++4
gemeente Eindhoven
Dienst Algemene en Publiekssaken Raadsnummer os.oxo.oox
Beslisdatum BLW xg maart soos Dos siernummer sxs.sSx
Raadsvoorstel tot het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift van de heer Streef%er%, namens het Christiaan Huygens College, gericht tegen het besluit tot het niet bekostigen van uitbreiding van de noodverlichting voor het Christiaan Huygens
College
1 Inleiding Door ons college is bij besluit van 7 december 2000 de aanvraag voor bekostiging van uitbreiding van noodverlichting voor het Christiaan Huygens College afgewezen. Hiertegen heeft de heer Streefkerk namens het Christiaan Huygens College bezwaar gemaakt.
De bevoegdheid om op deze aanvraag te beslissen lag bij het college van burgemeester en wethouders. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter in een soortgelijke zaak van 6 juli 2001 (nr. 200003494/1) bepaald dat op deze aanvragen dient te worden beslist door de raad.
2 Probleemstelling Bezwaarmaker geeft aan bezwaar te maken tegen de afwijzing van de bekostiging voor noodverlichting, omdat een dergelijke noodverlichting algemeen voor een school geldt als een onmisbare en noodzakelijke voorziening ten behoeve van de brandveiligheid.
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Niet van toepassing.
4 Wijze van aanpak/oplossingsrichting De gevraagde bekostiging van de noodverlichting betreft een aanpassing aan de binnenzijde van het gebouw. Afdeling IA van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) heeft betrekking op de voorzieningen in de huisvesting van het onderwijs. Voor de toepassing van deze afdeling worden, ingevolge artikel 76c, lid 1, sub b2 van de WVO, onder voorzieningen in de huisvesting onder andere "aanpassingen aan de binnenzijde van het gebouw" begrepen, voorzover deze een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen drempelbedrag te boven gaan.
Raadsaummer oa.oxo.ooz
Het voorgaande is in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven (hierna: de verordening) nader uitgewerkt. Ingevolge artikel 2, sub b van de verordening vallen onder voorzieningen in de huisvesting onder andere "aanpassingen aan gebouwen, bestaande uit een of meer activiteiten, zoals onderscheiden in bijlage I".
Bijlage I kent een lijst van "Activiteiten VO binnenzijde". Artikel 3.9 van Bijlage I bepaalt dat activiteiten uit het overzicht "activiteiten VO binnenzijde" aan de orde zijn bij:
A wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw indien het gebouw anders niet geschikt is voor het te geven voortgezet onderwijs (...); B verbouwing om een ander gebouw te kunnen afstoten door middel van een aanpassing van de indeling; C creeren dan wel aanpassen van ruimte(n) binnen het gebouw; D aanpassingen in verband met eisen voortkomend uit wet- en regelgeving. Om voor bekostiging in aanmerking te komen, moet een voorziening op het overzicht van "Activiteiten VO binnenzijde" staan en voldoen aan een van de in artikel 3.9, sub a t/m d van Bijlage I genoemde eisen.
De aanpassing en/of uitbreiding van noodverlichting is niet opgenomen in de lijst "Activiteiten VO binnenzijde" (verordening, Bijlage I, I-2) en als zodanig geen voorziening in de huisvesting op basis van artikel 2 van de verordening. De gevraagde activiteit komt derhalve niet voor bekostiging in aanmerking. Dat bezwaarmaker de noodverlichting aanmerkt als een onmisbare en noodzakelijke voorziening ten behoeve van de brandveiligheid doet daaraan niet af.
5 Financiele gevolgen en risico’ s Het reeds voorgefinancierde bedrag voor de noodverlichting ad < 21.551,62 dient door het Christiaan Huygens College te worden gerestitueerd op rekeningnummer 66 30 15 960 ten name van Gemeente Eindhoven, afdeling Onderwijs.
6 Overige gevolgen van de aanpak Niet van toepassing.
7 Resultaten van overleg / inspraak Bezwaarmaker is in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Bij brief van 22 februari 2001 heeft bezwaarmaker echter aangegeven dat hij afziet van het recht te worden gehoord, omdat het bezwaarschrift naar zijn mening volledig en voldoende is.
Raadanummer oa.oxo.oox
8 Communicatie De beslissing op bezwaar wordt bekendgemaakt conform conceptbrief.
9 Ter inzage gelegde stukken conceptbrief aan de heren W. Streefkerk en M. v.d. Burgt;
kopie van de desbetreffende bepalingen van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 1999. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
Raad sxxummer ox.oxo.oox
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 maart 2002; besluit:
1 het bezwaarschrift van de heer Streefkerk, namens het Christiaan Huygens College, ongegrond te verklaren; 2 het primaire besluit te handhaven en het college van burgemeester en wethouders op te dragen de bezwaarmaker hierover te informeren conform conceptbrief.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
, voorzitter.
, loco-secretaris.
EN02010688
gemeente Eindhoven 0 afgedaan ;terug op ,par:. 0 niet afgedaan; document onmiddeliilk retour par:.
Retouradres Postbus goxso, s6oo RB Eindhoven
Behandeld door mw. mr. F. Hermans Telefoon (o4o) s38 x6 ZZ
AANTEKENEN
Uw brief van xg december aooo
Christiaan Huygens College t.a.v. dhr. W. Streefkerk/ dhr. M. van de Burgt
Rachmaninowlaan 2 5653 AT Eindhoven
Uw kenmerk Ons kenmerk iZarlv 28 februari 2002
Conceptbrief Betreft beslissing op bezwaar bekostiging noodverlichting
Geachte heer Streefkerk / heer Van de Burgt,
Bij brief van 19 december 2000, heeft u bezwaar aangetekend tegen het besluit van 7 december 2000, verzonden op 11 december 2000, tot het afwijzen van de aanvraag voor bekostiging van uitbreiding van noodverlichting voor het Christiaan Huygens College te Eindhoven. Bij brief van 22 februari 2001 heeft u aangegeven dat u afziet van uw recht te worden gehoord, omdat uw bezwaarschrift naar uw mening volledig en voldoende is.
Naar aanleiding van uw bezwaarschrift heeft een heroverweging van het bestreden besluit plaatsgevonden. In het onderstaande geval betreft het een aanvraag met een spoedeisend karakter ingevolge de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven. In een uitspraak van 6 juli 2001 (nr. 200003494/1) heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwogen dat de bevoegdheid om op dergelijke aanvragen te beslissen expliciet is voorbehouden aan de gemeenteraad, op wie ingevolge artikel 91, lid 1, van de Wet op het Primair Onderwijs ook de zorgplicht rust voor de voorzieningen in de huisvesting. Het primaire besluit is genomen door het college van burgemeester en wethouders. Dit kan in bezwaar echter worden hersteld. Daartoe heeft de gemeenteraad het bezwaarschrift behandeld. BESLISSING
De gemeenteraad heeft besloten uw bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Dit betekent dat de raad het besluit tot het afwijzen van de aanvraag voor bekostiging van uitbreiding van noodverlichting voor het Christiaan Huygens College te Eindhoven handhaaft.
Besoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Bereikbaar per openbaar vervoer met bus z
Postadres Postbus goxso s6oo RB Eindhoven
Telefonisch bereikbaar
ons kenmerk JzhIv
MOTIVERING
Inhoud bezwaren In uw bezwaarschrift geeft u aan bezwaar te maken tegen de afwijzing van de bekostiging voor noodverlichting, omdat een dergelijke noodverlichting algemeen voor een school geldt als een onmisbare en noodzakelijke voorziening ten behoeve van de brandveiligheid.
Overwegingen De gevraagde bekostiging van de noodverlichting betreft een aanpassing aan de binnenzijde van het gebouw. Afdeling IA van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) heeft betrekking op de voorzieningen in de huisvesting van het onderwijs. Voor de toepassing van deze afdeling worden, ingevolge artikel 76c lid 1 sub b2 WVO, onder voorzieningen in de huisvesting onder andere "aanpassingen aan de binnenzijde van het gebouw" begrepen, voor zover deze een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen
drempelbedrag te boven gaan. Het voorgaande is in de "Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven" (hierna: de verordening) nader uitgewerkt. Ingevolge artikel 2 sub b van de verordening vallen onder voorzieningen in de huisvesting onder andere "aanpassingen aan gebouwen, bestaande uit een of meer activiteiten, zoals onderscheiden in bijlage I". Bijlage I kent een lijst van "Activiteiten VO binnenzijde". Artikel 3.9 van Bijlage I bepaalt dat activiteiten uit het overzicht "activiteiten binnenzijde VO" aan de orde zijn bij:
A wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw indien het gebouw anders niet geschikt is voor het te geven voortgezet onderwijs (...); B verbouwing om een ander gebouw te kunnen afstoten door middel van een aanpassing van de indeling; C creeren danwel aanpassen van ruimte(n) binnen het gebouw; D aanpassingen in verband met eisen voortkomend uit wet- en regelgeving. Om voor bekostiging in aanmerking te komen, moet een voorziening op het overzicht van "Activiteiten VO binnenzijde" staan en voldoen aan een van de in artikel 3.9 sub a tm d van Bijlage I genoemde eisen.
De aanpassing en/of uitbreiding van noodverlichting is niet opgenomen in de lijst "Activiteiten VO binnenzijde" (Verordening, Bijlage I, 1-2) en als zodanig geen voorziening in de huisvesting op basis van artikel 2 van de verordening. De gevraagde activiteit komt derhalve niet voor bekostiging in aanmerking. Dat u de
Ons kenmerk JzhIV
noodverlichting aanmerkt als een onmisbare en noodzakelijke voorziening ten behoeve van de brandveiligheid doet daaraan niet af. CONCLUSIE
Gelet op het voorgaande zijn uw bezwaren ongegrond verklaard. Het primaire besluit blijft gehandhaafd. Nu het bestreden besluit gehandhaafd blijft, verzoeken wij u het reeds voorgefinancierde bedrag voor de noodverlichting ad f 47.493,51 ofwel < 21.551,62 te restitueren op rekeningnummer 66 30 15 960 ten name van Gemeente Eindhoven, afdeling Onderwijs.
Tenslotte bieden wij u excuses aan voor de lange afhandelingstermijn van uw bezwaarschrift. BEROEPSMOGELIJKHEDEN
Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na verzenddatum van deze brief hiertegen schriftelijk beroep instellen bij de Arrondissementsrechtbank te ’s-Hertogenbosch, sector bestuursrecht, postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch. Naast dit beroepschrift kunt u, indien u een spoedeisend belang heeft, bij de president van de Arrondissementsrechtbank eventueel een verzoek om voorlopige voorziening
indienen. Indien u beroep instelt dient u 6 109,ÃćâĆňâĂİ griffierecht te betalen. Vraagt u tegelijk met
het instellen van beroep of tijdens de beroepsprocedure om een voorlopige voorziening, dan dient u nog eens E 109,ÃćâĆňâĂİ griffierecht te betalen.
Indien anders dan door een natuurlijk persoon beroep wordt ingesteld, dient E 218,ÃćâĆňâĂİ
griffierecht te worden betaald. Wordt anders dan door een natuurlijk persoon tegelijk met het instellen van beroep of tijdens de beroepsprocedure om een voorlopige voorziening gevraagd, dan dient eveneens E 218,ÃćâĆňâĂİ griffierecht te worden betaald.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Eindhoven
secretaris
I.a.a.: - JZRIV, F Hermans JZ8IV, M Cavens
Stadsdeelkantoor Gestel MO/IGO/L Wagemans Bijlage(n):fhe/EN02006710
Artikel 2 Omschrijving voorzieningen in de huisvesting Bij de toepassing van deze verordening worden de volgende voorzieningen onderscheiden: a. de voor blijvend of voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen bestaande uit: 1’. nieuwbouw voor een school die voor het eerst voor rijksbekostiging in aanmerking is gebracht, dan wel nieuwbouw ter gehele of gedeeltelijke vervanging van een gebouw waarin een school is gehuisvest, al dan niet op dezelfde locatie;
2’. uitbreiding van een gebouw waarin een school is gehuisvest;
3’, gehele of gedeeltelijke ingebruikneming van een bestaand gebouw ten behoeve van de huisvesting van een school;
4 . verplaatsing van een of meer bestaande tijdelijke lokalen ten behoeve van de huisvesting van een school;
5 . terrein voorzover benodigd voor de realisering van een onder 1’ tot en met 4’ omschreven voorziening;
6 . inrichting met onderwijsleerpakket, of voor voortgezet onderwijs met leer- en hulpmiddelen, voor zover deze nog niet eerder voor bekostiging van rijks- of gemeentewege in aanmerking is gebracht;
7 . inrichting met meubilair voor zover deze nog niet eerder voor bekostiging van rijks- of gemeentewege in aanmerking is gebracht;
8 . medegebruik van een ruimte voor het onderwijs in een gebouw dat al bij een andere school in gebruik is en medegebruik van een gymnastiekruimte of een bad voor watergewenning of bewegingstherapie; aanpassingen aan gebouwen, bestaande uit een of meer activiteiten bedoeld in bijlage I; onderhoud aan gebouwen voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs, bestaande uit een of meer activiteiten bedoeld in bijlage I; herstel van een constructiefout bestaande uit schade aan een gebouw, veroorzaakt door eigen gebrek of
eigen bederf, alsmede uit kosten, gemoeid met het voorkomen van nog niet manifest geworden materiele schade onmiddellijk voortvloeiend uit ontwerpfouten, uitvoeringsfouten of wanprestatie;
herstel en vervanging in verband met schade aan een gebouw, onderwijsleerpakket, of leer- en hulpmiddelen en meubilair, ingeval van bijzondere omstandigheden;
huur van een sportterrein dat niet in eigendom is van een bevoegd gezag voor een school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs ten behoeve van het onderwijs in lichamelijke oefening. de kosten van sloop van een gebouw of gebouwdeel, voorzover voor het gebouw of gebouwdeel geen passende herbestemming kan worden gevonden.
1,10 Aanpassing De voorziening aanpassing bestaat uit:
a wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw indien het gebouw anders niet geschikt is voor een school voor basisonderwijs, gelet op de eisen gesteld in bijlage III, delen A en D;
b een integratieverbouwing om een ander gebouw te kunnen afstoten of om, afgezien van een speellokaal, een gebouw van een speciale school voor basisonderwijs geschikt te maken voor kinderen jonger dan zes jaar;
c creeren (extra) leslokaal binnen het gebouw; d creeren speellokaal binnen het gebouw; e voorzieningen in verband met eisen voortkomend uit de wet- en regelgeving; f vervangen van oliegestookte verwarmingsinstallaties en g het terrein toegankelijk maken voor rolstoelgebruikers en/of het aanbrengen van een traplift bij meerlaagse schoolgebouwen. Ad a
De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat ingebruikneming van het desbetreffende gebouw op basis van de beoordelingscriteria, zoals genoemd onder 1,4, noodzakelijk is, doch het gebouw niet voldoet aan de huisvestingseisen voor een school voor basisonderwijs, terwijl deze wel tegen redelijke kosten, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, te verwezenlijken zijn. Ad b
De noodzaak voor een integratieverbouwing teneinde een schoolgebouw te kunnen afstoten blijkt uit het feit
dat door terugloop van het aantal groepen leerlingen het gebruik van een gebouw kan of moet worden beeindigd omdat binnen een of meer andere gebouwen in gebruik bij de school voldoende ruimte aanwezig is, terwijl deze niet zijn ingericht voor het onderwijs aan vier- en vijfjarigen of zes- tot twaalfjarigen. De noodzaak voor een integratieverbouwing in een gebouw van een speciale school voor basisonderwijs blijkt
uit het feit dat 12 kinderen jonger dan zes jaar worden toegelaten tot de school, terwijl het gebouw niet geschikt is voor het onderwijs aan leerlingen jonger dan zes jaar. Ad c
De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat er meer groepen leerlingen aanwezig zijn dan waar het gebouw, als vastgesteld op grond van bijlage III, deel A, ruimte voor biedt, terwijl er tevens sprake is van een bruikbaar verschil tussen de feitelijke bruto oppervlakte en de genormeerde bruto oppervlakte dat het mogelijk
maakt inpandig een of meer noodzakelijke extra leslokalen te creeren. Bovendien dienen er geen medegebruiksmogelijkheden aanwezig te zijn binnen een afstand van 2000 meter hemelsbreed. Indien het inpandig creeren van een leslokaal meer kost dan uitbreiding, op grond van bijlage IV, deel A, wordt beslist alsof uitbreiding de gevraagde voorziening is.
Ad d
De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat de school niet beschikt over een speellokaal en er geen ruimte groter dan 56 m2 aanwezig is en er bovendien geen medegebruik van een speeilokaal van een school binnen 300 meter mogelijk is. Voor een speciale school voor basisonderwijs is de noodzaak ook afhankelijk van het feit dat tot de school minimaal 12 kinderen jonger dan zes jaar worden toegelaten. Indien het inpandig
creeren van een speellokaal meer kost dan een uitbreiding, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, op grond van bijlage IV, deel A, wordt beslist alsof uitbreiding de gevraagde voorziening is. Ad e
De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het niet overeenkomen van het gebouw met de geldende wet- en regelgeving, terwijl dat verschil op korte termijn moet worden opgeheven. Ad f
De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat de oliegestookte verwarmingsinstallatie in een zo slechte conditie verkeert dat vervanging noodzakelijk is. Ad g
De noodzaak voor deze activiteiten blijkt uit de aanwezigheid van een gehandicapte leerling of leraar, waarvoor, vanwege de handicap, de betreffende voorziening noodzakelijk is. Voorzover het betreft het aanbrengen van een traplift, dient het tevens niet mogelijk te zijn om zodanige organisatorische maatregelen
te treffen, dat het volledige onderwijsproces op de begane grond kan worden gevolgd, respectievelijk gegeven.
Bovenstaande aanpassingen kunnen plaatsvinden indien zij noodzakelijk zijn en indien de prognose, die voldoet aan de vereisten uit bijlage II, aantoont dat gedurende ten minste vijftien jaren voldoende leerlingen
om de school in stand te kunnen houden, kunnen worden verwacht. Indien de betreffende aanpassing absoluut noodzakelijk is voor de voortgang van het onderwijs, terwijl volgens de prognose onvoldoende leerlingen worden verwacht, wordt de aanpassing slechts goedgekeurd als er geen andere, goedkopere, voorziening mogelijk is.
3.9 Aanpassing Buitenzijde gebouw en terrein De voorziening aanpassing buitenzijde gebouw en terrein bestaat uit de activiteiten die zijn opgenomen in het bijgevoegde overzicht activiteiten VO buitenzijde. De noodzaak van aanpassing buitenzijde gebouw en terrein blijkt uit het feit dat het gevraagde element ten minste in een matige conditie verkeert volgens de bouwkundige opname zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid onder c, terwijl regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat, danwel uit de aanwezigheid van een rolstoelgebruiker als het betreft de activiteit "terrein toegankelijk maken voor rolstoelgebruikers".
Binnenzijde gebouw
Daarnaast behoren de activiteiten op het bijgevoegde overzicht "Activiteiten VO binnenzijde" tot aanpassingen, voorzover deze uitkomen boven het drempelbedrag, zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen in de huisvesting PO/VO. Activiteiten uit het bijgevoegde overzicht activiteiten VO binnenzijde zijn aan de orde bij:
wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw indien het gebouw anders niet geschikt is voor het te geven voortgezet onderwijs gelet op de eisen als gesteld in bijlage III, delen A en D;
verbouwing om een ander gebouw te kunnen afstoten door middel van een aanpassing van de indeling; creeren danwel aanpassen van ruimte(n) binnen het gebouw. Indien het inpandig creeren, danwel aanpassen, voor de gemeente meer kost dan uitbreiding, wordt beslist alsof uitbreiding de gevraagde voorziening is; aanpassingen in verband met eisen voortkomend uit wet- en regelgeving. Ad a
De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat ingebruikneming van het desbetreffende gebouw op basis van de beoordelingscriteria, zoals genoemd onder 3.4, noodzakelijk is, doch het gebouw niet voldoet aan de huisvestingseisen voor het desbetreffende voortgezet onderwijs, terwijl deze wel tegen redelijke kosten, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, te verwezenlijken zijn. Ad b
De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat door terugloop van het aantal leerlingen het gebruik van
een gebouw kan of moet worden beeindigd omdat binnen andere gebouwen in gebruik bij de school voldoende ruimte aanwezig is. Ad c
De noodzaak voor het creeren van extra ruimte(n) blijkt uit het feit dat er meer leerlingen aanwezig zijn dan waar het gebouw als vastgesteld op grond van bijlage III, deel A, ruimte voor biedt, terwijl er tevens sprake is van een verschil tussen feitelijke en genormeerde bruto vloeroppervlakte dat het mogelijk maakt inpandig of deels inpandig de noodzakelijke extra ruimte(n) te creeren. De noodzaak voor het aanpassen van bestaande ruimte(n) blijkt uit het feit dat de betreffende (ruimte(n) niet voldoen aan de eisen die gelden voor het onderwijs in die ruimte(n). Ad d
De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat de inrichting van het gebouw niet overeenkomt met de geldende wet- en regelgeving, terwijl dat verschil moet worden opgeheven. De noodzaak voor het aanbrengen van een traplift in een meerlaags schoolgebouw blijkt uit de aanwezigheid van een gehandicapte leraar of leerling, waarvoor, vanwege de handicap, deze voorziening noodzakelijk is. Tevens dient het niet mogelijk te zijn, zodanige organisatorische maatregelen te treffen, dat het volledige onderwijsproces op de begane grond kan worden gevolgd, respectievelijk gegeven,
Bovenstaande aanpassingen kunnen plaatsvinden indien zij noodzakelijk zijn en indien de prognose, die voldoet aan de vereisten uit bijlage II, aantoont dat gedurende ten minste vijftien jaren voldoende leerlingen
om de school in stand te kunnen houden, kunnen worden verwacht. Indien de betreffende aanpassing absoluut noodzakelijk is voor de voortgang van het onderwijs, terwijl volgens de prognose onvoldoende leerlingen worden verwacht, wordt de aanpassing slechts goedgekeurd, als er geen andere voorziening (die minder kost) mogelijk is. Onder kozijnen en deuren wordt mede verstaan ramen, beglazing en daarop aanwezige beveiliging.
I - 2 Overzicht Activiteiten VO binnenzijde
Activiteiten die behoren tot het aanpassen (aanbrengen, verplaatsen, verwijderen) en vernieuwen (ingrijpend onderhoud) van: binnenwanden; vouwwanden; binnenkozijnen (incl. ramen, deuren , beglazing en daarop aangebrachte beveiliging); binnenzon wering; stucwerk; plafonddelen; vloeren; vloertegels; sanitair; aanrechten; keukenkastjes; zuurkasten; waterleiding; binnenriole ring; gasleiding; cv leiding; radiatoren; trapliften.
I - 3 Overzicht aanpassing VO buitenzijde Activiteiten die behoren tot het aanpassen (aanbrengen, verplaatsen, verwijderen) en vernieuwen (ingrijpend onderhoud) van: stenen dakbedekking; dakranden; dakvensters; lichtkoepels; buitenwanden; voegwerk; buitenkozijnen (incl. ramen, deuren, beglazing en daarop aangebrachte beveiliging); entree pui; buitenzon wering;
buitentrappen; bestrating; rijwielloodsen; afrastering; buitenriolering; terrein toegankelijk maken voor rolstoelgebruikers.
Het op kleine schaal vernieuwen van onder aanpassing genoemde elementen, zoals het vervangen van enkele dakpannen, behoort tot het programma van eisen onderhoud (klein en dagelijks onderhoud). Het bijbehorend schilderwerk, de vervanging van de vloerbedekking en overige zaken die in het programma van eisen onderhoud zijn opgenomen, vallen eveneens buiten de vergoeding voor aanpassing.