OPLEIDING PRAKTIJKOPLEIDER OPDRACHTENBOEK
Beroepstaak A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Beroepstaak B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Beroepstaak C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Beroepstaak D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Albeda College Branche Gezondheidszorg Branche Welzijn
Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2014-2015 KD 2012-2013 Crebonummer: 90350 Versie 1.1 Naam praktijkopleider in opleiding: ……………………
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
2
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Inhoudsopgave
Inleiding Indicatieve leerlijn Begrippenlijst Instructie feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn diversen school
Blz. 5 7 8 11 13
Beroepstaak A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Beroepsopdracht beginner Feedbackformulier Beroepsopdracht startbekwaam Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn school Ondersteuningsmagazijn praktijk
27 29 33 35 39 61
Beroepstaak B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Beroepsopdracht beginner Feedbackformulier Beroepsopdracht startbekwaam Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn school Ondersteuningsmagazijn praktijk
69 71 75 77 81 111
Beroepstaak C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Beroepsopdracht beginner Feedbackformulier Beroepsopdracht startbekwaam Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn school Ondersteuningsmagazijn praktijk
119 121 125 127 131 175
Beroepstaak D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Beroepsopdracht beginner Feedbackformulier Beroepsopdracht startbekwaam Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn school Ondersteuningsmagazijn praktijk
181 183 187 189 193 211
Loopbaan Burgerschap LB Ondersteuningsmagazijn LB
217
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
3
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Portfolio Inleiding Opzet portfolio IJkmoment 1 IJkmoment 2 Instructie samenstellen portfolio Zelfbeoordeling Beroepstaken Praktijkopleider startprofiel Zelfbeoordeling Burgerschap startprofiel Criterialijst/beoordelingsformulier startprofiel Criterialijst/Beoordelingsformulier Reflectieverslag Zelfbeoordeling Beroepstaken Praktijkopleider eindbeoordeling Criterialijst/Beoordelingsformulier Metareflectie
Blz. 231 233 234 237 239 241 243 245 247 249 251 253
Toetsen Instructie voor de praktijkopleider in opleiding Instructie voor de beoordelaar Beroepstaak A beginner Beroepstaak A startbekwaam Beroepstaak B beginner Beroepstaak B startbekwaam Beroepstaak C beginner Beroepstaak C startbekwaam Beroepstaak D beginner Beroepstaak D startbekwaam
255 257 258 259 265 271 277 283 289 295 301
Proeve van Bekwaamheid Inleiding Praatpapier Beoordeling praatpapier door SLB Beoordelingsformulier BBG assessor school Beoordelingsformulier BBG assessor praktijk Beoordelingsformulier BBG totaal Eindbeoordeling BBG Eindbeoordeling proeve
307 309 311 313 315 317 319 321 323
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
4
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Inleiding Voor je ligt het opdrachtenboek van de praktijkopleiding. In dit opdrachtenboek vind je alle beroepstaken die gedurende de opleiding aan bod komen. Na de inleiding vind je een begrippenlijst waarin de termen die in dit opdrachtenboek en in deze inleiding worden gebruikt worden toegelicht. De opleiding is onderverdeeld in vier beroepstaken: Beroepstaak A: Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Beroepstaak B: Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Beroepstaak C: Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Beroepstaak D: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Deze beroepstaken zijn onderverdeeld in beroepsproducten. Iedere beroepstaak bevat een aantal werkprocessen. Voor iedere beroepstaak is een beroepsopdracht op beginner niveau en een beroepsopdracht op startbekwaam niveau. De beroepsopdrachten op beginner niveau zijn opdrachten die je op school uitvoert. De startbekwame beroepsopdrachten doe je in de praktijk. Deze startbekwame beroepsopdrachten zijn toetsen die deel uitmaken van je examenportfolio. Om de beroepsopdrachten uit te kunnen voeren is er ondersteuning op school en in de praktijk. Deze ondersteuning staat beschreven in het ondersteuningsmagazijn. Hierin vind je alle activiteiten die je kunt uitvoeren, zodat je genoeg kennis en vaardigheden hebt om de beroepsopdrachten te kunnen uitvoeren. Er zijn activiteiten die je alleen kunt uitvoeren; andere activiteiten voer je uit met je coachgroepsleden op school. In overleg met je docent, je studieloopbaanbegeleider en/of begeleider in de praktijk bespreek je welke activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn voor jou van belang zijn om de beroepsopdracht goed te kunnen uitvoeren. Je maakt samen een keuze. Hoe verder je in de opleiding komt hoe beter je zelf je ondersteuning kunt regelen. Voor je portfolio maak je een ontwikkelplan om de activiteiten te plannen die jij gaat ondernemen om aan de beroepsopdrachten te werken. In het ontwikkelplan beschrijf je je POP en PAP. In je POP maak je een beschrijving voor een langere periode, waarin je opneemt waaraan je de komende periode gaat werken (beroepstaken, Nederlands, rekenen, Engels en burgerschap). Daarnaast beschrijf je aan welke beroepscompetenties je wilt gaan werken en welke persoonlijke leerdoelen je daarbij hebt geformuleerd. Je POP ontwikkelt zich gedurende de opleiding, het is een groeidocument. In je PAP beschrijf je concreet welke activiteiten (leeractiviteiten, workshops, praktijkactiviteiten enz.) je gaat ondernemen om aan de beroepsopdrachten te kunnen voldoen. De bewijzen van wat je hebt gedaan bewaar je in je portfolio. De SLB begeleid je onder andere bij het leerproces en het samenstellen van je portfolio. In het begin zal de SLB je hierbij meer ondersteunen dan later in de opleiding. De SLB heeft regelmatig een gesprek met je om de voortgang van de opleiding te bespreken. De tijd die je nodig hebt om aan deze beroepsopdrachten te werken op het niveau van beginner of startbekwaam is afhankelijk van je eigen studietempo. De richtlijn is om twee beginnersopdrachten af te hebben voor het 1e ijkmoment (na 13-15 lesdagen) en de overige beginnersopdrachten en alle startbekwame beroepsopdrachten voor het 2e ijkmoment (na 27-29 lesdagen). De assessor waardeert op de ijkmomenten je portfolio en geeft advies aan de subexamencommissie of je je voldoende hebt ontwikkeld om verder te mogen gaan met de opleiding. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
5
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Het ijkmoment is een belangrijk moment in de opleiding. Het is een go/ no go moment. Voor jou is het dan ook van groot belang dat je weet wat er van je verwacht wordt. Een volledig overzicht van de ijkmomenten en de eisen waaraan je op dat moment moet voldoen, vind je in het portfolio. Per ijkmoment wordt er een overzicht gegeven van de onderdelen waarop de assessor je waardeert. Gebruik dit dus bij het verzamelen van je bewijzen. Om je voor te bereiden op de uitvoering van de beroepsopdrachten kun je gebruik maken van het feedbackformulier bij de beroepsopdracht. Zie hiervoor ook de instructie bij het feedbackformulier. In overleg met je SLB bepaal je wanneer je de beroepsopdrachten op beginner niveau gaat uitvoeren. Met je begeleider in de praktijk en je SLB bepaal je wanneer je de beroepsopdrachten op startbekwaam niveau uit kan gaan voeren. Het beoordelingsformulier wordt ingevuld nadat je de beroepsopdracht hebt uitgevoerd. Wanneer de uitvoering onvoldoende is, mag je één keer een herkansing doen. De beoordelingsformulieren van de beroepsopdrachten bewaar je in je portfolio, dit zijn toetsen. In je protfolio verzamel je gedurende je opleiding bewijzen van wat je hebt gedaan. Aan het eind van de opleiding stel je hieruit je examenportfolio samen. Het examenportfolio bestaat onder andere uit: de originele beoordelingsformulieren van de startbekwame beroepsopdrachten en het beoordelingsformulier van de Proeve. De opleiding wordt afgesloten met een Proeve en een Bewust Bekwaam Gesprek (BBG). De richtlijnen hiervoor vind je achter in dit opdrachtenboek. De opbouw van de opleiding praktijkopleider kan verschillen. Op de volgende pagina wordt een indicatieve leerlijn weergegeven. De definitieve leerlijn bepaal je als praktijkopleider in opleiding in overleg met je SLB.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
6
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Indicatieve leerlijn Lesdag 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40.
Onderwerp
Beroepstaak
Introductie Opdrachtenboek Startprofiel
Inleiding A A1. Beoordelingsprocedure A1. Beoordelingsprocedure A2. Opleidingstraject A2. Opleidingstraject A2. Opleidingstraject Inleiding B B1. Presentatie leerbedrijf B2. Advies B3. Introductieplan B4. Beoordelingsgesprek B4. Beoordelingsgesprek B5. Coachingstraject
IJkmoment 1 IJkmoment 1 IJkmoment 1
Toetsing
Startprofiel
Beroepsopdracht A beg. Beroepsopdracht A beg.
Beroepsopdracht B beg. Beroepsopdracht B beg. Inleiding C C1. Coachingstraject C1. Coachingstraject C1. Coachingstraject C2. Workshop C2. Workshop C2. Workshop Beroepsopdracht C beg. Beroepsopdracht C beg. Inleiding D D1. Verbeterplan D1. Kwaliteitszorg D1. Evalueren
Burgerschap Burgerschap IJkmoment 2 IJkmoment 2 IJkmoment 2 Diplomering
Beroepsopdracht D beg. Beroepsopdracht D beg. Inst. examen Nederlands Inst. examen rekenen Inst. examen Engels BBG BBG BBG
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
7
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Begrippenlijst Begrip Assessor
Uitleg Waardeert op de ijkmomenten het portfolio en geeft advies aan de subexamencommissie of de praktijkopleider in opleiding verder mag gaan met de opleiding. Beginnersfase De fase van je opleiding waarin je beroepsopdrachten uitvoert op een beginnend niveau. Dit betekent dat je in de praktijk je werk uitvoert in eenvoudige situaties. Beroepsopdracht Een uitgebreide opdracht die je uitvoert op het niveau van beginner (school) en startbekwaam (praktijk). De opdracht meet het niveau van de praktijkopleider in opleiding. Beroepspraktijk Het werkveld waar je werkzaam bent. Beroepsproduct Is een dienst of product dat kenmerkend is voor het beroep praktijkopleider. Beroepstaak Een beroepstaak is herkenbare taak / onderdeel in het werk (beroep) en bevat een cluster van werkprocessen uit het kwalificatiedossier. Bewust Bekwaam Gesprek (BBG) Afrondend gesprek aan het einde van de opleiding met de assessor, waarbij je laat zien dat je de verschillende werkprocessen en competenties van het beroep kunt toepassen. Burgerschap Persoonlijke ontwikkeling van de praktijkopleider in opleiding op het gebied van burgerschap (politiek domein, sociaal cultureel domein en het economisch domein). Competentie De combinatie van kennis, inzicht, houding en vaardigheden die nodig zijn om een beroepstaak goed te kunnen uitvoeren. Examenportfolio Een verzameling van bewijzen waarmee je aantoont dat je alle competenties die bij je beroep horen beheerst en dat je alle werkprocessen kunt uitvoeren. 3600 feedback Een manier waarmee feedback wordt verzameld van meerdere beoordelaars (bijvoorbeeld van de docent of begeleider, van een medestudent, of van een opdrachtgever uit het werkveld) Een van de belangrijkste doelen van 3600 feedback is om je bewust te maken van hoe je in de ogen van anderen functioneert en te laten zien wat daarin je sterke en zwakke punten zijn. IJkmoment Moment waarop vastgesteld wordt waar de praktijkopleider in opleiding zich bevindt in het leerproces en waar wordt bepaald of hij/zij verder mag in de opleiding: go / no go. Ondersteuningsmagazijn Alle activiteiten van de opleiding worden bij elkaar verzameld. We noemen dit het ondersteuningsmagazijn. Elke beroepstaak heeft een eigen ondersteuningsmagazijn. PAP (persoonlijk activiteitenplan) Het persoonlijk activiteitenplan, een plan waarin je per periode opschrijft welke activiteiten je allemaal gaat uitvoeren. POP (persoonlijk ontwikkelplan) Het persoonlijk ontwikkelplan daarin beschrijf je voor jezelf doelen die je wilt halen. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
8
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Begrip Portfolio
Uitleg Een map waarin je alle documenten bewaart en waarmee je aantoont dat je bepaalde activiteiten gedaan hebt en hoe ze beoordeeld zijn, of welke feedback je gekregen hebt. Afsluiting van de opleiding, waarbij de praktijkopleider in opleiding aantoont dat hij/zij de beroepstaken in samenhang met elkaar kan uitvoeren en de gemaakte keuzes kan beargumenteren. De fase van je opleiding waarin je de beroepsopdrachten uitvoert op startbekwaam niveau. Dit betekent dat je in de praktijk je werk uitvoert zoals dat van een beginnend beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. De praktijkopleider in opleiding krijgt tijdens zijn opleiding begeleiding van een SLB. Deze begeleiding betreft de studievoortgang en de loopbaan van de praktijkopleider in opleiding. Toetsen zijn officiële toetsen. Ze zijn verplicht. De verplichte toetsen van de startbekwame fase worden opgenomen in het examenportfolio. Beschrijving van activiteiten die van een beroepsbeoefenaar verwacht worden. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier.
Proeve
Startbekwame fase
Studieloopbaanbegeleider, SLB
Toetsen
Werkprocessen
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
9
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
10
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
INSTRUCTIE FEEDBACKFORMULIER INLEIDING Tijdens het leren kun je een beroepsopdracht, of onderdelen daarvan, meerdere keren uitvoeren. Op die manier kun je feedback verzamelen, zodat je het uitvoeren van de opdracht steeds verder kunt verbeteren. Instructie voor de praktijkopleider in opleiding Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: Probeer een goed beeld te krijgen van de competenties en werkprocessen waarvan men verwacht dat je die laat zien. Praat erover met collega’s, met je begeleider in de praktijk, studiegenoten enz. Let op hoe anderen het werk uitvoeren en wat jij daarvan kan leren. Ga na welke competenties je al goed beheerst en met welke competenties je nog moeite hebt. Vraag je begeleider in de praktijk om je op die onderdelen waar je nog moeite mee hebt (competenties/prestatie-indicatoren), feedback te geven. Dit kan door middel van een gesprek, een gerichte observatie enz. Voer de opdracht meerdere keren uit en vraag je begeleider in de praktijk het feedbackformulier in te vullen. Bespreek de uitkomsten met je begeleider. Kruis een paar competenties/werkprocessen aan waar je extra aandacht aan wil schenken. Beschrijf zelf hoe je vindt dat je deze uitvoert en vergelijk je eigen mening met die van collega’s. Zorg ervoor dat je voldoende feedback hebt verzameld en voeg de formulieren als bewijslast toe aan je portfolio. Gebruik de formulieren in gesprekken met je SLB. Zorg er wel steeds voor dat datum, naam en paraaf van de begeleider in de praktijk op het formulier staan. Instructie voor de begeleider in de praktijk Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: Samen met de praktijkopleider in opleiding bekijkt u de inhoud van de opdracht en neemt u de werkprocessen, de competenties en prestatie-indicatoren door. Samen vormt u zich een beeld van wat er verwacht wordt van de praktijkopleider in opleiding en de betekenis daarvan voor uw praktijksituatie. Samen met de praktijkopleider in opleiding neemt u het feedbackformulier door. De praktijkopleider in opleiding vertelt wat zij/hij daarin moeilijk vindt en wat juist goed gaat. U vertelt de praktijkopleider in opleiding wat uw bevindingen zijn. Dit gesprek levert informatie op voor het leren en begeleiden van de praktijkopleider in opleiding. Er kan een keuze gemaakt worden om de komende tijd extra aandacht te besteden aan bepaalde werkprocessen/competenties. U vindt dat de praktijkopleider in opleiding al veel heeft geoefend met onderdelen van de beroepstaak. Volgens u is de praktijkopleider in opleiding in staat om bijv. een beoordelingsgesprek zelfstandig te leiden. U gebruikt het feedbackformulier om de praktijkopleider in opleiding van informatie te voorzien over haar/zijn handelen NB: Bij het geven van feedback is het van belang dat u het gedrag van de praktijkopleider in opleiding altijd bekijkt in het totaal van de opdracht en de werkprocessen. Gebruik hiervoor naast de opdracht altijd het overzicht van de werkprocessen, competenties en prestatie-indicatoren.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
11
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
12
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn diversen school Naam praktijkopleider in opleiding:
Planning
Afgerond op
Begeleidingsstijlentest Curriculum Vitae Intervisie Leerstijlen Leerstijlentest Oriëntatie beroepsgerichte kwalificatiestructuur Reflectie 1 Reflectie 2 Samenwerkingscontract
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
13
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
14
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Begeleidingsstijlentest Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan na het maken van de begeleidingsstijlentest zijn begeleidingsstijl beschrijven. www.praktijkopleiden.nl Leerklimaat randenrode Bespreek de uitkomsten met je medestudenten uit de groep E. Samenwerken en overleggen N. Onderzoeken
Activiteit Maak de begeleidingsstijlentest en beantwoord de bijbehorende vragen
1. 2. 3. 4.
Ga naar www.praktijkopleiden.nl Herken jij je eigen begeleidingsstijl? Motiveer. Wat zijn voor- en nadelen van je begeleidingsstijl? Motiveer. Geef een voorbeeld waarin jouw begeleidingsstijl positief heeft uitgepakt bij een deelnemer.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
15
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Curriculum Vitae Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan een CV schrijven Diverse websites Presenteer je uitkomsten aan de subgroep J. Formuleren en rapporteren N. Onderzoeken
Activiteit Beantwoord de onderstaande vragen Kijk op verschillende website naar CV s Kijk op www.leren.nl en kijk op online cursussen, klik op CV Kijk op www.cv.startpagina.nl Kijk op www.werk.nl, klik op links solliciteren Geef antwoord op de volgende vragen: 1. Welke soorten CV kom je tegen? 2. Welke CV wordt het meest gebruikt en waarom? 3. Aan welke CV zou je beroepshalve weinig aandacht schenken en waarom? 4. Wat vind je sterke- en zwakke punten aan je eigen CV? Motiveer je antwoord.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
16
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Intervisie Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan vertellen wat intervisie inhoud. Zoek de theorie over verschillende intervisie methodes op in je studieboeken en op internet Bespreek de activiteit na in de coachgroep. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen N. Onderzoeken
Activiteit Lees onderstaande tekst en maak de vragen Intervisie is een methode waarbij je samen met collega’s of deelnemers op zoek gaat naar oplossingen om beter te worden in je werk. Intervisie vindt meestal plaats op regelmatige basis in dezelfde groep, waarbij een “trainer” de groep begeleidt. De trainer kan dus ook een praktijkopleider zijn die een groep deelnemers begeleidt. Tijdens de intervisie worden problemen besproken die arbeid gerelateerd zijn. Intervisie vindt via een vooraf bepaalde structuur plaats. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden. In deze activiteit ga je kijken wat intervisie inhoudt, welke methoden er zijn met zijn voor- en nadelen. Je bestudeert de fasen van intervisie en wordt bewust van je eigen valkuilen die tijdens intervisie zouden kunnen plaats vinden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Schrijf zoveel mogelijk woorden op waaraan jij denkt bij het begrip intervisie. Zoek naar verschillende methoden van intervisie. Beschrijf deze uitgebreid. Benoem overeenkomsten en verschillen. Voor welke situaties in jouw beroep is intervisie geschikt? Motiveer je antwoord. Wat zijn voor jou voorwaarden voor intervisie? Komen deze overeen met de literatuur? Welk soort vragen stel je bij intervisie? Met welk doel? Wat zijn valkuilen bij intervisie? Wat zijn jouw valkuilen bij intervisie? Schrijf een voorstel voor het invoeren van intervisie op jouw werk, gebruik daarbij de woorden die je bij vraag 1 hebt gebruikt, in combinatie met de literatuur.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
17
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Leerstijlen Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan vertellen wat de relatie is tussen leerstijl, begeleidingsstijl en didactische werkvormen. Vind je in je studieboeken Bespreek de uitkomsten met de subgroep en vraag zo nodig hulp aan de docent. E. Samenwerken en overleggen M. Analyseren N. Onderzoeken
Activiteit Maak in een subgroep de onderstaande vragen In deze activiteit verdiep je je in de leerstijlen van Kolb, beschrijf je wat de gevolgen hiervan zijn voor deelnemers en begeleiders en ga je kijken welke werkvormen geschikt zouden zijn in de praktijk bij een bepaalde leerstijl Elke deelnemer leert op zijn eigen wijze. Hoewel we in de GZW graag doeners zien wil niet zeggen dat andere leerstijlen ongeschikt zijn voor het werk. Volgens Kolb zijn er verschillende leerstijlen, waarbij elke leerstijl voor – en nadelen heeft. De leerstijl van de deelnemer is van invloed op de begeleidingsstijl van de werkbegeleider of praktijkopleider. 1. Lees uit je studieboeken de theorie over didactische vaardigheden 2. Wat is volgens jou de relatie tussen didactische werkvormen en de leerstijlen 3. Maak een woordspin waarin je in het midden het woord leerstijl zet. Aan welke andere woorden denk je, in relatie met leerstijl? 4. De leerstijlen test van Kolb beschrijft vier leerstijlen. Beschrijf bij elke leerstijl voor- en nadelen 5. Beschrijf bij elke leerstijl welke begeleidingsstijl het effectiefst is en motiveer je keuze 6. Welke didactische werkvormen zijn volgens jou het meest geschikt bij de verschillende leerstijlen? Motiveer je keuze.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
18
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Leerstijlentest Leerdoel
De praktijkopleider in opleiding kan zijn eigen leerstijl herkennen en benoemen. Vind je in je studieboeken Bespreek je bevinden met de medestudenten uit de groep. E. Samenwerken en overleggen M. Analyseren N. Onderzoeken
Theorie Evaluatie Competenties
Activiteit Maak de onderstaande opdracht 1.
2. 3.
Ga naar www.thesis.nl Klik op online testen Selecteer de leerstijlen test van Kolb Maak de test en klik voor de uitslag Lees tevens uit je studieboeken de theorie over leerstijlen. Beschrijf of je de eigen leerstijl herkent. Wat zijn voor- en nadelen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
19
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Oriëntatie beroepsgerichte kwalificatiestructuur Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan benoemen wat de gevolgen zijn van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur binnen het vak van praktijkopleider Vind je in je studieboeken Bespreek de uitkomsten met de medestudenten uit de groep E. Samenwerken en overleggen M. Analyseren N. Onderzoeken
Activiteit Lees de onderstaande tekst en maak de bijbehorende vragen Het onderwijs is de laatste jaren sterk in ontwikkeling, getuige de overgang naar de beroepsgerichte kwalificatiestructuur. Ook jij als student binnen het Albeda College wordt nu volgens de beroepsgerichte kwalificatiestructuur opgeleid. Maar wat houdt dat nu precies in? Ben je dan maar vrij om te doen of te laten, zoals wel wordt beweerd? Staat er geen docent meer voor de klas? Nee is het antwoord. Maar wat is het dan wel? Dat ga jij onderzoeken in deze activiteit. Je gaat kijken wat de Beroepsgerichte Kwalificatiestructuur inhoudt voor jezelf, de instelling, als praktijkopleider en voor je eigen deelnemers. Aan het eind kan je dan een gefundeerd beeld geven van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur en de gevolgen hiervan voor de bovengenoemde groepen. Bij de beroepsgerichte kwalificatiestructuur staat de student centraal en wordt de student onder andere aan de hand van de leestijl onderwijs aangeboden, opdat een student effectiever kan leren. Weet jij je eigen leerstijl al? Wat zijn de gevolgen hiervan voor je opleiding? En wat is je begeleidingsstijl? Sluit deze aan bij alle leerstijlen? En wat wil je zo nodig ontwikkelen 1. 2. 3
Ga naar www.praktijkopleiden.nl Verzamel zoveel mogelijk informatie over het competentiegericht opleiden (CGO) Geef antwoord op de volgende vragen: wat zijn de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor mijn opleiding? Wat zijn de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor mijn werkzaamheden als praktijkopleider? Wat zijn de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor mijn deelnemers; Wat zijn de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor mijn organisatie. Schrijf een gefundeerde mening over de beroepsgerichte kwalificatiestructuur naar aanleiding van de antwoorden op vraag 2.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
20
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Reflectie 1 Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan uitleggen wat reflectie is Vind je in je studieboeken Bespreek de bevindingen met de coachgroep en presenteer de uitkomsten aan de groep E. Samenwerken en overleggen M. Analyseren N. Onderzoeken
Activiteit Werk de onderstaande opdracht uit samen met de coachgroep Reflectie is het woord wat veel bij CGO wordt gebruikt en niet iedereen is er even blij mee. Toch is reflectie onontbeerlijk in het huidige onderwijs, dus ook voor jou als student. Tevens is het belangrijk dat jij in je beroep reflectie van deelnemers kan beoordelen op inhoud. 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
Zoek in literatuur en op internet naar haar begrip reflectie. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld het boek “ Reflecteren, de basis” van Miriam Groen voor raadplegen. Te raadplegen websites zijn o.a. www.leren.nl en www.carrieretijger.nl Wat is reflectie volgens jou? Welke reflectiemodellen zijn er? Wat is het verschil tussen de verschillende modellen? Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen van de verschillende reflectiemodellen? Waarom is reflectie belangrijk? Hoe kijk jij na dit bestudeerd te hebben tegen reflectie aan?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
21
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Reflectie 2 Leerdoel Theorie Evaluatie
Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan een reflectie schrijven Vind je in je studieboeken Lees de reflectieverslagen van je coachgroepsleden en bespreek dit met elkaar. Vraag zo nodig om verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren N. Onderzoeken
Activiteit Werk deze opdracht zelfstandig uit
Kies een recente situatie waarop jij kort wilt reflecteren. Kies een model uit. Reflecteer op je handelen.
Je hebt je hoogte gesteld van wat reflectie is en hiervoor de literatuur van de verschillende modellen bestudeerd. Hier onder staan twee veel voorkomende modellen in schema gezet, die een handvat zijn voor het schrijven van een reflectie. Beperk je niet door de gekaderde ruimte.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
22
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Het reflectiemodel van Korthagen Fase 1: Handelen en ervaring opdoen 1. Wat wilde ik bereiken? 2.
Waar wilde ik op letten?
3.
Wat wilde ik uitproberen? (competenties en persoonlijke leerdoelen benoemen) Fase 2: Terugblikken 4. Wat gebeurde er concreet? Feitelijk het verloop beschrijven van het handelen en de ervaring zonder enige vorm van interpretatie -Wat wilde ik? - Wat deed ik? - Wat dacht ik? - Wat voelde ik? - Wat denk ik dat de leerlingen wilden, deden, dachten, voelden? Fase 3: Formuleren van essentiële aspecten, analyse maken 5. Hoe hangen de antwoorden uit de vorige vragen met elkaar samen? Maak een keuze uit een aantal vragen of onderdelen uit fase 2 om op te reflecteren. Maak hierbij gebruik van de theorie vergelijk en analyseer hierbij je eigen gedrag. 6.
Wat is daarbij de invloed van de context/de school als geheel?
7.
Wat betekent dat voor mij?
8. Wat is dus het probleem? Fase 4: Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen 9. Welke alternatieven/oplossingen zie ik? 10.
Welke voor- en nadelen hebben die?
11. Wat zijn mijn voornemens voor de volgende keer? Fase 5: Formuleren van competenties en leerdoelen en wat betekent dit voor mijn POP/PAP 12. Welke competenties heb ik behaald en welke leerdoelen? 13.
Welke competenties en leerdoelen kan ik afsluiten?
14.
Welke nieuwe leerdoelen zijn er ontstaan?
15.
Wat betekent dit voor mijn POP/PAP?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
23
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Reflectieverslag volgens STARR S = Situatie Beschrijf de opdracht en benoem de samenwerkingsdoelen van deze opdracht
T = Taken Wat was jouw rol in deze opdracht; denk aan voorbereiding en uitvoering
Welke kennis, houding en vaardigheden heb je nodig gehad om de samenwerking op je stageplaats goed te laten verlopen
A = Actie Beschrijf hoe de uitvoering van de activiteit is verlopen; leg uit aan de hand van voorbeelden hoe jij hebt gehandeld in verschillende situaties tijdens het project
R = Resultaat Noem de doelen die tijdens de opdracht naar voren kwamen. Geef aan hoe en of ze zijn bereikt
R = Reflectie Geef aan hoe je de uitvoering van de activiteit hebt ervaren; geef aan door middel van voorbeelden (zie actie) wat je makkelijk of moeilijk vond en wat je met deze ervaring hebt gedaan
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
24
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Samenwerkingscontract Leerdoel
Theorie Evaluatie Competentie
De praktijkopleider in opleiding is in staat om met de coachgroepsleden een samenwerkingscontract voor de coachgroep op te stellen Eigen keuze Met je coachgroepsleden en de docent. E. Samenwerken en overleggen
Activiteit Stel je op de hoogte via de onderstaande literatuur over samenwerken, beantwoordt de vragen en stel met je coachgroepsleden een samenwerkingscontract op voor de coachgroep. Van samenwerken kun je op veel manieren profijt hebben. Samen met je vrienden/vriendinnen iets ondernemen is gezellig en kan leerzaam zijn als je met elkaar iets wilt delen. Door te vertellen wat er gebeurt en door naar elkaar te luisteren kun je leren van de ander. Als je dan de juiste vragen kunt stellen, kom je weer een stapje verder. De juiste vragen stellen is nog niet zo simpel, maar wel van belang als je van elkaar wilt leren. Als je samen aan een opdracht werkt, moet je elkaar vragen stellen om erachter te komen wat precies bedoeld wordt.
Sta eens stil bij een contact met een vriend of vriendin? Wie stelt de vragen? Stel jij de vragen die je wilt stellen? Luistert de ander naar jou? Hoe weet je dat de ander luistert? Heb je geleerd van de antwoorden van de ander? Ga je nu dingen anders aanpakken?
Kijk eens terug naar het gesprek met behulp van de onderstaande 4 vragen. 1. Kun je vragen stellen? 2. Wil je vragen stellen? 3. Stel je vragen? 4. Wat presteer je? Samenwerkend leren Samenwerkend leren betekent dat je van elkaar leert. Voordelen van samen leren in coachgroepen volgens eerstejaars MBO-deelnemers: Je leert samenwerken. Je leert feedback geven. Je maakt contact met anderen. Je kunt hulp krijgen van anderen. Je kunt (privé) problemen bespreken. Je leert met elkaar over iets na te denken. Diezelfde deelnemers noemden ook de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om binnen een coachgroep te functioneren: Het moet duidelijk zijn dat zelfstandig leren ook betekent: om hulp vragen door leervragen te formuleren. Iedere deelnemer moet bij zijn inbreng in de coachgroep begeleiding krijgen van docenten. Om zelfstandig leren vorm te geven is de begeleiding door docenten nodig. De deelnemers moeten elkaar en de docent kunnen gebruiken om hun leren vorm te geven.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
25
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Van belang is dat je zelf onderzoekt wat voor jou belangrijk is om samen te werken binnen een coachgroep. Het gaat daarbij om vragen als: Heb je wel eens in een groep samengewerkt? Welke verwachtingen heb je? Hoe weet je welke verwachtingen de andere coachgroepsleden hebben? Hoe zorg je ervoor dat je prettig samenwerkt? Hoe zorg je ervoor een goed leer- en werkklimaat? Welke afspraken wil je maken met je coachgroep? Wat doe je als afspraken niet worden nagekomen? Samenwerkend leren kun je niet vanzelf, dat moet je leren. Door deel uit te maken vaneen coachgroep krijg je de gelegenheid om samenwerkend leren op te bouwen. Bepaal je beginsituatie met betrekking tot samenwerken. Je kunt gebruik maken van de volgende vragen. Wat is jouw beginsituatie in het werken met kleine groepen? Op welke manier kun jij als samenwerken? Op welke manier wil je samenwerken? Wat verwacht jij van de groepsleden om samen te werken? Wat doe jij om duidelijk te maken wat jij verwacht? Hoe weet jij of de samenwerking succesvol is? Samenwerkingscontract Bepaal hoe jij wilt samenwerken en maak een samenwerkingscontract. Je kunt gebruik maken van de volgende vragen. Welke afspraken zorgen ervoor dat je met elkaar op een goede manier kunt samenwerken? Welke afspraken wil je in het contract zetten? Wat doen jullie als iemand zich niet aan de afspraken houdt? Welke verwachtingen hebben jullie t.a.v. samenwerken met elkaar als coachgroep? Wat is jullie doelstelling met samenwerken? Wat zijn voordelen en wat zijn nadelen over samenwerken? Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen samenwerken? Wat willen jij en je coachgroep met samenwerken bereiken? Hoe oriënteren en plannen jullie de samenwerking en de voortgang? Hoeveel tijd besteden jullie aan samenwerken? Wie houdt het logboek rond samenwerken bij? Zijn jullie prestaties naar verwachting door samen te werken? Willen jullie iets veranderen? Laat de coachgroepsleden reflecteren op hun samenwerking.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
26
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak A
Opleiding Praktijkopleider
Beginnend niveau
Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject
Je ontwikkelt een beoordelingsprocedure die past binnen het BPV-beleidsplan van je eigen instelling en presenteert deze aan je coachgroepsleden
Je ontwikkelt een beoordelingsprocedure die past binnen het BPV-beleidsplan van je eigen instelling. In een verslag beschrijf je kort hoe je de gegevens uit het BPV-beleidsplan hebt geïnventariseerd en waaruit de afstemming blijkt met de onderwijsinstelling (max. 3 A4). Vervolgens beschrijf je in het verslag de beoordelingsprocedure. Je presenteert de beoordelingsprocedure aan je coachgroepsleden en je SLB en je gaat in op eventuele vragen. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je beschrijft hoe je de gegevens voor het BPV-beleidsplan hebt geïnventariseerd. Je beschrijft hoe je een BPV-beleidsplan ontwikkelt of hoe je hieraan een bijdrage levert. Je beschrijft hoe je de beoordeling coördineert en bewaakt. Je geeft een presentatie over de beoordelingsprocedure. Je beschrijft hoe je de uitvoering van het BPV-beleidsplan coördineert en bewaakt. Je beschrijft hoe je samenwerkt en afstemt met onderwijsinstellingen. Je SLB en coachgroepsleden geven feedback op de beoordelingsprocedure en op de presentatie. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door twee coachgroepsleden en door je SLB. Lever de volgende materialen in bij je SLB: Het verslag met de beoordelingsprocedure Het reflectieverslag De beoordeling van je reflectieverslag door twee coachgroepsleden Het beoordelingsformulier bij de beroepsopdracht De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je SLB.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
27
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
28
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak A Beginnend niveau 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPVbeleidsplan (E. N.)
Opleiding: Praktijkopleider
Niveau: Beginner
Feedback
1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage (J. K. M. Y.) 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling (B. N. Q.) 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan (I. Q. Y.) 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen (E. G. H. K.)
Argumentatie feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam begeleider:
Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
29
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
30
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak A Beginner Beroepsproducten Werkprocessen A.1 Beoordelingsprocedure 1.3 A.2 Opleidingstraject 1.1, 1.2, 1.4, 1.5 Competenties: B. E. G. H. I. J. K. M. N. Q. Y.
Competenties in de werkprocessen B. Aansturen E. Samenwerken en overleggen
G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
M. Analyseren
N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Y. Bedrijfsmatig handelen
Prestatie-indicatoren op beginnerniveau Legt in de beoordelingsprocedure vast hoe betrokkenen zich aan gemaakte afspraken m.b.t. beoordelen van deelnemers moeten houden, zodat kwaliteit van beoordelen gewaarborgd blijft. Onderzoekt opvattingen en ideeën van interne en externe contacten, zodat zij een bijdrage kunnen leveren aan de inhoud van het BPVbeleidsplan. Bespreekt de organisatie en uitvoering van de BPV en beoordelingsactiviteiten met coachgroepsleden. Investeert in het opbouwen van contacten met coachgroepsleden, zodat de samenwerking optimaal verloopt. Presenteert de ontwikkelde beoordelingsprocedure en gaat in op vragen van coachgroepsleden. Kan de ontwikkelde beoordelingsprocedure verdedigen. Presenteert op professionele wijze de beoordelingsprocedure aan coachgroepsleden. Zorgt voor een volledig en nauwkeurig verslag conform de criteria.
Toont inzet in het selecteren van bruikbare informatie, houdt rekening met het beroep waarvoor wordt opgeleid en de visie op opleiden binnen de organisatie, zodat de ontwikkelde beoordelingsprocedure aansluit bij de opleiding van de deelnemers en past binnen het BPVbeleid van de organisatie. Analyseert de beschikbare gegevens, combineert gegevens uit verschillende bronnen tot relevante informatie en maakt logische gevolgtrekkingen, waarbij rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid op de werkvloer, zodat een bruikbare bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkeling van de beoordelingsprocedure. Inventariseert de gegevens van de organisatie, de deelnemer en de onderwijsinstelling voor het opstellen van een beoordelingsprocedure. Brengt beoordelingsactiviteiten ruim van te voren in kaart. Zorgt dat het beoordelen van deelnemers in de praktijk volgens geldende afspraken en procedures kan worden uitgevoerd. Is zich bewust van het beleid en de doelen van de organisatie en heeft zicht op komende veranderingen die van invloed kunnen zijn op de beoordelingsprocedure.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
31
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
32
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak A
Opleiding Praktijkopleider
Startbekwaam niveau
Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject
Je organiseert, coördineert en bewaakt het opleidingstraject in jouw instelling
Je gaat gedurende vier tot zes weken een bijdrage leveren aan het opstellen of bijstellen van het BPV-beleidsplan. Je draagt tevens zorg voor de coördinatie en de uitvoering van het BPV-beleidsplan. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan. Je ontwikkelt een BPV-beleidsplan of je levert hieraan een bijdrage. Je coördineert en bewaakt de beoordeling. Je coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan. Je werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door je begeleider in de praktijk. De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je begeleider in de praktijk.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
33
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
34
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak A Startbekwaam niveau 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPVbeleidsplan (E. N.)
Opleiding: Praktijkopleider
Niveau: Startbekwaam
Feedback
1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage (J. K. M. Y.) 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling (B. N. Q.) 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan (I. Q. Y.) 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen (E. G. H. K.)
Argumentatie feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam begeleider:
Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
35
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
36
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak A Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen A.1 Beoordelingsprocedure 1.3 A.2 Opleidingstraject 1.1, 1.2, 1.4, 1.5 Competenties: B. E. G. H. I. J. K. M. N. Q. Y. Competenties in de werkprocessen B. Aansturen E. Samenwerken en overleggen
G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
M. Analyseren
N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren
Y. Bedrijfsmatig handelen
Prestatie-indicatoren
Houdt in de gaten of betrokkenen zich aan gemaakte afspraken m.b.t. beoordelen van deelnemers houden, zodat kwaliteit van beoordelen gewaarborgd blijft. Vraagt opvattingen en ideeën van interne en externe contacten, zodat zij een bijdrage kunnen leveren aan de inhoud van het BPVbeleidsplan. Bespreekt de organisatie en uitvoering van de BPV en beoordelingsactiviteiten tijdig en regelmatig met onderwijsinstelling(en), zodat er concrete afspraken worden gemaakt. Investeert in het opbouwen van contacten met onderwijsinstelling, zodat de samenwerking tussen onderwijsinstelling en het leerbedrijf optimaal verloopt. Onderhandelt met de onderwijsinstelling(en), zodat de meest optimale BPV- en beoordelingsafspraken worden gemaakt met de onderwijsinstelling(en). Presenteert op professionele wijze het BPV-beleidsplan binnen de organisatie, zodat bij de gebruikers voldoende draagvlak voor het uitvoeren van het BPV-beleidsplan ontstaat. Zorgt voor een volledige en nauwkeurige rapportage, zodat mede op basis van deze rapportage het BPV-beleidsplan vormgegeven kan worden. Toont inzet in het selecteren van bruikbare informatie, houdt rekening met het beroep waarvoor wordt opgeleid en de visie op opleiden binnen de organisatie, zodat de bijdrage aan het BPV-beleidsplan aansluit bij de opleiding van de deelnemers en past binnen het BPV-beleid van de organisatie. Analyseert de beschikbare gegevens, combineert gegevens uit verschillende bronnen tot relevante informatie en maakt logische gevolgtrekkingen, waarbij rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid op de werkvloer, zodat een bruikbare bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkeling van het BPV-beleidsplan. Inventariseert de gegevens van de organisatie, de deelnemer en de onderwijsinstelling voor het opstellen van een beoordelingsprocedure. Brengt beoordelingsactiviteiten ruim van te voren in kaart. Zorgt dat het beoordelen van deelnemers in de praktijk volgens geldende afspraken en procedures kan worden uitgevoerd. Brengt activiteiten uit het BPV-beleidsplan ruim van te voren in kaart, zodat de uitvoering van het BPV-beleidsplan succesvol verloopt. Is zich bewust van het beleid en de doelen van de organisatie en heeft zicht op komende veranderingen die van invloed kunnen zijn op het BPV-beleid, adviseert over de mogelijkheden om mensen en middelen op een zo voordelig mogelijke manier in te zetten in de BPV. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
37
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
38
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak A school Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Naam praktijkopleider in opleiding:
Planning A1 A1 1.3
Beoordelingsprocedure (min.3) Objectief beoordelen
A1 1.3
De WACKER procedure (taal- en rekentaak)
A1 1.3
Modereren (taaltaak)
A1 1.3
Beoordelingsinstrumenten
A1 1.3
Beoordelingsprocedure ontwikkelen (taal- en rekentaak) Beoordelingsprocedure presenteren (taaltaak)
A1 1.3
A2 A2 1.1
A2 1.2
Opleidingstraject (min. 5) Oriëntatie BPV-beleidsplan, opleidingsplan (taaltaak) Opleidingsplan analyseren en aanpassen (taaltaak) Planning BPV-beleidsplan(taal- en rekentaak)
A2 1.3
Competentiegericht beoordelen (taaltaak)
A2 1.3
Beoordelingsplan (taal- en rekentaak)
A2 1.4 A2 1.5
Het introduceren van het BPV-beleidsplan (taalen rekentaak) Kwalificatiedossier en structuur (taaltaak)
A2 1.5
Rechten en plichten
A2 1.5
Visie creëren op de beroepsgerichte kwalificatiestructuur (taaltaak) Visie op opleiden (taaltaak)
A2 1.1
A2 1.5
Afgerond op
Akkoord SLB
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
39
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
40
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A1 1.3 Objectief beoordelen Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan bij haar zelf, factoren benoemen die een objectieve beoordeling beïnvloeden Vind je in je studieboeken Bespreek de opdracht na met je coachgroep B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren
Activiteit Kies uit de onderstaande activiteiten twee activiteiten uit zodat je het bovenstaande leerdoel kan bereiken. Activiteit: A. Beantwoord de volgende vragen: 1. Op welke manier heb je eerder les of training gehad in observeren? Wat is je daarvan bij gebleven. 2. Heb je wel eens observatie opdrachten uitgevoerd? In welke situatie(s)? Wat was daarvan het resultaat. 3. Heb je een idee hoe je zelf waarneemt/observeert? Wat valt je snel op? 4. Wat wil je leren met betrekking tot observeren? B.
Je observeert met vijf zintuigen, welke zijn dit? Welk zintuig gebruik jij het meest? Welke het minst? Verklaar wat de gevolgen hiervan kunnen zijn met betrekking tot het observeren. Ga naar http://www.youtube.com/watch?v=0Tvacmead1k of kies een ander filmpje op youtube. Hier zie je een observatie van een klas. Wat observeer je allemaal? Wat zou je zelf anders doen en waarom?
C.
Ga naar buiten en observeer vijf minuten een groep of een aantal mensen. Beschrijf alle observaties die je waarneemt. Denk hierbij aan uiterlijke kenmerken, emoties etc. Beschrijf nu de interpretaties die je hebt bij de waarnemingen van opdracht hierboven. Kloppen je interpretaties met de werkelijkheid? Waar maak je dat uit op? Welke factoren beïnvloeden diegene die observeert? Welke factoren waren bij jou van toepassing tijdens je observatieopdracht? Vergelijk de antwoorden met elkaar. Kijken naar de overeenkomsten en verschillen. Waar zitten de verschillen en overeenkomsten en hoe komt dat. Bediscussieer dit met elkaar.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
41
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A1 1.3 De WACKER procedure Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak Rekentaak
De praktijkopleider kan waarderen volgens de WACKER procedure WACKER procedure Maak en bespreek de opdracht met de coachgroep en plenair met de docent B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en schrijven Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen, verbanden
Activiteit Ga aan de hand van De WACKER procedure beoordelingsinstrumenten beoordelen uit de beroepspraktijk beoordelen. Werkwijze Neem een beoordelingsinstrument mee uit je eigen beroepspraktijk en ga dit beoordelen samen met je coachgroepsleden volgens de WACKER procedure. Beoordeel minimaal twee beoordelingsinstrumenten uit de praktijk. De WACKER procedure Belangrijk hierbij is dat er voor een gestructureerde aanpak wordt gekozen waarin waarnemen, oordelen en overleggen ieder een duidelijke plaats hebben, maar vooral ook helder van elkaar zijn te onderscheiden. Stappenplan op basis van De WACKER procedure Assessoren vormen zich een beeld van de te beoordelen beroepstaak of het portfolio en de verwachtingen ten aanzien van de deelnemer. In onderling overleg worden deze beelden uitgewisseld, zodat er intersubjectiviteit wordt ontwikkeld. 1. Waarnemen (observeren, interpreteren). Elke assessor vormt zich door bestudering van de gegevens over de deelnemer individueel een beeld van de persoon in relatie tot competenties en de beroepstaak. 2. Aantekenen. Elke assessor noteert de waarnemingen en scheidt de feitelijke informatie van interpretatie. 3. Classificeren. Elke assessor maakt voor zich op basis van het beoordelingskader een relevante ordening van de gegevens, bijvoorbeeld in de relevante competenties of beoordelingscriteria. 4. Kwantificering. Elke assessor zet de classificatie om in waardering per gehanteerde klasse. 5. Evalueren. In nauw overleg spreken de assessoren per beoordelingseenheid een voldoende of onvoldoende uit over het geheel op basis van de eigen aantekeningen en komen zij tot één oordeel. 6. Rapporteren. Assessoren maken een gezamenlijk verslag waarin de uitkomst van de evaluatie centraal staat en die onderbouwd wordt door een weergave van de meest relevante waarnemingen. Stap 1 t/m 4 doe je alleen, stap 5 en 6 met je coachgroepsleden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
42
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A1 1.3 Modereren Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan a.d.h.v. een beoordelingsinstrument modereren. Theorie over modereren Bespreek de opdracht met je coachgroep en plenair met de docent B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Activiteit Ga met je coachgroep twee beoordelingsinstrumenten uit de beroepspraktijk modereren a.d.h.v. de moderatietechniek. Neem een beoordelingsprocedure uit de beroepspraktijk mee en ga deze met je coachgroep beoordelen volgens de moderatietechniek. Beschrijf het opleidingsniveau van de deelnemer in kenmerken Beschrijf wat er op dit ijkmoment verwacht wordt van de deelnemer Beschrijf waar je een advies over wilt hebben. WACKER procedure Beschrijf wat de assessor per stap doet ( zie ijkmoment procedure) Beschrijf wat de assessor nodig heeft om het portfolio te kunnen waarderen Beschrijf indien nodig, een formulier De moderatietechniek. Spelregels: Iedereen heeft gelijk Iedereen komt gelijk aanbod Samen conclusies trekken Wij (moderator(s)) vinden niks… Discussie is prima maar tot op zekere hoogte Werkwijze Benoem een voorzitter, notulist en tijdbewaker De voorzitter stuurt de volgende zaken aan: Per bespreekpunt schrijft ieder het gewenste gedrag (competenties) op een papiertje, elke gedachte, elk argument schrijft een ieder op een apart velletje. Een persoon start met een korte toelichting op zijn papiertjes: wat overeenkomt leggen ze bij andere papiertjes, wat verschilt leggen ze apart Overeenkomsten worden geconstateerd, niet besproken Verschillende worden besproken Conclusies worden getrokken De notulist zet per punt op een flap: Het gewenste gedrag Overkomsten en verschillen
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
43
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A1 1.3 Beoordelingsinstrumenten Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan van verschillende beoordelingsinstrumenten de voor en nadelen benoemen. Vind je in je studieboeken www.calbris.nl en www.cito.nl Evalueer de opdracht met je coachgroep. B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren
Activiteit Onderzoek de verschillende beoordelingsinstrumenten en kijk wat toepasbaar is voor jouw beroepspraktijk. 1. Welke beoordelingsinstrumenten ken je? 2. Welke beoordelingsinstrumenten worden in je instelling toegepast? 3. Wat vind je zelf een prettig beoordelingsinstrument? Motiveer je keuze aan de coachgroep. 4. Wat zijn voor- en nadelen van de genoemde beoordelingsinstrumenten?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
44
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A1 1.3 Beoordelingsprocedure ontwikkelen Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding kan een beoordelingsprocedure ontwikkelen die voldoet aan de beroepsgerichte kwalificatiestructuur Vind je in je studieboeken Evalueer de opdracht met de deelnemers van de opleiding tot Praktijkopleider B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen, verbanden
Activiteit Ga met behulp van de theorie een beoordelingsprocedure ontwikkelen die bruikbaar is binnen de beroepsgerichte kwalificatiestructuur in de beroepspraktijk Ontwikkel samen met de coachgroep een beoordelingsprocedure die toepasbaar is in de beroepspraktijk. Gebruik bij het ontwikkelen daarvan aan het kwalificatiedossier van de betreffende opleiding (bijv. Helpende Zorg en Welzijn, Verzorgende-IG, PW 3, PW 4, MMZ) uit het kwalificatiedossier van Calibris). Presenteer de beoordelingsprocedure aan de groep. Kijk voor de opdracht presenteren bij activiteit A1 1.3 ‘Beoordelingsprocedure presenteren.’
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
45
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A1 1.3 Beoordelingsprocedure presenteren Behorend bij activiteit A1 1.3 Beoordelingsprocedure ontwikkelen Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding presenteert de beoordelingsprocedure aan de medestudenten van de opleiding tot praktijkopleider Presentatietechnieken, didactische werkvormen Evalueer de presentatie met je medestudenten B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren
Activiteit Bereid je voor op de presentatie door het maken van onderstaande opdracht en verzorg met de coachgroep een presentatie van de gemaakte beoordelingsprocedure. Stel je op de hoogte van de presentatietechnieken en verschillende didactische werkvormen en integreer dit in de presentatie aan de groep. Al vertel je nog zo’ mooi verhaal of ben je zo beroemd, dat wil niet zeggen dat je het publiek bereikt met je presentaties. Als praktijkopleider zal je regelmatig een presentatie geven. Dit kan voor kleine groepen plaats vinden, maar soms ook bij wervingsbijeenkomsten mogelijk voor een grote groep. Voor beide bijeenkomsten geldt dat je boodschap over komt. Om te zorgen dat je boodschap overkomt, zijn een aantal onderdelen belangrijk in het verzorgen van een presentatie: voorbereiding gebruiken van je lichaamstaal gebruik maken van je stem het publiek betrekken Kijk terug naar de laatste presentatie die je hebt gegeven. Benoem factoren die sterkwaren en verbeterpunten. 1. Verklaar hoe bovenstaande punten tot stand zijn gekomen. 2. Noem 3 presentatoren die jij goed vindt en 3 slechte presentatoren. Beargumenteer je keuze door het beschrijven van de presentatietechnieken. 3. Welke positieve factoren van de presentatoren genoemd bij 3 komen overeen met literatuur? 4. Bereid de presentatie ‘Beoordelingsprocedure’ voor en verzorg deze met je coachgroep. Laat je beoordelen door twee anderen. Stel je op de hoogte van de presentatietechnieken en verschillende didactische werkvormen en integreer dit in de presentatie aan de groep.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
46
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.1 Oriëntatie BVP-beleidsplan, opleidingsplan Leerdoel Theorie Evaluatie
Competenties Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan verwoorden wat er in een BPV- beleidsplan (opleidingsplan) staat. Vind je in je studieboeken Bespreek je antwoorden op de vragen met je coachgroep. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent E. Samenwerken en overleggen N. Onderzoeken Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren
Activiteit Maak de onderstaande opdracht samen met de coachgroep.
1. Schrijf met vijf woorden op waaraan je denkt bij een opleidingsplan. 2. Formuleer het begrip opleidingsplan in maximaal drie zinnen. De woorden genoemd bij 1 mag je hierbij NIET gebruiken. 3. Verzamel informatie over opleidingsplannen/ BVP beleidsplannen via Internet. Wat valt je hierin op? 4. Maak daarvan een samenvatting en gebruik daarin de volgende woorden: Opleidingsbehoefte Competenties Budget Doelen Tijdspad
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
47
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.1 Opleidingsplan analyseren en aanpassen Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan veranderingen aanbrengen in het opleidingsplan van de organisatie. Vind je in je studieboeken Bespreek de opdracht met je coachgroep. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen N. Onderzoeken Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en lezen
Activiteit Lees onderstaande theorie. Beoordeel het opleidingsplan van jouw instelling en de opleidingsplannen van je coachgroepsleden met behulp van de onderstaande vragen en de onderstaande criteria. Een opleidingsplan bestaat uit twee onderdelen, te weten: 1. Algemeen gedeelte De inrichting van de organisatie en de leeromgeving in het leerbedrijf. Deze informatie legt u voor langere tijd vast en stelt u alleen bij wanneer uw inzichten veranderen. Hierin kunt u onder andere opnemen: de organisatiestructuur van uw bedrijf of de keten waartoe u behoort; de visie en doelstellingen van uw bedrijf omtrent het opleiden; een beschrijving van de taken en bevoegdheden van de leermeester, mentor of praktijkbegeleider en de leerling; de wijze waarop het bedrijf de begeleiding van leerlingen aanpakt; de manier waarop het bedrijf contact met het ROC onderhoudt. 2. De opleidingsplanning In de opleidingsplanning legt u de afspraken vast en formuleert u voortgangscontrole. Onderstaand een overzicht van zaken die u kunt opnemen in de opleidingsplanning. Deze informatie kan per leerling en per opleiding verschillen. Hierin kunt u onder andere opnemen: afspraken over de opleiding; afspraken over de voortgangscontrole; afspraken over de beoordeling; afspraken over bijvoorbeeld externe activiteiten (bijvoorbeeld bezoek aan leveranciers e.d.) consequenties bij het niet nakomen van de gemaakte afspraken; formulieren over afspraken en de voortgang. www.kenwerk.nl 1. Beoordeel aan de hand van bovenstaande criteria het opleidingsplan van jouw instelling. Welke overeenkomsten zie je? Welke verschillen? 2. Welke plaats heeft het CGO of ervaringsleren binnen het opleidingsplan van jouw instelling? Welke verbeterpunten zijn hierin volgens jou nog aan te brengen? Beargumenteer je standpunten. 3. Breng zo nodig veranderingen aan in het opleidingsplan van de organisatie, met argumentaties.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
48
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A.2 1.2 Planning BPV-beleidsplan Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding kan een plan van aanpak maken voor het ontwikkelen van een werkplan voor een opleidingstraject. Vind je in je studieboeken. Quick-scan BPV-beleidsplan Bespreek en vergelijk met de coachgroep het plan van aanpak voor het maken van werkplan J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren Y. Bedrijfsmatig handelen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: verbanden
Activiteit Vul de onderstaande quick-scan BPV-beleidsplan in. Stel een plan van aanpak op voor het ontwikkelen van een werkplan voor het opleidingstraject van jou instelling. Je kunt hiervoor een keuze maken of je dit op werkeenheid doet of op een onderdeel uit het BVP-beleidsplan.
Aanwezig? Voorwaarden op organisatieniveau De organisatie heeft een BPV-beleidsplan geformuleerd (inclusief een visie op opleiden en een didactische visie). De structuur van de praktijkbegeleiding is formeel geregeld. De taken en verantwoordelijkheden van de verschillende betrokkenen bij de praktijkopleiding zijn geformuleerd en bekend in de organisatie. Hierover bestaat eenduidigheid. Voor de coördinatie/begeleiding wordt deskundig personeel (didactisch en vakinhoudelijk) ingezet (gestreefd wordt naar de juiste mensen op de juiste plaats en naar continuïteit). Voor de begeleiding (exclusief de directe begeleiding op de werkplek) is tijd/formatie beschikbaar. Voor de begeleiding van de leerling is een BPVwerkplan beschikbaar. Betrokkenen begeleiden vanuit dezelfde (didactische) visie. Rondom de begeleiding is een duidelijke overlegstructuur afgesproken (betrokkenen, doel, frequentie, onderwerpen). De communicatie tussen de organisatie en het ROC is geregeld. Er bestaat zicht op het leerproces van de leerling bij
ja/nee
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Actualisatie op BKS? ja/nee
49
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
diverse betrokkenen. Er bestaat een relatie tussen het aantal beschikbaar gestelde BPV-plaatsen en de behoefte aam toekomstig gekwalificeerd personeel. Voor de aanname van leerlingen bestaan duidelijke criteria. De kwaliteit van de begeleiding wordt regelmatig getoetst/geëvalueerd. Voorwaarden voor praktijkopleiders en werkbegeleiders Zij kennen de opleiding die de leerlingen volgen (doel, inhoud, eisen van ROC, materiaal, examinering). Zij hebben een gelijkwaardig opleidingsniveau aan dat van de leerling. Aanwezig? ja/nee
Actualisatie op BKS? ja/nee
Zij zijn/worden didactisch geschoold voor hun taak. Zij zijn bekend met de principes van de BKS en van ervaringsleren en kunnen dit toepassen. Zij beschikken over didactische instrumenten voor de begeleiding. Zij krijgen ondersteuning en feedback in de organisatie. Voorwaarden voor het leerproces van de leerlingen De leerling kan opwerken met de begeleider (roostertechnische relatie). Zij is in principe boventallig (bij de BOL). Zij neemt deel aan werkoverleg, cliëntenbespreking, centraal overleg. Zij heeft een introductiegesprek. Zij ontvangt een introductieprogramma. Zij heeft een inwerkperiode. Zij krijgt inzage in dossiers (voor zover relevant voor het behalen van leerdoelen). Zij volgt klinische lessen, presentaties, bijscholingen. Zij heeft een portfolio, POP, PAP, leercontract/BPVovereenkomst: afspraken over fasering leerproces, planning leerdoelen, stages, wie begeleidt en wanneer, gesprekkencyclus. Zij heeft valide en betrouwbare beoordelingsmomenten met de daarbij behorende beoordelingsinstrumenten.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
50
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.3 Competentiegericht beoordelen Leerdoel
Theorie Evaluatie
Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan vertellen wat competentiegericht beoordelen inhoud en benoemen wat de voor- en nadelen zijn www.calibris.nl Artikel: competentiegericht beoordelen in de praktijk Bespreek en maak de opdracht met de coachgroep en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. En presenteer dit aan de groep B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren
Activiteit Lees het artikel van Calbiris over competentiegericht beoordelen. Bespreek wat volgens jou competentie beoordelen is met de coachgroep en wat betekent dit voor jouw beroepspraktijk. Wat zijn hiervan de voor- en nadelen. Presenteer de bevindingen aan de gehele groep. Kijk voor het artikel op de site van het kenniscentrum van Calibris en ga naar onderwijsdocumenten en tik in bij zoek “beoordelen”, Ga daarna naar “lees”, klik daarop en ga dan naar het PDF bestand competentiegericht beoordelen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
51
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.3 Beoordelingsplan Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding kan een beoordelingsplan maken op werkeenheid. www.Calibris.nl Presenteer dit aan de gehele groep. B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen, verbanden
Activiteit Maak met de coachgroep een BPV- beoordelingsplan op werkeenheid gericht op de kerntaken, de werkprocessen en de competenties. Je mag hier bij één van de leerbedrijven uit de coachgroep als voorbeeld nemen. Kijk voor het artikel op de site van het kenniscentrum van Calibris en ga naar onderwijsdocumenten en tik in bij zoek “beoordelen”, Ga daarna naar “lees”, klik daarop en ga dan naar het PDF bestand ´werken met een beoordelingsplan.´
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
52
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.4 Het introduceren van het BPV- beleidsplan Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding presenteert het (werkplan) BPV-beleidsplan. Vind je in je studieboeken Na de presentatie in de groep J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren Y. Bedrijfsmatig handelen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en spreken Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen, verbanden
Activiteit BPV-beleidsplan (werkplan) introduceren met je coachgroep aan je medegroepsgenoten. . Je gaat het BPV-beleidsplan (werkplan) introduceren bij de doelgroep ( je medegroepsleden) Daarvoor doe je het volgende: BPV-beleidsplan (werkplan) bespreken met de coachgroep Doelgroep vaststellen Afstemmen van de introductie Middelen kiezen Het BPV-beleidsplan (werkplan) presenteren
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
53
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.5 Kwalificatiedossier en structuur Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan na het bestuderen van het kwalificatiedossier de structuur benoemen en presenteren. www.calibris.nl, het didactische werkvormenboek Piet Hoogeveen en Jos Winkels Bespreek je bevindingen met de coachgroep. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren
Activiteit Ga met je coachgroep het KD van de praktijkopleider bestuderen en presenteer dat met een PowerPoint en toegepaste opdrachten aan de groep. Voor het uitleggen van het KD aan de groep maak je gebruik een PowerPoint en van 2 á 3 didactische werkvormen. Je mag ook een keuze maken om een van de beroepstaken A, B, C of D eruit te lichten voor de toegepaste opdrachten.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
54
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.5 Rechten en plichten Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan uitleggen wat erin een onderwijsoverkomst en BPV-overeenkomst staat geschreven m.b.t. de rechten en plichten van de deelnemer, de school en van het leerbedrijf. Onderwijsovereenkomst en BVP-overeenkomst. Bespreek met je coachgroep de rechten en plichten van de onderwijsoverkomst en de BPV-overeenkomst. E. Samenwerken en overleggen G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Bekijk met je coachgroep de beide overeenkomsten en bespreek welke rechten en plichten er zijn t.a.v. deze twee documenten als deelnemer en als school en als leerbedrijf. Maak hierbij gebruik van verschillende onderwijsovereenkomsten en BVP- overkomsten van de scholen waar je leerbedrijf bij is aangesloten. Kijk welke verschillen en overeenkomsten er zijn en bespreek hiervan de voor - en nadelen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
55
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.5 Visie creëren op de beroepsgerichte kwalificatiestructuur Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan verwoorden wat de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur zijn binnen de organisatie. www.praktijkopleiden.nl Presenteer de uitkomsten aan de gehele groep. E. Samenwerken en overleggen G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren
Activiteit Maak met de coachgroep de onderstaande opdracht en presenteer de bevindingen aan de gehele groep. Verzamel zoveel mogelijk informatie over de beroepsgerichte kwalificatiestructuur Probeer een antwoord te vinden op de volgende vragen: 1. Wat zijn de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor mijn opleiding? 2. Wat zijn de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor mijn werkzaamheden als praktijkopleider? 3. Wat zijn de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor mijn deelnemers? 4. Wat zijn de gevolgen van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor mijn organisatie?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
56
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.5 Visie op opleiden Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan zijn eigen visie verwoorden op het beroep van de praktijkopleider. http://www.carrieretijger.nl/functioneren/professionelevaardigheden/visie-ontwikkelen/persoonlijk Bespreek de opdracht na met de leden van je coachgroep. E. Samenwerken en overleggen G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren
Activiteit Lees onderstaande tekst. Zoek via internet welke visies er op opleiden bestaan en formuleer dan met je coachgroep een visie op het beroep van praktijkopleider. Persoonlijke visie ontwikkelen Voorbeeld: Jacqueline werkte als communicatiemanager bij verschillende grote bedrijven. Ze vond dat ze in haar baan te veel de belangen van haar organisatie moest verdedigen. "Eerlijk zijn duurt het langst", dacht ik vaak. "Ik vond organisaties erg defensief. En dat terwijl de top van de organisatie vaak de mond vol had van ´klantgerichtheid´." Inmiddels heeft ze besloten haar waarden centraal te stellen en een eigen communicatieadviesbureau te beginnen. "Nu doe ik het op de manier die ik belangrijk vind. Ik verdien nu wel wat minder, maar heb veel meer plezier in mijn werk." Veel mensen zijn op zoek naar wat ze werkelijk belangrijk vinden. Werken voor geld en status alleen is niet inspirerend genoeg. Als je een persoonlijke visie hebt, heb je die passie gevonden. Je weet wat je wilt en waarom je dat wilt. Wat is een persoonlijke visie? Een persoonlijke visie is het bewustzijn van wat echt belangrijk voor je is, vertaald in een concreet beeld van wat je wilt bereiken. Een persoonlijke visie komt van binnenuit, je kunt je er met hart en ziel voor inzetten. Vanuit die visie kun je dan kijken naar je sterke en zwakke punten. Wat moet je dan ontwikkelen? Een goede termijn voor een persoonlijke visie is ongeveer vijf jaar. Doordat je werkt aan iets wat je belangrijk vindt en het pad erheen structureert, ervaar je vaak flow. Hoe ontwikkel je een persoonlijke visie? Je begint met door te ontdekken wat echt belangrijk voor je is. Sommige mensen weten dat al, en zijn dus al een eind op weg. Voor anderen is dat lastiger. Je moet de nodige zelfkennis opdoen. Je zult meestal over een behoorlijke dosis levens- en werkervaring moeten beschikken om die vraag voor jezelf te kunnen beantwoorden. Ook als je die ervaring al wel hebt, is het niet altijd makkelijk. Als je je bijvoorbeeld veel en lang hebt aangepast aan wat je dacht dat anderen belangrijk vinden (en dat doen heel veel mensen) kan het lastig zijn om te bedenken: maar wat wil ik? Zoeken naar wat je echt wilt Zeker als je aan het begin van je carrière staat, zul je moeten ontdekken door te ervaren. Je formuleert eigenlijk steeds een hypothetische visie (een soort proefvisie), maar moet accepteren dat die soms moet worden aangepast. Wat je dacht dat je leuk en belangrijk vond, blijkt het in mindere mate te zijn. Of er zitten andere kanten aan die toch niet bij je passen. Dat is een leerproces. Steeds een stukje wijzer krijg je helderder voor ogen wie je bent en wat je wilt bereiken. Yoeri: "Ik ging bij een gemeente werken, omdat ik het belangrijk vond iets met mijn maatschappelijke betrokkenheid te doen. Integratie en armoede waren echt mijn thema´s. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
57
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Na zes jaar werken als beleidsmedewerker kwam ik erachter dat ik niet op de goede plek zat om iets met mijn idealen te doen. Het was allemaal veel te abstract. Inmiddels werk ik alweer een paar jaar als maatschappelijk werker. Ik help mensen die in de problemen zitten om hun leven weer op de rails te krijgen. Dat ligt me beter." Jezelf vragen stellen Er is een aantal vragen die je jezelf kunt stellen, die je op het spoor brengen van wat echt belangrijk voor je is, bijvoorbeeld: Wie bewonder je en waarom? Voorbeeld: je bewondert een oude schoolvriend omdat hij het gedurfd heeft zijn baan op te zeggen en zijn eigen bedrijf op te richten. Wat bewonder je daar dan in? Zijn lef om te gaan voor wat hij echt wil? De zelfstandigheid die hij wint door zijn eigen bedrijf? Het feit dat hij een eigen bedrijf heeft? Kortom: wat zegt die bewondering over jou? En over jouw wensen? Waar word of werd je echt enthousiast van? Wat is of was dat precies en waarom werd je daar zo enthousiast van? Denk terug aan een project of activiteit waar je echt enthousiast van werd, en waar je je echt betrokken bij voelde. Zie het voorbeeld van Philip, in het kader. Philip: "Ik was ooit verantwoordelijk voor de organisatie van het kerstfeest in ons bedrijf. We waren met een hele leuke club en zijn echt bezig geweest met het vormgeven van een mooie kerstgedachte: vrolijkheid, warmte en verbondenheid. Ik vind verbondenheid en warmte heel belangrijke waarden. Daarnaast was de manier van samenwerken in onze feestcommissie helemaal top. Iedereen had zijn eigen inbreng, en zonder dat iemand de leiding had, organiseerden we heel mooi feest. Nu ik bezig ben met het denken over een nieuwe baan, is juist dit voorbeeld heel belangrijk voor me. Ik denk erover in de verpleging te gaan en iets te doen aan de geestelijke verzorging van zieke of oude mensen. Het warmte bieden aan mensen die het nodig hebben, inspireert me. Ook de organisatie waarin ik dat doe is belangrijk. Een sterke teamgeest zorgt ervoor dat ik geïnspireerd mijn werk kan blijven doen." Tips Als je deze vragen beantwoordt, blijf net zo lang 'waarom' of 'wat' vragen tot je op een punt komt dat je er echt iets bij voelt. Kom tot jouw essentie! Wees creatief in het stellen van vragen. Verzin er zelf eens paar die je verder kunnen brengen. Doe ook eens iets wat je nog nooit hebt gedaan. Ga naar een museum, loop eens een moskee binnen. Door met nieuwe situaties in aanraking te komen, stimuleer je jezelf in het denken over wat je leuk en belangrijk vindt. Als je serieus aan de slag wilt met het ontwikkelen van je persoonlijke visie, kun je steun/hulp zoeken. Vaak zul je merken dat je hulp of een leidraad nodig hebt bij het ontwikkelen en ontdekken ervan. Al is het alleen maar iemand die goed luistert en je zo nu en dan de goede vragen stelt. Je kunt kiezen voor coaching, door bijvoorbeeld een loopbaancoach in te schakelen. Of koop een goed boek dat je door het proces heen loodst (zoals Loopbaanzelfsturing van Ariaan Hogendijk). Wat houd je tegen bij het ontwikkelen van een persoonlijke visie? Zeg de volgende zin hardop: ´Ik kan mijn leven precies zo inrichten als ik dat wil. Dat geldt zowel voor mijn werk, mijn relaties, als de wereld om mij heen.´ Geloof je het? Wat zegt ´jouw stem binnenin´? ´Ja, maar dat kan ik helemaal niet.´ (machteloosheid) ´Wat een onzin, zo werkt dat niet.´ (ontkennen van je eigen verantwoordelijkheid) ´Ik ben het niet waard, ik verdien dat niet.´ (minderwaardigheid) De genoemde antwoorden zijn voorbeelden van ontwijkingstrategieën. Ze houden je tegen in het doen wat je wilt en te bereiken wat je wilt bereiken. 1. Gevoel van machteloosheid Als je iets (nog) niet kunt wat je eigenlijk wel zou willen kunnen, zijn er twee dingen die je kunt doen. Je kunt ervan balen dat je het niet kan. Vervolgens leg je je daarbij neer.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
58
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Je kunt er ook voor kiezen het te leren. Dat betekent vaak niet dat je dat morgen meteen kunt. Als je de tijd neemt en weet waarvoor je het doet, kun je bijna alles leren. Zeker als het ook nog eens belangrijk voor je is. 2. Gevoel van minderwaardigheid Een andere reden waarom mensen blijven hangen in een situatie waarin ze zich niet gelukkig voelen, is omdat ze denken dat ze niet meer verdienen. Ze zijn nou eenmaal niet meer waard dan dit, vinden ze. 3. Ontkenning Als je erkent dat je zelf veel invloed hebt op wat je bereikt hebt, betekent dat ook dat je zelf veroorzaakt hebt waar je nu bent. Dat is vaak lastig om te erkennen. Het liefst geven we anderen of de omstandigheden de schuld. Als je dit blijft doen, voorkom je dat je ooit het heft in eigen hand gaat nemen. Wat kun je dan wel doen? Je kunt ernaar streven steeds je vermogen om die resultaten tot stand te brengen die je echt belangrijk vindt. Je kunt ernaar streven te blijven leren. En beter te worden in die resultaten halen die je belangrijk vindt. Valkuilen bij het realiseren van je persoonlijke visie Er zijn een aantal valkuilen die verhinderen dat je je doel in het oog blijft houden en blijft volgen. We sommen er een aantal op: Negatief motiveren. Sommige mensen motiveren zichzelf door zich angst en zorgen aan te praten. Wat gebeurt er als ze het doel niet bereiken? Dat stimuleert hen om door te gaan. Op een gegeven moment gaan die angst en zorgen een eigen leven leiden. Het zorgt ervoor dat je je doel uit het oog verliest. Je doel naar beneden bijstellen. Als je een doel hebt gesteld, kan het frustrerend zijn dat het behalen ervan zo lang duurt. Een natuurlijke neiging is om je doel wat naar beneden bij te stellen, waardoor de frustratie afneemt. Daarmee verliest je doel ook zijn kracht en zijn waarde. Middelen verwarren met het doel. Als je vraagt aan een marketing manager wat zijn doel in zijn werk is, zal vaak het antwoord zijn: 'het vergroten van het marktaandeel van ons bedrijf'. Vraag jij: 'Waarom?' 'Dan halen we hogere winsten.' 'Waarom?' 'Dan kunnen we zelfstandig blijven en niet overgenomen worden.' 'Waarom is dat zo belangrijk?' 'Dan kunnen we onze klanten blijven helpen op de manier die wij belangrijk vinden.' De volgende vraag die je kunt stellen is: wat is dat dan? Het vergroten van het marktaandeel en het behalen van winst, zijn dus afgeleide doelen van iets wezenlijkers. Als je je oorspronkelijke doelen niet formuleert, kun je ze kwijtraken. In het geval van de marketing manager: die kan zich volledig gaan inzetten voor winstgevendheid en de vergroting van het marktaandeel. Het doel erachter – de keuze om op de manier die voor hem zo belangrijk is, de klant te bedienen – raakt steeds meer op de achtergrond. Hij heeft het middel tot doel verheven. Bovendien: als je je doel op het goede niveau benoemt, blijken er vaak meerdere wegen naar Rome te leiden. Je zou, in het geval van de marketing manager, een ander bedrijf kunnen zoeken, dat er dezelfde waarden op nahoudt, en daarmee samen gaan werken om een sterkere positie te krijgen. Persoonlijke visie in een organisatie Als je een persoonlijke visie hebt, betekent dat niet automatisch dat je een eigen bedrijf hoeft te beginnen, al kan dat natuurlijk wel. Je kunt ook goed je eigen visie realiseren als die aansluit op de visie van je afdeling en de organisatievisie. Sommige organisaties vinden het ook heel belangrijk dat je een eigen visie en eigen doelen hebt. Het is dan wel belangrijk dat ze passen in de visie en doelen van de organisatie. Andere organisaties hebben geen expliciete visie of verwarren doelen met middelen. Wat doe je dan? Vraag jezelf af of je huidige baan de plek is om je persoonlijke visie te realiseren. Als dat niet zo is, wat houdt je tegen om iets anders te gaan doen? Praat met anderen over jouw persoonlijke visie op de baan, wat er voor jou belangrijk in is. Dat is vaak heel inspirerend voor anderen, en kan werken als een olievlek. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
59
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Welke competenties heb je nodig voor een persoonlijke visie? Creativiteit: om je visie te ontdekken en te realiseren, moet je creatief zijn. Creativiteit gaat over oorspronkelijke ideeën en oplossingen. Jij bent zelf die oorsprong. Nieuwsgierigheid: willen weten hoe iets echt in elkaar zit, zowel in de buitenwereld als bij jezelf. Niet genoegen nemen met een half antwoord. Omgevingsbewustzijn: je bent geïnteresseerd in de wereld om je heen. Je weet wat er speelt op bijvoorbeeld je vakgebied en politiek en maatschappelijk terrein. Daar kies je bewust je positie en rol in. Durf en onafhankelijkheid: je doet niet wat anderen doen, maar maakt je eigen keuzes en durft je eigen richting kiezen. Doorzettingsvermogen: ook als het even niet goed gaat, geef je niet op. Eerlijkheid: je neemt anderen en vooral jezelf niet in de maling. Leervermogen: je kiest waarin je je wilt ontwikkelen en hoe je dat gaat doen. Verantwoordelijkheid: je neemt de verantwoordelijkheid voor je doelen en daarmee voor je eigen geluk en succes. Avontuurlijkheid: je onderneemt een tocht waarin je jezelf en de wereld gaat ontdekken. Daar heb je een behoorlijke dosis avontuurlijkheid voor nodig. Bron: Senge, P.M., De vijfde discipline, de kunst en praktijk van de lerende organisatie, Scriptum management
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
60
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak A praktijk Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Naam praktijkopleider in opleiding:
Planning A1 A1 1.3
Beoordelingsprocedure (min. 1) Coördineren en bewaken van de beoordeling (taal- en rekentaak)
A2 A2 1.1
Opleidingstraject (min. 2) Inventariseren gegevens BPV-beleidsplan (taaltaak) BPV-beleidsplan ontwikkelen (taal- en rekentaak) Uitvoering BPV-beleidsplan (taal- en rekentaak) Samenwerken met onderwijsinstellingen
A2 1.2 A2 1.4 A2 1.5
Afgerond op
Akkoord begeleider praktijk
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
61
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
62
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A1 1.3 Praktijk Coördineren en bewaken van de beoordeling Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de beoordeling van de deelnemers binnen de organisatie succesvol te coördineren en te bewaken. De praktijkopleider in opleiding houdt daarbij rekening met de overeengekomen kaders met de onderwijsinstelling en de visie, mogelijkheden en wensen van de organisatie. Eigen keuze. Evalueer met je begeleider in de praktijk. B. Aansturen N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen, verbanden
Activiteit Je coördineert en bewaakt de ontwikkelingsgerichte en examinerende beoordeling van deelnemers in de praktijk. Je let daarbij op kaders, overeengekomen met de onderwijsinstelling en de visie, mogelijkheden en wensen van de organisatie. Je maakt een periodiek planning voor de beoordeling van deelnemers. Je legt vast welke deelnemer waarop wordt beoordeeld, op welke manier de deelnemer wordt beoordeeld, waar de beoordeling plaats gaat vinden, wie de beoordeling uit gaat voeren en wanneer. Je legt vast wat de consequenties zijn van een onvoldoende beoordeling. Je onderhandelt, indien nodig, over de noodzakelijke randvoorwaarden in de eigen organisatie voor het kunnen realiseren van geplande ontwikkelingsgerichte en examinerende beoordelingen. Je signaleert knelpunten en onderneemt daarop actie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
63
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.1 Praktijk Inventariseren gegevens BPV-beleidsplan Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de gegevens die nodig zijn voor het opstellen van het BPV-beleidsplan te inventariseren. De praktijkopleider in opleiding betrekt hierbij interne en externe contacten. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. Evalueer ook de taaltaak: mondelinge taalvaardigheid. E. Samenwerken en overleggen N. Onderzoeken Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en lezen
Activiteit Je inventariseert gegevens voor het opstellen van het BPV-beleidsplan. Je zoekt gegevens waarmee je de aansluiting tussen theorie en praktijk kan optimaliseren. Je inventariseert de belangen van de organisatie, de deelnemers en de onderwijsinstelling. Je inventariseert de gewenste en benodigde randvoorwaarden en bestaande richtlijnen en afspraken. Je benadert interne en externe contacten die een bijdrage kunnen leveren aan de inhoud van het BPV-beleidsplan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
64
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.2 Praktijk BPV-beleidsplan ontwikkelen Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om een bruikbare bijdrage te leveren aan het BPV-beleidsplan, gebaseerd op de uitgevoerde inventarisatie, dat past binnen het BPV-beleid van de organisatie en dat op de werkvloer uitvoerbaar is. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren Y. Bedrijfsmatig handelen. Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen, verbanden.
Activiteit Je ontwikkelt (of levert in samenwerking met collega’s en/of management een bijdrage aan de ontwikkeling) een BPV-beleidsplan voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de leertrajecten in de BPV. Je zorgt ervoor dat de informatie in het BPV-beleidsplan voor alle betrokkenen toegankelijk is.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
65
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.4 Praktijk Uitvoering BPV-beleidsplan Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de uitvoering van het BPV-beleidsplan binnen de organisatie succesvol te coördineren en te bewaken. De praktijkopleider in opleiding creëert door middel van introductieactiviteiten draagvlak bij de gebruikers in de organisatie. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. Evalueer ook de rekentaak: verbanden. I. Presenteren Q. Plannen en organiseren Y. Bedrijfsmatig handelen. Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en spreken Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen, verbanden
Activiteit Je coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan. Je organiseert introductieactiviteiten voor werkbegeleiders en leidinggevenden om draagvlak bij de gebruikers in de organisatie te creëren. Je plant, regelt en bespreekt met betrokkenen wie welke activiteit gaat uitvoeren. Je controleert of alle activiteiten uit het BPV-beleidsplan worden uitgevoerd.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
66
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
A2 1.5 Praktijk Samenwerken met onderwijsinstellingen Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om succesvol samen te werken en af te stemmen met onderwijsinstellingen, zodat concrete afspraken worden gemaakt over de BPV en de beoordeling van deelnemers. Vind je in je studieboeken. Evalueer met je begeleider in de praktijk. E. Samenwerken en overleggen G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Je bouwt contacten op met onderwijsinstellingen om te komen tot een goede organisatie en uitvoering van de BPV en je onderhoudt deze contacten. Je werkt samen met de onderwijsinstelling(en) aan de uitvoering en beoordeling van de BPV. Je stemt theorie en praktijk inhoudelijk af met de onderwijsinstelling. Je neemt kennis van de eisen, wensen en verwachtingen van de onderwijsinstelling en geeft aan wat de (on)mogelijkheden binnen de organisatie zijn. Je maakt concrete afspraken over het aantal deelnemers en de periode(s) waarin de deelnemers de BPV doen. Je maakt afspraken over de beoordeling van de deelnemer en de activiteiten die de organisatie hiervoor ontplooit.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
67
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
68
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak B
Opleiding Praktijkopleider
Beginnend niveau
Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Je voert een beoordelingsgesprek met een deelnemer en een werkbegeleider in een simulatie op school
In een simulatie op school voer je een beoordelingsgesprek met een deelnemer en een werkbegeleider aan de hand van een zelf opgestelde casus uit de praktijk. In de casus beschrijf je kort hoe de selectie en aanname van de deelnemer is verlopen en hoe de introductieprocedure is verlopen. Ook beschrijf je op welke manier je als praktijkopleider de deelnemer hebt ondersteund bij het opstellen van haar/zijn individuele leerplan en het leertraject (max. 3 A4). Daarnaast beschrijf je de rol van de deelnemer en de werkbegeleider (max. 1 A4) Je legt de casus voorafgaand aan de simulatie ter goedkeuring voor aan je SLB. Coachgroepsleden nemen de rol van deelnemer en werkbegeleider op zich tijdens de simulatie, zij krijgen vooraf de gelegenheid om de casus te lezen. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je beschrijft hoe je een bijdrage levert aan de selectie en aanname van deelnemers. Je beschrijft hoe je de nieuwe deelnemers introduceert. Je beschrijft hoe je de deelnemers ondersteunt bij het opstellen van hun individuele leerplan. Je beschrijft hoe je het leertraject van de deelnemers ondersteunt en bewaakt. Je voert een beoordelingsgesprek met een deelnemer in een simulatie waarbij je de verschillen tussen mensen respecteert, zodat de deelnemer objectief wordt beoordeeld. Na afloop van de simulatie krijg je feedback van je SLB en coachgroepsleden. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door twee coachgroepsleden. Lever de volgende materialen in bij je SLB: Het verslag met daarin de casus Het reflectieverslag De beoordeling van je reflectieverslag door twee coachgroepsleden Het beoordelingsformulier bij de beroepsopdracht De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je SLB.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
69
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
70
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak B Beginnend niveau 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers (E. F. I.)
Opleiding: Praktijkopleider
Niveau: Beginner
Feedback
2.2 Introduceert deelnemers (I. Q.)
2.3 Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan (C. R.) 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers (C. D. J. Q. R.) 2.5 Beoordeelt deelnemers (E. F. J. K. N. T.)
Argumentatie feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam begeleider:
Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
71
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
72
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak B Beginner Beroepsproducten Werkprocessen B1 Presentatie van het leerbedrijf 2.1 B2 Advies 2.1 B3 Introductieplan 2.2 B4 Beoordelingsgesprek 2.5 B5 Coachingstraject bij leerplan 2.3, 2.4 Competenties: C. D. E. F. I. J. K. N. Q. R. T. Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden
D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen N. Onderzoeken
Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten T. Instructies en procedures opvolgen
Prestatie-indicatoren op beginnerniveau Beschrijft hoe zij/hij de deelnemer adviezen geeft voor het opstellen van het individuele leerplan een houdt daarbij rekening met de leerstijl, leer- en begeleidingsbehoefte van de deelnemer, zodat de individuele deelnemer een passend individueel leerplan kan opstellen. Luistert (in de simulatie) aandachtig als de deelnemer iets naar voren brengt, zodat de deelnemer zich gehoord voelt tijdens het beoordelingsgesprek. Beschrijft hoe zij/hij een gefundeerd advies geeft bij het wel of niet aannemen van deelnemers. Beschrijft hoe kennismakingsgesprekken worden gevoerd, waarbij de verschillen tussen mensen worden gerespecteerd, zodat alle potentiële deelnemers objectief worden beoordeeld. Presenteert zichzelf tijdens het beoordelingsgesprek (in de simulatie) op professionele en representatieve wijze. Zorgt voor een volledig en nauwkeurig verslag conform de criteria.
Toont (in de simulatie) vaktechnisch inzicht in het hanteren van observatie- vraag- en interview technieken. Interpreteert gegevens correct en kent aan prestaties van de deelnemer een objectief waardeoordeel toe. Heeft (in de simulatie) snel door wanneer het beoordelen van de deelnemer niet volgens plan verloopt, weet oorzaken helder te krijgen en zoekt naar relevante mogelijkheden, gericht op het verbeteren van het beoordelen van de deelnemer, zodat de kwaliteit van het beoordelen blijft voldoen aan gemaakte afspraken. Plant en organiseert de simulatie en zorgt dat betrokkenen tijdig over de benodigde informatie beschikken. Beschrijft hoe zij/hij wensen en leervragen van de deelnemer in relatie tot de (on)mogelijkheden van de organisatie en eisen van de onderwijsinstelling achterhaald, zodat het leerplan zoveel mogelijk aan ieders verwachtingen voldoet. Houdt zich aan de criteria zoals vermeld in de beroepsopdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
73
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
74
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak B
Opleiding Praktijkopleider
Startbekwaam niveau
Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer
Je organiseert, coördineert en bewaakt het leertraject van twee tot vier (nieuwe) deelnemers in jouw instelling
Je gaat twee tot vier (nieuwe) deelnemers in jouw instelling begeleiden vanaf het moment van selectie tot minimaal drie en maximaal zes maanden na de start van het leerproces. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je levert een bijdrage aan de selectie en aanname van één of meer deelnemers. Je introduceert de nieuwe deelnemers. Je ondersteunt de deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan. Je ondersteunt en bewaakt het leertraject van de deelnemers. Je voert een beoordelingsgesprek met de deelnemers. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door je begeleider in de praktijk. De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je begeleider in de praktijk.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
75
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
76
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam niveau 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers (E. F. I.)
Opleiding: Praktijkopleider
Niveau: Startbekwaam
Feedback
2.2 Introduceert deelnemers (I. Q.)
2.3 Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan (C. R.) 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers (C. D. J. Q. R.) 2.5 Beoordeelt deelnemers (E. F. J. K. N. T.)
Argumentatie feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam begeleider:
Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
77
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
78
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak B Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen B1 Presentatie van het leerbedrijf 2.1 B2 Advies 2.1 B3 Introductieplan 2.2 B4 Beoordelingsgesprek 1.3, 2.5 B5 Coachingstraject bij leerplan 2.3, 2.4 Competenties: C. D. E. F. I. J. K. N. Q. R. T.
Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden
D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren
K. Vakdeskundigheid toepassen N. Onderzoeken
Q. Plannen en organiseren
Prestatie-indicatoren Geeft de deelnemer adviezen voor het opstellen van het individuele leerplan een houdt daarbij rekening met de leerstijl, leer- en begeleidingsbehoefte van de deelnemer, zodat de individuele deelnemer een passend individueel leerplan kan opstellen. Luistert aandachtig als de deelnemer iets naar voren brengt, zodat de deelnemer zich gehoord voelt tijdens het leertraject. Geeft een gefundeerd advies bij het wel of niet aannemen van deelnemers. Bespreekt het verloop en de eindbeoordeling van de deelnemer met de opleidingsinstelling. Voert kennismakingsgesprekken, waarbij de verschillen tussen mensen worden gerespecteerd, zodat alle potentiële deelnemers objectief worden beoordeeld. Gaat vertrouwelijk om met beoordelingsgegevens. Presenteert zichzelf en het leerbedrijf in het kennismakings- en/of introductiegesprek op professionele en representatieve wijze. Verwerkt en registreert de voortgang/wijziging in het leertraject van de deelnemer accuraat, zodat de voortgang nauwkeurig gevolgd en bewaakt kan worden. Formuleert gegevens eenduidig en zorgt voor correcte en volledige rapportage van beoordelingsgegevens. Toont vaktechnisch inzicht in het hanteren van observatie- vraag- en interview technieken. Interpreteert gegevens correct en kent aan prestaties van de deelnemer een objectief waardeoordeel toe. Heeft snel door wanneer het beoordelen van deelnemers niet volgens plan verloopt, weet oorzaken helder te krijgen en zoekt naar relevante mogelijkheden, gericht op het verbeteren van het beoordelen van deelnemers in de praktijk, zodat de kwaliteit van het beoordelen blijft voldoen aan gemaakte afspraken. Ontwikkelt een introductieplan, waarin doelstellingen worden geformuleerd en introductieactiviteiten gepland, zodat nieuwe deelnemers snel wegwijs zijn in de organisatie. Bewaakt de voortgang van het leerproces en de leerprestaties van de deelnemer en kan monitoren of de deelnemer zich voldoende ontwikkelt. Brengt beoordelingsactiviteiten ruim van te voren in kaart. Zorgt dat het beoordelen van deelnemers in de praktijk volgens geldende afspraken en procedures kan worden uitgevoerd. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
79
Opdrachtenboek
Competenties in de werkprocessen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten T. Instructies en procedures opvolgen
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Prestatie-indicatoren Achterhaalt wensen en leervragen van de deelnemer in relatie tot de (on)mogelijkheden van de organisatie en eisen van de onderwijsinstelling, zodat het leerplan zoveel mogelijk aan ieders verwachtingen voldoet. Stemt de ondersteuning af op wensen en behoeften van de deelnemer. Houdt zich bij het verzamelen en registreren van de beoordelingsgegevens aan de geldende afspraken en procedures, zodat op basis van de gegevens een waardeoordeel aan de prestaties kan worden toegekend.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
80
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak B school Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Naam praktijkopleider in opleiding:
Planning B1 B1 2.1
Presentatie leerbedrijf (min. 4) Communicatieve vaardigheden (taaltaak)
B1 2.1
Presenteren, de theorie
B1 2.1
Presenteren zonder powerpoint
B1 2.1
Presentatie en feedback (taaltaak)
B1 2.1
Presenteren van een foto (taaltaak)
B1 2.1
Presentatie leerbedrijf (taaltaak)
B1 2.1
Werving 1
B1 2.1
Werving 2
B2 B2 2.1
Advies (min. 2) Discussiëren (taaltaak)
B2 2.1
Intervisie (taaltaak)
B2 2.1
Selecteren van deelnemers, theorie
B2 2.1
Selectie van sollicitatiebrieven
B3 B3 2.2
Introductieplan (min. 1) Introductiegesprek (taaltaak)
B3 2.2
Introductieplan
B4 B4 2.5
Beoordelingsgesprek (min. 2) Beoordelen objectiviteit
B4 2.5 B4 2.5
Beoordelingsinstrument beoordelen (taal- en rekentaak) Beoordelingsgesprek voeren (taaltaak)
B4 2.5
Conflicthantering, test
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Afgerond op
81
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak B school Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Naam praktijkopleider in opleiding:
B5 B5 2.3
B5 2.4
Coachingstraject bij leerplan (min. 3) Persoonlijke leerdoelen formuleren (taal- en rekentaak) Opstellen individueel leerplan (taal- en rekentaak) Begeleidingsstijlen
B5 2.4
Culturele diversiteit
B5 2.4
Motivatie en faalangst
B5 2.3
Akkoord SLB
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
82
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B1 2.1 Communicatieve vaardigheden Leerdoel Theorie Evaluatie
Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan weergeven wat communicatieve vaardigheden zijn en hoe ze worden toegepast Vind je in je studieboeken Met de coachgroepsleden. Er is een antwoordmodel beschikbaar. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Zoek in de literatuur en/of op internet (www.carieretijger.nl) verder naar informatie over communicatieve vaardigheden. Beantwoord de onderstaande vragen. 1. Noem tien verschillende gespreksmodellen. 2. Noem tien verschillende soorten vragen, leg uit wat voor soort vraag het is en geef een voorbeeld. 3. Wat betekent LSD? Onderstaande vragen kom je vaak tegen. Probeer zelf eens te bedenken welk doel er achter deze vragen zit en wat de vragensteller verkeerd doet. 1. Wat is er niet goed aan ons bedrijf? 2. Ik wil eigenlijk graag de notulen snel hebben. Gaat dat jou eventueel lukken? 3. Je voelt je niet zo lekker hè? Wat is er nu eigenlijk met je? Zal ik even koffie voor je halen? 4. Vind je niet dat je gewoon op een andere baan moet solliciteren? 5. Vind jij de baas ook niet ontzettend slordig? 6. O, dus je hebt het nog niet opgelost. Zal ik het dan maar overnemen? 7. Wil je dat overleg verzetten naar morgen, of zullen we Jan er toch maar bij vragen en het dan volgende week doen? 8. O ja, dat heb ik ook wel eens gehad. Vond jij ook niet dat ... . 9. Hoe gaat het nou vandaag?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
83
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B1 2.1 Presenteren, de theorie Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan de basisregels voor een goede presentatie beschrijven. Zelf zoeken in de literatuur of op internet. Met de coachgroepsleden. Er is een antwoordmodel beschikbaar. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren
Activiteit Zoek in de literatuur en/of op internet naar informatie over presentatietechnieken. Stel een top tien op met de basisregels voor een goede presentatie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
84
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B1 2.1 Presenteren zonder Powerpoint Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om haar mening weer te geven over het geven van een presentatie met of zonder Powerpoint. Presenteren zonder plaatjes. De perfecte presentatie in tien stappen door Fred Akkema. Bespreek je antwoorden op de vragen met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren
Activiteit Beantwoord de onderstaande vragen en lees daarna het artikel. Beantwoord ten slotte de vragen die na het artikel worden gesteld. Vragen 1. Als je naar een presentatie luistert, gaat je voorkeur dan uit naar een presentatie met of zonder PowerPoint presentatie? Motiveer je antwoord. 2. Als je een presentatie moet geven gaat je voorkeur dan uit naar een presentatie met of zonder PowerPoint presentatie? Motiveer je antwoord. 3. Wat maakt een presentatie voor jou boeiend om naar te luisteren? 4. Neem een presentatie die je hebt bijgewoond in gedachten: wat heb je van deze presentatie onthouden? Hoe komt dat denk je? Presenteren zonder plaatjes. De perfecte presentatie in tien stappen Auteur: Fred Akkerma Zet die beamer uit! Powerpoint-presentaties lijken het ideale middel om de zenuwen van de presentator te beheersen. Dankzij de wonderen der techniek weten we de aandacht volledig op het projectiescherm te vestigen en niet op de verteller. Nederlanders zijn nou eenmaal geen redenaars. Dat zit niet in onze genen. Althans: niet in onze opvoeding en opleiding. De bijdrage Presenteren zonder plaatjes van een jaar terug zorgde voor veel reacties. Veelal eensgezind. ‘Eens, maar hoe moet het dan wel?’ was de strekking. In de discussie die daarop volgde werden heel wat goede voorzetten gedaan. Vandaar nu het vervolg: de perfecte presentatie in tien stappen. 1. De wet van de drie V’s: Voorbereiden, voorbereiden, voorbereiden Trap niet in de valkuil ‘dat doe ik wel even’. Presentaties en voordrachten zijn zelden boeiend. Ze zijn saai, langdradig, bevatten teveel informatie en/of missen richting. Oorzaak: te weinig voorbereiding. Een goede voorbereiding betekent: doelstelling formuleren; doelgroep identificeren en daar de boodschap en wijze van presenteren op aanpassen. En jawel: uitgebreid voor de spiegel staan c.q. oefenen voor uw familieleden. U denkt misschien: ‘Maar dat doen mensen die ik wel eens zie presenteren ook niet.’ Juist! Daarom zijn de meeste presentaties, voordrachten en speeches ook zo dodelijk saai. Zie het als een voordeel: met een goede voorbereiding kunt u gemakkelijk scoren. Voorbereiden betekent ook: geen geklungel met draden, sheets en niet-werkende beamers. Als u hulpmiddelen gebruikt, zorg dat u alles van tevoren heeft getest. 2. Uw doelstelling: emotioneren Kennisoverdracht is vrijwel nooit de basisdoelstelling van een presentatie. Kennis komt van papier, een opleiding, uit 1-op1-gesprekken, uit vergaderingen of emailcontact. Maar niet uit presentaties. Daarvoor is het middel veel te vluchtig. Natuurlijk: uw verhaal moet inhoudelijk stevig zijn, maar om een ‘klik’ te krijgen met uw publiek is meer nodig. Gebruik uw presentatie om een ‘mindset’ te creëren, te enthousiasmeren, te overtuigen, te prikkelen, te ergeren (niet aan u zelf natuurlijk), jawel: te emotioneren. Is de interesse eenmaal gewekt, Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
85
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
dan reikt u na uw presentatie een informatieve reader uit, voorzien van uw visitekaartje. Liever nog maakt u natuurlijk direct na de presentatie al de nodige afspraken. Voorbeeld Een uitgever van een toonaangevend vaktijdschrift werd vaak uitgenodigd om een presentatie te geven over mogelijkheden van samenwerken en adverteren. De man nam geen sheets, beamer of spiekbriefje mee. Hij schoof bij zijn gezelschap aan en ging met hen op anekdotische wijze praten over interessante interviews die in het blad hadden gestaan (‘Oh, u kent hem?’), de goede relaties die hij onderhield met captains of industry en de gelegenheden waar hij zijn klanten regelmatig tegenkwam. In feite zei hij: tot dat wereldje kunt u ook toetreden. Een scherpe offerte neerleggen, allerlei verkoopargumenten opnoemen bleek nauwelijks nodig. Het afgeven van de tariefkaart volstond. 3. Wees emotionerend Als uw doelstelling ‘emotioneren’ is, vereist dat emotionerende eigenschappen van u als presentator. Da’s andere koek dan u druk te maken of u de volledige tekst en alle 23 sheets er wel binnen 15 minuten doorheen krijgt. Vergeet even de boodschap die u wilt overdragen en richt u op uw publiek. Wie zijn het, hoe kijken ze tegen u en uw boodschap aan en welk effect wilt u bereiken? Is het enthousiasme? Wees dan enthousiast, maar niet voordat u heeft bepaald hoe uw publiek ‘erbij zit’. Denk aan de cabaretier die de bühne beklimt en honderden verwachtingsvolle, maar kritische mensen tegenover zich heeft. De cabaretier maakt een klapper van een grap en plots zijn de geesten collectief gereinigd. De toon is gezet. Humor werkt bevrijdend. U bereikt ermee dat uw toehoorders zich volledig openstellen voor uw boodschap. Kies bij het overbrengen van een ernstige boodschap overigens voor de omgekeerde volgorde. Begin ernstig en gebruik humor ter relativering. Bent u niet grappig? Geen nood, gebruik dan een hulpmiddel. Een cartoon van Fokke & Sukke uit de NRC of een Dilbert-stripje uit de De Telegraaf. Een anekdote of ‘inside’ mopje kan ook. Soms is de sfeer onder uw gehoor ernstig; sla de humor-variant dan wijselijk over. Niks pijnlijker dan humor die niet aankomt of verkeerd wordt begrepen. Gebruik uw professionaliteit . Iemand die weet waarover hij praat maakt altijd indruk. Voorbeeld De directeur van een groot technisch bedrijf spreekt een grote groep economiestudenten toe om ze te interesseren voor een loopbaan in de techniek. Hij begint met een sheet, waarop staat ‘Dit is de laatste sheet’. Leuk – iedereen lacht. De directeur heeft zich ingeleefd in de clichés die onder studenten leven over zijn sector en gaat ze één voor één langs en bevestigt dat ze allemaal waar zijn: Techneuten zijn saai, techniek is ingewikkeld en er zijn veel te weinig vrouwen. Tegelijkertijd vertelt hij welke leuke dingen hij daardoor mee heeft gemaakt. Grote deals (‘die techneut had het nog steeds over bits en bytes, terwijl ik miljoenen zat binnen te slepen’) en spannende situaties (‘Als het fout was gegaan had het een minister de kop gekost’). De studenten evalueerden het college vrijwel zonder uitzondering ‘zeer goed’. Het bedrijf kreeg in de maanden erop ruim honderd open stageverzoeken en de jaren erop, dat hij weer sprak zat de collegezaal afgeladen vol. Over arbeidsvoorwaarden, functies en doorgroeimogelijkheden heeft hij het nooit gehad. 4. Gebruik uw lichaamstaal Hoe u overkomt wordt hoofdzakelijk bepaald door uw lichaamstaal, weten we van de goeroes van het neuro linguïstisch programmeren. Niet uw woorden, maar de manier waarop u ze uitspreekt, uw houding, uw mimiek, uw oogopslag en uw bewegingen vestigen de belangrijkste indruk. Vuistregel is: pas uw lichaamstaal en intonatie aan aan de emotie die u wilt overbrengen. Als u iets ernstigs wilt benadrukken, zet dan de tijd even stil om indruk te maken. Sta stil, laat een stilte vallen, kijk uw toehoorders indringend aan en spreek met veel klemtonen. “…Drie… miljoen… Euro… Verlies.’ Zodra u in de oplossingensfeer komt, verandert u uw lichaamstaal en intonatie volledig: u beweegt, maakt gebaren en spreekt vlot, zelfverzekerd en met enthousiasme. Wees niet bang iets geks te doen. Een HBO-student ging tijdens een oersaaie en langdradige presentatie over strategisch management plotseling Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
86
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
op de tafel staan om een scene uit de cup-a-soup reclame na te doen. Hij liet daarmee letterlijk- een onvergetelijke indruk achter. Vergeet ook uw kleding niet: U bent wie u bent, natuurlijk, maar als u een presentatie houdt heeft u doorgaans te maken met mensen die u niet of onvoldoende kennen. Anders had u wel face-to-face met ze aan tafel gezeten. Kleedt u daarom onberispelijk, trek uw beste pak aan. Gebruik het Sinterklaas-effect, een bisschop die altijd gekleed is in een indrukwekkend gewaad. Zelfs de grootste macho voelt zich even klein als die bij Sint Nicolaas op schoot wordt gevraagd, nietwaar? Zelfs als Sinterklaas de verklede buurman is. 5. De magie van het getal drie Uit reclameonderzoek is bekend dat een reclame-uiting pas goed beklijft nadat die drie keer is getoond. Waarom zou dat bij presentaties anders zijn? Herhaal uw boodschap minstens drie keer, al dan niet verpakt in andere bewoordingen. Herhaal niet alleen uw boodschap drie keer, maar maak nog meer gebruik van de magie van het getal drie. De menselijke geest kan maar moeilijk meer dan drie dingen tegelijk aan. Herinnert u zich nog hoe lastig het was om op school rijtjes te onthouden? Juist. Mik daarom altijd op drie: behandel maximaal drie onderwerpen, geef drie krachtige argumenten, drie voorbeelden en als u toch sheets gebruikt: niet meer dan drie bullets per sheet. 6. Verzin oneliners Uw presentatie is al succesvol als uw toehoorders één aspect van uw presentatie oppikken en onthouden. Wees uw publiek daarbij behulpzaam en zorg voor oneliners (niet meer dan drie dus) die beklijven. Een oneliner is iets anders dan een motto. Een oneliner bevat in heel korte bewoordingen doch heel concreet uw belangrijkste boodschap, terwijl een motto vooral in algemene bewoordingen uw doelstelling weergeeft. Oneliners verzinnen is moeilijk. Een hulpmiddel kan zijn u zelf de ‘koppenmaker’ van een krant te wanen. Verzin de krantenkop boven uw betoog en voilà! Voorbeelden van oneliners zijn: ‘Met dit softwaresysteem gaan verkopers meer verkopen, marketeers meer in de markt zetten en controllers meer controllen’, ‘Elke dag die we wachten met de introductie van dit product laten we 100.000 Euro aan omzet lopen’ en ‘Met meer kinderopvangplaatsen investeert u niet alleen in tevreden medewerkers maar ook in tevreden kinderen’. Bij die laatste kan een sheet met een vrolijk kindergezichtje wel functioneel zijn trouwens. 7. Sheets: JA; Bullets: NEE In het eerste deel van Presenteren zonder plaatjes werd betoogd dat sheets (of nog erger: door beamers geprojecteerde powerpointplaten) de aandacht afleiden. Hoe vaak heeft u gehoord: ‘Ik heb nou toch een interessante sheetpresentatie gezien…’? Nooit waarschijnlijk. Uw toehoorders onthouden niet uw sheets, maar u. Dat betekent niet dat plaatjes geen effect hebben, integendeel. Maar alleen als ze uw verhaal versterken. Vermijd daarom tekstsheets, die leiden maar af. Gebruik waar nodig grafieken, situatieschetsen, een foto of een cartoon. Voor de rest zet u de apparatuur gewoon uit. Het gaat immers om uw verhaal. Denk aan de directeur die bij het begin van zijn presentatie een sheet op de overheadprojector legde met daarop ‘Dit is de laatste sheet’ (zie voorbeeld onder 3) 8. Wijk af Doe iets wat uw toehoorders niet verwachten. Laat de tafels verzetten, geef iedereen een 3D-bril, gebruik ‘geheimtaal’ in uw reader, introduceer een nieuwe term, maak iets kapot, film de reacties van uw toehoorders, zeg dat u er eigenlijk geen zin in hebt, geef een cadeautje weg. Wijk af en de aandacht is geheel en al op u gevestigd. Voorbeeld Een productmanager had voorafgaand aan een productintroductie een schijnwerper geplaatst op de deur, speelde spannende muziek af… maar in plaats van door de deur binnen te komen, bleek de man al in het publiek te zitten, precies aan de andere kant van de zaal. ‘Kan iemand de muziek en die schijnwerper uitzetten, dan kan ik aan mijn verhaal beginnen.’ Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
87
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
9. Vermijd discussies over individuele belangen Interactie tijdens een presentatie is goed. Maar vermijd dat toehoorders hun individuele belangen gaan verdedigen en vooral met elkaar gaan discussiëren. ‘Ja, maar kan het niet goedkoper?’ of ‘Kunnen we dit niet combineren met mijn lopende project?’ of nog erger: ‘Mijn afdeling doet al iets soortgelijks’. Het is verleidelijk en lijkt alleszins redelijk om tijdens of na een presentatie te gaan onderhandelen. Maar het is dom! Een one-to-many onderhandeling verliest u altijd. Vermijd dat soort discussies zorgvuldig en maak persoonlijke vervolgafspraken om tegemoet te komen aan individuele belangen. 10. Hanteer de standaard presentatieregels Deze stappen zijn niet bedoeld om bestaande ‘presentatiewetten’ te vervangen. Ze dienen alleen ter aanvulling. Aloude principes hebben niet aan waarde ingeboet: formuleer een heldere doelstelling, zorg voor een verhaal met kop, romp en staart, spreek in duidelijke en korte bewoordingen, vermijd details, presenteer niet alleen, maar communiceer en interacteer. En natuurlijk: kijk niet naar het beeldscherm, maar naar uw publiek. http://www.managementsite.nl/390/persoonlijke-effectiviteit/presenteren-zonder-plaatjesdeel-2.html Vragen 5. Kijk je na het lezen van dit artikel anders naar een PowerPoint Presentatie? Motiveer je antwoord. 6. Wat heb je geleerd van dit artikel?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
88
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B1 2.1 Presentatie en feedback Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om een presentatie van min. 5 en max. 10 min. te geven over een zelfgekozen onderwerp. Zelf zoeken in de literatuur of op internet. Met je coachgroepsleden en de docent. Evalueer ook de taaltaak: mondelinge taalvaardigheid. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Bereid je voor op een presentatie van min. 5 en max. 10 min. over een zelfgekozen onderwerp. Geeft 2 à 3 punten aan waarop je beoordeeld wilt worden. Geef de presentatie in de coachgroep. Twee coachgroepsleden geven feedback volgens de sandwich methode (positief, aandachtspunten (constructief), positief), op de vooraf aangegeven punten. De docent vult zo nodig aan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
89
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B B1 2.1 Presenteren van een foto Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om na een korte voorbereiding een korte presentatie te geven. Geef zo’n presentatie, dat je er zelf met plezier naar zou luisteren… Met je coachgroepsleden en de docent. Evalueer ook de taaltaak: mondelinge taalvaardigheid. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit De docent heeft een mapje met foto’s of kaarten. Zoek een foto uit die je aanspreekt en bereid je voor op een korte presentatie van maximaal 3 minuten. Presenteer de foto/kaart in de coachgroep. Evalueer de presentatie met je coachgroepsleden en de docent. Evalueer aan de hand van de volgende punten: 1. Spreek rustig 2. Spreek duidelijk 3. Kijk de groep aan 4. Bewaak de tijd Evalueer de presentatie door eerst zelf te vertellen: wat ging goed, wat kan de volgende keer beter? Evalueer vervolgens met je coachgroepsleden en de docent aan de hand van bovenstaande punten.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
90
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
1 2.1 Presentatie leerbedrijf Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om een presentatie van het eigen leerbedrijf te geven. Zelf zoeken in de literatuur of op internet. Met je coachgroepsleden en de docent. Evalueer ook de taaltaak: mondelinge taalvaardigheid. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Bereid je voor op een presentatie over het eigen leerbedrijf. Geeft 2 à 3 punten aan waarop je beoordeeld wilt worden. Geef de presentatie in de coachgroep. Twee coachgroepsleden geven feedback volgens de sandwich methode (positief, aandachtspunten (constructief), positief), op de vooraf aangegeven punten. De docent vult zo nodig aan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
91
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B1 2.1 Werving 1 Leerdoel Theorie Voorbereiding Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om aandachtspunten bij de werving van BBL-ers en stagiaires te benoemen. Zoek in de literatuur of op internet naar informatie over werving. Zorg voor de werving- en selectieprocedure voor stagiaires en/of BBL-ers uit de eigen instelling. Bespreek de antwoorden op de vragen met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan je docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren
Activiteit Beantwoord de onderstaande vragen en bespreek je antwoorden daarna met je coachgroepsleden.
1. Op welke manieren kun je nieuwe deelnemers voor de BBL of stagiaires werven? Bedenk minsten zes manieren. 2. Aan welke criteria dient de werving van nieuwe BBL-ers of stagiaires volgens jou te voldoen? 3. Op welke wijze zou de wervingsprocedure voortijdige uitval van deelnemers kunnen voorkomen? Motiveer je antwoord. 4. Hoe vindt de werving van nieuwe BBL-ers of stagiaires in je eigen instelling plaats? Zijn er verbeterpunten? Motiveer je antwoord. 5. Wat is jouw rol als praktijkopleider bij de werving van nieuwe deelnemers/stagiaires? Ben je hier tevreden over? Motiveer je antwoord. 6. Zijn er verbeterpunten voor de wervingsprocedure van je eigen instelling, zo ja welke?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
92
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B1 2.1 Werving 2 Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de werving van nieuwe BBL-ers of stagiaires vorm te geven. Werving- en selectieprocedure voor stagiaires en/of BBL-ers uit de eigen instelling. Vraag feedback op je product aan coachgroepsleden en de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren
Activiteit Ontwerp met je coachgroepsleden een advertentie, een flyer, een poster, een filmpje of kies een andere vorm om deelnemers of stagiaires te werven voor de eigen instelling
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
93
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B2 2.1 Discussiëren Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om een actieve bijdrage te leveren aan een beroepsinhoudelijke discussie. Vind je in je studieboeken Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Bestudeer de theorie. Plan een discussie met je coachgroepsleden. Stel een discussieleider aan en wissel tijdens de discussie van rol. Discussieer met elkaar aan de hand van de onderstaande stelling of bedenk zelf stellingen die te maken hebben met de beroepsinhoud. Stellingen: Een praktijkopleider kan op fulltime basis 25 deelnemers begeleiden. Een parttimer naar rato. Op een afdeling waar onderbezetting is, moeten leerlingen worden overgeplaatst als de (werk)begeleiding onvoldoende is Een deelnemer met een onvoldoende stagebeoordeling hoeft dat op de nieuwe stageplek niet te vertellen. Daardoor raken werkbegeleiders maar bevooroordeeld. Iedere beroepsbeoefenaar kan werkbegeleider zijn. Dat is een onderdeel van het vak. Een praktijkopleider bewaakt het leerproces van de deelnemer en hoeft dus niet de inhoud van het beroep te kennen Deelnemers die competentiegericht zijn opgeleid hebben na de opleiding minder kennis dan traditioneel opgeleide deelnemers
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
94
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B2 2.1 Intervisie Leerdoel Theorie
Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om een actieve bijdrage te leveren aan een intervisie bijeenkomst. Vind je in je studieboeken Evt. Jeroen Hendriksen, Intervisie bij werkproblemen. Nelissen, Baarn, 2005 Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Bestudeer de theorie. Zet voor- en nadelen van de verschillende intervisie methoden op een rij. Organiseer een intervisie bijeenkomst met je coachgroepsleden. Kies met elkaar een intervisie methode. Houd een intervisie bijeenkomst Je kunt desgewenst een volgende intervisie bijeenkomst houden en een andere methode gebruiken.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
95
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B2 2.1 Selecteren van deelnemers, theorie Leerdoel Theorie Voorbereiding Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de theorie over het selecteren van deelnemers in eigen worden weer te geven. Vind je in je studieboeken Zorg voor de werving- en selectieprocedure voor stagiaires en/of BBL-ers uit de eigen instelling. Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren
Activiteit Bestudeer de theorie. Stel met je coachgroepsleden selectiecriteria op voor BBL-ers of stagiaires. Maak onderscheid tussen objectieve en subjectieve criteria. Beschrijf de rol van de praktijkopleider bij de selectie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
96
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B2 2.1 Selectie van sollicitatiebrieven Leerdoel
Theorie Voorbereiding Evaluatie
Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om een selectie van stagiaires/BBL deelnemers te maken uit voorbeeldbrieven op basis van vooraf opgestelde criteria. Vind je in je studieboeken Zorg voor de werving- en selectieprocedure voor stagiaires en/of BBL-ers uit de eigen instelling. Evalueer de gemaakte keuzes met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. Evalueer ook de taaltaak: mondelinge taalvaardigheid. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren.
Activiteit Stel met je coachgroepsleden selectiecriteria op voor BBL-ers of stagiaires. Maak onderscheid tussen objectieve en subjectieve criteria. Vraag voorbeeldbrieven aan de docent. Beoordeel de brieven aan de hand van de criteria en bepaal welke deelnemers/stagiaires wel en welke niet worden aangenomen. Motiveer je keuze mondeling. Evalueer de keuzes met je coachgroepsleden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
97
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B3 2.2 Introductiegesprek Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om in een simulatie een introductiegesprek te voeren met een deelnemer. Vind je in je studieboeken Evalueer het de simulatie met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. I. Presenteren Q. Plannen en organiseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Activiteit Voer in een simulatie een introductiegesprek met een deelnemer. Schrijf een casus over de introductie van een nieuwe deelnemer (BOL of BBL). Beschrijf de rollen van deelnemer en werkbegeleider. Stel van te voren criteria op waaraan het gesprek dient te voldoen. In de simulatie nemen twee coachgroepsleden de rol van deelnemer en werkbegeleider op zich, zelf heb je de rol van praktijkopleider. Indien mogelijk wordt de simulatie geobserveerd door coachgroepsleden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
98
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B3 2.2 Introductieplan Leerdoel
Theorie Voorbereiding Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om te beargumenteren of het introductieplan van de eigen instelling voldoet aan de voorwaarden of dat het moet worden bijgesteld. Vind je in je studieboeken Zorg voor het introductieplan van de eigen instelling. Met de coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. I. Presenteren Q. Plannen en organiseren
Activiteit Lees de theorie door. Zoek verdere informatie op internet of in de literatuur. Bekijk met je coachgroepsleden of het introductieplan van jullie eigen instelling voldoet aan de voorwaarden zoals beschreven in de literatuur. Stel met elkaar het ideale introductieplan op.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
99
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B4 2.5 Beoordelen objectiviteit Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan aan de hand van beweringen zijn eigen objectiviteit beoordelen. Vind je in je studieboeken Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent F. Ethisch en integer handelen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees de 26 beweringen door en zet een rondje om de bewering die bij jou past en beantwoord daarna de twee vragen aan het eind. Een beoordelingsgesprek bestaat uit een aantal onderdelen. Tijdens het gesprek gebruikt je als houvast een beoordelingsformulier. Je kunt ook de functie- en taakomschrijving van de leerling en eventueel het verslag van het vorige beoordelingsgesprek bij de hand houden. Om tot een objectieve beoordeling te komen zijn tevens je waarneming en observaties met de daarbij behorende interpretaties cruciaal. Vragen als “Kan ik de attitude wel beoordelen?” of “Hoe beoordelen we zo objectief mogelijk?“ passeren regelmatig de revue. Jan Van Haaren, Agogische gespreksvoering heeft de onderstaande lijst gemaakt met 26 beweringen in zijn boek. 1. Zeg ik hoe ik het vind te beoordelen 2. Stel ik me autoritair op 3. Ben ik erg functioneel 4. Weet ik wat ik te zeggen heb 5. Overdonder ik anderen 6. Duld ik geen tegenspraak 7. Luister ik slecht 8. Praat ik erg druk 9. Heb ik geen aandacht voor de andere persoon 10. Voel ik mij zelden competent 11. Doe ik alle moeite de scherpe kanten te verzachten 12. Blijf ik zelden zakelijk 13. Let ik sterk op gevoelens van anderen 14. Ga ik de confrontatie niet uit de weg 15. Ben ik hard 16. Houd ik zonder meer vast aan de “richtlijnen” 17. Voel ik me erg ontspannen 18. Zoek ik houvast bij een ander 19. Heb ik duidelijke criteria 20. Houd ik hele verhalen 21. Stel ik orde op zaken 22. Houd ik afstand 23. Heb ik geen kijk op wat het voor de ander betekent op deze wijze door mij beoordeeld te worden 24. Vraag ik naar de verwachtingen van de ander 25. Vraag ik hoe de ander zichzelf beoordeelt 26. Schuif ik de verantwoordelijkheid van me af Vragen: 1. Wat valt je op als je naar jouw scores kijkt bij de bovenstaande lijst? 2. Wat zou je willen veranderen? Beargumenteer je keuze.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
100
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B4 2.5 Beoordelingsinstrument beoordelen Leerdoel Voorbereiding Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding kan een beoordelingsinstrument onderzoeken, beoordelen en bijstellen. Zorg voor het beoordelingsinstrument uit de eigen instelling of van de opleidingsschool. Vind je in je studieboeken Evalueer de opdracht met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen N. Onderzoeken Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen en verhoudingen
Activiteit Vergelijk in de coachgroep de verschillende beoordelingsinstrumenten. Beoordeel de beoordelingsinstrumenten met behulp van de criteria die in de literatuur worden genoemd. Doe voorstellen voor het aanpassen van het beoordelingsinstrument.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
101
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B4 2.5 Beoordelingsgesprek voeren Leerdoel
De praktijkopleider in opleiding kan in een simulatie gespreksmethoden toepassen tijdens een beoordelingsgesprek. Vind je in je studieboeken Evalueer de opdracht met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. Evalueer ook de taaltaak schrijfvaardigheid. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen N. Onderzoeken T. Instructies en procedures opvolgen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren
Theorie Evaluatie
Competenties
Taaltaak
Activiteit Ga met behulp van de theorie twee gespreksmethoden oefenen in de coachgroep. Schrijf hierna een verslag over je beoordelingsgesprek waarbij je de opgedane theorie meeneemt. Kies een relevante praktijkcasus en ga met de studenten uit de coachgroep het beoordelingsgesprek voeren. Verdeel de rollen en kijk of er iemand het gesprek kan observeren a.d.h.v. van te voren opgestelde gesprekscriteria. Rolverdeling: Leerling Werkbegeleider Praktijkopleider Observant
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
102
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B4 2.5 Conflicthantering, test Leerdoel Theorie Voorbereiding Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat de eigen conflicthanteringsstijl te herkennen en te benoemen. Vind je in je studieboeken Ga naar www.123test.nl/conflict Evalueer de opdracht met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen N. Onderzoeken T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Voer de conflicthanteringsstijlentest uit Beantwoord de onderstaande vragen. Vragen 1. Omschrijf wat jij onder een conflict verstaat en geef je eigen visie op conflicten. 2. Beschrijf een conflict dat jij in je werk (of daarbuiten) hebt meegemaakt. Welke rol speelde je daar zelf in? 3. Welk soort conflicthanteringsstijlen zijn er? 4. Wat is jouw conflicthanteringsstijl? Klopt dat met de uitkomst van de test? 5. Ben je tevreden over je conflicthanteringsstijl? Motiveer je antwoord.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
103
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B5 2.3 Persoonlijke leerdoelen formuleren Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om aan de hand van een casus te beschrijven hoe een deelnemer wordt begeleid bij het formuleren van persoonlijke leerdoelen Vind je in je studieboeken Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen en verbanden
Activiteit Beschrijf een casus uit de eigen praktijk, van een deelnemer die aandachtspunten en leerdoelen heeft meegekregen uit een vorige stage. Beschrijf hoe je de deelnemer gaat begeleiden bij het opstellen van persoonlijke leerdoelen. Formuleer tenslotte zelf de persoonlijke leerdoelen van de deelnemer. Zorg daarbij dat de doelen realistisch en haalbaar zijn en geformuleerd in termen van concreet waarneembaar gedrag.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
104
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B5 2.3 Opstellen individueel leerplan Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om aan de hand van een casus te beschrijven hoe een individueel leerplan wordt opgesteld. Vind je in je studieboeken Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen en verbanden
Activiteit Stel een individueel leerplan op aan de hand van een eigen casus uit de praktijk. Zorg dat het leerplan passende leerdoelen en leersituaties bevat en dat het haalbaar is en uitvoerbaar.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
105
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B5 2.4 Begeleidingsstijlen Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om te verwoorden wat het belang is van verschillende begeleidingsstijlen en te motiveren in welke situatie, welke begeleidingsstijl effectief is Vind je in je studieboeken Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de ”klant” richten
Activiteit Lees de theorie door. Bedenk, samen met je coachgroepsleden, welke begeleidingsstijl in welke situatie effectief is. Geef daarbij een voorbeeld uit de praktijk. Traditionele indeling: Autocratisch begeleiden Democratisch begeleiden Laissez-faire begeleiden Indeling Ohio State University: Instrumenteel begeleiden Ondersteunend begeleiden Participerend begeleiden Flexibel begeleiden Managerial grid van Blake en Mouton: 1.1 stijl: impoverished 1.9 stijl: country club management 9.1 stijl: task 5.5 stijl: middle of the road 9.9 stijl: team Model van Hersey en Blanchard: S1 instrueren (telling) S2 overtuigen (selling) S3 overleggen (participating) S4 delegeren (delegating)
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
106
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B5 2.4 Culturele diversiteit Leerdoel
Theorie
Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de theorie van David Pinto over culturele diversiteit in eigen woorden weer te geven. Zoek op internet naar informatie of lees het boek: De wereld volgens Pinto door Prof. Dr. David Pinto, Karakter uitgevers, Uithoorn, 2004 Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de ”klant” richten
Activiteit Lees de theorie door. Bespreek de theorie van David Pinto met je coachgroepsleden. Wat kun je hiervan leren voor de begeleiding van deelnemers met een andere culturele achtergrond dan die van jezelf? Samenvatting van de theorie van David Pinto Culturen kunnen sterk van elkaar verschillen. Als enkele zeer verschillende culturen met elkaar in aanraking komen, zoals bijvoorbeeld in een multiculturele samenleving het geval is, dan kan dit leidden tot verrijking, maar ook tot conflicten, onbegrip en zelfs vijandschap. Pinto maakte onderscheid tussen F- en G-culturen, en bracht daarmee de meest essentiële onderscheidingsfactoren in kaart. De F-cultuur: fijnmazig De F-cultuur wordt gekenmerkt door een fijnmazig systeem van normen en waarden. De mate van structuur is groot en er bestaan veel vastgestelde regels voor wat wenselijk en onwenselijk gedrag is. In een fijnmazige cultuur hoeft men weinig persoonlijke afwegingen te maken; veel stappen die men neemt lijken niet meer dan logisch en bevinden zich in de lijn der verwachtingen. De G-cultuur: grofmazig In een grofmazige cultuur zijn normen en waarden, goed en kwaad, niet heel duidelijk omschreven. Veel dingen moet men zelf uitvinden en in veel gevallen dient men zich zelf een mening te vormen over wat wenselijk en onwenselijk is. Afwijken van de gebaande wegen wordt (in zekere mate) gewaardeerd De F-cultuur: collectivitisch Een lid van een F-cultuur zal zijn eigen positie primair bezien vanuit de groep waarvan hij deel uitmaakt. Zijn gedrag is gericht op het beschermen van de groepsreputatie en het zich conformeren aan de normen, opvattingen en verwachtingen die leven in de groep. Hij is loyaal en zal conflicten vermijden als dit de goede verhoudingen verstoort of schaadt. Dit brengt met zich mee dat hij niet altijd direct zal zeggen wat hij ergens van denkt of vindt. De G-cultuur: individualistisch Een lid van een G-cultuur zal zichzelf hoogst waarschijnlijk in de eerste plaats als een individu beschouwen. De groep waar hij deel van uitmaakt maakt meer deel uit van de achterhoede. Bij het denken, redeneren en communiceren gaat hij meer van zichzelf uit dan van de groep: wat is zijn mening, wat wil hij zelf graag? Hij is gewend om dit duidelijk en direct onder woorden te brengen en verwacht dit dikwijls ook van anderen. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
107
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Behoeftenpiramide van Maslov Kenmerkend voor de G-cultuur
Opleiding Praktijkopleider
Behoeftenpiramide volgens Pinto Kenmerkend voor de F-cultuur
De M-(mixed) structuur Tussen de F- en de G-structuren onderkent Pinto een M-(mixed) structuur. Naast OostEuropa en de tweede generatie immigranten valt hieronder het Caribische gebied, waar de positie van de vrouw onder Creolen en Antillianen een bijzondere is (vanwege de concubinaat-cultuur). Communicatieproblemen Communicatieproblemen kunnen zich voordoen wanneer de opvattingen, verwachtingen, normen en waarden die mensen hebben, sterk van elkaar verschillen. De driestappenmethode (DSM) voor het overbruggen van verschillen Stap 1: leer je eigen normen en waarden kennen. Stap 2: leer de (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander kennen. Stap 3: bepaal hoe je in de gegeven situatie met deze verschillen omgaat. Hoe om te gaan met cultuurverschillen? Als je veel te maken hebt met mensen uit andere culturen, is het van belang om je te verdiepen in het soort cultuur waaruit de persoon afkomstig is. Als je erin slaagt om de cultuur beter te begrijpen, zul je in staat zijn om veel gedrag dat je bij de ander ziet te plaatsen en je verwachtingen bij te stellen of aan te passen. Enkele tips: Vermijd dat iemand ten overstaan van anderen gezichtsverlies lijdt. Wil je iemand aanspreken, doe dit dan uitsluitend onder vier ogen. Ga uit van een goede relatie als basis. Wees bereid de eigen cultuur af en toe door de ogen van een buitenstaander te bekijken. Het zal dan snel duidelijk worden dat geen enkele cultuur volmaakt of volstrekt logisch is, helaas: ook de jouwe niet. Een beetje humor, vriendelijkheid en openheid in de omgang met anderen kunnen heel ontwapenend werken. Tot slot: het is niet altijd zo belangrijk om overal een mening over te hebben. Soms kan het belangrijker zijn om die eventjes te parkeren, en oprechte interesse in een ander te hebben en naar hem te luisteren. Neem er de tijd voor. Wellicht zul je dan verborgen werelden ontdekken waarvan je het bestaan nog nooit had vermoed!
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
108
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B5 2.4 Motivatie en faalangst Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de theorie over motivatie en faalangst in eigen woorden weer te geven. Vind je in je studieboeken Speel de casus uit met je coachgroepsleden en evalueer na afloop. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de ”klant” richten
Activiteit Lees de theorie door. Beantwoord de onderstaande vragen.
Vragen 1. Wat motiveert jou om deze opleiding te volgen? 2. Welke krachten belemmeren je bij het volgen van deze opleiding? 3. Wat is faalangst? Welke soorten faalangst zijn er te onderscheiden? 4. Welke aspecten zijn van belang bij het begeleiden van een deelnemer met faalangst? 5. Beschrijf kort een situatie met een faalangstige deelnemer. Speel de casus na in een rollenspel met je coachgroepsleden. 6. Maak de faalangsttest. Herken je jezelf in de uitkomst? Faalangsttest Doe deze test en je weet of je last hebt van faalangst. Geef aan hoe het echt is, niet hoe je zou willen dat het is. Kruis aan waar jij last van hebt: □ Ik heb last van uitstelgedrag tijdens de voorbereidingsfase □ Ik denk altijd van te voren dat het weer mis zal gaan □ Tijdens de voorbereidingen krijg ik last van hoofdpijn of maagpijn □ Ik denk iedere keer weer van te voren dat het weer mis zal gaan □ Ik heb last van doemscenario’s die door mijn hoofd blijven spoken □ De avond voordat ik moet presteren kan ik niet slapen □ Voordat ik moet presteren lukt het mij bijna niet om nog iets te eten □ Ik heb last van maag- en/of buikpijn voordat ik moet presteren □ Het lukt mij niet om helder te denken op het moment dat ik moet presteren □ Het lukt mij niet om te presteren op mijn echte niveau □ Het is moeilijk voor mij om een compliment in ontvangst te nemen □ Ik voel me onzeker over mezelf □ Het is niets voor mij om voor een groep een verhaal te houden □ Ik kan er niet tegen als iemand kritiek op mij heeft □ Ik ben er erg mee bezig hoe anderen mij beoordelen □ Mislukkingen betrek ik op mijzelf
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
109
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Faalangsttest uitslag Tel nu op hoe vaak je een vinkje hebt gezet en bekijk hieronder wat de uitslag van je test is. 0 - 3 punten Je hebt geen last van angst om te falen. Het kan zijn dat je een gespannen gevoel hebt voordat je moet presteren. Gebruik deze spanning om beter te presteren 4 – 7 punten De spanning kan bij jou behoorlijk oplopen. Het kan zijn dat je een lichte vorm van faalangst hebt. Mocht je iets aan angst willen doen, kijk dan op internet voor tips over omgaan met faalangst: www.zonderfaalangst.nl www.morpheus-emotionele-bevrijding.com/faalangst-1.html 8 – 16 punten Je hebt behoorlijk last van faalangst. In de regel presteer je onder je kunnen. Zoek hulp zodat jij je angst om te falen kunt verhelpen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
110
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak B praktijk Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Naam praktijkopleider in opleiding:
Planning B1 B2 B1 B2 2.1
Presentatie van het leerbedrijf Advies (min. 1) Selectie en aanname van deelnemers (taaltaak)
B3 B3 2.2
Introductieplan (min. 1) Introductie van deelnemers (taaltaak)
B4 B4 2.5
Beoordelingsgesprek (min. 1) Beoordelen van deelnemers (taal- en rekentaak)
B5 B5 2.3
Coachingstraject bij leerplan (min. 1) Individueel leerplan (taal- en rekentaak)
B5 2.4
Leertraject (taaltaak)
Afgerond op
Akkoord begeleider praktijk
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
111
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
112
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B1 B2 2.1 Praktijk Selectie en aanname van deelnemers Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om een gefundeerd advies met betrekking to het aannemen van deelnemers te geven. De praktijkopleider in opleiding is in staat om de potentiële deelnemers een goede indruk te geven van het leerbedrijf. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Je levert een bijdrage aan de selectie en aanname van deelnemers. Daarbij betrek je de afspraken in de organisatie en de afspraken met de onderwijsinstelling. Je voert hiervoor kennismakingsgesprekken, waarbij je iedere potentiële deelnemer objectief beoordeelt en het leerbedrijf presenteert. Je bereidt de kennismakingsgesprekken zorgvuldig voor op basis van de gegevens van de potentiële deelnemer(s) en het BPV-beleid van de organisatie. Ten slotte formuleer je een advies naar de coördinator/directie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
113
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B3 2.2 Praktijk Introductie deelnemers Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om het leerbedrijf op adequate wijze te introduceren in het introductiegesprek. De praktijkopleider in opleiding is in staat om de deelnemers door de introductieactiviteiten uit het introductieplan snel wegwijs te maken in de organisatie. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. I. Presenteren Q. Plannen en organiseren. Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Activiteit Je voert introductiegesprekken waarin je o.a. het leerbedrijf en het BPV-plan op adequate wijze presenteert. Je ontwikkelt voor de deelnemers een introductieplan, hierin formuleer je doelstellingen en plan je introductieactiviteiten. Je voert dit plan uit of je delegeert de uitvoering aan de werkbegeleiders. Je introduceert de deelnemer bij de medewerkers van de afdeling/organisatie waarmee de deelnemer direct of indirect te maken heeft.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
114
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B4 2.5 Praktijk Beoordelen van deelnemers Leerdoel
Theorie Evaluatie
Competenties
Taaltaak
Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om beoordelingsactiviteiten volgens geldende afspraken en procedures uit te voeren en de beoordelingsgegevens te registreren. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. Evalueer ook de taaltaken: leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en taalverzorging. Evalueer ook de rekentaak: getallen en verhoudingen. E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen N. Onderzoeken T. Instructies en procedures opvolgen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen en verhoudingen
Activiteit Je voert ontwikkelingsgerichte (formatieve) en examinerende (summatieve) beoordelingsactiviteiten uit. Je verzamelt en registreert beoordelingsgegevens. Je beoordeelt de competenties van deelnemers met behulp van instrumenten en/of methodieken. Aan de prestaties van de deelnemer ken je een waardeoordeel toe. Je houdt de beoordelingsgegevens bij en je gaat hier vertrouwelijk mee om. Je draagt je bevindingen zowel mondeling als schriftelijk effectief over. Je voert voortgangs- en/of beoordelingsgesprekken met deelnemers en bepaalt afhankelijk van gemaakte afspraken - de (eind)beoordeling, al dan niet in overleg met de onderwijsinstelling. Je bespreekt het verloop en resultaat van het individuele leertraject met de onderwijsinstelling.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
115
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B5 2.3 Praktijk Individueel leerplan Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de deelnemer te ondersteunen en te adviseren bij het opstellen van het individuele leerplan. Het individuele leerplan bevat passende doelen en leersituaties en het is haalbaar en uitvoerbaar. Vind je in je studieboeken. Evalueer met je begeleider in de praktijk. C. Begeleiden R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten. Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen en verbanden
Activiteit Je adviseert en ondersteunt de deelnemer bij het opstellen van het individuele leerplan. Je informeert de deelnemer over de (on)mogelijkheden in de organisatie en betrekt hierbij de eisen van de onderwijsinstelling. Je helpt de deelnemer bij het formuleren van passende leerdoelen. Je zorgt voor differentiatie in de leersituaties. Je beoordeelt het opgestelde individuele leerplan op haalbaarheid en uitvoerbaarheid.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
116
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
B5 2.4 Praktijk Leertraject Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de deelnemer te ondersteunen in het leertraject, waarbij de praktijkopleider in opleiding de voortgang van het leerproces en de leerprestaties bewaakt en vastlegt. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Activiteit Je ondersteunt het leertraject van de deelnemer. Je stemt de begeleiding af op de wensen en behoeften van de deelnemer, de eisen die aan de deelnemer worden gesteld en de leerstijl en beginsituatie van de deelnemer. Je ondersteunt de deelnemer bij het plannen en organiseren van de persoonlijke ontwikkeling binnen het leertraject en je bewaakt de voortgang van het leerproces en de leerprestaties in relatie tot de kwalificatie en/of leerdoelen. Je voert individuele en groepsgerichte begeleidingsgesprekken met de deelnemers en nodigt hen uit tot reflectie. Je houdt de voortgang en de wijzigingen bij.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
117
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
118
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak C
Opleiding Praktijkopleider
Beginnend niveau
Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken
Je voert een coachgesprek met een werkbegeleider in een simulatie op school
In een simulatie op school voer je een coachingsgesprek met een werkbegeleider aan de hand van een zelf opgestelde casus uit de praktijk. In de casus beschrijf je kort hoe de BPV-taken zijn verdeeld onder de werkbegeleiders. In de casus staat een probleem centraal dat te maken heeft met de BPV-taken van de werkbegeleider. Je beschrijft in de casus de rol van de werkbegeleider. Je legt de casus voorafgaand aan de simulatie ter goedkeuring voor aan de SLB. Een medestudent neemt de rol van werkbegeleider op zich, deze krijgt vooraf de gelegenheid om de casus te lezen. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je laat in de simulatie zien hoe je de deskundigheid van de werkbegeleider bevordert. Je beschrijft hoe je de BPV-taken verdeelt onder de werkbegeleiders. Je laat in de simulatie zien hoe je de werkbegeleider coacht in de begeleiding en beoordeling van de deelnemer(s). Na afloop van de simulatie krijg je feedback van je SLB en coachgroepsleden. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door twee coachgroepsleden. Lever de volgende materialen in bij de SLB: De casus Het reflectieverslag De beoordeling van je reflectieverslag door twee coachgroepsleden Het beoordelingsformulier bij de beroepsopdracht De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je SLB.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
119
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
120
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak C Beginnend niveau 3.1 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders (I. K.)
Opleiding: Praktijkopleider
Niveau: Beginner
Feedback
3.2 Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders (B. E.) 3.3 Coacht werkbegeleiders (C. D. R.)
Argumentatie feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam begeleider:
Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
121
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
122
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Beginner Beroepsproducten Werkprocessen C1 Coachingstraject (voor 3.2, 3.3 werkbegeleiders) C2 Workshop (ten behoeve van 3.1 deskundigheidsbevordering) Competenties: B. C. D. E. I. K. R.
Competenties in de werkprocessen B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Prestatie-indicatoren op beginnerniveau Beschrijft hoe de BPV-taken worden verdeeld en hoe taken worden overgedragen aan werkbegeleiders, daarbij rekening houdend met de kwaliteit van werkbegeleiders. Laat (in de simulatie) de werkbegeleider reflecteren op haar/zijn begeleiding en beoordeling van de deelnemer en geeft de werkbegeleider constructieve feedback. Toont (in de simulatie) belangstelling voor de ervaringen in de begeleiding van de deelnemer van de werkbegeleider. Beschrijft hoe BPV-taken met betrokken leidinggevenden worden afgestemd. Informeert de werkbegeleider (in de simulatie) en geeft instructies op diverse aspecten van begeleiding en beoordeling van de deelnemer. Toont (in de simulatie) eigen inzichten en vaardigheden in het begeleiden en beoordelen van deelnemers en brengt expertise op begrijpelijke wijze over aan de werkbegeleider. Stemt coaching (in de simulatie) af op de wensen, behoeften en beginsituatie van de werkbegeleider.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
123
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
124
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak C
Opleiding Praktijkopleider
Startbekwaam niveau
Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken
Je ondersteunt twee tot vier werkbegeleiders bij hun BPV-taken
Je gaat twee tot vier werkbegeleiders ondersteunen bij hun BPV-taken gedurende drie maanden. In overleg met de betrokken leidinggevenden verdeel je de BPV-taken. Je coacht de werkbegeleiders en je bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders. Je verdeelt, in overleg met de betrokken leidinggevenden, de BPV-taken onder de werkbegeleiders Je coacht de werkbegeleiders in de begeleiding en beoordeling van hun deelnemers. Na afloop van deze periode schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door je begeleider in de praktijk. De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je begeleider in de praktijk.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
125
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
126
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam Niveau 3.1 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders (I. K.)
Opleiding: Praktijkopleider
Niveau: Startbekwaam
Feedback
3.2 Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders (B. E.) 3.3 Coacht werkbegeleiders (C. D. R.)
Argumentatie feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam begeleider:
Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
127
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
128
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen C1 Coachingstraject (voor 3.2, 3.3 werkbegeleiders) C2 Workshop (ten behoeve van 3.1 deskundigheidsbevordering) Competenties: B. C. D. E. I. K. R.
Competenties in de werkprocessen B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen
R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Prestatie-indicatoren Verdeelt de BPV-taken en draagt taken over aan werkbegeleiders, daarbij rekening houdend met de kwaliteit van werkbegeleiders. Laat werkbegeleiders reflecteren op hun begeleiding en beoordeling van deelnemers en geeft werkbegeleiders constructieve feedback. Toont belangstelling voor de ervaringen in de begeleiding van deelnemers van de werkbegeleiders. Stemt BPV-taken met betrokken leidinggevenden af, zodat deze inzicht krijgen in welke taken aan welke werkbegeleider gedelegeerd kunnen worden. Informeert de werkbegeleider en geeft instructies op diverse aspecten van begeleiding en beoordeling van deelnemers. Toont eigen inzichten en vaardigheden in het begeleiden en beoordelen van deelnemers en brengt expertise op begrijpelijke wijze over aan werkbegeleiders. Houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over. Stemt coaching af op de wensen, behoeften en beginsituatie van de werkbegeleider.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
129
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
130
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C school Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Naam praktijkopleider in opleiding:
C1 C1 3.2
Planning Coachingstraject (voor werkbegeleiders) (min. 6) Intervisie
Afgerond op
C1 3.2
Intervisie RET methode (taal- en rekentaak)
C1 3.3
Coaching oriëntatie
C1 3.3
Competentiescan coach
C1 3.3
Coaching interventies
C1 3.3
Coaching methodiek
C1 3.3
Coachen werkbegeleiders 1 (taaltaak)
C1 3.3
Coachen werkbegeleiders 2
C1 3.3
Coachgesprek (taaltaak)
C1 3.3
Situationeel coachen
C1 3.3
Groepsdynamica 1
C1 3.3
Groepsdynamica 2
C1 3.3
Groepsdynamica 3
C2 C2 3.1
Workshop (ten behoeve van deskundigheidsbevordering) (min. 3) 360 graden feedback (taaltaak)
C2 3.1
Feedback 1
C2 3.1
Feedback 2 Johari venster
C2 3.1
Feedback 3
C2 3.1
Feedback 4 Ik boodschap Akkoord SLB
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
131
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
132
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.2 Intervisie Leerdoel
Theorie
Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleider kan verwoorden wat intervisie is en dit toepassen in een gekozen praktijksituatie. Vind je in je studieboeken Jeroen Hendriksen ( 2000 ).Intervisie bij werkproblemen. Nelissen, Baarn. Piet Hoogeveen en Jos Winkels ( 2004 ).Het didactisch werkvormen boek. Van Gorcum, Assen (aanbevolen literatuur) Bespreek met elkaar de ervaringen m.b.t. intervisie en formuleer voor jezelf een leerdoel. B. Aansturen E. Samenwerken en overleggen
Activiteit Maak samen met de coachgroep de onderstaande opdrachten. Intervisie is een methode waarbij je samen met collega’s of deelnemers op zoek gaat naar oplossingen om beter te worden in je werk. Intervisie vindt meestal plaats op regelmatige basis in dezelfde groep, waarbij een “trainer” de groep begeleidt. De trainer kan dus ook een praktijkopleider zijn die een groep deelnemers begeleidt. Tijdens de intervisie worden problemen besproken die arbeidsgerelateerd zijn. Intervisie vindt via een vooraf bepaalde structuur plaats. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden. In deze activiteit ga je kijken wat intervisie inhoudt, welke methoden er zijn met zijn voor – en nadelen. Je bestudeert de fasen van intervisie en wordt bewust van je eigen valkuilen die tijdens intervisie zouden kunnen plaats vinden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Schrijf zoveel mogelijk woorden op waaraan jij denkt bij het begrip intervisie. Zoek naar verschillende methoden van intervisie. Beschrijf deze uitgebreid. Benoem overeenkomsten en verschillen. Voor welke situaties in jouw beroep is intervisie geschikt? Motiveer je antwoord. Wat zijn voor jou voorwaarden voor intervisie? Komen deze overeen met de literatuur? Welk soort vragen stel je bij intervisie? Met welk doel? Wat zijn valkuilen bij intervisie? Wat zijn jouw valkuilen bij intervisie? Schrijf een voorstel voor het invoeren van intervisie op jouw werk, gebruik daarbij de woorden die je bij vraag 1 hebt gebruikt, in combinatie met de literatuur. Beschrijf een recente werksituatie en kies met de coachgroep één praktijksituatie uit om intervisie toe te passen volgende een gekozen methodiek.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
133
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.2 Intervisie RET methode Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding kan een groep werkbegeleiders begeleiden tijdens een intervisie bijeenkomst. Vind je in je studieboeken Bespreek de intervisie met de coachgroep na. B. Aansturen E. Samenwerken en overleggen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen en verbanden
Activiteit Lees onderstaande theorie en maak activiteit 1 en 2 zelfstandig kies een praktijksituatie uit met de coachgroep die je met elkaar volgend de RET uitwerkt. Een van jullie is de praktijkopleider die de intervisie leidt. De grondlegger van de RET methode is Dr. Albert Ellis, een Amerikaanse psycholoog. De RET staat voor Rational Emotive Therapy, die later werd uitgewerkt tot trainingen, vooral in het bedrijfsleven, onder de naam Rationele Effectiviteits Training. Ellis legde bij dit model vooral de nadruk op het denken en het geven van betekenissen die je overkomt. (denken versus gevoelens). De theorie achter de RET gaat er van uit dat je manier van denken en fantaseren bepaalt hoe jij je voelt en gedraagt. Om de RET goed te kunnen begrijpen is het belangrijk een onderscheid te maken tussen waarneming, interpretatie en evaluatie. Waarneming is het beschrijven wat je werkelijk waarneemt zonder allerlei gedachten. Interpretatie is het geven van een betekenis aan je waarneming. Deze betekenis kan juist of onjuist zijn. Evaluatie wordt toegekend aan een waarneming. Deze gedachten over de gebeurtenis geven een emotionele lading aan de dingen die we meemaken. De RET theorie is in een eenvoudig schema te beschrijven, het zgn. ABC schema: Het A – B – C is de basis van de RET A Activating Situatie B Beliefs Gedachten C Consequences Gedrag en / of emotie De ABC methode van Ellis bestaat uit 8 stappen, welke je in de opdrachten gaat uitvoeren. Stap 1 Beschrijf de situatie Stap 2 Beschrijf je gevoelens en gedrag Stap 3 Beschrijf je gedachten Stap 4 Beschrijf gewenst gedrag Stap 5 Daag ineffectieve gedachten uit Stap 6 Vervang je ineffectieve gedachten door effectieve gedachten Stap 7 Check of het werkt Stap 8 oefenen, oefenen, oefenen. In de bijbehorende activiteit ga je op zoek naar informatie over de RET theorie, verklaar je hoe jij hier tegen aan kijkt en of geef je argumenten waarom je de RET zou gebruiken bij deelnemers. Tevens kijk je naar de Nederlandse vertaling van de ABC methode en tot slot beschrijf je een eigen ervaring volgens het RET model.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
134
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Activiteit 1 1. Zoek in verschillende literatuur naar informatie over het RET model. 2. Wat zijn de doelen van de RET methode? 3. Zou je de RET bij deelnemers toepassen? Motiveer je antwoord. 4. Naar aanleiding van de ABC van Ellis heeft Bartelds de 5 G’s geformuleerd. Dit is een Nederlandse versie van de ABC methode. Wat zijn deze 5 G’s? Activiteit 2 In deze opdracht ga je een situatie volgens de RET beschrijven. Neem een gebeurtenis die je recentelijk hebt meegemaakt met een deelnemer. Stap 1. Beschrijf de A, de gebeurtenis of situatie die bij jou een ongewenst gevoel en / of gedrag oproept. ( doe dit feitelijk en helder, zonder waardeoordeel) Stap 2. Beschrijf de C. Wat is het ongewenste, niet productieve, gevoel en het daarmee samenhangende gedrag? ( wat waren je gevoelens en je gedrag?) Stap 3. Wat is de B? Wat zijn de gedachten waardoor C werd veroorzaakt? Beschrijf je interpretaties, maar vooral de evaluaties. Stap 4. Formuleer de gewenste C, dus het gewenste gedrag. Hoe wil jij je voelen als deze situatie zich weer voordoet? Hoe wil jij je dan gedragen? Gewenst gevoel? Gewenst gedrag? Stap 5. Daag de irrationele gedachten uit en stel ze ter discussie. Maak kanttekeningen bij je eigen gedachten, zodoende zijn ze niet meer logisch. Stap 6. Formuleer rationele gedachten en vervang de irrationele gedachten die je onder B hebt benoemd. ( verzacht je gedachten, zwak je uitspraken af ) Stap 7. Beproef het resultaat in je fantasie. Hoe voelt het om er zo tegen aan te kijken? Stap 8. Maak een oefen programma en voer het uit.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
135
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Coaching oriëntatie Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan vertellen welke rollen en competenties een coach bezit. Hoe boek voor de coach Joost Crasborn en Ellis Buis Bespreek de bevindingen in de coachgroep C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Maak de onderstaande vragen. 1. Wat versta jij onder coaching? Zijn er momenten dat je gecoacht had willen worden? Benoem deze. 2. Welke rollen en competenties dient een coach te bezitten. Motiveer je antwoord. 3. Wat is de invloed van het Johari Venster op de coach. Hoe zit dat met jou
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
136
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Competentiescan coach Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan voor zichzelf beoordelen t.a.v. coachen m.b.v. een competentiescan. Hoe boek voor de coach Joost Crasborn en Ellis Buis. Bespreek je bevindingen met de coachgroep C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Vul de onderstaande competentiescan in en beoordeel jezelf. Coachen betekent dat je bekwaam bent in de onderdelen van coachen en dat laat zien in jouw coachgesprek. Bij het coachen’ gaat het om: - Kennis hebben om te coachen, - Vaardigheden beheersen om te coachen, - Het laten zien van een houding waaruit blijkt dat je wilt coachen, Beoordeel jezelf en laat je beoordelen door jouw coachgroep tijdens een coachgesprek op school op de onderdelen van coachen. Gebruik het beoordelingsformulier. Geef aan en/of laat aangeven welke onderdelen voldoende (v), matig (m) of onvoldoende (o) aanwezig zijn. Verwerk de uitslag in jouw POP/PAP.
Kennis coachende praktijkopleider De praktijkopleider heeft kennis nodig om ‘coachen’ competent uit te voeren V
M
O
De praktijkopleider kent het belang en de uitgangspunten van coachen. De praktijkopleider weet hoe de verschillende gespreksfasen in de leercyclus passen. De praktijkopleider weet hoe deelnemers kunnen leren reflecteren De praktijkopleider weet hoe deelnemers zich in de beginsituatie kunnen gedragen De praktijkopleider is op de hoogte van de verschillende leerstijlen De praktijkopleider weet de eigen leerstijl en welke invloed de eigen leerstijl heeft op andere leerstijlen van deelnemers. De praktijkopleider weet op welke wijze deelnemers leren De praktijkopleider weet wat coachen is De praktijkopleider hoe deelnemers zich in de beginsituatie kunnen gedragen. De praktijkopleider weet welke eisen gesteld worden aan coachen
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
137
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Vaardigheden coachende praktijkopleider De praktijkopleider heeft vaardigheden nodig om ‘coachen’ competent uit te voeren. V De praktijkopleider is een voorbeeld voor deelnemers als het gaat om de manier waarop je met vragen en problemen om kunt gaan in de beroepspraktijk. De praktijkopleider laat: het vermogen zien rustig en adequaat te reageren zien zich in te leven in de situatie (en de beleving daarvan) van de deelnemer door inzicht te geven in de werkelijkheid van alledag De praktijkopleider stelt: feitelijke en concrete vragen vragen om bewustwording / reflectie te versterken vragen om de verantwoordelijkheid van de deelnemer te versterken vragen om doel en werkwijze te onderzoeken vragen inzake realiteitstoetsing vragen om de leercyclus eigen te laten maken De praktijkopleider is expert in de te begeleiden leervaardigheden gekoppeld aan het beroep De praktijkopleider kan coachen De praktijkopleider kan professionele ontwikkeling van de deelnemer begeleiden De praktijkopleider herkent weerstanden en laat deze productief maken De praktijkopleider durft (indien nodig) te confronteren De praktijkopleider kan samenwerken De praktijkopleider kan de verschillende leerstijlen herkennen bij deelnemers De praktijkopleider doet een beroep op de capaciteiten van deelnemers en motiveert hen uit om die capaciteiten te benutten en uit te breiden De praktijkopleider geeft de deelnemer de ruimte tot het stellen van gerichte vragen De praktijkopleider geeft gerichte feedback volgens de regels De praktijkopleider geeft de deelnemer de ruimte tot het vragen van gerichte feedback De praktijkopleider stimuleert de deelnemer tot het zelfstandig vinden van oplossingen De praktijkopleider durft de deelnemer ‘los’ te laten. Dat is te zien doordat de deelnemer steeds meer sturing aan het eigen leerproces geeft. De praktijkopleider stimuleert de deelnemer om zelf keuzes te maken in haar leerproces De praktijkopleider verduidelijkt vragen en praktijkopdrachten en ondersteunt het zelfstandig experimenteren en onderzoeken door deelnemers.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
M
O
138
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Attitude coachende praktijkopleider De praktijkopleider heeft een attitude nodig om ‘coachen’ competent uit te voeren. V De praktijkopleider luistert actief De praktijkopleider komt afspraken na De praktijkopleider draagt de eigen verantwoordelijkheid De praktijkopleider leert van de eigen fouten / tekortkomingen De praktijkopleider durft naar zichzelf te kijken De praktijkopleider is geïnteresseerd in de deelnemer / gecoachte De praktijkopleider toont betrokkenheid De praktijkopleider toont respect De praktijkopleider observeert gericht De praktijkopleider geeft feedback volgens de richtlijnen De praktijkopleider is motiverend De praktijkopleider ziet weerstanden en laat deze productief maken De praktijkopleider is stimulerend voor de deelnemer De praktijkopleider stelt verschillende soorten vragen De praktijkopleider stimuleert het leren van binnen naar buiten De praktijkopleider heeft het vermogen tot zelfsturing De praktijkopleider heeft het vermogen zichzelf te ontwikkelen De praktijkopleider heeft een enthousiasmerende houding De praktijkopleider beloont gedrag De praktijkopleider confronteert als dat nodig is De praktijkopleider doet suggesties om het leerproces van de deelnemer weer op gang te brengen De praktijkopleider geeft de deelnemer ruimte om zelfstandig oplossingen te vinden De praktijkopleider spreekt deelnemers aan op onvoldoende motivatie en bespreekt hun verwachtingen
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
M
O
139
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Coaching interventies Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan interventies benoemen in een coachgesprek. Hoe boek voor de coach Joost Crasborn en Ellis Buis Bespreek de opdracht na in de coachgroep en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Maak de onderstaande opdracht. De coach heeft verschillende mogelijkheden tijdens een coachgesprek: Geef voorbeelden bij bovengenoemde mogelijkheden tijdens een coachgesprek: Exploreren en confronteren; Exploreren en ondersteunen; Suggereren en confronteren; Suggereren en ondersteunen Geef voorbeelden bij bovengenoemde mogelijkheden. Geef daarbij ook recente voorbeelden van jezelf.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
140
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Coaching methodiek Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan verschillende coaching methodieken benoemen. Hoe boek voor de coach Joost Crasborn en Ellis Buis Bespreek de bevindingen met de coachgroep en vraag de docent zo nodig om verduidelijking C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Lees onderstaande tekst en maak de bijbehorende opdracht. Coaching kan je toepassen met een bepaald doel. Je kunt directief sturen door middel van bijvoorbeeld het GROW model of je kan oplossingsgericht bezig zijn. Carl Rogers, de bekende psycholoog, vindt counselende coaching een inspirerende vorm van coaching. Volgens hem dient de coach vooral omstandigheden aan te bieden waarin de coachee een groei en leerproces kan vormgeven en doorlopen. Volgens Rogers dient dit de coach dit te laten gebeuren door empatisch op te treden, respect, warmte en echtheid uit te stralen. 1. Leg uit wat het GROW model inhoudt. Geef voorbeeld vragen die je bij elke stap kunt stellen. Geef ook aan in welke situatie jij dit model zou toepassen. 2. Wat versta jij onder oplossingsgericht coachen? Wat is dan jouw rol en in welke situatie pas jij dit toe? 3. Welke technieken pas je toe bij counseling? 4. Geef een sterkte -zwakte analyse van de verschillende vormen van coaching. Beargumenteer je keuzes. 5. Laat deze uitwerking door een medestudent voorzien van feedback.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
141
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Coachen werkbegeleiders 1 Leerdoel Theorie
Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan werkbegeleiders coachen Vind je in je studieboeken Joost Crasborn en Ellis Buis ( 2008 ). Hoe boek voor de coach. Thema, Zaltbommel Bespreek de opdracht na met je coachgroepsleden en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren
Activiteit Lees de onderstaande tekst en Er zijn twee kenmerken waardoor interne coaches verschillen van externe coaches (Twijnstra & Keuning, 1988 ). Het eerste kenmerk is dat de interne coach niet echt onafhankelijk is van de organisatie. Het tweede is dat de interne coach meer kennis van de organisatie heeft. Het werken met interne coaches heeft voor en nadelen, dat heb je mogelijk zelf ook wel ondervonden. Coachen door collega’s is een ruim begrip. Coachen vindt zoals eerder al is besproken ook plaats door leidinggevenden. Rolconflicten kunnen hierdoor plaats vinden. Een voorbeeld: In de organisatie waar jij werkt vind een reorganisatie plaats i.v.m. verlies van de instelling over het afgelopen jaar. Er zal flink bezuinigd gaan worden. Jij bent onzeker en wordt door je leidinggevende gecoached. Je geeft aan dat je graag een training wilt gaan volgen, wat volgens jouw coach niet nodig is. Vindt in het bovenstaande voorbeeld nu de juiste coaching plaats en wordt op basis hierbij gekeken naar de coachvraag of spelen financiën een rol waar de leidinggevende verantwoordelijk voor is? 1. 2. 3. 4. 5.
Maak een analyse van de voor- en nadelen van interne coaches. Doe het zelfde voor de externe coaches. Wat zijn problemen bij coaches van werkbegeleiders door een interne coach? Waar dien je op te letten bij het coachen van werkbegeleiders? Motiveer je antwoord. Neem een coachgesprek op op video. Beoordeel daarna dit gesprek aan de hand van het observatieformulier.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
142
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
ALGEMENE CHECKLIST VOOR COACHINGSGESPREKKEN DOEL • • • • •
Wat wil je bereiken (einddoel en streefdoel)? Wanneer wil je het bereiken? Vind je het iets positiefs, een uitdaging? Is het bereikbaar? Is het meetbaar?
HUIDIGE SITUATIE • Wat gebeurt er nu? • Wie zijn erbij betrokken? • Wat heb je tot nu toe gedaan? • Welke resultaten heeft dat opgeleverd? • Wat zijn voor jou de belangrijkste belemmeringen? OPTIES • Welke opties heb je? • Wat zou je verder kunnen doen? • Wil je van mij een andere suggestie? • Wat zijn voor- en nadelen van je opties? TOEKOMST • Wat ga je nu doen? • Wanneer ga je dat doen? • Beantwoordt dat aan je doel? • Welke hindernissen denk je tegen te komen? • Hoe ga je die overwinnen? • Wie moet het weten? • Welke hulp heb je nodig? • Hoe krijg je die? • Geef aan op een schaal van 1 tot 10 hoe groot je de kans acht dat je de actie ook werkelijk gaat uitvoeren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
143
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Coachen werkbegeleiders 2 Leerdoel Theorie
Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan vanuit een coachgesprek weerstanden herkennen en acties ondernemen. Joost Crasborn en Ellis Buis ( 2008 ). Hoe boek voor de coach. Thema, Zaltbommel. Ook in je overige studieboeken Bespreek de bevindingen met de coachgroepsleden en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Maak de onderstaande opdracht Als praktijkopleider krijg je regelmatig te maken met impassen en weerstand. Veranderingen die noodzakelijk zijn voor de organisatie of het leerproces van deelnemers worden niet door iedereen als noodzakelijk ervaren. Indien een persoon in de impasse gaat ben je op iets wezenlijks gestuit van deze persoon. Soms kan het bij coaching juist nodig zijn om in een impasse te geraken waardoor inzicht wordt verkregen in de oorzaak van de impasse. Laat de coachee op deze momenten de ruimte om zelf met oplossingen te komen om de impasse te doorbreken. De kracht van stiltes kunnen hier van groot belang zijn. Weerstand is een spanningsveld tussen wens en angst. Tevens geeft het iemand energie. Jammer genoeg wordt deze energie vaak negatief gebruikt, de kracht bij coachen ligt er in deze energie naar positief gedrag om te buigen. 1. 2.
3. 4. 5.
Wat versta jij onder weerstand? Geef een voorbeeld waardoor jij zelf in de weerstand ging. Wat was de situatie? Waarom vertoonde jij weerstand? Kan je de gevolgen en het verloop nog beschrijven? Welke behoeften had jij in de situatie beschreven bij 2? Hoe zou je houding als coach dienen te zijn bij iemand met weerstand? Welke acties zou je ondernemen bij iemand die gedrag van weerstand vertoont? Motiveer je keuzes.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
144
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Coachgesprek Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan een coachgesprek voeren in een simulatie. Hoe boek voor de coach Joost Crasborn en Ellis Buis Bespreek het coachgesprek na met de coachgroep en de docent C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren
Activiteit Voer een coachgesprek a.d.h.v. een recente praktijksituatie in de coachgroep. 1. Je gaat een coachgesprek voeren met een deelnemer. Welke voorbereidingen tref je allemaal en motiveer je keuze. 2. Maak je tijdens het gesprek wel of geen aantekeningen? Benoem hierbij voor- en nadelen. 3. Welk soort vragen stel je tijdens het gesprek en met welk doel? 4. Wat is het doel van een coachcontract? Zou je dit wel gebruiken of niet? Motiveer je keuze.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
145
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Situationeel coachen Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan zijn coachstijl aanpassen aan de gecoachte Zoek op internet de theorie over situationeel coachen. Bespreek je bevindingen in de coachgroep en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit 1. Lees onderstaand artikel van © Michel van Gessel (2006) 2. Maak de test situationeel coachen. Situationeel begeleiden in de klas Begeleiden van leerlingen, die individueel of in groepjes aan een opdracht werken, is een belangrijk aspect van het lesgeven. Recente ontwikkelingen in het onderwijs, zoals de invoering van de vernieuwde basisvorming en het studiehuis, doen een groot beroep op de begeleidingsvaardigheden van docenten. In dit artikel beschrijf ik het model voor situationeel begeleiden in de klas. Dit model is een voor onderwijssituaties aangepast model van situationeel leiderschap, zoals dat door Hersey en Blanchard is ontwikkeld. Paul Hersey en Kenneth Blanchard ontwikkelden in de jaren zeventig een theorie over leidinggeven. Deze theorie was gebaseerd op het "managerial grid" van Blake en Mouton uit 1964. De belangrijkste twee kenmerken van de theorie zijn, dat er geen eenduidige manier van leidinggeven is, en dat de stijl van leidinggeven van situatie tot situatie verschilt. Met "de situatie" wordt bedoeld: De taak die een medewerker moet uitvoeren en zijn vermogen en bereidheid om deze taak uit te voeren. Hersey en Blanchard gebruiken een eenvoudig model om de stijl van leidinggeven te conceptualiseren. Dit model wordt veel toegepast in het bedrijfsleven door managers. Het model bestaat uit twee delen die in elkaar grijpen. Het eerste deel is het deel dat de stijl van leidinggeven beschrijft. Het tweede deel beschrijft de begeleidingsbehoefte van de medewerker. 1. Stijl van leidinggeven. In de stijl van leidinggeven wordt allereerst onderscheidt gemaakt tussen taakgerichtheid en relatiegerichtheid. In taakgericht managementgedrag staat het verrichten van de taak centraal. Dit kan zowel directief ("Doe het zoals ik het zeg" of "Doe het omdat ik het zeg") als normatief ("Doe het op dezelfde manier als ik" of "Doe het net zo goed als ik") zijn. Echter ook indirect of delegerend ("Zie maar hoe je het aanpakt" of "Ik heb er vertrouwen in als je het op je eigen manier doet"). Bij het relatiegerichte aspect van het managementgedrag staat de zorg voor de mens in de medewerker centraal. Die kun je ondersteunen, stimuleren, betrekken, uitdagen, kort houden, ruimte geven, laten zwemmen enzovoort. De twee aspecten van leidinggevend gedrag kun je uitzetten op een assenstelsel. Op de verticale as: oriëntatie op de relatie; op de horizontale as: oriëntatie op de taak. Het model kent aldus vier kwadranten relatie=laag, taak=hoog (I); relatie=hoog, taak=hoog (II); relatie=hoog, taak=laag (III); relatie=laag, taak=laag (IV). Tijdens een managementtraining moest een groep managers gezamenlijk tot de oplossing van een probleem komen. De tijd daarvoor was gelimiteerd. Na afloop werd gevraagd hoe ze terugkeken op de opdracht. Eén van de managers was tevreden. Er werd goed samengewerkt, de sfeer was goed, men luisterde goed naar elkaar en er werd vaak gelachen. Een andere manager uit hetzelfde groepje was niet tevreden. Binnen de gestelde tijd waren ze er niet in geslaagd om tot een sluitende oplossing voor het probleem te komen. De reflectie van deze twee managers kan bekeken worden aan de hand van de twee Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
146
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
dimensies die de matrix vormen. De eerste manager heeft veel oog voor de sfeer in de groep. Zijn oriëntatie is primair gericht op de relatie. Het resultaat, de uitkomst van de opdracht, is daaraan ondergeschikt. De tweede manager scoort daarentegen hoog als het gaat om taakgerichtheid. Voor hem staat het resultaat (in dit geval het niet behalen ervan) voorop.
Figuur 1: Model van Hersey en Blanchard 2. Begeleidingsbehoefte. Werknemers in een organisatie of de leerlingen in een klas zijn nooit allemaal hetzelfde. Een opmerking of uitleg die bij de ene leerling goed werkt gaat kan bij een andere leerling helemaal niet aanslaan. Natuurlijk heeft een goede docent oog voor deze verschillen. De verschillen tussen leerlingen komen ook tot uitdrukking in de manier waarop ze begeleid willen worden om tot een optimaal (leer-)resultaat te komen. Deze zogenaamde begeleidingsbehoefte is afhankelijk van twee factoren. De eerste factor is de leermogelijkheid. Hierin staat de vraag centraal of een leerling de kennis, vaardigheden en middelen heeft om een leertaak uit te voeren. Als een leerling een bepaalde vaardigheid onvoldoende beheerst, kan dat een leerbehoefte bij de leerling oproepen. Een docent kan dan voordoen hoe een formule wordt toegepast, hoe je gegevens uit een geografische kaart kunt halen of hoe je een werkwoord moet vervoegen. De tweede factor is de leerbereidheid. Wil een leerling een bepaalde leertaak oppakken? Is hij daartoe vanuit zichzelf gemotiveerd? Ziet hij het nut in van de taak? Voelt hij zich voldoende vertrouwd met de taak om deze zelfstandig uit te voeren? Al deze vragen komen aan de orde als de leerbereidheid van de leerling wordt ingeschat. leermogelijkheid en leerbereidheid spelen ook een rol in groepsopdrachten. Zo heeft de vraag of groepsleden kunnen samenwerken (kunnen ze een taakverdeling maken, kunnen ze deeltaken plannen, beheersen ze overlegvaardigheden, en kunnen ze feedbackregels toepassen?) betrekking op leermogelijkheid. Als leerlingen zich afvragen wat de meerwaarde is van deze groepsopdracht boven individueel leren (wil ik hier wel tijd in steken, als ik het Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
147
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
zelf leer gaat het veel sneller), of als ze zich onzeker voelen over het samenwerkingsproces (slaan we geen modderfiguur bij de presentatie) dan heeft dat betrekking op de leerbereidheid. Samengevat zou je kunnen zeggen dat de begeleidingsbehoefte drijft op twee belangrijke vragen: "kan ik het?" en "wil ik het?" De vragen "kan ik het?" en "wil ik het?" worden ook wel aangeduid met de Engelse termen competence en commitment. De niveaus van competence en commitment bepalen samen de begeleidingsbehoefte. Hersey en Blanchard onderscheiden 4 niveaus van begeleidingsbehoefte, naar stijging van de niveaus van competence en commitment. De stijging van het niveau van commitment, zo wordt aangenomen, komt wat later op gang dan de stijging van het niveau van competence. Dit levert het volgende beeld op: niveau 1 laag competentieniveau laag commitment niveau 2 gemiddeld competentieniveau laag commitment niveau 3 hoog competentieniveau variabel commitment niveau 4 hoog competentieniveau hoog commitment Situationeel begeleiden. Een leerling die een taak voor de eerste keer uitvoert, heeft een ander soort begeleiding nodig dan een leerling die eenzelfde soort taak al eens eerder heeft uitgevoerd. Hij zal zich met deze taak meer vertrouwd voelen, terwijl de eerste leerling de werkwijze zich nog moet eigen maken. Het situationele aspect in "situationeel begeleiden" komt tot uitdrukking, als de begeleidingsstijl wordt aangepast aan de begeleidingsbehoefte. De vier niveaus van competentie en commitment worden gerelateerd aan de vier wijzen van begeleiden. Bij laag competentieniveau is meestal een directieve, taakgerelateerde manier van begeleiden het meest effectief. Een leerling die bij soortgelijke taken al aangetoond heeft deze redelijk zelfstandig te kunnen uitvoeren, is het uitleggen van alle stappen en op de voet volgen een minder effectieve begeleidingsstrategie. Hier past het meer om de leerling zijn eigen gang te laten gaan, en aan te geven dat hij hulp kan inschakelen als hij vastloopt. Tussen deze twee uitersten zal het regelmatig voorkomen dat een leerling vooral begeleiding heeft op het vlak van stimulering en coaching. Een leerling zet dan de eerste stappen in de taakuitvoering zelfstandig, maar komt dan toch vragen om bevestiging. Deze leerling is gebaat bij vragen zoals "waarom heb je voor die methode gekozen?", "waar zou je die informatie kunnen vinden?" of "welke stappen vind je nog moeilijk?" In schema ziet dat er als volgt uit: begeleidingsbehoefte niveau 1 (lage competentie/ laag commitment) niveau 2 (gemiddelde competentie/ laag commitment) niveau 3 (hoge competentie/ variabel commitment) niveau 4 (hoge competentie/ hoog commitment)
begeleidingsstijl instrueren overtuigen ondersteunen delegeren
Soms zie je, dat docenten in een bepaalde begeleidingsstijl zich beter thuis voelen dan in een andere. Er bestaat dan een neiging om die vertrouwde begeleidingsstijl in veel situaties toe te passen, ook daar waar deze minder effectief is. Niets menselijks is een docent vreemd. Een ervaren docent kan vrij snel inschatten welk stijl van begeleiden het meeste effect zal sorteren, en kan ook gemakkelijk wisselen tussen de verschillende begeleidingsstijlen. Als je je begeleidingsvaardigheden wilt ontwikkelen, staan twee vragen centraal: Ben ik in staat om in een bepaalde situatie de juiste begeleidingsstijl te kiezen? Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
148
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
2. Ben ik in staat om te schakelen tussen de verschillende begeleidingsstijlen? Hiermee worden respectievelijk je stijleffectiviteit en je stijlflexibiliteit bevraagd. Met behulp van de korte test, die je hieronder vindt, kun je je eigen stijleffectiviteit en stijlflexibiliteit vaststellen. De test is oorspronkelijk ontworpen voor leidinggevenden in het bedrijfsleven, maar is door mij aangepast aan specifieke onderwijssituaties. Daarmee is deze test uniek.
Bruikbaarheid in de klas In het bedrijfsleven wordt het model voor situationeel leiderschap veel toegepast. Het aantrekkelijke van het model is gelegen in het intuïtieve karakter. Het is gemakkelijk te begrijpen en gemakkelijk te gebruiken. Dat geldt ook voor de omvorming van het model tot een begeleidingsmodel in het onderwijs. Het model van situationeel begeleiden kan ingezet worden bij de begeleiding van individuele leerlingen (bij uitgebreide opdrachten, bijvoorbeeld een profielwerkstuk) en bij de begeleiding van groepsopdrachten (samenwerkingsopdrachten). In sommige onderwijsconcepten, zoals probleemgestuurd onderwijs (PGO) en projectonderwijs (po) kan het model ook ingezet worden. Voordat je nu halsoverkop gaat experimenteren met situationeel begeleiden in de klas, wil ik nog aandacht geven aan de keerzijde van het verhaal. Ten eerste is vanuit de academische wereld van verschillende kanten kritiek geformuleerd op de theorie van situationeel leiderschap. Een academisch discours over de theorie is nooit breed gevoerd. Waarschijnlijk heeft dit mede te maken met het feit dat "Situational Leadership" een geregistreerd handelsmerk is dat in handen is van het "Center for Leadership Studies" (opgericht door Paul Hersey). Ten tweede is de manier waarop een begeleidingsstijl wordt gekozen niet universeel, maar onderhevig aan cultuurverschillen. Ten derde worden er vraagtekens geplaatst bij het uitgangspunt van de theorie dat managers (docenten) in staat zijn om hun stijl van leiding geven te veranderen. Er zijn meer aanwijzingen dat een eenmaal aangeleerde stijl behoorlijk taai kan zijn. © Michel van Gessel (2006) Test Situationeel coachen Hieronder vind je 20 situatiebeschrijvingen. Lees deze goed door en stel je tevens voor dat het jou overkomt. Hoe reageer jij dan? Door middel van de volgende test en antwoorden kun je nagaan welke coachstijl jezelf hanteert. Omcirkel de aanpak die jou zou kiezen. Situatie 1 In het verleden heb je ervaring met Marie Jorien dat zij allen deed als je haar sterk sturend begeleidde. Alleen met deze sturing maakte zij haar opdrachten. Sinds kort merk je verandering. Marie – Jorien begint zelfstandig te werken en houdt zich aan afspraken. Je zou….. A doorgaan met jouw sturende gedrag en Marie – Jorien goed in het oog houden. B Marie- Jorien wel in het oog houden, maar ook luisteren en meer haar aandeel aanmoedigen. Haar stimuleren tot meedenken. C nog amper sturend bezig zijn en Marie – Jorien vooral aanmoedigen. D Marie – Jorien zelf verantwoordelijkheid geven, want daar is ze aan toe.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
149
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Situatie 2 Youssef die normaal gesproken goed presteert heeft jouw hulp ingeroepen. Hij werkt altijd zelfstandig maar met zijn studie zijn nu wat problemen ontstaan. Hij heeft zelf het idee dat hij het niet meer overziet en kan oplossen. Je zou A de problemen analyseren en Youssef methoden aanreiken om het probleem op te lossen. B Youssef zelfstandig laten werken en hem zelf de goede oplossing laten uitwerken. C een goede oplossing bedenken voor zijn problemen, maar Youssef hierin wel betrekken D problemen met Youssef bespreken en zijn pogingen oplossingen te vinden ondersteunen. Tevens als vraagbaak fungeren. Situatie 3 Na afloop van een cgo opdracht schrijven de deelnemers allemaal een reflectieverslag. Klaasjan heeft dit normaal gesproken altijd op tijd af, hij heeft alleen wat aanmoediging nodig. De datum voor inlevering van het reflectieverslag is al verstreken en Klaasjan heeft het nog niet ingeleverd. Je zou….. A hem zeggen dat je het verslag wilt hebben, uitleggen wat er precies in de reflectie dient te staan en elke dag informeren naar de voortgang. B hem meer tijd geven voor het maken van het reflectieverslag en een datum ter controle afspreken. C vertellen wat je van het verwacht en hem ook vragen waarom hij te laat is met het reflectieverslag. D met hem praten en aansporen het reflectieverslag af te maken. Situatie 4 Sjaak heeft al een aantal BPV stages achter de rug. Hij is toe aan een nieuwe uitdaging en mag naar de volgende BPV stageplaats. Sjaak is gewend om zelfstandig te werken. Op zijn nieuwe stageplaats worden een aantal nieuwe werkzaamheden verwacht. Sjaak laat weten onzeker te zijn en twijfelt. Je zou…. A met Sjaak praten over de nieuwe BPV stageplaats en hem een hart onder de riem steken. B Sjaak zelf laten bepalen op welke manier hij het aan gaat pakken. C met Sjaak de werkzaamheden precies doornemen, deze benoemen en daarna goed toezicht houden op het werk van Sjaak. D bespreken wat Sjaak op zijn nieuwe BPV stageplaats tegenkomt, maar hem ook aanmoedigen en alle ideeën die hij heeft naar voren laten brengen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
150
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Situatie 5 Je bent als praktijkopleider met twee andere PO-ers verantwoordelijk voor 5 afdelingen. Je hebt met elkaar afgesproken voor welke afdeling je verantwoordelijk bent. Op een afdeling waar je niet verantwoordelijk bent zie je dat de zaken niet goed lopen. Dit heeft de nodige consequenties. Je hebt de signalen doorgegeven aan je college po – er die verantwoordelijk is voor deze afdeling en gevraagd de consequenties uit te werken. Bovendien geef je aan de je ondersteuning wilt geven als dit nodig is. Je weet dat deze collega normaal gesproken duidelijk naar zijn groepen kijkt en hier een actieve rol in heeft. Echter nu lijkt je collega wat onverschillig t.a.v. de betreffende afdeling. Je zou….. A zelf leiding nemen, mar de collega vragen naar voorstellen en suggesties B je collega de consequenties zelf uit laten werken op eigen wijze C de situatie met je collega bespreken, je collega er toe aanzetten dat het belangrijk is om deze consequenties serieus uit te werken en tevens een beroep doen op de ervaring en deskundigheid van je collega D zelf leiding nemen en je collega precies vertellen wat deze dient te doen. De vorderingen blijf je goed volgen. Situatie 6 Een leercoachgroep op de afdeling die jij begeleidt functioneert normaal gesproken goed. Je geeft ze instructies en stimuleert ze. De laatste weken zijn de prestaties van de groep zichtbaar minder. De kwaliteit van de gemaakte opdrachten voldoet niet aan de criteria. Je zou…. A de leercoachgroep haar eigen problemen oplossen B meer sturend optreden, zodat de groep weer beter functioneert en ze hun opdrachten weer beter gaan maken, maar je zou ook met de groep gaan praten en eventuele suggesties van hun kant meenemen. C de leercoachgroep duidelijk laten weten dat je goed werk van hen verwacht en hierop toe gaan zien D de leercoachgroep hierover laten praten, hen stimuleren samen te bepalen wat er moet gebeuren en welke stappen ze daarvoor dienen te nemen. Situatie 7 Jouw leercoachgroep van 4 deelnemers gaat een presentatie verzorgen. De groep heeft hard gewerkt. Anniek ( een van de deelnemers ) was de laatste drie keer steeds te laat, zonder opgave van reden of verontschuldigingen. Bovendien heeft Anniek haar aandeel nog niet af. Het is erg belangrijk dat Anniek dit volgende week af heeft. Je zou… A precies vertellen wat je van Anniek verwacht en er op toezien dat zij dit ook doet. B met Anniek in gesprek gaan over de reden dat zij te laat is en haar pogingen om haar aandeel in de presentatie af te ronden ondersteunen. C er nadruk op leggen dat haar aandeel erg belangrijk is en haar bij haar pogingen om haar bijdrage af te maken te ondersteunen. D aannemen dat Anniek best is staat en bereid is om haar aandeel op tijd af te hebben.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
151
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Situatie 8 Shakira is wat onzeker over een opdracht die jij haar hebt gegeven. Zij is een goede deelneemster. Je weet dat zij de kennis en vaardigheden bezit om de opdracht goed en efficiënt uit te kunnen voeren. Je zou… A luisteren naar haar zorgen en zeggen dat je er alle vertrouwen in hebt dat zij de opdracht goed maakt, omdat ze bekwaamheid hiertoe bezit. B uitleg geven over de opdracht, zodat deze duidelijk is voor Shakira en aandacht besteden aan haar opmerkingen en ideeën. C precies vertellen wat ze moet doen om de opdracht tot een goed einde te brengen. D Shakira zelf laten uitzoeken hoe ze de opdracht het beste kan maken. Situatie 9 Je coachgroep vraagt aan jou om eens na te denken over een andere invulling van de intervisie uren. In het verleden heb je suggesties van hun kant altijd aangemoedigd. In dit geval is de leercoachgroep van mening dat er echt iets dient te veranderen. Het betreft een zeer gemotiveerde groep, die goed kan samenwerken en goede resultaten behaalt. Ze willen een nieuw werkschema en ze willen daar concrete voorstellen doen. Je zou…. A hen betrekken bij de invulling van de coach uren en hen daarvoor voorstellen laten doen. B zelf een ander werkschema maken, voor de leercoach uren en hun voorstellen daarin verwerken. C de deelnemers zelf de invulling laten bepalen en dit uitvoeren. D de nieuwe invulling zelf bedenken en nauwlettend toezien op de uitvoering. Situatie 10 Je bent 15 minuten te laat voor een les. Je denkt dat de groep met heel andere dingen bezig is dan met de opdrachten uit de les, maar ze zijn allemaal hard aan het werk. Er wordt druk over het onderwerp gesproken en ook de theorie van de vorige les wordt nogmaals herhaald door de deelnemers. Het onderwerp wat besproken wordt hoort weliswaar bij wat jij op een later tijdstip nog zou willen bespreken, maar je bent nog bezig met een ander onderwerp. Je zou… A de groep door laten gaan met waar ze mee bezig zijn, zonder directe sturing van jou. B direct het heft in handen nemen en overgaan tot jouw les. C de groepsdiscussie en het meepraten van iedereen stimuleren, maar wel sturen naar een eindconclusie D de groep zelf door laten gaan en hen zoveel mogelijk steunen in waar ze mee bezig zijn. Situatie 11 Als coach van Wouter heb je hem het laatste jaar regelmatig gesteund en gestimuleerd. Wouter heeft nauwelijks sturing nodig en heeft tot nu toe altijd goede resultaten behaald. De komende periode heeft Wouter dezelfde taken. Je vraagt je af hoe je Wouter de komende periode dient te begeleiden. Je zou……. A Wouter zelfstandig laten werken, waarbij je uitgaat dat hij zichzelf bijstuurt en motiveert. B met Wouter praten over de komende periode en hem er op wijzen dat het heel belangrijk is dat hij richtlijnen volgt en zorgt dat het werk op tijd af is. C met Wouter praten en samen kijken welke doelen de komende periode behaald kunnen / moeten worden. D Wouter blijven ondersteunen en stimuleren en hem de suggestie meegeven om concrete doelen te stellen voor zijn werk.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
152
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Situatie 12 Je bent verantwoordelijk voor een coachgroep. Je instrueerde en stimuleerde hen. De deelnemers werken goed samen. De productiviteit is hoog. Hun bekwaamheden onderkennend wil je dat ze nu meer zelfstandig gaan werken. Er staan de komende tijd de nodige projecten op stapel. Je zou…….. A zorgen dat ze precies weten wat ze moeten doen, het werk vanuit de projecten verdelen en hun goed controleren. B hen projecten opdragen, vertellen dat je tevreden bent met hun vroegere resultaten en aangeven dat je er alle vertrouwen in hebt dat zij ook deze nieuwe taken goed zullen doen. C ervoor zorgen de ze precies weten wat jij wilt dat ze gaan doen, maar hun voorstellen en ideeën ook hierin verwerken. D hen zelf laten bepalen hoe ze de nieuwe projecten willen uitvoeren en aangeven wat er bereikt dient te worden. Situatie 13 Er is onlangs een nieuwe pedagogische medewerkster aangenomen op je kinderdagverblijf. Ze is net afgestudeerd en nog geen ervaring in dit werk. Tevens heeft ze ook nog niet veel zelfvertrouwen. Jij bent aangewezen als haar begeleider en beoordelaar. Voor de organisatie is het belangrijk dat zij het werk goed doet. Je zou…… A haar zelf laten bepalen hoe ze het werk aanpakt waarbij je tussentijdse evaluatiegesprekken met haar voert. B haar duidelijk vertellen wat de baan allemaal met zich meebrengt en wat er van haar wordt verwacht en je houdt goed toezicht op haar. C haar laten weten waar ze volgens jou aan dient te voldoen, maar wel onderzoeken of zij zelf voorstellen of suggesties heeft en daarover met haar praten. D haar moed in praten om de functie goed uit te voeren. Situatie 14 Je hebt andere taken gekregen binnen de opleiding waar je werkt. Een collega dient daarom jouw coachgroepen over te nemen. Ze heeft wel ervaring met het begeleiden van coachgroepen maar ze voelt zich nog onzeker om het alleen te doen. Voor de coachgroepen die zijn begonnen met afstuderen. Je zou…… A met haar over de groepen praten, haar stimuleren en activeren. B de groepen aan haar overdragen, over de groepen praten, haar vertellen hoe jij het zou doen en kijken of zij nog vragen en ideeën over heeft. C het werk aan haar overdragen, een uitgebreid memo voorbereiden, waarin alle stappen staan om een groep te begeleiden. D zorgen dat zij de coachgroepen overneemt en haar zelf laten bepalen hoe ze het verder wil aanpakken binnen jouw grenzen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
153
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Situatie 15 Je begeleidt een projectgroep en bent verantwoordelijk voor het eindresultaat. Om belangrijke redenen kon je de eerste twee vergaderingen niet bijwonen. Toen je er de derde vergadering bij was, merkte je dat de projectgroep goed functioneerde en veel vooruitgang had geboekt. Je bent nu onzeker over de rol die je bij de vergadering in dient te nemen. Je zou…. A de vergadering kunnen bijwonen en de groep net zo laten werken als de eerste twee keer hebben gedaan. B het voorzitterschap ter hand nemen en de vergadering sturen. C de projectgroep laten merken dat je vindt dat ze goed werk hebben verricht en dat je blij bent met de betrokkenheid. D de groep gaan leiden en steunen, maar ook zorgen dat deelnemers een maximale bijdrage leveren en deze honoreren. Situatie 16 Jouw leercoachgroep kan goed zelfstandig werken, doelen stellen en deze op tijd behalen. Je laat ze over het algemeen hun gang gaan. De prestaties zijn goed. Hoe ga je nu verder? Je zou… A de coachgroep ondersteunen en activeren en zorgen voor een goed werkklimaat. B de werkzaamheden van de coachgroep sturen en hen goed in het oog houden. C doorgaan met de coachgroep zelfstandig te laten werken. D de activiteiten sturen, zorgen dat ze meepraten en nauw met hen samenwerken. Situatie 17 In je instelling dient i.v.m. het CGO een nieuwe werkmethode gebruikt te gaan worden. Je introduceert deze nieuwe werkmethode bij de werkbegeleiders zodat zij deze kunnen gaan gebruiken. Je weet dat de groep werkbegeleiders best bereid is hierin mee te gaan, willen nadenken over de uitvoering, maar je weet ook dat ze in het begin nog niet over de juiste vaardigheden beschikken. Je zou…….. A de groep sturen in het gebruik en de uitvoering van de werkmethode. B goed sturing geven aan de invoering van de werkmethode, maar de groep betrekken in de discussie erover en hen, suggesties laten doen. C met de groep in een werkbegeleidersoverleg over de werkmethode praten. Hun medewerking, inzet en betrokkenheid aanmoedigen. D de groep zelfstandig de nieuwe werkmethode laten invoeren waarbij je op gezette tijden gesprekken met werkbegeleiders voert. Situatie 18 Sinds kort ben je coach van een groep geworden die eerst van een collega was. De groep presteerde goed. Ze waren gewend om met veel toezicht en steun te werken. Sinds jij coach ben lijken ze zich meer bezig te houden met sociale contacten en zijn de prestaties mager te noemen. Je zou……….. A de afnemende prestaties met hen bespreken in een zo’n prettig mogelijke sfeer en hen aanmoedigen het gedrag te corrigeren. B duidelijk maken wat van hen wordt gevraagd en hun werk goed in de gaten houden en controleren. C ze zelf ( met door jouw gestelde eisen ) hun taken uit laten voeren, want dat kunnen ze best. D corrigerend optreden en daarnaast een open oor en oog houden voor signalen en suggesties van hun kant.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
154
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Situatie 19 Er is een nieuwe deelnemer in de coachgroep gekomen. Deze deelnemer heeft al enkele opdrachten gemist. Door het gesprek met haar denk je dat zij snel de draad op kan pakken en met de coachgroep mee kan draaien. Ze is goed gemotiveerd, wel een beetje onzeker. Je zou…… A de coachgroep haar goed uit laten leggen wat ze moeten doen, precies laten vertellen wat er van haar wordt verwacht m.b.t. de gemiste opdrachten en haar stimuleren de opdracht uit te voeren. B de coachgroep haar laten vragen zelf te ontdekken hoe het is om in een coachgroep te werken en hoe ze dit het beste aan kan pakken, binnen hun grenzen. C de coachgroep haar aan laten moedigen, de opdrachten eerst zelf te bekijken en haar daarbij zoveel mogelijk steunen en aanmoedigen. D de coachgroep haar precies laten vertellen wat zij dient te doen om het maken van een opdracht succesvol te laten zijn en haar daarbij goed in het oog houden. Situatie 20 Een van de deelnemers heeft een voorstel gedaan tot verandering van de werkzaamheden op de BPV plaats waar jij werkt. Zijn opmerking is relevant vind je. In het verleden is hij ook met goede voorstellen gekomen. Bovendien kan hij zijn ideeën goed uitvoeren. Je hebt vertrouwen in zijn bekwaamheden. Je zou…. A het voorstel overnemen en hem instrueren en begeleiden bij het invoeren ervan. B met hem over het voorstel praten en hem stimuleren en motiveren bij het invoeren ervan. C de invoering gezamenlijk organiseren, hem om meer voorstellen en ideeën vragen en als ze redelijk zijn, erin betrekken. D hem de verantwoordelijkheid geven voor het uitvoeren van het voorstel zonder inmenging van jouw kant.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
155
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Antwoordenblad Situationeel Coachen Situatie / Antwoord 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Totaal
A
B
C
D
Tel aan het eind per rij het aantal antwoorden op. De rij met de meeste antwoorden geeft je voorkeursstijl aan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
156
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Stijleffectiviteit Hieronder kun je aan de hand van de antwoorden die je hebt gegeven bekijken hoe effectief jou stijl is in een bepaalde situatie. Omcirkel nog eens de door jou gegeven antwoorden Van de 20 situaties, maar dan in onderstaande Kolom. Situatie / antw. A B C 1 +1 +2 -1 2 -2 +1 -1 3 +1 -2 +2 4 -1 -2 +2 5 +1 -1 +2 6 -2 +1 +2 7 +2 -1 +1 8 +2 -1 -2 9 +1 -1 +2 10 -2 -1 +2 11 +2 -2 -1 12 -2 +2 -1 13 -2 +2 +1 14 +2 -1 -2 15 +2 -2 +1 16 +1 -2 +2 17 +1 +2 -1 18 -1 +2 -2 19 +2 -2 -1 20 -2 +1 -1 Score
+
+
D -2 +2 -1 +1 -2 -1 -2 +1 -2 +1 +1 +1 -1 +1 -1 -1 -2 +1 +1 +2 +
+ Tot: Hoe positiever de score hoe effectiever je bent. De score kan lopen van – 40 tot + 40
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
157
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Groepsdynamica 1 Leerdoel Theorie
Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan uitleggen wat groepsdynamica is. Vind je in je studieboeken. Jan Remmerswaal. Handboek Groepsdynamica. Nelissen, Soest. Bespreek de uitkomsten met de coachgroepsleden en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Lees onderstaande theorie en maak de zes vragen. Samenwerken is inleveren van eigenbelang, tegen een gezamenlijk groter belang zei een lid van de Gedeputeerde Staten eens. En waarschijnlijk is dat ook wel zo. Samenwerken doen we in allerlei omstandigheden en settings. Zo ben jij misschien nu wel met iemand aan het samenwerken bij deze opdracht, maar je werkt zeer zeker samen met deelnemers op je werk, anders zou je deze opleiding niet volgen. Samenwerken, lijkt zo vanzelfsprekend en makkelijk, maar is dat ook zo? Vroeger speelde je vast met vriendjes of vriendinnetjes met auto’s, poppen, knikkers etc. Als je dan twee speelgoedjes had ging het meestal wel goed, maar als er maar 1 auto of pop was werd het al moeilijker, want wie speelde het eerst en hoelang? Dit is natuurlijk een heel kinderlijk voorbeeld van samenwerking maar geeft wel de kern weer waar het bij samenwerken om draait. Bij samenwerking maak je samen afspraken, houdt je daaraan of gaat het gesprek aan waarom je vindt dat gemaakte keuzes niet prettig voor je zijn. In onderling overleg probeer je dan oplossingen of compromissen te vinden waardoor alle leden zich prettig voelen bij een bepaalde wijze van werken. Communicatie is een belangrijk middel om de samenwerking optimaal te willen laten verlopen. Zo werkt het ook bij het samenwerken in groepen. Alle groepsleden hebben verschillende manieren om ergens aan te werken. Iedereen heeft zijn of haar eigen wensen, maar die kunnen niet altijd ingewilligd worden bij het samenwerken. Tevens zijn er verschillende groepsrollen die invloed hebben op de samenwerking. Leiders zullen snel de leiding op zich nemen, waardoor zwijgers niet aan bod komen. Een unaniem of democratisch besluit blijft zodoende uit. Hier komt de groepsdynamica kijken. Wat gebeurt er nu in de groep en wat zijn gevolgen? In je toekomstige beroep zul je samenwerken met verschillende mensen en in verschillende rollen. Als praktijkopleider zul je anders samenwerken met je hoofd dan met een leerling of een aantal werkbegeleiders. Wat is dan je rol, en hoe kan jij de samenwerking optimaal laten verlopen. Daarin ga jij je verdiepen in deze opdracht. Bij samenwerking is groepsdynamica een belangrijk onderdeel. Onder groepsdynamica verstaan we de studie van gedrag van mensen in kleine groepen. 1. Hoe jij je gedraagt in groepen, hangt onder andere af van welke groepen je al deel uitmaakt. 2. Geef een metafoor over het begrip groep en verklaar deze. 3. Wat versta jij onder een groep? Klopt dit met de definitie over groepen? A. Van welke groepen maak jij op dit moment deel uit, en welke rollen neem jij in deze groepen aan? B. Welke andere statussen, rollen, normen zie je die met elkaar samenhangen in de diverse groepen? 4. Zijn de groepen die je bij 1 hebt genoemd taakgerichte groepen of sociaal emotionele groepen? Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
158
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
5. Geef tevens aan welke andere indelingen van groepen je kent en pas deze indelingen toe op jouw groepen. 6. Geef hierna aan of je bij jouw groepen bepaalde doelstellingen gaat halen. Zo ja, welke zijn dat?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
159
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Groepsdynamica 2 Leerdoel Theorie
Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan de fasen binnen een groepsontwikkeling benoemen en herkennen. Vind je in je studieboeken Jan Remmerswaal ( 2001 ). Handboek Groepsdynamica. Nelissen, Soest. Bespreek de uitkomsten met de hele groep onder begeleiding van de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Vraag aan de docent de theorie over groepsprocessen en leefmilieu. Lees de theorie en maak de bijbehorende vragen. Groepen hebben allemaal een bepaalde functie in de brede sociale context (Remmerswaal,2001 ). Mensen worden over het algemeen lid van een groep om taakgerichte redenen of sociaal emotionele redenen. De belangrijkste redenen zijn dan weer : - aantrekkelijkheid van de groepsdoelen - aantrekkelijkheid van groepsactiviteiten - bereiken van privé doelen door lidmaatschap - nabijheid en contact - lichamelijke aantrekkelijkheid - gelijkheid in bepaalde persoonseigenschappen - gemeenschappelijke rollen en warden - vriendschap etc. Een groep komt niet vanzelf tot stand. 1. Beschrijf de fasen van groepsontwikkeling. 2. Beschrijf de fasen van groepsontwikkeling van je eigen lesgroep 3. Wat speelt er volgens jou bij het starten van een groep?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
160
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Groepsdynamica 3 Leerdoel Theorie
Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan verwoorden hoe besluiten tot stand komen in een groep. Vind je in je studieboeken. Jan Remmerswaal (2001). Handboek Groepsdynamica. Nelissen, Soest. Bespreek de uitkomsten met de coachgroepsleden en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Activiteit Maak de onderstaande opdracht met de groepsrollentest en lees de onderstaande literatuur. In groepen dienen besluiten genomen te worden om het doel van de groep te behalen. Dit zijn belangrijke en minder belangrijke besluiten. Maar een belangrijk besluit hoeft niet altijd moeilijk te zijn. De manier waarop besluiten worden genomen typeert hoe de onderlinge relaties tussen de groepsleden of machtsverhoudingen zijn. Het komt voor dat een groepslid een voorstel doet en niemand hier een reactie op geeft. Herken je deze situaties? Dit komt vooral voor in nieuwe groepen maar kan ook gebeuren als het voorstel van iemand komt die geen belangrijke rol heeft volgens de andere leden. Een ander voorkomend verschijnsel is dat besluiten worden bemoeilijkt omdat er nieuwe gespreksonderwerpen tijdens het besluit naar voren komen. 1. Beschrijf hoe besluiten in jouw deelnemers groep tot stand komen. Hoe sta jij hier tegenover? 2. Wat is jouw rol in de besluitvorming? Hoe vind je dat? Doe hiervoor de groepsrollentest van Belbin. Deze kan je o.a. vinden op www.123test.nl/belbin . Verklaar tevens de verschillende rollen. 3. Beschrijf minimaal 5 manieren hoe besluiten tot stand kunnen komen, welke heeft jouw voorkeur? Motiveer je antwoord. 4. Beschrijf de stappen van besluitvorming volgens de literatuur. Waar liggen sterke en zwakte punten van jezelf? 5. Wat zijn volgens jou effecten van besluitvorming en hoe verklaar je antwoord daarna aan de hand van literatuur. De teamrollen van Belbin Welke teamrol neem jij meestal aan? Een teamrol verwijst naar de manier waarop je je meestal gedraagt, een bijdrage levert en met anderen omgaat (Belbin, 2004). In de coachgroep laat je gedrag zien. Elke deelnemer heeft bepaalde eigenschappen en kwaliteiten. De rol die de deelnemer inzet in het licht van het doel van de coachgroep is de teamrol van deze deelnemer. Elke teamrol heeft zowel sterke als zwakke elementen. Het is in het voordeel van de coachgroep dat er verschillende kwaliteiten aanwezig zijn. Dat is ook een van de redenen waarom de coachgroep samengesteld is met deelnemers met verschillende leerstijlen. Je kunt veel van elkaar leren. Je teamrol gebruik je om: - om je kwaliteiten vanuit je teamrol in kunnen zetten; - anderen te laten leren van jouw teamrol; - aanvullend te zijn op de andere teamrollen in de coachgroep; - een evenwichtig team samen te stellen. Acht verschillende teamrollen Belbin (1998) heeft na jarenlang onderzoek acht teamrollen onderscheidden. De verschillende teamrollen kunnen met elkaar een hecht team vormen. Acht sterktes die elkaar aanvullen en corrigeren en die samen voor een totaalresultaat zorgen. Als negende rol is er later de rol van specialist bij gekomen. Deze rol wordt hier verder niet meegenomen. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
161
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Kies aan welke rol je wilt werken. Gebruik de werkbladen vanuit het menu ‘zelfstandig’ om je rol te ontwikkelen. De volgende rollen worden onderscheiden. Teamrol De voorzitter
De vormer
De bedrijfsman
De plant
De brononderzoeker
De monitor
De groepswerker
De zorgdrager
Sterke punten Brengt mensen tot overeenstemming. Werkt doelgericht door te sturen en beslissingen te nemen. Elk teamlid heeft door de voorzitter de kans zo goed mogelijk tot zijn recht te komen. Hij luistert naar de ideeën van anderen. Hij is sterk genoeg om adviezen naast zich neer te leggen. Gaat de discussie aan. Hij oefent sterke invloed uit op de besluitvorming. Hij stuurt aan op daden en vooruitgang. Hij neemt zo nodig een minderheidsstandpunt aan. Hij vraagt door op opvattingen van anderen. Hij is erg productief onder druk en bij hoge snelheid. Werkt gedisciplineerd. Volgt een duidelijke structuur. Kan goed organiseren. Maakt ideeën praktisch. Zet besluiten om in concrete werkzaamheden. Heeft vaak nieuwe ideeën. Is creatief. Werkt vernieuwend. Verzint oplossingen voor complexe problemen. Is enthousiast en communicatief sterk. Onderzoekt nieuwe mogelijkheden vanuit bestaande informatie. Ontdekt kansen en heeft vele relaties. Is nuchter. Strategisch inzicht. Heeft een goed onderscheidingsvermogen. Ziet alle opties. Heeft scherp beoordelingsvermogen. Is bedachtzaam. Kan goed met verschillende mensen samenwerken. Is opmerkzaam, diplomatiek. Luistert actief en voorkomt wrijving. Brengt rust in de tent. Is gericht op het creëren van sfeer. Heeft oog voor detail. Werkt perfectionistisch. Zorgt dat dingen op tijd gebeuren. Is alert op vergissingen en gevaar.
Ontwikkelpunten Hij heeft als valkuil om te snel besluiten te nemen, die onvoldoende doorgesproken zijn.
Hij heeft als valkuil dat hij drammerig, autoritair of ongeduldig ervaren wordt
Is niet flexibel. Reageert niet zo snel als er nieuwe ideeën naar voren komen.
Gaat zo in zijn werk op dat hij niet effectief kan communiceren. Is minder sterk in leiding geven. Is te optimistisch. Verliest interesse als het eerste enthousiasme gezakt is. Mist gedrevenheid en het vermogen om anderen te motiveren. Is erg kritisch en voorzichtig. Is besluiteloos in moeilijke situaties. Laat zich gemakkelijk beïnvloeden.
Geneigd zich onnodig zorgen te maken. Delegeert niet graag. Is soms een muggenzifter.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
162
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C2 3.1 360 graden feedback Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan 360 graden feedback geven volgens de regels van feedback Vind je in je studieboeken Hoe boek voor de coach, Joost Crasborn en Ellis Buis. Bespreek de uitkomsten met de coachgroepsleden I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: spreken
Activiteit Maak de 360 graden feedback vragenlijst. Deze vragenlijst is een hulpmiddel om een goede afstemming tussen de coachgroepsleden te krijgen. Met de vragenlijst roep je feedback op, waardoor je te weten komt hoe je coachgroepsleden jou ervaren. Werkwijze: Laat het formulier invullen door je coachgroepsleden. Vul voor jezelf het formulier ook in en vergelijk de reacties van anderen met je eigen beleving. Vraag bij onduidelijkheden om een toelichting. Stel een conclusie op per onderdeel t.a.v. de gegeven feedback. De scores: ZP = Zeer Passend P = Passend AP = Aandachtspunt NP = Niet passend
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
163
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Feedback voor: Ingevuld door: Datum: WERKEN AAN DE EIGEN ONTWIKKELING Is bereid om te leren Toont initiatief Is op gedrag aan te spreken Accepteert begeleiding Kan reflecteren op eigen handelen Bereidt begeleidingsgesprekken voor
ZP
P
AP
NP
Eventuele toelichting
INHOUDELIJKE DIENSTVERLENING Ik bejegen mijn coachgroepsleden op basis van waardigheid en respect Ik draag er actief aan bij dat mijn coachgroepsleden zelf initiatieven nemen Ik stem mij af op individuele vragen, behoeften en wensen van de mijn coachgroepsleden Ik lever actief bijdragen aan een goed leerklimaat voor mijn coachgroepsleden Ik bevorder contacten tussen mijn coachgroepsleden onderling Ik stem mij af op individuele vragen, behoeften en wensen van mijn coachgroepsleden Ik werk actief mee de activiteiten binnen de coachgroep Ik handel volgens de afspraken die bij het samenwerkingscontract zijn opgesteld
ZP
P
AP
NP
Eventuele toelichting
COMMUNICATIE & SAMENWERKEN Ik sta open voor feedback Ik vraag regelmatig feedback op mijn handelen Ik geef adequate en doelgerichte feedback Ik draag actief bij aan een open communicatieklimaat Ik maak samenwerkingsproblemen bespreekbaar Ik ben nieuwsgierig naar de mening van mijn coachgroepsleden Ik lever actief bijdragen aan ons overleg
ZP
P
AP
NP
Eventuele toelichting
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
164
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Totaal score 360 graden feedback zelf invullen Werken aan eigen ontwikkeling Is bereid om te leren
Naam:
ZP: P: AP: NP: Toont initiatief ZP: P: AP: NP: Is op gedrag aan te ZP: spreken P: AP: NP: Accepteert begeleiding ZP: P: AP: NP: Kan reflecteren op ZP: eigen handelen P: AP: NP: Bereidt ZP: begeleidingsgesprekken P: voor AP: NP:
Naam:
Naam:
Naam:
Naam:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
Conclusie:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
165
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
INHOUDELIJKE DIENSTVERLENING Ik bejegen mijn coachgroepsleden op basis van waardigheid en respect Ik draag er actief aan bij dat mijn coachgroepsleden zelf initiatieven nemen Ik stem mij af op individuele vragen, behoeften en wensen van de mijn coachgroepsleden Ik lever actief bijdragen aan een goed leerklimaat voor mijn coachgroepsleden Ik bevorder contacten tussen mijn coachgroepsleden onderling Ik stem mij af op individuele vragen, behoeften en wensen van mijn coachgroepsleden Ik werk actief mee de activiteiten binnen de coachgroep Ik handel volgens de afspraken die bij het samenwerkingscontract zijn opgesteld
Opleiding Praktijkopleider
Naam:
Naam:
Naam:
Naam:
Naam:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
Conclusie:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
166
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
COMMUNICATIE & SAMENWERKEN Ik sta open voor feedback
Ik vraag regelmatig feedback op mijn handelen Ik geef adequate en doelgerichte feedback
Ik draag actief bij aan een open communicatieklimaat Ik maak samenwerkingsproblem en bespreekbaar Ik ben nieuwsgierig naar de mening van mijn coachgroepsleden Ik lever actief bijdragen aan ons overleg
Opleiding Praktijkopleider
Naam:
Naam:
Naam:
Naam:
Naam:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP: ZP: P: AP: NP:
Conclusie:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
167
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.1 Feedback 1 Leerdoel Theorie Evaluatie
Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan de regels van feedback benoemen. Vind je in je studieboeken Bespreek de uitkomsten van opdracht met de coachgroep en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Lees onderstaande tekst en beantwoord onderstaande vragen. Wat is nu eigenlijk feedback? Onder feedback verstaan we eigenlijk het terugkoppelen van het gedrag van een persoon. Een voorbeeld: “ Ik zie dat jij de activiteit over feedback al hebt afgerond, wat goed van je dat je dit zo snel hebt gedaan. Ik vind ook dat de activiteit goed is uitgewerkt. Complimenten!” Feedback is voor de meeste mensen altijd erg moeilijk. Zowel om te geven als om te ontvangen. Hoe komt dat nu? Veel mensen vinden het moeilijk omdat ze niet precies weten wat ze kunnen zeggen of de wijze waarop. Daarnaast is men vaak bang dat men niet meer “aardig” wordt gevonden naar aanleiding van de gegeven feedback. Of erger nog dat mensen boos zouden worden. Misschien herken je dat wel bij zelf. Ook het ontvangen van feedback is niet altijd leuk. Natuurlijk is het leuker om te horen dat je iets goed hebt gedaan dan dat je nog verbeterpunten hebt. Aan de andere kant kan je verbeterpunten niet verbeteren als je deze nooit hoort. Feedback is dus eigenlijk een cadeautje om zelf verder te kunnen groeien. Het probleem zit over het algemeen in de wijze waarop de feedback wordt gegeven. Er wordt regelmatig geïnterpreteerd naar aanleiding van waarnemingen. Hieruit blijkt dus dat het geven en ontvangen van feedback moeilijk is. Dat de zender en ontvanger duidelijk dienen te zijn, zoals we al hebben gezien bij communicatie. Daarnaast moet duidelijk zijn dat feedback nooit iets mag zeggen over de persoon maar dat het gaat over het gedrag van een persoon. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Je hebt vast de nodige ervaring met feedback geven en ontvangen. Noem hier 2 positieve momenten en 1 negatief moment. Wat is nu eigenlijk feedback? Wat vind je makkelijk aan het geven van feedback? En wat vind je moeilijk? Op welke 2 manieren kan je feedback geven? Kan je voorbeelden geven van verbale feedback? Geef voorbeelden van non verbale feedback. Wat zijn nu de functies van feedback? Feedback geven kan niet zomaar. Het is van groot belang dat je je aan bepaalde regels houdt. Wat zijn nu die regels? Wat zijn regels om feedback te ontvangen? Hoe je met deze regels omgaat waar is dit dan van afhankelijk? Lees uit je boek Praktijkopleider gezondheidszorg – welzijn PO 403 / 404 Hoofdstuk 6.3 over feedback.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
168
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.1 Feedback 2 Johari venster Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan d.m.v. de zelfbeoordeling van het Johari venster verwoorden in welke mate hij/ zij feedback geeft. Vind je in je studieboeken Presenteer je uitslag aan de coachgroep en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Maak gebruik van onderstaande theorie en vul het Johari Venster in en interpreteer deze met behulp van onderstaande vragen.
1. Het Johari venster is belangrijk voor jezelf als we het willen gaan hebben over feedback. Vul het Johari venster voor jezelf in. 2. Herken jij jezelf in deze uitslag? Motiveer je antwoord. 3. Wat zijn de gevolgen van het Johari venster voor jou met betrekking tot jouw opleiding en functie? Motiveer je antwoord. 4. Hoe zou je de blinde vlek aan kunnen gaan pakken? En wat ga je doen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
169
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
170
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
171
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
172
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.1 Feedback 3 Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan de voorwaarden van de ik boodschap benoemen volgens geldende regels van feedback. Vind je in je studieboeken Bespreek onderstaande opdracht met de coachgroep. I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Maak de onderstaande opdracht met de coachgroep. Feedback dienen we in een “ik” boodschap te geven. 1. 2. 3.
Waarom is het belangrijk om een “ik” boodschap te geven? Wat zijn voorwaarden van “ik” boodschappen? Geef aan of de volgende feedback volgens jou correct is - ik heb hier eigenlijk geen zin in. - ik vind die jurk jou goed staan. - je bent slordig vind ik. - je moet niet zo zeuren. - ik word erg kwaad als ik je dat zo zie doen. - ik wil je zo graag helpen maar ik weet niet hoe. - ik vind het vervelend om te zeggen maar ik heb geen tijd voor je. - jij bent niet netjes tegen die klasgenoot geweest. - eigenlijk irriteert je gedrag me een beetje.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
173
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C2 3.1 Feedback 4 Leerdoel Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding kan ik boodschappen geven. Vind je in je studieboeken Bespreek de opdracht in de coachgroep en vraag zo nodig de docent om verduidelijking I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Vul de onderstaande opdracht de letterlijk “ik”boodschap in.
De deelnemer zegt /de situatie is 1.Ik heb geen zin om de spoelkeuken weer op te ruimen, daarvoor ben ik geen vierdejaars. 2.Als het morgen zo mooi weer is kom ik niet naar school. 3.Jullie als praktijkopleiders zijn van de ouderwetse stempel. 4.School vind ik gewoon balen en niet leerzaam 5.Een deelnemer komt steeds te laat. 6. Je hebt een handeling al vijf keer voorgedaan maar de deelnemer begrijpt het niet. 7. Jan die al twee maanden op de afdeling werkt vraagt waar de koffie staat. 8.Kan je mijn rooster even aanpassen, want volgende maand wil ik extra op vakantie. 9.Een van je collega’s onderbreekt jou voortdurend tijdens een vergadering
“ik” boodschap
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
174
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak C praktijk Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Naam praktijkopleider in opleiding:
C1 3.3
Planning Coachingstraject (voor werkbegeleiders) (min. 1) BPV-taken verdelen onder werkbegeleiders (taal- en rekentaak) Werkbegeleiders coachen (taaltaak)
C2 C2 3.1
Workshop (ten behoeve van deskundigheidsbevordering) (min. 1) Ondersteunen werkbegeleiders (taaltaak)
C1 C1 3.2
Afgerond op
Akkoord begeleider praktijk
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
175
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
176
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.2 Praktijk BPV-taken verdelen onder werkbegeleiders Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak Rekentaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de BPV-taken, na overleg met betrokken leidinggevende, aan de bij de taak best passende werkbegeleider te delegeren. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. B. Aansturen E. Samenwerken en overleggen. Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren Je kunt deze activiteit gebruiken als rekentaak: getallen, verhoudingen en verbanden
Activiteit Je verdeelt de BPV-taken onder werkbegeleiders. Je bekijkt wie welke taken gaat uitvoeren en stemt dit af met werkbegeleiders en betrokken leidinggevenden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
177
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C1 3.3 Praktijk Werkbegeleiders coachen Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om werkbegeleiders te coachen, werkbegeleiders uit te nodigen tot reflectie en werkbegeleiders feedback te geven op hun handelen. Vind je in je studieboeken Evalueer met je begeleider in de praktijk. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren en luisteren
Activiteit Je coacht de werkbegeleiders in de begeleiding en beoordeling van deelnemers. Je voert begeleidingsgesprekken over individuele deelnemers. Je ondersteunt de werkbegeleiders in het kiezen en aanbieden van de juiste leersituatie voor het uitvoeren van de opdrachten, passend bij de individuele deelnemer. Je geeft werkbegeleiders feedback op hun handelen. Je nodigt werkbegeleiders uit tot reflectie op de uitvoering van hun BPV-taken.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
178
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
C2 3.1 Praktijk Ondersteunen werkbegeleiders Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om werkbegeleiders te informeren en te instrueren, zodat zij hun BPV-taken en de beoordeling van deelnemers deskundig kunnen uitvoeren. De praktijkopleider in opleiding is in staat om eigen vaardigheden in het begeleiden en beoordelen van deelnemers te demonstreren. Vind je in je studieboek Evalueer met je begeleider in de praktijk. I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: spreken
Activiteit Je levert een bijdrage aan de deskundigheidsbevordering van werkbegeleiders op het gebied van opleiden in de praktijk. Je informeert en instrueert de werkbegeleiders over de inhoud en uitvoering van BPVtaken ten behoeve van het leren, begeleiden en beoordelen in de praktijk. Je biedt werkbegeleiders een breed repertoire aan activerende didactische vaardigheden aan. Je informeert werkbegeleiders ten aanzien van de begeleiding van deelnemers. Je informeert werkbegeleiders over de inhoud en opzet van de kwalificaties, inhoudelijke ontwikkelingen en eventuele wijzigingen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
179
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
180
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak D
Opleiding Praktijkopleider
Beginnend niveau
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Je geeft samen met je coachgroepsleden een workshop op school aan groepsgenoten
Je organiseert en geeft samen met je coachgroepsleden een workshop op school (duur ± 1½ uur). Voorafgaand aan de workshop maak je een lesopzet en verdeel je de taken. De taakverdeling wordt beschreven in de lesopzet. Je ontwikkelt met de groep een beoordelingsformulier, waarop de workshop kan worden beoordeeld. Het onderwerp van de workshop levert een bijdrage aan de deskundigheids-bevordering van praktijkopleiders en aan de bevordering van kwaliteitszorg. Je geeft de workshop in (een deel van) de groep op school. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je werkt aan deskundigheidsbevordering Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Nadat je de workshop hebt gegeven schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door twee coachgroepsleden. Lever de volgende materialen in bij je SLB: De lesopzet De ingevulde beoordelingsformulieren Het reflectieverslag De beoordeling van je reflectieverslag door twee coachgroepsleden Het beoordelingsformulier bij de beroepsopdracht De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je SLB.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
181
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
182
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak D Beginnend niveau 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering (K.)
Opleiding: Praktijkopleider
Niveau: Beginner
Feedback
4.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (T.) 4.3 Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van de werkbegeleiders (D. E. J. M.)
Argumentatie feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam begeleider:
Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
183
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
184
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak D Beginner Beroepsproducten Werkprocessen D1 Verbeterplan 4.1, 4.2, 4.3 Competenties: D. E. J. K. M. T.
Competenties in de werkprocessen D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren
Prestatie-indicatoren op beginnerniveau
K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
Houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt eigen kennis en expertise (tijdens de workshop) op begrijpelijke wijze over.
T. Instructies en procedures opvolgen
Houdt zich aan de criteria zoals vermeld in de beroepsopdracht.
Luistert (tijdens de workshop) aandachtig naar wat anderen naar voren brengen. Gaat in op vragen vanuit de groep. Bereidt de workshop voor met de coachgroepsleden, overlegt over de taakverdeling en draagt zorg voor een goede samenwerking. Zorgt met de coachgroepsleden voor een volledige en nauwkeurige lesopzet. Ontwerpt met de coachgroepsleden een relevant beoordelingsformulier.
Brengt (tijdens de workshop) structuur aan in de te geven informatie. Gaat in op vragen vanuit de groep.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
185
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
186
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak D
Opleiding Praktijkopleider
Startbekwaam niveau
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Je doet een kwaliteitsonderzoek en je stelt een verbeterplan op
Je gaat gedurende twee tot vier weken een kwaliteitsonderzoek doen. Je kiest een onderwerp dat te maken heeft met het BPV-beleidsplan, de leertrajecten of de begeleiding van de werkbegeleiders. Je doet een kwaliteitsonderzoek naar het gekozen onderwerp en je schrijft een verbeterplan met aanbevelingen. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je werkt aan deskundigheidsbevordering. Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Je evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van werkbegeleiders. Na afloop van deze periode schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door je begeleider in de praktijk. De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je begeleider in de praktijk.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
187
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
188
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak D Startbekwaam niveau 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering (K.)
Opleiding: Praktijkopleider
Niveau: Startbekwaam
Feedback
4.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (T.) 4.3 Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van de werkbegeleiders (D. E. J. M.)
Argumentatie feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam begeleider:
Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
189
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
190
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak D Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen D1 Verbeterplan 4.1, 4.2, 4.3 Competenties: D. E. J. K. M. T.
Competenties in de werkprocessen D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren
K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
T. Instructies en procedures opvolgen
Prestatie-indicatoren Luistert aandachtig naar wat anderen naar voren brengen.
Maakt melding van belangrijke punten uit de evaluatie, zodat alle betrokkenen geïnformeerd zijn. Verzorgt een scherp en kernachtig geformuleerde rapportage waarin voorstellen worden gedaan gericht op bijstelling van het BPVbeleidsplan, verbeterpunten voor het leertraject en inhoudelijke en organisatorische verbeterpunten zijn opgenomen ter verbetering van de begeleiding van werkbegeleiders. Houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over. Brengt structuur aan in evaluatie gegevens, komt met haalbare oplossingen en maakt logische gevolgtrekkingen op basis van de evaluatiegegevens, zodat het BPV-beleidsplan, het leertraject en de begeleiding van werkbegeleiders geoptimaliseerd kunnen worden. Houdt zich aan de voorgeschreven procedures rond kwaliteitsverbetering.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
191
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
192
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak D school Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Planning D1 D1 4.1
Verbeterplan (min. 5) Deskundigheidsbevordering (taaltaak)
D1 4.1
Didactische werkvormen oriëntatie
D1 4.1
Formuleren leerdoelen (taaltaak)
D1 4.1
Regelgeving WEB
D1 4.2
Effectief vergaderen (taaltaak)
D1 4.2
Intercollegiale toetsing (taaltaak)
D1 4.2
Kwaliteit bewaken (taaltaak)
D1 4.2
Regelgeving
D1 4.2
Werkplan
D1 4.2
Workshop geven (taaltaak)
D1 4.3
Evalueren
Afgerond op
Akkoord SLB
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
193
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
194
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.1 Deskundigheidsbevordering Leerdoel
Theorie Evaluatie Competentie Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om haar persoonlijk ontwikkelplan uit te voeren en daarmee zichzelf verder te ontwikkelen. Eigen keuze Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. K. Vakdeskundigheid toepassen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Activiteit Je werkt aan deskundigheidsbevordering door: Vakliteratuur te lezen. Bijscholing en te volgen. Feedback te vragen over het eigen functioneren. Feedback te geven aan anderen. Samen met de begeleider in de praktijk een POP op te stellen en uit te voeren. Deel te nemen aan inhoudelijke discussies met collega’s en anderen over het beroep. Een bijdrage te leveren aan visieontwikkeling van de beroepsuitoefening en deze visie ook uit te dragen naar anderen. Ad. bij vakliteratuur lezen Kies een artikel uit een vaktijdschrift. Maak een samenvatting van het artikel. Schrijf je mening op over het onderwerp dat in het artikel beschreven wordt. Presenteer dit aan je coachgroep in 5 minuten. Lever de tekst in bij de docent. Ad. bij bijscholing Ga op zoek naar informatie over bijscholingen en kies een bij scholing uit die je deskundigheid vergroot. Motiveer wat de reden is dat je voor deze bijscholing kiest. Ad. bij feedback Maak hierbij gebruik van het formulier van de 360˚ feedback.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
195
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1. 4.1 Didactische werkvormen oriëntatie Leerdoel
Theorie Evaluatie Competentie
De praktijkopleider in opleiding kan globaal diverse didactische werkvormen beschrijven en de randvoorwaarden daarbij benoemen. Lees de theorie met betrekking tot didactische werkvormen door Evalueer met je coachgroepsleden. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Oriënteer je op verschillende didactische werkvormen, door de onderstaande vragen te beantwoorden. Ga eens terug in je herinnering. Wat vond jij leuke lessen op school en waarom? Er zijn veel verschillende didactische werkvormen. Geef van de onderstaande werkvormen het volgende aan: a) Wat houdt de werkvorm in? b) Welke randvoorwaarden zijn er nodig om de werkvorm te kunnen gebruiken? c) Geef een voorbeeld in welke situatie je de werkvorm kan gebruiken. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Onderwijsleergesprek Doceerles Instructieles DVD-les met kijkopdracht Skillslab Discussie Spelvorm Bedenk zelf nog een didactische werkvorm
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
196
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.1 Formuleren leerdoelen Leerdoel Theorie Evaluatie Competentie Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding formuleert leerdoelen SMART Vind je in je studieboeken Evaluatie in jouw coachgroep K. Vakdeskundigheid toepassen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Activiteit Je gaat eerst vragen beantwoorden over leerdoelen en hierna formuleer je drie leerdoelen SMART. Inleiding Om de richting van het leerproces te sturen is het belangrijk dat een deelnemer leerdoelen formuleert. Hiermee kan de deelnemer keuzes maken in activiteiten om de opleiding te behalen. Door het formuleren van leerdoelen bepaalt de deelnemer en praktijkopleider / docent wat te doen, wanneer dat gebeurt, en welke leerstof wordt gebruikt. Indien een leerdoel op juiste wijze is geformuleerd, dus volgens de geldende criteria, is het een hulpmiddel. Ze bevorderen het methodisch handelen. Leerdoelen worden door deelnemers als een verplicht iets gezien, zonder resultaat. Praktijkopleiders en werkbegeleiders kijken niet altijd naar de leerdoelen, of vinden een leerdoel al snel goed geformuleerd met als gevolg dat, aan het eind, de eigenlijke doelstelling niet is behaald. “Een leerdoel is een zo concreet en operationeel mogelijke omschrijving van wat een deelnemer moet kunnen als resultaat van het onderwijsleerproces” ( DOZ, 1998 ). Naast leerdoelen zul je als praktijkopleider ook lesdoelen of werkdoelen op gaan stellen. De procedure is het zelfde. Maar wat is nu het verschil met een leerdoel? Eerst zul je in deze leeropdracht gaan kijken wanneer je een leerdoel op dient te stellen, waarna de geldende criteria worden onderzocht. Vervolgens zal verdieping worden aangebracht in het formuleren van de leerdoelen.
4.
Activiteit A: 1. Er zijn twee hoofdrichtlijnen voor het formuleren van leerdoelen. Operationaliseren en concretiseren. Wat versta je daaronder en geef voorbeelden. 2. Wat is het verschil tussen een leerdoel en een werkdoel? 3. Stel dat je een werkdoel moet gaan formuleren. Welke bronnen kan jij dan gebruiken om tot een doel te komen? Wat zijn de belangen van leerdoelen volgens jou? Activiteit B: 1. Zoek op internet naar RUMBA eisen en naar de SMART methode. Beschrijf de kenmerken van beiden methoden. Welke heeft jouw voorkeur? Gebruik deze dan in het vervolg. 2. Hieronder staan een aantal doelen. Geef aan of deze juist of onjuist geformuleerd zijn. Als je ze onjuist vindt geef dan ook de reden aan. De deelnemer kan het belang van leerdoelen formuleren uitleggen De deelnemer kan aan het eind van deze instructie, aan de hand van een casus, insuline toedienen volgens protocol Deelnemers vertellen wat hygiëne betekent Ontwikkelen van inzicht in de eigen leerstijl De deelnemer is zich bewust van zijn sterke en minder sterke kanten De deelnemer kan na dit coachgesprek een coachvraag opstellen volgens de geldende richtlijn Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
197
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
De deelnemer laat het verschonen van een kleuter zien De deelnemer neemt de veranderingen van de zorgvrager waar De deelnemer geeft na de les feedback volgens de geldende regels 3. Belangrijk bij het opstellen van doelen is het concreet waarneembaar gedrag. Noem of zoek werkwoorden die concreet waarneembaar zijn en werkwoorden die dit niet zijn. Bijv. De deelnemer zegt is concreet, maar de deelnemer geeft aan is niet concreet. Aangeven heeft verschillende betekenissen in de Nederlandse taal. Concrete werkwoorden zijn bijvoorbeeld: demonstreren, zeggen, opnoemen, in eigen woorden weergeven, lopen, schrijven etc. 4. Kijk naar het SMART formulier. Dit vind je in de bijlage. Formuleer voor jezelf minimaal drie leerdoelen die je wilt gaan behalen volgens de SMART methode. Bijlage: Leerdoelen formuleren Tijdens de opleiding ga je kritisch naar jezelf kijken. Je gaat ontdekken waar je goed in bent en waar je nog niet zo goed in bent. Voor de dingen waar je nog niet zo goed in bent, waar je tegenaan loopt of waar je last van hebt ga je leerdoelen formuleren. Deze doelen hebben te maken met de studie, met je leer en beroepshouding of met communicatievaardigheden. Zo formuleer je meerdere doelen per studiejaar. Hieronder lees je aan welke criteria een leerdoel moet voldoen. Ook zie je het leerdoelformulier dat je gebruikt bij het formuleren van een leerdoel. Gebruik onderstaande criteria om te checken of je leerdoel juist is geformuleerd. Het leerdoel is Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Reëel en Tijdgebonden. Specifiek Niet: Ik kan goed communiceren binnen de groep. Dit is een te breed leerdoel. Hier vallen een groot aantal concrete vaardigheden onder. Want: Wat versta je onder goed en wat versta je onder communiceren? Dit zijn te subjectieve begrippen. Wel: Ik kan anderen uit laten praten. Dit is een concrete vaardigheid, dat onder bovenstaand leerdoel kan vallen. Dit is concreet, specifiek en duidelijk waarneembaar (waardoor het beter meetbaar is dan het eerste voorbeeld) Meetbaar meetbaar in getallen of meetbaar door middel van zintuiglijke waarnemingen Ik kan tijdens elke vergadering drie keer mijn mening geven Ik kan een actieve luisterhouding aannemen Ik zit rechtop Ik heb een open houding Ik maak oogcontact. Ik knik begrijpend. Acceptabel Een leerdoel is acceptabel/aantrekkelijk als het op diverse vlakken verantwoord is eraan te beginnen. Is een leerdoel voor jezelf en je omgeving verantwoord? Het betekent dat als je iets wil veranderen, dit effect kan hebben op meerdere deelgebieden van je leven. Een verantwoord/acceptabel doel mag niemand schade berekenen. Bij het volgende voorbeeld kun je je afvragen of het wel verantwoord is voor je omgeving. Je kijkt of je leerdoel a.h.w. ethisch verantwoord is. Niet: “Ik kan werk uit handen geven”: (Zodat Ik meer achterover kan leunen en zoveel mogelijk aan anderen over kan laten.) Wel: “Ik kan werk uit handen geven”: ( Zodat ik een meer evenwichtig aandeel heb in de samenwerking). Reëel Een reëel doel ligt zoveel mogelijk binnen het bereik. Als een doel teveel afhangt van de medewerking van anderen, of als het zaken betreft die niet onder je eigen controle liggen, dan kan je proberen dit doel als nevendoel te stellen. Eerst moet het bijbehorende doel gevonden worden, dat wel binnen je eigen controle en dus binnen handbereik ligt. Hiermee kan je die eerder genoemde medewerking eventueel wel Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
198
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
krijgen. Niet: “Ik kan er voor zorgen dat mijn medegroepsgenoten gemotiveerd raken.” Wel: “Ik kan complimenten geven voor datgene wat anderen goed doen.” ”Ik vraag naar ieder zijn mening.” Tijdgebonden Hierbij gaat het er om dat een leerdoel uiteen wordt gezet in de tijd. Wanneer denk je je leerdoel behaald te hebben? Meestal is dit aan het einde van een blok. Maar het kan ook een aantal weken duren, of misschien wel twee of drie blokken.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
199
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.1 Regelgeving WEB Leerdoel Theorie
Evaluatie Competentie
De praktijkopleider in opleiding heeft kennis van de wetgeving m.b.t. beroepsonderwijs (Wet Educatie Beroepsuitoefening) http://www.stab.nl/wetten/0467_Wet_educatie_en_beroepsonderwijs_WEB.htm www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/beroepsonderwijs http://wetten.overheid.nl/BWBR0007625/geldigheidsdatum_21-022010 Studieboeken Evaluatie in jouw coachgroep K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1. Wat betekent deze wet zowel voor jou als praktijkopleider in opleiding als voor jouw stagiaire? 2. Op welke manier neem je deze wet mee in jouw dagelijks handelen? 3. Hoe zorg jij er voor dat je op de hoogte blijft van de wet WEB? 4. Hoe zorg jij er voor dat stagiaires op de hoogte zijn van deze wet?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
200
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.2 Effectief vergaderen Leerdoel Theorie
Evaluatie Competentie Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding vergadert effectief Piet Muijsert . Effectief leren vergaderen. Nelissen, Barneveld. Klaas Schermer en Marcel Wijn Vergaderen en onderhandelen. Bohn Stafleu van Loghum, Houten Afhankelijk van de opdracht T. Instructies en procedures opvolgen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Voor één van de onderstaande activiteiten uit. Inleiding Er wordt veel vergaderd in de wereld. Overheden, instellingen, afdelingen en verenigingen vergaderen er wat af. Regeringsleiders overleggen met vakbonden, provinciën weer met de plaatselijke muziekverenigingen over subsidies. Waarom wordt er zoveel vergaderd? Is dat allemaal noodzakelijk? Moeten we nog met zijn allen aanwezig zijn voor een overleg, met de mogelijkheden van conference meeting etc.? Veelal kenmerkt de afloop van een vergadering hetzelfde beeld. Lang niet iedereen is tevreden. Hetzij over de uitkomsten, maar veel meer klaagzang hoort men over de wijze waarop er vergaderd is. Ellenlange discussies, die voortdurend terugkomen staan op de agenda. Discussies verzanden in welles - nietes spelletjes of er worden argumenten aangehaald die niet van toepassing zijn. Om tot een effectief overleg te komen zijn overlegstructuren van belang. Gaat het over informatieoverdracht, besluitvorming of meningsvorming? Aspecten die een overleg ook bepalen zijn de groepsgrootte, frequentie van het overleg en de communicatiestructuur. Er dient ook duidelijk te zijn welke rol van een ieder wordt verwacht en dat men die voorbereidt opdat de vergadering zo effectief mogelijk verloopt. Belangrijk bij vergaderen is de communicatie. Hoe verloopt deze en wat zijn factoren die deze kunnen beïnvloeden? Daar zal tijdens deze opdracht mee worden begonnen om hierna over te gaan naar opdrachten met betrekking tot vergaderen. Activiteit A: 1. Teken het communicatieschema, vermeld hierin alles stappen van het proces en geef hierbij voorbeelden. 2. Wat is het doel van taal bij communicatie? Geef ook de doelen aan van non verbale communicatie. 3. Welke soorten boodschappen ken je, geef daarbij voorbeelden. Wat is de rol van zender en ontvanger met betrekking tot een boodschap? Interrumperen, op de eigen persoon gericht gedrag, drammen, tegenstrijdige communicatie, ontkrachtende communicatie, paradoxale communicatie. Enkele termen die behoren bij problematische communicatie. Activiteit B: Observeer een vergadering van je team, of indien dit niet mogelijk is een andere vergadering van bijv. sportclub, vereniging etc. Beschrijf concreet waarneembaar gedrag. Welk soort vragen wordt er gesteld? Welke situaties of welke personen zorgen voor problematische communicatie? Op welke wijze reageert de voorzitter hierop of andere teamleden? Leg een relatie met het communicatieschema zoals uitgewerkt in opdracht 1. Wordt er rekening gehouden met informatieoverdracht, meningsvorming of besluitvorming? Geef aan het eind van de vergadering feedback op de gehele procedure en personen. Geef Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
201
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
tevens verbeterpunten aan. Opdracht C: In deze opdracht draait het erom om effectief een vergadering te leiden. Zit een vergadering voor, bereid deze voor volgens de richtlijnen. Denk daarbij aan de uitnodigingen, agenda, stukken die aanwezig dienen te zijn etc. Reflecteer hierna op je eigen handelen. Laat twee coachgroepsleden je reflectie beoordelen, ze beoordelen de reflectie met een cijfer en beargumenteren hun beoordeling.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
202
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.2 Intercollegiale toetsing Leerdoel Theorie Evaluatie Competentie Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding kan het instrument intercollegiale toetsing toepassen Vind je in je studieboeken Na uitvoering van de activiteit in het groepje T. Instructies en procedures opvolgen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit In een groep ga je intercollegiale toetsing uitvoeren Inleiding Om jezelf te blijven ontwikkelen binnen je functie zul je moeten blijven werken aan je eigen beroepsdeskundigheid. Hiervoor zijn verschillende manieren, zoals het bijhouden van vakliteratuur, deelname aan intervisie en ook door mee te doen aan intercollegiale toetsing. Bij intercollegiale toetsing wordt het eigen handelen in kleine groepjes getoetst aan een aantal criteria (= normen bij een beoordeling). Deze criteria zijn van tevoren met elkaar opgesteld. Het doel van een intercollegiale toetsing is te komen tot kwaliteitsverbetering. In groepjes van drie personen (vanuit je coachgroep) gaan je een intercollegiale toetsing uitvoeren. De stappen zijn als volgt: Activiteit: 1. het kiezen van een onderwerp:wat willen we toetsen? 2. het vaststellen van criteria: wat zijn volgens ons de criteria voor goede zorg/begeleiding bij dit onderwerp? (meetbaar!) 3. het verzamelen en geven van informatie over het eigen handelen: wat doe ik precies? 4. het vergelijken van eigen handelen met de gestelde criteria: voldoet mijn handelen aan de criteria? 5. evaluatie van het handelen: wat moet ik veranderen? 6. invoeren van de verandering (deze kun je nu eigenlijk niet doen) Met je groepje werk je 2 tot 3 onderwerpen uit en per onderwerp worden alle groepsleden getoetst. Je krijgt ongeveer 50 minuten voor deze opdracht. Laat uiteindelijk aan de docent zien hoe je de onderwerpen hebt uitgewerkt met elkaar. Gebruik bijvoorbeeld de volgende onderwerpen: - Toezien op de veiligheid van de cliënten - Informeren van de ouders/verzorgers/familie over de dagelijkse gang van zaken - Zorgen voor voldoende rust, reinheid en regelmaat - Vergroten van de eigen beroepsdeskundigheid - Signaleren en aanpakken van ontwikkelingsproblemen - Leveren van maatwerk aan ouders en kinderen - Bewaken van de privacy van de cliënten
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
203
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1. 4.2 Kwaliteit bewaken Leerdoel Theorie Evaluatie Competentie Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding bewaakt de kwaliteit Vind je in je studieboeken Evaluatie met twee medestudenten van de opleiding Praktijkopleider T. Instructies en procedures opvolgen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren, spreken
Activiteit Voer activiteit A uit en sluit activiteit A af door een beoordeling van 2 medestudenten. Voer activiteit B uit en sluit activiteit B af door een beoordeling van 2 medestudenten.
Inleiding “Het leveren van kwaliteit kost geld,het niet leveren kost kapitalen”. Dit is een uitspraak over kwaliteit waarover je kunt discussiëren. Maar aan het eind van deze leeropdracht ga je daar een pleidooi over schrijven. Als je het over het begrip kwaliteit hebt, heeft iedereen wel een mening. Maar wat betekent het begrip nu eigenlijk? De van Dale zegt over kwaliteit het volgende: kwa·li·teit de; v -en 1 mate waarin iets goed is; gesteldheid, hoedanigheid, aard: de ~ van deze stof 2 functie: in zijn ~ van burgemeester 3 goede hoedanigheid: iem. met ~en bekwaamheid; ~sartikelen. Kwaliteit is dus in verschillende settingen te gebruiken. In deze leeropdracht ga jij je richten op de gesteldheid en hoedanigheid en de mate waarin iets goeds is. Als praktijkopleider kan je de kwaliteit beoordelen van een deelnemer maar ook van de gehele opleiding. Activiteit A: Om kwaliteit te bewaken is het belangrijk dat er een kwaliteitssysteem is in je organisatie. 1. Beoordeel het kwaliteitssysteem van je instelling met betrekking tot opleiden. Geef je mening over : kwaliteitseisen kwaliteitsinstrumenten kwaliteitscontrole kwaliteitsborging 2. Op welke wijze komt in jouw instelling naar voren dat kwaliteitszorg een continu en cyclisch proces is? 3. Op welk gebied zou jij de kwaliteit willen verbeteren? Motiveer je antwoord. 4. Je gaat een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Stel hiervoor een plan van aanpak op. 5. Laat de gehele uitwerking van opdracht 1 door twee medestudenten beoordelen. Stel zelf gerichte feedback vragen op. Activiteit B: Schrijf naar aanleiding van de uitspraak in de inleiding een betoog over kwaliteit. Gebruik daarvoor ook de uitwerking in activiteit A. Je mening dient duidelijk naar voren te komen, met onderbouwing van argumenten. Laat dit betoog door twee medestudenten beoordelen aan de hand van, door jou, vooraf opgestelde criteria.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
204
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.2 Regelgeving Leerdoel Theorie
Evaluatie Competentie
De praktijkopleider in opleiding kent de regelgeving omtrent hygiëne, veiligheid, ARBO, milieu en kwaliteitszorg CAO eigen sector http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/arbowet--en--regelgeving http://www.arboportaal.nl http://www.ggd.nl In de coachgroep of in een groep praktijkopleiders in opleiding die werken binnen hetzelfde werkveld vindt de evaluatie plaats T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Je gaat op onderzoek wat de CAO en/of de ARBO-wet betekenen voor jou als praktijkopleider in opleiding ten aanzien van het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Ga in de CAO van jouw eigen sector op zoek naar de antwoorden op de volgende vragen. Noteer de hoofdstukken en paginanummers en schrijf het antwoord op in kernwoorden. 1. 2.
Waar kun je informatie terugvinden over de volgende zaken: De hoogte van je salaris en van een beginnend stagiaire binnen je instelling Je werktijden en van een beginnend stagiaire binnen je instelling Vakantiegeld en van een beginnend stagiaire binnen je instelling Zwangerschapsverlof Reiskostenvergoeding Arbeidsomstandigheden Beoordelings- en functioneringsgesprekken Stagevergoeding Medezeggenschap Pensioen In welke gevallen kun je op non-actief gesteld worden? Hoe gaat dat officieel in zijn werk? 3. Wat houdt een PVT in? En een WOR? 4. Wat wordt er in ieder geval vermeld in de arbeidsovereenkomst? 5. Hoe kun je een arbeidsovereenkomst beëindigen met een stagiaire? 6. Met hoeveel word je salaris jaarlijks verhoogd? 7. Hoeveel gaat een stagiaire verdienen als hij/zij als BBL-leerling of BOL-leerling bij een organisatie in dienst treedt? (noem het salaris of de salarisschaal) 8. Wat wordt bedoeld met buitengewoon of bijzonder verlof? 9. Is het toegestaan om naast je gewone werkzaamheden nevenwerkzaamheden te verrichten? 10. Is het voor een stagiaire toegestaan om naast zijn/haar gewone werkzaamheden nevenwerkzaamheden te verrichten? 11. Welke mogelijkheden zijn er om extra scholing te volgen voor zowel een stagiaire, werkbegeleider als voor jou als praktijkopleider in opleiding? Nadat deze vragen beantwoord zijn worden de uitkomsten besproken in de coachgroep of in een groep praktijkopleiders in opleiding die werken binnen hetzelfde werkveld.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
205
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Activiteit B: Ga in de ARBO-wet op zoek naar de antwoorden op de volgende vragen. Noteer waar jij het antwoord hebt gevonden en schrijf het antwoord op in kernwoorden. 1. Wat betekent de ARBO-wet voor zowel een stagiaire als jou, als praktijkopleider in opleiding? 2. Wat is jullie verantwoordelijkheid ten aanzien van hygiëne, veiligheid, ARBO en milieu? 3. Op welke manier en aan wie kan je laten zien dat je verantwoordelijkheid neemt voor hygiëne, veiligheid, ARBO en milieu? 4. Met welke instanties heb jij binnen jouw instelling ten aanzien van ARBO? Nadat deze vragen beantwoord zijn worden de uitkomsten besproken in de coachgroep of in een groep praktijkopleiders in opleiding die werken binnen hetzelfde werkveld.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
206
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.2 Werkplan Leerdoel Theorie Evaluatie Competentie
De praktijkopleider in opleiding herkent verschillende belangen en verwerkt dit in een werkplan Vind je in je studieboeken Evaluatie in de coachgroep T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Je gaat in activiteit A en B op zoek naar de verschillende belangen die er binnen je instelling gelden en maakt hiervoor een werkplan. Inleiding Herken je het van je zelf dat je op een ochtend op de weegschaal staat en niet helemaal tevreden bent met je gewicht? Wat ga je daar aan doen vraag je jezelf af. Lijnen omdat je toch de komende vakantie op het strand er goed uit wilt zien, of het zo laten omdat je binnenkort twee feestjes hebt en de hapjes en wijn toch niet kan laten staan. Iedereen heeft wel eens situaties in zijn leven waarin keuzes gemaakt dienen te worden omdat werk of privé zaken niet naar wens verlopen. Als praktijkopleider kan je dat ook gebeuren. Je komt immers op voor de belangen van de deelnemer, maar werkt ook in een organisatie waar je rekening mee dient te houden. Opleidingstaken en organisatietaken kunnen daarom met elkaar in conflict komen en dat kan gevolgen hebben voor het leerproces van deelnemers maar ook voor jou als praktijkopleider of als groep praktijkopleiders. Je dient dan ook regelmatig de belangen of te wegen en dat is geen eenmalig gebeuren maar een continu proces. De beslissing die je neemt heeft weer gevolgen voor andere keuzes die wel of niet gemaakt kunnen worden. Als praktijkopleider krijg je dus te maken met verschillende belangen en van daaruit worden keuzes gemaakt. Sommige van deze keuzes kunnen leiden tot verandering, waarvoor een werkplan nodig is. In deze leeropdracht kijk je naar de verschillende belangen, hoe je daar mee om kunt gaan en welke competenties jij nodig hebt om een werkplan op te stellen en te implementeren. Activiteit A: 1. Instellingen zijn te verdelen in macro, meso en micro niveau. Geef aan wat deze niveaus betekenen en geef van elke niveau 2 voorbeelden uit je instelling. 2. Op welk niveau zit de afdeling praktijkopleiding volgens jou en wat zijn hiervan de gevolgen met betrekking tot besluitvorming in de organisatie? 3. Maak een onderscheid in macro, meso en micro niveau, alleen gericht op de afdeling praktijkopleiding opleiding. 4. Zijn er volgens jou tegengestelde belangen als je kijkt naar de uitkomsten van vraag 1 en 3 ? Benoem deze dan en wat zijn hiervan de gevolgen? Activiteit B: 1. Benoem een tegengesteld belang in jouw instelling. Wat zou je hieraan willen doen? Kan je dit willen ook uitvoeren volgens jou? Motiveer je antwoord. 2. Je wilt hetgeen benoemd bij vraag 1 veranderen, je gaat hiervoor een werkplan opstellen. Wat dient in het werkplan volgens jou naar voren te komen. Schrijf de kern hiervan op. 3. Zoek zelf op internet naar werkplannen, wat zijn overeenkomsten en verschillen met jouw kern? 4. Je wilt nu ook een implementatie gaan schrijven voor de invoering. Waaraan dient een implementatieplan te voldoen en waar valt of staat het implementatieplan mee volgens jou?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
207
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.2 Workshop geven Leerdoel Theorie Evaluatie Competentie Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding geeft een workshop Piet Hoogeveen en Jos Winkels, Het didactische werkvormenboek. Van Gorcum, Assen Evalueer de activiteit met diegene die aan de workshop hebben deelgenomen. T. Instructies en procedures opvolgen Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Je krijgt de opdracht om een workshop te organiseren in jouw instelling. Inleiding 1 Werkplaats of winkel waar men gereedschap kan kopen. 2 Sessie tijdens een congres, conferentie of cursus waarbij, na een korte inleiding, vragen kunnen worden gesteld, discussie kan gevoerd worden. Dat is de betekenis van het woord “workshop” volgens het woordenboek. Tijdens een workshop biedt je verschillende didactische werkvormen aan om ervaring of informatie op te doen omtrent een bepaald thema. Je maakt de deelnemer “lekker” om te gaan investeren. Voordat de workshop plaats vindt dient er een en ander georganiseerd te worden, immers je wilt graag publiek trekken. Hoe zet je nu een workshop op en wat zijn aandachtspunten, daarover gaat deze leeropdracht.
Workshop Het onderwerp voor de workshop is vrij in te vullen, maar jij kunt ook naar aanleiding van behoeften van stagiaires en werkbegeleiders in de praktijk een onderwerp uitkiezen. Motiveer wat de reden is dat je, als praktijkopleider in opleiding kiest voor dit onderwerp. Stel hierna een plan van aanpak op. Denk daarbij o.a. aan het programma, gasten, sprekers,vervoer, financiën, presentatoren, deelnemers, techniek etc. Nadat je een plan van aanpak hebt gemaakt en voer jij de workshop uit.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
208
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.3 Evalueren Leerdoel
Theorie Evaluatie Competenties
De praktijkopleider in opleiding benoemt wat evalueren, zowel mondeling als schriftelijk, inhoud. De praktijkopleider in opleiding kan het belang van evalueren uitleggen. Vind je in je studieboeken Evalueer de activiteit met de studenten uit de opleiding tot Praktijkopleider D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren
Activiteit Bestudeer in de theorie over evalueren. Beantwoord de vragen over evalueren. Inleiding Wat evalueren is weet je natuurlijk wel, maar we geven het toch nog een keertje aan. Het is het verzamelen van gegevens, deze meten, beoordelen en verbeteren. Daarbij gaat het om cyclisch proces. Door middel van evaluaties zal als het goed is de kwaliteit van het onderwijs / opleiding ook verbeteren binnen de organisatie. Daarom is evalueren zo belangrijk. Binnen opleidingen is de evaluatie gericht op 4 verschillende niveaus te weten het leerplan, faseplan, studieonderdeel en de les en studietaken. Deze onderdelen kunnen per instelling wat naam betreft wat afwijken maar de inhoud is over het algemeen hetzelfde. Evaluatie kan schriftelijk of mondeling plaats vinden. Beide methoden hebben voor- en nadelen. Vragen: 1. Stel je geeft een instructieles over competentie gericht werkbegeleiden aan jouw werkbegeleiders. Het is de eerste keer dat jij deze instructie geeft. Welke product en procesevaluatie vragen zou jij opstellen? 2. Kies je voor een schriftelijke of mondelinge evaluatie? Motiveer je antwoord. 3. Uit de evaluatie komt naar voren dat werkbegeleiders meer trainingencompetentie gericht werkbegeleiden nodig vinden. Wat ga je nu doen? 4. Welke gegevens heb je nog meer nodig om tot een juist plan van aanpak te komen? Hoe ga je deze gegevens verzamelen? Motiveer je antwoord. 5. Welke gevolgen hebben de uitkomsten van 3 op de organisatie? 6. Welke gevolgen kan het hebben voor werkbegeleiders en deelnemers?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
209
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
210
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ondersteuningsmagazijn beroepstaak D praktijk Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Planning D1 D1 4.1
Verbeterplan (min. 2) Deskundigheidsbevordering (taaltaak)
D1 4.2
Kwaliteitszorg (taaltaak)
D1 4.3
Evaluatie (taaltaak)
Afgerond op
Akkoord begeleider praktijk
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
211
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
212
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.1 Praktijk Deskundigheidsbevordering Leerdoel
Theorie Evaluatie Competentie Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om haar persoonlijk ontwikkelplan uit te voeren en daarmee zichzelf verder te ontwikkelen. Eigen keuze. Evalueer met je begeleider in de praktijk. K. Vakdeskundigheid toepassen. Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Activiteit Je werkt aan deskundigheidsbevordering door: Vakliteratuur te lezen. Bijscholing en te volgen. Feedback te vragen over het eigen functioneren. Feedback te geven aan anderen. Samen met de begeleider in de praktijk een POP op te stellen en uit te voeren. Deel te nemen aan inhoudelijke discussies met collega’s en anderen over het beroep. Een bijdrage te leveren aan visieontwikkeling van de beroepsuitoefening en deze visie ook uit te dragen naar anderen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
213
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.2 Praktijk Kwaliteitszorg Leerdoel
Theorie Evaluatie Competentie Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om de eigen deskundigheid doelbewust aan te wenden om de kwaliteit van de werkzaamheden in de organisatie te verbeteren. Eigen keuze. Evalueer met je begeleider in de praktijk. T. Instructies en procedures opvolgen. Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren en spreken
Activiteit Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door: Mee te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het opleiden in de praktijk door bijv. te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen. Je kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Systematisch de kwaliteit van je werkzaamheden te bewaken. Knelpunten tijdig te signaleren en te rapporteren. Toe te zien op de naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
214
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
D1 4.3 Praktijk Evaluatie Leerdoel
Theorie Evaluatie
Competenties
Taaltaak
De praktijkopleider in opleiding is in staat om te evalueren met betrokkenen en bevindingen te rapporteren. De daarbij te evalueren onderdelen zijn: het BPV-beleidsplan, het individuele leertraject van de deelnemer, de beoordeling van de deelnemers, de begeleiding uitgevoerd door de werkbegeleiders, de begeleiding van de werkbegeleiders zelf door de praktijkopleider in opleiding Eigen keuze. Evalueer met je begeleider in de praktijk. Evalueer ook de taaltaken: leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en taalverzorging. D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren Je kunt deze activiteit gebruiken als taaltaak: gesprekken voeren, luisteren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Activiteit Je evalueert periodiek: de organisatie van de BPV, de verschillende leertrajecten uit de afgelopen periode, de uitvoering van de coördinerende taken met betrekking tot de BPV-taken van de werkbegeleiders, de begeleiding door de werkbegeleiders.
Je verzamelt relevante gegevens. Je luistert naar betrokkenen en reflecteert op je eigen werkzaamheden. Je legt je bevindingen vast in een evaluatieverslag. Je signaleert en formuleert verbeterpunten en je doet voorstellen gericht op bijstelling. Je voert in overleg met betrokkenen en/of het management gewenste veranderingen door of levert daaraan een bijdrage.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
215
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
216
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Burgerschap Als praktijkopleider in opleiding, ontwikkel je je tot een kritische, reflectieve professional. Maar niet alleen vanuit de professie wordt een kritische houding ontwikkeld, ook als consument en burger ben je in staat om een beargumenteerde afweging te maken tussen meningen, producten of diensten waarmee je geconfronteerd wordt. Deze kritische houding wordt aangemoedigd door de denkkracht te stimuleren en te benutten in opleiding tot praktijkopleider. De kritische houding is zichtbaar in de beroepshouding maar ook in de studiehouding. Het burgerschapsonderwijs stimuleert je tot het ontwikkelen van een (positief) kritische houding ten opzichte van de maatschappij, de staat en de straat en uiteraard ook op je eigen handelen als professional in de opleiding tot praktijkopleider. De hoofdthema’s De hoofdthema’s voor het burgerschapsonderwijs zijn verdeelt in vier burgerschapsdomeinen: 1. 2. 3. 4.
Politiek-juridisch burgerschapsdomein Economisch burgerschapsdomein Sociaal-maatschappelijk burgerschapsdomein Vitaal burgerschapsdomein
Binnen de opleiding tot praktijkopleider heb je inspanningsplicht ten opzichte van burgerschap. Door het houden van een presentatie over een gekozen domein en het bijwonen van presentaties wordt Burgerschap met Voldaan afgetekend.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
217
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
218
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Presentatie Burgerschap Leerdoel
Theorie Evaluatie Domein
De student krijgt door het voorbereiden en uitvoeren van een presentatie kennis en inzicht over een gekozen onderwerp binnen het politiek-juridisch domein, economisch domein, sociaal-maatschappelijk domein, vitaal burgerschap domein Internet Evaluatie met docent Politiek-juridisch domein Economisch domein Sociaal-maatschappelijk domein Vitaal burgerschap domein
Activiteit De student gaat met een subgroep een presentatie voorbereiden en uitvoeren van 45 minuten voor medestudenten. De inhoud van de presentatie heeft betrekking op het politiekjuridisch domein, economisch domein, sociaal-maatschappelijk domein of vitaal burgerschap domein
Vorm van de presentatie De presentatie die de studenten in subgroepen van 3 à 4 studenten gaan geven, dient interactief te zijn. De presentatie is zo ingericht dat de student naast het geven van informatie over het gekozen onderwerp, de medestudenten aan het werk zet met het onderwerp. 1. Binnenkomer. Bij de start van de presentatie is er een binnenkomer. Dat kan zijn: muziek, beelden, een voorwerp dat betrekking heeft op de inhoud van de presentatie. 2. Doel van de presentatie en het programma. Kort aangeven wat het eindresultaat is en hoe de student dat wil bereiken. 3. Informatie geven en een verwerkingsopdracht. Informatie met daaraan gekoppeld een opdracht voor de studenten. De informatie kan de student zelf geven of gebruik maken van een ander medium (beelden, PowerPoint ect) De verwerking van deze informatie wordt gedaan in een actieve werkvorm. 4. De uitzwaaier. De afsluiting van de presentatie is een uitzwaaier. Dat kan van alles zijn, als het maar een afsluiting is die betrekking heeft op de inhoud van de workshop. Spel, discussie, muziek ect.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
219
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
220
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Presentatieburgerschap Onderwerp………………………… Groep……………………………… Datum………………………………
Criteria Het onderwerp is uit een van de vier domeinen Er wordt gestart met een binnenkomer Het doel van de presentatie en het programma is aangegeven Er wordt informatie gegeven en er is een verwerkingsopdracht De presentatie wordt afgesloten met een uitzwaaier
Ja/ nee Ja /nee Ja/nee Ja/nee Ja/nee
Opmerkingen:
Naam student:
Naam docent:
Handtekening student:
Handtekening docent:
Certificaat: Ja/nee
Datum:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
221
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
222
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
De burgerschapsdomeinen Domein betekent de ruimte waarin je je bevindt en beweegt. Het kan thuis zijn, op school, of op straat. Burgerschapsdomein betekent de ruimte waar je als burger bent. Het is de plek waar je altijd rekening houdt met anderen, en waar je rekening houdt met wetten en regels. De domeinen kun je onderverdelen in: straat, samenleving en staat. Bij de straat kun je je heel veel voorstellen. Bij de samenleving iets minder en bij de Staat is het nog moeilijker om een beeld te vormen. Dat komt omdat de laatste twee abstract zijn. Dat betekent dat je je er niets tastbaars bij kunt voorstellen. De tastbare en zichtbare zaken zoals je buurman en de straat waarin je woont, zijn onderdelen van de samenleving. Men zegt ook wel de samenleving bestaat uit alle individuen die zelfstandig samen leven.
Politiek-juridisch burgerschapsdomein In Nederland leven wij in een democratie. Het woord democratie bestaat uit twee Griekse woorden, demos en kratos. Demos betekent volk en kratos macht. Nederland is een rechtsstaat en een constitutionele monarchie. Elke vier jaar zijn er verkiezingen. Mensen met een Nederlands paspoort, de burgers, mogen dan stemmen op een politieke partij van hun voorkeur. De mensen die gekozen zijn noemen we volksvertegenwoordigers. De politieke partijen die samen de meerderheid hebben, 76 van de 150 zetels, vormen samen de regering. Zij leveren de ministers en staatssecretarissen voor het kabinet. De politieke partijen moeten altijd samenwerken in de regering. Er is nooit een partij die alleen de absolute meerderheid behaalt. Die samenwerking heet een coalitie. Links: www.tweedekamer.nl www.perspectief.nu/nl www.rood.sp.nl www.jongedemocraten.nl www.jovd.nl.nl www.dwars.org www.cdja.nl www.js.nl www.pinkpolitiek.nl www.pvv.nl www.sgpj.nl www.VNG.nl www.lokaal.org
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
223
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
224
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Economisch burgerschapsdomein Werknemer en consument Hierbij gaat het om het domein waar je werknemer, werkgever of werkzoekende bent. Je kent als werknemer je rechten en plichten. Als consument krijg je ook te maken met economische burgerschapscompetentie. Dat wil zeggen je bent kritisch in het bepalen van de prijs-kwaliteitsverhouding van producten. Je weet dat het belangrijk is om de balans tussen uitgaven en inkomsten te bewaken. CAO De meest voor de hand liggende manier om erachter te komen wat je rechten en plichten zijn, is de CAO raadplegen. Dit is de afkorting voor Collectieve Arbeidsovereenkomst. Hierin staan alle rechten en plichten, de salarisbedragen die bij de verschillende functies horen, en de arbeidsvoorwaarden: primair en secundair. Dit zijn bijvoorbeeld vakantiedagen (primair), en ook mogelijkheden om een studie binnen het kader van je werk te volgen (secundair). De CAO komt tot stand na overleg tussen werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties. Dit noem je ook wel belangenorganisaties. Voor de zorgsector is dat de Abvakabo van de FNV. Maar hoe zit het wanneer je niet werkt? Dan is het ook belangrijk de juiste weg te weten. Wanneer heb je recht op een uitkering, waar vraag je deze aan en hoe vind je zo snel mogelijk weer werk? Handige links: http://www.nu91-leden.nl (voor de cao VVT) www.nibud.n l (voor geldzaken) www.abvakabofnv.nl www.FNVjong.nl http://www.uwv.nl/
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
225
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
226
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Sociaal-cultureel burgerschapsdomein Sociaal betekent hoe mensen met elkaar omgaan. Het gaat over de verbanden tussen mensen. Je beschikt over de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de samenleving en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Uiteraard ben je in de eerste plaats verbonden met je familie, het gezin waarin je opgroeit, je vriendenkring. Daarna, volgen op gepaste afstand je collega’s en je medestudenten. Als je jezelf voorstelt in het centrum zijn deze groepen mensen de kringen die je omsluiten. De kringen worden steeds wijder en hoe verder van je af, hoe meer je je gedrag moet aanpassen aan de geldende normen en waarden. Dit noemen we ook sociale rollen. Je kunt ook te maken krijgen met een rollenconflict. Dit betekent dat de rol die je moet vervullen op je werk botst met je gedrag of rol die je hebt in je privéleven. Je leert daarom op school hoe belangrijk het is een goede beroepshouding te hebben. In het openbare of publieke domein ben je geen kind, zus, broer, vriend of collega, maar burger. Hierin kom je ook mensen tegen die niet tot een van je levenskringen behoren. Sociale burgerschapscompetenties of vaardigheden stellen je in staat om mensen open en onbevooroordeeld tegemoet te treden. In een stad als Rotterdam waar 170 nationaliteiten samenwonen worden verschillende initiatieven genomen om mensen met elkaar in contact te brengen. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de Dag van de Dialoog. De wereld wordt steeds kleiner doordat je via internet steeds meer te weten kan komen over de verschillende culturen en landen. Hierdoor groeit je kennis en dat maakt je sociaal en cultureel sterker. Je kunt je hierdoor beter inleven in anderen en je leert er ook door om naar je eigen culturele waarden te kijken. Links: www.dagvandedialoog.nl www.koranenbijbel.nl www.nieuwwij.nl www.bruggenbouwers.com www.educatie.ntr.nl/nationaleinburgeringtest/links.html#
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
227
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
228
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Vitaal Burgerschapsdomein Vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Denk daarbij aan: de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. het vinden van de juiste afstemming tussen werken, zorgen (voor jezelf en anderen), Je krijgt kennis over en inzicht in: de kenmerken van een gezonde leefwijze en de aard, plaats en organisatie van gezondheid bevorderende activiteiten in de samenleving en het arbeidsproces. Om voor je eigen gezondheid te kunnen zorgen moet de je je bewust zijn van je eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van die leefstijl en werk in kunnen schatten, en op basis daarvan verantwoorde keuzes maken en activiteiten ondernemen die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit. Links: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/vws http://www.platformbewegenensport.nl/?thema/1491/Vitaal+werknemerschap+in+de+mboopleiding.aspx http://www.voedingscentrum.nl/professionals/onderwijs-en-kinderopvang/mbo/educatie.aspx
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
229
Opdrachtenboek
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
230
OPLEIDING PRAKTIJKOPLEIDER PORTFOLIO
Albeda College Branche Gezondheidszorg Branche Welzijn
Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2012-2013 KD 2012-2013 Crebonummer: 90350 Versie 1.0 Naam praktijkopleider in opleiding: ……………………
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
232
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Inleiding Het portfolio is ontwikkeld in de wereld van kunst en cultuur. Met grote mappen vol knipsels werd zo ontwikkeling aangetoond of werden ontwerpen getoond aan mogelijke opdrachtgevers. Immers met een diploma alleen kan een kunstenaar niet aantonen dat hij ook een kunstvoorwerp kan ontwerpen. Binnen het competentiegericht leren neemt het portfolio een steeds belangrijker plaats in, immers een diploma van praktijkopleider alleen, zegt niets over je kwaliteiten. Wie ben jij nu als praktijkopleider en wat zijn jouw sterke en minder sterke punten zijn vragen die een werkgever graag wil weten. Door het aanleggen van een portfolio toon jij als praktijkopleider in opleiding aan, dat je gedurende de opleiding de benodigde competenties hebt behaald. Deze competenties zijn gerelateerd aan je toekomstig beroep als praktijkopleider. Beroepscompetenties zijn belangrijk omdat deze aantonen dat jij effectief gedrag kunt vertonen in de beroepssituatie. De competenties van praktijkopleider kun je in de opleiding en na diplomering steeds verder ontwikkelen. Immers leren duurt een leven lang. Gedurende deze opleiding ontwikkel je een aantal competenties tot het niveau van een startbekwaam beroepsbeoefenaar. Dit is het niveau van de competentie wat je nodig hebt om te kunnen starten als praktijkopleider. Met het portfolio toon jij aan in welke mate je een competentie beheerst. Op basis van jouw bewijslast kunnen anderen vaststellen of je de vereiste competenties hebt behaald. Tevens geeft het portfolio inzicht in de wijze waarop jij leert en hoe je werkt tijdens de opleiding, zowel in theorie als de beroepspraktijk. Het portfolio dat je ontwikkelt is gericht op het leerresultaat als leerproces. Na het afronden van deze opleiding kan je het portfolio gebruiken bij je verdere ontwikkeling als beroepsbeoefenaar in het kader van het leren – leren proces. In deze handleiding wordt beschreven wat het portfolio is, hoe het opgebouwd dient te worden en wat de rol van begeleiders is bij het portfolio. Tevens wordt de beoordelingsprocedure besproken.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
233
Portfolio
1.
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Opzet portfolio
1.1 Portfolio Opleiding tot praktijkopleider In je portfolio toon jij je eigen ontwikkeling aan. Dit kan je doen door producten en opdrachten erin op te nemen. De opdrachten en producten zijn gerelateerd aan de competenties van praktijkopleider die jij wilt gaan behalen. Op deze wijze wordt het een dossier met een selectie van jouw producten, opdrachten en verslagen, bij de diverse onderdelen (beroepstaken) van de opleiding. Uit het portfolio blijkt tevens hoe je hebt geleerd, je geeft inzicht in jouw leerproces en hoe je daarop reflecteert. Het portfolio is een persoonlijk document, de invulling kan je dan ook voor een deel zelf bepalen. Binnen de opleiding tot praktijkopleider ben je als praktijkopleider in opleiding zelf grotendeels verantwoordelijk voor jouw leerproces. In het portfolio wordt dit zichtbaar door jou aangetoond. Dit betekent dat je zelf voorbereidingen treft voor het uitvoeren van een opdracht. Je plant, voert daarna de opdracht uit en tot slot evalueer je de opdracht. 1.2 Algemene doelstellingen van het portfolio De praktijkopleider in opleiding is in staat: een curriculum vitae te schrijven volgens de geldende criteria een startprofiel te schrijven een persoonlijk ontwikkelplan te schrijven volgens de geldende criteria een persoonlijk activiteitenplan te schrijven volgens de geldende criteria eigen competenties te ontwikkelen en deze ontwikkeling aan te tonen eigen ontwikkeling te analyseren en te reflecteren in een reflectieverslag eigen competenties te evalueren en te beoordelen een Bewust Bekwaam Gesprek uit te voeren volgens de vooraf gestelde criteria 1.3 Privacy / inzage in portfolio Het portfolio is geheel eigendom van de praktijkopleider in opleiding. Het is aan de praktijkopleider in opleiding te bepalen welke personen toegang hebben tot onderdelen van het portfolio. Tijdens de ijkmomenten wordt het portfolio aangeboden aan de assessor. De SLB kan ondersteuning bieden bij het samenstellen van het portfolio.
2
Het startprofiel met POP en PAP
2.1 Het startprofiel Je startprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: Maak zelf een voorblad met daarop je naam (voornaam en (eigen) achternaam), groepscode, naam SLB, instelling, naam begeleider in de praktijk en datum Curriculum Vitae: personalia, gevolgde opleidingen (met diploma / zonder diploma), gevolgde cursussen (met certificaat / zonder certificaat), werkervaring, eventueel vrijwilligerswerk, hobby’s en interesses. Aan dit onderdeel kan je eventueel toevoegen: eerder verworven competenties (EVC’s) Je visie op het beroep van praktijkopleider Geef kort weer wat je onder het beroep verstaat en waarom jij zo graag praktijkopleider wilt worden. Hoe ziet het ideaalbeeld voor jou eruit? En waar denk je op dit moment in jouw beroep tegen aan te lopen? Wat zijn volgens jou voor jouw leuke kanten van het beroep en wat minder? Kan je ook aangeven waar je interesses liggen in het beroep van praktijkopleider? De uitkomsten van de zelfbeoordeling competenties praktijkopleider. Geef aan welke competenties je al bezit, en welke competenties je nog wilt aanleren. Beschrijf bij elke competentie of je die wel of niet beheerst aan de hand van je sterke en zwakke eigenschappen t.a.v. de competentie. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
234
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Geef tevens aan waar je de reeds behaalde competenties hebt aangeleerd. Beschrijf duidelijk hoe je de competenties hebt gehaald door dit te onderbouwen met voorbeelden. Beschrijf eventueel producten of opleidingen die te maken hebben met de genoemde competentie. Beschrijf ook in deze situatie wat je hebt gemaakt, geleerd maar vooral ook hoe. Beschrijving van de competenties op het gebied van burgerschap. Geef aan welke competenties je al bezit en waaraan je in deze opleiding wil werken. Gebruik hiervoor de zelfbeoordeling burgerschap. Beschrijf je leerstijl. Doe dit eerst algemeen en voeg daarna de uitslag van de leerstijlentest toe. Ben je het eens met de uitslag van de leerstijlentest of juist niet? Wat zijn volgens jouw positieve eigenschappen aan jouw manier van leren? Beschrijf tevens negatieve eigenschappen van jouw leerstijl. Beschrijf je begeleidingsstijl. Doe dit eerst algemeen en voeg daarna de uitslag van de begeleidingstijlentest toe. Beschrijf positieve en negatieve eigenschappen van jouw begeleidingstijl. Beschrijf de samenwerking met anderen. Wat zijn sterke en zwakte punten? Zijn er voor jouw coachgroepsleden of begeleiders aandachtspunten met betrekking tot samenwerken?
2.2 POP en PAP Naar aanleiding van bovenstaande conclusies en de zelfbeoordelingslijst kun je nu een planning gaan maken van de activiteiten waaraan jij wilt gaan werken. In je POP beschrijf je de competentie(s) en bijbehorende doelen. Beschrijf dit in concreet waarneembaar gedrag. Vandaar uit kun je de PAP samenstellen. Hierin maak je een globale planning waarin voorbereiding, uitvoering en evaluatie worden beschreven. Tevens komt in de PAP duidelijk naar voren van wie je eventueel hulp of begeleiding wilt. Je kunt ervoor kiezen om een POP / PAP te schrijven voor elke competentie, soms kan het echter zo zijn dat meerdere competenties tijdens een activiteit behaald kunnen worden. Let er wel op dat de POP en PAP gedurende de opleiding bijgesteld dienen te worden, dit is afhankelijk van de doelen die je hebt gesteld. Trek naar aanleiding van wat je nu hebt beschreven een aantal conclusies, formuleer persoonlijke leerdoelen waaraan je wilt gaan werken. Aan de hand van je POP en PAP plan je de activiteiten op school en in de praktijk in. Het is belangrijk om niet teveel tegelijk te willen doen, dat gaat ten koste van de kwaliteit. Bouw de opleiding voor je zelf op van makkelijk naar moeilijk waarbij je rekening houdt met je eigen ervaring en beginsituatie. Als voorbereiding op je activiteiten in de praktijk kan je het feedbackformulier bij de beroepsopdracht gebruiken. Dit feedbackformulier kan ook als bewijs voor je portfolio dienen. 2.3 Beoordelingswijze Het Startprofiel met je POP en PAP wordt beoordeeld door twee coachgroepsleden en je SLB. Daarbij wordt gekeken of alle verplichte onderdelen aanwezig zijn, of het startprofiel in correct Nederlands is geschreven en of de lay-out overzichtelijk is. 3 Examenportfolio Om te beoordelen of je aan het eind van de opleiding de competenties bezit die van belang zijn voor het beroep van praktijkopleider, dien je zelf bewijzen aan te dragen in je examenportfolio. Bewijzen kunnen bijvoorbeeld gespreksverslagen zijn, een instructie die je hebt gegeven, een opleidingsplan dat je hebt geschreven etc. Je portfolio groeit dus in de loop van het jaar. Het is daarom van belang dat je duidelijke selecties maakt die de verschillende competenties van jou aantonen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
235
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Verplicht onderdelen van het examenportfolio zijn: Startprofiel Beoordeling en reflectie beginnersopdrachten Beoordeling en reflectie startbekwame opdrachten Bewijs van competentiegroei kerntaken “Burgerschap” Instellingsexamen Nederlands Instellingsexamen rekenen Instellingsexamen Engels Metareflectie Beoordeling Bewust Bekwaam Gesprek 3.1 Reflectieverslagen en beoordeling beroepsopdrachten Bij elke beroepsopdracht is een reflectieverslag geschreven volgens de geldende criteria. In de reflectie komt het beroepshandelen duidelijk naar voren, worden linken gelegd met de literatuur en wordt feedback van de beoordeling en de eigen mening van de beoordeling meegenomen. Tevens worden conclusies getrokken, alternatieven geformuleerd en leerdoelen voor de toekomst beschreven. De reflectieverslagen worden beoordeeld door twee coachgroepsleden en één reflectieverslag wordt mede beoordeeld door de SLB. Wanneer een reflectieverslag als onvoldoende wordt beoordeeld, mag het reflectieverslag worden herschreven. Daarnaast neem je de beoordeling van de beroepsopdrachten op in je examenportfolio. 3.2 Metareflectie Aan het eind van de opleiding schrijf je een metareflectie over de gehele opleiding. Je vult het zelfbeoordelingsformulier Beroepstaken Praktijkopleider eindbeoordeling in. Beschrijf wat je hebt geleerd en hoe. Welke keuzes heb je gemaakt tijdens je opleiding en wat was daarbij je motivatie? Hoe sta je nu in de verschillende beroepstaken en waarin wil je jezelf nog verder ontwikkelen? Beschrijf dit per beroepstaak. Hoe ben je gegroeid vanuit je startprofiel, onderbouw dat met voorbeelden. Tenslotte geef je aan hoe je nu aankijkt tegen het beroep van praktijkopleider. 3.3 Beoordeling examenportfolio De assessor beoordeelt of je examenportfolio voldoet aan de gestelde eisen. 4 Bewust Bekwaam Gesprek Na het afronden van de vier startbekwame beroepsopdrachten voer je een bewust bekwaam gesprek met de assessor. Als voorbereiding op het gesprek maak je een praatpapier waarin je twee situaties beschrijft die je tijdens de opleiding hebt meegemaakt. 5. Certificeerbare eenheid Assessor Het is mogelijk om, als je de opleiding tot Praktijkopleider om welke reden dan ook niet kunt afronden, een certificaat Assessor te behalen. Daarvoor moet je de volgende werkprocessen, met bijbehorende competenties behalen, zowel op beginner, als op startbekwaam niveau: 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen (E. G. H. K.) 2.5 Beoordeelt deelnemers (E. F. J. K. N. T.) 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering (K.) 4.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (T.)
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
236
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht ijkmoment 1 (13-15 lesdagen, 3 maanden) Gesprek met SLB. Aanbieden portfolio aan assessor. Doel van het gesprek met de SLB: Studievoortgang bespreken, beroepshouding bespreken Aanwezigheid bespreken Verzamelen bewijslast ten behoeve van het ijkmoment De assessor zal naar aanleiding van dit ijkmoment een advies uitbrengen aan de subexamencommissie. Het advies zal zijn: Kan de praktijkopleider in opleiding de opleiding vervolgen? Positief / positief onder voorwaarden / negatief De assessor baseert het advies op de aangeleverde bewijzen. In dit schema staat wat er in het portfolio wordt verwacht tijdens ijkmoment 1 Bewijsstuk Startprofiel Startprofiel
Beoordeling twee coachgroepsleden en SLB
Beroepsopdrachten Beroepsopdracht A / B / C / D1 beginner Reflectieverslag beroepsopdracht A / B / C / D¹ beginner Beroepsopdracht A / B / C / D¹ beginner Reflectieverslag beroepsopdracht A / B / C / D¹ beginner Beroepsopdracht A / B / C / D¹ startbekwaam Beroepsopdracht A / B / C / D¹ startbekwaam Nederlands Instaptoets TNT Bewijs dat je werkt aan de generieke taaltaken Nederlands indien de TNT onder 3F is Rekenen Instaptoets RNT Bewijs dat je werkt aan de generieke rekentaken indien de RNT onder 3F is Engels Instaptoets LLA Bewijs dat je werkt aan de generieke taaltaken Engels indien de LLA onder B1 is Burgerschap Niet van toepassing bij 1e ijkmoment Aanwezigheid Aanwezigheid op school
1
Aanwezig
Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling twee coachgroepsleden en SLB Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling twee coachgroepsleden Ingevuld feedbackformulier Ingevuld feedbackformulier Uitslag TNT
Uitslag RNT
Uitslag LLA
Registratie door SLB
Doorhalen wat niet van toepassing is Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
237
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
238
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht ijkmoment 2 (27-29 lesdagen, 10-12 maanden) Gesprek met SLB. Aanbieden examenportfolio aan assessor. Doel van het gesprek met de SLB: Studievoortgang bespreken Beroepshouding bespreken Aanwezigheid bespreken Verzamelen bewijslast ten behoeve van het ijkmoment De assessor zal naar aanleiding van dit ijkmoment een advies uitbrengen aan de subexamencommissie. Het advies zal zijn: Kan de praktijkopleider in opleiding het Bewust Bekwaam Gesprek voeren? Ja / Nee De assessor baseert het advies op de aangeleverde bewijzen. In dit schema staat wat er in het examenportfolio wordt verwacht tijdens ijkmoment 2 Bewijsstuk Startprofiel Startprofiel
Aanwezig
Beoordeling twee coachgroepsleden en SLB Beoordeling twee coachgroepsleden en SLB
Metareflectie
Beroepsopdrachten Beroepsopdracht A beginner Reflectieverslag beroepsopdracht A beginner Beroepsopdracht B beginner Reflectieverslag beroepsopdracht B beginner Beroepsopdracht C beginner Reflectieverslag beroepsopdracht C beginner Beroepsopdracht D beginner Reflectieverslag beroepsopdracht D beginner Beroepsopdracht A startbekwaam Reflectieverslag beroepsopdracht A startbekwaam Beroepsopdracht B startbekwaam
Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling twee coachgroepsleden Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling twee coachgroepsleden Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling twee coachgroepsleden Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling twee coachgroepsleden Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling begeleider in de praktijk Ingevuld beoordelingsformulier
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
239
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Bewijsstuk Beroepsopdrachten Reflectieverslag beroepsopdracht B startbekwaam Beroepsopdracht C startbekwaam Reflectieverslag beroepsopdracht C startbekwaam Beroepsopdracht D startbekwaam Reflectieverslag beroepsopdracht D startbekwaam Nederlands Instellingsexamen Nederlands Rekenen Instellingsexamen rekenen Engels Instellingsexamen Engels Burgerschap Opdracht burgerschap Aanwezigheid Aanwezigheid op school
Aanwezig
Beoordeling begeleider in de praktijk Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling begeleider in de praktijk Ingevuld beoordelingsformulier Beoordeling begeleider in de praktijk Uitslag instellingsexamen Uitslag instellingsexamen Uitslag instellingsexamen Reflectieverslag Registratie door SLB
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
240
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Instructie samenstellen portfolio Het samenstellen van je portfolio voor je ijkmoment Het samenstellen van je portfolio vraagt zorgvuldigheid. Bij het ijkmoment ga je bewijzen dat je op de goede weg bent. De eisen waaraan je bij zo’n ijkmoment moet voldoen staan in het “overzicht ijkmoment “ in het portfolio-deel van het opdrachtenboek. Je portfolio lever je bij je studieloopbaanbegeleider in. Hij of zij kan je tips geven en helpen als je daar vragen bij hebt. De assessor beoordeelt je portfolio en geeft een studieadvies. Instructies en criteria voor het samenstellen van het portfolio Voorblad: Maak zelf een voorblad met daarop je naam (voornaam en (eigen) achternaam), groepscode, naam SLB, instelling, naam begeleider in de praktijk en datum. Overzicht ijkmoment: Doe het overzicht van het betreffende ijkmoment uit het opdrachtenboek in het portfolio. Verzamelde bewijsstukken: Doe je bewijsstukken in het portfolio in de volgorde uit het overzicht ijkmoment. Voeg alleen bewijsstukken toe waarom gevraagd wordt. Het ingeleverde portfolio (in snelhechter) bestaat alleen uit documenten die voor betreffende ijkmoment gevraagd worden. Op ieder bewijsstuk moet staan: Naam, datum en paraaf (van jezelf en van degene die feedback of beoordeling heeft gegeven) Welk bewijsstuk het is (uit overzicht ijkmoment) Beoordeling door assessor De assessor zal je portfolio beoordelen op de volgende punten: 1. Het is zelfgemaakt (authentiek) 2. Het bewijsstuk gaat over het onderdeel dat gevraagd is (relevant) 3. Het bewijst toont voldoende aan wat er gevraagd is (voldoende bewijs) 4. Het bewijsstuk is niet ouder dan een jaar (actueel) 5. Er is variatie in de bewijsstukken (voldoende variatie)
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
241
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
242
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Zelfbeoordeling Beroepstaken Praktijkopleider startprofiel Naam praktijkopleider in opleiding: Groep:
Datum:
Beroepstaak A: Organiseren en coördineren en bewaken van het opleidingstraject 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan 1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen Beroepstaak B: Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers 2.2 Introduceert deelnemers 2.3 Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers 2.5 Beoordeelt deelnemers Beroepstaak C: Ondersteunen van werkbegeleiders bij hun BPV-taken 3.1 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders 3.2 Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders 3.3 Coacht werkbegeleiders Beroepstaak D: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering 4.2 werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 4.3 Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van werkbegeleiders
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
V
O
243
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
244
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Zelfbeoordeling Burgerschap startprofiel Naam praktijkopleider in opleiding: Groep:
Datum:
Kerntaak 1: Benoemt haar eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Kerntaak 2: Stuurt de eigen loopbaan 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven 2.2 Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past 2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn Kerntaak 3: Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding 3.1 Oriënteert zich op onderwerpen waarover politieke besluiten genomen worden 3.2 Vormt een eigen mening 3.3 Onderneemt acties naar aanleiding van gemaakte keuzen Kerntaak 4: Functioneert als een werknemer in een arbeidsorganisatie 4.1 Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van werk 4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten 4.3 Stelt zich collegiaal op Kerntaak 5: Functioneert als kritisch consument 5.1 Oriënteert zich op de consumentenmarkt en houdt rekening met eigen wensen en mogelijkheden 5.2 Onderneemt acties om producten en diensten aan te schaffen Kerntaak 6: Neemt deel aan diverse allerlei sociale verbanden en draagt bij aan de leefbaarheid van de sociale omgeving 6.1 Neemt deel aan sociale verbanden en leeft in openbare ruimten 6.2 Voert activiteiten uit die bijdragen aan de leefbaarheid van zijn sociale omgeving Kerntaak 7: Zorgt voor de eigen gezondheid (vitaal burgerschap) 7.1 Zoekt informatie op over een gezonde levenswijze 7.2 Beslist op basis van informatie en handelt ernaar 7.3 Onderneemt activiteiten om de gezondheid te bevorderen
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
V
O
245
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
246
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Criterialijst/beoordelingsformulier startprofiel Naam praktijkopleider in opleiding: Groep:
Datum:
Curriculum Vitae Onderdelen zijn uitgewerkt: personalia, opleidingen, cursussen, werkervaring CV is uitgewerkt in chronologische volgorde De selectie van onderdelen is relevant De selectie is representatief Startprofiel Visie op het beroep van praktijkopleider is beschreven Zelfbeoordeling van de competenties van praktijkopleider zijn beschreven en gemotiveerd Per competentie is beschreven wat beheerst wordt, voorzien van relevantie voorbeelden Sterkte en zwakte punten met betrekking tot de competenties zijn beschreven Reeds behaalde competenties zijn beschreven en onderbouwd Leerstijl en gevolgen voor eigen leren is beschreven Begeleidingsstijl en gevolgen voor eigen functioneren zijn beschreven Samenwerking met anderen is beschreven Competenties en persoonlijke leerdoelen waaraan gewerkt wordt zijn beschreven POP is beschreven PAP is beschreven Persoonlijke leerdoelen zijn geformuleerd in concreet waarneembaar gedrag Startprofiel is geschreven in correct Nederlands De lay-out van het startprofiel is overzichtelijk Startprofiel is beoordeeld door twee coachgroepsleden
V
O
Feedback
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: voldoende - onvoldoende Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
247
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
248
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Criterialijst/Beoordelingsformulier Reflectieverslag Naam praktijkopleider in opleiding: Groep:
Datum: V
O
Het reflectieverslag is geschreven volgens een herkenbaar reflectiemodel (Korthagen, STARR) In de reflectie worden concrete voorbeelden uit de praktijk beschreven In de reflectie worden sterke en zwakke kanten m.b.t. de competenties beschreven Het persoonlijk handelen wordt kritisch beschreven Het beroepsmatig handelen wordt kritisch beschreven Hypothesen om uit te proberen worden beschreven Voor- en nadelen van beschreven hypothesen worden beschreven (Nieuwe) persoonlijke leerdoelen worden beschreven Het reflectieverslag is geschreven in correct Nederland De lay-out van de het reflectieverslag is overzichtelijk Het reflectieverslag is beoordeeld door twee coachgroepsleden
Feedback
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: voldoende - onvoldoende Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
249
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
250
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Zelfbeoordeling Beroepstaken Praktijkopleider eindbeoordeling Naam praktijkopleider in opleiding: Groep:
Datum:
Beroepstaak A: Organiseren en coördineren en bewaken van het opleidingstraject 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan 1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen Beroepstaak B: Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers 2.2 Introduceert deelnemers 2.3 Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers 2.5 Beoordeelt deelnemers Beroepstaak C: Ondersteunen van werkbegeleiders bij hun BPV-taken 3.1 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders 3.2 Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders 3.3 Coacht werkbegeleiders Beroepstaak D: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering 4.2 werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 4.3 Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van werkbegeleiders
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
V
O
251
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
252
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Criterialijst/Beoordelingsformulier Metareflectie Naam praktijkopleider in opleiding: Groep:
Datum: V
O
De zelfbeoordeling beroepstaken praktijkopleider is ingevuld Zelfbeoordeling van de competenties van praktijkopleider zijn per beroepstaak beschreven en gemotiveerd Per competentie is beschreven wat beheerst wordt, voorzien van relevantie voorbeelden Sterkte en zwakte punten met betrekking tot de competenties zijn beschreven De zelfbeoordeling is afgeleid van startprofiel De groei vanuit het startprofiel is beschreven Reflecties op eigen handelen worden gebruikt in zelfbeoordeling Visie op het beroep van praktijkopleider is beschreven Metareflectie is geschreven in correct Nederland De lay-out van de metareflectie is overzichtelijk
Feedback
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: voldoende - onvoldoende Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
253
Portfolio
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
254
OPLEIDING PRAKTIJKOPLEIDER TOETSEN
Albeda College Branche Gezondheidszorg Branche Welzijn Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2012-2013 KD 2012-2013 Crebonummer: 90350 Versie 1.0 Naam praktijkopleider in opleiding: ……………………
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
256
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Instructie voor de praktijkopleider in opleiding Binnenkort ga je een beroepsopdracht als toets uitvoeren. Op deze pagina vind je de instructie voor het uitvoeren van de toets. Voorbereiding 1. Bereid je met behulp van de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn voor op het uitvoeren van de toets. 2. Verzamel de feedbackformulieren zodat je je goed kunt voorbereiden op de toets (wat is belangrijk voor je om op te letten/wat doe je goed/waar moet je nog wat extra aandacht aan schenken voordat je de toets gaat uitvoeren etc.) Overleg hierover ook met je SLB en je begeleider in de praktijk. 3. Vraag toestemming voor het uitvoeren van de toets aan je SLB (beginnersopdracht) of begeleider in de praktijk (startbekwame beroepsopdracht) Uitvoering toets Voer de toets uit volgens de planning De beoordeling van de werkprocessen Onvoldoende = je voldoet niet aan de prestatie-indicatoren Voldoende = je voldoet in een standaard situatie aan de prestatie-indicatoren Goed = je voldoet ook in een onverwachte of complexe situatie aan de prestatie-indicatoren Beoordeling van de toets De toets is onvoldoende als één of meer werkprocessen onvoldoende zijn. De toets is voldoende als alle werkprocessen met voldoende zijn beoordeeld. De toets is goed als meer dan de helft van de werkprocessen met goed is beoordeeld. Nabespreking toets Bespreek de beoordeling van de toets met de beoordelaar en vraag om eventuele toelichting op de beoordeling. Bij een goed of voldoende beoordeling: vraag de beoordelaar het beoordelingsformulier af te tekenen en te voorzien van een stempel van de praktijkorganisatie. zet zelf ook de handtekening op het beoordelingsformulier Bij een onvoldoende beoordeling: vraag de beoordelaar om een beschrijving van de beoordeling maak een plan voor de voorbereiding van de herkansing start opnieuw de voorbereiding van de toets Stel je POP en PAP in overleg met je studieloopbaanbegeleider / beoordelaar bij. Maak daarbij gebruik van de argumentatie waarop de beoordeling gebaseerd is.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
257
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Instructie voor de beoordelaar Binnenkort gaat u een praktijkopleider in opleiding beoordelen die een beroepsopdracht als toets zal uitvoeren. Op deze pagina vindt u de instructie voor het beoordelen van de toets. Voorbereiding Bespreek met de praktijkopleider in opleiding de planning. Uitvoering en beoordeling van de toets 1. Observeer de uitvoering van de toets. 2. Beoordeel de uitgevoerde werkprocessen met goed/voldoende/onvoldoende. 3. Vervolgens geeft u het totaal oordeel aan op het formulier. De opdracht is voldoende als alle werkprocessen minimaal met een voldoende zijn beoordeeld. 4. Beargumenteer en beschrijf uw beoordeling op het beoordelingsformulier. Maak daarbij gebruik van de competenties en de prestatie-indicatoren zoals die op het overzicht van de beroepstaak worden genoemd. De beoordeling van de werkprocessen Onvoldoende = de deelnemer voldoet niet aan de prestatie-indicatoren Voldoende = de deelnemer voldoet in een standaard situatie aan de prestatie-indicatoren Goed = de deelnemer voldoet ook in een onverwachte of complexe situatie aan de prestatieindicatoren Beoordeling van de toets De toets is onvoldoende als één of meer werkprocessen onvoldoende zijn. De toets is voldoende als alle werkprocessen met voldoende zijn beoordeeld. De toets is goed als meer dan de helft van de werkprocessen met goed is beoordeeld Nabespreking van de toets Bespreek de beoordeling van de toets met de deelnemer.
Bij een goed of voldoende beoordeling: tekent u de toets af met handtekening en stempel van de organisatie laat de deelnemer eveneens het formulier tekenen ondersteunt u indien nodig de deelnemer bij het bijstellen van zijn POP en PAP. Bij een onvoldoende beoordeling: evalueert u uitvoerig de resultaten van de toets met de deelnemer en geeft u toelichting op de beschreven beoordeling. maakt u met de deelnemer afspraken m.b.t. de voorbereiding en uitvoering van de herkansing
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
258
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak A
Opleiding Praktijkopleider
Beginnend niveau
Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject
Je ontwikkelt een beoordelingsprocedure die past binnen het BPV-beleidsplan van je eigen instelling en presenteert deze aan je coachgroepsleden
Je ontwikkelt een beoordelingsprocedure die past binnen het BPV-beleidsplan van je eigen instelling. In een verslag beschrijf je kort hoe je de gegevens uit het BPV-beleidsplan hebt geïnventariseerd en waaruit de afstemming blijkt met de onderwijsinstelling (max. 3 A4). Vervolgens beschrijf je in het verslag de beoordelingsprocedure. Je presenteert de beoordelingsprocedure aan je coachgroepsleden en je SLB en je gaat in op eventuele vragen. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je beschrijft hoe je de gegevens voor het BPV-beleidsplan hebt geïnventariseerd. Je beschrijft hoe je een BPV-beleidsplan ontwikkelt of hoe je hieraan een bijdrage levert. Je beschrijft hoe je de beoordeling coördineert en bewaakt. Je geeft een presentatie over de beoordelingsprocedure. Je beschrijft hoe je de uitvoering van het BPV-beleidsplan coördineert en bewaakt. Je beschrijft hoe je samenwerkt en afstemt met onderwijsinstellingen. Je SLB en coachgroepsleden geven feedback op de beoordelingsprocedure en op de presentatie. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door twee coachgroepsleden en door je SLB. Lever de volgende materialen in bij je SLB: Het verslag met de beoordelingsprocedure Het reflectieverslag De beoordeling van je reflectieverslag door twee coachgroepsleden Het beoordelingsformulier bij de beroepsopdracht De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je SLB.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
259
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
260
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Opleiding: Praktijkopleider
Werkprocessen Beroepstaak A Beginnend niveau 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan (E. N.)
Voldoende
Niveau: Beginner
Onvoldoende
1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage (J. K. M. Y.) 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling (B. N. Q.) 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPVbeleidsplan (I. Q. Y.) 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen (E. G. H. K.)
Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: voldoende - onvoldoende Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
261
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
262
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak A Beginner Beroepsproducten Werkprocessen A.1 Beoordelingsprocedure 1.3 A.2 Opleidingstraject 1.1, 1.2, 1.4, 1.5 Competenties: B. E. G. H. I. J. K. N. M. Q. Y.
Competenties in de werkprocessen B. Aansturen E. Samenwerken en overleggen
G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
M. Analyseren
N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren Y. Bedrijfsmatig handelen
Prestatie-indicatoren op beginnerniveau Legt in de beoordelingsprocedure vast hoe betrokkenen zich aan gemaakte afspraken m.b.t. beoordelen van deelnemers moeten houden, zodat kwaliteit van beoordelen gewaarborgd blijft. Onderzoekt opvattingen en ideeën van interne en externe contacten, zodat zij een bijdrage kunnen leveren aan de inhoud van het BPVbeleidsplan. Bespreekt de organisatie en uitvoering van de BPV en beoordelingsactiviteiten met coachgroepsleden. Investeert in het opbouwen van contacten met coachgroepsleden, zodat de samenwerking optimaal verloopt. Presenteert de ontwikkelde beoordelingsprocedure en gaat in op vragen van coachgroepsleden. Kan de ontwikkelde beoordelingsprocedure verdedigen. Presenteert op professionele wijze de beoordelingsprocedure aan coachgroepsleden. Zorgt voor een volledig en nauwkeurig verslag conform de criteria.
Toont inzet in het selecteren van bruikbare informatie, houdt rekening met het beroep waarvoor wordt opgeleid en de visie op opleiden binnen de organisatie, zodat de ontwikkelde beoordelingsprocedure aansluit bij de opleiding van de deelnemers en past binnen het BPVbeleid van de organisatie. Analyseert de beschikbare gegevens, combineert gegevens uit verschillende bronnen tot relevante informatie en maakt logische gevolgtrekkingen, waarbij rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid op de werkvloer, zodat een bruikbare bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkeling van de beoordelingsprocedure. Inventariseert de gegevens van de organisatie, de deelnemer en de onderwijsinstelling voor het opstellen van een beoordelingsprocedure. Brengt beoordelingsactiviteiten ruim van te voren in kaart. Zorgt dat het beoordelen van deelnemers in de praktijk volgens geldende afspraken en procedures kan worden uitgevoerd. Is zich bewust van het beleid en de doelen van de organisatie en heeft zicht op komende veranderingen die van invloed kunnen zijn op de beoordelingsprocedure.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
263
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
264
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak A
Opleiding Praktijkopleider
Startbekwaam niveau
Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject
Je organiseert, coördineert en bewaakt het opleidingstraject in jouw instelling
Je gaat gedurende vier tot zes weken een bijdrage leveren aan het opstellen of bijstellen van het BPV-beleidsplan. Je draagt tevens zorg voor de coördinatie en de uitvoering van het BPV-beleidsplan. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan. Je ontwikkelt een BPV-beleidsplan of je levert hieraan een bijdrage. Je coördineert en bewaakt de beoordeling. Je coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan. Je werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door je begeleider in de praktijk. De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je begeleider in de praktijk.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
265
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
266
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Opleiding: Praktijkopleider
Werkprocessen Beroepstaak A Startbekwaam niveau 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPVbeleidsplan (E. N.) 1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage (J. K. M. Y.) 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling (B. N. Q.)
Goed
Niveau: Startbekwaam
Voldoende
Onvoldoende
1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan (I. Q. Y.) 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen (E. G. H. K.) Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: goed¹ - voldoende² - onvoldoende³ Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Stempel praktijkorganisatie 1 Indien minimaal drie van de vijf werkprocessen met goed zijn beoordeeld 2 Indien alle werkprocessen minimaal met voldoende zijn beoordeeld 3 Indien één of meer werkprocessen met onvoldoende zijn beoordeeld
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
267
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
268
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak A Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak A Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen A.1 Beoordelingsprocedure 1.3 A.2 Opleidingstraject 1.1, 1.2, 1.4, 1.5 Competenties: B. E. G. H. I. J. K. N. M. Q. Y. Competenties in de werkprocessen B. Aansturen E. Samenwerken en overleggen
G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
M. Analyseren
N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren
Y. Bedrijfsmatig handelen
Prestatie-indicatoren
Houdt in de gaten of betrokkenen zich aan gemaakte afspraken m.b.t. beoordelen van deelnemers houden, zodat kwaliteit van beoordelen gewaarborgd blijft. Vraagt opvattingen en ideeën van interne en externe contacten, zodat zij een bijdrage kunnen leveren aan de inhoud van het BPVbeleidsplan. Bespreekt de organisatie en uitvoering van de BPV en beoordelingsactiviteiten tijdig en regelmatig met onderwijsinstelling(en), zodat er concrete afspraken worden gemaakt. Investeert in het opbouwen van contacten met onderwijsinstelling, zodat de samenwerking tussen onderwijsinstelling en het leerbedrijf optimaal verloopt. Onderhandelt met de onderwijsinstelling(en), zodat de meest optimale BPV- en beoordelingsafspraken worden gemaakt met de onderwijsinstelling(en). Presenteert op professionele wijze het BPV-beleidsplan binnen de organisatie, zodat bij de gebruikers voldoende draagvlak voor het uitvoeren van het BPV-beleidsplan ontstaat. Zorgt voor een volledige en nauwkeurige rapportage, zodat mede op basis van deze rapportage het BPV-beleidsplan vormgegeven kan worden. Toont inzet in het selecteren van bruikbare informatie, houdt rekening met het beroep waarvoor wordt opgeleid en de visie op opleiden binnen de organisatie, zodat de bijdrage aan het BPV-beleidsplan aansluit bij de opleiding van de deelnemers en past binnen het BPV-beleid van de organisatie. Analyseert de beschikbare gegevens, combineert gegevens uit verschillende bronnen tot relevante informatie en maakt logische gevolgtrekkingen, waarbij rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid op de werkvloer, zodat een bruikbare bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkeling van het BPV-beleidsplan. Inventariseert de gegevens van de organisatie, de deelnemer en de onderwijsinstelling voor het opstellen van een beoordelingsprocedure. Brengt beoordelingsactiviteiten ruim van te voren in kaart. Zorgt dat het beoordelen van deelnemers in de praktijk volgens geldende afspraken en procedures kan worden uitgevoerd. Brengt activiteiten uit het BPV-beleidsplan ruim van te voren in kaart, zodat de uitvoering van het BPV-beleidsplan succesvol verloopt. Is zich bewust van het beleid en de doelen van de organisatie en heeft zicht op komende veranderingen die van invloed kunnen zijn op het BPV-beleid, adviseert over de mogelijkheden om mensen en middelen op een zo voordelig mogelijke manier in te zetten in de BPV. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
269
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
270
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak B
Opleiding Praktijkopleider
Beginnend niveau
Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer
Je voert een beoordelingsgesprek met een deelnemer en een werkbegeleider in een simulatie op school
In een simulatie op school voer je een beoordelingsgesprek met een deelnemer en een werkbegeleider aan de hand van een zelf opgestelde casus uit de praktijk. In de casus beschrijf je kort hoe de selectie en aanname van de deelnemer is verlopen en hoe de introductieprocedure is verlopen. Ook beschrijf je op welke manier je als praktijkopleider de deelnemer hebt ondersteund bij het opstellen van haar/zijn individuele leerplan en het leertraject (max. 3 A4). Daarnaast beschrijf je de rol van de deelnemer en de werkbegeleider (max. 1 A4) Je legt de casus voorafgaand aan de simulatie ter goedkeuring voor aan je SLB. Coachgroepsleden nemen de rol van deelnemer en werkbegeleider op zich tijdens de simulatie, zij krijgen vooraf de gelegenheid om de casus te lezen. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je beschrijft hoe je een bijdrage levert aan de selectie en aanname van deelnemers. Je beschrijft hoe je de nieuwe deelnemers introduceert. Je beschrijft hoe je de deelnemers ondersteunt bij het opstellen van hun individuele leerplan. Je beschrijft hoe je het leertraject van de deelnemers ondersteunt en bewaakt. Je voert een beoordelingsgesprek met een deelnemer in een simulatie waarbij je de verschillen tussen mensen respecteert, zodat de deelnemer objectief wordt beoordeeld. Na afloop van de simulatie krijg je feedback van je SLB en coachgroepsleden. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door twee coachgroepsleden. Lever de volgende materialen in bij je SLB: Het verslag met daarin de casus Het reflectieverslag De beoordeling van je reflectieverslag door twee coachgroepsleden Het beoordelingsformulier bij de beroepsopdracht De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je SLB. Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
271
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
272
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Opleiding: Praktijkopleider
Werkprocessen Beroepstaak B Beginnend niveau 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers (E. F. I.)
Voldoende
Niveau: Beginner
Onvoldoende
2.2 Introduceert deelnemers (I. Q.) 2.3 Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan (C. R.) 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers (C. D. J. Q. R.) 2.5 Beoordeelt deelnemers (E. F. J. K. N. T.)
Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: voldoende - onvoldoende Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
273
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
274
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak B Beginner Beroepsproducten Werkprocessen B1 Presentatie van het leerbedrijf 2.1 B2 Advies 2.1 B3 Introductieplan 2.2 B4 Beoordelingsgesprek 2.5 B5 Coachingstraject bij leerplan 2.3, 2.4 Competenties: C. D. E. F. I. J. K. N. Q. R. T.
Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden
D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen N. Onderzoeken
Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten T. Instructies en procedures opvolgen
Prestatie-indicatoren op beginnerniveau Beschrijft hoe zij/hij de deelnemer adviezen geeft voor het opstellen van het individuele leerplan een houdt daarbij rekening met de leerstijl, leer- en begeleidingsbehoefte van de deelnemer, zodat de individuele deelnemer een passend individueel leerplan kan opstellen. Luistert (in de simulatie) aandachtig als de deelnemer iets naar voren brengt, zodat de deelnemer zich gehoord voelt tijdens het beoordelingsgesprek. Beschrijft hoe zij/hij een gefundeerd advies geeft bij het wel of niet aannemen van deelnemers. Beschrijft hoe kennismakingsgesprekken worden gevoerd, waarbij de verschillen tussen mensen worden gerespecteerd, zodat alle potentiële deelnemers objectief worden beoordeeld. Presenteert zichzelf tijdens het beoordelingsgesprek (in de simulatie) op professionele en representatieve wijze. Zorgt voor een volledig en nauwkeurig verslag conform de criteria.
Toont (in de simulatie) vaktechnisch inzicht in het hanteren van observatie- vraag- en interview technieken. Interpreteert gegevens correct en kent aan prestaties van de deelnemer een objectief waardeoordeel toe. Heeft (in de simulatie) snel door wanneer het beoordelen van de deelnemer niet volgens plan verloopt, weet oorzaken helder te krijgen en zoekt naar relevante mogelijkheden, gericht op het verbeteren van het beoordelen van de deelnemer, zodat de kwaliteit van het beoordelen blijft voldoen aan gemaakte afspraken. Plant en organiseert de simulatie en zorgt dat betrokkenen tijdig over de benodigde informatie beschikken. Beschrijft hoe zij/hij wensen en leervragen van de deelnemer in relatie tot de (on)mogelijkheden van de organisatie en eisen van de onderwijsinstelling achterhaald, zodat het leerplan zoveel mogelijk aan ieders verwachtingen voldoet. Houdt zich aan de criteria zoals vermeld in de beroepsopdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
275
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
276
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak B
Opleiding Praktijkopleider
Startbekwaam niveau
Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer
Je organiseert, coördineert en bewaakt het leertraject van twee tot vier (nieuwe) deelnemers in jouw instelling
Je gaat twee tot vier (nieuwe) deelnemers in jouw instelling begeleiden vanaf het moment van selectie tot minimaal drie en maximaal zes maanden na de start van het leerproces. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je levert een bijdrage aan de selectie en aanname van één of meer deelnemers. Je introduceert de nieuwe deelnemers. Je ondersteunt de deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan. Je ondersteunt en bewaakt het leertraject van de deelnemers. Je voert een beoordelingsgesprek met de deelnemers. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door je begeleider in de praktijk. De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je begeleider in de praktijk.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
277
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
278
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Opleiding: Praktijkopleider
Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam niveau 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers (E. F. I.) 2.2 Introduceert deelnemers (I. Q.)
Goed
Niveau: Startbekwaam
Voldoende
Onvoldoende
2.3 Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan (C. R.) 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers (C. D. J. Q. R.) 2.5 Beoordeelt deelnemers (E. F. J. K. N. T.)
Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: goed¹ - voldoende² - onvoldoende³ Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Stempel praktijkorganisatie 1 Indien minimaal drie van de vijf werkprocessen met goed zijn beoordeeld 2 Indien alle werkprocessen minimaal met voldoende zijn beoordeeld 3 Indien één of meer werkprocessen met onvoldoende zijn beoordeeld
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
279
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
280
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak B Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak B Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen B1 Presentatie van het leerbedrijf 2.1 B2 Advies 2.1 B3 Introductieplan 2.2 B4 Beoordelingsgesprek 2.5 B5 Coachingstraject bij leerplan 2.3, 2.4 Competenties: C. D. E. F. I. J. K. N. Q. R. T.
Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden
D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren
K. Vakdeskundigheid toepassen N. Onderzoeken
Q. Plannen en organiseren
Prestatie-indicatoren Geeft de deelnemer adviezen voor het opstellen van het individuele leerplan een houdt daarbij rekening met de leerstijl, leer- en begeleidingsbehoefte van de deelnemer, zodat de individuele deelnemer een passend individueel leerplan kan opstellen. Luistert aandachtig als de deelnemer iets naar voren brengt, zodat de deelnemer zich gehoord voelt tijdens het leertraject. Geeft een gefundeerd advies bij het wel of niet aannemen van deelnemers. Bespreekt het verloop en de eindbeoordeling van de deelnemer met de opleidingsinstelling. Voert kennismakingsgesprekken, waarbij de verschillen tussen mensen worden gerespecteerd, zodat alle potentiële deelnemers objectief worden beoordeeld. Gaat vertrouwelijk om met beoordelingsgegevens. Presenteert zichzelf en het leerbedrijf in het kennismakings- en/of introductiegesprek op professionele en representatieve wijze. Verwerkt en registreert de voortgang/wijziging in het leertraject van de deelnemer accuraat, zodat de voortgang nauwkeurig gevolgd en bewaakt kan worden. Formuleert gegevens eenduidig en zorgt voor correcte en volledige rapportage van beoordelingsgegevens. Toont vaktechnisch inzicht in het hanteren van observatie- vraag- en interview technieken. Interpreteert gegevens correct en kent aan prestaties van de deelnemer een objectief waardeoordeel toe. Heeft snel door wanneer het beoordelen van deelnemers niet volgens plan verloopt, weet oorzaken helder te krijgen en zoekt naar relevante mogelijkheden, gericht op het verbeteren van het beoordelen van deelnemers in de praktijk, zodat de kwaliteit van het beoordelen blijft voldoen aan gemaakte afspraken. Ontwikkelt een introductieplan, waarin doelstellingen worden geformuleerd en introductieactiviteiten gepland, zodat nieuwe deelnemers snel wegwijs zijn in de organisatie. Bewaakt de voortgang van het leerproces en de leerprestaties van de deelnemer en kan monitoren of de deelnemer zich voldoende ontwikkelt. Brengt beoordelingsactiviteiten ruim van te voren in kaart. Zorgt dat het beoordelen van deelnemers in de praktijk volgens geldende afspraken en procedures kan worden uitgevoerd. Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
281
Proeve
Competenties in de werkprocessen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten T. Instructies en procedures opvolgen
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Prestatie-indicatoren Achterhaalt wensen en leervragen van de deelnemer in relatie tot de (on)mogelijkheden van de organisatie en eisen van de onderwijsinstelling, zodat het leerplan zoveel mogelijk aan ieders verwachtingen voldoet. Stemt de ondersteuning af op wensen en behoeften van de deelnemer. Houdt zich bij het verzamelen en registreren van de beoordelingsgegevens aan de geldende afspraken en procedures, zodat op basis van de gegevens een waardeoordeel aan de prestaties kan worden toegekend.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
282
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak C
Opleiding Praktijkopleider
Beginnend niveau
Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken
Je voert een coachgesprek met een werkbegeleider in een simulatie op school
In een simulatie op school voer je een coachingsgesprek met een werkbegeleider aan de hand van een zelf opgestelde casus uit de praktijk. In de casus beschrijf je kort hoe de BPV-taken zijn verdeeld onder de werkbegeleiders. In de casus staat een probleem centraal dat te maken heeft met de BPV-taken van de werkbegeleider. Je beschrijft in de casus de rol van de werkbegeleider. Je legt de casus voorafgaand aan de simulatie ter goedkeuring voor aan de SLB. Een medestudent neemt de rol van werkbegeleider op zich, deze krijgt vooraf de gelegenheid om de casus te lezen. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je laat in de simulatie zien hoe je de deskundigheid van de werkbegeleider bevordert. Je beschrijft hoe je de BPV-taken verdeelt onder de werkbegeleiders. Je laat in de simulatie zien hoe je de werkbegeleider coacht in de begeleiding en beoordeling van de deelnemer(s). Na afloop van de simulatie krijg je feedback van je SLB en coachgroepsleden. Na afloop van deze beroepsopdracht schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door twee coachgroepsleden. Lever de volgende materialen in bij de SLB: De casus Het reflectieverslag De beoordeling van je reflectieverslag door twee coachgroepsleden Het beoordelingsformulier bij de beroepsopdracht De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je SLB.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
283
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
284
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Opleiding: Praktijkopleider
Werkprocessen Beroepstaak C Beginnend niveau 3.1 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders (I. K.)
Voldoende
Niveau: Beginner
Onvoldoende
3.2 Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders (B. E.)
3.3 Coacht werkbegeleiders (C. D. R.)
Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: voldoende - onvoldoende Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
285
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
286
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Beginner Beroepsproducten Werkprocessen C1 Coachingstraject (voor 3.2, 3.3 werkbegeleiders) C2 Workshop (ten behoeve van 3.1 deskundigheidsbevordering) Competenties: B. C. D. E. I. K. R.
Competenties in de werkprocessen B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Prestatie-indicatoren op beginnerniveau Beschrijft hoe de BPV-taken worden verdeeld en hoe taken worden overgedragen aan werkbegeleiders, daarbij rekening houdend met de kwaliteit van werkbegeleiders. Laat (in de simulatie) de werkbegeleider reflecteren op haar/zijn begeleiding en beoordeling van de deelnemer en geeft de werkbegeleider constructieve feedback. Toont (in de simulatie) belangstelling voor de ervaringen in de begeleiding van de deelnemer van de werkbegeleider. Beschrijft hoe BPV-taken met betrokken leidinggevenden worden afgestemd. Informeert de werkbegeleider (in de simulatie) en geeft instructies op diverse aspecten van begeleiding en beoordeling van de deelnemer. Toont (in de simulatie) eigen inzichten en vaardigheden in het begeleiden en beoordelen van deelnemers en brengt expertise op begrijpelijke wijze over aan de werkbegeleider. Stemt coaching (in de simulatie) af op de wensen, behoeften en beginsituatie van de werkbegeleider.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
287
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
288
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak C
Opleiding Praktijkopleider
Startbekwaam niveau
Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken
Je ondersteunt twee tot vier werkbegeleiders bij hun BPV-taken
Je gaat twee tot vier werkbegeleiders ondersteunen bij hun BPV-taken gedurende drie maanden. In overleg met de betrokken leidinggevenden verdeel je de BPV-taken. Je coacht de werkbegeleiders en je bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders. Je verdeelt, in overleg met de betrokken leidinggevenden, de BPV-taken onder de werkbegeleiders Je coacht de werkbegeleiders in de begeleiding en beoordeling van hun deelnemers.
Na afloop van deze periode schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door je begeleider in de praktijk. De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je begeleider in de praktijk.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, spreken Rekenen: Getallen, verhoudingen, verbanden
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
289
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
290
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak C Startbekwaam niveau 3.1 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders (I. K.)
Opleiding: Praktijkopleider
Goed
Niveau: Startbekwaam
Voldoende
Onvoldoende
3.2 Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders (B. E.) 3.3 Coacht werkbegeleiders (C. D. R.)
Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: goed¹ - voldoende² - onvoldoende³ Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Stempel praktijkorganisatie 1 Indien minimaal drie van de vijf werkprocessen met goed zijn beoordeeld 2 Indien alle werkprocessen minimaal met voldoende zijn beoordeeld 3 Indien één of meer werkprocessen met onvoldoende zijn beoordeeld
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
291
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
292
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak C Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen C1 Coachingstraject (voor 3.2, 3.3 werkbegeleiders) C2 Workshop (ten behoeve van 3.1 deskundigheidsbevordering) Competenties: B. C. D. E. I. K. R.
Competenties in de werkprocessen B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen
R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Prestatie-indicatoren Verdeelt de BPV-taken en draagt taken over aan werkbegeleiders, daarbij rekening houdend met de kwaliteit van werkbegeleiders. Laat werkbegeleiders reflecteren op hun begeleiding en beoordeling van deelnemers en geeft werkbegeleiders constructieve feedback. Toont belangstelling voor de ervaringen in de begeleiding van deelnemers van de werkbegeleiders. Stemt BPV-taken met betrokken leidinggevenden af, zodat deze inzicht krijgen in welke taken aan welke werkbegeleider gedelegeerd kunnen worden. Informeert de werkbegeleider en geeft instructies op diverse aspecten van begeleiding en beoordeling van deelnemers. Toont eigen inzichten en vaardigheden in het begeleiden en beoordelen van deelnemers en brengt expertise op begrijpelijke wijze over aan werkbegeleiders. Houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over. Stemt coaching af op de wensen, behoeften en beginsituatie van de werkbegeleider.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
293
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
294
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak D
Opleiding Praktijkopleider
Beginnend niveau
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Je geeft samen met je coachgroepsleden een workshop op school aan groepsgenoten
Je organiseert en geeft samen met je coachgroepsleden een workshop op school (duur ± 1½ uur). Voorafgaand aan de workshop maak je een lesopzet en verdeel je de taken. De taakverdeling wordt beschreven in de lesopzet. Je ontwikkelt met de groep een beoordelingsformulier, waarop de workshop kan worden beoordeeld. Het onderwerp van de workshop levert een bijdrage aan de deskundigheids-bevordering van praktijkopleiders en aan de bevordering van kwaliteitszorg. Je geeft de workshop in (een deel van) de groep op school. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je werkt aan deskundigheidsbevordering Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Nadat je de workshop hebt gegeven schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door twee coachgroepsleden. Lever de volgende materialen in bij je SLB: De lesopzet De ingevulde beoordelingsformulieren Het reflectieverslag De beoordeling van je reflectieverslag door twee coachgroepsleden Het beoordelingsformulier bij de beroepsopdracht De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je SLB.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
295
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
296
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Opleiding: Praktijkopleider
Werkprocessen Beroepstaak D Beginnend niveau 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering (K.)
Voldoende
Niveau: Beginner
Onvoldoende
4.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (T.) 4.3 Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van de werkbegeleiders (D. E. J. M.)
Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: voldoende - onvoldoende Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
297
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
298
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak D Beginner Beroepsproducten Werkprocessen D1 Verbeterplan 4.1, 4.2, 4.3 Competenties: D. E. J. K. M. T.
Competenties in de werkprocessen D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren
Prestatie-indicatoren op beginnerniveau
K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren T. Instructies en procedures opvolgen
Houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt eigen kennis en expertise (tijdens de workshop) op begrijpelijke wijze over.
Luistert (tijdens de workshop) aandachtig naar wat anderen naar voren brengen. Gaat in op vragen vanuit de groep. Bereidt de workshop voor met de coachgroepsleden, overlegt over de taakverdeling en draagt zorg voor een goede samenwerking. Zorgt met de coachgroepsleden voor een volledige en nauwkeurige lesopzet. Ontwerpt met de coachgroepsleden een relevant beoordelingsformulier.
Brengt (tijdens de workshop) structuur aan in de te geven informatie. Gaat in op vragen vanuit de groep. Houdt zich aan de criteria zoals vermeld in de beroepsopdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
299
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
300
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Beroepsopdracht
Beroepstaak D
Opleiding Praktijkopleider
Startbekwaam niveau
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Je doet een kwaliteitsonderzoek en je stelt een verbeterplan op
Je gaat gedurende twee tot vier weken een kwaliteitsonderzoek doen. Je kiest een onderwerp dat te maken heeft met het BPV-beleidsplan, de leertrajecten of de begeleiding van de werkbegeleiders. Je doet een kwaliteitsonderzoek naar het gekozen onderwerp en je schrijft een verbeterplan met aanbevelingen. Hierbij wordt het volgende van je verwacht: Je werkt aan deskundigheidsbevordering. Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Je evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van werkbegeleiders. Na afloop van deze periode schrijf je een reflectieverslag. Je laat het reflectieverslag beoordelen door je begeleider in de praktijk. De beroepsopdracht wordt beoordeeld door je begeleider in de praktijk.
Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de onderstaande onderdelen van Nederlands. Nederlands: Gesprekken voeren, luisteren, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
301
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
302
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Naam praktijkopleider in opleiding:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak D Startbekwaam niveau 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering (K.)
Opleiding: Praktijkopleider
Goed
Niveau: Startbekwaam
Voldoende
Onvoldoende
4.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (T.) 4.3 Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van de werkbegeleiders (D. E. J. M.) Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: Naam beoordelaar:
Beoordeling: goed¹ - voldoende² - onvoldoende³ Naam praktijkopleider in opleiding:
Handtekening:
Handtekening:
Stempel praktijkorganisatie 1 Indien minimaal drie van de vijf werkprocessen met goed zijn beoordeeld 2 Indien alle werkprocessen minimaal met voldoende zijn beoordeeld 3 Indien één of meer werkprocessen met onvoldoende zijn beoordeeld
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
303
Toetsen
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
304
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Overzicht Beroepstaak D Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak D Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen D1 Verbeterplan 4.1, 4.2, 4.3 Competenties: D. E. J. K. M. T.
Competenties in de werkprocessen D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren
K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren
T. Instructies en procedures opvolgen
Prestatie-indicatoren Luistert aandachtig naar wat anderen naar voren brengen.
Maakt melding van belangrijke punten uit de evaluatie, zodat alle betrokkenen geïnformeerd zijn. Verzorgt een scherp en kernachtig geformuleerde rapportage waarin voorstellen worden gedaan gericht op bijstelling van het BPVbeleidsplan, verbeterpunten voor het leertraject en inhoudelijke en organisatorische verbeterpunten zijn opgenomen ter verbetering van de begeleiding van werkbegeleiders. Houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over. Brengt structuur aan in evaluatie gegevens, komt met haalbare oplossingen en maakt logische gevolgtrekkingen op basis van de evaluatiegegevens, zodat het BPV-beleidsplan, het leertraject en de begeleiding van werkbegeleiders geoptimaliseerd kunnen worden. Houdt zich aan de voorgeschreven procedures rond kwaliteitsverbetering.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
305
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
306
OPLEIDING PRAKTIJKOPLEIDER PROEVE
Albeda College Branche Gezondheidszorg Branche Welzijn
Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2012-2013 KD 2012-2013 Crebonummer: 90350 Versie 1.0 Naam praktijkopleider in opleiding: ……………………
Proeve
Cohort 2012 – 2013
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
308
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
1.Inleiding In deze handleiding wordt uitgelegd wat de bedoeling van de Proeve is en wat er moet gebeuren om de Proeve met succes af te ronden. Ook wordt beschreven wie er bij de Proeve betrokken zijn en wat de rol is van de betrokkenen. De bewijsstukken van deze Proeve worden toegevoegd aan het examenportfolio. De beoordeling van dat examenportfolio bepaalt of je het diploma hebt behaald. De beroepssituatie waar de Proeve kan worden afgenomen moet aan een aantal voorwaarden voldoen: 1. De BPV-plaats is door CALIBRIS erkend als leerbedrijf 2. De BPV-plaats is in de Branche: Fitnesscentra, Sportschool (excl. zeil- en surfschool), Gehandicaptenzorg, Ouderenzorg, Ziekenhuizen, Overige gezondheidsdiensten, Overige non-profitdiensten, Sociaal cultureel werk, Kinderopvang, Sportverenigingen, Verpleegen Verzorgingshuizen, Thuiszorg, Geestelijke Gezondheidszorg, Kraamzorg, Medische branche, Maatschappelijke Opvang, Zwembaden 3. De begeleiders in de praktijk/ beoordelaars zijn vooraf geïnformeerd over de werkwijze en beoordeling van de Proeve door het Albeda College. 4. De beoordelaars uit de praktijk voldoen aan de bekwaamheidseisen (zie Handleiding voor de praktijk en assessor). 2. De Proeve Doel Met het doen van de Proeve toon je aan dat je op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar kan functioneren en dat je bewust bekwaam handelt. Werkwijze van de Proeve De Proeve bestaat uit drie onderdelen: 1. De startbekwame beroepsopdrachten A, B, C en D 2. Voorbereiding op het bewust bekwaam gesprek 3. Het bewust bekwaam gesprek Ad 1. De startbekwame beroepsopdrachten A, B, C en D Je hebt deze startbekwame beroepsopdrachten afgerond volgens de richtlijnen in je opdrachtenboek. Ze zijn beoordeeld door je begeleider in de praktijk. Een aantal werkprocessen met bijbehorende competenties uit de startbekwame beroepsopdrachten is van belang in je bewust bekwaam gesprek. De werkprocessen (met bijbehorende competenties) die beoordeeld worden: 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan (I. Presenteren, Q. Plannen en organiseren, Y. Bedrijfsmatig handelen) 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van de deelnemers (C. Begeleiden, D. Begeleiden, J. Formuleren en rapporteren, Q. Plannen en organiseren, R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten) 3.3 Coacht werkbegeleiders (C. Begeleiden, D. Begeleiden, R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten) 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering (K. Vakdeskundigheid toepassen)
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
309
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Ad 2. De voorbereiding op het bewust bekwaam gesprek Je schrijft als voorbereiding op het bewust bekwaam gesprek een praatpapier. Daarin beschrijf je twee situaties uit de startbekwame opdrachten In het praatpapier schrijf je op: wat je hebt gedaan wat het resultaat was welke keuzes* je hebt gemaakt en waarom * De keuze mag bijvoorbeeld iets zijn waar je “trots” op bent. Je begeleider in de praktijk of je studieloopbaanbegeleider van het Albeda College mag je ondersteunen bij het maken van dit praatpapier. Je zorgt ervoor dat het praatpapier en de beoordelingen van de startbekwame beroepsopdrachten een week voor je gesprek op school zijn bij je SLB. Zij beoordeelt of het praatpapier aan eisen voldoet. Ad 3. Het bewust bekwaam gesprek Bij het gesprek is de assessor van het Albeda College aanwezig als onafhankelijk beoordelaar en een beoordelaar uit de praktijk. Zij hebben vooraf je praatpapier en je beoordelingsformulier gekregen en bekeken. De assessor is de voorzitter tijdens het gesprek. Het gesprek duurt een half uur. Het gesprek vindt plaats op school Tijdens het gesprek komt de beoordeling van je startbekwame beroepsopdrachten aan de orde en het door jou geschreven praatpapier. Na afloop van het gesprek volgt het overleg tussen de beoordelaar en de assessor en krijg je aansluitend op het overleg de uitslag van het bewust bekwaam gesprek en de proeve en een toelichting daarop. De uitslag gaat in je examenportfolio. Als het bewust bekwaam gesprek met een onvoldoende is beoordeeld, heeft de praktijkopleider in opleiding recht op een herkansing.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
310
Cohort 2012 – 2013
Proeve
Opleiding Praktijkopleider
Praatpapier voor het bewust bekwaamgesprek (situatie 1)
Naam praktijkopleider in opleiding:
BPV-organisatie:
Groep:
Datum:
Beschrijf twee situaties naar keuze uit een of meer startbekwame beroepsopdrachten van beroepstaak A, B,C of D. Kijk daarbij ook naar de eerder genoemde werkprocessen en competenties: 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan (I. Presenteren, Q. Plannen en organiseren, Y. Bedrijfsmatig handelen) 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van de deelnemers (C. Begeleiden, D. Begeleiden, J. Formuleren en rapporteren, Q. Plannen en organiseren, R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten) 3.3 Coacht werkbegeleiders (C. Begeleiden, D. Begeleiden, R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten) 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering (K. Vakdeskundigheid toepassen)
SITUATIE: 1 Wat was de situatie? Wat gebeurde er? Wie waren er bij betrokken? Waar speelde de situatie zich af? TAAK: Wat was jouw taak? Wat werd er van je verwacht? Wat wilde je bereiken? ACTIE: Welke acties heb je gepland? Wat heb je precies gezegd? Wat heb je precies gedaan? Hoe was je aanpak? RESULTAAT: Wat is/zijn de resultaten? Welke kennis, houding en vaardigheden heb je toegepast? Hoe is het afgelopen? REFLECTIE: Hoe kijk je terug op de situatie? Waarom heb je het zo gedaan? Waar was je tevreden over? Waarover minder? Welke werkprocessen heb je specifiek ingezet?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
311
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Praatpapier voor het bewust bekwaamgesprek (situatie 2)
Naam praktijkopleider in opleiding:
BPV-organisatie:
Groep:
Datum:
Beschrijf twee situaties naar keuze uit een of meer startbekwame beroepsopdrachten van beroepstaak A, B,C of D. Kijk daarbij ook naar de eerder genoemde werkprocessen en competenties: 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan (I. Presenteren, Q. Plannen en organiseren, Y. Bedrijfsmatig handelen) 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van de deelnemers (C. Begeleiden, D. Begeleiden, J. Formuleren en rapporteren, Q. Plannen en organiseren, R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten) 3.3 Coacht werkbegeleiders (C. Begeleiden, D. Begeleiden, R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten) 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering (K. Vakdeskundigheid toepassen)
SITUATIE: 2 Wat was de situatie? Wat gebeurde er? Wie waren er bij betrokken? Waar speelde de situatie zich af? TAAK: Wat was jouw taak? Wat werd er van je verwacht? Wat wilde je bereiken? ACTIE: Welke acties heb je gepland? Wat heb je precies gezegd? Wat heb je precies gedaan? Hoe was je aanpak? RESULTAAT: Wat is/zijn de resultaten? Welke kennis, houding en vaardigheden heb je toegepast? Hoe is het afgelopen? REFLECTIE: Hoe kijk je terug op de situatie? Waarom heb je het zo gedaan? Waar was je tevreden over? Waarover minder? Welke werkprocessen heb je specifiek ingezet?
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
312
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Beoordeling van het praatpapier voor het bewust bekwaam gesprek Het praatpapier wordt door de SLB gecontroleerd op volledigheid
Naam praktijkopleider in opleiding:
BPV-organisatie:
Groep:
Datum:
SITUATIE Wat was de situatie? Wat gebeurde er? Wie waren er bij betrokken? Waar speelde de situatie zich af? TAAK: Wat was jouw taak? Wat werd er van je verwacht? Wat wilde je bereiken? ACTIE Welke acties heb je gepland? Wat heb je precies gezegd? Wat heb je precies gedaan? Hoe was je aanpak? RESULTAAT Wat is/zijn de resultaten? Welke kennis, houding en vaardigheden heb je toegepast? Hoe is het afgelopen? REFLECTIE Hoe kijk je terug op de situatie? Waarom heb je het zo gedaan? Waar was je tevreden over? Waarover minder? Welke werkprocessen heb je specifiek ingezet?
Aanwezig: Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Aanwezig: Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Aanwezig: Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Aanwezig: Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Aanwezig: Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
313
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
314
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Beoordelingsformulier van het bewust bekwaam gesprek voor de assessor van school
Naam praktijkopleider in opleiding:
BPV-organisatie:
Groep:
Datum:
Beoordelingscriteria
- /+
toelichting
1. De student kan uitleggen waarom hij/ zij gekozen heeft voor deze situaties 2.De student kan uitleggen welke werkprocessen en/of competenties hij/zij heeft ingezet in die situaties en wat het resultaat daarvan was 3.De student geeft blijk van het kunnen vertalen van deze situatie naar andere of kritische situaties 4.De student kan vertellen welke persoonlijke kwaliteiten hij/zij heeft ingezet en wat het resultaat daarvan was 5.De student geeft blijk van het erkennen van eigen grenzen en handelt hiernaar 6.De student is in staat om zijn/ haar visie op het beroep te verwoorden. Beide assessoren zijn van mening dat hier een bewust bekwaam beroepsbeoefenaar staat die weet hoe het vak in elkaar zit en wat haar rol is binnen dat beroep. Beide beoordelaars moeten deze vraag met ‘ja’ kunnen beantwoorden. Alle beoordelingscriteria moeten in de loop van het gesprek aan de orde zijn geweest. Na afloop van het gesprek spreken de twee beoordelaars individueel een oordeel uit per criterium d.m.v. geschreven feedback. Daarna dienen de beoordelaars tot een eensluidend oordeel te komen per criterium. De student mag slechts 1 beoordelingscriterium met een – scoren. Naam assessor: Feedback (per criterium sterke punten en minder sterke punten)
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
315
Proeve
Cohort 2012 – 2013
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
316
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Beoordelingsformulier van het bewust bekwaam gesprek voor de assessor uit de praktijk
Naam praktijkopleider in opleiding:
BPV-organisatie:
Groep:
Datum:
Beoordelingscriteria
- /+
toelichting
1. De student kan uitleggen waarom hij/ zij gekozen heeft voor deze situaties 2.De student kan uitleggen welke werkprocessen en/of competenties hij/zij heeft ingezet in die situaties en wat het resultaat daarvan was 3.De student geeft blijk van het kunnen vertalen van deze situatie naar andere of kritische situaties 4.De student kan vertellen welke persoonlijke kwaliteiten hij/zij heeft ingezet en wat het resultaat daarvan was 5.De student geeft blijk van het erkennen van eigen grenzen en handelt hiernaar 6.De student is in staat om zijn/ haar visie op het beroep te verwoorden.. Beide assessoren zijn van mening dat hier een bewust bekwaam beroepsbeoefenaar staat die weet hoe het vak in elkaar zit en wat haar rol is binnen dat beroep. Beide beoordelaars moeten deze vraag met ‘ja’ kunnen beantwoorden. Alle beoordelingscriteria moeten in de loop van het gesprek aan de orde zijn geweest. Na afloop van het gesprek spreken de twee beoordelaars individueel een oordeel uit per criterium d.m.v. geschreven feedback. Daarna dienen de beoordelaars tot een eensluidend oordeel te komen per criterium. De student mag slechts 1 beoordelingscriterium met een – scoren. Naam praktijkopleider: Feedback (per criterium sterke punten en minder sterke punten)
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
317
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Opleiding Praktijkopleider
318
Proeve
Cohort 2014 - 2015
Opleiding Praktijkopleider
Het totaal van de beoordelingsformulieren van het bewust bekwaam gesprek (school en praktijk)
Naam praktijkopleider in opleiding:
BPV-organisatie:
Groep:
Datum:
Beoordelingscriteria
-/+
toelichting
1. De student kan uitleggen waarom hij/ zij gekozen heeft voor deze situaties 2.De student kan uitleggen welke werkprocessen en/of competenties hij/zij heeft ingezet in die situaties en wat het resultaat daarvan was 3.De student geeft blijk van het kunnen vertalen van deze situatie naar andere of kritische situaties 4.De student kan vertellen welke persoonlijke kwaliteiten hij/zij heeft ingezet en wat het resultaat daarvan was 5.De student geeft blijk van het erkennen van eigen grenzen en handelt hiernaar 6.De student is in staat om zijn/ haar visie op het beroep te verwoorden.. Beide assessoren zijn van mening dat hier een bewust bekwaam beroepsbeoefenaar staat die weet hoe het vak in elkaar zit en wat haar rol is binnen dat beroep. Beide beoordelaars moeten deze vraag met ‘ja’ kunnen beantwoorden. Alle beoordelingscriteria moeten in de loop van het gesprek aan de orde zijn geweest. Na afloop van het gesprek spreken de twee2 beoordelaars individueel een oordeel uit per criterium d.m.v. geschreven feedback. Daarna dienen de beoordelaars tot een eensluidend oordeel te komen per criterium. De student mag slechts 1 beoordelingscriterium met een – scoren.
Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
319
Proeve
Cohort 2012 - 2013
Opleiding Praktijkopleider
320 Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Proeve
Cohort 2012 - 2013
Opleiding Praktijkopleider
Eindbeoordeling van het bewust bekwaam gesprek
Naam praktijkopleider in opleiding:
BPV-organisatie:
Groep:
Datum:
Voldoende
/
Onvoldoende
Onderdelen: Situatie 1: opmerkingen:
Situatie 2: opmerkingen:
Voor akkoord* Assessor school:
Assessor praktijk:
Student:
*Invullen met voornaam, achternaam, handtekening en datum
321 Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Proeve
Cohort 2012 - 2013
Opleiding Praktijkopleider
322 Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Proeve
Cohort 2012 - 2013
Opleiding Praktijkopleider
Eindbeoordeling proeve Praktijkopleider
Naam praktijkopleider in opleiding:
BPV-organisatie:
Groep:
Datum:
Startbekwame opdrachten A, B, C en D Voldoende / Onvoldoende (Beoordelingsformulierenzijn toegevoegd) Bewust bekwaam gesprek Voldoende / Onvoldoende (Beoordelingsformulier bewust bekwaam gesprek is toegevoegd) Eindoordeel proeve Voldoende
/
Onvoldoende
Datum: Naam en handtekening assessor school:
Naam en handtekening assessor praktijk:
Naam en handtekening student:
Stempel Albeda college
Handtekening lid SEC
323 Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn
Proeve
Cohort 2012 - 2013
Opleiding Praktijkopleider
324 Albeda College Branche Gezondheidszorg en Branche Welzijn