Opleidingswijzer Opleiding
Praktijkopleider
Crebo
90350
Niveau
4
Cohort
2013- 2014
Kwalificatiedossier 2012 Geldigheid en vaststelling Deze Opleidingswijzer is geldig voor het volgende opleidingstraject:
Studieduur
Leerweg Intensiteit Variant
BBL
Deeltijd
Maatwerk
WSF1
SBU
leerjaren
cohort
1600
1
2013-2014
Bijzonderheden
1 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Inhoudsopgave 1.
De opleiding ................................................................................................................ 5
1.1.
Alvast wat over het beroep ............................................................................................................ 5
1.2
Wat kun je na de opleiding doen? ................................................................................................ 10
1.3.
Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? ........................................................................... 11
1.4.
Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo ............................................................. 21
1.5.
Nederlands, rekenen, Engels en overige moderne vreemde talen ............................................. 22
2.
Het onderwijsprogramma......................................................................................... 23
2.1.
Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? ............................................................................... 23 2.1.1.
BBL-maatwerk
26
3
Beroepspraktijkvorming........................................................................................... 28
3.1
Plaats en organisatie van de BPV ............................................................................................... 28
4.
Examens .................................................................................................................... 31
4.1
Beoordelen om te kijken waar je staat. ........................................................................................ 31
4.2
Beoordelen voor je diploma. ........................................................................................................ 33
4.3
Examens in een overzicht – het examenplan .............................................................................. 41 4.3.1.
Examenplan BBL-maatwerk
41
5.
Begeleiding ............................................................................................................... 50
5.1
Studieloopbaanbegeleiding bij het leren. ..................................................................................... 50
2 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Welkom op het Kellebeek College! Je bent met een beroepsopleiding bij het Kellebeek College gestart. We willen je graag van harte welkom heten! Voor je ligt een opleidingswijzer. Met deze opleidingswijzer (OLW) willen we je zo goed mogelijk informeren over de opleiding die je gaat volgen. De OLW vertelt het nodige over je toekomstige beroep. Er wordt in beschreven welke kennis, vaardigheden en beroepshouding belangrijk zijn in zowel je stage als op school. Ook staat er in de OLW wanneer je welke examens aflegt om je volledig diploma te halen. Find your information! Op onze website is een speciale informatiesite voor studenten: www.kellebeek.nl/student Hierop is heel veel belangrijke informatie te vinden! Vestigingen Het Kellebeek College kent vele vestigingen voor beroepsonderwijs. Vanaf schooljaar 20142015 zijn de meeste geconcentreerd in onze nieuwbouw in Roosendaal. De AKA opleidingen (mbo niveau 1) worden in Breda en Bergen op Zoom aangeboden. Voorbereiding op werken in de praktijk Je gekozen beroepsopleiding kan zowel op niveau 1, 2, 3 of 4 zijn. Daarnaast heb je gekozen voor de BOL variant, dat wil zeggen beroeps opleidende leerweg of de BBL variant, beroeps begeleidende leerweg, waarbij je werken en leren combineert. De gekozen beroepsopleiding bereid je voor op het werken in de praktijk. Deze voorbereiding gebeurt zowel op school als op je stageadres. Aan je definitieve keuze zijn dus heel wat beslissingen vooraf gegaan. Find your destination Het is altijd spannend om aan een nieuwe opleiding te beginnen. Je hebt bepaalde verwachtingen van onze school, de opleiding en het beroep. Als je verwachtingen uitkomen en je groeit naar het diploma zowel op school als op stage dat kunnen we zeggen dat jij je bestemming hebt gevonden. Het Kellebeek College gaat samen met je op zoek, ons motto luidt niet voor niks: Find your destination. Dus als je verwachtingen niet (helemaal) uitkomen, adviseren we je dit te bespreken met je studieloopbaanbegeleider of iemand anders van school. Samen kunnen we dan op zoek gaan naar oplossingen. Jij staat centraal Jij staat centraal bij het Kellebeek College. Ons onderwijs is gericht op wat jij wilt leren en op de manier van leren die het best bij jou past. Zo dagen wij jou uit je talenten volledig te benutten en ontwikkelen. We houden rekening met individuele verschillen. Wij willen je zo begeleiden, dat altijd duidelijk is hoe je ervoor staat en welke mogelijkheden je hebt. Zelfstandig en verantwoordelijk werken Wij vinden het belangrijk dat onze beroepsopleidingen aantrekkelijk, activerend en uitdagend zijn. Bij het Kellebeek College leer je zowel zelfstandig als samen te werken en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Deze zaken zijn heel belangrijk op school, maar ook in je toekomstige beroep. Veel praktijk, structuur en duidelijkheid
3 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Tijdens je opleiding loop je vaak stage. Ook is er veel aandacht voor praktijk op school in uitdagende opdrachten. Op die manier kom je goed voorbereid op je stageadres en hoor je op je stageadres waar je op school verder aan dient te werken. Een goede balans en een goede afstemming tussen het leren op school en in de praktijk is heel belangrijk. Het samenwerken en het leren in de groep krijgt bij ons ook veel aandacht. We bieden je duidelijkheid en structuur: jij moet weten wanneer en hoe er gewerkt wordt op school. Veel succes met het werken aan ‘jouw bestemming’ en vooral ook een heel gezellige tijd bij het Kellebeek College! Karin van Nieuwenhuijzen Directielid Kellebeek College
4 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
1. De opleiding 1.1. Alvast wat over het beroep Je bent verantwoordelijk voor het totale leerproces van deelnemers. In kleine organisaties combineer je de functie van praktijkopleider vaak met uitvoerende of leidinggevende taken. Je werkt met deelnemers van verschillende leeftijden, culturele achtergronden en verschillende manieren van leren.
Jouw werk in de praktijk: • Voor het BPV-beleidsplan van jouw organisatie inventariseer je gegevens, randvoorwaarden, richtlijnen en afspraken binnen de organisatie. In het BPV-beleidsplan staat hoe de BPV van deelnemers wordt georganiseerd, welke doelstellingen er zijn, welke middelen beschikbaar zijn en wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft. • Je onderhandelt met intern en extern betrokken partijen over de rand- en leervoorwaarden en de inhoud van het BPV-beleidsplan. • Je bent verantwoordelijk voor de uitvoering van het BPV-beleidsplan. • Je begeleidt en motiveert medewerkers en bent een belangrijk aanspreekpunt voor veel vragen. • Je introduceert nieuwe deelnemers in de organisatie en stelt een leerplan voor ze op. Werkbegeleiders zorgen voor de dagelijkse begeleiding van de deelnemers op de werkvloer.
5 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
• • • • • •
Je bewaakt de grote lijnen en bespreekt de voortgang van de begeleiding met de werkbegeleider en deelnemer. Je regelt in samenwerking met de onderwijsinstelling de ontwikkelingsgerichte - en kwalificerende beoordeling van deelnemers in de praktijk. Je bewaakt de uitvoering van de beoordeling van deelnemers. Je legt vast hoe de deelnemers beoordeeld worden, welke instrumenten daarbij gebruikt worden en wie de beoordeling uitvoert. Je coacht werkbegeleiders in de dagelijks begeleiding van de individuele deelnemer en deelt je eigen kennis en vaardigheden met hen. Samen met de werkbegeleiders en deelnemers evalueer je de BPV-periode. De uitkomsten hiervan gebruik je weer om het BPV-beleidsplan te verbeteren. Je bent verantwoordelijk voor het evalueren van de uitvoering van het BPVbeleidsplan en je kijkt hoe je het BPV-beleidsplan kunt aanscherpen.
Jouw kwaliteiten: • Je hebt een diploma van een relevante beroepsopleiding op niveau 3 of 4 voor de sector waar de deelnemers worden opgeleid. • Je bent veelzijdig en kunt snel schakelen tussen personen en processen op verschillende niveaus binnen de organisatie. • Je kunt je goed in anderen inleven. • Je vindt het leuk om anderen te begeleiden en met veel soorten werkzaamheden bezig te zijn. *1 Daar waar in de tekst ‘zij' staat wordt ook ‘hij' bedoeld. *2 Lees voor deelnemer: leerling-werknemer, stagiaire of cursist *3 Lees voor werk unit: afdeling, locatie, deskundigheidsgebied
Algemene informatie De praktijkopleiders kunnen werkzaam zijn in elk bedrijf dat deelnemers opleidt (leerbedrijven). Ze werkt in de sector waarvoor zij een relevant diploma heeft. Dit diploma is minimaal van hetzelfde niveau als het opleidingsniveau van de deelnemers die zij moet begeleiden.
Typerende beroepshouding. De praktijkopleider is veelzijdig: ze heeft verschillend soorten taken. Daarom is het belangrijk dat ze goed overzicht heeft. Ze moet ook snel kunnen schakelen: ze werkt 6 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
namelijk regelmatig met personen en in processen op verschillende niveaus in het leerbedrijf. De praktijkopleider is gericht op de ontwikkeling van deelnemers, werkbegeleiders en zichzelf. Daarvoor moet een praktijkopleider een leergierige en open houding hebben. Daarbij zijn geduld, doorzettingsvermogen en het bewaken van grenzen ook van belang. Met name de grenzen van zichzelf, de deelnemer, de werkbegeleider of organisatie zijn belangrijk voor een goed verloop van de BPV. In het opleiden, begeleiden of beoordelen van deelnemers is een praktijkopleider objectief en integer. Daarbij beschikt zij over een groot invoelingsvermogen tegenover medewerker, deelnemer of team. Ze stelt objectief problemen vast en is objectief in waarnemen en beoordelen. Ze weet de juiste balans te vinden tussen betrokkenheid en distantie. Rol en verantwoordelijkheden. Afhankelijk van de taakverdeling in een leerbedrijf is een praktijkopleider verantwoordelijk voor bijdragen aan het BPV-beleidsplan en voor de uitvoering daarvan - (zelfstandig dan wel onder supervisie) - in samenwerking met relevante betrokkenen. De praktijkopleider is actief in het scheppen van de benodigde leervoorwaarden voor deelnemers. Daarbij overlegt en stemt zij af met leidinggevende, werkbegeleiders, deelnemers en onderwijsinstelling waarbij zij open staat voor de gevolgen voor deelnemers en andere betrokkenen. Daarnaast behoort het tot de taak van de praktijkopleider om zelfstandig het leertraject van deelnemers te bewaken en ondersteunt hen daarbij volgens vooraf gestelde doelen en binnen de gestelde randvoorwaarden.
De praktijkopleider legt over het BPV-beleidsplan verantwoording af aan de opleidingscoördinator, hoofd P&O en/of directie. De praktijkopleider onderhoudt contacten met de onderwijsinstelling(en). Ze geeft in samenwerking met het onderwijs vorm en inhoud aan het leren in de praktijk. Afhankelijk van de afspraken in de organisatie doet ze dit meer of minder zelfstandig. Als contactpersoon voor het onderwijs wordt echter een groot beroep gedaan op haar eigen 7 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
initiatief en op het maken van keuzes en nemen van beslissingen. De praktijkopleider is verantwoordelijk voor het zelfstandig coachen, informeren en instrueren van de werkbegeleiders. Daarbij coördineert zij taken, stuurt aan of delegeert. Complexiteit De praktijkopleider heeft een divers takenpakket. Daarvoor heeft zij specialistische kennis en vaardigheden nodig. De praktijkopleider werkt in een spanningsveld tussen 'werken' en 'leren'. Van haar wordt verwacht dat zij juiste afwegingen maakt tussen (de kerntaken van) de organisatie en (het leerproces van) het individu en tussen het belang van organisatie, opleidingsinstelling en individu. Zij werkt in samenspraak met alle betrokkenen (intern/extern) aan win-winsituaties waarbij zij belangen afweegt, prioriteiten stelt, keuzes maakt en beslissingen neemt.
De praktijkopleider zet haar competenties in voor het aanpakken van diverse vraagstukken over het leren in de praktijk. Regelmatig krijgt zij te maken met nieuwe en/of onbekende vraagstukken. Haar beroepsdeskundigheid laat haar deze vraagstukken zelfstandig of samen met anderen (intern/extern) goed oplossen; anders bedenkt zij daarvoor een goede oplossingsrichting. Daarnaast kan zij vakspecifieke vraagstukken praktisch uitwerken voor werkbegeleiders, deelnemers of andere betrokkenen. De praktijkopleider moet taken, verantwoordelijkheden, rollen en interventiemogelijkheden van zichzelf en anderen kunnen bepalen. Zij moet omgaan met het spanningsveld tussen "randvoorwaarden" en "kwaliteit" van opleiden, begeleiden en beoordelen. Zijn randvoorwaarden onvoldoende aanwezig dan kan de kwaliteit van het opleiden in gevaar komen. Als het leren in de praktijk onvoldoende kwaliteit heeft dan beschikt de praktijkopleider niet altijd zelf over de positie om hierin verandering aan te brengen. De praktijkopleider is (vooral in grotere organisaties) de coach van meerdere werkbegeleiders en deelnemers. Ze moet daarom goed zijn in het verdelen van haar aandacht over al die werkbegeleiders en deelnemers: iedere werkbegeleider en deelnemer moet de ondersteuning krijgen die nodig is. Ze weegt af hoe ze de tijd verdeelt over de verschillende taken. Ze staat regelmatig voor de afweging: taken zelf uitvoeren of delegeren. 8 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Omgangsvormen, waarden en normen: daarin kan de praktijkopleider verschillen met deelnemers, werkbegeleiders, organisatie of overige betrokkenen. De praktijkopleider zal een balans moeten vinden tussen haar eigen waarden en normen en die van anderen. Leerprocessen verlopen niet standaard en zijn complex: het eindresultaat is van tevoren niet te voorspellen. Een praktijkopleider werkt daarbij vaak met vertrouwelijke gegevens: bijvoorbeeld bij beoordelingen. De praktijkopleider houdt hierbij rekening met vele factoren en stemt voortdurend af. Zij coacht daarbij werkbegeleiders. Maar steeds moet ze zelf keuzes maken op beslissende momenten. De praktijkopleider kan te maken krijgen met deelnemers die niet goed functioneren (die niet de gewenste resultaten halen). Dan moet zij een afweging maken tussen de belangen van verschillende betrokkenen: in onderling overleg werkt zij aan een oplossing die voor iedereen bevredigend is.
Bron Kwalificatiedossier Praktijkopleider
9 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
1.2
Wat kun je na de opleiding doen?
Het diploma 'praktijkopleider' geeft toegang tot functies als praktijkopleider. Binnen de functie kan een praktijkopleider zich verder ontwikkelen door het volgen van aanvullende cursussen. Zo kan zij zich bijscholen in het opleiden, begeleiden of beoordelen van deelnemers of in nieuwe onderwijsconcepten. Een diploma praktijkopleider geeft op grond van het mbo-niveau 4 recht op doorstroom naar het hbo.
Binnen het hbo-niveau kan een praktijkopleider zich verder ontwikkelen. Zij kan binnen haar werkgebied de lerarenopleiding volgen. Zo kan een praktijkopleider met het mbo-diploma 'verpleegkundige' de lerarenopleiding 'Gezondheidszorg en Welzijn' volgen (Bachelordegree). Op Associate degree is een diploma als onderwijsondersteuner Zorg en Welzijn (oftewel praktijkinstructeur) mogelijk. Als praktijkinstructeur (Ad) geeft u vooral lessen of instructie op het gebied van beroepsvaardigheden en begeleidt het leerproces van verschillende groepen leerlingen/stagiaires. Op deze wijze combineert de praktijkopleider het leraarschap met haar eigen vakterrein. Ook is doorstroom mogelijk naar andere breed georiënteerde hbo-opleidingen. Bijvoorbeeld naar de opleiding pedagogiek of psychologie. Deze studies leiden op tot het beroep van (ortho)pedagoog of psycholoog.
Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op de website www.kwalificatiesmbo.nl
10 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
1.3. Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? Beschrijving van de kerntaken die binnen de opleiding tot Praktijkopleider centraal staan Het onderwijsprogramma van de Praktijkopleider is opgebouwd uit de volgende vier kerntaken met de daarbij behorende werkprocessen:
Kerntaak 1: Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Werkprocessen: 1.1 Ontwikkelt een BPV beleidsplan of levert hieraan een bijdrage 1.2 Coördineert en bewaakt de beoordeling 1.3 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV beleidsplan 1.4 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen Kerntaak 2: Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Werkprocessen: 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers 2.2 Introduceert deelnemers 2.3 Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers 2.5 Beoordeelt deelnemers Kerntaak 3: Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Werkprocessen: 3.1 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders 3.2 Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders 3.3 Coacht werkbegeleiders Kerntaak 4: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken Werkprocessen: 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering 4.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 4.3 Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van werkbegeleiders
Toelichting op de verschillende kerntaken.
Kerntaak 1: Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Beschrijving Kerntaak: 1.1 De praktijktopleider inventariseert gegevens voor het opstellen van het BPVbeleidsplan. Daarbij gaat ze op zoek naar gegevens waarmee ze de aansluiting tussen theorie en praktijk kan optimaliseren. Ze inventariseert de belangen van de organisatie, de deelnemer en de
11 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
onderwijsinstelling, alsook de gewenste en benodigde randvoorwaarden en bestaande richtlijnen en afspraken. Ze benadert interne en externe contacten die een bijdrage kunnen leveren aan de inhoud van het BPV beleidsplan. De praktijkopleider ontwikkelt op basis van de uitgevoerde inventarisatie een BPVbeleidsplan voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de leertrajecten in de BPV of zij levert in samenwerking met collega's en/of management een bijdrage aan de ontwikkeling van dit BPV-beleidsplan. Zij zorgt er voor dat de informatie in het BPV beleidsplan voor alle betrokkenen toegankelijk is. 1.2 De praktijkopleider coördineert en bewaakt de ontwikkelingsgerichte en examinerende beoordeling van deelnemers in de praktijk. Zij let daarbij op de kaders overeengekomen met de onderwijsinstelling en de visie, de mogelijkheden en de wensen van de organisatie. Periodiek maakt de praktijkopleider een planning voor de beoordeling van deelnemers. Hierin legt ze vast welke deelnemer waarop wordt beoordeeld, op welke manier de deelnemer wordt beoordeeld, waar de beoordeling plaats gaat vinden, wie de beoordeling gaat uitvoeren en wanneer. Ook legt ze vast wat de consequenties zijn van een onvoldoende beoordeling. Indien nodig onderhandelt de praktijkopleider in de eigen organisatie over de noodzakelijke randvoorwaarden voor het kunnen realiseren van de geplande ontwikkelingsgerichte en examinerende beoordelingen. Zij signaleert knelpunten en/of tekortkomingen en onderneemt daarop actie. 1.3 De praktijkopleider coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan. Ze organiseert introductieactiviteiten voor de werkbegeleiders en hun leidinggevenden om draagvlak bij de gebruikers in de organisatie te creëren. Vervolgens plant, regelt en bespreekt ze met de betrokkenen wie welke activiteit gaat uitvoeren. De praktijkopleider controleert of alle activiteiten uit het BPV-beleidsplan worden uitgevoerd. 1.4 De praktijkopleider bouwt contacten op met de onderwijsinstelling(en) om te komen tot een goede organisatie en uitvoering van de BPV en ze onderhoudt deze contacten. De praktijkopleider werkt samen met de onderwijsinstelling(en) aan de uitvoering en beoordeling van de BPV. Ze stemt theorie en praktijk inhoudelijk af met de onderwijsinstelling. Daarvoor neemt zij kennis van de eisen, wensen en verwachtingen van de onderwijsinstelling en geeft zij aan wat de (on)mogelijkheden binnen de organisatie zijn. Ze maakt concrete afspraken over het aantal deelnemers en de periode(s) waarin de deelnemers de BPV doen. Ook maakt ze afspraken over de beoordeling van de deelnemer en de activiteiten die de organisatie hiervoor ontplooit.
Toelichting In het BPV-beleidsplan zijn doelen en beschikbare middelen opgenomen en worden de taken, verantwoordelijkheden, rollen, grenzen en interventiemogelijkheden van alle bij de BPV betrokkenen beschreven. Het BPV-beleid wordt vastgesteld door de opleidingscoördinator of de directie. In het onderhandelen met betrokkenen stelt de praktijkopleider prioriteiten, weegt de belangen van de betrokken partijen af, verheldert haar eigen positie en standpunt en benut de aanwezige speelruimte in het onderhandelingsproces. Zij onderhandelt op basis van onderbouwde argumenten en verantwoordt deze naar de betrokken partijen. De praktijkopleider houdt bij het organiseren en coördineren van het leertraject rekening met de rechten en plichten van de organisatie, het individu en de onderwijsinstelling(en). De praktijkopleider coördineert en bewaakt de uitvoering van het beoordelen binnen haar taken en bevoegdheden. 12 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Kerntaak 2: Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Beschrijving kerntaak:
2.1 De praktijkopleider levert een bijdrage aan de selectie en aanname van deelnemers, zij betrekt daarbij de afspraken in de organisatie en de afspraken met de onderwijsinstelling. Ze voert hiervoor kennismakingsgesprekken waarin ze iedere potentiële deelnemer objectief beoordeelt en het leerbedrijf presenteert. Deze kennismakingsgesprekken bereidt ze zorgvuldig voor op basis van de gegevens van de potentiële deelnemer(s) en het BPV-beleid van de organisatie. Tot slot formuleert ze een advies naar de coördinator/de directie. 2.2 De praktijkopleider voert introductiegesprekken waarin ze onder andere het leerbedrijf en het BPV-beleid op adequate wijze presenteert. De praktijkopleider ontwikkelt voor de deelnemers een introductieplan, hierin formuleert zij doelstellingen en plant zij introductieactiviteiten. Zij voert dit plan uit of delegeert de uitvoering aan de werkbegeleiders. De praktijkopleider introduceert de deelnemer bij alle medewerkers van de afdeling/organisatie waarmee ze direct of indirect te maken heeft. 2.3 De praktijkopleider adviseert en ondersteunt de deelnemer bij het opstellen van haar individuele leerplan. Ze informeert de deelnemer over de (on)mogelijkheden in de organisatie en betrekt hierbij de eisen van de onderwijsinstelling. Ze helpt de deelnemer bij het formuleren van passende leerdoelen. De praktijkopleider zorgt voor differentiatie in de leersituaties. Ze beoordeelt het opgestelde individuele leerplan op haalbaarheid en uitvoerbaarheid.
2.4 De praktijkopleider ondersteunt het leertraject van de deelnemer. Ze stemt de begeleiding af op de wensen en behoeften van de deelnemer, de eisen die aan de deelnemer worden gesteld en de leerstijl en beginsituatie van de deelnemer. Ze houdt hierbij rekening met de gestelde doelen en de randvoorwaarden in de organisatie. Ze ondersteunt de deelnemer bij het plannen en organiseren van de persoonlijke ontwikkeling binnen het leertraject en bewaakt de voortgang van het leerproces en de leerprestaties in relatie tot de kwalificatie en/of leerdoelen. Ze stimuleert de deelnemer tot steeds meer zelfsturing van het leerproces. Ze voert daarvoor individuele en groepsgerichte begeleidingsgesprekken met deelnemers en nodigt hen uit tot reflectie. De voortgang en wijzigingen houdt zij bij.
2.5 De praktijkopleider voert ontwikkelingsgerichte (formatieve) en examinerende (summatieve) beoordelingsactiviteiten uit. De praktijkopleider verzamelt en registreert beoordelingsgegevens. Zij beoordeelt de competenties van de deelnemer met behulp van instrumenten en/of methodieken. Aan de prestaties van de deelnemer kent ze een waardeoordeel toe. De beoordelingsgegevens houdt zij bij en gaat hier vertrouwelijk mee om. De bevindingen draagt zij zowel mondeling als schriftelijk effectief over. De praktijkopleider voert voortgangs- en/of beoordelingsgesprekken met deelnemers en bepaalt – afhankelijk van gemaakte afspraken - de (eind)beoordeling, al dan niet in overleg met de onderwijsinstelling. De praktijkopleider bespreekt het verloop en resultaat van het individuele leertraject met de onderwijsinstelling.
13 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Toelichting De begeleiding van de deelnemers voert de praktijkopleider uit volgens de gestelde doelen en randvoorwaarden. Bij het begeleiden speelt de praktijkopleider in op de steeds veranderende situatie van een deelnemer: de deelnemer die groeit. De praktijkopleider is als assessor niet de enige die een waardeoordeel geeft over de leerprestaties van de deelnemer. Ook de onderwijsinstelling waardeert die. Als school en praktijkopleider in hun oordeel over de prestaties van een deelnemer verschillen: samen moeten zij tot een eenduidige oordeel komen. De praktijkopleider is zich bewust van de gevolgen van een beoordeling: zowel voor de deelnemer, als voor de eigen organisatie als voor de onderwijsinstelling. De praktijkopleider is verantwoordelijk voor het bijhouden, beheren en uitwisselen van beoordelingsgegevens volgens de gemaakte afspraken met de onderwijsinstelling. De deelnemer is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden en beheren van praktijkopdrachten/ portfolio.
Kerntaak 3: Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Beschrijving kerntaak:
3.1 De praktijkopleider levert een bijdrage aan de deskundigheidsbevordering van werkbegeleiders op het gebied van opleiden in de praktijk. De praktijkopleider informeert en instrueert werkbegeleiders over de inhoud en uitvoering van BPV-taken ten behoeve van het leren, begeleiden en beoordelen in de praktijk. Ze biedt de werkbegeleiders een breed repertoire aan activerende didactische vaardigheden aan en informeert hen over de werkwijze ten aanzien van de begeleiding van de deelnemers. Ze informeert de werkbegeleiders over inhoud en opzet van de kwalificaties, inhoudelijke ontwikkelingen en eventuele wijzigingen. 3.2 De praktijkopleider verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders. Ze bekijkt wie welke taken gaat uitvoeren en stemt dit af met de werkbegeleiders en de betrokken leidinggevenden. 3.3 De praktijkopleider coacht de werkbegeleiders in de begeleiding en beoordeling van deelnemers. Ze voert begeleidingsgesprekken over individuele deelnemers. Ze ondersteunt de werkbegeleiders in het kiezen en aanbieden van de juiste leersituatie voor het uitvoeren van de opdrachten, passend bij de individuele deelnemer. Ze geeft de werkbegeleiders feedback op hun handelen en nodigt hen uit tot reflectie op de uitvoering van hun BPV taken.
14 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Kerntaak 4: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken Beschrijving kerntaak: 4.1 De praktijkopleider werkt aan deskundigheidsbevordering. Zij leest vakliteratuur en volgt bijscholingen. Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit naar anderen. 4.2 De praktijkopleider werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Zij werkt mee aan het verbeteren van de kwaliteit van het opleiden in de praktijk door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Zij bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten. De praktijkopleider werkt met kwaliteitszorgsystemen. Ze ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie. 4.3 De praktijkopleider evalueert periodiek de organisatie van de BPV, de verschillende leertrajecten uit de afgelopen periode, de uitvoering van de coördinerende taken met betrekking tot de BPV-taken van de werkbegeleiders, alsook de werkbegeleiding door de werkbegeleiders. Ze verzamelt relevante gegevens, luistert naar betrokkenen en reflecteert op haar eigen werkzaamheden. Haar bevindingen legt zij vast in een evaluatieverslag. De praktijkopleider signaleert en formuleert verbeterpunten en doet voorstellen gericht op bijstelling. Zij voert in overleg met betrokkenen en/of het management gewenste veranderingen door of levert daaraan een bijdrage. Toelichting: De praktijkopleider houdt actief ontwikkelingen bij op het gebied van competentiegericht opleiden, begeleiden en beoordelen van deelnemers (lees: van leren in de praktijk). Ook houdt ze ontwikkelingen bij over de kwalificaties waarvoor het leerbedrijf opleidt. De praktijkopleider zorgt ervoor dat ze niet alleen deskundig blijft op haar taken als praktijkopleider maar ook in de vaktechnische kennis en vaardigheden van haar eerder(e) beroep(en). De praktijkopleider profileert zich in de organisatie als deskundige voor het leren en beoordelen in de praktijk: door haar deskundigheid te laten zien en door het gebruik van nieuwe werkwijzen en inzichten bij haar werkzaamheden. Overzicht van het kwalificatiedossier. In het kwalificatiedossier wordt de inhoud van de totale opleiding beschreven. Je kunt dus in het kwalificatiedossier lezen wat je allemaal moet weten en kunnen aan het einde van de opleiding. Elk beroep heeft een aantal kerntaken, dit zijn kenmerkende werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. Daaruit kan worden afgeleid welke eisen het beroep stelt. Bij elke kerntaak worden werkprocessen beschreven die iemand als startende beroepsbeoefenaar in de beroepspraktijk moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak heeft meerdere werkprocessen. De werkprocessen behorende bij een kerntaak is een bundeling van beroepshandelingen. Een werkproces heeft een begin en een 15 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
eind. Dit leidt tot een bepaald resultaat. Voor het goed uitvoeren van de werkprocessen heb je bepaalde competenties nodig, die in de dossiers meetbaar worden gemaakt in termen van zichtbaar gedrag. Dit zijn de componenten. Het resultaat van je gedrag vind je terug in de prestatie-indicator.. Een uitgebreide beschrijving van de kerntaken, werkprocessen en prestatie-indicatoren is te vinden in het kwalificatiedossier. Deze zijn te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl
In de proces-competentie-matrix wordt aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen van een kerntaak. Dit wordt per kwalificatie aangegeven middels blokjes. Deze moet je van links naar rechts lezen. Indien de blokjes in de matrix niet zijn gevuld, zijn deze niet van toepassing op de desbetreffende kwalificatie Hieronder vind je de verschillende overzichten van kerntaken, werkprocessen en competenties van de door jou gekozen opleiding in een schema weergegeven.
16 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Overzicht per kerntaak, met werkprocessen en bijbehorende competenties.
Kerntaak 1: Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Kerntaak 1 Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject
Competenties A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Werkprocessen 1.1
Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan
1.2
Ontwikkelt een BPV beleidsplan of levert hieraan een bijdrage
1.3
Coördineert en bewaakt de beoordeling
1.4
Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV beleidsplan
1.5
Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen
17 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Y
Kerntaak 2: Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer Kerntaak 2 Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer
Competenties A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Werkprocessen 2.1
Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers
2.2
Introduceert deelnemers
2.3
Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan
2.4
Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers
2.5
Beoordeelt deelnemers
18 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Y
Kerntaak 3: Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken Kerntaak 3 Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken
Competenties A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Werkprocessen 3.1
Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders
3.2
Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders
3.3
Coacht werkbegeleiders
19 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Y
Kerntaak 4: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken Kerntaak 4
Competenties A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Werkprocessen 4.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering
4.2
Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
4.3
Evalueert het BPV beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van werkbegeleiders
20 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Y
1.4. Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo Door de MBO Raad en het ministerie van OC&W is bepaald dat om voor een diploma in aanmerking te komen, je moet voldoen aan gestelde eisen, die beschreven staan in: ° het kwalificatiedossier ( KD-2012 Calibris) van de Praktijkopleiding ° de kwalificatie-eisen Loopbaan en Burgerschap 2012 ° de regelgeving m.b.t. taal- en rekenvaardigheden MBO 2012 Kwalificatie eisen Loopbaan en Burgerschap De politiek-juridische dimensie Bij dit domein werk je als student aan je bereidheid en vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij moet je denken aan het stemmen bij verkiezingen en manieren waarop jij een politieke bijdrage kan leveren op het gebied van duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Je weet hoe een parlementaire democratie is opgebouwd. De economische dimensie Bij dit domein werk je aan je vermogen en bereidheid om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en de arbeidsgemeenschap waar je deel van uit maakt. Je houdt je daarbij aan de regels en procedures van een bedrijf en kent je rechten en plichten. Je stelt je collegiaal op. Je neemt op een adequate en verantwoordelijke manier als consument deel aan de maatschappij. Je weet hoe je informatie over producten en diensten kunt verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Je hebt inzicht in je eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. De sociaal-maatschappelijke dimensie Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in je eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Je kent de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen en past deze toe in verschillende situaties. Je hebt inzicht in de kenmerken van verschillende culturen en toont respect voor culturele verscheidenheid.
De dimensie vitaal burgerschap Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op jouw eigen leefstijl en het zorg dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat je jezelf bewust bent van je eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit.
21 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op je eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Jouw studieloopbaanbegeleider begeleidt je hierbij. 1.5. Nederlands, rekenen, Engels en overige moderne vreemde talen Naast de kerntaken van je toekomstige beroep en de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap, gelden er in je mbo-opleiding ook eisen met betrekking tot Nederlands, rekenen, Engels en een eventueel andere ‘moderne vreemde taal’ (MVT). Voor Nederlands en rekenen geldt dat er eisen worden gesteld gekoppeld aan het niveau van de opleiding. MBO niveau 4: niveau 3F (referentiekader Meijerink) Bij Nederlands gaat het om de onderdelen: Lezen en luisteren (worden in een centraal landelijk examen beoordeeld) Spreken, gesprekken voeren en schrijven worden met een schoolexamen beoordeeld. Bij rekenen gaat het om de domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Deze onderdelen worden in een centraal landelijk examen beoordeeld. Voor Engels en eventueel overige moderne vreemde talen gelden ook gestelde eisen m.b.t. het te behalen niveau behorend bij een mbo-opleiding. Dit betreft de onderdelen lezen, luisteren, schrijven, gesprekken voeren en spreken. Deze eisen (niveaus) zijn gekoppeld aan het Europees ReferentieKader (ERK) en staan beschreven in het kwalificatiedossier van jouw opleiding. Examenplan In het examenplan zijn de examens opgenomen die kwalificerend zijn (meetellen voor het behalen van het diploma). Als Nederlands, rekenen en Engels niet voor het diploma meetellen is dit in het examenplan aangegeven met “Niveauvermelding op het diploma”.
22 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
2. Het onderwijsprogramma 2.1. Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? Doel van de opleiding is: − Je opleiden tot gediplomeerd Praktijkopleider. − Samen met jouw inbreng processen binnnen jouw leerbedrijf (instelling) m.b.t. de Praktijkopleiding verder verbeteren. − Je op te leiden tot professional in jouw functie, persoonlijke ontwikkeling en de bijdrage die jij levert aan je werkgever. In de opleiding wordt gebruik gemaakt van readers, waarbinnen kerntaken en werkprocessen centraal staan. Elke kerntaak wordt ondersteund met een reader en een werkboek waarin de werkprocessen zijn uitgewerkt in verschillende opdrachten. Deze opdrachten worden deels op de opleiding en deels in de praktijk uitgevoerd en worden beoordeeld door een assessor vanuit school en of instelling. - De opleiding bestaat totaal uit 20 lesdagen. Een lesdag bestaat uit 17 eenheden van 30 minuten. - De lesdagen zullen doorgaans plaatsvinden één keer in de twee weken. - Er zijn 5 generieke lesdagen van 7 eenheden. Op deze dagen wordt Nederlands, Engels en rekenen gegeven. Het opleidingsprogramma is opgedeeld in 4 perioden. Iedere periode duurt ongeveer een kwartaal en in elke periode staat een kwalificerendeberoepsprestatie centraal met de daarbij behorende kerntaken en werkprocessen en competenties.
Periode 1
KBP 2 Monitoren en coachen van leerprocessen Kerntaak 2 Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer
Periode 2
KBP 3 Superviseren van werkbegeleiders Kerntaak 3 Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken
Periode 3
KBP 4 Functioneren als assessor Kerntaak 4 Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject
Periode 4
KBP 1 Participeren in het BPV-beleidsplan Kerntaak 1 Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Monitoren en coachen van leerprocessen 1 Monitoren en coachen van leerprocessen 2 Monitoren en coachen van leerprocessen 3 Monitoren en coachen van leerprocessen 4 Monitoren en coachen van leerprocessen 5 Monitoren en coachen van leerprocessen 6
7. 8. 9. 10. 11.
Superviseren van werkbegeleiders 1 Superviseren van werkbegeleiders 2 Superviseren van werkbegeleiders 3 Superviseren van werkbegeleiders 4 Superviseren van werkbegeleiders 5
12. 13. 14. 15.
Functioneren als assessor 1 Functioneren als assessor 2 Functioneren als assessor 3 Functioneren als assessor 4
16. 17. 18. 19. 20.
Participeren in het BPV-beleidsplan 1 Participeren in het BPV-beleidsplan 2 Participeren in het BPV-beleidsplan 3 Participeren in het BPV-beleidsplan 4 CGI- gesprek en verantwoordingsverslag
23 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Het lesmateriaal kent de volgende opbouw: Reader 1
KBP 1 Participeren in het BPV-beleidsplan
−
Kerntaak 1 Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject
− − −
Reader 2
KBP 2 Monitoren en coachen van leerprocessen
−
Kerntaak 2 Organiseren, coördineren en bewaken van het leertraject van de deelnemer
− − − −
Reader 3
Reader 4
Ontwikkelt een BPV beleidsplan of levert hieraan een bijdrage Coördineert en bewaakt de beoordeling Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV beleidsplan Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen Draagt bij aan selectie en aanname van deelnemers Introduceert deelnemers Ondersteunt deelnemers bij het opstellen van hun individuele leerplan Ondersteunt en bewaakt het leertraject van deelnemers Beoordeelt deelnemers
− −
Kerntaak 3 Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun BPV-taken
−
Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders Verdeelt de BPV-taken onder de werkbegeleiders Coacht werkbegeleiders
KBP 4 Functioneren als assessor
− −
Werkt aan deskundigheidsbevordering Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van werkbegeleiders
KBP 3 Superviseren van werkbegeleiders
Kerntaak 4 Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken
−
Door de beperkte duur van de opleiding is het niet mogelijk om te versnellen. Door persoonlijjke omstandigheden is het wel mogelijk om langer over de opleiding te doen dan de normale studieduur. Dit kan alleen in overleg en met goedkeuring van je SLB docent en de praktijkinstelling. De definitieve goedkeuring vindt plaats binnen de subexamencommissie, van niveau 4. Er bestaat een wettelijke verplichting tot het bijhouden van de aanwezigheid van studenten bij de diverse onderwijsactiviteiten. De opleiding stelt eisen aan jouw aanwezigheid en inzet op school en in de BPV (stage). In het onderwijsmodel dat jou wordt aangeboden kun je een drietal leerlijnen onderscheiden. 1. Integrale leerlijn – Beroepsrelevante / integrale opdrachten 2. Ondersteunende leerlijn – Kennis, houding en vaardigheden 3. Reflectie leerlijn – Studieloopbaanbegeleiding
1. Integrale leerlijn – Beroepsrelevante opdrachten en BPV ( Beroepspraktijkvorming) Dit zijn de kwalificerende beroepsprestaties en de daarbij behorende werkprocessen. In de integrale leerlijn vindt de integratie tussen theorie en de beroepspraktijk plaats. Competentieleren vereist een voortdurende integratie van binnen- en buitenschools leren.
24 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Het leren wordt het meest gestimuleerd in de beroepspraktijk (je dagelijkse werk in de praktijk), het onderwijs is daarom zodanig ingericht dat het buitenschools leren maximaal wordt benut. 2. Ondersteunende leerlijn – Kennis, houding en vaardigheden In de ondersteunende leerlijn worden kennis, houding en vaardigheden ontwikkeld die ten diensten staan van de beroepsrelevante opdrachten en de BPV. In de ondersteunende leerlijn worden opdrachten en/of taken gegeven of worden vaardigheden getraind, bepaalde kennis geconstrueerd, enz. Er is altijd een duidelijke relatie met de integrale leerlijn. Binnen de ondersteunende leerlijn is een variëteit aan onderwijsvormen. Hieronder de meest voorkomende; Workshops Cursussen Werkcolleges Training Intervisie 3. Reflectie leerlijn – Studieloopbaanbegeleiding Je wordt bij aanvang van de opleiding gekoppeld aan een studieloopbaanbegeleider (SLBer). De SLB-er neemt een centrale rol in binnen het competentiegericht leren. Binnen de reflectie leerlijn worden onderwijsactiviteiten aangeboden die ervoor zorgen dat de student: − Competenties ontwikkelt en versterkt, die zowel voor zijn of haar studieloopbaan als de latere beroepsloopbaan noodzakelijk zijn; − Zijn eigen ontwikkeling binnen de opleiding benoemt en middelen en wegen gebruikt om daarbij passende leerdoelen te bereiken; − Een professionele studie- en beroepshouding ontwikkelt; − Kan reflecteren op zijn of haar ontwikkeling van leer-, beroeps- en burgerschapscompetenties; − Op basis van deze reflectie zijn/haar eigen leerproces kan plannen en sturen. De relatie tussen de verschillende leerlijnen De ondersteunende leerlijn en de reflectie leerlijn ondersteunen de integrale leerlijn. Met andere woorden: de integrale leerlijn staat centraal in het onderwijsconcept en de andere leerlijnen worden zo veel mogelijk op maat gemaakt voor jou. Zoals eerder gesteld bestaat de integrale leerlijn uit beroepsrelevante opdrachten, die b.v. in projectvorm kunnen worden aangeboden. Naast de kerntaken van deze opleiding zijn er nog andere kerntaken die je moet beheersen, namelijk die van “Loopbaan en Burgerschap” (LLB brondocument 2007). Deze kerntaken zijn voor elke deelnemer verplicht. Het gaat over het kunnen sturen van je eigen leerproces. Het is namelijk onmisbaar voor je eigen ontwikkeling en ontplooiing. Verder moet je in staat zijn om zelf sturing te geven aan je verdere loopbaan. Je moet je eigen lot in handen kunnen nemen. En het gaat tenslotte over goed burgerschap. Daarmee wordt bijvoorbeeld bedoeld dat je je mening vormt over politieke onderwerpen, je kunt functioneren op je werk, je kritisch kunt opstellen als consument van allerlei producten en diensten, dat je sociaal vaardig wordt en dat je kunt zorgen voor je eigen gezondheid.
25 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Studiegids/ portal Aan het begin van het schooljaar ontvang je informatie over een digitale studiegids, met daarin opgenomen algemene zaken. Bijvoorbeeld regeling verzuim, rechten en plichten, werkwijze open leercentrum en bijzonder activiteiten. Op de portal van et ROC West-Brabant vind je altijd het actuele lesrooster. Aan het begin van de opleiding krijg je informatie over het gebruik van de portal, de schoolmail en de telefooncirkel. De vakantieplanning is eveneens opgenomen in de digitale studiegids Onverwachte veranderingen in de planning worden via de telefooncirkel of schoolmail doorgegeven. Invulling vrij ruimte We willen het onderwijs zo aantrekkelijk mogelijk maken en de praktijk in huis halen. Daarom maken we soms gebruik van gastdocenten en is er mogelijkheid voor een excursie indien er sprake is van vrije ruimte binnen het onderwijsprogramma.
2.1.1. BBL-maatwerk
Op de volgende bladzijde vind je de onderwijsprogrammering
26 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Onderwijsprogrammering crebo 90350: Praktijkopleider BBL (maatwerk traject), niveau 4 Cohort 2013 - 2014 (start: augustus 2013)
leerperiode:
1
Leerjaar 1 2 3
4 totaal
Leerjaar 2: niet van toepassing 1 2 3 4 totaal
Leerjaar 3: niet van toepassing 1 2 3 4 totaal
Leerjaar 4: niet van toepassing 1 2 3 4 totaal
Onderwijsactiviteiten begeleide uren per groep begeleide uren individueel 1 begeleide lesuren per week
16 1 16
16 1 16
16 1 16
16 1 16
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2 lesweken per periode (excl. flexwkn) aantal flexweken
10
9
10
11
40 0
0
0
0
0
164
148
164
180
656
0
0
0
begeleide klokuren correctie buitenschoolse activiteiten 4 begeleide klokuren per leerfase
82 0 82
74 0 74
82 0 82
90 0 90
328 0 328
0 0 0
0 0 0
5 klokuren overige onderwijsactiviteiten
0
0
0
0
0
0
klokuren examinering per groep klokuren examinering individueel 6 examinering per leerfase
0 0 0
0 0 0
0 0 0
4 3 7
4 3 7
82
74
82
97
8 klokuren BPV
240
216
240
9 Klokuren begeleide onderwijstijd
322
290
10 klokuren zelfstudie
50
11 Totaal aantal SBU
372
3 begeleide lesuren per leerfase
7 klokuren onderwijstijd (excl. BPV)
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
335
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
264
960
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
322
361
1295
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
100
100
55
305
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
390
422
416
1600
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
27 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
3 3.1
Beroepspraktijkvorming
Plaats en organisatie van de BPV
De afkorting BPV staat voor Beroepspraktijk Vorming. Dit is wat we voorheen stage noemden. De praktijk heeft een belangrijke plaats in de opleiding. In de praktijk voer je opdrachten uit en laat je zien dat je de kennis en vaardigheden kunt toepassen. Je BPV-adres is het leerbedrijf in één van de werkvelden waar jij werkzaam bent. In je BPV word je begeleid door je werkbegeleider/praktijkopleider. Dit gebeurt volgens de afspraken die gemaakt zijn/worden met het betreffende BPV-adres. Ziekte en verzuim Verzuim van BPV-tijd dient uiteraard zoveel mogelijk voorkomen te worden. Als je om dringende redenen of bij ziekte niet naar je BPV-adres kan, moet je dit zo snel mogelijk kenbaar maken bij het BPV-adres en/of de praktijkopleider én bij de administratie van het Kellebeek College, locatie van jouw opleiding. Beter melden doe je zo snel mogelijk in verband met de planning op het BPV-adres. Uren die je afwezig bent geweest moeten worden ingehaald. Invullen aanwezigheidslijst In verband met het behalen van voldoende BPV-uren vul je de aanwezigheidslijst in. Deze worden uitgedeeld door de studieloopbaanbegeleider bij de start van de BPV. Op de praktijkovereenkomst (POK) kun je zien hoeveel uren je op het BPV-adres aanwezig moet zijn. Voor de praktijkovereenkomst: zie http://www.kellebeek.nl/student.aspx Beroepspraktijkvorming Tijdens je Beroepspraktijkvorming, is het belangrijk dat je met verschillende leerlingen ervaring kunt opdoen. De gehele opleiding door werk je ook in de praktijk. De praktijk heeft een belangrijke plaats in de opleiding. In de praktijk voer je alle kwalificerende opdrachten uit en laat je zien dat je de kennis en vaardigheden kunt toepassen ten aanzien van onder andere het begeleiden van leerlingen. In de praktijk word je beoordeeld op wat je in je gedrag laat zien (prestatie-indicatoren).
28 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
3.2
De organisatie van de BPV
De verantwoordelijkheid De deelnemer van de school en de BPV- instelling zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het goede verloop van de beroepspraktijkvorming. De eindverantwoording berust bij de school. De begeleiding Voor de beroepspraktijkvorming wordt een praktijkovereenkomst afgesloten, ondertekend door de deelnemer, de praktijk biedende organisatie en de onderwijsinstelling. In de praktijkovereenkomst wordt vastgelegd: - de rechtspositie van de deelnemer; - de duur en de omvang van de beroepspraktijkvorming; - de inhoud van de beroepspraktijkvorming; - door welke persoon de begeleiding wordt verzorgd vanuit de praktijk biedende organisatie; - de begeleider vanuit de onderwijsinstelling; - de wijze van beoordeling (met in achtneming van de in deze Onderwijs- en Examenregeling opgenomen regels); - de gedragsregels voor de deelnemer; - de vergoeding voor de deelnemer; - de handelwijze bij problemen en conflicten. Deze afspraken zijn verder uitgewerkt in de praktijkovereenkomst.
De praktijkovereenkomst Bij aanvang van de opleiding wordt er een praktijkovereenkomst (POK) met jou afgesloten. Deze overeenkomst is een belangrijk document waarin je tekent voor de rechten en de plichten die je hebt als deelnemer van het ROC West- Brabant. Op de website van het ROC is een uitgebreide toelichting te vinden behorend bij de praktijkovereenkomst. In deze overeenkomst zijn artikelen opgenomen m.b.t. studievoortgang die belangrijk zijn om te weten. Als je BPV (stage gaat lopen) dient er een praktijkovereenkomst te worden afgesloten. Voor de praktijkovereenkomst: zie http://www.kellebeek.nl/student.aspx
De functie van de praktijkovereenkomst In de beroepspraktijkovereenkomst leggen de partijen voor het begin van de beroepspraktijkvorming tenminste vast: • in welke periode de beroepspraktijkvorming plaatsvindt; • wie de deelnemer begeleidt vanuit de school (projectbegeleider); • wie de deelnemer begeleidt vanuit de stage verlenende instelling (praktijkopleider). De beroepspraktijkovereenkomst komt op initiatief van de school tot stand.
29 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Elementen van de praktijkovereenkomst 1. De deelnemer blijft tijdens de stage deelnemer van de school en is geen werknemer bij de stage verlenende instelling. De deelnemer functioneert zoveel mogelijk als werknemer met de daarbij behorende verplichtingen. 2. De school draagt er zorg voor dat de deelnemer gedurende de beroepspraktijkvorming en de BPV docent gedurende het bezoek aan de stage verlenende instelling, c.q. de plaats waar de stage wordt gelopen, zijn verzekerd tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen. 3. School, deelnemer en stage verlenende instelling zullen vertrouwelijke gegevens die hun wederzijds ter kennis komen, vertrouwelijk behandelen. 4. De deelnemer houdt zich aan de eventueel in de stage verlenende instelling geldende gedragsregels en voorschriften die hem daartoe worden bekend gemaakt (bijvoorbeeld op het gebied van orde, veiligheid, gezondheid, geheimhouding, beroepsethiek). 5. De deelnemer en de stage verlenende instelling regelen in onderling overleg waar, hoe en wanneer welke activiteiten worden uitgevoerd 6. Tijdens de beroepspraktijkvorming vinden er regelmatig begeleidingsgesprekken plaats tussen de deelnemer en de stagebegeleiding. De deelnemer neemt hiervoor het initiatief. 7. De beoordeling van de deelnemer vindt plaats overeenkomstig de procedure die beschreven is in de onderwijseenheid van school. De deelnemer is hiervan voor het begin van de stage op de hoogte gebracht. 8. Wijzigende en/of aanvullende bepalingen dienen aan alle partijen bekend gemaakt te worden. 9. Stage verlenende instelling, school en deelnemer zullen in geval van problemen met elkaar in overleg treden. 10. Bij ziekte of andere redenen van afwezigheid dient de deelnemer dit aan alle betrokkenen te melden. 11. Als een deelnemer fraudeert met het vervalsen van handtekeningen dan wordt de stage acuut afgebroken. De consequentie is dat deze stage overgedaan moet worden. 12. Deze overeenkomst eindigt: a. bij het einde van de stageperiode; b. bij onderling goedvinden van alle partijen; c. na schriftelijke aanzegging van één der partijen onder vermelding van de redenen; d. bij het frauderen met het vervalsen van handtekeningen.
30 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
4.
Examens
4.1 Beoordelen om te kijken waar je staat. Studieadvies Gedurende de opleiding krijg je minimaal twee keer een studieadvies. Dit studieadvies komt tot stand door te bepalen of jouw studieresultaten voldoende zijn, of je voldoende aanwezig bent geweest en of jouw studiehouding positief is. Deze punten worden besproken voor zowel jouw prestaties op school als in de beroepspraktijk (indien van toepassing). Bij voldoende studieresultaten, voldoende aanwezigheid en positieve studiehouding wordt een groen studieadvies gegeven. Als er op één of meer van bovengenoemde zaken (studieresultaten, aanwezigheid en studiehouding) onvoldoende vertrouwen is (ontstaan) dat je de opleiding met een positief resultaat kunt afronden, krijg je een oranje of rood studieadvies. Groen betekent dat je het goed doet! Je studieresultaten zijn voldoende of goed, je bent voldoende aanwezig geweest op school, en je laat zien dat je in staat bent om de opleiding met succes te gaan afronden. Oranje betekent een negatief studieadvies en dat je onvoldoende studieresultaten hebt behaald, onvoldoende aanwezig bent geweest of dat je een negatieve studiehouding laat zien. Dit betekent dat er vanuit school en/of beroepspraktijk grote twijfels zijn of je de opleiding met succes kunt gaan afronden. Rood betekent een bindend studieadvies. Dit betekent dat je al eerder een oranje studieadvies hebt gehad en dat er op basis van onvoldoende studieresultaten, onvoldoende aanwezigheid en/of negatieve studiehouding op school/BPV duidelijk is dat je de opleiding niet met succes kunt afronden. Studieadviezen worden altijd goed onderbouwd door school (en indien van toepassing in samenwerking met de beroepspraktijkinstelling). Als er sprake is van oranje of rood studieadvies bespreekt de studieloopbaanbegeleider dit altijd persoonlijk met jou (en evt. je ouders). Voor dit gesprek krijg je een schriftelijke uitnodiging met daarin aangegeven om welk studieadvies het gaat met een duidelijke onderbouwing. Het gegeven studieadvies en de afspraken die met jou in dit gesprek worden gemaakt worden altijd schriftelijk vastgelegd. Dit verslag wordt ondertekend door jou en school en jij ontvangt hiervan een kopie. Bij een negatief oranje studieadvies kun je aangeven dat je de opleiding toch wil blijven volgen. Dan krijg je de kans om jezelf op de onvoldoende punten, die vastgelegd zijn in het negatief oranje studieadvies, binnen een vastgestelde termijn te verbeteren. Voldoe je hieraan niet (binnen de gestelde termijn) dan kan het negatief studieadvies omgezet worden in een bindend (rood) studieadvies. Een bindend rood studieadvies komt dus nooit uit de lucht vallen: er moet minstens één oranje studieadvies aan vooraf zijn gegaan.
31 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Bij een rood bindend studieadvies is er nog een tweede medewerker vanuit school bij het gesprek aanwezig. Na dit gesprek krijg je binnen één werkweek een bevestiging dat je een bindend studieadvies hebt gekregen. Een bindend studieadvies betekent dat je de opleiding niet verder kunt voortzetten en dat de onderwijsovereenkomst wordt verbroken. Het Kellebeek College biedt altijd aan om jou te ondersteunen/begeleiden zodat je een juiste vervolgkeuze kunt maken.
De relatie tussen studieadvies en aanwezigheid Jij als student en wij als school moeten ons houden aan wettelijke regelingen, zoals die van de leerplicht, kwalificatieplicht en studiefinanciering. In de onderwijsovereenkomst (OOK) die je bij de start van je opleiding met het Kellebeek College bent aangegaan is ook een aanwezigheidsverplichting opgenomen (artikel 10). Jouw aanwezigheid bij alle onderwijsactiviteiten is verplicht!! Wij zijn verplicht jouw afwezigheid door te geven aan de praktijkinstelling en/of aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Je kunt je rechten en plichten verder nalezen in de onderwijsovereenkomst, die je op de website kunt vinden: www.kellebeek.nl/student
Portfolio Bij de beoordeling en de begeleiding van de leerlingen maken we gebruik van een portfolio. Een portfolio is een verzameling bewijsstukken. We kennen twee soorten portfolio’s: een ontwikkelingsportfolio en een beoordelingsportfolio. 1. Ontwikkelingsportfolio: Het ontwikkelingsportfolio heeft een centrale plaats in het leerproces. Het doel van het ontwikkelingsportfolio is het volgen en bevorderen van je leerproces. De voortgang maak je zichtbaar door de bewijzen in je ontwikkelingsportfolio. Hierin worden de stukken opgenomen die je uitvoert voordat je aan de kwalificerende opdracht gaat werken. Hierin komen de uitwerkingen van de BPV-opdrachten, supervisie- en intervisieverslagen. Je reflectieve leerlijn wordt hierin ook opgenomen 2. Beoordelingsportfolio: Het doel van het beoordelingsportfolio is het verzamelen van bewijsmateriaal waarin duidelijk wordt dat je de werkprocessen en competenties beheerst, behorende bij de kwalificerende BP’s. In het beoordelingsportfolio worden verplicht opgenomen: A. B. C. D.
De beoordelingslijst van de examenopdracht per beroepsprestatie De samenvatting van het evaluatiegesprek van de examenopdracht. Het verantwoordingsverslag volgens de STARRT methode. Bewijsstukken van de uitgevoerde examenopdracht behorende bij de beroepsprestatie. Je bent zelf verantwoordelijk voor je beoordelingsportfolio.
32 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
4.2 Beoordelen voor je diploma. Welke examens moet je doen om een diploma te halen? Je laat tijdens de examinering zien dat je over de competenties en het reflecterend vermogen beschikt om de werkprocessen op competente wijze uit te voeren. Je bent competent als je: In de situaties die typerend zijn voor het beroep, en ook in de lastige beroepssituaties laat je het zien: 1. Dat je het gewenste resultaat behaalt. Dit kan een concreet product zijn, of een proces bij een derde (bijvoorbeeld de ontwikkeling bij medewerkers, delegeren, motivatie, veranderingsbereidheid, verantwoordelijkheid nemen, open zijn). 2. Dat je effectief werkgedrag hanteert, conform de kwaliteitscriteria in het bedrijf, maar ook afgestemd op de mensen waar je mee samenwerkt. 3. Dat je de juiste keuzes maakt en beslissingen neemt. Dus de beste optie kiest, gegeven de omstandigheden, en verantwoorde beslissingen neemt, vooral in lastige situaties. Competent ben je ook als je kunt beargumenteren (tijdens) en verantwoorden (achteraf) hoe je tot de keuzes voor jouw acties of handelingen, en zo tot jouw resultaat gekomen bent. 4. Dat je, om het vereiste resultaat te halen, het passende werkgedrag vertoont en om verantwoorde beslissingen te kunnen nemen de vereiste kennis, vaardigheden en beroepshouding aanwendt. Jouw persoonlijke kwaliteiten inzet en uitbouwt. En dat je reflecteert op jouw keuzes, capaciteiten, de kwaliteit van jouw handelen en de effecten daarvan. Zo leer je door jouw werk jezelf kennen en worden de basiskennis, vaardigheden en beroepshouding ontwikkeld. Binnen competentiegerichte opleidingen beoordeelt men het competentieniveau van de deelnemer zoveel mogelijk binnen de beroepspraktijk. Om het diploma te verkrijgen toon je dus al werkende aan dat je competent bent in het uitvoeren van de werkprocessen. Concreet doe je dit door te laten zien dat je het gedrag beheerst dat in de beoordelingscriteria van elke competentie omschreven staat in de examenkaart. De beoordelingscriteria zijn ontleend aan de prestatie-indicatoren of gedragsankers die in het kwalificatiedossier zijn genoemd bij elke competentie van ieder werkproces (KD-Praktijkopleider 2012-2013). Je wordt aan de hand van verschillende soorten exameninstrumenten (ofwel beoordelingsinstrumenten) op verschillende momenten in de praktijk getoetst en beoordeeld. De assessor vanuit het Kellebeek College en of praktijk is verantwoordelijk voor de beoordeling van deze examenopdrachten. Je kunt een assessmentgesprek hebben als je beoordelingsportfolio met voldoende is beoordeeld. Concreet betekent dit dat je alle vier de kwalificerende bp’s met minimaal een voldoende hebt afgerond en je verantwoordingsverslag met een voldoende is beoordeeld. De beoordeling is altijd individueel. De school is eindverantwoordelijk voor de beoordeling.
33 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Om deel te kunnen nemen aan het assessmentgesprek, moet het volgende document aanwezig zijn in het beoordelingsportfolio:
1.
Evaluatieverslag per beroepsprestatie
2.
Ingevulde beoordelingslijst per beroepsprestatie
3.
Voldoende beoordeelde integrale kennistoets
4.
Voldoende beoordeeld verantwoordingsverslag
5.
Voldoende beoordeelde presentielijsten BPV (BBL )
6.
Voldoende beoordeelde bewijzen van de LLB dimensies
7.
Voldoende beoordeelde bewijzen van het taalportfolio ( Nederlands en Engels)
8.
Voldoende beoordeelde bewijzen van het rekenportfolio
9.
De contracten examenbureau ( indien van toepassing)
Na het assessmentgesprek voeg je toe in het beoordelingsportfolio: 10.
Het bewijsstuk assessmentgesprek
Na het assessmentgesprek wordt het beoordelingsformulier van je beoordelingsportfolio compleet gemaakt met het aftekenen van je behaalde assessmentgesprek. Dit wordt geregistreerd bij het examenbureau http://www.kellebeek.nl/student.aspx
A. Het beoordelen van de kerntaken binnen de verschillende kwalificerende beroepsprestaties Beoordeling vindt plaats op de werkplek, in de beroepspraktijk. Kenmerken van competentiegericht leren is dat leren plaatsvindt in de echte praktijk. Dit geldt ook voor het beoordelen van werkprocessen en competenties behorende bij de kerntaken die in de opleiding centraal staan. De beoordeling van een kerntaak vindt plaats met behulp van een praktijkgerichte examenopdracht.
34 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Een praktijkgerichte examenopdracht is een beoordelingsvorm waarbij je in een afgebakende periode in de BPV de afgesproken werkprocessen en competenties moet voorbereiden, uitvoeren en evalueren behorende bij de desbetreffende kerntaak. Je wordt daarop beoordeeld. De examenopdracht is gebaseerd op jouw eindgedrag van de betreffende fase. Dit eindgedrag wordt stapsgewijs voorbereid in de bijbehorende werkprocessen. De assessor scoort de werkprocessen met competenties en stelt vast of je het vereiste zichtbare gedrag en of de prestaties hebt laten zien. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de drie-punt beoordelingslijst behorende bij de examenopdracht. Op deze lijst kun je scoren op de normscore onvoldoende, voldoende en goed. De normscore is van belang voor het beoordelingsportfolio.
B. Na iedere kwalificerende BP heb je een evaluatiegesprek met de beoordelaar(s). − Van dit gesprek maak je een samenvatting . C. Bewijsstukken van de kwalificerende BP’s. − −
Bij de kwalificerende opdracht horen bewijsstukken. Een bewijs kan op meerdere manieren worden geleverd: schriftelijk, mondeling, of in de praktijk.
D. Het beoordelen van het verantwoordingsverslag − De bijbehorende werkprocessen worden beoordeeld. E. De presentielijsten BPV en school. − − −
−
Voor alle onderwijsprogramma’s geldt een aanwezigheidsplicht van 90 % van je onderwijsaanbod. Je hebt de plicht van het onderwijsaanbod gebruik te maken om aan de kwalificerende beroepsprestaties te mogen beginnen. De school registreert je absentie. Je SLB’er bespreekt in geval van ( te grote) afwezigheid de consequenties voor je studievoortgang. Als je het minimaal aantal presentie-uren niet haalt, kun je de kwalificerende beroepsprestatie niet uitvoeren en zal dit op een later tijdstip moeten plaatsvinden. Voor de BPV is een minimaal aantal uren verplicht (90% van het aantal uren) wat met jou is afgesproken bij aanvang van de betreffende BPV. Dit wordt door de BPV bewaakt.
F. Taalportfolio. − − − −
Gedurende je hele opleiding werk je aan je taalportfolio voor Nederlands en Engels. De resultaten dienen aan de gestelde eisen te voldoen. Je taalportfolio bevat verplichte taaltaken. De beoordeling van de resultaten van je taaltaken wordt vastgelegd op een checklist taalportfolio Nederlands en Engels. Er vindt aan het einde van de opleiding een kwalificerend centraal examen plaats van Nederlands , Rekenen en Engels op referentieniveau.
35 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
G. Contracten examenbureau, indien van toepassing. − −
Als er tijdens je opleiding een contract wordt opgesteld, ondertekend door de SLB docent en sterrolhouder examinering, dan wordt dit opgenomen in je beoordelingsportfolio. De inhoud van het contract is bindend.
H. Het beoordelen van het assessmentgesprek. − − − − − −
Na het uitvoeren van de kwalificerende BP’s en het verantwoordingsverslag wordt je beoordelingsportfolio gecontroleerd op volledigheid, en of het aan de gestelde eisen voldoet. Daarna vindt er een assessmentgesprek plaats. Dit gesprek vindt plaats volgens de stappen van de STARRT-methode. Twee beoordelaars voeren op basis van de ingeleverde bewijsstukken een assessmentgesprek. Op basis van deze bewijsstukken wordt er bij aanvang van het assessmentgesprek één of meer competenties/werkprocessen vastgesteld die uitgangspunt zijn voor het gesprek. Aan de hand van vragen verantwoord jij je handelen in de beroepspraktijk. Je vertelt hoe je kennis, vaardigheden, houding in de beroepspraktijk hebt toegepast, dus competent bent. De beoordelaars beoordelen het assessmentgesprek aan de hand van het beoordelingsformulier assessmentgesprek. Bij het assessmentgesprek van je opleiding kan ook een vertegenwoordiger van de BPV uitgenodigd worden.
36 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
4.3
Examens in een overzicht – het examenplan
4.3.1. Examenplan BBL-maatwerk
EXAMENPLAN NAAM OPLEIDING
KD
PRAKTIJKOPLEIDER Titel Examen
Titel examenonderdeel
COHORT
NIVEAU
LEERWEG
INTENSITEIT
VARIANT*
CREBO
4
BBL
DT
MAAT
90350
2012 2012-2013 Code examen(onderdeel)
Soort examen
Beoordeelde kerntaken (nr.)
Beoordeelde werkprocessen (nr.)
Cesuur
Duur
Moment in de opleiding
Locatie uitvoering
Weging
Beroepsprestatie 1
Participeren in het BPV-beleid
K12_90350_BP1
P
1
1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5
V
indiv
BPV
V
Beroepsprestatie 2
Monitoren en coachen van leerprocessen
K12_90350_BP2
P
2
2.1, 2.2, 2.3, 2.4
V
indiv
BPV
V
Beroepsprestatie 3
Superviseren van werkbegeleiders
K12_90350_BP3
P
3 en 4
3.1, 3.2, 3.3, 4.3
V
indiv
BPV
V
Functioneren als een assessor
K12_90350_BP4.1
P
1, 2 en 4
1.5, 2.5. 4.1, 4.2
V
indiv
BPV
V
Verantwoordingsverslag
K12_90350_BP4.2
S
1 en 2
1.5, 2.5
V
indiv
School
V
Assessmentgesprek
K12_90350_BP4.3
M
1 en 4
1.5, 4.1
V
indiv
School
V
Beroepsprestatie 4 Gecertificeerde eenheid
Eindweging Er wordt per kerntaak een beoordeling bepaald op grond van de behaalde scores in de beroepsprestaties Alle kerntaken moeten met een voldoende of goed worden afgerond om het diploma te kunnen behalen.
41 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
EXAMENPLAN NAAM OPLEIDING
KD
PRAKTIJKOPLEIDER Titel examen
Engels
Titel examenonderdeel
COHORT
NIVEAU
LEERWEG
INTENSITEIT
VARIANT*
CREBO
4
BBL
DT
MAAT
90350
2012 2012-2013 Code examen(onderdeel)
Soort examen
Beoordeelde vaardigheden
Op welk niveau
Duur
Moment in de opleiding
Locatie uitvoering
Engels 1
K_12_90350_Eng1_V1
M
Gesprekken
A2
School
Engels 2
K_12_90350_Eng2_V1
P
Luisteren
B1
School
Engels 3
K_12_90350_Eng3_V1
M
Spreken
A2
School
Engels 4
K_12_90350_Eng4_V1
S
Lezen
B1
School
Engels 5
K_12_90350_Eng5_V1
S
Schrijven
A2
School
3F
School
Nederlands 1
K_12_90350_Ned1_V1
M
Mondelinge taalvaardigheid
Nederlands
Nederlands 2
K_12_90350_Ned2_V1
S
Lezen
3F
School
NIVEAUVERMELDING OP DIPLOMA
Nederlands 3
K_12_90350_Ned3_V1
S
Rekenen NIVEAUVERMELDING OP DIPLOMA
Schrijven
3F
School
Begrippenlijst & taalverzorging
3F
School
Getallen
3F
School
3F
Nederlands 4
K_12_90350_Ned4_V1
Rekenen 1
K_12_90350_Rek1_V1
S
Rekenen 2
K_12_90350_Rek2_V1
S
Verhoudingen
3F
School
3F
School
Rekenen 3
K_12_90350_Rek3_V1
S
Meten en meetkunde
Rekenen 4
K_12_90350_Rek4_V1
S
Verbanden
School 90 min.
Weging
Eind weging
1 cijfer , Moet minimaal een 5 zijn
Telt niet mee voor de zakslaagregeling, wel niveau aanduiding op het diploma
Telt niet mee voor de zakslaagregeling, wel niveau aanduiding op het diploma
42 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Belangrijke aanvullende informatie over de examinering Keuze van examenmoment (bijv. in overleg met de praktijkopleider)
Aantal examenmomenten (1-ste, 2-de, … , mogelijkheid tot herkansen)
Berekening van eindbeoordeling
In het examenplan vind je alle examens en examenonderdelen. Je hebt recht om elk examen of examenonderdeel één keer te herkansen. De herkansingen vinden plaats in de eerstvolgende examenperiode of in overleg met jou en je studieloopbaanbegeleider. Als de herkansing met een onvoldoende wordt beoordeeld, is het in bijzondere gevallen mogelijk om een aanvraag voor een extra herkansing in te dienen bij de subexamencommissie. In deze aanvraag geef je met een plan van aanpak aan hoe je je gaat voorbereiden op dit examen(onderdeel). De sub examencommissie beslist op basis van jouw plan van aanpak en het advies van het onderwijsteam of je in aanmerking komt voor een extra herkansing. • Alle onderdelen van het assessment moeten afzonderlijk voldoende zijn aangetoond; • Per kerntaak wordt per examenonderdeel een waardering gegenereerd. • Alle kerntaken moeten voldoende worden afgesloten voor het behalen van het diploma
Voorwaardelijkheid van een examen(onderdeel) voor het afleggen van een ander examen (code van betreffend examen invullen)
Je kunt de kwalificerende beroepsprestaties beginnen als je een “Go” hebt van je studieloopbaanbegeleider.
Werken aan burgerschapscompetenties
In de opleiding wordt gewerkt aan de loopbaan en burgerschapsdomeinen op basis van de kwalificatie-eisen voor loopbaan en burgerschap 2011. Binnen het Kellebeek College is een verantwoordingsdocument opgesteld waarin de inspanningseisen zijn beschreven waaraan je moet voldoen.
Afkortingen examentitels
BP
=
Beroepsprestatie
Soort examen
S M P
= = =
Schriftelijk / theorie-examen /werkstuk Mondeling Praktisch examen / vaardigheidsexamen
N.B. In het examenplan worden de examens opgenomen die kwalificerend zijn voor het behalen van het diploma. Daar waar Nederlands, moderne vreemde taal en rekenen niet kwalificerend is voor het behalen van het diploma, wordt het behaalde niveau op het diploma vermeld. In het examenplan worden niet de specifieke competenties vermeld; deze zijn terug te vinden in de verantwoording in de competentiegerichte examens zelf en in de competentiematrices.
43 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Kerntaken-indeling met beroepsprestaties KD 2012
Kerntaak 1
Score
Beroepsprestaties 1
Werkprocessen 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan
1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert een bijdrage hieraan Kerntaak 1
Kwalificerend
Participeren in het BPV-beleid
1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling
1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPVbeleidsplan
1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen
Competenties
E, N
J, K, M, Y
B, N, Q
I, Q, Y
K, E, H, G
44 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Kerntaak-indeling met beroepsprestaties KD 2012
Kerntaak 2
Score
Beroepsprestaties 2
Werkprocessen 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van studenten
2.2 Introduceert studenten Kerntaak 2
Kwalificerend
Competenties E, F, I
I, Q
Monitoren en coachen van leerprocessen 2.3 Ondersteunt studenten bij het opstellen van hun individuele leerplan
2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van studenten
C, R
C, D, J, Q, R
45 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Kerntaak-indeling met beroepsprestaties KD 2012
Kerntaak 3
Kerntaak 3
Score
Kwalificerend
Beroepsprestaties 3
Werkprocessen
Competenties
3.1 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders
I, K
3.2 Verdeelt de BPV-taken over de werkbegeleiders
B, E
Superviseren van werkbegeleiders 3.3 Coacht werkbegeleiders
4.3 Evalueert het BPV-beleidsplan, de leertrajecten en de begeleiding van werkbegeleiders
C, D, R
D, E, J, M
46 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Kerntaak-indeling met beroepsprestaties KD 2012
Kerntaak 4
Kerntaak 4
Score
Kwalificerend
Beroepsprestaties 4
Competenties
1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen
K, E, H, G
Functioneren als assessor* *Certificeerbare eenheid De methodemix dekt de eisen voor het diploma praktijkopleider-4. Voor certificering van de assessor voldoet BP 4 met het verantwoordingsverslag en het assessmentgesprek
Kwalificerend
Werkprocessen
Verantwoordingsverslag
2.5 Beoordeelt studenten
E, F, J, K, T, N
4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering
K
4.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
T
1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen
K
2.5 Beoordeelt studenten
J H
Kwalificerend
Het assessment gesprek is een afsluiting van alle 4 de kwalificerende kerntaken
1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen K 4.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering
47 09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
Nadere specificatie Assessor Certificeerbare eenheid De assessor voert kwalificerende beoordelingen (lees: examens) uit binnen de beroepspraktijkvorming (afgekort BPV). Bijvoorbeeld: het afnemen van een proeve van bekwaamheid, het beoordelen van het portfolio of het afnemen van een Criterium Gericht Interview (CGI). Zij past beoordelingscriteria adequaat en eenduidig toe en volgt daarbij geldende afspraken en procedures. Competentiebewijzen van kandidaten beoordeelt ze volgens relevante criteria. De assessor verwoordt de beoordeling inhoudelijk juist en op een begrijpelijke manier voor de kandidaat. Zij evalueert het beoordelingsproces en de beoordeling. Bron: Assessoren Competentiegericht Middelbaar Beroepsonderwijs, 2009.
Beroepsinhoud en voorkomende functiebenaming(en) Functie assessor De assessor werkt in de sector waarvoor zij een relevante beroepsopleiding heeft afgerond op een niveau dat gelijk of hoger is dan het opleidingsniveau van de deelnemers die zij beoordeelt. Zij werkt in een functie die assistentie biedt aan de praktijkopleider. Afhankelijk van de manier waarop een branche is georganiseerd is de assessor of een taakgebied van de praktijkopleider of een zelfstandige (deeltijd)functie. Beroepsinhoud (Werkproces 1.5) De assessor werkt samen met de onderwijsinstelling(en) aan organisatie en uitvoering en kwalificerende beoordelingen in de praktijk. Zij bespreekt de eisen, wensen en verwachtingen van de onderwijsinstelling en geeft aan wat de (on)mogelijkheden zijn van het leerbedrijf. Ze maakt met de praktijkopleider en/of onderwijsinstelling concrete afspraken over de beoordeling van de leerling en de activiteiten die de organisatie hiervoor ontplooit. (Werkproces 2.5) De assessor voert activiteiten uit voor een kwalificerende beoordeling (examens). Zij beoordeelt of deelnemers voldoen aan de eisen die worden gesteld(aan een functie of vanuit een opleiding). De assessor beoordeelt een deelnemer onafhankelijk en onpartijdig. Zij waardeert de competenties van de deelnemer met behulp van instrumenten en/of methodieken. Zij hanteert bijbehorende beoordelingscriteria eenduidig en volgens geldende afspraken en procedures. Aan de prestaties van de leerling kent ze een zo objectief mogelijk waardeoordeel toe. De beoordelingsgegevens houdt zij nauwkeurig bij en gaat hier vertrouwelijk mee om. De bevindingen draagt zij zowel mondeling als schriftelijk effectief over. De assessor voert beoordelingsgesprekken met leerlingen en bepaalt – afhankelijk van gemaakte afspraken - de (eind)beoordeling. De assessor signaleert knelpunten en/of tekortkomingen in de beoordelingsactiviteiten en onderneemt daarop actie. Zij bespreekt het verloop en resultaat van de beoordeling met de onderwijsinstelling.
09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
48
(Werkproces 4.1) De assessor is vakinhoudelijk bekwaam en werkt aan deskundigheidsbevordering. Zij vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over de kwalificerende beoordeling van leerlingen en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling en draagt deze visie ook uit naar anderen. (Werkproces 4.2) De assessor werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Zij werkt mee aan het verbeteren van de kwaliteit van het beoordelen in de praktijk door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door haar kennis in te zetten bij verbetertrajecten. De assessor werkt met kwaliteitszorgsystemen. Ze ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie. Bronnen: Assessoren Competentiegericht Middelbaar Beroepsonderwijs, MBO-raad, 2009; Kwaliteitscode EVC, Kenniscentrum EVC, 2006; BCP PO, Calibris 2009).
09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
49
5. Begeleiding
5.1 Studieloopbaanbegeleiding bij het leren. Tijdens je opleiding wordt je op school begeleid door je studieloopbaanbegeleider. Tussen jou en je studieloopbaanbegeleider vinden minimaal 2 gesprekken plaats gedurende de opleiding. Tijdens deze gesprekken wordt je voortgang besproken en in een verslag vastgelegd Binnen het Kellebeek College zijn er mogelijkheden voor extra begeleiding en zorg. Informatie hierover kun je vinden op de informatiesite voor studenten. http://www.kellebeek.nl/student.aspx . Ook kun je rechtsreeks een mail sturen naar
[email protected]
09 K2013 OLW 90350 Praktijkopleider
50