Raadsvoorstel tot het uaststellen uan de Parkeerverordening oog, het aanpassen. uaststellen uan de parkeervergunningtarieven

gemeente Eindhoven

Openbare Ruimte Verkeer 5 Milieu

Raadsnummer 09.Rgl66.OOI Inboeknummer o9bstoto44 Beslisdatum B%W r6 juni 2009

Dossiernummer 925.55I

Raadsvoorstel tot het uaststellen uan de Parkeerverordening oog, het aanpassen uan de Verordening op de heffing en de invordering uan parkeerbelastingen oo9 (eerste wijziging) en tot het uaststellen uan de parkeervergunningtarieven. Inleiding Bij de vaststelling van het uitvoeringsprogramma autoen fietsparkeren 2008-2010 is toegezegd in 2009 te komen met een voorstel voor een vast laag tarief voor de pa rkeerverg unnin g voor bewoners. Daarnaast is tijdens de raadsvergadering van 16 december 2008 toegezegd om te kijken naar de mogelijkheden om de parkeertariefstructuur te vereenvoudigen. Op basis van beide toezeggingen zijn de tariefstructuur voor wat betreft betaald parkeren en de tarieven voor vergunningen kritisch onder de loep genomen. Tevens is deze gelegenheid aangegrepen om de huidige parkeerregeigeving van de gemeente Eindhoven te actualiseren. De volgende documenten zijn daarbij in ogenschouw genomen:

1 de verordening parkeerbeiastingen. Hierin staan onder andere de volgende zaken beschreven: de tarieven voor betaald parkeren; de tarieven voor vergunningen; wijze van heffing en betalingstermijn; de kosten van een naheffi ngsaanslag;

2 de parkeerverordening Hierin worden de algemene kaders omschreven van het gemeentelijk parkeerbelei d, o.a. wordt hierin geregeld dat de gemeente werkt met parkeervergunni ngen en dat het plaatsen van voorwerpen op parkeerplaatsen verboden is. Het college stelt nadere regels vasti n het ui twerki ngsbeslui t parkeervergunni ngen;

3 Het aanwijsbesluit privaatrechtelijke parkeertarieven. Hierin wordt het tarief voorde parkeergarages vastgelegd;

4 het aanwijsbesiuit betaald parkeren en parkeren vergunninghouders. Hierin wordt aangeven: op welke locaties betaald parkeren geldt en tegen welk tarief en op welke tijden;

op welke loca ti es uitsluitend mag worden geparkeerd door vergunni nghouders; welke parkeerplaatsen zijn voorbehouden ten behoeve van autoda te;

Raadsnummer 09.R3I66.OOI

op welke locaties de wieikiem wordt gebruikt;

5 het uitwerkingsbesluit parkeervergunningen. Hierin worden de regels vastgelegd voor de geldigheid en het verstrekken van parkeervergunni ngen;

6 procedure invoering betaald parkeren. Di t document bevat de procedure di e gevold wordt bij de invoering van betaald parkeren. Welke stappen worden achtereenvolgens doorlopen, watzijn de cri teria enz.

De onderdelen 1 en 2 dienen vastgesteld te worden door uw raad, de nummer 3 t/m 6 zijn een bevoegdheid van het college. Omdat alle onderdelen goed op elkaar moeten aansluiten en op elkaar afgestemd dienen te zijn is er voor gekozen de gehele regelgeving te actualiseren en niet uitsluitend op onderdelen aanpassingen door te voeren. Met name de regelgeving omtrent de invoering van betaald parkeren en de criteria rond de uitgifte van vergunningen is op dit moment niet helder opgenomen in de diverse documenten. Deze informatie staat verspreid door de parkeerverordening, de regeling belanghebbendenparkeren met betrekking tot de uitgifte van vergunningen en bezoekerskaarten, d.d. 26 september 2005 en het uitvoeringsprogramma autoen fietsparkeren. Om de helderheid te vergroten is de gehele regelgeving omtrent de uitgifte van vergunningen samengebracht in het "uitwerkingsbesluit parkeervergunningen". Daarnaast is de procedure omtrent de invoering van betaald parkeren vastgelegd.

Doelstelling Het doel van het aanpassen van de parkeerverordening en de parkeerbelastingverordening met onderliggende besluiten is het verkrijgen van een goed op elkaar aansluitende en afgestemde parkeerregelgeving met een heldere tariefstructuur voor zowel de parkeertarieven als de parkeervergunningtarieven. Het doel van het vaststellen van een laag tarief voor parkeervergunningen ten behoeve van bewoners in betaald parkeergebieden is het wegnemen van maatschappelijke weerstand tegen het invoeren van betaald parkeren in woonwijken. Voorstel

1 De Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 te wijzigen, conform ontwerpbesluit. 2 De Parkeerverordening 2009 vaststellen. 3 In te trekken de regeling "belanghebbendenparkeren met betrekking tot de uitgifte van vergunningen en bezoekerskaarten, d.d. 26 september 2005". 4 Het tarief voor bewonersvergunningen in betaald parkeergebieden als volgt vast te stellen (met ingang van 1 januari 2010): a 1’ bewonersvergunning 6 3,45 per maand (6 41,40 per jaar), jaarlijks indexeren met ingang van 2011;


b 2’ bewonersvergunning 6 6,90 per maand (6 82,80 per jaar), jaarlijks indexeren met ingang van 2011; c 1 e bewonersvergunning de eerste 2 jaar gratis; d de tarieven voor vergunningen in exclusieve vergunninghoudergebieden te handhaven op het huidige niveau,6 10,50 per maand (C 126,- per jaar), jaarlijks indexeren; 5 de structureel financiele gevolgen vanaf 1 januari 2010 ad 6 60.000,ÃćâĆňâĂİ van het

aanpassen van het parkeervergunningtarief voor bewoners te dekken door het structureel verlagen van de kosten van Mobiliteitsmanagement autoparkeren voor Winkelcentrum Woensel;

6 de begrotingswijziging dienovereenkomstig vast te stellen. Argumenten 1.1 Uitvoering geven aan de toezegging d.d. 16 december 2008 om te kijken naar mogeiij i
Op dit moment wordt in de Eindhovense parkeerregelgeving een onderscheid gemaakt in gebied A, I3, C en D. Het is mogelijk de gebiedsindeling zodanig te wijzigen dat er nog slecht onderscheid wordt gemaakt naar twee gebieden. De gebieden A en I3 tezamen als het gebied "binnenstad" en de gebieden C en D tezamen als het gebied "rest van de stad". De tarieventabel kan hierdoor worden vereenvoudigd terwijl de tarieven ongewijzigd blijven. De parkeerder wordt derhalve niet benadeeld door deze aanpassing. 1.2 vereenvoudiging tari efstructuur vergunningen

In de huidige tariefstructuur voor vergunningen is sprake van 29 verschillende vergunningen. In de nieuwe structuur is dit aantal beperkt tot 15 vergunningsoorten door samenvoeging van een groot aantal vergunningen. In de nieuwe structuur vervallen 2 producten, de 6 daagse vergunningen voor parkeerterreinen in de binnenstad en de 6 daagse vergunning op parkeerterreinen in de rest van de stad. Deze vergunningen blijken niet of nauwelijks te worden afgenomen. Met ingang van 1 januari 2010 worden deze 2 typen vergunningen niet meer verleend. Voor het overige zijn er in de praktijk voor de gebruiker geen wijzigingen. De gebruiker wordt door deze vereenvoudiging niet benadeeld. 1.3 toevoeging betaaimogeiij khei d 5 tadspas

Als pilot-project wordt met ingang van dit najaar (gepland met ingang van 30 augustus 2009) op Winkelcentrum Woensel parkeren met gebruik van de Stadspas ingevoerd. Deze betaalmogelijkheid (RFID-kaart) is in de verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 verwerkt (artikel 6 lid 2).

1.4 vrijstelling betalen voor houders van een gehandi ca ptenparkeerkaart


Bij de vaststelling van het uitvoeringsprogramma autoen fietsparkeren is besloten om houders van een gehandicaptenparkeerkaart op gehandicaptenparkeerplaatsen vrij te stellen van het betalen van parkeerbelasting. Dit betekent dat op betaald parkeerplaatsen niet zijnde een gehandicaptenparkeerplaats wel betaalt moet worden. In de praktijk blijkt dat dit besluit niet voor iedereen helder te zijn en wordt het op verschillende manieren geinterpreteerd. Ook op het gebied van handhaving is het besluit niet praktisch. Immers wat te doen als alle gehandicaptenparkeerplekken vol zijn? De landelijke tendens is dat parkeren voor gehandicapten overal gratis is. Voorgesteld wordt hierbij aan te sluiten en het parkeren voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart overal gratis te maken, verwerkt in artikel 12 van de verordening parkeerbelastingen. 1.5 vaststelling tarief autoda tevergunni ng

Sinds enige tijd zijn er binnen de gemeente Eindhoven op diverse locaties plekken ingericht voor autodate (gedeeld autogebruik). Voor het gebruik van deze plekken is een autodate vergunning noodzakelijk. Tot op heden werd geen tarief in rekening gebracht. Voorgesteld wordt per 1 januari 2010 het tarief voor een bewonersvergunning te hanteren. 2.1 toevoeging vergunni ngsmogeiij khei d voor brommobi eien

Door aanpassing van de definitie motorvoertuigen onder artikel 1 van de parkeerverordening kunnen houders van een brommobiel ook in aanmerking komen voor een parkeervergunning. 2.2 Ui tbrei di ng ca tegori een vergunni ngen

Het aantal categorieen vergunninghouders is in de praktijk groter dan op dit moment staat opgenomen in de parkeerverordening. Alle typen vergunningen die worden verleend staan opgesomd onder artikel 3. De voorwaarden op basis waarvan vergunning kan worden verleend en de criteria voor verstrekking zijn uit de parkeerverordening gehaald en worden ondergebracht in het uitwerkingsbesluit parkeervergunningen. In dit uitwerkingsbesluit zijn alle nader regels omtrent de parkeervergunning integraal opgenomen. Het college stelt dit uitwerkingsbesluit vast. 2.3 toevoeging experi men teerarti kei

Onder afdeling V, artikel 11 van de parkeerverordening is de mogelijkheid opgenomen voor experimenten. Dit artikel biedt de mogelijkheid, tijdelijk bij wijze van proef of promotie een aanpassing te doen die buiten de parkeerregelgeving valt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het tijdelijk parkeren voor 61,ÃćâĆňâĂİ per dag op koopzon-

dag bij Winkelcentrum Woensel. Indien dergelijke experimenten leiden tot een structurele aanpassing wordt dit opgenomen in de parkeerregelgeving en definitief vastgesteld.


3.1 Vereenvoudigen en bundelen regelgevi nglverbeteren leesbaarheid De regelgeving omtrent de invoering van betaald parkeren en de criteria rond de uitgifte van vergunningen is op dit moment niet helder opgenomen in de diverse documenten. Deze informatie staat verspreid door de parkeerverordening, de regeling belanghebbendenparkeren met betrekking tot de uitgifte van vergunningen en bezoekerskaarten, d.d. 26 september 2005 en het uitvoeringsprogramma autoen fietsparkeren. Om de helderheid te vergroten is de gehele regelgeving omtrent de uitgifte van vergunningen samengebracht in het "uitwerkingsbesluit parkeervergunningen". Daarnaast is de procedure omtrent de invoering van betaald parkeren vastgelegd in een apart document. Inhoudelijk veranderd er niets aan de huidige regels, ze worden alleen nader gespecificeerd en uitgewerkt naar de huidige behoeften. Er is slechts 1 wijziging. Op dit moment wordt de 1’ bewonersvergunning die wordt verstrekt aan bewoners

met eigen parkeergelegenheid gezien als 2’ bewonersvergunningen en geldt daarvoor het dubbele tarief. In de nieuwe regels wordt deze vergunning gezien als 1’ bewonersvergunning met het daarbij behorende tarief. Beide documenten (uitwerkingsbesluit parkeervergunningen 2009 en procedure invoering betaald parkeren) worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. De regeling belanghebbendenparkeren met betrekking tot de uitgifte van vergunningen en bezoekerskaarten, d.d. 26 september 2005 komt hiermee te vervallen. 4.1 verhogen maatschappelijk draagvlakinvoering betaald parkeren i n woonwijken door verlagen tarief 1’ bewonersvergunni ng Het huidige tarief voor een 1’ bewonersvergunning in gebieden met betaald parkeren blijkt voor bewoners vaak het struikelblok om te kiezen voor invoering van betaald parkeren in hun woonwijken ter beperking van de parkeeroverlast. Op dit moment is het tarief voor een 1’ bewonersvergunning C 8,ÃćâĆňâĂİ per maand. Bewoners

zijn niet bereid te betalen voor een maatregel die moet worden getroffen om de overlast te beperken die door derden wordt veroorzaakt. Bij de bepaling van het nieuwe tarief is getracht inzicht te krijgen in de kostendekkendheid van het tarief en hierbij aansluiting te zoeken. Er zijn diverse scenario’s uitgewerkt waarbij de volgende variabelen zijn toegepast; het doorberekenen van handhavingkosten en de hoogte van het tarief voor de 2’ bewonersvergunning. Voor de berekening en een nadere toelichting wordt verwezen naar de bijlage "actualisatie parkeertarieven en parkeerregelgeving". Uitgangspunt in het coalitieakkoord 2006-2010 is dat de handhaving van betaald parkeren een prioriteit in het gemeentebrede handhavingprogramma ten laste van de algemene middelen. In het voorgestelde tarief zijn de handhavingkosten dan ook niet mee gerekend.


Kanttekeningen 4.1 minderinkomsten Door het verlagen van het vergunningtarief van een 1’ bewonersvergunning met meer dan de helft zullen de inkomsten naar verwachting dalen met 6 60.000,ÃćâĆňâĂİ. On-

der de paragraaf kosten wordt toegelicht waaruit dit bedrag wordt gedekt. Doelstelling is echter de drempel voor invoering van betaald parkeren te verlagen, door uitbreiding van de gebieden de komende jaren zullen de inkomsten weer stijgen. De genoemde argumenten onder 1.2, 1.4, 1.5 en 2.1 zullen ook wijzigingen in de inkomsten met zich mee brengen (positief en negatief), deze wijzigingen zijn echter zeer gering en heffen elkaar op waardoor het saldo nul is. 4.2 lange termijn visie gebouwde parkeervoorzi eni ngen

Zoals in het raadsvoorstel met betrekking tot het instellen van een parkeerfonds reeds is aangegeven zullen de parkeerproblemen in woonwijken de komende jaren nog groeien door het nog steeds toenemende autobezit. De mogelijkheden om op maaiveldniveau parkeerplaatsen te realiseren raken langzaam maar zeker uitgeput. Indien de maatregelen, zoals invoering betaald parkeren en het stimuleren van het openbaar vervoer en fiets, leiden tot onvoldoende resultaat er resteert slecht een oplossing, namelijk uitbreiding van de parkeercapaciteit in gebouwde voorzieningen. De hoge stichtingskosten vormen echter een belangrijke hindernis bij de daadwerkelijke realisatie van een nieuw gebouwde parkeeroplossing in woonwijken. Omdat parkeren op straat tegen een zeer laag tarief plaatsvindt, zijn de verschillen tussen de kosten voor het parkeren op straat en de abonnementen voor garages erg groot. Nieuwe manieren van parkeerregulering, waarbij betalen naar gebruik voorop staat, zijn daarom noodzakelijk om dergelijke dure parkeeroplossingen kostendekkend te maken. Met de keuze voor een vast laag tarief wordt de optie voor gebouwde voorzieningen in woonwijken vrijwel onmogelijk gemaakt. 4.2 geen sturing op autobezi t

Een vast laag tarief voor bewonersvergunningen draagt niet bij aan de reductie van het autobezit. Er wordt niet gestimuleerd om te kiezen voor andere vervoerswijzen zoals het openbaar vervoer, de fiets of gebruik te maken van een deelauto. Kosten

Aan het wijzigen van de parkeerverordening, de verordening parkeerbelasting en het intrekken van de regeling "belanghebbendenparkeren met betrekking tot de uitgifte van vergunningen en bezoekerskaarten, d.d. 26 september 2005" zijn geen kosten verbonden. De structureel financiele gevolgen vanaf 1 januari 2010 ad 6 60.000,ÃćâĆňâĂİ van het aanpassen van het parkeervergunningtarief voor bewoners,

zoals aangegeven onder kanttekening 4.1 kunnen gedekt worden door het structureel verlagen van de kosten van Mobiliteitsmanagement autoparkeren voor Win-


kelcentrum Woensel. De werkelijke kosten zijn structureel lager dan oorspronkelijk geraamd. De indexering van de vergunningtarieven vindt jaarlijks plaats op basis van de indexcijfers volgens de Kadernota, "richtlijnen doorrekenen begroting ongewijzigd beleid".

Communicatie De verordeningen worden op de gebruikelijke wijze in het Gemeenteblad opgenomen. Tevens worden de verordeningen openbaar bekendgemaakt. De verordeningen worden eveneens kosteloos voor eenieder ter inzage gelegd. Planning en uitvoering Het besluit tot wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 (eerste wijziging) treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. De Parkeerverordening 2009 treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. De tarieven voor vergunninghouders worden verwerkt in de verordening parkeerbelastingen en zullen ingaan per 1 januari 2010. Evaluatie Niet van toepassing.

1 Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: Notitie actualisatie parkeertarieven en parkeerregelgeving. Procedure invoering betaald parkeren. Uitwerkingsbesluit parkeervergunningen.

De bijlagen liggen ter inzage in de leeskamer. De ontwerpraadsbesluiten bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, secretaris.


Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 juni 2009; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994; besluit:

vast te stellen de Parkeerverordening 2009.

Afdeling I. Definities en beg ripsomschrijvingen Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; b. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990; c. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; d. houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens; e. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; f. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur; g. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die: a. is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV1990, of b. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd; h. vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen; vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend; j. centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Eindhoven een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbe-

Raadsnummer 09.R3I66.00I

wegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of RFID-kaart (Radio Frequency Identification). k. autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden; I. autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate.

Afdeling II. Plaatsen voor vergunning houders, vergunningen en vergunningbewijzen Artikel 2

1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieen als bedoeld in artikel 3, derde lid. 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan. Artikel 3

1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen. 2. Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning. 3. Een vergunning kan worden verleend aan: a. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie I); b. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren (categorie II); c. een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie III); d. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die zorg verleent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren (categorie IV) ;

e. een bewoner die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en die bezoek per auto ontvangt (categorie V).


4. Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan een van de in het derde lid genoemde vereisten. 5. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen. 6. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor categorie III kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik. Artikel 4

1. Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning. 2. Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 5

1. Een vergunning wordt voor ten hoogste een kalenderjaar verleend. 2. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens: a. de periode waarvoor de vergunning geldt; b. het gebied waarvoor de vergunning geldt; c. de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend. Artikel 6

Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen: a. op verzoek van de vergunninghouder; b. wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend; c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning; d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen; e. wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan; f. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften; g. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;


h. om redenen van openbaar belang. Afdeling I I I. Verbodsbepalingen Artikel 7

1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden: a. zonder vergunning; b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunning; c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften. 2. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit a rtikel. Arti kei 8

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen. Arti kei 9

1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:

a. op een parkeerapparatuurplaats; b. op een belanghebbendenplaats. 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd. 3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel. Afdeling IV. Strafbepaling Arti kei 10

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie. Afdeling V. Experimenten Arti kei 11

Het college van burgemeester en wethouders kan experimenteren met vormen van parkeerregulering die buiten de bepalingen van de gemeentelijke parkeerregelgeving vallen. Een experiment is een tijdelijke proef met een maximale tijdsduur van een jaar. Indien een experiment als vast onderdeel van parkeerregulering in de


parkeerregelgeving kan worden opgenomen doet het college van burgemeester en wethouders daartoe een voorstel aan de gemeenteraad. Afdeling Vl. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 12

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de door het college aangewezen personen en de politieambtenaren van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost voor zover zij werkzaam zijn binnen een territoriaal onderdeel dat een deel van de gemeente Eindhoven omvat. Arti kei 13

Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening 2009. Artikel 14

1. Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2009. 2. Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerverordening 2000. 3. Vergunningen die zijn verleend krachtens de Parkeerverordening 2000 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 juli 2009. R. van Gijzel, voorzitter

J. Verheugt, griffier


Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 juni 2009; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet; besluit:

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 (eerste wijziging). Artikel I

Artikel 2 onderdeel I wordt geschrapt en vervangen door het navolgende onderdeel:

I centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Eindhoven een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of RFID-kaart. Artikel II

Aan artikel 2 van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 wordt het navolgende onderdeel m en n toegevoegd: m. autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden. n. RFID-kaart: kaart met technologie op gebied van Radio Frequency ldentification. Artikel I I I

Artikel 5, lid 1 van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 wordt als volgt gewijzigd: De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of RFID-kaart inloggen op cl e

centrale computer. Artikel IV

Artikel 6, lid 2 van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 wordt als volgt gewijzigd:


In afwijking van het bepaalde in het vorige lid onder sub a moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of RFID-kaart inloggen op de centrale computer. Artikel V

Artikel 8 van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 8 Vrijstellingen 1. De belasting bedoeld in artikel 1 wordt niet geheven voor het parkeren van een voertuig op de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen door: a. personen van Rijk, provincie, regiobestuur en gemeente, voor zover het voertuig in de uitoefening van de dienst wordt gebruikt en uiterlijk duidelijk als dienstvoertuig kenbaar is; b. personen die gaan trouwen of een partnerschapsakte gaan sluiten, in het bezit van een door of namens het college van burgemeester en wethouders af te geven bewijs, uitsluitend op het Stadhuisplein. 2. De belasting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig op een parkeerapparatuurplaats wordt niet geheven van een houder van een geldige Gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW, Stb. 1990,469), mits deze kaart op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst. Artikel Vl

In de Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 wordt onderdeel 1 geschrapt en vervangen door het navolgende onderdeel 1: 1. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel1, onderdeel a, van de verordening bedraagt: In het gebied:

Per uur: Maximum dagtarief: Maximum parkeertijd: A. Binnenstad: <2,ÃćâĆňâĂİ

Niet van toepassing

C2,ÃćâĆňâĂİ

65,ÃćâĆňâĂİ

C2,ÃćâĆňâĂİ

Niet van toepassing 60 minuten

2,ÃćâĆňâĂİ

2,50 2,50

Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing

Niet van toepassing Niet van toepassing

120 minuten Niet van toepassing 120 minuten


B. Rest van de

stad:

Niet van toepassing 3,ÃćâĆňâĂİ

Niet van toepassing <1,ÃćâĆňâĂİ

61,ÃćâĆňâĂİ

E 0,20 71

Niet van toepassing Niet van toepassing 30 minuten

Niet van toepassing 60 minuten Niet van toepassing Niet van toepassing

120 minuten Niet van toepassing

0,50 1,ÃćâĆňâĂİ

Niet van toepassing

3,ÃćâĆňâĂİ

’ Het tarief bedraagt 6 0,50 voor het eerste uur en 6 1,ÃćâĆňâĂİ voor elk volgend uur, met een maximum van 6 3,ÃćâĆňâĂİ per dag.

Binnenstad: dit gebied wordt begrensd door Fellenoord ÃćâĆňâĂİ Vonderweg ÃćâĆňâĂİ Mauritsstraat ÃćâĆňâĂİ Edenstraat ÃćâĆňâĂİ De Dommel (tussen Edenstraat en P.C. Hooftlaan) ÃćâĆňâĂİ PC Hooft-

laan ÃćâĆňâĂİ Hertogstraat ÃćâĆňâĂİ De Dommel (tussen Vestdijk en Professor Doctor Dorgelo-

laan. Deze wegen zijn inbegrepen in het gebied binnenstad. Rest van de stad: het gedeelte van de gemeente niet behorend tot de binnenstad. Artikel Vll

In de Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 wordt onderdeel 2 geschrapt en vervangen door het navolgende onderdeel 2: 2. Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de

verordening bedraagt: Per

perjaar:

Overig:

maand: 2.1 a

voor een vergunningen aan bewoners in een vergunningengebied:

2.1 b

voor een eerste vergunning aan bewoners in een betaald parkerengebied zonder plaatsgarantie:

2.1 c

voor een tweede vergunning aan bewoners in een betaald parkerengebied zonder plaatsgarantie:

Niet van

10,50

6 126,ÃćâĆňâĂİ

toepassing

Niet van EB,ÃćâĆňâĂİ

E 96,ÃćâĆňâĂİ



toepassing

Niet van

toepas-


sing

voor een eerste vergunning aan bewoners in een betaald parkerengebied met plaatsgarantie:

Niet van 20,ÃćâĆňâĂİ


40,ÃćâĆňâĂİ


24,ÃćâĆňâĂİ


16,ÃćâĆňâĂİ


102,ÃćâĆňâĂİ

6 1.224,ÃćâĆňâĂİ

146,ÃćâĆňâĂİ

6 1.752,ÃćâĆňâĂİ

25,50


voor een tweede vergunning aan bewoners in een betaald parkerengebied met plaatsgarantie:

voor een vergunning aan beroepsof bedrijfsbeoefenaars in een verg unningengebied: voor een vergunning aan beroepsof bedrijfsbeoefenaars in een betaald parkerengebied: voor een vergunning aan beroepsof bedrijfsbeoefenaars voor parkeerterreinen in de binnenstad, vijfdaags: voor een vergunning aan beroepsof bedrijfsbeoefenaars voor parkeerterreinen in de binnenstad, zevendaags: voor een vergunning aan beroepsof bedrijfsbeoefenaars voor parkeerterreinen in de binnenstad, vijfdaags van 18.00 tot 21.00 uur: voor een vergunning aan beroepsof bedrijfsbeoefenaars voor parkeerterreinen in de rest van de stad, vijfdaags:

Niet van

toepassing

Niet van

toepassing Niet van

toepassing

Niet van

toepassing

Niet van

toepassing Niet van

toepassing

Niet van C 55,ÃćâĆňâĂİ


67,ÃćâĆňâĂİ


voor een vergunning aan beroepsof bedrijfsbeoefenaars voor parkeerterreinen in de rest van de stad, zevendaags:

toepassing

toepassing

Niet van

toepas-


sing

2.3.a voor een bezoekersvergunning in een vergunningengebied:

3,ÃćâĆňâĂİ


Niet van

toepassing 2.3.b.

voor een bezoekersvergunning in een betaald parkerengebied:

Niet van

Niet van

toepassing

toepassing

25,ÃćâĆňâĂİ

eenmalig en <0,10

per 30

minuten 2.4

voor een vergunning aan hulpverlenffiersdienste:

Niet van C3,ÃćâĆňâĂİ

2.5.a voor een tijdelijke vergunning in

Niet van

een vergunningengebied of een betaald parkerengebied:

toepassing

2.5.b voor een tijdelijke vergunning op een parkeerterrein in de binnenstad:

2.6.c voor een tijdelijke vergunning op een parkeerterrein in de rest van de stad:

2.6.d voor een tijdelijke vergunning op een parkeerterrein in Winkelcentrum Woensel: 2.7

voor een autodatevergunning


Niet van

toepassing

Niet van

Niet van

toepassing

toepassing

toepassing 29,ÃćâĆňâĂİ per

week 82,ÃćâĆňâĂİ per

week

Niet van

Niet van

toepassing

toepassing

Niet van

Niet van C 17,50

toepassing 8,ÃćâĆňâĂİ

45,ÃćâĆňâĂİ per

week

toepas- per week sing 6 96,ÃćâĆňâĂİ

Niet van

toepassing Binnenstad: dit gebied wordt begrensd door Fellenoord ÃćâĆňâĂİ Vonderweg ÃćâĆňâĂİ Mauritsstraat ÃćâĆňâĂİ Edenstraat ÃćâĆňâĂİ De Dommel (tussen Edenstraat en P.C. Hooftlaan) ÃćâĆňâĂİ PC Hooftlaan ÃćâĆňâĂİ Her-

togstraat ÃćâĆňâĂİ De Dommel (tussen Vestdijk en Professor Doctor Dorgelolaan. Deze wegen

zijn inbegrepen in het gebied binnenstad. Rest van de stad: het gedeelte van de gemeente niet behorend tot de binnenstad.

Vergunningengebied: een gebied of parkeerplaats aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, waar parkeren uitsluitend is toegestaan voor vergunninghouders.


Betaald parkerengebied: gebied waar parkeerbelasting wordt geheven door middel van pa rkeera ppa ratuur.

Artikel Vlll

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van heffing is 1 augustus 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 juli 2009

R. van Gijzel, voorzitter.

J. Verheugt, griffier.


Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van juni 2009; besluit:

1 in te trekken de regeling "belanghebbendenparkeren met betrekking tot de uitgifte van vergunningen en bezoekerskaarten, d.d. 26 september 2005"; 2 het tarief voor bewonersvergunningen in betaald parkeergebieden als volgt vast te stellen (met ingang van 1 januari 2010): I 1’ bewonersvergunning < 3,45 per maand (E 41,40 per jaar), jaarlijks te indexeren met ingang van 2011; II 2’ bewonersvergunning 66,90 per maand (682,80 per jaar), jaarlijks te indexeren met ingang van 2011; III 1 e bewonersvergunning de eerste 2 jaar gratis; IV de tarieven voor vergunningen in exclusieve vergunninghoudergebieden te handhaven op het huidige niveau,6 10,50 per maand (C 126,- per jaar), jaarlijks te indexeren; 3 de structureel financiele gevolgen vanaf 1 januari 2010 ad 6 60.000,ÃćâĆňâĂİ van het

aanpassen van het parkeervergunningtarief voor bewoners te dekken door het structureel verlagen van de kosten van Mobiliteitsmanagement autoparkeren voor WC Woensel;

4 de begrotingswijziging dienovereenkomstig vast te stellen

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 juli 2009.

R. van Gijzel, voorzitter.

J. Verheugt, griffier.

YG09018302

gemeente Eindhoven

Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat

Raadsnummer 09.RQI66.002

Retouradres Postbus 9oISo, S6oo RB Eindhoven

Behandeld door M. Honing Telefoon (o4o) 238 24 88

Aan de leden van de raad

van de gemeente Eindhoven.

Ons kenmerk griffie verzenddatum8 juli 2009

Commissieadvies Betreft cie MMVP: Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Parkeerverordening 2009, het aanpassen van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 (eerste wijziging) en tot het vaststellen van de parkeervergunningtarieven.

De commissie Mobiliteit, Milieu, Vastgoed en Participatie heeft in haar vergadering van 7 juli beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp.

De commissie heeft als volgt geadviseerd:

PvdA: akkoord

akkoord akkoord

CDA: SP:

maar verwacht een nadere toelichting op de onderbouwing van de tarieven;

op hoofdlijnen, maar overweegt een amendement om het E9 tarief te verlagen naar63,45 (fiscaal tarief) met een mogelijke dekking door vergunningen 2’ auto duurder te maken; wenselijk om in plaats van belanghebbendenparkeren een parkeerverbod in te voeren en dan te werken met ontheffingen; met het voorliggende voorstel komt zeker met een amendement om tot een reeel kostendekkend tarief te komen; het is niet de keuze van de fractie om

VVD:

zo niet akkoord

GroenLinks:

zo niet akkoord,

’leefbaar eindhoven’:

akkoord; stemvoorbehoud, beraadt zich nog op tarifering;

handhaving eruit te halen want daarmee kom je tot een andere kostendekkendheid van het betaald parkeren

OuderenAppel:

Bezoekadres Stadhuisplein Io Eindhoven Openingstijden

Postadres Postbus 90I50 s6oo RB Eindhoven

ma t/m vr 9.oo-r6.oo uur

Telefonisch bereikbaar

Ons kenmerk griffie

D66:

zo niet akkoord overweegt amendement met betrekking

De Stadspartij: Lijst pim Fortuyn: ChristenUnie: Eindhoven Nu:

tot de dekking; akkoord; akkoord; niet aanwezig bij behandeling van dit onderwerp; niet vertegenwoordigd in deze commissie.

De secretaris van de commissie, M. Honing

Bijlage(n) : 0

Raadsvoorstel tot het uaststellen uan de Parkeerverordening oog, het aanpassen. uaststellen uan de parkeervergunningtarieven

Recommend Documents