gemeente Eindhoven
Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer
Raadsnummer 03.R499.OOI Inboeknummer oSBooo4s4 Beslisdatum BikW xo juni soos Dossiernummer a24.75I
Raadsvoorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente Eind hoven 1 Inleiding De model bouwverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeente (VNG) en de daarop volgende wijzigingen hebben model gestaan voor de Bouwverordening gemeente Eindhoven. Op 10 maart 2003 heeft de raad besloten tot vaststelling van de verordening tot wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven. Deze wijziging, dat nagenoeg geheel conform de achtste serie wijzigingen van de model bouwverordening van de VNG is geschied, is het gevolg van de wijziging van de bouwregelgeving per 1 januari 2003. Met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2003 is het mogelijk om grotere brandcompartimenten te bouwen dan de gebruikelijke 1.000 m2. Het gevolg hiervan is, dat voor bepaalde categorieen gebouwen een brandveilig gebruik niet is verzekerd. Deze consequentie is in de laatste serie wijzigingen van de model bouwverordening niet meegenomen. Naar verwachting zal deze consequentie pas bij de tiende serie wijzigingen van de model bouwverordening worden ondervangen.
2 Probleemstelling Aan de mogelijkheid om grotere brandcompartimenten te bouwen dan de gebruikelijke 1.000 m2 wordt de voorwaarde gesteld dat deze zodanig dienen te zijn ingericht, dat zij eenzelfde mate van brandveiligheid bieden als is gewaarborgd door de voorschriften voor brandcompartimenten die wel vallen binnen de in paragraaf 2.14.1 van het Bouwbesluit 2003 bedoelde maximummaten van brandveiligheid. Bij de beoordeling van de branduitbreiding is de vuurbelasting in het bouwwerk van groot belang. Immers aan de hand van de aanwezige vuurbelasting wordt de grootte van het brandcompartiment berekend. Op basis van de berekeningen volgens het concept "Beheersbaarheid van brand" is het mogelijk, dat een bouwwerk met grote brandcompartimenten ( groter dan 1.000 m2 of 2.000 m2), waarin een lage vuurbelasting aanwezig is, wordt gebouwd zonder aanvullende preventieve maartregelen. Bij een mogelijke wijziging van het gebruik, waarbij sprake is van een toename van de vuurbelasting, kan in geval van brand een onbeheersbare situatie ontstaan. De veiligheid van het bouwwerk is echter alleen gewaarborgd wanneer het gebruik overeenkomt met de afgestemde vuurbelasting.
rp
Raadsnummer OQ.R499.OOI
De grote compartimenten ingevolge paragraaf 2.22.1 en 2.22.2 van het Bouwbesluit 2003 doen een specifieke groep bouwwerken ontstaan die in relatie tot hun grootte een lager brandveiligheidsniveau bezitten dan de bouwwerken met een compartimenteringgrootte op basis van artikel 2.14.1 van het Bouwbesluit 2003. Middels aanvullende technische installaties of beperking van de vuurbelasting probeert men deze bouwwerken op te hogen naar een weliswaar gelijkwaardig doch echter een minimale brandveiligheidsniveau, dat normaal bouwkundig moet worden gerealiseerd. Toezicht op de installaties en/of de vuurbelasting is daarbij van essentieel belang om het minimale brandveiligheidsniveau te waarborgen. Het bestaande wettelijk kader, dat gericht is op de brandveiligheid, alsmede de bouwvergunning bieden geen mogelijkheden voor toezicht op en handhaving van de aanwezige installaties en de vuurbelasting. Naar verwachting zal pas bij de tiende wijziging van de model bouwverordening van de VNG aanvullende voorschriften worden gegeven om het thans ontbrekende toezicht op het brandonveilig gebruik van de betrokken gebouwen mogelijk te maken. Tussen de VNG en het Landelijk Netwerk Brandpreventie wordt overleg gepleegd over de bij de tiende wijziging van de modelbouwverordening aan te vullen voorschriften. Indien in deze leemte thans niet wordt voorzien, zullen gebouwen ontstaan waarvan het gebruik niet als brandveilig kunnen worden gekwalificeerd.
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes De kans dat een brand, door gewijzigd gebruik van een gebouw, onbeheersbaar wordt en hiermede de veiligheid voor gebruikers van het gebouw, de Repressieve Dienst van de Brandweer en omwonenden in gevaar komt, wordt beperkt door preventief toezicht en periodiek op het gebruik te controleren. Middels de voorgestelde wijziging wordt bijgedragen aan een veilige bebouwde omgeving. 3a Milieutoets De wijziging van de bouwverordening heeft geen gevolgen voor het milieu.
4 Wijze van aanpak/oplossingsrichting De gebruiksvergunning is een bij uitstek geschikt instrument voor preventief en repressief toezicht op brandveilig gebruik van gebouwen. Doel van deze gebruiksvergunning is om in situaties waar dat nodig is, het toekomstig gebruik van een bouwwerk te beoordelen op brandveiligheid en zo nodig voorwaarden te verbinden die een brandveilig gebruik waarborgen. Omdat hiermede kritische binnenomstandigheden en brandgevaarlijke situaties worden vermeden, de kans op brand en op ongevallen worden verkleind en de beheersbaarheid bij brand wordt vergroot, is een brandveilig gebruik van een gebouw gegarandeerd. Door de betrokken gebouwen als gebruiksvergunningplichtig aan te merken, wordt ook voor deze gebouwen een brandveilig gebruik gegarandeerd. Hiervoor dienen de in artikel 6.1.1. van de bouwverordening vermelde vergunningplichtig gebouwen te worden aangevuld met gebouwen waarvan op basis van paragraaf 2.22.1 en 2.22.2
vp
Raadsnummer OQ.R499.OOI
van het Bouwbesluit 2003 de grootte van het brandcompartiment is bepaald en met gebouwen waar bij de verlening van de bouwvergunning voor het betrokken bouwwerk een sprinkler-, rookwarmte afvoer- of brandmeldinstallatie met rechtstreekse doormelding naar de Regionale Alarmcentrale is toegepast als gelijkwaardigheid, zoals bedoeld in artikel 1.5 van het Bouwbesluit 2003. Deze aanvulling past binnen de in artikel 8 van de Woningwet aan de raad gegeven bevoegdheid ter uitvoering van haar medebewindstaak in deze, namelijk het vaststellen van de bouwverordening. Naar aanleiding van de rampen in Enschede en Volendam is sterk bepleit voor striktere toepassing en handhaving van regels. Er is er op aangedrongen een gemeentelijke actieprogramma brandveiligheid op te stellen, waarbij onder meer een inhaalslag met de uitgifte en controle van gebruiksvergunningen wordt nagestreefd. Bij de dienst Brandweer en Rampenbestrijding, waar de uitvoering van het gebruiksvergunningstelsel is neergelegd, is inmiddels deze inhaalslag ter hand genomen. Door de betrokken gebouwen nu al vergunningplichtig te maken, kunnen deze gebouwen worden betrokken bij de inhaalslag uitgifte en controle van gebruiksvergunningen.
5 Financiele gevolgen en risico’ s De wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven heeft geen financiele gevolgen en risico’ s,
5a Bestuurlijke kaders De vaststelling en wijziging van de bouwverordening betreft een in de Woningwet neergelegde medebewindstaak. Het preventieve toezicht en de handhaving op basis van het gebruiksvergunningstelsel stemt overeen met de in de handhavingsnota’s geformuleerde uitgangspunten en doelstellingen.
6 Overige gevolgen van de aanpak Via de gebruiksvergunning wordt de communicatie met gebruikers van gebouwen over (brand)veiligheid geintensiveerd waardoor zij bekend raken met het betreffende wettelijk kader en daardoor bewust worden van de noodzaak van de brandveiligheid van gebouwen. De voorgestelde aanpak heeft vooralsnog geen personele consequenties.
7 Resultaten van overleg / inspraak Op ambtelijk niveau heeft overleg plaatsgevonden met het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de VNG, het Landelijk Netwerk Brandpreventie, de Preventie Commissie Zuid-Nederland en het Regionaal Preventie Overleg. Voorts heeft over de voorgestelde wijziging afstemming tussen de betrokken gemeentelijke disciplines plaatsgevonden.
Raadsnummer OQ.R499.OOI
8 Communicatie Het besluit zal worden opgenomen in het Gemeenteblad. Voorts zal de wijziging van de bouwverordening op de gebruikelijke wijze worden bekendgemaakt.
9 Ter inzage gelegde stukken Geen.
10 Referendabiliteit Op het besluit tot het vaststellen van de verordening tot wijziging van de bouwverordening is de Tijdelijke Referendumwet van toepassing.
ll Voorstel De verordening tot wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven vast te stellen. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
Raadsnummer OQ.R499.OOI
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 juni 2003; gelet op artikel 8 van de Woningwet; besluit:
vast te stellen de verordening tot wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven.
Artikel A Wijzigingen in de bouwverordening. Artikel 6.1.1. Vergunning gebruik bouwwerk. Voeg in artikel 6.1.1, eerste lid, na punt g een nieuwe tekst toe, luidende: h. op basis van paragraaf 2.22.1 en 2.22.2 van het Bouwbesluit 2003 de grootte van het brandcompartiment is bepaald; i. bij de verlening van de bouwvergunning voor het betrokken bouwwerk een sprinkler-, rookwarmte afvoer- of brandmeldinstallatie met rechtstreekse doormelding naar de Regionale Alarmcentrale is toegepast als gelijkwaardigheid, zoals bedoeld in artikel 1.5 van het Bouwbesluit 2003.
Artikel B inwerkingtreding. Te bepalen dat de verordening tot wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven in werking treedt zes weken na de bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 september 2003.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Vrheugt, griffier.
BG03008660
gemeente Eindhoven
4+4
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat
Retouradres Postbus goxso, 56oo RB Eindhoven
Aan de leden van de raad
van de gemeente Eindhoven.
Raadsnummer OQ.R499.002 Behandeld door M. Honing Telefoon (oqo) 238 2488
Ons kenmerk griffie Verzenddatum zx juli zoo3
Cornrnissieadvies Betreft cie Rp: Raadsvoorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente Eindhoven
De commissie Ruimtelijke pijler heeft in haar vergadering van 16 juli 2003 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp. De commissie heeft als volgt geadviseerd: ’leefbaar eindhoven’: Akkoord; CDA:
PvdA: VVD: SP:
GroenLinks: D66:
OuderenAppel: De Stadspartij:
Akkoord; Akkoord; Akkoord; Akkoord; Akkoord; Akkoord; Akkoord; Akkoord.
Wethouder P. van der Grinten zal in een toelichting de technische vragen (zie bijlage) van dhr B. Gerard laten beantwoorden door de betreffende ambtenaar van de Brandweer.
De secretaris van de commissie, M. Honing
Bijlage(n): 1
Bezoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Openingstijden
Postadres Postbus goxso 56oo RB Eindhoven
ma t/m vr g.oo-x6.oo uur
Telefonisch bereikbaar