gemeente Eindhoven
Control
Raadsnummer 09.R/297.OOI Inboeknummer o9bstor6oo Beslisdatum B%W 22 september 2009 Dossiernummer 939 452
Raadsvoorstel tot het vaststellen uan het Treasurystatuut 2009 Inleiding In 2001 is de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) in werking getreden. Deze wet bevordert een gezonde financiering van openbare lichamen en bevat normen voor risicobeheersing bij het aantrekken, uitzetten en garanderen van middelen. De Wet fido is geevalueerd. Het oordeel was dat de wet naar behoren voldoet en dat deze de financieringsfunctie bij gemeenten en provincies heeft verbeterd. Op enkele punten zijn wijzigingen doorgevoerd, veelal bedoeld om de
betreffende fido-onderdelen te vereenvoudigen. De Wet fido kent ook enkele uitvoeringsregelingen. Een daarvan is de ’Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden’ (Ruddo). Gelet op de onrust op de financiele markten zijn hierin wijzigingen doorgevoerd, gericht op het beperken van de risico’s voor lagere overheden. Tenslotte zijn er ook nieuwe Europese richtlijnen, die bij leningen en garanties aan derden in acht moeten worden genomen. Deze wijzigingen hebben effect op het huidige Treasurystatuut, dat in 2003 is vastgesteld. Doelstelling Met dit voorstel worden de gemeentelijke kaders in lijn gebracht met de gewijzigde ’Wet fido’, de gewijzigde ’Ruddo’ en de Europese richtlijnen. Voorstel Het T reasurystatuut 2009 vaststellen onder gelijktijdige intrekking van het Treasurystatuut 2003.
Argumenten 1.1 De wijzigingenin de Wet fido en de Ruddo zijnin 2009 van kracht geworden.
Het Treasurystatuut, waarin de gemeente als uitvloeisel van de wet haar kaders heeft vastgelegd, moet daarom geactualiseerd worden. In het Treasurystatuut 2009 worden de wijzigingen uitgebreid toegelicht. Samengevat hebben de wijzigingen in de Wet fido betrekking op een vereenvoudiging van de renterisiconorm, vereenvoudiging van het toezicht op de kasgeldlimiet en de aanscherping van de definitie van rating bij uitzettingen. De wijzigingen zijn minimaal en hebben daarom een beperkte invloed op de uitvoering van de treasurytaken binnen onze gemeente en de samenstelling van de leningen- en beleggingsportefeuille.
Raadsnummer 09.R3297.OOI
De wijzigingen in de Ruddo zijn significanter en zullen op termijn invloed hebben op de portefeuille. Ze hebben met name betrekking op het landencriterium (waar tegenpartijen gevestigd zijn) en de vereiste rating voor uitzetting van liquiditeiten voor looptijden van drie maanden of langer. Deze zijn aangescherpt. Hierdoor vallen enkele Europese landen (IJsland, Griekenland) nu af. Voor beleggingen langer dan drie maanden moeten partijen nu minimaal een AA-rating hebben. De beleggingsmogelijkheden voor overheden worden hierdoor verder beperkt. 1.2 Als gevolg van deinternationale kredi etcrisisis eens te meer dui deiij k geworden hoe belangrijk de normen voor risi cobeheersi ng zijn.
Het belang van de wijzigingen wordt onderschreven: in 2008 zijn er banken omgevallen, waarbij decentrale overheden (een deel van) hun uitstaande middelen zijn verloren. Hoewel binnen de gemeente Eindhoven in het verleden een prudent uitzettingenbeleid is gehanteerd, kon niet voorkomen worden dat ook enkele van de partijen waar we als gemeente geld hebben uitgezet, in zwaar weer zijn beland. Hierover hebben wij u geinformeerd in de kwartaalrapportages over de treasuryactiviteiten. Er zijn, mede door herschikking van de portefeuille, geen acute bedreigingen (geweest) voor de uitzettingen van de gemeente. Toch dwingen de ontwikkelingen op de internationale geld- en kapitaalmarkt ons tot het maken van nog veiligere keuzes. De strengere richtlijnen zijn vertaald in het Treasurystatuut. 1.3 De normen moeten goed en consequent worden toegepast. Als gevolg van de kredietcrisis is er een toename geconstateerd in het aantal aanvragen voor gemeenteleningen/gemeentegaranties. Belangrijk is dat deze aanvragen zorgvuldig worden getoetst aan de criteria. Elke lening of garantie is immers van invloed op het totale risicoprofiel (en daarmee wellicht op het weerstandsvermogen) van de gemeente.
De afgelopen jaren zijn in Europese richtlijnen de criteria voor staatssteun nader omschreven. Deze criteria hebben met name betrekking op de marktconforme rentes, renteopslagen en garantiepremies die door de geldnemer moet worden betaald aan de gemeente. In verband met de kredietcrisis zijn deze criteria overigens tijdelijk versoepeld. Een overzicht van de geldende richtlijnen is in de bijlagen opgenomen. Een verschil met de oude gemeentelijke kaders is bijvoorbeeld de te hanteren risico-opslag voor garanties. De 0,15a/o die wij in het verleden in rekening brachten, is voor nieuwe garanties volgens de Europese richtlijnen te laag. Voor kleine en middelgrote ondernemingen geldt minimaal 0,4a/o, maar tijdelijk (tot 31 december 2010) mag de premie op 0,3’/o worden
vastgesteld. Voor leningen hanteert de Europese commissie als basisrente het eenjaars EURIBOR met een opslag van tenminste 0,6’/o.
Kanttekeningen 1.4 De Wet fi do en de Ruddo geven nog niet op alle punten ui tsiui tsei.
Raadsnummer 09.R3297.OOI
Voor de wijzigingen en de Wet fido en de Ruddo heeft het Ministerie van Financien overlegd gevoerd met vertegenwoordigers van de VNG, BZK, gemeenten, provincies en de sectorbanken BNG en NWB. Over de grote lijn bestaat overeenstemming. Op diverse punten moet echter nog nader onderzoek worden gedaan, bijvoorbeeld over de status van bewaarbanken’. De werkgroep zal hierover nog aanvullende adviezen uitbrengen.
Een andere belangrijke vraag, die landelijk nog niet volledig is uitgekristalliseerd, is wat te doen met beleggingen waarbij de tegenpartij gedurende de looptijd een rating krijgt die lager is dan de norm. In het Treasurystatuut is opgenomen dat in dat geval beoordeeld zal worden of de belegging wordt beeindigd. Hierbij zijn de marktwaarde, de restant looptijd en de financiele positie van de tegenpartij belangrijke factoren, die door de sector Control in beeld worden gebracht. Mogelijk kan in de toekomst gewerkt worden met een percentage van de portefeuille dat maximaal ’at risk’ mag zijn. Als dit percentage wordt overschreden, moeten risicobeperkende maatregelen genomen, bijvoorbeeld het beeindigen van een belegging. Omdat een dergelijke richtlijn landelijk nog in ontwikkeling is, wordt deze nu niet in het Treasurystatuut meegenomen. De gemeente Eindhoven is een voorstander van duurzaam beleggen. Op enkele beleggingen van de gemeente heeft in de afgelopen jaren een extra selectieslag plaatsgevonden op criteria als milieubeleid, arbeidsvoorwaarden, personeelsbeleid en transparantie. Daarnaast is op alle gemeentelijke beleggingen de zogenaamde ’negative approach’ toegepast, waarbij beleggingen in aandelen van ondernemingen in de wapen-, tabak- en alcoholindustrie wordt uitgesloten. Voor duurzaam beleggen kan een (minimum) percentage in de portefeuille worden vastgesteld. Omdat met duurzaam beleggen nog onvoldoende ervaring is opgedaan, wordt dit nu niet in het Treasurystatuut meegenomen. In de markt is er op dit moment nog onvoldoende aanbod in duurzame beleggingsproducten die voldoen aan de wet Fido. We kunnen dus nu nog geen vaste kaders hiervoor opnemen in het treasurystatuut. Dit zou namelijk tot conflicten kunnen leiden met de andere bepalingen in het statuut, bijvoorbeeld dat per partij maximaal 615 miljoen mag worden uitgezet. Bij het aangaan van nieuwe beleggingen zal duurzaam beleggen wel verder worden ontwikkeld en zo mogelijk worden uitgebouwd. 1.5 Schatkistbankieren bij het Rijkis nog geen volwaardig alternatief. Decentrale overheden kunnen sinds 2004 deelnemen aan het schatkistbankieren.
Een deelnemer verplicht zich hierbij al zijn publieke middelen in de schatkist van het Rijk onder te brengen en een rekening-courant relatie aan te gaan met het Ministerie van Financien. Voor decentrale overheden is het echter niet mogelijk om
’ Administratief onderdeel van het effectenbedrijf van een bank dat zich bezighoudt met het in
bewaring nemen van effecten.
Raadsnummer 09.R3297.OOI
bij de schatkistleningen af te sluiten. Het Kabinet wil nu voor decentrale overheden de mogelijkheid openstellen om alleen een deel van de tijdelijk overtollige middelen in de schatkist aan te houden. De modaliteiten zijn echter nog niet bekend. Ook de leenfaciliteit wordt, met het oog op de rol van de sectorbanken BNG en NWB, nog nader onderzocht.
Communicatie In de huidige systematiek wordt elk kwartaal een treasuryrapportage aangeboden aan ons college en uw raad. Hiervoor is destijds gekozen om de transparantie rondom beleggingen te vergroten. Om de informatiestromen richting raad zoveel mogelijk te kanaliseren, zal de treasuryrapportage voortaan een plaats krijgen in de reguliere cyclische instrumenten (begroting, tussentijdse rapportages en jaarrekening). Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: Treasurystatuut 2009; Wet fid o en Rud d o (BZK 8 juni 2009) ;
Circulaire BZK maart 2008 inzake wijzigingsvoorstellen Wet fido; Mededeling Europese Commissie inzake staatssteun in de vorm van garanties; Mededeling Europese Commissie inzake referentie- en
disconteringspercentages. De bijlage Treasurystatuut 2009 wordt meegestuurd. De overige bijlagen liggen ter inzage in de leeskamer. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris.
Raadsnummer 09.R3297.OOI
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 september 2009;
besluit:
het Treasurystatuut 2009 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van het Treasurystatuut 2003.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 oktober 2009.
R. van Gijzel, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
CC09031457
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat
Raadsnummer 09.R/297.002
Retouradres Postbus 9oISo, S6oo RB Eindhoven
Behandeld door I. van Dijk Telefoon (o4o) 238 24 07
Aan de leden van de raad
van de gemeente Eindhoven.
Ons kenmerk griffie verzenddatum I4 oktober 2009
Commissieadvies Betreft cie MZFPO: Raadsvoorstel tot het vaststellen van het Treasurystatuut 2009
De commissie Maatschappelijke Zorg, Financien, Personeel en Organisatie heeft in haar vergadering van 13 oktober 2009 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp.
De commissie heeft als volgt geadviseerd:
PvdA: akkoord; CDA: akkoord;
SP: stemvoorbehoud, hadden woord willen voeren, maar dit niet tijdig gemeld; VVD:
GroenLinks: ’leefbaar eindhoven’:
OuderenAppel: D66:
De Stadspartij: Lijst Pim Fortuyn:
ChristenUnie: Eindhoven Nu:
akkoord; akkoord; akkoord; akkoord; akkoord; stemvoorbehoud,
hadden woord willen voeren, maar dit niet tijdig gemeld;
akkoord; akkoord; akkoord;
De secretaris van de commissie, I. van Dijk
Bijlage(n): 0
Bezoekadres Stadhuisplein Io Eindhoven Openingstijden
Postadres Postbus 90I50 s6oo RB Eindhoven
ma t/m vr 9.oo-r6.oo uur
Telefonisch bereikbaar