Opleidingswijzer Crebo
Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker (GPM 4 Kinderopvang) 92632
Niveau
4
Cohort
2013-2016
Opleiding
Kwalificatiedossier 2012 Geldigheid en vaststelling Deze Opleidingswijzer is geldig voor het volgende opleidingstrajecten:
Leerweg Intensiteit Variant BOL
voltijd
Bijzonderheden
Toptrajec t
WSF1
Studieduur SBU
leerjaren
cohort
1600
1
2013
Het betreft hier een toptraject, d.w.z. dat studenten de opleiding Pedagogisch Medewerker Kinderopvang, niveau 3 met succes moeten hebben afgerond, voordat zij met dit toptraject kunnen starten. Dit toptraject is het laatste leerjaar van de 3 ½ e e jarige opleiding GPM 4 KO, crebo 92632. Het 1 , 2 en de eerste helft van het derde leerjaar staan beschreven in de OLW van Pedagogisch Werk, niveau 3, cohort 2012
Vastgesteld d.d.
1 september 2015
Handtekening voorzitter examencommissie Kellebeek College
1
aankruisen, indien studiefinanciering van toepassing is (alleen bij BOL voltijd).
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
Inhoudsopgave Woord vooraf ............................................................................................................................ 3 1.
De opleiding ................................................................................................................ 4
1.1.
Alvast wat over het beroep.. .......................................................................................................... 4
1.2.
Wat kun je na je opleiding doen? ................................................................................................... 6
1.3.
Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? ............................................................................. 6
1.4.
Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo ............................................................... 8
1.5.
Nederlands, rekenen, Engels en overige moderne vreemde talen ............................................... 9
2.
Het onderwijsprogramma......................................................................................... 10
2.1.
Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? ............................................................................... 10
3.
Beroepspraktijkvorming........................................................................................... 13
3.1
Plaats en organisatie van de BPV ............................................................................................... 13 3.1.1
BOL – toptraject
13
3.1.2
BBL - toptraject
14
4.
Examens .................................................................................................................... 15
4.1
Beoordelen om te kijken waar je staat. ........................................................................................ 15
4.2
Beoordelen voor je diploma. ........................................................................................................ 17
4.3
Examens in een overzicht – het examenplan .............................................................................. 19 4.3.1
Examenplan BOL / BBL toptraject
19
4.4
Hoe is de organisatie van de examens geregeld? ....................................................................... 24
5.
Begeleiding ............................................................................................................... 25
5.1
Studieloopbaanbegeleiding bij het leren. ..................................................................................... 25
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
2
Woord vooraf Welkom op het Kellebeek College! Je hebt gekozen voor de opleiding Gespecialiseerd pedagogisch werk niveau 4 met deze opleidingswijzer wil het Kellebeek College je vooraf goed informeren over het beroep en de opleiding die je gaat volgen. Deze opleidingswijzer is bedoeld voor alle verschillende opleidingstrajecten van deze opleiding (crebo). In de hoofdstukken 2, 3 en 4 moet je kiezen voor het opleidingstraject (variant) dat op jou van toepassing is. Belangrijke algemene informatie over b.v. roosters, vakanties, klachtenregelingen, examenreglementen, e.d. kun je vinden op onze informatiesite voor studenten (en ouders/verzorgers) op www.kellebeek.nl/student. Het Kellebeek College vindt het heel belangrijk dat je als student op weg gaat naar wat je echt wilt. Wij begeleiden je naar jouw individuele bestemming. Onze rode draad is niet voor niets “Find your destination!”. Jij staat centraal Jij staat centraal bij het Kellebeek College. Ons onderwijs is gericht op wat jij wilt leren en op de manier van leren die het best bij jou past. We houden rekening met individuele verschillen. Wij willen je zo begeleiden, dat altijd duidelijk is hoe je ervoor staat en welke mogelijkheden je hebt. Uitdaging Verder vinden wij het belangrijk dat onze opleidingen aantrekkelijk, activerend en uitdagend zijn. Zo dagen wij jou uit je talenten volledig te benutten. Bij het Kellebeek College leer je zelfstandig te werken, samen te werken en zelf je verantwoordelijkheid te nemen. Veel praktijk, structuur en duidelijkheid Tijdens je opleiding loop je vaak stage. Ook is er veel aandacht voor praktijk op school in uitdagende leeropdrachten. Een goede balans en een goede afstemming tussen het leren op school en in de praktijk is heel belangrijk. Dat helpt je jouw bestemming in de maatschappij te vinden! Het samenwerken en het leren in de groep krijgt bij ons ook veel aandacht. We bieden je duidelijkheid en structuur: jij moet weten wanneer en hoe er gewerkt wordt op school. Ieders mening telt Op het Kellebeek College wordt er met studenten, leerbedrijven en andere betrokkenen overlegd en samengewerkt. Ieders mening telt! Wij gaan op een respectvolle en gelijkwaardige manier met elkaar om. Kernwaarden Kortom: Onderwijs bij het Kellebeek is doelgericht, praktijkgericht en bij ons telt iedere persoon! Het Kellebeek College staat midden in de maatschappij en richt zich naar buiten. Veel succes met het werken aan ‘jouw bestemming’ en vooral ook een heel fijne tijd bij het Kellebeek College. Joost de Jongh Algemeen directeur Kellebeek College
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
3
1. De opleiding 1.1. Alvast wat over het beroep.. De pedagogisch medewerker biedt dagelijkse opvang, ondersteuning en ontwikkelingsmogelijkheden aan kinderen en jongeren van 0 tot en met 23 jaar. Zij ** functioneert veelal binnen een team en draait met collega’s de groep(en). Zij inventariseert de vraag, behoeften en mogelijkheden van het kind/de jongere en de wensen en behoeften van de ouders/vervangende opvoeders. De pedagogisch medewerker heeft te maken met een diversiteit aan kinderen/jongeren en ouders/vervangende opvoeders. Omdat de opvang veelal groepsgewijs plaatsvindt, is het omgaan met groepsprocessen een belangrijk aspect van het werk van de pedagogisch medewerker. Zij stimuleert kinderen/jongeren tot deelname aan de groep en begeleidt hen hierbij. Zij geeft sturing aan een plezierige onderlinge interactie in de groep en zorgt voor sfeer, uitdaging en geborgenheid.
De pedagogisch medewerker werkt volgens het pedagogisch (beleids-)plan van de organisatie en ze handelt methodisch. Zij stelt een (dag)indeling en activiteiten(programma) op en voert deze uit. Hierbij is zij steeds gericht op het stimuleren van de cognitieve, motorische, sociale, creatieve, emotionele en taal ontwikkeling van het kind. Ze sluit aan bij de manier waarop (jonge) kinderen actief en spelenderwijs leren. Ze creëert een stimulerende en fysiek en emotioneel veilige en gezonde (leef)omgeving voor het kind, met een optimaal opvoedingsklimaat. Gedurende de opvang en begeleiding voert zij observaties uit en signaleert zij eventuele achterstanden en gedragsproblemen van het kind. De pedagogisch medewerker leidt en stimuleert kinderen/jongeren tot steeds meer en zo groot mogelijke zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren. Naast het werken met de kinderen en jongeren is het onderhouden van contacten met de ouders/vervangende opvoeders een belangrijke taak. Eventueel adviseert de pedagogisch medewerker hen over de opvoeding, of geeft zij tips. De werkzaamheden verschillen sterk per leeftijdsgroep en hangen af van de plaats waar het pedagogisch werk wordt uitgevoerd. De pedagogisch medewerker 3 in de kinderopvang biedt dagelijkse opvang, ontwikkeling, opvoeding en verzorging aan een groep kinderen. Over het algemeen zijn dit kinderen zonder specifieke begeleidingsvraag. Als zij kinderen met specifieke problematiek of achterstanden begeleidt, neemt zij daarbij het opgestelde plan van aanpak als uitgangspunt.
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
4
Zij bespreekt de dagelijkse gang van zaken met de ouders/vervangende opvoeders, de meer formele voortgangsgesprekken zullen indien gewenst samen met of door haar leidinggevende worden gevoerd. De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 in de kinderopvang richt zich daarnaast op meer coördinerende taken binnen de opvang en is aanspreekpunt voor ouders, collega’s en externe betrokkenen bij de begeleiding van kinderen met specifieke begeleidingsvragen. Zij beantwoordt vragen van ouders over de ontwikkeling/opvoeding van hun kind en informeert hen over stappen die gezet kunnen worden bij een gesignaleerde ontwikkelingsachterstand of gedragsproblemen. Ook stimuleert zij ouders thuis (spel)activiteiten uit te voeren ten behoeve van de ontwikkeling van het kind en adviseert hen daarbij. Ze informeert ouders over werkwijze en aanbod van andere instellingen (basisscholen, bureaus voor opvoedingsvoorlichting, etc.). De (gespecialiseerd) pedagogisch medewerker 3 of 4 kinderopvang in de peuterspeelzaal is gericht op het creëren van optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen van 2 tot 4 jaar door het aanbieden van veelzijdige en passende speelmogelijkheden. Op grond van haar observaties bepaalt de pedagogisch medewerker welke spelactiviteiten geschikt zijn voor de verdere ontwikkeling van het kind. Wanneer voor de ontwikkeling van het kind VVE programma’s (Voor- en Vroegschoolse Educatie) gewenst zijn, dan stelt de pedagogisch werker dit aan de orde. De pedagogisch medewerker onderhoudt contacten met de ouders, stimuleert hen thuis (spel)activiteiten uit te voeren ten behoeve van de ontwikkeling van het kind en adviseert hen daarbij. De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang onderhoudt eventueel contacten met andere professionals, zoals in het kader van de brede school. De pedagogisch medewerker 3 of 4 kinderopvang in de BSO is gericht op opvang en vrijetijdsbesteding. Zij haalt kinderen van school en wisselt daarbij informatie uit met de leerkracht. Zij stimuleert de brede ontwikkeling van kinderen op het gebied van sport en bewegen, kunst en creativiteit, natuur en techniek en samen spelen. Zij biedt de opvang en de activiteiten op een dusdanige wijze aan de kinderen aan, dat ze passen in het totale dagprogramma van het kind. Daartoe zoekt zij afstemming met de ouders/vervangende opvoeders. Om kinderen een optimaal aanbod van activiteiten te kunnen bieden is het van belang dat pedagogisch medewerkers 4 kinderopvang in de BSO gebruik maken van kwaliteiten van anderen. Daarom moeten zij beschikken over een uitgebreid netwerk, zowel binnen de organisatie als daarbuiten, met andere aanbieders van activiteiten voor kinderen/jongeren of mensen die interessante dingen kunnen vertellen of doen. Zij zoekt naar afstemming met samenwerkingspartners, zoals welzijnsorganisaties en scholen, om de continuïteit in de activiteiten en de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. * Pedagogisch medewerker wordt gebruikt als verzamelbegrip voor alle pedagogisch medewerkers. Gaat het specifiek over de pedagogisch medewerker in een van de uitstromen, dan wordt daarvoor gebruikt: pedagogisch medewerker 3 kinderopvang, gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang of pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. ** Daar waar in de tekst ‘zij’ staat, wordt ook ‘hij’ bedoeld. Het gehele kwalificatiedossier is te vinden op de website www.kwalificatiesmbo.nl
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
5
1.2. Wat kun je na je opleiding doen? Met een diploma gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang en pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg is doorstroming mogelijk naar hbo opleidingen, bijvoorbeeld de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Pedagogiek, Cultureel Maatschappelijke Vorming, PABO of Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. 1.3. Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? De basis van de opleiding wordt bepaald door het beroepsprofiel van de gekozen opleiding, het beroepsprofiel van Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 4 Vervolgens is door de MBO Raad en het ministerie van OC&W bepaald dat om voor een diploma in aanmerking te komen, je moet voldoen aan gestelde eisen, die beschreven staan in: ° het kwalificatiedossier (2012) van de betreffende opleiding ° de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap 2011 ° de regelgeving m.b.t. taal- en rekenvaardigheden MBO Het kwalificatiedossier Pedagogisch medewerker 2012 is opgebouwd uit de volgende kerntaken: Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken In het kwalificatiedossier wordt de inhoud van de opleiding beschreven. Je kunt dus in het kwalificatiedossier lezen wat je allemaal moet weten en kunnen aan het einde van de opleiding. Elk beroep heeft een aantal kerntaken, dit zijn kenmerkende werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. Daaruit kan worden afgeleid welke eisen het beroep stelt. Bij elke kerntaak worden werkprocessen beschreven die iemand als startende beroepsbeoefenaar in de beroepspraktijk moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak heeft meerdere werkprocessen. De werkprocessen behorende bij een kerntaak is een bundeling van beroepshandelingen. Een werkproces heeft een begin en een eind. Dit leidt tot een bepaald resultaat. Voor het goed uitvoeren van de werkprocessen heb je bepaalde competenties nodig, die in de dossiers meetbaar worden gemaakt in termen van zichtbaar gedrag. Dit zijn de componenten. Het resultaat van je gedrag vind je terug in de prestatie-indicator.. Een uitgebreide beschrijving van de kerntaken, werkprocessen en prestatie-indicatoren is te vinden in het kwalificatiedossier Deze zijn te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl In het schema worden de kerntaken en werkprocessen genoemd die bij deze opleiding horen.
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
6
K2: Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang Hieronder vind je de verschillende overzichten van kerntaken, werkprocessen en competenties van de door jou gekozen opleiding. Uitstroom Kerntaak
Werkproces
K2
Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak 1.1
Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere
x
1.2
Stelt een activiteitenprogramma op
x
1.3
Maakt een plan van aanpak
x
2.1
Biedt het kind/de jongere opvang
x
2.2
Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging
x
Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere
2.4
Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
2.5
Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd
2.3
x x
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie -en professiegebonden taken 3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
x
3.2
Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
x
3.3
Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
x
3.4
Voert coördinerende taken uit
x
3.5
Onderhoudt een netwerk
x
3.6
Voert beleidsmatige taken uit
x
3.7
Voert beheertaken uit
x
3.8
Evalueert de werkzaamheden
x
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
7
1.4. Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo Burgerschap De politiek-juridische dimensie Bij dit domein werk je als student aan je bereidheid en vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij moet je denken aan het stemmen bij verkiezingen en manieren waarop jij een politieke bijdrage kan leveren op het gebied van duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, Diversiteit en levensbeschouwing. Je weet hoe een parlementaire democratie is opgebouwd. De economische dimensie Bij dit domein werk je aan je vermogen en bereidheid om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en de arbeidsgemeenschap waar je deel van uit maakt. Je houdt je daarbij aan de regels en procedures van een bedrijf en kent je rechten en plichten. Je stelt je collegiaal op. Je neemt op een adequate en verantwoordelijke manier als consument deel aan de maatschappij. Je weet hoe je informatie over producten en diensten kunt verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Je hebt inzicht in je eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. De sociaal-maatschappelijke dimensie Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in je eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Je kent de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen en past deze toe in verschillende situaties. Je hebt inzicht in de kenmerken van verschillende culturen en toont respect voor culturele verscheidenheid. De dimensie vitaal burgerschap Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op jouw eigen leefstijl en het zorg dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat je jezelf bewust bent van je eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit. Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op je eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Jouw studieloopbaanbegeleider begeleidt je hierbij.
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
8
1.5. Nederlands, rekenen, Engels en overige moderne vreemde talen Naast de kerntaken van je toekomstige beroep en de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap, gelden er in je MBO-opleiding ook eisen met betrekking tot Nederlands, rekenen, Engels en een eventueel andere ‘moderne vreemde taal’ (MVT). Voor Nederlands en rekenen geldt dat er eisen worden gesteld gekoppeld aan het niveau van de opleiding. MBO niveau 1 t/m 3: niveau 2F (referentiekader Meijerink) MBO niveau 4: niveau 3F (referentiekader Meijerink) Bij Nederlands gaat het om de onderdelen: mondelinge taalvaardigheid (uitgesplitst in spreken en luisteren), lezen, schrijven en begrippen/taalverzorging. Bij rekenen gaat het om de domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Voor Engels en eventueel overige moderne vreemde talen gelden ook gestelde eisen m.b.t. het te behalen niveau behorend bij een MBO-opleiding. Dit betreft de onderdelen lezen, luisteren, schrijven, gesprekken voeren en spreken. Deze eisen (niveaus) zijn gekoppeld aan het Europees Referentie Kader (ERK) en staan beschreven in deel B van het kwalificatiedossier van jouw opleiding. Het cohortenschema van april 2013 (Steunpunt Taal & rekenen MBO) geeft informatie over: ° de wijze waarop de kwalificatie-eisen zijn geformuleerd; ° de examinering; ° de slaag-/zakbeslissing ° toezicht van de inspectie op examinering in 2013 zie: www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
9
2. 2.1.
Het onderwijsprogramma
Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd?
In de onderwijsprogrammering worden de leerlijnen en thema’s van de opleiding vertaald in dagelijkse activiteiten. De opleiding bestaat uit twee thema’s en een assessment. Door persoonlijke omstandigheden kun je versnellen of vertragen tot maximaal één jaar langer dan de normale studieduur. Er bestaat een wettelijke verplichting tot het bijhouden van de aanwezigheid van studenten bij de diverse onderwijsactiviteiten. De opleiding stelt eisen aan jouw aanwezigheid en inzet op school en in de BPV (stage). VOORBEELD ONDERWIJSACTIVITEITENTABEL UREN PER WEEK Fase 1 Fase 2 (in 50 (in 50 minuten) minuten) Integrale leerlijn 1 Werken aan beroepsrelevante opdrachten 2 Beroepspraktijkvorming Ondersteunende leerlijn 1 Functioneren van teams 2 Begeleiden van medewerkers 3 Pedagogische praktijken 4 Belang van netwerken 5 Leiding geven 6 Kwaliteit en tevredenheid 7 Kinderen met gedragsproblemen 8 Nederlands 9 Engels 10 Rekenen Reflectie leerlijn 1 Studieloopbaanbegeleiding 2 Intervisie 3 Persoonlijk ontwikkelplan NB Dit is een voorbeeld van jouw lesrooster.
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
2 21
2 21
2 2 2
1 1 1 1 1 1 0,1
2 2 2 1 1 1 1 1 1 0,1
10
Overzicht van de opleiding Fase 2
Fase 3
Opvangen en begeleiden van het kind / jongere
Uitvoeren van organisatie en professie gebonden taken
Beroepsprestaties
Beroepsprestaties
2.2; 2.4; 2.5
3.1; 3.2; 3.3; 3.4; 3.5
Na elke fase volgt een proeve.
Voorbeeld weekrooster BOL AANPASSEN AAN 30-MINUTEN ROOSTER maandag
dinsdag
woensdag
donderdag 1+2 3+4 5 6
BPV/werk
BPV/werk
BPV/werk
7
WABO Pedagogiek Pauze SLB Ned., of Engels of rekenen
vrijdag 1+2 3+4 5 6 7
Ontwikkelingspsychologie 8+9
8+9
WABO Kwaliteitszorg Pauze SLB Ned., of Engels of rekenen Groepsdynamica
De invulling van de lesdag is een voorbeeld. Je kunt zien welke uren je hebt. Het rooster van jouw groep vind je op de Portal. In de WABO uren werk je aan de integrale opdracht van het thema. SLB: In dit uur bespreekt de studieloopbaanbegeleider alles wat bij SLB hoort, zoals reflectie, leerdoelen, POP en PAP. In deze uren is er ook intervisie en kunnen popgesprekken gepland worden. Tijdens de intervisie worden praktijksituaties en ervaringen besproken volgens een vaste methode. De workshopuren zijn voor de uitdieping van theorie en/of het oefenen van vaardigheden. Nederlands, Engels en rekenen zijn extra toegevoegd om je op te leiden voor de nieuwe eisen die daaraan gesteld worden. BPV: Beroepspraktijkvorming (stage).Voor jou zijn dit de uren die je op je werkplek bent. Voor iedere opleiding en voor ieder leerjaar ligt het aantal lesdagen en BPV- uren vast .Voor BBL gaan we uit van 800 klokuren werk per leerjaar. Onverwachte veranderingen in de planning worden via de telefooncirkel of schoolmail doorgegeven. Op de portal van het ROC West-Brabant vind je altijd het actuele rooster.
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
11
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
3. Beroepspraktijkvorming De afkorting BPV staat voor Beroeps Praktijk Vorming. Dit is wat we voorheen stage noemden. De praktijk heeft een belangrijke plaats in de opleiding. In de praktijk voer je opdrachten uit en laat je zien dat je de kennis en vaardigheden kunt toepassen. Je BPV-adres is een leerbedrijf in één van de werkvelden die al eerder zijn genoemd (zie hoofdstuk 1.1). In je BPV word je begeleid door je werkbegeleider/praktijkopleider. Dit gebeurt volgens de afspraken die gemaakt zijn/worden met het betreffende BPV-adres. Ziekte en verzuim Verzuim van BPV-tijd dient uiteraard zoveel mogelijk voorkomen te worden. Als je om dringende redenen of bij ziekte niet naar je BPV-adres kan, moet je dit zo snel mogelijk kenbaar maken bij het BPV-adres en/of de praktijkopleider én bij de administratie van het Kellebeek College, locatie van jouw opleiding. Beter melden doe je zo snel mogelijk in verband met de planning op het BPV-adres. Uren die je afwezig bent geweest moeten worden ingehaald. Invullen aanwezigheidslijst In verband met het behalen van voldoende BPV-uren vul je de aanwezigheidslijst in. Deze worden uitgedeeld door de studieloopbaanbegeleider bij de start van de BPV. Op de praktijkovereenkomst (POK) kun je zien hoeveel uren je op het BPV-adres aanwezig moet zijn. Voor de praktijkovereenkomst: zie http://www.kellebeek.nl/student.aspx 3.1
Plaats en organisatie van de BPV
3.1.1 BOL – toptraject De afkorting BPV staat voor Beroepspraktijk Vorming. Dit is wat we vroeger de stage noemden. We vinden het belangrijk dat je in verschillende organisaties met verschillende leeftijdscategorieën ervaring kunt opdoen. De hele opleiding werk je ook in de praktijk. De praktijk heeft een belangrijke plaats in de opleiding. In de praktijk voer je opdrachten uit en laat je zien dat je de kennis en vaardigheden kunt toepassen. In de praktijk word je beoordeeld op wat je in je gedrag laat zien (prestatie-indicatoren). De BPV-plaats is een plaats in één van de werkvelden die al eerder zijn genoemd (zie hoofdstuk 1.1). Je start bij aanvang van de opleiding met je BPV 3 dagen in de week en komt 2 dagen in de week naar school. Tijdens de BPV werk je aan je beroepsprestaties, worden algemene taken gedaan die passen binnen je BPV adres, heb je overleg met collega’s en heb je begeleidingsgesprekken met je praktijkopleider. Het is de bedoeling dat je je houdt aan de BPV periode zoals omschreven op je praktijkovereenkomst; dit betekent dat de begin- en einddatum vast staat. Het is dus niet mogelijk later te beginnen met je BPV of eerder te stoppen. Aan het begin van je BPV sluit je met de instelling een contract (Praktijkovereenkomst). Daarin staan je rechten en plichten als leerling. Daarin staat ook dat de instelling je een goede leeromgeving zal bieden. Voor de praktijkovereenkomst: zie
http://www.kellebeek.nl/student.aspx
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
3.1.2 BBL - toptraject Je werkt tenminste 20 uur per week in de beroepspraktijk of loopt tenminste 20 uur per week stage gedurende de gehele opleiding. Omvang van de BPV Binnen die uren werk je aan je integrale opdracht, worden algemene taken gedaan die passen binnen je BPV adres, heb je overleg met collega’s en heb je begeleidingsgesprekken met je stagebegeleider. Om een zo volledig mogelijk beeld van het werkveld te krijgen, wordt ervan uitgegaan, dat je zoveel mogelijk dezelfde werktijden aanhoudt als de overige werknemers. Ook met betrekking tot wisselende diensten en nachtdiensten. Als je minder werkt dan gemiddeld 20 uur per week kan de Proeve niet beoordeeld worden. De stagebegeleider, de studieloopbaanbegeleider en de BPV coördinator kunnen, na overleg, besluiten van bovenstaande regel af te wijken. Begeleidingsgesprekken Minimaal 1 keer in de 14 dagen vindt er een begeleidingsgesprek plaats tussen jou en je stagebegeleider. Tijdens dit gesprek bespreek je je logboek, je integrale opdracht en je leerproces. Afrondingsgesprek BPV gesprek Aan het eind van elk fase vindt een gesprek plaats tussen jou, je stagebegeleider en je studieloopbaanbegeleider. Dit gebeurt aan de hand van de beoordelingslijst. Dit gesprek vindt plaats op je BPV adres. Van te voren wordt een afspraak gemaakt wanneer dit gesprek precies plaatsvindt. Het gesprek duurt ongeveer 1 uur. Je bereidt je gesprek voor door de beoordelingslijst in te vullen en een praatpapier te maken wat je wilt vertellen. Je schrijft een reflectieverslag. Ook je praktijkopleider vult de beoordelingslijst in. Tijdens het gesprek komt in ieder geval aan de orde: · je praatpapier · je reflectieverslag over de integrale opdracht. · de beoordelingslijst · je leerdoelen. Voor de praktijkovereenkomst: zie http://www.kellebeek.nl/student.aspx
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
14
4. 4.1
Examens
Beoordelen om te kijken waar je staat.
Elke fase wordt afgesloten met een ontwikkelingsgerichte beoordeling van: • De integrale opdracht door de praktijkopleider. De beoordelingslijst wordt daarbij gebruikt als beoordelingsinstrument. • De bewijzen bij de integrale opdracht door de wabo docent • Het reflectieverslag door de studieloopbaanbegeleider Alle bovenstaande bewijzen verzamel je in je ontwikkelingsportfolio. Voor Nederlands,Engels en rekenen verzamel je bewijzen in je portfolio. De betreffende docenten beoordelen jouw bewijsstukken,opdrachten. Studieadviesregeling Gedurende je opleiding krijg je minimaal twee keer per schooljaar een studieadvies. Dit studieadvies komt tot stand door te bepalen of: 1. je voldoende aanwezig bent geweest: minimaal 90% van de roosteruren die zijn aangeboden in de betreffende periode. 2. jouw studieresultaten voldoende zijn 3. jouw studiehouding positief is. Deze punten worden besproken voor zowel jouw prestaties op school als in de beroepspraktijk (indien van toepassing). In de beroepspraktijkvorming (BPV) houd je een urenlijst bij, die elke maand wordt gecheckt door jouw studieloopbaanbegeleider. Als er een tekort dreigt in jouw gemaakte BPV-uren, dan worden er afspraken gemaakt hoe je deze uren moet compenseren. Bij voldoende aanwezigheid, voldoende studieresultaten en een positieve studiehouding wordt een groen studieadvies gegeven. Als er op één of meer van bovengenoemde zaken (aanwezigheid, studieresultaten en studiehouding) onvoldoende vertrouwen is (ontstaan) dat je de opleiding met een positief resultaat kunt afronden, krijg je een oranje of rood studieadvies. Groen betekent dat je het goed doet! Je bent voldoende aanwezig geweest, je studieresultaten zijn voldoende of goed en je laat zien dat je gemotiveerd bent. Er is vertrouwen dat je, als je je op deze manier blijft inzetten, de opleiding met succes kunt gaan afronden. Oranje betekent een negatief studieadvies dat je onvoldoende aanwezig bent geweest, dat je onvoldoende studieresultaten hebt behaald en/of dat je een negatieve studiehouding laat zien. Dit betekent dat er vanuit school en/of de beroepspraktijk grote twijfels zijn of je de opleiding met succes kunt gaan afronden. Rood betekent een bindend studieadvies. Dit betekent dat je al eerder een oranje studieadvies hebt gehad en dat er op basis van onvoldoende studieresultaten, onvoldoende aanwezigheid en/of negatieve studiehouding op school/BPV duidelijk is dat je de opleiding niet met succes kunt afronden. Studieadviezen worden altijd goed onderbouwd door school (en indien van toepassing in
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
15
samenwerking met de beroepspraktijkinstelling). Als er sprake is van oranje of rood studieadvies bespreekt de studieloopbaanbegeleider dit altijd persoonlijk met jou. Jouw ouders/verzorgers worden hierover geïnformeerd en worden uitgenodigd om bij het gesprek aanwezig te zijn. Vanuit school is er ook vaak een tweede persoon aanwezig. Voor dit gesprek krijg je een schriftelijke uitnodiging met daarin aangegeven om welk studieadvies het gaat met een duidelijke onderbouwing. Het gegeven studieadvies en de afspraken die met jou in dit gesprek worden gemaakt worden altijd schriftelijk vastgelegd en opgenomen in jouw dossier. Dit verslag wordt ondertekend door jou en school en jij ontvangt hiervan een kopie. Bij een negatief oranje studieadvies kun je aangeven dat je de opleiding toch wil blijven volgen. Dan krijg je de kans om jezelf op de onvoldoende punten, die vastgelegd zijn in het negatief oranje studieadvies, binnen een vastgestelde termijn (meestal vier tot zes weken) te verbeteren. Voldoe je hieraan niet (binnen de gestelde termijn) dan kan het negatief studieadvies omgezet worden in een bindend (rood) studieadvies. Een bindend rood studieadvies komt dus nooit uit de lucht vallen: er moet minstens één oranje studieadvies aan vooraf zijn gegaan. Bij een gesprek waarin een rood studieadvies wordt gegeven is ook de sterrolhouder studentzaken aanwezig vanuit school. Na dit gesprek krijg je binnen één werkweek een bevestiging dat je een bindend studieadvies hebt gekregen. Een bindend studieadvies betekent dat je de opleiding niet verder kunt voortzetten en dat de onderwijsovereenkomst wordt verbroken. Het Kellebeek College biedt altijd aan om jou te ondersteunen/begeleiden zodat je een juiste vervolgkeuze kunt maken.
De relatie tussen studieadvies en aanwezigheid Jij als student en wij als school moeten ons houden aan wettelijke regelingen, zoals die van de leerplicht, kwalificatieplicht en studiefinanciering. In de onderwijsovereenkomst (OOK) die je bij de start van je opleiding met het Kellebeek College bent aangegaan is ook een aanwezigheidsverplichting opgenomen (artikel 13).
Jouw aanwezigheid bij alle onderwijsactiviteiten is verplicht!! Wij zijn verplicht jouw afwezigheid door te geven aan een leerplichtambtenaar en/of aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). NB Als er geconstateerd wordt dat je fraude hebt gepleegd met het scannen van je pasje dan volgt er automatisch een negatief (oranje) studieadvies. Bij een tweede keer volgt een bindend (rood) studieadvies. Onder fraude wordt verstaan: wel gescand, maar niet aanwezig in de les. Ook wordt het scannen met een pasje van een ander gezien als fraude. Je kunt je rechten en plichten verder nalezen in de onderwijsovereenkomst, die je op de website kunt vinden: www.kellebeek.nl/student
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
16
4.2
Beoordelen voor je diploma.
Het beroepsgericht gedeelte van je examen bestaat uit: Het assessment is een kwalificerende beoordeling van: · · ·
De proeve wordt beoordeeld op dezelfde manier als een integrale opdracht; Het verantwoordingsverslag Het assessment gesprek
Het eindwerkstuk Het eindwerkstuk is een verdiepingsopdracht, waarin je de theorie koppelt aan je handelen.
De Proeve De proeve vindt plaats in de praktijk. In de beroepsprestatie vind je de opdracht van de proeve beschreven, daarbij is ook een instructie. De wabo docent bespreekt voordat je aan de proeve begint de instructie met de groep. Bij de proeve is ook een instructie voor de stagebegeleider. Voor de stagebegeleiders is er ook een instructiebijeenkomst. Aan de proeve werk je op dezelfde wijze als aan een integrale opdracht. Tijdens het afrondingsgesprek op de BPV wordt de beoordelingslijst ingevuld en besproken. Eindwerkstuk Het eindwerkstuk wordt beoordeeld volgens de criteria ,vermeld in het document eindwerkstuk. Verantwoordingsverslag en assessmentgesprek Het verantwoordingsverslag wordt beoordeeld met behulp van de criteria op het bewijsstuk. Wanneer deze en de proeve voldoende zijn volgt het assessment gesprek. Het examenbureau informeert je waar en wanneer en met wie dit gesprek plaats vindt. Het assessment gesprek wordt door onafhankelijke beoordelaars afgenomen en beoordeeld. Het beoordelingsportfolio Het doel en de inhoud van het beoordelingsportfolio Het doel van dit portfolio is het verzamelen van bewijsmateriaal waarin duidelijk wordt dat je een bepaald werkproces/ kerntaak / combinatie van verschillende kerntaken en werkprocessen hebt behaald en dat je de competenties beheerst. Alle beoordelingen van kwalificerende stukken worden op het examenbureau beheerd in jouw examendossier. Bij kwalificerende beoordeling worden de resultaten van een leerproces gewaardeerd en gecertificeerd. Bij deze beoordeling gaat het dus om het behalen van je diploma In dit portfolio moeten de volgende bewijsstukken aanwezig zijn: · Het resultaat van de Proeve met de ingevulde beoordelingslijst.; · Het bewijsstuk van het verantwoordingsverslag · het bewijsstuk van het assessment gesprek het eindwerkstuk inclusief beoordeling · de checklist ontwikkelingsportfolio de checklist LLB de checklist Nederlands, Engels en rekenen examenresultaten van Nederlands, Engels en rekenen BPV -aanwezigheidslijsten
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
17
Belangrijke punten in de beoordeling Het beoordelen met Proeve Beoordeling vindt plaats op de werkplek (de beroepspraktijk). Kenmerk van competentieleren is dat leren plaatsvindt in de echte praktijk. Dit geldt ook voor het beoordelen van competenties. De beoordeling per combinatie van kerntaken en werkprocessen vindt plaats met behulp van een Proeve. Een Proeve is een beoordelingsvorm waarbij je in een afgebakende periode op je werk de afgesproken beroepsactiviteiten moet voorbereiden, uitvoeren en evalueren en daarop beoordeeld wordt. De Proeve is gebaseerd op het eindgedrag van de werkprocessen. Dit eindgedrag wordt stapsgewijze voorbereid in de afzonderlijke werkprocessen in de bijbehorende thema’s. Een Proeve bevat een vast aantal onderdelen. De beoordeling vindt plaats aan de hand van een lijst met werkprocessen en prestatieindicatoren en competenties (beoordelingslijsten). Het vereiste beheersingsniveau wordt vermeld. De beoordeling wordt opgenomen in het beoordelingsportfolio en geregistreerd op het Examenbureau. De nadere beschrijving van hoe een Proeve precies wordt beoordeeld vind je in de instructies bij de proeve. De beoordeling van het eindwerkstuk Het eindwerkstuk moet voldoende zijn. In het document Eindwerkstuk, wat aan het begin van het schooljaar wordt uitgereikt, vind je nadere instructies over het werkstuk en de beoordelingscriteria. De beoordeling van het verantwoordingsverslag en het assessmentgesprek Het assessment wordt afgerond met een assessment gesprek volgens de STARRT methode. In het gesprek wordt het Verantwoordingsverslag n.a.v. de proeve besproken. Het verantwoordingsverslag moet voldoende zijn. De beoordeling van het interview is kwalificerend en wordt opgenomen in het beoordelingsportfolio. De beoordeling is altijd individueel Jij wordt individueel beoordeeld. Groepsproducten kunnen worden ingebracht, maar dan zal jouw individuele inbreng door de beoordelaar(s) worden vastgesteld De school is eindverantwoordelijk voor de beoordeling Examinering is en blijft de wettelijke verantwoordelijkheid van de school. De beoordelaar zal dus uiteindelijk als vertegenwoordiger van de school beslissen of de beoordeling voldoende is.
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
18
4.3
Examens in een overzicht – het examenplan
4.3.1 Examenplan BOL / BBL toptraject
EXAMENPLAN NAAM OPLEIDING
GESPECIALISEERD MEDEWERKER KINDEROPVANG
KD
COHORT
NIVEAU
LEERWEG
INTENSITEIT
VARIANT*
CREBO
2012
2013
4
BOL/BBL
VT/DT
TOP
92632
A. BEROEPSSPECIFIEK (Examens gericht op je beroep) Titel Examen
Titel examenonderdeel
Proeve van bekwaamheid 1 2
Kennisexamen
Afwijkend gedrag
Eindwerkstuk
Code examen(onderdeel)
Soort examen
Beoordeelde kerntaken (nr.)
Beoordeelde werkprocessen (nr.)
Duur
K13_92620_PvB2
n.v.t.
1, 2
1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 2.3
8 wkn
K13_92632_KE1
S
2
K13_92632_EW1
S
3
Proeve van bekwaamheid 2 K13_92632_PvB2
P
2, 3
Assessment 1
2
2.4
100 min.
3.1, 3.2, 3.8 Nederlands leesvaardigheid, n.v.t. schrijfvaardigheid, taalverzorging en taalbeschouwing 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8 Nederlands: Mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, 8 schrijfvaardigheid, weken taalverzorging en taalbeschouwing Rekenen: Getallen, meten en meetkunde, verhoudingen
Moment in de opleiding Bij aanvang (bij ontbreken diploma pm)
Locatie uitvoering
Weging
Eindweging
BPV
100%
100%
April 2014
school
100%
100%
Zie handleiding
School
100%
100%
Medio februari tot mei
BPV
100% 100%
De student ontleent op basis van het behaalde diploma pedagogisch medewerker niveau 3 (crebonummer 92620) hiervoor vrijstelling.
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
19
EXAMENPLAN NAAM OPLEIDING
GESPECIALICEERD MEDEWERKER KINDEROPVANG
KD
COHORT
NIVEAU
LEERWEG
INTENSITEIT
VARIANT*
CREBO
2012
2012
4
BOL/BBL
VT/DT
TOP
92632
B. Generiek (Algemene vakken)
Titel Examen
Titel examenonderdeel
Code examen(onderdeel)
Soort examen
Niveau
Duur
Moment in de opleiding
Locatie uitvoering
Weging
50%
Lezen & luisteren (CE)
K15_Ned_CE3F
D
3F
2 uur
2e helft v d opleiding
School
Spreken
K15_Ned_spr3F
M
3F
30 min
2e helft v d opleiding
School
Nederlands
e
Gesprekken voeren
K15_Ned_gesp3F
M
3F
30 min
2 helft v d opleiding
School
Schrijven
K15_Ned_sch3F
S
3F
1 uur
2e helft v d opleiding
School
50%
e
Lezen & Luisteren (Pilot CE)
K15_Eng_CEB1
D
B1
30 min
2 helft v d opleiding
School
Spreken
K15_Eng_sprA2
M
A2
30 min
2e helft v d opleiding
School
Engels
50%
Eindweging
Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moeten ten minste een 6 zijn.
e
Gesprekken voeren
K15_Eng_gespA2
M
A2
30 min
2 helft v d opleiding
School
50%
e
Schrijven
K15_Eng_schA2
S
A2
30 min
2 helft v d opleiding
Rekenen telt niet mee in de zak- slaagregeling
School
e
Rekenen
Rekenen (CE)
K15_rek_CE3F
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
D
3F
2 uur
2 helft v d opleiding
School
100%
20
EXAMENPLAN NAAM OPLEIDING
GESPECIALICEERD MEDEWERKER KINDEROPVANG
KD
COHORT
NIVEAU
LEERWEG
INTENSITEIT
VARIANT*
CREBO
2012
2012
4
BOL/BBL
VT/DT
TOP
92632
C. Burgerschap Titel
Onderdeel
Eindweging
Dimensie: Politiek juridisch Dimensie: Economisch Voldaan aan de inspanningsverplichting Beoordelingslijsten per domein zijn ingevuld
Burgerschap Dimensie: Sociaal maatschappelijk Dimensie: Vitaal burgerschap
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
21
Belangrijke aanvullende informatie over de examinering Keuze van examenmoment
Volgens examenplanning. Proeves en BP’s worden in overleg met de SLB en praktijkopleider gepland. In het examenplan vind je alle examens en examenonderdelen. Je hebt recht om elk examen of examenonderdeel één keer te herkansen. De herkansingen vinden plaats in de eerstvolgende examenperiode of in overleg met jou en je studieloopbaanbegeleider.
Aantal examenmomenten (1-ste, 2-de, … , mogelijkheid tot herkansen)
Als de herkansing met een onvoldoende wordt beoordeeld, is het in bijzondere gevallen mogelijk om een aanvraag voor een extra herkansing in te dienen bij de subexamencommissie. In deze aanvraag geef je met een plan van aanpak aan hoe je je gaat voorbereiden op dit examen(onderdeel). De subexamencommissie beslist op basis van jouw plan van aanpak en het advies van het onderwijsteam of je in aanmerking komt voor een extra herkansing.
Berekening van eindbeoordeling
Alle onderdelen van het assessment moeten afzonderlijk voldoende aangetoond zijn Per kerntaak wordt per examenonderdeel een waardering gegenereerd. Alle kerntaken moeten voldoende worden afgesloten voor het behalen van het diploma
Werken aan burgerschapscompetenties
In de opleiding wordt gewerkt aan de leer en burgerschapsdomeinen op basis van de kwalificatie-eisen voor loopbaan en burgerschap schooljaar 2011
Afkortingen examentitels
PvB AsG VV KE VE MP BP
= = = = = = =
Proeve van bekwaamheid Assessmentgesprek Verantwoordingsverslag Kennisexamen Vaardigheidsexamen Meesterproeve Beroepsprestatie
Soort examen
S M P D
= = = =
Schriftelijk / theorie-examen /werkstuk Mondeling Praktisch examen / vaardigheidsexamen Digitaal examen
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
22
Overzicht aan te leveren bewijsstukken voor het examendossier Titel Examen
Titel examenonderdeel
Bewijsstuk examenonderdeel
kennisexamen Toets afwijkend gedrag Antwoordenblad Kennisexamen Eindwerkstuk Eindwerkstuk + beoordeling Assessment 1 Proeve van bekwaamheid Beoordelingslijst Assessment 1 Verantwoordingsverslag Verantwoordingsverslag + beoordeling Assessment 1 Assessmentgesprek Beoordelingslijst + notulen Om aan te tonen dat de student voldaan heeft aan burgerschap dienen de beoordelingslijsten per domein te worden toegevoegd in het examendossier.
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
23
4.4
Hoe is de organisatie van de examens geregeld?
Als je de alle voorgaande beroepsprestaties voldoende hebt afgerond, geeft dit jouw een indicatie hoe je er voor staat om aan de Proeve te beginnen. Alle onderdelen uit de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties worden in de Proeve geëxamineerd. Je oriënteert je op de proeve door stap 1 en 2 van de wegwijzer te maken. Jouw WABOdocent beoordeelt of je je goed hebt voorbereid op alle onderdelen van de proeve en geeft een GO om met de uitvoering te starten. Het volledige examenreglement is na te lezen op de onderstaande link. http://www.kellebeek.nl/student.aspx
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
24
5. 5.1
Begeleiding
Studieloopbaanbegeleiding bij het leren.
De studieloopbaanbegeleider begeleidt jouw individuele leerproces en studieloopbaan. Dit gebeurt op 2 verschillende manieren: • Individuele popgesprekken • Groepsbijeenkomsten Hierbij wordt er gewerkt met een portfolio . De POP-gesprekken Gedurende het schooljaar vinden verplicht 6 popgesprekken plaats. Jouw portfolio, jouw ontwikkeling en leerproces, is daarbij het uitgangspunt. Je bespreekt met je studieloopbaanbegeleider de voortgang van je studie. a. b. c. d. e. f. g. h.
Aan welke leerdoelen heb je gewerkt? Waar ben je tevreden over? Wat zijn jouw zwakke en sterke kanten geweest? Welke werkzaamheden en taken spreken je aan in de BPV? Met welke taken heb je moeite? Hoe zie je jouw toekomst op school en daarna? Welke leerdoelen kun je naar aanleiding hiervan formuleren? Hoe kun jij aan deze leerdoelen werken in de komende periode?
Ter voorbereiding op het gesprek gebruik je de punten a t/m h die hierboven staan. Naar ieder gesprek neem je mee: • een up-to-date POP en PAP in tweevoud • je bijgewerkte portfolio waarin: alle bewijsstukken, beoordelingslijsten van beroepsprestaties/ thema’s en verslagen . • je taalportfolio en rekenportfolio (in overleg met je studieloopbaanbegeleider). De studieloopbaanbegeleider kan je ook vragen om vooraf een aantal documenten in te leveren. Je maakt een verslag van het gesprek op formulier Verslag popgesprek,waarin je de belangrijkste zaken beschrijft die in het gesprek naar voren zijn gekomen. Je stuurt dit binnen 2 dagen na je gesprek digitaal naar de SLB er. Je laat dit voor akkoord ondertekenen door de studieloopbaanbegeleider Het verslag komt in het ontwikkelingsportfolio. Jouw Persoonlijk Ontwikkeling en Actie Plan (POP + PAP) Jouw POP en PAP stel je steeds bij nadat je leerdoelen behaald hebt of er nieuwe leerdoelen bijkomen. Naar elk popgesprek neem je een up-to-date POP en PAP mee. Het is de bedoeling dat je inzicht krijgt in je eigen leerproces en bespreekt aan welke leerdoelen je werkt of gaat werken (POP) en welke acties je daarvoor gaat ondernemen(PAP). De studieloopbaanbegeleider geeft feedback op jouw POP en PAP. Binnen het Kellebeek College zijn er mogelijkheden voor extra begeleiding en zorg. Informatie hierover kun je vinden op de informatiesite voor studenten. http://www.kellebeek.nl/student.aspx .
20 K2013 OLW 92632 Pedagogisch Werk (GPM 4 KO) reg-top
25