gemeente Eindhoven
Raadsnummer
14R5840
Inboeknummer
14bst00737
Beslisdatum B&W 22 april 2014 Dossiernummer
14.17.251
Raadsvoorstel tot het vaststellen van het jaarverslag en de jaarrekening van de gemeente Eindhoven over 2013
Inleiding Jaarlijks stellen wij het jaarverslag en de jaarrekening op en leggen met deze stukken verantwoording af aan uw raad over het gevoerde beleid en de financiën. Hierbij bieden wij u ter vaststelling het jaarverslag en de jaarrekening over 2013 aan, zoals opgenomen in het Concernverslag en de Bijlagen. Dit is de laatste jaarrekening van deze coalitieperiode. Een laatste jaar welke is afgesloten met een positief rekeningresultaat van € 10,8 miljoen en een goedkeurende verklaring van de accountant op het gebied van getrouwheid en rechtmatigheid. De voortdurende aandacht voor en bijsturing op de financiën zijn daar debet aan. Ook inhoudelijk kijken we tevreden terug op 2013. Er is veel gebeurd en veel bereikt en hiermee is een solide fundament gelegd voor de volgende collegeperiode. Ondanks de lastige economische en financiële omstandigheden zijn op alle fronten belangrijke stappen gezet om iedereen in Eindhoven de kansen en mogelijkheden aan te reiken die ze wensen of nodig hebben. Dit raadsvoorstel behandelt een aantal formele punten, geeft een kort beeld van de bereikte resultaten in 2013 en geeft informatie over het proces. Voor een uitgebreide inhoudelijke en financiële toelichting op de jaarrekening willen wij u graag verwijzen naar de paragrafen 1.2 en 1.3 van het Concernverslag. Speciale aandacht wordt gevraagd voor de dit jaar gehanteerde indeling van de verantwoordingsdocumenten. Begin 2013 hebt u de visie vastgesteld, die is ontwikkeld ter verbetering van de cyclische instrumenten. In de begroting 2014-2017 is voor het eerst gewerkt met een nieuwe programma-indeling. Deze indeling hebben we nu ook in principe voor de jaarrekening 2013 gehanteerd. Ook voor de Jaarrekening 2013 wordt er dus voor het eerst naar gestreefd om de informatie per bestuurslaag op het juiste abstractieniveau te beschrijven en zodoende overlap te voorkomen.
Raadsnummer
14R5840
Bestuurlijk kader a Wettelijke taak Voldoen aan artikel 197 en 170 lid 2 van de Gemeentewet Doelstelling 1 Verantwoording afleggen aan de raad over het gevoerde beleid en de financiën. 2 Voldoen aan artikel 197 van de Gemeentewet; 3 Rapporteren aan de raad over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening en burgerparticipatie; 4 Voldoen aan artikel 170 lid 2 van de Gemeentewet. Voorstel 1 Kennis te nemen van: a. de bevindingen van de accountant; b. de vervolgacties naar aanleiding van de bevindingen van de accountant. 2 Het jaarverslag en de jaarrekening van de gemeente Eindhoven over 2013 vast te stellen. 3 In te stemmen met de uitgaven boven de begroting per programmaonderdeel. 4 Het positieve rekeningresultaat ad € 10.799.836 als volgt te bestemmen: a. € 1.900.000 voor de, in verband met de continuïteit en borging gewenste aankoop door de gemeente van de intellectuele eigendomsrechten van de Dutch Design Week (Raadsbesluit van 25 maart 2014); b. € 1.600.000.- voor de dekking van de extra rentekosten die in 2014 en 2015 ontstaan bij de overheveling van panden van de voorraad naar de vastgoedportefeuille; c. € 500.000 te reserveren voor mogelijke dekking van de in commissie 10/12 toegezegd raadsvoorstel armoedebeleid; d. € 6.799.836.- als restant bedrag van het positieve rekeningresultaat ten gunste te brengen van het Eigen Kapitaal; e. In te stemmen met bijgevoegde begrotingswijziging. 5. Het vaststellen van een planexploitatie ten behoeve van een woningbouwproject in Strijp R. 6. In te stemmen met het instellen van de ‘Voorziening frictiekosten ombuigingen’. a. De voorziening dient ter financiering van de frictiekosten (loon- en WWkosten) van (tijdelijk) boventalligen als gevolg van de afwikkeling van de uit Route 2014 voortvloeiende personele taakstellende bezuiniging; b. De voorziening is vooralsnog eenmalig gevoed in 2013 met € 6,1 miljoen (bedrag is gebaseerd op de eind 2013 definitief vastgestelde Organisatie en Formatieplannen), als gedeelte van het door de gemeenteraad in de Begroting 2014-2017 beschikbaar gestelde bedrag voor ‘Frictiekosten eigen personeel’ (€ 15 miljoen) vanuit het ‘Eigen Kapitaal’; de aanvullende stortingen worden pas in 2014 zichtbaar; c. Voor stortingen en onttrekkingen worden de volgende criteria gehanteerd:
2
Raadsnummer
14R5840
Storting zal na de eerste initiële storting (€ 6,1 miljoen) zoals genoemd onder b plaatsvinden door een overheveling vanuit ‘de reserve frictiekosten ombuigingen’ naar de ‘Voorziening frictiekosten ombuigingen’ en gebaseerd zijn op de definitief, vanuit de geplande ombuigingsoperatie (Route 2014), vastgestelde Plaatsingsplannen; b De onttrekking is gebaseerd op de loon- en WW-kosten van (tijdelijk) boventallige medewerkers. b Als boventalligen worden aangemerkt de medewerkers van de gemeente Eindhoven die boventallig worden onder de werkingskracht van het Sociaal Statuut 2012 van de gemeente Eindhoven. b De loon- en WW-kosten van de boventalligen zullen ten laste van de voorziening komen voor de duur van de boventalligheid respectievelijk de duur van de wettelijke periode waarvoor WW- verplichting verschuldigd is. d. Het College is gemachtigd voor het, vanuit de reserve frictiekosten, doen van stortingen, waarbij als criterium geldt, de definitief, vanuit de geplande ombuigingsoperatie (Route 2014), op Organisatie en Formatieplannen gebaseerde vastgestelde Plaatsingsplannen; e. Maximumhoogte van de voorziening bedraagt € 15 miljoen; f. Minimumhoogte van de voorziening bedraagt € 0; g. De looptijd van de voorziening betreft tot aan het moment dat de gemeente geen langlopende verplichtingen meer heeft ten opzichte van de specifieke doelgroep van deze voorziening; h. Als budgethouder van de Voorziening frictiekosten ombuigingen aan te wijzen: b De programmamanager mobiliteit (Mobiliteitsmanager) b Het sectorhoofd PO bij het vervallen van de functie van programmamanager mobiliteit of in geval van een vacature op deze functie. De budgethouder is gemachtigd voor het doen van onttrekkingen. 7. In te stemmen met het instellen van de ‘Reserve frictiekosten ombuigingen’. a. De reserve dient ter dekking van de van Route 2014 afgeleide of daaraan gerelateerde interne (frictie)kosten zoals (tijdelijke) vervanging en inhuur, persoonsgebonden werkplekkosten, kosten van het mobiliteitscentrum en de aanvullende voeding van de ‘Voorziening frictiekosten ombuigingen’ op basis van toekomstig, op Organisatie- en Formatieplannen definitief vast te stellen Plaatsingsplannen; b. De reserve wordt eenmalig gevoed met € 8,9 miljoen, als restant gedeelte van het door de gemeenteraad in de Begroting 2014-2017 beschikbaar gestelde bedrag voor ‘Frictiekosten eigen personeel’ (€ 15 miljoen); c. Voor stortingen en onttrekkingen worden de volgende criteria gehanteerd: b
3
Raadsnummer
14R5840
Storting zal plaatsvinden door een eenmalige overheveling van € 8,9 miljoen vanuit het Eigen kapitaal naar de ‘Reserve frictiekosten ombuigingen’; b De onttrekking is gebaseerd op: • het in de overgangssituatie tijdelijk noodzakelijk vervangen en inhuren op vacatures die openstaan en voor noodzakelijke inzet in het reorganisatieproces; • de persoonsgebonden werkplekkosten (bv. licenties Microsoft en Office, smartphone, etc.) • de werkplekkosten van het mobiliteitscentrum (vooralsnog 25 werkplekken groot binnen het Mercado-gebouw); • vanuit definitief, op Organisatie- en formatieplannen gebaseerde, vastgestelde Plaatsingsplannen berekende frictiekosten; Het College is gemachtigd voor het doen van onttrekkingen; Maximumhoogte van reserve bedraagt € 8,9 miljoen; Minimumhoogte van de reserve bedraagt € 0; De looptijd van de reserve is tot uiterlijk 31 december 2021. b
d. e. f. g.
Argumenten 1 Accountantsverklaring en accountantsverslag Conform wettelijke voorschriften dient het college bij overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag de accountantsverklaring en het accountantsverslag daarbij te voegen. De accountant begint zijn accountantsverslag met aan te geven dat de jaarrekening een getrouw en rechtmatig beeld geeft en dat zij dan ook komen tot een goedkeurende verklaring op het gebied van getrouwheid en rechtmatigheid. Verder geeft de accountant aan dat de interne beheersing van voldoende niveau is, dat van diverse bedrijfsvoeringsprojecten de vooruitgang zichtbaar is en de huidige financiële positie een basis biedt voor de toekomst. Als positieve ontwikkeling noemen zij bijvoorbeeld de bewuste keuzes die gemaakt zijn in de grondexploitatie omdat deze leiden tot een beter inzicht in de grondposities en resultaten. De belangrijkste bevindingen en de aanbevelingen die de accountant geeft, worden hierna vermeld en er wordt in een reactie aangegeven hoe hiermee zal worden omgegaan. b Inkoop Inzake rechtmatigheid constateert PWC dat er € 3,745 miljoen aan inkopen niet conform de Europese regels is aanbesteed. Daarnaast merken zij op dat inhuur van derden heeft plaatsgevonden zonder formele melding van de gunning volgens het 2B-aanbestedingsregime. Reactie: de constatering van PWC verdient een nadere toelichting. De geconstateerde onrechtmatigheden hebben voornamelijk betrekking op fouten uit eerdere jaren. Daarnaast is de omvang van de bevindingen, afgezet tegen de totale omvang van
4
Raadsnummer
14R5840
inkopen van € 245 miljoen, beperkt. Het zal altijd lastig blijven om tot 100% rechtmatige aanbestedingen te kunnen komen. De aanbestedingswet is vooraf niet altijd helder genoeg of er is ruimte voor interpretatie, die achteraf gezien niet helemaal juist blijkt te zijn. De 2B-aanbesteding van inhuur van derden wordt met spoed opgepakt en de formele melding heeft conform de wettelijke regeling alsnog plaatsgevonden, waardoor er op dit vlak geen sprake is van onrechtmatigheid in 2013 en 2014. b Interne beheersing PWC geeft aan dat de interne beheersing van de gemeente Eindhoven in de basis van een voldoende niveau is, maar verdere optimalisatie noodzakelijk is om in control te blijven. Hierbij is een duidelijke prioritering en aansturing van belang. Reactie: Wij kunnen ons vinden in de conclusie van PWC. De basis binnen onze organisatie is steeds meer op orde. Echter het is van belang om de komende jaren te werken aan een verdere doorontwikkeling. Dat is nodig omdat de financiële positie van de gemeente verandert door toenemende risico’s, een grote ombuigingsopdracht en de taken die we in verband met decentralisaties erbij krijgen. Inmiddels zijn transities in het primaire proces in gang gezet. Echter ook bij de sectoren die zorgen voor ondersteuning van het primaire proces is een doorontwikkeling nodig. We zijn dan ook, samen met de medewerkers op ruimtelijk- en sociaal gebied, de bedrijfsvoering aan het verbeteren. Hiertoe zijn de wensen en eisen vanuit het primaire proces, de daarbij behorende ambities, het huidige niveau van dienstverlening en de slagen die de bedrijfsvoering nog moet maken geïnventariseerd. Door hier gestructureerd aan te werken via een nota bedrijfsvoering die doorontwikkeld wordt naar een strategisch planningsinstrument om zo als richtinggevend kader voor de planning van ontwikkel- en verbeterprojecten bedrijfsvoering te dienen, creëren we rust in de organisatie. Hierbij gaan we optimaal gebruik maken van de basis die we al eerder hebben gelegd maar betekent ook dat we op sommige onderdelen op een andere wijze moeten gaan acteren dan we dat in het verleden gedaan hebben. Denk hierbij onder andere aan programmamanagement – projectmanagement waar de sturing verder dient te worden aangescherpt. Een goede aansturing is daarbij van belang. Inmiddels zijn via het nieuwe organisatiereglement de rollen (taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden) van de directieraad, sectorhoofden, afdelingshoofden en Concerncontroller vastgelegd wat de gewenste verbetering in de aansturing ook mogelijk maakt. Ook dit vormt een goede basis voor de komende periode. b Financiële positie PWC geeft aan dat de financiële positie een goede basis biedt voor de toekomst maar dat deze wel een aantal aandachtsgebieden zoals het weerstandsvermogen en de bruto schuld/inkomsten kent. Met de lopende projecten en de decentralisaties in het vooruitzicht adviseren zij de analyse van de financiële positie te dynamiseren.
5
Raadsnummer
14R5840
Reactie: Financiën helder en op orde was een van de doelstellingen in het coalitieakkoord. Nu na vier jaar kunnen we concluderen dat we goede voortgang gemaakt hebben om de financiën helder en op orde te krijgen en te houden. De eerste fase van de operatie is afgerond. Echter, zoals hiervoor al aangegeven, komen er diverse ontwikkelingen op ons af die om verdere actie vragen. Wij hechten dan ook veel belang aan een tweede fase ‘financiën helder en op orde’. Een tweede fase waarbij het zwaartepunt verschuift van het invoeren van financiële spelregels, het terugdringen van incidentele dekkingen van de administratie op orde naar het werken aan instrumenten met krachtigere sturingsinformatie en meer prognosekracht, van het verstrekken van gegevens naar meer analyse en advies. De adviezen die PWC in het kader van de analyse van de financiële positie geeft, zoals het opnemen van trendanalyses, gevoeligheidsanalyses en prognoses in het P&C-instrumentarium en in majeure dossiers, willen wij daarbij betrekken. Een volgende stap in het proces van vernieuwen en verbeteren van de financiële organisatie als voortgaand proces wordt inmiddels gezet. We zijn bezig met het aanbrengen van een verbeterslag in opbouw, systematiek en proces van de gemeentebegroting. In de komende fase moet het zwaartepunt zodanig verschuiven dat begroting, jaarrekening en tussentijdse rapportages niet langer alleen maar instrumenten van specialisten zijn. In de begroting 2015 willen we een nieuwe opzet van de raadsprogramma’s en collegeproducten presenteren die goed aansluit bij de in gang gezette transities. Daarnaast willen we vernieuwen op het gebied van raming van personeelskosten, doorbelasting van overhead, investeringen en rente. Ook gaan we, onder meer met de app, de informatie toegankelijker maken. In het sturen met normen willen we, naast terugkijken, vooral ook inzetten op vooruitkijken. Met deze normen die we vanuit het programma ‘Financiën helder en op orde’ hebben geïntroduceerd, willen we financiële ontwikkelingen snel onderkennen en de sturingsmogelijkheden vergroten. Hierbij betekent grip krijgen op de financiële positie niet automatisch ook grip houden. Dat vraagt keer op keer bewuste (integrale) afwegingen. Zo zal er altijd een spanningsveld zijn tussen investeren in de stad en flexibiliteit van de begroting. Dit spanningsveld moeten we vooraf inzichtelijk maken, om te beginnen in majeure dossiers. Naast bovenstaande bevindingen worden in het accountantsverslag nog diverse andere aanbevelingen, conclusies en opmerkingen gemaakt. Alle punten zullen, zoals dat ook gebeurd is met punten uit eerdere accountantsverslagen en tussentijdse managementletters, opgenomen worden in een actiepuntenlijst en uitgezet worden binnen de verantwoordelijke uitvoerende sectoren. De status zal vervolgens, zoals hiervoor al aangegeven, gerapporteerd worden in de VBICrapportages resp. via interne processen worden gemonitord. 2.1 Bestuurlijk traject Conform wettelijke voorschriften legt het college aan de raad over elk begrotingsjaar verantwoording af over het door hem gevoerde bestuur, onder overlegging van de
6
Raadsnummer
14R5840
jaarrekening en het jaarverslag. De raad dient vervolgens deze stukken vast te stellen vóór 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar. 2.2 Informatie medebepalend voor update financieel voorjaarsbericht Zoals reeds is aangegeven leggen wij met het Concernverslag en de Concernrekening verantwoording af over de uitvoering van het beleid in 2013, zowel inhoudelijk als financieel. Als onderdeel van het cyclisch proces levert deze verantwoording stuurinformatie op. Deze stuurinformatie is met name relevant voor onderwerpen waar het gevoerde beleid niet tot de gewenste effecten heeft geleid. Soms is hierop bijsturing nodig. In het Concernverslag en rekening 2013 worden diverse financiële afwijkingen met een structurele doorwerking en risico’s c.q. ontwikkelingen aangegeven. Deze punten uit de jaarrekening 2013 hebben op hoofdlijnen ook als input gediend voor het Financieel Voorjaarsbericht 2014. Indien nodig zullen zij ook een plaats krijgen in het 2e Financieel Voorjaarsbericht (als vervanger van de Kadernota 2015-2018) die beperkt blijft tot een eerste doorrekening van de politiek-bestuurlijke keuzes en het voortschrijdend inzicht in de actuele kwesties. 2.3 Het jaarverslag geeft een goed beeld van de bereikte resultaten in 2013 Voor u ligt de laatste jaarrekening van deze coalitieperiode. Het sluitstuk van vier jaar fris paars beleid waarin we voor stevige uitdagingen stonden en waarin we fundamentele veranderingen hebben doorgevoerd om de stad klaar te maken voor de toekomst. We hebben voor Eindhoven ongekende bezuinigingen doorgevoerd en zijn we bezig met een afslanking van de organisatie. Waar we bij het schrijven van het coalitieakkoord nog dachten € 25 miljoen structureel te moeten bezuinigingen, hebben we eind 2013 inmiddels € 62,5 miljoen gerealiseerd oplopend naar € 76 miljoen in 2016. 2013 was een bijzonder jaar mede omdat in februari in Amsterdam het Wonder van Eindhoven gevierd werd: een festival in de hoofdstad dat in het teken stond van de ontwikkeling van onze stad. Een stad die door steeds meer mensen erg interessant gevonden wordt en die als centrumstad van de Brainportregio zich nationaal en internationaal een stevige positie verworven heeft. Een stad die zich telkens opnieuw uitvindt en die zich ontwikkeld heeft tot de dynamische biotoop waar uit de combinatie van technologie en creativiteit spannende dingen ontstaan. Een stad die zich na een flinke dip in 2009 relatief goed door de economische crisis heeft geslagen. Een stad die ook nog steeds (relatief hard) groeit. In 2013 hebben we een Indiase kenniswerker als 220.000e inwoner mogen verwelkomen. Eind 2013 stond de teller op bijna 221.000 waar dat een jaar eerder nog 218.443 was. Een groei van 2.500 inwoners, mede waarvoor in 2013 1.500 nieuwe woningen gebouwd zijn. Zeker geen slecht resultaat in deze economische tijd. Tegelijkertijd laat de economische crisis de stad niet onberoerd. Een aantal sectoren, zoals diezelfde bouw en de detailhandel
7
Raadsnummer
14R5840
hebben veel last en blijven kwetsbaar. Onder andere in die sectoren hebben mensen in 2013 hun baan verloren. In 2013 hebben we veel erkenning gekregen voor de prestaties van de stad en de Brainportregio. Ook in 2013 hebben we de nodige prijzen en eervolle vermeldingen gekregen. Volgens het Amerikaanse zakenblad Forbes is Eindhoven momenteel de meest inventieve stad ter wereld. Uit een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat Eindhoven wereldwijd veruit de meeste patenten per hoofd van de bevolking heeft. En volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is Eindhoven op dit moment de meest internationaal georiënteerde stad van Nederland. Eindhoven wordt als voorbeeldstad gezien op het gebied van slimme verlichting. Dat blijkt uit het rapport ‘Lighting the Cities’ dat is opgesteld door de Europese Commissie. Het rapport dient als inspiratie om LED-verlichting e stimuleren in Europese steden. We hebben de ‘Enterprise GIS Award’ ontvangen als bekroning voor onze vooruitstrevende visie en aanpak op het gebied van geo-informatie. Op het congres van de Vereniging Sport en Gemeenten heeft de gemeente Eindhoven de eervolle titel ‘Sportgemeente van het Jaar 2013' in de wacht gesleept. Strijp-S heeft twee prijzen gewonnen. Van de Vereniging van Nederlandse Projektontwikkeling Maatschappijen ontvingen we de NEPROM aanmoedigingsprijs. En het Nationaal Renovatie Platform kende ons de prestigieuze Gulden Feniks toe, dé prijs voor hergebruik van de bestaande gebouwde omgeving. Daarnaast is het programma Spoorzone genomineerd voor de “Nu al eenvoudig beter”-trofee 2013. De trofee is een initiatief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en bedoeld voor projecten die, vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet, al werken in de geest van deze wet. Doordat we een goed doordachte citymarketingvisie en -strategie hebben ontwikkeld, die ook in 2013 zeer voortvarend wordt neergezet door Eindoven365, kunnen we ook optimaal gebruik maken van deze nationale en internationale herkenning. Deze herkenning wordt versterkt door de in 2013 ontwikkelde en geïntroduceerde nieuwe huisstijl. Bijzonder hieraan is dat het een huisstijl van de stad is, waar ook de gemeente zich aan conformeert. Eindhoven is hier uniek in door met één gezicht naar buiten te treden. In de jaarrekening hebben we in meer detailniveau opgeschreven wat we precies gerealiseerd hebben. We hebben ook in het afgelopen jaar met veel inzet en samen met partners binnen de buiten de stad gewerkt aan het realiseren van de breed gedeelde ambitie uit het coalitieakkoord: bouwen aan een toekomstbestendige stad waarin de basisbehoeften gezekerd zijn, de economie de motor is, innovatie het nieuwe denken en de financiën helder en op orde zijn.
8
Raadsnummer
14R5840
Basisbehoeften gezekerd In 2013 hebben we belangrijke stappen gezet om ons voor te bereiden op de decentralisaties van Rijkstaken op het gebied van jeugd, zorg en werk. WIJeindhoven is de ‚landingsbaan’ voor deze decentralisaties en in 2013 hebben wij breed een definitief commitment van alle betrokken partijen in de stad gekregen voor deze aanpak. Er is breed draagvlak in de stad en in de raad. De ervaringen van het afgelopen jaar geven vertrouwen dat we met deze aanpak, die uitgaat van wat mensen kunnen en van wederkerigheid, de slag kunnen maken om ons zorg- en welzijnssysteem fundamenteel beter te maken tegen lagere kosten. De ervaringen met de WIJteams in Tongelre en Gestel zijn in ieder geval bemoedigend. Partners in het veld leveren mensen voor de WIJteams en verbinden zich ten volle aan de aanpak. Het betekent ook een fundamentele verandering in de manier waarop we als gemeente gaan werken. Ook wij moeten in onze organisatie een kanteling maken in de manier van werken en een andere houding ontwikkelen naar onze burgers en partners. In 2013 hebben we hierin onomkeerbare stappen gemaakt, maar we zijn ons ten volle bewust dat het een groeimodel is. En een model waarin we al werkend moeten ontdekken wat goed werkt en wat minder effectief is. Dat vraagt en geeft ons ook de flexibiliteit om in te spelen op de komende decentralisaties. Die zijn nog met de nodige onzekerheden omgeven doordat nog niet alle wetgevingstrajecten zijn afgerond. Dit is wat ons betreft geen reden om voor uitstel te pleiten. We moeten nu de slag maken en kunnen ons niet veroorloven dat door uitstel partijen in het zorgveld achterover gaan leunen. Belemmeringen in de huidige wet- en regelgeving maken het ook lastig om de Wijeindhoven-werkwijze in dat geval voortvarend door te zetten. In het afgelopen jaar hebben we niet alleen de WIJteams opgeschaald naar meer gebieden. We hebben ook de verbinding gelegd naar en de voorbereidingen getroffen om meer domeinen successievelijk in de aanpak onder te brengen. Denk hierbij aan de Schuldhulpverlening en het domein van werk en inkomen. Dit laatste ook vooruitlopend op de nieuwe participatiewet. Zoals gezegd laat de economische crisis de stad niet onberoerd. Ook in Eindhoven hebben mensen in het afgelopen jaar hun baan verloren en is het gebruik van de armoederegelingen toegenomen. Om het geld te laten landen waar dat het hardste nodig is, hebben we in 2013 besloten om de norm voor de Meedoenbijdrage aan te passen. Kwamen in 2013 inwoners met een inkomen tot 110 procent van de bijstandsnorm in aanmerking voor de minimaregeling, voor 2014 is de inkomensgrens verhoogd naar 120 procent. Hierdoor hebben meer Eindhovenaren in 2014 recht op deze regeling. En we zijn gestopt met gratis openbaar vervoer voor alle kinderen en 65-plussers uit de hele regio. Per 1 januari 2014 is er alleen gratis openbaar vervoer voor inwoners van Eindhoven die een inkomen hebben tot maximaal 120% van het sociaal minimum.
9
Raadsnummer
14R5840
Veiligheid blijft een aandachtspunt in Eindhoven. Ondanks dat we toch weer op een relatief hoge plaats in de AD Misdaadmonitor 2013 stonden, laten de politiecijfers zien dat de veiligheid in de stad objectief gezien toeneemt. Op het gebied van woninginbraken en overvallen laten de cijfers - ondanks de impact van een aantal recente gewelddadige overvallen - een (flinke) daling zien, net als de aanpak van hinderlijke en criminele jeugdgroepen en uitgaansgeweld. Wel scoren we hoog op voor inwoners zichtbare en hinderlijke - delicten als auto-inbraken, fietsendiefstallen en zakkenrollen. Dit heeft zeker invloed op het subjectieve veiligheidsgevoel en blijft aandacht vragen. Economie de motor Voor ons is het hebben van werk de beste vorm van sociale zekerheid. We hebben daarom ook in 2013 vol ingezet op het aan het werk krijgen en houden van mensen. Onder andere door het versterken van de regionale samenwerking op het gebied van de arbeidsmarkt, oog voor de consequenties van de decentralisaties en budgetkortingen in het sociaal domein voor de werkgelegenheid in de zorgsector en blijvende inzet om te zorgen dat jongeren met een startkwalificatie de school verlaten en daadwerkelijk aan de slag kunnen in hun eerste baan. Zorgen dat we daarbij zelf ook het goede voorbeeld geven in het beschikbaar stellen van voldoende stageplekken spreekt daarbij vanzelf. Social return maakt inmiddels standaard onderdeel uit van ons inkoop- en aanbestedingsbeleid. De conjunctuur heeft ons echter niet geholpen. Het aantal werklozen in Eindhoven is met 19% gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Toch doen we het relatief gezien goed in Eindhoven. Landelijk is het stijgingspercentage 29%, in Noord-Brabant 26%. De inzet op de versterking van de economie van stad en regio werpt dus wel degelijk zijn vruchten af en is een niet te onderschatten resultaat. Daarbij richten we ons niet alleen op de werkzoekenden. Ook ligt een belangrijke sleutel voor succes in het optimaal faciliteren van huidige en toekomstige werkgevers. Dat doen we op een aantal manieren. Vooruitlopend op het landelijke techniekpact hebben we met de Brainportpartners in de regio Eindhoven in januari het regionaal Technologiepact aan minister Kamp aangeboden. De groeiende instroom van techniekstudenten op alle onderwijsniveaus is bemoedigend en komt tegemoet aan de toekomstige vraag van onze high tech-arbeidsmarkt. In brede zin faciliteren we ondernemers doordat we in 2013 de werkgeversbenadering ontwikkeld hebben met Ergon en UWV om het voor ondernemers makkelijker en aantrekkelijker te maken om mensen met een beperking of een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Hierin werken we ook intensief samen met de partners in de regio. Nieuwe bedrijven in de regio zorgen ook voor extra banen. In 2013 zorgden bijvoorbeeld de Indiase ICT-bedrijven Wipro en Cognizant voor een kleine 400
10
Raadsnummer
14R5840
nieuwe banen. Ook de komst van Primark in het centrum zorgde voor werkgelegenheid en extra bezoekersstromen met een positief effect voor de binnenstedelijke detailhandel en horeca. Om de komst van nieuwe bedrijven te stimuleren en te faciliteren is in 2013 samen met de campusgemeenten Helmond, Veldhoven en Best en ondersteund door Brainport Development gewerkt aan een regionale internationaliseringsstrategie, waarbij in de volle breedte ingezet wordt op economische diplomatie, het internationaal profileren van de regio en het actief acquireren van de juiste bedrijven in de meest kansrijke landen en regio’s. Dit alles moet de komende tijd uitgroeien tot een volwaardige international desk voor internationaal zakendoen. Om bedrijven goed te laten landen is in het stedelijk gebied een 1-loketfunctie ingericht voor optimale bedrijfshuisvesting: het juiste bedrijf op de juiste plek in het stedelijk gebied, maar zeker ook om te voorkomen dat gemeenten tegen elkaar uitgespeeld worden voor de laagste m2-prijs. Om internationale kenniswerkers zich snel thuis te laten voelen is het expatcenter in 2013 verder doorontwikkeld en hebben we gewerkt aan het beter faciliteren van de internationale kenniswerker en zijn of haar familie. De start van Hub aan de Vestdijk en de oplevering en de ingebruikname van de Internationale School mogen daarbij niet onvermeld blijven. Zoals dat gebruikelijk is in de Brainportregio zijn al deze zaken gerealiseerd in nauwe samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen. Brainport Development en Eindhoven365 faciliteren deze samenwerking waar mogelijk. En deze partijen hebben elkaar in 2013 ook gevonden in goede afspraken om elkaar optimaal te versterken zonder risico op dubbelingen. Wij zijn ervan overtuigd dat onze inzet op zowel de bovenkant als de onderkant van de arbeidsmarkt, op het faciliteren van ondernemers en op het creëren van de randvoorwaarden voor een krachtig ecosysteem op het gebied van technologie, kennis en design bijdraagt aan het succes van de regio en we daardoor beter presteren dan landelijk in het vijfde jaar van een hardnekkige economische crisis. Innovatie het nieuwe denken De kracht van Eindhoven zit in creativiteit en innovatie, in het maken en het doen. In het kiezen van aanpakken waarvan niet altijd aan het begin duidelijk is hoe het eindresultaat eruit zit. Wij zijn ervan overtuigd dat dit de enige manier is om complexe opgaven aan te pakken. Gezien de enorme bezuinigingsopgave van de afgelopen periode werd ons snel duidelijk dat standaardoplossingen of kaasschaven ons niet verder zouden helpen. Met innovatieve en gedurfde aanpakken hebben we ook in 2013 flinke stappen gezet en hebben we onszelf nationaal en internationaal onderscheiden van andere steden. In 2013 hebben we voortvarend doorgepakt met de inzet van technologische innovaties in de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. De uitrol van glasvezel gaat gestaag door en inmiddels is een substantieel deel van de Eindhovense woningen, bedrijventerreinen en maatschappelijke instellingen ontsloten via deze
11
Raadsnummer
14R5840
toekomstgerichte infrastructuur. Maar uiteraard gaat het om de toepassingen. Daarom zetten we er op in om met sterke partijen ontwikkelingen in gang te zetten. De in 2013 gestarte samenwerking met KPN is hier een goed voorbeeld van. We willen samen en met partners in de stad toepassingen ontwikkelen op het gebied van veiligheid, zorg en onderwijs. In ieder geval heeft het geleid tot versnelde implementatie van 4G in Eindhoven. Dat ook in 2013 het nationale opendatacongres in Eindhoven gehouden is, onderstreept onze positie op dit gebied. Door steeds meer datasets openbaar beschikbaar te maken, stimuleren we het ontwikkelen van interessante toepassingen door derden. Denk bijvoorbeeld aan de bomenapp of de factcheckerapp voor raadsleden. We hebben in 2013 aanvullend op de Roadmap ‘Stedelijke Verlichting Eindhoven 2030’, de basis voor de marktconsultatie en aanbesteding van innovatieve openbare verlichting, ook gewerkt aan een roadmap Educatie en een roadmap Energie. Deze fungeren als ons kompas om te komen tot een daadwerkelijke slimme en verbonden stad. Innovatie zit ook in de manier van denken. In 2013 hebben we toch slagen gemaakt in de doorontwikkeling en verankering van het designdenken als methode voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken in bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en de openbare ruimte. Door de eindgebruiker centraal te zetten en door vanuit zijn of haar behoeften te redeneren wat er nodig is, krijg je oplossingen die een hogere acceptatie hebben en die recht doen aan en passen bij de menselijke maat. We gebruiken designdenken mede daarom ook steeds meer en meer in de wijze waarop we onze organisatie vormgeven en laten werken. De samenwerking met designers is bijvoorbeeld in het ruimtelijk domein geïntensiveerd. Het helpt ons in het nadenken over vernieuwende manieren van werken en organiseren, waardoor we bijvoorbeeld met minder regels meer kunnen bereiken. De Dutch Design Week is daarvan bij uitstek het nationale en internationale podium om de oplossingen van morgen vandaag al aan de buitenwereld te laten zien. Ondanks de lastige positie van Capital D hebben we in 2013 een zeer succesvolle en de meest drukbezochte DDW gehad met 250.000 bezoekers. Gezien de omstandigheden een prestatie van formaat. Ten slotte hebben we de forse bezuinigingsopgave van de afgelopen jaren ook op een vernieuwende manier aangepakt. Of het nu gaat over de manier waarop de vroeg- en voorschoolse opvang is omgevormd, gekoppeld aan een versterking van de effectiviteit van het VVE-beleid of de bibliotheek die getransformeerd is naar een nieuwe structuur, die ervoor zorgt dat alle scholen een professionele bibliotheekfunctie hebben. Positief neveneffect van het sluiten van de filialen is de creativiteit, die ontstaan is waarmee inwoners het met elkaar en op maat voor de behoeften van de buurt een bibliotheekfaciliteit onderling regelen. En ondanks dat dit vooralsnog niet op draagvlak kon rekenen, hebben we ook het cultuurbeleid op een gedurfde en vernieuwende manier willen vormgeven, die recht doet aan hoe wij het publiek belang zien. Dit alles ligt in het verlengde waarop wij als overheid
12
Raadsnummer
14R5840
aankijken tegen onze rol: niet meer zaken van bovenaf en met een ‚one size fits all’ regelen, maar stimuleren en gebruik maken van de kracht, creativiteit en ondernemerszin die in de stad aanwezig is en waarmee mensen hun leven en hun eigen omgeving kunnen creëren. Uiteraard hebben wij oog voor de mensen voor wie dat minder vanzelfsprekend mogelijk is. Wij zijn ervan overtuigd dat er een steeds breder besef gaat ontstaan dat het stadhuis niet langer de cockpit van de samenleving is. De resultaten van de recente raadsverkenning bevestigen dit beeld en wij vinden het positief dat de raad ook op een nieuwe manier haar rol wil invullen. Dat dit ook consequenties heeft voor het functioneren van de ambtelijke organisatie is helder. De transformatie van de ambtelijke organisatie op het sociale en het ruimtelijke domein reflecteren dit. En daar hoort ook bij dat de bedrijfsvoering een transformatie ondergaat. Financiën helder en op orde Medio 2013 hebben wij vanuit het programma ‘Financiën helder en op orde’ het sturen met normen geïntroduceerd. Met het volgen van de volgende normen willen we financiële ontwikkelingen snel onderkennen en de sturingsmogelijkheden vergroten: Flexibiliteit: Hier sturen we op de kapitaallastennorm. Deze slaat terug op alle geactiveerde investeringen en heeft een tweeledige signaalfunctie. Voor het beoordelen van de gezondheid van een gemeente is het enerzijds belangrijk om te laten zien dat de ruimte voor kapitaallasten in tact wordt gelaten en dat de vrijval van kapitaallasten niet wordt benut voor lopende (andere) uitgaven. Daar staat tegenover dat te veel investeren leidt tot verdere afname van het al beperkte deel van de begroting dat beïnvloedbaar is. De kapitaallasten over 2013 bedragen € 69,9 miljoen. Dit bedrag bestaat uit: rentebetalingen aan banken (€6,9 miljoen), interne rente (€ 40,0 miljoen) en afschrijvingen (€ 23,0 miljoen). De kapitaallasten bedragen 8% van de totale lasten en valt binnen de norm. Om de groei van de kapitaallasten te beteugelen hebben we in augustus van 2013 afgesproken om in principe alleen te lenen voor investeringen met economisch nut. Investeringen in maatschappelijk nut moeten – over een periode van enkele jaren gemeten – binnen de cashflow worden opgevangen. Uit de liquiditeitenontwikkeling concluderen we dat dit het geval is. Stabiliteit: Norm is ook dat de gemeentelijke begroting reëel sluitend moet zijn. Dat wil zeggen: structureel in evenwicht, waarbij alle jaarlijks terugkerende lasten worden gedekt door jaarlijks terugkerende baten. In navolging van de begroting moet ook uit de jaarrekening blijken dat er sprake is van een reëel sluitende exploitatie. Hiervoor stellen we het overzicht van incidentele baten en lasten op. Het overzicht laat zien dat we in 2013, conform de norm, de jaarlijks terugkerende lasten hebben gedekt met jaarlijks terugkerende baten.
13
Raadsnummer
14R5840
Weerbaarheid: weerstandsvermogen Onze financiële weerbaarheid wordt in grote mate bepaald door onze buffer waarmee we onverwachte tegenvallers kunnen opvangen. Eind 2013 komt de norm voor het weerstandsvermogen uit op minimaal € 75 miljoen. Hiervan is € 27 miljoen voor algemene risico’s, € 44 miljoen voor de risico’s van de grondexploitaties en € 4 miljoen voor vastgoed. Beschikbaar is € 114 miljoen. De ruimte tussen het berekend en het beschikbaar weerstandsvermogen dient als achtervang voor ontwikkelingen. De waarde van onze activa ligt ruim boven onze schulden. Onze schuldontwikkeling loopt in de pas met het landelijk beeld. In het meest recente VNG-overzicht van alle gemeentelijke schuldratio’s staan we (eind 2012) op een schuldratio van 59% (was 53%) en rangnummer 182 (was 179) van totaal ruim 400 gemeenten. Wettelijke kaders Via de kasgeldlimiet wordt voorkomen dat gemeenten veel kort lenen en daarmee vatbaar zijn voor renteschommelingen. De kasgeldlimiet mag drie achtereenvolgende kwartalen worden overschreden. Onze kasgeldlimiet is in het 1e, 2e en 3e kwartaal onder de norm gebleven maar is in het 4e kwartaal overschreden. Dat is binnen de kaders toegestaan. Dat zal uiterlijk medio 2014 leiden tot het aantrekken van langlopende leningen wat gezien het bovenstaande is toegestaan. Met de renterisiconorm wordt het risico van rentestijgingen gespreid over de jaren. Ook voor de renterisiconorm zijn we in 2013 binnen de wettelijke kaders gebleven. Een solide fundament De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we met een gemengd gevoel terugkijken op 2013. Tevreden vanwege de geleverde prestaties ondanks de lastige economische en financiële omstandigheden. En ongemakkelijk vanwege een aantal weerbarstige dossiers, waarbij het Orgelplein begin dit jaar bestuurlijke consequenties had. Ook in de komende periode liggen er stevige opgaven. Er moeten de komende jaren opnieuw bezuinigingen doorgevoerd worden met oog voor het in de meest brede zin van het woord overeind houden en versterken van de kracht van de stad. Ook moeten er fundamentele vragen beantwoord worden hoe de overheid haar rol wil spelen in de netwerksamenleving en hoe we al werkend kunnen omgaan met de complexe opgaven en spannende uitdagingen voor onze stad en samenleving. We zijn ervan overtuigd dat we in de afgelopen jaren hiervoor een solide fundament voor een toekomstbestendige stad hebben neergelegd. 3. Uitgaven boven de begroting per programmaonderdeel Het vaststellen van de verantwoordingsdocumenten vraagt een aantal formele besluiten. Een van de benodigde besluiten is instemmen met de uitgaven boven de begroting. Bij het opstellen van de jaarrekening is geconstateerd dat (ondanks dat er in 2013 sprake is van forse verbeteringen in het kader van budgetbeheer en er om de
14
Raadsnummer
14R5840
begroting actueel te houden tussentijdse begrotingswijzigingen in de loop van 2013 zijn doorgevoerd) op verschillende programma’s budgetoverschrijdingen zijn gemaakt. Dit zijn overschrijdingen die enerzijds het gevolg zijn van het feit dat er in het laatste kwartaal van het jaar ontwikkelingen voordoen die niet goed te voorspellen zijn of waar we zelf geen invloed op hebben en anderzijds doordat we tussentijds wel constateren dat we op onderdelen afwijkingen gaan zien maar dat het soms moeilijk is in te schatten hoe groot deze afwijkingen gaan worden. Op basis van het overzicht, zoals opgenomen in paragraaf 4.1 “programmarekening” van het Concernverslag, kan worden geconstateerd dat van 6 (van de 26) programmaonderdelen de totale lasten, zoals opgenomen in de gewijzigde begroting, worden overschreden. Het totaalbedrag van deze overschrijdingen bedraagt € 50,5 miljoen. Voor een groot aantal gevallen heeft dit een eenvoudige en juist positieve verklaring. De overschrijding wordt voor een belangrijk gedeelte (€ 34,4 miljoen) veroorzaakt binnen het programmaonderdeel Ruimtelijke kwaliteit onder andere als gevolg van de recente besluitvorming rond het MPG om onze grondpositie aan te passen, mede naar aanleiding van externe onderzoeken. Deze belangrijke mutaties zijn niet van invloed op het jaarrekeningresultaat maar resulteren wel in hogere lasten en baten dan waar in de begroting rekening mee is gehouden. De belangrijkste mutatie die hier genoemd dient te worden is het overboeken van diverse panden van grond naar vastgoed en het uitnemen van de 3 deelgebieden uit de lopende exploitatie Meerhoven en overhevelen hiervan naar de materiële vaste activa. Beide mutaties zijn conform de richtlijnen vanuit het BBV via de exploitatie naar de balans gemuteerd waardoor in de exploitatie aan de batenkant een voordeel te zien van € 93 miljoen en bij de lasten een nadeel van € 93 miljoen. Per saldo heeft deze overheveling geen effect voor het resultaat gehad. Wel was voor zowel de panden als de deelgebieden een afwaardering van de waarde noodzakelijk. Deze afwaardering van totaal € 40,4 miljoen kon echter nagenoeg voor het gehele bedrag uit de eerder hiervoor gevormde voorzieningen worden gedekt. Daarnaast zien we bij het programmaonderdeel ruimtelijke kwaliteit dat bij projecten tussentijds de planning voor uitvoering wijzigt en de begroting hierop niet altijd wordt aangepast. Binnen de projecten grondbedrijf zijn de baten uit grondverkopen achtergebleven op de raming. Ook bij de diverse andere projecten (economisch en maatschappelijk nut) zien we een afwijking in de uitvoering optreden ondanks scherpere prioritering in de projectenportefeuille (MIP/MKBA). Dit is onder andere het gevolg van vertraging in de besluitvorming, langere aanbestedingsprocedures en door bezwaarprocedures. Belangrijkste afwijkingen zijn er te zien bij de projecten in het kader van onderwijshuisvesting doordat het IHP nog niet is vastgesteld, bij de projecten in het kader van Sport en bewegen (realisatie 2e sporthal Fontys Genneperparken), Verkeersprojecten (onder andere HOV2) en projecten IWV. Deze afwijkingen in de projectensfeer hebben verder geen resultaatconsequenties omdat het gaat om een
15
Raadsnummer
14R5840
verschuiving van de realisatie in de tijd. Tussentijds worden voor- en nadelen afgewikkeld met de daarvoor bestemde reserves dan wel via de balans. Enkele andere voorbeelden die in het kader van de totale overschrijding genoemd kunnen worden zijn: afwaardering woningen Aquavesta, het eenmalig opnemen van het nadelig saldo van voorschotten en kosten vanuit de afrekening met eindgebruikers van (onder andere) multifunctionele accommodaties, extra afschrijving huidige boekwaarde van het lopende contract met Microsoft in verband met wijziging licentiestructuur en het vormen van een voorziening ten behoeve van het afdekken van frictiekosten boventalligen met een eerste storting van € 6,1 miljoen(zie onder punt 6. en 7. van dit voorstel. Storting in de voorziening was niet geraamd en is daarmee bij de lasten een overschrijding welke wordt afgedekt door een onttrekking aan het Eigen Kapitaal). Van alle overschrijdingen kan worden vastgesteld dat zij passen binnen het vastgestelde beleid dan wel het gevolg zijn van BBV-regelgeving. Wij vragen u alsnog in te stemmen met de aangegeven uitgaven boven de begroting. Voor een uitgebreide toelichting op de afwijkingen verwijzen wij u naar hoofdstuk 3 van het Concernverslag. Daar is in de verantwoording per raadsprogramma bij het onderdeel “Wat heeft het gekost” een analyse gegeven van de belangrijkste financiële afwijkingen. 4. Resultaatafwikkeling Zoals hiervoor al aangegeven vraagt het vaststellen van de verantwoordingsdocumenten om een aantal formele besluiten. Naast instemmen met de aangegeven uitgaven boven de begroting is dit de resultaatafwikkeling. Over het jaar 2013 is ten gevolge van de activiteiten van de gemeente Eindhoven een rekeningresultaat van € 10.799.836 miljoen positief behaald. Dit is het resultaat wat gerealiseerd is ten opzichte van de begroting. De BBV schrijft deze methode voor vanwege de eigenheid van gemeenten. Gemeenten zijn primair inkomensbestedend (niet inkomensvormend). Een duidelijk voorbeeld hiervan zijn onze investeringen in maatschappelijk nut, zoals de wegen. Deze investeringen zetten we niet als bezit op de balans. In 2013 hebben we voor deze en andere doelen per saldo € 44,5 miljoen aan de reserves onttrokken. Door toevoeging van het positieve rekeningresultaat van € 10,8 miljoen aan het eigen vermogen is de daling van de reserves beperkt gebleven tot € 33,7 miljoen. Eind 2013 bedraagt ons eigen vermogen nog ruim € 294 miljoen. Uitgangspunt is dat het rekeningresultaat wordt toegevoegd aan het Eigen Kapitaal. Wij stellen u voor bij wijze van uitzondering het positieve rekeningresultaat in 2014 voor een deel te bestemmen voor 3 concrete onderwerpen: de voor continuïteit en borging gewenste aankoop door de gemeente van de intellectuele eigendomsrechten van de Dutch Design Week, de dekking van extra rentekosten ten gevolge van de overheveling van panden en de intensivering van het armoedebeleid.
16
Raadsnummer
14R5840
Voorgesteld wordt derhalve om het positieve rekeningresultaat als volgt te bestemmen: - € 1.900.000 voor de, in verband met de continuïteit en borging gewenste aankoop door de gemeente van de intellectuele eigendomsrechten van de Dutch Design Week; - € 1.600.000 voor de dekking van de extra rentekosten die in 2014 en 2015 ontstaan bij de overheveling van panden van de voorraad naar de vastgoedportefeuille; - € 500.000 te reserveren voor mogelijke dekking van de in commissie 10/12 toegezegd raadsvoorstel armoedebeleid; - € 6.799.836 als restant bedrag van het positieve rekeningresultaat ten gunste te brengen van het Eigen Kapitaal; Aankoop intellectuele eigendomsrechten Dutch Design Week Om de Dutch Design Week structureel voor Eindhoven veilig te stellen, waarbij de continuïteit niet langer strikt afhankelijk is van de (financiële) ontwikkelingen binnen Capital D, heeft uw raad op 25 maart jongstleden ingestemd met de aankoop door de gemeente van eigendomsrechten hiervan. De daarmee samenhangende kosten ad. € 1.900.000 worden gedekt uit het jaarrekeningresultaat 2013. Extra rentekosten overheveling panden Op 14 april jongstleden heeft uw raad ingestemd met het herrubriceren van 22 panden van voorraad naar materiële vaste activa en dit te verwerken in de jaarrekening. Het totale financiële effect van deze herrubricering op de begroting wordt bepaald door de verkoopresultaten voor die panden die worden verkocht dan wel door het genereren van inkomsten voor die panden die worden ingezet als maatschappelijk vastgoed. Naar verwachting zal het door de huidige vastgoedmarkt enige tijd duren voordat van alle overgehevelde panden het einddoel is bereikt. Om de financiële druk (deels) weg te nemen wordt nu voorgesteld om de extra rentekosten van € 0,8 miljoen in de jaren 2014 en 2015 te dekken uit het rekeningresultaat 2013. Intensivering armoedebeleid Het kabinet heeft vanaf 2014 extra middelen beschikbaar gesteld (1.3 miljoen) voor het armoedebeleid gezien veranderingen van het rijksbeleid. In de commissie van 10 december is een commissienotitie besproken over het armoedebeleid. Wethouder Scholten heeft toegezegd om met een raadsvoorstel, mede nav het NIBUD onderzoek over stapelingseffecten, te komen. Een aanzienlijk deel van de extra rijksmiddelen wordt in 2014 echter ingezet voor de stijging van de uitgave voor Eindhovense armoedebeleid. Samen met de in de begroting vastgestelde storting van armoedegelden in 2014 in de reserve sociaal domein zouden er dan geen middelen overblijven voor de intensivering van het
17
Raadsnummer
14R5840
armoedebeleid conform de toezegging van het rijk. Het college stelt daarom voor om MAXIMAAL 5 ton van het rekeningresultaat te RESERVEREN voor armoedebeleid zodat er middelen beschikbaar zijn voor het toegezegde raadsvoorstel. De raad besluit pas definitief over de inzet van deze middelen tbv armoedbeleid op basis van het toegezegde raadsvoorstel. Eigen Kapitaal Na aftrek van bovengenoemde voorstellen voor resultaatbestemming, resteert er nog een resultaat van € 6.799.836.Voorstel is om dit resultaat te storten in het eigen kapitaal (algemene middelen). In het 2e financieel voorjaarsbericht zal aan de raad worden voorgesteld hoe de definitieve bestemming kan zijn van dit resultaat. De storting in de algemene middelen is conform de vastgestelde methodiek. 5. Het vaststellen van een planexploitatie ten behoeve een woningbouwproject in Strijp R Amvest realiseert op Strijp R op eigen terrein, met medewerking van de gemeente, een woningbouwproject van 500 tot 550 woningen. Bij de start hiervan werd slechts de daarbij aan de orde zijnde Anterieure Overeenkomst aangegaan. Nu we op dit project een negatief resultaat boeken, dient op basis van de gemeentewet de eveneens benodigde planexploitatie te worden vastgesteld door uw raad. De voorziening ter afdekking van het verwachte tekort is inmiddels conform BBV in de jaarrekening verwerkt. 6. en 7. Voorziening en reserve in de frictiekosten ombuigingen Route 2014 heeft ten doel om tot een invulling te komen van de gemeentebrede personele taakstellende bezuiniging. We vullen de nieuwe rol als gemeente concreet in en werken aan een flexibele organisatie met minder mensen. De realisatie van deze ombuiging gaat gepaard met frictiekosten. Bij de kadernota 2014 – 2017 heeft uw raad besloten hiervoor €15 miljoen vanuit het Eigen Kapitaal als achtervang te reserveren. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat voor ‘arbeidskosten gerelateerde verplichtingen’ waarvan het jaarlijkse bedrag geen gelijk volume heeft, een voorziening, zoals wordt voorgesteld, gevormd moet worden c.q. een verplichting (schuld)dient te worden opgenomen. Het momenteel voor de voorziening voorgestelde bedrag ad € 6,1 miljoen is gebaseerd op het gedeelte van de Organisatie- en Formatieplannen dat eind 2013 was opgeleverd en definitief vastgesteld. Dit bedrag is voornamelijk bedoeld om de loonkosten op te vangen van medewerkers die als gevolg daarvan boventallig zijn of worden, maar die vanwege de werkgarantie tot 1 januari 2017 en de mogelijke WW-verplichtingen daarna, nog personeelskosten met zich meebrengen ten laste van onze organisatie.
18
Raadsnummer
14R5840
Voor de frictiekosten die (nog) niet binnen de voorgeschreven voorziening vallen, wordt een reserve van € 8,9 miljoen ingesteld. Het gaat hierbij om kosten die een afgeleide zijn van de ombuigingsoperatie, zoals het tijdelijk inhuren op vacatures die openstaan omdat medewerkers in het zicht van hun formele boventalligheid soms hun werk niet meer kunnen uitoefenen of omdat deze bewust worden aanhouden om andere medewerkers een kans te geven op termijn weer in te stromen (zogenaamde spiegelbeeldige situatie). Daarnaast worden ook de aan de boventalligen gerelateerde (werkplek)kosten en de kosten voor het Mobiliteitscentrum ten laste van de reserve gebracht. De reserve wordt tevens benut ten behoeve van de personele en overige frictiekosten die in de loop van 2014 voortschrijdend ontstaan als gevolg van de nog op te leveren en vast te stellen Organisatie- en Formatieplannen. Het bedrag dat hiervoor nog nodig is, is nog niet exact te bepalen omdat een flink deel daarvan voortkomt uit de veranderingen binnen het ruimtelijk, sociaal en bedrijfsvoeringdomein. Berekeningen van na 1 januari 2014 opgeleverde plannen (overeenkomstig BBV nog niet meegenomen in de huidige voorziening) laten in ieder geval zien dat nog rekening gehouden moet worden met relatief vergelijkbare bedragen. Deze worden na het daarvoor te doorlopen besluitvormingstraject via een begrotingswijziging overgeboekt naar de ‘Voorziening frictiekosten ombuigingen’. Kosten Dit voorstel heeft geen consequenties. Financiële consequenties zijn er in indirecte zin. Resultaatbestemming is hiervoor reeds toegelicht. De kosten voor het opstellen van de jaarrekening zoals accountantskosten, drukkosten en eigen personeel zijn in de begroting opgenomen. Communicatie Persbericht, openbare kennisgeving na vaststelling door college, toezending aan Gedeputeerde Staten na vaststelling raad. Planning en uitvoering Voor het opstellen van het Concernverslag en Concernrekening zijn aan het begin van het proces procedures en afspraken opgesteld en vastgesteld (planning en richtlijnen 2013). De uitvoering heeft conform raming plaatsgevonden. Evaluatie Bij de evaluatie van het gehele proces van het tot stand komen van de jaarrekening zullen diverse punten (kwaliteit, inhoud en proces) worden geanalyseerd en zal worden bekeken hoe gekomen kan worden tot een nog verdere verbetering.
19
Raadsnummer
Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: b Concernverslag 2013 b Bijlagen Concernverslag 2013 b Accountantsverslag PWC a De bijlagen worden digitaal aangeboden. Daarnaast krijgt elke fractie nog 2 exemplaren op papier. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, secretaris.
20
14R5840
Raadsnummer
14R5840
Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 april 2014; besluit: 1 Kennis te nemen van: a. de bevindingen van de accountant; b. de vervolgacties naar aanleiding van de bevindingen van de accountant. 2 Het jaarverslag en de jaarrekening van de gemeente Eindhoven over 2013 vast te stellen. 3 In te stemmen met de uitgaven boven de begroting per programmaonderdeel. 4 Het positieve rekeningresultaat ad € 10.799.836 als volgt te bestemmen: a. € 1.900.000 voor de, in verband met de continuïteit en borging gewenste aankoop door de gemeente van de intellectuele eigendomsrechten van de Dutch Design Week (Raadsbesluit van 25 maart 2014); b. € 1.600.000.- voor de dekking van de extra rentekosten die in 2014 en 2015 ontstaan bij de overheveling van panden van de voorraad naar de vastgoedportefeuille; c. € 500.000 te reserveren voor mogelijke dekking van de in commissie 10/12 toegezegd raadsvoorstel armoedebeleid; d. € 6.799.836 als restant bedrag van het positieve rekeningresultaat ten gunste te brengen van het Eigen Kapitaal; e. In te stemmen met bijgevoegde begrotingswijziging. 5. Het vaststellen van een planexploitatie ten behoeve van een woningbouwproject in Strijp R. 6. In te stemmen met het instellen van de ‘Voorziening frictiekosten ombuigingen’. a. De voorziening dient ter financiering van de frictiekosten (loon- en WWkosten)van (tijdelijk) boventalligen als gevolg van de afwikkeling van de uit Route 2014 voortvloeiende personele taakstellende bezuiniging; b. De voorziening is vooralsnog eenmalig gevoed in 2013 met € 6,1 miljoen(bedrag is gebaseerd op de eind 2013 definitief vastgestelde Organisatie en Formatieplannen), als gedeelte van het door de gemeenteraad in de Begroting 2014-2017 beschikbaar gestelde bedrag voor ‘Frictiekosten eigen personeel’ (€ 15 miljoen) vanuit het ‘Eigen Kapitaal’; de aanvullende stortingen worden pas in 2014 zichtbaar; c. Voor stortingen en onttrekkingen worden de volgende criteria gehanteerd: b Storting zal na de eerste initiële storting (€ 6,1 miljoen) zoals genoemd onder b plaatsvinden door een overheveling vanuit ‘de reserve frictiekosten ombuigingen’ naar de ‘Voorziening frictiekosten ombuigingen’ en gebaseerd zijn op de definitief, vanuit de geplande ombuigingsoperatie (Route 2014), vastgestelde Plaatsingsplannen;
21
Raadsnummer
14R5840
De onttrekking is gebaseerd op de loon- en WW-kosten van (tijdelijk) boventallige medewerkers. b Als boventalligen worden aangemerkt de medewerkers van de gemeente Eindhoven die boventallig worden onder de werkingskracht van het Sociaal Statuut 2012 van de gemeente Eindhoven. b De loon- en WW-kosten van de boventalligen zullen ten laste van de voorziening komen voor de duur van de boventalligheid respectievelijk de duur van de wettelijke periode waarvoor WW- verplichting verschuldigd is. d Het College is gemachtigd voor het, vanuit de reserve frictiekosten, doen van stortingen, waarbij als criterium geldt, de definitief, vanuit de geplande ombuigingsoperatie (Route 2014), op Organisatie en Formatieplannen gebaseerde vastgestelde Plaatsingsplannen; e Maximumhoogte van de voorziening bedraagt € 15 miljoen; f Minimumhoogte van de voorziening bedraagt € 0; g De looptijd van de voorziening betreft tot aan het moment dat de gemeente geen langlopende verplichtingen meer heeft ten opzichte van de specifieke doelgroep van deze voorziening; h Als budgethouder van de Voorziening frictiekosten ombuigingen aan te wijzen: b De programmamanager mobiliteit (Mobiliteitsmanager) b Het sectorhoofd PO bij het vervallen van de functie van programmamanager mobiliteit of in geval van een vacature op deze functie De budgethouder is gemachtigd voor het doen van onttrekkingen 6. In te stemmen met het instellen van de ‘Reserve frictiekosten ombuigingen’. a. De reserve dient ter dekking van de van Route 2014 afgeleide of daaraan gerelateerde interne (frictie)kosten zoals (tijdelijke) vervanging en inhuur, persoonsgebonden werkplekkosten, kosten van het mobiliteitscentrum en de aanvullende voeding van de ‘Voorziening frictiekosten ombuigingen’ op basis van toekomstig, op Organisatie- en Formatieplannen definitief vast te stellen Plaatsingsplannen; b. De reserve wordt eenmalig gevoed met € 8,9 miljoen, als restant gedeelte van het door de gemeenteraad in de Begroting 2014-2017 beschikbaar gestelde bedrag voor ‘Frictiekosten eigen personeel’ (€ 15 miljoen); c. Voor stortingen en onttrekkingen worden de volgende criteria gehanteerd: b Storting zal eenmalig plaatsvinden door een overheveling van € 8,9 miljoen vanuit het Eigen kapitaal naar de ‘Reserve frictiekosten ombuigingen’; b De onttrekking is gebaseerd op: • het in de overgangssituatie tijdelijk noodzakelijk vervangen en inhuren op vacatures die openstaan en voor noodzakelijke inzet in het reorganisatieproces; b
22
Raadsnummer
•
d. e. f. g.
14R5840
de persoonsgebonden werkplekkosten (bv. licenties Microsoft en Office, smartphone, etc.) • de werkplekkosten van het mobiliteitscentrum (vooralsnog 25 werkplekken groot binnen het Mercado-gebouw); • vanuit definitief, op Organisatie- en formatieplannen gebaseerde, vastgestelde Plaatsingsplannen berekende frictiekosten; Het College is gemachtigd voor het doen van onttrekkingen; Maximumhoogte van reserve bedraagt € 8,9 miljoen; Minimumhoogte van de reserve bedraagt € 0; De looptijd van de reserve is tot uiterlijk 31 december 2021.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 juni 2014
R. van Gijzel, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
23