gemeente Eindhoven
Dienst Algemene en Publiekssaken
Raadsnummer 05. Rz424. oor Inboeknummer oSbstoss43 Beslisdatum BTW sS oktober 2005
Dossiemummer S4a.sSr
Oplegvel Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten 2006 1 Samenvatting Jaarlijks worden de Verordeningen inzake gemeentelijke belastingen en rechten geactualiseerd door uw raad. Het betreft de navolgende verordeningen: onroerende zaakbelastingen, rioolrecht, reinigingsheffingen, leges, marktgeld, precariobelasting, begraafplaatsrechten, hondenbelasting, standplaatsgeld autobusdiensten, kanaalrechten, toeristenbelasting en parkeerbelasting. De actualisatie van de verordeningen betreft een aanpassing van de teksten en van de tarieven. Voor wat betreft de teksten van de verordeningen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de teksten van de modelverordeningen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Bij de aanpassing van de tarieven wordt jaarlijks nagegaan of er aanleiding bestaat voor een algemene verhoging, zodat de opbrengst van de gemeentelijke belastingen en rechten in de pas blijft bij de kostenontwikkeling. Op basis van de Voorjaarsnota 2006-2009 en de ontwerp Programmabegroting 20062009, wordt in dat kader uitgegaan van een tariefsverhoging van 2,2796 voor het jaar 2006. Naast de belastingverordeningen bevat dit dossier tevens een overzicht van de voor 2006 geldende privaatrechtelijke tarieven de gemeente. Het gaat daarbij met name om tarieven van: sport, musea, parkeergarages, fietsenstallingen en vaccinaties.
2 Bijlage(n) Geen.
i4-
gemeente Eindhoven
Dienst Algemene en Publiekszaken
Raadsnummer 05.Rt424.OOI lnboeknummer osbstosz43 Beslisdatum B&W zs oktober 2005 Dossiernummer 543.251
Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten voor het jaar 2oo6 1 Inleiding Jaarlijks worden de Verordeningen inzake gemeentelijke belastingen en rechten geactualiseerd door uw raad. Het betreft de navolgende verordeningen: onroerende zaakbelastingen, rioolrecht, reinigingsheffingen, leges, marktgeld, precariobelasting, begraafplaatsrechten, hondenbelasting, standplaatsgeld autobusdiensten, kanaalrechten, toeristenbelasting en parkeerbelasting. De actualisatie van de verordeningen betreft een aanpassing van de teksten en van de tarieven. Voor wat betreft de teksten van de verordeningen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de teksten van de modelverordeningen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Bij de aanpassing van de tarieven wordt jaarlijks nagegaan of er aanleiding bestaat voor een algemene verhoging, zodat de opbrengst van de gemeentelijke belastingen en rechten in de pas blijft bij de kostenontwikkeling. Op basis van de Voorjaarsnota 2006-2009 en de ontwerp Programmabegroting 20062009, wordt in dat kader uitgegaan van een tariefsverhoging van 2,2796 voor het jaar 2006. Naast de belastingverordeningen bevat dit dossier tevens een overzicht van de voor 2006 geldende privaatrechtelijke tarieven de gemeente. Het gaat daarbij met name om tarieven van: sport, musea, parkeergarages, fietsenstallingen en vaccinaties.
2 Wat willen we bereiken Bij tijdige aanpassing (dat wil zeggen v66r 1 januari 2006) van de verordeningen met betrekking tot de gemeentelijke belastingen en rechten (hierna: de verordeningen), zal de opbrengst van deze belastingen en rechten in de pas blijven met de kostenontwikkeling. De in de ontwerp Programmabegroting 2006-2009 opgenomen begrote opbrengsten van de gemeentelijke belastingen en rechten voor 2006 kunnen, bij tijdige aanpassing van de verordeningen, gerealiseerd worden.
3 Wat gaan we daarvoor doen De verordeningen met betrekking tot onroerende zaakbelastingen, rioolrecht, reinigingsheffingen, leges, marktgeld, precariobelasting, begraafplaatsrechten, hondenbelasting, standplaatsgeld autobusdiensten, kanaalrechten, toeristenbelasting en parkeerbelasting zouden door uw raad moeten worden vastgesteld v66r 1 januari
Raadsnummer 05.RI424.OOI
%a +
2006. Hieronder hebben wij de voorgestelde wijzigingen per verordening/tariefstelling nader uitgewerkt. Volledigheidshalve wordt in dit onderdeel eerst ingegaan op de berekenings- en afrondingsproblematiek van de tarieven van de gemeentelijke belastingen en rechten. Berekenings- en afrondingsmethodiek van de tarieven gemeentelijke belastingen en rechten. Aan afronding van tarieven valt niet te ontkomen. Teneinde een eenduidige werkwijze te kunnen waarborgen, wordt voorgesteld voor de tariefstelling voor 2006 aan te sluiten bij de berekenings- en afrondingsmethodiek welke in de voorgaande jaren is gehanteerd. Het gaat daarbij om de navolgende uitgangspunten: a voor tarieven, waarbij zonder bezwaar voor de praktische uitvoering gewerkt kan worden met een rekeneenheid van 1 eurocent of minder, worden de verhogingen tot op 1 eurocent of 1/1 0 gedeelte van een eurocent berekend; b voor tarieven, waarbij met het oog op de praktische uitvoering met enigszins ronde bedragen moet worden gewerkt, worden de verhogingen afgerond op een veelvoud van: 6 0,01 bij tarieven tot E 2,ÃćâĆňâĂİ ; t 0,05 bij tarieven van E 2,ÃćâĆňâĂİ tot’ 5,ÃćâĆňâĂİ ; 6 0,10 bij tarieven van E 5; ÃćâĆňâĂİ tot’ 10,ÃćâĆňâĂİ ; < 0,25 bij tarieven van < 10,ÃćâĆňâĂİ tot < 20,ÃćâĆňâĂİ ;
6 0,50 bij tarieven van 6 20,ÃćâĆňâĂİ tot E 50,ÃćâĆňâĂİ ;
r < 1,ÃćâĆňâĂİ bij tarieven van 4 50,ÃćâĆňâĂİ en hoger;
c de tarieven worden afgerond naar: beneden indien het af te ronden cijfer uitkomt op minder dan de helft van de conform het gestelde onder a of b van toepassing zijnde rekeneenheid; boven indien het af te ronden cijfer uitkomt op de helft en meer van de conform het gestelde onder a en b van toepassing zijnde rekeneenheid; d ten aanzien van tarieven die in onderlinge verhouding tot elkaar staan, worden de verhogingen - met in acht name van het onder a t/m c gestelde - berekend met betrekking tot het basistarief; de verhogingen van de aan het basistarief gerelateerde tarieven worden daarna op basis van de bestaande verhoudingen afgeleid; e als berekeningsmaatstaf voor de jaarlijkse tariefsaanpassing wordt genomen het niet afgeronde tariefbedrag ÃćâĆňâĂİ zijnde het op drie cijfers achter de komma bereken-
de tariefbedrag - van het voorafgaande jaar. Deze uitgangspunten komen overeen met de uitgangspunten welke in de jaren voorafgaand aan 2006 zijn gehanteerd. Wij stellen u voor tariefsverhogingen voor de gemeentelijke heffingen voor 2006 te berekenen overeenkomstig de uitgangspunten die hierboven onder a t/m e zijn weergegeven. Volledigheidshalve wijzen wij u er op, dat de voorgestelde gedragslijn wel inhoudt, dat de situatie zich kan voordoen dat bepaalde "lage" tarieven in bepaalde jaren buiten de verhoging blijven.
Raadsnummer 05.RI424. OOI
v/+ Onroerende-zaakbelastingen (OZB). De Tweede Kamer heeft op 4 oktober 2005 het wetsvoorstel tot afschaffing van het gebruikersdeel OZB en maximering van de resterende OZB-tarieven aangenomen (wetsvoorstel 30 096). De wetswijzigingen zullen naar verwachting ingaan per 1 januari 2006. Het gaat om de navolgende wijzigingen.
Afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB op woningen. Het wetsvoorstel voorziet in een afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB op woningen. Voor de afschaffing worden gemeenten gecompenseerd door een hogere algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Maximering van de overblijvende OZB. Het wetsvoorstel voorziet voor de resterende OZB-heffingen (eigenaarsdeel woningen, gebruikersdeel en eigenaarsdeel van niet-woningen), in maximum tarieven. Deze maximumtarieven luiden als volgt: 6 6,68 voor gebruik van niet-woningen, E 6,62 voor eigendom van woningen en E 8,29 voor eigendom van niet-woningen. Deze tarieven gelden per volle eenheid van E 2.500,ÃćâĆňâĂİ van de heffingsmaatstaf, de
waarde ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Op dit moment worden de tarieven OZB nog toegepast per volle waarde-eenheid van ( 2.268,ÃćâĆňâĂİ.
indien in een gemeente de tarieven zijn bepaald boven de maximumtarieven, wordt het tarief gelijkgesteld aan het maximumtarief. Behalve de invoering van maximum OZB-tarieven is in het wetsvoorstel tevens een regeling opgenomen die moet voorzien in een beheerste stijging van de overblijvende OZB-tarieven voor zover deze tarieven zich onder het wettelijk maximum bevinden. Deze regeling gaat uit van de navolgende drempeltarieven: 6 2,45 voor gebruik van niet-woningen, < 2,43 voor eigendom van woningen en 6 3,04 voor eigendom van niet-woningen. Deze tarieven gelden per volle waarde-eenheid van E 2.500,ÃćâĆňâĂİ. Gemeenten die een tarief hanteren dat lager is dan de maximumtarieven,
maar hoger dan de drempeltarieven, mogen de tarieven jaarlijks verhogen met maximaal het percentage trendmatige groei van het Bruto Binnenlands Produkt (BBP) na correctie voor inflatie en verminderd met de voor dat jaar geraamde areaalontwikkeling. Met de areaalontwikkeling wordt de toe- en afname van het aantal belastbare objecten bedoeld. Gemeenten die een lager tarief hanteren dan het drempeltarief, mogen de tarieven verhogen tot maximaal de drempeltarieven en vervolgens jaarlijks met maximaal het percentage trendmatige BBP-groei na correctie voor inflatie en verminderd met de voor dat jaar geraamde areaalontwikkeling. Het nieuwe artikel 220f, vijfde lid van de Gemeentewet geeft overigens de Kroon de bevoegdheid bij algemene maatregel van bestuur de maximumtarieven te wijzigen. Met deze mogelijkheid wil het Kabinet een flexibel instrument creeren om bij economische voor- of tegenspoed van rijkswege te kunnen sturen op de ontwikkeling van de lokale lastendruk voor burgers en bedrijven.
Raadsnummer 05. RI424. OOX
Wat betekent de wetswijziging voor de tarieven OZB 2006 in de gemeente Eindhoven? Het bovenstaande heeft gevolgen voor de tariefstelling OZB 2006 voor het eigendom van woningen en niet-woningen en voor het gebruik van niet-woningen. Om deze gevolgen aan te kunnen geven is het van belang eerst de tarieven 2005 op een rij te zetten. Deze tarieven gelden nu voor elke volle eenheid van f 2.268,ÃćâĆňâĂİ van de WOZ-
waarde. De wetswijziging gaat echter uit van een wijziging naar waarde-eenheden van < 2.500,ÃćâĆňâĂİ. De tarieven van de gemeente Eindhoven moeten dan ook worden
omgerekend naar deze nieuwe waarde-eenheid. Dit kan als volgt worden uitgewerkt:
Tarief 2005 per Tarief 2005 per waarde-eenheid van waarde-eenheid van E 2.268,ÃćâĆňâĂİ : < 2.500,ÃćâĆňâĂİ :
E 1,82
<2ÃćâĆňâĂİ
3,67 6 2,94
6 4,05 < 3,24
De volgende vraag die moet worden beantwoord is hoe de Eindhovense tarieven per waarde-eenheid van E 2.500,ÃćâĆňâĂİ zich verhouden tot de nieuwe wettelijke maximum-
tarieven en drempeltarieven. Het antwoord op deze vraag blijkt uit het navolgende overzicht: Eindhoven: tarief Voorgestelde wettelijke maximumtarieven, per waardeeenheid van
2005 per
waarde-eenheid van E 2.500,ÃćâĆňâĂİ
E 2.500,ÃćâĆňâĂİ
OZB eigendom woningen OZB eigendom niet-wo- < 4,05 ningen OZB gebruik niet-wonin- 6 3,24 gen E2,ÃćâĆňâĂİ
E 6,62
Voorgestelde wettelijke drempelbedragen, per waardeeenheid van 6 2.500,ÃćâĆňâĂİ
6 2,43
E 8,29
6 3,04
E 6,68
< 2,45
Hieruit blijkt dat de resterende Eindhovense OZB-tarieven lager zijn dan de wettelijk voorgestelde maximumtarieven. Dit zou betekenen dat de tarieven in Eindhoven nog kunnen stijgen. De Eindhovense tarieven voor de niet-woningen zijn echter hoger dan de drempelbedragen. Dit zou betekenen dat de tarieven OZB voor gebruik en eigendom voor 2006 slechts mogen toenemen met maximaal het percentage trendmatige groei van het BBP na correctie voor inflatie en verminderd met de voor dat jaar geraamde areaalontwikkeling. Volgens de Circulaire Gemeentefonds van 26 mei 2005 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties komt dit voor 2006 neer op een stijging van ongeveer 1,596. Het Eindhovense tarief voor eigendom
Raadsnummer 05.RZ424. OOI
woningen is lager dan de drempelbedragen. Dit tarief zou derhalve mogen worden verhoogd tot het drempeltarief, te weten E 2,43 per < 2.500,ÃćâĆňâĂİ waarde.
Maximaal mogelijke tariefstelling OZB 2006. Op grond van de wetswijziging, kunnen de maximaal mogelijke tarieven OZB 2006 voor de gemeente Eindhoven als volgt worden weergegeven: Eindhoven: tarief
Eindhoven: maxi-
2005 per waardeeenheid van
tarieven OZB 2006
maal mogelijke
E 2.500,ÃćâĆňâĂİ
per waarde-een-
<2ÃćâĆňâĂİ
E 2,43
E 4,05
E 4,13
6 3,24
f 3,31
heid van E 2.500,ÃćâĆňâĂİ
OZB eigendom
woningen OZB eigendom niet-
woningen OZB gebruik-niet-
woningen Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 4 oktober 2005 een berekening bekend gemaakt van de maximaal toegestane OZB-tarieven 2006 per gemeente. Bovenstaande maximaal mogelijke tarieven zijn overgenomen van deze berekening.
Tariefsvoorstel OZB 2006. Volgens de ontwerp Programmabegroting 2006-2009 bedraagt de totaal geraamde opbrengst (dus inclusief de opbrengst OZB voor het gebruik van woningen) < 47.683.000,ÃćâĆňâĂİ. Voor de opbrengst OZB gebruik woningen is een bedrag van E 11.695.000,ÃćâĆňâĂİ geraamd. Uit de thans beschikbare informatie blijkt dat dit bedrag,
naar verwachting, volledig gecompenseerd zal worden door het Rijk. Dit betekent dat voor de berekening van de tarieven OZB dient te worden uitgegaan van een te realiseren opbrengst OZB van 635.988.QQQÃćâĆňâĂİ
Voor het realiseren van deze opbrengst dient te worden uitgegaan van de waardes ingevolge de Wet waardering onroerende zaken: Totale WOZ-waarde Correctie wegens Correctie we-
Correctie we- Totale waarde voor
volgens begroting afronding op gens leegstand
gens verminderingen en vrijstellingen
2006 volle waardeeenheden
de OZB per 1 janu-
ari 2006
E ’I 9.291.522.865,ÃćâĆňâĂİ E 232.999.095,ÃćâĆňâĂİ E 351.964.887,ÃćâĆňâĂİ E 482.288.071; ÃćâĆňâĂİ C 18.224.270.812,ÃćâĆňâĂİ
6 7.398.529.061,ÃćâĆňâĂİ 6 20.169.830,ÃćâĆňâĂİ E 243.476.607,ÃćâĆňâĂİ E’184.963.227,ÃćâĆňâĂİ 4 6.949.919.397,ÃćâĆňâĂİ
626.690.051.926,ÃćâĆňâĂİ 6253.168.925;- 4595.441.49’4,ÃćâĆňâĂİ 6667.251.298.ÃćâĆňâĂİ 625. 174.19 2
Raadsnummer 05.Rt424..OOI
De maximaal mogelijke tarieven OZB 2006 voor de niet-woningen bedragen volgens de wetswijziging respectievelijk < 4,13 (eigendom) en < 3,31 (gebruik). Met deze
tariefstelling kan de navolgende opbrengst worden gerealiseerd: niet-woningen eigendom: 2.779.967 x E 4,13 = 6 11.481.263,ÃćâĆňâĂİ
w niet woningen gebruik: 2779967x6333 = 6 920i.690ÃćâĆňâĂİ 620.682953ÃćâĆňâĂİ
Dit betekent dat een OZB-opbrengst van ( 15.305.047,ÃćâĆňâĂİ gerealiseerd dient te worden
met de woningen. Gelet op bovenstaande WOZ-waarde is hiervoor een tarief noodzakelijk van < 2,10 per waarde-eenheid van E 2.500,ÃćâĆňâĂİ.
Gelet op het bovenstaande stellen wij voor de tarieven OZB 2006 als volgt vast te stellen:
woningen eigendom: < 2,10; niet-woningen eigendom: 6 4,13;
niet-woningen gebruik: 6 3,31. Amendement Pater-van der Meer. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel is een amendement van het kamerlid Pater-van der Meer aangenomen. Het amendement wil de afschaffing ten goede laten komen aan het woongedeelte in gemengde bedrijfspanden. Dat geldt in ieder geval voor 2007. Voor 2006 kan een aanslag in zo’n geval altijd ambtshalve en probleemloos worden verminderd. Ook kan een belanghebbende binnen zes weken na dagtekening van de aanslag OZB gebruikers niet-woningen om vermindering verzoeken. Dit moet dan wel in de belastingverordening worden opgenomen. Op dit moment raadt de VNG dit echter af, omdat nog geen duidelijkheid bestaat over de compensatie van de opbrengstderving die uit de maatregel voortvloeit. Wij stellen u voor het advies van de VNG te volgen.
Wijzigingen in de tekst van de verordeningen met betrekking tot de wetswijziging. In de tekst van de ontwerp-Verordening OZB is rekening gehouden met de invoering van het wetsvoorstel afschaffing OZB-gebruik op woningen en maximering overige OZB-tarieven (wetsvoorstel 30 096). De tekst is gebaseerd op het wetsvoorstel, zoals dat (na amendering) in de Tweede Kamer is vastgesteld. Op dit wetsvoorstel kan door de Eerste Kamer geen wijzigingen meet worden aangebracht. Doordat het wetsvoorstel, ten tijde van het opstellen van dit voorstel, nog in de Eerste Kamer moet worden behandeld en publicatie in het Staatsblad nog niet heeft plaatsgevonden, hebben wij ervoor gekozen om de "oude" tekst als hoofdtekst aan te houden. In artikel 9 van de verordening zijn de te wijzigen artikelen of onderdelen daarvan genoemd. Deze wijzigingen krijgen echter pas rechtskracht als het wetsvoorstel in het Staatsblad is opgenomen en de wetswijziging met ingang van 1 januari 2006 van kracht wordt (al dan niet met terugwerkende kracht). De wijzigingen als gevolg van het wetsvoorstel 30 096 zijn:
Raadsnnmmer 05.RI424. OOI
in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede "die niet in hoofdzaak tot woning dient" toegevoegd. Deze aanvulling is noodzakelijk in verband met de wijziging van artikel 220 van de Gemeentewet; artikel 1, tweede lid, onderdeel a komt te vervallen waardoor de onderdelen b en c worden herletterd. Deze wijziging is noodzakelijk in verband met de wijziging van artikel 220b van de Gemeentewet; aan artikel 2 wordt een nieuw lid toegevoegd. De huidige bepaling wordt opgenomen in het eerste lid. Deze aanvulling is noodzakelijk in verband met wijziging van artikel 220a, tweede lid van de Gemeentewet; in artikel 5 wijzigt als gevolg van het wetsvoorstel de waarde-eenheid. Daarnaast worden na de wetswijziging drie tarieven onderscheiden te weten voor de gebruikersbelasting (alleen nog bij de niet-woningen), voor de eigenarenbelasting woningen en voor de eigenarenbelasting niet-woningen; het invorderingsbedrag van artikel 7 wijzigt als gevolg van een wijziging van artikel 220h van de Gemeentewet.
Overige wijzigingen in de verordening OZB 2006. In de tekst van de Verordening OZB zijn wijzigingen aangebracht in artikel 8 over de betaaltermijnen. Deze voorgestelde wijziging heeft de navolgende achtergrond. De gemeente maakt gebruik van het instrument van gecombineerde aanslagregeling. Dat betekent dat zoveel mogelijk gemeentelijke belastingen (OZB, rioolrecht, afvalstoffenheffing, reinigingsrecht) op een nota verschijnen. Wij stellen u voor om de grote belastingplichtigen (dat zijn die belastingplichtigen waarbij het totale bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen groter is dan 6 3.000,-) Mn betaaltermijn van niet meer dan vier weken te verlenen. Nu dient een dergelijke aanslag nog te worden betaald in twee gelijke termijnen binnen een periode van drie maanden na dagtekening van de aanslag. Met deze maatregel worden de gezinshuishoudens niet getroffen. Deze maatregel levert de gemeente een structureel jaarlijks rentevoordeel op van circa E 200.000,ÃćâĆňâĂİ. Voor de circa 90.000 Eindhovense
gezinshuishoudens (waarvan er ongeveer 65.000 een volmacht voor automatische incasso van gemeentebelastingen hebben verleend) wordt daarentegen het voorstel gedaan om het aantal voor hen geldende maandelijkse incassotermijnen te verhogen van 9 naar 10. Dit brengt voor de gemeente wel extra bankkosten en enig rentenadeel met zich doch dit kan ruimschoots worden gedelgd uit het hiervoor genoemde rentevoordeel.
Raadsnummer 05.Rt42y.ooi
Conclusie: tariefsvoorstel OZB 2006. Eindhoven: tarief 2005 per waardeeenheid van < 2.500,ÃćâĆňâĂİ
Eindhoven: Voorstel tarieven
Stijging
OZB 2006 per
waarde-eenheid van E 2.500,ÃćâĆňâĂİ
OZB eigendom
62ÃćâĆňâĂİ
6 2,10
woningen OZB eigendom niet- 6 4,05
E 4,13
1,9896
E 3,31
2,1696
woningen OZB gebruik niet-
3,24
woningen Rioolrecht. Wij stellen u voor de tarieven van de rioolrechten voor 2006 te verhogen met het in de ontwerp Programmabegroting 2006-2009, opgenomen prijsindexcijfer van 2,2796. Deze verhoging leidt tot de navolgende tarieven: a rioolaansluitrecht: 6 125,ÃćâĆňâĂİ (2005: E 122,-); b rioolafvoerrecht: 4 173,ÃćâĆňâĂİ (2005: < 169,-).
In dit kader merken wij nog op dat tijdens de raadsvergadering van 27 en 28 september 2004 werd ingegaan op de financiering van de gemeentelijke watertaken. Het ging daarbij om de eventuele invoering door de wetgever van een brede rioolheffing. Wij hebben u tijdens deze raadsvergadering toegezegd dat wij, bij doorgang van de wetgeving per 1 januari 2006, met voorstellen zouden komen die maximaal aansluiten bij de nieuwe wetgeving. De invoering van het verbrede rioolrecht is afhankelijk van de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke watertaken. Het wetsvoorstel voorziet in een inwerkingtreding per 1 januari 2006. Gelet op het tijdstip van het openbaar worden van het wetsvoorstel (naar verwachting najaar 2005), is het geen reele optie om tot een invoering van een verbreed rioolrecht per 1 januari 2006 over te gaan. Tot het moment van het openbaar worden van het wetsvoorstel is immers niet duidelijk welke kosten op welke wijze mogen worden toegerekend aan het rioolrecht.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft inmiddels geconcludeerd dat de invoering van de brede rioolheffing per 1 januari 2006 niet wordt gehaald. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bevestigd dat de streefdatum van 1 januari 2006 niet meer realistisch is. Gelet hierop is bij het tariefsvoorstel rioolrechten voor 2006 geen rekening gehouden met de brede rioolhefflng. In de tekst van de Verordening rioolrechten zijn wijzigingen aangebracht in artikel 11 over de betaaltermijnen. Deze voorgestelde wijziging heeft de navolgende achter-
Raadsnummer 05.RZ424. OOI
grond. De gemeente maakt gebruik van het instrument van gecombineerde aanslagregeling. Dat betekent dat zoveel mogelijk gemeentelijke belastingen ( OZB, rioolrecht, afvalstoffenheffing, reinigingsrecht) op een nota verschijnen. Wij stellen u voor om de grote belastingplichtigen (dat zijn die belastingplichtigen waarbij het totale bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen groter is dan 6 3.000,-) een betaaltermijn van niet meer dan vier weken te verlenen. Nu dient een dergelijke aanslag nog te worden betaald in twee gelijke termijnen binnen een periode van drie maanden na dagtekening van de aanslag. Met deze maatregel worden de gezinshuishoudens niet getroffen. Deze maatregel levert de gemeente een structureel jaarlijks rentevoordeel op van circa 6 200.000,ÃćâĆňâĂİ. Voor de circa 90.000 Eindhovense gezins-
huishoudens (waarvan er ongeveer 65.000 een volmacht voor automatische incasso van gemeentebelastingen hebben verleend) wordt daarentegen het voorstel gedaan om het aantal voor hen geldende maandelijkse incassotermijnen te verhogen van 9 naar 10. Dit brengt voor de gemeente wel extra bankkosten en enig rentenadeel met zich, doch dit kan ruimschoots worden gedelgd uit het hiervoor genoemde rentevoordeel.
Reinigingsheffingen. Voor belastingjaar 2006 worden de navolgende tarieven voorgesteld: a de afvalstoffenheffing voor het periodiek verwijderen van huishoudelijk afval bij woon percelen: 1 indien dat perceel wordt gebruikt door h6n persoon 6 183,ÃćâĆňâĂİ (2005: 6 158,-);
2 indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan
een persoon 6 304,ÃćâĆňâĂİ (2005: < 265,-); b het reinigingsrecht voor het periodiek verwijderen
van bedrijfsafval bij bedrijfspanden E 266,ÃćâĆňâĂİ (2005: 6 223,-). Het betreft een stijging van respectievelijk 15,896, 14,796 en 19,396. Deze stijging komt voort uit de Voorjaarsnota 2006-2009. ln deze nota werd gecon-
stateerd dat de tarieven van de reinigingsheffingen niet kostendekkend zijn. Daarbij werd aangegeven dat een tariefstijging noodzakelijk zal zijn om de negatieve stand van de egalisatiereserve in te lopen. De voorgestelde tarieven zijn kostendekkend. Ook wordt voorzien in een aanvulling van de negatieve stand van de egalisatiereserve in 10 jaar. Het recht voor de overige dienstverlening, welke in de bij de verordening behorende tarieventabel is geregeld, komt in aanmerking voor een verhoging met het prijsindexcijfer van 2,2796. Daarnaast is voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats een bedrag verschuldigd, afhankelijk van de wijze waarop het afval wordt aangeboden. Voorgesteld wordt deze tarieven te handhaven. Voor de nieuwe tarieven, na doorvoering van de verhogingen, verwijzen wij u naar de tarieventabel, behorende bij de ontwerpverordening.
Raadsnummer 05. Rt424. OOI
In de tekst van de verordeningen zijn wijzigingen aangebracht bij artikel 10 en artikel 18. Beide bepalingen betreffen de termijnen van betaling van de aanslag. De voorgestelde wijzigingen heeft de navolgende achtergrond. De gemeente maakt gebruik van het instrument van gecombineerde aanslagregeling. Dat betekent dat zoveel mogelijk gemeentelijke belastingen (OZB, rioolrecht, afvalstoffenheffing, reinigingsrecht) op h&n nota verschijnen. Wij stellen u voor om de grote belastingplichtigen (dat zijn die belastingplichtigen waarbij het totale bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen groter is dan < 3.000,-) een betaaltermijn van niet meer dan vier weken te verlenen. Nu dient een dergelijke aanslag nog te worden betaald in twee gelijke termijnen binnen een periode van drie maanden na dagtekening van de aanslag. Met deze maatregel worden de gezinshuishoudens niet getroffen. Deze maatregel levert de gemeente een structureel jaarlijks rentevoordeel op van circa 6 200.000,ÃćâĆňâĂİ. Voor de circa 90.000 Eindhovense gezinshuishoudens (waarvan er
ongeveer 65.000 een volmacht voor automatische incasso van gemeentebelastingen hebben verleend) wordt daarentegen het voorstel gedaan om het aantal voor hen geldende maandelijkse incassotermijnen te verhogen van 9 naar 10. Dit brengt voor de gemeente wel extra bankkosten en enig rentenadeel met zich doch dit kan ruimschoots worden gedelgd uit het hiervoor genoemde rentevoordeel. Leges.
Ook de tarieven opgenomen in de Tarieventabel 2006 behorende bij de Legesverordening 2006, komen in aanmerking voor een verhoging van 2,2796. Daarbij verdienen de navolgende onderdelen extra aandacht: Hoofdstuk l. Algemeen. Deze tarieven worden doorgaans contant aan de balie voldaan. Om praktische redenen zijn deze afgeleide tarieven in deze onderdelen naar beneden afgerond op 0 of 5 eurocent. Hoofdstuk 6. Reisdocumenten.
De tarieven zijn opgebouwd uit een gemeentelijk deel en een rijksdeel. Voorgesteld wordt aan te sluiten bij de van rijkswege vastgestelde maximale tarieven. Ten aanzien van de meest essentiÃńle onderdelen levert dit de navolgende tariefstelling op:
Nationaal paspoort < 39,40 (2005: < 38,80) ; Nederlandse identiteitskaart 6 31,25 (2005: 6 31,25); Bijschrijven kind in bestaand document < 19,20 (2005: 6 18,80). Ten aanzien van het onderdeel "rijbewijs" (6.1.4) merken wij volledigheidshalve op dat het nieuwe rijbewijs op creditcardformaat, naar verwachting, zal worden ingevoerd per 1 oktober 2006. Per deze datum zullen de rijbewijzen niet meer bij de gemeenten worden gemaakt. Dit nieuwe rijbewijsdocument (NRD) dient tevens de functie van identiteitsbewijs te krijgen. Een en ander zal tevens gevolgen hebben voor het legestarief. Wij zullen v66r de invoering van het NRD een voorstel tot aanpassing van het tarief aan u voorleggen.
Raadsnummer 05.RZ424. OOI
Hoofdstuk 8. Bouwvergunningen. In onderdeel 8.1.3 wordt voor bouwvolumes groter dan < 230.000,ÃćâĆňâĂİ een extra
tariefsverhoging van 494 voorgesteld. Vanaf 2004 wordt dit tarief gedurende vier jaar met 496 extra verhoogd. Het betreft de uitvoering van de aanbevelingen van het rapport "Bouwleges gemeente Eindhoven" van augustus 2003. In de onderdelen 8.1.6 en 8.4.3 wordt voorgesteld het tarief te wijzigen van 6 110,ÃćâĆňâĂİ naars 201,ÃćâĆňâĂİ. Reden voor deze stijging is het feit dat als gevolg van
(recente) wetswijzigingen procedures zijn gewijzigd, waardoor mede de aan de openbare kennisgevingen gelieerde werkzaamheden aanzienlijk zijn toegenomen. Onderdeel 8.7.2 betreft een nieuw onderdeel. Hoofdstuk 13: Vergunningen, verklaringen e.d. Het tarief van onderdeel 13.1.4 (ontheffing voor gebruik busbaan en busstrook) is verlaagd van < 64,ÃćâĆňâĂİ naar < 33,ÃćâĆňâĂİ. Het betreft het nakomen van een toezegging aan
de Kwaliteitskring Taxi. Hoofdstuk 14: vergunningen stadsdelen. Onderdeel 14.1.3.1: kapvergunning. De tekst van onderdeel 14.1.3.1 is volledig aangepast. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen de bewoner/ eigenaar van een woning en de overigen. Ook de tarieven zijn op een andere wijze opgenomen. Voorgesteld wordt per boom (tot een maximum van 20 bomen) het tarief voor een kapvergunning vast te stellen op < 75,ÃćâĆňâĂİ. Bij het
kappen van 20 bomen of meer wordt een tarief voorgesteld van totaal < 1.500,ÃćâĆňâĂİ.
Onderdeel 14.1.4: reclame aan pand. Tijdens de raadsvergadering van 29 augustus 2005 is toegezegd dat over deze bepaling een notitie, ter bespreking, zal worden aangeboden aan de commissie bestuurlijke pijler (cBp). In afwachting van deze bespreking is de uitvoering van deze bepaling door de sector Stadsdeelkantoren opgeschort. Zolang bespreking in de cBp niet heeft plaatsgevonden, is niet duidelijk welke tarief voor belastingjaar 2006 moet worden gehanteerd. Wij stellen u daarom voor het tarief voor 2006 te verhogen met 2,279b (conform de ontwerp Programmabegroting 2006-2009). Mocht uiteindelijk blijken dat het tarief neerwaarts dient te worden bijgesteld, dan zal deze tariefswijziging separaat, ter vaststelling, aan uw raad worden aangeboden. Ter voorkoming van misverstanden merken wij op dat, in afwachting van voornoemde bespreking in de cBp, de thans voor 2006 voorgestelde bepaling niet zal worden uitgevoerd. Onderdeel 14.1.7: collectevergunning. Uit maatschappelijk oogpunt wordt voorgesteld het legestarief te verlagen van 6 129,ÃćâĆňâĂİ naar E 50,ÃćâĆňâĂİ.
Onderdeel 14.2.8: duplicaat parkeervergunning. Dit betreft een nieuwe bepaling. Met ingang van 1 januari 2006 zal worden gewerkt met een nieuw type parkeervergunning. Het betreft een van veiligheidskenmerken voorziene kaart. De bedoeling is dat fraude, bijvoorbeeld kopieren wordt tegen
Raadsnummer 05. RI424. OOI
gegaan. Voorgesteld wordt voor de uitgifte van een extra kaart een legesbedrag van 6 11,25 in rekening te brengen. Voor de uitwerking van de doorvoering van de verhoging van de legestarieven verwijzen wij u naar de ontwerpverordening. Voor een overzicht van alle tekstuele aanpassingen in de Legesverordening verwijzen wij u naar bijlage 2. Marktgeld. Ingevolge de Marktgeldverordening 2005 bedraagt het recht voor het innemen van een standplaats op markten per strekkende meter standplaats:
a voor een losse standplaats per dag 6 2,45; b voor een vaste standplaats voor een
abonnement per kwartaal < 24,50; c voor een standwerkerplaats per dag 6 7,10. Een verhoging van deze tarieven met het prijsindexcijfer van 2,2796 resulteert achtereenvolgens in de navolgende tarieven: 6 2,50, 6 25,ÃćâĆňâĂİ en < 7,20.
Voor de uitwerking van de doorvoering van de tariefsverhoging verwijzen wij u naar de ontwerpverordening. Voor een overzicht van tekstuele aanpassingen in de Marktgeldverordening verwijzen wij u naar bijlage 2. Tijdens de vergadering van de commissie sociaal-economische pijler van 13 oktober 2005 is overigens - mede in relatie tot een brief van de Kamer van Koophandel ÃćâĆňâĂİ de problematiek rondom de marktgeld-
tarieven genoemd. In dat kader is toegezegd dat op korte termijn op de problematiek wordt terug gekomen. Ten tijde van het opstellen van dit raadsvoorstel was nog niet duidelijk of, en zo ja in hoeverre dit zal leiden tot een tariefsaanpassing voor 2006. Wij stellen u daarom voor het tarief voor 2006 te verhogen met 2,2796 (conform de ontwerp-Programmabegroting 2006-2009). Mocht uiteindelijk blijken dat het tarief dient te worden verlaagd, dan zal deze tariefswijziging separaat, ter vaststelling, aan uw raad worden aangeboden.
Precariobelasting. Voorgesteld wordt de tarieven te verhogen met het prijsindexcijfer van 2,2796. De voorgestelde verhoging leidt voor de tarieven, die het meest toepassing vinden, tot de volgende optrekking:
Soort belasting: voor het uitstallen of opslaan van al dan niet ten verkoop of ter verhuring aangeboden goederen, per m’ ingenomen oppervlakte grond :
a per dag b per week c per maand d per jaar
Geldend tarief: Voorgesteld tarief:
0,34 0,86 2,58 20,64
0,35 0,88 2,64 21,12
Raadsnummer 05.Rl424.OOI
voor het hebben van een container, met een vloeroppervlakte :
1 tot 10m2:
a per dag b per week c per maand
d perjaar
2,70 6,90 20,70 165,60
2,80 I
7ÃćâĆňâĂİ
21/ÃćâĆňâĂİ
168,ÃćâĆňâĂİ
2 van 10 m2 of meer:
a per dag b per week c per maand
d perjaar
4,05 10,50 31,50 252,ÃćâĆňâĂİ
4,15 10,75
32,25 258,ÃćâĆňâĂİ
voor het hebben van een tot reclame
dienend uithangbord, uithangteken of ander voorwerp:
a per maand b per jaar
3,75 30,ÃćâĆňâĂİ
3,85 30,80
Voor de effecten, die van de 2,27% verhoging uitgaan op de overige tarieven van de precariobelasting, verwijzen wij u naar de ontwerpverordening met bijbehorende Tarieventabel.
Begraafplaatsrechten. Voorgesteld wordt de tarieven van de begraafplaatsrechten te verhogen met de algemene verhoging van 2,2796. Ten aanzien van de meest uitgegeven categorie graven levert de voorgestelde verhoging de navolgende tarieven op:
Begraafrecht 204,ÃćâĆňâĂİ (2005: ( 199,-) Grafrecht voor de eerste
uitgiftetermijn (20 jaar) < 1.216,ÃćâĆňâĂİ (2005: 6 1.188,-) idem bij verlenging (10 jaar) 6 608,ÃćâĆňâĂİ (2005: 6 594,-) Voor de nieuwe tarieven na doorvoering van de verhoging met betrekking tot de categorieen bijzondere graven, kindergraven en graven op een urnenveld verwijzen wij u naar de ontwerpverordening. Hondenbelasti ng. De jaartarieven voor de hondenbelasting voor 2005 bedragen:
a voor de eerste hond 57,ÃćâĆňâĂİ ; b voor elke volgende hond < 114,ÃćâĆňâĂİ ;
c voor kennels 285,ÃćâĆňâĂİ. Voorgesteld wordt de tarieven te verhogen met het prijsindexcijfer van 2,2796. Dit resulteert in een tarief van 6 58,ÃćâĆňâĂİ, E 116,ÃćâĆňâĂİ respectievelijk 6 290,ÃćâĆňâĂİ.
Raadsaummer 05.RI+24.OOI
In de tekst van de verordeningen zijn wijzigingen aangebracht bij artikel 10 t/m 13. Deze wijzigingen hebben de navolgende achtergrond. Zoals hierboven genoemd, maakt de gemeente gebruik van het instrument van gecombineerde aanslagregeling. Dat betekent dat zoveel mogelijk gemeentelijke belastingen (OZB, rioolrecht, afvalstoffenheffing, reinigingsrecht) op e&n nota verschijnen. Voorgesteld wordt om nu ook de hondenbelasting toe te voegen aan het gecombineerde aanslagbiljet. Dat scheelt in de kosten (drukwerk, port) en vereenvoudigt ook de fiscale invordering doordat er nu nog maar een betaaltraject overblijft. En niet in het minst: de Eindhovense burger krijgt nog maar Mn gemeentelijk belastingbiljet (waarop al zijn gemeentelijke fiscale heffingen staan vermeld). Deze maatregel vergt een aantal redactionele aanpassingen in de Verordening hondenbelasting. Het betreft het invoegen van een nieuw artikel 10 (onder vernummer van het huidige artikel 10 t/m 12 tot artikel 11 t/m 13). Ook dient de bepaling over de termijnen van betaling (artikel 11) op zodanige wijze te worden aangepast, dat de tekst overeenkomt met de bepaling over de termijnen van betaling in de verordeningen van de overige heffingen welke voorkomen op het gecombineerde aanslagbiljet.
Voor een overzicht van de tekstuele aanpassingen in de Verordening hondenbelasting verwijzen wij u naar bijlage 2.
Standplaatsgeld voor autobusdiensten. Ingevolge de Verordening standplaatsgeld autobusdiensten 2005 bedraagt het recht voor het innemen van een standplaats met een autobus op het busstation thans 6 570,ÃćâĆňâĂİ per jaar c.q. 6 47,50 per maand. De voorgestelde verhoging met 2,2796 leidt
ertoe dat deze tarieven voor 2006 6 582,ÃćâĆňâĂİ respectievelijk E 48,50 bedragen. Het jaar-
tarief is totstandgekomen door het maandtarief te vermenigvuldigen met 12. In de tekst van de verordening zijn verder geen wijzigingen opgenomen. Rechten voor het gebruik van het Beatrixkanaa!. De rechten voor het invaren en aansluitend daarop gedurende een periode van ten hoogste 14 dagen verblijven op het Beatrixkanaal bedragen ingevolge de Verordening kanaalrechten 2005:
a 6 0,22 per m’waterverplaatsing voor vaartuigen; b 6 0,22 per m’ inhoud voor houtvlotten. Wij stellen u voor deze tarieven te verhogen met 2,27%. Gelet op de afrondingsregels resulteert dit in een handhaving van het tarief van 6 0,22. Toeristenbelasting. Het huidige tarief toeristenbelasting bedraagt < 3,50 per overnachting. Voorgesteld wordt dit tarief voor 2006 te handhaven. Bij verhoging van het tarief met 2,2796 valt niet uit te sluiten dat het tarief een werend karakter krijgt. Bovendien liggen ook maatschappelijke overwegingen aan het voorstel ten grondslag Gelet op de areaal-
Raadsnummer 05.RZ424. OOI
toename kan de begrote opbrengst voor 2006, bij handhaving van de tariefstelling, worden gerealiseerd. Parkeerbelasti ngen. De Verordening parkeerbelastingen kent tarieven voor:
a parkeren bij parkeermeters en -automaten; b naheffingsaanslagen, aanbrengen / verwijderen wielklem, overbrenging / bewaring van voertuigen;
c parkeervergunningen. Ad a Parkeren bij parkeermeters en -automaten. Het tariefsvoorstel kan als volgt worden weergegeven: 2005
Voorstel voor 2006
6 0,40 per 15 minuten ofwel 6 1,60 per uur 4 0,50 per 15 minuten
6 0,50 per 16 minuten ofwel 6 1,88 per uur 6 0,50 per 12 minuten ofwel 6 2,50 per uur
ofwel 4 2,ÃćâĆňâĂİ per uur
E 0,’1 0 per 3 minuten ofwel 6 2,ÃćâĆňâĂİ per uur
E 0,10 per 6 minuten ofwel < 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
< 0,50 per 30 minuten ofwel 6 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
E 0,50 per 30 minuten ofwel 6 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
E 0,10 per 6 minuten ofwel E 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
6 0,10 per 12 minuten ofwel 6 0,50 per uur 6 0,50 per 30 minuten
6 0,50 per 30 minuten
ofwel < 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
ofwel 6 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
E 0,03 per 12,5
E 0,03 per 12,5 minuten ofwel < 0,14 per uur
minuten ofwel 6 0,14 per uur
E 0,10 per 6 minuten ofwel < 1,- per uur < 0,10 per 12 minuten ofwel 6 0,50 per uur
6 0,50 per 30 minuten
6 0,10 per 6 minuten
ofwel 6 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
ofwel < 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
Raadsnummer 05. Rt424.OOl
6 0,10 per 12 minuten ofwel < 0,50 per uur
Ter nadere toelichting op dit tariefsvoorstel merken wij op dat de voorgestelde tarieven van 6 0,50 betrekking hebben op de parkeerautomaten. De tarieven van 6 0,10 hebben betrekking op parkeermeters. In het centrumgebied zijn de parkeerautomaten voorzien van de mogelijkheid te betalen met een chipknip. Dit maakt het mogelijk om, zonder afbreuk te doen aan het dienstverleningsniveau naar de parkeerder, voor dit gebied af te zien van de kleinere muntsoorten (6 0,10 en E 0,20) als betaalmiddel. Bij de parkeermeters kunnen de kleinere muntsoorten worden gehandhaafd, mede gezien het feit dat parkeermeters vaak ook worden ingezet op plaatsen waar sprake is van echt kort parkeren. Een minimum bedrag van 6 0,50 zou dan niet klantvriendelijk zijn. De omrekening naar de parkeertijd van 6 0,10 leidt in het geval van het tarief 6 0,50 per 16 minuten niet tot een nette afronding. Om deze reden stellen wij u voor het tarief in dit geval af te ronden naar 6 0,10 per 3 minuten. In alle andere gevallen zijn de tarieven voor kort parkeren onveranderd gebleven.
Ad b Naheffingsaanslagen, aanbrengen / verwijderen wielklem, overbrenging / bewaring van voertuigen. Naheffingsaanslag: voor 2005 geldt een tarief van 6 44,ÃćâĆňâĂİ. Op grond van artikel 2 Besluit Gemeente-
lijke Parkeerbelastingen mag het bedrag van de naheffingsaanslag niet meer dan kostendekkend zijn. Bovendien geldt ingevolge artikel 3 van het Besluit Gemeentelijke Parkeerbelastingen een wettelijk maximum van E 46,ÃćâĆňâĂİ (voor 2005). Voor-
gesteld wordt het tarief voor 2006 te verhogen met 2,2796. Dit resulteert in een tarief van E 45,ÃćâĆňâĂİ.
Aanbrengen en verwijderen van de wielklem: voor 2005 geldt een tarief van 6 40,ÃćâĆňâĂİ. Voor 2006 wordt voorgesteld dit bedrag op
dit niveau te handhaven. Overbrengen en bewaring: 6 205,ÃćâĆňâĂİ en 6 15,ÃćâĆňâĂİ per dag voor het bewaren.
Wij stellen u voor deze bedragen te handhaven op dit niveau.
Ad c Parkeervergunningen. Ten aanzien van de vergunningen wordt een verhoging van de tarieven van 2,2796 voorgesteld. De tarieven van de bewonersvergunningen zijn gehandhaafd.
Een en ander is uitgewerkt in de ontwerp-Verordening parkeerbelastingen. De Verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten 2006 zullen op de gebruikelijke wijze in het Gemeenteblad worden opgenomen. Tevens zullen de verordeningen openbaar bekend worden gemaakt. De verordeningen worden eveneens voor eenieder kosteloos ter inzage gelegd.
Raadsuummer 05.Rr424. OOI
4 Wat kost het De tarieven vloeien voort uit de ontwerp Programmabegroting 2006-2009 en de Voorjaarsnota 2006-2009. De ontwerpraadsbesluiten bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
Th, Stevens, loco-secretaris.
ED05033999
Raadanummer 05.RI424.00I
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober en 8 november en 22 november 2005; mede gelet op de artikelen 220 t/m 220h van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van de onroerendezaakbelastingen 2006.
Artikel 1. Belastingplicht. 1. Onder de naam "onroerende zaakbelastingen" worden terzake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die- naar de omstandigheden beoordeeld - bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Sij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden; b. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
c. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht Is.
Raadsnummer 05.RI42g.OOI
Artikel 2. Belastingobj eet. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 3. Maatstaf van heffing. 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het tijdvak waarbinnen het in artikel 1 bedoelde kalenderjaar valt. 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de hef-
fingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 19, eerste en tweede lid, onderdelen b en c, 20, tweede lid, en 22, derde lid van de Wet waardering onroerende zaken.
Artike/4. Vrijstellingen. 1. In afwijking, in zoverre van artikel 3, wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voorzover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geexploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voorzover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. een of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 1, derde lid, onderdeel b, van die wet bedoelde voorwaarden met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;
rp
Raadsnummer 05.RIS.2y.ooZ
g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;
j. onroerende zaken voorzover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;
k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’ s, hekken en palen; I. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
m. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voorzover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
Artikel 5. Belastingtarieven. Het tarief van de belasting is voor elke volle 6 2.268,ÃćâĆňâĂİ van de heffingsmaatstaf:
A. bij de gebruikersbelasting: 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 6 1,49; 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 6 3,ÃćâĆňâĂİ ;
B. bij de eigenarenbelasting: 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen < 1,86; 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaaktot woning dienen <3,75.
Artikel 6. Wijze van heffing. De belastingen worden geheven bij wege van aanslag.
@fa
Raadsnummer 05.RI4.24.OOI
Artikel 7. Aanslaggrens. 1. Voor belastingbedragen tot 6 9,08 vindt geen invordering plaats. 2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als een belastingbedrag.
Artikel 8. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op 60n aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 6 100,ÃćâĆňâĂİ, doch minder dan 6 3.000,ÃćâĆňâĂİ en zolang de
verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid geldt dat, indien het totale bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen groter dan of gelijk is aan < 3.000,ÃćâĆňâĂİ
dan dient de aanslag in een termijn te worden betaald, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de lnvorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 5. De Algemene lermijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende zaakbelastingen. Artikel 10 Overgangsbepalingin verband met wetsvoorstel afschaffing OZB-gebruik woningen (Kamerstukken 30096) Indien de wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het gebruikersdeel van de onroerende-zaakbelasting (OZB) op woningen en het maximeren van de resterende OZB-tarieven (wetsvoorstel 30096) met ingang van 1 januari 2006 van kracht wordt en indien aan deze wettelijke regeling ten tijde van de aanslagoplegging door een rechterlijke uitspraak niet de verbindende kracht is
rg
Raadsnummer 05.RZg24.OOl
ontzegd, worden in deze verordening de volgende wijzigingen aangebracht: A. Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; B. Artikel 1, tweede lid, komt te luiden:
2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. C. Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.
2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. D. Artikel 5, eerste lid, komt te luiden: 1. Het tarief van de belasting is voor elke volle < 2.500,ÃćâĆňâĂİ van de
heffings maatstaf
a. bij de gebruikersbelasting b. bij de eigenarenbelasting 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen E. Artikel 7, eerste lid, komt te luiden: 1. Voor belastingbedragen tot < 10,ÃćâĆňâĂİ vindt geen invordering plaats.
6 3,30 6 2,05 6 4,13
Raadsnummer 05.RIZj.2g.OOI
Artikel 11. Inwerkingtreding en citeerti tel.
1. De Verordening onroerende zaakbelastingen 2005 vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2004 en gewijzigd bij raadsbesluit van 14 februari 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening onroerende zaakbelastingen 2006". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.RI424.OOI
Raad sbesl uit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005 en 8 november 2005;
mede gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van de rioolrechten 2006.
Artikel 1. Begripsomschrij vingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt: 1. onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen; 2. onder afvalwater verstaan water en stoffen, die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering; 3. onder een eigendom verstaan een roerende of onroerende zaak; 4. onder een onroerende zaak verstaan:
a. een gebouwd eigendom; b. een ongebouwd eigendom; c. een gedeelte van een onder a of b bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; d. een samenstel van twee of meer van de onder a of b bedoelde eigendommen of onder c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren; e. het binnen de gemeente gelegen deel van een onder a of b bedoeld eigendom, van een onder c bedoeld gedeelte daarvan of van een onder d bedoeld samenstel; 5. onder verbruiksjaar verstaan de periode van 12 maanden waarop de afrekening van de N.V. Waterleidingsmaatschappij Oost-Brabant I Brabant Water N.V. betrekking heeft.
Artike/2. Aard en voorwerp van de belastingen. Onder de naam rioolrechten worden geheven: a. een recht voor het hebben van een directe of indirecte aansluiting van een eigendom op de gemeentelijke riolering; b. een recht voor het direct of indirect afvoeren van afvalwater op de gemeentelijke riolering vanaf of vanuit een daarop aangesloten eigendom.
rp
Raadsnummer 05.RIZj.24.00I
Artikel 3. Belastingplicht. 1. Het recht genoemd in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene, die bij het begin van het belastingjaar van een op de gemeentelijke riolering aangesloten eigendom het genot heeft krachtens het recht van eigendom, bezit of beperkt recht. Met betrekking tot een eigendom, dat een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht was.
2. Het recht genoemd in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van de gebruiker van een op de gemeentelijke riolering aangesloten eigendom. Als gebruiker wordt aangemerkt degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens het recht van eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, met dien verstande dat:
A. gebruik door leden van een huishouden wordt aangemerkt als gebruik door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden is; B. gebruik door degene aan wie het gebruik van een gedeelte van een onroerende zaak ÃćâĆňâĂİ niet zijnde een gedeelte als bedoeld in artikel 1, onderdeel 4,
sub c - is afgestaan, aangemerkt als gebruik door degene die dat gedeelte ten gebruiker heeft afgestaan.
Artikel 4. Maatstaven van heffing, 1. Het recht genoemd in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven per eigendom. 2. Het recht genoemd in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanaf of vanuit het eigendom wordt afgevoerd op de gemeentelijke riolering. 3. Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water, dat met betrekking tot het op de gemeentelijke riolering aangesloten eigendom is afgenomen van de N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant/ Brabant Water N.V. in het verbruiksjaar voorafgaand aan het belastingjaar, vermeerderd met het aantal kubieke meters water dat in bedoeld verbruiksjaar werd verkregen door middel van een eigen pompinstallatie. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van 12 maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een maand voor een volle maand gerekend. 4. Voorzover de gegevens als bedoeld in het derde lid ontbreken wordt het aantal kubieke meters afvalwater vastgesteld aan de hand van de desbetreffende gegevens over het belastingjaar.
5. De gebruiker van een eigendom, die voor de verkrijging van water gebruik maakt van een eigen pompinstallatie, kan worden verplicht te gedogen dat deze installatie wordt voorzien van een door de gemeente goedgekeurde en te verzegelen:
Raadsnammer O5.RZZj.24.OOI
a. meter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. teller, waarvan het aantal uren dat de pompinstallatie in bedrijf is geweest, alsmede de capaciteit van de pompinstallatie, kan worden afgelezen. 6. Indien wordt aangetoond dat de in het derde lid bedoelde hoeveelheid water niet door middel van de gemeentelijke riolering is afgevoerd, wordt deze hoeveelheid verminderd met de op andere wijze afgevoerde hoeveelheid water.
Artikel 5. Tarieven. 1. Het recht genoemd in artikel 2, onderdeel a, bedraagt per aangesloten eigendom per belastingjaar: 6 125,ÃćâĆňâĂİ.
2. Het recht genoemd in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per belastingjaar voor elke volle eenheid waterverbruik van 500 kubieke meters (m’) : 6 173,ÃćâĆňâĂİ.
Artikel 6. Belastingj aar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7. Vrijstelling. Van het recht genoemd in artikel 2, onderdeel a, zijn vrijgesteld de eigendommen, welke in hoofdzaak worden verbruikt voor de openbare eredienst of voor openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard.
Artikel 8. Wijze van heffing. 1. De rechten worden geheven bij wege van aanslag. 2. In een aanslag kan meer dan een eigendom worden begrepen.
Artikel 9. Aanslaggrens. 1. Voor belastingbedragen tot 6 10,ÃćâĆňâĂİ vindt geen invordering plaats.
2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolrechten of andere heffingen aangemerkt als een belastingaanslag.
Artikel 10. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. 1. Het recht genoemd in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar. 2. Het recht genoemd in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dat later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 3. Indien voor het recht genoemd in artikel 2, onderdeel b, de belastingplicht met betrekking tot een eigendom aanvangt in de loop van het belastingjaar, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar na het tijdstip van ontstaan van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Indien voor het recht, genoemd in artikel 2, onderdeel b, voor het belastingjaar een andere belastingplichtige wordt aangemerkt dan degene die in het vooraf-
Ra a d s nummer O 5. RZ424. OOI
gaande belastingjaar als belastingplichtige is aangemerkt, geldt als maatstaf van heffing het aantal kubieke meters water, dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode voor het eigendom is afgenomen of is afgepompt. 5. Indien kan worden aangetoond dat het werkelijk aantal kubieke meters afvalwater, waarover het derde en vierde lid verschuldigde recht wordt berekend, in het belastingjaar lager is, wordt het belastingbedrag over het werkelijke aantal kubieke meters berekend.
6. Indien voor het recht genoemd in artikel 2, onderdeel b, de belastingplicht met betrekking tot een eigendom eindigt in de loop van het belastingjaar, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar na het tijdstip van beeindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. Ontheffing wordt niet verleend indien deze minder dan 6 14,41 zou bedragen. Artikel 7 7. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 6 100,ÃćâĆňâĂİ, doch minder dan < 3.000,ÃćâĆňâĂİ en zolang de verschuldigde
bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid geldt dat, indien het totale bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen groter dan of gelijk is aan 6 3.000,ÃćâĆňâĂİ
dan dient de aanslag in een termijn te worden betaald, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 72. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolrechten.
rp
Raadsnummer 05.RZ42g.OOi
Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening rioolrechten 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rioolrechten 2006". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.R1424.OOZ
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005 en 8 november 2005; mede gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2006.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen.
Artikel 7. Inleidende bepaling. Krachtens deze verordening worden geheven: a. een afvalstoffenheffing; b. reinigingsrechten.
Artikel2. Begripsomschrij vingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: 1. bedrijfspand:
een eigendom - of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan - geen perceel zijnde in de zin van de Wet milieubeheer; 2. grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet in aanmerking komen voor het periodiek inzamelen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, onder a; 3. een collo: elk exemplaar stukgoed, ongeacht de verpakking, dat door een man te dragen is.
Hoofdstuk Il Afvalstoffenheffing. Artikel 3. Aard van de heffing/belastbaar feit. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
Artikel 4. Belastbaar feit en belastingplicht. 1. De belasting wordt geheven van degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel in de gemeente ten aanzien waarvan, ingevolge artikel 10.21, 10.22 van de
Raadsnummer 05.RI424..00Z
Wet milieubeheer, een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht van het perceel feitelijk gebruik maakt;
b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarief. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6. Belastingj aar. Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7. Wijze van heffing. 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 8. Aanslaggrens. 1. Voor belastingbedragen van minder dan f 10,ÃćâĆňâĂİ vindt geen invordering plaats.
2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als een belastingbedrag.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dat later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar bij de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1.1 van de tarieven-
tabel, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na het einde van de belastingplicht nog volle kalender-
Raadsnummer 05.RI424.OOI
ÂńfÂż maanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 6 14,ÃćâĆňâĂİ.
4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in artikel 1.1.2 van de tarieventabel, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan < 24,08.
5. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt. 6. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de gemeentebezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10. Termijnen van betaling. 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de lnvorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 7, eerste lid verschuldigde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de volgende termijn twee maanden later. 3. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan < 100,ÃćâĆňâĂİ, doch minder dan < 3.000,ÃćâĆňâĂİ en zolang de
verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 4. In afwijking van het eerste en tweede lid geldt dat, indien het totale bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen groter dan of gelijk is aan 6 3.000,ÃćâĆňâĂİ
dan dient de aanslag in een termijn te worden betaald, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
5. In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 7, tweede lid verschuldigde belasting worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen drie weken na dagtekening van de kennisgeving. 6. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de lnvor-
deringswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 6. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
v fi
Raadsnummer 05.RZ42g.ooZ
Hoofdstuk I I I Reinig in g s rechten.
Artikel 11. Aard van de heffing/belastbaar feit. 1. Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven voor zowel het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. 2. Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit: a. het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid;
b. het op aanvraag incidenteel verwijderen van colli; c. het achterlaten van met huishoudelijk afval gelijk te stellen bedrijfsafval van beperkte omvang en hoeveelheid (uitsluitend kantoor-, winkel- en dienstenafval) op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats.
Artikel 12. Belastingplicht. De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 11, gebruik maakt.
Artikel 73. Maatstaven van heffing en tarieven. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 74. Belastingjaar. 1. Het recht genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, wordt geheven over een belastingjaar. 2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 75. Wijze van heffing. 1. Het recht genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, wordt geheven bij wege van aanslag.
2. De overige rechten genoemd in artikel 11, tweede lid, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.
Artikel 76. Aanslaggrens, 1. Voor belasting bedragen tot 4 10,ÃćâĆňâĂİ vindt geen invordering plaats.
2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen periodiek reinigingsrecht of andere heffingen aangemerkt als een belastingbedrag.
Raadsnummer 05.Rr424.OOZ
Artikel 17. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. 1. Het recht genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dat later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. De overige rechten genoemd in artikel 11, tweede lid, worden verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de gemeentebezittingen, werken of inrichtingen. 3. Indien met betrekking tot het recht genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Indien met betrekking tot het recht genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan < 22,17.
5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist naar een ander bedrijfspand en de dienstverlening naar aard en omvang ongewijzigd blijft.
Artikel 18. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de aanslagen voor het recht genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de volgende termijn twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 6 100,ÃćâĆňâĂİ, doch minder dan 6 3.000,ÃćâĆňâĂİ en zolang de verschuldigde be-
dragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid geldt dat, indien het totale bedrag van de op Mn aanslagbiljet verenigde bedragen groter dan of gelijk is aan < 3.000,ÃćâĆňâĂİ
dan dient de aanslag in een termijn te worden betaald, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Raadsnummer 05.RI424.OOI
4. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet moet de op grond van artikel 11, tweede lid, onderdeel b en c verschuldigde rechten worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen drie weken na dagtekening van de kennisgeving. 5. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 6. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 19 Kwij tscheiding
Bij de invordering van de rechten als bedoeld in artikel 11 lid 1 wordt geen kwijt-
schelding verleend. Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen. Artike/20. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
Artikel21. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening reinigingsheffingen 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A.Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsuummer 05.RZ424..OOZ
Tarieventabel 2006 behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2006.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing. Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing. 1.1
1.1.1
1.1.2
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar: indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door een persoon
168,ÃćâĆňâĂİ
indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer dan een persoon
289,ÃćâĆňâĂİ
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing. 1.2.1
1.2.2
1.2.2.1
1.2.2.2 1.2.2.3
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het verwijderen van colli voor elke 20 kg of gedeelte daarvan dat het collo weegt Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen -voorzover het betreft: autobanden van personenauto’ s (maximaal 4 stuks), niet verontreinigde grond, blad/gras, snoeihout, grof restafval (maximaal 2 m3), huisvuilzakken met restafval (maximaal 2 stuks) en minder dan 1 m3 bouw-
en sloopafval - op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per keer: indien deze worden aangeboden per fiets/fietskar indien deze worden aangeboden per auto van huishoudens afkomstig bouw- en sloopafval op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats bij een maximaal aanbod van meer dan 1 m3 doch minder dan 2 m3 per keer
7ÃćâĆňâĂİ
2/ 5ÃćâĆňâĂİ
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten. Hoofdstuk 2.1 Maatstaf en jaarlijks tarief reinigingsrechten. 2.1.1 Het recht bedraagt per belastingjaar voor: het verwijderen 6 266,ÃćâĆňâĂİ van bedrijfsafval als bedoeld in artikel 11, tweede lid, onder
Raadsnummer 05.RZ42Zj..OOi
at+
deel a, per bedrijfspand voor elke per ophaalbeurt te verwijderen hoeveelheid van 240 liter.
Hoofdstuk 2.2 Maatstaven en overige tarieven reinigingsrechten.
2.2 Het recht bedraagt voor: 2.2.1 het verwijderen van colli, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, onderdeel b, voor elke 20 kg of gedeelte dat het collo
weegt 2.2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2.1 bedraagt het recht voor het achterlaten van met huishoudelijk afval gelijk te stellen bedrijfsafval van beperkte omvang en hoeveelheid (uitsluitend kantoor-, winkel- en dienstenafval) op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, onderdeel g, bij een maximaal aanbod van 2 m’ per keer: 2.2.2.1 indien deze worden aangeboden per fiets/fietskar 2.2.2.2 indien deze worden aangeboden per auto
7ÃćâĆňâĂİ
2,ÃćâĆňâĂİ
5,ÃćâĆňâĂİ
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Behoort bij raadsbesluit van 12 december 2005 tot vaststelling van de Tarieventabel 2006, behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2006.
Eindhoven, 12 december 2005. De griffier.
rp
Raadsnummer 05.RZ42g.OOZ
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet; gelet op het aangenomen amendement A3 tot wijziging van het tarief en de tekst van 14.3.1 van de tarieventabel, categorie D; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2006. Artikel 7. Aard van de heffing en belastbaar feit.
Onder de naam "leges" worden rechten geheven terzake van het door of vanwege de gemeente verlenen van de diensten, bedoeld in deze verordening en in de daarbijbehorende tarieventabel.
Artike/2. Belastingplicht. De leges worden geheven van de aanvrager dan wel van degene te wiens behoeve de dienst wordt aangevraagd.
Artikel 3. Tarieven. 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend. Artikel 4. VVijze van heffing.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Artikel 4a. Voorlopige vordering.
Indien de bouwkosten, genoemd in de tarieventabel onder 8.1.2, op het moment van in behandeling nemen van de aanvraag niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 5. Termijnen van betaling, 6. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4: a. mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
Raadsnummer 05.RZ42y.ooI
b. schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel wanneer de kennisgeving wordt toegezonden binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.
Artikel 6. Teruggaaf. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges terzake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een verzoek als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbijbehorende tabel opgenomen bepaling. Artikel 7. Vrijstellingen. 1. Leges worden niet geheven voor: a. stukken of handelingen, welke ambtshalve of ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos worden afgegeven of verricht; b. inlichtingen, opgaven, handelingen of stukken, welke met vergunning van het college van burgemeester en wethouders, worden verstrekt, verricht of afgegeven ten behoeve van rechtstreeks gebruik voor het algemeen belang dienende voorlichting over de gemeente, haar organen en instellingen; c. verklaringen van on- en minvermogen; 2. a. De leges, genoemd in de tabel onder 1.1.1,1.1.2,1.1.4, 2.1, en 2.2 worden niet geheven voor de in het openbaar belang afgegeven stukken en verstrekte inlichtingen aan openbare besturen, ambtenaren en instellingen. b. De leges, genoemd in de tabel onder 2.1 en 2.2 worden niet geheven voorzover de daarbij vermelde stukken met vergunning van het college van burgemeester en wethouders worden afgegeven aan politieke groeperingen, waarvan de aanduiding bij de Kiesraad is geregistreerd dan wel welke aan de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen hebben deelgenomen. c. De leges, genoemd in de tabel onder 2.2.1.2 en 2.2.1.3 worden niet geheven, voorzover het betreft de exemplaren van de raadsbijlagen welke op eigen initiatief door of vanwege het college van burgemeester en wethouders worden verstrekt aan belangstellenden voor raadsvergaderingen, teneinde het deze mogelijk te maken de vergadering aan de hand van de stukken te volgen. d. De leges, genoemd in de tabel onder 7.1 worden niet geheven indien de nasporing uitsluitend wordt verricht voor een wetenschappelijk doel of in het algemeen belang.
Artikel 8. Kwijtschelding. Bij de invordering van leges vindt geen kwijtschelding plaats.
+t+
Raadsnummer 05.R1424.OOZ
Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges. Artikel 70. Inwerkingtreding en citeertitel.
1. De Legesverordening 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.Rr424.OOr
Tarieventabel 2006, behorende bij de Legesverordening 2006.
Hoofdstuk 1 Algemeen. Gedrukte stuk- 1.1 ken afschriften, beschikkingen
Het tarief bedraagt, voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere
wettelijke regeling een tarief is opgenomen, terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte
enz. (algemeen)
van:
1.1.2 1.1.3
1.1.4 1.1.5
1.1.5.1
1.1.5.2 1.1.5.3
1.1.5.4 1.1.6 1.1.6.1
1.1.6.2
gewaarmerkte afschriften van stukken, per pagina een beschikking op een verzoek stukken of uittreksels, welke op verzoek van de aanvrager moeten worden opgemaakt, per pagina afschriften, doorslagen of fotokopieen van stukken, per pagina fotokopieen van bouwtekeningen, overzichtskaarten, bestemmingsplankaarten en tekeningen, behorende bij voorbereidingsbesluiten, per fotokopie: A 4-formaat A 3-formaat A 2-formaat A 1-formaat
lichtdrukken van tekeningen: voor het eerste exemplaar voor elk volgend exemplaar van hetzelfde plan
2,25 2,65
0,20 0,20
0,85 1,70 3,40 6,80 9,25 3,45
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken. Voorjaarsnota,
2.1
begroting, jaarrekening 2.1.1
2.1.2 2.1.3
2.1.4 2.1.5 2.1.6
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van: de Voorjaarsnota de Programmabegroting de Productenraming een Tussentijdse rapportage Het Concernverslag De Concernrekening
10,25
15,25 15,25 10,25 15,25 15,25
Raadsnummer 05.RZ424.OOI
2.1.7
het jaarboek van de afdeling bestuursinformatie en onderzoek
2.1.8 2.2
het investeringsplan Het tarief bedraagt terzake van: het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar: van de notulen van een raadsvergadering per pagina met een maximum van
2.2.1
Raadsnotulen, bijlagen, gemeentebladen
2.2.1.1
2.2.1.2 2.2.1.3 2.2.2
van de raadsbijlagen per pagina van een gemeenteblad, per pagina het afsluiten van een abonnement voor
2.2.2.1
een kalenderjaar op: de notulen van de openbare raadsverga-
2.2.2.2 2.2.2.3
deringen de raadsbijlagen het gemeenteblad
14,50 16,25
018 3,65 0,18 0,18
43,ÃćâĆňâĂİ
83,ÃćâĆňâĂİ
25,ÃćâĆňâĂİ
Hoofdstuk 3 Burgerlijke Stand. Huwelijken
3.1
3.1.1
Het tarief bedraagt terzake van: het voltrekken van een huwelijk dat niet op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879 (Stb. 72) kosteloos wordt voltrokken: in Huize De Burgh dan wel het Stadshuis:
a. op werkdagen van maandag tot en met vrijdag
b. op zaterdag Trouwboekje
3.1.2 3.1.3
20 50
8,90
Nasporing burgerlijke stand
3.2
het tarief bedraagt terzake van het doen van nasporing in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier
Wet rechten
3.2.1
Terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de
burgerlijke stand
326,ÃćâĆňâĂİ
471,ÃćâĆňâĂİ
het verstrekken van een trouwboekje het verstrekken van een trouwboekje in luxe uitvoering
Wet rechten burgerlijke stand geldt het
6,50
rp Op f$
Raadsnummer 05.RZ4.24.OOI
tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
Partnerschapsakte
3.3 3.3.1
het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het opmaken van een akte van registratie van een partnerschap: in Huize De Burgh dan wel het Stadshuis: a. op werkdagen van maandag tot en met vrijdag b. op zaterdag
3.3.2 3.3.3
Omzettingsakte 3.4 3.4.1
het verstrekken van een partnerschapsboekje het verstrekken van een partnerschapsboekje in luxe uitvoering
326,ÃćâĆňâĂİ
471,ÃćâĆňâĂİ
6,50
20,50
het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het opmaken van een akte van omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap in Huize De Burgh dan wel het Stads huis:
a op werkdagen van maandag tot en met vrijdag b. op zaterdag 3.5.1
3.5.2
De tarieven terzake van de voltrekking van een huwelijk als bedoeld in onderdeel 3.1.1 worden verhoogd met 459o indien het voltrekken van een huwelijk plaatsvindt op een andere locatie dan het Stadshuis of Huize de Burgh. De tarieven terzake van de aanvraag tot: het opmaken van een akte van registratie van een partnerschap als bedoeld in onderdeel 3.3.1, het opmaken van een akte van omzetting als bedoeld in onderdeel 3.4.1 worden verhoogd met 459o indien het opmaken van een akte van registratie van een partnerschap of het opmaken van een omzettingsakte plaats-
326,ÃćâĆňâĂİ
471,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RI424.OOI
vindt op een andere locatie dan het Stadshuis, Stadskantoor of Huize De Burgh.
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA).
Inlichtingen GBA
4.1
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder een verstrekking verstaan een of meer gegevens omtrent een persoon waarvoor de gemeentelijke bevolkingsadministratie, waaronder begrepen de administraties als bedoeld in de Wet
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 1994, 494) en het
betreffende Reglement, alsmede het voormalige bevolkingsregister, voorzover dit niet aan de (streek-)archivaris is
overgedragen dan wel is onderworpen aan de bepalingen van de Archiefwet, moet worden geraadpleegd. Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag
4.2.1 tot het verstrekken van gegevens op schriftelijk verzoek per verstrekking
8,90
4.2.2 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van een jaar:
4.2.2.1 voor 100 verstrekkingen 4.2.2.2 voor 200 verstrekkingen 4.2.2.3 voor 500 verstrekkingen 4.2.2.4 voor 1.000 verstrekkingen 4.2.2.5 voor 5.000 verstrekkingen 4.2.3 tot het verstrekken van gegevens uit de basisadministratie voor 2.500 inlichtingen of minder
elk volgend honderdtal of gedeelte daarvan vermeerderd met een bedrag van voor het langs geautomatiseerde wijze produceren van de gegevens dan wel het middels
883,ÃćâĆňâĂİ
1.748,ÃćâĆňâĂİ 4.31 2,ÃćâĆňâĂİ
8.326,ÃćâĆňâĂİ
38.244,ÃćâĆňâĂİ
166,ÃćâĆňâĂİ
6,60 863,ÃćâĆňâĂİ
4+
Raadsnummer 05.RIZj.24.OOI
beeldschermen raadplegen van deze gegevens
4.5 Voorzover in de wetgeving elders niet nadrukkelijk anders is bepaald, bedraagt het tarief voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke bevolkingsadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier
8,90
4.6
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 6, zevende lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegeven s
2,27
4.7
Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek verstrekken van een gewaarmerkt afschrift van de gegevens van de aanvrager, als bedoeld in artikel 79, derde lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
15,25
Hoofdstuk 5 Kiezersregister. Kiezersregister 5.1
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van inlichtingen c.q. een uittreksel uit de gemeentelijke be-
volkingsadministratie betreffende de registratie als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet
5,90
Hoofdstuk 6 Identiteitsbewijzen, reisdocumenten, rijbewijzen e.d. Uittreksel/ver-
6.1.0
klaring uit be-
volkingsadministratie-
Legalisatie 6.1.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een uittreksel uit/ verklaring ontleend aan de gemeentelijke bevolkingsadministratie het tarief bedraagt voor het in behande-
5,90
Raadsnummer 05.RI424..OOI
ling nemen van een aanvraag tot het af-
geven van een legalisatie van een handtekening Attestatie de vita
6.1.2
6.1.3.1
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een attestatie de vita het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een nationaal
6.1.3.2
paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen tot het verstrekken van een nationaal
6.1.3.3
paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 6.1.3.1 (zakenpaspoort) tot het verstrekken van een reisdocument
Reisdocumen- 6.1.3 ten
5,90
5,90
39,40
43,95
ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt 6.1.3.4
behandeld (faciliteitenpaspoort) tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 6.1.3.1, 6.1.3.2 en 6.1.3.3 direct bij de aanvraag
van dit nieuwe reisdocument 6.1.3.5
tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in
6.1.3.6
tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld in 6.1.3.5 in een reis-
6.1.3.1, 6.1.3.2 en 6.1.3.3
39,40
8,20
1 9,20
document als bedoeld in 6.1.3.1, 6.1.3.2 en 6.1.3.3:
6.1.3.7
tot het verstrekken van een Nederlandse
6.1.3.8
de tarieven als genoemd in de onderdelen
6.1.3.9
6.1.3.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van het tarief als genoemd in 6.1.3.8 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in
Identiteitskaart (NIK)
8,20
31,25
6.1.3.1 tot en met 6.1.3.3 alsmede in
6.1.3.1, 6.1.3.2 en 6.1.3.3 en het bijschrij-
40,40
Raadanummer 05. RZ424. OOI
ven van een of meer kinderen als bedoeld in 6.1.3.4, slechts een keer per reisdocument berekend 6.1.3.1 0
6.1.3.1 1
het tarief als genoemd in onderdeel 6.1.3.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van indien aan de aanvrager reeds een reisdocument als bedoeld in onderdeel
19,20
6.1.3.1, 6.1.3.2, 6.1.3.3 en 6.1.3.7 werd
verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overlegd, wordt het tarief als genoemd in onderdeel 6.1.3.1, 6.1.3.2, en 6.1.3.7 vermeerderd met Rijbewijs
6.1.4 6.1.4.1
6.1.4.2 6.1.4.3
6.1.4.4
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs tot het aanbrengen van een adreswijziging op een rijbewijs tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen tot het afgeven van een rijbewijs, indien aan de aanvrager reeds een rijbewijs werd verstrekt, welk rijbewijs bij de aanvraag niet kan worden overgelegd de terzake verschuldigde leges, verhoogd met
21,ÃćâĆňâĂİ
25,ÃćâĆňâĂİ
1,54
3,45
21,ÃćâĆňâĂİ
Pas 65
6.1.5
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een landelijk paspoort voor ouderen (Pas 65)
Verklaring 6.1.6 omtrent gedrag
7,10
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een verklaring omtrent gedrag 29,50
Hoofdstuk 7 Gemeentearchief. Nasporing ge-
meentearchief
7.1
Het tarief bedraagt terzake van het doen van nasporing, ongeacht het resultaat, in
de in het gemeentearchief berustende stukken door een ambtenaar van het ge-
)p
Ra ads nummer 0 5. R Z 424. OOZ
meentearchief, per kwartier of gedeelte daarvan
5,85
Hoofdstuk 8 Bouwvergunningen c.a. 8.1
Het tarief bedraagt terzake van het in
8.1.1
Ve rva I l en
8.1.2
een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet, indien de bouwkosten min-
behandeling nemen van: Bouwvergunning
der bedragen dan 6 100.000,ÃćâĆňâĂİ
1,989b over elk
geheel bedrag van 6 100,-van de bouwkosten met een minimum van < 73,ÃćâĆňâĂİ
6 100.000,ÃćâĆňâĂİ bedragen of meer
6 1.980,ÃćâĆňâĂİ
vermeerderd met 1,579o over elk
geheel bedrag van < 1.000,ÃćâĆňâĂİ waar-
mee de bouwkosten < 100.000,-
te boven gaan
8.1.3 een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, indien de bouwkosten minder bedragen dan < 230.000,ÃćâĆňâĂİ
2,209o over elk ge-
heel bedrag van
6 100,-van de bouwkosten met een minimum van 6 73,ÃćâĆňâĂİ
6 230.000,ÃćâĆňâĂİ of meer doch minder dan < 1.155.000,ÃćâĆňâĂİ
6 5.060,ÃćâĆňâĂİ ver-
meerderd met 1,969o over elk ge hee I bedrag va n 6 1.000,ÃćâĆňâĂİ waar-
mee de bouwkosten 6 230.000,ÃćâĆňâĂİ
- te boven gaan meer bedragen dan 6 1.155.000,ÃćâĆňâĂİ
6 23,190,ÃćâĆňâĂİ
vermeerderd met
Ra a d a nummer 0 5. R Z 424. OOZ
wfa
1,389o over elk
geheel bedrag van < 1.000,ÃćâĆňâĂİ waar-
mee de bouwkosten 6 1.155.000,ÃćâĆňâĂİ te
8.1.4
een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woning-
wet 8.1.5
Bouwplan, waarvoor een
openbare kennisgeving plaatsvindt
boven gaan. 509o van het tarief
als genoemd onder onderdeel 8.1.3
1009o van het een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld tarief als genoemd in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet onder onderdeel 8.1.3., verminderd met de leges bedoeld onder onderdeel 8.1.4
8.1.6 indien het verzoek tot beoordeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een openbare kennisgeving plaatsvindt, wordt het overeenkomstig 8.1.2, 8.1.3, 8.1.4 of 8.2.5 bereken-
de bedrag verhoogt met Bouwplan, met toepassing van artikel 11, 15, 16 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde of zesde lid van de
Woningwet
201,ÃćâĆňâĂİ
8.1.7.1 indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is en waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde of zesde lid, van de Woningwet en bovendien een hogere grenswaarde-procedure vereist is, wordt het overeenkomstig 8.1.2, 8.1.3, 8.1.4 of 8.2.5 berekende bedrag verhoogd met
8.1.7.2 indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan conform 8.1.7.1, waarbij
geen hogere grenswaarde-procedure
4.722,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RIZj.24.OOI
vereist is, wordt het overeenkomstig 8.1.2, 6 3.073,ÃćâĆňâĂİ
8.1.3, 8.1.4 of 8.2.5 berekende bedrag
verhoogd met 8.1.7.3 indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is en waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, tweede lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde of zesde lid van de Woningwet, wordt het overeenkomstig 8.1.2, 8.1.3, 8.1.4, of 8.2.5 berekende bedrag verhoogd met 8.1.7.3.1 indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan conform 8.1.7.3, waarvoor geen verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is wordt het overeenkomstig 8.1.2, 8.1.3, 8.1.4 of 8.2.5 berekende bedrag verhoogd met
876,ÃćâĆňâĂİ
8.1,7.4 vervallen 8.1.7.5 indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is en waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11 (binnenplanse anticipatie) 15, 16 of 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde of zesde lid van de Woningwet wordt het overeenkomstig 8.1.2, 8.1.3, 8.1.4 of 8.2.5 berekende bedrag verhoogd met
8.2.1 Vervallen 8.2.2 Vervallen Teruggaaf bouwleges
8.2.3 indien: a. een aanvraag om bouwvergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen
876,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
b. een aanvraag om bouwvergunning wordt geweigerd, wordt, tot uiterlijk een jaar na dagtekening van de intrekking danwel de
weigering van de bouwvergunning, op aanvraag teruggaaf van 50%b van de
geheven leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning overeenkomstig 8.1.2, 8.1.3, 8.1.4, 8.1.5 of 8.2.5, verleend.
Echter, met dien verstande dat zij nimmer minder dan < 73,ÃćâĆňâĂİ zullen bedragen. Over
8.2.4
dit drempelbedrag is geen teruggaaf van leges mogelijk. indien een verleende bouwvergunning wordt ingetrokken, omdat daarvan geen gebruik wordt gemaakt, wordt, tot uiterlijk een jaar na dagtekening van de intrekking van de bouwvergunning, op aanvraag binnen zes weken nadat de bouwvergunning is ingetrokken, teruggaaf van 50&o van de geheven leges verleend voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning overeenkomstig 8.1.2 of 8.1.3 of 8.1.4, 8.1.5 of 8.2.5
Afwijking eer-
der ingediend bouwplan
8.2.5
indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend of geweigerd, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 8.1.2 of 8.1.3 of 8.1.4 of 8.1.5, met dien verstande dat zij nimmer minder dan 6 73,ÃćâĆňâĂİ zullen bedra-
gen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. Indien na weigering een gewijzigd plan wordt
Raadsnummer 05.RI424. OOI
w/i Definitie bouw- 8.3 kosten
ingediend, kan niet tevens eenverzoek om teruggaaf van leges worden gedaan. onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk
verstaan de onder normale omstandigheden totstandgekomen aannemingssom als bedoeld in par. 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden (U.A.V) voor de uitvoering van werken, voor het uit te voeren werk, of voorzover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Tot de bouwkosten wordt de omzetbelasting gerekend, ongeacht of de belastingplichtige de omzetbelasting terzake al dan niet op de voet van artikel 15 van de Wet op de Omzetbelasting 1968 voor aftrek in aanmerking kan brengen.
Overschrijving 8.4 bouwvergunning
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van:
8.4.1 een verzoek tot het overschrijven van een geweigerde of verleende bouwvergun8.4.1.1
Principe-, vrijstellings- en
ontheffingsverzoek
8.4.2
ning: een verzoek tot het verlengen van een tijdelijke vergunning: a. een schriftelijk verzoek om uitsluitsel omtrent de bebouwings- en/of gebruiksmogelijkheden van een bepaald perceel b. een schriftelijk verzoek om een welstandstoets c. een verzoek om vrijstelling van het bestemmingsplan d. een verzoek om een beslissing omtrent het verlenen van medewerking door de gemeente voor het uitwerken/wijzigen van het bestemmingsplan e. een schriftelijk verzoek om een toets aan het Bouwbesluit
73,ÃćâĆňâĂİ
73,ÃćâĆňâĂİ
73,ÃćâĆňâĂİ
73,ÃćâĆňâĂİ
73,ÃćâĆňâĂİ
73,ÃćâĆňâĂİ
73,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RZ4.24.OOZ
f. een schriftelijk verzoek om gelijkwaardeigehdi m.b.t. het bouwbesluit.
Verzoek waar- 8.4.3 voor een openbare kennis-
g. een schriftelijk verzoek om ontheffing van de leefmilieuverordening. indien voor een verzoek als bedoeld in
8.4.2 een openbare kennisgeving plaatsvindt, wordt het overeenkomstig 8.4.2 berekende bedrag verhoogd met
geving plaatsvindt
Verzoek waar- 8.4.4.1
indien het verzoek als bedoeld in 8.4.2
voor toepassing van artikel 11, 16 en 19 van de
betrekking heeft op een verzoek waarvoor een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is en waarvoor een vergunning c.q. vrijstelling moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde of zesde lid van de Woningwet en bovendien een hogere grenswaardeprocedure vereist is, wordt het overeenkomstig 8.4.2 of 8.4.3 berekende bedrag verhoogd met indien het verzoek als bedoeld in punt 8.4.2 betrekking heeft op een verzoek conform 8.4.4.1, waarbij geen hogere grenswaarde-procedure vereist is, wordt het overeenkomstig 8.4.2 of 8.4.3 berekende bedrag verhoogd met indien het verzoek als bedoeld in punt 8.4.2 betrekking heeft op een verzoek, waarvoor een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is en waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, tweede lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde of zesde lid van de Woningwet, wordt het overeenkomstig 8.4.2. of 8.4.3 berekende bedrag verhoogd met indien het verzoek als bedoeld in punt 8.4.2 betrekking heeft op een verzoek, conform 8.4.4.3, waarvoor geen verklaring
Wet op de Ruimtelijke Ordening of art. 50, vierde of zesde lid van de
Woningwet nodig is
8.4.4.2
8.4.4.3
8.4.4.4
73,ÃćâĆňâĂİ
73,ÃćâĆňâĂİ
201,ÃćâĆňâĂİ
4.722,ÃćâĆňâĂİ
3.073,ÃćâĆňâĂİ
1.751,ÃćâĆňâĂİ
r+p
Op
Raadsnummer 0 5. RZ424. OOI
van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is, wordt het overeenkomstig 8.4.2 of 8.4.3 berekende bedrag verhoogd met
876,ÃćâĆňâĂİ
8.4.4.5 vervallen 8.4.4.6 indien het verzoek als bedoeld in punt 8.4.2 betrekking heeft op een verzoek waarvoor een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is en waarvoor een vergunning c.q. vrijstelling moet worden verleend met toepassing van artikel 11 (binnenplanse anticipatie), 15, 16 of 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde of zesde lid van de Woningwet wordt het overeenkomstig 8.4.2 of 8.4.3 berekende bedrag verhoogd
876,ÃćâĆňâĂİ
met
Aanpassing bestemmingsplan
8.5.1
8.5.2
indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan voor de realisering waarvan door de gemeente een uitsluitend op dat individuele bouwplan gericht besluit tot wijziging van een geldend bestemmingsplan en/of van de daarbijbehorende bebouwingsvoorschriften moet worden geentameerd, wordt het overeenkomstig 8.i.2 of 8.1.3 of 8.1.4 of 8.1.5 berekende
bedrag verhoogd met indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan voor de realisering waarvan door de gemeente een uitsluitend op dat individuele bouwplan gericht besluit tot wijziging van een geldend bestemmingsplan en/of van de daarbijbehorende bebouwingsvoorschriften moet worden geentameerd en bovendien voor dat bestemmingsplan een hogere waardeprocedure vereist is, wordt het overeen-
2.080,ÃćâĆňâĂİ
komstig 8.1.2 of 8.1.3 of 8.1.4 of 8.1.5 bere-
kende bedrag verhoogd met
8.6 Het tarief bedraagt terzake van het in
3.731,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RI424. OOI
behandeling nemen van een verzoek om vrijstelling van bepalingen van een bestemmingsplan voor het uitvoeren van werken c.q. werkzaamheden, waarvoor geen bouwvergunning vereist is, doch waarvoor een openbare kennisgeving plaatsvindt, alvorens op het verzoek een beslissing kan worden genomen
Verzoek om vrijstelling van beste mmin g s-
planbepalingen voor het uitvoeren van werkzaamheden
Aanlegvergun- 8.7
Het tarief bedraagt terzake van het in
ning
behandeling nemen van: een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aan-
8.7.1
201,ÃćâĆňâĂİ
legvergunning) 73ÃćâĆňâĂİ
8.7.2
8.7.3
Indien voor een verzoek als bedoeld in
onderdeel 8.7.1 een openbare kennisgeving plaatsvindt, dan wordt het overeenkomstig onderdel 8.7.1 verschuldigde bedrag verhoogd met < 201,ÃćâĆňâĂİ indien de aanvraag betrekking heeft op een vergunning waarvoor een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten noodzakelijk is en waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11 (binnenplanse anticipatie) 15, 16 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Stb. 1962, 286) of artikel 50, vijfde lid, van de Woningwet (Stb. 1991, 439), wordt het overeenkomstig 8.7.1 berekende bedrag verhoogd met 6 876,ÃćâĆňâĂİ
Huisvestingswet
8.8
Huisvestings-
8.8.1
verordening
8.8.2
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot beloning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b van de
384,ÃćâĆňâĂİ
vp
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
8.8.3
8.8.4.1
8.8.4.2 8.8.4.3
8.8.5
Huisvestingswet tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet om een vergunning ingevolge de Huisvestingsverordening Eindhoven: per kamer met een minimum van om uitbreiding van de vergunning als bedoeld in 8.8.4.1, per kamer het overschrijven van een verleende vergunning ingevolge de Huisvestingsverordening Eindhoven indien:
384,ÃćâĆňâĂİ
384,ÃćâĆňâĂİ
96,ÃćâĆňâĂİ
384,ÃćâĆňâĂİ
96,ÃćâĆňâĂİ
73,ÃćâĆňâĂİ
a. op een aanvraag om vergunning afwijzend wordt beschikt; b. een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; c. de vergunning wordt ingetrokken, omdat daarvan geen gebruik wordt gemaakt; wordt, tot uiterlijk een jaar na dagtekening van de afwijzing dan wel de intrekking van de aanvraag, op verzoek teruggaaf van 50%o van de geheven leges
verleend
Sloopvergun- 8.9 ning 8.9.1
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van: Een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning, als bedoeld in artikel 8.1 van de Bouwverordening, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van: 10 m’ t/m 20 m’ 21 m’ t/m 50 m’
73,ÃćâĆňâĂİ
219,ÃćâĆňâĂİ
658-
51 m’ t/m 100 m’ 101 m’ t/m 500 m’
1.315,ÃćâĆňâĂİ
meer dan 500 m’
2.61 6,ÃćâĆňâĂİ
8.9.1.1. Een sloopvergunning op grond van de Leefmilieuverordening
73,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RZ424.OOI
8.9.2 Indien: a. op een sloopaanvraag afwijzend wordt beschikt; b. een sloopaanvraag wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; wordt, tot uiterlijk een jaar na dagtekening van de intrekking dan wel de weigering van de sloopaanvraag, op verzoek teruggaaf van 509o van de geheven leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning, verleend. Echter, met dien verstande dat zij nimmer minder dan 6 73,ÃćâĆňâĂİ zullen
8.9.3
bedragen. Over dit drempelbedrag is geen teruggaaf van leges mogelijk. Indien een sloopvergunning wordt ingetrokken, omdat daarvan na verlening geen gebruik wordt gemaakt, wordt op verzoek, binnen zes weken nadat de vergunning is ingetrokken 5096 van de geheven leges verleend voor het in behandeling nemen van het verzoek tot beoordeling van een sloopaanvraag, als vermeld in 8.9.1. Echter, met dien verstande dat zij nimmer minder dan < 73,ÃćâĆňâĂİ zullen bedragen. Over
8.9.4
dit drempelbedrag is geen teruggaaf van leges mogelijk. Indien een aanvraag betrekking heeft op een eerder ingediende sloopaanvraag, waarbij nog geen verrekening heeft plaatsgevonden als bedoeld in 8.9.3, worden de voor de oorspronkelijke beslissing geheven leges verrekend, mits de aanvraag wordt ingediend binnen 13 weken nadat de beslissing is genomen, met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief, als vermeld in 8.9.1, met dien verstande dat voor deze laatst genoemde aanvraag zij nimmer minder dan 6 73,ÃćâĆňâĂİ zullen bedragen. Het
vorenstaande vindt geen toepassing
Raadsnummer 05.RI42g.OOZ
indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuwe sloopaanvraag sprake is
Inzage bouwplandossier
8.1 0
8.1 0.1
8.10.2
Beschikbaar
stellen kopieen van bestem-
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van: een verzoek om het ter inzage verstrekken van een bouwplandossier van een voltooid bouwwerk uit het bouwplannenarchief en/of microfiches, ongeacht het resultaat, per bouwplan indien bij het raadplegen van een bouwplandossier op verzoek informatie wordt verstrekt door een technisch ambtenaar wordt het onder 8.10.1 genoemde tarief verhoogd met per kwartier of gedeelte daarvan een verzoek om het verstrekken van fotokopieen of faxen van een bestemmingsplan
7ÃćâĆňâĂİ
17,50
15,75
mingsplan
Bodemonder- 8.11 zoek 8.1 1.1
8.1 1.2
Hoofdstuk 9 Vervallen.
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van: een aanvraag tot het onderzoek naar de mogelijkheid van het verlenen van een vrijstelling als bedoeld in artikel 2.1.5 van
de Bouwverordening een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de Bouwverordening
Wet mil i eubeh eer verg unnin g e n.
73,ÃćâĆňâĂİ
281,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RI4.24..OOI
ufo Hoofdstuk 10
Vergunningen geluidhinder
Geluidhindervergunningen. 10.1
10.1.1
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een ontheffing ingevolge artikel 4.1.7, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven voor het in werking hebben van een toestel of
geluidsapparaat
Inregelen en 10.2 10.2.1
Hoofdstuk 11
363,ÃćâĆňâĂİ
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
verzegelen muziekbegrenzer
tot het opnieuw inregelen en verzegelen van een muziekbegrenzer teneinde deze weer te laten voldoen aan de in de muziekvergunning gestelde voorwaarden
154,ÃćâĆňâĂİ
Lozingsvergunningen c.a.
Ve r va i i en.
Kadaster.
Hoofdstuk 12 Kadaster
1 2.1
1 2.1.1
12.1.2 12.1.3
het tarief bedraagt voor het verrichten van nasporing in het kadaster, per object: voor het leveren van een kadastraal uittreksel
voor hypothecaire informatie voor informatie uit akten voor informatie uit akten
1 2.1.4
Hoofdstuk 13
voor informatie uit de kadastrale kaart, inbegrepen een kopie op A4 of A3 formaat
Vergunningen, verklaringen e.d. 13.1
Ontheffing bij- 13.1.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een ontheffing als bedoeld in artikel 87
5,65 5,65
11,20
5,65
Raadsnummer 05.RI/24.OOI
zonder vervoer
13.1.2
Ontheffing inrij- 13.1.3 verbod e.d.
Ontheffing gebruik busbaan en busstrook
1 3.1.4
1 3.1.6
13.1.7
13.1.8 1 3.1.9
35,50
450)
66,ÃćâĆňâĂİ
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) anders dan bedoeld in onderdeel 13.1.1
66,ÃćâĆňâĂİ
een ontheffing voor het gebruik van een busbaan / busstrook als bedoeld in artikel 81 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
Vervoervergun- 13.1.5 ningen
Kienbijeenkomst
van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voorzover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement (Stb, 1994,
een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Wet personenvervoer dan wel een verlenging, overdracht of wijziging van die vergunning op verzoek van de vergunning houder een set meldingsformulieren van een kienbijeenkomst ingevolge artikel 7c van de Wet op de kansspelen vervallen vervallen indien: a. de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 3.1.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 3.1.5, 3.1.6, 3.1.7 of 3.1.8 wordt inge-
trokken, voordat hierop een beslissing is genomen; b. op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 3.1.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 3.1.5, 3.1.6, 3.1.7 of 3.1.8 afwij-
zend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 809a (a)
respectievelijk 609o (b) van de gehe-
ven leges verleend
33,ÃćâĆňâĂİ
6,70
20,ÃćâĆňâĂİ
Ra a d s nummer 0 5. RI4 24. OOI
ufo Hoofdstuk 14 Vergunningen Stadsdelen.
14.1
Standplaatsver- 14.1.1 gunning Gebruik openbare grond
14.1.2
1 4.1.2.1
1 4.1.2.2
Openbare ruimte. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een standplaatsvergunning ingevolge artikel 5.2.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven een vergunning ingevolge artikel 2.1.5.1, van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven voor het in, op, boven of over de weg aanbrengen of hebben van voorwerpen, indien het betreft een uitstalling
1 4.1.2.3
leidingen een benzinestation
1 4.1.2.4
bouwschuttingen e.d.:
66,ÃćâĆňâĂİ
66,ÃćâĆňâĂİ
66,ÃćâĆňâĂİ
2.165,ÃćâĆňâĂİ
klasse A:
7.61 5,ÃćâĆňâĂİ
klasse B:
3.286,ÃćâĆňâĂİ
klasse C:
526,ÃćâĆňâĂİ
klasse D:
66,ÃćâĆňâĂİ
Bovenstaande klassen zijn nader gedefinieerd in de bij deze tarieventabel behorende bijlagen "overzicht indeling onderdeel 14.1.2.4.". 1 4.1.2.5
1 4.1.2.6
Kapvergunning 14.1.3.1
overige objecten indien de vergunningaanvraag als bedoeld onder 14.1.2.4 (bouwschuttingen e.d.) betrekking heeft op meer dan een project in een kalenderjaar, is voor het tweede en elk volgend project de helft van het onder 14.1.2.4 genoemde bedrag verschuldigd een vergunning ingevolge artikel 4.5.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven voor het kappen van: 1 tot 20 bo(o)m(en), per boom: 20 bomen of meer:
Reclamevergunning
1 4.1.4
een reclamevergunning als bedoeld in artikel 4.7.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven
367,ÃćâĆňâĂİ
75ÃćâĆňâĂİ
1.500,ÃćâĆňâĂİ
526,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RI424.OOI
Vergunning inzamelen afvalstoffen
14.1.5
een vergunning voor het inzamelen van afvalstoffen ingevolge artikel 4.2.2.5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven
Ventvergunning
14.1.6
een ventvergunning ingevolge artikel
Collectevergun 14.1.7 ning
Ontheffing straatartiest
66,ÃćâĆňâĂİ
5.2.2. van de Algemene Plaatselijke Ver-
14.1.8
ordening Eindhoven, geldig voor ten hoogste twaalf maanden een collecte- of inzamelvergunning ingevolge artikel 5.2.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven een straatartiestontheffing ingevolge artikel 2.1.4.3., eerste lid van de Algeme-
ne Plaatselijke Verordening Eindhoven E 14.1.9
131,ÃćâĆňâĂİ
50ÃćâĆňâĂİ
20,50
indien: a. de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 14.1.1 tot en met 14.1.8 wordt ingetrokken, voordat hier op een beslissing is genomen b. op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 14.1.1 tot en met 14.1.8 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 809o (a) respectievelijk 601o (b) van de ge-
heven leges verleend Verkeer en vervoer. 14.2
Gehandicapten- 14.2.1 parkeerkaart/ ontheffing plaatsen rijwiel
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een Gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in hoofdstuk IV (landelijk) van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW, Stb. 1990, 460)
14.2.2
Vervallen.
14.2.3
een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 87 (gemeentelijk) van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990, Stb. 1990, 459)
14.2.4
Vervallen.
35,00
35,00
Raadsnummer 05.RZ424.OOI
& ++ 14.2.5
een ontheffing van het verbod tot het plaatsen van een fiets in de binnenstad ingevolge artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
14.2.6
Ve rva I l en.
1 4.2.7
14.2.8
35,00
een wijziging of duplicaat van de onder 14.2.1, 14.2.3 of 14.2.5 bedoelde gehan-
dicaptenparkeerkaart respectievelijk ontheffing: een duplicaat van een van gemeentewege verleende vergunning, anders dan bedoeld in onderdeel 14.2.1 tot en met 14.2.7, voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
35,00
11,25
Evenementen en activiteiten. 14.3
Organiseren van een evenement
14.3.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een vergunning ingevolge artikel 2.2.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven voor het organiseren van een evenement
categorie D: voor kleinschalige straaten buurtfeesten geldt een
meldingsplicht categorie C: regulier evenement categorie B: evenementen met verhoogde aandacht categorie A: risico-evenementen categorie A+: evenementen met hoog
I
0ÃćâĆňâĂİ
197,ÃćâĆňâĂİ
578,ÃćâĆňâĂİ
2,165,ÃćâĆňâĂİ
5.972,ÃćâĆňâĂİ
I’I SI CO
bovenstaande categorieen A+, A, B en C
zijn nader gedefinieerd in de bij deze tarieventabel behorende bijlagen "overzicht criteria voor risicoanalyse evenementen"
Uitwegvergun- 14.3.2 ning Winkeltijdenwet
een uitwegvergunning ingevolge Artikel 2.1.5.3. van de Algemene Plaatselijke
14.3.3
Verordening Eindhoven een ontheffing ingevolgde de Winkeltijdenwet
394,ÃćâĆňâĂİ
131,ÃćâĆňâĂİ
Ra a d s nummer 0 5. R I 4 24. OOI
Âńfe Loterijvergun- 14.3.4 ning Vergunning wielerwedstrij-
een loterijvergunning ingevolge artikel 3 van de Wet op de kansspelen een vergunning voor het houden van wedstrijden met voertuigen ingevolge 578,ÃćâĆňâĂİ artikel 24 van de Wegenverkeerswet een vergunning ingevolge artikel 2.1.4.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven voor het op of aan de weg geven van een vertoning voor publiek, het op enigerlei wijze ten gehore brengen van muziek dan wel het geven of houden van een feest of wedstrijd < 197,ÃćâĆňâĂİ indien:
27,ÃćâĆňâĂİ
14.3.5
den e.d.
Muziekvergun- 14.3.6 ning
14.3.7
a. de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 14.3.1 tot en met 14.3.6 wordt ingetrokken, voordat hier op een beslissing is genomen b. op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 14.3.1 tot en met 14.3.6 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 8096 (a) respectievelijk 609o (b) van de ge-
heven leges verleend
14.4
Vergunning hondenhandelaren
1 4.4.1
Vergunning speelautomaat
14.4.2
Gebruik panden offuncties. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een honden- of kattenhandelvergunning ingevolge artikel 2 van de Wet op de
dierenbescherming
128,ÃćâĆňâĂİ
terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van
een aanwezigheidsvergunning voor een tijdvak van 12 maanden, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen, is de aanvrager een vergoeding verschuldigd van:
a indien de vergunning voor een speelautomaat geldt b. indien der vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt,
56,50 22,50
Ra a d a nummer 0 5. R I 424. OOI
1 4.4.2.1
1 4.4.2.2
vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten, waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van onderdeel 14.4.2 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de in onderdeel 14.4.2 bedoelde bedra-
gen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van der vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. onderdeel 14.4.2 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van 14.4.2. sub a in plaats van E 56,50 een bedrag van < 226,50 en voor de toepassing van 14.4.2 sub b in plaats van 6 22,50 een bedrag van 6 90,50 en in plaats van E 34,ÃćâĆňâĂİ een bedrag van 6 136,ÃćâĆňâĂİ
geldt 14.4.3
ve rva I l en.
Ontheffing sluitingsuur
14.4.4
Drank- en
1 4.4.5.1
een ontheffing van het tijdstip van sluiting van een voor het publiek toegankelijke inrichting, als bedoeld in artikel 2.3.1.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid van de Drank- en Horecawet < 950,ÃćâĆňâĂİ een administratieve wijziging van de vergunning als bedoeld in 14.4.5.1 van
Horecawet 1 4.5.5.2
deze tarieventabel 197,ÃćâĆňâĂİ 1 4.5.5.3
een ontheffing als bedoeld in artikel 35
van de Drank- en Horecawet 35,ÃćâĆňâĂİ 1 4.5.5.4
een vergunning ingevolge artikel van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven inzake de exploitatie van een
1 4.4.5.5
een administratieve wijziging van een bestaande exploitatievergunning als bedoeld in 14.4.5.3. van deze tarieven-
horecabedrijf 866,ÃćâĆňâĂİ
Raadanummer 05.RI424.OOI
wfÂż tabel, zonder volledige toetsing 14.4.6.1 een vergunning ingevolge artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven inzake de exploitatie van een seksinrichting of escortbedrijf 6 1.840,ÃćâĆňâĂİ 14.4.6.2 een administratieve wijziging van een bestaande vergunning als bedoeld 197,ÃćâĆňâĂİ
Seksinrichtin-
gen
onder 14.4.6.1, zonder volledige toetsing 6 526,ÃćâĆňâĂİ
14.4.6.3 een geschiktheidverklaring voor een seksinrichting of escortbedrijf
726,ÃćâĆňâĂİ
14.4.7 indien: a. de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 14.4.1 tot en met 14.4.6.3 wordt ingetrokken, voordat hier op een beslissing is genomen b. op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 14.4.1 t/m 14.4.6.3
afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 809a (a) respectievelijk 609o (b) van de geheven leges
verleend
Hoofdstuk 15 Vergunningen e.d. van de Brandweer. 15.1
Gebruiksver- 15.1.1 gunning in verband met
brandveilig gebruik van een bouwwerk
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een vergunning ingevolge artikel 6.1.1 van de Bouwverordening ten behoeve van het gebruik van een in dit artikel
omschreven bouwwerk vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte: cat. 1 t/m 100 m’
cat. 2 van meer dan 100 m’ t/m500 m’ cat. 3 van meer dan 500 m’ t/m 2.000
m’ cat. 4 van meer dan 2.000 m’ t/m 5.000 m’ cat. 5 van meer dan 5.000 m’ t/m 50.000 m’
224,ÃćâĆňâĂİ
153,ÃćâĆňâĂİ
1,53 510,ÃćâĆňâĂİ +
0,51 p.m2
1 272 + 0,13 p.m2
1.719,-+ 0,03 p.m2
Raadanummer 05.RZ424.OOI
cat. 6 van meer dan 50.000 m’
2.785,ÃćâĆňâĂİ +
0,01 p.m2
15.1.1.1 indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 15.1.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een
evenement (gebruiksduur maximaal4 weken); 109o van het legestarief vermeld in onderdeel 15.1.1
15.1.1.2 indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 15.1.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging dan wel uitbreiding van een vergunning als bedoeld in onderdeel 15.1.1 bedraagt het legestarief indien het betreft:
a uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 109o van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte bestaat: het legestarief vermeld in onderdeel 15.1.1, met dien verstande dat de toe-
slag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding b herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting of een gedeelte van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik tenminste 1096 van de gebruiksoppervlakte beslaat: 5096 van het legestarief vermeld in onderdeel 15.1.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte 15.1.1.3 een verklaring van overdracht van gebruikersvergunning aan de nieuwe gebruiker
15.1.2 een vergunning ingevolge artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening Eindhoven 1993 ten behoeve van het
46,50
Raadsnummer 05.Rz42g.ooz
gebruik van een in dit artikel omschreven inrichting, niet zijnde bouwwerk vermeerderd met een toeslag als hier-
218,ÃćâĆňâĂİ
onderaangegeven: voor een inrichting, niet zijnde een bouwwerk, met een gebruiksoppervlakte:
cat.1 t/m100 m’ cat. 2 van meer dan 100 m’ t/m 500 m’ cat. 3 van meer dan 500 m2 t/m 2.000 m’ cat. 4 van meer dan 2.000 m’ t/m 5.000 m’ cat. 5 van meer dan 5.000 m’ t/m 50.000 m’
cat. 6 van meer dan 50.000 m’
153,ÃćâĆňâĂİ
1,53 p.m2 510,ÃćâĆňâĂİ +
0,51 p.m2
1.272,-+ 0,13 p.m2
1.719,-+ 0,03 p.m2 2.786,ÃćâĆňâĂİ +
0,01 p.m2
15.1.2.1 indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 15.1.2 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een inrichting, niet zijnde een bouwwerk, ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4 weken) : 10’ van het legestarief vermeld in onderdeel 15.1.2; 15.1.2.2 indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 15.1.2 betrek-
king heeft op een vergunning tot wijziging dan wel uitbreiding van een vergunning als bedoeld in onderdeel 15.1.2 bedraagt het legestarief indien het betreft:
a. uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 109o van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 15.1.2, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding b herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting of een gedeelte van de inrich-
Raadsnummer 05.RZ42Zj..OOZ
ting, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik tenminste 109o van de gebruiksoppervlakte beslaat: 509e van het legestarief vermeld in onderdeel 15.1.2, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het
gewijzigde gedeelte c een aanvraag van een gebruiksvergunning, zoals bedoeld in onderdeel 15.1.1.2, onderdeel a en b, waarbij de vergunning ouder is dan 10 jaar: het legestarief vermeld in onderdeel 15.1.1. 15.1.2.3
een verklaring van overdracht van gebruiksvergunning aan de nieuwe gebruiker
Ontheffing verbod open vuur en roken
15.1.3
Landen en opstijgen helikopter
15.1.4
een ontheffing als bedoeld in artikel 2.3.5 tweede lid van de Brandbeveiligingsverordening Eindhoven 1993 een toestemming ingevolge artikel 3 aanhef en onderdeel c van het Besluit gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen voor het landen en opstijgen van een helikopter op een niet als luchtvaartterrein aangewezen terrein een toestemming ingevolge artikel 4 aanhef en onderdeel b van het Besluit niet aangewezen luchtvaartterreinen voor het opstijgen van een luchtballon op een niet als luchtvaartterrein aangewezen terrein een brandveiligheidkeuring van een voertuig voor de verkoop van warme spijzen inlichtingen uit brandrapporten plaatsgehad hebbende branden alsmede inlichtingen over brandschaden of andere vormen van hulpverlening door de Brandweer
Opstijgen lucht- 15.1.5 ba I ion
Verkoopvoertuig
15.1.6
Brandrapporten 15.1.7
46,50
46,50
46,50
46,50
93,ÃćâĆňâĂİ
74ÃćâĆňâĂİ
4+
Raadsnummer 05.RI424.OOI
Hoofdstuk 16 Overige stukken. 16.1
Obligatie
16.1.1
Bouwverorde- 16.1.3.1 ning c.a. 16.1.3.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een duplicaat van de mantel en/of het couponblad van een obligatie van een door de gemeente uitgegeven obliga-
tielening een exemplaar van de Bouwverordening een exemplaar van de Kamerverhuur-
verordening 16.1.3.3 1 6.1.3.4 1 6.1.3.5
Brandbeveili- 16.1.4 gingsverordening Inlichtingen
1 6.1.5
inzake Wet
20,ÃćâĆňâĂİ
14,75
8,90
een exemplaar van de Huisvestings-
verordening een exemplaar van de Monumentenverordening een exemplaar van de Verordening op inbraakvertragend hang- en sluitwerk een exemplaar van de Srandbeveiligingsverordening van de gemeente Eindhoven
8,90
8,90
20ÃćâĆňâĂİ
een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet Bescherming Persoons-
bescherming persoonsgegevens
gegevens:
16.1.5.1
16.1.5.1.1 1 6.1.5.1.2
16.1.5.2 1 6.1.5.3
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit ten hoogste 100 pagina’ s, per pagina: met een maximum per bericht van: meer dan 100 pagina’ s
bij verstrekking anders dan op papier dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking
moeilijk toegankelijke gegevensverwerking 1 6.1.5.4
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 16.1.5.1, 16.1.5.1.1., 16.1.5.1.2, 16.1.5.2, 16.1.5.3 meerdere
vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste ge-
0,23 4,50 22,50 4,50
22,50
Raadsnummer 05.RZ424..OOI
1 6.1.5.5
vraagd. het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet be-
scherming persoonsgegevens Instemmingsbesluit Tele-
1 6.2.1
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatie-
1 6.2.1.1
een basisbedrag per strekkende meter indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel
communicatieverordening
wet, vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven: voor traces tot en met 250 meter voor traces vanaf 251 meter 1 6.2.2
plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkens uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld 16.3
Indien een begroting als bedoeld in 16.2.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde, werkdag schriftelijk is ingetrokken
16.4.1
Het tarief bedoeld in onderdeel 16.2.1 wordt verminderd met de van de mel-
der verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet min-
4,50
166,ÃćâĆňâĂİ
662,ÃćâĆňâĂİ
1,31
Raadsnummer 05.RI424.OOI
ÂńfÂż
16.4.2
der dan nihil kan bedragen Het tarief bedoeld in onderdeel 16.2.1 en onderdeel 16.2.1.1 wordt verminderd met 509<>, indien:
a. op een melding afwijzend wordt beschikt
b. een melding wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen c. op verzoek bij intrekking na vergunningverlening, mits dit verzoek binnen een jaar na dagtekening van de intrekking wordt gedaan.
Inbreekvergun- 16.5 ning
16.5.1
16.5.2
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het aanleggen, beschadigen of veranderen van een weg als bedoeld in artikel 2.1.5.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven, vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven: voor traces t/m 250 meter voor traces vanaf 251 meter
een basisbedrag per strekkende meter het tarief bedoeld in onderdeel 16.5 en onderdeel 16.5.1 wordt verminderd met 509o, indien: a. op een aanvraag afwijzend wordt beschikt
b. een aanvraag wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen c. op verzoek bij intrekking na vergunningverlening, mits dit verzoek binnen een jaar na dagtekening van de intrekking wordt gedaan.
Hoofdstuk 17 Gemeentegaranties.
Gemeentega- 17.1 rantie 1 7.1.1
Het tarief bedraagt terzake het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het instemmen met het wijzigen of
166,ÃćâĆňâĂİ
662,ÃćâĆňâĂİ
1,31
ri
Raadsnummer 05.RZ42y.OOZ
omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening Behoort bij het raadsbesluit van 12 december 2005 tot vaststelling van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2006.
Eindhoven, 12 december 2005. De Griffier.
61,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RZ4ZZ)..OOZ
Overzicht criteria voor risicoanalyse evenementen. (behorende bij onderdeel 14.3.1. van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2006).
Class. Overwegingen A+ Evenementen met hdog ris1co,’ meerdere overheidsdiensten (gedeeltelijk) aanwezig tijdens het evenement. meerdere voorbesprekingen overheidsdienst met organisator van het evenement en criteria genoemd onder A
A Risico-evenement (omvang) doelgroep vraagt om verhoogde aandacht van overheid risico-analyse overheidsdienst
verkeersmaatregelen en omleidingen doorgaande wegen voorbespreking overheidsdienst met organisator overheidsdienst gedeeltelijk aanwezig tijdens evenement advisering door minimaal twee overheidsdiensten in het kader van de vergunningverlening en criteria genoemd onder S Evenementen met verhoogde aandacht risicoanalyse overheidsdiensten verkeersmaatregelen op doorgaande wegen advisering door overheidsdienst noodzakelijk afstemming met omgeving noodzakelijk locatie vraagt extra aandacht (schadegevoeligheid) Regulier evenement beperkte afstemming met omgeving noodzakelijk niet meer dan 3.000 bezoekers
weinig tot geen verkeersmaatregelen noodzakelijk weinig tot geen afstemming met de omgeving noodzakelijk locatie niet erg schadegevoelig Wijkevenement op straat- en buurtniveau minder dan 250 bezoekers doelgroep geeft geen aanleiding tot nadere risico-analyse
Raadsnummer 05.RI424.OOI
Overzicht criteria voor klasse-indeling bouwschuttingen e.d. (regulering gebruik openbare ruimte). (behorende bij onderdeel 14.1.2.4 van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2006).
Klasse Criteria voor indeling gebruik van de openbare ruimte
intensieve afstemming met omgeving noodzakelijk advisering van overheidsdiensten noodzakelijk in het kader van de vergunningverlening samenstel van activiteiten zoals damwanden, ontgravingen, bouwkranen, opslag materialen, tijdelijke inritten meerdere voorbesprekingen overheidsdiensten met eventuele aannemer
gelegen in een gebied met meerdere functies zoals woningen, winkels, horeca
verkeersmaatregelen op doorgaande wegen noodzakelijk
gebruik van de openbare ruimte gelegen in een gebied waarbij gebruik openbare ruimte beperkte invloed heeft op de directe omgeving verkeersmaatregelen op doorgaande wegen noodzakelijk
voorbespreking overheidsdiensten met eventuele aannemer noodzakelijk samenstel van activiteiten zoals damwanden, ontgravingen, bouwkranen, opsaleg materialen, tijdelijke inritten
gebruik van de openbare ruimte de openbare ruimte wordt gebruikt in het kader van verbouwing of renovatie van een complex van objecten (woning of bedrijfsruimte)
gelegen in een gebied waarbij het gebruik van de openbare ruimte geen invloed heeft op de directe omgeving geen verkeersmaatregelen noodzakelijk, geen voorbespreking overheidsdiensten met eventuele aannemer noodzakelijk
gebruik van de openbare ruimte de openbare ruimte wordt gebruikt in het kader van verbouwing of renovatie van een complex van een object (woning of bedrijfsruimte)
gelegen in een gebied waarbij het gebruik van de openbare ruimte geen invloed heeft op de directe omgeving geen verkeersmaatregelen noodzakelijk, geen voorbespreking overheidsdiensten met eventuele aannemer n oodz a ke l ij k
& ++
Raadsnummer 05.RI4.2+.OOI
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld in de gemeente Eindhoven 2006.
Artikel l. Aard en voorwerp van de heffing. Onder de naam van "marktgeld" worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven voor het innemen van een standplaats op markten.
Artikel2. Begripsomschrijvingen e.d. 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. een etmaal of een gedeelte daarvan; b. maand en kwartaal: een kalendermaand en een kalenderkwartaal; c. marktverordening: de Marktverordening 2002, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 maart 2002, opgenomen in gemeenteblad 2002, nr. 33; d. markten: de warenmarkten, welke krachtens besluit van de raad op de daarbij aangewezen plaatsen, dagen en tijden worden gehouden; e. standplaats: de op en voor de duur van een markt op grond van artikel 4 van de Marktverordening aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;
f. vaste standplaats: een standplaats die op grond van de Marktverordening tot wederopzegging wordt toegewezen; g. losse standplaats: een standplaats die op grond van de marktverordening als een zogenaamde meeloperplaats wordt toegewezen; h. standwerkerplaats: een standplaats die op grond van de marktverordening wordt toegewezen voor het uitoefenen van de markthandel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk is;
i. standplaatshouder: degene aan wie het op grond van de marktverordening is toegestaan om gedurende een markt een vaste of losse standplaats dan wel standwerkerplaats in te nemen. 2. Voor de berekening van de marktgelden wordt een gedeelte van een strekkende meter voor een volle eenheid gerekend. Artikel 3. Belasti ng plicht. Belastingplichtig is de standplaatshouder.
ri
Raadsnummer 05.RI424.00I
Artikel 4. Heffingsgrondslag en tarieven. Het marktgeld bedraagt per markt per ingenomen strekkende meter standplaats:
a. voor een losse standplaats per dag 2,50 b. voor een vaste standplaats voor een abonnement per
kwartaal ( 25,ÃćâĆňâĂİ
c. voor een standwerkerplaats per dag
7,20
Artikel 5. Ontheffing.
1. Indien een belastingplichtige een hem toegewezen vaste standplaats als gevolg van ziekte, overlijden, bedrijfsopheffing of -staking, ongebruikt laat gedurende de gehele of een deel van de periode waarvoor het abonnementstarief geldt, wordt op verzoek ontheffing verleend van het geheven marktgeld. 2. Deze ontheffing bedraagt:
a. indien de standplaats gedurende de gehele abonnementsperiode ongebruikt is gelaten, het gehele bedrag van het daarvoor geheven marktgeld; b. indien de standplaats gedurende een deel van de abonnementsperiode ongebruikt is gelaten, het bedrag dat gevonden wordt door het bij abonnement geheven marktgeld te verminderen met het marktgeld over de dagen, gedurende welke van de standplaats gebruik is gemaakt, berekend naar het dagtarief genoemd onder letter a van artikel 4. Artikel 6. Wjize van heffing. 1. Het marktgeld wordt geheven bij wege van:
a. een gedagtekende bon of nota voor losse standplaatsen en standwerkerplaatsen; b. een gedagtekende stortings-/acceptgirokaart voor vaste standplaatsen. 2. De in het eerste lid bedoelde bon, nota en stortings-/acceptgirokaart worden aangemerkt als kennisgeving, zoals bedoeld in artikel 233a van de Gemeentewet. Artikel 7. Tijdstip verschuldigdheid. Het marktgeld wordt verschuldigd:
a. voor losse standplaatsen en standwerkerplaatsen bij het innemen van de plaatsen; b. voor vaste standplaatsen bij de aanvang van de abonnementsperiode. Artikel 8, Termijn van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het markt-
geld worden voldaan bij het uitreiken van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving en indien die kennisgeving wordt toegezonden binnen acht dagen na dagtekening van de kennisgeving. 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de lnvorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een
Raadsnummer 05.RIJ.24.OOI
bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 9. Kwijtschelding.
Sij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.
Artikel 11.inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Marktgeldverordening 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktgeldverordening 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.RI424.OO1
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005; gelet op artikel 228 van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting 2006.
Artikel 1. Aard en voorwerp van de heffing. Onder de naam "precariobelasting" wordt een directe belasting geheven terzake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond in de gemeente Eindhoven.
Artikel 2. Begripsbepaiingen. 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
jaar : een kalenderjaar; seizoen : de periode april t/m oktober; kwartaal : een kalenderkwartaal; maand : een kalendermaand; week : een periode van zeven aaneengesloten dagen;
dag : een etmaal. 2. Een gedeelte van een jaar, van een seizoen, van een kwartaal, van een maand, van een week en van een dag wordt gerekend voor een geheel jaar, een geheel seizoen, een geheel kwartaal, een gehele maand, een gehele week en een gehele dag. 3. Een gedeelte van een vierkante meter of van een strekkende meter wordt
gerekend voor een gehele vierkante meter of gehele strekkende meter.
Artikei3. Belastingplicht. De belasting wordt geheven van degene die een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikei4. Maatstaf van heffing en tarief. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met dien verstande dat het bedrag van de belasting nimmer minder bedraagt dan E 4,54 per belastbaar feit.
Raadsnummer 05.RI424.001
Artikel 5. Toepassing tij dsduurtarief. Welk of welke van de in de tarieventabel naar tijdsduur onderscheiden tarieven per belastbaar feit toepassing vindt of vinden wordt bepaald aan de hand van de in het belastingjaar vallende aaneengesloten periode dat het belastbaar feit zich voordoet, zulks in die zin dat een qua tijdsduur op die periode afgestemd tarief of combinatie van tarieven wordt toegepast leidende tot de gunstigste tarieftoepassing voor belastingplichtige.
Artikel 6. Belastingj aar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7. Vrijstellingen. De belasting wordt niet geheven voor:
a. het hebben van werken of voorwerpen, waarvan de aanwezigheid ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd; b. het hebben van kabels, buizen en andere voorwerpen ten dienste van de N.V. Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits-Maatschappij; c. het hebben van gastransportleidingen met toebehoren ten dienste van de N.V. Nederlandse Gasunie met uitzondering van leidingen, welke uitsluitend dienen voor haar levering aan industriele verbruikers; d. het hebben van voorwerpen ten dienste van de gemeente of haar instellingen, alsmede het hebben van buizen en kabels ten dienste van huisaansluitingen voor riolering, gas, water en elektriciteit; e. het hebben van voorwerpen, gebruikt voor activiteiten met een politiek, godsdienstig, sociaal, weldadig doel en, voorzover geen sprake is van een directe of indirecte commerciele (neven)activiteit, voor activiteiten met een sportief, cultureel of recreatief doel;
f. het hebben van plat tegen de gevel van een perceel aangebrachte naamborden of naamplaten, uitsluitend vermeldende de naam van de bewoner en het beroep of bedrijf;
g. het hebben van glas- en papiercontainers, welke zijn geplaatst ten behoeve van recyclingdoeleinden en welke voor gratis publiek gebruik zijn bestemd; h. het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond voorzover reeds uit anderen hoofde een vergoeding is verschuldigd;
i. voor het hebben van uitsluitend een zogenaamde hangtafel, gedurende de periode van 1 november tot 1 april, geplaatst op een van gemeentewege aangewezen plaats, ten behoeve van het zoveel mogelijk beperken van (kapot) glaswerk op straat.
Artikel 8. Ontheffingen. 1. Van de belasting wordt ontheffing verleend indien het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een einde
Q+
Raadsnummer 05.RX424..OOI
heeft genomen. 2. De ontheffing geschiedt over de nog niet ingetreden maanden, weken of dagen van het tijdvak waarover de belasting is verschuldigd, met dien verstande, dat de te betalen belasting nimmer minder bedraagt dan verschuldigd zou zijn geweest, indien per maand, week of dag zou zijn geheven.
Artikel 9. Wijze van heffing. De belasting wordt geheven: a. bij wege van aanslag voor de belasting betrekking hebbende op voorwerpen, die zijn of worden aangebracht voor een periode van een jaar of langer; b. bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving voor de belasting betrekking hebbende op voorwerpen, die zijn of worden aangebracht voor een periode van minder dan een jaar. Arti kei 7 0. Tij ds(i p verschuldigdheid.
De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of voorzover het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond tussentijds aanvangt, met ingang van dat aanvangstijdstip.
Artikel 11. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 is de ingevolge artikel 9, sub a, bij wege van aanslag geheven belasting invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de tweede maand, volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. De ingevolge artikel 9, sub b, bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving geheven belasting moet worden voldaan binnen zeven dagen na dagtekening van de kennisgeving. 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 73. Kwijtschelding. Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Raadsnummer 05.RZ42y.OOZ
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening precariobelasting 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.RZ42g.OOZ
Tarieventabel 2006 (behorende bij de "Verordening precariobelasting 2006")
Indeling tarieventabel
Hoofdstuk 1
Algemeen
Hoofdstuk 2
Bouwmaterialen en dergelijke
Hoofdstuk 3
Terrassen
Hoofdstuk 4
Goederen, materialen, wagens, kramen enz.
Hoofdstuk 5
Reclame
Hoofdstuk 6
Overige voorwerpen
Raadsnummer 05.RX4Z4.OOX
Hoofdstuk 1 Algemeen
1.1.3
Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeenteg rond, voor zover daarvoor in de volgende hoofdstukken geen afzonderlijk tarief is opgenomen, per m’ of m’. per dag per week per maand
1.1.4
perjaar
1.1.1
1.1.2
0,10 0,52 1,56 1 2,48
Hoofdstuk 2 Bouwmaterialen e.d. 2.1
Het tarief bedraagt:
2.1.1
Voor het hebben van een laad- en losinrichting, hijskraan, transportbrug
en / of soortgelijke inrichtingen, per m’ ingenomen grondoppervlak:
a. per maand: b. per jaar: 2.1.2
a. per maand: b. per jaar: 2.1.3
0,95 7,60
Voor het hebben van stelconplaten, per m’ ingenomen oppervlakte grond: 0,95
7,60
Voor het hebben van schuttingen, steigers of dergelijke getimmerten, het opslaan van bouwmaterialen, alsmede voor het hebben van directieketen, directiewagens, schaftwagens, werk- en bergloodsen en dergelijke, per m’ ingenomen grond:
a. per maand: b. per kwartaal: c. per jaar:
4,10 8,20 32,80
Hoofdstuk 3: Terrassen e.d. 3.1
Het tarief bedraagt:
3.1.1
Voor het hebben van een terras voor cafes, restaurants en dergelijke inrichtingen, per m’ ingenomen oppervlakte grond: In gebied A’.
3.1.1.a
a. per dag: b. per week: c. per maand: d. per seizoen: e. per jaar: ’: onder gebied A wordt begrepen het gebied van de gemeente Eindhoven, gelegen op de Markt
0,93 3,03 9,09 45,45 72,72
Ra a d s nummer 0 5.R ?424. OOI
wfÂż 3.1.1.b In gebied B’: a. per dag: b. per week: c. per maand: d. per seizoen: e. per jaar: ’: onder gebied b wordt begrepen het gebied van de gemeente
0,62 2,02 6,06 30,30 48,48
Eindhoven, gelegen binnen of aan de kleine ringbaan (18 Septemberplein-Emmasingel-Keizersgracht-Wal-P.Czn.HooftlaanHertogstraat-Vestdijk), het Stationsplein en Dommelstraat, uitgezonderd de Markt.
3.1.1.c In gebied C’. a. per dag: b. per week: c. per maand: d. per seizoen: e. per jaar:
0,31 1,01
3,03 15,15 24,24
’: onder gebied C wordt begrepen het gebied van de gemeente Eindhoven niet vallende onder gebied A en B.
Hoofdstuk 4: Goederen, materialen, wagens, kramen enz.
4.1 Het tarief bedraagt: 4.1.1 voor het uitstallen of opslaan van al dan niet ter verkoop of verhuring aangeboden goederen of objecten, per m’ ingenomen oppervlakte grond:
a. per dag: b. per week: c. per maand:
d. perjaar:
0,35
E 088 2,64 21,12
4.1.2 voor het innemen van een standplaats anders dan bedoeld in artikel 1 van de Marktverordening 1984, per m2 ingenomen oppervlakte grond: 4.1.2.1 voor standwerkers per dag: 4.1.2.2 voor voertuigen, kramen, tenten e.d, welke gebruikt worden voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van onverschillig welke goederen:
a. per dag b. bij het eenmaal per week innemen van een standplaats: per maand: perjaar: c. bij het tweemaal per week innemen van een standplaats: per week:
1,05
1,05
3,80 30,40 1,97
Raadsnnmmer 05.RI424.OOI
per maand: perjaar: d, bij het driemaal per week innemen van een standplaats: per week: per maand: per jaar:
7ÃćâĆňâĂİ
56,ÃćâĆňâĂİ
2,85 10,ÃćâĆňâĂİ
80,ÃćâĆňâĂİ
e. bij het viermaal of meer per week innemen van een standplaats: per week: per maand: per jaar:
3,50 12,50 6 100,ÃćâĆňâĂİ
voor het hebben van tijdelijke verkoop- en I of kantoorruimte en andere soortgelijke opstallen, per m’ ingenomen oppervlakte grond:
a. per week: b. per maand: c. per jaar: voor het hebben van een automatisch verkooptoestel, indien de frontoppervlakte bedraagt: a. niet meer dan 0,50 m’. 1. per maand; 2. per jaar: b. meer dan 0,50 m’, doch niet meer dan 1 m’. 1. per maand: 2. per jaar:
1,83
5,49 43,92
3,85 30,80
7,70 61,60
c. meer dan 1 m’: 1. per maand:
2. perjaar:
11,55 92,40
voor het hebben van een automatisch weegtoestel of ander toestel:
a. per maand: b. per jaar:
7,70 61,60
voor het hebben van een etalagekast, indien de frontoppervlakte bedraagt: a. niet meer dan 0,50 m’. 1. per maand: 2. per jaar: b. meer dan 0,50 m’, doch niet meer dan 1 m’: 1. per maand: 2. per jaar:
c. meer dan 1 m’: 1. per maand: 2. per jaar:
2,95 23,60
4,43 35 40
5,90 47,20
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
Hoofdstuk 5: Reclame. 5.1
5.1.1.
Het tarief bedraagt: voor het hebben van een reclametegel en dergelijke, voor elke 9 dm2 ingenomen oppervlakte grond of gedeelte daarvan:
a. per maand: b. per jaar: 5.1.2
2,45
19,60
voor het hebben van een tot reclame dienend uithangbord, uithangteken of ander voorwerp:
a. per maand: b. per jaar:
3,85 30,80
Hoofdstuk 6: Overige voorwerpen. 6.1. 6.1.1
Het tariefbedraagt: voor het hebben van rails, per strekkende meter:
a. per maand: b. per jaar: 6.1.2
voor het hebben van buizen, riolen, kokers, kabels en dergelijke voorwerpen, per strekkende meter:
6.1.3
voor het hebben van een container met een vloeroppervlakte:
a. per maand: b. per jaar:
0,95 7,60
0,21
1,69
1. tot 10 m’.
a. b. c. d.
per dag per week: per maand: per jaar:
2,80 7ÃćâĆňâĂİ
21,ÃćâĆňâĂİ
6 168,ÃćâĆňâĂİ
2. van 10 m’ of meer:
a. b. c. d.
per dag: per week: per maand: per jaar:
6.1.4
voor het hebben van een tent, podium of tribune, per m’ ingenomen oppervlakte grond:
6.1.5
voor het hebben van een rijwielparkeertegel, voor elk rijwiel, dat daarin kan worden geplaatst:
a. per dag: b. per week:
a. per maand: b. per jaar: 6.1.6
4,15 10,75 32,25 < 258,ÃćâĆňâĂİ
0,36 0,88
1,02
8,16
voor het hebben van een rijwielrek, per strekkende meter:
a. per maand: b. per jaar:
4,85 38,80
Raadsnummer 05.RZ424.OOI
Q g4+ 6.1.7 Voor het hebben van een spandoek, per dag:
Eindhoven, 12 december 2005. De griffier.
9,50
rp 4 ++
Raadsnummer 05.Rz424.ooz
1$
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2006.
Artikel 7. Aard en voorwerp van de heffing. Voor het gebruik van de begraafplaatsen, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege de gemeente worden verleend, worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven.
Artike/2. Begripsbepalingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. begraafplaats:
elk in de gemeente Eindhoven als gemeentelijke begraafplaats aangewezen terrein; b. bijzonder graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot begraven wordt verleend voor 30 jaren, welk recht op verzoek voor telkens niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd; c. graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek voor telkens niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd; d. kindergraf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek voor telkens niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd; e. graf op het urnenveld:
een graf op het voor urnenveld bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek voor telkens niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd;
f. columbarium: een bouwwerk, waarin urnen in aparte elementen worden geplaatst, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn wordt verleend voor 20
Raadsnummer 05.RZ42g.OOI
wfÂż jaren, welk recht op verzoek telkens voor niet langer dan 10 jaren kan worden
verlengd; g. urnentuin: een speciaal ingerichte tuin, waarin urnen bovengronds worden geplaatst, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek telkens voor niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd; h. asverstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;
i. asbus: een gesloten bus, bevattende de as van een lijk, als bedoeld in het Crematiebesluit;
j. grafteken: op graven aanwezige kruisen, zerken en andere gedenktekenen. k. urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen. Arti kei 3. Belasting pli ebt.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Artikel 4.
4.1 Voor het begraven van een lijk wordt geheven, indien het geschiedt in een bijzonder graf of een graf of een kindergraf 4.2 Voor het bijzetten van een asbus of een urn wordt geheven, indien het geschiedt in een bijzonder graf of een graf of een kindergraf of een graf op een urnenveld, of in het columbarium 4.3 Voor het verstrooien van as op de asverstrooiingsplaats wordt per asbus geheven 4.4 Voor het begraven van een lijk, het bijzetten van een asbus of het verstrooien van as als in de vorige leden van dit artikel bedoeld worden de tarieven verhoogd met 50%o indien zulks geschiedt op zaterdagen, alsmede wanneer dit plaats heeft op werkdagen voor 08.00 uur en na 16.00 uur 4.5 Voor het bijzetten van een onvoldragen vrucht in de ossuaria wordt geheven 4.6 Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven: uit een bijzonder graf uit een graf uit een kindergraf
204,ÃćâĆňâĂİ
102,ÃćâĆňâĂİ
102,ÃćâĆňâĂİ
102,ÃćâĆňâĂİ
102,ÃćâĆňâĂİ
102,ÃćâĆňâĂİ
102,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RZ42g.OOZ
uit een graf op een urnenveld uit het columbarium
4.7 voor het weer terugplaatsen van de asbus, na verwijdering van de asbus als bedoeld in 4.6, wordt geheven
102,ÃćâĆňâĂİ
102,ÃćâĆňâĂİ
102,ÃćâĆňâĂİ
Artikel 5.
5.1 Voor het recht tot begraven en het plaatsen van een urn in een graf, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien het betreft:
een bijzonder graf 11.631,ÃćâĆňâĂİ
een graf 1.216,ÃćâĆňâĂİ een kindergraf 608,ÃćâĆňâĂİ
een graf op het urnenveld 608,ÃćâĆňâĂİ een plaats in het columbarium 608,ÃćâĆňâĂİ een plaats in de urnentuin 608,ÃćâĆňâĂİ 5.2 Bij verlenging van het recht tot het begraven en het plaatsen van een urn in een graf, als bedoeld in artikel 2, voor een termijn van 10 jaren wordt geheven:
voor een bijzonder graf 3.877,ÃćâĆňâĂİ
voor een graf 604,ÃćâĆňâĂİ voor een kindergraf 304,ÃćâĆňâĂİ voor een graf op het urnenveld 304,ÃćâĆňâĂİ
voor een plaats in het columbarium 304,ÃćâĆňâĂİ
voor een plaats in de urnentuin 304,ÃćâĆňâĂİ
5.3 In geval van verlenging middels bijzetting voor korter dan 20 jaar, wordt voor elk jaar ÃćâĆňâĂİ een gedeelte van een jaar voor een geheel gerekend -1/20 gedeelte
(of 1/30 gedeelte bij een bijzonder graf) van de onder 5.1 genoemde bedragen
gerekend. Artikel 6.
Voor het beschikbaar stellen van de aula of een gedeelte daarvan 6 204,ÃćâĆňâĂİ
wordt geheven Artikel 7,
Voor het reserveren van een graf als bedoeld in artikel 2 wordt per jaar geheven, indien het betreft:
een bijzonder graf een graf een plaats in het columbarium een plaats in de urnentuin een graf in een urnenveld
378,ÃćâĆňâĂİ
60,ÃćâĆňâĂİ
30,ÃćâĆňâĂİ
30ÃćâĆňâĂİ
30,ÃćâĆňâĂİ
Onder jaar is te verstaan een tijdvak van twaalf achtereenvolgende maanden.
Raadsnummer 05.RZ42Zj..OOZ
Artikel 8. Wijze van heffing. De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 9. Tijdstip verschuldigdheid. 1. De rechten, bedoeld in de artikelen 4 en 6 worden verschuldigd bij de aanvang van de gevraagde dienstverlening. 2. De rechten, bedoeld in de artikelen 5 en 7 worden verschuldigd bij de aanvang van de in die artikelen genoemde tijdvakken, waarover de rechten worden geheven.
Artikel 70. Termijn van betaling. 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de rechten worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de lnvorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving. 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 7 7. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.
Artikel 72. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening begraafplaatsrechten 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening begraafplaatsrechten 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.. A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer O5.Rz424.OOz
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005 en 8 november 2005; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van de hondenbelasting 2006.
Artikel 1. Aard en voorwerp van de heffing. Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond.
Artikel 2. Belasting plicht. 1. Belastingplichtig is de houder van een hond. 2. Als houder van een hond wordt aangemerkt degene die, onder welke titel ook, een hond ter verzorging of onder toezicht heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
4. Voor honden, die verblijven in een inrichting, welker bedrijfsdoel is dieren tegen vergoeding te verzorgen, is de belasting verschuldigd door degene, voor wiens rekening de hond wordt verzorgd. 5. De belastingplicht ontstaat op het moment dat een hond voor het eerst wordt gehouden en eindigt op het tijdstip dat de schriftelijke mededeling wordt ontvangen dat de belastingplichtige geen houder meer is van een hond, tenzij wordt aangetoond, dat hij reeds eerder geen houder meer was.
Artikel 3. Maatstaf van heffing. De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 4. Tarieven. 1. De belasting bedraagt per belastingjaar:
a. voor de eerste hond 58,ÃćâĆňâĂİ b. voor elke volgende hond 116,ÃćâĆňâĂİ 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels, ingeschreven bij de raad van beheer op kynologisch gebied
Raadsnummer 0 5. RI424. OOI
in Nederland, alsmede voor honden in ondernemingen voor handel in honden, in het bezit van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de Dierenbescherming (wet van 25 januari 1961, Stb. 19), 6 290,ÃćâĆňâĂİ per belastingjaar.
3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien de belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op de voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
Artikel 5 Belastingj aar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6. Ontstaan van de belasringschuld en heffing naar rijdsgelang. 1. De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dat later is, bij de aanvang van de belastingpiicht, 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting terzake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel vierde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalenderkwartalen overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel vierde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalenderkwartalen overblijven.
Artikel 7. Vrijstellingen. De belasting wordt niet geheven voor honden: a. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te samen met de moederhond
worden gehouden; b. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden; c. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van het hoofdcomite van het Nederlandse Rode Kruis of van De Nederlandse Vereniging van Rodekruishonden; d. die door de "Stichting Sociale Honden voor Gehandicapten Nederland" als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld; e. die in een hondenasiel verblijven, indien de eigenaar van een dergelijke inrichting houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Stb. 19); f. die niet langer dan 90 dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijven en waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is; g. die worden gehouden door instellingen van wetenschap om het doel van die instellingen te bevorderen;
Raadsuummer 05.RI424. OOI
h. waarvan de houder zich in de loop van het belastingjaar in de gemeente heeft gevestigd, doch slechts voor het tijdvak van het lopende belastingjaar, waarover voor deze honden elders belasting is betaald en geen recht op ontheffing of vermindering van die elders betaalde belasting bestaat. i. die in het kader van een opleiding tot blindengeleidehond door het Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds, worden gehouden door een pleeggezin; j, die in het kader van een opleiding door het Nederlandse Rode Kruis of de Nederlandse Vereniging van Rodekruishonden worden gehouden door een
pleeggezin; k. die in het kader van een opleiding tot gehandicaptenhond door de Stichting Sociale Honden voor Gehandicapten Nederland dan wel Stichting Hulphond Nederland, worden gehouden door een pleeggezin.
Artikel 8. Wijze van heffing. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 9. Continuering belastingplicht. Ten aanzien van de belastingplichtige, aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij blijkt, dat bedoeld aantal honden waarvoor hij belastingplichtig is, wijziging heeft ondergaan, of dat zijn belasting plicht voor de aanvang van het belastingjaar is geeindigd. Artikel 10, 1. Voor belastingbedragen tot 6 10,ÃćâĆňâĂİ vindt geen invordering plaats.
2. Voor toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als een belastingbedrag.
Artikel 11. Termijn van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 6 100,ÃćâĆňâĂİ, doch minder dan 6 3.000,ÃćâĆňâĂİ en zolang
de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid geldt dat, indien het totale bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen groter dan of gelijk is aan 6 3.000,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RZq Zq. OOZ
%$ dan dient de aanslag in een termijn te worden betaald, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 72. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 73. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening hondenbelasting 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.RI424. OOI
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van standplaatsgeld voor autobusdiensten in de gemeente Eindhoven 2006. Artikel 7. Aard en voorwerp van de heffing. Onder de naam van "standplaatsgeld voor autobusdiensten" worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven wegens het innemen van een standplaats met een autobus voor het onderhouden van een autobusdienst op een gemeentelijk autobusstation.
Artikel 2. Begri psbepalingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. autobus: een motorrijtuig, ingericht tot het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen; b. autobusdienst: volgens een dienstregeling uitgevoerd vervoer van personen met een autobus, met uitzondering van besloten busvervoer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b en f van de Wet perso-
nenvervoer;
c. gemeentelijk autobusstation: een voor de openbare dienst bestemd, bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnd terrein, dat door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen voor het innemen van standplaatsen met autobussen, in de zin van artikel 1.
Artikel 3. Belastingplicht. Belastingplichtig is de ondernemer van de autobusdienst, welke op de in artikel 1 bedoelde wijze standplaats met een autobus inneemt.
Artikel 4. Heffingsgrondslag. De grondslag, waarnaar het standplaatsgeld wordt geheven, is het aantal standplaatsen, dat door de belastingplichtige op de in artikel 1 bedoelde wijze wordt ingenomen.
rp
Raadsnummer 05.RZ42Zj..OOI
Artikel 5. Tarieven. Het standplaatsgeld bedraagt’ 582,ÃćâĆňâĂİ per ingenomen standplaats per jaar.
Indien een standplaats in de loop van het belastingjaar wordt ingenomen, bedraagt het standplaatsgeld E 48,50 voor elke kalendermaand. Een gedeelte van een maand wordt voor een gehele maand gerekend.
Artikel 6. Belastingjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7. Ontheffing. 1. Indien een standplaats niet of gedurende kortere tijd is ingenomen dan waarvoor standplaatsgeld is geheven wordt aan de belastingplichtige ontheffing van het geheven standplaatsgeld verleend. 2. Deze ontheffing bedraagt: a. indien de standplaats niet is ingenomen, het gehele bedrag van het daarvoor geheven standplaatsgeld; b. indien de stand plaats gedurende kortere tijd dan waarvoor standplaatsgeld is geheven is ingenomen, een bedrag van 6 46,50 voor elke volle kalendermaand, dat de standplaats niet is ingenomen.
Artikel 8. Wjize van heffing. Het standplaatsgeld wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9. Tijdstip verschuldigdheid. Het standplaatsgeld wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of voorzover de standplaats in de loop van het belastingjaar is ingenomen, met ingang van dat tijdstip.
Artikel 70. Termijn van betaling. 1. De aanslagen standplaatsgeld zijn invorderbaar in een termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 1 1: Kvvij tschelding.
Bij de invordering van het standplaatsgeld voor autobusdiensten wordt geen kwijtschelding verleend.
Raadsnummer 05.RI424.OOI
Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het standplaatsgeld.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening standplaatsgeld autobusdiensten 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening standplaatsgeld autobusdiensten 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.Rz424.ooI
4)++ Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet: besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van het Beatrixkanaal van de gemeente Eindhoven 2006.
Artikel l. Aard en voorwerp van de heffing. Voor het gebruik van het bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde Beatrixkanaal worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven onder de naam van "kanaalrechten", onderscheiden naar: a. rechten voor het invaren van het kanaal en het aansluitend daarop in het kanaal verblijven gedurende ten hoogste veertien achtereenvolgende dagen; b. rechten voor het aansluitend op de onder a genoemde periode in het kanaal verblijven gedurende elke volgende periode van veertien achtereenvolgende dagen of gedeelte daarvan.
Artikel 2. Begripsbepaling. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder "de maximale waterverplaatsing" verstaan: de maximale waterverplaatsing in kubieke meters (m’) volgens de geldende meetbrief of volgens enig ander document, waaruit dat gegeven genoegzaam blijkt.
Artikel 3. Belastingplicht. Belastingplichtig is de eigenaar, schipper of beheerder van het vaartuig of houtvlot, waarmede van het kanaal gebruik wordt gemaakt.
Artike/4. Heffingsgrondslag. 1. De rechten worden geheven voor vaartuigen naar de maximale waterverplaatsing in m’ en voor houtvlotten naar de inhoudsgrootte in kubieke meters (m’), met dien verstande dat:
a. voor vaartuigen, die in afgeladen toestand een grotere diepgang hebben dan die welke voor het kanaal is vastgesteld, wordt uitgegaan van het aantal kubieke meters (m’) waterverplaatsing bij de voor het kanaal vastgestelde maximale diepgang; b. voor vaartuigen, die door hun lading een grotere diepgang hebben dan overeenkomt met hun maximale waterverplaatsing, wordt uitgegaan van het werkelijke aantal kubieke meters (m’) waterverplaatsing.
rj
Raadanummer 05.RI424.OOI
2. a. Bij het ontbreken van de in artikel 2 bedoelde meetbrief of ander document dan wel bij weigering om die stukken ter inzage te verstrekken, wordt de maximale waterverplaatsing van het vaartuig door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar vastgesteld en worden de rechten naar de uitkomst daarvan geheven. b. Vaststelling als bedoeld onder a vindt eveneens plaats in de gevallen genoemd in het eerste lid, onderdeel b, voor het aantal kubieke meters (m’) waterverplaatsing, dat uitgaat boven de maximale waterverplaatsing.
Artikel 5. Tarieven. 1. De rechten bedoeld onder a van artikel 1 bedragen:
a. voor vaartuigen per kubieke meter (m’) 0,22 waterverplaatsing
b. voor houtvlotten per kubieke meter (m’) inhoud 6 0,22 2. De rechten bedoeld onder b van artikel 1 bedragen voor elke volgende veertien achtereenvolgende dagen of gedeelte daarvan: a. voor vaartuigen per kubieke meter (m3) 0,22 waterverplaatsing
b. voor houtvlotten per kubieke meter (m3) inhoud 6 0,22 Artike/6. Vrijstelling. De rechten worden niet geheven: a. voor vaartuigen en houtvlotten in dienst van de gemeente Eindhoven; b. voor politievaartuigen;
c. voor roeiboten en pleziervaartuigen met een maximum waterverplaatsing van 5 kubieke meter (m’); d. voor vaartuigen en houtvlotten, waarmede als gevolg van de ijstoestand het uitvaren uit het kanaalniet mogelijk is.
Artikel 7. Wijze van heffing. De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Artike/8. Tijdstip van verschuldigdheid. De rechten bedoeld onder a van artikel 1 worden verschuldigd bij het invaren van het kanaal en de rechten bedoeld onder b van artikel 1 bij aanvang van elke volgende periode van veertien dagen.
Artikel 9. Termijn van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de rechten worden voldaan bij de uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving.
Raadsnummer 05.R142Zj..OOi
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10. Kwjitschelding. Bij de invordering van de rechten voor het gebruik van het Beatrixkanaal wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de kanaalrechten.
Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening kanaalrechten 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening kanaalrechten 2006". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
ufo
Raadsnummer 05.RIJ.24..OOI
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting 2006.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden; b. mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden; c. niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden; d. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.
Artikel 2. Belastbaar feit. Terzake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.
Artike/3. Belastingplicht. 1. Belastingplichtig is degene, die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, terzake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
++4+
Raadsnummer 05.RI424..OOZ
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Artikel 4. Vrijstellingen. De belasting wordt niet geheven terzake van het verblijf: 1. door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers.
Artikel 5. Maatstaf van heffing. De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
Artikel 6. Belastingtarief. Het tarief bedraagt per overnachting < 3,50.
Artikel 7. Belastingjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8. IYijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9. Aanslaggrens. Belastingaanslagen van minder dan 6 22,69 worden niet opgelegd. Artikel 10. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invor-
deringswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
v fs
Raadanummer 05.RI424.OOI
Artikel 7 7: Kwijtschelding, Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 72. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 73. Aanmeldingsplicht. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet. Artikel 74. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening toeristenbelasting 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005
A. Sakkers, voorzitter.
i. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.RI42Zj..OOI
Raad sbesl uit
De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2006.
Artikel 1 Parkeerbelas ti ngen. Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven: a. een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze; b. een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze. Artikel 2 Begri psomschrij vingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; b. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven; c. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; d. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur; e. niet-parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats voor betaald parkeren waarbij geen parkeerapparatuur is geplaatst;
Raadsnummer 05.RXg?4.OOX
f. vergunningplaats: een parkeerapparatuurplaats en een parkeerplaats op de terreinen Achterom, Annahof, Krabbendampad, Wilhelminaplein, Nieuwe Emmasingel, Tramstraat achterzijde Dorint, Stationsweg, Stationsweg-Tramstraat, Raiffeisenstraat achterzijde en Bomanshof binnen afzetting, die: 1. zijn aangeduid met bord 99a van bijlage II van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1966 dan wel met bord E9 uit bijlage van het RVV 1990, of
2. zijn gelegen binnen een zone aangeduid met bord 99aa van bijlage ll van het RVV 1966 dan wel met bord E9 van bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift
zone, voorzover de desbetreffende plaats niet is uitgezonderd; g. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats - niet vallende onder onderdeel f, d Ieffi:
l. is aangeduid met bord 99a van bijlage II van het RVV 1966 dan wel met bord E9 van bijlage I van het RVV 1990; of
2. is gelegen binnen een zone aangeduid met bord 99aa van bijlage II van het RVV 1966 dan wel met bord E9 van bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift
zone, voorzover de desbetreffende plaats niet is uitgezonderd; h. vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenplaats of een vergunningplaats; i. vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning als bedoeld onder h is verleend; j. het RVV 1966: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 4 mei 1966, Stb. 181;
k. het RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459.
Artike/3. Belastingplicht. 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd. 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt: a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen; b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 1, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat: 1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd; 2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
v fa
Raadsnummer 05.RZZj.2Zj..oor
3. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel4. Maatstaf van heffing, belastingtariefen belastingtijdvak. De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld. 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren. 2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarover de belasting wordt geheven.
Artikel 6. Wijze van heffing en termijn van betaling. 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven: a. op parkeerapparatuurplaatsen bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennisgegeven; b. op niet-parkeerapparatuurplaatsen bij wege van een schriftelijke kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld, en moet worden betaald bij het uitreiken van die kennisgeving.
2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. 3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.
Artikel 7. Ontheffing. 1. Indien een belastingplichtige als gevolg van verhuizing, ziekte, overlijden, bedrijfsopheffing of-staking van de verleende vergunning geen gebruik maakt gedurende de gehele of een deel van de periode waarvoor het parkeergeld is geheven, wordt op verzoek ontheffing verleend van het geheven parkeergeld voor de parkeervergunning. 2. Deze ontheffing bedraagt een twaalfde deel van het jaarbedrag voor elke volle kalendermaand dat van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
Raadsnummer 05.RZ42g.OOZ
Artikel 8. Vrijstelling. De belasting bedoeld in artikel 1 wordt niet geheven voor het parkeren van een voertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, op de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen door: a. personen van rijk, provincie, regiobestuur en gemeente, voorzover het voertuig in de uitoefening van de dienst wordt gebruikt en uiterlijk duidelijk als dienstvoertuig kenbaar is; b. personen die gaan trouwen of een partnerschapsakte gaan sluiten, in het bezit van een door of namens het college van burgemeester en wethouders af te geven bewijs, uitsluitend op het Stadhuisplein.
Artikel 9. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen. De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit. Artikel 10. Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling. 1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden. 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast. 3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld. Artikel 11. Kosten.
1. De kosten van de naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, bedragen 645,ÃćâĆňâĂİ.
2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen 6 40,ÃćâĆňâĂİ.
3. De kosten voor de overbrenging (en bewaring) bedragen 6 205,ÃćâĆňâĂİ en 615,ÃćâĆňâĂİ per dag voor het bewaren.
4. Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld. Artikel 12. Kwijtschelding.
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
wei
Raadsnummer 05.RI42Zj..OOI
Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening parkeerbelastingen 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening parkeerbelastingen 2006".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Raadsnummer 05.RI42y.OOI
Tarieventabel 2006 behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2006. 1 Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de verordening bedraagt: In het gebied: A. Centrumgebied Noord. Inbegrepen onderstaande Wegen.
tariefklasse: a.1
Bedrag: E 0,50
a.2
6 0,50 16 minuten maximaal 128 minuten
a.3
< 0,50 16 minuten
a.4
E 0,50 16 minuten, met een maximum
Dit gebied wordt begrensd door:
van E 5,ÃćâĆňâĂİ per dag
Fellenoord-Vonderweg a.5 Mauritsstraat-EdenstraatDe Dommel tussen de Edenstraat en de Fel lenoord
Per tijdseenheid van: 16 minuten, maximaal 64 minuten
6 0,50
16 minuten, met op maandag tot en met vrijdag een maximum van E 5,ÃćâĆňâĂİ per dag
a.6
< 0,50 12 minuten maximaal120 minuten
a.7
E 0,50 12 minuten
a.B
6 0,50 16 minuten, met een maximum
a.9
< 0,10 3 minuten, maximaal30 minuten
van 32 minuten
al 0
< 0,10 6 minuten, maximaal 60 minuten
a.l 1
E 0,10 3 minuten, maximaal 60 minuten
a.l 2
E 0,10 6 minuten, maximaal 120 minuten
a.l 3
6 0,10 3 minuten, maximaal 120 minuten
a.14
E 0,10 6 minuten, maximaal 240 minuten
a.15
< 5,ÃćâĆňâĂİ een dag, maximaal de gehele dag
B. Centrumgebied Zuid. b. 1 Inbegrepen onderstaande
< 0,50 30 minuten, maximaal60 minuten
Raadanummer 05.RIZj.24.OOI
wegen.
b.2
Dit gebied wordt Begrensd door:
b.3
E 0,50 30 minuten
b.4
6 0,50 30 minuten, met een maximum
Dr. SchaepmanlaanElzentlaan- St. JorislaanGabriel Metsulaan-Kanaal-
E 0,50 30 minuten, maximaal 120 minuter
van < 3,ÃćâĆňâĂİ per dag
dijk Zuid- de Dommel b.5
E 0,10 6 minuten, maximaal 30 minuten
tussen de Edenstraat en de Ka na a I dijk Zuid
b.6
E 0,10 6 minuten, maximaal 60 minuten < 0,10 12 minuten, maximaal 120 minuter
b.9
6 0,10 6 minuten, maximaal 120 minuten
b.10
C. Gebied binnen de Ring. c.1 Inbegrepen onderstaande c.2 wegen gezamenlijk vormend de Ring.
< 0,10 12 minuten, maximaal 240 minuter
6 0,50 30 minuten, maximaal 30 minuten 6 0,50 30 minuten, maximaal 60 minuten
c.3
< 0,50 30 minuten maximaal 120 minuten
c.4
< 0,50 30 minuten
Dit gebied wordt begrensd door Centrumgebied Noord en Zuid (zie omschrijving onder A en B) c.6 en de Ring bestaande uit de Marconilaan-
Kronehoefstraat-Pastorie- c.7 straat-Onze Lieve Vrouwestraat-Insulindelaan-
< 0,10 12 minuten, maximaal 60 minuten
b.7
b.8
c.8
Jeroen Boschlaan- Hugo van der Goeslaan-Piuslaan- c.9 Leostraat-Boutenslaan-
< 0,50 30 minuten, met een maximum van 6 3,00 per dag
6 0,03 12,5 minuten, betaling uitsluitend met bezoekerspas
< 0,10 6 minuten, maximaal 30 minuten
E 0,10 12 minuten, maximaal 60 minuten
6 0,10 6 minuten, maximaal 60 minuten
Keizer Karel V Singel-
c.1 0
6 0,10 12 minuten, maximaal 120 minuter
Limburglaan-BotenlaanBeukenlaan.
c.11
<0,10 6 minuten, maximaal 120 minuten
Raadsnummer 05.RI42/.OOI
c.12
D. Gebied buiten de Ring. d.1
12 minuten, maximaal 240 minuter
60,10 6 minuten, maximaal 30 minuten
d.2
6 0,10 6 minuten, maximaal 60 minuten
d.3
< 0,10 6 minuten maximaal 120 minuten
Dit gebied wordt
begrensd door de Ring d.4 (zie omschrijving onder C)
en de gemeentegrens
6 0,10 12 minuten, maximaal240 minuter
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
v f+
2 Het tarief van een parkeervergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de verordening bedraagt: 2.1
voor een vergunning voor een belanghebbendenplaats in nader aan te wijzen gedeelten van: Gebied A: zie Gebied B: zie Gebied C: zie Gebied D: zie omschrijving Omschrijving omschrijving omschrijving onder 1-A
Onder 1-B onder 1-C Onder 1-D
2.1.1 indien de vergunning op kenteken is gesteld (af te geven aan bewoners van een gebiedsdeel waar belanghebbendenplaatsen zijn gelegen):
Per jaar: 6 115,20 6 115,20 6 115,20 6 115,20
Per maand: 6 9,60 6 9,60 < 9,60 6 9,60 2.1.2 indien de vergunning op naam is gesteld (af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars, die gevestigd zijn in een gebiedsdeel waar belanghebbendenplaatsen zijn gelegen en voor wie het in het belang van hun beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is): Per jaar: 6 264,ÃćâĆňâĂİ < 264,ÃćâĆňâĂİ 6 264,ÃćâĆňâĂİ 6 264,ÃćâĆňâĂİ
Per maand: 6 22,ÃćâĆňâĂİ 6 22,ÃćâĆňâĂİ 6 22,ÃćâĆňâĂİ 6 22,ÃćâĆňâĂİ
2.1.3 voor een bezoekersvergunning voor een belanghebbendenplaats (af te geven aan de bewoners van een gebiedsdeel waar belanghebbendenplaatsen zijn gelegen). Per woning / huishouden een vergunning. per jaar: 33,ÃćâĆňâĂİ 6 33,ÃćâĆňâĂİ 6 33,ÃćâĆňâĂİ 6 33,ÃćâĆňâĂİ
Per maand: 6 2,75 6 2,75 6 2,75 6 2,75
2.2 voor een op naam of kenteken gestelde vergunning voor een vergunningplaats bij parkeerapparatuur in nader aan te wijzen gedeelten van: Gebied A: zie
omschrijving Onder 1-A
2.2.1 voor een eerste vergunning af te geven aan bewoners van een gebiedsdeel waar vergunning plaatsen bij parkeerapparatuur zijn gelegen. Geldig van maandag tot en met zondag
per jaar: 240,ÃćâĆňâĂİ Per maand:
20,ÃćâĆňâĂİ
2.2.2 voor een tweede vergunning af te geven aan bewoners van een gebiedsdeel waar de vergunningplaatsen bij parkeerapparatuur zijn gelegen: Geldig van maandag tot en met zondag
per jaar: 480,ÃćâĆňâĂİ
vg
Raadsnummer 05.RIzj.zg.ooI
Per maand:
40,ÃćâĆňâĂİ
2.2.3 voor een op naam of kenteken gestelde vergunning voor een vergunningplaats, af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars, die gevestigd zijn in een gebiedsdeel waar de vergunningplaatsen bij parkeerapparatuur zijn en voor wie het in het belang van hun beroeps- en bedrijfsuitoefening noodzakelijk is dat zij daar parkeren: Geldig van maandag tot en met vrijdag
per jaar: C 1.116,ÃćâĆňâĂİ Per maand:
93,ÃćâĆňâĂİ
Geldig van maandag tot en met zaterdag: per jaar: Per maand:
Geldig van maandag t/m zondag: per jaar: Per maand:
6 1.380,ÃćâĆňâĂİ 115,ÃćâĆňâĂİ
( 1.620,ÃćâĆňâĂİ 135,ÃćâĆňâĂİ
2.3 voor een op naam of kenteken gestelde vergunning voor een vergunningplaats op nader aan te wijzen gedeelten van de terreinen Achterom, Annahof, Krabbendampad, Wilhelminaplein, Nieuwe Emmasingel, Tramstraat achterzijde Dorinth, Stationsweg t.h.v. de Fuutlaan, StationswegTramstraat en terrein Raiffeisenstraat:
2.3.1 voor een eerste vergunning af te geven aan bewoners van het gebied waar genoemde terreinen zijn gelegen:
perjaar: 240,ÃćâĆňâĂİ Per maand:
20,ÃćâĆňâĂİ
2.3.2 voor een tweede vergunning af te geven aan bewoners van het gebied waar de genoemde terreinen zijn gelegen: per jaar: Per maand:
480,ÃćâĆňâĂİ
40,ÃćâĆňâĂİ
2.3.3 voor een op naam of kenteken gestelde vergunning voor een vergunningplaats, af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars, die gevestigd zijn in de gebieden waar de genoemde terreinen zijn gelegen en voor wie het in het belang van hun beroepsuitoefening noodzakelijk is dat zij daar parkeren:
per jaar: 6 1.620,ÃćâĆňâĂİ
Per maand:
135,ÃćâĆňâĂİ
rp
<+4+
Raadsnummer 05.RZ42y.OOI
2.4 voor een op naam of kenteken gestelde vergunning voor een vergunning-p parkeerapparatuur in nader aan te wijzen gedeelten van: Gebied B: zie Gebied C: zie
Omschrijving omschrijving
onder 1-B onder 1-C 2.4.1 voor een eerste vergunning af te geven aan bewoners van het gebied waar de genoemde terreinen zijn gelegen: Geldig van maandag t/m zondag:
per jaar: 240,ÃćâĆňâĂİ Per maand:
20,ÃćâĆňâĂİ
240,ÃćâĆňâĂİ
20,ÃćâĆňâĂİ
2.4.2 voor een tweede vergunning af te geven aan bewoners van het gebied waar de genoemde terreinen zijn gelegen: Geldig van maandag t/m zondag:
per jaar: 480,ÃćâĆňâĂİ Per maand: 40,ÃćâĆňâĂİ
480,ÃćâĆňâĂİ
40,ÃćâĆňâĂİ
2.4.3 voor een op naam of kenteken gestelde vergunning voor een vergunningplaats, af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars die gevestigd zijn in een gebiedsdeel waar de vergunningplaatsen bij parkeerapparatuur zijn gelegen en voor wie het in het belang van hun beroepsen bedrijfsuitoefening noodzakelijk is dat zij daar parkeren: Geldig van maandag t/m vrijdag:
per jaar: 732,ÃćâĆňâĂİ
Per maand:
61,ÃćâĆňâĂİ
732,ÃćâĆňâĂİ
61,ÃćâĆňâĂİ
Geldig van maandag tot en met zaterdag: per jaar: Per maand:
864,ÃćâĆňâĂİ < 864,ÃćâĆňâĂİ
72,ÃćâĆňâĂİ 6 72,ÃćâĆňâĂİ
2.5 voor een op naam of kenteken gestelde vergunning voor een vergunningplaats op nader aan te wijzen gedeelten van het terrein Bomansplaats:
2.5.1 voor een eerste vergunning af te geven aan bewoners van het gebied waar het genoemde terrein is gelegen: Geldig van maandag t/m zondag: per jaar: Per maand:
240,ÃćâĆňâĂİ
20,ÃćâĆňâĂİ
2.5.2 voor een tweede vergunning af te geven aan bewoners van het gebied waar het genoemde terrein is gelegen: Geldig van maandag t/m zondag:
Raadanummer 05.RIZ).24.OOI
ufo Per jaar: Per maand:
480,ÃćâĆňâĂİ
40,ÃćâĆňâĂİ
2.5.3 voor een op naam of kenteken gestelde vergunning voor een vergunningplaats, af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars die gevestigd zijn in het gebied waar het genoemde terrein is gelegen en voor wie het in het belang van hun beroepsuitoefening noodzakelijk is dat zij daar parkeren: Geldig van maandag t/m vrijdag:
Per jaar: 732,ÃćâĆňâĂİ
Per maand:
61,ÃćâĆňâĂİ
geldig van maandag t/m zaterdag: Per jaar: Per maand:
864,ÃćâĆňâĂİ
72,ÃćâĆňâĂİ
2.6 Ten behoeve van pilot "betaald Parkeren binnen de Ring": 2.6.1 voor een op naam of kenteken af te geven vergunning voor een vergunningplaats, af te geven aan bewoners van het gebied Past. Petersstraat (tussen de Kruisstraat en de Veldmaarschalk Montgomerylaan), Veldmaarschalk Montgomerylaan (tussen Pastoor Petersstraat en de Gildelaan) en de Gildelaan: Geldig van maandag t/m zaterdag Per jaar: Per maand:
121,20 10,10
2.6.2 voor een op naam of kenteken af te geven vergunning voor een vergunningplaats, af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars van het gebied Pastoor Petersstraat (tussen de Kruisstraat en de Veldmaarschalk Montgomerylaan), Veldmaarschalk Montgomerylaan (tussen Pastoor Petersstraat en de Gildelaan) en de Gildelaan: Geldig van maandag t/m zaterdag Per jaar: Per maand:
237,ÃćâĆňâĂİ
19,75
Behoort bij raadsbesluit van 12 december 2005 tot vaststelling van de Tarieventabel 2006, behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2006.
Eindhoven, 12 december 2005. De griffier.
Raadanummer 05.RI/24.OOI
Bijlage 1: overzicht tarieven gemeentelijke belastingen en rechten 2005 /2006.
f @fel Onroerende-zaakbelastingen OZB-g woning
6 1,460
6 1,46 nvt
OZB-g niet-woning OZB-e woning OZB-e niet-woning
6 2,940
< 2,94
6 1,820 6 3,670
6 1,82
< 2,10
< 3,67
6 4,1 3
Rioolrechten eigendom
< 122,210
6 122,00
6 124,984
6 125,00
Rioolrechten gebruik
< 168,744
6 169,00
< 172,574
6 173,00
nvt 6 3,31
Rioolrechten
Reinigingsheffingen Afvalstoffenheffing en Re inigingsrecht < 158,143
6 158,00
6 264,573 6 6,840
6 265,00 6 2,00
1.2.2.2
6 2,000 6 5,000
< 5,00
< 5,00
1.2.2.3
1.1.2 1.2.1
1.2.2.1
6 6,80
6 183,00 6 304,00 6 6,995
< 7,00 < 2,00
6 11,000
< 11,00
< 11,00
2.1.1
< 222,743
6 223,00
< 266,00
2.2.1
6 6,840
6 6,80
2.2.2
6 2,000
6 2,00
< 2,00
2.2.3
< 5,000
< 5,00
< 5,00
4 7,00
Leges Hfst 1. Algemeen:
6 2,202 1.1.2
< 2,597
< 2,20
6 2,60
< 2,252
6 2,656
6 2,25 < 2,65
1.1.3
< 0,199
1.1.4
< 0,199
< 0,20
6 0,204
< 0,20
1.1.5.1
< 0,838
4 0,84
< 0,857
< 0,85
< 9,059
< 9,10
< 9,265
6 9,25
1.1.5.2
6 0,204
< 1,65
1.1.5.3
6 0,20
< 1,70
< 3,30
1.1.5.4 1.1.6.1
< 0,20
< 3,40
6 6,70
6 6,80
v fi
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
IIfg fg@’t’
1.1.6.2
6 3,355
6 3,35
6 3,431
< 3,45
Hfst 2 Bestuursstukken: 2.1.1
< 10,000
6 10,00
6 10,227
6 10,25
2.1.2
< 15,000
6 15,00
6 15,341
6 15,25
2.1.3
6 15,000
6 15,00
6 15,341
6 15,25
2.1.4
6 10,000
2.1.5
< 15,000
6 15,00
6 15,341
6 15,25
2.1.6
6 15,000 6 14,250 6 16,000 6 0,177
6 15,00 6 14,25
6 15,341
< 15,25
6 14,573
< 14,50
6 16,00
6 16,363
< 16,25
2.1.7
2.1.8 2.2.1.1 2.2.1.1
6 3,545
2.2.1.2
6 10,00
< 0,18 < 3,55
6 10,227
6 0,181
6 3,625
6 10,25
< 0,18
6 3,65
< 0,177
6 0,18
6 0,181
2.2.1.3
6 0,177
< 0,18
< 42,242
6 0,18 6 42,00
6 0,181
2.2.2.1
6 43,201
6 43,00
2.2.2.2
< 81,326
6 81,00
6 83,172
6 83,00
2.2.2.3
6 0,18
6 24,476
< 24,50
6 25,032
< 25,00
3.1.1
6 318,657
6 319,00
3.1.1
< 460,130
6 460,00
6 325,891 6 470,575 6 6,540
6 326,00 6 471,00
Hfst. 3 Burg. Stand, huwelijken:
3.1.3
3.1.4 3.2 3.3.1 3.3.1
6 6,395
6 20,060
< 6,40
6 20,00
< 20,515
6 8,718
< 8,70
6 8,916
6 318,657
6 319,00
6 325,891
6 460,130 6 6,395 6 20,060 6 318,657
6 20,00
< 20,515
3.4.1
6 319,00
3.4.1
6 460,130
< 460,00
6 325,891 6 470,575
3.3.3
3.3.4
6 460,00 < 6,40
< 470,575 < 6,540
Hfst. 4 GBA
4.2.1
4.2.2.1
6 8,717
6 863,323
6 8,70
6 8,915
6 863,00
< 882,920
4.2.2.2
6 1.709,455
< 1.709,00
< 1.748,260
4.2.2.3
6 4.21 5,858
< 4.216,00
6 4.311,558
4.2.2.4
6 8.140,967 6 37.395,276
E 8.141,00 6 37.395,00
< 38.244,149
6 162,139 6 6,445
< 162,00
< 165,820
6 6,40
6 6,591
4.2.2.5 4.2.3 4.2.3
< 8.325,767
6 6,50
Raadsnummer 05.RI424.OOI
4.2.3
< 843,923
< 844,00
6 863,080 6 8,915
6 863,00
4.5
6 8,717
< 8,70
4.6
6 2,270 6 14,827
6 2,27
< 2,270
< 2,27
6 14,75
C 15,164
< 15,25
6 5,814
6 5,80
6 5.946
6 5,90
4.7
< 8,90
Hfst. 5 Kiezersregister: 5.1
Hfst. 61dentiteitsbewijzen, reisdocumenten, rijbewijzen:
6.1.0
6 5,814
6 5,80
6.1.1
6 5,80
6.1.2
< 5,80
< 5,946
< 5,90 < 5,90
6 5,90
6.1.3.1
< 39,40
6.1.3.2
< 43,95
6.1.3.3
6 39,40
6.1.3.4
< 8,20
6.1.3.5
6 19,20
6.1.3.6
6 8,20
6.1.3.7
< 31,25
6.1.3.8
6 40,40
6.1.3.1 0
< 19,20
6.1.3.1 1
6 20,351
< 20,50
< 20,813
6 21,00
6.1.4.1
6 24,423
< 24,50
6 24,977
< 25,00
6.1.4.2
< 1,510
< 1,51
6 1,544
6.1.4.3
< 3,355
< 3,35
f 3,431
6.1.4.4
6 20,351
< 20,50
6 20,813
< 1,54
6 3,45 < 21,00
6.1.5
6 6,976
< 7,00
< 7,134
< 7,10
6.1.6
6 14,536
< 14,50
6 29,500
6 29,50
Hfst. 7 Gemeentearchief: < 5,70
< 5,842
6 5,85
Hfst. 8 Bouwvergunningen: 8.1.2
1,9399o
1,94go
1,983 9o
1,989o
8.1.2
< 71,400
6 71,00
< 73,021
< 73,00
8.1.2
< 1.938,000
6 1.938,00
< 1.980,000
< 1.980,00
8.1.2
1,5409o
1,549o
1,5749o
1,579b
8.1.3
2,1529o
2,159o
2,200 9b
2,209o
8.1.3
6 71,400
6 71,00
< 73,020
6 73,00
Raadsnummer 05.RI424..OOI
8.1.3 8.1.3
< 4.950,060
6 4.950,00
6 5.060,000
6 5.060,00
1,845’Vo
1,78fo
1,9629<>
1,969o
8.1.3
< 21.965,000
6 21,367,00
< 23.190,000
6 23.190,00
8.1.3
1,2949o
1,249o
1,3769o
1,389o
8.1.6
6 110,130 6 4.616,927 6 3.005,247 6 1.712,679
6 110,00 6 4.617,00 E 3.005,00 6 1.713,00 6 856,00 6 856,00 6 36,00
< 201,000
< 201,00
6 4.721,731 6 3.073,466 6 1.751,557
< 4.722,00
8.1.7.1
8.1.7.2 8.1.7.3 8.1.7.3.1
6 856,339
8.1.7.5
< 856,339
8.2.5
6 71,451
8.4.1
6 71,451
8.4.2a 8.4.2b
6 71,451
6 71,00 6 71,00
6 71,451
6 71,00
8.4.2c
8.4.2d 8.4.3 8.4.4.1
8.4.4.2 8.4.4.3
8.4.4.4 8.4.4.6
6 71,451 6 71,451
6 71,00 6 71,00
< 110,130
6 110,00
6 4.616,927 6 3.005,247
< 3.005,00
6 1.712,198
6 856,339
< 4.61 7,00
< 1.712,00
6 856,00
< 3.073,00
6 1.752,00
6 875,778
6 876,00
< 875,778
6 876,00
6 73,073 6 73,073
6 73,00
6 73,00
6 73,073
6 73,00
6 73,073
6 73,00
6 73,073 6 73,073 6 201,000 6 4.721,731 6 3.073,466 6 1.751,065 6 875,778
< 73,00
6 73,00
6 201,00 6 4.722,00 6 3.073,00 < 1.751,00 < 876,00
6 856,339
< 856,00
6 875,778
< 876,00
8.5.1
6 2.033,940
6 2.034,00
< 2.080,110
< 2.080,00
8.5.2
6 3.648,392 6 200,922 6 181,560
6 3.648,00
< 3.73 1,2 1 0
6 3.731,00
6 201,00
6 201,000
< 201,00
6 182,00
< 73,000
8.6 8.7.1
8.7.2
6 201,000 6 875,778
6 73,00
6 201,00
8.7.3
< 856,339
6 856,00
8.8.1
6 375,360 C 375,360
6 375,00
6 383,881
< 384,00
8.8.2
< 375,00
6 383,881
< 384,00
8.8.3
6 375,360
6 375,00
6 383,881
< 876,00
6 384,00
8.8.4.1
< 94,013
6 94,00
6 96,147
< 96,00
8.8.4.1
6 375,360
< 375,00
< 383,881
< 384,00
8.8.4.2
< 94,013
< 94,00
6 96,147
8.8.4.3
6 71,451
< 71,00
< 73,073
< 73,00
8.9.1
6 71,451
< 71,00
< 73,073
< 73,00
8.9.1
< 96,00
6 214,352 6 643,059
< 214,00
8.9.1
< 643,00
< 657,656
< 658,00
8.9.1
6 1.286,1 21
< 1.286,00
6 1.315,316
6 1.315,00
< 219,218
< 219,00
Raadsnummer 05.RI/24.OOI
8.9.1
6 2.558,274
< 2.558,00
6 2.616,347
6 71,400 6 71,451
6 71,00
6 73,021
8.9.4
6 35,50
6 73,073
8.10.1
6 6,841
6 6,80
6 6,996
6 7,00
8.10.2
6 17,232
6 17,25
6 17,623
< 17,50
8.10.2
< 15,75
8.9.1.1
6 2.616,00 E’ 73,00
6 73,00
< 15,457
C 15,50
6 15,808
8.1 1.1
6 71,451
< 73,00
< 275,059
6 71,00 6 275,00
6 73,073
8.1 1.2
< 281,303
6 281,00
Hfst. 9 Wet Milieu-beheer
Hfst. 10 Geluidhinder-vergunningen 6 355,00
6 363,230
6 363,00
6 150,00
6 153,835
6 154,00
Hfst. 11 Lozings-vergunningen Hfst. 12 Kadaster: 1 2.1.1
6 5,650
6 5,65
< 5,650
< 5,65
1 2.1.2
C 5,650
6 5,65
6 5,650
< 5,65
12.1.3
6 10,896
< 11,00
6 11,143
< 11,20
1 2.1.4
< 5,650
< 5,65
6 5,650
6 5,65
Hfst. 13 Vergunningen, verklaringen
13.1.1
6 34,898
1 3.1.2
6 64,260
< 35,00
6 64,00
< 35,690
< 65,719
< 35,50
< 66,00
13.1.3
6 64,260
E 64,00
< 65,719
< 66,00
13.1.4
6 64,260
< 64,00
< 32,859
< 33,00
13.1.5
< 6,579
< 6,60
E 6,728
< 6,70
1 3.1.6
6 19,760
< 19,75
< 20,209
6 20,00
Hfst. 14 Vergunningen Stadsde!en
Openbare ruimte 14.1.1
14.1.2.1
6 64,260 6 64,260
< 64,00
E 64,00
6 65,719 < 65,719
6 66,00 < 66,00
1 4.1.2.2
< 64,260
< 64,00
4 65,719
< 66,00
1 4.1.2.3
6 2.116,500
< 2.116,50
6 2.164,545
< 2.165,00
1 4.1.2.4
6 7.446,000 6 3.213,000
< 7.446,00
< 7.615,024
6 7.615,00
1 4.1.2.4
< 3.213,00
< 3.285,935
6 3.286,00
14.1.2.4
6 514,080
6 514,00
6 525,750
< 526,00
1 4.1.2.4
< 64,260
6 64,00
< 65,719
< 66,00
Raadsnummer 05.RI42y.OOZ
1 4.1.2.5 1 4.1.3.1
< 358,560
6 359,00
< 64,260
6 64,00
1 4.1 .3 .2
E 159,120
C 159,00
14.1.4.
< 514,080
6 514,00
1 4.1.3.1
6 366,699 E 75,000
E 367,00
6 1.500,000
6 1.500,00 6 526,00
E 75,00
E 64,00
6 525,750 6 65,719
14.1.6
6 128,520
129,00
< 131,437
14.1.7
< 128,520
E 129,00
E 50,000
< 50,00
14.1.8
6 20,145
E 20,00
E 20,602
6 20,50
E 35,000
E 35,00
6 35,000
< 35,00
14.1.5
6 64,260
< 66,00 1 31,00
Verkeer en vervoer 1 4.2.1
14.2.3
E 35,000
6 35,00
< 35,000
6 35,00
14.2.5
6 35,000
< 35,00
E 35,000
1 4.2.7
E 35,000
E 35,00
< 35,000
< 35,00
6 11,250
< 11,25
14.2.8
Evenementen en activiteiten 14.3.1 14.3.1
6 64,260 6 192,780
6 64,00
6 193,00
< 65,719
E 197,156
14.3.1
E 565,080
E 565,00
< 577,907
14.3.1
E 2.116,500
< 2.117,00
6 2.164,545
14.3.1
E 5.839,500
< 5.840,00
6 5.972,057 E 394,312
14.3.2 14.3.3
385,560 E 128,520
6 396,00 < 129,00
14.3.4
< 26,318
6 26,50
6 131,437 6 26,915
14.3.5
E 565,080
< 565,00
< 577,907
14.3.6
6 192,780
< 193,00
< 197,156
E 124,769
< 125,00
< 127,601
Gebruik panden of functies 14.4.1
14.4.2a
E 56,50
14.4.2b
6 22,50
14.4.2.b
< 34,00
1 4.4.2.2
6 56,50
1 4.4.2.2
< 226,50
1 4.4.2.2
E 22,50
1 4.4.2.2
6 90,50
1 4.4.2.2
< 34,00
1 4.4.2.2
14.4.4
< 136,00
6 152,045
6 152,00
6 155,496
< 35,00
Raadsnummer 05.RI4.24.OOI
14.4.5.1
14.4.5.2
6 1.103,640
6 1.104,00
< 950,000
< 192,780
< 193,00
< 197,156
6 197,00
< 846,600
< 847,00
6 865,818 6 197,156 6 30,000 6 1.840,124 6 525,750 6 726,334
6 866,00
14.4.5.3 1 4.4.5.4 1 4.4.5.4
< 30,00
6 192,780
6 193,00
6 1.799,280
6 1.799,00
1 4.4.5.5 1 4.4.6.1
1 4.4.6.2 1 4.4.6.3
6 950,00
< 514,080
6 514,00
< 710,212
6 710,00
< 219,137
6 219,00 6 150,00
6 197,00 < 30,00
< 1.840,00
6 526,00 E 726,00
Hfst. 15 Brandweer 15.1.1 15.1.1 1 5.1.1
15.1.1 15.1.1
15.1.1
< 149,578
6 1,495 6 498,545 6 0,498
1 5.1.1
6 1.243,679 6 0,123
15.1.1
6 1.680,446
< 1,50
< 224,111
< 152,973 < 1,529
6 224,00 6 153,00 < 1,53
6 499,00 6 0,50
6 509,862 6 0,509
< 510,00
6 1.244,00
6 1.271,911
< 1.272,00
6 0,1 2
6 0,126
6 0,13
< 1.680,00
< 0,51
< 0,032
6 0,03
6 1.718,592 6 0,033
< 1.719,00
15.1.1
15.1.1
6 2.723,202
< 2.723,00
< 0,012
< 0,01
6 2.785,019 6 0,012
< 2.785,00
1 5.1.1
6 45,663
6 46,00
< 46,700
< 46,50
15.1.1.3 15.1.2
6 212,815 6 149,578
6 0,03 6 0,01
< 213,00
6 217,646
< 218,00
6 150,00
15.1.2
6 1,495 6 498,545
6 499,00
6 152,973 6 1,529 6 509,862
6 510,00
15.1.2
< 0,498
< 0,50
< 0,509
< 0,51
15.1.2
< 1.243,679
< 1.244,00
< 1.271,911
< 1.272,00
15.1.2
6 0,123
< 0,12
6 0,126
< 0,13
6 1.680,446
6 1.680,00
6 1.718,592
15.1.2 15.1.2
15.1.2
< 1,50
< 153,00
6 1,53
6 1.719,00
15.1.2
6 0,032
6 0,03
< 0,033
6 0,03
15.1.2
< 2.723,518
< 2.724,00
< 2.785,342
< 2.786,00
15.1.2
< 0,012
< 0,01
6 0,012
< 0,01
< 45,50
6 46,700
< 46,50
6 45,50
6 46,700
1 5.1.2.3
6 45,663
15.1.3
6 45,663
15.1.4 15.1.5
6 45,663 6 45,663
15.1.6
6 90,792
15.1.7
< 72,377
< 45,50
6 46,700
< 46,50 < 46,50
6 45,50
< 46,700
6 91,00 6 72,00
< 92,853
< 93,00
6 74,020
< 74,00
4 46,50
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
Hfst. 16 Overige stukken: 16.1.1
6 19,798
6 19,75
16.1.3.1
6 14,536 6 8,722
< 14,50
6 8,70
6 8,920
6 8,722
< 8,70
< 8,920
< 8,722
6 8,70
< 8,920
< 8,90
6 19,75
E 20,247
6 20,00
16.1.3.2 1 6.1.3.3
16.1.3.5
6 19,798
16.1.4 1 6.1.5.1.1
6 20,247 6 14,866
< 0,23
1 6.1.5.1.1
< 8,90 < 8,90
6 0,23
6 4,50
1 6.1.5.1.2
< 20,00
6 14,75
< 4,50
< 22,50
< 22,50
16.1.5.3
< 4,50
6 4,50
16.1.5.4
< 22,50
6 22,50
16.1.5.5 16.2.1 16.2.1 1 6.2.1.1
< 4,50
6 161,947 6 647,790 < 1,284
6 162,00 6 648,00
< 4,50
6 165,623 6 662,495
6 166,00 6 662,00
< 1,28
< 1,313
< 1,31
16.5
6 161,947
C 162,00
6 165,623
6 166,00
16.5
< 647,790
< 648,00
6 662,495
< 662,00
6 1,284
6 1,28
6 1,313
6 1,31
6 59,207
f 59,00
6 60,550
< 61,00
16.5.1
Hfst. 17 Gemeentegarant I es 1 7.1.1
Marktgeiden Marktgeld per dag Marktgeld per kwartaal
6 2,436
Marktgeld standwerkersplaats per dag
< 7,063
< 2,45
6 2,491
6 24,50 < 7,10
6 2,50
6 25,00 < 7,223
< 7,20
Precario: E 0,102 1.1.2.
< 0,510
1.1.3
< 0,10
6 0,51
< 0,104 < 0,521
< 1,53
1.1.4
2.1.1.a
< 0,93
6 0,10 < 0,52
6 1,56
< 12,24
6 0,926
6 12,48
f 0,947
6 0,95
2.1.1b
6 7,44
6 7,60
2.1.2.a
6 0,93
6 0,95
Raadsnummer 05.RI/24.OOI
9)wl p,’.",
T/l,’,
eIfg 2.1,2. I3
2.1.3.a
< 7,44
6 3,985
< 4,00
6 7,60
6 4,075
6 4,10
2.1.3.b
6 8,00
6 8,20
2.1.3.c
6 32,00
6 32,80
3.1.la.a
< 0,90
3.1.1.a.b
< 0,93
< 2,97
3.1.1.a.c
< 3,03
6 8,91
6 9,09
3.1.l.a.d
6 44,55
6 45,45
3.1.1.a.e
6 71,28
< 72,72
3.1.1.b.a
6 0,60
6 0,62
3.1.1.b.b
6 1,98
< 2,02
3.1.1.I3.<
6 5,94
3.1.1.b.d
< 6,06
E 29,70
3.1.1.b.e
6 30,30
6 47,52
3.1.1.c.a
6 0,300
3.1.1.c.b
6 0,991
6 48,48
6 0,30
< 0,306
6 0,99
6 1,013
6 0,31
6 1,01
3.1.1.c.c
< 2,97
f 3,03
3.1.1.<.cI
6 14,85
6 15,15
3.1.1.c.e
< 23,76
< 24,24
4.1.1.a
< 0,343
4.1.l.b
6 0,859
< 0,34
< 0,350
< 0,86
6 0,878
< 0,35
6 0,88
4.1.1 c
< 2,58
6 2,64
4.1.1 d
< 20,64
6 21,12
4.1.2.1.
6 1,029
4.1.2.2.a
4.1.2.2.b
6 1,03
6 1,052
6 1,03
6 3,710
4.1.2.2.b
6 3,70
< 1,05 < 1,05
< 3,794
< 29,60
6 3,80
6 30,40
4.1.2.2.c
6 1,923
< 1,90
f 1,966
6 1,97
4.1.2.2.c
6 6,871
< 6,90
< 7,026
6 7,00
4.1.2.2.c
4.1.2.2.d 4.1.2.2.d
6 55,20 < 2,782
6 9,793
4.1.2.2.d
< 2,80
6 2,845
6 9,75
< 10,015
< 78,00
4.1.2.2.e
6 3,402
4.1.2.2.e
6 12,198
4.1.2.2.e 4.1.3.a
E 56,00
6 1,785
6 2,85
6 10,00
6 80,00
< 3,40
6 3,479
6 12,25 6 98,00 6 1,79
6 12,474
6 3,50 < 12,50
< 100,00
E 1,825
6 1,83
4.1.3.b
< 5,37
6 5,49
4.1.3.c
< 42,96
E 43,92
Raadsnummer 05.RI$24.OOI
T%+y
f i+f Qp ’; j!i]p]i.
Ml) Qj- âĂđF(fdll+!
4.1.4.a.l
fgwg 6 3,779
4.1.4.a.2
4.1.4.b.l 4.1.4.b.2 4.1.4.c.l 4.1.4.c.2 4.1.5.a
6 7,70
6 11,40 6 7,60
6 2,90
6 11,55 E 92,40
6 7,730
6 2,404
< 2,95
6 23,60
< 4,35
6 4,43
6 34,80
6 35,40
< 5,80
< 5,90
6 46,40
6 47,20
< 2,40
< 2,458
6 19,20 6 3,761
6 7,70 < 61,60
6 2,944
6 23,20
5.1.1.b 5.1.2.a
6 3,85 < 30,80
< 61,60
6 60,80 < 2,879
4.1.6.c.2 5.1.1.a
6 3,864
6 60,80 6 91,20 6 7,559
4.1.5.b
4.1.6.a.l 4.1.6.a.2 4.1.6.b.l 4.1.6.b.2 4.1.6.c.l
< 3,80
6 30,40 6 7,60
6 3,75
6 2,45 < 19,60
6 3,846
< 3,85
5.1.2.b
< 30,00
< 30,80
6.1.1.a
6 0,93
6 0,95
6.1.1.b
6 7,44
6 7,60
6.1.2.a
6 0,205
< 0,21
< 0,210
< 0,21
6.1.2.b
6 1,649
6 1,65
6 1,686
6 1,69
6.1.3.l.a 6.1.3.l.b
6 2,713
< 2,70
6 2,775
6 2,80
6 6,872
6.1.3.1.c
6 6,90
6 7,028
6 20,70
6.1.3.1.d
< 7,00
< 21,00
6 165,60
< 168,00
6.1.3.2.a
< 4,053
< 4,05
6 4,145
6 4,15
6.1.3.2.b
< 10,478
< 10,50
6 10,716
6 10,75
6.1.3.2.c
6 31,50
6.1.3.2.d
6 32,25
< 252,00
< 258,00
6.1.4.a
< 0,356
< 0,35
< 0,364
6 0,36
6.1.4.b
< 0,859
< 0,86
6 0,878
< 0,88
6.1.5.a
6 0,996
< 1,00
6 1,019
< 1,02
6.1.5.b 6.1.6.a.
6 8,00 < 4,740
6.1.6.b 6.1.7
< 4,70
< 8,16
< 4,848
< 37,60 < 9,277
< 9,30
< 4,85
6 38,80
6 9,488
< 9,50
Raadsnummer 05.RZ424.OOI
.All p< UCL ’>+:
’- r:2)
005,"
Begraafplaatsrechten: 4.1
< 199,298
4.2
6 199,00 6 99,50
6 203,822
6 204,00 6 102,00
4.3
6 99,50
6 102,00
4.4
6 99,50
6 102,00
4.5
6 99,50 6 99,50
6 102,00
4.6 5.1
6 99,50 6 11.373,00
6 102,00 6 102,00 6 11.631,00
5.1
< 1.188,00
< 1.216,00
5.1
6 594,00
< 608,00
5.1
6 594,00 6 594,00 6 594,00
< 608,00
4.7
5.1 5.1
5.2
6 3.791,068
5.2
6 3.79 1,00
5.2
6 594,00 6 297,00 C 297,00 6 297,00
5.2
< 297,00
5.2
6 297,483
5.2
6.0 7.0
6 199,298 6 370,080
7.0 7.0
6 199,00 6 370,00
6 3.877,125
< 29,50
6 29,50
7.0
6 29,50
6 57,120
< 57,00
6 3.877,00
6 608,00 6 304,236
6 304,00 6 304,00 6 304,00 < 304,00
6 203,822 6 378,481
< 59,00
E 29,309
7.0
Hondenbelasting Hondenbelasting eerste hond
6 608,00 < 608,00
6 204,00 < 378,00
6 60,00
6 29,974
< 30,00
< 58,416
6 58,00
< 30,00 < 30,00
Hondenbelasting elke volgende hond
< 114,00
6 116,00
Hondenbelasting kennel
< 285,00
< 290,00
< 570,00
< 582,00
Standplaatsgeld autobusdiensten Standplaatsgeld autobusdienst per jaar
rp
Raadsnummer 05.RZ424.OOI
<+4+
t’IAf,’.
f 8l’C Standplaatsgeld autobusdienst per maand
Kanaalrechten Gebruik Beatrixkanaal
6 47,649
6 47,50
6 48,730
6 48,50
6 0,218
6 0,22
6 0,222
6 0,22
voor vaartuigen Gebruik Beatrixkanaal voor houtvlotten
6 0,218
6 0,22
6 0,222
< 0,22
Toeristenbelasting
6 3,500
< 3,50
< 3,500
< 3,50
Parkeerbelasting en 6 44,00
la la
6 0,40
1a
6 5,00
1b
6 0,50
< 45,00 < 0,50 < 0,10
6 5,00 < 0,10
1b
6 0,10
1b
6 3,00
1c
< 3,00
6 0,50
6 0,50
6 3,00 6 112,80
< 115,20
1c
6 0,10
1c 2.1.1. 2.1.1.
6 9,398
2.1.2 2.1.2
6 21,50 < 2,65
< 20,00
< 480,00
6 40,00
2.2.3
2.2.3.
< 112,00 < 132,00
6 20,00 < 480,00
6 40,00
6 1.116,00 < 93,397
< 93,00
< 1.380,00
< 114,747
6 1.584,00
6 131,580
< 2,75
6 240,00 < 20,339
< 1.344,00
6 112,200
2.2.3. 2.2.3
< 91,00
< 22,00
6 33,00
< 1.092,00
6 91,324
6 9,60 < 264,00
< 2,735
6 240,00 6 19,888
2.2.2 2.2.2 2.2.3 2.2.3
< 9,611
< 21,975
< 31,80 < 2,674
2.2.1 2.2.1
< 9,40
6 258,00 6 21,487
2.1.3.
2.1.3
6 3,00
< 115,00
< 1.620,00
< 134,567
< 135,00
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
If" 6j5 - ’8l’, 2.3.1
C 240,00
6 240,00
2.3.1
< 20,00
2.3.2
6 480,00
2.3.2
6 40,00
< 40,00
2.3.3
6 1.584,00
< 1.620,00
2.3.3
6 20,342
6 132,00 6 240,00
6 134,567
6 20,00 6 480,00
6 20,342
2.4.2 2.4.2
6 40,00
2.4.3.
6 708,00
2.4.3
6 59,00
2.4.1 2.4.1
2.4.3
6 40,00
6 732,00 6 60,503
6 840,00 < 70,00
6 71,978
2.5.1
6 240,00 6 20,00
< 20,342
6 480,00
2.5.2
< 40,00
2.5.3
6 708,00 6 59,00 6 70,00
2.6.1
6 121,20 6 10,10
2.6.2
< 230,88
2.6.2
6 19,24
6 72,00
6 240,00 < 20,00
< 480,00 < 40,00
< 732,00 < 60,503
< 840,00
2.5.3
< 61,00
< 864,00
2.4.3
2.5.3.
6 20,00
6 480,00
2.5.2
2.6.1
6 135,00 6 240,00
2.5.1
2.5.3
< 20,00
6 480,00
< 61,00
< 864,00
6 71,978
6 72,00 < 121,20
6 10,329
< 10,10
< 237,00 < 19,676
6 19,75
Raadsnummer 0 5. RI424.. OOI
Bijlage 2: overzicht van aanpassingen in de tekst van de verordeningen in de tekst van de verordeningen met betrekking tot gemeentelijke belastingen en rechten 2006.
Onroerende-zaakbelastin en OZB De wijzigingen als gevolg van het wetsvoorstel 30 096 zijn: in artikel 1, eerste lid onderdeel a, wordt de zinsnede "die niet in hoofdzaak tot
woning dient" toegevoegd. Deze aanvulling is noodzakelijk in verband met de wijziging van artikel 220 van de Gemeentewet; artikel 1, tweede lid, onderdeel a komt te vervallen waardoor de onderdelen b en c worden herletterd. Deze wijziging is noodzakelijk in verband met de wijziging van artikel 220b van de Gemeentewet.
aan artikel 2 wordt een nieuw lid toegevoegd. De huidige bepaling wordt opgenomen in het eerste lid. Deze aanvulling is noodzakelijk in verband met wijzging van artikel 220a, tweede lid, van de Gemeentewet. in artikel 5 wijzigt als gevolg van het wetsvoorstel de waarde-eenheid. Daarnaast worden na de wetswijziging drie tarieven onderscheiden te weten voor de gebruikersbelasting (alleen nog bij de niet-woningen), voor de eigenarenbelasting woningen en voor de eigenarenbelasting niet-woningen. het invorderingsbedrag van artikel 7 wijzigt als gevolg van een wijziging van artikel 220h van de Gemeentewet.
Daarnaast zijn de navolgende wijzigingen aangebracht: artikel 8 lid 2: Het aantal betaaltermijnen bij betaling via automatische incasso is gewijzigd van negen naar tien. artikel 8 lid 3. Dit betreft een nieuwe tekst. Het betreft het opnemen van een afwijkende betalingstermijn voor aanslagen groter dan < 3.000,ÃćâĆňâĂİ. Deze aanslagen
dienen te worden betaald in een termijn. artikel 8 lid 4: Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 8 lid 3. De tekst is ongewijzigd. artikel 8 lid 5: Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 8 lid 4. De tekst is ongewijzigd.
Rioolrechren
De navolgende wijzigingen zijn aangebracht: artikel 9. Het bedrag waarvoor geen invordering plaatsvindt is gewijzigd in 6 10,ÃćâĆňâĂİ.
Dit vanwege een wijziging van artikel 220 h van de Gemeentewet per 1 januari 2006. artikel 11 lid 2. Het aantal betaaltermijnen bij betaling via automatische incasso is gewijzigd van negen naar tien. artikel 11 lid 3. Dit betreft een nieuwe tekst. Het betreft het opnemen van een afwijkende betalingstermijn voor aanslagen groter dan 6 3.000,ÃćâĆňâĂİ. Deze aanslagen
dienen te worden betaald in een termijn.
Raadsnummer 05.RZ424. 00Z
artikel 11 lid 4. Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 11 lid 3.
De tekst is ongewijzigd. artikel 11 lid 5. Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 11 lid 4. De tekst is ongewijzigd.
Reinigingsheffingen De navolgende wijzigingen zijn aangebracht: artikel 8 en 16. Het bedrag waarvoor geen invordering plaatsvindt is gewijzigd in < 10,ÃćâĆňâĂİ. Dit vanwege een wijziging van artikel 220 h van de Gemeentewet per 1
januari 2006. artikel 10 lid 2. Het aantal betaaltermijnen bij betaling via automatische incasso is gewijzigd van negen naar tien. artikel 10 lid 3. Dit betreft een nieuwe tekst. Het betreft het opnemen van een afwijkende betalingstermijn voor aanslagen groter dan < 3.000,ÃćâĆňâĂİ. Deze aanslagen
dienen te worden betaald in een termijn. artikel 10 lid 4. Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 10 lid 3. De tekst is ongewijzigd. artikel 10 lid 5. Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 10 lid 4. De tekst is ongewijzigd. artikel 10 lid 6. Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 10 lid 5. De tekst is ongewijzigd. artikel 18 lid 2. Het aantal betaaltermijnen bij betaling via automatische incasso is gewijzigd van negen naar tien. artikel 18 lid 3. Dit betreft een nieuwe tekst. Het betreft het opnemen van een afwijkende betalingstermijn voor aanslagen groter dan 6 3.000,ÃćâĆňâĂİ. Deze aanslagen
dienen te worden betaald in een termijn. artikel 18 lid 4. Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 18 lid 3. De tekst is ongewijzigd. artikel 18 lid 5. Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 18 lid 4. De tekst is ongewijzigd. artikel 18 lid 6. Dit onderdeel is vernummerd. Voorheen betrof dit artikel 18 lid 5. De tekst is ongewijzigd. Leges.
De navolgende wijzigingen zijn aangebracht in de tarieventabel: onderdeel 8.1.8 is vervallen. onderdelen 8.2.3., 8.9.2 en 8.9.3. De tekst "Echter, met dien verstande dat zij nimmer minder dan < 73,ÃćâĆňâĂİ zullen bedragen. Over dit drempelbedrag is geen
teruggaaf van leges mogelijk" is toegevoegd. onderdeel 8.2.4 en onderdeel 8.9.2. Het woord "intrekking" is vervangen door het woord "verzending".
Raadanummer 05.RZ424.OOI
onderdeel 8.2.5. De tekst "indien na weigering een gewijzigd plan wordt ingediend, kan niet tevens een verzoek om teruggaaf van leges worden gedaan" is toegevoegd. onderdeel 8.4.1. Het woord "geweigerde" is geschrapt. onderdeel 8.4.2. De titel van deze bepaling is gewijzigd in "Principe-, vrijstellingsen ontheffingsverzoek". Daarnaast zijn drie nieuwe leden toegevoegd, te weten onderdeel e (een schriftelijk verzoek om een toets aan het bouwbesluit), onderdeel f (een schriftelijk verzoek om gelijkwaardigheid m.b.t. het bouwbesluit) en onderdeel g (een schriftelijk verzoek om ontheffing van de leefmilieuverordening). onderdelen 8.4.4.1 tot en met 8.8.4.3: na de vermelding "vergunning" is de tekst "c.q. vrijstelling" bijgevoegd. onderdelen 8.4.4.1 tot en met 8.4.4.6: de vermeldingen "principeverzoek" is gewijzigd in "verzoek".
onderdeel 8.4.4.6: toegevoegd is "een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie nodig is en waarvoor...". onderdeel 8.4.5 is vervallen onderdeel 8.7.2 betreft een nieuwe tekst. Onderdeel 8.7.3 betreft een vernummering van het voormalige onderdeel 8.7.2. onderdeel 8.9.3 De tekst "binnen 1 jaar na dagtekening van de verlening" is ingevoegd. hoofdstuk 14. De titel van dit hoofdstuk is gewijzigd in "vergunningen stadsdelen".
onderdeel 14.1.2.4. De bij deze bepaling behorende uitwerking van de criteria is aangepast aan de ervaringen in de uitvoeringspraktijk. De tekst is zodanig aangepast dat de definitie van de verschillende klasse’s duidelijker is. onderdeel 14.1.3.1. De tekst van deze bepaling is geheel aangepast. onderdeel 14.1.3.2. is vervallen. onderdeel 14.2.8 betreft een nieuw onderdeel. onderdeel 14.3.1. De bij deze bepaling behorende uitwerking van de criteria is aangepast aan de ervaringen in de uitvoeringspraktijk. De tekst is zodanig aangepast dat de definitie van de verschillende klasse’s duidelijker is. onderdeel 14.4.5.3. Dit betreft een nieuwe tekst. Het betreft een tariefbepaling voor ontheffingen als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Voorheen was deze bepaling opgenomen in het Algemeen uitvoeringsbesluit Drank- en Horecawet.
Marktgelden In artikel 2 lid 1 onderdeel c wordt verwezen naar de meest recente marktverordening. Verder zijn geen tekstuele wijzigingen aangebracht. Precari obelasting Er zijn geen tekstuele wijzigingen.
Raadsnummer 05.RZ42Zj..OOI
Begraafplaatsrechten Er zijn geen tekstuele wijzigingen. Hondenbelasti ng De navolgende wijzigingen zijn aangebracht: artikel 10 lid 1. De betaaltermijnen zijn gewijzigd. In 2005 betrof het een betaaltermijn. Het voorstel voor 2006 voorziet in twee betaaltermijnen. Reden van deze wijziging is het opnemen van de aanslag hondenbelasting op het gecombineerde aanslagbiljet. De betaaltermijnen van alle belastingen welke zijn
opgenomen op dit gecombineerde aanslagbiljet dienen dezelfde betaaltermijnen te kennen. artikel 10 lid 2. Dit betreft het opnemen van de mogelijkheid van betaling van de aanslag via automatische incasso in tien termijnen. Deze wijziging heeft eveneens te maken met het voorstel de aanslag hondenbelasting op te nemen op het gecombineerde aanslagbiljet. De belastingen welke voorkomen op de gecombineerde aanslag (onroerende-zaakbelasting, reinigingsheffingen en rioolrecht) kennen immers allen de mogelijkheid van betaling via automatische incasso. artikel 10 lid 3. Dit betreft het opnemen van een afwijkende betaaltermijn bij een aanslag van E 3.000,ÃćâĆňâĂİ of meer. Het betreft dan het totaal van de op het gecom-
bineerde aanslagbiljet opgenomen bedragen. artikel 10 lid 4. Dit betreft een vernummering. Voorheen was deze tekst opgenomen als artikel 10 lid 2. artikel 10 is nieuw. Het betreft een bepaling omtrent de invordering. Het gaat om de tekst van artikel 220h van de Gemeentewet. De bepaling is eveneens opgeno-
men in de verordeningen onroerende-zaakbelastingen, reinigingsheffingen en rioolrecht (de heffingen welke zijn opgenomen op de gecombineerde aanslag). Artikel 10 t/m 12 zijn vernummerd tot artikel 11 tot en met 13.
5 tandplaatsgeld autobusdiensten Er zijn geen tekstuele wijzigingen. Kanaalrechten Er zijn geen tekstuele wijzigingen.
Toeristenbelasting Er zijn geen tekstuele wijzigingen.
Parkeerbelastingen De navolgende wijzigingen zijn aangebracht in de tarieventabel behorende bij de verordening: tariefklasse a.8 tot en met a.15, b.5 tot en met b.10 en c.7 tot en met c.12 opgenomen. Het betreft parkeermeters. onderdeel d.5 is geschrapt.
w[i
Raadsnummer 05.RI424.OOI
Bijlage 3: overzicht privaatrechtelijke tarieven 2005/2006. Inhoud: Sport.
Sporthallen. Gymnastieklokalen. Indoor Sportcentra. Tennis h a I I en.
Sportparken. Tennisbanen. Zwembaden. Petanque. Ijssportcentrum.
Van Abbemuseum.
Gemeentelijke Gezondheidsdienst. Parkeergarages/fietsenstallingen.
Raadsnummer 05.RI424.OOI
Aantekening vooraf: Met ingang van 1 september 2006 worden de tarieven opnieuw aangepast. De navolgende tarieven gelden derhalve tot 1 september 2006. 2005
2005
Seizoenhuur per
Incidentele huur
2006 Seizoenhuur per
klokuur:
per klokuur:
Klokuur:
35,ÃćâĆňâĂİ
38,ÃćâĆňâĂİ
37,ÃćâĆňâĂİ
37,ÃćâĆňâĂİ
40,ÃćâĆňâĂİ
39,ÃćâĆňâĂİ
42,ÃćâĆňâĂİ
45,ÃćâĆňâĂİ
44,ÃćâĆňâĂİ
14,ÃćâĆňâĂİ
15,ÃćâĆňâĂİ
15,ÃćâĆňâĂİ
44,ÃćâĆňâĂİ
49,ÃćâĆňâĂİ
47,ÃćâĆňâĂİ
45,ÃćâĆňâĂİ
50,ÃćâĆňâĂİ
48,ÃćâĆňâĂİ
36,ÃćâĆňâĂİ
38,ÃćâĆňâĂİ
38,ÃćâĆňâĂİ
39ÃćâĆňâĂİ
43,ÃćâĆňâĂİ
41,ÃćâĆňâĂİ
2005 11,25
2005
Sportzaal Generaal Cronjestraat: Sportgebruik en andere activiteiten Seizoenhuur per klokuur Incidentele huur per klokuur
Gymnastieklokalen 2005 Seizoenhuur per Klo kuur:
Badminton:
2005
Incidentele huur per klokuur:
2006
18,ÃćâĆňâĂİ
6 19,ÃćâĆňâĂİ
19,60
6 21,ÃćâĆňâĂİ
2006 Seizoenhuur per Klo kuur
2006 Incidentele huur per klokuur:
1030 6 11,ÃćâĆňâĂİ 6 11, 11,70
Gymnastiek: 12,ÃćâĆňâĂİ 6 13,50 6 12,70 E 14,30 Andere activiteiten: < 13,50 6 14,50 6 14,30 6 15,40
Raadsnummer 05.RZ42g.OOZ
17:00 ÃćâĆňâĂİ 23:00
16,60
23:00 ÃćâĆňâĂİ 24:00
9,45
Zaterdag en zondag
498,ÃćâĆňâĂİ
283,50
Flexcontracten
09:00 ÃćâĆňâĂİ 20:00 22 ÃćâĆňâĂİ 26 6 16,60
15,60
20:00 ÃćâĆňâĂİ 24:00
365,20 343,20
Indoor Sportcentrum Eindho Dagen /tijden Aantal contract-
weken Maandag t/m
30
vrijdag 09:00 ÃćâĆňâĂİ 12:00 1 2:00 ÃćâĆňâĂİ 14:00
14:00 ÃćâĆňâĂİ 17:00 17:00 ÃćâĆňâĂİ 23:00
23:00 ÃćâĆňâĂİ 24:00
Zaterdag en zondag 09:00 ÃćâĆňâĂİ 20:00
22-26
20:00 ÃćâĆňâĂİ 24:00
2005
112,ÃćâĆňâĂİ
104,ÃćâĆňâĂİ
2005
124,ÃćâĆňâĂİ
113,ÃćâĆňâĂİ
2005
2006
119,ÃćâĆňâĂİ
110,ÃćâĆňâĂİ
2006
131,ÃćâĆňâĂİ
120,ÃćâĆňâĂİ
2006
9,60
10,15
16,75
17,75
Ra a ds nummer 0 5. RI 424. OOI
Tennishal Eindhoven-Noord: 2006 Dagen /tijden Aantal Seizoenhuur per contract- klokuur (=winterweken contract) Maandag t/m
Totaal prijs seizoen 2005 / 2006
32
vrijdag n.v.t
447,ÃćâĆňâĂİ
n.v.t
415,ÃćâĆňâĂİ
14:00 ÃćâĆňâĂİ 16:00
n.v.t
447,ÃćâĆňâĂİ
16:00 ÃćâĆňâĂİ 23:00
n.v.t
587,ÃćâĆňâĂİ
22:00 ÃćâĆňâĂİ 24:00
n.v.t
868,ÃćâĆňâĂİ
09:00 ÃćâĆňâĂİ 12:00 1 2:00 ÃćâĆňâĂİ 14:00
(blok van
twee) Zaterdag en zondag
32
09:00 ÃćâĆňâĂİ 18:00
n.v.t
587,ÃćâĆňâĂİ
18:00 ÃćâĆňâĂİ 23:00
n.v.t
554,ÃćâĆňâĂİ
(Blok van twee)
Sportparken.
Raadsnummer 05.RX424.OOX
- weekeinde bitumen - peravond b) Incidenteel; per uur.
1.027,ÃćâĆňâĂİ
1.088,ÃćâĆňâĂİ
173,ÃćâĆňâĂİ
183,50
12,ÃćâĆňâĂİ
13,ÃćâĆňâĂİ
Hockeyveld
2005
2006
Per seizoen;
g rasspeelveld/kunstgrasveld inclusief toeschouwersvoorziening grasspeelveld/kunstgrasveld exclusief toescho uwe rsvoorziening
2.525,ÃćâĆňâĂİ
2.674,ÃćâĆňâĂİ
2.042,50
2.163,ÃćâĆňâĂİ
Korfbalveld
2005
2006
Per seizoen:
Grasspeelveld, 30 x 60 meter Kunstgrasspeelveld 30 x 60 m Voetbalveld (wedstrijd) Per seizoen:
grasspeelveld inclusief toeschouwers voorziening: hoofdveld betaald voetbal hoofdveld amateurvoetbal
grasspeelveld exclusief toeschouwers voorziening Rugbyveld Grasspeelveld exclusief toeschouwersvoorziening Zandgrasvelden (oefen) a) Per seizoen (exclusief elektriciteitsverbruik) per morgen, 50’yo basistarief per middag, 759o basistarief per avond (basistarief) b) Incidenteel per uur (exclusief elektriciteits verbruik) c) Elektriciteitsverbruik p. uur d) Keepersveld per avond per jaar Incidenteel gebruik grasspeelvelden per uur (basistarief)
845,ÃćâĆňâĂİ
895,ÃćâĆňâĂİ
6.000,ÃćâĆňâĂİ
6.353,ÃćâĆňâĂİ
2005
3.089,ÃćâĆňâĂİ
2006
3.271,ÃćâĆňâĂİ
3.089,ÃćâĆňâĂİ
3.271,ÃćâĆňâĂİ
2.542,ÃćâĆňâĂİ
2.692,ÃćâĆňâĂİ
2005 3.089,ÃćâĆňâĂİ
255,ÃćâĆňâĂİ
383,ÃćâĆňâĂİ
510,ÃćâĆňâĂİ
19,ÃćâĆňâĂİ
174,ÃćâĆňâĂİ
40,ÃćâĆňâĂİ
per dag, per uur (6096 basistarief)
24,ÃćâĆňâĂİ
per seizoen, per uur (509<> basistarief)
20,ÃćâĆňâĂİ
2006 3.271,ÃćâĆňâĂİ
2005
Raadanummer 05.RI424.OOI
(Zand)grasspeelvelden school gebruik per uur
Honkbalveld/softbalveld Per seizoen; honkbal softba l
honkbal met lichtinstallatie (exclusief elektriciteitsverbruik)
12,ÃćâĆňâĂİ
3.089,ÃćâĆňâĂİ
3.270,ÃćâĆňâĂİ
1.687,ÃćâĆňâĂİ
1.786,ÃćâĆňâĂİ
3.637,ÃćâĆňâĂİ
3.850,ÃćâĆňâĂİ
Wieler/skeelerbaan per dagdeel, per jaar (morgen, middag, avond)
incidenteel per uur persoonlijk abonnement
516,ÃćâĆňâĂİ
547,ÃćâĆňâĂİ
25,ÃćâĆňâĂİ
26,50
21,ÃćâĆňâĂİ
22,25
4.030,ÃćâĆňâĂİ
4.030,ÃćâĆňâĂİ
- per dagdeel (morgen, middag, avond), met 6 1.260,ÃćâĆňâĂİ
1.260,ÃćâĆňâĂİ
Atletiekaccommodatie De Hondsheuvels a) Per kalenderjaar: (exclusief elektriciteitsverbruik) :
per door-de-weekse avond of zaterdagmorgen uitzondering van door-de-weekse-avonden en zaterdagmorgen b) Incidenteel: per uur schoolgebruik per uur
28,ÃćâĆňâĂİ
30,ÃćâĆňâĂİ
12,ÃćâĆňâĂİ
Grasstrook voor overnachtingen bij toernooien 6 128,ÃćâĆňâĂİ
136,ÃćâĆňâĂİ
Gebruik telefoon bij incidentele huur, kosten per
dag exclusief gesprekskosten: 15,70
16,70
Tennisbanen: 2005
2006
4.776,ÃćâĆňâĂİ
5.057,ÃćâĆňâĂİ
6.1 37,ÃćâĆňâĂİ
6.418,ÃćâĆňâĂİ
480,ÃćâĆňâĂİ
Raadsnummer 05.RI42y.OOZ
ma@+ Particulieren: All-weather baan 17:00 ÃćâĆňâĂİ 23:00 uur incl. verlichting
Tennisbaan per seizoen, per dagdeel:
Voormiddag: Namiddag: 1) 08:30-12:00 1) 13:30-17:00
2) 08:30-10:15 2) 13:00-17:00 3) 10:30-12:30
2005 2006
Dagen:
Maandag-vrijdag 1) Zaterdag
<20
161,- 6 170,ÃćâĆňâĂİ
306,ÃćâĆňâĂİ < 324,ÃćâĆňâĂİ
2)
<32
306,ÃćâĆňâĂİ 6 324,ÃćâĆňâĂİ
2)
632
2)
179,ÃćâĆňâĂİ 6 190,ÃćâĆňâĂİ
2)
<32
3)
204,ÃćâĆňâĂİ 6 216,ÃćâĆňâĂİ
Zondag
verenigingen Zondag particulieren
Abonnementen per persoon per seizoen: Dagabonnement Middagabonnement Najaarsabonnement
Incidenteel gebruik: particulieren per uur (bij aaneengesloten gebruik minimaal 3 uur geldt korting van 209o) All-weatherbanen, particulieren per uur, 09:00 ÃćâĆňâĂİ 17:00 uur
All-weatherbanen, particulieren per uur, 17:00 ÃćâĆňâĂİ 23:00 uur
verenigingen per uur Maandag t/m vrijdag, incidenteel vrijkomende ban
Zwembaden
Raadsnummer 05.RI424..OOI
Tongelreep: Recreatie:
2005
2006
Losse kaartjes: - peuters (0 t/m 3 jaar) ÃćâĆňâĂİ kind / volwassenen
Passe-partout toegang Passe-partout kaart Doelgroep passe-partout kaart
2,50 4,90
2,50 5,70
1,ÃćâĆňâĂİ 2,ÃćâĆňâĂİ 47,ÃćâĆňâĂİ
25,ÃćâĆňâĂİ
33,50 6 15,ÃćâĆňâĂİ
65+ pas
2,70
Scholen/groepen; vanaf 25 personen; vanaf 50 personen vanaf 100 personen Inworp kledingkluisje
0,20
3,25
3,50 3,25
4ÃćâĆňâĂİ
3,75 3,50 0,20
3ÃćâĆňâĂİ
Ir. Ottenbad Recreatie:
2005
Losse kaartjes: peuters (0 t/m 3 jaar)
kind/volwassenen Passe-partout toegang Passe-partout kaart Doelgroep passe-partout kaart 65+ pas
2,ÃćâĆňâĂİ
3,90
47,ÃćâĆňâĂİ
33,50 2,70
Eindhovense Gehandicapten Sportvereniging, p.p.p.w 6 2,05 Scholen/groepen vanaf 25 personen
2,80
2005 95,ÃćâĆňâĂİ
2006 101,ÃćâĆňâĂİ
t/m 17 en 55+:
2005 22,ÃćâĆňâĂİ
Grote zwemzaal per uur Instructiezwemzaal per uur
2005 94,ÃćâĆňâĂİ
40,80
2006 44,50 23,50
42,ÃćâĆňâĂİ
Ir. Ottenbad:
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
2005
Tongelreep: a. 50-meterbad per uur ÃćâĆňâĂİ trainingen, voor hurende verenigingen voor 1983
53,20
- trainingen voor hurende verenigingen vanaf 1983 - wedstrijden ÃćâĆňâĂİ overige verenigingsactiviteiten
63,20 72,ÃćâĆňâĂİ
72,ÃćâĆňâĂİ
b. 25-meterbad
94,ÃćâĆňâĂİ
c. instructiebad c.q. reactiveringbad
40,80
Overige tarieven: a. inschrijfgeld zwemonderricht per persoon b. duplicaat voor abonnement c. extra personeel voor zwemonderricht, schoonmaak of toezicht, per persoon per uur d. borg abonnement
5,60 5ÃćâĆňâĂİ
37,ÃćâĆňâĂİ
8,ÃćâĆňâĂİ
Tongelreep: Na gereedkoming Nat. Zwem Centrum a. 50-meterbad per uur, ÃćâĆňâĂİ trainingen, voor hurende verenigingen voor 1983
- trainingen voor hurende verenigingen vanaf 1983 - wedstrijden - overige verenigingsactiviteiten b. springbad (nieuw bad) c. Trainingsbad (nieuw bad) d. 25-meterbad e. instructiebad c.q. reactiveringbad
Petanque 2005 3,30
2006 3,50
80,60
85,50
70,ÃćâĆňâĂİ
74,50
rp
Raadsnummer 05.RIS.2Z)..OOI
Contract 30 weken per baan per uur, tot 30 uur per week Contract 26 weken per baan per uur, vanaf 30 uur per week Toernooi vaste petanqueverenigingen, 12 banen, per uur Niet commerciele activiteit (geen petanque) exclusief energie-, schoonmaak- en opbouwkosten, gehele hal per uur Commerciele activiteit (geen petanque) exclusief energie-, schoonmaak- en opbouwkosten, gehele hal per uur
56,10 48,65 21,80
40,ÃćâĆňâĂİ
79,ÃćâĆňâĂİ
Buitenbanen Los kaartje, per baan per uur
3,30
Boccia banen Los kaartje, per baan per uur
6,65
I Jssportcentrum.
2005
2006
gratis
gratis
Kaarten voor een bezoek, per persoon 0 t/m 3 jaar
Los kaartje Passe-partoutkaart toegang Passe-partoutkaart passe-partoutkaart doelgroepen Bezoekers (volwassen niet schaatsers) 65+ pas
Groepen vanaf 25 personen Groepen vanaf 50 personen Groepen vanaf 100 personen
Abonnementen (geldigheidsduur zes maanden) Persoonlijk abonnement Schaatsles, per persoon Volwassenen, vanaf Jeugdigen vanaf
4,90 1,ÃćâĆňâĂİ
47,ÃćâĆňâĂİ
33,50 2,50 2,70 3,50 3,25 3ÃćâĆňâĂİ
5,20 2,ÃćâĆňâĂİ
25,ÃćâĆňâĂİ
15,ÃćâĆňâĂİ
3ÃćâĆňâĂİ
2,85 4ÃćâĆňâĂİ
3,75
3,50
95,ÃćâĆňâĂİ
101,ÃćâĆňâĂİ
5,25
5,55
4,75 4 5,ÃćâĆňâĂİ
(prijzen schaatslessen zijn basisprijzen per les, afhankelijk van tijdstip en aantal lessen
rp
Raadsnummer 05.RZ424..OOI
Verenigingen
a. IJshockeybaan, per uur Recreatief gebruik (60 x 30 m)
b. 400 meterbaan, per uur
70,ÃćâĆňâĂİ
74,ÃćâĆňâĂİ
105,ÃćâĆňâĂİ 111,ÃćâĆňâĂİ 238,ÃćâĆňâĂİ
252,ÃćâĆňâĂİ
Recreatief schaatsen in verenigingsverband 327,ÃćâĆňâĂİ
346,ÃćâĆňâĂİ
Trainingsbaan (60 x 30 meter) Trainingsbaan (60 x 30 meter) t.b.v. recreatief
43,ÃćâĆňâĂİ
46,ÃćâĆňâĂİ
86,ÃćâĆňâĂİ
91,ÃćâĆňâĂİ
5,60
6,ÃćâĆňâĂİ
gebruik
Overige tarieven Inschrijfgeld schaatsonderricht per persoon Borg voor abonnement, passe-partout, 10-rittenkaart
8,ÃćâĆňâĂİ
8,ÃćâĆňâĂİ
Extra personeel voor schaatsonderricht, schoonmaak of
toezicht: per persoon, per uur. 37,ÃćâĆňâĂİ Duplicaat
Van Abbemuseum Volwassenen Kinderen tot 12 jaar Groepen vanaf 15 personen 65+ ers
Scholieren tot en met 18 jaar Met studenten pas CJP
2006
2005 8,50 Gratis
8,50 Gratis
6,ÃćâĆňâĂİ
6,ÃćâĆňâĂİ
6,ÃćâĆňâĂİ
6,ÃćâĆňâĂİ
4ÃćâĆňâĂİ
4,ÃćâĆňâĂİ
4,ÃćâĆňâĂİ
4,ÃćâĆňâĂİ
4ÃćâĆňâĂİ
4ÃćâĆňâĂİ
Rondleiding per uur dinsdag tot en met vrijdag tussen 11:00 en 17:00 uur zaterdag en zondag tussen 11:00 en 17:00 uur na 17:00 uur
39,20 5,30
5ÃćâĆňâĂİ
70ÃćâĆňâĂİ
70,ÃćâĆňâĂİ
80,ÃćâĆňâĂİ
80,ÃćâĆňâĂİ
90,ÃćâĆňâĂİ
90,ÃćâĆňâĂİ
2005
Gemeentelijke fietsenstallingen
2006
Fietsen:
a. dagtarief
0,35
b. avondtarief
0,70
0,35 0,70
0,35 0,70
0,35 0,70
Bromfietsen
a. dagtarief b. avondtarief
Raadsnummer 05.RZZj.2Zj..OOZ
Gemeentelijke 2005
2006
parkeergarages 6 0,80 per 30 minuten, voor de < 1,ÃćâĆňâĂİ per 33 minuten, voor de
eerste 5 uur eerste 5,5 uur
6 0,50 per 30 minuten, voor de < 0,50 per 30 minuten, voor de
tweede 5 uur volgende 4 uur dagtarief
6 14,ÃćâĆňâĂİ
6 14,ÃćâĆňâĂİ
Abonnementen:
a 5 dagen b per jaar c 6 dagen d per jaar e 7 dagen
6 91,ÃćâĆňâĂİ per maand excl. BTW 6 1.092,ÃćâĆňâĂİ excl. BTW
< 93,ÃćâĆňâĂİ per maand excl. BTW 6 1.128,ÃćâĆňâĂİ excl. BTW
6 112,ÃćâĆňâĂİ per maand excl. BTW
6 115,ÃćâĆňâĂİ per maand excl. BTW
6 1.344,ÃćâĆňâĂİ excl. BTW
6 1.368,ÃćâĆňâĂİ excl. BTW
6 132,ÃćâĆňâĂİ per maand excl. BTW
6 135,ÃćâĆňâĂİ per maand excl. BTW
f perjaar
6 1.584,ÃćâĆňâĂİ excl. BTW
g week-end h per jaar
n.v.t n.v.t
6 1.620,ÃćâĆňâĂİ per maand excl. BTW 6 25,ÃćâĆňâĂİ per maand excl. BTW 6 300,ÃćâĆňâĂİ per jaar excl. BTW
Bewonersabonnementen, voor een eerste aanvraag: a. 7 dagen: b. perjaar: Bewonersabonnementen, voor een tweede aanvraag: a. 7 dagen: b. perjaar:
6 20,ÃćâĆňâĂİ per maand incl. BTW
6 20,ÃćâĆňâĂİ per maand incl. BTW
6 240,ÃćâĆňâĂİ incl. BTW
6 240,ÃćâĆňâĂİ incl. BTW
6 40,ÃćâĆňâĂİ per maand incl. BTW 6 480,ÃćâĆňâĂİ incl. BTW
6 40,ÃćâĆňâĂİ per maand incl. BTW < 480,ÃćâĆňâĂİ incl. BTW
Uitrijkaarten 6 5,ÃćâĆňâĂİ per stuk excl. BTW
< 5,ÃćâĆňâĂİ per stuk excl. BTW
Uitrijkaarten voor bezoekers
vervallen vervallen
van bedrijven
<13,ÃćâĆňâĂİ per dag excl. BTW < 5,ÃćâĆňâĂİ per 3 uur ecxl. BTW
Raadsnummer 05.RZ424.OOI
Toelichting: Het tarief voor parkeren in de gemeentelijke garages wordt alleen voor parkeren tijdens de eerste 5 uren verhoogd met 6 0,10 per 30 minuten, waardoor het dagtarief na 10 uur parkeren komt op 6 14,ÃćâĆňâĂİ.
Gemeentelijke Gezondheidsdienst Inenting van jeugdigen volgens
2005 Gratis
2006 Gratis
Rijksvaccinatieprogramma Telefonisch consult Consult
9ÃćâĆňâĂİ
15,ÃćâĆňâĂİ
9ÃćâĆňâĂİ
15,ÃćâĆňâĂİ
Kinderen tot 16 jaar onder begeleiding van consult betalende ouders wordt geen consult in rekening gebracht. Voor grote groepen prijs op aanvraag. Vaccinaties exclusief consult: DTP
E 21,ÃćâĆňâĂİ
Hepatitis A Hepatitis A junior
6 42,ÃćâĆňâĂİ
37,ÃćâĆňâĂİ
Immunoglobuline
E 22,ÃćâĆňâĂİ
22,ÃćâĆňâĂİ
Hepatitis B Hepatitis A en B
E 36,ÃćâĆňâĂİ
36,ÃćâĆňâĂİ
E 62,ÃćâĆňâĂİ
62,ÃćâĆňâĂİ
Ra bies
E 70,ÃćâĆňâĂİ
70,ÃćâĆňâĂİ
FSME
E 50,ÃćâĆňâĂİ
50,ÃćâĆňâĂİ
E 31,ÃćâĆňâĂİ
31,ÃćâĆňâĂİ
E 30,ÃćâĆňâĂİ
30,ÃćâĆňâĂİ
Buiktyfus Gele koorts
Meningitis Polio Plain
55,ÃćâĆňâĂİ
E 37,ÃćâĆňâĂİ
18,50
21,ÃćâĆňâĂİ
50,ÃćâĆňâĂİ
34,ÃćâĆňâĂİ
1 8,50
Pneumococcen
E 25,50
25,50
Haemophilis influenza B
6 41,ÃćâĆňâĂİ
41,ÃćâĆňâĂİ
BMR
6 31,ÃćâĆňâĂİ
31,ÃćâĆňâĂİ
Toeslag weekend/avondtarief
E 5ÃćâĆňâĂİ
5ÃćâĆňâĂİ
Serologisch onderzoek he. A of B
27,ÃćâĆňâĂİ
27,ÃćâĆňâĂİ
E 35,ÃćâĆňâĂİ
35,ÃćâĆňâĂİ
E 20,ÃćâĆňâĂİ
20,ÃćâĆňâĂİ
H.I.V.
H.I.V.-test
H.I.V.-consult zonder test Diverse artikelen: . Boekje gezond in de tropen Boekje kind in de tropen
6,ÃćâĆňâĂİ
E 750
6,ÃćâĆňâĂİ
7,50
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ
. Boekje hoogteziekte Klamboeman
E 12,ÃćâĆňâĂİ
36,50
12,ÃćâĆňâĂİ
36,50 46,50
Carekit (nieuw)
6 46,50
T.B.C.-bestrijding: Mantoux X-thorax BGC-vaccinatie
6 34,50
16,50 34,50
< 26,ÃćâĆňâĂİ
26,ÃćâĆňâĂİ
16,50
Deze werkzaamheden worden in rekening gebracht voorzover zij niet worden verricht in het kader van de W.C.P.V.
Overige dienstverlening. Cursus stoppen met roken -per persoon -leden thuiszorg per persoon -per groep (bedrijven) Bij verschillende ziektekostenverzekeraars kan een gedeelte van het cursusbedrag na afloop van de cursus worden gedeclareerd. Het gebruik van de infobus per dag: -uitgaande van of in samenwerking met de GGD t.b.v. de Eindhovense bevolking -uitgaande van een andere vakdienst -uitgaande van een andere vakdienst uitgaande van een organisatie, niet t.b.v. de Eindhovense
122,50 E 91,ÃćâĆňâĂİ 1.815,ÃćâĆňâĂİ
Gratis
122,50 91,ÃćâĆňâĂİ
1.815,ÃćâĆňâĂİ
Gratis
105,50 < 105,50 185,ÃćâĆňâĂİ
185,ÃćâĆňâĂİ
bevolking Voor gereden kilometers buiten Eindhoven wordt E 1,ÃćâĆňâĂİ
extra vergoeding gerekend. Uurtarieven algemeen: Arts / psycholoog / beleidsmedewerker A, binnen kantoortijd Arts / psycholoog / beleidsmedewerker A, buiten kantoor tijd Beleidsmedewerker B
Verpleegkundige/consulent Doktersassistent Administratief medewerker
ED05033999
104,50
157,50
6 81,50
104,50
< 157,50
< 58,50
E 81,50 6 58,50
< 44,ÃćâĆňâĂİ
< 44,ÃćâĆňâĂİ
E 44,ÃćâĆňâĂİ
6 44,ÃćâĆňâĂİ
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat
Retouradres Postbus goxso, s6oo RB Eindhoven
Aan de leden van de raad
Raadsnummer 05.RZ424.OOZ Behandeld door F. Biemans
van de gemeente Eindhoven.
Telefoon (oeo) 238 24 Sg
Ons kenmerk griffie Versenddatum xg november 2005
Comrnissieadvies Betreft cie. Fp: Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten voor het jaar 2006.
De commissie Financiele pijler heeft in haar vergadering van 21 november 2005 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp. De commissie heeft a Is volgt geadviseerd: ’leefbaar eindhoven’: stemvoorbehoud; met een positieve grondhouding; zie schriftelijke reactie (achteraf) d.d. 23 november 2005 (Zie bijlage 6); CDA:
PvdA:
akkoord; is wel benieuwd naar diverse afhandelingen zoals genoemd bij de toezeggingen van de wethouder. (Zie hieronder); stemvoorbehoud; is wel erg benieuwd naar diverse
afhandelingen zoals genoemd bij de toezeggingen van de wethouder, o.a. punt 2 en punt 3; (Zie hieronder);
verder een positieve grondhouding; VVD: SP:
GroenLinks:
D66:
akkoord; zie schriftelijke reactie (Zie bijlage 5); akkoord; (Zie bijlage 3);
stemvoorbehoud; met een positieve grondhouding; handhaven vooralsnog hun amendement (Zie bijlage 1); wachten informatie af; zie bij de toezeggingen van de wethouder, o.a, punt 3; (Zie hieronder); akkoord; (Zie bijlage 4);
Ouderen Appel
akkoord; is wel benieuwd naar diverse afhandelingen zoals genoemd bij de toezeggingen van de wethouder; (Zie hieronder);
De 5tadspartij:
positieve grondhouding/akkoord; uitgaande van kostendekkende tarieven; (Zie bijlage 2); akkoord; is wel benieuwd naar diverse afhandelingen zoals
Liberaal Eindhoven
Besoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Openingstijden
Postadres Postbus goxgo s6oo RB Eindhoven
ma t/m vr g.oo-t6.oo uur Bereikbaar per openbaar vervoer met bus y
Fax (o4o) 243 35 SS
Telefonisch bereikbaar g.oo-xx.go en xg.go-x6.oo uur
Ons kenmerk griffie
gig4w
genoemd bij de toezeggingen van de wethouder; (Zie hieronder).
T oeze in en van de wethouder, mevr. G. Mittendorff.
1. Het raadsvoorstel wordt nog aangepast conform de afspraken die gemaakt zijn bij de begrotingsbehandeling. Een aangepast raadsvoorstel zal dus alsnog worden aangeboden. 2. Aan wethouder Schut zal verzocht worden om een nader onderzoek te (laten) doen naar alternatieve mogelijkheden inzake reclamebelasting. 3. Voor zover nog actueel is, zal er nog gereageerd worden op de 6 stuks schriftelijke reacties van de verschillende partijen. (Zie de 6 stuks bijlagen). Onder andere op het amendement van GroenLinks over de leges kleinschalige straat- en buurtfeesten (zie bijlage 1) zal schriftelijk gereageerd worden. Met name zal dan ook gereageerd worden op de juridische implicaties en de pro’s en contra’s hiervan.
4. Via een nadere toelichting zal ingegaan worden op het sterk gestegen legestarief inzake het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag. 5. Via een nadere toelichting zal ingegaan worden op het tarief parkeerbelastingen Centrumgebied Noord. (Stijgt van E 2,ÃćâĆňâĂİ naar < 2,50 per uur).
6. Eventuele leges die betaald zouden moeten worden, voor de Dommelstraat, om in een parkeergarage te komen, dienen geschrapt te worden.
Aantekenin van de voorzitter van de commissie, dhr.G. ijsselhloem, Dit stuk vooralsnog in de raadsvergadering agenderen bij de rubriek onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen.
De secretaris van de commissie, F. Biemans.
Bijlage(n) : 6.
gemeente Eindhoven
Dienst Algemene en Publiekszaken
Raadsnummer 05.RI424.003 Inboeknummer oSbstoz484 Beslisdatum Bgtw 8 november 2005 Dossiernummer S4S.zSz
Nadere toelichting bij raadsvoorstel tot het vaststellen van de verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten 2oo6. Betreft Verordening onroerende-zaakbelastingen 2oo6. Op 12 december 2005 zal uw gemeenteraad het voorstel tot het vaststellen van de verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten behandelen (hierna: het raadsvoorstel). Het raadsvoorstel is op 25 oktober 2005 naar uw raad verstuurd. Op 2 en 3 november 2005 is nieuwe informatie vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) beschikbaar gekomen. Deze nieuwe informatie maakt een op onderdelen herzien ontwerpraadsbesluit noodzakelijk.
Het betreft de navolgende wijzigingen: 1 Zoals opgenomen in het raadsvoorstel mogen de tarieven onroerende-zaakbelastingen (OZB) van de niet-woningen volgens het wetsvoorstel 30096 slechts toenemen met maximaal het percentage trendmatige groei van het Bruto Binnenlands Produkt (BBP) na correctie voor inflatie en verminderd met de voor dat jaar geraamde areaalontwikkeling. Dit betreft een percentage van 29o, Op 4 oktober 2005 heeft het Ministerie van BZK een berekening gepubliceerd van de maximaal mogelijke OZB-tarieven per gemeente. Voor Eindhoven had het Ministerie van
BZK de maximaal mogelijke tarieven bij de niet-woningen berekend op < 4,13 (eigendomsgedeelte) en 6 3,31 (gebruikersgedeelte). In het raadsvoorstel d.d. 25 oktober 2005 zijn deze tarieven overgenomen. Op 2 november 2005 werd de navolgende mededeling van het Ministerie van BZK bekendgemaakt: "de tarieven zoals gepubliceerd op 4 oktober 2005 dienen uitsluitend als referentie. Ze hebben geen formele status. Het oordeel of een gemeente met het vaststellen van de tarie-
ven blijft binnen de wettelijk toegestane ruimte (onder voorwaarde van parlementaire goudkeuringlis uiteindelijk ter beoordeling aan de rechter . Het door het Ministerie van BZK berekende gebruikerstarief van t 3,31 komt overeen met een stijging van 2,169b. Dit zou derhalve een stijging van meer dan het maximaal toegestane percentage van 29b betekenen. Ter voorkoming van ieder denkbaar juridisch risico stellen wij u voor niet uit te gaan van een gebruikerstarief van E 3,31 bij de niet-woningen, maar van een tarief van E 3,30. Op deze wijze wordt voldaan aan de maximumstijging van 296. Aan deze wijziging zijn ÃćâĆňâĂİ behalve de
juridische borging - verder geen consequenties verbonden voor de overige voor-
Raadsnummer 05.RI424.003
gestelde OZB-tarieven. Ook zijn er geen gevolgen voor de te realiseren opbrengst OZB.
Samenvarrend: wij stellen u voor het raadsvoorstel aan te passen ten aanzien van artikel 9, onderdeel D; het OZB-tarief voor het gebruik van een niet-woning. Voorgesteld was een tarief van H 3,31. Voorgesteld wordt dit tarief te wijzigen in I 3,30. 2 Op 3 november 2005 maakte de VNG bekend dat, - indien ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel 30 096 (afschaffing van de OZB voor het gebruik van woningen en de maximering van de overige OZB-tarieven) goedkeurt-, er een gerechtelijke procedure wordt ingesteld. In de procedure zal de rechtmatigheid van de wetswijziging ter discussie worden gesteld.
Ten tijde van het opstellen van het raadsvoorstel was nog niet bekend dat een gerechtelijke procedure tegen de Staat zou worden ingesteld, Met een dergelijke procedure is in het voorstel dan ook geen rekening gehouden. Wij stellen u voor het raadsvoorstel op zodanige wijze aan te passen dat de uitkomsten van deze gerechtelijke procedure in aanmerking kunnen worden genomen. Dit houdt in dat in de overgangsbepaling (artikel 10 van de Verordening OZB) wordt verwezen naar de gerechtelijke procedure, Voor het overige vindt geen wijziging van het voorstel plaats. Samenvattend: wij stellen u voor het raadsvoorstel op het OZB-onderdeel subsidiair aan te passen. Het betreft een navolgende toevoeging in de aanhef van artikel 10 van de verordening (overgangsbepaling) : "indien aan deze wettelijke regeling ten tijde van de aanslagoplegging door een rechterlijke uitspraak niet de verbindende kracht is ontzegd",
Een herzien ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
C. Langerwerf, secretaris.
gemeente Eindhoven
Dienst Algemene en Publiekszaken
Raadsnummer 05.RI424. 004 Inboeknummer oSbstozSSx Beslisdatum B&W 22 november 2004 Dossiernummer S4Z.sSz
Nadere toelichting bij raadsvoorstel tot het vaststellen van de verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten 2oo6 (2). Betreft Verordening onroerende-zaakbelastingen aoo6, Verordening rioolrechten zoo6, Verordening reinigingsheffingen zoo6 en Verordening hondenbelasting zoo6. Op 12 december 2005 behandelt uw gemeenteraad het voorstel tot het vaststellen van de verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten voor belastingjaar 2006 (hierna: het raadsvoorstel). Het raadsvoorstel is op 25 oktober 2005 naar uw raad verstuurd. Op 8 november 2005 is een eerste nadere toelichting met een wijziging op het raadsvoorstel ten aanzien van de Verordening onroerende-zaakbelastingen naar uw raad verstuurd. Op 9 en 10 november 2005 heeft uw raad de Programmabegroting 2006-2009 vastgesteld. Tijdens de behandeling van deze begroting heeft uw raad een tweetal amendementen over gemeentelijke belastingen aangenomen. Het betreft amendement A05 over de onroerende-zaakbelastingen en amendement A06 over de afvalstoffenheffing. Deze amendementen maken een herzien ontwerpraadsbesluit noodzakelijk ten aanzien van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2006, de Verordening rioolrechten 2006, de Verordening reinigingsheffingen 2006 en de Verordening hondenbelasting 2006. Het betreft de navolgende wijzigingen. 1 Volgens onderdeel a van amendement A05 dienen de tarieven onroerende-zaakbelastingen woningen met het inf latiepercentage van 2,279b te worden verhoogd. Dit heeft tot gevolg dat het tarief genoemd in artikel 10, onderdeel D, sub 1 a van de Verordening onroerende-zaakbelastingen dient te worden gewijzigd van 6 2,10 naar < 2,05.
2 Volgens onderdeel b van amendement A05 dient het ontstane tekort in de begroting te worden gedekt uit de middelen welke beschikbaar komen middels het aanpassen van de inningterrnijnen van de onroerend-zaakbelasting. De aanpassing van de inningterrnijnen ziet op de voorgestelde wijziging van de betaling van de gecombineerde aanslag. Het betreft het voorstel om vanaf be-
, Raadsnummer 05.RZ424.OO4
lastingjaar 2006 voor de grote belastingplichtigen (dat zijn die belastingplichtigen waarbij het totale bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen groter is dan < 3.000,-) een betaaltermijn van niet meer dan vier weken te han-
teren. Voorgesteld werd met het rentevoordeel - voor de overige belastingplichtigen ÃćâĆňâĂİ een automatische betalingsincasso mogelijk te maken van 10 termijnen (in
plaats van de huidige negen termijnen). Uit het amendement volgt echter dat het rentevoordeel dient te worden ingezet voor de dekking van de tariefsverlaging voor woningen in de onroerende-zaakbelastingen. Dit betekent dat het aantal
termijnen voor automatische betalingsincasso dient te worden gehandhaafd op 9 (in plaats van de voorgestelde 10), Aangezien de gecombineerde aanslag in 2006 is opgebouwd uit de aanslagen onroerende-zaakbelastingen, rioolrecht, afvalstoffenheffing /reinigingsrecht en hondenbelastingen dienen deze vier verordeningen op het onderdeel "termijnen van betaling" ten aanzien van de automatische betalingsincasso dienovereenkomstig te worden aangepast.
3 Volgens amendement A06 dient in de tariefstelling afvalstoffenheffing voor 2006 het wegwerken van de negatieve stand van de egalisatiereserve niet te worden meegenomen. De tarieven dienen dienovereenkomstig neerwaarts te worden bijgesteld. Dit heeft tot gevolg dat het tarief genoemd in onderdeel 1.1.1 van de Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2006 (afvalstoffenheffing eenpersoonshuishouden) wordt gewijzigd van E 183,ÃćâĆňâĂİ naar 4 168,ÃćâĆňâĂİ.
Het tarief genoemd in onderdeel 1.1.2 van de Tarieventabel (afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden) wordt gewijzigd van E 304,ÃćâĆňâĂİ naar 6 289,ÃćâĆňâĂİ. Ten opzich-
te van de tarieven voor belastingjaar 2005 betreft het een stijging van 6,3396 (eenpersoonshuishouden) en 9% (meerpersoonshuishouden). Conform de opdracht vanuit de Voorjaarsnota 2006-2009 betreft het kostendekkende tarieven.
Bijgaand treft u aan, ter vaststelling, herziene ontwerpraadsbesluiten ten aanzien van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2006, de Verordening rioolrechten 2006, de Verordening reinigingsheffingen 2006 en de Verordening hondenbelasting
2006.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
C. Langerwerf, secretaris
ED05039152
gemeente Eindhoven
Dienst Algemene en Publiekszaken
Raadsnummer 05.Rz42+.005 Inboeknummer osbstoz6zo Beslisdatum B&W So november zooS Dossiernummer S48.2SI
Nadere toelichting bij raadsvoorstel tot het vaststellen van de verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten zoo6 (g). Betreft Legesverordening en Verordening parkeerbelastingen zoo6. Op 12 december 2005 behandelt uw raad het voorstel tot het vaststellen van de
verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten voor belastingjaar 2006 (hierna: het raadsvoorstel). Het raadsvoorstel is op 25 oktober 2005 naar uw raad verstuurd. Op 8 november 2005 is een eerste nadere toelichting met een wijziging op het raadsvoorstel ten aanzien van de Verordening onroerende-zaakbelasting naar uw raad verstuurd. Naar aanleiding van de behandeling van de Programmabegroting 2006 ÃćâĆňâĂİ 2009 op 9 en 10 november 2005 is een tweede nadere toelichting met een
wijziging ten aanzien van de Verordening onroerende-zaakbelasting, de Verordening rioolrechten, de Verordening reinigingsheffingen en de verordening hondenbelasting verschenen. Op 21 november 2005 werd het raadsvoorstel in de vergadering van de commissie financiele pijler (cFp) behandeld. Tijdens deze vergadering is toegezegd een drietal punten middels een nadere toelichting te verduidelijken. Het betreft de navolgende punten: 1. de fiscaal-juridische implicaties van het amendement van GroenLinks over de leges inzake kleinschalige straat- en buurtfeesten; 2. de tarieven parkeerbelastingen Centrumgebied Noord;
3. het legestarief inzake het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag.
Ad ir amendement GroenLinksinzake leges kleinschalige straat- en buurtfeesten. In de praktijk zijn er inmiddels gemeenten die geen leges heffen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een straat- en buurtfeest. Sommige gemeenten hebben daartoe in hun legesverordening een zogenoemd "0-tarief" opgenomen. Ofschoon deze regeling in den lande wel wordt toegepast, moet daarbij de kanttekening worden geplaatst dat het strikt fiscaal-juridisch bezien twijfelachtig is of deze vrijstelling mogelijk is. Er is immers geen harde en voldoende objectieve rechtvaardigingsgrond om deze categorie vrij te stellen. Ook het feit dat straat- en buurtfeesten veelal
worden georganiseerd door vrijwilligers levert op zich nog geen voldoende grond
Raadsnummer 05.Rrg2$.005
voor vrijstelling op. Immers, ook in de overige categorieen zal het voorkomen dat de evenementen (mede) worden georganiseerd door vrijwilligers, Indien uw raad toch een dergelijke vrijstelling c,q. nultarief zou willen hanteren, is het niet geheel uitgesloten dat een organisator van een ander type evenement een beroep doet op het gelijkheidsbeginsel en het oordeel van de belastingrechter daarover zal vragen.
Ad 2: tarieven parkeerbelasting Centrumgebied Noord. De tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuur stijgen niet voor belastingjaar 2006. In de toelichting bij het voorstel is bij het overzicht met de tarieven van Centrumgebied Noord een omissie opgetreden. In de kolom "2005" zijn abusievelijk de tarieven voor belastingjaar 2004 vermeld. Hierdoor wordt ten onrechte de indruk gewekt dat de tarieven voor belastingjaar 2006 stijgen. De correcte tarieven kunnen als volgt worden weergegeven: 2005
A Centrumgebied Noord E 0,50 per 16 minuten ofwel E 1,88 per uur 6 0,50 per 12 minuten ofwel < 2,50 per uur
Voorstel voor 2006 4 0,50 per 16 minuten ofwel 6 1,88 per uur 6 0,50 per 12 minuten ofwel 4 2,50 per uur 6 0,10 per 3 minuten ofwel < 2,ÃćâĆňâĂİ per uur
< 0,10 per 6 minuten ofwel 6 1,ÃćâĆňâĂİ per uur
De omissie heeft overigens geen gevolgen voor het ontwerpraadsbesluit met de Verordening parkeerbelastingen 2006. Ad 3: legestariefinzake het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag. Op grond van onderdeel 6.1,6. van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening heft de gemeente leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag. Voor belastingjaar 2005 werd een bedrag geheven van 6 14,50. Voor belastingjaar 2006 wordt voorgesteld een bedrag van f 29,50 te heffen. Deze stijging heeft de navolgende achtergrond. Tot en met belastingjaar 2005 stond onder onderdeel 6.1.6, van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening uitsluitend het bedrag van de gemeenteleges vermeld. Inmiddels is een nieuwe wijze van afgifte van verklaringen omtrent het gedrag (VOG) ingevoerd. Hierdoor is het productieproces van het document elders (Centraal Orgaan VOG) neergelegd. Dit heeft voor elke gemeente consequenties gehad, in zoverre dat gemeenten van het Rijk uitsluitend een forfaitair bedrag als kostenvergoeding voor de doorgeleiding van de aanvraag ontvangen. De maximale hoogte van de te heffen leges is door het Rijk vastgesteld op < 29,50. Het raadsvoorstel voorziet in een aansluiting bij dit bedrag voor belastingjaar 2006.
Raadsnumrner 05.R?424..005
Ten aanzien van de sporttarieven merken wij overigens op dat deze tarieven privaatrechtelijke tarieven betreft. Deze tarieven zijn ter kennisneming bij het dossier met de belastingverordeningen voor 2006 gevoegd. Ten aanzien van de sporttarieven worden de wijzigingen jaarlijks in de Voorjaarsnota aangegeven.
C. Langerwerf, secretaris
ED05040320