen waar jullie allemaal achter kunnen staan. Noteer of in de groep waarin je nu les hebt deze stellingen zichtbaar zijn. Waarom zijn deze stellingen wel of niet zichtbaar?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
142
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Visie op kleinschalig wonen (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan zijn visie geven op kleinschalig wonen DVD `thuis` kleinschalige woonvorm voor dementerenden, korte versie Boek `Verzorgen van ouderen` hoofdstuk 4, paragraaf 4.3.2) Vergelijk je antwoorden met die van medestudenten.. Raadpleeg de docent bij verschil in mening of bij vragen. C. Begeleiden M. Analyseren
Activiteit Bekijk de video `Thuis, kleinschalige woonvorm voor dementerenden` en beantwoord onderstaande vragen. Werkwijze 1. Benoem twee kenmerken van kleinschalig wonen die genoemd worden in de DVD. 2. Welk belangrijkste verschil tussen een traditionele instelling en een kleinschalige woonvorm wordt genoemd in de film? 3. Waartegen zouden de verzorgenden, die vanuit de traditionele verpleeghuiszorg overstapten naar kleinschalige zorg, weerstand hebben gehad? 4. Voor welke andere doelgroepen, behalve dementerende zorgvragers ,vind je kleinschalige woonvormen nog meer geschikt? Motiveer je antwoord 5. Noem twee voordelen van kleinschalige zorg die in de film genoemd worden - voor de bewoner - voor de mantelzorger - voor de verzorgende 6. Omschrijf drie gevoelens die mantelzorgers kunnen hebben als hun naaste moet verhuizen naar een kleinschalige woonvorm. 7. Maak , op een half A-4tje ,een samenvatting van de DVD die geschikt is als tekst voor op de DVD hoes. Hierbij geef je kort het onderwerp aan.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
143
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.VH.gev. Motiveren tot deelname Leerdoel
Theorie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
De student kan beschrijven hoe een (psychogeriatrische) zorgvager wordt gestimuleerd tot een activiteit in de groep volgens de STAP methode Bijgaande theorie over de STAP methode. Bijlage Roos van Leary Vergelijk je antwoorden met medestudenten C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten U. Omgaan met verandering en aanpassen.
Activiteit Lees onderstaande casussen en geef antwoord op de bijbehorende vragen met behulp van de theorie van de Roos van Leary en de STAP methode Dhr. Snip is een week opgenomen op een psychogeriatrische afdeling van een verpleeghuis i.v.m. snel toenemende dementie. Meneer begrijpt eenvoudige vragen niet altijd en het lukt hem niet goed om zijn gedachten onder woorden te brengen. Ook is dhr. regelmatig de weg kwijt en kan hij eenvoudige handelingen niet meer vanzelfsprekend uitvoeren. Tot enkele weken geleden wandelde dhr. regelmatig en was hij altijd in de tuin bij de bloemen en planten te vinden. Ook luisterde hij veel naar muziek en las hij uitgebreid de krant. Nu doet meneer dit allemaal niet meer. Dhr. Heeft al veel eigen spulletjes die zijn vrouw heeft meegenomen op zijn kamer, daar voelt hij zich prettig. Hij is ook erg blij als zijn vrouw op bezoek komt. De verzorgenden hebben al een paar keer gevraagd of hij wil wandelen of andere activiteiten wil ondernemen, maar meneer weigert. Hij wil helemaal niets 1. Geef aan waarom jij het belangrijk vindt dat Dhr. Snip activiteiten onderneemt 2. Welke stap(pen) (uit de STAP methode) zou je bij Dhr. gebruiken om hem te stimuleren tot activiteiten en hoe pak je dat concreet aan? 3. Welke posities uit de roos van Leary neem je daarbij in? 4. Maak een dagprogramma voor Hr. Snip Verwerk daarin de volgende aspecten: Zelfzorg, vrijetijdsbesteding, anderen helpen en iets leren Meneer Jansen is leraar lichamelijke opvoeding geweest met een bijzonder talent voor turnen. Hij woont in het verzorgingshuis. Vanwege Parkinson is hij erg inactief geworden. Ter reactivering bezoekt hij de dagbehandeling maar hij geeft een geheel eigen invulling aan het reactiveringsdoel: hij drinkt koffie en leest de krant vanuit zijn eigen luie stoel. Uitnodigingen voor bewegingstherapie en fysiotherapie slaat hij af:aan dat eenvoudige gedoe heeft hij geen behoefte. 1. Waarom denk je dat meneer Jansen niet ingaat op deze uitnodigingen? 2. Welke stap(pen)(uit de STAP methode) zou je uitkiezen om meneer Jansen tot activiteiten te bewegen en hoe zou je dat concreet aanpakken? 3. Welke positie(s) uit de Roos van Leary neem je daarbij in ? 4. Maak een dagprogramma voor dhr. met groepsactiviteiten en geef daarbij de positie aan die hij volgens jou in de groep zou moeten innemen
Albeda college Branche Gezondheidzorg
144
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Bron: Ronald Geelen en Martin van Gennep in `Denkbeeld`,tijdschrift voor psychogeriatrie Stap voor stap stimuleren tot activiteit Een prettige dagbesteding helpt de dagelijkse sleur te doorbreken, contact te leggen en het gevoel van eigenwaarde te behouden.; Met name voor dementerende ouderen geldt dat `rust roest`Wanneer het een keer niet lukt hen tot een bezigheid aan te zetten, is dat natuurlijk geen probleem maar wat te doen als de weigering steeds terugkeert? Sommige dementerende ouderen kiezen voor weinig bezigheid en voelen zich daarbij prettig. Daar kunnen we ons meestal wel in vinden. Het ligt echter anders als de uitnodiging wordt afgewimpeld , terwijl bekend is dat hij of zij van de bezigheid zou genieten. En het is helemaal anders als langdurige passiviteit een waaier van problemen vorm in het dagelijks leven van de betrokkene met omkering van het dag en nachtritme, gedrukte stemming of geagiteerd gedrag. Een moeilijkheid is dat de achtergronden van het verzet –en daarmee de vereiste benadering- uiteenlopen en vaak verhuld zijn . De begeleider blijft daarbij vaak in het ongewisse over wat de oudere tegenhoudt: ook dementerenden onthullen daarover meestal niet veel. Het heeft dan ook weinig zin om indringend naar een reden te vragen. We ontvangen dan een dooddoener en onze opmerking komt al snel over als blijk van afkeuring. Dit artikel bespreekt aandachtspunten tot het stimuleren tot activiteit die men stapsgewijs kan doorlopen. Het stappenplan bevat 4 aandachtspunten voor de benadering: steunen, tegemoetkomen, aansporen en paaien. Elk aandachtspunt heeft een andere werking. Allereerst is het belangrijk dat de oudere zich veilig voelt bij de begeleider en weet wat deze verlangt. Zijn er op dit vlak geen knelpunten, dan is de volgende vraag of de oudere het nut van deelname inziet en zich tot de bezigheid aangetrokken voelt. Weigert de oudere terwijl hij het nut van de deelname inziet ,dan kan men overwegen om druk uit te oefenen. Uiteindelijk komen er noodoplossingen in het vizier die de oudere via `misleiding tot activiteit brengen. Dat kan verantwoord zijn wanneer de oudere ,eenmaal ,bezig met de activiteit, daaraan genoegen ontleent en een volgende keer gemakkelijker deelneemt. Van elke stap volgen aandachtspunten in de omgang Stap 1 :Van overval tot knieval (steunen) Onverwacht aanspreken , van achter benaderen en plotseling aanraken komen bij de zorgvrager over als een overval of bedreiging. Rustig van voren tegemoet komen en een `knieval` maken om op gelijke ooghoogte te komen geeft een goede uitgangspositie. Biedt oogcontact en spreek de ander vriendelijk aan. Niet zozeer wat men vertelt maar de toon waarop is van belang. Zo zal iemand makkelijker een uitgestoken hand vastpakken en zich,met een kleine aanzet uit de stoel laten helpen. Omhoogtrekken is dan niet meer nodig. Tijdens het lopen dient men voortdurend zacht fysiek contact te onderhouden, bijvoorbeeld door de hand op de schouder te laten rusten. Het gaat erom steun en sturing te bieden bij het wankel lopen zonder dat dit als een dwangbuis overkomt. Tussendoor wordt het contact onderhouden via korte mededelingen als `gaat het nog?`en `het gaat goed zo`.De intentie dat men met zijn wensen rekening houdt, voelt hij wel en dat geeft rust. Stap 2: Stutten en doordringen (tegemoetkomen) De eerste stap, steunen, is gericht op het bereiken van veiligheid en vertrouwen. Weinigen zullen zich in iets storten zonder zich safe te weten. Dit geldt ook voor dementerenden. Zij begrijpen soms niet goed wat men hen precies vraagt en wat dit met zich meebrengt. En zij kunnen erover twijfelen of degene die op hem toe stapt eigenlijk wel te vertrouwen is. Voor de begeleider betekent dit dat hij moet proberen het wankele vertrouwen en inzicht bij dementerenden te stutten zodat het niet- bedreigende karakter van de vraag goed doordringt. Hoe kunnen we deze steunende benadering goed vormgeven?
Albeda college Branche Gezondheidzorg
145
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Het werkt vaak goed als de oudere eerst de gelegenheid heeft aan de aanwezigheid van de begeleider te wennen. Dat kan bijvoorbeeld door eerst even over koetjes en kalfjes te praten. Ook een gesprek over wat er in de kamer te zien is kan een goed ingang zijn. Een welgemeend complimentje kan eveneens positief op het vertrouwen en de bereidwilligheid werken. Soms roept het verblijf in een vreemde ruimte onrust op . De dementerende voelt zich zo verbonden met zijn vertrouwde plek, dat elders genieten bij voorbaat uitgesloten is. Het ligt dan voor de hand om de bezigheid in de vertrouwde omgeving te brengen. De oudere duidelijk bij de naam noemen zorgt er niet alleen voor dat de aandacht wordt gevangen, maar komt ook persoonlijker over en schept vertrouwen. Het is belangrijk dat de houding van de begeleider zowel rust , openheid als zekerheid uitstraalt. Heeft men de indruk dat de oudere zich overrompeld voelt door de uitnodiging, dan kan het zin hebben van tevoren al enkele keren te laten weten wat er te gebeuren staat. Een vage herkenning blijft ook wel aanwezig. Bij de uitnodiging zelf kan men het geheugen opfrissen. Verlies van begripsvermogen en geheugenproblemen maken dat een uitnodiging van de activiteit niet altijd wordt doorzien. Soms helpt extra informatie over de bezigheid. Ook voordoen kan veel verhelderen (bijvoorbeeld eerst bloemen water laten geven onder toeziend oog) Soms weigert een oudere deelname, omdat hij bang is om familiebezoek te missen. Pogingen om duidelijk te maken dat `vandaag toch geen visite zaal komen` kunnen beter achterwege blijven. Soms is het voldoende wanneer een op afdeling aanwezige zuster nadrukkelijk te horen krijgt waar hij voor bezoek te bereiken is. Af en toe is het zinvol met familie vaste afspraken te maken over hun bezoekdagen en tijden, zodat men de bewoner daarover duidelijkheid kan bieden. Minder praktisch, maar soms effectief is het om de familie te laten bellen over hun visitetijden. Over inspelen en aanspreken Bij tegemoet komen., de tweede stap, gaat het erom vanuit de levensloop, interesse en persoonlijkheid, deelname van de oudere in een ander positief daglicht te stellen. Daardoor wordt het appel persoonlijk ,men raakt sneller de gevoelige snaar. Het spreekt voor zich dat mensen niet te porren zijn voor iets waarvan de zin of de waarde onduidelijk is. Men kan de oudere via twee wegen tegemoet komen. Zo kan men de klemtoon leggen op het proces van de activiteit. Bij deelname aan een gespreksgroep benadrukt men dat hij een bijdrage levert met zijn goede luisteren of juist zijn vermogen om leven in de brouwerij te brengen. Ook kan gerichte aandacht uitgaan naar het product van deelname:het maakt bijvoorbeeld nogal wat uit of je zomaar iets moet overschrijven of een brief aan je kleinkind schrijft. Iets zinvols maken voor jezelf of eigen familie werkt stimulerender dan wanneer het resultaat geen duidelijke bestemming heeft. De ouder kan weigeren omdat de activiteit naar zijn idee te lang duurt of teveel energie vraagt. In een dergelijke situatie kunnen we hem tegemoet komen door deelname voor te stellen als een experiment `probeer het maar, als het teveel is gaan we meteen terug. Stap 3: Van porren tot pressen (aansporen) Aansporen, de derde stap , betekent druk uitoefenen. Dit is gericht op wat je wil dat de ander doet en niet op wat hij ervaart of zou willen . Tegenzin in een bezigheid kan niemand op commando veranderen. Het is dan ook onzinnig om dat te verlangen. Het gaat bij druk uitoefenen niet om overtuigen maar om overreden. Juist doseren is bij aansporen belangrijk. Bij even aanmoedigen (porren) kan je vraag worden afgewimpeld. Te veel aandringen (pressen) werkt echter pertinent weigeren of een afhankelijke opstelling in de hand. Van moment tot moment kan meer of minder aandringen aangewezen zijn; dit is een kwestie van aanvoelen. Het `voor wat hoort wat`principe gebruiken we vaak. Het is belangrijk een klein privilege in het vooruitzicht te stellen, maar men moet niet ontsporen in chanteren (als je niet dit en dat doet, krijg je geen ..)dat werkt altijd negatief. Men kan subtiel druk uitoefenen door eerst uitgebreid in te gaan op de moeite om in beweging te komen. Dat lijkt tegen het gezonde verstand in te druisen: meestal proberen we
Albeda college Branche Gezondheidzorg
146
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
immers andermans bezwaren in de doofpot te stoppen of te bagatelliseren, met als gevolg dat de ander zich dan onbegrepen voelt .Door vooraf uitgebreid stil te staan bij zijn mogelijke bezwaren merkt de oudere dat men rekening houdt met zijn behoeftes en kan hij welwillender reageren. Bovendien is hem de wind uit de zeilen genomen: het geeft geen zin om de bezwaren opnieuw naar voren te brengen. Men kan de oudere ook met veel nadruk twee activiteiten aanbieden waaruit hij mag kiezen (`wilt u buiten wandelen of binnen sjoelen`?) Een variant op de vraag is of de betrokkene liever meteen of over een kwartier naar de gym wil gaan. Een vrije keuze wordt zo gesuggereerd, terwijl de mogelijkheid om niets te doen onbesproken blijft. Men wekt een `illusie van alternatieven`. De mogelijkheden tot druk uitoefenen zijn hiermee uitgeput. Niet zelden wordt een stroman ingezet: een ander gezicht doet soms wonderen en de oudere zal meer bereidwilligheid tonen voor iemand die op dat moment zijn voorkeur of ontzag geniet. Afdelingen zetten de arts nogal eens als stroman in waarbij de witte jas het ontzag moet inboezemen. Het kan ook nog wel eens helpen door in plaats van vragen tot deelname kortweg te zeggen wat er te gebeuren staat (wij gaan nu samen de planten water geven) dat kan verantwoordt zijn wanneer de oudere zo onzeker is dat hij elk verzoek afslaat. Zo`n twijfel krijgt geen kans als we de ander voor het blok zetten. Een paardenmiddel van aansporen is compleet overrompelen : de begeleider loopt kordaat en zelfverzekerd naar de oudere toe, vertelt in een enkele zin vriendelijk en enthousiast wat er te gebeuren staat, en helpt hem zonder verder vraag voor toestemming overeind. Voordat deze zich kan realiseren wat er gebeurt, is hij al onderweg. Omdat er veel risico is dat deze benadering mislukt en onbegrip ,angst of verzet oproept, moet zij in het algemeen worden afgezworen. Stap 4: Over zoethouden en bedotten (paaien) Wanneer de vorige stappen geen soelaas bieden,kan soms verhuld uitnodigen uitkomst bieden. We zijn dan aanbeland bij de vierde stap, paaien , wat inhoudt dat de dementerende met de schone schijn wordt bedrogen. Men lokt bijvoorbeeld een meneer uit zijn stoel door het voorstel om zijn favoriete sigaren te gaan halen. Halverwege benadrukt de begeleider dat dit lopen hem toch wel moet vermoeien en komen ze `net toevallig`langs een gezelschapsruimte waar een prettige sfeer heerst. Hij vindt het prima om daar even uit te rusten, terwijl de zuster zijn rookwaar haalt. Bij haar terugkomst spreken ze af dat hij een seintje geeft als hij terug naar de afdeling wil. Het eigenlijke doel van de actie is ingezet als lokaas. Pas op de plaats De laatste twee stappen gaan al snel `over het randje` als we de subtiliteit en de zelfkritiek verliezen. Als druk uitoefenen verwordt tot dwingelandij, dan introduceren we juist wat we willen verdrijven: kwaliteitsverlies van het leven van de dementerende oudere. Ook `paaien`is vol risico`s . Voor alles geldt dat er serieuze pogingen zijn ondernomen zodat de oudere zich veilig weet en voor hem het belang van meerdoen inzichtelijk is .Eenmaal over de drempel heen geholpen, moet de oudere wel genoegen beleven aan de activiteit. Het spreekt vanzelf dat de oudere het uitgangspunt moet zijn bij de afweging of de aanpak bij passiviteit nodig en toereikend is . Inactiviteit kan vele oorzaken hebben: soms ook ernstige als een depressie. Er kan ook veel meer nodig zijn dan activering bijvoorbeeld aandacht. Overleg over de benadering is noodzakelijk evenals het schriftelijk vastleggen van de benaderingsafspraken. Allen dan kan het team de gedragslijn consequent aanhouden wanneer men weet wie voor de gemaakte keuzes aanspreekbaar en verantwoordelijk is. Ook kan men zo de benadering evalueren en bijstellen. Stimuleren tot bezigheid mag geen `never ending story`worden. Ieder normaal mens heeft op momenten geen trek in welke bezigheid ook : incidenteel weigeren moet mogen. Bij sommige dementeren zullen we passiviteit, tijdelijk of blijvend, moeten accepteren.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
147
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.VH.gev. Probleemgedrag aanpakken Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties
De student kan probleemgedrag in een groep signaleren en een plan van aanpak opstellen Zorg voor de handleiding Probleem gedrag aanpakken uit het ondersteunende materiaal Bijlage: handleiding invullen probleemgedrag /theorie probleemgedrag Vergelijk. je antwoorden met medestudenten. Vul eventueel je antwoorden aan .Vraag de docent zo nodig om uitleg A. Beslissingen en activiteiten initiëren F. Ethisch en integer handelen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit Lees de onderstaande casus goed door en vul daarna het plan van aanpak in met behulp van de gegevens uit deze casus. Je mag ook een casus uit je BPV gebruiken Marjan is 6 jaar werkzaam in het verpleeghuis `De Horizon`als ze voor het eerst problemen krijgt met een mannelijke bewoner. Bewoners in dit verpleeghuis zijn vaak hulpbehoevend en daarom is het contact met hen vaak inentsief, zelf heeft Marjan dat nog nooit als een probleem ervaren. Ze weet dat ze werk doet waar veel; lichamelijk contact een rol speelt. In het begin vond ze dat wel moeilijk maar ze gaat er nu luchtig mee om. Even afstand nemen ,dat werkt meestal goed. Marjan is altijd erg betrokken bij bewoners : een praatje maken ,een luisterend oor bieden en ze ondersteunen als ze probloemen hebben Meneer van dam heeft veel moeite met zijn opname. Marjan had veel bij hem gezeten als hij het te kwaad had. Even zijn hand vasthouden.,daar knapte hij weer van op. Op den duur ging het wat beter met hem en kreeg hij meer oog voor zijn omgeving. Op een gegeven moment ging hij gedrag vertonen dat Marjan als `niet normaal`beschouwde. Zijn hand ging soms langs haar borst. Ook maakte hij opmerkingen over hoe graag hij door zo`n knappe zuster gewassen wilde worden en hield hij haar hand langer vast dan zij wilde. Marjan zocht er nog steeds niks achter, tot hij haar probeerde te omhelzen . Met moeite heeft Marjan zich los kunnen rukken. Ze heeft toen tegen hem gezegd dat Ze daar niet van gediend was. Met moeite heeft ze het wassen afgemaakt. Marjan is meteen naar de teamleidster gegaan en samen hebben ze het voorval besproken met meneer van Dam. Hem is duidelijk gemaakt dat seksueel gedrag tussen bewoners en verzorging niet kan en er zijn afspraken gemaakt om te voorkomen dat zoiets weer gebeurt. In het team zijn er ook afspraken gemaakt en is er een protocol opgesteld over `hoe om te gaan met seksueel overschrijdend. gedrag
Albeda college Branche Gezondheidzorg
148
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.VH.gev. Probleemgedrag Leerdoel
Praktische voorbereiding
Evaluatie Ondersteuning van de competentie
De deelnemer is in staat met behulp van zorgvragergegevens gedragingen voorafgaand aan probleemgedrag te benoemen en te beargumenteren waarom juist dit gedrag probleemgedrag is Zoek bij ondersteunend materiaal van dit thema de beschrijving over probleemgedrag. Maak evt. ook nog gebruik van internet De opdracht wordt klassikaal geëvalueerd met behulp van onderstaande evaluatievragen J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren
Activiteit Maak een beschrijving over probleemgedrag met behulp van onderstaande vragen Beschrijf een situatie vanuit je werk waarin je te maken kreeg met “probleemgedrag”. Verwerk daarin je antwoord op de volgende vragen: 1. Waarom is in deze situatie sprake van probleemgedrag? 2. Waaruit bestaat het probleemgedrag is jouw situatie? 3. Wat is volgens jou de oorzaak van het probleemgedrag in de door jou beschreven situatie? 4. Welke afspraken zijn er in het team gemaakt over de manier van benaderen en welk effect heeft dit op de zorgvrager? 5. Welke in het artikel beschreven (staat in map ondersteunend materiaal), basisvaardigheden gebruik jij in de door jou beschreven situatie ? 6. Wat is het effect van jouw manier van benaderen op het probleemgedrag ? Typ dit op een ½ tot 1 A4.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
149
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.VH.gev. Simulatie motiveren tot deelname Leerdoel
Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan een oudere zorgvrager motiveren tot deelname aan een activiteit met behulp van de STAP methode Vraag je docent om een rollenspelacteur te regelen die de rol van een van de onderstaand beschreven personages kan spelen Uitgewerkte vragen van de opdracht C3.VH.Gev. Motiveren tot deelname (speelruimte) leslokaal Vul onderstaande reflectievragen in met behulp van de feedback die je hebt gekregen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten U. Omgaan met verandering en aanpassen.
Activiteit Voer een gesprek met meneer/mevrouw Snip of Jansen waarbij je probeert te motiveren tot activiteiten die jij genoemd hebt in de opdracht C3.VH.Gev. Motiveren tot deelname. Bereid het gesprek voor met behulp van je uitgewerkte opdracht. Vraag je medestudenten om feedback en verwerk dit in je reflectie Casus Dhr. Snip is een week opgenomen op een psychogeriatrische afdeling van een verpleeghuis i.v.m. snel toenemende dementie. Meneer begrijpt eenvoudige vragen niet altijd en het lukt hem niet goed om zijn gedachten onder woorden te brengen. Ook is dhr. regelmatig de weg kwijt en kan hij eenvoudige handelingen niet meer vanzelfsprekend uitvoeren. Tot enkele weken geleden wandelde dhr. regelmatig en was hij altijd in de tuin bij de bloemen en planten te vinden. Ook luisterde hij veel naar muziek en las hij uitgebreid de krant. Nu doet meneer dit allemaal niet meer. Dhr. Heeft al veel eigen spulletjes die zijn vrouw heeft meegenomen op zijn kamer, daar voelt hij zich prettig. Hij is ook erg blij als zijn vrouw op bezoek komt. De verzorgenden hebben al een paar keer gevraagd of hij wil wandelen of andere activiteiten wil ondernemen, maar meneer weigert. Hij wil helemaal niets Meneer Jansen is leraar lichamelijke opvoeding geweest met een bijzonder talent voor turnen. Hij woont in het verzorgingshuis. Vanwege Parkinson is hij erg inactief geworden. Ter reactivering bezoekt hij de dagbehandeling maar hij geeft een geheel eigen invulling aan het reactiveringsdoel: hij drinkt koffie en leest de krant vanuit zijn eigen luie stoel. Uitnodigingen voor bewegingstherapie en fysiotherapie slaat hij af:aan dat eenvoudige gedoe heeft hij geen behoefte. Reflectievragen (Let op: licht altijd je antwoord toe) 1. Heb je je gespreksdoel bereikt? 2. Welke stap(pen) van de STAP methode heb je gebruikt om de zorgvrager te motiveren? 3. Waren dit dezelfde stappen als die je had uitgewerkt ? 4. Welke positie(s) uit de Roos van Leary heb je ingenomen? 5. Waren dit dezelfde posities als die je had uitgewerkt in je opdracht? 6. Heeft de zorgvrager gereageerd zoals je verwacht had? 7. Vertel wat jij zelf goed en minder goed vond gaan aan het gesprek en waarom. 8. Wat zou je de volgende keer anders doen? 9. Geef aan welke feedback je van je medestudenten hebt gekregen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
150
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.K.gev. Test kleinschalig wonen Leerdoel Theorie Evaluatie
Ondersteunend voor de competentie
De student kan bepalen of hij voldoende geschikt is om te werken in een kleinschalige woonvorm Bijlage test Raadpleeg het antwoordmodel. Bespreek je antwoorden met 2medestudenten. Vraag zo nodig de docent om uitleg M. Analyseren N. Onderzoeken
Activiteit Vul onderstaande vragenlijst in en bekijk de uitslag onder de test Zorgvisie profiel: wat heb je met kleinschalige zorg? Hieronder staan steeds twee uitspraken. Omcirkel bij elk tweetal steeds de uitspraak die het meest kenmerkend voor je is (lees: zoals je het liefst de zorg zou willen verlenen) 1 a. Ik houd van improviseren b. Ik wil graag duidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden 2 a. Ik vertrouw op mijn collega`s b. Ik pak taken het liefst zelf op ,dan weet ik wat er gebeurt 3. a. Huishoudelijke werkzaamheden bieden veel mogelijkheden tot contact b. Huishoudelijk werk hoort niet bij mijn vak 4. a. Ik vind het een uitdaging bewoners zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren b. Ik haal veel voldoening uit het zorgen voor de bewoners 5. a. Het is mijn uitgangspunt dat bewoners zelf keuzes maken b. Het is noodzakelijk bewoners te behoeden voor het maken van verkeerde keuzes 6. a. Waar gehakt wordt ,vallen spaanders, maar van fouten leer je b. Fouten moeten zoveel mogelijk vermeden worden , ik ben een professional 7. a. Ik vind het belangrijk om aanknopingspunten te ontdekken bij de bewoner die zijn welzijn bevorderen b. Ik vind het belangrijk om de beperkingen van de zorgvrager te kennen om hem zo goed mogelijk te kunnen verzorgen 8. a. Ik vind het belangrijk dat elke bewoner een eigen zorg leefplan heeft waarin aanknopingpunten zijn vastgelegd b. Vastgelegde afspraken, regels en activiteiten voor de hele woongroep zijn het belangrijkst voor mijn dagelijks werk 9. a. Ik vind het belangrijk om de bewoner aan de hand mee te nemen en in contact te brengen of zelfs mee te doen met iets waar hij enthousiasme voor kan opbrengen b. Ik vind het belangrijk dat de bewoner meedoet met de activiteiten die er in onze instelling aangeboden worden. Tel het aantal a. antwoorden bij elkaar op en het aantal b. antwoorden. Heb je zes of meer a. antwoorden, dan sluit jouw profiel heel goed aan bij kleinschalig wonen. Heb je zes of meer b. antwoorden, dan kost het jou moeite om je draai te vinden in kleinschalig wonen.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
151
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Is kleinschalig wonen iets voor mij ook al wees mijn score er niet op? Factoren Visie
Succes Ramp Ik sta open voor de De visie op visie op kleinschalig wonen kleinschalig wonen spreekt mij totaal niet aan Leren en Leren is een Ik wil vasthouden veranderen uitdaging aan mijn vertrouwde Ik ben bereid oude manier van werken, patronen los te omdat ik me daar laten goed bij voel Zelfstandigheid Ik durf het aan om Ik kan en/of wil niet zelfstandig te alleen werken (leren) werken Vakgebied Taken buiten mijn Ik heb niet voor niks eigen vakgebied mijn vak gekozen en kunnen een ik wil geen andere meerwaarde taken uitvoeren en/of hebben voor mijn ik haal daar geen werkplezier enkele voldoening uit
Albeda college Branche Gezondheidzorg
152
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C gevorderd
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C3.VH.gev. Training groepsprocessen Leerdoel
Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan aan de hand van de casus benoemen welke aandachtspunten er zijn om met een groep tot een besluit komen. Bespreek je antwoorden met medestudenten. Maak een verslag van jullie gezamenlijke antwoorden van beide activiteiten op (maximaal 1 A4) E. Samenwerken en overleggen M. Analyseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit De student bedenkt een bestemming voor een schenking. Casus 1 Jullie afdeling heeft een cheque van 10.000 euro gekregen en jullie mogen met elkaar bepalen hoe dit geld besteed wordt. Bedenk drie bestemmingen voor dit geldbedrag. Alles is geoorloofd, als het de groep zorgvragers en hun woonomgeving maar ten goede komt. Casus 2 Helaas, het geldbedrag is weer ingetrokken. Jullie hadden nu net met elkaar zulke leuke bestemmingen bedacht en eigenlijk moeten die er nu ook gewoon komen vinden jullie. Bedenk met elkaar welke stappen ondernomen moeten worden om jullie doelen toch te kunnen uitvoeren. Werkwijze Vorm een groep van drie of vier studenten Vraag 1 deelnemer de groep te observeren Start de discussie naar aanleiding van casus 1. Deze discussie mag 10 minuten duren. Na 10 minuten ga je evalueren hoe het proces van overleg is gegaan aan de hand van de volgende vragen, motiveer steeds het antwoord op de vraag: -Hoe heb jij deze discussie ervaren? -Heb je, naar jou idee, voldoende kunnen bijdragen aan de discussie? -Wat zou je, in een volgende discussie, anders doen? Vraag de observator om feedback op deze discussie. Start nu de discussie van casus 2. Ook deze discussie mag 10 minuten duren Na 10 minuten ga je weer evalueren. -Hoe heb je deze discussie ervaren? -Heb je verbeteringen kunnen doorvoeren ten aanzien van de vorige discussie? -Wat zou je nog willen leren? -Welke actie zou je kunnen ondernemen om dat voor elkaar te krijgen? Vraag de observator weer om feedback.
Albeda college Branche Gezondheidzorg
153