gemeente Eindhoven
Dienst Maatschappelijke en Culturele
zaken Raadsbij lage nummer xxx8 Inboeknummer 98uooa6x S Beslisdatuxn Bgxw so juni x998
Dossiernummer 8ay.xo8
Raadsbijlage Voorstel tot het wijzigen van het bestuur en de directie van de Stichting Kinderopvang Eindhoven 1 Inleiding Op 22 juni 1998 vond onder leiding van wethouder Van der Spek een overleg plaats waarbij aanwezig waren: interim-directeur, extern deskundige, hoofd financien en twee leden van de raad van toezicht van de Stichting Kinderopvang Beheergroep Nederland (waarvan de Stichting Kinderopvang Eindhoven een onderdeel is); vertegenwoordiger van Kantoor Van den Boomen (accountant van de Kinderopvang Beheergroep Nederland (KBN)); twee vertegenwoordigers van ING bank (bank van de KBN); directeur en twee medewerkers van de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken. De aanleiding van dit overleg was het bericht van de Stichting Kinderopvang Eindhoven (SKE) aan de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken op 16 juni 1998 dat de bank geweigerd had het krediet te verhogen, waardoor de salarissen van het personeel over de maand juni niet uitbetaald konden worden.
Gezien de spoedeisende situatie en de maatschappelijke gevolgen van niet ingrijpen, is overgegaan tot een noodprocedure.
2 Probleemstelling Bij de SKE bleek een acuut financieel probleem te zijn ontstaan. Gezien de maatschappelijke gevolgen bleek gemeentelijk ingrijpen noodzakelijk.
De SKE is een zelfstandige stichting, welke wordt bestuurd door een directie en onderdeel uitmaakt van de KBN, welke bestuurd wordt door een raad van toezicht. De SKE is de afgelopen jaren sterk gegroeid en heeft momenteel een omzet van circa f 18 miljoen (conform begroting SKE). Circa 409o van de totale inkomsten bestaat uit subsidiebudget; de rest wordt gevormd door inkomsten uit ouderbijdragen en verhuur van particuliere en bedrijfsplaatsen. Landelijke tendensen van een groeiende behoefte aan kinderopvang hebben ertoe
Raadabijlage nummer xa8
geleid dat eind vorig jaar de Tijdelijke stimuleringsmaatregel buitenschoolse opvang van kracht is geworden. Bij een eerste aanvraag in het kader van deze maatregel zijn 239,2 opvangplaatsen toegekend. Een tweede aanvraag voor 150,8 opvangplaatsen is in behandeling. Toekenning hierop heeft nog niet plaatsgevonden. De stimuleringsmaatregel geeft naast capaciteitsuitbreiding ook de mogelijkheid voor methodische wijziging van de buitenschoolse opvang. Er dient nadrukkelijke samenwerking gezocht te worden met het sociaal-cultureel werk, sport, kunst en cultuur, etc. Medio november 1997 werd door de SKE een interim-directeur aangetrokken. Hiermee werd de zittende directeur van een aantal taken ontheven en de situatie heeft per 1 mei 1998 geleid tot zijn vertrek. Tijdens de diverse overlegsituaties die vanaf januari 1998 hebben plaatsgevonden, bleek dat met het vertrek van de directeur veel inhoudelijke kennis verdwenen was. In de eerste maanden van 1998 werd door een steekproef, die in overleg met de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken door de dienst Bouwtoezicht, Beheer en Vergunningen werd uitgevoerd, duidelijk dat de veiligheid en hygiene in een viertal kinderdagverblijven te wensen overliet. Inmiddels is gestart met de noodzakelijke verbeteringen. Het uitblijven van ontwikkelingen binnen de SKE en de constateringen van de dienst Bouwtoezicht, Beheer en Vergunningen waren aanleiding voor het B%W-dossier nr. 814.601, waarin onder meer werd voorgesteld de raad van toezicht van KBN uit te nodigen voor een bestuurlijk overleg. Tijdens dit bestuurlijk overleg op 3 april 1998 werd een tijdpad met de SKE afgesproken om te komen tot een contract voor zowel bestaand als nieuw beleid (o.a. uitbreiding van kinderopvang met een plus, de Tijdelijke stimuleringsmaatregel buitenschoolse opvang, etc.). Dit tijdpad is door de SKE niet gehaald.
Tijdens het bestuurlijk overleg van 12 juni 1998 heeft de interim directeur aangegeven dat de SKE momenteel een onbeheersbare en oncontroleerbare organisatie is. Tijdens een overleg op 19 juni 1998 werd bovendien aangegeven dat de bank de salarissen van juni niet wil uitbetalen. Dit leidde tot het in de inleiding genoemde overleg, waarin duidelijk werd dat de gemeente Eindhoven geen vertrouwen heeft in een aanpak die niet wezenlijk anders is dan de huidige aanpak van de interim-directeur. Geboden hulp van de gemeente zal moeten leiden tot een gezond bedrijf. Gezien de ernst van de situatie en de maatschappelijke gevolgen die een stagnerende uitvoering van kinderopvang heeft, dienen er nadrukkelijk stappen ondernomen te worden.
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Naast landelijke tendensen geeft een onderzoek van de afdeling Onderzoek en Statistiek van eind 1997 aan dat de behoefte aan kinderopvang groeiende is.
r1
Raadsbij lage nummer r4S
Sluiting van kinderdagverblijven zou een enorme impact op de gebruikers hebben en leiden tot maatschappelijke ontwrichting (circa 2.000 ouders maken gebruik van SKE-diensten).
Sluiting van de 5KE dient derhalve voorkomen te worden. Maatregelen zijn nodig om te komen tot een instelling met een gezonde bedrijfsvoering, zodat de SKE de gewenste rol binnen het totale welzijnsaanbod kan vervullen.
4 Wijze van aanpak I oplossingsrichting Door het college is voor het navolgende scenario gekozen. In de afweging is meegenomen dat er andere posities gecreeerd moeten worden om een gewijzigde situatie te verkrijgen. Om te voorkomen dat de uitvoering van kinderopvang stagneert door het niet uitbetalen van de salarissen van het personeel van de instelling, verzocht de SKE samen met de ING bank om een garantstelling voor een bedrag van circa f 760.558,ÃćâĆňâĂİ (waarvan f 30.165,ÃćâĆňâĂİ vakantiegeld oproepkrachten) voor de uitbetaling
van de salarissen. In de collegevergadering van 23 juni 1998 is hiermee, vooruitlopend op een raadsbesluit, ingestemd. Aan deze garantstelling zijn de volgende voorwaarden verbonden: A de raad van toezicht van de KBN stelt haar mandaat ter beschikking; B de interim-directeur maakt plaats voor een kleine en slagvaardige interimdirectie; C het moment van terugtreden van de raad van toezicht en de interim-directeur vindt plaats op een communicatief geschikt moment, vastgesteld op 24 juni 1998 voor aanvang persconferentie. Zowel de raad van toezicht als de interim directeur zijn hiermee in hun vergadering van 23 juni 1998 akkoord gegaan.
De nieuwe interim directie zal gevormd worden door de heer Tollenaar en de heer Van Hoek; zij zijn momenteel werkzaam als interim-bestuurders voor de Stichting Buurtwerk Eindhoven. Over een derde directielid wordt overlegd. Besloten is dat de interim-directie zal starten met een financiele sean. In verband met de komende vakantieperiode, waarin de verdere opdracht aan de interim-directie zal worden uitgewerkt, is het om praktische reden aan te raden de wethouder van maatschappelijke ontwikkeling hiervoor te mandateren. Om tegemoet te komen aan de financiele problemen kan een krediet verstrekt worden ten behoeve van de nieuwbouw aan de Maria van Bourgondielaan. Door beschikbaarstelling van een krediet geeft dit een ontlasting van f 1.459.238,ÃćâĆňâĂİ.
Ingevolge de huidige gemeentelijke beleidslijn zijn reeds kredieten verstrekt ten behoeve van kinderopvang-accommodaties waarbij de in de genormeerde vergoeding per kindplaats opgenomen component voor huisvestingslasten bepalend is
Raadsbijlage nummer rg8
voor de omvang van de investering. De accommodaties zijn eigendom van de gemeente en worden via de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk verhuurd aan de SKE. De kapitaallasten worden bij de SKE in rekening gebracht. Dit zou in deze situatie ook kunnen gelden. Rekening houdend met de capaciteit aan kindplaatsen zou dit maximaal een krediet kunnen betekenen van: (48 kindplaatsen x f 1.005,62 + 36 kindplaatsen x f 1.524,70) x 7,06944% = f 1.459.238,ÃćâĆňâĂİ (rente 6,5%, looptijd 40 jaar, annulteiten).
De jaarlijkse kapitaallasten voor de instelling bedragen f 103.160,ÃćâĆňâĂİ ingaande op
datum van exploitatie zijnde 1 september 1998.
Omdat het project in een eigenarenverband wordt gebouwd, wordt onderzocht of de eigendomsoverdracht kan worden gerealiseerd. Door het verstrekken van een krediet heeft de instelling weer liquiditeiten om te kunnen voldoen aan de verplichtingen. Mocht daarnaast op basis van een door de instelling te verstrekken gedegen liquiditeitsprognose blijken dat de liquide-middelen tussentijds niet toereikend zijn, kunnen subsidievoorschotten voor de komende maanden eerder uitbetaald worden dan gebruikelijk. Hiermee wordt de instelling enige lucht gegeven.
Daarnaast zou de instelling een verzoek om subsidie kunnen indienen voor de uitbreiding van het aanta I kindplaatsen.
De huidige capaciteit 35 kindplaatsen 0-4 jaar en 12 kindplaatsen 4-12 jaar Capaciteit na
ingebruikname
Een uitbreiding van 13 kindplaatsen 24 kindplaatsen In het kader van de uitbreiding van de buitenschoolse opvang zijn subsidiemiddelen beschikbaar. Conform de huidige methodiek betekent dit een subsidie van: ingaande 1 september 1998: f 53.190,ÃćâĆňâĂİ en per 1 januari 1999: f 159.569,ÃćâĆňâĂİ
(24 kindplaatsen x f 6.648,70).
In het kader van het gemeentelijk beleid zijn geen middelen beschikbaar voor de uitbreiding van het aantal kindplaatsen 0-4 jarigen. Overwogen is om de raad voor te stellen ten behoeve van de uitbreiding van het aantal kindplaatsen 0-4 jarigen gemeentelijke subsidiemiddelen, welke bestemd zijn voor de uitbreiding van de buitenschoolse opvang, vrij te maken. Uit onderzoeken is de behoefte aan uitbreiding 0-4 jaar gebleken. Het vrijmaken van deze subsidiemiddelen zou een beleidswijziging inhouden. Echter het lijkt ons zuiverder om op een ander moment beleidskeuzes terzake te maken. Met betrekking tot de nieuwe interim-directie stellen wij u voor, conform de constructie die is toegepast bij de Stichting Buurtwerk Eindhoven, deze te bezoldigen. Voor een periode van tien maanden bedragen de kosten hiervan f 180.000,ÃćâĆňâĂİ.
Raadsbijlage nummer xy8
De kosten voor het communicatiebureau bedragen f 22.500,ÃćâĆňâĂİ (inclusief BTW en
exclusief kilometervergoeding). Voor beide kostenposten kunnen eenmalig middelen beschikbaar gesteld worden van totaal f 202.500 ÃćâĆňâĂİ, ten laste van de structu-
reel beschikbare gemeentelijke middelen 1998, ten behoeve van de uitbreiding van de buitenschoolse opvang, daar deze uitbreiding in 1998 nog niet zal worden gerealiseerd. Deze middelen zijn toereikend.
5 Financiele gevolgen en risico’ s De eenmalige en/of structurele gemeentelijke financiele risico’s zijn thans nog niet te overzien. Met betrekking tot de instelling kan als algemene conclusie gesteld worden dat men een aantal verplichtingen is aangegaan zonder dat men, vooraf, een goede financiele afweging heeft gemaakt, dan wel voor een deugdelijke financiering heeft zorg gedragen. Daarnaast zijn er een aantal ontwikkelingen die financiele consequenties tot gevolg hebben en waarop een adequate actie van de instelling noodzakelijk is. Dit heeft nu tot gevolg dat acute liquiditeitsproblemen ontstaan zijn. De redenen die, volgens opgave van de SKE, leiden tot het financieel probleem zijn:
A een investering in de nieuwbouw aan de Maria van Bourgondielaan zonder financiele dekking. Tevens realiseert men er een uitbreiding in het aantal kindplaatsen zonder dat de uitgaven volledig zijn afgedekt; 8 om te kunnen voldoen aan de gestelde eisen op basis van de Verordening op de kwaliteit van de kinderopvang 1994 heeft men geinvesteerd in de accommodaties en speeltoestellen. Een aantal kosten zijn reeds in de jaarrekening 1997 opgenomen, een deel van de kosten zullen het komende jaar uitgegeven dienen te worden; C extra kosten vertrek directeur en kosten interim-directeur. Het vertrek van de voormalige directeur heeft extra kosten met zich meegebracht. Deze zijn voor het grootste deel middels een reservering verantwoord in de jaarrekening 1997. De kosten van de interim-directeur komen, voor het grootste deel, ten laste van het jaar 1998; D extra kosten in verband met een voorgenomen reorganisatie. In verband met de werving van een nieuwe directeur en de uitgevoerde/uit te voeren onderzoeken worden extra kosten gemaakt. Deze komen ten laste van het jaar 1998;
E lagere inkomsten dan verwacht. Inmiddels is gebleken dat de stijging van de bezetting achterblijft bij de verwachting. Dit heeft tot gevolg dat ook de inkomsten achterblijven bij de raming, hetgeen niet gecompenseerd wordt in de kostensfeer;
Raadsbij lage nummer r 48
F de SKE geeft aan dat de CAO-afspraken tot gevolg hadden dat de salariskosten de afgelopen jaren fors gestegen zijn. De instelling heeft de tariefstelling aangepast, waardoor de inkomsten verhoogd zijn. Daarnaast verwacht de instelling opnieuw een forse salarisstijging.
6 Overige gevolgen van de aanpak Het aanpakken van de financiele problemen van de SKE en het doorvoeren van de noodzakelijke reorganisatie laten onverlet dat het ontwikkelen en uitvoeren van de Tijdelijke stimuleringsmaatregel buitenschoolse opvang op korte termijn doorgang moeten vinden. De door het rijk beschikbare middelen dienen voor 1 januari 2000 in uitbreiding van de capaciteit zijn omgezet. Indien dit niet gebeurt, dienen de middelen te worden teruggestort aan het rijk. Deze situatie zou haaks staan op de geconstateerde groeiende behoefte aan kinderopvang.
7 Resultaten van overleg / inspraak De totale situatie is veelvuldig met de SKE en haar raad van toezicht besproken. Eveneens is overleg gevoerd met de heer Tollenaar en de heer Van Hoek.
8 Communicatie Om dit proces zorgvuldig te begeleiden is door de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken en de KBN het communicatiebureau Bex van der Schans ingeschakeld. Zij zal het gehele traject communicatief begeleiden.
9 Advisering raadscommissie(s) Niet van toepassing. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
Raadsbij lage nummer r yS
Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 juni 1998, nr. 148; besluit:
1 in te stemmen met de garantstelling, verleend aan de ING bank, ten behoeve van kredietverruiming aan de Stichting Kinderopvang Eindhoven ter betaling van de salarissen aan het personeel van deze instelling voor de maand juni 1998 van f 760.558,ÃćâĆňâĂİ ;
2 a 1 ten behoeve van de Stichting Kinderopvang Eindhoven een krediet beschikbaar te stellen tot een maximum van f 1.459.200,ÃćâĆňâĂİ en de
jaarlijkse lasten, ingaande per 1 september 1998, ad f 103.160,ÃćâĆňâĂİ ten
laste te brengen bij de instelling; 2 het pand aan de Maria van Bourgondielaan na eigendomsoverdracht aan de gemeente Eindhoven, in beheer en onderhoud geven bij de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk b aan de Stichting Kinderopvang Eindhoven, in het kader van de Tijdelijke stimuleringsmaatregel buitenschoolse opvang, voor de uitbreiding van het aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang, zijnde 24, met ingang van 1 september 1998 een subsidie beschikbaar te stellen van f 6.648,70 per kindplaats, met een totaal van f 53.190,ÃćâĆňâĂİ (ten laste van de beschikbare
middelen opgenomen onder 665.050.0); 3 de totale kosten van de interim-directie en het communicatiebureau ad f 202.500,ÃćâĆňâĂİ ten laste te laten komen van de gemeentelijke middelen 1998 ten
behoeve van de uitbreiding van de buitenschoolse opvang; 4 de begrotingswijziging dienovereenkomstig vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 juli 1998.
N. van der Spek, voorzitter.
C. Tetteroo, secretaris.
98004136