Functiecompetentieprofiel Praktijkopleider
Inhoudsopgave 1
Inleiding ....................................................................................................... 2
2
Algemene opmerkingen ................................................................................ 3
3
Korte typering .............................................................................................. 4
4
Overzicht van de werkprocessen .................................................................. 5
5
Kerntaken en werkprocessen ....................................................................... 7
1
Inleiding Beroepsopleidingen worden niet meer vorm gegeven op basis van eindtermdocumenten maar op basis van kwalificatieprofielen. Het ontwikkelen van (beroeps)competenties bij de onderwijsdeelnemer in het beroepsonderwijs vraagt om andere randvoorwaarden dan de huidige. Zo zullen de docent, de ondernemer en de leermeester, mentor en praktijkbegeleider, hierna te noemen als praktijkopleider die competentiegericht beroepsonderwijs verzorgen, dienen te beschikken over de juiste competenties om hun kerntaak adequaat te kunnen uitvoeren. Omdat het vaststellen van kwalificatie-eisen voor de praktijkopleider deel uitmaakt van kwaliteitscriteria, die onderdeel zijn van het Kenwerk erkenningsreglement is deze herijking van kwalificatie-eisen op zijn plaats. Een andere invalshoek is dat er een denkrichting in gang is gezet die uitgaat van het inzicht dat al in het beroepsonderwijs de ontwikkeling van competenties die nodig zijn om collega's te leiden en te begeleiden, in gang moet worden gezet. Deze competenties zijn o.a. te vinden in de beroepscompetentieprofielen (bcp's) op het niveau van de leidinggevende/ondernemer/vakman/vakvrouw (niveau 3). In dit document wordt de onderwijsdeelnemer (de leerling) die beroepspraktijkvorming krijgt aangeboden omwille van de leesbaarheid als medewerker aangeduid. Een leerling werkt mee in werkprocessen zoals die voorkomen in leerbedrijven. In de beroepsbegeleidende leerweg heeft de leerling tevens de rol van werknemer. Daarnaast zijn er ook nieuwkomers in het bedrijf die géén opleiding volgen maar wel begeleid worden. Volgens afspraak is er een set competenties ontwikkeld, op basis van onderliggende brondocumenten, die van toepassing zijn voor de praktijkopleider en die herkenbaar worden opgenomen in enkele HTV-Kwalificatieprofielen. Dit voorstel is vervolgens per branche besproken en het uiteindelijke advies wordt nu door de paritaire commissies aangeboden aan het Bestuur van Kenwerk, ter vaststelling. Op basis van het Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (Powered bij SHL) is het profiel van de praktijkopleider aangepast, zodat deze op eenzelfde manier is beschreven als de kwalificatiedossiers van Kenwerk. Doelstelling is om een set van competenties vast te stellen uit dit competentiekader, die betrekking heeft op de functie van de praktijkopleider en die ook herkenbaar (geheel of gedeeltelijk) zijn opgenomen in de kwalificatiedossiers van Kenwerk. De werkprocessen en bijbehorende competenties en prestatie-indicatoren die in dit document zijn opgenomen, geven een totaalbeeld van alle competenties die behoren tot het profiel van de praktijkopleider. In de praktijk kunnen eerder genoemde onderdelen echter facultatief, per sector, benut worden. Dit functiecompententieprofiel is vastgesteld door het Kenwerk Bestuur op 9 september 2011.
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
2
2
Algemene opmerkingen Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de taken van de praktijkopleider en de vakmatige begeleiding door een ervaren vakman/vakvrouw. Een praktijkopleider is een coach: hij faciliteert, stimuleert, reflecteert en beoordeelt medewerkers. Hij geeft eventueel vakmatige begeleiding. Het coachen is ook een typische taak van de leidinggevende. In de kerntaak leidinggeven in de kwalificatiedossiers zijn dan ook meerdere competenties te vinden die betrekking hebben op coaching. Een vakman/-vrouw geeft alleen vakmatige begeleiding. Hierbij gaat het dus om het begeleiden en instrueren van nieuwe medewerkers of minder ervaren collega’s. Iedere vakman/-vrouw op niveau 3 of 4 zou over competenties met betrekking tot het begeleiden en inwerken van minder ervaren collega’s kunnen beschikken. Om het praktijkopleider-diploma te kunnen behalen, beheerst de praktijkopleider alle werkprocessen en bijbehorende competenties.
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
3
3
Korte typering De praktijkopleider werkt op uitvoerend en faciliterend niveau met verantwoordelijkheid voor het totale leerproces van de medewerker binnen zijn werkgebied (afdeling, locatie, deskundigheidsgebied). De praktijkopleider heeft een relevante beroepsopleiding afgerond voor de sector waarin de (lerende) medewerkers worden opgeleid, heeft minimaal 2 jaar ervaring opgedaan in het beroep en is gecertificeerd en dus gekwalificeerd om de rol van de praktijkopleider te mogen uitoefenen. Van de praktijkopleider wordt verwacht dat hij in staat is medewerkers te begeleiden bij het uitvoeren van hun taken. Tevens moet hij in staat zijn de medewerker te coachen bij het opstellen van een persoonlijk (ontwikkel) leerplan. Tot slot zal hij de voortgang en ontwikkeling van de medewerker vanuit de praktijk volgen en deze voortgang eventueel waarderen. Het gaat hier om specifieke organisatorische, didactische en begeleidende competenties. In kleinere organisaties of bij een gering aantal leerbanen, stageplaatsen en andere opleidingsactiviteiten combineert de praktijkopleider zijn functie vaak met een functie in het primaire proces (uitvoerend of leidinggevend). De praktijkopleider kan werkzaam zijn in elk bedrijf/instelling die (lerende) medewerkers opleidt (leerbedrijven). De praktijkopleider werkt aan zijn eigen ontwikkeling door middel van aanvullende cursussen of trainingen. De praktijkopleider is proactief in het onderhouden van contacten met het verantwoordelijke roc waar de medewerker zijn/haar opleiding volgt.
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
4
4
Overzicht van de werkprocessen Onderstaand een overzicht van de werkprocessen in het functieprofiel.
Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en het coachen van medewerkers
Werkprocessen
1.1.
Werft en selecteert nieuwe (lerende) medewerkers
1.2.
Introduceert en werkt de (lerende) medewerkers in
1.3.
Bespreekt en bepaalt het begeleidingstraject
1.4.
Begeleidt de (lerende) medewerkers
1.5.
Beoordeelt de (lerende) medewerkers
1.6.
Blijft zichzelf ontwikkelen
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
5
5
Kerntaken en werkprocessen
Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en coachen van (lerende) medewerkers
Werkprocessen bij kerntaak 1
De praktijkopleider draagt bij aan de werving en selectie van nieuw (lerende) medewerkers en neemt hierbij relevante voorschriften en richtlijnen in acht. Hij voert selectiegesprekken met kandidaten om te bepalen of de kandidaten geschikt zijn voor het bedrijf en de functie. Hij selecteert kandidaten, en handelt hierbij onbevooroordeeld en stelt hen aan.
1.1. Werft en selecteert nieuwe (lerende) medewerkers
De praktijkopleider introduceert nieuwe (lerende) medewerkers en maakt hen wegwijs in de processen en procedures binnen de organisatie. Hij ontwikkelt een introductie- en inwerkplan die hij gebruikt als leidraad voor het inwerkproces van de nieuwe (lerende) medewerkers. Hij legt de nieuwe (lerende) medewerkers uit hoe zij bij calamiteiten dienen te handelen en legt huisregels en bedrijfsvoorschriften uit.
1.2. Introduceert en werkt de (lerende) medewerkers in
De praktijkopleider bespreekt de individuele doelstellingen met de (lerende) medewerker. Hij bespreekt ontwikkelingsmogelijkheden die aansluiten bij de wensen en capaciteiten van de (lerende) medewerker en de mogelijkheden van het bedrijf. Hij bepaalt in samenspraak met de (lerende) medewerker het begeleidingstraject (de begeleidingswijze en de planning), legt dit vast en stemt dit met de docent/ondernemer af.
1.3. Bespreekt en bepaalt het begeleidingstraject
De praktijkopleider begeleidt de (lerende) medewerker met behulp van het opleidingsplan. Hij informeert en instrueert (lerende) medewerkers voorafgaand en tijdens de werkzaamheden over de te verrichten taken, de prioriteiten en de te resultaten. Hij delegeert indien nodig vakmatige begeleidingstaken aan de vakman/-vrouw en begeleidt en ondersteunt ze daarbij. Hij motiveert, stimuleert en geeft feedback aan (lerende) medewerkers met betrekking tot hun werk en hun handelen en draagt oplossingen en verbeterpunten aan. Hij bewaakt de voortgang van de werkzaamheden en past de begeleiding indien nodig aan.
1.4. Begeleidt de (lerende) medewerkers
De praktijkopleider levert een bijdrage aan de beoordeling van (lerende) medewerkers en neemt hierbij de bedrijfsprocedure en wettelijke richtlijnen in acht. Hij bepaalt binnen de procedures en richtlijnen van de opleiding wanneer er beoordeeld moet worden en hoe de beoordeling uitgevoerd moet worden. Hij vergaart relevante informatie over de medewerkers ten behoeve van de beoordeling en beoordeelt het functioneren en de competentieontwikkeling van de (lerende) medewerker aan de hand van procedures en richtlijnen van de organisatie. Hij legt de beoordeling vast en bespreekt de beoordeling in een beoordelingsgesprek. Tevens levert hij een bijdrage aan de functioneringsgesprekken.
1.5. Beoordeelt de (lerende) medewerkers
De praktijkopleider volgt trends en (actuele) ontwikkelingen en mogelijkheden in de arbeidsmarkt en ontwikkelingen in methodieken, pedagogiek en didactiek. Hij leest vakbladen en vakliteratuur, volgt cursussen, trainingen en/of andere studieuze bijeenkomsten. Hij bezoekt vakbeurzen en/of andere evenementen op het vakgebied. Hij onderzoekt eigen capaciteiten en mogelijkheden, en vraagt om feedback van collega’s.
1.6. Blijft zichzelf ontwikkelen
Toelichting De praktijkopleider vervult een voorbeeld rol.
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
6
Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commercieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren
Onderzoeken
Creëren en innoveren
Leren
Plannen en organiseren
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
Analyseren Materialen en middelen inzetten
Formuleren en rapporteren
Vakdeskundigheid toepassen
Presenteren Overtuigen en beïnvloeden Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerken en overleggen
Blijft zichzelf ontwikkelen
Aandacht en begrip tonen
1.6
Begeleiden
Beoordeelt de (lerende) medewerkers
Q Aansturen
1.5
7 Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
X Begeleidt de (lerende) medewerkers
X
X X X X X X 1.4
X
X X X
X X Bespreekt en bepaalt het begeleidingstraject
X 1.3
X
X X
X
Introduceert en werkt de (lerende) medewerkers in
P Beslissen en activiteiten initiëren
Werkprocessen
X
1.2
O D
X
Y X W V U T S N
R M L J
K I H G F C
E B A
X Werft en selecteert nieuwe (lerende) medewerkers
X 1.1
Competenties Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en coachen van de (lerende) medewerkers
Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en coachen van de (lerende) medewerkers 1.1. Werkproces: Werft en selecteert nieuwe (lerende) medewerkers Omschrijving:
De praktijkopleider draagt bij aan de werving en selectie van nieuw (lerende) medewerkers en neemt hierbij relevante voorschriften en richtlijnen in acht. Hij voert selectiegesprekken met kandidaten om te bepalen of de kandidaten geschikt zijn voor het bedrijf en de functie. Hij selecteert kandidaten, en handelt hierbij onbevooroordeeld en stelt hen aan.
Gewenst resultaat:
(Lerende) medewerkers worden geworven, geselecteerd en aangesteld op basis van een formatieplan en volgens vastgelegde procedures. Er zijn kandidaten geselecteerd die geschikt zijn voor het bedrijf en voor de functie.
Competentie
Component(en)
Prestatie-Indicator
Vakkennis en vaardigheden
A Beslissen en activiteiten initiëren
Beslissingen nemen
Neemt een duidelijke beslissing ten aanzien van de werving en selectie van personeel, zodat de werving en selectie in werking gesteld kan worden.
F Ethisch en integer handelen
Ethisch handelen Integer handelen
Gaat op betrouwbare wijze met kandidaten en medewerkers om en biedt bij het werven en selecteren van medewerkers iedereen gelijke kansen, zodat kandidaten en medewerkers eerlijk behandeld en geselecteerd worden voor het bedrijf en voor de functie.
Kennis van: Werving, selectie en aanname van personeel Cao-bepalingen van de branche
I Presenteren
Duidelijk uitleggen en toelichten Op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
Communiceert tijdens het selectiegesprek op heldere en begrijpelijke wijze met kandidaten en medewerkers, waarbij hij taal en benaderingswijze afstemt op anderen en de situatie, zodat de boodschap goed overkomt en kandidaten en medewerkers in hun waarde worden gelaten.
M Analyseren
Informatie genereren uit gegevens Gegevens controleren en aannames toetsen Conclusies trekken
Gaat op basis van het formatieplan na welke kandidaten hij voor welke functie kan aannemen, achterhaalt relevante gegevens over kandidaten en bepaalt of de kandidaten geschikt zijn voor het bedrijf en de functie, zodat de vacatures ingevuld kunnen worden door kandidaten die goed bij het bedrijf en de functie passen.
T Instructie en procedures opvolgen
Werken conform voorgeschreven procedures Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
Neemt bij het werven, selecteren en aanstellen of bij ontslag de vastgelegde procedures in acht, zodat hij inzichtelijk en conform afspraken handelt.
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
8
Vaardigheden: Gesprekstechnieken Mondelinge communicatie: Nederlands
Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en coachen van de (lerende) medewerkers 1.2. Werkproces: Introduceert en werkt de (lerende) medewerkers in Omschrijving:
De praktijkopleider introduceert nieuwe (lerende) medewerkers en maakt hen wegwijs in de processen en procedures binnen de organisatie. Hij ontwikkelt een introductie- en inwerkplan die hij gebruikt als leidraad voor het inwerkproces van de nieuwe (lerende) medewerkers. Hij legt de nieuwe (lerende) medewerkers uit hoe zij bij calamiteiten dienen te handelen en legt huisregels en bedrijfsvoorschriften uit.
Gewenst resultaat:
Er is een gestructureerd en op maat gemaakt introductie- en inwerkplan voor de nieuwe (lerende) medewerkers. Nieuwe medewerkers zijn geïntroduceerd en ingewerkt. Nieuwe (lerende) medewerkers zijn in staat om op de juiste wijze te handelen bij calamiteiten.
Competentie
Component(en)
Prestatie-Indicator
Vakkennis en vaardigheden
B Aansturen
Richting geven Instructies en aanwijzingen geven
Introduceert nieuwe medewerkers aan de hand van het inwerkprogramma in de organisatie, legt de huisregels en de bedrijfsvoorschriften uit en maakt hen wegwijs in de processen en procedures binnen het bedrijf, zodat zij voldoende ingewerkt worden om hun taken naar behoren uit te kunnen voeren en zodat zij weten hoe zij moeten handelen bij calamiteiten.
Kennis van: Het calamiteitenplan van het bedrijf Introductie- en inwerkprogramma’s
J Formuleren en rapporteren
Correct formuleren Nauwkeurig en volledig rapporteren
Schrijft een volledig, nauwkeurig en logisch gestructureerd introductie- en inwerkplan, zodat dit als leidraad kan dienen voor het introduceren en inwerken van nieuwe medewerkers.
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
9
Vaardigheden: Coachingsvaardigheden Didactische vaardigheden Gesprekstechnieken Probleemoplossende vaardigheden Mondelinge communicatie: Nederlands Schriftelijke vaardigheden: Nederlands
Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en coachen van de (lerende) medewerkers 1.3. Werkproces: Bespreekt en bepaalt het begeleidingstraject Omschrijving:
De praktijkopleider bespreekt de individuele doelstellingen met de (lerende) medewerker. Hij bespreekt ontwikkelingsmogelijkheden die aansluiten bij de wensen en capaciteiten van de (lerende) medewerker en de mogelijkheden van het bedrijf. Hij bepaalt in samenspraak met de (lerende) medewerker het begeleidingstraject (de begeleidingswijze en de planning), legt dit vast en stemt dit met de docent/ondernemer af.
Gewenst resultaat:
Een vastgesteld begeleidingstraject voor de (lerende) medewerkers die waar nodig is afgestemd met het opleidingsinstituut van de (lerende) medewerker.
Competentie
Component(en)
Prestatie-Indicator
Vakkennis en vaardigheden
E Samenwerken & Overleggen
Anderen raadplegen en betrekken Afstemmen Proactief informeren
Overlegt met de docent, ondernemer en de (lerende) medewerkers over het begeleidingstraject, zodat het begeleidingstraject afgestemd kan worden met de eisen vanuit de opleiding, de mogelijkheden in het bedrijf en de ontwikkelingsbehoefte en individuele doelstellingen van de medewerker.
M Analyseren
Informatie genereren uit gegevens Gegevens controleren en aannames toetsen Conclusies trekken
Brengt de ontwikkelmogelijkheden, -behoeften en capaciteiten van de (lerende) medewerkers in kaart, bespreekt deze met de (lerende) medewerker en legt deze vast, zodat de meest geschikte leerweg voor de (lerende) medewerkers wordt vastgesteld.
Kennis van: Begeleidingstrajecten Procedures en richtlijnen van de organisatie en de opleiding Kennis van het beroepsonderwijs
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
10
Vaardigheden: Mondelinge communicatie: Nederlands Schriftelijke vaardigheden: Nederlands
Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en coachen van de (lerende) medewerkers 1.4. Werkproces: Begeleidt de (lerende) medewerkers Omschrijving:
De praktijkopleider begeleidt de (lerende) medewerker met behulp van het opleidingsplan. Hij informeert en instrueert (lerende) medewerkers voorafgaand en tijdens de werkzaamheden over de te verrichten taken, de prioriteiten en de resultaten. Hij delegeert zonodig vakmatige begeleidingstaken aan de vakman/-vrouw en begeleidt en ondersteunt ze daarbij. Hij motiveert, stimuleert en geeft feedback aan (lerende) medewerkers met betrekking tot hun werk en hun handelen, en draagt oplossingen en verbeterpunten aan. Hij bewaakt de voortgang van de werkzaamheden en past de begeleiding indien nodig aan.
Gewenst resultaat:
De (lerende) medewerker heeft instructie en feedback ontvangen. Vakmatige begeleidingstaken zijn waar nodig gedelegeerd. De medewerker is gestimuleerd en gemotiveerd zich verder te ontwikkelen. Problemen zijn waar mogelijk opgelost.
Competentie
Component(en)
Prestatie-Indicator
Vakkennis en vaardigheden
B Aansturen
Richting geven Instructies en aanwijzingen geven Functioneren van mensen controleren Anderen bevoegdheden en verantwoordelijkheden geven
Geeft de (lerende) medewerker heldere en duidelijke instructies, controleert steeds of de medewerker hem goed heeft begrepen, corrigeert hun handelen indien nodig en/of delegeert indien nodig vakmatige begeleidingstaken aan de vakman/-vrouw en ondersteunt ze daarbij, zodat de medewerker goede begeleiding ontvangt en de werkprocessen vlot verlopen.
C Begeleiden
Coachen Adviseren Motiveren Anderen ontwikkelen
Creëert formele en informele leersituaties en bewaakt de voortgang in de competentieontwikkeling, geeft heldere, onderbouwde en constructieve feedback op het functioneren van de medewerker en stimuleert de (lerende) medewerker tot zelfreflectie en sturing, door samen met de (lerende) medewerker te reflecteren op de competentieontwikkeling, zodat de leerling inzicht krijgt in zijn ontwikkeling en zijn functioneren kan verbeteren.
Vaardigheden: Coachingsvaardigheden Didactische vaardigheden Feedback geven Gesprekstechnieken Probleemoplossende vaardigheden Mondelinge communicatie: Nederlands
D Aandacht en begrip tonen
Interesse tonen Luisteren Anderen steunen Jezelf kennen en laten zien
Vervult een voorbeeldrol richting de medewerker en toont belangstelling, betrokkenheid en begrip, luistert aandachtig en actief naar (lerende) medewerkers, stelt hen op hun gemak en ondersteunt hen waar nodig, zodat de (lerende) medewerkers gesteund en gemotiveerd worden zich verder te ontwikkelen.
M Analyseren
Informatie genereren uit gegevens Conclusies trekken Oplossingen voor problemen bedenken
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
Signaleert problemen in het functioneren en de competentieontwikkeling van de (lerende) medewerker, analyseert het begeleidingstraject en past indien nodig de begeleiding aan, zodat de medewerker zo goed mogelijk ondersteund kan worden in zijn competentieontwikkeling. 11
Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en coachen van de (lerende) medewerkers 1.5. Werkproces: Beoordeelt de (lerende) medewerkers Omschrijving:
De praktijkopleider levert een bijdrage aan de beoordeling van (lerende) medewerkers en neemt hierbij de bedrijfsprocedure en wettelijke richtlijnen in acht. Hij bepaalt binnen de procedures en richtlijnen van de opleiding wanneer er beoordeeld moet worden en hoe de beoordeling uitgevoerd moet worden. Hij vergaart relevante informatie over de medewerkers ten behoeve van de beoordeling en beoordeelt het functioneren en de competentieontwikkeling van de (lerende) medewerker aan de hand van procedures en richtlijnen van de organisatie. Hij legt de beoordeling vast en bespreekt de beoordeling in een beoordelingsgesprek. Tevens levert hij een bijdrage aan de functioneringsgesprekken
Gewenst resultaat:
Het is duidelijk wanneer en hoe er beoordeeld wordt. Er is een beoordeling uitgevoerd. Beoordelingen zijn vastgelegd. De (lerende) medewerkers hebben inzicht in hun eigen functioneren en competentieontwikkeling. Vakkennis en vaardigheden Component(en) Prestatie-Indicator
Competentie A Beslissen en activiteiten initiëren
Beslissingen nemen
Bepaalt binnen de eigen bevoegdheid, rekening houdend met de eisen vanuit de opleiding, wat beoordeeld moet worden en hoe de beoordeling uitgevoerd dient te worden en levert een bijdrage aan de bepaling en toepassing van de consequenties van een beoordeling, zodat duidelijk is wat en hoe er beoordeeld wordt.
C Begeleiden
Coachen
Legt in een beoordelingsgesprek duidelijk uit waarop de beoordeling van de (lerende) medewerker is gebaseerd en geeft (lerende) medewerkers heldere, onderbouwde en constructieve feedback over hun functioneren waarbij hij de (lerende) medewerker stimuleert kritisch naar zichzelf te kijken, zodat de (lerende) medewerker inzicht heeft in zijn functioneren en competentieontwikkeling.
E Samenwerken en overleggen
Anderen raadplegen en betrekken Afstemmen
Raadpleegt anderen om informatie te verzamelen omtrent het functioneren en de competentieontwikkeling van (lerende) medewerkers. Stemt de beoordeling van de (lerende) medewerkers af met collega’s, ondernemer en/of docent.
F Ethisch en integer handelen
Ethisch handelen Integer handelen Omgevingsverantwoord handelen
Gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke gegevens en beoordeelt de (lerende) medewerkers onbevooroordeeld, zodat de privacy gewaarborgd blijft en de medewerker een eerlijke beoordeling ontvangt.
J Formuleren en rapporteren
Correct formuleren Nauwkeurig en volledig rapporteren
Vult beoordelingsformulieren op de juiste wijze in en/of ontwikkelt beoordelingsmodellen/-formulieren aan de hand van het opleidingsplan en legt de afspraken die zijn gemaakt in het beoordelingsgesprek schriftelijk vast, zodat de beoordeling vastgelegd wordt volgens eisen die vanuit de opleiding van de (lerende) medewerker worden gesteld.
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
12
Kennis van: Beoordelen Procedures en richtlijnen van de organisatie en de opleiding Beoordelingscriteria Kennis van het beroepsonderwijs Vaardigheden: Feedback geven Mondelinge communicatie:Nederlands Schriftelijke vaardigheden: Nederlands
K Vakdeskundigheid toepassen
Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
Beoordeelt de leerling aan de hand van beoordelingscriteria, houdt hierbij rekening met invloeden van de omgeving en past hierbij vakkennis toe, zodat de competentieontwikkeling van de leerling beoordeeld wordt.
M Analyseren
Informatie genereren uit gegevens Conclusies trekken
Verzamelt relevante informatie over de (lerende) medewerker naar aanleiding van vastgestelde beoordelingscriteria, analyseert deze en houd hierbij rekening met invloeden van de omgeving, zodat het functioneren en de competentieontwikkeling van de (lerende) medewerker beoordeelt kan worden.
T Instructies en procedures opvolgen
Werken conform voorgeschreven procedures
Beoordeelt het functioneren en de competentieontwikkeling van de (lerende) medewerker aan de hand van procedures en richtlijnen van de organisatie en de opleiding, zodat de beoordeling eenduidig plaatsvindt.
Kerntaak 1. Begeleiden van leerprocessen en coachen van de (lerende) medewerkers 1.6. Werkproces: Blijft zichzelf ontwikkelen. Omschrijving:
De praktijkopleider volgt trends en (actuele) ontwikkelingen en mogelijkheden in de arbeidsmarkt en ontwikkelingen in methodieken, pedagogiek en didactiek. Hij leest vakbladen en vakliteratuur, volgt cursussen, trainingen en/of andere studieuze bijeenkomsten. Hij bezoekt vakbeurzen en/of andere evenementen op het vakgebied. Hij onderzoekt eigen capaciteiten en mogelijkheden en vraagt om feedback van collega’s.
Gewenst resultaat:
Kan zijn functie op een juiste manier blijven uitvoeren.
Competentie
Component(en)
Prestatie-indicator
Vakkennis en vaardigheden
M Analyseren
Informatie uiteenrafelen Conclusies trekken Verbanden leggen
Analyseert informatie over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, methodieken, pedagogiek en didactiek, gaat na welke invloed dit heeft op zijn functie en onderzoekt zijn eigen capaciteiten en mogelijkheden, zodat hij zich verder ontwikkelt en (nieuwe) ontwikkelingen integreert in zijn dagelijks werkzaamheden.
Kennis van: Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Ontwikkelingen op het gebied van methodieken, pedagogiek, didactiek
P Leren
Vakkennis en vaardigheden bijhouden Leren van feedback en fouten Zichzelf verder willen ontwikkelen
Toont interesse in nieuwe ontwikkelingen op het eigen vakgebied en onderneemt stappen om vakkennis en vaardigheden steeds goed bij te houden en te ontwikkelen. Hij vraagt feedback aan collega’s en gebruikt deze om zichzelf verder te ontwikkelen en maakt gebruik van training en andere mogelijkheden en kansen, zodat hij zijn functie op de juiste manier kan blijven uitvoeren.
Functiecompetentieprofiel praktijkopleider
13
Vaardigheden: Zelfreflectie Feedback ontvangen