OPLEIDING tot Verzorgende-IG BBL. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak B Gevorderd

Ondersteuningsmagazijn beroepstaak B gevorderd

Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

OPLEIDING tot Verzorgende-IG BBL Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak B Gevorderd

Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2011-2012 Fase: gevorderd Naam student:………………….

Albeda college Branche Gezondheidzorg

1


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

01H03 B1.K.gev. Het voeren van een anamnesegesprek Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het voeren van een anamnesegesprek Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 1 H3 Het voeren van een anamnesegesprek Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren

Activiteit Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht


2


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

01H04 B1.K.gev. In samenhang betekenis geven aan verzamelde informatie Leerdoel Theorie

Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het in samenhang betekenis geven aan verzamelde informatie Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 1 H4 In samenhang betekenis geven aan verzamelde informatie Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



3


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

02H01 B1.K.gev. Een zorgresultaat formuleren Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het formuleren van een zorgresultaat Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 2 H1 Het zorgresultaat formuleren Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



4


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

02H02 B1.K.gev. Duur en mate van ondersteuning Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. duur en mate van de ondersteuning Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 2 H2 Duur en mate van ondersteuning Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



5


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

02H03 B1.K.gev. Overleggen met zorgvrager en naasten Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. overleggen met zorgvrager en naasten Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 2 H3 Overleggen met zorgvrager en naasten Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



6


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

02H04 B1.K.gev. Het zorgplan en andere disciplines Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het zorgplan en andere disciplines Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 2 H4 Het zorgplan en andere disciplines Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



7


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H01 B1.K.gev. Veranderingen signaleren in de gezondheidstoestand Leerdoel Theorie


De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het signaleren van veranderingen in de gezondheidstoestand Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 3 H1 Veranderingen signaleren in de gezondheidstoestand Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



8


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H02 B1.K.gev. Veranderingen signaleren in de zorgbehoefte Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het signaleren van veranderingen in de zorgbehoefte Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 3 H2 Veranderingen signaleren in de zorgbehoefte Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



9


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

04H01 B1.K.gev. Evalueren Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het evalueren van het zorg(leef)plan Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 4 H1 Evalueren Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



10


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

04H02 B1.K.gev. Het zorg(leef)plan bijstellen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het evalueren van het zorg(leef)plan Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 4 H1 Evalueren Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren



11


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan revaliderenden I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven welke kennis nodig is om standaard zorgproblemen toe te passen bij een revaliderende zorgvrager Boek Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael)  Introductie, zorginstelling, standaard zorgproblemen Maak de oriëntatievragen en de prestatie


12


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Elektronisch zorgdossier I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven aan welke voorwaarden een elektronisch zorgdossier moet voldoen Boek Het verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent J. Formuleren en rapporteren

Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael)  Woensdag, eind van de dienst, elektronisch zorgdossier Maak de oriëntatievragen en de prestatie


13


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Fasen zorgproces Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan de fasen van het zorgproces benoemen Boek Het zorgplan opstellen Thema 1 H1 Methodisch werken Thuis, leslokaal Bespreek de uitkomst met medestudenten, vraag zo nodig verduidelijking aan de docent J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Beschrijf de fasen van het zorgproces aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Om goede zorg te kunnen geven zal je goed moeten kunnen inschatten aan welke zorg een zorgvrager behoefte heeft. Je moet dus inzicht hebben in het zorgproces. Het zorgproces begint met het in kaart brengen van de zorgbehoefte (zorgvraag) en eindigt als de zorgvrager geen ondersteuning meer nodig heeft. Omschrijf aan de hand van een praktijkvoorbeeld, de 6 fasen van het zorgproces. Geef achter elke fase uitleg aan de hand van jouw praktijkvoorbeeld. Maak persoonlijke gegevens onherkenbaar in verband met de privacy van de zorgvrager. Reflectie Wat wil je nog leren om de competenties te beheersen? Noteer dit voor jezelf en vraag om feedback van de docent.


14


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Invullen van de templijst moeder en baby Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student heeft kennis van het invullen van de templijst van moeder en baby Kraamverzorging Theorielokaal/thuis Vergelijk je uitkomsten met die van een medestudent. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent J. Formuleren en rapporteren, K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Vul de templijst aan de hand van bijgevoegde opdracht in Reflectievragen 1. Heb je al eerder geleerd hoe een templijst in te vullen? 2. Waarin wijkt deze af van de templijst van een “normale” zorgvrager? 3. Benoem welke gegevens je, naast die van de vitale functies, nog meer op de templijst moet noteren


15


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Vul de gegevens van moeder en kind in op de bijgevoegde templijst. Dag 1 Moeder mevrouw Troost ‟s morgens: temp. 36.8°C pols 68 baarmoederstand: 1 vinger onder de navel ‟s middags: temp 36.9°C pols 72 baarmoederstand: 2 vingers onder de navel Vloeien: ruim, helderrood; geen ontlasting gehad Baby Elise ‟s morgens temp. 36.6°C ‟s middags temp. 36.7°C Gewicht: 4400 gram Dag 2 Moeder mevrouw Troost ‟s morgens: temp. 36.6°C pols 64 baarmoederstand: 2 vingers onder de navel ‟s middags: temp 37.0°C pols 76 baarmoederstand: 2 vingers onder de navel Vloeien: ruim, helderrood; geen ontlasting gehad Baby Elise ‟s morgens temp. 36.4°C ‟s middags temp. 36.8°C Gewicht: 4210 gram Dag 3 Moeder mevrouw Troost ‟s morgens: temp. 36.8°C pols 64 ‟s middags: temp 37.4°C pols 80 Vloeien: normaal; ontlasting gehad

baarmoederstand: 2 vingers onder de navel baarmoederstand: 3 vingers onder de navel

Baby Elise ‟s morgens temp. 36.5°C ‟s middags temp. 36.9°C Gewicht: 4230 gram Dag 4 Moeder mevrouw Troost ‟s morgens: temp. 36.9°C pols 68 baarmoederstand: 3 vingers onder de navel ‟s middags: temp 37.9°C pols 92 baarmoederstand: 2 vingers onder de navel Vloeien: ruim, helderrood; geen ontlasting gehad Baby Elise ‟s morgens temp. 36.8°C ‟s middags temp. 37.0°C Gewicht: 4280 gram


16


Cohort 2011-2012


Verzorgende-IG

17


Cohort 2011-2012


Verzorgende-IG

18


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Leef-zorgplan I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven wat een zorgleefplan is, en waarom het gemaakt wordt Boek Verzorgen van ouderen Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren K. Analyseren

Activiteit Maak van: Het verzorgen van ouderen (Lauwershof)  Introductie, zorginstelling, leef/zorgplan Maak de oriëntatievragen en de prestatie


19


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Standaardzorgplan syndroom van Down I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven hoe een standaard zorgplan voor een zorgvrager met het syndroom van Down wordt opgesteld Boek Verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren

Activiteit Maak van: Het verzorgen van mensen met een verstandelijke beperking (Leekerweide)  Introductie, zorgcategorie, zorgplan Maak de oriëntatievragen en de prestatie


20


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Stellingen zorgplan Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student benoemt de juistheid van stellingen met als onderwerp: het zorgplan Boek Het zorgplan vaststellen Thema 2 OLC, thuis, leslokaal Bespreek de opdracht na met een medestudent. Vraag zo nodig de docent om verduidelijking. M. Analyseren

Activiteit Geef bij de onderstaande uitspraken aan of deze juist of onjuist zijn. Licht je keuze toe. 1. 2. 3. 4. 5.

Gegevens verzamelen moet je volgens een systeem doen. Elke instantie/instelling heeft haar eigen systeem van gegevens verzamelen. In principe moet de zorgvrager uitmaken wat er gegeven wordt aan persoonlijke zorg. Voor eenzelfde groep zorgvragers kun je eenzelfde zorgplan maken. Het verzamelen van gegevens is altijd een taak van andere disciplines en wordt voor de verzorgende gedaan. 6. Gegevens over de vroegere levensloop van een zorgvrager heb je niet nodig. 7. Als je gegevens verzamelt over een zorgvrager, hoef je niet altijd toestemming te vragen. 8. Er zijn verschillende zorgdossiers per zorgvrager. 9. Het gestandaardiseerde interview is de methode om een anamnesegesprek te voeren. 10. Hoe beter een zorgprobleem geformuleerd is, des te gemakkelijker is het formuleren van het zorgdoel. 11. Een zorgplan is hetzelfde als een zorgdossier. 12. Een zorgdoel dat niet haalbaar is kan toch een goed zorgdoel zijn. 13. Verzorgenden mogen vaststellen wat een zorgvrager mankeert. 14. Omwille van de zorgvrager heb je het recht om aan naasten informatie te vragen zonder toestemming van de zorgvrager.


21


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 1 persoonlijke verzorging I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven welke kennis nodig is om een zorgplan op te stellen Boek Het zorgplan vaststellen School of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Maak van generiek: Persoonlijke verzorging  Ik heb het ijskoud  Wat moet dat verdorie  We zijn een goed team  Wat zeg je kind?  Zo zal het wel gaan De zorgdossierroute


22


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 2 voedingsproblemen I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie


Activiteit Maak van generiek: Voedingsproblemen  Ik heb geen zin in eten  Ik lust geen groente  Ik heb dorst  Wat een heerlijk toetje De zorgdossierroute


23


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 3 uitscheiding I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven welke kennis nodig is om een zorgplan op te stellen Boek Het zorgplan vaststellen School of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Maak van generiek: Uitscheiding  Ik zal u even opfrissen  Hoe leg ik dat uit  Dat begrijp ik héél goed!  Nogmaals in het bewonersoverleg bespreken  Kan die buurman z‟n kop houden?!  Het klopt wat je zegt  Oh nee, niet braken alstublieft  Dat maakt me veen verlegen De zorgdossierroute


24


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 4 mobiliteit I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie


Activiteit Maak van generiek: Mobiliteit  Ik wil heel graag zelf boodschappen doen  Afstoffen? Ik?  Ik zat hier de hele nacht  Ik was toch je vriend? De zorgdossierroute


25


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 5 slaap- en rustpatroon I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie


Activiteit Maak van generiek: Slaap- en rustpatroon  Kan ik even met je praten?  Laat mij maar liggen, hoor  Wat kan ik straks nog?  Mag ik al naar bed? De zorgdossierroute


26


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 6 vitale functies I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven welke kennis nodig is om een zorgplan op te stellen Boek Het zorgplan vaststellen School of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. J. Formuleren en rapporteren, K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Maak van generiek: Vitale functies  Het moet nu juist wel  Dit is echt niet goed De zorgdossierroute


27


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 7 medicijnen I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie


Activiteit Maak van generiek: Medicijnen  Dat doe ik!  De juiste pil in het juiste bakje  Hoe weet jij dat allemaal? De zorgdossierroute


28


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 8 wondverzorging I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie


Activiteit Maak van generiek: Wondverzorging  Oh, wat een ellende  Wat is daar nou prachtig aan? De zorgdossierroute


29


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 9 ongevallen en onvoorziene situaties I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie


Activiteit Maak van generiek: Ongevallen en onvoorziene situaties  Tjonge, wat een agressie  Ik zorg wel voor hulp  Dit is de limiet  Los ik dit simpel op? De zorgdossierroute


30


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.K.gev. Zorgplan 10 begeleiden I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie


Activiteit Maak van generiek: Begeleiden  Praat jij dan voor mij  Laat mijn vader toch met rust  Ze moeten me vast niet meer  Waarom juist nu? De zorgdossierroute


31


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.VH.gev. Anamnesegesprek deel 1 (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding

Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan een anamnesegesprek houden in simulatie Bereid je voor d.m.v. de theorie uit het boek Het zorgplan opstellen Bestudeer het model van Gordon/Nanda nogmaals. Neem vanuit de praktijk een standaard anamneseformulier mee. Vorm een groepje van 4 studenten Lees de casus goed door Het zorgplan opstellen Thema 1 Hoofdstuk 3: Het voeren van een anamnesegesprek OLC, thuis, leslokaal Bespreek aan de hand van de observatielijst van de samenwerkingsopdracht het gesprek. D. Aandacht en begrip tonen H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Voer de samenwerkingsopdracht uit die staat beschreven in het boek bij Thema 1 H 3 Let op: deze opdracht heeft nog een deel 2. Hierin ga je het zorgplan opstellen voor mevrouw Claessen. Je hebt hiervoor de gegevens nodig uit deze opdracht. Reflectie Gebruik daarvoor het schema van de samenwerkingsopdracht. Noteer voor jezelf:  Wat heb je bij jezelf bemerkt ten aanzien van de competenties? Beheers je deze of kom je nog iets te kort?  Wat zou je nog willen leren?  Hoe ga je dat aanpakken?


32


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.VH.gev. Anamnesegesprek deel 2 (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding

Theorie Locatie Evaluatie

Ondersteuning voor de competentie

De student kan aan de hand van gegevens uit een anamnesegesprek een zorgplan samenstellen Bereid je voor door middel van de theorie uit het boek Het zorgplan vaststellen Neem de gegevens erbij van deel 1 van deze opdracht (uitwerking rollenspel). Zorg dat je de beschikking hebt over een computer voor de uitwerking. Studieboek Het zorgplan vaststellen Thema 1 H 3 en 4 OLC, leslokaal Bespreek met je medestudenten de uitkomst van het zorgplan. Vergelijk de bevindingen met het antwoordmodel. Bespreek onduidelijkheden evt. met docent. J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Stel een zorgplan op voor mevrouw Claessen. Bedoeling van deze opdracht is dat je, met de uitkomsten van een anamnesegesprek, een zorgplan gaat samenstellen voor deze mevrouw Claessen. Probeer in ieder geval van iedere categorie een zorgprobleem en zorgdoel uit te werken. Het gaat dan om een lichamelijk, een psychisch en een sociaal probleem. Werk deze geheel uit, inclusief activiteiten en evaluatie. Reflectie Noteer voor je zelf welke competentie je nog niet beheerst en hoe je dat zou willen leren.


33


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.VH.gev. Anamnesegesprek voeren (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan in simulatie een anamnesegesprek voeren. Bereid je voor d.m.v. de theorie uit het boek Het zorgplan vaststellen Vraag in de praktijk een gestandaardiseerde anamneselijst. Boek Het zorgplan vaststellen Thema 1 H3 OLC, thuis, leslokaal Bespreek aan de hand van de observatielijst met de medestudenten de sterke en minder sterke momenten van het gesprek. D. Aandacht en begrip tonen H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen.

Activiteit Voer in een oefensituatie een anamnesegesprek. Werkwijze Voordat je het gesprek gaat voeren is het van belang dat je eerst gaat kijken naar de anamneselijst die je uit de praktijk hebt meegenomen. Na het lezen van de casus is het van belang dat je eerst de hoofd- en bijzaken gaat scheiden. Tevens moet je rekening houden met de beschikbare tijd. Je hebt maar 10 minuten voor het uitvoeren van het gesprek. Vorm een drietal met klasgenoten. Spreek af wie er zorgvrager, verzorgende en observant is. Na elke oefening wisselen de rollen zodat iedereen elke rol een keer heeft gehad. De zorgvrager; Denk je in dat je 75 jaar oud bent en wordt opgenomen op een verpleegafdeling in een verzorgingshuis. Je hebt 5 weken geleden een beroerte gehad. Probeer je zo goed mogelijk in te leven wat het voor jou persoonlijk betekent. Je hebt 4 weken op de wachtlijst gestaan en vandaag word je opgenomen. Je hebt tot nog toe zelfstandig gewoond. Na de bloeding ben je opgenomen geweest in het ziekenhuis. Je zit nu in een kantoor met de verzorgende voor het anamnesegesprek. De verzorgende: je bent nog maar kort werkzaam op deze afdeling. Je bent nog leerling. Je begeleider is weggeroepen voor een acute situatie die nog een tijd gaat duren. Jij gaat nu zelf het anamnesegesprek voeren. De observant: observeert aan de hand van observatielijst. Observatiepunten - Is het doel van het gesprek duidelijk, heeft de verzorgende zich voorgesteld? - Heeft de verzorgende zich voorbereid op de komst van de nieuwe zorgvrager? Waaruit bleek dat? - Paste de verzorgende het woordgebruik aan, aan de zorgvrager? - Heeft de verzorgende de antwoorden samengevat? - Sloten de vragen aan op het verhaal van de zorgvrager? - Heeft de verzorgende voldoende rekening gehouden met de gevoelens van de zorgvrager? Waaruit blijkt dat? - Heeft de verzorgende voldoende gegevens verzameld? Motiveer. - Heeft de verzorgende het gesprek afgesloten? Reflectie - Vraag feedback aan de zorgvrager en observant en noteer je verbeterpunten. - Noteer voor jezelf wat je beter zou willen doen en wat je goed hebt gedaan tijdens het uitvoeren van deze activiteit. Gebruik hierbij de competenties. - Hoe zou je de verbeterpunten kunnen bereiken?


34


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.VH.gev. Anamnesegesprek voeren vervolg (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan naar aanleiding van een anamnesegesprek een zorgplan opstellen voor een zorgvrager. Verzamel gegevens van de eerdere activiteit rollenspel gegevens om zorgplan te maken. Boek Het zorgplan opstellen Thema 1 H 4 en Thema 2 H 1 OLC, thuis, leslokaal Kijk en bespreek de uitkomsten van deze opdracht na met medestudent. Vraag de docent evt. om verduidelijking. J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren

Activiteit Stel een zorgplan op met behulp van de gegevens die je verkregen hebt tijdens een eerder gevoerd anamnesegesprek. Werkwijze: In een vorige activiteit: Anamnesegesprek voeren, heb je in een rollenspel een anamnesegesprek gevoerd met je medeklasgenoten. Dit heb je in drietallen gedaan. Bij deze activiteit is het de bedoeling dat je met de gegevens die jij uit jouw rollenspel hebt gehaald, een zorgplan gaat opstellen. Je kiest dan voor de gegevens die uit het gesprek zijn gekomen dat jij persoonlijk hebt gevoerd. Het is de bedoeling dat je minimaal 3 zorgproblemen volgens de POG/PES formuleert, compleet met zorgdoelen (volgens RUMBA) en activiteiten. Reflectie Noteer voor jezelf of je de competenties beheerst. Wat wil je nog verder leren en hoe zou je dat kunnen doen?


35


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.VH.gev. Casus zorgplan (taaltaak) Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan een zorgplan opstellen Boek Het zorgplan vaststellen Thema 1: H 2, 3, 4 Thema 2 H 1, 2 Thema 4 H 1, 2 OLC, thuis, leslokaal Bespreek de opdracht na met een medestudent. Vraag zo nodig de docent om verduidelijking. J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren

Activiteit Lees onderstaande casus door en werk bijgevoegde vragen uit. Casus Enige weken geleden is mevrouw Wierenga opgenomen in het verpleeghuis. Aanvankelijk voor een tijdelijke opname. Mevrouw is een paar dagen na haar opname behoorlijk ziek geworden, zij bleek een flinke griep te hebben, had vijf dagen hoge koorts en viel drie kilo af. Mevrouw kreeg een antibioticumkuur voorgeschreven. Nadat mevrouw weer hersteld was bleek dat zij door de griep flinke achteruitgang heeft wat betreft haar zelfzorgmogelijkheden. Mevrouw probeert nog zelfstandig te eten en drinken, maar heeft last van tremoren waardoor zij veel morst. Mevrouw vindt dit heel vervelend, zij zegt: “ ik lijk wel een kleuter en dit vind ik moeilijk”. Drie dagen geleden heeft mevrouw zich gebrand aan haar thee, mevrouw heeft een eerstegraads brandwond op haar bovenbeen die erg pijnlijk is. Hierdoor kan mevrouw niet lopen met haar rollator en zit zij in een rolstoel. Mevrouw was gewend iedere morgen met begeleiding van de verzorgende te douchen. Dit is momenteel te vermoeiend voor mevrouw en op bed wassen of aan de wastafel lukt mevrouw niet zelfstandig dus heeft zij hier volledige hulp bij nodig. Mevrouw is hierover verdrietig en voelt zich down. Mevrouw heeft er voor gekozen om op bed gewassen en gekleed te worden, daarna wordt mevrouw in de rolstoel geholpen. Mevrouw heeft een pijnlijke plek op haar stuit, bij nader onderzoek blijkt dit een niet wegdrukbare rode plek te zijn die is ontstaan door langdurig zitten in dezelfde houding. Mevrouw kan hierdoor niet zolang in de rolstoel zitten. Mevrouw heeft sinds twee weken een opgeblazen gevoel in haar buik, ook heeft zij geen trek in eten en merkt zij regelmatig dat zij kleine beetjes dunnen ontlasting verliest. Echt een goede portie ontlasting krijgen lukt mevrouw niet goed zegt zij. Mevrouw vertelt dat zij het niet prettig vindt hulp nodig te hebben bij het toiletbezoek en ook soms aandrang te voelen buiten de toiletrondes. Het contact tussen mevrouw en haar man is wat gespannen de laatste week omdat mevrouw denkt dat zij blijvend in het verpleeghuis zal moeten worden opgenomen. Haar man is het hier niet mee eens en wil dat zij zo snel mogelijk weer naar huis komt. Mevrouw zegt te moe te zijn om nog te vechten voor zelfstandigheid die zij toch niet meer kan bereiken door haar ziekte. Zij ziet er erg tegenop om weer hele dagen alleen ter zijn in het grote huis waar zij woont en eigenlijk neemt zij het haar man wel kwalijk dat hij zo veel weg is en haar maar laat tobben. Gisteravond is haar man boos weggelopen omdat zij haar standpunt niet wilde bijstellen. Achteraf hebben wij elkaar alleen maar verwijten gemaakt, zo zegt mevrouw nu.


36


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Werkwijze 1. Na bovenstaande tekst te hebben gelezen mag je 3 problemen kiezen die je vervolgens gaat uitwerken volgens de POG. 2. Formuleer vervolgens de doelstellingen bij deze problemen volgens de RUMBA. 3. Beschrijf vervolgens de activiteiten vanuit de verzorgende en geef aan wanneer en hoe vaak een activiteit moet gebeuren. 4. Beschrijf tenslotte de product- en procesevaluatie. 5. Vergelijk de uitkomsten met het antwoordmodel, en vraag evt. verduidelijking aan de docent. Reflectie Noteer voor jezelf wat je goed en wat minder goed ging bij het maken van de taken in deze activiteit. Wat wil je nog leren ten aanzien van de competenties Analyseren en Formuleren en rapporteren.


37


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.VH.gev. Opstellen van een zorg-leefplan Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie

Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan naar aanleiding van een (zelfgeschreven) casus een zorg-leefplan opstellen voor een zorgvrager Vorm een subgroep van maximaal 3 personen Zorg dat je de beschikking hebt over je boeken en internet. Het zorgplan vaststellen Internet: www.artemea.nl http://www.btsg.nl/infobulletin/leefplan.html I-Care plein Theorielokaal, thuis, OLC Laat je uitwerking ter beoordeling zien aan je begeleidend docent. E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Stel een zorg-leefplan op voor een zorgvrager naar aanleiding van een (zelfgeschreven) casus. Werkwijze 1. Lees het artikel via de volgende link; http://www.btsg.nl/infobulletin/leefplan.html 2. Oriënteer je op de activiteit door de website www.artemea.nl te bestuderen. Ga naar www.artemea.nl. Klik op etalage. Lees de onderdelen: van zorgplan naar leefplan en andere kijk op cliënten. 3. Print het de leefplanbladen en de actiekaarten op gekleurd papier. 4. Kies een casus het boek. Je mag ook met je groepje een casus schrijven. 5. Stel naar aanleiding van de casus een zorg-leefplan op. 6. Formuleer psychosociale zorgproblemen met bijbehorende doelen en acties. Reflectievragen 1. Hoe hebben jullie deze activiteit aangepakt? 2. Welke informatiebronnen heb je gebruikt om deze activiteit te maken? 3. Hoe verliep de samenwerking? 4. Wat vond je moeilijk aan deze activiteit? 5. Wat heb je geleerd van deze activiteit?


38


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.VH.gev. Zorgplan opstellen (taaltaak) Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan zorgplannen maken aan de hand van casussen. Boek Het zorgplan vaststellen OLC, thuis, leslokaal Vergelijk en bespreek je antwoorden met een medestudent. Vraag evt. verduidelijking aan de docent. J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Stel voor iedere casus een zorgplan op. Benoem het zorgprobleem, het zorgdoel en de activiteiten. Daarna de product- en procesevaluatie. Werkwijze Beschrijf bij de hieronder beschreven casussen een actueel zorgprobleem volgens de PES/POG en een zorgdoel volgens de RUMBA. Beschrijf hierna de activiteiten en de product en procesevaluatie. Hier volgt een voorbeeld van een zorgprobleem en zorgdoel van de Hr. van Putten: Hr. van Putten: Ik ben halfzijdig verlamd door een beroerte. Ik kan mijzelf niet wassen omdat ik dat niet kan met mijn linkerhand. Ik ben rechtshandig. Zorgprobleem: P= Hr. van Putten is niet in staat met zijn linkerhand zijn bovenlichaam te wassen en te drogen. Hij is rechtshandig. E= Hr. heeft twee weken geleden een hersenbloeding gehad. S= Zijn rechterarm is verlamd, hij heeft geen spierkracht en gevoel in zijn rechterhand. Zorgdoel: Hr. van Putten wast en droogt binnen 10 dagen, dagelijks, eventueel met een hulpmiddel, zijn bovenlichaam. Zorgactiviteiten: Hr. van Putten dagelijks stimuleren om zelf te doen wat hij kan bij het wassen. Ergotherapie inschakelen voor een eventueel hulpmiddel bij het wassen en drogen. Productevaluatie: Na 10 dagen lukt het de Hr. van Putten om zichzelf af te drogen. Wassen gaat gedeeltelijk. Procesevaluatie: De Hr. van Putten is zelf tevreden met de manier waarop hij ondersteund wordt. Hij wil wel graag blijven oefenen, zodat hij zichzelf uiteindelijk helemaal zelf kan wassen en afdrogen.


39


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Casus Ankie van de Burg: Nu mijn rechterborst is geamputeerd kan ik mijn rechterarm niet helemaal omhoog bewegen. Hierdoor kan ik mijn haren niet zelf borstelen. Ik voel me zo afhankelijk van anderen. Mevr. Abdulhah: Ik kan mijzelf niet aankleden en het huis niet schoon houden, doordat ik Reuma heb. Ik heb pijn en krachtverlies in de gewrichten van mijn armen en benen. Ik vind het erg vervelend dat ik niet zelf mijn huishouden kan doen. Mevr. Draaisma: Ik ben twee weken geleden verhuist naar dit verzorgingshuis. In mijn woning voel ik me al wat thuis maar ik ken nog niemand. Ik zou graag mensen willen leren kennen maar ben te verlegen om contact te maken. Jannie Pieterse: Mijn linker onderbeen is geamputeerd. De prothese is nu klaar. Ik vind het vervelend dat ik de prothese niet zelf kan bevestigen. Ik zou dit liever zelf doen. Hr. van Uden: Ik heb al een waarschuwing gehad; de dokter heeft me gezegd het rustig aan te doen, want de volgende hartaanval kan de laatste zijn. Dit vind ik lastig, want ik wil zoveel mogelijk naar mijn dementerende vrouw in het verpleeghuis. Naast het doen van het huishouden is dat zwaar voor me. Hr. van Puffelen: Ik ben halfzijdig verlamd door een beroerte. Ik kan mijzelf niet wassen en aankleden. Ik wil graag lang thuis blijven wonen en mijn vrouw niet te veel belasten met de zorg voor mij Mevr. de Haas: Ik heb M.S. (een ziekte die de zenuwen aantast en verlammingen geeft) Hierdoor zit ik sinds kort in een rolstoel. Ik vind het heel moeilijk te accepteren dat ik op mijn 42 jaar al in een rolstoel zit. Mevr. van Delft Ik heb staar en zie daardoor nagenoeg niets meer. Ik verveel nu omdat ik mijn hobby‟s borduren en lezen niet meer kan uitoefenen. De dagen zijn nu wel erg lang voor me. Mevr. Kremer Ik ben blij weer thuis te zijn na een heupoperatie. Ik ben nu verder aan het herstellen. Ik mag niet bukken en ook kan ik nog niet lang lopen. Hierdoor kan ik mijn huishouden niet doen en geen boodschappen halen. Mijn kinderen wonen te ver weg. Hr. Koot Ik heb al vanaf mijn kindertijd COPD ( een ziekte van de longen waardoor benauwdheid optreed) en krijg hier veel medicijnen voor. Nu ben ik 88 jaar en kan niet goed meer alle medicijnen uit elkaar houden en op de juiste manier en tijd innemen. Hierdoor er gaat er wel eens iets mis. Dit maakt me erg nerveus. Hr. Wolfrat Ik heb suikerziekte zei de dokter. Ik moet hiervoor een koolhydraatbeperkt dieet volgen en pillen innemen. Ik heb niet goed begrepen wat ik nu wel en niet mag eten en drinken. Ik zou het graag willen weten.


40


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B1.VH.gev. Zorgplan opstellen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan aan de hand van een casus een zorgplan uitwerken. Boek Het zorgplan vaststellen OLC, thuis, leslokaal Kijk en bespreek de activiteit na met een medestudent. Vraag de docent zo nodig om verduidelijking. J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren

Activiteit Lees onderstaande casus. Schrijf vervolgens een rapportage volgens de SOAP methode en stel daarna het zorgplan bij. Casus Mevrouw Hekking is 92 jaar en 20 jaar woonachtig in verpleeghuis St. Hubertusberg. Ze is daar ooit opgenomen in verband met mobiliteitsproblemen. Binnen een korte tijd verloor mevrouw toen het vermogen te kunnen lopen. Mw. heeft veel contracturen, haar benen moeten ‟s nachts op een speciaal kussen tegen contracturen en ook haar handen gaan ‟s nachts in een spalkje. Mw. is altijd vrolijk en heel goed in staat om te zeggen hoe ze de zorg wil hebben. Overdag zit ze altijd in de rolstoel, waarbij ze meestal erg naar rechts zakt. Ze heeft een bureaublad voor haar stoel en daar rusten haar ellebogen op. Vanmorgen zie je bij het wassen dat op de rechterelleboog en op de rechterbil van mevrouw een rood plekje zit. Mw. zegt dat ze er pijn aan heeft. Schrijf een rapportage volgens de SOAP methode. S O A P Stel het zorgplan bij met dat wat je geconstateerd hebt P Doel: (Rumba) Activiteiten 1

Productevaluatie

E 2 Procesevaluatie S 3

Reflectie Noteer voor jezelf wat je goed en wat minder goed ging bij het maken van de taken in deze activiteit. Wat wil je nog leren ten aanzien van de competenties Analyseren en Formuleren en rapporteren.


41


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

01H01-03 B2.K.gev. Oriëntatie op de zorg voor ouderen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven van oriëntatie op de zorg voor ouderen Boek Verzorgen van ouderen thema 1 Oriëntatie op de zorg voor ouderen Hoofdstuk 1-3 Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk


42


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

02H01-03 B2.K.gev. De zorg voor ouderen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven van de zorg voor ouderen Boek Verzorgen van ouderen thema 2 De zorg voor ouderen Hoofdstuk 1-3 Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



43


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H01 B2.K.gev. De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Leerdoel

Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 1 De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 3 Verzorgen van ouderen, hoofdstuk 1 Een olifant op mijn borst Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Lees de aangegeven hoofdstukken en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdrachten


44


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H02 B2.K.gev. De zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met de ziekte van Alzheimer Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 2 De zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 3 Verzorgen van ouderen, hoofdstuk 2 Het geheugen wil niet meer Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



45


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H03 B2.K.gev. De zorgvrager met het syndroom van Korsakov en hartklachten Leerdoel

Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met het syndroom van Korsakov en hartklachten Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 3 De zorgvrager het syndroom van Korsakov en hartklachten Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 3 Verzorgen van ouderen, hoofdstuk 3 De geest uit de fles Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



46


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H04 B2.K.gev. De dementerende, slechtziende en slechthorende zorgvrager Leerdoel

Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een dementerende, slechtziende en slechthorende zorgvrager Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 4 De dementerende, slechtziende en slechthorende zorgvrager Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 3 Verzorgen van ouderen, hoofdstuk 4 Ik ben niet gek Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



47


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H05 B2.K.gev. De zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 5 De zorgvrager diabetes mellitus en prostaatkanker Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 3 Verzorgen van ouderen, hoofdstuk 5 Niets van gevoeld Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



48


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H06 B2.K.gev. De revaliderende volwassen zorgvrager in het verpleeghuis na een CVA links Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een revaliderende zorgvrager met CVA links Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 6 De revaliderende volwassen zorgvrager in het verpleeghuis na een CVA links Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 3 Het verzorgen van ouderen, hoofdstuk 6 Is die arm van mij? Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



49


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H07 B2.K.gev. De zorgvrager die depressief is na een heupoperatie Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager die depressief is na een heupoperatie Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 7 De zorgvrager die depressief is na een heupoperatie Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 3 Het verzorgen van ouderen, hoofdstuk 7 Meer dan een sombere bui? Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



50


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H08 B2.K.gev. De zorgvrager met de ziekte van Parkinson Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met de ziekte van Parkinson Boek Verzorgen van ouderen, thema 3, hoofdstuk 8 De zorgvrager met de ziekte van Parkinson Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 3 Het verzorgen van ouderen, hoofdstuk 8 Een en al trillen en beven Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



51


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Aandoeningen COPD Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend aan de competentie

De student toont aan kennis te hebben van het ziektebeeld COPD Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Beschrijf het ziektebeeld COPD en de bijbehorende verzorgingsaandachtspunten aan de hand van onderstaande vragen Noteer van COPD het volgende: 1. Welke ziektebeelden vallen er onder de verzamelnaam COPD? 2. Hoe is het ontstaan? 3. Wat zijn de verschijnselen? 4. Eventuele complicaties of bijzonderheden? 5. Behandeling. Noteer verder de aandachtspunten in de zorg per ziektebeeld. Denk hierbij aan de gezondheidspatronen volgens Gordon: 1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding. 2. voeding en stofwisselingspatroon. 3. Uitscheidingspatroon. 4. Activiteitenpatroon. 5. Slaap en rustpatroon. 6. Cognitie en waarnemingspatroon. 7. Zelfbelevingspatroon. 8. Rollen en relatie patroon. 9. Seksualiteit en voortplantingspatroon. 10. Stressverwerkings patroon. 11. Waarde en levensovertuigingpatroon.


52


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Aandoeningen CVA Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont aan kennis te hebben van het ziektebeeld CVA Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Beschrijf het ziektebeeld CVA en de bijbehorende verzorgingsaandachtspunten aan de hand van onderstaande vragen. Noteer over het ziektebeeld CVA: 1. Welke aandoeningen vallen er onder de verzamelnaam CVA? 2. Hoe is het ontstaan? Noteer dit per aandoening. 3. Wat zijn de verschijnselen? 4. Eventuele complicaties of bijzonderheden? 5. Behandeling. Noteer verder de aandachtspunten in de zorg. Denk hierbij aan de gezondheidspatronen volgens Gordon: 1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding. 2. voeding en stofwisselingspatroon. 3. Uitscheidingspatroon. 4. Activiteitenpatroon. 5. Slaap en rustpatroon. 6. Cognitie en waarnemingspatroon. 7. Zelfbelevingspatroon. 8. Rollen en relatie patroon. 9. Seksualiteit en voortplantingspatroon. 10. Stressverwerkings patroon. 11. Waarde en levensovertuigingspatroon.


53


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Aandoeningen diabetes mellitus Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont aan kennis te hebben van de ziektebeelden diabetes mellitus type I en diabetes mellitus type II Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Beschrijf het ziektebeeld Diabetes Mellitus en de bijbehorende verzorgingsaandachtspunten aan de hand van onderstaande vragen. Noteer van het ziektebeeld Diabetes Mellitus type I en II: 1. Hoe is het ontstaan? 2. Wat zijn de verschijnselen? 3. Wat zijn de verschillen tussen type I en type II? 4. Eventuele complicaties of bijzonderheden? 5. Behandeling. Noteer verder de aandachtspunten in de zorg per ziektebeeld. Denk hierbij aan de gezondheidspatronen volgens Gordon: 1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding. 2. voeding en stofwisselingspatroon. 3. Uitscheidingspatroon. 4. Activiteitenpatroon. 5. Slaap en rustpatroon. 6. Cognitie en waarnemingspatroon. 7. Zelfbelevingspatroon. 8. Rollen en relatie patroon. 9. Seksualiteit en voortplantingspatroon. 10. Stressverwerkingspatroon. 11. Waarde en levensovertuigingpatroon.


54


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Aandoeningen hartfalen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont aan kennis te hebben van de ziektebeelden chronisch hartfalen en hartritmestoornissen. Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Beschrijf het ziektebeeld chronisch hartfalen en hartritmestoornissen en de bijbehorende verzorgingsaandachtspunten aan de hand van onderstaande vragen. Noteer van de ziektebeelden chronisch hartfalen en hartritmestoornissen: 1. Hoe is het ontstaan? 2. Wat zijn de verschijnselen? 3. Eventuele complicaties of bijzonderheden? 4. Behandeling. Noteer verder de aandachtspunten in de zorg per ziektebeeld. Denk hierbij aan de gezondheidspatronen volgens Gordon: 1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding. 2. voeding en stofwisselingspatroon. 3. Uitscheidingspatroon. 4. Activiteitenpatroon. 5. Slaap en rustpatroon. 6. Cognitie en waarnemingspatroon. 7. Zelfbelevingspatroon. 8. Rollen en relatie patroon. 9. Seksualiteit en voortplantingspatroon. 10. Stressverwerkings patroon. 11. Waarde en levensovertuigingspatroon.


55


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Aandoeningen oog en oor stellingen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont aan kennis te hebben van de bouw en werking van het oog en het oor Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Geef bij de onderstaande uitspraken over oog en oor aan of deze juist of onjuist zijn 1. Onze zintuigen registreren of iets mooi of lelijk is. 2. Zowel de zintuigen als het zenuwstelsel zorgen ervoor dat prikkels van de buitenwereld worden opgevangen. 3. Het trommelvlies zorgt ervoor dat geluid omgezet wordt in trillingen. 4. Het middenoor bevat het slakkenhuis. 5. Het buitenoor bestaat uit de gehoorgang en het trommelvlies 6. De buisjes van Eustachius zorgen voor afvoer van traanvocht naar de neus. 7. Jongeren kunnen door harde muziek het gehoor beschadigen. 8. Bij een middenoorontsteking kan een loopoor ontstaan. 9. Een oorontsteking leidt altijd tot doofheid. 10. De T-stand van het hoortoestel dient voor extra versterking van het geluid, als je met iemand praat. 11. Als bij het verwijderen van een hoortoestel het toestel gaat fluiten, zijn de batterijen bijna op. 12. Als een slechthorende je niet heeft verstaan ga je met je mond naar zijn oor en herhaal je de woorden op luide toon. 13. De binnenste laag van het oog is het netvlies. 14. Het regenboogvlies bepaalt de kleur van de ogen. 15. De iris is de ronde opening aan de voorzijde van het oog. 16. Lichtprikkels worden door het netvlies opgevangen. 17. Ouderdomsverziendheid kan worden verholpen met een laserbehandeling 18. Als je verziend bent heb je moeite met het lezen van verkeersborden tijdens het rijden. 19. Een blinde persoon ziet minder dan 30%. 20. Bij grijze staar (cataract) wordt de lens van het oog troebel. 21. Van diabetes mellitus kan je slechtziend worden. 22. Als je een blinde zorgvrager drinken brengt, dan geef je dit altijd in zijn handen.


56


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Aandoeningen prostaat- en bronchuscarcinoom Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont aan kennis te hebben van de ziektebeelden prostaatkanker en bronchuscarcinoom. Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Beschrijf de ziektebeelden prostaat- en bronchuscarcinoom en de bijbehorende verzorgingsaandachtspunten aan de hand van onderstaande vragen Noteer over de ziektebeelden prostaatkanker en bronchuscarcinoom: 1. Hoe is het ontstaan? 2. Wat zijn de verschijnselen? 3. Eventuele complicaties of bijzonderheden? 4. Behandeling. Noteer verder de aandachtspunten in de zorg. Denk hierbij aan de gezondheidspatronen volgens Gordon: 1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding. 2. voeding en stofwisselingspatroon. 3. Uitscheidingspatroon. 4. Activiteitenpatroon. 5. Slaap en rustpatroon. 6. Cognitie en waarnemingspatroon. 7. Zelfbelevingspatroon. 8. Rollen en relatie patroon. 9. Seksualiteit en voortplantingspatroon. 10. Stressverwerkings patroon. 11. Waarde en levensovertuigingspatroon.


57


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Aandoeningen ziekte van Parkinson Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont aan kennis te hebben van de ziekte van Parkinson Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Beschrijf het ziektebeeld ziekte van Parkinson en de bijbehorende verzorgingsaandachtspunten aan de hand van onderstaande vragen Noteer van de ziekte Parkinson: 1. Hoe is het ontstaan? 2. Wat zijn de verschijnselen? 3. Eventuele complicaties of bijzonderheden? 4. Behandeling. Noteer verder de aandachtspunten in de zorg. Denk hierbij aan de gezondheidspatronen volgens Gordon: 1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding. 2. voeding en stofwisselingspatroon. 3. Uitscheidingspatroon. 4. Activiteitenpatroon. 5. Slaap en rustpatroon. 6. Cognitie en waarnemingspatroon. 7. Zelfbelevingspatroon. 8. Rollen en relatie patroon. 9. Seksualiteit en voortplantingspatroon. 10. Stressverwerkings patroon. 11. Waarde en levensovertuigingspatroon.


58


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Aandoeningen zintuigen oog en oor Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont aan kennis te hebben van slechtziendheid en slechthorendheid. Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Beschrijf de aandoeningen slechtziendheid en slechthorendheid en de bijbehorende verzorgingsaandachtspunten aan de hand van onderstaande vragen. Noteer over slechtziendheid en slechthorendheid: 1. Hoe kan het ontstaan? 2. Welke vormen er zijn? 3. Wat zijn de verschijnselen? 4. Eventuele complicaties of bijzonderheden? 5. Behandeling. Noteer verder de aandachtspunten in de zorg. Denk hierbij aan de gezondheidspatronen volgens Gordon: 1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding. 2. Voeding- en stofwisselingspatroon. 3. Uitscheidingspatroon. 4. Activiteitenpatroon. 5. Slaap- en rustpatroon. 6. Cognitie- en waarnemingspatroon. 7. Zelfbelevingspatroon. 8. Rollen- en relatiepatroon. 9. Seksualiteit- en voortplantingspatroon. 10. Stressverwerkingspatroon. 11. Waarde- en levensovertuigingpatroon.


59


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Boek “Ik heb Alzheimer” (taaltaak) Leerdoel

Praktische voorbereiding

Theorie Locatie Evaluatie

Ondersteunend voor de competentie

De student kan een samenvatting maken naar aanleiding van een boek over Alzheimer en vragen naar aanleiding van het boek beantwoorden. Je hebt het volgende boek nodig: Ik heb Alzheimer. Het verhaal van mijn vader door Stella Braam. ISBN 9038803389 Nijgh& Van Ditmar Je kan dit boek lenen in de mediatheek van het Albeda of in een gewone bibliotheek. Het genoemde boek. Eventueel relevante boeken en internet. Thuis Lever de samenvatting in bij de docent. Bespreek deze samenvatting en leervragen met de docent. Deze evaluatie kan ook in een klein groepje gedaan worden als meerdere studenten deze activiteit gedaan hebben. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Lees het boek “Ik heb Alzheimer” en maak naar aanleiding daarvan een samenvatting. Geef antwoord op onderstaande vragen. Vragen 1. Wat vind je van de wijze waarop Stella (de schrijfster van het boek) haar vader benadert en begeleidt? 2. Wat vind je van de kritische houding van Stella ten opzichte van de zorg die aan haar vader gegeven wordt? 3. Herken je de verschillende stadia van dementie in het verhaal? Motiveer je antwoord. 4. De vader van Stella is hoog opgeleid en heeft zijn werkzame leven als psycholoog gewerkt. Hoe vind je dat er omgegaan wordt met zijn hoge intelligentie aan de ene kant en zijn dementie aan de andere kant. 5. Ben je vraagstukken tegengekomen die te maken hebben met weten regelgeving (bv BOPZ of middelen en maatregelen) die je tijdens het lezen van het boek bent gaan uitzoeken of die nu nog toelichting behoeven? Geef aan om welke vraagstukken het ging of gaat. 6. Maak een samenvatting van een half A4 en geef daarna antwoord op de vragen.


60


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. DVD dementie “Voor eeuwig de jouwe” Leerdoel

Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan kenmerkende verschijnselen van dementie herkennen en beschrijven aan de hand van een documentaire over een dementerende persoon. Haal (reserveer) de dvd uit de mediatheek. De titel is “Voor eeuwig de jouwe” nr: 605.93 Boek: zorg voor ouderen en anatomie en ziekteleer deel 2 Leslokaal Met behulp van antwoordmodel. Vergelijk ook je antwoorden met de antwoorden van groepsgenoten. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Bekijk de DVD “Voor eeuwig de jouwe” en beschrijf de verschijnselen van dementie bij dhr. Lasse Rudberg. Geef antwoord op onderstaande vragen. Begin documentaire: Je maakt kennis met het echtpaar Lasse en Ulla Rudberg. Ulla vertelt over haar relatie met Lasse en wat er aan het veranderen is. 1. Welke kenmerken van dementie herken je bij Lasse Rudberg? 2. In welk stadium van dementie denk je dat Lasse zich bevindt? Een jaar later: ”Lasse is bang en zegt: “als ik maar niet word opgenomen” 3 Welke kenmerken zijn er nog meer te benoemen in deze periode? 4 In welk stadium van dementie denk je dat Lasse zich bevindt? Familiebezoek Lasse en Ulla krijgen bezoek van hun kinderen en kleinkinderen? 5 Wat zeggen de kinderen en kleinkinderen over hoe zij de verandering bij hun vader/opa ervaren? Weer een jaar later: Ulla voelt zich niet zo lekker en vraagt een paar dingen aan Lasse. 6 Welke twee “opdrachten” krijgt Lasse van zijn vrouw? 7 Hoe verlopen deze opdrachten? Op vakantie naar hun lievelingsplek aan de kust van Zweden. 8 Welke reden geeft Ulla aan waarom Lasse met het runnen van een jeugdherberg wilde stoppen? Dit ziet ze achteraf als de eerste tekenen van dat het niet goed zat. De zomer is afgelopen en Lasse en Ulla zijn terug in hun huis. 9 Welk hulpmiddel past Ulla toe om de communicatie goed te laten verlopen? Op een gegeven moment vertelt Ulla over een foto van Ulla van 10 jaar oud. Lasse laat de foto aan zijn vrouw Ulla zien en zegt tegen haar: “met haar ben ik lang geleden getrouwd”. Lasse kan geen verband leggen met de foto van Ulla van 10 jaar geleden met de “echte” Ulla die naast hem staat. 10 Kan je hiervoor een verklaring geven? Het is weer zomer en Lasse en Ulla gaan weer naar de kust van Zweden. 11 elke kenmerken van dementie herken je bij Lasse? 12 In welk stadium van dementie denk je dat Lasse zich bevindt?


61


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Uiteindelijk regelt Ulla dat Lasse opgenomen kan worden in een verpleeghuis. Het is inmiddels herfst en winter en de toestand van Lasse verslechtert aanzienlijk. Ulla gaat vaak bij Lasse op bezoek in het verpleeghuis. Lasse trekt zich steeds meer terug in z‟n eigen wereld. 13 Waaraan merk je dat Lasse zich steeds meer terug trekt in z‟n eigen wereldje? 14 In welk stadium van dementie denk je dat Lasse zich bevindt? Het einde De toestand van Lasse is nog meer verslechterd. Hij heeft een paar keer longontsteking gehad en reageert nergens meer op. Lasse overlijdt uiteindelijk op 81 jarige leeftijd. Reflectie: Noteer wat je geleerd hebt van deze activiteit. Gebruik daarbij de competenties waarvoor deze activiteit ondersteunend voor is. Wat zou je nog meer willen leren en hoe wil je dat bereiken?


62


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Generatiegenoten vallen weg (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan benoemen hoe zij/ hij een oudere kan ondersteunen bij verliesverwerking. Kijk eens op www.verliesverwerken.nl Leslokaal, thuis. Lever het verslag in bij de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen R. Op de verwachtingen van de „klant‟ richten

Activiteit Werk het onderwerp verliesverwerking bij ouderen uit aan de hand van onderstaande vragen. Beschrijf aan de hand van een casus een oudere die een verliessituatie heeft meegemaakt. Hoe ouder een mens wordt, hoe groter de kans dat hij/zij familie en of vrienden verloren heeft. Op een gegeven moment kan de zorgvrager het gevoel krijgen alleen te zijn overgebleven, velen van zijn/haar generatie zijn overleden. Soms is het zelfs zo dat een of meer kinderen van de zorgvrager door de dood zijn weggevallen. Hoe aardig jij als verzorgende ook bent, jij kan het je niet voorstellen wat dat betekent. Wat je wel kan doen is de oudere ondersteunen in zijn/haar rouwproces. Door antwoord te geven op onderstaande vragen ga je bekijken op welke manier je de oudere kunt ondersteunen. 1. Zijn er verschillen wat betreft omgaan met verlies door ouderen als je het vergelijkt met mensen van jongere leeftijd die een verlies meemaken. Motiveer je antwoord. 2. Welke aandachtspunten zijn er bij de ondersteuning van een oudere die een verlies heeft doorgemaakt. 3. Beschrijf een casus (geanonimiseerd) over een zorgvrager die een of meerdere dierbaren heeft verloren.  Beschrijf hoe hij/zij de rouwperiode doormaakt;  Welke invloed het verlies heeft op zijn/haar leven en de dagelijkse bezigheden;  Welke hulp en ondersteuning hij/zij vraagt/krijgt van familie en vrienden;  Welke hulp en ondersteuning hij/zij vraagt/krijgt van de verzorgenden of overige professionals. Geef tenslotte aan wat je hebt geleerd van deze activiteit. Gebruik daarbij de competenties die bij deze activiteit horen. Geef ook aan wat je nog wil leren en hoe je dat denkt te bereiken. Lever het verslag in bij de docent. Deze zal zo nodig schriftelijke en of mondelinge feedback geven.


63


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Ouder worden (taaltaak) Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan in een verslag de gevolgen van ouder worden op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied beschrijven. Boek Verzorgen van ouderen OLC, thuis, leslokaal De docent leest het verslag en geeft feedback. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen, J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoefte van de „klant‟ richten

Activiteit Beschrijf in een verslag de gevolgen van ouder worden op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied. Maak ,evt. samen met een klasgenoot, een werkstuk over ouder worden. Criteria: Minimaal 2 A4-tjes, maximaal 4 A4-tjes. Lettertype Arial 11. Beantwoord de volgende vragen: 1. Wat zijn de gevolgen van het ouder worden op psychisch gebied? 2. Wat zijn de gevolgen van het ouder worden op lichamelijk gebied? 3. Wat zijn de gevolgen van het ouder worden op sociaal gebied? 4. Welke woonvormen zijn er voor ouderen? Werk deze kort uit. Beschrijf vervolgens een casus waarin je een zorgvrager beschrijft die kenmerken van verouderen heeft op zowel het psychische gebied als lichamelijk en sociaal gebied. Je mag ook een zorgvrager beschrijven die je zelf verzorgt. Geef aan wat jij als verzorgende zou kunnen doen om deze zorgvrager te ondersteunen. Reflectie: Noteer voor jezelf wat je van deze activiteit hebt geleerd ten aanzien van de competenties. Geef aan wat je nog wil leren en hoe je dat zou willen bereiken.


64


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Oudere zorgvrager met griep I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven hoe welke zorg moet worden verleend aan een oudere zorgvrager met griep Boek Het verzorgen van ouderen Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. A. Beslissen en activiteiten initiëren K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures opvolgen

Activiteit Maak van: Het verzorgen van ouderen (Lauwershof)  Woensdag, begin van de dienst, griep Maak de oriëntatievragen en de prestatie


65


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K. Vochtbalans oudere zorgvrager I-care Leerdoel

Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven hoe problemen met de vochthuishouding van een oudere zorgvrager worden gesignaleerd en welke maatregelen daarbij moeten worden genomen Boek Het verzorgen van ouderen Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. A. Beslissen en activiteiten initiëren K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Maak van: Het verzorgen van ouderen (Lauwershof)  Maandag, na de pauze, vochtbalans (1)  Maandag, na de pauze, vochtbalans (2) Maak de oriëntatievragen en de prestatie


66


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Zorgzwaartepakket Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteunend aan de competenties

De student benoemt de herkomst van een zorgzwaarte pakket en kan voor de ouderen zorg de kenmerken benoemen. Reader ZZP. Te vinden bij ondersteunend materiaal. Door in de reader naar de antwoorden op de vragen te zoeken. Eventueel met medestudent de antwoorden vergelijken. K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures opvolgen.

Activiteit Beantwoord de vragen over het Zorg zwaarte Pakket. Vragen: 1. Wat is een ZZP? (blz 8) 2. Waar is het ZZP een onderdeel van? (blz 8) 3. Wie krijgt het geld van een ZZP? (blz 8) 4. Wie krijgt het geld van een persoonsgebonden buget? (blz ) 5. Hoeveel pakketten zijn er voor Verpleging en verzorging? (blz 10) 6. Is pakket 1 een pakket waarbij zeer veel zorg moet worden geboden? (blz 10) 7. Voor wie is een ZZP bedoelt? (blz 12) 8. Wat wordt bedoelt met Zorg in Natura? (blz 14) 9. Zit dagbesteding voor ouderen in het ZZP? (blz 17) 10. Kan je thuis blijven wonen met een ZZP? (blz 20 en 21) 11. Krijgt elke zorgvrager precies de uren uit het ZZP als zorgverlening? (blz 24) 12. Wat is betekenen de afkortingen AWBZ en CIZ? (blz 30) 13. Wat is een zorgkantoor? (blz 31)


67


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.VH.gev. Excursie Humanitas Leerdoel

Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties:

De student bereidt zich voor op een excursie naar een zorginstelling met een specifieke zorgvisie en neemt actief deel aan de excursie Internet: www.humanitas.nu Theorielokaal, thuis, OLC Door middel van een verslag. De docent geeft zo nodig feedback. A. Beslissen en activiteiten initiëren T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan.

Activiteit Neem deel aan de groepsexcursie naar een zorginstelling met een specifieke zorgvisie, bereid deze excursie voor en evalueer door middel van een verslag. 1 Bezoek de verschillende rubrieken op de site van “Humanitas” en geef vervolgens aan wat er bedoeld wordt met de volgende begrippen:  Levensloop bestendige woningen  Ja- cultuur  De dictatuur van de diëtist  Use it or loose it  Teveel zorg is erger dan te weinig zorg  Humanitas extended family  Reminiscentie museum 2 Bedenk met je groepje medestudenten 10 vragen die je kunt stellen tijdens de rondleiding in het verpleeghuis en het herinneringsmuseum van “Akropolis” . 3 Maak een verslag (van maximaal 2 A 4tjes) van je bezoek aan Akropolis en verwerk hierin de volgende punten:      

Welke indruk heeft de rondleiding op je achtergelaten? Wat vind je van de zorgfilosofie van de instelling? Geef aan of je in deze instelling zou willen werken, motiveer je antwoord Geef aan of je (later) zelf in deze instelling zou willen wonen Wat zijn de verschillen en overeenkomsten met jouw eigen instelling? Welke van de in opdracht 1 uitgewerkte begrippen spreken je het meest aan en zou je willen introduceren in je eigen instelling?

4 Lever het verslag in binnen een week (BOL- studenten) of op de eerst volgende schooldag (BBL- studenten) bij de begeleidend docent van de excursie. Deze geeft zo nodig schriftelijk en of mondelinge feedback.


68


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.VH.gev. Presentatie ziektebeelden (taaltaak) (verplicht) Leerdoel

Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan in een presentatie verwoorden dat hij/zij op de hoogte is van de verzorgingsaandachtspunten van een ziektebeeld Verzamel je uitwerkingen van de verschillende ziektebeelden. Reserveer hulpmiddelen die nodig zijn bij het geven van een presentatie. Vorm een tweetal met een medestudent Boek Verzorgen van ouderen OLC, thuis, leslokaal De docent zal de presentatie beoordelen. E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren

Activiteit Bereid een presentatie voor met een medestudent Werkwijze: 1. Vorm een tweetal met een medestudent 2. Maak een keuze uit de eerder uitgewerkte ziektebeelden. 3. Werk de verzorgingsaandachtspunten uit die bij een zorgvrager met deze aandoening kunnen voorkomen. Je mag dit evt. doen aan de hand van een casus uit de praktijk. 4. Presenteer aan de groep het ziektebeeld met de nadruk op de verzorgingsaandachtspunten. De presentatie moet minimaal 15 minuten en maximaal 20 minuten duren. Reflectie Noteer de feedback van je klas en docent. Noteer wat jij goed en minder goed vond gaan Noteer wat je een volgende keer wil verbeteren en hoe je dat gaat doen. Gebruik hierbij de competenties.


69


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

01H01-03 B2.K.gev. Oriëntatie op de zorg voor mensen met een chronische lichamelijke aandoening Leerdoel Theorie


De student kan de theorie beschrijven van oriëntatie op de zorg voor mensen met een chronische lichamelijke aandoening Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 1 Oriëntatie op de zorg voor mensen met een chronische lichamelijke aandoening Hoofdstuk 1-3 Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



70


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

02H01-03 B2.K.gev. De zorg voor mensen met een chronische lichamelijke aandoening Leerdoel Theorie


De student kan de theorie beschrijven van de zorg voor mensen met een chronische lichamelijke aandoening Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 2 De zorg voor mensen met een chronische lichamelijke aandoening Hoofdstuk 1-3 Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



71


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H01 B2.K.gev. De zorgvrager met reuma Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met reuma Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 1 De zorgvrager met reuma Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 1 Mijn handen zitten in de knoop Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



72


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H02 B2.K.gev. De zorgvrager met multiple sclerose Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met multiple sclerose Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 2 De zorgvrager met multiple sclerose Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 2 Mijn spieren zijn zo moe Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



73


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H03 B2.K.gev. De zorgvrager met kanker Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met kanker Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 3 De oudere zorgvrager met kanker Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 3 Ongeneeslijk ziek Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



74


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H04 B2.K.gev. De zorgvrager met CVA die revalideert Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met CVA die revalideert Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 4 De zorgvrager met CVA die revalideert Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 4 Ik besta maar voor de helft Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



75


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H05 B2.K.gev. De zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 5 De zorgvrager met de ziekte van Crohn en een stoma Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 5 Zit het zakje wel goed? Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



76


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H06 B2.K.gev. De zorgvrager met COPD Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met COPD Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 6 De zorgvrager met COPD Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 6 Als een vis op het droge Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



77


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H07 B2.K.gev. Een zorgvrager met aids Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met aids Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 7 Een zorgvrager met aids Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 7 Een geniepig virus Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



78


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H08 B2.K.gev. Een zorgvrager met diabetes mellitus Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met diabetes mellitus Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 8 Een zorgvrager met diabetes mellitus Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 8 Ik geef de moed niet op Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



79


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H09 B2.K.gev. Een zorgvrager met een dwarslaesie Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een dwarslaesie Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening, thema 3, hoofdstuk 9 Een zorgvrager met een dwarslaesie Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 2, hoofdstuk 9 Een leven op wielen Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



80


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. ADL bij MS I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven op welke wijze de ADL wordt ondersteund bij een zorgvrager met MS Boek Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten

Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael)  Maandag, na de pauze, helpen Maak de oriëntatievragen en de prestatie


81


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Artsenvisite I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven op welke wijze de artsenvisite wordt voorbereid en uitgevoerd Boek Verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. B. Aansturen, E. Samenwerken en overleggen, Q. Plannen en organiseren U. Omgaan met veranderingen en aanpassen

Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael)  Dinsdag, voor de pauze, artsenvisite (1)  Dinsdag, voor de pauze, artsenvisite (2) Maak de oriëntatievragen en de prestatie


82


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Complementaire zorg I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven wat complementaire zorg is en de voor- en nadelen ervan benoemen Internet Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent F. Ethisch en integer handelen H. Overtuigen en beïnvloeden

Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael)  Donderdag, voor de pauze, complementaire zorg (1)  Donderdag, voor de pauze, complementaire zorg (2) Maak de oriëntatievragen en de prestatie


83


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. DVD Philadelphia AIDS Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont kennis over AIDS door het beantwoorden van vragen naar aanleiding van een film over AIDS. Haal de DVD “Philadelphia” bij de mediatheek. Niet specifiek Leslokaal Nabespreken met docent. F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Bekijk de film Philadelphia en beantwoord onderstaande vragen. Vragen 1. In de loop van de film zie je Andrew Beckett steeds zieker worden. Welke ziektebeelden, die je hebt gezien kun je koppelen aan AIDS? Geef een korte uitleg van deze ziektebeelden en beschrijf wat de relatie is met AIDS. 2. Welke gevolgen heeft HIV voor de hoofdpersoon? Beschrijf de sociale, lichamelijke en psychische gevolgen. 3. Hoe heeft de hoofdpersoon in de film HIV opgelopen? Wat had hij kunnen doen om te voorkomen dat hij geïnfecteerd raakte?

4. 5. 6. 7.

Een stukje uit de recensie van de film: “Aan het eind van de jaren zeventig stak er een onbekende ziekte de kop op in Amerika en iets later in Europa. Kenmerk ervan was dat de ziekte de weerstand van de getroffen personen aantastte, negen van de tien slachtoffers homoseksueel was en 98 procent man. Het leek een 'homoziekte', zoals veel kranten toen berichtten.” Leg uit waarom men toen dacht dat AIDS een “homoziekte” is en leg ook uit waarom dit niet juist is. In deze film komt discriminatie tegen verschillende groepen mensen voor. Welke heb je gezien en geef daarbij een voorbeeld. Hoe denk jij over deze vormen van discriminatie? HIV is bij veel mensen taboe” leg dit begrip uit.

Reflectie Wat wil je nog leren na het doen van deze activiteit over AIDS? Formuleer vragen, maak hiervan een lijstje en ga op zoek naar de antwoorden op deze vragen.


84


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2K.gev. Hulpmiddelen Leerdoel


Locatie Evaluatie Ondersteunend aan de competentie

De student kan hulpmiddelen uitzoeken die de zelfredzaamheid en welbevinden van chronisch zieken vergroten Zorg dat je beschikking hebt over internet. Je kan deze activiteit individueel uitvoeren of met een klein groepje. Leslokaal, OLC, thuis Vergelijk je activiteit medestudenten en vraag om feedback. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen.

Activiteit Zoek voor de categorie zorgvragers waar jij mee te maken hebt hulpmiddelen uit die hun zelfredzaamheid en welbevinden zal vergroten. Werkwijze: Neem als uitgangspunt de afdeling waar je nu werkt. Jij en je team hebben aan een wedstrijd meegedaan die uitgeschreven was door een fabrikant in medische hulpmiddelen. Jullie hebben de eerste prijs gewonnen en die houdt het volgende in: 

Jullie mogen voor 50.000 euro specifiek voor de bewonerscategorie / categorie zorgvragers van jullie afdeling hulpmiddelen uitzoeken. De voorwaarde is wel dat je duidelijk kan beargumenteren waarom deze hulpmiddelen voor de bewoners / patiënten noodzakelijk zijn. Omschrijf volgens dit criterium wat je allemaal uit wil zoeken om de zorg te vergemakkelijken en de zelfredzaamheid en welbevinden van de zorgvragers te verhogen.

Als je via internet gaat zoeken kan je dit vinden onder de categorie medische hulpmiddelen. Maak een schriftelijk overzicht van de hulpmiddelen die uitgezocht zijn. Beargumenteer duidelijk waarom er gekozen is voor de uitgezochte hulpmiddelen. Tevens mag het budget van 50.000 euro niet overschreden worden. Reflectie Noteer wat je hebt geleerd van deze activiteit en wat je nog meer zou willen leren. Maak een plan om de vragen die je nog hebt te beantwoorden.


85


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Voorzieningen chronisch zieken I-care Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven welke wetgeving en voorzieningen van belang zijn voor chronisch zieken Boek Het verzorgen van mensen met een chronische lichamelijke aandoening Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen Q Plannen en organiseren

Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael)  Introductie, ontwikkelingen, voorzieningen Maak de oriëntatievragen en de prestatie


86


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.VH.gev. Discussiëren chronisch zieken Leerdoel Praktische voorbereiding Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan een discussie aangaan over chronisch zieken Vorm een groepje van maximaal 5 personen Leslokaal Tijdens het bespreken van de gezamenlijke visie met de docent D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren.

Activiteit Ga in discussie met 3 a 4 medestudenten over onderstaande stellingen 1. De situatie van een chronisch zieke is definitief veranderd van een leven leiden in een leven lijden. 2. Je moet een chronisch zieke niet steeds vragen hoe het gaat, daar gaat ie zich steeds rotter door voelen. 3. Een ziekenhuisopname is onvermijdelijk om een chronische ziekte of een handicap te kunnen vaststellen. 4. Begeleiden van familie en mantelzorgers van een chronisch zieke zorgvrager is geen verzorgende taak. 5. Chronisch zieke zorgvragers zijn vaak betweterig, omdat ze denken meer van hun ziekte te weten dan hun behandelend arts. 6. Iemand in een rolstoel is altijd lichamelijk gehandicapt. 7. Iedere chronisch zieke zou lid moeten zijn van een patiënten vereniging. 8. Goede revalidatie kan alleen maar in een gespecialiseerd centrum plaatsvinden. 9. Chronisch zieken zijn vaak klagerige types. 10. Zorgvragers met hetzelfde ziektebeeld leg je bij voorkeur op dezelfde afdeling, ze hebben toch allemaal dezelfde zorg nodig. 11. Een onzichtbare handicap is voor een zorgvager beter te accepteren dan een zichtbare handicap. 12. Een gehandicapte of chronisch zieke is voor altijd afhankelijk van professionele hulp. Formuleer na afloop een gezamenlijke visie op de rol van de verzorgende naar chronisch zieken. Bespreek deze visie met de docent. Reflectie Onderdelen van de competentie Aandacht en begrip tonen zijn: Interesse tonen en jezelf kennen en laten zien. Beantwoord de volgende vragen individueel en vraag om feedback bij de discussieleden.  Heb je tijdens de discussie jezelf kunnen laten zien door actief mee te doen? Motiveer je antwoord.  Heb je voor elke stelling kunnen uitmaken wat jij er van vind? In hoeverre bleef je bij je eigen mening of ging je mee met de mening van anderen? Motiveer je antwoord.  Heb je interesse kunnen tonen naar de discussieleden? Kon je goed naar hen luisteren en doorvragen als dat nodig was? Motiveer je antwoord.


87


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.VH.gev. Gast in de klas MEE Leerdoel


Theorie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan met haar/zijn klasgenoten een gast in de klas ontvangen van MEE en toont aan met deze gast een gesprek te kunnen voeren De docent nodigt een chronisch zieke uit om in de klas over haar/ zijn ervaringen te vertellen. Je kunt je interesse voor een bepaalde ziekte of aandoening kenbaar maken, dit kan helaas niet altijd ingewilligd worden. Naar keuze, ter voorbereiding op de ziekte of aandoening die de gast heeft. Met gast, meestal op haar/zijn initiatief. Daarna klassikaal met docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoeften en verwachtingen van de „klant‟ richten Q. Plannen en organiseren

Activiteit Ontvang een chronisch zieke zorgvrager uit in de klas en ga daarmee in gesprek over haar/ zijn ervaringen m.b.t. de ziekte en/of beperking(en). Werkwijze 1. Geef van te voren aan welke persoon met welke ziekte/ aandoening jullie interessant vinden om te ontmoeten. Dit kan niet altijd letterlijk ingewilligd worden. De uitnodiging gaat via de docent. 2. Stel je op de hoogte wanneer en hoe laat de persoon (personen) bij jullie in de klas op bezoek komt (komen). Informeer naar wat persoonlijke gegevens om het bezoek voor te bereiden. Het is de gewoonte dat de klas een attentie verzorgt voor de gast(en) die in de klas komt (komen). Wie van de klas gaat dat verzorgen en wat mag dat kosten? Maak daar afspraken over. 3. Bereid individueel het bezoek voor door je te verdiepen in de ziekte/ handicap die de persoon heeft. Wat zou je daarover willen weten? Probeer vooral vragen voor te bereiden die te maken hebben met het leven met die desbetreffende ziekte of handicap. Kijk eens op de website van stichting MEE. www.handicap.info 4. Spreek met de klas af wie de gast gaat ontvangen en weer begeleid bij het verlaten van het Albeda College. Denk aan koffie/thee, jas enz. 5. Luister naar het verhaal wat de persoon te vertellen heeft. Stel de vragen die je hebt. Nog even om te weten: De persoon waar het om gaat zal vergezeld worden door een begeleider van MEE. Deze begeleider zal de chronisch zieke ondersteunen daar waar nodig is. Bijvoorbeeld: iemand met MS is snel vermoeid en kan problemen hebben iets onder woorden te brengen. De begeleider kan dan helpen als de persoon dat aangeeft. De begeleider hoeft geen presentje te krijgen, de gast graag wel. Reflectie Geef van de competentiecomponenten aan wat je hebt geleerd bij deze activiteit. Ethisch en integer handelen: Verschillen tussen mensen respecteren. Kon je oordeelloos naar de zorgvrager luisteren? Motiveer je antwoord. Op de behoefte van de klant richten: Kon je blijven opletten of deze zorgvrager iets nodig had, kon je aansluiten bij behoeften en verwachtingen? Motiveer je antwoord. Plannen en organiseren: Is het gelukt deze activiteit te plannen en uit te voeren? Hebben jullie de tijd goed kunnen indelen? Motiveer je antwoord. Samenwerken en overleggen: anderen raadplegen en betrekken, afstemmen. Is dat gelukt en voelde dat goed voor jou? Motiveer je antwoord.


88


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.VH.gev. Project verslag en presentatie (taaltaak) (verplicht!) Leerdoel

Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties

De student toont aan samen met een of meerdere andere studenten een presentatie over zorg voor chronisch zieken te kunnen voorbereiden en geven Naar keuze Leslokaal Evaluatie met behulp van criteria zoals beschreven in projectbeschrijving J. Formuleren en rapporteren E. Samenwerken en overleggen Q. Plannen en organiseren.

Activiteit Houd samen met een of meer medestudenten een presentatie over zorg voor chronisch zieken. Leg de inhoud en samenwerking vast in een verslag. Werkwijze 1. Bepaal met welke medestudenten je de presentatie wil gaan houden. Groepsgrootte minimaal 2 en maximaal 4 studenten. 2. Overleg met de docent over het onderwerp. Omdat jullie gaan presenteren voor de gehele groep mogen onderwerpen niet dubbel voorkomen. Een keuze kan gemaakt worden uit:  de serie contextgebonden zorg (CVA, dwarslaesie, MS enz.)  een onderwerp wat te maken heeft met lichamelijk gehandicapten;  een onderwerp wat te maken heeft met revaliderenden. In de presentatie moet je een dilemma voor de zorgverlening naar voren laten komen aan de hand van een casus. Kies daarvoor een zorgvrager uit je eigen praktijk of iemand die je kent met die ziekte. Welk dilemma maakt de zorg voor jou als verzorgende moeilijk. Bijvoorbeeld: iemand met COPD wil roken, iemand met een CVA is steeds erg emotioneel. Geef aan wat jullie zouden doen ten aanzien van dit dilemma. De rol van de verzorgende met betrekking tot het gekozen onderwerp en de aandachtspunten bij de verzorging moeten centraal staan! 3.

Bereid de presentatie voor. Maak hiervoor gebruik van het document: “Project B2.gev.”. Dit kan je vinden bij het ondersteunende materiaal van dit thema.

4.

Houd de presentatie op het afgesproken tijdstip. Houd rekening met materialen die je voor de presentatie nodig hebt, reserveer deze op tijd. Richtlijn voor tijdsduur presentatie: minimaal 30 minuten, maximaal 45 minuten.

5.

Evalueer volgens criteria.


89


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

01H01-05 B2.K.gev. Oriëntatie op de zorgcategorie Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties

De student kan de theorie beschrijven van oriëntatie op de zorg in de geestelijke gezondheidszorg Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg Thema 1 Oriëntatie op de zorgcategorie Hoofdstuk 1-5 Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



90


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

02H01-04 B2.K.gev. Het verzorgen van mensen met een psychiatrische ziekte Leerdoel Theorie


De student kan de theorie beschrijven van het verzorgen van mensen met een psychiatrische ziekte Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg thema 2 Het verzorgen van mensen met een psychiatrische ziekte Hoofdstuk 1-4 Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



91


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H01 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met schizofrenie of een andere psychotische stoornis Leerdoel

Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met schizofrenie of een andere psychotische stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 1 Verzorgen van zorgvragers met schizofrenie of een andere psychotische stoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 1 Stemmen in mijn hoofd Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



92


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H02 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een stemmingsstoornis Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een stemmingsstoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 2 Verzorgen van zorgvragers met een stemmingsstoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 2 Ik voel me levend dood Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



93


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H03 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een angststoornis Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een angststoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 3 Verzorgen van zorgvragers met een angststoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 3 Mijn handen zijn besmet Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



94


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H04 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een persoonlijkheidsstoornis Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een persoonlijkheidsstoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 4 Verzorgen van zorgvragers met een persoonlijkheidsstoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 4 Ik ben in de steek gelaten Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



95


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H05 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een eetstoornis Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een eetstoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 5 Verzorgen van zorgvragers met een eetstoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 5 Ik ben helemaal niet mager Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



96


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H06 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een somatoforme of nagebootste stoornis Leerdoel

Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een somatoforme of nagebootste stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 6 Verzorgen van zorgvragers met een somatoforme of nagebootste stoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 6 Ze willen me niet geloven Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



97


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H07 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met een verslaving Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een verslaving Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 7 Verzorgen van zorgvragers met een verslaving Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 7 Jij kan het me toch voorschrijven Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



98


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H08 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met suïcidaal gedrag Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met suïcidaal gedrag Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 8 Verzorgen van zorgvragers met suïcidaal gedrag Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 8 Ik wil niet meer leven Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



99


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H09 B2.K.gev. Verzorgen van zorgvragers met chronisch psychiatrische stoornis Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een chronisch psychiatrische stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 9 Verzorgen van zorgvragers met chronisch psychiatrische stoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 10 Ik ben bestolen Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



100


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H10 B2.K.gev. Verzorgen van allochtone zorgvragers met een psychiatrische ziekte Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van een zorgvrager met een chronisch psychiatrische stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 10 Verzorgen van allochtone zorgvragers met een psychiatrische ziekte Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 12 Ik heb geen problemen Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



101


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H13 B2.K.gev. Verzorgen van ouderen met een psychiatrische stoornis Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van ouderen met een psychiatrische stoornis Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 13 Verzorgen van ouderen met een psychiatrische stoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 14 Mijn man is toch niet dement? Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



102


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

03H14 B2.K.gev. Verzorgen zorgvragers met agressief gedrag Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van zorgvragers met agressief gedrag Boek Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, thema 3, hoofdstuk 14 Verzorgen van zorgvragers met agressief gedrag Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 Het verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg, hoofdstuk 9 Laat me met rust Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



103


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.gev.K. Belevingswereld dementerenden filmfragmenten Leerdoel Praktische voorbereiding Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student verdiept zich in onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van dementerenden Nodig: computer met internetverbinding. Leslokaal, thuis. Individueel met docent a.d.h.v. de vragen of klassikaal (afhankelijk van docent) K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Bekijk onderstaande filmfragmenten en geef antwoord op de vragen. Ga naar www.youtube.com Vul in het zoekregeltje de volgende vetgedrukte woorden in: 1. treincoupe dementerenden (2.51 minuut) 2. cliniclowns mimakkus dementerenden (2.07 minuut) 3. lentis koopt knuffelrobots (1.57 minuut) knuffelzeehond Paro doet harten smelten (2.06 minuut) knuffelbeest Paro helpt demente bejaarden (6.03 minuut) Deze 3 filmpjes gaan over hetzelfde onderwerp maar zijn alle 3 de moeite waard om te bekijken. Vragen 1. Wat is het doel van deze initiatieven die je in de filmpjes hebt gezien? 2. Wat vind je van deze initiatieven vanuit het perspectief van familielid/ partner van een dementerende? 3. Wat vind je van deze initiatieven vanuit het perspectief van verzorgende van dementerenden? 4. Zijn er nog meer initiatieven die dezelfde doelstelling hebben? Zo ja welke? 5. Beschrijf zelf een vernieuwend idee wat aansluit bij de belevingswereld van de doelgroep dementerenden.


104


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Betekenis van de verschijnselen van dementie Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan verschijnselen van dementie te benoemen en uitleggen. Boek Verzorgen van ouderen Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2 Thema 3 School of thuis Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit 1 De ziekte van Alzheimer is een ongeneeslijke aandoening van de hersenen die uiteindelijk tot dementie leidt. Wat is de betekenis van de volgende verschijnselen van dementie: 1. Apraxie 2. Afasie 3. Agnosie 4. Persevereren 5. Decorumverlies 6. Desoriëntatie in tijd 7. Desoriëntatie in plaats 8. Oordeels- en kritiekstoornissen 9. Stoornissen van de cognitieve functies 10. Confabuleren Activiteit 2 Bedenk bij alle onderstaande verschijnselen van dementie een voorbeeld uit het dagelijks leven van de zorgvrager wanneer de zorgvrager hier veel hinder van ondervindt: 1. Apraxie 2. Afasie 3. Agnosie 4. Persevereren 5. Decorumverlies 6. Desoriëntatie in tijd 7. Desoriëntatie in plaats 8. Oordeels- en kritiekstoornissen 9. Stoornissen van de cognitieve functies 10. Confabuleren


105


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Oriëntatie op de psychiatrie Leerdoel

Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan de stoornissen benoemen die in het indelingssysteem van de DSM IV zijn uitgewerkt. De student kan de psychische functies herkennen en rapporteren en kan de meest gehanteerde zorgen behandelvisies benoemen DVD „Waan of werkelijkheid‟ (schizofrenie) Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg Thema 1 hoofdstuk 1 en 2 Theorielokaal, thuis, OLC Met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit 1 Maak van hoofdstuk 2 een samenvatting van alle benaderingswijzen en beschrijf voor welke psychische stoornis jij deze benaderingswijze geschikt vindt. Werk dit uit in een schematisch overzicht. Activiteit 2 Bekijk de eerste 20 minuten van de DVD „Waan of werkelijkheid‟. Deze DVD gaat over 2 schizofrene jongens, Reinier en Carlos Omschrijf de volgende symptomen (psychische functies) die je ziet bij Reinier en Carlos. Gebruik hierbij de theorie psychische functies 1. Expressie en psychomotoriek 2. Denken 3. Waarneming 4. Bewustzijn 5. Zelfbeleving 6. Gevoelsleven 7. Willen en verlangen


106


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Oriëntatie op de ziekte van Alzheimer Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie


De student oriënteert zich op wat de ziekte van Alzheimer inhoudt Internet www.btsg.nl School of thuis Schrijf een reflectieverslag waarin je kort aangeeft wat je al wist over de ziekte van Alzheimer en wat voor jou helemaal nieuw was. Wat wil je hierover nu gaan leren? M. Analyseren

Activiteit Ga naar http://www.btsg.nl Ga dan naar “interactief leren” Klik door naar “ziekte van Alzheimer” Maak de quizvragen, controleer zelf je antwoord bij “uitleg correcte antwoord”


107


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Oriëntatie op dementie Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie


De student oriënteert zich op het ziektebeeld en de verschijnselen van dementie Internet www.btsg.nl School of thuis Schrijf een reflectieverslag waarin je kort aangeeft wat je al wist over dementie en wat voor jou helemaal nieuw was. Wat wil je hierover nu gaan leren? M. Analyseren

Activiteit Ga via Internet naar www.dementie.nl. Ga naar test uw kennis. Doe de “Dementie Kennis Quiz” en “Waaraan herken ik dementie”.


108


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Oudere zorgvrager met een psychiatrische stoornis (taaltaak) Leerdoel

Praktische voorbereiding Theorie


De student kan oorzaken symptomen en behandeling van de zorgvrager met een oudere zorgvrager met een psychiatrische stoornis noemen en basiszorg verlenen aan de zorgvager met een oudere zorgvrager met een psychiatrische stoornis DVD Òpgenomen in Oegstgeest` deel 6 verkorte versie Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 H 13 Stelen is toch niet erg. Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg Thema 3 H 13 Verzorgen van ouderen met een psychiatrische stoornis en Theorielokaal, thuis, OLC Kijk je kennisvragen na op het antwoordenblad. Lever de samenvatting (act. 3) in ter beoordeling op taal (facultatief) D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures opvolgen

Activiteit 1 Beantwoord onderstaande vragen 1. Omschrijf in eigen woorden wat bedoeld wordt met : - een psychogeriatrische zorgvrager - een gerontopsychiatrische zorgvrager - oudere chronisch psychiatrische zorgvrager 2. Binnen welke instellingen in de gezondheidszorg zijn bovenstaande zorgvragers het best op hun plaats? 3. Waarom praten oudere mensen niet vaak over hun psychiatrische problemen/aandoeningen? 4. Geef met 3 voorbeelden aan welke problemen kunnen ontstaan bij het wegvallen van het sociale netwerk bij een oudere psychiatrische zorgvrager. 5. Er worden 3 veelvoorkomende psychiatrische problemen bij ouderen genoemd. Geef aan waarom de andere psychiatrische stoornissen (zoals schizofrenie, bipolaire stoornis) niet in dit rijtje voorkomen. Activiteit 2 Bekijk de film Òpgenomen in Oegstgeest` en beantwoord de volgende vragen: 1. Bij welke personen passen de volgende termen: psychogeriatrische zorgvrager, gerontopsychiatrische zorgvrager en chronisch psychiatrische zorgvrager. 2. Alle zorgvragers zijn opgenomen in een psychiatrische instelling (Oegstgeest) . Welke van hen zouden volgens jou beter overgeplaatst kunnen worden naar een andere instelling, motiveer je antwoord 3. Omschrijf bij elke in de DVD genoemde persoon welke aandachtspunten in het zorgplan uitgewerkt moeten worden t.a.v. de volgende gezondheidspatronen (één A4 per persoon) - Gezondheidsbeleving en instandhouding - Voeding en stofwisseling - Activiteiten - Slaap en rustpatroon - Cognitie en waarneming - Zelfbeleving - Rollen en relatie


109


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Schizofrene zorgvrager Leerdoel


Theorie


De student kan oorzaken symptomen en behandeling van de zorgvrager met schizofrenie noemen en basiszorg verlenen aan de zorgvager met schizofrenie Haal de DVD „Van de wereld, over schizofrenie‟, serie „Je zal het maar hebben‟ met Carola van Alphen uit de mediatheek Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 hoofdstuk 1 Stemmen in mijn hoofd en Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg thema 3 hoofdstuk 1 Verzorgen van zorgvragers met schizofrenie of een andere psychotische stoornis Casus Corine (bijlage) Theorielokaal, thuis, OLC Bespreek de opdrachten na met je medestudenten. Raadpleeg zonodig de docent. D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures opvolgen

Activiteit 1 Lees de casus van Corine (zie bijlage). Beschrijf de verzorgende aandachtspunten van de volgende gezondheidspatronen (5 per gezondheidspatroon) - Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding - Voedings- en stofwisselingspatroon - Activiteitenpatroon - Cognitie en waarnemingspatroon Activiteit 2 Structuur is voor Corine heel belangrijk. Maak een dagprogramma waarbij je rekening houdt met Corine`s mogelijkheden en beperkingen. In het dagprogramma moeten dagelijks terugkerende activiteiten worden opgenomen zoals, ADL handelingen/ individuele en groepsactiviteiten en de ondersteuning die je daarbij nodig vindt Activiteit 3 Bekijk de DVD „Je zal het maar hebben‟ over „Van de wereld, over schizofrenie` Carola vertelt in de DVD dat zij nog last heeft van stemmen. Ze mag de namen van de stemmen niet vertellen, omdat ze bang is dat ze daar later problemen mee krijgt. Bereid een gesprekje voor met Carola waarin je wat meer te weten wil komen over haar belevingen. Bedenk hierin 2 punten die je juist wel kunt zeggen en 2 punten die je beter niet kunt zeggen tegen Carola.


110


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Casus zorgvrager met schizofrenie

Naam: Corine van Zanten Leeftijd: 51 jaar Gescheiden; één dochter Suzan, 29 jaar

Voorgeschiedenis Corine van Zanten werd 51 jaar geleden geboren in Maassluis. Sinds 1 maand woont zij op de psychiatrische verblijfsafdeling van Stichting Contact. Corine is bekend met regelmatig terugkerende psychoses. De diagnose schizofrenie werd voor het eerst gesteld toen zij 22 was en in ernstig psychotische toestand werd opgenomen met een I.B.S. die later werd omgezet in een R.M. Na een behandelperiode van 5 maanden kon Cor weer naar huis. Later is ze nog 5 keer kortdurend opgenomen, echter steeds op vrijwillige basis. De laatste jaren leek haar toestand redelijk onder controle te houden te zijn met maandelijkse gesprekken bij de verpleegkundige van het RIAGG en Haldol in depotvorm. Corine was goed op de hoogte van haar ziektebeeld en de leefregels die daarbij horen. Corine is niet getrouwd, heeft geen partner. Ze heeft wel een dochter van 29 die haar regelmatig bezoekt. Dochter Suzan via weet veel van haar moeders ziekte af, zij is actief binnen de vereniging Ypsilon en is begaan met het wel en wee van haar moeder. Corine woonde zelfstandig en eigenlijk ging dat best goed tot 4 maanden geleden. Toen begon ze zich steeds meer af te zonderen, viel erg af omdat ze nauwelijks meer at, kwam niet meer voor gesprek en medicatie bij het RIAGG. Ook Suzan lukte het niet om haar moeder op andere gedachten te brengen. Suzan merkte dat haar moeder de deur niet meer voor haar open wilde doen, ze maakte een zeer verwarde en achterdochtige indruk. Nadat Suzan een R.M voor haar moeder had aangevraagd, volgde een opname in Delta PZ. Hier bleek dat Corine naast een bloeiende psychose ook diabetes type 2 te hebben ontwikkeld. Na instellen op depot haldol en insuline bleek Corine weer min of meer „‟stabiel‟‟. Echter haar functioneringsniveau bleek een stuk minder dan ongeveer een half jaar geleden. Zij maakt een lege, initiatiefloze indruk, kan zich niet zetten tot activiteiten. Tussendoor bleek Corine ook nog allerlei achterdochtige ideeën te hebben, zo dacht ze dat haar nieuwe buren haar ziek gemaakt hadden. . Ook lukte het niet om Corine te leren om zelf insuline te spuiten en bloedsuiker te prikken. Het werd al snel duidelijk dat ze niet naar haar eigen huis terug kon, bovendien gaf Corine zelf aan niet meer naar huis te willen. Na overleg met Suzan is besloten tot verhuizing Stichting Contact, waar Corine de zorg en begeleiding kan krijgen die ze nodig heeft. Huidige situatie Corine is geplaatst in een groep van 7 bewoners. Het doel is dat Corine zoveel mogelijk naar haar wensen en mogelijkheden wordt begeleid. Het blijkt echter moeilijk voor Corine zich thuis te voelen in de groep. Zij bemoeit zich zo weinig mogelijk met de anderen en komt pas na lang aandringen aan tafel. Na de „‟verplichte‟‟activiteiten vlucht Corine weer naar haar kamer. Ook blijkt zij erg weinig te eten, wat ervoor zorgt dat Corine zich steeds niet lekker voelt en vaak een hypo blijkt te hebben. Verder wil Corine niet dat Suzan op bezoek komt, ze heeft een keer aan de begeleiding verteld dat ze bang is dat Suzan dan iets zal overkomen


111


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Symptomen van de eerste en tweede orde Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student weet het verschil te benoemen tussen symptomen van de eerste orde en symptomen van de tweede orde. Internet School of thuis Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Zet de onderstaande symptomen onder de juiste orde:  Omkering van dag- nachtritme  Confabuleren  Sterke achteruitgang in het beroepsmatig en/of sociaal functioneren  De achteruitgang in functioneren is geleidelijk progressief  Agressie  Inprentingsstoornissen met desoriëntatie in tijd, plaats en persoon  Emotionele ontremming  Dwalen  Decorumverlies  Op zijn minst 1 van de volgende stoornissen: afasie, apraxie, agnosie, stoornissen in de uitvoering  Voorbijgaande periodes van verwardheid  Voorbijgaande periodes van depressie  De stoornissen mogen niet het gevolg zijn van andere stoornissen in het centraal stelsel Bij dementie wordt onderscheid gemaakt tussen symptomen van de eerste orde en symptomen van de tweede orde. Symptomen van de eerste orde moeten aanwezig zijn om iemand als dement te kunnen diagnosticeren. Symptomen van de tweede orde komen vaak voor bij mensen die lijden aan dementie, maar ze zijn er niet kenmerkend voor. Deze symptomen komen niet bij iedere dementerende oudere voor. Symptomen van de eerste orde

Symptomen van de tweede orde


112


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Verschillen vergeetachtigheid en dementie Leerdoel Theorie


De student weet minimaal 5 verschillen te benoemen tussen dementie en vergeetachtigheid. www.dementie.nl Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2 Thema 3 H 2 Het geheugen wil niet meer School of thuis Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Vergeetachtigheid is iets waar bijna iedereen last van heeft. Dementie daarentegen komt veel minder vaak voor. Maar waarop moet men nu letten om na te gaan of sprake is van dementie of van normale vergeetachtigheid? Benoem minimaal 5 verschillen tussen vergeetachtigheid en dementie


113


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Verschillende stadia van dementie Leerdoel Theorie


De student weet verschillende stadia van dementie te herkennen en weer te geven. Verzorgen van ouderen thema 3 hoofdstuk 4 De dementerende, slechtziende en slechthorende zorgvrager www.dementie.nl School of thuis Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit 1 De ziekte van Alzheimer begint sluipend en verloopt progressief. De ernst van de ziekte kan je in verschillende stadia aangeven. Beantwoord de volgende vragen: 1. Wat betekent het dat Alzheimer progressief verloopt? 2. Wat is het verschil tussen het premanifeste stadium en het manifeste stadium? 3. Benoem de vier fasen van het manifeste stadium van dementie en geef aan wat hieronder valt? Activiteit 2 Het proces van het dementeren kun je ook bekijken vanuit de beleving van de dementerende zelf. Een model dat van de beleving van de zorgvrager uitgaat, is het model van drie belevingsstadia, nl: Het bedreigde ik Het verdwaalde ik Het verzonken ik Wat gebeurt er in deze stadia met de zorgvrager en waarom is er voor deze namen gekozen?


114


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Verschillende vormen van dementie Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student weet verschillende vormen van dementie te herkennen en weer te geven. Verzorgen van Ouderen thema 3 Hoofdstuk 2 en 4 www.dementie.nl School of thuis Bespreek je antwoorden met medestudenten. Kijk op www.dementie.nl of overleg met je docent. K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit Bestudeer de literatuur en beantwoord de onderstaande vragen Er zijn verschillende vormen van dementie. De belangrijkste zijn: - Ziekte van Alzheimer - Vasculaire dementie - Ziekte van Pick / Frontotemporale dementie - Lewy body dementie - Korsakov syndroom - Ziekte van Creutzveldt-Jakob Beantwoord van al deze vormen de volgende vragen: - Geef een omschrijving van het ziektebeeld? - Hoe ontstaat het? - Wat zijn de verschijnselen? - Eventuele complicaties en bijzonderheden? - Behandeling?


115


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Wetgeving in de psychiatrie Leerdoel


Theorie


De student kan aangeven met welke relevante wetten de psychiatrische zorgvrager en de psychogeriatrische zorgvrager te maken heeft en kan de inhoud ervan weergeven Haal de DVD „ Goed gek, leven in een psychiatrische instelling” uit de mediatheek. Het gaat over acute psychiatrie in het New York Bellevue hospital Boek “Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg”, thema 1, hoofdstuk 3 Juridische aspecten en belangenbehartiging / zelftest wetgeving (bijlage) Theorielokaal, thuis, OLC Bespreek de opdrachten na met medestudenten. Raadpleeg zo nodig de docent E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen

Activiteit 1 Maak onderstaande zelftest over wetgeving. Activiteit 2 Bekijk in een groepje van 4 personen de eerste 20–30 minuten van de DVD “Goed gek, leven in een psychiatrische instelling” en discussieer met elkaar over een van de volgende stellingen en schrijf een samenvatting van de uitkomst van deze discussie op één A4: 1. Alle mensen die gedwongen worden opgenomen moeten ook gedwongen behandeld worden, anders heeft opname geen zin. 2. Mensen die in psychotische toestand worden opgenomen, kunnen geen inspraak hebben in hun behandeling 3. Als een zorgvrager zelf verzoekt om separatie, moet daarin worden toegestemd.


116


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

ZELFTEST WETGEVING 1. Dhr. Hendriks wil graag zijn dossier lezen. Hij heeft dit al een keer aan zijn arts gevraagd. De arts van dhr. Hendriks beweert dat een patiënt alleen zijn dossier mag inzien onder toezicht: dus in het bijzijn van een arts of verpleegkundige. Klopt het wat deze arts beweert? 0 De arts kan inderdaad eisen dat er toezicht is tijdens het inzien van het (originele) dossier. 0 Natuurlijk hoeft er geen toezicht te zijn. Iedere cliënt heeft recht op vrije inzage. 0Toezicht moet er wel zijn, maar dit kan ook door bijv. een familielid gebeuren. 2. Ans is door een verpleegkundige nogal hardhandig beetgepakt. Volgens Ans was dit helemaal nergens voor nodig en zij wil hierover een klacht indienen. Ans krijgt te horen dat ze het eerst met de verpleegkundige moet uitpraten, voor ze een klacht kan indienen. Klopt dat? 0 Volgens de wet moet degene die de klacht indient het eerst proberen uit te praten. 0 Dit is afhankelijk van de huisregels en het reglement van de Klachtencommissie. 0 Ans mag altijd een klacht indienen. 3. Dhr. de Wijze heeft een kopie opgevraagd van zijn dossier. Na deze kopie uitvoerig te hebben gelezen komt hij tot de conclusie dat het een en ander niet klopt. Hij eist dat een aantal bladzijden van het dossier wordt verwijderd. Kan hij dit verzoeken op grond van het patiëntenrecht? 0 Een dossier in onaantastbaar en mag door de cliënt nooit worden gewijzigd. 0 Hij mag een aanvulling geven op het dossier en onjuiste gegevens laten corrigeren. 0 Hij heeft het recht om onjuistheden te verwijderen uit het dossier. 4. Loes heeft drie maanden geleden een andere behandelend arts gekregen. Ze kan helemaal niet opschieten met deze man. Ze heeft voorzichtig aangegeven dat ze liever een ander wil, maar dit wordt door hem steeds genegeerd. Mag ze om een andere arts vragen? 0 Nee, ze mag alleen om een andere arts verzoeken als ze onbekwaamheid kan aantonen. 0 Ze mag na een periode van 6 maanden om een andere arts vragen. 0 Ja, zij heeft het recht op een arts naar eigen keuze. 5. Mevr. Kiep is beledigd door Jaap. Jaap is een verpleegkundige van een andere afdeling. Mevr. Kiep wil een klacht indienen over het gedrag van Jaap maar krijgt te horen van het afdelingshoofd dat dit niet mogelijk is omdat Jaap op een andere afdeling werkt. Klopt het verhaal van dit afdelingshoofd? 0 Mevr. Kiep kan inderdaad alleen maar klachten indienen over personeel van haar eigen afdeling. 0 Zij kan geen klacht tegen Jaap indienen, maar wel de PVP inschakelen voor een gesprek. 0 Zij kan de klacht wel indienen. 6. Robert heeft verzocht om inzage in zijn dossier. Hij kreeg inzage in de rapportage van de verpleegkundigen. Een maand later hoorde hij dat er nog een dossier over hem bestaat. Mag hij dit ook lezen? Of zijn er dossiers die niet openbaar zijn? 0 Robert mag alleen het verpleegkundig dossier lezen, volgens de WGBO. 0 Robert mag al zijn dossiers lezen. 0 Robert mag wel andere dossiers lezen, maar niet het dossier van de behandelend arts.


117


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

7 Anne wordt overgeplaatst naar een andere afdeling. Deze afdeling heeft meer mogelijkheden voor haar, zegt men. Zelf denkt ze dat ze voor straf wordt overgeplaatst. Mag dat zomaar? 0 Anne kan worden overgeplaatst als zij zich niet aan de regels houdt, bij wijze van straf. 0 Anne kan worden overgeplaatst naar een afdeling die beter geschikt is, ook zonder overleg. 0 Anne kan alleen worden overgeplaatst als zij hiermee instemt. 8.Dhr. Kohn is sinds drie weken opgenomen in het ziekenhuis Vredenrust. Hij weigert medicatie en eist dat hij psychotherapie krijgt. Geen pillen maar praten is zijn motto. De arts vertelt hem dat hij wordt ontslagen als hij medicatie blijft weigeren. Mag de arts dhr. Kohn (gedwongen) ontslaan? 0 De arts mag dhr. Kohn ontslaan als deze de medicatie blijft weigeren. 0 De arts mag hem alleen ontslaan als er een gevaar ontstaat door de weigering. 0 De arts moet eerst zorgen voor psychotherapie, als dit niet werkt kan hij hem pas ontslaan. 9. Dhr. Vonk heeft een halve liter bier gekocht en deze op zijn eigen kamer in het ziekenhuis opgedronken. In de huisregels staat dat het drinken van alcohol verboden is en dat iedereen die zoiets doet, ontslagen wordt. Mag dat in de huisregels staan? 0 In de huisregels mag genoemd worden wat verboden is en welke straf staat op overtreding. 0 De huisregels mogen alleen regels bevatten, niet de strafmaatregelen. 0 Natuurlijk mag dat. Het stellen van regels zonder strafmaatregels heeft geen zin! 10. Mark is alweer drie jaar geleden opgenomen geweest vanwege een depressie en alweer twee jaar thuis. Pas nu is hij geïnteresseerd in het dossier wat over hem is aangelegd in het ziekenhuis. Mag hij dit alsnog inzien nu hij daar geen cliënt meer is? 0 Nee, hij mag alleen zijn dossier inzien als er een behandelingsrelatie bestaat. 0 Hij mag het dossier wel inzien als het binnen de termijn valt van één jaar na ontslag. 0 Ja, hij mag het dossier alsnog inzien. 11.René heeft een kopie gekregen van zijn behandelingsplan, nadat hij het eerst had ondertekend. Het plan staat vol met moeilijke woorden. Kan René de arts om uitleg vragen? Of is de arts hiertoe niet verplicht? 0 Als de arts tijd heeft kan René hierom vragen, het is geen verplichting van de arts. 0 René kan de arts altijd schriftelijk of mondeling om uitleg vragen, hij is hiertoe verplicht! 0 Als het behandelingsplan gewijzigd is bestaat er een verplichting tot nadere uitleg. 12. Mevr. Lange heeft andere medicatie gekregen van de behandelend arts. Zij wil deze niet slikken omdat ze niet weet waar het voor is. Mag mevr. Lange deze medicatie weigeren? Of weigert ze dan de behandeling? 0 Zij hoeft alleen die medicatie te gebruiken waar ze toestemming voor heeft gegeven. 0 Een cliënt mag de voorgeschreven medicatie niet weigeren, dit kan reden zijn voor ontslag. 0 Zij kan de medicatie alleen weigeren als ze kan aantonen dat deze niet geschikt is voor haar. 13. Rebecca heeft nu al tien gesprekken gehad met haar psychiater. Bij deze gesprekken is ook altijd een arts in opleiding aanwezig, die aantekeningen maakt. Rebecca wil nu wel eens alleen met die psychiater praten. Heeft ze het recht om dit te verzoeken? 0 Ze mag het wel vragen, maar..... de psychiater hoeft hiervoor geen toestemming te geven! 0 Ze moet begrip hebben voor het feit dat mensen in opleiding zijn. Dat telt zwaarder. 0 Ze mag verzoeken om een gesprek met de psychiater alleen, hij moet hierop ingaan.


118


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

14. Victor is ontslagen uit het psychiatrisch ziekenhuis en heeft nu gesprekken met een arts van het Riagg. Tijdens het eerste gesprek ziet hij zijn dossier van het ziekenhuis. Hij wil niet dat deze arts zijn oude dossier leest want dat is nu allemaal 'oude koek'. Mag zijn dossier eigenlijk wel worden doorgestuurd? 0 Dossiers mogen altijd worden doorgestuurd tussen artsen onderling. 0 Als hij akkoord is gegaan met de behandeling bij het Riagg mag het worden doorgestuurd. 0 Hij moet officieel toestemming geven voor het doorsturen van zijn dossier. 15. Dhr. Robbes heeft gevraagd of hij zijn dossier mag inzien. Hij kreeg te horen dat dit inderdaad mogelijk is maar dat hij wel even moest wachten. Het duurt nu al twee maanden. Wat is eigenlijk een redelijke wachttijd? 0 Het mag maximaal drie maanden duren, hierna is het mogelijk om een klacht in te dienen. 0 Dhr. Robbes mag eisen dat hij het dossier ter plekke inziet (dus onmiddelijk). 0 Een periode van één maand is redelijk. 16. Annet krijgt te horen dat er een gedwongen ontslag plaatsvindt. Zij is op de afdeling niet meer te handhaven volgens de artsen. Zij wil helemaal niet weg en wil gewoon op de afdeling blijven. Mag ze dat? 0 Nee, niet als een gedwongen ontslag is aangekondigd. 0 Ze kan bezwaar aantekenen en dan nog maximaal een maand blijven, tot er een uitslag is. 0 Ze kan blijven omdat het ontslag onterecht is, zonder haar toestemming. 17. Harry heeft aan de verpleegkundige gevraagd of hij zijn behandeldossier mag inzien. Volgens de verpleegkundige kan dat niet omdat de informatie voor Harry schadelijk is. Kan dat een reden zijn om inzage te weigeren? 0 Als de gegevens schadelijk zijn voor Harry's gezondheid, kan de arts inzage weigeren. 0 Als er sprake is van een niet-geneesbare ziekte kan inzage verhinderd worden. 0 Harry heeft recht op inzage. Het is zijn eigen risico. 18.Mevr. Sonne is opgenomen geweest in kliniek Dennenrust. Nu ze alweer een half jaar thuis is besluit ze te vragen om vernietiging van haar dossiers die te maken hebben met behandeling in die kliniek. Mag ze dit verzoeken? 0 Volgens de WGBO moeten dossiers 10 jaar bewaard blijven. Hierna mogen ze vernietigd worden. 0 Zij kan inderdaad een verzoek om vernietiging indienen, als de behandeling is beëindigd. 0 Een verzoek mag ze indienen, een commissie dossierbehandeling doet hierover een uitspraak 19.Nico krijgt een andere behandelaar. Hij blijft wel op dezelfde afdeling maar men heeft besloten dat hij een andere behandelaar krijgt. Hij wil eigenlijk helemaal geen ander. Mag hij die nieuwe behandelaar weigeren? 0 Nico mag de behandeling niet weigeren, de persoon van de behandelaar is niet van belang. 0 Hij mag alleen weigeren als zijn vorige behandelcontact langer duurde als één jaar. 0 Hij mag behandeling door een andere behandelaar weigeren.

20.Suus wil een klacht indienen omdat ze met drie andere vrouwen een slaapzaal deelt. Ze heeft al diverse keren gevraagd om een eigen kamer en nu is de maat vol! Mag ze hierover een klacht indienen? Of mogen klachten alleen over de behandeling gaan? 0 Ze kan overal over klagen en dus overal een klacht over indienen. 0 Ze kan inderdaad alleen een klacht indienen over de behandeling of bijv. het personeel. 0 Ze kan geen klachten indienen over gebouwen en slaapkamers


119


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

21.Bert heeft een diagnose gekregen. Hij is schizofreen. Hier is hij het helemaal niet mee eens. Hij heeft last van depressies en hoort nooit stemmen. Mag hij om een diagnose vragen van een andere arts? 0 Bert kan een 'second opinion' vragen (een tweede mening). 0 Hij kan een andere arts vragen om de diagnose te stellen, maar dan wel op eigen rekening. 0 Bert kan bezwaar maken tegen de gestelde diagnose en moet niet een andere arts raadplegen. 22.Mevr. Gerrits is door drie verpleegkundigen in een aparte kamer gezet: een separeer. Ze noemen haar onhandelbaar. Zij is vrijwillig opgenomen en zegt dat separeren alleen mogelijk is bij cliënten die onvrijwillig zijn opgenomen. Klopt het wat zij zegt? 0 Zij heeft gelijk. Zij is vrijwillig opgenomen en mag onder geen beding gesepareerd worden. 0 Zij mag alleen worden gesepareerd als voor haar een IBS is aangevraagd. 0 Zij kan worden gesepareerd als het om haar veiligheid gaat of die van anderen op de afdeling 23.Dhr. Franssen heeft zijn behandelingsplan ondertekend. Hierin staat dat hij Lithium als medicatie neemt. Nu heeft hij hier spijt van. Zijn behandelaar zegt dat hij heeft getekend en door moet zetten. Kan dhr. Franssen toch weigeren om Lithium te slikken? Of moet hij dit eerst proberen en dan verder praten? 0 Ja, een cliënt mag altijd de toestemming tot behandelen weer intrekken, ook over medicatie. 0 Hij kan om een ander behandelingsplan vragen. Tot die tijd moet hij meewerken met het oude plan 0 Dhr. Franssen moet beter nadenken als hij iets tekent. Nu is het te laat. 24. Jaap is opgenomen met een IBS op afdeling de Zonnegroet. Na twee weken wil hijwel weer eens buiten wandelen. Hij krijgt van de verpleging te horen dat dit niet mogelijk is. Klopt dat? 0 Iedereen die opgenomen is met een IBS of een RM moet binnen blijven. 0 Hij mag wel wandelen, maar dan binnen het gebouw en met toestemming van de arts. 0 Hij mag buiten wandelen, als de behandelend arts hiervoor toestemming geeft. 25.Lilly wil overgeplaatst worden naar een andere afdeling omdat ze meer rust wil. Ook wordt ze steeds lastiggevallen. Kan ze van de afdelingsleiding eisen dat ze wordt overgeplaatst? 0 Ze kan altijd een verzoek tot overplaatsing indienen, maar de arts beslist hierover. 0 Ze heeft het recht om te verblijven op de afdeling van haar keuze. 0 Als ze wordt lastiggevallen, is dit meestal een reden tot overplaatsing. 26.Mevr. Cornee heeft de arts in vertrouwen verteld dat ze zwanger is. Hierover is de arts heel ongerust. Na twee weken blijkt dat de ouders van mevr. Cornee op de hoogte zijn gesteld door die arts. Mag deze arts dat doen? 0 De arts mag directe familieleden op de hoogte stellen van ingrijpende zaken zoals deze. 0 De arts mag de familieleden niet op de hoogte stellen zonder toestemming van de cliënt. 0 De arts mag, als de cliënt een IBS of RM heeft, de familieleden wel op de hoogte stellen. 27.Leo gaat met ontslag. Hij wil zelf vertrekken uit het ziekenhuis. De behandelaar is hier niet zo blij mee en zegt dat Leo het nu verder maar zelf uit moet zoeken. Mag zo'n arts dat eigenlijk wel zeggen? 0 Ja natuurlijk. Als je zelf beslist sta je in voor je eigen toekomst. 0 Nee, Leo kan niet zomaar met ontslag gaan. 0 Nee, Leo heeft recht op nazorg, ook als hij zelf beslist om met ontslag te gaan


120


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

28.Mevr. Martens heeft een persoonlijk begeleider gekregen. Dit is een verpleegkundige met wie zij veel zaken moet gaan regelen. Mevr. Martens wil veel liever een ander als verpleegkundige. Mag ze dit vragen? 0 Nee, ze mag wel om een andere arts vragen maar niet om een andere verpleegkundige. 0 Ja, ze heeft het recht op vrije hulpverlenerskeuze. 0 Nee, het recht op vrije keuze geldt niet voor verplegenden, ziekenverzorgers en teamleiders 29.Sinds 1 mei 1998 moeten de cliënten van de afdeling Zonnegloren betalen voor hun koffie en thee. Hier komen ze tegen in opstand omdat zij vinden dat dit tegen de wettelijke bepaling is. Klopt dat? 0 In de WGBO staat dat cliënten recht hebben op gratis voeding en dus: koffie en thee. 0 Als de cliënten een eigen bijdrage betalen dan hoort thee en koffie gratis te zijn. 0 Het wel of niet betalen voor dit soort zaken staat niet genoemd in de wet 30.Sonja wil haar dossier aan een medecliënt laten zien. De arts wijst Sonja terecht: dit mag in geen geval. Wie heeft er nu gelijk? Sonja of die arts? 0 Het dossier is vertrouwelijk en mag niet door derden worden ingezien. De arts heeft gelijk. 0 Sonja heeft gelijk. Ze mag zelf weten aan wie ze het dossier laat zien. 0 Alleen als het nut heeft in het kader van de behandeling, mag Sonja zoiets doen. 31.Dhr. Friede moet worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij wil zelf naar de Sonnegloor. Op het laatste moment wordt hij toch in het ietwat verouderde ziekenhuis De Oude Steen geplaatst. Het gaat om een vrijwillige opname. Kan hij eisen dat hij in de Sonnegloor wordt opgenomen? 0 Als het hier gaat om een vrijwillige opname kan hij dit niet eisen. 0 Hij mag altijd zelf een keus maken voor een ziekenhuis, als daar tenminste plaats is. 0 De indicatiecommissie zoekt voor hem een passende plaats, dit moet hij afwachten 32.Coby verblijft al jaren in ziekenhuis Het Arends Huis. Op een gegeven moment wordt geconstateerd dat zij uitbehandeld is en ze moet zelfstandig gaan wonen. Ze wil helemaal niet weg. Kan ze gedwongen worden om weg te gaan? 0 Ja, als er geen medische noodzaak meer is tot behandelen moet zij vertrekken. 0 Nee, ze hoeft pas dan weg te gaan als zij hier zelf aan toe is en dit kenbaar maakt. 0 Ja, als twee artsen dit onafhankelijk van elkaar verklaren, moet zij vertrekken. 33. Jenny is opgenomen met een IBS (in bewaring stelling). Zij krijgt allerlei soorten medicatie. Zelf wil ze ook gesprekstherapie. Kan Jenny invloed op haar behandeling uitoefenen, nu ze met een IBS is opgenomen? 0 Hier is sprake van een zgn. gedwongen opname, dus ook van gedwongen behandeling. 0 Jenny kan gewoon invloed blijven uitoefenen op haar behandelingsplan. 0 Jenny mag alleen meepraten over behandeling voor zover het bijv. de dagbesteding betreft. 34.Johan is opgenomen met een RM (rechterlijke machtiging). Hij krijgt wel een behandeling maar heeft nog geen behandelingsplan gezien. Klopt dat eigenlijk wel? 0 Iedere cliënt moet in het kader van zijn behandeling zijn behandelingsplan inzien. 0 Als Johan handelingsonbekwaam is, hoeft men hem geen behandelingsplan te laten zien. 0 Als Johan meer dan 50% handelingsbekwaam is, mag hij zijn behandelingsplan inzien en tekenen


121


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

35.In de separeerruimte hangt een camera aan het plafond waarmee de verpleegkundigen en artsen alles kunnen zien wat Loes doet. Loes is al twee dagen in die separeer. Mag die camera wel gebruikt worden? 0 Nee, hier is sprake van (grove) inbreuk op de privacy van de gesepareerde cliënt. 0 Ja, de verpleging hoeft nu niet steeds door het luikje van de deur te kijken. 0 Ja, als Loes tenminste wel kan zien wanneer de camera aanstaat, bijv. door een rood lampje. 36.Mevr. Lessink is gesepareerd maar is vrijwillig opgenomen. De PVP heeft hier bericht van gekregen. Mag de PVP hier eigenlijk wel van in kennis worden gesteld? 0 Nee, zonder toestemming van de cliënt mag de PVP hierover niet worden ingelicht. 0 Ja, de geestelijk verzorger, advocaat en PVP worden ingelicht in geval van separatie. 0 Ja, indien dit in het separatiereglement staat aangegeven. 37.Jan heeft al een tijdje een RM en de behandelaar zegt dat het wel goed gaat met Jan. Kan Jan met behoud van de RM toch met ontslag gaan? 0 Ja, als de rechter, die de RM heeft afgegeven, hier toestemming voor geeft. 0 Nee, de RM moet eerst worden opgeheven. 0 Ja, de behandelend arts kan dit beslissen.


122


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Ziekte van Alzheimer Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan verwoorden wat de ziekte van Alzheimer isw, hoe het ontstaat en wat de gevolgen zijn. Verzorgen van ouderen thema 3 hoofdstuk 2 en 4 www.dementie.nl School Kijk de opdracht na aan de hand van het antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Bekijk de DVD “Met mij is niks mis” en beantwoord de onderstaande vragen: 1. Wat wordt er door de hersenen aangestuurd? 2. Wat regelt de hersenstam? 3. Wat regelen de kleine hersenen? 4. Wat regelen de tussen hersenen? 5. Wat regelt de hypocampus? 6. Wat regelt de hersenschors? 7. In welke periode ontwikkelen zich de zenuwcellen in de hersenen zich? 8. Wat wordt er bij Alzheimer aangetast? 9. Wat kan er in de hersenen niet meer bij de ziekte van Alzheimer? 10. Wat gebeurt er met de hersenen en de hypocampus bij de ziekte van Alzheimer? 11. Welke verschijnselen vertonen zorgvragers met Alzheimer om hun beginnende Alzheimer te verbergen? 12. Tegen welke problemen lopen zorgvragers met Alzheimer aan in een verder stadium? 13. Welke typische zichtbare kenmerken heb je kunnen observeren?


123


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Zorgvrager met een angststoornis Leerdoel Praktische voorbereiding

Theorie


De student kan oorzaken symptomen en behandeling van de zorgvrager met een angststoornis noemen Haal de DVD Je zal het maar hebben, psychiatrische stoornissen over Serge met een dwangstoornisùit de mediatheek. Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 hoofdstuk 3 Mijn handen zijn besmet Casus Ron Schouten Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg thema 3 hoofdstuk 3 Het verzorgen van zorgvragers meet een angststoornis Theorielokaal, thuis, OLC Bespreek de opdrachten na met medestudenten. Raadpleeg zo nodig de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit 1 Bekijk de DVD “Je zal het maar hebben“ over Serge met een dwangstoornis`. Beschrijf de verzorgende aandachtspunten van de volgende gezondheidspatronen (5 per gezondheidspatroon) - Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding - Activiteitenpatroon - Slaap en rustpatroon - Cognitie en waarnemingspatroon Activiteit 2 Lees de casus van Ron Schouten en maak de volgende opdracht: Ron heeft niet alleen smetvrees op de sportclub, maar ook thuis is hij dwangmatig bezig met het schoonmaken van zijn keuken en sanitair. Jij wilt Ron helpen activiteiten te bedenken die zijn dwanghandelingen hopelijk kunnen verminderen. Bedenk een aantal vragen die Ron op weg kunnen helpen om zijn plan concreet te maken.


124


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Zorgvrager met een persoonlijkheidsstoornis Leerdoel


Theorie


De student kan oorzaken symptomen en behandeling van de zorgvrager met een persoonlijkheidsstoornis noemen en basiszorg verlenen aan de zorgvager met een persoonlijkheidsstoornis Haal de DVD „Je zal het maar hebben psychiatrische stoornissen‟ over Francis (Borderline persoonlijkheidsstoornis) uit de mediatheek Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 hoofdstuk 4 Ik ben in de steek gelaten en Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg thema 3 hoofdstuk 4 Verzorgen van zorgvragers met een persoonlijkheidsstoornis Casus Wilma (bijlage) Theorielokaal, thuis, OLC Bespreek de opdrachten na in met medestudenten. Raadpleeg zo nodig de docent J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit 1 Lees de casus van Wilma (zie bijlage) Beschrijf de verzorgende aandachtspunten van de volgende gezondheidspatronen (5 per gezondheidspatroon) van een Borderline persoonlijkheidsstoornis - Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding - Voedings- en stofwisselingspatroon - Activiteitenpatroon - Cognitie en waarnemingspatroon Activiteit 2 Wilma heeft bij spanningen de neiging zichzelf in haar polsen te krassen. Vaak roept ze de hulp van de verzorgende in als „het kwaad al geschied is‟. Wilma komt dan met een bloedende arm naar je toe. Beschrijf de zorg en aandacht die je aan Wilma wilt bieden en motiveer je antwoord. Activiteit 3 Bekijk de DVD „Je zal het maar hebben‟ over Francis. Francis vertelt over de `de kicks`die haar leven beheersen. Noem de kicks die een bedreiging voor Francis` gezondheid vormen. Maak als alternatief een overzicht met 5 verantwoorde activiteiten die uitdagend genoeg zijn voor Francis


125


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Casus zorgvrager met persoonlijkheidsstoornis - Bordeline persoonlijkheidsstoornis -

Naam: Wilma Klapwijk Leeftijd: 56 jaar Ongehuwd, geen kinderen

Voorgeschiedenis Wilma is geboren in Rotterdam. Ze komt uit een groot gezin van 13 kinderen. Het gezin had het niet breed. Vader had meestal geen werk en als hij wat verdiende, „verdronk‟ hij dit in het café. Verder sloeg hij in zijn dronken buien zijn vrouw en kinderen. Vaak moest de politie eraan te pas komen. Wilma doorliep alleen de lagere school. Daarna moest zij zo snel mogelijk wat gaan verdienen. Wilma zegt dat ze graag had willen doorleren om juffrouw of verpleegster te worden. Ze zou anderen graag willen laten zien dat ze beter kan verzorgen en opvoeden dan haar ouders. Op haar 15e jaar ging het echter al mis. Wilma wilde zich verdrinken toen haar werkgeefster, waar ze de huishouding deed, haar beschuldigde van diefstal. Via de politie is Wilma in een meisjestehuis terecht gekomen. Daar reageerde ze agressief op haar omgeving, had afwisselend sombere buien waarbij ze wegliep, in haar polsen sneed of zich voor de trein wilde gooien. Op haar 19e jaar werd Wilma voor het eerst opgenomen in een psychiatrische inrichting. Ze leek bij opname psychotisch, maar ook angstig, manipulerend, agressief en suïcidaal. De diagnoses die in de loop van de jaren gesteld zijn, wisselden van hysterie, depressie tot psychopathie. In die tijd kon men haar moeilijk behandelen. Wilma verbleef met tussenpozen lange tijd in een instelling tot het „ineens‟ beter ging met haar. Dit gedrag kwam voort uit het feit dat Wilma dolverliefd op een man was geworden en alle problemen verdwenen leken te zijn. Toen na enkele maanden deze relatie eindigde, raakte Wilma in een crisis. Ze moest weer opgenomen worden omdat ze extreem suïcidaal gedrag vertoonde. De volgende jaren herhaalde deze situatie zich als een vast patroon Zo heeft Wilma 7 relaties gehad met steeds hetzelfde type „verkeerde mannen‟ met „losse handjes‟ en drankmisbruik en vaak een strafblad. Het uitgaan van zo`n relatie resulteerde altijd weer in een opname, omdat Wilma zich van het leven wilde beroven. Wilma verbleef op diverse afdelingen voor crisisopname, resocialisatie en verblijfsafdelingen. Lange periodes bleef ze in de separeer en werden er allerlei dwangmaatregelen toegepast. Het leek echter of haar toestand er alleen maar erger door werd. Eind jaren „80 werd de diagnose „Borderline‟ gesteld en heeft men geprobeerd Wilma met behulp van gedrags- en inzichtgevende therapie te leren omgaan met haar problemen. Dit met wisselend resultaat. Het lukte echter nooit meer om Wilma geheel zelfstandig buiten de muren van een instelling te laten wonen. Een jaar geleden is Wilma verhuisd naar een psychiatrische verblijfsafdeling binnen Stichting Contact, met de bedoeling dat ze de zorg en begeleiding krijgt die ze volgens zichzelf „zo hard nodig heeft‟.


126


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Huidige situatie Wilma heeft het wel naar haar zin op de afdeling. Wel is het zo dat Wilma wenst dat alles volgens haar regels gaat in plaats van de afdelingsregels te volgen. Op zich kan hier wel op positieve wijze met Wilma over gesproken worden, maar na korte tijd wijkt Wilma weer van de gemaakte afspraken af. Verder heeft Wilma zo haar voorkeur voor verschillende personeelsleden. Degenen die ze niet mag, scheldt ze uit en ze roddelt met andere bewoners over hen. Wilma heeft veel kritiek op de manier waarop het personeel met andere bewoners omgaat. Zo vindt ze het bijvoorbeeld onterecht dat sommige mensen de hele dag begeleiding krijgen en overal naartoe gebracht worden en anderen, zoals zij, maar aan hun lot worden overgelaten. Zo heeft Wilma namelijk de laatste tijd erg veel last van spanningen en kan hier niet anders mee omgaan dan in haar polsen te krassen.


127


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Zorgvrager met een somatoforme- of nagebootste stoornis Leerdoel

Theorie

Locatie Evaluatie


De student kan oorzaken symptomen en behandeling van de zorgvrager met een somatoforme- of nagebootste stoornis noemen en basiszorg verlenen aan de zorgvager met een somatoforme- of nagebootste stoornis Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, thema 6 hoofdstuk 6 Ze willen me toch niet geloven en Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg thema 3 hoofdstuk 6 Verzorgen van zorgvragers met een somatoforme of nagebootste stoornis Casus Wilma 2 (bijlage) Theorielokaal, thuis, OLC Bespreek opdrachten na met je medestudenten. Raadpleeg zonodig de docent. Lever de samenvatting (act. 2) in ter beoordeling op taal (facultatief) D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures opvolgen

Activiteit 1 Lees de casus van Wilma 2 (zie bijlage) Beschrijf de verzorgende aandachtspunten van de volgende gezondheidspatronen (6 per gezondheidspatroon) van een Somatoforme- of nagebootste stoornis - Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding - Activiteitenpatroon - Cognitie en waarnemingspatroon Activiteit 2 Het is belangrijk dat Wilma een zinvolle dagbesteding krijgt. Ze mag zelf meedenken over een activiteit die ze graag wil doen. Nou, ze heeft wat verzonnen: Wilma wil op rolstoeldansen! Dit verzoek van Wilma willen jullie eerst bespreken in een zorgoverleg in het team. De teamleider heeft wel gevraagd om jullie standpunten van te voren schriftelijk in te dienen. Verwerk hierin de voordelen, nadelen en mogelijke alternatieven die jij naar voren wil brengen. Werk je standpunten uit op maximaal één A4.


128


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Casus zorgvrager met een somatoforme- of nagebootste stoornis Naam: Wilma Klapwijk (Wilma 2) Leeftijd: 66 jaar Ongehuwd, geen kinderen Voorgeschiedenis Wilma is geboren in Rotterdam. Ze komt uit een groot gezin van 13 kinderen. Het gezin had het niet breed. Vader had meestal geen werk en als hij wat verdiende, „verdronk‟ hij dit in het café. Verder sloeg hij in zijn dronken buien zijn vrouw en kinderen. Vaak moest de politie eraan te pas komen. Wilma doorliep alleen de lagere school. Daarna moest zij zo snel mogelijk wat gaan verdienen. Wilma zegt dat ze graag had willen doorleren om juffrouw of verpleegster te worden. Ze zou anderen graag willen laten zien dat ze beter kan verzorgen en opvoeden dan haar ouders. Op haar 15e jaar ging het echter al mis. Wilma wilde zich verdrinken toen haar werkgeefster, waar ze de huishouding deed, haar beschuldigde van diefstal. Via de politie is Wilma in een meisjestehuis terecht gekomen. Daar reageerde ze agressief op haar omgeving, had afwisselend sombere buien waarbij ze wegliep, in haar polsen sneed of zich voor de trein wilde gooien. Op haar 19e jaar werd Wilma voor het eerst opgenomen in een psychiatrische inrichting. Ze leek bij opname psychotisch, maar ook angstig, manipulerend, agressief en suïcidaal. De diagnoses die in de loop van de jaren gesteld zijn, wisselden van hysterie, depressie tot psychopathie. In die tijd kon men haar moeilijk behandelen. Wilma verbleef met tussenpozen lange tijd in een instelling tot het „ineens‟ beter ging met haar. Dit gedrag kwam voort uit het feit dat Wilma dolverliefd op een man was geworden en alle problemen verdwenen leken te zijn. Toen na enkele maanden deze relatie eindigde, raakte Wilma in een crisis. Ze moest weer opgenomen worden omdat ze extreem suïcidaal gedrag vertoonde. De volgende jaren herhaalde deze situatie zich als een vast patroon. Zo heeft Wilma 7 relaties gehad met steeds hetzelfde type „verkeerde mannen‟ met „losse handjes‟ en drankmisbruik en vaak een strafblad. Het uitgaan van zo`n relatie resulteerde altijd weer in een opname, omdat Wilma zich van het leven wilde beroven. Wilma verbleef op diverse afdelingen voor crisisopname, resocialisatie en verblijfsafdelingen. Lange periodes bleef ze in de separeer en werden er allerlei dwangmaatregelen toegepast. Het leek echter of haar toestand er alleen maar erger door werd. Eind jaren „80 werd de diagnose „Borderline‟ gesteld en heeft men geprobeerd Wilma met behulp van gedrags- en inzichtgevende therapie te leren omgaan met haar problemen. Dit met wisselend resultaat. Het lukte echter nooit meer om Wilma geheel zelfstandig buiten de muren van een instelling te laten wonen. Wilma woont inmiddels 10 jaar in een psychiatrische verblijfsafdeling binnen Stichting Contact. Sinds enkele jaren lijkt Wilma‟s impulsieve gedrag en wisselende stemmingen wat naar de achtergrond te zijn geraakt en zijn er lichamelijke klachten „voor in de plaats‟ gekomen. Zo heeft ze last van „plotseling door de benen zakken‟, ernstige rugpijnen en extreme moeheid. Hier is tot op heden geen lichamelijke oorzaak voor gevonden. De verpleeghuisarts onderhoudt maandelijks contact met Wilma over haar lichamelijke klachten. Zo wordt geprobeerd het “ziekenhuisshoppen” te voorkomen. Huidige situatie Wilma komt vanwege haar pijnen bijna haar kamer niet meer af. Ze wil graag geheel verzorgd worden. En als ze dan toch moet nadenken over een activiteit die ze leuk vindt, dan wil ze graag op rolstoeldansen. De verpleeghuisarts heeft haar ook gezegd dat ze iets moet kiezen dat binnen haar mogelijkheden ligt.


129


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Zorgvrager met een verslavingsstoornis Leerdoel


Locatie Evaluatie


De student kan oorzaken symptomen en behandeling van de zorgvrager met een verslavingsstoornis noemen en basiszorg verlenen aan de zorgvager met een verslavingsstoornis Haal de DVD „ Kopzorgen‟ deel 1àlcoholverslaving` uit het OLC Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2 ,thema 6 hoofdstuk 7 Jij kan het me toch voorschrijven Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg thema 3 hoofdstuk 7 Verzorgen van zorgvragers met verslaving Casus Nicole (bijlage) Theorielokaal, thuis, OLC Bespreek de opdrachten na met medestudenten. Raadpleeg zonodig de docent. Lever de samenvatting (act. 3) in ter beoordeling op taal (facultatief) J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit 1 Lees de casus van Nicole (zie bijlage) Beschrijf de verzorgende aandachtspunten van de volgende gezondheidspatronen (4 per gezondheidspatroon) van een verslavingsstoornis - Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding - Voedings- en stofwisselingspatroon - Uitscheidingspatroon - Cognitie en waarnemingspatroon - Slaap- en rustpatroon Activiteit 2 Nicole wordt dagelijks, naarmate de dag vordert, steeds onrustiger en reageert heel prikkelbaar op haar omgeving en wil de deur uit .Ze zegt dat ze de drang naar een borrel niet kan weerstaan. Beschrijf hoe je met deze drang (`graving`) van Nicole omgaat in een zorgplan. Dus: beschrijf het zorgprobleem volgens de PES/POG. En het bijbehorende zorgdoel en 3 activiteiten die je als verzorgende neemt om het doel te bereiken. Activiteit 3 Bekijk de DVD „Kopzorgen`deel 1 over alcoholisme. 1 Maak een samenvatting (1 A4) waarin je stappen beschrijft die de vrouw en de man uit de film hebben genomen om hun drankprobleem te overwinnen. 2 Waarom is het volgens jou in de situatie van de man weer is misgelopen. 3 Bedenk voor deze persoon 5 adviezen die een volgende terugval (recidief) helpen te verkleinen.


130


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Casus zorgvrager met verslavingsstoornis

Naam: Nicole Verbeek Leeftijd: 46 jaar Gescheiden; 1 dochter (Door 23 jaar)

Voorgeschiedenis Nicole werd 46 jaar geleden geboren in Rotterdam, Crooswijk. Zij is enig kind. Nicole wordt grotendeels door haar moeder opgevoed want haar vader was zeeman en vaak voor langere tijd weg. Nicole wordt beschermd opgevoed door haar moeder, die haar voortdurend wijst op de slechte invloeden van deze maatschappij. Moeder is een wat angstige vrouw, rookt 2 pakjes sigaretten per dag en slaapt al jaren niet zonder Temesta en meerdere glaasjes port. Nicole is echter een druk en lastig kind (vindt moeder) dat liever op straat is dan thuis. Als de vader van Nicole plotseling overlijdt (hartstilstand), ervaart Nicole het aanklampende en afhankelijke gedrag van haar moeder als een steeds grotere last. Als Nicole 17 is, behaalt zij haar Havo diploma en gaat zo snel mogelijk het huis uit. Ze kiest voor een opleiding tot B-verpleegkundige in Delta PZ. Zij ziet dat als enige mogelijkheid om het huis te kunnen ontvluchten, want ze „moet‟ dan immers intern gaan wonen. Al snel krijgt zij verkering met Jasper die dezelfde opleiding doet. Er wordt in die tijd flink geëxperimenteerd met (soft)drugs en alcohol, waaraan Nicole en Jasper grif meedoen. Jasper en Nicole gaan samen in de alcohol- en drugshulpverlening werken. Zij zien elkaar inmiddels als „maatjes‟ en ze laten elkaar „vrij‟ in hun relatie. Als Nicole echter zwanger blijkt (van Jasper) besluiten ze toch te trouwen en een gezin te vormen. Vier jaar nadat Door geboren is, gaan ze uit elkaar, maar zij delen in goede harmonie de zorg voor hun dochter . Nicole blijkt inmiddels meer afhankelijk van alcohol en softdrugs dan ze wil toegeven. Zij kan niet slapen zonder eerst 3 glazen alcohol genomen te hebben. Hasj rookt ze alleen als Door bij haar vader is, stiekem. Inmiddels is ze bij de huisarts terecht gekomen voor haar slaapproblemen. De arts onderzoekt haar verder lichamelijk en ontdekt ook een veel te hoge bloeddruk en geeft haar medicijnen. Verder adviseert hij haar dringend te stoppen met roken. Dit lukt Nicole met veel moeite: zij heeft sindsdien ook geen hasj meer aangeraakt. Daarentegen is het alcoholgebruik fors toegenomen. Nicole houdt zichzelf voor dat rode wijn juist gezond is voor hart en bloedvaten en het geeft dus niks dat er een fles per dag doorheen gaat. Verder komt Nicole „ineens‟ weer bij haar moeder op bezoek. Haar bedoelingen blijken minder goed dan moeder aanvankelijk denkt. Na het bezoek van Nicole mist zij haar slaaptabletten. Enkele jaren geleden wordt Nicole, inmiddels werkzaam in een verpleeghuis, ontslagen omdat zij Promethazine, Oxazepam en Temazepam had meegenomen uit de medicijnkast. Jasper heeft inmiddels de zorg voor Door volledig op zich genomen, want hij vindt het onverantwoord haar bij Nicole te laten. Ook lichamelijk gaat het minder goed met Nicole. Zo heeft zij een keer een TIA gehad. Dit merkte Nicole zelf omdat ze zag dat haar mondhoek scheef hing en zij haar linker arm niet kon bewegen. Gelukkig trok dit weer weg. Nicole schrok hier hevig van, maar durfde ook niet naar de huisarts. Zij concludeerde zelf dat het in ieder geval geen kwaad kon om wijn te drinken, want dat houdt haar bloed dun.


131


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Jasper, die inmiddels altijd meekomt met Door als zij haar moeder bezoekt, maakt zich grote zorgen om Nicole en dringt er op aan dat ze zich laat behandelen. Helaas gaat Nicole hier niet op in, totdat Nicole zich zo beroerd voelt en denkt dat ze een hartinfarct heeft. Ze belt 112 en belandt op de hartbewaking van het Maasland ziekenhuis met hartritmestoornissen. Op de ECG is een oud infarct te zien. Verder bleek ze gestoorde leveren nierfuncties te hebben. Na een dag opname werd Nicole steeds onrustiger, sprak ze verward, was gedesoriënteerd in tijd, plaats en persoon, had illusionaire vervalsingen, kortom: ze ontwikkelde een delirant toestandsbeeld. Dit werd bestreden met haldol en valium. Nadat dit beeld verdwenen was, is er met Nicole gesproken over haar lichamelijke toestand en is voor het eerst het woord „verslaving‟ gevallen. Jasper en Door werden betrokken bij de gesprekken over hoe het nu verder moet. Uiteindelijk heeft Nicole zelf gekozen voor het wonen in een psychiatrisch verpleeghuis. Haar eigen kamer en de beloofde zorg op maat staan haar wel aan. Huidige situatie Nicole is nu 3 maanden op de psychiatrische verblijfsafdeling van Stichting Contact. Zij vindt zelf dat ze haar „draai‟ heeft gevonden. Wel vindt Nicole het onzin om na een weekendverlof haar urine te laten controleren en dit levert weerstand op. Met het personeel heeft ze dus nogal eens „mot‟ om het zomaar te noemen en Nicole kan dan behoorlijk uit haar slof schieten. Een ander probleem is dat Nicole hevige strijd voert over de medicatie die ze in eigen beheer wil hebben. Met name de z.n. Temesta moet ze kunnen innemen als ze zich gespannen voelt, haar hart kan het niet hebben als ze eerst nog eens een uur moet wachten tot iemand genegen is haar een tabletje te brengen! En Nicole verzint van alles om een boodschap te mogen doen voor de afdeling. Ze geeft aan de afdeling te willen ontlasten. Naast dat Nicole toch wel erg lang doet over de boodschappen, ruikt ze ook regelmatig naar de alcohol. Ze wordt erg boos als haar gevraagd wordt ter controle haar urine in te leveren.


132


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Zorgvrager met stemmingsstoornissen Leerdoel



De student kan oorzaken symptomen en behandeling van de zorgvrager met een stemmingsstoornis noemen en basiszorg verlenen aan de zorgvager met een stemmingsstoornis Haal de DVD „Je zal het maar hebben‟ over Sem (Bipolaire stoornis) uit het OLC Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 2, Thema 6 hoofdstuk 2 Ik voelde me levend dood en Verzorgen in de geestelijke gezondheidszorg Thema 3 hoofdstuk 2 Verzorgen van zorgvragers met een stemmingsstoornis Casus Jenny (bijlage) Theorielokaal, thuis, OLC Bespreek de opdrachten na met medestudenten. Raadpleeg zo nodig de docent J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren

Activiteit 1 Lees de casus van Jenny (zie bijlage) Beschrijf de verzorgende aandachtspunten van de volgende gezondheidspatronen (5 per gezondheidspatroon) in de depressieve en in de (hypo)mane periode - Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding - Voedings- en stofwisselingspatroon - Activiteitenpatroon - Cognitie en waarnemingspatroon Activiteit 2 Voeding is een belangrijk aandachtspunt bij Jenny , zowel in de depressieve als in de manische periode. Bereid een gesprek voor waarin je afspraken met en zorg voor Janny beschrijft t.a.v. voeding in haar depressieve of manische periode. Bedenk 5 dingen die je zeker niet en 5 dingen die je wel kunt zeggen in een gesprek met Jenny. Activiteit 3 Bekijk de DVD „Je zal het maar hebben‟ over Sem. Sem spreekt in de DVD over zijn depressieve periode, waarin hij zegt dood te willen. Bereid een gesprek voor met Sem waarin je voorstellen doet voor een plan van aanpak om een suïcide(poging) bij Sem te voorkomen. Noem in je voorbereiding minimaal 4 punten die je in je gesprek naar voren wil laten komen. Maak van dit alles een verslag van één A-4.


133


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Casus zorgvrager met stemmingsstoornis - Bipolaire stemmingstoornis -

Naam: Jenny Doorman Leeftijd: 48 jaar Gescheiden; 2 zoons van 25 en 22 jaar, Jeffrey en Tim

Voorgeschiedenis Jenny werd 48 jaar geleden geboren in Rotterdam. Ze komt uit een gezin met 9 kinderen. Ze hadden het niet breed. Vader werkte in de haven, maar zat vaak in de ziektewet. Ongeveer één keer per jaar moest hij worden „weggebracht‟ naar Maasoord (vroegere naam van Delta Psychiatrisch Ziekenhuis), omdat hij dan moest „uitrusten‟. Veel werd er niet verteld over de ziekte van vader, maar Jenny begreep later dat hij dezelfde verschijnselen had die zij later ook kreeg, namelijk manisch - depressieve klachten. Ook twee van haar broers hebben deze bipolaire stoornis en een zus heeft alleen manische perioden. Allemaal worden zij behandeld met medicijnen. Jenny trouwde al op haar 20e, om het huis te ontvluchten. Zij kreeg 2 zoons. Na de geboortes van deze kinderen is zij lange tijd niet zichzelf geweest en de klachten van toen leken op een postnatale depressie. 15 jaar geleden werd Jenny voor het eerst opgenomen in psychotische toestand, nadat ze een suïcidepoging had gedaan met pillen en whisky en kwam ze terecht op de opnameafdeling in Delta PZ. De diagnose luidt dan al: manisch-depressieve stoornis. Zij had last van ernstig schommelende stemmingen, die zich per week, soms per dag afwisselden. Zo was Jenny de ene week overmatig opgewekt, prikkelbaar, rusteloos en agressief. Een week later voelde ze zich weer hopeloos, leeg en somber. Ze had chronisch slaapgebrek en haar depressieve buien gaven haar het idee nooit meer uit „de hel‟ te zullen ontwaken. Er vond een langdurige behandeling plaats, verschillende soorten antidepressiva werden uitgeprobeerd. Uiteindelijk knapte Jenny op nadat ze goed ingesteld is op Lithium. Na een half jaar opname ging ze met ontslag. Dit duurde echter niet lang, vele opnames (meestal in Delta PZ) volgden elkaar op. Als zij thuis was, had ze volledige gezinszorg om haar te begeleiden bij de zorg voor haar kinderen en het huishouden. Dit kon echter niet voorkomen dat Jenny haar manisch-depressieve stemmingen hield. Dit alles maakt ook dat Jenny haar man en kinderen ziet vertrekken, een scheiding volgt snel. Na een zeer heftige suïcidepoging, dit keer met een overdosis Lithium en alcohol, belandt Jenny in het ziekenhuis met een heftige Lithiumintoxicatie met blijvend letsel tot gevolg. Haar lever en nieren zijn blijvend beschadigd. Hierdoor heeft Jenny ook gelijk Diabetes Mellitus. Dit hele proces nam zo`n 13 jaar in beslag. Jenny scheidde dus 5 jaar geleden, met haar zoons heeft zij 3 keer per jaar contact, met haar verjaardag en met de feestdagen. Vroeger sprak Jenny vaak over hen. Ze was heel trots op hun prestaties. Bovendien was ze erg blij dat haar kinderen gezond waren en geen last hadden van een bipolaire stoornis zoals zij. Jenny woont sinds oktober 2006 op de psychiatrische verblijfsafdeling van Stichting Contact. Zij kan door haar bipolaire stoornis in combinatie met somatische problemen, niet goed voor zichzelf zorgen. Zij moet zich 2x dgs insuline toedienen. Doordat Jenny veel trilt en oogproblemen heeft, heeft ze hier hulp bij nodig.


134


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

Laatste 2 maanden De laatste 2 maanden spreekt Jenny niet meer over haar zoons of ex-echtgenoot. Het lijkt wel of ze zich niet meer voor zaken buiten de instellingsmuren interesseert. Verder reageert Jenny onverschillig op medebewoners en personeel. Ze lijkt zich niet meer zo te interesseren voor haar omgeving, terwijl ze vroeger zo belangstellend was naar anderen ondanks haar eigen problemen. Jenny slikt al 3 jaar dezelfde medicatie, n.l. Valproaat en Risperdal. Ze leek hier eerst goed op te reageren: ze had weinig last van bijwerkingen, reageerde alert en helder in contact met medebewoners, personeel en haar zoons. Huidige situatie De laatste maand zijn er nog meer tekenen dat het slechter gaat met Jenny: ze meldt zich af voor de activiteiten in de hal, als reden geeft ze aan dat ze niet in staat is om te komen. Ze kan zich niet meer concentreren en heeft last van trillen en duizeligheid. Aan activiteiten of uitjes die door de afdeling georganiseerd worden wil Jenny niet meer meedoen. Ze reageert geagiteerd als je haar wilt motiveren. Ook komt Jenny, in tegenstelling tot voorheen, op het allerlaatste moment haar bed uit. Tijd voor een wasbeurt en aandacht voor haar uiterlijk lijken er bij in te schieten. Op afdeling trekt Jenny zich steeds meer terug op haar kamer en ligt veel op bed. Ze maakt geen contact met anderen. Haar corveetaken raffelt ze snel af en bovendien eet ze slecht en houdt Jenny geen rekening met haar dieet.


135


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.VH.gev. Wassen, kleden en verschonen volgens PDL Leerdoel Praktische voorbereiding

Locatie Evaluatie


De student kan een passieve zorgvrager wassen kleden en verschonen volgens de wijze van PDL. Print handelingsschema “wassen, kleden en verschonen” op de PDL wijze. Reserveer het praktijklokaal met benodigdheden.(met name bed, PDL kleding) Spreek af met een medestudent met wie je de vaardigheid gaat oefenen. Praktijklokaal Evalueer met je medestudent hoe de uitvoering van de vaardigheid is ervaren. Evalueer de vaardigheid met behulp van het handelingsschema. K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten T. Instructies en procedures opvolgen

Activiteit Was, kleed en verzorg een medestudent volgens de wijze van PDL met één keer draaien. Werkwijze:  Verdiep je van te voren in dit onderwerp via www.stichtingpdl.nl als je dat nog niet gedaan hebt. Hier tref je een “looproute” aan die je kan aanhouden om de gehele verzorging en kleding met één keer draaien uit te voeren. Verdiep je daarnaast ook in de andere aspecten die erbij komen kijken om het wassen en verzorgen van een passieve (vaak ook verwarde) zorgvrager zo aangenaam mogelijk te maken. Zie ook PDL kennisactiviteit. 

Nb: het is noodzakelijk dat je deze vaardigheid oefent op “echte mensen”. Op deze manier kun je ervaren dat het aan, uitkleden en verzorgen van passieve mensen geen eenvoudige handeling is. Een pop is star, onbeweeglijk en geeft geen realistisch beeld van de handeling.



Het is beslist niet de bedoeling dat je collega-stsudent echt gewassen gaat worden. Je kan met washandjes over de kleding “wassen”, het gaat om het wassen, kleden en verzorgen met slechts een keer draaien onder de knie te krijgen. Dat is lastiger dan het lijkt.


136


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

06H02 B2.K.gev. Begeleiden na het overlijden Leerdoel Theorie


De student kan de theorie (basiszorg en ziekteleer) beschrijven van de zorg voor de overledene Boek Begeleiden van zorgvragers, thema 6, hoofdstuk 2 Begeleiden na het overlijden Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1, thema 11 Begeleiden van de zorgvrager bij ernstig ziek-zijn en overlijden Hoofdstuk 1 t/m 3 Leslokaal, thuis Antwoordmodel K. Vakdeskundigheid toepassen



137


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Palliatieve zorg (taaltaak) Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven wat palliatieve zorg inhoudt Boeken en internet OLC, thuis, leslokaal De docent leest het verslag en voorziet het van feedback. E. Samenwerken en overleggen F. Ethische en integer handelen V. Met druk en tegenslag omgaan

Activiteit Maak een verslag met als onderwerp Palliatieve zorg. Criteria:    

Minimaal 2 A4tjes, maximaal 4 A4tjes. Lettertype Arial 11 Lay-out: op de kaft graag de naam van het onderwerp en jullie namen Mocht je de vragen verdelen: graag de naam van degene die de uitwerking heeft gemaakt bij het desbetreffende stuk vermelden Maak deze opdracht op school

Geef in ieder geval antwoord op de volgende vragen: 1. Wat is Palliatieve zorg? 2. Welke principes gelden voor Palliatieve zorg? 3. Welke handelingen in het huidige werk dat jij nu doet vallen onder Palliatieve zorg? 4. Beschrijf een situatie waarin je Palliatieve zorg toepast. Waarom wordt deze zorg toegepast? 5. Beschrijf hoe je zelf denkt over het toepassen van Palliatieve zorg en welke dilemma‟s je tegen komt bij jezelf.


138


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Rouw en verlies (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie

Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan een mening formuleren betreft rouw en verlies en fasen in het rouwproces. Haal (reserveer) dvd‟s uit de mediatheek die je kan bekijken alvorens deze opdracht te maken. Boek Begeleiden Thema 6 Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema 11 Begeleiden van de zorgvrager bij ernstig ziek-zijn en overlijden Leslokaal, thuis. Lever het verslag in bij de docent. Deze zal zo nodig schriftelijke en of mondelinge feedback geven. F. Ethisch en integer handelen V. Met druk en tegenslag omgaan

Activiteit Werk het onderwerp rouw en verlies uit aan de hand van onderstaande vragen. Bekijk een of meerdere dvd‟s over rouw, verlies en sterven.  “Dood op verzoek” (gaat over een ALS patiënt met euthanasievraag)  “Als alles duister is” (gaat over 2 zorgvragers op een palliatieve zorgunit)  “Over mijn lijk” (gaat over jongeren die weten dat ze niet lang meer te leven hebben. Is ook te zien op uitzending gemist via internet) 1. Beschrijf wat terminale zorg inhoudt. Beschrijf met name jouw rol als verzorgende in de terminale fase. 2. Beschrijf welke disciplines betrokken zijn bij de terminale zorg. Beschrijf wat de taak is van deze disciplines. 3. Beschrijf de 5 fases van het rouwproces van drs. E. Kubler-Ross. Geef je mening over het belang van het indelen en herkennen van de verschillende fasen in het rouwproces. Zijn er nadelen aan het hanteren van fasen in een rouwproces? 4. Beschrijf hoe je familie en naasten kunt begeleiden bij het verzorgen van een terminale zorgvrager. 5. Beschrijf van 3 verschillende culturen de rituelen rondom de terminale en/ of overleden zorgvrager. Reflectie: De competentie “met druk en tegenslag omgaan” houdt in dat je goed je grenzen kunt hanteren en dat je gevoelens onder controle kunt houden. Noteer wat je ten aanzien van deze twee punten hebt geleerd van deze activiteit. Noteer wat je nog meer zou willen leren ten aanzien van deze punten en hoe je dat wil bereiken. Overleg met je docent of jouw ideeën haalbaar zijn en voer ze uit.


139


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Stervensbegeleiding I-care Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie

De student kan beschrijven wat de taken en vaardigheden zijn van een verzorgende bij stervensbegeleiding Start I-careflex op Boek Verzorgen van mensen met een chronisch lichamelijke aandoening Lokaal of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medeleerlingen en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen V. Met druk en regenslag omgaan

Activiteit Maak van: Het verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden (Lindendael)  Donderdag, na de pauze, stervensbegeleiding (1)  Donderdag, eind van de dienst, stervensbegeleiding (2) Maak de oriëntatievragen en de prestatie


140


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B2.K.gev. Stervensproces Leerdoel

Theorie

Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan beschrijven wanneer iemand stervende is, wanneer iemand gestorven is en wat de belangrijkste aandachtspunten zijn tijdens de verzorging van een overledene. Boek Begeleiden Thema 6 Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema 11 Begeleiden van de zorgvrager bij ernstig ziek-zijn en overlijden Leslokaal Evalueer met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent K. Vakdeskundigheid toepassen

Activiteit Maak een overzicht van de meest belangrijke aspecten rondom het overlijden van een zorgvrager. Doe dit aan de hand van onderstaande vragen. a. Als een zorgvrager een zeer beperkte levensverwachting heeft dan spreekt men meestal over een terminaal stadium. Leg uit wat er bedoeld wordt met “terminaal”. b. Wanneer een zorgvrager ernstig ziek is dan kun je soms zien dat hij/zij bijna gaat overlijden. Benoem 10 tekenen van de naderende dood die je zou kunnen waarnemen bij de zorgvrager. c. Aan welke kenmerken kan je zien dat een zorgvrager overleden is? Noem er vier. d. Noem 6 aandachtspunten bij de persoonlijke verzorging van een overleden zorgvrager. Motiveer ook waarom. Reflectie Wat zou je nog meer willen weten rondom het stervensproces nu je deze activiteit hebt gedaan? Maak een plan om aan deze kennis te komen en voer deze uit.


141


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B3.K.gev. Brandpreventie Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competenties

De student kan beschrijven wat brandveiligheid inhoudt en wat de rol is van de verzorgende ten aanzien van brandpreventie. Intranet van BPV-organisatie of handboek van de organisatie. Leslokaal, thuis. Vergelijk jouw antwoorden met die van een medestudent. Evaluatie naar aanleiding daarvan. A. Beslissingen en activiteiten initiëren T. Instructies en procedures opvolgen

Activiteit Werk het onderwerp brandveiligheid en brandpreventie uit aan de hand van onderstaande vragen. 1. Als er brand uitbreekt tijdens jouw werk/stage, hoe moet je dan handelen? 2. Wie moet je alarmeren als er brand is uitgebroken? Welk nummer moet er gebeld worden? 3. Is er in jouw organisatie een protocol betreft brandpreventie en brandbestrijding? Zo ja, beschrijf dan kort de belangrijke punten. 4. Wat is de rol van de verzorgende tijdens calamiteiten zoals brand? 5. Zijn er in jouw organisatie nooduitgangen? Wat is belangrijk ten aanzien van nooduitgangen en vluchtwegen? 6. Zijn er in jouw organisatie afspraken over opvangplaatsen? Zo ja, wat houden deze afspraken dan in? 7. Worden er in jouw organisatie brandoefeningen gehouden? Zo ja, hoe vaak en wie zijn daar dan bij betrokken? 8. Wat wordt er in de intramurale zorg verwacht van zorgvragers en naasten ten aanzien van brandpreventie? Motiveer je antwoord. 9. Beschrijf een casus waarin het onderwerp brandpreventie of brandbestrijding aan de orde komt. Dus: vanuit je werk/stage een situatie beschrijven hoe brand uiteindelijk voorkomen, of bestreden (geblust) werd. Reflectie: Noteer wat je nog meer zou willen weten ten aanzien van brandpreventie en brandveiligheid. Maak hiervan een lijst met vragen en ga op zoek naar de antwoorden.


142


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B3.K.gev. MIP Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student kan het doel en werkwijze van een MIP- commissie (FOBO) in een instelling benoemen. Zorg dat je beschikking hebt het boek: Juridische aspecten van het verpleegkundig beroep (mediatheek) en internet Boek: juridische aspecten van het verpleegkundig beroep. Leslokaal, thuis, mediatheek Vergelijk je antwoorden met medestudent. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. A. Beslissen en activiteiten initiëren, T. Instructies en procedures opvolgen.

Activiteit Maak een samenvatting van het doel en werkwijze van een MIP of FOBO commissie. Doe dit met behulp van onderstaande vragen. Bepaal aan de hand van situatiebeschrijvingen of dit wel of niet gemeld moet worden aan een MIP of FOBO- commissie. Vragen: 1. Wat betekent M.I.P? Wat betekent F.O.B.O? 2. Wat is het doel van een MIP of FOBO commissie? 3. Wie doen meldingen aan deze commissie? 4. Wat doet de commissie met deze meldingen? 5. Wie hebben er zitting in een MIP of FOBO commissie? Situaties: Geef bij iedere situatie aan of dit wel of niet gemeld moet worden. 1. Suzanne werkt in een verpleeghuis en prikt zich aan een gebruikte injectienaald. Evert, haar collega, zegt dat Suzanne dit moet melden aan de MIP/FOBO commissie. Wat moet Suzanne doen? 2. Sjoerd werkt sinds kort in een verpleeghuis. Hij kent de bewoners nog niet zo goed en geeft de antibiotica aan de verkeerde bewoner. Hij besluit dit te melden aan de MIP/FOBO commissie. Is dit juist? 3. Derya werkt in de thuiszorg. Het is vandaag heel erg druk en ze loopt achter op de planning. Derya komt een uur te laat bij mw. Visser. Mw. Visser had om 9 uur gewassen moeten worden. Mw Visser gaat klagen bij de thuiszorgorganisatie. Dit is de zoveelste klacht over het te laat komen van verzorgenden. Derya en haar collega‟s bespreken het probleem van de klachten in een teamoverleg. Ze willen uitbreiding van de personeelsformatie en besluiten daarom het geval van mw. Visser te melden aan de MIP/FOBO. Is dit de juiste weg?


143


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

4. Frank en Renate werken in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Samen helpen ze bewoner Henk met behulp van de passieve tillift van bed naar rolstoel. De tilband die het meest voor Henk geschikt is, zit in de was. Ze besluiten een andere te nemen. Deze band zit niet helemaal goed en net voordat Henk boven de rolstoel hangt schiet de band los. Henk komt ongelukkig op de leuning van de rolstoel terecht en heeft snel daarna een flinke blauwe plek. Renate wil dit melden aan de MIP/FOBO, volgens Frank hoeft dit niet omdat het wel meevalt. Volgens Frank moet dat alleen als Henk iets gebroken zou hebben. Wie heeft er gelijk? 5. Mevrouw Daverschot woont in een groep voor kleinschalig wonen. Mw is dementerend maar nog redelijk ter been. Verzorgende Hamed hoort een klap bij de wc, mw. Daverschot is gevallen. Een blauwe plek is het gevolg, omdat mw. Daverschot bloedverdunners gebruikt wordt de blauwe plek erg groot. Hamed wil de val melden bij de MIP/FOBO maar hij twijfelt omdat dit een woongroep voor kleinschalig wonen is. 6. Cynthia geeft insuline aan dhr. Kraakman. Cynthia leest te snel en geeft dhr. Kraakman 8 eenheden insuline teveel. Wat ze gaf is het aantal eenheden wat dhr. weken lang heeft gekregen, inmiddels is zijn dosering bijgesteld door de arts. Moet Cynthia dit melden? 7. In verzorgingshuis Rozenburg zijn alle badkamers gerenoveerd. Het ziet er prachtig uit. Bewoner dhr. Imhoff klaagt erover dat de vloer zo glad is, hij is na het douchen uitgegleden. Niemand heeft het gezien want dhr. Imhoff kan zelfstandig douchen. Als verzorgende Eefje dat hoort wil ze het melden bij de MIP / FOBO commissie want eergisteren is ze zelf ook in een van de badkamers uitgegleden. Reflectie: Wat wil je nog meer leren van MIP meldingen en de verwerking daarvan na het doen van deze activiteit? Ga op zoek naar de antwoorden op je vragen.


144


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B3.K.gev. Reanimatie en AED Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student frist haar/ zijn kennis op wat betreft reanimatie en AED- gebruik Naar keuze. Leslokaal, studieruimte. Evalueer met behulp van antwoordmodel. Beslissingen en activiteiten initiëren.

Activiteit Test jezelf wat betreft kennis van reanimatie en AED gebruik. Geef bij iedere stelling aan of deze juist of onjuist is. Juist 1 2 3 4 5 6 7 8 9

10 11 12 13 14

15

Onjuist

Bij het benaderen van een slachtoffer moet je als eerste op je eigen veiligheid en die van eventuele omstanders letten. De bewustzijnscontrole wordt uitgevoerd door middel van de kinlift. Bij een bewusteloos slachtoffer is er altijd sprake van een ademstilstand of een abnormale ademhaling. Een bewusteloos slachtoffer wat op de rug ligt kan geen adem halen. Door een correct uitgevoerde reanimatie zal het hart van het slachtoffer weer opnieuw gaan kloppen. Als er geen AED beschikbaar is dan heeft het geen zin om een reanimatie te starten. Als je hartmassage uitvoert is het belangrijk dat de borstkas steeds volledig terugveert. Bij hartmassage wordt bij een volwassen slachtoffer de borstkas steeds 4 tot 5 cm ingedrukt. Een AED mag alleen worden gebruikt als je daarvoor een speciale training hebt gevolgd, anders ben je niet bekwaam en ook niet bevoegd. Een AED wil alleen een schok geven als het hart fibrilleert. Je onderbreekt een reanimatie alleen indien er “tekenen van leven” waar te nemen zijn. Als je tijdens het beademen de kinlift niet goed toepast dan kan het slachtoffer gaan braken. Wanneer de AED zegt dat er geen stroomstoot gegeven moet worden dan kan je stoppen met reanimeren. Als het slachtoffer na het schokken van een AED weer gaat ademen en weer bij bewustzijn komt dan leg je hem in de stabiele zijligging. Door de komst van de AED‟s is het overlevingspercentage aanzienlijk gestegen.


145


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B3.VH.gev. Fysieke agressie Leerdoel Locatie Tijdsduur Evaluatie Ondersteunend voor de competentie

De student toont aan om te kunnen gaan met een aanval van fysieke (lichamelijke) agressie. Lokaal met genoeg bewegingsruimte. Een hele ochtend of een hele middag. Evaluatie met docent. U. Omgaan met veranderingen en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan

Activiteit Neem deel aan de training omgaan met fysieke agressie. Waarom een training omgaan met fysieke agressie? Iedereen die in de zorg werkt weet dat zij/hij beroepsmatig met agressie in aanraking kan komen. Dat wil niet zeggen dat het gewoon is en dat we dat over ons heen moeten laten komen. Door middel van training herken je verschillende vormen van agressie en kan je hier professioneel op reageren. Je leert je grenzen te bewaken en je uit een gevaarlijke situatie te redden. Waar? De training vindt op school plaats. Je hoort dit ruim van te voren zodat je er rekening mee kunt houden door bijvoorbeeld geschikte kleding te dragen of mee te nemen. Doe tijdens de training kleding aan waaraan getrokken kan worden en waar je je goed in kunt bewegen. Door wie? De training wordt gegeven door speciaal daarvoor getrainde docenten. Dit kan een andere docent zijn dan je normaal gewend bent.


146


Cohort 2011-2012

Verzorgende-IG

B3.VH.gev. Reanimatie herhaling Leerdoel Praktische voorbereiding

Theorie

Locatie Evaluatie

Ondersteunend voor de competenties

De student kan reanimeren in een oefensituatie Zorg dat je beschikking hebt over je boek en eventueel het Oranje Kruis boekje (mediatheek) Zorg dat je beschikking hebt over het meest actuele handelingsschema reanimatie. Reserveer een reanimatiepop. Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema: Adequaat reageren bij ongevallen Anatomie en ziekteleer deel 1,Thema 10 H: 1, 2, 3, 4 Oranje Kruis boekje laatste versie (richtlijnen 2006) Kijk ook eens op www.ehbo.nl Leslokaal Evaluatie met behulp van handelingsschema. Laat docent beoordelen of je de vaardigheid voldoende beheerst. A. Beslissingen en activiteiten initiëren T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan.

Activiteit Reanimeer volgens handelingsschema met behulp van reanimatiepop. Werkwijze: 1. Reanimeer volgens handelingsschema, dit doe je met behulp van een reanimatiepop. 2. Benader het slachtoffer steeds vanaf het allereerste begin dus: vanaf het punt dat je “merkt” dat het niet pluis is met het slachtoffer. Op deze manier leer je het beste hulpverlenen. 3. Oefen een aantal keer totdat je het idee hebt dat je het onder de knie hebt. Leg daarna het handelingschema weg en reanimeer zonder schema. Vraag vooraf of omstanders geen commentaar of aanwijzingen geven. 4. Evalueer de vaardigheid met behulp van handelingsschema en eventueel observanten. Herhaal de vaardigheid indien nodig. 5. Laat de begeleidend docent beoordelen of je de vaardigheid reanimeren voldoende beheerst.


147

OPLEIDING tot Verzorgende-IG BBL. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak B Gevorderd

Recommend Documents